EENIGE GEVALLEN
miTIS EN miDOCHOROÏDITIS.
-ocr page 2-\'i^iiajAvaonbsp;ßz
iiV ^
t TiaA^« inbsp;Utk«
^ -vi
•V- -14
■ âfc
-ocr page 3-handelende over
TAN
hetwelk op gezag van den eeotoe magnificus
gewoon hoogieekaak in »e letteren,
MKT TOESTEMMING VAN Dra AKADEMISCHEN SENAAT
EN VOLGESS
BESLUIT vas de GENEESKUNDIGE FACULTEIT ,
ter vbkkrijging van den graad van
AASJ DE HOOCESCHOOL TE UTRECHT,
TEGEN DE BEDENKINGEN VAN DE FACILTEIT ZAL VERDEDIGD WORDEN,
ARRAHAM JOHANNES PAULUS DE WILDE,
geboren te 1.AKGE W£EDE,
DEK 28\'*\'° JUKLT 1861 TE 6i UUR.
UTRECHT,
A. VAN DORSTEN, JB.
1861.
Pedrukt bij Gieben amp; Dumont,
-ocr page 5-Het ei7ide mijner Academiejaren genaderd, zynde, tracht iJe,
door het schrijven van dit proefschrift, de mij opgelegde verplig-
t^ng, tot het verkrijgen van den doctoralen titel, te vervullen.
Be stof tot een onderwerp was spoedig genomen, in het rijk
materieel van oogheelkundige waarnemingen, dat het Neder-
landsch Gasthuis voor Ooglijders oplevert. Het groot aantal
lijders, aldaar steeds aanwezig, de volledigheid der middelen
van onder zoele en de groote mate van vrijgevigheid, waarmede
ons vergund ivordt, daarvan gehruih te maken, geven ons al-
daar een zeer schoone gelegenheid om eiken tiektevorm in elk
zijner phasen en verschillende wijzigingen van verloop naast
elkander te zien en te vergelijken.
Geen heter middel om, tot grondige kennis te geraken!
Als zoodanig scheen m.ij niet onbelangrijk, eene reeks van
gevallen hij elkander te brengen van iritis en iridoehoroïditis. —
Immers een gewigtig onderwerp, omlat gang en verloop der
aandoening zoo gemakkelijk op den voet worden gevolgd; _
praktisch vooral gewigtig, omdat deze ziekte hij verzuim ontegen-
seggelijk tot blindheid moet leiden, hij ee^e juiste behandeling
daarentegen voor geheele genezing vatbaar is; — niet overbodig,
omdat dagelijks zoo vele gevallen voorkomen, die, miskend of
verkeerd behandeld, een ongelukkigen uitgang hebben.
Gretig neem ik tevens de thans aangebodene gelegenheid te
haat, ont in het openbaar de gevoelens te uiten, die mig be-
zielen jegens de Hooggeleerde Heeren Professoren, wier onder-
wijs ik Jiet geluh had te mogen volgen.
Vooral Gij, Hooggeleerde Heer donders! seèr vereerde
Promotor, die mij in H vervaardigen van mijn Proefschrift
zoo bereidkoillig ter hand stondt, wiens lessen ik, èn om den
ryJcen inhoud, èn om den vorm, zoo hoog waardeerde, ontvang
mijnen innigen en opregten dank!
Ook U, Hooggeleerde Heer loncq,! han ik niet genoeg mijne
erkentenis betuigen voor de nuttige kennis, die ik onder Uwe
leiding in de theoretische en practische studiën mogt verwerven.
Hoe zoude ik U, Hooggeleerde Heer van goudoever, vol-
doende hulde hunnen brengen voor uw grondig en wetenschap-
pelijk onderrigt, gepaard met de U eigen minzaamheid en deel-
neming, die zoo hoog door den student worden op prijs gesteld ï
Levendig staan mij ook, Hooggeleerde Heer schroeder van
der kolk! de uren voor den geest, waarop Gig ons den schat
uwer veelzijdige wetenschap opensteldet, ten einde de grond-
slagen te leggen voor onze verdere geneeskundige ontwihTceling.
Zij zullen mij steeds in dankbare herinnering blijven !
Eindelijk homt U, Zeer Geleerde Heer d^ snellen! eene
eerste plaats in mijne hoogschatting toe, wegens de welwillende
hulp, mij verleend, in het inzamelen der bouwstoven voor dit
geschrift, waardoor het goede, dat er in gevonden wordt, zeker
voor een groot gedeelte is tot stand gehomen.
Be vreugde van thans het doelwit te bereihen, waarnaar
ik gedurende eene reeks van jaren m.et innig verlangen heb
gestreefd, — de voldoening van zelfstandig in de m.aatschappij
te zullen optreden en mijne krachten te beproeven op een
veld, waar menige vrucht den arbeid loont, — dit alles is voor-
zeker streelend voor het gemoed; doch naast deze gewaarwor-
dingen verheft zich tevens een gevoel van weemoed — ,... Met
hracht dringt zich mij, op dit oogenblik, meer dan ooit, het
besef op, dat ik de plaats ga verlaten, waaraan zooveel aan-
genam.e herinneringen m,ij verbinden, en waar ik het overgroote
voorregt genoot, van m.et een\' ruimen vriendenkring talrijke
gelukkige dagen te slijten. Alleen de hoop, dat het mij, op
mijne verdere loopbaan, menigmaal moge vergund zijn, velen
hunner weder te vinden, en de overtuiging, dat hij allen mijn
aandenken zal voortleven, zoo als ook- hunne gedachtenis mij
nimmer zal begeven, doet mij het afscheid eenigzins ligter
vallen. Vaart allen wel!
pl^
f
\' ■■ • i-\'S» ï\\\\/- \\ ■ ■■■nbsp;•■ \'V
-Unbsp;■ ivgt;
. T. iv
I .. , i- O.....
i«^ gt; \' - gt;
i^tV-\'M \'.ïfij\'uA f-
■ ^
-nbsp;... âSÈ
r.ïftt\'
-ocr page 9-Onder de gewigtigste ziektevormen van het oog behoort
de ontsteking der iris Zij is belangrijk, zoowel om den
noodlottigen uitgang, die zij dikwijls neemt bij verzuim of
bij ongepaste behandeling, als otn de schier volkomene zeker-
heid, waarmede bij tijdige herkenning en goed ingerigte
behandeling het dreigende gevaar kan worden afgeweerd.
Voegen wij daarbij, dat zij tot de meest voorkomende ziek-
ten van het oog behoort, dan springt de noodzakelijkheid
eener grondige kennis dezer ziekte bij eiken arts ten dui-
delijkste in het oog.
Zij komt hoofdzakelijk onder twee vormen voor, die een
geheel verschillend klinisch beeld daarstellen.
Bij den eenen vorm is de iritis primair en heeft veel
neiging, zich met choroïditis te verbinden.
Bij den anderen vorm gaat zij uit van of treedt op met
keratitis: zij voegt zich bij de slepende keratitis, die het
gevolg is van verzuimd trachoma en entropion, bij verwon-
dingen der cornea, vooral wanneer vreemde ligchamen tamelijk
diep een tijd lang in de cornea gezeteld blijven, bij het
1
-ocr page 10-ulcus corneae cum hypopyo, door roser beschreven en bij
andere vormen van slepende parenchymateuse keratitis, tegelijk
met sclerotitis anterior.
Van dezen laatsten vorm zijn gedurende het jaar 1860
meer dan zestig gevallen in het Nederlandsch Gasthuis voor
Ooglijders voorgekomen. Het ligt buiten ons plan, over
deze te handelen.
Van den eersten vorm, hetzij iritis simplex, hetzij irido-
choroïditis, hebben zich acht en dertig gevallen voorgedaan.
Van deze wenschen wij een kort verslag te geven.
Het is ons doel niet, uitvoerige historiae morbi te leveren;
wij zouden ook thans niet daartoe iii staat zijn geweest.
Eerst in den laatsten tijd hebben wij het voornemen opge-
vat, dit onderwerp als proefschrift te kiezen, en wij hebben
ons moeten bepalen bij het overnemen der korte aanteeke-
ningen, die op de ziekenlijsten voorkomen. Uit een prac-
tisch oogpunt schijnen deze ook in het algemeen voldoende.
Men vindt er het gewigtigste in, wat tot de prognose en
de therapie betrekking heeft, en om deze was het ons hier
hoofdzakelijk te doen. Door alle gevallen zonder uitzonde-
ring op te nemen, verkregen wij tevens eene voorstelling
omtrent de menigvuldigheid van voorkomen en de eigenaar-
digheid der verschülende vormen; vooral ook was het ons
te doen,
om te zien, in hoeverre de iridectomie, hoofdzake-
lijk naar de door van graepïe vastgestelde indicatiën verrigt,
aan het doel beantwoordde.
De mededeeling der gevallen laten wij volgen door eenige
korte opmerkingen, die grootendeels ontleend zijn aan de
clinische lessen van den Hoogleeraar donders. Zij mogen
niet anders dan als onvolledig beschouwd worden. Eene
grondige en uitvoerige bewerking zou zeker meer tijd ge-
eischt hebben dan ons ten dienste stond.
Onze arbeid splitst zich als van zelve in twee deelen:
Het eerste gedeelte bevat alleen de ziektegevallen.
-ocr page 11-Het tweede bevat eenige opmerkingen, voor een deel naar
aanleiding der medegedeelde gevallen.
De gevallen zelve hebben wij in vijf categoriën gesplitst:
r. die van iritis acuta (simplex);
die van iritis en irido-choroïditis syphilitica;
3«. die van irido-choroïditis glaucomatosa;
4^ die van irido-choroïditis inveterata cum obscuratione
lentis secundaria;
5®. In deze categorie hebben wij de gevallen vereenigd,
die vooral strekken kunnen, om de waarde der iridec-
tomie te beoordeelen.
Iritis acuta, na drie weken yeheel hersteld.
ADRIANA S., oud 34 jaar, huisvrouw, heeft sedert drie
weken gevoel van steken in \'t oog en supra-orbitaalpijn, met
vermindering van gezigtsvermogen.
Zij vertoont zich ous den 30\'quot;^quot; Mei, lijdende aan iritis acuta
op beide oogen. Beide pupillen zijn zeer vernaauwd, vooral de
regter; de linker pupil is wel iets grooter, doch minder be-
wegelijk. Door atropine worden de pupillen aanvankelijk zeer
hoekig: door voortgezette indroppeling (aanvankelijk om het
uur, later met grootere tusschenpozen), onder gelijktijdig ge-
bruik van calomel, worden de synechiae geheel verbroken
en verwijden de pupillen zich volkomen.
Den Junij zijn de supra-orbitaalpijnen verdwenen. De
ontsteking is geweken. De pupil is normaal.
Patient wordt genezen ontslagen. Het spoor van pigment,
op de capsula lentis achtergebleven, is niet hinderlijk.
Iritis acuta, drie dagen na \'t ontstaan onder behande-
ling gehomen, door sulphas atropini en calomel
geheel hersteld.
REINIEK DE R., oud 36 jaar, oppasser, heeft sedert een
jaar angina, volgens zijne opgave, niet specifica. Eerst
sedert drie dagen bestaan supra-orbitaalpijn en lichtschuwheid.
Den ISquot;\'quot;quot; Maart 1860 vertoont hij zich, lijdende aan iritis
acuta van regter oog; de conjunctiva sterk {\'geïnjiciëerd; de
pupil ligt troebel, verwijdt zich niet; iris verkleurd.
Inwendig wordt calomel voorgeschreven, uitwendig uug.
hydrarg. cum belladonna; tevens wordt sulphas atropini alle
uur ingedroppeld.
Na herhaalde neiging tot recidief is den 20®\'™ Mei de
pupil weder goed bewegelijk, supra-orbitaalpijn voor goed
verdwenen en \'t gezigtsvermogen volkomen hersteld. De
keelpijn is genezen.
