VAN
Bcrnatlcffa Soul) ivo us van Louriles.
KAAK HET FBATISCH VAN
H E 3Sr HI T-.A.S3SKPiE,
HEWKR,K\'l\' DOOR
3
Ij Ui\'
.Mgr. Karri. Pkcci, (Z. H. Paus Leo XIÏT), de
Je Beschaving. ..... J. H. M. Aeiisskn. Het Pausdom, gr. 8°. Maria ons voorbeeld, Meimaand.
De Meimaand geheiligd. .... Quadrupani, Grondregels tot bemoediging. Handboekje O. L. Vrouw van Goeden Raad ; Lebom. Maria of de Schoonheden.
De Zeven Smarten der Allerheiligste Maagd De Zeven Woensdagen van den H. Joseph. Onmisbaar Handboekje der Godvruchtige Zielen Nieuw volledig geestelijk Rozelaarken. De Rozenkrans door oen Predikheer.
Leven H. Barbara. ..... De Kleine Maand van het H. Hart van Jesus Idem in losse blaadjes voor Trekbviefjes
Kerk en ƒ 0,60
- 0,10 - 0,10
YAN
(Icrnabeifa Soutirows tan Houvbes.)
NA AH HET FEAN3CH
VAN
HEig-RI LASSERRE,
BEWEKKT DOOR
■^S^ezamp;^ia^rv^r-.__
E2DXT-AÜ3Zgt; quot;V^^ST quot;WtEES-Snelpers Boek- en Huziekdrukkerij. f 188Ö ~ v
Datara in UOEVE!f, hic 14» Apriiis 1880.
C. VAN DER VEEKEN, Lihr. Cemor.
KnelpcrEdrut, Eduakd van Wees, Breda.
Overeenkomstig de voorschriften van Onze Moeder de H. Kerk verklaren wij uitdrukkelijk:
Dat wij, zonder eenig voorbehoud, aan het oordeel van den H, Stoel alles ondencerpen, ivat wij schrijven ;
Dat wat de luitengewone genezingen letreft, waarvan wij spreken [zelfs dan wanneer wij het gewone woord Mirakel gebruiken, en dat wij de omstandigheden er van doen uitkomen, die ons de goddelijke tusschenkomst schijnen te bewijzen)^ wij volstrekt het bovennatuurlijk karakter daarvan niet willen beslissen en aan onze woorden geene andere kracht willen geven, dan die van eene zuiver geschiedkundige getuigenis;
Dat, wanneer het ons gebeurt, ons, bij het spreken over vrome en eerbiedwaardige personen, te bedienen van de door de H. Kerk in de processen van heiligverklaring steeds gebruikte termen, wij daardoor geenszins het oordeel van den H. Stoel willen vooruitloopen, aan wien uitsluitend het recht toekomt in zulke zaken uitspraak te-doen.
Henhi Lasserhe.
VAN
(Bernadetta Soubirous van Lourdes.)
et schijnt eene geheel afgesleten opmerking, dat de wereld vol is van de scherpste tegenstellingen: boozen en goeden, rijken en armen leven naast en onder elkander, terwijl de hut des armen dikwijls slechts door een enkelen muur van de woning des rijken gescheiden is. Van den eenen kant, al de vermaken en genoegens, al de vreugde en pracht van een weelderig en gemakkelijk leven; van den anderen kant al do bitterheid der armoede, koude, honger, ziekte, de geheele droevige stoet der menschelijke smarten en ellenden. Rond de rijken , eerbewijzen, schaterende bezoeken, luidruchtige vriendschapsbetuigingen ; rond de armen, onverschilligheid,
ZUSTER MARIA BEIINAEÜ
eenzaamheid, verlateaheid. De wereld schuwt den arme, hetzij dat zij vreest voor zyne openlijke of stilzwijgende, altijd lastige vragen, hetzij dat zij het aanschouwen der armoede als een verwijt aanzien. De rijken vormen onder elkander een afgezonderden en uitsluitenden kring, dien zij ia hunne trotsheid »het goede gezelschapquot; of »den goeden toonquot; noemen, en beschouwen al wat niet tot hunne klas behoort, al wat buiten hen is, als hunne aandacht onwaardig. Als do rijken, zelfs degenen die goed zijn, een behoeftigen werkman werk verschaften, beschouwen zij hem als een beschermeling, als iemand die veel minder is dan /ij; zij hebben voor hem diezelfde wijze van handelen , diezelfde achting niet over, die zy voor lieden van hun eigen staat hebben. Eenige weinige christenen uitgezonderd, houdt niemand zich met den arme bezig als met eenen broeder. De Heiligen niet medegerekeud, die in onzen tijd, helaas! zoo dun gezaaid zijn, — wie zou het denkbeeld opvatten, aan eenen arme denzelfden eerbied te bewijzen als aan eenen overste ? In de eigenlijk gezegde wereld, in de wijde wereld, staat de arme bijna geheel verlaten. Is het niet alsof hij onder den last des arbeids hezwijkende, door behoeften nitgepnt, versmaad en veracht, dooiden Schepper vervloekt is? Welnu! juist het tegenovergestelde is waar: hij is de welbeminde van den algemeenen Vader. Terwijl de wereld
HET LEVEN TAN
voor altijd vervloekt is door het onfeilbare woord van Christus , zijn de armen , de Igdenden, de nederigen, de geringen voor God het »goed gezelschap het uitgelezen gezelschap, waarin zijn hart behagen schept. — »Gij zijt mijne vriendenquot; heeft hij hun in het Evangelie gezegd. Hij doet nog meer, hij vereenzelvigt zich met lt;3e armen, en opent den hemel slechts voor de rijken, ouder voorwaarde dat zij de beschermers en weldoeners der armen geweest zijn: »Wat gij aan den minste dezer veriatenen zult gedaan hebben, dat hebt gij aan Mij gedaan.quot;
Toen de Zoon Gods op de wereld kwam om ons vrij te koopen , wilde Hij dan ook te midden der armen geboren worden, leven en sterven, en zelf arm zgn. Onder de armen nam Hij zijne apostelen, zijne voornaamste leerlingen, do eerstgeborenen zijner Kerk. In de reeds lange geschiedenis dezer Kerk heeft Hij over de armen in het algemeen zijne grootste geestelijke gunsten uitgestort. Ten allen tijde, met zeer weinige uitzonderingen, zijn de verschoningen, de visioenen, de bijzondere openbaringen het voorrecht geweest van die behoeftigen en geringen , welke de wereld veracht en versmaadt.
Wanneer God in zyne wijsheid goedvindt, zich aan de menschen te toonen door geheimzinnige verschijnsels, dan neemt Hij, evenals een koning die op reis is, zijnen intrek in het huis van zijne gunstelingen en bijzondere vrienden.
6
ZUSTER MARIA BESNAUD
Sn daarom kiest Hij gewoonlijk de woning der armen en der geriagen.
Sedert bijna tweeduizend jaren wordt het woord van den apostel bewaarheid: »God heeft t\'e zwakken der wereld gekozen om de sterken te beschamen.quot;
Ook in de verschijning van de Moeder des Heeren te Lourdes, in het zuiden van Frankrijk aan den voet der Pyreneën gelegen, heeft deze waarheid schitterend uitgeblonken. Bernadetta Soubirous toch, aan wie het gegeven was de •Onbevlekte Moedermaagd in onuitsprekelijken luister en schoonheid te aanschouwen, die do klanken harer hemelzoete stem, benevens ondoorgrondelijke geheimen , uit haren mond mocht opvangen, was eenvoudig en onwetend. Nooit had zij ter scliole gegaan; ternauwernood kende 7.ij de allereerste beginselen van den Cathechisruus en geen ander gebed dan het rozenhoedje, doch hetwelk zij ook niet moede werd op te zeggen, terwijl zij hare schapen hoedde in de velden van Bartrh,. een dorp in de nabijheid van Lourdes, waar bare ouders haar, bij de geboorte van hun tweede kind, tegen betaling van vijf franken \'s maands hadden uitbesteed. Zij behoorde ongetwijfeld tot de armen onder de armen. want op den dag dat de allerzoetste Moeder des Heeren, haar voor de eerste maal verscheen, was er in het huis harer ouders zelfs geen brandstof aanwezig om het sobere middagmaal te bereiden.
7
HET LKVKN VAN
Die dag was de lle Februari 1858 en in zeer vele huizen heerschte zeker eene luidruchtige en ongepaste vroolijkheid, want het was een der vastenavonddagen, doch Bernadetta ging met hare jongere zuster en een buurmeisje buiten de stad hout sprokkelen voor hare ouders, welke ondanks zwareu en onvermoeidcn arbeid slechts met moeite in het onderhoud van hun gezin konden voorzien. En zie aan die arme, die kleine, aan die ziekelijke en onwetende Bernadetta verschijnt de heilige Moeder des Heeren., en in een tijdsbestek van zes maanden herhaalt zich achttienmaal die verhevene verschijning, dra door tal van onloochenbare wonderen gestaafd en bevestigd.
Ruim twintig jaar zijn er nu (1880) ver-loopen, sedert de Allerhoogste aldus dat arme en eenvoudige landmeisje tot een zijner werktuigen uitkoos. Het drieste ongeloof, afkeerig van alles wat den mensch boven het stof dezer aarde verheft, heeft niets onbeproefd gelaten, wat strekken kon om het bovennatuurlijke dier verschijningen in twijfel te doen trekken, doch heeft zich de tanden stomp gebeten op de klaarblijkelijkheid der feiten. Mannen van wetenschappelijke vorming, die alles langs natuurlijken weg willende verklaren , met vooringenomenheid zoo niet met geheel vijandige bedoelingen, de gebeurtenissen, die aan de grot van Lour des plaats hadden, aan een nauwgezet onderzoek
8
ZUSTKR. MARIA BERNARD
9
onderwierpen , zijn voor het klaarblijkelijke der feiten en het overtuigende der bewijzen gezwicht en hebben der waarheid hulde gebracht. Voor hen, voor die raanuen der trotsche, ongeloovige wetenschap was het water bij de grot van Lourdes ontsprongen, eene bron van genezing voor de blindheid van hunnen geest. Ook de bevoegde kerkelijke overheid heeft na een grondig onderzoek uitspraak gedaan en thans is de naam van Onze Lieve Vrouw van Lourdes in de ge-heele katholieke wereld bekend, bemind, vereerd en aangeroepen. Uit alle oorden der wereld stroomen jaarlijks duizenden en nogmaals duizenden pelgrims naar die gezegende jMek en velen zijn er door de bovennatuurlijke geneeskracht van het water der grot bevrijd geworden van kwalen en ziekten, door beroemde genees-heeren voor volkomen ongeneeslijk verklaard. De menigvuldige wonderen door Gods genade en almacht te Lourdes uitgewerkt, de omstandigheden zelve, waarmede de wondervolle verschijning van Onze Lieve Vrouw te Lourdes gepaard ging, zijn zoo algemeen bekend, dat het geheel noodeloos mag geacht worden, die ■wondervolle gebeurtenissen nogmaals in het licht te stellen. Doch wat was er intusschen geworden van Bernadetta Soubirous, de kleine en arme herderin der Pyreneën? Dat te verhalen op het voetspoor van Henri Lasserre, die zelf door het gebruik van het water der grot
HET LEVEN VAN
van eene zware verduistering der oogen genezen is en die uit dankbaarheid een prachtig werk ter eere der 11. Moedermaagd heeft geschreven, hebben wij ons voorgenomen op beknopte wjjze ia de volgende bladzijden te doen.
II.
ü
p het tijdstip, waarop do verschijningen plaats hadden, — van 11 Februari tot 16 Juli van dat jaar — was Ber-nadetta, zooals wij boven reeds aanstipten, nog zeer onwetend, zelfs in de geheimen van onzen heiligen godsdienst. Sinds eenigen tijd echter bezocht zij den Cathechismus, om zich voor te bereiden voor hare eerste H. Communie en ging ook ter schole bij de Zusters van Nevers, die te Lour des eene afdeeling gevestigd hadden. Met eene engelachtige vurigheid ontving Bernadetta, den 3n Juni 185S, voor de eerste maal haren Schepper en Verlosser in haar vlekkeloos hart. Hoe vurig zal zij zich met Jesus onderhouden, hoe innig de H. Moedermaagd bedankt hebben! Gedurende twee jaren bleef zij nu nog de school der Eerwaarde Zusters
10
ZCSÏEK MARIA BEUNARU
bezoeken en eenigo maanden na het feest barer eerste II. communie, werd «g, tot hare groote vreugJe, opgenomen in de Congregatie van de H. Maagd, waarin zij allen door hare zoete en oprechte godsvrucht stichtte.
Intusschen bleef Bernadetta, evenals hare ouders, in de grootste armoede verkeeren. Van alle zyden werden hun hulp en onderstand, rijke geschenken of aanzienlijke geldsommen aangeboden , doch standvastig werden alle aanbiedingen afgeslagen en nooit werd door de Soubirous het geringste stoffelijk voordeel aangenomen. Op zekeren dag wilde eene aanzienlijke vrouw, na zich geruimen tijd met Bernadetta onderhouden te hebben, in eene beweging van vurigen eerbied, begrijpelijk genoeg voor diegenen , welke Bernadetta gekend hebben, haar rozenhoedje van kostbare parelen tegen dat van het arme kind verwisselen. Doch Bernadetta, het nederig werktuig harer gebeden toonende, antwoordde:
— Behoud het uwe, mevrouw; ziehier het mijne; ik wil het niet verruilen. Het is arm gelijk ik en komt beter met mijnen shiat overeen.
Een ander maai poogde een geestelijke haar een geldstuk te doen aannemen. Zij weigerde dit, maar hij drong aan en op eene nieuwe weigering van hare zijde, zegde de priester;
— Neem het maar; gij behoeft het niet voor u tc houden. Geef het aan arme lieden en gij
11
HET LEVEN VAN
zult alzoo het genoegen smaken eene aalmoes te geven.
Bernacletta echter antwoordde:
— Welnu, mynheer, geef zelf die aalmoes in mijnen naam; dit zal heter ziin, dan of ik ze zelf gaf.
Reeds vroeger, in de eerste dagen der verschijningen , was eene poging der vrijdenkers, om de Sonbirous van bedrog en winstbejag te overtuigen, geheel mislukt. Tegen den avond trad een heer de armoedige woning van de Sonbirous binnen en, na met schijnbare belangstelling en geestdrift uit den mond van Ber-nadetta het verhaal der wondervolle verschijningen vernomen te hebben, drong hij er op aan, dat zij eene goed met goudstukken gevulde heurs uit zijne hand zonden aannemen.
Doch de Soubirons weigerden, in den beginne beleefdelijk eindelijk met verontwaardiging, en zijne woede verbijtende, zoo als eene buurvrouw getuigd heeft, die getuige was van dit tooneel, moest de heer zijne beurs terugnemen en onverrichter zake heengaan.
Bernadetta wilde God om niet dienen en zonder hare edele armoede te verlaten, de zending vervullen, die zij van Boven ontvangen had. En toch ontbrak in de arme woning harer ouders niet zelden het dagelyksch brood.
12
III.
olgcns het bevel, door de H. Maagd aan Bernadetta gegeven, dat op de cp plaats der verschijning een bedehuis zou worden opgericht, verrees, nadat de Kerk bezit genomen had van de rotsen van Massabiella, op den rotsachtigen bodem een heerlijk kerkgebouw. Groote moeilijkheden waren daarbij te overwinnen, doch de ijver der ge-loovigen kende geene offers te zwaar en de standvastigheid van Mgr. Peyramale, pastoor van Louvdes, die door den bisschop van Tarhes, met het toezicht over het bouwen der kerk belast was, deinsde voor geeue hinderpalen achteruit.
Somtijds, wanneer de avond de werklieden van den bouw verdreven had, kwam een klein meisje nederig voor de grot neerknielen en uit de wondervolle bron eene teug water drinken. Het was een kind in schamele kleeding, dat vurig zijn rozenhoedje bad en de Onbevlekte Ontvangenis aanriep, opdat zij vergiffenis zou verwerven voor de zondaars. Met dankbaarheid blikte het naar de zich verheffende muren van het heiligdom omhoog en daalde, met stille vreugde in het hart, weder af naar de stad: dit kind was de bevoorrechte des Heeren, het was Bernadetta.
HET LEVEN VAX
Zes jaren waren nu sedert de verschijningen verloopen en den 4n April 1864 zou de Kerk plechtig bezit nemen van lt;Ien grond der Mas-sabiella rotsen door de onthulling van een heerlijk beeld der H. Maagd, hetwelk met al\' de praal, bij zulke plechtigheden gebruikelijk,, iu de nis zou geplaatst worden, waarin de Moeder van God aan de dochter der menschen was verschenen. De tegenstand van het fransche-gouvernement was geweken; degeloovigen konden nu vrij en ongehinderd aan de rots komen bidden en drinken. Evenals de godvruchtige pastoor ran Lour des, wachtte Bernadetta op dien gelukkigsten harer levensdagen, na die van de hemelsche verschoningen, waarop zij met eigen oogen de priesters van den waren God de ge-loovigen met opgeheven kruis en ontplooide banieren naar de rots der Verschijning zou zien geleiden. Doch geen van beiden mocht dat grootsche schouwspel gadeslaan. Terwijl geheel jubelde ter eere van Maria, lag Mgr. Pey-ramale machteloos aan het ziekbed gekluisterd, en de zilveren klokketonen drongen als het gebrom der doodsklok tot in zijne kamer door.
