Geogr. et Itincrat,
Quarto
%
f
iOäi
-ocr page 3-mm
-ocr page 4-jgs.r^\'T\'Ç?:\'\',,
- F
-ocr page 5-m
-ocr page 6-\'èï ^
. /
■ ^
4.
■ I
4 t ^
quot;V
ƒ
. }
I
I :
Î
-ocr page 9-\'Heyens alle deßelfs
LANDEN, KONÏNGRYKEN, €11 GEMENEBESTEN:
Van de Zeeden der Inwoonders, hun Godsdienft j Regeeriiig ,
Regtspleeging, Oorlogen,. Trouwen, Begraven, enz.
Mitsgaders
Depeftcldheid des Lands , Veld-en Boomgewaflen r alderhandc
Dieren, zo wilde ais tamme, viervoetige en kruipende, als
ook \'t Pluim-gedierte, Viflen en andere zeldzaamhe-
den meer, tot nog toe de Europeërs onbeksndy
Onlangs Raad en Opperkoopman op hetKafteel St.George d\'El-
mina , mitsgaders tweede Perzoon van de Kult.
By ISAAK ST O K M A N S , Boekverkooper
op \'t Rokkin;, in Calvinus» 17 o^.
^ XJ
îï
i
li
; ?
t.
(
ï
Inbsp;,
Aan de Wei-Edele Agtbare Heeren,
D E H E ER BN
- - ■ / ^ i ^
■ j
Weftindifche Compagnie , ter Verga-
deringe van Thi^nen 5 althans
■ \' vergaderd tot
A M S T E R D A M.
WeLEdele Jgtbare Heeren,
Ederd dat ik met fchuldige\'eer-
biedigheid de vryheid nam , Uwe
WelTEd. Agtb. om ontflaging
van myn dienft te verzoeken, en
niet zonder hoope leefde, dat my
hetzelve gunftelyk zou worden toegeftaan , ze-
derd die tyd, zeg akj heb ik my gednrig befig ge-
bonden 5 en myne gedagten laten gaan , hoe
* 2nbsp;op
-ocr page 12-op de beft-voegende wys rayne vcrpligting cn
erkentenis, voor zo menigvuldige gunften èn
weldaden van Uwe Wel-Ed Agtb (gedurende
detyd dat ik de eer heb gehad haar Wel-Ed.
Agtb. te dienen,) ontfangen , te mogen be-
tuygenj en aandeweereld te doen zien, dat
het voor het meerendeel van ons zeiven af-
hangt, om in U we Wel Ed. Agtb. dienft ge-
lukkig te werden, vermits er niets zekerder is,
dan dat Uwe Wel\'Ed. Agtb. de getrouwe dien-
ften harer Bedienden met een eerlyke beloning
vergeld. Hier van derf ik my zelfs ten leven^
digen voorbeeld ftellen , cn ben gehouden te
verklaren, dat, om daar voor fchuldigc dank-
baarheid te bewyzen, my ïckerlyk woorden,
om my na behoren uy t te drukken, zouden ont-
breeken.
Dog, ommettcneenemaalgebrekigtebly-
ven , zo heb ik niet naders nog eigentlykers
konnen uytvinden, dan dit BoekUweWel-Ed.
Agtb met alle onderdanigheid op te dragen,
en te bidden, dat het mag ftrekken ten teken
njyner dankbaarheid , en om iets af te doen
van dat gcene , waar mede zo dier aan Uwe
Wcl-Ed. Agtb. verpligt ben, zullende voor het
overige in geen gebreke bly ven, van het ge-
ne
nc nog ontbreekt, altoos met een dankbaar hart
teerkennen, en geen gelegentheid , wanneer
UweWel-Ed.Agtb. eenigen aangenamen dienft
zoude können doen, voor by laten gaan.
Dit Boek behoort ook aan niemant nader
als Uwe Wel-Ed. Agtb. Want het behelft een
befchryvhig van de Landen enPlaatfen, \'waar
dat uyt de Naam, en van weegenUweWel-
Ed. Agtb. tot nog toe het hoogfte gezag ge-
voerd , en de grootften handel onwederfpreke-
lyk boven alle Europeers , is gedreeven. De
Hemel geve , dat het ook noyt vermindere,
maar hoe langer hoe meer toe ncemen mo-
Hierom zoude ook een ander, die zulk een
werk ondernomen had, en aldus minder als ik
aanUweWel\'Ed Agtb. verbonden was, geen
betere befchuts-Heeren voor het zelve hebben
können verkiefen; want Uwe Wel-E d Agtb.
zullen door haar eigen kennis van die Kuften
können oordeelen, voor hoe ver myn fchry ven
met de waarheid over een komt Wyders wil
ik hopen en wenfchen, dat UweWel-Ed.Agtb.
met dezen mynen geringen arbeyd genoegen
zullen fcheppen , want ik ben van gedagten,
dat men de ware gefteltheid der Kuft, zelden
^ naar eifch voorUweVv el-Ed. Agtb. heeft open-
gelegt , maar meeit altoos (fchoon des ver-
.pligt ) \'t noodzakelykfte verfwegerijcn dat een-
ly k.maar, om dat eenige qoaly k menende daar
door des te beter haar eygen belang mogcen
voort zetten, \'t Quaadbeieyd van de zodanige,
als mede de ongeregeldheyd van de Regering
op de Kuft, heb ik ter loops aangehaalt; bey-
de hoop ik Uwe Wel Ed Agtb. als tot haarEd.
narigt konnende dienen , niet onaangenaam
zal zyn , noch ook niet het wemige dat ik van
den Slaven-handel kome te zeggen: Want ik
betuige in alle opregtigheid daar omtrent geen
ander oogmerk te hebben gehad , dan het wel-
zyn van de Ed Maatfchappy. Den overflag,die
ik van het Goud , dat jaarli}x van [de Kuft ver-
voerd werd, heb gemaakt/al boy ten alle twyf-
fel Uwe Wel-Ed. Agtb. aan fetten , om \'er by
vervolg van tijd een meerdere bedeeling van te
mogen erlangen. Dog hoe fulks op de befte
wijs fou aan te leggen zyn , derf ik my niet
vermeten Uwe Wel-Ed. Agtb voor te ftellen,
als wel verfekerd wefende, dat haar Ed. Agtb.
daar omtrent de vereifte kenniffe befitten.\'t Ee-
nigfte 5 en waar het mynes dunkens wel het
meeft op aankomt, zyn bequaamcjen voor al
ge-
-ocr page 15-getrouwe Dienaren, fo wel hier te Land als op
de Kuft , om de bevelen van Uwe Wel- Ed!
Agtb. na behoren uyt te voeren. Want als hier
voor goede forg gedragen word, fo en twyffel
ik met, ofde Handel van Uwe Wel Ed. Agtb
fal eerlang weder als vooren toeneemen en
bloeyen ;t Welk ik van harten wenfche , en
delen met fo veel eerbied als ik aan Uwe Wel-
Ed. Agtb.wijdberoemdeen hoogwyfe Verga-
dering fchuldig ben, fluy te in de hojdanigheid
VVel-Edele Agtbare Heeren,
Uwe Wel.Edele Agtbaarhedens Ootmoc
dige en feer verpligte Dienaar,
Utrecht den 4 Decemb,
I 7 O j.
-ocr page 16-IS ondet de Scliryvers een algemeen gebmik
! om voor liunWetk een Voorberigt te ftellen:
1 daar zy nder, die fulx aanmerken als een en-
\' kelever9ieting, en iets dat ter fake niet en
--\'diend. Andere wederom , en wel de mee.
ften oordeelen dat het een volflagc nootfaake ykheid
is Mhierv^ngevenzyaeefeReedenen: Eerftelyk, dat
men uyt de Voorreden een tefeffing km maken van des
SZrs VOOvneemen, wat ftof, en hoedanig hy hctfcl-
veftiattebehandelen, en\'tgeenonsaanleyd.ng en een
LkeregeÄll\'ykheidgeeSom van zyne verhm ie mg
in •tSier We^te beter begrip te krygen Ten twee-\'.en ,
fo faamp;en u^de Voo^redenook ten naaften by van de oe-
q^ ,amheid^des Schryvers können oordeelen . ofwy van
denTelven eenige voldoening hebben re wagten of n,et.
D0„ wy Willen\'^het gefeyde ongeyornnrt laten en maat
^leenleggen, datwyhetvoorbeeldvsndekMftemdee-
£, De Wteèfdls tegenwoordig fodanig ve vuld met al-
T derh nde flae van Boeken , dat het by na onmogehk
iÄ leLs (\'tenzy-erwedernieuwe Wecrelden
^ onrdêkt werden) aan het ligt te bretigen. daar en by-
Z geen Land of Volk indegeheeleweere^, of vee e
Schryvershebbenfigontledigd, om i^redelyk m hun na-
eeLefchriftenvandefelvetegewagen. cndaarqmfoude
I my niet hebben derven vermee.en tot meerdervervu -
ling nog iets feldlaams hervoort te brengen; d^hetaal-
öSe , en voor veele Eeuwen bekende fpreekwoord det
Hmèinen, als datnbsp;altoos iets nieuws of vreemds
fooXensd, moetnogmaals bewaarheid werden: want
rī Guinea JgM v.nJfr.ca en met van
t-fß Zen, als eenige meenen. (wam fTefl-Munjm
VOORREDE N.
x^merlca gelegen , en dieshalven een geheel ander wee-
reldsdeel, als dit, waar van wy Tullen handelen) is niet
alleen aan ons Landsgenoten, maarookgeheel Europa,
nog voor het merendeel onbekend, wyl van het feive tot
nog tce geen fondcrlïnge befchry ving in \'t ligt gekomen is,
uyrgefonderd\'tgeene men hier en daar in andere Boeken
vind ingelaft; dog ik heb ondervonden, dat het voor het
meerendeel niet meer dan verdigtfelen zyn, dewelke met
de waarheid weinig overeenkomft hebben, en dieshalven
is ons van Guinea niet anders, dan een ruwe fchets, en ver-
ward denkbeeld gegeven.
Ik heb my wel eer voor een groot Lief hebber van goede
Boeken derven verklaren, voornamentlyk van Hiflorien
QX\\ Reis-befchryvingen y vermits ons defelve in vee!e za-
ken können dienen , en wel voornamelyk, dar wy daar
door geleerd en onderweefen werden, om alderhande vv^-
tenfchappen en zeden der buytenlandfe Volkeren te ken-
nen , en nog daar cn boven onfe nieuwsgierigheid, welke
iedei: menfch als aangeboren is, op het aldermeefte te vol-
doen.
De Reisbefchty vingen heb ib van myne eerfle jonkheid
afgeliefkooft, en ben altoos tot defelve geneigt geweeO:,
foo by aldien ik my maar eenigfms kon beloven, datfe van
geloofwaardige Schryvers waren te famengefteld.
Dog foo groot n- ynegeneegentheid voor de foodanige
was , fo groot was cok n-yn af keer van de geene , welke
fig niet ontfien, de menfchen een deel verdigtfelen voor
fuyvere waarheden op te veylen: want nademaal zy feifs
noyt uyt hun Vaderlind geweft zyn, foo neeinen fy fon-
der behoorlyk onderfoek alles voor waarheid aan wat haar
van vreemde Landen werd nieede gedeeld , en geven\'t
ook even foo weder over, in navolging sm Ar ijl ote les,
die, foo pns nagelaten is 5 een i3efchry ving door-^/é-jc-üZ®-
* ♦nbsp;ders
-ocr page 18-ders l aft. van den aart der Dieren füllende opmaken,iedcc
Reifieer ten 7.ynen huyfe deed nodigen en onthalen , m
welkeis verhaal hy het gefeide begonde en voleindig-
de In ful k een tyd, als wanneer de weereld nog loo w^l
niet bekend was, mögt men deefe manier vanfchyvea
coedkeuren; dog het felve nu te willen navolgen, dunkt
mv voor een Man van verftanden co -deel met te voegen,
gen erkt7ynfchryven, foo het niet met^e waarl^id over
een komc . dagelyks door \'t heen enweder-fwcrvcn van
een meei igte KeiHgers ten toon werd gefteld, en hy voor
een Groilift , of F.ibcl-fchryver uytgekrec-ten. In ons
l and hebben wy ónder andere twee duldanigc Schryvers
geh id, die in de voorgaande Eeuw wel de meeüe Boeken
in lier Hut hebben gegeven. defelve zyn door hunne menig-
vuldige fchrif ten foo welbekend, envan\'sgelyken by de
kundige hunne Werken, dar het niet van noden is om\'er
iets anders van te feguen, dan dat men haar regt genoeg
doet met hun buvtenlandfefchriften , fond.-r eigen onder-
vinding opgcfteld , maar ten hal ven te geloven, daar zy
anderfms met faken, die ons Geweft raken, te befchry-
ven, vrygrootcr eer hebben ingelegt en meerder lof ver-
diend: w.ntik, nog niemand anders, denk ik, füllen der-
ven ontkennen, dailietbuyten dien, menfchen zyn van
een bcfondcre bequaamheid , en die dc Hcemel mctfeer
vecle gorde en fchoone hoedanigheden heeft begaatt Ik
heb het van myngemoed niet können verwerven met ftÜ-
fwygcn voor by te aaan fommige Mellingen van haar tegen
te fpreeken , en de regte tre\'chapenheid dier faken, waar
van zy foo ongegrond gefchrevcn hebben , op het papier
te brengen , hier mede denk ik een ieder dienft te füllen
d en. Do^ vinden zy flg daar over geraakt en begeerig
om my dcfweaens (gelyk my al word gedreigd te hee-
kclcn, ik fa! my desgctroolicn, en ben wel vcrfeekerd,
datfe my ten minften van geen onwaarheeden füllen be-
fchitidigcn. Dog ik wende my van haar af, en betuyge,
dat onder andere oorfaken cn noodfaakelykheeden , de
Reisbefchryvingen al eene der beweegredenen zyn ge-
weeft, die my Europa hebben doen verlaten, benieuwd
zynde, om het geen ik in de Boeke i geleefenhad, eens
van naby te gaan befigti^en. Ik heb in myn ruym der-
tienjarig verblyf op de Kuß vsinGumea, myn luft rede-
lykerwys konnen boeten , alfoo*tgeval my daaromtrent
gunfti^ genoeg is geweeft, vermits \'erweynige, of liever
peen PlaarlenopdeÄ\'«//\'zyn, waar dat ik niet eenige tyd
heb gewoond, en waar van met onderv inding weet te fpre-
ken.
Dog midlerwijl dat ik myn eigen nieuwsgierigheid
voldeed , bragt ik my te binnen, dat deivmcnfch niet al-
leen voor zyn fclf , maar ook ten dienft van zyn evcn-
naaften gcfchapen was, ook dat alles, hoe fraay her ook
magzyn, zyn meefteaardigheid veilieft , foo wanneer het
maar onder een menlch alleen ( fonder het aan een ander
mede te deelen ) als verfmoord blyfd. Hier door^vle^d
ik bewogen om het geen door my met geroegcn was be-
figti^d, ook aan myne Landsgenoten mede te deelen , en
wel te «erder, wanneer ik tot fulx te doendooreen my-
nergoede Vrienden vvierdverfogt, gelyk uyt myn eerden
Brief aan dien goeden Heer ge lehre ven , l\'d blyken En
al fchoon men uyt opgemclre Brief fou komien of
befluyten , dar myn Vrinds verfock qantlchelyk tekens
myn ftn was ; foo cn iS dog niets fckcrder als dat ik \'cr on-
derwei mede wasvoorfien, en iou het nog vry meer iTe-
weeft Zyn, ten ware de redenen in meer genulfen I rief
by gebragt , mcceenjg nadenken in my hadt-len ovcröéb-
ten , en wel voorn\'jmel3k het- laacOo- ^ te wectcn , her
gebrek van een goede, cn de reg iVwlt;x)rdigc wcereld be-
* * 2nbsp;haage-
-ocr page 20-V O O R R E D E
iiaagelyke flijl, enmaniere van welfpelden. Ik feg we!,
om dat het felve tegenwoordig feerveel vittensen beknib-
belens onderworpen is , en ik wil garen bekennen , dat
ik\'croprommigcpiaatfenalwat losjes ovef heen gelopen
ben, dog dat \'er den Drukker mede het zyne toegedaan
heefr, om het geene welgefpeldwas, qaalyk te fetten,
is van\'sgelyken onwederfprekelyk waar. Maar wat fil
dat ter faken dienen? Niets. Dit werk cn werd niet als
een Lcerftuk om iemmd in de fpelkunde te oefFenen,
iiytgegeven, maar om de nieuwsgierigheid van den Lee-
fer re voldoen. En ik gelove ook niet, dat iemand, dan
Letter en Taalkundige \'c fel ve füllen gewaar wérden Kom
jk. dan by defelve geen eer of roem te verdienen, daar is
we nis? aan verbeurd; ik heb het daar niet op aan gelegt,
of ondernome 1, maar het is boven, en behalven het hier
voren verhaalde , nog geldiied om de geene welke door
den fel ven geeft van nieuwsgierigheid als ik, werden gc-
dreyen , en andere welkers gcnegentheid t\'eeniger tyd
mogtc vallen, om hier hun voordeel te komen focken, een
net denkbeeld en feekere kennis van de gefteldheiddefes
Gewefts te geven, en de verfcheide gevoelens, die tot nog
toe daar van onderons zyn , te doen ophouden. Dit nu
is het geene ik met dit Werk beoog , en ik hope ook dat
het niet fonder vrugt fal zyn , \'t geen foo zynde, en dat
ik maar eenige weinige verpligt en dienft gedaan heb, foo
ben ik wel voldaan en te vreden, enfal my voor myne ge-
nomene moeite, en gedane koften , rykelyke beloond agten,
In den beginne iid ik dit Werk begrepen in vijf Boe-
ken^ en foo wzd Hamp;ofdßtikken als tot het felve wierden ver-
ei ft , \'r cerftc van dien handelde yan de geftcldheid der
Goudku ft.zyn lengte, hoedanig, en in wat Landfchaffen
verdeeld , Atx {dwtt vrugt^tnonvrugtbaarheid, en waar
meede de Bewoonderssm dien fig geiiecren.
Het tweede Boek behelfende een befchryving van de
woonders in \\ generaal, hun Aart, Gewoontens, Zee-
den s ^ Gamp;dsdknß ^ Regeering ^ gemeene Hnyshouding ,
en wat daar toebehoord
Ten derden had ik een berigt gegeven, wegens den Han-
del, hoedanig de felve, foo volü onk rJHaatfchappy, en
andere Europianen , als ook van de kant der Swarten
wierd gedreven.
In\'c vierde Boek befchreef ik alle de Gf^/^r^^^j- defes
Lands, foo v^dWild als Tam, viervoetig, krnypend, en
Tluym-gedierte , mitsgaders ook de yijfen , Veld- tn
Boom-gewaßen.
Het vyfde of laarfte vervatte een befchryving van dc
Koningryken Ladingcour , Coto beide de Topoos en \'t
fchoone Landfchap Fida, cn tot flot een omlands Reysje^
door my in den lare 1698. gedaan , dewelke het einde van
de gehecie befchryving w^s. Dog zedcrd heb ik gelegent-
heid gekregen om al her voorfeide in Brieven te vervatten,
cn aan myn hier voren gemelten goeden Vriend over te ma-
ken , en dieshalven heb ik ook een andere verdeeling ge-
maakt, cnnbsp;IVerkixi twintig Brieven\\it%m\'
pen : in ieder van de felve c\'el kens foo veel af doende, als my
na tyds gelegentheid nodig dagt , fonder echter eenige an-
dere verandering te maken, ak ten opfigte van den Handel,
welkers generale befchryving ik om redenen te zyner plaats
nader te verklaren, agterweeg heb gelaten. Voor\'t laat-
lle zyn hier nog twet Brieven bygcvoegd, door twee Per-
foonen in onfen dienft aan my gefchreven , wegens de ge»
fleldheid der Landen door haar behandeld, en daar ik noyt
ben geweeft. Dcefe nieuwe vecdeeling verhoop ik, dat den
Leefer niet onaangenaam fal zyn, terwyl ieder ^ßri^y^hifm
iets nieuws fal opdiflèn; althans het behaagd niy bcetcr ils
myn cerften opftel.
m
VOORREDEN,
\'t Heeft my een geruyme tyd , dat ik dit werk onder-
handen heb gehad i feer gedaan, dat met de konft van te-
kenen niet en was begaafd , nog dat \'er iemand in die
konft ervaren, op de Kuil wierd gevonden, terwyien ik
van gedagten was, dat een Boek met\'er ccnige vreemdig-
heden, waar van het fel ve gewaagd, inenaan hetgefigtte
vertooaen , geen kleine glans werd bygefet, als willen-
de het oog (\'t welk al een voornaam deel van ons lichaam
uytgemaakt) mede garen her zyne hebben , en in de vreem-
di^heden niet misdceldzijn; dog eindelijk, en na dat ik
met ichryven al feer ver was gevorderd gt; quam \'er een Per-
foon met gefeyde konft begon ftigd , op de Kuft aan te
landen, dies ik ook niet lang en draalde, maar (lelde den
zeiven aanftonds te werk, eerftelijk met hem alle de Forten
bcooften Elmina fo van Ons , de Enge Ifen als \'Deen en te
doen uyt tekenen , en om hem daar toe des te beeter gele-
gentheid te geven , ging ik die Reis in Perfóon (als zijnde
met een Commiße van den Heer Generaal Sevenhuyfen^
weegens faaken van de CMaatfchappy ^ beUft) met hem
doen. \'t Gedierte dat ons onderwegen op mijn bevel
wierd gebragt, is door hem mede na het leven affjcbécid,
en van her felve had hy ook wel foo goede kennis als van
het uyt-tekenender Forten, waarin menegter geen grove
misflagen lal gewaar werden , en enkelijk maarfodanige
welke de regelen van de Tekenkonft betreffen , en ,de-
welke van niemand als in die konft ervaren, füllen wer-
den befpeurd. Maar, de dood, dieniemand ontfiet, of
op de noodfaakelijkheid eenige agt ^eeft , trof den Te.
kenaar ( fo als wy gereed ftonden om ook een Reisje be-
werten Elmina te onderneemen) fodanig, dat hy binnen
weinig dagen gefond en dood was ; en d^iar door bleef
ik nét ten hal ven van mijn voornecmen fteeken, en ver-
mits w\'v zederd niemand meer van die konÜ hebben ge-
^nbsp;had
had, fo gelieve de Leefèr fig my, nevens met het bekomene
te vergenoegen. Egter leef ik niet fonder hoop om het
geene ontbreekt , nog te eeniger tijd te füllen bekomen,
en \'t welke hier namaals nog wel fou konnen werden by-
gevoegd , indien de Boekverkoper anderfmds maar ge-
lukkig genoeg is , dees eerflen d uk fpoedig uyt te ver-
kopen , als wanneer\'er neevens de overige Plaatcn , ook
wel een aanmerking over de geheele Kuß , mitsgaders
een nadere Befthry ving van de Boven-Kuß\\ de Bogt van
Guinea , en de Kufl van Angola by mögt komen, \'teen
en ander , indien wy tijd van leeyen hebben , fie ikmec
bewilliging van Myn Heeren de bewind hebberen nog te ge-
moet.
Myn verfoek van een iegelyk , wie het ook foude mo-
gen aangaan , beftaat voornamentlijk hier in , datiè het
my niet qualijk gelieven teneemen nog \'er fig aan ergeren ,
dat ik fo hier en daar den aart van een vryborftigen
lander laat blyken. Het en is niet gefchisd om iemand te
verkorten , maar om een Leste geven aan onfe nakomelin-
gen , en die \'er aangeleegen is om \'er fig in tijd en wijlen
van te bedienen ; dog is \'er egter-iemand die fig geraakt
vind, en die fchuld heeft, \'t en fal my niet leed zijn, al-
fo niet meene gehouden te zijn , wegens eens anders
flinxfe trekken de waarheid te moeten verbergen ; dog
andere die het wel gemeend hebben , en dit mijn fchrij-
ven niet wel en bevatten, ben ik bereid een nadere verkla-
ring te geven: want ik fal geenfinds in gebreken blijven om
ten allen tyde \'r geene dit werk behelfl:, flaande te houden,
tcgens wien( \'t zy met eer bied gefegt J het ookioude mo^en
zijn.
Van den verderen en onpartydigen Leefer eifch ik n\'êt
meer,dan dat hy mpe manier v^nfchry ven, die op fommi-
ge.plaatfen al wat dierlijk ofnaqkt fchijnd, niet en veroor-
deegt;
-ocr page 24-VOORREDEN.
deele, en nog veel minder dat hy daar uyt een gevolg fou-
de wiUen trekken , als of myn levenswandel op gelyke
leeft gefchoeyt was. Hierinzoude zig een ieder bedrogen
vinden, want de geene met wien ik de eer heb om mede te
vcrkeeren en brie en te verwiftelen, zyn niet onkundig, dat
myn ftijl Hg altoos meer m Raïllerie als Tedanterie (om
ook eens baftardtaal te gebruyken) heeft gevoegt: ook km
ik niet fien,dat\'er eenige wanhebbelykheid m opgeftoten
is-want\'k en laat my noyt in Raillerie uyr,als in\'t verhan-
delen van fodanige faken, welkeniet fm^eersenbehelfen,
endieshilvenhoopik, dat my dit kleine vermaak niet fal
benijd werden, maar dat een ieder regtfmnig Leefer toe fal
ftaan, dat ik, die\'et niet anders van en heb, myfelven
wel eenige plaifier mag aandoen; de fodanige füllen my
fcekerlijk t\'hunwaards verpligten ; dog de geene welkte
het altoos op de oude, en wel te regt ftyve deftigheid wil-
len hebben, mogen\'t gefeyde ovcrftaan, of ook wel den-
ken , dat ik voor haar niet heb gefchreven.
Dai ik doorgaans de kortheid, fo veel mogelijk was, heb
betragt, meen ik dat overbodig bly ken fal, want ander-
finds had ik dit Boek nog wel op de helft können vergro en,
met nog vaneenige kleinigheden te gewagen, of het reeds
belchrcvene wat meerder uyt te breiden. Dog hier om-
trent eens anders oordeel na het myne buygende, kan ik
niet fienof fulksfou den Leefer verveelen, want als iemand
te lang op een ftuk ft aat, fo fal hy in plaats van foetigheidc
een walging veroorfaken.
Heb ik ook de regelen tot het Boek-fchryven vereift.
niet wel in agt genomen , de Leefer gelieve te weeren,
dat deefe befigheid aan my geheel oneigen is: want ik
liebbe ondervonden . dat het een groot onderfcheid is,
een Boek te leefenoftefchryven ; \'t is mijn eerftevrugt,
en na alle gedagten fal het ook de laacfte zyn, en mede het
VO OHREDEN.
laatfledatiktotditvoorberigt (om het na evenmatigheid
van het Werk niet grooter te maken) zal zeggen, als en.
kelijk nog, dat ik den Leefer een volkomen vergenoeging
toewenfche, en verzoeke dèezen mijnen arbeyd in dmk
te ontfangen Waar mede ik my verpligt zal vinden om
te zijn en blijven haar
Toegeneigde Dienaar,
¥ * ♦
Oefchreeven aan «fcn H E E R E
Toen zijn Ed het Boek, genaamd
BESCHRYVINGE ¥AN DEGüINEESE
Een yder zal gepreezen worden, nadat zijne verßan-
digheydis, SPREUK, xii: 8.
JC hadde vaftelyk beftemd, cn voorgenoomen ,
, J Toen ik van Utrecht af,naar herwaards zoude gaan.
Nooit tot het maken van een lof-gedicht te koomen,
sM^ Op eenig fterfflijk mensjmaar om van nu voortaan,
In ftilte, en (r^ eenzaamheid mijn leeyen te verflyten:
De eeuw is te lekker, en te vies in Poè\'zy\'r
Dan bleeve ik ook bevryd van fchempen, en verwyten;
Naar \'k zie (z) demenfchlykheidblyftmy, als andre, by:
Ik ben veranderd (p met de tyd 5 \'t moet dog zo weezen.
Toen gy dit Boek befchreef, oordeelde ik \'t van myn plicht.
Dat ik ( het ftrekk\' tot nut der geener, die het leezen )
U quam begroeten met het volgende gedicht» ^
(i) Is cenSpKufetiyt HORATIUS : Beatus Uit, qttipfosttlnegofiis, amp;c. lib;
DU is uyt TERENTlUSt HeauU AB. i. Sc, i, v. Homo fum,
humani nihil a me aUenum puto.
(3,) Een oud Laiijufch versje: teitJ^ra mtmtur, ß m miftamm m tUU.
-ocr page 27-Te raeer \'er tufichen ons, eer ii (4) myne oogen Xiagen,
Zoo naauwe, en zuy v\'re band van Vriendlchap is geweeü;.
Als men van (5-) PYI. ADES, (in lang voorleeden daagen,
InAGAMEMNONS tijd) -n van ORESTES leeft;
Wy haddenfziilk een knoop van Vriendfchap ziet men zelden j
Een hert, en eenc ziel, wy trokken eene lijn :
Zal nu, om reedenen, die my beweegen, melden ,
(\'k Steir vaft, dat gy het weet) wie rechte Vrienden zijn:
Aan anderen, die zulx niet weeten, en dit leezen ,
Die, ofdoorjaloezy, ofonbezonne drilt.
Zich laren leyden, zou het dienftig kennen weezen ,
Als zy zich droegen, naar den mhoud van die fchrift.
Wat is dan Vriendschap ? Een verbintenis van menfchcn,
Wierover-een-komlt fpruyt uyt een rechtfchaape deugd,
Dien men gewaarword , naarelkand\'rens zin,en wenfchen;
En zulke VRIENDSGH APf t is een zaake, die my heugd)
Krygd evenwel een krak, wanneer ten geenen tyden ,
Komt te verdwynen.datjwaar me deVRjENDSCHAP fproot:
Het haaftig ki€fèn,moet me in VRIENDEN keur,verraydeni
En niemand lieven, wie hy zijn mag, kleyn, of groot,
Eer dat men oordeel van zijn doen, of hem , kan geeven ;
De VRIENDSCHAP zy oprecht, of ze is maar veinzery ,
En zoo de Vriendschap tot volmaaktheid word verheeveni
Diend ze wel ( ójecven groot tc weezen van weerzy.
Men moeÉ ook hebben een ontwyfelbaar betrouwen 5
Niet qualijk neemsn ., als men waarfchouwd zynen Vrinc;
Wanneer hydoold: Zo lang wy hier ons woonplaats houwen,
Zoo lang men meüfchen op des Aar4kloots omkring vind,
Xnbsp;Vind
U) Toen zyu^. in Guima xnoondt, hebbende veele jaarcn onzeviiend-
{chap , met bnevcn-wiffcün^oaderhouden, zoo als uyt den inhoud vati \'t Boek
blykt.
p PYlï^DES wïs een Zoone van STROPHIUS , ORESTES van AGA-
MPM^\'O V; men lerft meetdiergelyke vtiendeii in det)ult;^heyd , a!s an
PYRIT\'^ \'US raet THE^EÜS , ACHILLES met PATROCLUS, DIOMElES
mc!.STHENELU£, HERCULES met PHILÖCTETE , amp;c.
(6) OVIDIUS hecfc zul» in zynen tyi öc k : weetea, want hy zegd T«]?.
Liè, m.Efeg. lY» . . . amicitias Qpiibijmgefms.
Vind men ook menfchen, die(7) (leeds ttruyk len alle dagen,
En zoo een Vriend dan dwaald (\'t welk ligtehjk gebeurd;
Behoord men zulx, als iets verfchoonlljks, te verdraagen,
En met gedoogen, dat de Vriendschap wierd gefcheurd;
Dus ver,om reden,van een Vriend,enVaiENDSCH APS zaken
Waar in , voor die het leeft , nog eenig voordeel fteekt i
Nu zal ik , om ten eynd van myn beftek te raken,
Vervolgen , \'t geen aan \'t werk wel eygentlykft ontbreekt;
Devnleydingeoordecieik, allang genoeg te weezen:
Des kunt gy, \'t geen\'er volgd, metluft , en aandagt leezcn.
Al wat\'er word vercyfcht in een Gefcbied\'nis-Schryver,
Die de gefchaapenheyd der zaaken, in haar aard,
Verhandeld trouwlijk, met Omzichtigheyd , en Yver,
Op dat ze blyven voor den roeft des tijds bewaard,
Die uyt den fchuylhoek van de Aaloudheyd weet te graaven
Door arbey d, \'t welk voorheen niet was bekend geweeft,
Dezelve diend voorzien te zijn met veele gaaven,
Op dat elk een zijn werk geloove, die het leeft:
Hy moet zijn Ondericht in \'t geen hy zal verhaalen j
yryhorfiig, Onhefchroomd, in dat, \'t welk hy befchrijtt;
Hy moet voorzien zijn met een kennijfe van c8) \'ïaalen:
(Een deftig middel, \'t welk de wijsheid krachtig ftijfd )
Hy moet van\'t geen hy fehrijft, een lOor^/^^/konnen vellen 5
Hy moet ivel mUen, en moei Weeeten wat hy zeyd j
Die zoo voorzien , en zoo begaaft is, derve ik ftellen
Ten voorbeeld, en ten baak van een volkoomenheyd,
Want zulk een fehrijft niets, als vertellingen vol klaarheyd,
\'t Geen onverwrik\'lijk, en op vafte fehroeven ftaat,
Heeft geen verfierlel als de (g^onopgefmukte waarheyd,
Diezuyveris, en die zig zelf prijft, waar ze gaat.
CS) Dc Schry ver fpreekt taamelyker wyze dc Taaie der Neegen, of der Iiv-
woondcrsvauG»^^, cn dan ook de Taaie dctnbsp;aldaar te Lande gc-
bruyke-lyk,nbsp;.
(9) \'c li een oud Laiijnfeh vaars:
InduU nullo Ugmne veritas,
N«. lisquegaudet piBa colorièm
..........
:iy
\'h.
1:
Gy hebt al\'t gtene ik zeg, volkoomentlyk geweeten,
Uyt veele Schriften, en naauwkeurig onderzoek
Der Schryvers} vrant Gy hebt veel letteren gegeeten j
En dus begaaftge u tot het fchry ven van dit Boek.
Al wat ge doed, doed dat (i o) met macht, en wilt u haaflen :.
Dit wift Gy, en voldeed aldus ons herten wenfch;
Dat \'s leeven, als men leefd ten dienft van zy nen Naaften,
En zyn talent befteed, tot nut van de ELven-menfch ,
Wie zoo zyn tyd verHijc, heeft zeekerlyk dat voordeel,
Dat hy geen reekenlchap zal geeven in het Oordeel.
Om nu volkomcntlijk denLeezer te believen ,
En zoo te fchry ven als \'t u leyde op \'s herten grond
Hebt Gy, onopgepronkt, uw Werk volvoerd by Brieven ,
Naarvolgens\'t voetfpoor van Burnet(i i)en van DumoisiTs
Twee mannen van verftand: Die ftyl is buyten driften,
Eenvoudig, Aangenaam, Gemeyninyderwoord;
\'t Weetgierige vernuft word uyt zulk (lag van fchriften,
Tot meer vermaak , en meer genoegen aangefpoord.
If^ie wy-ze lieden volgd^ diens oogmerk is tepryzen:
Men word verßandig door \'t verheeren hy den wyzen.
Elk kan ook in een boek \\ verfchillende oogwit merken
Der Schryvers: De cene fchrijfr,wat tot ÓGBouwkunfi raakt.
Een ander weederora vaniïööw», Huyzen^ Kerken^
Kabinetten-, tnv^nBoeken: Deezemaakt
Zyn meefte werk, van uyt \'t gehoorde iets naar te praaten,
Maar Gy brengd niet een zaak , geen lettter aan den dag,
Als \'t geen Gy hebt gezien j Gy hebt niers naargelaaten,
Dat tot hcfchry ving van de Godsdienfl dienen mag,
\'t Minft dat Gy ons verhaald, heeft zyne prijs, en waarde,
Gy zijt te roemen, om de kortheyd van uw ftyl j
* # # ^nbsp;Qj
(lo) Dit hcbbenwc mcE weynigc veranderingeuyt de Fredeker SALOMONS
ïx: lo.
[u] Ook van andere, wier naamen te ycrhaalea i te verdrietig , cn te lang
zoude yailec.
Gy daald ook zdftot in {1het ingewand der aarde,
Om niets onaangeroerd te laacen. Midd\'lenvyl
Zoo yrnand luftheefc, om deTeyk\'mng tebeichouvven,
Die in dit Werk beknopt te zien zyn, niet op \'t grootft,
Dieican ze voor opregr, en voor geloof baar houwen,
Alszyndeop\'tooggefchied, metvalich, ofnaargebootfl.
Wie kan dan uwen Lol:, zoo groot alsze is, verkonden ?
Gy Zijt Opmerkend, van een zonderlinge Vly t,
Gy (chrijft van Z^^ gt; van Land, Bekeg\'ring , Free-verbondeu,
Van Eylanden zeer vérr\' geleegen, ook van Stryd,
En Veldjlag; Gy ontdekt ons onbekende dingen,
Die wy gelooven, dat waaragtig zyn , en wis,
Om dat Gy in dit Boek niet wilt te voork hijn bringen..
Als \'t geen door u van fluk tot ftuk (13) bezigtigd is,
Des moet ons uw verhaal verlokken, en bckooren.
Een Oog-getuyge is meer, als twintig die wat hooren.
Aan \'t Opfchrih van dit Boek wil ik my «iet vergaapen,
Schoon liet op \'t voorhoofd zooeen fehooncu Titnl draagd,
Als of er niet, als Goud, en Goudflof\'VJZs re raapen,
Op deeze Goud-kufl, daar uw Boek breed van gewaagd,
De naam is mooy, en doed elks herte in lieWe branden,
Mits \'t Goudta\\ berg ftofFe is, aantrekkelijk van aard,
Maar *t legd verhooien m des (14,) aardrijk« igt;igt;gewanden,
En \'t regt gebruyk word flegts voor weynige bewaard,
Geen menfch moet om het Go^^isf alleen zich zoo verneed\'ren,
Dat hy zou reyzen naar dit verr\'-geleegen land, (d\'ren,
^iGoud heefr geen vaite plaats^\'t vliegd beent 15-)iiiet arends vee-
ls voor den wijzen menlch een al tc onzeeker pan J j
Een Wijs man moet op \'t Goud zijn herte nimmer zetten,
Maar
(lï) Daar hy van deGowii-Mj\'wewfprefkt. J, Boek Brief, pag, 80, Scc.
(13) IscenSptcufc uftPL AUTl/S: Truc. Aä. z. Sc. 6.
Slwiseß teßis oculatus anus quam amiti decem^
C14) OVlOiUS fchryft \'er aldus van iu zyn Metamor^h. Lib, i, v, i jp, als hy
taii de knopere £euwe praat:
.^■•tsquc recmdiderat., pygiisque »dmoverat umhris:
Bffodmn titr é^zs.
(jf) Speick, jxi 11:^,
Maar leeven, met het geen hy heeft, gtnifl, en flil
Het IS een vafte zaak {men kan \'t fchier nier beletten) *
Me meerdev (16) Geud men heeft, hoe meer men hebben wil
Diegieng zijn, en in haargierigheyd volherdcn,
^ Zijn, enk\'lijk met het zien van \'t Goud, in haaren fchik,
c is een gewiile Spreuk: me {ij)fchielijk rijk wil werden,
y %lt m verxoehngen^ en eyndlyk in den Brik.
Dog zoo des menfchen luft, en zijn gedachten fpeelen ,
Dat hy (om met altijd tc blijven aan den heert
Der oud\'ren j reyze door des weerelds and\'re deelen,
Die zaake is laffiijk, en ten hoogften roemens weert,
Kan hy can in dat land de vreemdigheedeii ziende,
Zijn luft voldoen, en op een eerelijke wijs\',
Zig^, ais een vroom Ze\'/^z, tocëygenen (18) de tien de,
Dietoond, dat hyde kunft verftaat, die wind den prijs,
^^le word als baas gekroond, en gaat met \'r hachje ftrijken,
t Lukt maar aan (19) weynigen den Paus te mogen kijken.
Dog hoe zeer \'t veld uws Beeks van my word doorgewandeld
Ik merk dar nfet alleen van \'t Goud, hoe fehoon, hoe hef ,\'
Hae aangenaam voor \'t oog der menfchen, word gehandeld:
Ik vinei verandering van ftofFe in eiken brief,
Hier fchnjftge(en \'t geen gy fchnjft ftaat op zeer vafte beenen)
Van Vreemdehngen^ die daar woonen in dat land ;
V^ Pruyfers, Engelfen^ van Franfchen, en van Deeneny
En daar van Viffchery, van Land-bouw j hoe men plant,
En hoe menViilchen vangd. Nu gaatge ons oop\'ning geeven^
Van Godsdienfi, hoe men voor haar 4/fgo^neygd, en ftuypt j
Daneens van Vogelen, die in de hoogte fweeven 5
Ook van het minfie Dier, dat op der aarde kruypt \\
Gints
(I^J OVIDIUS befchtijft dat klaar, Fafi. Lib. i. als hy zegd •
Lreve^uniQpopes, Qp opumfuriurofa cupido,nbsp;^
pusfuMtpotae, flusRtim\'taqme.
(17) iTimoth.yv.,^,
(i^^IseenSf^eukeuy; hORATIUS. i Eé^xyiU
No» cmvu homvitontingit adire CorinthuL
Gints vindrae een brief vervuld van Boomen^ Frugten^ Kruydep
Dan van den Elefant, van Slangen llerk, en kloek.
De Slaave-kufl, cn hoe men handeld met die Luyden
Is niet het minfte, dat zig opdoed in uw Boek.
Elk plukk\' dan waar \'t hém luft, hy zal genoegen vinden.
Ferfcbeydenheyd in fpj%e is aangenaam mn Frinden.
Ik voel de rymens geeft begind in my te ftuyten:
El k leez\' dit Bock, en zie hoe \'t hem behaagen zal,
En volge u, BUSMAN , dan op \'t fpoor: Ik zal beüuyten
Met deeze regulen, maar vier in het getal,
\'t Boek van de Goud-kufl op \'t naauwkeurigfte befchreeven ,
Waarin men alles, \'t geen betreft die L^^i/r^^^, vind.
Zal u, na uwe dood, doen veele jaaren leeven :
Het zy zoo: \'t Is de wenfch , van die Eig noemd
Uiv Ft\'inä:
Rotterdam den
%%.N0V. mdcciii.
Med. Doäor,
-ocr page 33- -ocr page 34-gt; ^
■■■■ i
■- i
■j.jf\'JîS
-ocr page 35- -ocr page 36-/
-ocr page 37-eerste brief.
Handelende van dcGuinefeGoud^kuft in\'t gemeen,
en van \'t Jximfe Landfchap in \'t by fonder, als mede van de
befettinge der Nederlanders cn Brandenburgers in \'e zelve
Landfchap, ook van de flegteRegeering der laatftenaan
deze Kuß, en eindelijk van Ä\'eCö^f^, en\'c ongeluk aldaar
aan een i^fr/gekregen.
UE.fSÜlS*^^^^ AngenamedeneerftenJ5(?(rm^.i70Q. inleyding.
Gedagteekent, is my te zijner tijd
door CapiteinN. N. wel aangebragt,
waar uit met zonderling genoegen
hebbe beoogt, dat mijn zaken,door
\'t goed beleid en naarftigheij van
UE. een goeden uy tflag hebben ge-,
_____kregen; quot;\'k en kan niet minder doen
dan \'er UE, gedienftiglijk voor te bedanken , met betuiging,
dat ik alle doenlijke middelen fal te werk ftellen, en om zo een
ongewonen dienft na behooren te mogen erkennen en vergel-
den ; dog zeer ongaren op zo een wijs, als waar toe UE, my
nodigt, namentlijk, om ZIE een nette Befchrijyingvan dit
l^and te laten toekomen: want niet tegenftaande ik door mijn
iang.verblijf en inwoning alhier genoegzame kennis van deze
^ heb, of ten minften (om geen i^ö^fi^ te zijn) behoorde
te hebben j en dieshalven in ftaat moeft zijn, UE. te vpldoen,
Anbsp;zo
-ocr page 38-_____
?ijuüei*dogverfcheide Redenen, welke my daar van een
afkeer doen hebben , en onder andere twee van geen klein ge-
WJgt. Als eerftelijk de kennis van mijn eige fwakheid, welke
my levendig voor oogen fteld , dat ik met mijn eenvoudig
fchrijven, UE. onmogelijk zal konnen voldoen, noch de za-
ken UÎ zijn vereyfte famenhang op her papier brengen. Het
tweedeis van noggrooreraandagt en nabedenken, nament-
lijk, ofik, ais een dienaar van dt\'JVefi-Indifche Compagnie,
wel bevoegt ben, cenige verklaanng, of opening van haar
Edel: flaat en gelegcntheyd aan anderen te geven. Hier aan
nu zeer twijffelende zo had ik wel gewenft dat UE. my van dit
laftig Pak had ontflagen, op dat ik, en miflchien ook UE.
hier van geen naberouwen mogten krijgen. Doch de verplig-
ting aan UE. ï\'s zoo groot, en quot;l^E. vriendfchap my van zoo
hoogen waarde, dat ik over gezeyde zivarigheyd heen ftap-
pende, UE. zal tragren te voldoen? nochtans onder belof-
te, datUÈ. my, in myn fchry ven foo hier en daar wat fult
moeten toegeven, en vervullen het gebrek van ftijl met UE.
gewoone goedgunftigheyd : konnende UE. voor het overige
fig verzeekeren, dat het my, om UE. een volkome vergenoe-
ging te geven, foo niet aan magt, ten minften aan een goede
wil niet ontbreeken fal.
Wanneer my dan weeder tot UE. Brief keere, zoo bevin-
de dat UE. nieuwsgierigheid, eerft en voor al gaat, over \'t
Landfchap\\vz?Lrà-3it u Neef j\'ongft door den Heer Generaal\\%
geplaâtfb Om UE.daar opbehoorlijk te antwoorden, zoo
lefchry- dient, dat het Axim genaamt is, ecnLa«dfchap bebouwd,
^t Ârïïe voorfï\'en met zeer veel groote en fchoone Dorpen, alle de-
Land,is vol zeive zijn by uytncmentheid volkrijk , en leggen gezeide
Dorpen, en Bvrpeny ZOO wel aan den Ömr derÊ^^, als Landwaardsin,
*olkry!r, ^^^^ grootfte Dorpen langs de Strand, of aan , leggen on-
der de Fofien der Nederiandtrs en Brm^-enburgns, waarvan
dat der Nederlanders nog wel het voornaamfte is.
\'t Fort Srnbsp;alhier, is genaamt Si.Antom, zijnde het xijnc
Aoroni,* benaming verfchuldigd z^n àç^Portugetfen, welke daar voor
Ihoedanig deezen Heeren en Befitters van ^ijn geweeft, doch door ons
gcboad, iïidenjaare van daar, als ook van meer anderePJaat-
fin en Kufien, verdteeven. En waarlijk iict fcheen in voori-
g«
-ocr page 39- -ocr page 40-quot;Sit
l!l
I)
if
■M i
^iiil
II
■■■ : •■■■^..■•X-X i ■.
quot;1^ Mi
^r-V, ti
getijden, dat denbsp;Landaard aan andereZd!;/^/^;?, de-
zelve op te fpooren, als wanneer die dan qiiamen om \'er haar
van te ontlaften, en het in eygeiidöm na zig te nemen. Dog
dit overgeflagen, dit För/y^ is niet groot, dog zeer fraay , en
net Gebouwd, en te gelijk ook fterk, en wel gelegen, voor-
fien met drie go^de Bmeryen, Borfluoeringen, Buytewerken ^
en hooge Muuren, aan de Landkmt j mitsgaders een genoeg-
zaam getal goed Kanons dieshalven als het van mondkoll: voor-
fien was, zo zou het tegens een grote macht van dezen Land-
aard beftand zi;n.
\'t Is mijn van herte leet, dat ik UE. de aftekening van \'t
zelve niet kan toezenden, gelijk van mening ben geweeft,
dogdegeen welke dit zou ge wrogt hebben, is ons, wanneer
nog maar ten halve het werk gedaan was, door de dood ont-
rukt, dies UE. geen aftekening van eenig Förif bewerten £/-
mina gelegen, te verwagten hebt, maar wel van die geene
welke Ooftwaarts van\'t voornoemde Elmina zijn gebouwd.
UE. weet zijn Neefs bediening j die van zijn Opperhcofdis
Oppercommis, of Opperkoopman, Zijnde jegenwoordig de Heer
N. N, dewelke zo wegens de Compagnie, als den Generaal, een
volflage gebied over dit geheele Landhttïi, en zijn de Inwoon-
dfrs onder een grote ftrat ofbeete verbonden, om alles dat in ^^^^^ ^
haar ZW komt voor te vallen, hem aan te dienen, en ver- bied of ge-
mogen zy niet het geringfte buyten zijn kennis, ot toeftem- fag van den
ming verrigten, bekledende hy in dat Land de plaats van Op- Koopraan
perregter^ niet nalatig en is om nevens de zwartenbsp;tocAsim.
alle overtreders en quaaddoenders,na squot;* Lands wijze te ft raffen.
Hoedanig dces Regtpleging toegaat, zal ik juy de eer geven,
wanneer tijd van leven heb , UE. met een anderen Brief te
verftendigen, en nu eer ik verder ga, IfE.eenkleyne fchets
GuineefeRufi t doch voornamentlijk dat men de Goud-
fe/noemt, (endiewy nevens andere befitten) geven.
Guinea, is een wijd uytgeftrekt Landfchap^ van eenige hon- Guinea is
derdmijien; \'t welk in zig zeiven ontaÜijk veel zogroote als eenwyd
kleyne Koningryken befluyt, behalvennoch veele dewelke bynbsp;\'
wijze van een Gemeene beft werden geregeerd.nbsp;\'
Veel Schrijvers hebben gemeend é.-iX.Gmmazm machtig
Koningryk was, welkers Koning door \'t geluk van den Oorlog,
^ en zijn ÏVapnen een groot getal Lands.on^tx zijn geweld heb-
bende gebragt, dees geheele Landfireek tot een Koningryk ge-
Schryvers, maakt hadde, en aan\'t zelve de naam van Guinea gegeven,
aangaande Qoch dat dit een zeer grove misflag is • hoopikUE.by gele-
d quot;{quot;roken gentheid te toonen, zijnde de naam van Guinea by de Inwoon-
er pro en ^^^^ ^.elt niet eens bekend , dies het ingebeelde Guineefche Ko-
ningryk niet in de weereld, of ten minften noch zeer verre te
zoeken !S.nbsp;.. , ,
Lengte van Goud-kufi» een gedeelte van Gmma zijnde. beüaat een
GoudS lengte van ontrent, ot ruym feftig mijlen, en begint met het
waar dcfel- Goudriviertje, drie mijlen beweften^^w, of twaalf mijlen
vebegind , \\yQyQxx Jxtm, cn eyndigt met het Doi-^Ponni., zeven oi agt
evmtó mijlen becüiten ^rr^?.
\' JVlet dc Landfireek tuilchen Jffinê Rio Cobre, een mijl
boven ons Fort St. Antoni gelegen, te befcjinjven, zal ik U E.
niet ophouden, mits den handel daar ter plaatze jegenwoordig
zo flegt is, dat wy haar zelden meer gaan bezoeken. Voor
Sl-pten quot;egen, tien, en meer jaren wierd \'er fterken handel gedre-
hatfdel aan ven , maar t\'zedert dat het Goudryke Landfchap Aniné (van
werwaards het Go«^^aldaar wierd gebragt)door de DincHmafe
isgeilagen, enbynaverwoeft geworden, t\'zedert, zeg ik,
ishierweynigtedoen geweeft, cn\'t weynige dat hier noch
werd ontfangen, is vals of van zeer flegten deugr. Dieshal-
ven hiervan affcheydende zalik over
penyWcM\'^t op de Goud-kufi langs \'t StrandTAya. gelegen, en zon-
der de magtigflen van dien, of de Koningryken de voorrang te
geven, maar fimpelijk van boven af beginnen UE. t\'elkens
zo veel ichrijvea als de tijd zal willen toelaten.
Al de L.andfchappen van de Ancoberfe Rivier af, tot aan het
Tgt;ot]pPonni, zijn elf in\'t getal, alsAxim^ Ante, Adom^Ja^^
\' bi y Commani , Fetu , Saboe , Fantijn\', Acron , Agonna^ en
Aqti^mboey yeder van dezelve heeft een , twee» drie, of meer
Dorpeu aan Zee leggen, zoo onder de Forten der Europianen,
als tuilchen dczelvcn in, doch haargroottte en Volknjkfte
Dorpen , hebbcnfc gemenelijk Landwaards in. Seven van
gezijde i^andfchappen zijn Kmingryken., als hebbende een jegc-
hjk zijn eygen Koning^ de overige mag men billijk de naam
fan een Gemecnebelt geven , cn werden door eenige der
AffuW.
En waar
ïiytofiK-
ftaar.
Namrt»
tan al de
Landfchap
pen op de
Goudkuft.
voornaamfte onder haar beltierd j cdog welke dezelve zyn,
ftaat ons in \'t vervolg te toonen. Ik zal dan eerftelijk, volgens
mijn voornemen , van het Jximfe l^andfchap (^vttkcn , te klaring vsalt;
weeten, dathetinvoonge tijden van een redelijke groote en Asim,.
magc IS geweeft, (namelijk na \\ vermogen van dezên L^and-
aardy ) maar door de komft der Brandenburgers op deze Kuß,
hebben de Inwoonders zig verdeeld j een gedeelte heeft zig on-
der dc belchermmg van de nieuwe aangekomene begeven,
als zig zeiven aldaar een (achter Heerlchappy en vryer toom
belovende, gelijk als- uyt het vervolg zal blijken j en dit is
haar ook niet ten eenemaal mis flukt. De overige wel van de
eerlijklte» en haakte min na verandering die bleven by ons i
fchoon zy, als gezegt is, door deze afzondering haar L^ïW als
gefcheyden hebben. Zo zal ik\'er egter niet opzien, maar
ziinhQtAxmJet.and, zo als het voor deezen geweeft is, een
lengte van ruym les mijlen geven, te rekenen van meer ge-
melte Rio-cobre, ( of Jncober, doch anders gezegt Slange-Ri-
vier, omredenen, na alle vermoeden, door Por tugefen zo
genaamt, om dat zy haar loop flangsgewyze Landwaards in
ftrekt, ter lengte van een menigte mylen ) tot hst Dorp
^«jff/b^ï een mijl beweften ons aan het Dorp Boutrygz-
legen.
De zwarten f Negers) o^Bewoonders v^ndÄi L^^^^/zyn door» Heeft rykc-
gaans rijk en weeldrig, endie grooten handel drijven met de Jiwoon-.
uyt het L.and komende Koopluyüen, doch welkers Goud zy voor n?^
het meerendeel aan Boord van de hier ter Kuß komende Sehe koopluy-
pen, zhEngelfeenZeewwfeL.oYrmdï^yerSt^ befteeden,. niet dctu.
tegenftaande de zware ftraf die zy zig door dg,es verboden han-
del op den hals halen: want ^oo wy haar op dees handel komen -
te betrappen, zoo en 2y nze niet alleen al het door haar gekog-
te goed quyt, maar worden daar en boven noch dapper in de
Beurs getaft,. en moeten een fraayegeld boete op brengen j Dcrzelver
doch uit fchrikt haar niet af, zy onderneemen het telkens we-
der op n euw, op hoop van niet tc zullen werden agterhaald-j ^^
ook zyn de meefte wel zo erg, dat zy de Slaven van de Com^ vallendco
pagniet welke op dit fluykenbynagt moeren paflèn,, enby
gevolge zoo veel als Verklikkers zyn, de handen zalven en
meteen fteekpeniiingom zetten, als wanneerfeonbefchroomd
A ^nbsp;haar
-ocr page 44-haar handel können dry ven 5 en beletten dat wy pas meer als
een hondcrfte part van dit Goed komen aan te haaien. De
reden nu waarom de Invjoonders met zoo groten gevaar dees
verboden handel dry ven, is, om datze de Koopmanfchappm
van de Lorre ndrayers, voor een derde of vierde minder als by
ons können krijgen, en zomtijds ook deugdelijker goed. Dies
U E. ligtelyk kond bevroeden, dat zy hierom al eenig gevaar
zullen willen uytftaan, want door dees handel eenigen tijd
gelukkig te plegen, konnenze hen haaft rijk maaken.
1 k zeide zo even dat de fwarten zomtijds beeter, of deugde-
lijker goed voor een derde of vierde minder in Prys by deLor-
rendrayers konde krygen, dog ik mag wel zegge van ZO niet
altoos, tenminftendemeeftentijd, reedenen hier van, zyn
deeze, dat de Lorrendrayers geen andere Laften hebben te
dragen dan het fimpele maandgeld van Schip en volk, en voor
de laalle geringe koil, en dat nog meer voor weynige maan-
den, daar in tegendeel de maatlchappy , boven en behalve
haar Scheepen een zwarenLaft op den hals heeft, zowel van
de manfchap of bezetting op de kuft, het onderhouden der
forten, vereeringe aan de inboorlinge om faun op onze zyde te
houden, het voeren van zomtij ds noodzakelyke oorlogen, en
honderd zaken meer te lang om hier alle aan te halen , en was
het dit maar alleen dat en zou haar nog zo niet krenken. maar
de Laft die haar Edele in Europa hebben, van hare bedien-
dens, zo wel hoge als lage, können dezelve meerder te druk-
ken i en veele waanwyzen aanleiding gegeeven heeft om te
vragen j dat, wijl de maatfchappy haar buytenlandfe bedien-
dens niet Ernftigers aan beveeld als de zuynigheid te betrag-
ten, en alle onnodige onkoften te vermyden, waar om het
haar Ed. daar in Europa zelfs niet werkftellig maken, met het
affchafFen van alle onnodige broodeeters en Loontrekkers, en
\'t bewind aan weynige overlate, dog de zodanige bedenkt
wel ligt niet eens dat de maatfchappy uyt vyfverfcheyde ka-
mers beftaat, die ieder als een maatfchappy op zig zelven
moeten aangemerkt worden, en dienvolgende ook van hun
eygebewindsheeren, en bedienders voorzien zyn; of dit ge-
tal nu kan verminderd werden, en of zulx de maatfchappy zo
groten voordeel als zy voorgaven zou aanbrengen, daar van
wil ik het bewijs aan haar overlaten, zeer gaarn bekennende
my het zelve niet te verttaan, behalve nog dat het ten eene-
maal buyten mijn is»
Buy ten het voorenverhaalde hebben de Lorrendrayers nog
een voordeel waarom zy haar Goederen beeter koop als wy
konnen geeven en\'er egter nog zoveel opwinnen, zyt gy
beniewd om de waarom te wecten , \'t is, om dat zy voor het
een, en zelfde goed veel minder geld alswy befteede, dit zal
UE. miikhien vreerad voor kernen, en zo heeft het my ook
gedaan tot tyd en wyle dat ik door het vergelyke der fadures,
of verkoopreekeninge en de monfters der Goedere teegens den
ander daar van wierd overtuygd , hier van de Reedenen aan
de genome Lorrendrayers vragende, gaven die my ten ant-
woord, dat de maatfehappy 20 wel met gereet geld ter markt
gmgen ak gy , dog dat haar meefters als hun eyge belang zijn-
de, den inkoop zelf deeden, en vry wat nauwkeuriger in \'t
uytzoeke der Goedere en in \'t maken van de Prys waren, dat
ook Zohaaft de maatfehappy een eys ora dees of geene Goede-
ren van de Kuft aanquam 5 zo gaven zy aanftonds bevel aan
de Leveranciers om een zeker getal van die Goèdere te leve-
ren , dewelke zig meeftentyds van dees geleegentheyd bedien-
de, en by aldien het wat Nieuws was, zo lieten zy de maat-
fehappy voor zodanigen getal als dezelve begeerde inftaan,dog
in plaats van de Leverantie ter behoorelijker tyd te doen , zo
ver,kofcen zy om hun verkoop en winften des te groter te ma-
ken , vtezelve Goedere viin die tijd af, aan de Reeders der Lor-
rendrayers makende de matfchappy wijs datze de Goedere
nog niet konde leveren, maar het by een nader vertrek van
öcheepen te zullen doen, ondertuflchen gingen de Lorren»
orayers haar gang teegens wien zy zig niet en on tzagete zeg-
pn» datze hun keujr maar zoude neemien , en dat hetover-
ichotgQetgenoeg voordeisaatichappy was, wanneer zy nu
de Lorrendrayers konde verkopen, dan wierd
uet eyn^hjk, ea dat nog terj duurften, aan de maatfchapj^y
geleverd, welke het dan ook volgens het gemaakt verdrag
vprW ^nbsp;zy zig ook bevorens hadden
y^rDonden dat dtt met eens, of tien, maar meermalen geb3ui:d
iS heb ik tot groot nadeel van de maatfehappy, enookvanv
myó!
-ocr page 46-myn, gedurende myn^aanweezen op de kuft, wel ondervon-
den, want zo haaft quam\'er niet iets nieuws\'t zy van Cou-
leur of iets anders uyt, (want men moet weeten dat de neegers
zo wel hunne modens hebben ais wy,) of wy ontboden dezel-
ve aanftonds van de Heeren Bewindhebberen, maar wat ge-
bcurdendermeefterityds, deeerfte Lorrendrayer, die, (na
dat ons verzoek in Europa gekomen was,) op de kuft quam,
en allé die hem volgde waren van deeze Goedere voorfien, dog
wy en krcegen dezelve niet voor en al eer, dat \'er het vetje,zo
in Europa als op de kuft al af was, en dat de Winkeliers dezel-
ve niet meer na haar genoegekonde verkopen; ditzegikis
ons meer als eens cn tienmale gebeurd, en \'t zelve berigte ons
ook klaar hoe geheim de papiere van de kuft wierden gehou-
den , en datze veele maar diende om hun eyge belang voort te
zetten, ongelukkige meefters waaragtig , die van zodanige
baatzoekende menichen werden bediend , maarbafta, ik zou
myn door den iever wel laten vervoeren, die de wagt aanbe-
volen is, hoop ik datze waar zal neemen, en daar meedc wil
ik\'er af gaan fcheyden.
Dcbena- \'k En gcloof niet dat UE. onwetende zijt, wat wy hier
tniiigvan ^loor de naam van I/orrendrayer verftaanj doch daarinon-
kundig zijnde, zo diend dat het onvrye Scheepen zyn, door
klaard: zyn eenige Koopluyden-, in Holland uytgeruft , welke door haar
oovrye handel diezy hier doen dry ven, \'t Regt ofte vryheyd van den
Schecpeii.nbsp;^^n de Wefl\'Indifche-Maatfchappy verleent, om dees
Kufi alleentebehandelen, befteelen, en te kort doen, dies
ook de gezijde Scheepen, indienze van ons werden geknapt ,
voor goede buy t werden verklaard, en Zo zy \'er zig met ge-
HocJanig Weid tcgens aan kanten, en egter van onze Scheepcn vermee-
Thatdclr worden, zo hebbenze, na inhoude van d(QPlackaten(viyt
eil bevel van den Staat ^ al omme afgekondigt) lyf en goed ver-
beurd. Dog fchoonwe te mynen tijd voorbeelden hebben ,
dat er Lorrendraycrs met geweld zijn vermeefterd, zoo zijn
de Placeaten doch nooyt zoo ftreng uyts^evoerd , maarwy
hebben ons vergenoegd, met de voornaamfte Belhamels ten
voorbedde van anderen te ftrafïen.; van gezyde onvrye Sche-
pen , zijn \'engedurende mijn aanweezen alhier, eenige wey-
nige genoomen,, cn opgebracht, doch indien\'er zo door de
een,
fwarc ftraf
opdczclre
^ip jcftefd»
B?quot;
-ocr page 48-S- l .C \'
\\ M,
een, als ander Dienaar van onze Maatfehappy, wat beter wijs
opgcfteld was geworden, daar hadden \'er zeekerhjk vry meer
in de kaars gevlogen. Maar wy zullen, ora niemand te be-
fehuldigen, wijl een iegelijk zyn zwakheyd heeft, hiervan
affeheyden, en befien, waar mede, of door wat middel de ^^ ^^^^^^^
Imvoonders v^nAxim zich zeiven geneeren; \'t zelve beftaat aattdeVS^
buyten den handel in den Landbouw, cn Fhvangß: van \'t laat- u oonders
fte zijn\'er egter maar weynig, maar daar entegen zijn meeft van Axim,
alle de Inwoonders, bezig met den Landbouw, voornamentlijk
in \'t Planten of Zayen van Ryft, dewelke hier meer als elders,
overvloedig waft, en van hier de geheele Goudkufl over ver-
voerd word, brengende Inwoonders daar voor weeder van
andere Plaat zen, Milhio^ Jammes, Pattattes, O/jynbsp;, Axim gerft
en zo voorts, om redenen dat dieVrugten hier zonderling Jq^h^^^\'
fchaars zijn, en is het Jximfi-Land»ot Aardryk door zijn vog- „^g Koom
tigheyd wel bequaam tot het vergaderen van Ryft, en zoeking eifandcre
vanFruyt-Boomen, diebyde een natte grond vereyfichen ,
doch niet tot het winnen van de genoemde Vrugten, welke
zy ten meerendeel van andere Plaatzen moeten hebben.
Van de aankomft der Brandenburgers heb ik hier vooren met \'t Btandcn-
een woord of twee gewaagt, doch zullende hier wat nader van ^^urgfc
dezelve fpreeken. Zo diend U E. voor af te weeten, dat maar predrikT-quot;\'^
driekleynemylen\'beooftenons i^ör? St*Antoniy haar Hoofd-bSgquot; ^
Fortres, gcnzzmtFredriksburg, xm hexDovquot;^ Vocquefoe» op
den Berg Mamfro gebouwd, gelegen is, het is een aanficnlyk
en redelijk groot i^ör/, gefterkt met vier niet vandekleynfte , ^^
Batteryen, dewelke yoorficn zijn met zes-en-veertig ftukken cnwaa\'gel
Kanou^ doch leer licht en meeftendeels van\'tkleynfte Ilag, legcn.
de Poort van dit Fortï^ zo fehoon als een op de geheele Kufi,
luaar na mate van het Fort veel te groot; dies men haar met
goed regt, gelijk aan de Burgers van Minde wierd gedaan,
mögt raden, van haar Poort toe te houden , op dat \'er het Fort
niet door mögt komen weg te loopen. Aan de Ooftkant van
fcetFor/hebbenzceenfraayengerieffelyk5i!i!j;?^w^r/è, \'twelk
haar veel gemak byzet, maar dat het Flt;?f/ook zeer veel van
^n fterkte beneerad, gemerkt men over dit Buytenwerk, het
¥ort op een gemakkelyke wys zou konnen beklimmen , en
overjtompelen; doch de grootile fout in\'t bouwen van deze
Föf^r^^begaan, is, datze de Borflweeringen zoo laag hebben
gelaten, datze maar even tot de knien komen, waardoorz«
voor \'t fchieten van die van buyten t\'cenemaal bloot en onge-
dekt ftaan.
h Welk haar in tijd van Oorlog, al was \'t maar met de Swar-
ten , zonderling qualijk zou komen: want geen menfch kan
zig op de Battery of Gordynen begeeven, of men kan \'er hem
van buyten meteen Snaphaanuytgezonderdalleen
aan de Landkant waar dat dc horflweering zyn vereyfte hoog-
te heeft. Voor het overige is de bouwkunde redelijker wijs m
acht genoomen. Van binnen is het Vort met een goed getal
fraaye Woningen voorfien. De Aftekening zult gy om ree-
den hier vooren gemeld voor als noch moeien mitlen.
Eernaam Tot Opperhoofd van dit Vort, cn met eenen ook van de ge-
vaii hetOp. hecle \'^efetting der brandenburgers^ hier ter K«/, (beftaandc
pcrhooM, jj^ Vorten en een Loge,) hebben zy een Perzoon welke de
aeïorf Eernaam voerd van Directeur Generaal, wegens zijn Keur\'vor\'
flelyke Doorlugtigheyd van brandenburg, en deilclfs Africmnfe
Compagnie , zedert eenige tijd zynnbsp;Opperhoofden %
cn verdere bediendens, buyten de foldatcn, meeft alle Neder^
Wmgeweeft,Mewelke in navolging van ons, altoos ge-
tragthdgt;ben, zoo een volftrekten gebied over haar Onder-
hoorige Swarten te voeren , als onzen ¥gt;.oopman aan Axim,
Doch zulks heeft haar nooy t willen gelukken, eensdeels we-
gens haar evgen onredelijkheyd, en oneenigheyd onder mal-
kander , als ten anderen door den fchelmagtigen aart der ge-
zyde Swarten, welke meeft alle om het een of ander fchelm-
ftuk van ons gevlugt zijn, en zich hier ter nedergeflagen heb-
SetenGc- Scvtti Opperhoofden, DireUeurs % heb ik te mijnen tijde
iieraals ten ^^ de K^z/gekend, de eerfte was een Embdenaar^ genaamt
^hryvers, Jan Nyman, een Heer met een gezond oordeel, en goed be-
op den an- grip bcgaaft, en daar nevens ook wel ervaren in de zaken de^
deren ge- ^er K. dies hy zijn s\'Meeflers belang ook ongekrenkt heeft
voorgeftaanen bewaard, voerende zijn zaken met fco zon-
laocdanig derlinge voorzigtigheyd en goed beleyd uyt, waai^door hy
geregeerd hier te LW^ ook ccn goede naam heeft verkregen, en met
hebben, en oroote cer van de vertrokken is. Hy heeft tot Opvolgers
fcniofaan ^nbsp;gehad
gehad de Heeren Jan cn Jacoh ten Hooff, Vader en Zoon, ,
welk van s\'gelyke mede eer met haare Regeering hebben in- twcdTn cn
gelegt, cn haar onderhorige in toom gehouden, voornament- derden ge-
lyk de Zoon, dewelke door zijn buygzamen aarr, en minne- gc^m \'
lijken omgang, zig van al de Sivarten deed beminnen, en een
iegelijk tot zig te trekken: waar door den Staat der branden-
^^^r^malhier zeer wierd verbeterd, en uytgebreyd. Dus ik
wel derf zeggen dat de Maatfchappy van \'Rrandeuhurg , noit
dienftiger Man, om haar belangen waar te nemen, als dezen
hebben gehad, en miflchien ook noit krygen zullen. \\^\'aar-
om zy ook den dag wel mogen vervloeken waar op ze hem
hebben doenligten, en een ander, met name Gysbregt van -rvierde
Hoogveldi in zijn plaats zonden , dewelke van te vooren in Opppr-
onzen dienft Y^oopman van Axim was geweeft, daar hy zijn Holt;^fdseefc
Onderhoonge zoo qualijk handelde, dat onzen Heer Generaal op^SaSf
Joel Smits, neevens zijn Raad genoodzaakt was hem van zyn aan het
Ampt af te zetten, en voor onbequaam van de Kufl te zenden j verderf der
wanneer dan deezen weder in dienft der Brandenburgers was
geraakt en met het oppergezag op de kuft gekomen, zo heeft
hy aan de Swarten, (by wien hy van ouds in den haat was) om
zig van haar te doen beminnen, zeer veel vryheden, en on-
gehoorde voorregten moeten toeftaan, waar door \'t gezag
der Brandenburgers hier te Lande geen kleine krak quam te
ontfangen, en voor hem de eerfte fteen van haar verderf wierd
gelegt. Dog dit mögt hem Hoogveld egter niet helpen, vs^ant
na een korte Regering ftonden de quot;blanken en Smarten gelyke-
lyk tegens hem op, en nadat zy zijn geding opgemaakt hadde,
wierd hy door haar uyt de Regering gezet, en van de Kj^/? ge- ^
zonden, en verkoren in deflelfs plaats een Mennonifi^ genaamt j^^^fy^quot;
Janvani^aar, een Perzoon welke meerder verftand had, om nktlerL-
een ftoop V^randewyn s\'daags te nuttigen , dan het ware belang terd, maar
van Zijn Heeren en Meefters te behartigen en waar te nemen.
Hier mede begon \'t ook al in \'t wild te lopen, ftaande de zakennbsp;\'
van dezen van Laar reeds alzo verward, dat hy na een korte
Regering , tydelijk door de dood wierd vs-eg gerukt, en het
tot zijn Opvolger ( als de naafte ) eenen Jan de Fijfer ^ dewel- ^
ke qualijk zo veel verftand had dat men hem alleen by\'t vier
mocht vertrouwen, en daarnevens nog zo ongeluckig, dat
men z,ig niet veel van zijn Regering mögt beloven. Kort na
het aanvaarden van \'t Opperbevel wierd zijn hoopman tot Aco\'
da, door de Swarte dood gefchoten, en wijl hy geen beleid
nog magt genoeg had om wraak over dees euveldaad te ne-
men, zo hebben de iV^^m, in haar buytenfporigheid voort-
gaande , haar wreedheyd noch verder ten kofte van \'t leven
Die van Je van eenige zijner B/^»^^»geoeffcnd , enlaatftelijkhem zeiven
Swartege- gevange Landwaards in vervoerd, en na eenige dagen god-
vangan, en ^Qoslij c halt gerabraakt, en met een menigte Steenen om het
wad^\'Lnbsp;^^^ gefmeeten en verdronken j van dees fchendaad,
Sagt,^*^quot; welke ten hoogften vertoeyelijk is , werd zeer verfcheyden
gefprooken, dog het komt egter alles eenparig hier op uyt,
dat dees Moord niet alleen met medeweten en toeftemming
der B/^ï;f^jC\'i?;?isgepleegt, maar zdf, zo men zegt, door haar
bevel , werdende hier van de meefte fchult gegeven eenen
Wie daar Adnaan Grohbe, dewelke door de Swarte tot Opvolger van
\\andc den vermoorden wierd gefteld. Word hy nu ten onregten
befchuldigt, zo verhoop ik, dat hy zig zal konnenverant-
gegevcnr woorden, en zig van dees lafter zuyveren: doch ij het zyn
bedryf, zo verichaf den Hemel hem, en alle verdere Mede-
DÜgtJge loon na werken, want hierdoor alle Europianenttn
crakin haar Gezag hebben gekregen, ftaande het,, en niet
Ronder reden, te dugten, dat de andere Negers dit voorbeeld,
wyl\'t ongcftaaftblyft, zullen navolgen, en zo zal ten laat-
Gehecl ften niemand zijn lyf meer zeker zyn. Hier mede legt nu de
wtval der hoogheyd der hrandenhurgers ten eenemaal onder de voet, zon-
femeeisT ^^^ ^^^ ^^ 2;ien kan dat zy het ooy t weder meefter zullen wer-
^ \' den, want denbsp;die\'er nu den duy mop hebben, zullen
haar altoos na haar Pypen doen dan zen en boven haar heer-
Ich en.
\'kEn heb om de feldzaamheyddervoorzeydezaak niet in
gebreekc mogen blyven, U E. dezelve mede te deelen , op dat
UE. nevens myen alle menfchen hier ter Kuß , zoo een
fchelmftuk moogt verfocyen : en te meer heb ik het UE. niet
willenonthouden, om dat UE. grondige kennis van den han-
del der Emhder-Maatfchappy in Europa hebt ook te gelyk
moogt/icn, hoedanig haar zaken alhier tzederd eenige jaren
hcrwaards zyn bcftierd geworden. Hiermede van dees StofFc
af-^
-ocr page 53- -ocr page 54- -ocr page 55-aifcheydende, begeve my doch derdehalfmyl meerder Ooft-
waards aan, even beneden Yiaho-I\'refpmtesalwaar de bran-
denburgers aan het dorp Acoda noch een Vortje hebben, ge-
naamt Dorothea, van ons voor omtrent elfjaren uyt hoger be- Fort d..-r
vel tan haar ingeruymd en gegeven, en tzederd door haar mer- buïquot;jrs\'
kelijk verfterkten verbeterd, \'tis gebouwd als volgt: ecrft
een Huys met een Plat gedekt, en daar aan twee kleyne Bat- Dorothea.
teryen, en\\\\r\\vzGardynen\\ op welke B^ïWery«?^ zy ligte Huk,
ken Y^anon hebben geplant, \'t overige van het Huys is wel
met een genoegzaam getal hamers en Gemakken voorfien,doch
alles maar ligt en digt opgebouwd.
Tuflchen Manfro en Acoda hebben de brandenburgers in den
jare van 1694, noch een Huys gebouwd aan het dorp T\'acramay ^^gc der
midden op Cabo-\'Tres-Puntes geleegen, \'t voornemen van haar bureerTöp
Generaal v^^S y om alhier een fterkte te bouwen, \'tgunt be- Cabo\'-Tres-
Hand zou mogen zijn om de waterplaats, niet ver hier van Puütes.
daan geleegen, te belchermen, cn door dat middel onder haar
geweld.tehoadcn. Dog ik ben van gedagten datze bereeds
zo veel laft aan\'t onderhoud der voorzeide twee Vorten, cn
dees hebben, datze zig voor eerft met geen nieuwe Aan-*
bouw zullen zoeken te bezwaren.
Dees Briefis ganfch tegens mijn verwagting dus verre uyt-
gebreid, mits my het Brandenburg fe werk ongcvoelyk zo ver-
re verleid en doen wy den heeft,. waar dopr myn voornemen;
om U E. van deGewafTenen Vrugten Y,óxt \'m\\Aximfel^and
vallen, tefchryven, is verydeld: want willende UE.niet te.
veel op een reys voortzetten, zo zal ik \'t gezeyde toteen nader,
gclegenthcydfparen , en voor als nu nog maar fpreeken van
de hier woortr\\ g^mc\\iQ Slange-Rivier, by de onze genaamt de
Rivier van Ancobér , na de naani van het \'L.andfchap. Dees ß^fcjjry.^
Rivier is te fraay dan dat men der zo ligt zou van afzign. Zy ving van dc
is, zo ik bereeds gezegt heb, een myl boven ons Vort St,An- vermakc-
gelegen, aan de Mond zonderling wyd, doch ondiep, ja berfc rÏ*^quot;
zo, dat ik niet geloof dat men \'er met een Boot Zou können vier,,
inkomen, een wcy nig opgevaren word ze dieper, cn tegclyk
ook nauwer, zo dat men hem eenige mylen kan opvaren ,
zonder byna eenige verandering te befpcuren. Hoe verre dar
fcy zig:eygentlijk Juandwaards in ftrekt, is my onbekend, ik
B^:nbsp;\'hehgt;
-ocr page 56-heb haar drie kley ne dagryzens opgcweeft, en vond haar over
al zeer vermakelijk, ja zodanig als ik oyt op de Kufi van Guinea^
(ten ware aan Yida ) gedenke iets gezien te hebben, aan weer-
kanten is zy aan den Oever bezet met Ichoone en hoge Bomen,
welke de zoetfte fchaduwe des weerelds geven, en onder wel-
kers lommering men met veel vermaak, voor \'t fteken van de
Zon bevryd zynde, kan varen j op gezeyde Boomen ziet men
een menigte van alderhande fraaye gecouleurde/^ö^^/j , en
honderden van grote, en kleyne Af en zitten; zig zeiven van
de eene Boom op de andere vermakende, \'t welk niet onaan-
Word bs- genaam is te aanfchouwen: en om dees Rivier nog meer luy-
Eerhanquot;nbsp;» zo heeft men, als men dezelve een myl op-
de Volke- gevaren is, aan de Wefi-Oëver, om de qiiartieruurs een fchoon
quot;n. en Volkryk , welkers Huyzen heel zoet langs de boorde
van\'t water ftaan gebouwd. Deen Dorpen, een grote men ig-
te in getal, maken drie Landfchappen uyt , het eerfte , als
naaft aan Zee gelegen, is genaamt Ancoher. Of nu de Rivier
m\\Landfchap, oft LiïW na de Rivier genaamt is, wil ik,
als tot de zaak niet dienende, onafgedaan laten, en maaral-
leen zeggen, dat het tweede, en aan dit volgende Landfchap,
Abocroe is genaamt, en het derde of laatfte Eguira. \'t Eerfte
heb ik te mynen tijde als een R egering van eenen, of een Kö-
ningryk, en de twee andere als Gemeenebeften aangemerkt.
Fort der In \'t Eguirafe laand hebhen wy voor een reeks van jaren voor-
Nedeilau- jg^gn ecH Fer^ gehad, waar dat ter dier tyd quot;grooten handel
rTS\'^^ wierd gedreeven : want bchalven dat de toevloed van Goud
van andere Plaatzen daar na toe quam, zo heeft dat Land zei-
ver eenigenbsp;in zyn geweld , want\'er te mijnen tyde,
dat ik het Gezag ^-m Axim had, noch een zeer ryke is ontdekt.
Het gezeyde För/ hebben wy, verlchil met de Negers krygen-
de, op een elendige manier verlooren , want het Opperhoofd
Wcrdkle- Swarten belegerd, en het met langer kennende ver-
gerr dog \'t duurcn, ( die zo men zegt, al met Goud in plaats van Eyzer
Opper-\'. had gefchooten ) geliet zig als of hy met de Belegeraarsvf \'Mc
hoofd, Iaat yei-j\'i-agen, en trad dienvolgende met haar in Onderhande-
geL quot;quot;quot; ^^ midden van haar Handeling deed hy zig zelve
met al zijn Vyanden m de Lugt vliegen. En eindigde dus
manmoedig, dog zeer ongelukkig zyn leven , nevens onze
Be-
-ocr page 57- -ocr page 58-. ■ - ■ \'
■\'Sita;quot;
-nbsp;I
\' • M
£
-ocr page 59-Bezetting, en nam al ftervende alsnbsp;van zfjnc
Vyanden. Om dit zyn voorneemen .wel uyt. tc voeren ; had
hy een Ideyne Jonge belaft met een brandent Lond by het F„o„f.
Kruy t te ftaan en zo haaft hy met de voet ftampte, het Suy
als dan aan te fteeken , met belofte van hem met een nieuw
kleed te zullen voorzien als hysJyn bevel wel quam uyttevoe-
ren, t welic dees onnozele knaap gelovende maar altewel op.
volgde. Qeen menfeh had hiervan eenige kennis dan alleeL
Jyk een Slaaf van onzenbsp;zig tydelyk op
devlugtbegaf, en daar door gclegentheyd kreeg orn het ons
meedete deden. Of het zig nu
zodanig heeft toegedragen . hebben wy gt; biiyten-t vertaal
van gezeyde Slaaf geen nader bengt,L\'dieshal ven
genoowaakt den zeiven te gelooven. Wanthetis althtnsze-
ker, dat ons Fortzai kofte vms^Opperhoofds^ m eenige zyner
VyandcD eevcn gefprongen i. Dit voor eerft genoelzynde,
20 verzoeke dat UE. met dees Brief uwe nieuwsgierigheyd ge!
heft te voldoen, en verzeekerd 2yn. dat ik Ue!by In nader
gelegentheyd iets anders zal opdiflen, terwyl ik deezc ^ na
vriendelykcgroete, cnUE.Godete beveclc) met zeer verl
tocgenegcntïcydonderfchryve, als, \' »quot;et zeer veel
Eynde van den cisrften Brief.
j li j-
i
i6 beschryvïng van de
TWEEDE B R I E F.
Befchrijfceerftelijk\'tnbsp;, omtrent Bo»/^\', de For-
ten der Engelfchen en Hollanders, en dc bedricgerye der
?e/a^»in \'t uytgcven van valfch Goud. Vervolgens werd
de fchoonhcyd van \'t hntefe Land befchreven j de ^outryfe
Rivier, en \'t groey en van Oefters in dezelve:daar aan volgd
de ht{chn\\virïgv^n\\ Hollands en Engels YonQ.xnZaconde,
cn \'t Landfchap daar om heen, waar na den Schry ver over-
saders^tnbsp;Adomfehmd. Eemge voorbeelden van
wreedheden door den Veldoverfte van \'t laatfte Landfchap
cepleegd aangehaald. Tuflchen byde werd dc Rivier van
CW mede befchreven.
As den 15.... ♦ dat ik de eer had U E. mijnen
laatftcn te fchrijven, welke wil hopen te zijn
*cr tijd aan UE. zal werden overhandigd i dog
wijl\'t Schip, waar mede dezelve overgaat,
noch eerft na Vida om Slaven moet gaan, cn
van daar over Curaçao na \'t Vaderland, zo make ftaat, dat ge-
zeyde Brieften minften noch een jaar op de Reis zal doorbren-
gen , daar dit Schip in tegendeel zijn kours regtnaar Europa .
zonder eenige Plaatzen te mogen aandoen, moet ftell^jwaar-
omdan, en om UE. na den inhoude vaomnnen laatften, zo
Jang niettelaten wagten, wel heb konnenbefluytenUE.een
affchrift van den zei ven hier nevens te zenden, met wentehing
dat de StofFe daar in vervat, UE. behagelijk en welgevallig
quot;^^\'?tówgt;Landhebik in mijn voorgaande afgehandeld: \\
eecne daar aan paald, namentlijk, htiAntefe, zal voor eerfl:
\'t werk van deeze zijn, waar by dan noch zo veel zal gevoegt
werde», als de tijd, eniuft, zal willen tomaten.
Twee inylen beooften of beneden Acoda^^n bet Dorp üoej-
Ante.
ié
-ocr page 63-■fwa, begint het LandrchajpA»2f^, ofanders,gehjk de Inboor-
lingen zeggen, Hante. alhoewel wy het zelve wel van hcoda
afstonden mogen beginnen, mits het \'er tegenwoordig onder
hoord. Voor veele jaren wierd dit l^ndfchap verdeeld in
Hoog- en Neder-hnte. Voor \'t eerft wierd gerekend \'t \\..and.
fchapi dat wy nu onder den naam van hebben befchre-
ven, en Neder^nte dat gene, waar van wy nu een begin heb-
ben gemaakt. Dit land is in vorige tijden zeer magtig en Volk-
ryk geweeft, bewoond van een weerbaflig en Roofgierig Folk,
welke ons verfeheyde tyden groot fpel hebben veroorzaakt,
en wonderlijk geplaagd; maar door gedurige Oorlogen met
dievanA^ö/», en andere, zijnze zo afgemat, dat \'er by na
niets van haar oude luy fter meer is overgebleeven. Deg hier
agter zal ik noch meer hier van zeggen.
Een ixiyl Bewerten, of boven Böif^-zü^? aan het dorp Engels
fchoof, doch eygentlijker gezegt, Infuma, hebben de Engeïfe Fquot;quot; aan
in den jare 1601. een kleyn Fortje gebouwd, na dat haar de
grond al verfeheyde malen door de brandenburgers, welke hier
eenigen tijd van te voren ha-Ax s\'Keurvorflen Vlag hadden ge- Is zeer ge-
plant, was betwift geworden. Doch die het eindelijk, omquot;quot;Sgt;«quot;
datzer met veel voordeel in zagen, goedwillig aan de Engelfe^^^l^^J;^
overlieten. De opbouw dernbsp;ging zonderHng traag
voort , dies zy er wel een jaar of zes meede doorbragten, en
nochtans is het van zeer geringen belang, en niet waardig de
naam van een For/ te dragen. De Engeïfe hebben zig menig-
malen over \'t bouwen van dit Y ort je beklaagd, want behal ven
dat het geen goedeis, zo zijn d^zNegers hier on. schelm.ig-
trent zo onhandigfchelmagtig, bedrieglijk, en ftout, dat cige Ne-
zy de Engeïfe in \'t alderminfte niet begeren toe te geven, maar
hebben zig altoos tegens dezelve aan gekant, en wanneer die
haargezag met geweld willen ftaande houden, zo werdenze
aanftonds op gelyke wijze ontmoet j en die zelè het hert wel
hebben gehad om de Engeïfe in haar Fort te belegeren ; gelijk Engcifc
voor vyfjaren verleden noch gebeurd is , wanneer zy het ijyna
hadden ingekregen, dwingende de om voortaan met ^^ ^
haar te leven 20 als zy Zelf begeeren, zonder eenige
fchap meer te dulden. Hier uyt ontftond tuflchen\'haar byde,
te weeten, de Y^ngelfe Bezetting , en de Negerseen verknog- halï
\'Cnbsp;te
-ocr page 64-tevriendfchap, dewelke zo ver liep, datze met den anderen
fragen, en ^^j^fp^j-jjen om alle Schepen, die daar om te Handele quame tc
ffigcn bedriegen, en in plaats van goed, Goa^/tc geven;\'t geen
aatilegsïeo, bereeds al menig is te beurd gevallen , en onder anderen voor
om valfch maanden aan .twee kleyne Engelfe Seheepjens, waar van
Z gVrnf den eene voor zeftien duyzend gulden (bedragende zyn gehee-
le Lading niet meer) enkel vals Goud quam te ontfangen, en zo
ten eenemaal een verloore Reis moert maken: \'tverhesv*
deflelfs Makker was niet veelminder, en dat het aanmerke-
I^htr quot; liikfte was van allen, dit valfche Gc^^i haddenze zo wel van de
ilankenals Swarten ontfangen. De Schippers van deze
Scheepiens gingen wel aan Land, otn by t Opperhoofd der E«-
over d.tfehelmftuk te klagen, en hulp te verzoeken, ten
ey nde zy ander Goud, of ten mmften haar Goederen weder mog-
ten krijgen; doch dit was. als men zegt, by den Duyvel te
bicot gegaan: want dien Heer, mede pligtig aan\'t bedrog ,
kon of mögt haar niet helpen» Dies waren zy genoodzaakt
onverr igter zaken, met het verlies van al haar goed , weder tc
vertrekken. Deze bedriegery komt dagelyks voor te vallen;
of\'er de Blanke altoos aandeel in hebben , zoud ik niet können
neggen, maar wel, dat men met goed fatzoen deze plaats de
valfche Munt van Guinea mag noemen , waar voor een iegelijk,,
die hier i-er Kuft komt, moet gewaarfchouwd zyn. \'t Maken
v^x-^valsGoud gtkhia hier zo openbaar, dat hetaaneeii yeder
te koop werd geveyld ^ en men kreeg m mijn tijd voopeenen
RyksdLlder^otd „agt Ryksdaaldersvsls Goud„dies zy \'ereenen=
volkomen handel mee dryven-.nbsp;. j • i t.
Omtrent een myl meer neerwaards van deze bedneglykc
tenftyaaannbsp;hebben wy aan het Dorp Boutry^ doch gemenelijk
^mi! Bö^/m genaamtop een zeer hogen een kleyn. en mis-
maakt g«bouwdnbsp;genaamt BMmftem,. leggen^ zynde
langwerpig gebouwd,, en in t ween verdeeld ,verfterkt met
vier onnozele Battereytjes y. waar op elf hgte ftukken Kmott
zvn seplant k de naam van BMßein äv^^gd het heel oneygen»,
wart zo men het na zyn waard« noemen, zoo mögt hei
%evßr Schadenßein heetenmits wy \'ce t\'zsedert eenige jaren
^ . , .. 11. ^ t lnbsp;voet de2ÄSgt;
: CH Voifc.
ryk.
-ocr page 65- -ocr page 66-~ » ?
I
y .f.,
■fß\'
V. \'r
-ocr page 67-r-nbsp;-
I
■ i
î
. i
i
.nbsp;-y- •
-ocr page 68- -ocr page 69-rykis, Inivoonders vry bcter zijn, als die van Infuma,
cn niet zoo fchelmagtig of bedrieglijk j altans omtrent ons
gedragen zy zigeerlyker en gefchikter, dies wegens wy ook
geen reden hebben meer over hun, als over andere, te klan-
gen.
Nochïuym vier mijlen meer na beneden aan het Dorp Sa-
cmdê, ziet men tegenwoordig een k\\cyn¥ or^e van ons, ge-
ïiaamt Orange, en een Snaphaans fchoot van daar ,\'t overblyf-
zel vaneenzijnde in gröotheyd het onze meeft
gelijk, waarvan ik hier agter meerder zal Iprceken, Tegen-
woordig hetnbsp;eens doorwandelende j bevind ik ,
dat het noch een lengte heeft van agt ä negen mijlen, te reeke-
nen van , tot ander-halve-mijl beneden Sacondé, waar
dat het zelve eyndigt. Dit heeft reeds, wegens zyn
aangename gefteldheid, alzo veel roem van de Heer Vocquen-
brog verkregen, dat ik \'er wcynig meer by te voegen heb.
Zyn E D. beeft het by \'t zeer vcrmakelyke luandfchap van
vergelijken: de waarheid hier van, cndeovër-
cenkomft tuflchen deze byden , wil ik overlaten aan \'t oordeel
van die geenen, welkeze byde beßgtigd hebben, en maar al-
leen voortgaande, zeggen, dat dit gelijk ook de ge-
hcdeGoud-kußy zeer veel hooge heeft, alle met uyt»
nemende hoge en fchoone Boomenhephnt, de ValeyentvAzhtn
de Bergen in gelegen , zijn van een wijde uytgeftrektheid ,
Waar in men zoude können maken,\'bequaam tot
het voortqueeken van alderhande Vrugten: want van pas op
Äyn Hoogte leggende, zoo werd het na behooren bevogtigd,
dies men\'er, als het na vereyfch wierd bebouwd, een goede
verwagting van mögt hebben j en \'t zoude in zoo een geval de
halve Ylt;.uft van Eetwaren können voorzien. De Ryfl was hier
s^ecrgoed, overvloedig, en vetter als elders, is rood
van graan, Jammes, Pattattes, en andere Kardvrugten zijn
niet alleen overvloedig, maar ook een yeder in zijn zoort even
1 ^oomvrugtenXiedt \'t ook in het alderminftegeen
gebrek, het Suyker-Rietw^k hier meerder en hooger als op
cemge Plam, dies men niet zonder hoop van een goed gevolg
alhier een Pto^^^Vjroude mogen aanvangen: in Oly en JVyn
de Valm overtreft het ook veele zoo in deugt als veelheyd:
C anbsp;kort
Sacondégt;en
dcFonen
der Engel»
fchen, en
HoUaiv-
dcrs.
Antebjr
Kleefver-
gelekcn,,
Heeft
fchoone cn
Vrugtbarc
Valeyen.
Overvloed
van Koora
cn andere
Aatdvrug-
ten.
Ook
Boom-
Vrugten co
Suyker-
Riet, Wyn
en Oly dc
Palffi^
kort om, \'t is een lumdéu zijn bebouivers zo vollen OogB uyt
leverd a!ze zouden mogen wenfchen; zynde daar en boven
ook noch voorzien met alderhande zo \'tam zhWildG£dierie j
doch de laat ftcongelukkigenOur/ö|; tufTchen dcAntefe^n A-
js vsrwocft domfe, heeit dit L^ss^^ van de raecfte Inwoonders ontbloot ende
Ootlfernbsp;gemaakt, mits de noch overgeblevene magteloos
en vol vrees zijnde, zich voor het meerendeel onder ons For?
aan ^outry ophouden, waar door het L,and meeft woed en on-
bebouwd léggen blijft: \'t Is jammerenswaardig om het te-
gen woordig in zo een elendigen ftaat te zien, en aan zyn voo-
rige volheyd te gedenken; in denjare van 1690. en 1. heb
ik aan Bouiry de hoedanigheidvanA:^^»? bekleed, ter wel-
ker tijd ( als even voor den Oor/cg;, het redelijk Folkryk wasf
\'tGoed- doen was het een vermaak ora het zelve te doorwandelen, a!-
fn vSoHr^ lei\'wegen ftond het vol Dorpen, en \'t Ooft wonderlijk fehoon,
tyden aan \'t/^é-^ in groote menigten , en alles zoo goed koop, dat daar
Bouiry. tamp;n. Soldaat o\'g^nd.^xt Plaatzen zig armelyk met zijn Kofigeld
raoeft behelpen, alhier in tegendeel voor de helft rykelyk kon
leven f \'k zou meede, als ik tuflchen de Gezondheyd van de eenc
J5 heel gc- P^^\'^ts en d\'ander onderfcheyd moeft maken, zekerlijk Boutry
$ond,. voor dc \'gezondfle houden: men heeft hier, gedurende mijn
aanwezen op de na maten van denbsp;die er gele-
gen hebben, ook de minfte ziekten tn dooden g^h^d. En ifc
laat my voorftaan, by aldien het op de geheele X«^/zoo was
gefteld, dat Guinea binnen weinig jaren 200 een doodelijken
naam niet meer zou dragen.
Het fraayfte van \'t geheeleyf«^^yf/^^-X^^Jtuflchen Acoda^ tot
beneden Boutry ^ zoud ik zonderUE. meede te deelen haaft
oyergeilagen hebben , zijnde de verfchei^/\'^/er , die voor by
Aange- omFortLandwmrdsmloo^Xynbsp;Deze
naamheyd is van byde kanten met hoogQBoomenht%Qi. dewelke, om dat
vaiideBou- Rivier niet zeer wijd is, deaelve meeft geheel en al over-
fchaduwen: ik ben haar verfcheide rijzen ten eynde geweeft,
te weten zo ver als men haar met een Karna kan opvaren,
welk omtrent drie mijlen van \'t Strandiszy ftrekt zich noch
wel vry verder; dog door de verfcheide JVater\'valUn, welke
^tk\'^quot;^^volnbsp;geweld over de Klippen die in de Rivier leggen,.heen
iay\'mLï! vloeyen, kan men niet verderkomen dees ^mVr is zonder^
ling^
-ocr page 71-GülNESË GOUD^KUST, 27
1\'ing Fisryk, niet tegenftaande dat zich in dezelve een ongeloc-
felijke menigten Kaymans \\gt;ïKrokodillen onthouden dewelke
na- alle gedagten zeer veel Fis verflinden, en van kant hel-
pen.
k Heb in\'t Befchrijven van Riocohre van de veellieyd der Vtdhcj-i
gefpi-ooken, doch ik geloof dat die Biefien hier haar groot
^oningryk hebben, zo vervaarlijk vol is het \'er van dit düy veis
hoosaardig goed,\'t welk anders niet weet dan al Jerhande quaac
te doen.
Naar mijn-befte onthoud zijt DE. een volïïagen Liefhebber
Rivier\'Oeftertjei wel, komt hier, en boet ü E. luft ^
Voorniet,en zonder moeyten tot verzadens toe: in minder dan
een uur tijds zal ik\'er UE. honderd duyzend, nog aan de B00-
te groeyen hangende, vertonen. Dunkt UE. dit vreemd
enongelooftyk, wel om wat reden hebben andere ^\'f^rjFwy
ons dan nagelaten, als dat op zekere Plaatsvin Engeland de
bladen van zommige Böo^^» in \'t water vallende aanftonds in
Enden .i Ganzen oi anderenbsp;veranderen; in Ch-inor
veranderen, als een eeuwigdurendenbsp;dein
Fogels, en die naderhand weder in Fiffchen ^. dit is immers veel
zeldzamer, en by gevolgook grooter wonder. Maar my
dunkt dat ik UE. dcesOefier-groey niet voor waarheid zou toe- j^og
voegen, gelieftUE.berigt te zijn hoedanig: het in zijn werk vewafleno
gaatj welaan, op de volgende wijs: Aan weerkanten van de
Rivier groeyen zeker flag van Böo???^» kleyn en groot door
malkander, uyt welkers, takken weder andere, doch niet in
de hoogte, maar regtdraads na beneden fchieten,. de geene -
nu welke van boven komen j op het vafte Land raken, die ge^
venniets, maar verdrogen, doch andere, welke in \'t water
fchieten, die begroeyen aanftonds vol kleyneO^/^rj-, inden
beginne niet grooter dan een Klicruyk ,. doeh welke binnen
korten tijd tot haar volkomen groote-aangroey en en haar vol-
len wasdom verkrijgen. Dit nu is de wijs op welke gezeyde
Oeflers groeyen en \'t.dagt my wel waard te zijn om het UE,
mede te deelen.
\'k Heb hier vorcn van noch twee Forten lt;, . die in \'t Kntefche
luandz^n het Dorpnbsp;leggen gewaagt, waar. van \'t eene
^^nAamp;.Engelfche.,, en \'t andere aan onze Maatfchappy beh(^ord..
G\' 3,nbsp;Voor;
-ocr page 72- -ocr page 73-al daar had willen toonen, en raet de kunft als in \\ Stryd-pmk
treden. Het Aardryk onder^ en tiiflchen gezeyde )^0Qmen en
Bosjens^ lag inet/Fi?-overdekt * in het welke men het -tspoor
Spoor van duyzende Harteheefim i Olifanten, \'I\'ygers , wilde vanHarte-
Katten, tn^nder \\t Ad Ge dier te gedrukt Itaan; in\'t kort,
men wierd in \'t bewandelen van deze Valeyen- door verwonde- olipkau-quot;
ring, van al die zeldzaamheden, als opgetogen. •nbsp;teu.
Het Dorp l\'ocorary, heeft van tijd tot tijd verlcheyden Eu\'
ropifcbe Meefiers géxzd, wel te verftaan\'t Fortje dat hier ge- J^^^^ft^/rs^quot;
ftaan heeft* doch nu verwoeft is, en zoo. dat\'er geen over- vanVoco-
blijfzels zelfs meer van overig zijn; de Engelfchen, HollanderSy rary.
Brandenburgers, en na mijn beÜe weeten, de Sweedencn Dee^^
nen zya\'er %eßtters van ge%veeft, \'t alderlangft hebben wy het
in gehad, want in den jare van löój. wicrdende Engelfchen Wcrddooc
geweldiger band door den \\rieQX Admiraal de Ruyter xzn d^^LX deRuytcr
verdreeven , vtxmxls zy Engelfchen het ons van te vooren op
een oneerlijke wijs afhandig hadden gemaakt. Zijt U E be-
nieuwd om defTelfs vorigen ftaat te weeten, en hoe het tot d en
overgaaf gedwongen is, UE. gelieft het na te zien in de Heer
Strands befchrijving van *t leven van gemelte Heer Admiraal.
t\'Zederd heeft het noch al eens van M^/er veranderd, en is
eyndelijk weder aan ons gekomen, en na mijn aankomft hier
ter Kufl hebben wy \'er noch een jaar of vier om^n Handel m
een iVê^m Huys gedreeven j maar wijl her niet op wilde ne-
men hebben wy \'tgeheelijk verlaten- In d^tiAdomfchen Oor^ Doot de
log is het Dorp door dat Volk afgebrand en verwoeft geworden,
10 dat \'t nu maar van een ige geringe Menfchen- be woond werd. ^
Hier mede zal. ik voor het tegenswoordig van het Antefche
affeheyden, en my noch drie mijltjes na beneden bege-
ren , aanher Dorp Qhama-i onderwegen noch een Dorp ge-
naamr Aboary,, voor bygaande, waar dat wy meetie eenige ja- -
ren een Z«?^^ hebben gehad, dog meer ten voordeele van de
geen diewas, als van ét Maatfehappy y en dies-
xKUven als een onnoodige kofte weder geligt. . Mct Ctamafihe chama, cn
prp IS,redelijk ^groot, ejnnbsp;zijn araieinl
^nbsp;tlat ik niét geloof datïe ha^rsgeliJkopdeGf^^ö?- woondcrr..
«z^/^hebben y \'vPm-tjedat wy hier hebben.,, is i»edé als Boutry, ^ .
geheel kkyn ^ een weyjiig langermaai:.oök, met vier kley- , \'
ne
-ocr page 74-24 BESCHRYVING VAN DE
ne Batmytjes, en ruym zoo veel {iukketi Xamn, als de voor-
fchixeveP/aafsvQorziGin,nbsp;Portugeefche, welke wy
het afhandig hebben gemaakt, St. Sebaftman^txiSL^mt, en die
naam draagt het ook nog hedensdaags; in den EngelfchenOor-
log lag het meeft onder de voet, en was maar met Palijfaden
omtrokken, de^ngelfchen ook dagten dat het haar niet
zwaarzou|vallen, ons van daar te verdrijven, waarom zy,
nkt de Jabifche gefterkt, ons quamen beftoken j maar ze von-
den tegens verwagting zoo dapperen tegenftand, datzege-
noodzaakt waren onverrigter zaken te keeren van waar zy ge-
komen waren} en t\'zederd zijn wy daar in ruft en ongemoeyd
gebleven.
E ven agter ons Fort, neemt het Jahifche-Landzijn aanvang,
en loopt van daar eenige mijlen Landwaards\'m ^ zonder zig
meer, als even hier, op het S/r^«^ te vertoon en: het is te-
genwoordig van een kleyn begrip, en magt, dog egter een
Koningryk, cn \'t eerfte dat ons, van boven afkomende, ont-
moet; dog wiensnbsp;zo grooten Héér is, dat ik myzeer
bedenken zou, eer ik hem honderd guldens aan goed wilde
borgen; uyt vrees dat ik\'er, wegens zijn onvermogen, niet
veel van weder zou krygen. \'t Is wel waar, dat hy nevens
zyn Onderdanen, indien ze zoo mogen genoemt werden, jaar^
lyks een fraaye ftuy ver met httVlanten en verkofenwaxi Milhio»
en andere Waren die daar vallen, vergaderd, en waar doorze
binnen korten tijd zouden mogen rijk Werden : dog de daar
om heen leggende Grooten, voornamentlijk die van Adom,
plukken haar zomtyds eens geheel kaal, en houden\'er haar
ten eenemaal onder, zonder datze zig wegens haar kleyne
hier tegens aan derven kanten.
De Chamafche Rivier ^ of Rio de St.Joan, van de Negers ge-
m^mtBoJum-Pra, wylze haar voor een Gö^houden, \'t geen
het woord van ^o^?^»«beteekend , heeft haar loop nevens ons
Fort heen, voor % het Jabife en Adomfe Landfchap, ook tot
voQxhy\'i Juffer, en zoo men de J gelooven mag, meer
dan honderd mijlen Landwaards indog egter zonder eenige
zekerheyd. tgt;ci?sRivier\'\\s meede rédéhjk wijd en fchoon, en
weynig minder als die vb.n Ancober, en dat deze nog meer
.heeft, is, dat meo met geladen Booten Gn €haloepen uyt \'er Zee
in
Van de
Portugefen
genomen.
Do^r de
EngeUehe
aangeraft,
doj a%e-
wezen.
\'tjibife
Kbniiigryk
is kleyn en
magtebof.
Wera«n
door die
van Adom
oiiderge-
brag%
.ilio de St.
loan.zyn
loop land
waards in.
in dezelve kan komen, mits men maarzo voorzigtigis, om Kan uyt t«
eenÄ/^gt;, die meeft in de mond legt, (en van ome Scheeps- Zeebeva-
\'verftandigeny de Suyger genaamt; te myden , of anderzints ren worden
loopt men gevaar om aan flukken of omgeflagen te worden,
\'t geen te mynen tyde al meer als eens is voorgevallen, waar
door ook eenigt Menfchenzi]n veron
in tijden van een harde Zee en brandin
Deeze Rivier is zonderling nut en d
het Soete water éiLt dc Scheepenuyt de zelve können halen, en eßdicnftig,
voormaals ook altijd gedaan hebben, zo werden zy, en ook
wy in \'t Kafteel met fchoon Brandhoud van daar voorzien, zo
voor de Keuken als om de Kalk ovens te ftoken , mitsgaders
^etx2Lndexchoutwaren^ Flaggeftokken, Wangen, Raas en
Stengen y tot IsXe\'j ne^cheepen ^ amp;c. Zoo dat die ..^mVr ons tot
lueerder voordeel, of ten minften gerief ftrekt, als het Fort
Zeiver, anderzints geloof ik niet dat wy onze Bezetting hier
lang zouden houden Want behalven dat hier geen Handel sUgt^lim.
Van belang is, en dit Fort ons anderzints maar tot een laft deiplaats,
ftrekt, zoo zynwe daar en boven met een deel fchelmen van
iVé^^ri-geplaagt, en waar onder die van Jdom niet van de befte g^^g^\'
zijn. \'k Heb zo even gezegt, dat haar liederZ^W zig langs
de i^/wVr ftrekt, gelijk het ook eenige mijlen doed, zelf heb-
ben zy -Ejtei/ie» met fchoone Dorpen midden in de Rivier leg-
gen. dog\'t meefte, waarover ik my hier te heb ver-
^onderd, is de ftrekking van het Adomfche Land: want men fcieg van
Ziet het langs de VLivier van Chama, en ook aan de Rivier van hetAdomfe
Ancoher meer dan zeftien mylen, langs\'t te rekenen,
Van den ander, en dog is het Adomfche Land niet zter groot;
^aaft dat ik\'er my van verbeelden kan, is, dat het als een
^\'^^elhaak gelegenis, eex^\\.deChamafcheR.ivier o^^ en dan
met een enkelde ftreek Landslot aan V^io-cobre. Maar hier aan Is een Gc^
legt ons niet veel gelegen , wy zullen dieshalven voortgaan , »quot;e^nebeft,
en maar zeggen , dat dit Land onder geen Koning ftaar, maar
een L^egertng is van veelen, zynde vyf ot zes van dc voornaam-
fnbsp;dezelven is wel zomagtig, dat
]amich.e.Koningryk op\' zyn hoorens zou können nemen,
gadertng van Schelmen en Dieven te zanien; zouden, alze mal- ^^ \'
Dnbsp;kan.
gelukt 5 voornamentlyk
ienflig, want behalven is zeer «ut
kander wel verftonden, al een groote magt by een konncn
Wensen, en tot een fchrlk van h.ar Muurm ^vcifrck.
ken ^ In \'t jaar i6yo, vinden xy gelijk\'er hand den O.r/.^ te-
sen^ die van ^ aan, dewelke een ja.r of vier naar malkander
duurde, tot dat zy het zelfde Vo/k en L^^^ voor t meeréndeel
hadden bedurvcn en verwoed, en egter hebben dcAnU/che
nooy t voor haar willen zwigten, maar bieden haar op heden
noff een hartnekkigen tegenttand,
DedrieL^.rf/S/\'i\'^.^opdeRm^^nbsp;hebben zy
voor weynic^e jaren mede hoor/ogt, en dezelve zoo afgemat,
darze gedwoligen waren om voor een goede zomme Gouds, de
In eezeyde Oorkgef^ hadden zy tot h^ar re/d-Ojer/m een
AW^ ten aymilcn Oorlogzugüg, en die in geenVm^.kon.
de leven; dog hoe groten lutihy ook m \'t Oor ogen mogt heb-
Ln, zoo was hyfals\'t op ccnjaan ging, teygentlijkeaf.
beeldzel van de b/oodaards: want \'er aan die van AnU, of van
de Rmer, noovtM geleverd waar in hy al met den aanvang
\' nfet op ;en lop4 Lft gefteld, en YHey/ m zyn voeten^ge.
zogt. \'t geen hem, indien zo magtig metnbsp;en zyn
ui^dc^C^oofen geen betere So/dafm
in\'tonderfpitzoudegebragthebben: en fchoon dit de ande,
ren welveiWoot, zo dorftenze hem egter zyn Plaats. als de
oudfteeni-ykfteinVö/^, engeWzynde, met benemen.
Dezen^^r^^, want zo was hy genaamt, was nevens zyn
blodiFheyd zo afgryzelijk bloefdorpg cn wreed (een hoedanig.
hcyAnb/odaafJcygcn) dat ik zyn s gelyk opd^g^
GJinea niet heb gekend, dies\'er met als met verkhnkkmg
van hem wierd gefprooken.nbsp;.nbsp;___
\'t Gebeurde, dat hy in \'t jaar 169 k ^\'e; of vyf van de V^-
mammen zymrVyanden, te weten Jntefche.jn ttnVeUJlag
Sï5men kreeg, dewelke hy op een zeer elend.ge manier deed
IwtS,, en aan alle kanten van\'t/igW verwonden , als
wanneer hv er even
alseen?\')^^ boven opviel, al ti;ioéauyt
haar lieder /# zoog, en heel gretig doorzwelgde; doch dit
no^h met genoeg z|nde , deed by ^e. eenen , waar op hy wel
het meefte gebertekwas, gebonden voor ^^f
c?, nfdel zelven met gleyendenbsp;doorboord te heU
Haar Oor^
iogen ineE
dz Aiitefe,
fn liie van
AiiCober ,
Oiiruftigen
en blodea
aard dfS
Velio et-
iiCOa
Demifs
«wreed en
bioetdor-
ftighqd.
Eeo4S,e
voorbed-
den vap \' t
7,- tve RiCt
zyn over-
wonnen
ben, al deflelfs bloed aftappen , en in een drinkvat vergade-
ren , t ^en hy ten halven uytfoop, en \'t overige aan zyn Jf^
^.iopoiFerde. Op dusdanigen wijs leefde dies B/öÄ/\'t
allen tijden met zyn overheerde Vyanden, en wat wonder.zyn
eygen Volk moefteby gebrek vanV^W^»tot verzading zvner Met ryt?
bloetdorfiigheydwGXamp;rtkkm. In \'t jaar 1 óoi. als hy voor de
tweede maal tegens denbsp;teV^tótoog, ging ik hem m
zyn L,egerpUats, \'t geen dies tyds agter Chama lag begroeten ;
wierd minnelijk en beleeft genoeg van hem ontfangen, en
Gcftig, naar de wijze van het LW onthaald; dog in den tyd
dat ik hier was, en my met hem Verlufiigde, zo kreeg hy ge-
^egentheydom zyn-zi\'Wi/^iop\'t nieuw te oeflPenen , want
eenAT\'e^e^^ ziende dat een vannbsp;meteen nieuw
fatzoen van Couraal versierd, nam die om ze te bezien in
^yn hand, zonder dezelve van haar hals af te doen v zy die hi ;r
geen quaad zag, liet hem zulks gewillig toe, geraerktalde
N^^engrote vry heid aan haar geven, om met alle raan,
l^ ^if haar (mits datze binnen de palen v^neerbaarheyd
oiyven)omtegaan. Doch dezen A«^^;^ vond het niet goed,
^ant zoo haart ik uyt het quot;Leger was, deed hy byde deze on-
^OT^UMenfchen van \'t-leven beroven, en leefde met haar bloed,
zoalsik even van x\\]nVyanden heb verhaald. Om geen groo, „
ter misdaad had hy even te vooren een zijner Wyven^t handen veTmaTk
jaaten af kappen, dewelke hy, om haar des temeerT^^^aan te
^oen, naderhandgebruykte om naopzijn Hoofd
te Zien , \\ geen zy met haare Stompen nxtz konnende uyt voe-
ren, hem ftoftot laggen verfchafte. \'t Gezeyde had ik wel
Können befparen tot \'er tijd toe wanneer ik den aart en zeden
aer N^ qu^m te befchrijven: doch wijl ons diergelijken
wetó^eymet meer zal voorkomen, en dat ik aan dees ont-
wel tnbsp;was , 200 heb ik het hier ingevoegd , cn
te viiH^^^quot;^^\'nbsp;quot;quot;nbsp;^V om dezen
de weetenbsp;^^^nbsp;^^^ Landkomm- Gefrgent-
vrvmaerip-^K/\'nbsp;Bewoonders van dien welgeflelde en hcyd voor
de nvi- \'rnbsp;zijn , want vermitze op de Fas waar lanüs Adomfe
hebben^!? .nbsp;^\'\'Pl^yden heen moeten leggen, Z(?o T\'\'
^czei ven te Handelen, daar-en-boven hebben zy zei ver eenige
%nbsp;Goud.
-ocr page 78-Goud-mymn in haar l^md. gelijk noch voor drie jaar verlederi
een zeer rijke door haar is ontdekt geworden. Dees Jk.ykdom
vmGoud, en magt vanVo/yè, maakt deze L^Är/ook zoo
opgeblazen en ftout, datmen niet dan met de grootfte voor-
zi^tisheyd, met haar kan omgaan.nbsp;, . »r
quot;\'\'t tmdm zig zeiven is zeer goed, en vrugtbaar m Koorntn
andere hardge-mfen, niet alleen overvloedig voor haar zei-
ven , maar ook om \'er een groot gedeelte van te konnen ver-
koopen. Aan alderhande Vee hebben zy ook geen gebrek,
zoo wel/^^alsw7i, en van V^V voorziet haar de Kwter ook
genoegzaam: dies dat het haar aan geen eenig ding, om op
haar zelf te leven, ontbreekt. ^ ^ . ,nbsp;, . .
Zeedert mijn vertrek van de Kuft is de maat van de Adom-
mirs haar boosheid vol geworden, en Diredeur Generaal en
Raden hebben gelegentheyd gekreegen om dezelve door an-
dere Negers magten geheelijk te verdelgen, en uyt te roeyen,
werdende nu haar Land door andere zwarten bewoond , en
zo moge ons Fortaan Chama, (\'t geen door den Heer Direc-
EnVisrykc teur Pieter Nuyts fraay vcrbecterd, en aanfienelijk werd gc-
maakt, (wel weeder een goede handelplaats werden.
Dit mijn Heer, is alles, wat ikUE. van de twee voornoem-
ücLmdfchappenJ^McnJdom weet te zeggen J dies ik er de-
zen mede zal befluy ten, en, na UE. \'t begeereh,kfte e heb-
ben toegewenft, met behoorlijke eerbiedigheid, verbly ven.
Bezitten
Goadmy-
gcn.
Hebben een
vrugtbaar
Land«
Eynde van den tweden Brief.
-ocr page 79-DERDE BRIE F.^^
Behelft een befchryving van het Commmyfche Land, ons, en
het£;2g^^Ä^Fortin\'tzelyegelegen r mitsgadefs een om- \'
ftandig berigt van den Oorlog, wegens onzp Maatlchappy^
tegens die van het Koningrijk
deszelven oorfprong en eynde naaktelijk eh ha waarhcyd
werd verhaald , en daar nahet Kafteel vd^n Elminahtkhxequot;
ven, en tot flot van dees Brief, hetDorpofStai van dien
naam.nbsp;/nbsp;gt;
E Befchry ving van de Guïnefche Goud\'kuft , heeft
ons tegenwoordig afgeleid tot het Koningryk van gg^j^ ^^^
Commanyy \'t welk aan dat van Adom en het Com-
paald, en zoo alsik begonnen had het zelve op manyfche
diezelfde wijs, als de anderegedaan had, te be-
fchryven, Ichootmy noch tydelijk te binnen een voor-
maals van U E. ontfangen te hebben, waar in U E. wonder
breed wydet in den Oarlogy, v^tnomamp;Maatfchappy met die van
\'t gemelte ¥ionmgryk gevoerd: doch wijl ik bemerkte, dat
men UE. qualijk had onderrigt, en UE. begeerte ziende dat-
ik,, met het zelve te wederipreeken, UE. de regtegefcha-
pentheid van dien Oorlog mögt mededeelen, zoo heb^ ik niet
Zonder inzigtUE.gt;.Sr/gt;/» voor sm verre zy vmóïe Stoffehanquot;
delde, overgeflagenj en onbeantwoord gelaten i als te dier
tijd noch niet genegen zynde de gehey men van de Mis te open-
baren j en ik zou het liefft nu ook niet doen, wijl ik er iemand
eenigfintsdoor tentoon zal moeten ftellen voor wiens eer,,
en goeden naam ^ ik my altoos garen in de Bres heb willen
ftellen j; doch terwijl ik aangenomen heb niets voor UE. ver-
borgen te houden» maar UE. alles,, wat hier ter K^^/is voor-
gevallen, mede tc deelen,, zoo zal ik hetUE.in behoorlijk
yertrouwenoverfchrijven» zodanig als het myen anderen „
die het wel behoorden tc weten, is
D
voorgekomen j en is \'t
\' zaafc
29
zaak dat wy er een quaad begrip van mogte hebben, dat ik
niet en gelóóf, zelve^al tc zi]ncv tijü onderzogt werdende,
haaft blijken.
\'k Zal, eer ik tot het gezeyde verhaal kom, eerft, doch
kond\'}]ks y van het Commanyfibe Land zdfs fpreeken, het
^iTr«? welke\'langs|ë Zeeeènlengte van ruym vyfmijlen beflaat, en
hafcrveis. ookomtre^\'^ö b\'rèéd , i\'ekcfiende deflelfs lengte van deCba\'
kafche Kïvier tot aan httDorp Mina 7 Ten halve van gemelte
Plaatzen hebben wy op het Strand aan het Dorp Kleynkommaquot;
vSliquot; ^y» oïEkke^Tekki dobx de N^^erygenaamt, een redelyk groot
burgtnid- Fort leggen, geniiamt Fredtnhurg^doox de Heer Veerts al-
den in\'t (d- daar in het jaar 1688. gebouwd 5 een of twee Snaphaans fchoten
vejis rede. ^^^^^ ^^^^^ hebben de Engelfchen meede een Fort , \'t geen niet
ij gfoot\' vandekleynfte is, doch waar vanwedatelyk zullen Ipreeken.
Ons Fort is, als ik gezegt heb, redelijk groot, en meeft in \'t
vierkant gebouwd, gefterllt;t met vier aanfienelijke Batteryen ,
op dewelke twee-en-darti^ ftulikeh Kanon können ftaan , ter-
wijl er zoo veel Sfhieigatên rn de Borflimeringen zijn j \'t is groot
genoeg om aan èeiVbézeïtring van deftig man woonplaats te
geven j dog tegenwoordig legt\'er op verre na zo veelVf/^j
niet in, en*t heeft ook niet meer als twintig ftukken Kanon,
waar mede het egter in ftäät is een grote macht van Sm^rW
nietdleenteyeM^u\'en / maär öök aft tc wijzen. Het jaar vaii
Wortdoot i^^^ig\'äi ijft ^^nbsp;béwtórhedeii, want het toen
bcllortnd. by nagt VAti öü-LeVyMden, (wanneer ik \'t (^ezag daar had,)
! wierd aangctaft ; \'en fehoon ik ckzcr tijd een zeer zwakke B^-
van noch geen twintig mannen had, waar Van de helft
nauwejijksin ftaat was om het te helpen befchermen, zo
dw ongik haar egter , na vyfuttren met den ander doende ge-
verlies af-
weeft te zyn 5 met verlies at te wijken. Ik had niet meer dan
wyken. tweenbsp;bekomen, \'tgeen ten uyterften te verwonde-
ren was, en een teken, dat onsdei/m^/bewaarde : want dc
mte^ke^ehietgaten vün\'t Kanon vroren zonder deuren, ende
Swarte (Ghoten zo hevig uyt haare Smphanen\\ dat het Kogels
fcheentercgenen, dcYlaggeßok, hoe weynigplaats beflaan-
Hevig Je, had al eenige Kö^^/^ ontfangen , ende Schietgat e-n^ daar
fthiaennbsp;ftonJen , waren tot eert Vergiet-teft gemaakt.
Dus UE. kond ooi-deelen, of zy het meenden , temeer, als
ik
U\'I),
-ocr page 81- -ocr page 82-s r\\
■il ,
€7
l
ik zag, datt ze de Poort met een Byl zogten op te ballt;,ken j dog
nadat deondememer van dit ftöuï feeftaiftn v^tï ons onder de
voet geichoten was gt; lieten de andere daar van af. De Heer
Generaaly aan wien ik myn zwakheid had bekent gemaakt,
deed twee Scheepen voor het Fort ten-^»/èer.konden. om my Scheeps-
met VolkenOorkgshehoehen xe o.nderfteuneTi, . DeCTij^/to» JcSwanJ
van een der gezeydemetnbsp;\'tovervaiko,
bevel van dennbsp;om my te helpen * willende, uyt voe- en drie
ren zond daags te vooren , als ik van denbsp;wierd aan-
getaft, zyn Böö/vol aan land,, dóch dezelve wierdai op veniioou\'^
\'t Strand, digte by het Fort, en onctér \'tnbsp;% van:de Swar-
overvallen ; daar ettelyke van èaar.Vo/^ ckndiglyk dbor \'tmïk
de kwarten vermoord wierden, zonder dat ik het zelve k ondc
beletten. Want haar met het Kaw» willende bevry den , vond SlLVufc
ik het zelve alle vernageld te zyn \\ aan welk fchelmffiirk, na al. niet kon
lefchynbaarheden, mijneygennbsp;fchuldig was , de- verhinderd
welke ik daarom ook, uyt laft;van denGsweraaly gebosyd
naar onze Hoofdplaats z,ond:^ eri hadden G^s^raa/ gezwooren , pg confta«
dat hy den zeken to.t een. voorbeeld van anderen\' zou ftrafFen j pe! daar aan
dog in plaats van dat, ftelde hy hem na eenigetyd op vrye voe- fchuldig,eii
ten, en betrouwde hem een plaats voor Kanjiapel waar te ne-
men van noch groter aangelegentheyd,
Door \'t voorzeyde ongeval: naoeft ik met, hertzeer de voorr
fchreeve Af^er^/, zonder het te konnen belettenv aanzien , en
by aldien my de Negers op die zelve tyd waren komen beftor- ,
men , het Fort, en bygevolg wy alle, zouden \'er om koud po« ei \'
zyn geweeft dog wyl zy een Etmaal vertoefde, had ik tyd om Menfchen
van t r örf voorgevallen^ mag lic met voor by
zonder het U E. medetedeelen .. Een Soldaat dyt de^Eezetting
nmm, zo als ik dePo/m ging befigtigen ,.of dezdvé wel bezet
wat en, bymy, en klaagde, datde iV^^a«, die webwiften, ^ard.g gc-
inde wecreli ^logtans dezelvev
^Sei^eekMvantïax^ V evenaW bet Sto^m .