Iritis Acuta {traumatica).
JOHANNis N., oud 39 jaar, schipper. Patient verhaalt,
vóór zeven dagen kruiddamp in \'t oog gekregen te hebben
en twee dagen na dien, pijn in \'t oog, waarbij het zien
belemmerd werd.
Patient vertoont zich ons dennbsp;Maart, lijdende aan mei
iritis acuta van het regter en macula corneae van het linker oog.
Inwendig wordt calomel (gr. -iv daags) en plaatselijk sul-
phas atropini, om in \'t oog te droppelen, voorgeschreven.
Den 30®\'®quot; Maart is de pupil volkomen gedilateerd. Geene
verdere aanvallen.
Iritis acuta op één oog, gevolgd door keratitis, her-
steld met verduisterde cornea.
arie van S., oud 60 jaar, loodgieter, heeft sedert 7 dagen
supra-orbitaalpijn en vermindering van gezigtsvermogen.
Hij vertoont zich den SIquot;**quot; Augustus, lijdende aan iritis
acuta van \'t linker oog.
De pupil is zeer naauw en weinig bewegelijk. Iris sterk
verkleurd. Diepe vaatkraiis om de cornea. Hevige supra-
orbitaalpijn. Overigens volkomen gezond.
Inwendig wordt calomel en plaatselijk sulphas atropini
voorgeschreven, aanvankelijk om het uur in te droppelen.
Den September is de pupil geheel verwijd. Supra-
orbitaalpijn verdwenen; het parenchyma der cornea is troebel.
Inwendig wordt jod. kalic. voorgeschreven en met de indrop-
peling van atropine voortgegaan.
Na lang voortgezette indroppeling wordt de atropine niet
meer verdragen; er ontwikkelt zich conjunctivitis en tevens
verergert de verduistering van het hoornvlies. De atropine
wordt nu door extr. belladonnae vervangen, en de conjunctivitis
plaatselijk behandeld door aanwending van nitr. arg gr. j
ad unc. aq. op de binnenvlakte der oogleden. De keratitis
wijkt hieronder, zoodat patient met geringe verduistering van
het hoornvlies ontslagen wordt. Het linker oog leest nquot;. 9.
Het regter oog is normaal gebleven.
Iritis acuta, aanvankelijk door plaatselijke behandeling
hersteld. Later recidive met gelijktijdige keratitis,
door plaatselijke en algemeene behandeling genezen.
HENDRIK S., oud 15 jaar, onderwijzer, heeft sedert 4 da-
gen een lastig en hinderlijk gevoel in \'t oog, en dikwijls
hevige snpra-orbitaalpijn.
Hij vertoont zich ons den 14*^®quot; Mei, lijdende aan iritis
acuta en keratitis posterior. Conjunctiva rood, vooral rondom
de cornea, waar de vaten als afgesneden eindigen; cornea
troebel, vooral aan de achter-onderzijde, waar zich vele
witte puntjes en vlekjes bevinden. Pupil vcrnaauwd en troe-
bel. Iris sterk verkleurd, gezwollen, congestief.
Eene antiphlogistischc behandeling wordt ingeslagen: in-
wendig wordt calomel toegediend, sulphas atropini ingedrup-
peld en hirudines aan de slapen geappliceerd.
Dennbsp;Mei: pupil geheel verwijd, cornea helder. — In
Junij daaraanvolgende ontstaat recidive van iritis, tevens met
keratitis , die door aanwending van sulphas atropini en ten
slotte van ol. terebinth., met gelijktijdig inwendig gebruik van
jodium, geheel herstelt, zoodat hij den 10\'\'®quot; Augustus ge-
nezen ontslagen wordt.
Iritis recidiva, bij verouderde synechiae.
Vrouw VAN D., oud 51 jaar, heeft vóór 8 weken iritis
gehad, die op het linker oog synechiae heeft achtergelaten.
Zij vertoont zich ons den ai^ten Mei 1860, lijdende aan
met acute iritis van het linker oog: door sulphas atropini
en eene calomelkuur tot salivatie, herstelt de acute aandoe-
ning, doch de verouderde synechiae blijven. Het gezigtsver-
mogen herstelt zich niet geheel op dit oog.
Iritis non specifica acuta, slechts drie dagen bestaande,
door sulphas atropini en calomel geheel hersteld.
DIRK E , oud 80 jaar, arbeider, lieeft zich vddr 23 jaar
in het regter oog met een vork gestoken, waarna granulatie
aan de buitenzijde der cornea is ontstaan. Thans heeft hij
sedert drie dagen pijn in het oog.
Dennbsp;April vertoont hij zich, lijdende aan iritis acuta
en hypopyon van het regter oog.
Inwendig wordt calomel voorgeschreven en in het oog
sulphas atropini ingedroppeld.
Den 23®\'®° April heeft de pupil zich in alle rigtingen, alhoe-
wel onvoldoende, verwijd; de iris is nog zeer verkleurd.
Dezelfde behandeling als 21 April wordt voortgezet: 28
April: pupil volkomen verwijd; alle irritatie verdwenen; iris
normaal van kleur.
Iritis acuta recidiva syphilitica, door tijdige behandeling
herhaalde malen geheel hersteld.
EüüARD B., oud 24 jaar, smid, heeft vóór drie jaar aan
ulcera specifica geleden; geene secundaire symptomen. quot;Vroeger
heeft hij dikwijls stukjes ijzer in het oog gehad. Sedert
Augustus 1. 1. heeft hij weder pijn in en boven het oog ge-
kregen, waarbij \'t gezigtsvermogen verminderd werd.
- Hij vertoont zich ous den 16\'^®quot; October, lijdende aan iritis
acuta recidiva. De subconjunctivaal-vaten zijn sterk uitgezet
en vormen een\' krans om de cornea. De iris is verkleurd, pupil
klein en weinig bewegelijk. Supra-orbitaalpijn is den patient
zeer lastig, vooral des nachts.
Jod. kalic. wordt inwendig en sulph. atrop., om in het
oog te droppelen , voorgeschreven.
Patient herstelt geheel, vertoont zich echter drie raaien in
den loop van het jaar met recidive, die echter door indrup-
peling van atropine spoedig wijkt.
Den 2\'\'\'\'quot; November vertoont zieh weder recidive van iritis,
thans met hypopyon.
Patient wordt aan eene calomelkuur onderworpen en sulph.
atropini in het oog gedroppeld. Onder deze behandeling
wordt de pus, die zich in de voorste oogkamer bevindt, ge-
heel geabsorbeerd en de iritis wijkt weder. Het gezigts-
vermogen is normaal.
De volledige calomelkuur wordt door langdurig voortge-
bruik van sublimaat opgevolgd. Patient heeft nu sedert
8 maanden geen recidive van iritis meer gehad.
Irido-cJioroidUis syphilitica, hij ster Jee myopie.
HI?NDRIK VAN DEN B., oud 46 jaar, koetsier, verhaalt, steeds
bijziende te zijn geweest. Sedert één maand heeft hij ver-
mindering van gezigtsvermogen, vergezeld met rijkelijk af-
vloeijen van tranen en stekende pijnen in \'t hoofd.
Dennbsp;Maart 1861 vertoont hij zich lijdende aan syne-
chia posterior, obscuratio corporis vitrei, iritis recidiva; tevens
bestaat er myopie op het regter oog van -i- en op het linker
oog van jl-.
De bulbi zijn groot en de diepe en oppervlakkige vaten,
vooral die van \'t linker oog, zijn uitgezet. In het linker oog
bevindt zich pigment in het pupilvlak en vlokken in het
glasvocht. De fundus is moeijelijk te zien. Sulph. atrop.
wordt ingedroppeld en rnet oplossing van nitr. argenti wor-
den de conjunctivae palpebrarum bestreken.
Den 9\'\'«quot; April bevindt zich, nadat eenige dagen vroeger
de vaten der iris sterk uitgezet waren, bloed-extravasaat
m de voorste oogkamer. Iris zelf is wankleurig. Overie;ens
vertoont zich roseola specifica op de borst.
Inwendig wordt sublimaat voorgeschreven en met het in-
droppelen van sulph. atropini voortgegaan.
Evenwel vindt men den 1Mei de ontsteking weinig
geweken en wederom bloed-extravasaat in de voorste oogkamer.
Den \'ÓV^quot; Mei 1861 ziet hij met het regter oog bewe-
-ocr page 19-ging der hand op meter en telt hij vingers slechts zeer
nabij het oog. Met het linker oog onderscheidt hij bewe-
ging der hand met moeite slechts op eenige duimen afstand.
Iritis acuta syphilitica; herhaalde recidiven.
BERNARDUS O, oud 3] jaar, metselaar, heeft voor eenige
maanden ulcera specifica gehad, zonder opvolgende secun-
daire verschijnselen, waarna hij sedert drie weken aan ont-
steking op \'t linker en vóór acht dagen op het regter oog
lijdende is
Den 23quot;®quot; April vertoont patient zich, lijdende aan iritis
acuta van het regter oog. Op het linker oog bevinden zich
synechiae, die door atropine niet geheel loslaten.
Inwendig wordt calomel voorgeschreven , uitwendig ung.
hydrarg. langs de supra orbitaalstreek in te wrijven, en sulph.
atropini, om in het oog te droppelen.
Dennbsp;April is de regter pupil volkomen verwijd, de
ontsteking geweken en het exsudaat geabsorbeerd. Alle pijn
is verdwenen; op de linker pupil blijven synechiae.
Patient heeft inwendig in het geheel slechts 10 gr. calo-
mel gebruikt.
Den 30quot;\'\'quot; April heeft patient M-eder een\' nieuwen aanval
van iritis op het regter oog. De pijn is hevig, pupil weder
naauw, cornea troebel
Inwendig wordt hij aan eene volledige sublimaat-kuur on-
derworpen.
Bloedzuigers worden aan de slapen geappliceerd en er wordt
atropine in het oog gedroppelde
Den 7\'\'®quot; Mei is weder alle ontsteking verdwenen; de pupil
is door de atropine goed verwijd, het pupilvlak is helder.
De troebele cornea heeft voor eene meer helder glinsterende
plaats gemaakt. Pijnen zijn verdwenen.
Sedert dien tijd is geene recidive ontstaan.
Iritu syphilitica acuta, door tijdige aanwending van
atropine en sublimaat geheel hersteld.
elizabeth 3., oud 26 jaar, dienstmaagd, heeft vroeger
aan ulcera aan de genitalia en later aan angina syphilitica
geleden. Als kind heeft zij keratitis scrophulosa gehad.
Sedert 9 dagen bemerkte zij bij het ontwaken een vlies
voor het regter oog, dat 5 dagen later gevolgd werd door
pijn in het regter oog en supra-orbitaalpijn.
Den 22®quot;\'» Mei vertoont zij zich , lijdende aan
Iritis specifica acuta Oc. D.;
Macula corneae dextrae centralis inveterata.
Obscuratio corneae posterior punctata acuta.
Vermindering van gezigtsvermogen.
Inwendig wordt voorgeschreven mere, subl, corrosiv. en
atropine om in het oog te droppelen.
De pupil verwijdt zich door krachtige indroppeling van
atropine, aanvankelijk slechts ten deele, tot eene hoekige figuur;
na 2 dagen lang elk uur ingedroppeld te hebben, blijft slechts
aan de buitenzijde eene kleine Synechie, die na 10 dagen\'
onder aanwending van atropine en sublimaat, geheel loslaat.
Dennbsp;November is alle pijn verdwenen en het oog,
uitgenomen de verouderde macula corneae, geheel normaal,
zoodat het gezigtsvermogen niets te wenschen overlaat.
Iritis syphilitica recidiva, door sulphas atropini
en calomel hersteld, behalve de verouderde
synechiae. Later recidive.
