\' \'
:, , --v ,; , ; ■ v.;-. ■ , — J.,,;, ..v \' V
l
v;\'\':!£
:.\\U\' ■• -
•r • .■■\'■ ,*••;. ■lt; ,vh:-;/\' /■ ■ y •,
quot;
v \'-V\'quot;\' •/ \'..•,( -\'\'\' \' /■■ -\'ï\'\'::X\' j.\'- :\'
1 : ■■ ■ ■■■:,■-•■ - •\' -lquot;- ■quot;;quot; ■. \' \' \' ■■■■■■■■■
• , • ■ •\'■ ■ lt; W \' \'\' .\'\' •• m ■ ■■*■)•,-\'yi v\' • i
- - V-quot;quot;J r \' \' V ; . . \'lt;)„■ gt;
\' \'a \' V ^\'■■ \' - J1-- quot; lquot;:, , ...
\' . \': r
■ V..-\' V \'J: Vquot; quot;■ r* \'■\'■■:
\'\'■■ f tlquot;,:,* ■ \'■ \'V..gt;\'}■\': \'. \'\'■
gt; \\ : ■;■ :V\' ;,.■ .:
gt;quot;■■■.■ - : \' \' \'
■ * ^ , 1quot; - , -. !* 1 i\'.\' 1 , .
; .■ ^ -
. r. ;lt; ■.\',: V; /- \'V r , ~
^ \'rygt; - .\'r. - ;vr-vivc V- ;
OVER HET DIKWIJLS
HEILIGEN ALPHONSUS
KERKLEERAAR VERTAALD DOOR Pater XHEELEN. Redemptorist.
2de UITGAVE,
LUIK ] \'s BOSCH
H. DESSAIH, DRUKKER I W. VAN QUUCK, BOEKH.
1882
Liturgische Veree -iging Aartsbisdom UTRECHT /• Volgnummer Bibliotheek ^ w
OVER HET DIKWIJLS V ? ^
GOEDKEtmrNG.
Poor onzen Hoogwaardigon Pater Generaal, Nicolabs madnon, daartoe gemachtigd, staan wij \\ toe dat het werkje, Overhel diknijU Commvnicee-ren. enz. door Pater H. Theelen vertaald, gedrukt worde.
Brussel, Feestdag van denll. ^Iphonsüs1880.
J. H. P. KOCKEROLS, C. SS. R
sup. pnov. eelg.
IMPlUMATUn leodii, 8a Junii 1881,
f VICTOR JOS. episc. leodiën
VOORBERICHT VAN DEN VERTALEB.
De heilige Alphonsus spreekt op vele plaatsen in zijne talrijke werken van het dikwijls communiceeren ; maar hij heeft dit onderwerp op eene bijzondere wiize behandeld in het werkje a De Biechtvader gt; voor de zielbestierders geschreven, en gedrukt in 1756 ; en daarna in een ander werk : « De ware Bruid van Jeuis-Chris-lust dat in 1760 voor de geloovig^n verscheen, en waaruit wij dit boekje getrokken hebben. Hetgeen de Heilige daarin leert behaagde niet aan allen; omdat hij het wdkelijksch communiceeren niet aanzag als het e.genlijk gezegd dikwijls communiceeren, en zóó de wekelijk-sche Communie toeliet aan personen, die wel niet vrij zijn van genegenheid tot dagclijksche zonden, maar toch begetiig
6 VOOUBÜMCHT.
om in Gods genade te volharden; gelijk men zal zien § 3.
Toen de Heilige tijdens zijn verblijf te Rome in 1762, zich herhaalde malen onderhield met den Paus Clemens XIII, die hem zeer gaarne hoorde, viel het gesprek zekeren dag op het dikwijls commnni-ceeren. Alphonsus zegde een woord over de tegenspraak die hij desaangaande ondervond. — « Wat willen die lieden dan? vroeg de Paus geheel verontwaardigd. Niemand weet beter dan ik hoeveel goed het dikwijls communiceeren heeft gedaan en nog dagelijks doet.» Clemens XIII vond dan ook niet goed dat deze aanvallen zonder antwoord bleven, en hij spoorde den heiligen Bisschop aan om ze te wederleggen. De godvruchtige schrijver gehoorzaamde aan de stem van den Stadhouder van Jezus-Christus. Hij begaf zich terstond aan het werk, an liet te Rome zelve een kort antwoord drukken. De Heilige Vader, en verschelde Kardinalen wien hij het terstond aanbood, waren er hoogst
VOORBERICHT, 7
over voldaan cn stuurden den H. schrijver hunne warmste gelukwenschen. « In dit aniwoord, zegt hij, onder anderen, het volgende :
«Het heeft mij altijd geschenen, dat het betaamde de wekelijksche Biecht en Communie aan te raden aan menschen in de wereld, die de doodzonden vermijden of er maar zelden invallen, opdat zij de kracht zouden hebben om aau de bekoringen waaraan zij dikwijls zijn blootgesteld, te wederstaan. En inderdaad, de ondervinding leert, dat zij die alle acht dagen commuuiceeren, nooit of maar zelden doodzonden bedrijven. Doch onder de menschen die in de wereld leven, vindt men er maar zelden die niet gehecht zijn aan eenige aardsche zaak, zoo als ijdelen opschik, keurige tafel, zelfs met nadeel voor de gezondheid, tijdelijke belangen, de jacht, het spel en ander der-gelijken, gehechtheid die niet vrij is van
J. S.\'ch! S,6\' S\' rar Vjiiecourf
8 VOORBKRICHT.
dagelijksclie zonden; die menschen daarom beroovea van de wekelijksche Communie, welke zij verlangen om zich in staat van genade te bewaren, dat schijnt mij eene overdrevene strengheid... Mij dunkt, dat men, in \'t algemeen gesproken, de Communie van alle zondagen met geen gerust geweten kan weigeren aan hem die zich onthoudt van doodzonden, en verlangt te communiceeren om er van bevrijd te blijven.»
Dusdanig is het gevoelen van den heiligen Alphonsus; de strijd dien hij moest onderstaan, heeft er hem al meer en meer in bevestigd. Daarenaoven voegde hij bij eene grondige geleerdheid eene zeidzame ondervinding ; met zóó wijze regelen tot richtsnoer te nemen heeft hij zich zeiven geheiligd en vele duizende zielen op de wegen der volmaaktheid geleid, niet slechts gedurende zijn langen levensloop, maar ook nog sinds hij in den hemel is. Hij heeft niet opgehouden te prediken en te bestieren : « Hij spreekt
VOORBERICHT.
nog, nadat hij gestorven is;1 en wel met een gedurig toenemend gezag, dat men heden volgens de uitdrukkelijke verklaring der Heilige Kerk in alles gerust kan volgen.
Liefde aan Jezus, het Brood onzes levens 1
(1) Defunctus adhuc loquitur; üeb. 11. 4.
8
OVER HET
VOORTREFFELIJKHEID VAN HET HEILIG SACRA-MEMT DES ALTAARS; DITWERKSELS DER HEILIGE COMMUNIE.
Het Heilig Sacrament des Altaars is het voortreffelijkste aller Sacramenten : de andere bevatten Gods gaven, terwijl dit God zeiven bevat. Ook zegt de heilige Thomas, 4 de Engelachtige Leeraar, dat Jezus-Christus de overige Sacramenten alleen heeft ingesteld ten einde de men-schen voor te bereiden om het Heilig Sacrament des Altaars te ontvangen of toe te dienen; volgens zijne uitdrukking is hel de voltrekking van het geestelijke leven, dewijl al de volmaaktheid onzer
(l; P. 3.q. 65. n. 3.— q. a. J.
i 2 VOORTREFFELIJKHEID VAN HET
ziel uit dit Sacrament voortkomt. Inderdaad, gansch onze volmaaktheid bestaat in onze vereeniging met God; doch, er is geen beter middel om ons met God te vereenigen dan de Heilige Communie, waarin de ziel, om zoo te spreken, eene zelfde zaak wordt met Jezus-Chris-tus, gelijk Hij zelf verklaard heeft. «Die mijn vleesch eet, blijft in Mij, en Ik in hem.\'b Vandaar de woorden van den heiligen Joannes Chrysostomvas: «Jezus heoft ons zijn lichaam gegeven onder de gedaante van brood, opdat wij eene zelfde zaak met Hem zouden worden.» 2 En de heilige Cyrillus van Alexandriii zegt dat hij die communiceert, zich met Jezus vereenigt, gelijk twee stukken was zich vereenigen met samen te smelten, zoodat beiden maar één uitmaken.3
Onze goddelijke Zaligmaker heeft dit Sacrament ingesteld onder de gedaante
(1) Qui maoducat meam carnem..., in me manet, et ego in illo: Jo. 6. B7. (2) Corpus suum in uos couteinperavit, utunum quid simus: Ad pop. Ant. hom. 61. (3)Utuuuui quid ex utrisque iautuiA videaiur. lu .lo. 1. JO.c. 13.
