Bij do voordragt dezer gebeurtenissen zullen wij over de aan-leidende oorzaak van de oneenigheid tusscheu tie tvree hooggeplaatste overheidspersonen, den Gouverneur dezer kolonie on don gewezen Procureur Generaal Mr. W. K. C. Sassen Jz., alsmede van die tusschen laatsgonoemdo en den Advokaat Generaal J. W. Koentze, heenstappen.
Wij zullen ons insgelijks niet inlaten met eene beoordeeling van het geantidateerde proces-verbaal, waardoor het ontslag van voormelden Procureur Generaal werd uitgelokt; noch van de al of niet gegrondheid der motieven voor het Gouvernementsbesluit van don 19quot; September 1871, waarbij hij van do verdere uitoefening zijner function bleef verschoond; noch van de al of niet wettigheid der beslissing van het Hof van Justitie alhier, waardoor hij voor zes maanden als praktizijn werd geschorst; dewijl het niet in ons doel ligt, hierbij de eene noch de andere partij in het ongelijk te stellen: wij laten de beslissing dier zaken aan de bevoegde Macht over, en bepalen ons derhalve slechts tot de mede-deeling dier feiten, welke hot meest in verband staan met onze bevolking, die men, ten einde don hoor Sassen te treffen, niet ontzien, maar te eenenmalc miskend, vertreden en mishandeld heeft.
Wij vangen ons verslag aan met de ovatiön, die den heer Sassen bij verscheidene gelegenheden te beurt zijn gevallen; doch, alvorens tot het zakelijke daarvan over te gaan, kunnen wij er niet af zijn en achten wij het zelfs noodzakelijk, het eene en andere aan \'te stippen.
De heer Sassen, hoewel niet heel lang in ons midden en slechts korten tijd als Procureur Generaal nuttig geweest zijnde, is, wat
man ook zeggon moge, bij een iodor — enkele vijanden met hunne aanverwanten en vrienden uitgezonderd — zeer geacht, getierd en bemind.
En geen wonder, wanneer men in aanmerking neemt, dat de man, met wicn men om zijne schoone hoedanigheden, talenten en boeiende welsprekendheid algemeen ingenomen is; wiens treurige val en vervolging den gemoederen een hevigen schok toegebracht, en de achting en liefde, die men hem toedraagt, hoe langer hoe meer hebben doen toenemen, tijdens zijn Procureurschap—welk ambt hij ten genoegen van oen ieder met ijver en de moeste nauwgezetheid heeft waargenomen — aan deze bevolking geene de minsto reden van ontevredenheid heeft gegeven;doch daarentegen, door het bestrijden der hier bestaande misbruiken, heeft doen blijken, dat hij het welzijn dezer kolonie behartigde.
Hij heeft, wel is waar, niet dadelijk na zijne aankomst alhier op die verkeerdheden gewezen, die hier nog al aan te merken vallen; echter duurde het niet lang of men bespeurde, dat hij, ondanks den invloed van den kring, waarin hij zich bevond, toch de rechtvaardigheid, zonder aanzien van persoon, steeds in acht nam; hetgeen grootendeels voedsel heeft gegeven aan de vijandschap, die enkelen hem toedragen.
Do bevolking van Curasao is zeer gevoelig voor het ongeluk, dat, wien het ook zij, mocht treffen, zij noemt innig deel in hot lot dor verongelijkten uu schenkt hare liefde aan degenen, die in verval geraakt, zijn; welke edelmoedigheid do grooto menigte kenmerkt, die in don hoor Sassen een martelaar ziet.
Als oproerlingen beschouwen do vijanden van den hoor Sassen alle Cnragaonaars, die niet voor ben partij trekken, en de zaak van hunnen tegenstander mochten zijn toegedaan, op grond namelijk dat hij een Hollander, en zij landgenooten zijn; niettogenstaande het zeer te bevreemden is, dat men, na al het gebeurde, nog aanspraak durft maken op de gehechtheid en liefde, die landgenooten elkander toedragon, en zulks daar, waar hot de vervolging geldt van iemand, van wien men volstrekt geene roden heeft, afkeerig te zijn, door anderen, wier daden do meosto ontevredenhoid en verontwaardiging (laarstelden.
Immers, het is niet aan de ongeschiktheid van Sassen, dat deze kolonie den toestand, die in het leven geroepen werd, te wijten heeft; ook niet, aan zijne onhandigheid en boosheid, dat de dooden en gewonden van den onvergetelijken 24 November 1871, too te schrijven zijn; minder nog aan zijne kwaadwilligheid, dat, do onuit-wischbaro smet, zoo ton onrechte op deze altijd en overal als vreedzaam en matig bekende bevolking geworpen, te danken is; maar wel aan do woedende hartstochten van enkele onzer eigene landgenooten, die, als het ware, mot blindheid geslagen, ter bereiking van him doel, én plicht éu geweten verzaakt, én recht én wet vertreden hebben,
De ovation, ton faveure van den heer Sassen, waren van dien aard, dat zij bij niemand eenig onrust verwekten, zoo dat do Politic ze toeliet, wijl zij gocn\' grond had om ze tegen te gaan. Hut volk hooft daarbij volstrekt niets begaan, waarom men zelfs in do verste verte deze bevolking van oproer zoude kunnen beschuldigen. Het moge gelijk of ongelijk hebben in zijn\' ijver voor de eene of andere zaak, maar het is zeker uit odolmoodighoid.
Bij besluit van Z. M. van den 7 Augustus 1871 is Mr. W. K. C. Sassen eervol ontslagen van het ambt van Prokurour Generaal dezer kolonie, zonder tpokonning evenwel van pensioen of wachtgeld; hetgeen ton gevolge had, dat hij don Advokaat Generaal, — wion do waarneming van du functiiin dier betrokking later word opgedragen — bij hot Hof van Justitie dezer kolonie en den Gouverneur bij den bevoegden Eechtor in Nederland aanklaagde tor zake van eon door don oorston opgemaakt en door den tweeden opgezonden procesverbaal, hetwelk zijn ontslag veroorzaakt heeft.
Do hoor Sassen, bij het ongeluk, dat hem wedervaren is, gaf lucht aan zijn leed, en liet zich in geschriften en woorden uit tegen de bewerkers van zijn val.
Op den 18 September was de hoor Sassen op straat het voorworp van do uitbundigste bijvalsbetuigingen, en werd hij door eene menigte volks vergezeld naar de Societeit, « De Gezelligheid » genaamd; daar sprak hij naar aanleiding van hetgeen hij van do hem omringende menigte gehoord had, eenige harde woorden ten aanzien zijner vervolgors, welke echter later bleken niets strafbaars te behelzen ; dat voorval gaf aanleiding tot zijne verschooning van de verdere uitoefening zijner function.
