-ocr page 1-

)^y // //

/ / /7//z- /A-

gt;

/n ie .

2X5^ r—N

W §

\'/(gt;,0

s?

/rJf\'ö l

IETS

OVER

SOPHISTISCHE E R G E L IJ K MM G.

DOOR

t i-; t rr i x.

Voor rekening van den S c h r ij v c r.

HELDER,

H. A. STAÜEEMANN. 1 8 8 0.

I

wx-

Snelpersdruk van Henri T. B. Mure, Firma S. Giltjes, to Helder.

-ocr page 2-
-ocr page 3-

IETS

OVER

SOPHiSTISCHE VERGEL IJ KING

DOOR

T É T T I X.

„Het openbaar onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der Regeering. Be inrichting van het openlaar onderwijs loordt, met eerbiediging van ieders godsdienstige begrippen, door de Wet geregeld. Er wordt overal in het rijk van overheidsioege voldoend openhaar lager onderwijs gegeven. Ild geven van onderwijs is vrij, behoudens het toezicht der overheid, en bovendien, voor zoover het middelbaar- en lager onderwijs betreft, behoudens het onderzoek naar de bekwaamheid en zedelijkheid der onderwijzers?

Art. 194.

1 8 8 0.

-ocr page 4-
-ocr page 5-

Wiens weetgierigheid leidt tot onderzoek omtrent mijn aangenomen naam, zal beter doen archaeologie, symboliek en heraldiek te bestudeeren, dan zich te laten verleiden door Tetios.

Dan, ik kan ten naastenbij openbaren, waarom ik optreed als een gemaskerde.

Ik ben solliciteerend onderwijzer van beroep, d. w. %. half master, half clown, en het ware dus — more consueto — niet onmogelijk, eene ridderlijke daad te zien heloonen met een verzilverd keuis en het grootmeesterschap der veteranen. De bestrijder der nihilisten is een bekende held en daarom een terdoodveroordeelde — neen, een terdoodverwezene zonder gewijsde. In Rusland is dat nu eenmaal gewoonte, die, overgebracht, in liberale landen een epidemisch karakter aanneemt.

Maar //qui se ultro morti offerant faciüus inveniuntur, quam qui dolorum patienter ferant11 dat zeer natuurlijk is bij een eenmaal gewisse» dood. Overlijden is vermakelijker dan lijden, waarom gene dan ook wordt opgeteekend door den Secretaris of eenen klerk van het gemeentehuis; ja, zelfs de chronologische tabellen danken haren geestigen, boeiendeti inhoud aan de genoegdoening der stervensgezindheid. En toch ware liet sterven eene werking, de vrije woningen met tuin bleven on-besolliciteerd en pensioen ware eene ongeachte premie.

«Want de macht der kennis weegt vaak niet op tegen die der knoopendraaierij.quot;

C. F. van Assendelft de Coningii.

Ik voel mij verplicht (geheel gevoelloos ben ik nog niet) alle medebelangstellenden — of, wat omvangrijker — alle

-ocr page 6-

4

medebelanghebbenden te waarschuwen voor, tegen, vergelijkende examina, waar men zich heeft te houden aan de mode van den dag.

Neen, onderwijzers en opvoeders, gij behoeft uwe kleerkast te vergrooten, noch uw Hollandschen tailleur te raadplegen; weest gerust!

De mode geldt hier slechts de oplossing van vraagstukken, inzonderheid rekenkunstige opgaven.

Bijv. Een jongen koopt een elastieken bal voor f 0.25. Hij verkoopt hem aan een ander voor f 0.30, waarvan hij terstond (een half uur na den koop) f0.23 ontvangt en de rest den volgenden dag. Hoeveel 0/0 wint hij \'sjaars, of liever gedurende de halve eeuw, die hij nog leeft ?

Voorheen won men 1820000 0/0 ongeveer.

Terjemooorclig wint men co quot;/o —

volgens den koers, of iets meer.

Die kunstige mode, ik meen ; rekenkunstige mode, misschien wel nieuwmodische wiskunde .... (informeert het maar eens bij de redactie van //de Wekker11).... is niet voor berekende personen ; maar meer een gevolg van de voegzaamheid.

Zij — de mode .... of de voegzaamheid — schrijft voor een rok te maken uit de afgelegde kleeren van negenennegentig begraven collega\'s en daarmee getooid ter audiëntie te gaan. (*)

Schoone ontdekking, weldadig verschijnsel, opmerkelijke ontknooping ! Hoe hebt ge mij laten wachten ! Ik vreesde, dat ge bestondt en altijd zag ik den blauwen hemel boven, het woelende water achter en voor mij : ik droomde van eerlijkheid en examina en thans.......ontdekt, ontdekt is het;

wezenloos te handelen, om wijs te lijken. Ja, zoo is het!

Heil den ontdekker !

Voor mij was de uitspraak van mejuiïrouw van Eees :

(#) Naar men verneemt zijn er modcl-klcederen meer voorhanden.

—- uitgezonderd afgelegen plaatsen

— nergens zulke

-ocr page 7-

5

//het beste middel, om iemand te behagen, is in zijn geest te sprekenquot; een doode letter, in logica verklaarde onzin ; maar

thans......... Er loopt nog \'/gg — naar gelang van

vroegere grootheid — in absurditeitstenue, o, demon 1

t* r a k t ij k en Theorie.