Wat Bernadetta betreft, God toonde ook haar zijne voorliefde, gelijk hg gewoon is het aan aijne uitverkorenen te doen, door haar aan de groote beproeving van het lijden te onderwerpen. Ook Bernadetta was door eene hevige ziekte aangetast. De goddelijke Voorzienigheid , misschien
14
ZUSTER MARI.V BERN Alii)
irgt;
voor haar ■welbemiBtl kind de bekoring der jjdelheid vreezende, onttrok haar het schouwspel van die ongehoord luisterrijke feesten, waar zij haren naam door duizenden monden zou hebben hooren toejuichen en dien naam van den stoel der waarheid zou hebben hooren verheerlijken. To arm om in hare eigene woning verzorgd te worden, was Bernadetta naar het ziekenhuis gebracht en lag daar op het bed der openbare liefdadigheid uitgestrekt, te midden dier armen, welke de wereld, die voorbijgaat ongelukkigen noemt, maar die Jesus Christus heeft gezegend, hen noemende de gelukzaligen van zijn eeuwig Koninkrijk,
e moeder van Bernadetta overleed den 8n December 1866, op den feestdag der Onbevlekte Ontvangenis. Door dezen dag uit te kiezen om de moeder aan de ellende dezer wereld te ontrukken, schijnt Diegene, welke tot het kind gezegd had:gt;]kben de Onbevlekte Ontvangenis,quot; de droefheid in het hart van Bernadetta te hebben willen matigen,
HKT LEVEN VAN
u
Zes jaren waren nu sedert de verschijuiugén verloopen en den 4n April 1864 zou de Kerk plechiig bezit nemen van den grond der Mas-sabiella rotsen door de onthnlling van een heerlyk beeld der H. Maagd, hetwelk met at\' de praal, bij zulke plechtigheden gebruikelijk,, ia de nis zou geplaatst worden, waarin de Moeder van God aan de dochter der menschen was verschenen. De tegenstand van het fransche gouvernement was geweken; degeloovigen konden nu vrij en ongehinderd aan de rots komen bidden en drinken. Evenals de godvruchtige pastoor van Lourdes, wachtte Bernadetta op dien gelukkigsten harer levensdagen, na die van de hemelsche verschijningen, waarop zij met eigen oogen de priesters van den waren God degeloovigen met opgeheven krnis en ontplooide banieren naar de rots der Verschijning zou zien geleiden. Doch geen van beiden mocht dat grootsche schouwspel gadeslaan. Terwijl geheel Xowrcks jubelde ter eere van Maria, lag Mgr. Pey-ramale machteloos aan het ziekbed gekluisterd, en de zilveren klokketonen drongen als het gebrom der doodsklok tot in zijne kamer door, Wat Bernadetta betreft. God toonde ook haar zijne voorliefde, gelijk hij gewoon is het aan zijne uitverkorenen te doen, door haar aan de groote beproeving van het lijden te onderwerpen. Ook Bernadetta was door eene hevige ziekte aangetast. De goddelgke Voorzienigheid , misschien
ZUSTER MARIA BERNARD
voor haar welbemind kind de bekoring der ijdelheid vreezende, onttrok haar het schouwspel van die ongehoord luisterrijke feesten, waar zij haren naam door duizenden monden zou hebben hooren toejuichen en dien naam van den stoel der waarheid zou hebben hooren verheerlijken. Te arm om in hare eigene woning verzorgd te worden, was Bernadetta naar het ziekenhuis gebracht en lag daar op het bed der openbare liefdadigheid uitgestrekt, te midden dier armen, welke de wereld, die voorbjjg.-iat ongelukkigcn noemt, maar die Jesus Christus heeft gezegend, hen noemende de gelukzaligen van zijn eeuwig Koninkrijk.
e moeder van Bernadetta overleed den 8n December 1866, op den feestdag der Onbevlekte Ontvangenis. Door dezen dag uit te kiezen om de moeder aan de ellende dezer wereld te ontrukken, schijnt Diegene, welke tot het kind gezegd had:» Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis,quot; de droefheid in het hart van Bernadetta te hebben willen matigen,
HET LEVEN VAN
eu haar, als aan een zeker onderpand van hoop en gelukkige verrijzenis, aan hare luisterrijke Verschijning te hebben willen herinneren.
Terwijl groote geldsommen bij elkander vloeiden om het grootsche kerkgebouw boven de grot te stichten, was vader Soubirous een arm molenaar gebleven, die met moeite van den arbeid zijner handen leefde. Zijne dochter Maria, die de Zienster vergezelde by de eerste Verschijning, was in het huwelijk getreden met een landman uit den omtrek, die evenals zijn schoonvader
molenaar is geworden.
* *
*
Bernadetta zelf had, volgens de uitdrukking van den goddelijken Meester, het beste deel gekozen. Zij was de verloofde geworden van den Hemelschen Bruidegom en had hare nederige plaats ingenomen onder de Maagden des Heeren.
Van welken tijd dagteekende de roeping van Bernadetta voor het kloosterleven? Niemand is in staat deze vraag met juistheid te beantwoorden, en zij zelve wist het waarschijnlijk niet. Al wat wij weten is, dat die roeping van zeer vroeg dagteekende en zeer waarschijnlijk eene ingeving des Hemels was.
Inderdaad reeds te Lourdes, en zelfs op den weg naar de Grot, terwijl groote menigten zich rondom hare schreden verdrongen, streefde Bernadetta er reeds, uit hare geheele ziel, naar, in de eenzaamheid des kloosters haar leven door
1G
ZUSTER MATUA BEENARD
te brengen in gebed en ingetogenheid, in stilzwijgen en arbeidzaamheid en in de zorg voor de verpleging der zieken. Zij verlangde daarna met al de vurigheid haars harten, doch durfde zich evenwel niet volkomen aan die zoete hoop overgeven.
Gedurende hare geheele kindsheid getuige geweest zijnde van de werkzaamheid en de deugden der Zusters van A\'evei-s, beschouwde zij zich zelf onwaardig, in hare rangen plaats te nemen. Da gedachte dat zij eenmaal eeue van de gezellinnen dier goede Zusters worden zou, scheen haar somtijds toe eene inblazing te zijn des hoogmoeds. Hare roeping, hue levendig en sterk ook, werd krachtig in haar bestreden door hare nederigheid.
Zij onderzocht en ondervroeg zich zelve;
— Waartoe zou ik goed kunnen %ijn? En in het bewustzijn van hare nietigheid geen antwoord vindende, legde zij op zekeren dag hare twijfelingen en bekommeringen op die punt bloot aau een eerbiedwaardig persoon, die gemachtigd was hare vertrouwelijke mededeelingen te ontvangen:
— Hoe zou ik mij bij ben durven aanmeldenï Hoe zou ik de waarde zusters dien nutteloozen last durven opleggen?
— Het is waar, mijn arm kind, dat gij tot weinig in staat zijt; maar ik heb u zoo jnist aardappelen zien schillen, men zou u in elk
2
17
HKT LKTEN VAM
geval in de keuken kunnen gebruiken ? En vare den kant der waarde Zusters zal het een werk zijn van liefdadigheid.
— En van zeer groote liefdadigheid ! riep het nederige kind uit, hetwelk de eer had gehad met de moeder van den driemaal heiligen God te spreken, en wier naam in alle werelddeelen weergalmd had.
Zeer dikwijls klopte haar gebed aan de deur des hemels om een raad te vragen of een bevel van Degene, wier onuitsprekelijk schoon gelaat zij hierbeneden niet meer zou aanschouwen, maar die onzichtbaar over hare welbeminde dochter bleef waken en door geheime ingevingen tot haar hart sprak.
Het kind van Maria ontving ongetwijfeld .\'iet licht, hetwelk zij afsmeekte. Omtrent het midden van 1865 vroeg Bernadetta aan de Zusters van Nevers, wier moederlijke goedheid zij op school zoozeer ondervonden had, dat zij haar als; postulante zouden gelieven aan te nemen.
De Eerwaarde Moeder Roques was alsdan overste: met vreugde opende zij hare armen voor Bernadetta.
Zij bracht nu nog een jaar in het hospitaal van LourJes door, waar zij met ijver de Zusters hielp in het verzorgen der zieken en het onderwijzen der kleine kindereu.
* *
*
Toen eindelijk het oogenblik om als novice
18
ZUSTER MARIA BERNARD
naar het Moederhuis te vertrekken , genaderd was, ging Bernardetta een laatste maal de gezellinnen harer jeugd en hare bloedverwanten omhelzen en riep allen een vroolijk wederzien in den hemel toe.
En op zekeren dag , zeer vroeg in den morgen , begaf zij zich naar de Grot; daar smolt zij, voor de heilige plek, waar de Moedermaagd haar verschenen was, in tranen en gebeden weg.
Zij nam afscheid van dien grond, waarop zoovele wonderen haddén plaats gehad, van die Grot, waarheen zij aan de geheele wereld den weg getoond had en van welke zij zich vrijwillig voor den geheelen duur van haar sterfelijk leven verwijderde.
Van welke aanroepingen ging dat laatste offer vergezeld ? Dat is het geheim van God, van de H. Maagd en van de Engelen.
Eenige oogenblikken later verliet zij de stad Lour des en sloeg den weg in naar Never».
10
V.
it was het einde van haar openbaar, en het begin van haar verborgen levers.
En aldus schreef Henri Lasserre in 1869, op de lantste bladzijden van zijn uitmuntend werk Onze Lieve Vrouw van Lour des:
»Bernadetta is niet meer te Lourdes.....
Men heeft gezien hoe zij bij verschillende gelegenheden de rijke giften eener godsdienstige geestdrift heeft afgewezen en weigerde open te doen voor het fortuin, hetwelk cian de deur harer arme woning kwam kloppen. Haar geest was vervuld van de gedachte aan andere rjjk-dommen.
— »Er zal een dag komen,quot; zoo hadden in den beginne de ongeloovigen voorspeld , » waarop iedereen weten zal welke belooning zy ontvangen heeft.quot;
«Bernadetta heeft inderdaad hare belooning gekozen en de hand op haven schat gelegd. Zy is Zuster van Liefde geworden. Zy heeft zich toegewijd aan de verzorging der armen en zieken, door het openbaar medelijden in de hospitalen opgenomen.
»Wat kon zij, na het schitterende aangezicht beschouwd te hebben van de Moeder des driewerf heiligen God, anders doen dan de teedere dienstmaagd te worden van hen, waarvan de
Zl\'STEB MARIA BEKgt;\'AKn
Zoon dier Maagd gezegd lieeft: »Wat gij aan den minsten dier kleinen doen zult, dat hebt gij Mij gedaan.quot;
» Het is bij de Zusters van Liefde en van bet cbristelijk onderwijs, zoo bekend onder den naam van » Zusters van Neversdat, de Zienster den sluier beeft aangenomen.
Heminnelijke en beminde orde, werkzaam als Martha en godvruchtig als Maria! Die orde paste voor Bernadetta, zooals het nest voor den vogel past, evenals de gonzende korf past voor de jonge bij.
gt;Elke religieuze familie heeft haar onderscheidend en bijzonder kenteeken. Het kenteeken der Zusters van Kevers is juist dat van Bernadetta: diepe en onverstoorbare zielevrede, eeuwige jeugd der ziel. Zij dragen het kruis van gehoorzaamheid en arbeid, van lijden en armoede; maar, zooals voor den H. Bernardus, heeft ook voor hen de liefde het gewicht ervan weggenomen. Wat het juk ook zij, het is zoet; welke ook de last zij, hij is licht. ïe midden van de beslommeringen des levens, vooraf het geluk des hemels beschouwende en smakende, hebben zij het gelukkige voorkomen van de Dochters des Allerhoogsten, cn hun zachtmoedig en innemend gelaat straalt altijd van den vrede des Heeren.
»Hier heeft de H. Maagd haar kind bezorgd , totdat zij haar in den hemel roepe.
21
HET LEVEN VAM
»De bevoorrechte van Onze Lieve Vrouw van Lour des heet nu Zuster Maria-Bernard. Wij liebben haar onlangs in haar geestelijk gewaad gezien in het Moederhuis hai\'er Congregatie, het klooster van St. Gildard. Ofschoon zij thans vijf en twintig jaar oud is, heeft haar gelaat nog al de bevalligheid der kindsheid. Zij bezit eene onvergelijkelijke bekoorlijkheid, eene bekoorlijkheid, die niet van deze aarde is en die de ziel opheft naar de hemelsche gewesten. In hare tegenwoordigheid wordt hel hart in dea-zelfs edelste godsdienstige gevoelens getroffen en men verlaat haar, geheel doortrokken van den geur dier vreedzame onschuld. Men begrijpt dat de H. Maagd haar beumid heeft. Overigens merkt men niets buitengewoons in haar op , niets wat den grooten rol doet veronderstellen, dien zij tusschen den Hemel en de Aarde vervuld heeft. Haar eenvoud heeft niet het minst geleden door do ongehoorde beweging, die rondom haar heeft plaats gehad.
» God bezoekt haar nog, niet meer door schitterende verschijningen, maar door de louterings-proef van het lijden. Dikwijls is zij ziek, en lijdt zg vreeselijke smarten. Doch Bernadetta lijdt ze met zachtmoedig en bijna vroolijk geduld.
22
VI.
en S11 Juli 18G6 was Bernadetta in liet klooster van Sird-Gildard aangekomen. De volgende week vierde \'/.ij er — den Iti Jali op het feest van Onze Lieve Vrouw van den Carmel — in de stilte van haar hart de laatste verschijning van Onze Lieve Vrouw van Lourde.s\\een en twintig dagen later nam zij het ordeskleed aan, dat zij niet meer zou afleggen.
Zij behoefde niet van naam te veranderen, doch behield de namen, die zij bij het H. Doopsel ontvangen had.
Van den beginne af was zij eene bewonderena-waardtge religieuze: Bernadetta had immers de 11. Maagd tot eerste noviciemeesteres gehad.
Willen wij hiermede zeggen, dat er niets menschelijks overbleef in dit kind, hetwelk door ■de eren ad e zoozeer bevoorrecht wasV Toonde zij
o
niet nu en dan eenige gebreken? Was zij niet somtijds driftigen ongeduldig in hare tegenspraak, wanneer zij meende, dat de waarheid of rechtvaardigheid werden aangetast? Liet haar levendig gemoed, haar rechtschapen en oprecht karakter, onder den invloed van een eersten indruk, nooit een eenigszins scherp woord ontsnappen?
Imlion wij zulks beweerden, indien wij verklaarden dat zy alle volmaaktheid had bereikt
het leven van
en hare voeten de aarde niet meer drukten, dan zou Bernadetta een middel vinden, om uit de plaats van glorie, \',v.?avin zij zich nu ongetwijfeld bevindt, ons te doen inzien, dat zij onze woorden afkeurt; zij zou ons weerhouden en zeggen; »Het was zoo niet.quot;
Zoolang Bernadetta nog op de aarde was,-wn.ar gestreden moet worden om verdiensten te venverven , zoolang moest ook zij niet aan de algemeene wet onttrokken zijn. De grootste helden kunnen getroffen worden; ook zij was niet onkwetsbaar. Doch de Voorzienigheid be-schn nvde misschien met een glimlach die kleine onvolmaaktheden ; want Bernadetta vond telkens in die tekortschieting van een oogenblik, de gelegenheid tnt hoogere deugd; in dit geringe voorval, het voedsel voor de nederigheid en voor
strengere bewaking van zichzelve.
* *
*
Helaas! in verschillende mate, is dit de ge-schiedenis van elkeen , die hierbeneden pogingen in het werk stelt, om, zo neel in hom is en met Gods genade, de christelijke volmaaktheid te bereiken. Niemand is er of hij valt somtijds, nu eens door een onvoorzienen schok, dan eens door vermoeidheid en zwakheid. Sommigen struikelen, anderen glijden uit; weer anderen vallen uitgeput neer en deinzen voor een oogenblik op den goeden weg terug. Eén Heilige viel nooit: het is Diegene, dien men den
24
ZUSTER MARIA BERNAED
Heilige der Heiligen noemt; eene Heilige bad nooit een enkel stofvlelcje op haar smetteloos kleed, het is de Onbevlekte Maagd, Koningin van alle engelen en uitverkorenen.
De Heiligheid is niet de volstrekte volmaaktheid , maar wel een krachtdadig en bepaald streven naar die volmaaktheid. Het is nog niet de volledige overwinning, het is de aanvang
1 \' o
der zegepraal, die nog vertraagd wordt door den tegenstand des vijands en de lichte wonden, die hij toebrengt. De Heiligen zijn niet overal on altijd overwinnaars, zij hebben nog zwakke punten: en waarom zonden wij het woord niet uitspreken , waarvoor onze pen een oogenblik terugdeinst? zij hebben «gebrekenquot; die zij bestrijden, doch in weiken strijd zij nu en dan gedeeltelijke nederlagen lijden, welke dikwijls rondom hen die zwakke geesten vervvonderenr die meenen dat de deugd uit een stuk en dat de Heilige een Engel is.
Dus, de Heilige kan gebreken hebben, dat is eene bijzondere neiging tot deze of gene onvolmaaktheid, en het is mogelijk, dat hij zicli van tijd tot tijd door die aanhoudende bekoring zijner natuur of zijns karakters laat overvallen. Maar wat zijne grootheid en zijn roem uitmaakt, is, dat hij, geheel verschillend van de Aanwen en laf liartigen , geenszins in vrede leeft met die zwakheid zijner natuur, dat hij er om treurt,, dat bij worstelt en krachtige pogingen tot
25
HET l.EVEN VAN
verzet aanwendt. Terwijl de meeste mensclien zich door hunne neigingen laten beheerschen, leggen de ware Christenen, de Heiligen, nooit de handen moedeloos in den schoot. Elke maal dat zij in het gebrek vervallen , waarheen hunne bedorven natuur overhelt, haasten zij zich op te staan en verwijderen zich met afgrijzen, in plaats van er behagen in te scheppen. Ten gevolge der menschelijke zwakheid worden ook de Heüigen ongetwijfeld op vele punten gewond, maar men kan zeggen, dat zij op geen enkel punt overwonnen worden, omdat zij zich op geen enkel punt onderwerpen. Op geen enkel punt, inderdaad, nemen zij de heerschappij des vijands aan. Vol schaamte over zichzelven en met een levendig berouw, herstellen zij tegenover anderen het nadeel, het verdriet of de ergernis.,
die zij huu mochten hebben veroorzaakt.....
In het hart de lietde tot God en den evennaaste vereenigende, het goed willende en het kwaad verfoeiende, doch zwak en niet on-zondjgbaar, is de Heilige vooral »een mensch van voortdurend goeden wil.
2(3
VII.
0 gedachteu die wij hier hebben neergeschreven, zijn geene uitweiding; zij passen integendeel geheel ia de lijst van ons onderwerp: want van de eene zijde verklaren zij de kleine onvolmaaktheden, die nog in onze eerbiedwaardige zuster konden overblijven, die zij zicbzelve met groote gestrengheid verweet; eu van de andere zijde drukte Bernadetta zelf, met haar gezond verstand, dezelfde gevoelens uit.
Zij h;id veel smaak in hot lezen , en de ziekte liet haar den vrijen tijd om zich aan dien wensch van haren geest en hart over te geven. Niet zelden nu gebeurde het haar, up de volgende wijze hare overwegingen uit te spreken :
— Ik houd niet van die boeken, waarin men de Heiligen als geheel volmaakt voorstelt, zonder eenig gebrek of schaduw van onvolmaaktheid. Zij zijn zoo hemelsch. dat het slechts strekt om ons moedeloos te maken, dewijl wij zoo ver van zulk eene verhevene volmaaktheid verwijderd zijn....\'. Indien de Heiligen dien volmaakten staat bereikt hebben, dan moest men ons ten minste den weg aanwijzen, dien zij gevolgd hebben om zoover te komen. Ik wenschte dat men ons met hunne hooge deugd, ook de gebreken deed kennen, die zij nog niet geheel
HKT LEVEN VAN
en al onderdrukt hadden, den stryd dien zij te voeren hadden en de nederlagen, die hen tot
nederigheid moesten aansporen..... En in elk
geval, zijwonden niet zoo gemakkelijk en laligs een effen pad heilig worden. Zij hadden ongetwijfeld hunne natuur, het gevolg van de erfzonde; zij hadden wel zeker hun karakter; — zooals ik, die er zulk een moeilyk en slecht heb!