ELSJE M., oud 41 jaar, werkster, vertoonde zich den
Augustus 1860 in het Nederlandsch Gasthuis voor
Ooglijders.
Sedert April 1.1. heeft zij aan keelaandoening en exanthema
geleden, terwijl tevens het gezigtsvermogen op \'t linker
oog verminderd was. Nu sedert vier dagen heeft zij op \'t
linker oog verschijnselen van recidive van iritis.
Bij hare komst alhier heeft zij vermindering van gezigts-
vermogen, supra-orbitaalpijn, vernaauwde, niet bewegelijke
pupil en roodheid rondom de cornea.
Door krachtige en herhaalde indroppeling van sulphas atro-
pini verwijdt zich de pupd tot een\' onregelmatig hoekigen
vorm. Inwendig wordt jod. kalic. toegediend; omdat zij
weigert zich aan eene calomelkuur te onderwerpen, daar zij
werkende wil blijven.
Na eenige dagen verwijdt zich de pupil aanmerkelijk en
zijn de gevoeligheid en roodheid rondom de cornea zeer
verminderd.
Dennbsp;September vertoont zich irritatie van het reg-
ter oog.
Door herhaalde indroppeling van sulph, atrop. verwijdt
de pupil zich aanvankelijk hoekig, doch na voortgezette in-
droppeling geheel.
Beide corneae vertoonen aan de onderzijde eene stippel-
vormige troebelheid op de binnenvlakte.
Den November vertoont zij zich weder met recidive
van iritis op het linker oog, die voor sulph. atropini spoedig
wijkt. Nu echter volgt, door de indroppeling van sulph.
atropini, Conjunctivitis (atropiuisme). De aanwending hiervan
wordt dus gestaakt en extr. beüad voorgeschreven, dat goed
verdragen wordt; inwendig sublimaat.
Den lO\'ä®quot; December wordt patiente als genezen ontslagen.
Geringe Synechien op het linker oog; pupil van het regter
oog volkomen rond.
Op de binnenvlakten der beide corneae vertoont zich noa:
eene geringe stippelvormige troebelheid. Flat gezigtsver-
mogen is voldoende.
Iritis syphilitica, synechiae iridis, obscuratio corporis
vitrei, door antisyphilitische behandeling hersteld.
Jufvrouw quot;V., Vroedvrouw te R., oud 40 jaar, vertoont
zich den Januarij 1860.
Dennbsp;April 1859 had zij, met een brandwond aan
den vinger, een syphilitische vrouw bijgestaan, en dien
ten gevolge had zich daar ter plaatse een ulcus syphiliticum
ontwikkeld.
Sedert Augustus 1859 vertoonden zich verschijnselen van
iritis.
Zij heeft thans, behalve angina syphilitica, iritis acuta van
het regter, - synechiae iridis van het linker oog en verduis-
tering van beide glasvochten.
De pupillen worden door sulphas .atropini verwijd; en in-
wendig wordt een antisyphilitische kuur toegediend, bestaande
in calomel en dec. sassaparillae; daarna sublimaat.
Na eene maand behandeld te zijn, is zij aanmerkelijk ge-
beterd: de pupillen zijn geheel verwijd; de vlokken in het
glasvocht verminderd. Zij leest n°. 7 van jaegers drukproeven.
Wegens vereischt vertrek wordt zij uit het gasthuis ont-
slagen, met dringende aanbeveling, om het gebruik van kleine
hoeveelheden sublimaat voort te zetten.
Den i®\'®quot; Maart komt zij terug wegeus recidive van irido-
choroiditis; zij had verzuimd, het gebruik van sublimaat na
te komen, vermeeuende reeds genoegzaam hersteld te zijn.
Zij leest nu slechts n°. 13 van jaegers drukproeven. Zij
wordt op nieuw opgenomen. Door plaatselijke behandeling-
met extr. bellad. (omdat atropine thans minder verdragen
wordt), plaatselijke bloedsonttrekkingen, afleidingen (vooral
vesicatorium volatile) en eene herhaalde sublimaat- en sar-
saparille kuur, wordt weder aanmerkelijke verbetering ver-
kregen. Den 5^quot;quot; Junij wordt zij als hersteld ontslagen, terwijl
zij met elk oog afzonderlijk nquot;. 8 van jaegers drukproef leest.
Onder de behandeling merkten wij op, dat de verschijn-
selen tijdelijk zeer verergerden, toen zij den 13*^®° Maart door
een gewone febris intermittens w^erd aangetast, die natuurlijk
door sulphas chinini ten spoedigste onderbroken werd.
Wij zagen haar den 30®\'®quot; Mei dezes jaars. De toestand
was voldoende.
Irido-choroïditis, aanzienlijke verbetering
door inwendige behandeling.
SYMEN DE J., oud 68 jaar, was in 1859 met atresia van
beide pupillen in het gasthuis gekomen. Het linker oog
had naauwelijks lichtperceptie; het regter oog telde vingers
op vijf meters.
Den 17\'^\'quot;\' Mei 1859 was iridectomie op het linker oog
verrigt, waarbij eene aanmerkelijke bloeduitstorting plaats
greep en het oog \'t nog bestaande spoor van lichtperceptie
verloor en atrophieerde.
Wegens het ongunstig verloop op het linker oog wordt
het regter niet aan iridectomie onderworpen, maar krijgt
patient eene calomel- met opvolgende jodiam-kuur. Het reg-
ter oog verbetert daaronder aanmerkelijk, zoodat hij, ten
slotte, nquot;. 9 van jaegers drukproeven kon lezen.
Patient vertoont zich den 4 Julij weder: er bestaat atro-
phia van het hnker en synechia iridis van het regter oog.
Het regter oog ziet thans nquot;. 3 van jaegers drukproeven.
Irido-cïioroiditis syphilitica, met sterke
gezigtsveldheperking.
geertrüida S., oud 31 jaar, breidster, heeft sedert 13
jaar , na eerst keelaandoening en huiduitslag gehad te hebben ,
iritis recidiva gekregen. Reeds bij den tweeden aanval was
zij zoo verre blind, dat zij niet raeer alleen konde uitgaan.
Zij vertoont zich dennbsp;September 1860, hebbende
atresia der beide pupillen. Het regter oog is naar binnen
en beneden van het gezigtsveld geheel blind; naar buiten
en boven bestaat nog lichtperceptie, echter buiten de gele
vlek; het linker oog ziet regtuit en naar buiten en beneden
van het gezigtsveld de beweging der hand tot op één voet,
naar regts en boven voorbij de gele vlek bestaat geen licht-
perceptie.
Op beide oogen wordt iridectomie verrigt; achter de
kunstmatige pupil vertoont zich secundaire cataract; het
gezigtsvermogen is door de operatie zeer weinig verbeterd.
Recidive van verouderde irido-choroiditis sypUlitcia door
joduretum hydrargyri en sulph. atropini geweken.
ANTONIE B., oud 41 jaar, metselaar, heeft voor 3 jaren
ulcera syphilitica aan de genitalia gehad, waarop een hevig
syphilitisch huiduitslag volgde, met angina syphilitica, waar-
na hij pijn in het linker oog, hevige supra-orbitaalpijn en
vermindering van gezigtsscherpte kreeg.
Sedert Augustus 1859 kreeg hij ook aan het regter oog
vermindering van gezigtsscherpte en hevige supra-orbitaalpijn.
Den 7\'\'®quot; Mei 1860 vertoont hij zich, lijdende aan irido-
choroiditis syphilitica et obscuratio corporis vitrei van het
regter, en iritis et synechiae van het linker oog. In het
regter oog ziet men in corpus vitreum een\' vbezigen ring
en veel korreltjes j in het linker oog exsudaat en pigment
in het pupilvlak.
Hoofdpijnen zijn somwijlen ondragelijk eu bestaan voort-
durend in meerdere of mindere mate.
Het volgende wordt voorgeschreven :
Proto-jod, hydrarg. gr. V.
Extr. liq. q. s. ut. f. pillulae nquot;. XL.
D. S. 2maal daags ééne pil.
Tevens wordt sulph. atropini ingedroppeld.
15 Mei. Iter, pillul.
Nadat steeds met het indroppelen van sulphas atropini is
doorgegaan, is de patient, bevrijd van de hevige supra-orbi-
taalpijnen, met groote verbetering van het gezigtsvermogen,
den 14\'^\'^quot;\' Junij ontslagen.
Choroiditis recidiva syphilitica, door anti-syphilitische
curatie verbeterd.
JOHANNES N., oud 46 jaar, landbouwer, heeft vddr twee
jaar ulcera syphilitica gehad, en is sedert een jaar lijdende
aan keelaandoening en exanthema.
Sedert Mei is op beide oogen gelijktijdig allengsehe ver-
mindering van gezigtsvermogen ontstaan, waarbij van tijd tot
tijd schimmen en vliegjes worden waargenomen.
Den IT^^quot; Julij vertoont zich op beide oogen obscuratio
corporis vitrei, ten gevolge van choroiditis specifica, en ca-
taracta incipiens secundaria.
De retina en papilla nervi optici vertoonen zich diffuus.
Het gezigtsvermogen is aanmerkelijk verminderd, zoodat
het regter oog met glazen van ^V slechts nquot;. 13 en het
linker oog n\'\'. 5 van jaegers drukproeven leest.
Inwendig wordt jodium et jod. kalic. toegediend, voor
uitwendig gebruik uug. jod. kalic. et jod. medegegeven.
Den 2D\'quot;quot; October vertoont hij zich weder, nog steeds
in denzelfden toestand verkeereude. Het gezigtsvermogen is
niet gebeterd. Hij wordt nu in het gasthuis opgenomen en aan
eene calomel-kuur onderworpen Nadat hij eenige dagen ge-
saliveerd heeft, wordt decoct, sarsaparillae voorgeschreven,
dat hij eenigen tijd regelmatig voortgebruikt. Plet gezigts-
vermogen verbetert hieronder aanmerkelijk, zoodat patient
met regter oog met -J^- n^ 3nbsp;j i
®nbsp;®nbsp;^quot;nbsp;van jaegers drukproeven
„ linker „ „ „ nquot;. 7
kunnende lezen , ontslagen wordt. Gezigtsveldbeperking is
niet aanwezig.
Het gebruik van jod. c. jod. potass, wordt nog voortgezet.
-ocr page 27-Iridoc-horoiditis, verduistering van Jiet glasvocht.
REINIEE VAN DER V., oud 63 jaar, koopman, heeft
sedert tien maanden ontsteking van het linker oog, begon-
nen met gezigtsvermindering, daarna supra-orbitaalpijn; se-
dert drie maanden heeft hij dezelfde verschijnselen op het
regter oog. Patient leed vroeger herhaaldelijk aan keelont-
steking, beweert echter, nooit primair syphilitisch geweest
te zijn.
Hij vertoont zich den 31®\'®quot; October 1S60 met ligte sy-
nechiae iridis, pigmentkorrels in het pupilvlak, troebelheid
van het glasvocht; rondom de papilla nervi optici vertoonen
zich groote witte plekken.
Elk ook telt vingers op twee meters; er bestaat geene
gezigtsveldheperking.
Als medicatie wordt sulphas atropini en eene calomelkuur
voorgeschreven.
III. lEIDO-CHOROlDITIS GLAUCOMATOSA.
Iridochoroiditis glaucomatosa, sedert 16 jaar ontstaan,
door iridectomie verbeterd.
NicoLAAs S., oud 52 jaar, schipper, had sedert Novem-
ber 1844 hevige pijn en roodheid aan het hnker oog,
zonder dat stoornis bij het zien werd bemerkt. Later werd
ook het regter oog aangedaan, waarna hij op beide oogen
vermindering van gezigtsvermogen bespeurde.
Patient vertoont zich ons met synechiae posteriores aan
beide oogen; oogbollen zijn zeer hard. Linker oog geeft
de beweging der lamp naar alle rigtingen op één voet af-
stands zeer goed aan. Vingers worden niet geteld; of op
het regter oog eenige lichtperceptie bestaat, is twijfelachtig.