Theoiie en praktijk zijn twee zaken. Dat de laatste voor een deel uit de eerste geboren wordt, wie betwijfelt het ? Ik zeg: voor een deel. Men krijgt immers ook praktijk door de praktijk zelve, de een meer, de ander minder. Doch gelukkig hij, die praktijk en theorie beide beoefent en daardoor theoretisch en practisch wel ontwikkeld wordt.

(//Wekkerquot; 13 Maart 1880.)

Bestendige lezer R.

Als na eeuwen en jaren de beteekenis van een woord is veranderd of gewijzigd — o, buigbare, buigzame taal (*) — is het moeielijk zulk een verloopen woord aan de oorspronkelijke begrippen te verbinden.

Zoo moet de geschiedenis van het woord theorie — het Grieksche Theoria — van Homeiiqs tot den bestendigen lezer R — eene aaneenschakeling zijn van gebeurtenissen, heel interessant.

Naar de oudste geschriften moet Theo of Thauo de stamvader zijn van theater, ampJiilheater, iJteama, thauma, theorema en ook van theorie. Deze afstammelinge was wegens afgetrokkenheid

v*) Volgens Schacpmans uitspraak: «ilc ziel van een volk is zijn taalquot; is deze slechts buigzaam als de ziel en wijzigt zich de beteekenis van een woord; doeh de taal is buigbaar, te buigbaar, indien die beteekenis door bestendig lezen onnadenkend veranderd wordt.

-ocr page 8-

6

alom bekend en hare beteekenis was voor den mensch ; de lesc/ionvjing cenor zaait. In liet midden der vorige eeuw verklaarde L. Meijer haar nog als Thauo (Théoys nakomelinge, doch noemt haar een bastaard. Theorie — bespiegeling, beschouwing eener zaak. Theorie in 1880 den 13™ Maart — eene zaak.

Nu moet theorie tijdens de laatste eeuw eene zelfstandigheid hebben verkregen zonder verdrukking, opstanden of tachtigjarige oorlogen, zonder oproer, opschudding of oploop, dus : niet verworven, wat ook niet is overeenkomstig de natuurlijke bestendigheid der onbestendigheid en zeker in strijd met de werkelijke ontwikkeling.

Théorias moeder Praxis, met onvergankelijke schoonheid, heeft door polyandrie eene talrijke nakomelingschap. Nu moge Theoria zich de rechten eener voogdesse toeëigenen, de plichten eener voedster kan zij niet vervullen; want praktijk gewint theorie; eene handeling kan met of zonder bewondering beschouwd worden. En toch, sedert Maart 1SS0 heeft een verloskundige, zoo \'t schijnt, uitgevonden, dat de beschouwing eene zaak en eene halve oorzaak — neen ! de oorzaak is van de halve handeling, die — vice versa —

de primitieve oorzaak is van hare aanstaande....... moeder.

.Dat de twijfel opkome !

Misschien uit erkentelijkheid jegens het verstand, heeft men — paradox genoeg — de praktijk vernederd, teruggebracht tot een minimum naakte handeling, //tuyghwerckelijckheijt.\'quot; Overleg, bewustzijn, bedoeling zijn afgezonderd van de werking ; uit hooger kreits gesproten, vonden zij eene plaats nevens methodos en hypotheseis, om den handel in vermoedelijke onnauwkeurigheden begunstiging te verzekeren.

Wie de beteekenis van dogma kent, behoeft geen Hol-landsche vertaling van theorie, wier instabiliteit een Columbus waardig is.

Na behoorlijk genaturaliseerd te zijn, geloof ik, dat men bewilligt, om praktijk en theorie in Nederland te leoefenen ; maar de acclimatatie voor eene goede practkcho en theoretische ontwUckeling van iemanden of ietsen is bijna onmogelijk.

-ocr page 9-

7

Men heeft eclitei- personen, die zeer vrijzinnig zijn en de leer der permutatie, variatie en combinatie vereenzelvigen met syntaxis. Dat zegt wat meer dan //dichterlijke vrijhtidquot; in gedwongen stijl.

üe toepassing van voorschriften, regels en wetten — bekend onder het motto : theorie — verraadt onhandigheid en onhebbelijkheid. Praktijk alleen maakt de praktijk; hare bedoeling, richting en gevolgen naar eigene ervaring, als hoogste waarheid, te beschrijven, is moeielijk, omdat, uit den aard der zake, vele omstandigheden moeten verzwegen worden; bovendien is het geheugen omringd van tallooze dwaallichtjes, die iemand, zienderoogen, aftrekken van de hoofdzaak.

Dus blijft de zoogenaamde theorie een areometer met stand-, vastig volume, zoolang de vergelijkende examina bestaan, liet bepalen van het soortelijk, ook soortgelijk, gewicht wordt daardoor mogelijk en zeer vereenvoudigd.

Jammer voor mijne toekomst, dat ik zooveel ervaring opdeed, om de standaardtheorie niet altijd te kunnen uitgeven als gangbare munt. Hoe zich te verontschuldigen, indien men de toepassing van eene voorgewende praktijk verlangde ?

Doch...... wie vraagt verschooning, omdat hij naar het

voorschrift van den dokter //het bed houdt?quot;\' \'tis, of ik be-examineerd ben !

»Warit die alom de waerhe) t seyt

En stip staet op gerechtigheyt.

Dit \'s \'t menschelljk doen in \'t jammerdal,

Geen herbergh ergens vinden sal.quot;

De Godtspraeck der waerheyt.

De jeremiaden in bladen, gevrijd aan opvoeding en onderwijs, worden begenadigd door een onbekenden eigenaar. Waarom ? Ambire munns !