2Het beschouwen van hunne volledige zegepraal leert mij niets: het gezicht van hunnen strijd integendeel zou mij ook leeren strijden. Men moet ons foonen , dat zij waren zooals wij, opdat wij vervolgens worden zooals zij.quot;
Opmerkenswaardig was het, dat Bernadetta.. die met de verschijning der IL Maagd was begunstigd geworden, bij het lezen van de levens der Heiligen geen smaak vond noch in de geestverrukkingen , noch in visioenen, noch in buitengewone bijzonderheden. Zij streefde op de eerste plaats naar hetgeen iedereen kan navolgen: de beoefening der christelijke deugden, dj toepassing der katholieke zodeleer en der Evangelische raden.
De woorden der H. Schrift hadden voor de Zienster van Lourdes eene diepe aantrekkelijkheid. Dikwijls verraste men haar, terwijl /ij, met het Evangelieboek in de hand, tranen sturtte over het lijden van den Godmensch. — Het lijdensverhaal treft mij meer, zegde zij , wanneer
28
ZUS\'MK MilUA. liKIiSARU
ik het lees, dan wanneer ik liet hoor preeken. * *
*
29
Van den beginne sf maakte Bernadetta indruk op hare medezusters door hare bevalligheid, hare hartelijke welwillendheid, hare kinderlijke vroolijk-heid en haar vluggen en levendigen geest. Wat zij deed, deed zij met haar .geheele ziel: — in hot ontspanningsuur speelde zij als de beste;— in den werktijd gunde zij hare bandon geen oogenblik rust; — in de kerk was zij vurig en ingetogen. Onafhankelij\'c misschien uit haren aard, maar afhankelijk door keus, had zij haren kloosterregel innig lief. Vrijwillig gevangen in de beperkte ruimte van het kloosterleven , leefde en bewoog zij zich daar in de vroolijke en heilige vrijheid der kinderen Gods.
n den tuin van het klooster St. Gildard onder de schaduw van een boom gezeten , onderhielden zich op zekeren dag eenige religieuzen over het gewicht om den ordensregel op alle punten met yver en stiptheid na te leren.
Hüï l.EVJiN VAN
verzet aanwendt. Terwijl de meeste niensclien zich door hunne neigingen laten beheerschen , leggen de wure Christenen, de Heiligen, nooit de handen moedeloos in den schoot. Elke maal dat zij in het gebrek vervallen , waarheen hunne bedorven natuur overhelt, haasten zij zich op te staan en verwijderen zich met afgrijzen, in plaats van er behagen in te scheppen. Ten gevolge der menschelijke zwakheid worden ook de Heiligen ongetwijfeld op vele punten gewond, maar men kan zeggen, dat zij op geen enkel punt overwonnen worden, cndat zij zich op geen enkel punt onderwerpen. Op geen enkel punt, inderdaad, nemen zij de heerschappij des vijands aan. Vol schaamte over zich/,elven en met een levendig berouw, herstellen zij tegenover anderen het nadeel, het verdriet of de ergernis.,
die zij hun mochten hebben veroorzaakt.....
In het hart de lietde tot God en den evennaaste vereenigende, het goed willende en het kwaad verfoeiende, doch zwak en niet on-zondigbaar, is de Heilige vooral »een mensch van voortdurend goeden wil.quot;
26
VII.
e gedachteu die wij hier hebben neergeschreven, zijn geene uitweiding; zij passen integendeel geheel in de lijst Q) van ons onderwerp : want van de eene zijde verklaren zij de kleine onvolmaaktheden, die nog in onze eerbiedwaardige zuster konden overblijven, die zij zichzelve met groote gestrengheid verweet; eu van de andere zijde drukte Bernadetta zelf, met haar gezond verstand, dezelfde gevoelens uit.
Zij had veel smaak in hot lezen, en de ziekte liet haar den vrijen tijd om zich aan dien wensch van haren geest en hart over te geven. Niet zelden nu gebeurde het haar, op de volgende wijze bare overwegingen uit te spreken :
— Ik houd niet van die boeken, waarin men de Heiligen als geheel volmaakt voorstelt, zonder eenig gebrek of schaduw van onvolmaaktheid. Zij zijn zoo hemelsch, dat het slechts strekt om ons moedeloos te maken, dew ijl wij zoo ver vau zulk eene verhevene volmaaktheid verwijderd zijn....\'. Indien de Heiligen dien volmaakten staat bereikt hebben, dan moest men ons ten minste den weg aanwijzen, dien zij gevolgd hebben om zoover te komen. Ik wenschte dat men ons met hunne hooge deugd, ook de gebreken deed kennen, die zij nog niet geheel
H KT LEVEN VAN
en al onderdrukt hadden, den stryd dien zij te voeren hadden en de nederlagen, die hon tot
nederigheid moesten aansporen..... En in elk
geval, zijwonden niet zoo gemakkelijk en la\'ngs een effen pad heilig worden. Zij hadden ongetwijfeld hunne natuur, het gevolg van de erfzonde; zij hadden wel zeker hun karakter; — zooals ik, die er zulk een moeilijk en slecht heb!
»Het beschouwen van hunne volledige zegepraal leert mij niets: het gezicht van hunnen strijd integendeel zou my ook leeren strijden. Men moet ons toonen, dat zij waren zooals wi;t opdat wij vervolgens worden zoouls zij.quot;
Opmerkenswaardig was het, dat Bernadetta , die met de verschijning der II. Maagd was begunstigd geworden, bij het lezen van de levens der Heiligen geen smaak vond noch in de geestverrukkingen, noch in visioenen, noch in buitengewone bijzonderheden. Zij streefde op de eerste plaats naar hetgeeu iedereen kan navolgen: de beoefening der christelijke deugden, dj toepassing der katholieke zedeleer en der Evangelische raden.
De woorden der H. Schrift hadden voor de Zienster van Lourdes eene diepe aantrekkelijkheid. Dikwijls verraste men haar, terwijl zij, met het Evangelieboek in de hand, tranen sturtte over het lijden van den Godmensch. — Het lijdensverhaal treft mij meer, zegde zij, wanneer
28
zustük ma ui a blüenard
ik het lees, dan wanneer ik het hoor preeken. * *
*
2f»
Vau den beginne pf maakte Bernadetta indruk op hare medezusters door hare bevalligheid, hare hartelijke welwillendheid, hare kinderlijke vroolijk-heid en haar vluggen en levendigen geest. Wat zij deed, deed zij met haar .geheele ziel: — in het ontspanningsuur speelde zij als de beste;— in den werktijd gunde zij hare bandon geen oogenblik rust; — in de kerk was zij vurig en ingetogen. Onafhankelij\': misschien uit haren aard, maar afhankelijk door keus, had zij haren kloosterregel innig lief. Vrijwillig gevangen in de beperkte ruimte van het kloosterleven, leefde en ben oog zij zich daar in de vroolijke en heilige vrijheid der kinderen Gods.
n den tuin van het klooster St. Gildard onder de schaduw van een boom gezeten , onderhielden zich op zekeren dag eenige religieuzen over het gewicht om den ordensregel op alle punten met ijver en stiptheid na te leven.
HET LEVEN VAN
- Te midden van den arbeid laat de dochter van den H. Benedictus een aangevangen brief liggen en zelfs zet zij geen punt meer op eene i, om op het minste teeken der klok te gehoorzamen, zoo sprak eene der religieuzen.
— Dat is niet moeilijk, hernam Zuster Maria Bernard, die voor het inachtnemen van den regel een model van stiptheid was.
— Onder dit opzicht, zegde eene andere, is het schoonste voorbeeld gegeven door de H. The,-resia. Men verhaalt dat zij in hare cel het kindje Jesns zag verschijnen. Het op hare armen genomen hebbende , onderhield zij zich met haar teergeliefden Jesus, toen zij de kloosterklok hoorde, welke de religieuzen naar de kerk riep. Aanstonds zet zij, zonder aarzelen, het kindje Jesus op den grond en begeeft zich naar de geestelijke oefening. Bij haar terugkomst vond zij Jesus terng als een jongeling, zooals hij was, toen hij met de H. Familie in de werkplaats van Nazareth arbeidde. — Mijne dochter, zoo sprak Jesns haar toe, ter belooning van uwe stipte gehoorzaamheid aan den regel, ben ik evenveel grooter geworden in uwe ziel, als ik het voor uwe oogen geworden ben sedert uw vertrek van daareven.
Bernadetta had met de meeste oplettendheid naar de vrome legende geluisterd. Hare gezellinnen waren eenstemmig in het goedkeuren van het gedrag der Stichtster van den Carmel.
30
ZUSTER MARIA BEUNAED
— En gij, zuster Maria-Bernard, watduuld; u ervan ? vroeg een barer.
— Ik, antwoordde Bernadetta levendig, ik zou zeker riet gedaan, hebben als de H. Theresia.
Deze woorden werden gevolgd door eene al-geineene beweging van verbazing.
— En wat zoudt gij gedaan hebben?
— In plaats van den kleinen Jesus neer te zetten , zou ik hem op mijne armen gehouden hebben en zou zoo naar de geestelijke oefeningen gegaan zijn. En hij zou mij zeker niet verlaten hebben.
IX.
ehalve de inwendige beweging, die haar genoopt had den kloosterlijken staat te omhelzen, had Bernadetta ook de behoefte gevoeld aan eene schuilplaats tegen de nieuwsgierigheid der menigte.
Toen zij voor de eerste maal den drempel van het Moederhuis overschreed, smeekte zij van de algemeene overste de gunst af, dat zij, indien het mogelijk was, nooit naar de spreekkamer zou geroepen worden, zich overigens op dit
31
HET LEV1SX VAN
punt, evenals op alle andere, aan eene volmaakte gehoorzaamheid onderwerpende.
Gedurig echter kwamen er te St. Gildard reizigers aan, die verzochten zuster Maria-Bernard te mogen zien en spreken en die het maar moeilijk van zich konden verkrijgen zelfs niet eens hare gelaatstrekken in het oog te ki\'ijgen.
— Toon ons dau ten minste waar de kamer is, die zij bewoont.
En met de meeste ingetogenheid sloegen de vreemdelingen de vensters gade van de cel der nederige kloosterzuster.
Anderen wilden een oogenhlik op hare plaats in de kerk neerknielen. Met eerbied drukten zij hunne lippen op de leuning, waarop hare handen rustten en waarop zij onder de Elevatie haar maagdelijk hoofd neerboog.
Op zekeren dag schelde omtrent den middag eene aanzienlijke dame aan de kloosterdeur. Het was regenachtig weer en bijna alle religieuzen wandelden in de overdekte gaanderijen. Zoodra de bezoekster binnengelaten was, naderde zij de eerste zuster de beste en vroeg haar op ge-heimzinnigen toon:
— Zoudt gij mij niet kunnen wijzen, wie zuster Maria-Bernard is?
— Gij vraagt naar zuster Maria-Bernard? Goed! goed!
En de aangesprokene religieuze verwijdert zich en verdwijnt in den eigenlijken kloosterbouw.
32
ZOSTER MAKIA BERNARD
Daar zij vrij lang wegbleef, spreekt de dame eene andere religieuze aan.
— Zuster Maria-Bernard, antwoordt deze; maar het is dezelfde met wie gij zoo even gesproken hebt!..... Hoop er echter niet op,
dat zij nog terugkomen zal.
Iets dergelijks gebeurde meer dan eens.
Op zekeren morgen, dat zij bezig was het altaar der H. Maagd met bloemen te versieren, werd zij door eenige wereldlijke personen omringd.
— Goede zuster! zoo klonk het. Waar is toch de zitplaats van Bernadetta? Er wordt van daag geprofest en men heeft ons verzekerd, dat zij de plechtigheid zou bijwonen. Zouden wij haar kunnen zien?
— O neen, neen! dat is onmogelijk. Zij zal van daag hare gewone plaats niet innemen.
En met die woorden verdween Bernadetta.
Op groote feestdagen, wanneer zij voorzag, lt;dat er vreemdelingen zouden komen, gebeurde het dan ook zeer dikwijls, dat zij verzocht, langen tjjd te voren in een donkeren hoek geplaatst te worden, van waar zij, zonder dat men haar kon opmerken, de H. Mis kon bijwonen.
Zij leed telkenmale dat men haar naar de spreekkamer riep; zij leed, wanneer zij giste, dat door eene half geopende deur, een vreemd oog hare trekken trachtte te beschouwen: —
33
HET LKVEN VAN
»Waarom poogt men toch mg te zien, zegde zij op amartelijken toon, en wat ben ik meer dan anderen ? De goede God heeft zich van mij bediend, zooals Hij zich bediend heeft van de ossen van Betharrara, die halsstarrig op de plaats bleven trappelen, waar het wonderbeeld begraven lag. Dat is alles.quot;
ameer iemand, zooals dat somtijds gebeurde, in hare tegenwoordigheid woorden van eerbied uitsprak; wanneer men haar sprak over de kroon, die haar ongetwijfeld in het Paradijs wachtte, dan wist zij onmiddelijk door een schertsend gezegde aan zulke gesprekken een einde te maken, en zij behandelde hare vleiers als vijanden. Het is volstrekt niet moeilijk, iemand op die wijze heilig te verklaren, zegde zij. Naderhand gelooft men natuurlijk niet, verplicht te zijn, voor zoo iemand te bidden en men laat de arme ziel eenvoudig in het vagevuur liggen roosteren.
Op zekeren dag (het was, gelooven wij, in
84
ZUSTER MARIA BKR^Al! O
1872) meldde zich een priester van eene hoogo gestalte en van een streng en ■waardig voorkomen in het klooster van St. GUdard te Revers aan. De algemeene Overste was ziek. Een dei-assistenten ontving hem.
— Ik heb eene verre reis gemaakt, zegde hi], opzettelijk mot het doel om zuster Maria-Bernard te zien en te leeren kennen.
— Helaas! mijnheer pastoor, zegde de assistente, ik kan u in deze omstandigheid geen toegang verlcenen dan op uitdrukkelijke machtiging van Mgr. den Bisschop van Neters; en ik raag u niet verbergen, dat hij die machtiging niet gemakkelijk verleent. Zonder dezen vasten regel zoude onze waarde zuster, die de eenzaamheid gezocht hpeft, bijna altijd in de spreekkamer zijn.
De priester scheen zeer teleurgesteld.
— En, voegde de zuster assistente erbij, Monseigneur is niet te Nevers. Intusschen zou het verlof van den vicaris-generaal voldoende zijn.
— Ik wenschte onbekend te blijven. Doch daar het moet, zal ik zeggen wie ik ben.
Hij sloeg zijn mantel open en de religieuze bemerkte het bisschoppelijke borstkruis.
— Ik ben de Bisschop van Orleans, zegde hij.
De assistente vroeg den zegen van den door-
luchtigen kerkvoogd en ging Bernadetta halen.
Ondanks de meer dan overvloedige bewijzen, voor de echtheid der verschijningen van Ouzo
35
MJvT LE V EN VAN
Lieve Vrouw van Lourdcs, sclieeu Mgr. Du-panloup tocli nog somtijds door eenige tvvijfe-lingen te worden fiangevalle i. En daarom was hij naar Nevers gereisd, om in persoon Ber-nadotta te leeren kennen, wier getuigenis in de wereld zooveel opzien gebaard had. Gernimen tijd onderhield zich de Bisschop met de Zienster eu toen hij haar verliet, stonden hem de tranen in de oogen en Jko schaduw van twijfel \'«\'as voor immer zijn hart ontvlucht.
_ Ik heb do onschuld eener ziel gezien, zegde hij, ea de onweerstaanbare kracht der waarheid.
vj ■ • 1gt;
Eenige maanden later begaf hij zich naar JjonrJcs o:i! aan de H. Grot nee/ te knielen.
udc:rduad waren zoo\\\\ el na hare intrede te St. Gil dar d als *e voren, het ge-heele voorkomen van Bernadetta en hare -\'jtu genoeg ^m te overtuigen, en men behoeft er zquot; jh niet over tO verwonderen dat Mgr. Dapanloap zulk een indruk gekregen heeft.
ZUSTEK Tu-iEIA BSESaKD
— Die overredig^kn.clit welke den Bisschop yan Orleans zoozeev get.roffen had, merkte eene der eerwaarde Moeders van het klooster op, die bekoorliii; heid die ons allen tot Ij aar trekt, boeit vooral de kinderen. De kinderen gevoelen zich tot Bernadetta getrokken en DeraadetU tot de kinderen. Op dit punt schiet mi] etno kleine anecdote te binnen, die nimmer uit mijn geheugen zal gewischt worden.
Op zekeren dag kv. a; i ei* eene zuster hier van eene onzer religieuzen. Zij hau êJü mdsje bij zich van omtrent zes of zeven f lar. Deze dame verlangde vurig Bernadetta te zien, welke alstoen ziek en bedlegerig was. De ulgetiieene Overste echter, die de liefde voor de afzondering iu onze beminde zust .r zooveel mogelijk eerbiedigde, meende het gevraagde verlof niet te moeten toestaan. De dame toonde hierover zulk een groot en levendig verdriet, dut onze goede overste er medelijden meê had.
— Welnu, zegde zij, om i. een weinig te troosten, veroorloof ik uw doebtertje haar voor een oogenblik te gaan bezoeken.
De kleine Magdalena li lom nu met mij naar de ziekenkamer.
Zoodra het kind BerradeK.i .a haar bed bemerkte, bleef zij als in verrukking op den drempel staan en vouwde de banden , als stond zij voor het altaar of het beeld eeuer Heilige. Eene eerbiedige vreugde schitterde iu hare oogeu.
37
HET LEVEN VAN
Zuster Mavia-Bernard rie» liaar tot zich, legde haar de hand op het hoofd en lief koosde haar.
Nadat het kleine meisje Beruadetta omhelsd had, vouwde het op nieuw hare haudjes en
verstoutte zich tot haar te zeggen;
Hebt gij de H. Maagd gezien, zuster?
— - Ja.
En was zij schoon ?
Eene straal van herinnering verlichtte het gclant van zuster Maria-Bernard.