J^^mes was: gedaan ^. hadden bpca^efeWn iver- \'oo^^v^
quot;«^nien, tgeenakhemligtelvk, enom;dees2^yngeftoortheid
^Tsn Goederen, om dezelve te roven, aanvallen, veranderde
Dewelkenbsp;^^n voomemen, en ftelde (in plaats van na....
t\'Lluïz- tesaan) hoe blode hy ook mögt zyn, zig zeiven in flaat van
dc aan h:r tcFcnweer. En deed de Minafihe haafl gewaar werden, dat
fchcrmut- I^jy^jjezind was zyn goed duur genoeg aan haar te verkoopen ,
meTd!civiel \'er een %chermutzelmg onder haar voor , waar m aan
weerkanten eenige braaf wierden getroffen, en eyndelyk ge-
noodzaakt van malkander te fcheyden.
Hier door raakte alles in\'t wild, hebbende den Commany.
S mfon \' l^chen Krä? in \'t gehey m , en Jm Kahes tot onzen openbaren
zaï opea- Vyandy deWelke, om zig wegens\'t onge yk hem aangedaan,
baren vyanc ^^ vvreeken , de Engelfche in het Cornmanyfche Land haald,en gaf
haar voor eerft een/Tt^ör.i»^ of Plaats y een uur van ons ¥ort
SSÏen gelegen, in een van zijn Sout-Dorpen, met wil om haar by
ïiaar eenige eerfte gelegcntheyd weder m haar \'Bouwvallige Huys, of ¥ ort,
rydin haar geenze voormaals hadden bezeten, te brengen, \'t Zelve
Ïoruïeld gelukte haar kort daar aan ook na wenjch, en hebben écEn-
waar dat \' gelfche zig berecds daar al zo vafl en flerk gemaakt, datmenze
die fïgftetk nief J ^an in tijd ^znOorlog „ weder van daar zalkonnen kry-
gen, als wanneer het dan nog te bezien zal flaan , of wy niet
wel eerfl: zullen moeten verhuyzen : want haar Vort is wel zo
Afbeelding groot als \'t onze, en heeft meede vier goede Batteryen, behal-
vanhetEn- yen dat het noch een Torm gewijs gebouw waar het Gefchut
gcHcliEorr.^ Jnbsp;heeft,- en waar meede zy ons dapper zouden
konnen befchadisen, Haar Gefchut is ook groter of zwaarder,,
en in meerder getal als by ons. Kort om, wy zouden \'er al
een zoetelijk beentje aan te Iduy ven hebben. M\'at nadeel de-
ze nahuurfchap onzen Handelkzn toebrengen, en reeds al ge-
daan heeft,. weet een jegelyk,, die maar eenige kennis van de
gefteldheid dezer K^^/heeft; en meede hocgemakkelyk men:
het zelve had konnen voorkomen.. Dog den Heer ... te vol ■
Quaad be- vuur, en had geen goede Raads4uy, of wel dathy na dezelve
Jeyd van -♦♦ niet wildc luyfteren , begeerde de reden m \'t alderminff geen
plaats te geven, en zogt niet anders, dan Oorlogy en. her ge-
igt;Sn%he\'nrugte van dien: meenènde dat het hemzo wel zou lukken als
OöiJog.. de ^QCY Sweerts ^ \\vékt é\'Commanyfche m jaar 1687. ^\'eene-
maal t\'onder bragt, met verlies van der zeivernbsp;en de
mtQ^iQ Grootm amp;CiB^yks-^ft geen die tijd een wenfchelyke raak
voor
-ocr page 85-voor ons wierd bevonden. Deze Heer , waar van ik
fpreeke , meende ook zo te werken, dog hy overweeg niet \'t
onderfcheyd , dat\'er tuflchen\'t beleyd en\'t geluk van den
een, en den ander is. Egter derfik wel voor vall zeggen,
dat het hem meede wel zou hebben gelukt , by aldien zyn
grootshartigheyd, en de kUynagting, die hy van de Nyand had,
zulks niet had verhinderd; want voor minder dan een halve
T^onm-Goudsh^d^xy een Leger v^n\'^tjiifferfche, en Caheflerra-
fche Molkeren m \'t veld gebragt, welke die van Commany wel
twee maal inmagt te boven gingen. Dies het hem ook niet Kocpteen
zwaar zou zijn geweeft haar met dezelvegeheelijk te verdel-
genj dog..,. .was zot en blind genoeg, om zig teverbeel- omj ^
den dat hy met deze magt, niet alleen Commmy, maar de ge-
heele )Lufi zou gedwongen hebben j dies hy zig door zijn zotte
drift zo verre liet vervoeren, dathy, ftaande dit geichil, nog
andere magtigernbsp;2\\%Vantyn, en Saboe, deed drey-^ggbe-
gen, dat Commany niet zo haaft zou getemt zijn, of ze hadden driegt zig
meede een onaangenaam bezoek te verwagten. Deze twee fclvtndoor
L.andfchappen, wiften zeer wel voor hoe verr\' zy in onzefchuld
ftaaken, en dat, om haar geduurige fchèlmerye betaald te
zetten, het ons nooy t aan de wille, maar wel ^^wmagt, om
het uyt te können voeren, ontbroken had, draalden dieshal-
ve met lang dus wakker gemaakt, om op haar tegenweer ver-
dagt te zyn , en bemerkende , dat in deze tijds gelegentheyd
net in ftaat blyven van Commany het behoud van haar luiedeti
was, zo gingen zy dezelve met al hun magt by fpringen, waar
doorze veel fterker in Volk waren als onze Hulpers. Blyk hier
vanzy de eerfte ongelukkige V^/i/?^^, waafby wy alle onze Ons^olk
Bulpers. en bygevolg, ook \'t geene zv gélcoft hadden, verloo- ^^
ren; deeze5\'%was van zo een groten AföorJverzeld , als on- LeL»nge-
uer de Oorlogen der N^^^rj weynig komt voor te vallen: meeft vange» of
alle raaktenzc van onze kant om hals \\ omgevangen j waar door
wy ons in een beklaaglijke ftaat bevonden, zonder te weeten
werwaartsons te keeren, mits wy de meefte l^andfchappen
\'nbsp;™ vermogen waren, ons tot
Uhu T t ^quot; g\'^n^aakt; wy zouden ook geen gelegentheid ^
ware aeVw^nbsp;iets dadelijks te belmnen , ten
ware ae Vyanden- ons zulks zeiver hadden aan de hSid gegeven,
e Xnbsp;want
-ocr page 86-■ , ^ ^ Xvant zy kregen onder malkandercn ver/chil, en (cheydc zïg
drvya^ndcn vaneen, komende des Konings Broeder Tekkt Ankan, tegenquot;-
koraen tot woordig Koning van CommaMy, mee de Acaniße Volkeren ton
\'nbsp;zig binnen korten tyd met die van Adom en
ftcrk5n !ai ^quot;^cre , Zodanig verlier kt vonden, datze de Qommanyfche een
ceriVeliilag tweeden Veldflag lererden, in welke van weerkanten zo dap-
aangaan, per wierd gevogten^ dat de Overwinning een tyd lang geheel
twyfFcUgcig ftond, totdat dezelveten iaatften na onze kant
begon, often minftenfcheen , te hellen , dies de onze zig ook
al aan hel plunderen van den buyt begaven j dog den Qommany-
Dog wor- fchen Koning Ahe l\'ekki, overtreffende alle Negers van zyn tyd,
den door 2,0 wel in dapperheyd, als goed beleyd, had zig tot dus verre uyt
Commalv- hequot;: gehouden, en nu/èöW/fJ?^/)krijgende, dat de onze
fthcu Ko^ zoo braafin den buyt graasden ( dewelke voordagtelijk aldaar
niüg over tot een valflrik door hem was gelegt}komt heel onverwagt met
quot; lnbsp;troep Folks aan : en om de onze te bedriegen, met de
eng? agsn cj^rompenvm de Snaphanenn^i haar toe gekeerd} die meenende
dezelve van haar eyge volk te zyn, gaan met haar roven voort:
maar wanneer gezeyde Koning by haar quam, deed hy de Snap-
haneno\'cakeexen , en zo wakker op haar vuur geven, datze niet
meer dagten om den Buyt-^^im-xr wel een jegelyk om zijn Lyf\'m
goede verzeekering weg te dragen. Dus lieten zy aan die van
\'Commmy vooï de tweedemaal een volkome Zegen over, en
quam de geen die het ontvlugten konnen, weder met de Kous
op het hoofd fhuys.
Dit waren twee zware verliezen,en waar van men de fchuld
iihuia vaanbsp;v^eeze van te misdoen wel voor \'t meerendeel op .....
dii verlies, ^yquot; ^^kening mag ftellen: want had zyn E. zoo voorfigtig ge-
aaa. toe- weeft, om tegens die van jR^wi^y;?? enSaboe tèveinfen, en de-
geichrevea zelvc, om met haat in vriendfchap te blyven, een brok in de
^^^^gegooyt, gelijk hy naderhand, en dat nog zonder vrugr^
heeit moeten doen ; zo geloof ik nier, dat zy zig met die van
bemoeyd hebben , en zo zoude het heel ligt
zyn gevallen de Commanyfche uyt te roeyen, en naderhand met
die zelfde magt Fantyn en Saboe ook wat in te teugelen en tot
reden te dwingen.
De zaaken bleven dus in ftaat tot den Heer..;. zyn tijd toe.
En gelijk door de nieuwe Regenten veel malen veranderingen
in Stmts^x.aken\'koraQXi\'^ro ging het hier ook mede; want. ..van
een bezadigder gemoet als.....en die had ondervonden, dat nog,
wy tot noch toe niet dan fchade by den Oor/tg hadden gele-
den j beraadflaagde met die geene, aan wien\'c5^zyi»idezsr
ir?^/was toevertrouwd, om, v/are het mogelijk, éen Oorlog
in een goede freedete. veranderen ; \'tgeen ook zoo wel wierd
gemeend , en de gemoederen der Commanyfche in zo een goe-
de gefteldheyd gebragt, dat wy het haait met haar eens wier-
den; verbindende die vunCommmy zig niet alleen, om ons tiie fijcj. jjg
alle gedane onkoften te vergoeden , maar ftonden daar-en-bo- Comma-
yennogzo veel voordeelige voorwaarden aan ons toe, als men quot;y\'che ten
in diestijds gelegentheyd zoude hebben mogen wenfehen. \'t vquot;reede
Ware een wenichelijke zaak voor onzegeweeft, maakt,
by aldiendezehad mogen ftind grijpen, mits haar
iiïW^Man weeder binnen korten gelukkig zou gedreeven zyn
geworden, en daar-en-boven ontheft, van de grote Geldfom-
men die tot den volgenden Oorlog zyn uy tgefchoten ; dog Mef- dosr
ßeurs de Engelfche dio\'Hydigvja.re d^t\'wy den Oorlog zo gekik- \'cbdeyd
kig voor ons hadden gceynuigd, en in vreeze dat zy \'er niet
vctXzydehfïondenfpinnen, gingen op middelen bedagt zijn,
om de gemaakte Frede weder te vernietigen , en gebruykte
hier toe twee middelen, die niet te verwerpen waren. Eer-
ftelijk kittelden zy den Koningmeizyn tweevoudige op ons
bevogte Zegen, en dat het dienvolgende hem toe quam , vol-
doening te ey fchen maar niet te geven j ten tweden hielden zy
hem zijn grote, en onze geringe te voor, en dat wy niet
m ftaat waren cm hem weder geweldadiger hand aan te taften,
maar in tegendeel genootziakt zouden zijn, om binnen kor-
^^^^^ niet aÜeen van hem af te komen fineeken, maar Der Engel-
zelf kopen , als wanneer by met ons na eygen welgevallen fou ^^he weder
konnen handelen.nbsp;gebroken.
Defe Koning, bereeds door de Overwinningen hoogmoedig,
en daar nevens een Commmyfche van geboorte, welke meer
nnSfquot; Pï®\' fi\'^ fiï^equot;\' zig niet feer lan g
zohTmJnbsp;Engelfche h?m beloofden,
onrl^.\' dat zy zyt zaak als eygen fouden
SX?.quot;\'nbsp;allebenodigthedentegelisons, on.
üeifteunen. Hier op ging dien K:.;..v|weder zijn ouden gang,
E 3nbsp;en
-ocr page 88-38nbsp;BESCHRYVING van DE
cn deed ons geen minder overlaft aan, als hy ooyt van te vo-
ren gedaan had. Dit wierd eenige tijd geduldig genoeg van
ons verdragen, hem t\'elkens met goede woorden vermanen-
de, daar van te willen aflaten J dog alles te vergeefs, wanthy
hoe langs hoe meer ons , endeonlebelchadigdej \'t geen ons,
wilden wy onieg^l-itdcagUnghy MtLandaart met verliefen ,
niet langer flond te dulden. Dieshalven begonden wy mede
na harder middelen om te fien j en het met dén anderen eens ge-
wordenfijnde, wierd beßoten, om, ware het doenlijk, een
aanfienhjke magt in \'r Meld te brengen, waar mede wy zonder
lang te marren , de Commmyfche op eenmaal zouden mogen
ffraffen; en wijl ons aan de hand wierd gegeven, dat die van
Fantyn, die nu in vriendfchap met ons leefde, heel ligt in ons
belang fouden te krygen fijn, en haar magtig genoeg kennen-
^dQomtvfQcKoningenvtinCommanytQiamp;mi-nm\', zotraden wy
met haar m een onderhandeling, en bragte het in eenige tijd zo
ver, dat zy aannamen en fig met eden verbonden om die van
Commanyvoovttniommc van ruym negen duyfend guldens
tebevegten. en niet af te laten, voor en al eer fy defelve had-
den uytgeroeid. Hier mede dagten wy nu heel wel verfee-
kerd te fijn, en verwagten dagelijks de Fantijnfche met haar
magtin\'t V^/Zj dog hier quamen de Engelfche zl^Qéer m t
fpel, dewelke, om de belofte aan d\'Commanyfchen ¥.omng ge-
daan, ftand te doen grijpen,of eigentlijk om ons maar te dwars-
boomen. \'t Zy dan hoe het wil, een van haar Opperhoofden,
heg^aig v^nCabocorsn^Fantijn-, dewelke hy met ruym zoo
veel Geld, alswy, uytgefchoten te hebben, bewoog, om ftil
te fitten; dog wijl den Br^/ö alleen hier toe met konbefluy-
ten, zo deden zy den felve om hals brengen, en in deflelfs
plaats weder een ander van haar aanhang flellen. Een jegelijk,
die eenige tijd op de K«/ is geweeft, is genoegfaam bekend,
hoe ligtvaardig de Negers haar eden tegenwoordig verbraken,
en dieshalven fal het hem niet fwaar vallen te geloven, dat de
Vantiinfche liever dubbeld Geld voor ftil te fitten aannamen.
als voor enkeld fig ten OorUgioz te ruften. En dieshalvc
kreeo; onfe onderhandeling alhier een ongelukkigenuytftag,
zo dat wy\'er met verlies van ons weder van af moeften
fien.nbsp;•nbsp;^^
^DcCow-
nianyJchc
bcginnca
ousop
Hieuw aan
se talten.
Waarom
ook na
harder
middcJen
beginnen
omtefien
de Fantyn«
(che toe
verdelging
derCom-
manyfche
omkopen-
de.
\'t Geca
door de
Engelfche
werd ver-
jdcld.
De Qommanyfcbe hier op des te hoogmoediger begonden ons
daar na noch meer re plagen. Dies gingen wy hec weder over ^^^^
een andere iw^ wenden , en qiiamen met die vmAdom over buuenis
een om \'t geen de Vantynfche hadden laten fleeken, voor noch quot;3«
geen zcsduyzend gulden uyt te voeren: maar hier viel mede
niet af, want die wierden over denbsp;van het GoWon-nictvaia.
eenig, en bleven alle, zonder eenige beweging te maken ,
t\'huys, enxno.th\'kZYde AcafüflenmQabefierrafche, welke be-
looft hadden met die van ^iö«^? te füllen optrekken, dus gin-
gen wy ons laatfte yfnhr in de grond werpen, \'t welk was, voIgvoS
dat wy de Dinkirafche ht^sfogtn om voorruym agtduyfend de derde-
gulden ten voorfchreeven cynde af te komen; maar hier in maal met
Waren wyfoongeluckig , als mal het voorgaande: v/ant die
kreegen, van uyt het Land felfs eenOorlog op den
hals, en moeften onfe laak, om haar eygen Land te belcher-
j^en, laten varen j dog fy waren noch fo eerlijk , datle ons
^tGoud, uytgefonderd een wcynig, dat aan de handen der
bleef hangen » wederom fonden; \'tgeen aan de Adom-
fche was gegeven, kregen wy voor het meefte gedeelte ook
wederom, dog van de Yanttjnfche niet een duyt. Op deze
WIJS bleef onfe faak als in een verwarring flaan, fchoonwe
mets onverfogt hadde gelaten waar doorwe ons hadden mo-
gen redden, dog alles te vergeefs, alfomen ons aan allekan-
ï^en bedroog ; waar om onfe wenfingen weder gingen om Xractcn
|net dc Commany fche op een eerlijke wijs te verdragen ; dog ^veder vre-
■hoe fulks in\'t werk te ftellen , vonden wy ons nietweynig detema-
verleegen, en vreesde, dat wy de Engelfche haar voorfeggins^ •
van fmekende te füllen komen, foudcn moeten bewaarheden,
t geen ook feekerlijk fou gefchiet fijn , of op fijn beft, op een wys aaH te
tgt;€dektewijs: maar terwijl wy in dit overleg waren. Qiiam vangers,
ons een ander eerlijker, en dienftiger middel aande hand. Na-
de hier voren gemelte Broeder van den Commany-
ShirT\' dewelke door. met fFyf en Kinderen om eeni-
L Wnbsp;^^^nbsp;^ \'^^ S\'laverny na Suriname was
\' rnbsp;Heeren B^ty^wJ/^^^ferj vry verklaardy Bekomen ■
K«/gefonden.. BeesBimaar hier ternbsp;ecmi^iddch,
? J\'nbsp;wy om\'t gemoed van deflèlh quot;\'vcrftaan,
i^reedef te ondertaftcn, of hy rieerder forden dan
tor
-ocr page 90-40 BESCHRYVING van DE
Iif yd der ^^ Yreede gefind wasf* en wy verflonden haaft tot onfê vol-
Cofiinia- komea\'vergenoeging, dat den Koning, den Oör%irioede was,
iiykhe tot en niets fo ieer als de Vreede begeerde, dies het ook niet lang
ccii Vrede, |jgp ^ ^y quamen op feer goede en eerlijke voorwaarden
met hem te verdragen \'k feg goed, om dat wy over een qua-
men fonder van weerkanten iets anders dan een vafte en ver-
di«ook trouwde Vr^^c/e te ey fchen; en dies dagten wy dat het ook des
kouen\\ d ^^ beftandiger fou fijn, gelijk het ook fekerlijk fou zynge-
w^crdquot;gc- weeft, wantwy begonden alreeds-te fmaken, hoeveel een
troffen. goede Vreede boven den fchadelijken Oorlog te ftellen is. Dog
in\'t midden van deze geruftheyd en betragting van de Vreede
in\'t toekomende in meerder waardye te houden, komt ons
Do -1 g^-ntfch onverwagt, en tegen alle vermoeden, een vreemd
de Engli- gcval van de Engelfche te voren: v^ant die Heeren, fig van den
fcbeden (Zommanyfchen Koninghe\\ed\\gd iigtende, of wel datfe den fel-
Commany-yemistrouwde, dat hy ons, alsiijnoude vrienden weer toe,
uiugquot;ve°quot;nbsp;^^nbsp;altans wat de oorfaak ook mag geweeft
moordenquot;, zijn, fy deden den felve, als hy op fekeren dag zig met haar
weder tot meende te verluftigen, in haar For/ tot Cahocors vermoorden j
water hep. ^p ^^^ ^jg Europifche Landaart onbetamelijke wijs, en beloon-
de aldus ondankbaarlijk dedienften, gedurende eenige jaren
van hem ontfangen.
Grote ver- Defe fchendaad bragt een grote verandering in de faken van
andering ^jefc te weeg, die van Commany tot noch toe zo naauw
de mofï?\'nbsp;Engelfche verbonden, wierden geflagen Vyanden van
11) de faken defelve, tragte op alle maniere haar \'s Konings dood te wreken^
defer Kuft. ïï^ekki Jnkan hier en tegen wierd haar aldergrootfte Vriend, en
hebbende in gezcyde4/f\'?f\'^ mede de hand gehad , fo vlugte hy
by nagt van onder ons Kafteelvm daan» en vervoegde zig by
de Engelfche, met dewelke hy met den eerften ging aanfpan»
De Enge!- nen om de Commanyfche weder met Oorlog aan te taften j doen-
iche van- de ons verzoeken om mede in dat verhond te willen treden j dog
Oott\'quot; wierd geweygerd, alfo wy ons om haarentwü in geen Oor-
gcadkquot;vrn %hthoefden te wikkelen, alfo wy tot ons leetwefen langge-
Gommany nocg hadden gclmaakt hoe verdervende den zeiven voor onfen
\' Handel WZ.S. Zygingen egter met haar voornemen voort ,en
koften tot haar behulp om, d\\e\\m Saboe:, Acany, enC^^w-
Terra, met welk onderftand Tekki-Ankan in \'t V^/ikomt,dog
GUINESE GOUD^KUST. 41
met 20 weynig geluk, dat hy door de Commanyfchetcnttno.-
maal wierd geflagen, en op At vlugt gedreeven, niet tegen-den gefll\'
ftaande hy ten mmften viermaal zoveel Volks als de Commany- gen,
fche, by hem had: dog die hadden daar een tegen een Neger,
met name Amo\'-l\'ekkiy ten Feld-Overfien, in wien de dapper-
heid van den vermoorden Koning feheen te herleven j en waar
m by den zelve ooic geenfints behoefde te wijken; waarom de
^ommanyfchen ook zo groten Overwinning voor \'t meefte ge-
deelte aan hem waren verfchuldigt.
Niet tegenftaande wy ons tot dus verre onpartijdig hadden
gedragen, zonder ons voor den een of ander te verklaren, zo Beleefihdd
lad gemelte Feld-Overfiedogde beleeftheid om den Heer .... van Vei\'d-
®ver dees Overwinning te laten begroeten» en onder *t fenden o^erftcn
van eenige Bekkeneelen der verflagenen te laten betuygen , dat
hy btfl ooten had van voortaan in den dienft der Hollanders te omtrcns
gillen leeven en ßerveny dit wierd van onze kant met gelijke ons ge.
beleeftheyd beantwoord, en n^ dm Feld-Overfien bedankt, ^^y^^\'f«
cn een Fereering gedzzn te hebben, deflelfs Afgefanten weder d™y h?cE
Verfbnden. Of dit nu wel of qualijk van ons wierd gemeend, door had-
wil ik daar ftellen j dog dit weet ik, en \'t ftaat vaft, dat wy fconnen
hier door de fchoonftegelegentheid des weerelds kregen,nbsp;•
dzEngelfchem.Qo\\t^Ti%xtd\'warsboomen, en haar al\'het vori-JenNeSr
ge betaald te fetten, hadden viy tekki-Jnkan, gelijk hy onsomgefto-
reeds gedaan had, laten varen, en met die van Commany aan-*
geipaunen. Dog daar was om zulks uyt te voeren een groote
hinderpaal in de weg, te weten, een van de grootfte Schelmen
die ik ooyt onder delen Landaartheh gekent, en die dies tijds
Makelaar van de Maatfihappy was. Aan dezen Schoft leende
de Heer....., zodanig het oor, dat alle andere Raden by zijn
ii. als verdagt waren, en deze ÏSdakelaar, uyt haat, of eygen
aanbelang, befehuldigde deCommanyfche en maakte haar zoo
zwart, dat..,..eindelykeen afkeer van de zelve kreeg, en
Zig zodanig quam te gedragen,dat de Qommanyfche haaft merk-
ten waar dat het eyndelijk heen wilde, en dies ontzagenie zig
ook met, om ons 20 nu als dan, eenige kleyne belediglnge
fgt;7nbsp;\'t geen enkelijk htidoel^NZ^, waarop Jkim-
uaroogde, om daar uyt reden te mogen halen de
Me vyandhjk aan te taften. Hy wift .......ook zoo ver te
Fnbsp;bren-
-ocr page 92-, brengen, dat zy met den anderen een faak, zonder raedewf-
Sdoen ten van den Raad, befioten en uytvoerden ,,ten hoogften ver»
van den fel- foeijeüjk, beftaande hier in , dat zy ée Fetuers, Bondgenooten
ven, werden x.\'xndcC.ommanyfche, op een zekere dagna oudergewoonte
Gomman op g^^^l geloof alhier met haar Goederen ter Markt komen-
op een vy ^ de, deden aantaften, en overvallen bragten eenige om hals.
andlyke en ruym tagentig gevangen in \'t Kafteel, en roofde, alles wat
ttys aange- ^g^e Menfchen handde mede gebragt. Oordeeld nu eens gefon«
^^ \' delijk,, Myn Heer y of U É. niet zult moeten toeftaan , dat
door \'tgezeide\'trechtder Volkeren\'m den hoogften graad ge-
fchondenis? ikmeenevanja, endatheteen onverantwoor-
delijke faak voor zijn E. is,geweeft, \'t zelve zonder mede wee-
ten entoeftemming van %\\]x\\Raad uyt te voeren;; dog hier en
boven zou hy noch wel willen gehad hebben, dat dc Heeren
van den dit doen voor goed hadden gekeurd, voor be-
Gedachten Weegredenen bybrengcnde, dat die van geregtelijk wa-
overdic rengeftraft, mits weinige dagen van te voren eenige
lieden van d\'Elmina door haar op de wegen waren Vermoord
geworden. Dog dit kon niet bewefen worden, en \'t was om
volgende reden ook niet waarfchijnelijk: want eerftelijk, de
Fetufche ontfchuldigden zig dies wegens zeer j : en bleven met
ons in vriendfchap: ten tweeden is \'t ook niet bedenkelijk, dat
zy, daar haar noch zo veel aan ons gelegen was, ons zo fwaar
zouden hebben derven beledigen: en laatftelijk hoe kan het
in de gedachten van een Menfch komen dat de Fetufche wan-
neerfe zig aan zo een fchelmftuk fchuldig kende, hier nog zoo
onbefchroomt zouden hebben derven komen Markten: dies
tijdsontbrakender ook geen Tl-f^?^^^^» » die zig alleen niet lie-\'
ten voor ftaan 5 maar het zel\\^e ook rond uyt zeiden, als dat
het Vermoorden der voorfchreve Yrouwlieden, een beftel van
Akim en T^kki Ankan zei ver was,. om zulks de iZommanyfche te
laft te leggen, en daar uyt reeden te mogen vinden, dezelve
aan te taften,. en haar door dat middel alle verdere Handeling
met ons te beletten. Wat van de waarheyd zy, weet de He-
mel , d-i zaak lag dus zonder te konnen verholpen worden. En
fchoon de Heeren van den i?^lt;^iditF?y/tenuytcrften quaad
keurden 5 zoo lietenfe-het zelve niet blijken , omreden, dat-
ze detn-scfte fchuld hier^van aan zouden hebben moeten
gCquot;
-ocr page 93-geven; welken zy fchelms genoeg kenden, om zulks op, cn
ten kofte van haar leven, te verhalen, dies zy het, als een ge-
dane zaak zijnde, met ftilzwijgen lieten doorgaan.
.yog dit overftappende, keeren wy ons weder tot het ge^
zeidepj/if. Het zelve bragt voor eerft te weeg, dz.tde Flandel
aan^/;»^«^plocfelingquamteftremmcnenopte houdenj en
teniweden, dat wy hierdoor onsvoorV^^^ÄvandeCi)^-
ennbsp;hadden verklaard, \'t geen de Engelfchen ioTZt
mwt haar aanhang zo zeer aanmoedigde, dat zy, in plaats van «I\'c m^de
yede te maken , gelijk Saboe, als de magtigfte al had voorge-
llagen, zig nu weder raetaliekrachtgmgen verfterken- en
nebbende weder een aanzienlijk Leger te V^/igekreegen, met
wt?,nnbsp;toteen mcedcHoofdtrefenq,mmcn\',
haar d^tquot;quot;
l^ltcvu ^ geqi^tft raakte, die zig daarom uyt httGeve.t Commany,
moeft begeven. Du bragt zo een verflagentheid onder de zy-
neteweeg,datzydieduskngemanmocciiggevo2cen,en eJn fT •
het op een lopen ftelden, en
hete a,zo aan Tekh Jnkan en zi n Medehelpers een volkomen
?antT of f • ^ X\'^^-O-erße, en Eerdere CrTn gc-
S/Tr f fnbsp;» en ons op zijn beft nevens de En-
hlK^« f y een andere wijs, meerder aandeel in moPten
ftellen Änbsp;^^nbsp;vaS
beftierWnbsp;wijlhetfeylenmenlchelijkis, de
nenienbsp;\' ^^ «^^nfchelijkheid niet kon-
meïniknbsp;andere hebben gehad, Dus
vaa können fp4eken ^^ f ^^nbsp;\' «\'^t meer ^rond
hoofden maar tuttelf• \' if ^nbsp;^^
^ WIJS verhandeld. als ik, ( zonder de waarheid
-ocr page 94-Redenering ^^ ^^^^ ^^ ^^^^ »^ ^^^ können by brengen, en geene tot m-
over\'t voor- deel van den Heer......gezegt is, moet ÜE. aan zyn E, qua-
gevailenc de geneigthcyd niet toe fchrijven j m^ar hem als eengroote
equot; AkS\'\'quot;\'nbsp;toerekenen, dat hy zig zo zeer aan y^kim heeft overge-
\' geevcn, en hem van dezelve laten verleyden, waar door\'er
zaken zijn voorgevallen, erger als onder eenen van allen zyne
Voorfateni en zytUE« benieuwt j waarom...,, zo zeer met
dien fchelm is ingenomen geweeft, \'t is, om dat zyn E. wan-
neer nog in een minderenwas , van den zelven met z00-
danigen trouw, als men zelden onder de Swarten vind, is be-
diend geworden j \'tgeen hem zoo zeer in de goede gedagten
van dien Heer bragt, dat dezelve niets quaads meer van hem
kon geloven. Dog deze goedheid^ door Akim misbruykt
werdende, heeft.....een hatelijke Regering veroorzaakt, cn
zig zelven rijk gemaakt. Dusdanig, Mijn Heer» kanyemand
bedrogen werden, als hy zijn zinnen te veel op een mcnlch
fteld, en andere, die het wel meene, voor verdagt houd.
Ik zal het voorverhaalde aan UE. regtfinnig oordeel overla-
ten , en my weder begeven tot het eynde van het Commany fche
Land, d r ie kl ey n e mij len beneden ons Fort Fredenburg» al waar
aan hetnbsp;oï de Stad Mina, het door de wereld vermaar-
Bcfchry. de Kaßeel St. George is gebouwd, gemenelijk genaamt St. Geor-
1nbsp;naar de naam van dit V/z^r om deze plaats
S-GeorSquot; van de Porto^^^y^;^ fdie het iT^/^^/gebouwd en benaamd heb-
ben) Elmina is gedoopt, zoud ik niet zeeker können ftellen }
want Goudmijnen werden hier eenige mijlen om heen, niet ge-
vonden j maar by aldien giffingen plaats mogen hebben, zoo
vernaeen ik en niet zonder fehijn van reeden, dat, vermits hier
Is v-ia denbsp;Portugefen zo een groten toe-en-afvoer van
Fortugcfen Gö^is geweeft (even of het maar uyt deAf^W wierd gehaald,)
gcnotncïi, het daar door zijn naam zal hebben gekregen, en by vervolg
van tijd ook gehouden. Den opbouw van dit Kafled doordc
Portugefen-^hegonnenm den Jare 1484. van welke tijd zy het
hebben bczectea tot den Jare 1658. wanneer dat wy het haar
hebben ontweldigd. Ten is niet ten onregten door de werdd
vermaard, want in fterkte, en fraaijigheid van gebouw, heeft
Ijzees het zijnsgelijk niet op de \'t Is langwerpig gebouwd met
ftak, zonderling hoge Muuren y. vier goede Batteryen in, en etwBat-
tery
.J
-ocr page 95- -ocr page 96-4
.A
t
Sr \'nbsp;^^^ Buytenwerk ; aan de Lmdk^t
hef^.?nbsp;eenemaal uyt de Rots, waar op
toosm^nbsp;gehouwen} dezelve Gräften zijnal-
gt; fo tot gerief van de Bezetting, als onze
bm^f^nbsp;dog behalven deze Gr^/^.;. hebben wy
«T^ k j A^ï//^^/noch drie fchoone Regenbakken, dewelke eni-
ge honderdwaterinhouden, zodatwy niet ligt gebrek
van water konnen hebben. Op dit leggen. . zware
mecaaie Itukkea Kanon, behalven de benedenfte Battery wei-
se vol eyfer Kanon legt, waar mede dagelijks eerfchoten, zoo
voor de komende, als af-en voor by varende Scheepeny werden
gedaan : een Bezetting van meer dan tw ee honderd man zou in
rnbsp;woonplaats konnen vinden 5 en voornament- En goede
ujK munten uyt de Wooninge van den Generaal, OpperA^oop- woning..»,
man, tnFtfcaal^ en na dezelve de verdere Bediendens, zynde
eenjegchjkzowel^.^ji;,/, datzy\'crmetfatfoen niet over
zouden konnen klagen. Met dit Kafteelneemtn dtAftekenin-
gen der torten haren aanvang, derhalven bekomt UE, de Uyt^
tekemng van twee kanten onder N i. en a. Doch U E. moet
weten, dat den teekenaar zyn Meefte-r wat vroeg ontlopen zyn»
de. wel eenige kleyne misflagen heeft gehad, die egter niet,
dan^vankenders konnen gemerkt werden
Naar mijn vertrek heeft den Direfteur Willem de la Palma
net Kafteel St;Georgezeer veel verbeterd, de Woningen zo
voor hoge als la^e Standsperzonen uytnement fraay gemaakt,
Zo ook met eenige fchoone Pakhuyfen vermeerderd, en met
vier torens gewyze gebouwen vergiert, zodat het\'erjegen-
WoorJigvryaanfieD.]ijkeralsby mijn aanweezen uytfiet, dit
js ook het eenigfte goed dat Palma ten befte van de Maat-
jchappy heeft vcrrigt, zijnde meeft alle zyn overige hande-
hnge verderfelijk voor haar geweeft.
Onder, of voor dit Kafteel heeft men het Dorp Mina, door „ • ^
de Inboorlingen genaamt Oddena gt; \'t is heel lang en redelyk tS^Va-
öreed, bebouwd met fiarke KUpfteene-Huyzen. \'t welk men \'
op geen P/^ï^/j meer als bier heeft: mitfe in andereD^r/i^» maar
Van Kley ot Leem en door vlogten metfijn gemaaJct.Vooï
Vyftienoffeftienjarcnwasdit Dorp zonderhng Volkrijk, en,
^Qnder liegen, wel^agtmaal zo magtig als tegenwoordig, waar-
P gnbsp;001
-ocr page 98-46 BESCHRYVING VAN DE
•Wascer-nbsp;^^^^ Strand-Negers wierdengevreeft ykonnendc
tydlvolk- Generaalzon\\Xscsr\\wzn gewigt met dezelve uytvoe-
ryk» ren : maar voor vyftienjaren regncerden de Kinderpakjes hier
zo geweldig, dat \'er al een goed gedeelte na de Elifeefche-Fü-
den wierden afgefcheept; cn t zederd zynze door den Comma-
nyfchen Oorlogtn de harde Regering van eenige Generaals , zoo
,tcgsD- zeer verarmt en elendig gemaakt, ook van Vö/^ ontbloot, dat
woordigis het tegenwoordig ongeloofelyk zwak is, en niet \'vc^fiaat om
•tketarm, van zig zclven, buyten de Dienaars der Europianen , vyftig
man met TFapenen voorfien, te können levej en. Daar is geen
. Plaats op de geheele Goud-Kufl, of men vmd er gevlugte Ne-
gers van d\'Elmina; zommige, om dat zy vrienden van cie Com-
many fche waren, en andere, ook wel de raeelte, om \'t kneve-
len van de Generaals, en gemelteiV^^^r, te ontgaan:
want dezelve fcheen maar getchapen te zyn om door \'t verüer-
ven van een ieder, alles als meen ver warring te Hellen. Wan-
neer ik hier eerft ter Kuß quam, heb ik verfcheyde ryzen vyf
of zes hondera geteld, welkenbsp;texN isvangsi
uytvoereni en nu zoumen er bezwaariyk een honderd kön-
nen vinden; en die alle noch zo arm , uat men zig moet erbar-
men , als men om de vorige tyd gedenkt; waarom het ook een
wenfchelyke, en ten uyterftcn hoognodige zaak is, dat \'er
haafteeni7ö(?//komt, diehaarwatminnelyler bejegend, en
weder als van nieuw aan koeftert; als wanneer, buyten a\'ie
twyffel,nbsp;wederom zouden komen: mits
dat dien Generaal maar zo voorzigtig was, dat hy den zoo veel
malen gemelten Neger wat inteugelde, of, ware het mogelyk,
na een andere Plaats verzond. Dog, als gezegt is, met voor-
ilgtigheid, zonder dat hy gelegentheid kreeg om Landsaards
in te geraken , (waar dat hv zich ten onzen kofte ve\\t\\frienden
heeft gemaakt)en daar door zekerlyk eemge opfchuddinge fou
verwekke; hier op zou, na myn gedachten, haaft eene ver-
anderin\'g ten goeden volgen j \'t welke ik, zoo,voor \'t wel- zyn
van de Maatfcharpy, als om de armoede van dit Dorp zelfs,van
harte wenfche.j in welke hoop en V:erwachting ik dezen eyn-
digeen fluyte, als.
vier-
Eynde van den derden Brief.
-ocr page 99-en n^\'i\'nbsp;een Befchryving van het Fetufche Land,
^nons/^ör/,. mitsgaders de Hooftplaats dernbsp;mee
zelve gelegen, \'t Saboefche Land en
ons b of t Nafou aldaar, \'t Landfchao Vantyn, en de Plaat-
^n die wy, en dzEngelfche, in \'t zelve befi^ten. Groote
macht der Fmtynfche, en wrèveligen aart van die Landaarr,
vvaajdoorzowy, als de Engelfche, zeer veel moeten vci-
\' .......fchreefik het laatfte aan UE. en niet
tegenftaande dezelve wat langwylig is gevallen,
zohoopedogdathy UE.niet onaangenaam zal
geweeft zijn. t\'Zederd het afgaan van gemelte
^----quot;^»jne iVf^w wierd myop den 8. dezer UE. ge-
eerden van den 24,... overhandigd, zynde hier xex Kuft met
een Zeeuwfche Enterloper aangebragt Ik kan, Mijn Heer, uyt
gezeyde U E. Mtffive befpeuren, dat UE. van een zeer nieuws--
giengen geeft word gedreven; niet alleen, om dat U E. by
aue zijn Brieven my tot het Befihrijven van de Kuß zyt aanma-
nende, maar ook de omweg, die UE. gebrnykt, om myn
tyding van UE.te doen hebben, en\'t verzoek van by gele-
gentheid UE, met die zelve Scheepen te fchrij ven. Maar,Ärquot;
^nV Tiend, weet UE, niet, dat het my ongeoorloft is, met,
O- van zodanige Scheepen Brieven te ontfangen , en veel minder
^nige metdezelveoverte maken? Dog ik geloof, dat U E,
denkt het evenveel te syn, hoe, en met wat Scheepen U E. de
afzend en weder andere bekomt, alze maar wel befteld ^
Werden. En om UE. de waarheid te zeggen, ten verfcheeld
y ook zo byfter veel niet: want, ■ vermits ome Maatfehappy
aaar door met werd benadeeld,- zo kan i!i\'er geen misdaad in
^en, dicshalven kond UE. verzekerd zvn, dat ik in \'t toeko» ^
^ende diergelijke gelegenthedcn niet meer zal laten voorby
gaanj-
-ocr page 100-gaani en wijl dezelve dagelijks zo hier als in E^^rop^? komen
voor te vallen , zoo zullen wy, als UE. die mede wel waar-
neemt , het geheele jaar door Brieven met den anderen können
verwijfelen, en van elkanders fiaat eu gelegentheyd kondfchap
krygen.
Üyt alle mijne voorige, zyndedriein\'t getal, zultUE.
reeds na alle gedagten gezien hebben, dat ik al te prompt ben
om my twee maal tot een zaak te laten noden j dies dat over-
geflage, en my gedragende volgens den verderen van
UE. Brief aan \'t inleggende antwoord, zo zal ik de Befchryving
dezer Kufi weder aanknoopen daar ikze in mijnen laatften had
afgefn eden i zy nde geweeft tot aan ons K aßeel St. George d^ E /-
rntna
Een Zout- Bencden of naaft onsK^/e^/, en vervolgens voor by het
^heTdquot;Fctunbsp;Dorp loopt een Riviertje land waards in, ter lengte
welkers Water, volgens*t zeggen
nyvaii den van de Heernbsp;, tien maal fouter als \'t alderfoutfte
ander. Pekelnat zou zijn} dog in de maanden van May en Juny, heb
ik het wel zo zoet en vers als Regenwater gevonden j vermits \'t
in die maanden geftadig heel fterk regend, welk water van de
omleggende Bergen alle na dit Riviertje afzakken, zo een Inel-
le af, of uytwatering in Zee maakt, dat men \'er met goed fat-
Iben een Ichoone Water-molenzou können oprigten, beh al ven
noch dat de vloed hiermede zo fterk gaat, datze een Möö/^??
zoude können doen malen- Maar dat de Heer ¥ocquenhrog van
lt;ie zoutheid vzn dit Riviertje gtVidiiG zeggen, moet men van
de drooge tijd, en als\\ \'^tymg regend, verftaan: want ter-
wijl het Landhitr omtrent zeer zalpeterig is. en het Viiviertje
geheel ondiep, zo is \\ wel te geloven, dat het Zeewater in dit
ß^iviertje door de Zon metrècT lot zout vievd gemaakt, als in
de volle Zee, \'t geen de Inwoonders ook wel hebben ondervon-
den j dies zy dit water nemen om Zout van te koken, en\'t geen
zy ook met veel voordeel volbrengen, \'t Gezeyde Kiviertje
maakt een fcheyding tuflchen het Commanyfche en Vetu^che
\'c Fort Land, hier aan en op den Yetufchen Bodem legt op een tamely-
Cocuraaïs. kenhogen Bergy gem^mtSs-Jago^onsFortresCoenraadskurg.
ÏSenbsp;fchoon en vierkant Fort, voorfien, gelijk meeft alle
§iiuamp;}igo, onze F orten, met vier deftige B^as^^rF^;?, beh al ven dat het in
zyn
-ocr page 101- -ocr page 102-■ ; -V
î:
yj
Î -, ■ V
r
-
I .•»jp«^.»-^?**-\'
-ocr page 103-GUINESE GOÜD-KUST. 49
welke rondom dit Forif loopt, noch vier Jdei-
ne Batterytjes heeft. In \'t kort, hier ftaat Käw» genoeg, en
h€ti^ör/iswelzoofterk, dat men\'er, met een gotde Bezet-
tingy%n alles voorfien , groot geweld mede zoude können
tdoen. UE. gelievede^/lt;?tegt;i:onder Nquot;. 3. te befien j en
UE.Zult in\'tjmidden van\'t zelve een redelijk hoog dorentje
gewaarwerden; het welk dit Vort niet alleen veel versierd ,
maar ook groot vermaak geeft : want wanneer men bo-
venop, ofte midden, in een Ä^^Ä^zms, heeft men een fchoon
gefigt over \'t omleggende Land en de Zee, en men kan hier
de i\'c^^ÉJjo^» die van boven komen zeven ä agt mylen ver ont-
dekken,\'t geen ons in tijd en wijlen al dienflig zou konnen zyn.
Met den Berg SainSi Jago hebben wy , eerder nog een Fort
op was, het Kafieel Sainü George voor\'t meerendeel tot de
overgaaf gedwongen: want met zyn gebied het volko-
men over het Kafleeli dies ons aan \'t behoud van dezen Berg en
Vortrejfe, ten uyterften veel gelegen is: want als dezelve ver-
loeren was, zozon Elmina het niet lang tegen konnen hou- wertgedra-
den, dies wy\'er immers zo veel zorg voor dragen , als voor\'c gen.omhec
Kafieel zelfs, en legt hier tot Bevelhebber een Vaandrager met
een tamelyke Bezetting, De Berg Sainëi Jago in het Yetufche quot;
L^ï/^tó?gefteld hebbende, zo ftaat ons maar voort te gaan met houden,
te zeggen, dat dit Landde lengte van vier kleyne mijlen heeft,
en omtrent ook zo breed, \'t neemt zyn begin, als boven ge- ^
zegt is, met den B^\'rg-van Sain5i Jago of het Zout-Riviertje gt; ^^[quot;fetu. quot;
en eyndigd even beneden den Deenfihen Berg voor by Cabocors. fclie Land.
Dit Land is in vorige tijden zo Folkryk en magtig geweeft, dat
het een Ichrik van alle zyn Naburen verftrekte, voornament- _
lyk voor die van Commany, over wien het als gebiedende v/as; ^czeV^y
dog het Rad is, door de geftadige Oorlogen, zodanig verdraayt, machtig,
dat Zy \'er ten eenemaal onder zyn geraakt, en de Commany fche
nuby na voor haar Meefters erkennen, en derft deVetujche
Koning ofde andere Grooten, niets van belang, zonder bewil- gf^eel\'quot;
liging van de Commanyfche» uy tvoeren. De grootfte oorzaak fvvak, cu
hiervan i_s, dat in den Commanyfchen Oorlog ¥etu in twee delen uyt wat
isgeicheiden geweeft, waarvan de eene het met ons, en de ^^
andere het met de Commanyfche hielden, cn vermits \'er aan ^
Weerkanten zomtyds eenige quamen tefneuvelen, zo haddenle
Gnbsp;een
-ocr page 104-een dubbelde vermindering, en voornaftientlyk zyn zy m den
laatftcn ^^^ veel verminderd : want daar de geheele helft gé-
noegzaam in de kaars is gevlogen ; dies UE. wel kond de-nken^
datze tegenwoordig zonderling fwak van Yolk tuoeten zyn,
dewelke^\'onmogelyk genoeg zyn om zo een fchonen L^?»^ na
behoren te bebouwen. Het Lsndii zO vrugtbaar en vermake-
^ .nbsp;hik, dat men het by het yi^/^/tf^gnbsp;mag vergelijkéft* Me-
bv\'rime- nigmalen heb ik het zelve, voor den laatftenO«r%doorwan-
fche Land dcld , en bevonden , dat het met vcrI lehoOne, wel bebouw-
vogcieken, jg ^ ^^ Volkrijke Dorpen voorzien wa«, en daar nevens zo over-
vloedig in Ooft en V^^, mitsgaders Oly , en Wyn de Palm»
dat het een luft was, om te ziendöeh het vermakêlykfte van
allen, waide overdekte en even gelyke WmdeUwmgm tuflchen
d\'Ehnina cn Simbé (een Dwp anderhillf mylin ^t ¥mfch% hand)
Waar van ik ^er heb gefien , die een half mir lang waren , en tó
dïgt dooi-hGeboOMti; overééit -, dat ik voor Zm ctxRegenhe^.
vryd was, De hoge en cierlijke Bomen die op de Vvaf-
ftn , Zetten het Land t^ïcdc geen^ kleyne Gierlijkheyd by ,
noch ook niétde verfchenbsp;Waar mede het verrykt is,,,
dezelve werd veel malen met grore verluftiging van onze B^-
ii-endens beZogt.. Kort om,, dit t-^nd verdient Wonder wel ZO
Waar ds na aan onm Hooftplams te leggen.
luwoon- De Inwoondirs crneeren zig aile, zonder onderfchcyd., met
den hand^ouwZo met het Sap\'n van K oom cn andere A^fi*-
^edecmc- ^^^^^^ ^ als\'tparfenvanO^^ , en \'fc tappen vtn den fFyn de
Palm, van welke btyde zy gantfóhehjk ftièt mis gedeeld zyn.
Drie mylen gaans, doch maar tmt gï-ote «uren ter heb-
ben dé %ngel[che aan het Dofp Oegwa óf anders Cabmors , mits
het ecn \'Óakó, Kaap ofuytfteekcndehoêkn, hnar Hooit-For*-
trës, \'t gecn na toTC^ör^\'?» het grootfte en Ichoonfte van
degeheek K ufi is. V;in binhen is hèt vöorfien met zeef veel
\'i Eng.?!- fraayè\'enwelgeboUwde#^o#i?ïf0i® ; voor het zelve hebbeuzc
lt;ch\'êHöoft-^en grotèén hoogè fteene gebouwd, öm by overval van
daarin haarnbsp;lyf berging te géveiu-
fchobn cn Vervolgens is het gefterkt met vier niet zeer grote Eatm}vn,
grbot, dochdaaren boven noch een, van een goedeltngte , waarop
dartien zwaré ftukken Kanon ftaan geplantmet defwelke om
é^tze warcfpas fchiettn , zy konnen beltttcn dM \'fer geöi vy-
Eetu in
VéiTcha
Riïier in
quot;tzelve.
andly ke Scheepen op haar Reede ten Anker komen, en daar en
boven lep regt voor haar Fm een brave grote Klip, waar
door het byna onmogelijk is dit Fort uyt \'er Zee te befchieten.
Maar het onnozelfte van allen, is, dat hier meellentijds een maar met
zeer zwakkenbsp;werd onderhouden, waar van een ge- fl^gtcMan-
declte^namcntlyk ondernoch zulke onnozeleZ-St-
den zyn, dat men, dezelve ziende, zig erbarmen moet, en
gclyk wonder wel na een oude Compagnie Spanjaarden gt; zo on-
gehavend zien zy \'er uyt; \'t geen eensdeels hier van daan komr,
dat zyde geene welke onzen verlaten, heel gretig aan-
nemen, en bezolding geeven : dewelke zy ook nimmermeer
weder aan ons begecren over te leveren, én dat uyt een ver- »tcccn.ro»
keerde barmhartigheid, om dezelve van haar verdiende /ra/tedronl-
tebevrydenj enlchoon wy verfcheyde malen met haar over aaidsz^n.
een gekomen zyn, en vaftelyk met den ander befloten had-
den , om geen Overlopers van weerkanten in dienft te nemen,
maar ^f^offjj\'flf wederom te zenden, zo is het doch t\'elkens we-
der van haar verbroken en overtreden ; en niet tegenftaande
onzeQverlooperseond^clvcrzopc Fielen zyn, zo zynze doch
by haar ganfch welkom , vermits denbsp;niet lievers
zien dan dat den Soldaat zyn geld maar in den drank verteerd; ^^^^ ^^
voornamentlijk in Pöwj, een zekere drank by dcFngelfchem Engdfcbe
gebruyk: werdende gemaakt van Brandewyn, Water, L/-garen zien,
moenfep, tnSuyker^ en alzo een ongezond mengelmoes} met wa
dezen drank doen zommige Agenten, die dezelve door andere
laten verkopen, zeer veel voordeel. mits den Soldaat het wel
dubbeld moet betalen j en de gene die er wat teweynig^^M
maandelyks in verteerd, krygt by de eerfte gelegentheid de
huy t vol flagen, en\'t en fcheeldhaarniet of de Sä?^;? op de
Soldy^dag Goud o ver houden, om Fjeten voor te kopen, of niet,
t IS genoeg als zy het maar in Pons hebben verteerd; door welk
overdadig zuypen, en flegt voedzel» de Soldaten, en ook meeß;
alle, \'er hethagjebyinlehieten, waar in eenige inhalige A- .
genten egter niet hebben willen voorzien, om dat zy\'er, als
gezegt is, te veel voordeel aan zouden verliefen.
U E. zyt voor een beroemd Do6ior of Geneesheer bekend ,
doch of UE. van den Heer Bontekoe zyn gedagten zyt, weet ik
niet. Zyn ED.heeft derven ftellen, dat de meeé-emenfchen
G 2.nbsp;door
^aarom^
door haar quade manier van leven haar dagen komen te ver^
korten j (dog dit moet op een gezonde wp verftaan werden )
ik zal UE. hier over laten oordeelen, als zig des beter verftaan-
de , maar by aldien voornoernden Heer zodanig een leven
meend ais de Engelfche Soldaten hier voeren, zo zoud ik zom-s
tijds niet veel zwarigheyd maken om my voor zyn Eiftelling te
D» Ensel- verklaren. Ongeioofiijk is het, hoe veel menfchen jaarlyks
fchc h-b- (dit zy menfchelijker wijs gefproken)- door dees verdoemden
beo jaar (Jat ik die woorden gebruyk) drank werckn verflonden, \'t en
de gemeene Man of Soldaten niet alleen, in geenen
oSlVäar\' deelen, de Foornaamfle lA^n mei een vierige begeerte tot
Bcdkndens dezelve ingenomen. Ik geloof waarlijk, zo lang ik op de Kuß
als wy, ben geweeft , dat \'er ,ten minften een van haar Agenten in*t jaar\'
de fchdd ^yquot; geftorven, en Koopluyden, of FaUoors zo als zyze noemen
aan\'c over- buyten getal Wil men dieshal ven de Kuß van Guinea fchat*-
dadigPons ten na\'t getal Van , die de zelve jaarlyks uytleverd, zo
drinken i^oej- hy gcwiflelyk in EngelmdveeX flimmer naam hebben, als
\'^ïchrTï\'ennbsp;\'nbsp;Engelman te willen wijs maken, dat de on-
veel drinken van Pewfproot; zou zo veel
zijn, of men zeyde, dat het overdadig eeten van vleefch^ waar
vanze zo grote Liefhebbers zyn, fchadelijk voor onze Lighamen
was, Dog genoeg hier van*
En met Reden wijl my van de Kuft werd berigt dat de En-,
gelfe wonderlijk overdcneerften druk zyn geftoord, om dat
ik haar wegens\'t overdadig Pons zuypen , hun Liefhebbery
vanvenus ,\' flof, en gierigheid wat heb geheekeld, en dat zy
dieshalve bee-z\'g zijn om een boek tot wederlegging van het
myne te fchnjven, waar na he\'èl zeer verlangd, en wenfte
wel dat het van nu af aan al in druk was, en dat eerftelyk om
datdieMeflieurs een betrekking op de Engelfe in\'t Generaal
maken het geen ik van eenige in\'t particulier zegge; en ten
tweede zoud ik geleegentheid gehad hebben o^m in dezen twe-
den druk eenige aanraerkinge over haar fchrijven te maken,
fthe d^T \'nbsp;^^ quot;quot;nbsp;daarom zullen wy ook gedult moe-
Ocgwa^aan ten nemen en het hard met verlangen te gemoet zien.
Cabocüts Onder het Engelfche Fort legi het hier vooren genoemde
\'ïondcrs ^^^^ *nbsp;yoormaals redelijk groot en bevolkt is geweeft j
ombi#oi! io Co\'tnmanyfchen Oorlog hebbenze mede, als al de an-
deren»
GUINESE GOUD-KUST. sj
deren:ï veel geleden j behalven noch , dat de veelheyd van
Engelfche.Lorrendrayers\'\'t\'Ld.ve%QeT vznh^arInwoonders heeft
Gncblood, wantals diehieraankomen zo nemen zy er altoos
eenige mede, om haar, in haar Slave Handel loi Vidavooï
te dienen , dewelkealze hetaan F^V^ wel vinden, al-
daar met\'er woon blyven, en\'t wederom komen vergeeten,
dies dit Dor/) nu ten halve Wö^y?, tn bouwvallig legt, voorna-
mentlijk na de kant van
. Agter het Dorpvi^xi Cahocors hebben de V.ngelfche tmrond, Eeoron.
en torens ge wijs Gebouw, waar op zes ftukken }Lamn (taan ge- den Toorn
plant, en ik geloot dat het ook met even zo veel manfchap be-
Zet is. Deesßerktez^l, of moet, volgens haar zeggen, die-
nen, om de Negers van het Dorp in toom en onder bedwang
te houden, en mede om dezelve tegens alle vyandlijke Negers,
die van uyt het komen, te belchermen. Dog, mijnes
dunkens, is het een onnodig onderhoud, en nodeloze koll en ,
gemerkt haar Fflrif zo hoog is , datze haar onderhorige ligte-
hjk door *t K^^ö;? konnen bedwingen , cn de Vyanden afhou-
den. Y^eAfteekeningva.ndecs\'Toren, delE^ngelfche Hooft-For^
tres , en dat op den Deenfihen Berg» werd UE. mits dezen on-
der No. 4. en y. toegezonden.
Onder het E^^^^iamp;^Fof/zult UE. een i^zjFJ, waarvan een nogeelt;T
Vlagw^yt, zien, \'t geen zig even als een kleyn Vortje vertoont, Huys met
\'t heeft ook èenige llukken Kanons en werd bewoond door een Kanon
quot;Engelfche Mulat, of \'Tapoeyer, genaamt Ejduard Barter, de-
welke zeer magtig is, en meerder te zeggen heeft in de zaken fquot;rtdoor
deze K///rakende, •^^deV.ngelfche Agenten met haar drien, een Mulat
(;want het Ópper-beveldezzx K«/onder drie Ferzonenhzxxx^ ) be -voond,
mits zy door de korte Inwooning alhier zoo weynig kennis vaa^^^^^\'j^^^
zaken hebben, en moeten zig dieshalve door dees Mulat laten gen,en g^ro\'
leyden, dewelke hier mede zijn voordeel zonderling wel weet ten magc
te doen; waar dat noeh by komt \'t groot getal van gewapende
Negers die hy onder zig heeft: beftaande eensdeels uyt zijn ey-
ge Slaveny als vrye menfchen, die het met hem houden, welk
een en ander hem alhier zo gedugc maakt, dat hy van alle de
omleggende Grooten yffevA ge-eerd, en gedient, dewelke, met,
de %ngelfiche zullen Handelen^tex^ wel met hem maken te ftaan j
ais wanneerze gemeenlijk wel flagen. Dees ViuUt roemd ztg
G gnbsp;een
-ocr page 108-54 BESCHRYVING VAN DE
een Chriflen te zyn ; en hy zou, om dat hy zeer wel m de gron-
Dcffclfslc-den van onze L^^r onderwezen js, en \'t lezen en fehrijven te
vens waii\' quot;baat heeft, daarligtelyk voor können gaan , indien zyn wer-
dd,alsmc-i^en het tegendeel niet betuygden: want, fchoon hy wette-
devancni- jy^nbsp;gctrouwd is, ZO heeft hy hier meer dan acht
fcLöppêr- Wyven, meinochomirent zo vedByzimn» Dog dit moeten
hoofden, de\'E«^^//^\'/:?^ niet voor onchriftelyk ofoneerlyk houden, ver-
mits de meefte Opperhoofden deze MuUt daar in dapper navol-
gen , en ik meen dat twee van de tegenwoordige Agenten \'er een
ftuk of zes tezamen hebben.nbsp;, • ,
Ncz een In de Aftekening van Cabocors ziet U E. als in \'t verfehlet,
Ergclfch o^dtnDeenfchen Berg, alzo genaamt, om dat die het voor
Fun op den hebben bezeten, noch een Fort der F^ngelfche, waar op
ïcnDccZ\' zy zo veel roem dragen, als wy op St. Jago: doch tegens alle
fchen Berg, reden, vermits het voor vier jaren beter na een vervallen Boe-
ren-Huys geleek , als na een Fortres, de gebroke Muuren wa-
ren rondom met Kley weder toegeftopt, en het Huys datter in
ftond, even als die dev Negers ^ met i^zV/gedekt j by aldien
mydefloffigheid der %ngelfche, altans eeniger, niet bekend
was geweeft, ik had my moeten verwonderen hoe dat zy zoo
een Plaats van aangelegentheid hadden derven verwaarlofen }
want men moet weten, als de Vy and dezen Berg in heeft, en
^er niet meer dan zes ftukkenK^;?ö» op plant, hy gevolglyk
is langen ook meefler van Caiocors is; mits hy het zelve van boven ,
lyd ver- en in korten tijd tot een Puyrèoop kan fchieten; en ondertuf^
WMtboft, fchen heeft het den geheelenOor% dus reddeloos gelegen ; ja
zo, dat men het ligtelyk met twaalf man had mogen overrom-
pelen j \'t welk ons hier menigmaal, van verwondering heeft
doen zeggen, dat zy Fngelfihe op geen ding meerder agt fïoe-
gen, dan hoe zy hun Beurs ten kofte van haar M^^/m,bequa«
melykmogten vullen.
Dogeyndelykis\'er, geloof ik, een welmeenend Dienaar
geweeft, dewelke aan de Heerennbsp;in F.ngelmd
kenniflè van den flegten ftaat dezer Fö^^ heeft gegeven,
mits \'er in den jare 16^9. uytdrukkelijken laft is gekomen,om
het in een behoorlijke ftaat van tegenweer te brengen j van
welke tyd af zy den Opbouw hebben begonnen, en het oude
teil eenemaal onder de voet gewurpen. DehetrenAgenten
.4nbsp;It^,. ■■■
»J
hebben my de eer gedaan van de Aftskening^ zo als het géfflaakt p,
zal worden, te laten zien, waar uyt, en ook uyt het geene nu%7yc
reeds gewrogt is j heb ik konnen bcfpeuren dat het wel kieyn neenKnt-
in zijn omtrek zal zijn, dog daar neven zo ftcrk, dat \'er geen heydfterk
een Fort op de Kufi by te gelijken zal zijn: want het fmfom datnbsp;•
zy \'er aan geven, en de natuurélijke fterkte vanden\'^^r^,wel-
ke zy noch daar en boven zo zeer aWolven , dat \'er maar eene
weg om op te komen, over blyft, zal het zo fterk doen zijn,,
dat het, van Folk en verdere Md^/ifg voorzien, niet zonder
grote moeyte en koften zal zyn in te nemen j voornamentlyk,
om dat de Fyand hier te iMud^ zo wegens de ongewone/a;^«\' ais
de Inboorlingen^ het zelve bezwaarlyk zal konnen maar gaat
belegeren j en\'er zig dieshalven by verraffing meefter van
moetmaaken: waarom ik wel derf zeggen, éudtEngelfehr^^^quot;*
tiavokoyingziggeruftelyk op het zelve zullen mogen verla-
ten r dog den Qphmw gaat zo langfaam voort, dar de Hemel
weet, wanneer het gedaan zal zyn: dog wy zullen haar voor
het zelve laten zorgen, en ons mitsdien keeren tot de Befibry^
ving van het Suboefe Landfehap , \'c welk even zyn begin benee-
den dezen Berg neemt j en een groot half uur beneeden Mar^V L^^ ^^ ^ ^
eyndigd, zijnde alzo langs de Zm noch geen twee uuren lan^, het li.rquot;
fin maar omtrent eens zo breed j v4n den Dsenfihen Berg tot Land,,
het Dürp Gong, is een kleyn half uurtje,aan welk Dorp in tween
verdeeld eu een ieder op een ftaande, hebben wy voor dqj.
dezen een fraay ftcene , waar op onze vlag ftond, gepland Cong.
gehad, waar van men noch ten huydigen dage de overblyf-.
zels ziet, en wy voor onderftellen dat dees Plmts öfls ook nog
ineygendom toebehoord, dog met daar te bouwen konnen
wy geen ander Voordeel verkrijgen , als dat wy\'er de vreemde,,
te weten Eurcpimen, uyt zouden honden: want die, daar
komende, souden omm Mmdel x.Gt.Mmrk zeer btnadee-
lem
Het Sab^fe Lmd \'mmym zo magtigials dat van Cmmmy,m ^{jtiLa
de B^wöö^^r^ ook ruym zo grote fchelmen, en wy mogen des« Jg^oTafïquot;
nevens dewel de meefte fchuld^geven, derSaWcfe,:
^t ons voóf nemeii tegens die vannbsp;zo qualijk gelukt
is:; want dees Schohbejuk onder fchyn van: Middëmr tyflchcn
Qmmênyen heeft ,oosopverfchsyde tijden om den
geleyd, en bedrogen; en fehoonwe\'t zelve gewaar wierden,^
zo en hadden wy dog het hart niet om \'er hem qualyk over te
bejegenen, als vrezende van hem in plaats van een geveynsden
vriend, ten openbaren te zullen krijgen j waarom wy
zyn guyteftukkenals ongemerkt door de vingers zagen, en
hem boven dien by wijlen noch al een vereering deden.
Is heel Dit Saboefe Koningrijkxs mede heel vrugtbaar in ^Loovn^Jam-
vrugcbaar. mes ^ Pattattesamp;MnndGYQ Frugtenvattr, met het zelve als me-
de de OlydePalmzitx. men dagelijks honderden C^ï^/o^ji-afladen,
dewelke van het Dorp Mouré ^ïQieéktn n\'xAximewAcras^^quot;
ren, om aldaar haarenbsp;re gaan venten,
\'t Fort Aan \'t gezeyde Dör^ Mourêe, een halve mijl beneden Cong
Naffoutcc hebben wy ons Fort Najfou, \'tgeen door ons zelfs is geftigt.
Mouréenbsp;jg ^ wanneer Elmina noch onder de magt der Portugejen
dcezc°onfe was, ons i/öö//-Cö»i!/\'?i?zVgeweefl: j en waarlijk, het is zo wel
Hoofd- gebouwd, dat by aldien E/i^üWniet in wefen was, wy ons
plaats, niet zouden behoeven te fchamen dit het Hooft-Comptoirtc
noemen. Het is byna vierkant ( dog van voren wat breeder
als agter) gebouwd, heeft ook even zo veel Batteryen met ag,
tien ftukken }^anon voorfien; de Muuren zijn hoger als van ee-
nig ¥ort, uy tgefonderd Elmina, op de geheele K«7?, de G^r-
/^jy« hegtende de tweenbsp;aan een, is zo breed en wel
gelegen, dat men\'er bequamelijk fo cGnBattery, als dc Kn-
gelfche aan Cabocors hebben, van zou konnen maken; \'t heeft
ook feer veel en goedenbsp;maar die, waarvan het zijn
meefte cieraadontfangd, en dat het befte gemak geeft, zijn
vier vierkante l\'orenswyze Gebouwen, op yeder hoek van het
Vort een, yeder van drie verdiepingen; kort om,dit Vort mag
in fraayheid nevens andere gefteld werden, gelijk UE. in de
Afbeelding onder No. 6. en 7. zelfs zult konnen beoogen. Voor
defen heeft hier een Befettingw^in\'t zeventig ä tagentig man ge-
legen ; dog tegenwoordig is dat getal zeer vermmderd , dog
egter genoeg, omdeSwarten, alfe iets tegens\'t felve wilden
onderneemen, af tc wijzen,
t Mouree- Het Moureefche Dorp, dat hier onderhoord , is niet wel fo
fche Dorp groot als VAmina, doch Yolkrijker, en meeft Viffchers, die
Ts^Elm^\'^\'^ s\'morgens voor den dag tuftchen de drie en vier honderd G^-
^e^iv^ïoi noa^ uyt varen, wederom komende moetenfe den vyfden Vw
vtfor
-ocr page 113- -ocr page 114-«Ii
I
\'■if. \' :
lu
ipw^-quot;
iTi\'i»
voor ü aan den Opper-Koopman, die hier het gefag heeft, be-
talen; vrdke tol op noch drie Plaatzen door ons wordgehee- op n? dS
ven, idszm Jxmt Chama, cnElmim, om reeden, datwy and«!
dcfe Plaat/en met het Swaard hebben gewonnen ; alhoewel ik P\'^acfen
het van Mö^^r/^niet voor vaft derf fèggen, Geene van de Eu- S\'^henn,
ropiamn hebben, buyten ons, dit voorregt, noch niemand
van haar alle voeren fo een volflagen gebied over haare onder-
hoorige als wy, \'t geen voor \'t meerendeel haar eygen ichuld
is, en door haar hebben wy ook veel van ons gefag verloeren.
EerikhetS^^ö^y^Li^w^/zynaffeheidgeef, moet ik noch zeg-
gendatditVöZ/èhetbeftenlangftaan omeMaatfchappy is be- langen
kend geweeft, mitsde Heeren \'^euoindhebhers twee van derfel- ons bekend
ver jifgefantenh\'mnenAmflerdam hebben gefien, dog\'t felve S^w^cft,
isfolangejarengeleedcn, dat ik van haarverrigtingeniet de ISanten
minfte kennis heb, ielf niet den tegenwoordigen Kö»^»^ , en totAmfter-
ten wat infigte fy naar Holland wierden gefonden.nbsp;dam.
Met het Saboefe L^ïWhad ik gedagt dezen teeyndigen, dog
terwijl my nog wel zo veel tyd overfchiet, om het Eantynfche Fantyn^
mede af te handelen, zo fal het hier aan laten volgen. Het
paalt ten PTeflen aan %ahoe, en de Tfere-\'Bergy een half uur be-
neden Moar^e, maakt deflelven grens-tcheyding. Gezeyde
B^r^ is omtrent een quartier uurslang, en heeft op zyn
onder feer hooge Boomen, een aangename wandelplaats, en hSïit^nquot;
fijn deBoomen fodanig door malkander gevlogien , dat ze een Te Land.
halve duyfternis by dag veroorfaken. Van den voet dezes
Bergs ürekt het Fant/jn/ehe Land zig nog negen a tien mylen
langs de Zee, de breete is mede eenige mylen. In dit Land
hehbcndeEngel/èeenFort, endrieLoges, en wy een Fort:
\'t eerfte waar dat als men van boven komt de Engelfche Vlag Logieder
ziet waayen, is aan een Dorpje, Ingenifian genaamt, de gehe- Engelfchen
Ie Bezetting alhier beftaat uyr een geheelen Engelsmany dewel- ^^^
ke daar legt, om, ishetmogelyk, de e^r van dcY% tebe- nS
waren.nbsp;een Fortje .
Een halfuur verder na beneden, hebben de Engelfche aan aan Anna-,
het Dorp Annamaho, een kleyn maar zeer finlyk Fortje, zynde
heel beknopt en net gebouwd. Ikzalmy, omhel te befchry.
ven, met ophouden\', maar UE. wijzen tot de Jftekemngoxx\'^
der No, 8,en 9. In \'t verfehlet zult UE. ook eenige Schcepen
H
op de Reede zien leggen, om reden, dat tiet hier gefladig vol
vr ^ Emelfche Scheepen VS,nbsp;welkt
7an sS- tyn, groten Handel in Goud en Slaven zou zyn; dog nu üepen
po) aan die Meßieurs het meeft weg , en \'t geene zy noch agterlaten gt;
defePlaats, joor deZeeuwfcheLorrendrayers weggehaald.
\\^reeflyk werden de Engelfche hier van deVantynfeNegers ge-
De Engel- plaagt, dewelke zy zomtijdsin haar eygen Fo/-? bannen, zon-
fchen wer- der de vryheid te hebben van \'er te mogen uytkomen, en by
den hier ^ijjgn Qpperhooft niet na haar zin is , zo zendenle den zelve
IZtnI\'r opeenfmadeiiikewijsmet ccn Canoan^ Cahocors. en met ge-
iingS weid konnen denbsp;zig hier met tegen ftellen, of zyn
plaagt. genootzaakt de Fantynfe weder met eenige vereennge te be-
vredigen. DkDorp Jmamaho m^g tegenwoordig voor het
nnbsp;mastigfte van \'rnbsp;Strand gehouden werden.want het
Snna-^ hccft met het geen \'er onder hoord wel zo veel M van Oorlog
Jnabofe, cn als het Sahoes of Commanyfche\' l^onmgryk, en dit is maar een vyf-
mede van ^^ „^j.j y^n Fantyn,, dies U E. hier uyc der zeiver magt moogt
afmeeten. Waarom de omleggende Lmdfchappen „ by aldien
\' dc Yantynfe onder den ander ni\'ct oneenig zyn, zig wel wagten
zullen, delelve te beledigen : want haar zulks zuur fou komen
op te breken , by dele haar Volkrykheid zynfe ook rijk in Goud„
Slaven, en alderhande Levensmiddelen v die fy ,, voornament-
HjhKoorn , met grote menigte aan de Engelfe Scheepen verko-
pen ; op defen haren Ri/kdom^n^e ook foopgeblafen,.en.ftour,.
dat een Europiaan die iets met haar te doen heeft, wel met
dc hoet in de hand diend te ftaan..
Geen Koning voerd hier de Heerfchappy y maar in deflelfs\'
Sfcff\'van Plaats een voornaam Hoofd,, van haar Brf/ögenaamt, zoo
Fantynzyn veel als men het na denbsp;trand wilde verklaren, als
Bediening., ^taMouderdog het woord felver betekend Voorgangeroi\'
Voorvegter. Hy is de eerfte „ en heeft het groorfte^^r^!^ m het:
werd door geheele 3 dog werd door een deel O^Jwim dapper in .
enige onde den band gehouden; dees-.OÄ van dagen, lo veel als ^\'LWj
Rsadsluy- -j^aclen^-OÏ fo \'t my vry ftaat, als\'t Engels Parlament, dog
daar by maar voor vuylnis te rekenen , fchikken de iaken na
teSt hiar believen fonder fig veel met den Bm/o te bekreunen,
■ behalven gefcyde afgeleefde mannetjes heeft men hier over ieder
deel van fmtynnoeh een voornaam Hamp;ofd van groot vermo-
gen»
^ GUINESE GOUD.KUST. ..
gen , dewelke den Br^#ö 2ötn\\vij)én ook niet veel toe eeven^\'\'
met ïerladis?\'quot; \' onwederfprekelyk in naam, mlar meJ
Delandwaardsin gelegen, erneren zig buyten
ètr^oophandeimttdtnMhr-bouw, en hcirappen X^n mm^\'^\'\'^^^
deValm, waaronder men een zeker flag heeft,
STeb\'nbsp;wfnfh;Äquot;
heeft de bcquaamhcyd, om de geen die\'er wat veel van bin-quot;®^\'quot;^. «
nen llaat, bmnen korten in een vrygeeftige gedagten te bren
gen j de felve js tweemaal fo duur ah de andere, en egter vind-
fe fo v^l kopers, dat \'er noch altoos te kort komt.
Denbsp;handelen feer fterk met alder-D® Fantyn-
bandeUrrendrayers, endatvry, in\\gefigt van beidedeiV^. S^jquot;
u-Jnbsp;ex,Hollanders, zonder dat een yan^quot;quot;*^\'\'\'\'\'\'\'
beide het hert heeft, om haar ful ks te beletten: het fou haar,
tielve willende ondernemen, fuuropbreken, want over de
i\' antynje hebben wy met het alderminfte te gebieden, \'t Fan-
tynfe LWis fo vol Yifchers, dat ik geloof dat fy \'er een ^etal
van vierduyfend fouden konnen uytleveren.nbsp;^
zzxiheiDorpJdja waar dat wy, en van s\'gehjken ook tot Log^eaan
Annamahovoor defen onfe ^Fortrelfen hebben gehad; doch
door verraderye hebben Wy defelve verloren en aan de Engel.
jche moetenoverlaten, dewelke metons Volk, ^die tedier tijd
daar m^e^eMmgkggexi, opeen wreede en Barharifche wijs heb-
ben geleeft, nu hebben de Engelfche hier haar Vlag geplant,
dog maar op een N^ersHuys, hoewel fy nog hier een Koop.
^gelegt hebben, om van denbsp;voor de SW
^heepeny^xih^^xMaatfchs^yr intekopen; dog defe
die meer voordeel fiet met het aän de L^rendrayernz
voor haar éygen Sehe-
riilt-^\'\'nbsp;^^benedenlegf aan hetDorpKleyn- f\' Am-
\'tgeeni^n naam ten regteUdraagt,
^^^^^enaawtv \'t^geen voor defe^ denbsp;del K ^r-
Wy- van daar verdreven; dit F^rris redelyk gröot^ gefterkt 7
met drickleyneen een 1
en brave grote Baftery i te famep voorfien z^I\'S
met
-ocr page 120-met twinria ftukkéK^Get denbsp;onder N^
iogelfche Qg^Mber van dit Fort hebben wy hier, gehjk aan Mouree^
Sg dooc rise tijden lo fterk is geweeft als aannbsp;Men zou dit
deiiHeerde ^et\'cr eenige onkoften aan te doen mede aanhenlijk genoeg
i7r vcX können maken, dog wyl den HW./zulks niet kan vergoeden,
tZ IS het raadfamer dafhet agterwegen blijk Het Dorpje dat on-
der ons ï\' ort legt, is fo kley n en armelijk, dat het met verdiend
Soude aan- \'greenis gèwagvan te maken, dog hen Dorp Groot-Cor-
dat een Kamnfihoot beneden ons För? op een hoogen
bÄ, isfoveel teV^^^ en foo Folkrijk^ dat hetwel
oroot maggenaamt werden; de Bewoonders zijn, buytende
Kooplieden, zWeFifchers, wel ten getale van zeven a agt
rerin^hevd honderd, enfomtijdswelduyzend Van hier ftrekt zig het
?an hef^ Fant ij nfe Land noch zeven of agt mijlen gaans langs het Strand,
Dorpjehier en ziet men\'t zelve Strand over al met kleynebezet,
onder leg-nbsp;j^g^r vermakelijk aan \'t gefigt is, foo wanneer men er
fÄk \'met een to^ digt voor by vaar^^nbsp;. ^
held daar cn Tèn eynde van het Fanti/nfe Land hebben de Engelfchen voor
tegen, van ^^^^ jaren nog een Vlag van haar geplant, en een Fort begin-
Gtoor-Cor. ^^^^^^ bouwen , of haar verwagting niet werd voldaan, of
mantyD. ^^^^^ ^^^^ ^^ Negers niet over een können komen, altans zy
Nieuwen tragten tegenwoordig om er weder van daan te geraken j dog
opbouwofnbsp;is haar tot noch t,oe door\'t Opper hooft vandieiVe^m
metgeweldbdet. ;Hoehet no€h2al vergaan, moet den tijd
eeUchFort leeren,nbsp;, „nbsp;^
tan het Uyt het vooren Verhaalde hebt U E. gefien, wat Plaatzen
Dorp La» Engelfche en Wy in \'t Fantpfe L.and befitten: byde hebben
Tn-rpC wyb-evenveeltc zeggen, te weten, nietsj want als hetdie
tvnfcLand. fchelmen maar an den zin komt, zofluytenfe
dat\'Grgeen eenignbsp;uyt hét L«»^ met ons ican komen
handelen, en daar mede noch niet vergenoegt, Inydenfc dc
Hoequalyk toevoer van alderhande leeftogtaf, \'tgeen zo lang uuurd, tot
T P dat wy haar weder te vreden hebben gefteld, Wy leggen veel-
tdfchev\'an malen met haar over hoop ; want in Yoortijden hebben wy
3e Fafftynfe haar ZO voorde hulp , die zy ons in \'t innemen van \'t Fort Am-
werden ge-nbsp;alsandcfs, hebben toegebragt, boven eengoede fbm
haadcid,nbsp;noch ruyra drie honderd gulden tocgel^
VAS
-ocr page 121- -ocr page 122-ri\'
r
V
n
-ocr page 123-van alle Scheepen welke hier ter Kuft van onze Maatfchappy,
Koopnianfchappen zouden aanbrengen , dog van de Slave-
Scheepen en hadden wy niets te geven; maar nu zynze zo on-
redelijk , datze de uytzondering van Slave-Scheepen niet willen Wat fy vau
dulden, maar willen het van alle, zonder onderfcheyd , l^c\'^quot;
ben j en Ichoon wy haar met beleeftheyd voor houden, dat KujtkL
dit tegens \'tgemaakte verdrag Itrijd, zoo mag \'t evenwel niet mende,
helpen j wy moeten, willen wy in ruft leven, haar het zelve trfiit^en,
meeft- altoos inwilligen. Van de Engelfchen trekkenfe ook al e
jaar een goede fbm. Kort om, zy ontzien den een zo mm als j-rakeel ^
den ander. Dit zal, geloof ik, voor deze keer genoeg zijn, dies oiuftaar»
UE. voor als nu niet anders hebt te ver wagten dan mijne ver-
zeekering als dat ik, na UE. in wil, en gedagten, de handen te
hebben gekuft, verblyve.
Ey nde van den vierden Brief.
Befchryvende eerft het Acronfe Land en ons Fort in het zelve ,
vervolgens \'t Landfchap Agonna, met het Engelfche Fort
- daar in, en laatftelijk \'t grote Koningrijk van Aquamhos^ en
wat Forten zo van ons, dc Engelfche, tnDeenen, in het
zelve gelegen zijn: mitsgaders eenige aanmerkelijke zaken
in gezeyde Landen,of voorgevallen, of wel aan te merken.
Antynfe Land was *t flot der Yerhandeling van
mynen laatften, gedagtekend dena^.\'t Geen .jKoßjßg.
ons nu noch van de Goud-Wuß is over geble«f ryk Acron
ven, zijn drie Konrngrifken ^^is. Acron, Agoma, e« ons Fort
.. .____^ cnAquamèce, \'t Eerfte grenft aan het
^jnfe LandÄp \'t midden van dit Koningrijk ixnn het Dorp Apam, ^
«ebben wy in \'t jaar 1697. een kleyn Fortje of liever een Huys
*ncttweeÄJJf/^O\'e»gefterkt, beginnen te bouwen. Uyt de
Hlnbsp;Afte^
-ocr page 124-6.nbsp;BESCHRYVING VAN DE
AftekeningNo, la.en 15. zult UE. koanen zien wat voor eea
doorlu2tigen Gebouw het is; wy hebben het de naam van
Leydzaambeyd gegeven, vermits wy ons geduld m t opbou-
wen, wegens verfcheide tegenftrevinge der Swmen , zeer
hebben geoefFend; en ons tegenwoordig Opperhoofd aldaar,
werd welens den flegtenÄ^Äen quaden aart der^n fom-
tiids zo zeer geringeloord, dat hy zijn Leydzaaraheid midden
in Leidzaamheidyerlk^. \'k En ben noch nooyt zo zeer 111 mijn
verwagtingbedrogen geweeft, als even met deze Lmdaart,
dezelve qutmen my zo wel voor, dat ik met mijn Raad den
Opbouw van ditzeer heb verhaart; dog .k heb \'er ook
haaft genoegberouw vangehad. Opde twee gezeyde
m;gt;5leggeAagtftukken Kanon, maar zijn meciïeßerkte en
draadmthnlt het van een aanfienlijkeP««/ voor t zelve Ge-
^^Hl^Dorp hier onder gelegen is kleyn en voor als nog maar
metnbsp;bewoond; dog wijl dees l^Iaafs, als de
zig wat rekkelijker willen aanftellen, heel wel ten Handel gele-
gen is, zo zou het ligtelijk konnen gebeuren , dat men hier
binnen weinig jaren een Volkrijk D^^fi^ zag. Acron is , als ik
gezegt heb, lenKoningryk; maar deflelfs Kö^m^ werd van
?nnonderhorigeGrotcnbeftierd en geregeerd, voornam^t-
lyk van eenen, die zim Neef en .\'1V./i-Oreƒ. is. De-
zen is een fcheve en lelikennbsp;van fchelmftukken aan-
een-hangt, en welkecenlijk oorzaak is, dat ons alhieT zo vee
wederwlardigheden zijnontmoet. Ik ben verfeheyde malen
met hem ingefprek geweeft, en fehoon ik met konbefpeu-
ren, dat\'er veamp;nbsp;in ftak, zo draayd het geheele M dog
eygentlijk en alleen op hem, zijnde de oycnge Grooten alle
by zondere goedenbsp;dewelke aan t voeren van Oorlo-
gen m waarlieid geen fchuld hebben. Den Kmm^^s een Man
vannietveelminderdant\'zeventig jaren, uytfteekend goed-
aardig en voldoende. met Wien ik my menigen dag heb v^-
vrolylcr. Hy werd de rijkfte Koning m gereed Geld van \'t ge-
heele Strand, uytgezonderd die van Aqmméce , en nogtans
hebikhemdeTneefte,tydKWlt;?r^» zien aanhebben, die met
haaf alle geen halve,waardig war^n.nbsp;^ ^
Die vw Acron voeren nooyt Oorlog. pften mmftenzecr.
Het Dorp
Apam is
noghctl
gering»
DcnKo-
ning van
AcroH
word door
fijn onder-
horige ge-
regeerd ,
voorna»
meiulyk
Tancrn.
Den Ko-
ning iseco
secr goed
eWnkh,
P
-ocr page 127-aelien,
ben gekooren, zo is\'cr niemand die haar derft beledigen,waar crón kvea\'
om ze ook goede gelegentheid hebben hzzi\'Land in een ftille zonder
ruft te bebouwen , \'t geen ook zo wel van haar word waargc- Oorlogen,
nomen , datze alle jaren een rijken Oi»^.^ inzamelen , en na an- .
dere ^Imtzen verzenden. Het\' Wild.y als Harten , Ha-zen, vrugtbaar,
Vatryzen,. Vhcefmten yYogels^ env/atdes meer zijn mag, heeft
men hier veelen goed. Voor drie a vier maanden had ik , ne- al-
vens eenige andere Vw^^^-ï^ j het vermaak van op een aardige yy^y\'quot;^^
wys een jong//ij^^^V te vangen; agter oesFor/, dat op een
Berg gebouwd is , legt een Y-dley van meer dan een myl in zyn
vierkant, in dewelke men veel kreupel, en Heyhosjes heeft ,.Schooiic
hier ontmoeteons tuflchen ligt en donker eenjongc Haas, de- T.
welke van mijn Hondje nagezet zijnde zig in een Bosje moeft
verfchuylen, waarin, hoe zeer wy ook zogten, het zelve enHafc
niet konden vindeni dies het Bosje in de brand wierd geftoken, Jag\'.,
waar na wy het, \'t geen wonderlykis, onder de as van het
verbrande ^éy onbefchadigt vonden zitten, en hec alzo leven-
dig ziin Elmina bragten. l \'yt dit voorval en \'t groot getal Ha-
zen van ons en andere ter dezer \'Plaats gezien, zou men mogen
befluyten ,. dat by een wel aangeleyde een goed getal van
óxtras zou te v angen zy n.
Acronis\'m tween verdeeld , anderzinds zou het al van eeni-
ge kragt zyn j Yileyn kerm is het gene waar van wy gefproken op.en neder\'
hebben j zynde het geen de naam van Groot draagt, dieper verdeeld.*
Landwaards, waar dat men geen Roninglyke beftiering.maar
een Regering van velen heeft. Deze twee Landen, fchoon van
een gefcheyden,, en den ander vreemd, leven dog ahoos in
een goed verftand, en verknogte vriendfchap.
Even beneden ons Fort heeft eeii zoutnbsp;zyn loop SbuteRi-
Landwaards in, ter lengte van een myl. Dezelve is Vis- en
Vogelryk, en daar by vermakdyk genoeg om zomtyds be-
Zogt te worden.
Moch omtrent een myl raeer Ooftwaards lègtin htt}\\go?ma- p^y.
Tf: een zeer hoogen B^r^, genaamt Monte de Xiiahle , of vels-bcrg, ■
Lgt;uyvels B^rgi: vermoedelykhem door de Zeevarende gegeven,\' en waaiom lt;
om dat als men met een tegenwind van beneden komt dezelve [og^naamt
Qoor zyn hoogte eenige dagen in \'t gezigt houd. Dees Bergnbsp;\'
werd
63
werd gezegt heel Goudryk te zyn, en dat de hgonnafe Negers
hier alle jaren na de R^^^» tyd (als wanneer het Goud met de
Aarde van den Berg door de zware Kegen afloopt) een goed ge-
deelte konnen verzamelen 5 dit jaar isaanC^^ö^ön eenen Mr,
^aggs overleden, dewelke door de Engelfche alhier was gezon-
den voor Agent of Generaal, met zo een breede en wyd-uy tge-
flrektemagt, als in lange aan gene van zyn Voorzaten was
verleend geworden, en zelf niet aan de lang geduurd hebben-
Aannag de Regering van drien. Dees grote ^f^^f^Avas hem, zoo men
aa Eigel- Engelfche geloven mag, van de Heeren Bewindhebber en ge-
khropdeiinbsp;om dat hy haar ED-had wys gemaakt en belooft van
haar Bergflofcn Goud ( uyt gemelte Berg te graven ) zou over
maken, ten welken eynde hy ook alderhanae gereedfehap had
mede gebragt. Dog ik ben verzekert, dat by aldien hy zijn
voornemen werkflellig had gemaakt, die van Agonna hem en
zyn Volk immers zo qualijk zouden gehandeld hebben, als de
onze aan Commany gedaan zyn, dies het ; myns eragtens ,
door zyn Opvolgers ook wyfielijk isgeflaakt geworden,
\'t Und van H^iJgonnafe Landnttmi mei ^ oiFomtrent dezen zyn
Agonna, aanvang, \'t word tegenwoordig, ên ook al van eenige tijd
herwaards, door een Frouwsperzoon geregeerd, en dat met
immers zo veel moed en beleyd, als in andere Landen van
Mannen gefchiet. \'k Weet niet, dat \'er onder de Negers meer
Landen gevonden werden , waar dat het Koningryk zo wel op
de pFyven als Mannen komt te verilerven, als alleenelijk hier.
, , or Deze Heerfcherin is wel zo wijs, dat zy, om niet genoodzaakt
S Wyf te werden het Gezag over te geven, of ten minflen in tween
gerege-cd , te fplitien, geen man wil trouwen , maar alleen blyven: en
die om IC- qj^ (^gtej. \\ ^Qgf van de min niet te ontbeeren, heeft zy een jon-
ftaat nktquot; ge Slaaf vzn een brave geflalte doen koopen, met dewelke zy
bfgcert haar luft boet, en hy vermag op zijn verbeurte van zijn Hoofd
trouwen , ^.ig n,et geen ander Frouwsperzoon vermengen j en wanneer
dog Mcemt j^gg j^jgj ^ggj. gevald , zo werd hy tegens een ander ver-
YÜnmk^ wifleld. Dog zy zou, zo men zegt, noch zo eerlijk zijn , dat-
met eeoBy- zcr nooy t meer als een te gelijk toegang geeft; \'t geen men al
flaap\' voor een grote bezadigtheid, en als een half wonder moet aan-
merken , alzo ik geloof, dat haar s\'gelijk ons zelden in de we-
reld zoude voorkomen, vermits het haar zelf zonder opfpraak
vry
-ocr page 129- -ocr page 130- -ocr page 131-GUINESE GOUD-KUST. 65
vry ftaat, dat goed aan zo veele te geven, als haar zelf be-
haagd.
Omtrent het midden van hetJgonmfe Land hebben de En-
gelfihe\'m \'t jaar 1694. een kleyn gebouwd, gefatloeneert
als by de nevens gaande Afuksning N i 4 en i blykr. \'t Is
van boven met een P/^ïif gedekt, ^xtt Batteryen, en die
zo groot,dat men ze zonder ftok ligtelijk zou over Ipringen.En
\'t Kanon dat op dezelve legt, is mede van een zeldzame grote,
eenige tot een half pond^z^richietendc. Kort om, \'t is als
o\\rLQForten\'amp;2ix\\ Boutry Zacondê, Chama, en Apam, ook als\'t
Yïzxx^mDikjefchoof, ten Fort, om op een ander For^ tot te
geven. Het Dorp dat hier onder legt van zommige JVimba,
en andere wederom Simpa genaamt, is van een gemeene gro-
te, en ook meeft door Fi Jeher s bewoond, \'t legt zeei-^verma-
kelijktuffchenhetG^i^\'ööW/^, en heeft een goede ftand J den
is tegen woordig al hier even quot;^^lanApam, heel fl-gt,
maar by aldien de inlandfe Oorlogen eens komen te ey ndigen, fo
maak ik ftaat, dat deze beyde Plaatzen niet misdeeld zullen
werden.
Het Agonnafe Land overtreft dat van Acron vex in Magt ,
Rykdom, en Grote, dog in vrugt mvermakeUjkheydtVQ.x\\z-xxt
het met het zelve geheelijk, behalven dat dit quot;Land noch een
Ichone en grote Rivier van Soetwater heeft; dewelke, volgens
\\ze^endex Engelfche enStnarten, zo rijk in Fis , Oeflers ,
Vogels en alderhande flag van Apen\'xs, als eenige Rivier op de
geheele Goud\'Kuß-, dog ik en heb dezelve niet gefien, diesik
er niet anders dan van hooren zeggen , afkan fpreeken.
Eyndelijker als eyndelijk, zijn wy tot het laatfte Landfchap
van de Goud-Kuß gekomen, namentlyk, aan dat van kquatn-
boe , \'t geen fehoon voor\'t grootfte gedeeheLandivaards\'m
gelegen is, zo zullen wy het egter onder de Strand-Koningen
een rang geven, en dat eensdeels, om dat wy z:er veel met
het zelve dagelijks te doen hebben, en ten anderen ook, om
éüX. Óen Xquamhcefen Koning zyn gebied over de Strand-Negers
uytftrektter lengte van meer dan twintig mijlen. En niet
tegenftaande men onder dezelve Koningryken heeft, zo zal ik
ze egter aan het Aquambafe Koningrijk hegten, gemerkt dien
Koning over haar zo een volkomen en meerder gezag voerd,
Inbsp;■nbsp;als
\'t Engel-
fche Fort
aan Simp;!,
Agonna
ovcttreft
Acron UI
grote, en
niaclu, do3
niet in ver-
niasklyk-
iieyd van
Landsdou-
wen.
Schoone
Rivier in\'(
zelve.
\'t Koning-
ryk van
AquaiBbcc,
waarom
onder de
Srrand-Ko-
ningryken
befchrever«
66 BESCHRYVING VAN DE
als over zijn eygen Onderdanen, niet tegenftaande hy in zijn
RegeringovtY h^uambozowhQ^a.\'aXdis \'i want men wil welzeg-
gen, dat men in Wquamhoe maar tweederhande flaaten van
Menfchenhtth ^ als den Zomet zijnnbsp;voor\'teen .
en haar lieder Slaven voor \'c ander deel, dies hy ook geen nood
heeft om van een andere aanhang buyten zyn eygen//«jj te
zullen aangevogten worden.
tiet Kquamboefe Folk. is zeer hoogmoedig, trots en ftout,
altoos genegen ten Oorlog zijnde haar magt ook ontzaggelijk
voor ai de om her Xcggewdel^andfchapfen, uytgezonderd aan
die van hkim. Elendig werden denbsp;die onder ha-ar
ftaan, van dezelve geplaagt, als werdende dagelijks door de
Aquamhoefe Soldaten beroofd, zonder dat zy \'er zig met geweld
derven tegens ftellen, uyt vrees voor den AquamkoefenKo^img»
die niet gebrekig zou blyven een zware ftraf te t^fiènen over
die geenen die zifn Soldaten qualijk quamen te bejegenen, ge-
merkt dezelve alle , zo als reeds gezegt heb, zyn Bloedver-
wanten of Slaven zyn. Voor drie ä vier jaren was de hquam-
boejè Regering tweehoofdig, en beruft onder den ouden en jon-
gen Köw/^, welkelaatfte het door\'roveTlyden van zijn
y^ï^/sr aangeft urven was j dog zyn ij: aders Broeder, en by ge-
volge zijn Oom, ziende de minderjarigheid van zijn hield
\'er hem met toedoen van zijn ej^en Moeder mei geweld uyt,
tot dat den zelve naderhand tot zijn jaren was gekomen, en
na zig een aanhang hadde gemaakt, zig Zêlver met de Wape-
in\'t bezit fteldei Dog maar vooreen gedeelte, alzo den
ouden Koning het overige deel noginhield, zo datze beyde met
gelijke magt beerfchten over dat g-edeelre waar van een ieder
zig had meefter getnaakt. Dees twee hoofdige Regering wasr
vopr de fo\'O\'WiS^m zonderling nadeeïig, mitie den ander met
verlies van beyde zijde dagelijks aantaften. Tot het jaar van
1699. heeft dit geduurd . als wanneer doorh afßerigt;m van den
ouden, den jongen Koning in h volle bezie quam i \'t geen hf
ook tegenwoordig nog
DcAojUam-
feosft: 2yil
etnftout,
eii tegeiyk
ook mag-
tig volk.
Tweehoof-
dige Rege-
ring voor
weynig ja-
ren in A-
quamboe,
ïi,-as hed
nasitciig
aan de On-
dcrdaDcu.
Deo ouden
Kouing
ovctkeden
zynde,erk
dc jongeu
Korting dc
giheclcRe-
gcering.
Aart van
den ouden
Korting»
Den ouden Koning, Ahin/m gem^mt , was een vuyl eiï
nijdig Menfch, ganfch tot de Europe\'èrs ongenege^n i want,
fchoon by van de Engelfche,. Dtemw, en Ons, alfemaanden
een on ce Gotid ontfing voor de vry heid;, deor zijne Voorfaten
om
-ocr page 133-GUINESE GOUD-KUST. 67
om hier t€houwctj, SMn onsallc verleent, zo deed hy ons dog
Äomtijds^teerplagen, en dit op een zoonrcdehjke wijs, dat
by aldien hy, na zijn inbeelding j van een van ons drien wks
beledig, zomocfteawy\'cr aïle voor leyden, fluytende
aanftonds de Pä^ä, op dat\'er geen eeni^ Koopman meerby
ons zou konnen komai om te handelen. Dies ik ook niet
twyfFele, of deflelfs dood zal veel nut voor den Handel te v/eeg
brengen, wijl den tegenwoordigen Koning Ado, vry redely-
ker engefchikteriV^^^r is, endaar en boven een beminnaar akn-.cde
van de Europiawen, voornamentlijk van de Hollanders» \'t geen
noeh onlangs heeft gebleeken, wanneer hy van een dodelijke
ziekte wierd aangetaft, welke zijne Swarte Do5tors niet konden die ziek
genezen, hy zijn/j/en leven aan ons heeft vertrouwd, komen- wordende,
de in Perzoón met eenig gevolg zijn verblijf in onsFor^^ nemen,
waar dat hy van onzen Barbier ruuw genoeg wierd aangetaft, goczênT
engelukkiglijk vanzyn quaalherfteld; altans voor het mee-worden,
rendeel, want dezelve a zodanig was verargerd, dat hy nooit
ten vollen zal konnen genefen worden, cn niet bequaam zijn
om.eenigeiiézWi?r^» voort te teelen, ja zelf niet, zo men zegr,
om een van zijn ^«y^» te bekennen, niet tegenftaande hy \'er
een goede menigte van heeft.
Dees onmatigheid heeft hy zig zei ven in zijn jonkheid, door
\'t overdadig pleegen van \'t Minnefpel, op den hals gehaald; cn
alle zyn, die hem daar van wilden afhouden, heeft hy
tot loon van haar goede raad , den hals doen breeken, \'tgeen
hem nu , als xiendedat hy toen ten beften geraden was , noch
menigmalen berouwd, \'t Is waarlijk jammer , en ik moed
hem-, wanneer hem zo Elendig in ons För/ zag beklagen, want
hyisbuytendat een wel gemaaktennbsp;en noch maar even
op \'c beft van zij n leven.
Op deOclven begeerte zouden wy noch ren tyde van den Hetbou-
ouden Koning den opbouw van een ¥ort hebben begonnen , ^^^^Vo^
ten eynde van de GoudAlt;gt;.ufl hei Dorp Ponni, doch zoals tcftaïïï\'
ik, met ik Schip en Goedtoi dcnopbouw vereyft, aan hcra^
quam, verftond , dat i\\do te Veldw^iS tegens een ^nAxtvLand-
ßhap, enuyt vj-ees voor den ouden , die ons hard deed circy-
gen, by aldien wy bcgoften te boirwe 1, zolietik het fteeken,
en \'t gevolg heeft doen zien , dat e Ja. r m gJukkig zijn ge-
1 anbsp;wtxft, I
-ocr page 134-weeft, vermits wy onnodige koften zouden hebben gedaan,
want ons te dier tijd vergenoegende met\'er maar een Loge en
een of twee te leggen * hebben wy bevonden, dat\'er zo
groten Wandel niet werd gedreven, als men ons wilde wys
maken; Dies ik ook niet geloof dat.\'er ooyteen Fort zal ge-
bouwd werden , of de zaken moeften wonderlijk verande»
ren.
\'k Héb UE.hier voren met weynig woorden gezegt, dat
Wy nevens de Engelfche ennbsp;een F(3r? hebben leg-
gen , dezelve konnen alle drie onder de befte Fortenv^n de
k ufi gerekend werden. Het eerfte dat men uy t \'t Weßen ko-
mende, ontmoet, is het Engelfche, een wel gebouwd en vier-
kant T^ör/met vier Batteryen y fatfoendelijke hooge en dikke
Muuren, voornamentlijk na de kant vanonsFer/, waar dat
de muur bezonder dik is; in dit Fer? leggen vyf-en-twintig
ftukken Kanon, dog meerendeel heel ligt en flegt, en dewel-
ke zy, indien\'t haar wierd aangeboden, wel voor twaalf goe-
de en wat zwaarder, zouden mogen verruylen. Zietdeftelfs
gelegentheid uyt de Aftekening onder N°. 16. en 17. Hier is,
gelijk op alle Engelfche Plaatzen, een amp;egteBezetting, even
of het genoeg was Forten te bouwen, en dezelve met Kanon en
andere Oorlogs-behoeften te voorfien, zonder dac \'er óemanfchap
by behoorde. De Engelfche hebben dit gebrek doorgaans, en
\'t ware niet dan des te beter dat zulks van andere mede niet
wierd na gevolgt. Dog ik zal om zekere reden niet verder
hier in gaan j niet twijffelende of die gene, welke het aangaat,
zullen \'er te zijner tijd in voorzien.
Een Boukaniers-jchoot beneden het Engelfche, legt ons Fort,
Creveceur genaamt » hoewel het geen Creveceur is om aldaar
voor Opperhoofd te leggen, aangemerkt den goeden Handel,
DitFort overtrek dat éer Engelfche in grote en goed Gefchut^
dog de fterkte komt al meeft op een uyt, behalven dat onze
Muuren zo dik niet zijn als de hare, en by gevolge zoudcnzc
ook zo groten geweld niet konnen uy tftaan. Wy mogen ho-
pen met dezen Landaart te zullen vereenigd blijven, anderzints
zouden wy malkander hier dapper konnen begroeten; óe Af-
tekening van ons F(?r/2uk ü E. onder No, en 19. konnen
vinden.
\'t Engel-
fche Fort
aan Acra.
Ons Fort
Creveccur
aan defelve
Piaats, leg
gen digc by
den ander.
t ■ f
-ocr page 137- -ocr page 138-■ r
\' H
i-
■ f- ■
il«
ir
m
-ocr page 139-1 :■■ gt;
• - :.
J \'
m
GUINESE GOUD-KUST. 69
Nog ruy m een Kmon-fchoot meer na beneden legt het Deenquot; ^^^ ^^^^
fe ForiChrifiimnsburg, \'t eenigfte dat zy op deze Kufl hebben, he^ D^cHfe
en\'t geen haar in\'\'t jaar 1Ó93. door de Negersnog afhandig word doot
wierd gemaakt, dewelke het ten eenemaal beroofden en cem- ^\'quot;ge^s
ge tijd behielden. Deze overrompeling gefchied en niet, dan pJS?\'^\'quot;
met de dood van eenige uyt de Bezetting, \'t Was (als men\'t on-
geluk van de Deenenhek\\z.zgde en aan een zyde ftelde ) verma-
kelijk om te zien , hoe dat de Negers met dit Fort omfprongen,
haar Opperfte, AJfammeni gin^-^mx ^ kleede zig in \'i gewaad
van den Deenfen Gouverneur, liet zig ook met die naam begroe-
ten, in welke hoogheid hy veel belaggelijke kuren aanregte,
en donderde dagelijks tot zijn vermaak met hexKanon zodanig,
of er geen eynde aan \'t Bospolver te krijgen was, alle de Schee-
pen \\ zy Engelfche of Zeeuivfche Lorrendrayers, die daar ter
^^quamen, begroete hy met het gefchut , en nieefl altoos
met dubbelde fchoten j hy bleef zo lang in \'t bezit van dit F ort dog door
tot dat \'er weder twee Scheepen van dcDeenen hier terZ«/ qua- Ge\'chetgt;-
men ; dewelke met eenige grote Vereeringe dcnKoning van ^^\'^quot;onfe
Aquamboe te doen , dog voornamentlijk door onze voorfpraak, aa^iïoee-
haarFor/mwederom kregen, en op nieuw bemanden. De nengege-quot;
dienft, die wy haar hier deden, hebben zy ons naderhand met
een verfoeijelijke ondankbaarheid beloond; dog zy en hebben q , ,,
\'er ook geen grote winft mede gedaan, want door \'t ligten van baarheyd
mmfchap uyt dc twee gezeyde Scheepen , om dit Fort te bezet- van deDec-
ten, hebben zy dezelve zo zeer verfwakt, datze kort daar aan dies-
bey de door Zeerovers in de Bogt van Guinea zij n genomen. wegens
Het Fortm zig zelve kan gemakkelijk tegens\'t Engelfche en
Onze op, ja zelfs overtreft het die beyde in fterkte, \'t is mede
tneeft vierkant met vier Batteryen, en na mijn befte onthoud,
twintig ftukken Kanon voorzien, \'t Vertoond zig uy tftekend I^^^enfe
fraay, en men zou zeggen dat het geheele Fort maar een Bat- ^l^hZ
teryw^s, en het is\'er eygentlijk ook voor te houden, want terakquot;
wijl het boven altemaal is, en op fchoone Verwulf zeis ruft, Engei/chc
20 kan men aan alle kanten htXKanonnbsp;\'t Verdient
heelwel, Myn Heer, dat UE.denbsp;onder No zo. en
Jï. wat nauwkeurig bezigtigd; en ik twijftel niet, of het zal
UE. wonderwel gevallen. UE. hebt nu al de Aftekening der
For^^Ävan de halve K«/, te weten vm Elmina Xot Acra ^ in-
I 5nbsp;dim
-ocr page 142-70 BESCHRYVÏNG VAN DE
dien \'er weder een tekenmr faiert^r IC«/ komt, zo hebt UE.
de eeen, die be-weften Elmim leggen, en noch een gelijk getal,
te weten, elfftuksuytmaken, mede te verwagten j ik heble
U E. van twee kanten willen vertonen meerendeels uyt den
OoßenfFeßen, een ftreek of vier onbegreepen, want daar
op heb ik zo nauw niet willen zien, noch \'er het Compashy ne-
m en - Wy zullen dat voor de Liefhebbers overlaten.
Kleynee- Het zal haaft tijd zijn om ons van ^Wwatdieper^^-
zag dc?Eu- .^aards in te begeven, dieswe in \'t afhandelen van het Aquam-
noch hebben te zeggen, dat^, met tegenftaandede
^Lelfchen, DeenenenTVy, iedereen Föf/alhier hebben,
^./^/doggezamentlyk zeer germg is, en dat dc
maar eendnk dienen om\'er ons zelven mede te befchermen,
zonder gedagten te maken van\'er de ^\'z^^r?^« mede te willen
dwingen 5 want zulks zou ons zonderhng quahjk bekomen.
, , r Ieder Fort heeft zijn eygen Dorp, ook alle met een bezon-
KoSÏryk derenaam, dog de generale naam is A^ ,
door dat m voorgaande tijden alhier en m\'t Wis geweeft, doch
quamboefcnbsp;zyn Verdelgt en na een Plaats * kleyn Popo
e^S? genaamt, verdrecven, waar dat z,g htt overfchot van het
yeJ verdreeve groot Acrafe Koningrijk noch huyden ten dage op-
^ M^n zou denken, dat, wijl hier door drie v^rfchdde Maat-
ne echter ^crd voorgenomen en datze malkandci- alle mogelijke ai)öreuk
doen, zo komt hier (als de wegen voorde Koopheden vr^ , en
xT„ quot;ch vciligzijn)dogzoveelG.^^, eniy/^^..^, datze geen van drien
Sor\'dc oÏ; werden misgedeeld, mits den eenealtoos goed heeft waar van
J^n^jere onvoorzien zyn, \'t geen dan de een cn ander
ïdf™ «Ätezamendoedflyten.nbsp;\' ^ , ,nbsp;,
Aqtr Aan d^eze Pto wordzomtijds meerder G^«^ ontfangen als
bcKft bekr, elders op de geheele Kuft, en het zou noch ongelijk meer zyn,
redco vannbsp;Aquamboe met de Akimfi in een goed verftand Icef-
.thnf den; dog de meeften tijd leggenze tc zamen over hoop, en
\' \' willen die van Akim Meefters en Heerm van Aquamboe zijn, cn
dat dezelve haar jaarlijks in ei-kentenis een zekere zullen
opbremren, waar toe deze niet konuen verftaan; dog dat^ou
alhici,
haar wel\'trgeheele iltï^ï/konncn koften, indien die van A,^/;»
het maar eens konden werden; dog den kquambaefe Koning
weet door goede woorden, endagelijkzegefchenken, altoos
een verwijdering onder de Groten van kkim aan re regten, waar
door hy vry en gemft in zijn Landh\\\\]{t zitten, en met den
Handeln^L zijn eygen welgevallen leeft.
Van de fciytgebreidheid des Aqua^mhaefe Koningryks heb ik Wiarms.
bereeds gewag gemaakt, zal \'er dan noch maar byvoegen, dat de de la-\'
deflelfs KoningQXi zijn Grotenhj uytnementheid rijk zijn , zoo woondcrs
wel in Goud^h Slaven, ja ik geloof, dat dit Land alleen «leer-
óci\'/chatten bezit als al de gene waar van we tot nog toe gefpro-
ken hebben te zamen , de Inwoonders generen zig, of met den
Koophandel, Landbouw, of den 0(?r/cg, waar toe zy zonder-
ling geneigt zijn.
Niet tegenftaande het L^/riin zignbsp;vrugtbaar gtwotg
is, zoo komenfe dog ten eynde van\'t jaar nochfooïl?-
te kort, dewelke haar dan van znäti-e Plaatfen werden toe- »ensmidde-
gevoerd,nbsp;lentekotr»
Die van hquamhoe bemocyen zig niet met Vijfchen, noch \'c
ks-kenvan Zoufy \'tgeen hier in meerder overvloed, en gemak-
kelyker, als apanderePtofee;? word vei^aard, maar zy la-
ten dat zelve over voor de Strand-Negers^, dewelke hier geboo -
ren, of van anderenbsp;met er^oö\'/ï zyn gekomen, en die
mede geen kleyn getal Menfchen uyt maken , maar veele fcho- Vquot;eelheyd
ne Dorpen bewoonen, Defe VCTgenoegen\' zig ook alleen met Negers? \'t
óehFisvangfl, en\'tberyden van Zout niet, maar zy dry ven wcikHan-
200 fwaren Handel met vreemde Scheepen, alsdeiW^erjvan
Axim en het Yantijnfe Land, Hier werden ruym zoo veel
Slaven in gehandeld , als op de geheelenbsp;ten ware
Annamabo ) te zamen j gemerkt de Landfchappen , die hier na
by leggen, heel Volkrijk zyn, ook meeft altoos in Oorlog lee-
ven en veel Gevangenen bekomen , dewelke meeft alle de
^uropeers werden verkoft.
By wylen heb ik gefproken van Negers, welke zig met den jd^jte^
Oorlog generen. Dog UE. moet dit niet verftaan, dat dit hoetcvcr-
quot;^^^d-A-mgtmenfcheneeniglyk ttnOorlog, zonder ietsan- ftaa»,
ders te doen, afgefondert, in geenen deele i al de iV^^^n in\'t
gaKl\'^aizyn Soldaten foo lange den Oorlog duurd, alfe maar
de
-ocr page 144-BESCHRYVING VAN DE
de magt hebben om Geweer te koopcn, of dat het haar iïé^r
werd gegeven, en foo haaft den Oorlog is geeyndigd, keerd
eenjegelyk weder tot zyn v/erk, \'t zy wat het zoude mogen
zyn. Dog zyn \'er eenige onruftige geeften , welke buyten
den niet können leven, dezelve zullen, fole geen gele-
gentheyd in haar eygen L^ïWhebben , ter hulp van andere op-
trekken» of wel ergens gaan ftropen, en dit zyn de geen die
men afgezonderde Soldaten, en welke zig door den Oorlog on-
derhouden , zoude mogen noemen. Onder de Fiffchers vmd
worden j^en egternbsp;Soldaten , want die op het Strand, en onder
, onle befcherming woonen , hebben niet ligt nood om door
iZamu haare Fyanden te zullen werden overvallen ; dies zy zig ook
niet eens van ^^i^me/ï voorfien.nbsp;,nbsp;, ,r n
Tot dus verre dan, MynHeer, hebik de geheele GöM-Ka/
afgelopen, ik zal Ü E, tyd laten om zig in derlei ver gelegent-
heyd te können verluftigenj zal UE.by mynen naaften, kond-
fchap werden gegeven van de taanden welke l.andivaards\'m
gelegen zyn , en van wcrwaards het Goud op h Strandviord
gebragt , altans voor zoo veel tot onfe kennis gekomen is.
Middelerwijl verhoope dat ik U E. met het geene reeds is afge-
daan , eenige vergenoeging zal gegeven hebben , m welke
hoope, en verwagting, ik defenkorte, en op nieuw de vry-
heyd neme van my loo wel in defen als altoos te noemen.
Slot -van
deesBnef.
guinese goud.kust. 71
SESDE BRIEF.
Handelende van de Landfchappen daar het gegraven of
gevonden word, fware Oorlogen cn geheele omkeeringen van
eenige der zeiven. Manieren van \'t Goud zoeken door de
Sparten. Gedaante vzn\'^i Goud» hethoe gemaakt, en
waar aan te kennen, \'t Goud-gewigt, en eyndelyk een Aan-
merking over \'t graven van \'t Goud, als dat het door de Eü»
rope\'érs met meerder geluk en voordeel zou konnen ge-
daan worden.nbsp;•
Ngevolge van mynen laatften, waar in U E. be-
looft heb , om van dc Landfchappen van vv er-
waards het Goud op \'t Strand gebragt werd, te
zullen fpreeken, zal ik deië laten dienen, cn tot
_ ___ een toegift daar noch by voegen, hoedanig het Goud
werdi^-yowie» of gegraven, Atgeflaltedcs^eUtn , én het Ge-
uoigt van dien , als mede het valfche Goud , op dat UE.als
in een opflag alles wat\'er aan behoord, zult mogen befchou-
wen.
\'t Eerfte Landfchap van waar wy ons Goud van daan krygen, Llnï*^^quot;
is genaamtcnXtgtiXio^it^ Landwaards in ^ dat ön-/chap, hoe
fe Dienaarsvr^nnttvït y^nd\'Elmina d.^\'Sir na toe trekken , ge-ver van oa-
meenlyk vyf dagen onderwegen zyn, en van Jxim derwaarts, fc Fonea
meer dan tien dagen 5 niet dat het zoo verre van \'t Strand legt,
maar om de kromte der wegen, waar doorfe fomtyds de weg
dubbeld moeten gaan: en dit willen , of konnen de Swarten
niet verhelpen. Htl Dinkirafe Landfchap is zedert vyftien a
feflien jaren door de^idïs Folks dapperheyd, foodanigin magt,
en vermogen, aangegroeyd, datzy, daar fe eerfl maar een
hand vol Volks waren, en een kleynefireek Lands befloegen ,
het zoo ver hebben weten te brengen, datfe van een jegelyk
wierden geëerd en ontzien, als zynde ten fchrik van al de om
Knbsp;heen
-ocr page 146-74 B E S C. « R Y. V ï NJ O V A. N D E
heen leggende Landen, u vtgezonderJ Afiantê en Akim^ wel *
ke noch al veel magtiger dar; zv waren
De Difitdmfê\' hczziQn een iwAvtwRijkdomvanGoud, niet
zoo zeer van \'t geene zy uyt baar eygen Land hadden gekree-
gen , ais wel van den Roofnyi anderenbsp;, en van
haar winfl Uyt den Je\'i^^tó^ii?/ ; want dies tijds niemand van
aide Swartenh\\\'^i\\k v2iï\\ handelin^z miiiile by haar te verge-
ly ken waren j hier cn boven hadden zy noch drie l^andffhap-
pn onder haar geweld, waar dat eenig ( dog echter niet veel)
Göaö? werd gevonden , met namen. iV^ffa , Encaße, en\'t
Juffer ., welke alle .^rie aan den anderegre,nilt; n , cn het laatft
genoemdenbsp;Commany fe Kmmfryh Met. het Qoud
van gezeyde V.mden, dat van haar eygen cn \'t geen zy uyr het
LWkreegen, veriagenfe voor een , twee of driejaren, de
geheele boven Kuft van Axim af ini Zacmdé toe, en dat geou-
rende den Commanyfen Oorlog, dog wanneer wy metoievan
Commany in vrede Ic ven , en de wegen voor de K ooplieden vey-
lig zyn, zoo zullenfe om uc verheyd van de weg het op de bo-
ven Kußimt bv gi ypen, ea niet verder komlt;.n Ahnan Chama,
Commany^ Elmina tn Cabocors, ter welker tyd de boven K«/
weynigGlt;?«ikomtteomfangen : want fchoon\'er dog noch
LAanden tuilchcn bcyde met Qoudmynen voorzien, Itguen, .als
Eguh\'a, en Adom^ ook een weynig in Abocramp;e cn Ancober, foo
kan het egter foo veelniet maktn , dat\'er al de boven Porten
door voorzien werden. Ik ben in \'tjaar 1694. by ct Branden-
bnrgers^f^te^, lt;]e welke klaagden , datk by wylen get nt\'üoee
Marken Goudsin een geheele maand quamen te onttangen ,€n
zoo voeren vvy in onfe Forten mede, over al was bet even flegt
en doods.
Het Goud dat ons door denbsp;wierd aangebragt, is
zuy ver cn goed, uyrgezonderd dat zy het te veel vntt Fetiches
vermengen ; een zeeker flag van alderhande gemaakt
endaaronder eenige van een heel aardignbsp;defê Fetiches
weten zy in vormen van iwarte en geheele fware aarde te gie-
ten, en\'er foodanige gedaante als haar goed dun kt, aan te ge-
ven; en dit gemaakteGaa^/is zomtijds meteen vierde cn ook
wel de helft\', Silver of Koper vermengd , en bygevolgefoo
veel minder in waarde j en egter valknfè ons met de zelve
iibbeii
fen fwaren
jijkdom
va i GouJ
befcceo.
Aan wat
Plaatfen
{y komen
haadl\'den«
Hebben
uyrgezovi.
dierd de Fe-
tiches,goed
Goud.
WatFe-
«iches zyn.
En hoe dc
zcJve ge-
maakt..
GUINESE GOUD-KUST. 75
langs de geheele Kï^/moeyelyk, enis\'tzaak, dat we defelve
weygeren te ontfangen, 200 zyn eenige Swarten^^d looon-
redelyk, datfe als dan het zuy vere en ongemengde GoWmede
weer na haar nemen , zonder iets te hefteden , \'t geen ons
dwmgd om *er zomtydsal iet van Sf. Annaxz laten onder loo-
hen} men heeft ook wel Fetkhes van goed Berg-QöudPtoom\\,
dog de zelve komenfe heel zelden te hefteden, maar houden dTlt;lZl
die om er zig zelven mede te verderen, of fole die noch al bren- ^ar^e*
gen, dat gefchiet of uyt nood , of ook wel om datle vol van
pwarte ««r^^ fteeken , waar mede iemand , die van
defe ftreken met e^ weet , dapper kan bedrogen werden,
want m plaats van Gö«i ontfangt hy veeltyds de helft aan
aarde.
digen verwoeft zyn. Het zal mynes dunkens, niet ondienftig
zyn ter neder te ftellen, op boedanigewijs dit magtige Land
Zoo fwaïren ramp heeft: ontfangen, ert waar uyt haar geheel
verderf is öntftaan, alles maar uyt het verhaal van eenilt;^e Ne-
gers^ dog die ik om het geene daar op gevolgd is, gefeuden
ben te geloven.
Tiinkira was door ïxynRykdom enMagt van VcZ^fodanig verho- Hovaardy
vaardigd, dat zy de Swarten^m andere Landen min als niet wa-
ren iagtendegt; maar bejegenden defelve even of het maar Slaven
vaiïhaar waren geweeft, \'t geen haar byalFe zoo zeer gehaat
maakte, dat een ieder haar uyterfte verderf met groot verlan-
gen te gemoet\'zag j egter niemand had het hert om zig tegens
haar^^n të kantenV tOt dat eyhdclyk den AfianteféKoning, ^fiantcfc
öicTvermét\'ïyntó^ vabhërha\'re aelege^Vä^ Opim- -
yS-^ll^cteèd^dz^^ridë, ^eferidonl\'cF bi éèn^
. Dg belédiging bèftond eygentlyk^tier m. i?e Koning of
(^pgfße v^^ mrêkka i ^naamt-nbsp;En op wat
i)sde be-
-ocr page 148-76 BESCHRYVING VAN DE
dzt%Vröwwliedenhec\\ minnelijk onthaalde, en met goede V^r-
eeringen weder liet vertrekken , en om te toonen , öat hem
dees Befmding^\'a.x\\gex\\ix-\\m was gewcell, en het Dinkirafe (
^^f/^öö/ó^gely kec^r willende aandoen , zoo zond hy na eenige
tijd van s\'gelyken eenige zvner Wyven , om den zei ven tc
groeten, en verzekering te geven vande groote agting die hy
voor zv n P^rsötfÄ had. Tices Frouwhedenwïevdtn\'m Dinkira
niet minder onthaald , noch met geCchenken opgehoopten
we! meer, als men zag, dat het Dinkarife Opperhoofd fijn on-
kuys oog op eene van etc Aftante fe Wyven liet vallen ; dewelke
hy gedreven door fijn wulpfe en lofle min, ook tot ryn -zcï/mis-
bruykte. De Afiantefe Koning hier door in\'t groote Gild van
Dnvclkcnbsp;en nazyn/^«?/welgeboed re hebben, liet hy
figdi s-wg deiclve nevens de andere weder na ha-xvLand, enManverm^
ft dTnbsp;\' wanneer die dcts. fchendaad cc weeten quam ,
hyvoor-^^ washy \'er foodanigover^^^e/^i/, dat hy het Dinkirafe Opper-
neeiïid om hoofd dced wccten van niet te füllen ruften voor dat hy dc
\'er een fwa- fchandc , hem aangedaan , in des Beledigers bloed hadafge-
ovrr\'cc\'^.c-nbsp;Denzelvendienuwatbefadigderwas, en wift met
jnen, wienhytedoen had, wenfteweldat zulks niet was voorge-
vallen, dogeen gedaane zaak zynde , zogt hy den Afiantefe
Koning met eenige honderd marken Gouds ttx namp;dtvic zetten i
maar die wilde gantfchelyk daar na niet luyfleren.maar bereide
Düs fig tennbsp;wakkeren Oorlog,, om met een iwaar l.eger in \'c
Oorlog Dinkirafe Land te vallen, en terwijl hy niet genoeg voorfien
soeruft, was van Bospoher , en Geweer, zoo deed hy het zelve in een
groote meenigte aan \'t Strand opkoopen,, en tot zig brengen;
de Dinkirafe waren fot genoeg om hem daarin zelfs behulp-
laam te zyn , en lietenzy zyn/^ö/jèonverhinderdmet hetgc-
Waar in zey de goed door haar Land trekken , niet tegenftaande z^y, wd
deordc^ wiften, dat het niet anders dijn tot haar verderf zou dienen..
werd ^^dlerwijl was het Tiinkiraas Opperhoofd komen te fterveti, \'c
fichoif«!. welk gedagten baarde defe Oorlog geen. voortgang zou ne-
men, maar by gdegt werden. Maarof de overgeblevc
zaghebbersM^n PÄm te hobgmoedigAya
tc.yerj^ockén;,, of ook wel dat
-^^^.door de fyanSfn,^ x^^tnkira^vierd opgcmj|akc , altans hy
zyn bèfluyt,; oni D;»^^ uyt tc rocyen, volharden
Gn zynde ey ndelyk in dit lopende jaar klaar geraakt, foo quam ^^
hv meteen verlchrikkelykeillt;%;/af 5- en wanneer hy met de Dinkirafe
quot;Dmkirafe» die hem wel gemoed afwagte, tot een treffen ge-tweemaal,
komen was, verfloeg hy defelve ten eenemaal, na dat\'erbe- \'»welke
vorensin twee Feldßagen { volgens\'t zeggen der iV^^er^ Jover dcToUeTd
ée honderd öiuyknd Menfcheww^ven gebleeven »eenlykzyn\'er duyfënd
vxn JHmy die de Dinkirafe te hulp waren gekomen, omtrent Man fijn
dedartig duyzend geßteuveld^ behalven dat noch een groot
Caboceer van Akim voor de Slag met al ïynFolkm dtPan \'is
gehakt. Wat dunkt u, Myn Heer? Dit zyn andere Slagen
als denbsp;hier omtrent malkander leveren , welke met
haar alle, al naaicnfè /émi!^en blinde om haar te verflerken,
200 een magp niet by een zouden weeten te brengen. Om den
Buyt door dees Slag gevallen by een te vergaderen, zouden de
Afiantefe vyftien dagen werk gehad hebben, C dog hier is, ge-
loof ik , wat by gedaan) de buyt voor ZayïSieen is, op eenige
duyzend marken Goud gefchat, zelf door een van onfê Blanken, Afïante-
die in Gezantfchap na Z^ïjgefonden is, en dewelke het menig-
malen z iu gezien hebben. Defen onfen Afgezant bevind zig JoóV,^*\'quot;\'\'
tegenwooruig noch in het Afiantefe Leger^.tn wijl hy laft heeft
om een nette aantekening te houden , van al les dat daar voor-
vald, en hem ontmoet, foo wenfle ik welomdaareen _
ßhrift van te hebben, \'k en twyffele met of men zou\'er veel verLï^dl^^
zeldzaamheden in vinden ; dog dir uvt geftelt tot op een ander Dinkirafe,
tyd. Gemeiten onfen afgefant bavid van Nyendaal ,is kort na
myn venrek weederaan ü\'Elmina gekoomen , dog in fooda-
nigen flegten ftaat, dat hy na eemge wey nige dagen is komen
te overlyden, zyne meede gebragte enbefchreeve papieren
wierden dooreen mvner goede vrienden benadert,, dog den
Zelveheeft het ongeluk gehadom m zyn herwaart komfl van
de Frame genomen te worden, welke die Papiere van weynig
dienft of nut ^llen zyn, ik had aan den voornoemde Nyen-
daal een maniere van aanteekening, \'t geen hera onderwegen
ioude mogen ontmoeten meede gegeeven » gelyk ik hem in
Jyn togt na Rio de Ben n meede had gedaan, het is in waar-
«eyt jaipmerens waardig , dat wy, het zelve moeten miften , ^
J\'ant ik en twyfeie niet of ons zoude zeer veel vrcemdighee-
«cn ontdekt zyn geworden, waar meede dit werk had könne
■7§ beschryving van de
•vergroot cn verciert worden , en wel te meer, om dat zoo
lang de Kuft bekend geweeft is, fooeenReile van Enig Eu-
ropiaan oyt ondernomen is, en zo ikgeloove ook nooyt meer
ondernomen zal worden; Hier legt nu geheele hoogheyd van
Dinkira in de afch, werdende de Vlugtelingen van dc geen, die
zy eerft maar voor haar Slaven hielden, nu zelf tot Slaven ge-
maakt, enverkoft; wyen hebben van al het voorgevallene
noch het regte befcheyd, of zekerkerheyd niet, dog als my
het zelve by vervolgaan de hand komt, zal \'t UE. werden
medegedeeld.
