-ocr page 1-
-ocr page 2-
-ocr page 3-
-ocr page 4-

BIBLIOTHEEK UNIVERSITEIT UTRECHT

2911 160 0

-ocr page 5-

Fquot; T\' ~T

e

quot;i quot;:\' \' 1

-\'Vgt;\'\'v ,\' -sw .w-j.-

KI

- :quot;l

PP» .

#■

.

■iBS\'Mli-ï-Wamp;W^amp;Ê-

\' % 3»

WUri-Z^^1

W mm

^kèfêmamp;R\'

\'-; ■•. * ;\'quot;v•

- _■; _ •:.• • .,\'

RAPPORT

DE COMMISSIE

IN ZAKE DE OPRICHTING

\':ft m :m

i

m

■\' - \'*■ V

\'.\'amp;ïè

:.V^

wm

»

M

wm

IM^W

^ dï\'JZy-.quot; .-

-ocr page 6-
-ocr page 7-

im

:V r.: ■ •

\\i—*-A

C_ y/t-

ssy ?/

* y/. -\'Ssy,

S \'er « a^6_

Cf*t lt;■ a \'r y/\' , ,yi\'-

\'ffr^ i

RAPPORT

mw .S\'

^ ^\'.

In uwe Vergadering quot;van den ]ld,,n October ISGfi werd naar aanleiding van ingekomen requesten van de Tlh\'eclif-sche Voreeniging voor Fabriek- on Ilandwerks-njjverlioid en de Handelssocieteit alhier, betreffende de oprichting van een openbaar slachthuis in dezo Gemeente, eene Commissie benoemd , ten einde den Raad over deze belangrijke aangelegenheid te adviseeron.

Deze Commissie bestaande uit do lleeron: Mr. AY. R. Boer, Mr. 15. G. A. Pabst, Mr. AY. J. A. Bosch, P. M. Jongeneel en A. L. E. Ram , ving haar taak mot ingenomenheid aan , overtuigd, dat in eene groote en zich voortdurend uitbreidende Gemeente aan een openbaar Slachthuis, uit liet oogpunt van gezondheid, reiniioid en openbare orde, eene hoogst dringende behoefte bestond.

Weldra moest echter haar ijver voor do vervulling van dien wensch verflauwen, daar zij bij do beraadslaging over dit onderwerp op onoverkomelijke bezwaren stuitte. Algemeen toch vermeende zij , dat een slachthuis eerst dan goede vruchten kon opleveren , wanneer bjj de ingebruikstelling tevens do verplichting kon worden opgelegd, om in dat slachthuis alleen on niet elders in de gemeente vee te mogen slachten. Dit laatste nu was, bjj de toon bestaande wetgeving, (art. 2 dor Patentwet van 19 Moi 1821 , Staatsblad nquot;. 34 en Koninklijk besluit van 3 Jnni 1824, Staatsblad nquot;. i!)) , naar haar oordeel niet bereikbaar. In die meening word do Commissie nog versterkt

Arm

den Gemeenteraad.

-ocr page 8-

2

door oen haar modegedeeltl arrest, van den Iloogen Raad van 15 Mei 1855, waarbij het gemeentebestuur van \'s Hertogenbosch onbevoegd werd verklaard, do bepalingen eener verordening toe te passen, behelzende bet verbod om elders in de Gemeente te mogen slachten nadat het Abattoir was opgericht.

In dezen, voor den algemeenen gezondheidstoestand niet bevorderlijken , stand van zaken , vermeende de toenmalige Commissie haar mandaat evenwel niet te moeten nederleggen, maar af te wachten of in de bestaande wetgeving ook eenige wijziging komen zou, om daarna met vernieuwden moed hare taak weder te kunnen opvatten. Zij kon dit met te meer grond doen, daar de Minister van Binnenlandsche Zaken, op een adres van de plaatselijke geneeskundige commissie van \'s Hertogenbosch, aan den Koning te dier zake gericht, had geantwoord , dat hij voornemens was bij eene wet de gemeentebesturen in staat te stellen om in het belang der openbare orde en gezondheid de uitoefening van sommige berdijven tot bepaalde plaatsen in de gemeente te kunnen beperken.

Die wet, voor de oprichting van openbare slachthuizen van overwegend belang, kwam echter eerst in 1875 in werking en is den 10\'luquot; Juni van dat jaar onder den titel van : Wet tot regeling ran het toezicht hij het oprichten van inrichtingen welke gevaar , schade of hinder knnnen veroorzaken , in het Staatsblad (No. 95) opgenomen.

In art. 2 van genoemde wet worden de slachterijen onder rubriek X aangegeven en in art. 4 ad 2quot; wordt bepaald, dat: „Bij plaatselijke verordening kan de ge-„meenteraad in het belang der openbare orde, veiligheid „of gezondheid eene bepaalde plaats of gedeelte der ge-„meente aanwijzen voor hot oprichten , hebben of gebruiken „van eene der in art. 2 genoemde inrichtingen , met ver-

-ocr page 9-

3

„bod om elders in de gemeente het bedrijf of dc bedrijven „uit te oefenen waartoe de oprichting of liet gebruik van „die inrichting vereischt wordt.quot;

Op het vooruitzicht van het bekrachtigen dier wet, had reeds iu April 1875 de lieer J. van Koolbergen te Amsterdam aan den gemeenteraad alhier verzocht , hem concessie te verleenen tot oprichting van een Abattoir te dezer stede, welk request op voorstel van den voorzitter van den Raad in handen werd gesteld van de bestaande Commissie aangevuld met do Heeren Mr. H. VerLoren van ïhemaat, A. C. J. van Eelde en A. Pos, tengevolge van het bedanken van den lieer P. M. Jongeneel voor het lidmaatschap van den Raad , het overlijden van den Heer Mr. B. G. A. Pabst en liet verzoek van den Heer Mr. W. R. Boer om geen deel van die Commissie meer uit to maken.

Was de Commissie reeds vroeger doordrongen van de noodzakelijkheid, om zoodra dit met goed gevolg kon geschieden, alhier een welingericht slachthuis van gemeentewege op te richten , ook thans gaf zij niet minder eenparig te kennen, dat aan die inrichting werkelijk groote behoefte bestaat en een gemeentebestuur, nu do wetgever daartoe de gelegenheid had opengesteld , niet in verzuim mocht blijven krachtig op te treden om de nadeelon te keeren , welke in bevolkte steden door ecu steeds toenemend getal slachtplaatsen zich meer en meer doen gevoelen. Pjj de mëest gepaste maatregelen en het strengste toezicht kunnen, bij zoovele door dc stad verspreide slachterijen, lucht- en water-bederf en daarmede in verband staande bodem-verontreiniging niet worden ontgaan en kan de keuring van het vee en vleescb , voor de consumtio bestemd, nimmer zoo geschieden als in hot belang der bevolking wenschelijk is.

Ook werd nog in de Commissie gewezen op de be-

-ocr page 10-

4

spreking van liet onderwerp in de Vereeniging tot verbetering der volksgezondheid in 1867. Daar was men de meening toegedaan, dat de oprichting van een Abattoir , liet vleeschverbruik onder do arbeidende klasse zoude bevorderen, als zullende daardoor: 1. eene ruimere concurrentie dan tot dusverre bestond in het leven geroepen worden; 2. eerder inrichtingen gemaakt worden voor hot bewaren van vleeseh en derhalve minder slecht vleesch in den handel komen; 3. liet bijeenbrengen van vuil en afval in liet groot, bronnen van inkomsten in hot leven roepen en 4. licht een afslagmarkt ontstaan voor hetgeen mocht overblijven.

