-ocr page 1-

AKADEMISCH PROEFSCHRIFT.

-ocr page 2-

.auT-fjitaif VâîHa^iiT

\' ^.lêfiunm tïinbsp;H^atitaa/JiA TOB

: • ^

.TïmirmMysn H^si^CIAM- - \'

mrijm uriv «^A««« X\'- • \\nbsp;-

/ï ...«awh^ïi so -^r aMCs^fctiocBnbsp;^nbsp;\' t é.

-s: ---

fiOéinmin,»! ÄSTOsa»

-SS.nbsp;. ,

quot;äst-.

-ocr page 3-

OPMERKINGEN

NAAR AANLEIDISO VAN

TWEE G-E VALLEN

DIABETES MELLITUS,

door dew schbijvbb

in het akademisch ziekenhuis te utrecht behandeld.

AKADEMISCH PROEFSCHRIFT,

OP GEZAG VAN DEN KECTOR-MAGNIFICÜS

M«. J. A. C. ROVERS,

GEWOON HOOGI.EEBAAR IN DE LETIEKEN ,

met toestemming van den akademischen senaat

EN

volgens besluit van de geneeskundige faculteit,
ÏEB VEKKRIJGING VAN DEN GEAAD VAN

DOCTOR IN DE GENEESKUNDE,

AAN DE HOOGESCHOOL TE ÜTRECHT,

TE VEKDEDIGEN DOOK

FREDERIK ANTONIUS HARTSEN.

GEBOBEN TE AMSTEBDAM ,

BEN JC JUNIJ 1861, \'S NAMIDDAGS

AMSTERDAM,
J, L E R N D E K T Z.
1861.

-ocr page 4-

gedrukt bij c. a, spin ^ ZOON.

-ocr page 5-

AAN

MIJNE DIERBARE MOEDER.

-ocr page 6-

lt; d- .nbsp;V *nbsp;\'nbsp;-

^ iér \' -nbsp;-r

lt; SolTsw \'nbsp;^ifîjf i\'-^^\'Vî-H^ tt

àsûb.w»-» ^00 îvfte ^ ^sit^^C rtó i^^^-tö^nbsp;i

.1

-ocr page 7-

VOORREDE.

In dit boekje vindt de lezer de resultaten nedergelegd van
een onderzoek dat mij, ik durf het zonder schroom erken-
nen, veel tijds en groote moeite heeft gekost.

En al zijn die resultaten niet zoo bevredigend als ik wel
had verwacht, liet ik mij hierdoor toch niet weerhouden, ze
tot onderwerp dezer dissertatie te maken, daar, mijns in-
ziens, een Akademisch proefschrift, zoo het eenig doel heeft,
meer moet beschouwd worden als grondslag ter beoordeeling
of de schrijver er van sich de ware methode tot onderzoek
heeft eigen gemaakt en of hij geschikt is tot het uitoefenen
van het door hem gekozen beroep, dan als middel om de
wetenschap met niemve waarheden te verrijken, ofschoon het
van zelve spreekt dat, ingeval het stuk ook aan dese laatste
voorwaarde voldoet, zijne waarde daardoor ongemeen wordt
verhoogd.

Wat mij betreft, mögt men in dit werkje eenige pogingen
tot zelfstandig nadenken en eenige bewijzen van echte liefde

-ocr page 8-

VUT

tot waarheid niet te vergeefs zoeken, ik zal mijn doel ten
volle bereikt acÄten.

Mögt dit evenwel niet het geval zijn, toch zal ik den tijd,
aan mijne dissertatie besteed, niet geheel verloren achten,
toch zal ik in deze laatste een geschikt middel blijven waarde-
ren om openlijk, voor zoo verre dit met woorden mogelijk
is, mijne dankbaarheid te uiten jegens zoovelen, wier onge-
veinsde belangstelling gedurende den tijd, dien ik geheel aan
de studiën trachtte te wijden, op mijne vorming zulk eenen
krachtigen invloed heeft gehad, ja, ik mag zeggen, die vor-
ming nagenoeg geheel heeft bepaald. Zoo met name jegens de
Hoogleeraren in de Medische en in de voorbereidende vakken
zoowel hier als te Amsterdam, die mij tot gidsen op den weg
der wetenschap verstrekten en van welke ik niet kan nalaten
enkele in het bijzonder te noemen.

Is het ivonder, dat ik hierbij in de eerste plaats het oog
heb op D, Hoog Geleerde Dr. F. A. W. Miquel, loien ik
als eenen vader veteer en liefheb?

Gij toch waart het, die het mij het eerst helder deedt in-
zien, dat het doel van \'s menschen leven niet uitsluitend gele-
gen is in het voldoen aan zijne zoogenaamde bloot stoffelijke
behoeften, maar mij deze slechts hebt leeren beschouwen als
middel om hem tot ontioikkeling van zijne hoogere vermogens
in staat te stellen.

Gij waart het, die door Uio boeijend onderwijs, op eene
vorige standplaats genoten, in mij de voorliefde deedt ont-
vlammen voor die wetenschap, zoo te regt quot;hij uitnemendheid
\'-\'de beminnelijke\' geheeten, en welker beoefening mij zooveel

-ocr page 9-

aangename oogenblikken verschafte en mij met een tal van
achtenswaardige mannen in aa.nraking bragt.

Hierbij detik ik vooral aan ü, zeer Geleerde Dr. C. M. van
der Sande Lacoste, met wien ik zoovele genoegelijke iiren
doorbragt in het doorwandelen van \'^Amstels dreven\' en het
bestuderen van hare eigenaardige Flora, door U met stalen
ijver doorvorscht. De voor mij zoo leerzame excursie\'s met
U gemaakt zullen steeds tot mijne aangenaamste herinneringen
behooren.

Ook voor U klopt mijn hart van warme dankbaarheid,
Hoog Geleerde Dr. G. J. Mulder. Zoo Gij mij reeds als
kind, door Uioe zoo echt populaire openbare lessen menig-
maal eene heerlijke verpoozing bezorgdet van de klassieke
studiën, die destijds voor mij zoo weinig aantrekkelijks had-
den, eenige jaren later en vooral gedurende den tijd, aan
mijne laatste onderzoekingen besteed, boodt gij mij in het
laboratorium de gelegenheid om mij onder eene onovertreffe-
lijke leiding in de practische scheikunde te oefenen en, terwijl
ik ü ook als mensch leerde bewonderen, door Uwe hooge
ingenomenheid met cd wat opregt en waar is sterk te wor-
den aangetrokken.

In de derde plaats wend ik mij tot U, Hoog Geleerde
Dr. A. Heijnsius, met een woord van welgemeenden dank.

Niet alleen door Uwe heldere voorstelling van de weten-
schap, die Gij met zooveel vrucht voor haar, beoefent, leg-
det Gij bij mij den grondslag tot meer dan oppervlakkige
kennis der practische studiën, doch ook Uw diepe afkeer
van al wat zweemt naar werktuigelijken slender icendde het

-ocr page 10-

gevaar van mij af, te worden medegesleept in den maal-
stroom van hen, die de toepassing der medische wetenschap
verlagen tot een métier, voor de maatschappij in schijn mis-
schien nuttig, doch inderdaad, allerverderfelijkst.

En Gij, Hoog Geleerde Dr. J. L. C. Schroeder van der
Kolk, die door Uwe onbeperkte menschenliefde zooveel tot
verzachting van het lot der ongelukkigste onder de sterve-
lingen tot stand bragt, houd U overtuigd, dat ik het ten
volle gevoel, hoeveel Gij tot veredeling van mijn karakter
hebt bijgedragen.

Gij toch steldet mij in staat door dagelijkschen omgang
met zorgvuldig verpleegde krankzinnigen eenen dieperen blik
te slaan in het gemoed van den menseh en deedt daardoor
de meest onedele hartstogten, haat en wraakzucht bij mij
plaats maken voor medelijden en vergevende liefde en leerdet
mij alle misdadigers, welke ik te voren zoude hebben veraf-
schuwd, als kranke broeders te beklagen en zoo mogelijk te
genezen.

Zeker niet het ïuinste ben ik U verpligt, hooggeschatte Pro-
motor , Dr. G. J. Loncq. Nagenoeg elke dag van den tijd,
dien ik het voorregt mögt hebben Uw kritisch en zoo doel-
matig ingerigt onderwijs te genieten, leverde mij de ondub-
belzinnigste bewijzen van Uwe hartelijke belangstelling in al
wie bij het gadeslaan zijner zieke medemenschen meer gevoelt
dan enkel medelijden.

Ja ik overdrijf niet, wanneer ik zeg, dat die tijd voor
mij eene aaneenschakeling van weldaden en ivelwillendheid
van Uiven kant was.

-ocr page 11-

En toen eene ernstige kwaal op ivreede ivijze een einde
maakte aan het genot, dat mij Uwe lessen verschafte, ook
toen ontzaagt Gij Uwen kostbaren tijd niet, om door Uwe
hulp bij het voltooijen van dit proefschrift, de nadeelen voor
den gang mijner studiën , die uit mijne ziekte voortvloeiden,
zooveel mogelijk te verminderen.

Van grove ondankbaarheid zoude het getuigen zoo ik U
hier onvermeld liet, dierbaar drietal uit mijne jongere
vrienden, Mr. W. W. van hennep, A. A. G. Guye en
S. Knuttel.

Waar zal ik ivoorden vinden om mijne innige gehecht-
heid aan Uwe beminnelijke persoonlijkheden uit te drukken?

Zoo toch iemand mogt twijfelen aan het bestaan van echt
belangelooze vriendschap, die niet slechts den voorspoed gaarne
deelt, doch ook het meest sombere lijden in de diepste ver-
twijfeling vrijwillig medetorscht en verligt, zoo zal ik hem
kunnen wijzen op die, welke mij van U, zoolang ik U ken,
is ten deel gevallen.

En dat zij zal voortbestaan, die vriendschap, dit waar-
borgt mij de onverbreekbare band waarop zij is gegrond, na-
melijk het gemeenschappelijk streven naar de kennis der on-
vervalschte waarheid, die wij hoog er stellen dan het bezit
van de heerlijkste illusiën.

Gij allen, wat ik U bidden mag, laat de schijnbare wij-
ziging in mijne verhouding tot U, door het vaarwel zeggen
mijner Akademische wijze van studeren ontstaande, U geene
aanleiding zijn, mij voortaan Uwen raad en Uwe hulp te
onthouden, alsof die voor mij overbodig toaren geworden.

-ocr page 12-

Integendeel meer dan ooit te voren gevoel ik het thans, hoe
onmisbaar rnij die zijn. Wdke toekomst mij ook wachte,
hetzij ik eenen werkkring binnen trede, waaraan eene zivare
verantwoordelijkheid is verbonden, hetzij mijne pogingen om
der maatschappij van nut te zijn op eigen ligchamelijk lijden
afstuiten, blijft in allen gevalle mijne zwakheid met Uwe
krachten steunen!

-ocr page 13-

INLEIDING.

Zoo er eenige ziekte is, omtrent welker wezen, ontstaan
en Leste wijze van behandeling men nog steeds in het
onzekere blijft verkeeren, is het ongetwijfeld wel in hooge
mate het proces, dat men met den naam van
diabetes
mellitus
(phthisuria saccharina Ali Cohen) Lestempelt. En
toch is dit eene ziekte, welker naauwkeurige kennis van
het hoogste gewigt moet gerekend worden, niet zoozeer
voor de therapie (de diabetes mellitus komt namelijk, of-
schoon meer dan vroeger, toch nog betrekkelijk weinig
voor) als wel uit een physiologisch oogpunt.

Naauwkeurige onderzoekingen toch van onzen verdienste-
lijken landgenoot Dr. B. .1. Stokvis \' hebben nagenoeg Loven
allen twijfel verheven, dat er een naauw verband bestaat
tusschen de suiker, die volgens Bernard\'s ontdekking onder
normale omstandigheden steeds door de lever wordt afge-

1 Zie: quot;Bijdrage tot de kennis der suLkervorniing in de lever, in
verband met de suikerafscheiding bij diabetes mellitus,quot; door B. .T.
Stokvis. Doesburg 1856 (dissertatie), p. 41^—56.

-ocr page 14-

scheiden, en die, welke Lij genoemde ziekte in belang-
rijke hoeveelheid, vooral in de urine , doch meestal ook
in andere afscheidingen (speeksel , zweet, sereuse uit-
zweetingen wordt aangetroflen, zoodat proefnemingen,
die dienen kunnen om den oorsprong der diahetessuiker
aan het licht te brengen, welligt levens geschikt zijn die
der physiologische leversuiker op te helderen.

Na het gezegde zal het wel niemand verwonderen, dat
ik met dankbaarheid gebruik maakte van het aanbod, mij
door mijnen hooggeachten Promotor, Prof. Loncq, op den
Q5sten Januarij gedaan, om in het gasthuis alhier eenen
lijder aan diabetes mellitus onder zijne leiding te behan-
delen , aangezien ik daardoor eene zeer geschikte gelegen-
heid meende te zullen hebben, de onderzoekingen over
het wezen van genoemde ziekte, die mij het belang
der wetenschap wenschelijk voorkwamen, in te stellen.

In de eerste plaats stelde ik mij hierbij voor den regt-
streekschen invloed van enkele diaetetische momenten en
geneesmiddelen, vooimamelijk van levertraan ^ op de door

1nbsp;Vgl. hierover de belangiijlie verhandeling van Dr. Ali Cohen, ge-
titeld: quot;Het wezen en de rationele behandeling van den zoog. diabetes
mellitus (Phtisuria saccharina).quot; Groningen 1845, Hoofdst. V, 5 9, 3.

2nbsp;Dat ik het voornemen opvatte juist met oleum jecoris Ie experi-
menteren , was voornamelijk met het oog op tle proeven van Prof. van
Deen (beschreven in het quot;Nederl. Tijdschr. voor Geneest.quot;, jaarg. 1860,
p. 481 en jaarg. 1861, p. 97) en waaruit deze liet besluit trok, dat
de suiker in de lever aan vetten haren oorsprong ontleende, terwijl
ik in dit-voornemen zeer werd versterkt, aangezien het oleum jecoris

-ocr page 15-

de urine uitgescheiden hoeveelheid suiker na te gaan, voor
zoover altans ik dit zoude kunnen doen, zonder den toe-
stand mijner patiënten te Lenadeelen. Dit doel trachtte ik
te bereiken door afwisselend gedurende eenigen tijd lever-
traan te doen gebriiiken en met het gebruik daarvan te
doen staken, en hierbij dagelijks de urine te onderzoeken,

mij om verschillende redenen toescheen als therapeutisch hulpmiddel
bij beide patiënten aangewezen te zijn.