L ^drh^^^ Naar het Dinkirafe \\..and volgt dat van Acanny, dewelke
teïkersin- vanoudetydenaf, eneen reeks vanjaren voor de Dinkirafe ,
woonders voor groote Handelaars zyn berugt geweeft , kbmendehier
al van oude j-net het Afiantefe en Akimfe Goudttv markt , als ook met haar
Sloce^ eygen, en \'t Goud, dat zy bragten, was fo zuy ver en goed,
Handelaars dat noch huydcn ten dage al het befte Goud, van de Negers A-
fi;n geweeft canni Sita, of Acanifle Goud, werd genaamt. Sy waren ge-
ta khoon vvoon om met de Cabeflerrafe Volkeren (een handfihap tuflchen
haar gc-quot;quot;quot;^ haar en Saboe gelegen) te komen Handelen aan Elmina, Cabo-
bragt, cors, Mourê , Annamabo t Cormantijn , en meer neerwaards
heentothttEngelfeDorpSimpaiot\', haar Gö^i was niet , als
: ,,óatvmTyinkira, met Fetiches vermengd , en derhalven ook
W reri tiiet veel deugdélyker; doghet waren mocijelykeDri?^^;? om me-
wef om^\'\' de om te gaan ^ niet foo rekkelyk óf gefeggelyk als de Dinkira-
medeomte fe, willende bet meeft altoos na häar fin hebben : maar in de
S^aquot;^ laatfte drie jaren hebben wy óver haar Hmdél niet te klagen
gehad, vermits zy \'er in die niet veel in gedaan hebben; want
zy, (ik weet de reden niet waarom) verfchil met Dinkira kre-
Werden gen , quot;die haar zodauïg hebbéh gc\'flageü j dat ial haar Grooten
door de en\' geen kleyn getal gemeehtf , doodof gévangèn bléven j
Dinkirafc ^ n^\'oeten zy\',^ öïn\';^ig van de\' DinlWdfl\' fläf erny wy te kóo-
enVerSL. pen , die haar^\'op.los-geld hadden gefteld , alles watfeindc
weereld hadde^, opbrengen; waar doórfe ten uyterftcn arm
GUINESE GOUD-KUST. 79
leeverd zob meenigvuldig veel Gö«iuyt, als eenig Lardwzzr^ ,.
van wy tot nog toe eenige kennis hebben, \'t is ook het deug- £Zeßf
delykße dat van deze Kufl werd vervoerd, men kan het iigteiy k cn bdh
van ander Go^^idoor zyn donkerheyd onderfcheyden , A^r^ Goud van
trekt hier van tegenwoordig het meefte . dies men daar ook f
met anders als goed Goud heeft. zonder FeHcbes, oi Kakeraas
van dezelve gekapt ïk had menigmalen gehoord dat Akinr
hy uytnementheyd groot m zijn begrip was, dies ik eens eenige
van haar Inwoonders vi rzogt my te willen ze-igen hoe veel dag-
reifèns haar L^ï/^i wel lang \\vas, dogzy zeiden het zelve van
zooeen wyde uitgeftrektheid te zijn. dat weinige hkimmers
wiften hoe verre her zig na de Barbaryfe Kuß Landsaardsm vau\'tA^l
Itrckte, \'£ geen , volgens haar zeggen, een ongeloofFelyke \'\'^and.
lengte zo 1 zjn. Dit \\_,ciitd. voor zoo ver het aan ons bekend
heeft voor defen een Koninglyke Regeeringgeh^d. dog z.jn StE\'
Opvolger noch jong, en van een quaden heeft Z\'g geen ineen Ge-
van het geheele konnen maken , maar moet zi» meen-beft
met een gejeelte laarcn vergenoegen: want de andere Grooten,
welke vreesde Jat hy al te tyrannig mögt heer fchen , hebben de
Regeering mede aan haar genoomen, om defen Jongman in den \'c Geen heef
/tfö«? te hou Jen, en dies moet men het tcgenwooruig als eenwclflaagt
Gemeene-befl^-xvAc merken i \'rgeen voor die van Acanny en
I^uamboe ook heel wel komt : want flond het onder een qLmb^ê
//öö/rf,. zoo zou Jenlet it haar eygen verzeekerheid , gelijkle
nu doen, gern verdeelaheid konnen aanregten . en dan wa-
renfe binnen korten liid vernietigt.
De drie voornoemde Landen hebben wy altoos voor de
Qoudrijkfle aangezien , dog dat \'er zeekerlyk meer zijn , is Normeer
onwederfpreekelyk; A to^\'kan ons hier van tot een zeeker Landen
oewijs ftrekken , want die nu maart\'zederd weynige jaaren
bekend geworden zynde, bevinden wy rijker in Go^^^/te zvn
als Dmkira, mitsgaders nog een Landfchap \\nanß tuflehen Ä- quot;
ßante en Dmkira in gelegen, en zoo zullen \'er l^yten twijfel
meer weezen, waar van wy noch onkundig zyn.
\'t A-wirnIe Landfchap moeft ik egter mede niet vergeeten. \'cAwinefè
LJic meen ik is het al jcr eerfte van de Goud-Kuß, en zeer ver- Land het
»■e boven Axim gelegen^ van welke Menfchenwym voorige ^^\'\'^«»pdc
ty den ook zeer veel hebben ontfangen, \'t geen mede heel
-ocr page 152-goed en my ver was, en de gemakkelykfte Kooplieden van al-
Ten , daar zeer wel meede was tenbsp;dog Dinkirafe^
tyn mede die over al den baas wilden Ipeelen, hebben dit Folk mede t\'on-
door de der gebragt , zeederd welke tijd wy ook niet veel van haar
DinHrafenbsp;jj^^gj. hebben gezien i de Vgt;inkirafe vonden in \'t Beoorlo-
buï\'^quot; gen van dit LW/^^^^ een dappere tegenftand j enzyhadden-
der zeekerlyk onder geraakt, hadden die van Anmne te zamen
gefpannen, want denbsp;op een reys , tegens maar een
dog die eg- ^^inees Opperhoofd, te Feld komende, verlooren over de twee
SeSd duyzend«?^«, zonder dat\'er een overbleef, om de Dinkirafe ^
vinden, en van dees nederlaag kennis tc geven.; en waren dezelve alle met
een fwaar vergiftigde Pykn, waar mede de Aivinefe zonderling wel wi-
vcriies ly- ^^^^^ ^^^^ jg g^^^ ^nbsp;J hier na trokken dc Dinkïrafe met een
meerdere magt op , \'t geen den overwinnende Awinees ver-
ftaande , zond hy iemand van zijn Folk om ondcrftand van
zijn Landsgenooten te verzoeken j dog dezelve lagten hem uyt,\'
enbefchuldigdenhemvanblodigheyd, met te zegge, dat hy
alleen in ftaat was de Dinkirafe te ftuy ten, dog zoo hy in gt;t on-
derfpit raakte, dat het dan haar mede zoi^ijn , om aan
de man te komen} dies zy een voor een met de pinkirafe ftaan-
de , haar Land en Volk verlooren ^ by na op de ztj vc wy fe als
de Chineefen tegens de tartaars; daarfe de Dinkirdjf^ hadden-
fe zig willen verecnigen anderfinds ligtelijk tc rug hadden
konnen dry ven. .nbsp;ttt-. • j r j t
Als ik vooren gezegt heb, fbo hebt U E. m defe de Landm
ftreeken , van werwaards ons\'t Go«^ werd gebragt 5 diesU
E. zig daar meede kond vergenoegen, en mede met het wey-
nigc dat ik gezegt heb, waar, en hoe de zelve leggen. Dc
Negers wetender ons geen net denkbeeld van te geven, en van
ons komt \'er niemand zoo ver Landwards in , dieshalven ,
Myn Vriend y zijt hier meede te vrede, en ziet wat ik UE.
vanhetG(?ï^ö?;selfszalopdiflchen.
Gedagten jj^ Europa zy n-\'t geringfte getal niet van de Menfchen, wel-
IhoTdquot;e^\'\'ke gelooven dat denbsp;in ons geweld zijn, endatwy
Goud- My- de zelve, gelijk de Spanjaards\'m IFefi-Indien, door Slaven la-
ne.i iii ons tgn bearbeyden, cn \'er het Goud voor ons uyt graver». Dit,
geweldtou.nbsp;wanen veelej dogh UE. weet wel beter en datwy
S\'rokcn. zelfs tot de Mynen geen toegang hebben, \'k en gcloof ook niet
^nbsp;eens:
GUINESE GOUD-KUST. 8i
eens : dat iemand van ons ooyt eenige van de zelve heeft ge»
zien, en ook niet zonder reden: wznidc Swarten dit als op wat
een Heiligdom aanmerken , zullen alle middelen aanwenden pbatzca
om \'er andere uyt te houden. Het Goud werd opdriederley ^eJ^^^j^\'J,
Plaatfen gevonden, als eerftelyk, en \'t geen wel \'t voornaam- l^S!
is, in, ottuÖehen\'tGê^^r^/i?, waar dat de Negers , alfe ge-
waar werden dat\'er Goud is , diepe kuy len graven , met de Eciftciyfc.
aarde daar uyt komende levenfe , als ik aanftonds zal zeg-
gen-
De tweede Pto/J IS aan, m, en omtrent eenige
en Water-vallen; waar dat men een groote of fterke affpoeling Tweede.
v^naarde htéi i \\gttnÓLOQx\'\'i\'wateroïw2LndtBergen, of an-
dere hooge plaatfen, werd afgedreeven, en daar door het Goud
medefleept.
\'t Derde is aan de Zeekant, waar dat men gelyk aan Ehnim, eu derde,
en kxim, kleyne fpruytjes heeft daar het Goud even als aan de
Rivieren van hooge plaatfen naar toe zakt; hier ziet men,
wanneer het s\'nagts ftark heeft geregend, honderde van S%var- ^^^
tinnen» dewelke of geheel naakt zijn, of maar een kleyn gczuyTeS.
je aan hebben, om dat geene te dekken dat haarde eerbaarheid
gebied. Een ieder van haar is voorfien met een groot en kley-
ne Bak, welke eerfte zy vol harde en Sand fcheppcn , \'t geen
geen dao zoo lang t elkens met vars water werd geroerd, en
omgefpoeld, tot \'er al de Aarde uyt is, en by aldien \'er eenig
Goud onder is, het zelve blijft door zyn fwaarte, onder op de
grond van de Bak leggen: waar uyt zy het in \'tvoorzeyde
kleyne Bakje over gieten , en als dan weder aan het [pelen
gaan, bly vende gemeenlijk tot omtrent de middag daar in be-
zig , wanneer eenige vï]ïo£{:es ftuy vers, ook wel meer en min- .
der aan Goud hebben gevonden; dog zomtijds gebeurd het weynig de
wel, datze flukjes van twee, drie, en vier gulden vïwden, dog Swartincien
dat is wat zeldzaams, maar niet datze den geheelen dag om fonfi
hebben gefpoeld. De aarde in \'t Land uyt kuylen gegravcn, J^g f4aVquot;
ook dat van de Rivieren werd op voren verhaalde wijs door -ujaquot; vindciv
ter weg gedreven, zonder dar zy het op een andere wijs weten
teldaren.nbsp;_nbsp;Gedaa-tcof
Het Gö«^dat dus gegraven, of gevonden word ^ is maar
vantwcedcrhande^i?/i?//^, het eene dat raen hiernbsp;Goud/
.nbsp;Lnbsp;noemt.
-ocr page 154-gs BESCHRYVING van DE
noemt, en byna zo fijn mei is, is hetalderbelk; cn in
Europa het meeüe waardig; het twede beftaat uyt flukjet Tan
verfdicide groote, eenige qualijk een omje, en andere weder
twee of drie hanécxd gulden zwaar wegende; doch van het laat-
fte flag ziet men \'er heel weinig, alhoewel ons dcNegm willen
verzekeren , dat men \'er in \'t t.andvn\\ een en twee duyz^nd
gtddens iicefr j dcitflukjes noemt men Berg Gmd, \'t geen als
\'tgeimolten is, vetter en beter heeft, alshet iS\'fö/\'G^?»^;
doch dc raecnigvuldige fieentjes die \'er altoos aan vaft blijven,
veroorzaken groot veHics in \'t fmelten, en daarom houd men
ook meerder van \'t Stof-Goud. Dit is nu voor zo ver het zuy-
-t Gemeng- ygrcn en goede betreft. Het gemengde en valfche ftaat ons nu
ook eens te bezien.. Het eerfte zijn de met Zilver Keper
vermengde F^/Mw, waar van ik hier voren gefprokenheby
d( ze Fetiches werden door de Swarten tot kltmtfiukjes gekapt
ter waarde, als men het wat nauw wilde uytrckenen , van een,
twee, en drie duyten. Het fpreekwoord zegt wel, dat men
niet veel Gouds voor een oortje kan kopsn, doch hier kan men
der evenwel mede te markt gaan, en \'er zijn benodigdheid, ^t
zy Wood, ofFrup-y voor krijgen, en de waarde van dees klei-
ncjhikjes, weren de %-wartinnen zo net op\'t gezigt, datzer
nooit in zullen feilen, zy tcllenfe zonder te weegen malkander
ï^oegc-nbsp;als vvy hier\'t gemunt geld, mennoemddie ftukjesaWntt
IvTcTrbe- Kakeram, eene benaming die van étSwartm herkomd, en
c.kïud, \' iets gerings of van kleine waarde betekend •, gelijk dit Goudm
Z3ch zelven ook van flechte deugden geringe waarde is, zul-
lende zommige ni-et boven denbsp;de Oni;e by ons in
lt;.au Hsll^nd waa-rd zijn ; cn doch gaat het over de geheele Kufi
In meeft in zwang.. Onze Bezetting werd \'er haar Koft^geldmede
betaald , en die können \'er alderhande Eetwaren van de Negers
voorkopen, dewelke het onder ander Goud vermengen, tot
ons brengen , als wanneer wy het door ontt Dienaars do^Ti
uytzoek^n , en wederom uytgeven , zo dat dit Goud als de
wandelendeDmaatis, gaande, en komende, zonder dat het
\'ooyt verminderd niet tegenftaande de Fngelfche , ¥rmfi *
Pörtugeefe, en zelfs PFy „ jaarlijks een goede menigte daar van
na Europazemen ; doch v/ijl de SwartenYViiXeY ander maken,
als wy 1quot; et weg zendenzo zal het \'er wel eeuwig.blijven.
Om.valfch Goud te maken daarop verftaan zig dtSwarten, ^
medemeefterhjk, zy konnen het Suf-Goud en óc Bergßukjes \\
zofniay na bootfen , dat \'er niet weymg malen Menfchen mede vao gc-
bedrogen zijn, die zig lieten voorftaan goede kennis van Goud
te hebben; zommxgeßukßs werden van haar gegoten datze
rondom ter dikte van een mes heel goed Goud hebben, en van
zijnzc niet anders als Koper en zomtnige ook maar Tzer, doch
dit is een nieuwe vinding van haar, en noch niet lang bekend
geweeft, maar \'t gemeene valfch Berg-Goud is Zilver, Koper,
en weinig ondereen , \'t geen zeer hoog gecouleurd is,
waar mede zy de onkundige ligtelijk konnen bedriegen ^ want
als die een pond Goud of twee zullen ontfangen, waar in ver-
kheideftukjes zijn, zo konnenze dezelve met wel alle op de toets
brengen j zelfs denkenzer niet eens op, om dat het zo fraay
voor \'t oog is; noch een andet flag \'t geen mede na Berg-Goud. „ , .
gelijkt, is niet anders dan zeker/«/van gefmolte CW^^/,
geen zy zo aardig weten te koken, gieten , en couleuren, dat \'er
ter wereld geen onderfcheid in te zien is, als in de zwaarte; van
het zelve makenfe ©ok Stof-^Goud, doch meeft van geveild Ko-
per , datze mede een goede couleur weien te geven , doch al het
valfche gecouleurde GoudyerXieiï binnen een maand of twee ten
eenemaal zijn^gto, a!s wanneer men ten eerften befpeurd ,
dat het-y^ï/j is, doch metdeftukjes die met Goud zijn o verto-
gen, gaat het zo niet: want die blijven altoos zonder veran-
de; i-ig, en daarom zo veel te gevaarlijker.
Indien U E. begeerig zijt te weten, hoemen zig voor het
Vamp;lfche-Goud zal können wachten, of het II E. t\'avond of
morgen te pas mögt komen (\'t geen den/J^m^/echter ver-
hoede) zo gelieft het volgende in acht te nemen, en eerftelijk
vandegrote/Äf^/V^, als men in twijffel is, of dezelve «z^^ï/j-of
fijn zijn, zo heeft men Ze maar met een mes midden door te zehcz\'d\' ^
kappen , als wanneer het zich aanftonds zal ontdekken , de raogc» ken-
kleineßnkjes die mede na Berg-Goudgehjken moet men op een
fe« leggen en\'er met een hafxer opüaan, zo dezelve van Cou-
raa/ß^fgemaakt zijn, zozullenfe verbrijzelen , en geeft een
vaüeproef, doch dit uytftaande, al mede met het mesWagtcr:
Maar omtrent het valfe Stof Gouden vande alderkleinfte ftuk-
tcs kan men voorzeide proef niet te werk ftellen , doch heeft
men
waar
84 BESCHRYVING van DE
men buyten dat een goed tniddel omhel valfe vmhttfynetc
onderkheidcn, met fimpelijk maar een Koper Blaas-hekken te
nemen, waar mede wy het /öfuythct Goudhhxiexx, wanneer
het vermoede Goud hier in legr, en men \'t omhutft evenof
men wand, en \'er als dan flerk op blaasd, zo zal het valfeGoud
aanftonds het Bekken uytvliegen, cn het goede daar in blijven gt;
mits het zich door zijn fwgarte niet hcht laat weg blafen, met
dit drie ä vier malen over te doen , zal men het^É?^^/^ zeer ge-
rn a k k el ij k v an h et quade kon n en fehe i^ 1 c n.
Hec komt ons hier geheel bclaggelijk voor» dat meeft alle
nieuwelingen y voornamentlijk Zeevarende Perzoonen altoos
Sterkwater met zich voeren, om, het Goud te beproeven % maar
by aldien zoodanige menjchen maar dachten op het gemeene
fpreekwoord, als dat\'er geen Goudzovxaet fchuym, dats te
zt\'ggcn, onreynigheid zy zouden deze fwakke Pm/quot; haaft
laten varen , cn om niet bedrogen te worden, zich op.gezcidc
wijs laten onderrichten.
, d h\'et ^ kenteeken waar aan zv menen te zieno^hetG^udvah
ïL Kart of goed IS,, beftaat hier in , dat zy het in ee^aarde Kopje oiGlas
fterk-watcr fniyten , cn\'er als dannbsp;opgieten, zoo wanneer het
tebcproe- w/iis, ZO zal het water aan\'t koken gaan , en wer-
det goel den, als mede \'t valfe Goud, Arme wetenfchap waaragng!
gnooté^du.lAtm dxeMenfchen by voorbeeld eensveertig^^Ä« nemen ,
en dat er een zevende agtfte of tiende deel vals Goud onder is,
of het \'er met Sterkwater op t« gieten niet dezeltue werking zal
doen , ( Ichoon zo fterk niet) dan of het altemaal -yiï/jwa. ï
ZodatdezePrce/immers nietvalt gaat, en. te meer, wijl het
daar als ter vlugs zonder tijd te verfpillen, moetgefchieden j
en zal men derhalven om een agt of tiende deel vals Gmd al hec
goede laten gaan, dat zy verre : want in waarhe-.d, Myn Heer,
ten is \'er tegenwoordig de tijd niet na, veel liever dan met dc
BlaaS\'Bekkeni ge%xhe\\d y en *t grove met de hand ot ving ;rs
ay t gezocht, en zo zal men zuy ver Gmd krijgen, en dat zon^,
der de moey te te doen, van het eerfte door Sterkwater nat, en
daar na wederdroog te maken, \'t geen de Swarten,. zoze goed
hebben, ookzeerzober gevalt.
Het Gö»imet alles dat »er omtrent aan te merken is, Heb ik
fJjE. vertoond, nu dienen wy ook wel iets van het Qewigt te
icg»
-ocr page 157-zeggen, beftaande in het volgende , ak Ponden , Marken , Gp^ags-
O^en» tn Engelfe y \'m Eur opa hedit men t\\vmi\\g Engels\'mem wigc.
Onge, doch hier maar zeftien, ook rekend men P^/o^ zijnde
vier Engels, en Bendoshedi-iigméz twee Ongen, vier Bendos
een Mark, en iwee Markeen Pond Goud ^ heXoo^x, een Pond
G^inadegetneenewaarde, ruym zeshonderd en zcftig^«/-
den. Dog hier is zomtijds eenig onderfcheyd , eens deels en waarde
dat het eene Goud meerder waardig is. als\'t ander, en ten «uSiiver..
anderen ook dat het Goud in Europa daald en klimt ; maar
goed Gii«^/rekenen wy altoos hier drie Mark woov duylend
den, en z^x) vervolgens het andeteGewi|/naevengclykheid.
Boven *t voor?eyue Ge migt, heeft men hier ook noch een an- Nog ando
der flag om alderhande klevnigheden mede te betalen, beflaan- ^an
de ur zfksr £ag van Boontjes, ue kleynfte zyn Rood met ftvarte
Spikkeltjes, genaamt Damhas, waar van de vier-en-twiniig
ten Eegels Goud doen, en alfoo ieder ruym tweede
tweedczynneteensz\'^o fwaar, en w/V met fwarre: Spikkels,
of ook wel geheel pwart * werden facoes genaamt , endoen
wat meer als viernbsp;maar dit is van de gemeene jTa^o^i
en JDam^aasteveramp;aamp;n» anders vmd men noch Boeren-Ge-
wicht, waarvan een facoezomujóseen halve, of ook wel een
geheele^ÄÄ bedraagt, maar die konnen onder het vafte Gf-
w/^^niet gerekend werden, mits een iegelijk dezelve na zijn
eigen zin neemt, met voornemen om \'er de Menfchen mede te
bedriegen. Eenige hebben gemeend alsdat de A^e^mniet als
Gewigt van houtnbsp;, doch dat is verre mis , zy hebben
alle, door \\\\z-m\' gegote^n » Kooper. olTin-Gewigt, enfchoonfe
het zelve anders, als wy, hebben verdeeld, zoo komt de ree-
kening dog opeen uyt. , ^nbsp;, ,,nbsp;Overden.
Met het befchryven van t Gewigt , hebben wy noeh iets
vergeeten van het Goud,^ U E. hebt gezien hoedan g het ge- Europiaiicn-
graven, gevonden werd , ïk wil eemegehjknutebedenken g«quot;
geven, voornamentlijk de geene die kenms van het Berg-werk
hebben, of hier niet veel Minerale-aarde,. en fteen verlooren ncn zouden
gaat, waar nvt men door de Schey-konft Goud zou konnen trek- können
ken ? En niet alleen dat,. maarik beeide my ook vaftelyk in ,
dat \'er veel zuy ver Gsud blijft leggen : want de Swarte graven
aiaardomroelijk weg zonder een ige keunis gt; oi agt tc gccven,,
.................t.^nbsp;oin-
-ocr page 158-ora de Aderen, die men zegt in de Äfynen te zijn, na tc fpoo-
ren ; dies ik ook niet en twijfFel, by aldien dit Land de Euro-
pers in eygendom toe behoorde , zy zouden uyt het zelve
DogTuI- meerdere Schatten y ^hóeSivarten, weeten tc balen. Dog\'t
len daar toe g^jgj^ig^ ^aarfchynelijk dat wy ZOO veel vryheid ooyt zullen
r k no?quot; verkrygen; dieshalven mogen wy ons belyden raet bet op den
vryheyd oudcn voet meefier te worden; \'t geen wel aangelegt, en by
erlangen, ecn goedc befliering al van eenig gewigt kan zijn. Ik en w ens
\'er U E. geen gering gedeelte van toe, of ten minften Silver
in de plaats, en my daar en boven noch een reex van jaren te
mogen volharden , in de hoedanigheid van, amp;c,
Eynde van den Sefden Brief.
Waar in eerft een overflag werd gemaakt, hoe veel
jaarlyks wel uyt het Land komt, waar het zelve vervmrd,
en verdeelinge van dien , Handelmei de Swarte KoopUedeny
wat Bediendens van ons over den Handel zyn gefteld, en de
Namendev verdere Bediendens, mitsgaders een generale Lyfl
van alle: en laatftelyk werd tot flot van dees Brief y de Re.
geering Tan de Kuß en de Raads-Fcrgadering befchreeven.
Overflag
van\'t Goud
ocmaakr
werd ge
bragr.
mynheer,
Ynen laatften aan U E. handelde van de Land-
^ fchappen* van wcrwaards-het Gö»^^ op het Strand
werd gebragt, hoe het GW werd Qegraven, des
zelfs Gefialte , \'t valfche Gmd , cn zoo voort,
cmaakr, »f^^-tw« Ats we nu op dicn voet voortgaan, te weeten,
/oTveei\'ci om noch meer meldingvan het Go«^^ te doen; en gezegt heb-
jaarlyks wel bende van werwaards het komt, zoo diendewe met eenen ook
^aa^^\'Stjand ^^ toonen, waar dat het vervaard, en hoe veel Goud ge-
zeyde Landen]^ar\\yks wel op Strandhrengen : waar op ik on-
belchroomt,
-ocr page 159-befchi\'oomt, en voor vaft derf ftellen, datfe jaarlyks niet al-
leen konnen kverm , maar h^tm Frvdms-tydeookzeektvlyk
doen, een fommmnfevm duyzendMarken Goud. Dit is een ea dc ?er-
goede^m, dog die weynigzM^^;^ aan den Dijk zet, aange- deelingen
merkt het onder zoo veele werd verdeeld, zoo dat \'er een ie-
gelyk wat heeft, de geheeley^M weg is. De verdeeïingzou na
dekennis , die ik er van heb, aldus konnen gefchieden. Na-
mentlyk voorde
Marken
Weft-TndifcheMaatfchappy, jaarlyksnbsp;iroo
Voor de Maatfchappy der Engelfenbsp;, 200
2700
Dog dan gaat het beyde Mmt/khafpym al heel voorïpoedig,
want ik vermeene wel te weeten, dat haar E D. t\'zederd eeni-
ge jaren niet veel meer, of veelligt maaromtrent de helft,
hebben gehad.
Ue Zeu\'wj/ê EnUrhopm of Lwrendrsyers, fteepen jaarlyks
met minder weg gt; ^ih on^kMmtfchappy, namentiyk
1500
quot;Dt Engdfi EnPerlofers, ook ruymnbsp;jooo
Dog defe hebben inde twee of drie laatfte jaren ^ overmits
haar ftarke Vaardy wel tweemaal zoo veel ontfangen.
DeWandmbwrg^rs m Deenen r wel te verftaan in Fredens-
iyd, fïimen omtrentnbsp;1000
De Pwtmgeefe en Franfe tc lameno^p het alderminftc om-
Samen Marken 7000
ft. \'k Seg van de laatfte op het alderminftc agt honderd Mark,
^geen ook waarlyk zoo is, want gemerkt de ^ortugeèfe\\i\\eK ter
^y?komen , in naam, en onder fchijn , van haar jimericaanfi
beftaande in Brafiiiaanfi fabak,- en Brandew^n, of
^om van Suyker geftookt, te verlcoopen; 200 zy nfe dog daar
^n boven met zoo wel gewiMe Kovpmanfchappe^n voorfien , als
dc
-ocr page 160-de Lorrendrayers , en wat wonder, wijl zy dezelve in Hol-
Portu^ecfe gaan inkopen, daar haar To/^ aan nemen, denbsp;uyt
volkomen reeden, en om kort te gaan, zomtijdsnbsp;Ä\'oop/zV-
Lotrcu- ^g^ werden uytgeruft, waar in de Joden geen kleyn aandeel
hebben, dewelke ook lichtelijk een Portugeefe Konings Pas we-
ten te bekomen, waar door dezelve als ze hier ter Kufi komen
voor goede en oprechte Portugeefen doorgaan. Wat hartzeer
dit voor een welmeenend Dienaar van onze Maatfehappy ^
moogt UE.afmeeten , dat zoo wanneer een Koopman op een
onzer Pör/^^ gebiedende, zeker narigt heeft als dat\'er eenige
\'Swarte Kooplieden met een goed gedeelte Goud uyt het Land
zijn gekomen , met wil, om het zelve by ons te belteden, en
dat ondertuflchen zo een Portugees, oï Lorrendrayer komt,
dewelke door het goed koop geven zijner Koopmanfchappen,
^\\lt;^\\tGoud» of het grootfte gedeelte van dien, na zig fleept,
en F^y midlerwijl met onze Goederenevamp;n of\'er de Pefi, in was ,
\'blijven zitten. Dit is mijn zeiven tot mijn leerwezen meer dan
eenmaal voorgekomen, dies ik hieromtrent niet zonder eigen
ondervindingen fpreeke.
Ik heb zo ruuwelijkeen overflag van\'t gemaakt, \'t
geen met de gedagten der kundige wel zal over een komen; dog
andere zig des niet verftaande, en die hier in een flegten tijd
zijn geweeft, zullen het niet wel konnen begrijpen , maar
denken, dat ik tc ruym ga, en dienvolgens een quade rekening
make. Doch, als my zodanige voorkomen, die zal ik vrien--
delijk verzoeken v^n het te willen verbeteren-, tot noch toe is
zulks van niemand by der hand genomen , en om U E. te vol-
doen heb ik het hier ter neder gefteld, zo als ik vermeenc met
de waarheid beft over een te komen.
Na onze gedachten dan, zou den aan- en afvoer van \'t Goud
bedragen, ruym drie-en-twintig 1\'onne Schats , de drie Mark
van ^nbsp;duyzendFlorynen gerekend, \'k Zeg nochmaals, dit moet
G^ocd tc men van een gelukkigeverftaan, wanneer al de Paße.n open
verllaan in 2,y n, cn de Kooplieden onverhinderd de wegen konnen gebruy-
ecn vredige Waut in tijden van Oorlog, en dat de Negers oneenig zyn
onder den anderzo geloof ik niet dat \'er de helft van het ge-
noemde Goudsi^erèi af^ebragt; waar van de Lorrendrayers haar
deel zonderling weiweten te krygeii. En gefteld, dat onze
Maat\'
-ocr page 161-Maatßhappj/een vyfde van\'t geheel krijgt, zoo kan dat zelve
haar Edele in een Jlegten-tyd met veel helpen, maar moeten \'er
van haar Edele winllen , diefe van zndeie Kuften genieten , een
gedeelte by in fchieten. Dies ik hope , dat\'er eerlang een
middel zal werden uytgevünden,waar door onfen Handel alhier
met meerder geluk,en tot nadeel van de Lorrendrayers, zal kon-
nen gedreeven werden j \'tgeen , mijns dunkens, geen fware
zaak zal zijn, en zal maar beflaan om hier ter Kuft een bequa»
me Regeering te flellen, en in Hollandzorge te dragen , dat \'er
geen -xndere d-èwwdigewMe Koopmanfchappn, na herwaads
worden gezonden. Verwagt niet, Mijn Heer» dat ik U E.
een ontleding van onknHandelzid doen , namentlijk, hoe den
zelve befl;aa,ten watvanKoopmanfchappen hier altoos ge-
wild zyn, en de hoedanigheid der zeiver , noch ook wat zoon
reeds tot een inflal zyn gekomen j hier van een verklaring te
geven, zou gantfchelyk het werk van een Getrouw Dienaar
niet zyn, behalven noch, dat deesdoor het een of an-
der ongeluk in handen van de Reeders der Lorrendrayers zon
konnen vallen , die\'er haar voordeel wonder wel mede zou-
den weten te doen, en zy lieden befleelen van nu af genoeg her
regt, dat den boven andere, om deie Kuß te behande-
len, ^znde Weft\'Indifche Maatfchappyheeït gegeven zender
dat wy, of iemand van ons, oorzaak behoeven re zyn, datfe
meerder opening van dees Kufts gelegentheid krygen. Dies-
halven laate U E. het zig genoeg zyn met het gezeyde tc wee-
ren , en noch, dat tot een generalen Handel op defe K ufi wel
anderhalf honderd \'er hande flag vzr\\Koopmanfchappenhmo\'
digd zyn.
In mynen derden Brief hehi U E. gezien , dat het Käß cel St.
George Elmina dc Hoofd-plaats vandefeK^^y?is , ook dat hier
den Generaal, Opper-Koopman, Fifcaal , en de Foornaamße
haar verblyf hebben. Voor dit Kö/^lt;?/ishctook,dat plleonfe
Scheepen , die uyt Europa komen, het Jlnker in de grond wer-
pen , en haar Koopmanfihappen loffen, om welke tc bergen wy
Zeer veel en fchoone Pakhuyfen in het Kafteel hebben ; uyt dit
Pakhuys, dat ter verantwoording van den Opper-Koopman
flaat , en zomtijds een aanmerkelyke fom waardig is,
Werden alle onfe Buyten-Plaatfen voorzien van zoodanige
Mnbsp;Koop-
-ocr page 162-Köómmfchappen als zy komen te ontbieden. V E. cn moet
öp watnbsp;y/^rbeelden , als dat wy van ons goed een Markt aan
SSvquot;. reiten , of elders buyten onfe Forten tc yerkoopenzenden;
kok word-crantfchelyk niet, de Negers komen dagelyksmet haar
bv ons in \'t Kaßed oEFort, alwaar het zelve eerft gewogen en
K^zuyverd werd, eer zy \'er goed voor krygen , pande geen
Kooimanfcb^ppenuytonkPakhuyfen, voorde zelve gekogt,
en betaald zyn, ten ware een Koopman de zelve wilde uytbor-
cen, \'t eeen voor zyn eygen Rekening is, en met voor onze
Maatfchappy. welke daat door niet mag benadeeld werden,
noeh in memnggchugt de vereermgenaan de Swart. K^
lieden gedaan: dog daar om hebben ^ Heeren de Bewtndheb-
W ook aan de Koopliedm , v^eWt over den «^/gefteld
zyn, een zeeker voordeel van al het geene zy komen te ^^r-
handelen, \'toegelegt: waar van ze niet alleen eemge
aan de Swarten können geven , maar jaarlyks noch een glt;^d
fluyvertje 9ver behouden , om haar daar door inde^.. ƒ der
Maatfchappy des té williger te maken. Om het goed dat dc
SwJten by ons hebben gekogt Landwmrds m te voeren,
hebben zf lieden het gemak niet van Wagens, Paarden, ot
ceniö-e andere Laßdragende Beeflen, maar het zelve moet altc-
maal van Menfchen gedragen worden. En gebuerd het, dat-
ze wat veel Tßry Kaperói\'Tinhehhtnmgehandeldt zoo heb-
benfe tot een duy fend gulden of drie, een anderhalf honderd
Menfchenvanm\'dm-, dog of die met een dag of agt, jomtyds
met deze fware laft Landwaards in te brengen haar bekomft
niet können krygen, wil ik UE. te bedenken geven voorna-
mentlyk alefe van die elendige Weegen ontmoeten, of over het
GeW^klimmen\': in waarheid, wmnen zy er letsaan, zoo
verdienen zy het ook heel wel, dog de geene, die by ons uyt
hciLandkorntnoxiMcHa?tdelen, zyn voor\'t meerendeel
, door hare Meefiers , voor wienfe dees togt doen , uyt^
ee-onden. Een van hun alle, waar op den Meeßer zig \'t beft
Verlaten mag, en die reeds preuve van zyn trouw heeft gcge-
Slavenkoor ven , fteld hy , totHoofclvanéccsCar^ Dcefen byons
groccKoop. komende, word van ons n;et als een Slrnj, maar als een groot
li-denaan- KoööOT^r/ aangemerkt ; dewelken wy op alderliande wyfc
gemerkt.nbsp;^oekentc verpligren, vermits ons met onbekend
IS,
-ocr page 163-GUÏNESE GOUD-KUST.
is, dat 2:00 een, die zeer v/cl by zyn Meefter ftaat, kan gaan
Hmdelen op wat Plmtfen het hein gevald, \'t zy by de Emelfe,
Deenen , Brandenburgers , of by Ons , waarom wy fooda-
nig een zoo veel, en by na meerder vieren, ahzvnMeeffer
zelf,
Gy hebt gehoord van wien den Handel onder de Swarten ge-
dreeven werd, laten wy nu ook eens bezien, v/at Eediendens
van onze kant daar O ver zy n gefteld, en hoe veel trappen van
verhoging wy hier ter Kuft hebben. Defe Stoffe zal U E nier
onaangenaam konnen zyn, vermits U E. daar uyt zult zien,
wat bedieninge UE, zyn Neef ^ als hy zig wel draagd, by
vervolg van tyd noch zal konnen bekleeden.
Eerftclykheeftmenhierde Soldatenmeihazv Bevelhebbersy
Voor defen wierden de beqnaamfte hier uyt gekofen om de
Maatfchappy\'m de hoedanigheid van AJpFlenteniQ dienen, \'t zy
totdcP«», oï\'m At Koophandel: hier door hebben eenige, cn
daar onder eene die U E., noch my niet vreemd is, gelegent-
heid gekregen om zig gelukkig te maken , en by na tot de
hoogftenbsp;op te klimmen. Dogt\'zederd tien of elf ja-
ren heeft zulks niet meer mogen gelchieden ; want ver-
mits Myn Heeren van de Maatfchappy , zagen dat niet alleen
bequaiame, maar ook onbequame en Dronkaards tot die waar-
digheid wierden gevorderd,zo hebbcrozy verboden , datmen
voortaan geen SoÄ/m meer tot Jffiftenten zou hebben te vor-
deren:, ; maar wel tot Korporaals, Sergianten en verdere Bevel-
hebbers onder haar, en aan die van den quot;freyn of Handwerks-
Folkt zoodanige Verbeteringe, als onder de zelve komt voor
tc vallen: Qn\\\\etScheeps.QÏBootS\'Folky ter Zee, en op haar
^f^etepm^ dog een Jtffiftent kan-doorlangheyd van tijd het op-
p^irfte ™ de geheele K^//in handen krijgeh.
De bediening van Aßftent \\%de laagfte in rang, zo onder de
Meftieurs vande\'^en, èex Koqpmanfchsppenvnet een maan-
delijks TraSrement van zeftien gulden tn agt Ryxdaalders aan
en boven» Derzelver eerfte verbooging tot
Qnder^Kmmies.xfxetvier-ißmiwintig gulden, by, of door deze
Qnder-^Kommfm^ oi «nders-gt; Onder-:Ko»pUeden gezegt, werd
waar van
zynbsp;oftoeten doen aan den Koopman, of ook wel Opper-
Manbsp;Y^oop-
SoIJaten ijg
vorige ty-
dcn cocAffi-
ftenten ge-
vorderd.
Dog na
verboden.
Dc
Adiftents
plaats is dc
geringfte.
Otidcr-
Coinmifèn*
Koopman, de geen die te dier Vlaats het Hoofd van den Handel
is, en dezelve weder ^-xw de Maatfehappy, dog waar van de
Doen ver- generale Boekem\'^n dquot;*Elmina worden gehouden. Aan Elmina
antwoor- bevind zig ook noch een Magazp^-Meefler, dewelke alle natte
ding aan p/aren» als W\'yn-gt; e»^ Brandewyn , nevens alderhande
Mondkofivm Spek, Vlees, Erweten, Boonen,Gorton-
wJkê voor der zyn bewaring, en te verkoopen heeft. Soo wanneer een
de lels\'e Oppér-Koopman of ook een Koopman b_emerkr,dat zyn Onder-
raoaui- Kommies, oï Magafjn-Meefier, wat losjes leeft, zoo is het fijn
lomr\' dT beurd ora wel op te paflen : want al wat de zoodanige door fijn
gro- ligt Iceven deur brengt, en aan de Maatfehappy te kort komt,
Eckhade. nïoet dcn Kodpman opleggen en betalen, \'t En is noch geen
vier jaren verleden, dat ons hiervan een levendig voorbeeld
is nagelaten, en dat een myner Co^z/r^^/m, by UE.niet on-
vai\'. bekend. in foo een geval tuflehen de feven en agt duyfendj;«/,
t/m, en waar voor hy niets genoten had , heeft moeten beta-
len-, dies eexyl^oopman,; die zoodanigenbsp;onder zig heeft,
de wagt aanbevolen is i of hy kan bmnen korten tyd ten eene-
maal werden bedurVen. \'t Is wel waar, hy behoud zyn regt
op den Deurhrenger ; dog wat kan hem dat geven, alfe geen
geld oïgoed in ,hebben leg ^en, \'t geen zeer zelden ge-
beurd : want ik en geloof niet dat de geene, dewelke midde-
len genoeg hebben om in te konnen beflaan, dat de-
zelve in zoo eênX^ï^^^als dit is, zouden willen komen, en dat
zulke Meßeurs \\nenden in Europa zouden hebben om vóor
haar te bétalen , is om redenen als vooren , mede niet beden-
kelyk j \'t eenigüe dat zoo een bedrogendan noch o-
ver blyft, is, om den Deurhrenger aan het Geregt aan te geven,
cn den zelve met zyn Huyt te lateri betalen, \'c geen hy aan het
Goud tekort komt j: dog daar mede heeft hyzyn verlies niet
weder, dieshal ven niet beter dan , als gezegt, wat ï\\auw agt
op het leven van zoodanige ligte ganten te geven, en\'t Zelve
in den beginne te fluyten.
Kornmiïcn \\J^x.^^^^QQx{chtemeOnder\'Komm^fen, werdendeoudflein
Hoofd van dienft, óf de bequaamfte gekooren, om voor Kommifen ofte
den Handel Koopluyden op onfê buyte i^ör/^» te leggen, aldaar\'t^S^w/te
e^a van on- gj^ben , cn den Handel waar te hemen. Haär Maandgeld be-
Foruo? draagt fes-en-dartig gulden, nevens vier Ryxdaalders om een
Die\'
-ocr page 165-Dienaaroïtweezchowden , mitsgaders agt RyxdaaUers voor
Kofigeld, daar en boven bebbenfe noch een vaft voordcel van
den Handel, 2,00 als ik hier vooren heb gezegt.
De oudfte en ervarende van de voorzeyde Koopluyden, wer-
den by \'c open komen van een Opper-Kommis plaats aan Mouré,
of Cormantyn, tot het zelve gevorderd, en haar Gage werd vei\'- xo^irmifen.
hoogd tot taggent ig guldens. Wel te verftaan , als zy hier van
den Raa i daar toe gekoren zijnde, door de Heeren Bewindheh-
werde beveiligd ; wantdefchikkinge van dees voorname
Plaatzen, gemelte Heeren Bewindhebbers niet zonder groote
oorzaakaan haar hebben behouden, zo ook de naafte Plaats
daaraan , te weten die van Opper-Koopman aan Elminaoï de Opper-
tweede Perfoon van de Kuft, met eenbefoldingvzn honderd gut- Koopmas.
densm2iznd$* Defe laatflenbsp;» waar van de B^/W^ri het
eygen voordeel van den Handel als andere Kooplieden hebben,
mitsgaders zoo veel Koftgeld, dog de tweede Perfoon de T\'afel
van den Generaal en vier RijxdaaUers voor een Dienaar , heb-
ben de Heeren Bewindhebheren-ian haar willen houden , om by
verfterfvaneen G^Äffra^?/, en twede Perfoon, bequame Men-
fchen, en van wiens trouwe zy verzeekerd mogten zyn, aan
de hand te hebben, om tot die hoogfte waardigheid te konnen
opklimmen , \'t geen een Opper-Koopman aan Elminanz een
jaar of drie in %yn hoedanigheidu,ed\\endteheh\\)en , eneenig-
fïnds van de G^M-Göi/i«beftraald, ligrelijkkan te bcurd val-
len j als wanneer zijn waardigheidheh^^i in Direäeur Generaal Direacur
over de geheele Kufl , en \'t gebied van de Maatfchappy te Generaal,
hebben; met een bezolding van drie honderd gulden s\'maand?^, als
mede een vaft gefteld voordeel van al het geene voorde Maat-
fchappy op de gehele Kuft werd verhandeld, \'tgeen, als den
/Ä?;^^^/eenigfints gelukkig gaat, al een mooye zö^^jaarlijks kan
bedragen.
\'DeOpper-Kommifeny vo.nMouréeenCermantyn^lzglennog
voor twee jaren ook het voordeel van den Fidafen, of Ardrafen
Slave-Handelte hebben , \'tgeen haar mede noch iets opbragt, siavenhan-
en meerder als met Goud-Handel o^^ deKuft, en waar van dd door de
zy ook onmogelijk zouden konnen beftaan: want de gezeyde opper-
PlaatzemA]n met rykin Handel, en zy moeten een ftaat hou-
den die met haar bediening over een komt, en dieshalven zou- verrigt. °
M 3nbsp;denfe
-ocr page 166-denfe buyten de Slave-Handel ten agteren hebben geteerd.
Dog onlangs, of voor ruym twee jaren de Heeren Bewindheh-
heren door quaadwillge Menfchen diets gemaakt zynde, dat de
Opper-Kommifen van gezeyden Hmdel te veel opftaaken, en
En waar- njk wierden, foo hebben tor jG i). konnen goedvinden om
om dezelve ^^^^ ^ielvc af te nemen, en dienvoortaan te ver-
en dSp- trouwen aan de Schippers van haar ED. Schepen. Wat daar
persgege- nu van zal worden, moet ons den tijd openbaren i dog als ik
\'er mijn gevoelen van zal zeggen , zoo en beloof ik \'er my niet
veel goeds van: want de meefte van haar wel ervaren zyn in
dingen, die dc Zeemanfchap betreffen, dog in zaken van die
Natuur, als die niet veel ommegang met de Swartenhehht
gehad, zal het haar zoo wel niet voegen; behalven noch, dat
eenige, ( dog niet alle , want \'er bequame Menfchenondzx
zijn ) de eer van de Maatfchappy door haar Boerfen aart, by dien
Landaart mtt zullen weeten te bewaren; en noch veel meer
zal derzelver weMeventheyd uyt blinken , omtrent andere
Europianen, als Engelfe, Franfen , enz, daar ter lAandel ko-
mende 5 dies het wel mogt gebeuren , dat dees verandering
geen groot voordcel aan de ikaatfchappy toebragt. Dog wy
willen\'er het befte van wenfchen, en het wyders op zyn be-
loop laten. Ik hadde voor het welweezen van de Maatfchap-
py welgewenft , dat myn voorfegging omtrent voorzeyden
Slavenhandel zoo wei niet was bewaarheid geworden, eti ik
wenfte in \'t vervolg nog wel, dat \'er niet meer na dusdanige
onverftandige Raadslieden wierd geluyfterd , wanneer den
handel nu door de Schipper genoegfaam bedurven was, zo i$
de zelve weeder aan de Kooplieden gegeven , keerende dc
Maatfchappy als den hond ( zy vergeeve my dees gelykenis)
wcèder tot zyn eerfte uytbraakfel, hoe het hier nu verder me-
de gaan zal moet den tijd leren. Buyten den Handel of dc geCquot;
nevvelke den ontfangftvan\'tGö«^^nieten hebben, heeft men
nog de volgende Bedieningen,
ïifcaalsbe- Als eerftelyk een Opperfifcaal met een hefoldingvzn vijftig
diening gulden ter maand , vier Rijxdaalders voor zyn dienaar y cn de
is (eer gt;ro- if^fl van de Generaal. Dc Gage van een Fifcaal is zeer gering,
%clyk.nbsp;voordcel is, als hy wel toe fict cn op alle wanbcdry-
ven agt geeft, vry groot j wantal het gene zoo van als
Koop-
Ji
Handelwerd aan-
gehaald , en verbeurdverklaard, daar van heeft hy een geregte
Derde Part, zoo wel dat van de Swarten als Blanken agterhaald
werd.behalven ook nog een derde van de hoete daar de laatft ge-
noemde,overmits den ongeoorlofden Handehm verwefen wor-
den; en daar en boven nog van al Ie misdaden door onfe Bedien-
ééns begaan,en die nevens lichamelike ftrafFe ook met verbeur,
making van haar verdiendeG«^^,door den mreUeHrGeneraaUn
Raden werden afgedaan. welk een en ander al een zoete zmiim
jaarlyks komt te bedragen. De volgende in rang naar den
Hjcaat, IS ken Boekhouder Gemraad, houdende de Grootten-
Contra Q^tégen-Boeken tegen alle die van onfe Forten en Plaatfen
^de^Äj ofin \'tkort, van alles wat de Maatfchappy, den Boekhoa-
betreffende, op debezit; zynGage k f^vVntiggui-dc, gZ-
d^n xtt maand vier Rijxdaalders voor zyn Dienaars , en de vrye
Tifd oï twaalf Rijxdaalders KoBgeld. Den zelven werd ye-
tueenlyk door een Onder.Boekhouder met dartiggulden, en twee
onderfteund , en geholpen. Naar defe komt den Boekhon-
iMgt;ekbouder der Guarnifoenen. zyn naam doet genoegfaam aan- dquot; der Gu-
befigheyd is , des zelfs Ga^e bedraagt als
Onder^Commiesvier^f^^^^^nbsp;^ Commiesfes-en-
dartig gulden; behalven dat hy ook noch al de Goederen der o-^^r-
demeeftbiedende verkoopt, en daar voor vijf ten
honderd geniet. Hy werd mede gemeenlvk door ten Jffi-
ftent geholpen} zomtijds heeft men hier ook noch een Geheym-
^cbryverm^vïjftiggulden%gt;ma\'xnd^, en van drie ä vkr Jffi-r i
Benten gehol^n ; dog te mynen tyde hebben wy het altoos SchX
met een Ondergeheym-Schryver en gezeyde JffiBenten afgc-
De laatfte cn met eenen ook de veragtfte Bediening\\% die van
Onder.Ftfcaahnbsp;Auditeur, dog in de wande-
hng FerkUkkergtnaami, alfoo het in waarheyd ook niet veel
beter is. Oeze fijn SoUy bedraagt twintig gulden, cn zy n voor-
deel ecn tiende van al de verbeurde Goederen, foo dat dien ÄV- Ondcr-
«..r noeh al eenige overecnkomft met de Leviten fchijnd ?e
«ebben. Zyn Perfom is by een iegelyk verdagt dog om hem
noch wat aanzien tedoen hebben, zoo heeft rScn hem de rang
gegeven , boven alle de Onder-Commifen , en den Fifcaal,
de-
-ocr page 168-dewelke Amptshalven ook niet feer bemind is , heeft de
rang boven alle de Opper-Commilen, en zelfs voorde
tweede Perfoon\\ dog egter m der daad veel minder, want by
aflyvigheyd van den Generaal de tweede Perfoon , en niet de
B/c^^ï/, optreed; zeUs zouden de Opper-Commilen van Mo«-
ree en Cormantijn hem voorgaan.
Nu komen wy tot den Geeftelyken ftand , dewelke in\'t ge-
eavöSn- hcel beftaat n^i een Predicant en een FoorleferoïFoorfanger,
ger. de eerfte met honderd , en de twede met twintig gulden ter
maand, behalven dat den eerft genoemde daar en boven noch
vier Rijxdaalders om een Dienaar tc onderhouden, en de vrye
T\'afel van den Direäeur Generaal heeft. Wat zegje , Mijn
Yieer, belonen wy de Gee^elyke niet redelijk wel ? UE. en
moet zig niet inbeelden, dat wy hier roekeloos of ligr vaardig
leven , daar in zoud U E. zig zeiven bedriegen : wy zyn in te-
gendeel heelfinceer, en Kerkelyk; want we moeten alle dagen
ter ¥^erk gaan op de verbeurte van een halve Rijxdaalder , be-
halven des Sondaags en Donder daags, als.wanneer de boete een
geheele Rijxdaalder bedraagt. Dog ik weet, dat U E. zyn
antwoord hier op al reedeis, namentlyk, dat dit maaris«»
fervice du Dieu par force, en dien volgende niet veel om\'t lijf
heeft. En zeekerlyk, als ik dewaarheyd zal zeggen, \'ten
is niet veel beters; want zonder dees dwang zouden zommige
mei yïarnoudmnO\'verbeekvfelmogenzeggen , dat een mooy
Meysje alhier meerder inkomft en gevolg, als een Armbos met
een Predicant zou hebben } U E. moet het zoo nauw niet
neemen, al brey ik de woorden van voornoemde Heer wat
uyr.
Dit nu zyn al de bedieningen ^ dewelke wy buyten de Sol-
daten en Jrbeyds-Folk op de Kuft hebben. Der zclver getal
bedraagt gemeenelyk als volgt;
RcnDireëleurGeneral.
Een Predicant, als die den rang naaft den Generaalheeiu
Naaien ennbsp;OpptX-Fifcaal.nbsp;ondcrfchnd werd in Bolland, en
getal »aunbsp;tr ^nbsp;quot;^uictvanmyvfoopemaakt, want an-
devooE-nbsp;EenOppCX-Koepman.nbsp;Cders ,is dc Benaming van Opper,
naainlteiic- XWCCä dric Qpnex-Commtjen {.Koopman en Opper Cemmie.recu eu
-^hctzeive.
opdcKuft.nbsp;ggy^j^
A
Stvtnl^gtCommifen,nbsp;. . , ,,
Negen a tien Onde-\'r-C.»»,/™ fefifr^Ä^
Agtien a twintig Jjfißenten. Jandere tijd meerder zynde.
EzviMagafijn-meefier.
Een Boekhouder Generaal
Een Onder dito.
Een Boekhouder der Soldyen.
Een Op- of OnéevgcheymSchryver.
Een Voorfanger.
VtZn Auditeur t «/z^ïj Toehoorder.
Synde over de geheeleXz^/? noch geen fefiigPerfoonen^cn daar
ondereen derde Affifienten, dies U E. v^el kond afnemen , 20
wanneer iemand vpor die Bediening hier\'te Land komt, en
zig wel draagt , door \'t overlyken van andere haafl tot een
voorname Bediening kan bevorderd werden. Hoedanig dit
van de meefle werd betragt, en wat leven hier van eenige werd
gevoerd, zal milTchien op een andere plaats beter te pas ko-
men : en dieshalven zal ik nu maar cenlyk tot ßot van deze
Bngt;/hier noch by voegen, door wien defe Kuft wierd beflierd
m geregeerd*
Dc Direäie ofte Regeering dezer Kuft beruft eerft en voor- oe Regee-
namentlyk onder den Directeur Generaal, als Opperfte Gr- nogcn wa:
^aghehher, van wien alle Opperhoofden der buyte^^laatzen,
haar ^ew^/e« ontfangen, en waar na zy zig moeten fchikken, jj-onien.
zonder dat zy vermogen, buyten zyn weeten en volkomen
toeftemming, iets van belangte verrigten zaken van groote
aangelegcntheyd komen tot de Raeds-^ergadering , beftaande
in \'
Tgt;e.Dire£leur Generaal.
De Fifcaal buyten de Criniinéle offtraffelyke zaken.
De Opper-Koopluyden»
De Vaandrager, en zomtijds ook de Boekhouder-Generaal.
Al te zamen als gemeene , en ée. Kommifen vznéchnyitn
Forten, als on-of buyten gemeenc Raden* Op al het geen m
dcefe Raads-Vergadering werd voorgefteld, ftaat het een iege-
lijk vry zyn gedagten te uyten, en \'er zijn goedvinden op te zeg-
\' \'nbsp;Nnbsp;gen,
gen, dog egter ondernbsp;nochtans, dat eenieder
eerft by zyn zelve overlegt, voor hoe verre hy van den Direc
afhankelijk is, en dieshalven wet toefiet, om. niet in
te komen, zig tegens den zelven aan te kanten, of zijn
jleÜingen te vi^eder leggen ; dog dit is by , en ik geloof ook,
voor mijn tijd, van de meefte zoo wei in agtgenometi, dat\'er
weynig Raads^Beßiiyten tegens des Dire^ieunCm genomen fijn.
Nu ditfteund noch al op eenige redm , te weten, dat men
voor fijn Meerder al wat believentheid moet hebben; behalven
noch , dat veele haar rekening daar by wel hebj^en weten te
vinden, quam het zo even met het belang van dcMmtfabappy
niet over een, dat wierd zoo nauw niet onderzogt ; men had
\'eroridertufleheniiegelykr?^/, en%oêrded mede gewonnen ;
\'t geen anderzinds beyde zou gebrekkig geweeft zyn j. en by
aldien het waar is, en een Regel m defen betamelyk te volgen,
als dat het Hemd nadeer is als de Rek ^ zoozal\'er voor eenige zoo
veel qtiaad niet in fteeken i noch ook voor my niet , fchoon
altoos van een andernbsp;ben geweeften mijn egter om
redemn, die ik aanftonds zal zeggen »binnen gehouden. Wat
heb ik veel malen niet ora den mam van Raad over de Noord-
en Zuyd-Kwft vm Africa, ,{ foo men ons hier noei-nt, en U E.
ook gewoon zijt te fchryven,) moeten l\'aghen, als rk overdagt,
hoe veel de naam, en daad, van denawderverfchecldea, en
hoe kimfïk tmy nu noch niet wegens de uoaan van eenige , foo
ofó^KufiaWmUurops, dewelke zig inbeelden, dat hier een
welgeftelden belegd , en niets zonder gemeene bewilli-
En hoe ver gingveruigt werd. Maar, Goede Vriend, gy cn al de geene
dc naam die daar in met U E. van een en dezelve gedagten zy n, fijn zoa-
rquot; ^^itt derling bedrogen. En gelieft U E. te weten hoedanig de Kaad
nfefde dLc is, Cn voor hoc verre de naam by de meefte met de daad over-
een komt, zoo is \'t nodig dat U E. zig eerft verbeeld een Di-
reäetirteiÄcn, d\'ewelke met een groot Gezag en uytgeflrekte
Magt heerfcht over een iegelyk van de geheele Kuß van de
minftc tot de meefte toe i en die altoos, als\'t hem moM luß,
dees en geene bcnadelinge aan zijn mindere, fchoon tegens al-
le regt en reden , kan toebrengen, ja zelfs af-zetten. en zoo
lè voorgeven, zonder eenige reden te geven, van de Kuß ver-
zenden, Direëteur , iöo als ik hem, heb afgebeeld, in
Siegte ge-
ftcldheid
van den
Raad.
overeen
komt,
GUINESE GOUD.KUST. 99
denR^iäs^/komende, om dees of geene k voor te ftellen •
waar van by bevoorens na zijn bevatting al een fehikkmg heeft ^eialfr\'
gemaakt, envaftgefteld, om het zoo uyt te voeren , en dies-L Direc-
haiven garen heeft, dat het van een iegelyk werd goe J gekeurd \'^ur m dea
foo wenfchte ik nu wel eens te weten , wie de geen zou zijn, f\'f
die de vrybetdzou derven nemen om \'er zig tegen te ftellen /als
wel wetende , hoe duur hem zulks zou teftaan komen / als
hy daarin van andere (\'t geen niet bedenkelyk is) met werd
derfieund: en daarom wil een ieder voor die tijd liever de naam
van Ja-Boer dragen, als zig van ü^ngeluk verfteeken te zien ;
behalven noch, A-^i\'qx dt, Maatfehappy doggecnfc/mede
^u gefchieden ; vermits\'er andere genoeg zouden zijn, om
denDtreSteur mtde te vallen, en die daarom egter zvn wil zou
hebben.nbsp;^
By aldien U E. voornemens mögt zyn, om my te vragen,
als den Dir^aï^^^r zyn zm dog wil opgevolgt hebben, waarom
er dan een Raads-Vergadering werd belegt ? ïk antwoorde J\'^Th
om dnc redenen-, eerft en voor al, omdat de Heeren Bewind- IJbcLt
hebbers het zoo hebben gelieven tc verftaan , alzoo haar ED
nooyt gedagt hebben, dat het zelve door een Generaalïoxx
misbruykt werden; ten tweeden, wegens hals oUighamelyke
firaffe, die, zullenfe in regten beftaan, ook op een regtmatiae
WIJS moeten gevonnift werden 5 en ten derden , wegens de
l^egeermgv^n de Kuß, het weikin den Kaad^ctd afgedaan;
om, of het mögt komen te gebeuren, dat dees of geene zaak
oïiQondernemmglt;\\u^\\^k quam uyt te vallen , den Dire^eur des
quot;^^g^m geen ver antwoor dingtonhehhen, als konnende hy in
ioo een geval altoos voorwenden, dat het dus by den geheelen
IW IS goed gevonden, enbeflotenj fehoon haar g?dagtcn,
veeltijds van h^zv uytdrukkinge , zo feer, verfcheelende zyn ac.
weeft, alshetOoogt;;?yanhet.?F^/^;^.nbsp;^ ^
Kort om, den Kaaddiend voornamentlijk maar, om in de
misflagen van een DireEteur , deel te hebben , en hem voor
verantwooi-dinge te bevryden j dies ool^ de zaken van de Maat.
jctoappy ondereen trouwlofen Dire^leur onmogeiyk welkon-
nen gaan; en dieshalven hoop ik, als tot het ware belang van
^^Maatfehappy dienende i d-sxdeHeerenBewindhehberen , in\'t E«quot; ««^ige
toekomende \'t Gezag van een Tiireäeur wat zullen befnoeyen,
en
-ocr page 172-en hem uytdmkkelyken laft geven , om zig wat meerder naar
het goed-vinden van zyn R^ï^ï^ te fchikken, en zoo wanneer
dezelve door openc Brievon (of zoo als de gemelte Heeren het
zullen goedvinden ) daar töe magtig gemaakt werden , zoo en
twyfFele ik niet, of men zal haafl een gereguleerde Regeering
op de Kuft zien, en de zakenmet meerder befcheydentheyd, en
ook regtvaardigheid zullen werden afgedaan.
Wat ifler gemeender in de weereld dan dat een ieder menfch
zig zeiven flreeld en kitteld, met zaken waar in hy miflchien
part of deel heeft. Ik zoude, terwyler zeedert het uytgeven
van myn Boek zulke merkelyken verandering in de Regee-
ring op de Kufl gemaakt is, myn zelve nu wel willen doen ge-
loven , dat myn fchryven het zelve heeft te weeg gebragt, dog
het zy daar meede zo het wil, het is myn over genoeg dat ik
met andere en wyzer als ik, van een cn het zelfde gevoelen ben
geweefl, en ik hope dat het tot nuten voordeel van de Maat-
fchappy zal flrekken ; en dat haar Ed. van tijd tot tijd nog
meerder Ligt van de waare gefleldheid der Kufl zal gegeven
werden , op dat haar ED in flaat mogen gefteld werden, om
de nodige verandering t\' elkens te maaken.
Hier, Mijn Heer, heeft U E. nu opening van de berugte
Raads-Vergadering dezer KuB. Soud U E. \'er wel een Lit van
begeeren te zyn ? Ik geloove van neen, en myn bebaagtfe ook
zoodanig, dat ik liever de eer wil miHèn, en daar voor de vry-
heyd verkrygen, om ten regten dm naam te mogen voeren
van, amp;c.
Eynde van de Zevenden Brief.
-ocr page 173-Behelfd een Befchryving van de Ongezondheid decfès Ge-weft,
en d\' Oorzaake van dien, volgens gedagten van den Schry-
ver. Onderfcheyd in \'t Weer tuflchen dc tegenwoordige,
en voorige tyd. Eenige Voorbeelden van fwaare Donder-
slagen , cn de Ichade daar door gefchiet, befchreeven.
Ifteren verzegelde ik mynen laatften aan UE , al-
zo niet beter wift, of het Schip zou noch dien ey-
genften avond de Reys aangenomen hebben ; dog
wijl \'er iets van gewigt is voor gevallen , zoois
het tot van daag toe blyven leggen; en terwijl ik
niet veel andere bezigheid voor tegenwoordig heb, zo zal de-
ze dag noch tot U E. dienft befteeden met het fchryven van het
geene UE. de moeyte nemende, in\'t vervolg van deze zult
kennen leien.
\'DeGuineefeGoud-KujikgtXegewo^ omtrent de vyf graden Opwje
Noor der breete ; dies ligtelijk te bevroeden is dat we hier een hoogte de
heete, en verbrandenbsp;hebben; dog egter niet zoo-
danig, als \'er de roep van gaat 5 want het fchijnd een algemeen
gebrek onder de Menfchen te zijn, om wel iets tot een zaak, metals\'er
maar \'er zelden iets af re doen. Ik en meer andere met my die de roep van
eenige jaren hier ter ge weeft zyn 5 zullen moeten beken-
nen, dat het in de Maanden van OSö/^^r, November , Decem-
ber , January, February en Maart uytnemende heet is, dog
daar en tegen is \'t in de zes overige Maanden zoo heetrïxtti of
men kan het zonder in \'t minfte te verveel en, ligtelyk verdra-
gen j en zelfshebiktydenbygewoond, datby aldien wy ons
niet en hadden gefchaamt, het vuur ons immer zo wel zou be-
haagd hebben, als ten tydevandt Herffl\'m Europa \\ en hier
cn boven heeft men meeft het geheele jaar door koele Nagten en
Avondftonden\', dies iemand, die hier eenjaaroftien heeft door
N 3nbsp;ge-
loi
iö% BESCHRYVING VAN DE
gebragt, en dienvolgende een lofler lighaam heeft als wel in
Holland, niet zee r over de hitte zal klagen.
Waar uyt nu de Ongezondheidvim. dit Gebeftoni^\'k-dit, zijn,
Ongezond, volgens myn gevoelen, defe de reden: als eerflelyk wegens de
Laä\'^watr ^^^^^ daags , ende daar op volgende koude vande nagt,
uychètzel- vvelke fchielyke verandering, mijns eragtings , ook een flry-
ye beftaat dige werking in ons lighaam veroorzaken moet, voornament-
ly k zoo wy ons niet gewennen de hitte , wat meerder als de kou-
de, te verdragen , en door\'t ontbloten van htilighaam, te
ontydig de koelte zoeken.
De tweede oorzaak die ik \'er van kan geven , en die ook wel
devoornaamftewevdhevondtn, is, dat de Goud-Ruft vm bo-
ven totbeneden bezet is met een menigte hooge Bergen , van
tuflehen welke men des s\'morgens een dikke, ftinkende, en
fwavelagtige , of ikf^ ziet op komen, voornamentlyk
ox!C\\lxe\\Vi waterige Plaatfen t\\\\ kleyne Riviertjes* Defè Miß,
oïXyamp, verfpreydzig, envaldinzoo een menigte over al
op het Jardryk ter neder, dat het by na onmogelyk is, om\'er
niet van befmet te werden, temeer, wijl men dan noch nug.
teren is, en onfe lighamen gereeder zyn de bezmetting te ontfan-
gen j \'mde^atijd, oï de fes Maanden alhief voor de Winter
gehouden, heeft men defe Miß het aldermeefl, voornamene-
lijk in de Maanden v^njulyenjfugußus, waarom wy op die
tyd ook meerder door Siektens en ^alen, als in de Goetyd, of
Somer, werden aangetafl. Met de voorzeyde DiS!;^^^ vermengt
zig noch een vilayneßank door de Negers veroorzaakt, dewel-
ke voor een gewoonte hebben, om haareerfê dieeeten,
vijfä zes dagen te laten rotten of flinken, behalven noeh,dat-
fe omtrent haare Wooningen cn over al het geheele Dorp door,
toeftaan, dat een iegelyk zijn G^-yo^^doed. Dieshalven een ie-
der ligtclyk kan bevroeden, als dat defè Duyvelfe famcnmen-
gmgvamp;Xißank, groote Ongezor^dheyd moet veroovziAken, en
\'t is niet wel mogelyk tegens het zelve befland te zyn, zoo wel
voor de gene, welke al eenige tijd op de Kuß zyn geweefl, als
die hier eerfl komen. De eerfte konnen \'er door haurfwak lig-
haam niet tegen , en de laatfte hebben noch immers zoo yeel
fimd, gémerkt het groote onderfcheyd tuftchen defe en de Eu-
rópifch Lügt-Breek: waar om de meefte ook al in den beginne
van
Tweede
oorzaak
van dien.
Groote
ftetfce.
vm ttn Skkti^^^^^^nbsp;\'CNX^dkefiïetweynigeiiade\\,
Ehzmjcht- Felden doed overgaan, en däc wd Voörnamentltk,
men zoodanigenbsp;mogen verfriiïenwant bedttf-
ve iitnees^Middekn , cn otiIlt;ündige HeeUMêêÈm (mits het
msarMlerj zyn,) brengen iemand in\'t uycefftceevaar Van
zyn leeven j en fchoonnbsp;noch al Zóoftérllt; in iemand Obkse.
bevonden wierd te werken , dat by aldien men dezelve met^^^fc^ari
ëoed Fmdze/, en kragtige Qenm-Middélm , te hülpe quam \'^r
er goede hoop tot ^yn her/Mmg was, zoo en is men de meefte £ \'\'
njd dog me^n ftaat, om het vereyfte by te brengen, waii t de
Gmees-Middelen zijn, zoo ik bereeds gezegt hfb , voor het
m-eerendedbedurven, enhetvóedfeï voor dm gemeene ^
watrs dat anders, danF/^, oiecndor en mager Moen^ want
tot iets anders kan haar^^m niet ft rekken. E n fchoon ge-
nomen zy hadden de middelen noch al, zoo vindmen ester h^er
met te koop\'t geen men met fatfoen een Sieken zou derven.
voortzetten:yam Koe-Éeefim, Schapen, Hoenders, en foo
\\^oort, alles IS even mageren taay. Ja zoo, dat\'er een
gezond Menfih, \'k laat ftaan een Sieken, vergenoéging in kn
Vinden, t Befte buyten de Gerne s-Uïddelenot^ de- Siekenop
de been te helpen, älsdaarzyn demitsgaders
zap enjtrelend voedfel, ontbreekt hiergantfchélykwant van
Moes-KruydejMea3ire5ie»r en vetdiCveOpper-MofdenPénoe^
voorfien, dog egter niet vooralle
Verfcheyde zynder my voorgekomen , dewelkewiiden be- 7.Z w=-
weeren dat^deW.^.;, zelfs fchuldig waren aan de SiekfensgJ^Z-
en ^akn, die zv hier te Landkreegen, en dat ebn iegelyk fie
daar voor ligtelyk rou können wagten , met maar gei eL^d te
leven en in het ./.^ ofdrinken niet overdadig te zyS 5 dquot; g dat S.tdïïquot;quot;
deesMenfchën\'zig zelven zeer bedriegen, leerd ons de ervarend, \'an zdis
veele, hoe wel eengewenft leven voerende , noch-\'\'quot;\'quot;quot;\'\'
tra^^s de doodquot;en veel minder de Siete hebben können ónt-lZT\'r\'
gaan,
Dog met fier gezeyde tegen re fprecken , en is egtef myn
ïneeuing met te loglienen, dat zommige Menfchen aan de haar \'\'P^S;,
over komende Qualen zelfs fchuldig zyn; iii geeüen deelen.
Ä Wii er alleen geen generale ftellmg van gemaakt hebben, fp^kn).
maar
-ocr page 176-104 BESCHRYVING VAN DE
maar wel, dathetvan^m^^ maarmeeralsalte waaris; want
by aldien zommige wat meerder agt op haar zeiven gaven, zoo
zou men, menfchelyker wijs geoordeeld, hier jaarlijks zoo veel
Steken en Dooden niet hebben. Want de Soldyvamp;n dees ligte
vinke is zoo dra niet by haar ontfangen , (foo fe het niet be-
k^u vaï^^ reeds fchuldig zyn) of het werd in Brandewyn en Wyn de Palm,
den ^mec. twee PeBen, onmatelyk gebrukt, verteerd} waar doorfe
nen man op niet komen over te houden waar voorfe eten zoude mogen ko-
dcKaft, pgj^. moetende zig dieshalven metnbsp;0/jk en Zo^^ bely-
den, ofopzynbeir, meteen weynig/^«} wa-irom het ook
wel te bedenken is, dat deze naauwelyks gezond kojmen bly-
ven. Onder de gemeene gaat het meefl dusdanig toe, en
het ware te wenfchen , dat het van de geen, die in aanfien zyn,
nieten wierd gevolgd; zynde by dezelve het overdadig Suy-
Sendcwd-/\'^^ ook geen gebrek: en hebben dezelve wat meerder
ke over- zy hebben ook des te meerder Dor/l; \'t welk dan mede nood-
mits hen zakelyk een fchrale Keuken moet veroorfaken, indienfe het ge-
Amptennbsp;hebben , dat den een of den ander \\\\^^xgeld komt te
J^n aan lennbsp;. ^^ onder verband van het geene zy de Maat-
fehappy hebben, of zullen verdienen ; ook wel op het geloof
van dat de betaaling door haar Vrienden, of Ouders, in Hol-
landijA gefchieden. Dog terwyl zoodanige fchulden als de
Kanker invreeten , zo word het haafl met zoodanige Mefjïeurs
erger, en wennen zy met \'er tyd zoodanig aan den Drank,
dats\'er namaals metnbsp;niet weder af te flaan zyn; en tot
ophooping van noch meerder quaad, gaanfe dagelyks met zoo
een brandenden y ver haar Offerhande in den Tempel van Venus
Was; door brengen, even ot er haar Gelukzaligheydaan verbonden was:
fc aan aiide- cn ZOO werd het v/ey nig Vlees en Bloed, dat haar door \'t onge-
re plaats fchikt Suypen, en de fchadelyke Lugt noch overgebleven is,
befleed, en daar mede adieu welvaren , gezondheid,en
^^ eyndelyk ook het leven. Dog dit moet zoo al in zyn werk
gaan , zal een ander mede een plaats krygen : want by aldien
de Menfchen hier zoo lang wilden leven, zh\'mEuropa^ zoo
zou het noch veel flegter zyn ; mits men dan een fchoone tyd
zou moeten wagten eer men tot een aanzienlyke Bediening
quam j en zonder dat zal men niee ligt iemand rijk uyt Guinea
zien ihuys komen, \'c Zyn maar de VoornaamÜe die gelegent-
heid
heid hebben om iets tc vergaderen, cn dan noch in lang zoo
veel niet, als haar werd nagegeven. De winften alhier wer-
den waarlyk zuur genoeg gewonnen, mits \'er het befte fand^
namentlyk \'t leven voor werd gewaagt.
Maar om weder tot de Ongezondheyd van het Land te ko-
men. Men vind Menßhen, dewelke tuflchen de een en aigt;
dereP/ö5i«?5onderrcheyd maaken: enik zou my ook heel ligt rthcil\'deor!-.
by haar voegen, mits datfe zoodanige Flaatßnuyt koozen, gefondheydi
waar dar men geftadig een frifle wind had, cn daar de minfte ^^ceenc
^ank door de Negers wierd gemaakt.; zxxVamp;e Plaatzemonden LiïcrVquot; ^
vermoedelykde befte zyn; als wanneer men in zoo een geval
Boutryen Zacondeevféi de voorrang zou mogen geven.
Hoe Ongezond het Land immers zyn mag , zoo vind men
dog zeer weynig Inwoonders met Stehens beladen; en waar
over men zig ook niet te verwonderen heeft, overwegende voorde in-
datzy, onder dees Lugt-ßreekgehooren, en in de ^ank opge- boor!it;gen
voed zynde, het zelve haar niet kan deeren, noch befmetten. Schade-
Twee qualenzjnk, egter meerder onderworpen als de Euro-
pianen, als de \'Kinden-Pokjes en de Wurm, Door \'t eerfte zyn Qualcn der
voor darcien a veertien jaren duyfenden van Menfchen hier om Negers als
heen, weg gefleept j de ^^^m krygenfe veelmaalen in allefquot;^\'?^^^\'
plaatfen van het, dog meeft in denbsp;Dit is een wuJm^,
Zonderhng pynlyke plaag, waar datle zomtyds maanden lang hoïdanig
aan lopen ; tot dat\'er de /F«rj^??geheelykuytis, \'tgeen vati
de kundige op volgende wijs gefchiet. Soo haaft de Wurm
door\'t Gßfwelhem gebroken is, en dat gemeenelyk eerft met
ét kop n zoo zienfe den zelve daar by vaft te krygen , en Pal-
men hem een weynig uyt de wonde, \'t geenfe dan om ecn kleyn
houtje vaft makenalle dagen ecn w ey nig om dray en, en al zo
de Wurm van langfamer hand uyt het gat winden, volharden-
de zy daar zoo lang mede , tot dat hy\'er ten eenemaal uyt is,
cn zy van de verloft zyn. Maar is\'t zaak, datle te\'hart
trekken, cndat de Wurm ten halve breekt, zoo moetenfe een
dubbelde/\'J^;2 uytftaan, mits het overgeblevene als dan in
hzirlighaam verrot, ofwederopeen andere plaats uytbreekt.
De iW^m hebben ofkrygendc/i^mf« het meeft 5 dog eeni-
genbsp;en gaan mede niet vry. Ik heb\'er gezien , die er
een ftuk of tien te gelyk hadden, waar doorfe een byna onley-
Onbsp;delyke
-ocr page 178-delykeßn moefteniiytftaan, Aanmerkelyk is het, dat dee-
ze wurmen eenige jaren in een menfch zyn Lighaam verbur-
gen blyven, zonder zig te openbaren, wy hebben |voorbeel-
den aan eenige onfer Bediendens gefien , welke die quäal ge-
duurende haar verblyf op de K uft niet en hadden gevoeld, en
dat Z!g de zelve eerft openbaarde na deeze al een jaar of drie in^
Holland waren geweeft, ik voor my heb defelve Gode zy dank
jioy t beproefd. Dees Wurm-Siekte heeft men de geheele Kuß
over, dog ons/^ö/yè is\'er aan Cormantyn m Apam, het meeft
van geplaagt-, vermoedelvk wegens het flegte luater d^t zy
daar moeten drinken. Zijt U E bedieuwd te weten, hoe lang
deze M^urmen wel worden, ziet Focquenhrogs Boek eens na, al
v/aar niet onaardig van Guinea gezegt werd : .
Een Land waar d\'Onder-aardfe Pieren,
Niet wagten^ naar een Menfch fijn dood
Maar levendig fingeren om zijn Speren,
Jls Ellen, ja als Pieken, groot.
In \'t Antefe Land ziet men zonderling veel met groo-
te Gemagten gequeld, \'t geen zymeenen veroorzaakt te wcN
den uyt het drinken itn zsekere fFijn dé Palm, alhier ge-
naamt.
Noch zyn dete beklagen , dèWeilke texi Oiirh^
■trekkende, geftooken, gefchoottn, gehakt, of anderüinds ge-,
queft wevdm , mits zy om dat te geneefen, geert andere mid-
delen, alsnbsp;der hand hebben , dewel-
ke zy in het water kooken , en däaf mede hamp;t gequefeécd bet-
ten. Dit hefpt wel eenige , gemerkt deesnbsp;van een
verwonderlyke kragt zyn j dog andere diefe niet ten regten
kennen kehü en , of\'er niet wel mede weten om te gaan, die
hebbender geen dienft van, maar de wonde eet hoe langer hoe
dieper in , daar zy dan zomtijds haar geheelelang aan
gzznquynen. Mtt ét onreyne Siekte\'gTL\'xx.hctGVtn zoo, diesdc\'
geene , welke onder onze Forten woonen , gelukkig zijn:
want die laten zig door onze Meeßers of Barbiers voót een goe-
de fom me gelds^^;?!?^/^^.
De Negers Buyten de Voorfchreêve ^alen^ leven dé meefte Negers
ichoon ge. jjoorgaäns in een gotdcgèzofidheid, dog zeer zelden konienfd
to^ een hogen onder dm. De reden hiet vafl derf ik my niet
■ ■ ver»
Lengte «3eï
WuiHlCti
dooïeen
Vaars vcr-
kUard.
guinese, goud-kust. 107
v.ermeten te zeggen, als my onbewuit zynde. Men ziet hier
\\vt\\yQdtgreyfiMenfchen, cii die\'eral vry ouwelyk uyt zienj
dogm der daad en zynfe het niet. Hier van zou men , na mijn ouderdom,
gedagten, deferf^/^»konnen geven, namentlyk datfe Fm^xy ^o^wetrcr
Kenuswzt te vroeg , en ook te veel ten dienft ftaan,,\'t welk
Jmar in \'t mnßen haaft kan doen verouderen, cn waar doorfe fnïnSwaÈ
ook wel zoo zeer zouden konnen verfwakken , dat met haar\'Gaardere-
\'vyfti.gjßW (\'t geen al een gocdtn ouderdom onder haar is) maar
van eene Siekte aangetaft werdende , naar de andere weereld
moeten verhuyfen ; geheel vroeg werd het gezeyde Ambagt
hier geleerd, kinderen v^^n agt tnnegenjaren\'weeien-^ , hoede
weereld moet voort geplant werden, en met haar twaalfde jaar
ook wel vroeger , beginnenfe al mede te doen , zooquot;\'wel de
Frouwelyke als Mannelyke kunne : waarom men ook zeer be- gënolltreóc
1 waarly k den huwbare Maagd zou konnen vinden. De Inwoon- km
ders , om een Miï^ï^itenbed-genoot te krygen , trouwen cte-\'
zelve alfe noch geheel jong zijn, en egter hebbenfehet zom- vro^n
tijds noch zoo vaft als een hand vol vliegen ; want die kleyne als Mannen,
Fis-kousjes^ hoorende dagelyks zoo veel van den natuurfyken
arbeydi^xseken Ctgeen dogdamp;vNegers , alfe by den anderen
aijn, h^2.xgewoonegefprekh) werden zo kittelagtig , datfe ^
felden tot haar bequaamheyd toe, willen wagten, maarbe-S^en
proeven hctondertufTchen al eens met haarsgelijk; \'twelk huwbare
oorzaak is, dat z)^ , alfe namaalsdat fpel met haar eygen man
zullen fpeelenniet van nooden hebben om \'er haar lAoedamp;r by quot;
te roepen, \'t geen egter de geene , die niet te feer op fijn \'\'\'\'\' \'
fchonens Maagdom gezet is, noch al eenig gemalfby brengt,
als zynde het fwaarfte werk reeds voor hem afgedaan. Dog
Bafia ! en weldubbelde Baßa, om reden die ik hier na zal zee-
gen.
\'t Sal de moey te noch wel waard zyn om hier met eenen ook
wat v»n de ITmter en Somer, of de goede eh quade tijd, zoo als
men het hier noemt, te fpreeken, aangezien de groote veran-
^ring, welke ik \'er in de tijd van tien jaren in heb befpeurd.
De Zomer rekend men gemeenelijk omtrend met onzen HerfB Vcrande^
n aanvang te nemen, en zes agter een volgende Maanden re g vaa
cuuren; als wanneer de ^«/^r begind en van s\'gelijken zes
Mamden ümd houd, diedan weder werden verdeeld in tweel^.ï^\'\'^
Onbsp;-nbsp;vaiiijuinca.
^nbsp;Regen-
-ocr page 180-Regen- twee Mii?- en twee Wind-Maanden. Dog het veran-
derd van jaar tot jaar zodanig, datwe de reekening tegenwoor-
dig by na t\'eenemaal quyd zijn, komende de Zomer nu zomtijd«
een gehelenbsp;vroeger, en op een ander jaar weer zo veel
later de Mz\'i?, Regen, Sec. Alles loopt nu geheel verwardo-^-
der malkander, zo dat men \'er nauwelijks ftaat meer opmaken
kan.
In voorige tijden , en wanneer ik eerft hier ter Kuft quam,
zag men dat een ieder, zo wel Zomer als Winter op een zekere
t\\\\ nette ^jyiquam, endat alles veel harder en zwaarder was als
tegenwoordig. Het regende te dier tijd by wijlen zo vervaar-
lijk eenige dagen agter een, dat het was of het gehele Land wil-
Zware re- ^^ onderlopen, en ecn twede Z^w^uWveroorzaken , doch
gcns in vo- tegenwoordig gaat het al vry Ichappelijkin zijn werk, hoe wel,
f ige tydcn. Sj- gggn al heel zeldzaam is, men aan Axim, ichoon maar ruy m
twintig mijlen Beweßen Elmina, ongelijk meerder regen als el-
ders op een Plaats van de Kuß heeft. Ik verwonderde my daar
over niet weinig, wanneer ik de eerfte maal aan yfxm wierd
geplaatft, dat d© Regentyd zo läng duurde, dies aan een BeveU
hebber van onze Soldaten vroeg. hoe X^ngderegen hier gemec-
nelfjk wel aanhield ? en kreeg ten antwoord, niet meer dan elf
Maanden en agt en twintig dagen in\'^t jaar. Gevolglijk ieder
Schrikkel-jaarttn fchonedag weer; en fchoon dit wat verre
gcweydwas, zo is het dog waaragtig, en onwederfprekelijk
waar, als dat het hier ten minften de halve tijd van \'t jaar regend,
waarom dcF\'ra!^?^»daarom heen i buyten de Ryft en \'t Gebcom».
te^ ook. niet willen opnemen, als veel tc veel w^^^r krygen-
de.nbsp;^ ,
Een wonder is het, dat de Stormen oïTravados, als men
hier zegt, t\'zederd eenige jaren zo zeer zijn afgenomen en ver-
minderd. Wy zullen van de Wind en Donder afzonderlijk;
fprekende, zeggen , dat hoe zeer de Wind hier in vorige tijden
i^h ook ym hoeft gewoed, men by de Heer Focquenbrog kan vinden, wan-
Wiiiden. neer zijn E. zegt, als datze te zijnen rijde zo onvcrwagt cn
fchielijk quamen uyt te barftcn, dat de Zeevarende
volle Zylen hunne Reys derfden vervorderen, uyt vrees van
door dezelve overvallen, en om-of tegens de Klippen of \'t Land
aaiigeilagen te worden. Doch nu ter tijd heeft men daar voor
GUINESE GOUD-KUST. 109
in \'c alderminfte niet te vrezen j want, fchoon dat \'er zom-
tijds noch zware Travaden, van Donder, BUxem en Wind»
komen j zoo en komenze doch zoo fchiclijk, noch ook zoo
zwaar niet meer, dat \'er eenige merkelijke fchade door geleden
werd,nbsp;■ ■
\'k Heb in een oud Fafier van defe KuftAoov dm Heer Direc-
teurValkenburg aangetekend,gelefen,als dat aan Elmina in den een ?oor- \'
jare van feftien honderd een en vyftig een fwaaren Donder-huy bsdd van
is geweeft , dat een iegelyk voor den zei ven Ichrikte en beefde,
en zig inbeelde, dat de weereld op zyn eynde was. \'t Goud en eJ^^jJquot;
Siher wierd door den Dondergefmoïten gt; zonder de fak]cs,waar
in het zelve wierd bewaard, te befehadigen : \'t Geweer wierd
in deScheede verbreyfeld, zonder het leder te yerfengen; en veel
andere zeldfaamhedcn meer quamender in die tijd voor te val-
len , dewelkcik, overmits\'t \'gezeyde Papier Lamp;tv door dtPa*
pier-Wurm geschonden was, niet ter degen kon leefen ; dog
men kon zien, datfe het meelivoor \'t Bospoher^omixexM welke
plaats dei)ö;?i/^r zvn grootfte werking wrogt, bedugd. en in
de uyterlte benauwdheid des weerelds waren.
Omsrent het jaar vamp;.nfeßien honderd een.en-tneegentigwoed- ^^^^^ ^^^
de de Donderen Blixim vervaarlijk in het Antefe Land , zynde feLand om-
ik,tendier tijd aan Boutry geplaatft. Honderden of veel liever trcnt Boa-
dürfenden vannbsp;wierden , of door den Donder ter neder
geveld , of van den Blixem verbrand. Onfe Flagge-ftok wierd
op zeekere namiddag door een Donder flag va.n boven tot bene-
den aan fpinters geflagen, en bleef nogtans over eynde ftaan;
maar zodanig gcfchonden, dat het geleek, of?er een honderd
wigge of twee, om hem le doen fply ten, waren in geflagen ge-
weeft. De Negers., die in de zelfde waan meteenige onder
ons zyn, de welke zig laten voorftaan, dat de kragt des Don- va»
ders in zeekere Steen beftaat, blecve^n in geen gcbreekenom een Don-
ons . wanneer her quade /Fé^r over was, een Stem boven te dcr-ftecn.
brengen, dewelke onfe Vlagge-ßok, volgens hun dwafe mec-
ning, zoodanig had gehavend ; ik bevond hem even zoo te
Zvn alfe van de onfe,\' en die zig inbeelden het belbnder weite
weeten, werd befchreeven. Doghet geene ik bywylen door
den Donder heb fien uy tregten, zal my niemand door natuur-
iyk^e R^denenhcwyievif zu ks van een te konnen gefchic-
O Inbsp;deni
-ocr page 182-den; en om het voor een boven-mtuwlyke zaak aan te neemen,
daar toe meene ik niet gehouden te zyn. \'ic Wil veel liever
geloven, dat het door een fv/aare uytparfing van wzWgefchied.
Dog hoe de werking hieromtrent is , lAik^nnósNatuur\'
kemers, om er van te oordeelen, overlaten.
Niet lang na \'t fchenden van gezeyde Flagge^Bok , gebeur-
fmcrcnt diergely ks aan een Schip van onle Maatfchappy, \'t geen dies
Axitn. tijds omtrent Jxim kruyfte, en wiens Steng en graote Maft zeer
door den Donder wierd belchadigd.
In het jaar van drie h vier-en\'tneegentig, ü oeg de Dmderuan
mimi-m\' Cormantyn in des Koopmans kamer j al de dnnk-glafen in de
\' zelve verbreyfeiende , en fijn Kind» \'t geen te verwonderen
was, wierd met des zelfs Bed opgenomen en eenige voeten van
daar weder ter neder gefmeeten, zonder het zelve eert\'igfinds
te befchadigen. Wat zegje , Myn Heer» kan dit door
een Steen uyt gewrogt werden ? Ik zegge rond uyt van
neen.
Een weynig later floeg de Donder m het Engelfe Fort aan
Aan Acra, j^ra, met zoodanigen geweld door de Muuren heen borende,
xotvooT de Kruyd-Kamer toe, waar dat\'er eenige Ttmm Kmquot;
?^^^^«door wierden gefmolten en tot een klomp gemaakt. UE.
moogt afmeeten, in wat angft dienbsp;moeten geweeft
zyn, wanneer zy het zoo naby het Bospolder zagen.
. ,, . Te mynen tyde overviel ons aan M?»;:»?^ , daar ik toen het
G^Ziï^g had, zoo fwaren Donder-huy , dat een vandefoorens
Moarer. aldaar door\'t zelve, ter lengte van eenige voeten , wierd ge-
fcheurd , en mijn Konftapel die in de zelve zyn/^öj^w^ had,
betuygde\'s morgens, dooï dien fiag zeer onzagt op zyn arm
getroffen te zijn » zonder verder eenige Ichade ot ongemak ge-
leden tc hebben. Dog ik was in geen kleyne verlegentheyd:
v/ant zynde in\'t vcrftellen van mijnnbsp;, zoo had ik
s\' daags te vooren tuflchen de twee en drie duyzend pond PoU
ver op Solder laten brengen, waar dat het in den beginne van
dir fware Weer, onder de Pannen lag j maar \'k cn rufte niet
voor dat het weder op een zeekerder plaats was gebragt j ms^r
eer het zoo verwas, ftond ik geenkleyne angft uyt.
Aan \'t vooren verhaalde moogt U E. zien , wat \\^\'eer wy
hierin voorigetyden hebben gehad, \'t geen nu voor het mee-
rendeel fchijnd op te houden: want in de tijd van drie of
vier jaren hebben wy \'er niet zonderlings meer van ver-
nomen.
^t Onderfcheyd tuflbhen de Hette en Koude van de voorleden Groot on-
entégemordtgetyd, is ook zeer groot, want voor defen had ^quot;^«^^cyd
men hier zoo fware , dat men hier dt^Somers-Loosvzl
Honds.dagenmetti te hebben , als in Europa, dog nu is het kZT.^n
Yi y gemagtTgder, en de medle tijd wel re verdragen »• de K OU- dcfe^eii-
de was doen ook op zyri tyd , wel te verftaan des nagts , foo
Je!, dat we mal kander wijs maakte als dat Froor ; en waarlvk quot;T\',
het en fcheelde de helft ook met : want daar hetnbsp;\'
anderentyden geheel nat vanden was , zoö was het nu
m tegendeel droog, en, even of het had G^rj///, wit uyt ge-
flagen. Eenige , dewelke voor my hier op de Kuft waFen -
pweeft, va-klaarden, datfe voor defert wel des morgens op
hunnbsp;waren gekomen , endelnk bevrooren
hadden gevonden. Ofhet waarisof niet, zalik niet konnen
zeggen, k geef het alleen weder over zoo als ik het ontfangen
Dit weet ik egter wel , dat we hier Zoo nagUn hebben
uytgeftaan, die ons wel hebben konnen doen trillen, en de-,
welke ,jzoo als ik hier vooren al gezegt heb, ligtelijk tegens
onleni7er^zoudenopmogèni in de Quatijd is het nog wel
icout,^maar egter zoo iwaar niet als voor hèen, dog daar en
tegen duquot;tu-d de zelve nu ook zoo veel te langer: want wy heb-
^n nu wd twee derden deele van \'t jaar mnfer of ten minften
^erffi. Den ouderdom van\'t laatfte begindUE.heeden ook
al te gevoelen, engaathet namijnwenfch, den gryfen Win-
ter zal U E. te zyner tijd mede noch t\'huys komen, dogh,
fioop ik op een zagte manier , en zonder eenig ongemak,
Sygft^zyrfquot; vermaak alsikmy in defen tegens U E.
112 BESCHRYVING VAN DE
N E G E N D E B R I E F.
Befchryft den Aart cn Zeeden der Negers öp de Goud- K ufi, Syn
geheel \'Qedriegelyk » gantfch niet Arheydfaam , Sorgeloos.
Kleding, OpvoedingétxKinderen, Groetenijfen. Zyn
voldoende alsfe bezogt werden Hoe zulks van Grooten ge-
fchiet. Handwerken , waar in de zelve beftaan. Vie Scheef-
vaard m Fijfchen , Land-houw* Verfcheydentheyd van
Spraak op de Goud-Kuß, Genaamde Edelen, Hoe veel
6\'/W^;2onder de Negers. Zyn onyerfchillende in\'t neder-
ftaan van haar Dorpen , zoo ook in\'t maken of leggen van
haar Weegen. Haar Speeltuygen. Hebben geen Eedelaars
onder haar, alsdeOnbefchaamde, en zonder Nood. Be-
fchry ving van de Mulatten.
En uwen van den 24..... is my tc zyner tijd wél
geworden, welkerszeer wel heb begre-
pen i dog gemerkt de Stoffe, die ik voor tegen-
woordig van meening ben in defen te verhande-
len. van haar zelfs lang genoeg zal vallen , zon-
der dat\'er het vereyfte antwoordv^nÜ,E. ,Bm/by komt, zoo
zal ik \'t zelve met U E. believen voor dees tyd overflaan., met
belofte om\'er my by nader gelegentheyd behoorlyk van te
quyten.
Myn voorgenomen Stoffe\'in defen is, om van de ^lt;»rif en
Zeeden Acr Inboorlingen fpreeken i dog by aldien ik dees Bm/
niet zonderling uytenbreyde, zoo zoud ik my wegens de ver-
wardheyd, die ons ftaat te ontmoeten, niet weynig verlegen
vinden. Dies U E. het niet qualijk gelieve tc nemeen , dat
ik ioo veel?.akcn in een komc tebegrypen, zonder daar in een
vcrdecling te maken ; \'t Komt my op dees wijs het gemakke-
lijk fte voor, en daarom, Heer en Vriend,, \\ zy mede foo van
u behagen.
Om dan een aanvang te maken, zoo zeg ik, dat de Inboor-
lingen
gen of Negers^ Negros foo als ik haar voortaan zal noemen,
( vermits het woord van of , ^ywiïr/beteekend, cn
Negers , Swarten , alle , cn geene uytgezondcrd , van een
fcbelmagtigen en bedrieglyken Aart zy n, op wien men zig zelden
mag verlaten. Zy cn zullen geen gelegentheid om een
ja om malkander te bedriegen, laten voor by gaan j ^^ ^anhbT\'^^
is een w/tte Valk indien men \'er een van een opregtetrouw dnegfyk\'en
vind, cn welke trouw dan ook zelden verder gaat , als om-guycagtig»
trent haar eygen Afe^/mj want het zou wonder zyn, als men
hznv levenswandel tex\\% ging onderzoeken,zo men niet iets vond
waar infe haar aangebooren Aart en neyginge omtrent andere
hadden laten blyven. Sy fchynen \'er toegeboorcn tc zyn,
woonen het van^V^gj op by, waar door het ook zoodanig in-
worteld, datfe het naderhand onmogelyk konnen agter we-
gen laten,mits \'t haar al, als een modzakelykheid voort komt,en
dcrhalvcn komenfe hierin, wonder wel met het gene men van
van de Mofcoviters fchnjft, over een. By dees ondeugd voegt
zig, als dc Sufter van \'t zelve, de luye lediggang , waar aan zy Luy en for-
zig zoodanig overgeven , dat menfe niet aan den ArbeydïdXg^\'^os^
krygen, of dc nood moet\'cr haar feer toe parfen: hier cn bo-
ven zijnfê noch foo zorgeloos, en trekken zig haar vcrrigtingc»
200 weynig ter herten , dat het ongelooflijk fchijnd , en men
kan qualijk bemerken offe voor-dan tegenfpocd hebben ont-
fangen y want by voorbeeld, in dicnfc te Veld fijn gewecfl en
de ä\'/ä^gewonnen heben, men ziet haar wederom komende,
zig zeiven met danfen en fpringen vermaken; het zelvegcfchiet
mede foo, wanneer zy het hebben moeten ruymcn , en
op de vlugt gedreeven zijn, ergens een vrolyke Feeft zijnde van
s\'gelijken gt; en m een Lijkftatie of omtrent een Sterf-huys, niet
mmdcn Kortom, ^zy\'mvooro\'itegenfpoed^.mcnzaXh\'xar
een en \'t zelve zien bedry ven, zonder dat men het anders , dan
\\ndGKleedingcn\\affche.erenvan\'tHayr , zou konnen onder-
fcheyden- Dog hier van op een ander tijd. \'fC cn gedenke
niet van mijn leven een zoo wel ter/s/quot;^ dienende , gc-
Icefen te hebben, als\'t geene op de T\'ytel-plaat wan de Heer Foc~
quenborglAi^ werken\\s gemaakt. Ik zal de laatfle woorden,
die mijns eragtcns niet te verbeteren zijn, hier laten volgen:
Aan
-ocr page 186-Een Vaarsnbsp;-a anhfe kmit \'zïetgy , een Mmrfe Rowde-èms,
up haar gf- Een doodeïijkgtffufs, van Vrowmen, en van Mms^
maakt,nbsp;rJgnkt kuum-n met de droeve Brand van T\'royen,
^t Ma^ghrmden al wat wil, zy zingen, ff ringen.
En \'Weten van geen druk, zy ixjeeten van geen nood,
Maar fpeekn tot haar Graf,, en -d-mfen toi haar dmd.
Sekcrlyk woorden, mtt%oov^d\'waarheydg^£frooken cn die
xo wel op dees zorgcloofc Menfch» paflen , dat men zig, na
mijn gering verfiand-, roet foo wey®ig woorden met beter zou
konnen uyüdrukkcn. ^»t Is waar ,-ty zorgjcn welomj;ig/lt;/cn
vergadere®, -en zyn\'er altoos op\'iiiyt j dog zy trekken
liet zig zoo weynig ran, dat, fdhoonfe een fwaar verlies heb-
ben geleden, men het niet eens aan liaar zal Jconncn zien, cn
zy ztillender ook geen ütirom Jaten; want zoo haaft
genakenfe haar Ruflptmts niet, \'oKeflape,n als de Beefim , ou-
befoommcrd weg , zonder aig ergens lóver te bekommeren j
dies hetichijnd, dat de Spreuk^ oUeerej,:ma niet vmn^nmor^
gen bezorgt te zfn , alleen maar töt defeM«;^feig gefproo-
ken.
Gfootshcr- Voor een ÓGxdttgebrek mogen wy van. de Jmge Manfchap^-
ngheyd der voeglijknbsp;grootshertighe^, dewelkcgaren voqyP-^.
jonge Man-^j^j^ van vermogen willen aai-kgefien ;zyn, fchoon fomtijds
niet raeerdani\'i^^n;f»zynde:-}gt;ckie;zyn ook\'zeer
\\\\^?cierlijkci\\we\\o^x.epronken, \'r
in kiccdiog. Maar laten wy eens fien hoedanig zy zig toetakelai. Het
Hoofd werd op verfcheydc wyfe opgelchilct; eenige dragen
Ling Hayr fraay metrmyteo in een gevlogten ^ en boven öp het
Hoofd te lamen^ebonden j andere .iwedei*ommaken heelei^ley-
netuytjens,idiezy met 0/y\'en,/^fr/\'5beft,ryken.,:onin mftniere
van Roosjes rondom.het ^»dj/i/sheen leggen; tuftichen beyde met
goude Fetkhes versierd zynde , en zoeker flag van
alhier Cö/^^fjflV T^rr^ genaamt i en zomtijds viermaal zoo veel
waardig als bet .Goud, mitsgaders noch een.flag van blmwe
Cour aal van ons Agrk, .en door de Negers Acorri genaamt, de-
wewelkcindienfe wat groot zyn , tegens goud \'^txdtn opge-
wogen. Sonderling begeerig zynfe ook om onfe Hoeden te
dra.
1Ï4
dragen , en ontzien zig niet defelvc diiurgenoeg te betalen.
Omh\'x^x Armen tnBeenen, alsmede om haar Middel-liif%\\n-
Ze mede met Gomde en gezeyde Ccmrad vercierd. Haar oewoo-
ne Kleed is van drie k vier eilengt;/, V zy Fluweel, Syde, La.
ken, Ferfetuaan , of wat het ook zyn m.ag. Veele, die \'er
wel vijftigderhand hebben , zoo ezn KUedo^. Paan ^ als men
hier zegt, om het lijf flaande, wetenfe met een weynif^ op dc
meen re rollen, vaft te maken, en hangt van Navel
tot halver weeg haar Beenen. O m haar Armen dragen fe ook
cierlyk van Ivoirnbsp;Ringen, eenige ook vasi Goud, Sil-
ver, 6cc. En om haar Hals verfcheyde Snoeren van Goud en
alderhande Couraal, daar ïgt;nder ook die geene, van welke ik
hier vooren heb gefprooken .en heb ik vei feheyde Snoeren ge-
zien , waar van eene meer dan duy fend gulden waardin vvas.
Dies men dit als_haare7?^ïz;^e/(?» moet aanmerken, en die daar
va i onvoorfien is, die en mag niet mede:
SoopragtigalsdeM^^^^\'Uöj {Jongelmgen) zig opfchikken,
zoo nedng zijn, de Cahoceros (nbsp;) weder daar en te-
gen : want die hebben liever dat men haar voor Geldeloofe, als
rijkê Menfchen aanziet; waarom? zult UE. hier na hooren
Deze zyn gemeenelijk maar met een goede Paan voorfien, een
Afa/ivaneen/f^r/^-\'y^/gemaakt, op\'t Hoofd, eneen flafds
de oude Ifraelytenm de hand, nevens een Ketting o^Snoer Cou--
ralen om den Hals: E n dit zyn de vercier-ingen, waar meede
zyvda^elykszvn uytgeftreeken.
De gemeene man als FVyn-Boeren, Fiffchers, en zoodanip ftag
meer, kleeden zig heel onkoftelyk, de zommige met tw^ el-
\\mfkgt£ flof, en andere maar met eert Band t uf chen be beenen
door gehaald en vooy Xvazt fehamelheyd gehondtn ; behalven
dat dc Fifers noch een Muts v^n Hme vel, of Biefen gemaakt,
op hebben : dog de meefte zien vm de Matrofen een oude
i/o^^otM/^/f ie krygen , dewelke haar diendintoen W
weer. Dat de hovaardy in Kleeding maar voor een kleyn ge-
deelte-aan de M mnen evgen is, en de zelve zv n regte zeetel on-
^vjk: Fr ouwen h^eh, betoonen, hamp;\\\'en on^ Nederland, alle
andere Z^^/Z^\'^iü Eurcfa gekg\'in-, en daar en boven ook deze
domme Heydenen. Hier hebben de Frouwen even als by Om,
driemaal zoo veel gebrus om zig te Palleeron, als de Mannen,
P 2-nbsp;het
Klee\'disig
der oude ïs
geheel fo-
\'bcr.
zo ook van
de geiuceiic
man.
Hovaardy
»au de Wy-
vca irgt; haar
kledeicii.
het Hoofd-Hayr weeten deze Diertjes zonderling cierlyk te
vlegten en met Goude Fetiches, Couraal en Olifants~§iaarten op
te pronken, vry fraayer als dat der Manlieden, Om haar hals
dx^gtnk Kettingenv^nGoudamp;niv^-^yc Couralen , neevens tien
è twaalf mooye en k^rte witte Snoertjes verfien met Conté de
terra . en Goud foo ook om Armen en Benen een geheele menig-
te , cn om haar Middelïoo veel, en veeldcrhand , dat\'er haar
geheele.... by na mede bedekt is, waarom men defelve fehoon
niet gekleed, \'m^ar naakt zynde * befwaarlyk zou te zien kry-
gen , te meer, om datfe altoos een Koufehand dragen. Ik
geloof waarlyk , dat de Heer Confiantin Huygens van deeze
Frowwlieden moet gehoord hebben; want zyn ED. zegt elders
in zyn Snel-Digten , dat hy aan de iWiïwj twee, en zommige
Vrowwen drie Koufebanden zou raden , of geeven te dragen.
Enzeekerlijk, als het hier de mannier was om Koufen te dra-
gen zoo mooften de Wrowwlieden z\\toosdriehzndenhehhen,
mits zy zonder Ko^yff» tegenwoordig, dog een gebruy-
ken. Defe afwyking wil ik U E.op den hoop toe geven, en
daar mede weder aan \'t opfehikken van onfe Negrinnetjes
gaan. Dezelve dragen om haar onderlijf een Paan , zom-
tijds drie of vier maal zoo lang als die der Mannen: dewelke zy
rondom h^L^vMiddel\\j\\nden , cn\'\'eiceenBand van rood Laken
of iets anders , een half el breed , en twee ellen lang, over
heen vinden , om de P^^» zoo veel te vafler te doen fitten ,
hangende beyde de eynden van dees bandvooï over haar Paan
heen, op dewelke van groote Juffrouwen noch cenGeudeoï
Silvere Kmt is gelegt , dat mede al eenige verciering by
brengt.. Om haar Bovenlijf hebbenfe een Sluyer geflagen,
\'t zy van Syde , of eenige ander fraaye Stof. Tgt;e armen zyn
mede mti Ringen v^n Goud» Siher, Elpenbeen, amp;c. voorzien.
Dus deze Swartinnetjes -ng^n-^s\'Lands wijze wonder wel weten
voor tedoen, en eenige Europianen tcbekooren , om haar te
liefkozen,- voornamentlijk de gene, welke geen groot onder-
fcheyd tuflehen \'tzwart enivit weten te maken; cn dat wei te
eerder, om dat de laatfle couleur hier ten eenemaal ont-
breekt, en \'erdienvolgende geen andere voorwerpen werden
gevonden.
Heb ik nu van de dernbsp;engehandeld,
-ocr page 189-20 laat ons ook eens zien, hoedanig hier met de Kindeven werd j\'Opvoc-
omgefprongen omivcnide opvoeding, waar mede de Mannen
zig niet en bemoeijen , endenbsp;ook weynig genoeg; zyhaarKiode-
laten dezelve tot haar of c/nV jaren toe, zuygen, dog
over zijnde, en datze fatzoendelijk konnen gaan, zo is\'tnbsp;°
uyt Canailje i hebbenze honger zo geeft haar de Moer een Äuk
droog brood en daar mede ten huyze uyt, gaande over al waar
het haar maar gevald, op de Markt, aan de Zeekant om te ke-
ren fwemmen, of hoe het haar maar voorkomt zonder dat ^er de
Moeder of iemand anders na om ziet. E^E. zijn Vrouwtje en an-
dere Hollandze JVyfjes meer,die zo mal met haar Kinderen zijn,
moeflen hier komen, hier zoudenze honderden van K inderen
niet onder dan vier, vyf, of zes jaren, geheel»^ï^/è^langs\'t
Strand en aan de Zeekant zien loopen, dewelke op zijn befl een
fluk droog ^röo^hebben genuttigd, en waar mede zy immers
Zo wel te Vreden zijn, als onze Kinderen met alderhande Lek-
kernyen* Zy denken om, noch weten van geen zwarigheyd ,
en de Moeders zijn ondertuflchen met dezelve ook niet belafl,
maar konnen ongefloort het gene zy te doen hebben, verrig-
ten, By ons is men zo bekommerd, wanneer de K^Wew^
maar eens buytens huysaXXeen gaan, dat haar het een of ander\'
ongeluk zal ontmoeten, en hier, waar dat het dagelijksge-
fchiet, hoord men daar nooyt van.
In \'t Kinderbaren gaat het hier voor de Mannen mede na \'tKi\'nderba-
wenfch, als zijnde het hier gantfchclijk de gewoonte niét, om ^e« vak hi«
een lange Kraam te houden, of\'er eenige onkoften om te maken, ^Xlj™^
\'t zy van Kinder-maal^ of anders, wat naam het ook zoude mo- Jq Holland,
gen voeren. Eenmaal was ik heel gevallig niet ver van de
plaats, waar dat eenNegerin het Baarens-^ee op den hals kreeg, v
\'t geen in minder dan een quartier uurs was verrigt, en die, in
het hevigfle, en wanneer het \'er aldermeefl op aan quam, niet
een woord en fprak , veel minder datze van weedom zouge-
fchreyd hebben j endie eygenfle dag zag ik haar al Weer naar
\'t Strand gaan , om zig te waflchen zonder eens meer om \'t
Kramen te denken. De meefle zijn in dat werk zo voorfpoe-
dig; dog egter gebeurd het wel, datze eenige dagen het
moeten houden, en\'er ongelukkig genoeg aanzijn: dog dat
valdzo zelden voor, dat het niet eens werd gerekend. Bloc-
p 3nbsp;nier-\'
-ocr page 190-merharten wat deugd wou dit menigen Hollmdfen B^mdoen,
konden, de Vrouwtjes^er daar zo gemakkelijk van fcheyden!
Dogüc ichey\'eruyt, gy mögt\'er metu Wyfje^omx.\\^(^S1^gte\\:
dc Gar dey nen eens v^Liy konten, en dm zag ik kans om al de
Holland fe Yrouwtjes aan den hals te krygen, cn daar heb ik hylo
niet veel zin in; want eens over komende, zoudenfe my noch
al een goe Jen diend konnen doen ; dieshalven het raadzamer
is dezelve re vriend te houden. Maar evenwel al zou\'er een
kinj af komen, dit volgende moeter noch by, namentlijk ,/
dat hier nooy t Luyermandvjexè. toegefleld, noch linnen gekogt
ikoftafS®™\'^^^^^^\'nbsp;Naveldoekjes, Kinderhroekjes,(^\'xhMe\'wis
omcrenr.^^\'^ tegens Neeltje feunis in\'t Liedje zegt) van te maken. Geen van
^det%fnuyßery is hier in\'t gebruyk, en nochtans werden de
Kinderen hier zo weynig aan haar leden verminkt, als by ons,
uytgezondcrd, dat eenige zeer grote Navels krijgen ; dog dit
is dc Moeders haar eygen fchuld, mits zy er gemakkelijk voor
konnen zijn. Wat dunkt u. Mijn Heer, by aldien het Kin-
derhalen zo goed koop in Holland was, zoud gy \'er al te met niet
v/elcentje te meertoettellen? Antwoord UE. daar niet op,
dat cn zal my egter niet beletten om \'er van te geloven \'t gene
my goed dunkt. Zo haaft een Kind geboren is, werd den Prie»
ßyS\'lov\'g- ^^^ ^ oï Offer-P aap, laXhier Feticheer, of Co^/o? genaamt, ont-
hcidom- boden, dewelke aanftonds laft geeft, dat men het Kindeen
urm jonge gehele dragt met Touwetjes, CouraaU en andere vodderycn
\'^-\'bf^ke-nbsp;^yf\' ^^^^\' armen en heenen zal binden, \'t geen dan door
ly k. hem met zijn gewoonelijke Befweeringe werd gewijd, en be-
fwooren, waar mede het als dan tegens alle \'ziekte of andere m-
gemakken\'isgevjTi\'pend. En waarlijk , ik agt het ook van zoo
groten kragt te zijn, dat,fehoon dees Befweeringdoox den Paus
was gefchied, zo en mögt her niet verzekerder zijngeweefi:.
Dies U E. moogt denken wat raagt dees Prieflers over de quade
Geeßen hebben. Wanneer ik van \'t Getrouwde leven der Negers
komt te fchrijven, zo zal ikUE.nochwat van\'tiTzW^rÄ^/m
opdiflen, en\'hier voortgaande, zeggen, dat gezeyde Töw-zw?-
fes de Kinderen voor Klederen verftrekken, gemeenlijk tot haar
zeven en agt jaren toe, wanneer zy een L^zjq/Vvaneenhalf-of
heele El 5\'/c/kiijgen om zig mede op te pronken.
^ W anneer de Vader van het Kind een Ziffer of Landbouwer i^,
en\'t Kind eenZovnzlpde, 20 onderwijft hy hetzelve in zijn sim voed
Handteenng, wel te verftaan, als\'t met deszelven goedvinden zei der Nc-
over een komt; want gemerkt hy nu haaft voor zig zelven zal
moeten zorgen, zo vat hy ook by der hand \'t gene met zijn zin-
1 ijkheid over een komt j zonder dat Vader of Moeder, zig daar
tegens zullen ftellen.
\'k Heb gezegt of befchreven met hoe weynig en gering voed-
sel de Negers hare Kinderen weten te pay cn en van de hand wij-
zen , nu en zou het gantfch met palfen dat zy ondertuflchen
rijkelijk zouden leven en dapper Imullen : hier mede zijnze
waarlijk niet te befchuldigen, maar wel .datze al te zober leven,
zy konnen gemaldcelijk met twee ftuy vers daags toe. Haar
gewoone Kofi is een Pot vol gevreve yiilhio of K oorn, tot hrood
gekookt, o{\\np\\^^t^vznMiIhio, Jammes en Pattattes,\\v^zr
over zy een weynig Oly de Palm met gekookte groente, en ecn
^n\\(:]eftinkendeVisé.oe^\\: en dan verbeeldenfe zig, noch wel
dapper te fmuilen j want de meeften tijd ontbreekt haar deVis
en\'t Groente: vlees als Ko^^^», Schapen, Hoenders
meer is, zullenze niet kopen, ^^o^hvmHeylige dagen y waar
van nader. Dat de Negers dus gering in haar eeten zijn. gefchiet
met om datze metbeter zouden luften, dat ziet men wel anders
als wy haar ten eeten hebben : want dan proppenze den halg zo Spruytendc
vol, en van \'t befte dat op de \'Tl komt, even ofze voor drie
dagen moeften vreeten} ook en gefchiet het niet uyt gebrek
van Geld , maar eenelijk Uyt een duyvelfe Gieriêoeyd en
waan.nbsp;.
Ik geloof, datze zig inbeelden dat alles wat duur is, en veel
geldko?c, voor haar niet goed, m\'^zi\' ongezond h: de gemeene
man eet zodanige vèq/? als ik befchreven heb,en de Ryke niet veel
beter, ten ware dezelve een weynig meer Vis, en Groente na - ken als
men; en als die willen fpeelen, zonemenzeVw, dieze men.
met een hand vol Greyn, ook zo veel Deeg, en wat Oly de Palm
Jamen m Wzttr koken, dit noemenze Mallaget, en dat is voor
haar een Hseren eeten, en \'t is ook voor die geen welke het ge-
iend is, geen onfmakehjke fpp, en hier te Landzeev dienliis
en gezond.nbsp;Synaüc
Etende legers dus geringen weynig, zyzuypen des te over- Liefhebbers
By uy tnementheyd zijn het Liefhebbers van fierken du^ïquot;
drank ,
vloed Jger.
drank, 2e moeten s\'morgens AtBrandevjyn^ en snamiddags
Wyn de Palm hebben , \'t gaat hoe \'t ook wd, die een fiuper
aan Rijkdomheüx. y heeft\'wel voor drie anndorft, het drinken
komt haar nagt noch dag t\'onpas, \'t geenwe aan ons eygen
belt gewaar konnen werden j welke onze Kelders
met drank by nagt en ontyden maar al re wel weten te ver-
kragten. Zy zijnder zo zeer op verzot, dat men met meerder
verzekerheid de Kat het Sfek, als haar 1\'abak, cn fterken Drank
mag vertrouwen, en dat zonder eenige uytzondering, Mans
en Wrowwen, een iegelijk zuypt als om flrijd, en even of het
em deugd w^^ ook ieerenze het haarnbsp;al met de drie
en vier jaren.
Grocteniffe DtPUgt-pleginge en Groetenijfe onder de ^egers gebruy kelijk,
cn phgtf !c- verdiend hier mede wel een plaats, als eenigfints aanmerkelijk
ginge onder ^ij^je. Indien zc malkander komen te ontmoeten, zo gefchiet
de Negers. ^^nbsp;yj^^, weerilt;anten met het afligten vandenHö^ii, of
Muts, wat zy dan op hebben, gefchiedende ditmeerendeel
vanNé\'^m, die met ons om gaan j want Landwaards en werd
het ontbloten van het Hoofd, onder \'t eerbewijs niet gerekend.
Wyders vragenze na malkanders welftand, dog met als wy
zouden doen, hoe ftaat het met UE. zijn gezondheid, of an-
ders, maar zy vragen, hoehehjegeßapen? daar op den ander
antwoord i heel wel, en die zelfde vraag weder aan den eerflen
doed, die, zo het wel is, mede zo antwoord. Dies men be-
merken mag, dat de N^^frj een goede en gevxxiïxgtfaap, hoog-
nodig en voor \'t voornaamfte aanzien, om s^Menjchen gezond-
heid te onderhouden. Alsze van afgelegene Plaatzen by den
ander komen,zo vat den Inwonende den Vreemden by der hand,
knippen beyde haar midd elfte w^^^ri?^? over een, en heet hem
welkom; te verftaan, als hy nooyt aan däe Plaats ge\\veei!c i$,
dog van daar na een ander oord verreyft, en wederom gekomen
zynde, zo gebruykenze de volgende woorden , om hem te
verwellekomen, Gy zijt uytgegaan, en wederom gekomen ? even
ofze hem daar mede geluk wenften i waar op den andere ant-
woord , Ik ben wedergekomen. En dit gaat van beyde kanten
Zyn bcel voor een grote heus- en beleeftheyd door. Heel voldoende
voldoende ^ynzc, wannccrze van een andere Vlaatseen\\^ bezoek krijgen,
wcrdeï^\'^* ^® haaft de ^ligt-plegingen zijn afgelegt, doed den gene , die
^ *nbsp;bezogt
guinese GOUD-KUST. m
bezogt werd, door fijn Wtjfoïtt een Slavin, water en fineer of
Salfuan brengen, op dat óeGafi fig wajfchen, en Salven mag.
Seer net hier in met de Oudheydover een komende, dewelke
200 ons nagelaten is, mede voor een gebruyk hadden, de voe-
ten harer Gafien te waßchen^ eiMc fialven.
In de he-zoekingm van Koningen of andere Grooten, befpeurd
men mede veel vreemde Pligtplegingen, gelyk ik het hier aan tuLSdc
zal laten volgen. SooeenH^^r, alsik heb genoemd, aan, ofCrooten
omtrent het Dorp van de geen komt, die hy gaat bezoeken,
Zoo zend hy een van zyn Fdk af, om den ander te gaan zien en
nevens \'t afleggen van groetenis, hem van zijn aankomft ken-
nis te geven , dewelke dan iemand met dennbsp;te rug
zend, om den aankomer te begroeten , en te betuygen, dat
hy fêer welkom zal fijn. Terwijl defe op weg flaan , gaat den
Opperfte zig klaar gemaak hebbende,met al 7Ä]nFolk enSoldaten
in volle Krygs-ruHing op de Markt, of voor fij n Huys ter neder grooten
zitten, veelmalen drie^ vier honderdfterk , verwagten-omflag van
deaankomft van fijn Gafi^ dewelke om zynStaat cngrootsbeyd
op bet alderkragtigfte te toonen, met een zaf te tred aannaderd,
en is ook met een groot getal gewapend Volk voorfien zynde gt;
dewelke onder \'t loopen en fpringen een groot Kry^jgefchrey
maken.
Als hy eyndelyknbsp;gekomen is, daar den ander hem
zit in te wagten, foo cn gaat hy niet regt naar den zcl ven toe j
maar zend al zijn Volk, die van eenig aanzien zijn, en die geen
geweer dragen , voor uyt, een voor een agter malkander de
hand gevende aan \'t Volk van de geen die bezogt werd, cn wel-
ke rondom, en nevens hem zitten, cn zoo mede .lan hem zelfs j
ten laatflen ook de twee Opperhoofden, welke van weerkanten
met Schilden bedekt zijn, by den ander komende, zoo flaat de
die bezogt werd, op, en is\'c zaak dat hy den bezoeker lid r,
of dat den zelve hooger in rang is, als hy, zoo omhelft hy den
zeiven tot drie keeren agter een, en heet hem welkom , ander-
findsfoo de geen, die bezogt werd, meerderis, foo blijft hy
fitten en verkomt den ander met hem drie maaien maar fimpe-
lyk de handiegtcvtn, en dcmiddelßevingerstcgcm een te kuy-
Pcn , dit geven van do. hand gcichxcl vaetdnc ommegangen \\v.\\
t^t-\'n ander, en wanneer dat gedaan is, foo gaar den jS^zcrAa-
122 BESCHRYVING VAN DE
Äig raer zijn Yolk tegens den ander over , op een belbndere
f laats, terneder iètten ; aldaar afwagtende , dat hy van den
ander met fijn Nolk begroet! en verwellekomd werd , dewel-
ke h et ook , na eenige tijd ftil geletcn te Bebben, komt doen ,
maakt van s\' gely ken een drie ledige ommegang, waar na hy zig
weder op fijnoude/i/^^iï/^j-ter neder zet, en fend op nieuw ie-
mand van de zyne naar den anderen om nochmaals de
Grö^?^ afteleggen, en onder\'tverwellekomen, te vragen na
des zéhgezondheydt en wat {\\\\n aanbrengen is, die met itmand
van de zyne na de andere kant te zenden, daarop na veieyfch
doed antwoorden. Defe ^ligtpleging duurd fomtijds een uur
of twee naar den ander, tot dat de geen, die belogt werd, op^
njft, en zijn Gafi noodigd om mede na zijn/ï^^öö»/;?^ te gaan.
\'t Welk gefchiedende, werd hy aldaar van den zelvenibefchon-
ken , foo ook van des iamp;M^Dorp-Grootenmzt Schapen, Hoen\'
dersr Jammestxwf^td^^meexy enden Gafl aangenaam mag
zyn» En hier medeeyndigd dees lang-wijligenbsp;in\'t
befchry ven van welke ik ook al vry wat lang heb gevallen; dog
hope niet UE. daar eenig verdriet mede aangedaan te hebben }
wantikomzulkste vermyden, noch al eenige omftan^ighe-
den meer heb overgeflagen.
