-ocr page 1-

13 IJ D R A G E

T O \'V D li G E S C H I E I) li N ! S

VAN DKN

GRAFELIJKHEIDSTOL

ti-:

S P A 11 E N 13 A M ,

DOOK

MR. A. J. ENSCHEDÉ.

\\.

\\

-ocr page 2-
-ocr page 3-
-ocr page 4-

-------------

■V

quot;-Si l

1 h : ;■ \' ■ _ ^ r v . \'

.

_____

-ocr page 5-

.

v

.

/

-ocr page 6-

1 I

.

*

■ ! • ■■

\'

-ocr page 7-

BIBLIOTHEEK DER

RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT

De I leer Mr. L. Ph. C. van den Bergli1 zegt, „dat in het Frankische rijk zoowel de groote stroonien, waarlangs de groothandel werd gedreven, als de hoofdwegen. Staats- of Koninklijke domeinen waren. Deze konden door ieder gebruikt worden, mits den tol betalende, welken niemand gerechtigd was te ontvangen dan de Vorst, die daarentegen voor het onderhond van bruggen en ponten zorg droeg en vrijgeleide gaf. Kleinere land- of waterwegen konden aan anderen toebehooren, die aldaar ook tol konden doen heffen. In Nederland waren de volgende hoofdstroonien als Koninklijke waterwegen erkend: Rijn, Waal, IJsel, Lek en Vecht, de Zuiderzee, het Vlie, de Maas en de Schelde. Langs die waterwegen vindt men oorspronkelijk alleen rijkstol-len, namelijk te Smithuizen, Lobith, Deventer, Nijmegen, Tiel, Bommel, Dorestadt, Utrecht, Muiden, Medemblik en misschien ook te Stavoren; voorts te Maastricht, wellicht ook te Kugh , te Geervliet en , voor de Schelde , te Tholen.

Daar die stroomen dus vrije Koningsbanen waren , op welke geene bijzondere tollen mochten geheven worden, begrijpt men, hoezeer het als een zwaar vergrijp tegen de staatsregeling en als stroomroof beschouwd werd, toen graaf Dirk ill van Holland in het begin der i i\'ic eeuw (1015) te Dordrecht, dat hij wederrechtelijk ingenomen had, eigenmachtig een tol instelde.

\' Haiull). der Middel- Ned. Geographic ii0. Leiden, 1852, pag. 10Ö.

BIJDRAGE TOT DE GESCHIEDENIS

VAN DEN

GRAFELIJKHEIDSTOL

TE SPARENDAM.

i

-ocr page 8-

Langzamerhand trokken de Hollandsclic graven de recliten aan zich, die den Duitschen Keizer toekwamen, en zoo geraakten zij ook in het bezit der tollen, die eene voorname inkomst der Grafelijkheid opleverden.

De tolrechten, welke geheven werden, waren zeer verschillend; niet alleen van de goederen waarmede de schepen bevracht waren, werd tol betaald; maar ook van de schepen zelf, al naarmate het roer was, waarvan zij voorzien waren, 1 werd weder geld, havengeld, voertol, geheven. Er waren ook land- en markttollen, welke geheven werden van de op de markt te koop gebrachte waren, en die alleen dan niet werden geheven, wanneer de vrije markten invielen, welke de Graaf, bij handvesten, aan de steden toestond.

De tollen op de stroomen waren zoowel voor de in- als uitgaande koopmanschappen , en werden steeds tweemaal geheven: eens in het zoete en eens in het zoute water. Hiervan waren alleen vrijgesteld de poorters van zulke steden, die vrijdom van tol hadden erlangd, wanneer zij goederen vervoerden, die toebehoorden aan poorters van dezelfde stad. Ten einde iedere ontduiking onmogelijk te maken, moesten de schippers een verklaring of tolbrief kunnen overleggen van hunnen magistraat, inhoudende den naam zoo van den schipper als van het schip, alsmede den inhoud en soort der lading, en aan wien die toebehoorde. Deze tollen waren dus in den GrafelijUen tijd eigenlijk Kantoren van in- en uitgaande rechten.

Als grafelijkheidstollen komen in de eerste plaats in aanmerking die van Geervliet en Yersekeroord. Geervliet, gelegen in den lande van Putten, met zijn wacht te Stryenmonde, beheerschte de monden van Maas en Rijn. Yersekeroord bij Goes, op Zuid-Beveland, was de Scheldetol. Hierbij kwamen de tollen van Dordrecht, van Gorknm en van Ammers, welke laatste naar Schoonhoven is verlegd. De binnenlandsche handel werd dooiden tol te Gouda, met hare wachten te Sparendam, en later te Muiden, zeer lastig gevallen, in het Noorderkwartier vindt men als watertollen genoemd: Medemblik, Amsterdam en Muiden. Laatstgenoemde tol komt reeds voor in 975, in een brief, waarbij Keizer Otto II de gift door Koning Otto I aan de kerk te Utrecht gedaan, bevestigd. 2

Medemblik wordt genoemd in een brief van Koning Otto lil van 26 Juni 985 % waarbij deze aan Graaf Ansfried schenkt een deel in den tol, de munt en de cijns te Medemblik. Deze tol komt nog voor in een charter waarbij

1

Dc schcpcn hadden toen namelijk staundc roeren, lepelroeren en hangende roeren of handroeren.

2

Oorkondenboek v. Holl. en Zeel. I). I. 1gt;1. 33.

-ocr page 9-

de Graat\' beveelt het Oosterselie en het Stiehtsche hier te Medemhlik of te Amsterdam te vertollen. Dit is de eerste maal, dat men melding vindt gemaakt van den watertol te Amsterdam. In 1399 den\'1011 Januari, bepaalde Hertog Albrecht van Ueieren , dat allen , die met hunne schepen en goederen het Marsdiep of het Vlie bezochten, veilig zonden kunnen opvaren naar de stad en haven van Amsterdam , zonder iets anders te betalen dan \'s Graven rechten tolle van Amstelredamme. 1 Aan deze bepaling, van vrij door het Marsdiep te varen, werd een einde gemaakt bij het hervormingsedict van Filips van 1595 -, alwaar staat: „lin dat tegenwoordig, en ook sedert lange, vele kooplieden van verscheiden landen , met groote menigte van koopwaren, door \'t Marsdiep inkomen, en van daarnaar Kampen, naar Deventer in onze stede van Amsteldam en elders langs onzen stroom en wateren, varen, zonder ons eenige tolrechten te betalen , \'twelk, eene onredelijke zaak is, die wij niet langer willen verdragen in eeniger wijze, hoe het zij; wij hebben na deliberatie en advies als boven bevolen, en bevelen, dat alle degenen, die over onzen stroom het Marsdiep in- en uitvaren, en geen tolvrijheden hebben, of die geen van onze andere tollen of wachten op de zoute wateren hebben aangedaan, van nu voortaan den tol zullen betalen van alle hunne waren en koopgoederen, op dezelfde manier en forme als zij doen zouden op onzen tol van Geervliet, als zij dien langs voeren, en wij bevelen, dat onze voorn. Stadhouder ende luiden van den Rade beramen zullen bekwame plaats en gelegenheid om onzen voorn, tol te ontvangen. „Of hieraan ooit gevolg is gegeven, blijkt niet, en liet is te vei moeden, dat het aan Amsterdams invloed te danken is, dat het Marsdiep vrij bleef en geen tol aldaar werd opgericht. Uit het hervormingsedict van Filips blijkt, dat, toen de Amsterdamsche tol niet meer bestond, en de schepen vrij door het Marsdiep voeren, toen ook de tol te Medemhlik was opgeheven. Wanneer echter deze tollen hebben opgehouden te bestaan, is niet met zekerheid te bepalen. Amsterdam kon vrij door de schepen worden bereikt, en om nu te beletten, dat van Amsterdam uit alle waren zonder tol te betalen naar binnen werden vervoerd, waren de binnenvaarten, gelijk wij later zullen zien, gesloten, en kon men alleen van Amsterdam uit westwaarts door Sparendam varen, alwaar tol geheven werd.

Van de tollen, die na den Grafelijken tijd nog voorkomen, was die van Yersekeroord de zuidelijkste en waren zijne wachten geplaatst te Vlissingen , Welsinge, Soutelande, Rammekens, Arnemuiden, Ter Vere, Cats en

1

v. Mieris, III. bl. 712, Wagcmuu\', Ikschr. v. Amsterdam, 1. 1). bl. 137.

-ocr page 10-

4

Valkenisse. Daarna komt de tol van Geervliet, dien Keizer Frederik I in leen gaf aan Graaf Floris III. Onder de wachten van dezen tol behoorde die te Ammers, welke omstreeks 1400 naar Schoonhoven is overgebracht; de tol tt Almwoet, in 143a naar Geertruidenberg overgebracht; de tol te Woudrichem, die naar Gorkum is verplaatst, benevens nog andere minder belangrijke wachten. De tollen te Dordrecht, Niemantsvriend, Heusden en VVeesp schijnen op zichzcllstaande tollen geweest te zijn. Er waren ook nog bijzondere bier- en vischtollen, zoo als o. a. te Rotterdam. Daar het bestek van dit opstel echter niet toelaat al deze tollen in het bijzonder te behandelen, zullen wij ons bepalen tot de geschiedenis van den Goudschen tol en inliet bijzonder tot die van een zijner wachten, den Sparendamschen tol, hetgeen daarom te minder bezwaar oplevert, omdat iedere tol zijn eigen geschiedenis niet alleen, maar ook zijn eigen tarieven had; zoodat niet alle artikelen te Geervliet en te Gouda hetzelfde recht betaalden, maar er zelfs waren, die aan den eenen tolvrij doch aan den anderen tollastig waren. Te Gouda werden twee tollen geheven: de Wasscnaarsche en de Grafelijkheidstol. Volgens C. J. de Lange van Wijngaarden 1 was de Wassenaarsche tol eene stichting der Burggraven van Leiden, en werd die te Leiden aan de Goudsche sluis en te Alphen ontvangen. Filips van Wassenaar kocht in 1339 het Burggraafschap van Leiden van Willem van Henegouwen, aan wien het vervallen was, en verkreeg hierdoor de tollen op den Rijn, benevens die aan de Goudsche sluis en te Alphen, die daarvan de wachten waren. Den i/den Dec. 1616 verkocht de Prinses van Ligne Vrouwe van Wassenaar en Burggravinne van Leiden, de Wassenaarsche tollen aan de Staten van Holland en Westfriesland voor 100.000 gulden. Uit de koopacte blijkt, dat die tol geheven werd te Leiden, Gouda, aan de Goudsche sluis, te Alphen , te \'s Molenaarsbrug en aan de Zijlbrug, en verpacht was voor 10.000 gulden \'sjaars; na dien tijd werden de Wassenaarsche tollen met die der Grafelijkheid vereenigd.

De Goudsche tol is volgens sommigen ingesteld door de Heeren van Gouda uit den huize Van Knik ~, die reeds dc wacht op Sparendam zouden hebben gehad; volgens anderen echter zou genoemde tol ingesteld zijn door Heer Jan van Beaumont, die in 1306 de Heerlijkheden van Schoonhoven, Gouda en Tholen verkreeg van zijnen broeder Willem III, en die tot het innen van den tol het slot te Gouda zou hebben gesticht. Volgens Walvis kreeg

1

Beschrijving der stad Van der Goude D. 11, hl. 359.

- Zie Walvis, Ueschr. der stad Gouda 4°, Gouda 1713. — v. Mieris, IScsehr. der stad l.eiden. Deel 11, bl. 772 in de nnot.

-ocr page 11-

Jan van Beaumont bovendien bewilliging tot het oprichten van den tol niet alleen, maar ook tot het maken van de sluizen te Gouda. Daar echter genoemde schrijver, tot staving zijner mededeeling, zich slechts op een oud verhaal van een ongenoemde beroept, dat op het Archief van Gouda zoude berusten, kan men hierop niet met historische zekerheid afgaan Voor het verhaal van Walvis pleit evenwel het plaatsen van de wacht te Sparendam; want het is waarschijnlijker, dat de Graaf van Holland vergunning zal hebben gegeven aan zijnen broeder om buiten zijne Heerlijkheid in het Graafschap Holland een wacht voor zijnen tol te plaatsen, dan dat hij zulks verleend zoude hebben aan de vroegere Heeren. Jan van Beaumont, Graaf van lilois (overl. 1356), gaf in 1349, op St. Lambrechtsdag, aan Jacob, zijnen knaap, eene rente op den tol te Sparen,lam, 1 en in 1363 schonk zijn opvolger aan die van Stavoren tolvrijheid aldaar.2 Hieruit blijkt, dat Jan van Beaumont in 1349 de wacht te Sparendam bezat. Of deze nu aldaar is opgericht na het dichten van den Sparenmond in 1285, of dat zij reeds vroeger in Haarlem was gevestigd, zijn vragen, die niet ligt beantwoord zullen worden. Het o u Is te stuk, in het Haarlemsche Archief over den Sparendamschen tol voorhanden , waaraan echter de dagteekening ontbreekt, is een rekest aan Filips van Bourgondie \\ waarin verwezen wordt naar den toestand van genoemden tol onder Albrecht van Hcieren, onder wiens regeering in 1397 de Heerlijkheid Gouda en de tollen aldaar aan de Grafelijkheid vervielen door het uitsterven van het laatste mannelijk oir.

Vrijdom van tollen voor hare schippers te bekomen, was niet alleen het streven van iedere stad, maar men trachtte ook te beletten, dat andere steden dezelfde vrijheden verkregen als die, welke men zelf bezat. Gelijk Haarlem deed, zoo deden ook de andere steden, en wanneer wij dus de handelwijze van Kennemerlands hoofdstad nagaan, krijgen wij een duidelijk begrip van den algemeenen toestand.

In de tollen vonden de Graven juist een der voornaamste bronnen hunner inkomsten, welke in dit geval tot op zekere hoogte lijnrecht tegenover die der schippers stonden, en vandaar dat dezen steeds trachtten vaarten te gebruiken, die hen vrijstelden van de verplichting den tol aan te doen; terwijl de Grafelijkheid er op uit was, het varen langs dergelijke wegen „Verboden Binnenvaartenquot; genoemd, te verhinderen. Bij de belangen der Grafelijkheid voegden zich , zooals wij later zullen zien , ook de belangen van sommige steden , ten

1

Rijksarch. reg. II. II. lilois, f0 l!v0.

2

• Ibidem.

-ocr page 12-

6

einde de doorvaart tc behouden en, bijgevolg, brug- en andere gelden te omvangen, Onder deze bekleedde Haarlem eene eerste plaats. Genoemde stad verlangde voor hare schippers een vrij en onbelemmerd verkeer, doch wilde dit geenszins toestaan aan vreemden , en toch moesten deze zich zoo min mogelijk in Holland kunnen bewegen zonder Haarlem aan te doen. Zij had dus belang bij de handhaving der tollen, omdat daarvan het voortdurend gesloten houden der Verboden Binnenvaarten afhing; terwijl de tollen op zich zelf genomen haar eerder lastig dan wel dienstig waren. En dat was voornamelijk het geval met den tol te Sparendam. Reeds bij het charter, gegeven op St. Clementsdag 1245, had de stad Haarlem voor hare poorters vrijdom verkregen van alle tollen zoo te water als te land, welke te dien dage in de macht van den Graaf van Holland waren, 1 welk recht later bevestigd werd bij het handvest van Kloris V van Saturdach na den 8stcn dag na Paschen 1290 2, waarbij hij bevestigt al dien vrijdom van tollen, dien de Haarlemers tijdens zijn vader en diens ouders reeds bezaten. Daar er op het Haarlemsche Archief geen spoor te vinden is van eenig proces over vrijdom van tollen, schijnt dit recht der Haarlemers nimmer betwist te zijn; alleen vindt men op 1524 een proces over het recht van „ankeraadjequot; of ankergeld, dat door den tolontvanger van Sparendam was gevorderd, doch door de Regeering van Haarlem, krachtens de privilegiën, als onwettig was geweigerd.

Alhoewel niet tot de tolrechten behoorende, had Dordrecht van Graaf jan 1 in 1299 een belangrijk privilegie verkregen, namelijk, dat alle wijn, koren, hout en voorts alle goederen, die langs de Merwede en de Lek nederwaarts werden gevoerd, niet door de tollen van Geervliet of Stryenmonde mochten varen , zoo die niet eerst ce Dordrecht te koop waren geweest. Dit werd het Stapelrecht van Dordrecht genoemd. Dientengevolge moesten de schepen altijd te Dordrecht lossen, hetgeen veel tijd en geld kostte. Hiertegen kwam Haarlem met de meeste Hollandsche steden op, en bij uitspraak van Hertog Albrecht, gedaan op Vrijdag na Nieuwjaarsdag 13943 werd de vrijdom der Hollandsche steden met betrekking tot het stapelrecht erkend, hetwelk door Willem van Beieren, op Dinsdag na St. Victorsdag 1394 nader werd bevestigd. Hierop grondde de stad Haarlem voornamelijk haar recht van vrije lading, waarbij bepaald was, dat de I laarlemsche schippers in alle steden en havens en op alle rivieren en stroomen vrij lading mochten innemen of lossen , een recht, dat aan Haarlem dikwerf werd betwist en telkens aanleiding tot lang-

1

Hamlv. v. H. bi. 1.

2

Hamlv. v. I-I. lil. 29.

3

Hamlv. v. H. lil. 49.

-ocr page 13-

7

wijlige procedures gaf, waarbij echter steeds het Haarlemsclie recht werd erkend.

Voor hem, die eene bijzondere studie verlangt te maken van het recht van vrije lading, mogen deze bundels, op het Haarlemsclie Archief onder de procedures gerangschikt, iets aantrekkelijks hebben, wij voor ons vinden eene opsomming van die stukken te dor en te vervelend, en verwijzen dus liever naar den Inventaris van het Gemeente-Archief.

Waren de Haarlemsclie schippers al vrij van tol, wanneer zij voorzien waren van den tolbrief, inhoudende den naam van liet schip , alsmede dien van den schipper, benevens opgave van de ingeladen goederen en den datum der afgifte, zulks kon echter niet baten voor vreemde schippers, die goederen te Haarlem ter markt brachten. Deze moesten óf den Goudschen óf den Sparendamschen tol doorvaren, en daar zij, terugkeerende, wederom rechten moesten voldoen , had de Haarlemsclie handel er groot belang bij , dien Sparendamschen tol opgeheven of verplaatst tc zien.

Als een bewijs, hoezeer de stad Haarlem wel voor hare poorters vrijdom van tollen wist te bedingen, maar deze vrijheden niet gaarne tot iedere andere stad zag uitgebreid, kan strekken het charter in het Haarlemsclie Archief berustende 1, waarbij Jan van Brabant op den ii\'icn Februari 1424 belooft, geen vrijdom van tollen te zullen geven aan steden, landen of lieden, buiten de palen van Holland en Zeeland gelegen.

Den 4\'iL\'quot; Juli 1456 vaardigde Filips van Bourgondië een plakkaat uit, waarbij hij beval, „dat nyemandt wye zy zijn, zijn zy tholvry oft nyet, tot gecnen tyden by dage noch by nachte voorby eenige van onfen thoilen van Gorclnmi, Schoonhoven, Goude, Geervlyet ende Yersickeroort noch den wachten van dyen (waaronder Sparendani behoorde) invaeren (\'onder Vieur zeylen tc ftryeken ende onze tliollenaers volcomelycken binnen heuren (chepen te lacten bezyen wat goeden zy daer in hebben (eggende waeraclitelyck wye dye toebehoren waer zy daermede vaeren willen ende daer van voirs te doene t\'gundt, dat zy van rechtswegen (chnldich zijn van doene. Giek mede, dat nyemandt binnen onzer (lede van Gorcluim, Schoonhoven, Goude en Geervliet voirs eenige goeden en laeden ontlaeden noch oock mit eenige (cheepen ende goeden uytvaeren noch innecommen van boven noch beneeden fonder voor onfe voirf. tliollenaers te commen enz. op die peyne van tegens ons te verbeuren by elek van den geenen die boven olf tegens eenige van de poineten bevelen ende geboden boven genoempt doen (uilen heure voors (cheepen ende goeden ende daertoe noch dye (bmme van vijfttich onfer gouden leeuwen, alfoo dieke ende inenychwerfT alst gefchyen (al.quot;

Voorts beveelt de Graaf, dat niemand tolvrije goederen voorbij een tol mag voeren zonder bewijs, aan wie die goederen behooren , en zoo de eigenaar

1

Inv. d. 1 11° 103.

