J
A W SCIIUI.OKN, Duiieldorf el Parib,26,rue S\'Sulp.ce
HabelAcht und schauet ob ein Schmerz ist ^leich dem meini^en.
Lament. Jer. 1.12.
Siisses HerzMariae,sei raedne Rettun^!
(300 Tagc Ablass den Verst, zuwendb.)
NAAR HtT FllANSOIt
Oiid-l\'iistiHU\' in la\'t liisilom van Parijs.
j—tr
r ï
Mi
t
VKM I jOO . BIJ IIK WED. II. BONTAMPS. 1881.
r
IfTI
i
7Ty-~c
Aartsbisdo r»
D BOE RfAA S42
In!
Ui
^ EO t R IA A 342
J .„•. gt; J 7: quot;\'!!
A A N
iOE zal ik naar waarde uwen lof ivermelden , o reine Maagd Maria? Gij zijt te ver boven ons menschen verheven , dan dat der menschen tong uwer waardige lofbetnigingen zou kunnen uiten.
Dochter Davids I Moeder van onzen Verlosser en van mijnen God 1 Ik verlang niets vuriger dan uwen lof te vermelden; geene andere gedachten te koesteren en beelden te bezigen dan ontleend aan de heilige Schrift.
ó Spruit van Jesse 1 driewerf gelukkig het huis van David, waartoe gij behoort I God is met U; gij zijt gezegend boven alle redelijke wegens I
1. AAN ilAUlX.
Gij zijt een tak, versierd met de schoonste bloemen. Gij zijt de ware genadestoel, vau waar onze God zich aan het mensch-dom heeft geopenbaard onder de gedaante eens mensehen. Ja, gij zijt het, die Hem dat aanbiddelijk ligchaam hebt gegeven , waardoor mijne oogen mijnen God mogen aanschouwen. r
Wees gegroet, verheven Moeder eu dienaresse Gods! Ik heilig de maand Mei, die nu weder een\' aanvang neemt, aan de verheerlijking van Uwen lof en van Uwe deugden 1
OORSPRONG VAN DE GODSDIENSTIGE VIERING
DEK
iEDURENDE al de kerkelijke eeu-wiMi, zijn Maria\'s verheven deugden onder de geloovigen het onderwerp van godsdienstige overdenkingen geweest. Iedere eeuw heeft eeuige heilige oefeningen ter eere van Maria zien geboren worden. De Rozenkrans, het Schapulier, de Groetenis des enyels, waren beurtelings zoo vele bewijzen der vroom kerkelijke, en der geloo-vig godsdienstige vereering der Koningin des hemels en der aarde.
6 verkering j)er
De Maria-maand heeft dezelfde godvruchtige bedoeling ten oorsprong. In Italië nam die vercering haren aanvang. Van uit Home, waar zij op eene plegtige wijze werd volbragt, verspreidde zij zich weldra in de overige gedeelten van Italië.
Ook in Frankrijk maakte zij snelle vorderingen. Ijverige en liefdadige herders hebben zich daar beijverd, om haar in hunne parochiën in te voeren, tot stichting der aan hunne zorgen toebetrouwde geloovigen. Maar Frankrijk is bovendien op eene bijzondere wijze aan Maria toegeheiligd, en in de maand Mei beijvert zich iedereen, om zich voor het altaar der Moeder Gods neer te buigen, ter verhooging van haren lof en ter inroeping harer hulp.
Da verstandige godsvrucht heeft, voor die godsdienstige vereering „ de schoonste maand van het jaar, de Meimaand , gekozen, die, door de hernieuwing der natuur en de liefelijke verscheidenheid der bloemen, waarmede de aarde alsdan versierd wordt, de ziel als het ware uituoodigt, om dooide genade herboren te worden, om zich
maria-ma and. 7
Sjeclureiido die schoonste dugeu niet deugd en godsvrucht te versieren, eu er als het ware ecne kroon voor de Kouingin des heelals uit zameu te vlechten. quot;
Dat de ware geloovigen derhalve geenen eukeleu dag der Meimaand laten voorbijgaan zonder eeuige dier bloemen te plukkeu, om er het voorhoofd der Maagd Maria mede tooijeu. Eenmaal zal de Moeder Gods, voor die vergankelijke , haar aangeboden kroon , hare vereerders eene oustertelijke, die uim-uier zal verwelken, doen verwerven.
lil
i
Heilige Moeder (iods.
oen God zijn eeuwig raadsbesluit wilde volbrengen, kwam een Engel ij Maria begroeten, om haar te verkondigen, dat zij de Moeder Gods zou worden. Zich aan den hemelschen wil onderwerpende, antwoordde zij met ontroering; Mij geschiede naar uw woord; en terstond werd, door de kracht des heiligen Geestes, het goddelijk Woord vleesch. Maria is alzoo de
t i i
tabernakel, waarin Jksus rust; zij is de Moeder Gods. — Loven wij den hemel duizendwerf, dat Maria tot dien verheven rang is uilverkoren geworden; beijveren wij ons, haar de diepe hulde toe te brengen, welke wij aan hare grootheid verschuldigd zijn.
2.1)e waardigheid van Moeder Gods plaatst Maria in de nabijheid van zijnen troon. Zij is boven alles. God alleen boven haar verheven. Opent de heilige Schriftuur; overal vind\', gij er schitterende vergelijkingen, die hare grootheid en verhelllug uitdrukken: hier j is het een gezegende bloemtuin Gods, daar een tempel, waar God zelf woont; elders de morgenstond, die de zon der geregtigheid aankondigt.
3. Maria is eene tweede Esther, tot den hoogsten eeretrap verheven, door den Koning der heerlijkheid; niets evenaart haar aanzien bij Hem. Welke redenen van vertroosting en van vreugde geeft ons de keuze des Eeuwigen I Laat ons de Moeder Gods met zoo veel goddelijke grootheid geluk wen-
1.. . - I-V-\'......: rv. \' j quot;-zz: : ij.,;
EERSTE DAG. 1]
scheu : trachten wij dagelijks, door de navolging harer deugden, de bescherming dier onvergelijkelijke Maagd waardig te worden. Onze verknochtheid aan hare dienst zal voor ons de maatstaf harer weldaden zijn.
Cx E Ji K D.
^|j?oen gij de Moeder van Jesus werdt, wil-ciodet gij, o Maria! ook mijne Moeder worden. Duld, dat ik u mijne zwakheid en behoefte voor oogen stel. Dat het blootleggen van den toestand mijner ziel u moge bewegen. Verwerf mij bij uwen goddel ijken Zoon die deugden , welke mij zijne gunsten waardig maken in dit leven, en zijne glorie in de eeuwigheid! Ueiluje Moeder Gods! bid voor
nl
Heilige 31{iagd der Slaagden.
m den maagdelijken staat van Maria \' |zinnebeeldig voor te stellen, geeft de heilige Schriftuur haar de witheid der duive en die van de leliën des velds. Als Koningin der Maagden, heeft zij voor, -gedurende en na hare zwangerschap het driedubbele voorregt van den maagdelijken staat ■ genoten. Dit is de beweegrede, dat God haar heeft uitverkoren, en haar een voorwerp van zijn welbehagen heeft doen zijn, dat Hij haar tot een heiligdom der godheid heeft gevormd, door haar met zegen en genade te overladen. De heilige Kerk geeft haar dan ook den roemrijken Naam van Maagd der Maagden. In Makia vereert zij derzelver ijver, om haren
twkeük dag. «-ö |
maagdelijkeu staat aau God toe te heiligen; eeu offer, tot hiertoe bij hare uatie onbekend , en waarvan het Jesus Moeder toekwam het eerste en moedige voorbeeld te geven.
2. Maria\'s edelmoedige wensch, om haren maagdelijken staat aan God op te offeren, ten tijde dat daarvan geen voorbeeld bestoud, -heeft haar de genade doen verwerven, tot Moeder van Jksus Christus verkoren te worden. Daarom grepen de hemelsche geesten , ten dage dat zij de uitverkoren Maagd de . heilige stad zagen binnen treden, hunne liefelijk klinkende harpen, en deden zij het hemelsche gewelf weergalmen van dezen lofzang, dien zij ter harer eer aanhieven ; „ Wie is zij, die nadert als de morgenstond; die zoo schoon is als de maan, zoo schitterend als de zon, en schrikwekkend als ecu leger iu slagorde,quot; wanneer zij den duivel bestrijdt, dien geduchteu vijand van het menschelijk geslacht ?
3. Maria is nog de Maagd der Maagden, ; omdat, naar haar voorbeeld, eene menigte .
j)K Af AIIIA-M A AN I).
jongelieden zich hebben beijverd en zich noif beijveren hare voetslappen te volgen, die de ijdele genoegens der wereld , hare eer en rijkdommen hebben vaarwel gezegd, om in afzondering te leven en hunnen maagdelijken staat aan God op te offeren. !Ren groot aantal der zoodanigen heeft, ten dage der vervolging, die deugd op eene heldenmoedige wijze bewaard , daar zij hun leven en zelfs hunne vrijheid hebben opgeofferd, om alle onteering te voorkomen. Aan het hoofd dier uitgelezen schaar van vrome zielen, moeten wij Maria plaatsen, die haar heeft beschermd; daarom moet het voor ons een groot geiuk zijn haar te noemen Maagd der Maagden.
MariaI het is uwe zuiverheid, die n •a^) welgevallig heeft doen zijn bij God, en waarom gij den verheven naam van Maagd der Maagden hebt verworven. Ik verlang op-regtelijk u na te volgen; maar gij ziet mijne zwakheid, en de gevaren die mij omringen.
■quot;\' \'-f- ~ -f- ^
TWEE I) K DA O. 15
Boezem mij de vrees in voor de zoude! Kom mij te hulp! Verminder in mij de ongelukkige gezindheid, die mij onophoudelijk naar het kwaad voortsleept; matig in mijn hart de daarin al te vaak opwellende ijdele begeerten. Mogt ik eens met de maagden, die uwen schitterenden glorietroon omringen , uwen lof in den hemel bezingen: heilige r Maagd der Maagden, hid voor ons!
Mueilei\' vim Jesus (\'hiisliis.
ARIA heeft Hem ter wereld ge-bragt, die eenmaal de Verlosser
van [sracl moest worden; /.ij heeft Hem gebaard zonder optehouden maagd te zijn. Jesus Christus, de Zoon Gods, moest op geeue gewone wijze geboren worden. Bij aldien zijne geboorte door geen wonder ware gekenmerkt geworden, zon hij zich in de oogen der menschen niet als de Zoon Gods hebben doen kennen; Hij ware niets meer geweest dan Salomo en zoo veel anderen. Maria is de Moeder van Jesus Christus, \' van God en mensch beiden. Elisabeth verkondigde deze waarheid, toen zij uitriep : „ Van waar komt mij het geluk, dat —rj_j—.... A J ■
P Bit UK DAG. 17
tic Moeder des Heeren mij komt bezoeken?quot; ^ Die vrucht, die Maria in haren schoot droeg, is Jesus Christus; het is die geheimzinnige bloem, die zich moest uitzetten tot een\' spruit uit den stam van Jesse; want de stam van Jesse is het geslacht van David. En die spruit uit den stam van Jesse voortgekomen, is Maria, de gezegende Maagd onder alle vrouwen, de dochter van David.
3. In Maria hebben al de plegtige beloften, door God aan onze voorvaderen gedaan, derzelver gelukkige vervulling bekomen; door haar heeft de Heer zich tot Emmanuel, dat is : God met ons, gevormd. De heilige Moeder-Maagd is afgebeeld ge- , worden door het vlammende braambosch , dat quot; onophoudelijk brandde, zonder te verteren; door die rots, waaruit overvloedig en helder h water voortvloeide; door de ark, die door de vleugelen der Cherubiuen werd overschaduwd. Levendige zinnebeelden van haar, die op zulk eene wonderlijke wijze heeft ontvan- r-gen en gebaard. Hem, die volstrekt zonder --2-
-i—- • : E_i- i
18 ÜE M ARIA-MA AND.
j zonde was. Wie zal ooit naar waarde zulk een wonder kunnen uitdrukken? Maria kan, even als de moeder der Machabeërs, van Jesus Christus sprekende, zeggen: „Ik heb u negen maanden in mijnen schoot gedragen; ik heb u met mijne melk gevoed en u opgekweekt.quot; Ziet daar de grondslag van haren roem,
■ J 3. Door haren rang van Moeder van Jesus Christus, verdient Maria alzoo, gezegend te zijn boven alle schepselen. Door • een nooit gehoord wonderwerk is zij de U Moeder van haren Schepper geworden. In haren schoot heeft zij Hem gedragen, die het heelal regeert en bestuurt. Kan er iets voortreffelijker, iets verhevener zijnP Als [ wij Maria geluk wenschen met hare verheffing, dan wijden wij haar geene ijdele lofbetuigingen. De daadzaken spreken : zij heeft Jesus met hare maagdelijke moedermelk gevoed, nadat zij Hem negen maanden tot rustplaats had gediend. Wie zou dan de Moeder-Maagd zoo kunnen prijzen, als zij ! het waardig is. Zij heeft den menschen het
derde dag. 19
licht aangebragt; zij is het goud en wie-rooksvat, waaruit de zoetste geuren opstijgen, het geheimzinnige vat, dat het hernel-sche manna in zich besluit.
g e jj e l).
6®-L mijn vertrouwen stel ik in u, o zuiverste aller maagden! Gij zijt dc Moeder van Jesus Christus. Neem mij aan als uw kind. Maak dat ik, door uwe hulp, zonder gevaar den troo.i uwer glorie moge naderen; dat gelukzalige hof, waar eene onuitputtelijke vreugde heerscht, waar het hoogste geluk bestaat in God te aanschouwen en u te prijzen en te zegenen, met Jesus Christus, die ons roept tot de erfenis der eeuwige heerlijkheid. Moeder van Jesus Christus! hid voor ons.
bloeder der goddelijke tieiiade.
ji en engel heeft gezegd : „ Wees gegroet Maria! vol van genade.quot; Toen
_zij Moeder werd van Hem, die de
oorsprong aller genade is, werd zij met de rijkdommen des hemels overladen. Haar goddelijke Zoon heeft zijne schatten ter harer beschikking gesteld, om ze onder de men-schen uit te deelen. Hij zeide tot haar : quot; In u heb ik den troon mijner genade gevestigd; door u zal ik de beden der stervelingen verhoeren. Gij hebt mij met uwe menschheid omkleed; Ik zal u met mijne godheid om-kleeden. „ Het verwondert mij niet meer, dat de heilige Schrift den hemel en de aarde aan de voeten van Maria stelt. De hei- ^ lige Joannes, verrukt door den glans, die
\'is-
vierde dag. 21
hair omrinijt, verwonderd over zooveel verheven heid en schoonheid, roept nit: „ dat hij in den hemel een vrouw heeft gezien, wie de Zon tot kleed verstrekte, de maan waa aan hare voeten, en twaalf sterren vormden de kroon, die haar voorhoofd omringde.quot; Van uit de verblijfplaats der heerlijkheid verspreidt Maria over ons de schatten harer barmhartige goedheid, en doet zij ons den zoeten invloed harer moederlijke bescherming gevoelen.