— Zoo schoon, antwoordde zij met zachte stern, en op een toon, die mij nog geheel ontroert, als ik er aan denk — zoo schoon, dat wanneer men haar eenmaal gezien heeft, men verlangt te sterven om haar weder te zien.
Na een oogenblik stilzwijgen, hernam het kind, dat nog altijd y/yne handen gevouwen hield:
— Ik zou zoo gaarne hebben, zuster, dat gij onze Lieve Vrouw voor mij wildet bidden.
•—- Zeer gaarne, lieve kleine! maar gij moogt ook niet vergeten, haar voor mij te bidden.
Het kleine meisje bleef nog altijd staan en sprak na eene poos:
— Mama zon ook blijde zijn, zuster, indien gij voor haar wildet bidden.
— Welnu, ik zal ook voor uwe mama hidden, antwoordde Beruadetta ontroerd.
De kleine Magdalena verliet nn het ziekbed.
ZUSTER MAIilA BERNAKD
maar altijd met gevouwen handen en het gelaat
niet van onze zieke zuster afwendende. * *
*
Onder honderd verschillende vormen heeft hetzelfile plaats gehad, merkte eene andere zuster op. Meer dan eeus ben ik met Bernadetta naar onze bewaarschool gegaan, waar de kinderen volstrekt niet wisten, dat zij de Zienster van Lourdcs was. En toch wat gebeurde er? Als men een zeilsteen bij een hoop nuainaalden houdt, dan komen alle naalden in beweging, stoeten tegen elkander, richtten zich op en hangen eindelijk als een tros of bundel oin de onweerstaanbare magneet. Zoo ging het ook, wanneer zuster Maria- Bernard iu de bewaarschool verscheen. Nauwelijks was zij binnengetreden, of er ontstond eene ongewone drukte onder het kleine volk ; allen verlieten , de eene na de andere , het
spel, om als een zwerm rondom haar te hangen.
*
Zij zelf bleef altijd een kind; zij hield er vau te spelen, te schertsen en te loopen. De kleinste van al hare medezusters, was zij tevens de vlugste en de levendigste. Op zekeren dag stond onder de recreatie de langste naast haar; zij wilden nu zien, wie het hardst kou loopen. De eene maakte groote sprongen ; maar de voeten van Bernadetta schenen vleugelen te hebben en zij had het doel bereikt, voordat de andere zuster nog halverwege was.
3D
40 RET LKVEN VAN
Helaas! terzelfder tijd klopte haar hart hevig en spuwde zij bloed.
XII.
are gezondheid was inderdaad zeer wankel en hare borst zeer zwak. Have aamborstigheid was erger geworden en zij leed ree\'.. Tegen eenigszins vermoeien-den arbeid was zij niet bestand.
Achtereenvolgens werd zij belast de zieken op te passen en de kosterij waar te nemen. Zij was Martha en Maria. In de sacristie onderwees zij de misdienaars, en zorgde voor het lijnwaad en voor de bloemen aan het altaar. In de ziekenzaal muntte zij erin uit, hare zieke medezusters te verzorgen, te troosten en zelfs op te vroolijken. Zij was in de ziekenzaal als een blijvende straal des hemels.
4= *
*
De vrijdenkers intasschen ^ verbaasd en verbitterd over de groote beweging , die ontelbare scharen naar O. L. Vrouw van Lour des trok, lasterden de nederige religieuze en schreven openlijk in de nieuwsbladen, dat zij wegens
ZUSTER IIAüIA BEESARD
krankzininVlieicl opgesloten was. Het gebeurde zelfs dat een man van wetenschap, die weten wilde, waaraan liij zich houden kou, Dr Da-moiseau, president van de geneeskundige maatschappij van het departement der Orne, aan ziju uitstekenden collega, Dlquot; Robert Saint-Cyr, president van de geneeskundige maatschappij der Nièvro, Rchreef dezen om te verzoeken zorgvuldig de waarheid op dit punt na te gaan en hem een stJiig bericht te doen geworden. Hy ontving nn het volgende antwoord:
» N/tcis , 3 September 1872.
Waarde Collega ■
Gij kunt u tot niemand beter wenden dan tot mij, ten einde ondrent het jonge meisje van Loi\'rrfes, tegenwoordig zuster Maria-Bernard, de verlangde inlichtingen fe hebben.
Als geneesheer van het klooster heb ik ge-ruimen tijd geneeskundige zorgen verstrekt aan die jonco zuster, wier zeer zwakke gezondheid ons levendige onrust inboezemde.
Tegenwoordig is haar gezondheidstoestand beter, en zij staat mij nn zelfs op uitstekende wijze in de verpleging der zieken bij.
Zij is achteiitvviutig jiren oud en is klein van gestalte en zwak van voorkomen. Kalm en zachhnoedig v;in aard , verpleegt zij hare zieken met veel verstandelijk beleid en zonder iets van de voorschriften achterwege te laten; ook heeft
41
HET LKVEN VAN
zij op hen een groofcen invloed en geniet van mijnen kant veel vertrouwen.
Gij ziet, mijn waarde Collega, dat het er ver van af is, dat deze jeugdige zuster aan verstandsverbijstering zou lijden. Ik zal meer zeggen: haar kalme, eenvoudige, en zachtmoedige natuur geeft haar niet de minste voorbeschikking daartoe.
Het is mij een waar genoegen, mijn waarde Collega, mij eon ongenbük niet u te kunnen onderhouden en u met het verstrekken der verlangde iulichtiiigfn van dienstte kunnen zijn, enz.
Was geteekend: (Robkkt Saint Cyii , President der geneeskundige maatschappij der Nièvre.
*
Eiken dag, zonder uitzondering, indien zij ten minste niet door ziekte verhinderd was, bail Bjrnadetta in de kapel den Kruisweg. Lang bleef zij dikwijls neergeknield voor het altaar der H. Maagd. En zij hield er ook van bijzonder dit altaar met bloemen ie versieren en met kinderlijke zorgvuldigheid op te tooien.
Zij bad daar.....Voor zich zelve ongetwijf.-ld,
en met. schrik en vrees, want meer dan iemand, meende zij, voor zich zelve de goddelijke hulp en vergeving noodig te hebben; dit onschuldige en rechtvaardige hart had de nederigheid van den Tollenaar. Doch na voor zich zelve hare gebeden t-* hubben opgezonden, bad zij vurig en zonder
42
ZUSTKll MARIA BKUKAKD
ophouden voor allen die gezondigd hebben, voor allen, die helaasi buiten den weg des heiis yijn.
Sedert de onbevlekte lippen van Maria haar dit bevel gegeven hadden : »bld voorde zondaars,quot; had zij niet opgehouden al hare gebeden te storten voorde bekeering der verdwaalde zielen; de zaligb id der zielen was hare groote en dagelijksche zorg.
Wanneer de sluier, die alles verbergt, zal weggenomen zijn en do helderheid van het al-gemeene Oordeel zal opgaan, hoevelen onder de uitverkorenen, die ter rechterzijde zullen staan, na langen tijd aan de linkerzijde geleefd tu hebben, — hoevelen zullen dan misschien bemerken, dat zij hunne zaligheid verschuldigd zijn aan de geheimzinnige uitwerkselen van het gebed, door eene nederige religieuze, die zij nooit gekend hebben, in de stilte barer cel gestort. Welke dankbaarheid zal alfjdan uit die harten opstijgen! En op dat oogenblik zal on-ovtwijfeld Bernadetta met een nieuwen luister sohitteren.
* *
*
Dikwijls, zeer dikwijls lag zuster Maria-Bernard ten prooi aan hevige smarten op haar ziekbed uitgestrekt. Doch zij leed met een engelachtig geduld. En toch werd haar zwak lichaam met ondragelijke pijnen gekweld. Het schijnt dat het vooral hare roeping was te lijden, zoozeer
43
HET LEVEK VAN
vond zij gelegenheid, in het lijden den gansehen rijkdom uit te storten van de geestelijke gaven , wanrrnede hare ziel verrijkt was. » Men kan niet meer noch beter lijdenzoo drukte zich eenmaal eene harer medezusters uit.
De smarten baars lichaams verminderden hare zucht tot werkzaamheid niet. In haar bed of haren leunstoel werkte en bad zij onophoudelijk, de stralen van hare onschuldige vroolijkheid rondoia zich verspreidende. Vooral in hare lange slapelooze nachten liet zij de kralen van haar rozenhoedje tusschen hare vingeren glijden.
— »De aarde is rond, zegde zij: en wanneer het hier nacht is, is het dag in andere landen. Bijgevolg wordt elk uur hier of daar het H. Misoffer opgedragen. Ik vereenig mij in den geest met die II. Mis, die verre van mij in eene mij onbekende kerk wordt opgedragen.
Bij het zwakke schijnsel van mijn nachtlicht beschouw ik aan het voeteneinde van mija bed de platen, die op den muur geplakt zijn, die voorstelling van de opeenvolgende plechtigheden der H. Mis, en alzoo gelukt het mij, zells met de oogen het H. Offer te volgen.quot;
En daar de vroolijkheid in het karakter van Bernadetta nooit hare rechten verloor, voegde zij er op zekeren dag bij;
— «Alleen die kleine misdienaar blijft altijd onbeweeglijk ziften en laat nooit zijn bel klinken. Dat maakt mij ongeduldig. Somtijds voel ik den
44
ZU8TKE MiUlA. BERNARD 45
lust bij mij opkomen, om hem eena flink bij den arm te schudlen.quot;
XIII.
oewel hare lijdzaamheid met die van. Job mocht vergeleken worden, was het er echter verre af, dat zij meende die deugd te bezitten. Integendeel beschuldigde zij er zich elk oogenblik over, dat zij geene pijn kon verdragen en was zij zeer ontevreden en beschaamd, wanneer men haar geduld scheen te bewonderen.
— Zuster Maria-Bernard, wat zijt gij toch geduldig!
— Ja, omdat ik moet en niet anders kan. Doch tevergeefs vernieuw ik eiken dag de opdracht van mijn lijden en doe ik mijn best om onderworpen te zijn; elk uur van den dag bemerk ik, dat ik het niet ben. Ik zou het bed willen verlaten en gaarne rondloopen, vooral wanneer meu mij plaagt, zooals van daag.
— En wie plaagt u ?
— Zint gij dan dat zonnestraaltje niet, dat op mijn bed komt spelen, alsof het mij ver-
HET LEVEN VAN
lellen wilde, dat het schoon weer is en dat ik in mijne gevangenis moet blijven? En hoort gi] de vogels niet zingen, die my ook al naar buiten willen lokken ?quot;
Somtijds wanneer hare pijnen allerhevigst werden, en men haar zegde:
— Komaan, zuster Maria-Bernard, verlies deze gelegenheid niet om met heldhaftige gelatenheid te lijden.
— Neen zeker niet! Ik laat zoovele andere gelegenheden voorbij gaan, dat ik van deze gebruik ga maken. In elk geval, ik moet het ook wel aannemen, want het komt van den goeden God.
* *
*
De onschuldige en kinderlijke vroolijkheid van haar karakter was te St. Gildard als het ware spreekwoordelijk geworden. Het was een barer sterkst uitkomende trekken.
Er is echter geen regel zonder uitzondering; en in sommige omstandigheden gebeurde het. dat een wolk van vluchtige, doch diepe droefgeestigheid over haar nederdaalde. Was het het schouwspel van de ellenden dezer aarde, hetwelk die droefheid veroorzaakte aan haar, voor wie het Paradijs ten halve geopend was geworden? Was het het gevoel barer ballingschap, en de droefheid dut zij het Vaderland nog niet mocht binnentreden ? Wij weten het niet..... Doch wij kunnen niet nalaten, hier
46
ZUSTER HART A BEBNABD
het verhaal te ^cven, dat wg uit den mond van eene harer medezusters hebben opgeteekend.
— Somtijds , doch zeer zelden , schijnt zij zoo treurig, dat men meencn zou . dat zij neerzinkt onder het gewicht harer smarten. Eens dat wij te samen wandelden, scheen zij zeer droefgeestig en neergeslagen te zijn. Tevergeefs trachtte ik haar eenigszins af te leiden. »Herinnert gij a niet, zeide ik tot haar wat de H. Maagd u heeft beloofd en wat gij met uwe oogen gezien
hebt ?..... Bij die woorden hief zij met groote
levendigheid het hoofd op. — »Het vergeten?quot; antwoordde zij op een toon, dien het mij onmogelijk is weer te geven: — »Hier is het
bewaard!.....quot; En zij legde hare hand op haar
voorhoofd, in eene verhevene houding van trouwe standvastigheid en onuitsprekelijke liefde. Er heerschte tnsschen ons eene plechtige stilte. Wij traden de kapel binnen en bleven daar gernimen tijd bidden.
— Hebt gij wel opgemerkt, zegde eene andere religieuze , dat zij nooit de beelden beschouwt? Zij gevoelt bij het zien dier voorstellingen , zoo grof voor haar, een smartelijken indruk. En wanneer men haar dwingt er de oogen op te
laten rusten, dan roept zij uit: »Hoe leelijk!quot;
* *
*
— Men zou zich grootelijks vergissen, zeide eene der Zusters, indien men meende, dat er hoegenaamd geene onvolmaaktheden in haar to
47
HET LEVEN VAN
ontdekken wareu, neeu de natuur heeft ook in haar levendigheden eu opbruisingen, die de genade bedwingt. Zoo heeft zuster Maria-Bernard een zeer levendig en scherp verstand, hetwelk haar spoedig een wederwoord op de lippen brengt, wanneer zij gevoelt gelijk te hebben. Doch nadei\'hand gevoelt zij daarover groote spijt en is zij ontevreden niet zich zelve. Zij is bang, iemand verdriet veroorzaakt te hebben of ten minste te hebben kunnen veroorzaken. Zij kan zich niet troosten over die geestige zetten, uit vreeze dat zij misschien de gevoeligheid van den evennaaste gekwetst hebben en daarom haast zij zich vergeving te vragen. Zij wordt er geheel droefgeestig door en, dit gevoel misschien te ver drijvende, geeft zij zich over aan eene levendige spijt, die haar geheel terneder drukt.
»Is er in dat alles niet eenige verkeerdheid, zwakheid en onvolmaaktheid? Ik weet het niet de Heer alleen is rechter. Maar dit gebrek, indien het er een is (en dit schijnt somtijds het geval te zijn ,) maar deze zijde van haar karakter is de sluier, waaronder God haar verbergt om ons te beletten, haar te zeer te bewonderen en in baar een Engel van het Paradijs te zien Aan Hem alleen behoort de glorie zonder eenige schaduw. En daardoor o^aerhoudt Hij ook in zuster Maria-Bernard die diepe nederigheid, waardoor zij zich als de minste van ons en de geringste der religieuzen beschouwt.....
48
ZUSTER HABIA BEBAARD
Nooit schijnt de hoogmoed of de bekoring, om behuwen te scheppen in zich zelvo, deze ziel te hebben aangeraakt, welke Onze Liere Vrouw Tau Lourdes onder alle andere uitverkoren had.
XIV.
s het waar, zoo werd door sommigen gevraagd, is het waar dat Bernadetta volkomen onwetend wordt gehouden van hetgeen er te Lour des voorvalt, aj\\ dat zij zelve daaromtrent in volslagen on-wetendheid blijven wil? Is het waar dat zij, na hare zending volbracht te hebben, als het ware onverschillig is geworden voor de voortzetling van het werk, dat God door hare handen tot atan l heeft gebracht, — onverschillig ook voor de personen en zaken , die zij, bij htire intrede in het klooster, in de wereld heeft achteigelateu ?
Dat men zich wel wachte zulks te gelooven, want juist het tegendeel is de waarheid. Zij be-mi.it hare familie en houdt in zich zelve on-uitwiaclibaar de herinnering levendig aan hare waarde ouders, waarvan zij met vromen eerbied spreekt. Zij droeg ook een diepen eerbied toe
49
het i.even tan
50
aan Mgr. Peyramale, Pustnor van T.ourdt** Ook was zij bekend met den roem van Onze Lieve Vrouw van Lourdes, met den bouw der Basiliek, met de menigten die jaarlijks naar Lourdes stroomen en de mirakelen die er plaats grijpen. De Voorzienigheid heeft het middel weUm te vinden haar de minste bijzonderheden te doen kennen van het werk van Henri Lasserre, zoodat zij die met haar getuigenis versterken kon, zonder dat haar de beschaming werd opgelegd^ in dat werk met eigen oogen hure lofrede te lezen.
XV.
ndien Bernadetta slechts geluisterd had naar hare neiging, dan zon zij ongetwijfeld , gelijk zoovele Christenen ^ de knieën hebben willen gaan buigen toot de gezegende Grot waaraan voor haar, meer dan voor iemand anders, onnitwischbare herinneringen verbonden waren. Eiken dag, zonder een enkelen te missen, deed zij er in den geest een pelgrimstocht heen. Onophondelijk werd .haar hart naar de rotsen van Massabiëlla
7.ÜSTER, MAUIA BKRNAÜD
getrokken; eu zij wensclite vurig er haar hart te vergezellen. Doch zij wist dat, ondanks al hare pogingen ora verborgen te blijven, deze bedeplaats voor haar onvermijdelijk eene plaats van licht eu glorie zijn zou. Ziedaar waarom zij het stilzwijgen oplegde aan haar zoo natuurlijk verlangen om deze deur des hemels terug te zien, waar de Koningin der nederigheid haar verschenen was.
* *
*
Toen de tij 1 :iaderde waarop M:;r. de Ladoue, Bisschop vau Nevers, in de Basiliek van Lour des zon gewijd worden , zegde ccne der Eerwaarde Moeders, welke het klooster bij die plechtigheid moest vertegenwoordigen.
— Hoe is het, zuster Maria-Bernard, wilt gij niet met ons medegaan? Neen! antwoordde zij met een zucht. Maar hoe gaarne zoude ik het doen , voegde zy er bij, indien ik een vogel was!
En wat zij bij die omstandigheid benydde, waren niet de rappe vleugelen van de zwaluw of leeuwerik, maar wel het vermogen om te zien zonder gezien te worden, en zich onder het gebladerte aan de nieuwsgierige blikken te onttrekken.
* ^
*
Nog kortelings, in 1876, op het tgdstip der kroning van Onze Lieve Vrouw van Lourdes, had zjj een eerbiedwaardig priester van Nevers,
51
HET LEVKN VAM
den Eerwaarden heer Perreau verzoclit voor haar te gaan bidden aan die Grot van Lourdes, waaraan hare lichamelijke oogen voor altijd vaarwel gezegd hadden , doch waar haar geestesoog zich zoo dikwijls heenriehtte.