Veeltijds tenminste.

Bewijs ? Kom aan :

-ocr page 10-

8

Een noodwendig gevolg van teleurstelling is eene grief; n sollicitanten, (n—1) teleurstellingen, (n—1) grieven ; (het gemeentebestuur krijgt gewoonlijk zijn deel van de voorge-dragenen —1) verlies van vertrouwen wordt opgeheven door wantrouwen : \'net gemoed is steeds vol ; onbeantwoorde verwachting wekt twijfel, welke zich verantwoordt met gissingen , een ieder voelt zich gekrenkt beneden de aandacht te staan van een ander (de meesten staan boven die van zichzelven) : eigenbelang eischt wraak ; een onwederstaanbare heldengeest verheft zich in die mate, dat men nog even wederwraak

ducht..... en de klacht komt tot haar goed of vermeend

recht, pseudonimisch.

Waarheidszin ?.....nihil!

Na geplaatst te zijn, na eene onneembare stelling te hebben ingenomen, is de heldenaard verdwenen; Dike wordt gehonoreerd en men wacht niet langer uit te roepen : gerechtigheid verhoogt een volk ; want.........want.....er is

geen want. Zeker! Want het pleit is beslist naar men\'s wensch.

Of.... na eene plaats verworven te hebben, wel te verstaan .....men houdt zich niet langer schuil, wijl men niets

meer behoeft te vreezen ; //de herbergh is ergens gevondenquot; ; men tart allen met glimlach, met grimlach, met heldachtig-heid naar goeddunken.

Ik ken een vermaard hoofdonderwijzer, die beweert, dat van de vergelijkende examina, waaraan hij deelnam, er slechts twee consciëntieus waren t. w. heel toevallig en opmerkelijk de twee, waardoor hij plaatsing verwierf. Waarom, indien dit waar is, de pen niet gedoopt voor de afschaffing der deug-delooze onderzoekingen, in plaats van de punten stomp gemaakt voor pia vota ?

Rotterdam heeft eene zekere beruchtheid verkregen of gekregen door de aantijgingen, waarmee men zeer bescheiden en bedektelijk (de onderteekening betreffende) de locale examina nu en dan bejegent.

Voor mij is elke voordracht in het district van Rotterdam

-ocr page 11-

9

een blijk van een getrouw en stipt onderzoek; ware zij anders, de verdenking zou gegrond zijn, dat aantijgingen meer indruk maken, dan kennelijke sporen van eigen productie.

Indien men zich de moeite van eenig onderzoek getroost, blijkt er, dat Botterdam volstrekt niet alleen staat. Schijnbaar vreemdeling, kan iemand een oud-bekende, een oud-leerling zijn en aanspraak hebben op gelijke onderscheiding van den leeraar-examinator, als diens tegenwoordige kweekeling.

Het is niet onmogelijk, dat heeren schoolopzieners en examinatoren door p.mtominiek de hooge Kegeering willen beduiden : hewet de vergelijkende examina ah volgt : Bij het vaceeren eener betrekking aan het hoofd eener school, kunnen alleen zij als sollicitanten worden toegelaten, die minstens twee jaar woonachtig en werkzaam zijn in het district, waarbinnen de betrekking vaceert.

Zeker is er iets goeds in een dus geformuleerd artikel.

Het aantal sollicitanten zou verminderen. Het onderwijs zou minder lijden, dan bij eene herhaalde afwezigheid dei-kampioenen. Waar oude of zwakke onderwijzers aan het hoofd der school stonden, zou men krachtiger bijstand kunnen erlangen.

De schoolopziener zou den Raad der gemeente een beter gemotiveerd advies knnnen geven.

■ Zeker, zeker! De grootste gemeenten geven het voorbeeld en daarom..........

En de onderwijzers, handelen zij naar hunne ervaring, naar hunne bevinding ?

Neen!

Ambire munus !

Wie dit verwerpt, bepale de negatieve waarde van het verstand, als bekend is ;

le. mededinging naar betrekkingen, terwijl men zeker is, niet in aanmerking te komen.

2e. betichting van rechtvaardigheidschennis, terwijl de beslissing het stempel der oprechtheid draagt.

Ambire munus kweekt onzin ; de drager van dien onzin

-ocr page 12-

10

moet zich schuilhouden, omdat delirium eene slechte aanbeveling is voor de opvoeding der jeugd.

In //de Wekkerquot; van 1 Mei 1880 treedt Een solt,iciïant op met de gegronde aanklacht wegens lichtvaardigheid. Hij deelt mede :

»IIet werk dat ons werd voorgelegd — te Harlingen — «hield ons met eene kleine tusschenpoos bezig van voorra. 10^- tot nam. -4^ uur.

Op het werk (1) wil ik niets afwijzen, maar ik voor mij kan niet gelooven, dat het (-[-) nauwkeurig is nagezien. Het schijnt mij tenminste onmogelijk toe, dat men daarmede reeds op denzelfden dag van het examen kan klaar komen, daar toch 30 sollicitanten aan het examen deel namen.