Waar trouwens in deze gemeente zoovele erkende lichamen als: de Kamer van Koophandel, do Ilandels-societeit, de Vereeniging tot bescherming van dieren, de Utrechtsche Vereeniging tot bevordering van fabriek- en handwerksnijverheid en vooral de Commissie van toezicht op het vee en vleescli, geheel uit deskundigen zamen-gesteld, met zooveel aandrang en op zulke goede gronden voor de oprichting van een openbaar slachthuis zijn opgetreden, daar zal van deze Commissie wel niet gevergd worden om al de argumenten opnieuw optesommen, welke voor het nut dier inrichting kunnen gelden en zijn aangevoerd.

Zeker is het, dat aan dit onderwerp in ons Vaderland meer gedacht dan gedaan is; en hoewel \'s Ilertogenbosch in 1853 was voorgegaan, eerst sedert een tweetal jaren het vooruitzicht bestaat, om in onze drie hoofdsteden , Amsterdam, Rotterdam en \'s Gravenhage, algemeene slachthuizen te zien verrijzen, welk voornemen voor een groot deel te danken is aan hen, die onvermoeid voor de belangen der openbare gezondheid geijverd hebben.

Bij de behandeling van het onderwerp was reeds dadelijk de Commissie de meening toegedaan, dat voor

-ocr page 11-

5

eeno zaak waarbij liet volksbelang zoozeer betrokken was waar van winstbejag nimmer sprake mocht zijn, waar de controle toch van regeeringswegc moet geschieden, geen grond kon bestaan aan particulieren voor do oprigting van een Abattoir concessie tc vcrleenen. Ue slachters moeten voor de toekomst verzekerd zijn, zij moeten wanneer men hun het slachten in hunne private slachterijen belet, ook waarborgen hebben nimmer aan minder goede behandeling of verkeerde toepassing van tarieven te worden blootgesteld en de mogelijkheid mag niet bestaan dat het Abattoir bun ontvalle. De ondernemer kan failliet gaan, het slachthuis verkoopen, er kunnen zich in écu woord omstandigheden voordoen, waardoor do toekomst van zulk ccne privaatonderneming niet verzekerd is. Van gemeentewege opgericht en beheerd vervalt dat gevaar en heeft men voortdurend de macht om naarmate de behoeften te kunnen handelen.

Alle ingezetenen hebben belang bij eeno inrichting, waardoor meerdere zekerheid voor gezond en deugdzaam vleescb wordt verkregen en al werd voor een stedelijk Abattoir onverhoopt een geldelijk otter geëischt, naar do meening uwer commissie zoude daartegen geen bezwaar bestaan.

Na deze algemeene beschouwingen kwam het der Commissie evenwel wenscheljjk voor, door deskundigen nog nader over een en ander te worden ingelicht. Zij vermeende , dat aangezien er weder een tiental jaren waren verloopen, sedert voor het laatst over de oprichting van een Abattoir te dezer stede belangrijke mededeelingcn waren gedaan , welligt nieuwe denkbeelden ook do Commissie tot leiddraad zouden kunnen strekken, om uwe Vergadering zoo volledig mogelijk op den weg te brongen , die tot het nemen van een besluit zoude kunnen leiden.

l)e deskundigen waren hier als van zelf aangewezen

-ocr page 12-

6

in de Commissie van toezicht op liet vee en vleesch en uwe C\'üiiiinissic schroomde niet hunne medewerking in te roepen, daar reeds in 1864 door de toenmalige Commissie van toezicht verklaard was , dat zij voortdurend bereid was, voor de oprichting van een algemeen slachthuis de regering bij tc staan en voor te lichten.

De voorzitter uwer Commissie, Mr. AV. J. M. Bosch , verzond den 9\'\'quot;\' December 1875 de volgende missive:

Aan

de Commissie van toezicht op het vee en vleesch.

„Het zal uwe aandacht niet ontgaan zijn, dat naar „aanleiding van een hij den gemeentenaad ingekomen „verzoek van den Heer J. van Koolbergen te Amsterdam „concessie vragende , om alhier een Abattoir op te richten , „door den Raad eene Commissie van vijf raadsleden „benoemd is, om hem te adviseeren over het oprichten „van een Abattoir.

„Reeds meermalen hebben de leden dier Commissie „over dit onderwerp van gedachten gewisseld , hot is er „echter verre van af, dat zij tot een bepaald resultaat zijn „gekomen en in deze voor de gemeente gewichtige zaak van „verschillende zijden zooveel mogelijk wenschende ingelicht „tc worden, nemen wij de vrijheid U beleefdelijk te verzoeken „Uwe denkbeelden en inzichten over dit onderwerp aan ons „te willen mededeelcn en daarbij op te geven, of de „oprichting van oen Abattoir niet alleen wenschelijk, „maar ook , hetzij op dit oogenblik , hetzij in de naaste „toekomst, onmisbaar voor onze gemeente is, — of daaraan „noodzakelijk verbonden moet zijn het verbod om elders „in de gemeente te slachten, — hoedanig, althans in „eenigszins groote trekken, die inrichting zou de moeten „worden gemaakt, — of daaraan stalling voor vcc en

-ocr page 13-

7

„afslag van vleesch verbonden moet zijn, — op welke „grootte de eerste aanlog moet geschieden, — op welk „terrein of terreinen zulks het gevocgelijkst zoude kunnen „worden daargesteld, — on of een matig tarief de kosten „van oprichting en exploitatie zoude kunnen dekken.quot;

„Uwe ingenomenheid met een algemeen slachthuis uit „Uw verslag over 1874 aan Burgemeester en Wethouders „uitgebracht duidelijk uitgesproken zijnde, en Uwe bekendheid met al hetgeen de slachting van het vee, het „nut der veemarkten en de gezondheid der ingezetenen „betreft, door ons op don hoogsten prijs gestold wor-„dende, zullen Uwe inlichtingen met hot grootste welgevallen en in dank bij ons worden ontvangen.quot;

„De Raadscommissie in zake do oprichting van een „Abattoir.quot;

w. g. \\V. J M Bosch.

Voorzitter.

Spoedig na de toezending dezer missive ontving Uwe Commissie het bericht, dat door do afwezigheid van twee leden , op wier mooning hooge prijs gesteld werd , niet zoo spoedig aan het verzoek zoude kunnen voldaan worden , doch dat hot onderwerp, waarin de Commissie van toezicht groot belang stelde, zoodra die leden waren teruggekeerd, in behandeling zoude komen en dc uitkomst daarvan worden medegedeeld.

Dit uitstel heeft de Commissie niet betreurd, daar zij den 19\'1\'quot; February 1877 eon rapport ontving, dat door Uwe vergadering en meerdere belangstellenden voorzeker met groot genoegen zal worden gelezen. Uwe Commissie althans wenscht eenstemmig te vorklaren, dat zij, dankbaar voor de medewerking en hulp, in deze ondervonden, met ingenomenheid van dit zaakrijk on op de wetenschap on ervaring gegrond rapport heeft konnis genomen en

-ocr page 14-

8

gaarne zoude zien, dat de Raad mocht goedvinden liet te doen drukken en verkrijgbaar stellen.

Kortehjk samengevat, bevat liet rapport de volgende conclusien of\' beantwoording der gedane vragen:

A. Openbare slachthuizen zijn in gemeenten van eenig belang noodzakelijk om de navolgende redenen:

1°. De verontreiniging van den bodem en van het water en de lucht met den afval van do door de stad verspreide slachterijen niocten voorkomen worden.

2quot;. De keuring van het slachtvece en van het vleesch moet zoodanig geschieden, dat zij een voldoenden waarborg oplevert tegen do nadeelen, die uit het gebruik van schadelijk vleesch ontstaan.

3quot;. Met de oprichting van een algemeen slachthuis kan tevens het vervoer van slachtvee door de straten zoo goed als geheel vervallen.

T). Aan dc oprichting van een Abattoir moet noodzakelijk verbonden zjjn het voorschrift van niet elders in do gemeente te slachten.