Weynig In den beginne van deiên5m/heb ik UE. gezegt, dAtde
konftcn Negers geheel luy , en niet wel aan\'t-zy^r/ê^^^ te krygen zijn,
^^^^ fy ook fecr weynig Konflen en Hand-iverken on-
vvat\'hwr^quot; haar hebben. Al haare Handwerken beftaan maar
HanHwfr- voomamenily k in \'t hereyclen en maken van houte, en aarde Kop-
ken fijn., pgfj ^ Bakken, Stoelen, Matten , koopere Sal f-doofen , Arm-
ringen van Goud en Silver, mitsgaders van Olifants-Tanden en
andere vodtieryen en kleynigheden meer , zynde haar befte
Wandwerk het Smeeden, waar mede zy noch al redelijk wel we-
ten om tcgaan , vermitlè met haar ftegt Gereedfehap alles kon-
nen maken , wat ie tot den Oorlog (uytgefonderdScj?\'/V/-Gf-
weer) van nooden hebben, zo ook alles, wat tor den Landbouw
cn haar Wuys-houding werd vereyft. Van S/^ï^ï/hebbenfe geen
kennis., en nochtans makenfehaar Sahelsen Kapmeffen, hard,
en fnydig genoeg, en zoo vans\'gelyken haar Houweekn, en
vcTder goed tot het bebouwen van \'t Land, en waar toe zy hec
mogten benodigd hebben. Haar voornaamfte Gereedfehap
beftaat uyt een groote harde S/..;., die haar voor een Jmbeeld
BW^/^heelaardigmetdrieenmeernbsp;, zynde
een zeeker flag van Blaasbalken van haar zelfs uytgevonden.
rJ.?nbsp;^ dit zyn meeffalle haare
kmßen, behalven het maken van Goude Fetiches , waar van
hier vooren gelprooken heb; dog het fraayfte van al h^^vwerk
ii}n Goude en Stlvere Hoedbanden, die zy voor ons maken, de-
welke van foo een;?/;^^ getrokken in een fijn gevlosten,
dat ikgeloove de Goud-Smitsin Europa het befwaarliik zoul
den namaken 5 en foo het noch al gedaan wierd, en datzy \'er
geen grooter arbeydsUonals hier, voor en ontfinsen, foo moe-
ten fer pas droog Wi mede verdienen.
Defe Bm/fal als een mengelmoes van alderhande S/^^fonder
den ander zyn , dies UE.het zig niet qualijk moet laten ge-
vallen , dat ik van het ecn op het ander , of als het fpreek-
woord zegt, «y^ï/^ Ojnbsp;Wantik, myuyt
dees verwarring zullende redden, fchryven moet\'t geen my
maar eerft m den zin komt; dies nu eens van haar Schiepvaard, Haar
^ n\'ïvltnr^Tnbsp;\'\'\' gefprooken. Tot defelve Scheep-
gebruykcnfe l^n^c Schuyten , welke alhiernbsp;genaamt
werden: waar van de grootfte inde dartig voet lang, ?n ruy m
les voet breed zjn, van groote vermindcrenle tot de kleynfie
llag , namenthjk dartien ä veertien voet lengte , en drie en
vier breette. Met het grootfte flag vervoeren wy onfe Koop-
manfihappen naar de eene en andere P/^^/j, könnende in een
van de grootftenbsp;cenkleyneof redelyke Koopvaardl
hchips-boots Ladtng , defelve werden voort geroevd al na fvn
groote IS , als met twee , drie, vijf, fevcn, neegen, elf,
dartien, vijftien, en feventien Roeyers: want U E. lelievc te
weten, als het boven\'t getal van twee komt , dat de Roeyers
oan altoos oneven moeten fyn, vermits zy by paren nevens quot;den
Sfr quot;y^g^^-^nderd een die allee\'n Igterzit om öpt
S/^m« te paffen ; zy en gebruyken geen fem.;, als byons,
maar in derfelver plaats feeker flag van Scheppers, harts-gcwys
gemaakt, of even als de Spaden, waar mede het
sS^\'quot;\' en ook met omtrent fooeen lange/../. Met defe
scheppers, die fy m beyde de handen houden , en gedurig als
Q.^nbsp;a!itcr
-ocr page 196-achter s\'hands in\'cw^/^rfcheppen , fettcnfe de Cama fecrfneï
voort, met de kleynfte Cmoas, waar op fy twee of ten hoog-
ften drie man hebben, gaanze uyt Fifen. Haar Fistuyg be-
ft aat in grote en kleyne Hoeken, mitsgaders Harpoenen, om,
v/anneerze grote Fis aan de^Hoek krijgen, dezelve daar mede
tc fchieten j vervolgens fFerpnetten en ook grote fFirnetten 5
welke laatfte zy s\'avonds in Zee zetten, en s\'morgens weder
gaan ligten, waar in zig zomtijds een grote menigte van al-
derhande flag van Fis heeft verward , dreier dan uythalen:
maar komt \'cr eens een quade Fis^ als den Swaard-Fis, en
anderein dees Netten te verwarren, zo is zodanigen Net op een
maal geheel aan ftukken , mits hy hetNetmuzynSwaard,
\'dat hy op de Neus heeft, aan alle kanten van een rijd: dog dit
en heelt noch foo veel fwarigheyd niet als de Negers het maar
by tijds gewaar werden: want dan gaanfer met drie ä vier Ca-
noas, wel van Harpoenen voorzien, op los, om hem tc van-
gen, en foó een Fis kan, overmits zyn grootte r en dat de
Negers hem garen eetcn , \'t breeken van een iW/oftwee ge-
maklyk vergoeden
Van der ]Aegers Landbouw behoeven wy voor tegenwoordig
landbouw. te fprecken , want niet alleen dat wy het hier vooren al
eenigfinds hebben gedaan , foo vertrouw ik, datwehierna
tot het zelve noch beter gelegentheyd zullen krygen.
Schoon de Goud-Kuft maar omtrent de feftig mylen lang is.föo
Xmhc\'ï l^eeft men dogop defelve feven ofagtderley Spranken, en waar
»anSp?aak ondcr drie of vier die den ander niet konnen verftaan. Die
op^^e vmjum/norê tien mylen bovennbsp;konnen met die van
Goud Kuft. 2gira, Abocroe, Jncober,. en Axim te regt raken; dog egter
is \'er in haar Spraak een groot verfchil j zyndede Jximfe Taal
Feheel onlieftelijk, ja beeftagtig leelyk ; die van het Antefe
XW weder geheel anders, dog in lieflykheyd met veel beter;
maar noch affchuwelyker is de Acrafe , dewelke fchier met
niemand eenige gelykheid heeft j de overige QoudKufi-t^iegersy
behalven Aquamboe , konnen den ander meeft verftaan, maar
de geene, welkers Spraak het liefFclykft cn aangenaam ft is,
zyndeN(?^ffridieuythetLW komen , als die van Dinkira,
kkim, hcanny, en na die de hdommers ; cn waarlyk die de
fpr^ak der N^^^r; maar een weynig vcrftaat ,kan een groot on-
derfchsyd in dezelve befpeurcn, en wel foveel , als by gely-
kenis tuflchen de Rrabandersen de Menfchen van over Zee. En
by aldien de N^^en, dewelke onder onfe For/e» woonen, en gt;
waar mede wy dageliiks moeten omgaan , zo aangenaam in
haar uytdrukkinge waren, zo en zou het voor ons niet zwaar
vallen om de fpraak m een jaar of drie te leeren , daarwe het nu
in geen tien jaren konnen doen, altans niet volmaaktelijk.
Eenige, en waar onder Ik my ook derf rt kenen , zijn er wel
verre in gevorderd, en zodanig, datwe het meeftendeel kon-
nen verftaan; dog de uytfpraak heeft altoos bezwaarlijk willeu
volgenj gzmerkide\'^aamenenV/oorden van fommigezaken
ZooVonderlyk zyn: dat foo wanneer wy dezelve op onfe wijs
. wille fchoeijen, en fpellen, altoos bevinden verkeerd te arbeyden,
en terwijl de legers niet Léeefen noch Schryven konnen, en by
gevolge geen luetter-konft hebben, foo is \'t ons niet wel moge-
lijk om de Fouten na te fpeuren. O. D. dewelke hier nooyt ge-
weeft is, heeft in fijn Befchrymng van Africa eenige, en ver-
Icheyde benamingen en tellingen dernbsp;laten invlocijen , en
die my wel derve vermeeten het vry wat beeter te weten,
en derve het my niet onderwinden, als verfekerd zynde het doel
niet veel beter, als D. gedaan heeft, te zullen treffen.
Maar ware het zaak, datdcA^^^m, als ik gezegt heb, kon-
den Leefen en Schryven, foo was \'er kans om het met \'er haaft
te leerenn , vermits men dau zou konnen zien watnbsp;by
haar tot defe en geene zaak wierden gebruykt; dog het nu-
maar alleen na de klank te doen . agte ik voor zottigheyd j
dicrhalven. Mijn Heery verwagt hier omtrent niet meerder
vanmy.
My gedenkt voormaals by een zeekere, of laat /^liever fcg-
gen, omtckere Autheur ^ geleefen te hebben, dat den zei ven eenige
in\'t ^efchryvenvixn deieKußvaneenxge Edellieden gewaagd: Schryvcrs,
maar Ik en heb in al die tijd, dat Ik hier geweeft ben, Ja^Eifeij;«
konnen gewaar worden ,, wat flagh wan Negers , of welken dcpalhi«
^tandé\\2Lt voor zou te houden zyn. \'k Sal de moeyte neemen hebben
om in \'t breede hier aan te laten volgen, wat onderfcheyd dat\'èr gewaagde
tuflchen den een en ander Neger is, en waarom den een boven
den ander werdnbsp;en ontzien, \\ geen eyridelijkhier op
^yt zal komen , namentlijk , dat dè gene ^ die de grootfte
CUnbsp;^y^\'
-ocr page 198-Rykdom bezit, ook de meefte Eer ontfangd, zonder dat\'er Zig
in \'t alderminfte eenigen Adeldom onder vermensd.
Vy^etly Vyf Graden ot Trappen heb ik onder de Negers aangemerkt;
L^Sjk ahKoningenoïCapiteynsi want dezenbsp;,
hairKo- een en het zelve is.nbsp;r, t^ n r j j n
Xiiag of Ten tweden, de Cahoceros of de Hoofd4uyden, dewelke men
Capiteyns. ^^^ maniere zullende noemen, gevoeglijk de naam van
Wro?o\'f Burger-Faderemoumogcngtvcn-, mits zy het haar werk la-
HoofcUuy-ten zijn, om voor\'t welzijn van haarnbsp;oiDorp, zorge
te draeen, en de ontftane^^y?^///^» te flegten.
De derde zijn de gene , welke zig zeiven door haar eygen
ShSen Rykdom,\'t geen haar door wgt;r/of wel den
die door gekomen is, een groten naam hebben gemaakt. En deze ge-
haar Geld, ioof//è, dat bygezcyde^/ï?^^«r voornbsp;zullen aangezien
zig zelfeanbsp;^^ ^^^ dczelve den naam niet ten onregten heeft
Saken.™ gegeven, zullen wy aanftonds trapten te bewijzen.
De vierde Stand zijn de Gemeene-man, als Wyn-Boeren, Ftf.
Vierde dcnbsp;Landbouwers y ^c*
Gemeene- yyfde. of laatfte, zijn de Slaven , door armoede daar
Vytde Sla- toe vervallen, of door haar Frienden verkogt, of ook wel m
ven. \\ dennbsp;gevangen.nbsp;, , xr i. r
Dit nu zijn de yyïStanden welke men onder de Negers heeft,
en buyten welke \'er geen meer te vinden zijn. Laat ons nu
eens bezienhoe de drie eerfte haar Staat en waardigheyd ver-
krijgen.nbsp;• •/lij
\'cVeikiefeii de plaat s viin Koning o£Céipiteyn, isin meeft al dc
of Bevcfti- -^e^ers Landen erffelijk van den Vader op den Zoon, en die ont-
SieJierquot; brekende, op de naafte Mannelijke erfgenaam; Ook werd
Sng. zomtijds wel agt gegeven , op de Bequaamheyd van zodanig een
Erfgenaam, en mede op deszdven Magt \\nn SlavenenGeld-,
waar door iemand, die dit wat rykelijk bezitten , den regten
^rfe^ïiïw zomtijds wel werd voorgetogen.
Omtrent het herkiezen of Beveftigen van een nieuwen Ko-
ning, doed zig niet veel zeldzaamheyds op, want de Kroning
en \'t afleggen van een E^ed. by haar niet in \'t gebruyk zijnde,
zowerdden Nzmy^^ïKö^z^^gniaaraan hetVo/-è vertoond, en
zomtijds\'t Land door gevoerd, en daar m mei een vrolyke
Dag alles bcfloren; dog in geval van twefpald, en dat twee te
gelyk naar de hoogheyd om Koning te zijn, ftaan, foo doet
een legehjk van weerkanten zyn aanhang, om zig des te beter
op haar te mogen verlaten, getrouivigheydfweeren : ander-
finds gaat het, als ik gezegt heb, al heel geraakkelyk toe: al-
leenlyk noch , dat V eenige Offerhanden werden gedaan,
E geen ook by alle groote Verhandelingen gefchiet. Dc
Hooft-l^yden hebben gemeenlyk altoos haar gezet getal, be-
halven dat de Plaatfen der Overledenen niet foo haaft weeder
werden gevuld; maar als ze te zwak werden, zo kiezen zy\'er,
^y malkander gekomen zijnde, eenige uyt de Gemeente , die
bereeds goed Ouders zijn } want Jongelingen ziet men zelden in
dit eerwaardignbsp;, dewelke dan aan zijn toekomende
Mede^Broedersttn Koebeeficti ccmgeDrank \'vooïZ\\]nV er heffing
ten beften geeft, als wanneer hy op een behoorlijke wiis werd
beveftigt en aangenomen. Aan Axim gefchied het als volsd.
De geen, welke de Hoofdluyden aldaar tot een Cahoceer begeren
te maken, moet een Inboorling zijn van haar Land, en aan
Axim woonen , of ten minften aldaar een Huyshthh^n door
eenige van zijn fFijven en Volk bewoond, cn waar dat hv me-
de zomtijds zijn verMyf komt nemen , \'t geen even zo veel is als
byons, datwe om onsnbsp;niet te verliezen, vuur en
hgtmoeien houden. Dit zo zijnde, zo werd hy , indien\'t
maar een fcis, of alle, zo\'er meer zijn, in ons i^or/gebragt,
en onzen Koopman aldaar voorgefteld, met verzoek, dat den
zelven in haar Gezelfchap mag m^./zj;//werden: dewelke zoo \'
hy \'er mets tegen heeft , den Nieuweling op den Bybelóoeè
Sweeren, als dat hy de l^ederlanders getrouw zal zyn en bly-
ven, en dezelve met al zyn vermogen te zullen helpen en be-
fchermen , tegens alle hunne Vyanden , foo V7e\\ Europianen
als Swarten , geene uytgezonderd ; en voort alles doen dat
een getrouw Onderdaan toekomt j gelyke trouwfweerd hy ook
omtrent zyn eygen t.and en Volk te zullen bewyfcn. Den
Eed gedaan zynde, welke hy op ieder Ut heeft bevefigd, met
defe woorden , dathem God meet doodenfoo hyvalfchelyk, o^ten
onregten fweerd, en het zelve niet nakomt; zoo werd hemde \'
tot meerder beveftiging tegens zyn Borft aangehouden,
^^ op het Hoofd gelegt, als wanneer den vaft en bondig
waar na de Koopman» fijn aangeteekend hebbende,
hem
-ocr page 200-hem voortaan als een een mede Lit in de quot;Vergadering laat ver-
fchynen, en\\Regtvan\\ voordeel, dat uyt dc Regtsgedinge
öntftaan, nevens de anderenbsp;genieten ^ foo wan-
neer hy nu zyn Mede-Maats befchonken heeft, met het geene
daar toe fiaat, foo is, en blyft hy C^ï^öc^er vooral zijn leven.
Op andere Plaatfen van de Kufi werd een Caboceer oyten an.
dere wip ingehuldigd: dog wijl het aan wel foo geregeld
toegaat, foo heb ik met het van daar aan te tekenen my laten
vergenoegen.
Hoedanig De derde Stand onder de Ni^^erj zyn de geene, die door Erf-
ftoi Koophandeleemg Geldhy den ander hebben vergaderd,
fonquot; n fa \' en die, om een quot;i^aam te verkrygen, zeven niet van de groot-
aanfien ko- fte flag van OliphantS\'fandenkoo^tendezeXyetotBlaas-Hoo-
rens ( loo menfe hier noemt) doed vervaardigen, waar ©p hy
dan zyn Volk na de wyfe van \'t Land, alderhande Deuntjes laat
\'t Eerfte leeren fpeelen, ofblafèn} wanneer dezelve volleerd zyn, zoo
middcf. doed hy zyn Vrienden en bekenden de weet, dat hy gezind is
zyn Waas-Hoorens in het openbaar te vertoonen: welke zig
daar op by hem laten vinden, en eenige dagen agter een mee
hem vrolyk zyn 5 komende hy ondertuflèhen met zyn Wyven ,
en Slaven, vneifoo prooien Fragt en Praal voor Óen dag, als
hem immers doenlykis, leend zelfs om des teRykerielchyncn,
veel Goud en koftelyke Cour aal van andere, deeld ook verfchei-
de Gefchenken aan zyn Vrienden uyt, foo dat hem dit/i?^/al
eeu mooyefo?nme Gelds komt te koften. Dit Feeft geeyndigd
zynde, foo is hy voorga.! zyn leven bevoegt om voor zyn ver-
maak en tot allen tyden op defe Horens te laten Blazen\', \'t geen
niemand vermag tc doen dan die\'er op de voorzeyde wijs als
toeingeivijdis\', maar, foo een ander luft krygt om een vroly-
ken Dag te hebben , foo is hy gehouden , mdicnhy Hoyrens
Jiebbenwil , dezelve te leen tc verzoeken. Hoe wonderlyk
gaan de zaken in de weereld I Hier moet men malkander om
,de Hoorens verzoeken , en op andere Plaatzen werdenfe de
zelfs tegens ha;ir dank. t\'/\'^j\'j gebragt.
Hettwe^c. £en Neger op de gehoorde wijs groot gemaakt hebben,
de gt; doed ., om noch meerder F.er en aanfien tc verkrygen,
eerft een, en\'naderhand twee Schilden vervaardigen die-hy
mede als de FIooren-s\'va \'r.openb^ai\'g^i^^t vertoonen, en dat mee
geen
-ocr page 201-GUINESE GOUD-KUST. 1E9
geen minder Prö^/, als omtrent de Blaas-Hoorens isgefchier.
De eerfte nagt Wapend hy zig met al zyn Folk, en moet die
gthecicnagi over\'mvoWo. Krygsrufting onder Acn blooten Hee-
i^^/fla|5en, of doorbrengen 5 daar mede te kennen gevende,
dat hy in tyd van Oorloggezn moeyte noch gevaar ontfien zal,
om voor de zyne te Stryden. Den dag aangekomen zynde,
brengdhy diemetzynnbsp;, enquot;\'t bedry ven van
alderhanhe Krygshandelingen door ; de overige dagen , wauc
dit Feeft agt dagen lang dnurd, worden met Danjen, Sprin-
gen, en andcrhande Vrö/j^^^^^/door gebragt, en is hy weder
met zyn/ï^w» en Vö/^ op *t Keftelykfte opgefchikt, en werd
alles, Wat hy ter m^r^/i heeft, ten toon gefteld en over al ora
gedragen. Dele Yrolykheydkomt hem zoo veel niet te koften
als de andere, want daar hy in \'t vertoonen van de Hooremgc-
fchenken heeft moeten geven, zoo ontfangdhy er hierin te-
gendeel van andere , en daar onder eenige niet zeer gering;
ook als hy naderhand genegentheyd mögt krygen om in den
Oorlog te gaan, of ook wel dat hy een vrolyken dag houd, zoo
is \'t hem geoorlofd om ^w^Éfnbsp;voor hem te mogen laa-
ten dragen, \'t geen meede aan niemand als de zoodanige vry
ftaat.
Dit nu zouden de Edel-lieden moeten zyn , welke men hier
ter Kuft wil hebben: dog dat menfe voor geen Edel-lieden mag ^^or ge?quot;^
rekenen, leerd ons het volgende. Eerftelykenkan nieman t Edeiluydeu
zig zelvenjEi/i?/maken, maar moet het uyt zyn Geboorte Xiya tehoa-
of\'er door andere toegevorderd werden. Dit ontbreekt in
Zommige van defe beyde : want zy uyt haar Geboorte niet an-
ders dan Slaven zijn , cn dies halven zeer van den Adelyken
Stand5 en haar vordering gefchiet door niemand als haar eygen
zelfs f en haar ; want maar Gdden Goeds genoeg hebben-
de, zoo ftaat het iegelyk vry tot deesnbsp;op tc klim-
men. Behalven noch , dat op andere Plaatfen\'^t werk van
een regrfchapen Edelman is gt; zig den dienft van hun Koning of \'n
Land niet te ontrekken : dog defe zien niet eens naar den Ä\'c~
^ing om , benioeyen zig zelden met iet anders dan met hun
koophandel tt dry ven. Wil iemand egter hebben dat het EdeU
^^JJ\'zyn, goed, ik zal het haar laten blyven, en dan sal ik des
^emeereerhcbben omdat ik lange jaren agter een , doorfoo-
Rnbsp;danigen
-ocr page 202-danigen Edelman als een Lijf- Dienaar , ben opgép\'aft,
zonder dat ik ooyc eenige agt op zijn Adeldom heb gegee-
ven.
De vierde ennbsp;ondernbsp;verklaard zig zei-
ven onder de naam vannbsp;en S/^w;?genoegfaiam,
zonder dat ik nodig agte my daar omtrent verder te verMa-
rcn.
Oaverfchil- Het vertoonen van gezeyde Blaas*Hóarem\\irtn^^olt;M
kniheyd in gedagten, dat ik een Befchryn)ing^\\amp;itx.e maken waar mede
dccNegers isiegers zig het meefte vermaken, en wathaar gewoOncIy-
ha bouwen l^e ^peeltuygemlt;]n. Dog eerft zal ik voor aflaten ga«n , dat de-
van haat- Negers in het ned\'erflaart en bouwen van haare DofpenoïHüy-
Dorpen. fen\\ geen agt ge\\\'en , of zülksaaneett vermakèlyken oofi:? ge--
fchied of niet. By ons houd men, (en ook ten regten ) feer
veel van Pto^», welke een fräay uyfamp;i\'gt hebben , of daar
vermakelyke Wandel-wegen vinden zyttr ofook welwaar\'
omtrent men een luftige/^lt;«öflt;:^ ziet, welke eenig vermaak eti
genoegen kan geven: dog dit lompe Volk ftaat zig oVer al zon-
der onderfcheyd , of ergenS\'op teIcïteïj, ter neder, en dat
zomtijds aan geheeledorre,, enom^vigtMmt oorden-, daar het
hier aan luftige Yalleyen, welbeplante \'Bergen , en fchooöc\'
En ook in\'tnbsp;niet enontbïeebt , \'t zél ve verftrekt ha^r töt gefen
leggen van vèrmaakof vreugt. Eneven föoofiverfchilleride zyiïfe ook iil^
haa^r we- \'t maken van haare Wègen^ dêWelke VAiï de êifne P/^ji®// nar dé-
ander ftrekken ; dezelve zyn föökrO\'men verdraaydals haarquot;
Geßagt zelve, een Wegvm twee nïylèn, is bier y overmits zyn
kromte, zomtyds wel drie. En fchoOn men haar het zelveaan*
toond en i aad om dé Weg te verleggen, _!5y en zullen het dóg\'
niet vei helpen, al konde het rtiet weynig moey té gefchiedèni
De PFegéxe eens-gemaakt is , moet blyvén, al zioudenfe orrt
den zeiven te begaan , tweemaal zoo veel tyd väh heb-
ben.
-r-—^ ^ Wat haar ltuygen aangaat, dezelvezyn zèer veel en Vèf*-
oers bdbaTï ^^heyden. Dog alle van een Barharifém- ongure tóon^i haar
?crftin voornaamfte zyn de gezeyde BlMs-Höoréfts, die, als-gezegt-
ü!y phants heb, . van kley ne Olyfants-Tandën werden gemaakt, dog egter
T^^Tf\'nbsp;kleyn niet, of eenige Weegen noch wel tulTchen de tWinftig
en dartig pond, andere ook wel mierder. Hier op- föydefïfè-
gequot;
Spïclt\'jy-
hoe ge
nia^ikr,
tot ^\'leraad eepige heelteniffenv-m Menfchenoï\'^eeften, endat
zoofraay,, dat het fchijnt alsof zy in opvolging van hct twee-
de Gehod, daairmede voor hadden , gesn gelykenijje te maken \\
want men befwaarhjk zou weeten te onderkennen waar het
meernagelijkt, n^.etXiMß.nfihQi\'^eeß? Ora het onderftcof
dikke eind yan de legt een woeling van touw met bloed
van Schapen oïHoenders fwartgemaakt, en aan hec dunne eind
is een vierkant gat, waar door zy blafende, een zeldzaam ge-
luid voortbrengen; \'tgeen egter op een zeekerc?»^^? en toon
gaat, en die zy ook verfeheide wijze na haar finlijkhcid kon-
nen veranderen; zomtijds blalênde noch wel iets op defe Hoo-
rens, \'tgeen, foohet niet bevallig is, tenminften ook niet en
verveeld , en men, als Focquenbrog zegt, geen baal Katoen
in \'t jaar van doen heeft om fijn geluid-vangers te flop-
pen.
De tweede ,flaghaarerS/\'../%g.;? zijn haar Trommels, wel-
ke wel tienderhand zyn, dog meeft alle zijn het uitgeholde
\'Boomen, dewelke aan het eene eind met eennbsp;zijn siegten
overtogen, de andere kant blijft open en werd op de.grond vervcck-nd
even als een KeteUTrom neer gezet , dog als \'eï mede voort van
moeten, zoo hangenfe dezelve met een band om den hals. Op
defe Trommels flaanfe met twee langenbsp;gemaakte
ßpkjes, ook wel met een regtfiokje en de vlakke hand, dog al-
le gevenfe een geluyd, \'t geen verveelt,, werdende de Trom-
mels meeft,altoos ondert geblaas va.nde HoorensgzQiZgc.n , \'t
geen het fraayftejE.2;./i-gt;!/^foör^/gceft dat men zou konnen be-
denken, en om het noch bonter te maken , foo hebbenle al- ^
toos een kleyne fongendie onder \'t blafen van de Hoorens en het
ßmn der Tremmels, geftadig met een hout op een hol Tßr flaat,
\'t geen ten eenemaal een verfoeijelykgeluid geefc , en ver.
veel dit duivels ding meer als de Bommels en Hoorens te (amen.\'
Voor weynige jaren hebbenfe noch een zeeker flag van kleyne
Trommeltjes Vixigtsondew, die aan weerkanten met etwFel o-
Vertogen zyn, en gefpannen op de wijs van een Sandhoper.
^Gény^mndees Trommeltjes komt wonder wel over een mee
^^ Romrmhptten die de Jongens-omlxzwi V.aßmi-avondhy om
,gebruyken; behalven dat defe rondom met yfcrePJngenisy.^
^behangen, die inde ioon eenigfinds verandering maken. Het
R %nbsp;zou
-ocr page 204-zon zotterny sijii indien ik van al de Sfeeltuygen der Negers ge-
wag maakte\', geene van alle zijn het waardig i dieshalven\'er
af ga fcheyden, met\'er noch maar eene byte voegen, zynde
een uytgehold Houtje , van twee hand-breet lang , en eene
breed, van welkers agter eyndeeen/ö;è krom om na vooren
loopt, waar over zyvyfa zes iJ^üf^m^ hebben gefpannen, ge-
lijkende dieshalven wel na een kleyn Harpje, en na de verbeel-
ding die my van de hedensdaagze Griekfe Speeltuygen zijn gege-
ven , by na op dezelve wijs. Dit is ook het befte dat zy heb-
ben, en geven het zoetfte geluyd. Dit is genoeg van hare Speel-
tuygen gezegt. Nu weder van wat anders.
G-en Ar. ^^nbsp;^^^nbsp;pryzcnswaardig onder deiV^^mheb
men of Be- bevonden, is, dat men onder dezelve geen Armen (iet, dewel-
deiaars on- ke met te gaan Bedelen haar koft zoejien; want hoe weynig dat-
der de Ne-nbsp;hebben, nooyt vervallenze tot den Bedelzak, De re-
den hier van is deze: dat, zo haaft een Neger ziet, dat hy van
zig zelven niet beftaan kan, zo verpand hy zig aan dees of gene
voor een zeekere zomme gelds , of \'t word ook wel door zyn
Vrienden gedaan, wanneer dezelve in nood is. Van den geen
nu, aan wien hy verpand is, krijgdhy fijn onderhoud, mits
zoodanigen werk te verrigten, als hem opgelegt werd, \'t geen
leer gering enganfch niet Slaafachtig is, beftaande maar om
zijn Meeßer met het Geweer ten dienft te fta^n, en in de Zaay«
t§d zoo veel werken , als hem zelfs gevalt. Regte Bedelaars
u)l Armoede heeft men , zoo als ik gezegt heb, hier niet} dog
Uv\'ge.zon. Bedelaars Zonder noodcnfchaamte, des te meer; en men mag
derd Bede/ zondcr te misdoen, haar alle zonder onderfcheid die naam wel
laars 2on- geven, mits eennbsp;zclvcr het zig nict en fchaamd om da-
der Nood, gQi^i^sttBedelen, en om zoo geringe zaken zomtijds, die hy
elders voor een ßuyver of twee zou mogen koopen ; hier in
zvnfealle zoo laftig, en onbefchaamt, dat men , zonder te
geven, niet van haar ontflagen kan werden, alles, grooten
Befchryvin- kleyn, watfe maar zien , is haar gading,
fa^oe ^rs ^ ^ fchoon ik wat lang in defen geweeft ben, foo cn is myn
nrnSutl-, Schryf~Luß dog noch niet verzadigt, dies UE. het niet qua-
lijk gelieve te nemen, dat hier noch eenvan een won-
dcrlyken en zeldzamen aart by voegen» namentlijk, dc2^-
poeyers ofte Mujatten j dewelke van een Èuropiaan by een Ne-
grin
-ocr page 205-irin zljii gewonnen, of ook wel van een \'blanke by een Mulat-
tin, Dit half flag is een ScMmapig en tot alle quaad genegen
Folkt welUe het byna zoo weynig met de iV^^w, als met ons
houden , ja zelfs en vertrouwenfe malkander niet, zoo dat
men \'er nooyt eenige te zamen ziet paren. De naam van Chri-
ftmennbsp;zig toe. maar ondertuflchen houdenfe zig
200 wel aan de Jfgadendienft als de Negers zelfs. De Fquot;\'oww-
lieden fpeelen meeft alle openbaar Ac Hoer met dc\'Qlanken, ja
zelfs, dog wat geheymer , ook met de Smarten\', zoo dat ik
haar qualyk een naam na verdienfle weet te geven, anders als
dat het een fchuym van blanken en Swarten te zamen is, cn dan ^^^
noch van beyde het flimfle, of, om rond te gaan, Hoeren en Schdm- m
quot;boeven tc famen , alle van eenderley flag , de Mannen zijn
voor \'t meerendeel in onfen dienft voor Soldaten, gaan, even
als wy, gekleed, dog de Frouwlieden takelen zig op een ande-
re en geheel zeldfame manier toe j die van eenig vermogen
zijn, dragen een goed enßjn Hemd, en over het zelve een kort Haar klcc
L^fje van Syde of andere Stof, van onder haar Jrmen tot op de \'iing
Heupen zonder Mouwen , en alleenlyk maar met een breede
Strook over de Schouders vafl ï op \'t Hoofd dragen fe verfchey de
MutfenovcxdcnandGY, dog de opper fie is van «y^i*?, van voo-
ren is dezelve gefronfeld en ftaat boven rond op_i om dcMuts
vaft tc doen zitten, hebbenfe een Lint twee ä driemaal om het
//óö/i/gewonden ; dies zy met de Kö^ een wonderlyke verto-
ning maaken. Om haar Eeneden-Lyf zynfe even eens als de
Swartinnen gekleed , en de geene die wcymggeld hebben, fijn
met de Swartinnen\'m kleding niet anders onderfcheyden, dan
door de Muts, wantfe ook met het quot;^oven-Lijf naakt gaan. zya Wyk,
Dit geheelenbsp;is, als fe nog jong zyn, nkt feer mooy gt;
en oud wordende, zou men\'er de Kinders meede konnen na
B^i/toe jagen j by aldien een Schilder de Nyd zou moeten uyt-
fchilderen, \'k en wifl hem geen netter voorwerp, dan een ou-
de Mulattin te befchikken, mits zy die feer levendig verbeel- en van een
den, metter tijd word haar Z^/ gevlakt met witte, bruyne, bozen aard,
cngeelefpikkels, even als denbsp;na welke \'Qeefteni over-
mits haar boosheyd, zy zonderling wel aarden. Dog wy zul-
len haar laten ruften, op dat niemand cn denke, dat ik tegen
dezelve met haat ofte vooroordeel ben ingenokien. Dog dat is
R 3nbsp;zeer
-ocr page 206-zeer verre van daar, en ik geloot, dat een iegelyk, die haar
lieder ominegangkend, zal moeten betuygen, dat zy niet ver-
dienen dat men zelfseehs van haar fpreekt. Soo onlieflijk het
my is, het Gezeifehap van èitVoïkje te moeten verdragen , foo
aangenaam zal het my daar en teegen zijn , als ik over weynigc
Maanden\'mXJ E.tegenwoordigheydzal mogen betuygen,hoe
zeer ik t\'allen tyden zaltragten om te zyn, öcc.
Eynde van den Negenden Brief.
Is fprekende van der Nagers Godsdienftyen verfchey denheyd Vfin
^ zdve\'rh^\'Xïgamp;voeïen v.an God. En vicrderleynbsp;van des
Menfchen Scheppinge. Maniere van Eed-fqjüeerenm verjchey-
de voorvallen, \'t Vragen aan den Jfgod hoe zulks gelehiet,
en de hedriegery der Papem^aax omtrent. Hoe, en waarom
-een algemeene Gods-dienft werd verrigt. Ieder Menfchheeïx.
een bezond eren Afgod en Heylige-.dagen ter Eere van de zel-
ve, Offerhanden voorhamp;aY-,gedaan. Wie van ons hetnaafl:
zou zyn om de We\'|;wtot het Chr.ijknÜom tebckeeren. Ver-
bode Spijs. Wat verbeelding izy v^an hunne Afgoden heb-
ben , van de lèelooning wegens h:gaeden,quaad, DoQdftng,
OverfpeU Scg. is geen zonde by haar, en waarom. Ver-
fcheyde ge-yö^/m; van een-a^i^^rfe^K. WondeïXyke\'Priefter
Landwaards in woonende, de i\\%5«geloven aan tomrmrs,
den Duyvel, en verfchyninge van Geefim, \'t TJy tbannen
van den Duyvel, hoe zulks-in zyn,werk gaat, Maarjwee
Fe^ften-otider de Neger smekend. \'Haar onderfcheyd \'m-Qe-
•lukkige en O^èlükkigedagen, ïïjym^Qnd^rVinQbygehovig, Én
een voorbeeld van\'tvzelve.
-M™ tl EE R,
p\'nen laatflen aan U E. van den ....; is vry lang ge-
weeft:, en by aldien ik deS/öjf^, dje tegenwoordig
voorgenomen heb te verljénde\'kn, wilde uytbrcy-
den, zoo en zou defe niet korter zyn : Want^
Gods\'
-ocr page 207-GoMienft dcv Negerswaar van ik nu zal fpreeken, zou ons
Stof genoeg aan de hand geVen, oin een geheel Boek te vullen,
ovexmitséevgrfcheyd£nheii, die men daar allerwegen in vind ;
\\vmMgeei\\Land, Dorp, \'yxHelkgeenGefagtofze verfchee-
len daarin met den andef} dog dat alles aan te haaien, dunkt
iiiy de moeyte niet waardig te zijn, zullen het dierhalvenover-
flaan , en maar eeniijk van haarlteder Aigemeene Godsdienf (en
waar in zy meeft alle over\' een komen; fpreeken.
De Strand-^negefs gèloven meeft alle aan den éenigen^wa-arèn, Gelavetf
en\'waaragtigm-God\'i den zelvtn èt Schepping Hemel, J\'a¥- «»e-cnige
de-. Zee, enwat daar op, onder, enin is, toelchryven-
de. Dog egter maar opeen rUwe wys, zonder \'cr eeii^ir^ of omol
nst Denk\'beeldvmte konnen itiaken j op gelijke manier gelo- maakte
venfe ook de dagelykfe enderhouding, en /ra/vanal het^^Jquot;®-
Gefchapene, Dit geloof, hoe onvolmaakt het ook zyn mag,
en hebbenfë noch van haar zei ven, noch door overkverirtgyzn Micsg adcts
haar Vooroudets maar eenlyk door de geftadige verkeering de ander-
met de Europimen j welke haar zuM van tijd tot tijd hebbennbsp;»f
tragten in te planten. Om dit Van haar te gevoelen werd ik ^anïïc^
tweevcmdig gefterkt, ccrftelyk, om datfe G^nooyt met Of- fchapele.
/^rteW» vereeren, noch hem in haar ndod aanroepen, maar
innbsp;zig;ten eerftentot hunFrór^cdit\'??quot;^®
hier na te vePfelaren) Wendén j endezelvéom eengoedeuyt-aUX^de\'
bömft van hSaflquot; vóoriïefemeiïs fhieeken. Het tWeedeis de ver- Europianeïs
fchcydenbeydvari G^w/ijto , die onder eenige van haar we-
gensde^S\'r/^é^^^w^nochis overgebleeven want het getal der
geéïier, Wélke\' gelboven , dat de Menfch door den Ananfié, Zy en bid^
zyi^e eei$ grfjöté 5gt;r;?-, gcfchapen isV is noch heden ten dage den God
öi:eÈ weymgi Wërde-iïdezulks van zommige noch heel hartnek- ni«aan,
kig gedreeven. De bvénge gevennbsp;SÏedP«^
dogxgt;p-^-volgen Wijs, teweten , van\'t Menfchslyke
als dat Gorf. in den begin^ne (oweï^-warte^imtteoïBlanh\'^^r^, maar
Menfchen htefigétha^tn, om gefamentlyk de/F^^fe/ite be-
yjlkenj hie^ uyt tragtenfe te bewyf^ , dat zyzoowelvan
tebegmneals wy, zyn geweeft. Hier by , ora zig zclven den.
noch meei\'deïquot; tegevén, verdigtenfe, als dat God, na dat
ny dees v^eeGeflagtenvm Menfchen had gcfchapen , dezelve «a»
Qok G^ïw» had voorgefteld: Namentlijk,nbsp;van\'t
Qmid
-ocr page 208-S\'he in Goud, okdcKunfiv^nLeefenenSchryven^ en \\v\'i]\\ dc Sivarten.
iztull^ de eerde keur van God gegevea was, foo hadden zy
fchen, als het Goud gekooleu , en aan de Blanken de Letterkunde
dar dezelve galaten j * \'t geen haar van God wierd toegellaan , die
KKerfspin «gter overhaarbegcerlykheydenGe/^f-z«^? verftoord zynde,
zyn gefcha- befloot, dat de Blanken ten eeuwigen dagen over haar zouden
pea. heer fchen, en dat zy dezelve te allen tyden als S/i?-:;^« zouden
moeten oppaflencn dienen. Andere wedei-om dryven , dat
yQ^[l,^^[l^denMenfchmiood2in\\genPofiuur, als hy zig nu bevind, niet
dat God en kgefchapen: maar dat om des te gemakkelyker voort te tee-
Blanke en Jen, dc Mannen dat geene, waar door fc van dcVramp;uwen zyn on-
Meïïchen\' tlerfchcy dcn, op een andere en openbare^/iï^ï^j droegen: Soo
in den be. ook de SfrowwUeden het haare, alfbo het een naar \'t ander moeft
ginnegc- gcvocgtzyn. Wat dunkt UE., Myn Heer, is dit niet ee»
h ai belaggelyke en wonderlyke ftellmg, en zonden de Turken me
twee gaven zonuyds niet in dees waan zijn , om datfe by wylen haar
om te ver- bccllagtige Lufi met de Nrouwen op een onmtuurlyke wijs,
kiefen.vooi (\'k gefwyge met Manlieden ) verfaden.
gefteld,nbsp;pjg^ yyey iijge kwarten gevonden, welke het gezey-
Eenderde ^^ drecvcn , cn wanneer ik dczelve vroeg, waarom, en op
gevoelen wat tijd, den Menfchwedexom^oo , als men hem tegenwoor-
vandes digzict, isveranderd? ^OQ^nv^oovdenie, dat Go^/hct, om
fthT\'^ng ^^ Eerhaarheyds wil, weder had\' veranderd , ten tydc dat.de
gdSl of- \'weereldal zodanig was l^evolkt,d^X om \'t Geflagt dev Menfchen te
nofelenbe- ondcrhoudcn, de hedendaagfe wijs genoeg was. Nochande-
laggelyk. j-g jj^gj, op Qoud\'Kufi vau Guinea, dewelke beweeren,
Noeeen ^hdzide eerfieiAenfchennytHoolenen Putten zyn yoortgeko-
vierdeftel- mcn, hoedanig ccn ons noch huyden in een groote aan
ling derNe- Zee, cn by, of neven ons Fort aan Acra, werd vertoond, Dog
iquot;Mcnnbsp;wat,indien ik alle deGevoelens van deSchepping wilde aan-
fchen^niec balen, cn wat verbeelding zy van Zon, Maan en de Sterren
g^fchapen , hebben, zoo zoud ik, in plaats van kort» wel verdrietig lang
maar üyt vallm. Dit Zal ik maar ecniyk zeggen » dat Pater Kircherus
hofcTcn ^ niet veel werk zou hebben om haarde ^evolkingdey; Planeeten,
fpelonkennbsp;^nbsp;ten
zyn voort- ^ De Negerj waancn , dat \'er buyten haar Lajidgcen gevonden werd,
gsiconien. noch ook dat\'cri\'zuiïrtg« zyn , dfVidke dc Letterkmde vttlïiAn •, die zy va«
uytgebreydhcyddcs ^esreW; geen andere kennis hebben , ais voer Zo veric zy
ijyi: ons mfaaal konnen bcgrypen.
ten minften van de Maan., te doen gelooven j want zy\'er
van nu af een Kaarel op de Trom ßaande , in konnen beken-
nen.
\'t Woord Fetiche heb ik op\'t vorige blad belooft te zullen \'t Woord
verklaren, en wijl het vt^hetekeni£\'en\\\\eé.tt zoo zullen wy
het zelve eens gaan ontledigen. Fetiche, anders Bojfum in de ^orfpSquot;-
heeft zyn benaming van h^zx Afgod , ó€%y Bof- kdijxebe-
yi^;» noemen, zelfs. Als fe nu aan haarnbsp;willen O^.r.;?, naming van
of iets van den zelven begeeren te weten, foo zeggenfe , komt
laat ont Fetiche maken j willende daar mede even foo veel zeg- heeft buy-
gen, als, komt laat ons onfenbsp;verrigten, en zien of ten dien een
hooren wat ons God \'er af zegt. Van s\' gely ken mede foo wan-
neerfedeesofgeenei^./.iz^i;^^van iemand hebben ontfangen,
foo raakenf« Fetiche om den zelven te bederven , \'tgeenop
volgende wijs gefchiet : zy laten eenige drank, of iets Hoedanig
anders , door hun Feticheer of Offerquot;Paap befweeren , en
ftroyen het zelve op foodanige plaats, waar dat zy weten dat
hüat wederparty gewoon is te gaan; en geloven vaftelijk, dat,
zoo wanneer de zelve dit hefwoorengoed komt aan te raken , hy
Zeekerlijk binnen korten tijd zal moetenflerven. Dies de gee- Ten twee-
ne, dewelke hier voorbevreeftzijn , alle loodanigcn plaatsnbsp;,
ontmoeten, zig over dezelve laten dragen, als wanneer het tcS/be-
haar niet kan deeren j noch ook niet den drager : want dit iwcren roe
hefwoorne en doed niemand eenig leed, dan eenlijk den geene ,
Waar voor het toegemaakt is. Dies dit vry befcheydender is
als ik voor defen wel van fbmmige Italianen , dewelke het tiende,
kmsje van vergiftigen mede eygen is, heb geleefen , die om
haar Vyanden van kant te helpen, zig niet ontfien ook onfchul-
dige in groot gevaar te ftellen, waarom ik van de lataliacmfe
Fetiche niet veel zou houden j maar liever over alle, die van de
Negers gemaakt zijn, fchoon uytdrukkelijk voor my gelegt,
gaan.
Op even gelyke wijs, als ik verhaald heb, gaanfe te werk , Tc-ndcr-
Wanneer haar ietsnbsp;is, om door dat middel den ic
ontdekken, en den zelven zyn behoorlykeflrafie doen erlan-
gen; zy gelooven dit foo hartnekkig, dat, fchoon men haar
honderd quot;yöör^^.W.-^aan wijft die hec tegendeel betuygen, zy
van dit gevoelen niet zijn af te brengen , weetende altoos iets
Snbsp;■nbsp;voor
a:evety,
voor tewencten, wanneer het tegens haar gedagten en mee-
nitig iiytvald» Iemand op\'t Jiroyen van\'tnbsp;betrapt
werdende, werd fwaarlyk, ja fbmtijds wel met de dood ge-
ftraft; of ten ware wegens\'t laatfte geval, namentiyk. Die-
very^ \'tgeen een iegelyk vry ftaat. Het volgende heet al me-
denbsp;j te weeten, hetEed-fweerenl want alfe een
verbonS met den ander aangaan, foo gebruykenlè defè woor-
den : komt laat quot;*er ons tot heveftiging Fétige op nuttigen* Wan-
neerfe nu den Eed~drank drinken, foo fègsenfè, V Fetiche moet
my dooden, foo by aldien ik ah \'voat by dit Virhand werd bejlooten^
niet naenkomt, DetsDrank moet een iegelyk, die in dit Ver»
hond treed , drinken. Soo wanneer een Landfchap ter hulji
van \'t andere werd om gekoft» fbo moeten al de voornaamfte
Hoofden den Eed-drank drinken, en de bygevoegde woorden
gebruyken , als dat haar het Fetiche , of de Afgod moet dooden ,
%oo zy den Fyand niet helpen vervolgen om den zelven, des mogelyk
zynde , uyt te roeyen. Dog den Eed in dit geval is al van zoo
veele onJer haar overtreeden , en gebrooken , datfer zelfs
weynig geloof meer aan geven , behalven noch, en\'t geen
aanmerkelyk is , zy konnen zig van den laten ontflaan;
trekken hetgeldvzn den geen, die haar tot zyn hulp omgekoft
heeft, en doen egter het tegendeel dat zy met Eede belooft
hebben: want, wijlfe den Eed voor een Fetickeer of Offer-
Paap doen , zoo geloovenfe dat dezelve ook magt heeft, om
haar weder daar van te ontheffen, en op vrye voeten tc ftellen.
Dit moogt UE. zeggen , ruykt een weynig naar het
dom? Ik beken het mede, dog\'t is egter in waarheid zooda-
nig , als ik gezegt heb. t\'Zedcrd weynige jaren zijn eenige
zoo arg geworden, datzy, zullende nevens andere een
verbondbefweeren, eerft en voor al de Feticheer den Eed-drank
d eden nuttigen, en fweeren, dat hem het \'Fetiche moeft dooden,
zoo by aldien hy een, ofmeer van dc hare, zondcr gcmecnc
bewiIHging van den Eed los maakte. Verbonden, op defë
wijs aangegaan,zyn noch meeft altoos ongefchondcn bewaard,
en nagekomen, tf E. zoud my mogen vragen, wat verbeel-
ding de iV^^cri hebben van de geene, die valfchclijk den Eed-
drank nuttigen ? Wel aan, ik zal het; zondcr gcvraagt tc
zyn, zeggen. Zy beelden zig in, dat den fchuldigcn , die
Ten vier-
den , in het
maken cn
aangaan
van Ver-
bau den.
quot;De Negers
«können van
haar Eed
ontflagen
werden,
fchoon de
gccn.wienfe
sets met
Eedebe-
looft heb-
ben,\'t zelve
niet zou
willen dul-
den.
Dog een
middel van
eenige daar
omtrent
uytgevon-
vnhßveerdi door den Drank opfwddcnbarß, dog zoo zulks ^
niet gefchiet, dat hy binnen korten aan ecn quymnde Stekte zai J^ue dquot;^
komen tc ftervcn. Dc eerfte ftraf geloven zy meerder eygen drank gj-
te zyn omtrent Frewwlieden^ welke zig over *t befchuldigen »^ciei.
van Ärf^rj\'moeten zuy veren; dies, zoo het my geoorloft is
een vergelijk te maken , zoo zal men zien , dat dees drank
heel veel over een koming heeft met het hittere water, of iva-
terderTveringt de Fr ouwen onder \\ oude T\'efinment wierd GelykeaLs
gegeven, wanneer dezelve van Overfpelxtierden aangeklaagt,
cn befchuldigd. Ongevoelijk ben ik in \'t Befchryven der N.-
gers GodS\'dienfien aan \'t afleggen van haar Eden gekomen j dog
gemerkt den Eed meede een wecfentlyk deel van den Godsdienfi
is j foo zal ik\'er noch al een weynig meer van gewagen. By
aldien iemand vannbsp;werd betigd , en de befchuldiging
niet al tc klaai- is, zoo moer de befchuldigde zig met het nutti-
gen van den Eed-drmk zuy veren, met de meer gemelte woor-
den , dsit hem het Yetiche moet dooden , zoo wanneer hy aan
dc Dievery fchuldig is. Daar zijn veele en verfcheyde wy fen
om af te leggen: om dezelve alle aan te halen zoud ik
niet alleen U E. maar ook my zelve verdriet aan doen : dies ik
\'er noch maar eene zal by voegen, dewelke voor de iwaarfle
van alle werd gehouden , endieooknietdan in zaken van ge-
wigt werd gebruykt, en gefchiet op volgende wijs.
lederPnefieroï\'Feticheerheeït7A]nhe%onderenJfgod, ook Hoedanig
bezonderlyktoegerigt, de meefte, hebben een groote houte
Bak opgepropt met aarde^ oly, bloed, Menfchen en Beeflen, ftSedW
dóóds-beenderen, veeren^ hayr^ enkortelijks alderhande afgekgr.
cn fmyßery onder den ander. Tiitgoed werd tot geen ^eeldoï
eem^gelykenis gemaakt, maar legt geheel verward in de ^ak
of Kalahas onder malkander. De geene nu , die den ^ed
voor dees Afg^disd doen, gaat regt tegen o ver den lèak ftaan ;
vraagt aan den Paap, hoe zijn Afgods naam is? ^vermits,
zh ik gezegt heb, een ieder een be fonderen heeft) die hem dan O\'«-
den zelve verklaard i dit verftaan hebbende, zoo roept hy den f^
•^oiby zijn naam, cn verhaald hem in\'t breed e wat hy van*^\'^
voorneemens IS met e tc bevefligen; met begeerte en ver-
bek , zoo wanneer zijn E.i vals is, dat den Afgodhem met de
^d gelieft te liiÄn. Dit gedaan zijnde , gaat hy rondom ,
VSiï
I40 BESCHRYVING VAN DE
de Eak, cn houd op zijn eerfte fiandplaats ftil, waar dat hy we-
derom al s voorenfweerd, en weder rond g«at, t geen tot drie
mdeniocge{ó\\\\zi. Hier na neemt dc Paapieis uyt dc Bak,
waar mede hy desßweerders, hoofd, armen, buyk en heenen me-
de aiinraakt 5 laatftelijk houd hy\'t boven hex. Hoofdv^nétn
geen amp;Qgefwooren heett, en draayd den zelvcn drie malen om,
vervolgens inyd hy hem van tweenbsp;een ftukje nagels na-
mentlyk van ieder hand een , zoo ook van beyde de voeten
mitsgaders een weynig hoofd\'hayr , dit werd gefamentlyk al
mede in den Bak gepropt, waar in den ^^olt;^huysveft, en
daar mede is den vaft cn bondig.
Vragen aaa Nu wcder wat anders. Soo by aldien de Negers een Oorlog
den Afgod zullen aanvangen, Koophandel dry ven, zig op Reis begeven ,
wegens dces Qf ie|;s anders van belang on ierneemen, zo is haar eerfte werk
.)fgenefa^ak ^jg by haren F^i^zV/^^^f te vcrvoegcn, om door hem den Afgod
te laten vragen» hochaarvoorneemen zal gelukken ? dewel-
ke haar zelden iets fuaads voorzegd * maar heel goede hoop
geeft, \'t geen zy ook zonder de minfte twyfFeling aan nemen j
en doen alle het geene haar van den Priefier werd geboden: te
weten om Schapen, Verkens, Hoenders, Honden» ok Katten^
aan dcxï Afgod op te offeren\',zoxm\\]damp; ook Klederen, Wijn exïGoud,
waar dat den Paap op die tijd de meefte trek toe heett. Want
hy al het zelve fraay tjes na zig fleept, zonder den Afgod iets an-
ders tc gunnen, dan den drek en darmen van het geflagte vee,
waar mede dezelve zig mag vrolyk maken ; en de P^^jdbe-
loond zig boven het^^W, dat men hem moet geven, dapper
met de Offerhande, voor zyn kleyne moey te.
\'t Vragen aan den Afpd, zoo wanneer den Paap de vrager.
wil believen , doed hy in des zelfs tegenwoordigheid . en ge-
meenlijk, opeen van beyde volgende wyzen. \'t Eerfte ge-
fchiet door een Bondeltje van omtrent twintig fmalle reepjes
Leer, in welkers midden , zoodanige^oe\'/^^r?;? zijn gebonden,
als ik hier vooren verhaald heb, daar den Afgodifchen Bak mee-
de was opgevuld. Eenige van dek goederen beduyden geluk,
cn andere daar en tegen ongeluk. Dit bondeltje gooyd den Fe-
ïifi\'^fr eenige malen door malkander, en zoo wanneer de din-
gen, welke geluk beteek enen, veelmalen by malkander ko-
men , zoo voorzegt hy den vrager een gelukkige uytflag in fijn
voor-
Hoezulfcs
gefchied.
. voorneemen. Dog hier by ftaat aan te merken, dat den Paap ^^^
door zyn behendigheid de reepjes kan doen by den ander 1«gt; geiY der
men foo ais hem zelfs gevald, en is \'t zaak dat hy een onge- Prkfters
lukkig uitflag voorfpeld, zulks gefchied naaar alleen om dat\'er
mcerdcY Offerbande zi\\ gedaan werden. Even of den Jfgod^^^^\'*
verftoord was om den zeiven daar mede te paayen. En zoo
krygt Monfteur de Paap dubbeld deel.
De twe^e manier om den ylfgodie vragen gefchiet met fee- P^Fquot;
kere Pitte?i, of wilde Nooten, die fy, volgens haar zeggen,
by de gis opvatten, en weder laten vallen, als wanneerfe de-fiimme
zelve tellen, gaande hier by na\'t even en onceven tewerk , Schelmen,
dog der Papen gauwigheyd komt hier al weder te pas. Kort
om, zy weren dees ligtgeloovigeikf^;??/2-^e;? dapper by de iV^^Jquot; li^tgeiovig»
om te leyden , en in dc beurs te taflen, veroorfakende haar hevdvan
ligtgcloovigheid , als dat de Papen , die gemeenelykflimme haar volk
^antemin, de fchoonfle gelegentheid des weerelds hebben, J^j.^vd
om haar te doeken, en te bedriegen\'. Want vald haar zeg- om\'dezclve
gen qualyk uyt , aanftonds hebbenfe een uytvlugt , alsdat tebedrie-
dees of geene zaak niet wel in agt is genomen, waar over den
Afgod zig heeft vergramd ; en daarom de zaak anders heeft zegcL«%n
doen uytvallen. Dit werd ten eerflen voor zuyvere waarheid hoe het ook
aangenomen, den Paap werd nooyt van onwaarheid belchul- «yt^ah, ai-
digd, al was\'er ook een geheel Land verlooren ^ zy blyven g\'^u^bl\'yl\'\'
altoos aan de eer. Dog gebeurd het by geval zoo alfe voor- yen.
zegt hebben, geen verftandiger noch heyliger Man , als hy,
is\'er als dan in de geheeleraen blyft dan ganfch niet
in gebreeken om hen wel te beloonen.nbsp;Hoedani
Een algemeene Gods-dienfi over een geheel Land, of Dorp, ^^ ^vaarïm
gefchied in een envrugtbare tijd, \'t zy om Regen te verkrygen , een algemc-
of ook wel, als defelve te overvloedig vald, tedoen oph^ou-««nG^\'^s-
den } in een van beyde ongelcgentheden, vergaderen de Hooft-
ïkdenvanïooeenLand, oïDorp, by den anderi en vragen
de Papen om raad, wat \'er tot ophouding van de quaal oï plaag,
waar mede zy bezogt werden , diend gedaan te werden ? de-
welke de i/öo/iZ-ZzW^» daar op na tijds gelegcntheyd dienen ; \'t
geene nu van haar werd voorgeflagen , werd aanftonds door
Omroeper het geheeXeLand door verkondigd, \'t gcene gemee-
nelijkbelaggelykeG^- of Verboden zijnj en egter werden de
S 3nbsp;geene 9
-ocr page 214-geene, die zulks komen te overtreden, een ïmvytgeldboete op-
gelegt.
Als mede aTs de Fis-vang ft aan\'t ftremmen is, of dat \'er in eenige tijd
wegens cn nict vecl is opgedaan, foo doenfe Offerhande aan de Zee 5 dog
VisTangi. gewoonlyk gefchiet zulks teegens de maanden van Auguftus en
September, alfoo zy doorervarentheyd weten , dat\'er om die
tijd veel Fis werd gevangen, en egter heeft het de naam dat
het op de Offerhande gevolgd is.
Afgodife By na ieder Dorp heeft een kleyn Bosje, waar in de Overig-
BoiTchennbsp;mcnigmalen gaat O^^r^;?, ^zyvoovhet Gemeene-beft, of
omf ra ^nbsp;^^^^^nbsp;^^^^ Bofen werden by haar voor Hey-
^f S!fa-\' lig gehouden , zynde het aan niemand geoorloft om de zelve te
digtwer- ontrcynigcn, of met het af kappen van takken^ te belchadi-
den. genj indienlc, buyten de gewoone/r^ï/, zig ook den alge-
meene vloek niet op den hals willen halen.
Wanneer het oppergezag aan Zaconde had, en in onmin
met die van ^^/omleefde, welke tegens de Antefe Negers, ge-
volglyk ook tegens myn onderhorige ten Oorlog waren op-
getrokken , 20 flond niet wyd van onze Loge een defer zo ge-
naamdenbsp;die mijn het geheele uytzigt belette,
cn waar door ik van de Adommers, alfe dit tot hun voordcel
hadden gebruy kt, ligtelyk had konnen verrafl: werden, om
welke overrompeling dan voor te komen , zoo verzogt ik de
Negers na haar de noodzakelykheyd had aangetoond, datfe\'t
gezeyde Bofch wilde om ver hakken , dog dat was vooreen
doodmans deur geklopt, niemand vrilden der de handen aan
flaan j en daarom wierd ik genoodzaakt dat werk door de Sla-
ven van de Maatfchappy, \'t geen Ardrafe, en by gevolge van
een andere Godsdienfl waren , tc laten verrigten , en \'t was
waarlyk of \'er meer als een meede fpeelde,raaar een dag of drie
na \'t om ver hakken van \'t Bofch, komt zig een Vogel op des-
zelfs overgebleeve ftompen zetten, welke ik knaphandig met
de Snaphaan van boven neer ligte, dog zynde wat te ievcrig
om dezelve te krygen, zoo bruyden ik plomp verloren van bo-
ven neer tuflchen het houd in , waar door my niet weynig
quam te befeeren ; of my dit van denbsp;wierd gegund,
weet ik niet; maar wel dat fein mijn tegenwoordigheid niet en
©ntzage te zeggen, dat hun Gode my dees ftraf over het ont-
heyligc
-ocr page 215-heylige van baar Bofcb hadden toegezonden, en dat ik m y wcl
gelukkig mogt noemen , om dat ik \'er zoo gemakkelyk en
goedkoop af gekomen was, U E, kond wel denken dat ik haar
uytlagchende , met haar zotte, en bygelovige gedagten liet
vertrekken.
leétrMenfch, *ttyManok Fraww, heeft zyn bezonderen Eeniegelyk
Jfgod, welken zy op haar weekelykegeboorte-dag vereeren j fj^tliT
namenthjk, t zy datfe op een San-Mam of anderen dag van gershetft
dewirgebooren (ijn; noemende dezelve haar Böj^w?, of op zyquot; bezoa.
haar Portugees, SanUe-dag.. Dien dag zullenfe gee n TFfn de quot;
Palm drinken , voor en al eer de Zo;? onder is, gaan den ge- Si^e^Lk
heelen dag in\'t mV gekleed, en fijn, ten teken van reynig-wel7wec
Keid, met witte Aard befmeerd. Veele, en meeften deels de
Voornaamfte onder haar, hebben buyten , en behalven dees
dag noch een andere alle weeken aan haar AfgodOp
geky dc dagen éoodenCectn Hoen, cn zomtijds ook wel , alsfe
het vermogen hebben, een Schaap, \'t geenfe als dan aan haar
Afgod opofferen, te weten, met woorden: want dadelyk knap-
pen zy het zelfs, zonder iets over te laten, op, meenende zy gedaaquot;
dat genoeg is, foo by aldien zy het maar de naam geven, dat
het ter eeren van haar Afgod werd geflagt. Van een Schaap
indusdanigen geval gedood, behoud dennbsp;het alder-
weynigfte : want zijn vrienden en hekenden vallen \'cr ten eer-
Hen op aan, als een hond op een zieke Koe\\ paflende een iege-
^k maar wat te raken en eenfiuk te krygen, waar mede zy aan-
ftonds tc vier gaan, vuyl o£fehoon, daar op fiet men foo naauw
niet, de darmen van \'t Schaap fnydenze in kleyne ftukjes, en
de drek \'er met de vingers uyt gedouwd hebbende, kokenfe
het zonder te wajfen in het bloed, met de Long, Lever, en Hart
mitsgaders een weynig Zout en Malaget oïGuineefe Peper. Dees
koft, van haar £jy;ï^V^dsgenaarat, houden zy Voor het alder-
lekker fte dat iemand kan werden opgedift.
Indien het doenlyk was, dat men de Negers tot het Chriften-
dom zou konnen bekeeren , 200 zouden de Rooms Catholyken rl^\'T
daar omtrent met meerder vrugt, als wy , arbeyden : ge- Sdc
racrkt zy in veel dmgen meeft met de zelve over een komen: is meefte
t niet in \'t wefentlyke (gelijk dat ten grooten verfchil is) ten quot;quot;S^
mmftcnin deoser\\geApryen , als ik het zoo mag noemen:
want
-ocr page 216-want hebben de Roomaniflen een dag of twee in de wf^i datfe
vóórhaar
geheele
leven.
Petitke.
dw Ten^ie geen Vlees eeten, dele hebben daar en tegen gelyke dagen dat-
reden waar ze geen Wfn en drinken , \'r geen waarlyk { gemerkt zy zulke
^xooiz Lief hebbers zxycx j haar al vry hard vald. Die onder de
gehoorzaamheid van Roomen ftaan, hebben haar tijd, datfe dees
Verboden ^f geene Spys niet mogtn eeten ; dog denbsp;gaan daar in
fpys onder vry vcrder , want een iegelyk onder haar heeft zijn verbode
de Negers jp^ ^ den een eet geennbsp;, den ander geen Geyten, Koe-,
quot;nbsp;beefien. Varkens, Wild, Hoenders, met\'witte Veder en, tnïoo
voort; een iegelyk heeft het zyne. En dit en is haar voor geen
week, maand, jaar\', maar voor al haar leven verboden. En
Roomen n\\Qt roemen op dcOudheydwmhzTiïgebody hier
zouJenfe het verliefen; want, vraagt men de iW^m, waar-
om zy dees of geene fpys niet en eeten? Soo antwoordenfe,
om dat het onfe Voorouders niet gedaan hebben. Verftaande
door het woord van Voorouders, zoo lang de weereld geftaan
heeft, en dat het door Overlevering van het eene Geßagt op het
ander is gekomen. Dog hier by ftaat aan te merken, dat|de
Soon niet zal eten\'t geen den Yader niet vry geftaan heeft, en
zo van s\' gelyken volgt de Dochter haar Moeder, Dit onderhou-
denfe foo ftriktelyk, dat menfer onmogelyk zou konnen af-
leyden.
Wat het woordnbsp;al betekend, heb ik UE. reeds ge-
zegt , en dat het voor\'t meerendeel tot de Godsdienfihehoovó,
of ten minften dat het \'er zijn oorfpronk uyt heeft. Eer ik
verder ga öm te zeggen, wat de beteekende zaak zelve zy, of
hoedanig zy haar Afgoden verbeelden, foo gelieve U E. noch
eerft te weten , dat alle het geene ter eerenhaarder^olt;^.«!
gemaakt en gedragen word j hoe gering het ook is, Fetiche
werd genaam\'c j en hier van daan heeft het gemaakte Goud,
waar van in mynen zesden melding gedaan heb, ook fijn
benaming gekreegen.
Watnu eygentlykdebetekende2i!J!^ï^is, of hoe zy zig haar
Smic Vf-quot; -Afgoden verbeelden, heb ik tot noch toe niet konnen ervaren ,
goden ver- Vermits zy het zelfs niet en weten, \'t Naaft dat men\'er vol-
bcciden. ^Q.xx^h\'x\'^t inbeelding, van zou konnen zeggen, is, dat zy een
zeer groot getal van Afgoden ftellen , en \'er aan een ieder
Menfch, of ten minften een »egelyk huysgefin, een geven; de-
welke
welke zy wanen , dat een nauw toeverfigt neemt op een iege-
\\yks handel en -wandel, en dat den zelve hetbeloond etl Beloning
het quade firaft; {lellende de helooning in de veelheyd vaH Wyven van goed en
en Slaven ; en de ftraf in de ontbeering van het zelve._ Dog de ^
alderfwaarfte ftraf, die zy zig verbeelden konnen, is de Dood,\'
waarvoor zy by uytnementheid bevreeft zijn. En dit doed
haar eeniijk zo y verig zijn omtrent het oefenen van haar Jfgo-
den-dienfty en om geen andere.redenen ook, onthouden zy
zigvméamp;ytrhodQnfpystndrank-y zig vaftelijk inbeeldende,
datze zouden moeten fterven, indienze het maar quamen te Ooodflag,
proeven i Doodftag, Overfpel, jD/^wry, en wat misdaden van ovcripd,
die natuur meer mogen zijn, rekenen zy voor geen zonde werd
reden waarom ? om datze het zelve met Geld konnen afmaken,
en het andere niet 5 maar dat werd op de Kerf ft ok gefte! d. De agt, cn
Heer Frederik CoyV^befehrijft ons het gevoelen van de Bewoon-\'ns.^tom.
dersde^Eylands¥ormofa, op even gelijke wijze.
Van een ander leven na dit, zijnze het niet eens. De nieefte
egter geloven , dat, zo haaft iemand overleden is, hy ineen
andere JVereld komt; en aldaar in gelijke waardigheyd als hier der leven na
leeft., en dat al het gene de Vrienden van den overledenen na zijn dit tcgen-
dooiofferen, hem in de andere Wereld te ftade komt. Dog
van de belooning in \'t andere leven voor \'tgoed, oï quaad, alhier her
door haar bedreven, wetenze met geen grond ^an redenen te niet eens,
fpreken, uytgezonderd eenige, dewelke vaft ftellen, dat den
aanftonds na zijn overlyden, na zekere bekende Rivier,
Landwaards m gelegen, en Bosmanque -genaamd , werd ver-
voerd, (Dees vervoering moetenze geeftehjk verftaan , ver-Tweede,
mitsze vóórhaar oogen zien, datha Lighaam hy haar blijft)
en aldaar door haar .^f^ö^ werd onderzogt, wat leven hy, of
zy,in deze wereldhchhen geleyd. Is \'t nu zaak,dat hy de Hey^
lige dagen,azn zyn Jfgod toegewijd,v;el, en behoorbjk heeft ge-
vierd, niet meyneedig is geweeft, noch zig aan de verboden
fpijs heeft bezondigd,quot; oï zig te buyten gedaan ; foo werd hy
door den Jfgod r-agtelykover gezeyde Ä\'wVr in een van
alderhande \'Gelukzaligheden gebragt. N iet ongelijk van Ma-
homets Paradijs , ofde Elizeuwfche Velden der Oude Heyde-
ren. Doo is \'t zaak , dat den overledene aan \'t voornoêmdc
fchuldig is^ zoo bruvd hém den Afgod van boven neer in de
Rivier t vsraar in hy verfmoord , én devergttelheids^QT^
overgeleverd, zo dat deeze wel een belooning in\'t andere le-
ven, maar geen ftraf als de ftelle.
Derdr, Andere wederom zijn van gevoelen , dat de dooden naar\'t
Land der Witte, of Blanken werden gevoerd, en aldaar in blan»
ke Menfchen veranderen. Dit zou Pythagoro\'s zijn lering al vry
I na komen, en hier uyt moogt U E. afmeeten, hoe veel heer-
ïyker zy dtn ftaat der Blanken, als de haare fchatten,
Wondcriy- De Negers wyt het Land , maken denbsp;ondcr ons
ke Paap v/ooncn, wijs, als dat by haar in een amzienlyk Huys een groot
Undquot; O ^etichèerwooud , waar van niet dan zeldzaamheden verhaald
utquot;de! werden j als, dat hy over \'t Weer te gebieden heeft, en \'t zel-
ve hart cn zoet na zijn believen doed opkomen» en weder ver-
En van dry ven. Zijn wooning zonder dak en open zynde, werdal-
dLTS-nbsp;^^ ^^^^^ vcrfchoond, \'t Voorledene is hem gants geen
zaamhcden kiinft te wetert, vermits hy het toekomende zoo net voor fêgt,
werden of het tegcnswoordig waar. Alle zieken en q^mlen werden door
ïerhaald. geneefen. Kort om, hy voert zulke vsromJerlyke zaken
uyt, dat Pater Marcus d^Avianus by hem m^ixx\'ttrxhontsfoth
geweeft-, en \'er zijn broek wel had mogen hy neder leggen.
Ik ben naar het uytgaan van den eerften Druk, door eenige
myner goede vrienden en vrome Catholyken berifpc gewor-
den; om dat ik van Pater Markus Davianus zijn Broek ge-
fchreven had, daar het dog tegen zyn order opRcgul ftrijdig is
om\'er een te dragen maar wat fiert ons dat, men zal my hier
omtrent ligtelijk verlchonen, ik heb P. M. noyt gefien, en
genomen ik had hem al gezien, mijn Nieuwsgierigheid zou
noyt zo ver gegaan hebben Van onder zijn Rok te kijken of hy
een Broek aan had ofte niet, ik wil dat liever aan die heilige
devorenifie die der meer deel aangehad hebben, cn\'er ook
meerder aangelegen is geweeft, overlaten, en maar eenvou-
dig Zegge dat ik zeer hart in twijfel ftaofP M. wei meerder
Mirakule als dees Neger tegens wien hy werd overgefteld,
heeft gedaan, tné\'H.^xvntdtje fuisvoß Serviteur.
Voor dees Neger nu, zeggen zijn Léndsgemtm, moeten al-
le de gen\'\', die daar omtrent komen te fterven, verfchyncn,
cnvan hem ondci-zogt werden. IndicniX bevonden werden
wel Cc hfbben gekeft, zo laat hy dezelve ia vrede gaan, tot
de
-ocr page 219-dtgelukzaligheid dog vaa neen, zo flaat byze voor dc twede-
maaldood, met een hout voordagtehjk daar toe bereid\', en
voor zijn wp/Jw^^gepIaatft, om het zelve altoos by der hand
tc hebben. Hier uyt, Mfn Heer, moogt UE. afmeetcn , Endicdor)r
of dees Neger zijn Landslieden nietge-eerd en ontzien moet
weZien, vermits zy hem van nu af, en by zijn ievfn al voor
een halve God aanzien, \'c Geen dien SLVgenfchelm door dees of hijvc God
gene flimme trek haar zo heeft vreten in te boezemen, om zig w^rd ge-
zelve groot te doen agten. t Voorcn verhaalde is geen ver-
digtzel van den ouden tyd, de Vaap leeft noch huyden ten dage,
en de Negers van daar komende , verhalen gefladig nieuwe
van den zei ven.
Aan\'c gezeide kond UE. zien, dat de/V^É-gm niet vreemd Dc Negers
zijn van Toveraars, cn Wonder-hedryvende Menfchen 3 in genen
deelen. Zy geloven het vafl, cn onwederfprckelijk, dog eg- of w quot;der-
ter op een eerlijker en tc gelijk ook betamelijker wijs alsdic bedryveudc
Sotten of waan-myzen by ons, dewelke drijven, dat geen Tove- Mcnichen j
raar iets zonder mede-hulp van den i^rF-yf/zou konnen uyt-opfeilquot; a-
voeren. Deze Menfchen flellen het tegendeel, en zeggen niet, melyke
dat het een kragt van den Duyvel, maar een gave Gods is. En wys.
fehoon \'t maar loutere bedriegeryen zijn; zoo komt het haar dog
( die van \'t bedrog onkundig zyn ; als een wonder-werk te voo-
ren, en de kragt des Afe^^a« te boven gaande j maar om den
Duyvel hier van de eer niet tc geven , foo nocmenfe het een
gMve Gods: en waare het zaak , dat\'er Menfchen waren met
voorzeydcnbsp;begaaft, zoo zoud ik het oordeel van
de Negers ah dat het van GW, en niet van den Dizyy^/komt,
zeekerlyk toevallen.
Van den Duyvel gewagende, moeft ik ook niet vergeeten te
zeggen, dat zy geloven, dat hy er is, en dat hy haar zomtyds „ï^n
veel quaaden nadeekocvoamp;géi dog dat eenige voor defen heb- denDuyvel,
htngefihreven dat zy den zeiven aanbaden en met Offerhandennbsp;»
vereerden, is onwaar. Ik meene by O. D, gelefen te hebben,
dat de Negers niet zullen eten of drinken, ofzy zullen eerft wat Scnquot;,
voor den Dajvw/op de aarde werpen. Dit is een grove misflag hem geen
y^ndcn^chryver, \'t is wel waar, dat zy degewoonte hebben, Off^i^hae-.
pmiets, voor datnbsp;uytteflortenof wegte ajV\'j\'^S\'^^
gooijenj dog dat en is niet voor den D/z^w/, (s\'en gunnen quot;
T znbsp;quot;den
-ocr page 220-den zelven zo veel niet) maar wel voor haar Afgoden, cn zom-
tijds ook voor haar afgefturve Vrienden,
Werd door De Duyveïvfei\'d op een zekere en vaftgeftelde tijd van \'t jaar,
haar op ze- (joor haar lieden uyt al haar Dor^.;? gebannen, \'t geen met een
kere tyd wonderlijke Plcgtigheydgdc\\ïitt, Ik heb het aan Axim , waar
uycdS- datfer wel het meefte werk van maken, tweemalen gezien;
ueiu eerft gaat \'er een Feeft van agt dagen voor af, op dewelke zy al-
nQïhOiX\\dQvrolijkheydmQX. danzen, -zingen en fpringen t bedry-
venop die dagen hebbenze ook vryheid om van een iegelijk ,
wie het ook zijn mag, alderhandef?/^^lt;^te zingen, \'t zy zijne
hedriegeryen ofte fchelmftukken op te halen, ofal wat haar maar
gevald, zor.der datze deswegens firafbaar zijn of geftoord mo-
\' gen worden; \'ceenigfte middel om haar te doen zwijgen, is,
datmenze braaf met drank befchenkt; als wanneerzc haaft van
^öö;? zullen veranderen , en in plaats vannbsp;Schenkers
lof, en deugden gaan ophalen , en zingen.
Hac zulks Op den agtften dag voormiddags, jagenze de Ygt;uyvelnyt,
inzijuvverk met een groot^.j/c/jre.zfw lopcu alleagter denander, gooijen-
gaac, aannbsp;^^ck, fteenen, hout, of watze maar krijgen konnen ,
\'nbsp;den iï^ï/^ï;. zo dapper na\'t gat j dat het wel een hagelbuyvzn al-
derhande^ö.igelijkt. Wanneerfe de Duyvelnn.eenflukweegs
buyten het geleid hebben, izo keerenze alle wederom,
en eindigen daar mede haar agtdagige Gods- of liever D^^jw/j-
dienfi. Dog hier by ftaat noch te letten, dat\'er al meer als
eenen Duyvel mede moet fpeelen : want óp een en dezelve tijd
werd hy wel uyt honderd tyorpm te gelijk weg gejaagt. En op
dat hy zig niet ergens in haar/f^jcze» mogt verfchuylen, zo
hebben de Wyven de voorzigtigheid, om alle houteen aarde
vatennbsp;te fchuuren, en te voaffen, om ze van
alle onreynigheid, ofden D^üjfw/, tezuyveren.
Ais pok in In het Antefe Land is dezelve Plegtigheid, om denTinyvel
j. uyt te bannen , gebruykelijk; tnaar die arme Menfchen zijn
attzenS daar met noch een flimmernbsp;(alhoewel zy het een Goi
een andere nocmeu ) gebruy t. Namentlijk, eene van een Reufe geftal-
Heer Duy- te , dcwelke aan de eene zijde van iKyalighaam gezond, en aan
ïci hebben, andere zijde verrot Vlees heeft gt; en zo by aldien deze eenige
Menfchen komt aan te raken, zo moeten dezelve aanftonds fter-
ven , \'tgeen ik ook zonder de minfte twijfFelmg geloof) dog
ora
-ocr page 221-om dit voor te komen, zo tragtenze dien Sinjoor Duyvel of Jf-
god (dat en verfcfiild zoo veel niet) met ^M/^tcverfoenen, ten
dien eynde ziet men liet geheelenbsp;door duyfende van Pot-
jesoïBakjes mtl eten ^aan\'r en het moeft waarlyk al een hon-
gerigen Di^/zyn , indien hy daar van het lyf nkt vol kon
krj\'gen!
De verfchyninge van Geeften flellen zy mede vafl:, en ook yerfchy-
dat de zelve de Menfcbenhitv zomtijds komen quellen , en be- ninge van
angft maken. Soo wanneer iemand ( voornaamelyk een voor-
naam Perfoon) geftorven is, zoo makenfe malkander dapper g^/jfjquot;
benauwd , geloovende dat den zelve noch eenige nagten agter
den ander, omtrent zynnbsp;en komt wa-
^^ten oï Hoogtyden hthhen denbsp;niet als eene, diezy ^J^abr
hoixden^fannecïhet Koorningeoogft \\s » endie wy hier Kermts ae Negers
noemen j en dan noch het Yeefi van den Tgt;uy\'vel-Ban.
Buyten het geene de Swarten van ons geleerd hebben, we-
ten zy het Jaar niet te verdeden in maanden noch iveeken, maar
maken haar rekening na de Maanfchyning, waar by zy de tyd
om te moeten Zaayen, konnen afmeeten. Dat de vcrdechng Verdeüng
van maanden in weeken, en die wederom in dagen van over lang van tyde.\'\'
aan haar is bekend geweeft, zoud ik wel konnen gelooven, om
dat ieder dag een bezondere in haar fpraak heeft. Der
Negers Sondag komt op onfe Dingsdag: dog die van het Antefe
Land , als de Mahemetanen , des Vrydaags^ Yiaax Sondagen
werden door haar niet anders gevierd als datfe beletten, dat\'er
niemand in Zee gaat om te Viffen j dog ander werk mag
een iegelyk vry en onbekommerd , gelyk op andere dagen,
doen.
Dc Negers in het Li?W, onderfcheyden de tyden op een won- AU mede
derlyke wijs , noemende de ttntgelukkig, en de andere ongeluk-
kig,\\neen\\geLandenèx\\Vixddegxoottgelukkigetijd, negentien,
en de Ho\'«^ ( want U E, moet weten, dat hier in ook noch on-
derïchcydis)fevendageny en tuflchen de zelve in, heeft men
feven quade, oi ongelukkige dagen, \'t geen foo veel is, als haar-ï^oed-i.
WcdexFacantie-, wantin de zelve zullen zy niet op Reys gaan, quot;\'S-
te Feld trekken nochkts van aangelegentheid onderneemen:
maar, zoo lang dezelve duuren, ftil blyven zitten^ zonder
.nbsp;T 3nbsp;iets ,
iets uyt te voeren. De Inwoonders van Jquamhoe zijn hier op
meer, dan iemand, gezet j want behalven datfe niets geduu-
rende die tijd zullen verrigten, zoo cn begccrcnrc ook geene
Fereeringe van iemand wic het ook zy, aan haar gezonden,
aan te nemen ; maar zenden defelve wederom, of doen op fijn
beft de Gefchenken zoo lang elders op een plaats bewaren, tot
êtCgoede o\'igelukkige dagen gekomen zyn.
Geaaotcn Van , of door wien dees goede cn ^uadedageniX^ngtiiddi
van wlat \'t zoud ik, noch niemand konnen zeggen, t Naaft dat ik kr
onderfchcid ya^j kan dcnkcn , is dat den een ofander groot ^quot;»/Vffr op dees
in dc tyd is .eiukkig en op een andere tijd weder ongelukkig is geweeft 5
lllomL en dat hy daar op agt gevende, een gelofte heeft gedaan. oci
quot;quot;nbsp;\'er zijn levenswandel^^ te zullen fchikken 3 en dat dit zyn voor-
beeld van andere nagevolgt is, het een gewoonte onder haar is
geworden, waar uyt by vervolg van tijd, zeekerlyk een ^f?
zalgefprooten zijn.
Tufte
iJiJH\'nbsp;....nbsp;/
1 Ulichen het eene t.and en \'t ander is hier m noc^root
onderlcheyd, want zy komen met malkander in dz rekeningen
niet over een; den een heeft het op dees, cn de andere weder
op een anderecwdc Strand-Negers wederom bekreunen
\'er zig weynig mede , maar houden dc eene tijd zoo goed al«
d\'andere.nbsp;^nbsp;,nbsp;• ,
Op de Goud\'Kufi is de Beelden-dienft onder de Negers met be-
kend; maar in dc Jrdrafe l^anden heeft men geheele l^egers vau
Afgoden-Beelden.
Van der N^^^r^ Godsdienfi dunkt ons genoeg tc hebben gc-
fprooken , dies het daar by willen laten beruften, en om dc
deriingby. ledigc plaats van dees te ^vullen, alhier een ftaaltie van
g^^ovii haarovergrootjSj^(?/^o/volgen laten. Verwondcrcns waar*
di!^ zij nfe in het zelve, geen zaak van eenige opmerking^komt
\'cr°voor te vallen , welke zy nict aan de een of ander Wonder-
werking toefchryvén. Hier van zoud ik verfcheyde voorbeelden,
te mynen tyde gebeurd, konnen bybrengcn; dog wyl \'t zelve
wat te lang zou vallen, zoo zullen wy \'er een uyt duyfent ne-
men, cn ons met het navolgende vergenoegen..
Aanmeike- In\'t Jaar 1698. in de maand van novtmber wierd dc Comma-
lijk voor-nbsp;Koning, wel eer onle bitterfte Vyand, aan Cabocorsdoor
bccid van\'E g Jß omgebragt. Wey-nig dagen daar na quam onfen
-ocr page 223-Opper-Koopman van Elmina te overlyden-, toen hadden de \'Negers
het bezonder druk. Niet eenen, of zy geloofden vaflelyk,
dat den Commany fen Koning voorfeyden onzen Koopman uyt het
Land der levende tot hem in de EUzeefe Yelden had gehaald,
om zig daar door aan ons te mogen wreeken. En wijl hy by
zyn leven geen gelegenthyd hadde gehad om een voornaam
Perfoon van ons te agterhalen, foo had hy zulks na zijn dood
willen doen , op dat wy ons ovev£i]XiHeênvaardmQtttzcev
zouden verheugen. Tot dus verre en zelfs noch wyder ff rekt
zig haar Ouyvels Bygeloof Wy zullenfe daar in laten fteeken
(ak onmogeiyk zynde om \'cr haar uyt te trekken,) en defen
met myne hart grondige Groete^zn U E. cn Mejuffrouw U E.
Huysvrowwy fluyten en betuygen dat ik onveranderlijk ben cn
blyve, amp;c.
Eynde van den Tienden Brief.
Alzo ih den eerften Druk geen verklaring heb gegeven hoe-
danig ofte op wat wijs de Né-^^m op de Goud.Kuft tot den Pric-
fterlyken ftand werden verheven, zo zal ik het hier , (om de
gene die des wegens eenige aanmerkingen hebben gemaakt, te
voldoen,) kortclijk zeggen; dcesPrieftcrs werden nog door
eenig Koning ,Vorft, Overigheid, of wie het ook zijn mag tot
den geeftelyken, of laat ik liever zeggen beeftelyken ftand ge-
vordert, maar zy bckleeden het Priefter-Ampt door aannee-
ming van hun eige zelf, enom er winft meedete doen , geen
geleerdheid maar bedriegery komt haar te ftade,zy cn behoeve
niet gelijk Alexander Ros in zijns Weerelds Godsdienftemegl,
voor het volk te prediken , dat is ten eenemaal onwaar, zy
weeten nog van Prediken nog van Leeraaren, ofte eenige on-
wyfïng m de Godsdienft te doen, maar wel van alderhande
fchclmftiikken te verfinnen, cn hoe zy de menfchen om offer-
hande te doen, tot haar, cn van andere af zullen trekken, een \'
ieder dic\'t maar begeert, kan en mag Priefter werden , en als ^
c hem niet genoeg na zijn zin opbrengd, 200 laat hy het weder
varen, en vat iets anders by der hand, waar meede hy zijns
eragtens meerder voordcel kan doen.
spreekt eerrt van denbsp;der A^.^m , dewelke overmits
het kleyn Gezag der Cahoceros, heel flap, enongereguld
toegaat. Onderlcheyd tuirchen een Ä^\'^^/j\'y^.regcering,
en die van ecn Gemeene-hefi. Uyt wien de RegeerjngzznJxim
beftaat ^ hoedanig ccn Regts-geding aangelcgt, en bevorderd
word i en onglukken die daar uyt komen te ontftaan. Wat
geloofde Getuygen in een Regts-geding verdienen. GrootGe-
zag van onfen Koopman aan Jxim. Straf die hier te Lando-
ver een Doodßag werd geoeö^end, wegens DiefflaL Aan-
üenyznPerfoonenNoox geen ongeregtigheid gehouden , en
waarom ? Menfchen-cn Fee-Dievery iwaar geftraft. \'t Reg-
tcn Jmpt brengt on^en Koopman Hi-scnjixim, al vry wat op.
Een nader verklaring daar omtrent. Onregtmatige wijs
van fchuld invorderen der fommiger; op twee, cn drie
manieren. Oorlogen daar uyt ontftaan. Waarom zom-
tijds Oör/ö^w aangegaan werden} vallenonkoftelyk. Krygs-
magt der Negers, omtrenthet Strand oï de Ze. woonendc,
is zeer gerinïï. Blooheyd der iV.^.rj in het Vegten. Hoefe
zig in een Feldßag gedragen ? Wat Buyt dezelve konnen
maken.\'t GezagderP^?/?.^ m den Oorlog.\'tGeweerhy deNegers
in gebruyk, Gezag van haar lieder Koningin, die geen Staat
houden , noch het alderminfte werden ontfien. Hun in-
komßen, armoede, van eenige, opvoedingnbsp;Kinderen
is geheel flegt. s\' Konings, of een ander voornaam Perfoon»
£\\]ne Bedieninge.
MYN HEER,
E. aangenamcnen zeer ge-eerden van den é^,0£ïo-
gedagtekend , is my met het Schip de vliegende
Draak, wel, cn zeer Jpoedig aangebragt, dies
het gezeyde Ä(riamp;2gt;hier doorzijn naam grootelyks
heekbekragtigdj dogik wenfte wel, dat hy in
andere gelè^entheden, wat minder tenbsp;wierd bevonden,
^c weten, lbo wanneer hem onfenbsp;agter de vodden
ten 5
-ocr page 225-GUINESE GOUD-KUST. 153
ten 5 want dan gelijkt het, dat hy in plaats van twee , 200\'cr
agter gefchildcrd flaat, wel vier, cnmetv Vleugels htéii ge-
merkt hy de onfe binnen korten tijd als uyt het gefigt -vcvlogeri
is. Dog dat\'s tot daar en toe, alswy\'er dog niet aan hebben,
200 verleene den Heemelhtm een bebouwde Reyfie en ovcr-
Iiomfl, liever en eerder, dan dat\'er den Beer, in plaats van
G^z\\y:iPeottezuygenlt;i 7Agvet%awto\\imefien.
Met zeer veel vergenoeging, beoog ik uyt voor genielte Brief,
dat U E.bereeds vier van de myne, welke van defe Kuft hande-
len, hebt ontfangen , te meer , wijl UE. zig de zelve wcK
laat gevallen, cn wel voornamentlijk het geene ik U E. van
den Commanyfen Oorlog heb mede gedeeld. U E. zijt my be-
dankende,voor de moeyte die ik dieswegens heb genomen, met
verzoek, dat ik op dien-yo^? zou voortgaan, en UE.\'tgeen
noch ontbreekt, mede deelen; cnommydaar toet\'eerderte
beiveegen, zijt UE. niet gebrekig mijn Jrbeyd doorgaans te
pryfien. Waarlijk, Mijn Heer, het zelve zou wel goed zyn,
óm die geene , welke van een andere gefteldheyd zijn alsik,
aan te zetten ? Dog ik die zeerwel weet, voor hoe ver my
de lof, die U E. beleeftheid my gelieft te geven , toekomt,
werd \'er niet eens door bewogen j en U E, behoeft, om my aan
te naoedigcn, geen andere beweegredenen te gebruyken, als
maar cenlyk tc zeggen, dat het UE. behaagd} als wanneer
overwegende de verpUgting die ik omtrent U E. zijn Perfoon
heb, niet nalatig zal zijn, om met alle docnlyke middelen U
E. te believen. Defe zal van myiicgoedwilligheid, en hoe feer
ik ten dienft van UE.bercyd ben, eengoede^m^wlkonnen
geven: want terwijl niet weten of in lange wel wcätr gelegen^
heid ïnXkry gen t om aan U E. te konnen, zoo zal ik
hem opvullen met zoo veel Stof, daar ik anders wel twee, of
ten minflen anderhalve Brief mede had mogen vullen. ^
h Geene, waar van wy tegenwoordig gezind zyn te mnde^
len, zal.beflaan in der Negers Regeeringe , Regts-gedmgen en
Oorlogen-, dog van ieder maar ten deele, gemerkt ik van de
twee cerfle Po/e;?, o^zndevGplaatfen, cn daar het mede wel
te pas zal komen, eenige melding denke te doen ; en van t
laatfle heb ik U E. onder dc Befchryving van Co»«)\'al iets
opgedift. \'tSloi van dees Bwfzal zijn, omUE.deG»,?
Vnbsp;Konmgen
-ocr page 226-Koningen in haar voile Luyfter en Praal levendig uyt te fchilds-
ren en af te malen.
Slappe Re- i\\ anbelangende dc Regeer ing der Neegers ^ de zelve gaat feer
gering waar flap en oogeixgeld in zijn werk. en dat eenhjk wegens \'t kleyn
uyt dezelve Q^ß^ Regeerders , welke de Hoofd-hyden, of Caboceros
omltaat.nbsp;^ ^^^ dieshalven ontffaat uyt dees Hordige Regeering en
quaade gcwijsdens, niet weynig maalea een geheelen Oor-
log.
TwQi\'chtnÄcLanden die door Koningen, en andere, welke
fh\'^T r ^l^^^^G^\'^^em-heft werden geregeerd, is een groot verfchilin
kheneen\' dc maniere van Regt s-vor der inge : van \'t eerfte, als zynde eer
Koningryk, een Geweldenary, als Regts-gedingy tc noemen , zal ik voor
cn Gemene- tcgenswoordig niet tc veel zeggen 5 maar alleenlyk fpree-
ken van de Gemeene J^eften, cn daarin my het meeft rigten naar
die van Axim en Ante ^ welke ons nog weihetgereguleerfte
voorkomen i foo men het anders die naam mag geven: want
in der waarheid hun befte wyfe vannbsp;. en Rechts^or-
deren is eerder een verwarring tc noemen , waar dat men by
zynde nauwelijks een begrip van krygen kan , veelmin dat
men het in zyn vereyfte zamen-hango^heiPaperzonhvenr^
gen.
Rtgeadcrs De Aximfe R.egeering is twee-leedig i als dc Cahocerosp
gt; ^ Hooft-lityden) cn dc Mancevüs {Jonge Manfchap.) By, of
Wïc^ezelve jj^Qj. ^jgnbsp;^ ^vctden verhandeld\'sXle \'Qwgerlyh oigemene
zaaken, welke dagelijks komen voor te vallen j maar de zoo-
danige , die het geheele Z/a;zlt;5? rali,cn, als daar zijn het maken
van Freede en Oorlog, het opbrengen of betalen van eenige
Laften en Schattingen aan anderenbsp;, (quot;t welk egter zel-
den gebeurd,) dat werd door beyde quot;Leeden gezamentlijk afge--
hmdeld. En in dusdanige« geval voeren de Mamevos veel
malen het hoogfte woord , voornameotlijk fbo de Cahoceers
geen groote \'Kykdom van Goud , ofte Slaven befittcn } om
haar daar door te konnen dwingen , vunhaarlieden toe te val-
len.
Op hoeda- I laare maniere van TX.echtS\'Vordering gefchied dusdanig, foo
iiigenwys by aldicn iemand van de Swarten iets van een ander heeft te
quot;din^wtquot;rt ^yfi^^\'^ » ^öo gaat hy met een gevulde hand, te weten, een
iïagdc^r, Fereering van Goud en brandewijn , ( want het laatfte is de
Mag-
-ocr page 227-GUINESE GOUD-KUST. 15.5
.Magneet om dit Folkje tc trekken,) m:gt;x éeCaboceers, ftcld
haar na \'t overleveren van \'t zelve zyn zaak voor, met verfoek,
. datfe hem menden eerften willen helpen , en hem over zijn
tegenparty doen zegenpralen. Is \'t nu zaak, datfe hem gocd-
gunftig zijn, foo werd aanftonds, of na een dag of twee^, naar
dat het beft gelegen komt, den vollen R^ai^ivergaderd, de-
welke, na lang genoeg geraadpleegt te hebben, het vonnism
zijn voordeel vellen, en dat veel malen tegens alle regt en re-
den, en cenlykmaar, om datfe omgekoft zyn geweeft.
^aaris\'t, dat zy hem in tegendeel niet gunftrg zijn, maar^alshcyd
benyden, of datfe van fijn tegen-dinger meerder G^/^/hebben
gekregen, zoo zullenfe hem. hoe \'R.echtvaardig zijn zaak ook omET
mag wezen, in \'t ongelyk ftellen; of zoofe zig des zXfchamen,
\'t zelve onafgedaan, cn hem agter na laten lopen. Dies fo eene
gedwongen is , een betere gelegentheid of andere Kechters
\'voor hem af te wagten i \'t welk hem zomtijds in fijn geheele
leven met voorkomt, en by gevolge dit Gefchil tot een erffenis
aan zijn Frienden nalaat ^ die \'er zig, de gelegentheid daar toe
op doende, ook wonder wel van weten te bedienen , al was
het ook dartigjaren naderhand ^ gelijk my zelfs zoodanige za-
ken meer als eens zijn voorgekomen , \'t geen men by na zou
êordeelenonmogtXyk te zyn, en datfe het vermitfe niet konnen
Leifen of Schryven, foo wel hebben weten onthouden.
Het gebeurdook wel dat den Janlegger of ook wel Ferweer-
der van\'t Geding, wie van beyde dat het ook mag zijn, zig
tegens alle hillikheid in \'t ongelyk ziende gefteld, cn wat kreke-
lyk van kop, niet langmoedig genoeg kan zijn , om zijn tijd af tc
wagten , waarom hy dan, zijn kans fehoon ziende , eenig
Goed cï Goud, wat het ook zijn mag, en waar uyt hy zijn he^
taling kan vinden, in verzekering neemd, en dit Goudo£ Goed
laat hy met alleen nemen van zijn tegendinger , oï fchuldenaar,
maar van wie dat hem maar voor komt, als fe met den gezey.
dem^^x meen Stad of Dorp VToonen j dit Goed en zal hy ook
met weder ^ven , \'t en zy men hem eerft heeft voldaan, en
te vreeden gefteld, of dat hy met geweld tot dc overgaat werd
gedwongen. Is hy nu machtig genoeg om zig zei ven en dit ge-
noomenGöf^/tc befchermen, fooblijfthy\'er voor die tijd B^-
^itter van ; en hier door werd dit een Gefchil N^n drien, na-
V 2nbsp;rnent-
-ocr page 228-mentlvk de twee eerfle , en den geene, wiens Goederen Zijn
T aan\'^eflapcn, dewelke dan wederom zijn verhaal beeft ap den
quot;ïotJltc- geene, om wiens wil datfe in verfeekering zijn geiiomen. Hier
lukkenen ^vt is \'t dat vcclmalcn Moord en Doodjlagen , ja zomwylen
7.c!fs Oor- ^J^^fche Oorlogen ontflaan. Dog van dees Sioffe hier na meer-
logen ont- O
^ Maar by aldien, \'dat de Cahoceros een regtmatig vonnis wy-
Donrrcgt- fg.^^ of dat het onder oiifei^or/^« voorvald, en m tegen woor^^
matige von-nbsp;onfen Koopmanvrcrd verhandeld, foo werd de zaak
^ct^\'en^ in der minne afgedaan , met de befchuldigde te
of vry te fpreeken. De zelve werd veroordeeld indien cvgetui-
Watkragt tcgcns hcm fijn , en hy den zelven met wederleggen kan;
de Getuy. ^^ yry gcfprooken ZOO hy door^^^^y^^» zijn onfchuld kan doen
fand hebquot; blykcnV indien Partyen van weerkantcn^f/«j/^^» ontbreeken ,
h-M. werd den befchuldigde gevraagt, of hy fijn ontkennen met Ee-
^^wilbekragtigen? Indien ja, foo werd hy vry gefprooken
enontflagen. Maar niet dervende^;^™ .foo ftaat hyblood
\'vaMen\'Eed voor \'t Oordeel , dat over hem geveld zal worden, omhette
kgeldende. moeten betalen; behoudens dat hy i?^^/beeft, den hefchuldi.
ger alvoorens tc doen fweeren, het welk den zelven ook gehou-
den is te doen.nbsp;, r. T 1 ri li\' \'
Den Eed van ontkennen werd voor den£^d van bejchuldtgtng
aangenomen} dogby aldien dennbsp;mct^w.^ ook wel
een getuygen wWfweeren, foo en werd de Aangeklaagde met toe^
gelaten een Eed te doen.
Grote magi » j^-j.nbsp;^vcynig maaien groote ongevallen: want,
KooTman zyndc het t^^/i 5\'w^r^/^onderdc iV^^w niet nieuw, cn dat ie-,
»an Axim mand hier door in eenige fchade vervald , foo zal hy op aldcr-
ïnzynReg-nbsp;manieren zig daarvan zoeken tc wrceken. Dog dees
ïcr Aanpt. ^ngeregtigcn handel vald niet voor , als op Plaatfen, die ver
van de hand, en Landwaards in gelegen zijn, en waar van on-
fe Kooplieden geen kennis konnen nemen j dog \'t geene onder,
of omtrent de Forten gefchiet. werd in haar tegenwoordigheid
verhandelden afgedaan, doende den Koopmm nevens de Caho.
f^m daar uytfpraak over, als wanneer\'er ten eeuwigen dage
geen verhaal meer op is i want, alles dat door hem en de Ca-
boceers werd geweefcn, is vaft en bondig, zonder dat het zel-
¥£ vooreenig ander Geregt mag betrokken werden , als voor
den Direäeur Generaal, \'c welk byna nooyt gebeurd, ten
waaredennbsp;door qualyk van de k on-
derrigtte zijn , iemand ten onregten hadden ver weefen : an-
derzinds zijn de In-woonders mci het gewijsde van hen-Ueden
wonder wel te vreeden , en zullen daarom ook de opgelegde
Vtoetem met de meelle goedwilligheid betalen. Waarin de-
zelve beftaan , zullen v/y aanftonds, met dc begaane
daar neven te ftellen, gaan toonen.
Hier ziet UE. nu , wanneer een aangelegt werd dat Pleytcn
wy dezelve ook zonder behulp van Advocaten, oï Procureurs
konnen meefter werden j en dat op een vry korter manier, en PJf\'
miftchien zoo regtvaardig als op andere Plaatfen. Dog ik picyt.be-
moet\'er egter dit by zeggen , dat hier zelden foo fwaare zaken forgers.
voorvallen, waar over men de gedagten van een Advocaat fou
behoeven in te nemen j want de Saak, de Aanleggers, F
weerders, cwde Rechters, alles is evennbsp;, en dus ziet
men daar haaft een gat in. Oordeeld zelfs, of defe manicre
van doen^ö^i of Jis ?
Wat de Boetens nu aanbelangd , zoo werd eerftelijk een
quot;Doodßag op tweederley wyfe geflraft, eensdeels met den dood g^g
dcsDoodfiagersi en ten anderen, met het kff/e« van G^/t/voor ly, cn on-
de Man-ßag: welke al weder tweederley is, te weten, aan vrye ^cf^èheyd
oïenvrye, é^thtczeggen, vry Gehoorneoï Slaven.
Scer zelden komt het te gebeuren dat iemand over een Moordofsh^i,
ofte Doodßagv^edev wcrdgtdood, indien hy maar eenige Mid-
delen, of ryke Frienden heeft, ovadehoeten hier toeflaande»
te betalen.
^ Indien iemand ctnvry-gehoorenNeger^\'kn AximomWtvtX). Hoctcel\'
brengtjen dat de Doodßag met geld geboet zal werden, zo werd boete voor
van hem de van ouds daar op geftelde hoete gevorderd, de weK cequot; vryge-
ke v^f honderd Rijxdaaldershcèx-^^gr. , dog zelden werdden^^^^a™
geheelen Eyfch opgebragt, de Doodßager krijgt gemeenlyk al
eenige afßag, al na de Friendenv^ndenFerslagenezxgxtkkz-
lyk aanftellen, by wien het ftaat om met zoo weynig als \'t hen
gelieft, tc vreeden tc zijn. Gantfchelyk in tegendeel van fec-
ker Schryver, die ik heb gelefen: want dezelve zegt, in zyne
befchry ving vannbsp;, dat de Bo^/m hier ontrent voorden ♦
Koning zijn. Dog dat is mis, de Koning krygt \'er niets van,.
-ocr page 230-f^g BESCHRYVING VAN DE
ten waare dat hy zijn hulp daar omtrent had toegebragt^
als wanneer hy voor het zelve werd beloond , cn anders
niet.
Voorzeyde Som van vyf honderd Ryxdaalders moet men ver-
ftaan , van een gemeene vrye Neger 5 dog wegens een voor-
ïfwaïïd Perfoon heb ik die fomma wel tien malen fien vergrooten,
\' En het en zou ook niet goed zijn, gemerkt men\'er menigeen
zou vinden , dewdktWgléïfk vijf honderd Rijxdaalders zoude
geven, om dees, of geene Groote, die hem in de wegwas,
van kant te helpen. Dies defê gevallen naar gelegentheyd
van zaken , ter befcheydentheyd van een Regter of Regters
ftaan.
De Doodßag aan een to/gepleegd, werd met fes-en-tnegen-
tig Rijxdaalders geboet. Dog hier mede gaat het als vooren gt;
siaïmoec namentlyk, dat \'er op \'t fterk aanhouden , afflag wcrdge-
becaald geeven, cn gemeenlijk krygt de Beledigde, een bende Goud,
werden. o{ fwee-en-dertig Rijxdaalders , met een andere Slaaf\'m dc
plaats.
Een Dood. Wanneer een iW^^recnMï;?-/^?^ hccft begaan, en niet in
flager geen\' ftaat is, om door zig zelfs, of de hulp zyner Fnenden, de ge-
Geld heb- ftelde boete tc voldoen , zoo moet hy , gdyV^er gefchreeven
bende omnbsp;huydvoor huyd, geven, werdende op een erbarmelyke,
voldoeT.quot; en ganfch pynelyke wijs, om \'t leven gebragt Want zy hem
werd op ten bevoorens dat hy aan zyn eynde komt, duyfcnd dooden, (met
elendige hakken, fchieten, fnyden, fteeken, enwatzy meerder konnen
dJodTc\'. bedenken,) doen fterven , ten waare den Koopman zig zyner
ftraft. \' ontfermde, en hem zonder aan haar over té leveren, liet ftr^^
fcn met het afflaan van zijn fchuldignbsp;Dc fwaarfte ftraf-
fe, na den Doodslag werd geoeffênd ovtr\'tSteelen, en\'t be-
gaan van Overfpel : dog van \'t laatfte zal ik op een andere
plaats fpreeken , en nu maar eenlyk van de ftrafder
handelen.
Begaane Dief-ftal werd gzmeevAyl^ geboet met het geftoeïen^
S\'ever^inbsp;boven wederom te geven, werden-
onSÏJhSde dees boete gerigt naar de groote van de begaane
\\an,en door tot wat Plaats , van , en dOor wicnnbsp;is, dog hier
^^^ omtrent is een wonder groot onderfcheyd; want dc eene zal,
boven het geene hy geftolen heeft, by voorbeeld moeten geven,
een
Werditi
voorname
Pcrfbnen
Hoe veel
vooieen
verflage
geftolen
weed.
een höete van twintig Rijxdaalders» en een ander, over even
diergelyke misdaad , honderd , of meer gelyke Vüjxdaalders,
en dat noch zonder de minfte ongeregtigheid, wel te verftaan,
nade wyfe van dat enom datnbsp;of oude
herkornms zulks niede brengen. Hierom diend een Koopman,
die over dees ^egts-pkginge zal zitten, niet onkundig te zyn ,
op wat ivyze de Swarten gewoon zijn te regten^ of hy zoude
zomwylen het oordeel enkelyk na fijn gedagten vellende , een
zeer Sünckfepas doen.
\'t Aanzien of aannemen van Perfoonen m\'iGeregt, is hier \'cAaniïen
in \'t alderminfte geen ongeregtigheid j dog het beft hier af, is,
dat de Kyken , en die van eenig vermogen zyn, gemeenlyk Pcrfoot,en,
fwaarder^ ab dcgemeene-manoïde behoeftige, V7erdcn geftraft: voor gee»
waar toe zy twee redenen vermeenentehebben; eerft, om
dat het de R^^^, zonder nood te hebben, doet. En ten twe- gSckfnd!
den, dat de van zijn goeigemakkelyk al konnen: want
niemand werd ligt boven vermogen gekaftyd, ten waare dat
hy het al te grof maakte, en men hem deswegens in Slaverny
verzond. Dog dan moet hy dees zonde al meermalen begaan
hebben. Dit is ook de eenigfte reden , dat alle verftan-
dige Negers, welke eenige ^öe^^re bezitten , zig altoos armer
zullen veynfên als fe in der daad zijn} om, of\'het zaak waar,
datfe by ongeluk door hun zelfs, cl haar Vrienden, in de han-
den der R^^-i\'jf^r^ vervielen, niet al te fwaar geftraft te v/erden.
Menfchen-Dievery ftrafFen de Negers zeer fwaar , en zelfs j^cnfchen-
wel met de dood. _ lAttSteelenwzn Vee, als Varkens, Schapen, en VceDic-
en zoo voorts, immers foo hart. En hier in zynlê met ons weid
van eene gedagten, terwijl het ftommr Vee zig niet verweeren,
noch iemand tot zyn hulp kan roepen. Over\'t ßeelen van
Schapen zullenfe ligter ter dood werden veroordeeld als over
\'t verslaan van een Menfch, inzonderheid aan of omtrent Plaat-
fen,nbsp;Y2tx\\ der Europiaanen magt ^ en G^Zi?^ zyn be-
vryd , dewelke het anders gemeenelyk al met ecnGeld-boete
afmaken. Of dat nu is, om dat de Europiar^n niet bloedgie-
rig vallen, ofom het voordeel datfer in zien, wil ik, om\'er
over te oordeelen, aan U E, zelfs overlaten, mits dat U E. bc-
voorens ook weet , dat denbsp;onder ons ook liefft zien,
dathetmeteen G^/i-to^, als het zondernbsp;of begeerlyk.
heid verzeld gaat, werd afgemaakt» Eu dieshalven heb ik
My in mijn IKechter - Amp ook altoos daar aan gehouden ,
waar van ik hier na ecn aanjjnerkelyk voorbeeld zal verhaa-
^^\\\\deBoetens, die aan komen voor te vallen , bchan-
digd de geen, die de zelve verbeurd, den Koopman, die
dezelve dan weder uytreykt aan de geen, wienfe tocbehoo-
ren, namentlyk, deheledigde Party; dog al bevoorens neemt
hy \'er zijn verdienden loon af, \'t geen voor weynig jaren noch
al êenigzinds aanmerkelyk was. \'k Seg voor ^cymgjaren,
want tet noch niet zeer lang is verleden ,dat zeeker fer zulks
heeft verboden , en gelaft , dat een Koepmanvoox tafdoen
vaneenG^/cM, hoe groot het zoude mogen zyn, niet meer-
der zou hebben te eyfchen, als de waarde van agt ^yxdaalders;
en fchoon men hem meerder wilde geven , hy egter het zelve
niet zou hebben te ontfangen. Al te harden of ftrengen gebod
waaragtig, dat men een ander wil beletten goed te doen , of
van het zy ae na eygen welgevallen, te fchikken. Defe Heer
wilde hier mede zyn barmhertigheidhetoonen, om de Swarten
niet al tc zeer te drukken. Dog ik, en meer andere met my,
en hebben het zoo niet aangemerkt, maar wel, dat het uyt
een pure Nydigheidhe^ond, en dat hy buyten en behalven fig
zelve, niemand anders, die zoo wel Dienaars van de Maat\'
fchappyw^xemhhy, iets gunde, en dit heeft zyn gedurigen
Handel met de Swarten ook meer als te veel beveftigd. Want
hy een zaak voor haar afdoende, ot de zelve over dees, of gee-
ne wan-bedryfftraffende, liet zig met geen agt ^yxdaalders
paayen, maar kon het zelve zomtyds wel tot eenige Honder-
doen oplopen, Diesikookgeloove, d^t è.e Aximfe Koop^
lieden, ziende dees PFet van den Wetgever zelfs foo fwaarlyk o-
treden, zig aan dc zelve niet zeer hebben gebonden. En met
reden , want het zelve tegens de oude herkomens der Swarten
zelfs was ftrydende j waar by, als het My was Voorgekomen ,
ik my ook, zonder op dees nieuwe eenige agt te geven,
zou gehouden hebben; met vafte verfeekering , dat ik daar
door van de Svoarten zou bemind zyn geweeft; daar in tegen-
deel dees inhalige/ïT^^^^wr, doorïzijn ongeregtigen Handel,
sxionge^oone heb-luft t vm-sX de Swarten denbsp;zelfs
wierd gehaat en genoeguam wr\'y/oe/è?. Dog genoeg hier van.
Ik zal eens gaan toonen , waar in de voordeden van den
Koopman aan Jxim , wegens zijn \'K.schter-Ampt, be [ton-
den.
AlseeniST^^^f, by voorbeeld, over dees of geene misdaad\'
een boete van honderd IXjjxdaaïders opgelegt was, zoo had de ^jdm ^squot;
van het zelvenbsp;deelen, en de gefamentlykeprofytciyk,
Caboceers, ten derde dtd. Dog wegensnbsp;DzV/\'-/?^?/, cnwaaruyc
of het in vordere n van iemands fchulden, foo kreeg den Éyfcher
wWe van\'t geheel, \'t overige was voor den Xoo/\'Ä^ia;» en
de Caboceers, werdende weder onder haar als vooren verdeeld;
te weten, een derde voor de Caboceers, en tivee derde voor den
Koopman dies het hier voor een Koopman vry voordeeliger Rê\'^-
/^rwaste welen , als by ons innbsp;, altans voor foo veel de
\'Regters daar op een eerlyke wijs krygen, \'t geen buyten dien
op een ongeoorlofdemanier vald, wil ik niet rekenen , dat is
een zaak waar van ik geen kennis heb, noch ook niet en begeer
te hebben, \'t Voorleyde Rebetalen de iVgt;^w ƒ altans
\'t is voor defèn foo geweeft) met de meefte goedwilligheid,
zonder het ooyt tegens te fpreeken , zelfs de geen, voor wiens
den Koö/\'^^iï» maar een zuyvere fchuld had in gevorderd, be-
taalde van zyn geheelen ontfangft een geregte vierde,cr\\ dit was
Zoo vaft- en gezet, als men weet dat men toiAmfterdam by den
Bakker een duyt voor een bol moet betalen.
gt; Hier zal ik, volgens beloften , als een tuflchen-poos , la- Omftan.
ten invloeyen , wat my, terwijl ik het Gezag als K oopman aan dig berigt
Axim had, voor een zaak te vooren is gekomen. In \'t Land- wfgens een
fchap van A?icober, dat van voorlangen tijd onder de gehoor- ^JÏi ^ee^quot;
zaamheid van Axim had geftaan , woonden twee Caboceers, Grooten
beyde van een redelyk groot aanfien , dewelke al van eenige aan Ar co-
^W^ïherwaards met den ander over hoop, en in verjchilnbsp;^^^^
den gelegen; latende een ieder van dezelve zig voorftaan , dat gjyojg^^\'®
den ander zijn Slaaf uyt de geboorte , en \'t regt van erffenis\' ^
Was geworden. Dit was een feer ftrydignbsp;en een ie-
gelijk wift zijn ftelling met redenen , f n bewyfen van den ouden
ïijd, en menigten vvïi jaren, zodanig te bekleeden, dat de
Hoefdluyden van Ancober zig bezwaard vonden , om \'cr een
nytfpraak over tc doen. En de Partyen egter van den ander
Xnbsp;wil-
-ocr page 234-willende zijn, quamen over een, datze hun gefchil voor ray
zouden bcpleyten, en af wagten wat mijne gedagten daar om-
trent zouden zijn. Niet, dat zy, geloofik, zig inbeelden »
dat ik wijzer zou zijn , als al hun Lands-gemten en eernmardigm
Raad» maar als eenlijk , om door m\\]n Gezag de zaak byte
leggen. Altans het quam voor mijn berugten ^egterftoeï,
en ik verledigde my om hun zaak een geheelen dag te hooren
bepley ten. Dog ik verklaare U E. dat ik op het eytde loo wijs
was , als in den beginne: want een iegelyk van haar bekrag-
tigde zyn zeggen met foo veel getuygen , dat ik moeft oordee^
len , zy beyden even veel regt te hebben. Dterhalrenkon ik
geen van beyde doen zegenpralen , of in \\ ongelyk flellen.
En om egter een eynde van de zaak te hebben, vroeg ik, of
zy gezind waren \'t zelve aan mijn uytfpraak te ftellen ? \'t Ant-
woord van weerkanten was , ja , heel garen. Dieshalven
haar in der minne aanfpreekende, vertoonde ik haar met zag-
tighevd, dat alles wat zy hadden bygebragt, op grond van
redenen fteunde, en daarom hctTook onmogeiyk was te oor-
deelen, wie van hun beyde gelyk had ; dat Ahwngetuygens
maar beftonden uyt Menfchen van een later tijd, welke het
maar hadden van hooren zeggen, en by overlevering ; dat de
geene, welke daar omtrent het regte befcheyd zouden konnen
geven, al lange gefturven , en genoeglaam vergeten waren.
Wanneer haar dit op de befchcydcnfte wijs had voorgehouden,
en dat ik bemerkte datfet het beyde fcheenen toe te ftemmen,
zoo en maakte ik geen fwarigheid om de volgende uytfpraafc
te doen : als dat ik begeerde , zy zouden, eerië uyt mijn Fort
gingen, Dgmeinbsp;ver foenen, en vriendfchap maken»
zonder nu of ten eeuwigen dage, dit verfchil weder te vernieu-
wen, maar malkander voor vryemenfchen aanfïen teerkennen,
en de geen die den ander weder voor eennbsp;quamj te fchel-
dcn , zou in een fware Geld-toete werden verweefèn.
Met dit vonnis icheenen zy beyde zeer wei vergenoegd, _ en,
malkander omhelzende , fwoeren zy een eeuwige onderlinge
vriendfchap te zullen onderhoviden , en om noch meer te too-
nen, dat het haar wel geviel, foo dedenfe my van weerkan-
ten , om dat ik hun zaak in der minne had bygelegd, goede
gefchenken, E n daar mede was ik van gedagten, dat alles ver-
geeten
gecten cn vergeven zou geweeft zijn; gaande een ieder wel te
vreden na zijn huys, zonder malkander meerder te moeyen.
Dog een maand of drie naderhand wierd my berigt, dateeri
van hunbeyden den ander door twee opgemaakte Schelmen had
latenom hals brengen,nbsp;den zelven des nagts in zyn
eygen huys voor de kop. Ik was hier over ten hoogften gebelgt,
en , gelyk men by ons zegt , conftdereerende, dat dit een zadc
van ^YOotQconfequentïe^as, welke in een wel geftelde ^epu-
hlieq niet moe^getolereert, maar anderen ten exempel geftraft
Werden , zo zond ik aanftonds eenige van mijn voornaamfte
\'Dienaarsm^thttJncQherfe Land, met laft datzy éc Moorde-
naars ^ om geftraft te werden, aanmy zouden hebben over
te leveren. Dog het antwoord was rond uyt, met te zeggen,
Wy en ftaan onder \'t Gebiedvzn uw Heer niet, laat hy zy n G^-
zag oefFenen over de Landfchappen die onder hem behooren.
Dit ontftak my nog meer in gramfchap, want hier door quam
niet alleen Ik, maar de Maatfchappy in haar Hoogheiden Gefag
teleydeni om\'t welk te bewaren , men hier niets onverzogt
moet laten. En dieshalven kon ik ligtehjk befluyten om my
met eenig gevolg naar »t voornoemde Landfchap te begeven,
waar dat ik, omtrent drie mylen van ons For/wefende, een
vergadering van omtrent de vijf honderd welgewapende Negers
vond, alfoo zy vermeenden, dat ik daar door zou aPgefchrikt
werden, om mijn voorftel te doen; dog ganfch in tegendeel:
want zoo haaft en waren de Pligt-plegingen niet geeyndigd, of
ik vroeg haar, waarom zy zig éegehoorzaamheid van de
wilden ontrekken? Datfe bedagc moeften zijn, wat
quaad zy zig deswegens op den hals zouden halen. Hier op
kreeg ik ten antwoord , dat men haar belogen had, dat het
nooyt in haargedagten was gekomen, de Hollanders te verla-
ten, noch zig derzelvtr hefcherming, foo noodzakelijk voor
haar Land , te ontrekken. Wanneer ik hier op voldoening
had, foo quam ik tot mijn voorigen eyfch, te weten, datfe
my de Moordenaars, om ter ftraf te voeren, zouden overle-
veren : dog dit en wilde niet vlotten; zy verklaarden rond uvt
t zelve niet te zullen doen j maar miflchien haar lieden zelfs
ftrafFen.. Ik nani daar op mijn affchevd van de geheele Verga-
^mngt en meende te vertrekken , dog voerde haar eerft dit
X anbsp;drey-
-ocr page 236-dreygement en verwijt te gcmoed,als dat ik van nu af aan haar
alle voor hand-dadigaangedagteM?ör^/hield, endat ik dies»
halven niet na zou laten, alle, die ik van hun Landkon kry-
gen , in verfeekering te nemen, en als Doodslagers te flraffen.
Dit bragt zoo veel te weeg, datfe de hoofden by malkander fla-
ken, en eenige tocfchooten, met verfoek, ik wilde dog noch
een weynig vertoeven, zy zouden mijn eyfch nader overwegen,
en my befcheyd komen brengen* Ik bleef omtrent noch een
quartieruurs wagten, als wanneer zy my de Moordenaars
boeyd quamen ter hand flellen , verfoekende maar alleen,
dat ik my met haar te firalFen , niet zou haaften, maar haar
alle , om tegenwoordig te zijn , afwagten ; \'t geen haar be-
loofde. En zoo ging ik met defe Misdadigers geruflelijk
naar mijn Fort, zeer wel over myne uyt voering vpldaan
zynde.
Geen drie dagen hier na » of alle de Groote van Ancoher
quamen zig met een geheel Leger voor mijn i^ör/vertoonen;
verzoekende, ik wilde haar dog bekend maken , hoedanig ik
. de Misdadigers meende te flraffen ? *t Antwoord was, Kop af,
en om noch meerder fehijn te geven, deed ik Monfieur de Beul^
mex.n]v\\ Moord-geweer\'m haar tegenwoordigheid verfchynen.
Waar op zy niet anders en deden, als lamenteeren, en ver-
foeken, dat ik het, volgens de gewoonte van hunnbsp;met
gèldv/Me afmaken. En fchoon ik zelfs niet anders en zogt,
, zoo geliet ik my egter als of dees voorifel my niet behaagde tot
dat de Vrienden van den Ferßagenen, welke reeds door haar wa-
ren te vreeden gefteld, my zulks zelfs quamen verfoeken j en ,
\'c geen nog wel het aldermeeft klemde , aan my de geheele
hoete over gaven. Dit was \'t geene dat ik zogt, dog om egter
my zoo Edelmoedig te toonen als zy, zoo liet ik my met de hal-
ve fom vergenoegen. En zoo waren wy van weerkanten
wonderwel voldaan j tndie Misdadigers ^ Yoovrmac Lie^
den Kinders waren, wierden op vrye voeten gefteld. Dit ge-
val heb ikUE. wijdlopig willen mede deelen, op dat UE.
daar uyt moogt zien , hoedanig wy gewoon zijn zaaken van
Groot Ge- dienbsp;te behandelen, en ook met eenen\'t Gezag en hoog-
KoV manquot; van onfcn Koopman af te beelden \'t geen het volgende
noch meer zal bekragtigen. Geen »Jwr/^ vermag , buyten
weeten van den Koopman , een twift-zaak onder de hand af-
doen, op verbeurte van ai hec geene hy daarby is bevorderd,
^t Gefchiedc te mynen tyde eens, dat een Neger by My quam
met verzoek om een fchuld voor hem in te vorderen 5 \'twelk
hem beloofde , en ook volbragt. Dog verftond van den
Schuldenaar , die hem niet zeer gunftig was , om dathy by
my was komen klagen, als dat dces fchuld was ipruy tende over
het heßapen van des anderen TVyf, \'t welk zy met malkandcren
voor dehadden afgemaakt. Wanneer den iy-
fcher nu om zyn geld quam j vroeg ik den zelvcn, ofhy wel
wift, dat het verbeurd was, terwijl hy het zonder mijn ken-
nis of wceten had vcrrigt ? Hy zeyde volmondig, ja, en ver-
zogt, datik\'crhemmaareenwgt;rlt;^^ van zou geven. Ik, daar
aan zyn mildadigheid ziende , gaf hem de helft, waar
voor hy My zeer nedrig bedankte , en blymoedig heenen
ging.
\'t Voorzeyde gefchied , om daar door de M^m alle gele-
gentheyd te benemen, dat zyin hunne gemeene en afgezon-
derde Vergaderingen niets tot ons nadeel,of om eenigen opfland
te verweKken, komen tc befluyten.
Nu weder tot het vorige. Aan vele oorden van dtKuft wer- Ontegt-
den de fchulden op een onregtmatige, en fchelmie wijs
vorderd, en dat op zodanigenbsp;, waar dat wy weinig, fchulden m
ofwel gantfch niet hebben te zeggen ; of ook wel in Koningry te vorderen;
ken. Een baldadige Schurk aan zo een Plaats een fchuld heb-
bende uytflaan, zal in plaats, van zijn Schuldenaar è.Z\'xr ovtx
aan te fpreken» en by weigering hem voor \'t Geregt te roepen,
maar iets dat hem voorkomt al was het zes maal zo veel als hy
moet hebben, na zig nemen, en zig toe ey genen, sonder ie-
mand, wie het zelve toekomt, te ontzien; en komt den
genaar hem daar over aanfpreken, hy zend hem na den SchuU
denaarloe, zeggende, laat dieuhetalen. De deze hierop niet
flirix, gaat aanftonds daar na toe, cn eyfl betalingvoor zijn
goed. Dog, let eens, hoe godloos dit toegaat ? De eerfte
Schobbejak heeft reeds zes maal zo veel als hy moefl hebben, en
de deze, witm Goederen genomen zijn, eyfl, indien hy zoo
onredelijk is als den ander,/mede een dubbelde waarde voor
het zelve, met betuyging, dat hem hec zelve nooyt voor een
mindere Prysh afftandig geweeft. In navolging, zoo ik my
niet en bedrieg, v-xnècondQ Romeynen, dewelke, iets zijnde
ontvreemd of\'in haar benadeeld, waar voor zy vergoeding
eyften,^eenzekeremoeften noemen, enfweeren, datze
het voor niet minder, als het aan haar geftaan had om te kie-
zen , zouden willen geleden hebben. Even zo gaat het hier in
dusdanigen geval mede. Endegeen,om wiens wil het Voor-
fehreveGo^i^genomen is, is gehouden èenEyfcher volkomen
te vergenoegen, En wijl dit gemeenelijk over kleyne fchuldm
gebeurd, zo moet zo een armen Duyvel zoinwijlen zo veel Gul-
dens betalen, als hy dubbeltjes fchuldig is geweeft; en egter
vermag hy \'er zig niet tegens ftellen, mits den ander meerder
magt heeft dan hy of ook wel door \'t Folk , van den Koningt of
eenig ander Of per-Hoofd werd onderfteund. Dit ziet men op
gezeide Plaatfen dagelijks gebeuren,ja zelfs dat zommige Men-
fchen, op deze wijs van hun geheele armoedje werden ontzet.