Reeds om haif zeven was lang en breed uitgemaakt, wie zouden kunnen blijven. Daarbij moet men in aanmerking nemen, dat de luchthartigheid, waarmede de heeren examinatoren het werk, de vrucht van zwaren arbeid, inzagen en door de handen lieten gaan, een scherp contrast vormde met de inspanning, waarmeê de sollicitanten, wien het ernst was, zaten te werken.quot;

Ook ik heb mij wel eens verwonderd over de vaardigheid van heeren keurmeesters, taxateurs en examinatoren; maar sedert ik heb zien goochelen met tastbare voorwerpen, of — als ik bedenk, dat, wie te A is voorgedragen, te B even goed kan fungeeren en zoo het waar is, dat voortbrengen inspanning vordert, terwijl //inzien,quot; doorzien, nazien, vergelijken, //door de handen laten gaanquot; eene uitspanning is, dan vind ik verbazing onfatsoenlijk.

Hoe kan het anders ?

Onderwerpen, die alle paedagogische pennen zouden doen spritsen van theorieheid, moeten na verloop van anderhalf uur

1

■Waarschijnlijk de opgaven, voorkom end c in «de Wekkerquot; van 28 April I8S0. (f) Vermoedelijk de bcantwooiding der opgaven.

-ocr page 13-

11

overdacht en behandeld zijn, zoodat — - misschien opdat — de opstellen met onverschilligheid, hunner waardig, kunnen nagezien en vergeleken (?) worden. Daarenboven^ onzekerheid en langdurige spanning verergeren de verlamming.

«La quantité des connaissances, la singularité des faits, la nouveauté même des découvertes, ne sont pas de surs garants de riramortalité,quot; zegt Buffon.

Begrijp eens: la quantité des connaissances is vergankelijk in het eerste, tweede, derde of vierde geslacht. quot;Waartoe dan geschiedenis gerepeteerd; wat baat het of men haar weet te verdeden in drie a vier geschiedenissen n.1.: die der aartsvaders, die der voorouders, die der voorvaderen en die dei-stiefmoeders? (1) Wat genot of nut, al leert men ieder volk, elk Vorst, elk overwinnaar zijn rechtmatig aandeel geven van de massa ?

Alzoo: een kundig mensch sterft met zijn overlijden, en het vak, waardoor hij uitmuntte daalt 50o/o, de rest valt te pletter. Hij was geen onderwijzer genoeg, om dien val te verhoeden.

La singularité des faits, dan !

Elke daad, elk feit heeft een gevolg, dat de oorzaak is van een toestand, eene handeling, die enz. enz.. . . Dus eene daad of een feit blijft in de gevolgen voortbestaan : dat is een fait accompli. Maar de ongemeenheid, de zonderlingheid, de bijzonderheid van daden is voor het opkomend geslacht bf minder opmerkelijk bf volstrekt onbegrijpelijk.

Het herinneringsvermogen wordt belast met het vasthouden van merkwaardige vreemdigheden, en wie het best voldoet, heeft een uitmuntend geheugen — de onderwijzer voor een groot deel, gewoonlijk, totdat hij //klaarquot; is; de leerling zoolang hij schoolgaat. De lust tot onderzoek vergaat door vervelende herhaling en gedwongen eentonigheid.

La nouveauté même des.....eene maand, een dag, een

uur na de geboorte, het ontstaan, de schepping, de ontdekking

1

Dc zoogenoemd nieuwste gescliieclenis, uaatvan de leerlingen nog liet meest kunnen begrijpen, wordt zeer stiefmoederlijk behandeld. Tc alledaagscli misschien.

-ocr page 14-

12

is de nieuwheid verouderd en kan dus geen waarborg zijn voor de onvergankelijkheid van zich zelve of voor de onsterfelijkheid van een ander. Juist de ouderdom, beter Tantiquité, bewijst de deugdelijkheid ; en de deugd ? . . . . zij is blijvend, mits men haar niet aanprijst en voorschrijft om onsterfelijk te worden. Ook is eeue ontdekking slechts een ontblooten, eene openharing van het onbekende, doch bestaande.

Dit ongeveer doet Buflbn lezen; maar de Nederlandsche onderwijzers, waarvan een deel de onsterfelijkheid ontkent, een ander deel de sterfelijkheid en nog een deel beide, moeten de regels der harmoive, leer der accoorden, kennen, alsmede de grondbeginselen der Nederlandsche taal, t. w. Substantiva quot;Verbalia, Adjectiva, Denominativa. Composita Constructa, idem Possessiva, Perfectum, Numeri, Modi, Acristi secundi — de terminologie behoort toch bij de grondbeginselen ? — teneinde de opleiding der kinderen tot zelfstandige, deugdzame, denkende wezens en toekomstige leden der maatschappij te waarborgen.

Iemand, die geen kennis van zaken heeft, zou meenen, dat de opleiding en opvoeding tot menschen daardoor wordt voorkomen.

Mij komt het vreemd voor, dat die waarborgen (?) moeten blijken uit wat men gelieft op te schrijven ter gelegenheid van een vergelijkend examen; ook is het mij niet duidelijk, waarom men niet dan voor het onderwijs — bepaaldelijk; het gewoon- en buitengewoon lager onderwijs — tusschen Pruisen, België en de Noordzee te geven — de meest geschikte personen zoekt door het vergelijken hunner geleerdheid en boekerige practijk.

Boekerig ?

Ja, de werkelijkheid wordt miskend, en moet miskend worden, om in een gestelden tijd of onbepaald te beschrijven, hoe men middagmaalt — ik bedoel: onderwijst. (1)

Eene ontdekking!

1

Ik kan met getuigen bewijzen, hoe een onderwijzer [?] — onlangs aan liet hoofd eener school geplaatst — z ij n e n praktijk heeft moeten verzwijgen, om schijnbaar te kunnen wat hij niet vermag, n 1. onderwijzen, \'t Is ergerlijk, maar toch geleerd!