-ocr page 14-

aanwezig is, zal hij zijn tolbrief moeten toonen ,daar anders van de goederen betaald moet worden. Omtrent dezen tijd moet gesteld worden liet rekest der Haarlemselie Regeering (hier voren reeds vermeld) 1 over den Sparendam-tjChen tol, waarbij zij verzoekt, „datalle deghene die mit hoeren feepen ende goeden door Sparendam varen willen ende lollen of laden willen binnen Haarlem, dat die mit hoeren goede vryvaren en moighen oick hoe die goeden genoempt moighen wefen fonder eenigen tol tot Sparendam dair off te geven uutgenomen die uit hoeren goeden fuutwerts varen willen, dat fy aldair laden die en lullen gheene lol dair alT geven, hoich doerluchtige vorst ende lieve genadige heer, dit heeft uwer genaden llede van hairlem gecostumeert gehat by tyden hertoge Aelbreehts faliger gedaehten, doe zy dye tol van der graeflieheit in pachte hadden ende oiek by tyden heeren bertouts van Aflendelff dair Uwe goede llede van hairlem dien tol off in paehte hadde vereregen toen heer baertout die van de Graeflieheit van hollant lijn leven lan.k gedurende verwerven hadde, ende all\'o by doede van defelve heer baertout van Allendelff, die voirs. tol van Sparendam weder geeomen ende verfturven was an Uwe vorllelieke genaden als weder an der graeflieheit van hollant, fo hebbe Uwe genade gelieft met denfelven tol van Sparendam te verfien ende die te geven joffr. Aliden Direk Potters, hoir leven lanck ende na hoire doet dan die te comen ende te verderven opten voirs direk Potter hoiren man. Lieve genadige heer om vele fcarpen ende onbehoirlyeker inconvenienten inde nieuwe hantieringe, die men uw voirtfet inde voirs. tol, die hier voertijts niet en pleghen te wefen, dair by Uwe onderdanige llede van hairlem te gronde verderfft wort, mits denwelkeu hoir exeifen te mael te nyete gaen, ende ongelijck veel mijn ghelden dan zy plaghen te doen, vermits den inbreeck van dele tol, want men en acht inden voirs tol huide sdaegs niet die oude voirs costume die uwer genade llede van Hairlem over tfedieh jaire herwerts gecostumeert heeft met nemen dair off tol nyemant des te verdragen tot groten fware hinder fchade en verdriet uwer llede van hairlem, mede fo neempt men daghelicx dair tolle van voghele van visch van vleisch ende andere provancie ende van andere cleyne comanfcippen van draff ende van dver gelicke van de ommefitte omtrent Hairlem, dye omtrent Hairlem den markt verfoe-ken willen ende dat men van dair deur Sparendam duer voert, dat men nye geplogen en heefft out dele. Lieve genadige heer fo fchuwent nu die gelrefle die llichtfedie vriefen ende die van andere naden ende die mit proviande ende alrehande cleyne eommanfeippen, die de goede llede van Hairlem pleghen te verzoeken, dat zy dair nu niet en coemen om des inbreux wille van den voirs. tol ende hieromme fo arresteren die ghelrelle ende die vriefen airede den poorteren van hairlem ende die flichtfe ende vriefen beghinnen in vorme van wrake ende wederpandinge tollen te letten alleen op den poorteren goede van Hairlem die zy dair bringhen, dat zy niet en deden vor Joffr. Aliit. voirs au delen tollen quam, want men zet ende neempt in Vrieslant te

1

Inv. G. A. D. I 110 262.

-ocr page 15-

9

tolle van elke broutc bier 5 gulden vlaems, dat niet te voren en was om des tols wil.quot;

Na den Hertog op vrij nadrukkelijke wijze den spoedigen ondergang van Haarlem te hebben voorgespiegeld, vervolgt het rekest aldus:

„Item dat Uwe genade Uwer (lede van hairlem dyen tol in ene ewige pacht wille geven om sulc redelic geit thans by uwer-generale rentmeester van hollant,gelic zy in voirleden tyden der graellicheit tsiars plaecht uut te raken ende dat fo te doen bebrieven alst behoort. Ende gelieve Uwe genade dan joftr. Alyde ende Dirck Potter voirgn. dair off te verlijftoehten, fo willen Uwer genade Burgemeesters leepenen ende raide Uwer ftede van Hairlem die nu zijn off namaels wefen (uilen hoir goede beta-linge daeruut jairlicx doen ende hoir dat alfo bebrieven ende bevestigen ah- dat behoirt.quot;

Mocht de Hertog bezwaren hebben tegen de verpachting, dan verzoekt de Regeering, dat hij de oude, door hen vermelde, costumes mocht veranderen in een Haariemsch privilegie. Zijn er redenen, waarom de Hertog den tol van Jufvrouw Aleid niet terug kan nemen, dan vraagt de stad Haarlem een mandement, bepalende, „dat alle dieghene die mit hoire fcepen ende goeden deur Sparendam varen en keren willen en tol (chuldich fijn, dat zy van hoire goeden tol geven (uilen na ouder gewoonte, behoudelie dat alle die ghene diebyn-nen der (lede van hairlem goeden loÜ\'cne ortquot; provande dair ter maret brengen, dat die met hoire goeden vry varen en keren moighen , oick hoe die goeden ghenoemt moghen welen (onder eenigen tol tot Sparendam dair ofF te geven, uutgenomen die mit hoire goeden off provande (uiuwerts varen willen, dat die horen tol gheven (uilen den fy fculdieh fijn na ouder eostumen ende gewoonten, ende alle die gbenen die goet tot hairlem brengen ende weder deur Sparendam mit hoire goeden varen willen dat zy aldair laden, die en (quot;uilen ghene tol dair off gheven.quot;

Dit rekest der Haarlemsche Regeering hebben wij bijna geheel teruggegeven, omdat daaruit niet alleen blijkt, dat de geschiedenis van den Sparendamschen tol over een tijdvak loopt, waarover wij zeer weijiig bezitten, maar dewijl we daaruit ook de bezwaren leeren kennen, die bij de Regeering tegen den tol bestonden , alsmede hetgeen door haar gedaan werd om die op te heffen.

Van alle vreemde schepen, die door den Sparendamschen tol voeren, werd volgens tarief tol geëischt.

Haarlem verlangde, dat dit niet zoude geschieden van hetgeen binnen de stad verkocht werd of onverkocht terug werd gevoerd , doch alleen van hetgeen zuidwaarts naar Leiden, Gouda of elders werd doorgevoerd, een eisch , die de stad grondde op oude usantiën. In hoeverre die usantiën reeds in 1349 onder Jan van Beaumont bestonden, weten we niet; waarschijnlijk bestonden ze toen niet, daar de Regeering de geschiedenis begint op te halen van den tijd af, dat zij den tol van Hertog Albrecht in pacht had. Deze verpachting was een tot nu toe geheel onbekend feit, doch het juiste tijdstip er van te bepalen is niet wel mogelijk. Haarlem had wel in 1400 voor den tijd van tien

2

-ocr page 16-

IO

jaren de sluizen en visscherij te Sparcndain van den Hertogin pacht gekregen , welke pacht strekken moest tot teruggave der 4446\'Frankische schilden dooide stad den Hertog voorgeschoten 1 , doch hierbij wordt de tol niet genoemd.

Waarschijnlijk 11 cc Ft de stad eerst in 1402 den tol van Hertog Alhrecht in pacht gekregen tot terugbetaling dör 6000 floll. schilden , hem door de stad geleend ten behoeve van zijn tocht naar het land van Arkel en het bezetten van Gonnchem. 2 Vermoedelijk heelt de Stedelijke Regeering gedurende deze pacht het gebruik ingevoerd om geen tol te heffen van goederen, die te Haarlem ter markt kwamen of, onverkocht, den tol weder passeerden. In 1418 is de Sparendamsche tol verpacht en hiervan bezitten wij de volgende acte:3„Johan en Jacob doen condt allen luden, dat wy bevolen hebben, bevelen ende verpachten mit defen brieve onfen geni\'nden Aernt van (Jent ende Florys Kijfhoek onfe tollen van Woudrichem, van Seoenhoven, van der Goude, ende van Sparendam mit allen horen wachten ende toebehoren. te bedriven, en te bewaeren, of te doen bewaeren tot onser eeren ende oirbar, ende dair of op te luieren en t\'ontfaen alle nntfeippen ende profyten als recht ende enlhimelick is, behoudelick eenen ygelieken fnlke vryhede als hij van onCen voir-vaderen Graven van Mollandt ende van ons heeft, des en fnllen onfe Tollenaers voirsf. geen tollen nemen van eeniger provaneie toebehoorende eenige Vuerllen ofte lleeren onfen magen die tot hier toe vrij gevaren hebben. Item foe fnllen onfe tollenaers alle verbenrnefle die voir onfen tollen of wachten gefchien ons of onfen Raede aanbringen, En wes wy of onfen Raede dan ondervinden dat dair af verbnert fy, dair all\' fnllen wy hebben eene helft en onfe Tolnairs voorsz. die ander helft mar wairt dat onfe Tolnairs dair of heymelie verdingh maecten, dat men in der wairheyt bevonde, fo fonde hy ons dair voir alio veel wedergeven, als dat voirs goet waerdieh waer, fonder den Tolnaers voirsf daer yet of te hebben, wairt oick dat yemand clagede dat hem meer afgenomen wair dan recht is, fo fnllen wy dan den Tolnaers voir onfen Raide dairof ter antwoorde ontbieden en vindt men dan in der waerheyt dattet fo is fo fnllen die Tollenaers dair voir geven twee werven alfo veel gelds als fy den anderen afgenomen fnllen hebben dair wy of hebben fnllen een helfte, en die Clager voirsz. dander helfte.

Mede fynt voinvaerden wairt dat binnen der tyt van defen pacht eenigerhande oorloge oprefen, of dat yemand eenige vryhede vererege van tollen rechte fo dat die Tolnairs dair kenliken (cade by leden, fo fnllen wy hnn verlet dair voir doen als fy des vermanen by twee van onfer Rade en by twee goede mannen die die Tolnairs voirs daer toe nemen fnllen, en die (cade fnllen wy hnn korten van horen pacht. Ende van defen voirs of hoir erven jaerlix nytreyeken ende betalen die fomma van twee en veertieh hondert nye hollantfe gonde feilde led gedagen off

1

Zie v. Oosten dc Rruyn D. I. 1)1. 202, Inv. Gcm. Ardi. 11° 58.

2

Inv. Gem. Arch. I). I. n0 64.

3

Libcr comniisstomim vim 142a. f. 37 op liet l\'rov. Areliiel\' van Noord-Mollaml.

-ocr page 17-

II

payement l\'oirre wairde, to betalen tot twee terminen van den jare, alle die een helFte upten heyligen jaersdach nadat dele pacht ingegaen Tal wefen ende die andere helfte te Sinte Jansdage te midfomer daer nae ende allo voirt van jare te jare den tyt van delen pacht duerende of binnen acht dagen na elcken termyne onbegrepen Behoudelic dat sy den eerllen dach na ingang des paclits verfchinen lal gt; betalen fullen na den loop van der tyt dat l\'y onfe tollen voirnoemt in pachte gehad lullen hebben, van welcken pachte en Ibmme gelts voir? onfe Tolnairs voirs jaerlix uytryckcn ende betaelen lullen alle alfulcke renten en leen, als onfe lieve Meer en vader Hertoge Willem laliger gedachten, ende wy mit onfen brieven dair op bewyst hebben, Oic lullen dieghene die aldair geprovent fyn horen cost hebben na inhouden hoirre brieve Ende Ib wes onfe Tolnairs voirs onfen Treforier van Ilollandt tot onfer behoef of dengenen die dair renten of leen op hebben als voirs is uytryckcn fullen, dair fullen fy quytantie van hem ofnemen dair wy hem mede quyten fullen in hoirre reeckeninge, die fy ons doen fullen van den pachte voirsz., ende onfe Tolnairs fullen onfe Tolhuys dammen ende hoofden, en in goede rake houden, en Ib wanneer fy vervallen ende gebreck hebben dat noot is te beteren, dat lullen fy onfe Raden aanbrengen, ende by hoeren goetduncken doen maeken ende verbeteren, ende lb wes fy dair an uytleggen fullen mit befceinre reeckeninge te bewifen, dat fullen wy hem doen corten ter eerllen termine van den pachte voirsz. En dele pacht lal ingaan up den achtften dag nadat die onrust ende gc-fchil die llaen tuUchen ons, en onfen oom van Beyeren dien van Dordrecht en anders fyn mede hulperen gellicht ende gefoent fullen wefen en gedueren van jairs. dage dair naestvolgende drie jaer lang fonder arglist, in oirconde gegeven in den llage opten twaelfilen dach in Augusto int jaer achtien.quot;

Toen dc tol gegeven werd aan Baartout van Assendelft, die in Haarlem tot de regeeringsleden behoorde, zal dc Regeering gemakkelijk van hem de voortzetting der nsantie hebben verkregen, hetgeen niet het geval zal geweest zijn, toen de inkomsten werden gegeven aan Jufvrouw Aleyd, huisvrouw van Dirk Potters 1, die getracht zal hebben zooveel mogelijk uit den tol te ontvangen. Het is dan ook onder haar bestuur, dat de Kegeering hare klachten indient en tot herstel aanbiedt den tol in pacht te nemen en van de pachtsom aan Jufvrouw Aleyd eene lijfrente uit te betalen. Dit was het beste middel, omdat het de meeste kans van slagen had, daar het grafelijk belang hierbij niet uit het oog werd verloren. Met tweede middel was voor Haarlem even goed, doch bracht den Graaf geen voordeel aan. Daar Baartout van Assendelft in 1443 het laatst als Schepen voorkomt, en na dien tijd niet meer onder de leden der Regecring wordt aangetroJFen, is het te vermoeden, dat hij kort hierop is overleden, en het bestuur van Jufvrouw Aleyd toen is begonnen.

1

Dirk Potter Philipszoon is 9 April 1500 onder cunucclc gesteld (stedekind gemaakt.)

-ocr page 18-

Het rekest had geen uitwerking hoegenaamd, en daarom besloot de Haarlenische Regecring een accoord met JutVrouw Aieyd te treilen, waarbij eerstgenoemde zich verbond jaarlijks eene schadeloosstelling te betalen voor de schepen, die goederen in Haarlem ter markt brachten, en niet verder doorvoeren. Zulks blijkt uit de navolgende posten der Thesauriersrekeningen over 1471.

„Item betaelt. Gerryt van Bcrckenro, Rentmeester van mijns genadigen heeren wege van eene halve jaer pacht, die mijnen genadigen heere verschenen is van den toile tot Sparendam na nuytwisen der brieve dairaf gemaict tusfehen der stede van llairleni ende jonevrcui Alijt potters, van den guene die hoir marct tot Hairlem mit hoire goederen versouke xxv Ryns guld f. xxxm oC vi st. vm p.

1473. Item. betaelt van den tolle tot Sparnedam van een heel jair pachts van den goeden die hier geladen of gelost worden die tolvry varen aldair cC xx Ryns gulden f. xcin cfL vi st. vm p.quot;

In 1472 had Haarlem aan Karei den Stoute geleend 192,200 gouden Bourgondische schilden, cn daarvoor lijfrenten op de stad verkocht. Blijkens open brief van 6 Augustus 1472 1 had zij hiervoor in pand ontvangen de markttollen binnen Haarlem, jaarlijks in pacht geldende 8 pond van 40 gr.; het klerkambacht aldaar, jaarlijks geldende 60 pond; liet veer te Sparenwoude, verpacht vour 80 pond; den tol te Sparendam „die dit leste „jair bedient is geweest op Rekeningen en de dair af gecominen is hondert en sestich ponden munte voirs.quot;; den thynspenninck der landen en erven, verpacht voor twee pond twaalf schellingen, benevens het overschot van de pacht van de landen van het Vroonegeest. Uit dezen brief blijkt, dat sedert de tol aan de Grafelijkheid was teruggekomen, deze nog niet was verpacht, zooals anders volgens het gebruik van dien .tijd het geval was , maar in eigen beheer werd geadministreerd, en dit gevoegd bij de aanteekening indeThc-saurieriersrekening van 1471, doet het gegronde vermoeden ontstaan, dat de tol eerst in 1470 in administratie bij het domein was teruggekomen.

Zoo als reeds uit de rekening van 1473 blijkt, betaalde Haarlem toen nog in den afkoopsprijs van 70 Rijnsche guldens en trad de stad in dat jaar in het bezit van den tol. Wij lezen hieromtrent in de rekening van 1474: „Item ontfaen by handen van Ilnyghe van Tetrode bewaerder van mijns genadigen Heeren tolle tot Sparendamme van dat binnen desen jaere van de voors. tollen ge-comen is, die somme van iiicxx oC x st. v d. van xl grote vlaems 1 pond dair inne gerekent alsnlkc i.xx Rijns gulden als die stede van Haerlem jaerliex in dezelve tolle gewoenlie is te betalen van den goederen die binnen derzelver steds gelost of geladen worden ende aldaer tolvry varen fet in holl. ponden iiii«xxviii o(!

\' Inv. G. A. n0 189.

-ocr page 19-

13

vin at st. vu d.quot; Zooals uit dezen post bi ijkt, kreeg Haarlem het geld, dat de tul opbracht met inbegrip van de 70 Rijnsche guldens, die de stad als afkoopsom schuldig was. Den 22quot; Dec. 147«; 1 werd eene overeenkomst gesloten tusschen de Regcering en den Rcntnicester van Kennemer-land , bepalende, dat hij voortaan den Spareiulamschen tol zoude verpachten. Dat dit voor Haarlem niet onverschillig was, blijkt uit de volgende cijfers. Volgens de Thesauriersrekeningen bracht de tol in 1475 op 598 oC 8 14 st. 4 d.; in 1476 772 f 16 st. 7 d.; in 1477 285 f 7st. 7 d.; in 1478 ^19 iost.;in 1479s 68oaC; in 14S0. 930C 6 st. 7 d. en 1140C 10 st., hetgeen doet \\i vermoeden , dat de tol in dat jaar aan twee personen was verpacht. In 1481

bracht hij hetzelfde geld op; in 1482 werd de pachtsom 85 oC 17 st. 6 d. en 70 ot, en bleef de som op gelijk hoogte tot 1492. In dat jaar werd de tol gepacht door Vranck Bastaert van Alcmade, voor 50 Rijnsche gul-1\' dens, ongerekend de 70 Rijnsche guldens, die de stad betalen moest. De

reden, waarom Haarlem in dat jaar den Sparendamschen tol verloor, was gelegen in het aandeel dat de stad genomen had in het Kaas- en Broodspel , daar in de straf, die de stad was opgelegd, bepaald was, dat /-ij niet alleen al hare privilegiën verloor, maar ook dat alle brieven, waarbij dc stad of eenige harer poorters met het een of ander van de Grafelijkheidsdomeinen beleend waren, vernietigd werden en de vroeger beleende goederen wederom vrij en onbelast aan den Graaf terugkeerden.

Haarlem bleef na dien tijd jaarlijks de 70 Rijnsche guldens betalen , doch gelijk wij later zullen zien, was dit een bijzondere gunst, die I telkens slechts voor den tijd van zes jaren werd toegestaan.

Den 16 April 1487 vaardigde Maximiliaan een plakkaat uit, waarin het tolstelsel dier dagen vrij goed werd uitééngezet, en hetgeen ons beweegt, * het hier grootendeels terug te geven.

„Alsoc onfen procureur generael van Mollant Zeelant ende Vrieflant Ons te \'» kennen gegeven heeft hoe ende ai ill zoe, dat ons als graven van Mollant en

Zeelant toebehoiren t\'reeht van onfe tliollen van allen onvryen goeden ende eolp-manfecpen rakende die (Iroemen van onfen voirs graelflchippen van llollant ende Zeelant ende onfen lieerlicheyt van Vrieslant, ende dat eens int verfelie ende eens int foute water, Ende om ons tholreelit optebeuren ende te ontvangen van allen onvryen goeden ende coipinanfeepen, eoniende van oisten in onfen ftede van Am-llerdamme ende andere plaetfen in onfen graefleep van l lollant omme die van binnen slands deur te voiren in onsen landen van Brabant, Vlaendren , Geld re ende elders onfe voirvaders graven ende gravinnen van Holland ende van Zeelant faliger gedachten

1 Handv. P. 147.

■ Tot cn met 1479 wordt in Holl. ponden doch later in Vlaamschc gerekend.

«

-ocr page 20-

14

hier voirtyts over veel jaeren geordonncert hebben gehadt twee bequaeme plaetfen, te weeten die eene tot Sparendamme dienende op die onvrve goeden ende eoip-manfcepen , comende van Oisten ende willende die voeren binnenslants deur west-waert ende d\'ander ter Goude dienende opten onvryen goede ende coipmanfcepen, comende van Westen op ende willende welen binnen flants deur oistwaerts be-houdelic zoe wye tot Sparendam eerst vertholt hadde, dat die zoude ter Goude vry zijn , ende zoe wye eerst ter Goude vertholt hadde die zoude t\'Sparendamme vry zijn. Ende hoe wel van allen ouden tyden alle fee,.en geladen mit goeden ende coipmanCcepen, zoe wel vry als onvry, die om die veylichheyt. van den zee aldus binnenslants deur varen wouden, gewoonlü-ken heuren vaert plaghen te nemen deur Sparendamme ende der Goude daer men van onvryen goeden on (en tholreehten plaghen te ontfangen ende oick van alle l\'chepen lydende deur enfe lluyfe binnen onlen voirs Stede van Goude onle recht van fluysgelde aldair. Soe is nochtans in korten tyden herwairts gebeurt, dat meest alle fchepen van binnen ende buitenslants, comende van Oisten hebbende geladen soe wel vrye als onvrye goeden ende coipmanfcepen laten heuren voirs ouden vaert ende nemen beuren wech deur een water, geheeten die vecht, lopende deur onlen lande van Goylant ende van dair voirt deur die lladt van Utrecht tot in den rivieren van den Rijn ofte Leek , dair zy mits betalende eenen deinen penninck tot tholrecht fulck als zy mitten Thollenaer aldaer dair oOF overcommen tot prolfyte des biffchops ofte lladt van Utrecht, ons dairmede ontreckende niet alleen onfe ouden tholrecht op ten onvryen goeden ende coipmanfcepen tot Sparendamme ende ter Goude die al verfchenen zijn eer zy in den llroom des gertichts van Utrecht connen comenenz

Dc straf, die bij liet plakkaat tegen de overtreders werd gesteld bestond in het verbeuren van schip en lading benevens arbitraire correctie.