Kwaadwillige en snoode lasteraars hebben het gebeurde te baat genomen om don hoor Nierstrasz te berichten, dat de hoor Sassen zich aan het hoofd eenor bende had geplaatst, die do glazen bij den heer Gouverneur heeft ingesmeten; terwijl het Gouvernementshuis aan zijne facade, het eenigstegedeelte daarvan, dat voor het publiek genaakbaar is, geene glazen vensters, maar wel jaloosiün hooft; in het fort, waar zich de kaserne dor Artillerie bevindt, en dicht bij do hoofdwacht, gelogen is, die niet zoude toelaten, dat eene bende daar dusdanige ongeregeldheden kwamen bedrijven. Maar zulks was wel noodig om do zaak van den heer Sassen te vergrooten en te verergeren, en aangezien hij in hot procesverbaal van medeplichtigheid aan opruiing werd beschuldigd, zoo moesten andere opruiers en daders, alsmede hunne misdrijven worden uitgevonden ; men zocht er Ie vergeefs naar, en nam dus zijne toevlucht tot leugen en laster.
De goede verstandhouding tusschon don heer Sassen en de overheidspersonen eenmaal verbroken, veroorzaakte vele onaangenaamheden, waaraan vooral liet gedurig uitstellen dor terechtzitting van het Hof, ter zake van de door hem ingediende klachte, voedsel gaf.
De heer Sassen berustte niet in zijne verschooning; hij protes-
toerde tegen het besluit van den Gonvemeur, verklarende, dat hij zich tot don 1 October als Procureur Generaal zoude blijven beschouwen; terwijl hij dienaangaande zijne klachto bij de bevoegde Macht in Nederland tegen den Gouverneur indiende, met do bewering, dat door gemeld besluit de wet en het koninklijk besluit waren geschonden, en mitsdien de Gouverneur tot straf vervolgbaar zou zijn ingevolge art. 22litt. c. van het Rpgeeringsregloment.
Op den 2 October werden ten verzoeke van den heer Mr. Sassen, bij exploit van den Deurwaarder, de hoeron Jan Willem Koentze, Advokaat Generaal en Herman F. G. Wagner, Gouverneur van Curasao, gedagvaard om op Vrijdag den 13 daaraanvolgende te 11 ure voor het Hof van Justitie te verschijnen, ten eindo te hoeren concludeeren op den eisch, waarop de heer Sassen, bij wijze van schadevergoeding voor het hem toegebrachte verlies, aanspraak maakte; terwijl hij denzelfden dag zich als praktizijn bij dat Rechterlijke Collogie inschreef.
Op den 13 October had de terechtzitting plaats van het Hof van Justitie en diende do zaak van W. K. C. Sassen Jz. tegen Jan Willem Koentze, Akvokaat Generaal en Horman P. G. Wagner, Gouverneur dezer Kolonie. — Ten verzoeke en in den geest van den praktizijn J. G. S\'tatius Muller werd daarbij door hot Hof beslist, dat in die zaak de gewone behandeling zou worden gevolgd, hoewel Mr. Sassen, daar het hier eene zuiver personeole rechtsvordering betrof tot schadevergoeding wegens onrechtmatige daad, voortvloeiende uit de wet, gelijk art. 130 aangeeft, op de sumiere behandeling aandrong.
Dezo berustte evenwel daarin, zijne rechten resorveerende, en tevens akte verzoekende dat het Openbaar Ministerie ten deze had moeten worden gehoord.
Bij deze gelegenheid werd de heer Sassen door eene ontelbare menigte naar het Stadhuis vergezeld, en na afloop der terechtzitting door het volk toegejuichd en niet bloemen bestrooid.
Ten einde de ovatie, hoe vreedzaam ook, van de bevolking te ontwijken, vertoefde hij meer dan 3 uren in een huis in do Wil-lemsstad; en toen het volk uiteengegaan was, koerde hij naar de Overzijde terug, waar hij mot geestdrift ontvangen en huiswaarts begeleid word; daarbij zoo wel aan de wachten der Politio als aan verscheidene andere personen verzoekende getuigenis te willen geven, dat niet hij do manifestation zocht, maar dat het volk zelf er vrijwillig toe overging.
Des avonds werd hem eene serenade gebracht en voor zijne woning vuurwerk afgestoken ; hij betuigde zijn hartelijken dank voor de blijken van belangstelling en levendige toejuichingen, die hem van wege do bevolking werden gegeven, en maande het volk aan, toen men hem de serenade had gebracht, zich ordorlijk te gedragen; naar welke aanmaning met eerbied geluisterd werd, ofschoon wij met voldoening kunnen zeggen, dat het volk de pu-
K/I \\ 1i
. I. t :
f i! Ti. • .
-Ilf h .
11!
Éll\'ï1\'
blioke ordo niet gestoord hoeft.
Op don 18 October werd de heer Sassen bij zijn eersten tred in de balio dezer kolonie voor zes maanden in do uitoefening zijner praktijk geschorst om redenen, door dit Kechterlijke Coliegie als goed en gegrond bevonden. — De beslissing op dien dag gegeven, was reeds den vorigen bekend; en hij werd geschorst zonder dat hij opgeroepen was, om in zijne belangen gehoord te worden.
De hoer Sassen liet zich zoowel omtrent de ongegrondheid der grieven, hem voor de schorsing aangerekend, als omtrent de wijze, waarop hot Hof daarbij te werk was gegaan, in de hier verschijnende weekbladen uit.
Op Vrijdag den 10 November heeft voor het Hof van Justitie de voortzetting plaats gehad van do rechtsvordering van den heer Sassen tegen de hoeren Jan Willem Koentze en Herman F. G. Wagner. —
Na afloop der terechtzitting is den heor Sasseu weer eene ovatie van het volk, en dos avonds eene serenado mot het afsteken van vuurwerk te beurt gevallen, waarbij het volk zich even ordelijk als de vorige keer gedragen heeft. —
Op Vrijdag den 17 November werd door den heor Sassen in de zitting van het Hof het verzoek gedaan, dat hetHof zou bevelen, dat de gedaagden op feiten en vraagpunten zouden worden gehoord; on aangezien deze bij monde van hun\' praktizijn tot afwijzing van hot verzoek geconcludeerd haddon, werd, na de conclusie van den eischer ter toewijzing van diens verzoek, waarbij do gedaagden bij hunne tegenspraak steeds bleven volharden, do dag voor pleidooi over dit incident op daaraanvolgondon Vrijdag bepaald.
Het lokaal van do Raadzaal was bij die gelegenheid te klein voor de menigte, die tot het bijwonen der pleidooi was opgekomen; en na afloop dor zitting werd de kreet van « Leve Willem III en leve Willem Sassen » aangeheven, en Mr. Sassen op zijn weg huiswaarts met bloemen bestrooid.
De aantijging, als zou er hier winkels en pakhuizen zijn geplunderd is te leugenachtig en te grievend dan dat wij er af kunnen zijn, daarbij eenigszins op te houden; to moer, daar men het gebeurde als de aanleidende oorzaak van de later plaats gehad hebbende wodorrochtelijke handelingen wilde doen voorkomen, ten einde derzelver noodzakelijkheid te kunnen aantoonen. Zoo als men weet, worden hier in do maanden November en December do aanstaande feestdagen bij voorbaat gevierd, zoo dat or reeds in de maand November, gelijk andere jaron, dan ook gezongen, gedanst geschreeuwd en tevens vuurwerk afgestoken wordt.