En dat draagd onder haar noch al den naam van Regtdog.
Noch een mijns cragtcns, is het v^dDuyvels krom. Noch een andere
andercWysverduyvelde manier hebben eenige Negers, om de Menfchen
die mede het geld af te dwingcu. Namentlijk, dat een van gezeide Moed»
£:he!rasnbsp;by dces of gene zullen komen, en tegens den zelve
genoeg IS,nbsp;ik heb van UE. Zijn Zoo;?, Neef, Slaaf {oiviic het
ook is, dezelve eenigfints rakende ) dusdanigenohchoon
ontfangen, waar voor ik van u voldoening kom ^jy^Ä^;^of
zal my anders ten uwen kofte om\'t /m;«brengen, m\\]nlig-
haam anderfinds zwaarlijkbezeeren en verwonden, of ook wel
iemand anders overhoop fchieten. Is \'t nu zaak, dat de geene ,
welke dus aangerand werden, dc zaken niet met haar afmaken,
en dat dees Schurken hert genoeg hebben, om haar dreygemen-
tm werkftellig te maken, gelijk ik twee malen zelfs heb byge.
woond, zo werd de gedreygde aangetaft, ennioet, alsofhy
het Feyt zelfs gedaan had, daar voor bloeden 5 byaldiei^e
voorgewendemaar waar is.
Rfgtbanfc Her voorfchrcve, cn \'t gene wy totnochtoe hebben ver-
der Mance- haald, is voor zo veel hunne gewone wij,van Regtsvorderen
aan.»aat. Zy hebben noch een andere en wonderlijker manicre
Regten, waar van de Mi^/^^\'^-z\'öJquot; meefter zijn j dewelke in
ieder voornaam Döf^ een gezdfchap onder den ander hebben
opge-
ïfOS
opgercgt, om over alle kleyne misdaden van andere te oordee-
len , en vonnis uyt tc fprecken. En gemerkt de Negers op veel-
dcriy wijze tegens malkander komen te misdoen, \'tzy met
vloeken, fchelden, slaan ^ en zo voorts, zo gaat de geen, die
%\\g\'^^hekdigdtt7:\\]x\\, naar\'t Gezeifehap van deze Mancevos,
zeggende, die, of die, heeft rayyw^^??%iaangedaan, dies-
hU vtn kom ik hem aan UE. vcrkoopen , of aangeven , fträft
hem na verdienfle. Defe Ueffieurs h ier op zeer greeüg, krij-
gen de andere aanftonds by de ennazi]n2^2^jièten ruw-
ften onderzogt te hebben, beflaanie hem in een boete van eeni-
ge Ryxdaalders. En by aldien hy zig onwillig toond van dc
hoete te betalen, om dar hy ten onreg en is veroordeeld, of dat
o^TAin verantwoordinggetn agr hebben gegeven, Signores
Soldadós^ oi Maneevos hekreumn zig des weynig , maar gaan
fimpelijk na de Markt, en halen voor zijn rekening zo veelGö^^,
als de opgelegde teffbedraagd, \'cweik hy daarna tegens wil
en dank moet betalen. En iingeldje werd aanftonds door haar
in Wyn de Palm of Brandewyn verteerd.
Demisdaden, waarom de Mancevos iemand een boete opleg-
gen , Zijn zoveelen verfcheydtn , en eenige ook zo belag^Je-
hjk . dat ik my met mag vcrontlcdigen eenige van dezelve aan
te halen 5 r zal genoeg zijn, dstikzeg, als dat dit den
geheelen dng met te doen hebbende, en zomtijds geen^^/^/om
drankie koopen,geftadii;op allerhande middelen bedagt zijn,
waar door zy iemand mogen agterhalen, die haar den t/m/^/è
komt te verichafFen.
h angaandenu het gene tuflchen de Caboceros en Mamevos in ^
een Raadsvergadering werd verhandeld, waar van ik hier voren Src.bS.
heb gewaagd , \'t zelve heeft meeft zijn opfigt op het Oorlogen y ct^tstu
en daar van zullen wy voor het tegenswoordijr melding Manccïos,
gaandvgt;en.nbsp;^over\'taaa-
Alszc begeerigzijïJ een Oorlogaan te vaneen, zo beraa(\'0a- SSSiU,.
gen zy , ais gezegt heb, met den anJer. Dog ÜE. moet dit
verftaan omtrent Oorlogen, die uyt Eerzugt, of het haken naar
Buyt wer. cn aangevangen, ot ook wel om andere Landen, die
bereeds in Oorlog zijn, te helpen , anuerfinds vallen de meefte
Oorlogen voor, wegens het invorderen van Schulden, en Ver-
kbükn van eenige vaarnmne Perfmen onder haar. Ik hebbe van
dees Stofhkr vooren eenig gewag gemaakt, met beloften,
van het zelve nader te zullen verklaren.
Hoedanig Naburige Landen, die met den ander in Min en Vriendfchap
een Oorlog leven, werden niet weynig malen op de volgende wijze veront-
uythetin- ^^ß te wetcn, ecrwoomaam Perzoonin\'t cent Landfchap
ïan squot;hquot;ld ^^^^ hebben van een ander uyt het Lmdv^n hun Nabuur,
ontltaar. en de betaling niet fpoedig genoeg na zijn fin komt, zo laat hy
met den eerften zoo veel Goederen^, Koopmanfchappen, of SU\'
ven, v^nézi Land roven, waar dat zijn Schuldenaarwooné,
totdat hy zijn betaling rykelijk mepid te hebben. Dan fiaat
hy de Geroofde Mmfchen aanfïonds in de Boeyen, en als \'cr geen
geldkomt om haar teloflen, zo laat hy dezelve, om daar uyt
zijn betaling te vinden , verkoopen. Dog is de Schuldenaar een
rekkelijk Menfch, en óefchuldopxegt, zo zal hy met den eer-
ften, om zijn Landsgenoten weder in vryheid te ftellen, zijn
Schuld-Heer tragten tc voldoen } waar toe de Gevangeneh\'si\'scc
vrienden, indienze anders magtig genoeg zijn, hem met ge-
weld ook zouden dwingen j dog daar voor niet bedugt zijnde,
en onwillig te betalen, zoz^\\hyz\\]n Schuld-heer voor ecn on-
regtvaardig Menfch in zijn Land uytkryten, en een iegelijk
tragten wijs te maken, dat men ten onregtcn,en zonder fchuld
te hebben, met hem dus handeld. Krijgt dit nu ingang op de
gemoederen van zijn luands-Ueden, en datze hem geloven, zo
zoekt hy weder ezxïigegevangene van het ander LßWin vergel-
ding te bekomen, en onderwijl maakt een degelijk zig van
weerkanten fterk, loerende om malkander op het onvoorfienft
te overvallen, \'t Eerfte werk is, om de Caboceers, die eenige
Manfchap hehhen, op haarband te krijgen, vervolgens ook
Ae Soldaten, endusontftaatuyt eenzaak, die in den beginne
maar gering was, een geheelen Oorlog tulfchen twee taanden,
die andcrfinds in een goede Nabuurfchap leefden. Dezelve
houd dan ook zo lang aan, tot dat een van beidein het
is geraakt, of datze, alsze niet op den ander konnen win-
nen,- wc der aflaten, en Vreede maken, \'t Welk de
ïuydenóikwWsophegcenedcx\'Soldatennjn gedwongen tedoen,
en dat meeft omtrend de Zaaytijd: wanneer een iegeliik heen
wü , om zijnljandtcbcarbcyden. Want wij] zyin den Oer--
kg omaiet dienen, cn ophiin eygen Beurs mosten teeren, zoo
\'konnenze het ook zeer haaft moede werden; inzonderheyd
zooze geen voordeelnbsp;Vyandenhamp;hhttx behaald, en de
Buyt» waar op zy ftaat hadden gemaakt , niet komt te vol-
gen.
Wanner de Opper-Hoofden van eenig L,andtamp;Oorlogengamp;- O^rWeji
find fijn, en met Nyd ontfteeken tegens h^aar Nabuuren om dat quot;JlotfeZquot;
dezelve in voorfpoed, en meerder geluk , als zy , leven : cn andersGoed
dierhalven begeerig om derzelver Goederenondet dcn anderen quot;ngevan-
tc vcrdeclcn, vergaderenze gezamentlijk nevens de Mancevos \' *
by den ander, deelen de laatfte hun gedagten mede, vullen de-
zelve op, en vlcijen haar metdeji^/^w^ïia;;? vani^«)\'^. Deze
noch jong, enonbefonnen, zijn met den eerften op het woord
van verlekkerd ; en ftemmen het haaft toe: dieshalven
gaat een iegelijk zig tocftellcn cn tot den Oorlog vervaardigen ,
en vallen, klaar zijnde, in het l^md, waar ©p zy het heb^ben
gemunt, zonder eenige ivaarfchouwing of andere reden te heb-
ben, als zeker voornaamnbsp;, c\'eft mon Plaißer, of an-
ders, Pour magloire. Dus vallenze malk-ander op het lyf cn
roovenm dces overval niet meer, als ze magtig konnen wer-
den. De deze, om zulke onverwagten Bondbreuk betaald te .
zetten, en zig zelve daar toe niet magtig kennende, gaan heen dc?Nfgers
om een ander LiJw^ÄÄ^ tot hun hulp om te koopen; \'tgeen onkoftc-
zy, en dat nog wel van de voornaamfte, voor minder als twm~
tig duyzend gulden konnen doen, en waarvoor zig de andere
noch van aiderhande OorUgs - behoeften moeten voorfien.
Dies UE. kond denken, dat het Oor/o^^» Mier goed koop is,
en ook afmeeten , dat het geen groote magt moet zijn die zig
voorzoo weynig te begeeft, encennbsp;diehy
anders voor by kauj aan gaat. Maar de buyt, buyt is haar
oogwit: dog fomwylen krygenfe in plaats van \'t zelve , de
huyt vol flagcn, en dat hebbenfe op gemelte/oä-^ toe. Het En hoe
gefeyde werd verdeeld, eerft ondcv dc Hooft-Ueden, en\'t wey nlgdc
overfchot krygen de Mancevos, \'t geen zomtijds voor ieder
•^z^ een gulden, of bedraagt; ja veeltijds noch v^el de helft vocfr datze
minder; vermits de Flooft-luyden ioo een Blanken-berg fe reeke- zig ten
ning maken ? dat zelden iets vrn belang overfchiet. Dog van Oorlog be-
den buyt maakt een iegelyk zijn aandeel wel te krygen : want
fehoon de zelve voornamentlyk moet dienen, om\'er deon-
Ynbsp;ko-
-ocr page 242-kollen des Oorlogs ceril: uyt te vinden, en het overige onder
den ander te vcrdeclcn, foo paft een iegelyk maar wat te raa-
ken, zonder eensom gezeyde onkoften te denken. Ma^r is\'c
zaak, foo als ik gefegt heb, dat de huyt niet en volgd, foo
fteeken denbsp;de kat in hetnbsp;} en mits zy aan nie-
mand verbonden zijn, gaat een ieder zijns weegs na huys.
Wanneer zy in Oorlog, of tot den ze ve optrekken, is een
VS^^.ts iegelijk wel onder dees of geen voornaam Hoofd befeheyden,
^cer Tci dog dezelve hebben egter geen Gezag als over hun eygen Sla-
ward, ennbsp;£en ^ryenbsp;en onderwerpt zig haar Geh-ed niet hg-
kleynGefag ^nbsp;^^^^ ^^^^^ Komngen, ten lyfe door zyn groo-
itdcnr te^Wdaartoeals half gedwongen werdp , anders levenfe
na hun welgevallen, dog wil den geen, die tot hxArVoorveg-
ter, of Aanvoerder gefteld is, voor af aan den Vyandg^-m,
hy kan zulks doen, eneenPm/nemen. hoedanig hy van de
zyne zal gevolgd worden, •nbsp;^ ,
\'t Maken en voeren van een Oorlog vald hier, fooals ik reeds
tweemalen , f foo in defen als in mijn Brief vm\'t Commyfe
Land handelende ) gezegt heb, foo koftely k met als in Europa.
De vierjarige Oorlog, welken wy met die van Comrnmy heb-
ben gevoerd , heeft ons, (de fchade aan den Handel buytp
gerekend) niet boven dczeftig duyfend gulden gekoft. En hier
voor hebben wy na den ander tot onfen dienfl gehad vijfLandm
fchappen. Dog ik heb U E. wegens defe ^-/ö/in mijn boven
gcmdte ßm/wijdlopig onderhouden , dies hier geen herha-^
linge van nodei5 heb.
Kleyne . Als een Landfchap ten Oorlog trekt, foo komen dezelve ge-
magt der mecnlijk met tewmagt vxnvier duyfend man ic Fdd\\ te ver-
Strar.dnbsp;^ ^Is zy bcfchadigcnder^wijs gaan , dog verweerende,
SfcTfan\'-oinhunLWre befchermen , wat meerder Eeniger getal
rynen \' bcloopt zomtijds nict bovcn dcnbsp;enegterwcrd
A-^uamboe. hg^ j^^g gg^ Leeger genaamt. Dit zyn de Strand-Koningryken,
en Gemeene-beften, waar van men niemand behoefd uyt te zon-
deren . als Famyn, en Aquamboe. De eerfte zouden wel met
vyf-en-twintig duyfend man in \'t Veld konnen komen, en de
ïaatfte met nog veel meerder; dog de Landwaardfe magten, als
Mim, Afiantêy en foo voorts, zyn by defe niet te rekenen,
-dezelve komen met een geheele vloedyznFolk af, even ofze
het
-ocr page 243-liet LandvfMen overftromen. Dog ik zal, of kan U E. van
dat Fük niet veel zeggen, anders als uyt het berigt d.n- Spar-
ten, en daar aan mag men zomtijds niet veel gcloof geven :
maar van de hier om her leggendenbsp;derfik zeer wel
zeggen, dat fchoon beyde de Leegers xxyt vijfofzesderhande
Volkeren beftaan, zy, alle te zamen gerekend , egter geen
vyf\'en-twintigduyzendmanm\\\\tnvLyimakevi. Hierdoor\', en j-^ .r
ook wegens hun blodigheyd, komen weynig Menfchenm een de^nL^c
Veldflag te fneuvelen. \'t Moet al heet van de roofter gaan,
als \'er een duyzend mm op de plaats blijft. Want fe fi jn zo at-
g\\-yzéï}kweesagtigV2inaart, datzy, zo haaft alsze zien, dat
\'er eenige omtrent haar ter neder werden gefchoten, hst aan-
ftonds op een lopen zetten, en een goed heen komen zoeken.
In de laatfte Slag, dewelke die van Commmy deden met die van
Sahoe, Acanni, Cabes-terra en nog tweeof drie andere Land-
fchappen, geloofik niet dat\'er boven de zijn verflagen
geworden. En des niet tegenftaande , wonnen de eerftge-
noemde volkomcntlijk de , en dreven hun uyt het
Veld.
In\'t Slaano£ ten tyde van *t Vegten, fijn AqNegers geheel Hoedanig
ongeregulJ. Zy en ftellen zig niet in maniere vm Slagorder
maar ieder Hoofdhtét zijn Volk als in een Drom digt in een ge- dräSn ^
floten, en hy IS, om wel verzekerd te wezen, daar meeften^
tijds midden in: s\'en taften de Vyand ook niet gelijkerhand aan,
eenvooY een i of hoop tegens hoop,nbsp;Hoofdluyden,
ziende dat hun het tö quaad krijgen, kiefen, in plaats
van haar te ontzetten, het hafepad, en dat dikmaals eerfe eens
handgemeen zijn geweeft, zo dat de dapperfte en die de meefte
moed hebben, dus van haarnbsp;verlaten, gemeenlijk in
de loop blijven; inzonderheid als\'t verlies aan haarkanris,
Wylze, bevorens dat de andere op de loop zijn, zig zodanig
met denbsp;vinden ingewikkeld, datze hóe goed haar hart
ook is om dezelve na te fpeuren , daar toe geen gelegentheyd
konnen krijgen. En dierhalvenmoetenfe veel malen, fchoon
tegens hun dank, de naamnbsp;Soldatenvcrdiencn.
In, of onder \'t Vegten ftaan de Negers niet over cy nd of op
haar voeten tegens malkander, maar lopen al hurkende, op
dat de yèo^^A hun over\'t hoofd mogen vhegen, voort. An-
y xnbsp;de-
-ocr page 244-171,nbsp;BESCHRYVING VAN DE
dcre beicruypen den Vyand, en alsfe digt by gekomen zijn lof-
ihn haar Gckveer, wanneerfe uyt al hun magt zo veel alsfe lopen
konnen, en of haar denbsp;agter\'t gat was, zig weder ag-
ter hun begeven , om hun Geweer te laden, en weder aan
den dans te komen. In \'t kort, zy maken onder \'t Slaan, met
hetkruypen, \'tbuygen van hun/j/en\'t fchreeuwen, even
of\'erdat ook iets toe zou doen, zo veel Grimmatfen, dat het
eerder na een Narre- of Jpenfpel, als na ctnYeldslag gelijkt.
De Buyt, waarom de gemeene-man. den Oor/ö|: na volgd ,
zijn dtGevangene, en \'t cieraad \'t welk dezelve zo van Goud-Ah
Conté de terra, dragen : want eenige zijn zot genoeg, om fig
in dusdanigen gelegentheid, op het koftelijkfte toe te takelen;
voornamentlijk de Negers uyt het Land. Dezelve zijn zodanig
met Goud en Conté de terra behangen, datze nauwelijks voort
konnen.
i T)tgemeene Gevangene, cn die geen Losgeld konnen opbren-
I gen, werden tot Slaven gemaakt en verkoft, of zy houden de-
1 zelve ook wel om hun te dienen, al na dat het haar in den zin
^ komt. Maar wanneerfe voorname Perzonen van haar Vyanden
gevangen krijgen ^ die werden wel bewaard, en op een hoog
quot;id^^Jquot;\' losgeldnbsp;Dog den geen , die dennbsp;tegens haar
?eni2quot;Jc heeft aangevangen , zullenze niet ligt voor l^osgeldlaten gaan,
gevaogeH al wildc hy zig ook tegens Gö^^^?opwegen, uyt vrees , dat hy
werden. ^^^ namaals weder mogt hervatten, en haar op een nieuw ver-
jontruflen.nbsp;..
! Geen Neger, hoe groot van vermogen hy ookzijnmag,
/kan zig, vry zijnde, beroemen, of verzekeren van nooyt in
En dewelM Slavemy te zullen vervallen : want maar eens ten Oorlog trek-
kende, kan dat ligtelijk zijn beurd werden, in welke/^ï«/hy
ecii dan ook moet blyven, tot \'er tijd dat zyn Löjg^/^/volkomen is
eeuwige ? betaald , \'t welk by wylen zo hoog werd gefteld, dat hy, nog
Slaverny \\ i^wVr lenden, in ftaat zijn, om het zelve te voldoen; en is
bl°»rnquot; o| derhalven gedwongen, om voor eeuwig en z\\toosm Slaverny
oJkwel Ite blyven, en de alderveragtfte dienften, die hem opgelegd
omgebragtj werden, te verrigten. Eenige , die fig verfteeken zien om
«(«d u.nbsp;i^yj^ Gevangene een hoog L.osgeldte trekken, hebben de
\\Barbaarsheydv/-c[ van dezelve op de wreedfte wyze van kant te
helpen, en daar mede zig zelven te betalen.
Wiarin
den B\'jyt
bcilaac.
Owlogen, die tuflehen tweQKoningryken^p\'dcn gevoerd,
waar van ieder Koning zo magtig is, dat hy zijn onderhorige na
zijn wil kan buygen , zijn van een langen naflcep, en konnen
dezelve zomtijds eenigena den ander duren , tot dat een
van beiden in\'t voetzand geraakt. Veelmalenleggenfe wel
een geheel jaar tegens een leVeld zonder iets uyt^e regten ,
als zo nu , en dan , met kleyne troepen malkander wat
tyd-verdrijf te geven ; derhalven zy tegens de Regen-tyd
wel weder na trekken , zonder den ander eens te hebben
aangetaft.nbsp;• r j
Dog dit komt meerendeel door \'t beftel hunner Papen toe, p^p^Jf/quot;
zonder welkers toeftemming zy niet ligtelijk een Meidslag zul- dcnOorlog.
len aangaan, dewelke haar het zelve afraden, onder voor-
wendzel, dat hun Go^^^ het nog niet verftaan, en haar, zo
ze het egter willen doen, een quaden uytflag voorzeggen ;
maar zo wanneer deze Schelmen zien, dat hun Leger veel mag-
tiger isals dacvanden Vj\'iï^^j en de Soldaten redelijk wel ge-
moed zyn totnbsp;zozullenzehet zelve aanraden ; dog eg-
ter met zo veeXvoorhedinge, dat fehoon het qualijk komiuyt
te vallen, zy altoos iets, om zig te vertchoonen, weten her-
voort te brengen: als d^tde Hoofdluyden, of ook wel deSo/-
daten , deze of geene onbehoorlykheid hebben begaan , en
daarom het geheele Leger is geftraft geworden. Kort om ,
*t maggaan zo het wil, de Paap is onfchuldig, en blijft altoos
aan de eer.
Nu vermeen ik, datwe eenmaal lang genoeg van dees ƒ0/-
fen Oorlog hebben gehandeld, die ik zelfs nauwelijks weet, of
wel verdiend heeft, dat wy\'er ons zo lang omtrent hebben
opgehouden j dieshalven ik ook de gevallen, die ve mynen ty-
de in dezelve gebeurd zijn, zal over flaan, en my gaan bege-
ven , om het Krygs-geweer der Negers te befchry ven.
*E Voornaamfte daar van zijn Snaphanen , ofte Carahyns, \'j Gwcer
Rjkt het zelve wetenfe wonderlyk gezwind cn handig om tc beftaat^quot;^
gaan, \'t is niet onvermakelijk om haar een fVapenfchouwingttifixiyt
te zien houden, zo aardig als zy het Geweer behandelen, lof- Snaphanen,
yèWe het zelve op verfcheide wyze, op, en door malkander,
de eene fit, den tweeden kruypt, legt, en zo voorts, dres het
ook groot wonder is , datze den ander niet en befchadigen.
Y3nbsp;\'tKomt
-ocr page 246-174 BESCHRYVING VAN DE
H Komt U E. veel ligt vreemd voor, dat de Negers van Schiet-
geweer vooxïitnz^n, en nog wel meerder, als ik daar by zeg,
dat wy het haar zelfs in overvloed verkoopen, en alzo een mes
geven, omonszelvenden^isf/j-aftefnyden. Dog wy werden
tot het zelve genoegzaam ^hgedwongen, want zo wy het al niet
en deden, zo zoudenze het dog genoeg konnen krijgen van de
Engelfe i\' Deenen, en Brandenburgers, en of die het met ßns
ook al eens waren, om\'t aan haar niet te verkopen, zo zou-
den de Engelfenen Zeeuw fe-Enterlopers het zo veel te overvloe-
diger brengen. En wijl het nevens Bospolver , t\'zederd eeni-
ge tijd al een van den voor naam ften i/^ïw^/^/is geweeft, zoo
zouden wy flegt gedaan hebben, dat wy \'er ons deel mede niet
van hadden zoeken te krijgen- \'t Was wel te wenfehen, dat
dit Götf^/hier nooyt was geweeft, of in\'t vervolg nooyt wierd
gebragt, ik meen datwe de iV^^m dan binnen korten tijd an-
ders fouden doen opfittcn. Dog dit en zal na alle gedagten
nooyt gebeuren.
s tdcn Twedeftuk, en \'t voornaamfte na de Snaphanen van haar
waar cn.nbsp;^ ishi^^v S waard, fijnde gemaakt op de wijze vaneen
Kapmes, voor aan heeft het de breette van twee a drie handen,
en ^gtev2i-^n\'t handvatfel\'ish een handbreed, de lengte is van
drie a vier fpannen, op zijn aldermeeft, van voren is het lenu
met een weinig omgekromt. Defe Sabels fijn feer fwaar, hegt,
en ftark, dog gemeenlijk zo bot, datfe al eenige kappen moe-
ten doen , eer fy er iemand de Kop mede zullen afbsuflèn.
van^o«/, agter, en zomtijds ook voor van\'t fel-
ve , fitten ronde houte Klootjes, met een fcker flag van vel over-
togen, van fommige ook maar met touwen^ dat met bloed van
Sclóapen, of ander Fee, zwart gemaakt is, en vorders ver-
cierd met eenhos]ePaarde-hayr, en van de voornaamfte met
dMnneGoudePlaatjesheï\\^gen, eenleedereScheede-mx deeene
zyde meeft open , bewaart defen ^abel^ aan de zelve hangt
tot cieraad een Xygers Kop, of een grote rode Schelp, weUce
beide hier al eemggeld waardig fijn. De Sabels fteeken zy als
ie uytgaan op dc linker Heup in een Band, welke zy tot dien
eynde om het lijf hebben , of tuflchen haarP^^w, diezy in
dusdanigen gelegcntheyd ook maar om haar /j^gewonden cn
tuÜchen de beenen door gehaald hebben, óm des teligterte
fijn
-ocr page 247-GUINESE GOUD-KUST. 175.
fijn in \'t lopen. Vervolgens hebbenfeeen Bandelier m ma-
niere van een Patroontas, van tien ä twintig Maatjes cm \'t lyf,
een Muts op de kop, die van een Kayman gemaakt is, en aan de
zijde voorfien met een rode Schelp, en van agteren een bos
Paarde-hayr, en een wigtige eyfire Ketting, of iets anders ,
om den hals dus ten S/rji toegeruft, en het lijfwh gemaakt
Zijnde , zo gelijken deze Helden eerder na Duyvels dan
Menfchen, _
Huji verder Geweer zijn eerftelijk^äe Boog en Pylen, Dog Py! en
defe zijn by dcStrand-Negers, uy tgezonderd die van Afuamhoe, Boog,
weynig in gebruyk. \'t Folk van \'t laatfl genoemde Landfchap
weet wonderlijk met den ^oö^ te fchieten, zy zullen, alle
o^éeHafe\'jagt zxp, en met kleyne Pj\'/?;« voorfien, deP^7
m dat gedeelte des lighaams van een Haas fchieten, als men
zalbegeercn. De hebben agter aan eennbsp;en van
voren ot éepunt, zijnfe beflagen, met een weerhakig Yfer.
Dc Negers vzw Awince vergiftigen haax Pylen-, dog omtrent vergifirVa
het Strand weet men daar niet van, en ik geloof zc fs, dat de Pjicn. quot;quot;
Negers daar niet eens en weten wat Fergift is.
, Na py eii Böö^volgt den Afagay, of ook wel Haffamy van
eenige genaamt. Defe fijn twederlv. de kleyne fijn een ot
anderhalve El lang en geheel dun, wdke zy gebruyken voor
werp Spiefen. De twede, ofgrote zijn omtrent eens zo lan?,
en fwaar na advenant. Defe zijn van voren als een Viek befla-
;en, en eemgers beflagis wel een fpan of twee lang. doszy
laten het op alderhande maniere maken. De Affagay diend
haar in plaats van de S^^^/. om, hun in de linker hand
hebbende, met den rcgter hand den AJfagay te werpen : want
er altoos iemand omtrent haar is, die haar eenige van dezelve
nadraagt.
En voor \'t laatfl komen wy tot haare Schilden: dog die men Schilder,
onder t G^w met kan rekenen, alzo niemand daar mede
werd befchadigd, en maar diend tot dekking van hun lijf. Ik
heb iW^^rj gefien, die by uytnementhcyd fraay met deSchil-
Ä;^wiften te fpeelen, hielden dezelve in hunen in
dc regterde Sabel, waar mede zy zulke wonderlijke beweeginfe
en buyginge met het /j^wiffen te maken, en \'t zelve zo wel met
neibchjld te dekken, dat het genoegzaam onmogelijk was,
i\'cn.
17(5 BESCHRYVING VAN DE
om aan haar lijf te komen. De Schilden zyn van ge-
maakt omtrent, of tuflchen de vier en vyf voeten lang, cn
drie breed ; de zommige zijn over deze gevlogte Teenen oyer-
togtn met Goud-leer, met Tyger s-vellen, of iets anders. Aan
ieder hoek, fo ook in het midden, hebben dc fommige breede
dunne kopere Platen geflagen, op dat \'er de Pylen en ligte Affa-
gayen des te beter zouden af fl:uyten j om dezelve als ook de fla-
gen van een SaheUï te weeren, zynze goed, dog niet befl:and
voor een Snaphaans kogel.
Ik vermeen, dat dit al het Geweer is, dat de Negers inden
Oorlog gebruyken, ten ware men wilde zeggen, dat eenige
van haar ook Kanon beefigden. Dit is waar; maar op een zeer
flordige wysj de Sabo^e Koning heeft er eenige weynige.
Waar mede \'t Is ook wel gebeurd, datfer mede te Veld zijn gewcefl:, dog
zy niet wel fondcr met dezelve veel uyt te regten. Eenige hebbenfe eens
weten om ^i^ggfchoten, en vervolgens door den Vymd laten nemen, ge-
«g^^«\' j-ji^nbsp;Commany y en de geene, diefe den anderen afna-
men , wiften\'er haar voordeel ook niet mede te doen, dies
dat het Kanon dees Koningen niet anders en diend, als \'er zom-
tyds eenige Eerfchooten, waar op zy zonderling gefet zyn, mee
tedoen.
Beloften, zegtmen, maken fchuld. Ik heb UE.in den
beginne beloofd, dat het eynde van dezen Brief t^oxx handelen
van de Grootmogentheyddckr Koningen. Wel aan, latenwe eens
gaan befien , hoe verre het zelve gaat.
\'t Gefag van de hier om heen leggende Koningen is zo kleyn,
K^nänquot; dat het van eenige niet en overtreft\'t van een fimpel
ouing . ^g^ß^^^Q^Q^pifßy^y^^QQ^ ^(^.^QQXiDorp, Zydragcnook
een en dezelve naam onder de Negerswyl zy voor de komit
derEuropianenhxevtex\'Kufi, van geen hogevEernaamCa-
piteyn of Overfte hebben geweeten, en hadden maar alleen dit
onderfcheyd, dat den een het van een Land, en den ander van
een Dor/I was j dog t\'zederd datfe met ons hebben beginnen
omtegaan, zo hebben Sy, of liever, onderfcheyd tuf-
fchen ecn Koning en Capiteyn gemz\'skt :,egter nog met de eerfte
benaming, zynde Ohin, of Ahin^ \'twelk een Capiteyn bete-
, kenJ, als men het naar onfe tail wil buigen: dogdeiV^^m
fijn Negers,nbsp;^ ^^^ Qverfie Van eenig Land, Dorp, of Volk door,
Kanon.
En derfel-
ver bena-
want onzeiS\'rÄ^^/j^rjdoopenfemet even dien zelfdenaam, en
zo zofidenze ook met den DireSieur en alle andere Opperhoofd . lt;
den der\' Fortm handelen, indien wy zei ver haar het on derfcheid
niet en leerden .
Een K oning moet hier te Lmd zyn Gefag met groot geweld quot;
jftaandehouden.\' Dieshalven hoe grooter ^^mctgl^vfu
van Goud en Slaven befit, hoe meerder hy ook werdvan Volk \'
cn ontfien: want zonder dat fteunzel en had hy over zijn On- ßaande.
niet het alderminfte tenbsp;maar zou gehouden
zyn, wilde hy iets van haar gedaan hebben, hen tot het zel-
ve niet alleen te bidden, maar zelfs te koopen. Dog is het
zaak daar en tegen, dat de Geluks-Godm hem van haar Schat
een rijke Bedeeling hamp;tït gegeven, zo zijnze van naturen
wmlt;5?genoeg om Tyrannifch owQV hun Onderfaten iz gebieden,
ftraffènde dezelve over het alderminfte wanbedryf zooda-
nig inde B^m, datze het al haar leven mogen heugen: niet
tegenftaande het nog al onder eenige fchijn van r^^? toegaat
ook, mits hy iets tot lafte van een ander hebbende, het zelve
in handen van de Caboceers fteld, om het na regten af te ma-
Ren , en \'er het \'vonnis over uyt te fpreeken. Dog de
zelve zeer wel weetende, voor hoe ver zy in hem zyn gehou-
den , zullen de Misdaad zo groot als immers mogelijk is, uyt
meeten , en wel zorg dragen, dat het niet tegens zyn zz» werd
afgemaakt, maar dac hy in het gewijsde van haar genoegen
neemt.nbsp;n ic \'
\'DeKoningenhoMdeninde Plaatzeh^xtxPFoninge, of, als
men\'t zeggen mag, //ö/, g^ïch getn ftaat, waaraan men |anfch geen
haar van de andere zou mogen onderkennen. Voor hiin Huys \'ftaat in
ziet men niemand die de wagt houd, nogte ook eenige om
hen te dienen. En by aldienfe in h^i.\'XxfDorp uyt gaan, zoo pijatfcö.
zynfè zelden met Folk verzeld, als met twee kleyne Jongens,
waar van den eene hu ti Sabel, cn den andere haar Stoel draagt»
En zooze van iemand werden ontmoet, zoo ontfangenfe zoo
veel Eerbewijs Omtrent, als een Schoenlapper of ander gemeen
^^rfoonhy ons\\ voor wieh, als men defelve kend , ter naau-
wet nood de hoedwexd gcligr. Geen Menfch , al was \'t maar
een fimpele Slaaf, fal voor haar centrede uyt dc weggaan ;
-dog by aldien zy iemand in een ander Dorp gaan bcföekcn , oi
\' Znbsp;ook
-ocr page 250-B-ESCHRY VING; V AN DE
nok wel van een-voornaamnbsp;werden ^^
wetenie MnGrovtsheid\'ïoovzd te beter te toonen: wantin
foo een gelegentheid zynfe altoos met een menigte gewapend
veVzeld , cn laten eenige Schilden om hun herdragen,
mitsgaders eennbsp;of.Vöwe-^
dat Siijn iaWdog door de ^ö« metzou worden.
Haarzyndan mede lufligo^-^^^^i^^ meyoud en ande-
renbsp;meer, enzy zynmedemet^eenlaiyte van Goud
behangen: :maar in haar^i^^^^m-dragen p. en
ook al haar Wyven., zalke flegte Kkeden , die zomtijds geen
tienßuyvers Kvi^tdlg fijn. Dies menfe daar door altoos met uyt
dealderminfteS/^#ofteS/Ä^zalonderl0heyden^nbsp;^
DtcsGroomogendeHe^ren zyn ioomhahgen .begeei-»g, dat
zv zicT niet en fchamen, indien haar iemand (al was het ook
maar een arm man}ccn Vereering wH doen , hoe germg het
ook zijn mag, om het met de meeflegreetigheid.aan tejatten.
ken nkt beter van S^yV is voorzienalsdieyancen gemeeneiW.
belydende zig mede met Oly , Brood, en een weynig
ftinkende Vis, en drinken door den dagtoe, s morgens,
alfe het hebben, dxmkc.xxitda Brandewijn, en s namiddags de
TVijnde?d?n. Infomma., haardemmlte
onder haar. ^nbsp;, r 71 ^ /
s\' Namiddags als de Wijnde\'Pdm^^yihtt Land\\^tnU 100
nainfegefarpentlvk, denbsp;daar onder gerekend , als/rtr-
T^\'m Commtons op de openbare Markt met malkander zitten
er:B?hindrinken, hebbende een ieder , wie maar wil , zyn eygen
S:;-;: s/../, en voegt zig bv den hoop, oi géyk^dcmftphahngers
\' Zeesen, vlytdich imriegen, daar zuypenfe dan dat hun dt luy-
fenop de kop herften, en als ze een weynigbinnen hebben, en
de eerfle dorfl over is, dan drinkenze op zijn Cahmeersj^groot
Drink- ^Cheeps, te wecten, de CaUbaffen, waar uyt-zy de^^« dim-
f laats, €D ken , houden eenige een ?int, Kan, ook wel een Stoop wyn.
De deeze latente dan half, of ook wel heel vol doen , zettet\\
de zelve aan h^zt mond, en latcnomtrent twee derde deelen al
drinkende by de baard op de aarde nederen weg loopen, zoo
dat op de plaats daar zy zitten, haafl een fryn-Rtvierkomt te
ontdaan. Dit werd by haar als zonderling^r^o/^ö-r^^g gep^\'c-
zen^
Huninha-
ligheyden
gierigen
aart.
Synaecï
genseers-
aaam
een
GUINESE GOUD-KUST. 179
zen. Dc Europianen (waar van ik zomtyds niet vry ben ge-
weeft j alsfe wat, geuren willen hebben , konnen dit kmsje
ook braat, dog het js goed dat het geen Rynfche of Franfe W^n
cn is; want anderzinds zou de leun tegrooten laft ly^cn. En
hier kan men voor een gulden of drie al vry wat/F?/« laten ftor-
ten.
Wanneer deze Drinke-hroers dus by malkander op de Markt
zitten , zo hebbenfe zovedgefnaps en geram?neldooY ma\\k^x\\-
der, ewenoïmenméeSmouTeKerkteJmfterdam(\\\\xxm. Dog
UE. moet zig niet verbeelden, daize hier Staats- ot andere
finceere zaaken verhandelen} in genen déele, t komt gemeen-
lijk op het A^isiy^w^ï^if/^ uyt, hiervan is hun hart altoos vol, cn
zy loopender van over. En- fchoonder Wijven by zijn , of
komen , \'t gefprek werd éa^vom in\'t alderminfte niet veran-
derd-, want dezelve doen om tydverdrijf wel luftig mede, en
hebben omtrent die S/q^^, immers zo vecl i.i te^brengen als
de Mannen, zonder dat her haar tot fchande oh. oneer werdge-
reekend. Kort om, dit is een regt Klap-School of de plaats
voor aldexhande Labbekakken, om een iegelijk, zo als men ^lap.
zegt, als by de naars om te halen, en het zijn tc geven. Dog Sohool det
egter is het hier nog wel zo goed als in andere Landen, daarzenbsp;gt;
^M\\ïlt;sdoen m Saletten, of\'m Binne-kameren, en hier daar en
tegen gefchiet \'t in \'t openbaar, waar een ieder om zig te ver-
antwoorden , kan by komen. Dog, bollahey, dat weyd al
weer te ver ! Niet tegenftaande dat de Äi/ü^^» dus gemeen-
zaam met hun Slaven leven, zo als ik gezegt heb , zo konnen-
ze defelve zomwijlcn dog wel om zeer geringe oorzaken den
halsdoenbreeken, en hier van zijn alleen maar uytgezonderd
de zodanige, y/elkebyhaar, enin aanzien zijn. En ik
heb\'er zodanige gefien, dewelke meerder te zeggen hadden
als zy zelfs: want zy, (aan welke voor eenige tijd het Gebied
over eenig Volk van haar Af^^/m gegeven is,) werden door [yj^ii^gp
huneyganHandel, waardoorfezelfs eenige Slaven overgade-
ren, met \'er tijd zo magtig, dat hunne Meefters hun na de oogen
moeten zien Ook hebbenfe het hart zom wijlen wel, om zig
,tegens dezel ve aan te kanten en vecl fporreling te maken, waar
vanfe ook niet af en laten, voor en al eer zy weder met een Fe}\'-
eering zijn bevreedigd,
■inbsp;Z z quot;nbsp;. Een
-ocr page 252-ISO BESCHRYVING VAN DE
Een Koning hier te Land heeft wonder garen, dat andere
Sonfo- Landen^ die met den ander in Oorlogzxp , hem tot h^^rhulp
gcnhiccte verlocken en omkoopen j want het meeftedat daar van
Land moe- y^omi, fteckt hy in zijn fak, zonder zig in\'t vervolg veel te
\' bekreunen of het beloofde onderßand op zijn tijd volgt, of niet;
enbeitaan, j^et Gö^^i maar eerft weg hebben, wetenfe de andere al-
toos met dezeof geene leugens le payen, en gedragen zig daar
omtrent zoo argliftig, datze de befte konnen bedriegen, zon-
der dat men het zal merken. Tot Middelaap om de ftryden-
de deelen tc vereenigen, laten zy zig nog liever gebruyken:
want dan trekkcnfe van weerkanten, en ondertufTchen zijnze
voor t meerendeel hier óp u^t, om de Gefihillen, zo lang im-
mers mogclyk is, gaande te houden j om des te beter gele-
gentheyd tot fioffeering van haar beurs te mogen hebben. Hier
van moetenfe beftaan; want wat haar inkomften aangaat, dc-
Kleyne io- 2;elve zijn van geen belang altoos, \'t Is wel waar, dat zy een
:feonïftcn. Tol hebben gezet op de Goederen die door haar werden ge-
voerd; dog haar Tolmeeßers, die voorname Perfonen zijn,
varen daar by het alderbeft : want zy het Tdmeeßers-Jmpt zo
wel voor hun zelfs bedienen , dat\'er den Kö»/»^ wcy nig ge-
noeg van krygt. Kort om , een Koning moet bedriegelijk
van zijnnbsp;eenigenbsp;trekken, of van zijn , en
zx^nezSlaven handen arbeyd beftaan. En ongelukkig zyn dc
geene, dewelke weynig S/äx\'ö», enby gevolge geen magtcn
oedc bebben. Ik heb *er van dat flag gekend, die niet in ftaat wa-
vaTcenige ren om voor de geen, die haar quamen befoeken, een pot
Koningen. Jfyn de Palmxtkoopcw, nog geen geloof hadden, om het te
konnen borgen, -UE. zult nu verftaan hebben, van hoe gro-
ten magt cn vermogen dc hierlandlè Koningen (dewelke de
HeerDoudynsin zfuMercurius met ten onregten winterko-
ninkjes noemt) zyn. Hun Pragt , LuyBer , cn Vraal, zo
omtrent haar zelven, Wyven, Slaven, en verdere Huyshou-
-gelieft ÜE.nu ook te weten, hoehctmetdeO/gt;wi/«g
Opvoeding
van dcfzel- m i tiviiv» «ttinbsp;,nbsp;lik.»»»—«i*. , w»
ver Kinde- alderminfte onderfcheyd te befpeuren ts. De Vrincen,
ïiSonVl alsfe tot hun ouderdom gekomen fijn, geueeren figom eerlijk
•nbsp;doof
GUINESE GOUD-KUST. igi
door denbsp;komen, metlciQtBeploegenvmhcX.Landy of
\\Tappen van Wyn de Valm: \'c geen zy zig niet Ichamen om
zelfs op de Markt te dragen, en te verkoopen. Of doen ook
wel iets anders, waar toe hare/»///iè^wi flrekt. En defe bc-
kleeden hier namaals noghaärs Vaders KoningUjke Zetel, Dies-
halven , Mijn Heer, verwondert UE. van nu af niet meer als
UE.in de Hifiorien van den ouden tijd leeft, dat een Boer,
Schapen-hoeder, oi eenVottebakkers Soon, Agathocles, tot
de Ko;^/;?^/^/^:^ waardigheid zijn verhceven geworden. Hier
fien wy het zelve dagelijks gebeuren, ook zomtijds zodanige s ^
^iQ\'mhwcijonkheyd by ons voor jongens, of hebben ge-
diend. En dierhalven kan UE. wel denken, dat wy de groot-
fte agting voor deze Votentaten ook niet konnen hebben. Ge-
wiflèlijk nietj de minfte van onfê Koo/\'/iVi^» beelden fig in,
dat hun zo veel eer toekomt als de befte Koning, En waarlijk,
ons ontzag alhier is vry aanfienlyk, voornamentlijk van den
DireSleur Generaal cn Raden, altans die de naam daar van voe- \'
ren ; \'t mag gaan met de isoefeptlykheid gaan zo\'t wil. Ik
wil van ons Grandeur met meer zeggen, UE. moogt het
Focquenbrog zelf eens naüen » wat \'er dien Heer van ge-
tuygt.
Wat nu Madames de quot;Vrincejfen aangaat, UE.denkt veel
ligt, dat dezelve te teeder zijn om tot de Landbouw opgevoed
te werden. Ja, fwiens Vedderen, ïegt den Bovenlander, Zy
moetenderzo welaan als de andere} dog egter heeft men\'er.
ook wel eenige van dees Konings kinderen, die lig, te Edel van
gemoed kennen om dus als Säjw««^;/haar hoge G^^öor/^ met
arbeyden te vcronteeren: en dies nemen zy een befigheyd ter
hand, die fy meenen dat hun kunne beft voegt, te wecten ^
om haar j^q/? te winnen, met dat geene vf^iwc Madame
Rijkdom mede heeft vergaderd , en krygenfe niet foo veel ,
s\'en hebben wederom ook foo veel niet van nooden, en leven
dierhalven welvergenoegd. Veele werden in haar jonkheyd
ook ten Huwelykhe^eed, en daar in werd niet gefien op het
Goéd oï hoge Geboorte, als by ons. Een ieder kieft hier een
Vartuur na zyn zin, en het geeft geen ongelijk Houwelijk,
ceviYLonings Dogter met een Slaaf, zijnde nog beter als dat de
Sw»eensK£i«;gt;^^een5/lt;ïi\'mtrouwd (en dat gefchied onver-
Z 3nbsp;myde-
-ocr page 254-mydelyk alle dage: ) want wyl vólgens her gemeen zeggen,
de kinders de Moeder volgen gt; gelyk hier msdegcbruykeh]k is,
zoo zyn de Kinderen vän de eerfte vry, en de andere daar en
Bediendens tcgen %hven. Hicr hebt UE. nu her geheele Komnglijke huys,
derKonin- Aan hêt lelve ontbreekt niet meer, dan derzei ver
dcwelke zoo veeï en verfcheyden Zyn , dat ikle nauwelyks in
eenen adem weet op te tellen. Zy beftaan in de volgende
Verzonen: als Brafoos, anders ook Vaandragers (dog meeft
door ons zo genaamt) gezegt , Sabel-dragers , Tié^tiés of
■Omroepers, Oppafers van haar ïVyven, mit sgaders Horenbla-
fersoitrompetters, zntamboersy zijnde buyten de laatfte in\'t
svn .erft de Scheel vier Toedieningen. De Wiening van een iegelyk beftaat
uLfFos. hier m : die van Vgt;raffo hebben wy voor dezen uytgelegt, zo
veel als Voorvegter te zijn : dat is fyn werk, en als hy \'er moed
genoeg toe heeft, zo voerd hy het zelve ook uyt. De tweede
lyn de Sabehdragers, waar van zy \'er wel een ftuk o! vier heb-
vv.nea ben. Of deder O^i^^y ook luik ftag geweeft
dragers, fyn ? wect ik niet. Ik denke van Ja, cndat het al een brus
lal «reweeft fyn. Defe Sabel-dragers bekleeden ook veeltijds
de waardigheid van Jfgefant^znvrcemde Hoven y zo dat het
?arbleu geen Kanailieufe-Bediening is. Hoewel die Eer ey-
genthjker de volgende Bediening toekomt j namentlijk de
Tiétie.of T\'ié.tiés, offo ik gefegt heb. Omroepers, om dat zy daar ook
Omroeper toc Vierden gebruikt. Defe werden door hnn Meeflers over al
wachciat heen gefonden, hy Vriend o\'iVy and ^ vermits zy ecn vrye Pt?^
(namentlijk haar Muts ) hebben , om over al te gaan en te kee-
ren , te vVeten, als zy uytgezonden zijn j en anders ook met.
En diesWilven kan men haar aanmerken als de Tamboers of
Trompet/ers in tijd van Oorlog by ons. Ieder Dorp heeft ook
een of twee van defe ganten , om het geene geftolen , of
vermift word, opi te roepen, en de geboden der Overigheid de
gemeente aan te kondigen, \'t Derde werk van haaris, om
in een Raads-vergadèring zittende, en dat de ftemmen al te ver-
ward door den ander lopen , te roepen, tié\\ tiê, oU geeft ge-
hoor ! en hier van hebben zy ook eygentlijk hunne benaming
oekrepen. Om haaruyt andere Ni?^^rneondèrfcheyden , fo
draseniê een Muts van ten fwart Jpen-vel gemaakt, wejJcers
\'Joayr^i^ ecn vinger lang is, en daar cn boven m hun handen
een bos hayr uyt étftaart van een O^jfi\'^K/gemaakt^ ook wel
van d\\innchoute Buisjes, om daar meje de vlkgenNan hun Mee-
fters hjf te weeren , als hem dezelve komen beftormen. Dc
vierde en laat fte, \'c welkook welde aanzienelykfte Eedkning Opparcrs
is, zyn de Oppafters dex Wyven, Hun voornaamfte bezig- Jj^^/jj-jl
heyd is, om agt te geven , dat niemand vreemds de Vrugten quot;dy^X^^quot;
van zijns\'Heerennbsp;komt te plukken 5, en derhalven Bediening^,
dragenfe de naam van K,.. Wagters. Dog ik gelove, dat die
Schelmen, zozewat^mooy van^mi^/en Poten fijn, hun Mee-
meermal en, als zyzelver, befbeken. Vervol-
gens gaat haar opfigt ook over haar Meefters gthede Schat, ■
waar van zy .óq Sleutels by zig dragen, \'t geen buyten haar, aan
nienjand anden, al wa-s het ook nog zo een na beftiiande ,
wei\'d toevertrou\'wd. En zy zyn het ook alleen, .dewelke na
de dood van ha^/f^É-f^;?, Be\'wysGn Reheningvandamp;sTxXi^^ziit
en gelegentheyd, konnen, en ook moeten, geven. Buyten
\'t voorzeyde helden dc Koningm gern ^dieningenvneQx, en
UE. moet ook: weten, dat de Kmi^en het niet alleen zijn, die
dus werden bediend; in geencn deele, een iegelijk voornaam
Ferzvonheeft even dezel ve, en isdaar in met den fCo»/»^ gelijk
En by aldien hy een groten Rykdomhtfxt, ioo munt hy vecl
malen boven den üelven uyt.
Ik en vertrouw niet , dat UE, klagtig vallen zult , dat
defe UE^ te kort., maar wel te lang is gevallen. Dog dat
Mde hoogwigtigheyd van dei\'/o/wcl weg nemen, en \'er UE.
een welgevallen in doen hebben. In welke hoop, en ver-
wagtinge ik defen ftuy te, en onderichry ve in de waardighey d
van,
Eyhde van den.eHden Brie£
TWAALF.
-ocr page 256-Behelft voor eerft de maniere van \'t t-ouwen der Negers. Een-
Dogter brengt niets mede ten Huwelijk, en een Jongman me-
de 7£tx weynig. Onkoften zijn op dt Trouwdag gering. Veel-
heyd van Wyven. D trftlv tv arbey d, en^Ledig-gaan der
Mannen, De Wyven dcxKooplieden hebban het verre \'t beft.
Eenige dry ven handel met \\mn Wijven\', cn befondere
liftigheyd van die Vrouwlieden. Boetens wegens \'t Beßapen
van een andermans Wyf, en hoedanig het felve werd be-.
pleyd? Tiegetroumdeh.zhhenngemeenfchapvamp;nGoederen^
Erven niets van den ander. Nog de Kinderen ook van hun
Ouders. Hoehet met de Erfenis g^^it} S ware te/Land-
waardsin, over het plegen van O-y^r^^/, zijnde een ieder
daar voor\'t meerendeel zijn eygennbsp;Tio Wyven en
vermogen hun Mannen niet te beftrafFeo, fchoon defelve
Overfpel bedrijven, \'t ^yßapenonder de Wyven, door de
Mans vexdee\\d.Bevrugte Vrouwen werden gecert en ontfien.
Belaggelijke P/^^#/g^^y, gebruykelijk als een jonge Vrouw
voor de cc rfte maal werd bevrugt. Namen aan de K inderen
gegeven. Wonderlijke afzonderinge ^«^ln de Vrouwen in \'t
Antefe Land, wanneerfe tien Kinderen ter wereld hebben ge-
bragt. Maanßondige-Vrouwen onrey n. Viefnydenis, en gedag-
ten van eenige van waar zy defelve hebben. Van Ongetrouw*
de,vroege Trouw^ew ^laxomd\'^rouwlieden het langft onge-
trouwd blyven? Veelheyd van Vrouwlieden. Gemeene en
openbare Hoeren werden tot dat ^Ä^tingewijd. Haar
geringe Loons werden , alsfe gezond zyn , hoog geagt^
Ongetrouwde Wyvengeen. Hoeren mnaam, dog
met \'er daad. Befchry vinge van de algemeene Hoeren in het
Jrdrafe Land.
Ynen laatften aan UE. is geweeft, opden .:.. t\'ze-
derd heb ik geenfchryvens Van UE. vernomen, niet
tegenftaande, dat\'er in die tuirchentyd, al eenige
Scheepen op deze Kufl fijn aangeland; dies ik byna niet
^nbsp;en
GUINESE GOUD-KUST. 185
enweeti wac ikvan UE. fal moeten oordeelen, ofhctdoor
ßoffigheid, te veel werk, of onpajfelykheid, bykomt ? \'t liSatfle
wil ik niet hopen, en het twede kan men om aan een Vriend lo.
fchrijven, niet voorwenden; mits het felve voor alle beefïg-
heid diend te gaan. I)ierhalven zal ik UE.aan heteerlle fchul-
dig houden, tot tyd en wyle, UE. fig met bondige redenen
komt tc verantwoorden, en dcfe nalatigheid in \'t toekomende
met een van iJ/ö/wel opgevulde Brief, verbeterd.
In mijnen vorigen heb ik onder anderen gefproken van Oor-
logen, en Bloedvergieteny^n Menfchen, \'t welk de zelve doed
verminderen en vergaan; en nu fal ik fodanige^\'z\'ö/behandc-
len , waar door \'er weder andere in deflelfs plaats werden ge-
llcld, \'t geen , füllende door een eerlijk middel gebeuren ,
noodfakelijk door den Band des Hwwelyks moet gefchieden.
Hoe zulks onder de Negers toegaat, fal het eerfte van ons voor-
genomen werk in defèn zijn , en daar na alle het gene dat naar
het zelve eenigfinds is gelykende.
Het Trouwen dev iW^mgcichicd met weynignbsp;Van-f
want van bevorens een Huwelykfe Voorwaarde te maken , daar Trouwen
van hebbenlê geen kennis, behoeven ook niet over het Huwe-
IjksGoed, nog de Bruyd-fchat, te verdragen; en dierhalven
heeft iemand, die fijn oog op een jong Wyf, {Maagd derf ik by- Een Dogtcr
na niet feggen) heeft laten vallen, niet anders re doen, als by is hed l\'gc
dt Vader, Moeder, of eenige andere Vwwi^^;^ haar het naaft
beftaande, tcgaan, en dezelve van haar tenbsp;dewelke
het ook fecr fèlden komen te wey geren, indien het maar eenig-
finds met de zinlykheid der Dogter over een komt.
Is \'t nu faak, dat dehuwbaar is, cnccnMi?»kan
lijden, fo neemd hyfe na zig; dog anders fijnde, fo laat hyfe
.nog eenige tyd by haar Ouders blyven; \'t geen eenige egter niet
garen doen om redenen, die ik hier na fal feggen. De Dogter Brengt
brengt buyten haar Lighaam niets mede ten Huwelijk, cn de niets meac
Jongman heeft mede niet veel van doen, als eenlijk maar de on-
poften, die op denbsp;vallen, op te brengen. Defe be-
ftaan in een weynig Goa^s?, quot;Wyn, Brandewyn, en Qtn Schaap oo^nht
^oordeVrienden, cn nieuwe,iTMw»voor deBruyd, \'t gecn*eelcndc
lycftendccls na \'t vermogen van den Bruydegom is gerigt. Van
alles dat de zélve in defe gelegentheid, fo aan de Bruyd^h haar Trouwda?
A anbsp;V rien^
-ocr page 258-ï36nbsp;BESCHRYVÏNG VAN de.nbsp;: :
„ Vriendenkomt nyi te gevm, houd hy feërgoedcen mitereh-
fcêr\'iViiW \'ning, om, ofhet mogt gebfe-uren dat zy\'t eeniger tyd
zm xd}^amp;m mogt krygen , en heniquamte verhitea, alsdan al
het voorfeydeCi?^^ wederom te mogen eyGzhen^\'^^
Waar van of de VfWA//, mTo een ge val fe\'nevens al\\de.nbsp;, die
quot;jn^^vxir hyopdcT^ö^w^oni harentwil heeft gemaakt, tot éen duyt
gehouden, toewedcr moeten nyt keeren en voldoen. Dog zo hy haar
ea waaiom. h^qj^-ij- te verftotcn , zo\'is hy allesnbsp;fonder hetgennglle
van dtYriendm tc konnen ofmogeheyfaeh; ten waare hy,
ge w igtïge redenen kon by brengen»: dewelke hem oiri haar le ,
verlateii,.hadden aangefet, in welk gevaVhem het uytgefcho-
tene ook weder voldaan moet werden.
Hebben Qp den Tfouwdag wetenfè van geen Fetß^ bf het bcdry-
fdenquot;\'^ ven vaneenige vroiykheid. \'tVrOTTO^ gaat alleen eenige
Tïouwdag. dagen agter een met fl-aaye^Wß?^e» andere Yenie^
ringen meer, pronken, \'t welk zy in zodanigen geval van mal-
kander leenm oïhuren, zijnde daar in de gene gelijk, welke by
ons, om op eennbsp;ofnbsp;eerlijk aan denflOTp te ge-
raken , zig met eens anders P%#;^;^ycrcicren.nbsp;_
I?d.r Man Een, ieg,elyk trouwd zo veel Wfuw als hy begeerd , :en ^n
trou wd 2P a^^-i: medelDrcngr. Dog feldeft komenfe hier bóven het getal
Wy VC n ^^ f^ii^tig, maar laten fig gemeenlijk al met drie, vier, tot tien.
ird cn toe, vergenoegen: en die geheel groots willen zijn, klimmen
ddchè tot het gencem Je getal van Pwimg op. De meefte deferW.yw;5
moeten \' i^ioeten met het planten van Uilhiö , Jammes, oFwat het ook
voor hemnbsp;^ voor hun Uamenm hetnbsp;arbeyden, en
pLUibey:daar en boven/nog beforgen, datde Uan., f huys Momcx^c,
wat te eten vfnd; waar van weder hetbeft is, dat fy hem, alsu e
reedamp;gezegt hebben, met zeer weynigof ten minften geringe
iö/ konnen voldoen, en ondertufichen doen de meefte Uan-,
nen nict anders, dan lediggaan ,en verfly ten hun tyd mét
bekakken, Ct geen men zegt dat by ons het Werk der Vrmwen,
is) en bet zuypen vanV^pdePèlm, waär toe defe arme Wyw»
zomtyds nog gé/lt;^ moeten opbrengen , , en met hun arbeyd dc
wijndorfi deler luye beeßen, vcrfaden. Dog andere, . welke zo
veel van het grote beeß niet cn hebben gegeten , als infonder-
heid de Vi[fers, cn Wynhoeren, die lorgen mede nog eenigfinds
voor de Huyshouding, \'t zy fnet het tappm, tnvtYk«fen^
V^yn
-ocr page 259-Wyn.de.Palm r ende Vi^y/^om ter ViiW»^/uyt te varen, of
zig voor Roeyers aan ons te verhuren, al na de gelegentheyd
ztgop doed, en defe Huysbaudms leven ook het vreedlaim fte,
Cii geraken het befte door de wereld.
Degene, die van eenig vermogen zijn, hebben twee Yrou- \'oonm-
weny die meeft altoosvanden arbeyd zijn uytgefonderd* zijn- Tem^Sj-
da eerft de O«^//^ en voornaamfteVfö^iu, alhier Multere grande nve-e\'vsn
qf OpperJie Nrouw genaamd. Defelve is het huyfelyk beftier hun dis niet
toe vertrouwd,en heeftnbsp;over allede.andere. De twe-
de is degene, welke hyzijn heeft toegewi]d, en dien-
volgende 3o^«? gena.iint is. Van defe laatfte maken deA^r- ftc , cn\'
ger^feer veel werk, en zijn wonder geftoord , zodezelvevan
een.ander werden ^/ij^y^e/?/, en zy foudender ligtelijk (als bet
heynielijkkongefchieden ) zodanigen/ra/over oeffenen, dat z^gro!!^
zy in\'tgevolg nietnbsp;zou zijn , om hem diepo^/y^,^ meer tc weik ma-
Ipeelen. Pog op zijn overige W^u«;? ziet hy zo wonder nauw
niet, mits dat hy \'er maar GVWvan komt te trekken.
_ De Boffums of W^w® aan hun Afgoden toegewyd, fijn Sla^ nen en niecquot;
vinnenrdoQV haar voordagtelijkdaar roe gckoft, en dieshalven van de le-
ook niet vande lelijkfte. By dezelve flapenfeóp denbsp;\'
van hamp;^r Geboorte, cm die hm Afggd toegeheyligd is j waarom quot;fzv^
dezelve alle weken een Nriendfchap werd aangedaan. ■ Wel te van da. ^
verftaan, zo wanneer de yia,nnen èiax toe in ftaat fijn. En hier- Man wer-
om rekenen zy.hun to ook gelukkiger, als die van de andere
en,
pen,
, . De quot;WjKw;« op, of aan.\'f Sj-rand, aan voorname\'^tfiJ/\'/iiJ^^j^ Kooplieden
getrouwd, .ziji\\het aldergelukkigöe, mitszy-lied^n, buytens Wyven aaa
huys,. niet veel tc arbeyden hebben, en egtervan hnn Uannennbsp;.
wetgënoeg werden verfbi-gd. ; :nbsp;: :nbsp;S \'
; yeeliNr-j^frj.zijn zo be:eft\'agtig,dat zy maar alleen veel W^w^ Eenige Ne-
tmuwen,pta\'er een ^^^i^.amp;w;? van te hebben,en vergulde/iöri?;?;^^quot;
te^inogendi-agen j- cn fijn met den aan;! van een willigen ^«\'-/\'^-^-.w^e^om
wonder wel voorzien, mits dat Zy \'er maar door bevorderd \'cr geftiak-
■jy^erden: .en. daarQm gevenfe: aan ;hun Wyven volkom en lajt, \\ k^! y vaa
omm^exeManneny tot h^^SLYtebeflapen^ ^m te moedigen ;
^.Zuu\'meuwennbsp;weJ)^^nbsp;En \': , .
% Eliet om uytte drukkeigt;j Wat hftigc trekken-dele Phoedra\'sts
vnbsp;Aa 2nbsp;ge- \'
BESCHRYVING VAN DE
a hl zullenze wijs maken, datze geen Man hebben» maar onge-
trouv/den vry zijn: dog zo haaft zijnze niet^j^e^ami, of den
Man komt voor den dag, en doed hem het tegendeel haaft ge-
waar werden, en hem met gevoelige en klinkende
ligtgelovigheyd vervloeken.
Andere S^yven daar en tegen , waar van men zekere kennis
heeft, datze getrouwd zijn, zwWcnh^\'^x Minnaars, om dezel-
ve tot dc omhelfmg aan te moedigen, een em.mgfiilz\'wijgen be-
loven , en des nood zijnde ook wel Siveeren j dog de meefte ko-
men hun woord na, als een Vrö^iJw- Zy en zeggen het haar
M^i/^niet, voor datfe hem zien cn by hem zijn. En zy zouden
ook ongelukkig zijn, by aldienfe het verzwegen, en dat \'er de
Man door een ander agter quam^ waarom men het dezeV^;^«;-
diertjes niet zeer kan wyten, datze hun Omhelfer beklappen.
En wil men het met reden voorftaan, en bekleeden, \'t is im-
mers een vafte en natuurlijke wet, dat een Vrouw gehouden is,
\'t welwezen en voordeel van haar Mi?» te behartigen. En niet
alleen dat zulks hierdoor gefchiet, maarzy ftellen zig zeiven
ookhwyien gevaar wnn. quade bejegening, die zy met het te ver-
zwijgen , van hun Mannen hadden te verwagten. Pots taufend
jUppermenti zegt den Duytfer, dat deze mode eens tot in Europa
overvloog ? namentlijk, dat éeVreuwtjes aldaar zo veel vryig-
heyd mogten gebruyken, om onbefchroomd, een , of meer
Luytenants tot hxxnMannen te verkiefen, wat zou het Gild van
Aiteon binnen korten tijd aangroeijen en toenemen. Dog hec
tn zou bylo egter niet goed zijn: want ik heb my wel laten wijs
maken, als dat het voorzeide Geftagt , zonder deze vryigheid,
reeds al zo groot is, (voornamentlijk in de LandenÓk: wat Zuy-
delyker als Nederland leggen,) dat het weinig fchecld of zy èruf-
fen in grote byeenkomften malkander At Horens van de Kop af.
Dog laat ik \'er van affcheiden, dc Stof\\% te teer voor my, om
\'er zo weyds van te bandelen. Ik begeef my liever weder aan
lïiijf^^ygenwerk.
Boetens Het Eeftapen van een andermans Wjy/, boet de gemene man
met hec ondcrmalkander, met veertig t vyftig^ en zeftigguldens dog
TanSna»- ^^g^®^\' ^^^ wel bégoed zijn, moeten vry meerder bloeyen j
i88
v w - gebruyken, om de Mmluy hi \'t net te krygen, voornamentlijk
iicVc^ vreemde Perzonen, en die haar niet en kennen. De zodanige
Otl!
Ma,
\'t i^n.t
krygcu
voornamentlijk zoo hy by een Vfis geweed, wiens
Man mede van groot vermogen is. Aan de fodanige komt het wyf.
zomtijds wel een duyzend gulden, oïtivee tc kollen.
UE. zoud zig bedoen, hoe aardig detegefchillenvoox het Wcnlaar-
G^r?^? werden aangelegt, cn verweerd. Ik heb over zaken ^^ P^^\'»
van die natuurgtdnvewde mijn aanwezen alhier, meer dan hon-
derd malen de plaats van Opper-regter moeten bekleeden. UE.
weet, dat het ontkennen de eerfte Regel in de Regten is; cn
hier van weten de Negers zig ook wónder wel te bedienen ; cn
zy zullen gemeenlijk de zaak in \'t eerft ontkennen, en dier-
halven moet \'er , om hen te overtuygen , zekerder bewijs
bygebragt werden. En wyl \'er werd geoordeeld , dat hec
Vrouwmens wel de befte reden van weterifchap kan geven» zoo
is zy gehouden om zei ver indevolleV?r^i»^en;2|;te vcrfchij-Doorhet
nen, eualdaar haar befchuldiging op het klaarfte voor te ftel- ^^^
len, met heel naakt en breed te ontleeden , wat^y, op wat befbhuJdi-^
plaats , en hoe de befchuldigde zijn zaken heeft verrigt, en ging doed,
wat zy van hem heeft gekreegen ? Om kort te gaan, zonder
de minfte omftandigheyd te vergeeten. Wat dunkt u, Myn
Heer, is dit niet een ftigtelijk Regtsgeding? zeer net dit eer-
waardigenbsp;van oude Mannen, daar uyt deze Raads-
FergaderingislQZ-^mtwge^dt, voegende; behalven dat hier
nog by komt, dat den verweerder zomtijds zijn verfchooning En door
bybrengd, dat hy heeft getrokken, en bereid
geweeft , om een preuve van zyn Manmoedigheid te geven »wceilquot;\'
dog dat hy op de Grenfen van zijn Vyandin genaderd zijnde, en
op htl gevolg denkende, een inkeer had gekreegen, en dies-
halven zonder eenige dadelijkheyd te pleegen , fijn Geweer
weder had opgeftoken. Zy daar en tegen bctuygd hoog en
laag, dat hy tot in \'t midden van haar Land is doorgedrongen,
brengende zo veel blijken, cn fchynbaarhedcn van haar tegen-
dinger s quot;Wapenen by, als haar immers doenlyk is. Dies dat
gezeide eexMizzxdÄgcRaadsheeren veeltijds zig verlegen vinden,
om \'er uy tfpraak over te doen; gemerkt beide deelen Zo hart-
nekkig op hunftuk blyven ftaan, cn dat een iegelijk zijn zeg-
gen met vele fchijnhaarheden weet te beveftigen, waarom zy
dan ook niet naders weten te doen, (gemerkt in defe
geen getuygen werden geleden ) dan tot den Eed te komen, j^or
A a gnbsp;dea
-ocr page 262-Ï.Önbsp;BESCHRYVING VAN DE
den welken tedoen, den Jongman werdopgelegd , waar na zy
Efe^dc\'u. hem vry fpreeken. Dog indien hy weygerr teword
hv veroordeelt.nbsp;_ ,nbsp;n
Getrouwde ^ Denbsp;hebben met den ander geen ^^^^^^
Gncdenn, maar een iegelyk blyf^: inhetnbsp;van fijn eygen.
\'Enoverdea^y^ötovanhet huyshmäen verdragen zv, met den
ge\'amp;p ander, vallende gemeenlyk denbsp;denendeiT/.^..^
van Goede-den iv/^«w«tebeurd, om\'er zorg voor tedragen.
Als een van beyden , te weten de M^« oft Wy/komt te
V flerven , ioo verfchynende TWÄ, en neeme^n al de nah-
ZkLdcu \' en trekken ,%f \'er door verrykt worden 5 met^tegenftaande
iy nog veelmalen de onkoflen van óeBegraaffems, moeten
nog eenige By fitten . oi Concuhyneny vvaar van.zy zomtijds
dez\'eiveen ip^Srder f als Van hun eygen W^i;.^ houden, enook vpor de-
quot;quot;It: meerder zorgdragen. De kinderen die zy by deze Byß-
...krOgen , zijn.^.. en werden onder denbsp;niet
^\'ietSd een ^/Wby zijnnbsp;krijgende, \'t zy dat byze
trowwdhedt gehad ot niet, zal na zijn dood voor SlaafoSSla-
vin, van zijn erfgenamen werden aangemerkt en gehouden.
Dierhalven\'een Neger,, welke ^nShvrntó, ^zal, orn zulks
voortekomcn , haar voor Zijnnbsp;methaar W , oïkmde^
ren, vryheid geven , latende denbsp;daaromtrent ge-
bruvkeliik, by zijn leven verrigten , als wanneer zy buy ten
\'t geweld der F^imden is gefield, en voortaan als-een ^rj^ P^r-
Äöö??se-cerdWord«: quot;nbsp;, V - . , - \' . ■ • ■ ■■
^ Dc kinderen, die zy by hun getrouwde Vrmwen wnmcn,
zijn wel dogen beuren daarom egter |een Erffém,.
Wijl dc kinderen op de Goud-Kuft. , ^.r^^alleen uytgefon-
derd , van haarnbsp;niet en crven. De_nbsp;al-
leen, indien zyn Vader een Uan.vm Staat i, ^weefH : te
Avceten, een Koning, o£ Capitm vznm ,Dprjgt;. vo gC
ziinV^i^r in deszelfs waardigheyd op,zijns V^r
: ders Schild , en Saèel, Dog buyten^dat niefs-.ter weereld
meerj zöo dat het hier niemand te-ftade komt. van pjfce^
Kinderen
erven niet
vairbun
Ouders.
en v/eihebbende Oföï^^ri geböoren te ztjn, ten waare dat de
hf jemnd^ Lf^^nbsp;xelden gebeurt ) door na-
tuurlijke hefde bewogen, hen het een of\'c ander by zetten.
Dog zulks moet nog al ftil en geheim gefchieden 5 want b?
aldien\'erde Yriendm^giet quamen , zy zouden \'t deze kinde-
ren na haars Vaders dood weder tot een duyt toe doen uy tkee -
ren.
Met de Êrfhuring gaat het al heel zeldzaam toe, en na dat Hoe hec
• ïk h^b kennen eiyarcn , op de volgende wijs, Brgeders-tn metdeErf-
SufiersMndereti zijn de regte en wettige Erfgenamen, met de-nbsp;♦
?en vcrftande nc^tans, dat dezelveniet gelijkelijk tot de-Er/?-
nis komen, maar een Jongman de oudfte van zy n hAoederskin-
. deren zijnde, Erft de nalatmfchap van zij n Moeders Broeder, of .
deszelvenZ#^^,en zömededei)(?^/fr van haar MoedersSußer»
, of derzelver
De Vrienden van ^\'Vaders kant, als UztVader, deszelve y^^y^^
Broeder, of Sufler, tßu rekenen zy haar niet te beftaan, kon- kant reke-
nen ook van Jezelven geen Erffenis heffen. De reden, waar- ^y ^^a
om? wetenzy ons zelfs niet te zeggen. Maar ik meen, dat
het hier in voorige tijden wegens der Wrj is inge-i^eTooï
voerd, endatze het, om even die zelve reden als eenige Ko- van dezel.
mngen m Obfi-Indm.y dus hebben ingefteld, dewelke haar ^«quot;\'\'-\'cÊr-
S lifters Soon voor haar eygen, tot dcnbsp;waardigheyd
verheffen, \'t Welk , zoo ons de Schryvers van dxQ Landen
verzeekeren,, daar gefchiet, omdatzv zig konnen verzeeke-
ren, dat haar S/i/^^r^Söö;? van haar bloed is j altans van s\'Mö?-
i^rj wegen, t welk zy van hun zei ven, ot eygen kinderen,
niet cn konnen doen. Want een vreemde Vrowm trouwen-
de, en dat dezelve de Hoer fpeeid, en uyt die omhelfing
een kind overgaard, zo zou het zeiVt- haar ten eenemaal vreemd
Zyn.
■ . Aan gezeyde PImtzsn, ,in Oóft-Indien , zijn de Koningen
bezorgd om hun Ryk. tn Kroon, aan geen vreemd Geflagt na
te laten} en hier , dat hun Gtederen niet vervremd mocen
worden , en tot een ander Geflagt overgaan. Dog wijPde
Eer ver boven \'t Goed te ftellen is, zoo zoud ik, als een van
beiden raoeft zijn , overhellen om de IVet der Indianen
te pryzen. En ikgelove, dat ÜE. van die zeUdegedagte zult
Wanneer voorzeide Erfgenamen ontbreken , zoo komen
Sufierst oi Broeders y tolde Erffenis. Dog die mede niet zijn-
de, zoo volgen de andere Vr/V;/^/^», die den Overledene van
Moeders wegen het naafte beftaan. Dog de Rekening hier van
is voor ons zo verward en duyfter, dat \'er tot nog toe geen
Europiaan het regte befcheyd van heeft konnen krijgen, en ik
ben verzekert, datze het ook nooyt zullen krijgen j niet te-
genftaande de Negers hetw/ en zeer»?/weten, dies men\'er
haar ook nooyt in ziet feylen of dwalen. Egter gebeutd het
niet weynig malen , dat ter zake van Erffenis ., grote ^^y^Z^i/-
onder haar ontftaan. Dog dat en komt niet, van datzy
onwetende zouden zijn, wie tot de Erffenis het naafte is; maar
om dat eenige die magtig van Volk, en Wapenen zijn, hun
Regt tot de Erffenis verder als hen toekomt, willen uyt rek-
ken.
Hoe veel Wijven de Negers trouwen, heb ik UE. reeds ge-
zegt. Hier in meenenfe hun grootfte Qlori geleegen te zijn 5
en hun Rijkdom in de veelheid van Slaven \\ niet tegenftaande
dezelve veelmalen tot hun eygen verderf ftrekken om reden,
dat een iegelijk moet in ftaan, en boeten het quaad dat zijn
Slaaf komt te bedryven, \'tzyvan Diefte, Overfpel, of wat
het ook zijn mag , de .fl^^r^» werdender over aangefproken,
en moeten de hoeten, die den Slaaf woov zijn gepleegde misdaad
opgei egt werd, voldoen.
Van s\' gelyken moeten de Negers ook inftaan voor haar
Soonen, Neeven, en verdere nahefiaande 3 dog hier in helpen
de gezamentlyke Vrienden gemeenlyk malkander j een iege-
lijk brengd na vermogen iets tot het zelve toe : want zoo
zul\'ks niet cn gefchiede , zoo zou den Misdadiger , zoo als
ik mijn laatfte gezeg heb, tev dood oï Slaverny werden vcr-
weclen.
Ik heb nu al eenigzinds breed van\'t Trouwen dexNegers,
die omtrent hetnbsp;woonen, gefprooken. Laat ons met
Kochet
verder mee
de ErfFenif.
die geheel
verward is,
gaat.
Verfchillen
ter zake
van EifFe-
uis.
Der Negers
Rykdom
beftaat in
hun Slaven
die veelma-
len tot haar
.eygen ver-
derf ftrck-
ken.cnom
wat tedc\'
nen.
eenen ook eens bezien , hoe de legers\'mhet\'Land, in haar
Egten Staat leven, en de Straf, die zy aldaar aan de Qverfpee-
,ders oeffenen j wijl zy, bevryd zynde van der Europianen magt,
daar omtrent veel ftrenger te werk gaan.
Als een Negers Wyf aldaar beflapen werd, foo en is bet Defjeggj.^
nict nieuw, datdegeen, die het/lt;rj\'fbegaenheeft, ten eene-Landwaards
maei werd bedurven, en veelmalen moetender
den medeomlyden; want foo de geen diebeleedigd is,een Jcei\'
groote Magt heeft, foo en vergenoegd hy fig niet met den fwacrder .en
Misdadiger fimpelyk tc bederven^ maer fal ook niet ruften, fom^vdsook
voor en al eer hy den felven van kant heeft geholpen. En dc doot.
is \'t faak, dat de Schuldige geen vrye \'^eger, maer een Slaef
is, foo ftact fijn dood onwederfprekelyk vaft, en dat óp fo
tew-wreeden , alsfe maer konnen uytdenken. Waer en
boven delfdfs Heer nog voor de daer toegeftelde ^^arfi? werd
aangefprooken. En wijl de AZ-^wZ/Vi^i?» hier fo ligt geen han-
del dry ven,, als aan\'t Strandt foo is een Vrouwmens y welke
daarop \'Qverfpelwamp;xd betrapt in groot gevaar van haar lee-
ven, ten fy de Grienden met een goede Ja eldfomme den Man
komen verfoencn. Dog die met haar Mans Slaaf le doen
heeft gehad, isgewiifelyk Ij\'yf/ooj, fo ook deSAz^/metwien
fy heeft geboeleerd. En daer en boven moeten dq Vrienden
aan deM^ï« nog al ietsuytkeeren.
Ieder voornaem Jaeger is in dusdanigcn geval ßjn eygen
Regter voor hst groötfte gedeelte, en is\'t faak, dat hy
fig te fwak bevind, foo verfoekt hy fijn Vrienden om hem
te lïQmen, helpen ; welke fig daer toe aanftonds gewillig,
en bereyd toonen , gemerkt fy alle mede een veeg uyt de Pi^«
krygen.
De Negm in het Land C\\\')n ongelykÄjier, alsdegeenydies^yjrcGeld-
onder ons woonen en dieshalven werden de geen dewelke foramens
aldaar komen te fondigen, by uytnemcndheyd fwaer geftraft.
Ik heb van boetens gehoord, die wegens\'tplegen van Over- p^TvLSn\'
fpel gegeven fijn, welke over de vyfttg duyfend guldens bedroe- ïRdcrs Ma«s
§en. Daer fijn geen Plaatfen op de Goud-Kufl, waer dat Vi\'yfwcrdeu
niet gelegen heb, behalven Acra, Apam en Corwantyn
^hoewel op bey de laatfte nog al eenige maanden , en my
^^aat niet te vooren, dat ik op alle P/öatjf», wagr ik gewoond
lieb, eenen heb gefien, dewelke foo een Rykdomin de
Weereld had, felfs geen Komng, of hy fou fyn geheele
^^Beßt, tot^e/Jmoeten maken, en dan fou het de meefte
Bbnbsp;no^
-ocr page 266-BESCHRYVING VAN DE
den, als de M/ïk in een goede luym is : want anders en fou-
de zy\'er niet veel mee opdoen.
Eerwe verder gaan , wil ik UE. niet nalaten te feggen s
als dat het geene ik U E. van ée Negers uyt het tand heb
mede gedeeld, ik fulks niet by eygen ondervinding en heb»
vermits aan Plaatfen nooyt bengeweell; \'t is alleen tTa-
men gefteld uyt httVerhaddtt Negers die daar van daan ko-
men; dog egter foodanige, die ik in die, en andere,faken
meer, wel geloof derf geven. Egter verkoojp ik \'t UE. voov
her myne niet.
DeBeurt van Icdernbsp;doct baar beft om de Möö op hctaldermeefte
\'c Byflapen tc mogen bclicven, om daar door de Liefkoftnge van hem als
onder dcWy- te winnen, gemerkt dit voor het meerendeel, van het wel-
behagen des M^kj afhangt. Dog dc meefte JV^^w maken
hier ontrent een verdecling, enom alle twift vodrte komen,
gevcnfe defe miendelyheyd^^w hun Wyven by beurten. Dc
geene,, welkers beurt het is, en datfe wel by haarMa^ftaat,
en hem gelegen komt, fo werdfe dien nagt van hemgelief-
kooft j, dog anders f^-nde^ fO ftaatfe op, fo alsfe by hem is
gaan leggen; en egter is haar-Fof^^ewri over, fchoonfc maar
als eennbsp;\'totden hals toe in\'t water geftaenhad, fon-
der van het ^aMe mogen proeven.
Een Vrouw £en Vrowiu foo gelukkig fyndc van hevrugt te werden, werd
^\'^weuift^r feer van de Ma« ge~e^rd, cn ook opgepßfi-, en is hetvoor de
ontfien en^ *^ eerfte reySj foo werden voor haar ryke Offerhanden Sizn den
\' van den Mangedaan, Op datfe wel\'bevallen mag. Dc bcdryven
ontrent een Vrouwmens , die voor deeerfremael werd^^vr«^?,
fijn fot en belaggelyk genoeg. Soo\' haaft fy van haar Swan-
ger gaan feekere kennis hebben , bren ge» fy defelve na de
Plegtigbeyd Zeekant om gcwaftchcn te werden. Dog cerfe fo verkomt,
om^icntdc werdfe de geheelen weg over, door een groote meenigte
aankomendeen Meysjes gevolgd » dewelke haar na
fchreeuwende , met alderhandenbsp;en vuyligheyd goyen »
tot datfe aan Strand gekomen fijn, wanneêrfe haar in de Zee
dompelen, en wel fcboontjesafwaft\'chen. Dit gefchied, al-
leenlijk, om dat fy wanen, by aldien het wierd nagelaten,
dat de Moeder» hei Kind, of iemand van dc naafte Vrien-
den
geen die
voordeeer-
fiemaal Bc-
vru^t is.
GUINESE GOUD-KUST.nbsp;1^7
den feekerlyk binnen korten tyd fouden moeten frerven.
Soo hacft een kind is gebooren, en dat àt Paap het inge- Veele, c»
wyd en befwooren heeft, fo krygt het, alshec wat meermals
gemeen is, drie Namen^ (alhoewel het altoos maer mctee- de KindTen
nen werd genoemt) eerftelijk na de dag van de week, opg-geven.en
welken fy geboren werden j en dan vervolgens fo heteen.S\'ooö
is, na fijn beide Grootvaders, en een Dogter na haar Groot-
moeders-, dog dit en volgen al deNf^e^j-juiftfoftriktelijkniet
na; want eenige noemenhim Â\'/Wé\'r^« wel nahaareygenfeifs,
of eenige van haar andere Vrimien. Vervolgens groeyen
met de jaren te gelyk ook ds karnen aan. Heeft iemand fig
in den Oorlog dapper gedragen, hy werd daar na genaamt.
Verflaat hy een voornaam \'Perfoon van den Vr^ï«^/jVan\'s ge-
lyken. Dood hy een verftindend Beeft, al weder een nieu-
wenbsp;Dog ik fou dag werk hebben, met aide
en van waar fy defelve krygen, op te tellen, \'t Sal genoeg
fyn te feggen , dat het getal der fommigcn wel tot twiinig
ftuks kan oploopen. De voornaamfte daar van en waarme-
de hy het meeft is vereierd, werden ten fynen lof, als hy er-
gens Wyn de Palm fit en drinkt, qpgenoemd, en daar mede
fynfe wonder wel gediend. Haar gemeeneN^ï^ïw , en waar
mede fy dagclyks werden aangefproken, is een van de geen,
die fy op hdiZX Geboorte hebben gekregen. De fommige wer-
den ook wel genaamt na \\ getal van kinderen door haar Möé^-
dertQx: weereld gebragt; als het agße, negende evïtiendekïnà.
Doch dit gebeurd maar aan de foodanige, welkers Moe-
der boven de fes, offsven kinderen ter weereld heeft ge-
bragt.
Als een Yrsww in het Antefe Land tien kinderen heeft gebaart, Affondering
fo raoetfyftgvanhaar Mß^ affonderen, en een geheel rond derVrouwea
jaar in een kleyn hutje van de menfchen af gefcheyden gaan
jvoonen, waar datfe van alles, dat tot onderhoud van haar tfenïnde *
leeven nodig is\\ werd verforgt; en nadatde gefeidetyt om renterwev
Js, en de Plegtigheden hier omtrent gqbruykelyk verrigt fijn, hebben
foo keertfe weder by den Man in, en leefd met den fel ven fo
gerneenfaam als voorheenen. Dit doen, weet ik niet, dat van
^enig Land-aard wert na gevolgt, en waarom het hier ge-
Bb 3nbsp;- \'fchied
-ocr page 268-fchied is myook onbewuft, als dat her een kygeloo\'vigjjeydiss
waar door fy het een ofhet ander ongeluk liieenen van fig te
- weeren.
Maanftondi- DtVromoen, welke het gaat na dewyfe van hun kunne,
Pnbsp;fijn voor die tijd niet alleen onrijn en afgefcheyden van haar
ty t ornyn/quot; Matsnm, maar moogen ook niet in een andermans huys gaan,,
altans niet om te vernagten. En op fommige Tlaetfen moeten
fy fig ineen kleynnaallhethuysvanhaarofV^-
i/erophouden. Dit werd wel het ftrikfle in\'t Antefe Landop-
gevolgt , als ook aan Aximke, dog ontvem Elmhm zynzec
20 vies niet op.
B»fnydenis, Op de Goud-Kufl werden de kinderen niet befneeden, uy tge-
en ean wat fonderd aan Aera^-dog waer defelve de Befnydenis3 en de an-
geflagtofnbsp;J^gj.nbsp;houden van geleide Vroa^üe/z, van daan halen,
Swillen^\' is my niet bekend: en om het tot de tyden der Joodenovty:^
te brengen, dunkt my wat te ver gehaald te fijn: alhoewel
eenige Europianen het daar van willen afleiden , voor reden
van defe hunne flelling gevende, datdeN^^^rmogvcel W^f-
ten onder fig hebben, welke raet het Jodendm een goedc.
overeenkmjï- hebben, als het vooren gefeide van de Vroz/xyf«,-
en het Befnyden der kinderen , \'t eeren van de Maan op wel-
ke tijd de %oden hun F^?^ aanvingen\\7rouxven van zyn\'s
overkdenen Broeders Huys-rrouw; en veel andere faken meer,
waar infe het raet den ander meeft eens fijn, en voornament-
lijk de quot;Namen, waar van men\'er hier verfcheyde vind reven
foo als ons defelve in het Oude Teflament voorkomen. Dog
dit alies en kan my om het voorfeide gevoelen toe te ftem-
men, niet beweegen, ik wil dan veel liever geloven ., dat
het van de M^Z^omeMWf«, herkomftigis, (v/elkttsGodsdienfi
dog een Rapfodie, of Mengelmoes uit het Chrifiendom, Jooden-
dom, en Heidendom i) en dat het van \'t eene Landfchap tot
het ander overgaande, eindelyk tot hier toe is gekomen.
Schryverdcs ^^^ tjjj. pog\'meer te gelooven werd ik door die van Ar-
aangaande. ^^^ ^^ ^^^ grootelyks gefterkt; want defelve nog huyden
gewoon fijn\',hun Koophandel eenige hondert mylen Land-
waards ïn , na de Barbaryfe Kuft te dry ven. Dies het geen
dwaling fijn (ou om vaft tc ftellen datfe ook tot in der Mo-
^nbsp;ren
afleydcn.
Gedagten
van den
GÜINESE GOUD-KUST.nbsp;i^p
reu Lmd toe gaan. \'t Geen zoo zynde, zoo was \'t ligte-
lijk te denken , dat zy van defelve egnige ftukken , raken-
de den Goc/iö/VHy?, geleerd, en na herwaards overgebragt
hadden.
Nu weder als vooren. }iAenfcheny die fig (ten minften Oquot;-
\'voor een tijd,) buyten het Getrouwde leeven- houden, wer-
den hier ook genoeg gevonden, ioo v^tWroimsnzXs, ^JA/tan-
nen\'i (dog egter ongelijk meerder van de eerfte, en dat om
twee redenen , die ikdadelyk fal melden,) en des niet tegen-
ftaande, fiet men weynig N^gm fterven, of het moeft heel ^ ^ ^
jong fijn , die niet getrouwd fijn geweeft. Dz Mannen trou-
wen fo haaft zy de onkoften van de Trouw konnen opbren-
gen j en vermits dit voorden Gemeenen-man feer weynig is,
foo raaken defelve ai heel vroeg aan\'t Voorname
den kinderen, dewelke ryke, en hen toegeneygde Vrienden
hebben, en die het dieshalven aan geen Geld en ontbreekt,
■fijn veelmalen al getrouwd, eerfe eens ter deegen weeten wat
een W/;/in heeft. En by aldien eenige huyshoudens fig met
den ander willen vermaagfchappen , foo trouwen fy hun
\'Kinderen al van de Gahoorte af aan malkander , - waar om-
trent geen andere Plegtigheden gehr\\xykt. werden , als dat
de Ouders desweegens met den ander evereen gekoomen
fijn.
De redenen, waarom denbsp;hier langer ongetrouwd Reden waar-
blyven, fijn eerft, om dat fy in \'t vrye Leeveni en de om-
helfingen van veele en verfcheyde M.ansperjoenen , meerder j^jj^fte^ong^
vermaak en genoegen fcheppen , als van een alleen, alhoe-trouwd bly-
wel dit flag van Vtouwen gemeenlijk aan den Gemeene-man\'\'^\'^\'
Stouwende, fig dog felden met den felven alleen vergenoegd
bouden.
De tweede reden is j de veelheyd van het Vvouwelyke ge- Veelheid vaa
flagt, mits hier ongelijk meer Vrouwlieden als yiannen wer- Vro iwcn
den gevonden, en daarom moetenfe ook fokng wagten, tot quot;
dat haar iemand komt te eyfchen. Dog dit wagten en verveeld
quot;äar in geénen dcele, wijlfe önderwylen da.pper in Grasduy-
gaan, en\'er de Moeft uYt houden , te meer om dat haar Hoererjis
«et felve tot geenßhande wetd gerekend; nog fy en mogen Wergeea
ichand.
OOrv
-ocr page 270-20Q ^ BESCHRYVING VAN DE
ook voor geen Hoere» werden uytgefcholdcn, mits dat nog.
een affonderlyke te^fm»^ is» waar van dadelyk. Al fchoon
deroorfeyde W^-ü^K dus eenige jaren agter den ander hebben
gearbeyd, fo fijnfe daarom niet een hayr te minder, maar
krygen te fyner tyd nog al een iJPJ^rt«.
in ée Landen van Eguira, Ahocroe, Ancohery jixitn. An-
te, m Mom, heeft men Vrouwlieden , dewelke nooyt cn
trouwen , en die maar eeniijkHofrf« mogen genaamt werden,
defelve werden totdat Ambagt ook wel feeftelyk op de vol-
„„„enis • gende wyfe ingewyd.
J; H n e Wanneer dc tJHancevos fien , dat haar een algemeene
fij^, enhoe-Ho^r ontbreekt, foo gaanfe na de Cahceers met verfoek, dat
danig fy tot defelve\'er een voor \'t Gemeen willen koopen , dewelke dan
dieHantee- ^^^ Slavin, die wat bups is, fien in te koopen, of ander-
-quot;quot;^ewvd finds doen de Mancems de koop wel fclfs. Dit Yrouv:mem
\' dan van wienfc ook gekoft mag fijn , werd op de openbare
Markt gchxzgty nevens een andere (^ie in dat AmbagtaX
volleerd is )om haar te onderrigten, waar na zy fig in \'t toe-
komende fai: hebben te gedragen. Dit volkomen verrigt
fijnde, foo werd de Nieuweling met ^^zrie befmeerd, en
voor h^zt ccxn^c Offerhanden gedaan, op dat fy in haar toe-
komende Staat, msLg gelükkig Cijn, cn ireel Geld winnen. Als
dit mede gedaan is, fo komt een kleyne Jongen, die tot het
MinnefpelGog oi^equaam is, welke in \'t openbaar, voor \'t
gefigt van dc geheele wee-rcld, en alle, \'t fy jongo£daar
tegenwoordig met dit Vrouvmens in fchijn te doen heeft;
waar meede fy haar een indruk willen geven, datfe van nu
af aan gehouden is, om een iegelijk, die tot haar komt, tc
ontfangen, fonde^r felfs dusdanige Jongens uyt te fonderen.
Het^f/vanden Jongen ovevnbsp;foo werd haar eemgc
treeden van de weg af, een kleyn hutje opgeflagen, waarin
zy zig (Igt d tien dagen\\2S\\% moet ophouden , en zig aldaar
met een iegelijknbsp;die tot haar komt, vermen-
ge«. Hier na Jirijgtfe de eer»aam , van Abelcrè of Abele-
cré \'t welk een algtmeme, of openbare Hoer, beteekend. Men
befleld haar vervolgens een woonplaats, by een van-kaar Meef-
ters , of ook wél\'alleen aan een afgefonderde oort van \'t
Dorp!
Vrouwliedc
aan wien dc
naam van
Hoeren
maar alleen
GUINESE GOUD-KUST.nbsp;201
Do»\'^gt; mogende zy voortaan, en haar geheele leven lang,
\'t gebruyk van haar lighaam aan niemand weigeren, hoe
weinig loon defelve haar ook willen geven j \'t geen felden Hoerenlo®n
de waarde van een ßuyver te boven gaat: \'t enzy, datfe ie- hee! gering,
mand foo wel mogt gevallen, die haar wat meerder gaf:
doch dat is zyn beleeftheyd , waar in niemand is gehou-
den.
Ieder Dorp in de boven genoemde Landfchappen, hebben
ecn ftukof^iy/gt; van defe elendige Schepfels y al na hun Gemeen-
fe groot is. \\Geld datzy kómen te verdienen, brengenfeaan j^^e^ßers!
haar iJHeeßers, die\'er haar dan meede foo veel van uytkee-
ren, als tot onderhoud van haar lighaam, en om fig van Klee-
te verforgen, van noden is.
Elendig fyn defenbsp;wanneerfe na eenige tijd, door p,
Vems-ßekte werden aangetaft; \'t geen felden lang aanloopt:
want, gemerkt zy dagelijks met fo veel, en verfcheyde men- Vrouwlie.
fchen moeten omgaan, waar van de eene rein en de andere be- den, foo
fmet is, fo loopen fy geftadig gevaar. En in dusdanigen gc-nbsp;^
val moeten fy in haar onreinigheyd vergaan, wyl het heel fei- siekrenwer-
den gebeurd\', dat iemand het fig aantrekt, of haarentwegcn denaange.
met eenige ontferming werd bewogen, felfs niet haar eygen
\'^eeflersy wienfe in eigendom toehzhooten. Want foo haaft
de winften maar komen op te houden, trekken die\'er de
handen van af, fonder dat fy \'er eens meer na om willen fien,
en dus krygen defe arme Sehepfels ten elendig, en rampfalig
eyn^ie.
Dog foo lang fy gefond, en in haar fijn , werdenfe in Doginge-
hoogagting gehouden. En men kan een Land oï Dorp geen
ïfteerder leed toevoegen, nog gevoeliger treffen , als met de- fij\'na^ewer-
Hoeren ïn verfeekering te nemen. Als, by voorbeeld, fo denfchoog
de Koopman van ^xim verfchil met fijn onderhoorige N^?- g^^g^\'
krygt, foo kan hy haar niet eerder of ligter tot reden
dwingen , dan dat hy , als gefegt is, defe Hamp;eren by dekop
laat vatten, en binnen fijn Fort houd: want fo haaft komt
^iilks de Mancevos nkt ter ooren, of fy gaan raet een opge-
ïoge z.?il na de Caboceers y om defelve met kragt aan te fetten,
^it fy den Koo/ffïfï« voldoening moeten geeven^ en met hem
C cnbsp;ver-
-ocr page 272-20O BESCHRYVING VAN DE
verefFencn, om daar door haare Hom« weder in vryheyd
temogen krygen. Datfe dit foo kragtig voortfetten, isr
om dat de geene, welke geen eyge Wyven hebben , gedu-
rende \'t gevangen fitten der Hoeren, honger moeten lyden,
ten waare fy fig met gevaar, by een andermans Wyf wilden
vervoegen. Hier van kan ik met goede fekerheyd gt; en eyge
ondervinding fpreeken: alfo ik\'er meer dan eenmaal de Pre«/
van genomen heb: want de eene ty d vyf a fes Caboceers verfee-
kerende, enèezxxêitMQtydmee a drie Hoeren,ioia-gik, datfig
met de eerfte by na niemand, dan huneyge Grienden, bemoey-
den i daar in tegendeel voor de laatfte het geheele Dorp op
de been quam, en een ieder, fehoon hem niet rakende, voor
derfelver vryheyd in deweerwas.
In dc Landen van Commany, Elmina, Fetu , Saboe, Fantyn
nouwu^ en fo voorts, heeft men gefeyde Hoerew niet, en egter hoeft
Wyven zyn ggn vry Gefel da.3ir niet verlegen te fijn : want\'er nooyt onge-
meettalle ^^ouwde Vrouw luy den Ontbreken, en die fijn bynaalle, lon-
dngTndequot;^ dcr vcel uytfondering te maken, t\'en fyfenogheel/o«^fyn,
de naam niet Hoeren\', en eenlyk maar met dit Onderfcheid, dat fy\'er de
van,cnbly- y^aam niet van voeren , cn met de Jongmam over \'t loonmo-
fsB M^\'r. geil verdragen , ook datfe niet gehouden fijn een iegelyk
te vergunnen, maar dat fulks van hun welbehagen
afhangd. Dog\'t Zoo« belangende, fy laten fig met fowf-
jï/g vergenoegen, dat daar felden «y^^cM over valt. En of
dit tot gerief der Jonge Luyden nog niet genoeg was , foo en
ontbreeken\'er daar en boven geen oude fj^atroonen gt; de-
welke een gtheelenbsp;ofnbsp;1 van dit flag
Onge-
trouwde
1nbsp; Ik weet niet ivat feeker Fotslapfer tot Utrecht teegens dit
woord heeft) of hoedanig het den felve wil genaamd hebben»
noem het Queek-School 3 en niet finder reeden» om dat\'er de Meys-
jes van jongs op aan wier den geleerd en onderwee/en, is \'f niet in
\'t goede» het is inquot; t ^uade» en daarom ik voor als nog niet fien
Mandat ik het hier een quade benaminggêgeven heb ysn daarom füllen
tay het die ook lateu houden i tot dat defin Sigmor Siftet) msan-^
ders pnderrigt fal hebbent.
GUINESE GOUD-KUST.nbsp;203
van Volk opregten, en de mooyfte voordagtelyk voor den
verleg,en man opvoeden.nbsp;,
In^\'t Landfchap van Fida, en daarom heen , in al de Ar-
drafe Landen, heeft men meede de voorfeyde gemeene Hoe- ^^^ ^^dr^fc
ren in een grote menigte, en voor nog geringer prys als op Landen,
de Goud-\'K.uft, In \'t Fidafe Land heb ik een menigte van
hutjss gefien , niet langer dan Hen voeten, en omtrent Jes
breed, ftaande het geheele irtwJdoor by de grooteweegen.
Hier in moeten fig gefeyde FrouvjUeden op feekere dagen
van de week,\' laten vinden, om een iegelyk, die \'tgevald,
te gerieven. En terwyl defe Landen fonderling VolkrykG.]p»
voornamentlyk van Slaven, en dat de getrouwde Wm« hier
wonder kort werden gehouden, foo moeten defe Vrouwlie-
den op die dagen fwaare aanftoot lyden. En men h.eeft my
willen verfeekeren, dat eenige van defelve war fraay van
\'Leeß zynde, op eenen dag met dartig Manspetfoonente doen
hebben. Of die nu haar bekomft niet konnen krygen ?■ founbsp;^^
men aan Lmö,by aldien fy nog in wefenwas, mogen vrar \' -
gen. Ik fal, als my des niet verftaande, niet onderwinden
om\'er het oordeel over te vellen.
Het fehij\'nd fchier ongelooflijk, en egter werd\'er hier met berden tot
aan getyffelt. Haar loon, dien fy hier mede verdienen, be- die Hantec-
ftaat in drie norentjes, alhier Boes jes, en by ons Caurits ge-nbsp;quot;quot;
naamt, bedragende daar te Land ontrent de waarde van
twee duyten. Dit is een gefette prijs, en hier van moeten ly ^yke en ver-
leven en befiacm, ten waare fy buyten dat nog eenig Yiand-
werk konden doen , om iets over te winnen: want terwijlfe
aan niemand toebehooren, foo en fiet geen Menfch na haar meen ge-
om, fy en werden tot dit Ambagt ook niet ingewijd als op fchonken.en
de Goud-Kuft\', maar voorname of ryke Wyven oph^ar Sterf-
^ciiieggende, koopen eenige uytlandfe Slavinnen, die ly, voor hebbc.
óm tot defe hanteering gebruykt te werden, aan het Gemeen
fchenken. En hier mede meenen die j^w/ery, datfe werken
Van barmhenigheid doen, en dit verftrekt haar, fo ik een ge-
lykenis fo verfcheiden van den ander, alhoewel van een en
het felve oogmerk ,mag maken oor Zielmißen als by dePapif-
Gy, nog ik, füllen, na mijn gedagten, het oordeel
\' ^nbsp;Cc 2nbsp;vel-
vellen, welk van beiden meerder vrugt aan den gever fal
doen. Wy füllen haarlieden daar liever felfs voor laten for-
gen, cn maar alleen feggen j datdefe j^w/reww« hetfig val-
telyk inbeelden en niet en twyfïelen , of het fal haar in het
andere leven werden vergelden. En hoe meerder//oere» fy
voor het Geween koopen, hoe grooter vergelding fy fig belo-
ven hier namaels te füllen ontfangen.
\'t Eynde van deefe /ïöf; Ê\'K is gt; als op de Go«J-.^«/?, te wee-
ten, arnii tn elendig, en nog te meer , om dat fy hier gro-
ter torn moeten uytftaan, daarom ook des te eerderftek en
hejmet worden, emwaar door fy ook nog heel jong ü\\x\\ót\'m
de Poel van y^cÄ^ro«gedompeld en verfmoord werden : fijndc
felden fo gelukkig, datfe tot een redelyken Ouderdom gera-
ken.
Redenen des Nn, hégt; ik UE. Myn Heer en waerde Frl£ndy lang en
Schryvers breed ondcrhouden, wegens het Troatura der iVf^crj, en al-
TTe\'^cfo lês opgedift en voorgefet wat de^iH/^^/van Ff«aj alhier uyt-
JjfjJltante levert. Ik foude my fonderling bedrogen vinden, by aldien
wijs heeft JJE- myn maniere van fchryven, doorgaans in defen ge-
opgcftejt,cn bruykt, quam te laken. Want by aldien ik maar dealdcr-
vcrhandclt. j^jj^fte bewullheyd hadde gehad, dat E7£. tegenwoordig met
de oude ftyve deftigheid waard befet, fijt verfeekert, dat ik
my fel ven verwrongen, en als geweld fou aangedaan hebben,
om het op een fediger manier te hebben mogen behandelen.
Dog ik kan my niet verbeelden, dat UE. foo fchielyk van
imborft foud verandertfijn, dieshalven aanmerkendedeÄo/,
welke in fig felven/o^^, en geheel dferlyk is , en daar ne-
vens my voorftellende, van vyat drift UE. voormaals fijt
gedreeven geweeft, namentlyk, dat ÜÊ. en ik, veél liever
van die faken op ten Raillante v^i)^ hebben willen redeneren,
als\'er ons eenigfints mede tc befoedelen, het felve voor de
Sluypers, (waar van het fpreekwoord fegt, flille-vjatershebben
diepe gronden,) overlatende. Dit is dan de reden dat ik het
op gef(?ide Leeft fchoeyende, foodanig heb verhandeld,als
het 17en my voor defen heeft konnen vermaken. Dies
ik ook in antwoord defes UE. fijn toeftemmingengoed keu-
ring, bier op te gemoet fal ficn, aan het welke ik fo weinig
twyffel
-ocr page 275-GUINESE GOUD-KUST. joj
twyfïel fla, als UE. behoeft te doen, van fig te terfekeren,
dat ik nooit gebrekig |al bevonden werden, om van gant-
fchcr harten te fijn, amp;c.
Eynde van den twaelfden Brief.
P. S. Indevoorrceden van dit Bock , en het flot van defen
twaelfden Brief is wcl te fien , als dat het my niet vreemd
te vooren fou komen, al quam den inhoud van dien aan
eenige wat aanftootelyk te vooren, het is even ook fo uyt-
gevallen ; maar aan wat voor flag van menfchen dog , van
de geen\'die wijdborftig en openhartig in de weereld leeven,
cn fcnder ergernis te geeven een ieder faak met ^lyn eygen
naam noemen, geenfinds: maer van fodanige femelkouifcn
waar over den Ridder Montagnete zynen tyde al heeft ge-
klaagt, dewelke of in een eenvoudige onnofclheyt, of ver-
foeyelyke fchcinheiligheyt fteeken, endie geftadig in den
mond hebben, dat\'er van ieder ydel woord \'t geen der gc-
fprooken werd, rekenfchap fal moeten gegeven worden; dog
ik en fou haer nog niet eens wülcn toeftaen , dat hier een
ydel woord in te vinden was; daar meen ikhebben wy forg
Toor gedragen; dog dat overgeflagen, de eerfte kan ik het ■
toe geeven, als die het feggen in haar onnofelheid, en uyt
een goede meening, nog niet eens weetende wat vryheyt
ons, ora van fodanige dingen te fpreeken toekomt, want
mogenfenict genoemt worden , vrat docnfe dan met een
naam, en hóe komenfe aan defelve, waarlijk in den begin-
ne is het alfo niet geweeft, maar toen raochtmenonbsvreeft
cn openhartig van alles fpreeken, fonder vrcefe van kuyffe
ooren, fo men nu fegt, te quetfen; en het is niet anders als
Voor een ingefiobpe misbruyk te agten dat men jegenwoor-
dig onderfchéid in het een of ander te fpreeken maekt, wel
is \'t waar, dat men fig fo veel doenlykis moet voegen na \'t
algemeen gebruyk, en dat een ieder fig vooronfinnig te fijn
ïïioet wagten, dog hier mede geloof ik niet datwc befchul-
digt füllen worden, maar laten die Scheinheylige beefteni
dat ik haar een naam na verdienfte geef ^ welke het werk wel.
206 BESCHRYVING VAN DE
maar niet dat men der v^n fpreekt,mogen veelenj even als
het Menitte Siisje, dat in een ftoep gecarrefleert wierd, en
teegens haar Lief j vraagsgewys fei, wat Jouden de Go dloofen
niet wel feggen? meenende daar meede de geen die fo fchyn-
heylig niet en leefde als ly, alsfe ons eens in dusdanigen ftaat
vonden; dog ditin farenthéfis, en weeder beginnende daer
we het fb even gelaten hebben, fofeg iklaatfemy eens aan-
tonen waer in ik myn te buyten heb gegaan, en wat uytdruk-
kinge ik gebruykedie men ingewyde Schryvers, ik gefwyge
felf de H: Schriftuur niet en fou vinden, weeten fy wel dat
het onderfcheyd maer ee;ilyk en alleen beftaet dat het van
gefeyde Schryvers zeedig, en van my boertende werd ver-
handeld, en\'geen wonder, want fo wel als de gevallen die
meft verhaald verfcheyden zijn, fo zyn ook de uytdrukkin-
\'ge en maniere van verhandeling verfcheyden, dog dat en
belet egter niet dat de woorden fowel van den-een alsander
defelfde betcekenis hebben ;maar w aar op hebbenfe het fo ge-
laden , laat ons dat eens gaan befien, is het over pagina 1
daar ik van dcHoornbceftenfpreek, isdatfovuyl, ikmeen
het felve jegenwoordig wel zó gemeen en bekend by ons te
weefen, dat nog Paapfe Klop, of Geufc Quefclnietonwe-
tende van het lelve fijn, of is het mÜTchienoverde volgen-
de pagina, fo gefchied het maar van de Vrouwtjes, die ik
eenififinds fchijn verdagt te houden datfe haar Mannen een
quaden part fpeelen, maar myn alderlieffte harten, die der
geen fchuld toe heeft behoeft bet fig immers niet aan te trek-
ken, en de geene die mede haar beft doen om hetgrootcgild
te yermeerdéren, en ken ik dog niet, en genomen daar wareii
der al eenige aan myn bekend, fo en behoeven defelve dog
voor my niet bedugt te zyn, als wel weetende hoe ver men
die fwakke vaatjes te gemoet, of te hulp moet komen; heeft
men het ook op het Regtsgeding van den eerwaarden ouden
Raad voorfien, dat is immers fo men hier fegt genoeg be-
wimpeld, en ik meene dat het hier voor de Regtbanke fom-
wyle nog vry naakter en klaarder werd verhandeld} delif-
tigheydder Swarte Vrouwen, waarvan ip^eni^^ gefpro-
ken word, kan ik ook niet fien dat de betamelykheid te bui-
ten
GUINESE GOUD-KUST.nbsp;207
ten gaat, en ik gelove dat \'er in ons Land weite vinden fijn,
die in dat geval de vlag voor defelve niet en foude willen
ftryken; om het mededogen dat ik met de Vrouwtjes heb,
dent ik althans niet dat men my fal haten, nog ook niet
dat ik van de volgende licfkoferye fpreek, maar pagina 200
1. 2. endrie, feggen fommige, daar werd al te na^kt enklaar
de ronde waarheidgefchreven, wel, is het de waarheid, ge-
lyk het onwederfprekelyk is, watfwarigheid dan? men zegt
wel, de waarheid wil altoos nict gezegt of gefehreven zyn;
dog dat is een valfc ftelling en genoegfaam een misbruyk en
vind hier ontrent ook geen plaats maar fegt my dog eens
die hier zo veel tegen heeft, hoe, eerft vaft ftellendedatik,
zonder iets onaangeroerd te laten van alle de zeeden enge-
woontens der Negers zullende fchryven, hoe vraag ik, of
op wat wyze dat ik het zeediger zou können behandelen,
vind gy der wel een vuyl woord dat niet gezegt mag wor-
den in? immers neen, wat ontbreekter dan dog? niets an-
ders denk ik, als dat het met u vieze zinlijkheid niet over
een komt, cn daar bekreun ik my feer weynig mede, ik heb
het na myn, en myner goede Vrienden fmaak gefchreven,
ftaat nw dat nict aan, daar is weynig aan verbeurd, eigend
Uw toe, dat ik in de voortreden van dit Boek heb gezegt,
te weeten, dat gy\'t gefeyde moogtoverflaan, of niet alleen
denken, ne maar ook vaft ftellen, dat ik niet voor uw ,
maar voor menfchen die, als men zegt wel wit mogen fien,
gefchreven heb, en daar mede wil ik uw , nevens welvaren,
ook een fpoedige verlofting van uw geveynftheid toewen-
fchen.
BE-
-ocr page 278-VAN DE
Waar by gevoegt is,, em net verhaal van den
En een generale Befchry ving van de SUye-IQiJl,o£^rdrafe
landen, mitsgaders een omlandfe w door den Schrj-
\'^er inden jare.A^an 1698. gedaan, na % de Gabon,
Oaho\'Lom di Confahs^, dcMUnden wmSain^
Tme en Unmhoa, en wederkomft op de
Goui-K^fi*
! \'
-ocr page 279-^Pag. I,
VAN D E
D E R TIE N D E B RI E F,
Is eerft fpreekende hoedanig de Negers fig omrent éen fieke gedra-
gen. Verlaten fig niet op de Geneesmiddelen alleen , maer offe-
ren voor den fieken; en viat. Dankbaerheid naer herft,elling aen
de Geneesmeefters. Verandering van Heelmeefier ■gt; en nieuwe of-
ferhanden ; van \'s gelyken van de dienaers der blanke voor hm
Meefters\', van deMoXzttinnt voor bun Mannen-, werdvanee-
nige Europianen goedgekeurd. Genee$middelem en der Jeher gé-
bruik, quot;t gunt met de quael (chynt te ftryden j en -werd egter
\'goed bevonden. Groote kragt der groene Kruiden in fiekte , en
felfs ook voor wonden j onderjoek waerom den kranken overhe-
den is, en een geval deswegen met een van des Schryvers fijn
dienaers, \'t Vragen aen den Dooden, en Afgod, en wie er ant\'-
woord, h Schryven van Jommige, dat de Negers de Duyvel om
raed vragen, wederfprooken. Hoedanig \'t vragen aen den Doo-
den gefchied, \'t Kaal fcheeren en gebaer maken van de Wyven o-
ver \'t affterven van haerliedev Man. Ryniging van doode lig-
haem. \'t \'Beklagen van Rouw met gefchenken, kleeden, en op-
fehikken van den Dooden- Hoe het Lyk werd begraven, l^ragti..
gen uitvaerd van voorname perfooneni en op wat wys fy defJve
fonder te rotten eenige maenden boven de aerde houden ftaen. Men-
fchen voor defelve geofferd, en wreedheid daer ontrent, van den
\' Schryverfelfs bygewoond, ^t Bouwenvan een hutje bovenst Graft,
en V fchryven van fomtnige deswegen, wederfprqoken. Verjaring
\'ifan den uitvaerd. De Negersfijn gaerae in hun Vaderland be-
gï\'ö\'yf«, of dat anderfints haer gebeente daer word gebragt, en hoe-
mjanigdat gejchied,
II. Deel.nbsp;Anbsp;MYN
-ocr page 280-BESCHRYVINGE VAN de
MYN HEER,
Edert. mynen laetßen voor outreat een maend
voorleeden, ben ik vereerd geworden met den
uwen van den 25..... Men fegt voor eefl gemeen
Spreekwoord: Larig vafien fpaerdgeen brood. Dat
__feifde bevinde ik tegenwoordig waer te zyn j al-
fó beooge £/£. in\'t ftellen vm gejeide Bpef y de penne van
een vaerdigen Schryver hebt gehad; en waer mede [/£. de
•klagte van mynen laetßen ter regtet tyd fyt voorgekomen. Ik
houde my dieshalven volkomentlyk voldaen , fonder l/£.
meerder verantwoording of verfchooning wegens V E. nala-
tenheid nodig heeft by te brengen. Synde met eenen verblyd
UE. en Mejuffrowu), UE. 1x1 aerde Huisvrouwsgefontheid te
mogen verllaen. Ik bidde den hemel, UE. gefamentlyk nog
een reeh van jaren daer by gelieve te bewaren.
UE. verkondfchapt my onder anderen mede\'t ontfangft-
myner brieven van den ...... makende met de de vier voorige
de\'geheele verdeeling van defe Kuß uyt. \'t Is my lief en aange-
naam, datUE. vergenoegt fyt met de verklaringen ope-
ning, die ik UE. van onfen handel hier ter Ku/i heh ge-
geven: temeer, omdat UE. met my van een en het felve
gevoelen fyt; nevens de belofte welke IZE, my doed, om \'t
ontwerp, dat ik tot verbetering hebopgefteld, ter tyd en ge-
legentheid te füllen voordragen. Ik wenlche UE. geen ande-
re van de geene, waer mede UE. gefind fyt \'tgefeide te ver-
handelen, als dat 17^. die van fodanigegefteltheid moogt vin-
den , dat UE. voorftel ingang by Haer E, E. mag vinden , en
dat\'er dienvolgende fodanigen beßuit over gemaekt mag wor-
den , \'t geen ten meeften voordeele van de Maetfchappy fal
worden bevonden.
\'t En komt my gantfchelyk niet vreemd voor UE. verwon-
dering wegens de Regeering defer Kuß; ik en twyfel geenfintsof
een iegelyk die \'t hoord, fal door de ongeregeltheid van \'c
feive als opgetogen zyn. Ik prys UE.vmnemen Äen aengaende
mits hopende dat het van een^of^/^e-yo/g fal zyn, anders zou
het my leed zyn; niet alleen, dat ik het aen 17£. had voorgefteld,
;nbsp;maar
GUINESE G\' O U D-K U S T. gt;
maer ook, en voornamentlyk, dat üE. daer ontrent fonder quot;jrîtgt
foud moeten arbeiden : dies nogmaels fegge, ik verhöpe het be-
fte, en dat ik UE.goede voortgang dsLttin fal mogen veriiaçn.
De btieven die ik tfedert de geene welke £/£. reeds van my
inbsp;hebt ontfangen, vervaerdigd, en £/£. toegefonden heb, fyn
vyfin \'t getal-, behelfe nde cier felvèr inhoud als volgt : Deeer-
quot;iÏQ handeld van de ongefomheid dejes Gevjefis -, eniuaerd.felveon~
fes oordeels uit ontfiaet. De twQtde fpreekt ivijd en breed van den
aert en z,eeden der Inwoonders deefes hands. De derde bevat hatr-
lieder geheelen Godsdienflitn de v ierde hare RegeerinpOi)rlogen,en de
magt hunner Koningen. Vervolgens is de vyfde o/laetfte fpreken-
jnbsp;de van hare manier van Trouwen, en dat daer na eenigfintsgelykt.
Ik hope àât UE reeds eenige derfelver fuît ontfangen hebben,
en dat de overige t\'fyner tyd fulien volgen; dog of een of ook
wel meer het ongeluk aentröften, van niet te regt te komen j
fo fende ik de affchriften van alle defelve hier nevens.
De dood, een uiteinde van \'s menfchen handel hier beneden fyn-
de, fo fal ik met daer van te fpreken ook een einde vande be-
fchryving defes Gewefts maken, en \'t geen kortelyk de fiofe van
defe zal zyn j \\vaer na ÜE. nog maert/nV^rV^rue^rhebt te ver-
wagten, waer van de eer^e fal fpreken vzw het viervoetig ge-
dierte defes Lands ) {ó wilde z\\s tamme. De tweede vamp;n de
vogekn, quot;t kruipend gedierte, gehrve beesjes, en de vijjchen: eti
de derde van de hierlandfche hoornen, en der felver vrtigten j mits-
gaders v^xi \'koorn en \'t ander veld-gewan en\' fo my dan nog iets
in den fin fchiet, fo fal \'t\'er werden bygevöegdquot;: waer mede
UE. fig dan kond vernoegen, en vrolyk maken.
Komende dan tot de verhandeling viin onfe voorgenomene
\'fivf, fo laet ons eens befehouwen de gebruiken der Negers on-
tvelt hzer fiekte, fterven en begraven.
leiiiOTd van de Negers hier te \'Lznd fiek werdende , werd Hoedanig de
Van de fyne vlytig genoeg öpgepaft en gediend, fo veel Çyr\\flaat ^n^eî^® gf^
en vermogen-ïïamers lyden mag: want terwyl ik kier voren ge- fieke gedra-
fegt heb, dat de Negers fonderling voor dedoodvreekn,wzer gen.
iii fy ook fo byfter grooten ongelyk niet en hebben : als fyn-
de het aen haer mede niet onbekend , datmen maer eenmael
^^ fterven heeft, om voor altoos in \'t vergeetboek teraken; fo
A 2nbsp;fui-
-ocr page 282-4 BESGHRYVINGE VAN BE
lenfe niet nalaten, ora alles aen te wenden\'t geene fy meenen
tot het uitrekken van haer levensdraad fou mogen dienen : en,
byaldien fy fo wel, als de eu4e-Grieken , kennis aen die drie
Gefuflers denbsp;hadden, ik ben verfekerd, dat die haer
njoornaewfte Goddinnen fouden zyn , en welke fy met de meefte
offerhanden fouden vereeren.
\'t Eerit dat fy in tyd njanfiekte ter hand nemén, \'fijn, gelyk,
overal in de geheele wereld, de Geneesmiddelen, hoewel fy de-
felve alte kragteloos agten om daer door alleen by levenden.ly-
ve te können blyven , en h^Lcr gejondheid wederom te mogen
bekomen ; en dieshalven moeten\'er kj-agtiger middelen ter hsLnd
genomen werdep , altoos die fy voor fodanige houden , be-
ttaende wederom in \'t plegen van haergevooonlyken Afgodendienft-.
en t\'eerder komenfe hier.toe, wylde geene, die hier teX^WÊ^
de quot;Rol van \'Heelmeeff er fpeeld, te gelyk ook Feticheer,,, of
Priefter is; dus het defelve niet fwaer valt om dc vrienden wys
te maken, dat de fieke niet kan geholpen , of weder gefond •
;Worden, ten fy voor hem aen den Ajgod met een offerhande
verßening y^^td. gedaen; en vermitsfe hier toe uit der aert feer
geneigd zyn, fo fynfe aenftonds op \'t feggen van den Priefter
gereed; bidden den felven vervolgens om den e^/g^ te wil-
len vragen wat fijn begeerte is. \'Dc Priefter laet fig hier op niet
lang nooden , wyl\'er voordeel voor hem in ffeekt ; waer-
om by met den eerflen fyne bedriegeryen werkflellig maekt :
en na het felve verrigt^e hebben,, belaff-hy dcvrienden datfy
een Schaepy Varken, Hoendersy Hond oi Kat, of wat hem, in
den fin koomt, moeten offeren\', fomtyds ook Gmd, Kleede-
ren , Drank, en andere jraeye faekjes meer; \'t geen alles gerigt
is na dat de middelen van de geene die hy bediend , fig uyt-
ftrekken : want hier ontrent g2Lcn écïc £edriegers nog al vry
befcheiden te werkj overleggende, oidc menjchenin ftaetfyn
om defe o»^o/?f« te können dragen; en gaendaer mededeie-
Zci^e/is/eMib^i fommige godloofe RoomJche Prieflers te boven, wel-
ke meenigmael door \'t veel eifchen en vorderen voor hare Mis-
oberhanden, veel lieden kael en beroid maken.
\'t Geen dan, als gefegt is, door den Priefter wovdgccikht,
brengen denbsp;met de meefte goedwilligheid des werelds
GencesrRiJ-
deien te
fcraereloos
van haer ge-
agtom al-
leen door \'t
felve een fie-
ke te herßel-
len:
raaer öfteren
■?oor defeh e
sen dc Afgc-
iien;
fin wat.,
GUINESE GOUD-KUST. $
toe; die\'er fig dan ook wel van weet te z^eegenen. Is \'t faek .
dat den fieken kort hier na door eenig toeval, \'t fy door de kragt
der Geneesmiddelen, of door fyn goede w^fMer geholpen, gejond
word , (o cn blyk dm Heelmeefier, oïTaep , ook gantfchelyk
niet onbeloond. Want de Negers fyn met die ondankbaerheid,
waer van de Heer WillemGodjchalk vanFokkenborgons.hetls.tx-\'
dig befchuldigd, niet befet, dat fy de Doßoorj-als de Da/W
fouden haten, fo haeftfe maer flegs^i-^f^/e« waren. Offo als
zyn Ed, legt:
Egt; at al de Menfchen in\'t gemeyur
De DoElers als de Duivel haten,
So haefl z.y flegts geneefen zyn ,
Men heeft reden om dat Vers t\'eeneraael om te keeren, en Vers-om-,
te; feggen , dat hier denbsp;\'t gemein de Doßoorj tot fetting
den hemel pryfen, fo haeft fy flegs geneefen zyn.
Maer gebeurd\'t, dat deesfyndueren, of
wel dat defelve wrizrgeri, fo moeten\'er op nieuws o/èrA^W^«
worden gedaen , en dat met nog vry meerder onkoften als te
voren ; welk o/è/eii fo lang duerd tot den ßeken wedet geneequot;
fen is , of dat den felven onderwyl koomt te fterven.
Veelmalen werd den Heelmeefler ook wel afgedankt, en een
ander in fyn plaets gefteld en aengenomen; welke dan weder vanHeel-
itan nieuw af aen begind, en fyn voordeel metfyns makkers on- meeft««;
geluk wel weet waer te neemen.nbsp;\'
Desfelfs eerße werk is, als de Heelmeeftersgtmterdykhy ons,
om alles, waer mede de andere gearbeyd heeft» te veroordeelen,
en den felven van onkunde in fyn kunft te befchuldigen, waer
op het of eren weder op nieuw met feer ^roofe o«amp;lt;yïe«aengaet: cn nieuwe
want dtes nieuwen gafl, vreefende voor gelyk ongeval, als fyn ofiFerhao- .