Den 16^1 juni 149S vaardigde 1 lertog Filips een nieuw plakkaat uit, hetwelk bijna een resuniptie was der beide voorgaanden, en dat we dus stilzwijgend kunnen voorbijgaan.

Haarlem ging voort met het betalen van 70 ilijnsche guldens \'sjaars, doch al de tol-ontvangers waren hiermede niet tevreden. Uit eene uitspraak van de Kamer der rekeningen van 28 Aug. 1511 1 op dc differenten tusschen de stad Haarlem en den tolontvanger te Sparendam, blijkt, dat de tollenaar van eik schip, \'t welk , geladen met onvrije goederen, naar de Haarlemsche markt voer, het volle recht eischte, ten einde een waarborg te hebben, dat die goederen niet zouden worden doorgevoerd, en dat hij bij hetterugkeerender schepen alleen teruggal\'de gelden der goederen die te Haarlem, volgens een door de Regeering af te geven certificaat, verkocht waren , nemende van de terugkeerende goederen het volle recht; terwijl hij zelf eenig voordeel

1

Zie Harnlv. f0. 184.

-ocr page 21-

15

nam van het in borgtocht gegeven geld. Volgens de uitspraak der Rekenkamer moest de tolontvanger voortaan geen gelden meer als borgtocht eischen, maar mocht hij eene wacht plaatsen op de Blinde-Jonkerstoren nt\' ergens elders te lande, waar hij wilde, om voor de belangen der Grafelijkheid te zorgen tegen het doorvoeren der goederen. Wat betreft de goederen di\'e in Haarlem verkocht werden en, als onvrij, den Sparendamschen tol passeerden, deze moest hij opschrijven, ten einde de Rekenkamer jaarlijks zoude bepalen , hoeveel Haarlem meer moest betalen dan de 70 pond van 40 gr. vlaamsch het stuk, door haar verschuldigd. Omtrent het al olquot; niet betalen der goederen die terug gevoerd werden, zou de Rekenkamer later beslissen.

De schepen van Amsterdam en elders, konden Leiden , Woerden en Utrecht niet anders bereiken dan over Sparendam. Er bestond wel een waterweg om van Amsterdam langs den Heiligen Weg door de Nieuwe Meer naar het Haarlemer en het Leidsche Meer te varen , maar om dit te beletten was op de grensscheiding van Amstelland en Rijnland de Heilige Weg afgedamd. Deze belemmering, later de Overtoom genoemd, toen aldaar een overtoom werd geplaatst voor liet overhalen van schepen , gaf aanleiding tot vele moeilijkheden; en 0111 niet telkens hierop terug te komen, schijnt het ons noodig, de geschiedenis van den Overtoom zoo kort mogelijk hier te laten volgen.

In 1430 was de Heilige Weg onbevaarbaar, niet alleen door een dam, die er dwars door lag, maar ook door palen , die op last van het Hoogheemraadschap van Rijnland voor dien dam in de vaart waren geslagen. [11 dat jaar werd de dam door burgers van Amsterdam afgegraven, zoodat er een voet water op stond; de palen werden opgehaald en schepen met zakken wól geladen werden over den dam gebracht. Haarlem klaagde hierover bij Rijnland. De dijkgraaf liet Ikirgemeesters van Amsterdam hierover voor I loog-heemraden dagvaarden \', en motiveerden de volgende punten van aanklacht: „dat fy den ommedijck duergeftoken hadden endc dat vreemde water ingelaten „hadden ende deurvaert gemaeet hadden buten oirloff van den voirs hyemraeden ende „l\'eyden, dat ly dair an verbuert hadden elex eygen die hoeehlle boeten ofF allo „veel als die hyemraden wijsden dat reeht wair ende des boot hy hem der hyem-„raden kenninge. Ende die ander aenfpraeek was, die de dijegrave dede voir den „hyemraiden, dat fy den overllaeh maeeten aklair opten voirs ommedyek doir de „waterfeap van Rijnlant buyten oirloll ende eonfent van den hyemraden ende seide „dat l\'y dair an verbuert hadden fy ende hair mede poorteren elex eyghen die hoeehlle boeten off wes die hyemraiden wijsden dat reeht wair en des boot hy hem „die hyemraiden kenninge ende die derde aenl\'praeek die de dijekgrave voirs dede

1 Inv. G. A. D. I. 11° 1232.

-ocr page 22-

i6

„was aldus dat fy ende hoir mede poirteren die palen opgetogen hadden die de „hyemraden hadden doen Heken in des lands waterfchap buyten oirloff ende conCent „x\'an den hyemraiden enz.quot;

De burgemeesters van Amsterdam verklaarden, vooreerst , „dat zij niet „justiciabel van Rijnland waren; 2° dat zij het IJwater niet in Rijnland hadden laten „loopen; en 3° dat zij oick niet hadden gehieten den dam aan heylighen wech doir te „(leken noch enich palen dair up te haelen om enich goet daer duer te voeren olf „over den voirs dam te liepen mer dair is van outs een overtocht geweest, als den „goeden (leden van Delft, Leyden ende mcnich goet coopman wel weten ende oilquot; „dair enich goede meer overgetogen waren buten confent der poirtmeesteren voirs „dair hadde hem die noot toe ghedrongen, want die (lede van Hairlem ons liefs „genadich heren ende vrouwen llroom den poirteren van Amllerdam voir (loten.quot; Wat hiermede bedoeld wordt, is niet duidelijk; men zou er uit moeten opmaken, dat Haarlem in 1430 nog in het bezit was van den Sparendam-sclien tol, cn als zoodanig den stroom bebeerscbtc. Daar de klacht van Haarlem uitging, kan men veilig aannemen, dat de belangen van beide steden met elkander in strijd waren. Amsterdam beweerde verder, dat de dam geen ommedijk was, maar een dijk buiten het gebied van Rijnland, gelegd voor rekening van Amsterdam , die de Rcgeering ook kon laten wegnemen zonder Rijnland cr in te kennen, en dat de dijk oorspronkelijk was aangelegd om het water van Rijnland te keeren.

Deze redeneering werd echter niet aangenomen, maar Amsterdam veroordeeld tot het betalen van verschillende boeten.

Den 14(1011 Juni 1514 verkreeg Haarlem van Dijkgraaf en Hoogheemraden vergunning om den Heiligen Weg toe te palen\', dewijl er een gat in den dam was gebroken, waardoor de Gralelijkheidstol en de doorvaart te I laarlem zeer werden benadeeld. 1 Volgens het bestek van aanbesteding moesten er 55 palen, behoorlijk aan elkander gekoppeld, ingeheid worden. Deze palen werden geslagen in de Kostverloren Vaart, doch het schijnt de bedoeling niet geweest te zijn om aan kleine schepen of schuiten den overtocht te beletten. Op den 14\'ien December van hetzelfde jaar vergunden Dijkgraaf en Hoogheemraden aan Amsterdam om in den dam een Overtoom te nu\'ken, voor marktschuiten, zonder dat er grootere schuiten over mochten worden getrokken. Op het einde van 1570 of het begin van 1571 werden door Amsterdam windassen aan den Overtoom geplaatst om er de schuiten gemakkelijker overheen te kunnen winden. In 1574 trachtte Amsterdam de opening van den Overtoom te verkrijgen, waartegen zich echter de Gedeputeerden van Haarlem ,

1

Handv. v. H. P 190.

-ocr page 23-

17

Dordrecht en Gouda aankantten, zoodat deze vergunning niet werd gegeven; en nu bleef de strijd voortduren tusschen Amsterdam, dat den Overtoom voor grootere schepen wilde inrichten , en Haarlem , dat het tegenging. Daar Haarlem goedvond om voor hare rekening den Overtoom te laten vernieuwen, ten einde daardoor de vaart van Amsterdam op Leiden te beletten ; koos Leiden de partij van Amsterdam. Dit verschil werd bijgelegd bij accoord d.d. 16 Oct. 1609 waarbij bepaald werd, dat de Overtoom zoude blijven op den voet, zoo als hij in 1605 was, en dat de reparatiën zouden gcschieden door de timmermeesters van Haarlem en Amsterdam. In den toestand van den Overtoom kwam hierna geene groote verandering; tot het jaar 1810 bleef die bestaan, toen Amsterdam van Koning Lodewijk verkreeg, dat hij bij decreet gelastte om in plaats van den Overtoom een schutsluis te maken, waarvan de sluisgelden door Amsterdam gëind , gelijkelijk tusschen Amsterdam , Haarlem en Rijnland zouden worden verdeeld. In 1866 gaf Amsterdam te kennen, dat het ophield sluisgelden te heffen. Hierover ontstond een proces van Haarlem en Rijnland tegen Amsterdam, dat door de beide eerste werd verloren.

Docli keeren wij tor den Sparendamschen tol terug. In 1515 waren de klachten over de tollen zoodanig toegenomen, dat de graalquot; uit de raden dei-Kamer van rekeningen eene commissie benoemde, om regeling te brengen op het stuk van de tollen, bestaande uit Claes Lievens van Cats, Joost Sasbout, raden, en Tielman van Duiken, Mr. van de rekeningen. Deze Heeren schreven brieven aan de steden en ontvingen daarop memoriën van grieven. Ren en ander is op het Haarlemsche archief bewaard, 1 doch heeft niet veel te beteekenen. Van meer gewicht echter was hetgeen de commissie tot stand bracht, n. 1. de volgende geprojecteerde ordonnantie en een tarief van inkomende rechten.

„Ordonnancie geconcipieert in den hage inde maent van Aprille int jaer XVC zestien nopende die rechten ende ontfanek van onfen g. h. thollens van Geervliet ende Yerückeroort mit tuieren wachten. Ende oick van den thollens gelegen ter Goude ende Sparendamme. By ons, Glaes Lievensz. van Cats, Joost Sasbout, Raeden ordinaris, Tielman van Dulleken, meester van den rekeninge in den hage, ende jan de Heuyier Schout van Delft, als daertoe gecommitteert by ons g. h. opene bezegelde brieven van commissie in dato den thienden Juny anno XVC vijftien. Nae dat wy eommissariHep voorsz. op als voleomen intormacie genomen hadden navolgende die tenuir van onfen voirfereven commissie altijts onder correctie. Ende lal men dit Recht ontfangen in fulcken payeniente als by der ordonnantie ende publicatie van ons g. h. munte nu cours ende ganck heeft, of tnamaels hebben fal. Ende dat by ponden fcellingen , penningen , grooten vlaems.

3

1

Inv. G. A. I. n\' 262.

-ocr page 24-

i8

(Groten vl.) | Bacterie een bale van X\' pont

XX

gr

Acllnyns een bale ofte kerel; van

„een hondert pondt

II

gt;9

IIII\' pond wegens meerder ende

Hoeteren een last van XII tonnen

III

s.

minder naer advenant

1111

„ oen tonne

III

gr

„ een hondert pondt

1

Bier een last biers binnen s\'lants

„een grove tonne

III1

gebrouwen

VI

Amandelen een bale van HIT pont

llll

„ een last biers commende van

„ een hondert

IIII

over zee in groeve tonnen

XII

Anijs een bale van IIII\' pont

„ een last biers commende van

„ een hondert

1

over zee in fniael tonnen

VIII

59

AH\'clien een last weedt allchen

„ccn pype uuyt Ingelandt

III

»

van XII tonnen

VIII

Bedden elck Bedde

IIII

„ potalTchc een last XII (mael-

Bedde cleen een mande naer die

tonnen int last

11 s.

groote van een pype meerder

„ potafl\'clie een tonne

II

ende minder naer advenant

XII

99

Aioenen unyt bertaignyenofeane-

„ cleen een dolijn

11

99

Ihes zijn rollen final ende breet

Boerduerwerck in kisten ofte an

tftuck deen ducnr dandre

1

ders den honderften penninck.

Azijn ofte verjuys een grote tonne

1 s.

Boucken in kisten naer de groote

Aflchen van wagens een hondert

11

van een pype

VIII

99

Aembren ofte barrenfteen een

Ballen caetsballen in fmaeltonnen

II

99

fmaeltonne

II

Boldamd een rolle

II

99

Appelen van aeraengien ende appe

Boenen en zeeusch hoet

UI

99

len van granaten daer alï zal men

Breliëllihout, een vat van XXIIII\'

geven den honderften penninck

wegens

III

s.

van dattet gecost fal hebben;

Baeckelaer een bale wegende IIII p

IIII

oT

„ van dele lande de tonne

6 d.

„ een honderd pondt

1

99

Artilleryeofte andere wapenen die

Bojrkeracls een bale naer de groote

binnen den lande eommen den

van een vestein bale

VIII

99

honderften penninck van datfe

Befemen cleerbefemen een hondert

1

99

gecost lullen hebben. (Dit arti

„ vloerbefemen een dnyfent

II

s.

kel llact achter geftelt by de

Byecorven mit byen elck ftock bien

I

99

artillerye die nyte lande vaeren

liast een hondert dubbelde lijn

fnllen.)

drie buifchen

I

gr

Aejnyn faet twee achtendeelen

i gr.

Bert werek bert dnyfent voeten

IIII

99

y, fact eenen lack van zes achten

Befaen een pack van twalef dofijn

VI

99

deelen

Ill „

„een dolijn

V

99

Aejnyn hondert tonnen

XXV „

Bojrfen een kiste naer die grote

„een tonne

V1 d.

van een pype

VIII

99

Aerde zwart aerde hondert tonnen

XII s.

Bustel een cuype

I

99

„ een tonne

VT d.

Bert eyeken plancken elck hon

„pot aerde een hoec of coggcfcip

dert voet

I

sc

vol

VIII gr.

„ fcael gedaeck elck hondert voet

1

99

„vol aerde dat dnifent

XII d.

Coopers een last van XXXVI pont

VI

s.

lilecx een vat

IX gr.

„ongewrocht een dnyfent pont

XX

„een half vat van Hij pont

1111 s.

„gewrocht ofte geflagen dnyfent

„ een quartier vats van 4 pont 11

AT. VI d.

pont 1

s. V

p

lierkenen een bale wegende X\' p. 1

s. VI d.

„gewrocht hondert pont

HI

gr

-ocr page 25-

19

Coopers een mesfe ni ongewroclit

Cud\'ens een dozijn van lecrc

1 gr.

wegende XII pont

11

s.

„ een dozijn van lecch-wcrck

^ 99

Cordewaens een pack van twaelfF

Coekevets een tonne

3 99

dofyne

IX gr.

Com (eeii) com daer men inne volt

i 99

„een dolijn XVilli p.

Compost ccn tonne

4 99

Conynsvellen een pack van X11\'

VI

sr.

Coricx een clcyn dozijn

6 p.

„ een hondcrt

V

»9

Cammen een kiste of baeltgen

4 gr.

Comyn een bale van 1111\' pont

1111

59

Coliander een bale van IIIIquot;

3 99

„ een hondcrt pondt

1

»9

Cruycken van stcenen een hondcrt

O

- gt;9

Caneelc een kiste ofte pype we

Camelots een bale van XL

gende vierhondert pont

II

S.

camclotten 3 s.

Mild.

„ een hondcrt pont

VI

gr.

Camelot elck thick

1 gr.

Coffers, vrouwe coffers, reyscoF-

„ een dubbelt ofte eynckel zyde

fers ende dito gelijck van leere

camciot

2 99

ydele een dolijn

VI gr.

Coucken lijfcouckcn ecu duyfent

10 „

Coijen ofte osfehen clck lluck

lil

99

„ peper coucken oftc ghendtfehe

Camftaken een hondcrt

1111

99

coucken elck hondert

rgt; -

Catoens een bale ofte lack van

„ van Racpfaet oftc lijnfaet elck

1111\' pont

XII

99

hondert

\' «

Cathocns een hondcrt pondt

III

99

Cramcrie een vat daer geen goude

Colen een hoet Imeecolen

1

99

laecken, lluweel, da-mast, fatijn,

„ een hondcrt tonnen imeecolen

III

99

fyde, oefet oftc camciot in en is,

„ hont colen hondcrt tonnen

XII

P-

twclck men mitter (lucken ver

„ hout colen een tonne

III

P-

tollen fal clck vat

nis.

Caerdcn een hondcrt Icyncn

VI

gr.

„ diergclycke een pype ofte kiste

Caefe Ingels cacs ofte harnis cacs

van den grote van een pype

1 8 gr.

elekc wage van CLXV pont

III

99

Cabclcn oftc gellageu wants thondert

15 99

Cacs lant cafen clck hondcrt

II

99

Draet coper draet een mande ofte

„ vlaemfche cacs een wage

1

sc.

ocxhoeft van 12 ringen

1 ^ 1 -

„een fcippont hollants lloelcaes

„ coper draet een rinck

1 99

van drie hondcrt pont

III

gr.

„ ijler draet een mande ofte ocx

„een mande cloct caefen van drie

hoeft van 1 2 ringen

3 99

hondcrt caefen

IX

99

Draet ijler draet een rinck

6 d.

Corens een hondcrt zweens

V

S.

Drommen een wage

6 gr.

„ een hondcrt antwerps viertelen 11

s.lll

Id.

Dadelcn een oxhoeft

6 99

„ een hoet tcrwc

IIII

gr.

„ccn pype ofte kiste

1 ^

1 - ))

Camfas ecu hondcrt ellen

II

99

Doelen een mande leege doelen llll „

„een\'rollc van vijftich ellen

1

99

Droech goet een vat van zes aemen

Hls.

Calx een hondcrt antwerpfche

„ goet een vat van 4 aemen

11 ,9

viertelen

mi

99

„ goet een pype ofte een mande

„ een hoet

i

99

van dier groote

18 gr.

Calmijn een smael tonne

ii

99

„ goet een ocxhoeft

9 99

Coperroot een tonne

mi

99

„goet een grove tonne

Ö 99

„een pype

XII

99

„ goet een fmael tonne

4 99

Cappers olyven ende lymoenen

Deelen prnyllifche deeleu oftc

een pype

9

99

rinsfche deelen den hondertllen

Corenten een pype

I 2

gr.

penninck.

„ een hondcrt

lt;quot;)

99

Damallen ende satiuen clck Ihick

6 99

-ocr page 26-

20

Erweten wit of blau een hoet. Emmers van leer een dozijn Fufteyn een bale van 45 llucken „ een (luck

Foei ye van tinne een kille Franchyn een mande ofte een kiste naer die grote van een pype Froeyt een coppele llroels ende vier

dodis voer een coppel Floers een bale ofte lack Floyten een bale ofte kisten Foelgen een bale van lil\' „een hondert Fluweel een lluck Greyn de paradis een bale van 1111\' „om te verwen een bale van llllc Gengebaer een bale van Fill\' „ een hondert

GroflFels nagelen de bale van 1111\' 11 s. ürollels nagelen een hondert. Greyn van fpeceryen een balevan 1111 „ van fpeceryen een hondert Galigaen een bale van 4 hondert Gomme ende Galnoten een bale

van 4 hondert pont Garens twijn garens een hondert pont „ uyt Oestlant gefponnen hondert pont

„een fcyve hennep van Il[lc „een zype bourgoens „ peesgarens een fmaltonne „ cathoen garens hondert pont „bretaens, bourgoens ofte and re garens daer men villchersnetten af maect, 1 hondert pont „ coels garens een bale Garlle een hoet

Glamscaften pyeken ofte lansfchen

den honderllen penn.

Gantlynen den honderllen penn. Glaefe een kaste ofte wage Glas een kiste fpiegelglas „ gebroecken een tonne „ uyt te drincken een mande van 111° 1 laveren een hoet „ een yekinek ende is twee hondert viertelen Antwerps „elck hondert viertelen

4 gr.

- J5

1= » 8 d.

8 gr.

1 « III „ 6 „ III s.

12 gr.

« «

8 „ 1= „

20 „

5 » VI d.

8 gr.

- gt;5 ö „

4 » 8 „

-

4 » 8 „ 4

4 ..

15 .. i «

.•) » I „ 3 «

- gt;5

quot;-8 „ 14 „

lluyden een deker oederfche, duit-l\'che, zweetfche ende reveltfche ollchen huyden twee coyen voer en offchen huyt elck deker hondert thien huyden de deker 3 gr „ hollantfche, vriefche (lichtfche, groeninckfche ende eene der landen huyden elck deker houdende gelycke hondert thien huyden de deker 3 „

Hincxt een rijs hinext 6 „

1 lonich een last 12 fmael tonnen int last 3 s. „een last 12 grove tonnen int last 4,, „ een fmael tonne 3 gr

„een grove tonne 4 „

Ilarnasch een pype int landt com-

mende 16 „

Hout claphout een groot hondert

en is XXI111\'

„ boeckhout thondert „een hondert velgen oflTpeecken,

daer aff lal men geven den hon-dertllen penninck van datfe ge-cost lullen hebben.

„kaelisfie hout een bale 2 „

„ wageschot ofte knarhout een hond, 8 „ „ barninckhout, lloefhout, bonthout ende diergelyckcelckeduyfent 1 „ „ poterkens ofte larkesVhout duyfent 1 „ „ heel faecelhout een duyfent 2 „ »hall „ „ 1 „

„ muylreboerenofteplancken thond. 5 „ „ platijnhout een duyfent 3 „

„een hondert draethouts 10 „

llarinck een last 12 „

Van elck last harincx tot Spel legelt tot Geervliet 1 „

llarinck verfchen harinck elck last 12 „ „ panharinck elck last 8 „

„ een tonne 1 „

„ een llroo bucking 1 2 s

Hoppen een lack wegende 6 hondert 6 gr. Houpen om tonnen ofte voeten te

binden elck duyfent 1 „

Hallebarden een dozyne „

llaer een lack van VI\' 2 „

„ een rolle 1 2 d.