Do kar van de plantage St, Nicolaas kwam des avonds to 9 ure in do stad aan de Overzijde. Op het gozioht van het vuurwerk, dat toevallig werd afgestoken, raakte de muilezel, die er voor gespannen was, op hol. De karvoerder liep daarop den hollendon muilezel achterna, en liet de kar mot vruchten aan de publieke trouw ovor,
— 8 —
Do dansende, zingende en schreeuwende menigte, die daarbij kwam aangeloopon, at een gedeelte dor vruchten op, dat door het wegloopen van hot muildier op den grond word geworpen en wierp elkander met het overige ; de waarde van de gehoelo lading der kalis p. m. / 2.—.
Hoewel zulks niet dan af te keuren is, moeten wij echter opmerken dat het te erg is, op grond van het voorgevallene, deze bevolking van plundering te beschuldigen. Hot is hier niemand bekend, dat er winkels en pakhuizen geplunderd zijn, en zulks op oen uur, dat allo verkoopplaatsen in do Willemstad gesloten zijn; immers van wie waren dio geplunderde winkels en pakhuizen, en wie zijn de personen, die hier wegens plundering aangeklaagd cn gestraft rijn V Evenmin wist men iets af van het bevel van don Gouverneur, don volgenden dag gegeven, waardoor men volgens den Correspondent van do Surinaamscho Gouvernoments Courant zich voor eene herhaling van ongeregeldheden gewacht heeft; genoemd bevel, vervat in het slot van het bericht, luidt als volgt:
« pjerst zou de politie het volk somrneerun, zieh bedaard to hou-» den en naar huis te gaan; werd hieraan geen gevolg gegeven, » dan zou een der marechaussées door het lossen van twee pistool-» schoten het sein geven aan het detachement militairen om op te » rukken. Op dit signaal zou dan een officier en 25 man overko-» men, en, bij de troep genaderd, halt houden en hun eerst in het » Hollandsch en dan in het Papiamentsch sommeeren zich stil te » houden en naar huis te gaan, daar anders van do wapens gebruik » zou worden gemaakt. Hielp dit niet, dan nog trachten, hen met » de baijonet uit elkaar to drijven,en werd er desniettegenstaande » nog voortgegaan of met steenon geworpen, dan maar met scherp » er op geschoten.
» Zoodra dit bevel van den Gouverneur bekend werd, begrepen » zij, dat het toch ernst kon zijn en, wetendo dat als do Gouver-» neur eenmaal iets zegt, hij hot ook degelijk moont, bleven /.ij » dien avond rustig en stil, on had er niets ongeregelds plaats. » Hier en daar hoorde mon\'een « biba » (leve) roepon, maar geen » naam werd er bijgenoemd. »
Hoe jammer toch dat de Cura(;aosoho bevolking niet te gelijk mot do Surinaamscho van do hier to nomen maatregelen kennis kreeg; vele onheilen zoude daardoor zijn vermeden; maar dan ware wellicht het Ttiislukto coup d\'état van den daaiaanvolgonden 24 November niet mogolijk geweest, wijl dan hot volk zich zeer zeker van allo bijvalsbetuigingen en vermaken zou hebben onthouden.
11 i \'
•s r
I\'e Redactie van de Surinaamscho Gouvernements Courant, waagde het niet, voor de juistheid van het bericht in tc staan, daar haar Correspondent het niet als eene bepaalde daadzaak durfde op te goven, waarschijnlijk omdat het geheel een zamenraapsol van leugens is, waardoor men in .Nederland en elders zich van te voren
I I Ui li.l..lmi,.,iriilil quot;lVWÏ lilli11 lil
do goedkeurhig van willekeurige en wederrechtelijke handelingen trachtte te verzekeren.
Wij twijfelen er niet aan, of onze Gouverneur zal bij do Regoe-ring in Nederland zoowel deze als andere leugens hebben tegengesproken; mocht ZHRCt. daarbij in gebreke zijn gebleven, wij vertrouwen dat zoo ZHEU. daaromtrent worde gehoord, ZHEG. niet zal nalaten de kwaadwilligen te logenstraffen en onze bevolking van de op haar geworpen smet te zuiveren.
Eindelijk zijn wij den voor Curasao onvorgetolijken 24 November genaderd. Op dien dag word bij het Hof van Justitie beslist, dat de hoeren Wagner en Koentze den 18 December daaraanvolgende, ingevolge hot verzoek van don heer Sassen moesten verschijnen, ten einde op feiten on vraagpimten te antwoorden; tevens werd er uitgemaakt, dat de waardigheid van Gouverneur van een der gedaagden geono reden is, om zijne verschijning niet te bevelen.
Uitmaal werd het volk niet toegelaten, den heer Sassen door ovatiön van do sympathie dor bevolking te doen blijken; want do gunstige afloop waarschijnlijk afwachtende, had men de noodigo toebereidselen gemaakt om de ovatiön, die de heer Sassen verbeidde on die ditmaal beloofden buitengewoon luisterrijk te zullen zijn, tegen te gaan. De Politie, die drie malen de luidruchtige ova-tiiin had toegelaten, ging eensklaps, op grond van eene Publicatie van hot jaar 1833, die door do invoering der nieuwe wetgeving zelfs kracht van wet schijnt verloren te hebben, en waarbij het schreeuwen op straat met eene nietige straf wordt bedreigd, tot eene machtsontwikkeling over, die allerbespottelijkst zou geweest zijn, zoo de gevolgen daarvan niet allertreurigst waren.
Eerst daags te voren word er van wege den waarnemenden Pro-kurour Generaal Koentze door aanplakking van eene zeer onduidelijk geschreven waarschuwing op eene plaats, waar men niet gewoon is otticioele kennisgevingen te doen en tevens in het weekblad « De Onpartijdige » (dat om die advertentie dien dag zeer laat, werd uitgegeven) herinnerd aan bovengenoonide Publicatie, waarbij het schreeuwen of L\'enig ander rumoer, alsmede verzamelingen op straat en op openbare plaatsen met straf bedreigd worden.
A.an de bevolking is niet op eene behoorlijke en voldoende wijze kennis gegeven van doop dien dag te nemen maatregelen, althans niet aan dat gedeelte, hetwelk op eeno luidruchtige wijze zijne sympathie te konnen geeft; dewijl, behalve het reeds aangi haalde, bovengenoemd blad in het Hollandsch geredigeerd zijnde, daarbij weinige lezers vindt, on men in hetzelve niet naar oiKcieole aankondigingen zoekt.
Sedert don vroegen morgen stonden do troepen in slagorde, de stukken waren geladen en de marechaussées mot pistolen gewapend.
De opkomst van het publiek tor terechtzitting was niet zoo groot
— 10 -
als de vorige keei-; dowijl zelfs fatsoenlijke menschen niet samen op straat mochten gaan of met hun drietin staan praten; zij werden door den District Commissaris H. Muller of op zijn bevel door de politieagenten van elkander gescheiden.