Den 12\'^®» Junij wordt iridectomie verrigt, op het linker
oog naar binnen, op het regter oog naar buiteu, waardoor
twee groote zwarte pupillen verkregen worden.
Het gezigtsvermogen is hierdoor aanmerkelijk verbeterd,
zoodat patient tot op 7 voet afstands met het linker oog
de beweging der hand aangeeft en vingers telt.
Het regter oog heeft lichtperceptie.
..u liiiIjlilllMXl
Irido-choroiditis glaucomatosa, met sterke gezigtsveld-
beperking.
TEüNis H., oud 66 jaar, Landbouwer, was in 1859
door Prof. donders met cataracta incipiens gezien.
Hij vertoont zich ons den B\'*\'quot;\' Augustus 1860 met atresia
pupillarum.
Het gezigtsvermogen is tot een minimum gereduceerd.
Vingers worden niet geteld; in sommige rigtuigen echter
wordt de beweging van de lamp gezien. De oogbollen
zijn hard.
Dennbsp;Augustus wordt iridectomie verrigt op het reg-
ter oog, waardoor echter aanvankelijk het gezigtsvermogen
niets verbetert.
Irido-choroiditis glaucomatosa, door iridectomie aanmer-
kelijk verbeterd.
willem r., oud 60 jaar, veerman, was reeds sedert
eenige maanden voor iritis van beide oogen belsrindeld, met
atropine en inwendig gebruik van calomel tot sahvatie. Tevens
was toen opgemerkt, dat hij na plaatselijke bloedonttrekkin-
gen telkens verergerde.
Den 11*^™ Augustus vertoont hij zich lijdende aan irido-
choroiditis glaucomatosa
De oogbollen zijn op het gevoel zeer hard. In het linker
OQg is arteriepols zigtbaar; echter bestaat er geen exca-
vatio papillarum. Op beide oogen bevinden zich synechiae
posteriores. Het gezigtsvermogen is zeer verminderd, zoodat
hij naauwelijks alleen kan gaan.
Den liquot;quot;quot; Augustus wordt op beide oogen iridectomie
verrigt. Aan het linker oog naar de binnen-onderzijde, aan
het regter oog naar de buiten-onderzijde, waardoor twee pupil-
len verkregen worden, die zich goed tot aan den rand uit-
strekken.
Inwendig wordt jod. kalic. voorgeschreven.
Den IS-»quot;quot; November is het gezigtsvermogen aanmerkelijk
verbeterd, zoodat hij, het gasthuis verlatende, met het linker
oog n?. 3, met het regter oog nquot;. 9 van jaegers drukproeven,
met glas van -j-\'^ leest.
Volgens tiarigt is hij den geheelen winter als veerman werk-
zaam geweest, en heeft niettegenstaande hij steeds aan weêr
en wind blootgesteld was, geene recidive gekregen.
Het gezigtsvermogen is zoo voldoende, dat hij dezer dagen
aan het gasthuis in een zeer net geschreven brief zijnen dank
betuigde.
IV. IRIDO-CHOROIDITIS IN VETER ATA CUM
CATAEACTA SECUNDARIA.
IridocJioroiditis, catarada secmidaria, na iridectomie
recidive van iritis.
adrianus H., 28 jaar, scheepstitnraerraan , was in April
1859 in het gasthuis opgenomen met atresia van beide
pupillen, ten gevolge van iritis, sedert 8 weken. Elk oog
telde vingers op één voet afstand. Op het regter oog werd
iridectomie verrigt.
Het gezigtsvermogen echter verbeterde daardoor weinig.
Hij komt dennbsp;Mei 1860 terug met iritis recidiva
van het linker oog. Op het regter oog bestaat eene pupilla
artificialis, echter cataracta secundaria posterior; het pupil-
vlak is troebel; hij telt thans vingers op l| meter afstand.
Dennbsp;Junij wordt iridectomie verrigt op het linker
oog en eene vrij ruime pupil gevormd. Den C®quot; Julij
ontstaat wederom recidive van iritis op datzelfde oog. Hij
vertrekt zonder aanmerkelijke verbetering van gezigtsvermo-
gen. Elk oog telt vingers op één meter afstand. Er be-
staat geen beperking van \'t gezigtsveld.
Zeer verouderde irido-choroiditis, secundaire cataract,
hevige irritatie.
Vrouw DE K., oud 55 jaar, is sedert 31 jaren lijdende
aan iridio-choroiditis. Op het regter oog is zij vóór 5 jaren
elders geopereerd door iridectomie- en cataract operatie, waar-
schijnlijk door reclinatie der secundaire cataract.
Voor drie jaar is door Prof. donders op het linker oog
iridectomie verrigt.
Zij vertoont zich ons den £7®quot;quot; September met hevige
irritatie van het regter oog.
Het gezigtsvermogen is geheel verloren en het oog is pijn-
lijk en ontstoken. Het linker oog is sedert de operatie rus-
tig gebleven , doch heeft gering gezigtsvermogen.
Den October wordt op het regter oog iridectomie verrigt,
ten einde te beproeven de ontsteking daardoor te beperken.
Bij de operatie vloeit eene groote hoeveelheid zeer dun vocht
naar buiten (synchisis), zoodat de bulbus geheel collabeert.
De bulbus is na twee dagen weder geheel aangevuld, doch de
pijnlijkheid en irritatie zijn dezelfde gebleven.
Er wordt exstirpatio bulbi voorgesteld; patiente echter wei-
gert, zich aan deze operatie te onderwerpen.
f
Zeer verouderde irido-chormditis; na iridectoniie-
verhetering van één oog; langdurige irri-
tatie van het andere oog.
JOHANNES H., oud 36 jaar, tuinman, sedert 20 jaar lij-
dende aan irido-choroiditis van het regter oog en sedert
6 jaar, van het linker oog.
Hij vertoont zich den lö-»- Maart 1860 met atresia pu-
pillae en Cataracta secundaria van het regter oog benevens
synechia completa iridis van het linker oog Het regter oog
heeft slechts lichtperceptie in sommige rigtiiigen; het linker
oog telt vingers op 2 meters, zonder gezigtsveldheperking.
Op beide oogen geschiedt iridectomie. Op het linker oog
wordt eene ruime pupil gevormd, die zich tot aan den rand
toe uitstrekt.
Het gezigtsvermogen verbetert aanmerkelijk, zoodat hij den
April met het linker oog nquot;. 11 van jaegers drukproeven
leest. De lens vertoont bij onderzoek met den oogspiegel eene
geringe verduistering, terwijl ook de cornea op de achtervlakte
de gewone stippel vorm ige obscuratio vertoont.
Bij de operatie op het regter oog wordt een vrij groot stuk
iris naar buiten gehaald en afgeknipt. Men vindt een wit
exsudaat (cataracta spuria) achter de iris, hetgeen mede naar
buiten gebragt wordt. De dag na de operatie ontstaat he-
vige pijn in en boven het regter oog. Twee dagen na de
operatie ontstaat spontaan eene bloeduitstorting in de voor-
ste oogkamer; het oog blijft maanden lang pijnlijk en geïr-
riteerd; het pupilvlak blijft steeds troebel, ten gevolge van
opzwelling der lens, die bij het wegnemen der cataracta spu-
ria waarschijnlijk gekwetst is.
Indo-chorqi(^iiis imeterata cataracta secundaria, iri-
dectomie en lineair-extractie.
dirk K.. oad 57 jaar, schilder, heeft sedert 20 jaar ver-
mindering van het gezigtsvermogen, vergezeld met supra-
orbitaalpijn en pijn in de oogen. Het regter oog behield nog
laiig zooveel gezigtsscherpte, dat hij alleen kon rond loopen.
Sedert 1 jaar echter is het gezigts-vermogen op \'t regter oog
nog aanmerkelijk verminderd.
Den 25^\'«quot; April 1860 vertoont patient zich ons met syn-
echiae posteriores et cataracta amborum ocnlorum.
Regter oog telt vingers op 2 meters in eene bepaalde rig-
ting (naar beneden) en ziet de beweging der hand en lamp
in alle rigtingen.
Linker oog telt geen vingers, en ziet de beweging der hand
op één voet, het best naar buiten en beneden.
Den 8®\'®quot; Mei wordt iridectomie op beide oogen ver-
rigt, zoodat er op het bnker oog eene zeer kleine en op
het regter oog eene volmaakte goede pupil, echter met
bloed-extravasaat gevormd wordt.
Den ll-i™ Mei is het bloed ongeveer uit beide oogen
verdwenen
Het gezigtsvermogen, op het linker oog, is aanmerkelijk
verbeterd:
Eegter oog telt vingers op l meter.
Linker oog „ „ „ li „
Den 30®quot;=quot; Mei wordt op nieuw op het linker oog iridec-
tomie met opvolgende cataract-operatie verrigt, zoodat door
de lepel van schuft eene lens met harde en geele kern naar
buiten wordt gebragt, waarna zich eene zwarte, naar bene-
den gevormde pupil vertoont.
Den Squot;®®quot; Julij wordt ook op het regter oog iridectomie
met opvolgende cataract-operatie door lapsnede en uitlepelen
met den lepel van schüït verrigt, zoodat eene lens van
middelmatige consistentie naar buiten gebragt wordt. Eenige
lensresten echter blijven terug.
Den 8®\'®quot; Julij gevoelt patient pijn in het regter oog, die
voornamelijk des nachts hevig is. Het pupilvlak is door
exsudaat en lensresten troebel.
Den ISquot;*®quot; Julij indroppeling van atropine. Pupil zeer laag,
gedeeltelijk gevuld met exsudaat, veel irritatie. Linker oog,
de pupilla artificialis naauwelijks zigtbaar.
Den 28®\'®quot; Julij wordt wederom op beide oogen iridectomie
verrigt. De pupilvlakken echter zijn niet helder, er bevinden
zich lensresten en exsudaat.
Liwendig wordt toegediend: Jod. et Jod. kalic.
Den 12\'^®\'\' Augustus:
Linker oog telt vingers op 2 meters.
Regter „ „ „ „ a voet.
V. IRIDECTOMIE BIJ IRIDO-CHOROIDITIS.
Irido-choroiditis, met genoegzaam geheel verlorene lichtper-
ceptie, door iridectomie geheel hersteld gezigtsvermogen.
JOHA.NNA PETKONELLA S., weduwe, oud 39 jaar, ver-
haalt vroeger goed te hebben kannen zien. Vódr 9 we-
ken, nadat patiente aan hevige kiespijn had geleden, zag
zij gekleurde kransen om de vlam. Na drie dagen werd dit
verschijnsel gevolgd door supra orbitaalpijn, waarop zij zich
tot een geneesheer wendde, die haar een vesicatorium in
den nek en bloedzuigers rondom het oog appliceerde en voet-
baden voorschreef. De supra-orbitaalpijn echter bleef voort-
duren en het gezigtsvermogen ging allengs meer en meer
verloren.
Paliente vertoont zich ons den Mei met :
Irido-choroiditis acuta, sjnechiae posteriores in beide
pupillen; de oogen vrij hard. Het regter oog ziet de bewe-
ging der lamp in alle rigtingen op meter, in de gezigts-
lijti tot op ruim 1 meter. Het linker.oog heeft twijfelachtige
lichtperceptie
Den Mei heeft patiente febris intermittens, weshalve
sulph. chin, wordt toegediend. Tevens wordt sulph. atrop.
in beide oogen gedroppeld.
Den ß^i®quot; Mei wordt op beide oogen iridectomie verrigt,
-ocr page 37-waardoor twee smalle pupillen verkregen worden, die zich ge-
heel tot aan den rand uitstrekken. Den volgenden dag klaagt
zij over pijn in de oogen, vooral in het linker. Er wordt
atropine ingedroppeld.