Deze redenen waren de volgende:

Het sterk sprekende verband tusschen diabetes mellitus en tuber-
culose (Ali Cohen, t. a. p., Hoofdst. V) benevens den, in weerwil van
alle sceptische vooroordeelen, mijns inziens, onmiskenbaat- gunstigen
invloed van oleum jecoiis op deze laatste ziekte.

2o. Omdat het gebruik van vet het eenige middel is om bij diabetes
mellitus de zoo zeer verhoogde stofwisseling te matigen, zonder tevens
de suikeruitscheiding en hiermede vele bezwaren der patiënten, als
dorst, enz. te vermeerderen (zoo als b. v. koolhydraten zouden doen),
en geen vet mij voorkomt gemakkelijker in groote boeveelheden te
worden verteerd en op den duur verdragen dan oleum jecoris.

3quot;. Met het oog op de door Küthe (quot;Nederl. Tijdscb. voor Genees-
kundequot;, jaarg. 1860, p. 587 en vigg.) geopperde theorie, volgens welke
de diabetes op verhoogde galvorming zoude berusten, in verband met
het beweren van Bidder en Schmidt (zie Moleschott\'s quot;Physiologie der
Nahrungsmittel,quot; ed., p. 489), dat vetten de galvorming zouden
verminderen.

Te gereeder diende ik bet oleum jecoris in groote hoeveelheid, na-
melijk 3 med. ons daags toe , daar Traube (Viichow\'s und Reinhardt\'s
quot;Archivquot;, Bd. IV, p. 151) geleerd beeft, dat vetten bij diabeles goed
verteren, hetwelk ik dan ook bij mijne patiënten ten volle heb beves-
tigd gevonden.

-ocr page 16-

quot;iet zooveel naauwkeurigheid als met de mij ten dienste
staande hulpmiddelen mogelijk was.

Daar evenwel zulk een onderzoek hij slechts één indi-
vidu gedaan, zal het eenig voldoend resultaat opleveren,
gedurende eenen geruimen tijd maet worden voortgezet\'
beijverde ik mij, zooveel mogelijk, de gelegenheid te vinden
nog- meer lijders aan diabetes naauwkeurig waartenemeD,
en na hiertoe gedurende eenige dagen wandelingen door
en om de stad mijner inwoning te hebben gedaan, ge-
lukte het mij eindelijk het gezochte voor een deel te vinden
in eenen lijder, die, na reeds maanden lang te
huis in bed
liggende, ^^^zonder merkbare teekenen van vooruitgang in
^^ijnen toestand, te zijn behandeld, door mijne herhaalde
verzekering, dat hij op de plaats waar hij was de ter zijner
verbetering noodige omstandigheden niet zou kunnen vin-
den, werd overgehaald zich in het gasthuis te doen ver-
plegen, alwaar Prof. Loncq zoo goed was hem den Fe-
bruar\'ij mede aan mijne behandeling toe te vertrouwen.

Zoo werd het mij dan mogelijk de verschijnselen, bij
twee voorwerpen zich opdoende, met elkaar te vergelijken en
deze omstandigheid, in verband met de uiterst schoone
gelegenheid tot naauwgezet onderzoek daarvan, die mij
in het Nosocomium alhier werd aangeboden, deed mij
het voornemen opvatten het waargenomene, ook al zoude
het niets nieuws voor de wetenschap opleveren, in allen
gevalle openbaar te maken, in de overtuiging dat elk goed
geconstateerd feit, al is het slechts ter bevestiging van eene
reeds lang bekende wet, zijne waarde heeft.

-ocr page 17-

Hierbij kwam nog, dat dit voornemen mij een niet on-
gescbiiit middel toescheen aan eene raij door de Bepalin-
gen op het hooger onderwijs opgelegde verpligting le
voldoen.

Dit laatste veroorloofde mij niet met publiceren zóólang
te wachten als ik anders, uit zucht om door het beschrij-
ven van een of ander getermineerd ziekteproce.s met een
afgerond geheel voor den dag te komen, wel zoude gedaan
hebben, doch geeft mij tevens meer moed tot hel inroepen
der welwillende toegevendheid van elk, door wien deze
dissertatie hel voorregt mogt hebben meer dan alleen van
buiten te woi\'den bezien.

Ook is liet mijn ernstig voornemen, in het vervolg mijne
hierachter beschrevene patiënten niet uit het oog te ver-
liezen, en mogten zij later tot opmerkingen van eenig ge-
wigt aanleiding geven, daarmede het aan dit werkje ont-
brekende aan te vullen.

Reeds boven prees ik de gelegenheid ter observatie,
W aarover hel mij in het Mosocomium vergund w^as le be-
schikken en aangezien deze, bij de beoordeeling van mij-
nen arbeid, een belangrijk gewigt in de scijaal legt, acht
ik het niet overbodig haar kortelijk nader te beschrijven.

Vooreerst stelde mij de welwillendlieid van den Direc-
teur, Dr. Imans, in staat mijne patiënten in allen deele
onder bet dieet te stellen, dat ik hel meest doelmatig

-ocr page 18-

aclitte; verder was mij de zorgvuldige medewerking van
den getrouwen ziekenoppasser van onschatbare waarde,
die zorg droeg, waarvan ik gegronde redenen heb mij
overtuigd te houden, dat eiken morgen te 9 ure de urine,
door de diabetici gedurende de laatste 24 uren geloosd,
na goed te zijn dooreengemengd, zorgvuldig werd opge-
meten en ik er de tot onderzoek noodige hoeveelheid van

ontving.

3quot;. Hielden mij enkele, tevens in de mannenzaal aan-
wezige patiënten, zooveel in hun vermogen was, op de
hoogte van de minste afwijking van mijne voorschriften,
die de diabeteslijders zich veroorloofden en hielpen mij
hierdoor reeds menige fout vermijden. Voegt men Lij dit
alles de gemoedsgesteldheid der patiënten zelve, van welke de
eene N -, 1 zich door zulk eene n^ate van hypochondrie \'

^ ASs een staaltje van patiënt\'s groote angstvalligheid, in al wat zijne
eigene gezondheid betrof, is het volgende voorval welligt ter vermelding
niet onaardig.

Van een gesprek tusschen Prof. Loncq en eenige studenten, op de
kliniek gevoerd, over het al of niet mogelijke dat er bij diabetes mellitus
meer volumen vloeistof per urinam zou worden uitgescheiden dan per os
werd opgenomen, bad patiënt eenige woerden opgevangen en op grond der
gemaakte conclusie, dat zulks wel degelijk mogelijk was (zie over deze
quaestie: Ali Cohen, t. a. p. 63 en 64), begon hij te vreezen, dat dit
ook bij hem bet geval zoude zijn, en aldus, zoo als bij zich uitdrukte:

quot;zijn vleescb in water zoude worden veranderd,quot; hetwelk liij begreep dat

iiern op den duur zeer nadeelig moest wezen.

Ten einde zich nu van zijne pijnlijke onzekerheid hieromtrent te
ontl.efien, wist hij zich een maatje fe verschaffen en mat gedurende

-ocr page 19-

ondersclieidde, dat hij niets liever wenschte dan lot in de
geringste bijzonderheden op de hoogte te zijn van zijn\'
eigen toestand en niet
soqis overdrevene angstvalligheid
hel minste vermeed, wat hij begreep dat hem als afwij-
king mijner bevelen, die hij als orakelen eerde, zou kun-
nen schaden, terwijl ook de tweede, ofschoon niet bepaald
hypochondrisch, zich toch met groote volharding aan de
strenge eischen der kuur onderwierp en weinig minder
vertrouwen in mijnen raad stelde dan zijn lotgenoot, zoo
zal men mij gaarne veroorloven te beweren, dat niet ligt
iemand zooveel gunstige omstandigheden tot het bestuderen
van ziektegevallen vereenigd zal vinden.

En ook daardoor w^as ik bijzonder gelukkig, dat niets
mij verhinderde de urine der lijders eiken dag op suiker
en ureum quantitalief te onderzoeken en dus elke wijzi-
ging van eenig belang in hare zamenslelling terstond te
ontdekken.

Dat ik hel ureum bepaalde, geschiedde daarom, omdat
volgens sommigen \' deze stof, bij diabetes, met de suiker
uit eene gemeenschappelijke bron, nl. door splitsing in
beide van de glycochol, zon ontstaan, en ik begreep dat

eenige dagen (18 —22Febr.) al de vloeistoffen, die hij opnam, met. ma-
lliematische naauwkeurigheid, hetwelk hem in staat stelde mij opeen\'
morgen de voor hem hoogst gewigtige ontdekking mede te deelen, dat
de hoeveelheid in de 24 uren geloosde urine 31 k. c, minder bedroeg
dan die der gedurende denzelfden tijd opgenomen\' vloeistoffen (het
vocht dat zijne vaste spijzen bevatten natuurlijk niet mede gerekend).

\' Zie quot;Nederl. Tijdschr. voor Geneesk.quot;, jaarg. 1860, p. 587 en vlgg.

-ocr page 20-

er in dit geval eene zekere standvastige verliouding tus-
schen de hoeveelheden dezer stoffen moest bestaan.

De verdere bestanddeelen der urine, als aeidum uricum ,
acidum hippuricum, de phosphaten,
enz. meende ik zonder
nadeel te kunnen verwaarloozen, gedeeltelijk daar hunne
hoeveelheid te weinig opheldering geeft ten aanzien van den
aard en de intensiteit der processen in het ligchaam, den tijd
en de moeite in aanmerking genomen, tot naauwkeurige
bepaling er van gevorderd, gedeeltelijk daar ter bereiking
van dit laatste doel, tot op den huidigen dag, nog geene
geschikte methoden zijn gevonden, zooals dit b. v. mijns
inziens ten aanzien van het acidum hippuricu.m het geval is.

De methode bij de bepaling van de suiker door mij ge-
volgd, is die met het versch bereide ^ proefvocht van
Mulder welke mij voorkwam de meest doelmatige te zijn
en in mijn geval nagenoeg alle bronnen van fouten bui-
ten te sluiten.

Het bezw^aar toch, waarop men bij het gebruik van
hel koperproefvocht stuit, de omstandigheid nl. dat er
ook andere stoffen de eigenschap om het koperoxyd te re-
duceren met de suiker gemeen hebben, bleek mij bij mijne
onderzoekingen geene stoornis te veroorzaken, aangezien
het niet meer plaats hebben der reductie, nadat de urine aan
de gisting was onderworpen, ten bewijze strekte, dat het vocht
geene andere reducerende stoffen, behalve suiker, bevatte.

\' Immers jjiet ouder dan 3 weken.

2 V;iii dil voc.lu werden bij elke proef 20 k. c. gebruikt.

-ocr page 21-

Het gebruik van Soleil\'s saccharimeler is misschien bij
het onderzoek van urine wel minder tijdroovend, doch on-
derscbeidt zich, behalve door zijne algemeen bekende na-
deelen,(dat de urine vóór de proef geklaard moet worden,
enz.) door een, waarop, mijns inziens, tot nu toe te weinig
is gelet en wel daarin bestaande, dat de diabetische urine
in sommige gevallen verschillende soorten van suiker schijnt
te bevatten (o. a. zoogenaamde smakelooze suiker) wier in-
vloed op het polarisatievlak wel niet dezelfde zal zijn.

Om den hoogen graad van concentratie der urine (zij
bevatte gemiddeld 8 a iO proc. suiker) en ter verkleining
der fouten bij de bewerking werd zij telkens vóór de
proef met 7 deelen water verdund.

Ook het ureum werd door titreren, en w^el volgens de
methode van Liebig bepaald, met proefvoelit , waarvan
meestal 1 k, c, met 1 centigr. ureum overeenkwam, welk
proefvoelit ik zorgde steeds met eene ureumoplossing van
hetzelfde procentische gehalte als de urine gemiddeld hield,
(ongeveer 1 proc.) te titreren, ten einde mij alzoo van de
fout, anders door de onvolkomene onoplosbaarheid der
verbindingen van kwik en ureum ontstaande, onafhan-
kelijk te maken.

De phosphaten en het keukenzout liet ik bij de ureum-

1 De algemeen bebende welwillendheid van Prof. G. J. Mulder stelde
mij in slaat, zoowel bij do bepaling van suiker als bij die van ureum,
proefvoelit Ie gebiuikcii, in liet scheikundig laboratorium bereid, van
wellvs deugdelijkheid ik mij dus ten volle overUiigd kon houden.

-ocr page 22-

bepaling gt; buiten rekening, aangezien mij, wat de eerste be-
treft, de wijziging, die zij in den uitslag te weeg bragten en
die mij bij verschillende, opzettelijk daartoe genomen proef-
nemingen, gebleken was zeer onbeduidend te
zijn (gemiddeld
iproc.), ongeveer eiken dag even groot uitviel, terwijl van het
chloornatrium, ten aanzien waarvan ditzelfde geldt, de sto-
rende invloed nog te geringer beteekenis verkreeg, aangezien
mijne patiënten, uit vrees dat het hunne dorst zou vermeer-
deren, zijn gebruik zooveel mogelijk vermeden

Op deze wijze meende ik alle voorzorgen ter voorkoming
van belangrijke fouten in mijne waarneming te hebben
genome^^och nu blijkt mij, bij het opmaken van de

1 Bij de proef ter bepaling van bet ureumgeballe gebruikte il tel-
kens 10 k. c. urine.

® Voor het gemak van hen, die zich welligt rnet de bepaling van
ureum en suiker langs den genoemden weg mo.ren bezig houden
acht ik het niet ongeschikt de formule mede te deelen, door mij bij
de berekening gebruikt en die mij veel nutteloos tijdverlies heeft be-
spaard. De wijze, waarop ik er toe ben gekomen, behoeft wel geene
nadere toelichting.

De formule is de volgende:

Voor suikernbsp;^ __ ^ (/ 1) ü

\'nbsp;j-— j waarin

De l.oeveelheid geloosde u.ine fb. v. iu 24 uur) in kub. centim.
I De boeveelheid bij de proef verbruikte verdunde urine in k. c.
m Het bij de proef verbruikte proefvocht in k. c.

De boeveelheid „reum of suiker, overeer.komcnde met 1 k. c.
proefvocht in grammes.

f Het aantal malen dat de urine vóór de proef n.c, haar volumen
aan water was verdund.