Horden een hondert 2 gr

v\' „ O

.5 »


-ocr page 27-

21

Merpoys ofte harst an broen ofte

Here, vlaemfche ende diergelycke

fcyven een hondert

i

gr.

laeckenen tlhick

2 gr.

„ ofte harst een tonne

O

99

Laeckenen franfche oft fcotlant-

Hoeden van llroo een mande

5

99

fche ende diergelijck elck fhick

rgt;

- 99

„ ongemaect (Iroede hoeden geheten

„ een hondert ellen fcots kerfey

n

~ 99

„vilten een mande van IIIIquot;

8

99

„ oesterwijckfche witte laeckenen

driels gevlecht een mande ofte lack

i6

99

ofte waertfe

I s.

Hecht hout een hondert

o

99

„zeeus, dofFeln, walems camerijcx

Hout kant hout dat fal men ver

ende andre diergelycke voer lae

tollen hy den veertigften pen-

ckenen tlhick

1 gr.

ninck dattet gekost heeft.

„grau ofte wit sloelllaecken com-

IJsfers een duyfent pont

VI

99

mende uyt oestlandt elck

i8p.

IJferwerck van maelleryeneen grove

„ een pack lloellaeckenen van XX Uil

tonne

6

99

laeckenen

18 gr.

Ijler een duyfent voor poorters yau

„een taerlinck ofte pack hollant-

Utrecht

c

99

lelie laeckenen, te weten del fiche,

„ een taelge

7

99

haechfche, leytfche, amfterdain-

IJferen artillerven die men uytten

fche, ofte diergelycke laeckenen

lande voert den 2oen penninck.

van den lande van hollant, tpack

Kennip een lack van 11 Hc pont

4

99

vanveertich laeckenen ende die

„ een hondert

i

99

taerlinck XX1 lil laeckenen tlhick

i ,,

Kennepfaet een hoet

4

99

Lijnwaetghens, eenen taerlinck van

Kenneps een oestervat

18

99

den grote van een bale vesteyns

12 „

Kennep van diest of uyten landen

„ een mande olf cotiF naer advenant.

van loen eeiv lack

4

99

„ hondert ellen

O

z 99

Kennep een duyfent ran

6

99

„een Ihick fijn ofte onfijn

I s.

Kisten mit alrehande maerferien naer

„ een kiste van der lencte van vier

de grote van een pype

18

99

voeten ende daer en boven

4 99

Ende alle ander naer advenant.

„een kiste onder die vier voeten

Kaerfen een kiste naer de grote van

lanck

- 99

een hamburger tonne

4

99

„camerijcx, nyvels, lijndouck een

Ketelen cenen reep grauwe ketelen

8

99

tafel ofte laede 2

s. 6 d.

„ eenen witten reep ketelen

4

99

„ uyt henegouwen een fardulken

6 gr.

Ketel boedemen hondert zwaers

3

99

„een rolle uyt oestlandt van i6c

Kannen een hondert fteenen kannen

i

99

ellen

i8 „

Kysten, coetsfen, trefoeren, contoe

Lysfaet een hoet

4

ren en diergelijck nyeu fcrijn-

Loet een rolle wegende hondert

werck den hoiulerdllen penninck

pondt

18 p.

van dattet gecost heeft.

Loet een zoege elcke wage van hon

Laccken een ingels wolle laecken

4

99

dert LXV pont

18 p.

Laecken een ingels lanck laecken

6

99

Leer gevet een deker

3 gr-

„ uyt ingelands drie kerfeyen voor

Leer hondert Ihicken tothandfchoen

I 8r*

een ingels laecken

4

99

„ een kiste ofte vat zemen leers van

Laeckenen llockbreen een hondert

den grote van een pype

8 „

ellen

o

99

„ wit of roet, slos tot cusfens

„ vriefen ofte geweven tlhick

O

gt;9

thondert

3 »

„ van loenen , bruesfel, antwerpen ,

Loecx een hondert fcoenen

- n

mechelen, vilvoerden, bergen,

Lijm ofte zwambalch een hondert

1 n

-ocr page 28-

22

Lockmoes ofte oerfclle ecu (\'ack van

Meel een last van 12 tonnen

6 gr

\'llll0

6 gr.

„ „ tonne

5 »

„een linal tonne

3 »

Mout hondert viertelen ofte twee-

Leversmont een grove tonne

3 »

hondert achtendeelen

„ een (\'mael tonne

O -

Mosfchelen een fcuyte

- 99

Latten tegel latten een duylent

O

- 99

Mesfen een kistken

4 «

„ ftroedeckers latten een liondertofte

Matten een hondert fcippersmatten

1 »

tliien ponden voor een honden

12 p.

Masten den hondertften penninck van

Lemeren van fwaerden een lanck

datfe gecost sullen hebben

vaetken

6 gr.

Meede dranck een hamborger tonne

- gt;»

Lakenen goude ofte (ilverenlaken

Notenmescaten een bale van 111\'

18 »

tftuck

4s.

Nagelen een grove tonne ijlere

Lntoen ofte misfnick een last van

nagelen

8 „

XXX VIC

Ö »

„een final tonne ijlere nagelen

6 »

„ gewrocht of ongewrochteen pype

20 gr.

Noten een groot hondert ocker noten

12 „

„gewrocht of ongewrocht een ox-

„ haefelnoten een last

« „

hoeft

10 „

Noppen een fack van vier wagen

- 9»

„ gewrocht of ongewrochteen grove

Orduyn hamer orduyn tlast

6 „

tonne

7 \'5

„gehouwen ofte gebeelt tlast

3 s-

„ gewrocht of ongewrocht een fmael

„ gemeen tlast

- »

tonne

5 »

„ muer orduyn tlast

18 gr

Mee van bale wegende llli\':

4 ..

Oesmoes ijfers een last

2 s.

„elck hondert pont

1 »

Olie van olive een vat

18 gr

„een bale ineels van illlr

11 »

„ een last van raepfact, kennepfaet

„ hondert vaten groene gedolven

ofte lijnfaet

3 s.

mee 4 s

. 2 p.

„ een tonne

3 gr

„ een tonne groene mee

2 gr.

Osfetten miyt ingelandt tlhick

r)

- 99

Malemfeye een boet

• 8 „

Olieven een pype

9 «

Mosterdfaet een hoet

12 „

Olifantstanden elck lluck

2 „

Maelerye een grove tonne

ö „

Pecx offte terre een last van 12

„ een (mal tonne

4 »

tonnen

« „

Manden mit alrehande diversfche

l\'ampier een pack van vijftich riemen

coopmanfcippen zonder gevolles

„ grau hondert riemen ofte bonden

12 „

mit eenige balen fal men betalen

Plumen hondert pondt

.3 »

naer de groote van een vat van zes

Pennen een cordquot; ofte mande

3 »

aemen, vier aemen, drie aemen, an

Pannen een mande

« «

derhalf aeme, groeve tonne ofte

Pan ijsfers een duylent

1 ^

1 ~ 99

fmael tonne, te weten dat vat

3 s.

Panieren een grove tonne gereet

« „

Merferyen een vat

3 »

Pelterie een bontwerkets kiste van

Merferien een pype

18 „

de grote van een pype

3 s-

„ een oxhoeft

9 «

„een Spaenfche bale van zes hon

„ een grove tonne

6 „

dert

1 8 gr

„ een fmael „

4 »

„ een werek vat bereven van om

„een facxkfen ofte paexken van

trent drie aemen ongewrocht ofte

costelick goet ofte waer , dat men

wilde pelterie commen de uyt

up der bals draecht den hondert-

oestlant

4 s.

ftenpenninck van dattet gecost

„ een werek vat onbereven van

heeft.

omtrent drie aemen ongewrocht

-ocr page 29-

ofte wilde pelterie commende uyt

Riets eenen vijlmen

8 gr

oestlant

3 s-

Riemen bootsriemen een hondert

4 ël\'

Plavusen gebakken een hondert

5 g\'-.

„ dubbelde bootsriemen thondert

6 „

Potten van aerden gebakken hon

Rechters een hondert dubbelde

dert wapen

1 59

rechters

lt;5 „

„ lleenepottcn eick hondert

O

„ een hondert eynckle rechters

3 »9

Peper een vat

3 s-

Swaerden een kiste pype ofte packe

„ een pype

18 gr.

naer die groote van eene pype

16 „

„ een oxhoeft

9 v

Spinaels een pack van HIFpont

8 „

„ een bale van Uil\' pondt

12 „

Seepe een last

2 s.

Pruymen van dainasc. een pype

10 „

„ eeu sinael tonne

2gr

„ van damasc. een hondert pont

O

- 99

„ een cabas witte zeepe

0

- 99

Palinck een last

2 s.

„ een kistken uyt spaengien

0

Ó \'»9

„ een tonne

2 gr.

Sayen alrehande een pack van XVÜI

„ een tal van 11°

\'

thicken

2 s.

Paert merrie ofte voelen van drie

„ een ftuck

i gr

jaeren

4 »

Suyckers een kiste van iic pont

4 »

Qnickfilver van hondert pont

3 «

Seem een last

2 s.

Roertol een deurbalick scip

8 „

„ een tonne

2 gr

„een hoecsoyedrymelare oltecog-

Steen om te paveijen geheeten brus-

gescip elck

2 99

selaer elck hondert

1 »

„ een pleyte ofte geboyde hoec

Straetsteen een last

6 »

ofte geboyde coggescip

4 »

Steenen een duyfent uyt hollt

5 »

„een dubbelt aekscip ofte een

Stuk Heen off scoiren een last

2 p.

toegere

1 «

Sout een hondert groff sout

2 s.

Roefijns malta ofte Teres ende dier-

„ een hondert wit off gezoeden

gelycke (hieken elck Ihick

12 p.

sout 2

s. 6 p

Rofijns een gnmbael ende zijn vier

Solfer een fmael tonne

9 P-

toppekens voort tgumtael

i gr.

Salpeter een fmaeltonne

4

Roet een mande

- 99

Stijfsel een vat

12 gr

„ een hondert

^ 99

Stijffel een pype

lt;gt; »

„ een grove tonne

3 99

„ een grove tonne

3 «

„ een fmael tonne

2 95

Staels een fmael tonne

6 „

„ een bodem wegende hondert pont

Ï 99

„ een mande van de grote van een

Raepfaet ofte Rontlaet een hoet

6„

fmael tonne

3 »

Rijs een bale van 1111\' pont

4 99

Sprots een last van tien Itroo

3 »

Roefch een grove tonne

3 99

Stremijnen een bale van 12 ftucken

4 «

„ een smal tonne

0

- 19

Sargien een packmande naer die

Rogge een hondert antwerpfchc

grote van een vat

16

viertalen

21 „

Sparren een hondert klein ofte groot

2 ,,

„ een hoct

3 »

Steenen olymoeien fteenen

15 »

„ een hondert zwensmaecken vijf

„ moelenrteenen een vijftiender

tien hoet zeeufch 3

s. 9 p.

ende daarboven

15 »

Rogge een hondert rimers maecken

„ molenfteenen beneden een vijf

12 hoet fells

3 s-

tiender

•2 „

„ een last nvt oest landt 8 gr. 6 p.

„ mostertmolenfteenen een last

Rijs Ihickrijs een hondert vijdmen

XX1111 ftucken mit zijn toebe-

ende zijn hondert bosfchelen

12 p.

hoeren voir tlast

8 „

-ocr page 30-

24

*

Stcencn housguerneneen last XX11II

Tapisserye den honderden penninck.

thick voor tlast gereeckent

2 s.

Thin een block van IlIF

12

gr

„ tatelguernen XXIIIlihick voor

Thin een hondert

3

tlast gereekent

8 gr.

Timmerwerck gewrocht een hondert

4

99

„een wulfken

4 »

Traens talick ofte roet een last

„ slijpfteenen den hondersten pen-

groff bant

3 s.

ninck van datse gekost hebben

„ talick ofte roet een last clein bant

O

97

„ viercant uuyt bretanien daer men

„ een groeve tonne

3 gr

coeper op fmelt ofte sereken

„ „ smael „

O

99

den hondertften penninck

Tasichen ofte buersen een kiste ofte

„ Strijekfteenen rou ofte anders

pype

18

99

den hondertsten penninck van

Termentyn een hondert pont

0

f

datfe gecost hebben

TorfT een last van Xm

i

79

„ Slype van fteenen een tonne

12 p.

„ witten torff\' off spetelinge elck

Scuppen etc hondert

2 gr.

last X\'quot; voor tlast

i

99

Scorfen een lioec ofte coggefcip

2 s.

Terras een hondert tonnen

2 s.

„gemaelen een hondert maeten

1 gr.

„ een tonne

6

P-

Specx een fcip pont ende is III0 pont

3 „

Teemsen groot ofte cleyn een dosyne

12

P-

„ een fcip pont oesterfche hammen

6 „

Tonnen ydel tonnen tot harinck

„ een zyde

1 »

ofte bier elck last

1 gr.

Scepen nyeuwe hoecfcepen, cogge-

Tegelen een duysent

1

\'1

fcepen, den hondertften penninck

Tormsel een bale van IIC pont

12

99

van datfe gecost hebben.

Tyken een mand van XL tyken

15

99

Svde een bale ongewrocht van 111°

„ een ftuck

18

99

pont zwaer

4 s-

Teenen een van bant

2

99

Spaens groen een bale

4 «r-

„ een van rijsen

3

99

Sallems een last XII tonne voir tlast

3 s-

„ „ „ witte teens

4

99

„ een tonne

3 gr-

Wijn van maleveseye eenen boot

18

99

Stoers een grove tonne

4 »

„ baftaert een vat

0

S.

Sallem eenen fallcm in de vasten

- n

„ van asoijen een vat

2

99

Stoer eenen stoer in de vasten

6 „

„ van Romenye, allecante vernaet-

Scaepen elck Ihick ofte twee lam

sen grieckwijn de la serie ende

meren voor een fcaep

I „

andre soete wijnen elcken boot

I 2

gr.

Scaelgen elck duyfent

4 „

„ Rijns wijn elck vat dat eerst com-

Scaren een droochfcheerders fchare

\' n

men fal voor den tholle van Yerfic-

Syerope een pype

« „

ker oort ofte zijne wachten in Zee

Suycker potfuyeker commende in

land zal verthollen ende geven van

pype ofte anders elck hondert

quot; „

elck vat naer ouden haer commen

4

s.

Sofferaens een hondert pont 3 s

4P.

„ Rijns wijn een aem oock aldaer

Seysfen ofte zycklen twee zyeke-

commende

8

P-

len voer een zeysfen gereekent

„ lantwijn ofte hongaerde elcke aeme

2 gr.

thondert zeysfen

2 gr.

Wijnen van beaune anseroytens gers-

Taffta dik ftuck

4 »

goignen, playetten petauwen ofte

Terwe een hondert zweens

5 s*

diergelijcke wijnen elck vat van

„ een hondert antwerps. viertalen a

• 4 d*

zes aemen

16

99

„ een hoet

4 gr

Wollen eenen lack ingelfche wolle

„een hondert rnvers

4 s-

wegende twee wagen elcke wage

„ uuyt Oestlant een last

10 gr.

CLXV pont

12

99

-ocr page 31-

25

Wolle engelfche wolle een wage

6

gr.

Vlas oefters vlas een fcippont

5 gr.

„ scotfclie wollen een fack van twee

„een hondert fteen gewrocht

8

wagen

6

„Xll fteen hetzij vlaems brabants

„ scotfclie wollen een wage

3

»»

off hierlants

1

59

„ inlantfehe wolle elck wage

3

Vleyfch ingels oefters ofte dier

„ berweix ofte nyen daftellers eenen

gelycke elck last

12

59

fack van twee wagen

7

Vleys een tonne

1

Eenen fack wollen weecht of is

Visch eenen emmer ofte fcutte visch

fchuldich te wegen LXX X11! na

van Santvliet van ordam oft el

gelen tot lill pont de nagele

ders mit vei\'fche visfche hetzij

twelck is twee wagen, dat elck

binnen off buyten die vaften

12

fack fchuldicli is te wegen, mae-

„ vetvisch ofte cabellau een tonne

(

cken XL1 fteenen ende twee pont

„vetvisch hondert ftapelvisch

3

ende 21 fteenen ende een pontes

„ „ „ pont ftocvisch

een wage

ront ofte plat

3

Vellen een baele fpaens zware ofte

„ een grove tonne zeelspecx

3

witte lammeren de bale van 111\' p.

9

»

„een smael tonne „

2

Vellen een hondert

3

„ tytelinck ofte scelvisch thondert

1

„ nnyt oeftlandt een scynmesfe ende

„een bonneken

6

P-

is hondert deker

O

s.

„ bergereur en mande naer die groe-

Vellen bocxvellen een scynniese es

te off mit fchollen rochen rattin

LX deker

0 0

»

gen tongen ofte hoefden te weeten

„ Eelantslmyden een pack ofte

12 gr. 10 gr. 8 gr. 6 gr. off 4 gr.

scynniese hondert VIII deker

3

„ tonin uuyt Spaegnen een oexboeft

6

gr

„ gheeten ofte diergelycke een scyn

Wouwen om verwers een hon

niese oefters is LXXX deecker

18 gr.

dert pont

4

Meerder en minder naer ad venandt

Weets een pype van Rijsfele ofte

„calfsvellen een deecker

5

5?

daeromtrent

10

„ van scapen mitter wolle elc hond.

4

«

„een bale van IIII\' pont

„ van scapen uuyt berwyek ofte

„ „ hondert

1

99

nyen cafteels elck hondert

4

Vermelioens ocker spaens wit spaens

„ oft vachten van scapen hierlants

groen lloereyt cynopre candre ende

mitter wolle

4

gt;9

diergelijcke een smael tonne

4

99

„ nuyt scotlandt ofte scoerlingen

Visch seugten van lleenbergen ende

elck hondert

3

99

van ouden bosch

12

99

„ vuylvellen oftebloet elck hondert

1

99

Wannen een hont

1 2

P.

Wolle nuyt oeftlant elcke wage

0

99

Wieken wytfehen ofte boecheyt

„ llynfclie wolle elck hondert

3

99

elck hoet

0

gr

„ Spaens een bale houdende om

Vereken elck

i

99

trent CLXXX pont

3

99

Vloeken eenen sack van vier wa

Was een ftroe naer die grote te

gens elcke wagen

18

P-

weten van XV\': pont

2

s.

Venigriecx een bale van HIT

2

gr

Meerder ende minder naer advenant

Vloeten van curyck mede visfehen

6

P-

„een hondert pont

0

gr.

Wieroeck een grove sonne

4giquot;

i. Item van alle artilleryen te welen van bresfen cloeten buspoeder (alpeter liar-naseli piecken liellebaerden ende diergelycken goeden vaerende uyt onzen landen (\'al men betaelen den veerricliften penninck.

4

-ocr page 32-

26

Item van alle artillerie binnen den lande incommende salinen betaelen den hon-dertrten penninck

2. Item dat men geven Cal den thollenaer van Yerfickeroort sijnen drinckwijn van allen werterichen wynen commende van overzee ongevolt mitsgaders oiek van rijnsche wynen. Te weten twee floepen rijnsche wijn ofte andere wijnen van elck (cip wijns alsoe men dat van ouden tyden genseert lieeft te betaelen oft voir elcke (loep wijns vier groote dair of die coopman zin keur hebben sal.

3. Item dat den thollenaeren oft heuren dienaren voortaen hebben zullen voer huere meten van alle vente goeden die voer de tollens oft heuren wachten commen lullen. Te weten van een fcip verschen harinek vijftich haringen, van een fcip (lapel viseh eenen middelbaer llapelvisch , van een (cip fcelvisch twee fcelvisfchen van een fcip fcollen drie fcollen van een fcip mosfelen een goede zoede van een fcip versche cabellau een middelbaer cabellau ende van alle andere meten naer advenant wel ver-ftaende dat fy van een fcip diversdie viseh geladen hebbende maer een mete en hebben lullen. Ende zoe wanneer eenige fcipperen deze meten betaeit fullen hebben voer eenige tolhuysen ofte wachten eens int foute ende int versche indien fy in beyde commen foe fullen fy daermede volstaen zonder meer eenige nieten te betaelen, ende insgelijks van de dienstwynen in den voergaenden article gementonneert.

4. Item dat alle eoepluyden van nu voertaen den feescippers ofte andere bevel hebbende, die sy heur goeden in geven ghehouden sullen wesen by goede verclaeringhe ende specificatie ende te geven die coepmanscippen die zylnyden in de scepen laden die men by den hondert gewichte ofte thicken vertollen moet ende indien men faulte daer inne bevont toecomende by fculden van den coepman dat lal wesen op verbeurte van alle die goeden int fcip wesende ende hem toebehocrende als tgene dat hy ver-zweycht onversceyden leyt mit tgeunt dat hy te kennen gegeven heeft als van tover dair af hy die rechte maden meten noemt ofte van packen kiften ende daergelycken daer ot hy tgetal tgewichte ofte groote daer inne wesende te rechte niet en verclaert maer alle die fhicken die hy verzweidit versceyden leggen van tgeunt dat hy ver-tolt zoe lal tverswegen goet alleen verbeurt wesen als packen tonnen ende dierge-lycke goeden. Ende indien de faulte toe compt bij den fcipper ende niet by den coepman zoe lal tfelve fcip verbeurt welen zonder aenfien te hebben wie het fcip toebehoert ende werdt die fcipper arbitrarlick gecorrigeert werden aen zijn goet ofte by gebreke van dien aen zijn lijff ende falmen elck een coepman ofte zijn factoir indien hy prefent is mogen doen verclaren bij eede ofte anderlins, alfoe dat hy tol-lenaer goetduncken lal wat Ihicken in en zijn packen, manden, vaeten, pijpen,kysten ofte tonnen ende dito gelijcken goeden gepackt sal hebben dair alf hy die waerheyt lal leggen optie poynt als voeren.

