-Si\'

©-

^)quot; ^ -t⁵ I

É£ w

(

y\'l SS

..lt;i l \'1

VAN H K I

n sgt; ^ Alt;\'

vgt;

:quot;) ⁽;

I ■ -i ,(

% I

® i gt;gt;

^u /

IlsSif-

\'ii o

1. Eathie. (A.) Introduction générale et traité thëorique et pratique de droit public et administratif. Paris, 1861-64. 4 vol. (2390)

2. Biitz. (,/.) Histoire de la legislation et de la jurisprudence des provinces Belgiques depuis le S¹quot;⁰ siècle jusqu\'ü ce jour, suivie de l\'exposé de l\'ancien droit civil de ces provinces. Ouvrage couronné par l\'académie royale dc la Belgique. Bruxelles, 1847. 2 vol. 4°. (G)

3. Voorduin. [J. C.) Geschiedenis en beginselen der Neder-landsche wetboeken volgens de beraadslagingen deswege gehouden bij do Tweede Kamer der Staten-Generaal. Utrecht, 1837-41. 11 dealen. (872)

4. Meijer, [J. D.) II. W. Tijdeman, enz. Briefwisseling van eenige regtsgeleerden over de aanstaande Nederlandsche wetgeving. Leiden, 1819. (1225)

5. Stukken door de commissie tot het ontwerpen van een algemeen burgerlijk en lijfstraffelijk wetboek, overgegeven aan het Staats-Bewind der Bataafsche Bcpubliek; bevattende

de ontwerpen van eene inleiding van Let recht in liet algemeen, het lijfstraffelijk wetboek, wetten omtrent het bewijs en het burgerlijk wetboek, met de memorien. \'sllage, 1804 - 1806. Fquot;. (164)

6. Lipman. (S. P.) De Nederlandsche wetboeken, vergeleken met het Romeinsche en Fransche regt. Amst., 1839. 4 deelen. (2041)

7. Martini. (G. J. de) Do Nederlandsche wetgeving toegelicht, met do bijlagen. Amst., 1810- 1842. (2G42)

8. Kappeijne van de Coppello. (/.) Eene bijdrage tot de geschiedenis der Nederlandsche wetgeving, uit de discussion der oude Eerste Kamer ontleend. (Overgedrukt uit Themis, regtskundig tijdschrift, 1860.) (112G)

9. NienJmis. (H.) Voorlezing ten betooge, dat het wenschelijk is bij do tegenwoordige herziening onzer wetgeving dezelve aan te vullen door een volledig zamenstol van stellige regtsbepalingen omtrent de middelen tot handhaving van regt. Gron., 1853. (372)

10. Hettema. [M.] Jurisprudentia Frisica, of Friesche regts-kennis. Een handschrift uit de 15de eeuw. 2 deelen. Leeuw., 1834-85. (1447)

11. Lenainier. [M. E.) Introduction générale a l\'histoire du droit. Brux., 1830. ^448)

13. Manuel de cassation contenant toutes les lois, arrêtés, régiemens, etc., relatifs a cette juridiction depuis 1797 jusqu\'a ce jour. Brux., 1832. (1224).

14. Dictionnaire do legislation, de jurisprudence et de doctrine en matière de minos, minières, carrières, forges, hauts-fourneaux, tourbières, usines métalurgiques, etc., par un avocat a la cour d\'appel de Liègo. [J. dol Marmol.] Liègo, 1857. (1690)

15. Sirey. Les codes annotés, contenant toute la jurisprudence des arrêts et la doctrine des auteurs. Edition entièroment refondue par P. Gilbert, Faustin Hélie et Cuzon. Paris, 1855. 3 vol. (1118)

1(5. Staats Evers. \\J. W) Bijdragen tot de geschiedenis der\' regtspleging in Gelderland, bijzonder te Arnhem. Arnhem, 1865. (2596)

17. Brugghen. (J. J. L. van der) Do eedsleer naai- christelijke en regtsgeleerde beginselen. Leyden, 1S44. (62)

18. F een. (T. van der) Do invloed van het christendom op het regt. \'sHage, 1841. (162)

2D. Schaaff. [J. IL van der) Aanhangsel op don waren pleiter van J. van der Linden. Utrecht, 1829. (370)

21. Sitter. (J. H. de) Iets over het zedelijk beginsel in het burgerlijk regt. Sneek, 1844. (243)

23. Baco. [F.) Wetten voor wetten. quot;Verhandeling en aphorismen over do bronnen van algemeen regt. Met aanteekeningen van A. M. J. J. Dupin. Naar het latijn door J. J. van Leeuwen. Utrecht, 18Ó5. (828)

24. Ficcardt. (S.) Specimen juridicum inaugurale de fide testium. Groningae, 1810. (820)

25. Ficcardt. (II.) Brevis servitutis, quae olim in provincia Groningana existit, conspectus. Specimen antiquarium inaugurale. Groningae, 1844. (818)

26. Hahn. [F. von) Die materielle Uebereinstimmung dor römi-schen und germanischen Eechtsprincipien. Jena, 1856. (1255)

27. Linden. [J. van dei-) Redevoering over hetgeen de ondervinding van eene halve eeuw nog heeft geleerd, dat een advokaat voornamelijk behoort in acht te nemen of te vermijden. Amst., 1824. (1:?87)

28. Tractatus de jure ot justitia juri hodierno Galliae accom-modatus ad usum Seminarii Cenomanensis. MecM., 1822. (1746)

29. De beginselen der wetgeving volgens M. Tullius Cicero; of vrije vertaling van het 1ste bock de Legibus. Eotterd., 1845. (872)

toepassing der aanstaande Nederlandsehe wetgeving, voornamelijk in betrekking tot de tegenwoordige Fransche regtsgeleerdheid. Amst , 1838. (372)

31. Tijdeman. (II. W.) Verhandeling over de wetenschappelijke beoefening van het regt in Nederland, na hot uitvaardigen van nieuwe wetboeken in do taal dos lands. Leiden, 1819. (1458)

32. Wal. [G. de) Over don invloed van wetboeken in de taal dc-s lands op do wetenschappelijke beoefening van het regt. Gron., 1820. (1461)

33. Meurs. [N. S. T. A. van) Spec. jur. inaug. de vitaehonostao et in-honestae efficacitateinjure neerlando. Lugd. Bat, 1852. (1207)

34. Luzac. (/.) Spec. jur. inaug. do diversa perjurii notione, in recentioribus populorum legibus conspicua. Lugd. Bat , 185 gt;. (1178)

35. Cicero [M. T.) De legibus libri III. Ree. varietate lectionis et annot instr. J. Bakius. Lugd- Bat., 1842. (1940)

36. Bilderdijk. [Gul. a Teïstorbant diet.] ICti observationum et emendationum liber unus et alter. Lugd. Bat., 1819-20. (1720)

3⁴8. Bar. (L.) Das internationale Privat- und Strafrecht. Hannover, 1862. (2414)

40. Bonne. [L. CA.) Legislation Francjaiso élémentaire et pratique a l\'usage de tout lo monde, comprenant: le droit civil, le droit commercial, le droit administratif et le droit penal; la solution d\'un grand nombre de questions pratiques ; un formulaire de tous les actes que Ton peut rédiger soi-même. Paris, 1863. (2524)

41. Merlin. Répertoire universel et raisonné de jurisprudence. 4^,ne éd. Paris, 1812-15. 12 vol. 4quot;. — Additions. Paris, 1815 et Bruxelles, 1824-25. 3 vol. 4°. (39)

42. IJ allo z. (D.) Rdportoire méthodique et alphabétique do legislation , de doctrine et do jurisprudence en matièro de droit civil, commercial, criminal, administratif, de droit des gens et de droit public. Paris, 1861-61. Vol. 2-44. 4°. (1)

43. Vragen van vaderlandsch regt, beantwoord door eenigo Amsterdamsche regtbaoefenaars, 2de verzameling. Amsterdam, 1853. (965)

44. Amorie van der Hoeven, [M. des) en A. de Vries. Regts-geleerde opstellen. Amsterdam, 1852. (16)

46. Verzameling van regtsgeleerde adviezen, 2^e- 7° verzameling, mat register over de vijf eerste verzamelingen. \'sHage, 1838-66. (473)

47. Hall. [M. C. van) Rogtsgoleerde verhandelingen en losse geschriften. Amst., 1838. (1230)

49. Jansma van der Ploeg. [G. L.) Studiën van wetten en regtspraak in Nederland, n⁰. 1. \'sHage, 1846. (286)

51. Quinet. (P. A.) Commentaire sur la loi relative a la publication , aux effcts et a l\'application des lois en ge\'neral et sur la loi relative a la jouissance et a la privation des droits civils. Brux., 1819. (1612)

52. Gilquin. (J. H.) De leer der praejudiciele geschillen van liet hedendaagsche regt. Amst., 1817. (1168)

53. Bort. (P.) Alle de wercken, begrepen in ses tractaten. Met portret. \'sHage, 1681. F°. (95)

54. Bort. (P.) Nagelata werken, vervattende allerhandeobser-vatien, advysen, algomceno gronden en regulen van rechten, generale politique maximen, etc. Utrecht, 1745. F⁰. (96)

55. Braun. [K.) und M. Wirth. Die Zins-Wucher-Gresetse vom Standpunkte der Volkswirthschaft, der Rechtswissenschaft und dor legislative Politik beleuchtet. Mainz, 1856. (1217)

56. Dulheuer. (C.) Kurze Darstellung des Preuszischen Rechts der Gegenwart, unter Beibehaltung der Legalordnung und Annotirung der Parallelstellon des Römischen Rechts. Berlin, 1856. (1247)

57. Keijzer {S.) Précis de Jurisprudünco Muaulinauc selon le rite Chafeite, par Abou Chodja. Publication du texto Arabe, avec traduction et annotations. Loijde, 1859. (2100)

58. Kemper. [J. M.) Jaarboeken van het Fran scha rogt en de Fransche regtsgeleerdheid voor de Hollandscho departementen. Iste dl., 3 st.; 2de dl. 1 st. Amst., 1812-13. (1893)

59. Tex [C. A. den] en J. van Hall. Bijdragen voor regtsgeleerdheid en wetgeving. Amst., 182C-38. 12 deolen. — Algemeen register, 1 deel. (1101)

60. Tex [C. A. den) on J. van Hall. Nederlandsche jaarboeken van regtsgeleerdheid en -wetgeving. Amst., 1839- 51. 12 deelen. — Algemeeno registers, 3 deelen. (8G8)

61. Nieuwe bijdragen voor regtsgeleerdheid en wetgeving, verzameld en uitgegeven door mrs. C. A. den Tex, J. van Hall, B. J. Lintoio de Geer en van BonevalFaure. Amst., 1851-G7. 17 deelen.— Registers van 1851-55, 1856-60, 1861-65. (869)

62. Themis, regtskundig tijdschrift door mrs. D. H. Levyssohn Norman, A. de Pinto, N. Olivier, G. M. van der Linden,

₍ J. de Witte van Citters en J. Kappoijne van de Coppello. \'sHage, 1839-53. 14 deelen. — Tweede verzameling. \'sHage, 1854-67. deel 1-14 (571)

63. Vleuten [C. J. van] en C. H. Perk. Het regt in Nederland. Regtsgeleerd tijdschrift. Amst., 1839-41. 2 dn. F°. (9)

64. Oudeman [A.] en G. Dieplnds. Opmerkingen en medodee-lingen betreffende het Nederlandsch regt. 2\'^: en 3\'-\' jaarg. Groningen, 1846 - 47. (755)

65. Juridische vraagal en opmerker. Amst., 1854-57. 1° jaargang; 2° jaargang, n°. 1-11; S^e en 4^e jaargang. (891)

66. De juridische correspondent. Vragen, beantwoordingeri, opmerkingen en aankondigingen op het gebied van regtsge-leerdheid, notarisambt en registratie. Amsterdam, 1858-61. 4 deelen. (1715)

67. Tijdschrift voor buitenlandschoen koloniale wetgevingen regt-spraak, onder medewerking van onderscheiden vaderland-

sche regtsgeloarden. üitgegQven door mrs. C. C. E. d\'Engel-bronner en J. van Gigcli. Amst., 1856. l^e jaargang. (911)

68. Het regt in Nederlandsch Indie. Eegtskundig tijdsehrift, uitgegeven door mrs. A. Prins, J. H. Donker Curtius, P. Brunsveld van Hulton, jhr. D. A. Junius van Hemert, J. Graafland, F. Junius van Hemert, T. H. der Kinderen, R. A. Eekhout, J. H. Waller Diemont, jhr. A. van der Does do Bijo en Gr. J. Keiser. Batavia, 1840-66. Doel I, II, III (ontbr. reg. en tit,), IV (ontbr. reg. en tit.), V—VII, VIII (ontbr. reg. en tit.), IX—XXII. (861)

70. Revue critique de legislation et de jurisprudence. (A compter du 3quot;^lc- vol. eet ouvrage fait suite a. la Revue de le\'gislation et do jurisprudence.) Paris, 1853-67. vol. 3-30. (867*)

71. Archiv des Criminalreehts. Herausgegeben von E. F. Klein, G. A. Kleinschrod und C. G. Konopak. Halle, 1799-1807. 7 Bande. (800)

G. A. Kleinschrod, C. G. Konopak, C. J. A. Mittermaier, C. F. Roszhirt, C. G. von Waechter, J. F. H. Abegg, A. G. Heffter und J. M. F. Birnbaum. Halle, 1817-34. 14 Bande. (800)

73. Archiv des Criminalreehts. Neuo Folgo. Herausgegeben von den Professoren J. F. H. Abegg, A. G. Heffter, J. M. F. Birnbaum, C. J. A. Mittermaier, C. G, von quot;Waechter,

H. A. Zachariae und F. C. T. Hepp. Halle, 1834- 51. [De jaargangen 1844, 1846 en 1847 incompleet.] (800)

74. Holtzendorff. [F. von] Allgemeine Deutsche Stral\'reclitszeitung zur Förderüng oinheitlicher Entwickelung auf den Gebieton des Strafrechts, des Strafprocesses und des Gefangnisz-wesens, sowio für strafgerichtliche Medicin. Leipzig, 1861-67. Jahrgange 1-7. 4°. (158)

75. Jahrbuch für Gesetzkunde uud Statistik. Herausgegeben vom Centralarchiv für Gesetzgebung, Verwaltung und Statistik, D^r. L. Stein, M. van Stubenrauch und H. Fr. Bracheili. Wien, 1862. l^sle\' Jahrgang. (2335)

alle standen tot bevordering van volkswelvaart, door verspreiding van eenvoudige beginselen van staathuishoudkunde. Amst., jaargang 1852-67. — Bijblad van de Economist, jaargang 1861-67. — Algemeen register, 1852-62. (1108)

77. Sloet tot Oldhuis. (B. W. A. JE.) Tijdschrift voor staathuishoudkunde en statistiek. Zwolle, 1841 - 67. 27 deelen. — Register, deel I-XX. (949)

78. Bijdragen tot de kennis van het staats-, provinciaal- en gemeentebestuur in Nederland, uitgegeven door G. II. Betz, l\\I^r. W. E. Boer, M^r. J. A. Fruin en M^r. P. F. Hubrecht. Rotterdam, 1860-67. Dl. 4-12, deel 13, n⁰. 1-3. —Register deel 1-5 en 6-10. (2139)

79. Regtskundig tijdschrift voor het notarisambt. Breda, 1833 - 42. 5 deelen. (895)

80. Regt en wet. Tijdschrift voor het notarisambt, onder redactie van M^r. C. J. Diomont, W. F. Ovorhoff Jr., M^r. W. F. Otten, M^r. A. J. Zubli, A. J. M. Holster. W. J. Hidde Bok, W. H. van Meukeren, M. Coh\'.\'n Stuart, M^r. L. Reeser, J. M. E. Dercksen, C. T. Kolfschoten en J. G-. Everwijn. Amsterdam, 1846-66. Deel T, n°. 1, VII-IX, X, n⁰. 2-4, XI, XII, XIII, n⁰. 1-3, XIV, 11°. 2-4, xv-xvm. (896)

81. De notariële nieuwsbode. Maandschrift, bevattende de ^v voor den notaris meest belangrijke wetten, besluiten, reg-

terlijke uitspraken, aankondigingen in do Staats-courant, enz., benevens eene rubriek voor mededeelingen tusschen de notarissen onderling. Rott., 1863 - 66. Deel 2-5. (2510)

82. Liefde en hoop. Tijdschrift over gevangenen en gevangenissen. Amst., 1827 - 28. 2 deelen. (1065)

83. Do Menschenvriend, tijdschrift voor algemeene weldadigheid en volksbeschaving. Een vervolg op: Liefde on hoop. N⁰. 1-3. Amst., 1830-31. (1065)

84. liamelsveld. (W. IJ. van) Verzameling van gewijsden van het Heog-G-eregtshof te \'s G-ravenhage, beginnende met hat jaar 1814. Delft en Amst., 1826-34. 10 doelen. (1105)

85. Nederlandsclie Regtspraak of\' verzameling van arresten en gewijsden van den Hoogen Raad der Nederlanden en verdere regtscollegien, -waarin tevens zijn vervat alle belangrijke ministeriele beslissingen voor alle regterlijke eu administrative autoriteiten, practizijns, enz. Uitgegeven door A. Brocx, J. Cohen Stuart en N. de Gijselaar. \'sGrav., 1839 - 67. 86 deelen. — Alphabetisch register, jaargang 185-!-62; deel 43- 72. \'sGrav., 1866. (866)

86. Honert Tllz., [J. van den] J. C. M. van den IIonert en C. C. E. d\'Eagelhronner. Verzameling van arresten van den Hoogen Raad der Nederlanden.

a. Burgerlijk regt, regt van koophandel en burgerlijke r egt s ver dering, 1839 - 65. Amst., 1840 - 66; deel 1 -29, 30 pag. 1 - 320.

c. Zegel-, registratie-en successieregten, 1839 - 65, Amst., 1810-65; deel 1-4, 5 pag. 1 -240.

ƒ. Jagt en visscherij , 1839 - 66. Amst., 1843 - 66 ; deel 1 - 6, 7 pag. 1 - 128. (1106)

87. Regtsgeleerd bijblad, behoorendc tot de Nederlandsehe jaarboeken van regtsgeleerdheid en •wetgeving van mrs. C. A. den Tex en J. van Hall. Amsterdam, 1839-50. 12 deelen. (870)

88. Regtsgeleerd bijblad, behoorende tot de Nieuwe bijdragen voor restsgoleerdheid en wetgeving van mrs. C. A. den

Tex, J. van Hall, B. J. Lintelo de Geer en van Boneval Faure. Amst., 1851-66. 16 deelen. (870)

89. Leon. [D.] Regtspraak van den Hoogen Raad, gebragt op de artikelen der staats- en burgerlijke wetten, besluiten en verordeningen; alles met ophelderingen en geschiedkundige toelichtingen, verwijzingen, enz. 2 deelen. \'sHage, 1850-60. (1103)

90. Ernden. [E. L. van] De regtspraak en administratieve beslissingen op do Nederlandsehe staatswetten, besluiten, enz. van 1850 tot Julij 1865, mot ophelderingen, ontleend

aan de geschiedenis der wetgeving, de litteratuur enz., en met verdere aanteekeningen. \'sHage, 1865. Deel I. (1°. vervolg op deel I der regtspraak van M^r. D. Leon.) (2621)

92. Presburg. [J. M.) Register van alle regterlijke uitspraken , in de Nederlandsche tijdschriften en verzamelingen vermeld. Leiden, 1852; Iste deel. (1407)

93. Magazijn van haudelsregt, verzameld en uitgegeven door mr. A-br. de Vries en mr. J. A. Molster. Amst. 1859-67; deel I-IX. (2177)

94. Knijper van Harpen. [F.) Verzameling van gewijsden in zake van zee-assurantie sedert 1838. Amst., 1859. (2179)

95. Astraea. Verzameling van de belangrijkste regtsgedingen in Europa. Rott., 1835-36. 2 stukken. (2165)

96. Arrest in zake van Herman Koer, gewezen door het Provinciaal Geregtshof in Zeeland op maandag den 19den December 1864. Middelburg, 1864. (1451)

97. Regtsgeding in de zaak van liet weekblad » de Ekster,quot; uitgever A. A. CrafFord, waarbij naar aanleiding van een paar zinsneden, voorkomende in de Ekster van 5 April jl,, door de Arr.-Regtbank te Middelburg is uitgemaakt,

^ dat de uitvoering van groote manoeuvres in de Kamp zwangerschap der zich in die legerplaats bevindende vrouwen kan ten gevolge hebben. Middelburg, 1863. (2455)

98. Journal du palais. Recueil le plus ancien et le plus complet de la jurisprudence fran9aise, 1791-1866. Paris, 1838-66. 77 vol. (8:.4)

99. Journal du palais. Jurisprudence administrative. Tome XII, n°. 4, tome XIII, tome XIV, pag. 17-32, 49-650. Paris, 1855-65. (854)

.00. Journal du palais. Bulletin des décisions en matière d\'enregistrement, de timbre, de greffe, d\'hypothèque et de contraventions notariales.Numéros 1 ii 50. Annëes, 1831 a 64. Paris, 1866. (856)

101. Ledru-Rollin. [M.) Répertoire general du Journal du palais, contenant la jurisprudence de 1791 a 1845, l\'histoire du droit, la législation et la doctrine des auteurs. — Table

clironologiquo des arrets ct de\'eisions rapportes par io Journal du palais et par les recueils Sireij-De\'villeneuve et Dalloz, avec renvois anx trois recueils. Paris, 1845 - 5 t. 13 vol. — Supplément, eontenant la jurisprudence do 181óa 1857. Paris, 1857. 2 vol. (857)

102. Journal du palais. Eacueil de la jurisprudence Beige et des arrets notables de la cour de cassation de Berlin, Cologne, Maijence, Darmstadt, la Bavière rhénane, Luxembourg, Hollande , etc. 1837-54. Paris et Bruxelles, 1842-54. 15 vol. (858)

103. Pasicrisie ou rscucil general de la jurisprudence des cours de France et de Bclgiquo en matière civile, commerciale, criminelle, de droit public et administratif. Partie de Belgique. Bruxelles, 1855-66. 13 vol. (859)

104. Table générale alpiiabétitjue et clironologique de la Pasicrisie Beige. eontenant la jurisprudence du roijaume do 1814 a 1850. Buxellcs, 1855. 2 vol. (8GO)

105. Brandner. [E. de] Table décennale alphabétique et clironologique de Ia Pasicrisie Beige, eontenant la jurisprudence du Royaume de Bulglquo de 1851 a 1860 inclu-sivement. Bruxelles, 1866. (2571)

106. Recueil alphabétique et raisonné des principes de législation et do jurisprudence civile ct criminelle, adoptés par la cour supérieure de justice, séant a Bruxelles, en dégré d\'appel et en cassation. Depuis Février 1814 jusqu\'au 31 Décembre 1823. Brux., 1825. (1452)

107. Sirey, (J. B.) J. B. Duvergier et L. M. de Villeneuve. Table alpliabétiquo et raisonnée du recueil général des lois et des arrêts. 1800 -20. Par., 1821. 4°. (117)

108. Merlin. Recueil alphabétique des questions de droit, qui se présentent Ie plus fréquemment dans les tribunaux. S-*¹ éd. Paris, 1819-20. 6 vol. 4°. (40)

109. Dalloz. ( O.) Recueil périodique et critique de jurisprudence, de législation et de doctrine en matière civile, commerciale, criminelle, administrative et de droit public. Paris, années 1845 - 66. — Table des années 1841 - 56. Pai-., 1857. 4°. (5)

110. Gazette des tribunaux, journal de jurisprudence et des débats judiciaires. Feuille d\'annonces légales, Bruxelles, 1861 - 67. Fquot;. (142)

111. Ullmer. (if. E.) Le droit public Suisse ou jurisprudence des arrêts des autoritds fédérales Suisses pendant les années 1848 - 60. Traduit do l\'Allemand et publié, par ordre du Conseil fe\'de\'ral, par E. Borel. Neuchatel, 1864. (2553)

112. Haus. (J. J.) Elementa doctrinao juris philosophicae sive juris naturalis. Gand., 1824. (1766)

113. Pestel. [F. G.) Fundamenta jurisprndentiae naturalis. Lugd. Bat., 1806. Pars 1 et 2. (427)

114. Zollinger. (J.) Institutionum juris naturalis et eeclesiastici public! libri V. Traj. ad R., 1823. (7lt;S1)

115. Eatze. (J. G.) Het natuur- en rederegt in den Staat. Uit het Hoogduitscli en met aanmerkingen voorzien door M. S. Gratama. Gron., 1826. (1553)

116. Luzac. (E.) Le bonlieur, on nouveau systèmo de jurisprudence naturelle. Précédé d\'une notice sur la vie et les écrits de Luzac, par II. C. Cras. Arnst., 18^0. (1445)

117. Liedts. (C.) Responsie ad quaestionem ab ordine juridico in academia Gandavensi propositam, Exponatur juris naturalis doctrina de pactis universe spectatis. Gandavi, 1823. 4°. (51)

gt;118. Puffendorff. [de) Le droit de la nature et des gens ou système général des principes les plus importans de Ia morale, de la jurisprudence et de la politique. Amst., 1734. 2 vol. 4°. (7)

120. Foelix. Traité du droit international privé ou du conflit des lois de different os nations en matière de droit privé. Paris, 1843. (1077)

121. Foelix. Traité du droit international privé ou du conflit des lois de différentes nations en matière de droit privé. Troisième édition revue et augmentée par Ch. Demangeat. 2 vol. Paris, 1856. (2274)

122. Heffter. (A. W.) Le droit international public de I\'Europe, traduit par J. Bergson. Nouvelle édition revue et augmentée.

123. Domm-Pelrushevecz. [A. de) Précis d\'un code du droit international. Edition originals. Leipzig, 1861. (2279)

12-i. llautefemlle. (L. B.) Des droits et dos devoirs des nations neutras en tomps de guerre maritime. Paris, 1848 - 40. 4 vol. (273)

125. Bedenkingen aangaande het regt en don Staat. Naar aanleiding van Kinkers brieven over het natuurregt. Amst., 1825. (484)

126. Snouchaert van Sclmuburg. [A. C.) Essai sur les ministres publics. La Haye, 1833. (50G)

127. Vattel. (de) Le droit des gens ou principes de la lei naturelle applique\'e a la conduite et aux affaires des nations et des souverains. Leyde, 1758. 2 tomes, en 1 vol. 4°. (2)

1\'28. Vattel. [de) Le droit des gons etc. Nouvelle édition augmen-tée, précédée d\'un discours sur l\'étude du droit de la nature et des gens par sir James Mackintosh. Traduit de l\'anglais par Royer-Collard avee notes de S. Pinheiro-Ferreira. Paris, 1830-38. 3 vol. (610)

129. Wheaton. (II.) Histoire des progrès du droit des gens en Europe et en Amérique dopuis la paix de Westphalie jusqu\'a nos jours. 2quot; éd. Leipzig, 1846. 2 vol. (847)

130. Itochussen. (H.) De occupatione belüca bonorum privato-rum in bello maritime. Lugd. Bat , 1857. 11410)

131. Grotius. (II.) De jure belli ac pacis libri III, cum notis variorum et commentariis li. do Cocceii necnon intro-ductione S. do Cocceii. — Dissertatie de mari libero. — Libellus de equitate, indulgentia et facilitate. Lausannae, 1751. 5 du. 4°. (137)

J 32. Grotius. (H.) Le droit de la guerre ot do la paix. Nouvelle traduction par J. Barbeyrac. Basle, 1746. 2 dn. 4°. (114)

133. Heffter. (A. W.) Das Europaische Völkerrecht der Gegen-■wart. 3^te Ausgabe. Berlin, 1855. (1328)

131. Heffter. (A. W.) Das Europaische Völkerrecht der Gegen-wart auf den bisherigen Grundlagen. 4^tlt;: Ausgabe. Berlin , 1861. (1328)

dc 1\'Europe fondé sur los traités ot l\'usage. 3^mo ëd. Got-tingue,-1821. (72G)

136. Kluber. (L.] Droit des gens moderne de l\'Hurope avec iin supplément contenant une bibliotlièque clioisio du droit des gens. Paris, 1831. 2 vol. (302)

137. Testa. [F. M. W.) Specimen juris gentium inaugurale de causis, ob quas pax cum hoste communi, a gentibus in bello sociis, iure, seorsum condatur. Trajecti ad Rlienum, 1828. (8-3)

138. Travers Twiss. The law of nations considered as independent political communities; on the rights and duties of nations in time of peace and war. 2 vol. Oxford and London, 1861 - 63. (22118)

139. Molster. [J. A.) Voorlezingen over de neutraliteit vooral in verband met de scheepvaart der onzijdige volken. Haarlem, 1856. (1248)

140. Fraser Macqueen, Esq. (,ƒ.) Chief points in the laws of war and neutrality, search and blockade; with the changes of 1856 , and those now proposed. London and Edinburgh, 1862. (2381)

141. Tellerjen. (B. D. H.) Diss. jur. gent, inaug. de jure in mare, imprimis proximum. Gron., 1847. (11Ü4)

142. Rouville. [A. M. de) De vraag van regt in de zaak van het Nederlandsche schip de Jonge Albert, \'silage,

143. Reiger. (W. A.) Akadomisch proefschrift over den volken-regtelijken regel » schip is territoirquot;. Gron., 1865. (2618)

141. Fresemanrt V iëlor. (J.) Akademisch proefschrift over de kracht van buitenlandsche vonnissen. Gron., 1865. (2616)

145. Lisman. {J. A.) Specimen depraestantiajurismosaici, ex vcro juris fonte directe orti. Pars prior. Lugd. Bat., 1836. (1733)

146. Verhurg. (J.) Verhandeling over liet gezag der Mozaïsche wetten in eene maatschappij van christenen. Middelburg, 1833. (1477)

147. Lelyveld. [P. van] Do infamia jure a\'tico commentatio. Amstelodami, 1830. (821)

118. Holtius. (A. G.) Historiae juris Kom an 1 lineameuta. Ed. alt. Traject, ad Rh. 1840. (1721)

149. Rouville. (A. M. de) lots over de inbezitstelling der kinderen in de nalatenschap van don eerst-stervende der ouders, in verband tot de geschiedenis dor Romeinscho instellingen, zoowel ten aanzien van het regtsgcnot dei-vrouwen, als van de vaderlijke magt. Overgedrukt uit Themis, regtskundig tijdschrift, O¹¹⁶ jaargang, l^ste stuk. \'s Grav., 1848. (1G7)

150. Jansma van der Ploeg. (Cr. L.) \'De strafregtspleging en het strafregt der Romeinen iu verband mot de ontwikkeling van staat en volk. Amst., 1855. (946)

151. Jurisprudentia vetus ante-justinianea ex recensione et cum notis A. Schultingii Joh. Fil. Editio nova. Lipsiae, 4°. (168)

152. Dupont (E.) Disquisition es in commentarium IV institutio-num Gaji, recenter repertarum. Lugd. Bat., 1822. (1738)

153. Lohraan Janssonius. [J.] Do pro herede usucapio tot aan Hadrianus. Overgedrukt uit de Nieuwe Bijdragen voor Regtsgeleerdheid. Deel X, pag. 177. (1271)

154 Teltimj. (/.) Do crimine ambitus et de sodaliciis apud Romanos. Gron., 1854. (1114)

155. Swinderen. [F. J. van) Disquisitio juridica iuauguralis do aere Malacitano et Salpensano. Gron., 1866. (2725)

157. Justiuiani institutiones cum novissime repertis Gaji insti-tutionibus collatas, originibus ac probationibus distinctas ot pluribus textibus es recontiori jure decerptis auctas, denuo edidit variisque notationibus, ad calcem adjectis, illustravit P. do Rijckere. Gand., 1827. (1719\',

158. Warnkoenig. [L. ^4.) Institutionos juris Romani privati, in usum praolectioiium academicarum vulgatae cum intro-ductioue in nuiversam jurisprudontiam et in studium juris lloniani. P^ditio quarta. Bonn, 1860. ^093)

159. Gratama. (S.) Pi-aelactiones ad prolegomena, et partem primam institutionum Justinianearum. Gron. 1818. (1737)

160. Warnkoenig. (L. A.) Institutionum seu elementorum juris Romani privati libri quatuor in usum praelectionum academicarum vulgati. Leodii, 1819. (1739)

161. Jansma van der Ploeg. [G. L.) Het Komeinsche regt naar aanleiding dor instituten. \'sHage, 1851. (289)

162. Goudsmit. [J. E.] Toespraak aan zijne leerlingen ter gele-gonlieid van de opening zijner lessen over de Instituten van hot Romeinsche regt. Leiden, 1801. (167)

163. Potlner. (E. J.) Pandcctae Justinianeae in novum ordi-nem digostae cum legibus codicis et novellis. 5 vol. Parisiis, 1818. 4°. (169)

164. Voet. (J.) Commontarius ad pandoctas. 2 vol. Hagae Comitum, 1735. f⁰. (13)

165. Oppen. (J. M. E. van) Specimen juridicum inaugurale de controversiis Ictorum. in Dig. libris XXX-XXXII. Lugd. Bat., 1858. (1995)

166. Goudsmit. (J. E.) Notae Pauli et Ulpiani ad Papinianum, quae in digestis suporsunt. Lugd. Bat., 1842. (1998)

168. Warnkoenig [L. A.) Commentarii jims Romani privati, ad exemplum optimorum compendiorum a celeberrimis Ger-maniae jurisconsultis compositorum adornati, in usum academicarum praelectionum et studii privati. t. I, Leod., 1825. (1736)

169. Koning. (A. II.] Akademisch proefschrift Over testaments-vormen , volgens Romein seh en Germaansch regt en verdere ontwikkeling daarvan in Duitschland en Frankrijk. Gron., 1864. (2540)

170. Hartman. (C. M. A.) Dissertatie juridica inauguralis de revocatione donationis inter vivos secundum jus Roman um, Fraucicum et Neerlandicum. Lugd. Bat., 1859. (2051)

regnla; qnau temporalia sunt ad agendum perpetua sunt ad excipiendum. Gron., 1851. (2072)

172. Lohman Janssonius. (J.) Dissertatio juridica inauguralis do origine bonorum possessionis, ejusque vi in adjuvando supplendo jure Romanorum hereditario. Gron., 1859. (2052)

173. Schmalhausen. [li. H. J.) Dissertatio juridica inauguralis de cautione damni infecti. Traj. ad Elicn., 1851. (2255)

174. Muther. (T.) Sequestration und Arrest im Römischen Kecht. Leipzig, 1856. (1255)

175. Rietstap. [A. J. T.) Dissertatio juridica inauguralis de venditore, an evictionis nomine cogatur emtorem defendere, ex jure romano, francico et neerlandico petita. Hag. Com., 1854. (1204)

176. Faher. (J. G. A.) De leer der exceptien en niet ontvankelijkheid. Leyden, 1850. (109)

177. Meijer. [J. F. von] Preisschrift von den Unterschieden zwi-schen Tutel und Curatel, Unmiindigen und Minderjahrigen, nach Römischem und Deutschem Recht. Eine Schrift fiir practische Juristen. Frankfurt am Mayn, 1803. (2591)

178. Bell. [C. van] De ondeelbaarheid der erfdienstbaarheden, volgens het Romeinsche en hedendaagsche regt. Leijden en Amsterdam, 1850. (57)

179. Goudsmit. [J. E.) Redevoering over de vraag: Waartoe dient in den tegenwoordigen tijd de beoefening van het Romeinsche regt in Nederland? voornamelijk ten dienste der leeken in de regtsgeleerdheid, uit het Latijn vertaald en met aanteekeningen voorzien door M^r. B. H. Pekelharing. Haarlem, 1864. (167)

180. Groot. (H, de) Inleydinge tot de Hollandsche regtsgeleert-heyt, bevestight met placcaten, hantvesten, oude herkomen, regten, regtsgeleerden , senten tien van do hoven van justitie in Hollant ende elders, mitsgaders eenige bijvoegsels onde

uenraerkingen op deselve door mr. .Simon van Groonewegen van der Made, secretaris der stad Delff. Door hem nu op nieuws veel vermeerdert en verbetert.

Hier is noch bijgevoegt R. Ilojcrbeefs, van het aon-legghen en volvoeren der processen, voor de respective hove van justitie in Hollant, mede met nieuwe aenmerc-kinge door denzelven Groenewegen.

Mitsgaders het Hollantsche versterfrecht, oock door denselven vermeerdert. Delft, 1652. 4°. (44)

(NB. Dit met -wit papier doorschoten exemplaar bevat een zeer groot g-etal aanteekeningpen van de hand van Eomhont Hogerbeets, zoo a!s blijkt bij vergelijking\'met het door dezen geschrevene en onder-teekeiide op bladz. 28 van het AeuUnghcn enz. hierboven vermeld.)

181. Keessel. [I). G. van der) Theses sclectae juris Hollandici et Zelandici, ad supplendam Hugonis Grotii introductionem ad jurisprudentiam Hollaudicam, et definiendas celebriores juris Hollandici controversias, in usum auditorum ovui-gatae. Lugd. Bat., 1800. 4°. (164)

182. Knappert de Groot. (A.) Akademische proeve over de vaderlijke magt naar het oud Nederlandsch regt, SchiedaiQ, 1857. (1352)

183. Het wots-ontwerp betreffende de regeling der zaken van do voormalige wees- en momboirkamers, beoordeeld door een lid van de regterlijke magt Utrecht, 1854. (57)

184. Levijssolm Norman. (JJ. 11.) Wetgeving betreffende de nalatenschappen, vroeger door de wees- en momboirkamers beheerd, benevens eene lijst van die kamers en hare keuren; gevolgd door de officiële oproepingen der erfgenamen, met eene voorrede. \'sHage, 1855. — 2^devervolg, \'sHage, 1862. (813)

185. Bergsma. [E.) Over de weeskamers zoo als die vroeger in Holland en Zeeland bestonden. Utrecht, 1855. (281 en 1103)

186. Lex Frisionum, edente Karolo libero Barone de Ricat-hofen, repetita curis societatis Frisiacae. Accedit recensie clar. baronis B. J. Lintelo de Geer. Leovardiae, 1866. (2770)

187. Memorien van eenige consideration betrekkelijk het 2^de, 3^de en 4^de boek van het ontworpen Burgerlijk Wetboek voor het Koningrijk Holland. 1807. F^c. (43)

188. Aanwijzing der wijzigingen gebragt in een vroeger ontwerp van burgerlijk wetboek voor hot Koningrijk Holland en in het vorenstaand project-wetboek opgenomen. F°. (44)

189. Ontwerp van het Wetboek Napoleon, ingerict voor het Koningrijk Holland, ingediend 30 Mei 1808 door de heeren van Gennep, van Wesele Schol ten en Loke, bij besluit van Koning Lodewijk belast met het inrigten van den Code Napoleon voor Holland. F°. (160)

191. Linden. [J. van der) Beredeneerd register op hot wetboek Napoleon, ingerigt voor het koningrijk Holland. Amst., 1809. (1914)

194. Codo Napoléon. In hot Fransch en Hollandsch. Officiële uitgaaf. 2 deelen. Amst., 1811. (1888)

195. Linden. [J. van der] Regtsgeleerd, practicaal en koopmans-handbook; ten dienste van regters, practizijns, kooplieden, en allen, die een algemeen overzicht van rogtskennis verlangen. Amst., 1806. (366)

196. Aa. [P. J. B. C. van der) Inleiding tot de hedendaagsche Hollandsche regtsgoloerdheid en praktijk, of handboek voor regters, praktizijns, kooplieden en burgers. Amst., 1809 - 10. 2 stukken. (29)

197. Wet op den overgang van de vroegere tot de nieuwe wetgeving. \'sHage, 1838. (815)

198. Honert T.Hz. (J. van den) Do wet op don overgang van do vroegere tot de nieuwe wetgeving, in verband beschouwd met en toegelicht door do daarover in do jaren 1829 en 1837 plaats gehad hebbende beraadslagingen. Amst., 1838. (276)

199. Pinto. (A. de) Handleiding tot do wet ,op den overgang van de vroegere tot do nieuwo wetgeving. \'sHage, 1850. (437)

200. Meijer. (J. IJ.) Principes sur les questions transitoires. Nouvelle e\'dition augmente\'e par A. A. de Pinto. Leijde, 1858. (2411)

201. Burgerlijk Wetboek voor hot Koningrijk der Nederlanden , ingediend 12 Dcc. 1815 door de heeren Kemper, Bijle-veld en Reu ven s, bij besluit van Z. M., dd. 10 Januarij 1815, belast niet liet ontwerpen van een Burgerlijk Wetboek. F°. (149)

202. Ontwerp van Burgerlijk Wetboek voor het Koningrijk der Nederlanden. Eerste stuk. Aangeboden aan de Tweede Kanier der Staten-Generaal in de zitting van 17 Nov. 1819. \'s Grav., 1819. (2080)

203. Ontwerp van Burgerlijk Wetboek voor hot Koningrijk der Nederlanden. \'sHage, 1820. (848)

204. Ontwerp van het Burgerlijk Wetboek voor hot Koningrijk der Nederlanden. \'sGrav., 1820. (2081)

20ó. Ontwerp van het Burgerlijk Wetboek voor het Koningrijk der Nederlanden en geschiedenis der deliberatien van de Staten-Generaal daarover. 2 deelen. \'sGrav., 1820-21. (2320)

206. Geschiedenis der beraadslagingen, gevoerd in de Tweede Kamer der Staten-Generaal, over het ontwerp van Burgerlijk Wetboek. Onder toezigt der Commissie voor de huishoudelijke aangelegenheden der Tweede Kamer bewerkt en uitgegeven door J. J. F. Noordziek. (Zittingjaar 1820-21, deel II. Bijlagen.) \'sGrav., 1866. (2743)

207. Donker Curtius. (B. W.) Vrijmoedige aanmerkingen op het ontwerp van Burgerlijk Wetboek. Zooverre hetzelve aan de Staten-Generaal is voorgedragen. Dordr., 1819-20.(1226)

208. Het ontwerp van het Burgerlijk Wetboek, voor het Koningrijk der Nederlanden, vergeleken met het vorig, bij ons in gebruik geweest zijnde regt, door M^r**. l^ste stuk. \'sHage, 1821. (1450)

209. Smallenburg. (iV.) Primae lineae juris civilis Hollandici, in primis secundum Codicem Napoleonticum. L. B. 1820. 2 partes cum notis M.SS. 4°. (12)

210. Smallenburg, [N.) Primae lineae juris civilis Hollandici, in primis secundum codicem Napoleonticum. Lugd. Bat., 1820. (1722)

212. Burgerlijk wetboek. Officiële uitgaaf. 1830. Mot geschreven correction. (631)

216. Stukken betreffende het verhandelde in de zittingen der Staten-Generaal, 1823 - 1824 en 1824 - 1825, omtrent het ontwerp van het burgerlijk wetboek, 2\'^Ie boek. Fransche tekst. (50)

218. Verzameling van nommers van het Staatsblad van de jaren 1832 en 1833, inhoudende wetten tot verandering en wijziging van het Burgerlijk Wetboek. (934)

224. Houten. [B. A van) De Nedorlandsche burgerlijke wetgeving. Amst., 1837. 4°. (53)

227. Asser. (C.) Het Nederlandsch Burgerlijk Wetboek, vergeleken mot het wetboek Napoleon, uitgegeven door M^r. L. Asser en M^r. C. D. Asser, \'s Hage en Amst., 1838. (2716)

228. Voort. (W. II. van der) Het Nederlandsch Burgerlijk Wetboek uit deszelfs beginselen verklaard en met de bepalingen der Fransche wetgeving vergeleken. Utrecht, 1838. I⁶ deel, 1° en 2^e stuk. (775)

229. Schuller. (C. L.) Burgerlijk Wetboek, met aanteekeningen. Utrecht, 1846, 2^e ged. (565)

230. Hasselt. (W. J. C. van) De Nederlandsche wetboeken met aanteekeningen en nalezingen. \'sHage, 1843, 4 doelen (Burgerlijk wetboek 1 deel). 4°. (43)

231. Vernede. [J. S.) Handleiding tot de Noderlandschc wetgeving. Utrecht, 1844 - 46. Afl. 2-4. (774)

232. Vernede. (J. S.) Nalezingen, bijvoegsels en verbeteringen op de handleiding tot de Nederlandsche wetgeving. Utrecht, 1851. (771)

233 Hall. [J. van) Handleiding tot de beoefening van het burgerlijk regt in Nederland. Amst., 1851 -56. 3 stukken. (249)

234. Opzoomer. (C. W.) Aanteekening op de wet, houdende algemeene bepalingen der wetgeving van het Koningrijk. 2^d0 herz. druk. Amst , 1857. (2014)

235. Opzoomer. [C. W.) Het Burgerlijk Wetboek, aanteekeningeu op de artikelen, die thans nog verklaring behoeven. Leyden , 1849. 3 deelen. (429)

236. Opzoomer. [C. W.) Hot Burgerlijk Wetboek. Aanteeke-ningen op artikelen , die nog verklaring behoeven. 2¹¹⁰ druk. 2 deelen. Amst., 1857- 58. (1713)

237. Opzoomer. (C. W.) Het Burgerlijke Wetboek verklaard. Deel I, deel II, l^5tc en 2^ae aflev. Amst., 1865- 67. (2632)

238. Pinto. (A. de) Handleiding tot hot Burgerlijk Wetboek. \'sHage, 1837- 1838. 3 stukken. (460)

239. F into. (A. de) Handleiding tot het Burgerlijk Wetboek. 2 deelen. 3^dl! druk. \'sHage, 1849. (2040)

i 240. Nienkuis. (II.) Handleiding bij akademische voorlezingen over het hedendaagsch burgerlijk regt. Eerste en tweede stuk. 2\'^le druk. Gron., 1827 en 1831. (2086)

241. Nienhuis. (H.) Akademische voorlezingen over het Neder-landsch burgerlijk regt; l^8tc deel, 2^ae stuk; lquot;^te aflev. Gron., 1854. (2217)

212. Diep huis. (G.) Het Nederlandsch burgerlijk regt, naar de volgorde van het Burgerlijk Wotboek. 2^d0 - 9^de doel. Gron., 1848-55. (907)

244. Diephuis. (G.) Handboek voor het Nederlandsch burgerlijk regt. 3 deelen. Groningen, 1862 - 1864. (2501)

245. Dumjen. (E. J. van den] Academisch proefschrift ovor den wederkeerigen invloed tusschen burgerlijk en strafregt, met betrekking tot het eerste hoek van het Burgerlijk Wetboek. Leiden. 18f)2. (2408)

2t6. Overeem. (P. A. van) Prosvo eener berijming van liet Burgerlijk quot;Wetboek; de akten van den burgerlijken stand. Amsf., 1865. {2583)

247. V er woei-1. (II.) De burgerlijke stand naar volgorde van het Burgerlijk Wetboek. Na diens overlijden uitgegeven door ]VI^r. Nairac. Utrecht, 1866. (2633)

248. Toorenenbergen. (J. C. van) Handleiding voor den ambtenaar van den burgerlijken stand in Nederland. Utrecht, 1851. (574)

249. Vaillant. (C. E.) Handboek voor den ambtenaar van den burgerlijken stand. Amst., 1842. (583)

250. G. D. Welke is na de invoering van het Burgerlijk Wetboek de kracht der wet van den 11 Germinal an XI? (Uit de: Opmerkingen en mededeelingen. 1857.) (1271)

251. Selle. [W. F. ƒ/.) Akademisch proefschrift, bevattende een onderzoek naar de regtsgeldigheid en beteekenis der wet van 11 Germinal an XI, handelende over de voornamen en naamsveranderingen. Utrecht, 18S1. (2349)

252. Enschedé. (H.) Dissertatie juridica inauguralis de iiquot; ma-gistratibus, qui publico constituti sunt depositarii. Lugd. Bat., 1853. (1200)

253. Crregonf. (A. F. L.) Specimen juris civilis de ratihabitione. Hag. Com., 1864. (2548)

254. Eelde. (A J. van) Wederantwoord aan den heer A. J. Z., over het huwelijk naar de Nederlandsche wetgeving, getoetst aan het christelijk beginsel. Amst., 1851. (1271)

255. Noordeudorp. (J. B.\\ Specimen juridicum inaugurale ad titulum VI libri I cod. civ. Neerl. Hag. Com., 1853. (1191)

256. Lohe. (j. J.) Akademisch proefschrift over de costumen van Breda, aangaande do huwelijksgemeenschap. Breda, 1856. (1203)

257. Meinesz, Gz. (J.) Akademisch proefschrift over afstand en gemeenschap, naar aanleiding van art. 187 c. a. B. W. Groningen, 1865. (2617)

258. Vorstman. (J. A.) Academische proeve over de gemeenschap van winst en verlies volgens het Nederlandsch Burgerlijk Wetboek. Leiden, 1858. (1707)

259. Bell, (C. van) Eenige onnaauwkeurigheden en minder juiste voorstelling, in de verhandelins van M^r. W. J. Triebeis.

te Nijmogun, betrekkelijk art 236 un 240 Burg. Wetb., voorkomende in de Nederl Jaarb. voor Regtsg. IX p. 76 volgg. Overgedrukt uit Themis , regtskundig tijdschrift. (167)

260. Kist. [J. G.) De bepalingen der Nederlandsche wet omtrent tweede en verdere huwelijken. Leyden, 1800. (322)

261. Smit, Gz. (4.) Handleiding voor voogden en toeziende voogden. Amst , 1848. (2412)

262. Gelder. [W. de] De voogdij volgens de Nederlandsche wet. Handleiding voor voogden, toeziende voogden, bewindvoerders, bloedverwanten en aangehuwden van onder voogdij staande minderjarigen, enz. Tiel, 1865. (2609)

263. Marcus, [li. J. F.) Bedenkingen over de eedsafleggingen bij boedelbeschrijvingon, voorgeschreven in art. 444 van het Burgerlijk wetboek, alsmede in do artt. G7S en 681, n^c. 7, van het Wetboek van Burgerlijke Kegtsvordering. Amsterdam, 1841. (57)

264. Jonge. (B. C. de] Akademisch proefschrift over de pos-sessoire actiën van het oud Hollandsch regt, in verband met die van het Burgerlijk Wetboek. Lelden, 1857.(1366)

266. Feith. [H. 0.) Het regt dor stad Groningen op het klooster ter Apel, uit da geschiedenis aangetoond. Gron., 1851. (1271)

*267. Jonge. (M. W. de) Pleitredenen in de zaak van den officier van justitie bij de regtbank van eersten aanleg te Haarlem als procureur des Konings, gedaagden , tegen Lodewijk Bonaparte, graaf van St. Leu , eischer. (Paviljoen te Haarlem.) \'sHage, 1820. (702)

268. Heemskerk Az. IJ.] Voordragten over den eigendom van voortbrengselen van den geest. Haarlem, 1836. (1249)

269. f!erk. (^4.) Verslag omtrent den oorsprong en don aard der gebruikregten op de heiden en weiden in Gooiland, bijzonder in betrekking tot de vraag: wie de geregtigdcu zijn tot dat gebruik. Arnhem, 1842. 4°. (13)

270. Backer. [C.) Verdediging van het regt der dorpsgemeenten in Gooijland, op de heiden en weiden, aldaar gelegen. Amsterdam, 1842. (1271)

Majesteit den Koning, betreffende de vorderiogon van het domein-bestuur tegen de bezitters van aanwassen en polderlanden. 1842. (G28)

272. Bouricius. (A. F.) Memorie in zake van jonkvrouwe R. M. Jj. K. Bouricius contra TV. G. F. graaf van Reede van Middachten (gerogtigdheid van het huis Middachten op heidevelden). Arnhem, 1843. (71)

273. Pols. (M. S.) Akademische proeve over de openbaarheid des eigendoms en der zakelijke regten. Leiden, 1854. (llfiO)

274. Star Busmann. (E.) Academisch proefschrift over octrooien van uitvinding Groningen, 1867. (2807)

275. Hengst. (C. J. W. iV. van) Academisch proefschrift, bevattende eenige opmerkingen over het eigendomsregt dei-gemeenten. Utrecht, 1863. (2492)

276. Westerhoff. (B.) De kwelder-kwestie nader toegelicht, of betoog, dat de kwelderlanden en aanwassen, langs onze wadden gelegen, niet zijn de eigendom van den Staat, maar der tegenwoordige partikuliere bezitters, en niet vallen onder het bereik van art. 538 van den Cod. Civ. of onder dat van het daarop gebouwde keizerlijke decreet van den llden January 1811. Met eene wadkaart. Gron., 1844. (628)

277. Telting. (J.) Pleitrede in hooger beroep, gehouden voor het geregtshof in Friesland, den llden en den Ivden April 1860, over de aardberging bij vaartslatting. \'s Gravenhage, 1860. (1271)

278. Feith, [II. O.) H. Nienhuis, W. J. Quintus, H. Trip en H. de llanitz. Memorie van regte over het erfpachtsregt, ingevoerd bij de wet van den lOden Januarij 18? 1, met betrekking tot de Groninger vaste beklemming. Gron., 1831. (167)

279. Leeuw. (J. van der) Is het Keizerlijk decreet van 22 Januarij 1813 betrekkelijk de tienden thans nog regtsgeldig? Utr., 1ÖG0. (21411

280. Jagt. (W. van der] Akademiach proefschrift over de vraag; kan tiendregt naar hot Nederlandsch burgerlijk regt door verjaring wordeu verkregen. \'sHage, 1856. (2254)

281. De afschaffing der tienden door verandering in grondrenten beantwoordt niet aan het voorgestelde doel. Een ander

282. De afschaffing der tienden en verandering in grondrenten, eene levenskwestie voor den kleinen landbouwer. Goes, 1857. (1329)

283. Beschouwing van het tiendregt en voorstel tot afschaffing. Goes, 1857. (1329)

284. Graft. [J. van de) Academisch proefschrift, bevattende eene geschiedenis der wetgeving op de tienden hier te lande, inzonderheid in Holland en Zeeland. Middelburg. 1856. (2706)

285. Zinnicq Bergmann. [F. J. E. van) De oorsprong van het tiendregt en het regt van collatie in Nederland, \'sBosch, 1861. (2339)

286. Meijlink. [A. A. J.) Pleit-memorien, uitgesproken voor bet Provinciaal Geregtshof van Zuid-Holland en voor den Hoogen Raad der Nederlanden, over het tiendregt; waarin de geheele bestaande jurisprudentie over dit belangrijk onderwerp wordt aangewezen. Vermeerderd met historiële aanteekeningen, enz. \'sHage, 1850. (2705)

287. Nieuwenhuis. [C. J. N.) De verandering der tienden in grondrente, zoo als die in het Koningrijk Denemarken op den Isten Januarij geregeld zal zijn. Utrecht, 1856. (1329)

*288. Staats Evers. {W.) Eenige conclusien in belangrijke zaken, meerendeels vicarien, tiendregten, erfpachten,grondrenten, dijkregten, markenvereenigingen en visscherij-regten betreffende, voor het provinciaal geregtshof van Gelderland genomen. Zutphen, 1857. 2 doelen. (1350)

289. Bosdijk. (iV. M.) Adressen met bijlagen ter bevordering eener verpligtende afkoopbaarstelling der tienden in Nederland, Amst., 1859. (2300)

290. Georgus. Is de vrees, dat eene afkoopbaarstelling der tienden, volgens het door de regering ingediend ontwerp, onvoldoende zal blijken te zijn, geheel zonder grond: of zou eene andere wijze van afschaffing meer doeltreffend zijn? Amst., 1862. (1329)

291. Opmerkingen omtrent het wetsontwerp tot afkoopbaarstelling der tienden. Gron., 1863. (1329)

•J92. Agricola. {J. G. F liester) Proeve eonor wet tot afschaffing der tienden. \'sHage, 1862. (1329)

293. Nieuwenhuis. (II. B.) Proeve van wet tot afschaffing der tienden. \'sHage, 1862. (1329)

294. Jonge. (W. D. de) Eenvoudig middel tot afschaffing dor tienden. Zierikzee, 1863. (1329)

295. Ruijter de Wildt. (A. de) Iets over de afschaffing der tienden Amst., 1867. (27119)

296. Opheffing dor tienden. Proeve eenor schets van wet daartoe betrekkelijk. Goes, 1866. (1329)

297. Diemont. (C. J.) De regten van vreemdelingen in zake van erfopvolging en schenking. Eene bijdrage tot de kennis van het Nederlandsch burgerlijk reet. Leiden en Amst., 1848. (135)

298. Wal. [G. de) Verdediging der moederlijke beschikkingen, of onderzoek of eone grootmoeder het beheer der goederen, die van haar op hare kleinkinderen komen, met voorbijgaan van dei-zelver moeder, aan een ander mag opdragen. Pleitrede. Franeker, 1830. (1446)

299. Verhaal van de procedures, gevoerd tusschen nu wijlen M^r. II. Knijpinga Cramer, aanlegger, en M^r. A. Vosding van Beverförde, verweerder. (Over eene nalatenschap). Deventer, 1817. (714)

300. LaurilLard. (J. J. M.) Akademisch proefschrift over het devolutie-regt in het hertogdom Brabant. Leiden, 1855. (1190)

302. Maanen. (C. F. F. J. van) Academisch proefschrift over bedekte giften in verband met inbreng en legitime portie. Amst., 1867. (2789)

303. Rijchevorsel. (L. B. H. van) Academische proeve over de olographische testamenten. Leiden, 1857. (1630)

304. Dijcbneester. (H. J.) Academisch proefschrift over den uitersten wil bij openbare akte. Tiel, 1859. (1271)

305. Gelder. (W. de) De jurisprudentie en litteratuur nopens art. 986 Burg. Wetb., rakende den vorm der uiterste willen bij openbare acten, met ophelderingen en opmerkingen. Zalt-Bommel, 1864. (2543)

comparalionom loci de legatis, juris hodierni, cuin spo-cimine cod. civ. anni 1820 et codice Ludovico anni 1809. Lugd. Bat., 1855. (1181)

307. Belinfante. (G ) Akademisch proefschrift over de leer der keuze bij legaten en verbindtenissen. Leiden, 1859. (2053)

308. Kleijn. (G. A) Nog een woord over do actie van den legataris. Breda, 1864. (167)

309. Dijchneester. (H. J.) Onderzoek naar den zin en de wettigheid van het decreet van 24 Januarij 1812, betrekkelijk de instandhouding der substitutien ten behoeve van den premier appelé. Tiel, 1819. (2594)

310. Honert Tllz. [J. van den.) Geschiedenis en beginselen dei-wetten van den 31 Mei 1843 [Staatsblad n⁰. 22 en 23), betrekkelijk boedelscheidingen. \'sGrav., 1845. (279)

311. Aanteekeningen op de wetten van den 31 sten Mei 1813, Staatsblad n⁰. 22 en 23, betrekkelijk boedelscheidingen. Sneek, 1847. (1149)

312. Hoogvliet. (W.) De Nederlandsche wet omtrent boedelscheidingen , met aanteekeningen en de voornaamste regter-lijke uitspraken over dat onderwerp, benevens formulieren van notariële akten van scheiding. Amst., 1851. (250)

313. Fangman. [II. I-F.) Dissertatie juridica inauguralis do codicis juris civilis articulis 1167-72. Gorinch., 1855. (1188)

314. Fattkammer. [M. van) Advies over de voorgestelde vraag: Hoe kan, zonder gevaar, geld op hypotheek worden geplaatst? Leeuw., 1845. (1274)

315. Kemp. [C. A. van der] Specimen juridicum inaugurale ad articulum 1223^b Cod. Civ. Neerl. Lugd. Bat., 1855 (2252)

316. Wolterbeeh Dz. [J. L.) De hypothecaire wetgeving in Nederland. Amst., 1867. (2773)

317. Dorhout Mees. [B.) Academisch proefschrift over de regts-kracht van het beding, volgons art. 1223, lid 2, Burg. Wotb., tusschen den schuldenaar en den hypotheekhouder aan te gaan. Utrecht, 1856. (1685)

318. De leer der overeenkomsten en verbindtenissen in praktijk gebragt, met medodeeling van formulieren voor de meeste onderhandsche akten en aanwijzing der deswege verschuldigde zegel-, registratie- en hypotheekregten. Groningen, 1848. 2 stnkken. (422)

319. Dung en. [F. Tl\', van den) Academiscli proefschrift over het onderling verband tusschen sommige bepalingen van burgerlijk regt en strafregt, inzonderheid ten opzigte van verbindtenissen en overeenkomsten. Leiden, 1862. (2407)

320. Cosman. [C. A) De verbindtenissen jegens toonder, geschiedkundig en naar het Nederlandsche regt ontwikkeld. Amst., 1863. (2491)

321. Koning. (J. C. de) Akademisch proefschrift over do ver-bindtenis onder eene opschortende voorwaarde. Leiden, 1856. (1349)

322. Kist. (H. J.) Eenige opmerkingen over het woord n voorwaardequot; in het Burgerlijk Wetboek. (Overgedrukt uit de Notariële Nieuwsbode, 1862, n°. 11.) (167)

323. Engelenberg. [J. li. A.) Iets over condictio indebiti. Overgedrukt uit de Nieuwe bijdragen voor Regtsgeleerdheid en Wetgeving, deel XIV, stuk 3, bl. 486. (167)

324. Kist. [II. ./.) Akademisch proefschrift over de verbindtenissen, dio uit onregtmatige daad ontstaan, volgens artt. 1401 en 1402 Burg. Wetb. Leijden, 1861. (2318)

325. Pinto. (A. A. de) Specimen juridicum inaugurale ad locum codicis civilis Neerlandi de obligationum nullitate earumque rescissione. Hagae Gomitis, 1852. (2447)

326. Schlesinger. [M. P.) Akademisch proefschrift over de schuldvergelijking volgens het Nederlandsche regt. Leiden, 1858. (1700)

327. Koop en verkoop, huur en verhuur volgens de voorschriften der wet. Leyden, 1850. (321)

328. Gelder (W. de) Huur en verhuur van goederen en van diensten. Utrecht, 1851. (185)

329. Feith. [H. O.) Het Groninger beklemregt, of verzameling van staatsresolutien en andere tot het beklemregt betrekkelijke stukken. Met aanteekeningen, 2 deelen. Gron., 1828-37. (1436)

330. Feith. [11. 0.) Memorie van regte over eenen eisch tot afscheiding van een deel eener beklemming bij saisie-immobilière, gearresteerd ton laste van den te boek staanden meijer. Gron., 1824. (167)

ming of overdragt in de provincie Groningen. l^c en ?i^ehoofdstuk. Gron., 1824. (167)

332. Het regt van beklemming in Drenthe, door M^r. S. G. (Uit den Drentschen Volksalmanak voor 1851.) (1G7)

333. Tellegen. [B ) Een paar vragen over de vererving van het regt van beklemming. (Uit; Opmerkingen en mededeelingen betreffende bet Nederlandscb regt.) (1G7)

331. Houten. (B. A. van) Verhandeling over den titel des burgerlijken wetboeks van het regt van beklemming, als onderwerp eoner nadere wetgeving. Amst., 1838. (235)

335. Feith. (II. O.) Handboekje over het beklemregt ten dienste van eigenaars en beklemde meijers, 2^e druk. Gron., 1851. (167)

336. GocTclnrja. [C. II.) Brieven over het regt van beklemming, gerigt aan M^r. C. J. van Assen. Nieuwe uitgave. Amst.. 1861. (2249)

337. Oudeman. (A.) Eegterlijke uitspraken over het Groninger beklemregt. ïweedo herziene en veel vermeerderde uitgave. Gron., 1861. (2319)

338. Nispen tot Pannerden. [C. J. van) Academische proeve over het regt van vereeniging en de burgerlijke regtsbevoegd-heid van vereenigingen als regtspersonen beschouwd. Leiden , 1853. (1184)

339. Kist. (J. G.) De maatschap of vennootschap. Beginselen van Nederlandscb burgerlijk en bandelsregt, omtrent de verschillende soorten van vennootschappen. Amst., 1863. (2487)

340. Bell. (C. van] Het bewijs, volgens het burgerlijk regt. Dordrecht, 1866. (2651)

341. Klinkhamer. (T. A.) Specimen juridicum inaugurale do negotiis simulatis. Lugd. Bat., 1853. (1183)

342. Biesen. (./ W- van den) Akademisch proefschrift, bevattende eene beschouwing over art. 2014 Burg. Wetb. Amst., 1866. (2341)

344. WUleumier. (C. M. J.) Het telegraafrecht. Verhandeling over de rechtsvragen, waartoe het gebruik van de telegraaf aanleiding geeft. Amst., 1867. (2782)

345. Bepalingen omtrent de invoering van en den overgang tot de nieuwe wetgeving. Batavia, 1848. (815)

346. Bijzondere bepalingen ter verzekering der regelmatige werking van de nieuwe wetgeving in de bezittingen buiten Java en Madura. Batavia, 1848. (1070)

317. Jongh. {C. A. de) Burgerlijk wetboek voor Neder-landsch Indie, met aanteekeningen. Zalt-Bommel, 1857. (1364)

348. De Nederlandsch-Indische wetboeken, benevens de grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden, het nieuw reglement op het beleid der regering in Nederlandsch-Indie en verschillende andere wetten, reglementen, ordonnantiën en besluiten, met aanduiding van de tot ieder artikel betrekkelijke Nederlandsche, Ned. Indische en Fransche wetsbepalingen, voorzien van een alphabetisch register, uitgegeven onder toezigt van M^r. F. F. L. U. Last. Batavia, 1860. (•2342)

349. liochussen. [J. G.] Specimen juridicum inaugurale do causis cur in nonnullis capitibus praecipuis differat codex civilis indo-neerlandicus a codice civili nostro. Traj. ad Rh., 1853. (1198)

350. Ontwerp Burgerlijk Wetboek voor de Nederlandsche West-Indische koloniën. Rotterdam, 1860. (2123)

352. Conférence du Code Civil, avec la discussion particulière du conseil d\'état et du tribunat, avant la rédaction definitive de chaque projet de loi, par un jurisconsulte. 8 volumes. Paris, 1805. (2128)

353. Roy er-Collard. (F.) Les codes Francais conformes aux textes officiels avec la conférence des articles entre eux. Nouvelle édition entièrement refondue et augmentée des codes militaires pour les armées de terre et de mer. Paris, 1861. (2229)

354. llojidonneau. [L.] Corps do droit Francais civil, commor-cial ot criminel. Paris, 1810-11. 3 vol. 4°. (37)

35G. Locré. [J. G.) Esprit du Code Napoléon. 5 vol. Paris, 1805 - 1807. 4°. (106)

357. Delvincourt. (iJ/.) Cours de Code Civil. Nouvelle edition. 8 vol. Bruxelles, 1825. (2351)

358. Toullier. [C. B. M.) Le, droit civil Fran9ais, suivant l\'ordre du Code, ouvrage daus lequol on a tache\' de réunir la théorie k la pratique; 5^me édition. Terminé par M. Duranton. 21 vol. Bruxelles, 1824 - .\'i6. (2078)

359. Spinnael. (P. J.) Annotations critiques sur la doctrine do Toullior dans son traité do droit civil Francais. 2 vol. Gand.. 1824.(1453)

360. Duranton. [M.) Cours de droit Francais suivant le Code Civil; 2^me édition. 7 vol. Paris, 1828. (2079)

361. Zachariae. [K. S.) Le droit civil Fran9ais, traduit de rAllemand sur la 5^me édition, annoté et rétabli suivani l\'ordre du Code Napoléon, par G-. Massé et Ch. Vergé. Paris, 1854-60. 5 vol. (784)

362. Pothier. [R. J.) Oeuvres, contenant les traités du droit Frangais. Nouvelle édition, mise en meilleur ordre et

363. Demolomhe. [C.) Cours de Code Civil. Edition augmentée de la législation et de la jurisprudence Beiges et d\'une table clironologique des arrêts des cours Beiges et étran-gères. 8 volumes. Bruxelles, 1847-61. (2353)

364. Mémoire a consulter et consultation pour les héritiers Pescatore. Paris, 1856. 4°. (134)

365. Middels van Kessenich. [J. A, H.) De l\'administration des biens des époux, pendant le mariage, d\'après le Code Civil de Napoléon 1quot;. Ruremonde, 1860. (2180)

366. Dcsjardins. (A) De l\'aliénation ot de la prescription des biens de l\'état, des départements, des communes et des établissements publics dans le droit ancien et moderne. Paris, 1862. (2336)

«n droit civil ot en droit criminel. 3°quot; édition, revue et conaidërablement augmentée. 2 vol. Paris, 1862. (2383)

S\'68. Tarrible. [..] Traité des privilèges et hypothèques suivant les principes du Code Civil. 2 vol. Liège, 1819. (1676)

369. Renouard. [M.\\ Du droit industriel dans ses rapports üvec les principes du droit civil sur les personnes et sur les choses. Paris , 1860. (2201)

370. Velde. [P. van de] Annotations, consultations et avis sur le droit coutumier e\'manes des avocats les plus distingués au conseil de Flandre et au Grand Conseil de Malines. Gand, 1852. (612)

371. Projet de loi, concernant l\'abrogation de Tart. 1781 du Code Civil, avec expose\' des motifs et rapport de la section centrale. Bruxelles, 1866. F⁰. (172)

372. Tractatus de contractibus juri hodierno Gallae accomo-datus, ad usum Semiaarii Cenomanensis. Mechl., 1822. (1747)

374. Coup d\'oeil sar le Code Napoléon en Allemagne. 3^,ne édition. Paris, 1810. (2090)

375. Revidirter Entwurf eines bürgerliclien Gesetzbuchs fur das Groszherzogthum Hessen. Zweite Abtheilung. Darmstadt, 1851. (2158)

377. Gesetzes-Entwürfe über; I. die Erwerbung des Grund-eigenthums und insbesondere dessen Beweis durcli die Grundbücher; U. die Hypothek und die übrigen Vorzugs-rechte der Glaübiger in den Provinzen Starkenburg und Oberhessen nebst Motiven. Darmstadt, 1850. (1346)

378. Friedlander. (M.) Der einheimische und auslandische Rechtsschutz gegen Nachdruck und Nachbildung. Eechts-wissenschaftliche und für den praktischen Gebrauch be-

stimmte Darstellung der heutigen Gesetzgebung und des internationalen Rechts zum Schutz schriftstellerischer und künstlerischer Erzeugnisse. Leipzig, 1857. (1331)

379. Entwurf eines Gesotzes, betrefifend den Erwerb einer Erbschaft, wodureh die Bestimmungen des allgemeinen bürgerlichen Gesetzbuches und des Gesetzes Tom 9 August 1854 abgeandert werden. Wien, 1867. (2808)

380. Gesetz vom 13 Nov. 1855, betreffend einige Abandernngen und Ergïinzungen des Executionsgesetzes und des Pfand-gesetzes im Königreicbe Württemberg. 4°. (141)

381. Gemeinheitstbeilungs-Ordnung für die Rhein-Provinz, Neuvorpommern und Ritgen und Gesetz betreffend das Verfahren in den nacli dor Gemeinheitstbeilungs-Ordnung zu behandelnden Theilungen und Ablösungen in den Landestheilen des linken Rheinufers, vom 19 Mai 1851. Berlin, 1851. (1054)

382. Code Civil pour les Etats de S. M. Ie Koi de Sardaigne. Turin, 1837. 4°. (27)

383. Dauscher. {A.) Das ungarische Civil- und Strafrecht nach den Beschlüssen der Judex-Curial-Conferenz. 2^te Auflago. Wien, 1862. (2764)

*585. Das allgemeine biirgerliche Gesetzbuch für das Kaiserthum Oesierreich, sammt allen dasselbe erganzenden und erlau-ternden Gesetzen und Verordnungen mit besonderer Rücksicht auf das Königreich Ungarn und dessen Neben-lünder, dann die Militargerichte. Wien, 1867. (2766)

386. StoriJ. (J.) Commentaries on the conflict of laws, foreign and domestic, in regard to contracts, rights, and remedies, and especially in regard to marriages, divorces, -wills, successions and judgments. 5\' e\'dition. Boston, 1857. (2248)

387. Tótvarad. (C. K. dé) Das neue Ehe-Gesetz in Brasilien, nebst einer Darstellung der beiden Vorschlage der Re-gierung und der sonstigen Gut ach ton iiber das Ehe-Gesetz.

2 Theilen. Aus dem portugiesischen Original Ubersetzt von Graf Rozwadowski. Hamburg, 1862. (2401)

S88. Nijkerh. {amp;. E.) Specimen historico-juridicum inaugurale de periculo assecuratoris, oriundo ex cautelis avertendao contagionis causa adhibitis (quarantaine). Lugd. Bat. 1823. (2345)

389. Hautefeuille. (L. B.) Quelques questions de droit international maritime, a propos de la guerre d\'Ame\'rique. Leipzig et Paris, 1861. (2365)

390. Perier. (C.) Over het zeeregt, naar aanleiding van de pas vereffende Engelsch-Amerikaansche kwestie. Uit het Fransch. Amst., 1862. (378)

391. SvAnderen. [li. de Marees van] Akademisch proefschrift over eenige punten betreffende het zeerecht in tijd van oorlog. Groningen, 1862. (2422)

392. \'t Boeck der Zee-rechten, inhoudende dat Hooghste ende Oudste Gotlantsche Waterrecht, dat de gemeene kooplieden ende schippers geordineert ende gemaeckt hebben, tot Wisbuij; de Zee-rechten gemaeckt bij Keijser Karei, alsmede die gemaeckt zijn ten tijde van Koningh Philippus de derde, mede inhoudende sekere Ordonnantie op \'t stuck van de Asseurantien, Bodemerije ende Toerustinge van schepen, mitsgaders de Schips-rechten ghemaeckt bij de oude Hanze-steden; alsmede de Instructie ende Ordonnantie voor de Commissarissen van de Zee-saken \'t Am-stelredam. Noch zijn hierbij-gevoegt de Wille-keuren ende Costuijmen van de Binnenlants-vaerders van Amsterdam, Antwerpen , Middelburgh, Botterdam, Dordrecht, Haer-lem. Utrecht ende Leijden, item van de Buijtenlanfs-vaerders van Rouan, Londen en Hamburg, etc. Tot nut en dienstbaerheijt van alle koop-lieden en die ter zee-vaert verkeeren bij een vergadert met een gemeene Tafel op alle de Artyculen bij A. B. C. gestelt, also den Leser in \'t navolgende blat sal vinden. Middelb., 1664. 4°. (56)

894. Olivier. [N.) Het zeeregt van vroegeren en lateren tijd. \'sHage, 1831. (756)

395. Abbink. [J. J.) Het zeeregt en de zee-assurantiewetten aller volken. 8^e tot 12\' aflev. (3)

396. Ortolan. (T.) Régies internationaleset diplomatie de la mer. Paris, 1845. 2 vol. (754)

397. Rahasen. (E. N.) Rapport aan de Nederlandsche Handelmaatschappij en aan de Permanente Commissie uit do Amsterdamsche reederijen, betreffende de zaak der internationale avarij-gros-regeling. (Overgedrukt uit het Magazijn van handelsregt, deel 8.) (378)

398. Jonge. (W. A. C. de) Dissertatio juridioa inauguralis con-tinens historiam juris mercatorii Belgii Septentrionalis usque ad annum 1811, quo jus Francicum apud nos fuit introductum. Lugd. Bat., 1842. (1327)

399. Het eerste ontwerp van een Nederlandsch wetboek van koophandel, zamengesteld op last van Koning Lodewijk Napoleon in 1809, door A. van Gennep, M. S. Asser en J. van der Linden. Op nieuw uitgegeven met eene voorrede van M^r. T. M. C. Asser. Amst., 1866. (2710)

400. Code de commerce. Edition officielle. Wetboek van koophandel. Officiële uitgaven. Amst., 1811. (1069)

401. Code de commerce du royaume des Pays-Bas. Traduit par W. Wintgens.. Amst., 1843. (94)

403. Ontwerp van een wetboek van koophandel voor de Ver-eenigde Nederlanden, 1816. F⁰. (162)

406. AVetboek van koophandel. Officiële uitgave, \'s Gravenhage, 1830. Hollandsche en Fransche tekst. (925)

•i08. Stukken betreffende het verliandelde in de zitting der-Staten-Generaal 1835-36, omtrent de herziening van het •wetboek van koophandel. F\'. (49)

409. Verzameling van nommers van het Staatsblad van de jaren 1834, 1835 en 1836, inhoudende wetten tot verandering en wijziging van het wetboek van koophandel. (937)

413. Hasselt. (W. J. C, van) De Nederlandsche wetboeken met aanteekeningen en nalezingen. \'sHage, 1843. 5 deelen. [Wetboek van Koophandel, 1 deel.] 4°. (43)

414. Schuller [C. L.) en H. Waller. Wetboek van koophamki met aanteekeningen. Utrecht, 1857. (2355)

415. Asser, [G. D.) W. E. J. Berg van Dus sen Muilkerk, M. II. Godefroi, J. W. Tydeman en J. de Vries Jz. Wetboek van koophandel met aanteekeningen. Amst., 1841. (635)

416. Asser, (C. D.) W. E. J. Berg van Dassen Muilkerk, M. H. Godefroi, J. W. Tydeman en J. de Vries Jz. Wetboek van koophandel met aanteekeningen. 2^edruk, pag. 1-208. Amst., 1863. (2509)

417. Pinto. [A. de] Handleiding tot het Wetboek van Koophandel. 2 deelen, 2^e druk. \'sHage, 1854. (2C41)

418. Diephuis. (G.) Handboek voor het Nederlandsch handels-regt. Deel 1 en 2. Groningen, 1865-66. (2631)

419. Kist. [J. G.) Beginselen van handelsregt volgens de Nederlandsche wet. Deel I, l^e aflev. Amst., 1867. (2763)

420. Holtius. (A. C.) Voorlezingen over handels- en zeeregt, uitgegeven door B. J. L. de Geer van Jutphaas; 3 deelen. Utrecht, 1861. (2271)

421. Parker de Raijter Rocher van Renays. (TF.) Bijdragen tot beschouwing van het Nederlandsch wetboek van koophandel. Amst., 1838. (461)

422. Wal. [J. de) Het Nederlandsche handelsregt. Grondtrekken met verwijzing naar de buitenlandsche wetgevingen en opgave der belangrijkste hulpmiddelen, ten gebruike bij akademische voorlezingen. Deel 1. Aflev. 1 en 2: deel 2. Aflev. 1-3 ; deel 3. Aflev. 1 en 2. Leijden, 1861 -64. (2324).

zaken van koophandel van de regtbank van eersten aanleg te Amsterdam. Amst., 1828. 1-4 stuk. (909)

424. Limburg Stirum. [T. H. Graaf wan) Iets over de naamlooze maatschappijen. \'sHage, 1829. (354)

425. Nierop. {A. S. van) Naamlooze vennootschappen. Een woord over het staatstoezigt. Amst., 1865. (378)

426. Dercksen (G. J.) en C. M. Hennij. Adres en memorie over het aanhangige wetsontwerp tot regeling van de wijze en voorwaarden van toelating hier te lande van buitenlandsche naamlooze vennootschappen, van maatschappijen van verzekering of hare agenten. Zutphen, 1859. (1296)

427. L. (H. J. r.) Betoog van het onwettige der goedkeuring, door Z. E. den Minister van Justitie aan de Statuten der Amsterdamsche Voorschotbank verleend. Amst., 1864. (378)

428. Het beroep van makelaar, de daaraan verknochte regten, pligten en loon, mitsgaders sommige der te dien aanzien bestaande misbruiken. Door een\' handelsvriend. Amst., 1827. (378)

429. Donker Curtius. (B.) Onderzoek over de wettigheid der stedelijke reglementen en tarieven voor de makelaars. Amst., 1845. (378)

4¹30. Bakker. (4.) Het regtsgeding over de recognitie der makelaars te Rotterdam. Rotterd., 1851. (378)

431. Faber. (G. J. A.) De regeling der makelaardij aan regt en wet getoetst. Leyden, 1850. (165)

432. Frets. [F.) Iets over het regt van den lastgever, bijzonderlijk in koopmanszaken, ten aanzien der goederen die hem door zijnen lasthebber op eigen naam worden toegezonden, indien deze laatste voor eenen bepaalden inkoop fondsen gehad heeft, en volgens zijne prijs-opgave de bepaling zoude overtreden hebben. Rotterd., 1824. (679)

433. Handboekje voor commissionnairs en expediteurs, bevattende aanwijzing van hunne wettelijke bevoegdheid en verpligtingen. Haarlem, 1851. (101)

434. ll(dl. (F. A. van) Proeve van een onderzoek wegens do gevolgen van gepleegde valschheid in wisselbrieven. Amst., 1828. (378)

435. Kist. {J. G.) Beginselen van wisselregt, volgens het wetboek van koophandel. Amst., 1852. (320)

436. Kist. [J. G.) Het handelspapier. Beginselen van -wisselregt en van het regt omtrent acceptation, assignation, papier aan toonder en cognoscementen, volgens de Nederlandsche ■wet. Tweede vermeerderde druk der Beginselen van Wisselregt. 2 stukken. Amst., 1860-61. (2259)

437. Storm Buijsing. (G. J.) Dissertatio juridica inauguralis de interventione cambiali, sive de acceptatione et solutione litterarum cambialium sopra protesto. Lugd. Bat., 1856. (1305)

438. Nier op. (X S. van) De vermenigvuldigde wissel. Toelichting tot de aanteekening over de inrigting van wisselexemplaren. (clausula cassatoria.) Amst., 1862. (378)

439. Faber. [G. J. A.) Aanteekeningen op den 9den titel van het 1ste boek van het wetboek van koophandel. (Van assurantie of verzekering in het algemeen.) Leyden, 1848. (170)

440. Rutgers van der Loeff. [M.) Akademisch proefschrift over het assurantie-contract en het verzekerbaar belang inzonderheid volgens het Nederlandsche regt. Leiden, 1864. (2576)

441. Schouten. (J.) De arbitrale uitspraak van m^r. J. G. Biben ea m^r. C. F. de Burlett, beoordeeld. (Procedure tusschen J. Schouten en de Hollandsche societeit van levensverzekeringen.) Amst., 1836. (1550)

442. Mees. [M.) Bedenkingen tegen het vonnis van het hof van Zuidholland in zake Balguerie en Zoon contra Erichsen. (Uitkeering assurantiepenningen.) Eotterd., 1855. (420)

443. Berg van Middelburgh. [F. E.) Verhandeling over de afschaffing van de kaapvaart. Utrecht, 1828. (41)

444. Bley. [J. C. 11.) Beitrag zur Handelspolitik der Nieder-lande und die Behandlung deutscher Schiffe in holliin-dischen Hafen. Oldenburg, 1860. (2216)

445. Feenstra. (IJ.) Handleiding voor vervrachters, tot het kiezen en sluiten van vrachten, en het opmaken der chartepartij; benevens eenige tafels der verhouding van goederen in stuwing en in vracht, enz. Amst., 1861-(2404)

t lG. Wettelijke bepalingen omtrent bevrachting en verhuring van schepen en die omtrent chartepartijen en cognosce-menten. Utrecht, 1851. (378)

447. Polak. (A) Historisch-juridisch onderzoek naar den aard van het cognoscement. Amst., 1865. (2707)

448. Nes van Meerkerk. (iV. H. van) Dissertatio juridica inaugu-ralis de veetoribus. Traj. ad Rh., 1855. (1197)

449. Canter Alta. [F.] Dissertatio juridica inauguvalis de lego nautica Roterodamensi, A⁰. 1721, comparata cum codice mercatorio Neerlandieo, imprimis ad locum de collisione navium. Lugd. Bat., 1852. (1206)

450. Bouman. (L. J. H.) Akademische proeve over collisie van schepen. Kotterd., 1855. (1182)

451. Mees. (J/.) Specimen juridicum inaugurale de assecuratione in salvam navigationem quae dicitur. Roterod., 1854\'. (1202)

452. Hoeven. (P. van der] Handleiding tot het opmaken van de avarijen. Dordrecht, 1854. (271)

453. Hoeven. (P. van der) Handleiding tot het opmaken van de avarijen. 2^e druk. Dordrecht, 1858. (2019)

454. Molster. (J. A.) Handboek voor de leer der avarijen, vooral voor die der avarij-grosse. 2^e vermeerderde druk. Amst., 1858. (2010)

455. Oseabruggen. [J. B. van) Akademisch proefschrift over de regten en verpligtingen van den regter-commissaris in het Nederlandsche faillitenregt, vergeleken met de Belgische ■wetgeving van 18 April 1851 en de Pruissische van 8 Mei 1857. Leiden, 1857. (1393)

456. Suringar. [F. W. N.) De Nederlandsche en Belgische wetgevingen betrekkelijk de rehabilitatie in handelszaken onderling vergeleken. Academisch proefschrift. Leid., 1857. (1633)

457. S. (J. L.) Kan een gefailleerde, na de verwerping van hot eerst aangeboden accoord, een nieuw accoord aan zijne schuldeischers aanbieden, en dit, wanneer het door de vereischte meerderheid van deze is aangenomen, door de Begtbank gehomologeerd worden? Overgedrukt uit de Opmerk, en Meded. betreffende het Ned. Regt. Deel XTV (2^e reeks, deel IV). (2311)

458. Keekers. [F. J. M. .4.) Academisch proefscliritt over het accoord volgens Nederlandsch regt. Amst., 1867. (2742):

459. Verslag van daadzaken, procedures en vonnissen, in twee merkwaardige gevallen van surclieance; gedecideerd door de regtbankea van koophandel te Amsterdam en te Brussel. Amst., 1829. (378)

460. Delprat. (D. H.) Akademische proeve over de Neder-landscbe en Belgische -wetgevingen betrekkelijk de surseance van betaling onderling vergeleken. Leiden, 1854. (1187)

461. De leer der handelsovereenkomsten en verbindtenissen in praktijk gebragt; met mededeeling van formulieren voor de voornaamste verbindtenissen, en aanwijzing der bepalingen en regten, waaraan die verbindtenissen bij de wetten op het zegel en de registratie onderworpen zijn. Amst., 1848. (241)

462. Geschil tusschen J. Clifford en A. van der Hoop, vermeerderd met de aan hetzelve voorafgegane briefwisseling en eenige daartoe betrekkelijke stukken en bijlagen. (661)

463. Meijer. (J^r.) Conditiën en usantiën bij den in- en verkoop van goederen, wissels en effecten, met bijvoeging van het tarief van regten op den in-, uit- en doorvoer van alle in het Koningrijk der Nederlanden in den handel voorkomende goederen, benevens verhoudings-tafelen der vreemde munten, maten en gewigten. Met eene Duitsche vertaling. Amst., 1842. (404)

464. Algemeene bepalingen van wetgeving voor Nederlandsch Indie. — Wetboek van koophandel in N. I. — Eeglement op de regterlijke organisatie en het beleid der justitie in N. I. — Bepalingen betreffende de misdrijven begaan ter gelegenheid van faillissement en bij kennelijk onvermogen, mitsgaders bij surseance van betaling in N. I. Amst., 1846. (1071)

465. Ontwerp Wetboek van Koophandel voor de Nederlandscho West-Indische kolouiou. Botterdam, 1860. (2101)

■466. Het Nederlandsch wetboek van koopliandel, het Neder-landsch -wetboek van koophandel van 1830 en de Code de Commerce, met verwijzingen naar elkander en naar de overige wetboeken, en opgave van de voornaamste schrijvers over het tegenwoordig Nederiandsch wetboek van koophandel, benevens J. A. Rogron, Code de Commerce expliquë. In dén deel compleet. Utrecht, 1851. (475)

469. Hoechster (E, G.) et A. Sacré. Manuel de droit commercial Francais et étranger. Paris, 1855. (1070)

470. Grouvel. (J.) Répertoire de jurisprudence commerciale, ou dictionnaire indicateur de toutes les lois relatives au commerce, aux finances, aux manufactures, a l\'adminis-tration et aux arts, depuis le onzième siècle jusqu\'a nos jours. Paris, 1833. (905)

471. Galmeis. (E.) Des noms et marques de fabrique et de commerce de la concurrence déloyale. Paris, 1858. (1782)

472. Saus. (A\'.) Du nouveau projet de loi Francais sur les v coalitions des maitres et des ouvriers. Paris, 1864. (2534)

473. Nouguier. (L.) Des cheques. Commentaire thëorique et pratique de la loi du 23 Mai 1865, concernant les chèques. Paria, 1865. (2622)

474. Mollot. Bourses de commerce, agens de change et courtiers, Bruxelles, 1834. (1890)

475. Haus. (Mi.) Des coalitions industrielles et commerciales. Gand, 1863. (2499)

476. Eévision du Code de Commerce de Belgique, projet de loi de 1864, procés-verbaux des séances, exposë des motifs, etc. Chambre des Représentants, 1864, n*. 29; 1865, n^M. 249 ot 270; 1866, n⁰\'. 62 et 122. Annales parlementaires de Ia Belgique, 1866, pag. 621 - 632. Fquot;. (167)

477. Entwurf einos allgemeinen Deutschen Handelsgesetz-Buchs. Nürnberg, 1861. — ld. nact den Beschlüssen der zweiten Lesung. F*. (131)

478. Verhandlungen der Commission zur Berathung eines allgemeinen Deutschen Handelsgesetzbuches, 3 Stiicke. Nürnberg, 1858 en 1861. Fquot;. (132)

479. Protokolle der Commission zur Berathung eines allgemeinen Deutschen Handelsgesetz-Buches, n⁰. 1 - 589 und 2 Beilagehbiinde enthaltend: Ministerielier und Revidirter Entwurf eines Oesterreichischen Handelsrechtes, Entwurf eines Handelsgesetzbuches für die Preuszischen Staaten, Entwurf eines allgemeinen Deutschen Handelsgesetzbuches nach den Beschlüssen der Zweiten Lesung, Erinnerungen gegen den Entwurf aus Zweiter Lesung. Nürnberg und Hamburg, 1857- 1861. F⁰. (133)

480. Geaetzes-Entwürfe über die Einfuhrung des allgemeinen Deutschen Handelsgesetzbuchs, und über die provisorische Errichtung von Handelsgerichten und das Verfahren vor denselben. Stuttgart, 1862. (2363)

481. Levy. (J. A.) Het algemeene Duitsche Handels-Wetboek, vergeleken met het Nederlandsche Wetboek van Koophandel. Afl. 1-10. Amst., 1862-1867. [2378)

482. Gesetz betreffend die Einfuhrung einer allgemeinen Wech-selordnung fur Deutschland. 26 Nov. 1848 und Marz 1849. (2004)

483. Gesetz vom 27 Mai 1863, betreffend die Erganzung und Erlauterung der Allgemeinen Deutschen Wechsel-Ordnung. Berlin, 1863. F⁰. (151)

484. Das allgemeine Handelsgesetzbuch fur Oesterreich vom 17 Dezember 1862, sammt dem Einführungsgesetz und allen darauf bezüglichen erganzenden und erlauternden Verordnungen. Mit alphabetischem Nachslageregister. Wien, 1863. (2458)

485. Code general de commerce Autrichien, introduit par la loi du 17 Décembre 1862, traduit par le chevalier J. M. de Winiwarter. Vienne, 1865. (2655)

487. Wechselordnung, Verfahren in Wechselsachen, Börse-ordnung, Gesotz für Waarenbörsen und Waarensensale; Gesetze über die Promessengeschafte und Uber das Aus-gleiehsverfahren. Mit alien nachtragliehen Verordnimgen, und mit alphabetischem Register. Wien, 1863. (2467)

488. Entwurf eines Handelsgesetzbuches für das Königreich Württemberg, mit Motiven. Stuttg., 1839- 40. (797)

489. Entwurf eines Handelsgesetzbuches für die Preussischen Staaten. Nebst Motiven. 2 Th. Berlin, 1857. (1648)

490. Groszherzoglich Badisches Regierungs-Blatt, enthaltend: Gesetz vom 9 Mai 1856, den Schutz des Commissions-handels betreffend. 4°. (152)

491. Code de Commerce pour les Etats de S. M. Ie Roi de Sardaigne. Turin, 1842. (2153)

492. Instructien van den Hove van Hollandt, Zaelandt en-Vrieslandt. \'sGrav., 1551 - 1733. (2354)

498. Merula. (P.) Manier van procederen, in de provintien van Hollandt, Zeelandt en West-Vrieslandt, belangende civile zaken; vermeerdert met aantekeningen door M^r. G. de Haas. Leiden, 1741. 4\'°. (167)

494. Code de procédure civile. Edition officielle — en quot;Wetboek der civiele regtsvordering. Officiele uitgave. Amst. en Rotterd., 1811. .(1110)

495. Linden. [J. van der) Manier van procederen in civiele zaken voor de geregtshoven en regtbanken in Frankrijk. Amst., 1812. (1894)

496. Hamelsveld. (W. Y. van] Manier van procederen in burgerlijke regtszaken volgens de thans nog bestaande wet van burgerlijke regtspleging. 2 deelen. Amst., 1823-24. (1443)

497. Wetboek der burgerlijke regtsvordering. Uit het Fransch vertaald Brussel, 1823. (916)

498. Voorst. (TT. II. van) lets over liet ontwerp van wetboek van burgerlijke regtspleging. Haarlem, 1827. (1126)

499. Lipman. (lt;5. P.] Aanmerkingen op het ontwerp van wetboek van burgerlijke regtspleging. 3 stukken. Leiden, 1827. (1459)

500. Stukken betreffende het verhandelde in de zitting der Staten-Generaal 1828 - 29, omtrent het wetboek van burgerlijke regtsvordering, Fransche tekst. F°. (53)

501. Wetboek van burgerlijke regts vordering. 1830. Holland-sche en Fransche tekst. (929)

504. Verzameling van nommers van het Staatsblad van het jaar 1836, inhoudende wetten tot verandering en wijziging van het wetboek van burgerlijke regtsvordering. (936)

505. Stukken betreffende het verhandelde in de zitting der Staten-Generaal 1836 - 37, omtrent de herziening van het wetboek van burgerlijke regtsvordering. Fquot;. (54)

508. Hasselt. (W. J. C. van) De Nederlandsche wetboeken met aanteekeningen en nalezingen, \'s Hage, 1843. 4 deelen. (Burgerlijke regtsvordering, 1 deel). 4*. (43)

509. Lipman. (.5. P.) Wetboek van burgerlijke regtsvordering, gevolgd door de wet van 31 Mei 1843 (Staatsblad n⁰. 23), omtrent boedelscheiding, vergeleken met het Romeinsche en Fransche regt. Amst., 1843. (2424)

510. Pennink. [F, li.) Aanteekeningen op verschillende artikelen van het wetboek van burgerlijke regtsvordering. Zutphen, 1853. (2446)

511. Oudeman. (^4.) Nalezing dor eerste uitgave van het Neder-landsch wetboek van burgerlijke regtsvordering naar deszelfs beginselen ontwikkeld en door formulieren in praktijk gebragt. Gron., 4848. (123)

512. Oudeman. (.4.) Het Nederlandsch wetboek van burgerlijke regtsvordering, naar deszelfs beginselen ontwikkeld, en door formulieren in praktijk gebragt. Derde, herziene en veel vermeerderde druk; 3 deelen. Gron., 1862 - 63. (2435)

513. Honert T.Hz. (J. van den) Handboek voor de burgerlijke regtsvordering. Amst., 1838. (254)

514. Finto. (A. de) Handleiding tot het Wetboek van Burgerlijke Regtsvordering. 2 deelen, 3 stukken. 2\' druk. \'s Hage,

515. Sassen Jz. (TF.^ Vlugtige beschouwingen over de herziening van het Wetboek van Burgerlijke Kogtavordering. i Overgedrukt uit Themis, 1861. (1126)

5 boeken en memorie van toelichting, ingediend in do zitting der Staten-Generaal van 1864- 1865 en 1866 -1867. F⁰. (163)

517. Wetboek van burgerlijke regtsvordering, ontwerp en memorie van toelichting, boek 1-5. Uitgegeven onder toezigt van M^r. A. A. de Pinto. \'sGrav., 1865 - 67. (2474)

518. Kort examen der procureurs of handleiding voor klerken ter beoefening der judiciele praktijk, benevens de formulieren der akten. Amst., 1807. (462)

519. Honert T.Hz. (J. van den) Formulierboek der onderscheidon akten behoorende tot de burgerlijke regtsvordering. Amst., 1839. 2 deelen. (791)

520. Benden. (E. G. van) De Noderlandsche regtsbedeeling in burgerlijke zaken getoetst aan de beginsels en het wezen

521. Memorie van appel door Mevrouw do weduwe D. Pruimers, op den 14den December 1863 ingediend bij het Provinciaal Geregtshof van Overijssel, ter zake van hare ontzetting uit de voogdij over haar kind. Utrecht, 1864.

522. Brouwer. (B.) Regterlijke bevoegdheid bij dagvaarding var. den hoofdschuldenaar en diens borg. Art. 126, 7^e lid,

wetboek van burgerlijke regtsvordering. Overgedrukt uit de Bijdragen voor regtsgeleerdheid. 5^e deel. (654)

523. Amorie van der Hoeven, {M. des) Proeve van eene beantwoording der regtsvraag: Kan een Nederlander, in Neder-landsch Indie met der woon gevestigd, in personele regtszaken, wanneer de eischer op het grondgebied van het Rijk in Europa woont, voor de regtbanken van het moederland gedagvaard worden ? Leeuw., 1850. (1270)

524. Karseloom. [F. F.) Brief aan den Hooggeleerden Heer M^r. M. des Amorie van der Hoeven, betrekkelijk dien» proeve van beantwoording der regtsvraag: Kan een Nederlander, in Nederlandsch Indie met der -woon gevestigd, in personele regtszaken, wanneer de eiscber op bet grondgebied van het Bijk in Europa woont, voor de regtbanken van het moederland gedagvaard woiden? Amst., 1850. (1271)

525. Eijsseü. [A. P. Th.) De regt=magt over vreemdelingen in Nederland. *s Grav., 1864. (2557)

526. Rasclt. {J. C.) Specimen juridicuin inaugurale ad articulos 152 et 153 codicis de re judiciaria in causis civilibus. Hag. Com., 1853. (1179)

527. Handt. (A. den) Specimen juridicum inaugurale de proro-gata jurisdictione. Lugd. Bat., 1852. (1199)

538. Cohen. (B.) Over lijfsdwang in handelszaken, gevolgd van eene statistiek van gijzeling in eenige der voornaamste steden van ons vaderland. Leijden, 1^59. (2547)

529. Cohen. (B.) Eenige opmerkingen betreffende de vraag, of de lijfsdwang in Nederland moet worden behouden of afgeschaft? Overgedrukt uit de Opmerkingen en Mededee-lingen betreffende het Nederlandsch regt, nieuwe reeks, deel V. (1126)

530. Brouwer. (B.) De wijze van regtspleging bij de onder curatele-stelling in acht te nomen. (Uit: Nieuwe bijdragen van regtsgeleerdheid.) (1126)

531. Vos de Wael. (A. F.) Akademische proeve over conservatoir arrest onder derden. Leijden, 1856. (1304)

532. Oordt J.Wz. (./. F. van) Het vonnis van de arrondisse-ments-regtbank te Leiden, waarbij het verzoek van diakenen der Nederduitsche Hervormde gemeente aldaar, om toegelaten te worden tot kosteloos procederen in eene possessoire actie tegen burgemeester en wethouders, ter zake van geweldadige uitzetting uit het Huiszittenhuis, wordt gewezen van de hand, beschouwd en in al zijne gronden getoetst. Leiden, 1849. (256)

533. Cuijpers. (P.) Tractaet van grondt-proceduren ofte van de uyt-werckinge van de actie hypothecaire. Mechelen, 1681. 4°. (116)

534. Linden. (J. van der) Keizerlijke besluiten betrekkelijk do berekening der kosten in regtszaken. In liet Fransch en Hollandsch. Amst., 1811. (Burgerlijke zaken.) (371) • 535. Tarief van justitiekosten en salarissen in burgerlijke zaken. Officiele uitgave. 1844. (287)

536. Honert T.Hz. (J. van den) Het tarief van justitiekosten en salarissen in burgerlijke zaken, in verband beschouwd met vroegere bepalingen en toegelicht door de daarover gehouden beraadslagingen. \'sHage, 1844. 2 deelen. (237)

537. Iets over een paar punten van tit. 3 van het tarief van regtskosten. Gron., 1843. (1126)

538. Reglement op de burgerlijke regtsvordering voor de Raden van justitie op Java en het Hoog Geregtshof van Neder-landsch Indie. Offic. uitg. Batavia, 1847. (799)

539. Ontwerp Reglement op de Burgerlijke Regtsvordering voor de Nederlandsche West-Indische koloniën. Rotterdam, 1860. (2102)

510. Berriat-Saint-Prix. [M.) Cours de procédure civile, fait è, la Facultë de droit de Grenoble. 3^roe édition. 2 vol. Paris, 1813. (2325)

541. Locre\'. (J. G.) Esprit du Code de Procédure Civile. 5 vol. Paris, 1816. (2088)

542. Friedreich. (.4.) De cassatie-regtspleging in Frankrijk en elders. Uit het Hoogduitsch. \'sHage, 1853. (171)

543. Seligman. (M.) Quelles sont au point de vue juridique et au point de vue philosophique les réformes dont notre procédure civile est susceptible. Paris, 1855. (2423)

544. Bordeaux. (R.) Philosophie de la procédure civile. Mémoire sur la réformation de la justice. Paris, 1857. (2453)

545. Boitard. Le9ons de procédure civile, publiées par G. de Linage; revues, annotées, complétées et mises en harmonie avec les lois récentes par G. F. Colmet- Daage. 8^m* édition. 2 vol. Paris, 1861. (2454)

547. Hoffman. (J. B.) Traité théorique et pratique des questions préjudicielles en matière repressive, selon le droit Francais; précédé d\'un exposé, dans la même forme, de Taction publique et de Taction civile considerées séparö-ment et dans leurs rapports mutuels. 3 vol. Bruxelles et Liège, 1865. (2587)

548. Campenon. [T.] De la révision du Code de procédure. Etudes sur les projets soumis au Conseil d\'Etat. Paris, 1867. (2746)

549. Potier. [P. E.) A propos de la contrainte par corps en 1866. Paris, 1866. (1126)

550. De la contrainte par corps au point de vue de la constitution de 1852. Paris, 1867. (1126)

551. Leveillé. (J.) De Tabolition de la contrainte par corps. Paris, 1866. (57)

553. Voorschriften der voornaamste formulieren van notulen, dagvaardingen, vonnissen, enz., voor het Hoog-geregts-hof te Brussel, mitsgaders voor al de Vlaamsche regt-banken en vredegeregten binnen het regtsgebied van hetzelve hof. Brussel, 1823. (160)

554. Projet de loi, concernant Tabolition de la contrainte par corps en Belgique, avec exposé des motifs. Bruxelles, 1866. F⁰. (171)

555. Entwurf einer allgemeinen Deutschen Civilproceszordnung für die Deutschen Bundesstaaten, § 1 - 684. Nach den bei der ersten Lesung gefaszten Beschlüssen, vorbehaltlich der Schluszredaction. Hannover, 1862 — 1864. —Neues Entwurf, § 1 -689. Hannover, 1866. F°. (154)

513. Honert T.Hz. (J. van den) Handboek voor de burgerlijke regtsvordering. Amst., 1838. (254)

514. Pinto. (.4. de] Handleiding tot het Wetboek van Burgerlijke Regtsvordering. 2 deelen, 3 stukken. 2\' druk. \'s Hage, 1857. (2042)

515. Sassen Jz. (W.) Vlugtige beschouwingen over de herziening van het Wetboek van Burgerlijke Regtsvordering. Overgedrukt uit Themis, 1861. (1126)

516. Ontwerp van een wetboek van burgerlijke regtsvordering, 5 boeken en memorie van toelichting, ingediend in do zitting der Staten-Generaal van 1864 - 1865 en 1866 -1867. F⁰. (163)

517. Wetboek van burgerlijke regtsvordering, ontwerp en memorie van toelichting, boek 1 - 5. Uitgegeven onder toezigt van M^r. A. A. de Pinto. \'s Grav., 1865 - 67. (2474)

518. Kort examen der procureurs of handleiding voor klerken ter beoefening der judiciele praktijk, benevens de formulieren der akten. Amst., 1807. (462)

519. Honert T.Hz. [J. van den) Formulierboek der onderscheiden akten beboerende tot de burgerlijke regtsvordering. Amst., 1839. 2 deelen. (791)

520. Senden, [E. G. van) De Noderlandsche regtsbedeeling in burgerlijke zaken getoetst aan de beginsels en het wezen

521. Memorie van appel door Mevrouw de weduwe D. Pruimers, op den 14den December 1863 ingediend bij het Provinciaal Geregtshof van Overijssel, ter zake van hare ontzetting uit de voogdij over haar kind. Utrecht, 1864. (1126)

522. Brouwer. (B.) Regterlijke bevoegdheid bij dagvaarding var den hoofdschuldenaar en diens borg. Art. 126, 7quot; lid, wetboek van burgerlijke regtsvordering. Overgedrukt uit de Bijdragen voor regtsgeleerdheid. 5^e deel. (654)

523. Amorie van der Hoeven. (M. des) Proeve van eene beantwoording der regtsvraag: Kan een Nederlander, in Neder-landsch Indie met der woon gevestigd, in personele regtszaken, wanneer de eischer op het grondgebied van het Rijk in Europa woont, voor de regtbanken van het moederland gedagvaard worden? Leeuw., 1850. (1270)

524. Karsehoom. [F. F.) Brief aan deu Hooggeleerden Heer M\'. M. des Amorie van der Hoeven, betrekkelijk diens proeve van beantwoording der regtsvraag: Kan een Nederlander, ia Nederlandsch Indie met der woon gevestigd, in personele regtszaken, wanneer de eischer op het grondgebied van bet Bijk in Europa woont, voor de regtbanken van het moederland gedagvaard woi den ? Amst., 1850. (1271)

525. Eijssell. (A. P. Th.) De regt^magt over vreemdelingen in Nederland. \'sGrav., 1864. (2557)

526. Jiasch. {J. C.) Specimen juridicum inaugurale ad articulos 152 et 153 codicis de re judiciaria in causis civilibus. Hag. Com., 1853. (1179)

527. Bandt. (A. den) Specimen juridicum inaugurale de proro-gata jurisdictione. Lugd. Bat., 1852. (1199)

538. Cohen. (B.) Over lijfsdwang in handelszaken, gevolgd van eene statistiek van gijzeling in eenige der voornaamste steden van ons vaderland. Leijden, 1^59. (2547)

529. Cohen. (5.) Eenige opmerkingen betreffende de vraag, of de lijfsdwang in Nederland moet worden behouden of afgeschaft? Overgedrukt uit de Opmerkingen en Mededee-lingen betreffende het Nederlandsch regt, nieuwe reeks, deel V. (1126)

530. Brouwer. (B.) De wijze van regtspleging bij de onder curatele-stelling in acht te nemen. (Uit; Nieuwe bijdragen van regtsgeleerdheid.) (1126)

531. Vos de Wael. (A. F.) Akademische proeve over conservatoir arrest onder derden. Leijden, 1856. (1304)

532. Oordt J.Wz. (J. F. van) Het vonnis van de arrondisse-ments-regtbank te Leiden, waarbij het verzoek van diakenen der Nederduitsche Hervormde gemeente aldaar, om toegelaten te worden tot kosteloos procederen in eeno possessoire actie tegen burgemeester en wethouders, ter zake van geweldadige uitzetting uit het Huiszittenhuis, •wordt gewezen van de hand, beschouwd en in al zijne gronden getoetst. Leiden, 1849. (256)

533. Cuijpers. (P.] Tractaet van grondt-proceduren ofte van de uyt-werckinge van de actie hypothecaire. Mechelen, 1681, 4\'. (116)

534. Linden. (J. van der) Keizerlijke besluiten betrekkelijk do berekening der kosten in regtszaken. In hot Fransch en Hollandsch. Amst., 1811. (Burgerlijke zaken.) (371) • 535. Tarief van justitiekosten en salarissen in burgerlijke zaken. Officiele uitgave. 1844. (287)

537. Iets over een paar punten van tit. 3 van het tarief van regtskosten. Gron., 1843. (1126)

538. Reglement op de burgerlijke regtsvordering voor de Raden van justitie op Java en bet Hoog Geregtshof van Neder-landsch Indie. Offic. uitg. Batavia, 1847. (799)

539. Ontwerp Reglement op de Burgerlijke Regtsvordering voor de Nederlandsche West-Indische koloniën. Rotterdam, 1860. (2102)

510. Eerriat-Saint-Pnx. [M.) Cours de procédure civile, fait è la Faculté de droit de Grenoble. 3^me édition. 2 vol. Paris, 1813. (2325)

541. Locré. (J. G.) Esprit du Code de Procédure Civile. 5 vol. Paris, 1816. (2088)

542. Friedreich. (A) De cassatie-regtspleging in Frankrijk en elders. Uit het Hoogduitsch. \'sHage, 1853. (171)

543. Seligman. (M.) Quelles sont au point de vue juridique et au point de vue philosophique les réformes dont notre procédure civile est susceptible. Paris, 1855. (2423)

544. Bordeaux. {R.) Philosophie de la procédure civile. Mémoire sur la réformation de la justice. Paris, 1857. (2453)

545. Boitard. Leifons de procédure civile, publiées par G. de Linage; revues, annotées, complétées et mises en harmonie avec les lois récentes par G. F. Colmet-Daage. 8^m• édition. 2 vol. Paris, 1861. (2454)

547. Hoffman. (J. B.] Traité théorique et pratique des questions préjudicielles en matière repressive, selon le droit Fran-•jais; précédé d\'un exposé, dans la même forme, de Faction publique et de Taction civile considerées séparé-ment et dans leurs rapports mutuels. 3 vol. Bruxelles et Liège, 1865. (2587)

548. Campenon. [T.] De la révision du Code de procédure. Etudes sur les projets soumis au Conseil d\'Etat. Paris, 1867. (2746)

549. Potier. [P. E.) A propos de la contrainte par corps en 1866. Paris, 1866. (1126)

550. De la contrainte par corps au point de vue de la constitution de 1852. Paris, 1867. (1126)

551. Leveillé. (J.) De l\'abolition de la contrainte par corps. Paris, 1866. (57)

554. Projet de loi, concernant l\'abolition de la contrainte par corps en Belgique, avee exposé des motifs. Bruxelles, 1866. Fquot;. (171)

555. Entwurf einer allgemeinen Deutschen Civilproceszordnung für die Deutschen Bundesstaaten, § 1-684. Nach den bei der ersten Lesung gefaszten Beschlüssen, vorbehaltlich der Schluszredaction. Hannover, 1862 — 1864. — Neues Entwurf, § 1 -689. Hannover, 1866. F°. (154)

Civilproceszordnung fur die Deutschen Bundesstaaten, n⁰. 1 - 374, und 5 Beilagen, enthaltend Anlagen zu den Protocollen, vergleicliende Uebersicht der Paragraphen des Entwurfs vind Register. Hannover, 1862 - 66 F°. (155)

557. Berninger. {A. H.) Das Institut der Staatsanwaltschaft im Verfahren iiber burgerliche Rechtsstreitigkeiten, mit RUck-sicht auf eine gemeinsame Deutsche Civilprozeszordnung. Erlangen, 1861. (1126)

558. Martin. (C.) Lehrbuch des deutschen gemeinen biirger-lichen Processes 13^te Auflage. Leipzig und Heidelberg,

559. Arnold. [F. C. von). Die Umgestaltung des Civilprozesses in Deutschland, in den Grundsatzen erörtert. NUrnberg,

560. Leonhardt. (4.) Zur Reform des Civilprocesses in Deutschland. 2 Beitrage. Hannover, 1865. (2620)

561. GrundzUge einer neuen biirgerlichen Procesz-Ordnung. Wien, 1861. — Begründung dieser Gründzüge. Wien, 1861. (2450)

562. Entwurf einer biirgerlichen Procesz-Ordnung bis zur Execution. Wien , 1862. — Denkschrift iiber einige Haupt-fragen betreffend die neue burgerliche Procesz-Ordnung.