2. Even als de zee al de wateren der aarde omvat, en derzelver bron is, zoo bevat de verheven Moeder Gods alle genade, waarvan zij de vruchtbare bron is. Daarom past de heilige Kerk op Maria deze woorden dei-heilige Schrift toe : „ In mij is alle genade.quot; Zij is eene springende fontein, die frischheid en overvloed in het heelal verspreidt. Een iegelijk kan er uit komen putten. De kranke vindt er gezondheid , de bedroefde vertroosting, de wanhopige ziel kalmte en vrede , de zondaar zijne vergiffenis. Welk een grond van vertrouwen voor den nederigen dienaar van Maria? Indien hij haar aanroept met
~i— cquot;—i -li - cr:rri5 tZrEö lquot;^ —^
22 de maiira-maanlj.
ijver, kan hij op haren bijstand rekenen. Makia is de schat onzcs harten, de ziel v.in ons leven.
3. Houdt eene eerbiedige vrees ons terug, om zelf den troon van jesus chkistus te naderen, en Hem onze behoeften voor te dragen, roepen wij dan de goddelijke Makia aan, om onze belangen ter harte te nemen, ,n en onze gebeden aan haren Zoon voor te dragen. Niets kan haar geweigerd worden, .iesus \' Christus, de ware Salomo, is altijd gereed haar gebed te verhooren. Een woord van haar is genoegzaam , om ons met weldaden te overladen. Even als de welgezinde AbigaIól, ontwapent zij den arm des Heeren. Even als de mededoogende Esther, bevredigt zij den toorn Gods. Zij zegeviert over onze vijanden , als de moedige Judith. Laten wij Makia geluk wenschen met de schatten van genade, welke de hemel haar heeft verleend. Hidden wij de Moeder-Maagd, dat zij overvloedig over ons de genade uitstorte , die wij behoeven. Zij zal onze kracht zijn in onze zwakheid, ons licht in de duisternis, rr| onze rijkdom in onze armoede, onze toe- j|
VJERDli DAG. 28
vlugt iu het ongeluk, en onze vertroosting in onze droefheid.
GE H ED.
cpkTSeilige Maagd! ter neer geslagen over mij-\' ne zonden, over mijne zwakheid eu over mijne armoede, neem ik mijne toevlugt tot u. Verwaardig u mijn gebed aan te hoo-reu. Open uwe ooren voor mijne verzuchtingen, eu de bron uwer barmhartigheid voor mijne tranen. Doordrongen van opregt berouw over mijue gebreken, smeek ik, door uwe tusschenkomst, om vergiffenis van uwen goddelijken Zoon. Haast u om mij te be-vredigen\'met mijnen Regter. Moge ik door u nederigheid, zuiverheid, liefdadigheid, zachtmoedigheid en al die goddelijke deugden verwerven, die in reinheid de leliën overtreffen en den glans der bloemen , die de aarde versiereu. Wees voor mij het liefelijke paradijs, van waar een stroom des levenden waters vloeit, dat mij kan zuiveren en mij welgevallig kan maken in de oogen des Heeren. Moeder der goddelijke genade, bid voor ons /
Allerreinste Moeder.
E reinste aller schepselen is Maria. De heilige Kerk erkent dit hoogst woudervolle voorregt, als /.ij der Moeder-Maagd deze gedenkwaardige woorden toevoegt : „ Gij zijt de allerschoon- _ ste, en geen vlek is in n.quot; Toen de Heer Maria bestemde, om de Moeder te worden van zijnen Zoon. heeft Hij haar daartoe voorbereid, en haar bevrijd van de erfzonde; want het was voor geen sterfelijk wezen, maar voor een\' God, dat Hij eene woonstede bereidde. Heeft Hij de getrouwe Engelen in den hemel rein gehouden, dan heeft Hij ook de Moeder van zijnen Zoon, de Koningin der Engelen en dermenschen,
rn
vijfde dag. 35
kannen behoeden voor zondenval. Zij. die de zon der geregtigheid moest Ier wereld brengen, moest ook bewaard worden voor alle onderwerping aan de zonde.
2. De hoogste gunst, welke de heilige Maagd van Gods weldadige hand heeft ontvangen, is zonder vlek of zonder smet te zijn ontvangen. Na de geloofswaarheden, is er in het christendom geene ontegenspre-kelijker waarheid dan de Onbevlekte Ontvangenis van Maria. Van het eerste oogen-blik haars bestaans , werd hare ziel met zegeningen overladen. Na zijne eerste zonde, laadde onze eerste vader op zich en al zijne nakomelingen den toom Gods. Uit dien bedorven tak kwamen niets dan bedorven spruiten voort. Maria alleen was eene dochter des levens in het midden der overige schepselen, die in zonden geboren worden, en kinderen des doods zijn.
3. Laat ons hetgeen God gereinigd heeft , niet als eene gewrone zaak beschouwen ma-ria, die bestemd was, om liet heiligdom
dk marfa-maand.
der Godheid te zijn, werd van de zonde bevrijd sedert den eersten oogenblik van haar bestaan. God heeft haar in zijn bezit genomen sedert den aanvang van haren levensloop. Is Maria onze middelares bij God, dan behoort zij zieh ook zonder vlekken voor den Heer te kunnen vertoonen. Het eeuwige Woord, dat van nature de zuiverheid zelve is, moest eene schuldelooze, vlek-kelooze en Hem waardige Maagd tot Moeder hebben. Was onze Verlosser, volgens de verklaring des Apostels, afgescheiden van de zondaren, hoe zou Hij dan eene Moeder hebben kunnen bezitten, die der zonde onderworpen was?
(t e b e j).
/gV MARIA! even als de zon, die schit-terend en wolkeloos aan de kimmen verrijst, even zoo zijt gij, met reinheid en onschuld versierd, ter wereld gekomen. Duld, dat ik mij voor uw altaar vertoon, in weerwil mijner zonden 1 Wees mijne middelares bij uwen goddelijken Zoon; opdat
VlJJl\'DK DAG
Hij mij reiuige, opdat Hij de duisternis van mijnen ,u:eest doe verdwijnen, opdat Ilij de ongeregelde gezindheden uit mijn hart verbanne, ten einde ik, geholpen door zijne genade en uwe bescherming, de haven des eeuwigen levens moge bereiken. Allerrehisic. Moeder! hiel voor ons.
A 11 e i\' z ii i v e i\' s 1 e M o d e r.
IpOE schoon is het kuische geslacht, zegt de wijze, wanneer het verbon-den is met den glans der deiiüd.
Deszelfs nagedachtenis blijft eeuwig, en hel staat in eere bij God en de mensehen.quot; Deze schoone woorden kunnen op Makia worden toegepast, die moeder is geworden, met behoud der waarde van haren maagdelijken staat. Want zoo deze deugd drn mensch tot den rang der engelen verheft, en hem een vriend Gods doet zijn, wat moeten wij dan denken van Maria\'s maagdelijken staat, die haar zoo dierbaar heeft gemaakt in de oogen van haren Heer, en haar boven de engelen en alle schepselen
heeft voihevcn ? Driewerf ijolukkijr het lii:-chüiini, dut Jesus heeft gedrageu, eu de hoisteu, die Hem hebben gezooiid. Gelukkig de Maagd, die de voldoening had, haren goddelijken i^ooii te zien opwassen in wijsheid , in jaren en in genade bij God en de mensehen I
2. Had Jesus voor den heiligen Joannes eene zeldzame ingenomenheid; heeft hij dien maagdelijken Apostel veroorloofd op zijnen boezem te rusten , en daaruit, even als uit eene vruchtbaar makende bron, de kennis der verhevenste wonderen eu der goddelijke geheimen te putten ; met hoeveel genade , met hoeveel gunsten moet zij dan niet overladen zijn geweest, op wier zuiverheid een God zijne blikken heeft gevestigd ? Daarom vereert de Kerk haar als eene hoogst be-voorregte vrouw , bestemd om der helsche slang den kop te verpletteren; zij, die door God was uitverkoren, om bet voorwerp zijner weldadigheden te zijn, en om bewaard te blijveu voor de onreine inblazingen der zonde.
30 de maria-ma and.
3. Dat Maria\'s bewonderenswaardige deugden, en de zuiverheid harer zeden ons ten voorbeeld en bemoediging verstrekken, opdat voortaan ons hart en ons geweten rein blijven, ons leven onberispelijk, en ons gedrag ingetogen, geregeld en zedig zij. Den i Heer te behagen door een zuiver en onschuldig leven, de deugd te beoefenen, r zonder ander verlangen dan te wandelen in de voetstappen van Mahia, dit moet de vrucht l zijn onzer vereering van de Moeder Gods. Zoo zal de herinnering van Maria\'s maagdelijken staat en van hare zuiverheid ons heilzaam wezen; zoo kunnen wij ons waar-dig maken, om Gode te behagen, die ons de Moeder van Jesus Christus, als een volkomen voorbeeld van deugden heeft doen kennen.
GEBED.
cfcjrjfcilige Maagd! Ik draag u mijne wen-
• schen en gebeden op, als de reinste [-aller schepselen. Verleen mij de genade al- ] tijd, naar uw voorbeeld, de teedere bloem P
zesde dag. 31
der kuischheid in ,eere te houden! Verwijder van mij de gevaarlijke strikken, welke de bedorven wereld mij onophoudelijk zoekt te spannen! Laat in mijn hart dien zoo liefelijken vrede heerseheu, die uw geluk op aarde uitmaakte! Sluit mijne oogen voor de ijdelheden, die de kinderen der menschen bedriegen en verleiden! Mogt ik eens voor uwen goddelijken Zoon verschijnen, omhuld met het kleed der zuiverheid en der onschuld, ten einde ik worde toegelaten tot zijnen genadetroon, om, met de uitverkorenen , den lof van Jesus en vau u, Maria, aan te stemmen! Allerzuiverste moeder! bid voor ons !
O u b e v 1 e k t e Moede r.
N weerwil van den verwijderden tijd, heeft de heilige Geest den
_jprofeet Isaias , een groot wonder
bekend gemaakt, hetwelk eenmaal één der voornaamste punten des geloofs voor het menschdom worden zoude. Dit wonder was , . dat de Zoon Gods, mensch wordende, uit een\' maagdelijken schoot zoude geboren worden. Maria is derhalve zonder vlek; zij heeft ontvangen en gebaard , zonder op te houden maagd te zijn. Eva, gehoor gevende aan de inblazingen van den duivel , heeft doodelijke vruchten voortgebragt. Maria , gelooveude aan de woorden van den Engel , heeft vruchten des levens doen geboren
zevjfinde dag. sö
worden. Dc eerste zondigde door cene be-driegelijke stem te gelooven; door het geloot\' heeft de laatste alles hersteld. Van eeuwigheid had God Maria verkoren , om de Moeder van Jksus te zijn, en door die keuze bestemde hij haar tot de hoogste waardigheid, die ooit heeft bestaan. l)it wonder werd door den Profeet met deze bewoordingen bekend, gemaakt: „ Eene maagd zal zwanger worden en een5 zoon baren, die Emmanuel zal genoemd worden.quot;
yj
O
2. De verheven rang van Moeder Gods, de betrekking van middelares, welke zij tusschen God en de menschen moest vervullen, en de eer van haren Zoon vorderdeu, dat zij zonder zondenvlek moest ontvangen worden. Wat haar het behagelijkst maakte bij God, was hare zuiverheid. Wat de Heer het meest in ons hoogschat, is zuiverheid, heiligheid en deugd. Die hoedanigheden verkiest Hij boven verstand en geboorte. Even als het zuiverste goud, heeft Makta hare zuiverheid bewaard, daar zij een\' God ter wereld bragt; zij is altijd -; r-gr:
34 DB MAKtA-MAANl).
zonder vlek gebleven. Verblijden wij ons dan over die uitstekende gnnst der Maagd Maria toegekend; laten wij haar betuigen,
«rï-I nm O «* n ll 1 r lt;1 tl (rrv/llt;gt;1Ü If P n
dat wij, om aan haren goddelijken Zoon te behagen, ons zullen beijveren die deugden na te volgen, welke haar door den hemel doen beminnen.
3. Hoewel Maiua zonder ionden ontvangen is, en zij geene de minste neiging tot
zonde had, legde zij er zich niet te rain op in toe om de zonde te oatvlugten. Zij wa» onophoudelijk op hare hoede, zij vermeed zorgvuldig elke gevaarlijke gelegenheid. Wat moeten wij dan niet doen, om ons voor de zonde te hoeden; wij, die zoo ver beneden haar staan , en die ons onophoudelijk tot het kwade geneigd gevoelen, door eene rampzalige gezindheid, die ons van de deugd ^ verwijdert. Is het te verwonderen, dat wij
Izoo dikwijls op eene noodlottige wijze vallen, wanneer wij ons zoo ligtvaardig aan de gelegenheid tot zondigen blootstellen? j| Willen wij Gode, naar het voorbeeld van ijzoo dikwijls op eene noodlottige wijze vallen, wanneer wij ons zoo ligtvaardig aan de gelegenheid tot zondigen blootstellen? j| Willen wij Gode, naar het voorbeeld van ij Maria behagen, dan moeten wij een in-
zevende dag. 35 \'
getogen, rouwmoedig eii verstervend leven leiden; dan behooren wij aanhoudende pogingen aan te wenden, om in volmaking : voort te Écaan.
F
y
G E B E D.
Maria I gij ziet een zondaar voor uwe . voeten, die uwe hulp inroept. Naast God, hoop ik door u mijne bekeering en mijn heil te erlangen. Reeds hebt gij mij . veelvuldige genade bewezen; verhoog uwe ! goedheden, door mij in de vriendschap met uwen goddelijken Zoon te herstellen! Tk groet u, eerwaardig heiligdom van den Koning des hemels I Gij zijt waarlijk gezegend onder alle vrouwen, omdat gij zijt uitverkoren tot jü Moeder van uwen Schepper. Bewerk, dat ik eenmaal, zonder eenige zonden-smet, verschijne voor uwen goddelijken Zoon, en dat hij over mij een genadig oordeel uit- ! spreke, een oordeel van zegening. Onbe-\\ \\
vlekte Moeder 1 bid voor ons.
_
i
Oiigeschundeiie Moedci-.
ondek hiire maagdelijke zuiverheid te verliezen, is Makia de Moeder JESkareoJi van den Verlosser der wereld ge-worden. Nimmer hebben de magten der hel iets tegen haar kuunen uitrigten. „ Om de eer, die wij aan onzen Heer Jksus CuiusTrs verschnldigd zijn — zegt de heilige Augusti-uns — zonder ik altijd de heilige Maagd Maria uit, en ik vermeen nimmer van haar te moeten gewagen, als ik van de zonde spreek.quot; Nadat zij van de erfzonde is bevrijd gewoiden, moest Mabia, gedurende haar geheele leven, van de minste dadelijke zoude ontheven blijven. Moest de ark des verbonds, m die niets anders bevatte dan de tafelen van
u
Mozks, van onbedcrlVlijk hout ircnmaVt zijn; de lovende ark van het Woord Gods heett evenmin de bedorvenheid der zonde moeten kennen. Gij zijt gezegend en aller vereering waardig, o Maria 1 die zonder uwe maagdelijke zuiverheid te verliezen, de Moeder des Zaligmakers zijt geworden. Gij zijt ge- . lukzalig en aller lof waardig, omdat de zon p der regtvaardigheid, Jesus Christus, onze Heer, nit u is voortgekomen.