-ocr page 23-

slotsom, dat in weerwil daarvan, de hoeveelheid uitge-
scheiden vaste stolfen zóó ongelijk was op verschillende dagen
dat ik mij genoodzaakt zie te besluiten, dat er in en welligt
ook buiten het ligchaam tot nu toe onbekende oorzaken
bestaan, die eenen krachtigen invloed op de daarin plaats
hebbende processen uitoefenen.

Hieruit nu leid ik af, dat physiologische of pathologische
onderzoekingen als de mijne, met w^elke naauw\'gezetheid
ook ingesteld, voorloopig tot de hoogst ondankbare en in
de meeste gevallen zelfs geheel nuttelooze zullen blijven
behooren.

Ik ga thans over tot het beschrijven der ziektegevallen,
voor zoover hun verloop door mij is gevolgd.

-ocr page 24-

GEVAL I.

G. G., werkman, woonachtig te Blaauw kapel, oud 39 jaren,
werd, na van den 1 6 \'®quot; Januarij in het ziekenhuis dezer stad
te zijn behandeld, op den 25®\'™ derzelfde maand, in het
Akademisch gedeelte van genoemd gasthuis overgebragt, met
kennelijke teekenen van diabetes mellitus, en mij ter be-
handeling toevertrouwd.

Bij mijn eerste onderzoek op denzelfden dag gedaan,
verklaarde mij patiënt, dat hij vóór het begin van zijne
tegenwoordige ziekte steeds gezond en sterk was geweest,
eene galkoorts daargelaten, waaraan hij voor 13 jaar zoude
hebben geleden.

Zijnen vader, die op zijn jaar ten gevolge van eenen
val overleed, verloor hij voor 28 jaar; zijne moeder is
14 jaar dood en bereikte den leeftijd van 68 jaar. Hij heeft
G zusters, die alle gezond zijn en ée\'nen broeder, die vol-
gens zijn verhaal aan tuberculosis schijnt te lijden. De
eerste sporen van zijne ziekte dateren volgens patient van den
2» Oct \'1860.

nüi

-ocr page 25-

Op dien dag namelijk verhaalt liij, ten gevolge van gevatte
koude, door koorts met sterke rillingen te zijn bevangen
en sedert niet regt gezond meer te zijn geweest, daar hij
onder andere voortdui-end bijzonder aan trage alvus leed,
totdat hij gedurende de eerste dagen van Januarij getroffen
werd door de buitengewoon donkere kleur zijner urine.

Toen was evenwel de hoeveelheid daarvan nog niet ver-
meerderd, doch sedert 11 Januarij werd eene veel groo-
tere hoeveelheid ontlast dan vroeger, en was zij ook zeer
bleek van kleur.

Hierbij waren in korten tijd zijne krachten zoozeer af-
genomen, dat hem het loopen onmogelijk werd, en hij
zich dennbsp;Januarij genoodzaakt zag zich in het No-

socomium te doen opnemen.nbsp;^

Overigens levert genoemd onderzoek het volgende op:
Patiënt is tamelijk lang, mager en heeft eene hoogroode
kleur; hij is zeer neergedrukt en zóó zw-ak , dal hij zich
niet in staat gevoelt zijn bed voor één oogenbhk te
verlaten.

Verder klaagt hij over sterken dorst en een schier on-
verdragelijk gevoel van droogte in den mond.

t

De long is zwart beslagen, de buik opgezet, de voeten
zijn oedemaleus, de huidfunctie is ongemeen traag. ^

1 De roode kleur, de droogte in den mond, het meteorismus, het
oedema der beenen, zoowel als de traagheid der huidfunctie, zijn bij
diabetes mellitus geen ongewone verschijnselen (vgl. hierover o. a. het
wezen en de rationele behandeling van den zoog. quot;Diabetes Mellitusquot;
door Dr. L. AH Cohen, Groningen 1845, gev. I, p. 22 en vlg. Van

-ocr page 26-

Geen alvus sedert 4 dagen.

Het phjsisch onderzoek der borstkas laat niets abnor-
maals waarnemen en ook de lever (die bij diabetici sterk
liyperaemiscb en gezwollen pleegt te zijn) heeft haren ge-
wonen omvang.

De urine, die in matige hoeveelheid wordt geloosd, is
vrij ligt van kleur en bevat, ook al is zij vóór het ontbijt
en onder uitsluitend dierlijk dieet geloosd, eene nog al aan-
zienlijke hoeveelheid suiker K

Hare reactie is zeer sterk zuur

Salpeterzuur brengt er eene ligte roode verkleuring in
te weeg (galkleurstoffen ?) Ook na toevoeging van gecon-

andere symptomen evenwel, bij de ziekte in quaestie zeker niet minder
veelvuldig voorkomende, als: stoornissen in het gezigtsvermogen (cata-
ract, vgl. Ali Cohen, t. a. p., p. 115), eenen bijzonderen lust naar suiker
en meelspijzen, door Bouchardat als zoodanig opgegeven, heb ik bij
mijne patiënten geene sporen waargenomen. Lebeil, (quot;Handbuch der
praktischen Medicin.quot;, Dl. II, Afd. 2, p. 652), verklaart dit symptoom
evenmin ooit te hebben gezien, en zegt met het oog daarop zeer naif,
dat hij wel gewoon was diabeteslijders groote hoeveelheden vruchten te
zien eten, doch dat dit wel als een middel tot stilling van den dorst
zal moeten worden beschouwd.

1nbsp;Patit\'nt verkeert, dus in het tweede stadium der ziekte volgens Traube
(Cf. Lebeit, t. a! p., p. 657).

2nbsp;Hoewel volgens AU Cohen (1. c., p. 48) deze reactie, welke hij bij
diabetes altijd waarnam, door eene groote hoeveelheid vrij melkzuur
zoude worden veroorzaakt, heeft het mij evenwel niet willen gelukken
er, ten minste op de gewone, door von Gorup Besanez opgegevene
wijze, een spoor van in de urine te oiifdekken.

-ocr page 27-

cenlreerd zoutzuur wordt de urine sclioon rozenrood
gekleurd \\

De hoeveelheid Acidum uricum vond ik er niet sterk ii»
vermeerderd.

Albumine werd er niet in gevonden.
Pas geloosd wordt zij door Acidum aceticum glaciale
niet gepraecipiteerd; zij bevat dus geen glycogeen.

De faeces gedurende den tijd dat patiënt aan diarrhoë
leed, herhaalde malen door mij onderzocht, bevatten niet
de gering.ste sporen van suiker

R. Decoct. Tamarind, (unc. j.) unc. viij.
Syrup. simpl. unc. j,
m.

s, alle uur 1 lepel.

gG Jan.

Des morgens te 9 ure vond ik patiënt febriciterende en
klagende over pyrosis. In weerwil daarvan is zijn eetlust
zoo sterk, dat hij al een ontbijt heeft genuttigd bestaande
uit brood, 2 eijeren en een\' kop bouillon.

1 Op dit verschijnsel, ooit bij mijnen 2iien patiënt aanwezig, is, voor zoo-
ver mij beliend is, tot nu toe bij diabetes de aandacht nog niet gevestigd.

Wat er de reden van zij en welke stof bier door bare tegenwoordig-
heid met bet zoutzuur eene roode kleur voortbrengt, is mij niet bekeud.

1 Volgens Ali Cohen (t. a. p., p. 133) zouden M. Gregor, Heinrich
en Liemann ook in de faeces van diabetici suiker hebben gevonden.

Met bet oog op de groote moeijelijkbeid om faeces geheel vrij vasii urine
te verkrijgen, komt mij dit resultaat voor, nadere bevestiging te l)eboeven.

-ocr page 28-

Overigens is zijn toestand dezelfde als den vorigen dag
en ook is er nog geen alvus geweest, waarom ik liem
des avonds een clysma van laauw water liet appliceren,
dat de ontlasting van eene aanzienlijke hoeveelheid harde
faeces ten gevolge had.

R. Emulsion amygd. unc. viij.

Aq. menth. pip. unc. j.
s. a. u. 1 1.

27 Jan.

Des morgens verkeerde patiënt nog in denzelfden toestand
als op 26 Jan., hoewel zijn pols minder frequent (72) was.

Des avonds te 9 ure evenwel werd ik hij hem geroe-
pen, daar hij zich zeer onwef gevoelde.

Toen ik hem zag, had hij veel gebraakt en klaagde over
hevige pijnen in den buik.

Deze laatste was door veel gas uitgezet en in de lever-
streek voor drukking zeer gevoelig.

Pappen met ha vergort uitwendig, en het inw^endig
gebruik van infusnm chamomillae bragten spoedig verbe-
tering aan. Het voedsel bestond dien dag uit vleesch,
bouillon en gestoofde peren.

De hoeveelheid suiker in de urine was ik nos niet in

O

de gelegenheid te bepalen.

1 De Emulsio amygd. scheen mij toe in casu het beste demulcens
te zijn, daar ik geen gevaar liep, zoo als door de meeste andere, et-
do suikervorming door te zullen vermeerderen.

-ocr page 29-

!7
98 Jan.

De pijn in den Luik is veel verminderd. Patiënt klaagt
echter nog over gehrek aan eetlust en eenen zeer onaan-
genamen smaak in den mond.

Des namiddags te ure telt zijn pols 9G.
R. Emuls. amygd. unc. viij.

Aq. menth. pip. unc. j.
Tinct. nuc. vom. gtt. ij.
s. a. u. 1 1.

Voedsel: een paar zachte eijeren en eene kop bouillon.

29 Jan.

Patiënt heeft goed geslapen, heeft geen hinder meer van
pyrosis, terwijl ook zijn eetlust is teruggekeerd.

Het zwarte beslag op de tong is met het geheele epithe-
lium van dat deel afgestooten. Pols \'s morgens te 12 ure, 80.

De leverstreek blijft nog gevoelig voor drukking, waar-
mede welligt in verband staat, dat het gelaat en de con-
junctiva bulbi eenigzins geel zijn gekleurd L

Klagten over hardnekkige constipatie en terughouding
van flatus.

Het oedema der voeten bestaat nog voort.

Voedsel: 4 eijeren, andijvie, 4 kop (4 ons) bouillon.

1 Ook Dr. Imaiis had gedurende de dagen die patiënt in liet stads-
ziekenhuis werd verpleegd, verschijnselen van polycholie bij hem waar-
genomen, eene omstandigheid die wel de aandacht verdient, met het
oog op de theorie van Küthe (t. a. p.), volgens welke de diabeles
mellitus op verhoogde galvorming zou berusten.

g

-ocr page 30-

3.31 liter urine bevatten 128 grm, = 5.5 pros, suiker.

Iteratur emulsio amygd. ut 28 Jan.

Een elysma van laauw water bad geene uitwerking
hoegenaamd.

30 Jan.

De slaap is redelijk geweest, de eetlu.st is vrij normaal.

Hoewel de leverstreek nog eenigzins gevoelig voor drukking
blijft, zijn de ieterisehe verschijnsels toch geheel verdwenen.

Het oedema pedum bestaat nog voort; zoo ook het me-
teor ismus.

Patiënt oppert eene menigte hypochondrische bezwaren.

Voedsel: 4 eijeren, andijvie, 4 kop bouillon, een wei-
nig melk.

Urine: 2.31 liter. Suiker: 128 gnu. = B.5 proc.

R. Emuls. amygd. unc. viij.

Aq. menth. pip. une. j.
s. a. u. 1 1.

R. Solut. bibor. natric. (dr. ij ) unc. \\j.
s. gorgeldrank.

31 Jan.

Patiënt heeft minder goed geslapen en gedurende den
iiacht hinder van koude gehad.

De eetlust is wel, de tong iets minder droog, ofschoon
nog rood en spruwachtig. Pols \'s morgens 80.

Voedsel: 4 eijeren, andijvie, (j kop bouillon, 1 flescb
vvaier en melk.

Urine: 1.81 liter.

-ocr page 31-

Suiker grm. = G.8 proc.
ïteratur emulsio. amygd. ut 30 Jan

1 Felir.

Weinig geslapen. De tong blijft rood; het shkken moeijelijk.
De buik is weer tympanitisch opgezet. Het oedema
der beenen is nog niet afgenomen. Pols 72.

Voedsel: 4 eijeren, andijvie, 6 kop Louillon , 2 beschuit-
jes 1 fl. water en melk.

Urine: 2.37 liter.,
Suiker: 156 grm. = 6.5 proc
ïteratur emulsio amygd. ut. 30 J.
ïteratur solut. bibor. natr. ut 30 J.
Glysma. de asa foetida (dr. JÏ.) nnc. iij.

2 Febr.

Patiënt gevoelt zich veel beter en heeft eenigen tijd
buiten zijn bed doorgebragt. Tot zijne groote verhgting
heeft hij den avond van den vorigen dag na het clysma
eenige harde scybala en veel flatus ontlast. De tong is,
ofschoon nog rood, toch in het geheel niet droog meer.
Pols: 68. De beenen zijn nog oedemateus.

Voedsel: 4 eijeren, 6 kop bouillon, 2 beschuiten, pos-
telein, 1 fl. water en melk.

Urine; 70 ons.

Suiker: 119 grm. = 5.6 proc.

R. Emuls. amygd. unc. viij.
s. a. u. 1 1.

O *

-ocr page 32-

3nbsp;FeLr.

In den nacht lieeft patiënt alvus gehad en slechts één uur
geslapen. Desniettemin is hij zeer tevreden met zijnen
toestand, gevoelt zich veel minder zwak dan vroeger en,
even als de vorige dagen, in staat eenigen tijd buiten
zijn bed te vertoeven.

De tong is normaal; hel shkken geschiedt zonder eenige
moeite en de eetlust is zóó goed, dat patiënt zijn dagelijksch
rantsoen wenscht te zien uitgebreid, aan welk verlangen
ik, uit vrees om door meer dierlijk voedsel (anders toch
durfde ik hem om de suikeruitscheiding niet geven) de
stofwissehng te zeer aan te zetten, evenwel niet voldeed.

De leverstreek is nog gevoelig voor drukking, de buik
nog eenigzins tympanitisch.

Pols \'smorgens te 10 ure: 72.

Voedsel; 4 eijeren, 1 portie vleesch, 6 kop bouillon,
postelein, 2 beschuiten, 1 flesch water en melk.

R. Emuls. amygd. unc. xij.

4nbsp;Febr.