563. Referenten-Entwurf einer Civilproceszordnung. Wien, 1866. — Erlauternde Bemerkungen zu diesem Entwurfe. Wien, 1866. E⁰. (171)

565. Bessel. (4.) Das Ordreverfahren des Rheinischen Rechts. Köln, 1853. (2566)

566. Die Novellen zur biirgerlichen Procesz-Ordnung der K. Preussischen Rhein-Provinz. Elberfeld, 1855. (1650)

567. Buddee. (K.) Die Grundsatze des heutigen preussischen Civilprozesses und ihre Anwendung. Berlin, 1857. (2437)

568. Entwurf einer Prozesz-Ordnung in biirgerlichen Rechtsstreitigkeiten fur den Preuszischen Staat und Motive zu diesem Entwurfe. 2 Bande. Berlin, 1864. (2606)

Person al-Schuldhaft, eine Forderung des Rechts, der Moral und des socialen Fortschritts. 2quot; Auflage. Berlin, 1865. (1126)

570. Entwurf einer Prozeszordnung in bürgorlichen Rechts-streitigkoiten fur das Königreich Baijern. München, 1862. (2441)

571. Aphorismen über den neuesten Entwurf einer Prozeszordnung in bürgerlichen Rechtsstreitigkeiten lür das Königreich Baijern. München, 1862. (2457)

572. Gesetz für das Herzogthum Oldenburg den bürgerlichen Procesz betreffend. Mit Motive und mit Bemerkungen von H. H. Backer. Oldenb., 1859. (2004)

573. Groszherzoglich Badisches Regienmgs-Blatt. Enthaltend: Gesetz von 30 April 1856, betreffend die eigentlichen Lehen, die Gerichtsbarkeit und die Rechtspflege der Bürgermeister in bürgerlichen Rechtssachen. 4°. (152)

574. Schnell. [Fr.] Die das bürgerliche und Strafproceszverfahren beziehenden Gesetze von 1850 und 1859 für das Königreich Hannover. Zusammengestellt und mit Sachregistern bezw. Inhaltsübersichten versehen. 2 Theile. Hannover,

575. Leonhardt. (-4.) Die Justizgesetzgebung des Königreichs Hannover. TJnter besonderer Berücksichtigung der Regie-rungs- und standischen Motive zum practischen Gebrauche herausgegeben. 3 Theile. Hannover, 1859 - 61. (2431)

576. Leonhardt. {A.) Das Civilproceszverfahren des Königreichs Hannover. Ein Beitrag zur deutschen Civilproceszge-setzgebung unter Benutzung der Acten des Königlich Hannoverschen Justizministeriums. Hannover, 1861. (2439)

775. Entwurf einer bürgerlichen Prozesz-Ordnung fur das Königreich Sachsen. (Als Manuscript gedruckt.) Dresden,

578. Motiven zu dem Entwurfe einer bürgerlichen Prozesz-Ordnung für das Königreich Sachsen. (Als Manuscript gedruckt.) Dresden, 1860. F⁵. (148)

579. Meijersburg. (Fr.) Kritische Erorterungen über einzelne Abschnitte des Hannoverschen Civilprozess-Verfahrens. Hannover, 1862. (1126)

581. Klein. [E. F.) Gedanken von der öffentlichen Verhandlung der Eechtshilndel und dem Gebrauche der Beredsamkeit in den Gerichtshöfen. Göttingen, 1825. (1126)

582. Die Vorschriften über Rechtsgeschafte auszer Streitsachen. Wien, 1867. (2767)

583. Code de procédure civile pour les Etats de S. M. Ie Roi de Sardaigne. Turin, 1859. (2331)

584. Riittimann. (J.) Der Englische Civil-Procesz mit besonderer Berücksichtigung des Verfahrens der Westminster Rechts-höfe. Leipzig, 1851. (2470)

585. Bellot. (F. F.) Loi sur la procédure civile du canton de Genève suivie de l\'exposé des motifs ; 2^e édition, augmentée de l\'exposé des motifs inédit de la 2°quot; partie de la loi avec la jurisprudence de la cour de justice civile de Genève, et des tableaux de statistique judiciaire jusqu\'en 1836, et d\'un supplément contenant les lois complémen-taires et annexes a la procédure civile, les traités et concordats sur les rapports de justice internationaux et

* intercantonaux et les lois sur l\'organisation judiciaire du 5 Décembre 1832. Paris et Genève, 1837. (2436)

587. Sevestre. (J. L.) Des lois pénales considérées comme moyens de répression. Brux., 1827. (1441)

588. Weiland. [J. B.) Over de doodstraf, beschouwd uit het oogpunt van het regt en van den geest des Christendoms. Naar het Hoogduitsch en begeleid jnet aanmerkingen. Dord., 1828. (1359)

590. Mittermaier. (C. J.) Die Todesstrafe nach den Ergebnissen der wissenschaftlichen Forschungen, der Fortschritte der Gesetzgebung und der Erf\'abrungen. Heidelberg, 1862. (2377)

591. Mittermaier. (C. J.) De doodstraf, beoordeeld naar de uitkomsten van ■vretenschnppelijk onderzoek, de vorderingen der wetgeving en de ervaring. Uit het Hoogduitscb vertaald door M^r. J. B. Vos. Leiden, 1863. (2442)

592. Bavaij. [de] La peine de mort, au point de vue pratique et historique. Discours prononcés a Faudience de rentrée de la Cour d\'appel de Bruxelles, le 15 Octobre 1862 et 1863. Brux., 186^- 63. (1279)

593. Revue rétrospective et sommaire touchant la question de la peine de mort, accompagnëe de considérations présente\'es pour 1\'abolition de cette peine par un ancien membre des Etats généraux et du congres national. Bruxelles, 1863. (2\'il6)

594. Publications de l\'association pour l\'abolition de la peine de mort. N⁰. 1-5. Liège, 1863 -66. (2649)

596. Donkersloot. [N. B.) Psycbologische beschouwing der doodstraf. Tiel, 1864. (1279)

597. Nog iets over en naar aanleiding van de doodstraf, door een christelijk socialist. Nijmegen, 1864. (1279)

598. Modderman. (.4. £. J.) Straf — geen kwaad. Kedevoering uitgesproken bij de aanvaarding van het Hoogleeraars-ambt in de regtsgcleerdheid aan het Athenaeum Illustre te Amsterdam, den 24\'^ten October 1864. Amst , 1864. (1220)

599. Bemmelen. [P. van] De doodstraf. Populaire voordragt. — Wetenschappelijk bijvoegsel, l\'afdeeling. Leiden, 1864-65. (2578)

600. Bruijn Kops. [J. L. de) Eenige beschouwingen over de doodstraf en hare opheffing. Overgedrukt uit de Economist, jaargang 1865. (1279)

601. Bemmelen. [P. van) De bedenkingen van M^r. J. L. de Bruijn Kops tegen de afschaffing der doodstraf bestreden. Alkmaar, 1865. (1279)

602. Bhijn. [L. J. van) De geregtelijke doodstraf, uit Christelijk oogpunt beschouwd. Amst., 1865. (1279)

603. Bemmelen. (P. van) De bijbel en de doodstraf. D\'. L. J. van Rhijn bestreden. Alkmaar, 1865. (1279)

605. Ducpétiaux. (E.) La question de la peine de mort envisagée dans son actualité. Bruxelles, 1865. (1279)

606. Ruhranus. (X) De doodstraf m Nederland. De doodstraf moet zoo spoedig mogelijk uit het algemeene Nederland-sche strafregt verdwijnen. l^e gedeelte; objectien tegen die stellingen refutatien; 2^e gedeelte; defensie van die stelling, l^e hoofdstuk. \'sGrav., 1865. (2654)

607. Christiansen. (C.) Ueber Qualitat und Quantitat der Strafe. Mit besonderer Beziehung auf die Todesstrafe. Kiel, 1865. (1279)

608. Tallach. (W.) The practical results of the total or partial abolition of capital punishment in various countries. London, 1866. (1279)

609. Report of the society for the abolition of capital punishment for 1865. London, 1866. (1279)

612. Haus. (J. J.) La peine de mort, son passë, son présent, son avenir. Gand, 1867. (2721)

614. Modderman. (IF.) De wettelijke bewijsleer in strafzaken. Uitgegeven door het Provinciaal Utrechtsche genootschap van kunsten en wetenschappen. Utrecht, 1867. (2744)

615. Discussien gevoerd in de Italiaansche kamer van afgevaardigden over de afschaffing der doodstraf in Februarij en Maart 1865. F⁰. (171)

616. Beijerle. (A) Ueber die Todesstrafe. Vortrag iin Königlïch Wurttembergischon Jnstizministerium. Stuttgart, 1867. (1279)

617. Code criminel de Tenipereur Charles V, vulgairement appellé la Caroline, contenant les loix, qui sont suivies dans les jurisdictions criminelles de l\'Empire. Maestricht, 1779. 4°. (177)

618. Kersteman. [F. L.) Rechtsgeleerd kweekschool of sleutel der criminele praktijk. Amst., 1789. 2 dn. (301)

619. Stukken door de commissie tot het ontwerpen van een algemeen burgerlijk en lijfstraffelijk wetboek, overgegeven aan het Staatsbewind der Bataafsche Republiek; bevattende de ontwerpen van eene Inleiding van het regt in het algemeen, het Lijfstraffelijk wetboek en van wetten omtrent hot bewijs, \'s 11 age, 1804. (1885)

621. Kemper. [J. M.) Crimineel wetboek voor het Koningrijk Holland, met eene inleiding en aanmerkingen. l^e deel. Amst., 1809. (1889 en 2352)

622. Code pénal. Edition officieüe en wetboek van het straf-regt. Officiele uitgave. Amst. en Rott., 1811. (1111)

623. Maanen. (C. F. Th. van) Het wetboek van strafregt (Code Pe\'nal) in verband gebragt met de wetten en wettelijke verordeningen, die daarin eenige wijziging gebragt hebben. Alkmaar, 18n4. (1107)

624. Schooneveld P.Jz. (M.) Het wetboek van strafregt (Code Pénal), met aanteekeningen. Nieuwe uitgave. Amst , 1855. (566)

655. Schooneveld P.Jz. [M.] Het wetboek van strafregt (Code Pénal), met aanteekeningen. Derde uitgave, met medewerking van M^r. N. J. van IJsselsteijn. Amst., 18()6. (2702)

626. IJsselsteijn. [N. J. van] Aanteekeningen op het wetboek van strafregt. (Code Pe\'nal.) l^e bundel, 1865. \'sGrav., 1867. (2806)

627. Deinse. (/1. J. van) Het wetboek van strafregt (Code Pénal), met de wijzigingen, daarin aangebragt sedert 1810 en laatstelijk bij de wetten van 29 Junij 1854, Staatsblad nquot;. 102 en 103; benevens de opgave van eenige

628. Crimineel wetboek voor de Vereenigde Nederlanden. 1814. 1quot; deel. Fquot;. (174)

630. Ontwerp van een wetboek op het strafregt voor het Koningrijk der Nederlanden. 1827. (932)

632. Stukken gewisseld tussehen de 2^e Kamer der Staten-Generaal en de Regering over het ontwerp van een wetboek op het strafregt voor het Koningrijk der Nederlanden (nieuw ontwerp) zitting 1827 - 28. 1 dl. F°. (5ü)

633. Ontwerp van crimineel wetboek voor de Vereenigde Nederlanden en daarover gewisselde stukken met de Tweede Kamer der Staten-Generaal in de zitting van 1827-28. F°. (88)

634. Rappard. (W. L. F. C. van] Aanmerkingen op het ontwerp van een wetboek op het strafregt voor het Koningrijk der Nederlanden. Nijmegen , 1827 - 28. (1227)

635. Bedenkingen op en voorgestelde verbeteringen van het nog in werking zijnde lijfstraffelijk wetboek, in verband

v met het wetboek van strafvordering, rakende minderjarigen, dat is dezulken, die beneden de 16 jaren oud zijn. Groningen, 1829. (851 en 1220)

636. Ontwerp van het l^e boek van het wetboek van strafregt en daarover gewisselde stukken met de Tweede Kamer der Staten-Generaal in de zitting van 1839 - 40. F°. (89)

637. Aanteekeningeu en bedenkingen op het ontwerp van een wetboek van strafregt voor het Koningrijk der Nederlanden. l^e boek. Assen, 1839. (1498)

639. Ontwerp van het 2^e boek van het wetboek van strafregt en daarover gewisselde stukken met de Tweede Kamer der Staten-Generaal in de zitting van 1842-43. F⁰. (90)

640. Wal. (J. de] Aanteekeningen en bedenkingen op het ontwerp van een wetboek van strafregt voor het Koningrijk der Nederlanden. Boek II, tit. 1-4. 2^e afl. Gron., 1812. (1279)

641. Ontwerp van hot l\' boek van het wetboek van strafregt en daarover gewisselde stukken met de Tweede Kamer der Staten-Generaal in de zitting van 1846 - 47. Fquot;. (91)

642. Ontwerp van een gewijzigd l^e boek en van de overige boeken van het wetboek van strafregt en daarover gewisselde stukken met de Tweede Kamer der Staten-Generaal in de zitting van 1847 - 48. F°. (91)

643. Eenige punten uit het ontwerp van een wetboek van strafregt voor het Koningrijk der Nederlanden, beschouwd in verband met strafregt en strafwetgeving. Utrecht, 1847. (1359)

644. Honert T.Hz. (J. van den.) Het wetboek van strafregt toegelicht uit de beraadslagingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Amst., 1848. l^e dl.; 2^e dl. 1quot; afl. (277)

646. Westerwoudt. (F. T.) Wet, houdende eenige veranderingen in de straffen op misdrijven gesteld, gevolgd door de wet houdende uitbreiding van de regtsmagt der kantonregters in strafzaken. Amst., 1854. (645)

647. Jongh (E. T. de) en A. Oudeman. Handboek voor den kantonregter en den ambtenaar van het openbaar ministerie bij het kantongeregt, voor de behandeling van strafzaken. Gron., 1855. (1409)

648. Jongh [E. T. de) en A. Oudeman. Handboek voor den kantonregter en den ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij het kantongeregt, voor de behandeling van strafzaken. Tweede herziene druk. Gron.. 1865. (2728)

649. Hoogvliet. (W.) Verzameling van wetten en Koninklijke besluiten tegen wier overtreding straf is bedreigd, 1808-1858. Met een alphabetisch register. Gorinchem, 1858. (2329)

650. Deinse. (A. J. van) Strafwetten. Opgave van speciale wetten en Koninklijke besluiten als algemeene maatregelen van inwendig bestuur, welke onderwerpen behelzen, waarop strafbepalingen zijn vastgesteld of betrekking hebben; met aanteekeningen, l^e en 2^e stuk. Middelburg, 1857 - 64. (1627)

G51. Ittersum. [F. A. R. A. van) Is de Nederl. Regter aan de officiële vertaling van den Code Pénal gebonden , of moet

niet veeleer den Franschen tekst tot grondslag leggen zijner beraadslagingen. (Overgedrukt uit de Opmerkingen en Mededeelingen betreffende het Nederlandsch regt, deel V, bladz. 15.) (1220)

652. Weiland. [J. A.) Bijdragen tot de -wetenschap der straf-regtspleging. Delft, 1826. (1229)

653. Schroder Steinmetz. (L. A.) Vertoog over de eerste grondslagen van het strafwezen. Gron., 1837. (1234)

654. Hamelsveld. [W. Y. van] Bijdragen tot het lijfstraffelijk regt. Amst., 1817. (1451)

655. Wind. [S. de) Bijzonderheden uit de geschiedenis van het strafregt in de Nederlanden. Middelburg, 1827. (1451)

656. Asser. (C.) Vlugtige beschouwing van eenige voorname beginselen des strafregts, in verband met het ontwerp des lijfstraffelijken wetboeks. \'sHage, 1827. (1220)

657. Jong. (J. O. de) Disp. jur. inaug. continens succintam Grotianae doctrinae inprimis de jure criminali, in libris de jure belli et pacis traditae, expositionem. Sylv. Due., 1827. (1771)

èfil. Het strafregt in verband beschouwd met de vrijheid van geweten en godsdienst. Amst , 1842. (1276)

662. Wat mag een wetgever bij de keuze van straffen nimmer uit het oog verliezen en welke zijn de hoofdvereischten van goede strafbepalingen? Dev., 1845. (1359)

663. Rouville. (A. M. de) Over strafregt, wetgeving van strafregt en lijf- en doodstraffen. [Uit » Themis.quot;] \'sHage, 1850. (1209)

664. Deinse. [A. J. van) De algemeene beginselen van strafregt ontwikkeld en in verband beschouwd met de algemeene bepalingen der Nederlandsche strafwetgeving. Middelb., 1852. (134)

665. Deinse. (A. J. van) De algemeene beginselen van strafregt ontwikkeld en in verband beschouwd niet de algemeene bepalingen der Nederlandsche strafwetgeving. Tweede, geheel omgewerkte en verbeterde druk. Middelburg, 1860. (2155)

666. Lipman. [S. F.) Over straffen en strafgestichten. Vertaald uit het Hoogduitsch. Amst., 1842. (561)

667. Bonneville de Marsangy. (C. .4.) Over de persoonlijke medewerking der burgers in het beteugelen der misdaden en wanbedrijven. Amst., 185S. (1097)

668. Noellner. [F.) Over de Badensche wet op de strafvoltrekking in een nieuw tuchthuis voor mannelijke veroordeelden te Bruchsal. Uit het Hoogduitsch. Gevolgd door bedenkingen op eonige bepalingen van het strafwetboek voor Nederland. 184:6. (1306)

669. Coninck Liefsting. (F. B.) De hervorming van het straf-regt, naar aanleiding der jongste Fransche herziening, \'s Grav., 1865. (1220)

670. Michiels van Kessenich. (J. A. II.) Ecrit inédit (dissertation) en Francais, de 1823, sur la complicité, précédé d\'une preface de 1845. Ruremonde, 1845-46. 2 vol. (1163)

671. Besier. (L. W. A.) Proeve van een historisch onderzoek betrekkelijk de leer van de medepligtigheid naar het Nederlandsch strafregt. Utrecht, 1852. (55)

672. Antwoord aan den geëerden steller van het stuk: Iets over de lijfstraffen, in den Avondbode van 7 Februarij 1840. (1220)

673. Langenhuijsen. [A. P. van) Memorie ingediend aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, ter bestrijding dei-wet van 10 April 1815, van het besluit van 20 April 1815 en der wet van den 6den Maart 1818. \'silage,

674. Langenhuijsen. [A. P. van) Mémoire présenté a la seconde chambre des Etats-Généraux pour combattre la loi du 10 Avril 1815, l\'arrêté du 20 avril 1815 et Ia loi du 6 mars 1818. Traduit par Olivier Schilperoort. La Haye,

675. Staats Evers. [J. W.) Lijfstraffelijke regtspleging in Gelderland, of belangrijke strafzaken van 1811 tot 1859 aldaar voorgekomen. (2124)

676. Asser. (C.) Verhandeling over de vraag, of bij het wetboek van strafregt tegen het snoeijen van geldmunten straf is bepaald. quot;sHage, 1836. (11)

677. Heijliger. {R. V.) De Nederlandsche wetgeving op de vreemde geldligtingen. Leiden, 1854. (1172)

678. Rasch. (B. L.) Bijdrage tot de leer van bedrog en valsch-heid. \'sHage, 1854. (1192)

679. Weve. (A. A.) Academisclie proeve over de valschheid in geschriften van koophandel. Leijden, 1856. (1310)

680. Ittersum. [F. A, li. A. van) Nog een woord over de artikelen 230 seqq. en 386, ii°. 3, C. P., in verband met de wet van 29 Junij 1854 [Staatsblad n⁰. 102). (Overgedrukt uit de Nieuwe Bijdragen voor Regtsgeleerdheid en Wetgeving. Doel XII, bl. 526.) (1220)

681. Hasselt. (W. J- C. van) Beschouwing over het voortdurend bestaan van art. 283, 284 en 289 van het Wetboek van Strafregt. Eene drukpersquestie. Amst., 1861. (1220)

682. Vliet. (L. van) Crimineel proces ter zake van beweerden hoon en laster tegen de hooge Indische regering en de openbare regterlijke magt van Java. Rotterd., 1845. (1283)

683. Goens. [P. M. van) Toelichting en pleitrede van het O. M. bij het provinciaal geregtshof in Overijssel, in het regtsgeding tegen K. van Hulst, boekhandelaar te Kampen , drukker, uitgever en verspreider van een werkje getiteld: «Kritiek der troonrede.quot; Zwolle, 1846. (184)

684. Recueil de pieces de la procédure instruite a la charge de sept avocats du barreau de Bruxelles, prévenus do la publication et de remission d\'un imprimé portant pour titre: Mëmoire a consulter, rédigé en faveur de F. van der Straeten, auteur d\'un ouvrage intitulé: De l\'dtat actuel du royaume des Pays-Bas et des moyens de l\'amé-liorer. La Haye et Amst., 1820. (439)

685. Adrian. (D. B.) Verdediging tegen de aanklagt van te hebben geschreven, doen drukken en algemeen verspreiden van een adres aan den Koning, waarin niet alleen onderscheidene Ministers en de Secretaris-generaal van het Departement van Justitie zouden worden beleedigd en gelasterd, maar ook de Koninklijke waardigheid boosaardig zou zijn aangerand. 1855. (1213)

686. Gef ken. (J. W.) De regtsvraag: zijn de bepalingen van liet Code l\'éna! over ongeoorloofde genootschappen of

vergaderingen toepasselijk op godsdienstige bijeenkomsten of godsdienstoefeningen in Nederland ? Amst., 1836. (1276)

687. Schaaff. (J. II. van der] Proeve van een geregtelijk geneeskundig onderzoek, betreffende de vraag: in boeverre dronkenschap, aanleiding gevende tot de misdaad van moord, in de toerekening van straf in aanmerking komt, inzonderheid, ■wanneer dezelve tot monomanie overslaat, of daarmede in verband staat, mitsgaders in boeverre deze laatste zielsgesteldheid, of beide te zamen, als punten van defensie, tot vrijspraak al of niet, in judicio criminali kunnen dienen? Amst., 1838. (1456)

688. Diggelen [P. J. G. van] en J. Snijder. Regtsgeding tegen J. B. de Loeil. Middelburg, 1850. (132)

689. Koetsveld van Ankeren, [van] Hendrikje Geerts Meilofs Doelen, wed. van A. Mulder. Eene proeve van merkwaardige strafregterlijke procedure in zake van vergiftiging. Schoonhoven, 1847. (313)

690. Deheth. [P.] Academisch proefschrift over de misdaad van vergiftiging. Utrecht, 1856. (1348)

691. Lier. [E. van] Regtsgeding tegen den heer D., officier van gezondheid, door den krijgsraad van Noordholland wegens vergiftiging veroordeeld en in appel door het Hoog Militair Geregtshof vrijgesproken. Amst., 1859. (2047)

692. Proces van den Siciliaanschen priester Contrefatto. Uit het Fransch. Amst., 1848. (1359)

694. Grobbee. [H. N.) Dissertatie juridica inauguralis de con-demnatorum restitutione sive rehabilitatione in jure criminali. Lugd. Bat., 1854. (2251)

695. Lansberge. (J. G. van) Dissertatie juridica inauguralis de doli et culpae discrimine servato in codice poenali. Lugd. Bat., 1854. (1186)

696. Velden, (jhr. P. A. van den] Deportatie in verband met strafregt en koloniaal belang. \'sGrav., 1861. (2281)

697. Nolthenius [P. M.] en B. J. Ploos van Amstel. Verslag van de gebeurtenissen voorgevallen te Amsterdam op 24 Maart 1848 en kort overzigt van het regtsgeding daarop gevolgd. Amst., 1848. (1359)

698. Procés de la venve Huyds devant la cour provinciale du Limbourg et devant la Haute Cour des Pays-Bas. Eonvoi devant la cour provinciale de la Gueldre. Maastricht, 1854. (1122)

699. Gregory. (A. F. L.) Commentatio ad locum juris criminalis de inculpatae tutelae moderatione. Hag. Com., 1864:. (2549)

700. Hoogvliet. (W.) Verklaring van eenige wetsartikelen, betrekkelijk strafregt en politie. Amst., 1859. (1279)

701. Iets over de wetgeving betrekkelijk het tweegevecht en de beleedigingen. \'sHage, 1842. (1277)

702. Het duel. Beschouwingen, meêgedeeld naar aanleiding van de uitdaging van M^r. W. Wintgens door M^r. H. J. A. Raedt van Oldenbarnevelt. Utrecht, 1865. (1279)

703. Moulin. (J. W. H. de) Academisch proefschrift, bevattende iets over art. 18 dor wet van 29 Juni 1854. Amst., 1867. (2747)

704. Scholten. [J. J. W.) Academisch proefschrift over de heerschappij der strafwetten met betrekking tot den tijd, Amst., 1867. (2757)

705. Buijn. [L. A. P. F.) Het regt tot eene volkomen onbelemmerde gedachte-uiting; eene strafregtelijke proeve. Amst., 1867. (2781)

706. Poll. (J. van de) Proeve eener strafwet voor zeevarenden ter koopvaardij, alsmede van een reglement op de vervolging en de bestraffing der misdrijven door zoodanige schepelingen gepleegd. Amst., 1842. (442)

707. Hasselt. [W. J. C. van) Wet houdende bepalingen omtrent de huishouding eu tucht op de koopvaardijschepen, van 7 Mei 1856 (Staatsblad n°. 32), met een uitvoerig alpha-betisch register. 2\' druk. Amst., 1856. (378)

708. Leeuw. [C. M. van der) Academische proeve over de tucht op de koopvaardijschepen. Leiden, 1857. (1634)

709. Bepalingen ter regeling van eenige onderwerpen van strafwetgeving welke eene dadelijke voorziening vereischen. -Officiële uitgaaf. Batavia, 1848. (514)

Indië, wetboek voor de Europeanen, gevolgd door de memorie van toelichting, met aanteekeningen. \'sGrav., 1866. (2663)

711. Ontwerp strafbepalingen op misdrijven ter zake van faillissement , kennelijk onvermogen en surséance van betaling voor de Nederlandsche West-Indische koloniën. Rotterd., 1860. (2122)

713. Haus. (J. J.) Observations sur le code pénal. Bruxelles, 1835. 8 vol. (97)

714. Berriat-Saint-Prix. (M.) Cours de droit criminel. 3^mI1 éd. Paris, 1821. — ld. 3-°« éd. Paris, 1825. (1892)

715. Bauter. Traité théorique et pratique du droit criminel franijais ou cours de législation criminelle. Paris, 1836. 2 vol. (489)

716. Carnot. Commentaire sur le code pénal. Nouvelle édition avec remarques par J. J. Drault. Bruxelles, 1825. 4 vol. (117)

717. Pascal Bonnin. (M.) Commentaire du Code Pénal et des lois de la presse, contenant l\'explication de chaque article du Code Pénal et de toutes les lois de la presse, actuelle-ment en vigueur. Paris, 1845. (-\'796)

718. Chauveau (4.) et Faustin Helie. Théorie du Code Pénal. Edition augmentée de la législation et de la jurisprudence de lielgique. Bruxelles, 18;;i7 - 43. 4 vol. (116)

719. Nypels. [J. S. G.) Annotations sur la théorie du code pénal. Utrecht, 1846. (745)

720. Chauveau. iA.) Code Pénal progressif: Commentaire sur la loi modificative du Code Pénal. Paris, 1832. (1280)

721. Faustin Hélie. (31.) Théorie du Code Pénal. Appendice de la quatrième édition, contenant le commentaire de la loi du 13 Mai 1863 modificative du Code Pénal. Paris, 1863. (2500)

722. Dutruc. (Cr.) Le code pénal modifié par la loi du 18 Avril (13 Mai) 1863. Paris, 1863. (2503)

723. Nypels. [J. S. G.) Le droit pénal Francais progressif et compare. Code pénal de 1810, accompagné des sources des discussions au conseil d\'ëtat, des exposés des motifs et des rapports faits au corps législatif, suivi des lois modificatives rendues en France, en Belgique et dans les Pays-Basquot;, et de la traduction Franlt;jaise des codes pe\'nals Prussien et du Koyaume d\'Italie; précédé d\'une bibliothèque choisie du droit criminel. Bruxelles, 1864. (2572)

724. Alauzet. [J.] Essai sur les peines et le système péniten-tiaire; ouvrage couronné par l\'Institut. 2^me édition, revue et augmente\'e. Paris, 1863. (2511)

725. Bonneville de Marsangy. (.4.) De l\'amélioration de la loi criminelle, en vue d\'une justice plus prompte, plus effi-cace, plus généreuse et plus moralisante. 2 vol. Paris, 1855-64. (65)

726. Jolles. (J. A.) De Famélioration de la loi criminelle, en vue d\'une justice plus prompte, plus efficace, plus généreuse et plus moralisante, par A. Bonneville. [Uit de Nieuwe bijdragen voor regtsgel. en wetgeving.] (1359)

727. Prevost-Paradol. [M.) Deux lettres sur la réforme du Code Pénal, adressées au Journal des Débats. Paris, 1862. (1220)

728. Eloy. (H.) De la codification des lois criminelles coneer-nant les matières non réglées par le Code Pénal et d\'un projet de code des pénalités en vigueur par Far tide 484 du Code Pénal. Etude théorique et pratique. Paris. 1865. (2717)

729. Eossi. (P.) Traité de droit pénal. 3^e édition, revue et précédée d\'une introduction par M. Faustin Hélie. 2 vol. Paris, 1863. (2791)

730. Trébutien. (E.) Cours élémentaire de droit criminel. 2 vol. Paris, 1854. (2792)

731. Bonneville. (A.) De Ia localisation au greffe de l\'arron-dissement natal des renseignemens judiciaires concernant chaque condamné; au triplo point de vue de la répression des crimes et délits, de la pureté des listes électorales

732. Procés devant la cour des pairs sur l\'affaire du mois d\'avril 1834. Réquisitoire du procureur-général. 1 vol. 4°. — Rapport fait a la cour par M. Girod de FAin et arrêt de la cour. Paris, 1834. 4 toI. 4°. (35)

733. Parent Ilucliatelet. (A. J. B.) De la prostitution dans la ville de Paris, considérée sous le rapport de l\'hygiène publique, de la morale et de Tadministration Bruxelles, 1838. (829)

734. Chassan. (...) Traité des délits et contraventions de la parole, de l\'écriture et de la presse. 2^e éd. 2 vol. Paris, 1851. (1399)

735. Rolland de Villargues. [M.) Code des lois de la presse, interprétées par la jurisprudence et la doctrine. Paris, 1863. (2745)

736. Fierlant. (G. de) Mémoire sur la réformation des lois criminelles aux Pays-Bas Autrichiens en 1774. M.S. — Projet d\'une nouvelle ordonnance criminelle pour les Pays-Bas Autrichiens et Observations sur ce projet. M.S. [Les deux derniers ëcrits datent de 1784.] F°. (94)

737. Henry. (C. A. cC] Exposé des changements, opérés dans la législation pénale en Belgique depuis 1814 jusqu\'a, ce jour. Gand, 1824. (1220)

738. Henry. (C. A. d\') Commentaire sur les changements, opérés dans la législation pénale en Belgique depuis 1814; jusqu\'a présent. Gand, 1826. (1455)

739. Haus. (J, J.) Observations sur le projet de révision du Code Pénal, présenté aux chambres Beiges, suivies d\'un nouveau projet. 3 vol. Gand, 1835-36. (1985)

740. Clerc. (... le) Quelques observations sur la législation pénale. Luxemb., 1828. (1359)

741. Cannaert. Bijdragen tot het oude strafregt in Belgie. 2* druk. Brussel, 1829. (1449)

742. Révision du titre préliminaire et du premier livre du Code Pénal de la Belgique. Projets de loi présentés è, la Chambre des Représentants, avec exposés des motifs et rapports de la commission, chargée de la révision du Code Pénal, 1849-53. F⁰. (116)

743. Amendements au premier iivre du projet de Code Pén al nouveau de la Belgique, avec exposés des motifs et rapports de la commission, chargée de la révision du Code Pe\'nal, 1860-66. Fquot;. (116)

744. Révision des titres I-X du deuxième livre du Code Pénal de la Belgique. Projets de loi présentés è, la Chambre des Roprésentants et a celle du Sénat, avec exposés des motifs et rapports de la commission, chargée de la révision du Code Pénal. 1857- 67. F°. (116)

745. Projet de loi du Code Pénal de la Belgique, adopté par le Sénat au premier vote et projet de Code, transmis par le Sénat, 1865-66. F°. (116)

746. Code Pénal de la Belgique. Publié par le Moniteur Beige du 9 Juin 18ri7. Bruxelles, 1867. (2811)

747. Code Pénal de Belgique, mis a exécution a partir du 15 Octobre 1867; avec indication des séances des Chambrea legislatives, comprenant les discussions relatives a ce Code. Texte officiel du Moniteur. Bruxelles, 1867. (2803)

748. Nijpels. (J. S. G.) Législation crirninelle de la Belgique, ou commentaire et complément du Code Pénal Beige, tirés des exposés des motifs, des rapports et des discussions a la Chambre des Représentants et au Sénat et des lois, qui se réfërent directement au Code et le competent. Bruxelles, 1867. 1quot; vol. (2805)

749. Nijpels. [J. S. G.) Code Pénal Beige, avec la conférence des articles, accompagné du texte des articles correspon-dants du Code de 1810, et des autres lois pénales, suivi d\'une table méthodique et alphabétique des matières. Bruxelles, 1867. (2821)

750. Stenglein. (M.) Sammlung der deutschen Strafgesetzbücher. Munchen, 1858. 8 Th. 12°. (1403)

751. Geib. (ö.) Lehrbuch des Deutschen Strafrechts. Leipzig, 1861 - 62. 2 ïh. (2802)

752.\' Bemer. (A. F.) Lehrbuch des Deutschen Strafrechtes. Leipzig, 1857. (1632)

753. Bemer. (4. F.) Lehrbuch des Deutschen Strafrechtes. 3quot; Auflage. Leipzig, 1866. (2783)

754. Boehlau. (H.) Quellen uud Literatur des gemeinen Deutschen und Preussischen Strafrechts. Weimar, 1859. (1279)

755. Köstlin. [C. R,] System des Deutschen Strafrechts. All-gemeiner ïheil. Tübingen, 1855. (2793)

756. Köstlin. (C. R.) Abhandlungen aus dem Strafrechte. Nach des Verfassers Tod herausgegeben von Th. Geszier. Tübingen, 1858. (2794)

757. Krawel. [K. von] Entwurf nebst Gründen zu dem allge-meinen Theile eines fur ganz Deutschland geitenden Straf-Gesetzbuchs. Halle, 1862. (2372)

758. Heffter. (A. W.) Lehrbuch des gemeinen Deutschen Strafrechtes mit Rücksicht auf altere und neuere Landesrechte. ö¹® Auflage. Braunschweig, 1857. (2786)

759. Bluhme. (F.) System des in Deutschland geitenden Strafrechts mit Einschluss des Strafprocesses. 2^te Ausgabe. Bonn, 1865. (2573)

760. Berner. (A. F.) Die Strafgesetzgebung in Deutschland, vom Jahre 1751 bis zur Gegenwart. Leipzig, 1867. (2822)

761. Entwurf eines Strafgesetzbuches für Baden und Commis-sionsberichte der 2^e Kammer der Standeversammlung darüber, 1839. 4°. (11)

762. Die neue Strafgesetzgebung des Groszherzogthums Baden. Mannheim, 1851. (1336)

763. Groszherzoglich Badisches Regierungs-Blatt. Enthalt end: Gesetz vom 15 April 1856, einige Aenderungen des Strafgesetzbuches betreffend. — Verordnungen vom 18 Juli und 8 August 1851, die gerichtliche Wund- und Leichenschau-Ordnung betreffend. 4°. (152)

764. Die neue Strafgesetzgebung des Groszherzogthums Baden. Vollstandige Sammlung sammtlicher Gesetze und Verordnungen über Strafrecht und Strafverfahren. 1quot; und 2quot; Lieferung. Mannheim, 1865. (2611)

765. Anmerkungen zum Strafgesetzbuche für das Königreich Baiern. Nach den Protokollen des Königlichen geheimen Raths. 2quot;\' und 3quot;quot; Band. Munchen, 1813 -14. (529)

766. Strafgesetzbuch für das Königreich Baiern. 2^U Aufl. Munchen, 1820. 2^,er Th. (530)

767. Entwurf des Gesetzbuches Uber Verbrechen und Vergehen für das Königreich Bayern. 1853. 4° (74)

7i^;8. Entwurf des Gesetzbuches über Verbrechen und Vergehen für das Königreich Bayern. 1855. 4°. (75)

769. Entwurf eines Polizei-Straf-Gesetzbuches für das Königreich Bayern. 1855. 4°. (76)

770. Königreich Bayern. Entwurf eines Strafgesetzbuches, eines Polizei-Strafgesetzbuches, und eines Gesetzes die Eintührung des Strafgesetzbuches und des Polizei-Strafgesetzbuches betreffend. (2266)

771. Die neuesten bayerischen Gesetzbücher, enthaltend das Polizeigesetzbuch, das Strafgesetzbuch, das Einführungs-gesetz zu beiden und das Geselz über die Aufhebung der Straffolgen. Geraeinfaszlich bearbeitet von L. Hauff. Mit Inhalt und Sach-Eegister. München, 1862. (2373)

772. Das Strafrecht für das Königreich Bayern, enthaltend das Strafgesetzbuch, Polizeistrafgesetzbuch nnd Kinfuh-rungsgesetz zu beiden vom 10 November 1861, n\'ibst den gesetzlichen Bestimmungen über Aufhebung der Straffolgen und der Königlichen Verordnung vom 5 Jan. 1862 über Entschadigung der Geschwornen, Sachverstandiger; und Zeugen in Strafsachen. Mit zahlreichen • Anmerku.ngen und einem genauen Sachregister. München, 1862. (2526)

773. Mittermaier, Sundelin, Bertier und Barth, über die Neue bayerische Strafgesetzgebung. Augsburg, 1862. (2405)

774. Entwurf eines Strafgesetzbuchs der freien Hansestadt Bremen. 1°. Theil, 2 Bande. Bremen, 1861. (2307)

775. Ah egg. [J. F. II.) Ueber den organischen Zusammenhang einer auf den neueren Grundsützen beruhenden Einrich-tung des Strafverfahrens oder der Strafgesetzgebung. Eine Erörterung, angeknüpft an die in Bremen gemachte Vorlage einer provisorischen Strafprocesz-Ordnung mit einstweiliger Beibehaltung des gemeinen Strafrechts. Bremen, 1863. (1277)

777. Jenull. (S.) Das Oesterreichische Criminal-Recht nach \' seinen Gründen und seinem Geiste dargostellet. Gratz,

778. Das Strafgesetz über Verbrechen, Vergehen und Ueber-tretungen, die Strafgerichts-Competenz-Verordnungen und die Preszordnung vom 27 Mai 1852 fur das Kaiser-thum Oesterreich. Wien, 1852. (1339)

779. Entwurf\' eines Strafgesetzes über Verbrechen und Vergehen , rait Berücksichtigung der von der Justiz-Ministerial-Commission gestellten Antrage, und Motive zu diesem Entwurfe. Wien, 1867. 4°. (179)

780. Entwurf eines vollstandigen neuen Strafgesetzes über Verbrechen und Vergehen für die im engeren Reichsrathe des österreichischen Kaiserstaates vertretenen Königreiche und Lander und Motive zu diesem Entwurfe. Wien, 18G7. F⁰. (172)

781. Zusammenstellung der Strafgesetze auswartiger Staaten nach der Ordnung des revidirten Entwurfs des Strafge-setzbuchs für die Königlich Preussischen Staaten. Berlin, 1838-41. 5 Theile. (560)

782. Strafgesetzbuch für die Preussischen Staaten nobst Gesetz über die Einführung desselben vom 14 April 1851 und Gresetz betreffend einige Erganzungen des Einfiihrungs-Gesetzes zum Strafgesetzbuche, vom 22 Mai 1852. Berlin, 1852. (1335)

783. Strafgesetzbuch für die Preussischen Staaten, nebst dem Einführungs-Gesetz vom 14 April 1851, und den dasselbe erganzenden und abandernden Gesetzen. Neue Ausgabe. Berlin, 1856. (2120)

784. Strafgesetzbuch für die Preussischen Staaten, nebst dem Gesetze über die Einführung desselben. 2® amtliche Aus-gabe. Berlin, 1856. (1651)

785. Muller. (C. F.) Das Strafgesetzbuch für die Preussischen Staaten vom 14 April 1851, mit Beifügung der in Oesterreich , Baiern, Oldenburg u. s. w., geitenden Strafbe-stimmungen. Halle, 1852. (1132)

786. Oppenhoff. (F. C.] Das Strafgesetzbuch für die Preussischen Staaten und das Gesetz über die Einführung desselben erlautert aus den Materialien, der Rechtslehre und den Kntscheidungen des Königlichen Ober-Tribunals. Berlin, 1856. (1308)

Strafgesetze mit Ausschlusz der auf das Steuer- und Gewerbewesen bezüglichen Gesetze. Berlin, 1856. (1652)

788. Gesetz Uber das unerlaubte Kreditgeben an Minderjah-rige, vom 2 Mai 1857. Nebst den vollstandigen Bera-tbungen und Aktenstücken zu demselben in beiden Hausern des Landtages. Berlin, 1857. (1649)

789. Bemer. (A. F.) Grundsatze des Preussischen Strafrechts. Leipzig, 1861. (2267)

790. Das Strafgesetzbucb fur das Königreich Wurttemberg vom 1 Marz 1839, nebst den Abanderungen desselben durch das Gesetz vom 13 Aug. 1849 und durcb andere neuere Gesetze. Mit Anmerkungen und alphabetischem Sachregister. Herausgegeben von D^r. O. Schwab. Stuttgart, 1849. (2000)

791. Das Polizei-Strafgesetz fiir das Königreich Württemberg vom 2 Oktober 1839, mit den Abanderungen desselben durch neuere Gesetze, und erlauternden Bemerkungen; unter Beifugung der damit in Verbindung stehenden Gesetze, Verordnungen, Normal-Verfiigungen u. s. w. Herausgegeben von F. Kappler. Stuttgart, 1850. (2099)

792. Hoffbauer. [J. H.) Die psychischen Krankheiten uni die damit verwandten Zustande in Bezug auf die Kechtspilege. Berlin, 1844. (175)

793. Holtzendorff. (F. von) Die Deportation als Strafmittel in alter und neuer Zeit und die quot;Verbrecherkolonien der Englander und Franzosen. Leipzig, 1859. (2031)

794. Codice Penale per gli Stati di S. M. il re di Sardegna. Torino, 1859. (2110)

795. Code Pénal pour les Etats de S. M. Ie Roi de Sardaigne. Turin, 1859. (2154)

796. Report from the select Committee on transportation; together with the minutes of evidence, appendix and index. [The committee war appointed to inquire into the System of Transportation, its Efficacy as a Punishment, its Influence on the Moral State of Society in the Penal Colonies, and how far it is susceptible of Improvement.] 1837. F⁰. (101)

798. Act 16 and 17 Vict. C. 99, intituled: An act to substitute in certain Cases other Punishment in lieu of Transportation, 20 Aug. 1853. — First, second, third and fourth report from the Select Committee on Transportation; together with the minutes of evidence and appendix, 1856. — Act 20 and 21 Vict. C. 3, intituled: An act to amend the act of the 16 and 17 years of Her Majesty to substitute in certain Cases other Punishment in lieu of Transportation, 26 June 1857. F⁰. (103)

799. Bills ingediend aan het parlement in 1856, betreffende: 1. Offenses against the person. — 2. Larceny and other similiair offenses. — 3. Malicious injuries to property. — 4. Libel. — 5 Indictable offences by forgery. — 6. Offences relating to the coin. — 7. Accessories to and abettors of indictable offences. — 8. Deer, game and rabbit?. (1413)

800. Campbell Sleigh, Esq. (W.) A handy book on criminal law, applicable chiefly to commercial transactions. London, 1858. (2415)

801. Cornewall Lewis. (G.) On foreign jurisdiction and the extradition of criminals. London, 1859. (2030)

802. Globig [H. E. von) und J. G. Huster. Abhandlung von der Criminal-Gesetzgebung. Zurich, 1783. (193)

803. Benz. (R.) Entwurf eines Strafgesetzbuches für den Kanton Zürich, mit begriindender. und erlauternden Bemerkungen. Zurich, 1866. (quot;2722)

804. System of penal codes in Europe. Message from the President of the United States to the Senate. 1854. (443)

805. Almindelig borgerlig Straffelov. (Wetboek van strafregt, Denemarken.) Kjobenhavn, 1866. (2711)

806. Loi pénale du Royaume de Suède, donnée au chateau de Stockholm, le 16 Février 1864. Traduction. Stockholm, 1866. (2726)

808. Rapport, gedagteekend 31 Maart 1808, van de commissie benoemd bij decreet van den 18den November 1807 (.7. L. Far jon, J. B. Both H endriksen en D. Fochema), tot herziening en bewerking van de Organisatie der reg-terlijke magt en van de Algemeene manier van procederen, ten geleide van een ontwerp van eene Manier van procederen in criminele zaken. F⁰. (Ill)

809. quot;Wetboek van strafvordering. Uit het Fransch vertaald. Brussel, 1823. (914)

810. Ontwerp van een wetboek van strafvordering en daarover gewisselde stukken met de Tweede Kamer der Staten-

812. Uijtwerf Sterling, [J. J.) F. A. en J. van Hall en C. A. den Tex. Aanmerkingen op het ontwerp van strafvordering voor het Koningrijk der Nederlanden. Amsterdam, 1829. (769)

813. Wetboek van strafvordering, 1830. Hollandsche en Fransche tekst. [Nommers van het Journal Officiel du royanme des Pays-Bas van 1830, inhoudende het] (1958)

817. Verzameling van nommers van het Staatsblad van het jaar 1836, inhoudende wetten tot verandering en wijziging van het wetboek van strafvordering. (935)

818. Stukken, betreffende het verhandelde in de zitting tier Staten-Generaal 1836, omtrent de herziening var. het wetboek van strafvordering. 1 deel. Fquot;. (52)

819. Eedevoeringen over het wetboek van strafvordering, gehouden in de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1829 - 30 en 1835-36. Utrecht, 1841. (626)

820. Hasselt. [W. J. C. van) De Nederlandsche wetboeken met aanteekeningen en nalezingen. \'sHage, 1843. 4 deelen. [Strafvordering). 4°. (43)

821. Sehüller. (C. L.) Wetboek van strafvordering, met aan-teekeningen. Utrecht, 1843. (2709)

822. Lipman. (amp; P.] Wetboek van strafvordering vergeleken met het Romeinsch en het Fransch regt. Amst., 1842. (852)

823. Pinto. (A. de) Handleiding tot het wetboek van strafvordering. \'sHage, 1848. 2 dn. (458)

824. Bosch Kemper. (J. de) Wetboek van strafvordering, naar deszelfs beginselen ontwikkeld en in verband gebragt met de algemeene regtsgeleerdheid. Amst., 1838 - 40. 3 deelen. (656)

825. Ontwerp van een wetboek van strafvordering, met memorie, \'s Gravenhage, 1862. (2366)

826. Ontwerp van een wetboek van strafvordering, ingekomen in de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 12 Februarij 1867. \'s Gravenhage, 1867. (2754)

827. Decreet van 18 Junij 1811 betrekkelijk de criminele justitiekosten. Ofïïciele uitgaaf, in het Fransch en Hol-landsch. (692)

828. Handboek voor ambtenaren van het openbaar ministerie en van administrative en regterliike politie. Gorinchem, 1823. (753)

829. Pinto. (A. de) Pleitrede over de vraag: of een verdediger bevoegd is tot het aanteekenen van hooger beroep van een correctionneel vonnis, voor en namens den veroordeelde? \'sHage, 1840. (1277)

830. Proeve van onderzoek over het verschil tusschen den voormaligen en hedendaagschen vorm van procederen, met betrekking tot de leer van het bewijs der misdrijven. Amst., 1845. (1277)

831. Keuchenius. (W. F.) Iets over een punt betreffende do instructie in strafzaken. [Of een beklaagde, tegen wien regtsingang is verleend, het regt heeft om kopij te vragen van zijn bij den regter-commissaris ondergaan verhoor.] Sneek, 1839. (1277)

832. Vollenhoven. [P. van) Iets over de betrekking van regter-commissaris belast met de instructie van strafzaken. Rotterdam, 1842. (592)

wijze van strafvordering in Gelderland, Holland en Zeeland, voornamelijk in de XIIIquot; en XIV^e eeuw. Leyden, 1842. (63)

834. Suringar Jr. (W. H.) Handleiding voor den kantonregter bij behandeling van strafzaken op de openbare teregt-zitting. Amsterdam, 1862. (2387)

835. Oreeve. (L. G.) De wet tot vaststelling der bepalingen voor het geval van wanbetaling van boeten in strafzaken van 22 April 1864 (Staatsblad nquot;. 29), hare geschiedenis en beginselen. Schiedam, 1864. (2539)

836. Reglement op de strafvordering voor de Kaden van Justitie op Java en het Hoog Geregtshof van Nederl. Indie, mitsgaders voor de residenten op Java en Madura, regtsprekende in zaken van overtreding tegen Europeanen en daarmede gelijkgestelde personen. Officiele uitgave. Batavia, 1847. (514)

837. Ontwerp Reglement op de Strafvordering voor de Neder-landsche West-Indische koloniën Rotterdam, 1860. i\'2121)

839. Helie. [F.) Traité de l\'instruction criminelle ou théorie du code de l\'instruction criminelle. Paris, 1845 - 60. 9 vol. (275)

841. Eijssautier. (L. A.) Réformes au Code d\'instruction criminelle. Extrait de la revue pratique du droit Francais du 1quot; Juillet 1864. Paris, 1864. (1277)

842. Des preuves en matière criminelle. Examen du procés Couty de la Pommerais. Extrait de la revue pratique du droit Francais. Paris, 1864. (1220)

843. Le procés des treize. Interrogatoires des prévenus, réqui--sitoire du ministère public et plaidoirie de M¹. Jules

844. Garmer Dubourgneuf et Dufresneau. Manuel des frais de justice en matière criminelle, correctionnelle et de simple police. Paris, 1824. (2750)

845. Dalmas. {A. de) Des frais de justice en matière criminelle, correctionnelle et de police. Paris, 1834. — ld Supplément. Paris, 1847. 2 vol. (2751)

846. Lefèvre. (C. L.) Tarif raisonné des frais de justice criminelle, correctionnelle et de police. Bruxelles, 1838. (2752)

847. Haeberlin. (C. F. W. J.) Sammlung der neuen deutschen Strafprocessordnungen mit Einschluss der franzosischen und belgischen, sowie der Gesetze über Einführung des mündlichen und öffentlichen Strafverfahrens mit Schwur-gerichten. Greifswald, 1852-53. (2322)

848. Sundelin. (P.) Sammlung der neuern deutschen Gesetze über Gerichtsverfassung und Strafverfahren. Berlin, 1861. (2323)

849. Planck. (J. W.) Systematische Darstellung des deutschen Strafverfahren s auf Grundlage der neuern Strafprozesz-ordnungen seit 1848. Gött., 1857. (1657)

850. Sundelin. (P.) Die Habeas-Corpus-Acte und Vorschriften zum Schutz der Person in den deutschen Strafprozesz-Gesetzen. Berlin, 1862. (2361)

852. Gesetz über das gerichtliche Verfahren in Criminalsachen und die Kinrichtung des Criminal-Senats bei dem Ober-Appellationsgerichte in Hannover. 1810. 4°. (130)

853. Strafproceszordnung und Strafgesetzbuch für das Herzog-thum Oldenburg, mit alphabetischen Sachregistern, ein-zelnen Bemerkungen aus den Motiven zu den von der Staatsregierung dem Landtage vorgelegten Entwürfen jener Gesetze, sowie aus den Verhandlungen des Landtags über die Entwürfe, und mit Hinweisung auf die den einzelnen Artikeln des Strafgesetzbuchs entsprechenden

854. Frühwald. [W. T.) Handbuch des österreichischen all-gemeinen Strafprozeszes. Enthaltend die Strafprozesz-Ordnung vora 29 Juli 1853, und alle darauf Bezug habenden Gesetze und Verordnungen und eine ausführ-liche Erklarung derselben. 2quot; Auflage. Wien, 1856. (1309)

855. Paalzow. (C. L.) Kommentar über die Crimiual-Ordnung fur die Preussischen Staaten. 2^ttr Th. Berlin, 1807. (138)

856. Criminal-Ordnung fiir die Preuszischen Staaten, nebst der Verordnung vom 3 Jan. 1849 über die Einführung des mündlichen und öffentlichen Verfahrens mit Ge-schworenen in üntersnchungssachen. 2quot; Aufl. Berlin, 1853. (1706)

857. Entwurf einer Strafprozesz-Ordnung für den Preuszischen Staat. Nebst motivirenden Anmerkungen. Berlin, 1865. (2614)

858. Schletter. (H. T.) Das Königlich Sachsische Strafprocesz-recht nach der Strafprocesz-Ordnung vom 11 August 1855 systematisch dargestelt. 2^tc umgearbeitete Aufl age. Leipzig, 1862. (2358)

859. Neu redigirter Entwurf der Straf-Prozesz-Ordnung nach Prüfung der standischen Beschlüsse durch das Königl. Justiz-Ministerium und den Königl. Geheimen-Rath. Stuttgart, 1842. (1101)

860. Regierungs-Blatt für das Königreich Württemberg. Enthaltend: Gesetz vom 14 Aug. 1849 über das Ver-fahren in Strafsachen, welche vor die Schwurgerichtshöfe geboren. — Gesetz vom 13 Aug. 1849 betreffend die Abanderung einiger Bestimmungen des Strafgeaetzbuchs und der Strafprozeszordnung. — Verordnung zum Schutz gegen den Misbrauch der Presse vom 25 Dec. 1850. 4°. (141)

861. Die Gesetze über die Schwurgerichte, die Abanderungen der Strafprozeszordnung und die Verordnung über das Verfahren in Preszprozeszsachan, nebst der Strafprozeszordnung und den Abanderungen derselben durch obige Gesetze. Herausgegeben von W. Reusz. 2^M Aufl. Stuttgart, 1850. (2001)

862. Entwurf einer Strafprozeszordnung fur das Königreich Wiirttemberg. Stuttgart, 1863. (2535)

863. Mittermaier. (C. J. A.) Die Gesetzgebung und Rechtsübung Uber Strafverfahren nach ihrer neuesten Fortbildung dargestelt und geprüft. Erlangen, 1856. (1307)

865. Abegg. (J. F. H.) Die Frage Uber den Zeitpunkt der Vereidigung der Zeugen im strafrechtlichen Verfahren vom geschichtlichen, dogmatischen und legislativen Stand-punkte aus erörtert. Leipzig, 1864. (1277)

866. Codice di Procedura Penale per gli Stati di S. M. il re di Sardegna. Torino, 1859. (2108)

867. Mittermaier. [C. J. A.) Das englische, schottisclie und nordamerikanische Strafverfahren im Zusammenhange mit den politischen, sittlichen und socialen Zustanden und in den Einzelnbeiten der Rechtsübung. Erlangen, 1851. (1117)

868. Conféde\'ration Suisse. Loi sur la procédure pénale fédérale du 27 Aolit 1851. — Code pénal fédéral du 4 Février 1853. — Feuille fédérale Suisse. Année V. Volume I, n°. 1. (2162)

869. Meijer. (J. D.) Esprit, origine et progrès des institutions judiciaires des principaux pays de TEurope. Amst., 1818-23. 6 vol. (731)

870. Bourguignon. Mémoire, qui a remporté le prix en l\'an X, sur cette question proposée par l\'institut national: » quels sont les moyens de perfectionner en France 1\'institution du Jury?quot; Paris, an X. (2593)

871. Bourguignon. Deuxième mémoire sur l\'institut ion du Jury. Paris, an XII. (2593)

872. Cottu. (M.) Rëflexions sur l\'ëtat actuel du jury, de la liberté individuelle et des prisons. Paris, 1818. (2593)

873. Gutachten der Königlich Preuszischen Immediat-Justiz-Commission über das Geschwornengericht, 1819. (2593)

87\'!. Meijer. [J. D.) Brief aan M^r. H. W. ïijderaan over de regtspleging door gezworenen; afzonderlijk afgedrukt uit het 5^lt;Ie vervolg der Briefwisseling van eeuige Regtsge-leerden over de aanstaande Nederlandsche Wetgeving. Leijden, 1819. (2593)

875. Meer Mohr. (J. C. van der) Bedenkingen over het grondwettige, nuttige en noodzakelijke der jurij in Nederland. Rotterdam, 1823. (2593)

876. Beelaerts van Blokland. Discours en comité géne\'ral de la Deuxième Chambre, le 10 Avril 1829, sur les questions relatives au jury. (2593)

877. Brauer. (E.) Die deutschen Schwurgerichtsgesetze in ihren Hauptbestimmungen übersichtlich zusammengestellt, mit kurzenl Hinweis auf fremdes, insbesondere französisches und englisches, auch schottisches und nordamerikanisches Recht. Erlangen, 1856. (125--))

878. Lewald. (H.) Die Geschworenen-Gerichte eine Schatten-seite unserer Justiz. Berlin, 1856. (2593)

879. Meijer. [J. B.) De jurij of regtbank van gezworenen; uit het Fransch vertaald door M^r. A. J. Nieuwenhuis. Amst., 2 stukken, 1856. (2593)

880. Schwarze. [F. O.) Das deutsche Schwurgericht und dessen Befurm. Erlangen, 1865. (2615)

881. Ontwerp van wet op de zamenstelling der regterlijke magt en het beleid der justitie. 1804. F⁰. (161)

882. Rapport, gedagteekend 31 Maart 1808, van de Commissie benoemd bij decreet van den 18den November 1807 (J. L. F ar jon, J. B. Both Hendriksen en I). Fookema), tot herziening en bewerking van de organisatie der regterlijke magt en van de algemeene manier van procederen, ten geleide van eene concept-alteratie van de generale

ordonnantie op de invordering der middelen hier te lande van den 17den Jan narij 1806. F⁰. (111)

883. quot;Wetboek op de regterlijke instellingen en regtspleging in het Koningrijk Holland. 1809. (1886)

884. Project wetboek op de regterlijke instellingen en regtspleging in het Koningrijk Holland. 1quot; boek: Regterlijke instellingen en werkzaamheden. — 2^e boek: Regtspleging of manier van procederen in civiele zaken. — 3^e boek: Regtspleging of manier van procederen in criminele zaken. F^a. (45)

885. Aanwijzing der wijzigingen van een vroeger ontwerp van een wetboek op de regterlijke instellingen en regtspleging in het Koningrijk Holland, en in het vorenstaand project wetboek opgenomen. Fquot;. (46)

886. üijtwerf aterling. [J. J.) De wet van 18 April 1827, op de zamenstelling der Regterlijke Magt en het beleid der Justitie, vergeleken met het Ontwerp, in de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van lOFebruarij 1829, voorgesteld. Overgedrukt uit de Bijdragen tot Regts-geleerdheid en Wetgeving, deel 4, bladz. 353. (1239)

887. Lagemans. (E. O.) Verslag van de handelingen der Tweede Kamer van de Staten-Generaal over het ontwerp van wet, strekkende tot herziening der wet van, 18 April 1827 op de zamenstelling der regterlijke magt en het beleid der justitie. \'sHage, 1835. (719)

888. Verzameling van nummers van het Staatsblad van de jaren 1827, 1828, 1829 en 1830, betrekkelijk de regterlijke organisatie, kantons verdeeling en andere met de regterlijke organisatie in verband staande onderwerpen (40)

889. Wet op de organisatie der regterlijke magt en het beleid der justitie, 1837. 4°. (47)

890. Rapport der commissie tot beraming der grondslagen van de wet tot regeling eener nieuwe regterlijke inrigting. \'s Grav., 1853. Fquot;. (134)

891. Ontwerp van wet op de regterlijke organisatie en daarover gewisselde stukken met de Tweede Kamer der Staten-Generaal, in de zitting van 1842 - 43. F®. (135)

892. Ontwerpen van wet op de regterlijke organisatie en daarover gewisselde stukken met de Tweede Kamer der

Staten-Generaal, in de zitting van 1851 - 52; benevens bijlagen, bevattende eene regeling van het regtsgebied en van de zetels der coliegien, en daarover gewisselde stukken. F°. (136)

893. Ontwerp van wet op de regterlijke organisatie, aangeboden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal in de zitting van 1852 - 53. F⁰. (137)

894. Ontwerpen van wet op de regterlijke organisatie en tot wijziging van eenige artikelen van het wetboek van burgerlijke regtsvordering en daarover gewisselde stukken met de Tweede Kamor der Staten-Generaal in de zitting van 1855- 56. F⁰. (138)

895. Ontwerp van wet op de regterlijke organisatie en daarover gewisselde stukken met de Tweede Kamer der Staten-Generaal in de zitting van 1856 - 57. F⁰. (139)

896. Ontwerp van wet op de regterlijke organisatie en daarover gewisselde stukken met de Tweede Kamer der Staten-Generaal in de zitting van 1858-59. Fquot;. (110)

897. Wet van 31 Mei 1861 (Staatsblad nquot;. 49), op de regterlijke inrigting en daarbij behoorende stukken en handelingen van de beide Kamers der Staten-Generaal. Fquot;. (141)

898. Loi sur l\'organisation judiciaire du Royaume des Pays-Bas. Bulletin des Lois, nquot;. 49. La Haye, 1861. (2334)

899. Fles. [F. J. A.) Wets-ontwerp op de regterlijke organisatie en het beleid der justitie. Met eene memorie van toelichting. Leiden, 1856. (1302)

900. Pinto. (A. de) Handleiding tot de wet op de regterlijke organisatie en het beleid der justitie. \'sHage, 1844. 2 deelen. (457)

901. Staats Evers. (J. W.) De wet, houdende eene nieuwe regterlijke inrigting, met aanteekeningen, meerendeels bijeenverzameld uit de officiele bescheiden-en in verband beschouwd met de verschillende, sedert 1848 voorgestelde wets-ontwerpen op eene regterlijke organisatie. Amst., 1801. (2280)

902. Haex. (J.) Wet van den 31sten Mei 1861 [Staatsblad , n°. 49), houdende eene nieuwe regterlijke inrigting, met

903. Meijer. {J. li.) Over de noodzakelijkheid van eenen pro visionelen Hoogen Eaad in het Koningrijk der Nederlanden. \'sGrav., 1817. (2356)

904. Meijer. [J. D.) De la nécessité d\'une Haute-Cour provisoire pour le royaume des Pays-Bas. La Haye, 1817. (580)

905. De Hooge Raad van Nederland, of eenige bedenkingen op art. 176 en 182 van de Grondwet, \'s Gravenhage, 1830. (1239)

906. Vreede. [G. W.) De Hooge Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland. (580)

907. De Hooge Raad der Nederlanden in het nieuwe ontwerp van wet op de regtorlijke organisatie, door een advokaat bij dat collegie. \'s Hage, 1855. (1239)

908. Noodt. (W. W.) De kantonregter in deszelfs betrekking tot het wetboek van burgerlijk regt. Franeker, 1828. (580)

909. Vreede. (J.) Wenschen en verwachtingen van een\' kantonregter ten platten lande. Utrecht, 1842 (580)

910. Gorkum. (van) De bevoegdheid der kantongeregten, arron-dissements-regtbanken en provinciale geregtshoven. Leyden, 1844. (191)

911. Kemp. [C. M. van der) Ontwikkeling van het Recht betrekkelijk de Kantongerechten. Rott., 1847. (966)

912. Zeldam Ganswijk. (P. G. ten) Recensie van het werk, getiteld: Ontwikkeling van het Recht betrekkelijk de Kantongerechten, door M^r. C. M. van der Kemp. Rotterdam, 1847. Overgedrukt uit Themis, regtskundig tijdschrift. (580)

913. Witt Hamer. Jz. (J. G. dé) Handboek voor de kantongeregten. Schoonhoven, 1848. (634)

914. Heydeman. (G. £.) Specimen juridicum inaugurale, con-tinens adnotationes quasdam ad novissimam legem, qua jurisdictio judicis cantonalis in foro poenali latius extensa. Amstel., 1855. (2256)

915. Heukelom. (W. van) Akademisch proefschrift over den alléén-regtsprekenden regter. Leiden, 1859. (2092)

916. Kist. [J. G.) De kantonregter in zijne werkzaamheden ten behoeve van minderjarigen en daarmede gelijkgestelde personen. Amst., 1858. (1635)

017. Ittersum. (F. A. S. A. baron van) Opmerkingen ten aanzien der voormalige vrede- en tegenwoordige kantonge-regten. (1675)

918. Koninklijk besluit van 16 Sept. 1838, n⁰. 99, houdende benoeming van het personeel der regterlijke magt overeenkomstig de wet op de regterlijke organisatie. (1983)

919. Jong van Beek en Donk. (J. J. F. de) Akademisch proefschrift, bevattende eene bijdrage tot de geschiedenis van den Raad en Leen hove van Brabant eu landen van Over-maze. (1591 - 1795 ) Utrecht, 1857. (1560)

i^l20. Meijer. [J. D.) Leerstellingen omtrent de regterlijke magt, in den jare 1817 geuit, en uit zijne schriften in den jare 1842 herinnerd. Amsterdam, 1842. (2724)

921. H. (lt;/.) Vrijmoedige bedenkingen aan de schrijvers van de Weegschaal, over zeker betoog, getiteld: Aanstellingen tot Regters, in nⁿ. 2 van dit tijdschrift, voor de maand February 1819, voorkomende. Arnhem, 1819. (580)

922. Coup-d\'oeil sur la nouvelle legislation civile et l\'organi-sation de l\'ordre judiciaire du royaume des Pays-Bas, par un magistrat. Bruxelles, 1820. (580)

923. Donker Curtius van Tienhoven. [J. B.) Opinion ënoncée a la Deuxième Chambre des Etats-Généraux, sur le projet de loi sur l\'organisation judiciaire, dans la séance du 4 Avril 1827. Bruxelles, 1827. (580)

924. Iets over de nadeelen van den tegenwoordigen staat van het regtswezen in de Nederlanden, en van de geringe bezoldiging der regterlijke ambtenaren. Leeuwarden, 1823. (1239)

925. Frets. [F.) Vergelijkende berekening van het personeel en de bezoldiging voor de regterlijke magt, volgens het voorstel des Heeren Barthelemy c. s. en volgens de wet van 18 April 1827, opgemaakt naar aanleiding van mijne aanmerkingen op dat voorstel, met nog een woord vooraf tot verdediging en opheldering, bij gelegenheid van eene beoordeeling in de Weegschaal. Rotterdam, 1829. (1239)

926. Frets. (F.) Aanmerkingen op het voorstel van eenige - Heeren leden der Staten-Generaal, tot verandoren dei-

wet op de zamenstelling der regterlijke magt en het beleid der justitie. Rotterdam, 1829. (1239)

927. Frets. [F.] De uitvoerlijkheid van de wet op de regterlijke organisatie nader betoogd en berekend. Rotterdam. 1829. (678)

928. De verdediging der wet op de instelling der regterlijke magt van den Minister van Justitie getoetst aan en wederlegd uit de Grondwet, het belang des Konings en dat der natie. \'sHage, 1827. (580 en 678)

929. Frets. [F.) Proeve over de ware onafhankelijkheid der regterlijke magt, tot betere beoordeeling der concept-wet op de regterlijke organisatie. Rott., 1827. (1239)

930. Véritës touchant les tribunaux criminels des Pays-Bas et la liberté nationale. Brux., 1827. (1442)

931. Le tribunal d\'arrondissement séant a Furnes sera-t-il maintenu? Furnes, 1827. (1239)

932. Schooneveld. [P. C.) Bedenkingen tegen het ontwerp van wet over de zamenstelling der regterlijke magt en het beleid der justitie. \'sHage, 1827. (678)

933. Tarte cadet. (...) Le dernier mot sur les cours provinciates et réfutation compléte des arguments en faveur des 18 cours. Bruxelles, 1827. (678)

934. Tarte cadet. (...) Sur Ie nombre des cours provinciales k établir pour les causes civiles dans l\'organisation judi-ciaire des Pays-Bas. Brux., 1827. (678)

935. Beschouwing van de regterlijke magt zoo in het algemeen als meer bijzonder. 1= gedeelte. \'sHage, 1831. (678)

937. Frets. (J¹.) Iets naders over de regterlijke magt en over de betrekking van den Koning tot dezelve. Rott., 1827. (678)

938. Bergh. (L. P. C. van den) Berigten over de kamer van justitie te Vianen. [Uit de Nieuwe bijdragen voor regts-geleerdheid.] (1138)

939. Boijen. (J. A. van) Bedenkingen omtrent het ontwerp van wet ter opheffing van zes provinciale geregtshoven. Zwolle, 1843. (580)

940. SonsbeeJc. (B. J. B. van) Dissertatio juridica inauguralis de munere judicis. Lugd. Bat., 1845. (1996)

942. De verandering van het regtswezen. Brief aan M^r. D. Donker Curtius. Groningen, 1849. (580)

944. Sonsbeek. (H. van) Het behoud der provinciale geregtshoven en bezuiniging. \'sHage, 1849. (1223)

945. Asser. (L.) Over de toekomstige regeling van het justitiewezen in Nederland. \'sHage, 1849. (580)

946. Eek. (B. van) Over de plaatsing eener regtbank in Staats-Vlaanderen. Middelburg, 1850. (580)

947. Brieven van een\' jurist aan een\' bureaucraat over regter-lijke organisatie. Amsterdam, 1852. (1239)

918. Reesema. (W. Siewertsz van) Brieven over de zamenstelling der regterlijke magt en het beleid der justitie. Botterdam, 1852. (1239)

949. Eenige opmerkingen over het voorstel tot regeling der zamenstelling van de regterlijke magt en het beleid der justitie. \'sHage, 1856. (1239)

950. Brugghen. (J. J. L. van der) Advies in zake cassatie. Utrecht, 1860. (1239)

951. Beschouwingen naar aanleiding van het ontwerp van wet op de nieuwe regterlijke inrigting, met betrekking tot het vervallen der voordragten of aanbevelingen bij vacaturen in de regterlijke collegien en de benoeming van substituut-griffiers tot leden derzelve. \'s Grav., 1860. (1239)

952. Vaillani. (C. W. E.) De vraag omtrent het hooger beroep in strafzaken, \'s Grav,, 1860. (1239)

953. Bezwaren tegen het ontwerp van wet op de nieuwe regterlijke inrigting. \'s Grav., 1860. (1239)

954. Wintgens. (W.) Advies over regterlijke organisatie, \'s Grav., 1860. (1239)

955. Wintgens. (W.) Redevoeringen over regterlijke organisatie. Met bijlagen en aanteekeningen. \'sGrav., 1861, (2236)

956. Maanen. (C. F. Th. van) Het Openbaar Ministerie in Nederland. Eerste gedeelte, \'s Grav., 1860. (2098)

957. Reglement voor de inwendige dienst der arrondissements-regtbank te Amsterdam. Amst., 1839. (678)

der regterlijke magt en het beleid der justitie, uit eeu praktisch oogpunt beschouwd door den bril van een kantonregter. Amst., 1856. (580)

959. Brieven van een kiezer. I. regterlijke organisatie en bezuiniging. Utrecht, 1862. (2409)

960. Swinderen. [J. II. F. K. van] Bedenkingen tegen de nieuwe regterlijke verdeeling van de provincie Friesland, voorgesteld bij het ontwerp van wet, regelende het regtsgebied der regterlijke collegien, enz. Leeuwarden, 1862. (580)

961. Lommen. [J. F. H.) De onafhankelijkheid der regterlijke magt en het openbaar ministerie, met eene inleiding over de geschiedenis van het ragt. \'s Hertogenbosch, 1867. (580)

962. Zeldam Ganswijh. [P. G. ten] De bezoldiging der regterlijke magt, bijzonder der arrondissements-regtbanken en der kantongeregten. Hoorn, 1H62. (580)

963. Faber. [J. G. A.] De opheffing van de arrondissements-regtbank te Hoorn. Hoorn. 1862. (1239)

964. Feen. [T. van der) De orde der advocaten, derzelver oorsprong, geschiedenis , aanzien en verval, mitsgaders eenige denkbeelden omtrent de middelen tot herstel van den alouden luister. \'sHage, 1841. (168)

965. Schüller tot Peursum, (C. L.) Het reglement van orde en discipline voor de advocaten, met eenige aanteekeningen. Utrecht, 1848. (2484)

966. Reglementaire en andere wettelijke bepalingen, betreffende het beheer der justitie op de buitenbezittingen in Neder-landsch Indie, voor zoover dezelve niet in het Staatsblad van Nederlandsch Indie zijn opgenomen; bijeenverzameld en uitgegeven door het Hoog-Geregtshof van Nederlandsch Indie. 2^de druk. \'sGrav., 1852. (1072)

967. Ontwerp Reglement op de zamenstelling der regterlijke magt in de Nederlandsche West-Indische koloniën. Rott.. 1860. (2103)

968. Carré. (G. L. J.) Les lois de l\'organisation et de la com-pétenee des juridictions civiles. 6 vol. Brux., 1826-1829. (2357)

969. Begnard. (E.\\ De l\'organisation judiciaire et de la procédure civile en France. Paris, 1855. (2427)

970. Warée. (B.) Eecueil de documents législatifs sur l\'organisation et la discipline judiciaires. Paris, 1866. (2647)

971. Berrijer. (M.) Le ministère public et le barreau, leurs droits et leurs rapports avec une introduction. Paris, 1860. (2220)

972. Recueil d\'anciennes ordonnances, statuts et coutumes Belgiques, touchant l\'administration de la justice. Liège. (1440)

973. Organisation judiciaire de la Belgique. Projet de loi du 22 Avril 1856 et procès-verbaux des séances. — Projet de loi du 13 Mai 1862. — Rapport fait au nom de la commission, titre I, chapitres IV—VI, 1867. — Amen-dements et discussions du chapitre XHI, pag. 897-949. F⁰. (117)

976. Eingklib. [H.] Statistische Uebersicht der Eintbeilung des Könichreicbs Hannover nach Verwaltungs- und Gericbts-Bezirken, in Folge der nouen Organisation der Verwaltung und Justiz; nebst angebangten Statistiscben Wörterbucbe. Hannover, 1853. 2^e Aufl. 4°. (10)

977. Gesetze vom 28^sten October 1863, betreffend die Gericbtsverfassung, das Verfabren in bürgerlicben Recbtsstreitig-keiten und das Strafverfabren. Cassel, 1863. (2544|

und des eximirten Gerichtsstandes, sowie iiber die ander-weitige Organisation der Gerichte, und Verordnung über die Einführung des mündlichen und offentliclien Verfahrens met Geschworenen in Untersuchungssachen. Berlin, 1849. — Gesetz betreffend die Zusatze zu der Verordnung über die Einführung des mündlichen und offentliclien Verfahrens mit Geschworenen in Untersuchungssachen, und Gesetz über die vorlaufige Straffcstsetzung wegen Uebertretungen. Berlin, 1852. (2118)

979. Jahrbuch der Preuszischen Gerichtsverfussung mit den Anciennetatslisten der Justizbeambten, redigirt im Bureau des Justiz-Ministeriums. 2^ter Jahrgang. Berlin, 1852. (700)

980. Sammlung der seit Publikation der Allgemeine Gerichts-ordnung erschienenen wichtigeren Prozesz- und Organi-sations-Gesetze. Berlin, 1855. (1705)

981. Entwurf und Revidirter Entwurf eines Gesetzes über die Gerichtsverfassung. Stuttgart, 1862-63. (2862)

982. Entwurf eiⁿes Gesetzes über die Gerichtsverfassung in Württemberg. Stuttgart, 1866. F⁰. (169)

984. Leggi suU\'ordinamento giudiziario e sugli stipend! dei fünzionari dell\' ordine predetto precedute dalla relazione a. S. M. il re di Sardegna. Torino, 1859. (2330)

985. Jonjh. [J. J. dë) Verzameling van wetten, decreten, besluiten , reglementen, instructien en bepalingen betrekkelijk het gevangeniswezen in de Nederlanden, over de jaren 1810- 1859. Leeuwarden, 1846-52. 2 deelen. (944)

986. Verzameling van wetten, besluiten en voorschriften, betreffende het gevangeniswezen, over de jaren 1860-66. (941)

987. Eenige besluiten en verordeningen uit de jaren 1821, 1822 en 1823, betreffende de inrigting en het bestuur der gevangenissen. (604)

988. Recueil des arrête\'s, réglements et instructions concernant les prisons de Belgique. Brux., 1840. (1051 en 1174)

989. Arrêtés et réglements concernant le pënitencier de» femmes a Namur. Bmxelles, 1840. (1160)

991. Eapport au roi sur les prisons de\'partementales (France). Paris, 1837. 4°. (115)

992. Ee\'glement général pour les prisons départementales en Franco. 1841. (1175)

993. Instruction sur 1\'administration des maisons de jeunes détenus en France. Paris, 1840. (1154)

994. Moreau Christophe. Code des prisons, ou recueil complet des lois, ordonnances, arrêtés, réglements, circulaires et instructions ministérielles, concernant le régime interieur, ëconomique et disciplinaire des maisons d\'arrêt, de justice, de correction, de force et autres prisons preventives ou pour peines, de 1846 h 1856. Paris, 1856. 2™ vol. (948)

995. Leggi e provvedimenti relativi all\' amministrazione delle carceri giudiziarie del regno. Torino, 1862. F⁰. (152)

996. Rapport aan Z. Exc. den Minister van Justitie, van M^r. P. W. Alstorphius Grevelink, J. A. H. Netscher en A. C. Pierson, der door hen gedane opneming van eenige buitenlandsclie gevangenissen, met daaruit voortvloeijende beschouwingen en voorstellen nopens het gevangeniswezen in Nederland. Met bijlagen en platen, \'s Grav.,

997. Discussion du projet de loi sur les prisons a la chambre des députés, session de 1844, précédée de l\'exposé des motifs et du rapport de la commission, suivie de notes critiques et d\'un résumé général. Paris, 1844. (979)

998. Mor eau-Christophe. Défense du projet de loi sur les prisons centre les attaques de ses adversaires. Paris, 1844. (843)

999. Warnsinck Bz. (W. II.) De vraag: » Behoort het stelsel van afzondering ook op vrouwelijke veroordeelden en jeugdige gevangenen van de beide sexen te worden toegepast?quot; toestemmend beantwoord. Amst., 1847. (986)

1000. Suringar. (W. H.) Behandeling der vraag: » Of het raadzaam is, in de cellulaire gevangenissen uitzonderingen toe te laten en een deel der bevolking bij dag tot gemeen-schappelijken arbeid in werkzalen te vereenigen?quot; (1136)

1001. Suringar. (W. II.) Gedachten over de eenzame opsluiting der gevangenen. Leenwarden, 1842. (573)

1002. Suringar [W. H.) et L. M. Mor eau Chriatophe. Considd-rations sur la rëclusion individuelle dos dëtenus, suivies du résumé de la question pénitentiaire. Paris et Amsterdam, 1843. (845)

1003. JJiez. (C- A.] Over de voordeelen der eenzame opsluiting als middel ter verbetering der misdadigers in de strafgestichten. Uit het Hoogduitsch. Leyden,

1004. Diez. [C. A) Ueber die Vorzüge der einsamen Einker-kerung als Mittel zur Besserung der Verbrocher in den Strafanstalten. Carlsruhe, 1842 (1005)

1005. Vernée. (L. G.) Aanteekeningen op de korte bedenkingen tegen de artikelen 2 en 3 der voorgedragen wijziiringen in het l^,,e boek van het nieuwe wetboek van strafregt, in verband met het stelsel van eenzame opsluiting. Hoorn,

1006. quot;Verzameling van stukken over de oogmerken der straf, de lijfstraffen en de eenzame opsluiting van gevangenen. Amst., 1845. (943)

1007. Over den invloed van het afzonderingstelsel of dat der eenzame opsluiting op de sterfte, den gezondheidstoestand en het geestvermogen der gevangenen. (1020)

1008. Das Zellengefiingniss Bruchsal nebst der dazu gehörigen Hilfsstrafanstalt. Heidelberg, 18fgt;7. (2019)

1009. Ducpétiaux. (E.) Des conditions d\'application du système de l\'emprisonnement séparé ou cellulaire. Bruxelles, 1857. (1404)

1010. Beschouwingen van de regterlijke collegien, de commission van administratie en de collegien van regenten over de onderscheiden gevangenissen , alsmede van het Neder-landsch genootschap tot zedelijke verbetering van gevangenen, over de eenzame opsluiting van gevangenen, vergeleken met de gemeenschappelijke gevangenisstraf. \'sHage, 1857. (1709)

1011. Rapport van den inspecteur der gevangenissen, betreffende zijne inspectiereis gedaan in 1857, uit het oogpunt van cellulaire opsluiting. \'sHage, 1857. (1709)

1012. Corvin. Die Einzelhaft und das Zellongofangnisz in Bruchsal. Hamburg, 1857. (1367)

1013. S. (H. W.) Het cellulair systeem. Uit het » Weekblad van het Regtquot; van 2 Febr. 1857, (1136)

1014. Suringar. [W- II.) Eene stem uit Nederland over de cellulaire gevangenis te Bruchsal en de strafwetgeving in Baden en elders. Leeuw., 1859. (2005)

1015. Roder. (K.) Eene stem uit Baden over gevangenis-hervorming in Nederland. Leeuw., 1808. (1136)

1016. Tiebcel Siegenbeek. (JJ.) Vlugtige bedenkingen, aangaande het onlangs voorgedragen stelsel van eenzame opsluiting der gevangenen en de herziening der militaire wetgeving. (Overgedrukt uit Themis.) (1030)

1018. Lurasco. (C. F.) Bezwaren tegen het stelsel van afzondering der gevangenen, getoetst aan de ervaring in de Pensylvanische staatsgevangenis van het oosten verkregen. 1845. (1003)

1019. Froriep. (L, F. von) Ueber die Isolirung der Sinne, als Basis eines neuen Systems der Isolirung der Strafge-fangenen. Weimar, 1846. 4°. (67)

1020. Over de bezoeken in de cellulaire gevangenis te Amsterdam in overeenstemming met het penitentiaire stelsel. (974)

1021. Mijn verblijf in de gemeenschappelijke en afgezonderde gevangenis en eenige beschouwingen over die beide inrigtingen; beschreven door een ontslagen gevangene en medegedeeld door m^r. C. J. N. Nieuwenhuis. Utrecht, 1858. (1656)

1022. Jebh. Observations on the separate system of discipline, submitted to the congress assembled at Brussells, on the subject of prison reform. London, 1847. (1353)

1023. Eéglement de la prison cellulaire des femmes a Bruxelles. Bruxelles, 1850. (1047)

1025. Beknopt overzigt van het gevangenisstelsel in Nederland, in verband met dat van afzondeylijke opsluiting, door een gerehabiliteerd gevangene. Amst., 1843. (836)

1026. Varrentrapp. (G.) De rernprisonneraent individuel sous le rapport sanitaire et des attaques dingoes contre lui par Charles Lucas et Léon Faucher a l\'occasion du projet de l.oi sur la réforme des prisons. Paris, 1844. (1033)

1027. Mollet. (J. jfc\'.) Me\'moire sur l\'utilité du système d\'em-prisonnement individuel et cellulaire et sur les uioyena qui peuvcnt en assurer les succès dans le royaume des Pays-Bas. Amst., 1848. (613)

1028. Vernee. (L. G.) Gedachten over de vereischten van eenen directeur eener cellulaire strafinrigting. Overgedrukt uit do Nieuwe Bijdragen voor regtsgeleerdheid en wetgeving, 1852. Deel II. pg. 425. (1136)

1029 Fuesdin. (J.) Die Einzelhaft, nach fremden und sechs-jahrigen eigenen Erfahrungen im neuen Manner Zucht-hause in Bruchsal. Heidelberg, 1855. (983)

1030. \'Wittelol. Eenzame opsluiting van gevangenen. Uit de i) Morgenster.quot; Arnhem. (1212)

1031. Gooi. (lt;S.) Het cellulair stelsel verdedigd tegen de zienswijze van den Minister van Justitie. Amst., 1856. (1322)

1032. Diez. (C A.) Uober Verwaltung und Einrichtung der Straf\'anstaken mit Einzelhaft und die Verbesserungen deren diese Haftart bedürftig und lahig ist. Mit Zeich-nungen. Karlsruhe, 1857. (1631)

1033. Verne\'e. (L. G.) Over den invloed van het afzonderingstelsel of dat der eenzame opsluiting op de sterfte, den gezondheidstoestand en het geestvermogen der gevangenen. Uit het Fransch. (2619)

1034. Suringar. (W. H.) Le système cellulaire. Considérations spéciales. Leeuwarden, 1860. (2204)

1035. Mittermaier. {K. J.) Die gegenwartige Zustand der G-e-fangniszfrage mit Rücksicht auf die neuesten Leistungen der Gesetzgebung und Erfahrungen über Gefangnisz-einrichtung mit besonderer Beziehung auf Einzelnhaft. Erlangen, 1860. ^2200)

1036. Denkschrift über die Einzelhaft von den Minister des Innern , Grafen von Schwerin. Berlin, 186!. (2309)

1037. Stevens. (J.) Mémoire a l\'appui d\'un plan pour la construction d\'une maison d\'arrêt cellulaire. Louvain, 1862. (1136)

1038. Vaust. (J.) Etudes sur remprisonnement cellulaire, de son influence sur la santé et sur le moral des prisonniers. Bruxelles, 1863. (2481)

1039. Stevens. (J.) Notice sur une couchette-table, en fer, nouveau modèle, a l\'usage des de\'tenus dans les prisons cellulaires. Louvain, 1864. (2619)

1040. Bossou. [P. J. de] Een bezoek aan de cellulaire gevangenis te Dordrecht. Gedicht. Dordrecht, 1864. (2328)

1041. Ducpétiaux. (E.) Réforme des prisons. Système cellulaire. Bruxelles, 18R5. (2619)

1042. Piccardt. (5.) De cellulaire gevangenissen in Nederland. Eenige opmerkingen, wenken en wenschen, betrekkelijk hare inrigting en de bevordering van het doel met eenzame opsluiting beoogd. Goes, 1866. (2619)

1043. Histelhueber. (./. B.) Die Straf-und Besserungs-Anstalten, nach den Bedürfhissen unserer Zeit. Met atlas met plans. Mainz, 1843. (939)

1044. Tex. (C. A. den] Geschriften over onderscheiden stelsels van gevangenissen. Beschouwing over dit onderwerp m betrekking tot ons vaderland, 2 stukken. (Uit de Nederl. jaarboeken voor regtsgeleerdheid.) (1028)

1045. Voorhelm Schneevoogt. (Cr. E.] Het Pennsylvanische gevangenisstelsel. 1848. (Uit de Gids.) (1029)

1016. De waarde der beoordeeling van de brochure: » Is het Pennsylvanisch of eenig ander gevangenisstelsel zonder lijfstraffen , ter bevordering van afschrik, doeltreffend ? quot; door m^r. C. A. den Tex, in de jaarboeken voor regtsgeleerdheid en wetgeving van 1844 gegeven , nader onderzocht. Amst., 1845. (1031)

1047. Is het Pennsylvanisch of eenig ander gevangenisstelsel zonder lijfstraffen, ter bevordering van afschrik, doeltreffend? Amst., 1844. (838)

1048. Verslag der brochure, getiteld: » Is het Pennsylvanisch of eenig ander gevangenisstelsel enz. quot; Amst , 1844 (840)

1049. Beoordeeling der brochure: » Is het Pennsylvanisch of eenig ander gevangenisstelsel enz.quot; 1844. (Uit het Algemeen Letterlievend maandschrift.) (1032)

1050. Lucas. (C.) Du système pe\'nitentiaire en Europe et aux Etats-Unis. Paris, 1828. 2 vol. (1125)

système pénitentiaire en Europa et aux Etats-Unis. Suivie de la deuxième pétition aux chambres sur la né-cessité de l\'adoption du système pénitentiaire. Paris. (1170)

1052. Le système pénitentiaire d\'Auburn comparé è, celui de Philadelph-e. Lausanne, 1842. (1010)

1053. Documents officiels sur le pénitencier de l\'est, ou de Cherry-Hill, a Philadelphie. Extraits des rapports annuels lus au sénat et a la chambre des représentants de l\'état de Pensylvanie depuis l\'ouverture du pénitencier, en 1829, jusqu\'au 8 mars 1848. Paris, 1844. (835)

1054. Nieuwe berigten omtrent het Pensylvaniscbe gevangenisstelsel en gedachten over lijfstraffen, deportatie en gevangenisstraffen. Groningen, 1844. (985)

1055. Warnsinck Bz. (W. U.) Iets over de Amerikaansche stelsels van verbetering van gevangenen. (1136)

1056 Beaumont (G. de) et A. de Tocqueville. Du système pénitentiaire aux Etats-Unis et de son application en France; suivis d\'un appendice sur les colonies pénales et de notes statistiques. 2 vol. Paris, 1833-36. (814)

1057. Ducpétiaux. (E.) Des progrès et de l\'état actuel de la réforme pénitentiaire et des institutions préventives aux Etats-Unis, en France, en Suisse, en Angleterre et en Belgique. Bruxelles, 1837 - 38. 3 vol. 12°. (918)

1058. Julius. Die Amerikanischen Besserungs-Systeme erörtert in einem Sendschreiben an Hernn W. Crawford, General-Inspector der Groszbrittannischen Gefangnisse. Leipzig, 1837. (284)

1059. Jeitter. (E.) Die Königlich WürUembergische Strafanetalt für iugendliche Verbrecher in Schwabisch Hall. Erlangen, 1863. (2707)

1060. The nineteenth annual report of the inspectors, of the Philadelphia county prison, made to the legislature. Philadelphia, 1866. (2714)

1061. Thirty-seventh annual report of the inspectors of the State penitentiary for the eastern district of Pennsylvania, to the senate and house of representatives of the commonwealth of Pennsylvania. Philadelphia, 1866. (2715)

1062. Brugghen. [J. J. L. van der] Mededeelingen en gedachtep over het lersche gevangenisstelsel. Nijmegen, 1861. (2317)

1063. Brugghen. [J. J. L. van der) Etudes sur le système pénitentiaire Irlandais. Revu apres la mort de 1\'auteur et accompagne\' d\'une préiace et d\'un appendice par F. de Holtzendorff. Berlin et la Haye, 1864. (2555)

1064. Opmerkingen over de behandeling van gevangenen in Ierland; met eenige beschouwingen over hetzelfde onderwerp, betreffende Engeland; door vier regterlijke atnb-tenaren van de Wester-districts-gevangenis te Wakefield. Naar den 2^(len druk, uit hot Engelsch door C. H. Pleijte; met eene voorrede van M^r. Alstorphius Grevelink. Zalt-Bommel, i864. (2559)

1^,.^!65. Ploos van Amstel. [J. P.) Het lersche gevangenisstelsel. \'s Grav., 1864. (1136)

1066. Holtzendorff. [F. von) Kritische Untersuchungen über die Grundsatze und Ergebnisse des irischen Strafvoll-zuges. Berlin, 1865. (2608)

1067. Homberg. (J. A.) Nouveau système pénitentiaire, qui rëunit les avantages du système Pensylvanien et celui d\'Auburn, sans en avoir les inconvëniens, ou l\'oeuf de Colomb dans la question de la réforme des prisons. Leipzig, 1847. (844)

1068. Marcard. (Th.) Beitrage zur Gefangnisskunde. Aerztliche Mittheilungen aus den Hannoverschen Straf-Anstalten. Celle, 1864. (1136)

1069. Alstorphius Grevelink. (P. W.) De strafinrigting te Vechta. Een rapport aan Zijne Excellentie den Minister van Justitie. \'sGrav., 1863. (1136)

1070. Cool. (/S.) De Vechtasche strafinrigting niet navolgenswaardig voor Nederland. Amst., 1863. (1136j

1071. Ducpétiaux. (E.) Mémoire sur Forganisation des écoles de réforme. Bruxelles, 1848. (1000)

1072. Ducpétiaux. (E.) Exposé de la situation des écoles de réforme de Ruysselede, de Wynghene et de Beernem. 1849- 58. Bruxelles, 1861. 4°. (159)

1073. Rapports sur la situation des écoles agricoles de réforme de Ruysselede et de Beernem, pendant les années 1855 - 59. F°. (76)

1075. Brauw. (J. de) Beschouwingen omtrent de grooto strafgevangenis te Woerden, met opzigt tot de hygiëne van dat gesticht, en vervolg. (S12)

1076. Meeter Pz. (.4.) Het huis van verbetering en opvoeding voor jongens te Alkmaar. Alkmaar, 1860. (1977)

1077. Colonie agricole et pénitentiaire de Mettray. Rapports annuels nquot; 16, 17 et 19. (1159)

1078. Baumhauer. (M. M. von) De landbouw-kolonie te Mettray, een voorbeeld voor Nederland. Leeuwarden, 1847. (35)

1079. Gaillon , (maison centrale de) réglement de police inté-rieure; (colonie agricole) réglement, renseignements sur la colonie; quartier d\'éducation correctionnelle, vue des dortoirs, ateliers du charronnage; renseignements sur la colonie et le quartier industriel des jeunes détenus; dessin et plan de la colonie agricole. 4°. (155)

1080. Lamarque (J. de) et G. Dagat. Des colonies agricoles établies en France et en Algérie, en faveur des jeunes de\'tenus, des enfants trouve\'s et abandonnés, orphelins et pauvres; précis historique et statistique. Paris, 1850.(2214)

1081. Gosse. (L. A.) Projet d\'un pe\'nitencier industriel, agricole et ëducatif pour les prisonniers adultes du sexe masculin. Genève, 1864. (2567)

1082. Léon Vidal. (J.) Observations sur un projet de loi pénitentiaire proposé par la commission chargée d\'étudier les questions relatives a l\'organisation et au régime des prisons pénales dans le royaume d\'Italie. Paris, 1863. (1136)

1083. Swaving. (C.) De oorzaken en gevolgen der ongezondheid van eenige gevangenissen en hospitalen op Java, met een plan van het terrein en de gebouwen aan de » Waterplaatsquot; te Batavia en tabellen. Delft, 1865. (2623)

1084. Léon Vidal. (J.) Les écoles dans les prisons. Notice sur l\'organisation de Tenseignement primaire dans les prisons de la France, de TAngleterre, de l\'Allemagne, de l\'Italie et d\'autres pays. Paris, 1866. (2619)

1086. John. (R. E.) Over gevangenissen, eene populaire voor-dragt. Met een voorwoord van M^r. P. W. Alstorphius Grevelink. \'sGrav.. 1866. (2619)

1087. Bamon de la Sagrn. Voyage en Hollande et en Belgique sous le rapport de l\'instruction primaire, des établisse-ments de bienfaisanee et des prisons dans les deux pays. Paris, 1839. 2 vol. (1151)

1088. Ramon de la Sagra. Reis door Nederland en Belgie met toepassing op het lager onderwijs, de instellingen van liefdadigheid en de gevangenissen in die beide landen. 2 deelen. Groningen, 1839 -42. (1040)

1089. Bouricius. [L. G.) Over de gevangenissen in Nederland. Leeuwarden, 1838-40. 2 stukjes. (841)

1090. Fragment van eenen brief, behelzende een antwoord op de bedenkingen van M\'. J. J. Uijtwerf Sterling, over het koloniseren van gevangenen. [Uit den Menschel-vriend.] (1041)

1091. Relazione del consiglio generale delle carceri al ministro dell\' interno sullo stato et sulle condizioni delle carceri giudiziarie. Torino, 1852. 4°. (62)

1094. Mallet. (J. E.) Quelques idéés sur les lois pénales et sur les prisons dans le royaume des Pays-Bas. Amst. (998)

1095. Brand van Langerach en Cabauw. (J.) Iets over de gevangenissen- in het Koningrijk der Nederlanden 2^e druk. Amst., 1841. — ld. 1\' druk. (837)

1096 Suringar. [W. II.) Bezoeken in de gevangenis of toespraken gehouden in den kerker. Leeuw., 1841. (941)

1097. Suringar. [W H.) Christliche Besuche im Gefangnisse. Vertaling van het voorgaande. Bezoeken enz. Karlsruhe, 1843. (976)

1098. Suringar. (W. H.) Godsdienstig en zedekundig handboek voor de gevangenen. Amst., 1828. (977)

1099. Suringar. (W. H.) Religiose und moralische Betrachtungen. Vertaling van het voorgaande: Godsdienstig en zede-kundig handboek. Leeuwarden, 1841. (942)

1100. Suringar. II.) Discours prononcé dans la 2^me seance tenue k Paris le 23 aoüt 1849. Paris, 1849. (978)

1101. Bergh (•ƒ. van den) en J. St pij nis Gz. Het levenslot der jeugdige veroordeelden vlt;Wr en na hunne detentie. Rotterdam, 1844. (984)

1102. Bertram. (J. T.) Redevoering tot gevangenen over Eph. IV, vs. 2. Amst , 1826. — Id. over Rom. XVI, vs. 19. Amst., 1828. (1045)

1103. Suringar. (W. H.) Anrede an die Gefangenen in Speijer. Amst., 1840, (1046)

1104. Vijf en twintig jaren. Een woord ten aandenken van den 7den February 1849, uitgesproken in de godsdienstoefening voor de gevangenen. (1018)

1107. Storm van \'s Gravesande. (N. J.) Brief aan den heer voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, voor de gevangenis voor jeugdige veroordeelden te Rotterdam. Rotterdam, 1853. (531)

1108. Lurasco. (C. F.) Over de bezoeken in de cellulaire gevangenis te Amsterdam, in overeenstemming met het penitentiair stelsel. (1001)

1109. Siegenbeek. {31.) Brief over de gevangenis voor jeugdige veroordeelden te Botterdam. 1836. (1025)

1110. Varrentrapp (G.) Brief aan den heer W. H. Suringar, over de krankzinnigheid in de strafgestichten. (Uit de Nederlandsche jaarboeken voor regtsgeleerdheid.) (1027)

1111. Lurasco. (C. F.) Brief aan W. H. Suringar over het door d\'. O. G. Heldring uitgesproken gevoelen, betreffende het gevangeniswezen. 1849. (1034)

1112. Franhenhuijsen. (D. van) Ontwerp eener kweekschool tot geschikt personeel voor gevangenissen en godshuizen. Voorafgegaan door eene beschouwing van het gevangeniswezen. Montfoort, 1858. (1136)

1113. WarnsincJe Bz. (W. II.) Het bezoeken der veroordeelden in de gevangenis te Amsterdam. Amst., 1854. (973)

gevangenis voor jeugdige veroordeelden te Rotterdam. Rotterdam, 18n7. (1621 en 2521)

1115. Opzooiner. [C. W.) De weg tot hervorming onzer gevangenissen. Amst., 1857. (1136)

1116. Deuxième rapport du comité genevois de patronage pour les libérés, au 31 déc. 1838. Genève, 1839. (990)

1117. Schillitoe (T.) Zwei Anreden an die Gefangenon in die Besserungsanstalt zu Spandau. Pyrmont, 1834. (991)

1118. Societé pour le patronage dos jeunes libérés du département de la Seine. Paris, 1836. (992)

1119. Bérenger. Des moyens propres a généraliser en France le système pénitentiaire. Paris, 1837. (1868)

1120. Bonneville. [M.] Traité des diverses institutions complé-mentaires du régime pénitentiaire. Paris, 1847. (1137)

1122. Ginouvier. (J. F. T.) Tableau de Tintérieur des prisons de France ou études sur la situation et les souffrances morales et pratiques de toutes le» classes de prisonniers ou détenus. Paris, 1824. (lt5G)

1123. Villermé. (L. R.) Des prisons telles qu\'elles sont et telles qu\'elles devraient être. Paris, 1820. (1161)

gt;1124. Uirzel. [C. M.) Ueber Zuchthauser und ihre Verwandiung in Besserungshauser. Zurich, 1826. (1165)

1125. Projet d\'nne société de patronage pom- les jeunes lilies libérées. Paris, 1838. (994)

1126. Rapports du préfet de police a Paris, adressés au mi-nistre de l\'intérieur, au sujet des modifications intro-duites dans le régime du pénitencier des jeunes détenus de la Seine, aujourd\'hui maison centrale d\'éducation correctionnelle, pendant les années 1838-46. — ld. pendant les années 1838 -49. Paris, 1847 et 1851. (995)

1127. Lucas. (C.) Des moyens et des conditions d\'une re\'tbrmo pénitentiaire en France. Paris, 1840. (1048)

1128. Demetz. Lettre sur le système pénitentiaire k M.M. les membres des conseils généraux des départementa. Paris, 1838. (1049)

1129. Verdeil. (A.) De la réclusion dans le canton de Vaud et du pénitencier de Lausanne. Latisanne, 1812. (1050)

1130. JJanjou. (E.) Des prisons, de leur régime et des moyens de rame\'liorer. Paris, 1821. (1054)

1131. Blouet. (G. A.) Projet de prison cellulaire pour 585 con-damnés, prëcédé d\'observations sur le système penitentiaire. Paris, 1843. F⁰. (75)

1132. Chas inot [R ] et C. A. Diez. Des mesures et des pré-cautions a prendre pour la conservation de la santé des détenus dans les maisons pénitentiaires soumises au rëgime de la se\'paration compléte. Bruxelles, 1847. 4°. (64)

1133. Instruction et programme pour la construction des maisons d\'arrêt et de justice. Atlas de plans de prisons cellulaires. Paris, 1841. Fquot;. (76)

1134. Ramon de la Sagra. Atlas carcelario ó coleccion de laminas de las principales carceles de Europa y de America. 1quot; y 2quot; serie. Madrid, 1845. F°. (77)

1135. Projet de loi sur les prisons, présenté a la chambre des pairs le 10 juin 1844. Observations de M.M. les préfets sur ce projet de loi dans ses rapports avec l\'administration et la police des prisons. Paris, 1846. 4°. (05)

1136. Observations de la cour de cassation et des cours royales sur ce projet de loi. Paris, 1845. 4°. (G6)

1137. Lucas. (C.) De la réforme des prisons ou de la théorie de remprisonnement, de ses principes, de ses moyens et de ses conditions pratiques. Paris, 1836 - 38. 3 vol. (1120)

1138. Demetz. Lettre sur le système penitentiaire a Messieurs les membres du Conseil général du département de Ia Seine. Paris, 1838. (1009)

1139. Documents relatifs au système pénitentiaire. Extraits du journal de la Société de la morale clirétienne. Paris, 1844. (1866)

