II t, T II K h k K I. 1.1 K
| |
! |
!• I
^T
KJ
{\\
VAN HANDLEIDINGEN TOT HET DESINFECTEREN VAN BESMETTE OF VAN BESMETTING VERDACHTE VOORWERPEN, SCHEPEN, ENZ. ZOOMEDE TOT.DEtEP^^;^ENTEEKENEN VANJE^MEroamp;^Mi\'T\'P.
«quot;-• ij y.
. 9
v-K\'4- v -1
970
.
BIBLIOTHEEK UNIVERSITEIT UTRECHT
2856 936 O
b E T R E K K E I. IJ K
VAN HANDLEIDINGEN TOT HET DESINFECTEREN VAN BESMETTE OF VAN BESMETTING VERDACHTE VOORWERPEN, SCHEPEN, ENZ. ZOOMEDE TOT DE KENNIS DER KENTEEKENEN VAN BESMETTELIJKE VEEZIEKTEN.
fW iTrTT^-lT! \' ^ \' \'*
\'r-r\' . v\'• ■ ■
quot; \'-K. \'
gt;
amp; •rgt;Jgt; ^ \'
______
LAKTIDSIDFtUKKEFlIJquot; 1880
IN
E!S
VAN HANDLEIDINGEN TOT HET DESINFECTEREN VAN BESMETTE OF VAN BESMETTING VERDACHTE VOORWERPEN, SCHEPEN, ENZ. ZOOMEDE TOT DE KENNIS DER KENTEEKENEN VAN BESMETTELIJKE VEEZIEKTEN.
I- AANVULLING VAN DE BÊSTAANDE VERORDENINGEN TOT TEGENGANG VAN BESMETTELIJKE VEEZIEKTEN.
(STAATSBLAD 1879 Nu. 327).
DE GOUVERNEUR-GENERAAL VAN NEDERLANDSCH-INDIE,
DEN RAAI) VAN NEDERLANDSfiH-INDIE GEHOORD;
Allen, die deze zullen zien of hoor en lezen, Salul 1 doel Ie welen:
Dal Hij, liel wensclielijk achlende de bestaande voorschriften tot tegengang van besmettelijke ziekten, voor zooverre de veepest of vee-typbus betreft, nog eenigzins aan te vullen;
Lettende op de artikelen 20, 29, 31 en 33 van het Reglement op het beleid der Regering van Nederlandsch-Indië;
Heeft goedgevonden en verstaan:
Te bepalen als volgt:
SUPPLEMENT
G
III. BEPALING, DAT DE VERPLIGTING TOT AFMAKING ZICH NIET UITSTREKT TOT VEE, WAARMEDE DOOR OF VAN WEGE DE REGERING PROEVEN GENOMEN WORDEN.
(STAATSBLAD 1880 N°. 154.)
DE GOUVERNEUK-GENEIUAL VAN NEDERLANDSCH-INDIÉ,
den raad van nederlandsch-indié gehoord ;
Allen, die deze zullen zien of hoor en lezen, Salut!
doet te ivelen:
Dat HLj, het wenschelijk achlende bij hel beslaan van veepest de gelegenheid tol het nemen van proeven tol nader onderzoek van den aard der ziekte en tol hare genezing niet uil le sluiten;
Lettende op de artikelen 20, 29, 31 en 53 van het reglement op het beleid der Regering van Nederlandsch-Indië:
Heeft goedgevonden en verstaan:
Te bepalen als volgt:
Art. 1. Aan artikel 1 der ordonnancie van 27 December 1869 (Staatsblad n0. 122) wordt de volgende alinea toegevoegd:
De verpligting lot afmaking strekt zich niet uit lot vee, waarmede door of van wege de Regering proeven genomen worden lol nader onderzoek van den aard der ziekte, dan wel lot hare genezing.
Art. 2. Deze ordonnancie treedt in werking op den dag barer afkondiging.
En opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende, zal deze in hel staatsblad van Nederlandsch-Indië geplaatst en, voor zooveel noodig. in de Inlandsche en Chinesche talen aangeplakt worden.