\'sMorgens te 8 ure is er weder defaocatie geweest en,
waarschijnlijk ook voor een groot gedeelte dien ten ge-
volge \', is patiënt zeer tevreden met zijnen toestand en

1 liet behoorde nl. tot patiënt\'s hypochondrische eigenschappen, dut
iiet hebben van alvus eenen grooten psychischen invloed op hem uit-
oefende, doordat bij, als de meeste zijner lotgeuooten iii genoemd op-
zigt, in den waan verkeerde, dat van die omstaudiglieid zijne geheele
gczoiuliieid afhankelijk zoude zijn.

-ocr page 33-

klaagt, olsclioou lt;le buik nog min of meei\' is opgezet,
volstrekt niet over flatulentie. De heenen Llijven gezwol-
len, hoewel minder dan vroeger. Pols, \'smorg. 10 uur:
79. De tong is nu geheel normaal.

Voedsel: 4 eijeren, vleesch met postelein, 1 flesch wa-
ter en melk, 6 kop Louillon, 2 beschuiten.

Urine 2.56 liter.

Suiker: 194 grm. = 8.6 proc.

Ureum : 30 grm. =1.2 proc.

5 Febr.

Patiënt heeft weder alvus gehad. Hij is iets dorstiger dan
de vorige dagen en klaagt over groote droogte van de lippen.

De vorm en de omvang van den buik zijn nu geheel
normaal, hetw^elk niet van de voeten mag gelden, welke
laatste nog steeds gezwollen blijven. Pols 10 ure: 64.
Daar patiënt den vorigen dag geenen drank heeft gehad,
heeft hij uit onrust hierover, volgens zijn beweren, den
geheelen nacht niet kunnen slapen. Pols 80.

Behalve de overige boven opgenoemde objectieve teekenen
van diabetes mellitus, levert pat. overigens niets abnormaals op.

Voedsel: 4 eijeren, 1 portie vleesch, 6 kop bouillon,
9 beschuiten, 1 fl. w\'ater en melk.

Urine: 2.6 liter.

Suiker: 157 grm. = 6 pioc.

Ureum: 44 grm. = 1.7 proc.

R. Emuls. amygd. unc. viij. R. 01. aniygd, dulc. dr, /?.

Om de lippen te smeren.

-ocr page 34-

6 Febr.

Ofscboon er dei) vorigen avondalviis is geweest, is de toestand
over het algemeen toeh minder bevredigend dan den vorigen
dag. Er zijn lievige klagten over flatulentie en het oedema
der voelen is toegenomen. Ook gevoelt patiënt zich aan-
merkelijk zwakker. De pols is normaal, wat de frequentie
aangaat ((gt;0), doch klein. Van de droogte der lippen
heeft patiënt geen noemenswaardigen hinder meer gehad.

Voedsel: 4 eijeren, postelein met dubbel vleesch, 1 11.
water en melk, 2 beschuiten, 6 kop bouillon.

Urine: 2.56 liter.

Suiker: 186 grm. = 7 proc.

Ureum: 29 grm. = 1.15 proc.

R. Emuls. amjgd. unc. viij.

7 Febr.

De nachtrust is uitmuntend geweest en het gevoel van
zw^akte veel verminderd. Er heeft ontlasting van eenige
harde scybala plaats gehad.

Overigens is de toestand sedert O Febr. niet veranderd.

Voedsel: postelein met dubbel vleesch, 4 eijeren, 1
ilesch w^ater en melk, 2 beschuiten.

Urine: 2.56 liter.

Suiker 169 grm. = 6,6 proc.

Ureum: 42 grm. = 1.6 proc.

R. Olei jecoris unc. viij. R. Spirit, viui camph. unc. j.
s. 2 m. d. 1 lepel.nbsp;s. uitwendig.

(Om de voeten mede in te w^rijven.)

-ocr page 35-

23
8 Febr.

JNa den vorigen avond eenen lepel oleum jecoris te
hebben gebruikt, heeft patiënt 2 maal alvus gehad, eens
iiard en daarna breiachtig, en is hierover zeer verheugd.

De slaap is redelijk geweest. De tong is normaal.

Patiënt gevoelt zich nog wel zwak, doch veel minder
dan de vorige dagen.

Alle sporen van flatulentie zijn verdwenen.

Het oedema der beenen is veel verminderd. Pols: 96,

Voedsel : postelein met dubbel vleesch, 1 flesch water
en melk, 6 kop bouillon, 2 beschuiten.

Urine.- 2.37 liter.

Suiker; 152 grm. = 6.4 proc.

Ureum: 24 grm. = 1 proc.

M-edicatie; 2 lepels oleum jecoris.

9 Febr.

Even als den vorigen dag vond ik patiënt te 9 ure reeds
buiten zijn bed en er zeer opgeruimd uitziende.

Ofschoon er geene alvus is geweest, worden er volstrekt
geene klagten geuit. De tong blijft normaal, de zwelling
der voeten steeds afnemende. Pols: 96.

Voedsel: als 8 Febr.

Urine: 2.65 liter.

Suiker: 206 grm. = 7.9 proc.

Ureum; 17 grm. =--0.6 proc.

Medic.: 9 1. ol, jecoris.

-ocr page 36-

10 Febr.

De algemeene toestand is, naar omstandigheden, vrij wel,
liet uitzigt is minder lijdend en gedrukt dan vroeger.

A^an de hektische verschijnselen treft alleen nog slechts
de frequentie van den pols (96) de aandacht. Het oedema
der voeten is nu geheel verdwenen.

Voedsel: postelein met dubbel vleesch, i eijeren, 6 kop
bouillon, 1 fl. water en melk, 2 beschuiten.

Urine: 2.65 liter.

Suiker: 222 grm. = 8.9 proc.

Ureum: 20 grm. = 1.9 proc.

Medic.: 2 1. ol. jecoris.

i 1 Febr.

Gedurende den nacht heeft patiënt nog al gehoest ^

Overigens is sedert den vorigen dag in zijnen toestand
geene merkbare verandering gekomen.

Yoedsel: postelein met dubbel vleesch, i eijeren, 6 kop
bouillon, 1 flesch melk, 2 beschuiten.

Urine: 2.65 liter.

Suiker: 204 grm. = 7.7 proc.

Ureum: 19 grm. = 10.7
Medic. 2 1. ol. jecoris.

1 Ofschoon het physisch onderzoek der borst daarvan geene regt-
streeksche bewijzen opleverde, is het evenvfel zeer waarschijnlijk dat
patiënt, even als al zijne lotgenooten, wanneer zij in een vergevorderd
stadium hunner ziekte verkeeren, aan tuberculosis pulmonum lijdt.
(Cf. Ali Cohen, t. a. p., p. 87)

-ocr page 37-

12nbsp;Febr.

Patiënt is weêr minder wel. \'s Nachts heeft bij veel gehoest
en gevoelt zich nu zwak. Ook wordt hij weder in hooge
mate door flatulentie gekweld. Mond en keel zijn droog.
Voedsel: als den vorigen dag.

Urine: 2.68 liter.
Suiker: 227 grm. = 7.7 proc.
Ureum: 21 gi^m. = 1.5 proc.
R. Emuls. amygd. unc. viij.
s. alle uur 1 lepel.

R.nbsp;Bibor. natric. dr. ij,

solve in
Aq. depur. unc. vj.
s. gorgeldrank.

13nbsp;Febr.

Des nachts heeft patiënt weder veel gehoest; ook is er nog
flatulentie. Mond en keel zijn minder droog clan den
12den. De eetlust is goed. Pols 204-

Voedsel: Een weinig brusselsche kooltjes, 4 eijeren,
1 flesch melk, 6 kop bouillon, 2 be.schuiten.
Urine: 2.5 liter.
Suiker: 211 grm. = 8.4 proc.
Ureum: 18 grm. = 0.8 proc.
Medic.: Iteratur emuls. ut 12 Febr.
3 1. ol. jecoris.
Aangezien patiënt sedert 4 dagen geen alvus heeft ge-

-ocr page 38-

had, wordt hem een dysma van laauwM\\aler geappiiceerd
met gewenscht gevolg.

U Febr.

Hel hoesten is gedurende den nacht niet minder ge-
weest dan gedurende den vorigen. De mond is droog. Het
overige als op 13 Fehr. Pols, \'smorgens 76,\'savonds 88.

Voedsel: andijvie, i eijeren, 6 kop bouillon, 1 flesch
melk, 2 beschuiten.

Urioe: 2.31 liter.
Suiker: 202 grm. = 8.7 proc.
Ureum: 23 grm. = 1 proc.
Medu\\ E. Emulsion amygd. unc. viij.
adde

aq. lauroc. dr. ij.
s. alle uur 1 lepel,
verder 4 lepels ol. jecori.s.

15 Febr.

De hoest is verminderd, de algemeene toestand als den
vorigen dag.

Pols: \'smorgens 84, \'savonds 100.
Voedsel: spinazie, 4 eijeren, 6 kop iKUiillon, 1 flesch
melk, 2 beschuiten.

Urine; 2.31 liter.
Suiker: 186 grm. 8 proc.
Ureum: 21 grm. = 0.9 proc,
Medic. iteratur emulsio amygd. ut 14 Fchr-
4 lepels ol. jecoris.

-ocr page 39-

16nbsp;Febr.

Toestand als 15 Febr.

Pols \'s morgens: 84, \'s middags te 4 ure: 96.
Voedsel: als 15 Febr.

Urine: 2.5 liter.
Suiker: 173 grm. 7 proc.
Ureum: 94 grm. = 0.9 proc.
Medic. Iter. emuls amygd. ut. 14 F.
6 lepels ol. jecoris.

17nbsp;Febr.

Patiënt bevindt zicb vi\'ij wel; de hoest is veel verbeterd.
Alle functiëu, behalve de alvus, die nog zeer traag blijft,
welke niet onmiddelijk met den diabetes zamenhangen,
zijn normaal.

Voedsel: ais 15 Febr.
Suiker: 198 grm. = 7.9 proc.
Ureum: 27 grm. z= 1 proc.
6 1. ol. jecoris met unc. /S ol. ricini ^
Iteretur emulsio amygd. ut. 1.

18nbsp;Febr.

Den 17\'^\'^quot; heeft patiënt, buiten mijn weten, eene wande-
ling op de plaats van bet gasthuis gemaakt, een bewijs

1 Deze bijvoeging geschiedde, omdat, tegen mijne verwachting, in
weerwil der vrij aanzienlijke boeveelheid ol. jecoris, die patiënt gebruikte,
zijne alvus soms nog dagen lang uitbleef.

-ocr page 40-

dal zijne kraclilen gedurende de laatste dagen zeer zijn
aangekomen. De eetlust is goed, ofschoon de tong een ligt
zwartachtig beslag vertoont.

Voedsel als 15 Febr.

Urine: 2.6 liter.

Suiker 187 grm. 7.8 proc.

Ureum: 27 grm. ^ 1.1 proc.

Des morgens had patiënt eenige dunne ontlastingen gehad,
die zich des middags herhaalden, weshalve ik het noodig
oordeelde hem laud. liq. Sjdenh. git. V te doen nemen
en met het oleum jecoris op te houden.

De diarrhoë was waarschijnlijk een gevolg van de bui-
tensporige wandeling, welke patiënt den vorigen dag, terwijl
het weder vrij guur was, had gemaakt.

19 Febr.

Wat het subjectieve gevoel betreft, gaat patiënt alles naar
wensch.

Hij ziet er evenwel weder zwakker uit en heeft eene
zwart beslagen tong.

De alvus is weder traag, de eetlust minder sterk dan
vroeger. Pols 88.

oedsel als 15 Febr.

Urine: 2.5 liter.

Suiker: 177 grm. = 7 proc.

Ureum_: 25 grm. =0.9 proc.
iVTedic. B. Emuls. amygd. unc, viij.
s. Alle uur 1 lepel.

-ocr page 41-

20nbsp;FeLr

Patiënt heeft na een weinig pijn in het lijf te hehben ge-
had, een paar harde zeer donker gekleurde scyLala ont-
last. Het beslag van de tong is sedert den vorigen dag
niet vermindei\'d. Pols 100. Het overige als op 19 Febr,
Voedsel als 15 Febr.
Urine, 2.5 liter.
Suiker, 219 grm. = 8.8 proc.
Ureum, 22 grm. = 0.8 proc.
Medic. 6 lepels oleum amygdal. dulc. L

21nbsp;Febr.

Toestand als 20 Febr. De hoest is nu geheel geweken.
Voedsel: als de vorige dagen.

Urine: 2.63 liter.
Suiker: 233 grm = 8.8 proc.
Ureum: 25 grm. = 0.9 proc.
Medic. (ïargarisma de bibor. natric. (dr, ij.) tinc. vj.
R, 01, ricini unc,
Tinctur. jalap. dr. j.
m. fiat linimentum. s.
\'s morgens en \'s avonds den buik mede te smeeren
6 lepels ol. jecoris.

1nbsp;Door voor eenen dag het oleum jecoris door oleum amygd. te ver-
vangen hoopte il patiënt\'s alvus iets meer te bevorderen. Het ol. amys^d.
evenwel scheen hierop evenmin invloed te hebben als eerstgenoemd vei

2nbsp;Dit voorschrift van Henoch (Klinik der Unterleihskranlheiten,

-ocr page 42-

30
32 Febr.

De droogte van den mond is veel verbeterd. Hierop
schijnt de biboras natricus telkens eenen zeer gunstigen
invloed uit te oefenen.

De defaecatie is zeer onvoldoende en moeijelijk geweest.
Voedsel: spinazie, i eijeren, 6 kop bouillon, flesch
melk, 2 beschuiten.

Urine: 2.5 liter.
Suiker: 248 grm. = 9.8 proc.
Ureum: 24 grm. = 0.9 proc.
Medic. 6 1 ol. jecoris.

23nbsp;Febr.

Voor dezen dag geldt hetzelfde als voor den vorigen.
Ook het dieet is hetzelfde.

Urine: 2.5 liter.
Suiker: 243 grm. = 9.7 proc.
Ureum: 23 grm. = 0.9 proc.
Medic. 6 1. ol. jecoris.

24nbsp;Febr.
Toestand als 23 Febr.

III, p. 86) scheen mij in casu een niet ongeschikt middel toe, om
de alvus te bevorderen, zonder de maag te prikkelen en de spijs-
vertering te verstoren. Het beantwoordde echter, evenmin als het andere,
t. a. p. door Henocli be.sprokene uitwendige purgeoimiddel met Tinct.
Colücynth., aan de verwachting.