1140. Roellner. [F.) Die Fortschritte des Pönitentiar-systems in Frankreich, dargestelt durch Uebersetzung des motivirten Entwurfs eines Gesetzes des französisclien Staatsregierung vom 9 Mai 1840 und des darauf an die französisclie Deputirtenkammer erstatteten Commissionsberichts vom 20 Juni 1840. Mit Vorwort und Anmerkungen. Darmstadt, 1841. (1006)

1141. Wulffing, (J¹.) Aoleitung zu einem Zweckmüssigen Arbeits-betriebe in Gefangen-Anstalton nebst freimuthigen Be-merkungen über die verschiedenen Methoden desselben. Köln, 1832. (1007)

1142. Picot. (A.) Visite dans quelques prisons de France en mai et juin 1836 et réflexions sur quelques points ten-dant a, la réforme et a l\'amélioration des prisons en génëral. Paris, 1837. (10111

1144. Compto rendu des travaux de la société pour le patronage des jeunes libérés du département de Ia Seine en 1840., Paris, 1841. (992)

1145. Reflexions sur Taction morale du système penitentiaire. Tiré de la Bibliothèque Universelle de Genève. 1837. (1063)

1147. Tocqueville. (A. de) Rapport fait a la chambre des dé-putés, au nom de la commission chargée d\'examiner le projet de loi tendant a introduire une réforme dans le régime général des prisons. 1840. (997)

1149. Lamarque. (J. de) Patronage des jeunes détenus et des jeunes libërés. Paris, 1855. (1026)

1150. Bering er. De la répression pénale, de ses fprmes ut de sps effets. Paris, 1855. 2 vol, (794)

1151. Vidal. (L.) Mémoire sur la nouvelle législation pénale et pénitentiaire de l\'Angleterre, la servitude pénale au lieu de la transportation, le régime des prisons, les travaux agricoles et la libération conditionnelle et révo-cable. Paris, 1856. (956)

1152. Muller. (J. U.) Christliche Bibel fur Gefangne ur.d ihre Tröster. Freiburg, 1839. (975)

1153. Cunningham [F.) et T. T. Buxton. Notes sur les prisons de la Suisse et sur quelques-unes du continent da l\'Europe, suivies de la description des prisons améliorées de Gand, Philadelphie, Bury, llchester etMilbank. 2^e éd. Genève, 1828. (1173)

1154. Marquet de Vasselot. (L. A. A.) Ethnographie des prisons. Paris, 1854. (981)

1155. Moreau Christophe. Revue penitentiaire et des institutions pré ven tives. Paris, 1844. Tome I, 2quot; et 3« liv.; torn. II et torn. II comple\'mentaire; torn. III, 1quot; liv. (982)

1156. Exposé des motifs et projet de loi, tendant a introduire une réforme dans le rëgime général des prisons, pré-sentés par M. Ie Ministro de l\'Intérieur. Paris, 1840. (2482)

1158. Poirel. \\M.] De la réforme des prisons et de la déporta-tion. Paris, 1846. (2403)

1159. Vidal. [J. Léon] Tableau des prisons militaires, péniten-ciers militaires, ateliers de travaux, etc., en France, en Piémont, en Prusse et en Angleterre. Paris, 1858. (1697)

1160. Vidal. (J. Léon] Catalogue chronologique et analytique des documents ofïiciels relatifs k 1\'administration des prisons de 1791 a 1862. Paris, 1862. (2364)

1161. Normant. [C. A. le) Description de Ia maison de force a Gand. Gand, 1828. (1061)

11G2. Erogniez. (F. F. J.) Réfutation de I\'ouvrage de C. A. le Normant, intitulé: Description de Ia maison de force k Gand. Bruxelles. 1828. (1062)

1163. Rapport des commissaires chargés de la direction de la prison de Pentonville. 1843-44. Bruxelles, 1844. (1036)

1164. üucpe\'tiaux. [E.) Mémoire a l\'appui du projet de loi sur les prisons, présenté a Ia chambre des représentants de la Belgique dans la séance du 3 décembre 1844. Avec un appendice et trois plans de prisons cellulaires. Brux., 1845 (455)

1165. Vemée. (L. G.) Overzigt van het werk van E. Ducpétiaux; Mémoire h l\'appui du projet de loi sur les prisons, présenté Ia chambre des représentants de la Belgique dans la séance du 3 décembre 1844. Hoorn, 1846. (591)

1166. Réglement de Ia maison pénitentiaire des jeunes délin-quants k Saint Hubert. Bruxelles, 1847. (1015)

1167. Débats du congrès pénitentiaire de Bruxelles, session de 1847. Bruxelles, 1847. (88)

1168. Projet de maison centrale de correction a ërigor a Loüvain. Bruxellea, 1848. (1039)

1169. Congrès international de bienfaisance do Francfort. Session de 1857. Compte rendu et annexes. 2 vol. Brux., 1858. (1968)

1170. Jebh. Report on the discipline and management of the military prisons, 1852, 1853 and 1854. London, 1853-55. (952)

1171. Jebb. Report on the discipline and management of the convict prisons, and disposal of convicts , 1851, 1852 and

1172. J ebb Report on the discipline of the convict prisons and operation of the act by which penal servitude was substituted for transportation. 1854-55. London, 1856. (952)

1174. Abstract of returns of the keepers of jails and overseer of the houses of correction for the year 1853. Boston, 1854. (1166)

1175. Annual report of the commissioner of the State prison of the State of Wincoiisin for the years 1855 and 1856. (1918)

J176. Report from the select committee on secundary punishments. London, 1833. (993)

1177. Regulations for prisons in England and Wales, with an index, and a digest of acts of parliament relating to prisons. London, 1849. (2700)

1178. Seventeenth, eighteenth, nineteenth, twentieth, twenty-first and twenty-sixth reports of the inspectors appointed to visit the different prisons of Great-Britain. London, 1852- 61. (1058)

1179. Howard. [J.) Etat des prisons, des hopitaux et des mai-sons de force. Traduit de l\'Anglais. Paris, 1788. 2 vol. (1035)

1180. Seventh annual report of the board of managers of the prison discipline-society, Boston. Boston, 1832. (1008)

1181. Report of the surveyor-general of prisons on the construction , ventilation and details of Pentonville-prison _T1844. London, 1844. (1055)

1183. Annual report of the inspector of government prisons in Ireland, 1851. Dublin, 1852. (1057)

1184. Reports of ïhe directors of convict prisons on the discipline and management of Pentonville, Parkhurst and Milbank prisons and of Portland and Dartmoor prisons and the hulks. For the year 1851. London, 1852. (952)

1185. De l\'ëtat actuel de la ré for me des prisons de la Grande-Brctagne. Paris, 1838. (1867)

1186. Demetz et A. Blouet. Rapports a M. le comte de Monta-livet, ministre sécrétaire d\'état au département de l\'in-térieur sur les pénitenciers des Etats Unis. Paris, 1837. Fquot;. (78)

1187. Elisabel.h Frij. Observations on the visiting, superintending and government of female prisoners. London, 1827. (1044)

1188 Gendt {J. E. van) en J. Warnsinck. Rapport aangaande de verbeteringen, welke in den laatsten tijd in Engeland en Schotland betrekkelijk den gevangenisbouw zijn ingevoerd. 1843. (1013)

1 i 89. Mittermaier. (C. J. A.) Der neueste Zustand der Geiangniss-einrichtungen in Engeland und englische Erfahrungen über Einzelnhafl. Heidelberg, 1850. (1014)

1190. Suringar. (W- H.) An address to the prisoners of Pentonville prison, of the Middlesex house of correction, cold bath fields and of the Milbank and Newgate prisons. London, 1846. (972)

1191. The seventh report of the committee of the society for the improvement of prison discipline, 1827, with an appendix. The eighth report id., 1832. London. (846)

1192. Reports of the inspector appointed, under the provisions of the act 5 en 6. Will. IV, c. 98, to visit the different Reformatory Schools of Great Britain. London, 1858-60. (2198)

1193. Verordeningen omtrent do gestichten van verbetering in Engeland van 7 en 10 Augustus 1854. F°. (124)

1191. Peri. (C.) Risposta all\'opuscolo del Dott. Carlo Morelli pubblicato nol 1859 col titolo Baggio di Studii igionici

sul regime penale della segregazione fra i reclusi ec. ec. Firenze, 1860. (2264)

1195. Moreïli. (C.) Le carceri penitenziali della Toscana. Firenze, 1860. (2262)

1196. Behrend. {F. J.) Geschichte der Gefangnissreform. Vcr-einigte Staaten; Grossbrittannien, Irland. Berlin, 1859. (2006)

1197. Relazione del consiglio generate delle carceri al Ministro dell\' Interno sullo state e sulle condizioni delle carceri giudiziarie. Torino, 1852. 4°. (178)

1198. Appert. (B.) Voyage en Prusse, dédié au roi Frédéric Guillaume IV. Berlin. l^re partie. (980)

1199. Remade. (...) Rapports sur les prisons du midi de l\'Alle-magne et sur les prisons d\'Italie. Paris, 1839. 4°. (79)

1200. Thun. [L. Graf von) Die Nothw\'endigkeit der moralischen Reform der Gefüngnisse mit Hinweisung auf die zur Einfülirung derselben in einigen Landei\'n getroffenen Massregeln. Prag, 18-36. (1060)

1201. Rapport sur les prisons de la Prusse, sur le régime de quelques prisons de l\'Espagne, de l\'Angleterre et do l\'Allemagne, et sur le régime des prisons de la ïurquie. Paris, 1843. 4°. (63)

1202. Débats du congrès pénitentiaire de Francfort sur le Mein , 28-30 sept. 1846. Paris, 1847. (1052)

1204. Drei Fragen in Bezug auf Herrn Appert und das All-gemeine Krankenhaus, nebst einer Antwort auf diese Fragen vou einem Arzte. Hamburg, 1850. (1038)

1205. Michel. (C. S) Handbuch der Gefangnisz- und Straf-Vollstreckungs-Wesens bei den Gerichten in Preuszen fiir Richter, Subalternbeambte und Gefüngniszinspectoren. Berlin, 1858. (1698)

1206. Klappenbach. (G. B.) Ueber Gefangene und deren Auf-bewahrung, für Beambte, Aufseher und Warter in Ge-fangenhausern, ingleichen für Amts- und Gerechtsdiener. Hildburghausen, 1825. (1146)

1207. Mittermaier. [K. J.) Die Gefangniszverbosseruug, insbo-sondere die Bedeutung und Durchfubrung der Einzeln-

tiai\'t im Zusaiumenhangü mit dom Bessorungsprinzip nacli don Erfahrungen der verschiedenon Strafanstalten, Erlangen, 1858. (1083)

1208. Ortloff. (H.) Die Beschaftigung der G-efangnisz-Straflinge. Jena, 1862. (2410)

1209. Verslagen van het Nederlandscli genootschap tot zedelijke verbetering dor gevangenen, over de jaren 1826, 1828, 1830-42, 1853- 66. (202)

1210. Verslag van het verhandelde ter buitengewone vergadering van het Nederlandsch genootschap: tot zedelijke verbetering der gevangenen, gehouden te Leiden, 17 December 1857. (1136)

1211. Punten var. beschrijving, voorstellen van hoofdbestuurders en verslagen van het verhandelde op de algemeene vergadering van het Nederlandsch genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen. Vergaderingen in de jaren 1824, 1828-30, 1833-39,1841, 1843, 1856. (1017)

1212. A m de Rotterdamsche afdeeling van het Nederlandsch gciiootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen, bij de vestiging der gevangenis voor jeugdige veroordeelden binnen Rotterdam. 1 Januarij 1834. (1136)

1213. Aan de afgevaardigden ter algemeene vergadering van het Nederlandsch genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen. Amsterdam, 1830, 1833 en 1835. (1136)

1214. Bijdrage ter beoordeeling van sommige artikelen van het ontwerp van wet, houdende het l^e boek van het Wetboek van Strafregt, door een lid van het genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen (O. W. Hora Sic-cama). 1832. (1004)

1215. Verslag der verrigtingen van de Vereeniging tot zedelijke verbetering der vrouwelijke gevangenen te Zwolle. Zwolle, 1843. (106G)

1216. Aanspraak van den voorzitter tor opening van de negentiende jaarlijksche vergadering van het genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen, gehouden te Amsterdam den 11 den Mei 1843. (1016)

1217. Jolles. (J. A.) Openingsrede, uitgesproken ter algemeene vergadering van het Nederlandsch genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen. 14 Mei 1847. (1136)

1218. Sarimjar. (W. II.) Het 25jarig bestaan van het Neder-landsch genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen plegtig herdacht. Leeuwarden, 1849. (510)

1219. Suringar. (W. ff.) Openingsrede, uitgesproken ter alge-meene vergadering van het Nederlandsch genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen, op den 8sten Mei 1856. (1136)

1220. Hoven. (F. W. van) Over de zedelijke verbetering der misdadigers. Uit het Hoogduitsch. Met een naschrift van m^r. H. W. Tijdeman. Haarlem, 1824. (1422)

1221. Julius. (N. H.) Vorlesungen über die Gefangnisz-Kunde oder über die Verbesserung der Gofangnisse und sittliche Bessernng der Grefangenon, entlassenen Straflinge u. s. w. Berlin. 1828. (1112)

1222. Mollet. (J. E.) Notice historique sur l\'établissement et le progrès de la société établie dans les Pays-Bas pour ramélioration morale des prisonniers, suivi des régle-ments de la dite sociétë. Amst., 1838. (842)

1223. Allocution rimëe adressée aux membres de bureau de direction et aux dëputés des diversea divisions de la société Neerlandaise pour l\'amélioration morale des prisonniers; prononcéo dans ie banquet fraternel, qui a suivi l\'assemblée générale de cette société, tenue a Amsterdam, le 14 Mal 1835. (1136)

1224. Mollet. (J. E.) Kapport fait au comité de direction de la société Neerlandaise pour l\'amélioration morale des prisonniers, au sujet de la visite qu\'out faite dans ce pays William Allen, Elisabeth Fry et Samuel Gurney. Amst., 1840. (999)

1225. Suringar. (TF. H ) Plan en reglement voor een Zweedsch genootschap tot teregtbrenging van jeugdige gevangenen en ontslagenen; benevens de memorie die tot geleide daarvan gediend heeft. Gron., 1842. (772)

122H. FUnfter, sechster, siebenter, neunter Jahresbericht der liheinisch-Westph\'alischen Gefangnisz-Gesellschaft zur sittlichon und bürgerlichen Beaserung der Gofaugenon, 1832, 1833, 1836,quot; 1839. (988)

1227. Grundgesetze des zu Berlin gestifteten Vereins fur die Besserung der Strafgefangenen. Berlin, 1828. (989)

1228. Julius. [N. F.) Uo Noord-Amerikaansche stelsels van verbetering voorgesteld en vergeleken. 1836. (1021)

1229. Suringar, (W. H.) J. L. Nierstrasz Jr. en W. H. Warn-sinck Bz. Ontwerp tot oprigting van een Nederlandsch genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen. Leeuwarden, 1823. (1022)

1230. Reglement voor hot Nederlandsch genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen. (1023)

1231. Vernée. (L. G.) Opwekking tot aanvaarding van het lidmaatschap in het Nederlandsch genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen. 1845. (1024)

1232. Warnsinck Bz. (W. II.) Bedenkingen over de statistieke opgaven betrekkelijk de gevangenis te Lausanne. Overgenomen uit den Algemeenen Kunst- en Letterbode, nquot;. 31, van het jaar 1843. (2619)

1233.- Bonnet. (4.) Considerations sur la deportation, la réclu-sion cellulaire a court terme et les modifications qu\'il y nurait a apporter au régime actuel de uos prisons. Paris et Bordeaux, 1864. (2619)

1234. Neumark. (S.) Over het wezen en den omvang van de staats-politie. Groningen, 1819. (2598)

1235. Luttenberg. (G.) Verzameling van wetten, besluiten, reglementen enz., betrekkelijk de policie, met aanteeke-ningen, 1°. stuk. Zwolle, 1836. (2580)

1236. cCAulnis. [J. C. F.) Over het personeel der rijks- en gemeentelijke policie. Groningen, 1850. (2575)

1237. Haverkamp. (S. A.) Handboek der rijksveldwachters, geregtsdienaren, veldwachters, jagtopzieners en politiebeambten. Zwolle, 18\'gt;5. (85)

1238. Verslag der Staatscommissie benoemd bij Koninklijk besluit van 3 Mei 1852 (Staatsblad n°. 99), tot het doen van onderzoek naar en het uitbrengen van verslag over een aan de tegenwoordige staatsinrigting en wetgeving meestpassendstelselvanpolitiewet.\'sHage, 1853. (468).— Hetzelfde verslag Ms. F°. (107)

aanschrijvingen betrekkelijk de onderwerpen van politie, 1852 - 57. Benevens een aanhangsel, bevattende eene korte aanwijzing van datgene, wat bij enkele wetten en Koninklijke besluiten strafbaar is gesteld. Deventer, 1857. (1646)

1240. Algemeen politieblad voor het Koningrijk der Nederlanden. \'sHage, 1852-66. 15 deelen. (1099)

1241. Verwoert. (H.) Gids voor bezoldigde en onbezoldigde rijksveldwachters. Utrecht, 1858. (1681)

1242. Verwoert. (H.) Theorie der geregtelijke en administratieve politie, ton nutte van de beambten der rijks- en gemeentepolitie, bijzonder voor rijksveldwachters, maré-chaussées, plaatselijke beambten van politie en gemeenteveldwachters. Utrecht, 1860. (2199)

1243. Eik. (J. van) Academisch proefschrift over de algemeene beginselen van het internationaal politieregt. Amsterdam, 1860. (2136)

1244. Verster. (A. H.) Gids voor policie-beambten. Theoretische handleiding voor ambtenaren van policie. Arnhem , 1862. (2420)

1245. Do policie in Nederland. Denkbeelden en beschouwingen van een oud lid der rogterlijke inagt. \'sGrav., 1861.

1246. Instruction fiir den Groszherzoglichen Badischen Gendarmen. Carlsruhe, 1837. — Instruction für die Brigadiers und Stations-Commandanten der Groszh. Badischon Gendarmerie. Carlsr., 1838. — Instruction für die innere Dienstordnung der Groszh. Gendarmerie. Carlsr., 1839. — Gemeinde Mannheim. Dienstbuch der Polizeidiener. Mannheim, 1848. — Dienst- und Patrouillenbuch der Brigadiers. Mannheim, 1851. (1340)

1247. Mettiij. (Fr.) Die Polizeigesetzgebung des Groszherzogthums Baden. Systematisch bear bei tet. Vier te Auflage bearbei-tet von P. Guerillot. Carlsruhe, 1853. (2105)

1248. Gruwé. (A.) Code de Police, a l\'usage des fonctionnaires et employés exer^ant la police judiciaire. Anvers, 1853. (2694)

1249. Gendarmerie nationale. Théorie judiciaire. Commentaires et explications sur les 31 paragraphes de l\'article 11 du

réglement sur la police, la discipline et Ie service du l\'arme. 2^me éditon. Brux., 1855. (2083)

1250. Alletz. Dictionnaire de police moderne pour toute la France. 2\' ëd. Paris, 1823 4 vol. (899)

1252. Trébuchet. (.4.) Code administratif des ctablissements dangereux, insalubres ou incommodes. Paris, 1832.(831)

1253. Collection officielle des ordonnances de police depuis 1800 jusqu\' k 1844. Paris, 1844. 4 vol. (903)

1254. Ackermanu. (C. A.) Gallerie noire. Erste Abtheilung. Staats-verbrecher und politisch Verdachtige. Eöbel, 1854.(1208)

1255. Budget des de\'penses de la prefecture de police a Paris. Exercice 1852. F³. (112)

1256. Bacqua de Labarthe. (N.) Code annoté de la police administrative judiciaire et municipale. Paris, 1858. (2034)

1257. Grün. (4.) Traité de la police administrative géue\'rale et municipale. Paris et Strasbourg, 1862. (2376)

1258. Les mystères de la police. 1\' partie. Paris, 1864. — 2^me partie, la police pendant la involution et l\'empire. Paris, 1864. — 3^me partie, la police contemporaine. Paris, 1864. (2537)

1259. Gesetz über polizeilicbe Aufsicht und Gefangenhaltung, so wie über die Gerichtliche Strafe des Werkhauses, in Hannover. 1850. 4°. (130)

1260. Grundzüge fur die Organisation der Polizei-Behörden . in Oesterreich. Wien, 1850. — Provisorisches organisches

Gesetz der Gendarmerie in den oesterreichischen Kaiser-staate. Wien, 1850. — Dienst-Instruction für dieLaudes-Gendarmerie. Wien, 1850. — Dienstes-Instruction für die K. K. Wiener Militar-Polizei-Wache-corps. Wien, 1851. (1341)

1261. Zaleisky. [A.) Handbuch der Gesctze und Verordnungen, welche für die Polizeiverwaltung im oesterreichischen Kaiserstaate von 1740-1852 erschienen sind. In alpha-betisch-chronologischer Orduung. Band 1 und 2. Wien, 1854. A-R. (1318)

1262. Hóek. [J. D. A.) Grundlinien der Polizeiwissenschaft mit besonderer Rücksicht auf das Königreich Bsciorn. Nürnberg, 1809. (2599)

126:!. Sonnenfels. [J. von) Grundsiitzo der Polizei-Handlung und Finanz. Zum Gebrauehe akademischer Vorlesungen ausgearbeitet van F. X. von Moshamm. 3^te Auflage. Tubingen, 1820. (2600)

126-1. Sec/cendorff. (A. von) Verzuche zu einigen kameralistiscben und die Polizeij betreflenden Vorschlügen für grosze Stadte. Leipzig, 1802. (2601)

1265. Willebrand. [J. P.) Abrégé de la police, aceompagné de reflexions sur I\'accroissement des villes. Hambourg, 1765. (2602)

1266. Jakob. (L. H.) Grundsiitze der Polieeijgesetzgebung und der Policeijanstalten. 2 Bande. Charcow, 1809. (2603)

1267. Emmermann. [F. W.) Die Staats-Polizei in Beziebung auf den Zweck des Staats und seine Bebörden. quot;Wiesbaden, 1819. (2597)

1268. Gerstaecker. (C. F. (?) Juris politiae. ex uno securitatis juriumque defondeudorum principio repetiti, et ad artis formam redacti, brevis delineatio. Lipsiae, 1826. 4°. (60)

1269. Rönne (L. von) und H. Simon. Das Polizeiwesen des Preusziscben Staates; eine Sammlung aller auf dasselbe Bezug babenden gesetzlicben Bestimraungen. Breslau,

1270. Balhorn. (.1.) Das Polizei-Priisidium zu Berlin. Eiue gescbicbtliche Darstellung der Polizei-Verwaitung von Berlin aus der frübesten Zeit bis auf die jetzige. Mit 8 colorirten Abbilduugen. Berlin, I8\'y2. (727)

1271. Gesetz über die Polizei-Verwaitung. Berlin, 1850. — Verordnung über die ander weitige Organisation der Gendarmerie nebst Dienst-Instruction. Berlin. — Feld-polizei-Ordnung. Amtlicbe Ausgabe. Beilin, 1856.(2117*

1272. liauer. [K. F.) Die in den Preusziscben Staaten beste-henden allgemeinen Polizei-Gesetze und Verordnungen. Dritte Auflage. Berlin, 18n5. (2116)

1273. Dennstedt [II) und V/. von Wolfsburg. Preusziscbes Polizei-Lexikon. Eiue alpbabetiscb geordnete Zusammon-stellung aller in das Gebiet der polizeilicben Thatigkeit oinscblagenden Gesetze, Verordnungen, Instructionen, u. s. \\\\. I-1V Band. Berlin, 18ri5. (1100)

1275. Provinciale Bladen en andere provinciale verordeningen betrekkelijk de politie in de provincie Noordbrabant, 1823 n°. 117; 1824 nquot;. 55; 1831 n⁰. 64; 1845 n⁰. 109; 1846 n°. 61; 1848 n°. 68; 1850 n°. 118; 1852 n⁰. 17; 1854 n⁰. 14; 1856 n⁰. 26 en 27; 1857 n⁰. 24; 1858 n⁰. 24;

1859 n⁰. 10 en 15; benevens een reglement op het beheer der dijken en polders. (2188)

1859 n°. 95, 123 en 137; 1860 n⁰. 12 en 137; benevens cene verordening op het onderhoud van de duinen. (2190)

1860 n⁰. 2; benevens eene lijst dor verordeningen, waartegen straffen zijn bedreigd. (2197)

1283. Id. in Zeeland, 1838 n⁰. 80; 1842 n⁰. 15; 1851 n⁰. 108; 1852 n^c. 109; 1857 n⁰. 94; 1858 n⁰. Ill; 1859 n⁰. 114; benevens reglementen op de overzet-veren en omtrent de politie der polders in eenige departementen. (2191)

1285. Id. in Utrecht, 1850n^o. 89; 1853 n⁰. 70, 72, lOOen 102; 1857 n⁰. 88. (2192)

1289. Id. in Overijssel, 1834 n⁰. 93; 1815 n⁰. 90: 1848 n^c 72; 1856 n⁰. 73 en 78; 1858 n⁰. 63, 65 en 81; 1859 n⁰. 80: 1860 n⁰. 41 : 1861 n^ü. 37 en 38; 1862 n^. 96 ; 1865 n^u. 4,) en 41. (2193)

1291. Id. in Groningen, 1854 n°. 63 en 93; 1855 n°. 46; benevens een reglement ter voorkoming van liet overbrengen of voortplanten der beerschende ziekte onder het rundvee. (2194)

1293. Id. in Drenthe, 1851 n⁰. 53; 1853 nquot;. 22; 1857 n°. 3 en 18; 1858 n⁰. 25 en 29; benevens reglementen op het vastleggen der honden, op het beheer van wegen en waterlossingen, ter voorkoming van de verspreiding der longziekte, op de watermalingen onder het Winsumer, Wetzinger en Schaphalster Zijlvest, op het begraven van lijken en op het in stroomen of intappen van water. (2195)

1295. Id in Limburg, 1854 n⁰. 105; 1856 nquot;. 95; 1859 nquot;. 13, 14 en 116; 1863 n°. 128; benevens een staat der buurtwegen en openbare voetpaden, eene ordonnantie betrekkelijk het mishandelen van dieren, en reglementen op de heffing van het maaHoon, op het branden van veen- ec heidegronden , tot regeling der afwatering van de rivier de Niers, op de ontginning van onderaardsche of overdekte steengroeven en op de wegen en voetpaden. (2190)

X2\'.)7. Plaatselijke verordeningen in de verschillende gemeenten der provincie Gelderland, 1854 - 67. 6 dln. (2282)

1307. Munnik. (J. H, D.) Handboek voor de plaatselijke besturen in Nederland. Joure, 1851. — lquot;quot; supplement. Joure, 1858. — 2^de supplement Joure, 1866. (723)

1308. Reglementen omtrent de zamensteliing der Staten van de provinciën. voor do stedelijke besturen en do besturen ten platton lande. Fquot;. (10)

1309. Krieger. (J. A.] Overzigt van hetgeen in het laatst der afgeloopene en het begin dezer eeuw, in de onderscheidene provinciën en landschappen der Vereenigde Nederlanden, opzigtens de ledige en onbebouwd geblevene gemeentegronden heeft plaats gehad, \'sBosch, 1830. (1251)

1310. Verzameling van reglementen voor de provincie Gelderland Arnhem, 1826. — ld. 2\' stukje, 1838. (209)

1311. Staats Evers. (W.) Iets over Arnhem naar aanleiding van zijne begrooting over 1848. Arnhem, 1848. (550)

1312. Leeuwen. (S. van] Costumen, keuren ende ordonnantiën van het baljuschap in den lande van Rijnland, daarinne begrepen de algemeene costumen ende regtsgebruijken, soo in de manier van procederen als andere gemene regtssaken binnen de steden en ten platten lande van Holland gebruijkelijk. Leyden, 1667. 4°. (28)

1313. Montagne Jz. (4.) Handleiding tot de kennis der plaatselijke begrootingen, bijzonder van die der stad Leyden. Leyden, 1848. (408)

1314. Het gasverbruik te \'s Gravenhage met de bezwaren der verbruikers aldaar en hunne voorstellen aan den heer N. D. Goldsmit, administrateur der associatie van het loopend gas. \'s Hage, 1853. (408)

1315. Adres aan Gedeputeerde Staten van Zuidholland, betreffende het 8^at6 hoofdstuk [kosten van het armwezen] der uitgaven van de door den gemeenteraad van \'s Gravenhage voor de dienst van 1858 vastgestelde begrooting, van Jan Strooman. \'sHage, 1857. (339)

1316. Het groot privilegie- en handvestboek van Kennemerland, met aanmerkingen van W. G. Lams. Amst., 1764. 4°. (30)

1317. De merkwaardigste stukken uit de oudste archieven van Amsterdam, aangaande de vroegere privilegien van des-zelfs poorters en inwoners. Met platen en fac-similés. Amst., 1821. (28)

1318. Buys. [J. T.) De verordening op veer- en beurtschepen. Haarlem, 1853. (1356)

1319. Salvador. [M.) Adres aan Gedeputeerde Staten van Noordholland, betreffende het bestaande te kort in de bank van leening en het daarover verhandelde in den gemeenteraad van Haarlem. \'sHage, 1852. (408)

1320. BoonacJcer (TT.) en P. A. Haas. Regtsgeleerd advies tot betoog der met-regtsgeldigheid van huurcontracten van 1804 te Haarlem, afgegeven aan jhr. M. Salvador. 1853. (408)

1321. Stukken betreffende eene regterlijke vervolging tegen jhr. M. Salvador en S. Fongers — ld. 2*\' reeks. Amsterdam,

1322. Stukken, 3^de reeks. Mede inhoudende de voorloopige informatien en do verdere geregtelijke instructie tegen jhr. L. J. Quarles van Ufford en H. J. Gerlings. Amst.,

1323. Salvador. (J/.) Adres aan Z. M. den Koning, betreffende zijne veroordeeling en die van den heer S. Fongers door het provinciaal geregtshof in Noordholland, enz. \'sHage, 1856. (408)

1325. Bast. (G. H.) Handleiding tot de geregelde uitvoering der werkzaamheden van de gemeentebesturen in de provincie Noordholland. Hoorn, 1858-59. (2048)

1326. Verordening op het bouwen en sloopen te Utrecht, van den 14den Julij 1856. Voorafgegaan door eenige beschouwingen. Utrecht, !857. (408)

1327. Verzameling van placaten, reglementen en andere stuk-¹ ken, door de E. M. heeren Staten van Vriesland,

zedert 1 Junij 1748 tot den 7 February 1795, geëmaneerd en uitgegeven. Leeuwarden. 6 dn. 4°. (29)

1328. Montanus Hettema. Het Emsinger landregt van het jaar 1312. Leeuwarden, 1830. (1518)

1329. Ha m Hettema. (.1/. de] Het Fivelingoer en Oldampster landregt. Een oud friesch handschrift uit de 14de eeuw. Dockum, 1841. (-\'39)

1330. Haan Hettema. [M. de] Verzameling van oude Friesche wetten. 2^e dl. l^e stuk. Leeuwarden, 1847. (245)

1331. Poelhekke. (J.) Handboek voor ingezetenen der stad Deventer, bevattende eene beknopte verzameling \\an plaatselijke verordeningen. Deventer, 1846. (436)

1332. K-eucheuias Driessen. [li ) Monumenta Groningana iuedita, of verzameling van onuitgegeven oude charters en stukken betreffende de provincie Groningen. Gron., 1824-30. 2^e - 4\' stuk. (707)

1333. Verzameling van reglementen enz., betrekkelijk het provinciaal en stedelijk bestuur van Groningen. Gron., 1828-40. 2 deelen. (689)

1334. Publicatien van het bestuur der provincie Groningen, gedurende 1837-42. Groningen, 1843. (197)

1335. Feith. (H. O.) Het Oldermansboek of verzameling van stukken behoorende tot het gild- , water- en stapelregt van de stad Groningen van 1434 tot 1770. Gron., 1850. (164)

1336. Keglement op de inrigting der veldwachters in het hertogdom Limburg. Maastricht, 1844. (599)

1337. Verver. (B.) L\'dclairage au gaz a l\'eau ó, Narbonne et l\'éclairage au gaz Leprince, examines et compares. Leide, 1858. (2016)

1339. Recueil des régiemens de police de la ville de Gand. 2\' partie. Gand, 1817. (212)

1340. Jjxericx. (C. L.) Mémoires sur les lois, les communes et les privileges des Gantois, depuis l\'institution de communes jusqu\'è, la revolution de l\'an 1540. t. 2. Gand , 1818. (1793)

1343. Report of the committee on incorporation of cities and villages on the bill relative to the metropolitan police law; transmitted to the legislatureFebr. 17,1858. Alb., 1858. (408)

1344. Stadte-Ordnung fiir die sechs östlichen Provinzen der Preuszischen Monarchie. — Gesetz, betreffend die Verfassung der Stadte in Neuvorponamern und Riigen. — Gesetz, betreffend die Aufhebung der Gemeinde-Ord-nung, sowie der Kreis-, Bezirks- und Provinzial-Ord-nung. Berlin, 1853. (2119)

1345. Cremers. (J. J.) Opmerkingen over den invloed der wetgeving van voor 1795, op het jagtregt in de provincie Groningen. Gron., 18^6. (1242)

134C. Memoenhuis. (A. J.) Het ontwerp van wet op de jagt en visschevij beoordeeld. Leiden, 1851 (790)

1347. Graaf. (H. W- de) Bedenkingen op het ontwerp van wet op de jagt en visscherij. Leiden, 1852. (790)

1348. Bemmelen. [F. van) Opmerkingen over het ontwerp tot wiiziging der wet op de jagt en visscherij van 1852. Leiden, 1856. (1123)

1349. Tak. [S.) Wet tot regeling der jagt en visscherij, toegelicht wit de handelingen der wetgevende magt. Leiden, 1852. (1211)

1350. Schuurman. (L. N.) Wet van den 6^d,!n Maart 1852, tot regeling der jagt en visscherij, met de memorie van toelichting, in zoo ver die strekt tot verduidelijking der wet, verwijzingen naar de officiële deliberatien en me-morien en alphabetisch register. Zwolle, 1852. (496)

1351. Hasselt. (W- J. C. van) Wet van 13 Junij 1857 (Staatsblad nquot;. 87), tot regeling der jagt en visscherij, met een uitvoerig alphabetisch register. Amst., 1857. (1686)

1352. Staats Evers. [J. W.) Wet tot regeling der jagt en visscherij, van 13 Junij 1857 [Staatsblad n^c. 87), met aan-teekeningen, meerendeels bijeenverzameld uit de officieëlo bescheiden. Arnhem, 1857. (1401)

*1353. Greeve. [L. G) Wet tot regeling der jagt en visscherij, van 13 Junij 1857 (Staatsblad n⁰. 87), met aanteeke-ningen. Schiedam, 1864. (2569)

1351. Haverkamp. (S. A.) De toepassing der wet op de jagt en visscherij gemakkelijk gemaakt door verwijzing naar regtspraken, alsmede door voorbeelden of formulieren, met het oog op de wet, houdende uitbreiding van de regtsmagt van de kantonregters. Zwolle, 1854. (790)

1355. Jagt en visscherij. (Nederlandsch tijdschrift voor liefhebbers der) Onder redactie van Verster van Wulver-horst en F. A. Verster. Jaargang 1858, 1859, 1860, n°. 1. (2146)

1356. Regtsgeding tusschen de stad Leiden en den Staat dor Nederlanden, over den eigendom van het Haarlemmermeer, gevoerd voor de A-rrondissements-Regtbank te Amsterdam. \'sHage, 1854. (1271)

1357. E. (F. E.) De wet op hot Notaris-ambt van 9 Julij 1842 (Staatsblad nquot;. 20), benevens het tarief van het honorarium en de wetten op de openbare verkoopingen van roerende goederen, het regt van zegel, de registratie, enz., voor zooverre op het notaris-ambt van toepassing, toegelicht en van aanteekeningen voorzien. Met een voorwoord van W. L. van Meurs. Zwolle, 1863. (2472)

1358. Gelder. (W. de) De wet op het notaris-ambt, van 9 Julij 1812 (Staatsblad n⁰. 20), benevens de wet van 31 Maart 184:7 (Staatsblad n⁰. 12), houdende vaststelling van het tarief tot bepaling van de hoegrootheid en van den vorm van taxatie van het honorarium der notarissen, enz., met aanteekeningen. Tiel, 1866. (2693)

1359. Bedenkingen omtrent het ontwerp van wet op het notarisambt, zoo als dit laatstelijk door de regering is gewijzigd. Breda, 1842. (738)

1360. Moll. (J. G. J.) Notarisambt. Vrijmoedige gedachten naar aanleiding van de proeve eener herziening der wet op het notarisambt, voorkomende in n⁰. 20 van het correspondentieblad van de broederschap der notarissen in Nederland. Amst., 1855. (337)

1361. Voorendonk. (W. P. A.) Aanteekeningen op de wet van 9 Julij 1842 op het notarisambt. Rotterdam, 1850. (611)

1362. Honert T.Tlz. (J. van den] Het tarief voor het honorarium der notarissen, vastgesteld bij de wet van 31 Maart 1847, in verband beschouwd met en toegelicht door de daarover gehoudene beraadslagingen, \'s Hage, 1847. (278)

1363. Hoogvliet. (W.) Verzameling van de speciale wetten, besluiten en decreten, die het meest belangrijk zijn voor de notariële praktijk, met uitzondering van de fiscale wetten en de wet op het notaris-ambt. Rott., 1861. (2333)

1364. Gelder. (W. de) Wetboek voor notarissen. Volledige verzameling van wetten en besluiten betreffende het notarisambt, met de noodige onderlinge verwijzingen en korte mededeeling der voornaamste regterlijke en administratieve beslissingen. Tiel, 1865. (2585)

der Nederlandsche wetgeving betrekkelijk het notaris^ ambt. Amst., 1842. 2 deelen. (246)

1366. Mabé (P.) en G. de Vries. Handboek voor notarissen volgens de Nederlandsche wetgeving. 3quot; druk. Haarlem, 1848. 4 deelen. (395)

1367. Mabé (P.) en G. de Vries. De wet op het notarisambt, toegelicht als bijlage van het handboek voor notarissen. Haarlem, 1843. (392)

1368. Uije Piet er se. (T. van] Handleiding tot beoefening van het notarisambt, ingerigt voor jongelieden. Met aantee-keningen. Amst., 1846. (768)

1369. Uije Pieterse. (T. van) Handleiding tot beoefening van het notarisambt,quot; tevens ingerigt voor kantoorgebruik en voorzien van aanteekeningen. 2^dquot; uitgave. Amst., 1857. (1419)

1370. Lake. (J. J.) Handboek voor notarissen naar de Nederlandsche wetgeving. Breda, 1846. (373)

1371. Cremers. (W. C. I. J.) De wetgeving op het notarisambt, met aanteekeningen aan de litteratuur, de jurisprudentie en de administrative beslissingen ontleend. Groningen. 1867. (2814)

1372. Laer. (H. E. toe) Akademisch proefschrift, bevattende eene vergelijking tusschen de wetsbepalingen omtrent het

i notarisambt volgens het Groot Placaetboeck, met do wet van 9 Julij 1842; lquot;⁶ stuk. Amst., 1856. (2253)

1373. Peeting. [J. G.) Opmerkingen over art. 50 en 52 der wet op het Notaris-ambt van 9 Julij 1842. Overgedrukt uit Themis, regtskundig tijdschrift, 1866. (738)

1374. Pliester. [B.) Leerboek der notariële wetenschap. 2 dn.; 2^de druk. Tiel, 1864. (2556)

1375. Wieland Los. [H.) De erfopvolging bij versterf bewerkt tot een handboek voor notarissen. Dordrecht, 1840. (853)

1377. Overhoff Jr. (W. F.) De Nederlandsche notaris. Handboek bij de uitoefening der notariële practijk. Amst., 1850. (757)

1378. Bidder. (P. de) Leiddraad bij de voorbereiding voor het notariële examen. Zierikzee. 1861. (2360)

1379. Z. {/!.) Adres aan de Staten-Generaal, nopens het notaris-ambt in het algemeen en den toestand der can-didaat-notarissen in \'t bijzonder. Utrecht, 1lt;H64. (738)

1380. Brieven van den notaris W. Cappenberg te Amsterdam aan den notaris F. W. Ernst te Dusseldorp, met eenige stukken ter opheldering van dezelve en een kort herigt van den uitgever. (2328)

1382. Gelder, (W. de) B. Tideman en J. W. H. Evertsen. Drie antwoorden op eene prijsvraag, uitgeschreven door de broederschap der notarissen in Nederland over de wetgeving op de registratie. Amst., 1853. (684)

1383. Koning. [J. de] Belangrijke zoo criminele als civile procedures en decision wegens de al- of niet-verantwoor-delijkheid eens tweeden notaris, ter zake van het mede teekenen van grossen van akten. Dordr., 1819. (1437)

1384. Gelder. (T?. dé) De jurisprudentie nopens de wetgeving op het notarisambt. \'sHage, 1852. (178)

1385. Keuüer. (L. J. E.) Het notarisambt en de zaakwaar-nemerij. Venlo, 1852. (738)

1386. Tideman. (B.) Over het notaris-ambt in Nederland, wat het is en kon zijn. Amsterdam, 1864. (738)

1387. Linden. [J. van der] Verhandeling over het notarisambt in Frankrijk. Amst., 1810. 1° dl. (367)

1388. Smits. [P. .4.) Het honorarium van den Notaris bij openbare verkooping van roerende goederen. (Overdruk uit de Juridische Correspondent). (738)

1389. Otten. {W. F.) De tenuitvoerlegging van Notariële akten. Overgedrukt uit Themis, regtskundig tijdschrift. (738)

1390. De vorm van den uitersten wil bij openbare akte, met twee voorbeelden, voor notarissen behandeld. Goes, 1862. — 2^de herziene druk. Goes, 1863. (738)

1392. Gelder. [W. dé] Formulierboek voor notarissen, bevattende voorschriften van notariële akten met aanwijzing van de betrekkelijke bepalingen der burgerlijke wetgeving en die op de registratie. Amst., 1852. (198)

1394. Massé. Recueil des formules notarises contenues dans Ie » Parfait notalrequot; de Massé. Bruxelles, 1R26. 3 vol. (885)

1395. Lelvj. (J. C. van der] Naamlijst van candidaat-notarlssen in Nederland, geëxamineerd sedert November 1842 tot Mei 1858; met de dagteekening van hun afgelegd examen en aanwijzing der betrekkingen -waartoe zij sedert zijn benoemd, gevolgd door het Koninklijk besluit van 18 Januarij 1851. Maassluis, 1854. — 2de druk. Maassluis, 1858. (738)

1396 Naamlijsten der notarissen en candldaat-notarissen, benevens de bevolking des rijks naar de jongste volkstelling. \'s Gravenhage, 1862. — 2^de druk. \'s Gravenhage , 1867. (738)

1397. Register der protokollen van overledene, ontslagene en verplaatste notarissen, overgebragt In de bewaring van anderen, of in de arrondlssements-bewaarplaatsen, verzameld door de broederschap der notarissen In Nederland. Amst., 1860. — Eerste vervolg. Amst., 1861. — Tweede vervolg. Amst., 1864. (2182)

1398. Reglement voor de broederschap van candidaat-notarlssen in Nederland, gearresteerd In 1857. — Idem gearresteerd in 1862. (1896)

1^99. Verslag der handelingen van de broederschap van candldaat-notarissen In Nederland, sedert 15 November 1861 — 31 Julij 1863. [Gedrukt ten behoeve dor leden.] Utrecht en Amsterdam. (2451)

1400. Hooijer. (C.) Kerkelijke wetten voor de hervormden in het Koningrijk der Nederlanden. Zalt-Bommel, 1846. (2313)

1401. Tuuk. [G. van der) Compendium of kort begrip van het Handboek voor hervormde predikanten en kerkenraadsleden; houdende zakelijk al de wetten en verordeningen op de Inngting en het bestuur der Nederlandscho Hervormde kerk, sedert 1813 tot 1834. Leeuwarden, 1836. (2314)

1402. Rooijaards. [II. J.) Hedendaagsch kerkregt bij de Her-» vormden in Nederland. 2 deelen. Utrecht, 1834-37. (2315)

1403. IJsselstein. [N. J. van) Academisch proefschrift over den invloed van de kerkelijke wetgeving der middeleeuwen op den regtstoestand van Nederland. Leiden, 1857. (1395)

1404. Boeles. (W. B. S.) De bijzondere finantieële regtsbetrek-king tusschen een aantal kerkelijke gemeenten in do provincie Groningen en den Staat, ontwikkeld uit de geschiedenis van het onderhoud harer kerkelijke gebouwen, en van de bezoldiging harer leeraars, onderwijzers en kosters, in verband met het regt van collatie. Gron., 1866. (26P6)

1405. Dupin. [M.] Manuel du droit public ecclésiastique Fran-9ai3. Paria, 1845. (2469)

1406. Codex novus batavus, of alphabeth van Nederlandsche wetten en rechten, getrokken uit alle de placaaten, publicatien, decreeten, resolution, enz., zedort den jare 1756, respectivelijk, van tijd tot tijd bij do hoogst-ge-constitueerde magten en administrative besturen gearresteerd en geproclameerd, alsmede uit de plaatselijke handvesten, costumen, keuren, ordonnantiën en bes\'uiten in dien tijd gemaakt. Alles met rechterlijke gewijsden en met rechtspassagien opgehelderd. Amsterdam, 1803. 2 deelen. (910)

1407. Verzameling van placaaten, resolution en andere authentieke stukken, enz., betrekking hebbende tot de gewigtige gebeurtenissen in de maand September 1787 en vervolgens in het gemeenebest der Vereenigde Nederlanden voorgevallen. Met registers. Kampen, 1788-94. 52 deelen. (456)

1408. Resolution van de heeren Staten van Holland en West-Friesland. 1772-93. 51 deelen. F⁰. (80)

1409. Generale index op de registers der resolutien van den heeren Staten van Holland en West-Vriesland en van derzelver gecommitteerde raden. 152-1-1790. 18 deelen. Fquot;. (81) i

1110. Generale index op de elf gedrukte deelen der secrete resolutien van de Staten van Holland en West-Vriesland van 1653 - 1751. 2 deelen. Fquot;. — ld. van 1791 - 20 Jan. 1795. F⁰. (82)

1411. Resolutien van de Staten-Generaal der Vereenigde Neder-landsche provinciën. 1748 - 1786. 42 deelen. F⁰. (83)

1412. Dagblad van het verhandelde ter vergadering van de provisionele representanten van het volk van Holland.

1413. Volledige verzameling der publicatien van de provisionele repraesentanten van het volk van Holland en der Staten-Generaal. — ld. van het provinciaal bestuur en provinciaal comitté van Holland en der nationale vergadering representerende het volk van Nederland. — ld. van de constituerende vergadering van het wetgevend ligchaam der Bataafsche Republiek. — ld. voor de ingezetenen der Bataafsche Republiek. — ld. voor het Koningrijk Holland, loopende van 1796-1809. 13 deelen. — Alpha-betisch register van Junij 1806 tot Maart 1810. 13 deelen.

1414. Decreten van de provisionele repraesentanten van het volk van Holland, van 26 Jan. tot 2 Maart 1796 en generale index. 14 deelen. F^c. (57)

1415. Lois et actes généraux du gouvernement en vigueur dans le royaume des Pays-Bas.

2me _série. Vol. 1-6 (3 fe\'vrier 1814-9juin 1818), vol. 8-9, (19 mai 1819-21 juin 1820). Bruxelles, 1819-23. 8 vol.

Squot;¹® série. Vol. 3-6 (21 aout 1821) - 30 aoüt 1823), vol. 8-9 (3 janvier 1824 - 25 décembre 1824), vol. 11 -12 (1 mars 1825 - 31 décembre 1825), vol. 14 (23 mars 1826).

1416. Poll. (■/. van de) Verzameling van vaderlandsche wetten en besluiten, 22 Jan. 1798 - 10 Julij 1810, in zoo verre

1417. Verzameling van wetten van Zijne Majesteit den Koning van Holland, mitsgaders publieatien, decreten, besluiten en notificatien van Hoogstdeszelfs Ministers. 8 deelen. Amst., 1809. (2350)

1418. Fortuija. (G. J.) Verzameling van wetten, besluiten en andere regtsbronnen van franschen oorsprong. 1669 -1813. Amst., 1839. 3 deelen. (1080)

1419. Rondonneau. (L.) Collection des lois Fran^aises, consti-tutionnelles, etc., déclarées exécutoires dans les Depar-temens de la Hollande, et autres réunis a la France depuis 1810. Paris, 1811. 6 vol. (863)

1420. Handboek der Fransclio wetten voor de inwoners der departementen van liet voormalig Holland, \'s Hage, 1812. (1916)

1421. Rapport der commissie van onderzoek aangaande de alsnog hier te lande vigerende wetten en verordeningen van Franschen en anderen oorsprong, benoemd bij Koninklijk besluit van 5 Febr. 1849 [Staatsblad nquot;. 5). \'sHage, 1850-51. F⁰. (68). — Hetzelfde rapport, Mss. F⁰. (106)

1422. Staatsblad der Vereenigde Nederlanden en van het Koningrijk der Nederlanden, 1813-67. Met algemeens registers over de jaren 1813-40, 1841 -50 en 1851-60. Gouda en Arnhem, 1814-67. F⁰. (170)

1423. Staatsblad der Vereenigde Nederlanden en van het Koningrijk der Nederlanden, 1813-67. Officiële uitgave. (2723)

1424. Alphabetisch register op het Staatsblad van het Koningrijk der Nederlanden, van 1813-1860. \'sGrav., 1864. (2739)

1425. Hamelsveld (W. IJ. van) en P. Simons. Nederlandsche pandecten of verzameling van wetten in het Koningrijk der Nederlanden. Amst., 1827-44. 10 deelen. (871)

1426. Hasselt. (W. J. C. van) Chronologische lijst der wetten en besluiten zoo als dezelve in het Staatsblad zijn geplaatst van 1813-40. Amst., 1810. (1082)

sluiten, voorkomende in het Staatsblad, welke op 1 October 1838 nog in werking waren, met bijvoeging der grondwet, enz., enz. Met registers. Amsterdam, 1839-42. 14 deelen. (214)

1429. Haverkamp. (S. A.) Overzigt van de aanvulling, wijziging of intrekking van eenige wetten en besluiten, opgenomen in hot Staatsblad. Zwolle, 1855. (87)

1430. Bijvoegsel tot het Staatsblad van het Koningrijk der Nederlanden, of besluiten, resolution, enz., niet in het Staatsblad goinsereerd. 1813-66. — Algemeen register, 181*5-22. Dordr. en Gouda. 1816-66. (879)

1431. Engelhronner. (C. C. E, d\') Nieuwe uitgave van het Bijvoegsel tot het Staatsblad van het Koningrijk der Nederlanden , 1815 - 50. Gorinehem, 1852-55. 5 deelen. (1083)

1432. Algemeen alphabetisch register op het bijvoegsel tot het Staatsblad en Officieel Journaal. Loopende over de l^eserie. 1813 - 22. Dordr., 1825. (879)

1433. Algemeen register op het bijvoegsel tot het Staatsblad van het Koningrijk der Nederlanden, over de jaren 1813-60. Gorinehem, 1861. (2306)

1434. Register op de Staats-courant, 1815 -34, 1836-52, de eerste 8 maanden. (884)

naar de betrekkelijke artikelen van de grondwet, de Nederlandsche en Fransche wetboeken en de Staatsbladen voor het Koningrijk der Nederlanden, bevattende ook de veranderingen en wijzigingen bij verschillende wetten en wettelijke verordeningen in het Wetboek van Straf-regt gebragt, met een uitgebreid alphabetisch register: het geheel bewerkt door M^r. L. G. Vernée. 4^lIe druk. Gorinehem, 1858. (2473)

1436. Verzameling der wetten, besluiten en aanschrijvingen, betreffende de directe belastingen en de in- en uitgaande regten en accijnsen, 1823-67. 45 deelen. (968)

1437. Fortbois. (E.H.de) Manuel alphabëtique frangais-hollan-dais des bourgmestres, maïeurs, échevins, officiers de police, etc., du royaume des Pays-Bas. Contenant le toxte ou 1\'analyse deslois, arrétes, régiemens et instruc-

tions ministérielles, avec les formules des actes. Brux., 1825 - 26. 6 vol. (888)

1438. Luttenberg. (G.) Vervolg op het Groot-Plakaatboek of verzameling van wetten, betrekkelijk het openbaar bestuur in de Nederlanden. Zwolle, 1837 - 1839. 1. Armwezen: 2. Zamenstelling der regterlijke magt en beleid der justitie; 3. Bestuur der gemeenten; 4. Organieke en andere algemeene verordeningen; 5. Algemeene en plaatselijke policie, veiligheid en openbare orde. (303)

1439. Luttenberg. (G.) Register der wetten en besluiten , betrekkelijk het openbaar bestuur in de Nederlanden sedert den jare 1796 tot en met 1839. Nieuwe verbeterde en vermeerderde uitgave. Zwolle, 1843. 4°. (34)

1440. Luttenberg. (G.) Register der wetten en besluiten , betrekkelijk het openbaar bestuur in de Nederlanden, voortgezet door L. N. Schuurman. Zwolle, 1849-51. l^e en 2^e aflev 4°. (33)

1441. Luttenberg. (lt;?.) Chronologische verzameling der wetten en besluiten, betrekkelijk het openbaar bestuur in do Nederlanden , sedert de herstelde orde van zaken in 1813, voortgezet door L. N. Schuurman. Zwolle, jaren 1813 -60. — Alphabetisch register, 1813-60. — Supplement, 1813-60. (361)

1442. Code constitutionnel du royaume des Pays-Bas, 1. la loi fondamentale. La Haye, 1863. (gt;776)

1444. De staatswetten van Nederland. 5\'^ie vermeerderde druk. Schiedam, 1866. (2691 en 2755)

144:\'. Pinto (A. de) Nederlandsche staatswetten, met opgave der schrijvers, die daarover gehandeld hebben, en met aanduiding van de tot elk artikel behoorende wetsbepalingen; gevolgd door een alphabetisch register. Schiedam, 1859. (2169)

1446. Kreenen (J. J.) en J. II. G. Boissevain. Staatsregt van Nederland. Verzameling der staatsregtelijke organieke wetten, die ten gevolge der gewijzigde grondwet van 1848 worden ingevoerd. Opgehelderd door eene aantee-kening. 1* deel (Grondwet, kieswet, wet op het Nederlanderschap, provinciale wet, gemeentewet, alphabetisch

register); 2\' deel (Wet tot voorloopige voorziening in sommige waterstaatsbelangen, armenwet, schoolwet, wet op het middelbaar onderwijs). Arnhem, 1804-63. (1237)

1147. Verwoerl. (II.) Klapper op de staatsregtelijke en andere wetten, besluiten, aanschrijvingen en daarmede in verband staande regtspraken betreffende het administratief burgerlijk bestuur in Nederland. 2 dn. in 1 band. Amst., 1855-57. (608)

1448. Dagverhaal der handelingen van de nationale vergadering representerende het volk van Nederland, van de tweede nationale vergadering en van de nationale en constituerende vergadering, van 7 Maart 1776 tot Mei 1798. 9 dn. 4°. (36)

1449. Verslag der handelingen van de Tweede Kamer der Stateu-Generaal, gedurende de zittingen van 1815-21, gehouden te \'s Gravenhago en te Brussel. Onder toezigt van de commisie voor de huishoudelijke aangelegenheden van do Tweede Kamer der Staten-Generaal, uitgegeven en bewerkt door J. J. F. Noordziek. \'s Gravenhago, 1861-66. F⁰. (15)

1450. Verslag van de handelingen van de beide Kamers der Staten-Generaal, benevens de bijlagen. 1846-67. F⁰. (15)

1451. Alphabetisch register op de verslagen der handelingen _v van de Staten-Generaal fBijblad tot de Nederlandsche

1452. Verzameling van stukken, gedrukt op last van de beide Kamers der Staten-Generaal, zittingen 1836-49 (incompleet.) — ld. zittingen 1849-67. F⁰. (16)

1453. lieglement van orde voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal, gearresteerd 25 Sept. 1815. — Id. id. 30 Maart 1816. (500)

1456. Instructie voor den griffier en voor den commies-griffier der Tweede Kamer, vastgesteld 14 Mei 1849. (503)

1457. Instructie voor den grilfier van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, vastgesteld 16 Junij 1849. (503)

(2\' Kamer), 1815-37. \'sHago, 1838. — Nieuwe toevoegsels tot de verzameling van antecedenten (1= Kamer), 1816-37. \'sHage, 1842. (192)

1459. Wet van 21 December 1861 (Staatsblad n⁰.129), houdende regeling der zamenstelling en de bevoegdheid van den Raad van State en daarbij bohoorende stukken en handelingen van de beide Kamers der Staten-Generaal. F°. (146)

1460. Vos. [J.B.] Wet, houdende regeling der zamenstelling en de bevoegdheid van den Raad van State, uit officiële stukken toegelicht, vergeleken met de vroegere wetsontwerpen en de tegenwoordige Fransche wet, voorafgegaan van eene inleiding, bevattende een geschiedkundig overzigt over het onderwerp. Leiden, 18G2. (2370)

1461. Breugel Douglas. (C. van) Art. 23 der wet, regelende de bevoegdheid en zamenstelling van den Raad van State. (2374)

1462. De zondagswet en hare jurisprudentie. Handleiding voor allen, die zich willen bekend maken met hunne wettelijke regten en verpligtingen op de christelijke feestdagen. Arnhem, 1857. (12G5)

1463. Verzameling van nommers uit de Staatsbladen, inhoudende bepalingen omtrent de conflicten van attributien tusschen de administrative en regterlijke autoriteiten. (2211)

1464. Beschouwing van het nieuw ontwerp van wet op do burgerlijke pensioenen. Middelburg, 1842. (470)

1465. Wet, betreffende de pensioenen der burgerlijke ambtenaren Met aanteekeningen. \'sHage, 1848. (1082)

1466. Verordeningen, betrekkelijk het weduwenibnds voor de ambtenaren van algemeen bestuur. (633)

1467. Wet van den l\'^ten Junij 1861 (Staatsblad n°. 53), houdende bepalingen omtrent den doortogt en het vervoer van landverhuizers, en besluiten van den 1quot;\'quot; Augustus 1861 (Staatsblad nquot;. 62) en van den 27^,ten November 1865 [Staatsblad n⁰. 130), tot uitvoering en nadere uitvoering van art. 24 dier wet, en Fransche, Engelsche en Ho-ig-duitsche vertalingen daarvan, benevens eene instructie voor de commissien van toezigt over het vervoer van landverhuizers. (2316)

1468. Besluiten vau den ll^d\'^!n December 1862 (Staatsblad iiquot;. 197) en den 8quot;^en September 1864 [Staatsblad n⁰. 92), houdende wijzigingen van het Koninklijk besluit van 1 Augustus 1861 [Staatsblad nquot;. 62), tot uitvoering van art. 24 der wet van 1 Junij 1861 [Staatsblad n⁰. 5:-,), bevattende bepalingen omtrent den doortogt en het vervoer van landverhuizers, benevens eene Fransehe, Engel-sche en Hoogduitsche uitgave daarvan. (2316)

1469. Timmers Verhoeven. [P. F.) Nieuw handboek voor alle standen, bevattende: aanwijzing s-an al de in het Rijk bestaande ministerien, regeringsdepartementen, hoogere en lagere regtbanken, raden, commissariaten, collegien, lands en provinciale besturen; voorbeelden van requesten, enz. Naar de tweede uitgave, herzien door J. P. Bredius. Dordrecht, 1853. (581)

14/0. Handbibliothek des Bayerischen Staatsburgers, odor Sammlung sammtlicher Administrativ-Gesetze, sowieder geitenden bezüglichen Verordnungen u. s. w., mit Zu-grundelegung der Verfassung des Reiches vom Jahre 1818 und der spater allerhöchst verabschiedeten Ge-seize. Dritte Auflage. 5 Banden. Augsburg, 1858.

1471. Pasinomie ou collection compléte des lois, décrets, arrêtés et réglements gënéraux, qui peuvent être invo-qués en Belgique. Première série, 1788-1814, 16 vol.; deuxième série, 1814-30, 9 vol.; troisième série, 1830-65, 35 vol.; quatrième série, 1866, 1 vol.; mise en ordre, complétée et annotée pour la Belgique par J. B. Duver-jjier, J. Plaisant, A. Delebecque, M. Ranwet et J. S. G. Nijpels. — Tables des années 1788-lö60, G vol. (2097)

«. Arrêtés, circulaires, proclamations do M. M. les commissaires-généraux des Hautes Puissances alliées \'et des gouverneurs-généraux de la Belgique. 25 février - 26 aoüt 1814. Bruxelles 2 vol.

l. Arrêtés, circulaires, proclamations de S. A. R. Ie Princo Souvorain des Provinces-Unies des Pays Bas. 26 aoüt 1814-15 raars 1815. Bruxelles, 2 vol. c. Arrêtés, proclamations, etc. de S. M. Ie Hoi des Pays-Bas. 16 mars 1815-31 décembre 1829. Brux., 25 vol. (874)

1173. Recueil des lois et arrêtés royaux de la Belgique, 1830-66. — Tables alphabétiques et chronologiques, 1830-39, 1840-45, 1830-60. Bruxelles, 1833-67. (865)

1474. Recueil des circulaires, instructions et autres actes émanés du ministère de la justice en Belgique ou relatifs k ce département. 2^C série, 1814-30. Bruxelles, 1849-51, 3 vol. — 3quot; série, 1830 - 63. Bruxelles, 1851 - 64.9 vol. (862)

1475. Procés verbaux des séances de la commission royale pour la publication des anciennes lois et ordonnances de la Belgique. 3^me vol. n⁰. 3 et 4: 4^me vol.; 5^rae vol. n°. 1-4. Brux., 1861 - 66. (1959)

1476. Code des lois politiques et spéciales de la Belgique. 6\' édition, revue et considérablement augmentée. Brux., 1863. (2718)

1477. Recueil d\'anciennes ordonnances, statuts et coutumes bel-giques, toucbant, Tadministration de la justice. Liège, 2 vol. (759)

1478. Gachard. (M.) Recueil des ordonnances des Pays-Bas Autricbiens. 3^me série, 1700-1794. 2 vol., contenant les ordonnances du 18 Novembre 1700 au 31 Octobre 1715. Brux., 1860-67. F⁰. (5)

1479. Liste cbronologique des édits et ordonnances des Pays-Bas Autricbiens de 1751-94. Deuxième partie, 1781-94. Brux., 1858. (1959)

1480. Liste cbronologique des édits et ordonnances de l\'ancien ducbé de Bouillon de 1240 a, 1795. Brux., 1865. (2635)

1481. Polain. [M. L.) Recueil des ordonnances de la principauté de Liége. 3°quot; série 1684 - 1794. 2 vol. Brux., 1855 - 60. F⁰. (5)

1482. Liste cbronologique des édits et ordonnances de la principauté de Liége, de 1507 a 1684. Brux., 1860. (2163)

1483. Polain. [M. L.) Recueil des ordonnances de la principauté de Stavelot. 648 - 1794. Brux,, 1864. F⁰. (5)

1484. Annales parlementaires de Belgiquc. Sessions legislatives de 1859 -1864. 5 vol. F⁰. (123)

1485. Blackstone. (TF.) Commentaries of the laws of England. A new edition, adapted to the present state of the law, by B. M. Kerr. 4 vol. London, 1857. (2022)

1486. Loiset actes du gouvernement, depuis aoftt 1789 jusqn\'au 18 prairial an II. Paris, 1807. 8 vol. (864)

e. Royaume de France (Louis XVIII). 2^m• semestre 1815 - 16 septembre 1824. 20 vol.

g. Royaumo de France (Louis-Philippe). 27 juillet 1830 -24 février 1848. 30 vol. [Manquent 1 vol., contenant les lois et arrêtës depuis le 2 septembre 1835 jusqu\'au 1quot; Janvier 1836.]

i. Empire francjais (Napoléon III). 2 décembro 1852 -31 décembre 1867. 30 vol.

1488. Bulletin des lois. (Cette seconde partie du recueil con-tient les ordonnances et décisions.)

a. Ordonnances et décisions d\'intérêt général (Louis Philippe). Années 1830-35. 11 vol. (876)

b. Id. d\'intérêt local ou individuel (Louis Philippe). Années 1830-35. 11 vol. (877)

c. Partie supplémentaire. [Sous ce titre se trouvent réunis è. dater de 1836, les ordonnances et décisions d\'intérêt général et d\'intérêt local ou individuel]

d. Partie supplémentaire. (République Fran^aise). 24 février 1848-2 décembre 1852. 9 vol, (877)

e. Partie supplementaire. (Empire francais). 2 ctécembre 1852-31 dëcembre 1867. 30 vol. (877)

1489. Table générale par ordre alphabétique des lois, sénatus-consultes, décrets, arrêtés, avis du conseil-d\'ëtat, etc., publiés dans le bulletin des lois et les collections offi-cielles, 5 mai 1789 - 1 avril 1814. 4 vol. Paris, 1816. — Table décennale du bulletin les lois 1 avril 1814 - 31 décembre 1823. Paris, 1827. — ld. 1824-1833. Paris, 1835. — ld. 1834-1843. Paris, 1844. — ld. 1844-1853, Paris, 1856. (877 bis)

1490. Journal du palais. II\'¹quot;⁵ partie. Lois, décrets, règlements et instructions d\'intérêt général suivis d\'annotations. 1845 - 1866. Paris. 10 vol. (854)

1491. Fleurigeon. Code administratif. Paris, 1809. 4 vol. — Additions. Paris, 1823. (902)

1492. Durand [E.] et E. Faultre. Code général des lois Fran-(jaises, continué et mis au courant, cbaque année, par un supplément paraissant après la promulgation des lois votées dans la session législative; contenant les codes ordinaires et toutes les lois usuelles d\'un intérêt général, classées par ordre de matières et reliées entre elles par des renvois de concordance; le tout avec des annotations, suivi d\'une table générale alphabétique et d\'une table chronologique. 2 vol., édition pour 1866. Paris, 1866. (2659)

1493. Annales du parlement fran9ais. Sessions de 1839 amp; 1848. 10 vol. 4quot;. (38)

1494. Gesetz betreffend die Staatsangebörigkeit und das Burgerrecht. Auf Befehl des Senats der freien und Hanse-stadt Hamburg publicirt den 7 November 1864. (2595)

1495. Sammlung der Gesetze, Verordnungen und Ausschreiben für das Königreich Hannover, vom Jahre 1839. Hannover, 1839. 4°. (9)

1496. Staatsblad van Nederlandsch Indie. Officiële uitgave. Batavia, 1813-66. — Algemeen register, 1833-38. (878)

1497. Staatsblad van Nederlandsch Indie. 1846 - 66. Zalt-Bommel. Aanwijzing der veranderingen, die door latere besluiten in vroegere verordeningen gebragt zijn, 1816-1860. (889)

1498, Canter Visscher. (J. T.) Index op hot Staatsblad van Neerlands Indie, van 1816-44. Batavia, 184G. 4°. (45)

1199. Waal. (J. II. de) Vervolg-index op het Staatsblad van Nederlandsch Indie over de jaren 1845 - 50. — Tweede vervolg-index over de jaren 1851-54. Batavia, 1855-56. F⁰. (110)

1500. Waal. (J. II. de) Uitvoerige algemeene index op do wetboeken en verdere ■wettelijke verordeningen van Nederlandsch Indie. Batavia, 1853. F°. (4)

1501. Gosotz dor freien Stadt Liibeck vom 14 November 1866, die Staatsangehörigkeit, das Staatsbiirgerrecht und die Schutzgenossonschaft betreffend. 4°. (179)

1502. Eeichs-Gesetz-Blatt fur das Kaiserthum Oesterreich, 1861- 1866. Wien. 4°. (165)

1503. NiLisch. (L.) Preuszens Gesetzsammlungin einer Auswahl fur praktische Juristen herausgegebon. Neue vermehrto und umgoarbeitote Aufiage nobst einem Anhange, onthal-teud die Provinzial-Gesetzgebung mit Einschlusz dor Kheinischen, und einem alphabetischen Saehregistor. 1806 bis incl. 1859. Berlin, 1860. (2244)

1504. Saucken. (O. von] Gesetz-Sammlung fiir den Preuszischen Staatsburger. Eine chronologische Zusammenstellung dor wichtigsten Gesetze, Verordnungen, Erlasse, etc., dos

1505. Neue Sammluiig sammtlicher in der Preuszischen Ehein-provinz fUr Rechtspflege und Verwaltung Geltung ha-bendon Preuszischen Gesetze und Verordnungen. 7 Abthei-lungon nebst einem ausfiihrlichen Sachregister. Trier. 1845 -1848. — 8^,e - 16^te Abtheilung odor Supplemontbando. Trier, 1849- 1857. (2460)

1506. Verschillende wetten en besluiten van den Koninc van Sardinië, dato 25 April 1848, n⁰. 715; 9 April, 5 Junij en 12 Julij 1850, nquot;. 1013, 1037 en 1062; 23 Mei en 23 Junij 1851, n°. 1184 en 1203; 5 Julij 1854, n⁰. 2; 29 Mei en 2 Julij 1855, n°. 878, 879 en 917; 17 April en 14 September 1859, nquot;. 3368 en 3611: benevens do wet op de liefdadige gestichten (opere pie) van 20 November 1859 on twee daarbij bohoorende stukken. (2260)

1507. Gouvernementsbladen van do kolonie Suriname, 1816-18C7. Rotterdam , 1855 - 1868. (1330)

1508. Tromp. [J. W.) Het stelsel van regtstreekscho verkiezing voor de nationale vertegenwoordiging bestreden. Leeuwarden, 1848. (1258)

1509. De gronden van de voordragt dor Regering nopens do zamenstelling der Staten-Genoraal en de incomptabili-teiten getoetst. Leiden, 1S4S. (1258)

1510. Vreede. [G. IF.) Do noodzakclijkhoid der indirecte verkiezing tot de nationale vertegenwoordiging nader betoogd. Amst., 184:8. (1258)

(511. Vreede. [G. W.) De regtstreoktselie verkiezing tot do nationale vertegenwoordiging bestreden. Amsterdam, 1848. (1258)

1512. Veen. [J. van der] De regtstreekscho verkiezing tot de nationale vertegenwoordiging verdedigd tegen m^r G. W. Vreede. Leeuwarden, 1848. (1248)

1513. Zijlker. [J. F.) Proeve van een reglement voor kiezers-vereenigingen. (1258)

1514. Geschiedkundig overzigt van het Nederlandsch verkiezingsstelsel. Utrecht, 1840. (585)

1515. Cnoop Cooprnans (17.) en 11. Beijerman. Algemeen stem-regt behoudens maatschappelijke orde. Amst., 1848. (1258)

1518. Opzoomer. [C. W.) Het regt der geschiedenis in het vraagstuk der vrije verkiezingen. Leiden, 1848. (1258)

1519. Baumhauer. (H[. M. van) Vrije verkiezingen en afbakening der staatsmagten. Utrecht, 1848. (1258)

1520. Lennep. (J. van) Een woord ter waarschuwing, uitgesproken bij gelegenheid der jongstgedane benoeming van kiezers. Amst., Ib47. (1259)

152!. P ene oude kronijk openbaar gemaakt, of een uittreksel uit een oud jaarboek, waarin onder andoren een aantal sluipwegen , kronkelpaden, geheime machinericn , kuipe-

rijen en knoeijerijen, welke bij rogtstreoksche verkiezingen kunnen plaats hebben, worden aan het licht gebragt. Heusden, 1849. (1259)

1522. Een woerd ter overweging bij de toepassing, welke van het stemregt dezer dagen is gemaakt. Amst., 1847. (585)

1523. Waarschuwend woord bij de jongste benoeming van kiezers in Sept. 1847. Amst., 1857. (584)

1524. Salvador. [M.] Iets over de Amsterdamsche verkiezingen. Haarlem, 1848. (584)

1527. Salvador. (Af.) Adres aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal betreffende de kies- en de gemeentewet. Haarl.,

1528. Salvador. [M.) Adres aan Gedeputeerde Staten der provincie Noordholland en het daarop bekomen antwoord betreffende de laatste gemeente-verkiezingen te Haarlem. \'sHage, 1851. (584)

1529. Beoordeeling der adressen door jhr. M. Salvador aan Gedeputeerde Staten gepresenteerd over de verkiezingen van den gemeenteraad te Haarlem. Haarlem, 1851. (584)

J530. Jhr. Salvador en zijne volksvoordragten in het Odëon te Amsterdam. S⁴quot; dr. Amst., 1856. (584)

1531. Beschouwingen van het oogenblik door den kluizenaar. Wat bewijst de afloop der jongste verkiezingen ? Amst., 1851. (1153)

1532. Quelques observations sur les dernières élections dans le Limbourg, par un limbourgeois. Amst., 1853. (1127)

1533. Lettre d\'un électeur de Maestricht a ses concitoyens, en réponse è, des calomnies odieuses. Maestr., 1857. (1296)

1534. Wet tot regeling van het kiesregt en de benoeming van afgevaardigden ter Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal. Sneek, 1850. (2257)

1535. Locré. (J. Gr.) Du Conseil d\'Etat, de sa composition, de ses attributions, de son organisation intérieure, do sa marche et du caractère de ses actes. Paris, 1810. (2089)

lósn. Bell. (C. J. van) De Raad van State en de beslissing van administrative geschillen. Leiden, 1854. (1142)

1537, Baad van State, afdeeling voor de geschillen van bestuur, \'s Gravenhage, 1862 - 66 ; deel 1-6. (2462)

1538. The naturalisation laws of the United States, also a synopsis 6f the alien laws of all the States. Rochester, 1855. (1089)

1530. Proeve eener wet betrekkelijk de onteigening ten alge-meenen nutte door mquot; D. A. Walraven, S. P. Lipman, A. Brugmans en B. Donker Curtius. Amst., 1841. (1271)

1540. Onteigening ten algemeenen nutte, gadegeslagen op het gebied van regtswetenschap en wetgeving, door W. de S. \'sGrav., 1845. (1271)

1541. Conrad. (F. 17.) De noodzakelijkheid eener bepaling tot voorloopige inbezitstelling bij de wet op de onteigening ten algemeenen nutte. \'sGrav. en Amst., 1845. (1271)

1542. Conrad. [F. W.) Eapport omtrent de onteigeningen ten behoeve der IV^de sectie van den Hollandschen spoorweg, zijnde het gedeelte tusschen \'s Gravenhage en Rotterdam. \'sHage, 1847. (99)

1543. Boissevain. [J. H. G.) De wet op de onteigening ten algemeenen nutte van 28 Aug. 1851, in bare beginselen en strekking toegelicht. Arnhem, 1853. (61)

1544. Schuurman. [L. N.) Wet van 28 Aug. 1851, regelende de onteigening ten algemeenen nutte, vermeerderd met de memorie van toelichting, verwijzingen naar de officiële deliberatien en alphabetisch register. Zwolle, 1851. (421)

1545. Wet, regelende de onteigening ten algemeenen nutte, met aanteekeningen en toelichtingen. Middelburg, 1853. (421)

1516. Witt Hamer. [J. G. de] Wet van 28 Aug. 1851 (Staatsblad n°. 125), regelende de onteigening ten algemeenen nutte. Met aanteekeningen uit de litteratuur, de practijk en de regtspraak ontleend. Schoonhoven, 1865. (2613)

1547. Andel. [H. M. van) Academisch proefschrift over de onteigening ten algemeenen nutte volgens de wet van 28 Augustus 1851. Leiden, 1857. (1420)

1548. Baedt van Oldenbarnevelt. (H. J. A.) Akaderaische proeve over de wet tot uitvoering van art. 7 der Grondwet,

in hare betrekking tot liet burgerlijk regt en het staats-regt. Leyden, 1851. (1394)

1549. Projet de lol sur les expropriations pour cause d\'utilité publique en Belgique avec exposé des motifs. Bruxelles, 1866. Fquot;. (173)

1550. Wet van 13 Augustus 1849 (Staatsblad n⁰. 39), regelende de toelating en uitzetting van vreemdelingen, met de daartoe betrekkelijke ministeriële aanschrijvingen en de Fransche vertaling daarvan. (Uitgegeven op last van den Minister van Justitie.) \'s Gravenhage, 1852. (2343)

1551. Das Niederlandische Fremdengesetz. Deutsch und Hol-landisch. Amst., 1849. (585)

1552. De wet van 13 Augustus 1849 (Staatsblad nquot;. 39), regelende de toelating en uitzetting van vreemdelingen, benevens de daartoe betrekkelijke ministeriële aanschrijvingen. Deventer, 1857. (585)

1553. Geuns. (S. J. van) Proeve eener geschiedenis van de toelating en vestiging van vreemdelingen in Nederland, tot het jaar 1795. Schoonhoven, 1853. (1342)

1554. Swinderen. (O. de Marees van) Akademisch proefschrift over vreemdelingen en hunne rechtsbevoegdheid. Gron., 1862. (2421)

1557. JDemeur. (M. A.) Meeting liberal; séance du 4 Février 1864. Conférence sur la législation Beige relative amp; l\'expulsion des étrangers. Bruxelles, 1864. (2374)

1558. De Nederlandsche drukpers, naar den wettclijken zin des woords beschouwd, ter toelichting der regtsbegin-selen zoo van het eigendom, als van de verantwoordelijkheid. Brussel, 1828. (664)

1559. Bal Snijders. (J.) Bedenkingen over de vrijheid der drukpers. Middelburg, 1829. (82)

1560. Etat de la presse périodique dans les provinces méridio-nales des Pays-Bas. (444)

1561. Munnik. (J. H. D.) Bepalingen omtrent den boekhandel en drukpers in Nederland. Jouro, 1853. (585)

1563. Het letterkundig eigendomsregt in Nederland. Wetten, traktaten, regtspraak, benevens de wetgeving op do drukpers in Nederland en Noderlandsch Indie. 1quot; en 2* gedeelte, \'s Gruvenhago, 1865 -67. (2628)

1564. Libry Bagnano. [G.] De l\'autocratie de la presse et des moyens d\'organiser son action périodique et commer-ciale dans l\'intérêt de la stabilité des ëtats et de la prospérité des peuples. La Haye, 1834. (716)

1565. Wildschut. (S.) Bedenkingen tegen het wets-ontwerp houdende regeling en beperking van het regt van ver-eeniging en vergadering. Amst., lö51. (1259)

1566. Gigch. (J. van) Wet regelende en beperkende de uitoefeningvan het regt van vereeniging en vergadering, naar aanleiding der daaromtrent gehouden beraadslagingen. Met aanteekeningen. Gorinchem, 1855. (614)

1567. Kemper. (J. M.) Verhandelingen, redevoeringen en staatkundige geschriften, verzameld door J. de Bosch Kemper. Amst., 1835 - 36. 3 deelen. (336)

1568. Slingelamlt. (S. van) Staatkundige geschriften. 2 deelen. Amst., 1784. (1228)

1509. Basse cour Caa/i. [J. J. de la) Handleiding tot de kennis van het administratief regt in Nederland. 1\' deel. l^e ged.; 2^e en 3^e dl. l^e st. \'sHage, 1856 - 57. (1119)

1570. Bassecour Caan. (J. J. de la) Handleiding tot de kennis van het administratief regt in Nederland. 2^Je nieuw bewerkte uitgave. Deel 1 en 2. \'sGrav., 1865-1866. (2604)

1571. Fooz. [J. H. N. de) Le droit administratif Beige. 3 vol. Paris, Tournai et Leipzig, 1859-63. (2021)

1572. Bülau. (F.) Encyklopadie dor Staatswissenschaften. 2quot; Aufl. Leipzig, 1856. (1320)

1573. Mold. (R. von) Staatsrecht, Völkerrecht und Politik. Monographieen. l^er Band. Staatsrecht und Völkerrecht; 2^ter Band. Politik. Tübingen, 1860-62. (2096)

1574. Karsten. (E. H.) De parlementaire enquête in de constitutionele Staten. Utrecht, I860. (2230)

1575. Lueder. (J. C. F, L. C.) Das Souveranetats-Recht der Begnadigung. Leipzig, 1860. (2212)

1576. Aanmerkingen op het besluit van den 5den October 1822, houdende voorziening aangaande de conflicten van attribution, Amst., 1825. (2374)

1577. Sonsheek. (H. van) Nadere bijdrage ter regeling van de conflicten van attributie. Zwolle, 1842. (533)

1578. Nordmann. (C.) Betrachtungen über Competenzconflicte zwischen Justiz und Verwaltung nach dem neuesten Hannoverschen Rechte. 2 Hefte. Göltingen, 1862-63. (23741

1579. Sai/i. (F. P. J. de) Dissertatie juridica inauguralis de legibus Neerlandicis ab exteris prae sermonis proprie-tutum ignoratione parutn intellectis. Leovardiae, 1858. (1702)

lööO. Aanspraak van den Minister van Justitie in de Tweede Kamer der Staten-Generaal op den 2^lien December 1828. [Ministeriele verantwoordelijkheid.] In het Hollandsch en in het Fransch. (380)

1581. Verhandeling over de verantwoordelijkheid der ministers volgens het Nederlandsch staatsregt. \'sHage, 1828. (535)

15S2. llesponsabilité ministérielle d\'après le droit public du royaume des Pays-Bas. Bruxelles, 1828. [Is eene vertalingvan vorenstaande: Verantwoordelijkheid enz.] (770)

158.\'). Wederlegging van het bovenstaande: Verantwoordelijkheid enz. Arnhem, 1829. (586)

1581. Proeve over de verantwoordelijkheid van ministers en andere ambtenaren, door de redactie van den Standaard. \'sHage, 18 lt;1. (594)

15^5. Kerchove de Denterghem. (O. de) De la responsabilitë des ministres dans le droit public Beige, mémoire cou-ronnë par le jury du concours universitaire, 1865-66. Grand et Paris, 1867. (2713)

1587. Vreede. [G. W.) De Tweede Kamer. Het Ministerie. 31 Oct. 1849. Amsterdam, 1849. (598)

1588. Vogelsang. (^4.) Vrijmoedige gedachten over de tegenwoordige gesteldheid, wenschen en aangelegenheden van volk en staat in Nederland. Botterdam, 1842. (605)

1590. Costa. (I, da) Brief aan m^r. G. Groen van Prinstorer bij zijne aftreding uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Haarlem, 1854. (1259)

1592. Groen van Prinsterer. (G.) Beschouwingen over staats-en volkenregt. [Proeve over de middelen waardoor do waarheid wordt gekend en gestaafd.] Leiden, 1834.

1593. Groen van Prinsterer. (Cf.) Adviezen in de Tweede Kamer der Staten-Generaal in dubbelen getale. Leiden, 1840.

1591. Groen van Prinsterer. (Cf.) Ongeloof en revolutie. Eeuo reeks van historische voorlezingen. Leiden, 1847. (1301)

1595. Lipman. [S. P.] Beantwoording der vraag: Zijn de Engul-sche ministers, volgens het Engelsche regt, bevoegd, de schepen en goederen eener vreemde vlag, krachtens een besluit der uitvoerende magt, in vredestijd aan te houden? enz. Amsterdam, 1832. (360)

1596. Procés des ministres de Charles X, jugé par la cour des pairs de France en Décembre 1830. La Haye, 1831. (400)

1597. Gheijn. [E. F. J. van den) Plainte do violation continu-olle de la loi fondamentale par refus continuel de justice. La Haye, 1846. (207)

1598. The order in council of November 6, 1832, laying an embargo on dutch vessels and their cargoes, considered on reference to cap. 48 and 49 of Magna Charta. London, 1833. (669)

1599. Castiau. (.4.) De la responsabilité, de la mise en accusation et du jugement des ministres en Belgique. Gand, 1829. (100)

1600. Memorie ter wederlegging van de gronden en redeneringen, vervat in de twee rapporten van den Raad van Binnenlandsche Zaken aan het Staatsbewind der Bataaf-sche Republiek over de heerlijke regten, gesteld door J. H. van der Palm, benevens twee adviezen van\'s lands advokaten aan het departementaal bestuur van Holland, mede tot boven aangehaalde rapporten betrekking bobbende. Wageningen, 1812. (1231)

1G01. Brouwers. (H. J.) Academisch proefschrift over den staatsregtelijken toestand van Limburg in betrekking tot den Duitschen Bond. Leiden, 1857. (2033)

1602. Lange. F. R. D. S. (D. A.) De doorgraving der landengte van Suez, in hare staatkundige gevolgen beschouwd. Uit het Engelsch. \'sHage, 1859. (585)

1603. Open brief aan do heeren Aartsbisschop, bisschoppen en verdere geestelijken der Roomsche kerk in Oud-Nederland door Candidus. Arnhem, 1855. (1977)

1604. Limburg Stirwn. [T. H graaf van] Volledig verslag van het verhandelde in de buitengewone zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en verzameling van al de adviezen uitgobragt betrekkelijk de Koninklijke boodschap van 13 September 1830. (Belgische opstand.) \'sHage, 1830. (347)

1605. Fruin. (JJ.) De antirevolutionaire bezwaren van m^r Groen van Prinsterer tegen onzen Staat en onze maatschappij overwogen. Amsterdam, 1854. (676)

16%. Esquiase politique sur Faction des forces sociales dana les différentes espèces du gouvernement. Brux., 1827. (677)

1608. Verzameling van vertoogen van Asmodée in de zaak van jhr. L, J. Quarles van Ufford en H. J. Gerlings contra de heeren jhr. M. Salvador en S. Fongers. Amst., 1855. (408)

1609. Salvador. (M.) Adres aan Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken, betreffende eene zoogenaamde schrijffout in eene resolutie van heeren Gedeputeerde Staten der provincie Noordholland en art. 199 der gemeentewet; met bijlagen. Amst., 1851. (408)

1010. Deel. (TI. F.) Ophelderingen van den ontslagen burgemeester van Avereest. (408)

1611. Dekker. [E. D.) Brief aan de kiezers te Amsterdam, omtrent de keuzo van een afgevaardigde, in verband met Indische specialiteiten en batige saldo\'s Amst., ,1859. (552)

1612, Geest. [P. J. F. de) Protesterende tegen een besluit van Z. M. Willem III. Amst., 1855. (1296)

1G13. Salvador (jhr. M.) en Iz. J. Lion. Verklaring van boginselen. Een woord nan onze landgenooten, over de oprigting van een nieuw dagblad. Amsterdam, 1856. (1296)

1614. Olivier Schilperoort. (T.) Aurora, wijsgeerig-staatkundig jaarboek over 1815. Deventer. (1978)

1616. Roy (J. J. Ie) en U. A. Evertz. Verhandelingen over don grond van bet oppergezag en de pligten van overlieden en onderdanen. Leiden, 1834. 4°. (119)

1617. Woorden van Koning Willem II aan zijn volk. Geschiedkundige bijdrage van 1840-49. \'sHage, 1849. (1259)

1618. Thieme. (H. C. A.) Disputatio juridica inauguralis de opus-culo: Vindiciae contra tyrannos: sive de Principis in popu-lum, populique in principem legitima potestate inscripto. Gron., 1852. (1195)

1619. Vreede. (G. W.) Iets over de goedkeuring van verbonden en verdragen door de Staten-Generaal; met een terugblik op het vroeger staatsregt dezer landen. Utrecht, 1843. (1259)

1620. Palm. (J. II. van der) Twee rapporten van den Baad van Binnenlandsche Zaken aan het Staatsbewind der Bataafsche republiek over de heerlijke regten. \'s Hage, 1842. (1231)

1621. Mooijaart. [A. A.) Over de afschaffing der heerlijke regten betreffende voordragt of\' aanstelling van personen. Leiden , 1848. (1258)

1622. Jansma van der Ploeg. [G. L.) Vrijheid van oordeelen. Eene politische beschouwing. \'sHage, 1848. (1259)

1623. Compte rendu de la brochure intitule\'e: Présent et avenir, de M. J. van \'s Gravenweert et du manifeste des ministres aux Chambres des Etats-Génëraux. La Haye, 1848. [Ex-trait du journal: Le Militaire.] (1259)

1624. Chateaulriant. (de) Over de alleenheersching volgens het charter, \'sBosch, 1817. (109)

1625. Lipman. [S. P.) De theokratie in het vertegenwoordigend regeringsstelsel, in brieven aan den heer mr. G. Groon van Prinsterer. N⁰. 1. Amst., 1849. (1259)

1627. Engelbregt. [C. A.) De legibus agrariia ante Gracchos. Lugd. Bat., 1842. (1936)

1628. Wie zal moeten wijken? de Koning of de oppositie? Een woord aan het Nederlandsche volk. Amst., 1857. (5«4)

1629. Bosch Kemper. [J. de) De tydvragen over de afscheiding en vereeniging van Staat, kerk en school, in betrekking tot de levensbeginselen van het christendom. Amst., 1856. (1382)

1630. Meijer. (A. D.) Onderzoek over het gebruik van een openbaar spel, speciaal toegepast op het rijk der Nederlanden. Amst., 1828. (393)

1631. Hora Siccama. (0. W.) Het pensioneren van beambten in \'s lands dienst, \'s Gravenhage, 1861. (2328)

1632. A. Nooit welligt meer dan nu, een gemoedelijk woord aan alle vrienden van orde en wezenlijke vrijheid. Utrecht, 1845. (1259)

1633. Hugonis Grotii ad Joh. Oxonstiernam et Joh. Adl. Salvium et Johannis Oxenstiernae ad Cerisantem epistolae ineditae. Harl., 1829. (1768)

1634. Drais. (K. W. F. L. von) Warum Kaiser Napoleon der Justiz so hohen Rang unter den Departements der Staats-Verwaltung angewiesen haben mag? Mannheim, 1806. (2374)

1635. Jonge. (W. A. C. de) Administratie en justitie. Staats-regtelijke proeve, \'s Gravenhage, 1865. (2640)

1636. Hugenpoth tot den Berenclaauw. (J. B. van) Inleiding tot waarheid in staatsbeleid. Utrecht, 1865. (2624)

1637. Pestel. (F. W.) Commentaril de republica batava. Editio nova. 2 vol. Lugd. Bat., 1795. (459)

1638. Handleiding tot de kennis van het staatsbestuur in het Koningrijk der Nederlanden of beredeneerd alphabetisch -register van vaderlandsche wetten, belangrijke besluiten, reglementen, resolutien en andere officiële verordeningen , van 1825-33. 7 deelen. Dordrecht, 1826-35. (1081)

1039. Hogendorp. [G. K. van) Bijdragen tot do huishouding van Staat in het Koningrijk der Nederlanden, verzameld ten dienste der Staten-Generaal. \'sHage, 1818 - 25. Deel 3 - 10. (699)

1640. Hogendorp. (G. K. van) Bijdragen tot de huishouding van Staat in het Koningrijk der Nederlanden, verzameld ten dienste der Staten-Generaal; 2\'^it verbeterde uitgave onder toezigt van M^r. J. R. Thorbecke. 10 deelen. Amslerdam. (2579)

1641. Ant-woord van een vriend der waarheid aan den heer G. K. graaf van Hogendorp op deszelf\'s brief van 26 Mei 1818, voorkomende in de Bijdragen tot de huishouding van Staat in het Koningrijk der Nederlanden, verzameld ten dienste der Staten-Generaal. 3¹⁰ deel, l^lte stuk. Amsterdam, 1819. (Betreft de ongelijke verdeeling der ambten in Noord-Braband tusschen de Protestanten en Katholijken.) (268)

1642. Beijnen. (L. B.) Kort overzigt van de staatsregeling van ons vaderland van het jaar 1428 tot op onzen tijd. \'s Gravenhage, 1864. (2374)

1643. Zeldam Ganswijk. (D. J. ten) Bijdragen tot de geschiedenis en het staatsbestuur in ons vaderland en meer bijzonder in het gewest Zuid-Holland, gedurende de jaren 1813 tot en met 1845. Dordrecht, 1847- 1849. 1«« deel; 2*\' deel, 1quot;® stuk. (782)

1644. Lenting. (L. E.) Schets van het Nederlandsch staatsbestuur. Arnhem, 1866. (2701)

1645. Vissering. (S.) De grondtrekken van het Nederlandsche staatsbestuur. Haarlem, 1863. (2374)

1646. Vissering. (S.) Herinneringen; Politische vertoogen. 2^d,bundel. Amsterdam, 1863. (2542)

1647. Bosch Kemper. [J. de) Handleiding tot de kennis van het Nederlandsch staatsregt en staatsbestuur. Amst., 1850-53. (1107)

1648. Leydis. (P. de) De cura reipublicae et sorte principantis. Amstelaedami, 1705. 4°. (55)

1649. Mohl. (E. von) Die Geschichte und Litteratur der Staats-wissenschaften. In Monographieen dargestellt. 3 Bander Erlangen, 1855-58. (955)

1051. Lion. [I. J.] Do staatsregelingon in Europa sedert 1848. Eone bijdrage tot do kennis van hot hedendaagsche sfaatsregt. \'sHago, 1852. (344)

1652. Lord Brougham. [H.) The British constitution: its history, structure and working. London and Glasgow, 1861. (2238)

1653. May. (T. E.) Das Englische Parlament xmd sein Ver-fahren. Ein praktisches Handbuch, iibersetzt und bear-beitet von O. G. Oppenheim. Leipzig, 1860. (2085)

1654. Haulleville. [P. de] Oostenrijks staatsbestuur en vertegenwoordigende instellingen. Uit het Fransch vertaald. Amsterdam, 1863. (2515)

1655. Boéresco. [B.) Mémoire sur la juridiction consulaire dans les Principautés Unies Roumaines. Paris, 1865. (2627)

1656. De wijsheid van Pruissen in het navolgen van den kardinaal de Richelieu tot leering voor Nederland aan het einde van 1829, door G. B. Delft, 1829. (445)

1660. Bevervoorde. (A. van] Verraad! Een woord van den redacteur van » de Burgerquot; aan zijne landgenooten. \'sHage, 1848. (584)

1661. Boissevain. [J. H. G.] Wat blijft ons Nederlanders bij de maatregelen der regering te doen over ? Een woord aan allen, die het wel meenen met den Staat. Arnhem,

1662. Vaderlandsche uitboezemingen van eenige gezetene burgers, leden van den deftigen middelstand. Arnhem,

1664. Jansma van der Ploeg. (G. L.] Heeft Neêrlands volk een wil? Eene politieke beschouwing. \'sHage, 1848. (1259)

1665. Adres aan de Amstel-societeit, van een handelaar in snuif. Amst., 1847. (585)

16lt;)6. Donker Curtius. (D.) Aan alle vrienden van Oranje en Nederland. Amst., 1845. (585)

1667. Wxardi Beekman. [M.) Brief aan den hoogleeraar mr. J. E. Thorbeeke. Amst., 1848. (585)

1668. Dutillieux. (J. T.) 24-25 February 1848. Vervolg en slot der hoogst ernstige zaak, waarvan le Courier Batave en de Burger, benevens de Volksbode, melding gemaakt hebben, door een oor- en ooggetuige. Rott., 1848. (585)

1669. Wat moet het volk van Nederland doen in deze tijden van beroerten r Amst., 1848. (1259)

1671. Brieven aan een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. 25 Aug. 1856. \'sHage, 1856. (584)

1672. Fabius. (G. H.) Een woord aan allen die het vaderland liefhebben. Amst., 1857. (584)

1674. Opzoomer. [C. W.) De souvereiniteit des volks. Derde politische bijdrage. Leiden, 1849. (1259)

1675. Gilquin. (J. II.) De souvereiniteit des volks ontkend en wederlegd tegen mr. C. W. Opzoomer. Amst., 1849. (1131)

1676. Vreede. (G. 17.) Nog een woord over de coalitie tegen het ministerie Donker Curtius - de Kempenaer. Eenige stellingen van staatsregt en politiek van m^r. G. Groen van Prinsterer getoetst. Amst., 1850. (1139)

1677. De Tijdgenoot. Verzameling van stukken betreffende den tegenwoordigen toestand des vaderlands. 1841-42. Amst., 2 dn. 4°. (42)

1678. Schimmelpenninck. (Rapport en missive op den ll^den Mei 1848 aan den Koning gerigt door G. graaf) \'s Hage, 1848. (1084)

1680. Heeft het Huis van Oranje welgedaan met zich en de natie toe te vertrouwen aan den heer Thorbeeke ? [Uit do » Schildwacht.quot;] (1141)

1681. Bonaparte. (C.L.) Discours, allocutions et opinions, dans le conseil des dëputés et l\'assemblée constituante de Rome en 1848 et 1849. Leide, 1857. (1415)

1682. Een woord over den hedendaagschen toestand van Limburg, den 20quot;^en Junij 1848. Maastricht. (1087)

1683. Brief van ingezetenen van Ridderkerk aan den heer M^r. J. R. Thorbecke, Minister van Binnenlandsche Zaken, over daden. Dordrecht, 1850. (476)

1684. Waarschuwingen, opwekkingen en wenken, met betrekking tot den tegenwoovdigen toestand van ons vaderland, inzonderheid ten aanzien van de ingediende petition ter Tweede Kamer der Staten-G-eneraal, door Anonymus Gelrus. Amsterdam, 18r)0. (448)

[Mr. J. H. van der Schaaff schreef onder dien naam. Zie Vriend des Vaderlands, 13° dl. blz. 641. 1839.]

1686. Problematische politiek. Het nieuw ministerie en de volksvertegenwoordiging in 1856. Amst., 1857. (584)

1687. De Luxemburgsche kwestie beschouwd door een Nederlander. Amst., 1857. (584)

1689. Groen van Prinsterer. (G.) Open brief aan de kiesver-eeniging Nederland en Oranje te Leijden, betrekkelijk de redenen van het nemen van zijn ontslag als lid der Tweede Kamer van de Staten-Generaal. \'s Hage, 1857. (584)

1690. Wintgens. [W.) Redevoeringen en adviezen in de Tweede i Kamer der Staten-Generaal. Met aanteekeningen. 1849 -

1691. Bosch Kemper. [J. de] Een woord ter overweging over eenige onbeschrevene politieke beginselen. Amst., 1863. (2374)

1693. Cornets de Groot van Kraaijenburg. (J. P.) Bijdrage tot beoordeeling van het geschrift; » Kroon en Ministers.quot; \'s Gravenhage, 1863. (2478)

1695. Bussel. (J.) De Limburgsche coterie; bijdrage tot de geschiedenis der politieke moraliteit in onze dagen; een hartelijk woord aan de Maastrichtenaren. Maastricht, 1866. (2374)

1696. Bassecour Caan. [J. J. de la) Schets van den regeringsvorm der Nederlandsche republiek van 1515-1795. \'s Gravenhage, 1862. (2438)

1699. Verbaal der vergadering van aanzienlijken in Amsterdam den 29sten Maart 1614 (Vaststelling der grondwet). \'sHage, 1814. (1088)

1700. Ontwerp van eene grondwet voor de Vereenigde Nederlanden 1814. — Grondwet 1815. (692)

1701. Grondwet voor bet Koningrijk der Nederlanden, aangenomen in 1815. \'s Hage, 1820. — Id. id. in 1840. \'sHage, 1840. — Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden, naar de wijzigingen in 1840 daarin gebragt, en met aanduiding van de artikelen der Grondwet van 1815. \'sHage, 1840. (1982)

1703. Grondwettige staatsinrigtingen van het Koningrijk der Nederlanden. \'sHage, 1816. l^e deel. (696)

1704. Cauchois-Lemaire et Guy et. Appel a l\'opinion publique et aux Etats-Généraux du royaume des Pays-Bas en faveur des poscrits francais, centre lenrs proscripteurs. (art. 4 de la loi fondamentale). La Haye, 1817. (107)

1705. De la libortë des opinions réligieusus dans leurs rapports avec la loi fondamentale du royaume des Pays-Bas. Liège, 1821. (424)

1706. Het onwettige der petitiën aan de Staten-Generaal, of geschied- en regtskundige uitlegging van art. 161 der grondwet. Leyden, 1829. (446)

1707. Observations sur la Loi Fondamentale, pour montrer son excellence et les changemens dont elle parait susceptible. Par l\'auteur de »la Canne magique.quot; La Haye, 1833. (584)

1708. Een woord tot allen, die het wel meenen, over art. 161 der grondwet, \'s Hage, 1829. (200)

1709. Losse gedachten over de grondwet en derzelver herziening. \'sHage, 1840. (20G)

1710. Corver Hooft. (J.) Gedachten over de wijziging onzer Grondwet, door een lid der Staten-Generaal aan zijne medeleden ter overdenking aangeboden, 1839. (584)

1711. Proeve van herziening der Grondwet volgens de aan-teekening van m^r J. R, Thorbecke. Leiden, 1840. (584)

1712. Handelingen van de Regering en de Staten-Generaal over de herziening der Grondwet, \'s Hage, 1840 - 42. 4 deelen. (6i\'l)

1713. Een kort en onpartijdig woord over \'s lands toestand, over bezuiniging, reductie van renten, herziening der Grondwet en de herstelling van ons linantiewezen. Gron., 1843. (1258)

1714. Haan Hettema. [M. de) Ontwerp van Grondwet voor het Koningrijk dor Nederlanden; met eenige toelichtingen. Leeuwarden, 1844. (1258)

1715. Walraven. (P. J.) Bijvoegsel op de schets eener Grondwet. Amersfoort, 1845. (1258)

1716. Drieling. [F. H. C.) Korte opmerkingen over de ontwerpen van wet betrekkelijk de herziening der Grondwet. Utrecht, 1848. (1258)

1717. Handelingen omtrent het voorstel van negen leden der Tweede Kamer van de Staten-Generaal tot herziening der Grondwet in 1845 en omtrent het voorstel van J. T. H. Nedermeijer Ridder van Rosenthal. \'sHage, 1846. (1124)

1719. Thieme C. Az. [H. C. A.) Grondwetsherziening. Vereeni-gingen van voorstanders van maatschappelijken en con-stitutionelen vooruitgang. Utrecht, 1847. (1258)

1720. Hofstede de Groot. (P.) Wat hebben wij van het ontwerp van gewijzigde Grondwet te verwachten met betrekking tot godsdienst en onderwijs? Gron., 1848. (1258)

1721. De geestelijken en het nieuw ontwerp van Grondwet; of beoordeeling van art. 86. Leiden, 1848. (1258)

1722. Bedenkingen tegen art. 86, alinea 2, van het ontwerp van gewijzigde Grondwet. Leiden, 1848. (1258)

1723. Bedenkingen betreffende de door de Regering voorgestelde grondwetsherziening. Middelburg, 1848. (1258)

1724. Gedachten en denkbeelden naar aanleiding van de voorgestelde grondwetsverandering en de gebeurtenissen van den dag. Zierikzee, 1848. (1258)

1725. Costa. (I. da) Het oogenblik. Een woord over het ontwerp van grondwetsherziening. Amst., 1848. (1258)

1726. Antwoord op m^r. I. da Costa\'s protest tegen eene zinsnede in het adres der Algemeene Synodale Commissie der Nederlandsche Hervormde Kerk aan Z. M. den Koning, ter zake van het gewijzigd ontwerp van Grondwet. Amsterdam, 1848. (1259)

1727. Meinsma. [W. J.) Bij de viering van de afkondiging dei-grondwetsherziening op den 3\'^len November 1848 in de burgersocieteit te Assen. Assen, 1849. (1259)

1728. Handelingen van de Regering en de Staten-Generaal over de herziening der Grondwet, 1847-48. 3 deelen. \'sHage, 1848. (1236)

1729. Thorbecke. (J. E.) Bijdrage tot de herziening der Grondwet. Leiden, 1848. (2239)

1730. Lennep. (J. van) Aanmerkingen op het ontwerp van gewijzigde grondwet van het Koningrijk der Nederlanden, ingediend door de daartoe bij besluit van 17 Maart 1848 benoemde commissie. Amst., 1848. (118)

1731. Brief van den tijdelijken Minister van Oorlog aan den Koning, ter openlegging zijner gevoelens aangaande het ontwerp van gewijzigde grondwet, voorgesteld door de commissie benoemd bij Koninklijk besluit van den l?^¹¹Maart 1848. (1086)

1732. Aanteekeningen op het in 1844 gedane voorstel tot herziening der grondwet. Leyden, 1851. (194)

1733. Grondwet van het Koningrijk der Nederlanden van 1848. Officiële uitgave, \'s Gravenhage, 1848. (189)

1734. Voorduin. [J. C.) Geschiedenis en beginselen der Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden, volgens de beraadslagingen deswege gehouden bij de beide Kamers der Staten-Generaal, uit de oorspronkelijke stukken

1735. Sell, (C. van] De Grondwet. Met aanteekeningen. 2^lleuitgaaf. Amst., 1856. (1241)

1737. Neustaetter. (M. J.) De grondwet omschreven. Inzonderheid voor niet-regtsgeleerden. Amsterdam, 1850. (739)

1738. Hubrecht. (F. F.) De grondwet, met aanteekening dor gelijksoortige bepalingen van vroegeren tijd bij elk artikel. Rotterdam, 1863. (2508)

1739. Swildens. (J. H.) Schets van de tegenwoordige Neder-landsche staatsregeling. Een leerboek bij het lager en middelbaar onderwijs en eene handleiding tot zelfonder-rigt. Amst., 1865. (2584)

1740. Quintus. (W. J.) Akademisch proefschrift over de vraag; wat verstaan onze constitutie\'s na 1795 onder uitvoerende raagt? Groningen, 1863. (2483)

1741. Banitz. (S. M. S. de) Academisch proefschrift over art. 68 der Grondwet, in verband met de geschiedenis van het Nederlandsche staatsregt beschouwd. Groningen , 1858. (1843)

1742. Baart de la Faille. {R. li.) Akademisch proefschrift, bevattende beschouwingen over art. 89 der Grondwet.

1743. Savornin Lokman. [W. H. de) Academisch proefschrift over art. 131c der Grondwet. Groningen, 1866. (2671)

1744. Savornin Lohman. (TF. Il.de) Beschouwing over art. 131c der Grondwet. Gron., 1866. (2703)

1745. De Ministers, de Staten-Generaal en de magt desKonings, volgens de Grondwet. Amst., 1855. (428)

1746. Nieuwenhuis. (A. J.) Gewetensvrijheid bij eedsaflegging. Beroep op de Grondwet. Amst., 1856. (1259)

1747. Buijs. [J. T.) Het wezen van den constitutionelen regeringsvorm. Inwijdingsrede bij de aanvaarding van het Hoogleeraarsambt in de Staatswetenschappen aan het Athenaeum Illustre te Amsterdam, den 13^d,!n Oct. 1862. Haarlem, 1862. (2374)

1748. De ministerieele crisis. Wat nu? door een Nederlander, \'s Gravenhage, 1866. (2374)

1751. Opzoomer. (C. W.) De vertegenwoordiging volgens de Nederlandsche grondwet. Amst., 1866. (2374)

1752. Buys. (J. T. Het regt van de Tweede Kamer; een woord aan de kiezers. Haarlem, 1866. (2374)

1754. Schuurman. (L. N.) Wet van 4 Julij 1850, regelende het kiesregt en de benoeming van afgevaardigden ter Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal, mitsgaders den rooster hunner aftreding, met aanteekeningen en alpha-betisch register. Zwolle, 1863. (2476)

1755. Meijer. (A. D.) De wankelbaarheid van alle zoogenaamde grondwetten, en het niet wankelbare, mitsgaders de deugdelijkheid van de Engelsche constitutie, \'s Hage, 1850. .(385)

1756. De grondwet van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika en van de Fransche Republiek. Leeuwarden, 1850. (195)

1758. Randle Bennett. M. A. (T.) A popular manual of the constitutional history of England. Cambridge and London, 1862. (2432)

1759. Landesordnung und Landtags-Wahlordnung des Erzher-zogthumes Oesterreich tintor der Enns, vom 26 Februar 1861 mit den Ab\'anderungen bis zum 18 Februar 1867. Wien, 1867. (2808)

1760. Zusammenstellung der in den Kantonen (der Schweiz) geitenden Bestimmungen über Erwerbung des Burgerrechts. Bern, 1862. (2384)

1761. Magnin. (J. S.) Geschiedkundig overzigt van de besturen, die vóór de herstelling van Nederland in 1814 elkander in Drenthe zijn opgevolgd. Gron., 1838 - 50. 3 dn. (722)

zamenstelling en magt van de Provinciale Staten, met aan-toekeningen en alphabetisch register. Zwolle, 1863. (2477\')

1763. Hoog. [II. P.] Academiach proefschrift over de wetgevende magt der Provinciale Staten. Leijden, 1856. (1626)

1764. Vogelsang. (A.) Handboek voor de plaatselijke besturen ten platten lande. Dordrecht, 1843 - 44. 2 deelen. (773)

1765. Boer (W. R.) en E. W. J. Six tot Oterleeh. Handboek voor plaatselijke besturen. Utrecht, 1851- 52. 2 dn. (651)

1766. Munnik. [J. H. JJ.) Voorschriften en tabellen behoorende tot het Handboek voor de plaatselijke besturen in Nederland. Joure, 1851. (403)

1767. Munnik. (lt;/. II. D.) Register van vaste werkzaamheden bij de gemeentebesturen in Nederland. Joure, 1852. (724)

1768. Nieuwerihuis. (/1. J.) De zamenstelling, inrigting en bevoegdheid der gemeentebesturen volgens de Grondwet. Wets-proeve. Leiden, 1849. (584)

1769. Franken N. Gz, (W.) De gemeentewet, met de daarover vooral in de Tweede Kamer der Staten-Generaa! gewisselde stukken en gehouden beraadslagingen. Nijmegen, 1851. (766)

1770. Walker Cremer. (A) Wet van den 29sten Junij 1851 [Staatsblad n⁰. 85), regelende de zamenstelling, inrigting en bevoegdheid der gemeentebesturen. Met aanteeke-ningen, \'sGrav., 1858. (2012)

¹1771. Schuurman. (L. N.) Wet van den 29sten Junij 1851, regelende de zamenstelling, inrigting en bevoegdheid der gemeente-besturen, met de daartoe betrekkelijke besluiten , vonnissen en arresten en alphabetisch register. Tweede veel vermeerderde uitgaaf. Zwolle, 1861. (2528)

1772. Greeve. [L. G.) Wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n°. 85), regelende de zamenstelling, inrigting en bevoegdheid der gemeentebesturen; uit regterlijke uitspraken en administrative beslissingen toegelicht. Schiedam, 1862. (2406)

1773. Cremers. (W. C. I. J.) De gemeentewet regelende de zamenstelling, inrigting en bevoegdheid der gemeentebesturen, met aanteekeningen. Groningen, 1866. (2645)

1774. Jonge. (C. de) Beschouwingen over eenige punten van gemeenteregt, ontleend aan de wet van 29 Junij 1851. Zierikzee, 1857. (584)

1775. Jonge. (C. de) De zamenstelling en inrigting der gemecate-besturen. Proeve eener toelichting van vraagpunten, gerezen uit de toepassing van art. 1 - 120 der wet van 29 Junij 1851, afiev. 1-5. Zierikzee, 1858. (2013)

1776. Boissevain. (J. H. G.) Staatsregt van Nederland, verzameling der staatsregtelijke organieke wetten, die, ten gevolge der gewijzigde Grondwet van 1848, worden ingevoerd. 5^Je aflevering, de gemeentewet opgehelderd door eene aanteekening. 2*\' druk, aangevuld met eene geschiedenis harer toepassing door M^r. G. van Oosterwijk. Arnhem, 1864 - 66. (2586)

1777. Loi communale. Projet de lei concernant la nouvelle rédaction de Tart. 84 de Ia loi communale de la Bel-gique, exposé des motifs, et rapport de la section centrale. 1858-59. F⁰. (118)

1778. Altink Koops. [H. M.) Alphabetische klapper op de voornaamste, thans vigerende wetten. Koninklijke besluiten, provinciale besluiten en circulaires, ten dienste der gemeente-besturen, speciaal in de provincie Zuidholland. Bijgehouden tot uit. December 1864. \'sGrav., 1865. (2610)

1779. Boos. (R. F.) Alphabetische klapper op de voornaamste, thans vigerende wetten. Koninklijke besluiten, provinciale besluiten en circulaires, hoofdzakelijk ten dienste der gemeente-besturen, speciaal in de provincie Groningen. \'s Gravenhage, 1865. (2646)

1780. Hoogeboom. (H. J.) Alphabetische klapper op de voornaamste , thans vigerende wetten, Koninklijke besluiten, provinciale besluiten, circulaires, enz., hoofdzakelijk ten dienste der gemeente-besturen, speciaal in de provincie Friesland, bijgehouden tot uit. December 1865. \'sGrav.,

1781. Hartman Jz. [H. G.) Alphabetische klapper op de voornaamste, van kracht zijnde wetten. Koninklijke .en provinciale besluiten, enz., betrekkelijk de gemeenteadministratie , speciaal in de provincie Gelderland, \'s Grav.,

1782. Seüe. (W. F. M.) De regtspraak op de gemeentewet tot uit⁰. December 1865. Alphabetisch register ten dienste der gemeente-besturen, \'s Gravenhage, 1866. (2775)

1783. Bijleveld. (F. F.) De bezwaarschriften tegen de vastgestelde lijst van kiezers voor de keus van de leden van den gemeenteraad te Nijmegen, behandeld en beslist in de zittingen van den raad der gemeente. Nijmegen, 1853. (1155)

1784. llugenpoth tot den Berenclaauw. (J. B. baron van] De gemeente, hare vrijheid en hare finantien. Utrecht, 1867. (2753)

1785. Verhandelingen van het Koninklijk Instituut van ingenieurs. Met platen en kaarten, \'s Hage. Jaargangen 1851 — 66, 1866 -67, n°. 1. 4°. (129)

1786. Uittreksels uit vreemde tijdschriften voor de leden van het Koninklijk Instituut van ingenieurs. \'sHage, jaargangen 1852-53, nquot;. 1 en 2; 1853-54, nquot;. 3; 1854- 56; 1866-67, n⁰. 1 en 2. 4°. (136)

1787. Luttenberg. (G.) Verzameling van wetten, besluiten, reglementen, enz., betrekkelijk den waterstaat, de wegen, bruggen, enz. 2^de druk. Aangevuld en voortgezet door L. N. Schuurman. \'sHage, 1852. (365)

1788. Boogaard. [J. F.) Wetten, decreten, besluiten en tracta-ten op den waterstaat in Nederland: met aanteekeningen en alphabetisch register, 1669-1857. — l^,te vervolg, 1858 - 60. — 2^ae vervolg, 1861 - 63. — 3^lle vervolg, 1864 -66. — 4^de vervolg, 1867; bijlagen, 1669-1863. \'sHage, 1859-68. (2219)

1789. Kapport der inspecteurs van den waterstaat naar aanleiding eener beschikking van den Minister van Binnen-landsche Zaken van den 27\'^ten Maart 1861 n°. 123. \'sHage.