2. De zuiverheid van Maria moet ons
ieencu gednrigen afschrik van de zoude, eenen hoogeu eerbied voor de heiligende genade, en eeue opregte begeerte om haar te behouden, blijven inboezemen. Op den U i dag van ons doopsel hebben wij den schat l der heiligende genade ontvangen. Het is de grootste gift, die de Heer ons heeft kunnen ■: schenken. Welk een dankeencu gednrigen afschrik van de zoude, eenen hoogeu eerbied voor de heiligende genade, en eeue opregte begeerte om haar te behouden, blijven inboezemen. Op den U i dag van ons doopsel hebben wij den schat l der heiligende genade ontvangen. Het is de grootste gift, die de Heer ons heeft kunnen ■: schenken. Welk een dank zijn wij derhalve X niet aan God verschuldigd, die ze ons heeft ij verleend? Welk eenc levendige en diepe smart moeten wij dan niet gevoelen, als wij het ongeluk hebben in de zonde te vervallen, en die genade te verliezen? Maria was on-
38 de ma aria-ma and.
geschonden tut aan haren laalsten levens-Biiik. leereu wij vau haar de genade, die wij in brooze vaten ronddragen, te behouden , en als het ons mogte gebeuren die kostbare gift te verliezen, haasten wij ous haar te herkrijgen door berouw en door het Sa- • krameut van boetvaardigheid.
fi!
3. De Moeder Gods is altijd gereed, om, ons hare hulpvaardige hand te leenen; maai zij schenkt hare vermogende bescherming niet, dan aan hen die met moed arbeiden, om de getrouwheid aan God te bewaren, welke zij Hem bij huune bekeering hebben beloofd. Zij wil ons helpen om. onze boeijen te verbreken, maar zij vordert van ous eeae levendige spijt over onze gebreken, en eene vurige begeerte,\'om aan haren goddelijken Zoon te behagen. Bepalen wij ous bij deze vrome weuschen. Beschouweu wij dikwerf het toonbeeld, hetwelk ons te Nazareth wordt voorgesteld in die gelukkige hut, waar Ma-kia met Jksus, haren goddelijken Zoon, en met haren ondertrouwden man heeft geleefd. Leeren wij van haar die engelen-reinheid te
£)-t_E
achtste dag 39
behoudeu, die deu Allerhoogsten zoo wel-govidlig was, toen Hij besloot, om op aarde ueder te dalen, en onder de menschen te wonen.
Ci E I) E 1).
Maria 1 tot u verheft zicli aatuurlijker-wijze de kreet dor kinderlijke lietde. In het midden der beproevingen van dit zoo smart- als strijdvolle leven, smeek ik u, mij te bewaren voor de besmettingen uer zonde I Verhoor mijne bede. Wees gij miju licht in mijne duisterheid, mijn raad in mijne onzekerheid, mijne toevlngt in gevaren! Bid voor mij uwen goddelijken /oen, daar ue vijanden mijner ziel haar van alle zijden belagen, maar bid vooral voor mij in het uur des doods. Oajeschondene Hoeder! bid voor ons.
n
aN Maria heeft de hemel de jjavcn der natuur en der irenade toebedeeld. Zij had al de bekoorlijk-lieden van Rachel. Hare goedheid en hare zachtaardigheid maakten haar beminnelijk bij al degenen, die er behagen in schepten, zich hare dienaars te noemen. De heilisre Schrift vergelijkt haar „ hij eene schoone pslm, vracht der palmboomen van Cades, en bij de rozenstruiken van Jericho.quot; De aangename geur barer deugden heeft haar beminnelijk gemaakt bij alle Christenen. „ Hare vruchten hebben eenen zoeten en aangenamen geur verspreid, gelijk aan den bloeijeuden wijngaard.quot; Zij verheft zich vol
negende dag. 41
van Mnjostoit on hnminnelijkheid, als do cedoron van den Libanon. Goluklvip: dogene, i die het genoegen smaakt, den naam van Maria te dragen; maar oneindig gelukkiger, die hare deugden navolgt, en zich beijvert hare voetstappen te volgen.
L
2. Hot hart en het binnenste van den Christen worden opgetogen bij den naam dor hoogst beminnelijke Maagd; zijn geloof ontwaakt, zijne hoop wordt verlevendigd , en do liefde tot .Tesus maakt zich van zijne ziel moester. Hoe meer hij de beminnelijke hoedanigheden van Maria gadeslaat , hoe meer hij zich aan die medodoogendo Maagd hecht. Maria is een schitterend gestarnte, welks zachte glans het heelal bezielt en r^j verlevendigt, ^ij is eeno ster, die ons onophoudelijk in do oogen schittert, en ons - op den weg des heils geleidt. Laten wij op haar vetrouwen, in weerwil der erger-[j • nissen die ons bedroeven , en van de pogingen, welke de geest der verleiding jegens ons beraamt. Do hemel zal niet gedoogon gt; dat de vrome aandacht, die wij aan Jesus
43 de maiua-maand.
eu Maria wijden, worde uitgedoofd dour het ijs der ouversehilligheid.
:3. Dat de naam van Maria altijd iets streeleuds en bevalligs voor onzen mond bevatteI Dat wij er ous geluk in vinden, haar te loven, die de hemel de volmaaktste onder de vrouwen en de beminnelijkste van Israel heeft genoemd! Wie zou het niet erkennen, dat de heilige Maagd, door haren rang van Moeder Gods, het belangrijkste, j genadevolste, iu schoonheid en volkomen- ) heid meest uitblinkende aardsche voorwerp is? Van deze beminnelijke Moeder spreekt uns de heilige Joannes, als hij ous zegt; dat hij haar in den hemel heeft gezieu , bekleed met licht, en van eenen glans om-geveu, die den glans der Engelen eu Heiligen verre overtreft Maiifa is het meesterstuk van Gods scheppende hand, en hare zeldzame eigenschappen hebben haar het beminnelijkste van alle wezens doen zijn.
aJ : 7 _ri:~
NEGENDE DAG.
_r ji .
43
r
heilige Maagd! liefwaardigste vau Jc-(^5 ruzalems dochteren, voorwerp vau dcr Eugelen en Heiligen bewondering : verwaardig u van uwen glorietroon op mij een straal uwer onnitwischbare goedheid te doen nederdalen. Wees mij eene beminnelijke beschermster, eene teedervolle Moeder, mijne leidsvrouw op de pelgrimsreis dezes levens, mijne sterkte in zwakheid, een heilzame balsem voor mijne hartewonden, mijne vertroosting in mijne smarten. Verhoor mijn gebed, toon aan het heelal wat gij vermoogt ter gunste van hen , die gij als uwe kinderen beschouwt. Beminnelijke Moeder ! hid voor ons.
—oCi.O\'»--
r
Womloibaro Moeder.
CHOON was tin eerste Eva, toen zij rein uit de hand des Scheppers te voorschijn trad; zij was versierd met al de bekoorlijkheden der onschuld, bekleed met al de majesteit , welke der omngin des heelals toekwam. Haar voorhoofd droeg het merk der goddelijke gelijkvormigheid. Maar wij kunnen met grond getuigen, dat de tweede Eva, dat Matua, de Moeder Gods, nog veel schooner was, toen zij zegevierende over de hel, de oude slang onder hare voeten vermorzelde, die de algemeene moeder van hetgeheele mensch-dom verleidde. Hetgeen door den profest Tsaïas van den Heer Jksus is gezegd, kin
met regt op zijne verhevene Moeder wordeu toegepast. „ Haar maand zal wonderbaar genoemd worden.quot; De Heer zag in haar al de zuiverheid, al de schoonheid herleven, welke Hij onzen eersten ouders had verleend,. Gij zijt schoon, zeide Hij, sprekende van de Moeder-Maagd, gij zijt de allerschoonste, en mijne oogen, die zell\'s vlekken zien in de schitterendste gestarnten, en in de verhe-venste Engelen, ontwaren in u geene de minste onvolkomenheid,
2. Men moet bekennen, dat alles in M Alt ia groot is. Zij is een wonderbaar wezen, dat alle andere wezens overtreft. Daarom vergelijkt de heilige Schrift haar nu eens bij een zacht maaulicht, dan weder bij den schitterenden glans der zon, dan weder bij een kostbaar vat, waaruit de aangenaamste geuren opstijgen. En wat zullen wij van hare ziel zeggen, de reine en getrouwe beeldtenis van God zeiven, waarin de heiligheid des Vaders, de wijsheid van het Woord, en de liefdadigheid van den heiligen Geest, op eene wonderbare wijze terugkaatsen.
E3-EE3 ^ -errrT- :
O
nl
1!
U!
40 de marfa-maand.
Maria is een oceaan v.m wonderen, waarin ^ onze geest zich verliest, wanneer hij des- iquot; zelfs diepte wil peilen.
3. Maar hetgeen aan Maria\'s wondervolle grootheid de kroon opzet, is de diepste nederigheid, welke zij bij de zeldzaamste deugden weet te voegen. Koningen telt zij onder hare voorvaderen, en zij vernedert zich de vrouw van eenen eenvoudigen werkman te worden. Een Engel groet van den hemel, en zij haast zich om den rang eener dienstmaagd aan te nemen. Elisabeth : wenscht haar geluk met de wonderen, die God in haar heeft volwrocht, en Maria wil niets anders zien dan hare geringheid en nietigheid; zij erkent, dat aan God alleen grootheid toebehoort. Zij is zoo zeer van den roem vervreemd, dat zij dien zelfs schroomt. Zij ontdoet zich van rijkdommen, om den behoeftigen staat aan te nemen; en echter zal de zon haar eenmaal tot bekleedsel strekken, terwijl de maan aan hare quot;]
voeten zal zijn, en de sterren hare kroon zullen uitmaken.
-p—r.-r- —iquot;-gt; —• lt;—__i i—— -
TIENDE DAG. 47
G E B E ]).
/r\\ Wonderbare Maagd! de glans uwer h verdiensten verblindt mij. Ik erken, met J een gelukkig gevoel, de verhevenheid uwer deugden, de uitgestrektheid uwer magt, de n volheid uwer genade, de diepte uwer nede- ^ righeid. Verwaardig u een gunamp;tigen blik op mij te werpen. Doe mij de heilzame gevol-I gen van uwen hoogen rang bij God gevoelen.
HelaasI wie wij ook zijn op aarde, geeste-■ lijke overheden, priesters, eenvoudige ge-j loovigen, heeren of dienstbaren, wij allen , hebben beproevingen door te staan, vijan-i den te bestrijden, tranen te storten. Wij nemen allen onze toevlugt tot u als tot eene veilige haven, waar wij beschut worden tegen de stormen, die rondom ons woeden, j eu waar wij het gelukkige oogenblik ver- [ wachten, dat wij u mogen beschouwen op r uwen glorietroon. Wonderbare Moeder! bid
i!
voor ons.
Ij
ELFDE DAG.
de Dochter van God den | Echtgenoot van den hei-
31 (► e dei* des S c li e j» |» e v s.
L
I
g]
ƒ
ligen Geest, bezit ook nog den |
titel van Moeder des Scheppers, hetgene 1 hare glorie volmaakt. Jesus, die door een p woord alles, wat bestaat, heeft voortgebragt, ! die alles aan de schepselen , uit zijne hand voortgekomen, heelt geschonken en niets van hen terug ontvangt, ontving het leven uit Maria ; is naar het vleesch door deze nederige Maagd van Juua voortgebragt. Hij heelt zich met haar bestaan gevoed, die al wat ademt, voedsel en leven geeft. Hij werd op haie armen gedragen, die het heelal met zijne almagtige hand bestuurt. Dal leert uus
EliFDE DAG.
49
lJ
1
de heiliïre Schrift, als zij deze woorden op quot; Maria toepast : „ Hij die mij heeft geschapen, heeft in mijnen tabernakel gerust.quot; O verheven waardigheid, die men bij geene andere kan vergelijken: Maria is de Moeder van den Schepper.
2. Zoekt op aarde of in den hemel eenige grootheid naast God, die bij de grootheid van Maria kan vergeleken worden; zij is nergens te vinden. Tot wie heeft Jesus ooit gezegd : Gij zijt mijne Moeder, gij hebt mij teu eeuwigen dage gebaard? En dit heeft Hij tot Maria gezegd, en dit verheft haar boven al de magten des hemels. Overal, waar men den Zoon vereert, zegent men J ook den schoot, die Hem heeft gedragen. Maria is de welbeminde dochter des Vaders; de vrouw, die Hij zich heeft uitverkoren om in der tijd dien Zoon voorttebren-gen, dien Hij van eeuwigheid heeft voorbestemd. Zij is de tempel, door de drie goddelijke Personen gebouwd, om te dienen tot verblijfplaats voor het vleeschgeworden Woord. Zij is die wondervolle bron, waaruit
^3^ rF=zr.
50 de mar FA-ma a nd.
alle stroomeu van genade zijn voortgevloeid/
die het veld der Kerk besproeijen.
3. Maria is beneden God. Het is ons niet* veroorloofd het schepsel met den Schepperf gelijk te stellen. Maar, als wij hare voor-regten beschouwen, dan zien wij, dat zij^ alle van goddelijken aard zijn. Hare vrucht-[ baarheid is goddelijk; haar moederschap is goddelijk; haar Zoon, die vleesch van haar vlecsch is, gebeente van haar gebeente, is God, de Schepper aller dingen. Dit alles doet de zielen der gelukzaligen van bewon dering verrukt staan. Laten wij derhalve het volste vertrouwen stellen in de goddelijke Moeder van den Schepper. Dat hare verhelling, die al de schatten des hemels ter harer beschikking stelt, ons geloof verle-vendige, onze hoop versterke, en onzen terneergedrukten moed opwekke. De Moeder des Scheppers is ook de onze. Zij opent altijd hare ontfermende armen om ons te ontvangen. Kan eene moeder hare kinderen vergeten ?
ELFDE DAG. Ct E Ji E Ü.
\'i *
ji | ♦
*
# Maria Maria! alleamp; wat ik bezit, heb ik van uweu goddelijken Zoon, die mij ge- f-schapen heeft, ontvangen. Ach! meer dan eens heb ik het ongeluk gehad den Schep- quot; per te vergeten, om mij aan de schepselen -te hechten. Verwerf mij de genade, mij met j mijnen God te verzoenen. Hij za! u alles \' verleenen, wat gij Hem voor mij vraagt. lt; -Kom mij te hulp. Wees gevoelig voor mijne L diepe ellende. Ik roep u aan, o steunsel der \'
ij l
zwakken! Verwerf mij de genade, om mij voor altijd met mijnen God te verbinden, opdat Hij mij in den hemel eene eeuwige belooning toekenne. Moeder des Scheppers! hid voor o?is.
IT—r7
3Ioeder des Verlossers.
JaNNEEK wij het oudste der boe-|keuopeusliiau, dat oasdc wonderen per schepping eu den oorsprong der wereld, de wording van het eerste menschen-paar en de instelling der godsdienst mededeelt, dan vinden wij daarin van de eerste bladzijde af den nootlottigen val onzer eerste ouders, L, door den geestderbekoringtotzondenverleid; maar oolc tegelijker tijd de plegtige belofte van de komst eens Verlossers, welke belofte vier duizend jaren lang de vertroosting en hoop des menschenlijken geslachts was. De Heer zeide tot de slang:,, daar gij door eene vrouw de zonde op aarde hebt gebragt, /.al :jj ik u tot vijandin eene vrouw verwekken; -ij
twaalfde dag.
zul eenen zoon ter wereld brengen, die uw geslacht verschrikking zal bareu en de verdelgster zal zijn van uw rijk; zij zal u den kop vermorzelen. quot; In de geheiligde oorkonden is de komst van Maria overal met die van Jesus Christus gelijk gesteld; overal is zij aangewezen als de Moeder van den toe-komstigen Verlosser.