-ocr page 43-

Voedsel: vleesch, i eijeren, 6 kop bouillon, flesch
melk, 9 beschuiten, geene groente ^
Urine: 2.65 liter.
Suiker: 938 grm. = 9 proc.
Ureum: 35 grm. = i .3 proc.
Medic. ïteratur gargarisma ut 21 Febr,

!/ linimentum ut 21 Febr.
6 lepels ol. jecoris.

25 Febr.

Toestand als 23 Febr. Pols 72.

Urine; 2.5 liter
Suiker; 200 grm. = 8 proc.
Ureimi: 34 grm. = 1 proc.

Med. 6 lepels ol. jecoris. Patiënt gaat met gorgelen en
smeren trouw voort.

2G Febr.

Algemeene toestand sedert den vorigen dag niet veran-
derd. In weerwil van het vlijtig inwrijven met meerge-
noemd liniment is er in geen 3 dagen alvus geweest.

Voedsel: als 24 Febr.

Urine: 2.56 liter.

Suiker: 9.74 grm. = 10 proc.

Ureum: 37 grm. =1.4 proc.

Med. 6 1. ol. jecoris.

1 In de lioop daardoor de siiikervorniing, en hiermede tevens de nog
voortdurende droogte van mond en keel te zullen verminderen, besloot
ik patiënt het gebruik van groenten te doen stuken.

-ocr page 44-

27nbsp;Febr.

Uitgezunderd aanhoudejide dorst en droogte in den mond
bevindt patiënt zich vrij v^el. Ook de tong is droog.
Voedsel: als 26 Febr.
Urine: 2.65 liter.
Suiker: 220 grm. = 8.3.
Ureum: 40 grm. = 1.5 proc.
Med. 6 1. ol. jecoris.
In de hoop dat dit beter zoude werken, verving ik het
liniment met tinct. jalapae dooreen ander, bestaande uit:
01. ricini, unc. 1 /?.
Tinct. colocynth, dr. (S.

28nbsp;Febr.

Toestand als op 27 Febr. Geen alvus.
Voedsel: vleesch, 4 eijeren, 6 kop bouillon , 2 flesch
melk, 2 beschuiten.

Urine: 2.72 liter.
Suiker: 235 grm. = 8.7 proc.
Ureum: 35 grm. = 1.3 proc.
Medic. 6 1. ol. jecoris.

1 Maart.

Toestand als 27 Febr. In weerwil van het nieuw^e lini-
mentum purgans, geen alvus.

Voedsel: als 28 Febr.
Urine: 2.62 liter.
Suiker: 214 grm. = 82 proc.

-ocr page 45-

33

Ureum: 21 grm. = \'1.2 proc.

Med. 6 1. ol. jecoris.

Gargarisma de Libor. natric. (dr. ij) unc. vj.

2 Maart.

De algemeene toestand is nog dezelfde als gedurende
de vorige dagen. Alleen heeft patiënt ontlasting van eene
aanzienlijke hoeveelheid verharde faecaalstolFen gehad,
zoo als hij zegt, tot zijne groote verligting.

Voedsel: als 28 Febr.

Urine: 2.62 liter.

Suiker: 214 grm. = 8.2 proc.

Ureum: 35 grm. = 1.3 proc.

Medic. 6 1. ol. jecoris.

3 Maart.

t)es morgens te 10 ure vond ik patiënt in eenen bekla-
genswaardigen toestand. Hij had namelijk eenen zwaren
aanval van koliek gehad en was zeer mismoedig.

Ofschoon er ontlasting van eenige groen gekleurde scy-
bala had plaats gehad, voelde ik bij het onderzoek van
den buik. in de regio iliaca sinistra eene aanzienlijke hoe-
veelheid verharde faeces duidelijk door de buikbekleed-
selen heen.

Bij dit onderzoek bleek mij verder dat de buik, die tym-
panitisch was opgezet, op verschillende plaatsen was geëx-
coriëerd, w^aarschijnlijk ten gevolge van het wrijven met de
vrij scherpe linimenten op dat deel. Overigens is de

3

-ocr page 46-

mond weder zeer droog en bestaat er volslagen gebrek
aan eetlust.

De gedurende de laatste 24 uren geloosde urine was
niet in haar geheel opgevangen, zoodat hare hoeveelheid,
evenmin als die van suiker en ureum, dien dag konde
worden bepaald.

Medic., met het oog op den bilieusen toestand.

R. Sulph. kalic. unc. j.
Aq. depur. unc. vj.
adde.

Elix. acid. Halleri gtt. vj.
s. Alle 2 uur 1 lepel,
geen ol. jecoris.

Verder liet ik een elysma van laauw water applicereu,
met dat gevolg, dat ruime defaecatie plaats had, waarop
de toen nog vrij hevige koliek plotseling verdw\'een.

Deze laatste moet dus w^aarschijnlijk als colica stercoracea
worden beschouwd.

4 Maart.

Patiënt heeft geen spoor van koliekpijn meer en gevoelt
zich voor het overige zeer wel, terwijl ook de eetlust in
hare vroegere kracht is teruggekeerd.

Van de urine was den vorigen dag eene te groote hoe-
veelheid verloren gegaan dan dat eene bepaling van hel
suiker- en ureumgehalte ergens toe geleid zoude hebben.

VoedseJ: 4 eijeren, 6 kop bouillon, 1 portie vleesch,
2 Ilesch melk, 2 beschuiten.

-ocr page 47-

5nbsp;Maart.

Patiënt heeft goed geslapen doch klaagt over droogte in
den mond en koliekpijnen op dezelfde plaats als den 3\'\'«quot;,
die, nadat door een clysma, ruime alvus is geprovoceerd,
ook weer even spoedig verdwenen.

Voedsel: als 4 Maart.

Urine: 2.1 liter.

Suiker: 160 grm. = 8 proc.

Ureum: 42 grm. = 2 proc.

Medic. Tegen de droogte van den mond en op drin-
gend verzoek van patiënt om quot;den wdtten drank.quot;

R. Emuls. amygd. unc. viij.
s. Alle uur \\ lepel.
Geen oleum jecoris.

6nbsp;Maart.

Op eenige droogte van den mond na bevindt patiënt
zich zeer wei.

Voedsel: als 4 Maart.

Urine: 2.03 liter.

Suiker: 169 grm. = 8.3 proc.

Medic. ïteratur emuls. amygd. ut. 5 Mrt.

7 Maart.

Patiënt klaagt zeer tegen zijne gewoonte over diarrhoë,
waardoor hij zich verzwakt gevoelt. De droogte in den
mond is niet veel venninderd.
Voedsel: als 4 Maart.

-ocr page 48-

Urine: 3.1D liter.
Suiker: 180 grm. = 8.6 proc.
Ureum: 37 grm. = 1.7 proc.
Medic. R. Emuls. amygd. unc. viij c.laud. liq. Syd. gtt. x.
s. Alle uur 1 lepel.

8 Maart.

Des morgens heeft patiënt ruime breiachtige alvus gehad,
met het oog op de qualiteit van zijn voedsel wel wat
te ruim.

Er is weer groote droogte van den mond en een zwart

beslag op de tong.

Voedsel: als 4 Maart.
Urine: 1.82 liter.
Suiker: 133 grm. = 7.4 proc.
Ureum: 25 grm. = 1.4 proc.
Medic. Iteratur emuls. amygd. ut 7 Maart.

// gargarisma ut 1 Maart.
Daar patiënt \'smiddags weer 2 maal alvus had gehad, liet
ik hem des avonds nog 5 droppels laudanum nemen.

9 Maart.

\'sMorgens 3 zeer dunne ontlastingen.
Patiënt is opgeruimd en weltevreden, doch neemt blijk-
baar in krachten af. De tong is nog zwart.

Voedsel: als 4 Maart.
Urine: 2 liter.
Suiker: 144 grm. = 7.2 proc.

-ocr page 49-

Ureum: 28 grm. = \'i.4.

Mcdic. \'s morgens en \'savonds 5 di-oppcls laudanum \',

10nbsp;Maart.

De diarrlioc blijft voortduren. Patiënt ziet er zeer zwak uit.

Voedsel: als 4 Maart,
Urine: 1.9 liter.

Suiker: 134 grm. = 7 proc.

Ureum: 28 grm. = l.o proc.

Medic. 4 m. d. 5 droppels laudanum.

11nbsp;Maart.

\'sMorgens liad patiënt G maal alvus. Hij gevoelt zicli zeer
verzwakt.

Voedsel: in de veronderstelling dat, ten gevolge der
diarrlioë, van het gebruikte voedsel wel niet veel opgeno-
men zou worden, besloot ik de hoeveelheid daarvan te
vermeerderen.

Patiënt kreeg dus: 6 eijeren, vleesch, 2 beschuiten, geen\'
bouillon (om de diarrhoë).

Urine: 1.84 liter.

Suiker: 132 grm. = 7.2.

Ureum: 28 grm. = 1.5 pi\'oc.

Medic. gtt. XX laud. liq. Sj\'denh.

1 Ofschoon ik paticul onder den invloed zijner diarrhoë duidelijk zag
verzwakken, durfde ik, mcl het oog op zijne natuurlijke gcneigtlhcid tot
cflnslipalic dc dosis laudanum evenwel niet grooter nemen.

-ocr page 50-

38

12nbsp;Maart.

De diarrlioë blijft aanhouden. Overigens is de toestand
van patiënt ais gedurende de vorige dagen.

Voedsel: 8 eijeren, 1 portie vleesch, 2 beschuiten.
Urine: 1.9 Hter.
Suiker: 150 grm. = 8 proc.
Ureum: 30 grm. _ 1.6 proc.
Medic. 3 m. d. 10 droppels laudanum.

13nbsp;Maart.

De diarrlioë is een weinig verminderd. Verder is er
niets veranderd.

Voedsel: als 12 Maart.
Urine: 2.3 liter.
Suiker: 184 grm. = 8 proc.
Ureum: 30 grm. = I proc.
Medic. 2 m. d. 10 droppels laud.

14nbsp;Maart.
Toestand als 13 Maart.
Voedsel: als 12 Maart.

Urine: 1.63 liter.
Suiker: 126 grm. = 7.8 proc,
Medic. als den vorigen dag.

15nbsp;Maart.

Patiënt heeft geen\' stoelgang gehad en gevoelt zich wel.
De tong is nog droog.

1

-ocr page 51-

Voedsci: als 12 Maart.
Suiker: 234 grm. = 10 proc.
Ureum: 27 grm. = U2 proc.
Medic. \'s morgens had patient nog 10 droppels land.
genomen.

i 6 Maart.

In de vroegte heeft patiënt reeds 3 maal alvus liquida ge-
had en hevindt zich voor het overige als op den 15\'\'\'^quot;.
Voedsel: als 12 Maart.
Urine: 2.38 liter.
Suiker: 205 grm. = 8.(5 proc.
Ureum; 37 grm. = 1.5 proc.
Medic. 3 m. d. 10 droppels laudanum.

17 Maart.

In weerwil van de groote dosis laudanum is de diarrhoë
nog niet verminderd. Patiënt gevoelt zich zeer tevreden,
hoewel zwak.

Voedsel: als 12 Maart.
Urine: 2.53 liter.
Suiker: 221 grm. = 8.1 proc.
Ureum: 38 grm. = 1.5 proc.
Medic. 3 m. d. 10 droppels laudanum.

18 Maart.
Toestand als 17 Maart.
Voedsel: als 12 Maart.
Urine: 1.94 liter.

-ocr page 52-

Suiker: \'185 grm. = 9 proc.

Ureum: 37 grm. =1.9 proc.

Medic. 4 m. d. 10 droppels laudanuni.

19nbsp;Maart.

Zelfs de Lijzonder groote dosis laudanum, die patiënt den
vorigen dag liad gebruikt, scliijnt op zijne diarrboë niet den
minsten invloed te hebben gehad.

Ook zijne vrij groote opgewektheid is daardoor volstrekt
niet verminderd.

Ofschoon hij er bijzonder slecht uitziet, beweert hij zich
nu in \'t geheel niet zwak meer te gevoelen.

A^oedsel: als 19 Mrt.

Urine: 1.69.

Suiker: 169 grm. = 10 proc.

Ureum: 34 grm. = 2.4 proc.

Medic. Om hel ongenoegzame van den laudanum tegen
de diarrboë schreef ik op raad van Prof. Loncq de vol-
gende mixtuur voor.

R Succi catechu dr. ij.

Pulv. gummi arab. unc. j,
Aq. depur. unc. vj.
s. Alle 2 uur 1 lepel,
terwijl ik hem daarbij de 40 droppels laudanum liet voort-
gebruiken.

20nbsp;Maart.

Eenmaal alvus. Algemeene toestand als den vorigen dag.
A\'^oedsel: als 12 Maart.

-ocr page 53-

Urine: 2.32 liier.
Suiker; 228 grm. = 9.8 proc.
Ureum: 35 grm. = 1.5 proc.
Medic. als 19 Maart.

21 Maart.

Eenmaal alvus. Toestand overigens als den vorigen dag.
Voedsel: als 12 Maart.
Urine: 2.59.
Suiker: 2.35 grm. =9.1 proc.
Ureum: 44 grm. = 1.7 proc.
Medic. 10 droppels laudanum.

Ongesteldheid, die mij noodzaakte het huis te houden,
maakte het mij onmogelijk miijne patiënten verder zelf
waar. te nemen.

Der groote hereidwilligheid evenw^el van mijnen vriend
J. Vroesom de Haan, Med. Gand. alhier, heb ik de gele-
genheid te danken om nog ongeveer eene maand met het
onderzoek hunner urine voort te gaan, waarvan de resul-
taten in de hierachter volgende tabellen zijn opgeteekend.

-ocr page 54-

GEVAL LL

Pil. O., een man van 5ojarigen ouderdom, werd den
gjsten Febr. \'18()\'1 in liet Nosocomium opgenomen, om
Ave-
gens diabetes mellitus .te worden behandeld.

Hij behoort tot eene familie van borstlijders; zijnen vader
en 8 broeders verloor hij reeds aan phthisis, terwijl .3 broe-
ders nog in leven zijn,

Na, zooals hij beweert, vroeger steeds gezond te zijn
geweest, begon hij op het midden van den afgeloopen
zomer aan bloedige diarrhoë te lijden, waardoor hij in
het bijzonder des morgens werd gekweld, en die hem zeer
vei\'zwakte, en van dien tijd dateert ook de vermeerdering
der hoeveelheid zijner nrine, die evenwel sedert 8 weken
sterk is toegenomen.