1790. Algemeene regelen en bepalingen voor de uitvoering en het onderhoud der Rijks-waterstaatswerken. (2148)

1791. Algemeene voorschriften voor de uitvoering en het onderhoud van werken onder beheer van het Departement van Binnenlandsche Zaken, vastgesteld den lquot;⁶quot; Maart 1866. \'s Gravenhago, 1866. (2657)

1792. Verslag aan den Koning over de openbare workou, over do jaren 1850-54:, 1857-66. \'sHage, 4°. (19)

1793. Beer. (C. de] Vrijmoedige gedachten op het rapport aan den Koning, uitgebragt door de commissie tot onderzoek der beste rivierafleidingen. Met eene kaart. Dordrecht, 1828. (849)

1794. Goekoop. (yi.) Proeve van onderzoekingen over het al of niet verhoogen der waterspiegels en der beddingen van de Nederlandsche rivieren gedurende het tijdvak van 1772 tot en met 1840. Arnhem, 18-14. (1441)

1795. Blanken Jz. (J.) Waterloopkundige proeven gegrond op ■waarnemingen der stroomsnelheid en berekening van de hoegrootheid des vermogens der uitwatering van den boezem van Rijnland door het kanaal bij Katwijk. Met profielteekening en kaart. Haarlem, 1823. F°. (105)

1796. Blanken Jz. (J.) Memorie betrekkelijk den staat der rivieren in opzigt barer bedijkingen, dijkbreuken en overstroomingen. Utrecht, 1823. 4°. (105)

1797. Blanken Jz. (J.) Verhandeling over de algemeene rivieren waterstaatkundige ontwerpen, welke van de vorige eeuwen tot op heden gevormd en uitgevoerd zijn. (Ontbr. de kaart.) Utrecht, 1836. 4°. (106)

1798. Zillesen. (C.) Wis- en natuurkundig onderzoek van de oorzaken dier menigvuldige, allerschadelijkste rivierover-Stroomingen, welke sedert het jaar 1784 door ijsverstoppingen zijn voorgevallen en van de mogelijke daartegen te gebruiken hulpmiddelen. Rotterdam. (1441)

1799. Zillesen. (C.) Plan, hoe alle rivieroverstroomingen, bij open water of\' ijsverstopping, zouden kunnen worden voorgekomen. Rotterdam, 1821. (1441)

1800. Zillesen. [C.] Verhandeling over den tegenwoordigen ongunstigen waterstaat in het noordelijk gedeelte van het Koningrijk der Nederlanden. Met portret en plaat. Rotterdam, 1823. (1441)

1801. Zillesen. (C.) Iets over de natuurlijke oorzaken der steeds toenemende zeeoverstroomingen. Rotterdam, 1825. (1441)

1802. Devis instructif des travaux de construction, dépendans du service du ge\'nie en France; contenant des détails sur la construction de chaque nature d\'ouvrage et sur

les qualités des matériaux a y employer, ainsi que l\'indication des conditions, qui doivent être imposées aux entrepreneurs. Delft, 1817. (1494)

1803. Memorie van het kollegie van den Lekkendijk boven-dams over het rappport aan den Koning, uitgebragt door de commissie tot onderzoek der beste rivierafleidingen. Utrecht, 1828. 4°. (107)

1804. Wijclc. (H. J, van der) Over de Nederlandsche rivieren en de middelen tot derzelver verbetering. Deventer, 1832. (849)

1805. Alewijn. (C.) Beschrijving van een ontwerp van sluizen met gekoppelde deuren, welke bij alle waterstanden geheel of gedeeltelijk geopend en weder gesloten kunnen worden. Met platen. Brussel, 1824. (554)

1806. Röntgen. (Cr. M.) Verhandeling over de stoombooten. Utrecht, 1825. (1405)

1807. Luitjes. (E. C.) Ontwerp om de steeds toenemende ongelukken, bij ijskarringen op de bovenrivieren, zoo niet geheel te voorkomen, althans grootelijks te verminderen. Met eene profil-kaart. Dordrecht, 1821. (554)

1809. Blanken Jz. (J.) Beschrijving van de wijze hoe door vereenvoudiging der rader- en gaande werken de schep-radmolens met minder kracht meer zullen uitwerken, twee hoog op kunnen malen en ook door stoomvermogen kunnen worden in beweging gebragt. Rotterdam, 18-\'6. 4°. (127)

1810. Beschouwende vergelijking tusschen de watermolens met hellende en met staande schepraders. 2^a\' dr. Met platen, \'s Gravenhage, 1826. (1470)

1811. Mortel. [J. B. H. van dé) Nadere beschouwingen over de noodzakelijkheid tot den aanleg van een kanaal van uitwatering van Grave naar de Oude Maas in Noordbrabant. \'sBosch, 1849. (729)

1812. Een woord over den staat der rivieren en over de noodzakelijke middelen ter verbetering van dezelve, aan de ingezetenen der provinciën Gelderland en Noordbraband, door Gelricus. Tiel, 1827.

1813. De verbetering der waterafleiding in de Geldersche vallei, in verband met de daarstelling eener kanaalvaart in deze landstreek. Utrecht, 1842. (213)

1814. Blanken Jz. (J.) Memorie ter verklaring der grondbeginselen waarop rustende zijn de ontwerpen tot het herleiden en geheel vereenigd openen van de Werken-damsche killen in eene nieuwe Merwede, als hoofdrivier. Met kaart. Amsterdam, 1819. 4°. (85)

1815. Donker Curtius. (W. B.) Bijdragen tot den waterstaat der Nederlanden, bijzonder in opzigt tot zeker ontwerp van den inspecteur-generaal J. Blanken Jz., tot afdamming der rivier de Merwede. Met kaart en tabellen. Dordrecht, 1819. (1520)

1816. Verslag aan Z. M. den Koning, uitgebragt door de commissie tot onderzoek over den verhoogden waterspiegel op de rivieren de Waal en Merwede. \'sHage, 1858. 4°. (90)

1817. Rapport over de verbetering van den waterweg van Rotterdam naar zee. Uitgebragt door een raad van den waterstaat, ingesteld bij besluit van den Minister van Binnenlandsche Zaken, van den 5^d*ⁿ November 1857. Met kaarten en teekeningen. \'sHage, 1858. 4°. (146)

1818. Conrad. (F. W) Memorie over het al of niet voordeelige voor Delfland van eene uitwatering in de Noordzee te Scheveningen. \'s Hage, 1847. (98)

1819. Benige vragen betrekkelijk eene haven te Scheveningen, door een lid van den gemeenteraad van \'s Gravenbage. \'s Gravenhage, 1860. (2173)

1820. Paauw. [S. van der) Verhaal van de middelen tot ver-versching van het water in de grachten der stad Leiden, gedurende eene reeks van bijna 250 jaren. Leiden, 1828. (1469)

1821. Tour. (J. C. Baron du) Verhandeling over het Haarlemmermeer. \'sHage, 1819. (1441)

1822. Engelman, {J.) Verhandeling over de droogmaking van het Haarlemmermeer en aangelegen veenplassen. Met kaart. Zutphen, 1820. (1464)

1823. Het ontwerp van droogmaking van het Haarlemmermeer beknopt maar volledig voorgedi\'agen. Leiden, 1821. (1441)

1824. Vrije gedachten van eeu ingeland van Rijnland over do verhandeling van F. G. Baron van Lijnden van Hemmen , over de droogmaking des Haarlemmermeers. Leiden,

1825. Lijnden van Hemmen. [F. G, Baron van] Antwoord op de Vrije gedachten van een ingeland van Rijnland. \'sHage, 1821. (1465)

1826. Gelder. [J. de) Memorie, overgegeven aan het Hoogheemraadschap van Rijnland, behelzende deszelfs consideration over het ontwerp van den heer Baron van Lijnden van Hemmen, strekkende ter droogmaking van de Haarlemmermeer. Leiden, 1821. (1466)

1827. Lijnden van Hemmen. {F. G. Baron van) Aanteekeningen op de memorie van den hoogleeraar J. de Gelder, \'s Hage,

1828. Stappers. (A. dé) Mëmoire sur le dessèchement du lac de Harlem et sa conversion en forêt. Bruxelles, 1829. (1441)

1829. Gevers cCEndegeest. (..) Du dessèchement du lac de Harlem. l^e partie. Leide, 1844. (1799)

1830. Hasselt. (W. J. C. van) Ontwerpen om de stad Amsterdam van zoet water te voorzien, in de XVII^Je eeuw voorgesteld door E. Sandra. Met eene kaart. 3^de druk. Omgewerkt en met een voorberigt vermeerderd. Amst., 1841. (1803)

1831. Vrijmoedige gedachten wegens het verbeteren van den Schinkeldijk aan de oostzijde van Zaandam. Zaandam, 1827. (554)

1832. Swarts. {D.) Geschied- en natuurkundige verhandeling over het IJ. \'sHage, 1828. (554)

1833. Verhandelingen over de aanslibbing der haven van Amsterdam en de afdamming van Pampus. Amst., 1828. (1468)

1834. Galman. (J.) Aan de leden van den gemeenteraad te Amsterdam, betrekkelijk het uitleggen der stad €;n het maken van eene brug over het IJ. Met eene ontwerp-teekening. (1392)

1835. Verslag van de door het bestuur der stad Amsterdam benoemde commissie tot onderzoek naar de mogelijkheid

om door het smalle gedeelte van Holland een kanaal geschikt voor de groote scheepvaart en eene veilige haven aan te leggen. Amst., 1853. 4°. (17)

1836. Faddegon Pz. [P.] Betoog der noodzakelijkheid van een verkort Noordzee-kanaal door het IJ. Amst., 1853. (1G3)

1837. Verloop en Zoon. (C.) Memorie van toelichting ingediend bij de aanvrage om concessie voor een zeekanaal uit de Noordzee tusschen Noordwijk en Zandvoort naar Amsterdam en Rotterdam. Utrecht, 1856. — Bijlage tot de Memorie van toelichting. Utrecht, 1856. (1441)

1838. Memorie van toelichting op het voorloopig verslag over het kanaal door Holland op zijn smalst. Amst., 1859. (2151)

1839. Diets. [J. D.) Beschouwing over de doorgraving van Holland op zijn spialst, en proeve tot wegneming der bezwaren hiertegen ingebragt. Met eene plaat. Amst.,

1840. Diets. [J. D.) Nadere beschouwing over de doorgraving van Holland op zijn smalst. Met eene plaat. Amst.,

1841. Sieburgh. [N. C.) De doorgraving van Holland op zijn smalst. Amst., 1859. (2151)

1843. Insinger. (II. A.) Verkorte verhandeling, voorgedragen in de afdeeling Koophandel der maatschappij Felix Meritis, op den 15den December 1859. Uitgegeven door het comité ter bevordering der doorgraving van Holland op zijn smalst. Amst., 1860. (2151)

1844. Insinger. (H. A.) Doorgraving van Holland op zijn smalst. Korte memorie moetende dienen ten betooge, dat de Texelsche zeegaten verzanden en dat de kust bij Wijk aan Zee onveranderd is gebleven. Amst., 1861. (2151)

1845. Verslag aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, over eene verbinding van Amsterdam met de Noordzee door middel van een kanaal door Holland op zijn smalst, uitgebragt door den Eaad van den Waterstaat. \'sGrav., 1859. 4°. (144)

1846. Dronkers. (D.) Open brief aan den Burgemeester van Amsterdam. Middelburg, 1S60. (2151)

1847. Insinger. [II. A.) Doorgraving van Holland op zijn smalst. De stelling dat de Texelsche zeegaten verzanden verdedigd. Amst., 1862. (2151)

1848. Quack. [H. P. G.) De doorgraving van Holland op zijn smalst. Een laatste woord. Amst., 1862. (2151)

1849. Verslag van het Algemeen Comité, uitgebragt in eene vergadering van inschrijvers in de Amsterdamsche kanaalmaatschappij, gehouden den 6^den October 1863 in het lokaal: de Eensgezindheid, te Amsterdam. (2151)

1852. Diggelen. [B. P, G. van) De afdamming van het Sloe nader aangeprezen. Middelb., 1844. (832)

1853. Snijder. (J.) Het voorstel tot verlegging van den mond der Middelburgsche haven bij Veere en het bouwen der sluiswerken in de onmiddelijke nabijheid dier gemeente, in verband tot do brochure: » de Zeeuwsche spoorwegquot; van den heer D. Dronkers. Middelburg, 1866. (2493)

1854. Penning Nieuwland. (J. L. L.) Toelichtende memorie aangaande de meerdere of mindere bevaarbaarheid van de zeegaten van Brouwershaven, Goeree, Maas en ook het Scheur van Maassluis, alle onderling tot dat einde in verband beschouwd, voor het belang van den handel en de hoogste scheepvaart. Zierikzee, 1861. (1372)

1855. Verslag aan Zijne Majesteit den Koning, uitgebragt door de commissie tot onderzoek omtrent de droogmaking der plassen beoosten de Vecht, ingesteld bij \'s Konings besluit van 1 Junij 1858. \'sGrav., 1860. 4°. (157)

1856. Cazius. (U. W. T.) Geschiedkundig verslag, daadzakelijke bevindingen en algemeene aanmerkingen, benevens eene verzameling van bewijsstukken betrekkelijk het Amster-damsch geoctrooijeerd kunst-cement. Utrecht, 1824. (1543)

1857. Kerkwijk. (C. S. van) Geschied- en zaakkundige ophelderingen omtrent den twist over het kunstcement, zoo naar aanleiding eener door den heer burgemeester van Utrecht gedane advertentie wegens deszelfs slechtheid, als van een door den hoer U. W. T. Cazius uitgegeven

1858. Doelen. [J. van) Verhaal van hetgeen in de laatstver-loopen jaron in en bij Utrecht is voorgevallen ter zake van de aldaar aan publieke werken gebruikte geoctroijeerde kunst-cement. Utrecht, 1827. (124)

1859. Diggelen. (B. P. G. van) De Zuiderzee, de Friesche Wadden en de Lauwerzee, hare bedijking eu droogmaking. Zwolle, 1849. l^e en 2\' stuk. (121)

1860. Diggelen. (B. P. G. van) Groote werken in Nederland. Zeehavens van Amsterdam en Rotterdam, bedijking van de Zuiderzee, enz. Zwolle, 1855. (832)

1861. Beijerinck. [J. A.) Proeve van een ontwerp tot afsluiten, indijken, droogmaken en in cultuur brengen van een gedeelte der Zuiderzee, \'s Gravenhage, 1866. (2674)

1862. Voorloopig verslag op de genoemde proeve uitgebragt door den Raad van den Waterstaat. F³. (173)

1863. Peijma. (W van) Verslag over de aansluiting van Ameland aan den Vrieschen wal en de opslijking van het Wad. Met eene schetskaart en drie profllteekeningen. Leeuwarden, 1850. (447)

1864. Beijma thoe Kingma. (jhr. S. W. H. A. van) Bijdrage tot de beschouwing van onderhoudpligtigheid, betrekkelijk uitdieping en slatting van openbare vaarwaters in Friesland, inzonderheid met betrekking tot de Leeuwarder-Harlinger trekvaart. Leeuwarden, 1859. (1405)

1865. Westerhoff. (R.) Twee hoofdstukken uit de geschiedenis van ons dijkwezen, met oudheidkundige aanteekeningen, inzonderheid betrekkelijk de provinciën Groningen en Friesland. Gron., 1865. (2679)

1866. Schuttevaêr. (W. J.) Beschouwingen over het eiland Schokland, naar aanleiding van eene voorgestelde inkorting. Met een naschrift aangaande de nog niet beëindigde tolquestie van het Zwolsche diep. Zwolle, 1861. (1372)

1867. Verslag van den ingenieur-directeur der Overijsselsche kanalisatie-maatschappij, over de kanalisatie in het oostelijk gedeelte van de provincie Overijssel. Met bijlagen en kaart. Zwolle, 1858. (1441)

18G8. Verslag aan de aandeelhouders der Overijssolsche kanalisatie-maatschappij. Zwolle, 1858-67. (1405 en 2532)

1869. Oldenhuis Gratama, (L.) De tolquaestie van het Zwolsche L»iep toegelicht. Amst., 1848. (1372)

1870. Schuttevaêr. (W. J.) De tolquaestie van het Zwolsche Diep, ten zesden, achtsten en negenden male toegelicht. Assen, 1857- 1866. (1372)

1871. Aanmerkingen op het ontwerp van afleiding van den Rijn, langs den IJssel en door de provincie Overijssel. Deventer, 1828. (554)

1872. Memorie van den raad der stad Deventer over het rapport aan den Koning, uitgehragt door de commissie tot onderzoek der beste rivierafleidingen. Deventer, 1828. (849)

1873. Stieltjes. [T. J.) De Overijsselsche waterwegen uit een Nederlandsch oogpunt beschouwd. Zwolle, 1855. (480)

1874. Proeve over den ouden loop van de rivier de Eom en den vroegeren toestand der landstreek aan hare boorden gelegen. Utrecht, 1832. (554)

1875. Stukken betrekkelijk het ontwerp ter afsluiting van het Reitdiep. Groningen, 1835. (1215)

1876. Stratingh (G. A.) en S. A. Venema. De Dollard. Geschied-, aardrijks- en natuurkundige beschrijving van dezen boezem der Eems. Groningen, 1855. Met kaarten. (827)

1877. Verzameling van stukken rakende het Winsumer- en Schaphalster Zijlvest en do middelen tot verbetering van deszelfs waterstaat. Groningen, 1821. (1471)

1878. Verslag van de centrale afdeeling betrekkelijk het rapport der Staatscommissie voor eene verbetering en vereeniging der scheepvaartkanalen in de provincie Groningen, uitgehragt in de zitting van de Staten dier provincie den 7den October 1856. — Mededeeling van bovengenoemde Staatscommissie aangaande het Verslag der centrale afdeeling. (1215)

1879. Scheepvaartkanalen in de provincie Groningen. Rapport der commissie over eene verbetering en vereeniging der

Staten der provincie Groningen vastgestelde ontworpen ter algemeene verbetering der scheepvaartkanalen in die provincie. Groningen, 1857. (1215)

1881. Nadere toelichting van de » Beschouwingen van sommigequot; enz. vari den heer Oortwijn, door de Staatscommissie ter zake van do verbetering en vereeniging der scheepvaartkanalen enz. Groningen, 1857. (1215)

1882. Wijnne. [H. A.) Iets over de scheepvaart- en afwateringskanalen in de provincie Groningen. Haarlem, 1857. (1668)

1883. Rapport van de commissie uit het collegie van overste schepper, zijlvesten en scheppers van het Termunter Zijlvest, benoemd op hnnnen gewonen waarsdag van den 5^cl\'¹¹ November 1856, over het verbeteren van den waterstaat in dat Zijlvest. Groningen, 1857. (1441)

1884. Winkler Prins. (^4.) Drie extra-beschouwingen uit do veenkoloniën, over de hergraving van de diepen te Veendam. Wildervank, 1863. (1372)

1885. Kommers Pz. (^1.) De ontworpene kanalisatie van Drenthe uit het ware oogpunt beschouwd en in hare waarde geschetst. Met een kaartje. Groningen, 1847. (318)

1886. Regout. (P.] La navigation sur Ia Meuse et le canal de Maestrlcht a Bois-le-Duc. Secoud recueil complet des documents relatifs aux entravers de cette navigation internationale. La IIaye, 1858. F⁰. (129)

1887. Regout. (P.) De Maas, de Zuid-Willemsvaart en de wateraftappingen in Belgle. \'s Gravenhage, 1859. (2060)

1888. Regout. (P.) Missives aan Zijne Excellentie den Minister van BInnenlandsche Zaken, betrekkelijk de sluiting van de Zuid-Willemsvaart. Maastricht, 1864. F⁰. (156)

1889. Regout. [P.] Missive aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal, betrekkelijk het wetsontwerp tot onteigening van perceelen ten behoeve van den aanleg van een voedingskanaal van de Maas naar de Zuid-Willemsvaart. Maastricht, 1864. F⁰. (156)

1890. Regout. [P.] Beschouwingen over de Maaskwestie, naar aanleiding van het rapport dor Commissie van enquête over den toestand van de Maas en de Zuid-Willemsvaart. \'s Gravenhage, 1861. (2268)

1892. Lesseps. (F. de) Percoment de l\'isthme de Suez. Rapport et projet de la commission internationale. Paris, 1856. (1332)

1893. Bake. (li. W. J. C.) De doorgraving der landengte van Suez en hare gevolgen voor Nederland en zijne koloniën. Haarlem, 1857. (1669)

1894. Negrelli. (A.) De tegenwoordige middelen van vervoer en van gemeenschap van Egypte, in betrekking tot de voor-genomene doorgraving van do landengte van Suez. \'sHage,

1895. Verslag over de vermoedelijke gevolgen der doorgraving van de landengte van Suez voor den handel en de reede-rijen van Nederland. \'sHage, 1859. (2037)

1896. Gerlach jr. (J. A.) Handboek voor dijk- en polderbehecr. \'s Bosch, 1846. (1333)

1897. Galabert. (L.) Canal des Pyrenees joignant l\'Océan èi la Méditerranée Paris, 1831. 4°. (25)

1898. Tour. (J. C. du) Iets over de directie en administratie der dijk- en polderbesturen, \'sBosch, 1825. lquot;⁶ dl. (577)

1899. Geschiedkundige proeve omtrent het beheer der polderzaken in hot eiland Walcheren. Middelburg, 1854. (849)

1900. Gempt. (B. te) Rivierpolders in Nederland. Hunne gebreken en middelen tot herstel. Met kaart en platen. Haarl..

1902. Minnema Buma. (J.) Bijdrage tot de geschiedenis van het dijkregt in Friesland, inzonderheid met betrekking tot de contributie der vijf deelen. Leiden, 1853. (1113)

1903. Memorie van bezwaren on klagten tegen de voortdurende heffing der contributien. ten behoeve van den polder Oud-Herkingen. \'sHage, 1855. (1133)

1904. Jtechteren. (J. H. van) Verhandeling over den staat van den Rijn, de Waal, de Maas en den IJssel en de langs deze rivieren gelegen polders, benevens middelen tot verbetering derzelve. Nijmegen, 1830. 4°. (26)

190,5. Roijen. (A. J. van) De voordeelen der geprojecteerde inpoldering van een gedeelte der Lauwerzee. Gron., 1853. (1441)

1907. Scholten Hz. [J. A.) Beschouwing van de Schie, in der-zelver betrekking als boezem voor de ontlasting van de polderlanden. Rott., 1834. (554)

1908. Wolk. [J. van der] Over de oorzaak der ondiepten in de Lek en Maas en de middelen om de bevaarbaarheid dezer rivieren te bevorderen, en de dijkbreuken en overstroomingen bij ijsgang te verhoeden. Rotterdam. (1441)

1909. Griethuizen. (P. van] Iets of niets, of invallende gedachten over mogelijke voorbehoedmiddelen ter beveiliging onzer zeedijken en zeeweringen, tegen zware zeestortingen en golfslagen. Utrecht, 1834. (554)

1910. Dijckmeester. (H. J.] Iets over het bestaan van de regtsmagt der dijkstoelen en heemraadschappen. Tiel, 1836. (1372)

1911. Donker Curtius. (D.) De regtsmagt der hoog- en andere heemraadschappen betwist. \'sHage, 1834. (849t

1912. Outeren. (Cr. P. van] De regtsmagt van het hoogheemraadschap van Rijnland verdedigd. Leiden, 1835. (849)

1913. quot;Verordening op het onderhoud van de duinen, vastgesteld door het hoogheemraadschap van Rijnland en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zuid- en Noordholland, bij besluiten van 8 en 13 December 1859. (1372)

1914. Meijlink. (A. A. J.] Geschiedenis van hot hoogheemraadschap en der lagere waterbesturen van Delfland. \'sHage, 1847- 50. l^e-4^e afl. (721)

1915. Reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap van den zeedijk beoosten Muiden, ingesteld bij octrooi van de Staten van Holland en Westvriesland van den 7^d«- Mei 1678. Amst., 1844. (849)

1916. Hanedoes. (.4.) Vlugtige opmerkingen bij het nalezen van het reglement op het beheer dor dijken en polders in Noord-Braband. Gorinchem, 1846. (849)

1917. Graaff. {R. J. M. de] Een woord over het bestaan van do wetgevende magt der waterschappen. Amst., 1851. (849)

1918. Graaff. (E. J. M. de] Specimen juridicum inaugurale de po-testate legislatoria collegiorum curatorum, quibus cura ag-gerura et aquarum domandata est. Hag. Com., 1050. (1405)

van het nieuwe reglement voor het hoogheemraadschap van Rijnland, door Mr. X. Leiden, 1853. (849)

1920. Bijcleevorsel. (F. A. M. V. O. van) Bijdrage tot de kennis der hoogheemraadschappen en -waterschappen in de provincie Utrecht. l^ate stuk. Utrecht, 1846. (1991)

1921. Gordon. (A) Iets over de spoorwegen en de stoomwagens op gewone wegen. Met eene plaat. \'sHage, 1837. (528)

1923. Chevalier. (M.) De ijzerbanen beschouwd als de voornaamste materiele middelen ter bevestiging van den vrede in Europa. Naar hel Fransch. Rotterdam. (528)

1924. Gordon. (A.) Stoomwagens op gewone wegen, als algemeen vervoermiddel, mogelijk, nuttig en voordeelig voor Nederland. Met eene plaat. \'sHage, 1838. (528)

1925. Iets over de rigting der lijnen en over de te maken bruggen in het ontwerp van de Regering tot het aanleggen van spoorwegen. Rott., 1860. (2152)

1926. Boogaard. (J. F.) Wet van den 21^8tcn Augustus 1839 [Staatsblad n°. 98), houdende bepalingen omtrent het gebruik der spoorwegen, toegelicht uit de stukken gewisseld tusschen de Regering en de beide Kamers der Staten-Generaal, en de discussien in die Kamers gehouden. \'sHage, 1859. (2061)

1927. Piepers. [M. C. J.) Handleiding voor het beheer van spoorwegen. \'sHage, 1860. (2132)

1928. Een woord aan de Eerste Kamer dor Staten-Generaal, naar aanleiding van het geschrift, getiteld: de hoofdpunten der spoorweg-quaestie. \'sHage, 1860. (2152)

1929. Stieltjes. (T. J.) Naschrift tot de beschouwingen over spoorweg-bruggen. Zwolle, 1860. (2152)

1930. Schiffer van Bleisioijh. (C.) Wat moet er gedaan worden ten aanzien der spoorwegen? Gorinchem, 1860. (2152)

1931. Een woord ter bestrijding op sommige adressen tegen de spoorwegwet. Rott., 1859. (2152)

1932. Open brief aan zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken, over eene concessie voor den aanleg en exploitatie van spoorwegen. Leeuw., 1859.

lende voorgestelde ot\' ontworpen Nederlandsche spoorwegen, bevattende tevens algemeene beschouwingen over de voorwaarden van concessie en van vervoer. Gorinchem , 1859. (2007)

1934. Bredius, (J. P.) W. S. van Beesema en E. Riche. Ontwerp van een algemeen spoorwegnet, aangevraagd den 16\'^ilï,,April 1860. \'s Hage. (2152)

1935. Brouwer de Hogendorp. (M. de] Les chemins de fer Ncêr-landais. Lettre a Son Excellence Monsieur le Ministre des Finances, (Octobre 1857). La Haye, 1858. (2152)

193(ï. Bredius, (J. F.) W. S. van Reesema en E. Riche. Memorie van vergelijking van het wets-ontwerp tot den aanleg van Staats-spoorwegen met de aanvrage om concessie. Dordrecht, 1860. (2152)

1937. Spoorwegen in Nederland, door een voorstander der waarheid. Amsterdam, 1860. (2152)

1938. Een woord over het adres der Amsterdamsch-ütrechtsche commissie betrekkelijk de spoorwegen. Botterdam, 1859. (2152)

1939. Chemin de fer Neerlandais. Note sur les divers systèmes d\'encouragement a accorder par l\'Etat aux compagnies de chemins de fer. La Haye, 1857. (1405)

1940. Concept-voorstel aan de raden der gemeenten Arnhem, Zutphen, Deventer, Zwolle en Kampen. 1857. [Betrekkelijk den aanleg van spoorwegen en de waarborging van renten door de steden.] (1405)

1941. Spoorwegen ia Oost-Nederland. Verslag aan den raad der gemeente Zwolle, tot toelichting van een voorstel der Zwolsche spoorweg-commissie aan de raden der gemeenten Arnhem, Zutphen, Deventer, Zwolle en Kampen. Met kaartje en tabellen. Zwolle, 1858. (1405)

1942. Fijnje. [J. G. W.) Bijdrage tot de kennis van het belang der Nederlandsche spoorwegen. Met kaartje. Dordrecht, 1858. — Bijlagen behoorende bij do bijdrage enz. Dordrecht, 1858. (1659)

1943. Iets tegen iets in de bijdrage van den heer ingenieur J. G. W. Fijnje, betrekkelijk de Nederlandsche spoorwegen. Amst., 1858. (1405)

aan den Minister van Binnenlandscho Zaken en memorie over de noodzakelijke spoorwegen in Nederland en de wijze om het kapitaal tot aanleggen en exploiteren te vinden. 1857. Met kaart. (HOS)

1945. De exploitatie der staats-spoorwegen en de Minister van Binnenlandsche Zaken. 20 Jünij — 3 Augustus 1863. \'sHage, 1863. (2493)

1946. Verslag der maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen over de jaren 1863-65. \'sHage, 1865-66. (2612)

1947. Statuten der maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen. Goedgekeurd bij Z^r. M\'. besluit van 7 September 1863, n⁰. 67. (2493)

1948. V. (P. v.) Beschouwingen over de belangen der Neder-landsche nijverheid naar aanleiding van de behoefte aan spoorweg-materieel. Amsterdam, 1863. (2152)

1949. De spoorweg-quaestie. Overgedrukt uit de Rotterdamsche Courant van 8 November 1864. (2493)

1950. Brugghen. [C. T. van der) Legislation et jurisprudence des chemins de fer dans les Pays-Bas. Amsterdam, 1865. (2661)

1951. De Nederlandsche Rhijnspoorweg-maatschappij en de verbinding Scheveningen - \'s Hage - Gouda, tegenover de Hollandsche ijzeren spoorweg-maatschappij en de verbinding Leiden-Woerden. Amst., I860. (2152)

1952. De verbindingslijn Scheveningen - \'s Gravenhage - Leiden-Woerden, getoetst aan het belang der residentie en aan alle andere openbare belangen. Met eene vergelijkende kaart. Amst., 1860. (2252)

1953. Jongkindt Coninck. (^4.) De meerdere voordeelen van de spoorweglijn Scheveningen - \'s Gravenhage - Leiden -Woerden, boven die van Scheveningen - \'s Gravenhage -Gouda, nader toegelicht. Alphen, 1860. (2152)

1954. Open brief aan hunne Excellentien de Heeren Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Justitie te \'s Gravenhage , door de directie der Nederlandsche Rhijnspoorweg-maatschappij te Amsterdam. Utrecht, 1859. (2152)

1955. Openbare verantwoording van de Nederlandsche Rhijnspoorweg-maatschappij , ten aanzien van de aansluiting te Rotterdam. Amsterdam, 1860. (2152)

1956. Vissering. (S.) Nog een woord over het vraagstuk betreffende de onteigening voor den spoorweg van Leiden naar Woerden. Leiden, 1862. (2152)

1957. Evekink Busgers. Iets over den Rijnspoorweg en de verpligtingen en regten der contractanten. Arnhem, 1845. (1405)

1958. Brief aan houders van oude Rijnspoorweg-aandeelen, na het lezen van de statuten der nieuwe maatschappij. Amst., 1845. (1405)

1959. Verslagen der directie van de Nederlandsche Rhijnspoor-weg-maatschappij, uitgebragt in de algemeene vergadering van aandeelhouders, over de jaren 1857 - 66. *1708)

1960. Vos. (F.) Open brief aan allen, die de veiligheid op den Nederlandschen Rijnspoorweg van belang achten, naar aanleiding van het voorgevallene op den Nederlandschen Rijnspoorweg, nabij Breukelen, den H^¹\' Januarij 1866. Amst., 1866. (2493)

1961. Conrad. (F. W.) Beschrijving van het hulpspoor nabij Delft in den spoorweg van Amsterdam naar Rotterdam. \'sHage, 1847. (1145)

1962. Verslag uitgebragt door de commissie van onderzoek uit de obligatie-houders der Nederlandsche centraal-spoor-weg-maatschappij, in de tweede algemeene vergadering van obligatie-houders, gehouden te Amsterdam op den 29«quot; Junij 1866. (2493)

1963. Een waarschuwend woord aan de houders van obligation der Nederlandsche centraal-spoorweg-maatschappij. Rott., 1866. (2493)

1964. Plan voor de plaatsing van een centraal-spoorweg-station te Amsterdam, en voor den aanleg van een ceintuurbaan om die stad, opgemaakt door de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam. Amst., 1866. F⁰. (168)

1965. Schilthuis Jz. (U. G.) Toelichting van de belangrijkheid en de rigting der noordelijkste spoorwegen in Nederland. Groningen, 1859. (2152)

1966. Een ernstig woord over de Noorder-spoorwegen van Philopatris. \'s Grav., 1859. (2152)

hem-Nijmegeu, tot aan de Fruissischo grenzen, waarvoor concessie is aangevraagd. Nijmegen, 1861. (2152)

1968. Financiële beschouwingen over de vermoedelijke productiviteit der Noorder- en Zuider-spoorwegen. Rotterdam, 1859. (2152)

1969. Memorie betreffende do gemeente Eindhoven in verband met den geprojecteerden Zuiderspoorweg. Eindhoven, 1858. (1405)

1970. Spoorwegen. Memorie over de rigting der zuiderlijn in Nederland, door de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Roermond. Met 2 kaarten. Roermond, 1859. (quot;2152)

1971. Zuid-Nederlandsclie spoorwegen. Ontwerp van een spoorwegnet, in verband met de belangen van den handel en de nijverheid Memorie van toelichtingen, gevoegd bij de aanvraag tot concessie dooi- F. Blanchemanche, Met kaarten, 1859. (2152)

1972. Zal de rigting van de Zuider-spoorweglijn veranderd worden? Amst., 1861. (2152)

1973. Uronkers. (D.) Eenige beschouwingen over het doelmatige tot het daarstellen van een spoorweg uit de hoofdstad van Zeeland door de provinciën Noord-Braband en Limburg. Met een kaartje. Middelb., 1845. (1405)

1974. Verduchene. [II. J. A.\\ Een woord tot wederlegging van de brochure » de Zeeuwsche Spoorwegquot; van den heer D. Dronkors. Middelburg. 1866. (2493)

1975. Verslagen van de directie der Aken-Maastrichtsche spoorwegmaatschappij over de jaren 1853 en 1857. (1176)

1976. Stieltjes. (T. J ] Gegevens omtrent de zaak der spoorwegen op Java. 0 stukken. \'sG-rav., 1863-65. (2541)

1977. Stieltjes. (T. J.) Overzigt van hetgeen met de spoorwegen op Middeu-Java is voorgevallen, \'s Grav., 1864. (2^46)

1978. Inlichtingen op het adres van T. -T. Stieltjes, betrekkelijk den spoorweg van Samarang naar de Vorstenlanden, bevattende den brief van den Minister van Koloniën aan de Tweede Kamer der Staten-Geueraal en 28 bijlagen. F°. (147)

1979. Kaarten behoorende tot de inlichtingen op het adres van T. J. Stieltjes. 4 stukken. (82)

I9tgt;0. Nota over den aanleg van spoorwegen on kanalen o[gt; Java. \'sGrav., 1864. (2493)

1981. Iets over de ijzerbanen en het asphalt-spoor in den straatweg van Amsterdam op Botterdam. \'sHage, 1844. (779)

1982. Diggelen. (B. P. G. van) De beweging der spoordeuren in sluizen, door de drukking van het water op een drijfraam. Met plaat. Zwolle, 1850. (1405)

1983. Ponsonby Craufurd. (Cr.) Tramways. (Chemins de fer a traction de cheval.) Système Soetens. Paris, 1858. (528)

1984. Soetens. (C.) Conversie der 900 mijlen staatsstoomsporen in 1800 mijlen railroutes, met bezuiniging van honderd millioen gulden. Amst., 1861. (2152)

1985. Le chemin de fër du Saint-Gothard sous Ie rapport commercial. Zurich, 1864. (2558)

1986. Berigt wegens den spoorweg tusschen Amsterdam en Keulen. Amst., 1834. (528)

1987. Bedenkingen over den ijzeren spoorweg van Amsterdam naar Keulen. 2^de stuk. Delft, 1834. (528)

1988. De ijzeren spoorweg van Amsterdam naar Keulen verdedigd, benevens andere bijdragen tot de gedachten over den handel. Amst., 1834. (528)

1989. Houten. (W- van] Beschrijving van den ijzeren spoorweg tusschen Liverpool en Manchester. Met eene plaat. Breda, 1833. (528)

1990. Société anonyme des chemins de fer d\'An vers a Rotterdam. Rapport du conseil d\'administration. Exercice 1859. Brux., 1860. 4°. (151)

1991. Feraud-Giraud. [L. J. D.) Legislation des chemins de fer, par rapport aux propriétés riveraines, 2^me partie. Paris, 1853. (2074)

1992. Napoléon Bacqua. Code annoté des chemins de fer fran-(jais. Paris, 1847. (2075)

1993. Meno P\'óhls. Das Recht der Actiengesellschaften mit besonderer Rücksicht auf Eisenbahngesellschaliten. Hamburg, 1842. (2084)

1994. Bessel (A.) und E. Kühlwetter. Das preussische Eisen-bahnrecht. Köln, 1855-57. (1408)

1996. Koch. (IT.) Deutschlands Eisenbalmeu. Versuch einer systematischen Darstellung der Rechtsverhaltnisse aus der Anlage und dem Betriebe Derselben Marburg und Leipzig, 1860. (2213)

1997. Uittreksel uit het verslag der verrigtingen der staatsspoorwegen in Belgie, gedurende het jaar 1859, der wetgevende kamers aangeboden door den Minister van Openbare Werken. (Overgedrukt uit het tijdschrift do Volksvlijt 1860, n⁰. 8-10.) (2152)

1998. Raming van huishoudelijke kosten in het departement Brabant voor 1804. F⁰. (26)

1999. Compte général du trésor public pour l\'an 1806, rendu au Roi par le ministre des finances. 1808. F⁰. (25)

200(^,. Algemeene rekening over de geldmiddelen van het Koningrijk voor het jaar 1807, aangeboden aan den Koning door den Minister van Financien. 1809. F⁰. (24)

2001. Compte rendu au Roi par le ministre des finances rela-tivement aux budgets génëraux des recettes et dépenses des exercices 1813, 1814, 1815, 1816 et 1817; contenant un état général de la situation du trésor a i\'époque du 1 janvier 1818. F°. (74)

2002. Compte rendu des recettes et dépenses du royaume des Pays-Bas pendant l\'année 1816. — ld. pendant l\'année 1817. F». (73)

2003. Gogel. (J. J. A.) Memorien en correspondentien, betrekkelijk den staat van \'s Rijks geldmiddelen in den j are 1820. Amsterdam, 1844. (686)

2004. Staatsbegrootingen van 1807, 1818-30, 1842-67. — Tienjarige in 1830 afgestemd. — Begrootingen van de administratie der justitie en van het Departement van Justitie, 1813-17, 1820-24 en lö26. F⁰. (12)

^005. Hubert. [J.) Aper^u sur les recettes et les dépenses do 1830 a 1847, du royaume de Belgique, et de leurs résultats. Bruxelles, 1847. 4°. (54)

2006. Observations de la cour des comptes en Belgique en soumettant, après vërification, a la législature le compto général des finances, années 1836, 1839-49, 1851-54. F⁰. (56)

2007. Budget du Ministère de Ia Justice en Belgique pour les exercices 1861-64, 1867-68. F°. (122)

2008. Geschichtliche Darstellung der Niederlandischen Finan zen seit der wiedererlangten Selbststandigkeit des Staates in 1813. Amsterdam, 1829. (174)

2009. Misslsippi! Nederlands tegenwoordige financiele nood, Nederlands aanspraken op krediet: reddingsmiddel. Arnhem, 1839. (159)

2010. Iets over de financiele aangelegenheden van het Rijk. \'sHage, 1840. (159)

2011. Kruseman. (lt;/.) Wederlegging van lets over de financiele aangelegenheden van het Kijk. \'sHage, 1840. (159)

2012. Publieke effecten, met betrekking tot geldbelegging. Amsterdam, 1842. (159)

2013. Onvooringenomen opmerkingen tot toelichting van \'s lands financieel herstel. 3^dt en 4\'^Ia st. Amst., 1843-44. (173)

2015. Doorman. [J.) Neerlands financiewezen van den vroegeren en tegenwoordigen tijd,in verband met handel, koopvaart, marine, muntstelsel, armwezen enz., met opgaven omtrent den toestand van andere rijken. Utrecht, 1847. 2 dln. (120)

2016. Weeveringh. (J. J.) Handleiding tot de geschiedenis der staatsschulden. Haarlem, 1852-55. 2 deelen. (625)

2017. Het ontwerp van wet tot vrijwillige verwisseling van staatsschuld, beoordeeld door E. (Uit de Amsterdamsche Courant.) Maart, 1854. (1134)

2018. Buijs. [J. T.) De Nederlandsche staatsschuld sedert 1814. Haarlem, 1857. (1666)

2020. Nederlandsche Bank, 1864 - 66. Verslagen van den president en verslagen van de commissarissen, uitgebragt in de algemeene vergaderingen van stemgeregtigde aandeelhouders. Amsterdam, 1865-66. 4°. (175)

2021. Hall. [F. A. Baron van] Do uitkomst bevestigt de linau-tieele opgaven door den Minister van Finantien in 1860 gedaan, \'s Gravenhage, 1861. (159)

2022. Kist. (J. G.) Het grootboek van Openbare Schuld, uit een burgerlijk regtelijk oogpunt beschouwd. Amst., 1865. (167)

2023. Beredeneerd overzigt van eenige Nederlandsche nationale en particuliere schuldbrieven en geldleeningen van vreemde Staten, in verband gebragt met do ontworpen rentevermindering of aflossing van staatsschuld in Nederland. \'s Gravenhage, 1844. (159)

2024. De voorgedragen belasting op de bezittingen, aan staathuishoudkunde en grondwet getoetst, door m\'. X. Leiden , 1848. (159)

2025. Drucker. (L.) De ware beginselen van het staatscrediet, bijzonder met betrekking tot Nederland, verdedigd tegen de valsche en gevaarlijke stellingen van het Hoofd en den regtsgeleerden aanhang van het Ministerie van Financiën. Amst., 1842. (1976)

2(126. Keijzer. (L.) Verslag namens het comité der Spaanscho fondsenhouders in Nederland, in eene algemeene vergadering in 1844 afgelegd. Amsterdam. (45)

2027. Muller. (J.) De toestand der Nederlandsche financien en de middelen tot herstel. Amst., 1849. (159) _v 2028. Woelderen. (C. L. van) De volksopvoeding en armverzorging, beschouwd als het zekere redmiddel in den financielen toestand des vaderlands. Arnhem, 1849. (159)

2029. Albarda. (B.) Het heil van den Staat de hoogste wet. Bijdrage tot eene verbeterde staatshuishouding in Nederland. Leeuwarden, 1843. (159)

2030. Muller. (J.) quot;Wat Nederland behoeft, behalve Grondwet-herziening. Amst., 1849. (159)

2031. Ontwerp eener conversie in verband met eene algemeene belasting op de inkomsten, \'s Hage, 1843. (159)

2032. Eru. ig woord aan hen die uit waarachtig pligtsgevoel deel namen in de leening. Arnhem, 1844. (159)

2033. Hoogenhuijze. (D. P. van) De beschouwingen over het beheer en de verantwoording der Staats-financien van den referendaris H. L. Fievez aan onze ware belangen getoetst, \'s Hage, 1849. (255)

2034. Fievez. (H. L.) Mijn antwoord op de critiek van mijn ambtgenoot. (D. P. van Hoogenhuijze: De beschouwingen, enz.) \'sHage, 1849. (255)

2035. Donker Curtius. [F. C.) De comptabiliteitswet. Greon regt meer tegen den Staat. \'sHage, 1853. (255)

2036. Swart, (i^.) Iets over de banken van leening, volgens het Koninklijk besluit van den 31»^ten October 1826, n°. 132, geene woekerende instelling. Eene aanwijzing der middelen om tegen het misbruik te waken en ter bereiking van het doel baars bestaans. Haarlem, 1850. (45)

2037. Heel Bz. (C. J. van] De geschillen over banken van leening, nu twee eeuwen geleden, in Nederland gevoerd, \'s Gravenhage, 1858. (2054)

2038. Weeveringh. [J. J.) Geldbelegging. Vervolg en toelichting van: staatskrediet en partikulier krediet. Viertal brieven over de financiële kwestiën van den dag. 1quot; stukje. Geldbelegging in staatseffekten. Haarlem, 1860 (2379)

203\'.\'. Doorman. {II. J.) Financieele beschouwingen. Hot op beleening of prolongatie uitzetten van gelden, \'s Grav., 1866. (2650)

2040. Fievez. [H. L.) De open brief, twee stelsels, van den heer O. W. Hora Siccama beantwoord: als handschrift gedrukt. (45)

2041. Zuijlen van JVievelt. (van) Een woord naar aanleiding van den open brief van den heer O. W. Hora Siccama, aan zijne medeburgers, met het opschrift; Twee stelsels. (Niet in den handel.) (45)

2042. Wulfften Palthe. [van) De omloop van vreemde munt in Nederland, bijzonder in Twenthe. Zwolle, 1864. (159)

2043. Stappers. (A. de) Mëmoire agricole, financier, politique et commercial, tendant a prouver que les biens, dont la banque de Bruxelles a été mise en possession, n\'ont jamais cessé d\'appartenir a la nation etc. Bruxelles, 1827. (544)

2044. Dinger. (J.) Overzigt van alle ter beurze van Amsterdam verhandeld wordende binnen- en buitenlandsche effecten, met opgaven, zoo veel mogelijk van derzelver geschiedkundigen oorsprong, de hoegrootheid en de voorwaarden der negotiatie, enz. Amst., 1855. — Supplement tot het overzigt enz. Amst., 1858. (126)

*2045. De hedendaagsche geldbelegging in effecten, spoorweg-aandeelen, bank-actiën en andere fondsen. Eeno waarschuwing voor alle geldbezitters en speculanten in Nederland, door een oud-bankier. Amst., 1866. (45)

2046. Prince. [J. P.] Handboek of verzameling van wetten, besluiten en instructien betreffende de invordering van \'s Rijks directe belastingen, in verband met het 3^dehoofdstuk der gemeentewet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n°. 85). Gorinchem, 1852. (431)

2047. Meijer Bing. (-4.) Verzameling van alle wetten betrekkelijk de directe en indirecte belastingen, in- en uitgaande regten en accijnsen, met daartoe betrekkelijke Koninklijke besluiten, ministeriele resolutien en regt-spraak van den Hoogen Raad der Nederlanden, lquot;quot; tot ll^de stuk. (83)

2048. Warnaars. [ J. H.) Betoog over de noodzakelijkheid eener herziening van het belastingstelsel van 1806 en hoofdzakelijke wederlegging eener oppositiestelling, voorkomende in deel 21, stuk 8, van het Staathuishoudkundig tijdschrift van M\'. B. W. A. E. Sloet tot Oldhuis in verband beschouwd met de doorgraving van Holland op zijn smalst en de te verbeteren waterwegen van Rotterdam naar zee. Kampen, 1862. (2206)

2049. Chronologische tafel der stukken vervat in de verzameling der wetten, besluiten en aanschrijvingen, betreffende de directe belastingen en de in- en uitgaande regten en accijnsen, over de jaren 1823-1859, -voor zoover die niet hebben opgehouden van kracht te zijn. (2131)

2050. Circonscriptie der provinciale directien, contróles en kantoren van de directe belastingen, in- en uitgaande regten en accijnsen; met aanwijzing der gemeenten van elk kantoor, volgens de administrative indeeling, alsmede van de klasse, waaronder elk kantoor aangenomen is te behooren, zoo als die indeeling bestond op den 31\'^ten December 1860. (2245)

2051. Reglement op de comptabiliteit, gearressteerd den 14^dquot; Junij 1819, benevens liet extract uit het Algemeene Reglement, wegens het beheer der geldmiddelen in bet Koningrijk der Nederlanden, voor zooveel betreft die bepalingen welke meer bijzonder betreffen of in verband staan tot de comptabiliteit der administratie voor de directe belastingen enz. Zalt-Bommel, 1843. (662)

2052. Tjephema. (A. P.) Hand- en formulierboek voor deurwaarders der rijks- en der plaatselijke directe belastingen. Leeuwarden, 1866. (2774)

2053. Volledig zamenstel der verordeningen betreffende do salarissen en verschotten van deurwaarders der directe belastingen. \'sHage, 1845. (1291)

2054. Ons belastingstelsel, oorzaak van Nederlands verval, met aanwijzing der middelen tot herstel. Delft, 1849. (34)

2055. Heim. (H. J. van der) Gemeente-belastingen. Brief aan M^r J. L. de Bruyn Kops. Amsterdam, 1864. (2206)

2056. Santhagens. [J. J. A.) Wat kan men voor \'s Rijks hoofdstad doen ? Een woord over de vrijwillige conversie der stedelijke schuld en over de herziening van het belastingstelsel van Amsterdam, Amst., 1856. (1245)

2058. De herziening der belastingen voor het Rijk en de gemeenten in onderling verband beschouwd. Amsterdam, 1856. (34)

2059. Booij. (C. de) Handleiding voor de ambtenaren der directe belastingen en fabrikanten van binnenlandsch gedistilleerd uit aardappelen in Nederland. Gorinchem, 1845. F⁰. (100)

2061 Gericke. Redevoering uitgesproken in de zitting van do Tweede Kamer der Staten-Generaal, op den 28\'^ten April 1827, bij gelegenheid van de discussion over de wet op de gelijkmaking der grondlasten; uit het Fransch vertaald. Deventer, 1827. (2206)

2062. De evenredige verdeeling der grondbelasting, thans in behandeling bij de Staten-Generaal. Breda, 1858. (34)

2063. Ciriaci. (J. P.) Memorie van bezwaren omtrent het wetsontwerp nopens de heffing der grondbelasting in Limburg, aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingediend. Haarlem, 1863. (2206)

2064. Wynne. (H. A.) De heffing der provinciale opcenten op de grond- en personele belasting in de provincie Groningen. Gron., 1865. (2206)

2065. Huizinga. (J.) Wetten op de personele belastingen tot en met 1846. Groningen, 1847. (219)

2066. Ciriaci. (J. P.) Het volledig zamenstel der wettelijke verordeningen op de personele belasting, met toestemming en onder goedkeuring van Zijne Excellentie den Minister van Financien uitgegeven; toegelicht uit de onderscheiden besluiten, resolutien, enz., betrekkelijk de uitvoering en het regt verstand dier verordeningen, \'s Grav., 1661. (2241)

2067. Ciriaci. (J. P.) Het wetsontwerp op de personele belasting, bij Koninklijke Boodschap van 30 December 1863 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingezonden, beoordeeld. Haarlem, 1864. (2570)

2068. Handboek voor de schatters der personele belasting. Gorinchem, 1850. (495)

2069. Loos. (W.) Wegwijzer voor de ambtenaren van \'s Rijks belastingen, bevattende eene beknopte verzameling van alle wetten op den in-, uit- en doorvoer en de accijnsen, mitsgaders personele belasting 5^lt;le en 6^de grondslag, de vrijdommen en algemeene tarieven van leges on emolumenten , toegelicht met resolutien, vonnissen van verschillende regtbanken en arresten van den Hoogen Raad. Zwolle, 1859. (2174)

2070. Oude. [D de] Neêrlands behoud, of plan tot het invoeren van eene belasting op de inkomsten, ter vervanging van al de thans teu behoeve van den Staat geheven wordende belastingen. Middelburg, 1819. (159)

2071. Voorthui jam Hz. (E. van] De directe belastingen, inzonderheid die op de inkomsten. 2 deelen. Utrecht, 1848.(1682)

2072. Fransen van de Putte. [J.] Beschouwingen betreffende den aard en de strekking, benevens de wijze van toepassing van den hoofdelijken omslag. Goes, 1857. (34)

2073. Bruijn Kops. (J. L. de) Over indirecte belasting als middel van plaatselijke inkomsten. Leyden, 1851. (36)

2074. Mulder. (G.) De afkoop van het gradeerwerk te Katwijk. Rotterdam, 1851. (890)

2075. Mulder. (G.) Eerste bijlage tot: De afkoop van het gradeerwerk te Katwijk. Rotterdam, 1851. (391)

2076. Reus. (L. P. de) Verslag wegens de hem aangedane actie door de administratie der indirecte belastingen te Rotterdam in den jare 1814 en de daaruit ontstane procedures. Rotterdam, 1816. (474)

2077. Wet van 26 Augustus 1822 (Staatsblad n⁰. 38), over do heffing der regten van in-, uit- en doorvoer en van de accijnsen, alsmede van het tonnegeld der zeeschepen. (2209)

2078. Potter. [J. C. de) Algemeene wet van 26 Aug. 1822 (Staatsblad nquot;. 38), over de heffing der regten van in-, uit- en doorvoer en van de accijnsen en het tonnegeld der schepen, toegelicht uit de besluiten, discussion enz., tot op 1 Julij 1839. 2^de druk. Gorinchem, 1839. (430)

2079. De herziening van het tarief der in- en uitgaande regten in Nederland, door de redactie van het dagblad VIntelligence. Maastricht, 1857. (1251)

2080. De bezwaren van de Nederlandsche industrie tegen het wets-ontwerp tot herziening van het tarief van in-, uiten doorvoer, verzameld door P. Regout. \'s Hage, 1859. F². (113)

2081. Regout. (P.) Missive aan Z. Exc. den Minister van Financien, houdende verzoek om tot geene herziening van het Tarief van In- en Uitgaande Regten over te gaan. Met bijlagen. Maastricht , 1861. (2320)

2082. De bezwaren van handel en nijverheid tegen het wetsontwerp tot herziening van het tarief van in-, uit- en doorvoer, verzameld door P. Regout. \'sHage, 1861 en 1862. F⁰. (128)

2083. Assum (J. van) en H. C. Hauewinckel. Wet van den !amp;quot; Augustus 1862 (Staatsblad n⁰. 70), houdende vaststelling

van het Tarief van regten op den in-, uit- en doorvoer, waarbij zijn gevoegd de artikelen, die vroeger bij de renvooijen van het Tarief van den 19^(Ien Junij 1845 [Staatsblad n°. 28) en bij latere beschikkingen onder goederen werden gerangschikt, welke thans aan regten onderworpen zijn; alsmede de besluiten en voorschriften nopens de uitvoering der wet. Botterdam, 1862. (2479)

2084. Tarif des droits d\'eutrée et de sortie des Pays-Bas, modifié par la loi du 1 sept. 1854 et les lois de navigation du 8 aoüt 1850. La Haye, 1854. (578)

2085. Eouricius. [L G.) Gedachten over de accijnsen en de directe belastingen en over eene belasting op de inkomsten. Utrecht, 1848. (34)

2086. Eouricius. [L. G.) Een woord aan mijne mede-ambtenaren in Friesland ter opwekking van den geest van getrouwe pligtsbetrachting, die hun eigen is. Leeuwarden, 1840. (\'18)

2087. Voorthuysen Hz. (JE. van) Over het invoeren en afschaffen van accijnsen. Utrecht, 1851. (34)

2088. Voorthuijsen Hz. (E. van] Het invoeren en afschaffen van accijnsen nader toegelicht. Utrecht, 1851. (34)

2089. Sir Robert Peel\'s redevoering over do voorgenomen hervorming in het Engelsche tarief van inkomende regten, gehouden in het Lagerhuis den 27^ate,1 Jan. 1816. Amst., 1846. (1290)

2090. Meijer. (lt;/.) Tarief van regten op den in-, uit- en doorvoer , benevens het tarief voor de makelaars. Amst., 1845. (578)

2091. Belasting op de levensmiddelen bezwarend voor de be-hoeftigen. Amst., 1846. (77)

2092. Huizinga. (J) Wetten op het gemaal tot en met 1846. Groningen, 1847. (221)

2093. Huizinga. [J.) Wetten op het geslagt tot en met 1846. Groningen, 1847. (220)

2094. Sandick. [L. R. van] Volledig zamenstel der wettelijke verordeningen nopens den accijns op het geslagt. Amst., 1860. (2206)

2095. De accijns op den turf, beschouwd in zijn wezen en gevolgen door een gezelschap van veenlieden. Assen, 1841. (34)

2096. Voorthuijsen Hz. (E. van) Over het afschaffen van den turf-accijns. Utrecht, 1851. (34)

2097. Evers. (H.) Volledig zamenstel der wettelijke en administratieve verordeningen betrekkelijk den accijns op den turf uit de reguliere veenderijen. Met eene plaat. Gron., 1856. (34)

2098. Perk. (B. 31.) De wet op de bieren en de Nederlandsche brouwerijen. \'sHage, 1854. (451)

2099. Haan Pz. [P. de) De invoer van thee ter overweging voorgesteld. Leyden, 1827. (223)

2100. Knijper. (J.) Wet, houdende bepalingen omtrent den accijns op het binnenlandsch gedistilleerd van 20 Junij

2101. De beetwortelsuiker-fabricatie, in verband tot don accijns. Dordrecht, 1863. (2206)

2102. Berff. (O. O. van den) Wenscht de regering door het wetsontwerp, houdende bepalingen omtrent de heffing en verzekering van den accijns op de binnenlandsche suiker, eene uitbreiding, of liever eene vestiging van die nijverheid in ons vaderland te bevorderen, of wel tegen te werken? Zwolle, 1866. (2206)

2103. Tractaat den 8quot;™ November 1864 gesloten tusschen Nederland, Belgie, Engeland en Frankrijk, tot regeling van de suikerbelasting en het te dier zake aan de Ministers van Buitenlandsche Zaken en van Financien gedaan rapport, \'s Gravenhage, 1864. F⁰. (158)

2104. Oosterwijk Braijn. (P. A. van) Akademisch proefschrift, bevattende beschouwingen over eene belasting op koffij. Utrecht, 1863. (2507)

2105. De overeenkomst tusschen Nederland en Pruissen van den li\'⁵™ Julij 1851, tot wering van den sluikhandel. Amsterdam, 1865. (2206)

2106. Meijer. [A. IJ.) Mijn streven en offeren voor zedelijkheid, weldadigheid on billijkheid; billijkheid ook jegens de bedrukte hoofdstad. Amst., 1857. (393)

2107. Toelichting van het vernieuwd voorstel eener noodige, nuttige en financieel voordeelige staatsloterij, naar het stelsel bekend als M\'. A. D. Meijer\'s plan van loterij. Amsterdam, 1863. (159)

2108. Breugel. (R. van) Esquisse historique et élémentaire sur la contribution foncière et le cadastre. Brux., 1828. (81)

2109. Vintcent. [J.) Bijdragen ter bevordering der beoordeeling van het kadaster. \'sHage, 1835. (34)

2110. Tonderen. (A. van) Beschouwing der kadastrale uitkomsten in Vriesland. Leeuwarden, 1842. 4°. (16)

2111. Breugel, (J. F. van) Methodiek overzigt van de thans in het Koningrijk der Nederlanden nog werkende wetten en gouvernements-besluiten in zaken van zegel, registratie en griffie. Zutphen, 1828. 4°. (14)

2112. Schuurman. (L. N.) Wet op bet regt van zegel, met vermelding der latere wetten tot wijziging dier wet en alphabetisch register. Zwolle, 1859. (2068)

2113. De belastingen van den veertigsten penning en bet zegel v in bare bedoeling en baar onderwerp, naar eenvoudige

grondbeginselen ter algemeene bevatting opengelegd, door eenen inboorling van de Noordelijke gewesten van het Rijk. Amst., 1817. (2520)

2114. Methodieke verzameling van de wetsbepalingen, de administrative beslissingen en de regtspraak omtrent het zegelregt op drukwerken en advertentien en hetgeen verder betrekking heeft op den boekhandel. Met statistieke opgaven en een register, \'s Gravenhage, 1867. (2819)

2115. Gelder. [W. de) en B. F. Houthuijsen. Handleiding voor de toepassing der ordonnantie op de heffing van het regt van het klein zegel in Nederlandsch-Indie, met alphabetisch register, tarieven, enz. Batavia, 1865. (2660)

2116. Iets over het gebruik van gedrukte formulieren (imprimés) in burgerlijke en handelszaken, naar aanleiding van art. 14, alin. 3, wet op het zegel, dd. 3 October 1843 [Staatsblad n⁰. 47), in verband met art. 22, n⁰. 4, van het thans aanhangig ontwerp-zegelwet. Overgedrukt uit de Nieuwe Bijdragen voor Regtsgeleerdheid en Wetgeving, deel XIV, bl. 424. (2520)

2117. Bedenkingen over het Hollandsche zegel-regt en het Fransche regt van registratie. Amsterdam, 1815. (2520)

2118. Tegenbedenkingen of vergelijking van de registratie met het zegel, \'s Gravenhage, 1816. (2520)

2119. Iets over de registratie en het zegel, of wederlegging van zeker geschrift, getiteld; Bedenkingen over het Hollandsche zegelregt en het Fransche regt van registratie, door een ambtenaar van het bestuur der registratie. Utrecht. 1816. (2520)

2120. Laer (C. R. S. toe] en E. C. Handt. Verdediging der bedenkingen over het Hollandsche zegelregt en het Fransche regt van registratie, tegen het geschrift, uitgegeven onder den titel van: Tegenbedenkingen of vergelijking van de registratie met het zegel. Amst., 1816. (2520)

2121. Cohen. [J ] Brief aan de heeren M^r. C. R. S. toe Laer en E. C. Bondt, notarissen te Amsterdam, over hunne verdediging der bedenkingen op het Hollandsche zegelregt en het Fransche regt van registratie. Amst., 1816. (2520)

2122. \'a\' Gravenweert. [J. van) Iets aan de notarissen Mquot; C R. S. toe Laar en E C. Bondt te Amsterdam over zekere bewoordingen, voorkomende in hunne verdediging der bedenkingen over het Hollandsche zegelrecht. Amst., 1816. (2520)

2123. Gelder. (W. de] Adviezen op het gebied van zegel, registratie, successie, hypotheken en notariaat. l^,te jaarg. nquot;. 1. (1319)

2124. Verzameling van decisien, arresten en vonnissen, de zegel-, registratie-, griffie-, hypotheek- en successie-regten, mitsgaders de domeinzaken betredende, uitgegeven door eenige hoofdambtenaren bij het bestuur der

registratie en domeinen. In bet Hullandscli en Franscli. In het Fransch onder den titel van: Recueil de decisions etc. \'sHage, 1818-30. 26 deelen. (1115)

2125. Algemeene verzameling van decisien, arresten en vonnissen, de zegel-, registratie-, griffie-, hypotheek- en successieregten, mitsgaders het notarisambt en de reg-terlijke en administratieve autoriteiten betreffende. Zijnde een vervolg op de Verzameling van decisien enz. \'sHage, 1831-37. 14 deelen. (1116)

2126. Periodiek woordenboek van administrative en geregtelijke beslissingen !n zake van registratie, zegel, griffie, hypotheken, success:e-regt, kadaster, notariaat, enz., enz. Uitgegeven door eenige hoofdambtenaren bij bet hoofdbestuur der registratie, enz. \'sHage, jaargangen 1831-66. Register, 1829-35; 1836-40. (887)

2127. üije Pieterse. (Th. van) Opmerkingen betrekkelijk het ontwerp van wet op de registratie. Niet in den handel. (2520)

2128. Hoytema. {A. van) Ophelderingen, de wetgeving der registratie betreffende. 2 dn. Zwolle, 1857. (1411)

2129. Aanwijzing en omschrijving van datgene wat gevorderd wordt tot bet examen der surnumeraireu van de registratie. Leiden, 1847. (482)

2130. Een woord over bet examen van surnumerairen der registratie en over andere examens, in bet belang van een aantal huisvaders. Zalt-Bommel, 1846. (2520)

2131. Die Gesetze vom 9 Februar und 2 August 1850 über die Gebühren von Rechtsgeschaften, Urkunden, Schriften und Amtsbandlungen mit den seit ihrer Wirksamkeit erflossenen Gesetzen und Verordnungen, welche die Ergiinzung, Erlauterung, Abiinderung oder den Vollzug diezer Gesetze zum Gegenstande haben. Vom Finanzmi-nisterium veranstaltete Ausgabe. Wien, 1863. 4°. (172)

2132. Das Gebührengesetz vom 9 Februar 1850, cebst dem Gebührengesetze vom 13 Dezember 1862 und allen übrigen, zu denselben erflossenen Gesetzen und Verordnungen. quot;Wien, 1863. (2468)

2133. Ghampionnière et Rigaud. Traite\' des droits d\'enregistre-ment, de timbre, d\'hypolhèque et des contraventions a Ia loi du 25 ventósc an XI. Bruxelles, 1852. (1398)

2134. Spree, (J. H. M.) M. P. Smissaert, S. Uarstra en m\' Ph. A. Holsboer. De wet op het regt van successie en van overgang, uit de officiële stukken toegelicht, met de vroegere wetgeving vergeleken en met aanteekeningen voorzien, \'s Gravenhage, 1859. (2113)

2135. De wet op het regt van successie en van overgang. Met eenige aanteekeningen. Amsterdam , 1859. (2590)

2136. Wet op het regt van successie en overgang, toegelicht en met aanteekeningen voorzien door een ontvanger der registratie en domeinen. Zwolle, 1867. (2812)

2137. Bax A. Fz. (C.) Handboek voor het regt van successie en het regt van overgang. 2^d\' druk. Haarlem, 1818. (67)

2138. Guide des héritiers et des préposés aux droits de succession et mutation par décès. Bruxelles, 1821. (1677)

2139. Schuurman. [L. N.) Wet van 12 April 1850, tot vaststelling van het briefport en tot regeling der aangelegenheden van de brievenposterij, gewijzigd bij de wet van 5 Julij 1855, met daartoe betrekkelijke besluiten en vermelding van resolutien ter uitvoering en alphabetisch register. Zwolle, 1863. (2475)

2141. Alphabetische lijst der bestaande autoriteiten, collegien, ambtenaren en personen aan wie vrijdom van briefport is toegekend. 1 Maart 1858. F⁰. (97)

2143. Handboek of opgaven en inlichtingen nopens de brief-posterij, diligences, postwagens, enz., in de Nederlanden. 1823. (1524)

2144. Smith. (J. J.) Verzameling van voorschriften omtrent de buitenlandsche briefwisseling of handleiding bij de toepassing derzelve, tabellarisch bewerkt, benevens 2 bijbladen. Breda, 1852-54. (508)

2145. Chalmot. [L H. A. de) Gids voor de briefwisseling met het buitenland. Amst., 1863. (2328)

2146. De wet op de hypotheken van 16 Junij 1832 in verband met latere wetten en bepalingen dienaangaande, benevens het tarief van het honorarium der hypotheekbewaarders. Haarlem, 1851. (261)

2147. De nieuwe wetgeving aangaande de bewaring van de hypotheken en het kadaster, \'s Gravenhage, 1838. (236)

2148. Breugel. [R. van] Des hypothèques, du droit de timbre et de greffe, ou observations sur le rapport de la commission crëëe par déeret de Sa Ma j es té, du 15 Juillet 1815, et sur les projets de loi relatifs a leur organisation et conservation. Bruxelles, 1817. (2592)

2149. Martou. [M.] Des privilèges et hypothèques ou commen-taire de la loi du 16 Décembre 1851 sur la révision du régime hypothécaire. 4 volumes, 1855-57. (2071)

2150. Loi sur la révision du régime hypothécaire, accompagnée de tous les documents officiels relatifs a la loi; suivie d\'une table analytique et alphabétique, d\'une table des orateurs, etc. Moniteur du 22 Décembre 1851, n⁰. 356. 2^I,1• édition. Bruxelles, 1852. (2809)

2151. Over het groote gevaar om geld onder hypotheek te plaatsen of vaste goederen te koopen in Nederland, of betoog van de dringende behoefte aan eene nadere wet betrekkelijk het hypotheekwezen, door een ambtenaar bij het vak der hypotheekbewaring. 2\'^1lt;! druk. \'sHage, 1842. (2440)

2152. Spoor. {W. L. J.) Eenige opmerkingen omtrent de pleitrede van Jh\'. M\' L. Verheijen, advokaat ta \'s Hertogenbcsch, in zake van den heer K. F. C. Earon van Hemert tot Dingshof, bewaarder der hypotheken en van het kadaster te Amsterdam, \'s Hertogenbosch, 1862. (2440)

2153. Faber. [G. J. A.) Hypotheek eu do hypotheekbanken in \' Nederland. Eene lezing. Rotterdam, 1862. (2346)

3154. Over voorschotten op hypotheek in het buitenland. Present-exemplaar (niet in den handel). Amst., 1864. (2328j

2155. Schuurman. (L. iV.) Wet van 18 September 1852, omtrent den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken, met aanteekeningen, ontleend aan de beraadslagingen bij de Staten-Generaal en alphabetisch register. Zwolle, 1852. (2475)

2156. Steenbergen, [van) Handboekje voor juweliers, kooplieden , goud- en zilversmeden, horlogemakers, enz., bevattende de wet op den waarborg, met belangrijke aanteekeningen omtrent de uitvoering van die wet en een alphabetisch register, benevens oen aantal tabellen en berekeningen betrekkelijk de gehalten, den prijs en de belasting van goud- en zilverwerk, enz., enz. Arnhem, 1863. (2514)

2157. Handboekje voor patentpligtigen, of volledige verzameling der wetten en verordeningen op het regt van patent, met aanteekeningen, enz. \'sGravenhage, 1833. (1566)

2158. Ciriaci. [J. P.) Volledig zamenstel der wettelijke verordeningen op het regt van patent. \'sHage, 1843. (89)

2159. Wïjnne. (H. A.) De wet op het regt van patent uit een handels- en staathuishoudkundig oogpunt beschouwd. Groningen, 1853. (34)

2160. Fraser Esq. (J.) Handy-book of patent and copyright law English and foreign. London, 1860. (2240)

2161. Tjarda van Starkenborgh. (L.) Ontwerp van een adres van werkbazen aan den Koning, tot afschaffing van het patentregt en invoering van gilden. 1818. (34)

2162. Evers. (H.) Aanwijzing der bestaande hoofdgebreken in de heffing van het patentregt. Groningen, 1851. (34)

2163. Reglementen vervaardigd door het Nationaal Synode der Nederlandsche Hervormde kerk en goedgekeurd door den Koning den 30■^te,, Julij 1816. \'sHage, 1816. (1219)

[De reglementen betreffen; het examen en de toelating tot het leeraavs-ambt; de classikale kosten; het godsdienstig onderwijs; de kerkvisitatie ; de vacaturen en de beroeping en het ontslag van predikanten.]

2164. Reglement op de uitoefening van kerkelijk opzigt eu tucht bij de Hervormden en de behandeling van kerkelijke aanklagten en geschillen. \'sHage, 1817. (1695)

2165. Toelichting van het gerevideerd algemeen reglement voor het bestuur der Hervormde kerk in het koningrijk der Nederlanden, in de Synode des jaars 1848 ontworpen en provisioneel gearresteerd. Leeuwarden, 1848. (1261)

2166. Tijdeman. [J. TF. 1 Het ontwerp van gerevideerd algemeen reglement voor het bestuur der Hervormde kerk in het Koningrijk der Nederlanden aan beginselen getoetst. Amsterdam, 1849. (1261)

2167. üden Masman Jr. (H.) De nieuwe kerkelijke reglementen , uitgevaardigd door de algemeene synode der Neder-landsche Hervormde Kerk. Gron., 1858. (2011)

2168. Fra.nck.en. {A.) Iets over het kerkelijk bestuur bij de Hervormden in Nederland. Utrecht, 1847. (1261)

2169. Extract uit het register der resolutien van het departementaal bestuur van Braband en rapport betrekkelijk de bezwaren van de predikanten, kosters en voorzangers in dat departement. 1805. (1219)

2170. Houten. (A. J. van) Iets tot toelichting ten aanzien van de adressen aan de hooge magten van Staat, tot voorkoming van het sluiten van een concordaat en het herstel der Hervormde kerk op de grondslagen van hare oorspronkelijke kerkinrigting. Leerdam, 1842. (1266)

2171. Groen van Prinster er. (G.) De maatregelen tegen de af ge scheidenen aan het staatsregt getoetst. Leiden, 1837. (1265)

2172. Kerkelijk staatsregt. Onderzoek van de brochure: De maatregelen enz. \'sHage, 1837. (1265)

2173. Kerkelijk staatsregt. Antwoord aan den heer mr. G. Groen van Prinsterer. [Uit het Journal de la TLaye.] \'sHage, 1837. (12G5)

2174. Régiemens ge\'ne\'raux et particuliers, a Tusage des églises wallonnes du royaume des Pays-Bas. La Haye, 1818. (1522)

2175. Kist. (xV. C.) Handelingen der Zuid-Hollandsche Synode, betreffende de zaak en leer der Remonstranten van het jaar 1619-1805. Leiden, 1836. (325)

het Israëlitisch kerkgenootachap in Nederland. l^aquot; deel. Amsterdam, 1851. (1857)

2177. Salvador. [M.) Eenige opmerkingen betreffende eene toekomstige hervorming van de Israëlitische eeredienst in Nederland. Haarlem, 1849. (126C)

2178. Eome en Belgie, of wat wil de Paus nog in de XIX^d\' eeuw, en wat moeten de Regeringen? Door een vriend van waarheid en algemeene vrijheid. Uit het Hoogduitsch. Kampen, 1832. (479)

2179. Lanjuinais. (Le Comte) Dissertation sur les concordats, suivie du texte officiel de toutes les pieces formant les concordats de 1801 et de 1827. Liège, 1827. (341)

2180. Pradt. (.. de] Concordato de la America con Roma. Tra-ducido al castellano. Bruxelles, 1827. (432)

2181. Verzameling van officiële stukken enz., betrekkelijk het concordaat (van 1827). \'sHage, 1841. (12r)6)

2182. De pragmatieke sanctie van het jaar 1438 en het concordaat tusschen Leo X en Frans I, in 1516. Amst., 1841. (1266)

2183. Het concordaat Een woord aan mijne medekatholijken, ter geruststelling der protestanten in Nederland. Dockum, 1841. (126G)

2184. Kints. [C. van) Het goed regt der Roomsch-katliolijken tot een concordaat, verdedigd. Amst., 1841. (12GG)

2185. Het Oostenrijksche concordaat beschouwd in het licht der geschiedenis. Uit het Engelsch. Gron., 1857. (1368)

2186. Alberdingk Thijm [J. .4.) De katholijke kerkregeling in ons vaderland. Amst., 1853. (1129)

2187. Spengler. [F. li.] Geschiedenis van liet klooster St. Agatha. Met drie platen. Utrecht, 18()3. (2463)

2188. De ongelukkigen van het klooster St. Agatha, der eerw. kruisheeren aan de Maas, in oorzaak en gevolgen, door Particeps. Nijmegen, 18*54. (1267)

2189. Koleer. [F. W. C.) De overeenkomst betreffende de goederen van het voormalig klooster van St. Agatha, beschouwd. Arnhem, 1864. (1267)

2190. Beseheiden betreffende de vereeniging van den H. Vin-centius van Paulo in Frankrijk. Februarij- en September-nommer van het bulletin van voornoemde vereeniging. \'s Gravenhage, 1862- 63. (2385)

5191. Steven. (W.] A brief view of\' tho Dutch ecclesiasticai establishment, showing the past and present organization of its several church judicatories. Rotterdam, 1838. (535)

2192. Groszherzoglich Badisches Kegierungs-Blatt, enthaltend: Gesetz vom 16 October 1860, die rechtliche Stellung der Kircheu und kirchlichen Vereine im Staate betreffend. 4quot;. (152)

2193. Chambre des représentants de Ia Belgique. Administration du temporei des cultes, rapport fait au nom de la section centrale, et tableau comparatif des propositions du Gouvernement, des amendements de la section centrale et des dispositions de la legislation existante. BruxeUes, 1865. F⁰. (165)

2194. Rioust. (M. N.) Over de magt der vorsten op de kerk in hunne Staten. Uit het Fransch. \'sHage, 1817. (483)

2195. Konijnenburg. [J.] Mémoire sur la liberté des cultes. Amsterdam, 1827. (326)

2196. Beuningen. [W. van) Brieven over geestelijke goederen. Arnhem, lö63. (1265)

2197. Carré. (G. L. J.) Traité du gouvernement des paroisses. Paris, 1833. (904)

2198. Kecueil militair, bevattende de wetten, besluiten en orders betreffende de Koninklijke landmagt, 1813-61 en registers, \'s Hage. (947)

2199. K ejman. (J. H.) Klapper op de bestaande krijgsregeling der landmagt. \'sHage, 1836. (324)

2200. Kesman. (J. H ) Klapper op de bestaande krijgsregeling der landmagt, bijgewerkt door H. Hardenberg, 2\'^l€ druk, l^e - 4^e vervolg 1840-44. — 3^de druk en 3 vervolgen, 1845 - 51. (240)

2201. Hardenberg. (H.) Kesman\'s klapper omgewerkt. Handleiding tot de kennis van de bestaande krijgsregeling der landmagt. \'s Hage, 1854. — Eerste vervolg. (Van Mei 1854 tot Mei 1857.) \'s Hage 1857. — Tweede vervolg. (Van Mei 1857 tot Junij 1860.) \'sHage, 1860. —Aanhangsel. (Van Mei 1854 tot April 1863.) \'sHage, 1863. (283)

2202. Ministerie van Oorlog. Besluiten van 2 Febr., 2 en 13 Maart 1860, houdende instructien voor de inspecteurs van elk der drie hoofdwapens, voor de bevelhebbers in de militaire afdeelingen en voor de provinciale adjudanten, en verschillende bepalingen daarmede in verband staande; ec Koninklijk besluit van 7 Maart 1801, nquot;. 62, houdendo eenigzins gewijzigde goedkeuring dier instructien. F⁰. (119)

2203. Schultze. [H.) Reglement op de nationale militie, met aanteekeningen en modellen. Leeuwarden, 1829. (559)

2204. Schultze. (H.) Vervolg op het reglement op de nationalo militie. Leeuwarden, 1839. (551)

2205. Mock, (jhr.) Aanteekeningen op het ontwerp van wet voor de militie, \'s Gravenhage, 1861. (1233)

2206. Netscher. (P. M.) Beschouwingen over ons militie-stelsel, naar aanleiding van het nieuwe ontwerp van wet op de nationale militie, \'s Gravenhage, 1861. (1233)

22\'\'7. Maanen. (C.J.van) Verzameling van wetten en besluiten betreffende de nationale militie. Utrecht. Jaargangen 1862-66. (2459)

2208. Schuurman. (L. JV.) Wet van den 19^d,!n Augustus 1861, betrekkelijk de nationale militie, met aanteekeningen, alsmede besluiten en voorschriften ter uitvoering dier wet, reglement op het geneeskundig onderzoek en alpha-betisch register. Zwolle, 1862. (2413)

2209. Buser. (T, H.) Wetten betrekkelijk de nationale militie, van den 19den Augustus 1861 [Staatsblad n⁰. 72), 1 Mei I8G3 (Staatsblad n⁰. 44) en 22 April 1864 [Staatsblad n^ü. 22), met de modellen, eene lijst van periodieke werkzaamheden, het reglement op het geneeskundig onderzoek, een alphabetisch register, enz., enz., opgehelderd door aanteekeningen. Zwolle, 1866. (26.quot;i8)

2210. Verwoert. [H.) Reglement ter uitvoering der wet op do nationale militie van 19 Augustus 1861, en der daartoe betrekkelijke Koninklijke besluiten en verdere aanschrijvingen. Utrecht, 1863. (2444)

2211. Susan. [C. H.) Handleiding voor de nationale militie, inhoudende opgave van alles wat ter behoorlijke voldoening daaraan door ouders, voogden, regenten, enz.,

moet worden verrigt, met bijvoeging van tabellen, zamen-gesteld door een der HH. militie-commissarissen. \'sGrav., 1862. (1233)

2212. Schuurman. [L. N.) Wet van den ll\'^ie,, April 1827, houdende oprigting van schutterijen, benevens het besluit van den 25sten Mei 1829, omtrent de zamenstelling der schuttersraden, met aanteekeningen en een beknopt alphabetisch register. Zwolle, 1852. (497)

2213. Slotemaker. (.4.) Vervolg op de handleiding tot de geregelde uitvoering van de werkzaamheden voorgeschreven bij de wet op de schutterijen. 2^de druk. Dordrecht, 1840. (545)

2214. Kouwens. (A. C.) Proeve van een ontwerp van wet op de schutterijen, met bijbehoorende reglementen an memorie van toelichting. \'sHage, 1855. (374)

2215. Korte handleiding voor de gemeentebesturen omtrent eenige door hen jaarlijks te verrlgten werkzaamheden betrekkelijk de schutterij. Arnhem, 1855. (766)

2216. Kouivens. [A. C.) De reorganisatie der schutterijen, \'s Gravenhage, 1862. (1233)

2217. Bosch. [L. E.) Gedenkboek der Utrechtsche schutterij. Met platen. lquot;^e gedeelte: oude schutterij. Utrecht, 1842. (1619)

2218. Westermann. (II.) Wet, betrekkelijk de inkwartiering en het onderhoud van het krijgsvolk, en de transporten en leverantien, voor \'s Konings legers of vestingen gevorderd, alsmede geschiedenis dier wet en alphabetisch register. Amsterdam, 1866. (2730)

2219. Zuijlen van Nijevelt. (II. F. van) Specimen juris publici inaugurale de hospitio militari. Traj. ad Rhen., 1844. (1201)

2220. Broecke (P. van den) Pleitrede betreffende de inkwartiering van officieren van Z. M. landmagt in het vierde district van Zeeland, uitgesproken voor het provinciaal geregtshof in Zeeland, den 9^den Sept. 1839. Middelburg, 1839. (1259)

2221. Handleiding voor leden van militie-raden, militie-commissarissen, gemeentebesturen, beoefenaars van genees-en heelkunde en lotelingen. \'sHage, 1852. (377)

\'22\'22. Schets van eene vereenvoudigde en min kostbare inrig-ting van ons oorlogswezen. \'sHage, 1848. (357)

2224. Vlugtige beschouwingen over de verdediging van den Staat en deszelfs grondgebied. Breda, 1844. (1262)

2225. Is hetgene in Nederland aangaande \'s Rijks verdediging geschiedt zoo hoogst verderfelijk, als wel eens beweerd wordt? Nijmegen, 1852. (1262)

2226. Bevelschrift nopens de dienst der legers te velde in Frankrijk. Met platen. Breda, 1834. (1596)

2227. Denkbeelden van een oud soldaat over eene zuiniger en doelmatiger zamenstelling van het Nederlandsche leger. Nijmegen, 1843. (353)

2228. Löben Seis. (E. van) Proeve van bezuiniging op de begrooting van Oorlog. \'sHage, 1848. (357)

2229. Moeh. (J.) De begrooting van Oorlog, getoetst aan de verdediging des vaderlands en den staat der geldmiddelen. \'sHage, 1846. (386)

2230. Kirckhoff. [J. 11. L. vori) Over de rekrutering. Naar het Fransch, met aanteekeningen door C. P. Winckel. Amst., 1824. (331)

2231. Reglement voor de Koninklijke militaire akademie. \'s Hage. 1828. — Idem, 1841. (730)

2232. Doeveren. (H. F. van) Bedenkingen op de circulaires van den Staatsraad, Gouverneur der provincie Zuid-Holland, betreffende de geneeskundige attesten bij het visiteren der lotelingen enz. Leiden, 1846. (1262)

2233. Administratie bij de landmagt en algemeene voorschriften op de uitvoering. (Provisioneel reglement van) \'s Ilage, 1819. (12)

2234. Maas. (E.) Brieven aan eenen hoofu-officier der kaval-lerie. \'sHage, 1848. (399)

2235. Meurs [C. T. van) en W. A^T. JSose, Proeve eener organisatie der landmagt, berustende op eene algemeene volkswapening. \'sHage, 1848. (406)

2236. Hardenberg. [TL) Beknopte handleiding ten dienste van de militaire administratie te velde. \'sHage, 1856. (1362)

staat der veld-artillerien in Europa. Uit het Hoogduitsch door G. J. Stieltjes. l^e afl. \'s Gravenhage en Amsterdam, 1842. (2160)

2238. Gerlach. Iets over het daarstellen van een wenschelijk verhand tusschen het leger in Nederland en dat in Nederlandsch Indie. (1262)

2239. Vijgh. (G. T. W.) Het Nederlandsch klein geweer. Met platen. \'sHage, 1858. (2026)

2240. Schmoelzl. (J.) Nieuwere wapenleer; handleiding tot de kennis en beoefening der vuurwapenen van den tegen-woordigen tijd. Uit het Hoogduitsch vertaald door A. G. Kempers. l^e hoofddeel, de handvuurwapenen; 2^e en 3quot; hoofddeel, het grof geschut en de oorlogsvuurpijlen. Utrecht. 1858 — 59. (2035)

2241. Brack. (F. de) Bibliotheek des soldaats. Verzameling van handleidingen ten dienste van de onderofficieren en soldaten van het leger. l^e deel, l^e gedeelte, bevattende de rekenkunst, meetkflnst, landmeetkunde en topographie door den burggraaf de Goyon; 2^e gedeelte, bevattende de fortificatie door V. de St. Remy. Uit het Fransch. Breda, 1835. r2167)

2242. Fel. (C. M. II.) Handleiding tot de kennis der versterkingskunst, ten dienste van onder-officieren, d-e zich tot het examen voor officier bij de infanterie of kava-lerie willen voorbereiden. Met 2 uitslaande platen; 3^e druk. \'s Hertogenbosch, 1857. (2224)

2243. Hardenberg. [H.) Overzigt der voornaamste bepalingen betreffende de sterkte, zamenstelling, betaling, verzorging en verpleging van het Nederlandsche leger, sedert den vrede van Utrecht in 1713 tot den tegenwoordigen tijd, hoofdzakelijk op voet van vrede. 1°. gedeelte \'s Gravenhage, 1858. (2104)

2244. Hoeij ScMÜhouwer van Oostee. (G. van) Grondbeginselen der veldverschansing. Uit het Hoogduitsch. Met plaat. \'sHage, 1827. (357)

2245. Masseur. [G. W.) Leerboek voor de infanterie. Met platen. \'sHage, 1834. (1586)

2246. Geisweit van der Netten. (C. A.) De bajonetschermkunst. \'sHage, 183i?. (1559)

2247. Geisweit van der Netten. (€. A.) ünderrigt wegens het schiet- en zijdgeweer, sedert het jaar 1813, ten dienste van het Koninklijke Nederlandsche leger. ;i^de uitgave» Met platen. \'sHage, 1828. (1585)

2248. Weitzel. (A. W. F.) Handleiding bij het schieten met draagbare vuurwapenen. Breda, 1854. (1898)

2249. Wapenleer. Door een officier der infanterie. Met platen Amsterdam, 1826. (157G)

2250. Seelig. [H. G.) Onderwijs in de beweging der lasten voor artilleristen. Met platen. 2^de druk. Delft, 1835. (1579)

2251. Meulen. [P. H. van der] Bijdrage tot de kennis der artillerie, voor de verschillende wapenen. Met platen. Breda, 1831. (1599)

2252. Verzameling van voorschriften voor de dienst en het beheer van het materieel der artillerie te velde. Breda, 1837. (IfiOO)

2253. Bruijn. [A. W. de) Voorlezingen over de artillerie. 1quot;« deel, 1quot;® afdeeling. Over het buskruid. Met plaat. Maastricht, 1835. (1573)

2254. Beuschtr. [W. F.) Handleiding voor onder-officieren tot de kennis der theoretische en praktische wetenschappen der artillerie. Met platen. l^,te en 8*\' stukje. \'sHage, 1834. (1564)

2255. Aanhangsel op de batterijschool, ten dienste en beoefening der batterijen te velde. Breda, 1830. (15Ci5)

2256. Huguenin. (U.) Verhandeling over het gebruik van gloeijende kogels. Met platen. \'sHage, 1819. (1577)

2257. Huguenin. (ü.) Verhandeling over de ricochetschoten. Met plaat, \'s Hage, 1818. (1578)

2258. Huguenin. (U.) Bijdragen tot het gietwezen in \'s Rijks ijzergeschutgieterij. Met platen en tabellen, \'s Hage, 1834. (1603)

2259. Pilaar. (J. C.) Proeve van eene handleiding tot dekennis der zee-artillerie. Delft, 1^28. (1572)

2260. Teuphen. [J. F.) Beschrijving hoedanig de Koninklijke Nederlandsche troepen en alle in militaire betrekking staande personen gekleed, geëquipeerd en gewapend zijn. \'s Hage en Amsterdam, 1823. — ld. vervolg, \'s Hage en Amsterdam. 1826. (Ontbreken de platen.) (1074)

2261. Hardenberg. (H.) Weduwen- en weezenkas voor de officieren van de landmagt. 2\'^1,, druk, \'silage, 1856. (1262)

2262. Kesman. (J. Tl.) Over de weduwen- en weezenkas dei-officieren van de landmagt. \'sHage, 1842. (1262)

2263. Reglement op de administratie der hospitalen en ziekenzalen voor de landmagt. \'sHage, 1819. (215)

2265. Bosscha. (J.) Inwijdingsrede over den aard en omvang van liet wetenschappelijk onderwijs voor den krijgsstand , gehouden ter opening van de Koninklijke militaire akademie te Breda. Breda, 1829. (357)

2266. Instructie voor de geographische ingenieurs hij het depót generaal van oorlog van het Koningrijk Holland, door C. K. T. Kraijenhoff. 1808. F°. (27)

2267. Lof van den oorlog of wederlegging van de leerstellingen der vrienden van den vrede. Breda, 1849. (357)

2268. Beschouwing der beginselen, waarop het voeren van den oorlog is gegrond. Zutphen, 1829. (357)

2269. Gisius Naming. (F. P.) De gids voor den pontonnier. Naar het Fransch van A. F. Drieu. Met plaat. Delft, 1834. (1574)

2270. Handleiding tot de paardenkennis, ten dienste van onderofficieren der kavallerie. Breda, 1836. (1598)

2271. Dietrichs. [J. F. C.) De kunst van het hoefbeslag. Uit het Hoogduitsch, met aanmerkingen en bijvoegsels vermeerderd door J. W. A. Hart. Met platen. \'sHage, 1830. (1601)

2272. Balassa. (C.) Het hoefbeslag zonder dwang. Met platen. \'sHage, 1830. (1517)

2273. Bede gehouden ingevolge het programma voor de feesten ter gedenking van de 25quot;^tó verjaring der verdediging van het kasteel van Antwerpen in 1832, bij gelegenheid van het bezoek aan het graf van den kolonel von Goumoëns op den lü^¹¹ Junij 1857. \'sHage, 1857. (357)

2274. Staats. (F. L.) Herinneringen aan het kasteel van Antwerpen in November en December 1832. Groningen, 1843. (1829)

wetenschappelijke beschouwing van den aanval eu de verdediging van Valenciennes in 1793. Met een plan. Breda, 1844. (1907)

2276. Clausewitz. (K. von) De veldtogten van 1799 in Italië en Zwitserland. 2 du. Breda, 18-13-45. (1903)

2277. quot;Vier maanden der belegering van Sobastopol. Uit het Hoogduitsch. Arnhem, 1855. (1904)

2278. Kuiper Hz. (Cr.) De verdediging van Schweidnitz in 1762. Met 3 plans. Breda, 1853, (1905)

2279. Bosch. [L. E.) De kompagnie vrijwillige jagers der ütrechtsche hoogeschool, uitgetrokken ter verdediging des vaderlands. Utrecht, 1831. (1611)

2283. Galand. (A.) Verhandeling over het bouwen van een fort in den mond der Wester-Schelde. Met kaart. Zierikzee, 1836. 4°. (113)

2284. Geij van Pittius. [ M.) Description de la nouvelle citadelle de Gand. Avec pl. Breda, 1815. 4°. (122)

2285. Engelberts. [J. M.) Me\'moire sur la fortification des sites aquatiques. Breda, 1818. (357)

228G. Valter. (IF.) Verhandeling betreffende de vorderingen in den aanval en de verdediging der vestingen sedert het jaar 1629. \'sHage, 1823. (357)

2287. Merkes. (J. G. W.) Algemeen overzigt van de vorderingen en het standpunt der permanente of duurzame versterkingskunst, met betrekking tot de toepassing van het gebastion-neerde stelsel. Met eene plaat. Breda, 1836. (357)

2288. Merkes. (J. G. W.) Algemeen overzigt van verschillende praktijken betrekkelijk het bouwen van bekleedings-muren, inzonderheid die met aard- of steenbogen ; alsmede over do bomvrije, defensieve kazematten. Met plaat. \'sHage, 1837. (1587)

2289. Gisius Nanning. (F. P.] Beginselen der vestingbouw; vrij gevolgd naar bet Fransch van N. Savart, met platen. 2^dB deel. \'sHage, 1828. (1558)

2290. Delprat. [J. P.) Antwoord op de prijsvraag; Welkti vorderingen heeft de aanval en de verdediging der sterke plaatsen gemaakt sedert het beleg van \'s Hertogenbosch in den jare 1629? Delft. 1825. (1584)

2291. Kraijenhoff. (J.) Bekroonde prijsverhandeling omtrent de eerste versterkingsraanier van den generaal M. baron van Coehoorn. \'sHage, 1823. (1562)

2292. Asperen. (C. J. van\\ Bekroonde prijsverhandeling betreffende de constructie van militaire wachthuizen. \'sHage, 1823. (1563)

2293. Merkes. [J. G. W.) Over het uitslaan en inwateren van binnenmuren en holbogen en ter \' bevordering eener matige droogte, voornamelijk binnen die gebouwen, tot berging van buskruid en levensmiddelen bestemd. Nijmegen, 1827. (1561)

2295. Kempees. (J.C.J.) Holloway-pillen voor een jong officier, of wenken aan mijnen broeder bij het verlaten der Koninklijke Militaire Akademie. \'s Gravenhage, 1848. (1981)

2296. Knijper Hz. (G.) Studiën over den barricaden-oorlog. Vrij naar het Hoogduitsch. Breda, 1850. (1906)

2297. Naam- en ranglijst der officieren van het Koninklijke leger der Nederlanden. Gorinchem, 1852, 1853, 1855, 1857-60, 1862-65, 1867. (2205)

2298. Koentz. (G. M.) Beschouwing over het verkrijgen van vrijwilligers voor de Nederlandsche armée, uitsluitend

quot; voor het Oost-Indische leger, in verband tot de ontwikkeling van den geringen stand en tot vermindering van het pauperisme. Arnhem, 1862. (1262)

2299. Cartilla del Guavdia Civil, redactada en la entonces inspeccion general del cuerpo. Y aprobada por S. M. en Real orden de 29 de Julio de 1852. Madrid, 1860. (2367)

2300. Erganzungs-Bezirks-Eintheilung der Oesterreichischen Monarchie, mit Ausnahme der Militiir-Grenzlander. Wien, 1867. 4°. (1801

het krijgsvolk te water met aanteekeningen. 1quot; en 2* gedeelte, \'s Gravenhage, 1866. (2665)

2302. Extract uit het reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te water, gewijzigd volgens de wet van 23 Junij 1854 (Staatsblad nquot;. 96). (830)

2303. Mededeelingen betreffende het zeewezen. Uitgegeven door de zorg van het Departement van Marine. Deel 1 — 8. \'s Grfivenhage, 1861 -68. (2327)

2305. De beschouwingen over de Nederlandsche marine in 1844, beoordeeld door X. IJ. Z. Groningen, 1845. (397)

2306. Wederlegging van de bijdrage tot de kennis onzer marine van den gepensioneerden schout-bij-nacht Arriëns door X. IJ. Z. Groningen, 1846. (398)

2307. Overzigt van eenige vlugschriften, betreffende de Nederlandsche marine. Arnhem, 1844. (401)

2308. Beschouwing van het stelsel voor de Nederlandsche marine. \'sHage, 1855. (27)

2310. Smeten. (F. C. J. van] Bedenkingen tegen het geschrift: de zeemagt beschouwd in verband met de Oost-Indische bezittingen van het Rijk. Tiel, 1847. (540)

2311. Verslag der commissie tot nadere regeling van het loodswezen. \'sHage, 18^r)3. (369)

2312. Bomefoux. (... de) Compleet handboek der manoeuvres met zeilschepen. Uit het Fransch. Vlissingen, 1856. (1899)

2314 Beantwoording van het: Iets over de Nederlandsche marine, door F. C. O. \'sHage, 1813. (401)

2315. Nog iets over de Nederlandsche marine, door F. C. O. Amsterdam, 1843. (401)

2316. Teregtwijzing betrekkelijk \'s Rijks zeewezen, door A. E. P. Amsterdam, 1815. (401)

2317. Een woord aan de kiezers en afgevaardigden van Nederland, over den toestand onzer zeemagt, door een practicus. Amsterdam, 1850. (401)

2290. Delprat. (J. P.] Antwoord op de prijsvraag: Welkb vorderingen heeft de aanval en de verdediging der sterke plaatsen gemaakt sedert het beleg van \'s Hertogenbosch in den jare 1629? Delft, 1825. (1584)

2291. Kraijenhoff. (J.) Bekroonde prijsverhandeling omtrent de eerste versterkingsmanier van den generaal M. baron van Coehoorn. \'sHage, 1823. (1562)

2292. Asperen. (C. J. van] Bekroonde prijsverhandeling betreffende de constructie van militaire wachthuizen. \'sHage, 1823. (1563)

2293. Merkes. [J. G. TF.) Over het uitslaan en inwateren van binnenmuren en holbogen en ter \' bevordering eener matige droogte, voornamelijk binnen die gebouwen, tot berging van buskruid en levensmiddelen bestemd. Nijmegen, 1827. (1561)

2295. Kempees. (J.C.J.) Holloway-pillen voor een jong officier, of wenken aan mijnen broeder bij het verlaten der Koninklijke Militaire Akademie. \'s Gravenhage, 1848. (1981)

2296. Knijper Hz. (Cr.) Studiën over den barricaden-oorlog. Vrij naar het noogduitsch. Breda, 1850. (1906)

2297. Naam- en ranglijst der officieren van het Koninklijke leger der Nederlanden. Gorinchem, 1852, 1853, 1855, 1857-60, 1862-65, 1867. (2205)

2298. Koentz. (G. M.) Beschouwing over het verkrijgen van vrijwilligers voor de Nederlandsche armée, uitsluitend

quot;voor het Oost-Indische leger, in verband tot de ontwikkeling van den geringen stand on tot vermindering van het pauperisme. Arnhem, 1862. (12621

2\'299. Cartilla del Guardia Civil, redactada en la entonces inspeccion general del cuerpo. Y aprobada por S. M. en Real orden de 29 de Julio de 1852. Madrid, 1860. (2367)

2300. Erganzungs-Bezirks-Eintheilung der Oesterreichischen Monarchie, mit Ausnahme der Militür-Grenzlander. Wien, 1867. 4°. (180)

het krijgsvolk te water met aanteekeningen. 1\' en 2* gedeelte, \'s G-ravenhage, 1866. (2665)

2302. Extract uit het reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te water, gewijzigd volgens de wet van 28 Junij 1854 [Staatshlad n⁰. 96). (830)