Eenige dagen later verhaalde hij haar al de pracht waarvan hij getuige was geweest: hij sprak haar van de vyteudertig bisschoppen, die vereenigd waren om in uaam van het Opperhoofd der Kerk, het beeld te kronen der geheimzinnige Maagd, welke aan haar verschenen was; hij sprak haar over de tallooze pelgrims, over het levendig geloof van het Christenvolk, over de mirakelen die geschiedden door het gebruik van het water der Bron en door het aanroepen van Onze Lieve Vrouw van Lourdes.....
Bernadetta luisterde met van vreugde schitterende oogen en met diep bewogen hart.
— Ha! waarde zuster! riep de priester, toen hij zijn verhaal geëindigd had, uit; wat zoudt gij u gelukkig gevoeld hebben, indien gij daar geweest waart!
— Ik! zegde zij. En wat zou ik te midden van al die drukte gedaan hebben? Neen, ik was veel beter op mijne plaats in mijn hoekje in de ziekenzaal!
bewonderenswaardige woorden!quot; merkte met rechtde Eerwaarde hear Perreau aan, bewonderenswaardige woorden, waarin al de nederigheid dezer ziel uitscheen. Voor Onze Lieve Vrouw
52
ZUSTER MARIA BIRSARD
van Lourdes, alle eer en roem; voor haar zelve het lijden in de ziekte en de vergetelheid ia
de schaduw van het klooster.quot;
♦ *
*
üit eigen beweging en zonder ondervraagd te zijn, sprak zi] nooit over de verschiiningen waarmede zi} aan de Grot begunstigd was geworden. Doch er is ueen regel zonder uitzondering; en, eens of tweemaal, liet zij de herinnenug ontsnappen aan hetgeen haar altijd voor den geest stond.
Eene zuster van Nevers, die tegenwoordig was geweest bij de schoone feesten en de wonderdadige genezingen van Lourdes, gaf er haar, met dezelfde geestdrift als de Eerw. Heer Perrean, eene beschrijving va».
— Ziedaar, zegde de zuster, al het schoone dat er aan de Grot gebeurt. Helaas! gij ziet er niets van !.....
— Zuster, antwoordde Bernadett», beklaag mij niet! wat ik gezien heb is onvergelijkelijk schooner!.....
Doch nauweljiks waren die woorden uitgesproken , of hare wangen werden met het rood der schaamte overtogen.
53
XVI.
ad zij somtijfls, sedert het tjjdstip der Verschijrjingen, miige. geheimzinnige gemeenschap metde onzichtbare wereld? Indien znlk het gevat is geweest, dan heeft zuster Maria-Bernard het geheim daarvan in haar hart bewaard.
Echter zijn ons op dit punt twee verhalen medegedeeld, welke wij hier op. onze beurt willen geven.
Zuster D. was eene van dio, welke zij bijzonder liefhad» Zij dreven ouder elkander een soort van handel, waarmede zuster Maria-Bernard zich verbeeldde groote winsten te behalen. Dat denkbeeld van winst zon misschien verbazen, indien wij onze bedoeling niet nader verklaarden.
Zuster D. is in het hospitaal om de zieken te verzorgen; de arme Bernadetta lag op haar ziekbed uitgestrekt in het moederhuis, ■
— Ik ben al wederom ziek, zegde zij tot hare vriendin , die haar kwam bezoeken. Altyd in de ziekenzaal! Altijd maar goed om verzorgd te worden , doch niet om iemand te helpen.
Zij leed grootelijks onder dat gev^e\' van niet nuttig te kunnen zijn.
— Wat heeft Ouze Lieve Heer goed gedaan, dat hij mij de keus niet gelaten heeft! zegde
ZCSTKR MARIA BERNARD
-zij. Ik zou zeker de voorkeur niet pegeven hebben «an die werkeloosheid, waarin de Voorzienigheid schijnt le willen dat ik blijve!..... Ik
ducat Uat ik geboren was oui altijd in beweging te zlji;, en de Heer wil dat ik onbeweeglijk zjj. Ik zou mij gelukkig gevoelen, indien ik den lof van Jesus en Maria zingen kou. God heeft mi) eenu vrij goede stem pegeven, doch hij wil dat ik stom blijve. Wanneer ik zing, geef ik bloed oj), en het zingen is imj daarom verboden. Ik zou zuo gaarne de ziekeu in de hospitalen hebben verzorgd, en zoo graag behulpzaam geweest zijn in de bewaarschool! Dat is een mijner vurigste verlangens!..... Helaas! ik ben volkomen nutteloos en verwerf niet de minste verdienste.quot;
Hare oogen namen eene droefgeestige uit-drukkinst aan, terwijl zjj voortging:
— Zuster D., gij zoo liefderijk, heb dus medelijden met mij. Laat ons met elkander ruilen.
— Ruilt/a ?
— Ja, en zóó dat ik er alles bij win en gjj niets ... Ik maak daar niet het minste gewetensbezwaar uit. want gij zijt zeer rijk en
ik zeer arm..... Gij kunt wel iets verliezen,
om mij toch iets te doen hebben.
. — En wat wilt gij dan ruilen?
— Welnu, laat ons onze verdiensten ruilen. Die en tii • «i-glt; u zal ik u voor God de verdiensten geven van mijne zwakke gebeden en
55
HBT LEVRN VAN
van mijn lijden, en pi] zuU mij infp^endeel de verdiensten geven van uw liefdewerk in het hospitaal.
— Zeer gaarne, zegde zuster D. hare vreogde verbergende «Is eene inhalige knop vrouw, die door don eenvoud van een ander e^n zeer voor-d^eligen koop zou sluiten. Üoch bijna onmiddflijk gevoelde zij er eene zekere gewetenswroeging over en zegde:
— Voor mijn dag in het hospitaal wil ik slechts een uwer Memorare\'s aannemen.
Zoo ontstond tnsschen Bernadetta en zuster D. eene vertrouwelijke vriendschap.
Deze laatste nu had een schoonbroeder, die met al zijne uitstekende hoedanigheden ongelukkig geheel en rl buiten den god-sdieitst Is^fde tot diepe smart van zijne vrouw en zijne dochter, welke beiden zeer godvruchtig waren. Beiden stelden ook een zeer groot vertrouwen in de gebeden van BernadeUaen hadden haar dikwijls laten verzoeken, onze Lieve Vrouw vnn Lom des aan te roepen, opdat deze overigens geretrelde mensch ook een deugdzaam Christen worden zou. Eenige jaren geleden gebeurde het, op een avond in de maund Mei. dat de schoonhroeder van zuster D. het voornemen te kunnen geeft, naar het Llt;if ter cere van de TT. Maagd t^ saan. Groote verwondering, doch nog grootere blijdschap van zijne vrouw en dochter. Doch eenige ogenblikken later, terwijl zij bezig waren zich
56
ZÜSTRB MARIA BRKNAKD
gereed te maken, hooren zij eensklaps een schreeuw, die hen doet beven. Zij snellen toe. De vader, de eclitgrenoot; dien zij zoo teeder liefhiuiden, worstelde tegen een hevigen aanvul van beroerte. En hij jTaf den geest zonder tot het bewustzijn te zijn weergekeerd, en lang voordat de inmiddels geroepen priester verschenen was.
Bij het verdriet over dezen plotselingen dood voetfde zich , in de bedroefde harten van vrouw en dochter, de verschrikkelijke ongerustheid over de zaligheid van den beminden overledenen. Zijne dochter was als zinneloos en kon , onder den prikkel van die voortdurende vrees, rust noch duur vinden.
Op zekeren dag ontving zuster D. van haar een brief, een brief waarin de vreeselijkste wanhoop zichtbaar was en waarin deze nicht o. a. zegde: »Ik smeek n, in iiuara van God, naar zuster Maria-IWnard te gaan. Zij moei u volstrekt zer/gen wnar mijn rader is.
— Dat is waanzin , dacht zuster D. natuurlijk, en zij wachtte er zich wel voor, de haar op-gediaijHii zending te volbrengen.
Er volgde nu nog een tweede brief, nog dringender dan de eerste.
Hare nicht bricht hire nachten slapeloos en
in koortsachtige spanning door.....Wat moest
de goede religieuze doen? — zij was in de grootste verlegenheid.
57
HKT LEVEN VAN
Deuzelfden dag moest zij zich naar het Moederhuis begeven. Zij ontmoette er Bernadetta, die veel in beterschap toegenomen, in den tuin wandelde. Deze treedt op haar toe en vraagt haar.
— Hebt gij nieuws van uwe bedroefde liiinilie?
— Helaas! ja! De onzekerheid omtrent de zaligheid van dengene, dieu zij bevveeneu, verbijstert hunne rede: mijn arme nicht begint krankzinnig te worden.
— Krankzinnig?
— Ja, ik kan u zei is niet zeggen hoe erg het is. Neen, ik durf\' niet spreken.....
— Komaan, heb moed! Deel mij uw verdriet mede. Wat is het?
— Welnu, in hare wanhoop wil zij volstrekt, dat ik naar u ga, op cl ut pij wij segyet icaar de ziel var: haar vu der is.
Bij die verrassende niededeeling, drukte bet gelaat van Bernadetta de diepste verwondering uit.
— Welzoo! aiiiwoordde zij op denzelfden toon, dien meu zou aanslaan bij het hooren vau eene ongehoorde en alle palen te buiten gaande zaak.
Doch eensklaps verandert haar gelaat er. zij scheen geheel in zich zelve te kceveu. Hare Gogen sloten zich; en zij bleef eenige 0(ogenblik ken onbeweeglijk staan , als een levend beeld van beschouwing en gebed.
Hijgende van spanning woonde zuster D, dit vreemde schouwspel bij en voelde die huivering
58
ZUSTER MABIA BERNARD
over hare leden gaan, welke teweeggebracht wordt door de gem-imzinnige tegfKwoordigheid van het bovennatuurlijke. Zij durfde die stilte niet verbreken. Doch eindeljjk drijft haar de angst tot spreken ;
— Welnu, vroeg zij, wat moet ik aan mijn nicht antwoorden V
— Gjj moet haar antwoorden , dat zij getroost moet zijn. Dat zij bidden; haar vader zal naar den hemel gaan.
Van dien stond af keerde eene volkomene rust in het hart der dochter weer. Dat zuster O. de uitdrukking van een vast vertrouwen in Gods barmhartigheid als eene rechtstreeksche openbaring beschouwd hebbe. is zeker mogelijk. Doch indien Bernadetta werkelijk die stellige uitspraak omtrent het lot van eene overledene heelt doen hooren, dan üi het als een zeer gewichtig feit te beschouwen.
* *
*
Een ander maal toen zij bedlegerig en zeer lijdend was, ontving zij een bezoek van eend zuster van AVws, die in het nmederhuis geheel vreemdelinge was. Na eenige oogenblikken gesproken te hebben. was deze religieuze in de ziekenzaal gaan zitten , zich in stilte met eenig naaiweik bezig houdende. Zij was blijkbaar in droevige gedachten verzonken, want twee groote truDen rolden haar over de wangen.
De zieke, die bet beujerkte, vroeg;
59
HET LEVEN VAN
— Wnarom weent gii, zuster? ^ — Helaas! ik heb verdriet.
■j — Verdriet? Wie heeft er geen!.....Docb
■, gij heht dit. en dot verdriet.....
En als las zij in een open boek, zoo begon zuster Maria-Bernanl aan hare verbaasde gezellin, tot in de minste bijzouderliedon toe, de geheime konitiiernissen op te geven, welke haren geest folterden. Zij sprak over familie aangelegenheden, die zij langs natuurlijken weg onmogelijk kennen kon.
B-rnadetta. eindigde met te zeggen:
— Dit moet gij naar huis schrijven. En alias zal dan terecht komen.
60
Deze raad werd opgevolgd en herstelde de verbroken eensgezindheid in den huiselijken kring.
,. cdnrende de dertien iaar, welke zuster li*?. 1 7
XVII.
Alalia-Bernard te midden der zusters van i\\ecers doorbracht, en terwijl zij altijd verder schreed op den weg der zedelijke romi taktheid, was zij er ook in geslaagd, de genegenheid te verwerven van al bare mede-
ZUSTER MABIA BKRNAKD
zusters. Zij had in al hunue eerste frischheid die eenvoudige en ongekunstelde gevoelens bewaard, welke het den Vader van al het geschapene behaagt, altijd en overal in het hart zijner schepselen te zien ontluiken.
Zich geheel en zonder eeuig voorbehoud aan. de werking der goddelijke geuade overlatende, was Bernadetta, nu zuster M-iria-Bernard geworden, tot een hoogen trap van voluianktheid opgeklonnuen. lederen dag toenemende in godsvrucht, in goedheid en wijsheid , het lijden verdragende met het geduld der martelaars en biddende met de vurigheid der Engelen , had zy voortdurend gewonnen in de orde der genade, zonder iets te verliezen in de orde der natuur.
Zoodanig was zuster Maria Bernard. Zoo was in het verborgen leven en achter de schaduw der kloostermuren, het kind, waaraan de II. Maagd verscheiien was.
- -Zij is krankzinnig, zij lijdt aan verstandsverbijstering!quot; riepen de vijuü 1 n van God roudom deze zoo machtige zwakke. Wat bekommerde zij zich om d-\'t ijdele geschieeuw? Zij gevoelde zich daardoor evenmin vernederd,als zij vroeger ijdel geworden was in de stad Lom-des door de geestdrift, der geloovigen; evenmin als zij bij de rotsen van Massabiëlla door hoogmoed was aangetast om de buitt cgewone uenaden, welke zij ontvangen had en de bewouderens-waardige zaken, die God door haar verricht had.
61
HET LEVUN VAX
Mogen de bijzonderheden die wg hier en daar hebben opgezameld, die glansrijke en wondervolle gebeurtenissen nit hare kindsheid, die zoo bfkoorlijke en zuivere herinneringen nit haar geestelijk leven, die heldenmoed in het lijden, welke tot blijmoedigheid toe ging te midden der smarten, — mogen al die zaken beschouwd worden als de teekenen der Heiligheid ? Vormt dat geheel van zuiver licht dien roemrijken stralenkrans, waarmede de Kerk altijd het hoofd der uitverkorenen omgeven heeft? Wij weten het niet; het opperste gezag van den algemeenen Vader der geloovigen heeft alleen het recht daarover uitspraak te doen.
Dewijl wij hier echter spreken van licht en van de zichtbare teekenen der voorbeschikking, vragen wij verlof een feit aan te halen , hetwelk Mgr. Pejramale, zaliger gedachtenis, dikwijls herhaald heeft, doch hetwelk hij altijd, om gemakkelijk te begrijpen redenen, geweigerd heeft te laten drukken tijdens het leven van Bernadetta.
Het was gedurende het tijdperk der administratieve vervolgingen, en, als wjj ons niet vergissen, in den loop der maand Augustus 1858. De pastoor van Lour Jet had toen reeds gelijk bekend is, eene onoverwinnelijke krachtdadigheid aan den dag gelegd om het werk Gods en het bevoorrechte kind te verdedigen.
Op een zondag na, in die maand, deelde hij aan zijne geloovigen het Brood des Levens
62
ZDSTEB MAEIA. BBRNABD
nit. Eensklaps bemerkt hij boven eene voor de II. Tiilel neergeknieMe persoon, een schitterenden stralenkrans. En terzelfdertijd ging uit de heilige ciborie een henielsch licht zich met dien krans vereen igpn.
— Gij weet, zoo zegde de pastoor van Lonrde» aan Mgr. Crosnier, die onlangs deze gebeurtenis in de Godsdienstige Week, een te Nsvers verschijnend blad, verhaald heelt, gij weet dat het ons aanbevolen is, wanneer wij de H. Communie nitrfikon, onze aandacht niet te vestigen op de geloovigen, die zich met het Lichaam en Bloed dt-s Heeren komen spijzigen.....Ik moet bekennen, dat ik dit voorschrift uit het oog verloor, en willende weten wie de Christin was, wier hoofd aldus door een stralenkrans was omgeven vestigde ik mijn bük op haar: en niet zonder diepe ontroering herkende ik Bernadetta?
Gelukkig het lond, wier hoofd aldus door dit teeken van voorbeschikking omgeven werd! Gelukkig de priester wiens hart zuiver genoeg was, om met zijne sterfelijke oogen dit teeken van Boven te mogen zien!
63
XVIII.
•durende haar geheel religieus leven begaf zuster Maria-Bernard zich in gedachten dikwijls naar baar geboortegrond: niet alleen naar de heilige Grot, maar ook naar liet nedeiige ouderlijke dak, waar zij hare geliefde familie liad achtergelaten; — het kerkhof waarop sedert haar vertrek achiereeuvolgens haar vader en moeder begraven waren; de nederige kerk, waarin zij zoo dikwijls gecommuniceerd had: ds gehuurde pastorie, waarin in zijne roemrijke armoede de Patriarch van Onze Lieve Vrouw van Lour des woonde, de pastoor Pey-ramale, tot wien de U. Maagd baar eertijds gezonden had ; — het huis der zuster van Ne vers, waarin zij eerst schoolleerlinge en naderhand postulante geweest was; — de stad, waarin zij geboren was en waar de gezellinnen harer kindsheid en jeugd woonden.
Toen de Eerw. Heer Perreau naar Lourdea vertrok om de kroningsfeesten bij te wonen, had zij met aandrang tot hein gezegd:
— Wees zoo goed naar Mgr. Peyramale te gaan. Zeg hem dat ik alle dagen aan hem denk, dat ik voor hem bid en om zijn zegen smeek.
Da pastoor van Lourdes hoorde deze woorden
ZUSTKR MARIA BKRNAED
met ontroering aan en gaf den Eerwaarden Heer Perreau ten antwoord:
— Breng haar mijnen zegen over; en Ter-zeker haar, dat ik mij steeds herinner dat zij mijn kind h.
Bij elke rais, welke hij, die deze bladzijden heeft opgesteld, naar Never» deed, was de eerste vraag van B^rnadetta altijd betrekkelijk den pastoor Peyramale. Het beeld van den groeten apostel van Onze Lieve Vrouw van Lour des verdween evenmin uit haren geest, als dat van den H. Hiëronymus uit den geest van de H. Paula, of dat van den H. Franciscus de Sales uit dien van de H. Johanna de Chantal.
De laatste maal, dat wij (Henri Lasserre) het geluk hadden, de bevoorrechte des Heeren te zien, luisterde zij met de grootste belangstelling naar hetgeen wij haar verhaalden omtrent de verheffing van pastoor Peyramale tot apostolisch protonotaris. Eene levendige vreugde en inwendige tevredenheid schilderde zich op hare gelaatstrekken af. Wij zagen haar nog glimlachen, toen wij tot haar zegden »Tot weerziens.....quot; Helaas! wij waren het ook die eeuige
jaren later, hoewel van verre, aan haar hart den zwaarsten slag moesten toebrengen, die het
ooit ontvangen heeft.