Patiënt is lang, mager, bleek en heeft eenen echten habitus
phthisicus.

Hij klaagt dan ook over eenen lastigen hoest, die hem
den slaap rooft, en geeft de groote eigenaardige muntvor-
mige sputa op, die men in de latere tijdperken van

-ocr page 55-

plitliisis gewoonlijk ziet, ofschoon de percussie van den
thorax geene Bewijzen van borstlijden oplevert.

De lever, waarin patiënt, zegt van tijd tot lijd schietende
pijnen te gevoelen, is eenigzins vergroot, vooral haar hn-
ker kwah.

De tong is wit beslagen, niet droog. De alvus is zeer
gebonden, doch vrij geregeld; de pols is langzaam.

De urine, pas geloosd, is hgt van kleur, reageert
sterk zuur en verspreidt eenen eigenaardigen vischach-
tigen reuk.

Met acidum hjdrochloricum vermengd biedt zij dezelfde
schoone verkleuring aan als die van «o, terwijl zij zich
tegenover salpeterzuur ook op dezelfde wijze als deze
verhoudt.

Na eenige uren te hebben gestaan heeft zij eenen ster-
ken reuk naar ammonia aangenomen, een overvloedig
sediment van tripelphosphaten laten vallen en de alkali-
sche reactie aangenomen. Toevoeging van zuren doet
haar nu hevig opbruisen.

De carbonas ammoniae is hier geen ontledingsproduct
van ureum, want van dit laatste bevat de urine, die reeds
eenigen tijd buiten het ligchaam heeft doorgebragt, niet
minder dan de versche; waarschijnlijk is de ammonia
reeds als zoodanig, doch aan een ander zuur gebonden
in de versche urine aanwezig, welke laatste na toevoe-

-ocr page 56-

ging van potassa caustica, Mijkt eene aanzienlijke lioeveel-
lieid ammonia te bevatten De iirine bevat freene al-

n

bnmine.

Het voedsel van patiënt bestond den dag zijner opname
uit wortelen met aardappelen en karnemelk.

Het verschijnsel van eene groote hoeveelheid ammonia in dc
urine is ook door Dr. B. J. Stokvis bij eenen zijner patiënten aan
diabetes mellitus waargenomen (zie quot;iNederl, Tijdschr. voor Geneesk.quot;,
jaarg. 1861, onder de tabel tegenover
p. 5) en doorhem toegeschreven
aan eenen catarrhus vesicae, als gevolg waarvan ook bij mijnen patiënt
wei de groote uitscheiding van ammonia zal moeten worden beschouwd,
lietwelk te waarschijnlijker wordt, aangezien deze van tijd tot tijd aan
dysurie pleegt te lijden.

Stokvis heeft zich, uit vrees dat de ammonia door het wederoplossen
van het koperoxyduul zijne waarnemingen onbriiikbaar zou maken,
door de aanwezigheid van die stof van het voortzetten daarvan laten
ternghouden.

Welligt was het ammoniagehalte bij zijnen patiënt nog grooter dan
dat bij den mijne. Ik altans was zoo gelukkig mij te oveituigen,
dat eene oplossing van druivensuiker, na toevoeging van eene niet on-
aanzienlijke hoeveelheid chloorammoninm, zich tegenover het procf-
vocht op dezelfde wijze verhield als vóór deze.

Ook is het wel mogelijk dat hiertoe veel werd bijgedragen door dc
omstandigheid, dat ik mij bij liet nemen mijner proeven van een
kolfje met eenen zeer naauwen hals bediende, en de gemengde vochten
sterk kookte.

Hierdoor werd tocli P. de ammonia spoedig verjaagd en 2quot;. de vrije
toetreding der dampkringslucht en het daardoor veroorzaakte weder-
oxydercn van liet opgeloste kopcroxyduul, verhinderd.

-ocr page 57-

22nbsp;Febr.

Patiè\'ut iieeft den ganscben nacht niet geslapen en veel
gehoest, volgens zijn beweren van w\'ege het gemis van
poedei\'s, die hij te huis gewoon was vóór het naar bed
gaan te gebruiken, en welke ik vermoedde dat wel mor-
phium zouden bevat hebben. Verder is zijn toestand de-
zelfde als den vorigen dag.

Voedsel: 4 eijeren, vleesch, spinazie, flesch melk.

Urine: 3 liter.

Suiker: 340 grm. = 11.6 proc.

Ureum; 19 grm. = 0.6 proc.

Medic. R Acet. morphii gr. j.

Sacch. alb. dr. j.
m. f. pulv. viij. s. \'s avonds 1 poeder.

23nbsp;Febr.

Patiënt heeft goed geslapen en weinig gehoest. Hij ge-
voelt zich nog zeer zwak.

Voedsel: 4 eijeren, O kop bouillon,spinazie,vleesch, ifl.melk.

Urine: 2.7 hter.

Suiker: 308 grm. =\'H .7 proc.

Ureum: 20 grm. =0.7 proc.

Medic. \'s avonds i gr. acet. morphii.

24 Febr.

Algemeene toestand als op 23 Febr.
Voedsel: 4 eijeren, vleesch, 6 kop bouillon, !| flesch
melk, 2 beschuiten.

-ocr page 58-

De urine was door ualaliglieid van patiënt voor het on-
derzoek verloren gegaan.

Medic. R Emuls. amygd. unc. viij.
adde aq. laui\'oc. dr. ij.
s. Alle uur 1 lepel.

Acet. morph. gr. i.

25 Febr.

De slaap is weder goed geweest, het subjective gevoel
wèl. Pols 72.

Voedsel: 2 eijeren, vleesch, 6 kop bouillon, flesch melk,
2 beschuiten, 1 bord pap.

Urine: 2.09 liter.

Suiker: 199 grm, = 9 proc.

Ureum: 40 grm. = 1.9 proc.
Medic. als 24 Febr.

20 Febr.

Patiënt heeft zeer goed geslapte en is zelfs op den dag
slaperig. Dit schrijft hij aan de aqua laurocerasi toe en
verzoekt mij die uit zijnen drank te verwijderen. De hoest
is veel minder.

Den vorigen dag heeft patiënt 2 eijeren te weinig ontvan-
gen, en om zich schadeloos te stellen voor dit tekort, des
avonds een bord pap gegeten; de hoeveelheid suiker be-
draagt dan ook 5.9 grm. meer dan op den 25=\'™.

Voedsel: 4 eijeren, vleesch, 6 kop bouillon, 2 flesch melk,
2 beschuiten.

-ocr page 59-

Urine: liter.
Suiker: Ö68 grm. =10 proc.
Ureum: 47 grm. = 1.8 proc.
Medic. R Emuls. amygd. unc. viij.
s. Alle u. \\ lepel.
1 gr. Acet. Morpliii.

27nbsp;Febr.

Patiënt heeft iets meer gehoest, bevindt zich voor het
overige even als den

Voedsel: als 26 Febr.
Urine: 2.5 liter.
Suiker: 246 grm. =9.9 proc.
Ureum: 42 grm. =1.7 proc.
Medic. als den

28nbsp;Febr.

De slaap is slecht geweest, de hoest niet verbeterd. Patiënt
gevoelt zich nu evenwel in staat zijn bed op den dag te
verlaten.

Voedsel: als 26 Febr.
Urine: 2.65 liter.
Suiker: 232 grm. = 8.7 proc.
Ureum: 40 grm. = 1.5 proc.
Medic. als 26 Febr.

1 Maart.
Toestand als 28 Febr,

-ocr page 60-

Voedsel: als 26 FeLr.

Urine: 2.5 liter.
Suiker: 230 groi.quot; = 9.2 proc.
Ureum: 42 grm. = \\.1 proc.
Medic. R. Emuls. amygd. unc. viij c. aq. lauroc. dr. ij.
s. Alle uur 1 lepel.
Acet. morpli. gr

2nbsp;Maart.

Toestand: als detr vorigen dag.
Voedsel: als 26 Febr.

Urine: 2.6 liter.
Suiker: 243 grm. = 9.3 proc.
Ureum: 38 grm. = 1.4 proc.
Medic. als 1 Maart.

3nbsp;Maart.
Toestand nog altijd als 28 Febr.
Voedsel: als 1 Maart.

Urine: 2.66 liter.
Suiker: 253 grm. = 9.5 proc.
Ureum: 42 grm. = 1.6 proc.
Medic. als 1 Maart.

4nbsp;Maart.

Patient heeft veel gehoest en geëxpectoreerd. De slaap is,
in weerwil van het geregeld gebruik van acet. morphii,
nog slecht.

Voedsel: als 1 Maart.

Urine: 2.78 diler.

-ocr page 61-

Suiker: 243 grm. = 8.7 proc.
Medic. als 1 Maart.

5 Maart.

Patiënt lieeft niet geslapen, doch minder gehoest. De
urine hlijft nog steeds sterk animoniacaal.
Voedsel: als 1 Maart.

Ui\'ine: 2 liter.
Suiker: 154 grm. = 7.7 proc.
Urine: 40 grm. = 2 proc.
Medic. Emuls amygd. acet. morph. gr. 3 lepels ol. jecoris.

C Maart.

Patiënt heeft iets beter geslapen, doch veel gehoest en
opgegeven.

Dit laatste geschiedt zonder moeite.
Voedsel: als 1 Maart.

Urine: 2.1 hter.
Suiker: 199 grm. = 9.5 proc.
Ureum: 39 grm. = 1.9 proc.
Medic. 5 1. ol jecoris. Overigens als den vorigen dag.

7 Maart.

De slaap is weder wat beter geweest, het hoesten min-
der dan den vorigen dag. Patiënt klaagt over aanhoudende
hoofdpijn met sterke uitvloeijing uit den neus.

Er zijn evenwel hoegenaamd geene verschijnselen van
congestie naar het hoofd.

Voedsel: als 1 Maart.

-ocr page 62-

Urine: 1.94 liter.
Suiker: 160 grm. = 8.3 proc.
Ureum: 33 grm. = 1.7 proc.
Medic. 6 1. ol. jecoris S emuls. amygd., acet. morpli,
gr. i. Tegen de hoofdpijn, koude fomentatiën.

8nbsp;Maart.

Toestand als 7 Maart.

Voedsel: als 1 Maart.
Suiker: 158 grm. = 7.9 proc.
Ureum: 28 grm. = 1.4 proc.
Medic. Emuls. amygd., acet. morph. gr. i, 6 lepels oleum
jecoris. Ammonia liquida, om te ruiken.

9nbsp;Maart.

De hoofdpijn is iets heter; zoo ook de uitvloeijing uit

den

neus.

De alvus is geheel wit en schijnt volstrekt geene gal te
bevatten 2.

1nbsp;Ook hier wordt deze groote hoeveelheid levertraan uitmnntend

verdragen.

ö

2nbsp;Ik maak hier melding van deze omstandigheid, omdat ik liaar
niet onbelangrijk beschouw, als een bewijs dat altans in dit geval de
tliabctes niet als gevolg van polycholie kan worden beschouwd. \'

De suikeruitscheiding toch is, in weerwil van deze gallooze alvus,
alles behalve onbeduidend.

-ocr page 63-

Voedsel: als 1 Maart.
Urine: 1.7 liter.
Suiker: 171 grm. = 8.3 proc.
Ureimi: 44 grm. = 2.6 proc.
Medic. als 8 Maart.

10nbsp;Maart.

De hoofdpijn is yeel verminderd. Patiënt gevoelt zich
evenwel zwak en hoest nog veel.

Voedsel; als 1 Maart.
Urine: 2.1 liter.
Suiker: 166 grm. = 8 proc.
Ureum: 65 grm. = 2.6 proc.
Medic. als 8 Maart.

11nbsp;Maart.

Slecht geslapen, veel gehoest, overigens als 10 Maart.
Voedsel: als 1 Maart.
Urine: 2.5 liter.
Suiker: 213 grm. = 8.5 proc.
Ureum: 42 grm. = 1.7 proc.
Medic. Emuls. amygd. 6 1, ol. jecoris.
Het morphium, waaraan patiënt gewend scheen te zijn,
en waarvan ik de dosis niet gaarne wilde verhoogen, ver-
ving ik door lupulini gr. x.

12nbsp;Maart.

In weerwil van de lupuline heeft patiënt niet heter ge-
slapen dan den vorigen dag en evenveel gehoest.
Zijne hoofdpijn is nu geheel verdwenen.

-ocr page 64-

De faeces blijven «og even wit, als men die bij de
hoogste graden van icterus ziet.

Voedsel: als 1 Maart.

Urine: 2.41 liter.

Suiker: 211 grm. = 8.7 proc
Ureum: 40 grm. = 1.6 proc.

Medic. 6 1. ol. jecoris, des avonds nog eens gr. x lupuline.

13 Maart.

De slaap is zeer slecht geweest, de hoest niet vermin-
derd. Patiënt weegt 120 en is dus sedert 25 Febr. 1 fg in
gewigt toegenomen.

Voedsel: als 1 Maart.

Urine: 2.37 liter.

Suiker: 197 grm. = 8.3 proc.

Ureum: 31 grm. = 1.3 proc.

Medic. 6 1. ol. jecoris. Aangezien de lupuline den slaap
niet scheen te bevorderen, en ik van wege patient\'s zwakte
begreep, dat de noodige rust voor hem een onmisbaar
vereischte was, achtte ik mij verpligt hem weder tot de
acet. morphii zijne toevlugt te doen nemen, van welk
middel ik hem \'s avonds i grein Het gebruiken.

14 Maart.

Patiënt heeft iets beter geslapen en minder gehoest.
Voedsel: als
i Maart.

Urine: 2,72 liter.

Suiker: 232 grm. = 8.5 proc.

-ocr page 65-

Ureum: 37 grm. = 1.3 proc.
Medic. als 13 Maart.

15nbsp;Maart.

De slaap is weder sleclit geweest, terwijl patiënt gedurende
den naclit veel door hoest was gekweld.
Voedsel: als 1 Maart.

Urine: 3.25 liter.
Suiker: 234 grm. = 7.2 proc.
Ureum: 14 grm. = 1-4 proc.
Medic. Acet. morph. gr. Geen ol. jecoris.

16nbsp;Maart.
Toestand als 15 Maart.
Voedsel: als 1 Maart.

Urine: 3.25 liter.
Suiker: 234 grm. = 8,1 proc.
Ureum: 35 grm. = 1.2 proc.
Medic. als 15 Maart.