Den Mei zijn de pupillen goed verwijd, pijnen ge-
weken en is \'t gezigtsvermogen aanmerkelijk verbeterd,
regter oog telt vinger op 2^ meter,
linker „ „ „ „ 2 „
regter „ leest met | nquot;. 18 [ op 8 duim
linker „ „ „ „ „ 19 | afstands.
Uitwendig wordt met de indroppeling van sulph. atropin.
en inwendig van sulph. quin. voortgegaan.
Dennbsp;Mei is het gezigtsvermogen wederom aanmer-
kelijk in beterschap toegenomen, zoodat patient met het:
op 8 duim
afstands.
regter oog leest met -J- nquot;. 7
linker „ „ „ „ „ 10
Bij Irido-choroiditis syphilitica, door iridectomie van
lichtperceptie tot lezen.
FRANS N., oud 44 jaar, Metselaar, verhaalt vóór 1 jaar
uitslag gehad te hebben (roseola syphilitica) en heeft nu sedert
1 jaar op het linker en sedert } jaar op het regter oog
ontsteking.
Patient vertoont zich ons den Julij met iritis recidiva
amborum oculorum et atresia pupillae sinistrae.
Linker oog ziet geen vingers, heeft echter quantitatieve
lichtperceptie in alle rigtingen.
Eegter oog ziet iiquot;. 21 op 6 meters.
Inwendig wordt jodium en jod. kal. toegediend.
Den Julij wordt iridectomie aan het linker oog naar
-ocr page 38-binnen verrigt, zoodat eene groote zwarte pupil, die zich
tot aan den rand der cornea uitstrekt, gevormd is.
Den Julij is het gezigtsvermogen aanmerkelijk ver-
beterd.
Linker oog ziet vingers op 3 meters.
Den 20quot;«quot; Julij wordt iridectomie vrij centraal verrigt op
het regter oog, zoodat een goede pupil die zich niet geheel
,tot den rand der cornea uitstrekt, gevormd is.
Den 28\'quot;™ Julij:
regter oog leest zonder bril nquot;. 21 op afstand.
» » „ met -f- I n°. 3.
linker „ telt vingers op 3i meter.
„ „ leest met -j- n°. 16.
Irido-ckoroidiÜs sedert 4 jaren; 8 maanden door den
predikant met nitras argenti ingedruppeld;
door iridectomie gebeterd.
SCHIIEVEL VAN V., oud 29 jaar, arbeider.
Patient verhaalt, sedert 4 jaar ontsteking gehad te hebben,
vergezeld van supra-orbitaalpijn en vermindering van \'t ge-
zigtsvermogen.
Na 2 jaar bespeurde patient, dat ook het regter oog aan-
gedaan werd; ziende nu eens vliegjes dan weder vonkjes.
Het gezigtsvermogen werd zeer verminderd.
Patient was aanvankelijk door Professor v. goudobver behan-
deld; daarna had hij zich begeven naar den predikant K. te
H., die hem 2maal daags zeer pijnlijke droppels, die bruine
vlakken op het linnen veroorzaakte (nitr. arg.). indroppel-
de. De predikant had plegtig beloofd, hem hiermede te zullen
genezen. Patient blijft aldaar 8 maanden onder behaudeling.
Hij heeft intusscheu herhaalde recidiven van iritis, en het
gezigtsvermogen vè;rminderde allengs.
Patient vertoont zich ons dennbsp;Julij, lijdende aan
atresia pupillae totalis oc. sin., synech. poster, partialis oc. d.
et maculae corneae amborum ocnlorum.
De conjunctivae zijn zwart gekleurd door nitr. argenti.
Eegter oog telt vingers op meter.
Linker oog quantitative lichtperceptie.
Dennbsp;Julij wordt iridectomie op \'t linker oog naar
buiten verrigt, waardoor eene kleine pupil verkregen wordt,
die zich niet tot aan den rand uitstrekt.
De verdere behandeling bestaat in het toedienen, inwen-
dig van jod. c. jod. potas., plaatselijk sulphas atropini.
Den 20®\'®quot; Julij Avordt iridectomie op \'t regter oog naar
buiten verrigt, waardoor eene flinke groote pupil, zich tot
aan den rand der cornea uitstrekkende, zigtbaar wordt. —
Bij onderzoek blijkt het glasvocht zeer verduisterd, zoodat
de fundus niet te zien is.
Den 21quot;™ krijgt patient recidive op het linker oog, er
worden hirudines geappbceerd, atropine ingedroppeld en in-
wendig jodium voorgeschreven; gezigtsvermogen is als volgt:
Beide oogen tellen op meter afstands vingers.
Dennbsp;September wordt wederom iridectomie op het
regter oog naar binnen tegenover de pupilla artificialis ver-
rigt. De operatie gaat normaal De cornea is troebel, vooral
aan de onderzijde.
Patient krijgt koude compressen en sulphas atropini, om in
het oog te droppelen. Bij deze iridectomie is de synechia
posterior losgescheurd, zoodat zich eene mooije zwarte pupil
vertoont.
Liwendig wordt jod. kalic. en uitwendig tinct. jod., bene-
vens koude begietingen toegediend.
Den :i 1quot;®quot; November ziet het regter oog de beweging der
hand op 8 duim. Linker oog telt vingers op 1 meter.
Den 41®» December wordt iridectomie op \'t linker oog
naar buiten en boven verrigt. De operatie geschiedt normaal.
Patient houdt zich zeer rustig, de nieuw gevormde pupil
is van de vroeger gemaakte, door een klein strookje iris
afgescheiden.
Dennbsp;December wordt inwendig jod. et jod. kalic.
toegediend. Dennbsp;krijgt patient tinct. jod. uitwendig
en den 20®«®quot; sulph. atropini.
Den 8®\'®» Januarij 1861 ontwikkelt zich eene ligte con-
junctivitis-mucipara. Er wordt derhalve sulph. zinci inge-
droppeld.
J)eii 191®quot; April is het gezigtsvermogen op beide oogen
aanmerkelijk verbeterd. Beide oogen tellen vingers op 2
meters afstand.
Thans heeft zich sedert geruimen tijd geene recidive ver-
toont, de oogen zijn beiden vrij van pijn en irritatie.
Den S\'\'®quot; Junij is het gezigtsvermogen ongeveer hetzelfde.
Het linker oog telt vingers op 2 meters afstand, terwijl het
regter in de gezigtsas de beweging der hand op een meter
afstand onderscheidt. Beide gezigtsvelden zijn zeer beperkt.
Het glasvocht is in beide oogen verduisterd, zoodat de fun-
dus oculi naauwelijks te zien is.
De betrekkelijke ongunstige uitkomst en vooral het hard-
nekkige van de ontsteking is zeker toe te schrijven aan den
langen duur der aandoening, alvorens de juiste behandeling
werd aangewend, maar vooral ook, aan de lang voortgezette
prikkelende behandeling van onzen Predikant.
Wij hebben toch opgemerkt, dat juist altijd die gevallen
van iritis, waarbij abusivelijk nitr. arg. ingedroppeld is,
een bepaald hardnekkig karacter vertoonen.
Zeer slepende irido-choroiditis, met verlies van gezigts-
vermogen, zonder irritatie, door iridectomie
aanmerkelijk gebeterd.
GODEFRiDUs VAN T., oud 55 jaar, landbouwer.
Sedert 8 jaar is het regter oog allengs van gezigts-
vermogen verminderd ten slotte zonder pijn blind gewor-
den en geatrophiëerd.
Het linker oog is sedert zeven maanden langzaam blind ge-
worden, geheel zonder pijn, echter onder veel photopsiën.
Patient vertoont zich ons den September 1860 met
atrophia O. D. et atresia pupdlae O. S., met verduistering
der cornea. De voorste oogkamer is zeer klein.
Het linker oog heeft naauwelijks lichtperceptie.
Op het linker oog wordt den Mei naar binnen boven
iridectomie verrigt, zoodat de gevormde pupil zich geheel
tot den rand der cornea uitstrekt. In de voorste oogkamer
komt eenig bloed, dat na acht dagen grootendeels is verdw^e-
nen. De pupil heeft echter nog een eenigzins groenachtig
aanzien.
Het gezigtsvermogen is verbeterd, zoodat patient acht
dagen na de operatie reeds op één meter afstands den vinger
van de hand onderscheidt.
Irido-choroiditis sedert één jaar; zeer verminderd gezigts-
vermogen, door iridectomie aanmerJcelijh verminderd.
LAMBBRTÜS H., oud 53 jaar, arbeider, heeft sedert zijne
3
-ocr page 42-prilste jeugd perforatie corneae op het regter oog, en sedert
December 1859, eene ontsteking van \'t linker oog, waar-
door het gezigtsvermogen zeer is belemmerd.
Hij vertoont zich aan ons met synechia anterior o d.
cam arabljopia; synechia posterior cum obscuratione et
keratitide o. s.; tevens bestaat er neiging tot nystagmos;
\'t gezigtsvermogen is zeer onvolkomen.
Regter oog telt vingers op 2 meters.
Linker „ „ „ „ 3 „
Den lp™ Jnnij wordt iridectomie op het linker oog ver-
rigt, waardoor eene heldere, naar binnen en boven gerigte
pupil verkregen wordt. Gezigtsvermogen aanmerkelijk ver-
beterd.
De lens is volkomen helder. Het linker oog telt vingers
op grooten afstand.
Irido-choroiditis recidiva, sedert één jaar, door
behandeling en iridectomie gebeterd.
CORNELIS R, oud 38 jaar, arbeider, heeft sedert één jaar
ontsteking der oogen gehad, die zich sedert drie weken heeft
herhaald.
Den 13\'^®quot; Maart vertoont hij zich met synechiae op beide
oogen, en vermindering van gezigtsvermogen, zoodat het
regter oog slechts quantitatieve lichtperceptie heeft, het
linker oog telt vingers op den afstand van 6 meters.
Liwendig wordt eene calomelkuur voorgeschreven en atro-
pine, om in het oog te droppelen. Hierdoor verbetert het linker
oog aanmerkelijk, schoon de synechiae niet geheel los-
trekken. — Het regter oog is naauwelijks gebeterd, zoodat
het alléén beweging der hand onderscheidt.
Den 20®\'«quot; Februarij wordt iridectomie op het regter oog
naar de binnenzijde verrigt, waardoor een groote pupil ge-
vormd wordt. Er ontstaat eene belangrijke bloeduitstorting
in de oogkamer, die echter den volgenden dag naar beneden
zakt en allengs absorbeert.
Den 12\'^®quot; Maart is het gezigtsvermogen zoo aanmerkelijk
verbeterd, dat het regter oog op 4 meters afstand vingers telt.
Iritis recidiva met verouderde synechiae door
iridectomie verbeterd.
HENDRIKA VAN H., oud 25 jaar, dienstmaagd, verhaalt
dat zij sedert een jaar aan herhaalde ontsteking der oogen
heeft geleden, en dat nu het linker oog sedert veertien da-
gen zeer pijnlijk en ontstoken is.
Dennbsp;Maart vertoont zij zich ons weder met iritis
recidiva amboram ocnlorum.
Er blijkt geene reden te bestaan, om syphilis acquisita
te vooronderstellen; echter doet het uitzien, en vooral de
bijtelvormige tanden aan syphilis congenita denken.
Inwendig wordt calomel voorgeschreven en sulph. atrop
in het oog gedroppeld.
Daar de toestand den Eebr. niet veel verbeterd en
de pijn weder aanmerkelijk is, worden hirudines geappliceerd
en wordt met sulph. atrop. voortgegaan
Den Maart wordt iridectomie op het linker oog naar
binnen verrigt, zoodat er een mooije zwarte pupil gevormd
wordt; de irritatietoestand en pijn zijn hierna geheel ver-
dwenen.
Den 6\'^®quot; Maart wordt, wijl patient febris intermittens
heeft, sulph. chin, voorgeschreven.