Vborfaet is wedervaren, ^.^«■^eöt/figintydsfoveel immers doen-
lyk is, cn dat met foßimmeftreekeny dat fy\'er meenigen Eu-
ropifchen Heelmeeßer\' (alhoewel ook-arg genoeg) mede fouden
befchamen. Trekt u dit niet aeus CMyn Heer, \'t word van
, als wefende van dt vroomen, niet gefeg;t.
Het-veranderen van Heelmeefters gebeurd fomtydsnbsp;en
merrnaleny en geftadig by vergelyking met meerder ow^o^e«
by ons; fy nde de Negers fo wonderlyk gefet op het offeren,
ó BESCHRY^?ING VAN DE
\'t geen dc- dat fy\'er de Papen fomtyds als toe dwingen. De JOngèns j
Swarten, in welke de Blanke dienen, en weten dat fy een goeden Beer heb-
dienft dernbsp;füllen, fo haeft den felven maer iets fcheeld,aenftonds,
de?foTd« fonder deffelfs weten , by de Faep gaen , óm eenige offerhan-
ons weten, den voor den felven aen de Afgoden te doen , op dat hy we-
ookvoornbsp;tot géfondheid komen. Verfeheidemalen hebben wy
hunne Hee- ^^ bedden of in de kamers eenige voorname perfoonen uit ons,
,ïijnfedo°enquot; als èen {e\\ven onjerleden was, door eenige door den Priefier be-
fwoorene faken gevonden , welke door deffelfs bediende aldaer
gelegt waren,op dat het haer Meer van de dood mogt ver loffen :eia
om datfy weeten dat wy\'er qualyk over te vreeden zyn,fodoen-
fe het altyd fo verborgen en geheym, dat het ons onmogeiyk is
om\'er agter te können komen voor daf den kranken overheden is,
en fy geen tyd hebben gehad , om het aen een kant te bren-
\'OfFeren der
Mulattinne
voor hare
Mannen.
gen.
De Mulattinne, waer van ik voor defen hehgefchreven,
die gaern de naem van Chrifienen willen voeren , fehoon fy
niet minder aIs dat zyn, fyn deefe bygelovigheid by uitnement-
heid onderhevig; want fo\'er een aen een blanke getrouwdioi»
fo men hier fegt, gecalfiaerd is, en dat den felvenword,
en fy van hem bemind fyn , en ryket^k van hem trekken , fo
.blyven fy gantfchelyk niet in gebreekenV3iX\\ ryke offerhanden voor
hem aen de Afgoden te laten doen, met ^/Vftw^re/foo veel y ver
en vaftet vertrouwen als de ATe^^rf felfs: dog het alderveffoe^
eBlan jeh^fte^^ beklagtelykfte is , dat hier by myn aenweefen felfs
l^ümeedr blanken gevonden z^n , welke niet slleen een welgevallen inde-
aen dat euvel fen Afgodendienfl-^ hadden, en\'er eenig geloof Sien gaven, maer die
felfs daerenboven hare bedienden daer toe aenporden, en ook
met veel toegmeigtheid eenige beufelagtige dingen aen haer lyf
droegen, welke van den Fetieheer gewyd en befwooren waren.
Aenbel^ngende de hierhndfche Geneesmiddelen, defelve be-
ffaen eerfi en voornamentlyk in Limoenfap , Grein oï Malaget,
wortelen van hoornen i ook mede de gom enfebors van defelve j
en.derfelver nevens verfcheide flag van groene kruiden, V7 e\\ tot der figderhan-
gebruik, het de toe, welke laetfle van een nitneemende groote kragt zyn.
geen tegen- Gebruik deferkoomt otts veelmalen met de
fcïyit tenbsp;waer mede iemand befet is, ieenemael firydig te voren:
Geneesmid-
delen ,
ïiyn:
egter werd\'er fomtyds heel gelukkig mede gearbeid tot een
voorbeeld fal ik dit eene en \'t aldergeuooonfle heelmiddel ftellen.
Als fy iemand onder handen hebben, welke fy meteen/w^ïer
Colyc(i of ^^fj/y^^g gequeld isj fo gevenfe den felven eenige da-
gen agter een \'smorgem en \'savonds, een goede Calakas met Li-
moenfap of Malaget vermengd, te drinken: en in andere fiek-
tens nog immers fo flrydige middelen; dog wyl myn beroep niet
medebrengd,, om hier over te konnen, of mogen redeneeren,
fo wil ik het felve gaerne aen UE., en andere des beter ver-
ftaende, overlaten : en maer alleen hier hyvoegen, dat ik, hoCgnegfef
tegenftrydig^^e/«Wtf middelen ook mogen zyn,verfcheidemalen werd\'er
eenige onïet Blanken heb üen geneefen; en (e\\{s als onfe Meeßers ^en
daer geen raed meer toe en wiften,nbsp;fen\'!\'^®^quot;^\'
De groene kruiden , \'t voornaemfte w/V^i/e/ waer meede de Qr \'oote
Negers in haerfiektens arbeiden, fyn van fo een vervoonderlyke kiA^tv^inéR
groote en goede kragt, dat het hooglyk te beklagen is, dat geen groene krui-
Europijch Heelmeefier fig tot nog toe aengelegtheeh,nbsp;fefc vooquot;quot;
en de eigenjchappen der felver te onderfoeken: want ik beeld my ^^ fiekenT
niet alleen in, maer ^e/oo/het ook voor vaft, datmen met ie-
zgt;ehe vry gelukkiger ontrent dtftektens en quälen, fou arbeiden,
3\\s met de Europifche heelmiddelen, om dax defelve, amp;ls(e hier
te Land komen, haergrootße kragt al hebben verlooren , en
voor \\ meerendeel bedorvcmyn. Endaerenbovenook, omdat
onfe lighamen hier te Land van een znderegefteltheid bevonden,
worden, waer door defelve na alle gedagten figbetèr
middelen, als de Europijche fouden fchikken,
De geene, welke na my komen, en\'er de vereifln kennis.oi.
quot;wetenfchap toe hebben, mogen het, als\'t haer gelieft, nader
onderfoeken; ik voor my ga\'er voor tegenwoordig vm affchei-
den, met nog maer alleenlyk te feggen, om; de kragt der hier-
landfche huiden des te beter te mo^envertoonen, datdei\\%
^^^ en fclfs tot f
door hulp der fel ver feer fware en. gevaerlyke wonden geneefen, wanden,
gelyk ik niet fonder verwondering, tot verfcheide reifen hebje-,
ßen, en ondervonden,
Alles dan, als voorenis, aengewcndfijnde,hetgeen
eenigfints tot bevordering van den fteken fou mogen dienen, en
^ felve egter niet koomt te maer dat éen fteken zyn z,iel
uitr
-ocr page 286-8 BESCHRYVING VAN DE
uitblaefl enßerft, fo is\'er weder nieuw werk voor handen; na-
mentlyk, om te mogen weeten wat de oorfaek van fyn overly
den is, of waerom den felven is geftorven-. want {choonblykelyk
en kenlyk genoeg is , dat het een natuerlyke en eige dood is ge-
weeft; \'t fy wegensy/e^ff, hoogen ouder dom y wonde, of de een
of andere gevaerlyke en doodelyke quael, fulks kan haer-lieden
in \'t alderminfte niet voldoen ; daer moet hares dunkens een
andere oorfaek weefen; dies het Spreekwoord , de dood moet
altyd een oorfaek hebben, in geen plaets ter weereld meer werd
bewaerheid als even hier, Aenftonds moet den Priefter nevens
dc vrienden onderfoek doen, oi den over leedenen ^cdnercndc fyn
levenstyd ook meineedig is geweeft; indien ja, fo hebben fy vol-
gens haer gedagten de oor/Jze^ uitgevonden; als wee fen de dan
desfelfs dood de ftraf V2l\\x fyn meineedigheid ; dog wanneer dit
ontbreekt, fo werd nagevorft , of hy ook wcl fo groote vy anden
mögt gehad hebben, die door \'t ftroojen van Petiche (watdit
is, heb ik UE. vooren in \'t befchry ven van haer Godsdienfl
gefegt) hem mogtom ^ij/j- gebragt hebben, \'t Gebeurd wel dat
eenige van fyn vy anden maer op enkel vermoeden werden aenge-
taft en onderfogt: en is \'t faek dat hy t\'eeniger tyd \'t gefeide
hethgepleegd, al was het ook nog fo geleeden, hy koomt
daer fyn leven niet heels huids af
Ik mag niet voorby gaen fonder UE. hier een Geval, dies
aengaende, te verhalen, \'t welk my felfs gebeurd is: fyndeon-
trent acht jaren gsleeden, als wanneer ik tot Axim lag, en my
geraden wierd, tot voortfetting van V Compagnies handel, een
befeuding aen \'t Opperhoofd, ofde Koning van Dinekirattcdotn-.
ik fond, in opvolging van gefeide aen my gegeeven raed,een
van myn quot;Dienaers met een fraei Gefchenk na \'c gefeide Opper-
hoofd af, werdende van hem feer minnelyk en met veel toege-
negentheid ontfangen ; fo ook \'t Gefchenk. De Brandenburgfche
Heeren hadden ter dier tyd ook juyft een van hare Dienaert
met een vereering aen den felven afgefonden. Hy, die met al-
le Europianen in een goed i/erfiand begeerde te leven , ontfing
deefen Dienaer en fyn Gefchenk van \'s gclyken met veel teeke-
nen van agting en vriendfchap. Gefeide Dienaers , fo van de
Brandenburgers als van de myne gt; waren dus te gelyk aen \'t
Ho/
Onderroek
waeroni den
ficken is ge-
ftorven;
\'tgeen door
den Priefter
gefchied; en
eerft of den
overlecdc-
ncn ineinee-
dig is ge-
weeft,
ofheimelyk
doorzyn vy
anden ver-
giftigd.
Aerdig ge-
val, waer
door des
Schryvers
Dienaer,
nevens een
ander, in
levens ge-
vacr werd
gefteld.
GUINESEGOU D-K U S T. 9
i^ö/van deefen Oppervorft en wagtendc, dat hy haer , als \'t
hem geleegen quam , weder aen ons mogt afvaerdigen ; dog
haer wagten was t\'eeneraael vergeefs: want na hier ontrent fei
weeken vertoefd te hebben gt; quam \'t gefeide Opperhoofd deefer
Weereld t\'overlyden , \'t geen haer in \'t grootfte levensgevaer
des weerelds bragt: want de Vrienden van den ov er leedenen»ge-
dagten krygende j of onfe Dienaers fchuld aen fijn dood
mogten hebben, deeden haer by de kop vatten, en wel ftyf
en fterk binden: lieten vervolgens door de Papen onderfoek
doen, of Ac Vereeringen, die fy meede gebragt hadden, niet
•vergiftigd o^hefwooren waren, geweeft; do^ die Fielten wier-
den te dier tyd nog foow/yèbevonden, datfe, nahaerGoij-
dtenfl (ten minften in fchyn) gepleegd te hebben , onfe Die-
naers voor onfchuldig en vry verklaerden; welke daer op aen-
ftonds ontftagen-, en van dit hJykeljk gevaer verloft v/icxden , en
fo vervolgens weder met eenige Gefchenken voor ons afgevaer-
digd, en te rug gefonden. Siet eens, Myn Heer, hoe ligte-
lyk men hiertenbsp;tegens alle vermoeden en gedagtemaen
ecn ongeluk fou konnen geraken. Nu ga ik het weder aenbin-
den waer dat ik het fo even gelaten heb.
Als \'t vermoeden \\2Xiv ergiftigen mede ontbreekt, dan werd
ondertaft, oïïynvjyf, kinders, ^ïïdcicnaheftaende,oïodk ^\'i^AtK ■
wel T\\]nßaven3 hemforgvuldig genoeg gediend en opgepaft, en ^e^onSai
Wel rykelyk genoeg voor hem hebben doen offeren, maer kan het oRd«-
men door dit alies de ware cn regte oor/^iz,^, nietuitvinden,dan fockcn
werd weder de Godsdienft (fchóon het onder \'t voorverhaelde
3l eenigfints vermengd is geweeft) op het hevigfte en kragtigfte gcïiorTcn H,
\'^er hand genoomen , als ifynde de felve hzex gemeenfte,gereed- wacrgcno-
ße, cn ook laetftetoev\\\\x%l.
De Prießer gaet dan niet alleen den dooden vragen,waerom
dat hy geftorven is, maer ook den y^^öi;- ennoit ontbreekt het Hetvrageq
Ook aen antwoord. Gelieft UE. te vragen, wie den (S^^/wöok- des Prieiicrs,,
^eris\', ik geloof d^t Simon de Vries, welke dt Duivel do^
quot;^eral in \'t fpel brengd, als feer gemeenfaem met fommige men- ° quot;quot;\'
^Äe« omgaende, wel f^al willen feggen, en veelligt fweeren ,
®at den felven, te weeten de Duivel, in fchyn van den doo-nbsp;\'
of den antwoord, dog gelieft hier myn ge-Jl^^Jwoofdquot;
II. Deel.nbsp;Bnbsp;, dag- word.
darrten en antwoord op te hooren; ik feg, dat erdep«/w/,nof
óm Afgod, nog den Dooden, ttm^t fchuld aen hebben; fy
fyn, myns-astens, alle drie evenyZow, en dieshalven t eene-^
mael om te antwoorden onbequaem , maer dat dtnantivoorder
den fcbelmfchen Priefier (dk is; welke, na\'t verrigtigen van
{yndienft, deFriendenwysm^ekt, datdenAfgodvanden Doo-
den fo, en fodanig, hebben geantwoord, al na hy weet met fyn
belang\\gt;eamp;: over een te komen, en \'t geen de meeikefchyn van
-waerheidmzghehheni -welk feggen van den Pw^^r dan ook voor
ontwyfelbaer en als een Euangelie gehouden word; fig geheel m
haer doen na \'t felve richtende.
«erenbsp;Hier fchiet my te binnen, dmkvootm^tXsfekerenSchryver,
Schryvers: ^n veelligt meer ah een, geleefen heb , welke geloofden Qn vaft
\'fquot; -fielden, dat de Negers in verborgene faken, en na de regte ge-
fcïïngè- fchapenheid der felver, de Duivel om raed gingen vragen ,
fprookcn. en fig na der felver ^Kïtocjor^i waren richtende^; doch ik kan
door eigen ondervinding betuigen,dathetfelvefeenemael valfch
^nverdigtis, fy begeeren, en\'t geen ook\'het/^ry/f/y^/é is, fo
grooten gemeenfchap met de Duivel niet te hebben: fyndeal
haer vragen in tyd van verleegentheid en aenhelang, gerigt tot hare
Afgoden, of liever Papen; fonder ooit eens aen de Duivel, of fyn
mienaers, te denken; veel min dat fy hem in verborgenefakenion-
den om raed vragen, en fig aenfya befcheidoianfwoordbmden,
en h2xe faken daer na aenltellen.
Op verfcheide manieren word den Afgod en ook den Do-
■den gevraegd, doch een ■üooj\'^eeWfalikhier maerftellen,\'twelk
in fijn werk\'gaet, als volgt: Eenige Mz^h^m neemen den Dao-
éen in tegeewoordigheid van den Prfe/er op hzxe fchouderen i
en vragen dan : Syt gy om die of dieoorfaeknietgeftorven\'i indien
4ietfois, {o werden de gefeide Mannen, door, ik weet niet wat
voor een verborgene kragt, gedwongen, om met het lighaem
van den Booden na den Vrager over te hellen, \'t welk fo veei
-sis ja gefegt is ; anderfints blyvQn(eßilfiaen. Gelooft-UE, het;
ik denk van neen-, ik ook niet.
So haeft merken fy niet dat den Ä^e«nbsp;heeft gegee-
-ven, het ga.et op een huilen, fchreeuwen en kermen, dat hec
% creheele Dor/\' door en over klinkt, .waer-doormenfeer haeft
^nbsp;-ge:
-ocr page 289-G U INE SE G O U D-R U S T. ii
^■uj^ff kan worden, dat\'er iemandnbsp;is; behalven dat
met den eerften ook eenige van dc jonge Manfchap, Acsoverlee-
denen bekende geweeft fynde, met het fchieten van h^cx Snapha-
nen den over leedenen de laetfte pligt en eer komen bewy.fen ^
Indien den overleedenen etn Mamperfoon is , fo fcheeren des- De Wyvets
felfs Wyven aenftonds het geheele Äoo/i kael, ennbsp;haer j^heeren
geheele lyf met witte Aer de-, indeek gedaente, hebbende maer f^f-f
een oude verfleetene Paan om het lyf, lopen fy als dolk Men- fterven van
fchen, (doch die eigentlyker na Dw/Wm^e of Yielfche Furien^^^^ Man-
gelykt) meteen vexv2Lex\\y\\igefchreeuiuex\\ getier, langs de/fme/\'
door het geheele Dorp-, noemen geftadig den naem des ^ënquot; onder
leedenen i en verhalen wat voor groote faken hy in fyn leven aliykgeb^e^/
heeft verrigt. Ditder/^ï;^/2,duerd _ eenige dagen, ach-
ter een, felfs als den DoW^b alnbsp;is.
Byaldien een voornaem perfoon.in cenVeldflagkQomtts ßeu-
veïen, cn fijn Meedehraeders geen geleegentheid hebben,, om
fyn lichaem te konnen bergen, of ook ^^^org^w hebbende,, door
het aenhouden van den Oorlog den gebleevenen na. fijn ftaet en
waerdtgheid in fijn Land niet konnen begraven, (als füllende des-
felfs «^f-y^^rJ op geen andere T\'/^m oi Land houden)fQ moeten
deffelfs Wijven, in al dien. geheelen tuffchentyd,\\n ^ouwgewaed
en met eengefchoren kop gaen; en nog iets weder hten groejen,
waer toe ik tegenwoordig te eerbaer ben om te noemen.
Na eenigen tyd , fomtyds tien of twßslf jaren naderhand,,
als\'er gelegentheid is, fo.werd de uitvaerd van fodanig.een ge--
honden, met fo veel pracht en prael, en op defelve manier, als.
of hy noch maer even geftorven was; waer n^gefeide H\'ijvenüg
dan ook reinigen, \'t Rouwgewaed, uittrekken, en haer we Jer op~ .
gelyk als andere.
Terwyl de Wijven, fo als ik hoven gefegt heb, fig dus huu^l^^^^jmc-
tem huis aenftellen , fo fitten binnen by het Lijk de nat fte Ver^ ten onder-
nuantên, die daer meede niet weinig ^e^^zer maken,het lighaeni tuiTchen
^afchen en reinigen, en v\'ervaerdigen het felve tot de
de verdere Vrienden, welke den overkdenen.eemg^mts beftaen,
komen meede van alle Oorden t\'famen, o.ra de Lykftatie by te^oej^j,.
Woonen : de geeiie die hier in nalatig is , fou namaels braef
\'^oetenbloeden-y ten ware hy wettige reden van ^in achtérhljven
kon bybrengen.nbsp;B 2,nbsp;An^
12 B E S C H R Y VIN GE V AN DE
Andere des overhdens bekenden , mitsgaders deflelfs Dwp^
volk, komen meede om den R4gt;uv} te beklagen; een yder van
defelve brengt em Gefchenk van Gout, Brandewyn, een frasi
Kleed , Slaaplaken , of iets anders meede , hebbende dit de
naem als oE het gegeven wovd om den dooden daer meede ter
aerde te beftellen j en hoe meerder iemand komt te gevenyhoe
grooter eer en nam hy\'er door verkrygt.
Onder dit gaen en komen van yder een, is men in het Sterf-
huis braef met fchenken befig ; des morgens Brandewyn, cn sä^t«
middags Wyn de Palm ; dies een Negers begraving, als hy van
eenig vermogen h , feer veel koomt te koftcn ; Terfonen van
aenfien wer éen tykelyk gekleed, en opgefchikt t in een Kifi ge-
legt , en begraven; fyndei by hem in de Kift nog andere/f^«gt;^-
hèden meer gevoegt, om\'er fig in \'t andere leven van te konnen
bedienen, beftaendc die goederen gemeenlyk in mooje Kle-
den» goude Fetichies , Comte de Terras, een Courael van^roofe
-waerde waer vamp;n ik v er fcheidemalen gefproken heb, en meer an-
dere dingen , wëtkc den overledenen fouden mogen te pas ko-
men.
De veel en rykelykheid defer ingelegde Goederen» is »al na d^
overledene ryke Erfgenamen nalaet, en dat defelve hem genegen
zyn. Dit alles befteld fynde, word den dooden,\'t zy na een»
ttC\'ee oi drie dagen ( al na de Frienden met den anderen deswegens
over eenfyn gekomen) hegraven : voor gaen, of liever
kopen, een gedeelte^\'ow^e Soldaten gefliadig de geheele weg over
niet doende dan hare Snaphanen te laden en af tefchieten, tot\'er
tyd den dooden in \'t Graf is gelegt. Het Lj^ word vaneen ^ro-
\'■■te meenigte gevolgt, fo wel Mannen als Vrouwen» ja felfs ook
\'Kinderen, altemael verward onder den ander-, maer van eenen
foetjes, en den anderen hard op huild en fchreeuwd; andere lag-\'
€hen en praten weder fo hart, ofer geenen dooden ontrent was
waerom men, fchoon maer infchyn, eenige droefheid behoefde
te laten blyken.
So haeft den dooden ter is bettelt, gaet een yder fyns
weegs , de meefte echter weder na het Sterfhuis, om fig met
dennbsp;noch wat vr olyk te maken, \\ geen nóch entgen dagen
mhter den anderen ducrt, fo dat dit ÄOÄtü^/dge» wel eigentlyk
een Bruiloft^ of eenF?eft gelykt.nbsp;quot;quot; :£en
\'t Beklagen
Van den
Rouw door
bekende»
gefchied
door het ge^
ven van eeni-
I rs Gcfehen-
ten.
iDcn dooden
-nbsp;W erd fraci
gekleed en
-nbsp;opgefchïkt
\'in dcKifl: ge-
legt, nevens
veelderhan-
defraeijig- ^
heid, als na \'
deffelfs Ihet
-mede brengt
enfynVrien-
lt;Jen hem ge-
negen zyn.
\'Hoedanig
het Lyk ter
aerdewerd
fecftdd.
GUINESE GOUD-KUST.nbsp;15
:Ecn Koning of Overße onder de Negers, of die van een gron
aenßen onder haer is geweeft , latenfe fomtyds wel een geheel
jaer boven de aerJe ftaen : en op dat de« felven niet mogt
\'Verrotten en fiinken , foleggenfe het ligbaem op een boute Ros-
fier, over een kleinfineulend vier , waer dat het van Ungfamer
hand uitdroogt: andere begraven den overleedenenmX geheim wel
in fyn Huis Aoch maken de weereld wys, datfe hem op gefeide ma-
nier btvfSLXtn , tot dat de tyd fal gekooraen zyn, om hem met
Statie te moq^tn: begraven. Alfe hier na den dag beraemd heb-
ben, ora den over leedenen in \'t openbaer tenbsp;, fo werd
het felve aen al de Volkeren, ook felfs in andere Landen, kond
gedaen;\'t welk foo ccnvervaerlijken toevloed vm menfchenwer-
oorfaekt, dat het te verwonder en is ; een ydcr even benieuwd
fynde , om deefe uitvaerd te befchonwen ; en het is feeker de
pijne ook sfftl waer dig , mits daer een ygelyk op het rt/^er^o-
ï^ïf/y/fe/?^ aenkorat, en men alfo in eenen (ï^g meerder/^«ac/^
fiet, zls op andere tijden m meQïïigtc van jaren.
i In dufdanigen uitvaerd werden ook vtv^champ;xdc Slaven van
den overleedenen ter dood gebragt, en den {t\\vtn opgeofferd,
om hem, volglt;^ns ha.re meening , indt andere weereldtQdienen.
Voornamentlijk raken fyn Boffums y.QÏ die geene, welke hy
fyn Jfgodgeheiligd heeft, om hals, fynde de eene een van fyn
Wijven, en de andere een van (yn voornaemftej^ienaeri\'.doch.
het aldergrouwlykfte hier vanis , dat tot deefe duivelfche en
mervloekte offerhanden fommige armé tn ellendige menfchenyoov-
dachtelijk worden verkocht: en dat gemeenlyk fodanige, wel-
ke, of door ouderdom, of eenig andernbsp;geen meer
doen konnen.
Erbarmlyk is \'t, om deefe menfchen te fien om halsbrengem
mits fy defelve, eerfe haer einde bereiken 3 met hakken, fteeken^
en ZXidevamp; quellingen, duifend dooden dotn fterven.
Ik heb felfs in perfoon in \'t Landfchap Ante omtrent twee my-
ten van/^/i^w^landwaerds in gelegen, t\\£, menjchm ,doch niet
donder afgryfen , op dt gehoorde wyskant helpen | en
®nder anderen was\'er eenen, welke, na veel uitgeftanepyn en
ß^ert, door ttn Kind van fes jaren het ^oo/f wierd afgekapt;
meede het byna een uw tyds doende was» als hebben-
vB s ----- -- ^g
Een voor^
naem per-
foon word
niet aen-
ftonds be-
graven,
maer fom-
tijds ecn
geheel jaer
bewaerd.
Groofe
pracht op
desfelven
liitvaerd.
Menfchea
voor den
oveTleedc-
nen opge-
ofFerd.
van den
Schrijver
felfs byge-
■■ivoond, en
wreedheid
daexontrenS
gepleegd.
r4 B E S C H R Y V IK G E V A N D E
de foo veel kragt niet, om de Sabel te konnen voeren.\'
\'DtdeMenfchen-offerhanden%t{ch\\edtn van dieA%w, welka
niet ten vollen onder ons ftaen , en een goed ftuk wegs van onfe
Forf^K woonen j andere, onder owf Ge^jWftaende, füllen wy
het niet toelaten r hoewelfé het felve op andere plaetjen egter.
noch in\'tgeheimlSitQn quot;uerrkhten.
De Negers docnhosfQnh2Lït Gr avenetnhuisje y hutje, of ook
wel een tuintje van ryfen ftellen; waer in fy eenig ^oe^f van geen-
der waer de, \'tgeen den overleedenentotbehooui heeft werpenj,
doch niet fo als fommige voor deefen hebben gelieven te/c^rj-
ven^^l deflelfs huisraed, en^ndtveloftelykhedeni ók isnugant-.
fchelyk niet meer in gebruik: en ik_^e/oo/, na dat ik haer
heb konnen merken , datfe het ook noit gedaen hebbben, of
\'t moeft ten tyde vannbsp;geweeftfyn; doehfolangkan
ik, noch fy ook, niet
Tot Axim en e/ier-5 ftellenfe verfcheide aerde Beelden op de
van Beelden, Qy^^f^yi ^ welke , na dat den dooden een jaer begraven is ge-
vLgefetna wceft, gewaßchen wordenlt;;,als wanneerfe weeder een uitvaerd
een jaar tijds houdcn, evcn als ten tydc van dtbegraving;, ook met geen min-
en een twee- ^Jgr onkoften.
fk ofk^^quot; Wonderlyk fyn de Negers gefet, om in haer Paderland, of
prachtigen Geboorteplaets, begraven te worden: derhalven ook, fo iemand
uitvaerd. buitms Lands komt te fterven, fo gebeurt het dikmaels, datfy
hzt doode lighaem na fyn Geboorteplaets yoeren , en daer begra-
ven\',- doch by aldien het te ver van de hand is, fo werd daer
ter Phieti de uitvaert gevierd; en is \'t,dat al daer eenigequot;z/w«-
kefge-nbsp;goede bekenden van hem fyn, fo fnyden defelve den ow-
flt^omm ledenen gemeenlyk het hooft, nevens een been en arm af; dit
haer Vader- kokenfe, en maken het fraei fehoon, en brengen dzt gebeente èsLn
landje mo- ^^^ Vaderlaud, waer dat hetwederfeer eerlyk, en na des over-
ITjzZr^Toil^denenftaet werd begraven.
ten minften Het aenmerkwaerdigfte, Myn HeerOntrent de Negers \'h2^er
iets v^rihictg^ begraven, heb ik UE. nu aengetoond : eenige
\'^^wdSis kleinigheden, om quot;t papier niet onnutte vullen, overflaende;
S^rtoequot; waer neevens ook koomt, dat het Schip daer dees meede o-
gaet. vergaen fal, alle uuren ftaet te vertrekken , \'t geen myn nood-
drukt, om felf noch eetdet af te breeken als ik welhadgedagt;
daerom?
Een lintie
boven de.
Graven ge-
field.
Stelling
van eenige
Schrijvers
virederfpro-
ken.
WaffcÏÏirig
lt;3aerom, Myn Heer yVJÏit UE. met het voorfchrevene vergenoegt
houden; en gelooft, dat ik UE. in \'t toekomende van ee-n an-
dere /?o/breeder bericht fal geven.
I
^Einde des dertienden-Briêfs.
-ocr page 294-ii^ BESCHRYVÏNG VAN DE
goed leelenaer bykomt. Ik heb fodanig een perfion hier gehad,
welke my eenige der felver geheel na \'t leven heeft afgeteekenu
als UE. by het nevensgaende fult konnen beoogeni mztx^ vc^r
eenige dagen verleeden gt; heeft de alverßindende Dood, die nie-
mand ontfiet, hemuitditXws« weggerukt; latende my alfoteß
halvenvan myn voornemen fteeken,\'t geen waerlyk jammerens-
waerdig is, alfo anderfints aen UE. geßgt fo veele en verfchei-
de iremif Dieren fouden vertoont werden , dat het een luft
om te befehouwen foude fyn geweeft: te meer, om dat de mee-
fte derfelver noch aen de weereld onbekent zyn. Kanhet fyn,
tJHynHeer, ik bidde UE. nieuwsgierigheid fo veel op UE.ge\'
moed mag winnen, dat UE. een ander binnen Amflerdam op-
fpeurt, en den felven beweegt, om herwaerts acn te komen:
UE. kond den felven verfeekeren, dat hy rykclyk en wel fal
beloont werden, en met een half jaer arbeids meer winnen,
als hy in Holland\'m drie jaren fou doen. De tegenfin die hy
in \\Land mogt hebben, fal U 6. hem gemakkelyk uit het hooft
konnen praten: en daer nevens beloven, en felfs verfeekeren,
dat we hem hier op de Kufi , niet een dag langer als \'t hem
belieft, füllen houden ; maer na gedaene arbeid en fyn be-
geerte, acnftonds weder laten vertrekken. Dies, Myn Heer,
wilt hier doch u werk van maken; ik ftaborg, dat t7£.het fig
hier na niet fult beklagen.
Vermits ik met hetGedierte deefes LandsXt befchryven een
aenvang neem, fo komt onder de T/zwmeeerftelyk \'t gehoorn-
de Vee te vooren j als Stieren, Koejen , Ojfen , Bokken , enz,
Lantwaerds in, 2X5 in Dinkira, Afiamé, Akim, tn meer Lam-
fchappen, heeft men van alle deefe een groote meenigtedoch
wegens de ver-afgelegentheid defer Tlaetfen , werden\'ermaer
eenige weinige Stieren en Koejen op \'t ftrand gebragt; maer
echter werden\'er aen Axim , Pocquefou, Elmina en Acra , al
\'«si-ïcnbsp;een goed gedeelte gefokt, en voornamentlyk aen, of ontrent
St. ^ ^ ^^ ^^ datfe defelve daer gemakkelyk, en met weinig moei-
te , uit het Aquamboefche Landfchap , en van Lampi konnen
krijgen.
Anders fict men op de Gout-Kufl niet als Stieren en Koejem
want om de Stieren tot OfitnU fnijd€n,hebben de Negers geen
kennis.
Stieren en
Koejen,
waer, en in
GUINESE GOUD-KUST. 17
kennis. Ken Axim hebben deefe heeften een redelyke goede en
grafige Wey, en dieshalven teelenfe, daer al heel wel vóoxt,,
en worden ook fraei vet: van \'s gelyken by de Brandenburgers
aen Pocquefiuen tot Acra-, maer aen Elmina, en daer ontrent,
fynfe,. en blyven ook altoos even dor en ,mager,] waer aen niet
veel lieflykheid is.te vinden; dog daerentegen werdenfe aen
gememde IHaets ■gt; en nergens anders , gemolken, weegens der
Negers onkunde \', doch de melk diefy geven, is fo mager enge-
ring, dat twintig a dertig Koebeeften des Generaels lajel nauw-
lyks konnen verforgen.
By uitneementheid klein tn ligt vallen. de.efe Beeftent het Syn kkm
moet al eea van de befte Koeyen zyn, die, na fyn wasdom
te hebben gekreegen,. tweehonderd en vyftigpond hl wegen;hoe~
welfe, na haer grootte te reekenen, wei de helft meer moch-
ten weegen: doch al het gedierte, fo wel menfchen als heeften ,
valt hier te Land, fchoon redelyk «roo?,fonderling \'tgeen,
lïiyns dunkens, nergens anders als van \'t flechte voedfel van
daen koomt; waerdoorfe, in plaets van een vallen doorvoed
vleefch, niet anders krygen , als dat feer fpongiachtig , los,
dor en taey is:, daerenboven fyn meeft al éeKoebeeften ^znïch Ook dor.ea
onaengenaem van fmaek ; en echter weigerd men voor een
quot;volwajfen Beeft niet,honderd Goudguldens oivijftigB^yksdaelders) ducr van
cn fomtyds ook wel meer, te betalen.nbsp;F\'js-
De jonge Kalveren , die eenigfints goed behoorden te we-
fen, zyn,weegens deJchrale melk diefe van haer Afoerfuigen,
ook flegt genoeg; diés ons het Rundvleefch, \'t zy oud of jong,
hier weinig te ftade komt.
Schapen , of die\'er ten minflen de naem van dragen ? heeft Schapen
men over de geheele K«y? in genoegfame meenigte ;\'^ec.h,ter val-
len defelve heel duer. Dit Fee, behalven dat het ontrent de
helft kteinder is, heeftde eigenfte ^eflalte of gedaente ,.z\\s de Scha-
pen by ons in Europa ■gt; doch fyn over haer raet geen wol Hebben,
hefet, maer in plaets van dat voorfien met hair,ten lengte van hair in
vinger, dies het hier volkomentlyk in de verkeerde wereld ^
want de menfchen, te weeten de Negers, de wol, en de hee-
het hair dragen; gemerkt dat der\'Negers veel eigentlyker
Rajüo/ als hair gelijkt,
.11. Deel.nbsp;Cnbsp;Het
mt vkejch vm de fo ^ènzsmdt Schapen hedt met dat de f
fo goed Europifchë niet de alderminfte ovsreenkomfl, als fynde dit ganfch
dor, dieshalven fal iémand y die een weinig op fyn mondgejet
is. feer felden van het felve eeten; en de gemeene Man, wel-
^ ■ ke in Aefmaek fo een groQten onderfcheid met maken, moeten
het, om dat het to^r bmrs tïïez lyden wil, ook laten ftaen :
want hoefiegi deefe Beeften ook mogen fyn, fo moet men doch
Hare prys. voor eene der felver fes, feven cn acht Ryksdaelders betalen.
Hoedanig de Indien ymand echter luft tot Schapenvleefch heeft, fo kan
Schapen ^y ^och wel maken, dat hyhetfelve redelyk goed krygt, ver-
imakelyk tenbsp;çç^ ^q jonge Rammen of ^okjens hY tyds laetgt;;\'-
tnakenzyn. ^^^^ ^^^ defelve dân met^^roo/ï %.oorn voed, en groot maekt;
want fchoon het dan tegens \'t Eurepijch noch met op en mag,
-fo laet het fig doch echter Van de Liefhebbers mét fmaek eeten.
Geiten wer- - Geiten heeft men hier te Land meede overvJoedig en veel e-
denvanfom- venais by ons in Europa, behalve datfe, als al de Beeften,bj
raige meernbsp;klein vSiMeti ; defelve fyn veel vetter eti vleeßger zls
flftT^^ de Schapen , en derhalven houden\'er foramige menfchen ook
quot;quot;nbsp;ongelyk meer van-; voornamentlyk de Bokjes, die, jong fynde,
gefneeden woïden ; welke binnen weinig tyds fonderling vet- en
■ Hare prys. - doorgröeid zyn. Voor een volwafte Geit^etamp;eld men hier vier ,
en fomtyds ook metr Ryksdaelders.
Ik moet UjE. hier een klugtige ftelling en geloof de
gm V^n de-verhalen; die voorgeeven, enook noch gelooven, dat m
felve sexh,i-gt;àe\\rb,èginne des weereldshiev een feäkere Godin, was, die voor
leanbsp;. een^etüöo^fe had, om figmetvjèlriekende Salf en Oly te befmee\'
rent\'t gten de mannetjes vzn de Geiten gewaer wierden, by
pfiide Godin ^YVi gcgaen-, en van defelve begeerde, datfe haar
wngacndc meede met dié Salf en Oly wilde befmeeren, \'t geengefeide Go-
dc itank die dtn Haer fchcen in te willigen , dog in plaets van de Bus met
een Bok by ^welriekende Sdlf te neemCn, kreegfe voordagtelyk een, daer ge-
jg heeft.nbsp;en befmeerdde met het felve derGquot;«-
ten lighamen x en hier van daen foxxdeàe Bokken ten huidtgen da-
ge die grooté fiank hebben over behouden. -De Bokken waren met
dees falving, als meénende dat het de regte was, wonder wei
in haer fchik: en wyl hare nakoomelingen inde feMdfwaen ly»
gfibleeven, foifynfe ook nog fo forgvuldigt om figj als \'t
Sy n O
re na
niet van
GUINESE GOUD-KUST. îj?
genty ergens onder een ^^^ètebegeeven, uit vrees,, d at d e rf-
gen of nattigheid, Jekker e reuk mogt weg nemen. Wat feg-
je, Amicëy ïsàit met foet , en foude UE. nu nog derven fó-
genfpreeken , dat de heejlen voor defen geenfpraek hebben ge-.
had , na fo een vallen èewys van \'t tegendeel te hebben ge-
hoord.
Nu van dePaerden: denkt niet dat UE. onder defelve de Paerdcn,
weerga van Sejanuspaerd(i\\\\t ontmoeten , nog ook felfs dat van
Alexanden kct engeluk van \'t eerfte fyn de geene die deefe be-
ryden niet onderheevig, nog de moedigheid van\'t laetfle hebben-
fe\'er niet vante verwagten-. wy mogenfe gevoeglyker met, ds
Noordfche Paerdjens in gelykheid ftellen ; te weten van grootte ,
dog in fraijigheid van Leefi foudenfe by defelve met,mgen ha-
hn. Op het Strand heeft men\'er geen, dog Landwaerds in,ni.
de: vooren genoemde Landfthappen, feer veei , en overvloe-
dicT, dog gantfch niet/r^«, maer t\'éenemaelnbsp;: ge!y-Syn klein, en
kende den en % (welke fy altoos na beneeden dragen) een ke.^
wonderlyk wel na dat van een Ejel\', gang is ook verveelen- ^ ^ \'
de, om dat fy niet voort willen, ten fy men haartot het felve ge-
iks^dis, met ftokftagen aenpord, want fonder dat foudenfe het
{zer gemakkelyk enfoetjens opneemen. So laeg van poftuer fyn-
fe, dat fo wanneer een lang perjoon, op de felve fit, en fyn
beenen na de aerde ftrekt, mâcr pas degrond mis raekt : andere
heb ik van deefe quot;Beeften niet te verhalen.nbsp;^ , ^nbsp;^, . ,
Efels heeft men in \'t LarJmeede genoeg: defelve fyn..;^.^- E/f\'\'quot;^er
fints hooger als de Paerden , en m hzer aert ongelyk ftaeijer.jj^.^
Wy hebben\'er voortyds drie a vier aen \'t Strand gehad, dog jel\'aerdcn.
fy leefden niet lang, by gebrek, meen ik, van goed eeten. Ik
weetniet, dat de A/^^en defelve houden om Lrjy?^« te dragen;
maer datfe maer enkelyk dienen, om\'er op. te ryden;, waer toe-
ie ook {o goed {yn a\\s de hierlandfcheTaerden.
P^oYkens ontbreeken hier te Land ook gantfchelyk niet,dog
de geene, die door de Negers opgevoed worden, fyn van geen
quot;^^iigd, en t\'eenemael los van vkefch, ookflçgt vm fpek ; mzev
die wy felfs meften , konnen nog eenigfints voor ^o^^door.gaen ;
f komen op verre na in geen gelykheid met die van Ftda,weh
in fnmek m hardkheid van fpek,niet alleen voor lo goed als de
C 2nbsp;^^\'Z
-ocr page 298-ionbsp;BESCHRYVING VAN DE
unbsp;Europifchey maer felfs no^beter als defelve fyn te houden. Ecft
^ Virken vamp;x\\ tnegentig ^oei betaeld men alhier met twaeif aveer-
tien Ryksdaeiders y niet tegënftaende dat\'er weinig /ï-^j^A^i aen
te vinden is.nbsp;,
•Om de maet van \'t viervoetig\' Gedierte vol te meeteny\'io ben
ïkgefind~y met eenen Qokv2.nHonden, Katten, Ratten, enz., te
\' gewagen.nbsp;,
,nbsp;-Groote Uefhebbers fyn de l^^egers van \'t vleefch der Honden-^
vooquot; eTn waerom de geene, diehier een Hond brengd, defelve duerge-
lekker eeten ^aeg kan verkoópett; en fullen deN^^È-rj, voor eenen die wat
van de Ne-nbsp;^ ^ttmc ttn Sthaep \'m mangeling.nbsp;-Veel Nf\'^^rx
quot; den ^ leggen\'er lig op toe, om een Queekfchool van Henden tc hou-
den: dc jongen, die\'er van koomen verkoopen zy ten duurfte,
want zy\'eeten het Hondevleefch veel liever als dat van andere
\' béejten, en noodigen malkander daer wel Feeftelyk op te gaft;
en verbeeldeiriig, met een HoWeen heer lyk maelu doen.
\' V-ratidermg VdéUondeH veranderen wonderlyk in haer voortteelen hier
in^hTer tc Land, als krygende met\'er tyd m ftijve ooren , even
Voortteelen.. alg^de Vojfen, öok byna fodanige coleur waer doorfe binnen
een jaer oi vief étn kcv leelyke en byna affchouwlyke^^i^^eKf^
krygén. Na een reis of vier voortteelensvcvlkknfQOok t\'eene-
inael het baffen of blaffen: want het blaffen dat een HoW,hier
te Land geworpen, doed, gelykt veel beeter na tmvervaerlyk
huilen o£ fchreeuwen.
Dt Katten mogen van de Ne^en ook wel gekeden werden,
dog egternbsp;defelve, myn weetens, niet, of\'tmoeftuit
nood zyn, gelyk de Slaven, die by ons innbsp;fitten\'erdik-
Wils een van ons den hals breeken en opknappen. Dc Katteniy-n
als èt\'Honden denbsp;niet onderworpen j maer fyn en
blyven innbsp;even als by ons.
Tot ophooping van de Plaagenhicvtc Land, vind men hiér
\'fo eén vervaeflyke meenigte vm Ratten tn Mttifen, doch meeft
V2i.n dc eerfte, dz.t het verfchrikkelykh\'. dit Duivels goedkoomt
griotè Sia- Ons door haer o^ergroote meenigte fomwykn niet weinig tcbrui-
de die defel - jen, want zy byten-r- éamp; fieepen alles weg, daer fy byof ontrent
konnen koomen.
- Hier meede affcheid-van \'t viervoetig Fee neeraende, keeren
cn
K^ttéö..
Rattett^cn
Mui fen;
■ liare mee-
nigte , en
•-ken.
GUIKESE GOUD-KUST. 2Î
1lt;^yons tot het Pluimgedierte, waer ontrent ik niy, aengaende
dc-weinige verfcheidentheid der felver, niet lang fal behoeven
op te houden; beftaende defelve maer enkeïyk \\n Hoenders^^
Eendvogels, Kalkoenen en Duiven waar van de twee/^az-/?^ maer
eenlyk in ons geweld , fonder dat\'er de Ne^^neen vanheb-
ben.
ïitliûenders,nbsp;gemeefiße van alle, ftel ik m de eerfte Uotnàsis.
Rmg ; defelve fyn over de gehele Kuß in een groote menigte,tt
weeten in rreedemtijd: want een Oorlog op de een of andere
plaats voor handen fynde, is\'t even offe deefe heeften vm de-
lelve, niet deelagtig wilden maken ; mits mener in fodanige
ongelegentheid geene te ficnbekoomt, dus de tztàvm Boer bergt
u boenders, de Kriegers koomen, hier feer^wel werd opgevolgd;
want daer men in tyévm Vreede vier Hoenders voor een Ri]ks\'-
daelder koopt, fou men\'er in den Oorlog wel met twee, ais men™
fe dan nog maer krygen kon, feer wel te vreeden zyn.
Aen Axim en elders fyn de Hoenders, behalven h^tx kleine
gefl^Jte, heel en goed; dog ontrent Elmina en meer andere
plaetfen van de Kuft, daerfe niet te rykelyk zyn, vailenfeby-
fonder dor en mager; en waer aen fo weinig is, dat een goed
ester, ais hy\'er drie opgeknapt had, nog na meer om fou fien. Eendvogels,
Na àù Hoenderen volgen àz tamme Eendvogels, zevKuft van een an-
noGh maer veor weinige jaren hakend ; ik enweerookniet,van
wat Land fy na herimarts overgehragt zyn. Met de Europifche
Rencinjogeh hebben fy gantfchelyk geen overeenkomft, en gelyke
byna defelve niet. = Ruim de helft grooter fynfe , ook van een
andere cóleur , gemeenlyk luii, of wit en jwart, en bruin door
den ander gemengd : de mannetjes hebben op de neus groote
roode knobbels fitten , byna als de Kalkoenen ; behalven dat het
niet /of hangt ,m2Ltt vaft in een gedrongen fit, en heeft feerwel
àz ge^kenis KafJJen : dzck Eendvogels mottm png gegeten
worden, want alfeo«^ fyn, is\'er, wegens haer taeihetd, weinig
Z^eds aen.
Kalkoenen hctïtratn, als ik-gefegt heb, onder de Né-^er^Kâlkoaaen.
^■»i^t, maeralleenlyk, en dâtno^kevweinig, by fommige van
\'^nfe Opperhoofden : desfelfs vleejch mag men hier ook voor geen
Mkerny op fetten,- alfo \'t niet minder, als daer nafmaekt.
^^nbsp;.mui-
-ocr page 300-22 BESCHRY VIN G VAN DE
Duiven hebben wy op eenige onfer Forten \'memgrootgetak■
fynde alle van de gemeene flag,we\\kemen by ons Krakken ook
wel Feld-duiven noemt; doch daerom latenfe niet na, wanneer-
fe jong fyn, ons een goed eeten te verfehaflen, althans aen dc
geene diefe luften.
Dit is nu al het tam Gediert dat wy hier te Land hebben ,
derhalven, aen het zviidkoomende, fal ik van een ßeesje fpree-
ken i \'tgeen ruim fo groot als het Jaet/igenoemde is.
Billyk neem ik in \'t befchrijven van\'t luildGedierte myn aen\'
vang met het feer verwonder emwaerdige Beeft den Olyphant\'. den
felven heeft fo veel, en verfcheide fo goede als aenmerkelyke
hoedanigheden, dat men hem, fonder verkorting, de eerfte
plaetfl onder de groote Heeften niet mag onttrekken. Ik fal my
echter niet inlaten , om\'er veel hyfonderheden van te^ fchry-
ven: eensdeels by gebrek van eigene ondervinding; en ren an-
deren ook, om dat fulks reeds al by veelen is gefchied: be-
■ halven nog, dat eenige fig hebben mogen ontleedigen, om op
\'\' een wondere en ongefchikte manier , van deefe Beeften te fpree-
ken ; 2\\sxdixih3ixe vermenging, fwangergaen, voortteelen , ou-
derdom , verwißeling der tanden, en veel jotternysn meer. Ik fcg
fotternyen, en dzx. met reeden, om dat geen menfch ter wereld»
voor fo veel als my althans bekend is, kan feggen, hoedanig
deOljphanten met malkander te doen hebben; hoe langfy haer
vrur^t dragen; op wat afgeftheide plaetfen fy die werpen; enof-
fe haer tanden vivwifteleny enz. Dit fyn alle niet meer dan lof-
fegifingen, om dat men hier van in detam\'gemaekte Olyphanten
geen b\'erigt kan krygen: en derhalven moet deefe kennis van
uit het Bojch komen: dog hoe , wie heeft in de Wildernis fo
langen omgang met deefe heeften ^ehad, dat hy daer fo netten
berigt van fou konnen geeven : ik denk , niemand niet; of \'t
moeft enkelyk den goeden PU;dus wefen . De bekende uitjchrijver
van alderhande Boeken cn Hiftorien , fegt, na myn befte ont-
houd, in eene van fijn Werken, dat men Plinius al van langen
tyd af, voor een Fabelfchrijver gehouden heeft; dog dat hee-
dendaegs feer veel van dt^klh fchrijven door \'t onderfoek van
nauwkeurige Rtifigers werd beveftigd.
Nieniaad, geioofik, fai willen ontkennen, dat PäWwee-
nige
Duiwn.
Olyphant.
Hoe ongc-
fchikt teni-
ge van den
felven heb-
ben ge-
fchreeven,
\'rgeen den
Schryver
teegen-
fpieekr.
GUINESE GOUD-KUST.
nige fitken na de waarheid heeft befchreeven, dog daerentegen
is ook onwedcrfpreekelyk waer, dat al heel veel van fyn ftêl-
hngen hs, {Q\\\\ó.evgrond tn valfch\'lyn. DevoernoemdeSchrijvers
is j na ik heb bemerkt, veel malen al wat re lichtgelovig ge-
weeft, omtrent het geene fyn van mdere. Landen heeft ge-
hoord of geleefen, gelyk raen met feer veel Voorbeelden uit fyn
IVerken fou konnen aentonen. Syn £. vergeve het my, dat ik
fegge, dit een feer groots raisftag van hem te zyn geweeft»
want myns achtens en voegt het geen goed Schrijver , al het
geene men van andere Landen hoords aen te neemen ; maer
eerft te letten wie dat fodanige vreemdigheden komt te verha-
len, of den felven wel gelegentheid gehad heeft, het geene hy
verteld of befchryfd, na te vorfchen. Dog hier medeverwy-
der ik geheel van myn ftuk, wy fullen derhalven=?/i«/«j laten
varen; en feggen van den Olyphant, dat het hier in Jfrica een^j-eotte v^e
leeft isy tien, twaelfadertien voeten hoog-, derhalven ongelyk deOlyphan-
^tóJÊ\'r als in Oo^^-Zö^iï/è«, wyl de Schrijvers vm die Geweften
aldaer aen defelve meernbsp;fyntoefchryvende. Haerver-^
dere gedaente oïgeftalte is hier als op andere Tlaetfeny derhal-
ven is niet van nooden om\'er melding van te doen.
Deefe Beefien doen een fonderlinge fchade aen het geboomte, groPï®
Voornamentlyk aen de Orangi etappe len, Bananasennbsp;bi^ooft-quot;^
boomenr wznz^zy eeten van de laetfteniet alleen de ww^t, maer boomen,
ook de geheele ftam op.
De AZé^er/getuigen eenpariglyk van Zxïer, d^tfedemenfch^n,
in \'t bofcb aentreffende, niet en fullen moeijen , als men haer De Qfy-
• ook rr^aer niet aendoed; dog datfe tot een verwonderlijke woe- Planten
de uitbarften j als men op haer fchiet, en niet doodelijk treft i ^^Sfchen,
maer hier van hebikhet?f^^«i/ee/gefien, van eenen die\'t l\'öerr wanneer fy
leden jaer hiex aen Slminain onhn thuin is geweeft, waer van defelve onr-
äk fo veel heb te verhalen, dat die fiofe een gehelen Brief
\'^e beftaen, derhalven ü£. fo langgelieve te neemen ,
dat ik eerftnbsp;en nog twee ^www vervaerdige, als wan-
^^evik JJE.eenomftandig berigt van onfeOIyphantenjagtiaXgeequot;
l\'en, met nog eetie, die ik voor deefen op een Tijger heb ge-
«ad; en ik ben verfeekerd, ddXdiebrief, {o wegens gefeideflof
feldfame mtmoemgeu , . JJE, niet onaengememSsX te
VOO-
-ocr page 302-vooren koomen: eindelyk, fchort UE.nieuwsgierigheidiohng
op, en let nu maer, warde iV^\'^m en andere hier meerder van
Kenoen vol- ^ygej-g^ r^^^yhalen i \'t geene is, dat fy de. menfchen felfs «ü^r-
len\'van cir\'z^%J«tot in het-water , alwaerfe defelve door haer -vaerdig
Negers en \' fwemmen(ondet\\in^ benauwen, en felfs binnen korten tyd kon-
ntn agterhalen.
fwemlennbsp;^io de Gahonïyn my, en myn gefelft hap, verfcheide ma-
len vier, vjfy en meerder Olyphanten, heel na en digt voorby
gegasn, fonder ons te moeijen, en wy hadden ook niet moeds
genoeg, om haer eenige kogels, niet tegenftaende wy wel-yoor-
Syn niet wel ß.f^ waren, te fchenken\', gemerkt defelve fobefwaerlyk fyn dood.
f^^ ^ te fchieten; en dat het niet wel te doen is, als tuflchen de oo-
op Twequot; r.« of in de oogf;^, als wanneer het no^ wel yfere kogels dienen
plaetfen. te zyn, waiit gemeene loode Snaphaens-kogels fluiten op de huid
af, als van een muer, en op de voornoemde plaets daer meede
treffende, werd de kogel t\'eenemael tegens ha been plat ge-
fchootcn.
Waer de O- De Landjehappen hier ter Kuß, waer in de Olyphanten het
lyphanten meefl; gevonden werden, fijn eerfl;elijk, eer men aen de Goud^
werden ge- koomt, deTand-Kufl, eigentlijk na de groote meenigte
lerftw^^^ der Olyphants-tanden, welke daer worden ingehandeld, fo ge-
Tand Kuft, nacmt: vervolgens de Kufi langs tot aen ieGoud-Kuft, en op
Awinéjum- defelve in de Landen van Awiné, Jummoré, Eguira, Abocroe\',
Ancober en Axim; werdende in gefeide Landjehappen dagelyks
Ancob^rlA- met meenigte ^eioo^; en hoe woefter en onbewoonder de Landen
ximenAate. ^yn, hoe meerder Olyphantenen ander wildGediertemeninde-\'
felve vind.
\'t Landfchap Ante is van defe beesjes mede met onvooriien; mits
\'er niet alleen Landwaerds in een menigte werdenffmaer
daerenboven komenfe meefl dagelijks aen \'t Strand, en onder on-
fe Forten (waerfe van ons volk konnen gefien worden) groote
fchade doen.nbsp;, .
V-m\'t Antefe Landtot aen Acra, heeft men erin al die
tujfchenfireek Lands, eenige weinige, dog nietfo veel als in de
vooren verhaelde Landfchappen, vermits deefe Landentnücherx
Ante en Acra van voor langen tydredehjk bevolkt fyn ^^eweei\\,
uitgefonderd het Fetufe Landfchap, \'t^eenkderdvyf aßsj^ren
lierwaeitSs meeft woeß lieeft geleegen , waerom men\'er ook
ongelyk raeerdes: Olyphanten als op andere tyden heeft gehad.
Ontrentwerden\'er \'s jaerlyks een^rccïg meenigte
dood s ora dat men daer om heen veel woeften onhevjoond Land Acra fequot; een
heeft. In\'t jaer van [evenentnegentig vi^ierd\'er amp;tn:Acra, kort feer groote
by ÓQ FortreJJei ecn vâneanongemeenegrootte doodgefchootenj aWaer ge-
en die al^e^ii ouders moet geweeft zyn, vermits fyn, beide tan-
den tweehonderd en twintig pond wot^en y waer aen UE. desfelfs jesfeifs tan-
kloekte gemakkelyk kond afineeten.nbsp;den.
Aen Ardra of Fida heeft mener geen, alhoewel\'erte wyjz^^ïArdra heeft
tijd een dood gefchooten is, dog de Negers verklaerden, datg^en Oiy-
fulks intfefttgjaren tyd niet meer was gebeurd, dies ik geloof, 5odi de \' \'
dat den felven aldaer door een ï^erJo^/^/ïg uit een ander Land Bogt van
moet gekooraen zyn; wmthttLandfchapB,enin, \'t geenn^rz;?J-de
luaerdsin aen Ardranbsp;mitsgaders üio de Calbary,
Tones y en nieer anderenbsp;en Rivieren daer ontrent, fyn geleegen, o-
fo vervaertijk vol van deefe Beeften, dat het byna niet tenbsp;ver vloed ig,
ken,is, de Inwoondersnbsp;nodikonnen,.. of durven huis
hmdm.. \'nbsp;, ^nbsp;, ^ : ,
\'t Groot getal van tanden àXt in déefe Landen van jaer tot
Jaer werden ingehandeld, wy fen genoegfaem der Olyphanten mee-
»(^ïe aen.- Öf al deefe tanden v m gedooide OlyphantemYnydzn^^i^^^^-^
of er eenige ^ei\'OWi/eB worden , foudeik niet konnen feggen\'.eQ\\\\-
ter foude ik wel durven gelooven,. datfe. op beidem.,anier\\7.oïdm kdykts,d3t
gekreegen; en daer uit founbsp;ofde Oij/i/MKWK.haereenOly^^
tanden, gelyk eenigehebben, verwijjeMeni dochV^^\'^^^^]^
hierentegen ftryd de verfcheidenheidvan dzOlyphants-tandenwe-
der t\'eeneniaeljvermits men\'er fiet die een, twee en drie pond wee-
gen., en wederom 2i.ndtr:e fwaerder en fwaerder , tot over de
■honderd pond gewigt toe: want het is immers in \'t alderminfie
met waerfchijnelijk , dat foeen vaßlighaem, oïharàe ftof,wztv:
mtde tanden der OlyphantenhtMtn, in een jaer of twintig van
«ß tot honderd pond foude konnen aengroeijen : doch hoe het\'er
^igentlijk meede is, ik moet bekennen, van het niet te weeten
en wehebben hier op ook.alnbsp;dathetmeerdan
^yd is, om\'er van af tefchsiden, en my te keeren tot een Dier,
y geen in nootte denÖ/yphamhoven alleanderehet naeftekoomt: .
. II. Deel.nbsp;Dnbsp;(al-
BESCHRYVING VAN DE
(alhoewel het al vry wat verfcheeld) fynde den Bupl, welke
men meeft door geheel Guiné heeft, dog in fo geringen getal,
dat men\'er in vier jaren een te fien krygt; vermits noch
■wügdeegemhéd M héhtn , om van etn Plaets te fchryven ,
W^tv dtt^Q beeften ïn groote meenigte zyn, - fo faï\'er voor tegen-
ilooQrdignltts naders van feggen, als datfe heel goed zyn ter fys;
\'t verdere overlatende, tot dat wy tevgefeïdeplaetsM\\en gekoo-
! men i^yn.
Tijgers, diein groOtte van de Buft^elsnitt veel verjcheelen,maer
■we\\ m verwoede grimmigheid, Clin hier le Land ongelooflijk veel,
van \'Vier en vijfdeHei gedaente, fo in grootte als vlakken: of daer
nU\'Luipaerds, of XeopW , fo menfe noemt, Pantherdiers, of
diergelijkenftag, onder is, mag, om deverfcheidenheid,we\\zyn;
fonder dat ik liiy fal onderwinden, om\'er over te oordeelen, ver-
mits niemand my tot nog toe voorgekoomen is, die my, dies
aengaende, \'t vereiße berigt heeft konnen geeven: wanneer ik
den:goeden Plinius hier op na fag vond ik hem ontrent fo on-
verßandig , en tdftelijk te liegen, äat ik van doe detnbeßuit nam^
om den felven . in \'t namrfchm van eenig Gedierte, te füllen la-
ten ruften.nbsp;.nbsp;j i.
De Negers ondcrfcheiden dè TyVerf ook wél met namen\',doch.
hoe fulks in onfe tael over te brengen is, weet ik geen raed; der-
halven het onderfcheidhier van latende varen,ftaet my maer te [eg-
gen , dat het gefamentlyk verwoede , vinnige y en verftindende Bee-
yÏÉ\'« tyn,\'waer door dagelyhveeX droevige ongelukken%égt;euten.
Sy en ontüen menfchen noch beefteni echter fulknfe demen-
; fchen niet aendoen, fo lang fy fig met het beefle-vleefch konnen
verfaden; doch als dat felve haer OKï^ree^?, en een wew/cÄhaer
komt te ontmoeten, fo is den felven Hjvehos. ^Hier na breeder
\'■ van deefe/o/: voor tegenwoordig nog maer, dat, hoe wreed dee-
{ebeeßen ook mogen zyn, men defelve, als: menfe;;o«^ krygt,
heel mak en tam kan opvoeden , en waer meede wy foo ge-
makkelijk 2Xs met een Hond oi Kat konnen fpeelen; hebben ook
even ïodmige gebaer den, als het laeftg^noemde-Beeft, over fig.
s ik heb\'er w.el een ftuk of agt hiet zen Elmina dusdanig mak
m tam Cien opbrengen , en tegenwoordig heC\\t de Heer Generaèl
hier van^ noch twee fluks\', doch in alle heb ik echter waergeno-
piem
Buffels fijn
op de Goad-
Kuft niet \'
veel.
Tygers
daerentegen
in meenigte;
fcn veelderlei
Hser ver-
fliHdenden
■aeit.
\'Maklcc\'Ty-
ï gers» van
jongs ia fby
ons opge-
voed 5 fijn ,
echter niet
veel tc ver- \'
.«TOUwen.
tmn j dat met\'er tyd haer hoofen aert in \'t een of SLndtv geval
koomt uit te blinken, en datfe» hoe mak fy ook fyn mogen, niet
t\'eenemael {ondcv groote omßgttgheid tc vertrouwen zyn.
Na den Tijger volgt hier tc Land in verwoedheid ccn heeft ,
vande onfe Jakhals, of Boshond ^cmcmd. Men vind de lèl-
Ve het aldermeefle ontrent Acra en in \'t Aquamboeje Landfchap,
alhoewel\'er hier om heen ook eenige weinige zyn: en deefe hee-
ften fyn fo uitneemende ft out, datfe menjchen en bLeften,3.\\s Koe-
jen, Varkens, Schapen enz., al wat haer voorkoomH aendoen, en
verflinden.
\'s Nagts komenfe tot onder de mueren van ons Fort aen A-
cra, om de Parkem uit de kotten, en dc Schap en \\3i.\\\\ nit dc ft al-
lingen weg te halen; waer dat\'er ook meenig een op de volgen-
de wijs werd geknapt: De befetting van ons for^leggen eenige
^beigeladene Snaphanenmctdchaen overgehaeld, ineen Kift,W3.ct
aen met een touw een ftuk Schapen of Varkensvleefch gebonden
is; fynde fodanig^é\'/ïé\'W, dzt hy het vleejch vznvootdcjrompt
moet weghalen, en fo haeft doed hy \'t niet aen, of de Juap-
hcien gaet af en hy krygt alfo tot loon van fijn dievery een kogel
of vier in de huid; dit koomt feer felden te miften, als op het
leggen van de Snaphanen wel te deegen agt werd gegeeven.
Voortgaende in \'t bejchrijven van het verftindend Gedierte
fo ttellen\' wy, als in dcnaefte rang,, den Cayman, doch beeter
bekend onder den naem van Crocodil. Ik ftelfe hier onder \'t
verflindend Vee, niet om dat ik het felve aen haer bevondenhch,
om dat ik\'er, in ai de tyd van myn verblijf, alhier noch niets
^2inheb gehoord, d2txk iemand, \'tfy menfch oi beeft, fouden
ßonden hebben: maer ik fegge het eenlyk, om dzt verftheide voor-
beelden van haer woeden (en het geen ik heel wel wil^e/öx\'e/ïj in
andere geleefen heb.
Deefe Beeften fyn hier te Land in alle Rivieren in eengrouw-
f^memeenigte, voQvnzxa.ent\\yk2i,cnChamacnBoutry, o^dcjaet^
fte heb ik\'er wel vyftig cp eenen dag gefien, en daer onder ook
^enen, na gilfing, ontrent de twintig voeten lang.
Des Caymans geftalte is reeds van veelen bejchreeven: ik fal\'er
derhalven noch maer bydoen, \'tgeen van anderen of overgeßa-
o( \'Vergeeten is. Haer lyf is metfo harden huid, in manier
D 2nbsp;van
De Jakhals
ofßoshond
fijn immers,
fo verflin-
dend als den
Tygcr; en.
waer men
defelve het
meefie heeft.
Aen Acra
werden\'er
verfcheide
van ons volk
gevangen;eii
op wat wys.
Cayman of
Crocodil.
Doen hier
geen leed
aen men-
fchen of
beeftea.
van groote vierkante fchobhem bedekt, datfe, owJfynde, onm(gt;
gelyk met een Snapbaen dood te fchieten zyn : demutfen, die de
Negers hier van gemaekthebben, en dragen,isals cenpuerbeen,
\'t welk met geen Bouwer doorgekapt kan worden ; en gelykt
feer wel na \'t bovenfchildvzw een Landfchilpad: dthujkvzwten
Capnan h ongelyk fagter, doch met defelve geevenfe haer niet
ligt bloot-y dies menfe befwaerlijk anders kan doodfchieten , als
met haer wel ter deegen in de kop te treffen: opbeetedagentn
Syn be-
fwaeilyk
iïvaeijyK,nbsp;xt^vi quot; ..w..nbsp;-nbsp;^nbsp;■nbsp;j
wegens haer ßer ke fonnefhijn , leggenie in een grme meenigte am de oevers
harde huid
äood te
fchieten«
quot;van de Rivieren, orn\'fig in defon te bakeren; maer fo haeft
werdenfe ^een\'menfchen gewaer, of fy kopen heel fagjes na de
-Rivier, enalsby defelve^öme;?, fchietenremeteen^roofs W^t
daer in, en verbergen fig aenftonds onder het water, deefe
bêeflen gelyken na \'t aenßen fo wonder pel niet, dan datfe de
menfchen op \'t Land fouden nahopen,- en fo defelve haer niet
geftadigmet rowi of krom te /oo^e» vermoeiden, fy diefouden
konnen vangen-, het kan echter wel moogelifk zyn; doch hier
te Land fou ik\'er, te Land fynde, niet feer be angft voor zyn-,
maer in \'t water vettroim ik haer (fchoon noit van eenig oa-
geluk gehoord heb) echter niet. .
• Haet Sen- ^aer aenfien is donkerverwig, en können genoegfaem voor
fécn, gt; èèele leelijke beeßen dootgaen.nbsp;.
Aen haer huilen , en verdere lift om de-menfchen te vangenl
fia ik fo veel geloof, als de Joden aen \'t Euangelie.
■ ¥/iiae Var- De wilde Varkens werden van de meef.e magt onder het ver-
kens fijn findend Gedierte.^ettU, en, na datfe in Europa geaen zyn,ook
hier fo boos- oneigen. Hier op de Goud-Kuß heeft men\'er eenige weini-
SSrol doch op verre na fo boos niet als in Europa-, ik heb ver-
^nbsp;fcheidemael hier van een wild Varken gegeeten, fynde een mt-
ft eekend lekker eeten, om datk fonderling jnalfch zyn, en lekker
. vet hebben.
ï-:fiartélsec- ^an \'tverflindendtot htt ander Wild koomende, fo fal ik
i inbsp;^erfieltjk fpreekewvan dat geene, waer van èitLandweX \'t befte
rvooïfienis, \'t welk fynnbsp;die hierteI,^»J, langs
\'de geheele Kuft, in een ongelooftijk getal zyn; voornamentlyk
■in-Ante, en zei^ Acra, a\\\\va^tmevi er ïomtjds troepen vaixhonquot;,
■ •dsrdby den andereiifiet.
GUINESE GOUD-KUST. 29
\' De l^egers weeten ons te feggen, dat deefe beeflen fo arg zyn,
•datfe op alle uitgangen eenige als op de Wagt ftellen , om te
ȧen, ofer ook menfchen koomen, om\'er de andere dan vante
ivaerfchouiven. Of het m/zïé\'J\'is , derf ik niet verfeekeren ,
hoewel ik gedenke,-het felve QldeïSYSkU ander e Landen meer^^-
\'leefen te hebben.
De Hartebeeflen fyn hier te i^jwj ■ wel tiuintigderh^nde, eeni-Veelderld.
ge foo groot als kleine Koebeeflen, andere z\\s-Schafem gelyk
Katten-, é-;??..: de meefte lijn m van i^e/ear, metemdonkereftreep
over den rug; eenige ook ros mctivitte ftreepen heel aerdig^é\'-
•vlakt: alle, geen uitgefonder d, fyn heelgoed om te eeten,voor-
namentlyk twee Gefügten, die wy ook voor etn kkkerny hon-
den : de eerfte, fynde muisvael, waer van ik UE. twee afiee-
keningen hier: neven fend onder No. i. en 2., welke, fchoon
van een\'flagy echter verfeheide ingeftalte waren ; fynde beide
Xintrent twee voeten lang, doch den eenen een weinig hooger
Van pooten als den ander.
\'Hier is ook noch een flag, welke de helft kletnder , .en ^oj
van kmleuY zyn; by uitneementheid fyn dit mooje en lieve beesjess
met feer kleine fwarte höorentjes, en dunne pootjes-., diej ni3L even-
matigheid van haer lyf, redelyk lang zyn ; doch fo uitertnaten
dat fommige die van een Tahakspyp, op(yndunft, niet
en overtreffen. Even fo eenen, met goud beflagen, laet ik UE.
by deefen, by gebrek vm de afteekening, toekomen; verho-=
pe het voor lieffnlt aenvaer^en.
iVo. 3. fal UE. noch een Hartebeeft vertoonen, \'t welk ontrent
vier voeten lang is, niet feer dik van lyf, doch feer hoogepoo-
tcn, en een lange hals en ooren: fyn kouleur is hooggeel en 0-
quot;i\'angie, met witte ftreepen gefchsikeerd; fynde dit al de aftee-
leningen, welke ik van deiHartebeesjes heb konnen krygen. Hlf-rbef^^
_ Ber Hartebeeft en fnel en gefwindheid in \'t loopenis aen wei- {tcn%oor-
^ïg menfchen onbekend; doch debeesjes, wzet mïi üE. het namênrlyk
tootje bekoomt, fyn by uitneementheid fnel in \'t kopen, enver- hetkkinüe
^Onderlyk (althans voolr fxxlke\'kleine dieren) in \'t fpringen.
^-b\'er, die wy gevangen hadden, fien fpringen over een mutr
^^^ntiena twaelf voeten hoog. Vandenbsp;werden deefe bess-
de^oningen xler Harten genaemd.
-ocr page 310-.0 BESCHRYVING VAN DE
Aen Jpam, Acra en Fida, heeft men een ftag van Hafen dQ
Steenhafen by ons niet ongelyk : op alle drie dcdcTlaetfen fyn.
fe in een goed getal; doch hier van heb ik UE. in myn brtef^
van \'t Acrafche Land fchry vende, al onderhouden.
Tfervarkens, Jfervarkens fyn hier meede, doch niet feer overvloedig, al-
thans fy worden maer in een gering getal tot ons gebragt, en
groeiien tot de hoogte van twee, en twee en een halve voet: fo
fel en jcharp V2^ngelit fynfe, dat geen eenig houtwerk haer kan
^^^I^S\'en\'er eens een in een Vat, meenende hem feer wel he-
waerd te hebben; doch in eenen nachthzdhycv fig felven ^^oor
heen geheeteni en dat noch in de buik van \'t Vat, daer dc dui\'^
Pen op \'t meeft uitwaerts waren gehoogen.nbsp;_
Syn boos-nbsp;\'tlsQtnbeefty dzxioflouttïiboosaerdigvznaertis, dzthtt
aerdig, en {xa mtt ontfiet■gt; om vervaerljkegrooteSlangen ztnxtdocxi\', hier
vaneenflerkyj^ meede breeder hier na. Het fchiet, als het toornig is, feer
r -uaerdii met fyn pennen (welke fomtyds wel fpannen lang groei-
Sch.ctenfeer ^^ iit,nbsp;dt menfchen tn beeften, en dat met fodanige ^r^^f,
datfe felfs in een plank fouden blyven fteeken. De Negers hou-
den het vleefch van deefe beeften voor een groote lekkerny; ioo
ook eenige Blanken.nbsp;„ j ; •
Ik heb hier te Land ook heesjes gefien, welke dtEgels met
ongelyk waren, behalven datfe fig niet in een konden rollen, als
dt Egels die men by ons vertoond, gewoon fyn te doen.
Onder No. 4bekoomt UE. de afteekening van een Beeft \'t geen
de naem van Potto draegt, doch onder ons is \'t bekend met die
van Luy aerd\', buiten twyfel wegens desfelfs loomen en treden aert\',
want om tien treeden voort te loopen, oïlitv tl kruipen, heeft het
een qeheelen dag van noden.
^tnïgtfchrjven , dat fo wanneer een deefer beeften op een
boom vMommenxs, hy daer niet weeder W«^«, voordat
hy met alleen de vrugt, maer felfs ook de bladenhttitverteerd
en opgegeeten ; als hy vervolgens en vet van denfelven af
klimt, om op eenanderen ^öom te^ÄMi^rf«, heeft hy tot dien
arbeid fo langen tyd van doen, dat hy, eer hyop een anderen
boom komt, t\'eenemael vermagerd en uitgeteerd is; en byaldien
beide die boomen wat ongemeen hoog waren, of wel datfe een
Hafen.
krachtig
met hare
pennen.
Egels.
Luy aerd,
Desfelven
ioomen
gang be-
fi\'hreeven.
GUINESE GOUD-KUST. 31
Verre -wegvrn den ander Honden, en dat onderweegen niets te
^eïeB was, fo fou hy, miààtn in demarjch-, v m honger motten
fierven. So als \'t hier ter neder gefteld is, heb ik het by andere
geleèfen , fonder voor de waerheid daer van te derven inflaen,
alhoewerer de Negers ook niet vreemd van zyn.
\'t Is foo een affchouwelyk en leelyk beeft, dat ik geloof, des-
felfs wederga op den gantfchen Aerdbodem niet te vinden is, de
prent vertoond den felven heel eigentlyk en na het leeven\'. des-
felfs voorfte pooten gelyken wonder wel na Menfthen-handen : de
kop is na. evenmatigheid van {ynMchaem ongemeen groot : de geene,
waer na deeïe prent get eekend is, was muisvael van couleur ;do^
den felven was noch geheel jong, dies hy fig ook met een glad-
de huid verbeeld ; doch alsfe oud worden , gelyk ik\'er in den
jare 1699. hier aen Elmina eenen gefien heb, fo fynfe van een
rojje couleur , als wanneer haer het hnir even als met wolvlok^
^-en in malkander fit. Verders weet ik van deefe heeften niet te
fieggm, als datfe, fonder\'er. een afgryfen van te hebben , niet
bonnen aengefiten worden, en fonder dat\'er anders eenige feld-
faemhnd, als desfelfs /onderlinge leeUjke gedaeme, aen is.
In \'t veld onthouden fig hier eenige beeßen, weVamp;e de Katten
in alles gJ/)\'^ zyn,uitgefonderd dat haet groote die vaneen Katten
te boven gaet: wy Mfw^\'j^ defelve ook Bosrotten\', en fy onthou-
den fig geftadig onttenthetgefaeide, w.^t.et aenie/onderlingegm-
te fihaàe doex\\.
Haernbsp;werd van eenige Blanke, en al de Neger s,yooT
quot;^en groote lekkerny gehouden ; en \'t fou het ook inderdaed zyn,
feyaldien de Tftaem , en {yn leelijke gedaente, ^een tegenfin in den
^^ter verwekte\', doch. die dâer overheen konnen flappen, koomt
^^tsXs een aengenaem eeten te vooren : en om hem fyn leelijke
te beneemen, fnyden fommige, eer\'t op tafelkoomt,
kop, pooten en flaert af, als wanneer het aen yder een, diè\'t
iiiet weet, voor een aengenamefpijs verflrekt; want^y xynmalsf
quot;^^t onlekker.
. Noch een anderftag van Tosrmen heeft men, doch meeft aen
-^x.im-, welke wel fo lang fyn als de voorgaende, doch {eer dun
^ final van lyf; dragende anders de naemvan Bouteesi buiten
^^ Negers werdenfe maer van weinig-Blanken gegeeten. Dit
Enleeljrk
geftake.
Bosrotten
wat het voor
beelien-zyn^
Syn aenge-
naem tçr
fpys.
Noch een
andsr
Boutées
nacmt
Ld doed een cngelooflyke fchade aen de Milhio cn Rys , xvelks.^
Een fchade- de Negers al in hztr huis hewaerd m opgekgt hthbtn In eene.
lyk goednbsp;bedervenfe meer van hec gefaeide graen, als honderd Htm-
ontrent denbsp;^^^^^^ komien doen, mits het haer metnbsp;is, datr
fe haer lyf opvullen, en eenige meefleepen, maer fy befchadigem
daerenbüven alles, waerfe aen en ontrent konnen komen. ^
Civetkatten. \'Drie of vierderhande Boskatten heeft men hier te Landyiyn-
de de Civetkat daer meede onéer begreepen die tegenwoordig
■ in ons Holland fo wd-bekend is, dat ik by nähmet nodig agt^om er
hier eenige melding van te doen ; behalven dat ik hier echter
noch wel mag byvoegen, dat fy aen ons volk, geheel jongiyn-
de, f^ioof werden gebragt, sXsnbsp;een a twee Ryks-
daelders voor betaeld worden.nbsp;quot;nbsp;j u ■
Veel moeite en oppaßens heek men met Is^r op te voeden ih^
re kofl is pap van Mittio gekookt, met een wenig vleefch oïvifch
Alsfe noch heel jong fyn, krygenfe Civet i dat der mannetjes
is beeter als van de wyfjes, om reeden dat de wyfjes hg,;niet
•üiagten konnen, om in de beurfe, daer de Civet mgroeid, of
vergaderd werd, .te piffen, waer door defelve bederft.
Boskatten. Vän de overige Boskatten weet ik niet fonder lings teJeggen ,
als datle even ^is de Tygers gevlakt, en ook wel fo boosaerdig
zyn; doen onder de Hoenders, alsfe daer ontrent konnen kö-
rn en , groote fchade.
Muscufmui- Ik heb hier kleine Muisjes gefien, welke een fo eten aengena-
fen-nbsp;me Mufcus-reuk van fig gaven; doch kon metMmerkem,. datfe,
als de Civetkatten, een beurs hadden; dies ik geloof,, dat ge-
feide reuk van hare huid of vel moet komen.
Andere wil- Noch heeft raen dne of vierderlei flag van kleine \'Seesjes: eene
dcBeesjes; ^^n defelveword hier vertoond in de Prent No. s\' byna van
eerfte foort.nbsp;^Is een Kat, behalven dat desklfs bek ongelykfpitfer,
en \'t hfkleinder is; fynde (yn lyf, even als de Civetkatten,ge-
vlakt. De Negers noemen hel Berbé, en de. Europianen Wyn-
fuipen, om dat het heel vierig achter de ÏVyn de Palm her fit.
tweede \' De tweede ßng van gefeide Beesjes fyn niet veelgrooter als een
Huis-rot: \'t tyf grauw en rosy2.n couleur, met kleine witte fpikke-
len in \\ hair; en de (laert raaekt met het lange hair, even alS
vooren gefegt, gefpikkeld, een breedte v^n drie vingeren
ke fy hesXfraè achter over haer lyf, tot aen den toe, dra-
gen. Deefe noemd men ook Wynfuipsrs, alhoewel men haer
veel etgentljksr Eekhoorentjes mogt noemen.
De derdefoort fyn ontrent, alsfe volivajfen zyn,. eens (ogroat ^^^
van/j/r en meede ros van couleur. Dit is em jonderlmg boos- i^JJjquot;^
aerdiggoed, en heeft een fel en fterk gebit: \'t verweerd fig, in naemd, is
tyd van nood, tegens menjchen en beeften, fonder onderfcheid: ^^n groote
\'twerd Koekeboe genaemd,; en is eenvervolger vande Hoenders;
doch niet op fodanige wys, als\'er de Heer Fokkenbrogvzn heeft
gelieven te fchryven, als dat het de Hoenders met (ynpoortSoü
vangen.
So veel liß behoefd het niet eens te gebruiken, mits htt fnel
genoeg is, om de Hoenders te konnen achterhalen,, en te vangen; jgjijie^
en gevangen hebbende, heeft het ook ^ra^ïgenoeg, om defel-heeft ge-
ve vjeg te fteepen. Ik heWet verfeheide gehad, doch en vond aen fchreeven,
g^en van alle een rooden aers,, als voornoemde Heer gefegt heeft,
alhoewel defelve nauwkeuriggenoegheb beßgtigd.
\'t Geen Syn Ed. wyders, of in \'t geheel, van ditbeesje heeft
gefchreeven, fou ik niet durven ^eami?»; want behalven dat ik
fulks aen defelve nitt ondervonden heb, fo en heb ook noch ooit
eenig menfch, \'t fy Blank of Swan, gefien, die het fou können
getuigen.
\'t Overige beesje, of liever beesjes, want\'ernoch meer al,s
eender lei ßag zyn, weetik, vermitsfe fo weinig aen ons Mé\'kJ
zyn, niet te h.efchryven; dies\'er van af ga, en wende my voor
tegenwoordig tot een Beeft, dat fig fo wel op het land als in \'t
quot;iJoater onthoud : namentlyk een Leguaen. Haer ^e^^Z/e is byna Leg\':\'^^»\'\'
als een Cayman, doch worden felden langer als vier voeten: \'t
lyf is fwart met ronde oogjes gefpikkeld; en de huid is heel week.
% doen geen menfchen \'noeh beeften, uitgefonderd de Hoen-
ders , aen j onder defelve bywylen een grooteftagting aenregten-
de. Haer vleefch werd van veel Blanken gegeeten ; welke alle
^enT^Zxig getuigen , dat het felve \'t Hoendervleefch in lekker-en gehoudL!quot;\'
^cngennemheid verte ovettvek. Aen ^oeré\'É\'en elders werden-
fe voor ^/Ww gehouden.,nbsp;s
Onder No. werd UE, een Beeft vertoond, \'t geen fig in
\'t Bojch onthoud i fynde largt;g enfmalvmlichaemi met een lan- «m fo\'ge,
II. Deel.nbsp;Enbsp;genaemd.
-^ËESCHRYVTKG VAN DE
11 ßaen, aen welkers einde ttnquaft fit: desfelven hatrin lang
\'in dun, dQ couleur vaal, dog trekt een weinig na den ^w»quot;
de Negen noemen het Arompo, ot Menfchen-eeter, vermits des-
i felfs aes in doode menfchen beftaet; wQ\\kthyopgraeJd, en fo-y^r-
flindi bfzhergensyma.nd\'verflagen werd, en hy het felve koomt
se-waer te worden.nbsp;, . ,nbsp;r j u
Denbsp;feggen, als by by een doode koomt, \'t ly dathy
den felven opgegraven heeft,of maer fmpelyk vind, fo tnvak
hy\'er niet ten eerßen op aen , maer gaet\'er eenige raaien oj«
heen: tot wät emde, fouik I7£.niet weeten tefeggen; dochde
Negers geeven\'er deefe verklaring van; als dat hy,Julks doen-
de, daet meede te kennen wilgeeven,\' dat men een ander mans
f cederen niet moet, of kan neemen, fonder\'er te vooren eenige
voor te doen, en dethzh en ßg felven ook eerft een wei-
nis. vermoeid.nbsp;, , , ^
Wat geheim bier iri fteekt, is Uchtelyk te raden: ik denk dat
^^ dit beeß door een natuerlyke vrees, \' welke alle Dieren eigen is,
werd bevangen, en derhalven rond om ft et na eenige menfchen^
welke hem fijn proi fouden konnen of billen entfetten.
Aocn haer ^ Nu eens van Apen. Defelve fyn hier te Land by honderddm-
^tootc tncc.fenden, en me eniger lei, dsxhetverwonderljkis, enmy onmo-
nigte enver- ßyk. Q^e alle aen te halen en tehefchryven,Ü\\ acrhalven maer
fchdden- ^^^ eenige weinige gewag maken.
Eerlie flag, \' De eerfte engemeenßeftag werden vzn onsmlk Smitten gtmemdi
welke wei\' asefe zyn muisvael van couleur, en koomen tot een Wonderly-
nig kleinder y .rootte.^.. lk h^h^t Jelfs eenen van vyf voet gefien, en fo wet-
^Èh\'^\'cn\'^itkkinder dan een menfch. \'Dit Fee is heel argen ftout; ent
Llbool fchynd ongelocfiyk, \'tgeen my van een Engelfch Koopman voor
aerdig en ^e waerlmd is verhael; te weeten, dat fig achterbet Ew^eZ/cfe
-Fort aen Wimha een férikkeljk grmt getal van deek Af en ont-
houden ; welke foyïoKf zyn^ datfe denbsp;derven ^km»-
den; gelyk hyyfJ-Ä^iÄ datonder anderen aen twee van fyn Cöw-
Een voor- pagnies Slavenw2iS gebeuxd; weïke de .Apen vztkvee^n yen dc
-^fceclfelquot; van \'t oogen foudennbsp;hebben;indienfc niet tydig door ee-
felve. j^jggnbsp;waren ontfet geworden; want dit gefpuii, omhaef
werkjte vertigten, al eenige houtjes klaer gemaekt hadden.
i. m doe als ik/en^f/oo/m van\'tgeen gelieft, ditw^^
■ IK s
-ocr page 315-G ü 1N E S E G O ü D-K U S T:nbsp;-
ikij dat het een verduiveld fiim goed h, \'t geenv-jmaer s alleen
Offl quned te doen, {chynd.gefchapen te zyn.
Sommige Negers geloven voor vaft , dat de Apen heel wel Wat de.NeT
konnen fpreken y jnaet daikhetachteriveegenlütm^ omniet aen S^rs van de
den arbeid (waer vanfe niet houden) te moeten,komen ; dies
UE. hier uit moogt afmemn, hoefe by dit volk te boek ftaen.
Voorfeide Apen fyn genoegfaem van een leelyke gedaente,{o ^\'w^^dc
ook de deefe, welke de voorige in alles gelyk zyn , uitgefon-
derd datfe met haer vieren pas io groot als een van de voren ge-
noemde zyn. \'t Bsft dat men aen dit ßag van Apen vind, is, dat
öien haer bywa altes wat_ men zuil kan leeren.
De derde ftag fyn by uitneementheid fraei, en koomen gemeen- Derde ffag ,
t geen
Baerdman-
hk tot de hoogte van tvjee voet, hebben-pikfwart hair
een vinger en meer lang is,mtt texi langen
na fy ooknbsp;genaemd werden. Van haer wer-
den de mutfen voor tle Hétiés, waer van ik UE. in een andere
^J-iVfgefprooken heb, gemaekt, die de Ne^erxaenmalkander
^oor defelve fomtyds vier ewmzzt Ryksdaelders betalen; en
alsfe tot ons overgebragt wierden, fouden wy ook niet weigerig
^yn , om het daer voor tê geeven.
}!^och twee o( driederlei ftag vm Baerdrnmnetjes heeft men^quot;quot;quot;^quot;^^\'
nier , waer van een yder fwß/raeiis, dog ruim dehelft/^/em-ßYeUm^^^^
der als de geßide, en kortvzn hair, \'t geen gemengt is van cou- netjes.\'
««f, als grauw, fwarty. wit cn ros door den ander, en voor
t meerendeel een witte borß en baerd. Doch holla , ik fou in
plaets van een blad papier of twee, wel een geheel Boek van de
\'prfcheidenheid deefer Apen konnen vullen; \'t geen ik niet kan
^en de pijne waerd te. zyn j wil haer derhalven liever laten va-
; en noch maer feggen, dat van\'t kleine ftag hier meer dan
^\'^intigder lei zyn, en a.\\\\e by fonder fraei-, dofh, \'^§,^enfptftigis,
fo u/onderlijk teer, dat het iet feldfaems !S,fo men\'er eenige
kan opbrengen: en noch feldfamer, omfe na Europa over te
Voeren.
^ Nu heb, ik in \'t algemeen van de Apen noch te feggen , d^^^J^flff^fi^
^^ diefachtigheid aen yder Geftagt fchynd aengebooren te zyn. Ik de Apen.^
, aefelve in \\fteelen van vrugten, en voornamentlyk van Mil-
In
m
aerdige en wonderiyke kueren fien aenregten.
-ocr page 316-Jßaerty aen welkers einde tenquaft fit: desfelven hairin lang
■in dun, de couleur vaal, dog trekt een weinig na den hrumem
-dQ Negers noemen het Arempo,oi Menfchen-eeter,vermits des-
felfsnbsp;bëftaet; welkehyez-^r^f/^/, enfo-y^r-
fiindi bf als ergens yma.nd verflagen werd, en hy het felve koomt
sewaer te worden.nbsp;, . ,nbsp;r 2 u
De Negers (eggen, als hy hy een doode koomt, \'t iydathy
den felven opgëgraven beeft,of mzet flmpelyk vind, fo envaU
quot; hy\'er metten eer ften o^ aen , maer gaet\'er eenige malen om
heem tot wät einde, fbuik I7£.niet weeten tefeggen; doch de
\' legers geeven\'er deefe verklaring vanj als dat hy, julks doen-
de, daet meede te kennen vjHgeeven ^^dsx men een ander mans
ioederen niet moet , of kan neemen, fonder\'er te vooren eenige
moeite voor te doen, en derhalven/l/^te ook eerft een wei-
■ BÏQ vermoeid.nbsp;1 j ^
Wat geheim hkt iri fteekt, is Uchtëlyk te raden : ik denk dat
dit beeft door een natuerlyke vrees , \'V/e\\ke alle Dieren eigen is ,
-werd bevangen, en derhalven ra»^^ ew/z^ï na eenige menfchen}
welke hem\' fijn proi fouden konnen of willen ontfetten.
■quot;Aocn hèer Nu eens van Apen. Defelve fyn hier te Land by honderddm-
^ gwoïc mcc fenden, en io me enigerlei i dsxhet verwond er lyk\\s^, enmy onmo-
^^^ te halen en tebefchryvengt;h\\ dethzXven m^^
jchdden- van eenige weinige gewag maken,
Eerfte flag, \' De eerfte engemeenfteftag werden van onsmlk Smitten^enzemai
welke wei lt;ieèfe zyn muisvael van couleur, en koomen tot een wonderly-
nig kleinder y gy oom. Ik heb\'ergt;/gt; ccneu vyf voet gefien, en fo w«-
^^quot;^ nig klmder dm een menfch. Dit Vee is heel «r^ enftouf, en t
heel boos- fchynd ongelooftyk, \'t geen my van een Engelfcb Koopman voof
aerdig en ^e waerheid is verhael; te weeten , dat fig achter het
Fort aen Wimba eén fchrikkelyk grèotgetal van dee(e Apen ont-
^ houden j vreXke io ftout zyn ^ datfe de menfchen derven aenran-
dem gelyk hy^erÄ^Ä dat onder anderen aen van fyn Ow\'
lt; Een TOor- pagnies Slavend2ls %ehemd\', welke de.Apen vztkvee%en, endt
^-fceeki van \'t oogen foudétt üitgeftookeH hebheïifindienk niet tydig door ee-
fclve. j^jgg Negerï waren ontfet geworden; want dit gefpui^, om haer
werkte verrigten ^ al eenige houtjes klaer gemaekt hadden. _
doe als ik,nbsp;van\'tgeen 17£. gelieft, dit^v^^^
\' ïK P
1
j
-ocr page 317-ik:, dat het een verduimldflimgoed is, \'t geeniniaei\'s alleen
quaed te doen, {chywd.gefcbapen te zyn.
Sommige Negers geloven voor vaft , dat de Apen heel wel Wat de Ne-r
konnen /preken, ,mZQV daxkhtt achterweegen lam, ommti aen
den arbeid (waer vanfe nist houden) te moeten;komen ; dies yel!^^
UE. hier uit moogt afmenen, hoefe by dit volk te hoek ftaen.
Voorfeide Apen fyn genoegfaem van een leelyke
ook de deefe, welke de voorige in alles gelyk zyn , uitgefon-
derd datfe met haer vieren pas {o groot als een van de voren ge-
noemde zyn. \'t Beft dat men aen dit flag van Apen vind, is, dat
men haer byna alles wat men xvil kan leeren.
De derde flag fyn by uitneementheid fraei, en koomen gemeen- Derde ffag .
iyk tot de hoogte van twee voet, hebbenpikfwart hair ,, \'t geen ßaerdman-
wel een vinger en meer lang is,mttztn langen vjitten baerd,v^ aer
na fy ook Baerdmannetjes genaemd werden. Van haer ue/wer-
den de mutfen voor de liétiés, waer van ik UE,. in een andexe
^w/\'gefprooken heb, gemaekt, die de N^^maen malkander
toor defelve fomtyds vier en meer Ryksdaelders betalen; en
alsfe tot ons overgehragt wierden, fouden wy ook niet weigerig
Zyn , om het daer voor te geeven.
Iiioch. twee drieder lei flag vamp;n. Baerdmannetjes heeft men
hier, waer van een yder even fraei is, dog ruim de helft ^/ejK- ßg^pjjp^j^^^
der als de geßide, en kortvm hair,, \'t geengemengt is van coö- netjes.
l^ur, ^^ls grauw, fwarty. wit tn ros door dm ander, en voor
t meerendeel een witte bor ft en baerd. Doch holla , ik fon in
plaets van een blad papier o£ twee, wel een geheel Boek van de
quot;Verfcheidenheid deefer Apen konnen vullen; \'t geen ik niet kan
fien de pijne waerd te. zyn j wil haer derhalven liever laten va-
en noch maer feggen, dat van\'t kleine flag hier meer dan
^quot;^intigderlei zyn, en slWq by fonder fraei; doch, \'t geen fpijtig is,
Ook fo wonderlijk teer, dat het iet feldfaems is,fo men\'er eenige
^an kan opbrengen ir. en noch feldfamer, omfe na Europa over te
^oeren.
Nu heb ik in \'t algemeen van de Apen noch te feggen, dat
^diefachtigheid aen yder Geflagt fchynd aengebooren te zyn. Ik de Apen.
eb defelve in \'tfteelen van vrugten, en voornamentlyk van Mil-
a-erdige %nwonderlykekueren ixen 2ientegten.
In yder poot neemenfe een of twee Milhio-ftruiken ; (indien
ik hare pooten fo mag noemen) van\'sgelijken ook fo veel onder
haer armen ; meede een ftuk of drie in de bek; en dus beladen
fynde, ^in^zrÄt haers weegs, fprongen geftadig olt;p de achter-
fte pooten\'vooït, en vervolgd werdende, fo houdenfe , diefe
in den bek hebben, vaft-, de andere, om in hare vlugtniet be-
let te zyn, v^eg werpende.
Hunkenr- Hec wegfteepenvm fo veel Milhio te gelyk, heeft by hctï;o/-
lykheidin\'t gg^^e noch niet te gelyken 3 want yder Mtlhio diefe afplukken,
fteeleii.nbsp;^^^^ Qp\'j. „auwkeurigße beftgtigd\', en byaldienfe haer
niet aenßaen, fo werpenfe defelve weg, en plukken wederom
mdere-, dies hare viefe kmrlijkheid ongelyk meerder fchade aen
\'t (Jm^j toebrengt, als harenbsp;Hier meede feg ik de
pen adieu.
Kaegdrffen , Duifende van Haegdißen, of Egdiften, hoe menfe wil noemen,
vcdderlci. ßgj. men hier te Land, overal j voornamentlyk op en langs de
mueren van onfe-^örf^;^; waer dat fy haer koß moeten foeken ,
\'t geen voor\'t meerendeel in ^\'ß/z^K, Wormen, Vliegen, en
andeteUeine beesjes beftaet. Sgt;y zyn van veelderhandeftag, ee-
nige der grootfte fyn met haer ftaert ontrent een voet lang , en
een hand breed, donker van couleur, met een half rolt;!de kop: an-
dere fyn deefe wel meeft gelyk in grootte, dog verfcheiden in
couleur.
Befehryving \'t Syn meeft alle onguere en leelijke béesjes; behalven de vol-
van de gende, die men, fonder voor leelijkte fchatten, noeh fou kon-
Ha^gdi cn.
Eerftelyk een flag-, ontrent de helft kleinderaXsde voornoem.\'
de, fyn meeB: groen vanverwe; en dan noch eene, welde^e//f
kleinder als de laetftgefegde, van een grauwe couleur, welke fig
Salam^n- met meenigten oz/oi^/ok/^//«^/«^éK onthouden, en de
ders,nbsp;mers feer fraei van \'t ongedierte fuiveren : wy noemen defelve
lamanders.
Wat van de ^^^ ^^ üaegdiffen een ^ró^è fouden waerfchouwen voor Slan-
bcftanïg-^ gen ofte andere onreine Gedierten , houde ik vooral fo^e^ö/-
hcid des fel- waer dig, als des Salamanders befiandigheid tegens\'t vuer; ten
ven tegens ^^^^ ymand geliefde te feggen, dat dit Spreekwoord eenlyk is
louSris. ^^ ontleend.i wegens de tegenßrydigheid van het vuermet den Sah\'
-ocr page 319-manderi welke, nevens alle andere-Hfl^^t/f^eK , yshudvzn na-
ïK^r zyn, de fodanige foude ik met den ett^m toevallen-, en
my daer by ook houden, tot\'er tyd beweefen (zl wordtn, dat,
volgens \'t feggen der Ouden , ergens Salamanders tc vinden zyn,
van gefeide hoedanigheid, tevveeten, fodanige, welke fig on-
trent het vuer onthouden, cn daer in leeven.
Tot befluit van deefen Brief h\\ ik hier noch tuoee heesjes by-
voegen, \\m welke in voorige tyd niet alleen v3onderbreed,mzet
ook heel ongefchikt geiptooken ist defelve werden ;L7£. vertoond
onder No, 6. en 7.nbsp;-
Des eenens eigene oi natuerVtfke couleur ïs groen , met grauive
(fikkels en vlakken; de ander groen, vier ig, en grauw doox den
ander, \'t Syn heel rare enfeldfamebeesjes, en verdienen wel ge-
noeg, dat men fig inlaet wegens der felver^^rï en geflalte, ee-
nigfints wydlopig te fpreeken.
Veele hebben het felve reeds ter-hand genoomen tn verrigt,
doch onder alle gevald my niemand beeter als Pater N. N. en
de Jieer Cornelis de Bruin, in fyn nitgegeeve-neReifen doovA-
fia, enz., \'t Geen Sijn Ed. van deefe Beeften ter neder gefi;eld
heeft, moet ik t\\enemze\\ beuoaerheden, fonder dat ik\'er iets
fonderlings by, of afkan doenx hebbende aen deefe ook juilfc
defelfde eigenfchap z\\s die van gemelde Ht-fc-r bevonden; dies fal
ik, ak niet in ftaet iywde, om\'erI/£. een volmaekter denkbeeld
van te konnen geeven, Syn Ed. eige woorden, doch met ee-
nige \'verkorting, fo als hy defelve in \'t befchryven deefer beesjes
gebruikt heeft, laten volgen.
Sjn Ed. kgt dan: terwyl ik nu met fonderling genoegen, enBefc%vin,g
gt;ivernige bekommering voor de dnngeni\\.enoodJakelykhedenvan vanxlen Ca-
dit leeven, de tyd tot^m™ doorbragt, kreeg ik geleegent-
heid ora eenige Cameleons te bekoomen, fynde nieuwsgierig, fchnTt van
by de ondervindin^te leeren, hoe lang defelve in het lee- de Heer
\'^en konden blyven: gemeenlyk had ik\'er ■zj/Vj; in een groote /sTo/\',
en lietfe by wylen in vryheid door myn kamer loopen: ook bragt
Jfe dikwils achter in de Sael van het Uuis, daer de windvdiSi
de Zeekant door heen fpeelde; v/anneer men befpeurde, datfe
^eel luftiger als na gemoonte waren, en die frijfe koelte jnet se-
«M^ß »e« inhapten.
E
^tli
-ocr page 320-jg BESCHRYVING VANDE
\'t Is een vafl gevoelen van de natuerkenners ■gt; dat deefe hee^ ~
ften van de wind leeven; en inderdaed \'t fteundopdtervarent-\'
heid, want ik heb de myne noit^É-K eeten o( drinken, tenware
eenige vliegen, gelyk in\'t^eW« fal feggen.
Ook is het een waer heid, dat fy fig feer dikwils van cou-
leur veranderen: ik heb^ defelve bywijlen in de tyd van een half
uer drie of viermaelvmvervje fien verwiffelen, fonder dat\'er ee-
nige couleur ontrent was; als wanneer ik hen met\'er haeft met
water, en ook wel olyverwe afteekende.
De couleur, welke fy het meefte aenneemen , fyn een heel
fchoon groen, vermengd met geele flippen of vlakken, fofraei als
menfe met eenig Penjeel kan verbeelden: fomtyds ook met brui-
ne vlakken, en aldus is het gantfche lighaem geteekend, felfs tot
de ft aen toe: bywylen neemen {j een hruine couleur aen , als
die der Mollen.
Hun gewoonlyke couleur is\'graüWfof Mevet-muisvael, en de
huid feet dun, enhyna. doo^chijnende: meeftentyd neemen fy
een couleur aen als van een Hagedis. Doch wat belangd dat fy
de couleuren fouden aenneemen van alle dingen daer men hen op ^
fèt; ik heb by ondervinding geleerd , dat de natuerkenners inlt;
dit gedeelte mis-taften , want fy neemen de roode en verfehei-
de andere coleuren niet aen: echter moet ik bekennen , dat\'er
geefiige veranderingen ten deefen opfigte in heb gevonden.
Noit heb ik\'er langer in \'t kevenkonnen houden als vyf
maenden, en de\'meefte ftierven my afin de tyd van vier.
Ik was nieuwsgierig, om te weeten, waer hun ingewand in gt;
beftond; opende derhalven eene, en bevond\'er eenendertig Eye-
ren in, van grootte als die der kléine vogeltjes, fynde altefa-
men als in een dr-aed nevens malkander vaft doch geen ge-
darmte, of iet anders.
De tong is het\'aenmerkelifkfte van alle, fynde fo lang als het
geheele beeft; hier lyangen fy de vliegen meede, \'t geen\'er de Na-
tuerkenners ook van getuigen, \'t Gefchied op de volgende wip.
De Cameleon houd fig geheelftil, en als\'er een vlieg koomt s
fchiet hy met een groote fnelheid de tong uit, gryptfe met de
fpits, en f[iktfe binnen, waer toe fyn groote wijde bek , die hy
epenfpard, ïeet be^uaem is.
Als deefe beeflen van eenige hoogte na de laegte willen wee-
-Cen, laten fy met groote vooftchtigheid de eene poot benedewaefts
\' dalen, en dan de andere ; \'t geen fy vervolgens ook rret de
achterße doen: flaende ondertuifchen de flaert om het een of
ander, daer fy fig aen vafl können houden, welke fy fo lang
vieren als\'er bot aen is j doch konnende als dan noch de grond
niet bereiken, foiatenfefig plomp verlooren neder vallen. Hun-
■ tie gang is Ceer langfaem, enlwmgrootte dls in devertoond
werd.
Eenige willen, dat de Cameleon den meeflen tijd de bek open
heeft; doch ik heb dit feer felden ^e(ien, en byna noit, dan
wanneer ik hem ter plaetfe bragt, daer hy het vermaek vande
v^ind kon genieten. Meeft fpardde.hy den bek open, en be-
toonde door fyn beiueegingen, gelyk ook door iyn meenigvul-
dige veranderingen, \'tvermaek het ^,een hy\'er in fchepte. Dè
oogen deefer beeften fyn rond, geheel fwart, enbyhnderkleini
en het geene\'t aenmerkelykfte is, fy draeijen het ee»eoog na dee-
fe, en het ander nat, die fyde, fo datfete geJyk na boven en be^
nedenkonnenfien.
Dus verre de Heer de Bruini waerby ik nochm\'aef fäl voe-
gen \'t onderfcheid d2LttnSc\\yenAehierlandfche, endievmSmir-
na heb befpeurd-, beftaende voornamentlijk hierin, eerft, datfe
hier fomtyds fo veel jaren, als de Heer de Bruin fyn maenden^
\'eeven; doch dan had menfe gefetinde op eender boo-
men, waer datfe eenigen tyd, fonder af te koomen,bitven fit-
ten. Ook fynder verfcheidemalen na. Smopa gefonden , ,en le-
\'üendig overgekomen.
\'t Tweede verfchil is, dat ik geene van de hierlandfche rmt
^pene bek heb gefien, en bygevolg ook niet de tongofh^etvlie-
gevangft ; \'t geen echter niet en belet, dat ikhet feggen van de
^eer de-\'Bruin niet cn fou gelooven : ik neem het in tegendeel
donder de minfte tvjyfeliug aen; want heeft Sijn Ed. al het ove-
rige fo net en v)el befchreeven , fo is \'took waerfthijfielijk genoeg,
^at dit ook fo van hem fal zyn
Voor ^t verdere koomenfe hier met de \'üoo;\'/«^^ t\'eenemaei
overeen; fo dat ik\'er niet naders van fal, of kan feggen, dan
\'^^it de. Heer dtBruinhue Eyeren beter by die ym Haegdiffen, ^
tld mogen vergelijke.» als hy Vogelen ; want ik by
ding heb gefien, dat al hetnbsp;en krmpend Gferte-yt
wik geel jongen wtr^U maer eyeren legt; als Haegd^en» Ca-
nteleol Leguanen, Slangen, Schildpadden, , der fe ver
r.« met ge^n hardefchael fyn overtogen, maer dat defelve w.è
enbui^aermyn, en meer mt een ƒ ^ dan/.W beftaet.
Wat dunt u , Mijn Heer» is deefen Brtef met redelyk mtge-
hreid ? ik meen het althans; en derhalven is thoog tijd»omden
felven te eindigen; hebbende voor als nu niet anders te feggen,
dan dat ik van gantfcher herten ben, Mijn Heer» Üc. .
Einde des veertienden Briefs.
Handeld eerft eli/k vande Vogelen; als tweederlei P haf anten. Pa^
trijfen. Wilde Eendvogels» en groene van tweederiet aert. Tor-
telduiven. Krombekken. Snippen» enmeerandere eetbare » doch
onbekende Vogels. Kroonvogels. Een fchoone groene Vogel. Rei^
aers.» blauw, en wit. Portugeefe. Arenden. Ktekedteven. Kt-
%i,rvogels. Kroonvogeh van de Goud-Kuft » heel fraei^ Een
groote Vogel», raer om fijn leeltjke gedaente» en genaemd Pokkoe.
JSloch een Vogel» in grootte de voorgaende niet ongelijk doch jraet-
jer» en vierderlei. Saadvogeltjes. Een fraei Riviervogeltje. Pe-
rokieten. Tapegayen. Stier-of Stervogel. Kikvorjchen en Pad-
den» waer onder eenige feer groot» Slangen» veel en verjchet-
den; ook met twee hoofden. Schorpioenen. Duijendbeenen. Veel-
derlei aert vangekorve beesjes. Honingbyen. Meenigten van Mie-
ren; enfeldfaemheidderfelve. Fan de Vtßchen; alsBrafiliaen-
fche Cabeljauw» Snoeken» Schol» Bot» ampher» Kuttedekker»
met meer groote VJfchen. Steenbraeftems» veelderïet. Stompnew
fen. Baerdmametjes. Makreel. Saffer. Ahoei. Ro^. Tong.
Scharren. Kreeften. Krabben- Garnalen. Steurkrabben. Sar-
dyn. Karmou. Harder, en Batavia. Mitsgaders drie groote en
verftindende Vifchen ; als Noordkapers» Swaerdvijfchen , en
Mayen.\'
Ai i
à\'I:
- isè \'
A.-,
MTnen laetflen in \'t lang en breed gehandeld hebbendie van
het\' tam en wild viervoetig Gedierte, als meede van het tam-
me Pluimgedierte, fo is in deefe noch overig , te fpreeken van
ét Vogelen , \\kruipendGedierte, gekorve Meesjes, en van de Vtf-
fchen,
Onfen aenvang dan neemende: met het Gevogelte, fo fa! ik Schoone
eerßelyk afdoen htt. eetbare, enftelledaer van in den eer fien rang Ptefantjora
dcPhafam. Defelve werd UE. in Prent No. p. vertoond; wcl- ^n^y^cra,
kernen ontrent ^cra, in \'t Aquamhoefe Landfchap y ook omen-
by Apami in \'t Acrafe Land, veel en overvloedig heeft: zy fyn
nitneemende fraei en fehoon. Jlziegrottte is ontrent a!s een Ho^k;
hebben blauwe met gefpikkelde veer en, welke geheel glinßer end zyn;
een ■hemelsblauwe kringvzn twee vingeren breed om den hah\\ op
het hoofd een fchoone fwarte kroon of kuifx in \'t kort, \'t is fo
fraeijen Vogel, als men onder de geene, die fig meeft op der
aerd, en langs de grond onthouden, fou mogen vinden\', en
onder de feldfaemheden, die men uit Gm\'nébrengen kan, naeft
het Goud, (\'t geen ik altyd voor \'tfraeifte en waerdtgßegeichax.
heb) wel het alderraerfl.
No. 10, ftaet meede eenj^o^e/afgeteekend, welke wy hierKf^sie Ph®.
de naem van Fidafe Phafant geeven , om reeden dat daer ter
plaet s het alder meeft gevonden wer den: anderfints werdenfe hier
de Goud-Kuß meede gevangen.
Hy is in groottebynd-^dsdevoorige, doch in lang (ofraeiniet.
Het lyf ïsgrauw, wit, en eenigftnts blauw gefpikkeld door den
ander. Hare kop is kael, met een hard vleefch of dik vel over-
trokken, geheel kmbbelachtig. Syn bek ïs wit ■é.en geele, waer
Van na de kop aen weerkanten een roede lel loopt, of fit.
Aen gejeide ^hafanten moeten wy de Veldhoenders of Patry- Patryfers.
iê» laten volgen. Defelve heeft men, de geheele Kuft over,veel
en overvloedig, alhoewel wy\'er niet veelkry^en, by gebrek van
^oede en yverige Wildfchutten ; doch aen Fida bekoomt men\'er
fo veel, als men maer begeerd, en voor een heel geringe prysgt;
•^Is \'t in de tyd is, fo geeft het hier een goed en lekker eeten.
iVilds Eendvogels , lekker tngoed, ontbreeken hier ook niet, wiWeEend-
ÏI. Deel.nbsp;Fnbsp;wel-vogels.
42nbsp;BESC^RYVIN G van DE
welkebyna van fatßen iyn sis dsEuroptfche, uitgefondcrd etat-
it Witt kleinder vallen.nbsp;j i n
Groenenbsp;Onder de wilde Eendmgehheeft men\'er noch tweederlet flag.
Eendrogels. ^^^^ ^^ eerfte hch ik\'er, fo lang hier ter j:«#ben geweeft, met
meer dannbsp;tweeftiihgcamp;en, welkeden Trow/^/fer van
den Heer WeBeur had gefchooten. Defelve waren de ande-
re Eendvogels in grootte en geftalte niet ongelyk ; doch hare co^
\'leurwss heel ßhoon groen, mttfraeije roode bekken en pooten. bo
uitneeinendhoog tn fchoon ^^s de couleur, dat ik my ma ontften
fou hebben i indienfe levendig, en te waren geweelt, om
voor defelve honderd en meer guldens tehebben gegeeven. t Is
asnmerkenswaerdig, dat ons, voor of na die tyd, geenemeer
van dat ftag te voren fyn gekoomen.
fioch een Van \\ tweede ftag heb ik\'er, voorontrent vier maenden ver-
-ander flag. keden, mzzt eene geften , welke meede door iemand van de
Befetting gefchooten was; fynde meede even yzn geftalte als de
morige f- met geele footen en bek, en het lyf half groen en half grauw,
dus ook in verre na fo moi niet als dt voorgaende. . , , .
Tortelduif Tortelduivenmen\'er hier van twee, of liever drtederlet
Tr^nT äert^^ geftalte; dceerfte fyn klein ennbsp;van couleur; is
\' cm goed en lekker eeten, en in lang fo taei niet als ^ volgen-
- def welke ontrent de helft lichter van couleur zyn.\' Met derde
Daeï ouèst: Uag, ja grootteen taeiheid deefegelyk, fyn vaneen heele fraeije
fu zroen^ couleur y met een geeleheken poot en, eenige roode veer en,
pietkelyk ^^ ^^ ^^ ^^^^^ ^^^^ ^^^^^^ .^itgefpikkeldekringen, waer onder
fig van eenige ook watnbsp;is wrwm^^^-
Even boven otis Fort aen Ajdm legt een redelyke groote\'KUpy
rtwee a drie Snaphaens\'fchooten vzn dc wal, fynde feer digtmeX
Knupelbofch bewafl\'en. Bier op onthouden ftg duifende van Tor-
telduiven, vm heide lanftgenoemden den; dochom dat, gelyk
\' ik gefegt heb, de Klip fo digt bewaffen is, fo kan men\'cr svetnig
\' krygen : want fchoon men defelve fchiet y en fy dood nedervah
len , fo en fynfe niet tc vinden. Alle avonden tegen fes ueren
koomenfe hier haet ruft neemen , en vliegen met den wee-
der na W, om hare èo/? te gaen foeken.
- tfCTöinbtfk- \' «Kj^m^^kèe«,mitsgaders veelderhande Snippen, heefrmentó^
al meede genoeg , waer vm eem^ feer goed
l
Ji
-ocr page 327-GÜINESE GOÜ D-K ü S T. 43
%amp; eetsni doch de meefte echter 2yn, wegeps hareMe/feVstiiet
reel byjanders.
Noch heeft men eenmeenigte van alderhande flag, fo ^roo-
te als kleine Vogels wt\\\\amp; gejchooten, en ter fpijfegenuttigd wor-
den; doch behalven dat defelve by ons onhekend\\yxi, en fo heb- \'
benfe hier ook geen Jonderlingen naem.
Nu van de geene, die met gegeeten maerfim^elykgehouden
werden of om ha.ve fraeijigheid, offeldfaemheid , te ver-
ftaen als menfe krygen kanV De gemeenfte onderdefelve gelieve
WS. te fien in de Prent van No. 11. Men heeft\'er van defel-
ve verfcheide aen Fida, en in \\ geheele Ardrafe Land, ook ee-
nige weinige om en by Acra.
Sy zyn van lyf exi pooten ontrent fo groot als eevi-,Oievaer,ers. ^quot;onvo-
men noemd defelve Kroonvogelen, om datfe een grootegeelach-
t^ge kuif of kroon op het hoofd hehhen^van gefpikkelde lange vee-
deren, die üg even eews dXs Varkens-borftels vertopnen. Syn o-
ver haer lyf meeik fwart van pluim , en hebben in de vleugels,
roffe, geele , witte en fwarte Jlagpennen- Aen den hals fynCever-
cierd met purpure vlakken, aen weerkanten van de kop, ter groot-
te van een halve duim breed. Op het voorhoofd fit een plek pf
hos je vmheel korte en t\'eenemael v eden jes ; en fo di^
in een, dat het fig van verre als een lapje fwart Fluweel óp doed.
In Europa fchynd men van deefe Vogels groot werk te ma-
ken, mits wy^er door eenige Heeren geftadig om werden
Z^figt- Ja felfs is my gefegt, dat men\'er den Rmingvan Enge-
land een heeft derven opdragen: van wienfe ook fou aengenoo-
men zyn. Ik voor myn, kan\'er echter fo grootenfraeijigheid niet
acn fien; want, buiten haer hoofd en hals, is\'er nietJeldfaems
aen; fynde het overige deel eerder voor leelyk , dan fchoon te
fchatten.
De Vogel, waer van ik VE. de afteekeningonderNo. 12. laet
toekoomen, is wat anders te feggen: de fe\\y eis nietminfchoonéan
feldfaem; om dat de meefte Vogels langs de geheele Kufl te vin-
den zyn, daer ik deefe in tegendeel nergens anders als aen A-
pam neb gefien en bevonden, en waer dat ikgelovefy ineen j-of-
de meenigte zyn; mits ik\'er, twee dagen nadenander op uitfen-
F 2nbsp;dende.
-ocr page 328-44 BESCHRYVING VAN BE
dende, my t\'elkens in feörfeK fgt;i een wierd gebragt j doch dood
gefchooten-, wylfe niet wel anders te krygen zyn.
Een fchoone Van gedaente fynfe byna als een Papegai; hebben ook,uit-
vogel, van gefonderd de kromte, even fodanigen bek, donker^geelv^ncoa-
de^ory?enhet geheeXe onder lyf ïs feer fehoon groen; httbo-
dochh^l \' -venlyf grauw, rood, paers endonker-blauw, heel a^r^//^ door den
fraei gccougt; jjjjtier vermengd. Jict hoofd, halsenßaert, welkemeede^rc^/z
xyn, fetten deefe Vogel geen geringe fchoonbeid by. De veede-
ren verheffen fig op het hoofd even als een kuif Heeft groote
oogen; ook boven QX\\onderdeidvctwee kringen, vandefchoon-
fle roode couleur, die men fig foude mogen verbeelden. Kort
ora, het is een Vogel, dieinfchoonheid bymßjnsgelykoiweder--
g^i niet en heeft:
Blauwe en Tweederlei flag van Reigers vind men hier, als blauwe en witf
witte Rei- fe, Wy hadden defelve hier vooren onder \'t eetbare Gevokewel.
mogen ftellen -, gemerkt veele menfchen defelve ter fpijs nutti-
gen.
Vogels,Por- Biet\'is ook een by ons-mbekendeVogel, fogroot alseen
tugcefe^c-\'-yan/yf, en va.n couleur mee^ wit, met fwarte vlakken. Wynoe-
naemd. ^^^^^ defelve Portugeefen, en werden meede vzn eenige weinige
gegeeten.
Ajendenen Arenden ontbreeken hier ook niet, e^^veneens vm gedaen-^
noch een an- ^^ als in Europa , of ten minflen met feer weinig onderfcheid.
dere ßerke,nbsp;andere Koofvogel is hier ter Kuft meede , feer wel na.
iwnlRoof- een Valk gelykende; en fehoon maer een weiniggrooter2.\\seen,_
vogel. Duif, fo is hy doch fo ftout en fterk, dsxhy volwaße Hoenders
aen doed, en met defelve weg vlied.
Kiekedie- Wet derde ftag ondetdt Roofvogels alhier, fynde Kiekedie^-
ven.nbsp;ven. Deefe fteelen, behalven- bet geene daerfe mgenaernd zyn,
alles watfe maer fien en machtig konnen werden ; te weeten ,
vleefch en vifchytn d2xmex{od2.nigefloutigheidi datfe het de Ne-
gerinnen alsfe raet hzet vifch ter markt htten, oilangs de ftraet
gaen, füllen ontneemen.
Kiyiervegcl- ISj. 13. laet fig een Vogel Cien, welke fig ontrent Meiren en
^ivteren onthond; konnende gcnoeglaem de naem vzn fraei
en moi dragen. Syn grßotte is ontrent als een Hoen, het bovenlyf
fmm o\'i bruin, m^t witte fpikkelsi en \\2.n onderen donker-geel,
of
-ocr page 329-jof uit den roj/èn. Op de hp heeft hy meede gefprenkelde vee-
deren, dewelke fig als een verheffen. De Mis, na even-
matigheid van hetongemeen ^/if^. enKroonvo-
Op \'t andere bladhehWlJE. dtFidafel^roonvogehhtfchmt- Gop/Ï»?
ven, en in Prent vertoond; ik wenffe het felve van die men
op de Goud-Kufl. vjnd, meede te mogen doen ; als wanneer
UÊ. een groot onderfcheid foude fien, om dat defelve wel jfxow-
maelfo fraei zyn, (yndewdivmtienderhande ctuleur; sijsgroen,
rood, blauw, paers, donker, fwart, wit, enz., en den/.-ze?-/,
welke feer lang is, van \'s gelyken; De veeren daer uitdienen
de Negers voox pluimen Op:h3.er hoofd. De reeden, waerom wy \'
defelve Kroonvogels noemen, is, om dat foihmigeeen fchoone
blauwe, en andere een Goudgeele kroon of kuifo^ \\ hoofd dra-
gen, De Heer Fokkenbrog fchry fd, dat hy Pauwen op de Bdvier
van Boutry heeft gefien-, doch \'t en fullen geen andere als dee-
fe geweeft zyn; want hier op deK«^^geen Pauwen fynte,vin-
den.
Njo. 14, beeld eexi Fogel zfo de welke, byaldien een
gedaente, ra^rgeagtkan werden: ik alsdan wel derf feggen ; keVoeeF \'
xiat hy fyn wederga in de geheele weereld niet heeft. Ik ben wel
verfeekerd, dathy nietnbsp;noch leevendiger kmafgebeeld
werden, als hy figin deefe Prent vertoond: en echter fchyn4
het penceel heel veel tefireêlen, mitamp;hy hier ongelykfraeijer f^zet,
als hy inderdaed is,
Hy is. ruim -fo groot van lyf als een Gans; de vleugele by uit-r
neementheit breed en lang, bedekt mex donlierverwige veederen, ■
Aen \'t onderlyfheefthy wit en afchgrauweveeren, indien ik het
noemen mag; mits ik byna niet fou konnen feggen,of het
hair of veer is. Even onder den hals heeft hy een krop van on-
trent een fpan lang, en ruim fo dik als een arm..-, \'t geen fig.
quot;van buiten aJs vel, en uit den roode vertoond. Hier in be waerd
\'hy fyn eeten, even als de Apen in hare koonen. Syn hals, met
cen roode knobbel in de nek, is van veer en voorfien als het onder-
hfi fynde de hals een reedelyke lengte\', de kop is ook,, na
\'^ergeiykingvz.niynlichaem, veel te groot, en, uitgenomene.c^
\'^ige weinige hairtjes die \'er op zyn , heel kael De oöjw: fy,n
^\'m en groot, de bek ongemeen diken lang. Syn koft oi voed- fchre-v^^quot;
beftaet in^^M,nbsp;T^^nbsp;weetendehyde
Centn
S Z moije Vogeh werden gereekencL Syn mm « r.y, en
-ocr page 331- -ocr page 332-I ..
\' (
I\' I
-ocr page 333-GUINESE GOUD-KUST. 47
hing om. den hals, de fiaen lang, met geele, blauwe, en
Jwarte veederen, en op de kop meede eenige kleine veedenjes.
No. 17. vertoond eennbsp;van geftalteals devoorgaen-J^eedc
de, ook van dien felfden ^ïert en eigenjchap: het onderfcheid
maer voornamentlyk hier in beftaende, dat deefens bek kort,
-dik en fwart is: iyn halve lyf, te weeten, na onderen, fwart,
en boven op de mg fehoon geel, de pooten meede „als de M van
een fwarte couleur.nbsp;, . ^
No. 18. is ten Vogeltje, meede van de eerfte niet fe
fcheiden, als dat de^elfs couleur grauw en geel door den ander
is vermengd: een kortefpitje bek, doch ongemeens lange pooten
en klauwen, eaende voor fo een klein beesje de maet verre te
boven
No. ip. ftaet een Fó^f/^j^ afgebeeld, \'t geen ontrent de
^/fïWéT is als de voorgaende , en ,byna van geftalte als een
Mufch, deskXh couleur maekt het fonderling fraei;.,als fynde
dekop tnborflpik-fwart; de vleugels en pooten grauw; en ver-
Volgens het geheele lyf hetl vierig en fehoon rood; fynde het
jammeremwaerdig, dat deefe vogeltjes nieihY levendenlyvekon-
-nen gehouden werden.nbsp;Een fehoon
Doch het vogeltje, dat t7£. onder No. 20. fiet,--gaet al de Riviei^vegt;-
voorgaende in fraei-en moiheid feer verre te boven. Het felve gelrjc.
onthoud fig altoos ontxtnl en by de Rivieren, waer dat het op
kleine vifchjes aefd. Syn couleur is, als UE. de Prm vertoond:
de vleugels en \'t geheele bovenlyf blauw, een weinignaden paer-
fen trekkende; fo ook de veederen in den hals , welke redelyk
lang zyn: op de kop een kuifje, even van de gefeide cow/mr ,
en de borfl donker-geel-, waer onder eenige blauwe en roode vee-
dertjes vermengen; de pooten ichoon rood, foookdetó, en
daer nevens ongemeen dik en lang.
Dit beesje is geteekend , doen de Tyeekenaer 3.1 fiek was , en
\' derhalven met weinig luft: en dit is de oorjaek , dat hy hem
ook gantfch niet in fyn verfcheidentheit van couleur heeft ver-
toond; anderfints foude UE. hier aen het moifte vogeltje^ge-
fien hebben, dat niet alleen in Guinè, m2^ei in feer veele Lan-
^^n te vinden is.nbsp;Saed-öf
Onder No. ai, fiet i7£v noch em Saed-oïKoornvogeltje,vm
KoornrV®-
-ocr page 334-gefiahezlsUE. de\'Pr?»? vertoond: desfelfs hrßgt; mdeylyf en
hals is ros-geel; een jwarte kop, uitgefonderd een fchoone gee-
U plek op het voorhoofd, fwarte vleugels enhvenlyf; ende ftaert
heeft Jwarte, geele en rofte veederen door den ander.
Die van Nö. 22 . is ontrent eens fo groot als de voorgaende.