17 Maart.

Sedert den vorigen dag is er in den toestand van patiënt
geene merkbare verandering ontstaan. Hij heeft weder
slecht geslapen en veel gehoest.
Voedsel: als 1 Maart.

Urine: 2.44 liter.
Suiker: 208 grm. 8.5 proc.
Ureum: 32 grm. = U3 proc.

-ocr page 66-

R. Emuls. amjgd. unc. viij.
adde

Aq. lauroc. dr. iij.
s. Alle uur
i lepel.
Acet. morph. gr.

18nbsp;Maart.

Patiënt heeft \'snachts goed geslapen, en is vrij opgeruimd.
De hoest is minder.

Voedsel: als 15 Maart.
Urine: 256 liter.
Suiker: 235 grm. = 9.2 proc.
Ureum: 33 grm. = 1.3 proc.
Medic. als den vorigen dag.

19nbsp;Maart.
Toestand als 18 Maart.
Voedsel: als 15 Maart.

Urine: 2.18 liter.
Suiker: 206 grm. = 9.5 proc.
Ureum: 30 grm. = 1.4 proc.
Medic. als 17 Maart.

20 Maart.
Toestand: als in 19 Maart.
Voedsel: als 19 Maart.

Urine: 2.44 liter.
Suiker: 216 grm. = 8.9.

Medic.

-ocr page 67-

Ureum: 32 grm. = \'1.3 proc.
Medic. als 17 Maart.

21 Maart.

Sedert 20 Mrt., in den algemeenen toestand geene ver-
andering. Evenmin in de diëet.

Urine: 2.6 liter.
Suiker; 257 grm. - 9.8 proc.
Ureum: 37 grm. = 1.4- proc.
Medic. als den vorigen dag.

-ocr page 68-

SLOTSOM.

Twee lijders aan diabetes mellitus, met de meeste aan
deze ziekte eigene verschijnselen behebt, doch van welke
de eene reeds in eenen toestand van volslagen collapsus
en hektiek verkeerde, en ook de andere zóó zwak was,
dat hij zich onmogelijk op de been konde houden, verbe-
terden onder den invloed van doelmatige dieet en eene
vrij indifferente medicatie, binnen korten tijd zoodanig,
dal bij den eerste, na ongeveer 3 weken alle hektische ver-
schijnselen waren verdwenen, terwijl N». 2 reeds na eenige
dagen zijne krachten zoozeer had zien aankomen, dat hij
zich toen reeds in staat gevoelde een groot gedeelte van
den dag buiten zijn bed door te brengen.

Dit is mijns inziens weder een vernieuwd bewijs van
den ernstigen invloed eener doelmatige voeding op genoemde
ziekte, eenen invloed, zooals de ondervinding van jaren
geleerd heeft, veel grooter dan die van eenig tot hiertoe
bepi\'oefd geneesmiddel.

-ocr page 69-

TABEL BEHOORENDE BIJ GEVAL L

DATUM.

SUIKER

van

24 uüK

IN
MGK,

ÜKISE
VAN

24 ruE

IN
UTKRS.

SUIKER

in

Vo-

V @ E 1® ï Ci.

4 eijeren, andijvie, 6 kop (18 med. ons) bouillon, 2 beschuiten, i fl. melk.
4 eijeren, postelein, 6 kop (18 med. ons) bouillon,
i fl. melk, 2 beschuiten.
4 eijeren, postelein, 6 kop (18 med. ons) bouillon, J fl. melk, 2 beschuiten,

4 eijeren, l poi-tie vleesch, postelein, i fl. melk, 2 beschuiten, bouillon----

als 3 Februarij...................................................

156
119
174
194

157
186
169
152
206
222
204
227
211
202
186
173
198
187
177

219
233
248
243
238
200
274

220
235
214
214

6.5

5.6

7.7
8,6
6

7.3
6,6

6.4
7,9
8,9
7,7
7,7

8.4
8,7
8

7

7,9

7.5
7

2,37
2,11
2,25
2,56
2,60
2,56
2,56
2,37
2,65
2,65
2,65
2,68
2,5
2,31
2,31
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
2,63
2,5
2,5
2,65
2,5
2,56
2,65
2,72
2,62
2,62

met dubbel vleesch.

4 eijeren, geen vleesch, weinig groente, 1 fl. melk, 3 kop bouillon, 2 beschuit.

4 eijeren, andijvie, 6 kop bouillon, 1 fl. melk, 2 besciiuiten..............

4 eijeren, spinazie, 6 kop bouillon, 1 fl. melk, 2 beschuiten.............

als 15 ïebruarij..................................................

9,8
9,7
9
8
10
8,3
8,7
8,2
8,2

4 eijeren, vleesch, 6 kop bouillon, spinazie, 2 beschuiten, IJ fl. melk......

4 eijeren, vleesch, 6 kop bouillon, 2 beschuit., H melk (geene groenten),
als 24 Februarij..................................................

160

180

133
144

134
132
150

184
126

234
205
221

185
169
228

235
171
188
281
257
247
265

239
244

240
252
249
274
270
224
276
227
210
257
214
269
286
260
251
265
171
216
168
126

2,1

2,19
1,82
2

1,9
1,84
1,9
2,3
1,63
2,15
2,38
2,53
1,94
1,69
2,32
2,59
1,91
2,12
2,81
2,62
2,62

2.59

2.37

2.60

2.38
2,53
2,5
2,75
2,56
2,31
2,62
2,5
2,44
2,59
2,09
2,62
2,25
2,62
2,53
2,5
2,37
2,72
2,44
1,87

Hnbsp;U

tfnbsp;//

flnbsp;tf

//nbsp;11

//nbsp;//

Hnbsp;II

8,6
7,4
7,2
7

7,2

7,8
10
8;6
8,1

9

7,2

9.8
9,1

8.9
8,8

10

9.8
9,4

10,2
10,1
9,4
10,1

10
10
10

10.5
9,7

10,3

9.1
8,6

9.9
10,2
10,2
12,7

9,9
9,9

10.6

7.2
7,9
7

6,7

// //
U II

Hnbsp;If

nnbsp;n

IInbsp;n

unbsp;u

Hnbsp;n

unbsp;n

nnbsp;//

«nbsp;n

Hnbsp;H

ifnbsp;//

//nbsp;//

Hnbsp;n

Ifnbsp;u

Hnbsp;II

nnbsp;u

i portie rijst.

nnbsp;u

nnbsp;u

tfnbsp;«

nnbsp;H

nnbsp;n

nnbsp;n

s;

i zonder //
( met if
i met gewoon
) met dubbel
.. ,bij gewoon

zonder oleum jecoris (van
met // // //

Gemiddeld bij nagenoeg

Gemiddeld « n

Gemiddeld quot; diarrhoë.
Gemiddeld zonder u..

dieet

31 Jan. ,.

1 Febr..

2

4 . . .

O

4

f\' . , ,
li .. ,

5

// . . .

6

\'/ . . .

7

If .. .

8

If ,

9

n , . .

10

quot;...

11

n. , .

12

II-

13

if.. .

14

II.. .

15

//, , .

16

11.. .

17

if. . .

18

11.. ,

19

//, , ,

20

quot;. . .

21

II.

22

If...

23

II.

24

If.. .

25

II.

26

If.. .

27

II.

28

II.. ,

1

Maart,

2

II...

3

ff.

4

If.

5

If,

6

If,,.

7

//...

8

//...

//...

10

//...

1]

//...

12

//...

13

n . . ■

14

II.. .

15

11 .

16

II - , ■

17

If. .

18

u . .

19

If.

20

If . .

21

// . .

22

If. .

23

II..

24

H . .

25

if . .

26

If . .

27

ff . .

28

ff . .

29

n. .

30

u. .

31

If. .

1

April

2

If..

3

«.,

4

u . .

5

If . .

6

If . .

7

II, .

8

//. .

9

If. .

10

ff . .

11

If. .

12

ff. .

13

ff . .

14

If. .

15

II. .

16

If. .

17

If . .

18

If. ,

4 eijeren, vleesch, 6 kop bouillon, 2 besciiuiten, 2 fl. melk.
als 28 Februarij.....................................

1 beschuit, 1 portie vleesch.

4 eijeren, 6 kop bouillon, vleesch, 2 beschuiten, 2 fl. melk.
als 4 Maart......................................

2 eijeren.........

8 eijeren, dubbel vleesch, 2 beschuiten,
als 12 Maart.....................

6 eijeren, dubbel vleesch, 1 beschuit.............

4 eijeren, enkel vleesch, 1 fl. melk, 2 beschuiten..
4 eijeren, enkel vleesch, l-J fl. melk, 2 beschuiten,
als 1 April...............................

volkomen dej;elfde dieet

UREUM

VAN

24 UUR

IH
MGR.

TERHOüDISf,

UEEUM

tusschen

in

UEEUM

aanmeifeingen.

/o-

en

SUIKER,

1,7

3,6

1,1

6,4

1,6

4

1

6,3

0,6

12,1

\'s avonds 1 lepel oleum jecoris.

1,9

11,1

2 lepels oleum jecoris.

0,7

10,7

n

u

tf

1

10,8

3

u

II

0,7

11,7

4

//

If

1

8,8

//

If

u

0,9

8,9

//

if

tf

0,9

7,2

6

ff

If

1

7,3

lgt;

If

n

hi

6,9

II

u

If

10

7,1

4

ff

If

II

0,9

9,9

6

K

u

If

0,9

9,3

\'•/

a

tf

ff

0,9

13,3

//

u

II

ff

0,9

10,6

If

If

u

tt

1,3

6,8

U

n

If

n

1

5,9

//

H

If

n

1,4

7,3

If

If

tf

1,5

5,4

u

II

H

1,3

6,7

u

U

II

1,2

6,9

u

It

tf

1,3

6,1

geen oleum

jecoris,

de- urine werd

niet in haar geheel opgevangen.

nrine niet Terzameld.

2

3,8

geen oleum

jecoris.

1,7

4,8

geen oleum jecoris/

diarrhoë.

1,4

5.3

If

If

If

If

1,4

3,1

If

1/

If

tf

1.5

4.8

If

ff

ff

tf

1,5

4,7

If

If

ff

ff

1,6

5

u

H

If

If

1,3

6,1

8,4

If

ff

tf

u

0,9

u

If

//

If

1,2

8,7

u

ff

tf

tf

1,5

5,3

u

If

tf

tf

1,5

5,8

//

U

If

tf

1,9

5

If

If

If

u

2

5

If

If

If

tf

1,3

6,5

If

If

tf geene diarrhoë.

1,7

5,3

n

u

If

tf ff

1,9

4,7

2 lepels ol. jecoris.

tf u

1,2

7,5

geen oleum jecoris.

tf tf

1,5

6,7

If

H

If

If tl

1,5

6,6

u

If

tf

If n

1,6

5,9

u

a

//

tf tf

1,4

7,3

If

tf

\'/

If If

1,5

6,8

H

H

//

U If

1,4

6,8

If

ff

u

tf u

2

5

II

n

n

■If u

2

4,9

If

If

tf

U If

1,3

7,1

ff

II

If

if \'f

If

H

If

u u

1,7

6,3

If

\'/

rf

If n

1,3

7,5

II

H

H

n u

1,4

7,5

H

If

quot;

tf u

1

9,1

II

II

U

!f n

1,2

7,2

U

H

tf

If n

1,2

8,3

4 lepels ol.

jecoris.

tf ff

1,3

7,9

ff

fl

If

tf

tf tt

1,7

6,1

6

If

If

u

U \'f

1,8

7,1

If

ff

If

n

iï tf

1,4

7

If

ff

ff

tf

H tf

1,6

6,3

n

If

If

n

tf If

1,5

7,2

If

It

ff

tf

tf If

1

7,1

If

II

quot;

//

II u

1

8

If

■ If

tf

tf

tf tf

1,1

6,2

if

If

tf

n

II if

1,8

3,7

U

U

If

u

tf t\'

SUIKEE.

UEEÜM.

36
33

29
31

30

44
29
41
24

17
20
19
21

18

23
21

24
27
27

25
22
25
24
23
35

34
37
40

35
31
35

42

37
25
28
28
28
30
30
15
27

37

38
37

34

35
44

36
25
42

39
42
36

35

36
48
51
35

43

30
37
25
29

31
27

44
40
37
40
37
24
27
27
34

10 Februari) - 1 Maart).220

31 Maart—7 April).....248

8-18 April)..........225

7-10 Maart).........148

12—19 //............189

23—29 //............246

-ocr page 70-

TABEL BEHOORENDE E I.J GEVAL IL

TERllOMl™

tüsschen
UBBUM

EN
SUIKER.

SUIKEB,

VAN

24 UUK

IN

O /
/o\'

SÜIKER

VAN

UREUM

VAN

SUIKER
YAW

24 UUB

IN
MGK.

UKINE
VAN

24 uüK

IN

aanmerlttitgcn.

24 UUR 24 üUE

IN
/O-

voEiïiisr«.

DATUM.

22

Febr..

23

// . . .

24

// . . .

25

// . . .

26

// . . .

27

// . . .

28

// . . .

1

Maart.

2

//...

3

. . .

4

n. . .

5

6

// . . .

7

// . , .

8

n, . .

9

// . . .

10

// . . .

11

ff .

12

// . . .

13

ff .

14

ff .. .

15

ff .. .

16

ff .. .

17

ff .. .

18

ff .. .

19

ff .

20

ff .. .

21

ff ,, .

22

// . , .

23

// . . .

24

// . . .

25

ff .

26

// » . .

27

// . . .

28

ff ,

29

ff .. .

30

// . . »

31

// . . .

1

April.

2

//...

3

ff,,,

4

ff.

5

ff...

6

ff.

7

ff.

8

//...

9

//...

10

ff.

11

//...

12

//,..

13

//...

5 eijeren, 2 beschuiten, vleesch, 1 fl. melk.

als 28 Fehruarij.....................

n u u..........................

De urine was weggeworpen en
werd dus niet onderzocht.

\'s avonds 1 lepel oleum jecoris.
3 lepels oleum jecoris.

5nbsp;u ir »

6nbsp;n nnbsp;n

geen oleum jecoris.

4 lepels oleum jecoris.

6 //nbsp;Hnbsp;H

geen oleum jecoris.

6 lepels oleum jecoris.

11,6
11,4

19

20

0,6
0,7

18
15

349
308

4 eijeren, 1 portie vleesch, spinazie, I5 fl. melk................

als 22 Fehruarij.........................................

4 eijeren, 18 med. ons bouillon, fl. melk, vleesch, 2 beschuiten

als 24 Februarij, \'s avonds bloempap.......................