2. Isaïas heeft het duidelijkst de groote gebeurtenis van de geboorte des Zaligmakers verkondigd, waaraan het heil der wereld was verbonden. Hij zeide; „ God moet zelf een teeken geven aan zijn volk, waardoor zijne almagt zal uitblinken, 55 en dat teeken, dat wonder is Maria en hare vruchtbare, maagdelijke slaat. Maria is de hoogst waardige spmit uit den stam vau Jesse, waaruit de Messias, als een goddelijke bloesem, moest ontkiemen. Zij is het land van belofte, waarop de hemelsche daauw nederdaalde, en de Verlosser der wereld moest opwassen. Joseph,
! de verheven echtvriend van Maria, werd er • bijzonder door een\' engel van onderligt, i die hem deze geheimzinnige
54 jgt;e maui a-ma and.
voegde; „ Hetgeen uit haar zal geboren worden, is door den heiligen Geest in haar gewrocht; zij zal eenen Zoon baren , aan wien gij den naam Jesus, dat is : Verlosser, zult geven, omdat Hij zijn volk zal verlossen.quot;
8. Eva heeft het menschelijk geslacht in het verderf gestort, maar Maria heeft het behoudenis geschonken. Eene vrouw heett ons den dood bereid, eene Maagd heeft ons het leven gegeven. Een vrouwelijk wezen heeft ons uit den afgrond gered, waarin een 1 vrouwelijk wezen ons had neergestort. A au j het oogenblik, dat de roemrijke Maagd Maria zich onderwierp aan Gods wil, welks vervulling het menschelijk geslacht vernachte, en dat zij de nederbuigende woorden uitsprak : „ Mij geschiede naar uw woord,quot; bezat de wereld een Verlosser, was de hel J overwonnen en de hemel voor onze hoop ■geopend. Jesus Christus is, in de volheid des tijds, de eerstgeborene eener menigte broeders geworden; en die gelukkige broeders van een vleesch-gewordeu God zijn wij, wie Hij zijn roemvollen naam heeft gegeven.
twaalfde dag. 55 1
Be heilige Bernardiuus zegt: „ Sedert God : in deu schoot van Maria den geheelen rijkdom onzer verlossing en de volheid van al het J goede heeft besloten, hebben wij geene hoop, _ geene genade, geen geluk dan door haar.quot;
« E B E D.
/^v Moeder-Maagd! van wie men zoo veel ü wonderen verhaalt, omdat het waar ia, S dat gij in groot aanzien staat bij God , en i Hij geene uwer beden afwijst: bid voor mij, h dat een straal van goddelijk licht mijne ziel ij beschijne, eu mij den weg doe volgen, die tot uwen goddelijken Zoon geleidt. Aan dit teeken zal ik het mogen weten, dal gij mijne moeder zijt. Op dit licht zal ik afgaan, . en, van mijne dwslingen terug gekomen, zal i ik nooit vergeten, dat ik u de grootste der Jj weldaden, eenen Zaligmaker, verschuldigd Lben, die mij op aarde is komen verlossen, j om mij eene eeuwige glorie in den he-^ mei toe te kennen. Moeder des Verlossers! X bid voor mijl
Voorzigtigste Maagd.
|E heilige Schrift geeft aan eeui^e jberoemde vrouwen grooten lolquot; over [\'hare voorzigtigheid;maarM aria, die
haar in deugden overtreft, gaat haar ook in die zeldzame voorzigtigheid te boven, welke zij van haren goddelijken Zoon ontving, waarin al de schatten van wijsheid en kennis zijn - opgesloten. Jesus Christus, die gezegd heeft: „Wees voorzigtig als de slangen en eenvoudig als de duivenheeft aan zijne goddelijke Moeder eene voorzigtigheid gegeven, die geene vergelijking duldt. Maria bezat die ,J gelukkige vereeniging vau voorzigtigheid en eenvoudigheid. Wie kan de ongekunstelde ingetogenheid der heilige Maagd begrijpen.
die in haar ^eheele gedrag doorstraalde, op L het oo^eublik, dat de engel haar de groote wonderen kwam aankondigen, welke in haar moesten verwezenlijkt worden.
2. Toen de hemelsche gezant haar begroette als vol van genade, kou zij niet doorgronden, hoe zulk eene lofspraak haar kou worden gegeven. Zij nam den nederi- , gen naam aan van dienstmaagd des Heereu, en beantwoordde de gunsten des Allerhoog- j sten met eene diepe nederigheid, lu plaats vau zich eenigzius te verzetten tegen den hemelschen gezant, en hem te ondervragen aangaande de zending, welke hij bij haar kwam vervullen, bepaalde zij zich met voor-zigtigheid bij eene volkomene onderwerping, die haar aangenaam maakte in de oogen vau God. Doordrongen van het groote geheim, dat haar werd aangekondigd, liet zij slechts eenige eerbiedige woorden hooien aangaande haren wensch van haren maagdelijken staat, en hare volkomene gehoorzaamheid aan des Heereu wil.
Ij 58 de Maria-maand.
: B. Laat ons, naar het voorbeeld vau Maria , altijd voorzigtigheid in al ouze handelingen toonen, en zij zullen door God gezegend worden : want Hij ziet met wel-[ gevallen op hen neder, die hem met een ! 1 eenvoudig en voorzigtig gemoed en met I eene vurige liefde dienen. Wat de mensc\'hen verachten, heeft dikwijls eene groote waarde ■ j in zijne oogen. Laat ons aan Maria vragen, \\ \\ dat zij ons hare hulp verleene, om te leeren onderscheiden hetgeen goed is, van hetgeen I slechts den uiterlijken schijn van het goede bezit : dan zullen wij eenvoudig zijn als de • duiven, die geene arglistigheid bezitten; dan zullen wij voorzigtig zijn als de slangen, wanneer wij weten te erkennen hetgeen goed •J I is om het te doen, en kwaad is om het te \' vermijden. Laat ons alle zaken met voor-i l; zigtigheid beoordeelen , gelijk Maria\'s goddelijke Zoon ons aanbeveelt, te spreken [ en te handelen, zoo als Hij zelf sprak en ! handelde.
DERTIENDE DAG.
50
G E IJ K D.
heilige Maagd, cl ie voor ons een be-j^r, wonderingswaardig voorbeeld van om-zigtigheid en voorzigtigheid zijt: geleid mijne onzekere schreden bij al mijne ondernemingen, onderrigt mij bij mijne twijfelingen, bestuur mij in mijne voornemens. Dat mijne gedachten, mijne woorden en mijne daden altijd door voorzigtigheid gekenmerkt worden; dat mijne bedoelingen altijd zuiver zijn, en mijne handelingen zonder zelfverwijt : opdat ik welbehagelijk worde bij uwen goddelijken Zoon en van hem de onsterfelijke kroon moge verwerven , die hij den voorzigtigen en eenvoudigeu heeft beloofd, wiens gedurige geleidster de deugd zelve is. Allervoorzigügste Maagd! Lid voor ons.
Kerwaa rilige Ma aijd.
OD heeft de nederigheid zijner dienstmaagd aanschouwd. Hij heeft groote deugden in haar volwroclr ,
j want hij schept er behagen in, om de nc-
- derigen te verhoogen en de armen van geest met zijue gaven te verrijken. Hoort de taa.
j van den goddelijken Bruidegom : Verlaat
- uwen kerker — zegt hij — o mijne bruid ! neem uwe vrije vlugt, o kuische duivel houd
- op met verzuchtingen. Het treurige tijdperk uws sterfelijken levens is voor u voorbij gegaan; de winter bestaat niet meer; de stormen en smarten hebben voor altijd opgehou-
i den; eene eeuwige lente begint; kom en ge-
j niet haar in het hemelsche Sioulquot; Op deze
Lü
U
veertiende dag. 61
woorden verheft zich de ziel van Maria , gelijk eeue aangename geur, als een welriekende darap tot aan den hemel. Op den glorierijken dag harer ontvangenis, werd zij als uit het graf herboren.
2. Welk eene nieuwe eu bloeijende jeugd! welk een staat van genade en schoonheid! Tk zie haar, de heilige Maagd, schitterende van licht, omringd van eer eu glorie. De zalige geesten maken haar geleide uit; haar
J goddelijke Zoon staat op, om haar te ontvangen, onder het gejuich van het hemel-\'J sche hof, en doet haar naast hem op zijnen hemelschen troon plaats nemen. Het is in dien g!ans , dat de vernederingen der heilige - Maagd zich verliezen en verdwijnen, even ,-H als dunne wolken, die door den gloed der zonnestralen zich ontbinden en verdwijnen. Wie zal, bij het zien dier wondervolle ver-p heffing, niet erkennen, dat Maria allereer-1 i waardigst is ?
3. Onder het jubelzingen der engelen en der heiligen, buigt zich eene menigte maag-
f-
(ü
de 31aria.-maand.
den, met leliën in de handen, aan den voet van Maria\'s hemeltroon neder, haar met erkentenis toeroepende : „ Wij vereeren u, onvergelijkelijke Maagd! Gij zijt ons voorbeeld geweest, wees ook onze koningin! Gij waart de eerste, die ons geleerd hebt onzen maagdelij keu staat den Heere op te offeren. Wij zegenen er u voor! Regeer over ons.quot; Alzoo zal het woord vervuld worden : Ik zal in den loop der volgende eeuwen gelukzalig genoemd worden.quot; De zegepraal van Maria, die hemel en aarde tot hare vereering opwekt , heeft zelfs invloed op de hel. Op het aanschouwen harer verhelling, erkent de satan, dat hij overwonnen is. De helsche slang siddert bij het aanhooren van Maria\'s Naam. De Moeder-Maagd regeert alzoo te gelijkertijd in den hemel, op de aarde en in de hel.
fi E B E D.
rkreekenswaaruige Maagd! het behage u eenen gunstigen blik op mij te werpen. Ik erken u voor mijne Moeder, mijne Koningin, mijne gebiedster. Hoor de wen-
VEERTIENDE DAG. 63
schen vuu uw kind eu van uwen dienaar. ] Ik bewonder n op uwen schitterenden glo-rietroon , en zegen u. Verwaardig u, verhe-j vene Maagd, mij de genade te doen erlan-quot; gen, dat ik steeds met uwen goddelijken j -Zoon en met u vereenigd zij , die God den j Verlosser hebt ter wereld gebragt, opdat ik Hem eenmaal met u in al den glans zijner eeuwige heerlijkheid moge aanschouwen, j Eerwaardige Maagd! bid voor mij.
Lofwaanlige Maagd.
NDER de .dochters van .Tcruzalom ia Maria dn lofwaardigste. Hare eeredienst heeft zich met die van haren goddelijken Zoon, door alle deelen -des heelals uitgebreid. Engelen en menschen hebben haren lof verkondigd. Niets is te vergelijken bij de schitterende voorstellin- quot; gen, welke de heilige Kerk op Maria toe- ~ past, om hare grootheid en hare deuurden te J vcreeren. Nu eens vergelijkt zij haar bij de cypress en, die het sieraad uitmaakten van den berg Sion; dan weder bij die palmboo-men, wier takken het teeken der overwin-ninp: waren; dan weder bij bloeijende rozen- • struiken, die in het midden der doomeq
IPquot;1
vijftiende dag. 05
groeijeu, eu de koningin der bloemen voortbrengen; dan weder bij die vruchtbare olijf-boomen, die vruchten dragen waaruit eene kostbare en heilzame olie voortvloeit; bij die boomen, die aan den oever der stroomen wassen, en door hun digt gebladerte den menschen eene veilige schuilplaats aanbieden; of bij die uitgelezeii specerijen, die het ligchaam voor verderf behoeden; of eindelijk bij de uitgezochte myrhe, het zinnebeeld der tuchtiging en van het vurige gebed.
iU
n
É
gen, of in een ligchaam, dat de tempel en
J 1_
06
de marfa-maand.
woonstede van het Heilige der heiligen is Li-geworden ? r
3. De lofwaardige Maagd overtreft in glo- L. rie de Patriarchen en Profeten. Geen der Heiligen, die haar zijn voorgegaan of gevolgd, kan met haar vergeleken worden. De gedachtenis der Heiligen behoort vereerd te worden; maar welk eene hulde zijn wij niet aan haar verschuldigd, die hen allen in ver-diensten en deugden overtreft? Abel heelt roem verworven door de zuiverheid zijner offerande, Abraham, door zijn geloof, Izaak, door zijne gehoorzaamheid, Jacob. door zijne zielskracht, Elias, door zijnen ijver, Salomon door zijne wijsheid, Mel-chisedech door zijnen maagdelijkeu staat, Noach, door zijne regtvaardigheid, Mozes, door de wetten die hij aan Gods volk gaf; maar geen dier groote mannen was te vergelijken bij de verdiensten van Maria, uit wie de Verlosser der wereld is geboren ge- • worden. Zij hebben slechts van verre en en door schaduwen en afbeeldingen l-et
vleesch geworden Woord gezien
vijftiende dag. 67 ;
zij in haren maagdel ij ken schoot heeft gedragen. Niets is derhalve te vergelijken bij den roem van Maria !
g e b e d.
Ü
T
lofwaardige Maagd! de lofwaardigste onder de vrouwen, omdat gij verdiend hebt het leven te geven aan Jesus Christus, onzen goddelijken Verlosser: zorg dat ik, naar nw voorbeeld , mij met niets onledig honde dan met hemelsche zaken. Geef mij den lust tot heilige overdenkingen. Verwaardig u de zwakke lofbe-tnigingen aan te nemen, welke ik mij beijver te doen zamenstemmen met die der Engelen en Heiligen, die God verheerlijken voor de verhevene gunstbewijzen, waarmede Hij u heeft vereerd, en die n als het volmaaktste en lofwaardigste schepsel van hemel en aarde verkondigen. lofwaardige Maagd! bid voor ons.
Ü
li
gt;1
n
ZESTIENDE DAG-.
Magtige Maagd.
U||j|B)AlUA is de Moeder Gods. Die eere-cJf^lxtitel verheft haar op eeneu glorie-troon. Als Koningin van hemel en aarde, onderwerpt zich en gehoorzaamt al les aan haar gezag. Daarom erkent de heilige Kerk, dat zij „geducht is, als een leger in slagorde.quot; Wanneer wij haar met vertrouwen aanroepen, komt zij ons ook te hulp. Zij reikt ons eene hulpvaardige hand, en doet de vijanden onzes heils van ons vlieden. In den strijd, dien wij tegen de magt der duisternis moeten volhouden, is zij ons na-hij. Zij ondersteunt en versterkt ons. Van haar kunnen wij moed en hoop erlangen. Laat ons met David zeggen : „Al waren
zestiende dag. 69
de legers tegen inij in slagorde flt;cstdlt;l ,
mijn hart zou niet ontsteld zijn; al leverde men strijd tegen mij, ik zou nog vol zijn van vertrouwen.quot;
2. Om de gezegende gevolgen van Maria\'s gezag te doen kennen, zou men de ontelbare wonderen moeten mededeelen , welke zij, ter gunste harer dienaars, heeft verligt. Hoort de kreet van erkentelijkheid, die gedurende zoo veel eeuwen tot den troon van Maria opstijgt, en gij zult de stem van eene menigte geloovigen herkennen, die de magtige Maagd zegenen voor de uitstekende • gunsten, welke zij hun heeft verleend. Willen wij buiten de grenzen onzes vaderlands \'.1 gaan, om de zegenrijke gevolgen van Ma- • ria\'s bescherming te leeren kennen, vestigen wij dan onze blikken op Frankrijk, dat niet te vergeefs onder de bescherming der Moeder Gods gesi-cld is. Frankrijk is met regt het koningrijk van Maria; diiar heeft zij hare magt door ontelbare zegeningen kenbaar gemaakt.