C. liet slachthuis moet uit een aantal slachtkamers bestaan in twee evenwijdige rijen gebouwd op een onder-li ngen afstand van S M. Dc tusschenruimte moet overdekt zijn.

D. Voor varkens moet een afzonderlijk slachthuis worden ingericht.

E. Ijskelders zijn niet noodzakelijk.

F. Veestallen zijn aan het slachthuis dringend noodzakelijk, ook een stal voor vee, dat aan besmettelijke ziekte lijdt of verdacht wordt te lijden op een behoorlijken afstand van eerstgenoemde stallen. Een daarbij ingericht slachtlokaal is een vereischte.

(i. Afslag van vleesch behoeft niet aan het slachthuis plaats te hebben, daar do vlecschwinkels bestaan blijven ; het kan desverlangd beproefd worden.

-ocr page 15-

9

IT. Voor Utroclit zoude men voorloopig kunnen volstaan met een slachthuis, bestaande uit twee gebouwen, die elk een rij van vier slachtkaniers vormen met een overdekten tusschen- of slachtgang ter breedte van 8 M. Daarbij komen dan de noodige stallen, liet varkensslachthuis met varkensstallen, de penslokalen en mestbewaarplaatsen en eindelijk de stal en het slachtlokaal voor besmet vee en een bergplaats voor afgekeurd vleesch.

De verdere gebouwen zouden moeten bestaan in: Woningen voor don Directeur, Opzigter en Portier alsmede een Kantoor voor de Keurmeesters met overdekte ruimte voor keuring van vee en een lokaal voor commissie-vergaderingen.

I. Het terrein moet buiten de kom van de gemeente gelegen zjjn en zoo mogelijk aan het westelijk deel der stad, bij voorkeur aan stroomend water.

K. Van het slachthuis en zjjn terrein moet de paarden-slachterij uitgesloten blijven.

L. Drie ambtenaren zijn noodig als: een Directeur, gediplomeerd Veearts, en twee Keurmeesters. Verder liet ondergeschikt personeel bestaande uit: Opzichter, Portier en de noodige Knechts.

M. De kosten van aanleg en exploitatie kunnen, bjj een matig tarief, voor een groot deel zoo niet geheel, door de inkomsten gedekt worden.

Heeft uwe commissie gemeend slechts de hoofdpunten van dit gewichtig rapport te moeten aanstippen, het geheel zal, wanneer uwe Vergadering zich met do nader voor-testellen conclusion vereenigt, een uitnemenden grond bljj-ven om verder te kunnen voortbouwen, en voorzeker zal de medewerking der Commissie van toezicht veel kunnen bijdragen om in onze gemeente een slachthuis te vorkrijgen, dat aan alle eischen voldoet.

Overal wordt tegenwoordig de noodzakelijkheid van

-ocr page 16-

10

openbare slaclithuizen erkend ; en vestigt men liet oog op het buitenland, dan zal men zien, dat het onderwerp daar reeds voor vele jaren geregeld is.

Napoleon I zag reeds spoedig in hoe nadeelig private slachtplaatsen voor de openbare gezondheid waren. Hij een decreet van Feb. 1810 werden dan ook door hem wettelijke bepalingen uitgevaardigd en het verplicht slachten in Abattoirs bevolen. De slachtkamer voor runderen werd in Frankrijk aangenomen en in België werd dit systeem al spoedig gevolgd.

In Oostenrijk regelde men de zaak in 1859, inBeijeren in 1861, in Baden in 1862 en in Wurtemberg reeds in 1721. In deze Staten zijn de Gemeentebesturen bevoegd het verplicht slachten in openbare slachthuizen te verordenen. — De daarop betrekking hebbende wetgeving in Pruissen van Maart 1868 laat meer vrijheid toe en bemoeilijkt zelf eenigermate de oprichting dier openbare inrichtingen door van schadevergoeding te spreken voor de opruiming van private slachterijen. Desniettemin worden daar jaarlijks slachthuizen van gemeentewege opgericht, onder anderen twee in 1875, te Solingen en te Liegnitz.

In laatstgenoemde stad met 25000 inwoners heeft het Abattoir na een jaar in gebruik te zijn geweest ook gel-deljjk goede uitkomsten opgeleverd. Bij een zeer matig slachttarief van /1.20 voor een rund, 48 centen vooreen varken en 18 centen voor een kalf of schaap, zijn niet alleen de exploitatiekosten gedokt maar bovendien de renten en amortisatie van een kapitaal van / 108000 verkregen.

Laat men nu de slachthuizen in de groote steden, zooals Parijs, Londen, Berlijn, Weenen , Brussel, enz. buiten beschouwing; zoo zijn er toch in andere plaatsen, die voor Utrecht eenigszins tot maatstaf kunnen dienen.

Gent bijv. heeft ecu Abattoir, dat /\' 168.000 gekost

-ocr page 17-

11

heeft. Het jaarlijks onderhoud bedraagt f 750 , do jaarwedden en loonen van 7 ambtenaren en 2 knechts be-loopen /\' 7000 en voor nieuw materieel wordt ongeveer f 1000 \'sjaars gerekend. Tegenover deze totaal uitgaaf van / 8750 staat een ontvangst in 1872 van / 31.458, in 1873 van / 33.139 en in 1874 van /\' 38.000. Gemiddeld worden er 40.000 stuks vee per jaar geslacht tegen een tarief van / 1 voor een rund, 50 centen voor een kalf of varken, 25 centen voor een schaap of geit en 15 centen voor een lam.

Te Versailles werpt het slachthuis 8 percent af, evenzoo te Rouaan. In Glasgow en Leith daarentegen werd op de exploitatie iets toegelegd , terwijl ook in Augsburg, Zurich, Basel, Leipzig, Stuttgart en Neurenberg de rentabiliteit zeer uiteenloopend was, zoodat bijv. Zurich verlies gaf en Augsburg 28 percent winst opleverde (zie verder de tabel Bijl. II).

Te Genève zal in April van dit jaar een stedelijk Abattoir, ter vervanging van het bestaande, worden geopend, waarvan de beschrijving is als volgt:

Nabij het punt, waar de Ilhone en du Arvo bjjeen-komen, heeft de gemeente voor f 127.000 een terrein aangekocht, 30860 groot. Hiervan zijn 5570 JVP voor wegen afgezonderd, terwijl het gedeelte, voor hot Abattoir bestemd, 24440 M! oppervlakte heeft en reeds 19000 M\'2 daarvan bebouwd zijn. Een weg ter breedte van 15 M. leidt naar het slachthuis, waarvan de bouworde door eenvoud uitmunt.

I)e inrichting bestaat uit elf gebouwen, door even zooveel straten gescheiden ; vijf daarvan zijn slachtgangen , vier geven toegang tot de stallen, een tot de magazijnen en een tot de varkensslachterij.

De slachtlokalen zijn door ijzeren spijlen in verschillende slachtkaniers verdeeld en 70 in getal, elk met ecu

-ocr page 18-

12

oppervlakte van 28.80 M\'2. In dp slachtkamer bevindt zieli: con tafel voor gereedschappen , een takel voor liet ophijschen ,der geslaclite dieren, een waterkraan en twee rijen ringen en haken, alsmede de noodige werktuigen en slaehttoestellon. Gasleidingen zijn overal aangebracht.

l)e slachtgangcn zijn waterdicht geplaveid en de trottoirs langs de gebouwen door een afdak gedekt ten einde de lokalen zooveel mogelijk koel te houden.

Elke slachtkamer heeft de stal aan de voorzijde.

Een groot gebouw, dienende tot magazijn en keuring, scheidt het slachthuis van de veemarkt.