5. Item dat gheen dienaer ofte gecommitteerde ofte onder dienaers van mijns genadichs heeren thollens en zullen moegen honden taverne noch herberge noch bier noch wijn vercoepen uptie verbeurte van luiere officie ende dienfte daer up datmeu Ie eeden lal.

6. Item om zeekere reden ons daer toe poirende soe ordonneren wij dat het geley hnys staende ant hooft van den thollniys van Yerfickeroort terftont verset

-ocr page 33-

27

sal worden arliterwaert twijsfclien ons tliolluiys on de oick tcapellugcn ftacnde aldair up den dijck.

7. Item lat geen cooprnan en lal moegen packen noch doen packen baelen van (pecerien, iiluyn, furteyn, alonen, balanters, balen pelterien, ofF diergelijcke balen off .oick e nichrehande lliuvelen, damallen, (atijnen, osfetten, camelotten, f\'ayen oir diergelijcke goeden in packen manden vaten ofte kiften. Daer malerijen cramerije ofte a.ider droechgoet ende coopmanfcippe inne is. linde indien eenich van den voorfz. goeden ende coopmanfcippen daer inne gepackt waren /oe lal die voorfz. cooprnan dat moeten verclaren indient den thollenaer begeert netzy by eede ofte andersfins, ende ingevalle den thollenaer daermede dan niet te \'reden en zy zoe fal die thollenaer voorz. goet mogen doen belien ende indien hy niv^t meer en vindt dan dat de cooprnan verclaert heeft fal dan die voors. thollenaer dat tot z\\ne cofte wederomme moeten doen toemaekcn ende indien die thollenaer daer inne meer goets bevindt dan den coepman verclaert heeft, zoe fal den thollenaer tfelve pack ofte vat gheheel moegen nemen voer geconlifqneert, mit vijftich gouden leeuwen daer en boven, AU naer miytwysen der ordonnantie daer van zijnde gegeven by wylen onfen hertoge Philips van bourgonynen Saligcr gedachten int jair van xiiicLVi lestleden.

H. Van rijnlche wynen die voor den tholle van Geervliet oft zynen wachten vertok lullen worden.

Een fcips inhebbende twee roeden rijns wijn off daer boven fal geven te vertollen naer ouden haercommen 2 fc. vi d.

9. Dat Recht van den thol van Rijnsfche wynen die voer den tholle van Geervliet of z\\nen wachten commen zullen.

Van elcke roede rijns wijns daer aff die cooprnan naer ouden haercommen te betaelen plach trecht van der tholle thien fcellingen grooten vlaems mits dat den thollenaer den cooprnan daer aff weder galï\' den vijften penninck. Soe es by defer ordonnantie geordonneert dat voortaen diefelve coepman van elcke roede wijns, volllaen fal mits betaelende van elcke roede wijns zonder wedergeven vuil\'.groten.

10. Item dat alle fcepen die geladen zullen hebben beneden twee roeden rijns wijns en zullen gheen voertolle betaelen maer alleenlick betaelen trecht van den thol van den wynen daer inne wefende mit luier fpellegelt.

11. Den drinckwijn voor den tholle van Geervliet mit zijn wachten.

Item den thollenaeren zullen hebben van elck fcip rijns wijns dat innegeladcn heeft drie roeden wijns ende daer boven, haer gewoenlickc kruyeke wijns off vier fcell. groten vlaems daer voeren daeraff den cooprnan die keure heeft, zonder dat yemant meer wijns hebben fal hetzy befiender clerc ofte andere.

id. Item indien eenige fcepen min wijns geladen hebben dan diie roeden wijns, daer alF en fal den thollenaer geen drinckwijn hebben.

13. Item die cooplnyden van den rijnlche wynen en zullen voortaen niet meer gehouden wesen , eenige kermisfen ofte andere heuschheyden den thollenaers oft hoere huys vrouwen te betaelen boven \'trecht dat voorsz. is, ende mits desen, zoe lullen

-ocr page 34-

28

die thollenaeren oick ongehouden wesen den fdpper ende fteker wederonime cenicli drinckgelt te geven.

14. Spellegelt van den westerlclie wynen in den thol van Geervliet van den vreemden hiydcn. Item te fpellegelde van elckvat twee pypen ofte twee boeten VI groten.

15. Spellegelt van den vrye luyden.

Alle lieden vrvheyt hebbende zullen betaelen van een vat twee pypen ofte twee boeten weflerlche wynen.

16. Spellegelt van rijnlcbe wijn van vrye ende onvrye luyden.

Van eleke roede rijnswijns te fpellegelde 12 groten.

17. Spellegelt van die van Zierikzee van Rijnf he wynen. Die van Zierikzee van eleke roede vvijns te spellegelde 1 p.

18. Spellegelt van die van Middelburch van rijnswijn. Die ftede van middel-boreh van eleke roede wijns te spellegelde 3 groten.

Deze vijf lieden en geven geen spellegelt. Te weten Dordrecht, Delft, lirielle , der Goedereede en Meehelen.

19. Dat Veergelt.

Item dat alle vrye ende onvrye fcepen lydende ende pasferende voor de tliollen van (Jeervliet geven ende betaelen fullen van ele feip eenen grooten vlaems, zonder dat daer yemant vry aII\' wesen lal dan alleenlick die van den lande van Futten ende Stryen naer ouden Iiaercoinmen.

20. Roertolle.

Item dat alle onvrije feepen uyt ende invaerende voor de tollen van Geertvliet ende luiere wachten van elck fclp geven tullen tot roertolle teicker reyse. Te weten een ree zeyl 4 groten ende een fmacke 2 groten vlaems.

21. liaekengelt tot Geervliet.

Item alle fcepen zy zijn vry ofte onvry lullen des liaars eens een baeckengelt geven ende betaelen van twee groten vlaems uyt gezeyt die van den lande van Putte en Stryen die daer off vry zijn , dan lal den tollenaer die baekenen wel onderhouden datter gheen dachten of en commen.

22. Item aengaende die poerters ende inwonende van den llede van Uytrecht, Campen ende Nymmegen fullen lyden ende pasleren voor allen ihollens ende wachten, mits betaelende haerluyder oude gewoonlicke rechten ende navolgende luiere brieven van previlegien by heurl. verciegen ende gegeven by den graven van hol-landt hier voortijts.

23. Item foe wat fcepen pasferende voorby desen thollens geladen hebbende eenige llucken van diverfche coopmanscepen ofte goeden toebehorende vrye ende onvrije perfonen wesende ende leggende vesfcheyden elcx up zijn behoerlick marek. Daer af fullen die vrye perloenen up heur merck ende tolteycken vry pasferen wel verftaende dat gheen onvrye perfonen daer inne eenich paert oil\' deel hebben. Ende die onvrye perloenen fullen van luiere goeden ende coopmanscippen den rechten tol betaelen navolgende dezer ordonnantie.

-ocr page 35-

29

24- Item tint eenige vrve coophiyden eenige coopmnnfcippen die fchcydelick waeren docn van den anderen , vuerdc ofte dede vuereii voorby desen tliollens mit onvrv goet, ende dat niet verfceyden en leyt, zoe lal dat onvrye goet tvrye goat onvry maecken , ende tfamen tol betaelen ende trecht geiijek bier voeren verclacrt flaet.

25. Item offquot; geluierde dat vrye ende onvrve perfoenen eenige goeden mit mal-canderen liadden onverfcheyden ende onverdeelt liet waer Uittel of veel dat dat goet ende coopmansfcip zoe pasferende voor eenige tollens ofte wachten geheel onvry wcsen (al ende betaelen den rechten thol naevolgende dezer ordonnantie.

26. Item dat alle vrye luyden (uilen gebrnyeken haer vryheden voor al de voorz. tollens, navolgende luiere privilegiën die fy daer aff hebben ende dat in fulke form manieren en up fuleker reftrictie als fy dat tot hier toe duechdelick gebruyet hebben,

27. Item dat alle fcippers ende coopluyden van nu voortaen brengen fullen en tolteyken uyten (leden ofte dorpen daer zy inwoenende poorters zijn, deweleke een geheel jaer dueren fal. Begrvpende dat felve tolteyken dat fulck een aldaer poorter is ende jaer ende dach geweest ende gewoent heeft, Serivende den (elven poorter daer inne zijn gewoenliek marek zijn Cells handt affirmerende ende (werende by zijnen eede dattet zijn gewoenlijk marek is, ende dat liv up tfelve tolteyken end\'; onder tfelve marek gheen goeden ende coopmansfcippen voorby mijns genadichs heeren tollens ende wachten en sal vneren noch doen vueren dair hem toebehoirde zonder dat int felve goet onvrye perfoenen paert ofte deel hebben ofte dattet felve goet te voeren verloeft vercoft ofte toegefeyt is eenige onvrye luyden ende indien diverfche overluyden in en fcip tfamen coopmansfcip gheladen hadden ende mit mal-cander parten deel hadden (be fal een ieder van henluyden gehouden vvesen te toonen zijn tolbriefin der form ende maniere voirscr. Ende boven desen omme te fecker-licker hier inne gedaen te worden, zoe fullen die fcippers van den vryen eoopluy-den nemen eenen cedulle onder tmarek van den lelven coopman verclarende die goeden die hy van hem geladen heeft, Ende int wederomme commen naer huys indien de voors. fcipper eenige goeden geladen heeft die vrye poerters toebehoeren soe fal hy mits oorloff biddende thuyswaert voeren doende den thollenaers beloften ter naeller reyse en fijn wederomme commen te brengen die verclaringen onder tmarek van den (elven poerters dien die goeden toebehoeren. Dat fy gehouden worden te volcommen mit hem oick brengende buer voirsz. tolteycken, daermede (y volllaen fullen, ende by gebrecke van dien foe fullen fy den rechten tol daer allquot; betaelen, Ende als die van Dellf, Gouda, Amllerdam ende andere vrye luyden gelaeden mit bier ende ander ventegoet uytvarende fullen om hoer getyde te vorden gedaen voor de tollens ende wachten van dien, daer zij gehouden (quot;uilen zijn foe naby te coem-men dat men se befiegdelicken hoeren ende (quot;preken (quot;al moegen , hoer focke te llry-cken ende oerloffquot; te roepen betaelende trecht dat fy (quot;cluildieh fijn , Behoudelicken dat fy int wederomme keeren den thollenaers oft luieren dienaers thoenen fullen haer tolteycken ende certificatie van den coopman onder zijn marek van den goeden alfoe voerby gevoert ende indien gemeent van den vryeluyden vry goet alleenlick ghela-

-ocr page 36-

den hebbende vorby die tol voer (\'onder oirlof te bidden ende te doen als voren die lal arbitralick ghecorrigeert worden naer die {•heleghenlieyt van den felve.

28. Item dat nyemant vryheyt van poorterye gebruyken en fal imoegen ten zy dat hy jaer endedach gewoent ende liuys gehouden heelt inden lieden ende dorpen daervan hy fijn vryheit zoude willen gebruyeken.

29. Item dat alle goeden ende coopmansfcippen die voorby desen tollen up-waerts of nederwaerts vaerende pasferen ende lyden lullen hier voeren in dese tegenwoordige ordonnantie niet gesereven gefpecilieeert noch verciaert en Üaen dat die geven fullenende betaelen den LXXX penninck van dat tlelve goet ge-cort fal hebben.

30. Item dat van nu voortaan gheen vrye perfoenen misbruyct hebben huer vryheyt en mijns genadich heeren tollens, te weten onder dexel van hunne vryheyt onvry goed bevrijden off vorby voerende oil diergelijke dede , daer nae gheen vryheyt lullen moegen gebruyeken luier leven lanek.

31. Item dat gheen perfoenen ruymende faelgerende ofte voortlluchtich wefende ende nemende vryheyt in eenige lieden die vryheyt geven en lullen moegen doer die eompolitien die fy maeeken mit heuren crediteuren eenige vryheyt van poorterien ghebruyeken inden thol van mynen genadigen heere tenzy dat hem tzelve expresle-licken by mynen genadigen heere vergeven zy ende daer opene befegelde brieven vercrigen bei die van die finantie geverillieert, ende bij die van de rekeningen geinterimeert wordt alfoe dat beboeren fal.

32. Item dat alle buyte poorters van wat llede dat fy fijn lullen thollen geven ende betaelen gelijck alle andre vreemde ende onvrye luyden.

(Art. 33 vervalt.)

34. Item dat van nu voortaen commandeurs harbargiers wairden makelaars van eenige vreemde coopluyden goet ontlangen hebbende weder lendende oft oick coe-pende voer wy dattet zy lullen moegen eenige coopmansfcippen doen ofte hantieren voer hem felven dan gelijck andere onvrije perfoenen uptie verbuerte van den felven coopmansfcippen die sy als vrye poorters louden willen doen ende dat diefelve har-burgiers waarden oelterliers maeckelaers ende commande hebbende als voorn, gehouden lullen wesen binnen twee maenden naede publicatie van desen te verclaeren olT fy luyden defelve oelleleric maeckelerie ofte commanderie laeten willen ende haer vryheyt inden coepmansfcip gebruyeken ofte die voorsz. oeflelerie maeckelarie ende comman-derye onderhouden ende coepmansfcippen hanteren als onvrye perfoenen.

(Art. 35 is vervallen.)

36. Item dat nyemant wye hy fy tolvry oftquot; niet tot gheenen tyden by dage olf by nachte mit fcepen buyten om en feylen. Te weten tmaefgat uyt ende tgoede-reefche gat in fonder onsen thol van Geervliet aen te Ibuckene ende aldaer te doene tgene dat fy van Rechtswegen fchuldich zijn van doene , Noch oick dat nyemant eenige andere gaten en foecke dan voirby onfen voirs tholle ofte die wachten van dien, up die peyne van jegens ons te verbeuren by elex van den gheenen die boven oft\' tegens eenige van den poincten bevelen ende geboden boven genoempt doen ful-

-ocr page 37-

3i

len luiere voirs fcepen ende goeden ende dacrtoe noch die fomme van vijftieh gouden leeuwen , tot onfen proffyte aHbe diek endek meniehwerfF alll geCchien (al.

(Art. 37 vervalt.)

38. Item dat alle die Icippers die mit luieren (cepen in zeelandt eonimen het/.y van Iniyten innewaerts ofte van binnen uytwaerts hoe vry ofte onvry zy zijn nyeniant uytge-seeyden fculdieh (uilen weseu , luier zeil terftond te ftryckei: ende te commen int tolhuys. üie vry zyn oorloff biddende voorby te vaeren ofF te ontlaeden ende die niet vry en zyn hem te ril out te doen upseriven mit luier nnem ende toenaem ende van waar dat fy fyn, mit allen den goeden eleyn ende groot die (y in hebben fonder yet te verfwigen , eude wye tfelve goet toebehoert optie verbeurte die vry fyn van arbitraliek ghecorrigeert te fyn ende die nvet vry en fyn uptie verbeurte boven begrepen int voor-gaeude artyckel, alfoe dicwyl ende meniehwerve alst gebeuren fal tot proffyte ons g. h.

39. Item dat gheen fcipper wye hy fy ingefereven ende upgeteyekcnt fynde mit fyn goet dat hy gebracht heeft ofte ydele alfoe hy gecommen fal fyn end» los fynde niet en fal wederomme mogen eenich goet inne laeden ten fy by wete van den tol-lenaer noch wech vaeren ren fy dat eerll ende voor al, alle die goeden dein ende groot die hy up gebracht fal hebben vertok fyn mitten roertol by den gheenen diet fchuldich (uilen fyn ende oick alle die goeden die hy uyt vueren fal als voeren uptie verbeurte van 1 1 10 groten vlaems alfoe dicwyle aid gebuert ende die goeden ver-buert als voeren.

40. Item dat gheen fcipper wye hy is, ingefereven upgeteykent ende ten vollen betaelt hebbende, van al dat hy upbraeht fal hebben, ende voort van dat hy by wete wedercomme gelaeden fal hebben ofte oick ydel wech vaeren willende, ende zijn roertol betaelt hebbende, niet en fal moegen eenich goet daer en boven meer inne nemen ofte laeden zonder wete van den tollenaere uptie verbuerte als voren alfoe dicwyle alst gebuert.

41. Item dat gheen fcipper mit eenige fcepen mit goeden gelaeden, hoe luttel ofte hoeveel goets dat hy inne heeft, hetzy van buyten inne commende ofte van binnen uytvaerende up wat wateren dattet zy gheen goet an geenen zyde en fal moegen updaen ofte zijn last brecken, hoe luttel ofte hoeveel dattet zy an eenige zyde wegen, ten zy dat hy eerst oorloff hebbe van den thollenaere ende fal dan ter plaetfe daert hem den thollenaere ordonneren ende confenteren, zijn goet moegen losfen, ende oft hy tanders dede (quot;oude verbueren als voorn.

42. Item ordonneren ende verbieden die van onfe (lede van Zierikzee , dat fy hun niet meer en vervorderen mit luieren fcepen eenich onvry goet den Roempot uyt te voeren ofte inte brengen, zy en hebben ons ofte onfen gecommitteerden hy goede fpecificatie overgegeven, die rechte menichte van den onvrye goeden, ende den thol daer af betaelt, uptie verbuerte van den voirs fcip ende goeden ende daer foe die transgresfeurs gecorrigeert te werden tot arbitrage van den (ledehouder raede ende die van der rekeningen voirs. Ende ingelycx dat die van onfer (lede van Zierikzee van nu voortaen hen niet meer en vervorderen te willen bevryen zeecker vreemde fcepen ofte coopmaufcappen die commen liggen voir arrenmuyden

-ocr page 38-

32

•anckercn ende die bevracht zouden moegen geweest hebben naer luiere lladt, allbe 1\'y dat onlanex leden gedaen hebben.

43. Item dat alle leipperen mlt luieren f\'cepen, ydel ofte gelaeden mit eenige goeden oft coopmanicippeu vry ofte onvry vaeren ende pasferen duer ende voirby onfen flnyfen ende tollens van der Gonde ende Sparendamme up luier (luysgelt ende tolrecht gelijck dat van outs\' costnmelijck is geweest ende behoert zonder eenicbfnis meer te vaeren ofte keren duer die Vecht ende lladt van Uytrecht om die voirs tollens ende fluyfen te icouwen uptie verbuernisfe van den felven fcepen ende goeden tot onfen proffyte geappliqueert te werden.

44. Item om zekere redenen ons daertoe porrende, (be ordonneren wy insgclicx dat de tol van Goudelluys, die men up den tijt ontfanct binnen onfen llede van der Goude voortaen ontfangen lal worden uptie lelve Goudelluys, alfoe dat van ouden tyden gewoenlick is ende anders niet.

Item. Alfoe die (lapel hier voertijts principalick in der ftadt van Dordrecht ge-leyt is geweest, 0111 dat alle vreemde ende andere de (Iroomen van boven up ende afcommende mit llapel goeden allen hier llapel houden (ouden, ten einde dat die van buyten die felve llapel goeden weder alhier haelen mochten, waerby onfe genadige heer den coninck van den felven llapel goeden zynen tolle hebben (\'ouden ende oick die gemeente der felver llede meenige welvaert ende proffijt. Ende dat die felve inwoenende poerters niet geoerloft en is die felve (lapel goeden yeinante voorts toe te voeren ende (lapel daermede te houden in Brabant, Vlaenderen, En-gelant ofte elders zonder die felve (lapel goeden te vertollen, Twelck die felve van Dordrecht een wyle tijts contrarie gedaen hebben ende noch dagelicx doen, die felve (lapel goeden up luier vryheyt gevoert ende dan verder in Brabant, Vlaenderen ofte elders aldaer llapel mede houden, daer die felve llapel goeden by onvrye poirteren gecoft worden tot groet achterdeel ende verminderinge van trecht van den tollens van den coninck ende desgelicx van meninge welvaert ende proffijt van den inwoenders ende poerters der felver llede van Dordrecht waeromme onfen ge nadigen heer den coninck begerende die welvaert ende prosperiteyt der voors. (lede van nu voortaen verbiet diefelve van Dordrecht ende alle andere vrye perfoenen dat fy gheen llapel goeden en voeren noch doen voeren uyt de voers llede van Dordrecht en Brabant Vlaenderen Engelant ofte elders omme al voerts die felve goeden up te doen (lellen ende (lapel dairmede te houden ende dat fy die felve llapel goeden alhier laeten haelen andre onvrye perfoenen die die van doen fullen moegen hebben, oft indien diefelve van Dordrecht ende andre vrye perfoenen die contrarie doen , dat (yluyden alsdan van den felve llapel goeden den rechte tol bctaelen fullen, Maer indien vrye perfoenen tot Dordrecht eenige llapel goeden haelen, heurluyden van noede lijnde en luier voerslleden ende geprivilegieerde plaetsen om aldaer verbeliclit ende gevverct te worden dat fullen fylujden mogen doen up luier vryheid ende cie van Dordrecht oick aldaer brengen ende anders niet.