H. SACRAMENT DES ALTAARS. 13 van spijs, om ons te leeren dat dit he-melsch Brood écne en dezelfde zelfstandigheid met ons wordt, even als het voedsel in ons bloed verandert; met dit onderscheid nogtans, dat deaardsche spijs in onze zelfstandigheid verandert, terwijl die god delijke spijs ons in de zelfstandigheid van Jezus-Christus doet veranderen. Hierom doet Rupertus onzen Zaligmaker aldus spreken ; « Eet, en gij zult door mijne genade worden, wat ik ben uit mijne natuur. » » Hetzelfde heeft de Zaligmaker Zich eens gewaardigd te zeggen aan den heiligen Augustimis : « Gij zult Mij niet in u veranderen, maar gij zult in Mij veranderd worden.» 8 De voornaamste uitwerking van dit Sacrament is dus, het leven der genade in ons te onderhouden. Daarom tordt het genoemd Brood des levens ; want gelijk het aardsche brood het leven des lichaams onderhoudt, zoo
In(ExCoTÏif,oetr2i\'i4,TN/:a\'ia\' 8um quot;SO\'-tara: uiutaberia ia ine*: Conff ,^7^cquot; 108 «lt;• -
U VOORTREFFELIJKHEID VAN HET
onderhoudt dit geestelijk Brood het leven der ziel, dat is de genade Gods.
Het Heilig Sacrament des Altaars is ook een allerkrachtigst geneesmiddel j het wordt door de Kerkvergadering van Tren-te genoemd, een Tegengift, dat ons verlost van de dagelijksche zonden, en ons bewaart van de doodzonden. Dit Sacrament, even als eene bron van levende water, bluscht het vuur der driften die ons verteeren ; — dat hij, die dat vuur in zich voelt branden, ga communiceeren, en weldra zal hij zien dat zijne drift, zoo niet dood, ten minste zeer verzwakt is. De heilige Bernardus zeide : a Indien iemand onder u zich niet zoo dikwijls ot min hevig geneigd voelt tot de gramschap, de afgunst, de onzuiverheid dat hij er zijnen dank over betuige aan het Heilig Sacrament, hetwelk deze gelukkige uitwerking in hem te weeg brengt.» *
(1) Antidotum quo libereifcuf a cuipis quotidianis, et a peccalis inortalibus piwaervemur. Sess. 13, cap. 2. (2) Si quis vestrum uoa lum scepe, nou Uiai acerbos sentit ira-cundise motus, invidiee, Juxuriaj, gratia» agat Coipori Dotriui; quonium virtus Sacrameuti operatur in eo. Ia C.aua U. a. I.
H. SACBAMENT DSS ALTAARS, 15
De heilige Thomas voegt er bij, dat de Heilige Communie ons de kracht geeft om alle aanvallen des duivels te overwin» nen.\' En de heilige Joannes Chrysos-tomus verzekert, dat, wanneer wij com-municeeren, niet alleen de duivelen de vlucht nemen, rnaar de engelen zich rondom ons komen scharen.5 Daarenboven doet dit Sacrament een grootea inwendigen vrede in ons ontstaan, met eene groote genegenheid en een groot gemak tot de beoefening der deugden, zoodat het ons licht wordt voortgang te doen op den weg der volmaaktheid.
Wat alles overtreft, is dat de heilige Communie, gelijk nog de heilige Thomas zegt, onze zielen met de liefde Gods vervult. 3 Jezus-Christus heeft verklaard, dat Hij op deze wereld gekomen is alleen om bet vuur zijner goddelijke liefde in onze harten te ontsteken.4 Welnu, zeide de
(J) Repellit omnem deemonum inpugnationem. Ps, 3. n 79. a. 1. (2) Ad pop. Ant. hora. 61. (3) P. 3. q. 70. a. 1.\' (4) Igncm veni mitiere ia terrain; et quid volo. nisi ut
acgendalur? Luc. 12. 49.
1 6 VOORTREFFELIJKHEID VAN, ENZ.
eerbiedwaardige Pater Franciscus Olympic, theatijner, in geen geheim van zijn leven ontvlamt ons de Zaligmaker zoo zeer door het vuur zijner liefde, gelijk in het Sacrament des Altaars, waar Hij ons al zijne vurigheid mededeelt, door Zich zeiven geheel te schenken. Daarom drukt de heilige Joannes, sprekende over de instelling van dit Sacrament, zich op deze wijze uit: « Daar Jezus wist dat zijne uur gekomen was om uit deze wereld over te gaan tot den Vader, zoo heeft Hij, na de zijnen geliefd te hebben, hen ten uiterste lief gehad.» 1 De uitleggers der Heilige Schiftuur zeggen dat deze laatste woorden: «ten uiterste» be-teekenen dat onze Lieve Heer ons zoo zeer bemind heeft, dat Hij ons daarvan het grootst mogelijk bewijs heeft willea geven : ook verklaart de Kerkvergadering van Trente, dat Jezus al de schatten zijner liefdevoor de menschenen dit Sacrament
(1) Sciens Jesus quia venithora ejus, ut translat ex hoe mundo ad Patrem, cum dilexisset suos.... in iloem dilexit eos. Jo. t3, 1.
GF.VOEr.ElVS DKR KERK. EXZ. 1 \'
als het ware heeft uilgoput.1 Om dezelfde reden wordt dit goddelijk geheim door den H. Thomas lt;i Sacrament van liefde» genoemd,- en door den heiligen Bernardus, « Liefde der liefden. » quot; He heilige Maria-Magdalenavan Pazzi, noemde den dag der Communie «Dagvan liefde;» en zij zeide dat eene ziel, na do Communie de woorden kan herhalen welke onze Zaligmaker uitsprak toen Hij zijn leven eindigde op het kruis. « Het is volbracht;» dat wil zeggen : Daar mijn God Zich zeiven aan mij heeft geschonken, heeft Hij niets meer om mij te geven, en er blijft mij niets meer te wenschen over.
§ II.
GEVOELENS DER KERK OVER HET DIKWIJLS COMUÜNICEEREX.
Moeten demenschen, na de voorgaanc?c bemerkingen nog iets anders begeeren. dan Jezus-Christus zoo dikwijls mogelijk
(I) Divitiassui erga homines amoris velut effudit. Sess. 13. cap. 2. (2) Saeramentiim charitaM*; Do Sacr. alt (• 2o. (3; Amor amorum. In Cwna D. s. 2.
2
18 GEVOFXEKS DER KERK OVER IIET
in de Heilige Communie te ontvangen?
Wij weten, dat al de geloovigen dei-eerste eeuwen dagelijks lot de Communie gingen, gelijk de heilige Lucas ons leert : (i Dagelijks, zegt hij, braken zij hetBrood in hunne vergaderingen.»\' De Syrische vertaling heeft in plaats vau Brood, de Gewijde Gave; — uitdrukking welke klaarder het geconsacreerde Brood aanduidt. Overigens, door dit Brood, verstaan de uitleggers der Heilige Schriftuur gemeenlijk het Heilig Sacrament des Altaars. De heilige Thomas aarzelt niet vast te verklaren, dat indien tijd al de geloovigen die de heilige Mis hijwoonden, ook de heilige Communie ontvingen. Dit getuigt daarenboven de heilige Dionysius, tijdgenoot der Apostelen ; or. de heilige Hiero-nymus, die stierf ten jare 420, verzekert dat dit godvruchtig gebruik, te zijnen tijde nog te Rome en in Spanje bestond.
Maar, allengskens, verflauwde de godsvrucht bij een gedeelte der geloovigen,
(!) Quotidie...fraDg:ente3 circa domos Panem. Act. 2. *6.
DIKWIJLS COMMUMCEEBKN. 19
in zooverre dat de Paus Fabianus zich reeds in de Hl15 eeuw verplicht zag hun te bevelen ten minste drie maal in het jaar te communiceeren, namelijk, met Pa-schen, Pinksteren en Kersmis. Later, werd de lauwheid nog grooter, zoodat Innocentius lil, in 1210,\' een bevel gaf dat alle geloovigen verplichtte ten minste eenmaal in het jaar, in den Paasch-tijd, te communiceeren, op straf van inden kerkelijken ban te vallen; en dit decreet werd later door de Kerkvergadering van Trente bekrachtigd.8 Daaruit volgt geenszins dat het dikwijls communiceeren niet loffelijk is ; alleen ziet men hierdoor dat de vurigheid van de eerste tijden der Kerk van eeuw tot eeuw in een groot gedeelte van hare kinderen verminderde.
Wat het hedendaagsch gebruik betreft, ik weet, dat onder de biechtvaders, eenige meer dan anderen het dikwijls communiceeren voorstaan. Voor mij, ik voeg mij bij de eersten, omdat mij dunkt dat dit
(I)IuCodc. Lat. c. 21. (2) Sess. 13. can. 9.
CO GEVOELENS DER KERR OVER HET
ouk het gevoelen is van de Heilige Vaders en van de Kerk zelve, zoo als de geleerde Pater Potavius, in zijne verhandeling tegen den gestrengen Arnauldt, bewijst.