Al hot vleesch, dat van elders in de gemeente wordt aangevoerd, moet daar gekeurd worden. In het midden van dit gebouw bevindt zich een brandspuit-lokaal, waar boven een uurwerk en signaal-toesteilen zijn aangebracht.

De varkensslachterij , de penslokalcn, de bergplaatsen voor wagens en andere vervoermiddelen en de groote waterreservoirs met de perspompen, bevinden zich in een afzonderlijk gebouw. In de penslokalen met 590 M3 op-peavlakte, zijn 12 fornuizen en twee ketels geplaatst, verder 12 waschtroggen en even zoo veel koelbakken met do noodige werktafels.

In de varkensslachterij bevindt zich eerstens een lokaal, waarin waschbakken en tafels voor voorborcidondc werkzaamheden; daar aangrenzend een ruime slachthal met een groot aantal ringen en haken aan een ijzeren dwarslegger bevestigd. Boven dezen legger is een rail aangebracht, waarop verplaatsbare takels kunnen werken, bestemd om de geslachte varkens uit de broeitafels op te hijschen. Deze inrichting heeft eene oppervlakte van 708 M\'.

De stal en twee slachtkamers voor vee, dat aan besmettelijke ziekte lijdt of daarvan verdacht wordt, zijn aan het westelijk uiteinde van het terrein geplaatst. Deze gebouwen zijn zoo ingericht, dat ontsmetting gemakkelijk

-ocr page 19-

13

en doelmatig geschieden kan; zoo zjjn onderanderen de wanden geheel glad en ondoordringbaar.

Aan den ingang van het terrein staat een.gebouw in drie deelen verdeeld. Het middendeel bevat het woonhuis en het bureau van den directeur, het linker deel is voor sanitair onderzoek ingericht en dient mede voor controle by het vervoer van vleesch uit het Abattoir; terwijl het rechter deel van het gebouw tot woning van een dei-opzichters en den portier bestemd is.

Deze geheele inrichting, door den gemeente-architect ontworpen en gebouwd, heeft aan do stad Genève /\' 550.000 gekost.

Ten einde de kosten van exploitatie, benevens renten en amortisatie te kunnen dokken, heeft men liet slacht-tarief iets moeten verhoogen. Hot zal met 1°. April worden bepaald als volgt:

f 2,50 voor een Rund,

- 0,G0 voor een Kalf,

- 0,30 voor een Schaap en

- 1,25 voor een Varken.

Verder worden de penslokalen verhuurd voor /250, /\'200 en /\' 150. De slachters, die honderd runderen per jaar slachten, hebben het vrij gebruik van eeno slachtkamer.

Behalve de werklieden bestaat het personeel uit 10 a 12 beambten.

Uit deze verschillende mededeelingen en opgaven zal het Uwe vergadering blijken, dat terecht door do Commissie van toezicht op liet vee en vleesch, de meening is uitgesproken, dat ofschoon dit niet met zekerheid kan worden verklaard, en alleszins grond bestaat om te verwachten, dat de kosten van exploitatie, rente en amortisatie zoo niet geheel, dan toch voor een groot deel dooide ontvangsten zullen gedekt worden. Werden de uitgaven bij voorbeeld op oen gelijk bedrag geschat als die

-ocr page 20-

14

to Gent, f 8000 en de ontvungsten, — volgens het dooide Conmissie van tocziclit aangegeven tarief van f 1,50 voor een rund, 60 centen voor een kalf, 40 eenten.voor een schaap of geit en 75 centen voor een varken, —- op f 13000 geraamd, dan zouden reeds de renten van een kapitaal van honderd duizend gulden ad 5 gedekt zijn.

Po ontvangsten zullen evenwel meer bedragen, daalde opbrengst van mest en afval daaronder niet begrepen is , en bovendien enkele penslokalen en slaclitkamers kunnen verhuurd worden.

Wil men in deze gemeente een doelmatig Abattoir oprichten, dan moet naar het oordeel uwer Commissie het aantal slachtkamers vooral niet te klein genomen worden en in elk geval het terrein de gelegenheid tot uitbreiding toelaten. De slachters moeten door het gemak en de voortreffelijkheid van de geheele inrichting snel met de nieuwe orde van zaken verzoend worden, en dit kan geschieden wanneer men zorg draagt, dat aan hen, die, vrij en onbelemmerd, behoudens toezicht en maatregelen van orde, lum bedrijf verlangen uit te oefenen, daartoe, des noods tegen billijko vergoeding, de gelegenheid worde aangeboden.

Van groot belang acht Uwe Commissie echter do beantwoording der vraag: Waar zal men liet Abattoir plaatsen? — Een terrein daarvoor aan te bevelen, dat, naar hare volle overtuiging, niet voel kleiner dan drie hectaren zal mogen zijn, teneinde desverlangd mede tot marktplaats en voor andere aan de slacliterjj aanverwante bedrijven te kunnen worden bestemd ; dat aan stroomend water, bij voorkeur aan het beneden-eind der gemeente, gelegen is eu bovendien gemakkelijk toegankelijk moet zijn, is, uwe Vergadering zal bet wel willen erkennen, geen eenvoudige zaak. De leden achtten liet evenwel niet wenschelijk reeds

-ocr page 21-

15

nu teiToinon aan to wijzen, voordat door don Rand over de hoofdzaak was beslist.

Mocht uwe Vergadering tot do oprichting van een openbaar slachthuis besluiten , dan verklaart zich de Commissie echter volgaarne bereid aan Burgemeester en Wet-

o O

houders eenige terreinen op te geven, die wellicht voor dat doel nadere aandacht verdienen.

Ook de wettelijke bepalingen die voor hot gebruik van oen openbaar slachthuis vereischt worden, alsmede de voorschriften bij het vervoer van het afgemaakte vee naar de vleeschwinkels kunnen nader worden ontworpen. Over-log met do Commissie van toezicht op hot vee en vleesch kan alsdan goede vruchten dragen.

Eindelijk kan de Commissie nog medodeelen , dat hoewel te Amsterdam , Rotterdam eu \'s Graveuhage tot do oprichting van openbare slachthnizen is besloten, tot nog toe seen verdere nitvoerin»\' aan die besluiten is ffogeven.

o O O O

In die gemeenten is do zaak in voorbereiding of zoekt men nog naar geschikte terreinen om daarna de noodige plannon te kunnen ontwerpen.

En hiormodo acht uwe Commissie, althans voorloopig, aan don haar opgedragen last te hebben voldaan. Moge , wat de oprichting van een openbaar slachthuis betreft, uwe Vergadering hare oonstommige mooning doolon en daarvoor oen eersten stap doen tot liet verwezenlijken oenor behoefte waarop reeds zoovele jaren door bevoegde mannen is aangedrongen en waarvoor do noodzakelijkheid, door do toeneming der bevolking en do jaarlijks vor-moerdorendo slachterijen , zioli steeds dringender doet gevoelen.

Do Commissie heeft mitsdien de oer voor te stollen, dat de Raad besluite ;

-ocr page 22-

16

1°. Van wego de gemeente zal een openbaar slachthuis worden opgericht en beheerd, hetwelk met inachtneming van het bepaalde in art. 4 ad 2° der wet van den 2equot; Juni 1875, (Staatsblad nquot;. 95), als bepaalde plaats zal worden aangewezen voor het slachten van vee, met verbod om dit elders in de gemeente te mogen doen.

2°. Afwijzend te beschikken op het verzoek van den Heer J. van Koolbergen te Amsterdam , tot het verkrijgen van concessie voor het oprigten van een Abattoir in deze gemeente.

3quot;. Burgemeester en Wethouders uit te noodigen, aan den Raad een terrein of terreinen te willen aanwijzen , waarop bet slachthuis zoude kunnen worden opgericht en verder de noodige voordrachten in deze te willen doen.

Aldus vastgesteld in de Vergadering der Commissie gehouden den 27 Maart 1877.