Item alfoe wy int feecker geadverteert ende geinformeert lijn dat die poerters ende inwoenende onser llede van s\'I lertogenbosch onder tdexel van feeckere prevüegien

-ocr page 39-

33

henluyden gegeven endc verleent by wylen liertoge Jan van Brabant ende vrouwe Jacob van Beyeren grave ende gravinne van hollandt, en daer den Vfa daeh inFe-bruario XIIIP XVIII naden loop (\'hoofs van Hollandt. Ende die declaratie ende ver-claringe daerop gedaen , by onfen hcore ende grootvader Maxiniiliaen ende vrouwe Marie onfe grotemoeder faliger gedachten in date den lellei; xiach in Julio int jaer X1111\' tachentich. Meurlnyden dagelicx vervorderen veel ende diverse coopmanfcip-pen nvt onfen landen van I lolland Zeeland ende Vrieflandt up luier vryheyt te vueren voerby onfen thollens en onfer voirs llede van s\'Hertogenbosfche, ende die felve goeden ende coopmanfcippen aldaer gecommen fynde wederom in groote menichte te voeren ende vercoepen andere onvrye perfoenen, als Gelderfche, Gulikfche, CleeC-fche ende diergelycke perfoenen tot grote achterdeel ende geheelre difiructie van trecht onfer tollens voirs ende desgelicx tot grote praejudicie ende achterdeel van tgemeen welvaeren , ende van onfe onderlaten van Hollandt Zeeland ende Vrieslandt waer inne ons van noode is te voorlien , Ordonneren daeromme onfen thollenaers nu wefende ofte toecomende dat fyluyden van allen coopmanfcippen die bij den poorters ende in-woenende onfer (lede van s\'llertogenbosfche voirs, voorby onfen tollens voorsz. ge-voert worden den Rechten thol ontfangen ten ware dat die felve goeden binnen onfen voorsz. (lede van s\'Hertogenbosfche by der cleynder mate gedeten ende verkocht worden twelck fy des verfocht fynde by den thollenaer gehouden fullen (yn te affirmeren by luieren eede.

Item fal defe onfe jegenwoirdige ordonnantie onderhouden werden ende voirtganck hebben, (\'onder prejudicie van ons recht dat bedragen (\'oude tot den twintichden pen-ninck niet jegendaende oppofitie ofte appellacie gedaen ofte doen ter contrarie ende (\'onder prejudicie van dien Recerverende altijts an ons die verclaringe ende interpretatie van defen om die te hoogen ofte lagen als ons goetduncken fal.

Dit ontwerp werd eerst gesteld in handen van de kamer der Rekeningen, daarna in die eener commissie, bestaande, zoo als die in het plakaat van 1518 wordt vermeld „uit onsen lieven endc ghetrouwen Raedt ende M1\'. van den Requesten ordinaris van onsen huyse, heere Johann Carondelet, doctor in beyde rechten. Deken van Iksan^on etc. M1quot;. Philips Wielant, Jan Auxtruijes, ende Joost Laurens den voorn. M\'1. Joost Sasbout, ende Claes Lievensz., Meester Vincent Corncliss., oock onsen raedt ende meesters van onse kamer van de Reeckeninge in den Hage, ende Jan van den ISosch, onlancx onse Oecoinniitteerde van onsen grooten thol in Zeelant.quot;

Terwijl deze commissie bezig was met stellen van het concept en het ontwerpen eener nieuwe ordonnantie, werd op den 20 Maart 1517 een nieuw plak kuat uitgevaardigd, „ Provisie optefraulclen die geschiet sijn ofte sonde mogen geschien voor de thollens\'\'\'\' geheeten, welk stuk weinig verschilt van de vroeger uitgevaardigde plakkaten.

5

1

Zie Gr. PI. I). 1. f. 1514.

-ocr page 40-

34

, Het jaar 1517 was voor den tol te Sparen dam zeer belangrijk. De Zwarte Hoop, die in Italië onder Karei van Gelder had gediend, landde den 25 van Zomermaand voor Medemblik, dat stonnendeiiiand werd veroverd, geplunderd en verbrand; daarna trokken de Geldersehen op Alkmaar aan, alle dorpen plunderende en verbrandende. Alkmaar werd aeht dagen achtereen geplunderd; daarna onderging Beverwijk hetzelfde lot, en eindelijk ook Sparcndam, van waar zij over Halfweg en Amstelveen naar het Sticht van Utrecht trokken. Het tolhuis te Sparendam werd verbrand, de sluizen verwoest en gestopt en alle doorvaart daar gestremd. De schippers moesten nu in plaats van over Sparendam over Muiden gaan. Om hierin te voorzien, gaf het Hol\' van Holland den 29 Oct. 1517 aan Gerrit Geerloffszoon en Jan Goiult, gecommitteerden tot het ontvangen van den Goudschen rol, verlof, om voortaan eene wacht te Muiden of te Weesp te houden; terwijl de ontvanger van den Sparendamsehen tol naar Haarlem werd verplaatst. De wachten te Muiden en Weesp bleven bestaan, en nimmer is het ontvangkantoor uit Haarlem weder naar Sparendam overgebracht.

De werkzaamheden der commissie waren intusschen zooverre gevorderd, dat den 13 Mei 1518 het l\'/acact- en de Ordonnantie, Op \'t stuk vau de Thollen van Hollandl Zeelandt etule Weit Friesland werd uitgevaardigd.\' Het concept werd in zooverre gevolgd, dal de bepalingen voor al de tollen gewijzigd werden aangenomen, doch liet principe van een uniform tarief werd verworpen. Kr werden lijsten vastgesteld voor den Grafelijkheidstol binnen Gouda.2 In het Groot Placcaatboek voor Holland en Zeeland vindt men de lijsten voor de tollen te Haarlem, Gouda, Gorinchem, Geervliet en Schoonhoven. Een volledig uitgewerkte vergelijkende staat zou ons te ver buiten ons bestek voeren, daarom zullen wij hier alleen tegenover elkander stellen de eerste artikelen van littera A.

OOUDSCIIK TOI,

H AART.EMSCIIF. TOI,.

CoRlNCHEMSCHE

r,N

fiF.KRVURTSCHF,

Q.St.ll.

schelt.gr.

SCHOONHOVBNSGIIR TOI,.

sc/l

Aluyn.

Aerde.

schett.gr.

Azyn een pyp

Ken

oxlioofd

40

Ken Ichip potvuyl

Aluyn de baele

i 6

Uierazyn

Ken

bael

3 0

of volaerdc

5 0

Scli\'ionhoven

2 0

Azyn een aem

honderd pnndt

1 9

Ken last

Asfehe 1 last

7 6

tonne wynazyn

Ken

grove ton

40

Aem beelden.

Asfehe potasfebe

Azyn een tonne

Ken

fmalle ton

3 0

tstuck

40

de tonne

1 0

bierazyn

Ken

last 3

10 0

Aluyn.

AsCche weedaslche

Anys een honderd

Amandelen.

Ken vat

12 0

1 last

10 0

pondt

Een

quarteel

40

Ken pensoen

5 0

AsCelie vuyle aslcbe

Asfehe een last

Een

bael of grove

Ken bael

3 0

tscliip

3 0

potasfebe

2 6

1 Zie Gr. PI. boek D. i I». 1541.

2 Zie Gr. PI. b. 3 1°. 737.

3 ü. IV. r. 615, enz.

-ocr page 41-

Gr. St. d. tnn 3 o

Ecu korlf i o

Kon Cabasse

Anys.

Hen batl ICcn quartecl hoiulerd pondt Anille. Ken veil.

Anyl oC Indigo Ken tonncke

Anchiovis. Ken klein tonneke Azijn,

Ren vat Een oxhoolt Een grove ton Een pijp

Een last i

Ammelaeekens. Ken pack i

Een kasfe

Appelen. Een ton liierlands Een kist

Aslche. Een last vveedas Een last l\'otasfe IJereckeninghondt van een last gliei-tor te zeg.Aslchc otViiylecensehip vol

Anckei\'cn. I\'.cn groot Ancker l\'.en klcyn Ancker Ken Aembeelt hondert pondt

Ael ol\' palingh l\'.en grove ton Ken smalle ton Ken kinncken

AppeUlranck. Ken pijp Volgt lett. lï.

0 6

o C) 6 o

6 o 1 6

1 o

3 o

2 o

16 O

ii O

3

12 O

6 o 11 o

3 o

1 O 1 O 6

1 6 1 o

1 6

Gr.

hondert ponden Ken pijp Een (\'malton

Ajuyn. hondert rixten

Aioenen. Een Rol Ie

Altaren. Den honderdsten penningh.

Amandelen. Een oxhooft Ken bael Een l\'malton hondert ponden

Ajuynzaedt. Een sack Ken tonne hondert ponden

Anyszaedt. Een vat Een pijp Een oxhooft hondert ponden Ken bael

Anyl. Een bael ol\' ton-

neken Ken vel

Ansjovis. Een tonnecken

Anekcrs. Een grootesucker Ken klcyn dito hondert ponden

AppeUlranck. Ken pijp

Appelen, duyl\'ent Orange „ granaet l\'.en ton inlandsche

Armol\'yn. Ken stuck

Artillery. Den veertigl\'ten penningh ol\' anderseen gemeen c gotelingh kostende twaclfponden Vlaems [

Ken dito kleync van acht ponden Vlaems 1

Ken haekbiislclie duyl\'ent pont ge-

Sch.

1 o 6 o

2 o

30

30 I!

C) o 6 o 40

8

6 o 90

4 o

30 8

2 8

2 o 8 o 4

40

16 o

40 2 O

Gr. Sc/i. Aerde swarte ol\'

roode aerde t last 7 6 Aerde Clamey aerde het last ol\'de baele 13 o

Aluyn ol\' tonneken Indigo volgens de lyst van de Camere van 19 Febr. isoy óoj

Aerde volaerde. Den tvvintigl\'ren

penningh.

Aerde klcyn aerde last ol\' baele 15 Ajuyn zaedt een.

Sack ol\' baele 3 9

Amandelen de baele 5 o te Schoonhoven 2 o Asyn of bier edik 7 6 Wynasyn de roede 300 Anys of Comyn

de baele 1 6

Appelen de honderd tonnen iso Schoonhoven 100

Kn beneden de vyf-ticli tonnen van yeder ton 1 i

Appelen van Oran-gie ofte Granaten van tgunt sy gekocht syn den twintigften penningh Artillcrye den twintigften penningh Ammunitie als bus-l\'en , klooten , pieckcn en bellebarden den twintiglten penn. Cnevelstaven 1 bos 1 3 Volgt lett. li.

Gr. Sc/i. Asl\'che een last

Oostersche asl\'che 1 Aslche een pyp borgocnsche asl\'che 4 5 gr.

Asl\'che een hon-derdt pondt asl\'che 2 Aluyn een tonne te weten een smal tonne 6 Aluyn te weten

een bael aluyn rt Amandelen een bael

amiindelcn 6

Appelen een aem-

tonne appelen 1 oortje Ajuyn een aem-

tonnc ajuyn 1 oortje. Ajuynzaet een sack

ajuynzaet 8

Ael een smal tonne

ael 2

Aerde een schip

aerde 8

Anckers een ancker by de kosten den veertigl\'ten penningh ofte honderd pondt 2 Aerde een aerde ofte potlood,

daer men de potten mede verglaasd 2 Aerde een tonne zwarte aerde ende komt van smits kolen van boven 1 dtiyt. Artillery, allerhande artillery van klooten die buy-ten slands ge-voert werden geven van het pont groot 6 Allerhande artillery blyvende binnen slands van een pondt groot 1 Aerde vol aerde

een duysent [ dtiyt. Asl\'che een ton pot-asfche 2 sch. 6 d.


-ocr page 42-

36

Haari.emsche tol. Gr. Sc/i.

Alikuntschc Asch. i o o Ken lack

Ael.

i o Anys een smal

Ö „

tonne i oo Volgt lett. li li o

3 o Hen niym

F.en last weedasch 6 o

i o

Ken ton Ken last potas Ken ton

Een langestoote zeepas

Afyn.

4° 40

Geervhetscmk TOI,. Gr.Sch. Anys ccn qiiartcl n gr. i. Anys een oxhuol\'t 11 ,,

Ken last 6 o Ken ton li Aerdevverck. ia o Den honderdsten i o penningli.

fehut kogels of bouts i

Argergecn. Een lack

Asfchc.

Ken kasfe 5o Ken mandeke

Alst.

Een vat Een pijp

6 o Ken tonneke ol\' 3 o korf

1 8 Volgt lett. li.

4

Ken oxliooft Ken kinneken

Nu dc invoering v;in het placcaat en de zooeven genoemde lijsten werd ook eene instructie voor den collecteur van den I laurlemschen tol vastgesteld, daar deze instructie werd gevolgd, laten wij hier volgen die van 1598, zijnde de oudste, die wij nog bezitten. 1

Inrtructie voor Adriaen Thomaszoon, collecteur van der Graef lycheyts Tholle tot llaerlem, waernaer hy hem int bedyenen van tlelve oHicic lal hebben te Reguleren.

„Eerst zal de voorn. Collecteur zyen eontliuieele refidentle houden binnen der lladt van llaerlem opt Spaeren ende aldaer des Graeffelyeheyts recht van den tholle voersz. wel getrouwelyek ende reehtvaerdeliek hewaeren, naervolgende den eedt by hem dnervan gedaen in handen van den luyden van dc rekeningen in den hage op allulcke wedden als zyne predieesseuren voorfaeten daervan genooten hebben.

Den voern collecteur zal houden goet en rechtvaerdich register ende daar inne teykenen van daege te daege wat aldaer vertholt werdt met goede pertinente declaratie van den perlbnen van waer die zijn wat waeren zy vertholt hebben ende hoe veel elcx van dyen voor trecht van deze tholle betaelt lal hebben ende dyen volgende zgt;ne rekeninge formeren naer behooren. Van gelyken zal liy goet register houden van alle tholteeckenen van den anderen thollenaers ende collecteurs die hem gelevert lullen werden ende daer inne Hellen verclaeren van naeinen ende goeden in defelve teeckenen verhack ende dat tlelve register mette teekenen telcken benelFens l\'yn rekening ter cainere overleveren.

Den collecteur lal nyemanden meer o(l\' min ofFnemen dan men van rechtswegen ende ouder gewoonten Ichuldich is oil\' te nemen naer volgende de lyste hem daer van gelevert ende hem voerts in alles reguleren, naer volgende den placcaeten in den jare XVC XVIII op Ihick van den thollens int zoete geëmaneert.

1

Rijks Archief, Thollenregister van dc commissie enz., f. 4-,

-ocr page 43-

37

Item en lal den collecteur nyemant vertliollen dan tot fynen huyfe ofF daer hy gewoonlyck es te fitten omme trecht van den thol tontFangen ende dat anders nyet dan in prelentie van contrerolleur (\'onder eenig conpart met den coopluyden te voren te maeken int heymlick nochte int openbaer.

Item den collecteur en (al van gelycken nyemant, tzy vry o(f onvry, mogen oorloflp geven omme voorby te vaeren dan in tegenwoerdichheyt van den contre-collenr als voeren.

Item als van meeten van hout en (\'out vallende voor den voorn Tliolle die lal den collecteur vercoopen ten meesten prouffyte van den (ïraeleliclieyt ter prefentie van den contrerolleur ende daer van doen behoorlycke rekening als vooren, mitsgaders oock van wynckruyken in rekening verantwoorden tot fulcken pryfe als hy met de voorn, van de rekeningen zal overkomen ende alle andere kleyne meeten die boven de voorz. meeten van hout, (but ende wyncruycken meer vallen (\'uilen, (\'al den voorn, collecteur hebben ende behouden voor de keucken proinde lbo zyne voorfaeten tot noch toe gedaen hebben gehadt. Voorts van alle andere voorthollen als van muyl boorden, rachters, i\'parren en diergelvcke dyemen van outs gewoonlyc es te nemen daer van fal by den collecteur ende contrerolleur insgclycx register gehouden worden. Ende (\'al den collecteur dezelve aldaer bewaeren o(F doen be-waeren omme die tol reparatie van der GraFelycheyts huvFen geëmployeerd te mogen werden.

Item alle drve maenden zal den collecteur gehouden zyn de penningen van (ynen ontfanck te leveren ten comptoire van den Ontvanger Generael van Noorthollandt Willem llanneman olF anderen indertyt zynde, omme by den (\'elven verrtrect te mogen worden naer beboeren, hem rentmeester daer beneft\'ens Fommieren (laet van den voorsz. drye maenden te drye maenden overFeyndende.

Item en Fal den voorn, collecteur nyet mogen compol\'eren van eenige breucken buyten weete van voorn, van de rekeningen dan van cleyne znecken bedragende zes ponden van XL grooten tpondt ende daer beneden. Ende wat breucken daer vallen daer men boven die zes ponden ofF gecrygen (\'oude mogen, die en Fal hy nyet mogen coinpoFeren dan by weete ende conFente van de voorn, van de rekeningen in welcke de voorn, collecteur hebben (\'al den derden penningh van tgunt Oatter zuyvers boven costen a(F comen Fall, rekening doende van dandere deelen tot Graef-(lychex tsprouffyten.

Ook en (\'al den voorn, collecteur niet niemand moegen verding maken van thol-rechten van onvrye luyden buyten weten ende conFente van de voorsz. van de reeckeningen als voeren.

Ende en Fal den voorn, collecteur noch controlleur geen taverne ofte herberge mogen houden noch byer noch wyn vercoopen, op te verbeurte van heurluyder officie ende zal hem voorts generalick en alles quiten ende dragen in conlbrmite van Fyn inllructie als een goed en vroom collecteur schuldich es ende behoort te doen, ende des Graeffelicheyts hoochheyden, domeynen ende tholrechten en alles maintineren Fonder daerinne eenige verminderinge ofte infractie te gedoogen.

-ocr page 44-

Aldus gedaen en gearresteerd ten bureele van de camere van rekeningen in den hage dezen eerrten February XV\' XCIII. Onder Hunt my tegenwoordigh en was geteykent

15. van Crompvliet.

Voor den controlciir hebben wij geen instructie ouder dan 1606, toen Frans Barentszoon in plaats van Isaiic Adriaanszoon werd aangesteld. 1Deze instructie geeft de bepalingen voor den collecteur volkomen terug, en kan dus achterwege blijven.

In 1518 betaalde Haarlem voor den doorvoer der onvrije goederen, die daar ter markt werden gebracht, 100 pond \'sjaars.-

Den i4\'i™ Mei 1519 gaf Karei V eene ordonnantie om te beletten, dat de schippers, door den Bilderdam, den Heiligen weg. Zevenhoven en andere ongecostumeerde binnenvaarten te gebruiken, de liaarlemsche en Goudsche lollen ontdoken. De bilderdam, namelijk , gelegen in den Drecht onder Kalslagen, was doorgestoken, zoodat de schepen van Amsterdam naar Delft, Leiden en \'sGravenhage konden varen, zonder Haarlem of Gouda aan te doen. Daarover ontstond een proces tusschen den procureur-generaal met de steden Haarlem, Dordrecht en Gouda aan de eene, en Jacob Copier, Heer van Kalslagen, met de steden Leiden en Delft, aan de andere zijde, hetwelk den 3istcn Januari 1529 werd getermineerd door eene sententie van het Hof van Holland, waarbij het dichten van het verlaat in den Bilderdam werd gelast.

Had de stad Haarlem zich in 1529 in dit proces gemengd om de vaart door den Bilderdam te beletten, en bijgevolg die door Haarlem te bevorderen, in 1551 ging zij nog een stap verder door een accoord met die van de rekeningen te sluiten om schepen met volk (uitleggers genoemd) uit te zenden, ten einde de schepen , die van de verboden binnenvaarten gebruik maakten, op te brengen; de kosten te dragen half door Haarlem half door de Grafelijkheid. Mocht er bij die gelegenheid eenige confiscatie plaats hebben, dan werden hieruit eerst de kosten betaald, en wat er overschoot was voor den Graaf. Kwam er daarentegen te kort, dan werd dit gelijkelijk door beide partijen gedragen. Uit die bepalingen kan men vrij stellig opmaken, dat het accoord op verlangen van Haarlem is opgemaakt.

De overeenkomst, volgens welke Haarlem jaarlijks eene recognitie betaalde om voor die goederen vrijdom van tol te erlangen, welke te

1

Ryks Arch. Tollen ic regisccr f0. 90.

-ocr page 45-

39

Haarlem ter markt kwamen, of van daar onverkocht terug gevoerd werden, werd op den 31 sten Mei 1564 door een octrooi van Philips geregeld. \' De vergunning werd steeds voor den tijd van zes jaren aan Haarlem gegeven, doch het vragen om verlenging van dientermijn was in 1557 verzuimd. Op grond, dat de stad het maken van een nieuwe sluis op zich had genomen, werd het accoord echter op nieuw toegestaan, maar ditmaal tot wederopzeggens toe; doch de jaarlijksche recognitie van honderd pond werd met twintig pond verhoogd.

In 1578 vroeg de Haarlemsche regeering om 1 onder meerook van deze uitkeering te worden ontslagen, als vergoeding voor de schade gedurende het beleg geleden. Hij apostille van den aSstcn Augustus van dat jaar he-bepaalde de Prins „dat den tlioonderen in aensieninge en recompense van den groote lasten, eosten, ende perieule by henluyden gedragen mitsgaeders van heure getrouwieliheyt tot grooten voordeele van den gemeenen lande ende andere steden van hollandt behoort vergundt te worden die vrydomme van den tliolle en dezen heuren remonstrantie ende versoueh gementioneert ende dat alsulex henluyden daerop verleent sullen worden behoorlijke brieven van Oetroije in suleken eas dienende, ten waere die Staten van hollandt mogten hebben eenige merckelieke Redenen ter contrarie daerafT\' zvluyden gehouden werden zijne Excellentie te adverteren binnen drije weken naer de insinuatie van dezen aen hen gedaen houdende mitsdyen zijne Excellenties efFeet ende expeditie der voors brieven van Octroye middelerwijl ende solange in surieante. De som van rao pond werd volgens de thesauriers rekening van 1579 het laatst betaald en komt in die van 1580 pro memorie voor aldus „Alsoe dit volgende contract tusschen de Staten ende deze stadt gemacckt nopende voors acht Twcsen der burgerije acngaende den belegge, eensdeels in betalinge wert gegeven ergo dit voortaen in de reecken. gelaten.