Gelast en beveelt voorts, dat alle hooge en lage kollegiëti en ambtenaren, officieren en justicieren, ieder voor zooveel hem aangaat, aan de stipte naleving dezer de hand zullen houden, zonder oogluiking of aanzien des persoons.
Gedaan te batavia, den lo\'1quot;quot; Augustus 1880. vau Igt;A\\*«bi:K(.Ilt;:.
De Algemeene Sekretaris,
pannekoek.
/
x-v. AANVULLING OER BEPALINGEN OP HET VERVOER VAN ZAKEN.
DIE VAN VEE AFKOMSTIG ZIJN,
(STAATSBLAD 1880 gt;-0. 1624.)
OE GOUVERNEUR-GENERAAL VAN NEÜERLANDSCH-INDIE,
ItE.N RAAD VAN NEDERLANDSCH-INDIË GEHOORD ;
Allen, die deze zullen zien of hoor en lezen, Salul I doel te weten:
DhI Hij, liet wenschelijk achtende aan Je bestaande bepalingen op het vervoer van zaken, die van vee afkomstig zijn, eenige uitbreiding te geven;
Lettende op de artikelen 20, 29, 51 en 55 van het reglement op het beleid der Regering van Nederlandsch-lndië;
Heelt goedgevonden en verstaan:
Te bepalen, als volgt:
Art. 1. Aan artikel 5 der ordonnancie van 12 December 1879 (Staatsblad nu. 527) wordt de volgende alinea toegevoegd :
De in dit artikel bedoelde bevoegdheid strekt zich uit tol ongelooide huiden en andere van vee afkomstige zaken, zooals: versch vleesch. haar, wol, beenderen, hoorns, en wat dies meer zij.
Art. 2. Deze ordonnancie treedt in werking op den dag barer afkondiging.
En opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende, zal deze inliet staatsblad van Nederlandsch-Indië geplaatst en. voor zooveel noodig. in de [nlandsche en Chinese he talen aangeplakt worden.
Gelast en beveelt voorts, dat alle booge en lage kollegiën en ambtenaren, officieren en justicieren, ieder voor zooveel hem aangaat, aan de slipte naleving dezer de hand zullen houden, zonder oogluiking of aanzien des persoons.
Gedaan te itiuTENzoRt;, den 215ten Augustus 1880.
WX LAXSBKRCiE.
De Algemeene Sekrelaris,
PANNEKOEK.
8
AT. WIJZIGING VAN DE DERDE ALINEA VAN ARTIKEL 2 VAN STAATSBLAD 1869 N°. 122, HOUDENDE VOORZIENINGEN OMTRENT BESMETTELIJKE VEEZIEKTEN.
(STAATSBLAD 1880 N0. 168.)
DE GOUVERNEUR-GENERAAL VAN NEDERLANDSCH-INDfÈ,
DEiV BAAD VAN NEDEBLANDSCH-IXDIE GEHOORD;
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, Saint!
doel te welen :
Dat Hij, hel wetischelijk achtende de derde alinea van artikel 2 der ordoDnancie van 27 December 1869 (Staatsblad nquot;. 122), houdende voorzieningen omtrent besmellelijke veeziekten in Nederlandsch-Indië, te wijzigen;
Lellende op de artikelen 20, 29, 51 en 53 van hel reglement op hel beleid der Regering van Nederlandsch-Indië;
Heeft goedgevonden en verslaan;
Te bepalen:
I. De derde alinea van artikel 2 der ordonnancie van 27 December 1869 (Staatsblad n0. 122) wordt gelezen als volgt:
Hel bedrag der schadeloosstelling wordt bepaald dooi\' eene commissie, bestaande uil het districts- of onderdistriclshoold, hel hoofd der kampong en een daartoe door hel hoofd van plaatselijk bestuur aangewezen Europeschen ambtenaar of beambte.. Bij onstentenis, belet of afwezigheid worden de inlandsche hooiden vervangen door andere geschikte lot de inlandsche bevolking behoorende personen, welke de Europesche ambtenaar of beambte aanwijst.
II. Deze ordonnancie treedt in werking op den dag barer afkondiging.
En opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende, zal deze in hel Staatsblad van Nederlandsch-Indië geplaatst en, voor zooveel noodig, in de Inlandsche en Chinesche talen aangeplakt worden.