W. J. M. BOSCH,

Voorzitter.

H. VERLOREN VAN THE MAAT.

A. C. J. VAN EELDE.

A. POS.

A. L. E. RAM.

Rapporteur.

-ocr page 23-

Bijlage I.

Aan de JRaads-Commissie in zake de oprichting ran een abattoir.

De Commissie van toezicht op het vee en vleesch heeft de eer, ter voldoening aan Uw verzoek, uitgedrukt in Uw schrijven van den O\'1\'-quot; December 1875, en haar ter kennis gebracht in hare vergadering van den 18\'lequot; Januari 18V(i, U eenige denkbeelden medetedeeleu aangaande de oprichting van een algemeen slachthuis (abattoir) hier ter stede.

Ingevolge Uw verzoek heeft zij daarbij hoofdzakelijk de volgende zes vragen beantwoord, voor zoover zij over de daarvoor noodige gegevens kon beschikken ?

1quot;. Moet de oprichting van oen abattoir niet alleen wenschelijk, maar reeds nu of in do naaste toekomst onmisbaar geacht worden ?

2quot;. \'Moet daaraan noodzakelijk verbonden zijn het voorschrift van niet elders in de gemeente te slachten ?

P)0. Hoedanig is (in eenige groote trekken aantegeven) de inrichting het gevoe^elijkst te maken?

4quot;. Moet daaraan verbonden zjjn stalling van vee en afslag van vleesch?

5°. Op welke grootte is de eerste aanleg te maken en op welk terrein of terreinen ?

Gquot;. Zou een matig tarief de kosten van oprichting en van exploitatie kunnen dekken ?

Aangezien er in het buitenland enkele algemeene slachthuizen bestaan, die door vereeuigingen van personen opgericht en als winstgevende zaak geëxploiteerd worden,

9

-ocr page 24-

18

en aangezien Uwe Commissie benoemd is, naar aanleiding van eene concessie-aanvraag tot oprichting van oen abattoir liioi\' ter stede door den Heer J. Koolbergen to Amsterdam, nemen wij de vrijheid reeds vóór de beantwoording der gestolde vragen als onze vaste overtuiging uit te spreken, dat eeue inrichting als deze door do gemeente gemaakt en door do gemeente beheerd moet worden.

Daardoor alleen is aan de slachters eon billijke behandeling gewaarborgd, zal aan de eischen der openbare gezondheidsregeling voortdurend voldaan worden en is do zaak blijvend verzekerd.

In het algemeen zij hier verder opgemerkt, dat bij de beantwoording der gestelde vragen thans, nu het slechts algemeene denkbeelden geldt, in geen technische bijzonderheden voor de uitvoering van een bepaald plan kan getreden worden. Zelfstandig, achten wij ons daartoe ook niet bevoegd. Zoodra echter de tijd gekomen zal zijn, dat een bepaald plan ontworpen moet worden, zullen wjj bereid gevonden worden, onze medewerking daarbij te ver-leenen. Voor dat geval meenen wij echter nu reeds te moeten wjjzen op het hoogst wenschelijke van alsdan enkele buitenlandsche en ook do hier te lande bestaande of in aanbouw zijnde abattoirs (althans dat te Rotterdam) in bjjzonderhedeu na te gaan, om van do daar opgedane ervaring partij te trekken, zoowel wat don aanleg in het algemeen als de bijzonderheden der geheele inrichting, alsmede de dienstregeling der ambtenaren betreft.

Punt 1. Moet de opyichtiny van een abaftoir niet alleen wenschelijk, maar reeds nu of in de naaste toekomst onmis-haar geacht worden ?

Het antwoord op deze vraag ligt geheel opgesloten in het dool, waarmede reeds zoovele openbare slachthuizen in het buitenland opgericht zijn en meer en meer opge-

-ocr page 25-

19

richt worden, en ook hier te lande deze inrichtingen in enkele kleinere gemeenten gemaakt zjjn en binnen korten tijd in de drie grootste gemeenten des Rjjks, allereerst te liotterdam, later te \'s Gravenhage en te Amsterdam zullen bestaan.

De openbare slnchtlmizen worden noodzakelijk geacht, om de volgende redenen :

1°. De verontreirtiyiny ran den bodem en van het irafer en de luchf met den afred ran de door de stad verspreide slachterijen en daaraan verhonden in richt i iifidi moet rooreje-komen irorden.

De overtuiging, dat de zorg voor de openbare gezondheid dringend vordert, dat de bodem, het water en de lucht zooveel mogelijk bevrijd blijven van stoffen, die voor de gezondheid van den mensch nadeelig zijn, doet tal van maatregelen ton opzichte van fabrieken en bedrijven in werking treden. Onder de bedrijven, die zoodanige maatregelen noodzakelijk maken , moeten zeer zeker ook de te midden der bevolking verspreide slachterijen genoemd worden.

De gedeeltelijke afval van zoovele duizende dieren, die voortdurend in den bodem dringt en zoo n-emakkelijk in bederf overgaat, wordt eene bron van ziekte. Het hierin gelegen gevaar is te grooter omdat de gevolgen zich meestal niet onmiddehjk en duidelijk openharen en daardoor lichtelijk veel te gering geschat worden. En nl mogen nu, juist om de laatstgemelde reden do eischen der openbare hygiëne in deze door sommigen voor overdreven gehouden worden , daarover zijn wel allen het eens, dat de last, die de slachterijen met hun aanhang aan de nabij wonen den veroorzaken, vooral in den zomer niet gering is.

2. De Keuring ran hef slachtree en ran het vleesch moet zoodon\'kj geschieden , dat zij een rold jenden iraarhorc/ op-

-ocr page 26-

20

levert tegen de nadeeJeii die uit het r/ehnük van schadelijk vleesch ontstaan.

Dat liet vlooscli reeds tijdens het leven van liet vee veranderingen ondergaan kan, die het als voedingsmiddel sehadeljjk , ja soms hoogst gevaarlijk maken maken , behoeft hier niet betoogd te worden. Do hier ter stede bestaande keuring van vee en vleesch bewijst, dat men van do noodzakelijkheid van dezen gezondheidsmaatregel ten volle overtuigd is. En nu moge voor kleine plaatsen eenc keuring zooals zij te Utrecht ingericht is zeer voldoende zijn, daarover zijne alle deskundigen het eens, dat althans voor grootere plaatsen eerst dan de vleesch-keuring aan den cisch kan beantwoorden , als al het slachtvee in één openbaar slachthuis (voor do grootste steden in enkele weinige slachthuizen) bijeengebracht en geslacht en vóór en na de slachting gekeurd wordt. Hier ver-keeren slachtvee en vleesch voortdurend onder toezicht van deskundigen ; en alleen een toezicht, onder deze omstandigheden uitgeoefend , kan den voldoenden waarborg quot;■even dien men van de vleeschkeuring verwacht. Aan tal

O O

van knoeierijen van zoogenaamde klein-slachters, vilders, enz. kan gemakkelijk een einde gemaakt worden, als private slachtplaatsen niet mogen bestaan. Do keuring kan dan werkelijk zjjn wat ze wezen moet. De keurmeesters kunnen dan namelijk op een geschikte plaats, gedurende een voldoenden tijd hunne volle aandacht aan het onderzoek van het slachtvee en het vleesch wijden en behoeven niet voortdurend de stad te doorkruisen om eene uit den aard der zaak meer of minder vluchtige beschouwing van het geslachte vee te houden.

Eu aan do slachters wordt de gelegenheid ontnomen, die velen hunner niet ongebruikt laten, van namelijk zoodanige ziekoljjke veranderingen, die eerst bij het slachten van vee zichtbaar worden en afkeuring uoodig kunnen

-ocr page 27-

21

maken, zoo goed mogelijk aan het oog der keurmeesters te onttrekken.