Den IS-^®quot; Maart is het gezigtsvermogen voldoende en de
irritatie geheel verdwenen.
Iritis recidiva, verbetering door iridectomie.
JOZEPH VAN E., 43 jaar, koopman, heeft sedert ongeveer
7 jaar vermindering van gezigtsvermogen, en supra-orbitaal-
pijn. Geeft op, nooit sjphilitisch geweest te zijn.
flij vertoont zich den 23®\'quot;quot; Februarij met belangrijke ver-
groeijing der iris; pupilvlak op beide oogen zeer troebel.
Het regter oog telt vingers op 2 meters, het linker oog
op 3J meter. Op het regter oog wordt naar binnen boven
eene zeer ruime pupil gevormd, die zich geheel tot aan den
rand uitstrekt.
Het gezigtsvermogen is terstond aanmerkelijk verbeterd ,
zoodat met dat oog een gewone druk gelezen kan worden.
Patiënt vertoont, denzelfden dag der operatie, teekenen
van mauia, welke zoo hevig worden, dat binnen weinige
dagen de overplaatsing naar het krankzinnigen-gesticht nood-
zakelijk werd. Het gezigtsvermogen blijkt zeer voldoende te
blijven.
Atresia completa pupillae; coremorpkose, later
recidive van iritis.
Vrouw P., oud 36 jaar, heeft sedert een half jaar telkens
recidive van iritis, die niet daadwerkelijk behandeld is. Zij
vertoont zich ons den 5^®quot; Julij met volkomen atresia der
beide pupillen. Het gezigtsvermogen is zeer gering, zoodat
zij slechts op 1 voet afstands vingers telt.
Op beide oogen vpordt iridectomie verfigt.
De pupillae artificiales strekten zich niet uit tot aan den
rand, en, door te kort afknippen der iris, is er op het regter
oog inklemming der iris in de vpond ontstaan.
Op het /linker oog is eene goede pupil gevormd. Het
gezigtsvermogen verbetert aanmerkelijk na de operatie.
Den 24quot;®quot; Augustus komt zij terug met blijken, dat op
het regter oog recidive van iritis heeft bestaan, terwijl het
linker oog langzaam verbetert.
Verouderde Irido-choroïditis, met zeer gering gezigts-
vermogen, door iridectomie eenigzins verbeterd.
ANTONiE M., oud 40 jaar, heeft op het regter oog in zijn
vroegste jeugd keratitis en blepharitis gehad en herinnert
zich niet, ooit hiermede gezien te hebben. Het gezigts-
vermogen op \'t linker oog schijnt altijd slecht te zijn ge-
weest, doch is in de laatste twee maanden aanmerkelijk
verergerd.
Den 30®\'®quot; Nov. 1860, vertoont patient zich ons met groote
oogbollen, mjopischen bouw en kleine corneae, op het regter
oog niet ronde, met maculae voorziene cornea; partieele
distichiasis van \'t bovenooglid; iris verkleurd; synechia pos-
terior totalis; cataracta siliquata; geen lichtperceptie.
Linker oog, synechia posterior, maculae corneae.
Uit den fundus wordt veel licht gereflecteerd; papilla en
vaten zijn evenwel uiet te zien; vingers worden op ruim
1 voet geteld; gezigtsveldbeperking naar binnen.
Men doet eene plaatselijke depletie en droppelt sulph.
atropini in.
Den a«^«quot; Dec. wordt iridectomie op het linker oog naar
binnen verrigt, waardoor een groote zwarte pupil tot aan den
rand der cornea wordt verkregen.
Het gezigtsvermogen verbetert aanmerkelijk, zoodat patient,
op 1 meter afstand vingers tellende, dennbsp;Dec. ont-
slagen wordt.
Irido-choroïddiis op beide oogen, door iridectomie aan-
merkelifJc verbeterd.
CORNELIS B., oud 32 jaar, arbeider, heeft in zijn prilste
jeugd een pok op \'t regter oog gehad. Vddr vier maan-
den is het linker oog door ontsteking aangedaan, vergezeld
van hevige pijnen en steken in het oog. Deze aandoening is
elders eerst door pappen, later door prikkelende oogdroppels
behandeld, onder welke behandeling hij voortdurend verergerde-
Dennbsp;Mei vertoont hij zich, lijdende aan:
Irido-choroiditis amb. ocul., macula corneae van het regter
oog, en tevens hoogen graad van myopie
Op beide oogen ziet men de subconjunctivaal vaten rondom
de cornea sterk opgespoten. Tn beide pupilvlakken bevinden
zich pigment en exsudaat. Iris is verkleurd, en de pupillen
niet bewegelijk. Fundus oculi, sin. duister. Vermindering
van gezigtsvermogen, echter geene beperking van gezigtsveld.
Door atropine verwijden de pupillen niet. Het regter oog
telt vingers op 1 meter, het linker op 4 meters.
Den 21®»®quot; wordt iridectomie op het regter oog naar buiten
verrigt, en eene groote pupil gevormd, waarbij een weinig
bloed in de voorste oogkamer komt.
Den Junij verrigt men iridectomie op het linker oog
naar binnen-boven, waardoor eene zwarte pupil, die zich
tot aan den rand der cornea uitstrekt, wordt verkregen.
Na eenige dagen is de irritatie der oogen geheel geweken.
Met de absorptie van het in de voorste oogkamer uitgestorte
bloed, verbetert het gezigtsvermogen aanmerkelijk.
Irido-choroiditis met cataracta spuria. Iridectomie.
hendrik ja.n P., oud 19 jaar, wever, heeft op beide
oogen sedert 6 jaren vermindering van gezigtsvermogen.
Patient vertoont zich ons den 20quot;\'\'quot; September met irido-
choroiditis glaucomatosa amaurotica dextra. Synechiae et
verrucae iridis sinistrae; georganiseerd exsudaat op de voor-
vlakte der lens, slechts aan de bovenzijde twee puntjes vrij-
latende.
Hegter oog heeft geen lichtperceptie. Cornea is troebel,
weinig voorste oogkamer. Pijnen zijn er thans niet aanwezig.
Er wordt slechts over photopsiën geklaagd.
Linker oog: Cornea aan de buitenzijde troebel, ziet nquot;^. 9.
Den 25\'*\'®quot; December wordt op het linker oog iridectomie
naar buiten-boven verrigt. waardoor eene groote pupil wordt
verkregen.
Dennbsp;Oct. leest het linker oog nquot;. 8 op 6 duim
afstand.
Patient geeft aan, dat hij vooral bij weinig licht,«veel beter
ziet dan vóór de operatie (wegens de meerdere grootte der
pupil).
Blindheid hij typheuse koorts ontstaan, met solutio
retinae en atresia pupillae; door iridectomie
niet gebeterd. Iridectomie verloopt regelmatig,
niettegenstaande de solutio retinae.
CATHARINA Z., oud 36 jaar, werkster, is sedert dertien
maanden na eene hevige typbeuse koorts doorgestaan te
hebben, blind geworden, aanvankelijk met geheel verlies
van lichtperceptie. Na drie maanden echter krijgt zij onder
het optreden van snpraorbitaalpijn weder lichtperceptie.
Zij vertoont zich ons den 28®\'®quot; Augustus met synechiae
der beide pupillen, cataracta capsularis, phthisis bulbi et
solutio retinae van het linker oog.
De oogbollen zijn week.
Het regter oog heeft regtuit ziende lichtperceptie, periphe-
risch niet. Linker oog lichtperceptie, geen voorste oogkamer.
Op het regter oog wordt den D\'«quot; September iridectomie
naar binnen verrigt, waardoor een groote zwarte pupil ver-
kregen wordt.
Den 5\'^®quot; Sept. is de wond goed genezen. Br bestaat
quantitative lichtperceptie.
Iritis en irido-choroïditis maken één ziektevorm uit; vele
gevallen van iritis, zonder gepaste behandeling gebleven , zagen
wij tot irido choroiditis leiden en alle gevallen van irido-
choroïditis bleken, met verschijnselen van iritis acuta begon-
nen te ziju.
In hoe ver de processus ciliarus en de m. ciliaris in \'t pro-
ces deelen, is moeijelijk te beslissen. Wat men kyklitis ge-
noemd heeft is een ander ziektebeeld, waarin het voorste
gedeelte der sclerotica en de peripherie der cornea vooral
betrokken zijn, terwijl tevens meestal vroeger of later zich
iritis daarbij voegt, sthophyloma scleroticae anterior en uitpui-
ling der cornea is niet zeiden het gevolg. Er komen ook met
en zonder iritis gevallen voor van choroiditis anterior. Daarbij
lijdt klaarblijkelijk vooral dät gedeelte der choroïdea, \'t welk
niet door netvlies bedekt is. In die gevallen .ontstaan vlok-
kenin \'t glasvocht digt achter de lens, die soms bij her-
haling verdwijnen en terugkeeren , maar, ten slotte, toch eenige
verduistering nalaten. Daarin alléén ligt dan de grond van
verminderde scherpte van \'t zien, terwijl het netvlies nor-
maal is gebleven.
Het anatomisch verband tusschen choroïdea en iris, welke
beide vliezen, met processus en m. ciliaris, door bruecke,
op \'t voorbeeld der ouden, onder den naam van uvea wor-
den zamengevat, maakt de gelijktijdige aandoening dezer
deelen zeer begrijpelijk 1).
Omtrent iritis maken vele geneeskundigen zich eene on-
juiste voorstelling. Zij meenen, dat daarbij al de verschijn^
seien, aan eene hevige iritis acuta eigen, altijd met kracht
plegen op te treden; zij denken slechts aan iritis, wanneer
sterke roodheid, hevige pijn in het oog en supra-orbitaal-
pijnen, verkleuring der iris, duidelijke troebelheid in \'t pu-
pilvlak enz. aanwezig zijn. In hevige gevallen alléén
vertoonen zich gelijktijdig alle deze symptomen; maar dik-
wijls ook ontbrekeu de meesten of zijn althans in zoo ge-
ringen graad aanwezig, dat zij den minder geoefenden arts
niet in \'t oog vallen. Als eerste verschijnsel noemt Prof.
DONDEEs \'t zien ais door een nevel. Dit is geen kenmer-
kend teeken, want het is aan vele ziekten eigen, bijv. aan
cataracta, aan keratitis en verduistering der cornea, en zelfs
aau sommige inwendige ziekten van \'t oog. Maar ontwik-
kelt het zich plotseling, dan moet onze eerste gedachte
zijn aan iritis. Men beschouwe dan bij brandpuntsverlichting
vooral den rand der pupil, en dikw^ijls zal men daar eenige
exsudaat en ongelijkmatigheid van \'t pigment vinden, ook
wel een ligt aanslag op de capsula lentis \'t Blijkt dan
ook verder, dat de niet perforerende subconjunctivaal-vaten
althaus iets rneer zijn uitgezet dan aan de gezonde zijde,
en zelden ontbreekt de supra orbitaalpijn geheel en al.
Maar de lijder sprak alleen van verduistering van \'t ge-
zigt. Later kunnen zich nu de verschijnselen sterker ont-
wikkelen ; maar niet zelden blijveii ze zoo gering, en toch
blijven de synechiae tusschen iris en capsula lentis niet
mt. Twijfelt men maar eenigzins, of ook iritis kon aan-
1) Verg. over de vaten vau \'t inwendige oog, schkoedeii van dee kolk
m Verhandeimgen van het Genootschap voor Heelkunde te Amsterdam. 183s!
wezig zijn, dan haaste men zicli sulphas atropini (gr. j ad
dr. ij aq.) in te druppelen. Dit is het middel tot herkenning
en tevens tot afwering van den ongunstigen uitgang. Na
13 minuten begint de pupil zich dan reeds te verwijden,
en wel ongelijkmatig, doordien de rand hier of daar aan de
Capsula lentis kleven blijft. Maar weldra wordt de pupil groot
en rond. Bij brandpuntsverlichting (zoogenaamde (seitliche
Beleuchtung) ziet men nu bijna altijd sporen van exsudaat
en van pigment op de Capsula lentis teruggebleven. Maar
de diagnose is gemaakt, en \'t gevaar voor vergroeijing is
opgeheven. Slechts één geval herinnert zich Prof. dondeks,
waarin eene vergroeijing (en wel totaal) der iris, bij verwijde
pupil, ontstond. Dat dit niet meermalen voorkomt, bewi.jst
wel, dat de iris bij verwijde pupil niet in aanraking is
met de capula lentis.