4 eijeren, bouillon, IJ fl. melk, vleesch, 2 beschuiten...........

als 26 Februarij..........................................

4 eijeren, vleesch, 2 fl. melk, 6 kop (18 med. ons) bouillon......

als 28 Februarij.........................................

3

2,7

9
10
9,9
8,7

9.2

9.3
9,5
8,7
7,7
9,5
8,3
7,9
8,3
8

8,5

8.7
8,3
8,5

.7,2
8,1
8,5

9.2
9,5
8,9

9.8

10.4

9.5

9.3
10,2
14
10,2
10,8
10:2

10.5
10,8
10,8
10,8
10

9,3

9.8

10.6
10,3

9.9
10,2

9.6
9,6

10,9
10,2

40
47
42
40
42
38
42

4,9
5,5
5.8
5,8
5,5
6,4
6

1,9
1,8
1,7

1.5
1,7
1,4

1.6

199

258
246
232
230
243
253
243
154
199
160
158
141
166
213
211
197
232

234
239
208

235
206
216
257
268
230
215
275

259
219
308
239
257
257
257
291
252
235
264

271

291
267
259
241

249

250
294

2,09
2,6
2,5
2,66

2.5

2.6
2,66
2,78
2
2,1
],94
2

1,7
2,1
2,5
2,41
2,37
2,72
3,25
2,94
2,44
2,56
2,18
2,44
2,62
2,56
2,41
2,31
2,69
2,5
2,14
2,84
2,34
2,44
2,37
2,37
2,68
2,53
2,53
2,69
2,56
2,84
2,69
2,53
2,5
2,59
2,28
2,87

40

39
33
28
44
55
42

40

31
37

44
35

32

33

30
32

37

39

34
28

35
35

32

40
28
24

33

31

32

35

33
30

36
40

38

45

45
54

39

46

2

5,8
1,7
1,4
2,6
2,6

1.7
1,6
1,3
1,3
i;4

1.2

1.3

1.3

1.4

1.3

1.4

1.5

1.4

1.2

1.3

2.5

1.5

1.4
1,2
1

1,4

1.3
1,2

1.4

1.3
1,1

1.4
1,4
1,4

1.8
1,8
2,1
1,7

1.6

3,8

5.1

4.8

5.6

3.2
3

5,1

5.3

6.4

6.3
5,3.

6,8

6.5

7.1

6.9

6.7
6,9
6,9

6.8

7.7

7.8

7.4
6,8

6.2

8.5
10,7

7,8
8,3

9.1

7.2
7,1
8,8

7.5

7.3
7

5,7

5.3

4.6

6.4
6,4

//nbsp;!/

IInbsp;II

IInbsp;H

IInbsp;II

IInbsp;U

Hnbsp;II

1 sneedtje krentenbrood.

SUIKER.

UREUM.

Maart

41 g-rm.

39 \' //

//,

34 //

ff.

34 //

April

259 «

30 »

u.

40 //

(van 25 Febr.— 1
// 7 Maart—13
// 15nbsp;19

„ 21 //..~27
,/ 29nbsp;3

„ 4 April —13

zonder oleum jecoris
met
zonder
met
zonder
met

Gemiddeld bij nagenoeg volkomen dezelfde voeding

-ocr page 71-

OVERZIGT DER TABELLEN.

Reeds Bij eene oppervlakkige beschouwing valt de ver-
bazende onstandvastigheid van de binnen 94 uren uitge-
scheiden hoeveelheid suiker in het oog, eene onstandvas-
tigheid , welke soms tot zulk eene hoogte stijgt, dat onder
schijnbaar volmaakt dezelfde omstandigheden het suikerge-
halte van 2 op elkander volgende dagen 20 grammes en
meer verschilt.

Het spreekt dus wel van zelve, dat er een veel grooter
aantal waarnemingen dan waarover ik beschikken kon
vereischt zou worden, tot het verkrijgen van voldoende
zekerheid aangaande hetgeen men daaruit zoude wenschen
op te\' maken.

Evenwel met eenige waarschijnlijkheid meen ik, in de
hoop dat het zich bij latere en meer naauwkeurige waar-
nemingen dan de mijne, bevestigd moge vinden, uit de
tabellen het volgende af te leiden:

Vooreerst, wat den invloed van de levertraan op de
suikeruitscheiding betreft, merk ik op de Tabel, behoo-

-ocr page 72-

rende bij Geval I onder het gebruik van dit geneesmid-
del, de eene maal vermeerdering, de andere maal ver-
mindering van de suiker op.

Ook bij den tweeden patiënt, bij wien de staat zijner
gezondheid mij toeliet met de noodige consequentie mijn
plan te volgen , (bij N«.
I maakte mij de intercurrerende
diarrboë dit voor eenen geruimen tijd onmogelijk), neem
ik onder dezelfde omstandigheid eveneens nu eens klim-
ming, dan weder daling inde suikeruitscheiding waar.

De imloed uan vet op de suike ruit scheiding is dus,

zoo men uit mijne waarnemingen te dien aanzien iets

mag opmaken, zoo al niet = Q, dan toch zeker uiterst
gering.

Doch wat mij meer verwondert, ook op de productie
van ureum blijkt het gebruik van de vrij groote dosis vet
bij geenen van beide patiënten eenigen invloed te hebben
gehad, in weerwil van Biscliolfs bekende proeven, vol-
gens welke den vetten de eigenschap zoude toekomen de
vorming van ureum aanmerkelijk te beperken i.

Nog blijkt, naar mijne bescheiden\' meening, uit de
kolom voor ureum de ouwaarscbijnlijkheid dat de diabetes-
suiker een ontledingsproduct vau de lijmsuiker zoude zijn.
Wel is waar zou misschien de omstandigheid, dat bij

1 Dat dit onverwachte resultaat niet kan beschouwd worden als een
gevoJg van gebrekkige opname van de levertraan in het bloed, bleek
mij uit de gesteldheid der faeces van de patiënten, welke, ook gedu-
rende het gebruik van 6 lepels traan daags, hard en droog waren en
2eei\' weinig vet bevatten.

-ocr page 73-

diabetes de uitgescheiden hoeveelheid ureum in het oog
loopend meer bedraagt dan die, welke in den normalen staat
door eenen volwassenen mensch wordt ontlast, iets waarop
het eerst Heijnsius ^ heeft opmerkzaam gemaakt, hiervoor
eenigen grond kunnen opleveren, doch mijns inziens is
deze grond een zeer zwakke , daar ik het als zeer wel mo-
gelijk beschouw, dat deze verhoogde ureumproductie tot
de groote hoeveelheid eiwitachtige voedingsmiddelen, in
verband met de weinige zoogenaamde respiratiemiddelen
welke diabetici gewoonlijk tot zich nemen , en den con-
sumtieven toestand waarin zij zich bevinden, moet worden
teruggebragt.

Er is evenwel meer. Ware het er namelijk werkelijk
zóó mede gesteld, dat de suiker volgens de formule op
de onder anderen door Küthe (quot;Nederl. Tijdschrift voor Ge-
neeskundequot;, jaarg. 1800, p. 589) aangegevene wijze ontstond,
zoo zoude men, gelijk ieder met weinig\' moeite kan uit
rekenen, op elke 100 deelen suiker bij absoluut vleesch-
diëet geleverd, in de urine 66.4 grm. ureum moeten
terugvinden, zoodat b. v. de urine van onzen patiënt
N». II, welke bij nagenoeg absolute dierlijke voeding ®
gemiddeld 206 grm, suiker uitscheidde, in dat geval ook

1 Zie quot;Nederl. Tijdschrift voor Geneeskunde,quot; No I: Over de af-
scheiding en bereiding van urine in de nier.

3 2 beschuiten toch wogen te zamen 50.5 grammes en hadden dus
zelfs al veronderstelt men dat zij uitsluitend uit verteerbare koolhy-
draten hadden bestaan, de suikeruilscheiding niet behingiijk kunnen
wijzigen.

r

-ocr page 74-

dagelijks ongeveer 134 grm. ureum had moeten bevatten,
iets wat van hetgeen wij in de werkelijkheid zagen ge-
schieden, belangrijk afwijkt.

Ook zoude men, in het onderstelde geval, reden heb-
ben ten minste eene zekere vaste verhouding tusschen de
hoeveelheden der genoemde stoffen te verwachten, zoodat
b.
V. deze elkander in toe- en afname volgden, doch ook
dit is blijk ens de voorlaatste kolommen in beide tabellen
evenmin het geval, ja was de verhouding somtijds zelfs
omgekeerd.

Uit kolom 3 en 5 blijkt, dat er geene standvastige
verhouding bestond tusschen de hoeveelheid urine en de
daarvan bepaalde vaste bestanddeelen.

Verder bemerk ik uit de eerste tabel, dat bij den
patiënt, op wien zij betrekking heeft, eene aanzienlijke
vermindering in de suikeruitscheiding plaats had gedu-
rende den tijd dat hij aan diarrboë leed, een verschijnsel
dat meer bij diabetici is w^aargenomen, en soms in zulk
eene mate, dat de suiker onder deze omstandigheid geheel
uit de urine verdween.

Dit bragt mij op het vermoeden, dat bij diarrboë wel-
ligt een gedeelte van de suiker door hel darmkanaal mogt
worden naar buiten gevoerd, doch dit vermoeden heeft
zich bij herhaalde daartoe gedane onderzoekingen van de
faeces, geen enkele maal bevestigd gevonden.

De verdubbeling van de hoeveelheid voedsel, terwijl
zijne hoedanigheid dezelfde bleef, had, zooals ook uit de
eerste tabel blijkt, zoo min in den gezonden toestand van

-ocr page 75-

patiënt als gedurende zijne diarrhoë, op suiker of op ureum,
eenigen vermeerderenden invloed.

Doch ik herhaal het: om meergemelde reden behoeven
al deze resultaten noodzakelijk nadere bevestiging, en ein-
dig met het uitspreken van de overtuiging, waartoe mij
deze proeve heeft gebragt, dat namelijk het doen van
physiologische onderzoekingen als de boven beschrevene,
zoo zij niet eenen geruimen tijd worden voortgezet, in onze
dagen nog lot de meest ondankbare en, in de meerder-
heid der gevallen, tot de geheel nuttelooze zaken moeten
behooren, aangezien men nog te weinig bekend is met de
verschillende invloeden, zoowel uit- als inwendige, die de
processen in het levend organisme beheerschen, dan dat
men deze in alle gevallen voor de zuiverheid der waar-
neming naar eisch zoude kunnen onschadelijk maken.
Moge de tijd spoedig komen, waarin dit niet meer zal
kunnen worden gezegd.

-ocr page 76-

^ f«ä^^\'j^ïw^

-v-.Vnbsp;H \\nbsp;%

\'quot;lîÂîn ÔÊ^;

, - -nbsp;.....................................................-a»*. ^

-ocr page 77-

T II E S E S.

Verkeerdelijk wordt de spijsvertering door Niemeijer een
zuiver cbemisch proces genoemd.

II.

Het is eene contradictio in adjecto wanneer Molescliott zegt:
quot;Kaffee erhöbt die Körperwärme, eine Wirkung, welche dem
quot;warmen Getränk und der Hebung der Herzthätigkeit zuge-
quot;schriehen werden muss, da der Umsatz der organischen Be-
quot;standtheile unseres Körpers durch den Kaffee gehemmt wird.quot;

III.

ïen onregte wordt door velen de galvorming als de voor-
naamste functie der lever beschouwd.

IV.

Het dragen van wollen of flanellen onderkleedercn is ge-
zonden menschen eer schadelijk dan nuttig.

-ocr page 78-

Uitsluitende melkvoeding is, gedurende langen tijd voort-
gezet, Lij volwassenen misplaatst.

VL

Eenvoudige Hypertrophie van het hart is op zich zelve niet
voldoende om hjperaernie der hersenen te weeg te brengen.

VIL

Dat de diabetes mellitus op verhoogde galvorming zoude
berusten, is zeer onwaarschijnlijk.

VIIL

By de meeste chronische ziekten verdient de palliatievc
behandeling de voorkeur boven het beproeven eener radicale
kuur.

IX.

Het nut der zoogenaamde antiplastica bi] acute ontstekings-
ïiekten is twijfelachtig.

X.

De beste tijd voor het gebruik van levertraan is die der
gewone maaltijden. Haar nüchteren te nemen, verdient geene
aanbeveling.

XI.

Het is onjuist, wanneei\' Niemeijer de gunstige uitwerking
der levertraan bij tuberculosis pulmonum alleen uit hare eigen-
schap om de stofwisseling te matigen wil verklaren.

-ocr page 79-

XII.

Ten onregte verzet zich Niemeijer tegen de aanwending van
opiaten bij tuberculosis puhnonum, zoolang men nog hoop
heeft op stilstand der ziekte.

XIII.

Bij acute ontstekingen moet het gebruik van opiaten zoo-
veel mogelijk worden vermeden.

XIV.

De zoogenaamde adstringerende tonica hebben, inwendig
gebruikt, eenen nadeeligen invloed op de spijsvertering.

XV.

Bij het gebruik van ijzerpraeparaten verdient de functie
der darmen zeer de aandacht.

XVI.

Het beweren van Hijrtl, dat bloedontlastingen op de lever-
streek bij hyperaemie van dit deel, geen nut hoegenaamd
kunnen aanbrengen, is een bewijs van gebrekkige waarneming.

XVII.

Het begrip van krankzinnigheid is een willekeurig.

XVIII.

Bij alle vormen van manie zijn algemeene bloedontlas-
tingen volstrekt tcgenaangewTzen.

-ocr page 80-

Ilazeade krai.kziniugeii moeten in de vrijheid htunier bewe-
gingen noodzakelijk worden beperkt.

XX.

Mijns inziens gaat Malherbe te ver wanneer hij zegt: quot;Le
quot;traitement moral, chez les aliénés ne peut avoir d\'effet que
quot;chez ceux qui sont déjà convalescens.quot;

ex-

van

XXI.

Bij scirrhus mammae kan men niet te spoedig tot de
stirpatie overgaan.

XXII.

Ten onregte verklaart zich Roser tegen het gebruik
kwikzalf bij parotitis.

XXIII.

Het gebruik van chloroforme bij verlossingen moet zooveel
mogelijk worden beperkt.

XXIV.

Het afbinden der navelstreng is niet noodzakelijk.

XXV.

Het ontstaan van febris puerperalis kan worden voorkomen.