Dc Haarlemsche tol onderging, even als dc overige t(illen, gedurende de Kepuhliek geene veranderingen cu werd steeds, even als dc overige middelen, verpacht. Nadat hieraan, tengevolge der onlusten over de pachterijen, een einde was gemaakt, werd de tol in eigen beheer geadministreerd.

Dc oudste rekening, aanwezig op het Rijksarchief, dagteekent van den jare 1750. De ontvang bedroeg toen 4315 ponden 19 schellingen 6 denias. Sluiswachten te Sparendam 276 pond. 14 sch.; aan de Groote Houtpoort 41 pond 3 sclu 8 d.; de wacht in de Beverwijk 112 pond 8 schel. In het geheel 4725 p. 5 sch. De uitgaven bedragen: het tractement van den ontvanger 500 pond; dat van den controleur 175 pond; de sluiswachter te

1

Inv. Gem. Arch, nquot; 657.

-ocr page 46-

. Sparcndain 138 p. 7 scli.; de ontvanger aan de Groote Houtpoort 13 p. 14 scli. 8 d.; en aan den ontvanger in de Beverwijk 37 p. 9 sch. 4 d. voor vorderen 3 pond; voor het schrijven der rekening 82 p. 8 sch.; voor het sluiten der rekening 20 pond voor schrijfbehoetten 20 pond voor huishuur van den ontvanger 150 pond; in het geheel 1141 pond 18 sch. yd.; zoodat het batig saldo der rekening bedraagt 3604 pond 6 sch. 3 d.

in de rekening komen dag aan dag de namen voor der schippers , die doorgevaren zijn, welke lading zij scheep hadden en hoeveel door hen betaald is. Hieruit weten wij, dat het getal betalende schepen in dat jaar is geweest 3698.

In 1780 was de opbrengst 4857 fc 5 sch. 6 d., opgebracht door 4194 betalende schepen; in 1793 bedroeg het getal schepen 3958 en de ontvangst 3932 IS 6 sch.

Tusschen het ophouden van betalen der recognitie en het einde der vorige eeuw, ligt eene tijdruimte, die niets belangrijks voor den Sparen-damschen tol heeft opgeleverd, doch die niet zonder bemoeiingen dei-Stedelijke llegeering in de zaak der binnenvaarten is voorbijgegaan. Wat hierin heeft plaats gehad, zullen wij trachten uiteen te zetten bij de behandeling der Commissarissen over de Binnenvaarten.

Bij publicatie van den io11011 Maart 1795 van de Provisioneele Representanten van het volk van Holland , werden alle grafelijkheidstollen opgeheven. Uit het decreet blijkt, dat toen geheven werden tollen te Dordrecht, als wacht van Geervliet; te Haarlem, op de wachten te Sparendam; te Leiden; te Gouda de Grafelijkheids- en VVassenaarsche tollen ; te Rotterdam , te Gorin-chem , te Woudrichem, te Arkel, te Schoonhoven. teWeesp, teHeusden; de VVassenaarsche tol aan de Zijlbrug en op de Does; de tol te\'s Molenaars-brug, de tol te Alphen en de tol aan de Goudsche sluis bij Alphen.

De resolutie, waarbij de provinciale tollen van Holland werden afgeschaft, werd later bevestigd door de publicatie van H. H. M. vertegenwoordigende het Bataafsche Gemeenebest van den 6\'lcn Dec. 1805, waarbij, volgens art. 1, na 31 Dec. 1805 alle tollen en belastingen, welke binnen deze Republiek op den binnenlandschen handel, vervoer en doorvoer van waren, goederen en koopmanschappen, mitsgaders op passagiers zijn gelegd, zoomede de plaisier-gelden of belastingen op jachten, boeiers en andere vaartuigen van vermaak voor zooverre deze belastingen cn tollen ten behoeve van den lande en de onderscheidene departementen, het landschap Drenthe en de gecedeerde landen, zoo mede ten behoeve der nationale domeinen, herkomende van den Vorst van Nassau of van wege de Commissie van administratie, te Breda resideerende, worden gehouden voor vervallen, uitgezonderd voor zooverre daaromtrent in deze ordonnantie eenige uitzondering is gemaakt.

-ocr page 47-

4i

Du ccmmal afgcscliulte tollen werden hij deze publicatie vervanffcn door

belasting, genaanui llinncnlamlseh Last-, Water-, Pleizier- en Passagegeld.

Ten slotte vinde hier de volgende naamlijst van Ontvangers en Controleurs van den Sparendamsehen tol eene plaats.

r eene

Ontvangers, 345. Symon Jaeobszoon. 41H. Arcnt van Gent.

474. Iluyghc van Tetrode. 492. Vrank bastaerd van Alemade. 511. Joost Claeszoon.

514. Claas Say.

524. Jan Goudt.

556. Dirk Cornelisz. van Zanten.

5. .. Jan Damp.

5Ó8. P. Harmens.

582. Joost Augustynsz. Steyn.

5H6. Thyman Mattheusz. Steyn.

592. Adriaan Thoniaszoon.

610. Claas Adriaanszoon.

636. Adriaan Claesz. Verbeek.

633. Johannes Riggelaer.

664. Albert de Clcreq.

710. Paulus Bcnns.

Adriamis van Mastwvk. 720. Evert van Campen. 724. Assnerns Benns.

758. Jean Salomon ia Clé. 784. Mr. Adolf Meshnvsen.

Controleurs.

..... Isaac Adriaanszoon.

irto6. Frans Uarcndszoon.

\\6i6. jan M\'ehelszoon Visser. 1664. I\'ieter Floriszoon.

1679. Jan Schouten Jan Claeszoon

1693. Pa 11 lus Beuns.

1710. Adriamis van Mastwijk. 1715. Assuerus Beuns.

1744. Mr. Jan van Styrum. 1748. Mr. Gijshert Adriamis Patyn.

17Ó7. Mr. Jan Henri van Ileems kerek.

1773. Mr. Adolf lleslniysen.

A

1784. Jean la Clé


COMMISSARISSEN I)KII BINNENVAARTEN EN DER STADS HEERLIJKHEDEN.

Alhoewel heide genoemde betrekkingen niet noodzakelijk met elkander verbonden waren, staat de reden, waarom dc Stads Heerlijkheden aangekocht zijn, in te nauw verband met de geschiedenis der llinnenvaarten , 0111 heide onderwerpen niet te gelijk tc hchandelen. Er bestonden, als het ware, twee soorten van Heerlijkheden in het hezit der stad: „de Heerlijkheden over de Meer, en de overigen. Het onderscheid ligt alleen in de motiven, die tot den aankoop deden besluiten; de wijze van administratie was voor

6

-ocr page 48-

42

\' allen dezelfde cn gesehieddc door lUivgcmcesiers, die den Sellout, denSeeie-taris en de overige ambtenaren aanstelden en liet reeht van eollatie uitoefenden. De Heerlijkheden over de Meer werden aangekoclit tot behoud van de vaart door Haarlem, en om het graven of maken van verboden binnenvaarten te beletten. De Heerlijkheden om Haarlem werden aangekocht ten behoeve eener goede politic. Daar de Haarlemsche rechtsmacht zich areen uitstrekte zoover de vrijheid reikte, was een misdadiger dadelijk vrij, zoodra hij in een der naburige Heerlijkheden was gekomen en aldaar door de jurisdictie van den Heer beschermd werd. Dit had het ongelukkig gevolg, dat zich voornamelijk in de Hooge Heerlijkheid van Brederode lieden ophielden , die geen reden tot klachten gaven op de plaats hunner inwoning, doch die het Haarlemsche grondgebied beschouwden als een jachtveld, van waar zij zooveel mochten weghalen, als zij maar konden. Te dien einde kwamen zij vóór het sluiten der poorten binnen Haarlem en maakten zich dadelijk bij het openen weder uit de voeten, voor en aleer het gepleegde feit bekend was geworden. Om hiertegen zooveel mogelijk te waken, kocht Haarlem op verschillende tijdstippen de kleine Heerlijkheden van Noord- en Zuid-Akendam, Schoten en Zanen, Schoterbosch , Hoogerwoerd , Schotervlieland, Haarlcmerliede en het Hofambacht. Nadat de Hooge heerlijkheid van Brederode aan de Grafelijkheid was vervallen, besloten de Staten haar in kleinere Heerlijkheden te splitsen, en die zonder de rechten van Hooge jurisdictie, welke de Staten aan zich behielden, te verkoopen. Haarlem kocht blei van den 6\'len November 1722 de 1 leerlijkheid 1 etterode Aelbrechtsbeig en de

Vogelensang voor f 30.000.

Hierdoor was de stad eigenares geworden van de omliggende jurisdictiën, met uitzondering alleen van liet gebied v.m Heemstede, dat zij nimmer verkreeg. De Heerlijkheden over de Meer waren Kalslagenen Bilderdam , die in 1699 voor /15.500, henevens Zevenhoven en Noorden, die in 1725 voor /quot;15.000 werden gekocht. In laatstgenoemd jaar verkreeg de stad ook de Heerlijkheid Nieuwveen voor ƒ 15.500 en, in 17611, die van del iteibuuit voor ƒ 2400.—

Daar er een bepaald persoon als leenheer in de leenregisters der Graie-lijkheid moest worden ingeschreven, werd daarvoor deze ol gene der Vroedschapsleden aangewezen, op wien de leenbrief werd gepasseerd, docli die alleen zijn naam gaf, zonder er eenig voordeel van te genieten.

Zooals wij reeds bij den Sparendamschen tol hebben aangetoond, moesten alle vaarwaters worden versperd, welke dienen konden om schepen binnendoor, van Amsterdam of uit de Zuiderzee naar de Maas en Rotteulam anders dan door de tollen van Sparendam en Gouda, en aldus door de Lek

-ocr page 49-

43

en Mcrwcdu, langs Dordrcclit to doen varen Vandaar liet belang, dat de drie genoemde steden hadden bij liet doen in aelitncnien der verboden binnenvaarten. In de Heerlijkheid Benthuysen is een vliet, die zich door de Heerlijkheid Ha/.erswonde uitstrekt tot in den Rijn, de Hoogeveensche vaart geheeten, en nitkomende met eene sluis bijna tegenover het dorp Koudekerk, welke vaart en sluis zonder vergunning van den Heer van Benthuizen, alleen gebruikt mocht worden door de buren van Benthuysen, en Iknthorn. De landscheiding van Benthuysen was tevens landscheiding van Rijnland; daar lag de Hildam; verderop lag een verlaat, de Hilsche-kwakel, waardoor men in de Lange moer kwam. In 1503 gebeurde het, dat schepen met koopwaren uit llotterdam hierdoor voeren. Toen hierover bij de Rekenkamer geklaagd vvjrd, liet de Heer van Benihuysen, op last van den procureur-generaal, het verlaat stoppen en een overtoom met windas, de Hildam, maken, waarvan alleen door de dorpelingen gebruik gemaakt mocht worden. In de daartoe betrekkelijke acte worden tie vaartuigen genoemd, die erover mochten worden gehaald, en het geld dat er voor iu rekening gebracht moest worden. 13e Kotterdamsche regeering beweerde hierop, dat dit ver-l iat tot haar praejudicie was gestopt, en begon eene procedure voor den Hove van Holland; doch heeft later, door tusschenspreken van Commissarissen van den Hove, hare aanspraken of rechten laten varen ; waarna de Rotterdamsche schippers, althans in de eerstvolgende tijden, die vaart niet meer gebruikten. Doch in de „troubelenquot; zijn zij wederom begonnen er door te varen, waardoor schade werd berokkend aan de sluizen en vaarten, die veeleer waren aangelegd om water te spuien, dan om tot doorvaart te dienen; terwijl de Rotterdamers zelfde sluizen openden om er door te varen, wanneer die om den hoogen stand van het Rijnwater gesloten waren.

In 1588 hield de tollenaar van Gouda, Jan Dirkszoon , op de wacht te Leiderdorp den ordinaris veerman van Rotterdam op Amsterdam aan , op grond , dat hij door de verboden binnenvaart over den Hildam voer. Rotterdam riep daarop de hulp der Staten in, die een onderzoek instelden. De lieer van lientliuvsen werd voor de Rekenkamer gedaagd, doch beriep zich op het hem verleende octrooi, bewerende geene andere schippers te hebben doorgelaten dan de zulken , die vrij waren.

Intusschen werd deze overtoom, de I lildam, gelegen op de grensscheiding van Rijnland en Schieland, met het recht van deurvaart door den Meer van Benthuysen in 1589 aan de stad Gouda opgedragen. Rotterdam verlangde, dat de aangehaalde schuit zou worden losgelaten , en dat in het vervolg dergelijke gevallen niet meer zouden plaats grijpen , daalde plakkaten op de Binnenvaarten als vervallen moesten worden be-

-ocr page 50-

44

scliouwd. Bij Resolutie van de Staten van Holland en WestlViesLmd den 411011 Mei 1591 verklaarden deze, dat zij incompetent waren om in deze zaak eene beslissing te nemen , doch dat Rotterdam maar moest procedeeren tegen de Rekenkamer. De gedeputeerden van Rotterdam antwoordden hierop, dat zij daarmede niet tevreden waren , maar uit de kas der ge-meene landsimpositien zoovele penningen zouden lichten, als er noodig waren om de kooplieden schadeloos te stellen. Waarop van wege de Staten aan Rotterdam werd medegedeeld, dat, zoo zij aldus handelden, de Staten tot andere middelen hunne toevlucht zouden moeten nemen. Nu begon Rotterdam een proces voor den lloogen en Provincialen Raad tegen den Procureur-generaal en de Kamer van Rekeningen , waarbij zich hadden gevoegd de steden Dordrecht, Haarlem en Gouda. De conclusie van Rotterdam was, dat de Grafelijkheid bij de binnenvaart over den Hildam niet geïnteresseerd en de tegenpartij dus niet gerechtigd was het gebruik dier vaart te beletten. De zaak kwam voor commissarissen. Intusschen ging Rotterdam een contract aan met zekere l\'amilie Slijck, die zich eigenares van den Hildam noemde, en waarbij zij verklaarde, dat zij ten eeuwigen dage de Rotterdam-sche schippers over den Hildam zoude helpen. Daarvoor betaalde Rotterdam een zekere som , en nam bovendien het onderhoud van het houtwerk op zich. In 1592 was het nog niet uitgemaakt, of de inmenging der drie steden zou worden toegelaten, toen de steden Amsterdam, Alkmaar, Hoorn, linkhuizen, Medemblik, lidam , Monnikendam en Purnierend zich als derde opposanten bij haar voegden.

Rotterdam voerde nu een nieuw argument aan om te bewijzen , dat de binnenvaart geen verboden vaart was, en wel het handvest, den ofisten Mei 1480 door Maximiliaan en Maria aan de steden Haarlem, Amsterdam en Leiden gegeven , waarbij haar vergund werd op hare kosten eene nieuwe vaart te graven van den Rijn in de Maas,i bewerende bovendien, dat de vaart over den Hildam hieraan voldeed; met welk argument de drie steden niet weinig verlegen waren.

Hit het navolgende schrijven der llaarlemsche rejeering van den October 1604 blijkt, welken gang het proces tot dien dag heeft gehad.

„lirnttelle zeer wijle voorzienige Heeren , goede vrienden eiule bontgenooten.

Uwer E zal nog wel indaehtig lyn tgeene in den jaeren XV\'XCVIII ende XC\'I \\ op verleheyden tyden tiisfehen den gedeputeerden van de (leeden van Dordreelit Haerlem ende der (Jonde in eomnuinieatle ende deliberatie geweest es opte (aeke eerlt by den gedeputeerden der lladt Amllerdam (bniten opinie) aenden l\'elve drye lleeden

1 Uwulv. v. Igt;1. 148.

-ocr page 51-

voorgedragen van dat (\'y nyc (ceckero conlideratien en de goede moverende redenen gelpoort nytten procesfe ende gedaen in reqnesten inde (aecke van die van Rotterdam tegens den procureur generael ofte graeffeleyckheyt van hollandt opt tfhick vande binnenvaert die getrequenteert werdt van Rotterdam over den Mildam op Amrtelredam et e contra genegen waeren hen te vougen niette voorsdrye fteeden van Dordrecht, Haarlem en der Goude wefende als derde bekent inden voorfchreven procesfe, ende dat de voors. van Amfterdam hen oock lieten voorllaen met eene oock inde felve vou-ginge te (\'uilen gecrygen alle de llecden van tnoorderquartier , mits dat men henluy-den foude willen accomoderen ter redelicheyt in de fcheepen die met lluckgoederen ende andere ventwaeren gelacden fynde mits die haellich vaeren, en de fluyfen van Sparendam er.de der Gonde opt fpoedichlle door te laeten , twelck by de voors drye (leden naer verfcheyden deliberatien (ende rapporten) eyntelick goedgevonden fynde daer alf behoorlycke brieven in December 159H onder der drye fteeden zegelen ge-merekt ende aende voors/,. (ladt Amftelredam ende andere fteeden geievert waeren geweeft mit vall betrouwen dat de voors aengeboden vouginge ten eerden foude voortgaen ende int werk geleyt werden ende dat de heeren van Amftelredam heur-luyder meeninghe in alles oprecht ende (inceer was, dan onlancx daer nae als in Aprill 1599 by de voors lleeren van Anillelredam nieuwe fwaerigh^yden opte s\'oors vouginghe (die by hen felfs eerll verlbcht ende aengeboden was, werden gemoveert door anporren of inlligeren van de gedeputeerden van Rotterdam (/,00 /,y opentlijck bekenden) rondelijcken verdarende dat zy luyden inden voors. procesfe als gevoech-dens lbo fimpelycken nijd en zouden konnen blyven ten waere de voors drye (leeden hen verleenden acte van non-praejudicie ende hoewel de voors drye fteeden tot zulks nyet voordacht en waeren ende voor teerfte hen zeer vreemt invallende tot-tet voorsz verleenen vande acte nyet gaerne en quamen immers die van Amftelredam dair op nyet alleen zeer aenftonden, maer de zelve acte van non prejuditie die ,fy fcheenen ten eerften (impelijck te verfoucken lbo angmenteerden ende vermeerderden tot leven o(F acht reyfen toe fteunende opte autoriteijt van heurluyder lladt daer aon zy achten veel geleegen te zijn dat men nauwelijcxsen wille hoe men dezelve acte pasferen zoude, Daerop tusfehen de drye fteeden verfcheyde communi-catien ende deliberatien gevallen zijn mits de zwarichheden daer inne bevonden als verhoopende Jat alles ter goeder trouwen toegaende ten beften fuccederen ende de voors vouginge van die van Amftelredam ende noorder quartierfe fteeden van groo-ten cracht weelende zoude waer nae de voors vouginge en rechte verlbcht ende bekent gemaeckt zijnde die van Rotterdam hem daertegens geoppofeert ende de voors vouginge gedebatteert hebben, fulcxs dat de zaeke geloopen hebbende federt december 1599 totten xxv t September anno 1602 dat by den hoogen ende provincialen raeden als gedelegeerden rechters totte voorfcreven zaecke fententie geweefen es tusfehen deii voors. gevouchden fteeden requiranten ter eenre ende den burgemeefteren ende regeerders der llcede Rotterdam gerequireerden ter andere zyden daer by den voors. requiranten liaere verzochte vouginge es ontfeyt hen admitterende nyettemin by forme van oppolitie haere redenen van interell tegens die conclulie, endf tver-

-ocr page 52-

46

(buck van de gerequireerdens te nioogen deduceren, Onime partyen daertegens ge-hoort gedifponeert tc werden naer beliooren Ende lbo tvermoeden was dat de voors van Amllelredam cum (\'ociis geneegen zonden zijn hun redenen van Iterert te deduceren daer toe /.y dicwyls van weegen den drye lleeden zijn aengeport oock noch opte laetfle voorleden dachvaert van den heeren Staten by den gecommitteerden van de drye lleeden aengelproocken zijnde genoech vrymoedelycken leyden dat heuren pr.ncipalen (hoewel fy leyden nyet Ipecialycken gelall te zijn) nyet van meininghe en waeren heure redenen van Interesfe te deduceren fnlcxs dat daer door de laecke nu oyer de twee jaeren Uil geflaen heeft ende ongevordert gebleven es weelende zeecker een zaeke van innefien ende groot naedencken ende men de voors acte van non-prejuditie uyterhandt gegeven hebbende geen vruchten daer all en genyeten ten eenen noch ten anderen, waeromme by den voors. gedepi\'teerden van de drye lleeden als Dordrecht Haerlem ende der Goude opte laetlle dachvaert zijnde gere-l\'olveert ende voor texpedieulle bevonden was dat men een l\'peciale befchryvinghe van den drye lleeden gecommitteerden zoude doen omme tot zeeckere daege te compareren inden haege ende aldaer met den heer Mr. Franchois Vranck die te vorens inden zelve zaeke gedient heeft ende andere advocaten die inde voorsz zaeke gevoucht zijn geweell te refumeren de voorgaende belbignen ende tgeene tot noch toe, inde voors zaeke vorder gedaen zal dienen oil gelaoten tzy om den voors van Anillelredam weder alF te eysfehen de acte van non-prejuditie die hen ter goeder trouwe gelevert zijn naerdyen de vouginghe geen elFect en forteert ende tproces vorderen op den naeme van de drye lleeden gclijck als te vooren ol! wat andere beqname middelen voor de drye lleeden dienllelijck zijnde zullen konnen werden gebruyekt ende datmen oock daer toe foo tgoet gevonden werden Ipeciale bezendinge van gecommitteerden zoude doen aen die van Anillelredam tot welcken comparitie in den haege wy wel nootelycken zouden geacht hebben den cortllen bequaemen tijd dan inneliende datter nu vergaderinge van den heeren Staten befchreeven wert tegens toecomende maendach don xiequot; dezer maent Octobris, ende dat men int fcheyden van de zelve dachvaert dat de gedeputeerden een dach ofte twee zouden moogen blyven (by gevalle tfelve geduerende de dachvaert niet en konde vallen) de voors befoigne Ibude moogen doen ende byderhant neeinen daer toe wy zeer vrintelicken verfoucken uwer E. believen wil den gecommitteerden opten zelve dachvaert coomende Ipecialycken te laeten alles te helpen advileren relblveren ende uytrechten dat totter voorfz zaecke te dienen noodich bevonden werden zal, Ende dat de zelve gecommitteerden zouden moogen met hen brengen alle brieven llucken ende munimenten die uwer li. van tgeene gepasleert en zouden moogen hebben dienllelijck totte voorlz faeke lulcxs wy onzer zyde doen zullen omme met gemeen advys te relblveren tgeene inde voors laecke dienllelijck ende oirbaer-lijck weefen zal Hiermede Erentfelle zeer wyfe voorlienige heeren goede vrunden ende bontgenooten ons zeer vruntelycken uwer E. gebiedende lullen den Meere bidden defelve in lanckfalige voorfpoed tc conferveren. CJelchreven tot llaerlemden iiien October anno 1Ó04.