3quot;. Met de oprichting van een algemeen slachthuis kan tevens het vervoer van slachtvee door de straten zoo goed als geheel vervallen. Dit punt is wel is waar, bij de vorige vergeleken, van zeer ondergeschikt belang; toch mag het zeker niet onbelangrijk heeten. Aan het drijven, rijden en afladen van vee in do straten is niet alleen voor de bewoners last verbonden, maar, zooals menig geval reeds geleerd heeft, ook gevaar.

Punt 2. Moet aan de opricht in;) van een abattoir noodzakelijk verhonden zijn het voorschrift van niet elders in de rjeineente te slachten? ,

Het antwoord op deze vraag kan niet twijfelachtig zjjn. Hier geldt ten volle: wie hot doel wil, wil de middelen. Acht men om de onder punt 1 vermelde redenen do oprichting van een openbaar slachthuis noodzakelijk, dan acht men het tevens noodig, dat de private slachtplaatsen ophouden te bestaan. Het zou geen zin hebben, eene inrichting als deze ter voldoening aan eene behoefte der volksgezondheid te maken, en dan geduldig af te wachten voor hoeveel of voor hoe weinig er gebruik van zou gemaakt worden. Immers, het zou zeer lang kunnen duren, eer de invloed van den sleur, van de gewoonte, en niet minder de eigenzin en de neiging tot verzet tegen nieuwe zaken, waarmede men zich om allerlei vermeende redenen niet vereenigen kan, zich hier gewonnen gaven.

Bovendien zou het ook voor vele gemeenten finantiëel ondoenlijk zijn, een algemeen slachthuis op te richten, zonder tc kunnen rekenen op zekere inkomsten ter bestrijding van de kosten van aanleg en onderhoud.

Sedert de wetgever terecht begrepen heeft, dat de gemeente-besturen ten nutte van het algemeen de bo

-ocr page 28-

22

voegdhcirl moeten liebben van aan sommige fabrieken en bedrijven eene bepaalde plaats in de gemeente aan te wijzen, en onder die bedrijven ook de slachterijen heeft opgenomen, is het voor do gemeenten eerst mogelijk geworden, van do oprichting van algemeene slachthuizen al de voordeden te genieten, die deze inrichtingen in het algemeen belang kunnen opleveren.

liet algemeen slachthuis moet niet zijn een last voor de slachters; het behoeft dit ook niet te wezen. Het moot en kan zoodanig ingericht worden, dat het de uitoefening van hun bedrijf in vele opzichten zeer vergemakkelijkt en zelfs op den duur de kosten er van vermindert, althans niet verhoogt. Even als elders hot geval geweest is, zal dijn menig slachter spoedig met de nieuwe inrichting verzoend , ja ingenomen zijn. Voor anderen hunner, aan wie hunne eigen slachtplaatsen in sommige opzichten wellicht nog moer gemak opgeleverd hebben en de nieuwe regeling misschien tijdelijk eenig nadeel veroorzaakt, kan hetgeen onrecht hoeten, dat bijzondere belangen moeten wijken , waar bet algemeen belang dringend gebiedt.

Punt 3. Hoedanig is (in ahjemeeue trekken aan te yeven) de inriclitiny het gevoeyelijkst te maken?

Voor eene stad als Utrecht is het wenschelijk, dat het eigenlijk slachthuis, waarin het vee gedood, opgehangen en van allo doelen , die niet als vloesch verkocht worden, ontdaan wordt, niet ééne slachtlial zjj, maar dat er een aantal .slachtkamers bestaan. Zoodanige verdeeling van het slachthuis brengt mede, dat men de lokalen gemakkelijker naar omstandigheden en koeler en warmer kan houden, dat het er voor hot vee rustiger toegaat dan in éono grooto ruimte en dat ook de er arbeidende personen minder aan last en gevaar blootgesteld zijn.

Tevens levert zij hot grooto gemak op, dat aan enkele

-ocr page 29-

23

slachters of aan ccnigo hunner gezamenlijk , of wel aan particuliere vereenigingen , eorporatien of\' besturen, die eene private slachterjj wenschen te drijven , slachtkamers voor luin uitsluitend gebruik verhuurd kunnen worden. Do grootte van zulke slachtkamers loopt m verschillende slachthuizen zeer uiteen. Eene grootte van 40 M2, waarbij op 4 x 8 M2 slachtruimte voor 4 stuks vee gerekend wordt, schjjnt echter overal ruim voldoende te zijn bevonden om dagelijks 4 runderen te slachten; zij zou des noods voldoende zijn om 4 runderen gelijktijdig of 8 run-peren opvolgend te slachten en op te hangen.

Wanneer een aantal van zulke slachtkamers aan elkaar in twee everwjjdige rijen gebouwd worden, op een onderlingen afstand van 8 M., llt;rijgt men tusschen beide gehouwen eene ruimte, die als overdekten gang ingericht dient te worden. Deze ruimte of dachtf/anr/ verbindt dan do beide rijen slachtkamers tot een geheel, het eigenlijk slachthuis.

De slachtgang geeft tot alle slachtkamers toegang en biedt tevens de geschikte gelegenheid aan om liet kleine vee , namelijk kalveren, schapen en geiten te slachten , voor zoover dit niet in de slachtkamers geschiedt. Deze inrichting van het gebouw maakt het bouwen van afzonderlijke slachtkamers voor klein vee in elk geval geheel overbodig.

Alle slachtkamers bezitten tegenover de deur, die naaiden slachtgang voert, eene buitendeur, die voor den toegang van het slachtvee (zie punt 4) en den uitvoer van het geslochte vee bestemd is. Deze buitendeuren komen uit onder een doorloopend afdak, zoodat bet vleesch zonder beregend te worden van uit de slachtkamer opgeladen kan worden.

Afgescheiden van dit hoofdgebouw dient een afzonderlijk slacJithuis voor varlrns te bestaan, waarin de noodige

-ocr page 30-

24

broeiketels cn tafcis zich bevinden en het geheel zoodanig ingericht is, dat do dieren met het meeste gemak in cn uit dc ketels en op do tafels geheschen on verder opgehangen kunnen worden.

Alle slachtlokalen moeten goed verlicht zijn cn goed gelucht kunnen worden. De vloeren moeten waterdicht en hellend en de muren tot op zekere hoogte zoodanig bekleed zijn, dat geene stoffen er indringen cn al het aanklevende vuil gemakkelijk te verwijderen is. In alle lokalen moet steeds overvloed van water beschikbaar zijn, dat uit een groot reservoir met geleiding aangevoerd wordt. Deze overvloed is ton allen tijde noodig, en voor het zindelijk houden van vloer en wanden, èn voor het onderhouden van frissche cn koele lucht, èn ten gebruike bij het slachten.

Dc afval cn liet vuil, die niet in dc slachtlokalen verzameld worden, worden met het wasch- cn spoelwater door de in dc vloeren aanvangende afvoerkanalen verwijderd.

Hoe met de aldus afgevoerde stoffen verder te handelen, daarover loopen dc inccningen zeer uiteen; dit moet trouwens naar verschillende plaatselijke omstandigheden geregeld worden.

AI de slachtlokalen moeten natuurlijk voorzien zijn van de noodige inrichtingen en gereedschappen, zooals tafels, kranen , windassen of takels , haken , kettingen , touwen , ketels, troggen, ringen in vloer en muren, enz.

Ijskelders, waarvan men in verschillende steden zoo groote verwachting gehad heeft, zijn bijna nergens noodig bevonden, en bijna overal waar zij waren, op den duur in onbruik geraakt. Voor groote vleeschwinkels kunnen zij zeer gewenscht zijn; in het slachthuis zijn zij, hier ter stede althans, zeer goed te missen.