2303. Mededeelingen betreffende het zeewezen. Uitgegeven door de zorg van het Departement van Marine. Deel 1 — 8. \'s Gravenhage, 1861 - 68. (2327)

2305. De beschouwingen over de Nederlandsche marine in 1844, beoordeeld door X. IJ. Z. Groningen, 1845. (397)

2306. Wederlegging van de bijdrage tot de kennis onzer marine van den gepensioneerden schouf-bij-nacht Arriëns door X. IJ. Z. Groningen, 1846. (398)

2307. Overzigt van eenige vlugschriften, betreffende de Nederlandsche marine. Arnhem, 1844. (401)

2308. Beschouwing van het stelsel voor de Nederlandsche marine. \'sHage, 1855. (27)

2310. Swieten. (F. C. J. van] Bedenkingen tegen het geschrift: de zeemagt beschouwd in verband met de Oost-Indische bezittingen van het Rijk. Tiel, 1847. (540)

2311. Verslag der commissie tot nadere regeling van het loodswezen. \'sHage, 18quot;;3. (369)

2312. Bonnefoux. (.. . de) Compleet handboek der manoeuvres met zeilschepen. Uit het Fransch. Vlissingen, 1856. (1899)

2314 Beantwoording van het: Iets over de Nederlandsche marine, door F. C. O. \'sHage, 18t3. (401)

2315. Nog iets over de Nederlandsche marine, door F. C. O. Amsterdam, 1843. (401)

2316. Teregtwijzing betrekkelijk \'s Rijks zeewezen, door A. E. P. Amsterdam, 1845. (401)

2317. Een woord aan de kiezers en afgevaardigden van Nederland , over den toestand onzer zeemagt, door een practicus. Amsterdam, 1850. (401)

2318. Tengbergen. [U. F.) Twee meinorien betrekkelijk het Koninklijk instituut voor de marine. Amsterdam 1 s i9 (1264)

2319. Over de bemanning van \'sRijks oorlogs- en der koopvaardijschepen; door een vriend der marine.\'s Hage, 1845. (401)

2320. Een woord over de marine in verband met de koloniën. \'sHage, 1852. (401)

2321. Reglement voor het Koninklijk instituut voor de marine te quot;Willemsoord, \'s Hage, 1857. (357)

2322. Pilaar, (J. C.) Beknopte verhandeling over de seinen bij de Nederlandsche zeemagt in gebruik. Meteene tafel der seinen. 2lt;^le druk. Delft, 1833 (1604)

2323. De zeemagt beschouwd in verband met de O. L bezittingen van Let Rijk. \'sHage, 1847. (780)

2325. Iets over de Marine en het VIII^aK hoofdstuk der Staats-begrooting voor 1862. (Overgedrukt uit de Rotterdamsche courant van 7-12 November 1801.) (401)

2326. Backer Dirhs. [J. J.) De Nederlandsche zeemagt, in hare verschillende tijdperken geschetst, van de vroegsts tijden tot aan den vrede van Munster. Rotterdam, 1865. (2729)

2327. Reglement van krijgstucht of crimineel wetboek voor de militie van den fetaat, van 26 .Tunij 1799 en besluit van 30 December 1813 waarbij het wordt verklaard provisioneel kracht van wet te hebben. (305)

2328. Ontwerp van wet op de zamenstelling en regtsmagt der regterlijke collegien over het krijgsvolk te lande en memorie van toelichting. — Ontwerp van een wetboek van strafvordering voor het krijgsvolk te lande. — Ontwerp van wet op de zamenstelling en regtsmagt der regterlijke collegien over de zeemagt. Mss. Fquot; (114) Deze ontwerpen zijn opgesteld door de cnmmissie ontbonden hij

2330. Militair wetboek der Vereenigde Nederlanden. \'sHage, 1814. — ld. 2\'^Ie deel. \'sHage, 1815. (383)

2831. Code militaire pour l\'armée de terre des Pays-Baa. Lit Haye, 1816. (383)

2332. Pols. (M. S.) Het crimineel wetboek voor het krijgsvolk te lande, met eene toelichting, \'sGravenhage, 1866. (2652)

2333. Hoeven. (H. van der] Opmerkingen over de Nederlandsche strafwetgeving voor het krijgsvolk te lande. 2^ae druk. Breda, 1866. (2668)

2334. Rouville. (A. M. de) Losse invallen en opmerkingen met betrekking tot het strafregt bij de zeemagt. \'s Hage, 1851. (1148)

2335. Rouville. [A. M. de] Gedachten over eene nieuwe wetgeving van militair strafregt voor de Nederlandsche land- en zeemagt en de schutterijen, met eene proeve van een eerste boek van een militair strafwetboek, \'s Hage, 1851. (1210)

2336. Vreede. [G. W.) Ontwerpen van strafwetten en regts-pleging voor het krijgsvolk te lande en te water, vervaardigd onder de regering van Koning Lodewijk Napoleon. Utrecht, 1842. l^e stuk. (1222)

2337. Convent ten Oever (H. J. J. van] en J. Versfelt. Vlugtige bedenkingen op het Nederlandsch crimineel wetboek voor het krijgsvolk te lande. (1233)

2338. Hees van Berlcel. [J. J. van] Eenige beschouwingen over een nieuw in te voeren wetboek van regtspleging voor het krijgsvolk te lande. Haarlem, 1848. (1233)

2339. Provisionele instructie voor het Hoog Militair Geregtshof. \'s Gravenhage, 1814. (383)

2341. Deductie in de zaak van den luitenant-generaal S. J. Bruce tegen den procureur-generaal van het Hoog Nationaal Geregtshof. Amsterdam, 1810. (653)

2342. De luitenant-generaal baron Kraijenhoff voor het Hoog Militair Geregtshof beschreven en vrijgesproken. Nijmegen, 1830. (329)

2343. Gedenkschrift betrekkelijk het regtsgeding tegen deu gewezen majoor ingenieur J. D. Pasteur. Arnhem, 1830. (1454)

2345. Salvador. (M.) Stukken betreffende een aanhangig proce» tegen een dragonder. Haarlem, 1850. (1233)

2346. Salvador. (M.) Stukken en bijlagen betreffende een aanhangig proces. l^e afl. Haarlem, 1850. (1233)

2347. Salvador. (M.) Militaire arrestatie van een burger te Haarlem. Haarlem, 1850. (1233)

2348. Salvador. (M.) Aanklagt en geregtelijke instructie tegen mr. C. J. Enschedé. Haarlem, 1850. (1233)

2349. Hout. (TF. E. van der) Handleiding ten gebruike bij de uitoefening der militaire regtspleging, bewerkt ten dienste van het leger in Nederlandsch Oost-Indie. Batavia, 1862. (2448)

2350. Rees [W. A. van] en R. N. Bar. Militair wetboek voor het Nederlandsch Oost-Indisch leger, bevattende: de regtspleging, het crimineel wetboek, het reglement van krijgstucht en de provisionele instructie voor het Hoog Militair Geregtshof. Zalt-Bommel, 1864. (2545)

2351. Bosch. (^1.) Droit pe\'nal et discipline militaires, ou codes militaires annotés des arrêts, formant la jurisprudence de la Haute Cour Militaire de Belgique, et préce\'dés d\'un traité historique, théorique et pratique, sur la justice et le droit pénal militaires en Belgique, en France, en Angleterre, etc. Bruxelles, 1837. (1397)

2352. Foucher. {V.) Commentaire sur le code de justice militaire pour l\'armée de terre, promulgué le 4 aoüt 1857. Paris, 1858. (1696)

2353. Tripier. (L.) Code de justice militaire pour l\'armée de terre (France) expliqué par l\'exposé des motifs, le rapport et la discussion au corps législatif; suivi des codes d\'instruction criminelle et pénal annotés, des lois orga-niques de l\'armée et des lois cornplémeutaires du code de justice militaire. Paris, 1857. (1620)

2354. Tripier. (L.) Code de justice militaire pour l\'armée de mer, expliqué par les motifs, etc. Paris, 1858. (2018)

2355. Militair-Straf-Procesz-Ordnung für das Königreich Hannover. Hannover, 1861. (2416)

2356. Bergmaijr. [J. F. S.) Handbuch zu dem peinlichen Ver-fahren bei der K. K. Oesterreichischen Armee und in den Militar Granzen. Wien, 1812. (59)

2357. Bergmaijr. ij. F. S.) Anhang zu dem Handbuche über das peinliche Verfahren bei der K. K. Oesterreichischen Armee und in den Militiir G-ranzen. Wien, 1821. (58)

2358. Bergmaijr. (J. F. S.) Fortgesetzter Anhang neuerer Verordnungen zu dem bürgerlichen Eecht der K. K. Oesterreichischen Armee und der Militar Granz-Provinzen. Wien, 1839. (60)

2359. Militür-Strafgesetz über Verbrechen und Vergehen vom 15 Jacner 1855 für das Kaiserthum Oesterreich. Wien, 1855. (2094)

2360. Eid und Kriegs-Artikel für die kaiserlich-königliche Oesterreichische Land-Armee. Wien, 1855. (2095)

2362. Friccius. (C.) Preuszische Militair - Gesetz - Sammlung enthaltend die auf die inilitairische Eechtspflege sich beziehenden Gesetze, Verordnungen und allgemeinen Verfügungen aus den Jahren 1701 bis Juli 1856, nach der Zeitfolge geordnet und mit Antnerkungen und Re-gistern versehen. 5 Bande. Berlin, 1836 - 56. 4°. (8)

2363. Fleck. [E.) Preuszische Militair-Gesetz-Sammlung (ge-gründet von d^r Carl Friccius), enthaltend die sêit Juli 1856 bis Juli 1859 ergangenen, auf die militairische Rechtspflege sich beziehenden Gesetze, Verordnungen und allgemeinen Verfügungen, nach der Zeitfolge geordnet und mit Anmerkungen und Registern versehen. 6^,tór Band, Erstes Heft. Berlin, 1859. 4°. (8)

2364. Verordening van den Prins van Pruissen, van 29 October 1859, ten opzigte van de desertie uit de dienst Fquot;. (121)

2365. Gesetze für die Strafrechtspflege bei den eidgenössischen Truppen. Lucern, 1838. (532)

2366. Berkhout. (A. J.) Proeve eener beknopte geschiedenis van het lager onder-wijs in ons vaderland. 2^ie druk. Amst (44)

2367. Ende. (A. van den) Geschiedkundige schets van Neêr-lands schoolwetgeving en een berigt hem aangaande van J. Clarisse en J. Teissèdre l\'Ange. Deventer. 1846.(151)

Nederland. Uitgegeven door de Maatschappij tot Nut van \'t Algemeen. Leyden, 1849. (415)

2369. Verzameling van stukken, betreffende de regeling van het lager schoolwezen sedert 1801. Gouda, 1841. (523)

2370. Swinderen. [T. van) Redevoering over de schoolwet van 3 April 1806, vergeleken met de schoolverordeningen van andere landen. Groningen, 1848. (543)

2371. Bedenkingen nopens het ontwerp van wet op het openbaar onderwijs voorgedragen aan de Staten-Generaal den 26quot;\'®quot; November 1829. \'sHage, 1830. (425)

2372. Baadt. (P. de) Brief over de wetten op het lager onderwijs aan den heer J. Corver Hooft, bij zijne benoeming tot voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Rotterdam, 1829. (467)

2373. Nassau. [H. J.) Vlugtige gedachten over het Koninklijk besluit van den 2\'^ien January 1842, betrekkelijk het lager onderwijs, en eenige bedenkingen over \'t onderrigt in de kerkgeschiedenis en die van het vaderland. Assen , 1842. (1269)

2374. Baadt. [P. de) Lager onderwijs in Engeland en ons vaderland. Leyden, 1843. (470)

2375. Baadt. [P. de) Het besluit van 2 Januarij 1842 omtrent het lager onderwijs vergeleken met de wet van 3 April 1806. Leyden, 1843. (471)

2376. Baadt. (P. de) Een drietal bedenkingen van m^r Groen van Prinsterer beantwoord. Leyden, 1843. (472)

2377. Hemkes Kz. (H.) Handboek voor schoolopzieners, enz., bevattende al de wetten, besluiten en verordeningen betrekkelijk het lager onderwijs sedert 1795. 2^lJe deel. Groningen, 1847. (233)

2378. Handleiding tot de kennis van de bestaande bepalingen op het lager schoolwezen. l^,tc en \'2^ie druk. Gouda, 1840-42. (518)

2379. Hinloopen Labberton. (D. van) Handleiding tot de kennis van de bestaande bepalingen op het lager schoolwezen. 3^ie druk. Gouda, 1*48. (231)

2380. Diephuis. ((?.) Handleiding tot de kennis der wetgeving op het lager onderwijs in Nederland. Groningen, 1859. (2115)

2381. Behrns. (J. H.) Schoolverordeningen voor Vriesland. Leeuwarden, 1847. (18)

2382. Hemkes Kz. (H.) Volledige verzameling van wetten, besluiten en verordeningen betreffende het lager schoolwezen in de provincie Gelderland. Arnhem, 1846. (222}

2385. De ontwerpen van wet op het onderwijs van 1854, 1849 en 1829 en de wet van 3 April 1806 onderling vergeleken. Groningen, 1854. (751)

2386. Handelingen der Staten-Generaal over onderwijs, kunsten on wetenschappen. Leyden, 1853-51. (315)

2387. Vrije practische blik op het ontwerp van wet voor \'t lager en middelbaar onderwijs. Groningen, 1854. (752)

2388. Beschouwingen over het lager onderwijs, den toestand der onderwijzers en het jongste wets-ontwerp; door een onderwijzer van ruim dertigjarige ondervinding. Wageningen, 1856. (711)

2389. Nieuwenhuis [J.] en TF. J. Wendel. Wet op het lager onderwijs, met toelichtingen. Groningen, 1857. (1718)

2390. Schuurman. (L. N.) Wet tot regeling van het lager onderwijs. Met aanteekeningen. Zwolle, 1857. (226)

2391. Hasselt. (W. J. C. van) Wet van 13 Augustus 1857 (Staatsblad n°. 103), tot regeling van het lager onderwijs. Amst., 1857. (226)

2392. Lion. (I. J.) De wet op het lager onderwijs, ten behoeve van allen, die met het onderwijs in betrekking staan, volledig verklaard en toegelicht. Haarlem, 1857. (1660)

2393. Bassecour Caan. (J. J. de la) De wet op het lager onderwijs, met eene aanteekening. \'sGrav., 1859. (2170)

2394. Hemkes Kz. (H.) Wet op het lager onderwijs van den 13aen Aug. 1857. Met aanteekeningen. Gron., 1858. (2015)

2395. Emden. (E. L. van) De wet op het lager onderwijs, toegelicht uit administratieve en regterlijke beslissingen, enz. \'s Gravenhage, 1863. (2471)

2396. Groen van Prinsterer. (Cr.) Over het ontwerp van wet op het lager onderwijs. \'sGravenhage, 1857. afl. 1-5. (2107)

2397. Bosch Kemper. [J. de) Open brief aan m\' G. Groen van Pvinsterer. (Over de wet op het onderwijs.) Amst., 1857. (469)

2398. Groen van Primterer. (6r.) Antwoord aan jhr. m^r J. de Bosch Kemper. \'sHage, 1857. (469)

2399. Bosch Kemper. (J. de) Repliek aan m^r 6. Groen van Prinsterer. Amst., 1857. (469)

2400. Groen van Prinsterer. (G.) Dupliek aan jhr. m\'J. de Bosch Kemper, \'s Hage, 1857. (469)

2401. Buddingh. (D.) Jaarboekje voor hooger-, middelbaar- en lager onderwijs; mede ten voordeele van het onderwijzers-genootschap. l\'^te jaargang. \'sHage, 1843. (2210)

2402. Verslag van den staat der hooge-, middelbare en lagere scholen in het Koninrijk der Nederlanden, over de jaren 1842-44, 1851-66. (516)

2403. Loke. {J.) Schets van het middelbaar en lager onderwijs. Breda, 1849. (346)

2405. De kweekschool voor militaire geneeskundigen, betoog strekkende ter beantwoording der voorstellen tot hare opheffing en ter aanwijzing der noodzakelijkheid van hare instandhouding Utrecht, 1841. (389)

2407. Smits. [J. C. J.) De gymnastiek als volksonderwijs voor allen bevattelijk gemaakt. Met platen. \'sHage, 1845. (1871)

2408. Kluge. [H. O.) De gymnastische zwemschool of handleiding voor allerlei zwem- en springoefeningen. Naar het Hoogduitsch. Met platen. Leeuwarden, 1*51,. (1874)

2409. Rijkens. [R. G.) Staatsbelang en ouderzorg of volksveredeling door de verbetering der ligchamelijke opvoeding. (226)

2411. Euler. (C.) De gymnastiek en hare invoering in Nederland. Haarlem, 1853. (312)

2412. Guijot. (C. en R. T.) Beschrijving van het instituut voor doofstommen te Groningen, ten geleide van eene systematisch gerangschikte lijst der werken en geschriften over doofstommen. 2^de druk. Groningen. 1825. (1537)

2413. Symons. (4.) Het doofstommen-onderwijs. Eene historisch-kritische proeve. Rett., 1852. (226)

2414. Algemeene verslagen wegens het instituut voor doofstommen te Groningen, over de jaren 1856-66. Groningen. (122)

2415. Beschrijving van het instituut voor doofstommen te Groningen aan de leden en oud-kweekelingen aangeboden tot een aandenken aan de viering van het 75jarig bestaan der inrigting in het jaar 1865. (122)

2417. Alberda. (J. J.) De blindgeborene in de maatschappij. Leiden, 1841. (1873)

2418. Brill. (lt;5. P.) Adres aan al de onderwijzers en opvoeders in Nederland, alsmede aan al degenen, welke het godsdienstig onderwijs en de godsdienstige opvoeding wenschen te behartigen. Groningen, 1840. (1429)

2419. Tamer. [K. H. G.) Iets nopens de eigene voortdurende vorming, verheffing en veredeling van den onderwijzer. Naar het Hoogduitsch. Groningen, 1834. (203)

2420. Vollenhoven. (C.) Ontwerp van opvoeding voor armen-kinderen volgens de beide vereenigde leerwijzen van Bell en Lancaster. Uit het Fransch van A. de la Borde. Amst., 1816. (1608)

2421. Buddingh. (D.) Geschiedenis van opvoeding en onderwijs met betrekking tot het bijbellezen en godsdienstig onder-rigt op de scholen in de Nederlanden. 3 stukken. \'sHage, 1842-43. (49)

2422. Nathanaël Pyrrho. Over heidendom en heidensche scholen in Nederland. Gouda, 1841. (1269)

2423. Teissèdre VAnge. (,/.) Wat staat het lager schoolwezen in Nederland van het gezag des Pausselijken Stoels te wachten? Amst., 1842. (1269)

2424. Hofstede de Groot. [P.) Zijn afzonderlijke scholen voor de verschillende kerkgenootschappen noodig of wensche-lijk ? Groningen , 1844. (257)

2425. Hofstede de Groot. [P.] Behoort de Staat het christelijk beginsel in het lager onderwijs te verwijderen of te behouden? Groningen, 1846. (12G9)

2426. Vimt. [A,] Over het christelijk beginsel in het volksonderwijs. Amst., 1857. (226)

2427. Blaupot ten Cate. (S.) Subsidiën aan Israëlitische scholen. Overgedrukt uit de bijdragen tot de kennis van het Staats-, Provinciaal- en Gemeentebestuur in Nederland. Rotterdam, 1861. (226)

2428. Dam Thz. [J. van) Een blik op het schoolonderwijs in den kerker bij het licht der statistiek. Amst., 1860. (1136)

2429. Verhandeling over de volstrekt noodzakelijke kundigheden , welke in de openbare en armenscholen in het Koningrijk der Nederlanden behooren medegedeeld te worden en de beste leerwijze voor dezelve. Uitgegeven door de maatschappij tot Nut van \'t Algemeen. Leiden, 1820. (1538)

2430. Brugsma. [B.) Opvoed- en onderwijskundige opmerkingen, gemaakt op eene reize in de Pruissische Rijnprovinciën, het hertogdom Nassau en de vrije stad Frankfort. Leiden, 1839. (1542)

2431. Prinsen. [P. J.) A. H. Niemeijer\'s grondbeginselen van opvoeding en onderwijs verkort voor ouders en onderwijzers, naar F. Stiller. Amst., 1828. (1547)

2432. Boxman. (A.) Proeve over de beste inrigtïng van het onderwijs voor de geringere standen en de geschikste middelen om deszelf\'s vruchten in volgenden leeftijd te bewaren. Gorinchem, 1821. (1568)

2433. Roggen. (G. H.) Nieuwe leerwijze om vreemde talen volgens den gang der natuur werktuigelijk aan te leeren. \'s Hage, 1829. (203)

2435. Quandt. (J. G. von) Over het standpunt waarin kunsten, handwerken, volkskrachten en nijverheid beschouwd moeten worden met betrekking tot den Staat, benevens voorstellen tot verbetering der kunstscholen en kunst-akademien. Naar het Hoogduitsch. Amst., 1828. (203)

2436. Prinsen. (P J.) Pestalozzi\'s leerwijze in de kennis der getallen. 2^a• druk. Leiden, 1826. (1571)

2438. Pietersg. [J.) Redevoering over het onderscheid van doel en strekking van het zoogenaamd gelijktijdig onderwijs en onderling onderwijs. Brussel, 1828. (203)

2439. Visser. [H. W- C. A.) De vorming der jeugd, door openlijke en vergelijkende belooningen en straffen, met eer en schande, getoetst aan de grondbeginselen van men-schelijke vorming en in vergelijking gebragt met eene meer redelijke wijze. Amst., 1824. (1512)

2440. Gouka. (M.) De kweekschool. Handleiding bij de opvoeding en het onderwijs van jonge kinderen in de huisgezinnen en scholen. Rotterdam. (1412)

2441. Du droit et du devoir des gouvernemens concemant l\'éducation et l\'instruction. Bruxelles, 1829. (290)

2442. De la direction exclusive de l\'instruction publique dans les Pays-Bas, considérée comme une des prérogatives de la couronne. La Ilaye, 1829. (292)

2443. Verhandeling over de voortreffelijkljpid van het klassikaal onderwijs, en de middelen om de meeste voordeelen van hetzelve te trekken, door de oprigting van centraal-scholen. Leiden, 1833. (203)

2444. Driel (J. van) en P. K. Görlitz. Gedachten over onderwerpen het lager onderwijs betreffende. 2^de druk. Arnhem, 1833. (203)

2445. Rebs. (C. G.) Het leven en de school in hunne weder-keerige werking beschouwd, ter behartiging voor onderwijzers, ouders en opvoeders. Uit het Hoogduitsch. Deventer, 1833. (1569)

2446. Anslijn. [P. D.) De bijzondere scholen der tweede klasse in ons vaderland, in opzigt tot het onderwijs en het lot van de onderwijzers in die scholen. Utrecht, 1844. (1269)

2447. Görlitz. (P. K.) Bedenkingen over de zedelijk-godsdien-stige opleiding in de openbare scholen. Rotterdam, 1844. (1269)

2448. Brugsma. (B.) Opmerkingen en wenken betrekkelijk onderwijs en tucht, inzonderheid in de lagere scholen. l^e stuk. Groningen, 1845. (1269)

2449. Hofstede de Groot. (P.) Het belang der volksopvoeding, in een voorbeeld uit de geschiedenis onzer eeuw opgehelderd. Gron., 1845. (1269)

2450. Burggraaff. (F.) Voorlezing over de noodzakelijkheid en wijze van de zedelijke vorming der jeugd, ook op gemengde scholen. Leeuwarden, 1845. (1269)

2451. Gangel. (B.) Hoenderlo. Verslag van de school en naaischool aldaar, en hetgeen er geschied is met de jeugdig ontslagene gevangenen of verwaarloosde meisjes en knapen. Brief aan ds. O. G. Heldring. Amst., 1848. (1269)

2452. Over het bestuur van het onderwijs in betrekking tot eene aanstaande wetgeving. Zutphen, 1829. (416)

2453. 0\'Malley. Schets van den staat van het lager onderwijs in Holland, Pruissen, Belgie en Frankrijk. Uit het Engelsch. Leyden, 1843. (417)

2454. Franken. (G.) Gedachten over de opvoeding en het onderwijs. Leyden, 1843. (172)

2455. Graser. (J. B.) Het lager onderwijs in betrekking tot de staatsinrigting. Naar het Hoogduitsch. Leyden, 1844. 3^de stuk. (183)

2456. Curtman. (W. J. G.) De school en het leven. Vrij bewerkt naar het Hoogduitsch, door P. H. ïijieman. Leiden, 1844. (1796)

2457. Brugsma. (B.) Kort overzigt van de opvoeding door het onderwijs in de lagere scholen. Groningen, 1846. (1800)

2458. De vrijheid van onderwijs in Belgie; waarschuwing voor Noord-Nederlanders. Utrecht, 1844. (1269)

2459. Albert. (A. H.) Gedachten over de vrijheid van onderwijs. Amst., 1848. (1269)

2461. Aanwijzing van uitgelezen gedachten en bedenkingen, met bijvoeging van thans even noodige doch min alge-meene denkbeelden en wenken, aangaande het lager onderwijs. Door een bejaarden onderwijzer. Hoorn, 1841. (1269)

2462. Is de vordering van een vergelijkend examen bij de aanstelling van onderwijzers van bijzondere scholen van de eerste klasse op wettelijke bepalingen gegrond? sHage, 1844. (1269)

2463. AUebé. (G. A. iV.) De ontwikkeling van het kind naar ligchaam en geest. 2\'quot;¹ uitgave. Amst., 1848. (1869)

2464. Brugsma, (B.) Kort overzigt van de opvoeding door het onderwijs in de lagere scholen. 5^aedruk.Gron., 1850. (1870)

2465. Rij kens. {B. G.) Aanschouwelijk onderwijs. Handboekje voor bewaar- en lagere scholen, tot vorming van verstand en hart. Leeuwarden, 1847. (1818)

2466. Floh. (J. H.) Over de geschiktste wijze om het gewoon schoolonderwijs ten platten lande te doen strekken tot verbetering van gewoonten en voorvaderlijke begrippen bij den boerenstand. Amst., 1822. (203)

2467. Bedenkingen der afdeeling Amsterdam van het Neder-landsch onderwijzersgenootschap tegen het ontwerp op het lager onderwijs van 21 Februarij 1857. (469)

2468. Sülevoldt. [J. H. van] Iets over de methode van onderwijs in de meetkunde. \'sHage, 1850. (226)

2469. Brummeler Wz. (G. ten) Mnemotechnie of proeve eener geheugenis-leer. \'sHage, 1841. (226)

2470. Het 50jarig bestaan der kweekschool voor onderwijzers te Groningen, in 1847 plegtig gevierd. Groningen, 1847. (226)

2471. Penninh. \\J, J.) Gedachten over de zedelijke rigting aan onderwijs en opvoeding op de volksscholen van staatswege te geven, naar art. 194 der Grondwet. Deventer, 1849. (1269)

2472. Spitzen. {O. A.) Euphronimus, of: Nederlands lager onderwijs naar de grondwet en het gezond verstand. Gron., 1849. (1269)

2473. Heusden. (C. J. van) Schets eener wet op het lager en middelbaar onderwijs, \'s Bosch, 1851. (1269)

2474. Hissink. (L. A.) Aanstaande regeling van het lager onderwijs. \'sHage, 1852. (1269)

2475. Jager. (A, de) Aanteekeningen op eenige der vijf en zeventig stellingen van dr. J. J. Doedes. Amst., 1852. (1269)

2476. Seur. [F. la) Korte schets der geschiedenis van het lager onderwijs sedert 1825 tot heden. Amst., 1852. (1269)

2477. Beets. [N.) Fantasie en werkelijkheid met betrekking tot het openbaar onderwijs. Openlijk schrijven aan dr. H. J. Spijker. Haarlem, 1852. (469)

2478. De methode van teekenonderwijs van de gebroeders Dupuis, en hare invoering in het Koninklijk athenaeum te Maastricht. Leiden, 1852. (469)

2479. Mink Sterk. (J. W.) Memorie over de toepassing van art. 194 der grondwet. (Onderwijs.) Arnhem, 1849. (226)

2480. Nassau. [H. J.) \'t Lager onderwijs in ons vaderland en deszelfs regeling van staatswege, hoofdzakelijk historisch beschouwd in verband tot godsdienst en burgerstaat. W afd. Assen, 1843. (737)

2481. Vrijheid van onderwijs en eerbiediging van ieders godsdienstige begrippen volgens de Grondwet van 1848. Amst., 1845. (789)

2482. Swinderen. (2\'. van) Het lager schoolwezen te Leeuwarden, aan Groningen en aan de andere groote steden in Nederland ter navolging voorgesteld. Groningen, 1847. (522)

2183. Woelderen. (C. L. van) De volksopvoeding, beschouwd als grondslag van Nederlands toekomstige staatsregeling. Arnhem, 1848. (619)

2484. Ufkes. [H. A.) Wenken en herinneringen over het doel, den geest en de methode van het onderwijs in de lagere scholen, verzameld uit zijne nagelaten verhandelingen. Groningen, 1858. (2038)

2485. Tabellarisch overzigt betreffende de regeling van het openbaar lager onderwijs in de provincie Zeeland. Toevoegsel tot hoofdstuk VII van het verslag van den toestand der provincie over 1861. (2433)

2486. Tellegen. (B. D. II.) Vrees en hoop aangaande het openbaar lager schoolwezen Groningen, 1862. (226)

2487. Onderwijs!!! Petitie!!! Open brief aan den raad der gemeente\'sHertogenbosch, \'sHertogenbosch, 1863. (226)

2488. Harthoorn (S. E.) De toestand en de behoeften van het onderwijs bij de volken van Neêrlands Oost - Indie. Haarlem, I860. (2690)

2489. JoncLbloet. (W. J. A.) De schoolwet-agitatie, eene studie. Amst., 1866. (2653)

2490. Halbertsma. (P.) De nieuwe rigting van het onderwijs in Engeland. Deventer, 1849. (224)

2491. W. (S. v. d.) Sommaire des lemons publiques de M. Ja-cotot sur les principes de l\'enseignement universel. Louvain, 1822. (1570)

\'2492. Jacotot. (J.) Enseignement universel. Mathématiques. Louvain, 1828. (1549)

2494. Ducpétiaux. (E.) Quelques mots sur l\'état actuel de rinstruction primaire en Belgique et sur la nëcessité de l\'améliorer. Bruxelles, 1839. (1078)

2495. Leon Vidal. (J.) Mémoire sur l\'ëducation correctionnelle dos jeunes détemis et sur le patronage des jeunes libérés. Paris, 1863. (\'2488)

2496. Alings. [A. TF.) Het ontwerp van wet tot regeling van het middelbaar onderwijs beoordeeld. Groningen, 18G2. (2517)

2497. Hem. (H. J. van der] Eeno aanteekening op het ontwerp van wet tot regeling van het middelbaar onderwijs, \'s Gravenhage, 1862. (226)

2498. Smidt. (H. J.) De wet van den 2^ael\' Moi 1863 [Staatsblad n³. 50) tot regeling van het middelbaar onderwijs, met aanteekeningen, aan de geschiedenis der wet ontleend en met een alphabetisch register. Winsclioten, 1863. (2494)

2499. Schuurman. (L. N.) Wet van den 2^d\'^m Mei 1863, tot regeling van het middelbaar onderwijs, met aanteekeningen, alsmede besluit van 2 February 1H64 met de programma\'s dei-examens, en alphabetisch register. Zwolle, 1864. (2562)

2500. Kreenen. [J. J.) Wet tot regeling van het middelbaar onderwijs, met de daarover vooral in de Tweede Kamer der Staten-Generaal gewisselde stukken en gehouden beraadslagingen. Schiedam, 1864. (2489)

2501. Gymnasien en instituten, door Philaletes. 2^lt;ie en 3^de brief. Leiden, 1838. (460)

2503. Bierens de Haan. (D.) Iets over het gymnasium te Deventer, getoetst aan de vereischten van zulk eene inrigting. Deventer, 1852. (469)

2504. Pullenberg. (J.) Redekunst voor gymnasien en eerstbeginnende redenaars. Naar het Hoogduitsch. Leiden, 1832. (1548)

2505. Vitringa. (A. J.) Tegenwoordige toestand en plan tot hervorming van het middelbare onderwijs. Arnhem, 1860. (226)

2506. Ven. (E. van der) Een brief over middelbaar onderwijs aan D^r. S. A. Naber. Haarlem, 1865. (2517)

2507. Reglement op de inrigting van het hooger onderwijs in de zuidelijke provinciën van hot Koningrijk der Nederlanden. In het Hollandsch en Fransch. \'s Hage, 1816. (418)

2508. Lennep. (J. van) Bedenkingen tegen het Koninklijk besluit van \'23 Mei 1845 (Staatsblad n⁰. 25). Amst., 1845. (1269)

2509. Noordewier. (M. J.) Het Koninklijk besluit van den 23\'^ttquot; Mei 1845, omtrent de toelating van studenten tot de hoogescholen en de athenaea, nader beschouwd. G-ron., 1845. (469)

2510. Feith. (H. 0.) Gedachten over de toelating van jonge lieden tot de hoogescholen en athenaea en het deswege ingevoerd staatsexamen bij Koninklijk besluit van quot;23 Moi 1845. Groningen, 1845. (469)

2511. Lankeren Matthes. (D. van) Oorsprong en vermoedelijke gevolgen van het Koninklijk besluit van 23 Mei 1845 (Staatsblad n°. 25), omtrent de toelating van studenten tot de hoogescholen en athenaea. Amst., 1846. (469)

2512. Hirschig Cz. (.4.) Eenige vragen, bedenkingen en weuken, hooger onderwijs betreffende. Gouda, 1846. (469)

2513. Het schrikbeeld onzer dagen. Ken woord over het naderend staatsexamen. Inzonderheid gerigt tot leerlingen, leermeesters en examinatoren, door Anonymus. Schoonhoven, 1847. (469)

2514. Bosscha. (P.) Brief aan een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal over het staatsexamen en hooger onderwijs. l^e en 2^€ brief. Deventer, 1847. (469)

2515. Verzameling der wetten en besluiten op het hooger onderwijs in het Koningrijk der Nederlanden. Tweede druk. Utrecht, 1862. (2389)

2518. Supplementum annalium academiae Rheno-Trajectinae, 1815 - 16. Tr. ad Rh. (1956)

2519. Annales academiae Lugduno-Batavae, 1815-22,1823-28. 1830-32, 1833-35. 16 vol. 4». (94)

2521. Schaaff. (J. H. van der) Mijne herinneringen aan de feestviering van het tweede eeuwgetij derUtrechtsche akademie. Utrecht, 1836. (203)

2522. Camper. (.4. G.) Redevoering bij de inhuldiging van het athenaeum te Franeker. Harlingen, 1816, (203)

2523. Nieuhoff. (B.) Inwijdingsrede van \'s lands athenaeum te Harderwijk. Harderwijk, 1816. (1528)

2524. Kemper. [J. M.) Redevoering bij de inhuldiging der herstelde Leijdsche universiteit en de invoering der nieuwe inrigting omtrent het hooger onderwijs. Amst , 1816. f2lt;l3)

2525. Bouman. (II.) Geschiedenis van de voormalige Geldersche hoogeschool en hare hoogloeraren. Utrecht, 1844. 2 dn. (46)

2526. Greuve. [F. C. de) Redevoering over de allerheilzaamste vruchten die van het opgerigte Collegium philosophicum te wachten zijn. Leuven, 1825. (203)

2527. Bedenkingen over de Hoogescholen en het akademisch onderwijs van de letterkundige faculteit aan de universiteit te Gent. Gent, 1828. (226)

2528. Bouman. (H.) Oratio, instituta academica, quae septimo decimo seculo fuerunt in patria, cum iis, quae nunc ibidem sunt, breviter comparans. Traj. ad Rh., 1845. (1953)

2529. Driessen. [P.) Redevoering over de nieuwe hulpmiddelen ter beoefening der natuurkundige wetenschappen bij de hoogeschool te Groningen daargesteld, ten algemeenen nutte der ingezetenen aan te wenden. Gron., 1820. (203)

2530. Hofstede de Groot. (P.) Is bezuiniging op het onderwijs, vooral door opheffing een er hoogeschool, aan te raden? Gron., 1849. (1269)

2531. Heusde. [F. W. van) Brieven over den aard en strekking van hooger onderwijs. Utrecht, 1829. (1511)

2534. Brief aan den schrijver van het iets over ons hooger onderwijs. Leiden, 1845. (469)

2535. Siegenbeek. (M.) Iets over hoogescholen, de onderwijzers en het onderwijs op dezelve. Leiden, 1828. (499)

2536. Drie vertoogen over het hooger onderwijs door eenen weltneenenden opmerker. \'sHage, 1830. (746)

2537. Een woord over het adres door de literarische faculteit te Leiden in de maand September 1860 aan den Minister van Binnenlandsche Zaken aangeboden. Zwolle, 1861. (226)

2538. Beschouwingen over het Athenaeum Illustre en het onderwijs in Amsterdam. Amsterdam, 1861. (226)

2539. Hoeven. (J. van der) Een ernstig woord ter verdediging van het hooger onderwijs. Haarlem, 1865. (2517)

2540. Hartsen. [F. A.) Het onderwijs in de logica; adres aan Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken. Utrecht, 1866. (2678)

2541. Brauw. [J. de] Brieven over de uitoefening der geneeskunde in ons vaderland, geschreven in het jaar 1842. Woerden, 1842. (1260)

2542. Brauw. [J. dé) Tweede tweetal brieven over de uitoefening der geneeskunde in ons vaderland. Woerden, 1842. (1260)

2543. Bedenkingen tegen eenige punten van het rapport der commissie, belast met de herziening der geneeskundige staatsregeling hier te lande. Utrecht, 1842. (1260)

2544. Pruijs van der Hoeven. (C.) Bedenkingen en aanmerkingen op de stukken betreffende de herziening der geneeskundige wetten en verordeningen in 1841 - 42. Leiden , 1842. (1260)

2545. Baart de la Faille. (J.) Eenige opmerkingen betreffende de rapporten over de geneeskundige staatsregeling, ingediend door de commissie benoemd bij Z^r. M\'. besluit van 20 November 1841. Groningen, 1842. (1260)

2546. Bosman Tresling. (J.) Vlugtige beschouwing van het rapport, uitgebragt door de Staatscommissie voor de geneeskundige aangelegenheden, benoemd bij Koninklijk besluit van 20 November 1841. Groningen, 1842. (1260)

2547. Brief aan de heeren P. Hendriksz, J. van Deen en J. P. Heije, over de stukken betreffende de geneeskundige wetten en verordeningen in 1841 - 42; door eeo

Zaken betrekkelijk de uitoefening der geneeskunde ten platten lande, door vijf medicinae doctores en een plattelands-heelmeester. Leiden, 1842. (1260)

2549. Wehlburg. (..) Beschouwingen over het \'wetsontwerp tot regeling van de uitoefening der verschillende takken van de geneeskunde. Amst., 1844. (1260)

2550. Opdorp. (J. H. van] Adressen aan den Koning, aan de Staten-Generaal en aan Gedeputeerde Staten van Zeeland, over eenige punten der geneeskundige wetgeving. Breda, 1839. (312)

2551. Welke zijn de middelen om het onderwijs van aanstaande heelmeesters te verbeteren? enz. Amst., 1842. (1260)

2552. Vleuten. (C. J. van] Bedenkingen tegen art. 18 en 19 van het ontwerp van wet tot regeling van hetgeen betrekkelijk is tot de uitoefening van de verschillende takken der geneeskunst. Amst., 1845. (1260)

2553. Meijlink. [B.] Proeve eener verbetering van het apothekerswezen. Deventer, 1838. (1260)

2554. Catz Smallenburg. (F. van) Bedenkingen omtrent de geneeskundige staatsregeling, naar aanleiding van het rapport der commissie tot herziening derzeive, bepaaldelijk den stand der apothekers betreffende. Leiden, 1842. (1260)

2555. Kiehl. [W. F. P.) Over staatsgeneeskunde en geneeskundige staats-instellingen. \'sHage, 1852. (312)

2556. Ontwerpen van wet op het geneeskundig staatsbestuur; de uitoefening der geregtelijke geneeskunde; de uitoefening der geneeskunst; de uitoefening der artsenij-bereid-kunst, en den handel in geneesmiddelen, en in heelkundige werktuigen; met memorien van toelichting en bijgevoegd rapport, aan den Minister van Binnenlandsche Zaken ingediend door de Staatscommissie, benoemd bij Koninklijke besluiten van 25 Jnlij en 4 Augustus 1848, nquot;. 64 en 50. \'s Gravenhage, 1851. (1312)

2557. Eenige bedenkingen omtrent het ontwerp van wet, regelende de voorwaarden ter verkrijging der bevoegdheid van geneeskundige, apotheker, hulp-apotheker en vroedvrouw. Leiden, 1864. (2344)

lende de voorwaarden tot verkrijging der bevoegdheid van geneeskundige, apotheker, hulp-apotheker en vroedvrouw. Leiden, 1862. (2344)

2559. Bonders. (F. C.] Mijn open brief aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-G-eneraal, betrekkelijk de wetsontwerpen, regelende het geneeskundig staats-toe-zigt, enz., tegen de aanvallers verdedigd. Utrecht, 1865. (2344)

2560. Schuurman. [L. N.) Geneeskundige wetten, met bijlagen en alphabetisch register. Zwolle, 1806. (2749)

2561. Opwijrda. (R. ./.) Geneeskundige wetten van 1 Junij 1865 (Staatsbladen n⁰. 58-61), met de daarover, vooral in de Tweede Kamer der Staten-Generaal, gewisselde stukken en gehouden beraadslagingen. Met een zaakrijk alphabetisch register. Nijmegen, 1866. (2637)

2562. Honert T. Hz. [J. van den) Geschiedenis en beginselen der Nederlandsche wetgeving betrekkelijk de gestichten voor krankzinnigen en de wijze hunner opneming in en ontslag uit dezelve. Amst., 1841. (280)

2563. De homoeopathie in de Nederlanden en de nieuwe wetsontwerpen regelende de uitoefening der geneeskunst en der artsenijbereidkunst. Utrecht, 1857. (312)

2564. Sauveur. (J.) Histoire de la legislation mëdicale Beige. Bruxelles, 1862. (2348)

2565. Het ontwerp van wet tot ondersteuning der behoeftigen, getoetst door T. B. d. V. Utrecht, 1845. (77)

2566. Leeuwen. ( J. van] De armwet in haar ontstaan, zin en strekking geschiedkundig toegelicht. Leyden, 1847. (339)

2567. Loghem. [H. van) Beoordeeling van het ontwerp van wet betrekkeliik de ondersteuning van behoeftigen. Deventer,

2568. Vlugtige beschouwing van het ontwerp van wet op het armwezen. Middelburg, 1846. (77)

2569. Leeuwen. (J. van) Bedenkingen op het ontwerp van wet tot ondersteuning van behoeftigen. Middelburg,

2570. Leeuwen. (J. van) Het ontwerp van wet tot ondersteuning van behoeftigen, getoetst aan regt en heil. Middelburg, 1847. (77)

2571. Bennekom. (H J. van) Proeve eener armenwet voor het Koningrijk der Nederlanden. Utrecht, 1847. (77)

2572. Verwoert. [H.) Wet tot regeling van het armbestuur van den 28•^teI, Junij 1854 (Staatsblad n°. 100), in eeno beredeneerde alphabetische orde gerangschikt, met de voorschriften ter harer toepassing, enz. Amst., 1857. (1351)

2573. Schuurman. [L. N.) Wet van 28 Junij 1854 (Staatsblad n°. 100), tot regeling van het armbestuur, opgehelderd door uittreksels uit de memorie van toelichting, rapporten en ministeriële redevoeringen met betrekkelijke besluiten, missives, vonnissen en arresten, en alphabetisch register. Zwolle, 1854. — 2^de veel vermeerderde en bijgewerkte uitgave. Zwolle, 1861. (567)

2574. Smidt. (H. J.) De wet tot regeling van het armbestuur, van den 28^,ten Junij 1854 (Staatsblad n⁰. 100), met aan-teekeningen. 2^de uitgaaf. Winschoten, 1866. (2020)

2575. Philips. (A) De Engelsche armenwetten naar inhoud en werking geschetst. Leyden, 1851. (450)

2576. Blaupot ten Gate. (I. J.) De Regering en de armwet. Groningen, 1861. (339)

2577. Bruijn Kops. [J. L. de) Korte beschouwingen over het armwezen. Leyden, 1851. (646)

2578. Bosch Kemper. (J. de) Geschiedkundig onderzoek naar de armoede in ons vaderland, hare oorzaken en de middelen die tot hare vermindering zouden kunnen worden aangewend. Haarlem, 1851. 4°. (4)

2579. lleglernent pour le dépot de mendicité du département de Sambre-et-Meuse. Namur, 1812. (666)

2580. Fokker. (A. A.) Het spaarbankwezen in Europa, in het bijzonder met het oog op Nederland beschouwd. Middelburg, 18.^:\')3. (680)

2581. Grave. (O. F. J. de) Commentaire des lois sur le domicile de secours. Gand, 1855. (688)

2582. Heije. (J. P.) Een levensvraag voor oogenblik en toekomst. Armverzorging en armbestuur, naar aanleiding der verordening op do geneeskundige armverzorging voor de stad

2583. Verslag der algemeene commissie te Amsterdam, ten behoeve van de noodlijdenden door dan watersnood in de provinciën Gelderland, Noordbrabant, Utrecht en Zuidholland, in Maart 1855. Amst., 1855. (78(gt;)

2584. Armwezen en armverzorging. Uitgegeven door de Maatschappij tot Nut van \'t Algemeen. Leyden, 1851. (5)

2585. Bruijn Kops. (J. L. de) Over het beginsel van armverzorging door den Staat. Leyden, 1852. (77)

2586. Ellis. CPF.) De opvoeding beschouwd als middel tot wering en vermindering van armoede. Uit het Engelsch. Zwolle, 1852. (1-18)

2587. Eijmael. [li. F. W!) Wenken voor armenbesturen, armenverzorgers en allen die in de armenverzorging belang stellen. Zwolle, 1849. (155)

2588. Heirn. [11. J. van der) De hulpbank als middel tot voorkoming van armoede beschouwd. Amst., 1854. (2i6)

2589. Heldring. (O. G.) Binnen- en buitenlandsche kolonisatie in betrekking tot de armoede. Amst., 1846. (253)

2591. Konijnenburg Cz. [J. van) Land-ontginning, een middel tot wering der armoede. Uitgegeven door de Maatschappij tot Nut van \'t Algemeen. Leyden, 1850. (304)

^k 2592. Kubel. (F.) Een bezoek op de landbouwkolonie Neder-landsch Mettray. 1855. (339)

2593. Landbouwkolonie Nederlandsch Mettray op Rijsselt bij Zutphen. Berigten n⁰. 3, 5-7, 9-15, uitgebragt in 1854, 1856-58, 1860-66. — Verslag van de afdeeling \'sGra-venhage over 1854. (1334)

2595. Suringar. [W. H.) Redevoering over de gepastheid en noodzakelijkheid van een patronaat over de armen en de wijze waarop hetzelve behoort te worden uitgeoefend. Leeuwarden, 1842. — ld. Hoogduitsche overzetting. (77)

2596. Sieve king. (A. W.) Gedachten over de wijze van armen-\' verzorging door vrouwen. Naar het Hoogduitsch. Amst.,

2597. Blaupot ten Cate. (S.) Kort overzigt van de tienjarige werkzaamheid der algemeene vereeniging tegen het pauperisme. 1860. (339)

2598. Patronaat over de armen. Opmerkingen en wenken voor armen-patronen, aan de ervaring ontleend. (77)

2599. Maritz van Craijensteijn (J. E. B. L.) en J. G. C. P. Vrijthoff. Beschrijving van de inrigting tot spijsbereiding voor de arbeidende klasse te Dordrecht. Dordrecht, 1856. (77)

2600. Hofkamp. (T.) Verhandeling over de middelen, welke aangewend kunnen worden om in de behoefte aan werk, bij de geringere volksklasse te Groningen bestaande, te voorzien. Groningen, 1835. (339)

2601. Wardenburg. (B. D. G.) Binnenlandsche kolonisatie in betrekking tot de armoede. Am St., 1848. (640)

2602. Alison. {A. en P. W.) De staatszorg voor de armen verdedigd en aangeprezen. Uit het Engelsch; met eene voorrede door professor H. W. Tijdeman. Leyden, 1853. (20)

2603. Veen. (J. van der] Armoede, aanwijzing van middelen om te geraken tot eene algemeene ontginning der woeste gronden in Nederland, ter bestrijding der armoede. Leeuwarden, 1846. (77)

2605. Organisatie van den arbeid door betere inrigting van het crediet. Amst., 1848. (77)

2606. De veertig millioen, of de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid in verband staande met den finantiëlen toestand van ons vaderland en onze overzeesche bezittingen. \'sHage, 1840. (493)

2607. Sorge. (F. van) Adres aan Sir Robert Peel bij den tegen-woordigen nood en de toenemende armoede in Engeland. Middelburg, 1842. (411)

2608. Frankamp. (L.) Wenken over de oorzaken van achteren vooruitgang in den kleinhandel, \'s Bosch, 1847, (411)

2609. Ontwerp ter bevordering van meerdere bestaanmiddelen in Nederland. \'sHage, 1847. (411)

2611. Leeuwen. [J. van) De diaconien beschouwd in hare betrekking tot het armwezen naar de bestaande wetgeving. Middelburg, 1842. (77)

2612. Tijdeman [H. W. en J. W.) en J. Heemskerk Az. Denkbeelden omtrent eene wettelijke regeling van het armwezen in Nederland. Amst., 1850. (568)

2613. Mackay. (A.) De denkbeelden omtrent eene wettelijke regeling van het armwezen in Nederland, voorgedragen door Mquot; H. W. en J. W. Tydeman en J. Heemskerk Az., bescheidenlijk beoordeeld. \'sHage, 1850. (379)

2614. Blaupot ten Cate. («S.) Opwekking om de goede werking van de nieuwe wet op het armbestuur te bevorderen. (339)

2615. De inrigting tot wering der bedelarij van kinderen te Rotterdam. Rotterdam, 1858. (339)

2616. Verslag van het tweede congres over het armwezen, gehouden te Amsterdam in Mei 1856- Groningen, 1856. (1315)

2617. Luttenberg. (G.) Proeve van onderzoek omtrent hat armwezen in ons vaderland. 2^de druk. Zwolle, 1841. (1876)

2618. Alstorphius Grevelink. [P. W.) Korte bedenkingen op het werk van den heer G. Luttenberg: Proeve van onderzoek omtrent het armwezen in ons vaderland, enz. Assen, 1842. (77)

2619. Bergh. (L. P. C. van den) Gedachten over armoede, overbevolking en kolonisatie. Leiden, 1845. (77)

2620. Verslag der te \'s Hertogenbosch gevestigde Commissie voor de noodlijdenden door den waterramp in Gelderland en Noordbrabant, 1861. \'s Hertogenbosch, 1861. (339)

2621. De stem uit Montfoort. Tijdschrift aan de zaak der verwaarloosden gewijd. 5^de jaargang, n⁰. 2. Montfoort, 1856. (1977)

2622. Gillet. Résumé des états de recettes et dépenses des ateliers de charité de Bruxelles, pour les 24 mois du régime administratif de cette maison. Brux., an XI. (204)

2623. Vemee. {L. G.) De heilzame invloed der annen-kinder-bewaarscholen door voox\'beelden aangetoond. Medemblik, 1850. (1135)

2625. Feith. (H. O.) Verslag van de commissie ter verzorging van de door den veenbrand op den ll\'^lei1 en 12^dquot;^!n Junij 1833 ongelukkig geworden ingezetenen van de provincie Groningen. Groningen, 1835. (1582)

2627. Maatschappij van Weldadigheid. Algemeen verslag over 1830-31, 1844, 1852, 1855- 58, 1861 -66. (387)

2628. Staring (W. C. H.) en J. K. W. Quarles van üfford. De koloniën der Maatschappij van Weldadigheid in 1846, beoordeeld. Arnhem, 1847. (493)

2629. De toestand der Maatschappij van Weldadigheid in 1860, geschetst door HH. Commissarissen. Uitgegeven ten voordeele der Maatschappij van Weldadigheid, \'s Grav., 1831. (1977)

2630. Beschouwingen over de Maatschappij van Weldadigheid door HH. Commissarissen. \'sHage, 1860. (1977)

2631. Trip. (li. J.) Het domicilie van onderstand, volgens de wet tot regeling van het armbestuur van den 28\'^ten Junij 1854 [Staatsblad n⁰. 100), toegelicht en verdedigd. Gron., 1862. (2456)

2632. Blaupot ten Gate. (I. J.) Verhandeling over het domicilie van onderstand. Groningen, 1860. (2502)

2633. Ducpétiaux. (E.) Projet pour la construction, aux environs de Bruxelles, d\'un quartier modèle spécialement destiné a, des families d\'ouvriers. 1844. (959)

2634. Ducpétiaux. (E.) Projet d\'association financière pour Tamélioration des habitations et l\'assainissement des quarüers habités par la classe ouvrière a Bruxelles, accompagné de plans et devis. Bruxelles, 1846. (960)

2635. Iets over het aelmoesseniers weeshuis te Amsterdam en eenige bedenkingen over de armoede. Amst., 1815. (961)

2636. Philantropie, armoede en gevangeniswezen, of vlugtige beschouwing dier onderwerpen, verbonden aan het betoog der dringende behoefte aan de daarstelling van industriële beroepscholen, in de voornaamste steden van ons vaderland, door eenen menschenvriend. Leeuwarden, 1852. (962)

2637. Raccolta di leggi, instruzioni, lettere circolari ed altri provoedimenti in vigore corcernenti ramministrazione degli Instituti di Carita. Torino, 1840. (2263)

2638. Societa caritatevole di Patrocinio per i liberati dagli stabilimenti penitenziali del G-randucato di Toscana. Adunanza generale del di 20 Dicembre 1857. Rapporto degli anni 1854, 1855 e 1856. Firenze, 18fi8. (2261)

2640. Ducpétiaux. (E) Du sort des enfants trouvés et aban-donnés en Belgique. 4°. (73)

2641. Vreede. [G. W.) Inleiding tot eene geschiedenis der Nederlandsche diplomatie. 2 deelen in 3 stukken. Utrecht, 1856-61. (1910)

2642. Vreede. (G. W.) Geschiedenis der diplomatie van de Bataafsche republiek. (Vervolg op de geschiedenis der Nederlandsche diplomatie.) Deel 1, 2, nquot;. 1 en 2. Utrecht, 1863-65. (1910)

2643. Costa. [A. da] Dissertatie historico-politica inauguralis de pace Rijsvicensi. Lugd. Bat., 1852. (1316)

2644. Lagemans. (E. G.) Recueil des traités et conventions conclus par le royaume des Pays-Bas avec les puissances ëtrangères depuis 1813 jusqu\'a nos jours. La Haye, 1858 et 1859, tome 1—4. (1921)

2645. Archives diplomatiques. Recueil de diplomatie et d\'his-toire. 16 vol. Annëes 1861 - 64. Paris. (2237)

2646. Recueil de pièces diplomatiques relatives aux affaires de la Hollande et de la Belgique en 1831 et 1832. Tome 2 et 3. (698)

2647. Régiemens arrêtés entre les Pays-Bas et la Belgique pour l\'exécution des traités du 19 avril 1839 et 5 novembre 1842. (74)

2648. Drucker. (L.) Holland en Belgie. Hoedanig zijn hunne belangen het best te vereenigen bij de uitvoering der financiële bepalingen van het eind-tractaat? Amst., 1839. (2250)

2G49. Lansberge. [J. W. van] A propos du barrage del\'Escaut. La Haye, 1867. (2748)

2650. Smulders. (C. M.) Geschiedenis en verklaring van hot tractaat van 17 Maart 1824, te Londen gesloten tus-schen Nederland en Groot-Brittannië, ter regeling van de wederzijdsche belangen en regten in Oost-Indie. Akademisch proefsclirift. Utrecht, 1856. (1246)

2651. Meijer. [P. A. G. von] Corpus juris confoederationis Germanicae, oder Staatsacten für Geschichte und öfFent-liches Eecht des Deutsclicn Bundes. Ergiinzt und bis auf die neuesto Zcit fortgefuhrt von D^r. H. Zoepfl. 8^e Aufl. 3 Th. Frankfort a/M., 1858- 65. (1618)

2652. Meijer. [P. A. G. von] Register zum Ersten und Zweiten Band des Corpus Juris Confoederationis Germanicae oder Staatsacten für Geschichte und öffontliches Recht des Deut-schen Bundes. Erganzt und bis auf die neueste Zeit fort-geführt von D^r. H. Zoepfl. Frankfort a/M., 1861. (1618)

2653. Wertheim Jz. [J.) Akademisch proefschrift bevattende eene verhandeling over het Nederlandsch consulaatregt. Utrecht, 1851. (623)

2654. Wertheim Jz. (J.) Manuel a Tusage des consuls des Pays-Bas, précëde\' d\'un aper^u historique sur l\'ëtablissement du consulat Neêrlandais a l\'e\'tranger et de la legislation depuis son origine jusqu\'a nos jours, suivi d\'un recueil de documents officiels. 3 vol. Amst., 1861. (2270)

2655. Clercq. (A. de] Formulaire des chancelleries diplomatiques et consulaires suivi du tarif des chancelleries et du texte des principales lois, ordonnances, circulaires et instructions ministérielles relatives aux consulats. Publié sous les auspices du Ministère des Affaires Etrangères. 2 vol.; 3^me édit. Paris, 1861. (2321)

2656. Pishur. [J.] Oesterreichs Consularwesen. Mit vier Tafeln. Wien, 1862. (2332)

2657. Allgemeine Dienst-Instruction für die Königlich Preus-sischen Consular-Beamten. Berlin, 1862. (2399)

2658. Brouchoud. (C.) De l\'extradition entre la France et TAn-gleterre. Lyon, 1866. (2374)

2659. Open brief der Nederlandsche maagd aan Zijne Majesteit den Koning van Nederland. Leiden, 18G6. (2748)

2661. Bosscha. (J.) Pruissen en Nederland. Een woord aan zijne landgenooten. Amsterdam. 1866. (2816)

266^-2. Staatkundig on staathuishoudkundig jaarboekje voor de jaren 1852, 1854-67. — Register der jaargangen 1859 - 63. Amsterdam. (494)

2663. Tijdeman. (J. T7.) Disquisitio de eeconomiae politicae notionibus in corpore juris civilis Justinianeo. Lugd. Bat., 1838. (1773)

2664. Dwmont. [E.) Handboekje dor staathuishoudkunde, getrokken uit de geschriften van .Teremias Bentham. Naar bet Franscb. Deventer, 1851. (111)

2665. Baudrillart. (H.) Handboek der staathuishoudkunde. Uit bet Franscb vertaald door W. A. Virulij Verbrugge. 2 deelon. Haarlem, 1859. (2114)

2G66. Vissering. (S.) Handboek van praktische staathuishoudkunde. Amst., 1860 - 65 ; 3 stukken. — ld. 2\'^1|! herziene druk, 2 deelen. Amst., 1867. (2719)

2667. Wttewaal. (G.) Bijdrage tot de staathuislioudkande en statistiek. 2\' deel, l^e stuk. (642)

2668. Bruijn Kops. (J. L. de) Beginselen van staathuishoudkunde.-Leyd en, 1850. (647)

2669. Bruijn Kops. (J. L. de] Beginselen van staathuishoudkunde. Squot;quot;quot; druk. 2 deelen. Amst, 1859. (2113)

2671. Blanqui. (A.) Beknopt overzigt van de eerste beginselen der staathuishoudkunde, voorafgegaan door eene geschiedkundige inleiding. Deventer, 1850. (50)

2672. Mees. (W. C.) Overzicht van eenige hoofdstukken der staathuishoudkunde. Amst., 1866. (2758)

2673. Boudewijuse. [J.] Alpbabetische opgave van onderwerpen over staatkunde, staathuishoudkunde, koloniale aangelegenheden, enz., behandeld in het Bijblad van de Neder-landsche Staatscourant, tijdschriften en dagbladartikelen. Jaargang 1861. \'s Gravenhage, 1861. (2310)

2674. Wijnne. [H. A.) Waarde, geld cn credict in den wereldhandel, volgens de beginselen van John Stuart Mill. Groningen, 1854. (1822)

2676. Asser. [T. M. C.) Verhandeling over hot staathuishoudkundig begrip der waarde. Amst., 1858. (2043)

2677. Meijer. (A. D.) Staathuishoudkunde en staatsloterij verklaard. Amst., 1858. (50)

2678. Ruiter Zylker. [D. de] Academisch proefschrift over het regt van beklemming, uit een staathuishoudkundig oogpunt beschouwd. Leiden, 1861. (2246)

2679. Buijs. [J. T.) De hypotheekbank, haar wezen en hare waarde. Haarlem, 1861. (2242)

2680. Mettais. (H.) Des associations et des corporations en France. Paris, 1859. (2077)

2681. Elink Sterk jr. (.4.) Stellingen en overwegingen nopens eenige moeijelijke theoretische vraagpunten van volks-en staathuishoudkunde. Amst., 1854. (1849)

2682. Voorthuijsen. [E. van) Voorlezingen over de duurte der levensmiddelen. Haarlem, 1856. (1250)

2683. Saij. (J. B.) Ontwikkeling van de beginselen der staathuishoudkunde, eenvoudige verklaring van de wijze, waarop de rijkdom voortgebragt, verdeeld en verbruikt wordt. Naar het FranscL. 2 deelen. Deventer, 1857. (1639)

2684. Wolterbeeh. (W. P.] Geschiedkundige studiën over kapitaal verdeeling. Amst., 1857. (1238)

2685. Stolk. (T. van) De stelsels der staathuishoudkundigen omtrent grondrente ontvouwd en beoordeeld. Rott., 1858. (1711)

2686. Desforges. Nouveau mode de crédit public et privé ou projet d\'une banque territoriale et ve\'ritablement nationale. Applicable a tous les gouvernemens constitutionnels, précédé d\'une introduction et de quelques réflexions sur l\'économie politique, l\'agriculture, le commerce, l\'indus-trie, les finances et los banques en Europe et en Amé-rique. Anvers, 1829. (119)

2687. Droz. (J.) Staathuishoudkunde of beginselen van de leer des rijkdoras. Uit het Fransch. Deventer, 1849. (140)

Feenstra Kuiper. {F.) Akademiscbe proevo over hetgeid, beschouwd als waardemeter en ruilmiddel. Sneek, 1854. (1185)

2680. Buijs (J. T.) Voorlezingen over de circulatie-banken , meer bijzonder in Frankrijk, Groot-Brittannie en do Voreenigdo Staten van Noord-Amerika, gehouden in de Maatschappij Felix-Meritis. Haarlem, 185(5. (2513)

26S0. Heel Dz. [C. J. van] Do banken van leening in Nederland onderzocht, met het oog op den toestand en de vorderingen dezer inrigtingen in andere landen. Haarl., 1849. (266)

2691. Teilegen. (B. D. H.) Do uitvoer van vee naar Groot-Brittanje. [Uit het tijdschrift der Maatschappij tot bevordering van Nijverheid.] 1853. (1147)

2603. Tellegen. (B. D. 11.) Beginselen der volkshuishoudkunde. Gron., 1853. (1216)

2694. De verteringen van weelde en het loon van arbeid. Uit het Hoogduitscb door P. N. Muller. Amst., 1856. (84)

2606. Meerten. (L. A. van) Over eenige voedingsmiddelen voor den mensch bij schaarschheid of\' gebrek. Delft, 1853. (376)

2697. Mac Culloch. (J. li.) Over de omstandigheden , die den prijs der werkloonen en don toestand dor arbeidende klassen bepalen. Uit het Engelsch, met aanteekeningen door W. Sloet tot Wester holt. Zwolle, 1853. (111)

2690. Loon. (E. 11. van) Antwoord op de vraag: Bestaat er inderdaad in vele opzigton eene treffende gelijkheid en overeenkomst in do landhuishouding der oude Grieken en die van ons vaderland, enz. (348)

2700. Gamier. (J.) Richard Cobdea, het verbond en de bond-genooton. Uit het Fransch. Rott., 1847. (50)

2701-. Serge. (F. van) Over den invloed der machines op de welvaart der volken. Middelb., 1842. (411)

2702. Over het slandpunt, waarin kunsten, handwerken^ volkskrachten en nijverheid beschouwd moeten worden met betrekking tot den Staat. Naar het Hoogduitsch van J. G-. von Quandt. Amst., 1823. (203)

2703. De volken van onzen tijd. Bijdragen tot de kennis van den toestand der voornaamste Staten in de tweede helft van do XIX^de eeuw. lquot;^e afl. Belgie. Haarlem, 1858. (204G)

2704. Carey. (H. C.) Letters to the president on the foreign and domestic policy of the union and ita effects as exhibited in the condition of the people and the state. Philadelphia, 1858. (2032)

2705. Karnebeek. (H. P. van] Spocimon economico-politicum inaugurale de distributione et forma praediorum. Lugd. Bat., 1854. (1189)

2706. Zeehuisen. (J.) Bronnen van volkswelvaart, met bijvoegselen en aanteokeningen. Amst., 1850. (1815)

2707. Ward. [J.] Geschiedenis van het goud, beschouwd als ruilmiddel en als maatstaf van waarde. Met eene kaart. Uit het Engelsch. Haarlem, 1853. (639)

2708. Langrand-Dumonceau. (A.) Practische schets der operatien van de maatschappij van internationaal grondcrediet, en van de bank van grond- en nijverheidscrediet, benevens overzigt van hare staathuishoudkundige gevolgen voor het oogenblik en in de toekomst. Amst., 18G4. (50)

2709. Congres international do bienfaisance de Bruxelles. Session de 1856. Compte rendu et annexes. 2 vol. Brux., 1857. (1967)

2710. Engelbronner. (C. C. E. d\') Do afschaffing van den sterken drank, als volksdrank, aangeprezen door de staathuishoudkunde. \'s Grav., 1847. (50)

2711. Staten van do bevolking der steden en gemeenten van hot Koningrijk der Nederlanden, op den l^sten Januarij 1840, naar aanleiding der iongste algemeene volkstellinjc. \'sHage, 1841. (465)

2712. Deuxièmc recueil des tableaux do statistique des Pays-Bas. La Haye, 1829. (1090)

2713. Bevolkingtafelen, twaalfjarige staten der levendgeborenen en sterfgevallen, levens- en sterftewet voor het Koningrijk der Nederlanden. Uitgegeven door het Departement van Binnenlaudsche Zaken. 1856. F⁰. (75)

2714. Uitkomsten der derdo tienjarige volkstelling in het Koningrijk der Nederlanden op 19 Nov. 1849. Fquot;.

2715. Uitkomsten der vierde tienjarige volkstelling in het Koningrijk dor Nederlanden op 31 Dec. 1859. 3 deelen. \'s Gravenhage, 1863 - 64. Fquot;. (69)

2716. Staat van bevolking van de provincie Vriesland volgens de telling van den jare 1818. Leeuwarden, 1820. (601)

2717. Verslagen van Gedeputeerde Staten omtrent den toestand der provincie Noordbrabant, over de jaren 1831, 1833-34 1838, 1845, 1854, 1859-66. (801)

2728. Notulen van hot verhandelde in do vergaderingen van do Provinciale Staten van Limburg, in 1854-67. Maastricht. (812)

2729. Statistisch jaarboekje en statistisch jaarboek voor het Koningrijk der Nederlanden. Uitgegeven door het Departement van Binnejilandsche Zaken. 1 - 15^de jaargang. \'sHage, 1851 - 67. (767)

2730. Geregtelijke statistiek van het Koningrijk der Nederlanden, over 1847 - 52, 1854- 65. \'sG-rav., F³. (79)

2731. Statistiek van het gevangeniswezen over 1854 - 64. \'s Gravenhage, 1855- 67. (953)

2732. Statistiek van den handel en de scheepvaart van het Koningrijk dor Nederlanden over 1846-47, 1849 -65. 19 deelen. F⁰. (11)

2733. Verslagen van den handel, scheepvaart en nijverheid van Amsterdam over de jaren 1862-67. Opgemaakt door de kamer van koophandel en fabrieken aldaar. (2485)

2734. Buddlngh. (D.) Algemeene statistiek voor handel en nijverheid. Haarlem, 1846 -49. 3 deelen. (657)

2735. Buddlngh. (D.) Jaarberigten van algemeene statistiek voor landbouw, handel en nijverheid, 1848- 51. Haarlem, 1851. (658)

2736. Statistieke beschrijving van Gelderland, uitgegeven door de commissie van landbouw in dit gewest. Met platen en tabellen. Arnhem, 1826. (687)

2737. Jaarboekje, uitgegeven op last van Z. M. den Koning. \'sHage, 1833-34, 1838-49. (703)

2738. Circulaire van den Minister van Justitie van 16 Nov. 1854, nquot;. 118, en statistieke tabellen betreffende het politiewezen over den jare 1853. 4°. (52)

2739. Circulaires van den Minister van Justitie van 31 Dec. 1860, nquot;. 237, en 1862, n⁰. 150, benevens statistieke tabellen, betreffende het politiewezen, over de jaren 1856 - 61. \'s Hage, 1861 - 63. (2304)

2740. Verslagen van de werkzaamheden der rijkscommissie voor statistiek, 1859-61. \'sHage, 1861-62. (2269)

2741. Godefroi. (M. 11.) Een paar opmerkingen naar aanleiding van do statistiek der faillissementen over 1860. (378)

2742. Staat der Nederlandsche zoemagt en koopvaardijvloot op 1 Januarij 1861. Amsterdam. (1387)

2743. Verslag van de Noord- en Zuid-Hollandsche redding-maatschappij, 1864. Amsterdam, 1865. (2588)

2744. Schlözer. (^l. L. wre) Theorie der statistiek of staatskunde. Naar het Hoogduitsch, door prof. H. W. Tydeman. 2^ae uitgave. Groningen, 1814. (547)

2745. Swalue. (E. B.) Notice statistique sur le Royaume des Pays-Bas et ses colonies. (1977)

2746. Cloet. [J. J. de] Handhoek voor staatsmannen, kooplieden , fabrijkanten, trafijkanten en manufacturiers of statistiek tafereel der Nederlandsche nijverheid. Uit het Fransch. Utrecht, 1826. (93)

2747. Br wijn Kops. (J. L. de] Handelcijfers. Overzigt van den in-, uit- en doorvoerder Nederlandsche handelsartikelen in elk der jaren 1846 tot en met 1855. Amst., 1857. (1640)

2748. Bescheiden voor de statistiek van het Koningrijk der Nederlanden. N°. I. Bescheiden betreffende de geldmiddelen , eerste stuk; overzigt van de opbrengst der directe belastingen, indirecte belastingen en accijnsen, gedurende de jaren 1646-59. \'sliage, 1861. F°. (142)

2749. Bijdragen tot de kennis van den tegenwoordigen staat der provincie Groningen. Uitgegeven door de commissie voor de statistieke beschrijving der provincie Groningen. Groningen, 1858-65. deel 1-3, 4, 1°. stuk. (1913)

2750. Bieberstein. [F. II. J. de] Bijdrage tot de kennis der geldmiddelen van de gemeenten in de provincie Limburg. Leiden, 1858. 4°. (140)

2751. Alstorphius Grevelink. [P. W.] Statistiek van de provincie Drenthe voornamelijk uit het oogpunt van nijverheid en volkswelvaart, met opgave der hoofdmiddelen ter opbeuring van dat gewest. Met eene kaart ea tabellen. Assen, 1840. (2699)

2752. Statistische tabellen betrekkelijk den algemeenen gezondheids- en ziektetoestand in de gemeenten van hel hertogdom Limburg gedurende het jaar 1862, ingediend door de provinciale commissie van geneeskundig onderzoek en toevoorzigt in Limburg. Maastricht, 1863. (2522)

een der Grootboeken van de nationale werkelijke schuld, der rontgevende schuldbrieven en andere bezittingen van de gemeenten in Noordbrabant, alsmede der schulden ten haren laste, op den l⁸quot;¹¹ Januarij 1861. 4°. (145)

2754. Janse Bz. (L.) Bydrage tot het onderzoek naar de oorzaken der geslachtsverhouding bij de geboorten. Middelburg, 1853. (295)

2755. Reports on the criminal statistics of the state of New-York, during the years 1855 and 1856. (1614)

2756. Miscellaneous statistics of the United Kingdom. Years 1857 and 1861. London. F°. (98)

2757. Uebersicht der Strafrechtspflege im G-roszherzogthum Baden, wahrend der Jahre 1859-65. 4°. (68)

2758. Uebersicht der Ergebnisse der Strafrechtspflege im Königreiche Bayern, wahrend der Jahre 1850-61. F°. (86)

2759. Justizministerialblatt für das Königreich Bayern. Miin-chen, 1867, n°. 1. Inhalt: Ministerialentschlieszung, betr. die Uebersichten iiber die Ergebnisse der Strafrechtspflege. (2741)

2760. Compte de l\'administration de la justice criminelle en Belgique pendant les années 1826-43. 4°. (58)

2761. Extrait du rapport de\'cennal sur la situation administrative du royaume (Belgique). Résumé de l\'administration de la justice civile et criminelle. 1841 - 50. Bruxelles, 1852. Fquot;. (47)

2762. Statistique des libéralités au profit des établissements religieus et charitables en Belgique pendant les années 1831 a 1849. 4°. (82)

2763. Statistique des hospices et des bureaux de bienfiiisance du royaume de Belgique, d\'après les budgets de l\'cxer-cice 1853. Bruxelles, 1856. F⁰. (48)

2764. Ducpétiaux. (E.) Institutions de la Belgique, résumé statistique. Bruxelles, 1852. (1096)

2765. Statistique des prisons de la Belgique. Période de 1851-1860. Bruxelles, 1852- 1864. 4°. (59)

2766. Statistisk tabelvaerk. Nij raekke, tijvende bind, inde-holdende detaillerede criminaltabeller for kongeriget Dan-m ark for Aar ene 1841 -1855, Kjöbenhavn, 1860. 4°. (162)

2767. Statistisk tabelvaerk. Nij raekke, fireogtijvende bind, indeholdende tabelier over selvmord i Kongeriget Dan-mark, Hertugdommet Slesvig, Hertugdommet Helsteen og Hertugdommet Lauenborg i Aarene 1845 - 60. Kjoben-havn, 1858-62. 4°. (142)

2768. Beretning fra Kontoret for Faengselsraesenet om Straf-feanstalternes Tilstand i Tldsrummet fra l\'quot;¹ Januar 1858 til 31^te Marts 1863. Kjöbenhavn, 1864. (2577)

2769. Judicial-statistics, 1857-66. England and Wales. Part. I. Police; — criminal proceedings; — prisons. Part. II. Common law; — equity; — civil and canon law. London, 1858-67. 4°. (139)

2770. Tables showing the number of criminal offenders committed for trial or bailed for appearance at the assises and sessions in each county,

2771. Abstract of returns of the keepers of jails and overseers of the houses of correction for the year 1853. Eoston, 1854. (1166)

2772. Report of the proceedings of the fourth session of the international statistical congress 1860. London, 1861. 4°. (161)

2773. Fallati. [J.) De Engelsche genootschappon voor statistiek. Uit het Hoogduitsch. Leyden, 1843. (158)

2774. Staat van Engeland, in het begin van 1822 beschouwd, uit het oogpunt der financien, buitenlandsche betrekkingen, enz. Amst., 1822. (G67)

2775. Compte ge\'ne\'ral do l\'administration de la justice civile et commerciale en France pendant les années 1851, 1856 - 65. Paris. 4°. (69)

2776. Compte gënëral de l\'administration de la justice crimi-nelle en France pendant les années 18n7 - 65. Paris. 4°. (70)

2777. Bucquet. (P.) Tableau de la situation morale et matérielle - en France des jeunes détenus et des jeunes libérés et

établisaements correctionnels et les sociétés de patronage de jeunes détenus. Paris, 1853. 4°. (156)

2778. Bucquet. (P.) Rapport fait au congres international de statistique è Paris, dans sa séance du 12 septembre 1855, sur la statistique des établissements pdnitentiaires. (1091)

2779. Statistique des prisons et dtablissements pénitentiaires en France pour les années 1852 - 58. Rapport a Son Excellence le Ministre de I\'interieur et de la sureté générale par M. Louis Perrot. 3 vol. Paris, 1856-60. (2135)

2780. Lichtenberg. (C.) Mittheilungen zur Criminal-Statistik des Königreichs Hannover aus den Jahren 1852 und 1853. Hannover, 1855. (1338)

2781. Mittheilungen zur Statistik der Strafrechtspflege im Königreiche Hannover, wahrend der Jahre 1854-63. Aus Königlichem Justiz-Ministerium. Hannover, 1860-65. 4°. (150)

2782. Uebersicht der Rechtspflege im Groszberzogthum Hessen, mit Ausnahme der Militür-Strafrecbtspflege, wahrend der Jahre 1856- 66. Darmstadt, 1857-67. 4°. (143)

2783. Uebersicht der von sammtlichen Strafgerichten des Grosz-herzogthums Hessen mit Ausnahme der Militarstraf-gerichte abgeurtheilten Verbrechen und Vergehen, in den Jahren 1856 - 65. Fquot;. (87)

2784. Criminalstatistiske Tabelier for Kongeriget Norge for aaret 1860-63, samt den Kongelige Norske Regjerings underdanigste indstilling af 3 Januar 1863 - 21 Februar 1866. Cbristiania, 1863-66. 4°. (173)

2785. Zur Statistik der Rechtspflege im Herzogthum Oldenburg, mit Ausnahme der militairischen Strafrechtspflege für das Jahr 1863. Herausgegeben vom statistischen Bureau. Oldenburg, 1864. (2582)

2786. Tafeln zur Statistik der Oesterreichischen Monarchie, zusammengostellt von der Direction der administrativen Statistik. Neue Folge. Band I-IV, 1849 - 59. Wien, 1856 - 62. Fquot;. (108)

2787. Statistisches Jahrbuch der Oesterreichischen Monarchie, für die Jahre 1863-1864. Herausgegeben von der K. K. statistischen Central-Commission. Wien, 1864-65. (2662)

2788. Die Resultate der Reehtspflego bei den verschiedeneu Gerichten derPfulz, wahrend der Stats-Jabre 1850-66. Zweibrücken, 1851-66. (1337)

2789. Statistik der Preuszischen Schwurgerichte für die Jahre 1858-05. Berlin, 1861-67. 4°. (83)

2790. Mittbeilungen aus den amtlicben Berichten über die zum Ministerium des Innern gebörendea Königlich Preuszischen Straf-und Gefansnissanstalten betreffend die Jahre 1858, 1859, resp. 1860. Berlin, 1861. (2272)

2791. Compte rendu général du Ministère de la Justice en Russie, pour l\'année 1834. 4°. (127)

2792. Uebersicht der Civil- und Strafrechtspflege im König-reiche Sachsen -wahrend der Jahre 1860, 1861, 1862. Auf Befèhl Sr. Majestat des Königs im Königl, Justiz-ministerium zusammongestellt von D^r. F. O. Schwarze. Dresden, 1865. 4°. (176)

2793. Stati Sardi. Dati statistici carcerari. Estratti dai Ca-lendquot; Gen¹¹ 1856 - 58. (1988)

2794. Quadri statistici degli affari giudiziari trattali nol 1861. Torino, 18G3. F⁰. (157)

2795. Estadistica de la administracion de Justicia en la criminal en la Peninsula é Islas adijacentes, formada en el Ministerio de gracia ij justicia, durante el anno de 1859-1861. Madrid, 1860-65. Fquot;. (130)

2796. Dati statistici sul sistema penale vigente in ïoscana rassegnati del soprintendente generale delle prigioni A. S. E. 11 Sig. i Ministro di Giustizia e Grazia con rapporto de 15 Sept. 1859. (2265)

2797. Beilage zum Staats-Anzeiger für Württemberg. Bekannt-machung der Uebersichten über die Geschaftsthatigkeit der Justizbehörden. 1857 - 67. 4\'\'. (160)

2798. Bidrag till Sveriges officiela statistik. Justitie - Stats-ministerns underdaniga Embetsborattelse for uren 1830-1864. Stockholm. 4°. (102)

2799. Bidrag till Sveriges officiela statistik. Fangvards-Styrelsens underdanigaberattelse for aren 1850-52, 1856,1862-66. Stockholm. 4°. (103)

2800. Suisse. Rapports du département fêdéral dejustico et police sur sa gestion pendant les années 1860,1862 et 1866. (2278)

2801. Hofstede de Groot. (P.) Institutiones theologiae naturalis, sive disquisitio philosopha de Deo hominisque cum Deo conjunctione. Editio tertia. Gron., 1845. (1926)

2802. Hofstede de Groot [P.] et L. G. Pareau. Encyclopaedia theologi cliristiani. Editio altera. Gron., 1844. (1930)

2803. Hofstede de Groot [P.) et L. G. Pareau. Lineamenta theologiae christianae universae, ut disquisitionis de religione una verissima et praestantissima sive brevis conspectus dogmatices et apologetices christianae. Editio altera. Gron., 1845. (1931)

2804. Chrysostomus. (J.) Opera selecta, Gr. et Lat. — Anno-tationem subjecit J. van Voorst. 2 vol. Lugd. Batav., 1827. (1724)

2805. Costa. (I. da] Opstellen van godgeleerden en geschiedkundigen inhoud, met eene inleiding van M^r. H. J. Koenen. 4 deelen, 2^ae druk. Amst., 1865. (2777)

2806. Palm. [J. H. van der) Bijbe! voor de jeugd. Deel 1, 2 en 3. Leijden, 1825 en 1826. (2185)

2807. Pithoeus. (F.) Codex canonnm vetus ecclesiae romanae. Accedunt Petri Pithoei miscellanea ecclesiastica. Parisiis., 1687. Fquot;. (70)

2808. Espen. \\Z. B. van) Jus ecclesiasticum universum antiquao et reeentiori disciplinae praesertim Belgii, Galliae, Ger-maniae et vicinarum provinciarum accomodatum. Com-mentarius in canones juris veteris ac novi et in jus novissimum. Supplementum ad varias collectiones operum. Lovanii et Bruxellis, 1753-68. 5 torn. F⁰. (71)

2809. Jioy. (J. J. Ie) Aan al mijne Hervormde landgenooten, ter verdediging van mijn in het verleden jaar bij de Algemeene Synode ingeleverd adres en tot verdere voortzetting en uitbreiding van liet daarbij beoogde doel van eene grondige herstelling en tevens ware bevrediging der Nederlandsche Hervormde kerk. Rotterdam, 1836. (1261)

2810. Hogendorp, (U. van) M. B. II. W. Gevers, A. Capadose, G. Groen van F rins ter er, P. J. Elout, J. A. Singendonck en C. M. van der Kemp. Adres aan de Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde kerk, over de formulieren, de academische opleiding der predikanten, het onderwijs en het kerkbestuur. Leiden, 1842. (1261)

2811. Rutgers van der Loeffquot;. (A.) Adres aan de Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde kerk, ter zake van een adres aan dezelfde Synode, over de formulieren enz. Gron., 1842. (1261)

2812. Mensinga. [J. A. M.) De zaak der formulieren van eenigheid in de Nederlandsche Hervormde kerk aan een kalm, naauwkeurig en onpartijdig onderzoek onderworpen. Amst., 1848. (1261)

2813. Senden. (G. H. van) De hervorming van den tegenwoor-digen staat der Nederlandsche Hervormde kerk. Amst., 1848. (1261)

2814. Elout. [P. J.) Brief aan den heer A. Rutgers van der Loeff, over zijn adres aan de algemeene Synode. Leiden, 1842. (1261)

2815. Rutgers van der Loeff. (A.) Antwoord aan den heer P. J. Elout op zijn brief aan A. Rutgers van der Loeff. Groningen, 1842. (1261)

2816. Beknopt verslag wegens den zakelijken inhoud van verschillende bij de Synodale vergadering des jaars 1842 ingediende adressen, ter zake van algemeene kerkelijke

aangelegenheden, mitsgaders besluit dor Synode van den 18^den Julij 1842. Delft, 1842. (1261)

2817. Houten. (A. J. van) Brief aan P. J. baron van Zuijlen van Nyevelt, betrekking hebbende op zijn laatste werk, getiteld: Opwekking tot volharding in den aangevangen geestelijken strijd, aan de verdrukte Sionskinderen, enz. Leerdam, 1842. (1201)

2818. Houten. (A J. van) Mijne gedachten na de lozing van het ministerieel rescript van den l^3tcn Julij 1842, hetwelk de onafhankelijkheid der Hervormde kerk uitspreekt. Leerdam, 1842. (1261)

2819. Boeles. (P.) Brief aan een vriend over de voorgestelde maatregelen ten aanzien van Hervormde predikanten die, schoon ongeschikt voor de dienst in hunne gemeente geoordeeld, echter weigerachtig blijven hot emeritaat aan te vragen. Gron., 1847. (12(51)

2820. lieddingius Gz. [J. II.) De verpligting der diakenen bij do gemeenten der Nederlandsche Hervormde kerk, uit een kerkelijk oogpunt beschouwd. Leeuwarden, 1847. (1261)

2822. Rondgaande brief van Z. H. Gregorius XVI. Verklaring van het Bergisch bijbelgenootschap te Elberfeld. Leiden, 1844. (1267)

2823. De brief van W. P. Tiddy, agent van het Britsch en buitenlandsch bijbelgenootschap in Bolgio en de Nederlanden , in antwoord aan den bisschop van Dardanie, apostolische vicaris te Breda, op deszelfs mandament tegen het verspreiden en lezen der heilige schriften, beoordeeld, toegelicht en mot eonige ophelderingen vermeerderd door een lid van het Amsterdamsch bijbelgenootschap. Amst., 1847. (1267)

2821. Vlugtige gedachten ontstaan uit eenen blik op den tegon-woordigen toestand der Gereformeerde kerk in Nederland. Groningen, 1842. (1261)

2825. Het gevoelen van professor Heringa, over het brengen van moer ouderlingen in de besturen der Hervormde kerk, herinnerd en verdedigd. Utrecht, 1842. (1261)

2826. Hofstede de Groot. [P.] Wat moeten wij godgeleerden in de Nederlandsche Hervormde kerk nu doen ? Gron.,

2827. Is er grond van vreeze, dat de Synode der Nederlandsche Hervormde kerk de vrijheid van leer zal beperken? Amst.,

2828. Eehna. (B.) De rationalist ofgodsdienstvriend. Raadgevend woord aan den Koning, de Synode der Nederlandsche Hervormde kerk en aan het geheele Nederlandsche volk over de woelingen welke in die kerk heerschen. Gron., 1843. (1261)

2829. Hofstede de Groot. {P.) De berigten omtrent het onderscheidend karakter der Groningsche godgeleerde school van m^r. I. da Costa toegelicht. Groningen, 1848. (263)

2830. Register en bladwijzer op de verhandelingen van het Haagsch genootschap tot verdediging van den christelijken godsdienst, over de jaren 1787-1822. 2 dn. \'sHage, 1822. (1809)

2831. Hofstede de Groot. (P.) Over de evangolisch-catholiekc godgeleerdheid als de godgeleerdheid der toekomst. Groningen, 1856. (1266)

2832. Amorie van der Hoeven. {A. des) Eenheid in het noodige, vrijheid in het twijfelachtige, in alles de liefde. Leeuw., 1847. (1265)

2833. Lücke. [F.] Onderzoek naar den vermoedelijken ouderdom, den oorspronkelijken vervaardiger, den juisten vorm en den -waren zin der kerkelijke vredeleus; » In necessariis unitasquot; etc. Leeuw., 1850. (1496)

2834. Grotius. (11.) Annotationes in novum testamentum. vol. 7. Gron., 1829. (1762)

2835. Amorie van der Hoeven. (M. des) Over het wezen der godsdienst en hare betrekking tot het staatsregt. Een tegenschrift tegen M^r. C. W. Opzoomer, tevens eene bijdrage tot de kritiek der anti-revolutionaire rigting. Amst.. 1854. (585)

2836. Post Gz. [J.) Het wezen der godgeleerdheid en hare beteekenis voor wetenschap en leven; het groote vraagstuk van onzen tijd. l^e afd. Purmerend, 1856. (1381)

2837. Hofstede de Groot. (F.) Het eigenaardige dor Roomsch- \' Catholijka en der Protestantsche kerk. Reisherinneringen. Groningen, 1853. (282)

2838. Muur ling. (TF.) Over do echt Christelijke beginselen der oorspronkelijke Nederlandsche Hervormde Kerk. Gron., 1849. (1261)

2839. Wildschut. (D. li.) De geest der Nederlandsche Hervormde kerk in onze dagen. Amst., 1843. (1201)

2840. Een woord over het besluit der Synode van 1845 omtrent de beruchte zes artikelen. Haarlem, 1845. (1261)

2841. Blussé. [F. L. F⁷.) 13e onverbindbaarheid in regten van de tegenwoordige organisatie der Hervormde kerk. Dordrecht, 1845. (l-\'Gl)

2843. Vinlce. [II. E.] Antwoord aan de redactie van het tijd-schrift: Waarheid in liefde, op de beoordeoling van zijne uitgegeven leerredenen Utrecht, 1843. (155fi)

2844. Ferponchsr. (W. E. de) D \' geest van het evangelisch christendom. Utrecht, 1813. (1588)

2845. Ottema. (J. G.) Open brief aan D^s. A. T. Reitsma, over zijne beoordeeling van de moderne theologie. Leeuwarden , 1862. (2465)

2847. Douwcs Jr. (/.) Het determinisme van den hoogleeraar J. H. Scholten in twee zij-;er grondbegrippen getoetst. Gron., 1859. (2277)

2848. Farler. [T.] De godsdienst in haren oorsprong, hare bronnen en hare ontwikkeling. Uit het Engelsch, door J. J. Swiers. 2 stukjes. Gron., 1863 - 64. (2730)

2849. Eliakim. Les Ttaliens, la politique et Rome. Introduction a rEvangile primitif. Amst., 1860. (1265)

2850. Schenkel. (D.) Hot beeld van Jezus; in hot Nederduitsch overgobragt door D^r. E. J.DiestLorgion. Gron., 1864. (2688)

2851. Algemeen reglement voor de Hervormde kerk in het Koningrijk der Nederlanden. Met aanteekeningen. Gorin-chem, 1852. (232)

2852. Kist (iV. C ) en II. J. liooijaards. Archief voor kerkelijke geschiedenis, inzonderheid van Nederland. Leyden, 1829 -40. V. S\'-ll\' deel. (709)

2853. Jfist (N. C.) en H. J. Rooijaards. Nederlandscli archief\' voor kerkelijke geschiedenis. Leyden, 1841 - 49. 1° - 2^e, 4^C - 9^e doel. (710)

2854. Kerkhistorisch-archief door N. C. Kist en W. Moll. Deel 1-4. Amst., 1857 - 66. (920)

2855. Mij er s. [M. M.) ïafereelen uit den bijbel, ten dienste der Israëlietische jeugd, behelzende do geschiedenis van af de schepping tot op de terugkomst der Israëlieten uit de Babylonische gevangenschap. Amsterdam, 1861. (2530)

2856. Reitsma. [J.] Franciscus Junius, eeu levensbeeld uit de eerste eeuw der kerkhervorming. Groningen, 1864. (2574)

2857. Haverkorn van R\'jsewijk. [G. H.) Dissertatio historico-theologica de Barnaba. Arnhem, 1835. (1949)

2858. Benninh Janssonlus. (R.) Geschiedenis van het kerkgezang bij de hervormden in Nederland Arnhem, 1860. (2397)

2859. Siemers. [C.] Geschiedenis der katholijke kerk. Uit het Hoogduitsch vertaald en bewerkt door een R.-K. priester. Maastricht, 1855, (758)

2860. Eekhof. (TT.) Beknopte geschiedenis van het voormalige Sint Anna-leen, in de kerk van Oldehove te Leeuwarden. Eene bijdrage tot de geschiedenis van de geestelijke goederen in Friesland. Leeuwarden, 1860. (2223)

Groningen, van de vroegste tijden tot op heden. Geschiedkundig onderzoek. Groningen, 1860. (2134)

2862. Ilinlopen (F. C.) en J..C. de Leeuw. De 18^de Junij 1856 en de 28^8te Junij 1857 in den Anna Paulowna-polder, en eene beknopte geschiedenis van de stichting der Hervormde gemeente aldaar. Haarlem. (1219)

2863. Een woord over de kerkelijke beweging in de Hervormde gemeente te Veendam, door Christophilus. Winschoten, 1858. (1219)

2864. Bonxela Nieuwenhuis. [F. J.) Geschiedenis der Amster-damsche Luthersche gemeente. l^,tó en 2^d, afdeeling. Amst., 1856. (2149)

2865. Glasius. (B.) Geschiedenis der Nationale Synode, in 1618 en 1619 gehouden te Dordrecht. Afl l Leiden, 1860. (2276)

2866. Bevelschrift van den aartsbisschop van Utrecht, den bisschop van Haarlem en den bisschop van Deventer, ter aankondiging van het jnbilé verleend door Paus Leo XII. Haarlem, 1826. 4°. (22)

2867. Declaration adressée par Farchóvêque d\'Utrocht et les évêques de Harlem et de Deventer, tant pour justifier leur conduite, que pour se de\'fendre publiquement au sujet de leurs prétendues bulles d\'excommunication, publiées au nom de Sa Sainteté Leon XII. Harlem, 1826. 4°. (23)

2868. Wlltens. [N.) Kerkelijk plakaatboek, behelzende de pla-kaaten, ordonnantiën en resolutien over de kerkelijke zaken, van 1446 tot 1795 en eenige van later jaren. \'sHage, 1722 - 1805. 5 deelen. 4°. (41)

2869. Ypeij.(A.) Aanhangsel van het 12^de deel der Geschiedenis van de Kristelijke kerk in de XVIII^de eeuw, met het register van het geheele werk. Utrecht, 1815. (776)

2870. Ypeij. [A.) Beknopte geschiedenis van de hervorming der Christelijke kerk in de XVl^Je eeuw. Gron., 1817. (778)

2871. Tsenheeh. [D.) Bijdragen tot do geschiedenis der Doopsgezinden en derzelver volkplantingen in het zuidelijk gedeelte van Rusland. Naar het Hoogduitsch. Hoorn, 1848. (777)

2872. De Catholijke en Protestantsche zendelingen in Indie, Uit het Fransch. Utrecht, 1832. (783)

2873. Kort verslag van het zoo geruchtmakend gedrag des afgezetten predikants H. P. Scholte in de Hervormde gemeenten Doeveren, Genderen en Gansoijen. Tweede druk. Gevolgd van een kort berigt van het gedrag en de afzetting van Gezelle Meerburg en J. van Rhee, gewezen predikanten te Almkerk en Veen. Door een vriend der waarheid en des vredes. Utrecht, 1836. (1219)

2874. Brief van dankzegging aan H. P. Scholte, wegens de door hem geleverde bewijzen voor de grondwettigheid en regtvaardigheid van \'s Konings besluit van 5 Julij 1836 [Staatsblad n⁰. 42). Middelburg, 1836. (1219)

2875. Hentzepeter. [H.) Adres aan alle afgescheidene en niet-afgescheidene leeraren en gemeenten in het Gereformeerd kerkgenootschap in Nederland. Rotterdam, 1842. (1219)

2876. Hoe moeten wij ons bij het toenemend separatismus in onze Hervormde kerk gedragen? Utrecht, 1844. (1219)

2877. Verslag van de Synode der christelijk afgescheidene Gereformeerde kerk in Nederland, gehouden van den 23\'^,en April tot den l^sten Mei 1851, te Amsterdam. Amst., 1851. (1219)

2878. Een blik op de afscheiding uit het oogpunt van hare geschiedenis in don Bijbel en uit dat \\an de verantwoordelijkheid der geloovigen, om niet alleen een iegelijk in het bijzondere, maar ook als ligchaam te getuigen. Amst., 1851. (1219)

2879. Adres aan do Algemeene Synode van het Nederlandsch Hervormd kerkgenootschap over het noodzakelijke eener op Gods woord gegronde reformatie, enz., door de leeraren der chri-telijke afgescheidene gemeenten te Ommen en de Ham. Ommen, 1842. (1219)

2880. Geschiedkundige minder algemeen bekende bijzonderheden. betrekkelijk de Nationale Synode te Dordrecht, gehouden in 1018 en 1619. Bloemlezing. Groningen, 1835. (537)

2881. Setten. [K. ï. van) Ongave van legaten, giften en geschenken aan kerken en kerkelijke personen bij de Hervormden in Nederland, vooral gedurende de laatst verloopen honderd jaren. Amst., 1842. (538)

2882. Westendorp. (N.) Bijzonderheden uit de geschiedenis der hervorming in de provincie Groningen, tusschen 1545 en 1580. uit een ongedrukt handschrift van dien tijd. Groningen, 1832. (636)

2883. Brucherus. [TI. II.) Geschiedenis van de opkomst en vestiging der kerkhervorming in de provincie Groningen. Groningen 1821. (650)

2884. Ellendorf. (7.) De betrekking van de Spaan sche kerk tot den Stoel van Eome, van de stichting dier kerk tot den tegenwoordigen tijd. Naar het Hoogduitsch. Amst., 1844. (670)

2885. Blaupot ten Gate. (S.) Geschiedenis der Doopsgezinden in Holland, Zeeland, Utrecht en Gelderland, van der-zelver ontstaan tot op dezen tijd. Amsterdam, 1847. 2 deelen. (42)

2886. Bimshergeii. [J. F. van) Korte geschiedenis der kerken en gemeenten Schore en Vlako. Zierikzee, 1845. (52)

2887. Dupac de Bellegarde. (M. G.) Histoire abrége\'e de l\'église métropolitaine d\'Utrecht, principalement depuis la révo-lution arrivée dans les sept Provinces Unies des Pays-Bas sous Philippe II jusqu\'a l\'an 1784. 3^me ëd. Utrecht, 1852. (142)

2888. Diest Lorgion. Geschiedenis van de kerkhervorming in Friesland. Leeuwarden, 1842. (129)

2889. Hofstede de Groot. [P.] Geschiedenis der Broederenkerk te Groningen. Groningen , 183quot;2. (251)

2890. Beknopt geschiedkundig tafereel der hervorming, ook in haren invloed op de Nederlanden beschouwd. Amst., 1817. (2P2)

2891. Stalker, (^t.) Prins Maurits van Nassau geenszins de vijand, zijn broeder Fredarik Hendrik de vriend der Remonstranten. Rotterdam, 1827. (542)

2892. Cobbin. [Ingram] Geschiedkundige beschouwing der Hervormde kerk van Frankrijk, van derzelver oorsprong tot op den tegenwoordige\'.! tijd. Uit het Engelsch. Dordrecht, 1817. (104)

2893. Swaiue. (E B ) De opstanden en omwentelingen in het Pausdom. Uit het Engelsch. Amst., 1842. (521)

2894. Het tegenstrijdig oordeel van Clemens XIV en Pius Vil over de orde der Jesuiten, tevens als eene bijdrage tot de pausselijke onfeilbaarheid. Deventer, 1850. (1265)

2895. De Roomsch-katholieke godsdienst gevaarlijk voor den Staat, door A. F. B. te O. Amst., 1844. (1267)

2897. Beknopt en naauwkeurig verslag van de handelingen en besluiten der eerste Duitsch-katholieke kerkvergadering, gehouden te Leipzig op Paschen 1845.\' Amst., 1845. (1268)

2898. Oordt J. Wz. [J. F. van) Iets met betrekking tot de Duitsch-katholieke beweging. [Uit: Waarheid in liefde.] Groningen, 1846. (1268)

2899. Annexe a l\'exposé de la situation administrative de la province de Liège. Rapport de M. Ie commissaire de 1\'arrondissement de Liège. Liège, 1857. [Betreft hoofd-

2900. Molitor. [W.] Ueber Kanonisches G-erichtsverfahren, gegen Kleriker. Mainz, 1856. (1383)

2901. Forest. (... de la) Méthode d\'instruction pour ramener les prétendns réformés a l\'église romaine et confirmer les catholiques dans leur croyanee. Auvers. (1519)

2902. Pasiorini. (...) (C. Walmesley.) Histoire abrégée de la naissance, des progrès, de la décadence et de la dissolution prochaine de la réfbrme de Luther. Traduit de l\'Anglais. Malines, 1829. (1523)

2903. Praatjes door Roomsch-katholijken gehouden en voor R.-katholijken door R.-katholijken opgeschreven. Leiden,

2904. Gesprokken en brieven tussclien een voornaam Roomsch-katholijk pastoor en een geacht Hervormd predikant over belangrijke onderwerpen, tusschen beider kerkgenootschappen in verschil. Dordrecht, 1815. (1527)

2905. De opstand in Belgie tegen het ultramontanisme. [Uit de Protestantsche bladen.] Arnhem, 1857. (12€6)

2906. Buddingh. (D.) Mirakelgeloof en mirakelen in do Nederlanden. \'sHage, 1845. (1266)

2907. Zaalberg Pz. [J. C.) Twee brieven aan mijne R. C. medechristenen , tevens ter beantwoording van pater A. Fren-trop en professor J. C. H. Muré. \'sHage, 1856. (1266)

2908. Broes. [W-] Een woord over hervorming der R. C. kerk, eene Erasmiaansche. Amst., 1856. (1266)

2909. Calvin. [J.] Verhandeling over de heilige overblijfselen of aanwijzing van het groote nut hetwelk de christenheid er uit trekken zou, indien men eenen inventaris opmaakte van de heilige ligchamen en overblijfselen die in verschillende landen gevonden worden. Uit het Fransch. Amst., 1842. (1219)

2910. Hugenpoth tot den Berenclaauw. (J. B. baron van) De kloosters in Nederland in 1861. Utrecht, 1861. (2247)

2911. Blootlegging van het gedrag, door de Pruissische regering gevolgd, ten aanzien van den aartsbisschop van Keulen. Naar den Hoogduitschen officielen druk. \'sHage,

2913. Boeles. (P.) Over staatsregt, hervormd kerkbestuur en seperatismus. Groningen, 1838. (5fi)

2914. Appeltere. (A. W. van) Het staatsregt in Nederland vooral met betrokking tot de kerk en do handelingen ten opzigte der afgescheidenen. \'sHage, 1837. (10)

2915. Le concordat, le code pénal et les turcs; par le neveu d\'un évêque. Bruxelles, 1827. (92)

2916. Exposé historique de l\'état de l\'église réformée des Pays-Bas , pour être présenté de la p.irt de la réunion wallonne aux églises réformées étrangères, spécialement aux églises de la France et de la Suisse fran9aise par la commission pour les affaires des églises wallonnes des Pays-Bas, 2^e éd. Amst., 1855. (675)

2917. Advies van het provinciaal committé van Holland over de kerkelijke octrooijen, benevens de tabellen daartoe behoorende. Ingeleverd ter vergadering van het provinciaal bestuur van Holland den 13^dC11 Maart 1797. \'sHage, 1797. F⁰. (17)

2918. Heusde. (P. G. van) Initia philosophiae Platonicae. Vol. H et III. Tr. ad Eh. 1836. (1770)

2919. Limburg Brouwer. [F. van] Disputatie qua respondetur ad quaestionem: » An et quatenus Philosophi, qui ante Soera-tem et Platonem fuerunt, atque illi et qui ex eorum scholis postea prodierunt, in commomorandis vel et exponendis principiis moralibus Divinae existentis Naturae et Pro-videntiae Deorum notionem subinde adhibuerint et vir-tutis constanter ac sincero pectore colendae incitamenta, praesidia atque alimenta inde deduxerint ?quot; Quae anno 1823 Legati Stolpiani praemium reportavit. Lugd. Batav., 1824. 4°. (148)

2920. Waterman. (,/.) Salomo of lessen der wijsheid ten dienste der Israëlitische jeugd. Amst., 1860. (2130)

2921. Waterman. (J.) Zedekunde, gegrond op de gewijde oorkonden, ten gebruike in de scholen en huisgezinnen, bijzonder ten dienste der Israëlitische jeugd. 2\'¹quot; druk. Amst., 1859. (2129)

Tariotatem loctiunis c manuscriptis parisieusibus L. C. Valckeimrü conjecturas ineditas, suamque annotationoni addidit J. J. do Geldor. Lwgd. Bat., 1836. (1^53)

2923. Wijnpersse. (D. van de] Diatribe de Xenocrate Chalcodonio, philosopbo academico. Lugd. Bat., 1822, (17fi5)

2924. Segaar. [C.] Ciemontis Alexandrini li\'uor: Quia dives salutem consequi possit Tr. ad Rh,, 1816. (1763)

2925. Musünius liufus. (C.) Reliquiae et apoplitegmata cum annotatione ed. J. Venhuizon Peerlkamp. Harl., 1822. (1748)

2926. Cleomedis circularis doctrinae de sublimibus libri duo. Reeensuit, interpretatione latina instruxit, commentarium R. Balforei suasque antmadrersiones addidit J. Bake. Lugd. Bat., 1820. (1779)

2027. Scnccu. (Z*. ^jiucicud] 13\'.\' pro\\ idcritia. Xvoccn^uj-t, varictato lectionis et annotatione instruxit B. A. Nauta. Lugd. Bat., 1828. (1719)

2928. Seneca. (L. Annaeas] Consolatio ;id Marciain, quam notis illustratam ed. II. C. Michaelis. Ilarlcmi, 1840. (1757)

2929. Hirschig. (4.) L. Annaei Senecae libellus de tranquilli-tate anitni explicatus. Lugd. Bat., 1825. (1742)

2930. Wyttenbach. [D.] Brevis descriptio institutionum metaphy-sicarum quam uunc priinum pnblici juris fecit G. L. Mahne. Gand., 1826. (1752)

2931. Veder. (A ) Historia philosopiilae juris apud veteree. Lugd. Bat., 1832. (1732)

2932. Moser. (Cr.) De iKonte ecclesiae circa absolutionem in ar ticulo mortis ;i sacerdoto schismatico vel haeretico collatam. Mochliniae, 1810. (1734)

2934. Tractatus de logica in scholis philosophiae. Lovanii dictatus. Mech!., 1819. (1735)

2935. Meijboom. (L. S. P.) Do F. Homsterhusii merïtis in philosophiae loco de Deo hominisque cum Deo conjunctione expllcando. Gron. , 1840. (1040)

2936. Moll. (£.) Disputatie hermeneutica-theologica exhibens collectanea ad illustranda Jesu dicta ex observatione vitae communis. Arnhem, 1836. (1047)

2937. Schel tenia. (S. P.] Over het vuorgevoei bij den menscfa in wakenden toestand, slaap, droom, magnetisehen toestand , in terugkeer dor geestvermogens bij krankzinnigen kort voor den dood en over het voorgevoel bij het dier. Arnhem,

2938. Krause. [K. C. F.) Hot opklimmende deel der wijsbegeerte. Voor Nederlanders bewerkt door dr. D. Burger Jz. Rott.,

2939. Timmer. {H.) Het idealisme of licht-philosophie der XIX^deeeuw, in betrekking tot het christendom beschouwd. Gron., 1846. (1826)