Ik ga de verscheidene getuigenissen der heilige Vaders, die ik zou kunnen bijbrengen, stilzwijgend voorbij ; hetzij mij genoeg hier aan te halen, dat de Heilige Easilius-de-Groote, van 369 tot 379, bisschop van Cesarea in Cappadocië, aan iemand schreef, dat hij een allergrootsten troost gevoelde, bij het zien dat al de geloovigen van zijn bisdom ten minste vier maal in de week tot de Communie gingen. Langen tijd heeft men aan den heiligen Augustinus een woord toegeschreven van Gennade, die, van de dage-lijksche Communie sprekende, zegt dat hij ze niet wil prijzen noch afkeuren, (\') De vermaarde Leeraar, keurt ze intengendeel
(*) De Ecclesiasticis Dogmatibus, c. 23. — Men heeft er kend dat dit geschrift, ouder de Werken van den heiligen Augustinus geplaatst, van Gennade is, priester uit Marseille ; deze overleed omtrekt het einde der V» eeu w. be heilige Alphonsus maakt zelf deze opmerking, in zijne antwoorden aan den Aristase, valschnamigen schrijver. Wat de volgende woorden heh\'eft. Panis Isle quoti-
goeden wakkert ons daartoe aan. « Dit is ons dagelijksch Brood,zegt hij ; ontvangt hol dagelijks, opdat het dagelijks voor-deelig zij.»\' De heilige Antonius verhaalt dosaangaande dat zeker prelaat de heilige Catharina van Sienna eens durfde berispen omdat zij dagelijks communiceerde, daar de heilige Augustinus, zeide hij, de dagelijksche Communie noch prijst noch afkeurt. De Heilige antwoordde : «Indien de heilige Augustinus de dagelijksche communie niet afkeurt, hoe komt het dan dat gij mij daarover zoo streng berispt ?»
Wat het gevoelen der Kerk betreft, men leest in de akten der Kerkvergado-
dianus, etc., zij zijn zeker van de heiligen Ambrosias» D ■ Sacram 1 5. e. 4., en dit is een groot gezag te meer,, wtint men Vindt ze ook in de werken van den heiligen Augusiinus; (Serm. 84. App. £d. Ben.J dauveubor** drukt hij hetzelfde gevoelen uit op verscheidene plaat-?cu zijner Werken (Serm. S6, b7, 58, 59, 227, Da Douc versev. c. 4. — /\'» Jo. Ir. 26. — Eptst 54. c. 3.) men ziet dus dat op dit tijdstip, te weten, in he. bo^ia der V« eeuw, het gebruik der dagelijksche Communie ia Afrika algemeen was.
(l) Iste Panis quotidiamus est; accipe quotulie, at qua» tidie tibi prosit. Hist. tit. 33. c. 14. § 8.
22 GEVOELENS DER KERK OVER BET ling van Trente\'dat dit heilig Concilie vurig wenscht dat alle geloovigen tot de Communie naderen zoo dikwijls zij de Mis bijwonen. Daarenboven, een algemeen bekend Decreet van de Congregatie der Kerkvergadering gedagteekend van 22 Februari 1679, en goedgekeurd door In-nocentius XI, getuigt onder anderen, dat het gebruik van dikwij Is en zelfs dagel ijks te communiceeren, altijd in de Kerk dooide Heilige Vaders geprezen werd; derhalve beveelt het den Bisschoppen aan, wanneer iij zien dat deze godsvrucht ergens bestaat, God daarvoor te bedanken en zorg te dragen dat dezelve onderhouden worde; en het verbiedt, zoo wel aan de Bisschoppen als aan de Pastoors, de Communie-dagen in de week voor hunne onderhoo-rigen in het algemeen, te bepalen, dewijl dit geheel aan het oordeel der Biechtvaders moet overgelaten werden.
Verscheidene daadzaken, die men kan aanhalen, komen overeen met deze leer.
(1) Sess. \'23. cap. 6.
DIKWIJLS C0UMUN1CEEREN. 23
Men leest in het leven van de heilige Margaretha van Cortona, dat de Heer haar openbaarde dat Hij haren biechtvader rijkelijk wilde belotmen om haar te hebben aangeraden dikwijls te com-rnuniceeren. Men verhaalt insgelijks dat de eerbiedwaardige pater Antonius Tor-rès, na zijne dood, reeds verheerlijkt aan een persoon verscheen, en haar zeide dat God zijne glorie in den hemel had vermeerderd, omdat hij aan zijne biechtelingen had aangeraden dikwijls te com-inumceereii. De Heer zeide eens aan de eerbiedwaardige zuster Pudentiana Za-gnoni, Claris te Bolonië, de volgende woorden: «Indien gij dikwijls tot de Communie nadert, zal Ik al uwe ondankbaarheden vergeten.» Van een anderen\' kant verhaalt Ludovicus Blosius, dat Jczus-Christus op zekeren dag klaagde aan de heilige Gertrudis over dogenen die de geloovigen van het dikwijls com-municeeren verwijderen, en haar alzoo toesprak: «Dewijl mijne genoegens zijn
24 VEREISCHTli GESTELTENISSEN OM niet de kinderen der meiischen te verblijven, en Ik daarom het Sacrament des Altaarslieb ingesteld, zoo berooft men Mij op zekere wijze van mijne genoegens, met de zielen te beletten Mij te ontvangen.» 1 Ook zeidede eerbiedwaardige Pater Avila, dat zij die lien misprijzen die dikwijls connnuniceeren, liet ambt van den duivel vervullen, vermits deze het goddelijk Sacrament zoo zeer haat, omdat de zielen daarin eene groote vurigheid putten om voortgang te doen in de volmaaktheid.
ViSRElSCHTE GESTELTENISSEN 011 DIKWIJLS TE COMSIONICEERES.
Het is zonder twijfel, zegt de heilige Thomas, dat het dikwijls, en zelfs dagelijks communiceereu, op zich zelf zeer nuttig is ; evenwel is het niet geraadzaam onverschilliglijk aan iedereen, zelfs niet aan allen christenen die zich in staat van genade bevinden ; maar aan hen alleen
(i; Cunel. cu fid. i». 2. c. C.
DIKWIJLS TE COMMUNICEEHEN. 20
die goed gesteld en voorbereid zijn. Daarom voegt de heilige Augustinus, achter de aangehaalde woorden : « Ontvang dagelijks de Communie, opdat het u dagelijks voordeel ig zij,» de volgende: „Maar, daarvoormoetgij zoo leven datgij verdientdagclijks tecommuniceeren.»\'
Hier moeten wij aanmerken wat door dikwijls commnuiceeren moet verstaan worden: eenmaal in de week tot te Communie gaan, mag niet dikwijls communi-cceren genoemd worden. Wel is waar, wanneer een persoon in de wereld die onophoudelijk met tijdelijke zaken bezig is, alle zondagen communiceert, zegt men gewoonlijk dat hij dikwijls tol de Sacramenten nadert; maar volstrekt en in\'t algemeen gesproken, wordt het wekelijks communicecren , ten minste hedendaags, niet aangezien als dikwijls communicecren ; men houdt dat dit alleen plaats heeft, wanneer men meer-
(I) Sicvive, ut (juulitliü lüJi jsrls acurn-ro ; Sarn. oi Al\'l\'. i:. U.
2f) VEREISCHTE GESTELTENISSEN OM
maals in de week tot de Communie gaat.* Wat ben betreft die vrijwillige dagelijk-sche zonden bedrijven, zooals vrijwillig liegen, zich ij del kleeden, tegen iemand eenigen wrok of eenigeaardsche genegenheid voor eene persoon behouden; en andere dergelijke fouten, die zij een beletsel weten to zijn voor hunue volmaaktheid, zonder dat zij er zich van zoeken te verbeteren, — het meeste wat men hun kan toelaten, is alle acht dagen te communi-ceeren, opdat zij ten minste de noodige sterkte bekomen, om niet in zware zonden te vallen. Ik zou zelfs veel moeite hebben toe te laten dikwijls te commuuiceeren aan een persoon die zou weigeren zich te beteren van zeker gebrek dat, ofschoon niet tlaarblijkelijk eene dagelijksche zonde, nogtans zeker strijdig zou zijn met de volmaaktheid, vooral indien dit een gebrek was strijdig met de ooimoedigheid of de gehoorzaamheid.
Voor hem integendeel die, aan nicls
Luutsto antwoord uan Aristasc. Breve Ayyiaiita.
DIKWIJLS TE COUMUNICEEREX. 27 ongeregelds meer gehecht is, de vrijwillige dagclijksche zonden vermijdt, het inwendig gebed doet, en daarbij zijne driften en zijne zinnen tracht te versterven ; zijn biechtvader kan hem toelaten drie, vier, en zelfs vijf maal tot de Communie te gaan.
Lq wanneer eene ziel tot een hoogen graad van volmaaktheid is gekomen, dagelijks veracheidene uren inwendig gebed doet, en bovendien, gelijk de heilige Franciscus van Sales zegt,1 het meeste-deel harer kwade neigingen heeft overwonnen, dan kan zij, volgens het gevoelen van dienzelfdeti heilige, alle dagen couimuiucecren ; want volgens den heiligen Prosper, is deze de volmaaktheid welke men, aangezien de menschel ij ke zwakheid, hier beneden kan hebben.
Ik voeg hierbij wat de heilige Thomas leert:4 «Indien ieiuaud, zegt hij, dooi\' ondervinding weet dat de dagelijksche
II) Introd. p. 2. 2quot;. 121 Si qm»
ei.mpftl\'i^sef, «x •iiiotidiana ..........unie. niigpri «inoi is
leiM-nrem nuu luiuui revei\'eutium, tulis deberetquoiiaie couimuuicare.
28 VAN DE VOOr.BEneiDIMN
Communie in hem de vurigheid der goddelijke liefde vermeerdert, zonder zijnen eerbied jegens het Heilig Sacrament te verminderen, moei hij alle dagen com-municeeren.