70 1)e maria-maani).
3. Vergeten wij het uiet. Het is uu weêr, even als in \'t laatst der vorige eeuw, een tijd van treurige herinneringen voor dat rijk; Ook toen wendden de dienaars van satan quot; ongeloofelijke pogingen aan, om de geloovi- In gen in den afgrond van jammer en ellende te storten. Ongeloovigen trachtten er, ia hunne rampzalige verblindheid, tempels ea altaren te vernietigen. Het oude en eerwaardige geloof had er de moeijelijkste kamp-s\'.rijden te verduren. Dolzinnige dwazen ver- quot; kondigden er alom, dat het rijk van Christus had opgehouden te bestaan, en alle vrome instellingen voor altijd waren afgeschaft. De moedwil ging er zelfs zoo ver, dat de christelijke feestdagen door wereldsche feestdagen werden vervangen, Mahia\'s getrouwe dienaren hielden echter vol met godvruchtige F verzuchtingen tot God op te zenden. Hun j j noodgeschrei werd door den hemel gehoord. Maria stelde zich voor den troon van Jksus, Zij bad voor l\'ïankrijks geloovigen , en het aan God getrouw gebleven gedeelte der natie ontkwam aan de allesvernielende klaauwen der regeringloosheid.
ZESTIENDE DAG. 71
zegenen u, o heilige Maagd 1 Als WW wij de wonderen gadeslaan, welke gij, gedurende zoo veel eeuwen hebt verrigt, quot; valt het ons gemakkelijk u te vereeren als de magtige Koningin des hemels en der aarde. Hoe groot het aantal onzer vijanden ook zij, met u wordt de zegepraal ons verzekerd. O goddelijke Beschermster! verwaardig mij, dat ik met uwe kracht en magt omgord worde 1 Bedek mij onophoudelijk met uwen overwinnendeu arm. Wees altijd mijne tocvlugt en mijn schild. Met uwe hulp zal ik mijne zigtbare en onzigtbare vijanden verdrijven. Zoo gij met mij strijdt, ben ik zeker van de overwinning. Magl\'uje Maagd! bid voor ons.
^rrtr:---—rxz
1
ÜJ
Zaclitmoedige Maagd.
J jET hart eener moeder is altijd
1 m P ■ ?evoel1^ voor de tranen haars kinds. Een zucht is . genoegzaam om haar teeder gevoel op te wekken; eene bede, om haar te ontwapenen. Zoo toont Maria, onze hemelsche Moeder, zich ge voelig voor onze verzuchtingen. Zij stelt er hare vreugd in om de zachtmoedigheid van haren goddelijken Zoon na te volgen. Zij is altijd gereed, om ons de uitwerkselen harer ontfermende goedheid te doen gevoelen. Het droevig lot van den zondaar wekt hare bekommernissen op. De heilige Maagd is voor ons vol van zachtmoedigheid. Zij stelt zich gedurig voor den troon der goddelijke Ma-
in
1 i *
zeventiende dao. 73
jesteit, om er onze belangen te verdedigen. Hare goedheid, hare inagt en haar ijver om ons te beschermen, zijn boven hetgeen ons verstand kan omvatten. Loven wij den hemel, dat hij ons tot beschermster, de liefste, de zachtmoedigste aller moeders heeft ge-i schonken.
2. Dat de grootste zondaars, wanneer zij berouw gevoelen over hunne afwijkingen, zich beijveren , om zich te stellen ouder de bescherming der zachtmoedigste Muagd. Zij is voor hen eene veilige schuilplaats. Bij haar zullen zij alle noodige hulp erlangen. Hare langmoedigheid heeft nimmer iemand afgewezen. Nimmer heeft zij een\' tot haar biddenden verstooten. Mak fa is de Moeder van onzen llegter en van onzen God. Alles \' vermag zij bij Hem. Zij kent de middelen, om Hem tot mededoogen te bewegen en zijn regtvaardig oordeel te verzachten. Hoe zou zij, die de bron van ontferming heeft aan - het licht gebragt, haar mededoogen, vol van zachtmoedigheid, kunnen weigeren aan diegenen die er haar om vragen?
0
74 1)B ïhru-maand.
3. Ill dcu hemel is Maria botileod tnel goddelijke glorie. Zij staat daar in hel naaiiwste verband met haren goddelijken Zoon. Geen schepsel kan zieh met God zoo innig verbinden. De heilige Maagd vcreenigt, met het gezag van koningin, het teederste moederlijk mededoogen. Laat ons dan op hare bescherming, op zulk eene veelvermogende eu edelmoedige bescherming al ons vertrouwen stellen. In welk eenen rampzaligen toestand de zondaar zich bevinde, dat hij zich nimmer late ter-1 nederslaan bij hel overzien van de menigte ; zijner vcrkcerdbeden, en de langdurigheid - zijner afwijkingen I Hij ontboezeme tot Ha-hia eene rouwmoedige hulpkreet. De hoogverhevene Maagd zal getroffen worden door 1 zijn berouw. Zij vermag alles bij Jksus. Zijn wij schuldig voor de goddelijke regtvaar-J digheid, gaan wij gebukt onder den last s onzer hartstogten, of strekken wij ten speelbal aan rampzalige vervoeringen, laat ons de heilige Moeder-Maagd aanroepen; zij zal voor ons de verslagenheid des harten verwerven, die het gelukkigste gevolg vau ons
(ir li ,
ZEVENTfENDE DAG. 75
berouw is. Hare zachtmoedigheid zal hot loou onzer boetvaardigheid zijn.
G E 15 E D.
# Heilige Maagd, vol vau zachtmoedigheid I Door uwe tusscheukomst worden wij verwaardigd met de genadeblikkeu vau deu barmhartigen God. Uwe veelvermogende hand houdt ons staande aan den rand van den afgrond der zonden. Zij zoekt ons zelfs, op, wanneer wij er in zijn nedergestort, op het oogenblik dat wij gereed staan er in om te komen. Wees voor eeuwig gezegend voor zoo veel goedheid, voor zoo veel me-dedoogen! Gedurende mijn geheele leven zal ik niet ophouden uwe zachtmoedigheid in te roepen. Gij zult en wilt mijne nederige bede verhooren. Blijdschap en dankbaarheid zullen in mijn hart de plaats van smart en wanhoop innemen. Naast God, zal ik aan u mijn heil verschuldigd zijn. Heilige Maagd, vol vau zachtmoedigheid I Door uwe tusscheukomst worden wij verwaardigd met de genadeblikkeu vau deu barmhartigen God. Uwe veelvermogende hand houdt ons staande aan den rand van den afgrond der zonden. Zij zoekt ons zelfs, op, wanneer wij er in zijn nedergestort, op het oogenblik dat wij gereed staan er in om te komen. Wees voor eeuwig gezegend voor zoo veel goedheid, voor zoo veel me-dedoogen! Gedurende mijn geheele leven zal ik niet ophouden uwe zachtmoedigheid in te roepen. Gij zult en wilt mijne nederige bede verhooren. Blijdschap en dankbaarheid zullen in mijn hart de plaats van smart en wanhoop innemen. Naast God, zal ik aan u mijn heil verschuldigd zijn. Zachi-m on dig sic. Maagd! hid voor ovs.
J
Getrouwe quot;Maagd.
AN hire teedere kindschheid tol aan liet einde haars levens, heeft Maria zich onderscheiden c\'oor hare getrouwheid in het opvolgen van Heeren wet. Van den morgenstond haars ! a an zijns vertoonde zij zich in den tempel, \' om zich geheel en al aan de dienst van God \\ toe te wijden. Hem belijdende, dat zij voortaan geene andere grootheid zou erkennen, dan die aan God was ontleend, en geen ander geluk, dan Hem lief te hebben en te dienen. Nooit was eene toewijding den Heere aangenamer dan deze; en van dat oogenblik daalde een daauw van zegeningen op het verheven kind neder, en hadden hare cuders
1
achttikndk dag. 77
het voorregt Maria met eeneu heiligen ijver het pad der deugd te zien bewundeleu. Hoe ; ; treffend is het niet Maria tempelwraarts te zien gaan, om God te gelijker tijd de eer- I atelingen van haar hart, met haren maag- 1 delijken staat te zien opdragen.
2. Altijd getrouw aan de voorschriften der j wet, komt Maria op den den dagharer reiniging, zieh met de overige vrouwen vermengen; zij op wie geene vlek van onreinheid kleefde, toen zij den Zoon Gods ter wereld bragt. Zij wachtte zich wel om zich aan de wet te onttrekken; integendeel verblijdde zij zich met ijver haren pligt te kunnen vervullen. Hoe streelend is het mij , de Moeder-Maagd Jeruzalem te zien naderen, het goddelijk kind Jesus op haren gezegenden arm houdende. Zij komt derwaarts; zij treedt den tempel binnen; zij nadert het altaar, doordrongen van de edelste gevoelens; zij draagt haren Zoon den Allerhoogsten op; maar te gelijkertijd dat zij dien geliefden Zoon opdraagt, offert zij hem aan God op. Door het licht des hemels bestraald, was Maria niet on-
i.
78 de Maria-maan I).
kundig, dat haar Zoon eenmaal aan het kruis zou sterven voor het heil des men-r schelijken geslachts. De eerwaardige Simeon : \' maakte haar bekend, dat een zwaard vani smarte haar hart zou doorboren.
3. Door haren echtvriend Joseph gaf de -hemel haar te kennen, dat zij naar Egyptequot;quot; moest vlugten. Zonder de hinderpalen te berekenen, die zij op haren langen en gevaarlijken togt zou ontmoeten, toonde Maria zich altijd getrouw aan de bevelen der Voorzienigheid. Zij vertrekt zonder morren; zij volgt haren heiligen echtvriend, en gehoorzaamt met onderwerping aan den wil des hemels. Wie zou hare gelatenheid en moed niet bewonderen, toen hare onwankelbare L, 3 trouw haar geleidde naar den voet van het kruis, om er de laatste zucht van haren goddelijken Zoon op te vangen? Welk eene [ verslagenheid koude de hare evenaren, toen zij Hem aan het schandhout tusschen hemel en aarde zag hangen? Bij wie kunnen wijs die bedroefde Moeder vergelijken9 Hare p i
smart was even onmetelijk als de zee. Maar
n
Ml
-T_r^
(He Moeder van smarte is, door hetbetoonen L harer getrouwheid aan haren goddelijken Zoon, ook getrouw aan het menschelijk geslacht. Door Jesus opteofferen, offert zij Hem op voor het heil van alle menschen.
n
I lü li
i
rri!
Moeder-Maagd! ik bewonder uwe ge-^7, trouwheid aan Gods wil, uwen ijver in het overal volgen van uwen goddelijken Zoon, tot zelfs op den Caivarie-berg. Verwerf mij de genade uwen moed en uwe getrouwheid na te volgen. Ik draag u de gevoelens mijner levendige erkentenis op voor het edelmoedige offer, dat gij ter mijner gunste hebt opgedragen. Bid voor mij Jesus, die heeft willen sterven op het kruishout, om mij vrij te koopen.Houd niet op u aan mij te laten gelegen liggen. Wees mij getrouw lot in het oogenblik, waarop God mij uit dit tranendal zal oproepen. Open gij mij zelve de poorten der gelukzalige eeuwigheid. Ontrouwe Maayd! bid voor ons.
Spiegel «Ier reglvaardigheid.
I ARIA is het levendige evenbeeld van haren goddelijken Zoon. Zij is geen spiegel, dat de stralen van de zon der regtvaardigheid terugkaatst. Jesus bezit de goddelijke oneindige zam en voeging van alle volkomenheden; zijne Moeder is een heldere spiegel der volkomenste deugden. Jesus is de zuiverheid naar het goddelijk wezen; Hij bezit iu de hoogste mate regtvaardigheid, goedheid en ontferming; zijne goddelijke Moeder kaatst, als een heldere spiegel, al die deugden terug. Zij bezit de lelie der zuiverheid, en niets onder de sehep-selen kan den glans harer onschuld evenaren. Zij is billijk eu rogl vaardig jegens hare die-
negentiende dag. 81
naars; zij schept behagen in de tranen van opregt berouw; zij bidt voor verharde zondaars; zij doet allen de uitwerkselen harer mededoogende goedheid ondervinden. Hare weldadige handen storten dagelijks op ons de overvloediirste genademiddelen uit. Alles, wat zij van haren goddelijken Zoon ontvangt, haast zij zich uit te storten, en er ons edelmoediglijk mede te begunstigen.
2. Christenen! wilt gij vorderen in deugd, en snelle voortgangen maken op den weg der volkomenJheid, beschouwt dan met oplettendheid dien goddelijken spiegel der regtvaardigheid , en gij zult er de beeldte-nis van alle deugden in ontwaren, die gij behoort te beoefenen. Gij zult er eene vol-komene onderwerping vinden aan de bevelen der Voorzienigheid; eene diepe nederigheid, eene heilige afgetrokkenheid, eene bewonderenswaardige gehechtheid aan al de pligten, welke de godsdienst voorschrijft. Na het goddelijk voorbeeld, dat Jesus zijnen getrouwen ter navolging aanbiedt, is er niets zoo volkomen, als de gelukkige -----,. .... , 6 , ,____
83 UK MAKI A-MA AND.
i : I {
i ij zameuvoeging van Maria\'s verhevene deugden. Het is een bekoorlijke bloemhof, waar- i ; in de schoonste bloemea prijken, en die de l_l aangenaamste geuren rondom zich versprei- | den. Het is een boomgaard , waar de bewonderenswaardigste vruchten een aangenaam en goddelijk zoet in zich bevatten.
3. Maar bepalen wij ons niet slechts bij eene onvruchtbare bewondering. Beijveren wij ons , nadat wij in dien spiegel der regt-vaardigheid het toonbeeld aller deugden hebben gadegeslagen , om ze ook na te quot;olgeii. (Tj Het is waar, dat wij in weerwil van al onze pogingen, de hooge volkomenheid van Maria nimmer kunnen bereiken; maar het is ook even waar, dat wij reeds veel zullen hebben verrigt, als wij, zoo veel mogelijk , de heilige Maagd van verre hebben trachten na te volgen. Door onzen goeden wil getroffen , zal zij met welgevallen op onze zwakheid uederzieu, en voor ons bij L haren goddelijken Zoon overvloedige geua- i de verwerven, die ons kracht zU verlee- r : uen om haar te volgen op de loopbaan ,
UI
negentfunde dag. 83
wclko zij, op zulk eeue bewoudorcuswaar-digc wijze, heeft teu einde gebragt. Laul ons vertiouwen koesteren, onze pogingen zullen niet ijdel zijn. In weerwil harer hooge verhevenheid, zal Maria zich tot ons ue-derbuigeu, om ons staande te houden eu ons te geleiden op den weg des heils. Terwijl zij de stralen van de zon der regtvaar-digheid op ons doet terugkaatsen , zal zij onze ziel die verkwikkende en verlevendigende warmte doen gevoelen , die alle deugden doen uitbotten.
L] ül
lii!
G E J5 E 13.