* *
*
Den 7n en 8quot; September 1877 toch was het onze hand, die uit Lourdes twee telegraphische
5
65
HET LEVEN TAN
berichten naar Never* zond, de eerste, om aniï te kondigen dat de dienaar van Maria in gevaar was, en het gebed voor hem te verzoeken; de tweede om het nieuws te brengen , dat de pastoor van Lourdes overleden was.
üe beide berichten kwamen ongeveer op den-delfden tijd te Saint-Gildard aan.
— »0p het feest van Onze Lieve Vrouw Geboorte heb ik die verpletterende tijding ontvangen,quot; schreef Bernadetta in een brief, dien men ons ter hand heeft gesteld en dien wij zorgvuldig bewaren. »Te negen uren kwam zuster Nathalie mij boodschappen , dat men eec bericht ontvangen had, gedagteekend van den vorigen dag. meldende dat Mijnheer de pastoor gevaarlijk ziek was. Vervolgens is het tweede bericht aangekomen van den dag zelf, waarin zijn dood werd aangekondigd, »Het zon onmogelijk zijn, u te zeggen wat ik geleden heb.....quot;
— Inderdaad, Mijnheer, zoo verklaarde mij onlangs zuster Nathalie, n te zeggen wat zij geleden heeft, zou ondoenlijk zijn. Van het oogen-blik af dat het .eerste bericht aankwam , hield zij niet op te bidden en zij was nog in de kapel, toen ik haar kwam melden, dat Mgr. IVyramale deze wereld verlaten had. Zij liet slechts een zwakken kreet hooren en zonk met gevouwen handen op de knieën, om voor het altaar aan God het offer te brengen van dit onmetelijk verlies. Zij deed mij denken aan Jesus^
€6
ZUSTKR MARIA BBRNAED
TSnigeiicIe onder den last van het kruis.....quot;
Zuster Maria-Bernard was achter de kloostermuren niet onkundig gebleven van de moeilijkheden en het verdriet des heiligen grijsaards.
— »Het schijnt, zoo schreef zij iu den brief waarvan wij zoo even spraken , het schijnt dat het verdriet, hetwelk hij ondervondeu heeft ■wegens den bouw zijner nieuwe kerk, zijnen dood verhaast heeft. liet zon mij niet verwonderen, want hij hechtte zooveel aan het werk, dat hij aoo goed begonnen was! Men moet de raadsbesluiten vau den goeden God eerbiedigen , omdat er niets geschiedt zonder zijne toelating.....quot;
En toen verscheidene maanden later iemand tot haar zegde:
— »Waarde zuster Maria-Bernard, bid toch de H. Maagd, opdat de onvoltooide kerk van Mgr, Peyramale volbouwd worde,quot; vulden zich hare oogen met tranen en antwoordde zij:
— Meent gij dan, dat ik het een enkelen dag vergeten kan ?
67
XIX.
ft
/gt; •£ lt;
oolatig pastoor Peyramale leefJe, had • Beruadetta in al have ziekten dikwijl»
eeu woord op de lippen gehad, dat aij y met eeue groote mate van verzekering uitsprak, wanneer zij zag, dat men zich over haar toestand ongerust maakte.
— Ik zal nog niet sterven, zegde zij op vasten toon.
Doch zoodra de groote dienaar van Onze liieve Vrouw van Lonrdes raar het ware vaderland des menschen was getogen, hield zij op aldus te spreken.
— Nu zal het weltlramijne beurt zijn, zegde zij.
En tot eene harer medezusters sprekende,
voegde zij er bij:
— Doch ik moet eerst nog een anderen dood sterven.
Zij wilde spreken van die slachtoSering van den ouden Adam, wplke de Verrijzenis en het leven vooraf moet gaan.
Zoo verliep er een jaar, gfdurende welke hare
godsvrucht scheen te verdubbelen.
* *
*
Het was nu twintig jaar geleden, dat Ber-nadetta op de rotsen van Massabiella Oüze Lieve Vrouw van Lcurdes had mogen beschouwen; het was er twaalf geleden, dat zij den drempel
ZU8ÏKR MAMA BtKSAllD
van het moederhuis der zusters van over
schreden en zich onder de nederigheid van haar heilig Ideed verborgen had; het was elf jaar geleden, dat zij hare eenvoudige geloften had afgelegd. Het uur was gekomen om den eeuwigen band te knoopen met den Uemelschen Bruidegom en de onvergankelijke kroon te ontvangen.
Den 22 September 1878, het feest vau Onze Lieve Vrouw der zeven Smarten, sprak zuster Maria- Bernard plechtig hare voortdurende beloften uit in de kloosterkapel, toegewijd aan het Heilig Hart, waar zij zoo dikwijls den Kruisweg bad gedaan , een voor een al de staties volgende van den ter dood veroordeelden Verlosser.
Eenige weken later, na met hare medezusters de Onbevlekte Ontvangenis van Maria gevierd te hebben, werd zij, drie dagen na het feest, den 1! December, aangetast door hevige pijnen, welke haar noodzaakten zich naar de ziekenzaal te begeven.
De geneesheer, de heer llobert Saint-Cyr, schudde ditmaal het hoofd en liet weinig hoop op herstel doorschemeren. —■ Het kan eenige maanden duren, zegde hij, maar zy is het einde van haar lijden nabij.
Toen zij de uitdrukking van angstige be-zorgheid op het gelaat barer medezusters zag, sprak zuster Maria-Bernard hare gewone woorden niet uit. Zij sloeg hare oogen hemelwaarts eu wachtte haar uur af.
09
HET LKTKN VAN
70
Haar gelieele leven van het tijdstip der Verschijning af was eene voortdurende afwisseling geweest van zeer wankelende gezondheid tn zeer hevige ziekte.
Zooals de smelter, die het goud zuivert, had God haar beurtelings in den smeltkroes gedompeld, er uitgenomen, wederom in het vuur van smart en pijn gelegd, zoodat in de uitgedoofde asch alle onzuivere bijmengselen en aardsche hestanJdeelen waren achtergebleven en ongevoelig het koninklijk metaal in al zijn zuiverheid en glans wjis te voorscliiju getreden. En zuster Maria-Bernard den arbeid van den god-delijken werkman begrijpende, nam niet alleen met gelatenheid, maar zelfs met dankbaarheid en liefde alle kwellingen aan, welke de vaderlijke hand van haren Schepper haar voor baar toekomstig geluk toebracht.
XX.
| nder het dreigende en toenemende gevaar waren hare medezusters in onrust en spanning. lu de tuinen en klooster-tangen vorUlden de waar !e religieuzen elkander omtrent die0oiie, welke men vreesde te
ZUSTER MAMA BERNARD
Terliezen, duizend bekoorlijke bijzonderheden en. trekken.
Ach! waarom mochten wij die zuchten en verhalen ni^t hooren, die godvruchtige herinneringen alilus door die maagden des lleeren uitgestort? Wat al schatten tot stichting des
harten en tot vreugile des verstands!.....Zijn
zij dan voor immer door den wind weggevoerd onder de bogen des kloosters of onder het gewelf der hooge boomen, weggevoerd zooals de vluchtige tonen van het orgel of het vlugge gezang der vogelen? Misschien niet.
De goede zusters van Necers beminnen ons als den waarheidüevenden verhaler der Verschijningen van Onze Lieve Vrouw van Zoim/t\'s, den getrouwen geschiedschrijver, dien Berua-detta met have christelijke genegenheid vereerde.
— Alle bezoeken zijn mij een kwelling, zegde zij eenigen tijd voor den dood van Mgr. Pey-ramale. En buiten mijne familie zijn er maar drie personen . voor wie ik graag naar de spreekkamer ga: Mgr. Peyrainale, den Eerwaarden Heer Pominn en Henri Lusserre.
En waarom , waarde zuster, maaktet gij voor
mij,onwaardige,die welwillende uitzondering?.....
Het is imiuers, omdat gij in onze herhaalde gesprekken over de Verschjjningen van Maria en over de wondervolle gebeurtenissen uwer kindsheid, begrepen badt, dat dezelfde Helde voor de Wïiarheid, welke uw zoo zuiver hart
71
MKT LEVEN TAK
bezielde, ook in miin ellendig hart huisvestte. Gjj wist, dat ik getrouwelijk alles aan de menschea verhaald had. Alhieldtgij u buiten allen strijd, al waart gij vreemd aan alle twistgeschrijf, gij wist toch dat ik met kracht het heilig werk van onze Heraelsohe Moeder tegen alle aardsche bijmengselen verdedigde. En ik weet ook, dat gij nog kort geleden, in uw laatste dagen, raar dengene vroegt, die op het oogenblik over u
spreekt.....
En zoo komt het, dat, al heb ik die vertrouwelijke gesprekken tusachen uwe medezusters en oversten niet bijgewoond, zij mij die echter hebben medegedeeld met de vertrouwelijkheid, welke men heeft voor degenen, welke een dierbare overledene aan onze achting heeft aanbevolen.
Moge God ons de genade verleend hebben, zoo getrouw mogelijk te hebben weergegeven die veelvuldige bijzonderheden, telkens onderbroken door het gebed en den arbeid, maar die toch inderdaad slechts een enkel gesprek vormden over een onderwerp, waarin al die godvruclitige
zielen zooveel belang stelden.
* *
*
Lnisteren wij dan nog eenmaal naar die helios uit het huis des Heeren, zooals die weerklonken in de dagen van Bernadetta\'s laatste ziekte.
— Zi) gaat niet naar den hemel, zegde een der Religieuzen: zij loopt, zij vliegt er heen r en reeds c^nikkïn hare voeten niet meer de
72
ZrSTTCB HARXA BERNARD
aarde. Ook zou zii niet meer terug willen keeren.
— O neen , zeker niet! nntwoorMe men haar, ïij bemint den weg van smarten dien zij betreedt, omdat zij weet waar die ruwe weg heenleidt, vooral omdat 7,ii weet, dat zij dien wey betreedt in het gevolg van Jesns Christus. Toen ik een paar dagen geleden bi] eene van bare hevige vlagen van pijn te^ejiwoordig was, kwamen mij de volgende woorden op de lippen:
— »Ik beftriip uiet, zuster Maria-Bernard, dat gij niet om uwe genezimi bidt.quot;\' Ja, antwoordde zij snel, en dan zon Onze Lieve Heer kunnen zeygen: »Zie nu die religieuze eens, die vifls lijden wil voor mij, die toch zooveel voor haar pelf en heb fquot; »Neen, neen!quot;
— Mij, zoo sprak eene derde, gaf zij verleden week ook een zeer gevat antwoord. Ik stond bij baar en dacht aan het Paradijs, waar ik wel heen wilde gaan. — »Waarde zuster Maria Bernard, zegde ik , gjj nioes;t Onzen Lieven Heer voor mij vragen, dat Hij mij spoedig sterven liet.quot; Als een pijl uit den boog kwam het antwoord:
— »/Th de aitderenV
—Somtijds zegt zij bekoorlijk bevallige woorden, zoo «ring dezelfde, zuster voort. Oisteren nog toen ik haar een geringen dienst bewees, zag zij mij met dankbaarheid aan en ztgde:- »Ik word beter verzorgd dan eene prinses.quot;
73
HKT LEVEN VAN
— Eene prinses, antwoordde ik, zou misschien evenveel van onze zorgen hebben, doch zeker niet zooveel van ous hart.quot; —»O zeker, hernam zij, ik word beter verzorgd dau eene prinses en dat komt, voegde zij er glimlachend bij, omdat ik de Bruid beu vaa den Grooten Koning.quot;
* *
*
— Wat lijdt zij veel, zegde zuster E., en hoeveel verdiensten vergadert zij, door geen eukel oogenbhk haar heldlialtig geduld te verliezen ! Haar lijden is versclirikkelijk ; dezer dagen was hare borst, door den hoest verscheurd en door de verstikking beklemd, geheel in vuur; haar lichaam was door de talloo/e wonden geheel bebloed. Haar biechtvader zegde:
— »Schep moed, zuster! Denk aan de beloften van Maria. De hemel is aan het eiude.quot;
— »Ja, antwoordde zij, maar wat duurt het
lang, voordat het einde komt!.....quot;
* *
*
Om zich te sterken tegen de pijnen en tegen elke poging tot verzet, strekte zij hare armen uit in den vorm van een kruis, zich in den geest vereenig\'-Mide niet de smarten van haren goddelijken Bniideg.mi; — »0 mijn God, ik offer u alles op! 0 mijn Jesus, hoe bemin ik u!quot; En wanneer vervolgens de pijnen eenigs-zins verminderden, dan uma^u- zij zich een verwijt van de onwillekeurige kreten en ver-
74
ZUSTER MARIA BSRNAEO
zuchtingen, die de natuur aan hare lippen ontrukt had, en zij vouwde de handen, aan allen vergiffenis vragende voor de verergernis, die zi| meende ons gegeven te hebben, terwijl zij on# gesticht hail, en aan God vergeving afsiueekende voor hare fout, terwijl zij met verheven geduld geleden had.
— Arme zuster, zoo ?prak eene harer medezusters in die dagen, nu ligt gij op het kruis!
75
— Ja. antwoordde zij, maar met Jesas. Geloof niet aan de verwringingen van mijn lichaam, ik lij l; maar ik ben tevreden dut ik lijd. Dat alles is goed voor liet Paradijs. Wat God wil, zooals en zooveel Hij het wil, — ik geef mij geheel aan Hem over en het is mjjne vreugde, het slachtoffer te zijn van het hart van Jesus.
XXI.
nze Lieve Vrouw van Lovrdes stond haar duidelijk bij op dezen grooten ovevtocht en leidde haar bevoorrecht kind, dat nu aan de deur des hemels naderde, blijkbaar niet de hand. De herinnering aan de Verschijning stond Bernadetta voortdurend
H£T LETES VAN
voor den geest. Zij ging nu die onvergelijkelijke Maagd, welke zij op de rotsen van M.issabiella aanschouwd had, voor altijd wedervinden in dat land van licht, waar haar reeds voorafgpgaan waren eerst hare moeder, daarna haar vader en eindelijk de groote dienaar van Onze Lieve Vrouw van Lourdes, de goede pastoor Peyrainale,
Aan hen allen dacht zij dikwijls, evenals aan die leden van hare familie, welke nog hier beneden waren, alsook aan hare zusters in den kloosterlijken staat: voor allen bad zij veel en vurig. Eenige der laatsten, Bernadet\'a\'s einde ziende naderen, belastten haar op ongekunsteld vrome wijze met hare boodschappen voor den hemel, vrienden en bloedverwanten, zielen die in gevaar verkeerden en duizenden geestelijke belangen aan hare toekomstige gebeden aanbevelende.
— Weest niet bezorgd, zegde de zieke, ik zal niets vergeten en al wat gij mij oplegt, vervullen ; maar op uwe beurt moet gij mij ook niet vergeten!
76
XXII.
y had eene bijzondere godsvrucht tot den H. Joseph. Eene der plaatsen waar zij zich het liefst terugtrok, was eene kleine kapel aan dieu Heilige toegewijd, te midden van den tuin yan Saint-Gildard. Zg beminde de stilte en eenzaamheid dier plaats, en zeer dikwijls ging zij er bidden en er den diepen vrede der ingetogenheid smaken.
N u echter kon zij er op het feest van Maria\'s Echtgenoot helaas! niet heengaan. Doch zij riep hem met des te grootere vurigheid aan.
En toen daags na het feest, de Eerwaarde heer Febvre, aalmoezenier van het klooster, haar ▼roeg. welke bijzondere genade zij aan den H. Joseph gevraagd had, antwoordde zij:
— Ik heb hem de genade gevraagd van een goeden dood.
Aan den ernstigen toon , waarop dit antwoord gegeven werd, meende de Eerwaarde geestelijke te erkennen, dat de bevoorrechte van de Koningin des Hemels het geheimzinnige voorgevoel had, dat de ontknooping nabij was.
Vrijdag, 28 Maart 1879, twee dagen voor Passiezondag, bevond zich het welbeminde kind der H. Maagd, zuster Maria-Bernard, in zeer lijdende en uiterst zwakken toestand. De be-
HET LBVEN VAM
zorgdheid der liefde en het voornitzicht der wetenschap spraken hetzelfde oordeel over den afloop af. De Eerwaarde Moeder Overste, de waarde zusters, rondom Bernadetta geschaard, de kundige geneesheer, die haar zijne zorgen wijdde, allen dachten dat het einde met rassche schreden naderde, en dat de Zienster van Lourdes op het punt stond voor altijd de aarde te verlaten.
Doch indien het lichaam zwak en lijdend was, de geest schitterde in zijn volle kracht. Uit de lamp, die in elkander viel, wierp het licht, nog helder en krachtig, al zijn glans.
Men meende dan dat hec uur gekomen was, haar de H. Sacramenten der stervenden toe te dienen. Zij maakte echter eenige zwarigheid, het H. Oliesel te ontvangen en weigerde zelfs een oogenblik met een soort van kinderlijke speelschheid, welke geheel in haar levendige geaardheid lag.
— Neen, neen! ik wil het H. Oliesel nog niet ontvangen.
— En waarom niet?
— Waarom ? Omdat ik elke maal, dat ik het ontvangen heb, genezen ben , en dat ik juist beter ben geworden van dat oogenblik af. Het is nu voor de vierde maal. Ik zou het nu slechte willen ontvangen, om te sterven en niet om weer op nieuw te herstellen.
Men drong echter bij haar aan. En in alles gehoorzaam tot het einde toe, overwon zij haar
78
ZUSTER MABIA BERNAKD
ei^en gevoelen, om zich aan Jat van het gezag haver oversten te onderwerpen.
Toen men haar nu de H. Communie als reispenning bracht, keerde zij zich naar de Eerwaarde Moeder Adelaide Dons, alsremeene overste «n naar de religieuzen, die rond haar ziekbed la^en neergeknield. En met eene stem , waarvan de kracht, haar zwakken en liidenden toestand in aanmerking genomen , iedereen verwonderde, sprak zii deze nederige woorden uit:
— Miine waarde Moeder, ik vraag u vergiffenis voor al het verdriet, daf ik n heb kunnen aan doen door mijne tekortschielingen in het religieuze leven. En ook u, mijne waarde medezusters , vraag ik eveneens vergiffenis voor alle
slechte voorbeelden, die ik u gegeven heb.....
Bidt voor mij.
* *
*
Dit H. Oliesel is niet het einde van haar aardsch bestaan geweest. Doch men kan zeggen dat het het begin is geweest van haar langen doodsstrijd, welke nog bijna drie weken duurde.