Alzoo moet de biechtvader, om 3e Communie meer of min dikwijls toe te laten, zich voornamelijk regelen naar do vruchten welke zijne biechtelingen er mt trekken. »1 Dezercgelisjuistdiewelke is vastgesteld in het Dekreet van Paus Innocent ius XI goedgekeurd, en hierboven vermeld.
§ VI.
VAN DE VOOBBEREIDING TOT DE H. COMaUNIE.
Gij ziet dus, christene ziel, het betaamt u niet maar uwen zielbestierder, te oordeelen of gij dikwijler of zeldzamer moot communiceeren ; al wat gij te doen hebt, is u goed voorbereiden, opdat uw geestelijke vader u wel gesteld vinde om dikwijls te communiceeren. Nu, daartoe
(!) Frequens aecessus (adEuchari8tiam)confessarioruin judicio estreliquendus,qui, ex eouscientianuin puritateet frequectiae fructu, quo perspiciu nt eorum saluti profu turum
id illis proescribere debebunt. In 4. Sent. q.4 2. q. 3.a . 1.
TOT DE H. COMMUNIE. tv
zijn twee voorbereidingen noodzakelijk, de verwijderde, en de naaste.
I. De verwijderde voorbereiding bestaat in de ontliecliting van de schepselen. Indien een groot heer, zegt de heilige Augustinus, 1 in uw huis moest komen, en gij wist dat hij van zekere zaken afschrik heeft,zoudt gij ze vóór zijne komst niet zorgvuldig doen verdwijnen? Zoo ook, wanneer gij Jezus-Christus wilt ontvangen, moet gij alle aardsche genegenheden uit uw hart verbannen, wetende dat zij Hem mishagen. Het is dus noodig \' dat hij die dikwijls wil communiceeren, zich onthechte van alle schepselen. Dit verklaarde de Heer eens aan de heilige Gertradis, die Hem vroeg welke voorbereiding Hij van haar vereischte. « Geene andere,antwoordde Jezus, dan dat gij Mij kunnet ontvangen ledig van u zelve.2 f
II. Wat de naaste voorbereiding betreft, het betaamt dat men van den vongen avond zijn hart bereide door akten van
„Wo P,. 131. (2) IDSID. 1. 4. C. 26.
30 VAX DE VOORBEREIDING
liefde en van verlangen. Des morgens,bij uw ontwaken, herinner u dat gij Jezus gaat ontvangen ; en door eene vurige begeerte, noodig terstond den goddelijken bruidegom spoedig in uwe ziel te komen.
Onmiddelijk vóór de Communie, alhoewel gij het inwendig gebed hebt gedaan, moet gij het Geloof, de Ootmoedigheid, en het Verlangen in u verlevendigen.
Ten eerste, het Geloof, — overwegende wie Degene is dien gij gaat ontvangen. Wie zou ooit hebben kunnen aannemen, indien het Geloof er ons niet van verzekerde, dat God de spijs van een zijner schepselen zou willen worden ? Maar de Heilige Kerk geeft ons de verzekering, door de verklaringen van een groot aantal Kerkvergaderingen, en inzonderheid van de Kerkvergadering van Trente, 1 dat Jezus-Christus, onze Verlosser, wezenlijk en zelfstandiglijk in de geconsaerecr\'le Hostie tegenwoordig is. De heilige Lode-
(I) Sess. n. can. t.
TOT DE H. COMML\'NIE. 31
wijk, koning van Franktijk, gaf desaan-gaande een schoon antwoord; op zekeren dag verzocht men hem in zijne kapel te komen zien, dewijl Jezus daar verscheen in het geconsacreerde Brood onder de gedaante van een kind, in de handen van den priester : « Dat hij ga zien die het Geloof niet heeft, zeide hij ; wat mij betreft, ik geloof het vastelijker dan indien ik het met mijne oogen zag. » En hij bleef waar hij was.
Ten tweede, de Ootmoedigheid, — overwegende wie gij zijt, die een God in uwen mond en in uw hart gaat ontvangen. Pater Paulus Segneri zeide, dat het geschiktste gevoelen van iemand die communiceert, do bewondering moet zijn, die hem doet uitroepen : Hoe I een God tot mij naderen ! een God zich aan mij geven ! — Wat zou een arme herder zeggen, indien hij zijnen koning in zijne hut zag treden, om met hem te wonen ? — En gij dan, wat zult gij zeggen, als gij den Koning des hemels door deCommunie
32 VAN DE VOORBEREIDING
in uw hart ziot koraeu ? Zeg hem alsdan ten minste, met eene ware Ootmoedigheid : « Heer 1 ik ben niet waardig dat Gij komt onder mijn dak I »\' — Bij da ootmoedigheid, voeg eene akte van berouw, en eene akte van hoop, vast betrouwende dat Jezus-Christus, daar Hij in uw hart komt, u mot zijne genaden zal verrijken.
Ten derde, het Verlangen. — Dit he-melsch Brood vereischt dat wij er hongerig naar zijn. Wie het met de grootste verlangens ontvangt, bekomt ook de grootste genaden. De heilige Franciscus van Sales zeide, 2 dat men lijm die zich enkel uit liefde geeft, enkel uit liefde moet ontvangen. De Heer gewaardigde zich eens aan de heilige Mechtildis te zeggen : a Wanneer gij moet communiceeren, wensch al de liefde welke ooit hart voor Mij gehad heeft; Ik zal uwe liefde aannemen, niet gelijk zij wezentlijk in u is,
(1) Dcmine ! non sum dignus ut intres sub tectum meum. Matth. 8. 8. (2) Intruil. p. 2. ch. 21. *
TOT DE H. COMUtOTE. 33
maar zóó als gij ze zult verlangd hebben. 1 »
Om u deze akten voor de Communie te her;mieren, zul het genoeg zijn te overwegen wie komt, tot wien hij komt, en waarom hij komt. Hij die komt, is een Ood vau oneindige majesteit ; Hij komt tot eenen ellendigen zondaar; en Hij komt om van dien zondaar bemind te worden.
§ V.
VAX DE DANKZEGGING NA DE II. COMHUNIE.
Nada\' gij gecommuniceerd hebt.tracht li zoo laug gij kunt met Jezus te onderhouden. Pater Joaunes van Avila zeide dal men den Lijd na de Communie hoog moet schalteu, omdat hij gunstig is om overvloedige genaden te bekomen. «l)e tijd na de Communie, sprak insgelijks
(! * Cond. an. fill c. C. n. C.
3
30 VAN* DE VOORBEREIDING
liefde en van verlangen. Des morgens, bij uw ontwaken, herinner u dat gij Jezus gaat ontvangen ; en door eene vurige begeerte, noodig terstond den goddelijken bruidegom spoedig in uwe ziel te komen.
Onmiddelijk vóór de Communie, alhoewel gij bet inwendig gebed hebt gedaan, moet gij het Geloof, de Ootmoedigheid, en het Verlangen ia u verlevendigen.
Ten eerste, het Geloof, — overwegende wie Degene is dien gij gaat ontvangen. Wie zou ooit hebben kunnen aannemen, indien bet Geloof er ons niet van verzekerde, dat God de spijs van een zijner schepselen zou willen worden ? Maar de Heilige Kerk geeft ons de verzekering, door de verklaringen van een groot aantal Kerkvergaderingen, en inzonderheid van de Kerkvergadering van Trente, \' dat Jezus-Christus, onze Verlosser, wezenlijk en zelfstandiglijk in de geconsacreerde Hostie tegenwoordig is. De heilige Lode-
(1) Sess. 11. eun. t.
TOT DE H. COMMUNIE. 31
wijk, koning van Frankrijk, gaf desaan-gaande een schoon antwoord : op zekeren dag verzocht men liera in zijne kapel te komen zien, dewijl Jezus daar verscheen in het geconsacreerde Brood onder de gedaante van een kind, in de handen van den priester : « Dat hij ga zien die het Geloof niet heeft, zeide hij ; wat mij betreft, ik geloof het vastelijker dan indien ik het met mijne oogen zag. » En hij bleef waar hij was.
Ten tweede, de Ootmoedigheid, — overwegende wie gij zijt, die een God in uwen mond en in uw hart gaat ontvangen. Pater Paulus Segneri zeide, dat het geschiktste gevoelen van iemand die communiceert, de bewondering moet zijn, die hem doet uitroepen : Hoe I een God tot mij naderen 1 een God zich aan mij geven t — Wat zou een arme herder zeggen, indien hij zijnen koning in zijne hut zag treden, om met hem te wonen ? — En gij dan, wat zult gij zeggen, als gij den Koning des hemeis door de Communie
32 VAN DE VOORBEREIDING
in uw hart ziet komen ? Zeg hem alsdan ten minste, met eene ware Ootmoedigheid : « Heer ! ik ben niet waardig dat Gij komt onder mijn dak ! »• — Bij de ootmoedigheid, voeg eene akte van berouw, en eene akte van hoop, vast betrouwende dat Jezus-Christus, daar Hij in uw hart komt, u mot zijne genaden zal verrijken.