Bij het uitgaan van het Raadhuis werd een jongeling, die don heer Sassen, met do meeste bedaardheid en voorkomendheid en zondereen kreet te uiten, een ruiker aanbood, onmiddelijk in arrest genomen en in do gevangenis geworpen. Hetzelfde had plaats met anderen, die zich aan geen zwaarder misdrijf hadden schuldig gemaakt.
Er werden links en rechts sabelhouwen uitgedeeld, om de menigte, die den heer Sassen met de meeste orde begeleidde, uit een te drijven en alle manifestatie te zijner eere te verhinderen. De politieagenten maakten gedurende don dag geen gebruik van hunne pistolen, maar wel van hunne sabels; doch des avonds ging men verder, en was het tooneel erger. Aan de Overzijde werden er enkele « Vivas » aan don Koning en den heer Sassen toegebracht; de politie schoot toe en maakte, zonder te letten, dat, als naar gewoonte, vreedzame wandelaars zich op straat bevonden, al dadelijk gebruik van hare vuurwapenen, zoodat velen verwond en nog meer wonderlijk den dood ontkwamen. Daarop werden door eenige straatjongens met steenen geworpen, en den District Commissaris, volgens eenigen door een steen, volgens anderen door een slag van een marechaussée zelvon gotro£fen,waardoor hij verbijsterd nCorviel. De waarnemende Procureur Generaal riep onmiddelijk de hulp der militaire macht in, die sedert den vroegen morgen gereed stond om de Politie behulpzaam te zijn. De troepen deden eenige schoten op weg, en begaven zich in geforceerde marsch naar de woning van don heer Sassen, waarvoor zij halt hioldon.
Het huis van den heer Sassen werd op eene verschrikkelijke en ontzettende wijze eerst door een pelotons- en later door een rotten-vuur gebombardeerd, terwijl hij met een paar vrienden een kop i.hoe gebruikte en een sigaar rookte, zoodat hij met de aanwezigen verplicht was, in eene achterkamer te vluchten, ten einde niet doodgeschoten te worden; en zulks geschiedde onder voorwendsel, dat er uit zijn huis of van het Erf een schot gedaan was, hetgeen, hoewel door den kommandeerenden officier en enkele militairen voorgegeven, echter door de politieagenten, die in het eerste gelid stonden en bereid zijn liet tegenovergestelde met den eed te bevestigen, alsmede door verscheidene personen, die hot tooneel aanschouwd hebben, bepaald ontkend wordt.
De waarnemende Procureur Generaal liet do deuren met geweld openbreken, en rukte met do politieagenten hot huis binnen. Na er eenige schoten gelost te hebben, ligto men den heer Sassen uit zjjn huis op, voerde hem als een misdadiger naar de gevangenis, en wierp hem in oen hok, waar eeu man uit de laags to klasse voor hem plaats moest makeu.
m i li
1
ïl\'l:
Ifil
m
% %
m
}f:J si
i i
V \'li ,
fa .a .
li
lèl
Het is opmerkenswaardig, dat de aanwezige militaire macht, alvorens tot schieten over te gaan, het huis niet had omsingeld, ton einde den een\' of anderen, die zich daarin mocht bevinden, niet te laten ontsnappen; en dat men tevens geen onderzoek had ingesteld, of er ook wapenen in hot huis waren, waartoe de hoor Sassen den waamemenden Procureur Generaal Koentzo had uitgenoodigd.
Op weg werd hij door de marechaussees en geheele pelotons infanterie begeleid, die in eenigo straten op denkbeeldige vijanden gecommandeerd werden te vuren. Bij eene weduwe werden almede do deuren opengebroken, terwijl daarin en in andere bovenwonin-gon van zeer fatsoenlijke menschon, onder voorwendsel, dat daaruit do steen, die don District Commissaris trof, zoude zijn geworpen, geschoten werd.
Menige onschuldigen, die aan de deur hunner woningen stonden, of zich uit de voeten wilde maken, werden door de schoten, die de politieagenten in hot wild deden, getroffen.
Het scheen als of er oorlog was; schrik en ontzetting hoerschten er alom, wee- en jammerklachten vervulden de lucht.
Hier liepen eenigen woenende en smeekonde om hulp voor de verwonden; daar hoorde men het gekerm van gekwetsten on het geschrei van kinderen, die met vrees en angst bevangen waren; ginds zag men velen hunne woningen verlaten, omdat zij er zich niet veilig dachten.
Op grooten afstand vernam men hot gefluit der kogels; menigeen toonde den volgenden morgen de kogels, die in zijn huis gevallen waren en verhaalde, hoe hij, als door een wonder, niet getroffen werd. Een doode en negentien verwonden, waaronder eenigen van zeer bedenkelijken aard, alsmede twee daardoor krankzinnig go-worden vrouwen, waarvan eene ten gevolge van [iet gebeurde overleed, waren de slachtoffers van dien avond.
Op den volgenden ochtend, 25 November heerschte er in de stad eeno diepe stilte. Groot was de verontwaardiging van hot grootste gedeelte der bevolking, dat nooit deel aan de ovatiën had genomen ; sterk do afkeuring, dat men tot zulk een maatregel was overgegaan, zonder het publiek behoorlijk te waarschuwen; ontevredenheid stond op aller gelaat te lezen. De waarnemendo Procureur Generaal en de District Commissaris werden in de publieke meening beschuldigd als hoofddaders in het voorgevallene, dat een doode, negentien gekwetsten, en het krankzinnig worden van twee vrouwen ten gevolge had. Men stond verbaasd over de willekeurige en wederrechtelijke handelingen, waarvan men niets vooraf wist, en die de kolonie in rep en roer gebracht hooft.
Zoo de bewering waar is (zij is het niet), dat oenige familiën dit eiland uit vrees verlaten hebben, dan moot do aanleiding tot «lie vrees gezocht worden óf in de gevolgen, welke na do verkeerde handelingen te duchten waren, óf in de omstandigheid, dat zelfs do vreedzaamsten onder de bevolking ecno herhaling van den aan-
val op de burgers vreeRdon. De toestand was hachelijk; dozen wilden dadelijk schrijven om de gemoederen tot bedaren to brengen, anderen bleven onverschillig de gevolgen afwachten, altijd in de hoop en in het vertrouwen, dat het Gouvernement voorzorgsmaatregelen ter handhaving der orde zoude nemen, zoo er eenige beweging onder het volk mocht ontstaan; want de mishandeling was te groot, en de onwettige arrestatie van den heer Sassen en anderen, alsmede de schending van domicilie, te zeer in hot oogvallend. Omstreeks 10 nro des voormiddags werd het lijk van don doodge-schotene door eene groote menigte grafwaarts begeleid. Het overleden slachtoffer van dien ongelukkigen dag was een vreedzaam mensch, die zich toevallig dien avond op straat bevond, dewijl er in de Willemstad geene zoogenaamde zamenscholingcn waren.