Dien dag of een der volgende dagen richtte de Eerwaarde heer Febvre haar de vermaningen toe, die men aan de stervenden geeft.
— Komaan! waarde zuster, zoo sprak hij, gij moet edelmoedig het groote offer brengen.
Op die woorden scheen de zieke met haar helderen blik, en niet zonder eenige verwondering, den priester to ondervragen.
19
HET LEVEN VAX
— Welk offer, eerwaarde, welk offer?
— Goede zuster, antwoordde de priester, op zijne beurt eeni^zius verwonderd, ik bedoel het offer van uw leven.
Met een zachten glimlach hief nu Bernadett» hare oogen ten hemel en zegde up eenvoudigen toon:
— Dat is waarlijk geen offer, eerwaarde vader... Neen! het is geeu offer dit leven te verlaten, waar men zooveel moeite heeft den goeden God niet te beleedigen, en zooveel hinderpalen op den weg der zaligheid ontmoet.
— O! zeer zeker niet! hernam de aalmoezenier die aanstonds de verhevene gevoelens dezer on-Tergelykelijke ziel volgde. Het kan geen off^r zijn voor eeuwig de luisterrijke heerlijkheden
Gods te gaan genieten.....En gij, z.ister, ofschoon
gij nooit het aanschijn des Alierhoogsteu beschouwd hebt, weet toch tels van de goddelijke schoonheid.
Eensklaps sloot zij nu de oogen, als om in zich zelve, in het inwendige harer ziel, die on-uitwischbare schoonheid terug te vinden.
— Ja, hernam zij na een kortstondig stilzwijgen, en het is die herinnering, welke mjj
troont en mijn hart moed inboezemt.
* *
*
Toen zaterdags voor Paschen de klokken geluid werden, zegde iemand tot haar:
— Luister, op het Lijden volgt het Paasch-
80
«.STEE MARIA BERNARD
feest. Alles herleeft en ook gg zult beter worden.
— Mijn lijden, antwoordde Bernadetta, zal slechts bij mijn dood eindigen, het zal voor mij duren tot aan den ingang der eeuwigheid.
Daarop werd zij door hevige pijnen aangegrepen. Haar zwak en vermagerd lichaam kromp ineen onder de smarten. Zij strekte de armen kruisgewijze uit, met liefde in hare hand het Christusbeeld omkneld houdende: vervolgens bracht zij het kruis aan hare lippen en kuste het met een vromen eerbied. Een andermaal weer drukte zjj het op hare borst.
— Ik wenschte dat ik het in mijn hart kon •verbergen en het er voortdurend bewaren. Doch mijne handen, ondanks mij zelve, voortdurend in beweging, kunnen het niet altijd vasthouden..,. Dat men het aan mij vastbinde! zoo ging zy voort, opdat ik altijd het beeld van mijn Jesus Toele.
Eu hare liefderijke medezusters, aan haar heilig verlangen gevolg gevende, namen koorden en bonden daarmede het hoogvereerde beeld van ■den gekruisigden Verlosser op hare borst vast.
Eenige religieuzen, die aan haar bed lagen neergeknield, zegden:
— Waarde zuster, wij bidden God uwe pynen te verlichten en u te troosten.
— Neen, neen, antwoordde Bernadetta levendig , op den toon van een gierigaard, die niets van zjjn schat verliezen wil. Neen , neen, vraag
81
HET LIVEN VAK
slechts voor mij kracht en geduld. Geen troost^ geen verlichting! Niets hierbeneden; alles voor den hemel!
XXII.
Ifllil6611 ®chter, hoe zuiver of geiuivcrd\' VjMgW zij ook zij, kan het oogenhlik van den vQpD dood naderen zonder te beven en zonder «o ten minste voor eenige oogenblikken,, door een laatsten angst te worden aangegrepen. De vage en koude schrikbeelden, de strikken van de slang der duisternis wachten op den geduchten drempel, die de grens vormt tusschen den Tijd en de Eeuwigheid.
Op Paaschmaandag voelde zuster Maria-Bernard den verstij venden adem van den schrik voor den dood en de eeuwigheid over zich heenstrijken.
— Ik ben bevreesd, murmelde zij, ik ben bevreesd! Ik heb zoovele genaden ontvangen. Hoezeer beef ik, dat ik er geen behoorlijk
gebruik van gemaakt heb!..... En wat ben ik
nu zwak! O! de schrijver van de Navolging ▼au Christus heeft gelijk, waar bg zegt gt;dat
82
liliSTEH MAE1A BERKAED
men het niet tot het laatste uur moet uitstelleu , God te dienen!quot; Men is dan tot zoo weinig in staat.
Gedurende den nacht trachtte de afgunstige verleider, de gevallen engel, diegene te doen struikelen, welke nu voor altijd naar dat Paradijs ging, waaruit hij eertijds voor altijd was neergestort. Herhaaldelijk klonk het uit den mond van zuster Maria-Bernard: t Ga heen , Satan ! ga heen!
De duivel heeft gepoogd mij schrik aan te jagen, zegde zij dinsdag in den morgen tot den Eerwaarden heer Febvre. Hij heeft den schijn aangenomen, alsof hij zich op mij wilde werpen. Doch ik heb den zoeten naam van Jesus aangeroepen en alles is verdwenen.
De aartsverleider kwam niet terng en de vrede der laatste oogenblikken werd geen oogenblik moer verstoord.
Bij het einde van dezen geheimzinnigen strijd wilde zij nog eenmaal biechten, den vollen aflaat verdienen in het uur des doods , en het Lichaam en Bloed Onzes Heeren ontvangen.
S3
XXIV.
oensdaga naPaaclieu, 16 April, ging de zon scboon en helder op, als voor een feestdag. Eu alle priesters der katholieke wereld , dien dag het altaar beklimmende, begonnen met deze goddelijke woorden den Introïtus der mis:
— »Komt, geaegenden mijns Vaders, eu ■ontvangt het rijk, da4; van het begin der wereld voor u bereid is. Alleluia! Alleluia! Alleluia!quot;
Bij het Offertorium spraken zij dezen tekst van den Psalmist nit;
— »De lieer heeft de deuren des Hemels
geopend.....Alleluia. Bij heeft aan de menschen
het Hemeisch Brood gegeven en het echepsel heeft aangezeten aan het feestmaal der Engelen. Alleluia!quot;
Alleluia! Alleluia! Inderdaad was het niet op dien dag, dat Beraadetta sterven moest? Komt f gezegenden d \'jns Vaders, ontvangt het Rijk, dat voor u bestemd is! Alleluia!quot;
Toch was zij niet stervende, toen de dageraad van dit feest aanbrak. En toen tegen het uur dat \'s morgens het \\ng-\'lus wordt geklept, hare medezusters onrustbarende tekenen op haar gelaat meenden te bespeuren, en de gebeden voor de stervenden wildon beginnen: »Heer,
ZUSTER JIAEIA BKRNAED Bó
sta mij bij in ruijnen laatsten doodsstrijdverzette Bernadetta zich daartegen, op zachten toon zeggende:
— Het is de laatste doodsstrijd nog niet, waarde medezusters. Het oogenblik is nog niet gekomen.
—- Wij doen het, omdat wij vreezen , dat gij niet meer in staat zult zijn, die gebeden te volgen, wanneei- het uur werkelijk zal gekomen zijn.
— Dan is het joed.
En zij volgde die gebeden met eene groote oplettendheid en eene, om zoo te zeggen, boven-menschelijke ingetogenheid. Haar bleek gelaat was als het onbeweeglijke beeld van gebed en geloof. Hare handen omvatten het kruisbeeld met ccn volkomen vertrr nveu en eens onuitsprekelijke teederheid. Haar oog hechtte zich vol liefde op het beeld van Jesus, dat tegen de wanden der zaal hing. Verheven schouwspel! Het was de tijdelijke dood het eeuwige leven omhelzende.
Die buitengewone blik trof al de omstanders met godsdienstigen eerbied. En op dit-unt heeft een der getuigen van dit tooneel, de Eerwaarde heer Febvre, ons tene opmerking g -.\'Jit, die ook ons getroffen heeft:
— »Wat doe . het Bovennatuurlijke is aangeraakt, behoudt daarvan den indruk, zegde hij ons. Nn, het is door het zintuig des gezichts i
HKT LMVEN VAX
het is door de oogen, dat Bernadetta door het Bovennatuurlijke geraakt is. En sedert dat ©ogenblik heeft haar onvergelijkelijke blik er een bijzonderen weerglans van behouden, hetgeen door allen is opgemerkt, die haar ook slechts een enkele maal gezien hebben. In de laatste dagen echter harer ziekte is die glans veel sterker geworden, veel meer in het oog vallend — vooral wanneer zij bidt, wanneer zjj spreekt over Godt over Jesus of Maria, wanneer zij het kruisbeeld beschouwt of als men haar over de vreugden des hemels spreekt. Het schijnt dat hare oogen met een sterkeren glans verlicht worden, naarmate zuster Maria-Byruard den sluier des lichaams voelt vallen, die haar van het aanschijn Gods scheidt.quot;
Toen men de gebeden voor de stervenden eindigde, scheen Bernadetta eensklaps door eene geheimzim ige beschouwing aan de aarde ontrukt. Op bare handen steunende, richtte zij zich op, als om het vooiwerp harer beschouwing beter te zien, en tot driemaal toe ontsnapte haar een
lichte kreet van verrukking.
* *
*
Tusscheu elf en twaalf uur verzocht zij, dat men haar uit het bed zou nemen. Men plaatste haar in een leunstoel. Zij bemerkte toen aan den klauk der klok, hoe laat het was, en in dat gevoel van ligt;\'.e en vergetelheid van zich zelve, hetwelk een l\'.irer voornaamste deugden
80
ZUSTÜB MAUIA BERJfAKD
was, vroeg zy aan de zusters, die bij haar gebleven waren, verontschuldiging, dat zij het uur van den maaltijd altijd voor haar vertraagde.
Tegen één uur verzocht men den aalmoezenier nogmaals te komen. Op nieuw weuschte zij de absolutie te ontvangen. Men las nu nogmaals de gebeden voor de stervenden, die zij met dezelfde oplettendheid en ijver volgde.
Daarop volgde eene lange poos rust. Even ▼oor drie uur drukte zy het verlangen uit, dat de talrijke zusters, die zich in hare kamer bevonden , volgens hare gewoonte naar de kapel zouden gaan, om er de Litanie van het Allerheiligste Sacrament te bidden.
Alleen de twee zusters ziekenverpleegsters bleven.
* *
*
Bijna onmiddelijk daarna scheen zij door onverdraaglijke pijnen te worden aangetast. En ongetwijfeld begrijpende dat lt;le laatste levensdraad op het punt stond verbroken te worden, wilde zij zich met eene on verbreekbare liefde Tereenigen met den goddelijken doodsstrijd van Hem, die voor ons allen aan het kruis gestorven is. Met hare bevende hand greep zij het kruisbeeld dat op hare borst lag, en het aan hare lippen brengende kuste zij langzaam en met innigheid tot tweemaal toe de vijf wonden van den Zaligmaker.
Op dit oogenblik werd de Moeder-assistente, Maria-Nathalie inwendig aangedreven om iu
87
HET LEVEN TAN
allerijl naar de zieke terng te keeren. Dfr stervende strekte de armen naar haar uit, en altijd bevreesd, dat zij in de dertien jaar ran haar religieus leven op eenige punten te kort geschoten was, spreekt zij nog eenmaal tot hare overste de nederige woorden:
— Vergeef mij en bid voor mij!
Moeder Maria-Nathalie en de twee ziekenverpleegsters knielden neer en baden, terwijl Bernadetta zachtkens hare aanroepingen volgde».
Zij had zich met het lijden van den Zaligmaker vereenigd. En zie ten drie uren toog de onbe-gebrijfelijke uitdrukking van de uiterste scheiding over haar gelaat. Eli! Eli! lamma sabbacthanit Zij sloeg de oogen ten hemel, strekte de armen uit en riep:
— Mijn God!.....
Een onwillekeurige huivering van eerbied en vrees, de herinnering aan de laatste klacht van den gekruisigden Godmensch, deed de vrome zusters, die op hare knieën lagen te bidden r sidderen en beven.
Stabat Mater. De Moeder van smarten, die op Golgotha onder het kruis van haren zoon stond, was ook onzichtbaar aan deze wtervens-sponde; zij woonde den doodsstrijd bij van het kind, dat zij beminde en aan wie zij het geluk had beloofd, niet in deze wereld, maar in de andere. Bernadetta sprak tot haar; met heldere nadrukkelijke stem klonk het:
88
ZUSTER MARIA BERNARD
— Heilige Maria, Moeder Gods, bid voor
mi], arme zoudart\'s.te...... Heiliiie Maria, Mueder
Gods, bid voor mij, arme zondaresse!
De herinnering aan en de verantwoording, verschuldigd voor de ontvangene gejiaden,hadden haar onophoudelijk het gansche leven door vrees aangejaagd. Zjj was nederig t,ot heb einde toe.
Alle leven in zich voelende nitdooven en meenende dat haar gebed en hare liefde niet sterk genoeg waren uit zich zeiven, wendde zij hare oogen smeekend naar zuster Nathalie en mormelde met zachte stem:
— Help mij.
En de neergeknielde assistente gaf haar de gevraagde hulp: eene vurige aanroeping tot de H. Maagd.
Alles was nog niet volbracht. Met een gebaar vol nitdrukking, want hare stem was bijna geheel uitgedoofd , zegde zij:
— Ik heb dorst.
Men gaf haar te drinken. Doch voordat zij de tas, die men haar toereikte, aanraakte, maakte zij, al hare krachten verzamelende, een groot krnisteeken — dat plechtige teeken des kruizes, hetwelk twintig jaar vroeger de Allerheiligste en Onbevlekte Maafd Maria in hare tegenwoordigheid had gomaaKt dc eers-te nr al dat zij haar aan de grot van Lour des verschet-n.
Zi] dronk eenige druppels en men wischte haar de lippen af.
89
HET LHVKJ) VAN
Vervolgens boog zjj het hoofd en blies den laatsten adem uit.
n onniiudelijk daarna beeft, aan de deur des hemels, het koor der engelen en uitverkorenen de woorden herhaald, welke het koor der priesters van de Strijdende Kerk dien morgen aan alle altaren uitsprak: »De Heer heeft de deuren des hemels geopend, en het schepsel heeft zich neergezet aan het
gastmaal der engelen..... Komt, gezegendea
mijns vaders, neemt bezit van het Rijk, dat van het begin der wereld voor u bereid is.quot;
De religieuzen drukten de oogleden van hare ingeslapen zuster toe, en trokken haar voor de laatste maal het heilig kloosterkleed aan. Doch nu gebeurde er iets vreemds.
Terwijl het eene ooglid, nauwelijks omlaag gedrukt, voor goed gesloten bleef, weigerde het lid van het andere oog volstrekt zich te sluiten, en, ondanks de veelvuldig herhaalde pogingen ging het telkens weer op nit uv open, in den oogappel als het ware een vagen weerglans
90
ZUSTER MA UIA BE11NARD
toonende van een geheimzinnig leven. Dit oog was het, dat het eerst door het hemelsche Visioen was getroffen geworden, het was hetzelfde oog dat naar den kant der heilige Verschijning was toegewend , toen deze zich den Hu Februari 1858 aan de blikken der verrukte Beruadetta vertoonde.
XXVI.
enige oogenbükken na den dood reeds had de ontroering zich door de gansche stad Nevers verspreid. Men zou gezegd hebben dat een kanonschot de droevige, tijding aan de duizenden huisgezinnen der stad
had bekend gemaakt..... Men sprak elkander
aan met de woorden : »De Heilige is gestorven!quot;
En toch had bijna niemand met eigen oogen die arme religieuze gezien, die de geestdrift der menschen ontvlucht was, om zich te gaan begraven in de diepe stilte van het verborgen leven. Doch Neoers wist welken schat het binnen zijne muren besloot. Nevera wist, dat het bevoorrechte kind, waarmede de H. Maagd gesproken had, en wier naam over den geheelen
91
HET LEVEN VAN
aardbol klonk, achter die stille kloostermureii haren roem in eene nederige cel verborg.....
In den morgen van den volgenden dag reeds begonnen de geloovigen zich aan de poorten van St. Gildard te verdringen. De deur werd ontsloten en de geloovigen stroomden de kloosterkapel binnen. Jn haar open en geheel met wit lijnwaad bekleede doodskist lag Bernadetta den eeuwigen slaap slapende, voor hnnne blikken uitgestrekt.
Was die doodskist het graf van een sterve-linge of de wieg van een kind? Was het de troon van eene hemelsche koningin te midden van haar neergeknield volk, of het maagdelijk bed der bruid, onzichtbaar rustende aan het hart van haren goddelijken Bruidegom.
Deze vragen schenen alle toeschouwers met tranen in de oogen elkander toe te sturen.
De handen om het gewgde kruisbeeld, dat de Heilige Vader haar toegezonden had, saam-gevouwen , — het hoofd zachtkens op het hoofdkussen gebogen en met witte rozen getooid,— de voeten bedekt met bloemen, — te midden van vier groote waskaarsen, die als sterren flikkerden, — o.ngevcn van hare biddende medezusters, — zoo lag daar zuster Maria-Bernard in vrede en heerlijkheid te sluimeren.
Al de kinderlijke bekoorlijkheden van hare onschuldige jeugd waren, zonder te verwelken, haai ii het stille kloosterleven bijgebleven, en
S2
ZUSTEK NARIA BEUKAKD
tooiden, ook na den dood, haar voorhoofd.
Wel verre van door den dood verwoest te zijn, hadden hare trekken, van nature zoo fijn gevormd, integendeel eene nieuwe schoonheid en eene meer dan menschelijke bevalligheid aangenomen. Haar bleek en zacht gelaat, waarop een stralende droom scheen te zweven, was waarlijk engelachtig en gaf als het ware een voorgevoel van wat daarboven de uitverkorenen zijn zullen.
Was dan de scheiding die plaats heeft tnsschen den geest, die ten hemel stijgt en het onbeweeglijk stoffelijk omhulsel, dat hier beneden blgft, — was dan die scheiding niet volledig? En vond de ziel, ongetwijfeld reeds tot de eeuwige vreugden toegelaten, nog het middel om op het levenlooze lichaam, haar woonplaats hier op aarde, een flauwen weerscliiju van haar eigene gelukzaligheid te doen afstralen ?.....
Ondoorgrondelijk geheim!
* *
*
Het lichaam der Zienster bleef tentoongesteld donderdags, vrijdags den geheelen dag en zaterdags in den morgen tot op het oogenblik der H. Mis.