2940. Opzoomer. [C. W.) Eenheid in het noodige, vrijheid in het twijfelachtige, in alles de liefde. Leiden, 1847. (1295)

2941. Opzoomer. {C. W.) De wijsbegeerte den mensch met zich zeiven verzoenende. 2^de druk. Leiden, 1847. (1295)

2945. Muzzarelli. {A.) Religion du philosophe. Traduit de l\'italien. 2^e éd. Gand, 1818. (1499)

2946. Duparc. (H. M.) Voorstelling van eene stoffelijkheid der ziel; benevens een woord over het wederkeerig verband en verschil tusschen ziel, geest en ligchaam. Leeuw., 1845. (1293)

2947. Scheltema. [S. P.) Over het instinct bij menschen en dieren. Arnhem, 1840. (1689)

2951. Assen. [C. J. van] Over leven, geluk en dood, naar de begrippen der Ouden. Leiden, 1850. (1977)

2952. Roorda. (T.] Zielkunde of beschouwing van den mensch als bezield wezen. 2^e druk. Leeuwarden, 1850. (1804)

2953. Roos. [J.) Aanteekeningen op de zielkunde van den Loog-leeraar T. Roorda. l^e en 2\' stuk. Utrecht, 1851. (1864)

2954. Snell. (£.) Philosophische beschouwingen der natuur. Uit het Hoogduitsch. \'s Bosch, 1842, (1823)

2955. Sporen van de natuurlijke geschiedenis der schepping. Uit het Engelsch. 2 deelen. Utrecht, 1849. (1824)

2956. Hoekstra Bz. (jS.) Vrijheid in verband met zelfbewustheid, zedelijkheid en zonde. Amst., 1858. (1825)

2957. Meijboom [L. S. P.) en W. Vrolik. Vraagpunten des tijds behandeld in drie redevoeringen. Haarlem, 1856. (1864)

2960. Het pantheïsmus, wijsgeerig stelsel onzer dagen, naar de groote wijsgeeren Jezus van Nazareth en Baruch van Spinosa. Amst., 1857. (1645)

2961. Duboc. [E.) De la dignité de l\'honime et de l\'importance de son se\'jour ici-bas, comme moyen d\'ëlévation morale. Bruxelles, 1826. (1505)

2962. Hartman. [P. C.) Des menschen geest in betrekking tot zijn ligchaam, of grondtrekken eener physiologie van het denken. Uit het Hoogduitsch. Leiden, 1825. (1507)

2963. Erdan. (^1.) La France mystique, tableau des exeentri-cités religieuses de ce temps; 2^nie édit. avec portraits, revue par l\'auteur et augmentée d\'une nouvelle prëface par C. Potvin. 2 vol. Amst., 1858. (2067)

2964. Opzoomer. (C. W.) Lessing, de vriend der waarheid. Redevoering, ter opening der Akademische lessen uitgesproken. Amst., 1858. (79)

2965. Wijttenbach. [D,) Lectiones quinque, nunc primum editae, atque praefatione et annotatione auctae a G, L. Mahne, Gand, 1824. (1774)

2966. Opzoomer. (C. W.) De wijsbegeerte der ervaring en de moderne theologie. Open brief aan Anastasio. Amst., 1862. (2465)

2967. De voornaamste godsdiensten. Haarlem, 1863- 67, bevattende : het Islamisme door d^r. R. P. A. Dozij; de godsdienst van Zarathustra bij de oude Perzen door C. P. Tiele: de geschiedenis van het protestantisme door

d\'. L. W. E. Rauwenhoff; de godsdienst der Grieken met hunne volksdenkbeelden door d^r. J. W. 6. van Oordt; de geschiedenis van het Roomsch-Katholi-cisme tot op het concilie van Trente, afl. 1, 2; de godsdienst der oude Noormannen door d\'. L. S. P. Meijboom. afl. 1 - 3. (2695)

2968. Groen van Prinsterer. (ff.) Handboek der geschiedenis van het vaderland. 2\'^ie druk. Amst., 1852. (177)

2969. Groen van Prinsterer. ((?.) Kort overzigt van de geschiedenis des vaderlands. 2^de druk. Leiden, 1842. (182)

2970. Groen van Prinsterer. (G.) Handboek der geschiedenis van het vaderland. 3^dc druk. n^c. 1-4. Amst., 1863 - 65. (2769)

2971. Mulder. (L.) Handleiding tot de kennis der vaderland-sche geschiedenis. Arnhem, 1858. (2017)

2972. Mulder. (L.) Handleiding tot de kennis der vaderland-sche geschiedenis, ten dienste van hen, die zich tot de lessen bij de Koninklijke Militaire Akadomie wenschen voor te bereiden. 2^de druk. Arnhem, 1859. (2111)

2974. Bosscha. [J.) Schets der algemeene geschiedenis en die van het vaderland. ll^de druk. Breda, 1853. (1971)

2975. Kwantes. (J.) Beknopt, overzigt der geschiedenis van ons vaderland van den vroegsten tijd tot op onze dagen. 5^de druk. Amst., 1857. (1642)

2976. Hofdijk. (W. J.) Het Nederlandsche volk, geschetst in de verschillende tijdperken zijner ontwikkeling. Amst., 1856. (1375)

2977. Dodl van Flensburg. (J. J.) Pogingen om eene meer grondige beoefening der geschiedenis van Nederland voor te bereiden. Utrecht, 1837. (394)

2978. Bevervoorde. [A. van) A sketch of the history of Holland, with occasional remarks. The Hague, 1846. (47)

2979. Visscher. (L. G.) Bronnen en bouwstoffen voor de beoefening der algemeene geschiedenis van het vaderland. l^e deel. Utrecht, 1846. (1970)

2980. Wind. [S. de) Bibliotheek der Nederlandsche geschiedschrijvers. l^edl. (van 970-1648). Middelb., 1831-35. (1427)

2981. Vreede. (G. W.) Geschied- en letterkundige herinneringen. 2 stukken. Gorinchem, 1835-36. (833)

2982. Mieris. [F. van] Verhandeling over het zamenstellen der geschiedenis of het beschrijven der gebeurtenissen, inzonderheid van die van ons vaderland. Amst., 1826. (394)

2983. Jonckbloet. (W. J. A.) De beoefening van de geschiedenis des vaderlands in wezen en strekking. Groningen, 1854. (394)

2984. Groen van Prinster er. [G ) Redevoering over de redenen om de geschiedenis der natie bekend te maken. Brussel, 1829. (683)

2985. Maaten. [E. van der] Chronologisch overzigt van de geschiedenis der Nederlanden, ten dienste der gijmnasiën en instituten. Amst., 1853. (1326)

2986. Smits Jz. [J.] Verhandeling over den alouden staat, de eerste bevolking en vroegere geschiedenis van Zuidholland en de opkomst van eenige der eerste steden van dat gewest en van Dordrecht in het bijzonder. Dordrecht, 1824. (513)

2988. Tyderaan. (II. W.) Drie voorlezingen over de voormalige Staats-partiien in de Nederlandsche republiek. Leyden, 1849. (570)

2989. Tydeman. (11. W) Verhandeling over de Hoeksche en Kaboljaauwsche partijschappen. Leyden, 1815. (582)

2990. Groen van Prinster er. (G.) Archives ou correspondance ine\'dite de la malson d\'Orange-Nassau. Leide, 1835-47. Tome 1, 3 - 8 et supplément 1 vol. — Tome 1, 2^nleédition. (957)

2991. Bodel Nijenhuis. (J. F.] Table des matières et des lettres dans le recueil; Archives de la maison d\'Orange-Nassau. 1quot; série. Leide, 1847. (76)

2992. Lintelo de Geer van Jutphaas. (B. J.) De Saksers vóór en onder Karei den Groote. Inleiding tot eene regts-geschiedenis van het door hen bewoonde gedeelte onzes vaderlands. Uitgegeven bij gelegenheid vau het 225jarig bestaan der Utrechtschehoogeschool. Utrecht , 1861. (2305)

2993. Archief aor stad Haarlem. {Stukken dor grafelijke tijden uit hei). Haurlem, 1850. (15)

\'2994. Nchalennia. Jaarboekje voor Zeeuwsche geschiedenis en letteren. l^c en 2quot; jaargang. (742)

2995. Pabst tot Bingerden. [It. W. J. van] Over den invloed der kruisvaarten op den toestand van de burgermaatschappij in ons vaderland. Utrecht, 1814. (1530)

2996. Zinnicq Bergmann. [F. J. E. van) Het voormalig Hertogdom Brabant. Geschied- en regtskundig onderzoek naar den staatkundigen toestand van dat land, bepaaldelijk ook met betrekking tot Noordbrabant, de Meijerij en Stad \'sHertogenbosch, \'s Hertogenbosch, 1856. (2340)

2997. Nijhoff. (J. A.) Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland, door onuitgegevene oorkonden opgehelderd en bevestigd. G\'^11, deel, l^at\' en 2^de stuk. Karei van Egmond, Hertog van Gelre, Graaf van Zutphen. Arnhem, 1859-62. 4^:gt;. (140)

2998. ELama. (C.) Hot beleg van Haarlem door vrouwe Jacoba in 1426; geschiedkundige bijdrage. Haarlem, 1866.(2529)

2999. Proeliarius of strijdboek, bevattende de jongste oorlogen in Friesland, in het jaar 1518, beschreven door broeder Panlus liodolphi, van Rixtel, vroeger geheeten Johannes Gruyter, monnik van de orde van St. Bene-dictus enz. Op last van het Friesch genootschap van geschied-, oudheid- en taalkunde uitgegeven door d^r. J. G. Ottema. Leeuwarden, 1855. (940)

3000. Asch van Wijk. [A. M. C. van) Plegtige intrede van Karei V in Utrecht in den jare 1540. Utrecht, 1838. (18)

3001. Broes (TF.) Filip van Marnix, heer van St. Aldegonde, bijzonder aan de hand van Willem I. Amsterdam, 1838. 3 deelen. (54)

3002. Beeloo. [A.) Noordholland en de Noordhollanders in den vrijheidsoorlog tegen Spanje. Haarlem, 1852. (64)

3003. Vloten. (J. van) Nederlands opstand tegen Spanje in zyne eerste wording en ontwikkeling (1567-72). Haarlem, 1858. (1975)

3004. Lothrop Motley. [J.) De opkomst der Nederlandsche republiek. Met inleiding en aanteekeningen van D\'. E. C. Bakhuizen van den Brink. \'sHage, 1857. Afl. 1, 2. (1662)

3005. Roemer. (J.) Het vijfde halve eeuwfeest over het ontzet der stad Leyden in den jare 1574. Leyden , 1824. (488)

3007. Jonge. [J. C. de) L\'union de Bruxelles, année 1577. Traduit du Hollandais. Rotterdam, 1829. (300)

3009. Vreede. (G. G.) Lettres et négociations de Paul Chouart, seigneur de Buzanval, ambassadeur ordinaire de Henri IV en Hollande et de Francois d\'Aerssen, agent des Provinces-Unies en France, 1598 - 99, suivies de quelques pièces diplomatiques concernant les années 1593 - 96 et 1602-06. Leyden, 1846. (587)

8010. Kemp. [G. M. van der) Het gedrag van Prins Maurits van Oranje omtrent de Remonstranten verdedigd tegen de aanmerkingen van A. Stolker. \'sHage, 1828. (1590)

3011. Casta. [J. da) Ophelderingen aangaande de regtspleging van Oldenbarneveld, 2^ie stuk. Rotterdam, 1825. (95)

3012. Corvin Wiersbitzky. [O. von) De tachtigjarige oorlog der Nederlanders tegen de Spaansche omwenteling, uit het Hoogduitsch. Amst., 1842. lquot;^t!! deel, l^llte, 2^ie en 3^de stuk. (96)

3013. IJsselstein. (A. J. van) De fransche protestanten en de Nederlandsche republiek in den jare 1625. Leiden, 1857. (1396)

3014. Geschiedkundige aanteekeningen omtrent Frederik Hendrik, zijnen tijd en de voornaamste krijgsbevelhebbers. Staatsmannen enz., in betrekking töt het beleg van \'s Hertogenbosch gedurende het jaar 1629. Met eene kaart van het beleg. Leyden, 1850. (248)

8015. Nijhoff. (J. A) De vrede in 1648 te Munster gesloten, herdacht in Nederland in 1848. Arnhem, 1848. (1326)

3016. Wiselius Ipz. {S.) Geschied- en regtskundig onderzoek takende het eigenmagtig en afzonderlijk afdanken van krijgsvolk bij de Staten van Holland in den jare 1650. Brussel, 1828. (638)

3019. Meeter. [E.] Geschiedenis van het beleg van Groningen in 1672. Groningen, 1839. (382)

3020. Sypestein (J. W- van) en J. P. de Bordes. De verdediging van Nederland in 1672 en 1673. Met drie kaarten. \'sHage, 1850. 2 deelen. (557)

3021. Berg. (W- E. J.) De refugiés in de Nederlanden na do herroeping van het edict van Nantes. Amst., 1845. (72)

3022. Goslinga. [S. van) Mémoires relatifs a la guerre de succession de 1706-1709 et 1711. Public\'s par U. A. Evertsz et G. H. M. Delprat. Leeuwarden, 1857. (1661)

3023. Berton. Précis des batailles de Fleurus et de Waterloo. Avec carte. La Haye, 1818. (37)

3024. Thellung de Courtlary. (F. E.) Observations militaires et critiques sur le Précis des batailles de Fleurus et de Waterloo du maréchal de camp Berton. Utrecht, 1819. (576)

3025. Lennep. (J. van) De moeder en de magistraat. Eene ware geschiedenis, uit het archief van het voormalig Hof van Holland. Amst., 1856. (1360)

3026. Bosch. [L. E.) Do Willemskazerne voorheen de Wittevrou-wen-abdij te Utrecht, strekkende tot eene bijdrage van de geschiedenis dier stad en den aldaar gesloten vrede in het jaar 1713. Utrecht, 1829. (75)

3027. Nederlandsche jaarboeken, inhoudénde een verhaal van de merkwaardigste geschiedenissen, die voorgevallen zijn binnen den omtrek der Vereenigde provinciën sedert het begin van \'tjaar 1747. Amst., 1748-65, met bijvoegsels en registers. 23 deelen. (891)

3028. Nieuwe Nederlandsche jaarboeken of vervolg der merkwaardigste geschiedenissen die voorgevallen zijn in de Vereenigde provinciën, de generaliteitslanden en de volkplantingen van den Staat. Leyden, 1766-l^ste halfjaar 1778; halfjaar 1782-1783; 29 stukken. Van 1792-April 1793. 10 st. (892)

13029. Brieven en gedenkschriften van Gijsbert Karei van Hogendorp. Deel I, 1762-1786; deel II, 1787. \'sHage, 1866. (2712)

3030. Pijman. (G. J.) Bijdragen tot de voornaamste gebeurtenissen voorgevallen in de republiek der Vereenigde

3031. Maan. (C. W.) Omstandig verhaal van hetgeen den schrijver, bij den inval der Pruissische troepen hier te lande, in de maand September 1787 overkomen is. Rotterdam, 1827. (725)

3032. Lauts. (G.) Invloed van de Fransche staatsomwenteling van het jaar 1789 op de lotgevallen van Nederland. Amst., 1848. (1831)

3033. Iets over de staatkunde dor vreemde mogendheden betrekkelijk de Vereenigde Nederlanden, 1786. (Uit de kronijk van het historisch genootschap te Utrecht ] (1140)

3034. Breugel. (C. van) Mémoires sur ce qui s\'est passé de remarquable après la capitulation de Bois-le-Duc, rela-tivement aux négociations entamées entre la trance et la Hollande et a la mission de M. M. Brantzon et Eepelaer a Paris en 1794. Amst., 1821. (39)

3035. Raerdt van Srninia. (TI.) Nieuwe naamlijst van grietmannen, van de vroegste tijden tot 1795. Leeuwarden, 1837. (53)

3036. Vreede. [G. W.) Bijdragen tot de geschiedenis der omwenteling van 1795-98. Amst., 1851. 2^e stuk. (596)

3037. Vreede. (G. IF.) Correspondance diplomatique et militaire du due do Marlbourough, du grand pensionnaire Uein-sius et du trésorier-général Jacques Hop, 1706-07. Amst., 1850. (607)

3038. Voorda (B.) en J. Valchenaer. Regtsgeleerd advies in de zaak van den gewezen Stadhouder en over deszelfs schrijven aan de gouverneurs van de Oost- en West-Indische bezittingen van den Staat. Met wederleggende aanteekeningen van een Hollandsch regtsgeleerde. 1796. (1232)

3039. Noort. (J. C. van) Mijne geheime zending in de Nederlanden , enz., voor het Engelsch Staatsbewind, als zaakgelastigde van den heer W. May, thans consul-generaal der Vereenigde Nederlanden, gedurende de jaren 1811, 1812 en 1813. Groningen, 1823. (734)

3040. Staats Evers. \\J. W.) Arnhem in Novembtr 1813, naar de berigten van tijdgenooten en uit onuitgegeven bronnen

geschetst. Dorde reel TcrmeerderJe druk met een plattegrond dor stad. Arnhem, 1801. (2529)

3041. Eberson. (C.) Verhaal van hot gebeurde in Walcheren, gedurende den benaauwden toestand van dat eiland onder de Franscho heerschappij in 1813 en 1814, tot op don val van Napoleon. Zierikzee, 1817. (154)

3042. \'s Gravenhaagsche brieven over den Belgischen opstand. Brief 1 en 2. \'s Hage. (176)

3043. Lemon. [II. de II.) Iets over do nooit plaats gehad hebbende zamenzwering te Amsterdam, in February 1813. Amsterdam, 1814. (343)

3044. Bronkhorst, [S. van) Mijne lotgevallen in de maanden Augustus en September 1813. Zutphen, 1815. (43)

■3045. Dijk. [J. F. van] Eenvoudig verhaal van de naar Frankrijk weggevoerden der voormalige Ilaagschc Oranje-gardes, te Woerden na den noodlottigen 24 November 1813 gevangen genomen, door oen dorzelven beschreven. \'sHage. (426)

3046. Jorissen. (Th.) Bijdragen tot de geschiedenis der omwenteling van 1813. Gron., 1864. 2 stukkon. (2682)

3047. Tobi. (E.) Neêrlands herstelling godsdienstig gevierd in den kerker te Deventer. Deventer, 1863. (2328)

3048. Auzon de Boisminart. (TP. P. d\') Eeno waardige stichting naar aanleiding van de viering van het vijftigjarig feest van Neêrlands herstelde onafhankelijkheid. Een woord tot het volk. Rotterdam, 1863. (2374)

3049. Bosch Kemper. [J. dé) Hot nationale monument voor 1813. Amst., 1863. (2374)

3050. Opperdoes Alewijn. [P.] Bemerkingen betreifende de op-rigting van een nationaal gedenkteoken voor November 1813; met twee platen. Utrecht, 1863. (2498)

3051. Stuart. (M.) Jaarboeken van het Koningrijk dor Nederlanden. Amst., 1814-16; 1817, 1» stuk; 1818-22; 15 doelen. (893)

3053. Grand. (Le) Verhaal van de verrassing van Borgen op Zoom op den 8quot;^en eii C^,leB Maart 1814. Met oene kaart. Breda, 1817. (196)

3054. Knoop. (TF. J.) Beschouwingen over Sibornu\'s geschiedenis van don oorlog van 1815 in Frankrijk en do Nederlanden, en wederlegging van do, in dat werk voorkomende, beschuldigingen tegen hot Nederlandscho leger. Breda, 1846. (310)

3055. Knoop. (IF. J.) Remarques critiques sur l\'ouvrage du capitaine Siborne, intitule¹: » Histoiro du la guerre de 1815 on France et dans la Belgique.quot; La Haye, 1847. [Is eene vertaling van bovenstaande: Beschouwingen, enz ] (311) \' .. . .

3056. Herinneringen uit 1815 door oenen Frieschen vrijwilligen jager. Leeuwarden, 1866. (2529)

3057. Muller. (D. G) De oorsprong der Nederlandscho vlag, op nieuw geschiedkundig onderzocht en nagespoord. Amsterdam, 1862. (2466)

3058. Koopman. [J. C.) Z^r M\' zeemagt voor Antwerpen, 1830-32. Utrecht, 1853. (308)

3059. Waesberge. [P. van) Herinneringen uit den veldtogt in Belgie in 1831. Rotterdam, 1832. (G44)

3060. Tot hiertoe cn niet verder. Staatkundige beschouwing van Nederlands toestand bij don afloop van het jaar 1829. Amsterdam, 1830. (575)

3061. Vijftien jaren, geen drio dagen. Staatkundige beschouwing der jongste Fransche onttrooning, door don schrijver van: Tot hiertoe en Voortaan. Breda, 1830. (584)

3062. Wat nu? Door den schrijver van: » Tot hiertoe en niet verder, Voortaan en Vijftien jaren geen drie dagen.quot; Amsterdam, 1831. (616)

3063. Wap. (J.) Antwoord aan de verdwaalden onder mijno landgenooten. Brussel, 1828. (617)

3065. Dorper. [E. M.) De voordeelen van den Belgischen opstand voor Holland en zijnen Koning. Amsterdam, 1833. (1555)

- 3066. Lipman. (S. F.) Do scheiding van Bolgic in derzelver gevolgen getoetst. Amsterdam, 1831. (350)

land in jaarlijksche ovorzigtoii, ook van Europa\'s toe-stand. Amsterdam, 1839-48. 8 doelon met platen on kaarten. (361)

3069. Durand. (C.) Dix jours de campagne on la Hollande on 1831. Amst., 1832. (665)

3070. Quelques mots sur la brochurc de M. le comto do llopcndorp, intitulée: »Separation de la Hollande ot de la Bolgique.quot; La Haye, 1830. (269)

3072. Het vlugschrift » Do vrodequot; van den graaf van Ilogendorp getoetst en beoordeeld, \'silage, 1830. (252)

3073. lets over do dagelijks uitkomende boekjes van den heer G. K. grave van Ilogendorp. \'silage, 1830. (252)

3074. Ilogendorp. (G. K. van) Opinion cmise lo 17Avrill816, en suite de la réunion de la Hollande et do la Bolgique. Traduit du Hollandais. Amst., 1831. (269)

3075. Gedenkschrift dor oprigting van het standbeeld voor M. A. de Ruijter, plegtig ontbloot don 25^s,en Augustus 1841 te Vlissingen. Mot platen. Vlissingon, 1842. (1830)

3077. Adrian. (D. B.) 1842 in betrekking beschouwd tot de ware gesteldheid van het dierbaar vaderland, benevens eenige welgemeende en vrijmoedige opmerkingen en raadgevingen. Rotterdam, 1842. (1326)

3078. Leeuwen. (J. van) Koning Willem 11 in Friesland, 1811. Leeuwarden, 1842. (1345)

3079. Manen Hz. [J. van) Over de weelde bij do inwoneren der Veroenigde Nederlanden en derzei ver voortgang on invloed op den burgerstaat. Utrecht, 1820. (1535)

3081. Een woord aan het volk over het gebeurde te Parijs, enz. Amst., 1818. (1326)

3082. De verstandige rekenmeester, of staat van profijten dor revolutie te Parijs. 7^lle druk. Leeuwarden, 1848. (1326)

3083. \'sGravonhage, Haarlem, Duli\'t. Een blik op do wanordelijkheden aldaar gepleegd. Gorincliem, 1848 (1326)

o084. Weitzel. (A. \\V. P.) De derdo militaire expeditie naar het eiland Bali in 1819, met 3 kaarten. Gorinchem, 1859. (2076)

3086. Ebhbige Wuhhen. [F. A.) Aanteekeningen van m\'. Z. ter Stege, vermeerderd met nalezing en bijvoegsels. Niet in don handel. Meppel, 1859. (1326)

3087. Dijk. [L. C. D. van) Zes jaren uit het leven van Wemmer van Berchem, gevolgd door iets over onze vroegste betrekkingen met Japan. Amsterdam, 1858. (2059)

3088. Hees. (W. A, van) Herinneringen uit de loopbaan van een Indisch officier. Met platen. 2 deelon. \'sGravenhage en Leiden, 1863. (2394)

3089. Hot Nederlandsche rijks-archief. Verzameling van onuitgegeven oorkonden en bescheiden voor de geschiedenis des vaderlands, uitgegeven door d^r. R. C. Bakhuizen van den Brink, in^r. L. P. C. van den Borgh en m\'. J. K. J. de Jonge. Deel 1. \'sHage, 1857. (1414)

3090. Mauvillon. [F. W. von) Nederland zoo als het was, is en worden zal of kan. Uit het Hoogduitsch. Amsterdam, 1815. (402)

3091. Rijks-archief. (Bepalingen omtrent den toegang tot het) — Algemeen reglement. — Instructie voor den rijks-archivaris. (2347)

3002. Bergh. (L. Fh. C. van den) Verslag van den toestand van hot Rijks-archief over de jaren 1865 - 67. (2648)

3093. Bergh. (L. Ph. C, van de7i) Register van Hollandsche en Zeeuwsche oorkonden, die in de charterboeken van van Mieris en Kluit ontbreken, lquot;⁶ afdeeling, tot het uitsterven van het Hollandsche huis. Amst., 1861. (2425)

3094. Bergh. (L. Ph. C. van den) Gedenkstukken tot opheldering van Nederlandsche geschiedenis, opgezameld uit de archiven to Rijssel. Leyden, 1842-47, 3 doelen. Het 2\'^le en 3\'^,e deel ook onder den titel van: Correspondance de Margue\'rito d\'Autricho gouvernante dos Pays-Bas avoc ses amis sur les affaires des Pnys-Bas de 150G a 1528. Leide, 1847. (78)

3095. Nijhoff. (P.) Inventaris van het oud archief dor gemeente Nijmegen. Opgemaakt volgens besluit van heeren Gedeputeerde Staten der provincie Gelderland, van 20 Maart 1849. Arnhem, 1864. (2563)

3096. Nijhoff. (F.) Inventaris van het oud archief der gemeente Arnhem. Opgemaakt volgons besluit van heeren Gede-puteorde Staten der provincie Gelderland, van 20 Julij 1860, n⁰. 11. Arnhem, 1864. (2538)

3097. Worpcri Tyaerda ex Eenismageost, prioris in Thabor, chronicorum Frisiae libri tros. Loovardiao, 1847. (825)

3098. Visser (II. W. C. A.) en II. Amersfoordt. Archief voor vadorlandsche geschiedenis, inzonderheid Vriescho geschiedenis, oudheid- on taalkunde. l^e, 2\' en 3^e stuk. Leeuwarden, 1827 - 28. (589)

3099. Oude Friesche kronijken, inhoudende; Die aide Friosche cronike; GostaFrisiorum enM. Alvini tractatus. Workum, 1853. 4°. (21)

3100. Do vrije Fries. Mengolingcn, uitgegeven door het Provinciaal Friesch Genootschap ter bevordering dor Friesche geschied-, oudheid-en taalkunde. Leeuwarden, 1843-55. Deel I-V, VI, n⁰. 2-4. — Nieuwe reeks. Leeuwarden, 1855 -65. Deel I, II, n⁰. 1-3, III, IV, n», 2-4, V, u⁰. 1. (951)

3101. Nijhoff. [J. A.) Bijdragen voor vadorlandsche geschiedenis en oudheidkunde, vervolgd door P. Nijhoff. Arnhem, 1836-62. Deel I, II, n⁰. 1, 3 en 4, III-X. — Nieuwe reeks, deel I, II, III, n⁰. 1 en 2, IV, n⁰. 1 en 2. —

3102. Westendorp. (N.) Jaarboek van en voor do provincie Groningen, ten gebruiko diergenen, welke do geschiedenis dezor provincio gehoel wensclien over to zien. Groningen, 1829 -32. l^e en 2° stuk. (629)

3103. Bijdragen tot de gescliiodenis en oudheidkunde, inzonderheid van de provincie Groningen, onder redactie van D\'. G. Acker Stratingh, M^r. II. O. Foitli en BP. W. B. S. Boeles. Dool I, II, nquot;. 1-3. Gron., 1804, 1865. (2683)

3101. Ilalmael jr. (A. van), H. van Wijn en L\'. A. Plemper van Balen. Wetenswaardigheden uit do geschiedenis van Noordholland. Hoorn, 1843. \'227)

3105. Pan. (J.) Kleino opstellen over do goschiodonia, oudhcdon en het bijgeloof in Drenthe. Haarlem, 1862. (2464)

3106. Kampen. [N. G. van) De invloed van Nederland op hot overige Europa. Haarlem, 1833. (1552)

3107. Koenen. (II. J.) De Nederlandsche boerenstand historisch beschroven. Haarlem, 1858. (2058)

3108. Sypestein. (J. W. van) Bijdrage voor de geschiedenis van het Nederlandsche artillerie-korps. Broda, 1849. (509)

3109. Sypestein. (J. W. van) Geschiedenis van liet regiment Hollandschc hussaren. Eone bijdrage voor de Nedcr-landsche krijgsgeschiedenis van 1784 -1814. \'sHage, 1849. (525)

3110. Cremers. (J. J.) Memorie van regte, rakende do Ommo-landorkas. Groningen, 1861. (159)

3111. IIoverlaid de Eeauwelaere. (..) Mdmoiro sur l\'dtat de la servitude au Eoyaume des Pays-Bas. Avoc portrait do l\'auteur. 2 vol. Courtrai, 1819. (1424)

sont los places dans les 17 provinces des Pays-Bas et du pays de Liègo, qui dopuis le 7^e siècle jusqu\'au 12= siècle ont pu passer pour des villes. Brux., 1818. 4°. (1.10)

3113. Janssen. (L. J. F.) Nedorlandsch-romeinsche Daktylio-theek of verzameling dor gegraveerde steenen van Ro-moinsche afkomst, in hot Koningrijk dor Nederlanden gevonden. Mot platen. Leidon, 1844. (1818)

3114. Janssen. [L. J. F.) Oudheidkundige vorhandelingon en medodeolingen, 1quot; en 2^C stuk. Mot platen. Arnhem, 1853- 57. (285)

3115. Janssen. (L. J. F.) Oudheidkundige medodeolingen. Loiden, 1842 - 46. 4 stukken. (294)

3116. Bergh. (L. P. C. van den) Proeve van eon kritisch woordenboek dor Nederlandsche mythologie. Utrecht, 1846. (1859)

3117. Leemans. (C.) Romoinscho oudheden te Rossom, in den Zalt-Boemelerwaard. Mot kaarten en platen. Leiden, 1812. (1831)

3118. Janssen. (L. J. F.) Musei Lugduno-Batavi inscriptiones Graocao ot Latiuao. Accedunt tabulae 33. Lugd. Bat..

3119. Leemans. (C.) Papyri Graeci Musei Antiquarii publici Lugduui-Batavi. torn. I. Lugd. Bat., 1843. 4°. (121)

3120. Leemans. (C.) Dc zangles. Eone Grieksche beschildordo drinkschaal van hot NederlanJscho museum van oudheden. Met platen. Leiden, 1844. 4°. (123)

3121. Senden. (G. H. van) Het Heike. Een woord ovor do geschiedenis en den togen woordigen toestand der bewoners. 2\' druk. Breda, 1861. (2338)

3122. Westendorp (N.) en C. J. C. Jieuuens. Antiquiteiten. Gron., 1819 - 26. 1quot;° doel, 3 stukken ; 2\'^Ie deel, 2 stukken; 3^d0 deel, 1 stuk. (621)

3123. Westendorp. (N.) Verhandeling ter beantwoording der vraag: Welke volkeren hebben de hunnebedden gesticht? In welke tijden kan men onderstellen dat zij deze oorden hebben bewoond ? 2\' druk. Met platen. Gron., 1822, (630)

3124. Wal. (J. de) Bijdragen tot de geschiedenis en oudheden vau Drenthe. Groningen, 1842. (637)

3125. lirul van Stomp wijk [J. V. W.) en J. II. A. Scheers. Beschrijving van do voorwerpen van Germaanschen, Germaansch-Celtischen en Komeinschen oorsprong en van lateren tijd, uitmakende de gemeente-verzameling te Nijmegeu. Nijmegen, 1804. (2564)

3127. Enrjelen. (A. TV.) Algemeene geschiedenis der wereld. o^e deel. Nieuwe geschiedenis. 3^e druk. Groningen, 1860. (2176)

3128. Polak. {M. S.) Algemeene geschiedenis der wereld van de schepping tot op den tegenwoordigen tijd. Doel VI, n⁰. 1 en 2. Amst., 1854 en 1856. (2187)

3129. Streckfuss. (4.) Do geschiedenis der wereld, aan het volk verhaald. Naar het Hoogduitsch bewerkt door B ter Haar, Bz. Doel I. Leiden, 1866. (2772)

3130. Dom Seiffen. (Cr ) Voornaamste gobeurtonissen der algemeene geschiedenis gelijktijdig beschouwd tot 1832. Breda, 1840 (128)

3131. Heeren. {A, II, L.) Handboek dor geschiedenis der oude Staten. Uit hot Hoogduitsch. Zutphen, 1820. (242)

8132. Superville. [D. M. de) Geschiedkundige verhandelingen. 2 stukken. Middelburg, 1842-46. (1323)

3133. Borger. [E. A.) Disputatio de historia pragmatica. Accedit oratio de historiae doctore, providentiae divinae admi-nistro. Hagae Comitum, 1818. (826)

3134. Fruin. {E.) De onpartijdigheid van den geschiedschrijver. Redevoering ter aanvaarding van hot hooglooraarsambt aan de hoogeschool van Leiden don 1°. Junij 1860 uitgesproken. Amst., 1860. (1326)

3135. Kampen. (N. G. van) Geschiedenis van Griekenland. Delft en Amsterdam, 1827-34. 1quot;, 3^e - 7^e deel. (708)

3136. Blaquiere. [E.) De Grieksche omwenteling, haar ontstaan en uitbreiding. Amsterdam, 1825. (70)

3137. Limburg Brouwer. (P. van) Histoiro de la civilisation morale et roligieuse des Grecs, dopuis le retour des Héraclides jusqu\'a la domination dos Romains. 2 vol. Gron., 1837 et 1838. (2697)

3138. Limburg Brouwer. (P. van) Etat de la civilisation morale et religieuse des Grocs, dans les siècles héroïquos. Tome I. Gron., 1833. (2698)

3139. Dorn Seiffen. (Cr.) Voortgang dor beschaving zigtbaar in de geschiedenis dor volken. Breda, 1847. (1977)

3140. Jost. (J. M.) Algemeene geschiedenis des Israëlitischen volks. Uit het Hoogduitsch. Met voorrede en aantee-keningen van Iz. J. Lion. 4 dooien. Leeuwarden, 1842-43. (1979)

3141. Bast. (31. J. de) L\'institution des communes dans la Belgique pendant les 12^e et 13° siècles, suivio d\'un traité sur l\'existence chimériquo de nos forestiers do Flaudre. Gand, 1819. 4°. (118)

3142. Diericx. {IC. L.) Het Gends charterboekje, of vorzaeme-ling van oude charters, waorvan het meeste getal betreft den akkerbouw en het bestier dor domaniale landstreken van do abten der kloosters van S. Pietors en van S. Bacf\'s, beydo gezeijd novons Gond; juxta Gandavum; met oeuo lijstu der overoudo uijtdrukkingon van welke in de gemelde charters gebvnijk gemaekt word. Goud, 1821. (1\'23)

3143. Ertbora. (J. C. E. van) Geschiedkundige aantoekeniDgen aangaande de St. Lucas-gilde en de rederijk-kamers vaa den Olijftak, de Violieren en de Goudbloem te Antwerpen. 2^lt;, 8ruk. Antwerpen, 1822. (149)

3144. Speculum britannicum; or a view of the miseries and calamities successively brought upon Great-Britain by intestine divisions in the last and present centuries. By an Englishman. London, 1778. (505)

3145. Smeele. (J. P.) Akademisch proefschrift over de oorzaken van den strijd tusschen Engeland en zijne Amerikaansche koloniën in de vorige eeuw. \'sHage, 1856. (1180)

3146. Ancillon. (F.) Tableau des révolutions du système politique de l\'Europe depuis la fin du 15^e siècle. Bruxelles, 1839. 2 vol. (30)

3147. Dozij. (li. F. A.) Bedevoering over den gunstigen invloed dien de omwentelingen in Frankrijk, sedert 1789, hebben uitgeoefend op de studie der middeleeuwsche geschiedenis. Leiden, 1850. (1296)

3148. Arendt. {W. A.) De Brabandsche omwenteling van 1789 -90. Naar het Hoogduitsch. Amst., 1843. (quot;26)

3149. Toreno. Geschiedkundig overzigt der staatsomwenteling van Spanje, van de eerste uitbarsting des opstands in don jare 1808 tot aan de ontbinding der Cortes. Amst., 1821. (572)

3150. Thiers. (4.) Histoire du consulat et de l\'empire. Brux., 1845-62. vol. 1-5, 6, n°. 18-20. (1997)

3151. Löbcn Seis. (E. van) Bijdragen tot de krijgsgeschiedenis van Napoleon Bonaparte. Met plans en kaarten, \'s Hage, 1839-42. 4 deelen. (362)

3152. La guerre de la péninsule sous son vëritable point do vue. Traduit de ITtalien. Bruxelles, 1819. (187)

3153. De militaire spectator, of aantcekeningen vaneen krijgsgevangen Engelsch officier, ooggetuige dor gebeurtenissen in Parijs gedurende do laatste vior maanden vóór do verbanning van Napoleon naar Elba. Amst., 1827. (381)

3154. Onderschepte brieven, enz., aan Napoleon gedurondo zijn verblijf te Dresden. Uit het Fransch. Amst., 1814. (743)

3155. En politique point de justice ou re\'pliquo judiciaire dans la causo des héritiors du due do Normandio centre M^mc la duchcssc d\'Angoulème etc. Breda. 1851. (744)

3157. La véritd sur los cent-jours, principalement par rapport amp; la renaissance projetée de Tempire romain. Par un citoyen de la Corse. Bruxelles, 1825. (103)

3158. Casas. (E. A. D. graaf de las) Gedenkschriften door hem zelven medegedeeld. Uit het Engelsch. Rott., 1818. (112)

3159. Observations sur l\'ouvrage du géndral Gourgaud, intitulé: i) Campagne de 1815quot;, par J. L... Brux., 1819. (208)

3160. Warden. (W.) Brieven uit St. Helena, waarin het gedrag en de gesprekken van Napoleon Buonaparte en zijn gevolg gedurende zijne reis en de eerste maanden van zijn verblijf nuar waarheid verhaald worden. Met platen. Dordrecht, 1817. (G27)

3161. Auhignose. (d\') Conjuration du géndral Malet contre Napoldon. Gand, 1824. (23)

3162. Re\'futation du manuscrit venu de Ste. He\'lèae d\'uno manière inconnuo. La Ilaye, 1818. (267)

3163. Do stom uit St. Helena door oen allorgeduchtsten tegen-klank uit London boantwoord. Eottordam, 1823. (229)

3164. Görres. (y.) Duitschland en do revolutie. Uit het Hoog-duitsch. Amsterdam, 1819. (179)

3166. Vreeda. [G. 17.) La renaissance de Tcmpiro fran9ai3 et la libortd do 1\'Europo. Utrecht, 1852. (1325)

3168. Griekenland in 1821 en 1822, ten aanzien van doszelfs worstelstrijd met Turkije, uit een godsdienstig onstaatkundig oogpunt beschouwd. Naar het Fransch. Amst., 1823. (205)

3173. Ilogendorp. Mdmoire du gdndral com to de Ilogondorp pour sorvir de rdfutation des bruits injuneux et do» calomnios rdpandxies centre lui, pendant qu\'il était gouverneur do Hambourg. Amst., 1814. (697)

3174. Pradt. (de) Europa na hot congres van Aken. Uit het Fransch. \'s Bosch, 1819. (449)

3175. Itaepsaet. (J. J.) Histoire de l\'origino, do rorganisation et dos pouvoirs des Etats-Gdndraux et provinciaux des Gaulos, particulièroment dos Pays-Bas. Gand, 1819. (477)

3176. Bast. [M. J. de) L\'anciennetd do la ville do Gand établio par des chartos et par d\'autres monumons authontiques. Gand, 1821. 4°. (24)

3177. Het Turkscho rijk, deszelfs verschillende bevolking, bestaanmiddelen, zeden, enz., aardrijks- en staatkundig beschouwd, ter opheldering van het aldaar gebeurde, door een Nederlander. Dell\'t, 1828. (579)

3178. llaepsaat. [J. J.) Analyse historiquo et critique de l\'origino et des progrès des droits civils, pulitiques et religieus des beiges et gaulois, sous les pdriodes gauloise, romaine, franque, fdodale et coutumière, prdcedde d\'un prdcis critique do la topographic de l\'ancicnno lielgiquo. Gand, 1824. 2 vol. (487)

3179. Stokman. (L.) Bulgio, zijno staatkundige belangen en geschiedenissen sedert do XV\'^lc couw tot heden, kort-bondig beschreven. Gend, 1820. (504)

3180. Praet. [J. van) Do rorigine des communes flamandes et do l\'dpoquo de leur établissement. Gand, 1829. (434)

3181. Kuranda. [J.) Belgie sedert de omwenteling in 1830. Uit het Iloogduitsch. Amst., 1846. 2 dl. (309)

3182. Lesueur-Dentourets. (P.) Revue politique et réligieuso au 31 Ddcembre 1827; prdcedde d\'une introduction, oü se trouvent rdsumds les abus de l\'ancien ordre social, et suivie de quatre dialogues qui en forment le complément. Bruxolles, 1828. (340)

3183. Kommissionalbericht an die 11. Rogierung des Standes Zürich über dio Kommunisten iu dor Schweiz. Nach don bei Woitling vorgofuudeucn Papieren. Amtliclies Exemplar, 1813. (306)

3184. Do Souvcroinen van Europa in 1828 cn hunne vormoode-lijko erfgenamen, regeringen, kabinetten, ministers en zaakgelastigden bij de onderscheidene hoven. Uit het Fransch. Leydon, 1829. (536)

3185. De vorsten en regenten der voornaamste landen van Europa en van andere werelddeelen; in 3 tijdvakken, ten gebruike van beoefenaars der geschiedenis, penningkunde, enz. Groningen, 1859. (2207)

3186. Ottema. (J. G.) Opschrift der grafzuil van Psamtik, in het museum te Florence. Bijdrage tot de chronologie der Babylonische ballingschap. (1296)

3187. Saint-Amand. [J. de] Los Romagnes. Note historique avec un appendice. Paris, 1860. (2133)

8188. Vecchi. (G. A.) Garibaldi et Caprera. Deux journaux traduits du manuscrit Italien. Utrecht, 1862. (2395)

3190. Krug. (..) Portret van Europa, geschilderd door een staatsman buiten betrekking. Amst., 1833. (1615)

3192. Harderwijk. (K. J. Jl. va7i) Naamlijst en levensbijzon-dorheden der predikanten die sedert de kerkhervorming in do Nederduitsche-Hervormde en Waalsche gemeente te Rotterdam tot op dezen tijd in dienst geweest zijn. Rotterdam, 1850. (1883)

3193. Arnoldi. [J. von) Levens- en karakterschets van Willem Frederik, Prins van Oranjo-Nassau, Koning der Nederlanden. Naar het Iloogduitsch en met aanteokeningen door T. Olivier Scliilporoort. Zutphen, 1818. (21)

3191. Engelbert G er rits. (Cr.) Hot laven on de regering van Z. M. Willem I. Amsterdam, 181-4. 3% 4^e en laatste aflov. (150)

3195. Bosscha. (J.) Hot loven van Willem II, Koning dor Nederlanden. Biet 9 plans on kaarten. 2^lle uitgaaf. (66)

3197. Bosch. (L. E.) Levensschets van G-. A. G. P. baron van der Capollen van Berkenwoude. Met portret. Utrecht, 1849. (90)

3198. Costa. [I. da) Herinneringen uit het leven on den omgang van quot;W. de Clereq. Amst., 1850. (102)

3199. Costa. (I. da) Inlichtingen omtrent het karakter van den stadhouder Prins Maurits van Nassau. lquot;^e st. Rotterdam, 1824. (108)

3200. Collin. Notices hiographiques sur les hommes illustres des Pays-Bas cor posant la collection exécutee par lo graveur Simon. Bruxelles, 1827. (113)

3201. Eijlert. {li. F.) Karaktertrekken en historische fragmenten uit het loven van den Koning van Pruissen Frederik Willem III. Uit het Hoogduitsch. Amst., 1847. 3^d\' deel, l^e en 2^e gedeelte. (152)

3202. Lodewijk de Geer. Eene bijdrage tot de handelsgeschiedenis van Amsterdam in de XVII^Jlt;! eeuw. \'sHage, 1834. (199)

3203. Hall. (M. C. van) Mr. Johannes Kinker. Bijdragen tot zijn leven, karakter en schriften. Amsterdam, 1850. (230)

3204. Hiddema Jongsma. (G.) Schots van het leven en de geschriften van J. Hopperus. Sneek, 1844. (243)

3205. Huguenin. (H. ü.) Beantwoording der vraag of Ulpianus in zijn loven en in zijne geschriften heeft beantwoord aan hot beginsel in de L. 1 D. de Justitia et Jure. Sneek, 1844. (243)

3206. Hall. [M. C. van) M^r. J. van der Linden en M^r. J. D. Meijer als regtsgeleerden herinnerd. Amst., 1853. (270)

3207. Jonge. (J. C. de) Hendrik van Wijn als geleerde en staatsman geschetst. \'sHage, 1832. (291)

3208. Kly\'n {II. H. en B.) en J. H. van der Palm. De nagedachtenis van J. M. Kemper plegtig gevierd. Amsterdam, 1825. (332)

3209. Kanter Pz. (J. de) Eedevooring bij de plegtige ontblooting van het herstelde praalgraf der luitenant-admiralen van Zeeland de gebroeders Jan en Cornelis Evertsen in de NieuwoKerk te Middelburg. Middelburg, 1818. (335)

3210. Leicher. (Ths.) Het loven on de lotgevallen van F. P. Loicher. Groningen, 1843. (345)

8211. IIall. (M. C. van) Rutgcr Jan Schimmelpenninck voor-naraelijk als Bataafsch afgezant op hot vredes-congrcs to Amiiins in 1802. Amst., 1817. (274)

3212. Levensschets van den Hollandschon zeohold J. C. J. van Speijk, door primus historicus. Amst., 1831. (527)

3213. Schotel. (G. D. J.) Leven, gedrukte werken en handschriften van Cornelis van Alkemade on Pieter van dor Schelling. Breda, 1833. (553)

3214. Vcr-Huell. (Q. M. li.) Het leven en karakter van Carel Hendrik graaf Vor-Huell. Amst., 1847. 2 deolen. (590)

3215. Koenen. [H. J.) Adriaan Pauw. Eene bijdrage tot de kerk- en handelsgeschiedenis der XVI^Jc oeuw. Amst., 1842. (317)

3217. Libry Bagnano. (G.) Appel h I\'opinion publique en rdponso k sos calomniateurs; avec pièces justificatives. — Idem épreuve annotée a la main par 1\'auteur. [Manquont les pièces justificatives.] (718)

3218. Nassau. (II. J.) M^r. Petrus Hofstede in zijn lev en en werken. Koevorden, 1839. (733)

3219. Uhden. (II. F] Het leven van W. Wilberforco, den bevrijder der slaven, in deszelfs godsdienstige ontwikkeling voorgesteld. Uit het Hoogduitsch. Groningen, 1840. (764)

3220. Hees. (0. van) Verhandeling over de verdiensten van G. K. van Hogendorp als staathuishoudkundige ten aanzien van Nederland. Utrecht, 1854. (486)

3221. Hofman Peerlkamp. (P.) De vita et moribus R. J. Schimmelpennincki. Hagae Comitum, 1848. (822)

3222. Ruhnkenius. (D.) Elogium Hemstorlmsii. Vita D. Ruhn-kenii, auct. D. Wijttenbachio. Ed. J. T. Bergman. Lugd. Bat., 1824. (1944)

3226. Dom Seiffen. (.7.) Dissertatie do Sox. Pompoio Magno, Cn. Magni filio. ïraj. ad Rhon., 184G. (1925)

3227. Tacitus. (C. Cornelius] Du vita et moribus Cn. Julii Agricolao liber. Ed. et annot. illustravit P. Hofman Peerlkamp. Lugd. Bat., 1827. (1731)

3228. Scheltema. (P.) Diatribe in Hadriani Junii vitam, inge-nium, familiam, merita literaria. Amst., 1836. (1776)

3229. Bevervoorde. (A. van) Levensschets van Zijne Exc. den Heore J. J. Rochussen. \'sHage, 1845. (79)

3230. Capadose. (J.) Edmund Burke. Overzigt van hot leven en de schriften van een antirevolutionair staatsman. Amst., 1857. (1391)

3231. Groen van Prinsterer. (G.) Ter nagedachtenis van Stahl. Amst., 1862. (2497)

3232. Ruever Groneman, [S. A. J. de) Diatribe in Johannis Wicliffl, reformationis prodromi, vitam, ingenium, scripta. Traj. ad Rh., 1837. (1938)

3233. Orsini. (F.) De gevangenissen dor Oostenrijkers in Italië. Verhaal van mijn loven, mijne gevangonschappen en ontsnapping uit het fort St. Giorgio. Amst., 1858.(1673)

3235. Veder. (4.) Gedachtenisrede aan m^r A. Siewortsz van Reesema. Leidon, 1850. (79)

3236. Stuart. (A. A.) Abraham dos Amorio van der Hoeven herdacht. Amst., 1856. (79)

3237. Tideman. (lt;7.) Do hoogleeraar A. des Amorio van der Hoeven herdacht. Amst., 1856. (79)

3239. Biest Lorgion. [E. J.) Het catholicisme van Hugo do Groot. Gron., 1857. (1664)

3240. Bulwer Lytton. (E.) Friedrich Schiller. Uit het Engelsch. Amst., 1845. (1797)

3242. Peijpers. (IV. N.) Levensschets van Rembrandt en dichtregelen bij do onthulling van zijn standbeeld. Mot plaat. Amst., 1852. (79)

3243. Eckstein. (F. E.) Horinnering aan dc nagedachtenis van Nikolaas I, Keijzer van Rusland. Met portret. Amst., 1856. (1807)

3244. Mededeelingen uit het leven van Talleyrand, uit de nagelaten papieren van Colimachi. Uit het Engelsch. Met portret. Arnhem, 1854. (1806)

3245. Wtil. (G.) Mohammed de propheet, zijn leven en zijne leer. In het Nedorduitsch bewerkt door S. J. Lion. 2 deelen. Amst., 1846. (1842)

3246. Beets. (A^T.) Leven en karakter van J. H. van der Palm. Leiden, 1842. (1879)

3247. Crane. (J. W. de) Letter- en geschiedkundige verzameling van eenige biographische bijdragen en berigten. Leeuwarden, 1841. (1880)

3248. IJsenbeeh. [D.) Leven- en karakterschetsen van min algemeen bekende Hoogduitsche geletterden, voornamelijk van dichters uit de XVII\'¹\' en XVIII^de eeuw. Vrij naar het Hoogduitsch. Hoorn, 1850. (1882)

3249. Kist. [F. C.) De levensgeschiedenis van Orland de Lassus. Met portr. en muzijkplat. \'sHage, 1841. (79)

3250. Hilman. (J.) Gustaaf Adolf, Koning van Zweden, de redder van het protestantisme. Amst., 1857. (1884)

3254. Steenmeijer. (J.) Wilhelm Broes, in leven, karakter en werkzaamheid geschetst. Arnhem, 1858. (2056)

3257. Braucr. [J. H.) Geschiedenis van Bartholomeus Ziegen-balg en zijne medezendelingen te Trankebar in Oost-Indie. Naar het Hoogduitsch. Gron., 1843. (1265)

3258. Sypesteijn. (jhr. C. A. van] M^r. Jan Jacob Mauricius, gouverneur-generaal van Suriname van 1742 - 51. Met portret en facsimiles. \'aHago, 1858. (2027)

3259. Sypesteijn. Ijhr. J. IF. van) Het leven van Menno baron van Coehoorn, beschreven door zijnen zoon Gosewijn Theodoor baron van Coehoorn, uitgegeven en met aan-teekeningen vermeerderd. Leeuwarden, 1860. (2222)

3260. Lennep. (J. van) Het leven van M^r. C. van Lennep en M^r. D. J. van Lennep, beschreven en toegelicht uit hun gedichten en andere oorspronkelijke bescheiden on in verband met hun tijd beschouwd. 4 dn. Amst., 1861-1862. (2630)

3261. Wijck. (23. H. C. K. van der] M^r. Johannes Kinker. 2\'^ledruk. Groningen, 1864. (2685)

3262. Abbing. [C. A.) Letterkundig leven van Marcus Tullius Cicero, in zijne kindschheid en eerste jongelingsjaren. Hoorn, 1866. (2735)

3263. Dom Seiffen. (G.) Geslachttafel der koningen van Europa van 1500-1852, en overzigt dor Staten, regerende vorsten en staatsvormen tot 1852. Breda, 1852. (133)

3264. Welevdd (L. van] en P. Okelly. Algemeen wapenboek van het Koningrijk der Nederlanden. Overeenkomstig de registers. 1830. 1 doel. F°., plaat 1 - 204. Ongekleurd exemplaar. — Vervolg, plaat 205 - 217, ongekleurd, — Vervolg id., gekleurd. F⁰. (1)

3265. Weleveld. (L. van] Handboek van den Nederlandschen adel. \'sHage, 1848. — Supplement, \'s Hage, 1852. 4°. (32)

3266. Rietstap. (J. B.) Armorial gén oral, contenant la description des armoiries des families nobles et patriciennes de l\'Europe, precédé d\'un dictionnaire des termes du blason. Gouda, 1861. (1912)

3267. Genealogische kwartierstaten van Nederlandsche geslachten, onder hoofdredactie van Jhr. W. F. G. L. van der Dussen en M. P, Smissaert. Eerste serie. \'sHage, 1865-67. F⁰. (166)

3268. Wijk Rz. [J. van] Algemeen aardrijkskundig woordenboek. Dordrecht , 1821 - 26. 7 deelen. (912)

3269. Cannabich. [J. F. G.) Beknopte aardrijkskunde, naar den 18^,ien druk van het oorspronkelijke op nieuw voor Nederlanders bewerkt door H. Frijlink. Amst., 1860. (2203)

3270. Kramers Jz. [J.] Geographisch woordenboek dor geheole aarde. Guuda, 1855. (1344)

3271. Boulet [L. A. J.) on A. van Otterloo. Algcmeonobesclirij-vinquot; van vreemdo havens en zeeplaatsen in Europa. Amst., 1857. (1638)

3272. Frijlink. (H.) Nieuw handboek der aardrijkskunde, met geschiedkundige aanteekeningen. Afl. 1 en 2. Amsterdam, 1857. (1047)

3273. Otterloo. [A. van] Handboek voor de leer dor handelsaardrijk skunde. Amst., 1856. (1374)

3274. Hoffmann. [J. F.) Specimen geographico-medicum de Europa australi. t. I. Lugd. Bat., 1838. (1934)

3275. Aa. [A. J. van der) Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, bijeengebragt onder medewerking van eenige quot;Vaderlandsche Geleerden. 13 deelen. Gorinchem, 1839°-1851. (2605)

3276. Heusden. {A. A. van) Handboek der aardrijkskunde, staatsinrigting, staatshuishouding en statistiek van het Koningrijk der Nederlanden. l\'^te stuk. Haarlem, 1866. (2759)

3277. Knijper. [J.) Nederland, zijne provinciën en koloniën. Leeuwarden, 1866. (2761)

3278. Lennep. [J. van) Ons rijk in vroegere tijdperken. Eene handleiding voor de kennis der wijze, waarop het grondgebied van het tegenwoordige koningrijk der Nederlanden, ten tijde van het leenstelsel, onder de Republiek, enz., was verdeeld. Amst., 1866. (2778)

3279. Sloet. [L. A. J. W.) Bijdragen tot de kennis van Gelderland. Arnhem, 1852 -55. (556)

3280. Goossen Jzn. [G.] Geschiedkundige en plaatselijke beschrijving van Wageningen, van de vroegste tijden tot op onzen tijd. Met platen. Wageningen, 1862. (2396)

3281. Oltmans, (/1.) Description de la chapelle carlovingienne et de la chapelle romane, restes du chateau de Nimègue, Amsterdam, 1847. 4°. (15)

3283. De Goudsche glazen of geschilderde kerkglazen der groote of St. Jans - kerk van der Goude. \'sHage, 1819. (181)

3286. Groeneijk. (0.) Beknopte geschiedkundige beschrijving der stad Woerden. Zierikzee, 1829. (C85)

3287. Aa. (^l. J. van der) Beschrijving van deu Krimpener-vt\'aard en den Lopikerwaard. Met een kaartje. Schoonhoven, 1847. (25)

3288. Plakker. (IF.) Geschied- en aardrijkskundige beschrijving van het eiland Voorno en Putten, bevevens het eiland Rozenburg. Zwijndrecht, 1851. (453)

3289. liegt. [J. li⁷.) Geschied- en aardrijkskundige beschrijving van den Zwijndrechtschen waard, den Kiederwaard en het land van Putten over de Maas. Met eene kadastrale kaart. Zwijndrecht, 1848. (485)

3290. Beschrijving van het eiland West voorn, meest bekend onder den naam van het eilaud Goedereede. Rotterdam, 1823. (620)

3291. Boers. (B.) Beschrijving van het eiland Goedoreede on Overflakkee. Met drie afbeeldingen van het eiland. Sommelsdijk, 1843. (649)

3292. Vijver. {C. van der] Gaschiedkundige beschrijving dor stad Amsterdam, sedert hare wording tot op den tegen-woordigen tijd. Met platen; 1quot;* aflevering. Amsterdam, 1843. (1326)

3293. Scheltema. (P.) Aemstels oudheid ol\' gedenkwaardigheden van Amsterdam. Met platen. 3 deelen. Amsterdam, 1855-59. (1275)

3294. Aurelius. (J.) Amsterdam. Oorsprong en afleiding van do namen dor grachten, eilanden , pleinen , straten, stegen, bruggen, sluizen en torens dezer stad. Amst., 1858. (2055)

3295. Abbing. (C. A.) Geschiedenis der stad Hoorn gedurende het grootste gedeelte der XVI1^J\' en XVIII⁴» eeuw, of vervolg op Velius Chronyk. Met portret. 2 deelen. Hoorn , l«41-42. (24)

3297. Paspoort. [Z.) Beschrijving van Zeeland, zijnde het O¹¹* en 10^,ie deel van den tegenwoordigen staat der

3298. Kanter Pz. (H.) on J. ab Utrecht Dresselhuis. De provincie Zeeland. Middelburg, 1824. (705)

3299. Groeneyk. (0.) Kronijk van Zierikzee, ten vervolge op die van J. de Kimter. Zierikzee, 1821. (210)

3300. Utrecht Dresselhuis. [J. ah) Het distrikt van Sluis in Vlaanderen beschouwd in deszelfs wording, natuurlijke, burgerlijke en zedelijke gesteldheid. Middelburg, 1819.

3302. Eekhoff. (W.) Beknopte geschiedenis van Friesland. Met eene schetskaart van het land der Friezen. Leeuwarden, 1851. (672)

3303. Eekhoff (W.) en .7. F. Bodel Nijenhuis. De algemeene kaarten van de provincie Friesland, beoordeeld en geschiedkundig beschreven. Leyden, 1846. (673)

3304. Haan Hettema. (./. M. M. dé) Leeuwarden na en voor hare wording als stad en in hare betrekking tot de Leppa. Eene bijdrage tot de geschiedkundige beschrijving van Leeuwarden van W. Lekhoff. Leeuw., 1848. (672)

3305. Napjus. (E.) Geschiedkundige kronijk en beschrijving van de stad Sneek. Sneek, 1826. (733)

3306. Enschedé in 1862 en 1863. Overgenomen uit het verslag door burgemeester en wethouders uitgebragt aan den raad der gemeente Enschedé, den 7 Mei 1864. (2338)

3307. Venema. (G. A.) Over het dalen van de noordelijke kuststreken van ons land. Met eene plaat. Groningen, 1854. (609)

3308. Krenier. (H.) Beknopte beschrijving van de provincie Groningen. Groningen, 1818. (706)

3309. Beukema. (J. P.) Beknopte beschrijving van Groningen. Met platen en platte grond. Groningen, 1821. (648)

3310. Westerhoff [It.) en Gt. Acker Stratingh. Natuurlijke historie der provincie Groningen. lquot;^e dl., 1\'quot; st. Groningen, 1839. (643)

3311. Sviith. M.) Geschiedenis der provincie Groningen. Met kaart. Groningen, 1849. (555)

3313. Blaupot ten Gate. (S.) Voorlezing over do opkomst van de koloniën Hoogezand en Sappenneer, met eenige aan-teekeningen. Hoogezand, 1854. (1152)

3314. Roijen. (S. J. van) De aard van gronden vau Drenthe onderzocht. Groningen, 1852. (478)

3315. Holthe tot Echten. (A. W. van) De gemeente Emmen. (Met eene kaart.) Assen, 1862. (2445)

3316. Poully. {M. J. de) Guide des voyageurs, histoire de Maestricht et de ses environs. Maestricht. (1314)

3318. Pijnappel Gz. (J.) Geographie van Nederlandsch Indië. \'s Gravenhage, 1863. (2506)

3319. Ty her champs. (C. de) Notice descriptive et historique des principaux chateaux, grottes et mausolëes de Ia Belgique et des batailles qui y ont eu lieu. Bruxelles, 1821. (762)

3320. Hasselt. (W. J. C. van) Vianden, de oudste bezitting van de graven van Nassau. Met plaat. 2^dlt;: druk. Amst., 1850. (1354)

3321. Ozeray. (M. J. F.) Histoire des pays, chateau et ville de Bouillon, depuis l\'origine du duche\' jusqu\'a la révo-lution de 1789. Luxembourg, 1827. (747)

3322. Stael. (van) Brieven over Engeland. Uit het Fransch met aanmerkingen van prof. H. W. Tydeman. Dordrecht, 1827. (558)

3323. Villeneuve. (E. de) Journal fait en Grèce, pendant les années 1825 et 1826. Bruxelles, 1827. (606)

3324. Levyssohn. [J. Tl.) Bladen over Japan. \'sHage, 1852. Met eene plaat. (349)

3325. Assendelft de Coninqh. [C. T. van) Mijn verblijf in Japan. Amst., 1856. (1373)

3326. Pompte van Meer dervoort. (J. L. C.) Vijf jaren in Japan (1857-1863). Bijdragen tot de kennis van het Japansche Keizerrijk en zijne bevolking. Deel 1 en 2. Leiden, 1867-68. (2818)

3327. Stuart. (J.) De Ilollandsche Afrikanen eu hunne republiek in Zuid-Atrika. Met kaart. Amst., 1854. (498)

Algenieene boschrijving van vreemde havens en zeeplaatsen buiten Europa, bewerkt door L. A. J. lioulut en A. van Otterloo. Deel I. Afrika en Australië, benevens «le omliggende eilanden. Amst., 1860. (2202)

\'532y. Koloniale debatten. Verzamoling van het verhandelde in do beide Kamers der Staten-Generaal, met betrekking

tot de bezittingen en koloniën van het Rijk in andere werelddeelen, over de jaren 1811-1865. Uitgegeven onder toezigt van jhr. J. P. Cornets de Groot van Kraaijenburg. 4^de tijdvak, 1848-59; afl. n⁰. 1 en 2; 5^de tijdvak, 1859-65; afl. n°. 1-13. \'sHage, 1860-18G7. Fquot;. (126)

33i50. Wintgens. (W.) Conservative koloniale politiek. Redevoeringen over koloniale onderwerpen in do Tweede Kamer der Staten-Generaal, met aanteekeuingen en bijlagen, \'s Gravenhage, 1866. (2768)

3331. Bake. (R. W. J. G.) Eeno bezadigde koloniale staatkunde. Velp, 1867. (1283)

3332. Alphabetisch register op den inhoud van werken, betreffende \'s Rijks overzeesche bezittingen en koloniën, uitgegeven onder toezigt van het Indisch genootschap te \'sGravenhage. 1°. afl.: het Tijdschrift voor Nederlandsch Indie, van dr. quot;VV. R. baron van Hoëvell, 1838-1860,

3333. Vloten. {A. A. van) Proeve van een ontwerp van wet op het beleid der regering in Nederlandsch Indie. 2^dl! herziene uitgaaf. Amsterdam, 1851. (600)

3334. Antwoord op de aanmerkingen van den heer Cornets de Groot op het ontwerp van wet tot vaststelling van een reglement op het beleid der regering van Neder-landsch Indie. \'sHage, 1853. (296)

3335. Beschouwingen omtrent het bestuur van Nederlandse!» Indie, naar aanleiding van het voorloopig verslag van do commissie van rapporteurs van do Tweede Kamer der Staten-Generaal, nopens hot ontwerp van wet tol vaststelling van het reglement op het beleid der rege-rin van Nederlaudsch Indie. \'sHago, 1853. (297)

»3336. Keijzor. (S.) Nadere toelichting van de opmerkingen naar aanleiding van art. 71 (78 nieuw) van het ontwerp van wet tot vaststelling van het reglement op liet beleid van de regering in Nederl. India. \'sHage, 1854-. (323)

3337. Wet van den 2\'^len September 1854 (Staatsblad nquot;. 129), houdende vaststelling van het reglement op het beleid der regering van Nederlandsch Indie. Officiële uitgave. (552)

3338. Cornets de Groot van Kraaijenburg. [J. F.) Over het beheer onzer koloniën, \'s Gravenhage, 18G2. (2733)

3339. Kruseman. (ƒ.) Nota over de suikerkuituur op Java, voorafgegaan door eenige algemeene beschouwingen over het kultuurstelsel en den handel voor rekening van den Staat. \'sHage, 1852. (1283)

3340. Herwerden. [J. D. van] Is overgang tot vrijen landbouw op Java zonder slooping van het stelsel van kuituur nu reeds mogelijk? \'sHage, 1854. (552)

3341. Broek. [P. en F. van den) Reflexions sur les change-ments apportés depuis 1844 au système des cultures a Java. Paris, 1856. (490)

3342. Beraadslagingen in do zittingen der 2^ic Kamer van de Staten-Generaal, van 15, 16 en 17 October 1860, aangaande de conclusie van het verslag der commissie omtrent de stukken en mededeelingen betreffende de regeling voor de gouvernements-suikercultuur op Java, en de dading met den heer van Vloten, ter beeindiging van procedures nopens de onderneming Pangka in het bijzonder, \'sGravenhage, 1860. (2215)

3343. Fransen van de Putte. (J. D.) De regeling en uitbesteding van de suiker-oontracton op Java. Goes, 1860. (1271)

3344. Verzoekschrift van de Kamer van Koophandel en Nijverheid to Soerabaija aan Zijne Excellentie den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indie naar aanleiding van de concept-cultuur-wet. (1283)

3345. Lion. [II. J.) Het wets-ontwerp op do kultuuronder-nemingen in Nederlandsch-Indie. Batavia, 1862. (552)

3346. Bartholo. Do wording van het kultuurstelsel. (De Gouverneur-Generaal J. van den Bosch en M^r. P. Merk us.) Historische schots, \'s Gravenhage, 1863. (552)

3317. Muliatuli. Max Havelaar, of do koffij-veilingen dor Neder-landsche Handel-Maatschappij. 2 doelen. 2^de druk. Arast., 18C0. (2398)

33J8. Hoëuell. (W. It. van) De emancipatie dor slaven in Noderlandsch-Indie. Groningen, 1848. (259)

3349. Toorencnbergen. (J. J. van] De bevrijding der slaven en de evangelieprediking. Haarlem, 1850. (1347)

3351. Palthe Wesenhagen. [J. C.j Beschouwingen betreffende de vrijverklaring der slaven in de kolonie Suriname. Amst., 1849. (490)

3352. lioedes. [J. T.) Wanneer zullen onze W. I. slaven vrij worden? Utrecht, 1857. (490)

3353. De emancipatie der W. I. slaven beschouwd door een beliingloozen kolonist. Amst., 1857. (490)

3354. Winkels. (TF. E. II.) Slavernij en emancipatie. Eene beschouwing van den toestand dor slavernij in Suriname. Utrecht, 1856. (490)

3355. Halberstadt. [A.] Vrijmaking der slaven in Suriname en de opheffing van het meesterschap volgens de Staatscommissie. Amst., 1856. (1371)

3356. Tweede rapport der Staatscommissie benoemd bij Koninklijk besluit van 29 November 1853, n⁰. 66, tot bet voorstellen van maatregelen ten aanzien van öe slaven in do Nederlandsche koloniën. \'sHage, 1856. — Het gevoelen van de minderheid dier Staatscommissie, met opzigt tot do maatregelen door de meerderheid aangeprezen , uitgedrukt door R. F. baron van Raders. \'s Hage,

3357. Raders. (R. F. baron van) Het vrijverklaren bij do geboorte der slavenkinderen, als middel tor afschaffing der slavernij in de Nederl. W. I. koloniën vardodigd. \'sHage, 1857. (490)

3358. Raders. [R. F. baron van] Nog een paar woorden betreffende het aanhangig vraagstuk dor afschaffing van do slavernij in de Nederlandsche W. I. koloniën. 1858. (490)

3359. Iets over de emancipatie der slaven door een voorma-ligen bewoner dor kolonie Suriname. 1856. \'sHa^e,

3360. Emniicipatie der slaven. Bijdrage tot eene nadere beschouwing van den togenwoordigen toestand der kolonie Suriname. Groningen, 1855. (490)

3361. Baders, (ü. F. baron van) De wijze van opheffing der slavernij in de Nederlandsche koloniën, welke zooveel mogelijk beantwoordt aan de verschillende belangen. Herdrukt met bijvoeging van toelichtende nota\'s. \'sGru-venhage, 1861. (1286)

3362. Smissen. [J. van der] Over de emancipatie der slaven. Haarlem, 1801. (2388)

3363. 1 Julij 1863 en de volksvertegenwoordiging van Nederland ; brochure over de afschaffing dor slavernij op St. Martin. Groningen, 1863. (1286)

3364. Burg. [J. van der) Wenken aangaande Nederlands Oost-Indische bezittingen. Kolonisatie. Nijmegen, 1849. (73)

3365. Uostmann. (F. W.) Over do beschaving van negers in Amerika door kolonisatie met Europeanen. Amst., 1850. 2 doelen. (272)

3366. Hasselman. [J. J.) Eenige beschouwingen over kolonisatie. Amst., 1857. (490)

3367. Verslag aan den Kuning, uitgebragt door de Staatscommissie, ingesteld bij Koninklijk besluit van 16 Junij 1857, n°. 90, op het adres van F. H. van Vlissingeu en negen andoren, betreffende Europesche kolonisatie in Nederl. Indie. Met 7 bijlagen, \'s Hago, 1858. (1688 en 2810)

3368. Kaalte, ( A. C. van) C. van der Heulen en S. Eolks. De toestand der Hollandsche kolonisatie in den staat Michigan, in het begin van het jaar 1849. Met twee kaarten. Amst., 1849. (490)

3369. Reglement van de Nederlandsche maatschappij tot bescherming van landverhuizers uit Nederland, Nederlanders van geboorte, welke gevestigd is te New-York. Amst., 1847. (490)

3370. Beijer. [M.) Het boek dor landverhuizers, of gids en raadsman bij do verhuizing naar Noord-Amerika. Uit het Hoogduitsch. Amst., 1846. (1900)

3371. Teenstra. {M. JJ.) Mentor; de getrouwe leidsman en raadgever voor landverhuizers die naar Noord-Amerika willen vortrekkcn. Groningen, 1855. (1901)

3372. Ruorda van Eljsiaga. [P. P.] Voorlezingen over kolonisatie door Nederlanders, in Nederlandsch Indie eu gedeeltelijke vergelijking van de Indische maatschappij met die van Nederland. Gehouden in de maatschappij Felix Meritis. Haarlem, 1856. (2518)

3373. Lauts. (Cr.) Handleiding voor de aardrijkskunde van Nederlands Oost-en West-Indische bezittingen. Utrecht, 1834. (35G)

3374. Lammens. [A. F.) Bedenkingen bij het lezen van het artikel «Koloniënquot;, voorkomende in het 7^J,\' deel der Bijdragen tot de huishouding van Staat van d«n Heer G. K. Grave van Hogendorp. Amst., 1824. (359)

3375. Doornik. [J. E.) Vrijmoedige gedachten over Nederlands Indie en over de regering van den gouverneur-generaal van der Capellen. Amst., 1826. (139)

3376. Korte beschouwing van de quot;Vrijmoedige gedachten over Nederlands Indie en over de regering van den gouverneur-generaal van der Capellen door J. E. van Doornikquot;. Amst., 1827. Nquot;. 1 en 2. (137)

3\'i77. Engelhard. (N.) Overzigt van deu staat der Nederlandsche Oost-Indische bezittingen onder hot bestuur van den gouverneur-generaal H. W. Daendels, ter betere kennis en waardering van \'s mans willekeurig en gewelddadig bewind, \'sllage, 1816. (156)

3378. Jlochussen. (J. J.) Toelichting en verdediging van eenige daden van mijn bestuur in Indie, in antwoord op sommige vragen van Jhr. J. P. Cornets de Groot. \'sHage, 1853. (481)

3379. Nederland en zijne koloniën. Verzameling van stukken uit het Gouds Kronijkske en andere bladen en uit de portefeuille van de Schildwacht. Leyden, 1851. (741) Bijdrage tot de kennis der Nederlandsche Oost-Indische bezittingen, \'s Bosch, 1849. (748)

Inkomende en uitgaande regten , benevens onderscheidene reglementen, tarieven en besluiten in Nederlandsch Oost-Indie. Amst., 1841. (749)

Reglement op de inwendige dienst, de politic en krijgstucht van de infanterie, gewijzigd voor het Indische leger. Breda, 1853. (1897)

3380.

3381.

3382.

3383. Balie. Kort ovorzigt van zijnen toostand, goschiodenis, do jongste krijgsbedrijven enz. Opgehelderd door een kaartje en plaat, \'silage, 1849. (548)

3384. Aa. (A. J. van der) Nederlands Oost-Indio, of\' beschrijving der Nederlandsche bezittingen in O. I. Met platen en kaarten. Breda, 1846-57. 4 dn. (6)

3385. Sturler. (W. L. de] Vlugtige aanteekeningen op do beschouwingen over Nederlandsch Indie door den Generaal-Majoor baron Nahnijs van Burgst. Groningen, 1847. (539)

3386. Schraal. {N. W.) De reis van ondor-officieren en soldaten naar Oost-Indie. Zierikzee, 1832. (541)

3387. Oijen. (L. C. C. van) Handleiding tot de kennis der kompagnies-administratie in Nederlandsch Oost-Indie-voor onder-officieren en korporaals. \'sHage, 1860. (2175)

3388. Vaynes van Brakell. (jhr. li. G. B. de) De verdediging van Nederlandsch Indie, gevolgd door eene proeve van een stelsel van verdediging voor onze bezittingen in den Indischen Archipel. l\'^te stuk. Voorloopige beschou-wingen, do buitenbezittingen; 2^dl! stuk. Java. Amst. , 1859. (2126)

3389. Verzameling van dagorders, uitgevaardigd in het leger van Nederlandsch Oost-Indie van 1818-52 mot eene alphabetische lijst der daarin vermelde personen. Breda, 1853. (298)

3390. Kedovoering van den Minister van Koloniën over do regeling van het gebruik van hot koloniaal batig slot in 1844, door critische aanteekoningon toegelicht. Amst., 1845. (314)

3391. liet drukpersreglement voor N. I. aan de ervaring van eene halve eeuw getoetst, door eeu ongonoomde, maar niet onbokondo. Utrecht, 1857. (490)

3393. Verzameling der algemeene orders en van eenige dor moest bolangryke besluiten en instructien uitgevaardigd in de jaren 1830 tot on mot 1843, aan de Koninklijko Nederlandsche landmagt in O. I. Breda, 1844. — Idem van 1844- 56. Breda, 1849 - 57, (1384)

3394. Handleiding voor officieren en onderofficieren die van of naar O. I. vertrekken, benevens eene opgave der formaliteiten in acht te nemen bij een huwelijk per procuratie. Door een officier van het O. I. leger. Gron., 1857. (490)

3395. Brumund. [J. F. G.) Indiana. Verzameling van stukken van onderscheiden aard over landen, volken, oudheden en geschiedenis van den Indischen Archipel. 1\'quot; stuk. Met platen en kaarten. Amst., 1853. (69)

3396. Mij er. {P.) Over het openstellen van kusthavens voor den algemeenen handel in Nederlandsch Indie. \'s Grav., 1859. (552)

3397. Alphen. (D. F. van) Redevoering over het ontwerp van wet der geldleening ten behoeve van de overzeesche bezittingen , uitgesproken in de zitting der Staten-Generaal van 27 Febr. 1826. Leyden, 1826. (22)

3398. Sturler. (W. L. de) Voorlezing over den inuerlijken rijkdom onzer O. I. bezittingen, in verband met den oorsprong en den aard der zedelijke en maatschappelijke gesteldheid der bevolking van die gewesten. Groningen, 1849. (1283)

3399. V. [P. v.) Plan tot oprigting eener O. I. paketvaart, den 29^stcn September 1855 ingediend aan den Minister van Koloniën. (490)

3400. Millies. (II. C.) De munten der Engelschen voor den Oost-Indischen Archipel beschreven. Amsterdam, 1852. (720)

3401. Krajenbrinh. (J. A.) Gedachten over de regeling van het Indische muntstelsel. Tiel, 1850. (333)

3402. Mees. (W. C.) Het muntwezen van Nederlandsch Indie. Amsterdam, 1851. (410)

3403. Twee voorstellen in het belang van de Nederlandsche bezittingen in Oost-Indie, door een geneesheer in Indie. Groningen, 1850. (414)

3404. Herwerden. [J. D. van) Indie gelijk het geworden is, en Nederland, gelijk het dreigt te worden. 2^de druk. \'sGrav., 1859. (2172)

3405. Vreede Bik. (P.) De vrije arbeid te Soerabaija, getoetst aan de waarheid. 2^dlt;! druk. \'sGravenhage, 1859. (552)

3400. Koloniale kamerkout. Door tien schrijver van » parasitische politiekquot;, enz. (Overgedrukt uit de Gids.) Amst., 1863. (552)

3408. Kenige opmerkingen naar aanleiding van het gevoelen van Z. Exc. den Minister van Koloniën, betreffende het verzekeren tegen zeeschade van \'slands eigendom. Amst, 1863. (552)

3409. Elinh Sterk Jr. (A.) Een Indisch belang, tevens Neder-landsch belang, ter overweging gegeven, \'s Gravenhage, 1860. (552)

3410. Naamlijst der Europesche inwoners van Nederlandsch Indie, en opgaven omtrent hun burgerlijken stand, voor do jaren 1865 - 1867. Batavia, 1864 - 67. (2636)

3411. Levyssohn Norman. [H. D.) De Britsche heerschappij over Java en onderhoorigheden (1811- 16). Akademisch proefschrift. \'sHage, 1857. (1624)

3412. Weitzel. (A. W. P.) De oorlog op Java van 1825 tot 1830, hoofdzakelijk bewerkt naar de nagelatene papieren van den luitenant-generaal Merkus de Koek. Met eene kaart van het oorlogstooneel. Breda, 1852-53. 2 dn. (641)

3413. Appel de la Hollande a la justice et k la raison de la Grande Bretagne. La Haye, 1836. (258)

3414. The Java question. London, 1837. [Is eene vertaling van het bovenstaande: Appel etc.] (258)

3415. Haan Pz. (P. de) Het handelstelsel van Java met koophandel, scheepvaart en fabrijkstaat van Nederland in verband gebragt. Leyden, 1825. (264)

3416. Campagne. (H. D.) Java, zijnde een kort overzigt van deszelfs waardij en handel met betrekking tot Nederland. \'sHage, 1815. (106)

3417. Domis. (H. J.) De residentie Pasoeroeang op het eiland Java. Met kaart en platen. \'sHage, 1836. (138)

3418. Hoe veil. (W. R. van) Bedenkingen tegen de mededeeling van den Minister van Koloniën aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal omtrent den verkoop van landen op Java. Gron., 1849. (552)

3419. Smeten. (F. C. J. van) De verkoop van landerijen op Java verdedigd tegen W, L. de Sturler, of antwoord

op de vlugtige aantoekeningen van de beschouwingen over Nederlandseh Indie. Tiel, 1847. (552)

3420. Krajenhriak. (J. A.) Het regt van eigendom der bezitters van particuliere landen op Java, met authentieke acten bewezen. Tiel, 1864. (1283)

3421. Deventer J.Sz. [S. van) Bijdragen tot de kennis van het landelijk stelsel op Java, op last van Z. Exc. den Minister van Koloniën J. D. Fransen van de Putte bijeenverzameld. Zalt-Bommel, 1863- 66. 3 deelen. (2607)

3422. Krajenhriak. (J. A.) Het particulier landbezit der Europeanen op Java, verdedigd tegen de beschuldigingen van den heer M^r. P. Mijer en vergeleken met het landrenten-stolsel, in de gouvernements-residentien. Tiel, 1862. (1283)

3423. Bake. (li. Tl⁷. J. C.) Een woord over de verhooging van het plantloon op Java, naar aanleiding der redevoeringen uitgesproken door de heeren H. Stolte en W. R. van Hoëvell, in de zitting van den 24quot;quot; February 1858 van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Amst., 1858. (490)

3424. Schmidt auf Altenstadt. (J. K. F. H. von] Niet zóó, verheft gij den Javaan!! Breda, 1863. (552)

3425. Harthoora. (5. E.) De Evangelische zending en Oost-Java. Eene kritische bijdrage. Haarlem, 1863. \'2625)

3426. Neurdenburg. (J. C.) Geschiedenis tegenover kritiek. Naar aanleiding van S. E. Harthoorn\'s geschrift: » De Evangelische zending en Oost-Java.quot; Rotterdam, 1864. (2626)

3427. Overzigt van den handel te Samarang over het jaar 1866. Uitgegeven door de handels-vereeniging te Samarang. (2790)

3428. Verslag van het 39\'^te boekjaar der Javasche bank, uit-gebragt in de algemeeno vergadering van stemgeregtigde deelhebbers, gehouden in Mei 1867. Batavia, 1867. (2815)

3429. Stuers. [II. J. J. L. de] De vestiging en uitbreiding der Nederlanders ter Westkust van Sumatra. Met platen en kaarten. Uitgegeven door P. J. Veth. Amst., 1849-50. 2 deelen. (549)

3430. Muller. (S.) Bijdragen tot de kennis van Sumatra. Mot eene kaart en 2 platen. Leyden, 1846. (405)

3431. Sturler. (17. L. de) Bijdrage tot de kennis en rigtige beoordeoling van den zedelijken, maatschappelijken cn

3432. Star Ier. (W. L. de) Pruevo eener beschrijving van het gebied van Palembang. Met eene kaart en tabel. Groningen , 1843. (546)

3433. Korthah\'. [P. W.) ïopographische schets van een gedeelte van Sumatra. Met eene plaat. Leyden, 1817. (328)

3434. Steijn Parvé. [D. C.) De handelingen van Sir James Brooke op Borneo, getoetst aan do officiële Engelsche bescheiden en de bestaande traktaten. Haarlem, 1859. (2109)

3435. Hasselman [J. J.) en F. II. van Vlissinyen. Beschouwingen omtrent de exploitatie der Wester-afdeeling van Borneo. Amsterdam, 1859. (552)

3436. Lauts. (G.) Het eiland Balie en de Balienezen. Met eene kaart. Amsterdam, 1848. (355)

3437. S wie ten. [J. van) Krijgsverrigtingen tegen het eiland Balie in 1848. \'s Hage, 1849. (548)

3138. Doren. (J. B. J. van) Thomas Matulesia, het hoofd der opstandelingen op het eiland Honimoa, na da overgave van het bestuur der Molukken door den landvoogd J. A. van Middelkoop in 1817. Met kaart. Amsterdam, 1857. (1878)

3439. Bosch. [J. van den) Nederlandsche bezittingen in Azie, Amerika en Afrika, in derzelver toestand en aangelegenheid voor dit Rijk.\'s Hage, 1818. 2 deelen. [Ontbreken de kaarten.] (80)

3440. Sypesteijn. [C. A. van) Beschrijving van Suriname. Historisch, geograpliisch en statistisch overzigt. Uit officiele bronnen bijeengebragt. \'s Hage, 1854. (564)

3441. Redevoering van den Minister van Koloniën over de Surinaamsche aangelegenheden, voorafgegaan door eene beknopte beschouwing van het daarin behandelde onderwerp. Amsterdam, 1845. (515)

3442. Ontwerp eener Nederlandsche W. I. ontginning en handelmaatschappij met een kapitaal van 50 millioen guldens. (490)

3443. Mesquita. [J. J. de) Ontwerp ter verbetering van den financielen toestand der kolonie Suriname. Uitgegeven door J. W. Tijdeman. Amsterdam, 1842. (1286)

3144. Kalm. [F. A.) Be.schomving van den toestand der Suri-naamselio plantagioslaven. Amsterdam, 1828. (327)

3145. West-Indie. Bijdragen tot de bevordering van de kennis der Nederlandsche West-Indische koloniën. Deel l en 2. Haarlem, 1857-58. (950)

3446. Maniere van procedeeren voor den Edelen Achtbaren Hove van Civile Justitie der colonie Suriuamen en onderhoorige districten. \'sHage, 1859. (1126)

3447. Perrinon. (^1. F.) Maatschappij tot zoutwinning op het eiland St. Martin (West-Indie). Société des étangs salins de St. Martin (Antilies). (2225)

3448. Raders. (R. F. baron van) Geschiedkundige aanteeke-ningen, rakende proeven van Europesche kolonisatie in Suriname, \'s Gravenhage, 1860. (2232)

3449. Taunuij. (J. F.) Wat zal de vertegenwoordiging doen ten opzigte van het aanhangig ontwerp regerings-regle-ment voor West-Indie. Haarlem, 1864. (1286)

3450. Heijlidij. [II.) Pleitrede over den graad van praeferentie der particuliere W. I. bank ten aanzien, van de bij dezelve beleende effecten. Utrecht, 184:4. (1.286)

3451. Beschouwing van het adres (behelzende verzoek om hooge grondwettige tusschenkomst) ingediend door P. C. Bosch Reitz c. s. aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal op den 21^8ten February 1845. Door eenige ingezetenen der kolonie Suriname. Amst., 1845. (1286)

3152. Baders. (E. F. baron van) Memorie aan den Koning ingediend den S^¹¹ Julij 1852, rakende zijn bekomen ontslag als gouverneur der kolonie Suriname. \'sHage, 1852. (1286)

3453. Baders. [B. F. baron van) Tweede vervolg der bijlagen behoorende bij de memorie aan den Koning ingediend den S^itn Julij 1852. \'sHage, 1853. (1286)

3454. Baders. (B. F. baron van) Toelichting van eenige punten voorkomende in zeker verslag uitgebragt in de Tweede Kamer der Staten - Generaal, den 30quot;^en Mei 1854, rakende het bestuur der kolonie Suriname in 1851. \'sHage, 1854. (1286)

3455. Proeve over de kust van Guinea, houdende eene poging tot onderzoek hoe en in hoeverre dat land tot eene

3456. Hogendorp. (D, van) Staat- en handelkundige beschouwing van het koloniaal systhema in Frankrijk. Uit het Fransch. Amsterdam, 1827. (2C5)

3457. Chijs. [P. O. van der] Beknopte verhandeling over het nut der beoefening van de algemeene, dat is: oude, middeleeuwsche en hedendaagsche munt- en penningkunde. Leiden, 1829. (105)

3458. Handleiding tot de kennis der NedeHandsche munten, welke sedert ruim drie eeuwen hier te lande zijn geslagen , gangbaar waren en thans ingetrokken of buiten omloop gesteld zijn, alsmede over den oorsprong, benaming, enz. Amsterdam, 1850. (409)

3159. Vrolih. (/1.) Verslag van al het verrigte tot herstel vaa het Nederlandsche muntwezen, van het jaar 1842 tot en met 1851. Utrecht, 1853. (603)

3460. Vrolih. (.4.) Le système rnone\'taire du royaume des Pays-Bas, la réfonte des vieilles monnaies d\'argent et démo-ne\'tisation de Tor. Utrecht, 1853. [Is eene vertaling van het voorgaande: Verslag enz.] (604)

3461. Vries [J. de) en J. C. de Jonge. Nederlandsche gedenkpenningen verklaard. \'sHage, 1829. 4°. (20)

3462. Warin. (A.) Bijdragen tot de kennis van het muntwezen. \'sHage, 1843. (615)

3463. Tarif genéral pour les réductions dos argents du royaume des Pays-Bas et des diverses espèces. Bruxelles, 1817. (763)

3464. Ackersdijk. [J.) Nederlands muntwezen. Inwisseling der oude munten voor papier. Utrecht, 1845. (615)

3465. Orden. [G. van) Handleiding voor verzamelaars van Nederlandsche historiepenningen. 2^Je deel. Zaandam, 1830. (1476)

3466. Becker Bz. (J. J.) Beoordeeling van het werk over de Luiksclie munten van den graaf van Eenesse-Breidbach AmSt., 1833. (615)

3407. Rethaan Mar.arê. (C. A.) Verhandeling over de bij Domburg gevonden Romeinsche, Frankische, Brittannische, Noordsche en andere munten. Met platen. Middelburg, 1838. (615)

8468. Rapport aan den Koning onder dagteekening van den gittn Mei 1856, uitgebragt door de Staatscommissie benoemd bij Z. M. besluit van den .^r)\'^lfn Sept. 1855 (Staatsblad n⁰. 118). (Circulatie van vreemde muntspecien hier te lande.) (1704)

3469. Handboek voor verzamelaars van Nederlandsche historiepenningen, of nomtnerlijst van alle legpenningen, medailles, munten enz., welke in de werken van van Mieris en van Loon zijn afgebeeld, alsmede van diegenen, welke in het vervolg op van Loon voorkomen. Leeuw., 1837. (2181)

3470. Verzameling van konsulaire en andere berigten en verslagen over nyverheid, handel en scheepvaart. Jaarg. 1865-1867, 1868, deel I, n⁰. 1-9. \'s Gravenhage. (2589)

3471. Moeten Neêrlands handel, scheepvaart, scheepsbouw, nijverheid en onze eigene commissiehuizen in Indie te gronde gaan? eene vraag, beantwoord naar aanleiding van het voorloopig ontwerp-tarief voor Oost-Indie, dezer dagen aan de kamers van koophandel en fabrieken door den Minister van Koloniën ter beoordeeling toegezonden. Amst., 1861. (552)

3472. Algemeen jaarlijksch verslag van de directie der Over-ijsselsche vereeniging tot ontwikkeling van provinciale welvaart, over het jaar 1865. (2669)

3473. Wijthoff en Zoon. Beschouwing van den Nederlandschen suikerhandel in verband met de accynswet. Amsterdam, 1850. F⁰. (42)

3474. Normant. (C. A. Ie) Plan ter vestiging eener school voor handwerkslieden. Gent, 1826. (1067)

3475. Hoe kan het brood best toebereid en daarbij ten minsten prijze geleverd worden? Schoonhoven, 1847. (1008)

347G. Abiding van Giessenburg. (11. C. d\') Verhandeling over do grondbeginselen van een wel begrepen toltarief. Leyden, 1843. (1)

3477. Alstorphius Grevelink. [P. W.) Het belang van het aannemen van het beginsel van porto-franco voor Nederland. Groningen, 1843. (2)

3478. Algemeene verzameling van placaten enz., op het stuk der convoyen en licenten, beginnende met het generaal placaat van 31 Jnlij 1725 en eindigende 31 December 1813. Amst., 1814. (91)

3479. Elink Sterk Jr. (4.) De belastingen, vooral die van den handel, in verband beschouwd met het algemeen volksbelang. 1« druk. Delft, 1828. (157)

3481. Portielje (I). A.) en S. Vissering. Geschiedenis der tariefshervorming in Engeland. Amst., 1847. (454)

3482. Soetens en Cornp. Beschrijving van den asphaltgraniet uit de fabriek de Mijn. Amst., 1844. (562)

3483. Trieper Jr. (J. H.) Bedenkingen tegen zekere zinsnede, voorkomende in eene nota van den graaf von Mier, buitengewoon gezant van Oostenrijk. (Rijnvaart.) Amst., 1826. (569)

3484. Vreecle. (F.) Proeve over de vrijheid des zeehandels en de waarde der nationale nijverheid, in verband met de grondbeginselen eener nieuwere verlichte staathuishoudkunde, enz. \'sHage, 1824. 2^de stuk. (593)

3-485. Vloten. [E. A. van) De mededinging tusschen de beet ■ wortel- en riet-suikerproductie. Utreeht, 1853. (602)

3486. Andringa lt;le Kempenaer. (A. A. van) Memorie over den vrijen graanhandel in de Nederlanden. \'sHage, 1824. (19)

3487. Proces-verbaal van de algemeene vergadering der Aken-Maastrichtsche spoorwegmaatschappij in 1852. — Idem in 1853. Maastricht. 4°. (18)

3488. Gregory. [F. A. A.) Zeemansgids voor de vaarwaters van Java, naar en door den Molukschen archipel en terug. Amst., 1853. 4°. (3)

34ÏIO. J\'rospectus tn statuten der algemeene maatscliappij voor handel en nijverheid, pevcstigd to Amsterdam, goedgekeurd bij Z^r. M^s. besluiten van 9 en 17 April 1863, n⁰. 59 en fw. Amst., 18G3. (2328)

3491. Koenen. {II. J.) Voorlezingen over de geschiedenis des Ncderlandschen handels. Amst., 1853. (33-1)

3493. IlaU. (F. A. van) Verdediging van do onafhankelijkheid des handels bij het oprigten van naamlooze maatschappijen. Amst., 1831. (1478)

3491. Gedachten over den handel, onder anderen met betrekking tot den geprojecteerden ijzeren spoorweg naar Keulen. Amst., 1832. (1479)

3195. Uedenkingen, betreffende het besluit der Nederlandsche Handelmaatschappij, genomen den IS^quot; Dec. 1848 (over de bevrachtingen). Dordrecht, 1849. (1292)

3490. Dordrecht, in strijd tegen Amsterdam, over de handhaving van een billijk deel in de Oost-Indische bevrachtingen en retouren, voor elk dezer beide steden. Amst., 1849.(1292)

3497. Antwoord op de: Bedenkingen betreffende het besluit enz., en op: Dordrecht in strijd tegen Amsterdam. Dordrecht, 1849. (1292)

3498. Salomo Hz. [M.] Vlugtige beschouwingen over hel tarief voor de makelaars binnen de stad Amsterdam. Amst., 1845. (578)

3499. Wijnne. [H. A.) Handel en ontwikkeling van stad en provincie Groningen, geschiedkundig beschouwd. Gron., 18G5. (2738)

3500. Smelt. (H.) De goede trouw der Nederl. Handelmaatschappij ter beoordeeling voorgesteld. Deventer, 1850. (1292)

3501. Nog een vlugtige blik op den strijd van Dordrecht tegen Amsterdam. Amst., 1849. (1292)

3502. Dorsser. (C. W. O. van) Iets over de vrachtvaart op Neêrlands Oost-Indie ten dienste van den Staat. Dordr., 1849. (1292)

3503. Reglement voor het algemeen beurs-comit»i voor publieke fondsen. — Reglement voor den handel in publieke fondsen ter beurze van Amsterdam van den 23\'quot;™ Dec. 185G. Amst., 1856. (1251)

3505. Dokken te Londen, entrepots te Parijs, plan der dokken te Marseille, benevens het entrepót te Amsterdam. Naar het Fransch. Rotterdam, 1838. (1251)

3506. Bogaerde de Ter Brugge. (j4. J. L. van den) Essai sur l\'importance du commerce, de la navigation et de l\'in-dustrlo dans les provinces formant le royaume des Pays-15as, depuis les temps les plus reculés jusqu\'en 1830. 3 vol. La Hayo, 1844. (1801)

3507. Asch van Wijk. (H. M. A. J. van] Geschiedkundige beschouwing van het oude handelsverkeer der stad Utrecht. Utrecht, 1838. (7)

3508. Bijdragen tot bekendmaking van de voornaamste zaken van den handel dor Nederlanders eu van dien van Hamburg. Utrecht, 1837. (1475)

3509. Campagne. (II. D.) Kort overzigt van den voormaligen handel der Nederlanders van Azie in Azie. \'sHage, 1816. (Ill)

3510. Tijdeman [J. W.) en J. C. Reese Jr. Statuten eener op te rigten onderlinge handel-waarborgmaatschappij. Amst., 1856. (1251)

3511. Liotard. (J. T.] Het haudelscongres te Brussel in zijne strekking en uitkomsten beschouwd. Haarlem, 1856. (1251)

3512. Ackersdjk. [J.] Iets over het ontwerp eener zoogenaamde giro- of handelsbank. Amst., IS.^\'J. (1251)

3513. Gedachten over den handel op China en over den theehandel, strekkende ten betooge, dat alle belangen zich vereenigen tot do oprigting van eene societeit, op ver-eenigd kapitaal handelende, aan welke bij uitsluiting die takken van commercie overgedragen worden. Rotterdam, 1824. (110)

3514. Noback. (F.) Denkbeelden nopens de bevordering van koophandel door onderwijs, benevens een beknopt overzigt van de geschiedenis des koophandels. Naar het Hoogduitsch. Delft, 1812. (1292)

3515. Baumhauer. [E. II. von) Officiele lijst der bokrooningen toegekend aan de Nederlandsche inzenders en werklieden door de internationale jury bij de Parijsche wereld-tentoonst\'Hing, Huarlem , 1857, (1474)

3516. Verhagen. (O.) Een -woord aan alle belanghebbenden, de geschiedenis betreffende der ontbonden maatschappij van verbeterde meekrap-bereiding in Zeeland, gevestigd te Goes. Goes, 1858. (1292)

3517. Brouwer. [E. de) Essai sur la politique industrielle et commerciale. 2^m\' partie. Bruges, 1851. (1171)

3519. Bogaerde. [A. J. L. van den] Proef op de aanmoediging en uitbreiding der linnenweverijen in Oost-Vlaanderen. Gend. (1292)

3520. Bailliu. [J. A.) Grondregelen der catoen-spinderije met practyk en theorie. Gend, 1828. (1541)

3521. Muller Sz. (H.) De Nederlandsche katoennijverheid en het stelsel van bescherming in N. I. Bott., 1857. (1418)

3522. Vranchen. (J. B.) Verhandeling over de scheikundige theorie van het bierbrouwen, in het bijzonder van de Nederlandsche bieren. Bott,, 1829. 4quot;. (Iil6)

3523. Ende. (IF. P. van den) De belangrijkheid der vissche-rijen voor de Nederlanden. Arnhem, 1851. (588)

3524. Ende. (W. P. van den] Nog eene bijdrage tot de belangrijkheid der visscherijen voor de Nederlanden. Arnhem, 1850. (588)

3525. Koenen. (H. J.) De vroegere en latere Nederlandsche handelspolitiek. Haarlem, 1857. (1389)

3526. Stapert. (£.) Stuwing, garnering en vrachtvaart. Een leiddraud voor assuradeuren, cargadoors, zeehandelaren en zeevarenden. Naar het Engelsch van Bobert White Stevens vrij bewerkt. Amsterdam, 1864. 12505)

3527. Jlegout. (P.) Nota en nadere nota\'s aan de Tweede Kamer der Staten-Gonoraal betrekkelijk hot Ontwerp van Wet tot goedkeuring van eenige artikelen dor niet België gesloten overeenkomst, tot regeling van do wntoraf tappingen uit de Maas. Maastricht, IsOl- lb63. — Missive aan don Minister van Binnenlandscho Zaken daarover. Maastricht, ]8()2. — Dito aan de Tweede Kamer der Stat en-Generaal. Maastricht, 1862. F⁰. (145)

3528. Wolterbeek J)z. (J. L.) Proeve eener geschiedenis van de schcepvaartwetgeving op den Bhijn. Avnst,, 1851 (1205)

3529. Koenen. (U. J.) Voorlezingen over de geschiedenis van scheepsbouw en zeevaart. Amst., 1854. (330)

3531. Naamlijst der haringscliepen, uitgerust ter hai^ngvis-scherij in de jaren 1853, 1855-59, 1862-66. (2218)

3532. Drieling. (J. A.) Bijdragen tot een vergelijkend overzigt van Nederlands zeevaart en handel. \'sHage, 1829. (136)

3533. Verzameling van stukken beti-effende het Amsterdamscho entrepotdok. Amst., 1829. (147)

3534. Elix. (L.) Echte stukken betreffende de vrije vaart op den Rijn. Amst., 1826. (145)

3535. Frets. (F.) Bedenkingen betreffende eene uitbreiding van het openbaar entrepot te Rotterdam. Rotterd., 1837. (161)

3536. Waarheidzoekende redeneringen over den twist opzigte-lijk den vrijen graanhandel in het Koningrijk der Nederlanden. Gend, 1824. (186)

3537. Beleuchtung des Kampfes über Handelsfreiheit und Verbotsystem in den Niederlanden, gegründet auf eine Darstellung des Getreidehandels und der allgemeinen Handelsverhiilinisse. Amsterdam, 1828. (217)

3538. Aibinh. (J. J.) Instructie voor de scheepskapiteins, die de Russische havens bezoeken. Amst., 1846. (9)

3539. Op den Hooff. [J.] Coup d\'oeil sur la navigation du Rhin. Traduit du Hollandais. Amst., 1826. (412)

3540. Op den Hooff. (J.) Observations sur l\'e\'crit allemand de la navigation du Rhin considérée dans ses rapports avec le royaume des Pays-Bas. Traduit du Hollandais. Amst., 1828. (413)

3541. Over Rijnvaart en Rijnhandel, voornamelijk met betrek king tot het Koningrijk der Nederlanden. Rotterdam, 1827. (466)

3542. amp; tem/oor t. (II. L.) Handboek voor veengraverij en land-ontginning in de hooge veenen. Assen, 1847. (511)

3543. Staring (IF.) en T. J. Stieltjes. De scheepvaart in Salland on Twenthe. Zwolle, 1847. Met kaarten. (512)

3541. Stoffels. (A. J. B.) Da wetgeving op do octrooijen voor uitvinding, verbetering en eerste invoering. Leyden, 1851. (520)

3546. Dunckley, (/ƒ.) De vrijheid van handel en scheepvaart en haar invloed op nijverheid en volkswelvaart. Uit het Engelsch. Met eene voorrede van m\' P. P. van Bosse. lloogezand, 1855. (1853)

8547. Nederlands oudtste en latere zeehandel, bovenal do tegenwoordige, bevattelijk geschetst, maar op grond van echte bescheiden. Leiden, 1819. (1292)

3548. Wetten van 30 Mei 1840 [Staatsblad n⁰. Ifi) en van 9 Julij 1842 (Staatsblad n^c. 21), betrekkelijk het fonds voor den landbouw en de uit hetzelve te verleenen schavergoe-dingen; benevens eene nieuwe handleiding tot geregelde uitvoering dier wetti n. \'s Gravenhage, 1843. (2431)

3549. Verslag van het verhandelde op het 1quot;quot; landhuislioud-kundig congres, gehouden te Zwolle in 18-4C. — Idem van het 2\'^,e te Arnhem in 1847. — Idem van het S\'¹\' te Groningen in 1848. — Idem van het IT¹¹\' te Middelburg in 18G2 —Idem van het 18^de te Leeuwarden in 1Ö63. (1850)

3550. Rapport over de hulp- en hypotheekbanken, uitgebragt op het vierde landhuishoudkundig congres te Utrecht, den 27^sten Junij 1849. Utrecht, 1849. (1243)

3551. Programma van de Nederlandsche landhuishoudkundige congressen, gehouden in de jaren lö57-60, 18i)J-ü3 1865. (1850)

3552. Staring. (IF. C. II.) Verslag over de landhuishoudkundige school te Groningen en het landbouwonderwijs in naburige rijken. Uitgegeven op last van den Minister van Binnenlandsche Zaken, \'silage, 18G1. (2312)

3553. Hall [II. C van] en W J I), van Iter sou. De landhuishoudkundige school te Groningen. Herinneringen tot eene feestgave bij gelegenheid van hot 25jarig bestaan dezer inrigting, gevierd te Groningen in Junij 16117. Gron 1867. (2517)

3554. Verslag van den landbouw in Nederland over 1856 en 1857. \'s Gravenhage, 1858-59. (2670)

3555. Verslag van de Koninklijke Nederlandsche tentoonstelling van landbouw te Arnhem, uitgebragt aan Z. M. den Koning door de centrale c lt;uimU.«k\'. Z volie, 1855 (\'Ma)

3556. Wardenburg. {B. D. G.) Over de beate wijze op welke, door de ontginning der woeste zand- en voengronden , eene nieuwe mildvloeijende bron van volksbestaan en welvaart in het Koningrijk der Nederlanden kan goopend worden. Met platen. Gron., 1829. (1515)

3557. Wulf. [J. B. de) Traité abrégé de la culture des arbres fruitiers dans les deux Flandres. Gand, 1819. (1533)

3558. Manen Az. (J. van) De ontginning der onbebouwde gronden in de noordelijke Nederlandsche provintien , door kolonisatie der behoof\'tigun, die zonder werk zich bevinden. Het staatkundig stelsel der Phoeniciers, Grieken en Romeinen in het uitzenden van volkplantingen, en in hoeverre men nog hedendaags van die voorbeelden gebruik zou kunnen maken. Utrecht, 1820. (1531)

3559. Kops. (J.) Beredeneerd algemeen register op de staten van landbouw in het Koningrijk der Nederlanden over de jaren 1814 tot 1828 ingesloten. Utrecht, 1832.(1174)

35G0. Diggelen. [B. P. G. van) Een woord over de vraag: Wat zijn rijpe gronden? Zwolle, 1851. (1474)

3561. Wenken en raadgevingen aan Noordhollandsche kaasmakers. Amsterdam, 1845. (1474)

3563. Verslag door de commissarissen van wege Nederland bij de landbouw-tentoonstelling in 1855 en 1856 gehouden te Parijs, uitgebragt aan den Minister van Binnenland-sche Zaken. (1474)

3564. Kerckhoff. [P. J. van) Over eenige slechte gronden van den Ilaarlemtnermeerpolder en orer de middelen tot verbetering. Rotterdam, 1856. (1474)

3565. Iets over de Groninger landhuishoudkundige school, door eenen leerling van dezelve. Groningen, 1813. (1174)

3566. Leij. [J. van der] Antwoord op de prijsvraag: hoedanig moet de mesthoop ingcrigt zijn en behandeld worden en op welk tijdstip van gisting of ontbinding moet hij worden aangewend? Groningen, 1842. (1474)

3567. Morren. (C.) Volksvoorschril\'ten om de rotziekte der aardappelen to behandelen on te genezen, alsmede inlich-tingcn vcor do kweeking van aardappelen iu den winter

on aanwijzing van het nuttig gebruik der aardperen of topinambours. Uit het Franseh. Groningen, 1845. (1474)

3568. Stuart. (J.) Over bevordering van landbouw in Nederland en verschaffing van arbeid aan Nederlanders. Haarlem, 1818. (1292)

3569. Verslag aan den Koning, uitgebragt door de commissie ter overweging der regeling van het landbouwonderwijs in Nederland, benoemd bij Koninklijk besluit van den 15-¹quot; Julij 1856, n⁰. 40. \'sHage, 1856. (1311)

3570. Bosch. (J. G. J. van den] Over den verbouw en de bereiding der meekrap in het departement Vaucluse, in verband met de meekrapteelt in Zeeland. Met platen. Middelburg, 1850. (1814)

S571. Lenting. [L. J.] De boekweit-teelt in Nederland. Met eene voorrede van H. C. van Hall. Gron., 1853. (1292)

3572. Bergsina. [C. *,4.) De Vlaamsche landbouw volgens van Aelbroeck en van Lichter velde. Utrecht, 1845. (1851)

3573. Gihoul. (L.) Do bosch-cultuur der pijn- en denneboomen en der aanverwante soorten. Naar het Frausch. Met platen. Breda, 1851. (1852)

3574. Brahel van den Eng. [F. L. W. van) Losse gedachten over den Gelderschen landbouw op de klei, gevolgd door aanteekeningen ten opzigte der werkzaamheden op de landhoeve den Eng, in 1849, door H. A. Hanedoos. Tiel, 1850. (1292)

3575. Backer. (C.) Iets over het Gooiland, do ontginning van hetzelve en de regten van het domein , als eigenaar en der gebruikers. Amst., 1838. (1251)

3576. Brouwer, (li. J.) Verhandeling over het aanleggen van boomkweekerijen. Amst., 1821. (1474)

3577. Joosten. (E.) Antwoord op de vraag: wat men bij het kappen van onderscheiden soorten van hakhout behoort in acht te nemen. Amst., 1821. (1474)

3578. liibbe. [J. C.) Handboek voor veehouders. Naar het Hoogduitsch. Met eene voorrede en aanteekeningen van J. A. Uilkens. 2\'¹quot;^; druk. Amsterdam. (1589)

3579. Gevers. [D. T.) Verhandeling over het toegangbaar maken van de duinvalleijen lungs de kust van Holland. Amst., 1826. (1591)

3580. Hall. {IJ. C. van) Verhandeling inhoudende eene beschrijving van de hennepteelt in Nederland en eene aanwijzing van haar nut in den landbouw en andere bedrijven. Groningen, 1828. (1474)

3581. Numan. (A.) Iets voor landbouwers over het zaaijen van koolzaad en andere veldgewassen op rijen. Met afbeeldingen. Groningen, 1827. (1474)

8583. Numan (A.) et L. Marchand. Sur les propriétés nuisibles que les fourages peuvent acquérir pour diffërens animaux domestiques par des productions cryptogamiques. Traduit du Hollandais. Avec 5 planches. Groningue, 1830. (1692)

3584. Sturler. (W. L. de) Voorlezing over de delving van metalen en andere mineralogische voortbrengselen in onderscheiden landen, in betrekking tot landbouw en beschaving. Groningen, 1852. (1292)

3585. Hondius. (0. P.) Wat is meer, landbouw of jagt? Over het «schadelijk gediertequot; der wet op do jagt en vis-scherij in het algemeen, en over de muizen- en wezelkwestie in het bijzonder. Culemborg, 1860. (1972)

3586. Wttewaall. [J.) Over het verleenen van premien voor het dooden van wezels en ander zoogenoemd schadelijk gedierte. (1972)

3587. UiLkens. [T. F.) Geschiedenis van den tuinbouw in Nederland, en overzigt van die in de verschillende Staten van Europa. Groningen, 1855. (2063)

3588. Schilthuis. (G.) De bewerking, de berekening en het vervoer van het hout in de bosschen, inzonderheid in Zuid-Duitschland, bonevens eene bijdrage over de houtteelt in Nederland. Gron., 1857. (2036)

3589. Engelherts. (E.) Beschrijving van den landbouw op de hofstede den Eng, en beknopte beschouwing der beginselen, waarvan men hierbij is uitgegaan. Groningen, 1848. (1292)

3590. Koenen. {H. J.) Voorlezingen over de geschiedenis der nijverheid in Nederland, gehouden in de maatschappij Felix Mcritis.