-ocr page 53-

47

Do door de steden uitgegeven acte van non-prejuditie, die niet werd teruggegeven, is thans nog in triplo op het llaarlemscli Archief voorhanden. \' Daarenboven gaven de steden een anderen brief d. d. S Maart 1606, luidende als volgt: „Wy Schout, Burgemeesteren, Schepenen, Raden, Oudraden ende luyden van den achten der lladt Dordrecht, Burgemeesteren, Schepenen ende Raden der (leden van llaerlem ende der Goude, doen condt eenen ygelicken, Allbo wy om te houden den (lede van Amltelerdannne, Alekmaer, Hoorn, Enckhuyzen, Edam, Monniekendam, Medemblick ende Furmereynde, inde vouginge met ons in den procesle, twelck wy als oppofanten voor den hoogen ende provincialen Raden in Mollandt, als rechters tot de decide van dyen by de Staten van Hollandt geeommitteert, uytllaende hebben tegens Burgemeesteren ende Regeerders der llede Rotterdam ter (aeke van de binnenvaert uyt den Rijn over den Hildam door de Rotte ende llede van Rotterdam tot in de Male, den lelven lieden verleendt hebben onle bryeven, waerby wy onder andere belooft hebben, dat wy noch nu noch in toecomende tyden lullen trecken in dispute noch foeken te weren eenige andere binnenvaerten voor date van dyen gebruyet ende dat men tegenwoordieh Ibe wel met goeden coopmaufchappen als met perfonen werden gebruyet, vvelver-llaende nochtans, dat wy van der voorf lleeden wegen in cas van eenige nyeuwich-heden, die voorgenomen fouden mogen werden, int lluck van de binnenvaerten fjuden blvven ongeprejudiceert in foedanige gerechtigheden als wy souden mogen gehadt hebben voor date van dyen, ofte als noch hebben, ende by namen Burgemeesteren ende Regeerders der ilede van llaerlem, belangende den overtocht van den Heyligenwech, mitsgaders de vaerte door den Bilderdam, ende Burgemeesters en de Regeerders van der Goude in regart van den Leydfendam en de Goe Jan Verwellenlluys, als breeder volgende onle voorf bryeven in date den derden Sep--tembris anno XV\' negen ende negentich, Ende dat misfehien uyte felve bryeven in toecommende tyden fouden mogen ryfen eenige misverllanden llrydende tegens onle goede meeninge ende intentie, weelende l\'ulcxs, dat wy nyet en verllaen daerbytoe te llaenquot; tgebruyck van eenige binnenvaerten, waerby onle refpective lieden ende des Graelfelickheytstollen op de ordinaris vaerten leggende gefchouwet mochten werden. Soo if; dat wy voor ons ende onle naecomelingen belooft hebben by defen, dat wy nyet en lullen gebruyeken nochte gedogen ofte toellaen, dat wy yemandt van onle refpective borgeren, poorteren ende inwoonders, ofte by yemandt anders wye dattet oock foude mogen welen gebruyekt werden eenige binnenvaerten waer ende tot wat plaetfen die fouden mogen gelegen zijn den voors/,. drye lieden olf eenige van dyen prejudiciabel zijnde, maer dat wy gefamenderhandt met gemeeuen raedt, ende tot gemeene costen van de voorf. drye lieden, van nu afF ten eeuwigen dagen malcander lullen helpen weereu ende beletten alle binnenvaerten die airede

1 Inv. c. A. 11° 54:,.

■ idem n° 547.

-ocr page 54-

48

gebniyckt, ofte in toecomende tyden gebruyckt fouden mogen worden, ende gene-ralicken alle nyeuwiclieden die tot nadeel van onfe drye (leeden olte eenige van dyen int (luck van de binnenvaerten fouden mogen werden cenigCins voorgenomen, Gelijck wy mede belooft hebben ende belooven by delen te weeren als voeren de misverrtanden ende inconvenienten die nvt de voorsz. onfe bryeven den voorl. (leden van Amfteleredamme ende anderen verleendt namaels fouden mogen ryfen, ofte tot nadeel van eenige onfer voorsz. drye (leden tegen onfe voorsz. goede meninge ende intentie getogen werden, ofte eeniebfins daer nyt fouden mogen volgen, IMyvende mede in baer geheel ende volle craeht de voorgaende aecoorden ofte contraeten die wy ofte onfe voorfaeten Burgemeestercn ende Regeerders der voorsz. (leden Dordrecht, Haerlem ende der CJoude opt (luck van defen eniebfins hebben gemaect, Ende voor alle tgenc voorsz. is verbindende ons ende onfe nacomelingen ende deceive (lellende tot bedwange van allen rechten ende rechteren. Ten waerc eenige andere (leeden by Octroy Sententie ofte anderfins de voors. binnenvaerten te ge-bruyeken worde vergundt ofte toegewezen, in welcken gevalle de voorl. drie (leden aen dit contract nyet verder verbonden (\'uilen welen. Alles (onder fraude des toirconde hebben wy defen mitte fegelen der voorf. onfe drye (leden doen befegelen op den i Maart iöoó.

Eerst den 6 Aug. 1613 gaf het Hof cene interlocutoire sententie , die wij hier laten volgen:

„Op die differenten gercfen voor den Hogen ende Provinciaelen rade in Hollant als gecommitteerde van de Mog. Ileeren Stalen van die (elven lande volgende de acte van date den XV011 Martii XV\'XCI tusfehen de Burgemeesters ende Regeerders der (lede Rotterdam impetranten van besloten misfiven ende van twee requesten civile ter eenre ende de M1quot;. van de reeckeningen in hollant metten procureur generael uyten naem van de gemeene buyren aldaer, ende Jacob van Wijngaerden als heere van Benthuyfen tot voorllant van fijne gerechticheyt, hen alle te (amen, oppoferende als derde jegens den eysch ende verfouck van de voorsz. Impetranten , mitsgaders de voorf. Procnreur-Generael, debatterende d\'oppolitie van voorf. Burgemeesters ende Regeerders van Dordrecht, Haerlem endeGoude, linde die van Benthuyfen, ende defelve Burgemeesters mede Impetranten van request civile. De voorsz. Raeden gehoort bet rapport van Commisfarisfen daer vooren partyen gecompareert zijn geweest, gefien t\'proces verbael, (lucken ende munimenten by partyen ten wederfyden onder hen exgehibeert. linde op alles rypelijck gelet. Bevindende de faecke tusfehen den Impretanten ende befchreven nyet in staete omme daerinne eyntelick te mogen disponeren. Ordonneren partijen wederomme te compareren voor Mquot;. Rombout I loogerbeets ende Franchoys de Coninck raeden als commisfarisfen van den voors. Iloogen ende Provincialen raeden op den xvm Septembris toecommende die hen-luyden horen ende vereenigen (uilen ist doenlyk. Indien nyet openen zeeckere poincten van ollitie van geallieerde van partyen maeken proces verbael, hen informeren ist noot, ende de voors raeden rapport doen, omme tfelve gehoort verder in de faecke gedisponeert te worden naer behoren Ende aengaende de provilie by

-ocr page 55-

49

de impetranten vciTocht Verclaeren dat l\'y provifionelijck de binnevaert over den Hildani in questie lullen mogen gebruycken lulcx ly defelve tot noch toe gebruyckt hebben midts dat de belchreven tot coste van de Impetranten lullen mogen Hellen lbo veel wachten ende tot allulcke plaetlen als de voors raeden lullen nodich vinden Ende behoudelijck dat de lelve impetranten volgende haere prelentatie aen die van Benthuyfen lullen goet doen ende betaelen allulcke fchaeden als in ende aen de visfcherije, caden, bruggen, ende fluyfen aldaer door de deurvaert van de rotterdamlche l\'cliuyten fouden mogen gedaen werden tot taxatie van de voors/. raeden Verclaeren de voors hare ende Regeerders van Benthuyfen midsgaders de burgemeefters ende regeerders van der Goude voor lbo veel ly van de voorsz heere lyn recht totten hildam te leene ontfangen ende in die qualiteyt hen alhyer mede geoppol\'eert hebben quade oppofanten, Ontleggen henluyden haeren . eysch ende conclulie in delen gedaen ende genomen rejecterende voorts de requeste civile by de voors Burgemeefters ende Regeerders van Dordrecht Haerlem ende der Goude mede oppofanten in delen, van de hooge Ov1 geobtineert Verclaeren henluyden insgelijcks quade oppofanten voor foo veele fylnyden geconcludeert hebben dat dlmpetranten tot haeren eysch ende conclulie op den xm Mey anno xv\'xci tegens de belchreven gedaen ende genomen, verclaert fouden werden nyet ontfanckelijck als henluyden obllerende gewijsde ende dat ter contrarie tfelve gewijsde jegens den Impetranten haere fchippers, burgers ende Inwoonders ende allen anderen die contrarie van dien fouden doen verclaert fouden worden oock ten verfoucke van den oppofanten executabel te lijn midsgaders dat d\'Impetranten off andere met fchepen off l\'chuyten geladen met coopmanfchappen gehouden fouden welen te pasferen alleenlyck door de publiecke rivieren ende de ordinaris vaart door de lieden van Haerlem ende Goude, Ontzeggen den felven oppofanten die faemgaende eysch ende conclulie Ende nopen het vorder bevinden de faeke mede nyet in Hate om eyntelick getermineert te mogen worden ordonneren de voorsz commisfarisfen te compareeren al ten fvnen als voren compenferen de costen van de procesfe inde voorsz l\'aecke van Benthuyfen omme redenen ende referveren de vordere costen ten uyteynde van de l\'aecke gepronuncieert den letften Augustus xvic dertien.

Deze interlocutoire sententie was daarom voor de drie steden noodlottig, omdat Rotterdam hierdoor het voorloopig gebruik der vaart erlangde en de zaak daardoor zoo goed als beslist was.

Eer wij echter voortgaan met deze procedure, moeten wij eenige oogen blikken besteden aan het onderzoek van een ander proces, dat tegelijkertijd over dezelfde zaak , doch op andere motieven, werd gevoerd.

In 1608 was de regeering van Rotterdam met Croostheemraden van Iknthuysen in onderhandeling getreden over het gebruik der lloogeveen-sche sluis en vaart, waarop die van Iknthuysen aan Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland vergunning vroegen om te mogen vernieuwen, verwijden en verhoogen de 1 loogeveensche sluis en Gooltjesbrug, als-

-ocr page 56-

,„cdc om aldaar cc, verlaat tc mogen maten. Hiervan werd een kerk-

gebod uitgegeven doch den li\'» April 1609 kwamen daattcscn op dt gtnoa t, amp; , f i in Haarlem, Dordrecht en Gouda

Heer van lieinhuysen benevens de steden Uaai lei ,

en gelijk zich liet vermoeden, bleet de zaak gelijk /.i.l was. Het hoofdproces bleef slepende, zonder eindbeslissing, en de steden Dord-re^u Haarlem en Oonda klaagden over en weder wegens het gclmnka 1 .t over den Hi!dam door hunne eigene schippers. In i 3° sVV an

wederom eenig leven in de sluimerende twisten, doordien Rotterdam land had

gekocht, dat aan den Hildam lag, en voornemens was, daardooi va te maken waartegen de steden opkwamen, als zijnde de mtvoumg . dat voornemen in strijd met de sententie van 16.3,

steden bij sententie dd. 9 Nov. 1633, aangenomen en Rottudam veu deeld werd om de binnenvaart te blijven gebruiken op den voet als

^ 1 -f gt;nil F erst den z^1 Augustus 1646 werd het rechtsgeding beun

digd dolt;^ rèn acword tusschen de drie steden en Rotterdain,

wijdte en hoogte van den llilschen kwakel werden bepaald. binnen

viart over den Hildam bleef bestaan, zooals die ,n 16,3 steden tegen elke uitbreiding bleven waken. Het duurde dan ook me Van-s of er ontstond een nieuw proces. De aanleiding ^noe verlangen van ambachtbewaarders van Hazerswoude, Benthuysen, Ben-hom en de ingelanden van de Hoogeveen, om tot bcpoldenng van eu g.-lum toebehoorende gronden over tc gaan, waartoe door Dijkgraal en Hoogheemraden van Rijnland kerkgebod werd verleend. De opposanten hicitc^i werden den 18^ Tunij 1647 opgeroepen: de Burgemeesters van Dmdiec Haarlem en C.ouda Uwamen op, en verklaarden genegen te z.n in -

nolderiiv toe te stemmen, mits de vaarten, bruggen en kvvalas die gc

mankt nrocsten worden, wat hoogte, wijdte en diepte 7ijn aan de bestaande; terwijl Rotterdam, uit vrees van de bmncnvaa t zullen verliezen, ook in oppositie kwam en zich bij de drie B

noemde steden voegde. Het proces ontstond over de wijdte

van do Hoogevecnsche vaart en sluis, en de daarover liggende Gooltjc-

brug Tusschen de drie steden en de verzoekers der bepoldenng we deze\' eindelijk, op de conditiën door de steden gesteld, toegestaan; teiwij eonlraet geteekend werd.- waarhij de wijdte cn hoogte de, van steen te bouwen Hoogeveensche sluis bepaald weiden.

1

c Hanilv. v. Haarlem, hl. 497-5 Handv. v. Haarlem, hl. 55--

-ocr page 57-

5i

Na liet overlijden van Daniël van Wijngaerden, Heer van Wijngaerden , Iknthuysen, Werckendam, Moermont, enz., in 1691, knoopte de regeering van Rotterdam onderhandelingen aan niet zijne weduwe over den verkoop van de Heerlijkheid Iknthuysen, welke verkoop den 7\'U;quot; Februari 1692 voor den notaris Willem van den Bergh en getuigen plaats had voor eene som van /\'26.500, en nog ƒ500 daarenboven voor een present. Mr. Mattheus Van Valkenburg gaf hiervan kennis aan de Vroedschap, onder mededeeling, dat Rotterdam de Heerlijkheid Iknthuysen alleen had gekocht om de verboden binnenvaarten, tot groot nadeel van Haarlem, Delft, Leiden en Gouda te bevorderen, en het dus raadzaam was te trachten, dat de Rekenkamer genoemde 1 leerlijkheid zoude benaderen. I liertoc werd besloten. Na met Gouda te hebben onderhandeld, werd in December 1692 vastgesteld den Pensionaris te machtigen, om des noods de Heerlijkheid voor de steden Haarlem en Gouda te koopen , al mocht de daartoe noodige som ook aanmerkelijk meer dan ƒ28.000 bedragen. Haarlem en Gouda beweerden, dat de Heerlijkheid een kwaad leen was, \'t welk bij gebrek aan mannelijk oir aan de Staten moest vervallen, en dus niet aan de Weduwe luid kunnen komen. Hiertegen gaven Willem van Wijngaerden en zijne zuster Jacoba, Vrouwe van Moermont, eene verklaring, waarbij zij den verkoop van Iknthuysen volkomen goedkeurden. Eene andere dochter van den overleden Heer was gehuwd met Jacob Van Rijt, Heer van Woest Wesei. Deze werd bereid bevonden om met de steden mede te werken ter vernietiging van den koop. Hiertoe verbonden de steden zich hem alle noodige penningen te zullen voorschieten tegen een interest van vierhonderd gulden jaarlijks, te betalen, zoolang de Heerlijkheid Iknthuysen zooveel opbracht, en verdere „favorabele conditiën.quot; Daarentegen verbond zich de Heer Van Woest Wesel om in zaken der binnenvaarten al datgene te doen, wat de steden van hem zouden verlangen. Hierop begon bij een proces voor liet Hof tegen de stad Rotterdam, om voor zijne Vrouw de Heerlijkheid Iknthuysen te naasten. Den 17\'iLMi November 1695 bepaalde bet Hof bij Arrest, dat Rotterdam de koop der Heerlijkheid aan den Heer Van Woest Wesel moest overdoen tegen betaling van alle onkosten. Rotterdam was in booger beroep voor den Grooten of Collatoralen Raadgekomen, doch daar intusschen het octrooi tot droogmaking der plassen in Benthuysen was verleend, en wel zoodanig, dat hierdoor een gesloten dijkage zou ontstaan, was daardoor het belang, \'t welk Rotterdam (dat de binnenvaarten nu niet meer kon verbeteren) in het bezit der Heerlijkheid had gesteld, vervallen; terwijl Haarlem en Gouda er nu ook geen belang meer bij hadden. Rotterdam wilde nu de Heerlijkheid overgeven; terwijl Haarlem en Gouda uitvluchten zochten om den Heer

-ocr page 58-

52

Van Woest Wesel de beloofde penningen niet te verschaften en er alleen niet het betalen der proceskosten af te komen. De Heer Van Woest Wesel vroei»\' echter eerst ƒ8000, en daarna ƒ 5000, schadeloosstelling, doch liel zich eindelijk niet ƒ 1500 tevreden stellen; terwijl de kosten van het proces, door de drie steden betaald, ƒ 2140:6 beliepen. Rotterdam hieef hierdoor eigenares der heerlijkheid, die zij tot voor eenige weinige jaren heeft bezeten.

Jaarlijks maakten Commissarissen der Binnenvaarten met het stadsjacht eene inspectiereis, die een of meer dagen duurde, en waarbij dan de bruggen, sluizen en verlaten werden gemeten. 1 De daarvan opgemaakte verbalen zijn voor de geschiedenis echter van weinig belang, doch voor de levenswijze dier dagen zeer interessant, daar hierin meestal nauwkeurig wordt opgegeven waar en hoe commissarissen werden gehuisvest, en waarmede zij gevoed en gelaafd werden. Op het Haarlemsche archief bevinden zich die verbalen in bijna onafgebroken reeks van 1639 tot en met 1793.

Zooals reeds bij liet Sparen is aangemerkt, hielden de binnenvaarten op van eenig belang voor de stad te zijn, zoodra onder Koning Lodewijk Napoleon de Overtoom bij Amsterdam doorgestoken en door eene sluis vervangen werd; waartoe de llegeering wel moest overgaan, daar de rijksbelangen, wat den tol betreft, niet meer bestonden, en het niet aanging, de belangen van Amsterdam ten behoeve van de doorvaart door de steden Haarlem en Gouda, langer op te offeren.quot;

Haarlem, 18 Nov. 1874. A. J. ENSCMEDjv.

k

1

Lijst der Bruggen, Sluizen en Verhitcn, die door de llaarlemschc commissiirissen werden opgemeten; Anrbrng, onder Alphen. Brug over de Coudsche sluis. Aarlanderveenselie verlaat. Mye sluis. Nieuwkooper verlaat. Verlaat in de Meijc. Haarsjesbrug. Sliekemlammer sluis. Wocrdscli verlaat. Oe Groene Jonckersluis. Ilrug in Zevenhoven. Sluis in Zevenhoven. Drug in Niemvveen. Duivelsbrug. Aardammer of Rijnlands sluis. Bilderdamersluis en verlaat. Leimui-derbrug. Brug onder Rijnsaterwoude. Hoogeveensehe sluis. Hanikerdam bij Woerden. Hildatn onder Benthuizen. Brug onder Mazcrsvvoude. Brug in Nieuwveen. (Icoltjesbrug onder Benthuizen. Brug in Aalsmeer. I.eidschemlam. Coé Jan Verwellen sluis. Overtoom buiten Amsterdam. Hinderdam buiten Utrecht.

-ocr page 59-

quot;

-ocr page 60-
-ocr page 61-
-ocr page 62-
-ocr page 63-
-ocr page 64-

\';■■■ .....\' ■• ......... ....... quot;• • • ..... . ,

• quot; - quot; ■ ■ ■ ■ ■:...... |

.. ,. .... , ,-. , . - , ... .. .. ...