Ondoenlijk is het eene beschrijving te geven van de ontroerde volksmenigten, welke zich gedurende die dagen opvolgden en verdrongen. Niet alleen belegerde als het ware geheel de stad Nevers het klooster, maar reeds den vol-
93
HET LEVEN VAN
genden dag kwamen. zoodra de tijding zich verspreid had, met treinen en rijtuigen duizenden pelgrims uit alle steden en dorpen van den omtrek. Alle rangen en standen der maatschappij, alle betrekkingen, alle leeftijden, — mannen , vrouwen en kinderen, overheidspersonen , werklieden, officieren en soldaten, — de priesters, de religieuzen van alle congregatiën der stad, de kweekelingen der Seminariën en de leerlingen der katholieke scholen in twee rijen geschaard, vormden de golven van dien stroom van eerbied, die onophoudelijk bet kind van Onze Lieve Vrouw van Lour des voor bij stuwde.
Ieder hield er aan dat men een of ander voorwerp, rozenkransen , beelden, medailles of kerkboeken aan het lichaam zou aanraken, als moest deze eenvoudige aanraking er eene voor altijd geheiligde herinnering van maken. Van zonsop- tot zonsondergang van die lange dagen waren vier, somtijds zes religieuzen nauwelijks toereikend voor dat vrome werk. Men moest, alvorens te kunnen naderen, minstens een half uar wachten. Doch niemand werd het wachten moede. Allen bleven ingetogen eu biddend staan en op Mannelijke gezichten zag men tranen van heilige aandoening vloeien.
Men was nog niet aan den avond van den eersten dag, of de magazijnen der stad hadden bijna al hnnne rozenkransen, medailles en andere voorwerpen van godsvrucht uitverkocht.
94
ZUSTER MAMA BEKNAKD
En de talrijke pelgrims, dienaar Saint-Gil-dard stroomden , smeekten de goede zusters van de congregatie van Nevcrs, hnn, tegen welken prijs ook, eenige voorwerpen van godsvrucht te verkoopen, om daarmede het lichaam der overledene aan te raken.
— Wij willen niets verkoopen , vrienden antwoorden de zusters; doch wij zijn gelukkig u te kunnen geven wat wij hebben.
XXVII.
oor de Eerwaarde Moeder Adelaide Dons, algemeene overste, van den dood van Bernadetta verwittigd, zijn wij naar Nevers gesneld, om nog eenmaal een blik te werpen op de gelaatstrekken dergene, wier wondervolle levensgeschiedenis wij, hoewel onwaardig, aan de wereld verhaald hadden.
Aldus heeft de Voorzienigheid, ons smart op smart toezendende, ons den droevigen troost gelaten, in het korte tijdsbestek van anderhalf jaar, de oogen te sluiten van den grooten verdediger van het werk van Onze Lieve Vrouw van Lourdes, den goeden en eerbiedwaardige» pastoor Peyramale, en naar de laatste rustplaats te begeleiden de reine Zienster op wier hoofd
95
HET LBTEN VAN
Maria Onbevlekt Ontvangen tot achttien maai toe haar moederlijken blik liet rusten!.....
gt;Reeds in den morgen van 19 April, den dag der beg ra ven is, zoo verhaalt Mgr. Crosnier, vicarisgeneraal van Nevers, was geheel het inwendige des kloosters en ook des^elfs omtrek door de menigte bezet; men was verplicht voorshands de kerk voor het publiek te sluiten, totdat de geestelijkheid en de deputation der religieuze orden de voor hen bestemde plaatsen ingenomen
hadden.....quot;(\')
Mgr. Lelong, de bisschop van het diocees, dien de tijding van dezen dood ver vau Nevers, te midden zijne;- herderlijke bezoeken, had verrast, aarzelde geen oogenblik den arbeid vtm zijne verhevene bediening voor eene wijle op te schorten, om eene b.atste eer te komen bewijzen aan het nederige en doorluchtige kind, hetwelk de Voorzienigheid aan zijne vaderlijke zorgen had toevertrouwd. Naast hem bevonden zich Mgr. Crosnier en Dn barbier, zijne vicarissen-generaal.
96
In het koor liet een priester van een eerbiedwekkend voorkomen in sti\'te zjjne tranen vloeien. Hij toch was het die e^rtij Is Bernadetta tot hare eerste H. Communie voorbereidde. Op het tijdstip zelt, waarop de H. Maagd aan het kind verscheen , onderwees de Eerwauvde ?er Potnian de Ziens^er in mi.n der Kerk, turwyl de Ou-
(1) Godsdienstige weck van Nevers, 26 April 1879.
ZUSTER maeia^beenard 97
bevlekte Koningin er zorg voor droeg haar zelve te onderrichten en den weg des hemels te toonen.
Eenige oogenblikken voordat de plechtigheid een aanvang nam, was ook de Overste der missionnarissen van de Grot van Lourdes, de Eerwaarde Pater Sempe, te Never» aangekomen.
3jt * •
♦
De hand der religieuzen had de met de witte bekleedsels omhangen lijkkist gesloten. In dc kerk viel geen enkel teeken van rouw in het oog, behalve eenig licht floers, dat rond de gouden kandelaars van het altaar golfde. Op het met rozen overdekte lijkkleed, prykte eene schitterende kroon van lentebloemen. Mos en laurier, viooltjes en madeliefjes waren door elkander gestrengeld: gelukkig gekozen ver-eeniging van planten en bloemen, die tot zinnebeelden strekten van de nederigheid en van den roem, van den geest van overweging, die de waarheid zoekt, en van het streven des harten, dat voor immer de Liefde vinden wil.
Wat waren zij heerlijk schoon die gezangen der Kerk! Hoe vol van welsprekende ontroeringen was de redevoering van den Bisschop, een ïTot weerziens!quot; toeroepende aan haar, die de Heer tot zich geroepen had en die nog onlangs, in de vreugde van het lijden en in de liefde tot haren roep voor den kloosterlijken
(l) GotUdieastige week van Ne vers, 28 April 1879.
7
HET LEVEK VAN
etaat, herhaald had: »Ik ben de Echtgenoote van den Grooten Koning!quot;
Eindelijk had de plechtige overlezing der lijkbaar door den Bisschop plaats en de vrome stoet, de doodskist vooruitgaande, zette zich in beweging en trok door de lange gangen en onder de kloostergevvelven heen naar den tuin.
— Veni in hortum meum soror mea sponsa. Kom in mijn tuin, mijne Zuster en Echtgenoote. (1)
En op deze woorden van den hemelschen Bruidegom murmelde de Maagd in hare rust tot antwoord:
— Kgo dormino, et cor meum vigilat.........
quot;P\'o.r Dilecti mei pulsantis. »Ik slaap, maar mijn liart waakt. Mijn Welbeminde spreekt tot mjj en roept.quot; (2)
98
Eu op die herinneringen van het Hooglied antwoordde van alle zijdeu de stem der natuur die uit den winterslaap verrees, en met de gezangen der Kerk samensmolt.
(1) Canticus Canticorum V, 1. (ï) Canticua Cantirorum.
XXVIII.
e midden van den tuin der Zusters van Nevers verheft zicli, eenzaam en bevallig , eene kleine kapel, toegewijd aan den H. Joseph, en waarheen zuster Maria-Bernard zachtkens getrokken word en gewoon was te gaan bidden. Ongeveer dertig jaar geleden werd, teu einde aan eene gelofte te voldoen, deze kapel door Mgr. Dufêtre,bisschop van het diocees gebouwd.
Daar rust, aan den voet des altaars, Ber-nadetta in haar maagdelijk graf.
Door drie geschilderde kerkramen valt een geheimzinnig licht in dit heiligdom binnen. De middelste dier ramen, juist boven het tabernakel , stelt den Patroon der gansche Katholieke Kerk voor met liet goddeljjk Kind op zijne armen.
Ter linker- en rechterzijde schijnen twee ten voeten uit voorgestelde Heiligen de vaste bewakers en de engelen van dit graf.
De eene toont een boek, opgeslagen als de vleugels eener deur, de Deur van het Oneindige. Het draagt tot opschrift de eenvoudige woorden : Civitas Dei..... {de Stad Gods.)
Vraag het aan die onmetelijke rijen van bedevaartgangers die aan~de Grot van l^ourdcn elkander verdringen en daar slechts een hart
SET LÏTEH VAM
en éene ziel schijnen te vormen; Traapf het aan die biddende volkeren , die van den Hemel verwerven de bekeeriug der zondaars, troost voor de bedroefden en genezing voor de zieken; vraag h^t aan de geheele Christeliike wereld, of het werk waarvan de Onbevlekte Ontvangenis door de hand van Bernadetta den eersten steen heeft gelegd, niet in het kort wordt samengevat in den titel van het boek des H. Au-gastinus, en of dat werk hier op aarde niet is gt; De Stad Gods!quot;
Doch Bernadetta stond niet alleen bij dit werk en de Voorzienigheid wilde, dat eene andere herinnering eveneens in de symbolische kapel, waarin haar stoifelijk overschot rustte, bewaard werd. Daar moest ook geschreven staan de naam van den onvermoeibaren beschermer van Bernadetta; de naam van den man, door de Onbevlekte Koningin des hemels, die op de rotsen van Massabiella verschenen was, terwijl zij de kralen van den Rozenkrans door bare vingeren liet glijden, verkozen om de medearbeider te zijn aan het werk des Heeren. En zie, op het andere kerkraam prijkt, met een lichtenden stralenkrans omgeven, het beeld van rlen Heilige, die door de Onbevlekte Maagd werd uitgekozen, om, terwijl zy hem met een rozenkrans in de hand verscheen, de apostel te zijn van deze bijzondere godsvrucht. Aan de voeten des beelds staat de naam: Dominicus. Het is de
100
ZUSTER WABIA BERNARD 101
H. Dominicus, de bevorderaar en verspreider van de godsvrucht van den Rozenkra1 Het is de patroon van Maria-Doininicns Pej -aniale,
pastoor van Lourdes.
* *
*
Na de plechtigheid ging men in den loop van den dag over tot het verzegelen der l^oden kist, die het geëerbiedigde overschot bevatte. Hoeveel tranen, doch alle vol hoop, werden nogmaals vergoten, toen de medezusters van Bernadetta, den bruidsluier opslaande, voor het laatst de geliefde trekken van de Echtgenoote des Grooten Konings beschouwden.
Ofschoon het nu reeds de derde dag na haar verscheiden was, had de dood met zijn ver-woestingswerk nog geenen aanvang gemaakt. Het lichaam was buigzaam als te voren. Het kalme en zuivere gelaat scheen zacht te sluimeren. Eenigen tijd voor de verzegeling, namen de lippen , de vingers en de nagels, tot groote verbazing van allen, eene rooskleurige tint aan... En zoo ontving Bernadetta den laatsten groet van hare Zusters. (I)
Het ligt volstrekt niet in onze bedoeling, deze verschijnselen voor bovennatuurlijk te willen doen doorgaan, want hoewel zeer zeldzaam, zijn er toch meer voorbeelden van aau te wijzen, en laten zich volkomen volgens de wetten der physiologie verklaren. Wij bepalen er ons toe de feiten te verhalen met de omstandigheden, waarmede zij gepaard gingen, en ze, zooals zij zich toegedragen hebben, aan de overweging van den lezer over te geven,
HtT LEVEN VAN
In het graf werd aan hare voeten in eene verzegelde kristallen vaas en perkaraent neergelegd van den volgenden inhoud:
s Congregatie van de Zusters van Liefde en van het Christelijk Onderwijs van Neven. »In het Moederhuis;
»Den zestienden dag van de maand April in het jaar Onzes Heeren 1879;
»Onder de gelukkige regeering van Zijue Heiligheid Leo XIII;
»Ouder het episcopaat van Mgr. Etienne Lelong, bisschop van Nevers;
gt;Mgr. Crosnier, apostolisch protonataris, en de Zeer Eerwaarde heer Dubarbier vi-carissen-generaal zijnde;
v De Zeer Eerwaarde heer Greuzard, pastoor der Parochie;
De Zeer Eerwaarde heer Febvre, aalmoezenier der Congregatie;
De heer Grév}quot;-, president der Fransche Republiek;
gt;De Eerwaarde Moeder Adelaide Dons al-geineene overste der Congregatie zijnde; sis godvruchtig in den Heer overleden: » Marie-Bernarde Soubirous, met haar kloosternaam Zuster Maria-Bernard, geboren te Lourdes, den 7 Januari 1844; gedoopt den 9ii derzelfde maand; gekleed in het Moederhuis der Congregatie den 29 Juli 186G ; door hare eerste geloften in den religieuzen staat
102
ZÜSTJER 1I4RIA BKRKABD
opgenomen den 30 October 1867 en door hare eeuwigdurende geloiten den 22 September 1878.
»Aan haar verscheen in het jaar 1858 de Heilige Maagd achttienmaal aan de grot van Lour des.
»Tot haar heeft de H. Maagd, zich zelve noemende, gezegd: »Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis.quot;
»Tot haar heeft zij deze woorden gericht: »Ik beloof ti dat ik u gelukkig maken zal, niet in deze wereld, maar in de andere.quot;
»Door haren mond verklaarde de H. Maagd Maria aan de priesters, dat zij op die plaats te barer eer eene kapel wilde opgericht zien en dat men in processie daarheen toog, welk bevel Beraadetta aan den Zeer Eerwaarden Heer Pey-ramale, pastoor van Lourdes, overbracht.
»Onder de hand van haar die in deze kist rust, ontsprong op bevel van Maria, de mira-kuleuze bron, waarvan het water sinds dien tijd zoovele zieken, over de geheele wereld verspreid, genezen heeft.
s Haar lichaam, volgens het gebruik der Congregatie, in de kapel van het Moederhuis zonder deksel in de kist gelegd zijnde, is het onmiddelijk het voorwerp geworden van de algemeene vereering. Op bevel van Mgr. den bisschop van Nevers en met verlog der burgerlijke overheid, is het tentoongesteld gebleven tot op het oogenblik der begrafenis.
103
HET LEVEN VAN
» Heden, zaterdag 19 April is het ter aarde besteld en zal in deze kist verzegeld worden in tegenwoordigheid der getuigen, wier namen hier volgen.
»Voor echt en waar verklaard.
»Was geteekend: Mgr. Etienue Lelong, bisschop van Nevers; Mgr. Crosnier en Du-barbier, vicarissen-generaal; Greuzard, pastoor der parochie; Febvre, aalmoezenier der congregatie ; de Zusters Louise Ferrand en Maria Nathalie Portat, assistenten; zuster Eleonore Cassagnes, algemeene secretarisse; zuster Josephine Dagnac, de Eerwaarde Pater Sempé, overste der Missionnarissen van Lour des; do Eerwaarde Heer Pomian, aalmoezenier der zusters van Nevers te Lourdes en Henri Lasserre.quot;
*
Is dat het einde der geschiedenis van Ber-nadelta? En zal nooit dit graf met eenig teeken des Hemels, met eenige buitengewone gunst verrijkt worden? Zijn er zelfs niet bovennatuurlijke genezingen verkregen door de aanroeping van het Kind van Onze Lieve Vrouw van Lourdesï Dat is het geheim van God. Doch wanneer de Kerk alles onderzocht en gewogen zal hebben, daa zal het voor de toekomst geen geheim meer zijn.
EINDE.
104
Leve Maria, een maand, een noveen, een
week en een tridunm ter een: van Maria. . ƒ 0,10 Geestelijke Leiddraad. . . . . , - 0,05 Vn.de Mecnm, verzameling van meest alle bekende devotiön. In linnen bandje. . . - 0,40 Gezangen ter eere van de H. Moeder Gods. . - 0,10 Gezangen H. Kindschbeid. ... . - 0,10 B. Leon\'ardus aP. M. Godvr. Leiding op denKruisw. - 0,05 Devotie tot de H. Vijf Wonden. . . . - 0,05 Handleiding Broederschap O. L. V, van Bijstand. - 0,10 Oefeningen voor de Zusters der Congreg. O. L. Vr. - 0,05 Melodiün op de Gezangen van het Handboekje der
H. Familie en Congregatie O. L. Vrouw. - 8,30
gt; op de Gezangen van de Tien Geboden. - 0,30
» » » gt; het Ave Maria . - 0,30
Het Handboekje met de MelodiSn, ingebonden. - 1,50 Metodiün en Refreinen, Fbijkn , met acc. van
Piano of Orgel.......- 1,85
Handboekje H. Familie......- 0,20
Het Ave Maria der Cuugiegauisten. . . - 0,20
üe Gezangen op de Tien Geboden Gods. . - 0,20
Handboekje H. Familie, 3 boekjes bijeen ingebond. - 0,60
» Congr. O. L. Vr. » » » , . 0,60
Gezangen voor R. K. Militairen Vereeniging. . - 0,10
Veuillot. IJdele inbeelding der Liberalen, gr. 8o. - 0,50
Tu. van Hoogstraten. Dichterlijke Verpoozingen. - 0,75
------God en de Mensch. . - 0,30
------Da Costa, eene studie. . - 1,—
De Onfeilbaarheid een verhaal door Conkao
van Bol an den........ 0,20
Over de wereldlijke magt van den Paus. . - 0,10
■^quot;en z\'jn ook \'n nette linuen stempelbande» V te bekomeu.
verschijnt in Seriën van 10 De el en.
Elk cleel is op zicli zelve compleet en bevat een geheel leven.
Elke serie kost bij inteekening f ÜS.50. Afzonderlijke levens kosten 40 Cents. Tien Ex. van eenzelfde leven f 2.50.
De Eerste Serie bevat de volgende levens: De H. Vincemtius a Paulo. - DeH. Fhanciscus Xavekjus. - De H. Bjckedictüs.- De H.Philomena. De H. Cathauina van Zweden. - De H. Antonius vanPadua.- DeH.PETBüs, Apostel. -Deli.cecir,ia. DeH.Jozef. - DeH. Alpiio^susMariadeLiguori.
In de Ticeede Serie zijn verschenen : H. Elisabeth van Hongarije. — H. Aloysiüs van Gonzaga.-H.Stanislaus Kostka.-H.Germana. H. Bkigitpa.—H.Genoveva.—H. Drie-Koningen. Gz. Margaketha Maria Ai.ACoquE. - Gz. Ben. Jos. Labiie. - H. Lodewijk, Koning van Frankrijk.
In de Derde Serie zijn verschenen : De H. Ursula en hare elfduizend Maagden.— Zuster Maria Bernard.
ïn icicr )uas()e|in j is dk
In iei)cr lt;)cs(iclit | onmissbaar*. BRED A. De üitcever^ j