Ten derde, het Verlangen. — Dit he-melsch Brood vereischt dat wij er hongerig naar zijn. Wie het met de grootste verlangens ontvangt , bekomt ook de grootste genaden. De heilige Franciscus van Sales zeide, - dat men Hom die zicli enkel uit liefde geeft, enkel uit liefde moet ontvangen. De Heer gewaardigde zich eens aan de heilige Mechtildis te zeggen: « Wanneer gij moet communiceeren, wensch al de liefde welke ooit hart voor Mij gehad heeft; Ik zal uwe liefde aannemen, niet gelijk zij wezentlijk in u is,
(1) Dcmine ! non sum dignus ut intros sub tectum meum. Matth. 8. 8. (2) Introd. p. 2. ch. 21. •
TOT DE H. COM5IOXIE. 33
maar zóó als gij ze zult verlangd hebben. 1 »
Om u deze akten voor do Communie te herinneren, zal het genoeg zijn te overwegen wie komt, tot wiea hij komt, en waarom hij komt. Hij die komt, is een Cod vau oneindige majesteit ; Hij komt tot ccnenellendigen zotidaarjen Hij komt om van dien zondaar bemind te worden.
§ V.
VAN\' DE DANKZEGGING NA DE 11. COMUtJNIE.
Nadal gi j gecommuniceerd hebt.tracht ii zoo lang gij kuut met Jezus te onderhouden. Pater Joannes van Avila zeide dat men den lijd na de Communie hoog moet schalten, omdut hij gunstig is om overvloedige genaden te bekomen. « De lijd na de Communie, sprak insgelijks
(! * IJ!lt;gt;s. Cnnel. on. fM c. 6. n. 6.
3
34 Van de dankzegging
de heilige Maria-Magdalena van Pazzi, is de kostbaarste dien wij in dit leven hebben ; dan is \'t het geschikste oogcnblik om mot God te handelen, en in ons zijne heilige liefde te ontsteken. Dan hebben wij noch meesters noch boeken noodig ; want Jezus zelf leert ons hoe wij Hem moeien beminnen. •» Ookzeidede heilige TLeresia: « Na de Communie moeten wij ons wel wachten die zoo gunstigs gelegenheid te verliezen om winst op te doen.Zijne Goddelijke Majesteit is niet gewoon de gastvrij heid die Zij in onze ziel geniet, indien Zij er wel wordt onthaald, slecht te betalen. \' t Op eene andere plaats harer geschriften, verzekert deze heilige, dat Jezus, na de Communie, in onze ziel als op eenen troon van genade zetelt, en dat Hij dan tot haar schijnt te zeggen, gelijk tot den blind-gebore-uen:3 Geliefde ziel, zeg Mij nu wal gij van Mij verlangt, dewijl Ik met liet eenig
(i) Cepuri, ch. 4^. f2i r.hein. de lu p. cli. 3S.
(\'J) (Initl libi vis faciaui. MjI\'c. 10. 51.
NA DE H. COMMUNIE. 33
inzicht ben gekomen, om u de genaden te schenken welke gij mij zult vragen.
Vele geachte schrijvers, zoo als Caje-tanus, Suarez, Gonet, Valencia, De Lugo, en anderen, zijn van meening dat, terwij 1 de sacramenteele gedaanten in hem die gecommuniceerd heeft, voortduren, hoe langer hij zich met Jezus vereenigd houdt, cn hoe meer hij de akten van deugden vermenigvuldigt , hoe grooter ook de vruchten van het Heilig Sacrament en hoe vuriger de goddelijke liefde worden; want dit hemelsch Brood heeft in de ziel dezelfde uitwerking als de aardsche spijs in het lichaam , wiens gezondheid en sterkte het vermeerdert naarmate zij blijft voortduren. Vele personen commu-niceeren dikwijls, en trekken er weinig vruchten uit, omdat zij zich weinig met Jezus onderhouden. De Heer zeide eens aan de heilige Margaretha van Cortona : «Ik behandel gelijk men Mij behandelt.»
Zoodan, als gij communiceert, en niet gedwongen zijt iets anders te doen om
30 VAN DE DANKZEGGING
ecne plicht van gehoorzaamheid of liefde te vervullen, tracht u ten minste een half nnr met Jezus te onderhouden. Ik zeg: Ter minste ; — want het zou betamen er eer geheel uur aan Ie besteden. Lnat alsdan niet na vurige akten te verwekken van verwelkoming, van dankbaarheid, van liefde, van leedwezen, van opdracht van u zeiven en van al wat u toebehoort; maar houd u vooral bezig met genaden aan uwen Heer te vragen, en inzonderheid de volharding in zijne heilige liefde . dit is de goede winst waarvan de heilige Theresia spreekt. Indien uw geest dor en verstrooid is, bedien u van een boek dat u godvruchtige gevoelens jegens God ingeeft. Verders moet gij den ganschen dag voortgaan, ingetogen en met God bez\'g te blijven. De heilige Aloïsius van Gonzaga besteedde na de Communie drie dagen om Jezus te bedanken. Hebt gij bet geluk dikwijler te communieeeren, zoo moet gij daarom niet minder dankbaar zijn ; in tegendeel, boe dikwijlorde liner
NA DE U. COMUUNIE. •5 7
u bezoekt, des te meor zorg moet gij dragcii om met Ilcui verconigd Ic bl\'jvcu.
§ VI.
VEUSCUOONI-XGEN WELUC .-Ü\'J\'JIGE PERSONEN UUUUENGEN OM NIET IJIÜV.MJLS ÏE COMUUN1-CEEREN.
Wat zullou wij zeggeu van hen dio verwaarloozen dikwijls lot de ileiligo Tafel lo naderea, alhoewel zij het kunnen doen zonder moeite, en er zelfs loc worden aangespoord door het voorbeeld van anderen? Zien wij of de verschooningen dio zij bijbrengen, redelijk zijn.
I- Ik communiceer niet dikwijls, % lt;]\'-men , omdat ik het niet waardig hen. — . Maar, mijn lieve bloeder, indien deze. rede geldig ware, dan zou men daaruit moeten besluiten dat gij nooit moe^t communi-ceeron ; want, volgens den heilige Am-brosius, die niet alle dagen waardig is te cominuniceeren, is het ook niet waurdjg
38 VERSCilOONINGEN OM NIET
ua een jaar: 1 En wie dan zou ooit de heilige Communie waardig kunnen ziju ? Jezus-Christus alleen, daar Hij God en mensch is, heeft waardig gecommuniceerd, omdat God alleen waardig is ecu God te ontvangen. Gij zegt dat gij het niet waardig zijt; maar weet gij dan niet dat, hoe langer gij u van de Communie verwijdert, des te onwaardiger gij u maakt om te commuuiceeren?lnderdaad, uwe gebreken vermeerderen hoelanger gij uitstelt te communiceeren ; omdat gij van den bijstand dien de Communie u zou geven beroofd blijft. Eene ijverige religieus, van de Orde van den heiligen Dominicus, zeide: t Juist omdat ik mijne onwaardigheid ken, zou ik driemaal op den dag tot de Communie willen gaan ; want, met dikwijler te communiceeren, zou ik hopen mij minder onwaardig te maken.» Cajetaan vraagt, 5 wie van twee personen, waarvan de eene
(1) Qui non meretur quotidie accipere, non merotur post annum accipere. De Saerair. 1. ö. c. 4, (2j ColJat. 23. c. 21,
DIKWIJLS TE COMMU.VICEEira. 39 dikwijls en de andere zeldzaam communiceert, de ootmoedigste is, en hij antwoordt, dat het die is , welke dikwijls communiceert; want, omdat hij zich kranker acht, neemt hij dikwijler het geneesmiddel. Ook zegt de heilige Thomas dat, indien het aan God behagelijk is zich uit nederigheid en uit vrees van do Communie te onthouden. Hom nogtans, de liefde en het vertrouwen welke men toont door Hem te ontvangen, veel beha-\' gslijker zijn. 1
II. Maar ik weet niet of ik in staal van genade ben. — Welnu ! zeg mij : waarop wacht gij, om te weten of gij in staat van genade zijt, en of gij moogt communi-ceeren \'? Wacht gij dat een Engel uit den hemel kome om het u te veropenbaren ? Is het u niet genoeg dat uw biechtvader het u zegt? — Gij moet zelfs meer verzekerd zijn van hetgeen de priester u zegt, dan van hetgeen u al de Engelen des
(1) Amor trnm-n el spe*, a.1 qua? semp »r Seri tura nos p ovoeat, pra\'oruut.uo timori. 1\'. q. 80. n. 10.
40 VERSCUOONIXGEN OU NIET
hemels zouden zeggen ; want, niet naai\' de Engelen te luisteren, zoudt gij u kunnen bedriegen, terwijl gij met uwen biechtvader, die de plaats van Jezus-Christus bekleedt, te aanliooren, geen bedrog te vreezen hebt. Aldus, zoo dikwijls uw biechtvader u do Communie toelaat, wacht u wel van aan den duivel toe te geven metdezelve, om uwe gewetenstwijfelingen en angstvalligheden, achter te laten. Weet dat er goene ongehoorzaamheid is die meer nadcelig is dan deze, omdat zij voortkomt uit een gebrek aau ootmoedigheid: gij handelt dan alsof gij de zaken beter kendet dan uw ziel-bestuurder.
111. Ik durf niet dikwijls communiceeren, omdat ik altijd zonden bedrijf, en geene verbelerinrj in mij bespeur. — Hierop is hooger reeds geantwoord 1 dat, indien gij deze zonden vrijwillig bedrijft, zonder de gedachte van u te verbeteren,niemand u ?al aanraden dikwijls te communiceeien.