Ontwikkelt zich de iritis met hevigheid, dan wordt ze niet
ligt over \'t hoofd gezien.
Het klevend exsudaat, dat bij organisatie de synechiae vormt,
zagen wij enkele malen in weinige uren ontstaan. Aanvan-
kelijk is het soms gelijkmatig verdeeld; maar weldra is het
in grooter hoeveelheid aanwezig aan de lager gelegene deelen;
in den regel dus aan de onderzijde, ontwijfelbaar wel door
\'t naar beneden zakken van het exsudaat.
De synechiae worden in den eersten tijd na hun ontstaan,
zoo als wij zagen, door aanwending van mydriatica altijd ge-
makkelijk los getrokken. Naarmate zij ouder zijn, geschiedt
dit moeijelijker; synechiae, tot zes dagen oud, werden door
indroppeling overwonnen; later werd de uitslag onzeker; som-
tijds intusschen zagen wij zelfs na drie weken nog lostrek-
king ontstaan. In dergelijke gevallen scheen wel, dat gelijk-
tijdige toediening van calomel het lostrekken bevorderde (door
oplossing van het exsudaat?).
Synechiae komen in oude gevallen onder zeer verschillende
vormen voor. Dikwijls zijn het plaatselijke aanhechtingen,
die zich als korte strengen tusschen de achtervlakte der iris
(nabij den pupdrand) en de Capsula lentis uitstrekken, en
aan de pupil eene behoorlijke speelruimte laten, zoodat ze
slechts bij mydriasis te voorschijn komen. Op hun graauw
weefsel komen doorgaans sporen van pigment voor. In an-
dere gevallen is een gedeelte of wel de geheele rand der
pupil innig verbonden en onbewegelijk. Bij totale verbinding
IS ook \'t pupilvlak troebel (cataracta spuria) en de pupil niet
scherp begrensd, maar diffuus; georganiseerd exsudaat en
pigment zijn door elkaar gemengd; dikwijls is het pupilvlak
daarbij klein en men noemt het alsdan atresia pupillae. Bij
operaties vindt men niet zelden dikke, vaste, witte of grijze\'
lagen achter een groot deel der iris, bepaaldelijk na oude
iritides en irido-choroiditides, die dikwijls recidiveerden. Zij
zijn gevormd door nieuwe aanvallen van ontsteking, nadat
reeds synechia bestond. Ook een troebel vocht wordt soms
achter de vergroeide iris gevonden.
Vooral in de eerste weken na \'t ontstaan van hevige iritis,
kan het exsudaat in \'t pupilvlak rijk worden aan bloedvaten,
die later verdwijnen, maar toch als fijne witachtige vezeltjes
bij brandpuntsverlichting zigtbaar blijven, en \'t gezigtsver-
mogen meer of minder storen.
Ook zonder eigenlijke synechiae kunnen overblijfselen van
voorafgegane iritis op de Capsula lentis terugblijven. Het
meest ziet men nog een\' kring vpn pigmentgroepjes, door
sporen van georganiseerd exsudaat op de Capsula lentis ge-
hecht, welke kring beantwoordt aan de grootte der pupil bij de
ontsteking. Zelfs in gevallen van behandeling zonder mydria-
tica kan deze gunstige uitgang voorkomen, zoo als verschei-
dene, door andere geneeskundigen behandelde gevallen Prof.
DONDERS geleerd hebben. Dat pigment is nagenoeg geheel
ondoorschijnend eu vermindeit daarom naauwelijks de ge-
zigtsscherpte. — Zeldzamer is \'t voorkomen van een kring
van honderden zeer fijne pigmentpuntjes, die slechts met de
loupe te zien zijn. — Tweemalen nam Prof. donders eeu
pigmentdraad waar, die nagenoeg midden door \'t pupilvlak
heen van de eene zijde der iris naar de andere zich uit-
strekte en op de voorvlakte der iris aan deu rand der pupil
was verbonden. Bij vernaauwing der pupil kwam er eeu
bogt in ; bij matige verwijding was hij regtuit uitgespan-
nen; bij mydriasis werd hij uitgerekt en trok zich daarna
weêr veerkrachtig terug. Andere gevallen helderden de wijze
van ontstaan dezer draden op. Er komen er namelijk voor,
die slechts een klein segment van \'t pupilvlak doorioopen,
en klaarblijkelijk door \'t lostrekken eener synechie zijn ont-
staan. Deze kunnen zich, naar \'t schijnt, vergrooten.
Gelijktijdig met de synechiae ontstaat in den regel op de
binnenvlakte der cornea eene stippelvormige verduistering,
die slechts zelden boven de onderste helft der cornea zich
verheft, en die in de laagstgelegene deelen grooter en tal-
rijker zijn. Deze stippelvormige exsudaten vermeerderen
zich somtijds tot eene algemeene verduistering vau het on-
derste gedeelte der cornea. Hunne zitplaats is op de bin-
nenvlakte der membrana Descemetii Klaarblijkelijk hebben
ze zich door verzakking van het iris-exsudaat aldaar afgezet.
Wanneer zij in massa aanwezig zijn, kunnen er zich bloed-
vaten in ontwikkelen, en kan ook de cornea er door geïn-
filtreerd worden en keratitis inferior ontstaan.
Iritis vertoont groote neiging tot recidief, vooral wanneer
eenmaal synechiae gevormd zijn. Echter komen ook talrijke
recidiven voor, nadat de pupil geheel verwijd was en een\'tijd
lang nog mydriasis kunstmatig was onderhouden. Nadat weken
of maanden lang geene verschijnselen meer waren waarge-
nomen, kwam weêr op eens soms verduistering met wat supra-
orbitaalpijn voor, en bij indruppeling van sulphas atropini
bleek , dat er al weêr eenige adhaesie was gevormd, die dan
meestal terstond werd losgetrokken. Vele maanden later is
\'t gevaar voor recidief geringer. — Meestal worden de
beide oogen aangetast, doorgaans eerst het eene, daarna
het andere.
Dit alles pleit voor het bestaan van constitutionele oor-
zaken. Dat dikwijls secundaire syphilis ten gronde ligt, is
bekend Ook bij lijders aan rheumatisme wordt meer iritis
opgemerkt, naar \'t schijnt ook bij eigenaardige vormen van
scrophulose, die welligt met syphilis hereditaria in verband
staan. Evenwel, wanneer van constitutioneel lijden niets
blijkt, is toch ook recidief aan de orde van den dag.
Ter geheele genezing, en vooral ter voorkoming van re-
cidiven, bleek constutioneele behandeling noodzakelijk te
zijn. In vele gevallen (bijv. gev. 8), ontstond bij herhaling
recidief, die, wel is waar, telkens door plaatselijke behan-
deling overwonnen en genezen werd, maar waarvan het reci.
diveren eersi gestuit werd na de toediening eener regelma-
tige mercuriaal-kuur. Aanwending van jod. kalic. na voor-
afgegane toediening van mercurialia, schijnt ook wel in
sommige gevallen aangewezen te zijn geweest. Wij hebben
vele gevallen, waar toediening van jod. kalic. zonder mer-
curialia bepaaldelijk bleek geheel onvoldoende te zijn, zoodat
daardoor noch het ziekteproces noch de neiging tot recidief
iu het minst gewijzigd werd.
De behandeling van iritis is overigens eenvoudig; maar
zij is noodzakelijk aldus geboden. Vooreerst indruppeling
eener oplossing van sulphas atropini; die van gr. 1 ad dr..
11 aq. is voldoende. De indruppeling worde voortgezet, tot
de adhaesies zijn opgeheven. Weerstaan deze reeds aan de
mydriasis, dan moet de indruppeling aanvankelijk minstens
om het uur herhaald worden, waarbij men telkens zorge,
dat het contact met de cornea een weinig aanhoude. Is
mydriasis verkregen, dan ga men nog voort, een paar malen
daags in te druppelen. Hierdoor wordt zij onderhouden,
de vorming van synechiae dus voorkomen en naar \'t
schijnt bovendien een gunstige invloed op \'t ontstekings-
proces uitgeoefend. Bij de noodzakelijkheid, zoo dikwijls
de indruppeling te herhalen, is het van groot belang, dat
de sulphas atropini goed zij. Heeft zij prikkelende eigen-
schappen, dan moet zij worden ter zijde gesteld en zorge
men voor andere 1) Intusschen kan men dan eene gefil-
treerde oplossing van extr. bellad. alcoh. indruppelen en
kompressen van inf. belladonnae laten appliceren. Wordt ook
goede sulphas atropini niet meer verdragen, dan bepale men
zich tot de laatstgenoensde middelen.
Het tweede middel is \'t inwendig gebruik van calomel.
Men zorge, spoedig eene algemeene werking er van te ver-
krijgen, kennelijk door beginnend ptyalisme, en onderhoude
die minstens 8 dagen, door nog kleine dosis calomel te
laten voortgebruikeu. Op elk der eerste twee dagen worden
van 6 tot 12 gr. toegediend, in verdeelde giften.
Dikwijls laat men ung. hydrargyri ook inwrijven in de
supra-orbitaalstreek. Dit is van weinig beteekenis. Voegt
men er extr. belladonnae bij, zoo dient dit alleen om de
kleur en het aanzien van het weinig geliefde ung. hydrar-
gyri te wijzigen. Eene mydriatische werking is daarvan
niet te wachten. Liever geve men dan nog inwendig extr.
belladonnae. Maar druppelt men behoorlijk sulphas atropini
in 5 dan is ook dit overbodig, en dikwijls zelfs tegenaan-
gewezen , omdat het ingedruppelde vocht, door de traanwe-
gen voor een deel naar neus en keel gevoerd, daar geab-
sorbeerd wordt, en zoo soms reeds meer algemeene ver-
schijnselen van belladonna werking opwekt dan men verlangt.
Door sommigen worden tegen iritis nog altijd aderlatingen
verrigt. Dit is hier nimmer noodig gevonderi. Zelfs plaat-
selijke bloedonttrekkingen worden zelden vereischt. Bij groote
hevigheid der ontsteking, met belangrijke hyperaemische ver-
ij Vei gel. KUYPER, Otiderzoekinyeii helreJckelijk de, kunitmaUge. vf.i wijding
van dm oogappel.^^ Utrecht 1860.
schijnselen, werden zij somtijds aangewend; maar slechts in
eenige gevallen zag men daarvan duidelijk gunstige werking.
Be hoofdmiddelen iij iritis zijn dus slechts twee: indrup-
peling van sulphas atropini en toediening van, calom,el. Die
de aanwending daarvan verzuimt, heeft de zelden uitblijvende
ongunstige gevolgen op zijne verantw^oording. De praktijk
heeft dit toereikend geleerd , en terwijl hiertegen nog zoo
dikwijls gezondigd wordt, is Prof. donders gewoon, dit met
bijzonderen aandrang in zijne lessen op het hart te drukken.
Trouwens meestal is het verzuim gepleegd, doordien, om de
boven uiteengezette redenen, de ziekte niet tijdig werd herkend.