-ocr page 15-

13

Volstrekt niet.

Wat zou eene moeder leveren, indien men van haar eischte eene beschrijving, eene verklaring van de wijze, hoe zij hare kinderen //het praten leert?quot; Geef haar twee uren, drie uren, een dag of eene week voor dat werk — eveneens liet weergeven van handelingen, eene roeping, eene plicht; — laat zij geschikt, bekwaam, zelfs geleerd zijn: geen antwoord. Eene poging, om iets te leveren, zou haar kwetsen en anderen doen ergeren wegens de lompheid en valschheid van het voortgebrachte Geef haar een kind, een uur lang en nog mag en kan men niet oordeelen over hare geschiktheid als moeder of onderrichtster, haar moeder- en meesterschap is geen kunstje, om het te vertoonen per uur.

Ileeren examinatoren begrijpen dat even goed, ingeval zij moeder — ik meen: onderwijzer zijn. Hunne onverschilligheid //hunne luchthartigheidquot; ware eene deugd, indien zij gedwongen werden te examineeren.

//Een ver eer end verzoekquot; kan moeielijk geweigerd worden, en daarom.....

Openhartig gesproken en welgemeend, heeft de oppervlakkigheid van onderzoek mij eene verwijting afgeperst.

Ik weet, dat er onder sollicitanten enkelen zijn, die wetenschappelijke vragen beantwoorden met phrasen vol poëzie (goed gezien niets minder dan onzin) en daardoor een gunstigen indruk maken bij eene vluchtige vergelijking met wetenschappelijke dorheid. Daar ik die zoogenoemde poëzie bij het beantwoorden van vraagstukken beschouw, als ware zij ter bemanteling van onkunde, schijnt het, dat mijzelven het verwijt moest geiden-

Immers, ofschoon mijn //patroonsquot; steeds zeer tevreden waren over mijn onderwijs en plichtsvervulling, al heeft geen methode mil tot dienaar, ik ben niet geleerd. Nu zou ik ook wel in poëzie willen doen, maar ik durf niet, om de prijsvermindering van dat goed niet te verergeren. Natuurlijk zou zelfverwijt mijn niet-durven gelden, en de poëzie, die ik bedoel, is van de minste kwaliteit, n.1. de proziiische of ongerijmde.

-ocr page 16-

14

De berijmde, de rijmende poëzie, oolc wel de poëtische poëzie of gedwongen, gebonden stijl genoemd, staat veel te hoog. Zij is het beste bewijs van uitstekende.....

Gevoel, Verbeelding, Heldenmoed,

Tot éóno ondeelbre kracht verbonden,

Te zaam gesmolten tot één gloed,

En door den boezem uitgezonden.

Op vleugelen der melodij,

Om al wat ademt te betoovren,

Om al wat bait heeft te verovren!

Ziedaar de gaaf der poëzij !

I. da Costa.

»Ziedaar de gaaf der poëzij.quot; Gevoel, verbeelding, heldenmoed; ziedaar de drie vereisehten.

Kennis niet, versland niet, denkkracht niet.

«La philosopliie décrit et dépeint la nature ; la pocsie la peint et rembellit; elle peint aussi les hommes» ellc les agrandit, les exagère, elle crée les héros et les dieuxquot; et les sciences, tegen vereerende verveling (ik heb de e legende ingezien, maar zal het nooit weer doen.)

Heeren, examinatoren ! ik verzoek u rechtvaardig — (niet recht vaardig) — te zijn, door eene totale onverschilligheid te toonen, om leugenachtige vergelijking en nadeelige kwakzalverij van wetenschap te verfoeien; want beter is eene zichtbare luchthartigheid, dan gehuichelde stiptheid. Wanneer men eene maand voor het examen verneemt, wie voorgedragen zul worden, na een vergelijkend onderzoek van eene maand, meen ik de nauwkeurigheid beneden luchthartigheid te moeten stellen, al is het contrast tusschen inspanning en voorbeschikking (?) minder opmerkelijk in schijn.

t\' Uytert op de Marcht, daer zijn appeltjes [*] te koope ...........mach ick daer eens nae loope ?

Jae nae loope ?

[#] Appeltjes voor citroenen te verkoopen schijnt somtijds geoorloofd.

-ocr page 17-

15

Er bestaat weten en niet weten, kennis en onkunde. Slecht, goed, beter en best weten is nonsens.

Veel weten ?

Blijkens vragen, opgegeven door kundige personen, om geschiktheden onderling te vergelijken, kan iemand veel weten, ijselijk veel; maar juist daardoor onbekwaam zijn.

Nademaal de Regeering in derzelver gedaanteverwisselingen geen blijk geeft eenige waarde toe le kennen aan onderscheidene op- en aanmerkingen betreffende de vergelijkende examina, zullen degenen, die zich dezelve veroorloven, kunnen beschouwd worden als kwajongens.

Ja, ja, Boileau !

«Rien n\'est beau que Ie vrai: le vrai seul est aimable.quot;

Vooral in landen, waar men haar te zien krijgt, als eene gruwelijke aalwete: tres beau (belle) trop aimable!

Onwetend of kwaadwillig

Ontaardt men ons bestaan En zou ik onverschillig

Het zien te schande gaan?

O, waar de rede aan banden,

En \'t recht gekluisterd ligt Te reppen tong en handen,

Is echter mannenplicht.