Om 2 ure des namiddags werd van wege den Gouverneur de volgende proclamatie aangeplakt;
Aan allen, die doze zullen zien of hooren lezen, salut! doet te weten :
Vermits in den laatsten tijd vele ongeregeldheden in do openbare straten hebben plaats gehad, door zaïnenscholingen on het werpen van steenon als anderzins, en het in don avond van gisteren noodzakelijk is geworden , zulks met de gewapende hand togen te gaan, ten gevolge wmarvan eenige personen ernstig zijn verwond.—
/no is het, dat tor voorkoming van verdere onheilen, mits deze ten ernstigste en op het nadnikkelijkst verboden wordt aan ieder oneen iegelijk, zonder onderscheid van persoon, om aan dergelijke ongeregeldheden deel te nemen of die op eenigerhande wijze te bevorderen of te ondersteunen, zullende de overtreders naar do gestrengheid dor wet gestraft worden. —
Hij vertrouwt dat deze waarschuwing voldoende zal zijn, om verdere rustverstoring te voorkomen.
Do goede geesten zin tot orde, die de bevolking van dit eiland ten allen tijde hebben gekenmerkt, doen hem vast rekenen op de krachtdadige ondersteuning van allen, die daartoe kunnen mode-werken.
Curasao den 25 November 1871.
De Gouverneur voormeld, H. F. G. WAGNER.
Hoewel wij hot gezag don vorsehuldigdon eerbied betuigen, kunnen wij niet nalaten, hierbij ons leedwezen uit te drukken , dat or niet Vrijdag, tegelijk met hot onder wapen brengon der militairen, eene proclamatie werd uitgevaardigd on behoorlijk afgekondigd. Daardoor zou mon toch al het kwade, dat aan deze bevolking is
overkomen, hobbcn vermeden; en geen twijfel, of zij zoude oen weldadig effect gehad hebben.
Tor eere dezer kolonie, onzen dierbaren geboortegrond, moeten wij tevens verklaren, dat er hier geeno andere ongeregeldheden zijn voorgevallen dan de in November gewone Inidrnchtigheden en het gebeurde met de kar van St. Nicolaas ; en als men vreedzame bijvalsbetuigingen met dien naam bestempelen wil, dan ook do ova-t ito; terwijl wij tevens er op wijzen, dat er hier geeno zamenscho-lingen, in den zin van zamonrottingen, zoo als de wet dat woord in zijne slechte beteekenis aanneemt, hebben plaats gehad; maar wel voreenigingen van menschen op straat, die hier wel dikwijls voorkomen, wanneer er wat te zien of te hooren voorvalt, en niet met dion naam dienen bestempeld te worden. Zonder evenwel het gedrag van het volk goed te keuren, merken wij nogtans op, dat bij die luidruchtige ovatiön niets is voorgevallen , dat den naam van weörapannighoid, laat staan van oproer zou moeten dragen; zoo dat wij ten stelligste ontkennen, dat er hier opstand hebbe plaats gevonden, en protesteeren op het nadrukkoljjkst togen de bewering van wien het ook zij, die zulks in Nederland mocht hebben doen voorkomen. Want, is het wol mogelijk , dat zulks het geval zij, wanneer men nagaat dat de avond van don 24 November de rustigste en stilste dor laatste dagen was, en dat er bij den helderen maneschijn menige deftige familiün in do Breedestraat wandelden ; wanneer men beschouwt dat het volk zoo weinig aan weerspannigheid dacht, dat het niet eens met stokken gewapend was, en ter zelfverdediging, bij de onwettige mishandeling, zijne toevlucht tot steenon moest nomen ; wanneer men daarbij in acht neemt, dat men drie dagen te voren aan enkelen van het beraamde plan konnis deed dragon, terwijl almede aan betrekkingen op Suriname reeds vóórdien datum geschreven werd, hoe men daarbij te werk zoude gaan ?
liet plan is mislukt en zou ook mislukt zijn, zoo men het daarbij bedoelde bevel ware nagekomen; want do bevolking zou bepaald gehoorzaamd hebben. Maar zulks was het geval niet; voor dat de District Commissaris [zoo als men beweert] door een steen getroffen word , had de politie reeds met scherp geschoten, en toen de militaire macht was aangerukt, begaf zij zich rogelregt naar de woning van den heer Sassen. Neon; men noeme de zaak bij haren rechten naam ; men wilde don hoer Sassen, ca\'itc, que coute, dien avond, zoo als onkelen hot voorspeld haddon, in den kerker — zoo niet erger — hebben, daartoe was er beweging noodig, en waarschijnlijk met hot doel om alle toeschouwers te verjagen en hen aldus te verhinderen van het wederrochtolijko dier handelingen te getuigen, liet men op de weinigo aanwezigen en zelfs in huizon, waar men licht zag, schieten : niettegenstaande zijn er ooggetuigen, die men niet had kunnen verwijderen, en die bereid zijn, waaien wanneer zulks noodig is, getuigenis van de waarheid af te leggen.
- 14 -
Neon; niet do bevolking is tcgon do overheid opgestaan; maar deze hoeft zich aan ambtsmisdrijf schuldig gemaakt, en hadde daardoor wellicht tot opstand geleid, zoo doze rustige, ordeliovonde en aan het Moedorland gehechte bevolking niet het vertrouwen koesterde dat Nederland, hetwelk onrecht, noch willekeur duldt, de plegers van wederrechtelijke handelingen niet ongestraft zal laten.
Zaterdag en Zondag liepen de dagen en nachten rustig af. Maandag morgen heeft zich , van wege eenige burgers , een ingezeten, do heer Eduard Ecker, bij don Gouverneur vervoegd, met last om aan ZHEG. de onmogelijkheid te doen inzien, om den Waarnemenden Prokurour (xeneraal Koentze in diens betrekking te handhaven ; welke laatste ook, zulks inziende, binnenlandsch verlof aanvroeg, hetwelk hem bij het volgende Gouvernementsbesluit werd toegestaan.
li ij Gouvernementsbesluit van heden N0 588 is de heer J. W. Koentze, op daartoe gedaan verzoek, eervol ontheven van de verdere waarneming van het ambt van Prokurour Generaal, onder toekenning van binnenlandsdi verlof en die waarneming opgedragen aan den hoor Mr .T. P. Smeele, lid van het Hof van Justitie alhier.
Curasao den 27 November 1871.
Jammor toch, dat men eerst na al het voorgevallene tot de overtuiging is gekomen, dat de heer Koentze, vooral in do zaak van zijnen vijand, den heer Sassen, als Waarnemend Prokurour Generaal niet the right man in the right place zijnde, verwijderd moest worden.
De heer Mr Smeele nam nog denzelfden dag de betrekking van Prokureur Generaal waar en maakte de voorloopigo gevangenhouding van den heer Sassen minder zwaar.
Met ongeduld verbeidde men do beslissing van het Hof, hoewel er geen twijfel aan was, of hij zoude in vrijheid gesteld worden, daar het volstrekt niet te bewijzen was, dat hij het schot, hetwelk men meende gehoord te hebben, had gedaan, en hij dus niet op heater diuid was betrapt.