Heefteen fraeijeroodehrft en lyf: het hv en lyf, vleugelt euftaert
pik-ivjart, en Ae kop van bovenen fchoon geel Syn verdere geaaeme
kan UE. uit de Prent felve fien.
Onder No. 23. en 24. vertoonen fig twee vogeltjes, Perohet-
jes genaemd, of ook wel Guinefe Mußchen\', niet dat hier geen
andere even als in Europa zyn: in tegendeefheeft men\'er van
die eigende flag een groote meenigte, fonder eenige demxn-
fte onderfcheid ; doch de deefe werden ook Musjes genaemd,;
maer om w at reeden, foude ik niet konnen feggen.
Langs de geheele Kuft vind men defelve in een groot getal;
doch voornamentlyk op het beneedenfte deel, als aen Mouré,
Cormantyn, Apam en Acra. Bjamp;te couleur is heel fchoon grom ,
vermengd, metroode, en fommige ook eenige weinige
fwart e en geele veedertjes. Haer bekje is rood en krom,a\\s de Pa-
pegaijen.nbsp;rui
\'t Syn regte lieve en moije beesjes. Dagelyks , of by gelee-
gentheid, fenden wy\'er een groot getal van deefe
land \', waer datfe in een reedelyke groote achtmg zyn. Men
koopt\'er Wer gemeenlyk zw^ie//voor een Ryksdaelder. In to-
verfenden na Holland koomen de meefte onderweegen te fter-
ven-: niet tegenftaende feeker Schryver fig. niet ontßen heeft te
feggen, dat deefe beesjes dertig, veertig en meer konnen
leevm. Doch dit moet ten tyde van Maerten van Rofum ge-
weeft zyn; want tegenwoordig konnen wy van de geene die
wy hier houden, van honderdftuks in driejaren tydsnauwlyks
»ejz over behouden.nbsp;. _
Papegaijen. Onder No. 25. ftaet een Papegaiafgebeeld; tgeen juift wel
niet noodig was geweeft, öm dat UE. den felven dagelyksm
Holland leevendig kond ften; doch om dat hetfo eentrouizen
beeft is, heb ik hem die eer meede niet willen onttrekken.
Men heeft defelve de geheele Kuft over , doch echter met
veel, en moeten ook meeft diep uit het Land koomen. De
men-.
Noch een
sndcf\'flag.
Féroklïtjes.
Komen heel
sas te fter-
ven i niet te-
genftaende
leker, of lie-
ver onfeker
Schryver
fetoigd,
atfe 30. a
40. jaren
konnen lee-
ven.
GUINESE GOUD-KUST.
menfchen houden hier meer van die uit de Benin, Calhary,Ca~
hlopez, en d^ev omhtvvan äaengebragt •wcicden; dochdeful-
^^ denken niet, dat èicveel ouder zyn,. als menfe hier kan kry-
gen, en bygevolg ook {o leerjaem niet: maer \'t is met die we»-
Sehen, al wat van ver koomt, isgewis, datdat geen .... of....
en is.
Al de Papegaijen hier ter Kuft, fo ook inde^o^n-an Gu:~
né, en op de voornoemde Plaetfen, fyn van een bUuwe couleur.
Sou ten Moor iaën gewajfchen , of ten minïken onnco digen
arbeid zyn, veel^van deefe beeften te fchryven , gemerkt dar
fy tegenwoordig in Holland al fo gemeen zyn, dat menfe daer
veel minder als hier agt: fo ook in haer -waerdy en prijs: \\Y^x\\t
ik geloof, dat\'er in Holland weinige foudenworden,
die voor een klappende Papegai dertig , veertig en vyftig gulden
fouden willen geeven: en hier gefchied fuiks veelmalen.
Dit fyn al de vpgels, die ik ÏJE. in Trent kan vertoonen j
doch daerom moet UE. niet denken, dat\'er geen meerderhande
2;yn: in tegendeel derf ik VE. feggen, dat het noch de vyfde
part niet is van die ikfeljsgeßenheb, behalven de geen diemy
noch niet te vooren fyn gekoomen. De geene die ontbreeken,
by gebrek van een Teekenaer, fyn yder in fyn aert meede uitnee-
mende fchoondus het my van herten feer doed,dat ik s,tengeke^
gentheytkan hebben, om defelve te moogen doen uiheekenen.
Doch geduld voor een tyd, ik fal aftvachten wat UE. op myn
verfoek fult verriehten; en derhal ven nu, tot flot van \'t Gevo-
gelte , noch van eenen gewagen, waer van ikgedenke voormaels
«aer myn befte onthoud by Alexander Rofs wondere dingen ge-
leefen te hebben; namentlyk, dathy i^we« fou hebben als
Sterren, een ftem fo grof als een Stier; en dat de Negers, alsfe
Reis fyn, en hem aen de linker hand hooren* hzervoorge-
*ioomene Reis fouden fiaken, en weer om keeren. Hoe verre dit
Jchryusn xnetdtv:aerheid overeen koomt, gelieve UE.\'da.ddyk
f^lfs t\'oordeelen..
Deefe Fogelis ontrent tweemael fo groot als een
^ers veeren niet de alderminfte gelykenis na Sterren hebben, ten ,an ecn^c
^\'are men eenige weiuige kleine fpikkels daar voor wilde hou-fogenaemd;
II. Deel.nbsp;Gnbsp;den;
-ocr page 336-den; doch dan fouden\'er al heel veel Stervogels m ét mereïd
quot;quot;^AensaLide fyn ßemtn geluid, defelve is doordringende en hek
. maer om defelVc by \'t geluid van een Stier te willen vergely-
ken is even fo veel, of men wilde hebben, dat een klok van
honderd pond fo grooten geklank fou geeven, als eene vziMien-
Wat het ir/ie betreft, daer heb ik niet feer veelteegen ;
want wyl de v^eereld en \'t keven van den menfchmieengedne-
Tige verandering beftaet, en dat het geene nu^«ns, overÄo;^-
de!^d laren geheel anders-, fo foude ik wel konnen
ée^mers voor deefen hygelovig genoeg geweeft zyn, om, als-
fe zefeide Vogel aen de linkerhand gehoord hebben, hare Rets te
ftaken, en weedert^r«^ fyngegaen. Tegenwoordig houden-
fe het ook noch voor geen^o^^ teeken; doch füllen er echter
haer voorgenoomene ^ew-niet om laten , of het moeften eenige
r Bygctten zyn, waer van men \'er over al in de geheele weereld
heeft: doch ni. {nlke menfchen moet, of kan men fig in een
lt;Tenerale oï algemeene jaek niet nglQn.nbsp;, \'
Dit dan genoeg van gefeide Vogel, en met eenen ook van t
geheele Geßagt der Vogels gefegt weefende, fo keer ik my voor
, als nu total wat anders^ te weeten., tothct kruipend Gedierte,
en \'t geen het naeft by defelve koomt: waer van ik^ UE. niet
meer als twee afteekeningen kan meede deelen , welke t fyner
. tyd füllen vëgen-, en nu maer eetiifpreeken van de Padden.
Padden en Vorfchen fyn hier te Land even fo overvloedig
■ in Europa-, en.de laetfie ook van die (emegeßalte. \'Dt eerfte
^ fyn hier niet alleen in gelyke meenigte, en ook van defelfde ge-
daente als by ons; maer daerenbovenfyn\'eropfommige^Z/jff-
fen noch eenige .andere van een fecr vervaerlyke grootte.
Scer grootenbsp;zen Ad]a , een Engelfch Dorp mamp;hen Mouré tn
Cormantyn, gefien, die op fyn minft fo groot als een gemeden
tafelbord waren. Ik meende, toen ik defelve eerft fag, dat het
Land fchildpadden (waer van men\'er hier ook eenige heeft) wa-
ren; doch door haer^r/K^f« fag ik haeft het tegendeel: ook
- berigtte my den Engelfchen Koopman, dat\'er {ig een groote mee-
nine aen die Plaets onthielden. Sy zyn van de andere Padden
: met
-ocr page 337-G U IN E S E G O U D-K U S T. y Ï
niet onderfcheiden, als maer alleen in de gmtte, en \'t geen haer
ook ajgryfelyk maekt om te aenjchouwen, ^
De Padden fyn hier als elders, de Slangen heel vyandlg; en
meenigen kamp hebben wy tuffchen defelve geften.
^ Slangen heeft men hier veeh en verfcheiden; waer onder ee-
nige vry Verfchrikkelyk groot zyn. Begrootfie , by mynen tyd
gevangen, dood geflagen, is twintig voeten gewecü; doch
Landwaerds in geloof ik dat\'er vry grooter tyn. Meenigmael
heeft men in der felver ingevjanden niet alleen een Hart,en m~
dexe Beeflen, mzev (e\\h ook Menfchen gevonden.
De meefte fyn vergiftigd, doch de volgende by uitneement-
heid; en welke derhalven ook heelgevaerlyk zyn. Der felver
iengte is maer van een groote El; de dikte twee jpannen: haer
couleur wit, fwart en geel door den ander vermengd.
Ik ben eens door een vaa deefe in \'tuiterjle levensgevaerge-
weeft; fittende aen Axim nevens een Klip, welke met eenig
geboomte en kreupelbofch was begroeid, als wanneermy een van
gefeide Slangen tot op een tree na wzs genaderd; ter welker tyd
iallen geluk wierd gewaerlchouvvd,. ea.alfouit blykelykge-
\'faer verloft.nbsp;\'
De Slangen,onihoxxéen fig niet alleen in \'t veld, maer koo-
ïnen tot in de wooningen der Negers, ja felfs in onfe For^^wen
Slaepkamers , waer dat ik defelve op x^ej/c/fje/i^ïjie heb doodge-
flagen.
het FmtynfèLandfchaphehik, nevens, veel andere een doo-
de Slang geücn met twee hoofden-, of nu beide defelve dienft aen
^et lighaemvettigteden, gelyk eenige fchryven dat van Jeefe
•j/rtK^ gefchied, kon ik, overmits de »Ste^, alsgefegtis, dood
^as, niet ervaren; en;deiV%er.r wiften\'er my ook geen
Jlt;^heid van te geevem
Van al de Slangen heb ik niet meer als eene doen uitteeke-
^jn; doch fo haeft een ander Konftenaer hier koomt aen te lan-
falik geleegentheid hebben, om\'er hem eenige te verft baf-
: want behalven dat wyfe meeft altoos konnen doen vangen,
O zyn\'er doch noch é\'m;^^\', die van ons opgevuld zyn , en fo
^quot;^aerd werden, in voorraed; waer onder eene van veertien
oet: Welke ontrent twee voet van fyn flaert af twee klauwen offpo-
G a.nbsp;ren-
Slangen ,
veel en ver-,
fcheide:
grootte vaa
eenige.
Welke de fe-
nynigfte
zyn.
Den Schry,-
ver door
een van de-
felve in ge-
vaer van i\'ya
leeven.
Tweehoof-
dige Slang.
Een flag van
\\reertien
voetj voor-
fien met
tweefpop-
ren.
ren heeft fitten. Vermoedeiyk hebben defelveom hein
daer meede op te rigten, en fyn gang of kruipen des te fpoedi-
ger voort te fetten. Syn ^op is byna als die van een Snoek, en
even ook mtz Jodanige rye tanden.
Nochecn De Slang-, welke denbsp;26. vertoond, is ontrent-y^/
ander aert moeten lang: de dikte als eens menfchen arm i gevlamd metJwarte ,
kuine, geele en wittefireepen, heel aerdig door den ander.
\'t Seldfaemfte van dit he/iy is fyn kop , welke fonderhng
breed en plat is. Geen fchade doed den felven aen menfchen noch
beeften, als eenlyk door een/j^i?/ètójz ^oore«/;^, of liever fW,
welke als verkeerd\'m \'t boven kakebeen doorde»e«x heen fteekt,
\'t welk wit, hard, en fo fcharp als een Els is: en wyl de Ne-
gers metblootevMten%Vien, fo koomenfe bywylen des jïö^ïj heel
\'onvoorfiens\'m\'tfeXvetetrappen-, \'tgeen, volgens haer feggen»
veelmalen gebeurd, om dat deefe Slang, als hy ergens eenaes
krygt, fig fo vol oppropt, dathy daer door ialler plaetfein fo
eenvafienftaep gevlekt, dat menhemmetgeeniggeraeskmwak-
k?r maken-, derhalven hy ook heel ligt is te vangen en te doa-
■den.
Schorpioen. Ncvens de Slang vferd UE. onder No. 27. ook aengewee-
fen een groote Schorpioen, tot verklaring van welken ik het 4/-
derminfte te feggen heb, alfo hy onverheet er lyk is uitgeteekend,
ook na levensgrootte ; doch ik heb\'er hier teLand %e£\\en als
kleine Kreeften, en met even (admip^t tengels enjcharen x fyn-
de over het geheele lyf met heel lang hair bewallen.
Wat fchade deefe beeflen aen de menfchen toebrengen, is aen
weinige onbekend. Sommige hebben • agter de ft aert een blaesje
fitten, als een halve /iJ van een vinger, het geene vol gift is,
en datfe, alsfe een m erfch of beeft gejtooken Iwbben, uitfchieten,
waer door den felven noodfakelyk moet fterven.
Deefe, welke in de Prent verbeeMsiet, had eenblaesje,vzn
grootte als een witte Errit, en meede vol gift.
puifendbee- De Schorpioenen behooren, myns agtens, gereekend tewor-
neninover- Jen onder degekorve Diertjes : van \'s gelyken ook de volgende,
. te weeten de \'Duifendbeenen, en van de Portugeefen Centepees of
Honderdbsenen genaemd. Defelve fyn hier grouwfaem veel, en
hoew ei desfelfs jteek met foo een grooten^ex\'rt^r niet is vermengd*
als
-ocr page 339-ét Schorpioenen, fo en laetfedoch niet na een ^röo/t?en
4igefmert te veroorfaken, welke ontrent drie a vier ueren duerd,
waer na het, fonder eenige/cWé\'achter te laten, weeder i-w-
dvjynd.
Geen plaets in onfe Forten is van dit goed bevryd: de langfle
fyn van een jpan; haer lyf is plat, en ros van verwe, gekorven
als anderehehhtn tweekkinekoorentjes, of \\itwQXten-
gels, waer meede fy befchadigen. De voeten of pooten ftaen aen
weerfyden van het /ƒƒ, ten getale van dertig of veer tig; dit v^tet
ik jaiiï fo nauw niet.
Als ik van al het gekorve wilde fpreeken, en yder van de- Veelderhan-
felve na haer aert te befchry ven: alsvande Honingbyen,Kriek- feifor^!\'quot;
jes, Keevers, Sprinkhanen, van meer dm tminiigderhandeflag,hltSJ^
IVormen, Mieren, lorren, en diergelyke meer , fiof om twee
Boeken papier te vullen, en foiimy nietombr^eken, maerwelde
Vereifte kennis.
Den groeten at u er kenner, étt Heer van Leeuwenhoek^, wen-
fte ik dat dufdanigegeleegemheidkon hebben; ik geloofSynEd.
jhier meerder vreemdigheeden fou ontmoeten als in de geheels
xveereld. Ik fende UE. tot eenftaeltjeeen doos -yo/hier nevens,
waer in UE. meerder als honderdderlei fult ften, en yder om het
Jeldjaemft. Voldoet daer meede UE. begeerte, en fyt te vree-
den met het geene ik van twee beesjes, die UE. onder de ge-
Jeide niet hebt, fal feggen , eerftelyk de Honingbyen.
Veele menfchen fyn ten vollen kundig.vzn de vo^rtrefelykheïd. Honing,
des Guineefen Honings. Rio de Gabon, Cnbolopez., en verder in bycn.
de Bogt van Guinê, geeft defelve fo overnjloedtg , nevens de
Id^afch, dat het om te verwonderen is. Hier op de IQ{/t heeft
«lenfe ook, doch maer weinig.
De Mieren welke vyanden van menfchen en beeften fyn, mag Mieren ko-
lk , overmits der felver feldfaemheid , niet^voorby gaen, 0133-
t^mpünts wydköpigvante fireeken.
Deefe beesjes maken in het Land en op de Bergen , Huyfen
fer hoogte van twee mans lengte, aile van door haer opgewor-
P^naerde, mitsgaders in hoogei\'oo;;\'??«, fonderlinge groot k^/\'-
Uit gefeide plaetfen koomenfe fomwylen met fo een vsr-
vaerlyke meenigte tot in de Forten, datfe ons niet weinigmalen
G 3nbsp;by
men
54nbsp;BESCHRYVING VAN DE
by nagt het hd doen ruimen. Seldfaem is harewoe^/e. Geenig
Dier is voor haer beftandig. Meenigmalen hebben {ydcsnagts \'
een levendig Schaep v^nmy aengetaß gehad, welke wy des mor-
gens in fyn volle geraemte vonden; en dat fo konßig , dat iy
daer meede de befte Meeßer, in de Ontleedkunde ervaren, fou-
den hchhtw moogtn uittartengt; als fynde onmoogelyk, dat het
door menfchen handen fo «eï foude konnen werden gedaen.
En om Hoenders, Duiven, of eenig ander Pluimgediertey op
gefeide wys toe te ftellen ,. was m^tr fpeelen gaen by haer. De
Rotten, hoe fnel ter been, konnen haer niet ontgaenx en aer-
dig is het, fo haeft\'cr maer eene aen een Rot is, fo is den fel-
ven owÄ^//, want-hy het, op een/oo^ew ftellende, wordoK-
derxveegen door verfcheide andere aengedaen , tot dat hy er fo
v^el krygt, datfe hem overmogen, en eerder fullenfe ook met
aflaten: als wanneer\'er binnen korten tyd fo veel by komen,dat-
fe den felven konnen na tm verfeekerde plaets brengen.
\'t Is waerlyk, als raen op de ommegang van deefe beesjes agt
geeft, even of fy een Spraek onder malkander hadden ; want
Menigmalen heb ik een Worm of Tor op een feekere plaets neer
«^elegt gehad, waer dat maer een of twee Mieren ontrent wa-
?en; aenftonds gingen defelve daer van daen, en quamen bm^
nen de tyd van een minuet weeder, meer als honderdszxs. haer
pefelfchap meede brengende, en fo die dan noch niet ge^zofg wa-
ren, fo wicrden\'er noch al meev gehaeld. Eindelyk taftten fy
de proi aen, en gingen\'er heelgefchikt, malkander in \'t dra-
gen van de/a/?nbsp;, mede heen.
De Mieren fyn hier te handvmveelderleigedaente, grooteen
kleiney witte, fwarte en roode-. der laetfier fleek brand even als
vie-r, en is veel pynelyker dan de fleek van een Duifendbeen : de
witte fyn doorfchynende als glas, doch fo fterk vm gebit,dat-
fe in een \' nagt door een dikke houte Kift vol goederen konnen
booren; en \'t geen V morgens fo vol gaten is, even oPer met äz-
pe/doorgefchooten was.
Of de MiJren een Koninghehhen, en dat den felven fo^rm
fou moeten weefen als een Rhynkreefje, gelyk deHeer FoMf«-
i^rö^ heeft gelieven ix fchryven , weet ik niet, dies het ook met
kan bewaerheeden.\'
Isa
met een
groote mee-
nigte in de
Forten, en
taften het
Vee aen het
geen fy ver-
üinden.
Overmo-
gende Rat-
ten.
Aenmerkc-
lykhcden
van defelve.
Veelderlei
ffag van,
Mieren.
G UI N1 S E G O U D-R U S T. yy
Niiheb ik, tnynes dunkens» al vry omflandig gehandeld van
al het Gedierte, \'t welk, fo in de lucht, op, als onder de aer-
de, fig omhoudi fynde om anders niet overgebleeven, als om
dQ Zee en Rivieren meedete doorfnufelen, *tgeen het eiW^ van
deefen Brief h\\ zyn.
Boor\'tgehek van het vleefch, en andere noodige leeftogtVi£ch, w^^t
met te Land, moet de Zee aengemerkt worden, als de
nige onderhoudfter des menfchelyken levens,,, fonder de welke het «^ J^K
niet moogelyk fou zyn , om hier te konnen beßaen: want alleen moeteen lel
van vifch, brood,, en oly de Palm , leven niet alleen al de Ne-
hgers, mzet ook meeïkzl de Blanken: diehet een fonder Imggröot
geluk,^ en een byfondere voorfienigheid Gods is, datfo wel deZf^
als Rivieren tegens den zxidet fchynen te yveren,Miie dat van
haer de meefle en befle Vifch iamp;i voortbrengen.
hzide %even(e veel goede en lekkere VJfchen: de i^oorMfw/e Bufiüaenfe
der felve fal ik hier ten voorbeeld fl;ellen. Voor eerft leverd de Kabeljauw.
Zee ons hier een Viff),. fo groot als een gemeene Kabeljauw by
ons. Men noemdfe hier ooh Brafiliaenfe Kabeljamven. üitnee-
mend vet en lekker {yn defelve. Hier aen volgende
Snoeken y groot en kleine flag. Syn in haer tyd meede heel vet SnQckcn
tngoed, en niet fo hairig zls by ons in Holland.nbsp;groot en
Scholen Bot heeft men hier ook, doch de eerfie feer felden i^tlZicnBot-
maer, de laetfle veel en overvloedig. Sy zyn wel fo dik van vifch
als de onfe, doch in lang ïogoed niet: verfcheelen ook merke-
lyk in geßalte.
Noch eenrïlag van platte vifch heeh men hier , welke :alle\'PsfIe P,am-
quot;Viflchen van deéfe Kuß in deugdfaemheid vzn fmaek te boven P\'^\'-quot;\'quot;^\'
gaen. Men noemd defelve Piße Pamphers.nbsp;vlfcr^
Waer na eene volgd, welke wel fo/\'//2^, doch roaJ^r van
Wis , en die met een erlyke naem gaet pronken, te weeten
Ku. ..dekker i, doch \'t moeft feeker al een groote. Kous zyn,daer
deefe Vifch toe fon paffen.
Halve Koorden, Corcoados, Dorados, en anderenbsp;Vedderfiiti-
f^hen, als fwarte en w4tte Carabijns, fijn\'^ofi en profjteljk voor
den gemeene man.nbsp;^fch^
Steenbraeffems, van drie en vierderlei\'flag, heeft men hier Steenbraef-^
Jeer veel^ en daer onder .eenige uitmmend, vet en /fMer,
,, voor»
-ocr page 342-5Ö BESCHRY VING VAN DE
voornamentlyk twee, die men Jacob Evertz^m en Roojeud»
noemd.
Onder dc middelbare ViJJchen heeft men eerfl: dc Stompneufen r
om datfe heel plat van bek zijn, In fmaak koomtfe onfe Scheh
•vijth na by.
De andere, mgejlalte (doeh ongelijk kleinder) deefe niet ob-
gelijky werden Baerdmannetjes genaemd y om datfe, aen weer-
fyden van de kaken, twee hairen, even of het een baerd is ,
hebben afhangen.
Makreel wevd hier fomtyds, doch in kleinen getale, meede
gevangen; maer Saffer, oïanders Koningsvifch genaemd, veel
vette Vifch. overvloedig- Deefe FiJJchen zyn, als \'t in de tyd is, by-
fonder vet en goed, en fmaken byna als Ael. Men gebruykt
defelve, opgefpouiuen en gedroogd zynde, ook in plaets van
Snlm.
Onder de kleine Vifch koomt ons cerfl:elyk te vooren de
Ahoei, hebbende met onfe Voorn een goede overeenkomft; doch
fijn ongelyk harder en lekkerder van vifch. Sy worden hier da-
gelyks met duifenden gevangen.
Rogg, , groot en klein, fijn hief meede overvloedig en heel
goed.
Tongen en Scharretjes, by tiitneemendheid lekker, de eerfte de
Tongen by ons overtreffende.
Aen Kreeften, Krabben, Garnalen en Steurkrahhetjes, ont-
breekt het hier ook niet, en fo meede aen meenig duifendenvan
Garnalen zn fweedexhande Sardijns, a\\s grooteen kleine. Beide in haer tijd
Steurkrab- J^nderling vet; doch de eerfte , vermits \'er veel hair in is, fijn
met veel by fonder s; maer de laetfte keel aengenaem en goel, om
Pekelharing en Bokken van te maken; waer toe wy ook\'jjaer-
lyks eengoede meenigte gebruiken.
Rivierviffchen beftaen, behalven de geene die uit \'Lee koo-
men , en die fig in de(e\\ve op onthouden, in driederhandeflagt
als eerftelyk Carmou, fijnde een witte Fifch, waer yandegroot-
fte ontrent een El lang, en ruimfa dik als eenarmzyn. Won-
derlyk vet worden deefe Viftchen- Sijn, behalven datfe wat te
vet weefende, wat tranig zyn, redelyk goed om te eeten.
Dc tweede van deefe, niet als in de kleinheid vm lijf, en
Stotnpnea-
fen.
Baerdman-
netjes.
Makreel
Safer, een
Aboei,wat
voor Vifch.
Rogg\'»
grooc cn
klein.
Tongen en
Schairen,
Kreeften,
Krabben»
bea,ook
tweederlei
Sardijn,
Riviervif-
fchen, als
Carmou.
Harder.
GUINESE GOUD-KUST. 57
datfe ook fo dikken kop niet hebben, onderfcheiden, noemd,
men Harder, en fijn wei fo lekker als de andere.
^ Voor \'t derde leeverd de Revier een flag van fwarte Fiß\'chen Batav«.
Uit, alhier jB^iWw^ genaemd, waer van de groots meede re-
delyk goed zyn, alffe maer niet grondig-fmaken, \'t geen defe
vifch veel onderworpen is. ^Eenige van ons hebben defelve,
doch geheellijk ten onrechte, voor Baers aengefien, want fy
daer meede de minfie overeenkomft niet en hebben.
Ik foude noch wel eenige Viffchen meer hebben konnen noe-
men y doch fal my vergenoegd houden met de voornaemfte te
hebben aengeroevd v en feggen tot befiuit, dat een Liefhebber van
ififch , gelyk ik my rekene te zyn, alhier volkoomentlyk te regt
kan geraken. Om fijn genoegen op eenmael aen vifcb te eeten,
fou men het raet een (luyver vyf of fes konnen flellen : doch
een Soldaet, of yrnand die \'t\'er op aen koomt y kan \'t raet de
helft en ook wel minder affien. Ik fpreek vzw gemeene tyden»
vi^ant foratijds fou het wel de helft\'m prijs verfcheekn, fo inde
goed-^ls dierder koop\', en erharmlyk is \'t om te fien, als\'er geen
•vifch gevangen v/ord, hoe ellendig dat den gemeenen man üg
moet behelpentgeen gemeenlyk \'m de Quatyd, of anders Winter
gefegt, vöorvald-y op andere tyden van\\jaer heeit men nu
deel, dan weder dat flag van vifch , fonder oit gebrek te
hebben.
Tot een toegift ftelle ik hier de eigenfnhap en geftalte van drie
Vißchen, die hier ter Kttft meede fijn te vinden, welke wee-
gens der felver feldfdeniheid niet moogen voorby gegaen wor-
den.
De eerfte tngrootfte zyn, die men fo hier als elders Noords Kooide
kapers noemd, doch van defelve fal ik op een andere plaets kaper».
^mftandiger fchryven, en hier maer eenlyk feggen , datfe hier
op de Kufty als \'t moi weêr is , en de Vißchers in \'t beß van
hare vangß zijn, na de wi?/koomen ; waer voor al de vifch,
Volgens \'t feggen van de Negers y fig ten eerften wegpakken en
\'^lugten, en dat met fodanige gefwindheid en vrees, dat men
*^lfs anderen daegs niet eenen vifch meer in TLee gewaer
l\'ord , dies dit goed haar dapper achter de vodden moet
ÏI. Deel.nbsp;Hnbsp;Pe
-ocr page 344-5B BESCHRYVÏNG VAN DE
De tweede fijn de S-waerdviJfchen, fo genaemd wegens een
plat been, dat fy ter lengte van een of anderhalve Eh en ruim
een hand breed, voor op de neus dragen, welk been aen wf^r-
kanten met fcharpe pennen of tanden van een vinger lang is
voorfien , feventien, negentien of meer aeneen ßjde, en raeeit
altoos oneeven , en foo aen denbsp;een meer, als aen
de andere.nbsp;. ^nbsp;,
De lengte van deefe Vifch is van feven, acht, negen en tien.
voeten, doch ongemeen dik. Hoedanig deefe Vflchen krijg
^voeren ttgzns Wal-tn andere onguére groote ViJJchen, kan UE.
by andere leefen; want ik voor my fal \'er met het alderminfte
van na vertellen, om datfulksnoit heb geften, of ter pjaetf^
geweeft ben, watvfulke Gev egt en S\\in voor gevallen-, naer tlaet-
fte ben ik ook niet feer benieuwd, al fo bedugthtn daer noit
weder te füllen van daen koomen, en derhalven is \'t ongelyk be-
ter tn veiliger thuis gebleeven.
De derde fiagSijnHayen, by eenige , doch gantfch ten o»-
Haycniijn ^^ Zeehonden genaemd, want fy hebben \'er de alderminfte
gelykenis niet na. \'t Syn heel dikke, en met eenen ook jeerlan-
ge vijfchen, eenige tuflchen de twintig en dertig voeten , met
een breede vlakke kop, dewelke na vooren heel /pm toeloopt;
verders is haer gedaente vry leelyk en gantfch met fraei. t Is
dt Negers haer g^meenfte en befte koft. Dagelyks werdenfe op
de Goud-Kuß met meenigte gevangen. Denbsp;eeten defel-
ve niet, overmits haer quot;y/^f/f/j taei, en fo dor als een hout isj
\'t geen ook de oorfaek is, dat de Negers defelve eerft een dag
amp;facht, om kort te worden, op de markt of elders laten rotten
en ftinken, waer na fy \'t felve noch al voor een lekkere koß op
knappen, en met het vervoeren Landwaerds in, grooten handel
^ïJeWöy fchiet fijn kuit niet £s andere Vifchen, ook en legt
hy, a\\s de Schildpadden, geenEyeren, maerwer^tfi\'yn Jongen,
alffe voldragen fijn, gelijk \'t viervoetig .Landgedierte.
DeHav v«or Op de geheele Goud-Kuß verneemd men van deefe Vif chen
het vinnigfc geennbsp;maer zen Fida en Ar dra, vraer men Slaven han-
TaoalkDie-^^/^^ {i\\ufe uitneemeudhoosen verbindendovertredende in feite,
«Bgcagt,nbsp;^^ i^Q^ygrßindeud Gedierte o^ den gantfchen Aerd-
hdmu
Swaerd-
vifl\'chen.
de Negers
haer ge-
TTieeüflc
DeHay
^erptfijft
Jongen.
GUINESE GOUD-KUST; f^
Byaldien yraand op gefeide f laet fen buitenboord koomt te val-
len, fo is den felven genoegfaem lyveloos, of het moeffc xyn,
dat\'er ter dier tijd geen ontrent het Schip waren (het geen
heel felden gebeurd) en men den lyder fpoedig te hulp quam.
In \'t overboord vrcY^tn van doode Slaven, \'t geen ik eenige- Hoedanig fy
heb bygewoond, ftet men , niet {onAtt verfchrikking/^^^^\'^^fl^
de yreeffelyke grouxvfaemhsid dtdtiL beeften: vier, vy fen racer, mervelflinl
fchieten te gelyk onder httSchip van daen, ora het doode lig- den,en\'er
haem te verfcheuren, ydcx hap die fy doen is een arm, fo^j?, of
dc kcp afi eer men twintig tellen kan, hebben fy fomwylen
de doode zX ondtichzzTverdeeld, fonder iets het alderminft eovtn
te laten, felfs tot het ingewand incluis; en byaldien\'er %\'gevai
andere wat te laet koomen , en dienvolgende haer dejl niet
konnen krygen, die worden, of fijn dan fo verwoed, datfy
de andere wel haeft fouden opvreeteni taften malkander met de
grootfte vinnigheid des weerelds aen; gaen op haer kop met het
halve achterlyf uit het water üaen, en geven malkander met
hzre ßaerten {üïke vervaerlyke fware ßagen, dat\'er de geheele
quot;Lee als van dreund.
Als een Hay fijn proi of aes vatten wil, fomoet hy figopde
rug omwenden, gemerkt X\\in bek van onderen feer ver acbter-
vaaerts ftaet, en derhalven van bovenen gantfch niet kan van-
gen of aendoen.
Als men fomtyds een Hay vangd, en met de Tali binnen
Scheepsboord overheifd, fo mag men haer wel ruim ft aen, want
behalven haery^Äer/»^etó, fo flaenfemet hzreftaert, waerin
fy een vervaerlyke groote kragt hebben. Ymand die haer te
toornt, mekt iv\\ eenmael een arm oibeenzf, of ten minften ïV^-
nemael in ßukken.
Datfe de menfchen op de Goud-Kuft niet aandoen , geloof \'
ik daer van daen te koomen, om datfe daer eetengenoeg^zende
mindere vift\'chen konnen krygen, \\ geen zen Ar dra en Pida ont-
steekt, derhalven fy daer de menfchen, wiWenh van honger met
\'^ergaen, moeten verflinden; en ik geloof dat defelve haer ai
^^el loel moeten fmaken, om dat fy de Scheepen , welke van
l^fiide Tlaetfen vertrekken, fomtijds noch wel een weekof vier.
^^volgen, cn oppaifen of\'er geen meer Slaven buiten boordfnl-
^^^ geworpen worden.nbsp;H 2nbsp;len
Niet teeenftaende deefe beefen fo vtrfUndend en gevaeylyk
zyn, als Üfi. gehoord hebt, fo heeft men my doch voor de
waerheid willen verhalen, dat het aen Cabo ^Ferde, oUeGroe^
neUoeky waer daz dcofe beefien meede grimmig genoeg zyn, is
gebeurd, dat een onfer Schippers,, by ongeluk, of wt nood, dit
is my vergeeten, buiten boord fou geraekt zyn, cn dat den leh
ven, overmits hy niet al te wel kon /wemmen, in gevaer van
te verdrinken wasi doch dat hem te goeder tijd een Hay vat
kreeg gt; die hem Joetjes in fijn been vatte, en.{o na boord vaneen
der Scheepen bragt. Indien dit waer is , Io heeft men hier?
grooter JHirakel, als eertijds van den Harpejlager Arion, welke
den Dolphyn door fijn/oeï fpeelen bewoog om hem aen land tc
moeten brengen, en deefe Hay deed het, fonder daer toe op
eeniger wyje aengefet te zyn: doch ik moet een fterker geloof kry-
gen, fajl ik dit voor fuivere waer heid aanneemen, hoewel men
ïnyi om daer door t\'eerder te beweegen, man, dag en plaets
heeft genoemd : doch daer fijn twee reedenen, welke hier?\'e^-
nemael tegens ftryden: \'t eerft is de aengeboorene verftindendenaart
éeekr beeften, en de andere is, om dat de Hay, als hy op
fyn buik legt, niets kan aendoen of vatten, dies moet hy deefe
Schipper, op fyn rug leggende, hebben aengetafk, ^en fo met den
felven voortgefwommen zyn; doch hetfonkonmn weefen, dathy
in fyn jonkheid, als de Jongens byons doen, op fyn r»^ had lee-
mn-fwemmen, om of het hem in tijd en -wylen mogt te pas ko-
men, Wat fal ik meer feggen , Amice, de natuer is wonder
vreemd in fijn werking, laten wy het daer op af laten ftuiteny
cn fijt voor \'t overige verfeeker.d.i dat ik voor altoos begeer te
blyven. Mijn Heer,
Handelendevmde Boomen en andere Aerdgewajfen ; als eerfiélijk
van vierderlei Wijn de Palm-boomen. Hare Vrugten en verdere
hoedamgheeden. Plan de Cocosnootenj mitsgaders de wilde,
Qrangie ^«!-Limoenb9omen. FeeIheyd, Deugde en waerfe het
meeft ^vonden worden, Wydlotipige befchryving van den Papai-
amp;öom j en derfelver Ifmgt.Mitsgaders van de Pifang; beftaende in
BakovensfKBananas.Cormantynfe Appels; wat Vrugt, en.
•U}aeromfogenaemd.Gt2i.n2LQt-2i^^t\\tn. Wyndruif. Veelheidvan
Viilde Boomen,en daer onder eenige feer hoogen groof,als onder an-
deren den Capotboom. Waerom fo genaemd. Fraei Werk-
houty en waer. Aerdvrugten-; als eerft\'t Koorn, of groot een
kleine Milhio, Rys, Jammes, Pattates. Alderhande Boonen.
Ananas in \'t breede befchreevm ^ en fommige Schryvers weder-
fprooken. W^temdoenm, eenßhome Vragt. Grein,o/Gui-
neefe Peper. :Cardamom. Peper. Piement. Dragon. Stin-
kende Tabak; van welk Kruid de Negern groote Liefhebben
%.yn. Maniere van \'f ^ut-kooken.
DEefe fal alkenlyk voldoen de belofte in myn voorige gedaen,
ora van de Boomen en B\'oomvrugten , mitsgaders Koorn,
en andere Aerdgewaften te handelen, tot het welke my met den.
eef;^^« fonder eenige owTüf^ wendende, {ofeggeik, dat fowel,
als in Ooft-Indien, de Cmunooten-boom, om fyn voortreffelyk-
heids wil, onder de eerfte, en voornaemfte Boomen werd ge-
teld, fo moogen wy hier met immers fo veel regt, de Wynde
IPaim-boomm^tt de hierlandfcheamp;e eerfte plaets geeven, mits den
felven, nevens en vifth, éemetfit menfchen op de Kuft
doet beftaen, en leeven.
*t Eerft dat deefe boom veortbrengd (yn Nooten, dewelkeafs-
fe föoch/oB^ifyo m gebraden worden , feer aengenaem \'ïyn om
uit de hand gegeeten te worden. Als deéfe moten groot en oud
werden, krygenfe een roo^/^ Z-ay?ofTc^e/, doch. ztnhtt achter-
fte van de noot een weinig fwart , waer onder dat de (Tly de
Palm fit, en die\'er dan, evenals de Olyven, uitgeftamptoige-
farft \'^md. olf in ftg ftlfs is rood mw cottieur; doch byal-
ditn(e eenige jaren hlyn iknen , fö werdfe wff. Voor ymand
die eerff nieuwlings hier te Land komt, valtfe wat vies, doch
men defelve gewend word, is \'t geen onbillik eeten,. en daer
nevens ook [onderling flrekkend en gefond\', tot %gt;erfc;heide koftïm-
deikfe voor de: O/.i^ew-o/y ftellen.
Als de olf van de TN^oot afgeperft is, verftrekt de pit dtNe-
^«ri noch tot een lekkere fpys; en alsfe oud geworden zyn, isfe
Wyn de
Palm-boomi
Syn cerfie
Vrugt be-
ftaet inNoo-
ten, dewel-
ke, jong ge-
geten , nicD
onaenge-
naem zy n;
doch ouder;
werdende ,
komt\'er dèü,
oly af» die
loet en ge-
fond is=
uitmemendegoed, om\'er de Varlens meede te mefteni die daeï
van een vaji en hard Spek krygen.nbsp;^
De tweede De tweede vrugt van deefen kom is de JVyn felfs. Om de-
vrugt is de felve te verhygm en af te tappen, werden de boomen, die oud
.genoeg zyn, om ver gekapt, \\\'amp;ns.\\ fijn takkenhetoofd, tnt\'ee-
ïaiS nemael kael gemaekt. Eenige weinige dagen dus geleegen heb-;
bende, werd in \'t dikfte van dzStam een kleingaetie^eboox^
en daer in een klein pypje van Riet geftooken , waer door dü*-
PVyn de Palm dan in een potje, dat\'er onder gefteld is, koomt
te vallen, doch al droppelende en fo langfaem , dat in vieren-
twintig ueren maer pas een Stoop wyn uit een werd getapt;?w/«-
tig,dertig, en fomtyds ook meer ^^^Wjgeeft een boom wyn,al na.de
grond waer den felven gewaflen is, bequaem voor hem^s ge-
weeft. Als de boom op hetlaetft begint te loopen,(o werd\'ereen
onder geftookt, om\'er de wyu des te meer, en met grooter
Is vers ee-nbsp;dryven.
drósken, Deefe IVyn vers by, of onder de boomen , fo men \'t hier
nietonacn- noemt, gedronken, ish.ee\\liefelykenaengenaemYanfmaek,maet
genaem van ggjyj, ^^^ ^^p^^f^^nbsp;eg^ men\'er op verdagt is, fy y-
ma.nt fraei by de neus kan vatten, en eer hy\'er om , ds
hoogte doen krygen; doch de geen welke de Wynboeren dage-
lyks aen Strand brengen, is niet veel byfonders, om dat de-
felve door haar al te fchoon wetd gewajjchenenverlengd; en dus
wordfe, rayns dunkens, van deü gemeenen man,en de Negers,niet
Jo veelom de goede fmaek, als wel om\'er een verheuging van te
krygen, gedronken; tothet laetfte is(e, fchoon redelijk gewa-
terd , heel bequaem.
De wijn van de boomen getrokken fynde , is den jelven tot
geenig ding meer nut, dan om verbrand te worden; dog als
de boomen noch in haer^ro« ftaen, werden de bladen gebeefigt
om touw van te maken, fo tot het breyen van hare netten, als
andere bemodigtheeden.
Vierderlei flag van hoornen werden hier gevonden, doch y-
der met een byfonderen naem. Van de regte en eigentlijke Wyn de
Palm, hebben wy^reeds gefprooken.
De tweede flag van ïiyn de Palm werd op geen plaets anders
vergaderd of getapt i dan in het Fantynfe Land. Men noemd
niSt lt;£- defelve Quaker, om welke reeden , heb ik UE. reeds in een
Eer.
iuiaek.
T#eede
flag van
wyn de
GUINESE GOUD-KUST. 03
mderen Brief gefegt. Sy overtreft de wyn de Pahn\'mliefielykheid,
en ook feer verre in kragt konnende rnen van defelve qualyk
half fo veel verdragen; en de hoornen-, waer uit deefe wjk werd
getapt, fynwelde helftkleinderalsdt regte Wyn de Palm-hoomen.
De derde heek men\'m de Landen van Ancoher, Ahokroe, Axim p^^dof\'e
en Ante, doch in \'t laetfie maer heel weinig. Defelve draegt naero^
èe naem van Pardon; diesC7£. welmoogtgelooven, hoe^roo-
tenfchelmßuk ymant hier te Land ook begaet, fo kan den fel-
ven doch heel ligt Pardon krygen, mits dat hy maer in degunfi
van den Wyngod maekt te ftaen. Deefe wyn is in fmaek van de
moren genoemde heel verfcheiden; is wel fo aengenaem , doch
lang fo flerk niet.
Tieeie hoornen werden, als de voorige, niet om ver gekapt»
maer men tapt\'er de wyn a\\groey ende uit, even als men in Ooft-
Indien de Suri uit de Cocosnooten-hoomen tapt; doch dit onder-
fcheid is\'er in, dat fchoon ter gefeide plaets de wynnit dehoomen
Werd getapt, defelve echter levendehlyven, doch hier gaen-
fe uit en fterven: de reeden hier van geloof ik deefe te zyn, dat
men\'er in Indien d^ -wyn niet t\'eenemael aftapt, maer iets tot
voedfel,om weeder voort tegroeyen,daer in laetjdog hier trekt men
het\'er tot de laetfte druppel toe uit; dies het ook niet anders fyn
kan, of fy moeten, fo haeft\'eralde vochtigheid nitis, t\'een«-
mael verteeren.
\'t Fierde flag van wyn de Palm heeft men in de Landen van lénatmt^^ \'
~ Ante, Jabi en Adomi deefe isvanalle «friede voorengenoem- Criffia.
de geheellyk verfcheiden\'in fmaek , hy defelve is ^een fterkte ter
quot;ïveereld, maerfmaekt, versgedronken,hynaa\\sSoetemelk;eenuer
of tien oud, en getapt weefende, deugtfe nict meer om gedron-
ken te worden 5 en is ook nergens toehequaem. Men noemd de-
felve Cnffta.
De Negers geeven voor, dat men door veel van deefe wyn
te drinken groote Gemagten kvy^t, \'t geen ook wel aenneemelyk
is; om dat de Negers op geen plaets van de Kuft die quael fo
\'^eel fyn onderworpen, als in de genoemde Landfchappen. De wyn
^erd van deefe hoornen vergaderd, even als van de Pardon ge-
%t is, te weeten algroeyende.
■De Stam van %en. Wyn de Falm-hoom in 4e ronde gemest en ? is
es-
-ocr page 350-ontrent een mans lengte dik, en ook fo hoo^, dic van de ^
ker als eefest heb, ontrent de helft minder. Beide fchtetenfe
hare takL in de hoogte, waer van eenige twintig enmccrvoe-
ten lam zyn Deefe takken werden hier te Lmd en elders Bam-
hoefenimztmt. Werdm tot ved faken gebeeftgt, zhtotD-aken
van Huifen, Heimngen, enwat^.yw.^rmag zyn. Aen weeder-
iyden vmgejeide Takken o^ Bamboefen , groeyen Unge fmalk
re^ö^K, \'tgeen der felver ^/^i^re« zyn.nbsp;, , ^
ï)e Pardonboomen groeyen even als de Cocosnooten,dochoitz
j^lyk dmder vm ftam.nbsp;r ^ j u rr, f
De Crifia-boomen groeyen meede even fo , doch verfcheelen
merkelyk in de dikte en hoogte v2Lnftam, mits deefe pas de wr-
de part van der Pardonboomen hoogte verkrygen ; ook ichieten
zen ccnCrifta-plant vier, vyf, en mccv ftammen nit, uitwelk?
saMc wyn getapt word.nbsp;, rnbsp;»nbsp;j
«nbsp;ïnbsp;EcnWyndePalm-boom, QQrhyfynvolkoomemvas-cnouder-
^^^lhSm iom heeft, moet tim , twaelfr en meerder jaren groeyen, en
mocigroei- Jan tapt men\'er pas twintig, dertig, of ten hoogften-y^^rt^
jen.cn groo-nbsp;. nochtans koomt de wyn de Palm aagelyksm lul-
dathette «W.r.«isrdicsmeti
cnprysvan ligtelyk kan afmeeten, dat deefe boomen hier xc Land met veel
\'\' duifenden moeten waffen, of anders fou het haeft een eind nee-
men Voor een Anker van tien Stoop werd gemeenlyk een hal-
ve Ryksdaelder betaeld; doch op de eene plaets en tyd wel de
helft beeter koop als de andere.nbsp;. , , .
Na de Wyn de Palm-boom moet onvermydelyk de Cocosmtt
volgen Wat gunft dcc(c boomen de menfchen elders toebrengen,
is aen veelen bekend, en kan in verfcheide Ooft-Jndijche Rets-
helchryviiigen nageiien werden. Hier heeft men\'er , tcroorl^aek
van der Negers onkunde, geen ander nut van, dan der lelvet
vrugtrtcwcctcndc Noot, welke, fo wel dc pit, als het nat
daer in beflooten, heef aengenaem en lekker is.nbsp;_ ^
Deefe boomen groeyen hier te Land ter hoogte van dertig*
veertig, cn ook wcl vyftig meten. Hebbenffl^^fT?enfogenaera-
dc bladeren, gelyk die van de wyn de Palm ; behalven dat
deefe takken dikker, doch niet fo lang of bequaem zyn omver\'
heeftgd te werden. Met het vierde, of op het vyfde jaer , leverd
de wyn de
Palm.
Cocosnoot.
■GUI N E S E G O U D^K U S T. ^^
-een Cocosnooten-boom vrugt, en werden wel vyftig en ook meer
jaren oud.
Wilde Cocosnooten heeft men hier ook, ander Palmyt genaemt,
de welke meede vrugt dragen, en van de Negers doeh van feer myt
weinige ^/rtTz^é-K, werden-gegeeten. Deefen^oo»z is ongelyk
dikker jiamém de vtgttCocosnoot, voornamentlyk mfyn
midden, daer hy verwonderlyk dik is, \'t geen feer raer is om
aen te fien, want boven enMeneeden is.hy meer dan de helft dun-
der. in desjelfs top groeid een vrugt, of \'t is de pit van\'t.bo-
venfte des flams felfs, het geen men Palmytkool noemt , om
reeden dat het in fmaek eenigfints na Kool gely kt.
Orangie-nppel-baomen heeft men in \'t Axtmfe Landfchap over-Orm^ie.^p.
vloedig en veel, fo.faete sdsjuere ; de foete (yn- redelyhgoed, P^^«quot;-
doch de tuin aen Elmina, welke by uitneementheid vol is ,
heeft\'er eenige, welke in aengenaemheid van fmaek deiAppe-
len China weinig behoeven toe te geeven.
Ia andere Landfchappen heeftmen onder de Negers \\Yeimg
of geen Orangie-appel\'boomen, niet tegenftaende de Heer Fok-^
kenbmg heeft gelieven te fchryven, datfe in een groote meenigte
langs de /Boutryje Rivier waflen , hier in,is gefeide Heer hét
fpoor gantfch byfler.. Ik helgt; die Rivier verfeheidemalen beva-
ren, doch\'er noch oit eene gevondenen na \'t feggen van de
j^Vé-^m fynfe\'er ook noit geweeft. Aen Fort op
ftaen\'er xveinige, doch o^ de genoemde Rivier niet een^
Limoenboomen, die zlhiet Brambaes oiLimmetjes werden ge-LimoerscR,
naemc,heeftmen over de geheele^«/?,voornamentlyk aen Mou-
ré, alwaer defelve ook geparft word, en \'t geen V jaerlyk, als
het geen ongewoone drooge tyd is , ruim tweehonderd Amen Li~
ntoenfap kan uitleeveren.Vier a vyf Ryksdaelders is de prys van-
een Aem Limoenfap of ingeleide Limoentjes.
\'t Guih\'ees Limoenfap, en ook de ingeleide Limoentjes. , is .in
Holland al te wel bekend en geagt , dan dat ik van nooden fou
hebben, om\'er hier eenige melding van te doen.
Van de Papaiboomen is by eenige feer vee\\gefchreeven, doch
echter fonder behoorlyk onderfoek, als datfe geen takken noch
biaden hebben, en maer ter hoogte van een mans. lengte op-
fchieten, enz,.; doch om dat, en \'t verdere gevoelen dat hier
IL Deel.nbsp;Inbsp;van
is^ P, E S C H RI V I N G V A NDE
van werd,te doen ophouden, ^^ «f,\'
te doen, dan deefens hoorns regte en etgentlykegeftalte
^quot;BS^ttßam, dieeenigevoeten^^^is, be^etuft ^
vcosMut, on-mexßronk, waerna het wel t
lyk . Vanbmnenisde^.^hol, en konnen feer^«Me/yè met
Kapmes dooxgehondcn werden. In het eerft groeid de
Z^S^^tn amp;ftam, fonder eenigenbsp;docUwat.«-
dert fcbietfe ooknbsp;aen \'t bovenemd , \'t geen wel
en waer aen denbsp;meede groeid. Vit t
de^.^, en foook vangeßUetakr khietennoch
. andere dunne takjes. bynrzls Rietpypen. van vooren een wei-
nie ömgekromt, en van hinnen hol. Aen \'t emde van deefe
rken Sf , groeyen heelnbsp;hreede. en t^ vee ma-
lennbsp;een^JpÜtfteMüden, niet feer qualyknaeeen^p^^.ri^-
ÜM, uitgefonderd de ^roo«^\', gely kende.
Somn^enbsp;Mieten wel ter hoogte van^^
-nbsp;op, \'tgeen feer veel vaneen manslengte verfcheeld. De
• T^L oft Imeigentlijkd^ Papat genaemt werd, is ontrent
half fo STOOt als emCocosnoot^; meeft langwerptg rond; van hm.
ten groen cnhmnen witMoch .«i werd^de, ly^v^^^
.^hJrood, met feer veel u\'if^. kermn, het geen t/W isdaer-
fe vannbsp;denbsp;fyn vanmet beeter dan
de Po:^ipoenen, noch.tevdtr gerwger mp^^^
De Lpathoomen fyn de geheelé Kuft Imgs overvloedig en veeh
vm tweeLlei aert,: mannetjes ^yfj.s , akan. men ^m^
hier fo, om reedenen, dil de geen , welke mannetjes genaemt
worden, noitnbsp;dragen , maer fitten altoos en eeuu^tg
vol hloeifem, beftaende uit lange-wittehloemen; gelykebiopjem
dragen de wyfjesmeede, doch iiietnbsp;noch fo veel
Eenise hebben aengemerkt, dat defo genaemJe z./ja-^oo-
beSer en overvloedigernbsp;voorttog^, ^^^^
^.»..ontrent haer ftaen. Gelooit het,-M/p Heer, f^f
gelieft; doch fo niet? gy en fult daerom.voor geen
PifaB^, b.- ^%\'a^dePtfmghoomm onderfcheidenin^^feow«/ en Banantes,
ïlaendc in ^ ßanoKas, is vau £o vamp;ele reeds ten overvkede gelchreeven,
Bakovens ennbsp;dat
BgBsnas,..
-ocr page 353-ëlt het my qualyk de pyne vjaert dunkt , om\'er van te
maken; dan om te bewaerheeden , \'t geen\'er andere vm.gefegt.
hebbfen i als dat haer wk^/j voornamentlyk de Bakoven »aen-
genaem en lekker is, en datfe methet^Vzfr wngt dragen, doch
niet meet dan tms gt; w ant dän werd deftarn afgefnetden; doch
onder uit -den felven fchieten altèos wecéeïvyJaJess.ndQveflam-
mm-r dies men deefe./^//Twf wel voor een eeuwigduerende Alma-
nak mag uitfehelden, die noit uit gaet of :een einde heeft.
Jgt;e.Stam dèefer boomen , fofe dees naem moogen dragen ,
groeid teir hoogte van anderhalf of tme mans lengte; degeene
welke van gedachten fyn geweeft , dat dit de bladeren ionden
geweeft zyn, waer meede onfe eerße Voorouders bekleedoi
bedekt bzhbamp;n» fyn hetj^oór fo ftet met bijfter» . eensdeels» om
dat\'er deefe bladen lang en genoeg toe fyn, en ten ande-
ren. Om dat\'er van Vijgebladeren vrevd gewaegt , en deefe de
waem vm lndijche Vijgen dragen ; doch echter, moet ik \'er by
feggen, dztie ïeev weïmg tot kleeding of dekfel bequae.m zyn,
want men\'er, maet even met de vinger opftootende, een^rtdn
liiaekt; en derhal venfoudenfe feer qualyk aen een
haem^aSen.
Hier te Land fyn noch wel verfcheide ahdete vruchtdragend:
de \'Boomen» doc\\\\ der iel ver vruchten fyn niet alleen bym 0^2-
hekend» maer Werden ook van weinige onder ons gegeéten »dex-
halven fal ik\'er ook maer weinig van feggen, en mflelyhó^tt
men hier ^vruchten heeft, welke onfePruimen-met ongclykfyn;
in geftalte en couleur, fo v/eX blauue sds witte ; dpch defwaèk
is niet veel byfonders, fynde de deefe heel malsfoet» meelig
en droog.
Doch de Cortnantijnje appeltjes (fo genaemt „ om,datfe daer Cormantra-
ontrent \'t aldermeeft te i^inden iyn) moet ik echter-niet
geeten; defelve fyn ontrent fo groot als een Keulfe Noot met y^^^gj
fyn bnft; geelachtig, een weinig na den roaden trekkende,van
fchil. Binnen in hebbenfe vier groote platte en [warte pitten».
waer öm het vleefth fit, \'t^geen rooi.en -wit van couleur,envm-
een färpfoete fmaek is, doCh wat meer na de fuere als foete kant\'.
bsliende. \'t Is een aengenameenverfriftende Vrugt, en feer ver-
qaikkündvQór een ftek menfch , voornamentlyk ymant, die
1 2nbsp;met
-ocr page 354-met de Perffmg oï Roode Loop gequeld is , vermits het heelgt;-
mentrekkende is. Met wyn en fuiker geftoófd, fynfe met alleen
dienftiger\', maer ook veel aengenaemer voor eenfiekei als de
Tamarinde.nbsp;, . , .nbsp;t-, .
Granaet-appelen heb ik Met U Land, m dstumen vmElmi-
na cn \'MoUfé, ook eenige weinige gefien; doch eer defelve tot
haer volkoomen rijpheid koomen, vallenfeaf, oï verrmemdi^s
men\'er byna niets van te verwagten heeft.
De Moureefe Wijngaerd moet ook niet overgeflagen werden:
ik les de Moureefe, om dat menfe op geen andere plaetfen van\'
deefe /^«/rmeer heeft. Tweemael\'s jaers leeverd defelve Dn«-
-i)?«, gemeenlyk in èc-Maend van Auguftus en January. Een
groots meenigte van ^Druiven fou men van defelve konnen kry-
gen , indien dc Wijngaerd op fy n , en na b \'ehaoren van y-
mzxït,dieQr goede kennis v2Ln\\i2iA, vfittd gefnoeid; dóch wyl fulks
van een Swanen, die\'er gantfchelyk niet mede weet omtegaen,
gefchied, fo en komen de helft van de BruivennxtX. tot hare
volkomenheid, tnfy verdrogen of verrotten ecrfc eens half rijp
zyn, en daerenboven ftaet noch tei/r^^/e», dat de Wijngaerd
binnen weinig tijds fodanis; met fnoeijen fal bedorven vVerden
datfe t\'eenemael f^huitgaen tn fterven.
Dt Druif , die hier aen koomt, is blauw en htd aengenaem
rSA^fmaek, vhefig, doch niet fo f^ï^/ig als de Druif hy ons.
Ik en twyfel geenfints, byaidien\'er wel wierd op gèf ajl, of
fy fouden fo ^oe^/ (indien niet teer) als de alderbefte Euro-
pifche werden ,- vermitsfe van nu af ^m^r fyn dan de Eolland-
fche.
Aenmerkelyk is\'t, dat de Wijngaerd oip andere plaets
■als Mouree wil wajfen. \'t Is tot verfcheidemalen , fo aen El-
.miim sih^elders-, ondernoomen, doch nergens heeft het willen luk-
Ic-êü\' ■ ■
•Naer myn heeften^weeten , ns de wijngaerd X-dcv h aldéreerft
door de l-\'ortugeez.en voox eenige jaren uit Urafil gebragt; en
èeefc\'Vrugt koomt ons alhier fo aengénaem te vOoren , dat het
^cn -^erfchelykefaehfoxx zyn,-hyamp;Kdicn^m^
meede kopplanten en voortqueeken; want tegenwoordig heeft
buiten de Koeman vm -Mouree, de Generaei, snde Jiée\'
■ ren
Granaet-ap-
pelen.
\'Wyngacrd
-aeivMouïéo
ö- U l N\'JE S:E G O V B^ V S T. lt;555
ren van deffelfs Taf el, niemand eenige.««i van j van honderd
\'^mneesvaerders is\'er pas ei\'rpdie defelve te fien kiygen.
Dit nu fijn al de vruchtdragende Boomen van Guiné ,iewec~
ïèn dat Gedeelte, \'t geen dt Goud^Kuß werdgenaemt. Nu aen
\\ keßhr)ven\'va.n het luild Geboomte. Doeh eer ik daer aen
\'koom, kan ik niet voorby gaenom weeder etn fout van de
Heer Fokkenhrog aen te halen, en te feggen, dat Sijn Ed. groot
quot;Ongelyk gehad heeft, met tefchryven , dat aen Elmina, en eeni-
ge mylen dzex: om hex, Loveri Gras, noch Geboomte.gxotyd.
Dit is gantfchelyk onwaer, want behalven de^oö^Ke?;, welke
men ontrent Elmina rondom op hev Gebergte heeft, fo is de
kant van de varfche ÄmVr,, maer een halve myl van hier gele-
gen , met feer veel hooge en fchoone quot;Boomen voorfien; dies het
in veel faken wel koomt te blyken, dat dien iï^er al watte^\'fK-
fydig van deefe heeft gefchreeven. \'t Is wef waer, dat
het ontrentnbsp;kaelderySitigéoomte dan op andereplaes-
Jê»; doch echter fo niet, dai het verdiend, om\'ermet foda-
nigenbsp;van te/c/srjjyeK.
-Om-ons fh^ dan te vervolgen, fo fegge ik, dat de geheéle-VeclhciAvivi
Kuß vol hoog en laeg Geboomteis beplant, op de eene j^/^j wf^\'wildeBoo-
cn de andere weeder \'weinig. De veelheid der boomen ,nbsp;quot;quot;
fraeije Jchaduw of lommering, verfoet de:quaedaerdigheidvzn dit
Land al heel veel; wyl \'t ymand, die fig Landwaerds in wat
%iiet vermaken, heel veel en groot genoegen yfexfchi^h, doende
ben hier door de ongemakkelykheid vande-xü^e^eK. t\' eenemael
vergeeten.nbsp;, •
■ Sommige boomen ü\\xi n2lV\\ neueren fo \'vxeemd iopgemafjen en
gegrond, dat \'er de konft geheellyk moet-voor ftilflaen :ande-
■■.re fijn weeder fodanig in een gewaften y en van fo een wyd uit-
^eikvekte pverfchaduwing, datfe geheele.-dreeven of lanen.uit-,
maken, een verwondering zen \'\'^gefigt, eneen \'vergemegingzeh
den Wandelaer, fig hiér onder vermakende, geeven,
My gedenkt voórmaels, by Okariusen andere Schryvers, van
•Soowe^\'^geleefen te hebben, waer-ondertfig tweeduifend men-
foude konnen verbergen; en dèBoom, dzex de Heer Kir-
cherus (een Man, die \'t wel fou paifcn, niet dan waerheidtev
^teeder té flellen) van fchrijft, dat in deffelfsnbsp;of de
\'nbsp;fthel ^
-ocr page 356-L/van defelve., (een C^M«^meen ik) een H^W^metßjn
Wele Kudden 5cW^« heeft konnen
I et geweeft-.yn , en heeft wel ver^diend , om voor
vaS de nadr aengemerkt te worden : döch ten koomt
bv de hterlandßhe Boomen noch In \'t aldermitóe met te pas.
Ik. heb \'er hier een ?^efien, daer in plaets van mef wel
^uißnd menßhen (oiidm ondct hebben konnen ygaen fta^j
doch echter onder ^^^i/^ , dat den een na dem anaer on^^
defelve fotide moeten ga,n gt; en malkander vervangen hebben.
Indien ^(dde Schryvers het dus meenen , fo geloofik haer ton-
der delldettnit^e.twjjelmg, en UE. ookmeen.
dit overgeüagen. \'t Is een feekere faek,_ dat hier te ij^^ui^
neemende hooge en dikke Boomen fijn te vinden, t welk arte
waer van ik E/E. voor deefen
heb gefchreevenV en wyl fo eennbsp;van een regte moot
die meeft overal even dik is, moet^gemaekt worden,
eh dat men daer neevens feld.n ^o«;«.« heeft , welke jmft lo
regtopwaffen, fo en kan \'t niet ongelooftyk voorkoomen ,
dat ik fegge , gefeidenbsp;pas de helfte vaneen hoorn
quot;^XhS\'van deefe Böö?«^\'« gefien, welkers toppunt met fijn
Onderandc-^nbsp;^^ Ijs een gemeene Snafhaenkonhfchteten.,
M^fnoemtfenbsp;, Om reden ^at op ^ e.n
Leromfo feeker flag vannbsp;alhier C/jporgenaemt, groeid , twelk
genaemt, en . UpQuaem is om Beddecoed van te maken, voornamentlyk
rrr hkr te Land, om dat denbsp;Bedden hier al te feer broeyen.
^nbsp;Hetfe«? van deefe boomenis ligt ennbsp;en bynatot geenig.
din- bequaem dan om Canoas vante maken. _
Dc Bvom welken 0«. volk in \'t lactft van de vijftiende Eeuw
op Ilha del Prmape, of \\ Pgt;imn-Eyland, hebben gevcmdcn ,
en die vierentzvmig vademen dik was ,twyfelik.niet, of iseen
geweeft.\' Aennbsp;f f f
aen «...nbsp;meede haer werknbsp;^^^^^^nbsp;.
vete omvademen; niet-dat zyn ft am (o dik
faek van zyn wondere uitwafftngen \'en voegen., aie hy ronaom
^^^aSien we hier tenbsp;mmfthe Pri fters
quot;^Tfoote
toornen.
GUINESE GOtJD-KüaT. 71
mogten haer die Voegen geeven, ©m Kap eiletjesvzn te maken.
De doorensy waer meede deefen i^eora voorfien is , fpuden
haer konnen dienen om kaer ■weelderig ulees meede te tuchti-
gen en te kaflyden t en {o behoefdenfe geen j;eJd voor G\'é\'e^e\'/f
uit re geeVen.
Doch wy willen de \'Prt/m laten varen, enfeggen noch, dat Fraei werk-
wy hier te Land Boomen hebben , dewelke heel fchoon Werk-
Mut uit fouden konnen leeveren: eerftelyk in t Landjchap An- lyje^^jg kry.
te, ontrent het Brandenburger Fortje ^Acoda, of anders £?aro-,gen.en aen
thea genaemt; van \'s gelyken ook achter ons Fort Lydfaemheyd \'wail\'UetCm.
aen Apam, geel hout , waer van feer fraeije Stoelen, \'Tafels , amp;c.
foude konnen geïdraeid worden.
Vervolgens ook in de Gabon , geel en ook rood hout, tot
gejeide wsrkhzqviSicm; behalven noch, dat men in defelve
Ä/wVr, als y mant\'er fijn werk vanmaekte, ook bequaem hout
fou können kappen y om t\'Scheep te gebruiken , als Raars,
Stengen, en wat meer benoodigd mögt zyn, Selfs;beeldikmy^°^quot;Jg^
in, dat\'er goede Mff^^oowi^» groeijen, altansdeioow^f«daerfe
van fouden konnen gemaekt werden, was\'t niet voor gróö^
te Scheepen, ten minften voor Barken, J-achten, mündet klein
Vaertuig.
Om denbsp;Geboomte vol te doen , ftaet het noch
aen my., om te feggen, dat d e Negers overal eenige boomen uit-
gekooren hebben, die fy voor Heilig houden, en waer onder fy
hare Godsdienfl verritten. Dit fijn gCmeenlyk fodanige, waer \'
aen dehare^oayZ te werk heeft gelegt.
Van der Negers Afgodery \\\\\\Qt ontrent , heb ik voor deeftn
al-gemeld, derhalven is niet van nooden, om erhiereeni;egt;-
Ä^^/;/^^ van te doen; waerom van \'t geboomte affcheidende, ons
forde Aerdvrtigten fullen wenden; en onder defelve eerftelyk
van het Koorn , alhier Mi/Ä/o genaemt fpreeken.
De groote JMilhiè werd by de meefte voor Turkfe Tarwge- ^\'an flc
houden, en dies is dz^\'dvtn gednente by ons fo wel bekend,
dat ik de moeite niet behoef te neemen, om defelve hier te fldyk het
befchryven.nbsp;Koorn of
Tweemael \'s jaers werd deefe ^Milhio hier te Z^wii
\'^\'^ ingeoogfl x de eerfte inoog{ting gefchied gemeenlyk ontrent xarw
Au^
-ocr page 358-^Aimiflus, en deandere in \'t laetft van \'t jaer, doch dan feet;
wei^iig, wijl de Negers tegens die tijd niet veel z.aeijen, om ree-
den dat \'er dan niet veel Reegen te ver^agten is, fonder het weK
ke de Milhio met wdwH voortkomen.nbsp;. .
\'tWaer te wenfchen, dat het Koom by ons met lo weinig;
moeite als hier was te -winnen: een mcnfch, of ten hoogften twee,
Hoedani- \' konnenhierfo vee\\Land omarbeiden enbeploegen, alsby onseen-
dorcive waft.j^^ndoen; eji vervolgens werd hetK^oorafeer gejwmdy.er-
binnennbsp;^y^/Hn denbsp;geworpen.nbsp;, ,
\'t Kmn ópgewaifen fijnde, werd de puik of (ironk ander-
half en twee mans lengtehoog; waer aen dan een,twee, drie ,
en ook wel vierwallen, en aen ydery?r«i^ heeft,
men dne a vierhonderd korrels of graentjes, fo dat de Milhio
■ hier ongelyk meer geeft, als \'t Koom by ons in EuKopa.
Als de Milhio.eeA ingeoogfi is, fokoopt men meen vreedige
«Jduifend ftruikenvoov een Ryksdaelder, en in fommige Lan-,
den noch wel een derde of vierde minder; bedragende deefe
duifend (iruikeny. af ol tfitgepeld, ruim vyf Sc/ÏJf/\'e/, en dusruun.
anderhaive Snk.„ \'nbsp;.
Dc- MilhiO\' waftgt; voip, en rlt;gt;od van graj;n; de witte ftaet wel het
cierlykft, doch deroode werd by de meefte voor de vetfte ge-
houden. Als de Milhio fijn geftamptofgewreeven is, en ook
ter deegen van de Semelen gereinigd , fo geeftfe redelyk _ goed
Ilrood; dochby §chrckvznG efl vrat vafl en fwaer. Indien d?
Milhio, gelyk het Koor f2 by ons, wierd gemalen, gebuild, en
op de Europifchë manier gebakken, fofou het buiten alle twy fel
heel goed ^Wgceveu i doch wijl fulx ontbreekt, en\'tmetde
Suerdeejfem niet willende aaen,, fo is het 5rooi geheel pappig en
[waer. Bit is voorjoveei\'de^roefe Milhio anders Turkfe lam
gefegr, aenbelangd.
Het tweede flag,. van omkleine Milhio, enymde Portugee\'
k\'elne Mii- ^^^^ tiM^ix genaemÊ, is tm zaedofgrgen byna als de Coriander -
hiu.nbsp;hier weed meede Brood wan gebakken. Koomt feer na overeen
met dat geene, \'t welk men by ons K/^wfo^^e noemt: is vaii
een heele goede fmaek, en fonderling voedfaem. \'tWaft evcn
als degroote Milhio, uitgefonderd dat de ftruik met fo dik word
ook üpfiruikem daer de Milhio aen fit, met geen bladen,
als
Geeft feer
vee!,
en goed
koop,.
Mais, of
G U IN E S E G O U D-K U S T. 73
\'als die van degroote, is bedekt; daerom het ook fwaerder aen-
ftoot van\'t Gevogelte lyd. Deefe Mais ofte kkine Milhio-, is
welde helft duerder alsde^m^Êquot;, om datfe fo overvloedig met
als de andere werdgezaeid.
Tit Milhio, fo kleine z\\sgroote, word de geheele Ka/?
langs gezaeid, doch \'t minft aen Axim, waeromfe daer ook
altijd duerder is. In vreedenstijd, en een vmgtbaer jaer, lee-
verd het Anteje Land. verwonderlyk veel fJMilhio. Ik hebfe
daer fien koopen, en ook felfs gekogt, de duifend jtruiken
voor fes, feven, agt en negen T^j^^oe, yder Ta/^ee tegens vier
ftuivers Hollands geld gexttkend, koomende alfo een Sak ten
alderuiterftenop een gulden filvergeld te ftaendies het Koora
hier te Land, in een vreedige tyd, hetgoedfte koop is van al de
mondkoft: doch in tijd van Oor/o^, of een onvrugtbaer J aer ,kzn.
de Milhio ongelooflyk in prys opftaen. Ik heb tyden beleefd,
datmen voor duifend/?ra/^fK een ons goud, \'tgeen veertig gul-
den Äb/te/c/jbedraegd, moeft betalen.
Veel doed hier ook toe der Negers luyheid, waer door Tel-
den meer word gezaeid, als voor een jaer van nooden is.
Waer by dan noch koomt \'t groot getal van Engelfche Slaven
Scheef en, die hier \'s jaerlyks ter K.uft koomen , en van mond-
kpft foo wel niet\' dan onfe Scheepen voorfien , benoodfaekt
tyn , om voor hare Slaven een groote meenigte ^Milhio in te
koopen, en \'t geen \'s jaerlyks meenig duifendiquot;«^ komt te be-
dragen.
De Milhio ftaet gemeenlyk in prijs op van deMaendvrnFe-
Iruary af totindeOogfttijdtoe, va-neentotviet Ryksdaelders\'t
diiifend Struiken.
Na \'r Kook« volgt de Fijsplanting, doch deefe is niet algemeen
over degantfche Kuft. Word aen \'t Strand op de Goud-Kuft
ßiet meer gevonden, often minften feer weinig, als aen Axim
^nAntei doch op de Boven Kuft waftnbsp;fo overvloedig,
dat \'er op eenmael gemaklijk een Scheeps-lading is te krygen, te-
gens een ftuiver en ook minder het pond fehoon gemaekte. Aen.
■^xim. Ante , ookin Abokroe en Ancober, koü de vuile en on-
^itgepelde ontrent f O veel.
Het komt de Aximfe Negers feer weite fi2i,de , dat haer
II. Deeknbsp;K \'nbsp;Land..
-ocr page 360-Land io bequaem tot de KippUming is, om dat daer door t
gebrek \'t geeufe aen Mi/^.a hebben. alvry veelwera gt; er oe .
quot; Hier\' aeu koomt een And.rugt,nbsp;g-^f^^orl\' eh
ierdvrugt;nbsp;j^its \'t grootc gcricf \'t geen deImmonders door deieh «
cnhoedefcl-nbsp;Svgroeifen, even gelyk denbsp;onaerde^.r-
r, en worden ontrentnbsp;lang. inderonciegemee-
^^rilmm^l^d-iitl een lang^ro.j. Loof, byna als de
Boontjes, dochmtt kleinefieekels oï doorns voorixm Oitloo/la-
fenL Negers a.ußahn opklimmen, en aen \'t felve konnenfe
fien , wanneer devolkomen zvafdom heeft; als wan-
neerfe die uitgraven.nbsp;r i i
Syisvmhinnmfneeum \'wit; v^evAgebraden oïgekooh, en van
de4.m , ook meede van veele Blanken, voor Brood gegee-
ten. Is ook van een goede fmaek, byna Aerdak.rs, uitge-
fonderd datfe fo foet niet zyn; doch veel drooger en vafter
^\'\'In\'^fXteefe Land groeidnbsp;Jammes, maer noch over-
vloediger in het Landfihaf Sahoe; waer van daen , a s het m de
tijd is ? defelve dagelyks met veel duifenden te gely^ na andere
Plaetien werden vervoerd. Aen Mo«r/geeven de Koopers drie
Ryksdaelders voor \'t honderd; defelve op andere Plaetfen met
^quot;^Denbsp;onder de ^.rJ. groeid, en P^fMf-
genaemd word, fchiet meede als dc Jammes gr oen Loof.
\'t geen langs de grond loopt. Om deefe
te fetten, werden maer eenige ftukjesvan dcgëfetde takjes^
fLe%n, en geplant, waeraen dan weeder denbsp;infeer
korten tijd groeijen: mäer vande./«moet, om anderete
, iets van de Vrugt felfs geplant werden.
De Pattattes fijn langwerpig rond, de gemeene als de^r^
amp;aert-rapen by ons. Sy fijn, even a s de
^eheel...^, en werden meede,nbsp;ofnbsp;voor
Brood pc^cam-, voornamentlyk tot Fida, daer het der Ne^
f;;;alle?gereeifle koft is. De fm.ek is foet, en veel beeter
als de Jammes, feer wel overeenkoomende met onfe
Kaßanien.nbsp;quot;nbsp;y^j^
ve groejJ,
Pattattes,
Van deefe Vrugt leeverd het Saboefe Land meede het alder-
meeft uit, Qïinzdaxhet Landfchap Ante; van\'t welke men, na
deefe Km^ te reekenen, feggen mag, dat het geenig ding ge-
brek heeft.
Voor geloofwaerdig is my van anderen verhaeld, dateerde
Portugee\'x.en op deefe Kuft quamen, de Negers iig met dttzoee
gefeide Frugtennbsp;■gt; tx\\.eemge wortelen vzn boomen; als
ter dier tijd van geennbsp;weetende, welk hier eerft door
de Ponugeezj:n iow gebragt zyn.
Om dit te geloven, werd ik fterk aengefet, om dat men tegen-
woordig noch in de Bogtvan Guinè Landenheeft, waer dat geen,
of ten minften feer weinig Milhio waft j en de Bewoonders al-
daer met detwee mornoenide Vrugten, byfonder de Jammes, fig
ophouden.
Na de vier \'uovrnaemße Vrugten, die tot onderhouding van Alderhande
menfchen leven dienen, befchreevente hebben, fo ftaetons in
\'t vervolg te feggen, wat dit Land, bequaem.ter fpys, meerder
uitleeverd; beftaende voor \'t meerendeel in veelderlei flag van
Moonen; waer van men\'er eerft heeft,nbsp;onfe Tuiu-of Boe-
yeboonen niet ongelyk zyn, foin geftalte als fmaek.
De tweede fijn een flag grooter , welkers huisjes of peulen
een El lang worden j en.de Soök is.van een ligte roode
couleur.
Het derdeyïa^ fijnl)yna als de Princejfe-boomjeshy ons, uit^
gefonderddat deefe van een donker-roode couleur zyn. Deefe
boontjes fijn niet sXleengoed en voedfaem, maer daer nevens ook
\\et\\ lekker.
AWe de gefeide Boonen groeijeneven als de TurkfeBoontjes by
^nsj dat IS tefeggen, dat men defelnbsp;oiby een Heinig
doed opklimmen.
Doch devolgende groeijen op een andere wijs j als eerft een
^agvan kleine Boontjes, iilhier Jojootjes genaemt, welke even
^Is de Tattattes langs de grond waft\'en, en krygen lange fmal-
peultjes. Noch jong en groen fijnde, is het een^ö^Jen M-
^^^ eeten.
Ook heeft men hier te Land Boontjes die aen \'boomen groei-
3 fo ßxoot 2ds de groote Befjeboomen by ons. Heefe boontjes
.Ksnbsp;fija
-ocr page 362-BESCHRYVING VAN DE
fijn uitgedopt byna als onk groene Erretjes y waer voor
meenig een ook fou konnen opdißen, doch cnfijn echter iofoet
noch mals niet.nbsp;^ ,, ,,
Noch heeft men hier een llag van Boonen, Gobhegobbes ge-
naemt, welke met twee te gelyk inonder de ^eri? groei-
ien, en heel klein loof boven de aerde geeven. Dit fijn on-
der al de Boonen d\'alderüegtfte; echter latenfe fig noch al
eeten.
De, tweede flag, even als de gefeide onder de ^zerJe groeijen-
de, fijn by ons noch maer voor eenige jaren bekend gewor-
den , en werden Angoolfe Boontjes genaamt, om datfe van daer
na herwaarts fijn overgebragt. \'t Is een heel lekker en aenge-
naem eeten, als men defelve, gelyk de Kaßagnes, in de Pan
laet braden.
De laetfle ßag van Boontjes , en die meede onder de aerde
\' walTen, fijn de alderbefte; doch fy konnen niet wel voor B00-
nen doorgaen, eendeels om datfe in geen huisjes of peulen waf-
fen; enten anderen ook, ora datfe op fo een manier niet ge-
geeten worden. Veel gevoeglyker fou men defelve Aerdnoo-,
ten moogen noemen; want rauw uit de hand gegeeten-, fynfe
van fmaek onfe Haefemoten niet feer ongelyk; doch men doedfe
gemeenlyk aen ftukken wryven, in\'t water weeken, en dan
door een doek parftquot;en, welk water met Rys gekookt hier te
Land voor Soetemelk doorgaet; en men fou het , met\'er een
weinig Suiker, lUneeHn Boter in te doen, deonkundige daec
voor konnen opdiften.
Vrugten oi Fruit om voor lekkerny gegeeten te worden, heeft
men hier feer weinig, en eerftelyk den Ananas\\ die by veele
voor een feer voortreÖelyke Vrugt werd gehouden; en derhal-
ven is van deffelfs aert en eigenfchap byfonder wydlopig ge-
fchreeven. Ik, alhoewel defelve niet lakende, kan \'er ech-
,ter fo grooten heil niet ia fien, noch heb het\'er oit aen be-
vonden.
Ik fal de moeite neemen, om\'er meede wat breedelykvmtc
fpreeken, op dat UE: mogt oordeden, voor hoe verre--^egee-
ne, welke\'er fo.veel van gefclireven hebben» het j-^/f hebben
getroffen.
GUINESE GOUD-KUST. 77
l^mttn Linßhooten tr\\ rtittv andere Schryvers, kanXJE. Si-Anmmsmxi
Ynonä^ /^rw hier op nafien, in üjn Curieuß ( fo hy hec noemt) ^^^\'^yoor
Aenmerkingen derOoft-en Weß-Indifche verwonderenswaerdige din- trTamp;lykc
gen. Den felven brengt daer al eenige Jc/^ryt/erf by; of die Vrugt ge-
het nu geraden hebben fal blyken, met hier maer fimpelyk en
na waerheid dén rechten aert »geßalte, eigenßhap en waf dorn vm
den Annanas, en detielfs P/ant, te befchry ven.
Den felven heeft eenige owr^fK^o/y/y? met een P/^Kf, die men Den feigen
in IIo//and\' fomtijds by eenigenbsp;vind, en welke Se/n- hier
per/^i\'e genaemt word, uitgenoomen dat de Amanas ßjnb/a-
den, of hetgeen daer voor gehouden moet werden, fl;eilder
na om hoog fchiet, noch ookio hreedendik niet zynendaer
nevens fijnde bladen vatt fchzr^e ßeekels zen de kant voorfien;
haex couleur is 00k donker geel, een weinignbsp;en die van de
Semper Vive heel (choon groen.
.Tuflchen des Annanas bladen groeid, eer de vrugt voor den
dag koomt, een knobbel of bloem, fo dik als een vuifl, heel
groen met een uitmuntende fchoolie roode kroon voor aen, en
de knobbel rondom mctkkinebläedjes, \'t geen gcfamentlyk heel
fraci en cierlyk is om te fien. Gefeide knobbel of bloem ver-
anderd langfamerhand in den Annanas felfs, welkeeerft^ree«
is, en geele blaetjes \\i€eït, doch rijp werdende, veranderdfe
geheellyk in een geele couleur. De gefeide blaedjes, als in voe-
dingen rondom de fittende, fnyd men, alsmenden^K-
wil eeten, gelijklyk metdeytM af; de i^rooB, of een ge-
deelte daer van, blijft, fchoon den Annanas ri]p geworden
is, echter aen defelve vaft, doch veranderd meede inleen byna
geele cotileuY. Voor aen en rondom den Annanas {chieten kleine
fpruitjes uit, welke men, óm andere Ahn anaßen te winnen,
wéeder plant. Dit voor fo veelde Plant betreft.
Dc Vrugt, te weeten den Annanas felfs , is ontrent een
fpan lang\', en ruim fo dik; doch het gaet hier meede als
met aWe ander eVrtigt en, daer de eene groot, en de andere klem
Word.
In de fmaek koomen deVr ie sü^n bygsbragte Autheurenmeéfk
overeen, en ik kan \'er my ook feer wel meede vergelyken ;
^öch moet\'er dit by feggen, dat het maer een lekkerny voor
K qnbsp;eeni-
-ocr page 364-.8 B E S C B R Y V IN G V A N D E
ecmVe reifen is ; want wat veelmalen gegeeten, f^lfe yman.-
haeftteoen ftaen. Met Kaneeh Smker en Wyn^Xs Aerdkfien^
, ™nbsp;enookgefondft ; want maer fimpel
uit de hand gegeeten, ifle al tenbsp;derhalven Monardus
Soot ongelyk Left, met aen defelve een koude natuer toe te
fchrvven Sy is wel ter Ategen verhittende, en wei foaanig,
dat a!s men-er wat te veel van eet, de fcharpe ^o^tigteUom
hked doed fpouwen. Doch fehoon dat door geleide fcharpe
Meid, denbsp;tandvlees tot bloedens toe werd ontftoo-
\'kent fo is het doch een ^roo^. Fabeh dat een Anmnas {o\'ver-
Zend fou zyn , dat fo men een Mes maer een halve uer m
den Annannl liet fteeken, het Mes ten deelen fou vmeeren, dit
fs ?o t rre buiten de waerheid, dat fehoon men in plaets van een
halve uer, een half ofwel een geheel jaer nam, foenfoudehet
^nl^\'verteeren. \'t Is wel waer, dat het doordefchar-
pïhe^van \'t nat beßaen fal; doch dat felve gebeurd ook in
hetopfnydenvaneenGVroe?^, Limoen, Orangie-appel, Bako-
Ifnscnlnanas, en voornamentlyk ontrent de laetfte^,
minneer defelvenoch niet ter deegen ryp zyn; fo dat deefeM^r-
ti^heid niet alleen aen den Annanas istoete fchryven.
Noch een feer grove misflag moet ik, eer wy hxer van at-
fcheiden, van gefeide Kmheuren aenhalen; m eerftelyk van
zMooten, welke fegt, dat dennbsp;een vadem hoogbo-
vefde t^^^^^nbsp;en dennbsp;, datfe\'er half onder groeid.
Beide flaenfe den Bal dapper mis. De van den Anna-
nas is gemeenlyk nietgt;ven de anderhalve voet,hoog,^cn de
fl,el ontrenteen halve,, \'t§eentefammtweevoeten u^
\'t geen veel van een vadem verfcheelt, en ook, datie onaer
de aerde fou groei jen.nbsp;• vk«
Dus lang heb ik gantfch tegen myn fin moeten zyn , m t.De-
fchryven der Annanaft.eni wil ymand nu ef^ter noch feggen^,.
dat deefe Fru^t in Afia of America ten mdtve gefteldheidhem,
die kan fulks wel doen; \'t is my overgenoeg, dat ikvanw-
fchnde perfoonen,nbsp;Weereldsdeelen doorwanüeld
hebben, gehoord heb., dat\'er gantfch geen onderfcheid mi-
^^m de Annmas Ukn wy 4e Watermeloe^^^^^
-ocr page 365-\'Deefe, alhoewel, edelder en aengenamer Vrugt,.. fal onsingee-
nen deele fo lang ophouden. Dt Watermeloen, noch.kleinh)i\\-
de, is van binnen wit, en van buiten groen; doch alffe rijp
VFord, flaetfe van buiten met witte plekken mt., en verlieft een
•weinig van hare groenheid: van binnen werdfe dan roodenwit^.
doch hoe roöi^er hoe ryper , en ook aengenamer. Ryp ge-
geeten ifle heel foet, waterachtig, vergiftende en v\'erkoe-
lende.
Deefe Vrugt fou beeter en ook min fchadelyker fijn dan
den Annanas voor een koortßg menfch. Onryp eet men deefe
Vrugt tot Salaed, in plaets van Komkommers i met dewelke fy
als dan ook eenige overeenkomft hebben; en is dan ook met fo-
danige pitten voorfien, wélke, ryp geworden fijnde, fwart wer-
den, en als dan dien-en om weedernbsp;te worden.
De Watermeloenen groeyen even als de Komkommers , maer
dragen een ander/öo/. Syn ontrent eens fo groot als de groote
Meloenen by ons. Byaldiende Negers niet te onagtfaem ofte luy
waren, fo fou men hier te Land ten groote meenigte van deefe
^rugt konnen hebben: doch nu werdenfe eenlyk by fommige
van onfe Opperhoofden voottgec^eekt,. dies\'er éen\'Gerne ene in an
weinig nuttigheid van trekt.
Inde dHaenden van Julj en Auguftus fijn de Watermeloenen
gemeenlyk op baer beft; en in eenvnigthare tydkrygt menfe wel
tweemael \'s jaers.
Dit is a! de Fruit die wy hier hebben : doch de volgende
\'Vrugten ra^gike.chtex metftilfwygen meede niet voorby gaen :
füllende dan konnen feggen, van niets overgeßagen, maer alles
aengeroerd te hebben, fo wel goed als quaed.
\\Eeyfl is de Magalet, by ons Grein of Gumeefe Peper ge- Grein, Mak,
naemt, fijnde deefe Yrugt by weinig m.enfchen onbekent. De- get, doch ei-
felve groeid aen hoorntjes in roode huisjes, \'twelk van verre fe^r
cierlykis om tefien. Binnen in deefe huisjes£\\t èeMalaget, in peper.
vier a vijf verdeelingen met een wit vlies van den ander ge-
fcheiden en overtrokken. Ook groeid de M-alaget noch op,
^en andere wys, en even als fwaer Gras o{ Ri^ct.
Hier te Land^xoeió. ook noch aen kleine hoorntjes een Yrugt , Cardamom.
^elke de Cardamom -fo in gefialte a.\\s fmaek niet ongelyk is j dies
ik ook niet en twyfel of het fal d\'efelve zyn,nbsp;Land-
Landwaerds, en in de Bemn, heeft men ook Peper, de Ooß^
MfrÄp t\'eenemael gelykformig.;nbsp;j u • p .
T)elaetße ßagvamp;n Peper, alhier Pkment, doch m EuroM
SpaenfcheT\'eper, genamp;emt, khiet veelen overvloedig, en gvoeid
^en homtjes , hyv^z, doch lager , als die dernbsp;by ons. ^
De Piement is tweederlei, groot en klein; beide lijnle m t
eevïi men, doch naderhand veranderd de kleine in een moye
roode couleur, en de groote in roode en fwarte; beide vertoonenfe
fig heel aengenaem aen\'t gefigt. , . , ,nbsp;, .
By viitneemendheid verhittend is deefe Vrugt, en ongelyk
meerder dan de Peper, voornamentlyk de kleine , dewelke
maer een vierde van de grootte der andere hebben, doch der
felver bomen fijn daerentegen wclfesmael fo hoog, en verder
uitgebreid.nbsp;*nbsp;j i u n. • »
De Piement in Afijn oïLimoenfap gelegt , doch belt in t
laetft, werd by veelen voor een feer gefond eeten gehouden,
en maekt eennbsp;w^ïe^.nbsp;r jvt j
^ ■ Groene Kruiden, by ons in Europa bekend, geelt dit hand
de-Seefeniet, ofhet mocft denbsp;zyn; van beide heeft
Tabak is men\'er een meenigte , voornamentlyk vmt laetji ; doch io
fcerftinkend ^fß^^^j^^^elyk, ja doodeljk leelyk, dat het voor ymant,. die een
envervec- Mnbsp;^^^^ ^ t\'eenemael onmogelyk is by de Negers te
weefen , alsfe van dit leelyk , doch met recht duivels ftmkend
kruid, rooken; en echter verveeld het haer in geenen deelen.
Eenige onder haer hebben pypen van Riet gemaekt, die over
de fes\'voeten lang zyn; en daer 2Lenfieeneoï aerdeketels, waerin
fytwee of drie handen vol 7abak fteeken; en fo een pyp vol
konnenfe gemakkelyk op een reis agter een uitrooken.. Sy en
hebben geen moeite om de pyp vaft te houden, want defelve
ruft, overmits fijnaltoos op de^roW.
Al de Inlandwaerdfe ISljgers rooken deefe Tabak, doch die,
welke onder ons woónen, en dagclyks met de Blanken om-
gaen , hebben Portugeefe, of beekr gefegt Braftliaenje, wel-
ke wel een weinig beeter is, doch evenwel meede vilein, leelyk
ftinkt.
So groote Liefhebbers fijn de Negers, fo wel Mannen als
i^ngeligj Vrotnuen , van de Tabak, datfe\'er haer laetfte geld voor uit
Liefhebbers _nbsp;\'nbsp;fquot;^
Peper,
Piernent.
Is by ultnec-
mendheid
heet,gefond,
enmackt
een grage
maeg.
lend.
DcBrafï-
Itaenfc niet
veel beeter.
■Julien geeven, en\'er fomtyds honger om lyden ; \'t geen by wy- van de Ta-
len fiilk een dierte in de Tabak veroorfaekt, datfe voor een bak, fo #cJ
vadem Ponugeefe, veel minder dan een pond, een Engels gmd ,
of een Ryksdaelder aen geld geeven, en dat van dit lompe goed.
Laten wy dan liever onfe T^^^^röO/^erj pryfen, Amice, die
het Edd Virines Kruid, o{ dc Firginife blaedjes tot haer deel
kiefen; maer die lompen onder ons meede, welke lig met het
Amersfoorder Ruigt laten payen , wenfte ik , dat tot ftraf van
haer verbaßerden aert en valfche fmaek, haer geheele leven niet
anders dan dit Negers goed kreegen , en op Son-en Feeftdagen
de\'Brafiliaenfe ; doch onder beding, datfe dan met eenen ook
uit het gefelfchap van alle eerlyke Rookers fouden moeten geban-
nen worden. Dit noch in \'t voorby gaen.
De Tabak groeid hier aen Tlanten , ter hoogte van twee
voet ; de bladen fyn twee a drie hand breedte lang , en een
breed: àxzgen een luitte klokswyfe Bloem, die fig, ryp gewor-
den fynde, tot zjxet let.
Voor \'t laetfl fal ik hier noch een Vrugt bydoen , die aen jvjocheen
feer hooge Boomen waft; vande grootte als een Okkernoot, .en Vmgt, van
ook wel grooter, met even fodanigen bafï : de pit is in ver- de onfe
fcheiden deelen van een gefcheiden, eenige fyn rood, en an-
dere-weeder wV.nbsp;Boefigc-
Op deefe Z^rK^f fyn niet alleen de A%mgt;ïnaer ook fommige naemt.
Blanken feer verfot. \'t Werd van de onfe Kool, doch van de
Negers Eoeft genaemt. \'t Word in de mond gekauwt, en het
fap daer uit getrokken, en \'t overige weder uitgefpoogen.
\'t Isvan een leelyke -wrange enhyuabittere fmaek, en het trekt Desfelfs
den eeter byna de mond te famen. \'t Heeft geen meer dan ee-
ne deugd aen fig, datis, dat\'t het water afdryft: en dannoth f^hapquot;.
feggen de Liefhebbers , dat het de wyn de Palm wel doed fma-
ken; doch om geen van beide oorfaken fou ik het willen ee-
ten. Het werd gemeenlyk met Sout en Malaget gegeeten.
Indien het aen my geftaen had, om dit fotfe goed een naem
te geeven, ik had het met de naem van jifrimenfe Beetelof A-
^eca gedoopt, \'t geen vry eigentlyker dan Kool fou zyn ge-
^\'eeft; want het geen ik tot noch toe van\'t gebruik der
fche Beetel en Areca heb gehoord, heeft met deefe fogenaem-
11. Deel.nbsp;Lnbsp;de
bESCHRÏ VING V AN DE , _
de Kool een goede overeenkomft, fo in deugd als aengenaem-
heid van fmaek.nbsp;,
Hier meede fou ik vryelijk mogen uitfcheiden, alfo met en
weet dat? ik in \'t befchryven van de Guineefe Goud-Kuß iets
van belang heb overgeflagen: doch op dat VE. namaels niet
fult mogen feggen, dat ik in mijn geheek verhandeling alte laf,
z.iellooi-, en te ongefouten ben geweeft, fo fal ik VE. die vry^
heid beneemen, alfo ik gefmdben, oml/E. gt; tot een toegift
of flot, fo van deefen als de befchryving van de geheele
Goud-Kufl, fo veel Sout op en voor te fetten, waeraen VE.,
met fyn geheele Huishouding, honderden van jaren genoeg fou-
det hebben. Wat dunkt VE. gt; fal \'t dan niet fout genoeg zyn.
Sout waer Met het kooken van \'t Smt winnen de Y^egen op de Goud-
OTced\'e de Kufl onbegrypelyk veelgeld ; enbyaldien het altoos of den
Negers meeften tyd Vreede onder de N^-^m was , fo fouden de gee-
grootewina die fig daer meede geneeren, binnen een korten tyd heel
ryk en weelderig worden 5 want al denbsp;uit het L^wd moe-
ten haer Som aen \'t Strand af komen halen dies VE. feerwel
fult konneti begrypen, dat het daer fonderling dier moet zyn;
en den Gemeenen-man moet fig in plaets van Sout met een lec-
ker foutachtig groen Kruid belyden, alfo \'t haer beurs niet kan
verdragen, om het 5bö« te koopen.
Eenige mylen Landwaerds in achter Ardra , waer dat de
Kieeftc SUven van da en koomen , werd een Slaef voor maer
een hand vol Sout verkogt ; en fomtyds geevenfe\'er wel twee
Slaven voor, dies het Menfchen-vleefch daer heel goed koop
is.
De manier om \'t Sout te kooken is dusdanig: Eenige koo-
ken het Zeewater h lang in kopere Bekkens, tot het fig tot Sout
fet: doch dit is de langwyligfle en min voordeeUgfle wys, en dit
gefchied ook niet dan op plaetfen waer \'t Land fo hoog is gt;
dat\'er de Zee of Soute Rivieren niet konnen overftroomen;maer
op andere plaetfen, daer \'t water van de Rivier of Zee dikwils
©ver vloeids gra.venfe diepe kuilen, om ditovervloeyendexi;^-
ser in op te vangen; ^t geen dan door deSon, Se\'tßjnquot;
fle of ^t Joetfte van dit water allengskens opdroogd (dit is te-
gens de gedagten van feeker Schryver, doch die moet wee-
ten?
GUINESE G OU D-KU S T.nbsp;%
lerij dat wyl dt^ondhktJouttXiSalpeterachtigïSi die derhal-
ven weinig quot;v^ater eerder en bequamer tot Som kan maken als
een groot gedeelte j) daerom ook bequamer maekt, om\'er
binnen korten tyd veel So«ï van te konnen trekken.
Op andere plaetfen hebbenfe ook Sompannen, waer dat het
Wrtfer fodanig door de S00 opdroogt, datfe niet van nooden
hebben, om het te kooken; maer het in gefeide Pannen maer
hebben te vergaderen.
De geene, welke geen vermoogenhebben, om kopereBek-
kens te koopen, of ook wel datfe \'t geld ontfien om het voor
defelve uit te geeven ; of ook wel dat het Z.^^^r fo lang
moet kooken , dat - de Bekkens feer haeft fouden door bran-
den ; nzemtïi nerde Potten» waer van fy er tien « twaelfsnee-
vens den ander fetten, en dus twee lange ryenmtmaken;fyn-
de alle aen den ander met Kley vaft gemaekt, even of het ge-
metfelt was; en onder de gefeide potten is ^t gelyk als een O-
waer dat geftadig hout werd geftookt. Deefe manier is
het aldermeefte werk, en leeverd ook foo veel Sout met uit,
ov^^^ geheele Kuß» uitgenoomen aen Acra» is
heel fijnenwif, voornamentlyk inhetFantynßLandfchapAaev
het defneeuw byna in witheid overtreft.nbsp;,nbsp;.
Nu heb ik gedaen , en als ik op een andere tyd een goede
luimktys» fofouhetnochwelkonnenzyn, dat ik UÊ. eemge
opening van de Ardrafi Landen quam te geeven, doch ik en
fe^ UE. dat niet vaft toe, maer wel, dat ik voor feeker ben,
Einde des ßßienden Briefs,
-ocr page 370-SEVENTIENDE BRIEF..
Deefen Brief, als eentoegift ofhyvoegfel yhandeld eerfl van een Slang
aen K^im gevangen, ter lengte van tiüee-en-fwintig voeten-, en-
3en andere, niet-veel kleinder, as« Boutry. Raer Gevegttuf-
fchen een Slang en twee Yfervarkens, aen Mouree. \'Noch een,
Geval met een Slang aenvoornoemde Plaets ; dewelkeeen\'Blm-
ktn met fijn gift offenyn verblind. Tygers; een Jongen door een
van dejelve verfcheurd. Tyger-jagt van den Schryver en hae
hy den felven namaels in een val quam te vangen. Befchryving-
van de Jakhalfen. Aenmerkelyk Geval met een Oliphantj aen.
\'E\\m{x\\2L gedood , en wat-fig ontrent het felve heeft toegedragen.
Laetflelyk volgd een nader Befchryvingvanden Anmïé ofte Spin\',
dewelke , volgens inbeelding der Negers,. de Menfchen heeft ge-
fchapen,
MYN HEER,
TK heb UE. eenige reifen in myn voorgzende Trieven be-
A loofd, om noch iets naders van deefe en geene Gediertenste
fpreeken, voornamentlyk van owft Oliphanten-zn Tyger-Jagt.
Deefe fal dan tot dien einde dienen; doch eerft noch iets van
de Slangen voor af laten gaen.
Yoot elf jaren hebbende Negers van Axim een Slang gevan-
gen, en dood geflagen,. dewelke twee-en twintig voeten lang,
was, en die, opgefneeden fynde, bevonden wierd, een voh
■wafje Rheof Hart in fyn ingewand te hebben.
Ontrent die felfde tyd is\'er eenen aen Boutry gedood, die
tm. Neger in fyn lyf had , en meede niet veel korter a!s de
voorgaende.
Eenige van myn D/vw^m op een tyd in \'t achter Mö«-
ree gSLende, vonden aldaer een Slang vunfeventienvoetenl^n^,
en fpnderling dik, leggende ontrent een kuil met water, ver- .
moedelyk om fig daer in te vermaken. Twee YfervarkensiV3.n
een ongemcene grootte, faten meede ontrent hem, en waren
met den felven in een hardnekkige Gevegt getteeden, fchieten-.
84
Een Slang
van twee-
«ntwintig
voetaen
Axim ge
vangen.Ook
eene aen
Boutry,
Aen Moii-
rée; en aer-
dige Kamp ,
tuflTchen den
felven en
twee Yfer-
varkcns.
de van weerkanten raet alle moogelyke kragt op malkander,-
de Slang met fyn gift op de varkens, en die weeder met hun
pennen (welke fy ter lengte van twee fpannen hadden) op de
Slang. Myn Dienaers na dit Gevegt een ger.uimen tyd aenge-
fien te hebben, fonder van deflrydendedeelen (door de
heid van haer vegten) ontdekt te zyn , namen hareffi\'^pkanem^^^^^fj^^
en na defelve wel geladen te hebben , leggen op deefe drie e» opgegTc\'
\'Kampioenen aen, \'t geen van fo een goed gevolg was, datfe
defelve alle drie dood fchooten, en aen Mo«reebragten,waer
datfe ook door haer, en hare Kameraden, voottexïlekker beet-
je wierden opgeknapt.
Aen voorfchreeven Plaets, te weeten Mouree, is \'t noch eens f^och ccn
gebeurd, ten tyde het Fort wierd vermaekt, dat de IVerklie-^^^^quot;^^^^
den een groote Slang achter een hoop jhenen gewaer wierden; ^y, aenMoufecs,
ora defelve van daer te krygen, namen een gedeelte van de en een BUn-,
fieenen weg, tot dat de Slang met fyn halve achterlyfbmtendt^^^\'^^^\'\'-
fleenen quam. Een Metfelaer, welde voorbarigße\'mdeekiditkr \'
nam de Slang by de flaert, meende hem fo tuflehen ée fiee-
nen van daen te trekken.; doch toen dat niet wilde lukken ,
fneed hy het lyf , fo ver hy daer kon bykoomen , met fyn
Mes af, denkende defelve daer door buiten ftaet gefteld te
hebben, om meerder quaed te konnen doen, derhalven hy
onbefchroorad noch een deel jßeenen weg neemt; doch fo haeft^\'«
had de Slang geen geleegentheid om fig te wenden , of keerde fig ^^^^^^
ora, en fpoog de Metfelaer, die hem met fyn hand meende fpoogen;
te vatten, het aengefigt vol gift, \'t geen ten eerften fodanig dóchwreeder
doordrong, ddZgefeide gt;JMetfelaer hier aenftonds t\'eenemael
MW van Wierd, en eenige dagen ook fo bleef; doch einde,
lyk wierd den felven weeder geheel herfteld; en mitsik raeer-
malen menfchen, voornamentlyk Swarte, gefien heb, welke ,
na datfe van een Slang geftooken waren géweeft , dapper in Hét Slange:
dikte toenaraen, \'t felve echter namaels weeder verging ,, fo fchlfdUn\'
vermoed ik,. dat der Slangen gift verfcheiden moet zyn , en werkingen,
^at eenige doodelyk, andere quetfend, en wederom andere , ge-
aen Fida, niet fchadelyk zyn.
Van de laetße foort is de geen , welke tegenwoordig noch Een groote
de Sael van den DireBeur-Generael hangt; desfelfs lengte |^angacn
E 5nbsp;jgi^\'^\'nagc-
-ocr page 372-BS BESCHRY VIN G VAN DE
vangen doot [g vmtien meten , en is in onfe tuin aen d\'Elmina gevangen ,
ccnNeg^r, joor een Ardrafe of Fidafe ßaef, eenlyk met {ynhloote handent
fonder flok of iets anders by fig te hebben, werdende van den
welke twec felven ook fo levendig binnen \'t Kafteel gthïZ.%%. Wybevon-
kiamven den hem onder iitn iyn lyj twee klawwsny gelyk van een Fo-
geh te hebben, \'tgeen hem, geloof ik, diende, om fig daer
meede op te geeven,en voort te fetten, of fyn fprong temaken.
Genoeg hier van, mits dit \'mmynlaetflenopwee na noch eens
heb verhaeld. Wy fiiHen ons gaen keeren tot de
Tygersjuit- 7ygersy welke hier te Land wel de meefte fchade doen, en
sru^^\'^cneen ^^^ ^^^ uitneemende ßoutigheid. Voor eenige jaren is \'t ge-
Jongèndoor beurd, dat een Jongen van onfen Koopman aen Saccondee, te-
eenen der gens den avond maer een weinig buiten de Logie gaende, vaa
felve om hals een om hals wierd gebragt.
gebragt. q^ jgfelfde tyd gebeurde het daer ter plaets ook , dat een
Sln^eenquot;quot; \'nbsp;Kapmes na \'t Land gaende, om hout te kap-
Negeren pen, door een Tjc^er wierd ontmoet, welke hem ook aengreep;
Tyger, ver-doch de Neger, dat een flukfe Vent wzs, ftelde fig dapper met
daili^ftcL Kapmes te weer, en dat met fo een goed geluk, dat hy,
quot;na een langen tyd kampens, den Tyger overwon, en om \'t le-
ven bragt; doch hy en quam\'er ook niet ongefchonden af, ver-
mits hy\'er over fyn geheels lyf uit fag, even of men hem had
willen villen.
Stoutigheid In \'t jaer idpj. had ik het Bevel aen voorfchreeven Plaets 9
^trac\'nnbsp;wanneer op verfeheide nachten door een eenige
fondce.doo- brieten van my wierden gedood, fo ook van myn Buerman gt;
dendeeeni- den Engelfchen Koopman. Gefeide Tyger wierd op het laetft
ftout, dat \'snamiddags ten drie ueren by de Z,o^/Vquamgt;
dag!^ ^ ^ ^^ ^(^^Yieten dood beet. Ik wierd hem tydelyk genoeg
gewaer, dies hem, nevens mj\'U Conftapel, m Vfree Engelfche
Blanken, meteen deelnbsp;yder mtt ten goede fnaphaen
Werd ver- voorfien, nafetteden, en hem ook binnen korten tydonder-
ïolgd. haelden; doch echter fo gauw niet, of hy had geleegentheid»
om in een klein kreupel-bojchje te vluchten, \'t welk aenftonds
van ons wierd befet ; maer terwyl hy fig in \'t felve
BofdijèVS Schuil hield , fo verftoutte myn ConftapelCig, om in \'t Bofch-
werdbefit.nbsp;p
* Sodanig werden de SehapcB hier genaemt.
-ocr page 373-GUINESE GOUD-KUST. 87
§e te gaen, en te fien, waer ontrent hy fig onthield j doch
maer ontrent een half quartier uers daer in geweeft fynde ,
quam hy\'er als eenßnloosmenjch weeder uitloopen, met ach-
terlating van fyn Hoed en Muiten , hebbende een goede krauw
van den Tyger gekreegen ; doch t\'allen geluk was den Tyger ,
fo als hy den Conflapel meende te vatten , in de nfjchietende Taft een
takkenvmhtx.bofch (\'tgeen alswas) verward,en den Con- ^onflapei
tyd en geleegentheid gaf, om ttkonmn ontvlugtenidifis
bleef Monêeur Tyger noch in \'t Bojch fitten.
Een van de Engelfchen, die dit lang wachten verdroot, be- Ook een En-
nnbsp;r r ,nbsp;i 1nbsp;1 eelfcbman,
floot, met fyn fnnphaen m t Bojch te gaen, om, waer het ^elkeleelyk
moogelyk, den felven daer uit te doen ver huif en. Den Tyger, van hem g«-
die hem eerder als \'t wel van nooden geweeft was, gewaer
wierd, liet hem tot digt by hem koomen; vallende doe met^quot;\' \'
een verwoedelyke vinnigheid op hem aen; met fynpootenhem in
het fchouäerblad y en met de inde vattende. Soudehem
ook feekerlyk aenftonds verfcheurd hebben, indien ik op het
gefchrei van den Engelfchman niet met een deel Negers was toegs-
treeden, \'t geen den Tyger fyn Proi deed verlaten.
Gefeide Engelfchman was echter fodanig door heiii gehavend»
dat hy een halven dag van fyn felfs bleef leggen; eenfdeelssex-
oorfaekt door de fenynigbeid van de beet, en ten anderen ook
door óefchrik.
Door deefe mgeiukkige ondernemingen wierden de Negers fo be- waer door d«
Vreefd,datfe de moed geheel lieten vallen, en een ydexfynPvß J^hSklquot;\'
lt;om het Jo/té, daer hy tergefteld was, deed verlaten, \' quot;
^t geen de Tyger geleegentheid gaf, omte können ontkoomen,
^t w elk ook haeft van hem wierd ondernoomen i doch in fyn ^ ° *
kluchten mthetTofch 3 gebeurde noch iets feldfaems.
Den Onderkoopman van het Engelfch Fort had my lang toe- On^efkoop-
geroepen, (want dit Geval gefchiedde digt onder het Engel man van de
fche Fort) dat hy my te hulp fou koomen en juift als ce Ty~ Engeifche
ier uit het Bofch trad, fo quam denEngelßhmanmet fyn fnap-
van meening fynde, om volgens fyne beloften % Èngeifch-\'^\'^
Jy my te vervoegen. Den Tyger hem alleen voor fig fiende , man valt
Echoot op hem aen, \'t geen den Engelfch-man » in plaets van voor
ons toe te koomen , dapper de beenen deed roeren , om
•nbsp;\' wee-
8e BESCHRYVING VAN DE
weeder te geraken daer hy van daen gekoonaen was, te wee-
ten in fyn Forf, doch door verbaefdheid, en het hard loo-
pen , viel hy over een ßeen , ontrent noch een halve Snap-
haens-fchoot van fyn For?, en reeds door den T^-g^-ronderhaeld.
Wy ftonden van verre door fchrik, en beefden, en verbeel-
de ons niet anders, of den Engelfchmanfon van den tZj^^r ver-
fcheurd fyn geworden; doch het tegendeel gebeurde geheel-
lyk. Den Tyger ontrent of by hem gekoomen fynde,inplaets
van hem aen te taften, wendde het van hem af, en fett-e fyn
vlugt \'t Land in voort, e« uit ons gefigt.
Geen andere reeden kan ik hier van geeven , dat hy den
Engelfchman niet aentaftte, als dat hy miftchien voor ons be-
vreefd was , mits wy het met een groot gefthrei op hem aen
fetteden, om, waer hetmoogelyk, hem daer door te ver-
fihrikken, want om te fchieten fulks belette ons de nabyheid
van meergemelde Engelfchman, vermits wy hem fo ligt als den
Tyger foude geraekt hebben; of miftchien verbeelde fig den Ty-
ger , eer genoeg behaeld tc hebben , dat hy den Engelfchman
onder de voet had geloopen, en, fig daer meede latende wr-
genoegen, vertrok.
Deefe Jagt nam hier meede een einde , diergelyk ik niet
gaern weeder fou willen aenvangen, want verfcheidemalen door
de Negers in gevaer ben geweeft, dat fy door haer dom fchie^
ten my, in plaets van den Tyger, fouden getroffen hebben.
Den Tyger wierd kier door echter niet afgefchrikt, maer
quam eenige dagen daer na al weer, doodendeeenige IWm-
ten, \'t geen my een andere manier, om hem te vangen, deed
ter hand neemen, gelyk in \'t Antefe Land wel gefien had.
Te weeten: Ik liet een deel feer dikke PalliJJaden kappen ;
en daer van een Hok van ontrent tvi^aelf voeten lang en vier
breed maken; boven meede met Pallijfaden verbonden , en
ontrent duifend pond ßeen op gelegt, op dat hy niet boven
uit fou breeken. Toen liet ik voor het hok een deur van dub-
belde planken maken, en vervolgens het hok op een vierde af\'
fchieten: waer in ik twee kleine Varkens bragt, en daer na dc
deur op defelve wys maekte , als men by ons de Rottevallen
doed; konnende de Tyger niet in \'t hok koomen «m na de Var-
kens
den felven
niet aenge-
tift.
Einde van de
Tygcr-jagt.
Den Tyger
konat wee-
der eenige
Kabrieten
dooden.
Manier om
hem te van-
gen bedagt;
en op wat
wys.
GUINESE,GOUD-KUST.
kenne gaen,of moeft de deur achter % doen toevallen, als wan-
J^eer hy de Varkens echter, v/egens \'tgefeide Afjchot, niet kon
irygen.
fe Defe liß was van fo een gosdgemlg, dat, ha het Hok drie Werd ge-
dagen gemaekt was geweeft, ik\'er den Tyger middernagts in
beknelde. Den felven, in plaets van te fchreeuwen, fo \'k my
had verbeeld, ftelde aenftonds fyn tanden te werk, om % fel-
ven, waer het moogelyk , uit fyn Kerker te byten ; \'t geeh
hem, had hy een half uer tyd moogen hebben\', ook feeker-
lyk (ongebukt zyn; want in weinigtyd had hy de binnen ft e dew Desfclfi
al van de buitenfte2Sge[c\\)x\\d ,.en de Pallißaden ten halven door ^erkgebit.
gebeeten ; als wanneer ik hem in fyn werk quam ftoo-
ren: en om niet lang te dralen , en onwijfe fchooten te doen ,
nam ik de tromp van de fnaphaen, met drie kogels geladen, en
ftak defelve ttiftchen de Pallißaden in; bytende de Tyger aen-
ftonds feer vinnig in defelve, \'t geen my een feer khoomge- Werd dood
leegmtheid gaf, om hem meteente vellen; endeed hem gc^hooten;
dus fyne hegamp;ne moord en diefftal met de dood bekoopen.
Wy bevonden het een beesje re fyn als een gemeen\' ¥s.alf\\vzn W^setn
groote klauwen en tanden nkt onvoorCien.nbsp;heelgroot
Deefe Tygervangß bragt ons een achtdagig Feeft aen ; want
het in \'t Antefe Land gebruikelyk is, dat de geen , die een
Tyger vangd, vryheid heeft, van geheele acht dagai lang al dSd/^^quot;^^
de wyn de Palm, die ter markt gebragt word, voor niet na fig
te neemen , \'t geen wy ook deeden; en fo was\'er met fchie-
ten, danffen en fpringen, een algemeene vreugd onder de Néquot;-
gers, acht dagen lang.
Het Aximß, doch noch meer het Antefe Land, is volTj- A^menAit-
gers. Meenigmalen koomenfe by nacht niét alleen onder,maer Jf
felfs binnen onf^Forten-, nietweinig fchadeaenrechtende. O-
^er een muer van tien voeten konnenfe fpringen of het haer
geen werk en was.
Eer wy hier van afßheiden, kan ik niet voorby gaen , de Waen, om
■luae« van fommige te wederleggen, als dat een Tyger fo
sngft voor vuer is, dat men defelve daer meede, fonder iets Jina^en^^
Vilders ter hand te neemen, fou konnen verjagen. In deefe wede^rcgt
n. Deel.nbsp;Mnbsp;dot-
_ ^ _BESCHRY VING VANDE
dooling heb ik voor deefen meede geftooken j doch nu niet J.
mits het tegendeel heb ervaren.
Voorbeeld quot;quot;nbsp;^ . ^
ïi\'^^nbsp;of twee van den Tyger gehad te hebben, h\'et
\' ik, om hem voor \\ toekoomendeaf te fchrikken, op de plaets
daer myn K.akieten \'s nachts fliepenjcen groot vuer aenleggen,
het fel ve iioch niet genoeg vertrouwende, geiaftte ik vyf van myn
-Dienaers, om nevens het vier te gaen leggen , alle met wel
geladen Geween doch niet tegenftaendequot; van dit alles quam
den Tyger \'s nachts een Kabritt dood byten, \'t geen tuifchen
myn Jongens {wtikt\'m flaep gevallen waren) in, en fo roe-
?end aen\'c w^fj-ftonden. Myn/ij/^^^B,-, diedoorhetfchreeu-
wen van de ^ahrieten ontwaekte vlogen overeind; en meen-
■ de op den Tyger los te gaen; doch denfelven koos het Hafe-
pad.
ër^ln Ty-nbsp;^^ ^^^^» ^^^nbsp;fo beangft voor \'t
ger geennbsp;^^^ de Duivel voor \'t kruis is; en dit Geval beveftigt het
^vlenfch fal Jeggen van de Nf^erj ook, dat een Tyger geen menfch, fo lanc
w bTeenquot; u^nbsp;^^^nbsp;\'nbsp;^«ders was het
Beell kannbsp;geweeft een van mjn Jongens, als een Kabrm aen
ktygm. te taften.
Naeft de Tjg^r volgt \'m verwoedheid hier te Land den Jak-
hals, of Boshond; waer van wy hier vooren onder dt\'Befchry
Jakbalfca, ving van Acra gefprooken hebben. Ik heb, om defelve re
feequot; ftSf • f \'nbsp;^700- myn nieuwsiierigheidkonv^cn voldoen^want
Een aen \' . r ,nbsp;tegenwoordigen Koning van Commany deree- .
Commany
ne gefchooten hebbende, hadden de beleefdheid, om hem tot
gefchooten ; ons in \'t Kafteel te brengen, \'t Was een beeft van grootte als
ïftSl fquot; \' doch hooger van pooten; kort vmihair, en gevlakte
^ • iynde desfelfs/POö^OT , na evenmatigheid van fyn verwon-
derlyk dik ; waer uit desfelfs fterkte konde afmeeten. De
kop was meede feer groot, plat en breedvoorfien met tan-
Harekragt den, yder van een vinger en meer breed ; fo dat al desfelfs
bdhet xnè^ kragt, welke fo uitgemeeten word, eenlyk in fyn bek en poo-
pooten.nbsp;jj^oet beftaen ; waer aen hy ook feer vervaerlyke groote
klauwen had.
fEen Megetin Een voorbeeld v^n dedev beeften ftoutigheid wil ik hier maer
^S^^vaa neer ftellen, (ynde aen Acra gcbtmdi alwaer by nacht
rem
-ocr page 379-GUINESE GOUD-KUST.
«en deefer beeften^oxxttlyk ineennbsp;/gt;«/Vquam;
felve een Ne^erm vyeg nam j dewelke h)\'- op fijn rug fmeet j en
haer met een poot vaft hield; van meening fijnde, fo hinken-
de opnbsp;met lijn voort te gaen; doch ep het-
fchreeuwen van de gemelde J^egerin ontwaekten ceii deel Ne-
gers, welke, op\'t gefchrei toefchietendegt; haerontfetre; en
men bevond haer niet befchadigd te zyn, ais, een weinig door fyJj\'^gpj^^\'
fijn /ißojgequetrts dasrhy haer meede gevat en vaft gehouden flhadïquot;
had.
Nu noch een weinig van den Öliphanu . Hier vooren heb- OlipJwat
ben wy van defelve gcfegï^ dai hy de rnenfthenongQïüock niet
iigt fal aendoen; doch aengeraud fijnde, tot een \'uerwtnder-
lyke moede uitbarft. Van beide ibilcn wy nu een net berigt.
konnen doen j , emhet felve met voorbedden te bevsftigen:
en ook hoe fwaerlyk defelve dood te fchieten zyn
flact een.
Achter li^xim is \'t gebeurd , dat een Neger , die i^cwoon
was op de OUphanten-Jacht te gaen, en\'er bereeds al
len eenige gefthooten had; nu ook op eenfcUttende, en den fel- pletteren,
ven, mits fijn fthmt raifte» niet wel en trof j het geen den OU-
phant fo euvel op nam» dat hy \'t op den ISleger toefette, en.
hems mitsgaders B.]nSnaphaeny t\'eenemael verpletterde.
Utt tweede Geval of Voorbeeldig aenmerkenswaerdiger, en
tm goede leer voor een yder^ om in \'t toekoomende nietal te
reukeloos te zyn.
In \'t jaer 1700,, in de Maend van December , quam hier EcnOli.
aen d\'Elmina, \'s morgens ten fes ueren, een Olipham op fijn f^n
gemaklangs gaen, tot onder den^^r^Ä. Jago. Êeni-^^\'j iquot;®
ge Negers hadden de iloutigheid, om hem fonder Ge%peer,o(hneld, en^
iets in handen te hebben, tegen te gaen, en hem als te gaen «p hemge-
verwelkoomen, en in te halen. Hy liet fig door deefe N^^m
omcingelen:, ging, fonder fig aen haer te kreunen, met haer
Voort, tor, gelyk als gefegt heb , onder den Berg St. Jago;
alwaer een onfer Officieren van gemelde Berg met een N^^^r
Van boven by hem quamen; geevende ook met den eerften
vuer op hem ; en trof gefeide Officier hem met een Draedkogel
leer wel even boven fijn oog. Dit bewoog hem echter niet eens
ïotfoör», noch ook de volgende fihogteuf dooreen meenigte
m
en tiie het beeftc
m« denEuis
gehaeld; ■
BESCHRYVING V A N D E
van l^egers op hem gedaen , ja felfs niet,-» dat hy daerom ee®
ftap te harder x\'oort ging. Dreigende by wylen wel opdeN^--
gers in te vallen; doch en voerde het niet uit.
Dreigdde Wonderlyk was het om re fien, als hy de mine maekte,
do?h fonder om de menfchen te willen ae-ntaften. Sette, alsdanüjnooren^
gevolg. welke van een verwonderlyke grooi:te waren , geheel over-
Gaet naer eind. Eindelyk ging hy foetjes voort, enßaptenaonfeT^m^
den Tuin. miflchien dat hy fig daer een bi eteronthael beloofde.
Smyt eenige Dit feldfaem Geval, tu de nieuwsgierigheid,, onf fo een Teeß
Cocopoe- .van naby te fien, deed den M er Generaelen my een beßuit nee-
omv«quot;Sa-nbsp;^^ buiten in deluin te gaen; werdende haeft door
der, na het meerandere Blanken gevolgd. Wy vonden Oom Kooldanmid-
fcbeeo , hier den in de Tuin ftaen; waer dat hy bereeds voor onfe komft
wgt;r ä vijf Cocosnooten-boomen onder de voet bad gehaeld; wel-
Kiiy iJn^ ^^^ ^\'y onie tegenwoordigheid, om ons dat vermaek meede niet
te onttrekken, of ook om ons fijn ^r/i^f te doen fien, met noch
vijfoffes v-ermeerderde. De kragt die hj, foo\'tfcheen, ge-
^bruikte, om een boom ter neer te vellen , was foo vjeel^^ of
ymant een Kind van vier jaer onder de voet ftiet.
Krygt feer Terwijl hy hier ftond., wierden \'er .meer als honderd fchooten^
ten , en\'\'\'\'quot; op hem gedaen, \'t geen hem fo vervaerlykdeed^/oe^/e»,even
bloed ßerk. of\'er een Oj geflagt was. Overal dit fchieten maekte hy anders
geen beweeging, als dathy by wylen ifijn ooren eensopfette, en
de 7nenfchen daer door, als of hy haer had willen vérvolgen, een
vrees aenjoeg.
wüquot;dcS Onder dit doen gebeurde een droevig fluk met den felven,
ftaert af- \'^\'cw Neger, meenende kans genoeg te hebben, gaet ftil ach-
fnyden, ter den Oliphant, greep £\\]x\\flaert, met wil om die af te fnydenj
doch den Oliphant, gewent fijnde een flaert tc dragen., wilde
doch.werd defelve by fijn leven niet laten afkorten; dies geeft hy den
ï^r^dequot; ^^^^^^ een\'klap met fijn Smit, en haelde den felven vervolgens
duphaïï hem toe ;, \'en, wanneer hy hem ter neer had, fette hy \'er
gedood. -ßjn pooten tot twee of driemalen op; en of dat niet genoeg was
geweeft, om den N^erom hals te helpen, fo boorde hy noch
met üjn, tanden twee gaten in des quot;Negers lijf, in yder van wel-
en hoecianig.ke men een vuifl\'had konnen fteeken; en liet hem, te weeten
de Nf^^r, toen leggen, fonder dat hy iets, anders aenv.ngi
GÜINESE GOÜ D-K U S T.quot;
ilond ook goeds raoeds toe, dat twee N^^m bet doode lig-
haem van voor hem van daen haelden, fonder haer het alder-
minfte te misdoen.
quot;Waer uit het genoegfaem bleek , en ook uit het voorgaen-nbsp;■
de, dat hy ongemoeid niet ligt ymant founbsp;hebbenj
doch datfe feer verzvoed werden, als men op hacrjchiet, en haer
niet wel en treft, fou fchynen niet vaft te gaen , wyl deefe
wel driehonderd\'tn meermalen op hem heeft Xzt^n fchiet en, ïon-
der\'er iets tegens te doen; doch wyl aUe lakennitievm eens
en vergaen, foen foude ik het niemand derven raden, ligt-
vaerdiglykop een Oüphanttcfchieten, gemerkt deefe met foo
meenigen fchoot niet onder de voet was te vellen; hoewel eeni-
ge, welke meenden, of fig lieten voorftaen , ^rofji^^e
te hebben, hoe men een O lip ham mocG: fchieten, feiden , dat Om ecn Oli-
men tot het ielve yfere kogels moeft hebben j dat de loode kogeh f^h\'ere^
niet doordrongen, maer op haernbsp;ofde grootfte op haer.erden yfc-
èeen plat gefchooten wierden.nbsp;.Teko|e!s _
Dit fou men eenigfints voor waerheid konnen aenneemen;
want na fijn doodhsvond men, van foeen groote meenigte,joordrin-
fchooten, ^maer eenige weinige, welke door \\heen in fijn hoofd gen, maer.
ingesaen waren. Eenige faten tuflchen de huid en de heenen
in; doch de meefte, en vermoed elyk de Ht?;^ i^o^é/x, waren
weedcr van fijn huid afgeftuit, even of menfe tegen een muer
had gefchooten. De kogels moeten feekerlyk niet groot ge-
noeg fijn geweeft., vermits my van een Engelfch Koopman (\'t
geen door andere wierd beveftigd) is verhaeld, dathy in de
Hivier Gamhy ecn O lip hant, welke hem, fittende in ecnC^;70/7, Eenölï-
nafwom, met maer een fchoot tet neer velde en doodde. Want
te vermoeden, datfe hem hier niet welgetroffen hebben,fulks cenquot;fcho™E\'\'
is niet waerfchynelyk; vermits van fo veel fchooten ten minften geveld,
.eenige op de regteplaetsTiin geionden\', gelyk na fijn JoM ook
\'\'•Vel IS gebleeken.