F. de Gort.

^Lan 4oijnc ^amp;xccllcntic den CMinUteV van quot;Onderwijs.

De eer Uwe Excellentie aangeboden, is mij geene schuldbekentenis, maar eene betrachting, die ik meen le moeten nakomen, om de hoofdsche vormen niet te schenden.

Eene plichtsvervulling is dien eerbied jegens U, omdat Uwe onpartijdige en belangelooze handelwijze voor de uitvoering der //nieuwe wetquot; mij daartoe noopt.

-ocr page 18-

16

Indien Uwe Excellentie de verslagen leest van Onderwijzers-vergaderingen zal liet U duidelijk zijn, hoe moeielijk het is vele paedagogische vraagstukken te beantwoorden, hoe uiteenloopend het oordeel is van dezelfde personen, die geroepen worden, om de antwoorden van 60 tot 100 onderwijzers te vergelijken of boter; te toetsen aan hunne zienswijze, antwoorden, die in anderhalf uur moeten zijn overwogen, bedacht en opgeschreven met of zonder poëzie, welke met routine en geluk, eene bekroning erlangt.

Zestig tot honderd opstellen over hetzelfde onderwerp te lezen is reeds eene marteling voor een onontwikkelde; hoe zal een beoordeelaar te moede zijn onder eene kastijding, die den geest erger is dan verveling en walging ?

Indien Uwe Excellentie weet, welke vragen worden gesteld voor de examina, zal het U allicht verwonderen, hoe het aantal punten (goedkeuringen) zooveel kan verschillen, dat het doenlijk is de bekwaamsten (?) af te zonderen. Bovendien, hoe hoog mag .men kennis en bekwaamheden taxeeren, als ze worden voorgesteld door punten en puntjes ; doch .... eene beschrijving van een vergelijkend examen — jongere linie — zal U kunnen doen oordeelen.

Het vcrgelijkeud examen.

Volgens eene advertentie vaceert er eene betrekking aan het hoofd der school te A. op eene jaarwedde van f 700 tot f 1700 met genot (?) van vrije woning of vergoeding enz. enz. Stukken in te zenden enz.

Ieder, die in het bezit is van een akte als hoofdonderwijzer — die en die uitgezonderd — raamt, overweegt en wikt overeenkomstig met zijne beurs, zijn lust, zijne gelukszon, het tractement enz. en zijn stukken worden opgezonden.

Is dit geschied, dan ontnuchtert hem het bericht, dat er 60, 80 . ... 130 sollicitanten zijn.

-ocr page 19-

17

Misschien, om den examinatoren wat verlichting aan te brengen, mogelijk, om zich zeiven te vrijwaren voor moedeloosheid, doch nimmer uit overtuiging van onvermogend en ongeschikt te zijn als hoofd eener school, nemen velen geen deel aan het examen.

De sollicitanten, die wel \'/opkomen,quot; spreken natuurlijk over schooltaken; ontmoeten dezen //harddraverquot; of genen kennis en betoogen met zooveel beslistheid, dat de vergelijkende examina uitermate veel begunstiging en geluk eischen, dat er een protégé is of twee metaphysisch knappe mededingers tegenwoordig zijn, dat men gedurende ket examen met een onderdrukt heimwee worstelt en gelooft, dat de conscientieuse examinatoren zijn vermoord in de wieg.

Het examen begint.

Na de voorbereidende werkzaamheden ; liet afroepen der namen, het teekenen van presentielijsten, liet overhandigen van de benoodigdheden, zijn in vele gevallen de meest prac-tische opgaven aan de orde, t. w.: //de sommen.quot;

Of die regeling toevallig is of eene naiiperij, weet ik niet; doch naar mijne meening is zij opmerkelijk en een ongezocht bewijs, dat de rekenk. en wisk. vraagstukken afdoende zijn. Met overleg gesteld —- en niet met wijzigingen overgenomen — geraakt men niet tot de oplossingen zonder nadenken en de conclusies zijn goed, eensluidend.

2e. Paedegogiek.

Bijv. Welke ontvangst bereidt gij den kinderen, als nieuwe leerlingen uwer school ?

Niet onmogelijk is het, dat enkele sollicitanten de dikwijls voorkomende bedreiging der ouders met de school en den meester onderstellende, eene inleiding leveren, waardoor den boeman ontmomd, maar ten slotte de menschlievendheid vermomd wordt.

Een ander zal meenen ; hartelijk. Eene hartelijke ontvangst, dat spreekt; docli hoezeer (misschien hoewel) in Nederland het begrijpen aller begrip te boven gaat, is hartelijkheid voor uitrekking vatbaar, die als nadere toelichting en uiteenzetting

-ocr page 20-

18

eene verlamming ten gevolge heeft, en deze moet met sclioone plirasen onopgemerkt blijven. Tulle dekt en verfraait! De sollicitant, zicli aanstellende als milde sclienkar, wordt allicht zoo buitensporig met zijne hartelijkheid, dat het kind door hare toepassing zou opgeleid worden tot alle maatschappelijke ondeugden.

Voor het overige zullen de sollicitanten zich wreken op den steller der vraag, door deze met schatbare onzin te beantwoorden. Hij, die de vraag onzinnig heette of het antwoord schuldig bleef, zou onverrichter zake tot zijn — mogelijk pas aangekomen -- leerlingen kunnen terugkeeren, wat echter niet strookt met zijn wenschen.