Gelast en beveelt voorts, dat alle hooge en lage kollcgién en ambtenaren, officieren en justicieren, ieder voor zooveel hem aangaat, aan de slipte naleving dezer de hand zullen houden, zonder oogluiking of aanzien des persoons.
Gedaan te batavia, den 31stun Augustus ^880.
VA* LrAjySBERCiE.
De Alfjemeene Sekrelaris,
PAJiNEKOEK.
■VI. VERSCHERPING EN NADERE AANVULLING DER VERORDENINGEN TOT TEGENGANG DER VERBREIDING VAN BESMETTELIJKE VEEZIEKTEN
(STAATSBLAD 1880 N°. 200).
DE GOUVERNEUR-GENERAAL VAN NEDERLANDSCH-1ND1É,
DEN RAAD VAM NEDERLANDSCH-1NDIË GEHOORD ;
Allen, die deze zullen zien of hooreu lezen, Salut!
doet te welen :
Dal Hij, het wenschelijk achtende de beslaande verordeningen lot tegengang van besmettelijke veeziekten, zooals die zijn aangevuld bij de ordonnanciën van 12 December 1879 (Slaalsblad n0. 527) en 21 Augustus 1880 (Staatsblad n0. 162b), te verscherpen en nader aan te vullen;
Lellende op de artikelen 20, 29, 51 en 35 van het reglement op het beleid der Regering van Nederlandsch-Indië;
Heeft goedgevonden en verstaan;
Te bepalen, als volgt:
Art. 1. Met wijziging in zoover van artikel 8 der ordonnancie van 12 December 1879 (Staatsblad n0. 527), wordt het zonder consent vervoeren van vee en van zaken, die van vee afkomstig zijn, in
10
het geval, bedoeld bij artikel ö van die ordonnancie, zooals deze is aangevuld bij artikel 1 van de ordonnancie van 21 Augustus 1880 (Staatsblad n0. 162b), gestralt, naar gelang van den landaard der schuldigen, met gevangenis ol\' ten arbeidstelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon voor den tijd van één tot drie maanden.
Hetgeen in strijd met het verbod vervoerd is, wordt in beslag genomen en door den regter, bij veroordeeling, verbeurd verklaard, en. voor zoover zulks in bet belang der gezondheid of tot wering van besmetting noodig is, wordt daarvan tevens de vernietiging oi\' onschadelijkraaking bevolen.
Dit laatste geschiedt ook bij vrijspraak ol\' ontslag van regtsvervol-ging, wanneer het algemeen belang dit raadzaam maakt, tegen schadeloosstelling, door den regter bij zijne beslissing te begrooten en vast te stellen.
Art. 2. In streken, waarbinnen bet vervoer zonder vergunning verboden is, kan liet hoofd van gewestelijk of plaatselijk bestuur ook het laten losloopen van vee beperken of verbieden.
Overtreding van hel voorschrift, inhoudende zoodanige beperking ol zoodanig verbod, wordt gelijkgesteld met vervoer en zijn daarop toepasselijk de voorschriften van artikel 1 dezer ordonnancie.
Art. 5. Deze ordonnancie treedt in werking op den dag harer afkondiging.
En opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende, zal deze in het Staatsblad van Nederlandsch-lndië geplaatst en, voor zooveel noodig in de Inlandsche en Ckinesche talen aangeplakt worden.
Gelast en beveelt voorts, dat alle hooge en lage kollegiën en ambtenaren, officieren en justicieren, ieder voor zooveel hein aangaat, aan de stipte naleving dezer de hand zullen houden, zonder oogluiking of aanzien des persoons.
Gedaan te buitenzorg, den 5dl\'n November 1880.
VAIN1 l.AXSBKRCE
De Algemeene Sekretaris,
l\'a.nnekoek.
11
-VII- VOORSCHRIFTEN EN WENKEN, STREKKENDE ALS LEIDDRAAD VOOR DE EUROPESCHE EN INLANDSCHE AMBTENAREN EN BEAMBTEN BIJ HUNNE VERRIGTINGEN TOT BESTRIJDING DER VEEPEST, VASTGESTELD BIJ ARTIKEL 2 VAN HET BESLUIT VAN 12 DECEMBER 1879 Nquot;. 33 EN AANGEVULD BIJ ? n VAN HET BESLUIT VAN 22 MEI 1880 N0, 3,
V AFDEELING.