3591. Nuderlandscho Maatschappij ter Bevorderiug van Nijverheid. Algemeene nationale tentoonstelling. Plegtige uitreiking der eereblijken aan de bekroonden in de Groote Kerk te Haarlem, 14 November 1861. (2337)

3592. runten van beschrijving voor de 00\'quot; algemeene vergadering en het congres der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van nijverheid op dingsdag 2 Julij 1867 en volgende dagen in het gebouw Diligentia te \'s Gra-venhage. (2780)

3593. Verslag der Commissie, aan wie do zorg en regeling was opgedragen voor de tentoonstelling van Noordhol-landscho nijverheid, gehouden te Amsterdam in 1859. (1296)

3591. Het fabriekwezen te Enschedé, in zijne eigenaardigheid, karakter en omvang. (Mot kaartje.) Uitgegeven door do Kamer van Koophandel en Fabrieken te Enschedd, 1860. (1292)

3595. De bezwaren van handel en nijverheid tegen het wetsontwerp tot herziening van het tarief van in-, uit- en doorvoer, verzameld door P. liegout. \'silage, 1861. F⁰. (128)

3597. Klink Sterk. (A.) Ernstige beschouwing en beoordeeling van P. Vreede\'s » Proeve over de vrijheid des zeehandels en de waarde der nationale nijverheidquot;, ten betooge van het misleidende en gevaarlijke van do daarin voorgedragen stellingen. Delft, 1828. (144)

3598. Schilthuis Jz. [U. G.) Iets over den oorsprong en het wezen van het Duitscho Tolverbond en deszelfs invloed op de nijverheid. Gron., 181-1. (1289)

3599. Breugel (]l. van] De belangen der inlandsche nijverheid met die des koophandels in overeenstemming gebragt, door do verheffing van Nederland tot een porto-franco, \'sllage, 183 gt;. (1251)

3600. Schreven. ^[\\Z. W. van) Het verband tusschen nijverheid en wetenschap. Zwolle, 1857. (1292)

3601. Baumhauer. (K. 11. von) Voorlezingen over de Nederlandsche nijverheid en do middelen om tviav te ontwikkelen. Haarlem, 1^V5G. (1257)

3602. L\'iivenir de rindustrie neerlandaise, par la redaction du journal l\'Intelligence. Maestr., 1857. (1251)

3G03. Boon Mesch. [A. II. van der) Redevoering over den voor-deeligen invloed der natuurkundige wetenschappen op de nijverheid. Leiden, 1834. (1292)

3C01. Jagt. (G. van der) Overzigt der ambachten, handwerken en kunsten, aan welke de meetkunde tot nut verstrekt. Naar het Fransch. Amst., 1826. (1251)

3G05. Verslag van de tentoonstelling van Noordhollandsche nijverheid te Amsterdam in 1859, opgemaakt door de tot het maken van dit verslag door de algemeene vergadering der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van nijverheid benoemde commissie. Haarlem, 1859. (1296)

3606. Verslag van de commissie ter regeling van de Nationale Tentoonstelling van metalen en daaruit vervaardigde voorwerpen, gehouden te \'sGravenhage in Augustus en September 1863. \'sGravenhage, 186i. (2551)

3607. Bericht von 8 Juli 1861 der Justizgesetzgebungs-Com-mission bezüglich des den Schutz für Waarenbezeich-mingen bezweckenden Gresetzes -Entwurfos für das Königreich Württemberg. 4°. (163)

3608. Bullinger. (L.) Neue Gewerbeordnung für das Königreich Württemberg vom 12 Februar 1862 mit den Vollziehungs-erlassen, dem Gesetze, betreffend den Schutz der Waaren-bezeichnungen, so wie weiteren auf die Gewerbeordnung sich beziehenden Gesetzen, quot;Verfugungen u. s. w. Hand-ausgabe mit Erlauterungen und alpbabetischem Sach-register. Stuttgart, 1862. (2369)

3609. Aschendorf. (II.) De geneeskracht en wijze van gebruik van het zwavelbad bij Bentheim. Groningen, 1842. (4)

3610. Mess. (P. M.) Brieven over zuidelijk Frankrijk en Italië, als verblijf voor borstlijders. Rotterdam, 1857. (1663)

3611. Aertzliche Berichte über die K. K. Irren-Heil- und Fflege-Anstalt zu Wien in don Jahren 1853-56. Wien, 1858. (1712)

3612. Buclmer. (TT\' l\'¹.] Ijijdragen tot do geneeskundige topo-gvapliie en statistiek van Gouda. Gouda, 1842. {I960)

S613. Geuns [J. van) eu J. N. Eamacr. Nederlandsch tijdschrift voor eeregtelijke preneeskunde en psychiatrie. 2^de iaartr. n⁰. 1 eu 2. Tiel, 1855. (693)

3614. Casper. (J. L.) Praktisch handboek der geregtelijke geneeskunde. In het Nederduitsch uitgegeven door L. Ali Cohen. Aflev. 1-6. Gron., 1857 - 58. (2045)

3615. Police et discipline rnédicales. Rapport fait au nom do la section centrale on Belgique. F⁰. (143)

3616. Mess. (P. M.] De rinfluence sur quelques maladies de l\'air et de l\'eau de mer, d\'après leur degré réciproque de temperature, avec trois tableaux météorologiques. La Haye, 1859. 4°. (147)

3617. Ali Cohen (L.) en A. Drielsma. Handboek der openbare gezondheidsregeling en der geneeskundige politie, ten dienste van geneeskundigen, regtsgeleerden en de leden van besturen, aan welke de zorg voor de volksgezondheid is opgedragen, l^,te en 2^de aflevering. Groningen, 1866 - 67. (2672)

3618. Hermann. {L.) Grondbeginselen der physiologie; uit het Hoogduitsch overgebragt door D^r. A. Drielsma. (2689) ^

3619. Is het overeenkomstig het algemeen belang en regt-vaardig, aan de artsen het leveren van geneesmiddelen te verbieden? door een practiserend geneesheer. Amst., 1862. (2344)

3620. Procedure in zake van het openbaar ministerie, als eischer, contra J. Wittop Koning, als beklaagde, ter zake van het Koninklijk besluit van 29 Fehr. 1848 [Staatsblad nquot;. 6), betrekkelijk de koepok-inenting, \'sHage, 1848. (713)

3621. Bethesda. Wederlegging der redenering van den heer Schimmelpenninck van der Oije en van het daarop gevolgde antwoord van den Minister van Binnenlandsche Zaken, in de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 22 November 1855. Amst., 1856. (655)

3023. Meijer. (G. II.) Leiddraad bij het verplegen en oppassen van zieken, een handboekje voor alle huisgezinnen. Naar het Hoogduitsch; met eene voorrede van prof. A. A. Sebastian. Gron., 1851. (2066)

302-1. Bertrand. De ziekenkamer; eeno onmisbare handleiding voor allen, welke zich met het verplegen van zieken belasten; gevolgd naar hot ï\'ransch. Mot eenige wijzigingen naar de behoefte van ons land. Leijden en Amsterdam, 1849. (2065)

3625. Everts. [B. II.) Verslag betreffende het gesticht Meeren-berg, over het jaar 1851. (312)

8627. Kant. (J.) De kracht van den wil in het beheerschen van ziekelijke aandoeningen. Met aanmerkingen van C. W. Hufeland uit het Hoogduitsch, 3^de druk. Leeuw., 1858. (312)

3628. Joerg. [J. C, G.) De opvoeding van den mensch ter zelfbeheersching. Naar de 2*\' Hoogduitsche uitgave. Amst., 1850. (312)

3629. Instruction du système des warrants. Rapport fait au nom de la section centrale en Belgique. F³. (142)

3630. Jessen. (W.) Over brandstichtingen uit gemoedsaandoeningen en zielsstoringen. Eene bijdrage tot de geregte-lijke geneeskunde voor regtsgeleerden en geneeskundigen. Naar het Hoogduitsch door M\'. L. G. Vernée, 1°. stuk. Haarlem, 1862. (2368)

3631. Verslag over den staat der gestichten voor krankzinnigen in de jaren 1860-1863, aan den Minister van Binnenlandsche Zaken ingediend door de inspecteurs dier gestichten, \'s G-ravenhage, 1865. (2643)

3632. Euler. (C.) De gymnastiek als voorbehoed- en geneesmiddel van zielsziekten. Overgedrukt uit de Schat der gezondheid. (2344)

3633. Reglementaire bepalingen, welke de kweekelingen bij \'s Rijks kweekschool voor militaire geneeskundigen ver-pligt zijn na te leven. Utrecht, 1856. (312)

3634. Hasselt. (A. W. M. van) Handleiding tot de leer van het militair geneeskundig onderzoek (het visiteren) der man-

scliuppon bij Imnne intrede in, en hunne verwijdering uit de dienst, in verband met de ziekten en gebreken, die voorgewend, nagebootst, willekeurig voortgebragt of voorbedachtelijk verborgen kunnen worden, ten gebruike aan \'s Rijks kweekschool voor militaire geneeskundigen. Utrecht. 185f). (1963)

3635. Vigné. Mëtnoire sur le danger des inhumations prëcipitëos et sur les signes do la mort. l?ouen, 1837. (312)

3636. AU Cohen. (L.) Do zekere teekenen van den dood en het middel om het levend begraven en de vrees daarvoor, geheel voor te komen. Gorinchem, 1850. (312)

3638. Curtis. [J. II.] Aanwijzingen tot het behoud des gezigts, en wegens de keus, het gebruik en misbruik van brillen, oogglazen, enz. Amsterdam, 1836. (1580)

3639. Beer. [G. J.) Beproefde middelen en ernstige raadgevingen voor allen, dio hunne oogen tot in eenen hoogen ouderdom bewaren of het verzwakte gezigt weer versterken willen. ïsaar het lïoogduitsch. 3^lle druk. Amsterdam, 1836. (1691)

3610. Bosman Tresling. (J.) Beantwoording der vraag: Is de oprigting eener geneeskundige school te Amsterdam noodzakelijk of nuttig? Gron., 181;2. (312)

3641. Numan. (/1.) Over de inenting van het mondzeer en de klaauwziekte aan runderen en schapen. Utrecht, 1842. (312)

3642. Numan. (A) Geschiedenis der veeartsenijkunde en beschrijving van \'sEijks veeartsenijschool. Met platen. Utrecht. (312)

3643. Derde en vierde verslag van de uitkomsten der in de provincie Friesland verrigte inentingen van de besmettelijke longziekte onder het rundvee. Leeuwarden, 1855 -58. (792)

3644. Engelenberg. [J. B. A.) Verzameling van wetten, besluiten en provinciale verordeningen, tot wering of beteugeling der veepest in Nederland, tegen wier overtreding strai is bedreigd^ in verband gebragt met andere daartoe betrekkelijke wetsbepalingen, ministeriële beschikkingen, circulaires en verdere voorschriften, en toegelicht door

uitspraken dor regterlijke magt. Schiedam, 1866. — Vervolg der verzameling. Schiedam, 1866. — Tweede vervolg. Schiedam, 1867. (2673)

3645. Hehneijer. [F. C.) Korte geschiedenis der runderpest, benevens eene opgave van do over deze ziekte handelende voorschriften. Amersfoort, 1845. (3121

3646. Weve. (F. A. T.) Beteugeling van veeziekten, eene beschouwing van art. 5 der wet van 9 Julij 1842 [Staatsblad n⁰. 21). \'s Gravenhage, 1866. (2344)

3647. Rapport aan den Koning van do commissie, benoemd bij Zijner Majesteits besluit van den 2^den Jannarij 1867. betreffende de middelen tot bestrijding van den vee-typhus, met eene bijlage, \'s Gravenhage, 1867. (2344)

3648. Unterberger, [F.] Bijdrage tot de geschiedenis van de inenting der runderpest in Rusland. Vertaald en met een naschrift voorzien door J. A. Alars. Gouda, 1866. (2344)

3649. Bosch, (D. van den] C. Ekarna, B. S. Tjaden Modderman en T. C. Winkler. Een schat van kennis. De hoofdbegrippen der natuurkundige wetenschappen, eenvoudig verklaard en opgehelderd, in verband met hunne toepassing in het dagelijksche leven. Amst., 1867. (2817)

3650. Winkler. \\T. C.) Op en in de aarde. Met 32 groote platen en kaarten. Afl. 1-9. Rotterdam en Leiden, 1866 -67. (2762)

3G51. Uilk ens. (J. A.) De volmaaktheden van den Schepper in zijne schepselen beschouwd. Nieuwe uitgave door C. J. Matthes, H. C. van Hall, J. van der Hoeven en F. A. W. Miquel. Met platen. 5 dn. Leeuw., 1852-57. (1792)

3652. Ende. (W. F. van den] Nog iets over de hooge noodzakelijkheid van de beoefening der natuurlijke geschiedenis naar vaste beginsels. Arnhem, 1852. (588)

3654. Humbold. [A. von] Kosmos. Ontwerp eener natuurkundige wereldbeschouwing. Naar het Hoogduitsch, door E. M. Beima. 5 deelen. Leiden, 1846 - 63. (1990)

3G55. lilikkon in liet leven dor natuur, laatstelijk onder redactie van prol\'. W. F. R. Suringar, prof. J. Bosscha Jr. en d^r. R. «. Tja den Modderman, Nieuwe uitgave. 8 dn. Leeuw., 1865. (2687)

3656. Ganot. [A.) LeerUoek der proefondervindelijke en toegepaste natuurkunde; met eene aanzienlijke verzameling van opgeloste vraagstukken en een groot aantal tusschen den tekst geplaatste hout-gravuren. Naar de laatste Fransche uitgave. 2 deelen. Gouda, 1865. (2677)

3657. Hondeijker [G. A.) en C. van den Burg. Handleiding tot het bepalen van den inhoud van hot vaatwerk. Met platen. Amst., 1850. (1832)

3658. Freni. [J.) Beknopte handleiding om door de vier eerste regels der rekenkunst vaatwerk van allerlei gedaante naanwkeurig te roeijen. Met tafels en platen, \'s Bosch, 1833. (1488)

3659. Venema. [G. A.) Het afbakenen van lange rug te lijnen op het veld, in toepassing beschouwd bij het verlengen van zwemslooten. Met plaat. G-roningen, 1847. (1297)

3660. Venema. (G. A.) Proeve eener nieuwe en eenvoudige methode voor hot verdeelen van regt- en kromlijnige stukken grond. Met plaat en tabel. Gron., 1851. (1297)

3661. Swart. (J.) Verklaring van den almanak ten dienste der zeelieden. 4^de druk. Amst., 1823. (1482)

3662. Geus. (A. de) Verhandeling over de waterweeg- en waterloopkunde. Met platen. Amst., 1843. (1837)

3663. Delprat. (J. P.) Verhandeling over den wederstand van balkon en ijzeren staven. Met platen. 2^lt;le druk. Breda, 1852. (1487)

3664. Delprat. (J. F.) Over de zijdelingsche drukking der aarde tegen bekleedingsmuren en beschoeijingen. Met plaat. Delft, IJ-21. (1575)

3665. Delprat. [J. P.) Over de gedaante der gewelven en de afmetingen hunner regtstanden, afgeleid uit de eerste gronden der statica. \'sHage, 1834. (1597)

3666. Beek. (A. van) Aanmerkingen op eene pro af over het golvenstillend vermogen der olie. Utrecht, 1842. (1297)

3667. Cantzlaar. (J.) Verhandeling over een nieuwen controleur of lucht-thermometer. Middelburg, 1816. (1439)

3CG8 Voort. (G. A. van der) Recueil d\'observations sur lts froid pendant les mois de déeembre 1837, janvier et f\'e vrier 1838. Avec tableaux. Amsterdam, 1839. (1297)

3669. Willigen. {V. S. M. van der] Iets over meteorologische •waarnemii\'gen. Deventer, 1819. (1297)

3670. Munnich. (,/. T.) Over liet electro-magnetismus ais middel van beweegkracht. Met plaat. Utrecht, 1842. (1297)

3671. Elias. [P.] Beschrijving eener nieuwe machine ter aanwending van het electro-magnetismus als beweegkracht. Met afbeelding. Haarlem, 18-1;2. (588)

3672. Willigen. (F. S. M. van der) Proeven betreffende den galvanischen lichtboog. Deventer, 1854. (1972)

3673. Broek. [J. H. van den) Over den spheroidaal-toestand der vochten op verhitte, gloeijende en gesmolten metalen. Utrecht, 1851. (1295)

3674. Cruger. (F. E. J.) De natuurkunde in de volksschool. Naar het Hoogduitsch. Leiden, 1854. (1966)

3675. Lubach. (D.) De wonderen van den dag. Bijdrage tot de kennis en bestrijding van eene verderfelijke rigting des tijds. Haarlem, 1853. (1972)

3676. Fabriek van ijzermenie van A. de Cartier van Auderghem, gelogen op den steenweg van Waver, nquot;. 1, bij Brussel. (1972)

3678. Verslagen over den paalworm, uitgegeven door de natuurkundige afdeeling der Koninklijke Akademie van wetenschappen, nquot;. 2-6. (2137)

3679. Hoeven. [J. van der) Schots der natuurlijke geschiedenis van den mensch. Leiden, 1844:. (588)

3680. Temminck. {C. J.) Observations sur la classification mé-thodique des oiseaux et remarques sur l\'analyse d\'une nouvelle ornithologie éle\'mentaire, par L. P. Vioillot. Amst., 1817. (1297)

3681. Schlegel. (H.) Kritische Uebersicht der Europiiischen Vogel. Leide, 1844. (1795)

3682. Meursintje. (iV.) Verhandeling over de bonte kraai, uit het oogpunt van natuurlijke historie en ontleedkunde. Groningen, 1851. (1973)

3683. Ende. (W. P. van den] Eonige opmerkingen betreffendo de rangschikking van de klasse der visschen. Arnhem, 1850. (588)

3684. Vrolik. (TT.) Natuur- en ontleedkundige opmerkingen over den chameleon. Met platen. Amsterdam, 1827. (1293)

3685. Ende. (17. P. van den] lets over de vereeniging tot bevordering der inlandsche ichthyologie. Arnhem, 1850. (588)

3686. Hoek. (A) Aanteekeningen en opmerkingen betreffendo het levensmagnetismus. \'sHage, 1851. (1972)

3687. Pedemontanus. [J. G.) Carmen didascalicum de lebetis materie et ibrma ejusque tutela in machinis vaporis vi agentibus, cujus auctori certaminis poetici praemium e legato Jacobi Henrici Hoeufft adjndicatum est in con-sessu publico Academiae Kegiae disciplinarum Neerlan-dicae, die 9 Martii Anni 1863. Amstelodami, 1863. (2512)

3688. Rijn van Alkemade. (J. van] Handleiding der algemeene plantenkunde. Met houtsneefiguren. Utrecht, 1855. (1794)

3689. Wiegman. (A. F.) Over de ziekten en eenige misvormingen der gewassen, derzelver oorzaken en wijze van genezing of verhoeding. Uit het Hoogduitsch. Zwolle, 1842. (1802)

3690. Cordes. (J. W. II.] Het zamenstel der voornaamste Euro-pesche houtsoorten. Met 3 platen. Haarlem, 1857. (1714)

3692. Suringar. (W. F. E.) Observationes phycologicae in Floram Batavam. Cum tab. Leov., 1857. (1948)

3693. Kempers. (A. G.] Het vraagstuk betrekkelijk de voeding van den soldaat op eene rationele wijze opgelost. Verklaring in het algemeen der physiologisch-scheikundige werking van de gebruikelijkste voedingsmiddelen op het menschelijke organisnms. Utrecht, 1860. (2233)

3694. Stöckhardt. (J. A.] l\'lantenvoedsel en plantenvoeding, scheikundig toegelicht en bevattelijk voorgesteld. Voor Nederland bewerkt door dr. L. Mulder. Tweede druk. Utrecht, 1860. (2295)

3695. Verslag der werkzaamheden van de vereeniging tot bevordering der inlandsche ichthyologie. Deel 3. Arnhem, 1850. (2184)

369C. Suringar. ( W. F. Jt.) De betoekenis der plantoo-geographia en de geest van haar onderzoek. Redevoering ter aanvaarding van het buitengewoon hoogleeraarsarabt aan de hooge-school te Leiden, den ld\'¹\'¹¹ November 1857. Leeuw., 1858. (1972)

3697. Mulder. (E.) Leerboek der zuivere en toegepaste scheikunde , met een aantal tusschen den text gedrukte houtsneê-figuren. Zuivere scheikunde, 2 deelen, 3 stukken. Delft, 1866. (2732)

3698. Gunning. [J. 17.) Leerboek der scheikunde. 2de deel. Do scheikunde der metalen. Schoonhoven, 1859. (2127)

3699. Roijen. [S. J. van] Handleiding tot de alcalimetrie of bepaling der waarde van potasch en soda. Met eene plaat. Groningen, 1858. (1972)

3700. Prospectus en concept-statuten eener op te rigteu naam-looze vennootschap, onder den titel van: Nederlandsche soda- en chemicalien-fabriek te Amsterdam. (2140)

3701. Rose. (G.) Beginselen van de leer der kristalvormen, benevens een tabellarisch overzigt der delfstoffen naar derzelver kristalvormen; vertaald door N. W. de Voogt,

. met bijvoegselen en een voorberigt van W. Wenckebach. 1 deel en 1 deel platen. (214:7)

3702. Gottlieb. (J.) Volledig handboek der scheikundige technologie, naar het Hoogduitsch door J. E. F. Nievergeld. 1ste stukje, \'s Gravenhage, 1855. (1972)

3703. Loos. (TF.) De hydrostatica of watenveegkunde en hare toepassing op de inkrimping en uitzetting der geestrijke vloeistoffen. Zwolle, 1858. (2044)

3704. Rendier. (J. F. L.) Inleiding tot de beoefening der phar-macie. Haarlem, 1854. (1813)

3706. Remigius Fresenius. [C.) Handleiding tot de qualitative chemische analyse. Uit het Hoogduitsch. Delft, 1857. (1962)

370\'J. Vlaanderen. (G. L.) Over don tabak, bijzonder over zijne onbewerktuigde bestanddeelen. Utrecht, I85t. (1972)

3710. Bibra. [E. von) Beknopte handleiding tot de herkenning van zoochemische stoffen. Schoonhoven, 1846. (1293)

3711. Slrampf. (L. F.] De vorderingen der scheikunde in hare toepassing op den landbouw. Uit het Hoogduitsch. Arnhem, 1854. (1811)

3712. Stöckhardt. [J. A.) Algemeene landbouw - scheikunde. Naar het Hoogduitsch, door d^r. L. Mulder. Utrecht, 1854. (1812)

3713. Staring. [W. C. H.) Voormaals en thans. Opstellen over Neêrlands grondsgesteldheid. Haarlem, 1858. N⁰. 1-3. (2050)

3714. Binkhorst van den Binkhorst. {J. T.) Esquisse ge\'ologiquu et paleontologique des couches cre\'tacées du Limbourg, et plus spécialement de la craie tuffeau, avec carte géo-logique, coupes, plan horizontal des carrières do St. Pierre, etc. Première partie. Maastricht, 1859. (2125)

3715. Beek. (^1. van] De aarde beschouwd uit een physisch geographisch, geologisch en cosmologisch oogpunt. Utrecht, 1830. (1581)

371G. Leonhard. [K. C. V.) Leiddraad tot onderrigt in de populaire geologie of natuurlijke historie der aarde. Uit het Hoogduitsch. Met aanteekeningen van E. M. Beimu Amst., 1846. (1840)

3718. De geologie van Nederland. Handleiding voor de bezig-tigers der verzameling op het Paviljoen te Haarlem. Haarlem, 1853. (1957)

3719. Verhandelingen uitgegeven door de commissie belast met het vervaardigen eener geologische beschrijving en kaart van Nederland. HaarL, 1853-54. lquot;quot; deel. 4°. (138)

3720. Enklaar. (E, C.) Wat de landjeugd behoeft. Een boek ten dienste van den dorpsschool-onderwijzer en den landbouwer. Met een voorbericht van prof. C. A. J. A. Oudemans. Amst., 1866. (2771)

3721. Lobatto. (E.) Eechorchos sur la sommation de quelques séries trigonome\'triques. Delft, 1827. 4°. (108)

2722. Lobatto. (11.) Verklaring eener nieuwe en vereenvoudigde handelwijze voor het trekken van den cubuswortel, zoo uit volkomen, als uit onvolkomen cubiekgetallen. \'s Hage, 1812, (1297)

3723. Bangma. (O. S.) Verhandeling over de klootsche driehoeken. Amst., 1817. (588)

3724. Campen. [P. van] Grondbeginselen der bouwkundige rekenkunde. Omgewerkte en vermeerderde uitgave door M. J. S. Bevel en P. E. Rijk. Met platen. Leiden, 1826. (1602)

3725. Noppen. {A. Kz. van) Tafels, bevattende, in kubieke ellen, den inhoud van vierkant bezaagd en rondhout van verschillende afmetingen. Brussel, 1822. (1544)

3726. Noppen. (A. Kz.van) Tables d\'après le système métrique, pour cuber les bois carrés et ronds, de diverses dimensions. Bruxelles, 1822. (1545)

3727. Speijer. [J. S.) Tafel van de gewone of Briggiaansche logarithmen, met eene verklaring van het gebruik der logarithmenbij het koopmans-rekenen. \'s Hage, 1847. (1908)

3728. Hansen. [J. A.) Cursus van platte en bolvormige driehoeksmeting. Deventer, 1842. (1909)

3730. Hartog. [H. de) Over de onmogelijkheid der kwadratuur des cirkels. 1827. (588)

3731. Hoffman. [J. J. I.) De 47ste propositie van Euclides, of het leerstuk van Pythagoras met 35 zoo bekende als nieuwe bewijzen verrijkt. Uit het Hoogduitsch. Pur-merend, 1827. (1297)

3732. Schmidt. [J. E.) Grondbeginselen der beschrijvende meetkunst. Vrij gevolgd naar het Fransch van Lacroix. \'sHage, 1832. (1491)

3733. Gelder. (J. de) Bedenkingen tegen de verhandeling over de meetkundige bapalingen van den hoogleeraar J. F. L. Schroder. Met plaat. Amst., 1835. (1493)

3734. Kerkwijk. [G. A. van) Verhandeling over het waterpassen en het gebruik van den barometer tot het meten van hoogten. Met platen, \'s Hage, 1828. (1492)

3735. Delprat. [J. P.) Verhandeling over de baan der voort-geworpen ligchamen. Delft, 1826. (1490)

3736. Wilde Az. (G. de) Wetten der beweging van vrij vallende oit in vrije bewoging zijnde ligchamen. Rotterdam, 1829. (1489)

.\'3737. Kaiser (F.) en L. Cohen Stuart. De eischen der medewerking aan de ontworpen graadmeting in Midden-Europa, voor het Koningrijk der Nederlanden. Uitgegeven door de Koninklijke Akademie van Wetenschappen. Amst., 186-1. 4°. (174)

3738. Leesboek over de beginselen der sterrekunde in verband met de wis- en natuurkundige aardrijksbeschrijving in den vorm van gesprekken. l^ste stukje. Delft, 1839. (quot;2161)

3739. Kaiser. (F.) Verhandeling over de komeet van Halley. Met kaart. \'sHage, 1835. (1838)

3740. Kaiser. [F.) Eerste metingen met den mikrometer vol-bragt op het observatorium van \'s Rijks hoogeschool te Leiden. Met plaat. Leiden, 1840. (1839)

3741. Swinden. [J. H. van) Beschrijving van een kunststuk verbeeldende een volledig beweeglijk hemelsgestel, uitgedacht en vervaardigd door E. Eisinga. 2^lIlt;! druk. Franeker, 1824. (1500)

3742. Swinden. (.7. II. van) Beschrijving van het planetarium te Franeker, uitgedacht en vervaardigd door Eise Eisinga. 3de (Jj-uk. Schoonhoven, 1851. (1965)

3743. Bourjé. (J. F.) Algemeene en bijzondere omstandigheden van de aanmerkelijke zonsverduistering op 7 September 1820. Middelburg, 1819. (1439)

3744. Steijn Parvé. (D. J.) De omwenteling der aarde om hare as, voornamelijk in verband met de slingerproeven van Foucault. Groningen, 1851. (1293)

3745. Frenay. [J. D.) Iets over de rigting der beweging van de aarde en al wat daarop is. Leiden, 1848. (1293)

3746. Uitterdijk. (J.) Herleiding van den schijnbaren afstand tUsschen twee hemelligchamen tot den waren. Deventer, 1840. 4°. (109)

3747. Janse Bz. (L.) Berekening en constructie van zonnewijzers voor den middelbaren tijd. Met platen, \'s Hage, 1843. (1841)

3748. Bernstein. (A) Boven lucht en wolken, of een togtje door het wereldruim. Naar het Iloogduitsch door J. J. A. Goevernour. Groningen, 1827. (1665)

3749^ Hollertt. [J.) Exposé do rinfluence de.S deuk lois qii\' rëgissent l\'univers sur la température, Téconomie animale, le mouvement et la vitalité. Brux., 1827. (588)

3750. Grivelli. (J.) Nouvelle machine qui offre trois forces motrices en même teraps, destinée a faire changer la mécanique dans les diffërentes parties du globe aussitót qu\'olle sera perfectionnëe. Brux., 1821. (588)

3751. Fontenelk. (... de] Gesprekken over de menigte der werelden. Uit het Fransch en aanmerkelijk vermeerderd door F. van den Bossche. Brussel, 1826. (1594)

3752. üilkens. («7. A.) Een drietal voorlezingen over natuur-en zedekundige onderwerpen. Groningen, 1818. (1293)

3753. Zuylen de Nyevelt. (...) L\'attraction de\'truite par le mouvement primordial, ou théorie nouvelle du cours des corps célestes et des mouvomens. Brux., 1818. (1297)

3754. Delobel. (L.) De la cause de l\'attraction, de la répulsion et du mouvement, ou nouvelle théorie de l\'univors. Brux., 1824. (1539)

3755. Cappelle. (J. P. van] Bijdragen tot de geschiedenis der natuurkunde bij de Ouden. Met pl. Ilaarl., 1815. (1540)

3756. Natuurkundige verhandelingen van de Hollandsche Maatschappij van quot;Wetenschappen te Haarlem; l\'^te verzameling, deel VII. 2^de stuk; VIII; IX; X_t 1quot;» en 2\'^l« stük; XII; XV, l^ste stuk; XVI, Vlt;* en 2^de stuk; XVIII-XX; XXII; XXIII; XXIV, l^ste en 2^ stuk. Haarlem, 1814-44. (1432)

3757. Idem, verzameling, deel I; II; III, l^stB en 2\'^le stuk; IV; V, 1«\' stuk; VIII-X; XI, 2quot;= stuk; XII; XIII; XX; XXI, lquot;\' en 2^Je stuk. Haarlem, 1841-64. 4°. (87)

3758. Letter- en oudheidkundige verhandelingen van de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen te Haarlem. Deel I; III, l^ste en 2^de stuk. Haarlem, 1815. (1433)

3759. Wijsgeerige verhandelingen van de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen te Haarlem. Deel I; II, l^8,e stuk. Haarlem, 1821 -22. (1134)

3760. Historiscbo en letterkundige verhandelingen van de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen te Haarlem. Deel II. Haarlem, 1853. 4°. (142)

3761. Nieuwe verhandelingen der eerste klasse van het Koninklijk-Nederlandsche Instituut van wetenschappen, letterkunde en schoone kunsten te Amsterdam. Deel I en II. Amsterdam, 1827- 28. 4°. (91)

3762. quot;Verhandelingen der eerste klasse van het Koninklijk-Nederlandsche Instituut van wetenschappen, letterkunde en schoone kunsten te Amsterdam; 3^d\' reeks, deel 1-5. Amst., 1849 - 1852. 4^C. (88)

3763. Verslag van de eerste klasse van bovengenoemd Instituut over het Amsterdamsch geöctroijeerd kunstcement. Amst., 1816. 4°. (92)

3764. Verhandelingen der tweede klasse van het Koninklijk-Nederlandsche Instituut van wetenschappen, letterkunde en schoone kunsten te Amsterdam. Deel I. \'silage, 1818. 4°. (93)

3765. Nieuwe reeks van verhandelingen der tweede klasse van het Koninklijk - Nederlandsche Instituut van wetenschappen, letterkunde en schoone kunsten te Amsterdam. 2 deelen. Amst., 1850-51. (1716)

3/66. Verslag van de tweede klasse als boven, wegens de brug of het houten voetpad, ontdekt op de grenzen van Drenthe en Westwoldingerland. Amsterdam, 1819. 4³. (92)

3767. Verslag van de openbare vergadering der tweede klasse van het Koninklijk Nederlandsch Instituut van wetenschappen, letterkunde en schoone kunsten, in de jaren 1816, 1818 en 1820. 4³. (92)

3768. Gedenkschriften in de hedendaagsche talen, van de derde klasse van het Koninklijk Instituut van wetenschappen, letterkunde en schoone kunsten. Deel I. Amst., 1817. 4°. (92)

3/69. Commentationes latinae tertiae classis Instituti Regii Belgici. Vol. I. Amst., 1818. 4°. (125)

3770. Beschouwingen over den aard en den werkkring van het Koninklijk Nederlandsch Instituut van weïenschappon enz. Amst., 1849. (1717)

3771. Verslagen en mededeelingon der Koninklijke akademie van wetenschappen. (908)

deel I; deel II, Iquot;quot; en 2^de stuk. Amst., 1853-67. Afdeeling letterkunde, doel I-X; deel XI, lquot;^e stuk. Amst., 185G-67.

3772. Verhandelingen der Koninklijke akademie van wetenschappen, Deel I - X. Met platen. Amst., 1854 - 64. 4°. (84)

3774. Jaarboek der Koninklijke akademie van wetenschappen , gevestigd te Amsterdam. Amst., 1857-67. (1684)

3775. Processon-vorhaal van de gewone vergaderingen van de Koninklijke akademie van wetenschappen. 1853, pag. 1 -32; — dito buitengewone vergaderingen, 1852-54, pag. 1-64, 83 -36, 93 - 100, 161 - 168; — afdeeling natuurkunde, 1855-60, pag. 9-88; — afdeeling letterkunde, 1856-59, pag. 33-72; —vereenigde vergadering der beide afdeelingen, 1856, pag. 1 - 56. (1699)

3776. Verslagen van de commissie der Koninklijke akademie van wetenschappen tot het opsporen, het behoud en bet bekend maken van overblijfsels der vaderlandsche kunst uit vroegere tijden. Overgedrukt uit de Jaarboeken voor de jaren 1862- 64. Amst., 1862 - 64. (2328)

3777. Verhandelingen, uitgegeven door Teijler\'s tweede genootschap. stuk xviii, xx - xxii, xxiv - xxviir.

3778. Verhandelingen, rakende de natuurlijke en geopenbaarde godsdienst, uitgegeven door Teijler\'s godgeleerd genootschap. Deel XXXII-XXXVI. Haarlem, 1836-60. 4quot;. (124)

3779. Nieuwe verhandelingen van het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen. Deel II; III, l\'^te, S⁴\'\'-6^dlt;: stuk; IV, l^!te-3^de stuk; V. l^ste en 3^d0 stuk. Middelburg, 1818-29. (1439)

3780. Werken der Hollandsche maatschappij van fraaije kunsten en wetenschappen. Deel III; IV; VI; VII, 1quot;\' en

3760. Historiscbe en letterkundige verhandelingen van de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen te Haarlem. Deel II. Haarlem, 1853. 4°. (142)

3761. Nieuwe verhandelingen der eerste klasse van het Koninklijk-Nederlandsche Instituut van wetenschappen, letterkunde en schoone kunsten te Amsterdam. Deel I en II. Amsterdam, 1827 -28. 4°. (91)

3762. Verhandelingen der eerste klasse van het Koninklijk-Nederlandsche Instituut van wetenschappen, letterkunde en schoone kunsten te Amsterdam; S*\' reeks, deel 1-5. Amst., 1849- 1852. 4^C. (88)

3763. Verslag van de eerste klasse van bovengenoemd Instituut over het Amsterdamsch geöctroijeerd kunstcement. Amst., 1816. 4°. (92)

3764. Verhandelingen der tweede klasse van het Koninklijk-Nederlandsche Instituut van wetenschappen, letterkunde en schoone kunsten te Amsterdam. Deel I. \'s Hage,

3765. Nieuwe reeks van verhandelingen der tweede klasse van het Koninklijk - Nederlandsche Instituut van wetenschappen , letterkunde en schoone kunsten te Amsterdam. 2 deelen. Amst., 1850-51. (1716)

3766. Verslag van de tweede klasse als boven, wegens de brug of het houten voetpad, ontdekt op de grenzen van Drenthe en Westwoldingerland. Amsterdam, 1819. 4=. (92)

3767. Verslag van de openbare vergadering der tweede klasse van het Koninklijk Nederlandsch Instituut van wetenschappen, letterkunde en schoone kunsten, in de jaren 1816, 1818 en 1820. 4=. (92)

3768. Gedenkschriften in de hedendaagsche talen, van de derde klasse van het Koninklijk Instituut van wetenschappen, letterkunde en schoone kunsten. Deel I. Amst., 1817. 4°. (92)

3769. Commentationes latinae tertiae classis Instituti Regii Jielgici. Vol. I. Amst., 1818. 4°. (125)

3770. Beschouwingen over den aard en den werkkring van het Koninklijk Nederlandsch Instituut van wetenschappen enz. Amst., 1849. (1717)

3771. Verslagen en mededoelingen der Koninklijke .tkadetnio van wetenschappen. (908)

deel I; deel II, 1quot;quot; en 2^de stuk. Amst., 1853 -67. Aldeeling letterkunde, doel I-X; deel XI, lquot;¹¹ stuk. Amst., 185G-67.

3772. Verhandelingen der Koninklijke akademie van wetenschappen. Deel I- X. Met platen.Amst., 1854 - 64. 4°. (84)

3774. Jaarboek der Koninklijke akademie van wetenschappen, gevestigd te Amsterdam. Amst., 1857-67. (1684)

3775. Processen-verbaal van de gewone vergaderingen van de Koninklijke akademie van wetenschappen. 1853, pag. 1-32; — dito buitengewone vergaderingen, 1852-54, pag. 1-64, 83-86, 93 - 100, 161 - 168; — afdeeling natuurkunde, 1855-60, pag. 9-88; — afdeeling letterkunde, 1856-59, pag. 33-72; —vereenigde vergadering der beide afdeelingen, 1856, pag, 1 - 56. (1699)

3776. Verslagen van de commissie der Koninklijke akademie van wetenschappen tot het opsporen, het behoud en het bekend maken van overblijfsels der vaderlandsche kunst uit vroegere tijden. Overgedrukt uit do Jaarboeken voor de jaren 1862-64. Amst., 1862 - 64. (2328)

3777. Verhandelingen, uitgegeven door Teijler\'s tweede genootschap. stuk xviii, xx-xxii, xxrv-xxviii.

3778. Verhandelingen, rakende de natuurlijke en geopenbaarde godsdienst, uitgegeven door Teijler\'s godgeleerd genootschap. Deel XXXII-XXXVI. Haarlem, 1836 - GO. 4». (124)

3779. Nieuwe verhandelingen van het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen. Deel II; III, l\'^te, -6^Je stuk; IV, l\'^te-3^dc stuk; V. lquot;^e en S\'¹⁰ stuk. Middelburg, 1818-29. (1439)

3780. Werken der Hollandsche maatschappij van fraaije kunsten en wetenschappen. Deel III; IV; VI; VII, 1quot;quot; en 2^,ic stuk; VIII, 1quot;« en 2\'^lc stuk; IX en X. Leiden, 1816-37. (1435)

3781. Verhandelingen der maatschappij der Nederlandsche letterkunde te Leijden. Deel II, 1\'quot; en 2^de stuk; III, !•quot; stuk. Leijden, 1814-19. (1472)

3782. Nieuwe werken der maatschappij der Nederlandsche letterkunde te Leijden. Deel I, lquot;⁸ en 2^l!e stuk; II, lquot;^een 2^,ie stuk; III, 2\'^ie stuk; IV; V, 1quot;quot; en 2^de stuk; VI. Dordrecht, 1824-41. (1472)

3783 Mnemosyne. Mengelingen voor wetenschappen en fraaije letteren ; verzameld door H. W. Tijdeman en N. G. van Kampen. Dordr., 1815-21. Deel 1-4, 6-10. — ld., verzameld door H. W. en D. f. Tijdeman. Dordr., 1822-28. Deel 1-8. — ld., verzameld door H. W. en B. F. Tijdeman en J. T. Bodel Nijenhuis. Leiden, 1829 -30. l^ste en deel. (1430)

3784. Werken, uitgegeven door de vereeniging ter bevordering der oude Nederlandsche letterkunde. Leiden, 1844-48. (1785-91)

3786. Der Leken Spieghel, leerdicht van den j are 1330 door Jan Boendale gezegd Jan de Clerc. Uitgegeven door dr. M. de Vries. Met inleiding, woordenlijst en facsimile. (1786)

3787. Dboec van den houte, door Jacob van Maerlant. Uitgegeven door J. Tideman. Met inleiding, aanteekening en woordenlijst. (1787)

8788. Eoman van Karei den Grooten en zijne XII pairs. Uitgegeven door dr. W. J. A. Jonckbloet. Met inleiding, aanteekeningen en woordenlijst. (1788)

3789. Der Minnen Loep, door Dirc Potter. Uitgegeven door P. Leendertz Wz. Met inleiding, aanteekeningen, woordenlijst en facsimile. 2 dn. (1789)

3790. Eoman van Walewein, door Pennine en Pieter Vostaert. Uitgegeven door W. J. A. Jonckbloet. Met ophelderingen en aanteekeningen. Met platen. 2 deelen. (1790)

3791. Leven van Sint Franciscus, do\'or Jacob van Maerlant. Uitgegeven door J. Tideman. Met inleiding, aanteekeningen en woordenlijst. (1791)

3792. Halberlsina. (J. II.) Aanteekoningen op het 4^Je deel van den Spiegel Historiael van Jacob van Maerlant. Deventer, 1851. (1989)

3793. Jonclchloet. (W. J. A.) Spiegel Historiael van Jacob van Maerlant. 4\'^le deol. Nalezing. Deventer, 1849. (1989)

3791. Eevue des doux mondes. Seconde série de la nouvelle période, vol. 5, 6, n°. 1-5; vol. 7-12. Paris, 1854-56. — Seconde période, vol. 1 - G8, Paris, lb5G-67. (2145)

3795. Annuaire des deux mondes, histoire générale des divers états. Vol. 4-13, 1853-65. Paris, 1854-66. (2138)

3796. De Nederlandsche taal. Tijdschrift ter bevordering der Nederlandsche taalkunde. l^sle jaargang. Groningen, 1856. (1416)

3798. Jonckbloet. (W. J■ A.) Geschiedenis der middenneder-landsche dichtkunst. Amst., 1851-55. 3 deelen. (1819)

3799. Jonckbloet. (W. J. A.) Over middennederlandschen epischen versbouw. Amst., 1849. (1846)

3800. Vries. (M. de) Brief aan dr. W. J. A. Jonckbloet. Bijdrage tot de kritiek en verklaring van Karei de Groote en zijne XII pairs. Leiden, 1845. (588)

3802. Harderwijk. [J. van) Verslag van een handschrift bevattende Jacob van Materlant\'s Nederduitsche prozaïsche bijbelvertaling. Met aanteekeningen en bijlagen. \'sHage, 1831. (1485)

3803. Lulofs. (B. H.) Verhandeling over den tijd van den eerst regten aanvang en vroegsten bloei onzer oude Nederlandsche letterkunde. Gron., 1847. (1835)

3804. Arend. \\J. P.) Proeve eener geschiedenis der dichtkunst en fraaije letteren onder de Angel-Saxen. Amst., 1842. (1836)

3806. Hoeufft. (J. H.) Taalkundige bijdragen tot de naamsuitgangen van eenige, meest Nederlandsche plaatsen. Breda, 1816. (1847)

.■5807. lloeufft. (J. 11.) Taalkundige aanmerkingen op eonigo Oud-Friesche spreekwoorden. 2^de uitgave. Breda, 1815. (1810)

3808. Schrant. ( J. M.) Redevoering over het beoefenenswaardige der Nederduitsche tale. Gend, 1818. (1821)

3809. Donker Curtius. (J. H.) Proeve eener Japansche spraakkunst. Toegelicht, verbeterd en vermeerderd door dr. J. Hoffman. Leiden, 1857. (1911)

3810. Vries. (M. de) De Nederlandsche taalkunde in haren aard en hare strekking. Haarlem, 1853. (1296)

3811. Vries. (M. de) De Nederlandsche taalkunde beschouwd in hare vroegere geschiedenis, tegenwoordigen toestand en eischen voor de toekomst. Haarlem, 1819. (1295)

3812. Vries. (AT. de) Proeve van middelnederlandsche taalzuivering. Haarlem, 185G. (1G94)

3813. Carlebur. (W. -F.) Het spelling- en taalstelsel van Bilder-dijk, Siegenbeek, Weiland en andere spraakkunstenaren vrijmoedig beoordeeld. Amst., 1856. (1378)

3814. Jonckbloet. (W. J. A.) Etude sur le Roman de Renart. Groningen, 1863. (2686)

8815. Moltzer. (II. E.) De nieuwe richting in de taalkunde. Groningen, 1865. (2328)

3816. Roorda. [T.) Verhandeling over hot onderscheid en de behoorlijke overeenstemming tusschen spreektaal en schrijftaal, inzonderheid in onze moedertaal. Leeuw., 1858. (2057)

3817. Winkel. [L. A. te] De Nederlandsche spelling ouder beknopte regels gebragt. Leiden, 1859. (1296)

3818. Nassau. (H. J.) De Nederlandsche taal en Grimm\'s Deutsches Worterbuch, aanteekeningen en bedenkingen. Groningen, 1858. (2062)

3819. Handelingen van het 4^de Nederlandsch taal- en letterkundig congres, gehouden te Utrecht op 20-22 Sept. 1854. Utrecht, 1855. (817)

3820. Vries. [M. de) Verslagen der redactie van het Nederlandsch woordenboek, omtrent den staat harer werkzaamheden , van 1 Januarij 1852 tot 1 Julij 1860. Haarlem, 1854-60. (1296 en 2328)

Nederlandsch wo mien boek beschouwd, met een blik tevens op de aanteekeningen en vingerwijzingen van de heeren dr. B. Huijdecoper en G. Kuijper Hz. over dit onderwerp. Amst., 1863. (2328)

3822. Winkel. [L. A. te] De grondbeginselen der Nederlandsche spelling. Kegeling der spelling voor het woordenboek der Nederlandsche taal, van wege de redactie bewerkt. (2834)

3823. Vries [M. de) en L. A. te Winkel. Woordenlijst voor de spelling der Nederlandsche taal, met aanwijzing van de geslachten der naamwoorden en de vervoeging der werkwoorden. \'sHage, Leiden en Arnhem, 1866. (2644)

3824. Vries [M. de) en L. A. te Winkel. Woordenboek der Nederlandsche taal. Afl. 1-6. \'sHage, Leidon en Arnhem, 1864-67. (2561)

3825. Vries. [M. de) Middelnederlandsch woordenboek. Afl. 1. \'sHage, Leiden en Arnhem, 1864. (2629)

3826. Roorda van Eijsinga. (F. JP.) Noodzakelijk handwoordenboek der nederduitsche en laag-maleische taal. ll\'^1,, druk. \'sHage, 1857. (1644)

3827. Lennep. [J. van) Zeemans - woordenboek, behelzende eene verklaring der woorden in de scheepvaart en den handel in gebruik en eene opgaaf der algemeene wetsbepalingen daartoe betrekkelijk en der spreekwijzen daaraan ontleend. Amst., 1856. (1361)

3828. Weiland. (P.) Handwoordenboek voor de spelling der Hollandsche taal. 2^dc dr., Dordrecht, 1857. (1643)

3829. Kramers Jz. (J.) Technologische woordentolk in vier talen, waarin de technische termen van het Fransch, Engelsch en Hoogduitsch, naar alphabetische volgorde, niet alleen in het Nederlandsch, maar ook in de vreemde talen vertolkt of vertaald worden. Afl. 1-4. Gouda, 1867. (2760)

3830. Eees. (P. A. van) Engelsch-Nederduitsch technisch marinewoordenboek, bevattende de meeste woorden en termen die het eigenlijke zeemansvak, de constructie, zee-artillerie en marine-stoomwerktuigen betreffen. Rotterdam, 1861. (2393)

3831. Dictionnaire de l\'académie fran^aise. Paris, 1813. 6^nleéd. 2 vol. (130)

3832. Spiers. (4.) Dictionmiiro général franqais-anglais et anglais-fran^ais. 7^me éd. Paris, lfc55. 2 vol. (491)

3833. Kramers Jz. (J.) Nouveau dictionnaire Frai^ais-Hollandais et Hollandais-FratKjais. 2 volumes. Gouda, 1862. (2117)

3834. Moock. [S. J. M. van) Dictionnaire Fran^ais-Hollandais. 1 deel. — I-lollandscli-Fransch woordenboek. 1 deel. (732)

3837. Bomhoff Hz. (D.) Nieuw woordenboek der Nederduitsche en Engelsehe taal. 2 deelen. Nijmegen, 1851. (1343)

3838. Calisch (J. 31.) en IF. Dijckerhoff. Nieuw volledig Hoogdultscli-Nederduitsch en Nederduitsch-Hoogduitseli woordenboek, naar de beste bronnen bewerkt. 2 deelen. Amst., 1851. (2527)

3839. Engelbregt. Latijnsch woordenboek, naar de elfde uitgaaf van dat van d^r. K. E. Georges op nieuw bewerkt. Groningen, 1865. (2680)

3841. Vries. (A. de) Brief aan A. D. Schinkel, over Guichard, Notice sur le speculum humanae salvationis. Met drie bijlagen tot staving der naauwkeurigheid van het verhaal van Junius wegens de uitvinding der boekdrukkunst en tot wederlegging der meening dat Koster koster zou geweest zijn. \'sHage, 1841. (588)

3842. Puy de Montbrun. (E. H. J. du) Recherches bibliogra-phiques sur quelques impressions Neerlandaises du 15^m* et du 16^me siècle. Leide, 1836. (435)

3843. Westreenen van Tiellandt. Verslag der nasporingen omtrent de oorspronkelijke uitvinding en het vroegst gebruik dei-stereotypische drukwijze. gedaan op uitnoodiging van hot gouvernement. In het Hollandsch en Fransch. \'sHage, 1833. (796)

3841. Langenschwarz. [M.) De vergoding van Guttenberg in onze dagen. Naar het Hoogduitsch, Met ecne voorrede en aanteekeningen van G. van Enst Koning. Groningen, 1842. (1798)

3845. Smits Jz. (J.) Iets over de uitvinding der boekdrukkunst. Dordrecht, 1856. (588)

3846. Noordziek. [J. J. F.) Het geschilstuk betrekkelijk de uitvinding der boekdrukkunst, geschiedkundig uiteengezet. Haarlem, 1848. (1296)

3847. Scheltema. (J.) Bericht und Beurtheilung des Werkes von d\'. C. A. Schaab, betitelt : Die Geschichte der Erfindung der Buchdrückerkunst, durch Johann Gensflcisch, genannt Gutenberg, zu Mainz. Amst., 1833. (1486)

3848. Der Geist Johann Gensfleisch\'s genannt Gutenberg an d\'. C. A. Schaab und den Ausschuss zur Erricbtung des Denkmalos zu seiner Ehre zu Mainz. Utrecht, 1835. (588)

3849. De weldaad der boekdrukkunst voor het menschelijke geslacht, dankbaar herdacht bij de onthulling van het metalen standbeeld ter eere van L. J. Coster, te Haarlem , den 16^den Julij 1856. \'sGrav., 1857. (1977)

3850. Suringar. [W. H. /).) Historia critica scholiastarum latinorum. Pars I, II et III. Lugd. Bat., 1834-35. (1740)

3851. Capadose. (A.) Francisci Burmanni itineris anglicani acta diurna. Amstel., 1828. (1726)

3852. Mahne. (G. L.) Crito sive dialogus de literarum, inprimis latinarum. studio recte colendo. Zierikzeae, 1816. (1725)

3853. Secundus. [J. Nicolajus] Opera omnia, emendatius et cum notis adhuc ineditis P. Burmanni. II. denuo edita cura P. Bosscha. Lugd. Bat., 1821. (1741)

3854. Junius. [Had] Epistolae selectae, nunc primum editae, cura P. Scheltema. Amst.. 1839. (1943)

3855. Ruhnkeuius. (D.) Epistolae ad D. Wyttenbachium, nunc primum ex autographis editae a G. L. Mahne. Vliss., 1832. — Supplementa. Ibid., 1847. (1758)

3856. Buhnkenius (D.) et L. C. Valckenaer. Epistolae mutuae. Nunc primum ex autographis editae a G. L. Mahne. Vlissingen, 1832. (1759)

3857. Linnaeus. (C.) Epistolae ineditae. Ex litteris autographis edidit H. C. van Hall. Groningen, 1830. (1777)

3858. Incerti auctoris liber de expugnatione Memphidis et Alexandriae, vulgo adscriptus Abou Abdallae Moham-medi Omari filio. Wakidaeo, Medinensi. Edidit et annota-tionem adjecit H. A. Hamaker. Lugd. Bat., 1825. 4°. (98)

3859. Iracae Persicae descriptio, qnam, ex codicibus Mss. arabicis bibl. Lugd. Bat. edidit, versiono latina et anno-tatione critica instruxit P. J. Uylenbroek. Lugd. Bat., 1822. 4°. (99)

3860. Weijtingh. (II.) Historia graecorum et rumanorum literaria. Ed. quinta. Hornae, 1844. (1941)

3861. Virgilius Maro. (P.) Aeneidos libri I-VI. Ed. et annot. illustr. P. Hofman Peerlkamp. Leidae, 1843. (1952)

3^62. Bosscha. (P.) Selecta principum poëtarum recentiorum carmma latina. Amst., 1837. (1942)

3863. Hofman Peerlkamp. (P.) Liber de vita, doctrina et facul-tate Neerlandorum, qui carmina latina composuerunt. Ed. alt. Harl., 1838. (1945)

3864. Kool. (J. A.) Geschiedkundige beschouwing van de maatschappij tot redding van drenkelingen te Amsterdam. Amst., 1854. (1820)

3865. Arend. [P. J.] Fingal. Naar het Gaelisch van Ossian, voorafgegaan door het onderzoek naar de echtheid der gedichten van Ossian. Amst., 1845. (1828)

3866. Bosscha. [P.) Vindiciae Horatianae, adversus nuperam censuram a P. Hofman Peerlkamp editam. Daventr., 1836. (1932)

3867. Darn Seiffen. (G.) Rhythmica doctrina, sive prosodiae latinae appendix. Vet. ad Rh. Traj., 1845. (1937)

3868. Horatius Flaccus. (Q.) Epistola ad Pisones. Ed. et annot. illustravit P. Hofman Peerlkamp. Leidae, 1845. (1927)

3869. Heusden. [J. C. A. van) Studia critica in C. Lucilium poetam. Traj. ad Rh., 1842. (1922)

3870. IIeusden.[P G.van)Characterismiprincipumphilosophorum veterum,Socratis.Platonis.Aristotelis. Amst., 1839, (1923)

3871. Mnaseae Patarensis fragmenta. Collegit et commentario instruxit E. Mehler. Lugd. Bat., 1847. (1924)

3872. Apuleius. Opera omnia cum notis variorum et F. Ouden-dorpii. Tom. II-III cur. J. Bosscha. Lugd. Bat., 1823. 4°. (96)

3873. Cicero. [Marcus Tullius) Orationum selectarum liber. Notas addidit E. a Zurck. Ed. quinta. Lugd. Bat., 1820. (1728)

3874. Cicero. [Marcus Tidlius) Orationum pro Tullio, in Clodium , pro Scauro, pro Flacco ex membranis palimpsestis in

lucem rovocatas et antiqui scholiastae reliquias edidit et explanavit E. C. d\'Engelbronner. Roter., 1830. (1955)

3875. Zillesen. (P. H. A.) De M. Tullii Ciceronis oratione pro Q. Ligario. Lugd. Bat., 1826. (1760)

3876. Tydeman. (J. G.) Adnotatio in Q. Tullii Ciceronis de petitione consulatus ad M. Fratrem epistolam. Pars I. Lugd. Bat.. 1838. (1772)

3877. Eplcema. (P.) Epistola critica de oratione prima in Cati-linam frustra a Cicerone abjudicata. Amstel., 1857. (1783)

3878. Nepos. [Corn.) De vita excellentium imperatorum. Ex recensione J. H. Bremi. — Aanteekeningen, uit het Hoogduitscli overgezet door H. J. Matthes J. Cz. Zalt-Bommel, 1834. (17691

3879. Eyssonius Wickers. (E. TI.) Disquisitio critica de fontibus et auctoritate Cornelii Nepotis. Gron., 1828. (1780)

3881. Eau. (S. J. E.) Variarum lectionum liber, ad Ciceronis orationes pertinens. Lugd. Bat., 1834. — Liber alter. Ibid. 1842. 2 vol. (1743)

3883. Bibliotheca classica sive lexicon manuale quo nomina propria pleraque apud scriptores graecos et romanos maxime classicos obvia illustrantur. Dav., 1816. (1761)

3884. Dionysii Halicarnassensis epistolae criticae tres, quarum duae ad Ammaemn, un. a ad Cn. Pompejum. E codd. maxime Italicis a se primo excussis emendatiores et integriores edidit H. van Herwerden. Gron., 1861. (2391)

3885. Senis vota pro patria. Carmen elegiacum J. van Leeuwen Hollandi, cui certaminis poetici praemium e legato J. H. Hoeufftii adjudicatum est in consessu publico Academiae Regiae disciplinarum Neerlandicae, die 14 Martii 1864. Amstelodami, 1864. (2552)

3886. Groen van Prinster er. [G.) Prosopographia Platonica. Lugd. Bat., 1823. (1754)

3887. Plato. Symposium. Ad optimorum librorum fidem edidit, atque interjectis D. Wyttenbachii aniraadversionibus _Tadnotatione instruxit P. A Reynders. Gron., 1825.(17231

3888. Plato. Crito et conviviuin ex editione H. Stephani. Tr. ad Uh., 1818. (1767)

3889. Xenophontis convivium. Ed. at annot. criticas adiecit E. Mehler. L. B., 1850. (2069)

3890. Lycurgus. Redevoering tegen Isocrates. Voor gymnasiaal gebruik uitgegeven door d^r. A. H. O. P. van den Es. Groningen, 1862. (2400)

3891. Isocrates Panegyricus et Areopagiticus. Met aanteeke-ningen van Rauchenstein, Benseler en Schneider en met eigen opmerkingen uitgegeven door E. Mehler. Gron., 1861. (2392)

3892. Limburg Brouwer. (F. van) Proeve over de zedelijke schoonheid der poëzy van Eschylus. Amst., 1827. (1653)

3893. Polyhius. Historiarum excerpta Vaticana in titulo de sententiis. Recensuit J. Geel. Lugd. Bat., 1829. (1775)

3894. Xenophon Ephesius. De Anthia et Habrocome Ephesia-corum lib V. Gr. et lat. ree. et annot. illustravit P. Hofman Peerlkamp. Harl., 1818. 4°. (97)

3895. Wyttenbach. (D.) Selecta principum historicorum Hero-doti, Thucydidis, Xenophontis, Polybii, illustres loei Plutarchi vitae Demosthenis et Ciceronis delectu, prae-fatlone, annotatione discipulorum institutione accommo-davit. Ed. IV. Lugd. Bat., 1829. (1745)

3896. Euripides, Electra. Recognitis duobus libris scriptis addita-que adnotatione edidit P. Camper. Lugd. Bat., 1831. (1729)

3897. Lenting. (./.) Epistola critica in Euripidis Alcestin. Zutph., 1821. (1764)

3898. Bau. [S. J. E.) Epistola de Euripidis Phaëtonte quam ad virum clarissimum C. J. van Assen scripsit. Lugd. Bat., 1832. (1756)

3899. Isocrates. Areopagiticus. Lectionis varietatem et annota-tionem addidit J. T. Bergman. Lugd Bat., 1819. (1744)

g900. Limburg Brouwer. [P. van) Commentatio de ratione, qua Sophocles veterum de administratione et justitia divina notionibus usus est, ad voluptatem tragicam augendam. Lugd. Bat., 1820. (1755)

3901. Hamaker. (H. A.) Diatribe philologico-critica monumen-torum aliquot Punicorum, nuper in Africa repertorum, interpretationem exhibens. Lugd. Bat., 1822. 4quot;. (128)

gt;i902. Üêüvens. (C. J. C.) Periculum aTiimadversionum archaeo-logicarum ad cippos Punicos Humbertianos musei anti-quarii Lugduno-Batavi. Lugd. Bat., 1822. 4°. (127)

3903. Theonis Smyrnaei Platonici expositie eorum, quae in arithmeticis ad Platonis lectionom utilia sunt. Bullialdi interpretationem latinam, lectionis diversitatem suumque annotatiorjem addidit J. J. de Gelder. Lugd. Bat., 1827. (1781)

3904. Hesiodus. Theogonia. Librorum mss. et veterum editionum lectionibus, commentarioque instruxit U. J. van Lennep Amstelodami, 1843. (1928)

3905. Hesiodus. Scutum Hercnlis. Librorum msa. et veterum editionum lectionibus, commentarioque instruxit D. J. van Lennep. Ed. J. G-. Hulleman. Amst., 1854. (1929)

3907. Bosch. [H. de) Observationum et notarum in anthologiam graecam volumen alterum, quod et indices continet. Ultr. , 1822. 4°. (128)

3909. Bos. (L.) Antiquitatum graecarum praecipue Attlcarum descriptio brevis, cui testimoniae fontibus et quasdam observationesadiecitM.J. F.Leisnerus.Gron., 1830.(1730)

3910. Michaelis. [H. C.) Epitomo antiquitatum romanarum et graecarum ex E. F. Bojesemi de antiquitatibus libris. Harl., 1848. (1935)

3911. Gelder. [J. J. de] Korte schets der Grieksche en Romein-sche mythologie 3\'\'^e druk. \'sHage, 1850. (1816)

3912. Boot. (J. C. G.) Notice sur les manuscrits trouve\'s a Herculanum. Amst., 1841. (1295)

3913. Fuhrmarm. (W. D ) Handleiding tot de geschiedenis d^r klassische letterkunde van de Grieken en Romeinen, uit het Hoogduitsch vertaald door m^r. E. C. d\'Engel-bronner. l^ste deel, 1quot;° en 2\'^le stuk. Zalt-Bommel, 1824-1826. (2144)

8914. Dozij. [R. P. A.) Recherches sur l\'histoire et la litte\'-raturo de l\'Espagne pendant le Moyen-Age, 2^me e\'dition. 2 vol. Loyde, 1860. (2221)

3915. Buddingh. (IJ.) Verhandeling over den aard der Noord-sche godenleer. Utrecht, 1836. (1858)

3916. Buddingh. (D.) Edda-leer of handbook voor de Noordsche mythologie. Utrecht, 1837. (1858)

3917. Westendorp. (N.) Verhandelingen over onderwerpen uit het gebied der oudheidkunde en godenleer. Delft, 1826. (1423)

3918. Kampen. [N. G. van) Aan de Nederlanders bij den kampstrijd der Grieken. \'sHage, 1827. (1506)

3919. Beghellini de Schio. (31.) La nuujonnerie considérée comme le résultat des rëliglons égyptienne, juive et chrëtienne. 3 vol. Brux., 1829. (1501)

3920. Hufeland. (F.) Verhandeling over de sympathie. Naar het Hoogduitsch. Amst., 1825. (1525)

3921. Eelde. (A. J. van) Een woord over volk, staat, kerk, roomsch - catholicismus, rationalismus en reformatie. Amst., 1853. (1164)

3923. Schaaf. (J. H. van der) Proeve eener verhandeling over het wezen, den aard en de eigenschap der zoogenaamde antipathie. Amst., 1832. (1689)

3924. Manen Az. (J. van) Verhandeling over de oorzaken, waardoor ons vaderland in het begin dor XVH^de eeuw in \'t voortbrengen van voortreffelijke schrijvers, dichters, geleerden en schilders, boven andere landen zoo zeer heeft uitgemunt. Utrecht, 1818. (1326)

3926. Loosjes. (F.) Redevoering bij de plegtige viering van het 50jarig bestaan van het departement Haarlem der Maatschappij tot Nut van \'t Algemeen. Haarlem, 1839. (1689)

3927. Proeve eener inleiding in de redekunst of raetorica, handelende over de oneigenlijke of figuurlijke beteekenis der woorden of de leer der figuren. Rotterdam, 1831. (1-295)

3929. Het Huis van Oranje en de Jesuiten in Nederland. Kene beschouwing in do XlX\'^le eeuw. Haarlem, 1817. (1293)

3930. Anti - gerusiomachiii. Tragieo - eomisch - dramatisch en episch dichtstuk. Utrecht, 1839. (1295)

3931. Engelen. {A. W.) Staatshervormen. Dichterlijk vertoog. Groningen, 1845. (1295)

3932. Moens. (A.) Berijmd rapport van het verhandelde ter 60⁵\'^e vergadering der Maatschappij tot Nut van \'t Algemeen. Rotterdam, 1844. (1295)

3933. Doijer. [A.) Redevoering tot aanprijzing van het begraven der lijken buiten de steden. Zwolle, 1826. (1977)

3934. Schuil. [P. S.] De karakteristiek der welsprekendheid. Dordrecht, 1830. (588)

3935. Balce. [J.] Over de vertegenwoordiging der wetenschap. Leiden, 1846. (1293)

3936. Beeldsnijder. (Cr. J.) Het album van Joannes Narsius van Dordrecht, lijfarts en geschiedschrijver van Gustavus Adolphus, Koning van Zweden. Utrecht, 1837. (1293)

3937. Duparc. [H. J/.) Het gebruik en misbruik der geestrijke dranken, benevens de middelen tot wering van dezelve. Utrecht. 1843. (1877)

3938. Herckenrath. [J. W. F.) Het gesticht voor behoeftige cretinenkinderen, opgerigt door d\'. Guggenbühl. Amst., 1842. (1357)

3940. Aanteekeningen op den togenwoordigen tijd of losse bladen gewaaid uit het boek van Desiderius Erasmus, staande op de Groote markt te Rotterdam; gevonden door een commies-voyageur. Amst., 1856. (1672)

3941. Waterman. (J.) Lettervruchten. Zestal voorlezingen over verschillende onderwerpen. Arnhem, 1857. (1671)

3942. Verslag wegens de maatschappij tot redding van drenkelingen, opgerigt te Amsterdam in het jaar 1767; gegeven in het openbaar op den 24^ste,1 October 1817, ter gelegenheid van haar vijftigjarig bestaan. Amst., 1818. (1679)

3943. Verslag omtrent de maatschappij tot redding van drenkelingen, opgerigt in den jare 1767 te Amst.; 1854-1862 door J. A. Kool. Amst., 1862. 4°. (170)

3944. Schmid. [P ) De wegen dor natuur en der ontwikkeling van den menschelijken geest. Uit hot Hoogduitsch. Leiden, 1826. (1428)

3945. De dagbladen in Nederland, wat zijn zij en wat behoorden zij te wezen? door Philalethes. \'sHage, 1858. (1296)

3946. De dagbladen. Rijm-epistel van Neerlandus aan Probus. Utrecht, 1841. (588)

3947. Schotel. (G. D. J.) Iets over de navolging van Jezus Christus. Breda, 1845. (588)

3948. Brief aan den eerw. heer Boeke, in antwoord op zijn gesprek over onze manier van begraven en rouwbetoonen-Amst., 1846. (588)

3950. Pennink. [J. J.) Gedachten over de pligten van den Staat tot bevordering van zedelijk en stoffelijk volksgeluk. Arnhem, 1846. (1293)

3951. Siegenbeek. (M.) Redevoering over de vorderingen, welke de Nederlandsche letterkunde in de laatste vijftig jaren gemaakt heeft. (1296)

3952. Visser. (E.) Iets over het verschil in de trekkingskracht der rijtuigen en derzelver constructie. Met platen. Amst., 1831. (1297)

3954. Messchaert. [N.) Aan jongelingen van eene beschaafde opvoeding. \'sHage, 1833. (1977)

3955. Schultens. (H. A.) Drie redevoeringen. Uitgegeven door C. J. Wenckebach. Leeuw., 1845. (1977)

3956. De ll^de Junij 1850 binnen Leiden. Brief aan eenen vriend. Leiden, 1850. (1977)

3957. Reade. (C.) Beter laat dan nooit. Uit het Engelsch. 3 deelen. Sneek, 1858. (1986)

3958. Dom Seiffen. (Q.) Voortgang der beschaving, zigtbaar in de geschiedenis der volken. Breda, 1847. (1977)

3959. Schaduwtrekken der natuurlijke, wettige en gebruikelijke betrekkingen van de beide geslachten tot elkander in deze en vorige tijden. Naar het Hoogduitsch. Gron., 1822. (1977)

3960. Wouters. (W. M⁷.) De azijnbereiding, door H. Linse, vooral met betrekking tot het daarin ontwikkelde belastingstelsel beschouwd. \'sHage, 1855. (588)

3961. Linse. (H.) Nog een woord van toelichting over de rozijn-azijnbereiding. \'s Hage, 1855. (588)

3964. Huard. (.4.) Etude comparative des legislations Fran9aiao et étrangères en raatière de propriété industrielle, littéraire et artistique. Paris, 1863. (2523)

3965. Hettinga Tromp. (T. van) De koninklijke akademie van wetenschappen en de zoogenaamde letterkundige eu kunsteigendom. Eene kritiek. Leeuwarden, 1863. (2480)

3966. Proeve om de muzijk zonder kruis- of molteekens voor te dragen. benevens eenige bedenkingen over de zoogenaamde tertsen en akkoorden. Amsterdam. (1293)

3967. Dijk. [J. van] Itinëraire de la salie d\'Orange au Palais du Bois, pres de la Haye, re\'digé en 1767, traduit par Jh^r. M^r. H. J. Caan. 2 ëd. La Haye, 1856. (1295)

3968. Kate. (J. J. L. ten] Het Juni-oproor in Parijs. Nog een zang des tijds. Haarlem, 1848. (2328)

3969. De Baudiade ; vrij gevolgd naar de Hollandsche Natie van Helmers. Amst., 1846. (1977)

3970. Engelen. (A. W.] Neêrlands Marseillaise. Een nieuw lied op eene oude wijs. Gron., 1848. (19771

3971. Fremerij. [J. de] Mortgages in California. A practical essay. San Francisco, 1860. (2273)

3972. Waarheen ? Een woord aan de lezers van Max Have-laar. Leiden, 1860. (1977)

3973. Indrukken van den dag, medegedeeld door Multatuli, n⁰. 1. Arhem, 1860. (2293)

3975. Adrian Sr. [D. B.] Eerste open brief aan den Minister van Justitie aangeboden den 28sten Junij 1861. (2301)

3977. de Pommereul. Essai sur l\'histoire do l\'architecture, pre\'-cédé d\'observations sur lo beau, le gout et les beaux-arts , extrait et traduit do Milizia. Tome I. La Haye, 1819. (2143)

3978. Shakespeare. (IV.) Plays, uitgegeven en verklaard dooi\' door m^r. C. W. Opzoomer. l\'^te stuk: Othello, the moor of Venice. Amst., 1860. (2234)

3980. Hasebroek. [J. P.) De aartsbisschop van Parijs. (Herinnering aan een bezoek in de Nótre-Dame kerk op allerzielendag in 1847.) Breda, 1848. (1977)

3981. Mosengeil. (F.) Rosalia\'s brieven aan Serena, geschreven op eene reis naar Keulen, in Nov. 1816. Uit het Hoog-duitsch. Groningen, 1821. (2183)

3984. Mossel. [G. P. J.) Handleiding tot de kennis van hot schip. Mot platen. Amst , 1859. (2178)

3985. Appenzeüer. ( J. C.) Tot wederzien! of een dag aan de Linth. Groningen, 1818. (2159)

3986. Abbriag. (H. J.) Fragmenten uit mijne aanteekoningen. 1»« deel. Groningen, 1836. (2164)

3987. Bakker. (J. 4.) Proeve eener oordeel- en geschiedkundige verhandeling over de ontwikkeling van de zedelijke kennis des menschdoms. l^,te stuk. Rotterdam, 1829. (2168)

3989. Montlosier. (Graaf de) Consultative memorie betrekkelijk een godsdienstig en staatkundig systema, strekkende tot omverwerping van godsdienst, maatschappij en troon. Delft, 1826. (1531)

3990. Bakker. (G.) Hulpmiddel tot redding van menschen uit de bovenverdieping van een brandend huis. Met eene plaat. Groningen, 1823. (1297)

3991. Groen van Prinsterer. (G.) Verspreide geschriften. 2 deelen. Amst., 1859-60. (2106)

3993. Kist. [E.) Verhandelingen en redevoeringen over verschillende onderwerpen uit het vuk der fraaije letteren en der zedekunde. Dordrecht, 1816. (1546)

3994. Kcbolcl. (E.) Algemeene geschiedenis der vrijmetselarij. Uit het Fransch. Gouda, 1852. (1974)

3996. Hofdijk. (W. J.) Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde voor gymnasien en zelf-onderricht. Amst., 1857. (1377)

3997. Elink Sterk. [J. W.) Over den schrik en het medelijden in het G-rieksche treurspel. Leiden, 1838. (1610)

3998. Amorie van der Hoeven. (A. des) Verspreide geschriften. Leeuwarden, 1856. (1380)

3999. Lulofs. (B, H.) Eenige toelichtingen en bedenkingen op des geleerden dr. J. Boivrings, uit hot Engelsch in onze moederspraak vertaalde aanmerkingen over sommige onzer oudere en nieuwere Nederlandsche dichters, redenaren en andere schrijvers. Groningen, 1829. (1295)

4000. Over do behoefte van onzen tijd in het algemeen en van onzen Staat in het bijzonder, door Agnostos. \'a Hago, 1844. (1296)

4001. Lion. {Iz. J.) Boudowijn en de tijd. Nieten ook zonder loterij. Amst., 1849. (1296)

4002. Gedenkschriften der Maatschappij tot Nut van \'t Algemeen. Haarlem, 1809 - 34. Amst., 1834. (1483)

4003. Outhuis. (G.) Geschiedkundig verslag der voornaamste uitgaven van de Biblia polyglotta. Franeker, 1822. (1536)

4004. Kooptnans. (iï.) Redevoeringen en verhandelingen. 2 dln. Amst., 1820. (1516)

4005. Mengelingen van het te Brussel gevestigd Nederlandsch letterkundig genootschap Concordia. I^ste bundel. Brussel, 1820. (1508)

4006. Wiselius. (S. Iz.) De «Sadduceënquot; van m^r. I. da Costa getoetst aan redelijkheid, geschiedenis en bijbel. Amst., 1824. (1510)

4007. Rigoley de Juviyny. [J. A.) De la de\'cadence des lettres et des moeurs depuis les Grecs et les Remains jusqu\'ii nos jours. Roulers, 1824. (1513)

4008. Nier op. (A. S. van) Proeve van betoog dat do niot-toc-laling dor Israëliten in de Maatschappij tot Nut van \'t Algemeen strijdig is met haar oorsprong, dooien strekking. Amst., 1831. (1616)

40Ü9. Seume. [J. C.) Apokryphen. Uit het Hoogdüitsch ovei\'\' gebragt en met aanmerkingen op Nederland toegepast door R. Posthumus. Dockum, 1840. (1293)

4010. Kemper. [J. M.] Redevoering over de lotgevallen van onzen leeftijd, een voorbeeld opleverende, hetwelk de volken, en inzonderheid de Nederlanders, nimmer moeten Verwaarloien. Naar het Latijn door M^r. C. J. van Assen. \'sHage, 1S16. (1609)

4011. Kemper. (J. M.] Proeve over den invloed der staatkundige gebeurtenissen en der godsdienstige en wijsgeenge begrippen, sedert ruim 25 jaren op de ware verlichting in het godsdienstige en zedelijke bij de volken van Europa. 2\'^,(, druk. Amst., 1820. (1689)

4012. Scheltz. {A.) Proeve over de waarde dor oude talen en der beoefening van de klassieke lettel-knnde der Grieken en Romeinen, voornamelijk voor regtsgeleerden en staatsbeambten. Uit het Hoogdüitsch. Groningen, 1822.(1293)

4013. Hecker. (T7.) Inleidingsrede over de ontwikkeling van den geest tot, door en in de wetenschap. Groningen, 1846. (1293)

4014. Schrant. [J. M.] Over de voordragt des redenaars, of, over de uitspraak en het gebaar. Naar het Fransch. Leiden, 1845. (1977)

4015. Kiesewetter (R. G.) en F. J. Fetis. Verhandelingen over de verdiensten der Nederlandera, vooral in de XIV^de, XV^de en XVI^ds eeuw, in het vak der toonkunst. Amst., 1829. 4°. (125)

4016. Robbers. [J.] Tweetal proeven van verhandelingen over de muzijk, als beeldende kunst en de muzijkale dichtkunde, in verband met de compositie van zangmuzijk. Met rauzijkplaton. Rotterdam. (1592)

4017. Bilderdijk. (W.) Redevoering over de voortreffelijkheid der schilderkunst in derzelver voorwerp beschouwd. 2^de druk. Rotterdam, 1838. (1293)

4018. Kottmeijer. (D.) De veraanschouwelijking van het heilige door de kunst. Uit het Hoogdüitsch. Amst., 1857. (1920)

4019. Somerhausen (H.) en J. Bossaerl. Verhandelingen over de stenographie op de Nederlandsche taal toegepast. Met platen. Brussel, 1829. 4°. (101)

4020. AU Cohen. [L.) Mededeel!ngen uit het gebied van natuur, -wetenschap en kunst. 2 deelen. Met platen. Groningen, 1844. (1961)

4021. Staats Evers. (IF.) Lessen van wijsheid uit de oude Latijnsche dichters. Arnhem, 1857. (1625)

4023. Fransen van Eek. (C.) Over het aanbevelenswaardige van de beoefening der Nederlandsche letterkunde. Deventer, 1817. (1521)

4024. Macnisch. (R.) Verhandeling over de dronkenschap en derzelver gevolgen; benevens voorbehoed- en geneesmiddelen tegen dezelve. Naar het Engelsch. Groningen, 1838. (1529)

4025. Ockerse. {W- A.) Lijkrede aan het graf van Napoleon Bonaparte ten vervolge der Napoleontische redevoeringen. Amst., 1821. (1421)

4026. Lennep. [J. van] Vertellingen en tafereelen van vroeger en later tijd. Amst., 1856. (1376)

4027. Koetsveld. (C. E. van) Het idiotisme. Kene eerste proeve op een nieuw veld van geneeskundige opvoeding en christelijke philantropie. Schoonhoven, 1856. (1357)

4028. Schlimmer J. Bz. (L.) Over den aard, den oorsprong en de waarde van den volksgeest. Rotterdam, 1826. (1503)

4029. Montlosier. (Le comte de) Mémoire a consulter sur un système religieux et politique tendant è, renverser la religion, la société et le trone. Paris, 1826. (1504)

4030. Abbing. [C. A.) HugonisGrotii et Famiani Stradae latinitas. Pars prima. Hornae, 1843. (821)

4031. Meijer [J. U.) Verhandelingen in geleerde genootschappen. l^e en 2^e bundel. \'sHage, 1846. (407)

4032. Beschrijving van den papiniaanschen pot of dampketel door d^r. M. van Marum in 1800 verbeterd. (1075)

4033. Faye. (H.) Application en Hollando d\'un nouveau pro-ce\'de\' de filtration. La Haye, 1839. (1076)

4034. Lepeletier. [F.) Oeuvres de Michel Lepeletier Saint-Fargeau, député aux assemblies constituante et conven-tionnelle. Brux., 1826. (1438)

4037. Courier. (P. L.) Lettres inédites, écrites de France et d\'Italie. Brux., 1828. (1463)

4038. Scheltema. (J.) Geschied- en letterkundig mengelwerk. I, 1-3 st.; II, 1-3 St.; Ill, 1-3 st.; IV, 1quot;. st. (1473)

4039. Schröter. (J. J. E. F.) Aan mijne waarde landgenooten. [Bestrijding van Da Costa\'s bezwaren tegen den geest der eeuw.] Dordrecht, 1823. (1295)

4040. Haug. [C. F.) Redevoering over het nut en gewigt dei-geschiedenis. Delft, 1816. (1295)

4041. Opzoomer. (C. W.) Naar aanleiding van een testament. Open brief aan d^r. M. de Vries. Amst., 1863. (2496)

4042. Opzoomer. (C. W.) Cartesius. Eene redevoering te Utrecht uitgesproken. Amst., 1861. (2418)

4043. Halbertsma. (J. H.) Letterkundige naoogst. 2^de stuk. Deventer, 1845. (1845)

4044. Eisma Tz. (A) Nieuwste en geheel eenvoudige kopieer-methode, of aanwijzing, hoe men brieven, fakturen, rekeningen en, in een woord, al wat maar geschreven is, zonder eenige machine en kosten in eenige minuten, kan kopiëren. 2^d,! druk. Leeuwarden, 1842. |1295)

4045. Frijlink. (II-) Nieuwe handatlas der aarde in haren tegen-woordigen toestand. In 25 kaarten, 2\'^ie uitgaaf. Amst., 1857 en 1858. Afl. 1 -12. (75)

4046. Knijper. [J.) Atlas van Nederland en de overzeesche bezittingen. Leeuwarden, 1866. (87)

4047. Carte de la Hollande, comprenant Ie Limbourg Hollandais et le Grand-duché de Luxembourg. Publie\'e par Arthaud. Bruxelles, 1839. (20)

4048. Kaart van het Koningrijk der Nederlanden van den Luit.-gen. Kraijenhoff, in 9 bladen. Herziene uitgaaf. 1858-62. Blad 2, 4, 5 en 6. (77)

4049. Het Koningrijk der Nederlanden , verdeeld in provinciën, arrondissementen en kantons, uit de nieuwste bronnen

4050. Brugsria. [F. C.) Atlas van het Koningrijk der Nederlanden , zijne overzeesche bezittingen en het Groot-Hertogdom Luxemburg. Met statistische, aardrijks- en geschiedkundige overzigten. Groningen, 185fi. 4°. (133)

4051. ïopographische en militaire kaart van het Koningrijk der Nederlanden, vervaardigd door de officieren van den generalen staf en gegraveerd op het topographiach bureau van het Ministerie van Oorlog, op de schaal van 1 : 50,000. (49)

4052. Voorschrift ter vervaardiging van kaarten, vastgesteld bij Koninklijk besluit van den 21^,ten Junij 1856. Vervaardigd op het topographtsch bureau van het Ministerie van Oorlog. 8°. (1214)

4053. Mees Az. (G.) Historische atlas van Noord-Nederland, van de XVI¹\' eeuw tot op heden. Rott., 1851-64. (65)

4054. Waterstaatskaart van Nederland, op de schaal van 1 : 50,000. Vervaardigd op last van Zijne Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken Thorbecke, onder toezigt van den inspecteur van den waterstaat in alge-meene dienst F, W. Conrad en den luitenant-kolonel van den generaion staf J. A. Besier. \'s Gravenhage, 1865. (86)

4055. Staring. (W. C. H.) Schoolkaart voor do natuurkunde en de volksvlijt van Nederland. 1860. (85)

4056. Staring. (W. C. H.) Verklaring van de schoolkaart voor de natuurkunde en de volksvlijt van Nederland. Afl. 1. Haarlem, 1866. (2734)

4057. Knijper. (J.) Gemeente-atlas van Nederland, naar offi-cieele bronnen ontworpen; afl. 1 — 7. Leeuwarden, 1865. (2676)

4058. Nouveau indicateur de distances des principales villes du Koyaume des Pays-Bas. Kotterdam, 1826. (33)

4059. Afstandstafelen, vastgesteld door den Minister van Oorlog, krachtens art. 2 van \'s Konings besluit van 4 Maart 1862 [Staatsblad n⁰. 27), houdende invoering van een\' nieuwen afstandswijzer voor het Koningrijk der Nederlanden, \'s Gravenhage, 1862. (2380)

4060. Galen. [P. van] Zeil-, wind- en stroomkaarten en route-tabellen toegelicht. 2^de uitgave. Rotterdam, 1859. (1972)

4062. Nouvelle carte de la province de Brabant septentrional. Dresse\'e et gravee par C. van Baarsel et Fils. (3)

4063. Kaart van de provincie Noord-Braband volgens de opmeting van het kadaster. Opgedragen aan de Staten van dat gewest. Schaal van 1 : 200,000. In 12 bladen en verzamelingsblad. 1842. (72)

4064. Kaart en afstandswijzer van de provincie Noordbraband. Ontworpen en uitgegeven door H. J. van Wees. 1845. (4)

4065. Afstandswijzer der provincie Noordbraband. Uitgegeven door H. Palier en Zoon, (5)

4066. Breda en omstreken; getrokken uit de kadastrale stukken en gebragt op de schaal van 1 a 10,000 door L. C. A. de Haan, landmeter van het kadaster te Breda. In 2 bladen. (6)

40G7. Topographische kaart van do provincie Gelderland op last der E. G. A. heeren Staten van dat gewest, vervaardigd door W. Kuijk Jz., ingenieur verificateur van het kadaster, op de schaal van 1 : 250,000. 1843. In 12 bladen, wapenschild, titelblad en bladwijzer. (55)

4068. Kaart van de provincie Zuidholland, opgemaakt op last van de Provinciale Staten. 1846. In 8 bladen en titelblad. (52)

4069. Nouvelle carte do la province de Hollande (partie méridionale). Dresse\'e et gravëe par C. van Baarsel et Fils. 1818. (7)

4070. Hollande méridionale, divise\'e en arrondissercens et cantons de justice do paix. Dressëe et gravëe par C. van Baarsel et Kils. 1821. (8)

4071. Kaart van den Zwijndrechtschen waard; geteekend door J. van Sandeling, geadmitt. landmeter. 1847. (9)

4072. Kaart van het eiland Voorne en Putten, kanton Brielle, benevens het eiland Rozenburg; door P. J. Jonkers, landmeter van het kadaster. 1851. In 2 bladen. (10)

4073. Reis- en afstandswijzer van de arrondissementen Dordrecht en Gorinchem. Vervaardigd volgens den nieuw-

sten van wege het Gouvernement uitgegeven reis- en af\'standswijzer van Zuidholland door W. F. de Waard. 1847. (11)

4lt;gt;74. Kips. (J. H.) Atlas van den Hoekschen Waard, bevattende alle gemeenten gelegen in de kantons Beijerland en Strijen. \'sHage, 1835. (69)

4075. Kips. [J. H.) Id. van het eiland Goederede en Overflakkee, met bijbehoorend register, \'s Hage, 1835. (70)

4076. Kips. [J. H.) Register, behoorende bij den atlas van den Hoekschen Waard, overeenkomstig de kadastrale aanwijzende tafels. \'sHage, 1835. 8°. (1992)

4077. Kips. (J. II.] Idem van de eilanden Goederede en Overflakkee. \'sHage, 1835. 8°. (1993)

4079. Kaart van de provincie Noordholland, gemaakt op last van de heeren Staten der provincie door C. Groll, ingenieur verificateur van het kadaster, op de schaal van 1 ; 50,000. In 12 bladen. (53)

4080. Kaart van Texel met de ingedijkte polders Prins Hendrik, het Eijerland en de Eendragt, voorgronden, banken en stroomen, zoo naauwkeurig mogelijk zamenge-steld en geteekend door J. L. Kikkert , lid der Staten van Noordholland, -wethouder en notaris te Texel. Verbeterd in 1854. (54)

4081. Plan van eene steenen brug over het IJ voor de stad Amsterdam en situatiekaart behoorende bij dat plan. Monnikendam, 1842. (38)

4082. Galman. [J.) Ontwerp-teekening van het uitleggen van Amsterdam en van eene brug over het IJ. (79)

4084. Kaart van de gemeente Haarlemmermeer, door G. A. de Geus. 1855. Met een staat der verkochte per-ceelen. (62)

4085. Kaart van Zeeland, ten dienste voor school- en huisonderwijs, door A. Gouka. Middelburg, 1843. In 9 bladen. (1)

4086. Nouvelle carte de la province de Zélande. Dressée et gravëe par C. van Baarsel et Fils. 1818. (12)

4087. Kaart van de provincie Utrecht, vervaardigd op last van de Staten van dat gewest, onder toezigt van J. H. Kips. Schaal van 1: 50,000. 1850. In 4 bladen. (78)

4088. Utrecht, divisé en aiTondissemena et cantons de justice de paix. Dressé et grave par C. van Baarsel et Fils. 1821. (13)

4089. LaFrise, divise\'e en arrondissemens et cantons de justice de paix. Dressée et gravée par C. van Baarsel et Fils. 1819. (14)

4090. Algemeene kaart van de provincie Friesland, uit kadastrale en andere officiele bescheiden op eene schaal van 50,000 op 1 zamengesteld tot op 1 Januarij 1860. In 4 bladen. Uitgegeven op last der Staten van Friesland te Leeuwarden. (83)

4091. Overijssel, divisé en arrondissemens et cantons de justice de paix. Dressé et gravé par C. van Baarsel et Fils. 1822 (15)

4092. ïopographische kaart van de provincie Overijssel, op last der Staten van dat gewest vervaardigd. 1849. In 4 bladen. (56)

4093. Schoolkaart van de provincie Groningen, geteekend door E. R. Zuidema; op steen gebragt door J. Jaeger. Groningen, 1845. In 6 bladen. (2)

4094. Kaart van de provincie Groningen met een gedeelte van Drenthe en Friesland. Opgemaakt door J. H. Jappé, ingenieur verificateur in de provincie Groningen. 1835. In 4 bladen. (51)

4095 Kaart van de provincie Groningen met aanduiding van de soort en lengte der wegen, de waterwegen over de Wadden en meer andere belangrijke bijzonderheden, door J. W. Blanken. Groningen, 1857. (76)

4096 Kaart van de provincie Drenthe, opgemaakt door J. C. Brauns. Groningen, 1845. (68)

4097. Kaart van de provincie Drenthe, op last van de heeren Gedeputeerde Staten opgemaakt uit de kadastrale plans daartoe verstrekt op authorisatie van Z. Exc. den heere Minister van Financien. 1840. In 4 bladen. (50)

4098. Kaart van het hertogdom Limburg, vervaardigd met goedkeuring der Provinciale Staten, volgens de uitkomsten

van het kadaster, door J. F. Bonniver, ingenieur verificateur van het kadaster. 1849. In 4 bladen. (57)

4099. Kaart van het gedeelte Limburg aan het Koningrijk der Nederlanden toebehoorende, verdeeld in arrondissementen en regterlijke kantons. Opgemaakt en gegraveerd door F. Desterbecq. (58)

4100. Limbourg, divisé en arrondissemens et cantons de justice de paix. Dressé et gravé par C. van Baarsel et Fils. 1821. (46)

4101. Kaart der provincie Liraburg, vervaardigd en opgedragen aan Z. E. jhr. C. de Brouckere, staatsraad, gouverneur, enz., door jhr. P. Petit, lid der Gedeputeerde Staten. (16)

4102. Kaart van het kanton Horst, geëxtraheerd uit de provinciale kaart van Limburg. (17)

4103. Répertoire de cartes, publié par l\'Institut royal des ingénieurs Néerlandais. LaHaye, 1854-68, Livr. 1-9. (663)

4104. Algemeene atlas van Nederlandsch Indie. Uit officiele bronnen en met goedkeuring van het gouvernement zamengesteld door P. baron Melvill van Carnbée en W. F. Versteeg. Batavia, 1853-1862. l^,t,! deel. Java, in 24 bladen; 2^de deel. Bezittingen buiten Java, in 31 bladen. (63)

4105. Kaart van de baai van Amboina, opgenomen door den luitenant ter zee 2^de klasse H. A.Meijer, en platte grond van Amboina. 1840. Uitgegeven en vermeerderd door Jacob Swart. Amst., 1844. (59)

4106. Kaart van het noordwestelijk gedeelte van Banka, in 1824 trigonometrisch opgenomen door den luitenant ter zee l\'quot;¹ klasse J. Schroder. (60)

4107. Kaart van het gouvernement Sumatra\'s Westkust, opgenomen en zamengesteld in de jaren 1843 tot 1847 door L. W. Beijerinck en anderen, overgebragt op de schaal van 1: 500,000, bij het topographisch bureau te Batavia. Breda, 1852. In 2 bladen. (61)

4108. üllmann. (L.) Afstandswijzer voor de residentie Palem-bang. 1856. In twee bladen. (78)

4109. Kaart der geprojecteerde spoorwegen tusschen Samarang en de Vorstenlanden. (80)

4110. Kaart van een gedeelte der westkust van Celebes, van Macasser tot Parre Parre, door F. A. A. Gregory. Amst., 1845. (43)

4111. Kaart van een gedeelte der westkust van Sumatra, van Tapanoely tot Sinkel, door den luitenant ter zee l»quot; klasse P. Dibbetz, herzien op last van den kapitein ter zee H. H. T. Coops, door den luitenant ter zee lquot;^te klasse J. C. G. Vieweg, den opper-stuurman lquot;^te klasse J. M. Soetermeer en den adelborst l^5te klasse W. H. van Oven, 1844 Amst., 1845. (44)

4112. Carte du Brabant meridional, divisée en arrondissemens communaux etc., par J. B. Valluet. (21)

4113. Nouvelle carte de la province de Brabant meridional. Dresse\'e et gravée par C. van Baarsel et Fils. 1818. (22)

4117. Hainaut, divisé en arrondissemens et cantons de justice de paix. Dressé et grave\' par C. van Baarsel et Fils. 1829. (25 et 28)

4118. La Flandre orientale et occidentale, divisée en arrondissemens et cantons de justice de paix. Dressée et gravée par C. van Baarsel et Fils. 1820. (26 et 2/)

4119. Nouvelle carte de France et des pays limitrophes. Dressée et gravée par C. van Baarsel et Fils. 1822. (29)

4120. Carte des postes de l\'Allemagne et des pays circonvoi-sins. Amsterdam. (30)

4121. Somerhausen. [H ) Germanie ancienne et moderne. Tableau historique. géographique et statistique de l\'AUe-magne depuis les temps les plus réculés jusqu\'a 1828. Bruxelles. (31)

4123. Algemeene kaart der Indische zee of overzeiler van de Kaap de Goede Hoop tot de Nederlandsche Oost-Indische bezittingen. Amst-, 1828. (47)

4124. Atlas van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika in 10 kaarten, door A. J. Hillebrands. l^,te vijftal. Gron., 1849. (48)

4125. Map of Texas and the countrys adjacent. Compiled in the bureau of the corps of topographical engeneers from the best authorities, for the State department. Under the direction ofcolonelJ. J. Abert, bij W.H.Emory, lquot;lieut., 1844.(45)

4126. De Zuidkust van Nieuw-Holland, van het Edelsland tot port Maquary, zamengesteld door Jacob Swart. Amst., 1854. (67)

4127. Lloyd\'s New Map of the United States, the Canadas and New-Brunswick. New-York, 1862. (81)

4128. Plan du port de Navarin, avec la position des vaisseaux allies et de la flotte Turco-Egyptienne, oü furent détruites le 20 Octobre 1827 les forces Ottomanes. (34)

4129. Kaart van het eiland Ascension, volgens Gr. A. Bad ford en latere waarnemingen , door Jacob Swart. Amst., 1847. (39)

4130. Kaart van een gedeelte der zuidwestelijke kust van Banka, opgenomen door den heer Joukes, 1839. Amst., 1814. (40)

4131. Plan der baai van Wahaaij, opgenomen door den luitenant ter zee lquot;\'⁶ klasse W. H. Dittlof Tjassens, 1839. Amst., 1844. (41)

4132. De reede van St. Helena, volgens F. W. Austen en latere waarnemingen, door Jacob Swart. Amst., 1847. (42)

4133. Carte des postes de 1\'empire fran9ais indiquant toutes les voies de communication, par L. Sangausan. Paris, 1853. Twee bladen op linnen, in étui. (74)

4134. Uebersichtskarte der Telegraphenlinien des Deutsch-Oesterreichischen Telegraphen Vereins, und der benach-barten Lander.

4135. Schaeck-Jaquet. (C.) Plans d\'un pe\'nitencier industriel, agricole et éducatif suivant les principas et données de M\'. Ie docteur L. A. Gosse. Genève, 1864. (84)

4136. Catalogus der bibliotheek van het Ministerie van Oorlog, \'s Gravenhage, 1864. (2533)

4137. Lijst van gedrukte kaarten, voorhanden in het archief der •renie van het Ministerie van Oorlog, \'s Hago. 1857. (1195)

4138. Catalogus der bibliotheek van het Ministerie van Marine en 1quot;quot;, 2^d\' en 3^dlt;! vervolg daarop. quot;sHage, 1857 - 65. (1400)

4139. Catalogus der verzameling van modellen van het Departement van Marine. \'sHage, 1858. (1987)

4140. Lijst van boeken en geschriften uitmakende de bibliotheek van het Departement van Koloniën. \'sHage, 1858. (2024)

4141. Catalogus dor bibliotheek van den Raad van State en bijvoegsel daarop. \'sHage, 1857 - 62. (1658)

4142. Catalogus der bibliotheek van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, benevens het l\'^te, 2^ie on 4\'^Ie vervolg. \'sHage, 1855-63. (793)

4143. Catalogus der boekerij van den Hoogen Raad der Nederlanden, 1856. — Eerste vervolg, 1866. (1919)

4144. Catalogus van de bibliotheek van het voormalig hof van justitie in Holland. M.S. F⁰. (72)

4145. Summiere opgave van de registers en stukken afkomstig van de vdór Maart 1811 bestaan hebbende en hierna te noemen regterlijke ligchamen, welke zich thans bevinden op het archief der arrondissements-regtbank te Zwolle. (1607)

4146. Catalogus van de provinciale bibliotheek van Zeeland. Middelburg, 1860. — Nieuwe uitgaaf. Middelburg, 1863. (2226)

4147. Catalogus librorum bibliothecae universitatis Lugduno-Batavae annis 1814-1847 illatorum. L. B., 1848. (115)

4148. Hamaker. (H. A.) Specimen catalogi codicum mss. orien-talium Bibliothecae Academiae Lugduno-Batavae. Lugd. Batav., 1820. 4°. (100)

4149. Catalogus librorum bibliothecae universitatis quae Gro-ningae est secundum seriem literarum alphabet! digestus curante J. R. van Eerde. Groningae, 1833. F⁰. (104)

4150. Swinderen. (T. van) Index rerum naturalium, quae con-servantur in museo academico Groningano. — Naamlijst der voorwerpen van natuurlijke historie, welke bewaard worden in het akademisch museum te Groningen. Groningen, 1822. (1567)

4151. Catalogus bibliothecae publicae Daventriensis. Pars altera. Daventriae, 1864. (2550)

4152. Ledeboer. (A. M.) Notices bibliographiques des livre^ imprimës avant 1525, conserves dans la bibliothèque publique de Deventer. Deventer, 1867. (2779)

4153. Catalogus bibliothecae publicae Harlemensis. Harl., 1848. — 1°. supplement. Harl., 1852. — 2°. supplement. Harl., 1864. (114)

4154. Catalogus van de bibliotheek der stad Amsterdam. 5^ gedeelte. Amst., 1861. (2359)

4156. Bibliotheek van pamfletten, traktaten, plakkaten en andere stukken over de Nederlaudsche geschiedenis en van in Nederland gedrukte stukken over gebeurtenissen in en buiten Europa, voornamelijk in Engeland, Azie en Amerika. Beschreven, naar tijdsorde gerangschikt en met alphabetiscbe registers voorzien, door P. A. Tiele. Amst., 1856-61; deel I, 1500- 1648; deel II, 1649-1672; deel III, 1672 - 1702. (652)

4158. Catalogus der boeken van de Koninklijke academie van wetenschappen te Amsterdam, l\'^te afl. Amst., 1855. (659)

4159. Catalogus van de boekerij der Koninklijke akademie van wetenschappen, gevestigd te Amsterdam, deel I en II. Amst., 1857- 1868. (1703)

4160. Catalogus der tentoonstelling van provinciale nijverheid en kunst te Amsterdam. 1859. (2308)

4162. Lubach. (D.) Catalogue de la bibliothèque du musée ïeijler a Harlem. 1865. Harlem, 1865. (2667)

4163. Winkler. (T. C.) Musée Teijler. Catalogue syste\'matique de la collection pale\'ontologique. 1quot; livr., 3\' et 4^e livr., Harlem, 1863- 65. (2531)

4164. Nijhoff. [P.] Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof des vorstendoms Gelre en graafschaps Zutphen. Arnhem, 1856. (690)

4165. Catalogus der bibliotheek van het Indisch Genootschap te \'s Gravenhage. \'s Gravenhage, 1864. (2536)

4166. Guyut. (C. et 11. T.) Liste littéraire, ou catalogue d\'étude do co qui a éló publié jusqu\'a nos jours sur les sourds-muets. Groningue, 1842. (1865)

4167. Leemans. (C.) Beredeneerde beschrijving der Aziatische en Amerikaansche monumenten van het museum van oudheden te Leiden. Leiden, 1842. (1827)

4168. Leemans. ((7.) Description raisonnée des monumens ëgyp-tiens du muse\'e d\'antiquités des Pays-Bas a Leide. Leide, 1840. (1833)

4169. Janssen. [L. J. F.) De Grieksche, Romeinsche en Etru-rische monumenten van het museum van oudheden to Leiden. Leiden, 1848. (1607)

4170. Korte opgave der jEgyptischo monumenten van het Nederlandsche museum van oudheden te Leiden. Leiden, 1840. (1607)

4171. Catalogus der stukken en boekwerken, uitmakende de archieven en boekerijen van het bureau voor statistiek aan de provinciale griffie van Groningen en van de commissie voor de statistieke beschrijving der provincie Groningen, en eerste supplement daarop. Groningen., 1861 -63. (2303)

4172. Répertoire des ouvrages de droit, de legislation et de jurisprudence, publiés spécialement en France, depuia 1789 jusqu\'a la fin de Novembre 1853. Paris, 1854. (967)

4173. Fontaine de Hesbecq. {A. de] Répertoire des ouvrages de législation, de droit et de jurisprudence en matière civile, administrative, commerciale et criminelle, publiés spécialement depuis 1789 jusqu\'au 1quot; Janvier 1859, avec table analytique et raisonnée des matières. Paris, 1859. (2073)

4174. Catalogus van regtsgeleerde werken, voorhanden en a contant verkrijgbaar bij den boekhandelaar Frederik Muller te Amsterdam. 1855. (2258)

4175. Kops. [J.] Catalogue des instrumens, machines et outils a l\'usage de l\'agriculture, réunis au cabinet royal, formé a Amsterdam. Harlem, 1827. (1607)

4176. Presburg. (J. M) Bibliograpbie voor staats-, regts- en administrative wetenschappen, staatshuishoudkunde, statistiek en armwezen. 1quot;^,,: deel Leiden, 1852. (1406)

4177. Boekenverslag tot aanwijzing van den inhoud en de strekking van nieuw uitkomende werken; zonder recensie. Voor 1836. Breda. (1593)

4178. Catalogue de la belle bibliothèque de feu M. M. W. C. Ackersdijck, pero, et J. Ackersdijck, fils. Première partie ; statiatique, geographic, histoire, jurisprudence, sciences politiques, économie politique, commerce. Amst. et Utr., 1862. (2375)

4179. Wuttig. (G. W.) Bibliotheca juridica. Handbuch der ge-samnoten neueren juristischen und staatswissenschaft-lichen Literatur. Eine Zusammenstellung aller geit 1849 bis gegen die Mitte des Jahres 1867 auf dem Geblete der Rechts- und Staatswissenschaft in den deutschen und benachbarten Staaten erschienenen Schriften. Leipzig, 1867. (2820)

4181. Staatsalmanak voor het Koningrijk der Nederlanden, 1815-16, 1818-30, 1860, 1862-68. \'sG-ravenhage. (883)

4182. Nederlandsche residentie- en \'s Graveuhaagsche stads-almanak, 1834, 1836-37, 1839-68. \'sGravenhage. (695)

4183. Oosterzee. (11. M. C. van) Zeeland. Jaarboekje voor 1854. Middelburg. (2064)

4185. Almanak voor de Nederlandsche W. I. bezittingen en de Kust van Guinea, voor 1^56. \'sHage. (1317)

4186. Dercksen. (J. M. E.) Jaarboekje voor het notarisambt voor het jaar 1867. l^e jaargang. Leiden, 1867. (2756)

4187. Jaarboek der Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot aanmoediging van den tuinbouw, onder bescherming van Z. M. Koning Willem III. Rotterdam, 1863-64. (2486)

4188. Kagen [A. ten) en C. C. E. (ïEngelbronner. Jaarboekje van de regterlijke magt in het Koningrijk der Nederlanden. Gorinchem, 1839- 45, 1817 - 54, 1856-58. 1860, 1862 -68. (143)

4189. Oille Heringa. (S.) Nederlandach jaarboekje der posterijen. Jaargangen 11, 13-15. Middelburg, 1860, 1862-64. (2157)

4190. Naamregister der Hervormde predikanten in het Koningrijk der Nederlanden en deszelfs Oost- en West-Indische bezittingen, alsmede der hoogleeraren in de godgeleerdheid aan de hoogescholen en athenaeën, met aanwijzing hunner vroegere en tegenwoordige standplaatsen, benevens de namen der kandidaten. \'sHage, 1850, 1853, 1856, 1859 en 1861. (1363)

4191. Königlich Preussischer Staats-kalender für das Jahr 1861. Berlin. (2302)

4192. Almanach royal officiel du royaume de Belgique publié depuis 1840 par H. Tarlier. Année 1861. Bruxelles. (2275)

4193. Almanach impérial pour les annéus 1811, 1860. Paris. (880) 4191. Almanach royal (France) pour les annëes 1814 et 1815.