(I) Uludz. 2S.
DIKWIJLS TU COMUUNICEEHEN. 4! InlcDgeudeul, indien gij niet geheclit zi.jt aan de dagelijksche zonden, nocli gewoon re gansclivrijwillige lebedrijven, terwijl gij daarbij liet inwendig gebed verricht en verlangt voortgang te doen in de vol-maakheid, ik herhaal het, gehoorzaam aan uwen biechtvader, en maak geenu moeilijkheden moer. lioe kranker gij u gevoelt, hoe meer gij het genoesmlddel moet gebruiken, dat u in de Comnuiniu wordt aangeboden, volgens de woorden van den heiligen Ambrosius : « Daar ik gedurig zondig, moet ik gedurig hot geneesmiddel nemen. » 1 Wanneer een muur overhelt, zet men er schoren legen, zoo niet om hem weder op te rechten, ten minste om te beletten dat hij valle. Gij zegt dat g:j gecno verbetering in u bemerkt ; cn zult gij u verbeteren, als gij niet communiceertNoen ; het zal nog erger zijn. Pater Ludovicus van Grenada zegt, van de Communie sprekende :
(l) Qui semper pocco, som per tleljeo habere metlici-xiurn, DoSaeram. l. C.
42 VERSCHOONINGEN OM NIET
« Wie van zijne krankheden wil genezen, moet zich van dit krachtig geneesmiddel niet onthouden.» Wanneer men bij zich zeiven zegt: Ik heb dezen morgen gecommuniceerd ; —of: Ik moet morgen com-municeeren;—hoeveel voorzichtiger, hoeveel oplettender om de misslagen te vermijden maakt ons die enkele gedachte niet! Maar, bovendien brengt het Heilig Sacrament uitzich zeiven eene vermeerdering van licht en sterkte in onze ziel. Do godgeleerden zeggen eenparig dat do Communie ons meer genaden geeft dan al dc andere Sacramenten , omdat wij in haar Jezus-Christus, den oorsprong van alle genaden, ontvangen. Wanneer een vorst aan iemand een geschenk doet met eigen hand, is dit geschenk altijd grooter dan die welke hij door een ander doet.
IV. Maar mijn gcesl is verstrooid, mijn harl koud en zonder gcdsvrucht. — Ik vraag u : wat verstaat gij door godsvrucht? Fs hetde gevoelige vurigheid? Deze isgeens-
DIKWIJLS TE COMMUNICEEnEX. 43 zins noodig; het is genoeg dat gij do vurigheid in den wil hebt; dat is, dat gij besloten zijt alles te doen, wat gij weet aan God behagelijk te zi jn; daarin bestaat de ware godsvrucht en de vurigheid welke God van u vraagt. En zelfs wanneer gij die vurigheid des wils niet in u zendt gevoelen, moest gij nog communiceeren, om die door middel van het Heilig Sacrament te bekomen ; want,1 zegt Ger-son, zich van de Communie onthouden omdat men geen vurigheid genoeg in zich gevoelt, is handeleu als iemand dio koud zijnde, niet tot hst vuur zou willen naderen, omdat hij niet warm is. Bovendien, bemerken wij met den heiligen Laurentius Justinianus,2 dat dit Heilig Sacrament zijne vruchten voortbrengt zonder dat wij het gewaar worden. Daarom geeft de heilige Bonaventura ons dezen raad:«Zelfs wanneer gij u lauw en zonder godsvrucht bevindt, laat niet na te communiceeren, maar betrouw op Gods harm-
(1) De Prap. aa. M. cons. 4. (2) De Discipl. mon c. 13.
41 VJJRSCUOONI.NGEN OM NIET
hartigheid; want, hoe kranker gij z;j:, hoi; meer gij den geneesheer noodig hebt.»1 Laat u ook niet bedriegen dour do gedachte, dat gij meer godsvrucht gevoelt, wanneer gij communiceert na lang ge-wacht te hebben. Wel is waar, hij die zelden eet, eet met meer smaaklust, maar hij wordt minder gevoed ;zoo ook,indien g;j zelden tot de Heilige Tafel nadert, zuit gij misschien ecu weinig meer gevoelige godsvrucht hebben, maar gij zult er minder vruchten uit trekken,daar u\'ve ziel beroofd blijlt van do sp;js die haar de sterkte zou geven om de zouden to vermijden. \'Houd dan zoo zeer niet aan do meer of min gevoelige godsvrucht; zorg maar te communiceereu om u inniger met God te vereeuigen, en wees verzekerd, dat gij hot altijd met veel vrucht zult doen, indien gij het mot dit inzicht doet.
V. Ik onlhoucl mij soms van de he lije
(l) Lieet tepide, tarnen liducialiter aceedat; quia lanto magis ipger Ciei;e?se liabet re\'iuintur uiedioutn, «uaulo majjis senserit sü u-grotuui. De Prof. rel. p. 2. c. 77.
DIKWIJLS TE COMMUNICEER ES. 4\')
Communie, uil vrees dal anderen, die mijne onvolmaaUheden kennen, mij Ie reehl verwijten te dikwijls te communieceren. — Ik antwoord : Icdermaal uw zielbestierder u aanraadt, te commnnicecren, en gij gelijk ik gezegd heb, het goed inzicht liebl, van door dit middel voortgang te doen in do liefde Cods, of ten minste, van n meer van de zonde te verwijderen, doe het zonder ongerustheid , rn laat andoren zeggen wat zij willen. Ik heb reeds het woord1 van den eerbiedwaardigen Pater Joannes van Avila aangehaald, die zeide : « Degenen misprijzen die dikwijls com-municeeren, is het ambt van den duivel vervullen.» En gij luistert naar zulke beoordeeling? Wil liever naar dezen raad van den heiligen Franciseus van Sales luisteren : «Vraagt men u, godminnende ziel, waarom gij zoo dikwijls rommuni-ceert, antwoord dat twee soorten van personen dikwijls moeten communieceren : de volmaakten, om volmaakt te
(1) Blailz. 23.
40 VERSCHOONINGEN OM NIET
blijven, en de onvolmaakten, om naar de volmaaktheid te kunnen streven ; de sterken, om niet zwak te worden, en de zwakken, om sterk te worden ; de kran-ken, om te genezen, en de gezonden, om de krankheid te vermijden. Voeg er bij, dat gij dikwijls moet communiceeren, omdat gij onvolmaakt, zwak en krank zijt.» De heilige besluit aldus : « Communiceer dan dikwijls, godminnende ziel, en zoo dikwijls als gij maar kunt, met den raad van uwen zielbestierder ; en geloof mij ; de hazen worden wit op onze bergen, omdat zij niet dan sneeuw eten ; en door aanhoudend de zuiverheid zelve in dit Heilig Sacrament te eten, zult gij geheel zuiver worden. 1 » Toen de heilige Francisca Romana op zekeren dag tot de Communie, ging, zeide haar de duivel : « Hoe durft gij het onbevlekt Lam ontvangen, terwijl gij geheel besmeurd zijt met de vlekken uwer dage-lijksche zonden ?» De Heilige, ziende dat
(1) Introd. p. 2. ch. 21.
DIKWIJLS TE COMMÜNICEEREN. 47 de vijand haar van de Communie wilde verwijderen, joeg hem weg en spoog hem in het aangezicht. Dan verscheen haar de Moeder Gods en prees haar over deze daad, er bij voegende dat onze fouten verre van ons te beletten tot de Communie te gaan, ous eerder daartoe moeten aansporen, dewijl wij in dat Sacrament het geneesmiddel onzer ellende vinden. Dit stemt overeen met hetgeen men in den Romeia-tehen Cathechismus leest,4 te weten, dat de dagelijksche zonden door middel der Heilige Communie vergeven worden, of wel, gelijk de heilige Thomas 5 en de godgeleerden zeggen, zij doet do ziel akten van goddelijke liefde verwekken door dewelke men de vergiffenis der dagelijksche zonden bekomt.
VI. Ik heb den tijd niet om mij behoorlijk voor te bereiden. — Hoor wat ik hierop antwoord : Indien gij den tijd in nutte-looze bezigheden of gesprekken verspilt, zijt gij onverschoonbaar ; maar laten de
(I) P. 2. u. 4. q. 40. (2) P. 3. q. 7 9. 5. 4.
4S VEnSCHOONIXGEtf OM NIET
lilicbtcn van uwen staac u den tijd niet dien gij verlangt, weet dat gij er cene goede voorbereiding van maakt tot de lioilige Communis, indien gij ze vervult met eene zuivere meening van aan God te heilagen. Ongetwijfeld hebt gij reeds ergens bet volgende voorbeeld van de beiiige Maria-Magdalena van Pazzi gelezen ; op zekeren dag was zij bezig met brood te bakken, f oen zij voorde Communie boorde luiden ; aanstonds in verrukking opgetogen, ging zij commur.i-ceeren, roet het deeg aan de banden. Ook zeide zij tot hare zusters : « Offert aan Cod als voorbereiding al wat gij te doen hebt j verricht alles met de rneening van aan Cod te behagen, en gaat dan com-munieeeren. \' » Cij moet dan nooit de Communie achterlaten, omdat gij den tijd niet hebt gehad u daartoe voor te bereiden, wanneer gij door het vervullen van eenen plicht zijt belet geweest, door zieken bij te staan, of door eenig ander
(1) Copari, cb. 43.