/g\\ Maria , spiegel der regtvaardiglieid! ^9 verleen mij de genade mijne blikken steeds op u te vestigen. Door u met eene
ware kinderlijke vroomheid te beschouwen, zult gij mijnen geest en mijn hart het beeld der regtvaardigheid en van alle deugden voorstellen, welke ik moet beoefenen, om aan uwen goddelijken Zoon te behagen. Bewerk in mij eene heilzame verandering en verbetering. Doe mijnen hoogmoed plaats
ZtJ\':
84 DE MARTA-MAAND.
maken voor ware iicdcriilt;heid, mijne laauw-heid voor eene goddelijke liefde, mijne ou-verschilligheid voor eenen vurigen ijver naar waar geluk. Geef mij eenige trekken uwer gelijkvormigheid, opdat ik mij met vertrouwen kan stellen voor den regterstoel van uwen goddelijken Zoon, die het oordeel over mij moet uitspreken. Spiegel der reyt-vaardigheid! bid voor o?is.
J
Stoel «Ier wijsheid.
N haren maagdelijken schoot heeft [Maria het Woord Gotls gedragen , waarin „ al de schatten van wijsheid en kennis ziju besloten.quot; Zij was bovenmate begiftigd met de gave der wijsheid. Zij past op haar den lof toe, welke der wijsheid wordt toegekend. De Moeder-Maagd kan evenzeer zeggen: Ik heb, even als de wijngaard, bloesems gedragen van aangenamen genr, en mijne bloesems ziju vruchten van glorie en deugd. Ik ben de Moeder der liefde, der vreeze, der kennis, welke die des heils is, der hoop en der eeuwige vergelding.quot; Als men den boom beoordeelt naar zijne vruchten, en indien
I—\' i____i \' (---H--1 quot;Mzzzzd 1 {.
n
80 de maria-ma an i).
Maria\'s vruchten een genr van heiligheid en regtvaardigheid hebben, dan kan zij ook beschouwd worden als een boom van zegen en leven.
2. Jesus Christus is de weg, de waarheid en het leven; de weg dien wij moeten volgen, de waarheid waarin wij moeten gelooven, en het leven, dat ons gelukkig moet maken; en daar het door zijn3 goddelijke Moeder is, dat wij toegang hebben tot zijnen troon, past de heilige Kerk op haar deze woorden der heilige Schrift toe : „ In mij is alle genade van den weg e i der waarheid; in mij is alle hoop van het leven en der deugd.quot; De godsdienstige vereeriug der Maagd vol van wijsheid, is een tecken van leven en zedelijke orde, omdat het een onderpand en een teeken van heiligheid is. Die daaraan gehoor geeft, zal niet b( schaamd worden. m
3. Zij, die Maria eeren , kunnen haav vergelijken bij dat Kuis, waarvan de Wijze i spreekt, als hij zegt : „De wijsheid heelt |ji
87 *!
zich een huis gebouwd; zij heeft zeven ko-U lommen gehouwen.quot; Die zeven kolommen zijn de zeven gaven des heiligen Geestes, i wie het behaagd heeft, ze aan Maria, zijne verheven bruid, mede te deelen, en die-haar, door den rijkdom dier gaven, tot het volmaaktste schepsel heeft gevormd. Daarom hebben de dochters van Jeruzalem haar de allergelukkigste genoemd. Als wij het leven dezer heilige, door den hemel beminde Maagd nagaan, dan ontwaren wij in al hare handelingen niets dan proeven eener verhe- L vene wijsheid, hetzij zij hare gevoelens van nederigheid uitdrukt op het oogenblik, dat de Engel haar het geheim der menschwor- p ding van Christus aankondigt, hetzij zij hare ingetogenheid en bescheidenheid bewijst door de weinige woorden, die zij den gezant des Allerhoogsten toevoegt. Hare woorden en hare daden dragen altijd het i kenmerk van eene bewonderenswaardige en volkomene wijsheid.
twintigste dag. 87 i
;lD
h8 de marfa-maann.
(; E li i: i).
, MtHKYLNE Maaiid 1 atoel der wijsheiil!
1 W* neem mijne toevlngt tof u. Ik roep nwen bijstand en nwe bescherming in. ik weet, dat, na Jtsus Christus, mijnen god-l delijken Verlosser, gij voor mij eene bron f S van wijsheid en hooi) zijt- Schraag mijne wankelende schreden op de paden der deugd. 1 liaat de daainv des hemels op mij nederda- | len, opdat mijne ziel overvloedige vruchten van wijsheid en heiligheid voortbrenge. S/ut\'l der Wijsheid! bid voor ons,
■ i
|[L=3 --- : quot;E. ■: 7-?■ -
Oorzaak onzer JBlijdschap.
EVALLEN was de mensch door de zonde; hij had behoefte aan iemand die hem opbeurde ; hij was ziek, en hij had behoefte aan een\' geneesheer om hem te genezen; hij had het. leven verloren, en hij had behoefte aan iemand die hem weder in het leven riep. Hij was van den weg der deugd afgedwaald, en hij moest weder op dien weg terug ge-bragt worden. In de duisternissen gewik-j|-r» keld, riep hij om licht; door den satan gevangen, smeekte hij om eenen Verlosser. Maar Maria heeft ons, door de mensch-wording van Jesus Christus , eenen Verlosser gegeven, die ons van den eeuwigen
---, t
y() de maria-maand.
dood heeft vrijgekocht. Zij heeft ons het_. grootste geluk geschonken, dat het men-r\' schelijk geslacht kon genieten. Verblijden\' wij ons dan met de engelen en heiligen over. . dit gvoote wonder, en over die wondervoller\' j bevrediging van den schuldigen mensch, met j den door hem beleedigden God. Dat Makta, l1» de oorzaak onzer blijdschap, ook het voorwerp onzer lofbetuiging en zegening zij. Laten wij, zoo als zij, zeggen: „Mijne ziel verheft den Heerlquot;
3. Deden de engelen eenen lof- en ju-Jj belzang booren, toen Marta den Zaligma-amp; ƒ* ker der wereld baarde; sprong Joannes de • £ dooper van blijdschap op, toen de Moeder-Gods EiiTSABETTt bezocht; verheugde zich eindelijk Marta zelve in God haren Zaligmaker, bij het zien van het ondoorgrondelijke wonder dat in haar was volwrocht : L zouden wij dan onze blijdschap en onze • vervoering van dankbaarheid niet doen hoo-ren, als wij bedenken, wat Maria voor ons heeft gedaan? Zij is het, die ons eenen Verlosser heeft geschonken; zij is het, die
een-en-t wint1gste dag. 1)1
ons van de magt des duivels heeft vrijgekocht; zij is het, die het door de zoude vervallen menschelijk geslacht heeft opgebeurd. Zoo veel weldaden moeten onze blijdschap opwekken, eu ons bewegen, om Maria onophoudelijk te zegenen, die ons eenen Bevrijder, eenen Verlosser heeft ge-schonken 1
3. Toen Maria ter wereld kwam, om j eenmaal de oorzaak onzer blijdschap te wor- U den, door de geboorte des Zaligmakers, , verheugde zich de heilige Drievuldigheid over hare geboorte, en beschouwde haar als het meesterstuk harer handen. God de Va- r der zag met welgevallen op harr, als het 1 voorwerp zijner teedere liefde; God de Zoon 1 sloeg haar gade, als de tabernakel, waarin Hij eenmaal moest rusten; God de heilige Geest beminde haar als zijne geliefde bruid. De hemelsche geesten erkenden in haar \' degene, die hunne koningin moest worden; zij bewezen haar de verschuldigde schatting van eerbied eu liefde. Vereenigen wij dan r; j onze steramen en onze harten oin den lof der
02 dfc maria-ma and.
heilige Moeder-Maagd te vermelden, die de l oorzaak is van alle hemelsche en aardsche blijdschap. Laten wij met ijver en godsvrucht de feesten vieren, welke de heilige _ Kerk ter harer eer heeft ingesteld. Dat zij altijd het voorwerp onzer hnlde zij, zoo als zij de oorzaak onzer blijdschap is! i
G E Ji E I).
/q\\ Maria, ware oorzaak onzer blijdschap!
Herinner n, dat het nooit in de wereld is gehoord, dat iemand dergenen, die nwc ; bescherming hebben ingeroepen, door n is verlaten geworden. Leer mij al de waarde
- der onschatbare woldaad mijner verlossing f begrijpen. Gij hebt eenen Zoon ter wereld gebragt, die mij heeft verlost. Eeuwige lof
aar(
- de oorzaak mijner blijdschap, door mij in de eeuwige tabernakelen binnen te leiden bij nwen goddelijken Zoon. Oorzaak onzer
r blijdschap! hid voor ons.
01
en dank zij n daarvoor in den hemel en op rde toegebragt. Wees, tot den einde toe,
Oelicimziinngc Koos.
ET schoonste sieraad onzer bloemhoven is de Roos, de koningin der !bloeraen. Haar schitterend koloriet, j de aangename geur die zij verspreidt, alles - trekt ons tot haar. De heilige Boeken ont-leenen de levendigste kleuren aan deze zoo zeer gezochte bloem, om ons Maria als eene geheimzinnige Hoos voor te stellen. De heilige Maagd verspreidt, door hare verwonderlijke deugden, rondom haar eenen hemelschen glans, van onuitsprekelijke bevalligheid, van diepe nederigheid, en vurige liefdadigheid. De zoo rijk bevoorregte Maagd vereenigt in zich-alleen de volkomenheid van alle overige schepselen. Uit haar hart stijgt,
94 de MAHIA-MAAND.
even als uit eeue liefelijk riekende bloem , een zoete geur op, die streelt en aanlokkend j = is. Daarom noemen wij de onvergelijkelijke : ^ Maagd eene geheimzinnige Roos , die ons - j bekoort door den glans harer rijke kleuren, ^ en de liefelijkheid harer geuren.
it
m
2. Maria, met de rozen aller deugden gekroond, moet echter in ons geene onvruchtbare bewondering opwekken. Zij noo-digt ons uit om hare deugden na te volgen. Zij spoort ons aan om edelmoedige pogingen aan te wenden en te wandelen in hare voetstappen. „Volgt mij na, zegt zij: Draagt vruchten, als de rozenstruiken, aan den oever der watereu geplant. quot; O, mogt die uitnoodiging diep in onze harten doordringen! Beijveren wij ons, om ons gedrag te regelen naar de deugden, die haar in den hemel hebben doen beminnen. De levendigheid van haar geloof, de diepte harer nederigheid, de vastheid harer hoop, de zuiverheid van haar hart, hare getrouwheid . bij elke beproeving : al die deugden zijn de | --1_i , ij—r--14.-- ... i i . t— t---i
twee- en- twintigste dag. 95 rijke kleuren dier geheimziuuige Kous welke de Kerk ouzer bewonderiuquot; voorstelt.
3. Maria lieeft daardoor Gode uitsluitend -behaagd, omdat zij kuisch en zedig, geduldig en onderworpen, arbeidzaam en arm , zachtmoedig en liefdadig jegens hare naasten -was; omdat zij volhardde in het gebed, streng r was jegens zich zelve, getrouw in het vervullen der kleinste pligten. quot;Wat zij geweest is, behooren wij ook te zijn, zooveel onze zwakheid zulks gedoogt.. Al onze daden moeten naar de hare geregeld worden. ^Vij
- ; moeten navolgen, wat wij in haar bewon
deren; en, even als wij ons beijveren, om met genoegen en blijdschap de schoonste \'
- ; bloemen in onze bloemhoven te plukken, L
fTi
evenzoo moeten wij de welriekende bloemen van dien geheimzinnigen rozenstruik verzamelen, die te gelijker tijd oazen geest en ons hart bekoort. Want zoodanig is de schoonheid der deugden, die Maria kroo-nen, dat zij ons natuurlijkerwijze moeten L aansporen, om eene levendige begeerte te
v* uil , \\J ix± VJWIU T p-,
koestereii, van haar gelijkvormig te worde». |
quot;rij
■4 \\
de marta-maand.
GEliRD.
geheimzinnige Roosl o Maria ! ik werp ^quot;c^Riij aan den voet van uw altaar neder, uitgelokt door den glans en de liefelijke bekoorlijkheid uwer deugden. Doe in mij dc begeerte ontluiken om dezelve onafgebroken na te volgen. Versterk in mij het voornemen, dat ik heden koester, om in uwe voetstappen te treden. Versier mijn hart met al die deugden, welke uwen goddelij-ken Zoon behagen. Als ik Jesus in uwe armen zie, rustende op uw moederlijk hart, S | en, als het ware, de geuren dier geheimzinnige Roos inademende, die hem zoo dierbaar is, dan ontstaat de begeerte, de levendigste wensch in mij, om er eenmaal in dc eeuwigheid, de verkwikkende geur van in j-(e ademen. Geheimzinnige Roos! bid voor _ ons.
96
98 dk maria-ma and.
waarmede Maria werd overladen, onder de zeldzame deugden waarmede zij bevoorregt werd, verleende de Heer haar bovenal eene goddelijke kracht. Zij heeft over de zonde -gezegepraald; zij is de verschrikking des satans geworden, dien wij onzen grootsten vijand achten. Gelukkig degenen, die zich onder hare banier rangschikken. De overwinning wordt hun daardoor verzekerd.
2. Even als de toren van David, zoo is ook Maria een waar toevlugtsoo-d. Die jj zich tot haar begeven , zijn beveiligd voor quot;|] de slagen van den vijand onzes heils. Zij is een geduchte borstwering, waarde christe- -nen zich veilig kunnen achten; zij is eene onoverwinbare vesting, waarop al de pogingen der helsche magten afstuiten. Als de talrijkste en geduchtste vijanden zich verbinden tegen Maria\'s dienaren, en hun den krijg aandoen, dat zij dan naar die onoverwinnelijke sterkte, naar dien belangwekkenden toren vlugten; zij zullen er overwinnende wapenen vinden ter hunner verdediging, en eenemagti-ge heldin, om hen in den strijd te beschermen.
drie- en- twintigste dag. 99 3. Laten wij het zonder aarzelen bekennen : Maria is Jernzalems roem. Even als de joden van Bethel hare bevrijdster tot aan den hemel verhieven, behooren wij ook onzen lof te ontboezemen tot haar, die de blijdschap des christelijken volks en het sieraad van Gods Kerk is. Zegenen wij Maria, die, nog meer door de kracht des gebeds dan door haren magtigen arm , over alle onze vijanden zegepraalt. Dat overal de godsvrucht levendig worde, het vertrouwen vermeerderd Laten wij onzen ijver doen blijken , waar het de eer van Maria , en den roem barer altaren geldt. Volgen wij vooral hare sterkte, haren moed na te midden der beproevingen dezes levens. In dit dal van tranen en ellende hebben wij het noodig , om , tot het verduren der onafscheidbare smarten onzer ballingschap, ons dikwerf de sterkte dier onvergelijkelijke Maagd voor oogen te stellen, die zoowel groot was aan den voet van het kruis, uithoofde der uitgebreidheid van haar offer, als zij groot is in den hemel, door den glans haars roems.
100 DE MARIA-MAANn.
G E B F, 1).
torkn van DavidI verhevene MafiaI jCS ik buig mij voor uwen troon neder, en smeek n, mij de geestelijke wapenen iu handen te geven, die ik noodig heb om de verleidingen te overwinnen, welke mij van alle kanten belegeren. Kom mij te hulp, bedek mij met uw onverwinbaar schild, opdat ik, na de aanvallen der vijanden mijns heils te hebben weerstaan, met u zegevierend in den hemel moge zijnl Toren van David! bid voor ons.