Yóór eenige jaren zou men vreemd hebben opgezien, wan-
neer men de iridectomie als een antiphlogisticum had hooren
roemen. Thans is het hiermede al anders gelegen. Wij we-
ten, dat, vooral wanneer synechiae bestaan, het zekerste
middel tegen recidief in de iridectomie gevonden wordt. Door-
gaans werden dan verdere recidiven voorkomen. Evenwel mag
men hierop vooral, blijkens de ervaring in \'t laatste jaar alhier
opgedaan, niet te zeker rekenen; bij uitgebreide verouderde
synechiae scheen de neiging tot recidief door iridectomie
slechts te verminderen. Herhaaldelijk toch zagen wij in deze
gevallen na iridectomie nog recidief ontstaan. Het blijkt wel,
dat, even als bij glaucoma, er veel gewigt aan te hechten is,
de iridectomie ruim en geheel tot aan de perepherie der iris
te verrigten.
Na herhaalde recidiven van iritis ontstond steeds choroi-
ditis , dien ten gevolge gewijzigde voeding der retina, troebel
worden van het glasvocht, eindelijk troebel worden der lens.
In het netvlies gaat met het exsudaat meermalen pigment
over. — Op deze gevaarlijke vormen van choroiditis bleek
in vele gevallen iridectomie zeer een gunstigen invloed uit
te oefenen.
Ligt daarbij Syphilis ten gronde, dan is de uitslag onze-
kerder, en is er vooral in een laat tijdperk, wanneer ge-
woonlijk gezigtsveldsbeperking is toegetreden, van de iridec
tomie weinig meer te wachten. Meermalen zag Prof. donders
dan toch \'t gezigtsvermogen door herhaalde ontstekingen ten
slotte geheel verloren gaan.
In \'t algemeen is bij uitgangen van irido-choroïditis des
te minder van de iridectomie te wachten, hoe langer de
ziekte bestaan heeft. Heeft zij vele jaren met totale Synechie
geduurd, dan vindt men in weerwil van cataracta secun-
daria, soms nog zeer goede lichtperceptie en zelfs enkele
malen geene of geringe gezigtsveldsbeperking. Maar toch
bereikt men door de operatie zeer weinig. Achter de ge-
maakte opening vindt men dikwijls grijze exsudaatmassas of
eene troebele lens, niet zelden beide te gelijk, en neemt
men de exsudaatmassas weg, dan wordt doorgaans de cap-
sula lentis verscheurd, en wordt de lens, onder opzwelling
met irritatie-verschijnselen nog troebeler. Verwijdert men
nu ook, of wel reeds onmiddellijk de verduisterde lens,
dan verkrijgt men wel eenige, maar toch betrekkelijk geringe
verbetering van \'t gezigtsvermogen. Zelf wanneer \'t pupil-
vlak helder en doorschijnend wordt, komt het nu zelden
verder dan tot vingers tellen op een\' geringen afstand.
Bij de meest verouderde gevallen van atresia pupillae,
die tien tot twintig jaren geduurd hadden, vonden wij
altijd de lens in verkalking overgegaan. Het meestal zeer
kleine pupilvlak is dan meestal zeer wit. Soms echter is
voor de kalkmassa nog eene vloeistof aanwezig, die bij
punctie uitvloeit, in welk geval de kleur meer grijs was,
en de massa er niet zoo volstreken ondoorschijnend uitziet.
Bij dit alles bestaat behoorlijke lichtperceptie en zelfs vaak
\'t herkennen van kleuren. Men verwacht veel van de ope-
ratie. Wordt dit reeds gezien bij gesloten pupil, hoe goed
kan \'t gezigtsvermogen worden door de iridectomie! Men
vindt zich echter zeer bedrogen. Wat er gezien werd, ge-
schiedde door licht dat de peripherie der geheel geatrophi-
4
-ocr page 58-50
eerde iris kon doordringen. Het overige der iris is met
de verkalkte lens vergroeid. In dit geval is de iridectomie
al moeijelijk uit te voeren. Zoo gemakkelijk en eenvoudig
als deze kunstbewerking is bij gezond iris-weefsel, zoo veel
zwarigheid kan ze opleveren bij atrophie en broosheid van
\'t weefsel. Het laat zich dan niet meer regelmatig afscheuren,
\'t geen anders in de radiaire rigting (den loop der vaten)
zoo gemakkelijk is. \'t Moeijelijkst nu wordt de iridectomie,
wanneer eene dergelijke geatrophiëerde iris nog daarenboven
met hare geheele achtervlakte vergroeid is. Na de zwarig-
heid te hebben overwonnen, moet de verkalkte lens verwij-
derd worden; altijd blijft die nog hier of daar adhaereren.
Ze moet nu eenigzins losgetrokken worden , en bij hare
broosheid verdeelt zij zich door de daarbij vereischte druk-
king met \'t pincet. Stuksgewijs met lepel en pincet wordt
ze nu verM\'ijderd en inmiddels blijkt ook, dat het glasvocht
week is als water en meer of minder uitvloeit, zoodat de
oogbol eenigzins zamenvalt. Eindelijk is de kalk verwijderd;
het oog vult zich weer; er is eene goede pupil; maar ook
tusschen de pupil en \'t netvlies zitten nog verduisteringen,
aan welker verwijdering men niet meer denken kan en na
welker verwijdering het ziekelijke netvlies nog zeer onvol-
komen zou waarnemen. Met dit alles is dus \'t gezigtsver-
mogen slechts weinig verbeterd. In zoodanige gevallen, met
verkalkte lens onthoude men zich dan maar liever van alle
poging, al is ook de lichtperceptie nog regt goed. Te
meer moet men er zich van onthouden, omdat ook die over-
gebleven lichtperceptie nog kan verloren gaan en \'t oog
daarbij pijnlijk blijven. Dit is Prof. donders eenmaal vooi--
gekomen. Het laatste advies bleef hier: exstirpatie van den
oogbol, terwijl vroeger het oog niet hinderde en toch mins-
tens licht zag. Trouwens op \'t andere oog was een goed
resultaat verkregen.
Is de lens nog niet verkalkt, dan is nog wat meer te
-ocr page 59-wachten. Ze wordt dan \'t doelmatigst verwijderd met den
lepel van schuft, die overal waar drukking bij extractie ge-
vaarlijk zou zijn, uitnemende diensten bewijst. Dit werk-
tuig is eene wezenlijke aanwinst der operatieve oogheelkunde.
Onder onze kategorien komt er eene voor van ophtalmia
glaucomatosa. Wij vereenigden daaronder die gevallen,
waarin na herhaalde ontsteking , ten slotte de hardheid van
\'t oog toenam: het is eene secundaire glaucomateuse toe-
stand, wel te onderscheiden van \'t eigenlijk glaucoma, dat
als typische ziektevorm primair optreedt. Intusschen, zoo
ooit bij irido-choroiditis, make men ten spoedigste iridec-
tomie , wanneer de verhoogde spanning intreedt en de
ontsteking dus \'t karakter verkrijgt eener glaucomateuse
Ophthalmie.
Omtrent de iridectomie, als zoodanig., hebben wij na al
\'t gezegde niets wezenlijks meer in \'t midden te brengen.
Slechts willen wij opmerken, dat; wanneer ze alleen ge-
maakt werd, om recidieven te voorkomen, ze bijna altijd
naar boven werd verrigt. Moest ze dienen, om \'t licht door
te laten, dan kwamen er vele andere consideratiën bij, te
lang en te bekend om ze hier allen te overwegen.
Voor \'t geen wij gezien hebben, zijn we, bij oude syne-
chiae, vooral bij atresia pupillae geene voorstanders gewor-
den, om de synechiae onmiddelijk met de iridectomie los
te trekken. Te ligt scheurt daarbij de Capsula lentis open.
Laat men daarentegen het stevig vergroeide randje staan en
scheurt men de iris aan de excentrische zijde daarvan af,
dan krijgt men voor \'t gezigtsvermogen even goede resul-
taten. — Is een gedeelte van den pupilrand niet vergroeid,
dan verdient het de voorkeur, door de uitsnijding te be-
werkstelligen, Doorgaans is dit in de rigting naar boven.
Het is nu maar de vraag, of het ooglid hoog genoeg pleegt
te worden opgeheven. Men kan zich zeker te voren hier-
omtrent vergewissen. Kan men de uitsnijding in die rig-
ting doen, dan verkrijgt men voor \'t gezigtsvermogen het
beste effect, men heeft daar de zuiverste lens te wachten
en met minstens evenveel zekerheid worden de recidiven
voorkomen. Uie ervaring heeft dan ook de beteekenis,
vroeger aan de aanwezigheid van Sjnechiae als oorzaak van
recidief geboekt, nog doen verminderen, en de methode
in den laatsten tijd aangeprezen, om zich te bepalen bij het
losmaken der Synechiae, zonder iridectomie te doen, nog
niet doen omhelzen.
I.
Het is waarschijnlijk, dat de invloed van digitalis op de harts-
werkdadigheid geschiedt door tusschenkomst van den nervus vagus.
II.
De antiplastische werking van nitrum is niet bewezen.
III.
Eene crusta plastica op den bloedkoek is geen afdoend bewijs
van ontsteking.
IV.
Bij rhachitis is het gebruik van kalkzouten als zoodanig aan
te raden.
V.
voor
Het hooggeprezen pyro-phosphas ferri natricus heeft niets
boven andere ijzer-bereidingen.
VI.
Bij carcinoma mammae, zoo reeds de glandulae axillares zijn
aangedaan, is de exstirpatie af te keuren.
Het gevaar vau !iet overbrengen van constitutioneel lijden door
vaccinatie kan niet geheel ontkend worden.
De bppfilins, waarbij het veelvuldig inenten door den Staal be-
loond wordt (Kon. besluit van 19 Jan. 1861), is af te keuren.
IX.
Hes artikel omtrent de militiekeuring ten opzigte van myopen
en hypermetropen is, door zijne onbepaaldheid, niet voor toepas-
sing vatbaar.
X.
Teregt zegt spiegeiberg. met betrekking tot den partus prae-
maturus:
„Durch die Zuverlässigkeit, durch die Leichtigkeit, Unschädlich-
keit und Schmerzlosigkeit ihrer Ausführung und durch die Schuei-
Hgkeit ihrer Wirkung verdient die Methode der Uterininjectionen
vor den übrigen, selbst vor der L\'terindouche und dem Eihaut-
stiche, den quot;Vorzu O*
\' 0\'
XL
De eenvoudige hazenlip moet in de eerste dagen na de geboorte
geopereerd worden.
XII.
Bij syphilis is graviditeit geene contra-indicatie tegen mercu-
riële behandeling.
XIII.
Bij herhaaldelijk recidiverende iritis is iridectomie aan te bevelen.
XIV.
Het is in \'t algemeen verkieslijk iridectomie naar boven te
verrigten.
Terwijl mydriatica bij de behandeling van iritis de eerste vereisch-
ten zijn, is echter in deu regel gelijktijdige inwendige behandeling
onmisbaar.
XVI.
Bij operatie vau entropion, teu gevolge van trachotna, is de
methode van ablt niet aan te bevelen.
XVII.
Het niet ontwikkeld zijn der cataracta senilis is geen contra-
indicatie tegen extractie door lapsnede.
De exstirpatio bulbi is boven de amputatio staphylomatis te
verkiezen.
XIX.
Bij alle plaatselijke aandoeningen is de invloed van den con-
stitutionelen toestand onmiskenbaar.
XX.
Bij de Episiotomie is de methode van scanzoni meestal boven
die van anderen aan te bevelen.
ÇCVi^é:
jlfi » ^Jj^fcT:. î^ WJ Vnbsp;quot;■a- ft* V •nbsp;yfl
.àfe^fttqd -looß^nbsp;Mn-nlml
IrJöf?«! abi^ ifâgufÂtooimiK SiJt.il\'MsiwJtq iiila-pli
; :
s ii^oânbsp;ITOXI^A-)* ft«Ynbsp;«h 81 quot;-fjPotoi^i^qifFSb ^
if y- ^ \'. * \' •