Onteigenen en afmaken van ziek en verdacht vee.
1. Zoodra berigt van het uitbreken der veepest in eene kampong ontvangen wordt, begeve zich de veearts, ol\', bij gebreke van dien, een door het hoofd van gewestelijk of plaatselijk bestuur geschikt geacht gekoinmitteerde daarheen om den aard der ziekte le onderzoeken.
2. Wordt de veepest geconstateerd, dan worden de aangetaste dieren, zoomede die, welke zich met dezen in dezelfde kraal bevinden, onteigend en afgemaakt,
5. De afgemaakte dieren, de afbraak van de kraal, de gereedschappen, die daarin geborgen zijn, en de kleederen van den hoeder der dieren worden na verbrand te zijn in een zoo mogelijk digt bij de kraal gemaakten diepen kuil begraven met de bovenste laag aarde uit de kraal, daartoe met een patjol afgenomen.
4. De inlanders, die bij dat werk behulpzaam zijn, moeten bij voorkeur geheel naakt zijn, mogen in elk geval niet meer dan een korte opgestroopte broek aan hebben, en dienen, als het werk afge-loopen is, zich le baden na handen en voeten alsmede de gebruikte patjols, golok\'s en andere werktuigen met carbolwater (\'/,,, Neder-landsche kan, of \'/a quot;esch ruw carbolzuur op één emmer water) gewasscben te hebben.
Dat carbolwater worde daarna in den kuil geworpen.
3. Na afloop der verbranding wordt de kuil digtgemaakt en opgehoogd tot eene hoogte van twee voet boven den rand, met vast aangestampte aarde en vervolgens met de kraal, die alvorens door verbranding van een gedeelte der afbraak daarvan of andere brandstof wordt ontsmet, van eene stevige digte bamboe omheining voorzien.
6. Waar de kraal van de kuil verwijderd is, wordt zij na ontsmetting afzonderlijk omheind.
12
7. De veearts of gekommitteerde moet de verbranding tot het einde toe bijwonen , zich overtuigen dat de betrokken inlanders handen en voeten en de gebezigde werktuigen met carbolwater ontsmetten en dat met het digtmaken van den kuil een aanvang wordt gemaakt.
8. Aan een policiehooi\'d kan hij opdragen er voor te zorgen, dat de bedoelde inlanders, alvorens naar huis terug te keeren, het ligchaam en de korte broek, — voor zoover die niet verbrand wordt, — wasschen.
0. Hij zorgt er voor, dat hij zeil\' en het hem begeleidende policie-personeel, zoomede alle personen niet in de vorige paragraphen genoemd, die met besmet ol\' verdacht vee in aanraking zijn geweest, behoorlijk ontsmet worden.
10. Op den dag na de verbranding onderzoekt hij ol\' de kuil behoorlijk is digtgemaakt en de aarde in den grafkuil behoorlijk is aangestampt en opgehoogd, en ol\' de omheining stevig en digt genoeg gemaakt is.
Bij verhindering draagt hij dit onderzoek op aan het betrokken kamponghoofd, die aan hem ter zake rapport uitbrengt.
Voorts geeft hij dat kamponghoofd den last bij voortduring ten strengste er voor te waken, dat de omheiningen in goeden staal gehouden, de aarde op de kuilen om de drie dagen goed bevochtigd, aangestampt en zoo noodig opgehoogd en de omtrek van de omheiningen overvloedig met carbolzuurwater bevochtigd worden.
IIs AFDEELING.
Maatregelen legen uitbreiding der ziekte.
11. De om besmette plaatsen getrokken kring van afsluiting behoort zoo beperkt te zijn als de plaatselijke omstandigheden, de gesteldheid van het terrein enz. toelaten.
12. De kring van afsluiting worde zigtbaar gemaakt door een bamboe touw, gespannen op staken voorzien van een wit vlaggetje.