De heer Sassen werd daarop, na drie dagen in den kerker te hebben doorgebracht, zonder verhoor ontslagen en betrok eene andere woning op Pietermaai, daar de zijne gebombardeerd was, en men hem, ten einde verdere ongelukken te voorkomen, had aangeraden, de Overzijde geheel en al te verlaten.
Hier moeten wij het ongerijmde en leugenachtige bericht nopens de Haitianen aantoonen. De heer J. V. Lubinis geen zoon, maar wel een schoonzoon van wijlen den Empereur Soulouque ; heeft niet aan Sassen zijne meubels geschonken, maar alles ingepakt en met zich genomen; is vóór het gebeurde naar Haiti vertrokken en kon gcene troepen zijn gaan halen, wijl hij zelf met sauf conduit daar
- 15
hoon vertrokken is; buitendien is de woning, floor den heer Sassen betrokken, op Pietormaai gelegen, terwijl die van Lubin aan do Overzijde tegenover het gebombardeerde gebouw, staat.
Aangezien hot gebeurde aanleiding gaf, om de goede trouw van hot bestuur in twijfel te trekken, en de veiligheid niet langer gewaarborgd was, boden de schutters zich vrijwillig tot de dienst aan, ten einde daardoor hun leven en dat hunner familiön en landgenooten te kunnen verzekeren.
Dientengevolge werden de militaire wachten, die gedurende Zaterdag, Zondag en Maandag in de stad en aan de Overzijde geplaatst waren, en de vreedzame ingezetenen in aanhoudende bezorgdheid en angst hielden, op Maandag avond door die dor Schutterij vervangen.
Daar men om do geruchten, dio van woge do tegenpartij van Sassen verspreid werden, beducht was voer eene herhaling van het gebeurde, zoo achtte een veertigtal ingezetenen, met het oog op do naderondo feestdagen en ter voorkoming van verdere ongelukken, het noodzakelijk, per adres aan den Waarnemendon Prokureur Generaal Smoelo, hunne diensten aan te bieden , oin ZCIBA., bij do surveillance ter handhaving van orde behulpzaam te zijn; terwijl nog denzolfden avond, overeenkomstig het vrijwillig gedaan aanbod, door ZGEA. over een getal personen beschikt word.
Deze twee aanbiedingen kunnen als bewijs strekken, dat er van goon opstand sprake kan zijn, daar dezelfde burgers, die men voor opstandelingen wilde doen doorgaan, zich aanboden, om de orde, die overigons niet gestoord werd, te helpen handhaven.
Door hot beleid en de zorg van den waarnemendon Prokureur Generaal Mr Smoelo, bijgestaan door de schutters en het veertigtal burgers, zijn de feestdagen nog rustiger dan in vorige jaren afge-loopen; terwijl op den 12 Januari de hoer Mr Eainaer als Prokureur Generaal werd aangesteld. Do beste verwachtingen koetserde men bij de komst van don heer Ramaor; doch werd daarin te leur gestold, toen men zag, dat hij klaarblijkelijk geen onzijdig standpunt had gekozen, daar de heer Koontze, die op don 27 November verplicht was zich te verwijdoron, in weerwil van den wensch der bevolking, en zelfs der Marechausséos, dio niot meer onder hem wilden dienen, ten spotte van recht en wet wederom do function zijner betrekking begon waar te nemen, en als den man gekozen werd, om den Prokureur Generaal in de plaats gehad hebbende gebeurtenissen voor te lichten.
Men verwachtte, dat de lodon van den Kolonialen Raad, in do-Zitting van den 12 Januari, zich omtrent het gebeurde zouden hebben laten hooron; men verwachtte, dat oen begin zoude worden gornaakt met do door den heer Sassen en verscheidene andere personen, wegens hot gebeurd.), ingediende klachten en eischen om schadevergoeding; maar, in plaats van eon aanvang te maken mot zaken van moorder gewicht of andere, dio als aanleidendo oorzaak
1
i j
- 16 -
tot /.ijnu vervolging worden beschouwd, begint men hem, op de hevigste en meest meedoogenlooze wijze, te vervolgen; terwijl men do daders van den 24 November a. p. ongemoeid liuit en op allo mogelijke wijze spaart.
Het vroeger tegen hem opgemaakte procesverbaal om hot go-bounle in de Societeit « De Gezelligheid » was tot dusverre blijven liggen, vermoedelijk omdat men do overtuiging had, dat daarvan niets te maken was; doch nu kwam te Curasao do tijding aan, dat Z. E. de Minister van Koloniën, op grond van valsehe berichten, te goeder trouw in de volle kamer der Staten Généraal had gesproken van zoogenaamde misdragingen van don heer Sassen, die alleen in het brein van eonigo lasteraars bestaan hebben en in het openbaar had gezegd, dat, zoo de heer Sassen iets strafbaars deed, eene vervolging togen hem openstond.
En nu werden de woorden van Z. E. don Minister als een gebod beschouwd, niet alleen om Sassen te vervolgen, maar ondanks en tegen alles, te veroordoelon, en had dien tengevolge zijne terechtstelling plaats ter zake van boleedigingon aan don Gouverneur, beleodigingen aan den District Commissaris Muller en opruiing; allo beschuldigingen even onhoudbaar als vaisch, gelijk te Curasao algemeen bekend is.
Ten einde nieuwe ongelukken en alle botsing tusschen het publiek en de politie te voorkomen, werd door een groot aantal schutters aan den Kommandant het verzoek gedaan, om, bij nadere goedkeuring van den Gouverneur, op den dag, dat de zaak van den heer Sassen voor het Hol\' van Justitie zou worden behandeld, wacht voor het Baadhuis te houden; welk verzoek echter niet ingewilligd werd.
Op dingsdag den 30 Januari nam de behandeling van do zaak van het O. M. togen Mr W. Sassen Jz. bij het Hof van Justitie alhier een aanvang. Eene buitengewone talrijke menigte gat\' op nieuw blijken van hare sympathie en bolangslelllug,terwijl dooide, die zon als altijd in acht werd genomen, ten bewijze strekt, dat men met de manifestatiün goene de minste kwade bedoelingen heeft, gelijk enkelen, ongelukkiglijk, het willen doen voorkomen.
- Bij zijne verschijning stelde de heer Sassen de wraking der rechters, ile hoeren J. H. Schotborgh, P. T. Krafft, L. de Brot JJz. en Jkhr. M\' D. M. Rammelman Elsevier voor, als hem (vooral do drie eersten) vijandig, en door hom openlijk en naar verdienste in hun algemeen bekende onbekwaamheid en gebrek aan onpartijdigheid ten toon gesteld, tevens wijzende op zijn schrijven aan bet Hof van don 18 October 1H71, waarop hot vonnis zijner schorsing gegrond was; en overleggende oen schrijven van don heer Krafft, verzoekende verschoond te worden van de waarneming van het O. M., in eene aanklachte van don heer Sassen togen den hoer Koentze , op grond, dat do heer Sassen hem zou hebben beleedigd.