4195. Almanach du clergé Catholique Remain des Pays-Bas. 1824. Bruxelles. (798)

4196. Almanach de Gotha. Annuaire diplomatique et statis-tique pour les années 1855 - 64. (2142)

4199. Stokvis (H. J.) en W. H. Gosler. Wetten, besluiten en overeenkomsten betrekkelijk de electro-magnetische telegrafen in Nederland. Met toestemming van Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken uitgegeven, \'s Gra-venhage, 1860. (2208)

4200. Verslag van den Minister van Binnenlandsche Zaken aan den Koning over den toestand der telegrafen in Nederland in de jaren 1860-66. \'sHage, 1861-67. 4°. (61)

4202. Rijkstelegraaf. Beschrijving van de in Nederland gebruikelijke telegraaftoestellen, van de inrigting der kantoren en van de geleidingen, benevens de daarbij behoorende afbeeldingen. Bijeengebragt op last van den Minister van Bin-nenlandsche Zaken. 3 st. Januarij 1859 en 1863. (2009)

4203. Egeling. | W.) Middelen ter beteugeling van het misbruik van sterken drank. Haarlem, 1842. (1296)

4204. Lijnden. IW. J. E. van) De regering en de jenever, of proeve over het belang van den Staat, met betrekking tot de sterke dranken. Amst., 1839. (1293)

4205. Baird. (11.) Geschiedenis der matigheidsgezelschappen in de Vereenigde Staten van Amerika, met eenige bijzonderheden over die van Engeland, Zweden en andere landen. Utrecht, 1837. (1902)

4206. Nederlandsche vereeniging tot afschaffing van sterken drank. I5^de jaarverslag 1858. (1296)

4207. Is het stoken en verkoopen van gedistilleerde dranken een geoorloofd beroep? Amst., 1848. (1293)

4208. Erdman. [J. E.) Alphabetische naamlijst van al de gemeenten enz., in het Koningrijk der Nederlanden, met aanwijzing der arrondissementen en kantons, waartoe ieder derzelven behoort. \'sHage, 1855. (715)

4209. Eosa. [J. de) Naamlijst en adresboek van de residentie \'s Gravenhage en Scheveningen, in 3 afdeelingen, beredeneerd bewerkt ten dienste van alle standen, \'s Gravenhage, 1863. (2449)

4210. Sarphati. (S.) Het vlamvatten der kleederen en de middelen genomen om dit te voorkomen. Overgedrukt uit de Volksvlijt. Amst., 18G0. (1977)

4211. Huishoudelijk reglement voor het departement van Marine. \'sHage, 1858. (16361

4212. G...n. [A. van) Iets over de kleine gebreken in ons staatsbestuur. 2quot; stuk. Gron., 1837. (1554)

4213. Eekma. (B.) P. A. de Rochefort. De ontvanger zoo als hij is en niet moet zijn. 1842. (1297)

4214. Schorel de Wilryck. (C. cCEgmont) Mémoire a S. M Guil-laume I, Roi des Pays-Bas, concernant le corps municipal a e\'tablir a Anvers et Térection d\'un nouvel évêche dans cette ville. 1815. 4°. (134)

4215. Wahlen. (-4.) Nouveau dictionnaire do Ia couversation, ou répertoire universel de toutes les connaissances nécessaires, utiles ou agréables dans la vie sociale, et relatives aux sciences, aux lettres, aux arts, a 1\'hist oir e, a la géographie etc., avec la biographie des principaux personnages, morts et vivants, de tous les pays, sur le plan du Conversation\'s lexicon. Tom. 1, 2, 13 - 23, n⁰. 1. Contenant les lettres aa-bar, ha-nep, occ-ret. Bruxelles, 1842 -44. (2156)

4216. Rijnhart. (11. P.) Algemeen woordenboek van het praktische leven, in de stad en op het land, behelzende de kundigheden van algemeen nut en dagelijksche toepassing, met alle noodige inlichtingen in zake van godsdienst, onderwijs, wetgeving, administratie, finantiën, nijverheid, handel, huishoudkunde, ligchaamsoefeningen en gezelschapsspelen; afl. 1-18. Gouda, 1865-1866.(2675)

4217. Schipbreuk der Pruissische brik Conrad, gezagvoerder Annchen, op 20 December 1862, nabij Vlissingen. (Getrokken uit het dagblad » de Grondwetquot; van Antwerpen, van 2 en 7 Julij 1863. (2328)

4218. Mulder {F. P. J.) en C, de Gavere. Ware studenten. Opmerkingen en gedachten over zaken van algemeen belang. N°. 3 en 4. Amst., 1862. (2328)

4219. De Minister van Binnenlandsche Zaken en de academie van beeldende kunsten en technische wetenschappen te Rotterdam. Mededeeling door bestuurders dier instelling aan hare leden, aan de kunstenaars en verdere belangstellenden in den bloei der kunst. (2328)

4220. quot;Verslag omtrent de tentoonstelling van visscherij-gereed-schap, gehouden te Amsterdam in September en October 1861. \'s Gravenhage, 1862. (2382)

4221. Kolkert. (H.) Handboek voor \'t Italiaansch- of dubbel boekhouden. Deventer, 1863. (2443)

4223. Meeter Pz. (A.) Wat nu te doen ? Een woord van ernst en liefde, tot waarschuwing voor struikeling en rampspoed. Leiden, 1865, (2328)

Aa. (A. J. van der) Aardrijkskundig woordenboek, 3275. — Beschrijving van den Krimpener- en Lopikerwaard, 3287. — Nederlands Oost-Indie, 3384.

Abbing. (C. A.) Leven van Cicero, 3262. — Geschiedenis der stad Hoorn, 3295. — H. Grotii et F. Stradae latinitas, 4030.

Abhink. [J. J.) Het zeeregt en de zee-assurantie-wetten, 395. — Instructie voor zee-kapiteins, 3538.

Abegg. {J. F. II.) Ueber den organischen Zusamraenhang einer Einrichtung des Strafverfahrens, 775. — Ueber den Zeit-punkt der Vereidigung der Zeugen, 865.

Ablaing van Giessenburg. (R. C. d\') Over de grondbeginselen van een toltarief, 3476.

Adrian. (D. B.) Verdediging, 685. — 1812 in betrekking beschouwd, 3077. — Eerste open brief, 3975.

Afstandswijzer voor de militaire transporten, 2294. — van het Koningrijk der Nederlanden, 4058, 4059. — van Noordbrabant, 4065 — van de arrondissementen Dordrecht en Gorinchem, 4073.

Akademie van wetenschappen. Verslagen, 3771, 3776. — Verhandelingen, 3772, 3773. — Jaarboek, 3774. — Pro-cessen-verbaal, 3775.

Albania. (B.) Nederland en de ministers, 1589. — Het heil \\an den Staat, 2029.

AH Cohen. (L.) Handboek der gezondheidsregeling. 3617. — De zekere teekenen des doods, 3636. — Mededeelingen, 4020.

Almanach royal, 4192. — impérial, 4193. — du clergé catho-lique des Pays-Bas, 4195. — de Gotha, 4196.

Almanak, (Koninklijke) 4180. — (Residentie) 4182. — Staatsalmanak Nederland, 4181. — Pruissen, 4191. — Belgie, 4192. — voorde W. I. bezittingenen kust van Guinea, 4185.

Alstorphius Grevelink. (P. W.) Rapport aan den Minister van Justitie, 996. — De strafinrichting, 1069. — Korte beden-

kingen , 2618. — Statistiek van de provincie Drenthe, 2751. — Het belang van het aannemen van het beginsel van porto-franco, 3477.

Amorie van der Hoeven. (A. des) Eenheid in het noodige, 2832. — Verspreide geschriften, 3998.

Amorie van der Hoeven. [M. des] Proeve, 523. — Over het wezen der godsdienst , 2835.

Amsterdam. Over de aanslibbing der haven, 1833. — Verslag van den handel enz., 2733.

Antwerpen. Reglement voor het waterschoutsambt, 1338. — (Rede ter gedenking van den 25quot;^en verjaardag van de verdediging van het kasteel van) 2273.

Appeltere. {A. W. van) Het staatsregt met betrekking tot de kerk en de afgescheidenen, 2914.

Appert. (B.) Eagnes, 1121. — Voyage en Prusse, 1198, Hambourg et ses prisons, 1203.

Archief der stad Amsterdam; merkwaardige stukken, 1317. — der stad Haarlem; stukken uit den grafelijken tijd, 2993. — (Overzigt van het Nederlandsch rijks-) 4157.

Armwezen en armverzorging, 2584. — Verslagen nopens den staat van het armwezen, 2594. — Verslag van het tweede congres, 2616.

Asser. (C.) Het burgerlijk wetboek vergeleken, 227. — Vlugtige beschouwingen, 656. — Vraag of tegen het geldsnoeijen straf is bedreigd, 676.

Asser, (C. D.) W. E. J. Berg van Dussen Muilkerk, M. H. Go-defroi, J. W. Tijdeman en J. II. de Vries Jz. Wetboek van Koophandel, 415, 416.

Assum. (J. van) Wet houdende vaststelling van het tarief van regten op den in-, uit- en doorvoer, 2083.

Baart de la Faille. (R. D.) Akademisch proefschrift, 1742. Backer. (C.) Verdediging, 270. — Iets over het Gooiland, 3575. Backer Dirks. [J. J.) üe Nederlandsche zeemagt, 2326.

Baden. Gesetz über den Schutz des Commissionshandels, 490. — Instruction fiir die Gendarmerie, 1246. — Wet op de kerkgenootschappen, 2192.

Baerdt van Sminia. (II.) Naamlijst van grietmannen, 3035. Baiern. Handbibliothek des Baijerischen Staatsburgers, 1470. Bailliu. (J. A.) Grondregelen, 3520.

Bake. (li. W. J. C.) De doorgraving, 1893. — Eene bezadigde koloniale staatkunde, 3331. — Een woord over de verhooging van het plantloon, 3423.

Bakker. (J. A.) Verhandeling, 3925. —- Proeve eoner geschiedenis over de ontwikkeling van hot monschdom, 3987. Balassa. (C.) Het hoefbeslag, 2272.

Balhorn. (/1.) Das Polizei-Prasidium zu Berlin, 1270. Bal Snijders. (J.) Bedenkingen, 1559.

Banka. Kaart van het noordwestelijk gedeelte, 4106. — ld. van de zuidwestelijke kust, 4130.

Schets, 1696. — De wet op het lager onderwijs, 2393. Bast. [G. H.) Handleiding, 1325.

Baudrillart. (/ƒ.) Handboek der staathuishoudkunde, 2665. Baumhauer. (M. M. von] De landbouwkolonie to Mettray, 1078. —

Baumhauer. [E. H. von] Officiële lijst, 3515. — Voorlezingen , 3601. Bavaij. [de] La peine de mort, 592.

Bax A. Fz (C.) Handboek voor het regt van successie, 2137. Beaumont [G. de] en A. de Tocqueville. Du système pénitentiaire, 1056.

Bedenkingen betreffende het besluit der Nederlandsche Handelmaatschappij, 3495. — Antwoord, 3497.

Bevrijding der slaven. 3350. — Verpoozingen, 3949. Beetwortelsuiker-fabricatie, (De) 2101.

Begrooting en raming van huishoudelijke kosten in hot departement Brabant, 1998. — van de administratie der justitie

on het departement van Justitie, 2004. — Algemeene staats-begrootingen, 2004. — Tienjarige, 2004. — Budget du ministère de justice de la Belgique, 2007.

Belasting, (Afschaffing van) 2057. — (De herziening der) 2058. — Op de levensmiddelen bezwarend, 2091.

Belgique. Règlemens sur les prisons. 988. — Pasinomie, 1471. — Journal officiel du gouvernement, 1472. — Recueil des lois, 1473. — Recueil des circulaires, 1474. — Commission pour la publication des «mciennes lois, 1475. — Code des lois politiques, 1476. — Recueil des ëdits et ordonnances, 1477, 1478, 1481, 1483. — Liste des ëdits des Pays-Bas Autri-chiens, 1479, 1480, 1482. — Annales parlementaires, 1484.— Projet de loi sur les expropriations, 1549. — Loi communale, 1777. — Observations de la cour des comptes, 2006. — Budget du ministère de justice, 2007. — Loi sur la révision du régime hypothécaire, 2150.— Administration du temporel des cultes, 2193. — Legislation médicale, 2564. — Police médicale, 3615. — Système des warrants, 3629.

Bell. (C, van) De ondeelbaarheid der erfdienstbaarheden, 178. — Benige onnaauwkeurigheden, 259. — Het bewijs, 340. _ De Grondwet, 1735.

Bemmelen. [P. van) De doodstraf, 599. — De bedenkingen van M^r. de Bruijn Kops, 601. — De bijbel en de doodstraf, 603. — Doodstrafpolemiek. 611. — Opmerkingen, 1348.

Bergh. (L. Ph. C. van den] Oude wijze van strafvordering, 833. — Berigten over de kamer van justitie, 938. — Gedachten over armoede, 2619 — Verslag van het rijks-archief. 3092. — Register, 3093. — Gedenkstukken tot opheldering der geschiedenis, 3o34. — Proeve, 3116.

Bergh {J. van den) en J. Steijnis Gz. Het levenslot der jeugdige veroordeelden, 1101.

Bergmaijer. [J. -F.) Das peinliche Verfahren bei der Oester-reichische Armee, 2356. — Anhang, 2357. — Fortgesetzter Anhang zu dem bürgerlichen Recht der Oesterreichische Armee, 2358.

Berkhout. (A. J.) Geschiedenis van het onderwijs, 2366. Berner. (A. F.) Abschaffung der Todesstrafe, 589. — Lehrbuch, 752, 753. — Die Strafgesetzgebung in Deutschland, 760. — Grundsatze des Strafrechts, 789.

Berninger. (A. H.) Das Institut der Staatsanwaltschaft, 557. Bernstein. (A) Boven lucht en wolken, 3748. Berriat-Saint-Prix. (ili.) Cours de proce\'dure civile, 540. —

Besier. (L. W. A.) De leer van de medepligtigheid, 671. Bessel. (4.) Dia Subhastation, 564. — Das Ordreverfahren,

565. — Das Preuszische Eisenbahnrecht, 1994. Bestaanmiddelen, (( ntwevp ter bevordering van meerdere) 2609. Bethesda. Wederlegging van den heer Schimmelpenninck van der Oije en van den Minister van Binneclandsche Zaken, 3621. Beukema. [J- P.) Beschrijving van Groningen, 3309.

Beuningen. [W. van] Brieven over geestelijke goederen, 2196. Beuscher. (IF. F) Handleiding, 2254.

Bevervoorde. (A. van) Verraad, 1660. — History of Holland, 2978. — Levensschets van Rochussen, 3229.

Bevolking, (Staten dor) in Nederland in 1810, 2711. — in 1849, 2713. — in 1859, 2715. — in Friesland, 2716.

Beijeriuck. (J. A.) Proeve van een ontwerp tot droogmaking der Zuiderzee, 1861. — Verslag daarover, 18G2.

Beijma thoe Kingma. [S. W. H. A. van] Bijdrage over onder-houdpligtiglieid, 1864.

Binnenlandsche Zaken (De Minister van) en de academie van beeldende kunsten, 4219.

Binsbergen. [J. F. van] Geschiedenis der kerken en gemeenten van Schore en Vlake, 2886.

Blanken Jz. (J.) Waterloopkundige proeven, 1795. — Memorie, 1796, 1814. — Verhandeling. 1797. — Beschrijving, 1809.

Blaupot ten Gate. ($.) Subsidien, 2427. — Kort overzigt, 2597. — Opwekking, 2614. — Geschiedenis der doopsgezinden, 2885. — Veenkolonie Hoogezand, 3313.

Blaupot ten Gate. (I. J.] De regering, 2576. Over het domicilie van onderstand, 2632.

Bodel Nijenhuis. [J. T.) Table de matières contenues dans le recueil: Archives de la Maison d\'Orange-Nassau, 2991.

Boeles. (P.) Brief, 2819. — Staatsregt, hervormd kerkbestuur en separatismus, 2913.

Boeles. (W. B. lt;5.) De finantieële regtsbetrekking, 1404. — De geestelijke goederen, 2861.

Boer (PF. K.) en E. W. J. Six tot O ter leek. Handboek voor plaatselijke besturen, 1765.

Boissevain. [J. H. G.) Staatsregt, 1446, 1776. — Wel op de onteigening ten algemeenen nutte, 1543. — Wat blijft ons Nederlanders te doen? 1661.

Bonneville de Marsangy. [C. A.) Over de persoonlijke medewerking der burgers tot beteugeling der misdaden, 667.

Boogaard. (J. F.) Wetten op den waterstaat, 1788. — Wet op het gebruik dor spoorwegen, 1926.

Bosch. (L. E.] Gedenkboek, 2217. — De kompaguie vrijwillige jagers, 2279. — De Willemskazerne te UtrecTit, 3026. — Leven van Baron van der Capellen, 3197.

Bosch. [J. van den) Militaire administratie, 2264. — Neder-landsche bezittingen in Azio, Amerika en Afrika, 3439.

Bosch Kemper. [J. de) Gedachten, 30. — Wetboek van Strafvordering ontwikkeld. 824. — De tijdvragen , 1629. — Handleiding tot de kennis van het Nederlandsch staatsregt, 1647. — Een woord, 1691. — Open brief, 2397. — Repliek, 2398. — Geschiedkundig onderzoek naar de armoede, 2578. — Het nationale monument, 8049.

Bosscha. (J.) Kroon en Ministers, 1692. — Het grondwettig verbond, 1694. — Inwijdingsrede, 2265. — Pruissen en Nederland, 2661. — Schets. 2974. — Hot leven van Willem II, Koning der Nederlanden, 3195.

Boulet. [L. A. J.) Algemeene beschrijving van havensin Europa, 3271. — Idem buiten Europa, 3328.

Bouricius. (A. F.) Memorie in zake jonkvrouw R. M. L. E. Bouri-cius, 272. — De stoomwogen, 1922. — De posten, 2142.

Bouricius. (L. G.) Gevangenissen in Nederland, 1089. — Gedachten over de accijnsen, enz., 2085. — Een woord tot opwekking, 2086.

Brauw. (J. de) Beschouwingen omtrent de strafgevangenis te Woerden, 1075. — Brieven over de geneeskunst, 2541. — Tweede tweetal brieven, 2542.

Bredius, [J. P.) W. S. van Eeesema en E. Riche. Memorie van vergelijking van het wets-ontwerp van spoorwegen, 1934. — Ontwerp van een spoorwegnet, 1936.

Breugel. (C. van) Art. 23 der wet op den Raad van State, 1461. — Mémoires sur ce qui s\'est passé après la capitulation do Bois-le-Duc, 3034.

Breugel. [R. van] La contribution foncière et le cadastre . 2108. — Des hypothéques, 2148. — De belangen der nijverheid, 3599.

Breugel. [J. F. van] Overzigt der wetten en verordeningen in zake van zegel, registratie en griffie, 2111.

Briefport, (Iets over de vermindering van het) 2140. — Lijst van de vrijdommen, 2141.

Britz. (J.) Histoire de la legislation et de la jurisprudence des provinces belgiques, 2.

Bro]niez. (P. F. J.) Refutation de l\'ouvrage de C. A. Ie Nor-mant: Description de la maison de force a Gand, 1162.

Bromver. (B.) Regterlijke bevoegdheid bij dagvaarding van den hoofdschuldenaar en diens borg. 522. — De wijze van regts-pleging, 530.

Brucherus. [H. H.) Geschiedenis van do kerkhervorming in de provincie Groningen, 2883.

Brugghen. [J. J. L. van der) De eedsleer, 17. — Advies in zake cassatie, 940. — Mededeelingen. 1062. — Etudes sur le système pe\'nitentiaire, 1063.

Bruxelles, (Réglement de la prison cellulaire des femmes il) 1023. — (Plan et cartes topographiques de) 4115, 4116.

Bruijn Kops. (J. L. de) Over de doodstraf, 600. — Indirecte belasting als middel van plaatselijke inkomsten, 2073. — Beschouwingen over het armwezen, 2577. — Over armverzorging door den Staat, \'2585. — Beginselen der staathuishoudkunde, 2668, 2669. — Handelscijfers, 2747.

hucquet. (P.) Tableau de la situation morale des jeunes détenus , 2777. — Rapport sur la statistique des établissements péni-tentiaires, 2778.

Buddingh. (/J.) Jaarboekje, 2401. — Geschiedenis van opvoeding en ondei-wijs, 2421. — Algemeene statistiek voor handel en nijverheid, 2734. — Jaarberigten van algemeene statistiek voor landbouw, handel en nijverheid, 2735. —Mirakelgeloof, 2906. — Over do Noordscho godenleer, 3915. — Edda-leer, 3916.

Bulletin dos lois de la France, 1487. — Partie supplémentairo, 1488. — Tables, 1489.

Buij\'s. (J. T.) Verordeningen op schepen, 1318. — Hot wezen van den regeringsvorm, 1747. — Het regt van de Tweede Kamer, 1752. — De Nederlandsche staatsschuld, 2018. —-De hypotheekbank, 2679. — Voorlezingen, 2689.

Campagne. [IT. D.) Java, 3416. — Overzigt van den voorma-ligen handel der Nederlanders in Afrika en Azie, 3509.

Candidaat-Notarissen. Naamlijst, 1396. — Reglement voor do broederschap, 1398. — Verslag der handelingen, 1399.

Canter Visscher. (J. T.) Index op het Staatsblad van Neêrlands Indie, 1498. — Register van werken over Neêrlands Indie, 3332.

Carnot. Commentaire sur le code pénal, 716. — De l\'instruc-tion criminelle, 838.

Carré. (G. L. J.] Les lois de l\'organisation, 968. — Du gouvernement des paroisses, 2197.

Catalogus der bibliotheek van het Ministerie van Oorlog, 4136, 4137. — ld. van het Ministerie van Marine, 4138, 4139. — ld. van het Departement van Koloniën, 4140. — ld. van den Raad van State, 4141. — ld. van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, 4142. — ld. van den Hoogen Raad der Nederlanden, 4143. — ld. van het voormalig Hof van Justitie, 4144. — ld. van de provinciale bibliotheek van Zeeland, 4146. — ld. van do hoogeschool te Leiden, 4147, 4148. — ld. van die te Groningen, 4149, 4150. — ld. van de stad Deventer, 4151, 4152. — ld. van do stad Haarlem, 4153. — ld. van de stad Amsterdam, 4154. — ld. van de stad Arnhem, 4155. — ld. van de Koninklijke akademie van wetenschappen, 4158, 4159.— ld. van Teylers stichting,

4161-4163. — Id. van het Indisch Genootschap, 4165. — ld. van prof. Ackorsdijek, 417S. — ld. van het bureau voor statistiek te Groningen, 4171. — ld. van regtsgeleerde werken, 4172-4174, 4179. — ld. van instrumenten, 4175.

Chassinot [R.] et C. A. Diez. Des mesurcs a prendre pour la conservation de la santé des détenus, 1132.

Chauveau (A) et H. Faustin. Théorie du Code Pénal, 718. —• Code Pénal progessif, 720.

Chijs. (F. O. van der) Over het nut der beoefening van de munten penningkunde, 3457.

Ciriaci. (J. P.] Memorie van bezwaren, 2003. — Verordeningen op de personele belasting, 2066. — Wetsontwerp op de personele belasting, 2067. — Verordeningen op het regt van patent, 2158.

Concordaat. Verzameling van officiele stukken, 2181. — (De pragmatieke sanctie van 1438 en het) 2182. — Een woord aan mijne mede-catholyken , 2183. — (Het Oostenrijksche) beschouwd, 2185.

Conflicten, (Bepalingen omtrent de) 1463. — (Aanmerkingen op het besluit omtrent de) 1576.

Congres. (Landhuishoudkundig) Verslagen, 3549. — Rapport, 3550. — Programma, 3551.

Conrad. (F. Til) Do noodzakelijkheid eener bepaling tot inbezitstelling, 1541. — Rapport omtrent do onteigeningen ten behoeve van den Hollandschen spoorweg, 1542. — Over het al of niet voordeelige voor Delfland van eene uitwatering te Scheveningen, 1818. — Het hulpspoor, 1961.

Cool. ($.) Het cellulair stelsel, 1031. — De Vechtasche straf-inrigting, 1070.

Cornets de Groot van Kraaijenburg. [J. F.) Beoordeeling van het geschrift: Kroon en Ministers, 1693. — Koloniale debatten, 3329. — Over het beheer onzer koloniën, 3338.

Costa, (I. da) Brief aan m^r. Groen van Prinsterer, 1590. — Het oogenblik, 1725. — Antwoord op zijn protest, 1726. — Opstellen, 2805. — Herinneringen uit het leven van W. de Clercq, 3198. — Het karakter van Prins Maurits, 3199. — Kegtspleging van Oldenbarneveld, 3011.

Crane. (J, IV. de) W. lord, 3238. — Letter-en geschiedkundige verzameling, 3247.

Cremers. (W. C. I. J.) De wetgeving op het notarisambt, 1371. — De gemeentewet, 1773.

Dalloz. (D.) Repertoire de législation, etc., 42. — Recueil pe\'riodique, 109.

Deinse. (A. J. van) Het wetboek van strafregt, 627. — Strafwetten, 650. — De algemeenebeginselen van strafregt. 664, 665.

Delprat. (J. F.) Antwoord, 2290. — Over den wederstand van balken , 3663. — Over de zijdelingsche drukking, 366 1. — Over de gedaante der gewelven, 3665.—Verhandeling over de baan, 3735.

Demetz. Lettre sur le système pénitentiaire, 1128, 1138. — Ke\'sumé sur le système pénitentiaire, 1157.

Dercksen. (J. M. E.) Bloem en blad, 3983. — Jaarboekje voor het notarisambt, 4186.

Dictionnaire de jurisprudence en matière de mines, 14. — ld. de Tacadémie fran^aise, ;;881. — ld. Fran9ais, 3832-1835. — Id. Anglais, 3837. — ld. Allemand, 3838. — Td. Latin*, 3839. — ld. de la conversation, 4215.

Diephuis. (G.) Het Nederlandsch burgerlijk regt, 242, 243. — Handboek voor het burgerlijk regt, 244. — Over de wet van 11 Germinal an XI, 250. — Handleiding, 2380.

JJiest Lorgion. [E. J.) Geschiedenis van de kerkhervorming in Friesland, 2888. — Het catholicisme van H. de Groot, 323\'J.

Diets. [J. li.) Beschouwing over de doorgraving, 1839. — Nadere beschouwing, 1840.

Biez. (C. A.) Voordeelen der eenzame opsluiting, 1003. — Vorzüge der einsamen Einkerkerung, 1004. — Ueber Ver-waltung, 1032.

Diggelen. (B. P. G. van] De afdamming van het Sloe, 1852. — De Zuiderzee, 1859. — Groote werken in Nederland, 1860. — De beweging, 1982. — Een woord, 3560.

Directe belastingen, in- en uitgaande regten en accijnsen. Verzameling van wetten, besluiten, enz., 1436. — Chronologische tafel der stukken, vervat in die verzameling, 2049. — Circonscriptie der kantoren, 2050.

Doelen. (J. van) Verhaal van het gebeurde ter zake van do geoctroijeerdo kunstcement, 1858.

Domela Nieuwenhuis. [F. J.) Geschiedenis der Luthersche gemeente te Amsterdam, 2864.

Donker Curtius. (D.) Aan alle vrienden van orde, 1657. — Aan alle vrienden van Oranje, 1666. — De regtsmagt, 1911.

Doodstraf, (Nog iets over de) 597. — (De afschaffing der) 613. — (Discussion over de afschaffing der) 615.

Doofstommen-instituut te Groningen. Algemeene verslagen, 2414. — Beschrijving. 2415.

Dom Seiffen. (G.) Voornaamste gebeurtenissen der algemeene geschiedenis, 3130. — Voortgang, 3139. — Geslachttafel der koningen van Europa, 3263. — Rhijthmica, 3867. — Voortgang der beschaving, 3958.

Dozij. [B. P. A.) Redevoering, 3147. — Recherches sur l\'his-toire de l\'Espagne, 3914.

Draisi [K. W. F. L. vori) Warum Napoleon der Justiz so hohen Rang angewiesen hat? 1634.

Drenthe. Provinciaal blad, 1293, 1294. — Plaatselijke verordeningen, 1305. — Kaart, 4096, 4097.

Drukpers naar den wettelijken zin des woords bescliouwd, (üe Nederlandsche) 1558. — Zie Presse.

Ducpétiaux. (E.) La question de la peine do mort, 605. — Des conditions, 100\'.). — Róforme des prisons, 1041. — Des progrès de la réforme penitentiaire, 1057. — Sur l\'organi-sation des écoles de réforme, 1071. — Situation des ëcoles de réforme, 1072. — Mémoire a, l\'appui du projet de loi sulles prisons, 1164. — Quelques mots sur l\'instruction primaire en Belgique, 2494. — Quartier modèle pour les families d\'ouvriers, 2033. — Association pour l\'amélioration des habitations de la classe ouvrière, 2034. — Du sort des enfants trouvés, 2640. — Résumé statistique do la Belgique, 2764.

Dupac de Bellegardc. (M. G.) Histoire de l\'église mjtropolitaino d\'Utrecht, 2887.

Duparc. (TI. M.) Voorstelling van eene stoffelijkheid, 2946. — Het gebruik, 3937.

Dijckmeester. [JI. J.) Academisch proefschrift, 304. — Onderzoek. 309. — Iets over het bestaan der regtsmagt, 1910. Dijk. (J. F. van] Eenvoudig verhaal, 3045.

Eberson. (C.) Het gebeurde in Walcheren in 1813, 3041. Eek. (D. van) Over de plaatsing eener regtbank, 946. Eckstein. (T. E.] Herinnering aan Nikolaas I, 3243. Economist, (De) 76.

Eekhoff. (W.] Geschiedenis van het St, Annaleen, 2860. — Aardrijkskundige beschrijving van Friesland, 3301. — Geschiedenis van Friesland, 3302.

Eehna. (B.] De rationalist, 2828. — P. A. de Rochefort, 4213. Eelde. [A. J. van] Wederantwoord, 254. — Een woord, 3921. Eem, (Over den ouden loop der rivier de) 1874.

Effecten, enz., (Do hedendaagsche geldbelegging in) 2045. Egeling. (17.) Middelen, 4203,

Ekster, (Regtsgeding in do zaak van het weekblad del 97. Eliakim. L\'Evangile primitif, 2846. — Les Italiens , la politique

Elink Sterk. [J. TF.) Memorie, 2479. — Over deu schrik, 3997. Elink Sterk. (A) Beoordeoling van P. Vreede\'s «Proevequot;. 3597.

Klink Sterk. Jr. {A.) Stolliugen, 2681. — Een Indisch bolang, 8409. — Do belastingen in verband met het algemeen volksbelang, 3479, 3480.

Elleadorf. (K.) De betrekking van de Spaanscho kerk tot den stoel van Rome, 2884.

Emden. [E. L. van) De regtspraak van D. Leon vervolgd, 90. — De wet op het lager onderwijs, 2395.

Ende. (W. F. van den) Do belangrijkheid, 3523, — Nog eene bijdrage, 3524. — Nog iets, 3652. — Eenige opmerkingen, 3683. — Iets over de vereeniging, 3685.

Engeland, (Verslag omtrent do gestichten van verbetering iu) 1192. — (Verordeningen omtrent de gestichton van verbetering in) 1193. — (Staat van) 2774.

Engelbert G er rits. (Cf.) Biographisch handwoordenboek, 3191. — Het leven en de regering van Willem I, 3194.

Engelen [A. W.) Algemeene geschiedenis, 3127. — Staatsher-vormen, 3931. — Neêrlands marseillaise, S970.

Engelenberg. (J. li. A.) Iets over condictio indebiti, 323. — Wetten over do veepest, 3644.

Engelhard. (iV.) Staat dor Nederl. Oost-Indische bezittingen onder don Gouverneur-Generaal Daendels, 3377.

Erdman. (J. E.) Alphabetischo naamlijst van gemoeuten, 1208. Ertborn. («7. C. E. van] Over hot St. Lueasgilde te Antwerpen, 3143.

Euler. (C.) De gymnastiek en hare invoering, 2UI. — De gymnastiek als voorbohocdmiJdel, 3G32.

Eijmaal. [R. F. TF.) Wenken voor armbesturen, 2587. Eijssautier. (L. A ) llëformes, 8U.

Eijssell. (^l. P. Th.) De regtsmagt over vreemdelingen, 525. Eijssonius Wichers. [R. 11.) Disquisitio, 3879.

Faber. (G. J. A.) De regeling der makelaardij, 431. — Aan-teekeningen op de 9^,ïe titel. lquot;^f boek. van het Wetboek van Koophandel, 439. — Hypotheek, 2153.

Faddegon Pz. [P.] Noodzakelijkheid van een verkort Noordzeekanaal door het IJ, 1836.

Fallati. [J.) De Engelsche genootschappen van statistiek, 2773. Fangrnan. [H. T-F.) Dissertatio, 313.

Feith. [H. O.) Het regt der stad Groningen, 26tgt;. — Memorie van regté, 278, 330. — Het Groninger beklemregt, 329. — Handboekje voor het beklemregt, 335. — Het Oldermans-boek der stad Groningen, 1335. — Gedachten, 2510. — Verslag, 2625.

Fievez. [II. L.) Mijn antwoord, 2034. — Do open brief van den heer O. W. Hora Siccama beantwoord, 2040.

Forces sociales dans les diftérontes espèces de gouvernement, (L\'action des) 1G06.

Formulieren van notulen, dagvaardingen, vonnissen, enz., voor het Hoog-geregtshof te Brussel, 553.

Fortbois. [E. II. de] Manuel alphabétique dos bourgmestros, etc., du royaume des Pays-Bas, 1437.

France. Lois et actes du gouvernement, 1486. — Bulletin des lois, 1487, 1488. — Table générale du bulletin des leis, 1489. — Carte, 4119, 4133.

Frets. (F.] Over hot regt van den lastgever bijzonderlijk in koopmanszaken, 432. — Vergelijkende berekening, 925. — Aanmerkingen, 926. — De uitvoerlijkheid der wet op de regterlijke organisatien, 927. — Proeve, 929. — Iets naders, 937. — Bedenkingen betreffende de uitbreiding van het openbaar entrepot te Rotterdam, 3535.

Friesland. Provinciaal blad, 1287, 1288. — Plaatselijke verordeningen, 1302. — Verzameling van placcaten, 1327. — ld. van oude wetten, 1330. — Klapper op de wetten, 1780. — Schoolverordeningen, 2381. — Kaarten, 4089, 4090.

Fruin (R.) De anti-revolutionnaire bezwaren van m^r. Groen van Prinsterer, 1605. — D.i onpartijdigheid van den geschiedschrijver, 3134

Fry. (E.) An allen armen Gefangenen, 1093. —Observations on the government of female prisoners, 1187.

Fry link. (IJ.) Nieuw handboek, 3272. — Over de interpunctie, 3797. — Het ontwerp der spelling, 3821. — Atlas, 4015.

Garnier Duhourgneuf et Dufresneau. Manuel des frais do justice, 844. Gasverbruik to \'s Gravenhage, (Het) 1314.

Geisweit van der Netten. (C. A.) De bajonet-schermkunst, 2246. — Onderrigt, 2247.

Gelder. (W. de) De voogdij, 262. — De jurisprudentie nopens art. 986 B. W., 305. — Huur en verhuur van goodoren, 328. — De wet op het notarisambt, 1358. — Wetboek voor notarissen, 1364. — De jurisprudentie nopens de wetgeving op het notarisambt, 1384. — Formulierboek voor notarissen, 1392. — Handleiding, 2115. — Adviezen, 2123.

Gelderland. Provinciaal blad, 1277, 1278. — Plaatselijke verordeningen, 1297. — Verzameling van reglementen, 1310. — Klapper op de wetten, 1781. — Reglement op de rivierpolders, 1901. — Besluiten, enz., op het lager schoolwezen, 2382. — Kaart, 40(57.

Gendt (J. E. van) en J. Warnsinck. Verbeteringen in den ge-vangenisbouw in Engeland, 1188.

Geneeskunde, (Wet betrekkelijk de uitoefening van de) 2560, 2561. — Ontwerpen van wet, 2556. — Bedenkingen over de ontwerpen, 2557, 2558.

Geologische beschrijving en kaart van Nederland, (Verhandelingen van de commissie belast met het vervaardigen van eene) 3719

Geuns [J. van) en J. A\'. Ramaer. Tijdschrift voor geregtelijke geneeskunde en voor psychiatrie, 3613.

Gevangenen, (Over het koloniseren van) 1090. — (Voorlezingen voor) 1092. — Verslagen, 1209, 1210. — Punten van beschrijving, 1211. — Aan de Rotterdamsche afdeeling, 1212. — Aan de afgevaardigden van het genootschap, 1213. — (Ver slag der Zwolsche vereeniging tot zedelijke verbetering van) 1215. — Openingsrede der 19\'^le vergadering van het genootschap, 1216. — Reglement, 1230.

Gevangenissen, (Verordeningen betreffende de inrigting en hot bestuur der) 987. — in Holland, 1105.

Gevangenisstelsel. Het Nederlandsch, 1025. — Het Pensyl-vanisch, 1054. — Is een gevangenisstelsel zonder lijfstraffen doeltreffend, 1046 - 104:9.

Gkeijn. (E. F. J. van den] i\'lainte de violation continuelle de la loi fondamentale, 1597.

Gigch. [J. van] Wet regelende de uitoefening van liet regt van vereeniging en vergadering, 15GC.

Glohig [H. E. von] und J. G. H us ter. Abhandlung von dor criminal Gesetzgebung, 802.

Goudsmit. [J. E.) Toespraak, 162. — Notae Pauli, 166. — Pandecten-sijsteom, 167. -—- Redevoering, 179.

Graser. (J. B.) Het lager onderwijs in betrekking tot de Staats-inrigting, 2455.

Greeve. [L. G.) Do wet houdende bepalingen voor het geval van wanbetaling van boeten in strafzaken, 835. — Wet tot regeling dor jagt en visscherij, 1853.—Wet op de gemeentebesturen, 1772.

Gregory. [A. F. L.) Specimen juris civilis, 253. — De incul-patae tutelae moderatione, 699.

Groen van Prinsterer. [G.) Beschouwingen, 1592. — Adviezen, 1593. — Ongeloof, 1594. — Open brief, 1689. — Over het ontwerp van wet op het lager onderwijs, 2396. — Antwoord, 2398. — Dupliek, 2400. — Handboek der geschiedenis van

Kerkelijk staatsregt, 2172, 2173. — Redevoering, 2984. — Archives de la maison d\'Orange-Nassau. 2990. — Ter nagedachtenis van Stahl, 3231. — Prosopographia, 3886. — Verspreide geschriften, 3991.

Groeneijh. (0.) Geschiedkundige beschrijving der stad Woerden, 3286. — Krouijk van Zierikzee, 3299.

1699. — Grondwet van 1815, 1697, 1700, 1701. — Een woord tot allen die het wèl meenen over art. 161, 1706, 1708. — Grondwet van 1840, 1697, 1701. — Grondwet van 1848, 1733. — Proeve van herziening, 1711. — De aangekondigde grondwetsherziening, 1718. — De geestelijkheid en het nieuw ontwerp van grondwet, 1721. — Bedenkingen tegen art. 86 van het ontwerp, 1722. — Bedenkingen betreffende do herziening, 1723,—Gedachten naar aanleiding van de voorgestelde herziening, 1724.

Grondwetsherziening. Losse gedachten over de Grondwet en hare herziening, 1709. — Handelingen van de Regering en de Staten-Generaal, 1712, 1717, 1728.

Groningen. Adres van de Provinciale Staten over de aanwassen, 271. — Provinciaal blad, 1291, 1292. — Plaatselijke verordeningen, 1304. — Verzameling van reglementen enz., betrekkelijk het provinciaal en stedelijk bestuur, 1333. — Publication van het bestuur der provincie, 1334. — Klapper op de wetten, 1779. — Scheepvaartkanalen, 1878, 1879. — Bijdrage tot de kennis der provincie, 2749. — ld. tot de geschiedenis der provincie, 3103. — (Kaarten van) 4093-4095.

Groot. [H, de) De jure belli. 131. — ho droit de la guerre, 132. Inleijdingo tot de Hollandsche regtsgoleertheijt, — Epistolae, 1633. — Annotatioues, 2834,

Haagsch genootschap tot verdediging van den christelijken godsdienst. Register op de verhandelingen, 2830.

Haan Pz. [P. de) Do invoer van thee, 2099. — Het handel-stelsel van Java, 3415.

Haan IJ et tenia. (M. de) Het Fivelingoër en Oldampster land-regt, 1329. — Verzameling van oude Friesche wetten, 1330. — Ontwerp van grondwet, 1714.

Haarlemmermeer. Het ontwerp van droogmaking, 1823. — Kaart van de gemeente, 4084.

Hagen (A. ten) en C. C. E. d\'Engelbronner. Jaarboekje der regterlijke magt, 4188.

Halbertsma. [J. II.) Spiegel Historiael, aanteekeningen, 3792.— Letterkundige naoogst, 4043.

Hall. [M. C. van) Regtsgeleerde verhandelingen, 47. — De zelfstandigheid der ziel, 2949. — M^r. J. Kinker, 3203. — M^r. J. van der Linden en m^r. J. D. Meijer, 3206. — Rutger Jan Schimmelpenninck. 3211.

Hall. [11. C. van) De hiudhimhoudkuudige school, 3553. — Verhandeling, 3580. — Toegepaste kruidkunde, 3691.

Halmael, (.4. van) H. van Wijn en B. A. Plemper van Balen. Wetenswaardigheden uit do geschiedenis van Noordholland, 3104.

Hamaker. [H. A.) De expugnatione Memphidis, 3858. — Diatribe, 3901. — Specimen catalogi, 4148.

Ilamelsveld. {W. IJ. van) Verzameling van gewijsden, 84. — Manier van procederen, 496. — Bijdragen, 654. — Neder-landsche pandecten, 1425.

Hannover. Stiidtoordming, 1342. — Sammlung von Gesetzo, Verordnungen und Ausschreiben, 1495.

Ilardenherg. (II.) Klapper op de krijgsregeling der landmagt van J. Kesman, 2200. — Kesman\'s klapper omgewerkt, 2201. — Beknopte handleiding, 2236. — Overzigt over do sterkte van het leger, 2243. — Weduwen- en weezenkas, 22G1.

Hartlioorn. [S. E.) De toestand van het onderwijs, 2488. — De Evangelische zending, 3425.

Hasselman. (J. J.) Eenige beschouwingen, 3366. — Beschouwingen omtrent de exploitatie, 3435.

Hasselt. (W. J. C. van] Do Nederlandsche wetboeken met aan-toekeningen , Burgerlijk Wetboek, 230. — Koophandel, 413. — Burgerlijke Regtsvordering, 508. — Strafvordering, 820. — Beschouwing over eenige artikelen. 681. — Wet omtrent

do tucht up de koopvaardijschepen, 707. — Wot tot rogoling dor jagt, 1351. — Chronologische lijst van wetten cd besluiten , 142G. — Verzameling van wetten en besluiten, 1428. — Ontwerpen, 1830. — Wet op het lager onderwijs, 2391. — Vianden, 3320.

Haas. [J. J.) Elomenta, 112. — La peine do mort, 612. — Observations sur le Code Pénal, 713. — ld. sur lo projet de révision du Code Pënal, 739.

Haus. (E.) Du projet de loi sur les coalitions, 472. — Des coalitions industrielles, 475.

Hautefeuille. (L. B.) Des droits et des devoirs des nations, 124. — Quelques questions de droit, 389.

Haverkamp. [S. A.) Handboek der rijksveldwachters, 1237. — Do toepassing der wot op do jagt en visscherij, 1354. — Overzigt van de aanvulling, enz., van wetten, 1429.

Heel Dz. (C. J. van] De geschillen over banken van leening, 2037. — Do banken van leening in Nederland, 2690.

HeJ/ter. (A. IF.) Lo droit international, 122. — Das Europiiische Völkerrecht, 133, 134. — Lehrbuch, 758.

Heim. [H. J. van der) Gemeente-belastingen, 2055. — Over het wetsontwerp op het middelbaar onderwijs, 2497. — De hulpbank als middel tot voorkoming van armoede, 2588.

Heldring. (0. G.) Kolonisatie in betrekking tot armoede, 2589. —^:Do Anna-Paulowna-polder, 3296.

Hélie. {F.) Théorie du Code Penal, 718, 721. — Traite de l\'instruction criminelle, 839.

Hemkes Kz. fH.) Handbook voor schoolopzienors, 2377. — Wetten onz., boti\'effonde hot lager schoolTvezen iu Gelderland, 2382. — ld. in Zuidholland, 2383. — ld. in Utrecht, 2384. — Wet op het lager onderwijs, 2394.

Hengel. (W. A. van) Memoria J. van Voorst, 3225. — Keizer Hendrik de Derde, 3252.

Hervormde kerk. Reglement op de uitoefening van kerkelijke tucht, 2164, 2165. — (Algemeen reglement voor de) 2851.

Henoerden. (J. D. van) Over het kuituurstelsel, 3340. — Indie gelijk het geworden is, 3404.

Heusde. (P. G. van) Initia philosophiae, 2918. — Characterismi philosophorum, 3870.

Hiddema Jongsma. (G.) Schets van het leven c.n de geschriften van J. Hopperus, 3204.

Hoeufft. (J. H.) Taalkundige bijdragen, 3806. — Taalkundige aanmerkingen, 3807.

Hoëvell. (TF. li. van) De emancipatie der slaven in Nederlands-Indie, 3318. — Bedenkingen, 3418.

Hoeven. [J. van der) Een ernstig woord, 2539. — Natuurlijke geschiedenis van den mensch, 3679.

Hofman Peerlkamp. [P.] De vita R. I. Schimmelpennincki, 3221. — Liber de vita, 3863.

Hofstede de Groot. [P.] Wat hebben wij van de gewijzigde grondwet te wachten? 1720. — Zijn afzonderlijke scholen voor de verschillende kerkgenootschappen wenschelijk? 2424. — Behoort de Staat, enz.? 2425. — Het belang, 2449. — Is bezuiniging op het onderwijs aan te raden? 2530. — Institutiones theologiae, 2801. — Encyclopedia, 2802. — Lineamenta, 2803. — Wat moeten wij godgeleerden doen ? 2826. — De berigten omtrent do Groninger school

van m^r. 1. da Costa toogelicht, 2829. -— Over de Evangelisch-catholieke godgeleerdheid, 2831. — Het eigenaardige der Koomsch-katholijke en der Protestantsche kerk, 2837. — Geschiedenis der broederkerk te Groningen, 2889.

Hogendorp. (G. K. van) Bijdragen tot de huishouding van den Staat, 1639, 1640. — Antwoord van een vriend der waarheid, 1641. — Brieven en gedenkschriften, 3029. — De vrede, 3071. — Het vlugschrift: quot;de Vredequot; getoetst, 3072. — Iets over de dagelijks uitkomende boekjes van G. K. graaf van Hogendorp, 3073. — Opinion ëmise ensuite de la re\'union de la Hollande et de la Belgique, 3074.

Hogendorp. (D. van] Adres, 2810. -— Het koloniaal systhema in Frankrijk, 3456.

Holland, (Verslag omtrent de mogelijkheid om een kanaal aan te leggen door hot smalle gedeelte van) 1835.

Holland en quot;Westfriesland. (Staten van) Resolutien, 1408. — Index, 1409, 1410. — Dagblad van het verhandelde, 1412.— Publication, 1413. — Decreten, 1414.

Holland op zijn smalst. Memorie van toelichting op het voor-loopig verslag over het kanaal, 1838. — Beschouwing, 1842. — Verslag over eene verbinding van Amsterdam met de Noordzee, 1845. — Een woord over de doorgraving, 1851. — Hollande, (Carte de la) 4047.

Holtzendorff. (F. von) Algemeine Deutsche Strafrechtszeitung, 74. — Die Deportation als Strafmittel, 793. — Kritische üntersuchungen, 1066.

Honert T.Hz. [J. van den) Do wet op den overgang van de vroegere tot do nieuwe wetgeving, 198. — Geschiedenis der wetgeving betrekkelijk do boodelscheidingon, 310. — Handboek voor de burgerlijke regtsvordering, 513. — For-

tnulierboek, 519. — Hot tarief van justitiekosten en salii-rissen in burgerlijke zaken, 536. — Het wetboek van straf-regt, 644. — Het tarief voor het honorarium der notarissen, 13G2. — Geschiedenis der wetgeving betrekkelijk het notarisambt, 1365. — ld. betrekkelijk do gestichten voor krankzinnigen, 2562.

Honert T.Hz., [J. van den) J. C. M. van den IJ oner t en C. C. E. d\'Engelbronner. Verzameling van arresten, 86.

Hooge Gaad der Nederlanden, (De) of eenige bedenkingen, 905. — (De) in het nieuwe ontwerp, 907.

Hoogescholen en het academisch onderwijs van de letterkundige faculteit te Gent, (Bedenkingen over de) 2527.

Hoogvliet. [W-) Twee testament-quaestien, 301. — De wet omtrent de boedelscheidingen, 312. — Verzameling van wetten, 649. — Verklaring van eenige wets-artikelen, 700. - -Wetten, belangrijk voor de notariële praktijk, 1363.

Hora Siccama. [O. W.) Over het ontwerp van wet, houdende het l^5te boek van het Wetboek van Strafregt, 1214. — Het pensioneren van beambten, 1631.

Houten. [B. A. van) De Nederlandsche burgerlijke wetgeving, 224. — Het regt van beklemming, 334.

Houten. [A. J. van] Iets tot toelichting, 2170. — Brief, 2817.— Mijne gedachten, 2818.

Huart (A. J. II.) en J. Salmon. De militaire wetten vcor hot krijgsvolk te wator, 2301.

Ilugenpoth tot deu Berenolaauw. [J. B. baron van) Inleiding, lfi36. — De gemeente, 1784. — Do kloosters in Noderland, 2910.

Huguenm. (U.) Over de gloeijende kogels, 2256. — Over do ricochetschoton, 2257. — Bijdragen, 2258.

Uucjuenin. [H. U.) Onderzoek van hot leven en do geschriften van Ulpianus, 3205.

lluizinga. (J.) Wetten op do personele belasting, 20G5. — ld. op het gemaal, 2092. — ld. op het geslagt, 2093.

Hypotheken en hot kadaster, (De nieuwe wetgeving aangaande de bewaring van de) 2146, 2147.

Indie, (Reglement op het beleid der Regering in Nederlandsch) 3337. — Brochures over ontwerpen van ean reglement, 3333 - 3336.

Indio, (Verzameling van dagorders, uitgevaardigd in het loger in Nederlandsch) 3389.

Indio. Handleiding voor officieren en onderofficieren, die naar Oost-Indlo vertrekken, 3394.

Inlandsche ichthyologie, (Verslag over de voreeniging tot bevordering der) 3695.

Insinger. (H. A.) Verkorte verhandeling, 1843. — Doorgraving van Holland , 1844 , 1847.

Instituut van ingenieurs. (Koninklijk) Verhandelingen, 1785. — Uittreksels uit vreemde tijdschriften, 1786. — Répertoire de cartes, 4103.

II^dquot; klasse. Verhandelingen, 3764. — ld. nieuwe reeks, 3765. — Verslag van de openbare vergadering, 3767. — ld. wegens de houten brug in Drenthe, 3766.

ni^de klasse. Gedenkschriften, 3768. — Commentationes lati-nae, 3769. — Beschouwingen over den aard en werkkring, 3770.

Ittersum. (F. A. li. A. van) Is de Nederlandsche regter aan de officiële vertaling van den Code Penal gebonden? 651. — Nog een woord, 680.

Jansma van der Ploeg. (G. L.) Studiën van wetten en regt-spraak, 49. — De strafregtspleging en het atrafrcgt dei-Romeinen, 150. — Het romeinsch rogt naar at-nleiding der instituten, 161. — Vrijheid van oordeelen, 1622. — Heeft Neêrlands volk een wil? 1664.

Janssen. (L. J. F.) Nederlandsch-Romeinscho daktyliotheek, 3113. — Oudheidkundige verhandelingen, 3114. — Oudheidkundige mededeelingen, 3115. — Musei Lugduno-Batavi inscriptiones, 3118. — Grieksche, Romeinsche en Etrurische monumenten, 4169.

Josuiton, (liet tegenstrijdig oordeel van Clemens XIV en Piu» VII over do orde der) 2894.

Jonckbloet. \\W. J. A.) De schoolwet-agitatie, 2489. — De beoefening der geschiedenis, 2983. — Roman van Walewein, 3790. — Spiegel Historiael. Nalezing, 3793. — Geschiedenis der middennederlandsche dichtkunst, 3798. — Over midden-nederlandschen versbouw, 3799. — Van den Vos Reinaerde, 3801. — Sur le roman do Renart, 3814.

Jonge. (G. de) Beschouwingen, 1774. — De zamenstelling der gomoentebesturen, 1775.

Jonge. (J. C. de) Nederland en Venetie, 3006. — L\'union de Bruxelles, 3007. — Hendrik van Wijn als geleerde en staatsman, 3207.

Jongh. (J. J. de) Verzameling van wetten enz., betrekkelijk de gevangenissen, 985.

Justitiekosten en salarissen in burgerlijke zaken, (Tarief van) 535, Justitiokosten in criminele zaken. Decreet en tarief, 827. Juijnboll. (T. W. J.) Letterkundige bijdragen, 3805.

Kanter Pz. (J. de) De Franschen in Walcheren, 3052. — Redevoering bij de ontblooting van het praalgraf van J. en C. Evertsen, 3209.

Karei den Groeten en zijne XIl pairs, (Roman van) 3788. Karneheek. [II. P. van) Specimen politicum, 2705.

Karseboom. (F. F.) Brief aan m^r. des Amorie van der Hoeven, 524. Karsten. [E. II.) De parlementaire enquête, 1574 Karsten. (5.) Parmenidis Eleatae carminis reliquiae, 3906.

(J. II.) Atlas en register van den Hoekschen waard, \'4, 4076. — ld. van het eiland Goedereede en Overflakkee, ^r5, 4077.

[J. (? ) Over tweede en verdere huwelijken, 260. — De atschap, 339. — Beginselen van handelsregt, 419. — van wisselregt, 435. — Het handelspapier, 436. — kantonregter, 916. ^:— Het grootboek, 2022. [H. J.) Eenige opmerkingen, 322. — Akademisch proef-rift, 324.

Kist. (N. C.) Handelingen der Zuidhollandsche Synode, betreffende de zaak en de leer der Remonstranten, 2175.

Kist [N. C.] en II. J. Itoijaards. Archief voor kerkelijke geschiedenis, 2852. — Nederlandsch archief, 2853.

KHJn (H. H. en B.) en J. H. van der Palm. De nagedachtenis van J. M. Kemper, 3208.

Knoop. (W. J.) Beschouwingen van Siborne\'s geschiedenis van den oorlog van 1815, 3054. — Remarques critiques sur l\'ouvrage de Siborne, 3055.

Koenen. (H. J.) De Nederlandsche boerenstand, 3107. — Adriaan Pauw, 3215. — Voorlezingen ove;- de geschiedenis van den Nederlandschen handel, 3191. — ld. over de geschiedenis van den scheepsbouw, 3529. — ld. over de geschiedenis der nijverheid, 3590. — Nederlandsche handelspolitiek, 3525.

Koepok-inenting, (Procedure tegen J. Wittop Koning wegens overtreding van het Koninklijk besluit betreffende de) 3620.

Koetsveld van Ankeren, (van) Hendrikje Geertje Meilofs Doelen, wed. van A. Mulder, 689.

Koker. (F. W. C.) De overeenkomst betreffende de goederen van het klooster St. Agatha, 2180.

Koning. [J. de] Belangrijke procedures, 1383. — Gedachten over \'s menschen ziel, 2949.

Konijnenburg Cz. (J. van) Landontginning als middel tot wering van armoede, 2591.

Kouwens. (A. C.) Proeve van een ontwerp van wet op de schutterijen, 2214. — De reorganisatie der schutterijen, 2216.

ïrajenh\'ink. (J. A.) Regeling van het Indische muntstelsel, 3401. — Het regt van eigendom, 3420. — Het particulier landbezit, 3422.

Kramers Jz. (J.) Geographisch woordenboek, 3270. — Technologische woordentolk, 3829. — Nouveau dictionnaire Franijais, 3833.

Kraijenhoff voor het Hoog militair geregtshof, (De luitenant-generaal) 2342. — Instructie voor de geographische ingenieurs, 2266. — Kaart der Nederlanden, 4048.

Staten-Generaal betrekkelijk de herziening der wet op de Le zamenstelling der regterlijke inagt, 887. — Recueil des traités, 2644.

Verslag, 3554. — Verslagen van tentoonstellingen, 3555, Le 3563. — Verslag aan den Koning over het onderwijs, 3569. Landhuishoudkundig congres. Verslag, 3549. — Rapport,

Lans berge. (J. W- van) üissertatio, 695. — A propos du barrage de l\'Escaut, 2649.

Lftuts. (G.) Invloed, 3032. — Handleiding voor de aardrijkskunde, 3373. — Hot eiland Balie, 3436.

Leemans. (C.) liomeinsche oudheden, 3117. — Papyri Graeci, 3119. — Da zangles, 3120. — Beschrijving van Amerikaan-sche en Aziatische oudheden, 4167. — Description, 4168.

Leeuw. [J. van der) Is liet keizerlijk decreet over de tienden nog regtsgelJig, 279.

Leeuwen. (./. van) Do armenwet in haar ontstaan, 2566. — Bedenkingen, 2569. — liet ontwerp, 2570. — De diaconien, 2611. — Koning Willem II, 3078. — Carmen elegiacum , 3885. — Octaviae querela, 3988.

Leiden. Regtsgeding over de Haarlemmermeer, 1356. — (Do ll.^de Junij 1850 binnen) 3956. — Monumenten van hot museum van oudheden, 4170.

Lennep. [J. van] Eon woord ter waarschuwing, 1520. — Brief\' aan m\'. D. Donker Curtius, 1G79. — Aanmerkingen op liet ontwerp van gewijzigde Grondwet, 1730. — Aan zijne modekiezers, 1750. — Bedenkingen, 2508. — Do moeder en de magistraat, 3025. — Het leven van m^r. C. van Leimop en m\'. D. J. van Lonnep, 3260. ■— Ons rijk in vroegere tijdperken, 3278. — Zeemanswoordenboek, 3827. — Titels, 3939. — Vertellingen, 4026. — Brief, 4222.

Leonhardt. (/1.) Zur Reform dos Civllprocesses, 560. — Die Justizgesotzgebung, 575. — Das Civilproceszvorfahren , 576.

Letterkunde. (Vereeniging tor bevordering der oude Neder-landsche) Werken, 3784. — Verslagen, 3785.

Levijssohn Norman. (D. II.] Wetgeving betrekkelijk do nalatenschappen beheerd door de wees- en momboirkamers, 184.

Libry Bagnano. (G.) De l\'autocratie do la presse, 1564. — Les crimes d\'un honnête homme, 3216. — Appel a l\'opinion publkjue, 3217.

mburg. Provinciaal blad, 1295, 1296. — Plaatselijke veror-leningen, 1306. — Veldwachters, 1336. — (Een woord over ien toestand van) 1682. — Notulen der vergaderingen van Provinciale Staten, 2728. — Kaarten, 4098-4101.

\'nburg Brouwer. [P. van] Disputatio, 2919. — Histoire de la civilisation, 3137. — EtyJ de la civilisation, 3138. — Proeve, 3892. — Coimnentatio, 3900.

mburg Stirum. [T. 11. graaf van] Iets over de naaralooze maatschappijen, 424. — Over de Koninklijke boodschap van 13 September 1830, 1604.

pman. (S. P.) De Nederlandsche wetboeken, 6. — Aanmerkingen, 499. — Wetboek van burgerlijke regtsvordering, 509. — Over straffen en strafgestichten, 666. — Wetboek van strafvordering, 822. — Beantwoording eener regts-vraag, 1595. — Do theokratie, 1625. — De scheiding van Belgie, 3066.

Lucre. (J. O.) Esprit du coilo Napoléon, iiöf». — Esprit du code de commerce, 4C7. — Esprit du code de jn-océdure civile, 541. — Du Conseil d\'Etat, 1535.

L ohm an Janssonius. (J.) De pro herode usucapio, 153 — Do origine bonorum possessionis, 172.

Lolce. [J. J.) Akademisch proefschrift, 256. — Handbook voor notarissen, 1370. — Voorbeelden van notarielo akten, 1391. — Schots van hot middelbaar en lager onderwijs, 2403.

Longziekte onder het rundvee, (Verslagen omtrent de proeven van inenting der besmettelijke) 3643.

Lucas. (C.) Du système pónitentiaire, 1050. — Conclusion générale, 1051. — Des moyens d\'une réforme pénitentiaire, 1127. — De la réforme des prisons, 1137.

Lulofs. (B. H.) Eenige toelichtingen, 3999. — Over do vroegste bloei onzer oude letterkunde, 3803.

Lurasco. (C. F.) De bezwaren tegen het stelsel van afzondering. 1018. — Over de bezoeken in de cellulaire gevangenis.

1108- — Brief over het gevoelen van d\'. ü. G. Heldring 1111. — Kenige straf-inrigtingen in Frankrijk, 1148. •Menberg. (G.) AV\'etten betrekkelijk de poiicie, 1235. — Vervolg op het groot placaatboek, 1438. — Register der wetten betrekkelijk het openbaar bestuur, 1439. — Proeve van onderzoek, 2617.

ttenbenj (Cr.) en L. iV. Schuurman. Register der wetten betrekkelijk het openbaar bestuur, 1440.— Chronologische verzameling, 1441. — Wetten betrekkelijk den waterstaat, 1787. ixemburgsche coup d\'e\'tat, (De) 1673.

inden van Hemmen. [F. G. baron van) Vrije gedachten, 1824. — Antwoord, 1825. — Aanteekeningen, 1827.

lanen. (C. F. Th van] Het wetboek van strafregt, 623. — Het Openbaar Ministerie, 956.

lanen. [C. J. van] quot;Wetten betreffende do nationale militie, 2207. ms. [E.] Brieven aan een hoofdofficier der kavallerie, 2234. laten. [E. van der] Chronologisch overzigt, 2985.

latschappij van weldadigheid, (De veertig millioen of de solonien van de) 260fi. — Verslagen, 2627. — (Toestand Ier) 2629. — (Beschouwingen over de) 2630.

latschappij voor handel en nijverheid. Statuten, 3490. latschappij tot bevordering van nijverheid. Tentoonstelling, 5591. — Punten van beschrijving, 3592.

latschappij van wetenschappen te Haarlem. (Hollandsche) Natuurkundige verhandelingen, 3756. — ld. tweede verza-neling, 3757. — Letter- en oudheidkundige verhandelingen, 5758. — Wijsgeerige verhandelingen, 3759. — Historische ■n letterkundige verhandelingen, 3760.

Maatschappij tot redding van drenkelingen. Verslag, 3942, 3943. 3/ Maatschappij tot Nut van \'t Algemeen. Gedenkschriften, 4002.

Mackaij. (gt;4.) Over de wettelijke regeling van het armwezen, 2613. j/ Macnisch, (R.) Verhandeling, 4024.

Marcard. [Th.] Beitrage zur Gefangnisskunde, 1068. jj, Marcus. (B. J. F.) Bedenking, 263.

Martin,(C.) Lehrbuch des deutschen bürgerlichen Processes, 558. j Martin. [Sara] De vriendin der gevangenen, 1106.

Martini. {G. J. de] De Nederlandsche wetgeving, 7. j Marton. (M.) Des privilèges et hypothèquos, 2149.

mvillon. [F. W. von) Ncderlaud zoo als het\'was, 3000. dj. [T. E ] üas Englisehe Parlament, 1653.

■erten. [L. A. van) Over eenige voedingsmiddelen, 2696. ■es. {M.) Bedenkingen tegen bet vonnis in zake Balguerie )n Zoon contra Erichsen, 442. — Specimen juridicum, 451. es. (W. C.) Over staathuishoudkunde, 2672. — Het munt-,vezen van Nederl. Indie, 3402.

eter. (£.1 Geschiedenis van het beleg van Groningen, 3019. eter Pz. (4.) Het huis van verbetering te Alkmaar, 1076. — tVat nu te doen, 4223.

rlin. Répertoire de jurisprudence, 41. — Questions de droit, 108. rula. (P.) Manier van procederen, 493.

ijer. (J. D.) De la codification, 12. — Briefwisseling, 4. — üsprit, origine et progrès des institutions judiciaires, 869. — irief aan H. W. Tydeman, 874. — De jury, 879; — Ver-landelingen, 4031. — Principes sur les questions transitoires,

Ministerieele crisis, (De) 1748. Mc Ministers, (De) de Staten-Generaal en de magt des Koning»,

\'ttermaier. {C. J.] Die Todesstrafe, 590. — De doodstraf, 591. — Ueber die bayerische Strafgesetzgebung, 773. \'.ttermaier. [C. J. A.) Die Gesetzgebung, 863. — Das englische StrafVerfahren, 867. — Gefangnisseinrichtungen in Engeland, 1189.

\'.ttermaier. [K. J.) Die gegenwartige Zustand der Gefangnisz-frage, 1035. — Die Gefangniszverbesserung, 1207.

Met. [J. E.) Utilité du système d\'emprisonnement cellulaire, 1027. — Ide\'es sur les lois pénales et les prisons, 1094. — Notice historique, 1222. — Rapport, 1224.

lister. [J. A.) Voorlezingen, 139. — Handboek voor de leer ier avarijen, 454. — Iets over spel en weddingschap, 3976. )ltzer. (H. E.) De nieuwe richting, 3815.

mtfoort, (De stem uit Montfoort} 2621. — Stichting, 2624. mtlosier. (Le comte de) Consultative memorie, 3989. — Mëmoire, 402^.

\'Och. [S.J. M. van) Hollaudsch-Fransch en Fransch-Hollandsch woordenboek, 3834.

ireau Christophe. Code des prisons, 994. — Défense du Drojet de loi sur les prisons, 998. — Revue pénitentiaire, 1155. trelli. [G.] Le carceri penitenziali, 1195.

De veeartsenijschool, 2404. — De voeding van Nederlanders, 2695. — De wijn , 3707.

Multatuli. Max Havelaar, 3347. — (Ideën var ) 3407. — Waarheen. 3972. — Indrukken van den dag, 3973.

Munnik. (J. H. Lgt;.] Handboek voor de plaatselijke besturen, 1307. — Bepalingen omtrent den boekhandel, 1561. — Voorschriften en tabellen beboerende bij het handboek, 1766. — Register van werkzaamheden bij de gemeentebesturen, 1767,

Nassau. [H. J.] Vlugtige gedachten, 2373. — liet lager onderwijs, 2480. — M^r. P. Hofstede, 3218. — De Nederhmdsche taal, 3818.

Nederland en de groote mogendheden, 2660. Nederlanden.Kaarten, 4016 -4051. — Waterstaatskaart, 4054. —

Gewetensvrijheid, 1746. — De zamenstelling, 1768r Nieuwenhuis. (/.) Wet op het lager onderwijs, 2389. Nieuw-Holland. (Kaart van de Zuidkusten van) 4126.

Nispen tot Pannerden. (C. J. van] Het regt van vereeniging. Nobadc. (I\'\\] Denkbeelden, 3514.

Noordzieh. [J. J. F.] Het geschilstuk, 3846. ( Noort. [J, C. van) Mijne geheime zending in de Nederlanden,

Notarisambt. Regtskundig tijdschrift, 79. — Wet, 1357. — Bedenkingen omtrent het ontwerp van wet, 1359.

Numan. (4.) Iets voor landbouwers, 3581. — Sur les pro-priétes, 3583. — Over de inenting, 3641. — Geschiedenis, 3642.

Nijhoff. [J. A.) Gedenkwaardigheden, 2997. — De vrede, 3015. — Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheden, 3101.

Nijhoff. (P.) Het oud-archief van Nijmegen, 3095. — ld, van Arnhem, 3096. — ld. van het hof van Gelre, 4164.

Nijp els. (J. S. G.) Annotation sur la théorie du code péna!, 719. — Le droit pénal Francais, 723. — Code pénal Beljre, 748, 749.

Onderwijs. Brochures, 2368, 2369, 2378, 2386, 2388, 2429, 2434, 2441-2443, 2452, 2458, 2460-2462, 2478, 2481, 2487, 2501, 2502, 2507, 2513, 2533, 2534, 2536, 2538.

Onteigening ten algomeenen nutte. Proeve eener wet, 1539. — Onteigening, gadegeslagen op het gebied van regtswetenschap, 1540. — Wet, 1545.

Oordt JWz. (J. F. van) Het vonnis der arrondissements-regtbank te Leiden, 532. — Iets, 2808.

Oostenrijk. Keichs-Gesetz-Blatt, 1502. — Landesordnung, 1759. — Wet op de registratie, 2131, 2132. — Bezirks-Eintheilung, 2300.

Op den HooJJ. (./.) Coup d\'oeil sur la navigation du Rhin, 3539. — Observations sur l\'écrit allemand de la navigation du- Rhin, 3540.

Opzoomer. [C. W.) Wet, houdende algemeene bepalingen, 234.— Het burgerlijk wetboek, 235-237. — De weg tot hervorming, 1\' 15- — Volkswil, 1517. — Het regt der geschiedenis, 1518. — Staatsregtelijk onderzoek, 1607. — De souvereiniteit des volks, 1674. — De vertegenwoordiging, 1751. — Eenheid in het noodige, 2940. — De wijsbegeerte, 2941. — Wetenschap, 2942. — Het karakter der wetenschap, 2943. — De restauratie, 2944. ~ Lessing, 2964. — De wijsbegeerte der ervaring, 2966. — Naar aanleiding van een testament, 4041. — Cartesius, 4042.

Ottema. (J. G] Open brief aan d\'. A. T. Reitsma, 2845. — Opschrift der grafzuil van Psamtik, 3186.

Oudeman [A ] Regterlijke uitspraken, 337. — Het wetboek van burgerlijke regtsvordering, 512 — Nalezing, 511. — Handboek, 647, 648.

Overeem. [F. A. van] Proeve eener berijming, 246. Overeenkomsten en verbindtenissen, (De leer der) 318.

Overijssel. Provinciaal blad, 1289, 1290. — Plaatselijke verordeningen, 1303. — Kaarten, 4091, 4092.

Overijsselsche kanalisatie maatschappij. Verslag, 1867, 1868. Oijen. (L. C. C. van) Handleiding, 3387.

Pabst tot Bingerden. (R. W. ./. van) Over den invloed, 2995. Pages. [E ] Dissertation, 373.

Parker. (T.) De godsdienst in haren oorsprong, 2848-P ar her de Raijter Rocher van Renays. (TF.) Bijdragen tot beschouwing van hot wetboek van koophandel, 421.

Pascal Bonniti. (M.) Commentaire du code pénal, 717. Pasicrisie Beige, 103-lii5.

Pasteur. [J. D.) Gedenkschrift betrekkelijk zijn regtsgeding, 2343. Pastorini. De la réforme de Luther, 2902.

Patronage pour les libére\'s. Kapport du comité\' génévois, 1116. — Société du département de la Seine, 1118. — Projet d\'une socie\'té de patronage pour les jeunes filles libérëes, 1125. — Compte rendu des travaux, 1144.

Penning Nieuwland. [J. L. L.) Bevaarbaarheid der zeegaten va» Brouwershaven, enz., 1854.

Pensioenen der burgerlijke ambtenaren. Beschouwing van het nieuwe wets-ontwerp, 1461. — Wet, 1465.

Pentonville. Description et dessins de la prison cellulaire, 1024. — Rapport sur la prison; 1163.

Perk. (A) Verslag omtrent de gebruikregten op de heiden en weiden in Gooiland, 269.

Pestel. [F. W.) Fundamenta jurisprudentiae naturalis, 113. — Commentarii de republica batava, 1637.

Peijma. (TF van) Verslag over de aansluiting van Araeland aan den Frieschen wal, 1863. — Verhandeling, 1906.

Philadelphie, documents sur le pénitencier a.) 1053.— Reports of the inspectors, 1060, 1061.

Pinto. [A. de] Adviezen, 45. — Handleiding tot de wet op den overgang, 199. — ld. tot het burgerlijk wetboek, ^38, 239. — ld. tot het wetboek van koophandel, 417. — ld. tot het wetboek van burgerlijke regtsvordering, 514. — ld. tot het wetboek van strafvordering, 823 — Pleitrede. 829. — Handleiding tot de wet op de regterlijke organisatie, 900. — Staatswetten, 1415.

Pinto. (A. A. de] Specimen juridicum, 325. — Ontwerp wetboek van burgerlijke regtsvordering, 517.— Wetboek van strafregt voor Nedcrlandsch Indie, 710.

Polain [M. L.) Recueil des ordonnances de la principauté de Liège, 1482. — ld. de Stavelot, 1483.

Police, {Collection des ordonnances de) 1253. — (Prefecture de) a Paris Budget des dépenses, 1255.

•Politiewet. Oostenrijk, 1260, 1261. —Pruissen, 1271, 1272. — Saksen, 1274. — (Verslag van de commissie tot het doen van onderzoek naar een passend stelsel van) 1238.

Politie-strafwetboek. Beijeren, 769-772. — Wnrtemberg, 791.— Oostenrijk, 848.

Poll. [J. van de) Proeve eener strafwet voor zeevarenden ter koopvaardij, 706. — Verzameling van wetten en besluiten, 1416.

Pols. [M. S.) Akademische proeve, 273. — Het crimineel wetboek voor het krijgsvolk te lande, 2332.

Pradt. [de) Concordato de la America, 2180. — Europa en het congres van Aken, 3174.

Presburg. [J. M) Register van regterlijke uitspraken, 92. — Bibliographie, 4176.

Presse. (Lois sur la) France, 717, 734, 735. — Autriche, 778. — Turquie, 807. — Keurhessen, 848. — Pruissen, 848. — Wnrtemberg, 860, 861.

Presse périodique dans les provinces mëridionales des Pays-Bas, (Etat de la) 1560.

Prinsen. [P. J.) Nieineijer\'s grondbeginselen, 2431. — Pestalozzi\'s leerwijze, 2436, 2437. — Beginselen der zieikundo, 2950.

Prisons en France. Prisons de Strasbourg, 990. — Prisons départementales, 991, 992. — (Discussion du projet de loi sur les) 997. — (Projet de loi sur les) 1135, 1136. — Exposé des motifs, 1156.

Prisons en Angleterre. Regulations for prisons, 1177. — Report of the inspectors appointed to visit the prisons, 1178. — Id. of the surveyor-general, 1181, 1182. — Id. of the inspector of prisons in Ireland, 1183. — Id. of the directors of convict prisons, 1184. — Etat actuel des prisons, 1185.

Provinciale welvaart. (Overijsselsche vereeniging tot ontwikkeling van) Verslag, 3472.

Provinciën, (Verslagen van Gedeputeerde Staten omtrent den toestand der) 2717 - 2727.

Pruissen. Gemeentenet, 1344. — Verschillende wetten, 1503-1505. — (De wijsheid van) 1656. — Verordening over de desertie uit de dienst, 2864. — Consulaire wetten, 2657.

Pijnappel Gz. [J.) Gougraphie van Noderlandsch ludio, .1JI8. Pijpers. (H. J.) Andreas of do verloren zoon, 3979.

Quack. [H. P. G.) De doorgraving van Holland, 1848. Quandt. (J. G. von) Over het standpunt. 2435.

Raadt. (P. de) Brief over de wetten op het lager onderwijs, 2372. — Lager onderwijs in Engeland, \'2374. Het besluit van 2 Januarij 1842, 2375. — Een drietal bedenkingen van m^r. Groen van Prinsterer, 2376.

Raders. [R. F. baron van) Het vrijverklaren, 3357. — Nog een paar woorden, 3358, — De opheffing der slavernij, 3301. Geschiedkundige aanteekeningen, 3448. — Memorie aan den Koning, 3452. — Tweede vervolg dor bijlagen, 3453. —

Raepsaet. (J. J.) Histoire des Etats-Généraux, 3175. - Analyse historique, 3178. _ „ . , Ramon de la Sagra. Voyage en Hollande, 1087. — Reis door

Rapport van de commissie over de grondslagen van de nieuwe regterlijke inrigting, 890. — ld. over buitenlandsche gevangenissen, 996. — ld. van den inspecteur der gevangenissen, quot;lOll. _ ld. van de inspecteurs van den waterstaat, 1789.

ld. van de commissie betreffende do middelen tot bestrijding van den veetyphus, 3(gt;47.

Regout. (P.) La navigation sur la Meuse, 1886. — De Maas, de Zuid-Willemsvaart, enz., 1887. — Missives, 1888, 1889, 2081. — Beschouwingen over de Maaskwestie, 1890. — Bezwaren der Nederlandsche industrie, 2080. — Bezwaren van handel en nijverheid, 2082, 3595. — Over de wateraftap-pingen uit de Maas, 3527.

Regterlijke magt. Benoeming van het personeel, 918. — De verdediging der wet, 928. — (Beschouwing van de) 935. — (Iets over de) 936. — Eenige opmerkingen, 949. — Beschouwing over het ontwerp van wet, 951. — Bezwaren tegen hetzelve, 953. — (Het ontwerp van wet tot regeling van de zamenstelling der), beschouwd door den bril van een kan-tonregter, 958.

Rioust. (M. N.) Over de magt der vorsten op de Kerk, 2194. Ristelhueber. [J. B.) Die Straf- uud Besserungs-Anstalten, 1043. Rivierafleidingen. (Memorie over het rapport betrekkelijk de)

Roellner, (F.) Die Fortschritte dos Pönitentiarsystems, 1140. Roemer. (J.) Het vijfde halve eeuwfeest van het ontzet van

Rolland de Villargues. (M.) Code des lois do la presse, 735. Romberg. (J. A.) Nouveau système penitentiaire, 1067.

Rotterdam. Over de verbetering van den waterweg naar zee, 1817. — Platte grond, 4078.

Rouville. (A. M. de] De vraag van regt in de zaak van de Jonge Albert, 142. — Iets over de inbezitstelling, 149. — Over strafregt, 663. — Losse invallen, 2334. — Militair strafregt, 2335.

Roij. [J. J. Ie] Verhandelingen, 1616. — Aan al mijne Hervormde landgenooten, 2809.

Roijen. [S. J. van] De aard van de gronden in Drenthe, 3314. — Handleiding tot de alcalimetrie, 3699.

Rijkens. (R. G.] Staatsbelang, 2409. — Gijmnastie, 2410. — Aanschouwelijk onderwijs, 2465.

Rijks-archief. (Het Nederlandsche) Oorkonden en bescheiden, 3089. — Reglement, 3091.

Rijnland. (Hoogheemraadschap van) Verordening op het onderhoud der duinen, 1913. — Reglement van bestuur, 1915. — Over de opheffing der ambachten, 1919.

Salvador. [M.) Adres, 1319, 1323. — Regtsgeleerd advies, 1320. — Regterlijke vervolging, 1321. — ld. tegen L. J. Quarles van Ufford en H. J. Gerlings, 1322. — Jh^r. Salvador en zijne misdaden, 1324. — Iets over de Amsterdamsche verkiezingen, 1524. — Een brief aan mijne medekiezers, 1525.— ld. aan de stembus, 1526.— Adres aan do Tweede Kamer der Staten-Generaal, 1527. — ld. aan Gedeputeerde Staten van Noordholland, 1528. — Beoordeeling zijner adressen, 1529. — Jh^r. Salvador en zijne volksvoordragten, 1530. — Verzameling van vertoogen van Asmodëe, 1608.— Adres aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, 1609. — Eenige opmerkingen, 2177. — Brief aan jh\'. B. van Merlen, 2344. — Stukken betrekkelijk een proces, 2345, 2346. — Militaire arrestatie, 2347. — Aanklagt, 2348.

Sardinië. Verschillende wetten, 1506. — Wet op de liefdadige gestichten, 2637, 2638.

Savornin Lokman. (W. H. de) Academisch proefschrift, 1743. — Beschouwing, 1744.

Schaaff. [J. H. van der] Aanhangsel op den waren pleiter, 20. — Proeve van oen geregtelijk geneeskundig onderzoek, 687. — Waarschuwingen, 1684. — Mijne herinneringen, 2521. — Over do antipathie, 3923.

Schilthuis jr. (U. G.) Over de spoorwegen in Nederland, 1965. — Iets over den oorsprong, 3598.

Schmidt auf Altenstadt. (J. K. F. H. von) Nlat zoo verheft gij den Javaan, 3424.

Scholte. [H. P.] Verslag van zijn gedrag, 2873. — (Brief van dankzegging aan) 2874.

Schotel. (G. D. J.) Leven van C. van Alkemade en P. van der Schelling, 3213. — Iets over de navolging, 3947.

Schuller. (C. L.) Burgerlijk wetbook, 229. — Wetboek van koophandel, 414. — Wetboek van strafvordering, 821. — Reglement van orde en discipline, 965.

Schultze. (H.) Reglement op de nationale militie, 2203. — Vervolg op het reglement, 2204.

Schuttevaer. (W. J.) Beschouwingen over het eiland Schokland, 1866. — De tolquaestie, 1870.

Schuurman. (L. N.) Wet op de jagt en visscherij , 1350. — ld. op de onteigening, 1544. — ld. op het kiesregt, 1754. — ld. tot regeling der Provinciale Staten, 1762. — ld. op de gemeentebesturen, 1771. — ld. op het regt van zegel, 2112. — ld. op het briefport, 2139. — ld. op den waarborg, 2155. — ld. op de nationale militie, 2208. — ld. op het lager onderwijs, 2390. — ld. op het middelbaar onderwijs, 2499, — Geneeskundige wetten, 2560. — Wet tot regeling van het armbestuur, 2573.

Senden. (G. H. van) De hervorming, 2813. — HetHeike, 3121. Seneca. [L. A.) De Providentia, 2927. — Consolatio, 2928. Servan. (J. A. M. le) Oeuvres, 4035.

Sieburgh. (N. C.) De doorgraving van Holland, 1841. Siegenheek. [M.) De gevangenis voor jeugdige veroordeelden te Rotterdam, 1109. — Iets over hoogescholen, 2535. —Over de vorderingen, 3951.

Sieveking. (A. TF.) Armverzorging door vrouwen, 2596. Sillevoldt. [J. H. van) Iets over het onderwijs, 2468. Sint-Helena, (Kaart van de reede van) 4132.

Sirey. [J. B.) Les codes, 15. — Table alphabétique, 107. Sitter. [J. H. de) Iets over het zedelijk beginsel, 21. Slingelandt. (S. van) Geschriften, 1568.

Sloet. (L. A. J. TF.) Bijdragen tot de kennis van Gelderland, 3279. Slotemaker. (A.) Vervolg op de handleiding bij de wet op de

Smidt. (H. J.) De wet op het middelbaar onderwijs, 2498. — ld. op het armbestuur, 2574.

Smits Jz. (J.) Verhandeling over den alouden staat van Zuidholland, 2966 — Iets over do uitvinding, 3845.

Soetens. (C.) Conversie der 900 mijlen, 1984. — Beschrijving van den asphalt-graniet, 3482.

Sorge. (F. van) Adres, 2607. — Proeve, 2610. — De invloed der machines, 2701.

Spoorweg-maatschappijen. Nederlandsche Ehijn spoor weg, 1951, 1958, 1959. — Nederlandsche centraalspoorweg, 1962-1964. — Aken-Maastrichtsche, 1975, 3487.

Spoorwegen. Iets over de rigting der lijnen, 1925. — Een woord aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal, 1928. — Een woord ter bestrijding van sommige adressen, 1931. — Open brief, 1932, 1954. — Spoorwegen in Nederland, 1937. — Een woord over het adres, 1938. — Conceptvoorstel aan de gemeenten Arnhem, Zutphen, enz., 1940. — Verslag tot toelichting van het voorstel, 1941. — De spoor-wegquaestie, 1949.— De verbindingslijn Scheveningen, enz., 1952. — Openbare verantwoording, 1955. — Een ernstig woord, 1966. — Memorie, 1967. — Financiëele beschouwingen, 1968. — Memorie betreffende de gemeente Eindhoven, 1969. — Over de rigting der Zuiderlijn, 1970, 1972.— (Zuid-Nederlandsche) 1971.—- Spoorwegen op Java, 1980.— Spoorweg van Amsterdam naar Keulen, 1986-1988.

Spoorwegen. (Staats-) De exploitatie, 1945. — Verslag der maatschappij tot exploitatie, 1946. — Statuten, 1947.

Staatsbestuur, (Handleiding tot de kennis van het) 1638. —gt; (Bijdragen tot de kennis van het) 78.

Staatsblad, (Bijvoegsel tot het) 1430. — ld. nieuwe uitgaaf, 1431. — Register, 1432, 1433.

Staats-Evers. [J. W.) Bijdragen tot de regtspleging in Gelderland, 16. — Lijfstraffelijke regtspleging, 675. — Wet op do reaterliike inrigtinar, 901. — ld. op deiast, 1352. — Arnhem in November 1813, 3040.

(W.) Eenige conclusion, 288. — Iets over Arnhem, 1311. — Lessen van wijsheid, 4021.

Stappers. [A. de) Mémoire sur le dessèclienient du lac de Harlem, 1828. — Mémoire agricole, 2043.

Staring. [W- C. H.) Over de landhuishoudkundige school, 3552.— Voormaals en thans , 3713.— Schoolkaart, 4055. — Verklaring, 4056.

Staring (TT^r. C. H.) en J. K. W. Quarles van Ufford. De koloniën der maatschappij van weldadigheid, 2628.

Staring (W.) en T. J. Stieltjes. De scheepvaart in Salland en Twenthe, 3543. — De Rhijn-Wezervaart, 3545.

Staten-Generaal. Resolution, 1411. — Verslag van do handelingen (Bijblad van de Staats-courant), 1449, 1450. —Alpha-betisch register op de handelingen, 1451.— Stukken gedrukt op last der beide Kamers, 1452. — Reglementen van orde, 1453-1455. — Instruction voor den griffier en commiesgriffier, 1456, 1457. — Voordragt omtrent de zamenstelling, 1509.

Statistiek. (CTerogtelijke) Baden, 2757. — Beijeren, 2758, 2759. — Belgie, 2760, 2761. — Denemarken, 2766, 2767. — Engeland, 2769, 2770. — Frankrijk, 2775, 2776. — Hannover, 2780, 2781. — Hessen, 2782, 2783. — Nederland, 2730. — New-York, 2755.—Noorwegen, 2784. — Oldenburg, 2785.— Oostenrijk, 2786. — Pfulz, 2788. — Pruissen, 2789. — Rusland, 2791. — Saksen, 2792. — Sardinië, 2794. — Spanje, 2795. — Toskane, 2796. Wurtemberg, 2797. — Zweden, 2798. — Zwitserland, 2800.

Statistiek van de gevangenissen. Belgie, 2765. — Denemarken, 2768. — Engeland, 2771.— Nederland, 2731.— Oostenrijk, 2786. — Pruissen, 2790. — Sardinië, 2793. — Zweden , 2799.

Statistieke tabellen voor politie in Nederland, 2738, 2739. — ld. over den gezondheidstoestand in Limburg, 2752.

Statistique des Pays-Bas. Des hospices et des bureaux do bienfaisance en Belgique, 2763.

Stieltjes. (T. J.) De Overijsselsche waterwegen, 1873. — Naschrift, 1929. — Gegevens, 1976. — Overzigt, 1977. — Inlichtingen op het adres, 1978. — Kaarten, 1979.

Stöckhardt. (J. A.) Plantenvoedsel, 3694. — Algemeene land-bouwscheikunde, 3712.

Stokvis (II. J.) en W. H. Gosler. Wetten betrekkelijk de electro-magnetische telegrafen, 4199.

Storm van \'s Gravesande. (JV. J.] Brief over de gevangenis van jeugdige veroordeelden, 1107.

Stuart. [A. A.) De strafgevangenis te Woerden, 1074.— A. des Amorie van der Hoeven, 3236.

Staart. (J.) De Hollandsche Afrikanen, 3327. — Over bevordering van landbouw, 3568.

Sturler. (W. L. de) Aanteekeningen, 3385. — Voorlezingen, 3398, 3584. — Bijdrage tot de kennis van het Palembang-sche gebied, 3431. — Proeve eener beschrijving van Palem-bang, 3432.

Sundelin. (F.) Deutsche Gesetze über Gerichtsverfassung, 848.— Die Habeas-Corpus-Acte, 850.

Suringar. (W. II-] Is het raadzaam ia de cellulaire gevangenissen uitzonderingen toe te laten? 1000. — Gedachten over de eenzame opsluiting, 1001. — Eene stem, 1014. — Le système cellulaire, 1034. — Bezoeken in de gevangenis, 1096. — Christliche Besuche, 1097. — Godsdienstig handboek, 1098. — Religiose Betrachtungen, 1099. — Discours, 1100. — Anrede an die Gefangenen in Speijer, 1103. — An address, 1190. — Het 25jarig bestaan van het genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen, 1218. — Openingsrede, 1219. — Plan van een Zweedsch genootschap, 1225. — Redevoering, 2595.

Suringar (TT. U.) en L. Moreau Christophe. Considérations sur la rëclusion individuelle, 1002,

Suringar, (W. H.) J. L. Nierstrasz Jr. en W. H. Warnsinck Bz. Ontwerp tot oprigting van een genootschap, 1229.

Swalue. (E. B.) Notice statistique, 2745. — De opstanden in het Pausdom, 2893. — Justinus van Nassau, 3256.

Swieten. (F. C. J. van) Bedenkingen tegen het geschrift: De zeemagt beschouwd , enz., 2310. — De verkoop der landerijen op Java, 3419.

Swinden. [J. H. van) Beschrijving van een kunststuk, 3741. — ld. van het Rijks-planetarium, 3742.

Swinderen. (T. van) Redevoering over de schoolwet, 2370. — Het schoolwezen te Leeuwarden, 2482. — Index rerum, 4150.

Synode te Dordrecht. Minder bekende bijzonderheden, 2880. — (Reglementen vervaardigd door het nationaal) 2163.

Sijpestein. (-7. W. van) Bijdrage voor de geschiedenis van hot Nederlandsche artillerie-corps, 3108. — Geschiedenis van het regiment Hollandsche huzaren , 3109. — Leven van Menno baron van Coehoorn, 3259.

Sijpestein. (C, A. van) M^r. J. J. Mauricius, 3258. — Beschrijving van Suriname, 3440.

Tolegraaf. (Rijks) Verslagen, 4200. — Tarieven, 4201. — Beschrijving der telegraaftoestellen, 4202.

Tellegen. (B. D. II.) De jure in mare, 141.\'— Een paar vragen, 333. — Vrees en hoop, 2486. — De uitvoer van vee, 2691. — De banken van leening, 2692. — Beginselen, 2693.

Tex. [C. A. den) Encyclopaedia jurisprudentiae, 37. — Geschriften over stelsels van gevangenissen, 1044.

Teijlers genootschap. Verhandelingen uitgegeven door het 2^lt;Iegenootschap, 3777. — ld. door het godgeleerd genootschap, 3778.

Thellung de Courtlarij. (F. E.) Observations sur los batailles de Fleurus et de Waterloo, 3024.

Thorbecke. (J. E.) Historische schetsen, 3992. — Aanteekening op de grondwet, 1702. — Bijdrage tot herziening der grondwet, 1729.

Tienden, (Afschaffing en verandering van) 281-283. — (Af-koopbaarstelling der) 291, 296.

Toorenenbergen. (J. C. van) Handleiding voor den ambtenaar van den burgerlijken stand, 248. — De bevrijding dor slaven, 3349.

Tour. [J. C. du) Iets over de dijk- en polderbesturen, 1898. — Verhandeling, 1821.

Tripier. (L.) Code de justice militaire, 2353. — Id. de l\'arme\'u de mer, 2354.

Tijberchamps. (C. de] Notice historique sur les chateaux, etc., de la Belgique, 3319.

Tijdeman. (H. W.] Verhandeling, 31. — De voormalige staatspartijen , 2988. — De Hoeksche en Kabeljaauwsche twisten, 2989.

Tijdeman (H. W. en J. W.] en J. Heemskerk. De wettelijke regeling van het armwezen, 2612.

Tijdeman. [J. W.] Het ontwerp van gerevideerd reglement, 2166. — Disquisitio, 2663. — Handel-waarborgmaatschappij, 3510. — Adnotatio, 3876.

üilkens. (J. A.] De volmaaktheden van den Schepper, 3651. — Een drietal voorlezingen, 3752.

Utrecht. Provinciaal blad. 1285, 1286. — Plaatselijke verordeningen, 1301. — Verordening op het bouwen en sloepen, 1826. — Besluiten op het lager schoolwezen, 2384. — Kaarten, 4087.

Uije Fieterse. {T. van). Handleiding, 1368, 1369. — (Jpmev-kingen over het wetsontwerp op de registratie, 2127.

Uijtwerf Sterling. (J. J.) Verzamelingen van vonnissen in zake van koophandel, 423. — De wet op de zamenstelling dec rogterlijke magt, 886.

Uijtwerf Sterling, [J. J.] F. A. van Hall, C. A. den Tex en J. van Haü. Aanmerkingen op het ontwerp van strafvordering, 812.

Varrentrap. (Gr.) De remprisonnement individuel, 1026. — Over de krankzinnigheid in de strafgestichten, 1110.

Venema. (G. A.) Over het dalen van den bodem van ons land, 3307. — Het afbakenen, 3659. — Proeve eener nieuwn methode, 36G0.

Vereenigde Staten van N.-Amerika. Naturalisatiewetten , 1538. — Grondwet, 1756. — (Kaarten van de) 4124, 4127.

Vernède. [J. S.) Handleiding tot de Nederlandsche wetgeving, 231. ■— Nalezing, 232.

Verne\'e. [L. G.) Bedenkingen , 1005. — Het cellulair gevangenhuis te Amsterdam, 1017. — Gedachten over de vereischten, 1028. — Over den invloed, 1033. — Overzigt van het werk van E. Ducpétiaux: Memoire sur les prisons, 1165. Opwekking, 1231. — De Nederlandsche wetboeken, 1435. — De armen-kinderbewaarscholen, 2623.

Verwoert. (H.) De burgerlijke stand, 247. — Gids, 1-241. — Theorie, 1242. — Klapper, 1447. — Reglement voor de nationale militie, 2210. — Wet armbestuur, 2572.

Vidal. (J. Leon) Observations, 1082. — Les écoles, 1081. — Sur la nouvelle legislation pénale et penitentiaire de l\'Angle-terre, 1151. — Tableau des prisons, 1159. — Catalogue, 1160. — Sur l\'e\'ducation, 2495.

Visser (II. IF. C. A.) en 11. Amersfoordt. Archief voor vader-landsche geschiedenis, 3098.

Vissering. (S.) De grondtrekken van het staatsbestuur, 1645. — Herinneringen, 1646. — Nog een woord, 1956. — Handboek van staathuishoudkunde, 2666.

Vloten. (A. A. van] Ontwerp-reglement op het beleid der regering in Nederlandsch Indie, 3333.

Vogelsang. (A) Gedachten over de gesteldheid van volk en staat, 1588. — Handboek voor de plaatselijke besturen, 1764.

Voorduin. [J. C.) Geschiedenis der Nederlandsche wetboeken _T3. — Geschiedenis der grondwet, 1734.

Voorthuijsen. [E. van] De directe belastingen, 2071. — Het invoeren van accijnsen, 2087, 2088. — Over het afschaffen van den turfaccijns, 2096. — Werkverschaffing, 2626. — Voorlezingen, 2682.

Vreede. (G. W.) De Hooge Raad, 906. — De noodzakelijkheid der indirecte verkiezingen, 1510. — De regtstreeksche verkiezing, 1511. — De Tweede Kamer, 1587, 1626. — Goedkeuring van verbonden, 1619. — Beschouwing, 1663. — Nog een woord, 1676. — Ontwerpen van strafwetten , 2336. — Inleiding tot eene geschiedenis, 2641, 2642. — Geschiedkundige herinneringen, 2981. — Lettres et négociations de Paul Choart, 3009. — Nederland en Cromwell, 3017. — Geschiedenis der omwenteling van 1795, 3036. — Corres-pondance du due de Marlbourough, 3037. — La renaissance, 3166.

Vries. [M. de) Brief, 3800. — De Nederlandsche taalkunde, 3810, 3811. — Proeve van middelnederlandsche taalzuivering, 3812. — Verslag der redactie, 3820. — Middelneder-landsch woordenboek, 3825.

Vrolik. (^4.) Herstel van het Nederlandsche muntwezen, 3459.— La relbnte des vieilles monnaies, 3460.

Waal. (J. H. de] Index op het Staatsblad van Nederlandsch-Indie, 1499. — ld. op de wetboeken en wettelijke verordeningen , 1500.

Wal. [J. de] Het Nederlandsche handelsregt, 422. — Asntee-keningen, 640. — Geschiedenis van Drenthe, 3124r. — Leven van S. Gratama, 3253. — Idem van J. van Hall, 3255.

Wanbetaling van boeten in strafzaken, (De wet houdende bepalingen voor het geval van) 835.

Wap. (J.) Antwoord aan de verdwaalden, 3063. — Be\'ponso aux hommes égarés, 3064.

Wardenburg. (B. £gt;. G.) Kolonisatie in betrekking tot armoede, 2601. — De beste wijze tot opening van eene bron van volkswelvaart, 3556.

War in. (A.) Bijdrage tot de kennis van het muntwezen, 3462. — Gedachten, 3928.

Wwrnsinck Bz. (W. U.) Behoort het stelsel van afzondering, enz., 999. — Iets, 1055. — Het bezoeken der veroordeelden in de gevangenis te Amsterdam, 1113. — Bedenkingen, 1232.

Watersnood, (Verslag der commissie ten behoeve van de noodlijdenden door den) 2583, 2620.

Waterstaatswerken, (Algemeene regelen en bepalingen voor do uitvoering en het onderhoud der rijks-) 1790.

Weduwenfonds voor de ambtenaren van de departementen van algemeen bestuur, 1466.

Weitzel. {A. W. P.) Handleiding, 2248. — De derde militaire expeditie naar Bali, 3084. — De oorlog op Java, 3412.

Wertheim Jz. [J.] Akademisch proefschrift, 2653. — Manuel a Fusage des consuls, 2654.

Westendorp. (xV.) Greschiedenis der hervorming in de provincie Groningen, 2882. — Jaarboek voor de provincie Groningen, 3102. — Welke volken de hunnebedden hebben gesticht, 3123. —\'Verhandeling, 3917.

Westerhoff (R.) en G. Acker Stfütingh. Natuurlijke historie van Groningen, 3310.

Westerwoudt. [F. T.) Wet houdende verandering in de straffen op misdrijven, 646.

Westreenen van Tiellandt. Nasporingen omtrent de stereotypische drukwijze, 3843.

Burgerlijk wetboek van 1830. Hollandsche tekst, 212, 213. — ld. Fransche tekst, 214. — ld. Hollandsche on Fransch® tekst, 215. — Wijziging, 218.

Id., 1820, 203-205. — Beraadslagingen daarover, 205, 206. — Het ontwerp vergeleken, 208. — Daaromtrent gewisselde stukken in 1823- 1825, 216, 217.

Code de procedure civile uit het Fransch, 497.— ld. Fransch-Hollandsch, 494. — ld. Fransch-Vlaamsch, 552.

Wetboek van 1830. Hollandsche en Fransche tekst, 501. — Fransche tekst, 502. — Hollandsche tekst, 503. — Gewisselde stukken met de Staten-Generaal. 500.

Nederland. Code de commerce. Fransche tekst en Mollandschie overzetting, 400. — Hollandsche overzetting, 402. — Fransche tekst, 466.

Wetboek van 1830. Hollandsche tekst, 404, 407, 466. — Fransche tekst, 405. — Hollandsche en Fransche tekst, 406. Wijziging, 409. — Gewisselde stukken met de Staten-Generaal, 408.

Wetboek van 1837, 410- 412, 466. — Fransche overzetting, 401. Baden, (Wijzigingen in het Wetboek) 490.

Voor de Vereenigde Nederlanden, 1827, 630, 633. — ld. Fransche tekst, 631. — Gewisselde stnkken over dat ontwerp, 632.

Nederland. Code d\'instruction criminelle, 847. — ld. Holland-sche tekst, 809.

Wetboek van 1830, 814. — ld. Hollandsche en Fransche tekst, 813. — Wijziging, 817. — Gewisselde stukken met de Staten-Generaal, 818, 819.

Nederland. 1804, 881. — 1808, 882. — 1843, 891. — 1851, 892. — 1853, 893. — 1855, 894. — 1857, 895. — 1859, 896. Belgie, 973.

Wetten en verordeningen van Franschen oorsprong, 1421. Weve. [A. A.) Academische proeve, 679,

Willigen. (V. S. M. van der] Over meteorologische waarnemingen, 3669. — Over de galvanische lichtboog, 3672.

Winkel. [L. A. te) De Nederlandsche spelling, 3817. — De grondbeginselen, 3822.

Winsumer en Schaphalster Zijlvest. Over de verbetering van den waterstaat, 1877.

Wintgens. (W.) Advies over regterlijkeorganisatie, !\'54. — Redevoeringen over regterlijke organisatie, 955. — Redevoeringen en adviezen, 1690. — Koloniale politiek, 3330.

Wiselius Ipsz. (amp;) Over het afdanken van krijgsvolk, 3016. — De Sadducëen, 4006.

Witt Hamer Jz. (J, G. de] Handboek voor de kantonregters, 913. — Wet op de onteigening, 1546.

Wolterbeek Dz. [J. L.) De hypothecaire wetgeving, 316. — Proeve eener geschiedenis, 3528.

Wynne (11. A.) Iets over de scheepvaartkanalen, 1882. — De heffing der opcenten, 2064.—De wet op het regt van patent, 2159.— Waarde, geld en crediet, 2674. — Handel van Groningen, 3499.

Wijttenbach. (D.) Brevis descriptio, 2930. — Lectiones , 2965. — Selecta principum, 3895.

Upeij. (A.) Aanhangsel en register van de geschiedenis dér Christelijke Kerk, 2869.— Geschiedenis van de hervorming, 2870.

IJsenbeek. (D.) Geschiedenis der Doopsgezinden in Rusland, 2871. — Levensschetsen, 3248.

IJsselstein. (N. J. van) Aanteekeningen op het wetboek van strafrecht, 626. — Over den invloed, 1403. — De Fransche Protestanten, 3013.

Zeeland.Provinciaal blad, 1283,1284. — Plaatselijke verordeningen , 1300.— Tabellarisch overzigt, 2485.— Kaarten, 4085,4086.

Zegel. Verzameling van wetsbepalingen , regtspraak, enz ,2114.— Algemeene verzameling van decisien enz., 2124, 2125.

Zeldam Ganswijk. (P. G.) Recensie van het werk van M^r. C. M. van der Kemp, 912. — De bezoldiging der regterlijke magt, 962.

Zeldam Ganswijk. [D. J. ten] Bijdragen tot de geschiedenis en het staatsbestuur, 1643.

Zillesen. (C.) Wis- en natuurkundig onderzoek, 1798. — Plan 1799. — Vollediging, 1800. — Iets over de natuurlijke oorzaken, 1801.

Zinnicq Bergmann. [F. J. E. van] De oorsprong van het tiend-regt, 285. — Het voormalig hertogdom Brabant, 2996.

Zuidholland. Provinciaal blad, 1279, 1280.— Plaatselijke verordeningen , 1298. — Adres aan Gedeputeerde Staten, 1315. — Klapper op de wetten, 1778. — Besluiten op het lager schoolwezen , 2383. — Kaarten, 4068-4070.

Zwolle, (Opgave der stukken op het archief der arrondissements-regtbank te) 4145.

	Bladz.		Bladz.
A ... .		N . . . .	. . . 407.
B . . .		O....	. . . 409.
C . . . ,	. . . . 362.	P . . . .	. . . 411.
D . . . ,		Q • • ■ •	. . . 416.
E . . . .	, . . . 371.	R . . . .	. . . 416.
F . . . .		S ... .	. . . 421.
G . . .	. . . . 376.	T ... .	. . . 431.
H . . . .	, . . . 381.	V ... .
I . . . .	, . . - 388.	V ... .	. . . 434.
J . . . .	. . . . 389.	w. . . .	. . . 438.
K . . .		X . . . ,	. . . . 447.
L . . . .	. . . . 396.
M . . . .	... 401.	z . . . .	. . . 447.