LU
L, n
ii
102 de maria-ma and.
doen binnen treden. Zij die Maria beschermt, worden als inwoners des hemels beschouwd; eu lij die het teeken harer godsdienstige broederschap dragen, zijn ingeschreven in het boek des levens. Bidden wij de heilige Maagd, dat zij het verhoede, dat onze namen in dat goddelijke boek worden uitgewischt.
2. Overal in de heilige Schrift wordt M aria met geheimzinnige namen begroet, die j ,] hare waarde aanduiden. Nu eens wordt ïij ^ vergeleken bij een\' bevalligen heuvel, dien j 1 de reiziger moedig beklimt, om in het oord van rust aau te landen ; dan bij een suel voortrollenden wagen, die hare kinderen gelukkig naar den eindpaal der renbaan overvoert; dan bij eenen wonderbaren lad- rT der, waarmede Jesus tot ons is nedergedaald , en waar langs de leerlingen van Gods Zoon uaar het verblijf der eeuwige heerlijkheid opklimmen. O welgelukzalige Maagd! open ons de poorten der hemelsche verblijf- -plaats; gij bezit de sleutels dier zalige woon-stede. Wij kunnen er te eerder binnen ko-
vier- en- twintigste dag. 103 men door uwe bescherming. Zij, die u vereeren, zullen het eeuwige leven beërven.
J J
3. Hoewel de menschwording van Jesus -Christus den hemel vooralle menschen heeft r geopend, sluiten wij hem meermalen door ouze zonden digt. De erfzonde heeft hem U voor ons gesloten, en de hel voor ons ge- r opend. Tot wie zouden wij in onzen onge- i lukkigeu toestand ouze toevlugt nemen? Wij zullen ons wenden tot de magtige en me-dedoogende Maagd, die de deur des hemels is. Zij zal bewogen worden met onze ellende; zij zal belang stellen in onzen toestand. Maar, vleijen wij ons niet de uitwerkselen harer bescherming te zullen ondervinden, wanneer wij ons tot haar wenden, zonder een levendig smartgevoel voor onze gebreken. Maria kan de deuren des hemels geenszins openen dan voor hen, die haar een opregt berouw en die christelijke gezindheden hebben aan- rj-i geboden, welke zij regt heeft van hare kinderen te verwachten. Tot dien prijs, zal zij : voor ons eeue Moeder vol van mededoogen en ontferming zijn.
Maria! deur des hemels! wier teeder en medelijdend hart altijd voor onze wenscheu en gebeden is geopend: gij kunt genade voor zondaars verwerven, en volharding voor trouwgezinde geloovigen. Kom mij te hulp. Sta mij bij in mijne ellende. i Duld niet dat ik mij verwijdere van den weg die ten leven leidt. Verwaardig u voor mij de genade te verwerven, dat ik mijne zonden opregt en rouwmoedig beween. Open mij de deur des hemels , opdat ik er de eeuwige rust moge vinden. Deur des hemels! | bid voor ons.
Morgenster.
XJISTERVOLLEll duu al de overige sterrea, schittert de morgengenster aan den kemel. Zóó overtreft Makia, door den glans haars rooms, dien der engelen en heiligen. Bij het naderen der morgenster verdwijnen de nachtschaduwen, en komeu wij aan het tijdstip, dat de zon ter kimme rijst. Even zoo ging Makia, schitterender dan de morgenstondJ het opgaan van de zon der regtvaardigheid vóór. Zij bragt den Godmensch ter wereld, die overal het licht des Evangelies moeat uitbreiden, en de duisternissen van bijgeloof, afgoderij en onwetendheid moest doen verdwijnen.
106 de maarta-maand.
2. Bij Maria\'s geboorte, lag het uiensch-dom in diepe duisternissen verzonken, die hetzelve van rondom omgaven. Het had
.j bijna over het algemeen den weg verlaten, die tot God leidt, het pad van waarheid en | deugd. Maar toen Maria ons den Verlosser J deed geboren worden, hield de uachtelijke i duisternis, die het heelal omgaf, plotseling op. De morgenster kwam de wereld verblijden; hare lichtende helderheid deed de 1 hoop in het hart van den afgedwaald en | zondaar herleven; de mensch betrad weder het voetpad, dat hem tot God kon terug ■j leiden, en, bij den weldadigen glans dsr zich aan de wereld vertoonende ster, gevoelde hij in zijne ziel kalmte, geluk en hoop op de gezegendste toekomst.
3. Wij kunnen het niet ontveinzen, dat ontelbare klippen ons van alle zijden omringen ; gevaren van de zijde van ons eigen hart, welks onstandvastigheid en zwakheid wij steeds te duchten hebben; gevaren van de zijde dergenen, die zich met het masker der vriendschap bedekken, om ons te be-
c
1
VMT-EN-TWINTIGSTE DAG. 107
cn te verleiden; gevaren van de
veld.
reu, die zich voordoen, op het oogenblik
I
driegen
zijde omer tijdelijke betrekking. Iedere stand levert dezelve op, het huwelijk.en de ongehuwde staat, het burgerlijk en het geestelijk bestuur, het klooster en het slag-—u Overal bestaan onvermijdelijke geva-
J
als wij er het minst aan denken. De Voor zieuigheid laat dit toe, om onze getrouwheid te beproeven, om onze deugd in kracht te doen winnen, om ons tot diepere nederigheid te brengen en onze waakzaamheid des te levendiger te maken. Hoe zullen wij aan zooveel gevaren ontkomen? Door onze [ blikken op dat geheimzinnige gestarute te vestigen, dat onze schreden zal geleiden in het midden der gevaren, en ons zeker naar , die gelukkige verblijfplaats te geleiden, m waar wij geen gevaren meer zullen hebben te duchten, die ons onophoudelijk in dit dal van tranen en jammeren omringen.
fl F, li E I).
# Maria MariaI morgensterl Verwaardig u de duisternissen te doen verdwijnen, die
_ri—
108 DE WARI A-MA AND.
den weg des hemels aan onze blikken onttrekken. Laat een straal van uw hulpver-leenend licht op mij nederdalen, en ik zal er gebruik van maken, om in uwe voetstappen te wandelen; U volgende, zal ik voor afdwalen behoed worden. Wees voor mij als een schitterende morgenstond, die mij eenen sehoonen dag aankondigt, als ceue weldadige ster, die mij ten hemel geleidt, waar ik het eeuwige licht zal mogen genieten. MorgensterI bid voor ons.
1]
1
Belioiuleiiis der Kianken.
aze goddelijke Verlosser, Jksts, toonde zich, gedurende zijne omwandeling op aarde, altijd gevoelig 1 voor \'s menschen jammer en smarten. Het ; behaagde hem allerlei soorten van kwalen i te genezen. In het belang der lijdende menschheid , heeft hij zijnen Apostelen de magt gegeven om zieken te genezen en hunne smarten te leenigen. Hoeveel te meer moet hij dan zijner goddelijke Moeder de magt ter onzer genezing hebben verleend, verre boven die der Apostelen ? Wanneer Maria voor ons bidt, dan is het even als of God zich van zijne magt ontdoet, en dezelve aan haar overdraagt, ten gunste de»
110 DE MAKFA-MAAND.
christenen. Van daar de ijver der geloovlgen, \'1 om hunne toevlugt te nemen tot die mede-doogeude Maagd, ter bekoming der genezing van alle ligchamelijke en geestelijke kwalen. li-De dagelijksche ondervinding leert het ons, dat het hart van Maria even goedertieren is als dat van haren Zoon, onmetelijk als de schat der goddelijke ontferming.
b
2. Wie zon niet getroffen worden over oen wedstrijd der geloovigen, die met eenen heiligen ijver naar hare altaren henen stroomen, die de behoudenis der kranken i»? Laat ons den ijver dier geloovigen uit alle rangen en standen wel ter harte nemen, die haar met vurige smeekingen aanroepen ; die de haar gewijde heiligdommen bezoeken; die hare altaren versieren of aan de wanden dier tempels trofeën ter eere harer wonderdoende hand bevestigen. Welk gewest, welke stad, welk gehucht heeft de nitwerkselen harer goedheid, harer gezindheid om ons te hulp te komen, niet rijkelijk ondervonden? Hoeveel lofwaardige pelgrimstogten hadden er niet plaats, die zoo vele roemvolle en on
----V-I-,
lil
zes-kn-twintigste dag. 111
wederlegbare bewijzen opleveren van de won-h deren, welke Maria openlijk heeft verrigt ten gunste van het lijdende menschdom? Zij ill die de gewijde heiligdommen, zoo hier als elders ter harer eer gesticht, hebben bezocht, kunnen het betuigen, hoe zij geroerd werden bij het zien van zoo veel treffende bewijzen der geloovige godsvrucht.
3. Haasten wij ons dan, om onze toevlugt 1 te nemen tot haar, die de heilige Kerk, met zoo veel regt, de behoudenis der kranken noemt. Midden onder de veelvuldige smar-j ten die ons bedroeven, moeten wij, met [ vertrouwen, den bijstand van Maria in-! roepen, en wij zullen weldra genezen en j vertroost worden. Hare magt is groot. Zij ; strekt zich verder uit dan onze behoeften. I Maar het is vooral de genezing der ziels-kwalen, die wij van haar met volharding moeten afsmeeken. Bidden wij haar, om ons te genezen van die traagheid, welke ons bedroeft, van die koelheid, die ons bij het gebed overmeestert, van die onverschilligheid, die van dag tot dag bij ons te meer veld
i- r J—
-------i—I_._ .r-T_ H-----■ T —J i—f ^—
112 J)E maria-maanl).
wint, en die onzer ziel den dood kan aandoen. Toonen wij ons ook erkentelijk voor al de weidaden, die wij van haar hebben ontvangen, door ons met vernieuwden ijver aan de beoefening; van alle deugden over- f te geven, waarvan Maria ons het verheven voorbeeld heeft verleend.
GEBED.
Maria! behoudenis der kranken ! ik eiken, met uwe talrijke dienaren, het ^ vermogen dat gij bezit om te genezen. Toon uwe magt, door mij de herstelling ^ van alle kwalen te verleenen, die mij bedroeven ; maar genees bovenal de wonden , welke de zonde aan mijoe ziel dagelijks toebrengt , opdat ik, in de genade des Heeren hersteld, moge leven en sterven, teneinde de glorie der uitverkorenen deelachtig te ^ worden. Behoudenis der kranken! hid voor -ons.
fh
Tocvlugt der zondaren.
OL van liefderijk medeiloogeu is Maria voor arme zondaars. Zij is
_voor ons een toevlugtsoord, eene
arke in het midden der groote wateren , de haven en het anker onzes heils. De heilige \' Maagd verdient al die eeretitels , die ons hare teederheid, haar mededoogen met zon-^ daars doen kennen. Naar het voorbeeld van haren goddelijken Zoon , die minder op aarde is verschenen voor de regtvaardigen dan voor waarlijk berouwhebbende zondaars, werpt Maria op hen blikken vol van goedheid en liefde. De heilige Maagd is die p;e- : nadestoel, welks zuiverheid die van het ge- -p louterde goud evenaart; van waar de Heer,
1 t_____)-J 7\'-___gt;-J —- t \'■ r\' |
114 de maria-maand.
lot de regtvaardigen eu zondaars sprekende, de eersten aanmoedigt , aan de laatsten vergiftenis schenkt, en aan allen woorden van vrede, van ontferming en zachtmoedigheid doet hooren. Werpen wij ons dan met vertrouwen voor hare voeten neder; maar dat het met een vast voornemen zij, om van levensgedrag te veranderen en hare deugden na te volgen.
2. Zoolang de zondaar halstarrig is , en voortgaat zich in cie ondeugd te dompelen , kan Maria hem geene hulp verleenen, of belang stellen in zijn lot; maar, wanneer hij, getroffen door zijn verkeerd gedrag, be reid is het juk der zonden af te werpen dan breidt de Moeder Gods hare armen uit, om zijne ketenen te verbreken. Dat onze zonde, wel verre ons van het aanroepen van Maria te onthouden, integendeel voor ons eene dringende beweegrede zij, om hare ontfermende goedheid deelachtig te worden. De kranke laat niet na, in weerwil van de hevigheid zijner kwaal, de hulp van den liefdadigen geneesheer in
ru:
L i
iïi
zeven- en- twintigste dag. 115
te roepen. Dat de zondaar dan ook zijne wonden aan haar ontdekke, die, de toevlugt des zondaars zijnde, altijd tot onze genezing: gereed is. Indien wij het wenschen, dat Maria zich onze Moeder betoone, laten wij dau ook door ons berouw doen blijken, dat wij hare kinderen willen zijn.
3. De zondaar moet in Maria het volste vertrouwen stellen. De handen der heilige Maagd, die zoo dikwerf den Zaligmaker, gedurende zijne kindschheid, hebben ireleid, zullen zich tot haren dankbaren Zoon opheffen, en vergiffenis vragen voor den schuldige. Hare tranen zullen zich bij hare gebeden voegen. „ Ik ben — zal zij alsdan tot haren goddelijken Zoon zeggen — eene Moeder, die bedroefd is over het lot eens zondaars. Ik bied ü voor hem de uitdrukking mijner smart en mijner wenschen aan.quot; En zou Jesus zulke gevoelvolle smeekingen kunnen afwijzen ? Of zal Hij zich niet veeleer gedrongen gevoelen, om, ter onzer gunst een woord van vrede en ontferming te doen hooren ? Zijne Moeder aan zijne voeten
116 DE MARIA-MAAND.
ziende, zal hij des zondaars misdrijven vergeten, om alleen op zijn berouw te zien. Dat de zondaar alzoo aan Maria de kwalen zijner ziel ontdekke; dat hij haar met vuur smeeke, om voor hem de vergiffenis zijner verkeerdheden te verwerven, en zijn geluk zal genoegzaam verzekerd zijn.
LU
u
Lü
GEBED.
#MMarta, toevlugt der zondaars ! wij wenden ons tot u, die de Moeder var. alle barmhartigheid zijt. Hoe wanhopig onze toestand ook moge wezen, door u verdedigd, moet daaruit het gezegendste gevolg voort-vloeijen. Wij zijn schuldig, maar gij zijt vol van langmoedigheid. Bid om ontferming voor arme zondaars, die voorgenomen hebben om voortaan aan hunne bekeering te arbeiden. Verwerf hun de genade, dat zij hunne zonden beweenen, en, na hen met Jesus, uwen goddelijken Zoon, verzoend te hebben, verwaardig u alsdan hen te geleiden in d« woningen der eeuwige gelukzaligheid. Toevlugt der zondaren! bid voor ons,
Troosteres dei- Bedrukten.
N dit dal van tranen en jammeren, schijnen , met iedere schrede, de __smarten en bedroevini;en zich te vermenigvuldigen. Iedere dag brengt zijn eigen rr- onheil voort , en ills de hemel ons spaart, dan spannen wij ons vernuft in, om ons zeiven te kwellen. Het leven is alzoo eene onafgebroken opvolging van beproevingen en bedroevingen. Door jammeren ter neer gedrukt, door arbeid overladen, door aan---houdende beproevingen aangevochten, door vijanden vervolgd, verlaten van hen die zich onze vrienden noemen, zou de mensch onophoudelijk aan de verschrikkelijkste wanhoop zijn overgegeven, zoo hij iu deu he-
118 de mart a-ma an i).
mei geene Troosteres der bedrukten vond. Daar Jesus Chkisïus ons aan het kruis Maria tot Moeder heeft gegeven, kunnen wij op hare teederheid, op hare vertroostingen rekenen, die zij ons zoo gaarne op het oogenblik der bedroeving wil verleenen. Hare goedheid gaat zelfs zoo ver, dat zij 1;ot ons wil komen, om onze tranen af te droogen.