Op woensdag daaraanvolgende, werd do behandeling dor zaak voortgozot; de heer Sassen betwistte het radicaal van den nieuw-
«
min
4; \' \' I
\'»1 • ,
m. ,
bonoemdon Prokureur Generaal, M\' Eamaer , die niet opgewassen schijnt to zijn voor dn hem toevertrouwde taak; terwijl hij, na do beslissing van het incident, de schorsing van hot geding vroeg, tot dat over zijne klachto tegen den Gouverneur en den District Commissaris Muller zou zijn beslist daarbij toonende, het verband, dat tusschen deze verschillende zaken bestond; doch al de door den hoer Sassen voorgestelde middelen werden met blijkbare partijdigheid verworpen. Zelfs zijn verzoek om de zitting tot op aanstaanden dingsdag te verdagen, daar hij op zijn 55 jarigen leeftijd niet meer dagen achtereen, gedurende verscheidene uren kon pleiten, en tijd noodig had om schriftelijke conclusion in te dienen, omdat het Hof niet altijd op zijne middelen beschikt heeft. De terechtzitting, die op daaraanvolgcnden donderdag zou plaats hebben, werd wegens zijne ongesteldheid , ten gevolge van zijne overspanning gedurende de laatste dagen, ondanks zijn verzoek om een eenigszms langer uitstel, tot op eerstvolgende terechtzitting verdaagd.
Men was weer beducht voor eene herhaling van do willekeurige handelingen van den 24 November en zelfs, dat men zoo ver zou willen gaan, de stad in staat van beleg te verklaren, waarnaar eenigen verlangden om, volgens hun zeggen, een paar honderd negers neergeschoten te zien; en men verspreidde hier te dien einde valsche rapporten, als zoude men van plan zijn, het Raadhuis te bestormen, do gevangenen er uit te halen on het huis van don heer Koentze in brand te steken.
Zelfs ging men zoo ver, zoo de geruchten waar zijn, van straatjongens te betalen, om vivas te gaan roepen, terwijl men van te voren wist, wat daarvan het gevolg zoude zijn.
Hier moeten wij aantoonen, dat er hier geone aanranding van loden van den Kolonialen Raad heeft plaats gehad , althans niet in den zin, dien men aan dat woord hecht; wel zijn twee Israëlitische kooplieden op straat, dus niet in hunne kwaliteit van volksvertegenwoordigers , met woorden en gezangen verguisd, en eens door een paar personen uit de volksklasse stork aangesproken, om reden dat men hen verdacht, de maatregelen van den 24 November a. p. aangeraden, en de bevolking, waartoe zij zeiven behooren, in oen slecht daglicht bij den toen pas aangekomen Prokureur Generaal, Mr Ramaer, te hebben gesteld.
Tevens merken wij ook aan, dat die zoogenaamde aanranding in de feestdagen voorviel, waarbij het volk zich gewoonlijk aan luidruchtigheid overgeeft, en in woorden en gezangen aan zijne ontevredenheid lucht geeft over don oenen of andoren, die iets afkeu-ringswaardigs mocht gedaan hebben.
Daar de troepen gewapend en de stukken op het publiek gericht waren, verleende men, om reden dat men reeds zooveel wederrechtelijks en willekeurigs had zien gebeuren, gereedolijk geloof aan hot gerucht, als zoude men van plan zijn den heer Sassen in volle zifting te arresteeren en tot 3 jaren gevangenisstraf te veroordeelon;
terwijl bij do minste kreet of manifestatie op do bevolking mot scherp zou geschoten worden.
Daarom diende een zestigtal van de fatsoenlijkste ingezetenon, door de houding dor rechters verontwaardigd , daarop een rekwest in aan den Gouverneur, hetwelk aan ZHEG. door eene Commissie van drie personen (de hoeren P. F. G. Curiel, G. Palm er. D. Corsen) werd overhandigd, om do klachte door ZHEG. ingediend, in te trekken of de gewraakte rechters aan te sporen, zich van do kennisneming dor zaak te verschoonen. Wij laten genoemd adres mot hot door ZHEG. daarop gegeven antwoord, alsmede het desbetreffende rekwest van (540 ingezetenen, aan Z. M. den Koning gericht, hierop vol gen.
AA.\\ DEN HOOG EDEL GE STRENGEN HEER GOUVERNEUR VAN CURASAO.
Hoog Edel Gestrenge Heer,
Geven met den vorschuldigden eerbied te kennen, do onderge-teekenden, burgers en ingezetenen :
dat hot publiek van meening is, dat de onbezoldigde leden van het Hof van Justitie, in de aanhangige zaak van Mr W. Sassen Jz., door het verworpen dor wraking, hun door dien heer in de zitting van don 30 Januari 11. voorgesteld, blijken hebben gegeven, de vereischte onafhankelijkheid en onpartijdigheid niet te bezitten, en dat aldus het vertrouwen van hot publiek in eene goede regtsbe-deeling op eene hevige wijze geschokt wordt;
Zoo is het, dat de ondergeteekenden , op den hier aangevoorden grond, eerbiediglijk het verzoek tot UHEG. rigten, dat het UHEG. mogo behagen van UHEG.\'s edelmoedigheid te doen blijken, dooide door UHEG. tegen den heer Mr W. Sassen gerigte klagte in te trekken, althans de gewraakte regters uit te noodigcn, zich van de kennisneming der zaak te verschoonen, waartoe zij, volgens de wet, do bevoegdheid hebben, of wel hen uit hunne betrekking te ont-slaan, en door andere personen, die geen wantrouwen inboezemen, te doen vervangen.
Hetwelk doende onz.
Het antwoord luidt aldus; DE GOUVERNEUR,
Gelezen een adres van 11. /. F. van Grieken c. s. dd. 6 dezer, houdende:
dat enz.
Redenen waarom de adressanten op den door hen aangevoorden grond het verzoek doen, dat het Bestuur van deszelfs edelmoedigheid zal doen blijken, door de door hetzelve tegen den heer Mr W.
Sassen Jz. gerigto klagti: in te trekken, althans de gewraakte renters uit te noodigen , zich van de kennisneming dezer zaak to ver-schoonen, waartoe zij volgens de wet de bevoegdheid hebben, of wel hen uit hunne betrekking te ontslaan, en door andere personen, die geen wantrouwen inboezemen, te doen vervangen.
Gezien do consideratiön en het advies op dat adres, van den Pro-kureur Generaal, vervat in zijne missive dd. 6 dezer :
Overwegende :
dat voor het Hof van Justitie alhier ter openbare teregtzitting van den 30 Januarij 11. een correctioneel geding is aangevangen tegen Mr W. Sassen -Iz. wegens :
1° Aanranding, boosaardiglijk en openbaar, van de waardigheid van \'s Konings Vertegenwoordiger in de Kolonie en beleediging van dien Ambtenaar;
2° Beleediging van een magistraatspersoon der Administratieve magt (den voormalige Districts-Commissaris Muller) in de waarneming zijner bediening, door woorden strekkende om zijne eer en kieschheid uan te randen;
3° Opmijing der menigte door aanspraken in het openbaar gehouden, om misdrijf (doodslag) te begaan, welke opmijing zonder gevolg is gebleven;
dat tot hot aanhangig maken van dat strafgeding geene klagte is gedaan en het Openbaar Ministerie ambtshalve ingevolge do wet, het initiatief tot de vervolging hoeft genomen;
dat, wat betreft uitnoodiging aan regters om zich te verschoo-nen, of een ontslag van regters in het voorliggend geval, schending zou zijn van art. 1(50, alinea 2 van het Reglement op het Beleid der Regering van do Kolonie Curasao, waarbij tusschenkomst van de Regering in regtszaken is verboden.