Behalve de slachtlokalen, dc stallen (zie punt 4), do

-ocr page 31-

woningen der ambtenaren (zio punt 0), zijn lokalen noodig, penslokalen enz. gehecten , waar de zuivering der ingewanden , die in geen geval in de slachtkamers en den slachtgang geschieden mag, plaats heeft. Deze ruimten moeten geheel afgescheiden liggen van het eigenlijke slachthuis en van overvloedigen wateraanvoer, benevens de noodige waschtroggen enz. voorzien zijn. De ingewanden worden, na afloop van het onderzoek der inspecteurs of keurmeesters, onmiddelijk op kleine wagens er heen gebracht en moeten er ook onmiddellijk gereinigd worden.

Voor do varkensslachterij zijn afzonderlijke penslokalen noodig, in onmiddellijke aansluiting met de slachtlokalen.

De most en ander afval worden in, nabij de penslokalen liggende ruimten in vergaarbakken verzameld en op bepaalde tijden verwijderd.

Bovendien kan het niet anders dan zeer nuttig lieeten, als ook aan andere bedrijven, die met de slachterij in nauw verband staan, waarvan do verwijdering uit de stad voor bet minst zeer wenschelijk moet geacht worden, op of nabij het terrein van het slachthuis cene plaats moet aangewezen worden. Aldus de talksmeltenjen, lijni-ziederijen en dergelijke.

Punt Moeten aan de inrichting staUinr/ run ree en afslag van rleesch verbonden zijn ?

Veestallen zjjn aan het slachthuis dringend noodig. Het meest doelmatig zal het zijn, als de stallen voor runderen, kalveren en schapen zich aan weerszijden van liet gebouw bevinden waarin dit vee geslacht wordt, op eenigen afstand van en evenwijdig aan de twee rijen slachtkamers.

Het wordt dan regelrecht uit de stallen naar de slachtkamers gevoerd, die te dien einde, zooals reeds onder punt 3 vermeld werd, allo ecne buitendeur hebben tegen-

-ocr page 32-

26

over de stallen. Boven de versehillende stalafdcelingen moeten zieli afgesloten ruimten bevinden tot berging van veevoeder, zoodat de slachters hun aangevoerd vee met het meeste gemak kunnen opstallen.

De varkensstallen dienen nabij het varkensslachthuis te staan.

In elk der beide bovengenoemde groote stalgebouwen moet zich eene ruimte bevinden , die tot keurkamer bestemd is, en waarin liet vee, bij slecht weder of wanneer een nauwkeurig onderzoek dit noodig maakt, de keuring ondergaat.

Behalve de gewone stallen dienen er, op behoorlijken afstand van deze, afgescheiden stallen te zijn voor vee, dat wegens eene besmettelijke ziekte , waaraan het lijdt of verdacht wordt te lijden, afgezonderd moet worden.

Voor de slachting van zoodanig vee dient aan deze stallen een klein slachtlokaal onmiddebjk verbonden te zijn.

Afslag van vleesch behoeft niet aan het slachthuis plaats te hebben; maar doet zich daaraan werkelijk behoefte gevoelen, dan is er natuurlijk niets tegen deze zaak toe te laten en voor het publiek zoo geschikt mogelijk in te richten. Over liet geheel zou het een niet gerechtvaardigde last voor de ingezetenen moeten heeten, als de verkoop van vleesch enkel in bepaalde lokalen of hallen mocht plaats hebben. De vleeschwinkels blijven bestaan, maar onder toezicht van de inspecteurs of keurmeesters van het slachthuis.

Wel moet het slachthuis tevens de plaats zijn, waar alle vleesch cn alle bereidingen van vleesch gekeurd worden, die van buiten worden ingevoerd.

Uitgesloten van het slachthuis on zjjn terrein moet de paarelchslayferij blijven, waaraan zoo noodig een bepaalde standplaats onder bepaalde voorwaarden aangewezen zou

-ocr page 33-

27

kunnen worden en die in elk gevnl onder toezielit der inspecteuis of keurmeesters van liet slachthuis staat.

Puiit 5. Op welke (/rootte is de eerste aanlerj te maken en ojgt; irelli terrein of terreinen ?

a. De (jrootte. De volgende cijfers geven inlichting aangaande het aantal dieren, die hier ter stede geslacht worden:

In de 8 jaren 1867-74 door elkaar

In 1875.

genomen per jaar:

Runderen......

3528

3960

Kalveren......

3476

3444

Varkens ......

5034

6028

Schapen en geiten.

1638

1039

Deze totaalcijfers zijn echter lang niet gelijkelijk over do maanden en dagen van het jaar verdeeld.

Door giootslachtcrs worden geslacht:

Runderen tot 10 per week, tot 3 op één dag. Kalveren „ 10 „ „ tot 4 „ „ „

Door slachters worden geslacht:

Nuchtere kalveren tot 20 per week, tot 10 op één dag. Varkens „12„ „ tot 4 „ „ „

Schapen en geiten tot l r „ „

(NB. Voor uitvoer naar Engeland worden schapen tot 30 oji één dag geslacht.)

Door de gezamenlijke slachters worden hier ter stede oj) één daff hoogstens geslacht:

25 Runderen.

-ocr page 34-

28

22 Kalveren.

5 Schapen en geiten (de voor uitvoer bestemde schapen niet mede gerekend).

30 Varkens.

Met hot oog op de bovenstaande opgaven en op do sterke uitbreiding die do stad voortdurend ondergaat, schijnt een getal van 8 van de bovengenoemde slacht-kamers voor rundvee reeds bjj den eersten aanlog bepaald noodig te zijn. liet eigenlijk slachthuis zou dan bestaan uit 2 gebouwen , die elk een rij van 4 slachtkamers vormen en door een ruimen, overdekten slachtgang, voor het slachten van klein vee bestemd, met elkaar tot een geheel verbonden zijn. Daarbij komen dan de noodigc stallen, het varkensslachthuis met de varkensstallen , de lokalen voor ziek en verdacht vee , de penslokalen met de vergaarplaatsen voor mest en ander afval, een lokaal tot tijdelijke berging en afslniting van afgekeurd vleesch; bovendien de woning van den directeur, de woningen Voor don opzichter en deu portier en het kantoor der keurmeesters met een kamer voor de Commissie van toezicht. Tusschen deze gebouwen het noodige vrije terrein met boombeplanting.

b. Het terrein. Het slachthuis behoort in elk geval aan de grens der stad te liggen. Het in do bebouwde kom der gemeente te plaatsen, waarvan voorbeelden be staan, is in strijd mot de eerste eischen der openbare gezondheidsregeling. In alle opzichten, namelijk én voor de zindelijkheid, én voor den aanvoer cn afvoer respectievelijk van water en vuil , én ten opzichte van het verkeer op straat is de bovengenoemde plaatsing dringend noodzakelijk. De verwijdering van het spoorwegstation waar slachtvee hoofdzakelijk aangevoerd wordt, is geen overwegend bezwaar; kan het echter gevonden worden,

-ocr page 35-

29

dat bij oono overigens geschikte ligging die afstand niet groot is, dan is dit zeer aan te bevelen.

Van het grootste belang daarentegen is de keuzo van het terrein ten opzichte van het stroomend water.

Kan de inrichting niet zoodanig gemaakt worden, dat al liet in do slachtlmizen gebruikte water met het daarmee vermengde vuil en afval in vergaarbakken verzameld cn van daar vervoerd wordt, en wol met zoodanige regeling, dat deze wjjzo van bandelen blijvend verzekerd is, dan is liet volstrekt noodig, dat liet slachthuis zich ten opzichte van het stroomend water beneden do stad bevindt. Te Utrecht zal bijgevolg voor dit geval de westzijde dor stad zicli liet meest aanbevelen.

Punt lt;gt;. Kan een matlej tarief de houten ran oprichtiiaj en exploitatie dekken ?