2. Is er eenig mensch, die ooit te vergeefs haren bijstand heeft ingeroepen? Hoe veel gclenkteekenen zijn er niet ter barer eer opgerigt, ten bewijze der vertroostingen, welke zij den bedroefden zielen heeft ingestort 1 In tijden van voorspoed vinden wij vrienden; in de dagen van tegenspoed verlaat ons iedereen. Maar zoo is het niet met Maria. Nooit verlaat zij den door rampen bezochten en beproefden mensch. Zij ia onze steun in droefheid, onze vertroosting, J als wij tranen van leedgevoel storten. Maria 4 heeft zelve de smart gekend; zij heeft het leed en de kwellingen van haren goddelijken Zoon gezien; zij heeft Hem naar den Calvarieberg vergezeld; hare ziel heeft alle mo-
acht- en- twintigste dag. 119 gelijke bitterheden gesmaakt; haar hart is door eeue diepe smart bedroefd geworden; zij is altijd gereed onze rampen te leeuigen en in onze ongelukken te deelen.
j
2. Op den Calvarieberg heeft Jksus ons zijne Moeder Maria aanbevolen. Daar is zij werkelijk de Moeder der bedrukten geworden. Jesus zeide tot zijne Moeder, vóór dat Hij den laatsten adem uitblies, en toen Hij haar den heiligen Joannes aanbeval: „Vrou- [■ we, zie uw zoon;quot; en in zijn persoon heeft hij haar het geheele mensehelijke geslacht aanbevolen. Maria heeft ons alzoo aan den voet van het kruis aangenomen. Daar zijn ] wij hare kinderen geworden; en heeft haar schoot ons niet, zoo als Jesus, omvat, haar hart heeft ons op den Calvarie-berg voort-gebragt. Ziedaar de beweegoorzaak van ons vertrouwen op Maria in het oogenblik van bedroeving. Wij zijn de kinderen harer groo- . te smart. In welk eenen afgrond wij mogen uederstorten, wij mogen nimmer wanhopen, zoo lang het ons zal veroorloofd zijn haren naam aan te roepen. Helaas 1 zoo lang wij
de maria-ma and.
120
stervelingen op aarde zijn, zuchten wij onder eenen ondragelijken last van ellende; wij ondervinden te gelijkertijd smarten naar ziel en ligchaam. Vestigen wij dan ons geheele vertrouwen op haar, die zich zoo gaarne de vertroosting en moeder der bedrukten noemt.
G E B E J).
Maria I trooamp;teres der bedrukten 1 wij
dragen u onze wenschen en gebeden op. Ons leven is vruchtbaar in rampen, in tegenspoeden en onheilen. Er is bijna niemand, die geene tranen moet storten, of niet mef bitterheden vervuld is. Toon ons uwe hulp , o Troosteres der bedrukten. In het midden der klippen die ons omringen, onzeker welken koers wij moeten houden, onophoudelijk heen en weder geslingerd door de stormen dezes levens, is ons bestaan een treurig aanwezen. Kom ons dan te hulp, om ons te geleiden in den schoot Gods , waar wij eene eeuwige rust zullen mogen genieten. Troosteres der bedrukten! hid voor ons.
Hnlp «Ier Christenen.
NZE magtige hulp, Maria, wordt ons voorgesteld als „ dien toren vau David, omringd van wallen, waar duizende schilden zijn opgehangen, en al de wapenen der dapperen.quot; De heilige Kerk noodigt ons uit, om haar te beschouwen . als onze beschermster, daar zij de ijverige hulp gadeslaat, welke het Christen volk ten allen tijde van de heilige Maagd, vol van goedheid, heeft genoten. Om de gedachtenis \'J aan hare weldaden, en van twee zegevieren- 1 de overwinningen op de ongeloovigen behaald, te vereeuwigen, zijn de feesten van den Rozenkrans en van den heiligen naam Maria ingesteld. Heeft Maria alzoo hare dienaars bijgestaan tegen de legers der on-
^=3—1 ■ (_ -p ■lt;_ ■ \' j ! *_r —ƒ
I
T r-------^ -V_:_-_V ■- ^ i !- ^ i-f \' 2 r-T^—
122 de maria-maand,
y;eloovigen, welk eene krachtige en vermogende hulp mogen wij dan niet van haar verwachten, als het de bestrijding der talrijke vijanden onzes heils geldt ?
T
2. Hoeveel groote zondaars zonden in hunne verharding zijn gebleven, en bezweken zijn onder de magt der hel, indien Maria, getroffen over hun droevig lot, hun geene hulp en bijstand had verleend. Laat ons dan een onbegrensd vertrouwen koesteren op hare veelvermogende bescherming. Hare godsdienstige vereering is een geducht wapen, dat God alleen dengenen in handen geeft, die Hij wil behouden. In het midden der verschrikkelijke aanvallen, welke de duivel onophoudelijk tegen ons onderneemt, moeten wij met warmte den naam van Maria aanroepen, en op haar al onze hoop stellen. Haar heilzame naam heeft op den vijand des menschelijken geslachts de uitwerking van den donder. Even als de bliksem , werpt hij hem ter neer, en ontwapent hem. Zien wij in het oogenblik van den strijd op Maria, en wij zullen zeker zijn
negen- en- twintigste dag. 123 t van de overwinning. Zij neemt altijd de be-; langen harer getrouwe dienaren ter harte.
3. De menigte onzer zonden , moet, wanneer wij vastelijk tot onze bekeering hebben besloten, ons vertrouwen op de heilige , i hulpvaardige Maagd geenszins verminderen. Even als eene teederhartige moeder in gee-nen deele voor de verdubbelde zorgen schroomt, die hij haren door eene besmettelijke ziekte aangetasten zoon moet bewijzen, even zoo min weigert ons Maria, hoedanig ook de noodlottige staat onzer ziel zij , hare hulp. De heilige Schrift geeft haar de vleu- _ gelen van den adelaar, om hare snelle vlugt aan te duiden als zij hare kinderen te hulp komt. Haar hart is zoo bereid om ons bijstand te verleenen, dat ons gebed dikwijls is verhoord, eer wij het voor haren troon hebben uitgestort. Maria\'s teederheid voor r hare dienaars is 700 groot, dat zij, diegenen voorkomende die haar aanroepen,
zich reeds aan hen vertoont en hen met
gunsten en genadegaven overlaadt, eer nog
124 DE MARIA-MA AND.
de moud zich heeft geopend om haar daarom te vragen.
G E B £ D.
fgV Maria , hulp der Christenen 1 ik stel -r^omij met kinderlijk vertrouwen onder uwe magtige bescherming. Ik hoop alles van uwe goedheid om mijns geluks wil. Zoo gij u verwaardigt uwen onoverwinbaren arm over mij uit te strekken, heb ik niets te vreezen van de pogingen mijner vijanden. Rij stelt mij geestelijke wapenen ter hand, die mij de overwinning verzekeren. Bescherm mij vooral, heilige MaagdI in den laatsten strijd, dien de satan mij zal aandoen in het uur mijns doods, opdat ik zegevierend den hemel moge binnen gaan. Hulp Uur Christenen ! bid voor o?is.
DERTIGSTE DAG-.
Koningin der Engelen.
ONINGIN der Engelen is Maria, omdat zij, in hoedanigheid van Moeder des Scheppers, in verdiensten alle hemeisehe geesten te boven gaat. Dat erkenden zij zeiven, toen zij, op den dag harer zegepraal, van verwoudering opgetogen uiriepen : Wie is toeh dat onvergelijkelijke wezen, dat , uit verwijderde oorden, niet Majesteit tot ons opstijgt, leunende op den arm van haren Welbeminde? Aan de glansen des hemels gewoon, ontwaarden zij met eene heilige geestdrift, dat Maria, in hare glorie schitterender was, dan die glinsterende sterren, waarmede God de hemelen heeft bezaaid. Twaalf
üj r
126 de maria-maria,
der hliukendste sterren verdienen naauwe-lijks haar tot kroon te verstrekken; en de zon, die alles door haar licht verdooft, is slechts haar kleed en de mantel die haar omwikkelt.
2. De Moeder van Jesus, de oude slang die het menschelijk geslacht verleidde, onder hare voeten vermorzelende, verdiende den hemel binnen te treden als Koningin der Engelen. De ontelbare menigte des hemel-schen heerlegers, had, sedert de hemelvaiirt van den Zaligmaker, geen verrnkkender in-togt gezien, dan de intogt van Maria binnen het hemelsche Sion. Op den dag harer zegepraal, beschouwde het met bewondering hare voorbeeldelooee schoonheid, en haren verblinden luister. Maar, was het alzoo met den glans haars roems, wat moeten wij ons dan niet voorstellen van de helderheid harer ziel, van de reinheid harer gevoelens, van de verhevenheid harer gedachten, van haren onwrikbaren moed, van hare nederigheid en hare dankbaarheid jegens God, die, als het ware den glans van haren roem overtreffen?
Irf=
dertigste dag. 127
3. De verrukkingen der uitverkorenen wedijverden met die der Engelen, bij het lot-zingen van Maria. „ Glorie zij God!—zoo j zongen zij. — Gij zijt de eer der heilige stad, de vreugde van ons vaderland, de 1 roem van ons allen ! Zijt voor eeuwig gezegend 1 Dit Rijk is het uwe. Gij zijt de Koningin der Engelen en der Heiligen. Heersch voor eeuwig in het verblijf der onsterfelijkheid!\'* De maagden, met kleederen van het fijnste linnen bekleed, en met den bekoorlijken glans der zuiverheid versierd, riepen haar toe : „Onvergelijkelijke Maagd! gij waart ons ten voorbeeld, wees nu onze Koningin ! quot; De Martelaars begroetten evenzeer met den palm der overwinning in de hand de grootheid van Maria. „ Wij hebben — zeiden zij — ons bloed voor het geloof gestort, maar uw offer aan den voet van het kruis, overtrof het onze in groot-moedigheid. Wees onze Koningin! heersch over onsl,gt; Aldus werd de Moeder-Maagd, overladen met de gunsten des Allerhoog-
n
rC
li
sten, geëerd en erkend als de Koningin van hemel eiiaarde, van alle Engelen en Heiligen,
— Tquot; —-—i u _ .. - rt_—. - jnzrz^i, 128 de mari a-ma and.
lli
GEBED.
# Maria Maria! Koningin der Engelenl wanneer zal ik uwe glorie mogen aanschouwen met de gelukzalige geesten? Ter neergeslagen door mijne onverschilliglieid w jegens de goederen des hemels, smeek ik -u, mijne gedachten af te trekken van de ijdele voorwerpen dezer aarde, om ze te bepalen bij die altijddurende bezittingen des eeuwigen levens! Laat op den storm der driften, die mijne ziel heeft verscheurd, quot; dagen van kalmte en geluk mijn deel wor- \'J den. Dat eindelijk de vertroostende blijdschap der deugd in mijn hart geboren worde. Verleen mij de genade, dat ik eens mijne ; lofzangen met de vreugdezangen der Enge- -len en Heiligen, wier geluk gij uitmaakt,; moge vercenigen. Dat uwe vermogende be- [quot; scherming mij geleide in de haven der -gelukzalige eeuwigheid! Koningin der Engelen! bid voor ons. L,L
Besluit dev Maria-maaml.
[J zijn aan het einde der M a-rta -maand ; maar wij moeten zorgen, dat wij haar niet eiu-i digen, zonder het grootmoedige besluit , te hebben opgevat, om er ten allen tijde de gedachtenis van te blijven behouden. De hulde, die wij der Moeder Gods hebben bewezen y zal ons dan eerst tot voordeel gedijen, wanneer zij door eene opregte be-• geerte wordt achtervolgd, om ons hare deugden zooveel mogelijk eigen te maken, en haar te gelijkertijd ons verstand, onze . goede hoedanigheden, j.i al wat wij zijn, toe te heiligen. Wij behooren het ons ten
1 30 de makia-1iaand.
nen , haar toe te behooren, en ons zeiven hare getrouwe dienaars te mogen noemen.
[}
In
E\'J!
-\'l J
3. Willen wij ons hare kinderen noemen, dan moeten wij Mama vereeren door haar met trouwe liefde te dienen al de dagen onzes levens, en zulks met den diepsten eerbied en al de gevoelens eener teedere godsvrucht, die hare ware dienaars behooren te kenmerken. Wij moeten haar als onze Moeder beminnen, als onze beschermster vereeren, en hare dienst onder onze broeders uitbreiden. Dragen wij vooral zorg haar om de genade der volharding te smeeken. Ten einde het leven der genade te behouden, hebben wij elk oogenblik eene goddelijke kracht noodig, om wederstand te bieden aan de vijanden van ons waar geluk. Die kracht zullen wij van Makia verkrijgen, die er behagen in schept, om ze haren dienaren mede te doelen. Te vergeefs zullen alsdan de vijanden onzes heils tegen cns opstaan, om ons eenen geduchten slag te leveren. Als wij onze toevlugt nemen tot de Moeder Gods, zullen onze vijanden voor onze
- r\'
•i UJ.
GEBED VAN DEN HEILIGEN BEKNARDUS, ■
\'■ ■ 1
oin de Iiiiligt; der Allei\'Leiligste Maagd in tc roepen, vooral in staat van zonde.
I
ER1NNER u, o al.\'eibarmhaitig-ste Maagd Makia, dat men nooit Hj
_heeft gehoord, dat een dergenen, !j
die hunne toevlugt tot uwe bcschtrming hebben genomen, uwe hulp hebben inge- L roepen en uwe goedkeuring hebben gevraagd, verlaten is geworden. Met datzelfde vertrouwen beiield, haast ik mij tot n mijne toevlugt te nemen, en tot u te komen , , o Maagd, o Moeder der Maagden! Zueh- i ji\' tende ouder het gewigt mijner zonden, buig ||
134 HERINNBBINO.
ik mij voor uwe voeten neder, Moeder van ky? het vleesch geworden Woord! verwerp mijne gebeden niet, maar hoor ze goedgun- quot; stig aan, en verwaardig u dezelve te verhoeren. Amen.
een-en-dertiqste dag. 131 [
voeten nedervallen, en de hel zal overwon- : nen zijn. •
3. Eindigen wij met de schoone woorden van den heiligen Beenaedinus , die al de onderwijzingen der M a ria-m a and in zich bevatten, en die wij diep in ona geheugen moeten prenten : „ Christen mensch , wie gij zijt, uw leven op deze aarde is minder eene voortwandeling, dan wel eene gevaarlijke scheepstogt. Zoo gij niet wilt bedolven worden, wend dan nimmer uwe oogen af van dat schitterend gestarnte; aanschouw die ster: roep Maeia aan. Smeek in gelegenheden der zonde, in de gevaarvolle oogenblikken van beproeving, in twijfeling, in het midden van den strijd, Maria om hulp. Dat haar vermogende naam altijd in uw hart zij, om het met vertrouwen te vervullen, en altijd op uwe lippen , om haar aan te roepen. Volg Maeia , en gij zult niet verdwalen. Vetrouw u zeiven aan haar, en gij zult niet beschaamd uitkomen. Dat hare hand u onderateune, en gij zult nimmer iets te vreezen hebben ; dat zij uwe geleid-
132 de maeia-maand.
ster zij, en gij zult u zouder moeite be- L; veiligd zieu ; eiudclijk , dat Maria zich ver-waardige ii te verdedigen, en gij zult ongetwijfeld iu het verblijf der gelukzaligen . aanlanden.