DIKWIJLS TE COMMUNICEEREN\'. 40 liefdewerk dat niet kan worden uitgesteld. Maar zorg dan, zoo veel mogelijk, alle onnoodige gesprekken en bezigheden ie vermijden; en wanneer gij voorzie! dat gij, op don dag zelve der Communie, den behoorlijken lijd niet zult hebben om u voor te bereiden, tracht ten minste in den vorigen avond eenige voorbereiding te maken, met eene godvruchtige lezing te doen en voorop do akten Ie verwekken voor den volgenden dag ; of wel, sta een weinig vroeger op, indien gij kunt, om ten minste eenige oogenblikken tewinnen.
Vil. Mijn biechtvader is niet genegen mij dikwijls ie laten communieeeren. — Indien uw biechtvader niet wil, moet gij gehoorzamen. Dan in de plaats dersacramenteele Communie doe dikwijls geestelijke Communiën , en zeg tot Jezus :« Heer ! ik verlang u dikwijler te ontvangen ; maaide gehoorzaamheid verbiedt het mij.» Jezus zal uw verlangen en uwe gehoorzaamheid gunstig aannemen. — Maar, indien uw biechtvader u niet zegt dik-
4
igt;0 venscircnvixr.r^ ou ntet wijlcr tot dc Commnnio te gaan, waarom vraagt gij het hem niet? Deze vraag is geenszins legen, maar geheel volgens de volmaakte gehoorzaamheid ; want, om de Comnuinie meer of min dikwijls toe te \'alen, regelen zich do biechtvaders naar liet verlangen dat hunne biechtelingen te kennen geven. Deze goddelijke spijs, gelijk ik hierboven gezegd heb, 1 is alleen zeer voordeelig aan hen die er hongerig naar zijn ; zij is weinig voordeelig aan de zielen die ze weinig verlangen. Met d3 Communie niet te wallen vragen, toont gij dat gij ze niet zeer verlangt; daarom aarzelt uw biechtvader ze u dikwijler toe te staan. Waarom dnet gij niet gelijk de heilige Catharina van Siënna, die, ziende tiat haar biechtvader haar de Communie weigerde, herhaalde malen uitriep : lt;c O mijn Vader! geef aan mijne ziel haar voedsel ! geef aan mijne ziel haar voedsel !» Indien gij die heilige begeerte mat ootmoedigheid en onderwerping toondet,
(t) Blad/. 31.
DIKWIJLS TE COUMU.VinEEBEV. SI zou uw biechtvader anders handelen : maar indien hij bemerkt dat gij latnv zijt, indien \'lij ziet dat gij licht met zijne weigering te vredon zijt, zal hij het voorzichtigoordeelen u niette verplichten dikwijler te comrminiceeren.
AANWAKKERING OM DIKWIJLS TE COMUU.VI-CEEREX.
O welken spoedigen, en gedurigen voortgang in Gods liefde, gelijk de ondervinding het leert, doen de zielen die, met een heilig verlangen en met toelating van hunnen zielbestierdor, dikwijls commu-niceeren ? Hoe wonderlijk trekt de Heer ben tot zijne heilige liefde I Wel is waar, niet zelden, om ze in de ootmoedigheid en in de onderwerping te houden, doet Hij het hun niet kennen, maar laat Hij ze in do duisternis, zonder den minsten
!)2 AANWAKKERING OU DIKWIJLS govonligon troost.; doch,volgensdeheilige Tlicrosia, is er juist voor dio bedrukte zielen geen betere ondersteuning dan dikwijls communicceren. Men zegge wat men .wil; wat zeker blijft, is, dat gewoonlijk, de kloosters waarin de meeste vurigheid beerscht, diegenen zijn waarin men het meest communiceert; en de meest voorbeeldige personen die zijn welke het njeest communiceeren.
Mijn God ! waartoe al die niets beduide n d e versch oon i n gen ? d at z ij, d i e ze 1 den communiceeren de waarheid spreken, en bekennen dat zij niet dikwijls willen communiceeren, om zich niet te ver-plichlen een meer ingetogen leven te leiden, en zich meer vnn de schepselen en van de aardsche vermaken te onthechten. Men weet wel dat dikwijls communiceeren niet kan samen gaan met nnUelooze vermaken, met wereldschc vriendschapper., met ij delheid . zelfbehagen, goede sier, en andore dergelijke onvolmaakUicden. Ziedaar waarom men zich onthoudt van
TE COMMUNICEER EX. £gt;lt;J
dikwijls te coiimiuuiceercn. Men vreest de iawendige venvijtiugen welke Jezus doel liooren, zoo dikwijls men Hem in zijn Sacraiueut van liefde ontvangt, in een woord, uien nadert tot Hein zoo zelden, omdat men met meer vrijheid wil leven.
Wat zegt gij er van, geliefde ziel ? Is dit uwe afbeelding? Indien het zou is, zeg ik u zeil, het betaamt niet dal gij Jezus zuo dikwijls ontvangt, omdat gij Hem zuu weinig bemint, en zuo weinig verlangt liem te bemiiu.ea. Maar let wel uj) dat die eigeuzinuige lauwheid, waaruit gij kunt en niet Wilt opstaan, u niet eensdaags in den afgrond due vallen. Aeh ! sta up zonder vertoeven, rijs up uil zulken elleudigen slaat; seheuk aan l.iod het overige van uw leven, dat mis-•■■ehieu weldra zal eindigen ; veibelei u zou goed gij kunl, en Iraeht dikwijls te cunimunieeereu maak geene moeiclijk-lieid meer om tut de Heilige iafel ie naderen, zoodra uw bieelilvadcr liet u
54 AANWAKKERING UM DIKWIJLS toelaat, en laat zeggen wat men wil. Vrees niet bij de dood er van rekenschap aan God te moeten geven, gelijk gij mij jpwerpt; ik zeg en verzeker u, dat gij in uw sterfuur u niet zult berouwen over de communiën die gij zult gedaan hebben met toelating van uwen biechtvader ; maar wel over die welke gij kondet doen, en door nalatigheid zult verzuimd hebben. üe heilige Maria-Magdalena van Pazzi zag eens eene ziel in het vagevuur lijden, om ééae Communie door nalatigheid te hebben achtergelaten. Van dien tijd af, gelijk men leest in haar leven,1 gevoelde de heilige zoo groote smart, wanneer eene harer zusters verwaarloosde te communiceeren, dat men haar menigmaal van droefheid zag weenen. En in alle geval, weet dat onder al uwe god-vruchtige oefeningen niets aangenamer is aan Jezus-Christus, dan Hem te ontvangen in de Heilige Communie. De reden daarvan is, dat al de volni^alvtljCid
(;) l\'ucciiii, p. I. U\'J.
TE COSIMU.VlCEEIir.N. 33
eener ziel in eeue iunige verceniging met. God bestaat, en dat de Communie haar op de volmaakste wijze method vereenigt. Ook zeide de heilige, waarvan ik zoo even sprak : « Ik zou liever willen slerven dan eene enkele Communie, die mij door do gehoorzaamheid is toegestaan , te ver-
VOOR UET INWEXOIC GEBED EN UK CUMMCNU;.\'
Mijn Welljeiniriile, mijiio Lii-\'HIe. mijn Lev en, mijne Kual, mijn eeuig lt;ined !
Ltjveii Jt\'/ua, Mui\'iu, Jua«[»li on Tlioresiu!
Dc geoadc- die wij aan God voor alle genaden moeten vragen, zejji de lieilige Frauciscus van Sales, is de gave zijner lielde; wij moeten dan trachten, door al onze geileden, al on/,e werken, al onze zuchteu, en al onze meeniugen deze heilige liefde, die de gaaf aller gaven is, van God te bekomen.
Men zal hier verscheidene verzuclitingcn vinden die eene godvruchtige ziel tol God kan slieren ; maar men moet opmerken, ten eerste, dat diegene, welke de liefde zelve in het hart verwekt, de beste zijn, er, ten
(•) Verlulirig vjirj (jen bamlschrift door tien II. AlpUunüus
Ml.
LIEFDEZUCflTKN TOT JEZUS, ENZ. f)7
tweede, dat wanneer de ziel zich door eene der volgende verzuchtingen, of door elk andere, mol God voelt, vereenigen, zij niet moet voortgaan, maar er ziqh bij ophouden, en dezelfde verzuchting herhalen, zoo lang men er door bewogen wordt en er voedsel in vindt.
Mijn God ! voor uwe voeten neergeknield , vraag ik U, geene vermaken, nocli rijkdom, noch eer, maar alleen uwe liefde; cn bij iederea sUi[i dien ik doe, bij iederen oogslag, bij iedere adeinhaling, heb ik de inoening Uuwo liefde lo vragen.
Mijn leOr beminde Jezus 1 (lij hebt gezegd dat Gij U laat vinden zelfs dour die U niet zoekt, en (üj hebt mij lot nu loe gezocht, wanneer ik II vludi\'tc; zult Gi j mij dau vluchten, nu ik U zoek, en nie^s zoek dau U ?
Ah ! gewuardig U mij aan IJ tc binden met die zoete banden met welko Gij degenen aan U verbindt die IJ bemimicu ; maar bind mij zoo dat ik mij nooit racer van U seheido.