De kosten van oprichting, zij \'t slechts bij benadering, aantegeven ligt buiten onze bevoegdheid. Van verschillende abattoirs in het buitenland zijn die kosten wel is waar bekend; maar er zijn zoo tal van omstandig])eden, die daarbij voor verschillende steden tot bijzondere uitkomsten geleid hebben, dat uit die kennis geen gemiddeld cijfer is optemaken.

De exploitatiekosten omvatten liet onderhoud der gebouwen en gereedschappen, de brandstoffen voor de varkensslachterij en de penslokalen en voor de machine voor den wateraanvoer, de verlichting, alsmede de tractementen der ambtenaren.

Als ambtenaren zullen onmisbaar zijn: een directeur, zijnde gediplomeerd veearts, die tevens stadsveearts en hoofdkeurmeester is en het algemeen toezicht over don geheelen dienst van bet slachthuis heeft, met vrije woning op hot terrein;

twee inspecteurs of keurmeesters, die beide naast den

-ocr page 36-

30

directeur met de keuring van het vee en vleeseh en met onderdoelen van liet toezicht aan het slachthuis belast zijn, maar van wie bovendien beurtelings de een meer bepaaldelijk de dageljjksche administratie der keuringswerkzaamheden voort, en de ander liet toezicht uitoefent op de vleeschwinkels enz. in de stad, benevens op de paarden-slachterij;

een opzichter en een portier, beide met vrije woning op hot terrein; voorts de noodige knechts.

Bij zoodanige regeling vervallen niet alleen de thans bestaande drie keurmeesters, maar bovendien de betrekkingen van stadsveoarts en van inspecteurs van het vee en vleesch.

De exploitatiekosten vormen met de renten voor de kosten van aanleg zeker geen gering bedrag. Eeno globale raming der inkomsten zal echter doen zien, dat de kosten van aanlog en exploitatie wol verbazend hoog zouden moeten loopon, zullen zij niet door do inkomsten althans voor een goed deel gedokt worden, zonder dat men daartoe liet tarief dor slachtgeldon onmatie: hoos:

o O O

behoeft te stellen. In het buitenland zijn dan ook tal van slachthuizen, die, ofschoon van gemeentewege opgericht en behoord, niet alleen de kosten van aanleg 071 exploitatie dekken maar bovendien nog vrij aanzienlijke baten opleveren.

Het bedrag der slachtgelden is in de slachthuizen in hot buitenland zeer verschillend. Dit is trouwens niet anders te verwachten, als men bedenkt, dat het in sommige slachthuizen er om te doen is zeer winstgevend te exploiteeren en daarbij niet alleen do ronton van liet kapitaal van aanleg en do exploitatiekosten te dokken, maar ook nog voor het uitkoeren van dividenden en voor amortisatie te zorgen, terwijl voor andere slachthuizen het hoofddoel der exploitatie is, zonder oenig geldelijk voor-

-ocr page 37-

31

deel, enkel en zoo goed mogelijk ten nutte der volka-gezoudheid werkzaam te zijn. liet spreekt van zelf, dat wij geheel en al de laatste zienswijze toegedaan zijn.

Bij eene inrichting van liet slachthuis, die den slachters de uitoefening van hun bedrijf in alle opzichten zoo gemakkelijk inogeljjk maakt en derhalve zoo min mogelijk weerzin wekt, achten wij het derhalve noodig, dat do slachtgelden zoodanig geregeld worden, dat de opbrengst van het slaclithuis in elk geval niet meer bedraagt dan do rente van het kapitaal van aanleg en de kosten van onderhoud en exploitatie.

Nu reeds een maatstaf ten deze a;m te geven is ondoenlijk. De volgende berekening, waarbij de slachtgelden — met inbegrip van de thans betaald wordende keurloonen — zeker niet te hoog zijn gesteld, is derhalve slechts als eene zeer globale raming der inkomsten van het slachthuis te beschouwen:

4000 runderen 8500 kalveren 0000 varkens

a f 1 50 . . /quot; 0000.— „ - 0.G0 . . - 2100. „ - 0.75 . . - 4500.—

1000 schapen en geiten „ - 0.40 . . - 400 — Per jaar, totaal . . . f 13000.—

De opbrengst van den afval en den mest blijft hier buiten rekening; zij zal echter bij verpachting eene niet onbeduidende bate opleveren.

Utrecht, 29 November 1S7G.

De Commissie van toezicht op liet vee en vleesch te Utrecht,

Namens de Commissie,

(w. g.) A. W. 11. WIRTZ, Rapporteur

-ocr page 38-

Bijlage II.

SLACHTHUIZEN.

SL A C HT-T A HIEF.

Inwoners.

Iurichtin«lt;.

Rentabiliteit.

PLAATSEN.

Ö c5

Hamburg.....

18(1,000

Algemeen lokaal.

fi0,000

Kosten gedekt.

f 0,43

0,13

0.13

Geut........

120,000

Slachtkamers.

40,000

7 pet. rente.

- 1.

ii

0,50

0,50

Brussel.......

240,000

Slaehtkamer.

90,000

20 a ii

- 2,96

1,92

0,96

0.96

Parijs (4 slachth.).

1700 (100

Cellen en gemeensch

1075,000

10« a

\'A ct.

a

%ct.

c t.

lokaal voor varkens

per kilo.

slachterij.

Ediinli ill\'s;.....

170,000

Idem.

150,268

Klein saldo.

- 0.30 of

- o,co

0.15 en 0,30

0,15 en 0 30

Glasgow......

395,000

Idem.

192,000

ii a

- 0 60

ii

0 22

0,22

Leitii........

35,000

Idem.

32,000

Klein deficit.

- 0,00

eu - 0,30

ii

0,30 en 0,15

0,30 eu 0,15

Versailles . , . . .

42,000

Idem.

41,000

8 pet rente.

- 2,25

1,54

0,72

0,96

Houaaii.......

100,000

Slachtkamers.

49,000

10 // „

- 2,55

ii

0,74

0,98

Lyon 2 (slachtli.).

320,000

Cellen en gemeensch lokaal voor varkensslachterij.

360.000

10 // n

— 2,55

quot;

0,40

0,98

Marseille......

2(i0,000

Idem.

528,000

18 i. //

- 1,68

ii

0,58

0,96

Milaan......

296,000

Idem.

69,000

6 a ii

- 1,47

1,05

0,63

1,15

WeeneVi (2 slaehth.)

578,000

Slachtkame»*.

107.000

2 a ii

- 0,84

ii

ii

ii

Munchen (5 slaehth)

180,000

Gemecnsfh. lokaal.

56 000

Geen rente.

a

ii

ii

ii

■Augsburg.....

47,000

Idem.

60,000

28 pet. a

- 1,74

0,75

0,17

0,57

Zurich.......

20.000

Idem.

18.000

Verlies.

per paar 2 40 en 90

ii

u

ii

40,000

Idem.

13,000

Geen rente.

f 0,27

ii

0,06

0,075

Stutgard .....

50,000

Idem.

74.000

ii a

- 1,02

0,51

0,76

Nurenberg.....

03,000

Idem.

10,000

ii a

n

ii

ii

ii

Leipzig.......

80.000

Idem.

18,500

a a

per paar f 1,62

ii

ii

ii

Geuève.......

42,000

Slachtkamers.

a

Kosten gedekt.

- 2,50

ii

0,60

1,25

Liegnitz......

25,000

Idem.

ii

ii a

- 1,20

ii

0,18

0,48

\'s Bosch ......

25,000

________

Gemeensch. lokaal.

ii

Klein saldo.

- 0,25

ii

0,15

0,20

0,f

o.v

0,1

-ocr page 39-
-ocr page 40-
-ocr page 41-
-ocr page 42-
-ocr page 43-
-ocr page 44-