Gaarne vernam ik de hedoelmg van vele der paedagogische opgaven. Slechts de bedoeling! Is het, om na te gaan, wat iemand kan voortbrengen als kunst-of vlugschrijver, als steller,

als poëet, als onderw.....basta! Den onderwijzer leert men

schatten naar het onderwijs en eerst kennen in zijne school en uit zijne onderwijzing; ik bedoel niet per occasionem.

3e. Taalkunde;

paeaphease.

Gezond verstand In Nederland Tentoongesteld, de laatste jaren Aldaar bekroond.

Het blijv\' verschoond,

Diaan, van Eden\'s vijgeblaren.

Mogelijk zouden vele sollicitanten het bovenstaande, als volgt verklaren:

De voortbrengselen, die het redelijk wezen, de mensch, met verstand, weet te maken en dus de blijken zijn van zijn nadenken, worden niet alleen in Nederland tentoongesteld, om daardoor algemeene beschaving en ontwikkeling aan te brengen; maar worden bekroond naar mate zij meer het volkomene nabij komen en boven gelijke voortbrengselen uitmunten. De bekroonde, erkend door den tijdgeest, worden — volgens den uitgesproken wensch — niet voortgebracht;

-ocr page 21-

19

uit jacht (D i a n a) op effect; doch ten nutte van liet algemeen, zoodat zij geene bedekking behoeven, gelijk het eerste menschen-paar in den Eden.

Die verklaring zou zeker heel juist zijn, indien ik niet kon verzekeren, dat zij met de werkelijke bedoeling bijna in geenen deele overeenstemt, en deze uit al het voorafgaande zeer goed is af te leiden.

(Dat Diana meestal als de godin der jacht wordt aangemerkt is juist; doch hier zal hare oorspronkelijke beteekenis als godheid wel iets minder ongezocht zijn).

Wat verder de redekundige figuren betreft, hare benamingen als metaphora, metonymia enz. die zijn mij als meteoren en metophora van een te bovenaardschen oorsprong of wat ontijdig.

Maar quot;t is waar: het vergelijkend examen is niet voorgeschreven met het doel, om licht en leven te beschermen; maar als middel, om vijgeblaren beschikbaar te hebben, waar gezonde genitaliën zich in hunne naaktheid voordoen. Men schame zich zijn onbedekte oordeelen 1 4e. Aardrijkskunde enz.:

Het is niet van belang ontbloot, eens te onderzoeken, wie der sollicitanten de apostrophe van Frederik II kent:

Tel est, ó Prussiens, votre auguste modèle;

Soutenez comme lui votre gloire nouvelle,

Et sans vous arrcter a vos premiers travaux Sachez prouver au monde Qu\' une vertu féconde En produit de nouveaux,

en wie de nieuwe deugden kan aantoonen door de beantwoording der volgende vragen :

Welke heide vindt men in het N. O. van Hanover?

Welke eilanden liggen tegenover de uitmonding der Elbe?

Welk kanaal verbindt de Havel met de Spree?

Welk kanaal verbindt de Spree met den Oder?

Welk kanaal verbindt de Havel met den Oder?

Welke is de Noordelijkste stad van Pruisen ?

Welke moeras vindt men langs de Elbe?

-ocr page 22-

20

Zou liet den sollicitant euvel te duiden zijn, dat hij in stede van het antwoord na eene voorgelezen vraag, de opmerking neerschreef, dat, zoo men geschikte onderwijzers verlangt, men niet behoort te onderzoeken, wie in den jongsten tijd Pruisen heeft bestudeerd, ten einde te weten of het per scheepsgelegenheid mogelijk was, krankzinnigen naar Siberië over te brengen ?

Jk geloof bijna, dat de examinator, die zulke vragen durft stellen, de Regeering heeft willen doen inzien, hoe ongerijmd het is door kanalen eu moerassen te onderzoeken, wie de waardigste opvoeder der jeugd is.

Het is beter de ondeugd zoo innig mogelijk te doen gevoelen, clan te trachten haar te onttrekken aan oppervlakkige blikken.

Uwe Excellentie, wanneer Ge mannen zaagt met baarden, vaders, menschen d. w. z. denkers van omstreeks 30 zonnejaren, die zich kinderlijk verheugen over de overeenkomend goede /■/uitkomst eener som,quot; wanneer ge hoovdët vertellen, hoe deze beantwoording onjuist en gene half uitgewerkt moest blijven door het gering tijdsbestek, hoe sommigen zich beroemen op het herhaald figureeren als voorgedragenen, zal dan uwe ziel niet pijnlijk worden aangedaan, zal uw gevoel het medelijden dragen of zullen uwe blikken zich afwenden, om zulke vernietiging van eigenwaarde niet te aanschouwen? De strijd om een bestaan vernietigt het menschelijke in den mensch en de overwinnaar is — goed beschouwd — de overwonneling. Ts de akte van hoofdonderwijzer geen genoegzamen waarborg, om aanspraak te mogen hebben op gelijke rechten? Is de inrichting van het onderwijs in Oost-Indiën zoo uitmuntend slecht? Het aanstellen van leeraren, docenten, notarissen, telegrafisten schijnt geen vormelijkheid te behoeven; waarom de onderwijzers niet in staat gesteld zich te wijden aan het onderwijs, dat moet lijden onder de wanhopige pogingen en moedeloosheid van hen, wier lust gedood wordt door gedwongen studie en wier bezieling bestaat uit herhaalde schaamte?

-ocr page 23-

21

Uwe Excellentie, ik verzoek U in overweging te nemen wat ik neerschreef, ik verzoek U den sedert jaren uitgesproken wensch te vervullen.