58 LIEFDEZUCHTEN TOT JtZÜS VOOR HET
Ontsteek mij met uwe liefde. Ah ! een enkel vonkje dier goddelijke lielde zou genoeg zijn om mij alles te doen vergeten; maar ik ben niet met een vonkje te vreden; ik wil eene vlam, ik wil duizend vlammen, ik wil eenon brand, die terstond ia mij alle genegenheid tot de schepselen verslinde eu mij geheel vour U alléén doe branden, o eenig en oneindig Goed !
Ik geef mij geheel aan U.Zult Gij mi j aannemen ? Gij hebt gezegd dat Gij hem die tot U komt, niet kunt verstooten. 1 Oh! mijn God! neem mij aan, neem mij geheel en al, en vereenig mij zoodanig met U, dat ik aan niets denke dan aan ü, niets beminne dan ü, niets zoeke en niets begeere dan U; wees Gij het eenig voorwerp van al mijne gedachten, van a\'. mijne liefde, van al mijne verlangens.
Ah 1 Gij die mij waarlijk bemint, zeg mij: wat wenscht Gij van mij te bekomen voor zoo veel barmhartisheid die Gij mij
(1) Eum qui venit ad me, non ejiciam foras. Jo 6. 37.
INWENDIG GEBED EN DE COMilüNIK. :gt;!t
bewijst, voor zoo veel uitnoodigingen die (jij doet, voor zoo veel verlichtingen dio (ïij mij schenkt ? Wilt (iij mijn arm hart ? Ziedaar, neem het; ik geef het II geheel en al.
IJdele schepselen, wijkt van mij ; gij zult mij niet meer zien. Vraagt mij geene genegenheid voor u meer, dewijl ik niets meer van u wil. (leeft uwe vermaken,mve goederen, uwe eer, aan wie ze vraagt; voor mij, ik heb Hem gevonden dien ik bemin en die mij bevredigt. 1 Hij die alleen mijne liefde verdient, heeft ze geheel voor zich genomen.
Mijn Welbeminde I onthecht mij van al wat God niet is. Kom zelf mij vertroosten, wanneer ik bedroefd ben; ondersteun mij, wanneer ik den moed verlies; en kastijd mij ook zelf, wanneer het noodig is. Ik zal uwe liefdevolle hand kussen, die mij slaat uit goedheid voar mij. Zend mij alle straffen over, als Gij
Tuven: quera deligit anima inca. Cuut. 3. 4,
00 LIEFDEZUCHTEN TOT JEZUS VOOR HET
mij maar niet van liet geluk berooft u te beminnen.
(ielukzalige zielen, die in dat schoon vaderland der liefde woont, wéar alles liefiie ademt! Zegt ons iets van de schoonheden uws Welbeminden, dien gij nu van aanschijn tot aanschijn aanschouwt; doet ons van liefde branden, ons arme ballingen hier beneden, opdat wij Hem ook door de liefde zoeken.
Maar ik wil liever met de Bruid van uv/ Hooglied zeggen :1 Kom, o Heilige Geest ontsteek in het binnenste mijner ziel, het. vuur uwer goddelijke liefde ; dan zullen lieldezuchten ton hemel stijgen en het. hart van mijnen God bevredigen.
O Jezus, zoet voorwerp mijner liefde ! wond mijn hart met oen dier vurige schichten die do zielen aan al wat gij niet zijt,doen sterven, om ze alleen door uwe liefde te doen leven.
Mijn Welbeminde ! dewijl Gij mij op
Auster; pciQa hortum mcum, ot flun f • ymata illius. Cuut. 4. lü.
INWENDIG G Eli ED EN DE COMMUNIE. Cl
nieuw tot uwe liefde roepf,, door mij te verlichten cn mij uwe slem te doen lioo-ren, ik bid IJ, mij tot U te trekken, en mij niet te verlaten, alvorens tiij mij geheel aan U gehecht ziet.
0 mijn God ! reeds voel ik een groot verlangen om U te beminnen ; maar ik gevoel m ij zoo zwak om daartoe te geraken. Geel\' gij o Heer! die mij dit verlangen ingeeft, ook de kracht om hetzelve te volbrengen; geef mij al de liefde die Gij van mij verlangt. Gij die mij door uwe genade de rijkdommen uwer Goedheid doet kennen ; geef dat ik haar beminne zoo veel ik kan, en zoo veel ik haar verlang te beminnen.
Beminnende zielen, gij die in deze wereld niets anders zoekt dan God, verheft de stem, en doet aan de arme dwazen die de wereld beminnen, hegrijpen, hoe veel meer tevredenheid Jezus zelf, door do gave zijner liefde, aan zijne dienaren in dit tranendal bezorgt,dan de wereld aan hare aanhangers zou kunnen geven door
f)2 LIEFnr.Z(ICHTF.\\ TOT JE/MS, ENZ.
zo tö overladen mot al liare goederen.
Heer ! verleen mij uwe liefde, en ik v.rzaak aan alle andere goederen die Gij mij kunt geven. Geef dat ik ü beminne, en ik sta toe, van alles beroofd te zijn, veracht, verlaten van geheel de wereld, overladen met alle kwalen ; want geene smart is bekwaam eene ziel te kwellen die ö uit geheel haar hart bemint.
Bboedeb Alphonsus.
VÓÓR DU H. COMUUME.
Waarom, mijn ziel, nog langer toeven !
Remin die u zijn liefde biedt;
L\'w God is \'t, die uw liefde bedelt.
En gij, o niensch, gij schenkt ze niet?
Gedenk de liefde, die Hij toonde .
Toen Hij verbrijzeld en veracht Zich naaglen liet aan \'t scha ml lijk kruishout En stervend Zich ten offer bracht.
Wat grooter weldaad kon Hij schenken,
L\'w allerminnelijkste Heer!
Wat, om uw harte zich te winnen. Wat kon Hij,spreek, watkon Hij meer?
En toch was Hij noch niet tevreden Hij vindt zijn laatste middel uit Waardoor Hij zijn aanbidlijk Harte Op \'t innigst aan het uwe sluit I
64 LOFZAXG.
Hij wil do spijs zijn onzer zielen,
lüj ons liior blijven op dccz aard,
Hot opperst flood, quot;t oneindig Wezen Wordt onder schijn van brood bewaard.
\'T is om zijn Hiocd mot \'t uw te menglen Dat, Hij noodt ten vrlondendisch
Dat Hij u spijst met\'t brood der Englen t)at u liet Brood des levens is.
Kn gij, mijn hart! bij zulke vlammen Ontsteekt gij niet in liefdegloed ?
Mijn ziel! Rij geeft u niet gewonnen ■ Rij zulk een liefdes ov.crvloed\'?
Ja, geef n over, min uw Jezus,
Die alle liefde waardig is ;
Ontvang, mijn ziel dien pand van liefde En nader tot zijn heilgen disch.
■; \'■ ■■ ■ \' ./ ►gt;• \'.v,;
\' V ; , \'■ •/\' •\'
7 \' ,; ■ ■ ■- ; -■ :^ v---\' ■ ■ f.
■ .L\'y:67:(\'
/V^. ._p ■ ■■
: ,■ v.--\' VV .■? ;
A\': / te . ■ ■ \'■ v ■ ■\' V - -
\' ■ 1 fv ■ ■ \' . ■■\' ■ ■: quot;
■\' ■ • •.■ V -. ■gt;/( \' ;■ ■gt; ,.y • -
\'■ •. V , -v/v,.\'. ■
\'. .I ■ \' • !■■ ■ amp;amp;i? \' Vs«y.*;\'•■ :V:
V,\'! \'-F\'. \' ■\'• \'■ ^ Ji \'quot;■•■; lt;■ , ■\'
\' 1 - \'Vquot; l\': \'■ -■ • f ;
\\vvquot; - . ; • M ^ \'i \'r \'v uV
. i ■ V\'r- ■■■ v?quot;
■ \' \' \' - . /
■ •-.* - .vgt; ■ ;■ ■\' ■■ ■.
• ■ ■ ,/ ■ ■- ■■ i\'- \' .\'c . ïr\' ■ ,c - ■ ■ •\'
- \' .,•.■■\'■^.7. ,\'77 ;77gt;7v \' ; \' / . ■ \' . , : ■
% quot;fi* \' \' • ■\' \' quot; ■ 7 . « . ,
V:- ■ :: ■:ly:\'7;v7-7. \' 7;\'-: .\'7 ^7 \' - - • .■■■•• :•■ 7 , 7\' ? ■
.r-: : ■ 7-^:.-,; • , :■ \'- ,
;, : ; ■ ■ ■ 7 ■\' •\'
\' I
. 1
•\' \',7- ■\'\'v; •I\'1\' gt;. \' \'V- , .■ •
ïX-i :ij V «■; / :■ . - : : ■ \'■ ■ ; y gt;.
, 4 .1 1 . , /\', ■■ , \'\'i- i\' y K \' ■
- ■ ■ ■,quot; . I ■ gt;o.;
■ \' x :j ■ ; \' I ■ ■ . ■■■\' ■ ■■ ■ \' v.\'
-
■ ïquot; *■•
YK .. \' ■ : ■■ V-- , \' ■ •\' . ■\'lt;■■ ■gt;
■■■ ■; ■■ ■■■■■ \' ^ - ■ \'V
■ ■ r