Heeft goedgevonden en besloten ;
Aan de adressanten, bij extract dezes, mede te deelen, dat om bovenaangovoerde redenen, hun verzoek voor geene inwilliging vatbaar is. —
Do Gouverneur van Curasao, H. P. G. WAGNER.
Het rekwest aan Z. M. is van den volgenden inbond: Aan Zijne Majesteit den Koning.
Sire,
Onder de zoo vaderlijke Regering van Uwe Majesteit is Curasao het geluk ton deel gevallen eono wetgeving te ontvangen, die voor arm en rijk, groot en klein gelijk, in eene lang gevoelde behoefte voorzag,
— 20 —
Dankbaar voor dat goluk, nemen do ondergeteekenden, burgers en ingozotonon, echter do vrijheid onder do aandacht van U. M. to brengen, dat, zoo or geeno regters zijn, dio do beginselen, in dat wetboek neergelegd, onder alle omstandigheden huldigen, het voordeel, dat U. M. beoogde, niet bereikt wordt, on oon toestand in het leven geroepen, niet eervol voor do eervolle geschiedrollen van ons dierbaar vaderland.
En Sire, met do vrijmoedigheid, dio onderdanen van U. M. past, wenden de ondergeteekenden zich tot U. M. mot te kennengeving dat hot Hof van Justitie dezer kolonie opeene wijze is zamengesteld, die oon ieder het vertrouwen in eene goede, onafhankelijke en onpartijdige regtsbedeeling ontneemt.
Hebben adressanten zulks reeds gedurende langen tijd bespeurd, thans hebben zij do volle zekerheid bekomen.
Immers, niettegenstaande het van algemeene bekendheid is, dat de drie onbezoldigde loden van hot Hof, die op Dingsdag den 30 Januanj zitting namen, den beklaagde Mr. W. Sassen Jz. een hoo-gen graad van vijandschap toedragen, zoodat het ten eenemale onmogelijk is, dat zij onpartijdig vonnissen kunnen, hebben zij toch geene acht geslagen up do door den algemeen geachton en beminden man voorgestelde wraking dier regters.
Door dusdanige handeling wordt hot vertrouwen van eene ganscbe bevolking geschokt, aldus missen de inwoners van Curasao datgene, wat onontbeerlijk mag geacht worden tot instandhouding eoner maatschappij.
Op geen der middelen door beklaagde, tor zijner verdediging voorgedragen, die door een talrijk publiek als zoo gegrond worden geacht, heeft het Hof gunstig beschikt: alles werd van de hand gewezen.
Ja, Sire, men droef de tegeningenomenhoid zoo vor, dat zijn verzoek om eenige dagen uitstel dat hem na de vermoeienis door het pleiten op twee achtereenvolgende dagen zoo onontbeerlijk was, niet werd ingewilligd.
Regt heeft hier plaats gemaakt voor onregt, rogtvaardigbeid voor willekeur.
Zal dio toestand voortduren? Dat kan U. M. niet willen, dat kan een telg van hot edel Huis van Oranje niet toestaan.
Het is daarom, dat adressanten, vol vertrouwen, het verzoek tot U. M. rigten, dat hot U. M. moge behagen, het daarheen te leiden, dat do onbezoldigde leden van hot Hof en do leden plaatsvervangers bij hetzelve uit hunne betrokking ontslagen, en in hunne plaats mannen benoemd worden, die door onafhankelijkheid en partijdigheid den justiciabelen vertrouwen afpersen.
Hetwelk doende enz.
Curasao, don 5 Februanj 1872.
Niettegenstaande dat alles werd de hoer Sassen in strijd mot de wet, in strijd mot de openbare meening, in strijd mot de afgolegdo getuigenissen, die in zijn voordeel waren, veroordeeld tot ƒ125.— boete tor zake van het 2° en 3° punt, met vrijspraak op het eerste punt. Tegen dit vonnis werd opentlijk in het weekblad « De Onpartijdige » door do hier bedoelde 63 en (540 ingezetenen geprotesteerd ; zoo als uit het volgende blijkt.
Wat wij voorzien hadden is geschied. Het Hol\'van Justitie dozer Kolonie heeft den heer Mr Willem Sassen Jz. schuldig bevonden, en tot eeno boete veroordeeld. Dat zoude ons met leedwezen vervuld hebben, zoo men niet vooruit hadde geweten, dat hij vóór zijne teroclitstelling reeds gevonnisd was. Rechters, door don beklaagde gewraakt, door de publieke opinie als niet onpartijdig en afhankelijk gebrandmerkt, konden niet anders dan den beklaagde in het ongelijk stellen.
Van te groot belang was eene veroordeeling voor hot Bestuur, dan dat men een oogenblik twijfelen kon, dat die veroordeeling zou worden uitgesproken. Ware de heer Sassen vrijgesproken, dan /.ou er geen twijfel bestaan , of de Gouverneur moest terechtstaan wegens ambtsmisdrijf. Het was daarom, dat wij ons den 6 Februari tot den Gouverneur en tot Z. M. onzen geöerbiedigdon Koning gewend hebben, om de zaak tegen den heer M\' Sassen aan de kennisneming dier afhankelijke rechters te onttrekken, van wie geen goed recht te verwachten was. Het is daarom, dat wij thans protesteeren, als vrije burgers, tegen het vonnis, tegen den heer M\' Sassen gevold en togen elk vonnis, dat die rechters nog mochten vellen. Zij missen het publiek vertrouwen, zulk een noodzakelijk vereischte bij eene goede rechtsbedoeling. Bij ons allen en bij het geheole publiek staat do overtuiging vast, dat zoo men den heer M\' Sassen naar recht on billijkheid had geoordeeld, eene éclatante vrijspraak had moeten volgen. Maar recht en billijkheid worden ten deze niet gevonden, recht en billijkheid kendo men ten deze niet.
Curasao, 21 Februari 1872.
Men tracht niet alleen den hoer Sassen, maar alle Cura(;aonaars, die zijne zaak mochten zijn toegedaan en do rekwesten ondertoe-kend hebben, in Nederland als nietswaardig af te schilderen en met het gemeen te vereenzelvigen. Maar dat durft mon daaralloon, door particuliere correspondentiOn en geheime verklaringen doen; hier echter, is zulks niet mogelijk, daar de personen, die don heer Sassen toegedaan zijn, on die do meerderheid dor bevolking uitmaken, allergunstigst bekoud zijn, en niet tot het gemeen mo-gcu gerekend worden,