Oogenschijnlijk zoek ik mijn eigenbelang. Doch ik vraag, wie of wat daardoor lijdt. Eene afschaffing van het vergelijkend examen is alleen nadeelig voor liet bestaan der valschheid en gaat gepaard met eene opheffing van verholen of kennelijke onwaarheid.

Bovendien, ik heb mij beijverd eene plaats te verdienen en niet die te veroveren ; heb ondervonden en niet afgeluisterd, ik ben overtuigd en niet overreed, ik heb mij geërgerd, doch tot heden slechts; want ik stel mij beschikbaar, om zonder ergernis mee te werken aan het heil van anderen en nuttig te zijn voor de maatschappij.

IK e s 1 n i t.

Nalezing.

Waar wordt den held zijn dood En loon uit brons gegoten ?

De held gevierd.......geen nood,

Voor hij is necrgestooten......

Uit dankbaarheid, en sterft ?

Waar durft men zich beklagen. Dat men het epos derft,

Als men geen held kan dragen ? Of: .. . . wordt hij ook belaagd.

Om zijnen moed te prikkelen ? Misschien wel opgejaagd,

Om meerder kracht te ontwikkelen ? Waar deugt de deugd als gunst ?

Waar wil men menschen leeren, Schoon meesters in die kunst,

Hunne eigen rede onteeren ?

-ocr page 24-

22

Waar valt de wetenschap

Door \'t vallen van een leider, En vindt zijn meesterscliap

Geen waardigen verbeider?

Waar heet men kennis macht,

Hoezeer de kracht van daden En kennis wordt geacht

Naar titel, naam en graden ?

Waar is — vaarwel Parijs ! — een mode

Beproefd ; een mode in logica : Verruk\'lijk dwaas. De lier: een ode Ter eere van Kislar-Aga ! [1]

Uw hooggeplaatstheid, heer.

Zoo meende ik, was onzeedlijk ;

Maar zie ik and ren weer;

Dan dunkt mij is ze reedlijk.

Waar is de theorie een zaak,

Een goudmijn voor den handel ?

Waar schrijft men zich een levenstaak.

Tot richtsnoer in den wandel,

Ten einde wel te zullen doen Te kunnen en te moeten.

Wat anders — hemel, mijn fatsoen ! —

Verging door loome voeten,

Of door gebrek aan overleg?

Waar roept men om wat klaarheid,

Doch schuilt men in het duister weg Uit vrees voor harde waarheid ?

1

«Bei Behandlung der Silben erlauben sicli die Dichter manche Fvciheiten, besonders wenu ein Wort sonst nicht in den Vers gehen winde, namentlich bei Eigennamen.quot;

„Eine kurze Silbe wird bisweilcn lang gcbrancht odcr eine lange Silbekurz.quot;

A n c e p 8.

-ocr page 25-

23

Waar wordt men nommer een, zoowaar,

Na \'t goochlen van vijf uren En dan een uurtje baakren maar ?

Dat \'s stoom met wonderkuren. Er gaat een trekschuit naar de maan,

Ik neem een plaats in \'t roefje:

Door mode en stoom zijn plicht gedaan, Is van mijn wil geen proefje.

A a ii «1 c i* c tl e.

Gij, rede, die den mensch verheft, Den mensch, die op zijn naam kan bogen. Omdat hij U den maker roemt,

Hij, \'t schepsel uwer openbaring.

Gij, rede, wie het heilig doel Volmaking is, gij zijt gedagvaard.

En voor de rechtbank van den tijd ! Gij, rede, wie deze eeuw gewijd is. Gij zijt bespot, en welbewust Heeft men uw heiligheid verloochend, Uw schoon ontsierd, bevlekt, besmet En jaren is de heiligschender Gevierd en stond aan \'t hoofd van al. Wat zegt te leven, zegt te strijden, Te worst\'len voor uw heil, uw naam. Uw eer, uw majesteit, uw waarheid. Kan men het kleedje van den dag U om de lend\'nen hangen en roepen : Ei! zie den geest, den reuzengeest.

Wiens schepter wij verdobblen ? Eere Voor hem, die wint: want hij verdient? Gij, rede, zijt natuurlijk rechter,

-ocr page 26-

24

— Geen beul. die recht niet \'t bloedig zwaard — Ik vraag u \'t vonnis, u het oordeel,

Omdat ge u zelve waardig zijt.

Een vonnis over hem, die hooger ....

Neen, lager stijgt en hooger zinkt. Dan.. . dan het peil van zelfbewustzijn! Zoo men verschijnt, het hoofd omhoog, Bekent en zonder roede of pijnbank,

üat men zich zeiven heeft gehoond.

Als men het waas der zelfbevlekking Vertoont als statiekleed, getuigt Dus ben \'k gevierd en aangebeden. Op, broeders! Doet als ik: Vergoodt De gunst van andren, broeders huichelt: Als dit geschiedt, wat is dan de eisch En de uitspraak, die de rede teekent?

//Ik ben sotliciteerend onderwijzer van beroep,quot; wat ik heb geschreven en dat de ontaarding van ons bestaan ter. zeerste doet gevoelen, herroep ik voor mijzelven en:

Iemand, 35 jaar oud, in het bezit van eene akte als hoofdonderwijzer en nog iets, zoekt eene betrekking, waarvoor verdienste wat beduidt. Brieven franco, bij den uitgever onder het motto; Tcttix.

-ocr page 27-

I