15. Ten einde den in- of uitvoer te beletten van de zaken, genoemd in artikel 4 van de ordonnancie van 27 December 1869 (Staatsblad Nquot;. 122) en in artikel 1 van de ordonnancie van 12 December 1879 (Staatsblad N0. 527), worden deze kringen bewaakt door heerendienstpligtigen, die de wacht houden in tijdelijke gardoe\'s, zoo mogelijk op zoodanigen afstand van elkander verwijderd, dat de
15
wachters elkander kunnen zien en toeroepen. Op ongezette tijden en zoo dikwijls mogelijk dienen de lijnen van afsluiting door een gekom-raitleerde, een policie-oppasser of een ander daartoe aan Ie wijzen persoon geïnspekteerd le worden.
14. Binnen den kring van afsluiting zij het verplaatsen van vee alleen voor het. reinigen der kralen veroorloofd: de beesten moeten dan nabij de kralen worden vastgebonden.
15. De kralen moeten aan de vier hoeken berookt worden (bij voorbeeld door middel van smeulend gras).
16. Aan het kamponghoofd worde opgedragen er voor te zorgen dat de reiniging en berooking der kralen behoorlijk plaats vinden, voorts dat het vee in de kralen zelve zoo dikwijls mogelijk met car-hnlwater besprent eld of bespoten worde.
17. Met gebruikmaking van de bevoegdheid, gegeven bij artikel 3 der ordonnancie van 12 December 1879 (Staatsblad n0. 327), worde binnen een afstand van drie a vijf palen om de kringen van afsluiting verboden bet vee uit de kampong naar buiten te brengen.
18. Desnoods worde toegelaten om hel vee op de omheinde erven te doen grazen.
19. Waar de landbouw bet gebruiken der karbouwen of runderen op de velden dringend vordert , kan bedoeld verbod worden opgeheven, met dien verstande:
1°. dat de karbouwen of runderen eener kampong alléén op dr tol die kampong behoorende velden gebragt mogen worden;
2°. dat de vergunning, om de karbouwen of runderen op de velden te brengen, slechts gegeven worde voor de aren des morgens van zes tof tien;
3°. dat uitdrukkelijk worde voorgeschreven om de karbouwen of
runderen, zoo lang zij buiten de kralen zijn, Ie doen voorzien van een van bamboe gevlochten muilkorf (tjalonglong); teneinde het grazen te beletten en om ben van de kraal regtstreeks naar het veld en, na afloop van het werk, weder regtstreeks naar de kraal le brengen.
20. De eigenaren van hoornvee in de nog niet aangetaste streken op een afstand van \'6 a 8 palen van de kringen van afsluiting moeten van bestuurswege aangespoord worden hunne beesten le scheiden en
14
niet meer dan enkele Itlj elkander te laten en om de tijdelijke kralen of afdaken, waarin het vee gestald wordt, zoo ver mogelijk van elkander te doen verwijderen.
21. Aan die eigenaren worde mede ernstig voorgehouden niemand anders dan hunne eigen veehoeders hij de kralen toe te lalen.
22. Ook worde speciaal in de nahij de kringen van afsluiting gelegen kampongs het reinigen en herooken der kralen aanbevolen.
25. Binnen den kring van afsluiting worde het geven van «sedekali\'squot; en feesten zoo min mogelijk vergund.
24. Op hel vervoer van vee worde ten strengste gelei. Staatsblad 1879 nquot;. 168 geel\'l de bevoegdheid om binnen de kringen van afsluiting dal vervoer Ie verbieden.
Door verder gebruik te maken van de bij artikel 5 der ordonnancie van 12 December 1879 (Staatsblad n0. 527) verleende bevoegdheid om buiten de kringen van afsluiting alle vervoer van vee te verbieden, dal niet gedekt is door een consent van hel hoofd van gevveslelijk ol plaatselijk bestuur, zal de controle op het verboden vervoer zoo in als builen de kringen van afsluiting zeer vergemakkelijkt worden.
23. De kringen van afsluiting worden gedurende dertig dagen na hel laatste daarin voorgekomen ziektegeval in sland gehouden.
Mij bekend:
De Gouvernemenls Secretaris, A. SOL.