Nadat den Oliphant, gelykwy gehoord hebben, deefeNc- Den voor-
de»- had om hals gebragt,\' \'t geen pasfeßen treeden van ons af
:gsbeurde, en ontrent een uer in de Tuin geweeft fijnde.,, nam doet al da
^y een^zfr, even of hy op ons alle fou aengeuallen hehhen, \'t menfchen^
\'^•elkeen akemeen vlugten van alle die in dé Tuin waren, ver-
P4 BESCHRYVING VAN DE
oorfaektej foekende yder om een goed heen koomen ; doch de
meefte ftelden hare vlugt na den Berg van St. Jago; en dagte,
gelyk ook feeker was, indienfe die konden bereiken, luelbe-
fchm te fullen zyn; doch den Oltphant envetvolgde niemand
buiten deJuin na, \'t geen een groot geluk was, want hy an-
ders fonder twyfïel onder om, enfo veel menfchen, eenfchrik-
kelyke Moord fou hebben konnen aenrechten, gemerkt niemand
hem met hard loopen fou hebben konnen ontkoomen; ja felfs
ben ik van gedachten, dat men het met een Taerd niet fou
doen.
Wy vlugten dan, als gefegt is, alle de Tuin uit, door de
Voorpoort, maer den Oliphant, die \'tfig niet liet gevallen om
dc af ^ ^^^S te gaen, meende de Achterpoort van de Tuin uit te gaen.
Tuin uit, en of defclve hem in de weg ftond , dan offe te nauw voor hem
was, om \'erdoor te gaen, altanshy bruide defelve, niette-
genüaende-anderhalf fieen dik, om ver; ikhadhet geluk noch
om het felve van verre te fien , doch en kon niet bemerken,
dathydaer eenigfints fijn kragt op befteedde; mits hy den fel-
ven maer even feheen aen te raken, en .fo om ver ftiet.
voorby den Na dit gedaen was, ging hy echter die weg, daer de Poort
Ta^\'f Tnde^quot;nbsp;had, niet uit, maer drong door de heining van de
j3go,in enbsp;. ging vervolgens foetjesden voornoemden1/4»
St. Jago voovhy, na, de Uivièr-, alwaer hy gingnbsp;om fig
vamp;n\'t bloed wattereinigen, oi ook van den brand, welke heiiï
door \\ fchieten aengebragt was, wat te verkoelen.
Slaet eenige Na fig een weinig in de Rivier vermaekt te hebben, klom
eeïïge vTtcn ^^nbsp;defelve, en bleef gnder eenige boomen, welkeaen
acn ftukken. ^® ümV^^^ZÄf ftonden, ftaen. Hier lagen een\\%e Watervaten
van ons , waer op hy fijn woed ging koelen ; flaende vyf of fes
van defelve aen ftukken: van \'s gelyken ook eengroste Camay
die daer ontrent ftond.
Werd ter Terwyl den Oliphant hier ßal h\\e\\d, begon het fchieten weC\'
neer gefclio- der op nicuw aen te gaen; tot dathy eindelyk ter needer viel/
ten,fijnSnuirals wanneer men hem metdeneerften.fijn Snuit Ikt afkappen;
JlfJ^^\' dewelke fo vervaerfyk hard en taei was, dat de Negers wel der-
tig kappen deeden, eerfe die af konden krygen. \'t Afkappen
van de Snuit moet hem heel pynlyk geweeft zyn, mits hem
dut
Smyt de
Poort om
ivier.
^G U I:N;E :S E U B-K U S T. p
dat bewoog om te fchreeuwen; het welk het eenigße gelmd is,
dat ik hem heb hooren geeven, en waer na hy ook den Geeft
gaf onder gejeide Boom. Daer door \'t feggen van de Negers Oüpbanten
beveftigende, als dat een Olifhanti wanneer hy gevoeld fijn derven hec
te naderen, altoos, fo\'tin vermoogen is, onder een
hom of hojchje fal gaen leggen,nbsp;. onder Boo-
Omde 7vaerheid\\\\ieTV2LXï fou ik geen //aj\'/azfwiilenaentrek- men,
ken; \'t is hier aennbsp;altansdriemalen fo gebeurd; en in
de Gabon, als hier na feggen fal, vond ik ook in een vermakelyk
Bofchje een dooden Oliphant leggen.
Sohaeilwas dennbsp;niet dood , of de Negers vielen\'er BeNegers
met meenigte op aen, yder daer fo veel affnydendeals hy kry-
gen kon, \'t geen meenig menfth die dag deJkoftverfchafte,fo \'
wel van Blanke als Swarte.
\'t En was geen groot Beeft; want fijn tandenwoegm niet meer ^^^ met feer
als vierendertig en een half pond. Dus hadden wy het vermaek groot,
gehad, om een O liphant van nzhy te £iex\\, en hem ten deelen
fijn kragt fien toonen; welk vermaek noch merkelyk meerder
fou fijn geweeft, indien het ongeluk van gefeide N^^er het felve
niet veef gematigt had, hoewel het fijn eigenfchuldwas; doch
dit deed ons naderhand bedenken, in watgew^é-rwy ons gefteld OverJen-
hadden, met fo digt by den OUphant te gaen; want had den fel-^ingen , hoe
ven maer eens aeti \'t xüoÄgeraekt, fo fou het buiten alle twyf-
fel eenige menfchen het leven hebben gekoft; en miffchien wy het digt by een
eerft., als fijnde fo rad niet ter been als de N^^m; daerenbo-p\'phantte
ven fouden ons defelve, vermitsfe alle na een poort liepen,
in de weg fijn gelopen, en fo malkanderen in \\ vlugten belet
hebben.
Dit deed ons derhalven eenbeftuit neemen , om noit van fo
naby een O lip kantte gaen fien, \'tgeen ik ook niemand terwee-
squot;eld , die fijn leeven eenigfints lief heeft, in fo een^é\'Vfl/fou
raden.
Onder °t fchryven van deefen Sw/quam my in gedachten öen \'S.nan^
®en ontmoeting, die ik aen Mouree heh gehad , en welke my ^^a^veoTea
^enleidinggaf, het volgende te fchryven, \'t geen ik anders ofgefprookeo
quot;^^^geeten, of overgeflagen-£o\\x hebben. ;Op een avond na myn is, befchrc»
\'htmer gaende om te, ruftena £o vond ik tegens de muer een S^m
■ -fitquot;
-ocr page 384-BESCHRYVING VAN DE
fitten van een vervaerlykegrootte. Om de feldfaemheids vvM
het ik myn Onderkoopman, van \'s gelyken myn htidt Adßfien-
ten, wzdexom roepen, om defelve meede te befien. Wy b-»-
vondenhem een lang lyf meteen fpkfekop te hebben; vooraen
breeder van lijf als achter, doch niet rond, gelyk de meefle
foort van Spinnen. Desklvenpooien waren fo groot als menfchen
mn^fs, en tien in \'tgetal; ruig, enfo dik als een Mans pink.
Deeie Spm noemen de T^egers Ananfee. Sy gelooven dat
de eerfie menfchen van den felven gemaekt zyn; en niet tegen-
ftaende eenige door ommegang metde Blanken anders geleerd
hebben, fo fijn\'er echter niet weinig, die by dat Geloof blf-
ven , en welke waen haer niet uit \'t hoofd is te praten D^s
IS voorwaer noch degrootfle ßegtigheid en onnefelheid, welke ik
url befpeurd heb; en die ik UE. ook noch eens heb
befchreeven.
Neem deefen Br\'tef voor een toegift van de Goud-Kufl, alfo
U L. met meerder te ver-wagten hebt. Syt voor het overige
verfeekerd, dat ik altoos bevonden fal werden, teyverenom
de Eer, van te mogen zyn, Myn Heer, tXc.nbsp;quot; \'
Einde des f eventienden Briefs.
P. S. Dat men my foude befchuldige van onwaerhedeii
te hebben gefchreeven, daer voor ben noyt bedugt eeweeff,
altans met m wefentlyke faken, en die van eenig lewigtzvn-
geringe dingen de verandering onderworpen zynde, flu het
fomtyds wel fchynen, want in fo een geval kan\'t het eene jaer
dus, en het ander weeder fo fyp, ja felf kan het door lang-
heyt van tyd wel fodanig veranderen dat het na zyn eerfie beffin-
fel byna met meer en gelykt. Gy fult Leefer miffchicn vragen
wat ik hier meede wil feggen? luyflerttoe, en gy fulthet in\'t
vervolg horen, fo veel als \'er menfchen gevonden worden die
alles wat hen van vreemde Landen werd verhaeld, geloven,
fo zynder m teegendeel ook die alles in twyffel trekken;
waerlyk eenfeer grote miflag in beyde. Dat \'er verfcheide fa^
een fterr\'T fnbsp;clit myn Boek voorkomen dewelke
een flerk geloof vereiflchen, wil ik niet teegenfpreeKen; maer
das
-ocr page 385-GUINESE GOUD-KUST. lt;gt;1
flat men aen het geval met den Oliphant in deTuyn van d\'El-
mina twyffeld, en kan ik niet wel begrypen, want met daer
van de waerheid af te gaen j foud ik immers myn gehele befchry-
ving verdagtmakenj reeden waerom j om dathetfelve niet in\'t
verborge of ver van de hand gefchiet is, nemaer van naby, en
om fo te feggen, in\'^t gefigt van de geheele weereld, en waar van
opheeden noghonderde getuigen leeven, die myn, fo ik on-
waerheid gefchreeven had, fouden konnen overtuigen, en leu-
genftraffen; maer waeragtig, fo wel als een jegelyk door een
goed en quaed gerügte moet wandelen, fo is een Schryver ook
onderheevig het oordeel van wyfen endwafen. Dat ik het voor-
fchreeven hier aenhael, heeft fijn Reeden, omdat eens jemand
in myn tegenwoordigheid, en van wien ik niet gekend was, fij-
ne verwondering en ongelove breedfprakigen fo hem dagt, de
onmogelijkheid van dit geval, toonde; dog ten laetften ontdekt
2ynde, deed ik hem haeft van toon veranderen, en andere gedag-
ten krygen. Het was feker myn geluk dat ik daar tegenwoordig
was, want anders had dien Heer, en meer andere met hem, al-
toos in die dwaling blyven fteeken; en fo fal het veelligt met an-
dere faken , en die tot myn kennis nieten komen, meer gaan,
dog ik fal daar in als andere Schryvers geduld moeten neemen»
en hopen dat zy te zyner tyd verligt, en van de waerheid.
yertwgd füllen werden,nbsp;~
VAN DE
quot;Spreekt eerfl , doch kdrtelyk , van het Goudryke Landfchap Qua-
Jioef vervolgens ook van hst Koningryk Ladingcour, van
nige ook laZm^i genaemt s -welkers Koning , en onderhoorige »
mder de gehoorfaemheid van Aquamboe ftaen. Dit Landfchap
is feer rykin alderhande Vee. Slavenhandel aldaer- LandbouWi
en Vifchvangfi. Rio Volta, een Jchoone Rivier ; n/ydloopig be-
fchreeven. himpl, of het Cotofc Koningryk. Hun kleine Magt,
en gedtperige Oorlogen met die van Popo. \'t Land is dor , fan-
dig i fonder Bergen en gantfch onvrugtbaer. Slavenhandel al-
Mer-. De Inwoonders fijn van een rekkelyke , en goeden inborft.
Hun .armoede. Leven meeft van den Roof. Afgoden in meenigte
hier ter p laetft. quot;SefchryvingvanKltin Popo, en onvrugtbaer\'
heid van het felve. De Bewoonders fijn verdreevene Acrafe.
Syn Strydbaer. Hun Oorlog met die vanOSta en Fida; en wat
fig daer ontrent heeft toegedragen. Die van Popo leven mee-
de van den Roof, en Slavenhandel. Schélmachtigen aert der Fo-
pofe; ^en eenige voorbeelden van hun bedriegeryen. Grooten han-
del dn voorig tyden aen deefe Plaets. Meenigte van\'^oXXtn. Be-
fchryving van Groot Popo. Heeft onder Fida geflaen ; doch
•van defelve afgevallen. Hun Ooflogen defiueegens gevoerdwaer
êy de merhand behouden. Popo , een Eiland. Hebben gebrek
aen Leeftogt. Slavenhandel aldaer\', eneenLogievanoifeMaetquot;
fchappy voor eenige jaren aen deefe Plaets. Popo onder de Af\'
drafs ,Landen gereekend. quot;Begin van het \'Fidafc Landfchap\'
are\'branding voor hst jei^e t veraorfaekt feer nJe^l tngelukken-
Menige
-ocr page 387-BESCHRYV. VAN DE SLAVE-KUST.
Eenige Voorhelden daer vm. Sterke Stroom voor Fidz, boud
de Schepen op. Aengenaem geßgt van Fida in fijn begin. Strek-
king van het Land. Welbehomvd, en vrugtbaerheid van het
felve. De Befehryving van Fida iu drien verdeeld. Inborß der
Fidafe, Hun beleefdheid j fo tegen ons als tegens malkander.
Mun Pligtpleegingen. Syn fonderling arbeidfaem. Wat hareHan-
teeringen Tjyn. Arbeid der Vrouzven. Eeten en drinken luflig.
Arbeiden voor weinig Loon. Groote Slavenhandel aen Fida,
De Mannen van Fida trouwen feer veel Wyven en wonder-
lyk Min-yverig op defelve. Sware Straf, weegens f beßapenvan
een ander mans Wy f \\ mornamentlyk van den 0ning , welke
niet aengeraekt, en eenige ook niet gefien moogen werden. Groot
getal van \'s Konings Wyven ; waer van hyer een goed gedeelte
verfend, fonder dat het getal echter verminderd. De Vrouwlie-
den fijn met de Eer van \'s Konings Wyf te zjyn, niet gediend.
Be oudfteSoon alhier treed in de volle Erfenis; ook van fijn Va-
ders Wyven. Den Koning aen fijn eige Dochter getrouwd. Veel-
heid van Kinderen alhier. Groote Diefachtigheid der Fijdafe;
en eenige Voorbeelden van V felve. Ryke kleeding dtr Fidafe.
Rood vermag niemand te dragen, dan de geene, die \'Van \'j Ko-
nings Bloed zyn. Gemakkelyke kleeding der Vrouwen, (faen alh
met kaelgefchoore hoofden. Groote Offerhanden in tyd vanfiek-
te. Syn feer beangß voor fterven; waer van in tegenwooifidigheiê
van den Koning, of eenig ander voornaemTerfoon, niet^magge-
fprooken werden. Soet geval met den Schryver hier ontrent. Dß
Fidafe maken geen onderfcheid in den tyd. Syn groote Cyferaers.
Maenßondige Vrouwen, geheel onrein. Befnydenis. quot;H-Un Speel-
tuigen. Syn groote Dobhèlaers.
MYN HEER,
En uwen.van den if . ••. is my t\'fyner tyd\' wel
aengebragt, en fiende in den eerflen opftag\'van
den felven, UE. feedige dankfegging , fo beeldde
ik my in, d\'at UE. fig vergenoegd foude houden
...____met het geene ik VE. van dcGuineefe Goud-Kuft
had n^eede gedeeld; doch verder/e^e^Je , bevond ik het hin-
kende Paerd achter aen te koomen , sn dat i;£. fig met de
N 2nbsp;G@ud~
-ocr page 388-100 BESCHRYVING
Goud-Kuß alleen niet wilde laten affetten , maer ook fee-\'
geerig fyr tc weeten , dt geßeldheid der Landen en Plaetfen ,
Aatx oïi{Q Maetfebappy ■gt; en andere, h\\m Slavenhandel dxyvtYii
en om my ter deegen aen den arbeid te helpen, fo doet JJE.
als een toegift hier noch by een verfoek, om de geheele Kufl van
Guinea voor VE. open te leggen. Wel, Amicegt; was hetniet
genoeg, om my dus dapper aen den arbeid te helpen, fon-
der my daerenboven noch te foppen, dat de leedigheid, voor-
namentlijk hier tel^and-, feer nadeelig is voor V menfchen ge-
fondheid, en dat, om defelve te onderhouden, hethoognoo-
dig is, eenig handgehaeY te hebben even of ik -buiten deefe
heeftgheid mijn tijd met op de mg te leggen doorbragt. Met
äeeCe gedagten te voeden , foude fig felven fonderling be-
driegen, want ymand die eenigfints van een leevende Gee/lis,
kan \'t hier noit aen werk ontbreeken. De luije leediggang is
hier, cn fo ook, vermeen ik, in de geheele weereld, eenlijk
het deel van de Suffers, welke byna ielfs niet weeten datfe,
of waerom datfe leeven-, en om te toonen,, -dat ik van der fel-
vernbsp;en ben, fo fal ik UE. fijn vesfoek alleen niet
voldoen (terwijl het 17£. hier vooren al ten naeften by heb
toegefegt) met UE, fo veel van Guinea te fchrijven , als ik
felfs onderfogt heb, maer ook felfs van die Lande», daer ik
noit ben geweefl, of ook oit meen te koomen ; derhalv-en
ook voor de waer-of onwaerheid van \'t felve niet begeer in te
ftaen. Doch echter derf ik wel feggen., dat de geene , aen
wien de\'efe kerigten fal vertrouwen, in faken van meerdcrbe-
lang, ^«-/«Rj/by my hebben verdiend; en dies ben ik van ge^
dachten , dat \'er niet ongerymds in fal koomen.
Ik fal het IJE., fo als het my werd aengebragt, latentoe-
koomen, fonder dat ik\'er iets van het mijne by of af fal doen,
ten ■v^^are-my haer manieren vannbsp;mogt mishagen, en
dat ik \'t derhalven op de tot noch toe gehoudene trand wil-
de brengen, \'tgeen ten uiterften alles fal zijn, dat ik\'er mee-
ne. aelt;n te doen; en op dat-UE. voor af mogt weeten , wat
quot;Landßreeken dat; het füllen zijn , fo diend tot UE. narigtingt
als dat var» Ardra af, de geheele Guineefe Bogt door , tot ae»
^ïö de-Gahn.rnbsp;ßiei en isa mitsgaders de Landfireek
heweftm
-ocr page 389-hvjeflen de Goud-Kufl; als vrnhet Goud-Riviertje tot aen Ca-
bo Monte. Doch al het overige moogt TJE. voor het mijne
■neemen» als niet londer eigen ondervinding daer vanfpreeken-
de.
Dit dan mijnes achtens genoeg tot UE. narigting gefegt
wcefende , fo neeme ik een aenvang, om US. het overige, en
van my doorwandelende deel van Guinea, te befchrijven.
VE. gelieve fig te errinneren, dat ik in mijnenvyfden Brief
de Goud-Kuß hebbe gceindigt met het DorpTonni, alhoewel
het Goffd van noch een weinig meer neerwaerds heen, tot ons
werd gebragt, namentlijk uit het Goudryke landfchap Quahoe, \'t Coudryfe
geen achter deefe Landfireek legt, doch weegens de weinige Landfchap
kennis, welke ik van dat Land heb, als ook, om dat dein-
woonders van dien haer Handel voor het meerendeel door A-
qumboe., aen Ar^koomen drijven, foo fal ik, dit overflaen-
de, my eenlijk aen de Zeekant houden, met te feggen, dat
de Landflreek tullchen Ponni en Rio Volta ontrent een lengte
vandertien mylen we^xbeflaet, werdendebewoond door^aö-
fe , hampife, en Aquamhoefe Negros.
De Lampife hebben hier hun eigen Koning -, met de naem \'t Koning-
als Koning van Ladingcour, doch metterdaed is hy , en fyn ykvan
Onderdmen. (indien menfe flegts fo mag noemen) t\'eenemael ^\'fSo-
die van Acfuamboe ondexdzmg , naer wiens wil en welbehagen ningenon-
by fijn levenswandel moet rigten; want om het alderminfie on- dcfhoorige
genoegen dzt hy , of de fijne, aen die van Aquamboe koomen
tc geeven, werdenfe van defelve fo jammerlijk^é\'/ïm/f, dat- heipvanA-
fe het eenige jaren lang moogen heugen, het welk dan noch quamboe
al de naem van fagtmoedig en goedertierend draegt; want byal-
dien het den Aquamboefennbsp;maer in de kop koomt, fo ^yj,
laet hyfe feer ligt een geheele voet korter maken.; welke ftraf wed moetea
fy, fonder het minfte tegenfpreeken, moeten ondergaen, als ^yden.
Voerende die van Aquamboe over haer immers Jo, een volflagen
Gefag y als over fijn eigen Onderdanen.
Het Land is hier langs heen redelijk wel bevolkt.^ tamelijk Deefe Land.
\'^yztgtbaer, doch by uitneementheid rijk in Fe?, als Kaebeeften, ftreekis feer
\'^«■rkem. Schapen, Hoenders, enz.., dewelke hier dagelijks door quot;-ykinVee.,,
4Q:Swarte van.de Gaud-Kuflxeéelïjkped koop, snineengroo-
m. ■ ■
-ocr page 390-102 BESCHRYVING
tc meenigte werden mgekogt, om na denbsp;te vervoe-
ren.
ook SVcn^ Den verderen handel van dit volk beftaet in Slaven, welke
sïavcnhan- meede door gefeide Swarten werden gehaeld; doch de meefte
dd; ,, werden van hier vervoerd door èc Engelfche, FranfiheenPor-
tugeefche Scheepen. Somwijlen is de Slavenhandel hier fesr^ö-
lukkig, voornamentHjk ontrent het Dorp
doch gaet Hetgebeurd ook wel, izX-ïovfanuttvée Oorlogen Landwaerds
»iet fcckcr. in ophoiidcn, dat hier gantfchelijk geen Slaven te bekoomen
zijn; dies den handel op deefe TUets t\'eenemael onwis isj en
maer eeniijk diend, om defelve als in \'t voorby varen, eens
aen te doen, fonder dat men\'er ftaet op moet maken,
L^lfdquot;^ \' Voor het overige geneeren fig de Iniuoonders , buiten den
vangft. handel, met de Landbouw en Vifchvangft, van het eerfte tante-
lyk, doch van \'t laetfte t\'Zeewaerts weinig of niety gemerkt de
Stranden hier ontrent feer fteil en van een moeijelijke aenkomft»
zyn , en derhalven met kleine Canoas op fommige tijden niet
vaerbaeY;èiOC^\\ \'t gebrek van Zeevifch, werd door de vifchrijke
Rivieren of Binnewateren genoegfaem vergoed.
Rio Volta, Rig Folta, vermoedelijk door de \'Portugeez.en fo genaemt»
Sicïloopt \'^^sgens fijn jnelle loop en uitxvatering, eindigd deefe Land-^
fecrVncl af. ßreek.
Dit is een fchoone en te gefijkook wijde Rivier, die meeft
altoos fijn water fo fterk in Zee drijft, dat raen het fomtijds
drie a vier mijlen van de wal gcwaer kan werden. Hoe verre
deefe Rivier fijn loop Landwaerds in heeft, is my onbekend. De
fterke af, of uitwatering, voerd geftadig een groote meenig-
te (ware boomen meede, de welke fig , voor de mond van de
Sware hran- Rivïer vaft fettende, cen Ä^we/j hoogebrandingvexooxf2ktx\\,vfamp;et
ding voor de door mcn defelve maer tweemael \'s jaers met een Cawo« voor-
^nbsp;by kan varen; en dat gemeenlijk voor ^April enssootNovemquot;
her, vermits men dan hier ter Kuß ßil weeder heeft, en ook
om dat het dan even voor de Regen-tyd is , en de Rivier ge-
volglijk fo eenfnelle uitwatering niet en heeft: dochnade^^quot;
gentijd fal ffien\'er geen T^eger voorby krijgen, vermits fy ^.I-
tijd het walletje langs gewoon fijn te varen , \'t geenfe hier ,
Qvevmiisgefeide Branding, niet en konnen doen.
VAN DE SLA VE-K U ST. i®^
Viermalen ben ik deefe Rivier t*Scheep voorby gevaren,
en t\'elkens wierd\'er ymand van ons volk aen de Steng of in
de Mars gefonden, om door \'t fien van de Mond te verken-
nen, of wy den felven voorby waren ofte niet; en gemeen-
lyk riepen defelve van boven , datfe de Mond fagen , dat
wy\'er regt af, en aen, of een weinig kooflen of heweften waren:
Schippers door onkunde, en ik methaer^feer vaftelyk
geloofden.
Doch in den Jare imet een Canoa van Fida koomende,
deed ik my fo digt langs de wal Roeyen, als immers mogelyk
was, en de ^r^W««^ wilde toelaten; doch hoe opmerkenden
nauw toeftende^ffyodkwaxtn, wy en konden geen , noch
de alderminftebefpeuren, maer ondervonden dexu^^j\'-
heid, van \'t geene my bevorens door etn xaynev Dienaers (die
deefe Rés te Land had gedaen) van deefe Äiwr was verhaeld;
te weeten, dat hy een weinig van Stranden doorgaens ,
■wonderlyk wyd is-; doch dat fig van httWefteneengeheeleftreek
Lands voor den felven heeft gefet, en alfo maer een kleine o-
pening overgelaten; dies ook Jigtelyk te begrypen is,dat dit
door de wydheid van binnen, en \'t fnel afloopen vanhetw^-
ter, een fterke Eb door deefe kleine Mond moet koomen, \'t
geen, by aldien de Mond , na evenmatigheid van de Rivier-,
fijn wydte had, feekerlyk fo fwaer nieten {oude zyn. Doch
al genoeg hier van.
Beooften voorjeide Rivier neemt hetCotofe, doch van de mee- Lampi.ofhct
fte het Lampijche Land genaemt, fyn aenvang. Van de Rraier ui^g/y^^quot;
tot het Dorp Coto of Verhou, is ontrent veertien mylen, fynde - ^ ^
dit Dorp voortyds geweeft de Woon-oï Sitplaets van den Coto-
fen Koning; waer dat ik hem in den jare ook heb gefien,
en eefprooken.
Dit Koningryk is van een fonderlinge kleine Magt s en het KIerae_magt
•Welke, door den Oorlog met die vannbsp;dagelyks «och ^^^^^^^
ineer en meer afneemt, welken Oorlog al eenige jaren na den g^f Oorleg
^nder heeft geduerd,; enom datfe malkander in magt meeft met die vaa.
evenaren, fo ftaet, byaldienfe geen rrf^J^ maken , hun^s-Popo;
fchil noch voor eerft niet te eindigen, ten ware een van bei-
^e andere Landen tat hun hulp wifien u beweegen.
Doch.,
-ocr page 392-104nbsp;beschryvïng
hoch Jquamhe, die hun beide in ftaet wil houden, draegd
hier voor wel forjr, fendende geftadig onderftand van volk
aen het fwaifte lighaem. Ter tyd dat Aquamboe noch vmfuiee
//oo/iOT wierd geregeerd, fo als ik vooren heb gelegt , fo had-
den de Popofe een wakkere ftut aen dtn ouden, en die van Co-
ro wederom aen dtn jongen Koning, dies beide deelen altydvan-
j4quamboefe hulptroep-en waren voorfien.
Doch hoe het nu , wyl den ouden Koning niet meer in wee^
ßn is, met haer fal gaen , moet de tijd leeren. De Klein Po-
pofe hébben in \'t jaer 1700. hun flag fo wel weeten waer te
neemen, datfe, de Cofoj^ op het onvoorfienfte overvallende,
het Laa^i hebben doen ruimen; doch ik en twijffel nict, of.
Aquamboe fal\'er haer haeft wederom in ftellen ; en die van
Popo een breidel in de mond leggen.
Het Cotofo land is t\'eenemael ftrydig met de Goud-kuß:
want daer de Goud - kuft vol Gebevgtens is, daer heeft men\'er
hier niet een, matt het Aerdryk isnbsp;fmdtg, doy
onvYUgtbaer en fonder Boomen, uitgefonderd Palmiet, of wil-
de Cocos, waer van het een goede meenigte heeft.
Van Vee is dit land niet on voorfien gt; altans wel fo veel als
de \'Bewoonders van nooden hebben.
Kiviervifth ontbreekt haer ook niet; doch uit\'er TLee kon-
nenfe niets krijgen, overmits de fware branding, die men van
deefe Plaets tot atn Ar dm, en verder het gelieele langs gt;
heeft.
Hun HWf/beftaet in Staven, waer van fy\'erfomtijdseen
goed gedeelte konnen keveren; echter foveel niet, datmen
hier een Scheeps-lading fou mogen opdoen.
Ik vond de Inwoonders alhier van een feer goeden inhorft,
en beleefden ommegang. Seer veel vriendfchap wierd my van de-
felve bewefen, voornamentlyk van den Kow«^, dewelke ik te
kennen had gegeeven, dat, natvmiin handel ztn Fida vtxvigt
te hebben, ik de wederom Reife te land meende te neemen i
waer op deefe Koning fig felven aenbood , om my met fyn
geheele Magt op de uitsrfle Grenfen van fyn land te koomen
ontfangen j en tot over Rio Volta te begeleiden , op dat my
geen ongemakvixi deom herfweevende üo-y^ri mogt wedervaren.
waer ondcr
Aquambac
fyn Kol
fgeeld.
HetCorofc
Land is dor,
fandigen
visk, fonder
Bergen of
Boomen.
Hun Slaven-
ütandel.
Beleefden
inborftder
Cotofe; en
voerna-
mentlyk
van hun Ko-
ning. Milde
aenbieding
door den
felvenaen
lt;Jen Schry-
wct gedaen.
V A N D E S L A V E- K U S T. loy
Deefe miUe aenbieding wierd\'van my met dankfegging aen- Jf
genomen; en ik fou er my t\'fyner tijd ook feekerlijk vanJJ^
diend hebben, ten ware die van Klein Popo, welke my infge- veVLanatc
lijks beloofd hadden, omfo verre haer Land ftrekte, raet hun verfdkn.
•ï/o/yè te füllen begeleiden, my\'t felve door hunna-
maels niet hadden laten afraden, onder voorwendjèl, dat fy
bedugt waren dat ik , eerfe by my waren , door de Rovers
mogt werden overvallen.
Dit afraden van P:^ejéide Gefanten gefchiedds heel flauwelijki Waerom dis
en onder de hand fogtenfe my , als uit hun felven , tot de
Landtogt aen te moedigen, dies h^er fchelms voorneemen ligte-^
lijk quam te ontdekken; te weeten dat fy my op de Reis aen
de dood dagten op te öfteren, en mijn goederen en gevolgtQro-
ven, en fy fig namaels noch fouden hebben moogen ontfchul-
digen, van datfe my het tegendeel hadden geraden.
Hier door wierd ik afgefchrikt van^e/^/^e Reis te onderne-
men, \'t welk my anderfints noch al iets fou ontdekt hebben,
\'t geen waerdig fou zijn geweeft, aen UE. nieuwsgierigheid mee-
de te deelen.nbsp;tx r t
Nu weeder tot de Inwoonders van Coto. Defelve koomen in Veele Beei-
\\i\\ukv3in Regeering, Godsdienft, en verdere gemeene Huishou-
ding, metdeNegers \\2LnéeGoud-Kuft^ meeft overeen,uitgefon-
derd dat men hier een groote meenigte Afgoden-beelden fiet.
Harefpraek is meekAcraes, met v;einigverandering. Leven, A^^^Ja-
overmits hun kleinen Handel, geheel armelijk ; en weinige
fyn\'er die emigen Rykdom befitten. Haer meefte voordeel be-
ftaet, om bywijlen een ÄJ-oo/) in hetnbsp;te doen, en eeni-
ge menfchen te roven; dewelke fy dan aen de Europianenyhier
met h^Lve Scheepen quot;Zoomende, verkoopen. Dit is het voor-
naemfte, waer van fy moeten leeven en beftaeni en ook alles
dat ik van haer te feggen heb.
Van Coto tot Klsin Popo, is ontrent tien mylen; welk Land Klein. Pop»,
evenals het voornoem,de is, namentlijk , fonder ^er^e/z
of Boomen, en by uitneementheid fandig; ja fodanig, dat al- quot;
^e ko(i die daer word bereid, geftadig vol fand, en daer door
i\'^iet tc eeten is; \'t geen^ in mijn verblyf vzn drie dagen daer
^er Plaets wonder wel gewaer wierd; want het eeten my door
II. Deel.nbsp;Onbsp;den
106nbsp;BESCHRYVING
den Koning rijkelijk genoeg toegefonden, kon om reedeii
voorlciireeven van my niet genuttigd werden, maer was ge-
noodfaekt mijn nooddruft van Boord te halen.
Desfelven Deefe Qverulosd van fandy waer meede het geheele L/ïWals
fj\' bedekt is, veroorfaekt hier fodanige owurugtbaerheid, dat de
aer lei . jmvoonders door die van Fida moeten gefpijft werden , altans
voor het grootfte gedeelte.
De Bewoon- De Inwoonders alhier fyn Acrafe, \'t overfchot van \'t Koning-
ders van Po- yjk achter ons Vort aen Acra, waer van daen fy door den
lun oorquot;quot;^nbsp;Koning in voorige tyden hjn verdreeven. De ont-
fpronkAcra,- koomene hebben fig hier ter needer geflagen ; waer datfe wel
fe.nbsp;eeuwig fullen moeten blyven, als de minfte waerfchijnlijk-
heid niet fijnde, datfe oit v/eeder in \'t befn van hun LandM-
ien koomen.
Synftryd- Van hun Oorlogen met die van Coto hebben wy berceds ge-
baer; voor- wag gemaekt. Sy en fijn niet feer rijk van volk , doch daer
hïÏÏa\'ïtIe tegens redelijknbsp;Voor weinige jaren haddenfp een
Koning ; en dapper Oorlogman tot hun Koning, met name Aforri, fijnde
desfelfsOor- des tegenwoordigen Konings quot;Broeder. Deefe deed fig door fijn
difvan or^nbsp;van een ygehjk vreefen en ontfien. Voornament-
fra; die hy Verkreeg hy een groote naem, wanneer den Phidalgo, van
t\'onder Oftra tegens fyn Heer en Meefter , den Koning van Groot Ar-
brengt. iy^ , opffond, desfelven Jok van fyn hals wierp , en daer-
enboven onfen Opperkoopman Bolwerf van het leeven deed be-
rooven,
Syn aenflag Den Ardrafen Koning, om deefe dubbele fehenddaed te wree-
epFida.nbsp;^ bewoog den voornoemde Koning Aforri, met fynMlt;rï^^af
te koomen, \'tgeen gefchiedende, maektedefelve het fo gauw-
met die van Ofra uit, dat hy hem fo dra overtsmnendXsge\'
firn had,, desfelfs LawJ t\'eenemael vervjoefiende, en dcnOver-
treeder h\\ (yns Konings handen (merkeverendedoch met deefe
overwinning noch. niet vreeden, en door den Ardrajen Koning
aengefet, trekt hy ook tegens de/ïi^^/ê te veld; fig, fonder
lang te vertoeven , met fyn Leger in \'t begin van der felver
die.hemtnif- ter neder flaende ; doch wyl hy gebrek aen Bospolver
lakt.en ^ad,. fo wsgte hy om de Fidafe aen te taften , tot hem het
noodfaekt felve, volgens belofte, door den. Ardrafen Koning fou werden,
te vlugten.nbsp;0nbsp;^^^^
Jk
-ocr page 395-VAN DE SL AVE-KUST. 107
toegefonden, dewelke daer mede ook niet lang en i\'ertoef-
de, maer fchikte hem een goede meenigte onder ten groot ge-
leide toe i doch die van Fzia kreegen hier van kennis, over-
vielen met een groote magt van volk dit Geleide\', floegen \'t fel-
ve, en maekte al het\'Polver ten Buit. Als Aforriditveriloné.
fo nam hy fchielyk de wyk na fyn Land, en dat waerlyk te
rechter tyd, want die van Fida hem\'s anderen daegs raet hun
geheele Magt op den hals fouden fyn gekomen , als wanneer
hy ligtelyk met al de fyne om een lugje had geraekt.
\' De Fidafe (yn vlugt verftaende, hadden geen luft ora hem
na te fetten, en waren feer wel vergenoegd fig felven van fo
een gevaerlyken vyand verloft te fien.nbsp;t ?
Als Ajorri weeder in fyn Landgekoomen was, fo verftond JcowTquot;^
hy dat die van Coto gereed waren ter hulp van Fida op te trek-op; waer dat
ken, byaldien hy het daer langer had gemaekt. Dit-ye^\'iröof hy met yeè-
hera fo feer, dat hy aenftonds met een trotfe moed tegens de
Cotofe optoog, en, niet anders foekende als met de felve
gemeen te raken, fo taftte hy defelve in haer voordeel aen,dies
fy hera ook fo wel ontfingen, dat\'er binnen weinig tijds ein
goed gedeelte van hem quamen te fneuvekn, waer door hy
als verwoed, met een dollen yver, fonder op fig felven agt te\'
geeven, op den vyand in fet, met wien hy fig in \'tkorte fo-
danig vond. ingewikkeld, dat het hem onmoogelijk was weder-
om te keeren, maer bleef, na een dappere tegenftand, met
veele van de fyne op de plaets verflagen.
Den tegenwoordigen Koning, niet van fo een grooten moed,
doch befadigder, heeft naderhand door fijn voorfgtig beleid,
de dood fijns Broeders aen de Cotofe wel weeten de weÊ-i^^M, de-
felve altoos op hun fwakfle aentaftende; tot dat hy baer ein-
delijk, fo als reeds gefegt heb, ten lande uitgedreeven heeft. ^^^^
Die van Popo onderhouden fig raet defelve middelen als de icvcn\'^mccda
Cotofe, namentlijk niet van den Roof te leven, en den Slaven- vanJen
handcd te dxï]\\\'en doch in beide overtrelFenfe die van Co«nbsp;Sh-
feer verre; v/ant veel ftourer fijnde, fo doenfe meer met den
■Roofop, en dienvpigende is haerlieder fjandelook des te groo-
^ct-; doch ora hier een Schip vo! Slaven te krijgen, fou men ee-
\'^ige maenden moeten doorbrengen.
O znbsp;In
-ocr page 396-loS- BESCHRYVÏNG
In den jare 1Ö97. kon ik in de tijd van drie dagen alhier
nict meer als drie Slaven magtig werden ; doch fy verfeeker-
dcn my j dat fo ik noch maer drie dagen wilde vertoeven, fy in
ftaet fouden zijn, om\'er my een honderd of twee te leveren.
Ik geliet my hun voorftel wel te gevallen, en na boord varen-
de, onder Ichijn van ttmsQ Koopmanfthappen, die fy eiften,
Grooten te haleh, detdikhet Anker ligten, en onder Seil gaen na Fi-
Koof op cea da , waer dat ik verftond , dat hun Stropery fo wel was ge-
LTrbéquot;nbsp;^^ tweehonderd Slaven waren terugge-
haeli/ koomen, die fy toen dc Portugeez.en , by gebrek van andere
Scheepen, moeften verkoopen.
^^ uitneementheid Dief-en Schelmachtig. Een
4cnigvannbsp;Qf jjjg bewind van den Handel heeft, en alhier
komt, makenfe altoos wijs, datfe een deel Sldven in voorraed
Hoedanig hebben, en dat eenlijk maer om hem aen Land te krygen; \'t
fdquot;ewerd \'nbsp;gelukkende, fofullenfe hem, (onderbraefgepluimt,
tedroogen ; cenige maenden opgehouden te hebben, niet weder laten
vertrekken.
joornament- Tgt;t Tortugeez.en wtxden bovcn alle andere van haer
-tutfesen!quot;nbsp;^n cchter konnenfer niet van daen bhjven , om datfe
^ quot;quot; ■ voor haer ßegtgoed op andere Tlaetftn nauwlijks Slavenkonntn
krijgen.
Ook eennbsp;^^^^ j^^gnbsp;^^^ Deenfch Schip aen Popo , het
sS!quot;\'nbsp;^^^^ langer tijd moeft leggen om -uyfhonderd Slaven in te
handelen, als ik aen Fida tot ontrent de tweeduifendi in wel-
ken tijd fy fodanige preuven van hun fthelmachtigen aert aen de
Deenen gaven, dat ik niet en geloof, die Landaert het in \'t toe-
^^ , koomende daer weder fal begrijpen,
^êffchmaa ;nbsp;^\'^^e te vooren haddenfe even eens met een Sn-
die\'erfig \' \' gelfch-Sc hip gehandeld , en daerenboven eenige goederen om-
-weivan vreemd\', doch defelve te mijnen tyde daer weder\'^koomende,
JSken-en ^^^^^^ fchade op de volgende wys weeder in. So dra hy
ifcocdan^g\' quot; htt Anker \\00ï Popo had-laten vallen, quam\'er aenftonds eeni-
ge GVoo^ra, en daer onder \'s Koni»gs Soon, aen boord, de-
welke hy alle in de Soeyen deed fluiten ; en niet weeder los
liet, of ai het was hem rykelijk, en met etn goede winft,
\'of opgeld, een jaerljkfe Rente, voldaen.
Qn-
-ocr page 397-VAN DE SL AVE-KUST. lop
Onder de Regeering van deefes Konings B\\\'oeder\\vss het hier In voorige
beeter te handelen, want wijl die\'er fijn xijerk af maelite , fo [j^^j
fou hy niet geleeden hebben , dat ó.t Europianen etxïï^ overlafl tc hanïebl
van de fijne wierd aengedaen. In fijn tijd heeft een Schip van
onfe Maetfchappy in elf dagen alhier meer als zyfhonderd Slar
ingehandeld; doch ik en denk niet, dat fulks oit meer fal
gebeuren ; want fodanig als de Popßfe tegenwoordig geaert
zijn, üaethet onweder/pree.kelyh\'vrjf , dat men altoos, en t\'al-
len tijden, de een minder als d\'ander, van haer falhedroogen
werden.
Wat de verdere z^esden deefer hnvoonders belangt, behoef
ik niet aen te halen; want om dat het Acrafe zijn, fo is\'t ook
wel te denken, datfe in\'t ftuk van Goij^/Vff/?, Regeering,enz..
niet feer verfchillende füllen zijn.
Ik vond hier, geduerende mijn verhlyf, foeenongeloofly-^™\'J^S^^\'j
kc meenigtedat ik my inbeelde, den aert der Liefde ptJ\'po.quot;^ quot;
te kort foude gedaen hebben, byaldien ik de Inwoonders niet
had gewaerfchouwd, van op \\mn tegemueer wel verdagt te
zijn,\' op dat de Rotten, met noch meerder te vermeenigvuldi-
gen, haer niet t\'eeniger tijd het Land deeden ruimen.
Noch vur wylen meer Ooftwaerts aen , heeft men het Ko-
ningryk van Groot^oponbsp;Koning eerft onder de gehoor-nbsp;^^
faemheid van Fida heeft geftaen. Doch dentegenwoordigen ftaen ; doch:
Koning, door den Koning van Fida in fijn Broeders plaets (dienbsp;^e-
hy in Ballingschap verfond) gefteld fijnde, fo heeft, hy den
Fidafen Koning, als tot \'vergelding van de gunft aen hem be-
weefen, de gehoorfaemheid opgefegt, en is van den felven
afgevallen. Den deefen, hier door fwaerlijk beleedigd,deed
een magtig Heirleeger vamp;tgamp;dertn , en door de Franfchen (die
ter dier tijd met eenige Scheepen aen Fida lagen) onderfteund,
fo met Geweer als Volk, fond hy het felven na Popo, om hun en Oorlog
alle uit te roeyen, onderwijlen dat de Franfche Scheepen mee- defwrgens
de derwaerts feilden, om Popo van uit\'er te befchieten ; S^v^erd;
doch wijl \'Tcpo, als een Eiland, midden in dt Rivierfo
ïnot-ften de Fï/Zi?/^ en Fr^H/c^É\' f^c«?» gebruiken, om\'er byte
koomen; maer die van Popo hadden fig fodanig in ftaet van
tegenweer gefteld, datfe hunne vyanden niet alleen wel ont-
O 3nbsp;fingen.
-ocr page 398-MOnbsp;BESCHRYVING
fingen, maer ook met behloede koppen dz vlugt deeden neemeni
fonder een eenig man van de hare te verliefen; want fy uit hun
Uwfen, fonder gefien te worden, op het Fidafe Leger dapper
vuer gaven; waer door fy een goede meenigte Franfe en Ft-
dafe velden, en defelve in fo een wanordre bragten , datfe o-
ver halsen kop, met het wegwerpen van hun Gtiü^^r, devlugt
naraen; en byaldien die vznPopohim overwinning hadden ver-
volgd, fo fou\'er vermoedelijk geen eenen Franfchman (over-
mits fo fnel niet ter been als de Swarten) \\\\zt leven afgebragC
hebben.nbsp;.nbsp;.
Sedert dtét onderneeming, fo ongelukkig voor die vanF2-
da, heeft desfelfs Koning het noit weeder met fijn eigen
derven befoeken; maer Is tot noch toe beefig geweeft , om
andere daer toe te koopen; dog fehoon hem het felve reeds
feer veel gelds heeft gekoft, fo heeft hy doch niets^fX\'öJ\'i/^r«/,
mitshy van alle kanten werd bedroegen-, en dies ishy genood-
faekt, fehoon tegens fijn fin, den Popofen Koning een vreedige
Befüter van fijn Eiland te laten.
De Popofe hebben, behalven Konings Dorp, \'t geen, als\'
gefegt heb, etn. Eiland is, hynagQzn Woonplaetfenmtev. Ha-
re Manfchap is feer gering; en van de Fidafe werdenfe fo be-
nauwd, datfe het vafle Land nauwlijks met vreeden moogen
bebouwen, waeromfe ook meeften tijd gebrek aen Leeftogtheb-
ben , en van honger fouden moeten vergaen , byaldien hun
het felve niet van andere quot;Plaetfen wierd toegevoerd; en hoe
groots vyanden fy van Vida zijn, fo krijgenfe doch hun meefte
mderhoïid daer van daen. En fehoon den Fida fen Koning het
felve op Lyffiraf heeft verbooden, fo en laten de fijne het doch
niet, ter wille van de winß, die de Popofe haer geeven.
De Groot-Pöpofe houden fig meede raet den Slavenhandel op;
diefy, als\'er geen Scheepenhy haer koomen, aen Klein Poquot;
|)0 laten verkoopen ; doch \\i\\m grootfieyoinfh beftaet uit de
Fifchidie fyin hun Rivier vangen, en elders IzXtw verhandelen-
Voor eenige jaren hebben wy hier een lAuis, ofte ge-
had; doch ovtxmiisdtngeringen handel, federt devyandfchap
xmFida en Popo, hebben-wy het, naer \'t overlijden van on-
fen Koopman, verlaten; en\'er federt geen handel meer gedree-
vennbsp;^^^
waer by die
van Popo dc
overhand
behouden.
Popo, een
Eiland.
Hebben ge
brekaen
Lceftogt
Slavenhan-
del;
mitsgaders
van Vifch.
Dit Vopo is het eerfte, \'t geen raen onder de Ardrafe Lan- Topo onder
den mag reekenen; die lael werd hier ook met weinig onder-
fcheid gdprookcn. De Regeering gaet hier meede op een an-^^^
detQvoef, doch in de befchryving van Fz^lt;aful!en wy eenfchets
geeven, hoedanig de Ardrafe Landen werden beftierd.
Even beooflen Popo neemt het Fidafe Land fijn aenvang; en Begin van
»och vier a vyf mylen meer beneeden heeft men de Rheede en Fidafe
-^-inbsp;-Land era
Aenvaert,nbsp;_nbsp;_nbsp;Rheede.
Deefe Aenvaert is door de afgrijftelijke brandig , die men s^^aj-e
hier geftadig heeft, fo moeijelijL en vol gevaer, dat men niet ding.
fonder de uiterfle vrees van om te vallen, voor defelve aen Land
kan koomen. Inde Maenden April, May, Juny tnju-
ly brand de Zee hier fo fel, dat men, gelijk het Spreekvjoord
fegt, niet dan op den dubbelden hals van, of aen het kan
koomen.nbsp;^^^^ ^^^^
Ontrent deefe tijd gebeuren hier veele ongelukken, fo met ^edonge-
het verdrinken vannbsp;als\'t verliefen van Koopman-hikken
fchappen-, wantbranding fo fnel en fterk komt aen te rollen, beuren:
dat in een ogenblik Canoa tn volk het onderfte boven, ende
Canoa aen fplinters werd geflagen; waer door alles watinde
Canoais, gtvzet \\oo^t \\an te verongelukken , uitgefonderd
de Riemadoors, ofte Roeyers, die fig door hun vaerdig fwem-
men noch ten meeften tijd weeten tcredden. Dit omwerpen van
Canoas is dagelijks werk.
In \'t jaer 1698., wanneer ik hier was, verlooren.hier, be- en eenige
hal ven de SIaven, menfchen het leeven; als een Portugeefchnbsp;\'\'\'\'
\'Kapitein, een Schrijver, en drie Engelfche Matroofen-, behal-
ven noch twee Kapiteins , die voor dood aen Land wierden
gebragt; en het namaels noch ^e/ïo/x\'f/z zijn.
Deefe Aenvaert heeft my, of de Maetfchappy , op verfchei-
de reifen over de tweeduifendgulden gckoR; doch de Engelfche,
^n andere, die fo goede en ervarene Roeyers niet hadden,on-
gelijk meerder.
Noch een ongemak is men hier ontrent voorfeide tijd onder-
horten-, namentlijk een heevige Äroowj, die om de Oö^ loopt,
en met geen Blt;oot noch Chaloup kan dood geroeid werden ;
^aerfynde:5oo?j, die van ^oor^ zyn, genoodfaekt, het Dr^^
iu
Sterke
StrooKli
112nbsp;BESCHRYVÏNG
in de grond te werpen; welk een en ander ongemak de Schee-
pen hier fomtijds eens fo langen tijd doet ophouden j alsfe
van nooden hebben tot inhandeling haerder Slaven; doch dit
over, en aen Land gekoomen fijnde , is het of men by ma-
nier van fpreeken , uit de hel in den hemel komt j want het
blijkelijk gevaer van de Zee ontkoomen, en maer een half uer
van Strand fo een fchoone Landsdouw voor oogen fiende, fo
kan het niet minder zyn, of men moet fig tot in dzn geeft ver-
heugen, fo weegens onfe verlo(ftng , als de toekoomende ge-
nügten, die ons dit Land door fijn aengenaem gefigtbeloofd.
Drie verfcheide reifen heb ik hier huis gehouden , en in
alles ontrent agt maenden tijds doorgebragt, niet dat ik fo lan-
gen tyd tot myn handel van nooden had; in geenen deelen:
ik heb het eene Schip door het ander gereckend in minder
dan een maend afgevaerdigd, ja felfs drie van defelve yder in
veertien dagen; maer het overige verblyfis veroorfaekt , dat
naer een Jagt om my af te halen, heb moeten wachten , of
ook wel om my tot de Reis vaerdig te maken.
Geduerende myn verblyf alhier, heb ik aWemogelykemidde-
\' len aengewend, om de lengte en breedte van dit K-oningryktz
moogen weeten, doch ik en heb het tot myn volkoomen ver-
^i-Kof^ïw^ niet konnen ervaren ; als eenlyk, dat het langs de
ILee een lengte van negen a tien mylen beflaet. In fyn midden
flnekt het fig fes a feven mylen Landwaerds in; maer dan komt
het fig wyders als met armen uit te breiden , waer door her
op de eene plaets wel tien a twaelf mylen breed is, en op een
andere plaets weeder ongelyk minder ; dies het my onmoo-
gelyk is, om van desfelfs uitgebreidheid iets feekers te flellen;
doch dat en fal de koop niet eens breeken.
Dit is altans feeker en waeragtig, dat dit Land fodzmgbe^
woond en volkryk is, dat men in een Dorp alleen , als Ko-
nings, of eenige Onderkoningen , fo vecl menfchen heeft , als in
eengemeen Koningryk Op de Goud-Kuft; en van deefe,groote Dor-
pen heeft men\'er al eenige in èitLand, behalven ontallyk veel
kleine, welke men het geheele hand door (fommigemaer ee^
Snaphaens-fchoot van den ander) fiet; want degeene die bui-
ten degroote Dorpen woonen, flaen fig het geheeleL^zWdoor
ter
*t Fillafe
Land be-
loofd door
fijn aenge-
naem gefigt
iets goeds.
Hoe langen
tyd den
Schryver
aen Fida is
geweeft.
Streking
van het Fida
fe\'Land.
Grooteen
volk ryke
Dorpen:
ook een
nieeftigtc
van kleine,
ter needer; yder Huisgeftn rigt fo ten Dorpje op, en vergroot
het felve geftadig, al na fyn Geflagt vermeerderd.
Het groot getal van deefe Dorpjes, welkers Huifen van bo~ Schoon ge-
ven meeft rond todoopen, en rondom met een aerde IVal
TT . .nbsp;^ • 1 jnbsp;•nbsp;, veelheid vaa
ÄfKm^ omtoogen zyn, mitsgaders de groote meenigte van al^ Dorpen ea
derhande fchoone en hooge Boomen, die voordagtelyk in een Boomen,
welgefchikte order (chyntngeplant te zyn, geeft den geenen
die fig hier ophoud , het fchoonfte en foetfte gefigt deswee-
relds; en om\'er noch meer vermaek en volmaektheid aen te
geeven, fo heeft men in dit geheele Land \'Berg noch Heuvel, Ook om fija
Welke ymand de wyde uitfigt foude moogen beletten; maer\'
wel dat het Land, ionder dat msn het gewaer werd, van lang-
famer hand ryft , en wanneer men een uer of twee gegaen
heeft., en fig omkeerd, fo fiet men de aengenaemfte T/alleyen, Sehoonc
die men fig fou moogen verbeelden ; en ik kan niet denken , Valieye^.
dat eenig Land defelve fo fraei fou konnen uitleeveren. Daer-
enboven is dit Land de meefte tyd van \'t jaer even groentn be-
plant, 2Xs vatt driederlei Koorn, Boonen, Pattates , en andere
■Aerdvrugten rv.tev; en dat fo digt op malkander, dat men op
^ommi^e plaetfen maer even een voetpad om te gaen , over be-
houd; want fo gierig fyn de Swarten hier op het Land, date-
fe alle plaetfen, diefe denken eenigfints vrugtbaer te zyn, fulr
len beplanten, felfs tot binnen de Heiningen van hun Dorpjes hcllf^
en IVoonplaetfen, en dat met fodanigen yver , datfe den ee-
nen dag dceie vrugt inoogflen, cn den anderen dag weéder iets
anders füllen Äfl^jgM, fonder het L^hJtyd te geeven, vanuit
te ruften.
De aengenaemheid deefes Gewefts heeft my bereeds, fo ver-
vervoerd, dat ik, fonder het te merken, aen, in, ja \'t
geheele Land al doorwandeld heb; doch wyl het wegens fyn
^oprtreffelykheid (na deefe Kufi te reekenen) wel verdiend,
dat men\'er een ajfonderlyke befchryving af maekt, fo ben ik voor- ®^ fcefchry-
^e^mens, om het al te famen in drie Hoofdfaken te verdeelen: ddfenver-
eerftelyk van hun aert en z.eeden, ten tweeden van hare Re- deelj.,
Sfi^ing en Godsdienft, en ten derdenlt;üö« het Vee, en de Vrugten
^^^ßs Lands, te gaen fpreeken.
\'t Eerfte fal de Stofverhandeling van deefe zyn , en het aur
u. Deel.nbsp;Pnbsp;de-
»«4nbsp;BESCHRYVING
dere yder een Brief in \'t byfonder. Doch VE. fult fig gehe-
ven te troofien, byaldienfe, en voornamentlyk den deefen s
wat lang moogen vallen-; \'t en fal my niet verdrieten, om het
- op \'t papier tt brengen. Doch dunkt VE. de tyd om het te
\' leefen te kollelyk ? Wei aen 1 ik weet beeter raed , fcheurd
het ongeieefe aen ftukken, en beefigt het ter behoorlykcr plaets;
dan (al ikbuiten venvyt, m\'VE. buiten verjuim blyven.
laborft der Aenbefengcndc het eerfte, moet ik feggen, dat de Tewoon-
ïquot;idafe.nbsp;van Fïia-alle Swarten, waer meede ik tot noch toe eeni-
ge verkeeringheh^thaé, feer verre overtreften, fo wel in ^o^
ji? als quade hoedanigheeden, gelyk UE.\'m \'t vervolg, de moei-
te neemende van dit te leefcn, fult gewaer werden.nbsp;_
%ün eertie- Eerft fprcekende van de eerbiedigheid tegens ons : moet ik
digheidte- betuigen, dat fo wel de groote ûs kleine, ons op de fagtfte?
-gens de Eu- beleefdfte en needrigfte vtyfe des weereld bejegenen -, gaende
ffQPAanen, hejcheidentheidio verre, dat daer alle Swarten ons gefta-
dig, om l^ereeringen tc hebben, moeyelyk vallen, de deefen
in tegendeel noit iets, buiten den Morgendrank, van ons füllen
eifchen; en fouden felver liever iets aen ons geeven, als ont-
fangen ; uitgelonderd na verrigting van den Handel, wanneer-
fe gaern fien, dat men den dienft, die fy ons gedaen hebben,
erkend; en bovendien blyven fy ook vaft en onwrikbaer op
him oude herkoomens en koftuimen ; doch dit beftaet beide in
reeden , waer tegens niemand fig ook behoorde te ftellen.
Ïafdef^r\' Tegens malkander fynfe fo beleefd, en àen minder aen fyn
\'weetenden méér der io eerbiedig, àat ik\'er my in den beginne grootelyks
j stiinder voor over verwonderde; want fo ymand van haer fyn meerder gaêt
\' fijri mserd^r. ^gfoeken, of dat hy den felven by geval ontmoet, fo fal hy
aenftonds op {pi ^Kif^ vallen, en àcaerdetùt driemalen ach-
ter een kuflen; ondertuflchen dat hy in fyn handenMapt, Cü
-•fyn meerder, nevens \'t wenfchen van ezngelukkigen dag oï
* vond, te gelyk ookhet geen van den ander al fitquot;
tende , of ftaende , fo als hy gevonden word , maer fimpe^
Hyk werd beantwoord , met foetjes in fyn handen te klap-
f pen, en den ander meede een goeden dag te bieden ; en als hV
feer beleefd wil zyn, te feggen, is genoeg. Onderwy len blyr«
\' den eetigeiîoçmden ep é^ aerde-üt^mof leggen., -tot àcn^-^
der weg is; ten ware fyn kefigheeden hem elders ander rie-
pen; als wanneer hy, va verlof vtrCo^t te hebben , al krui-
pende vertrekt; want in tegenwoordigheid van fyn mWfr
op een Stoel of Bank te fitten, fou voor een fware mifdaedo^-
genoomen en gereekend werden.
Gelyke eerbiedigheid betoond de jonger Broeder aen fijn ou- Ookyan
der, dc Kinders zen hnn Fader, en de Frouwen ontrent him
Mannen. Geene van deefe, dieik hier heb genoemt, fal aen
fyn meerder, Broeder, Vada., of Man , iets overgeeven of
ontfangen, dan geknield , en met beide de handen te ge^yk ,
alfo fulks noch meerder onderdanigheid by haer beteekend; em
fofe met defelve fpreeken, fo hebbenfe altoos de handenvoor
de mond, om den ander met hun adem niet te verveelen.
Wanneer twee vm gelykeflaet oï vjaerdighsid den ander ont- Hoedanig
moeten, moeten fy gelykerhandop hun knien vallen, in de twee^pe^rfoo-
handen klappen, en onder het wenfchen van een goeden ^^^ lyk,ftaet \'
malkander ^ceegenen. Van \'s gelyken doed al hun gemg van „alkander
weerkanten, het geene niet onvermakelyk is om te aenfcnou- bejegenen.
^^Indien een voornaem Perfoon by geval komt te niefen , _
vallen de geene, die daer tegenwoordig zyn, op üun knten,
naem Per-
en na de aerde gekuft, en de handen tegens een gellagen te
hebben, wenfchen fy hem alleen wor/pofi.nbsp;^ t -t
Wanneer ymand van ïynmeerderïetswerdxereerd, fomoet GeBrmkm
hy, het felve ontfangen hebbende, meede in de handenkLp- ^.^Veret
pen, en, na het kuffen van de aerde, den felven heel neeang nngcn.
bedanken. Kort om, den minder betoond fig aên de geen die
boven hem is, fo onderdanig, als ik geloof dat op een Phsets
van de geheele weereld gefchied;, regt anders alsdeM^mvan
de Goud-Kujl , die, fonder het alderminfie onderfcheid, als een
deel onvernuftige heefien onder malkander l^emnbsp;^^^ _
ïn \\ volgende, namentlyk den arbetd, verlchillenlu metde
fo even genoemde ook niet weinig; want daer die de luye lee- derFidafe.
diggang op het meeften lieven en beminnen , daer fyn deeie m
tegendeel, fo wel Mannen als Vrouwen, foyverig en arbeidfaem,
dat fy, alsfe iets onder handen hebben, niet fulkn aflaten ,
voor en al eer het befcliikt is; foekende geftadig om maer
aen den arhid te geraken, waer meede fy iets moogen-wirt-
nen.
Hun handwerk buiten den landbouw, waer van niemand
dan de Koning, en eenige Grooten, vry zyn , beftaet in het
Jpinnen van Katoen, weeven van fraeye Kleeden , maken van
Calabapn, heute Bakken, AJfagay en, Smeedm,en vtamp;lzvidexQ.
konden meer, die hier in een meerder vol-maektheid fyn dan
op de Goud-Kuß, ook eenige, waer van defelve niet detf/i^-r-
minße kennis hebben,
Qndertuftchen dat de M^h^êk dus aen den arbeid zyn, en
i-idafeVroa- fittcn der felverf^-ye/z ook nktflil, vmer \' brouwen of kooken
Bier, i maken eeten om tt verhandelen, als een Gaerkeuken^laer,
met het geene fy fig ter Markt begeeven, om het felve , ne-
vens hun Mans goederen, te venten , fo dat een yder, fo wel
Vrouw als; Mm, uit is, om ^e/i te winnen, en als teegens de«
ander fchynen te y veren , w-ie hier ontrent het meeft in de
weer is; waer van fy ook heel rykelyk leeven , en niet doen
als de 7\\(egers van de Goud-Kuft, die niet een goede mond vol
derven eeten, wanneer het haer wat veel geld fou moeten ko-
ften.
ILfggeneen Deefe in tegendeel, fo wél hooge aWlage Standsperfoonen, ee-
goed\'leeven ten van het befte datfe konnen ktygen, en (o lang alsfe-wat
met eeten en hebben, en dan fynfe daer« weer op-uit om wat anders te win-
^Finkennbsp;m^QT wil men met leedige buik, of hongerige maeg,hun
aen den arbeid hebben, fou voor een doove mans deur geklopt
zyn; doch hier in gceve ik haer ook geen ongelyk, fy moeten
eerft het-gevoel hebben, waerom datfe arbeiden.
taten % Voor weinig loon geevenfe fig om te «r^e/if« over; en den
voor een ge-nbsp;j-nbsp;° tnbsp;iinbsp;i n •nbsp;t
fingen Loon dienß, die wy van de gemeene mestrekken , beftaet. m .\'t dra-
tot den ar- gen van onfe goederen, van \'t Strand, tot aen\'f Konings Dorp,
■teid gebrul-nbsp;^y Q^jj-^ huisvefting hebben. Dit ontrent drie mylen
^ u eegs,-; en voor yder dragt koopmanfthappen betaeld men ge^
mecnlyli van agt tot twaelfftuiverj, 3.1 na gefeidedragten fwaet
Äyn. Yder dragt heeft fyn gelette prys , dies UE.^ wel kond
afmeeten, -Hat de mevjchenalhier hun lyf ligtelyk en goed koop
verhueren. Maer aber daer fchuild een boefje achter, gelyk
\'€IEAn-tvervêlg fult hooren.
Het
en Wat hun
Handwcr-
ïjcn buiten
den Land-
bouw ï^yn.
Wericder
Met cm fware dragt y felfs van honderd pondy op haer hoofdy ^opamp;n feer
^loopenfe geftadig fo ras op een draf voort, dat wy met ons
\'ieêdige lyfhzQt niet fouden konnen ^houden, fonder ons ten hebLndè,
uiterften te vermoeyen.nbsp;voort.
De geene, die hier van^groo/«yé-moo^^a zyn, dry ven, bui-
ten dennbsp;(die onder htui opfigt door hare. ^x^é\'« en
Slaven werd verrigt) gr ooten-Handel met Slaven, en. alderhan-
de
Denbsp;werd fo naerftig van haer waergenomen , Grooten
dat fy in ftaet zyn, om ydsr maend over de duifend Slaven te aen
keveren , wekte verftaen als\'er aen,/iï^i» , dat onder Groot
Ardra ftaet, en maer drie mylen beneeden Fida is geleegen,
gctirScheepen zyn; want alsdan gaet het hier fo voorfpoedig
niet, gemerkt den Groot-Ardrafen Koning, door wiens Land
de meefte Slaven moeten koomen, in fo een geval, om fyn
tïgm\'-Land te begunftigen, d.e weegen na Fida doed fluiten,èn
het vervoeren-\'vannbsp;na derwaerts op het ftrengfte ver-
bieden, in welken tyd fyn Onderdanen met die van Fida (tee-
w\\tns Koning\\iy.een eeuwige vyandfchap heth) ttr fluip.,
en fteelsgewys -moeten handelen gt; waerin defelve ook gantfch
niet gebrekkig zyn i als hun weinig met het verfehl harer Ko-
ningen bemoeyende. Echter is het wel af te meeten, dat den.
handel in dien tyd fo gelukkig niet fyn kan,dan wanneer deK 0-
ning van Ardra aen fyn Onderdanen den vrym handel met die
van Fida toeftaet.
\'De verdere z,eeden en gebruiken der Fidafe (welke niet met Verdere zee-
den Godsdienfl vermengt zyn) hebben met die van de
K«/? een goede overeenkomft , behalven dat deefe, alsik
Keeds gefegt heb, in alles vry rykelyker te werk gaen; want Trouwen
daer de Negers van de Goud-Kufl vergenoegen met een, fonderüng
twee, drie, en de voornaemfte o^ (yn meeO. met agt, tien of
^mntig IVyven, daer hebben\'er de deefe wel veertig of vyf- r
tig, en de voorname Kapiteinen drie z\\\'ier\\\\ondevd, ook eeni-
fiige wel duifend.5 en den Koning tuflchen de vier en vyfdui-
tend ftuks.
\'t Grootfte gedeelte-deefer Wyiven dienen maer fimpelyk
«ïmvvoor hun Mannen in \\t Land te arbeiden; doch demoifte
P 3nbsp;xn.
-ocr page 406-enfraeifteblyvpnin huis, waer datfe meede xandtnarheidtiitt
fyn bevryd; behalven datfe noch daerenboven hun Mannm
moeten oppaffen en dienen, gemerkt de Negers, die van ee-
nig vermoogen zyn, geen Mansperfion in de Wboningen, waer
dat hy fig met fyn Wyven onthoud, füllen laten koomen.
^Syn op dc~ De-Mannen fyn hier fo wonderlyk min-yvetig op hun Wyven»
•fdvefomin- Jatfe defelve op het.alderminfte vermoeden aen de Europianen,
di\'eSär^^ om vervoerd te werden , verkoopen ; en niet als de Negers
minfte ver- van de Goud-Kufi, welke fig niet ontfien, ora met hare Hy-
lïioeden van %ien een openbaren Yl.andel te dry ven.
oneerbaer-nbsp;g^g^ ^ïct geheel anders in fyn werk j want byaldien
BÏropiLcn ymand hier een kder mans Wyfaffoend, fo is hygenoegfaem
verkoopen, lyveloos, indkü dt quot;Séleedigde matt vm GQnlg vermoogen is; ja
felfs geraekt, om dt misdaed van foo eenen , (y^geheele Ge-
ßagt fomtyds in ßaverny.
Sware flraf Aengaénde des Konings Wy^en i indien een Mansperfoon de-
over\'tbefla- fglve maer aenraekte, \'t fy by ongeluk of al •willens, fo fou fo
pen van eennbsp;of ten minften fyn vryheid quyt zyn ; en tot
voornaem ,nbsp;/ r \'nbsp;. i j n r inbsp;. n
perfoon fijn boete vau zyn onnoojde misdaed, lig lelven een eeuwige jlaver-
Wyf. ny moeten onderwerpen. Waerom ook al dc geene, die on-
\'sKoningsnbsp;Jionings wooningen iets te doen hebben, fig met roe-
^rfeEec pen Jaten hooren, op dat \'j Konings Wyven moogen verdagt
aengeroerd zyn, dat\'er een Afawj/\'é\'ryöoB ontrent is.
werden.nbsp;Om die felfde reeden laet fig de Koning, fo als ik hier
vooren van de voornaemße ook heb gefegt, binnens huis van
fyn Wyven dienen; fonder dat\'er oit eenig Manspersoon in komt,
ten fy\'er iets te vermaken of te verhelpen is, in welk geval de
Wyven fig fo lang aen een andere kant moeten begeeven.
Ook eenige Wanneer de Arbeiders op de Daken ,. ora iets te verfiellen»
iiietbelien. jp^oeten zyn, fo roepenfe meede geftadig, ten einde devoor\'
naemfte Vrouwen des Konings fig fo lang binnens huis houden;
want het befien van de fodanige felfs voor een misdaed werd
gereekend.
Hoedanig \'s So wannccr ^s Konings Wyven na \'t Land gaen ora te arbei-
Konings den^ \'t geen dagelyks raet veel honderden te gelyk gebeurd ,
y^yvcnfig fQ ftillenfe, wanneer haer een Mansperfoon ontraoet , al van
buitens huisnbsp;- .. . i .. .nbsp;gt;
■
gedragen. V\'crre roepen, fia ruimi dewelke dan aenftonds van de weg^
-ocr page 407-VAN BE SLA VE-K US T. n^
af op fyn knien valt, en, fonder haer eens ter deegen te der-
ven aenfien, voorby laet gaen.nbsp;_ -DeKonW
Om het alderminfte mgemegen, my wtegenshußmgen,\\ tv-- ^.^^oopt^
-koopt de Koning fomtyds een ftuk of twmtig vzniynWyven, fomtyds.eeni
fonder dat der felver getal oit komt te muideren ; want dne ge-
van fyn Kapiteins, met van de mintte Rang , tn welke over
het Fidafe Senatl opfigt hebben , keveren hem alle dagen aerdacèe|
weeder in de plaets ; want fofy maer een fraei Froumenfch gerai ver-
fien, fo brengenfe defelve tot den Koning , waer tegen fig me-
mand in\'t geheele X^Bi derf ftellen.nbsp;,nbsp;i
Als een Dame by den isCo«/^^ gebragt is, en datfe hem be-
haegt, fo werdfe een reis of drie van hem bekend, daer na
moet fy \'t vervolg van haer leeven-zls een z^eedige Non verfly-
Om deefe oorfaek werden de rrouwiieden ook gantfch on- Ni^ató
saern tot een Vrou-w desKonings verkoorenjkiefende defom-
een Vronw
sniee liever een haeflige dood, als foo een verdrietig leeven.^ des Konings
Voor twee iaren wilden gefeide K^/Zf^^^^ een ■ moi jong xyn, maer
M.Vi;tot den K«.i., brenge\'n; doch mirs fy niet veel beha-
ffen in het Nonne-Ueven had , foo ontvlugtte fy uit hunne Jjoodo-
handen , en fig vervolgd fiende, werpt fig uit miftrooftig-
heid in een diepe Fm , waer in verfmoorde. Ik lal het aen
de rrouwties overlaten , om te oordeelen , of fop een , die
quot;dat geene,\'twelk haer het meefte vermaek kan geeven, niet on-
gelukkig h , wanneeer fe het felve na een reis foenens oi twee
metpT.... moet verflyten. Veel beeter was\'t dan noit, als
wanneerfe fo ligt niet in.fouden vallen. Doch ,
van Aen Päder êesüuisgeftns-, erft de oudße
SoJzlle desfelfs Goeder-en, ook fyn Wj^.^, die hy voortaennbsp;^^^^
voor fyn eigen houd, en beefigt ; uitgefonderd de geen die ^iie fijn Va-
hem ter weereld heeft gebragt^; dewelke hy een afgefonderde
Wo«\' en noodig onderhoud (mdienfe van fig felven niet kan ^jn^pVroa
■beftaen) verfchaft. Dit hhy é.en Koning, de Kapnetnen, en
^ok den Gemeenen man, %ehtmkelyk.nbsp;. . RenKoninr
Deefen tegenwoordigen Koning is ook aen twee van lyn ei- ^^^
ge Dochters getrouwd geweeft; doch wylfe bereeds beide owr- jj^^hter
® ............^nbsp;kedengmomi^.-
-ocr page 408-ï.20nbsp;B E S C H R Y V 1 N G
keden zyn, en fyn vreugd met defelve van een korte duer ge-
weeft is, fo beeld hy fig in, dat de Goden hem hiermeedeo-
ver de Schenddaed hebben geftraft; en dies heeft hy ook ge-
fiüooren, dusdanigen daed noit meer te fullen onderneemen.
Uittrouwen Om in geen vetfoêking te vallen, trouiuden hy te mynen
v^aneen tyd fyn eenige Dochter uit aen den Enge Ij (hen Koopman, die
Dochter des ^Ij^jgj. Jgj^i Handel Weesens dien Landaerd waernam. Ik feer
denTnea^^quot;^\'quot;/ «^^t hem fynde, beftrafte hem. hier over;, en om dat hy-
- • - fe my niet eerft had aengehoden,beü.oeg ik hem al lachende in een
feekere Boete, \'t geen hy gewilliglyk betaelde ; met by voe-
ging, dat fynnbsp;, {choongetrouwd, echter tot myn
was, indien ikfe maer begeerde; dat om defelve wederom te
halen, het hem maer een woord had te koften.
Wat dunkt UE. Myn Heer, fyn de Dochters van deefen Koquot;
\'ïlsmeTd^quot;\'^ reedelyk veil en goed koop,, maer\'t is van den brui,
Ichr^ver.quot;\' dat het tfouwen van fo een Konings Kind hier te Landnietveel
voordeelkm geeven; anderfints had het aen my felven moer
ten. haperen gt; byaldien ik niet al voor lang gelukkig was ge-
weeft.
Veelheid van Weegcns de gefeide veelheid van WjK\'yfK , is het ook wel
Kinderen, ^fte meeten, dat geen klein getal kinderen moeten voortkooquot;
men, indien de Mannen anderfints maer in ftaet zyn, onLde-
felve te konnen toeftellen; want verandering van Spys, feidhet
Spreekwoord, doet wel engraeg eeten, en dies ontbreekt het hier
aen een byna ongelooflyke Kinder-Tedt niet ; want gemerkt
de V\'l\'oumtjes nietgeheelmvYugtbaer v^\\\\en, ende Mannen ook^
wel in ftaet zyn, om\'er het hare toe te doen , fo en behoeft
men\'er niet eens aen te twyffelen; wantbehalven datdeM««^
( door hun goede wys van leeven, en\'t voed faem eeten en drin-
ken , noch geduerig andere middelen tot verfterkinge der Na-
tuer gebruiken, eh te gelyk ook flerke en lyvige menfchen zyn,
Mansperfoo- {o moet UE. fig niet verwonderen, fo wanneer voor vaft en
nen f^^^ feeker feg, dat ik hier Manlieden heb gefien, dewelke Vaders
hondertT \' wareu vau over de tweehonderd Kinderen\', en op dat hier van
Kinderen, \'in my geen twyffeling mögt overblyven, fo is my het {elve ,
en al de geene die\'er van ons na gevraegt hebben,,, met twee
voorbeelden nader bevelügd; eerftelyk meteen vmdesKonings.
fche Koop
tnan
en redenee-
VANDE SL AVE-K UST. fii
Kapiteinen, met name Agoei gt; dewelke ons zedert eenige ja-
ren voor Tolk heeft gediend.
Ik vroeg den felven eens, in \'t byweefen van een onfer Gcfprek
Schippers en myn ^fiftent, hoe veel Kinderen dat hy wel ryk „eS^S-
was, vermits ik hem altoos met een goed gedeelte fag verfeld? pitein.
welke my daer op half verfugtende antwoorde, dat hy onge-
lukkig genoeg was van\'er niet te veel te hebben, en dat der
felver getal niet boven de jevemig fluks bedroeg. Ik vroeg
wyders of hy\'er geen dood had ? hy feide,ontrent fo veel als\'cr
noch in levenden lyve waren. En overmits deefe Man \'t gefei-
de getal (te famen ontxent hondera en veertig uitmakende) voor
Weinig fchattede, fo kond UE. eens denken, hoe veel\'erdic
geene wel moeten hebben, die fig ryk van Kinderen moogen
noemen.
Waer over de Koning (in wiens tegenwoordigheid dit voor-Als ook met
viel) my deefe verklaring gaf, en een Perfoon aenwees , een denKoaing.
fyner Onderkoningen fynde, die alleen met fijn Soons tnSoons-
Soons, neevens haerlieder Slaven, hun algemeene vyand, wel-
ke met een goede magt van volk waren afgekoomen, hadden
afgeweefen , en te rug gedreeven. Voegende hier verders
noch by, dax dttie Onderkoning, mtt fyn Soons, en hare äo-
nen, een getalvan over denbsp;konden uitmaken,fon-
der dat\'er de Dochters of denbsp;onder gercekend wier-
den.
Oordeeld nu eens, myn Vriend, o£dede menfchen nict be-
quaem fouden zyn, om, ofer elders eens weeder een Nieu-
tue Weereld wierd ontdekt, defelve binnen korten tyd te be-
fiolken.
Byaldien het gefeide waeragtig is ; gelyk ik het\'er fonder
de minfte twyfeling voor houde (mits \'j Konings kggtn, door
^e daer tegenwoordig fynde Grooten, wierd beveftigd) en dat
^et veel Kindermaken algemeen door dit geheele Land is, fo
behoefd men fig van nu af over de volkrykheid der felver niet
te verwonderen; noch ook, waer dat fo grooten getal
Slaven , als hier jaerlijks werden ingehandeld, van daen koo-
men.
Weegens \'t Trouwen der Fidafe heb ik my al redelyk lang De Fidafe
II. Deel.nbsp;C^^nbsp;op-\'ïoor\'iim
-ocr page 410-eigen Ko- IT2nbsp;B E S C H R Y V I K G
Opgehouden. Laet ons nu eens befien, hoedanig bun ïtoktü
venniftge^\' is ontrent het bewaren van een andér mans goed. Hier ontrent
.maekt.^ deed den Kming, wanneer ik voor de eerftemaei aen Fida
quam , felfs uitfpraek; te weeten: Dm fijn OndeYianm niet
\' waren als die van Ardra , en mdere Lmdea daer om-hr ; dewelquot;
ke de Europianen om het alderminße ongelyk, dat fy waenden van
deßlve ontfangëti te hebben, door gift aen kant hielpen. \'Hier voor,
voer hy voort, hebt gy niet te vreefen doch ik rade u, neemt U
■G os-deren doch-wel in agt, vermts myn volk met de konft van Stee^
Jen fchynd gehören te zyn; et^fy füllen u noit rmer ontvreemdenüh-
fe konnen krygen.
Ik was over deefe vryborftige verklaring van dtw Koning feer
wel voldaen ; denkende wel fo goede voorferg te füllen g«^
bruiketi, datfe my door hun Diefachtigheid weinig fchadefou-
den toebrengen, doch ik reekendv-mt dier tyd t\'eenemael fon-
der dc Waerd-y want ik bevond naderhand , dat het de^oaf-
fte en met eenen ook de behendigfte Dieven des werelds waren.
-En dat byna Alle (uitgefonderd drie of vier van de voornaemfte) (ynfc
fónderuit- aen dit euvel, i^tó cn ^rooï, arm en ryk. In\'t kort, fonder
fondering. ,iiitfluiting (als die ik reeds gefegt heb) van ymand in het ge-
Hun behen- heele Land; verrigtende fy \'t fel vernet foodanige
äigbeid.nbsp;J^^j. te- mynen tyde eennbsp;Koopman dwong te feggen:
Datfe fig op \'f ßuk vm Dievery beeter ve^ßonden :* als de Beurfiquot;
fnyders van Parys.
Gelieft UE. te weeten, wat hem hier toe \'bewoog; bet was
om dat hy, \'ftaende op fijn venréi , alle fyn gudereu in -fyn
by d-enander bad gepakt, .nevens een groot getal
\'Hoenders tot ververfftng\', van meening fynde,, om defelve
anderen daegs na ^oori te fenden; dochnbsp;moeite witrd
;liem afgenomen.; want toen hy des morgens in fyn Pakhuii
quam, vond hy noch Koopmmfcêappm noch Hoenderen. E»
\'terwyl hy het Pakhuis heel en gaef vond, van \'s gelyken ook
het Äof 5 fo cn.kon hy niet bedenken, hoedanig dkSteekni^
fyn werk was gegaen; doch ik ben het naderhand tot mijt»
-Steèfcrivan fchade wel gewaer geworden.
dequot; rt^ki^^ ©e 2lt;lj^gers van dt Goud-Kuft fyn meede Diefachtig genoeg»
dSïomt doch fy en, hebben.by iQ Mq ^zen handwater. Ikenheb hier
VAN DE SLA VE-K U ST. 125
noch niet een Schip gt; van wat Landaard het ook geweeft is ,
gefien, van wien niet een goede ft)mme gelds aen goederen ont-
ftoolen zyn; want de weg tuftchen \'t Strand, en V Konings
Dorp , gelyk ik reeds heb gefegt, ontrent drie mylen lang fyn-
de, en waer langs deefe Schehnen onfe goederen moet opdra-
gen, geeft hun de fchoonfte geleegentheid des weerelds , om
hare Äo/te fpeelen, en\'tgeen niet te beletten is, al had men,
in plaets van den honderdoogingen Argus, ten Wagter met dui-
find oogen voorfien , fy fouden het evenwel weeten te klaren ;
en fchoon men het by geval al komt te fien, en\'er haer over
tieftraft, fo fynfe ftout genoeg, om te vragen : Of wy ons in- Hun ftout.
ieetden, datje deefen fwaren arbeid voor \'t geringe loon, datfy van Heid daer
Qns ontfangen, fouden dom, fonder eenige vryheid totßeelentemoo^ ontrent. ^
ge:n hebben}
By vnyw aenweefen h het gebeurd, dat de Engelfche hun Fa- Voorbeeld
ten met Boeßes (\'t welk het -^eld van dit Land is) in SakkenhaA- met de En-
den.genaeit; denkende defelve daer door voor de Roofgierig
ge handen écT Negers wel bewaerd te hebben ; doch mis. On-
fterweegen fneedenfe de Sakken van de Vaten af,en na met een
yfere Veer tuftchen dè Duigen in geftooken te hebben, deeden-
fe de Boefies uit defelve vallen. Honderddêrlei wyfe wectenfe
te verfinnen, om te fteehn: defelve hier acn te halen, fou te
lanj vallen.
Dies fal ik maer eenlyk feggen, dat niemand fig behoefd Vanditftee-
te laten voorftaen, dat hy hier in fou konnen voorfien. En len heeft
fchoon men hier over by den Koning klagtig valt, men heeft
geen Regt, en noch veel mindernbsp;te verwagten. Want ver|Lquot;d^ng
ïil geeft den Koning laft , om de fchuldige op te foeken en te Cewagten;ea
ftraffen, niemand derfd het felve uitvoeren, uit vrees voorde waerom.
^udfie Soon des Konings, die\'er gemeenlyk fyn deel van heeft,
en derhalven deefe F^^e^oKi^é-M.befchermd.
En byaldien men fou denken, dat, fo wanneer onfe goe-
deren in de Pakhui fen A\'n gelegt, fy dan in \'Behoude Haven
^aren, dat (ou. meede ten groovemisreekening zyn. In den be-
ginne was ik wel van die gedachten , doch zeedert dat myop
^en nagt voor meer dan feshonderd gulden aen goed was omftoo-
^ \'nbsp;zé\'//,
iHnbsp;BESCHRYVÏNG
leny wierd ik van een ander gevoelen; en dat menr om hier
van bevryd te weefen j uit het Land en hun handen fyn moett.
Op hocdani- Ik vond ter dier tyd de Slooten van myn Pakhuit heel en gaef,
gen wys den ^^nbsp;-j^ goeder heivaringgehaó^óks ik\'er met den
wer^beftoo- eerften meede niet achter kon koomen; doch ten alderlaet-
kn.nbsp;ften ontdekte ik htt (chclmfiuk, en bemerkte datle m de Joh
der (die van Riet cn Leem, om voor brand bevryd te zyn,ge-
maekt was) cen^^f hadden gemaekt, en met een ßok , aen
welkers eene eind een haek was, haddenfe al deefe Goederen
na hun weeten te halen.
Doch in \'t Pakhuis van den Franfchman haddenfe het^^ffo
groot gemaekt, dat\'er een Menfch door kon. Kort om , \'t
gaet hoe het wil , men moet van haer beftooUn worden.
\' Doch al lang genoeg hier van gehuwd : nu weeder van wat
anders. En eer wy overftappen tot hun Regeering en Gods-
dienfl, fal ik noch iets anders afhandelen ; doch my ontrent
het felve niet lang ophouden.
Ryke Kle- De Negers fyn hier rykelyker in hun Kleeding als op de Goud-
diugderFi-uitgenomen Goud en Siher; datfe niet en hebben,
dafe Negers.waer vau fy ook de waerde niet weeten. Sy dragen ge-
meenlyk vyfafes kleeden, alle van verfcheide Stof, boven den
ander; en het Opperkleed is byna tien a twaelf Ellen lang , t
geen fy heel aerdig rondom het lyf weeten te ployen. Rood
en vermag niemand te dragen , als die van \'j Konings Bloed
Kkding der ^^ De Wyven dragen meede een intmlgtt kleeden oï Panen o-
Vrouwen. ^^^^ ^^^^^^ ^^^^ yj^j. j^Q^ej^ anderhalve of twee El-
len lang, die fy met twee einden voor opde^«*^toeknoopen;
dies het gefeide kleed hm Billen van achteren wel toedekt ,
doch van vooren fit het altoos van malkander; en wat hard
gaende, fo latenfe fien, \'t geen de eerbaer^eid gebied dat men
bedekt fal houden.
Deefe manier van kleeden feggen de Negers datfe hupne
IVyven hebben toegevoegt, om, als haer dc grillen eens in t
hoofd koomen, niet lang te futfelen; en fo heeft yder Moo-
de noch al fyn gemak ofte nut.
Gaen alle \'t Is heel aerdig te fien, dat hier alle menfchen , Mannen ,
meJ kaelnbsp;quot;nbsp;■
VAN DE S L A V E-K U;S T. 125
Vr9UV3en en Kinderen , met kale kof pen loopen , geheel glad gcfchoore
met een jcAfem« afgefchoören, waer meede , fonder eemg^^PP^quot;quot;
dekfely ïy g\'lLtmn Reegen, Wind, heete Sonne fchyn, ofv^zX-Weêr
het ook is; derhalven, fo het vaft gaet, dat bloods hoofds te
loopen harde koppen maekt, ik wel derf feggen, datfe de Ne-nbsp;]
gers verbruid hard moeten hebben , mitsfe altoos bloods hoofds
zyn. Dit doet de oude menfchen jonger fchynen alsfe in der daed
2yn j en dies te meer , om datfe den Baerd ook niet lyden ,
maer meede kael affcheeren.
Syn de Negers op de Goud-Kuß gefet, om,ftek fynde, ha-
re gefondheid weeder door de Geneesmiddelen en veelvuldige Of-
ferhanden te erlangen, de deefe munten daer in uit; voorna-
mentlyk het laetfte, waer in fy geheele dagen beefig zyn.
De Geneesmiddelen fyn hier defelve;. doch het Offeren pitt GxwtM-
dusdanig toe: Een y^elyk heeft in ïynhuis een plaets onder
den blooten hemel, affonderlyk hier toe gefchikt, en als een
tuintje met Riet omvlotten, eneenigegt;«/5^frybeftooken. Hier
doenfe geduerig hun Offerhanden, omgelukkig mgefondte moo-
^^So wonder beangft fynfe voor de dood,, datfer.felfs niet van
mogen hooren fpreeken, uit vrees dat hun fterfdag hier door de dood.
fou verhaeft werden. Geen Ne^er in het geheele Land fouhet
fig derven onderwinden, om\'er in tegenwoordigheid van den
Koning, of tem^znéer groot Heer, den mond van open tedoen,
ten ware hy met\'er daed wilde, ondergaen dat geene , waer
van hy hadde geredeneerd.
\'t Gebeurde dat ik in myn Reis, o^ myn vértrekfiztn- Raer geval
de, aen den Koning (diemy ontrent ^/az/é^zi^^»fc wasfchul-van^deji^
dig gebleeven) vroeg: Wie rny op myn wederkomfl , en hy dood daer ontrent.
\'^as, fouketalenl AI de geene , die daer tegenwoordig wa-
ren , verftomden op deefe vraeg; doch den Koning, die een
Weinig Tortugeefch kon, my wel verftaende, en fiende dat ik
onkundig was, antwoorde al lachende, doch kort: Dat ik
^y daer over niet behoefde te bekommeren, dathy mitflerven,maer
altoos in het leven fou blyven. Ik merkte aenftonds dat ik het
^^rbruft liad;derhalven nam iV^p\\yn..affcheid,tXi vertrok naer myn
^ooning\', vragende aen de Kapiteins, diemy volgden,deree-
Q 3nbsp;den;
-ocr page 414-den van hun \'verßngenth^id. Die riiy ten antwoord gaven; Ua^
niemand, op ftraffe des doods, fi openbaerlyk in \'s Kenings tégm-
waardigheid van fterven mogt fpreeken; en nochfo vesl minder, ah
U htm felfs aenging. Ik fweeg voor die tyd flil; doch in nxyn
j tweede en derde Reis, wat vry er met den Koning en fyn voor-
naemfte Groofe/z geworden fynde, heb ik haer meenigmalen,
weegens hun ydele vrees voor \'tfterven, uitgelagchen;\'tgeen-
fe met\'er tyd al foo gewoon wiérden, datfer felfs om begon^-
den te lagchen; voornamentlyk den Koning, (die een fmake-
lyken Broeder is) als ik\'er ymandvmïyïiKapiteins algekfchee-
rcnde mee quam te dreigen, ©och een quot;i^eger fal\'er echter de
motid noch wel van toehouden.
? bfdquot; Ne^erx leven hier fo maer by de gis weg, fonder eeni-
ijfeanbsp;dagen of tyden agt te flaen. Feeßdagen hebbenfe niet/noch
ook geen verdeeling van ueren, dagen, weeken, maendmoljar
ren, maer fy reekenen eenlyk hun aaeitijd na, Manefckyningen\',
en dat het alle drie dagen onwederfpreekelyk groote Marktdag
RekSaerï ^^ bereekenen van hun Koophandel fynfe fo uitneemend
inden gauw, datfe het fo dra nkhnn kop,^ als wy met pen en ink
Koophandel, füllen doen; felfs ten getale van eenige duifenden ; waerom
het ook heel gemakkelyk is met haer te Handelen, en niet half
Jo Veel werk gt; als met andere dmme Varkens van N^^kj-.
Laet UE. niet vreemd voorkomen, %^yn Heer, dat ik het
een voor \'t ander ftel fonder een vereyfte famenhang te ma-
kem en als van den op den Efel fpring; want vermits ik
my de tyd niet gegeeven heb, om het ter deegen tc fchikken,
fo moet UE. het voor lief neemen, fo als het maer valt. Doch
begeerd UE. een andere or^ier, bruft en fchikthet foalsubefl
gevalt. Gy fult4iet na ontfangft als eigen in handen hebben.
Trooft u voor tegenwoordig, dat myn teem haeft uit is , en
ik byna ten einde van deefen Brief hen gekoomen.
Maenftondi- Vrouwen die het gaet na de wyfe van hun kunn\\ werden
weiSrquot;^^quot; hier voor fo onrein gehouden-, datfe in die tyd niet in
voor feer on. riings of eenig ander Grooten huis mogen komen; want de O\'
reingchou- vertreedflers met de dood, of eeuwige ftaverny fouden geftraft
Het \'Befnyden der jonge Kinderen, namentlyk der Soonen, is Befnydcnis.
hier gebruikelyk; dxsch vraegt fiien haer van waer het felve
komt, antwoord is met den eerflen gereed: Als dat fy het
hy omrleeveringm van knn Vitormders hehh-en ^ fonder te lueetèn
voaer het nut voor is, ef wat het heteekend.
ik fdde fo even, dat de hfneeden wierden; en VE.
denkt miflchien niet fonder reede« , om dat het aen de
Meisjes met fou paflen. In waerheid, Mjb Heer, het fou
hier aen eeïiige Meisjes immers fo wel voegen , als aen de
quot;^negtsjes. E.^ Silsetn Geneesheer, behoefd niet te vragen ,
IVatt En de onkundige fal ik wyfen naer den Heer en Mr. Aer-
mud van Overbeek, daer hy van de lAottentottinnen aen Cabo de
Boa Efpermje fpreekt.
In ^t Befnyden\'éét K^^rferf« verfcheelen de Ne^trjliier won- Waer in feamp;r
derlyk van den ander; den ee« doet het met vier, vyf, fes, verfcheelen.
cn andere roet agt of tien jaren.
Hun Speeltmgen fyn ongelyk aengenamer als die der Ne- HunSpeel-
gers op de Goud-%.ttfi, en in \'t gebruik fynfe ook vry befadig-
der; want in tyden van klagm of weenen\'{nlknfe fig met defel-
quot;Ve niet latjen hoören.
Bobbeiam fyn fj in den hoogft-en Gratd ; verfpeelende alles Syn groote
^jt fy inde weereld hebben; en als geld en god ontbreekt,
fo doen fy als de Chineefon, en fpeelen om W)/ en Kanderen
en laetfl:elyk om haer Land en Lyf.
IkfAl, om UE. niet langer op te houden, hi^r haer
TS/^ee/fwi^m gebruikelyk, fo tor ■yemöê\'^ als den Dobbel, niet
affchilderen; en ik foü\'er ook weinig kans toe fien. Der-
halven dcefe werd geeindigd en beflooten, van de geen ,
lt;ltc t\'aUer tyd en plaetfen fig beroemd te zyn, Myn H^fr,«
Inbsp;. -
,Ëtnde des mlmenden Briefsy
Man-\'
-ocr page 416-Handeld kortelyk van de Fidafe Regeering. Halsfaken vallen hier
weinig voor. Straf over IDoodflag. Over Onteeren van
Konings Wyven. Andere JMifdaden met geld geboet. Eed van
fuivering; hoedanig. Ouderdom van dm Koning. Syn inborfl.
Spretkplaets. Bedienigen. Inkomßen. Tollenaers. Hoe veel
den Koning van een verhandelde Slaef trekt. Fan Ftfch. Sj»
koßuimens. Van yder fchip ; als ook fijn Kapiteins. Rykdom
van den Koning. Heeft veel te onderhouden; £n fware onkoften.
Y^iemand vermag denKoning fien eeten, of fyn fiaepplaets viee*
ten, als fyn Wyven. Syn Gefchenken aen de Europianen, Werd
van fijn Onderdanen als een halve God geëerd. Syn kleederen.
Kinderen; en der jelver inborfl. Hoe deefe Koning op den Throon
is gefteld. Quade hedryven der Fidafe op het a^erven hunner
Koningen. Beveelen des Konings door fijn Wyven uitgevoerd ;
en een aerdig Geval daer omrent. Godsdienfi en bygeloovigheid
\\ der Fidafe. Veelheid van Afgoden; feer aerdig door een Neger
^ verklaerd. Denkbeeld der Fidafe van den waren God. Wat
hun voornaemfte Goden zyn. Eerftelyk de Slang; die, voorna-
mentlyk van den Koning, groote Offerhanden krygt. \'t Huis van
hun voornaemfte God; waer geleegen. Hoe groot den felven is ;
en op wat wjs fy hem hebben gevonden. Offerhanden in voorige
tyden door den Koning na V Slangenhuis gefonden ; doch afge\'
fchaft; en waerom. Wydloopig berigt van de Inkomften des Ko-
nings weegens den. Slangendienft. De Negers, fchoon haer deefe
Bedriegery niet onbekend is, derven er fig niet tegen ftellen ; en
reedenen waerom. Die den Slang eenig leedtoevoegd,werd ten vie\'
re gedoemd. Droevig Geval defweegens met eenige Engelfchen.
NocÄ een ander met een^e%tt van de Goud-Kuft. Veelheid
van Slangen in de Wooningen Europianen. Den Schryver voor
\'t verdagt eeten van den Slang door den Koning betaeld. Deefe
Afgodifche ftangen doen de menfchen geen ^uaed. De Negers
konnen niet verdragen, dat\'er quaed van den\\Slang werd ge-
fprooken. Höf ß fig gedragen , als\'er by ongeval eenen komt te
Jneuvelen. Aerdig Geval tuffchen een Varken en een Slang , \'t
geen
-ocr page 417-VAN DE SL AVE-KUST. 12^
geen eenige honderden van de eerßgenöemäe het leven kofl. Boo-
men fijn de Goden der Fidafe in den tweeden Rang. De Zee
hun derde God. In wat geleegentheid deefe heide met Offerhanden^
quot;Vereerd» en aengebeeden werden. Taf en en Papinnen in groote
agting. De laetße Gods Kinderen genaemd. lAaer groot gefag.
Verbeelding der Widsfsrvan Duivels Geeflen» en de Hel; waer
in mch onlangs verfterh. Redeneerig tuffchen een Fidaes Kapi-
tein, en een Roomfche PnV/er-y«« St. Auguftinus Order.
MYN HEER,
^ P den — was mynen laetften aen VE. In defelve
maekte ik een drieleedige verdeeling van het Fidafe Lan^.
\'t Eerfte heb ik in myn voorige afgehandeld: en het tweede,
namentlyk hun Regeering en Godsdienfi fal ik in deefen af-
doen; doch ontrent het eerfte, als niet veele feldfaemheeden
in fig befiuitende, fal ik my niet lang ophouden.
De Regeering beruft in faken, welke \'t Land of Oor/o^ be-aegcering
treffen, onder den Koning en f\\\\nvoornaemße Grooten; doch enRacds-
in geval van mifdaden doet den Koniug fyn Raed, uitgemel- vergadering
äe perfoonen beftaende, vergaderen , fteld haer het begane
Feit te vooren, en eifcht dat een ygelyk fyn oordeel fal ui-
ten, wat/^röf den A/i/i/ij^^i^^r heeft verdiend. Wanneer\'t
felve gedaen is, en hem wel gevalt, fo werd het ter uit-
ï/om»^ gefteld j doch fo hy het anders begreepen heeft,
doet hy fyn Raden vertrekken, en laet den Mifdadiger na ei-
gen goeddunken ftraffen.
Halsfaeken vallen hier felden voor, en eenlyk maer over Halsfaken
*foodfiag, en \'t pleegen van Minnefpel met V Konings en
dere Grooten hun Wyven; doch wyl de Ne^m , fo als ik
reeds heb gefegt, fonderling voor de vreefen, fogaen-
fe, om defelve te myden , met de grootfte omfigtigheid
weerelds te werk, en echter heeft men\'er fo nu als dan
*ioch al eenige voorbeelden van gefien, waer van ik\'er hier
^ier fal aenhalen, dewelke binnen de tyd van vyf a fes ja-
^^n herwaerts fyn voorgevallen.
De twee eerfte fyn twee Swarten, dewelke weegens be- Strsfover
gane Moord fyn geregt, beide op een en defelve manier; na- doodflag
II. Deel.nbsp;Rnbsp;ment-
mentlyls dat fy levendig wierden opgefneeden , t ingèwand
uit hun /j^gehaeld en verbrand; vervolgens de doode Romp ,
met Som gevuld fynde, op ecnftaek midden op de M^r^f ge-
fteld; waer dat ik defelve op myn eerfte komft ook noch heö
gefien.
Sware ftrafnbsp;jaren een ^eger, die met een van V Konings Wy
pIovLeen venhMste doen gehad , betrapt fynde , wierd met het
Wyf des Ko- f/youtnenfch na de gerigtplaets \'t geen op \'t epen veld was, ge-
^ »ngs. voerd, en aldaer ten doel gefteld van veele Grooten, die op
hem hun gewisheid,in \'t we^en met de ^jJagmM\\dm toonen;
waer door deefe ellendige afgryifelyk wierd gemarteld. Hier
na wierd hy, in tegenwoordigheid van hec Vrou-wmenjch, be-
roofd van dat Lid, waer meede hy voornamentlyk had gefon-
digd; en na \'tfelve in \'t vier geworpen te hebben, wierden fy
beide in een diepe kuil gefet, dochhanden en voeten bevorens
wel gebonden. Met eenen haddenfe een ^roo^e Pof met koo\'
kend water o^ het vier fiaen, \'t geen fy\'er met Calabajfenmt-
fchepten, en daer meede beide deefe G\'^/ie-yf\'w begQoten, tot
dat de Pofontrent ten hal ven uitwas, wanneerfe defelve met
al het waterhovm. op dtth menfchen wierpen, en vervolgens
de kuil met aerde toedolfden.
Koch eene Xwee jaren daer na wierd weeder een Mansperfoon hma^t,
quot; Td ^d^^\'^^ie \'nbsp;Konings Wooning in Wyveklee-
\' deren had laten opfluiten, en in die tyd verfcheide Vrouwen
des Konings vermaek aengedaen.; doch eindelyk , vreefende
dat de-bakens mogten uitbreeken, namenfe een befluit om te
vlugt en i en niet vergenoegt met den Koning in fyn Eer te heb-
ben verkort, meendenfe ook een goed gedeelte fyner Goede^
m mee te pakken, waer vanfe, in een ander/W koomen-
de, fouden mogen beftaen; doch onder het pakken van dit
goed wierdenfe betrapt,; maer echter geen meer als de Nege^
en een Vrouwmenfch; en wat pyne men den eerften ook mogt
aendoen, fo en wilde hy\'er geen meer beklappen ; dies het
oordcel over hem ging verbrand te worden , nevens het
;Vrouwmenfch.
Wanneer hy mi fag dat \'x Konings Wyven io yveng waren,
om hout aen te brengen., ^t geen tot fyn kaßyding fou trienen ^
VAN DE SLAVE-KUST.
kon hy fig van lagchen niet onthouden; als of hy feggen wil-
de, datfe nu fo gedienftig waren, omde/?«?/tot fyn^rö/aen
te brengen, daerfe doch fo meenigen vermakelyke nagt met
hem hadden doorgebragt. Dit en gaf hy door fyn grimlag-
chen alleen niet te kennen, maer feide het ook opentlyk uit,
fonder echter de (chuldigetewiWtn openbaren; waerom\'crook
geen meer als deefe twee wierden ^e^w/if, welke malkander in
leven en dood verfelden.
Uit \'t voorfeide kan UE. ligtelyk bemerken , dat den
mßg de geene, die hemnbsp;feer wel weet te vindenjdoch
om andere vK^^t te doen hebben, valt hy wat doof.nbsp;Deo •
De overige mijdaden y die de Swarten koomen te begaen , rnifa^E®\'
werden meeft met een geldboete afgemaekt, \'tgeen dennbsp;met geld af-
fonder dat hy\'er fijn Kapiteins by roept, na fig neemt , uit- gemaekt.
gefonderd eene (yner Gmftelingeny met name Kapitein K^r-
tery die raen met goed Regt de Z/V/ des \'Konings mag noemen ,
alfoo hy fonder den felven niet het alderminfte wil verrigten,
Desfelven bediening was te mynen tyd Kapitein weegens de
Europianen te zyn-, of, fo men hier fegt. Kapitein Blanke\\om
dat hem de toefigt over defelve , en den Handel was toever-
trouwd.
Indien ymand hier te Land met deefe ot geenemifdaedwerd Eedvati 1hi-
befchuldigd, en \'t felve niet klaer genoeg kan beweefen wer-nbsp;al!
den, fo moet hy , als hy het Feit ontkent, fig felven met gelegt.
fuivcren, door het nuttigen van j^MraweBye/ï, o( Fetichcy
even als op de Goud-Kufii of anders, en \'t geen hier welfo
gemeen is, fig na een Rivier, niet verre van \'j Komngs Hofy
laten brengen, welke Rivier deefe eigenfchap werd toegefchree-
ven; als dat fy de geene, welke in haer wetden geworpen^en
fchuldig zyn, aenftonds na de grond trekt, en doetverfuipen; Ookdoor
(geheel ftrydig met de proef y waer meede fommige dol ge- feekere Ri- ,
noeg geweeft zyn, om {nlks^ontventgewaende Ta-z/erÉ\'/eKtegegt; v^^r; en^faoe
bruiken) doch den ontfchuldigen komter ongefchonden weeder uit;
mits beding nochtans, dat hy fyn leven doot fwemmen moet
behouden, en fig redden; en wylfe meeft alle daer wonder
^\'aerdig in zyn, fo en heb ik noch noit gehoord, dat deefe
Rivier ymaad VOor fchuldig heeft verklaerd ; want alk koo-
R 3nbsp;men-
-ocr page 420-I J 2nbsp;B E S C H R Y V I Isl G
merïfer weeder vry uit, met aen den Koning een feek\'re fom
te betalen; waerom ik voor vaft geloove, dat dit geheels
eenlyk is, of werd aengelegt.
Op even defelve wys gaen de Onderkoningen» in haer onder\'
hoorige Plaetfen j meede te werk , meeft altyd de menfchen iö
een geldboete, tot hun voordeel, verwyfende.
Van hare Regeering weet ik niet veel meer te feggen; fal
derhalven daer van affien, en hier eennbsp;van des Ko-
ningS\'Huis, en fyn Staet, laren volgen.
^a^Ë FU^ Öeefen tegenwoordigen Koning is een perfoon van diep in dc
dafcn Ko-quot; quot;^y^^ig j\'aren oud; doch noch fo levendig en vol van vier , dat
ning,fynoa-hy ymand van vyfendertig jaren niet een hair fou behoeven
derdom,be- toe te geeveu. Hy is de beleefdße en mildadigfle l^eger , die
madw St; ^^ gedenke onder alle Swarten%Qf\\tn te hebben; en is noit bee-
\'ter te vreeden, dan wanneer wy hem om het een of ander la-
ten i/^r/oe^É\'/z. Alles wat men begeerde fou men van hem kon-
nen krygen, byaldien een deel Schurken van Pluymßrykers en
Pannelekkers hem niét geftadig tot defuinigheid aenporden;doch
niet tegens haer, maer om dat fy \'t geene hy ontrent andere
befpaerd, na fig mogten fteepen; en ik heb by ervarentheid
gefien, dat hy aen ditvolk hoe langer hoe meer het oir begint
te leenen; gemerkt hy nu in lang fo fcheutig ontrent ons niet
meer en is; en daerenboven werd hy fo wonderlyk norstxvkop-
pig in \'t Handelen, dat men bcfwaerlyk met hem te regt kan
geraken; want daer hy fig in \'t eerft van ons lietwil
hy het nu in tegendeel t\'eenemael i^a fyn fin hebben; nament-
lyk voor fyn Slaven de fijnfte, befte en welgewildfte Koopman-
fchappen,nbsp;Koopman, of die daer den HWe/doet,!on-
derling veragterdwant behalven dat men aen hem een der-
de, vierde of vyfde V£gt;or een Ä/ze/meer moet geeven, als aen
doch werd
door ecfiige
verleid , \'t
geen hem
koppig en
ijorsdoet
werden;
lykin^Han- ander, fo fit men, als hamp;tbëftegoed weg is, met hetove-
deka. rigeenkykt, {ondtr\'er , 2.\\s met groot nadeel, af te können
koomen; daer men anders , indien den Koning wat rekkelyk
wilde zyn, (gelyk o^ myn eerfte en tweede Reis) het een-met
het ander gemakkelyk fou konnen ftyten tn vertieren.
©eringe De Staet die deele Koning houd, is feer flegt, en byna niet
sraet des mcldenswaerdig, en hy werd van niemand buiten fyn Wyven
gediend.nbsp;Eens
V AN D E S L A V E-K U S T. 133:
Eens, of ten hoogften tweemael \'s jaers, gaet hy uit, als Gaet eens of
wanneer hy met fyn gevolg noch al eenigfints pragtig voor den
dag komt, voornamentlyk fyn Wyven , die hem ten getale vv^vcTui^*^
van meer dan duifend verfellen; fynde een ygelyk van defelve
op het fraeifte enkoftelykfte opgetoid. Op fo een tyd kan men
al fyn moiße Wyven, die anderfints genoegfaem opgefloo-
ten zyn , te fien krygen.; en te-gelyk ook aen defelve een
fraeije Schat van koßelyke en meer dan goudwaerdige Kouraet
befchöuwen.
In deefen op~ of uittogt heeft hy meede niet eenen Mans-
perfoon by hera; doch hy waerfchouwd alle fyn Grooten be-
voorens , waer dat hy fig meend te gaen verluftigen , die
hem daer dan gaen opwagten; doch fy dragen wel forg,dat-
fe ver genoeg van het W^vemimmer blyven.; fynde hun niet
meer toegelaten , als defelve maer in \'t voorby gaen te be-
fchöuwen.
\'t Overige van \'t jaer blyft den Koning binnens huis, geen Tydverdryf
2i.ndQt: tydverdryf hebbendei als fig met fijn Wyvente verlufti-Honings,
gen; behalven \'s morgens, wanneer .hy fig in de Spreekplaets-
Jaet vinden, om van üjn Kapiteinste verftaenof erietsiswer-
gevallen; ook om fijn beveelens aen defelve uit te deelen.
Als dit gedaen is, vervoegd hy fig in de w/^/i/ijm, voor Syn luff tot
de Europiaenen afgefonderd , om met defelve , weegens-^P^^^^quot;\'
den Handel, te fpreeken. Hier heb ik meenigen dag , als
hy of ik niet te verfuimen hadden , met hem doorgebragt;
altoos \'t een of ander Spel (quot;waer op hy, na de wyfe van
fyn Landy wonderlyk gefet was) met hem fpeelende, het
fy orii een Osi Varkens, Schapen, of wat het ook mogt zyn,
doch noit omgeld oïgoed; en hier by had ik altoos een groot
Voordeel; want als ik won, fo w^iïerd my het felve aenftonds.
t\'huis gefonden; daer in tegendeel, als ik verloor, hy niets
begeerde te ontfangen.
In deefe Spreekplaets fyn twee voetbanken gemaekthet Hoedanig
eene breed raet een Kleed overdekt, en een ovale Stoel,
de wyfe van dat Land gemaekt, is voor den Koningj;
bet andere, met Matten belegt , voor de Europianen ., omftêld.
nevens den Koning te fitten, \'t geen van defelve bhodshoofds ge-
R 3nbsp;fchied
-ocr page 422-iHnbsp;BESCHRYVING
fchied; niet dat het hem werd gehooden, maer om datfe fien
dat\'er den Koning meede is gediend.
Waer in me- Wanneer men aen den ingang van de Spreekplaets komt, fo
mand metnbsp;,nbsp;^nbsp;i o jnbsp;-n ^ n ^
Geweer ^erd ons veriogt, htx. Sydgeweer te willen afleggen, en over
mag koo, te geeven; alfo den Koning niet gaerne fiet, dat men met het
men. felve voor hem verfchynd.
\'t Is alhieral was\'t een geheelen dag , met den
Koning te fitten; want behalven dat hy heel korswyligxaXufQ
difi: hy altoos op, fo wel koft als drank, van het befte dat hy
heeft.
Niemand vermag met hem uit een Glas, Kop of Schael te
drinken, maer hy moet altoos fyn eigen affonderlyk hebben;
en \'t geen een ander aen de mond heeft gehad, fou hy niet
meer willen gebruiken, ten ware het eenig Metael \\ geen
door \'t vier kon gereinigd werden,
lurT fanden Wanneer \'t gebeurd, dat eenige van de Europianen in fyn
inflj\'ntegen-^^g^quot;^^®^^^^^^^^\'^ eeten, (dat hy feer gaerne fiet) fo gefchied
w*ordig- fulks noch al reedelyk met order, aen een gedekte Tafel met ge-
heid. noegfaem Servies vootfi^n. Rondom defelve hebben fig alle fyn
Grooten plat op de aerde ter needer gelegt, fo lang den Ko-
rn»^ daer tegenwoordig is , fonder fig in eeniger manier te
derven opheffen. En wanneer de Europianen hun genoegen
van het eeten hebben, fo werd het overfchot aen haer gegee-
ven, \'t geen fy dan heel greetigna hun Maeg fenden, fehoon
het haer ook niet mogt gevallen, en datfe tienmael beeter in
hun eigen Huis hadden; en derhalven eenlyk maer, om \'j Ki-
nings kofl niet te verfmaden.
Sr^door\'\'^quot; ^^ Bedieningen die deefen Koning geeft, fyn driederhand ,
den^ Könning ^^^ eerftelyk fyn Onderkoningen, alhier Phidalgos of Gouverna-
vergeeven.*\' dors genacmt, die de eerfie %taet van het Ryk uitmaken; en de
deefe voeren, fo wanneerfe niet by den Koning, maer in dc
Plaetfen van hun Gebied zyn, immers fo grooten Sf^e?, ja meer-
der als den Koning felfs.
Tweede. De tweede fyn de opper fte Kapiteinen, alhier Kapitein Gr anquot;
des gefegt, doch de meeif e van defelve fyn ook raet eenen On-
der-Koningen, of Regeerders ©ver \'t een of het ander
Derde ; De detÓQ fijn de gemeene Kapiteyns. Hier van heeft men
^acryannbsp;\'gp een
quot;er een groote meenigte, en een ygelyk van defelve Iieeftfijn quot;«\'«n groo»
byfondere hoedanigheydi als Kapiteynenvzti d? ^ïarh, te we- ^^\'quot;\'^«nigte
ten, die de opfigt op of Over defelve heeft j van de Slaven ;
van de Tronken oiGevangenhuyJen, van \'t Strand. In\'t kort,
men kan niets bedenken, waer over den Koning niet een Kapi-
teyn tot opfienderhtthgQ^tlt.
Daerenboven heeft men noch een meenigte Knpiteyns, die
het maer eershalven, om de naem, en fonder \'Bedieningen zyn;
en een ygelyk moet voor deefe Kupiteyns-plaets y al na defelve
aenfienlyk is, aen den Koning een goede fom betalen, fchoon
\'t de naem heeft dat hy defelve ivegfchenkt, en de fyne daer me-
de begunftigt.
De Inkomflen van-deefen Koning zyn, naer dcefe Landen te Groote In-
reekenen vry groot. Van meer dan duifend Tollenaers
ik dat hy werd bedient, die fig het geheele Land door hebben ^eequot;ni|t\'e\'\'\'\'\'
verfpreyd, om op alle Markten y Weegen en Doortogten, \'xKo- vanToJIe-
nings Tol\'m te NOtderen, \'tgeen ongelooflyk veel bedraegt;
want niets , hoe gering het ook mag zyn, werd\'er in het ge-
heele Land verkogt, of de Koning trekt\'er fijn fö/af;\'twelk
hem, indien hy het alles opregtelyk kreeg, by uytneement-
heid fou verryken, doch de Heeren Tollenaers zeegenen figbe-
voorens daer van fo wel, dat den Koning pas een vierde van
het geheele krygt.
By den Slavenhandel met de Europiaenen heeft hy drie voor- Hoe veelToI
name Tollen aer s , welke voor yder Slaef, die\'er werd verban- den Koning
delt, een\'R.yksdaelder aen To/voor dennbsp;moeten ontfan-\'\'an yder
gen; doch deefe Mej\'fieurs doen gelyk al de andere, want fy
maken het met de geene, die SUven aen ons hebben verkogt,
onderde hand afj fo dat \'er den Ko»/??^ niet eenen brui van
krygt; doch de Slaven die in Boefies {\'t geld van dit Land)
betaeld werden, en waer van hy voor yder Slaef drie Ryh-
daelders trekt, daer in heefthy beeter voorfiening gedaen, mits
de betalingen van dien in fijn tegenwoordigheid gefchied; en
derhalven werd hy hier ontrent het alderminfte benadeeld;
^oeh eenige fijn ook wel fo flim, datfe by nagt en ontyden
^^ Boefies voov eenige Slaven koomen halen, enfo den Ko-
echter noch bedriegen -, welke vriendfchap wy hsier , ora
dat
-ocr page 424-JSÓnbsp;BESCHRYVING
dat men hun van doen heeft, niet en derven weigeren\'.
Van de Boetens en Tollen die in de Landen van fijn Ondet\'
koningen werden gegeeven, komt hem de geregu helft toe; doch
ik vermeene dat hy dapper en wel te vreeden fou zyn, indien
hy maer een vierde kreeg.
Vifch-Tol, Twee groote fchoone Rivieren heeft men aen Fida; de ee-
ne voorby beide de Popoosx en de andere voorby Jakin loo-
pende. Defelve fyn fo Fifchryk, dat des Kokw^x To/uit een
ygelyk van dien ontrent de honderd Slaven bedraegt, hetwelk
noch pas de helft is van \'t geene de Tollenaers daer van ont-
fangen.
Boven de voorfeide aengeroerde Inkomfien des Konings kan
men noch bereekenen, dat hy van yder Schip, hier ten Han-
del koomende, het een door\'t ander gereekend, trekt, fo
voor Tol, \'t voordeel van fyn eigen Handel , en de koftumens
die men aen hem moet betalen , een fomme van vyjtienhon-
derd Ryksdaelders,tn fomtyds heeft men hier wel vyftigScheepen
in een jaer, doch bywylen ook maer dehelft en minder. Kort
om, den Koning fou, byaldien hy niet bedroegen wierd , een
groot Inkoomen hebben, en een magtig Koning zyn, wel te ver-
ftaen, fo als ik bereeds hebbe gefegt, naer den Guineefen
Trand; {doch tegem dt Orientaelfche , of andere Lands-Ko-
ningen te reekenen, fou hy maer een armen Duivel zyn) doch
het gaet hier als in dtgeheele weereld, een yder fleeld niet meer
dan hy kan, en de ^Amptenichynen maer voor \'t meerendeel
ten voordeel van den \'Befitter te koomen, fonder dat dcnGee-
ver daer veel van krygt.
Den Koning \'t Inkoomen van den Koning, hoe groot het ook mag zyn,\'
heeft hy echter feer wel van noodenj want behalven de/w^z-
re geldfommèn, die hy noch dagelyks uitfchiet, fo tot verdel-
ging van Popo, als om het Offrafe hand onder fyn gehoorfaem-
heid te krygen,
Behalven dit, fegge ik, en de modige onkofien tot fyn Hof-
houding, mitsgaders de ryke Offerhanden die hy aen lyn Afgo-
den laet doen , fo moet hy noch dagelyks over de vierduijend
menfchen onderhouden, en defelve van koften drank ver (ot-
gen. En fchoon hy fyn Onderdanen niet hooger als fyn Sla-
en van dc
Scheepen
daer ter
Handel fco-
mcEde.,
,den.
¥ A N DE SL A V E-K US T.
\'^n agt, fo moet hy defeh\'e, wanneer hyfe te wérkftelti ry-
kelyk genoeg betalen.
Dagelyks koomen fyn voornaemfle Groeten by hem ten ee- ï^iernand
ten, altans het gefchied in fyn tegenwoordigheid, want hem r^\'^
aenbelangende,^geen Mansperfoon mag hem fien eeten, noch eetcn?
J\'iieinand buiten fyn Frouweiitinmer; \\ welk, na myn gedag-
ten, voor deefen is ingefteld, om het Gemeen hkx door in-
druk te geeven, dat hun Koningen meerder dan Menjchenwa.-
J\'en,^ (en als Goden moeften geëerd en ontfien werden) en dat
fy niet van nooden hadden, gelyk andere menfchen, om fig
1 elven met \'Spys en Drank te onderhouden, \'t Laetfie doet hy
echter in een yders tegenwoordigheid.
Om even gefeide reeden, en noch een ander, die ik aen- noch ook
itonds fal melden , vermag niemand des Konïnos Slaepplaets\'^\'^^^\'\'^^^
^veetên. Ik vroeg eens gantfch eenvoudigaen fyn gwotfte Lit- ^^«PP^®^«
deling CarterWaer den Koning des nagtsfliep} Die deefe-yra?^
iiiet een. andere beantwoordde; te weeten: Waer dat God fliep}
Evenfo min, feide hy verders, kon men des Konings^laeppla^-ts
Weeten.nbsp;^ n -
Dit meen ik, gefchied meede , om hem in hoogachting by
fyn volk te brengen; en ook dat men Koning \'mttnoploop,
of by een fchielyke overval van vyanden , niet met den eerften
Riogt vinden, en hy ondertuifchen^^/^f^^K^Wfou krygen,om
hg door de vlugt te bergen.
Buiten gefeide onkoflen maekt\'er den Koning dagelyks noch Den Konin^^
meerder, namentiyk met gedwmïge Vereeringen aen de Euro- doet dage-*\'
planen te doen, en voornamentlyk als fy fig fulks wel laten i-^L®
gevallen, en\'er hem behoorlyke dankbaerheid voor bcwyfen. aan deïn
Haerlieder Tafel werd dagelyks door hem voorfien met ropianen.quot;\'
Schapen, Varkens, Hoenders, offevleefch, of wat het ook f)^
l^ag; mitsgaders Brood, Fruit, Bier, en wat\'er verder toe
öeWrd, meerder als fy met hun^eW^ van nooden hebben.
■De Hollanders wierden te mynen tyde daer wonder wel van Envooma-
§sdiend, want den Konini haer altoos voor en boven alle an-nbsp;^^^
«ereverfag, en meeften tyds «e/^^ toefond; doch zee-
ft^nbsp;hier den Handel hebben gedaen, ben ik ver-
Jdigt, dat onfen Landaert met weinig onderfcheid van hem
Deel.nbsp;Snbsp;vverd
140 ^ B E S C H R Y V I N G
myn felfaenporde,om ten dienfte van de Maatfchappy het Schip
met den eerfte te doen vertrekken , en dat ik maer met een briefje
van myn hand, de fchuld had te-bekenne, en laft tegeven,
dat zy by naderkomft van Scheepen hunne betaling erlangde.
Ik ftond gereed om het voorfeydeter uytvoering te ftellen , als
wanneer het onweer plotfeling bedaarde en ik alfo geleegent-
heyt kreeg om myn goederen te loffen,enhaer te betalen; an-
derfints hadden zy myn geruftelyk laten vertrekken. Dit goed
vertrouwen der Negers heb ik altoos in verfer gedagten gehou-
den, en haer ook op gelyke v/yfe behandelt, waer ontrent
ik my fo als vooren gefegt hebbe, ook noyt bedrogen heb ge-
vonden. Dit en fou egter altoos, of van andere foo wel-niet
vlotten, want geen Natie of Volk ter weereld , zyn oyt in
fuiken aenfien tot Fida geweeft , als de Bedienders van onfe
Maetfchappy\'t geen ik, om datwe-jegenwoordig op dat
ftuk zyn, met een voorbeeldof twee nader fal toonen.
Dog moet voor eerft geweeten worden, datwy in vorige
tyden onfen handel aen Ofra, of klein Ardra hebben gedre-
venvan waer wy alhier zyn gekomen, en fo ik myn nieten
bedrieg, of het geheugen my parten fpeeld, fo ben ik de
tweede geweeft die feedertons vertrek van Ardra, alhier voor
onfe Maetfchappy heeft gehandelt; den Koning en verdere
Grooten wel bewuft zynde hoe veel haer aen den handel met
ons geleegen was , deeden my wanneer hier de eerftemael
quam handelen alle beleeftheytdes weerelds aen, en verfogte
feer hertelyk , van haer te willen toeftaen, om op hun eigen kof-
ten een Loge voor onfe Maetfchappy te bouwen, waer van
ik het omwerp felf fou maken, en foo groot en klein doen
bouwen a!s ik felf begeerde; ik bedankte haer voor datmael ,
met belofte dat van -haer -goede wil, en geneigtheyt t\' ons-
waerds, aen myn Heeren en Meefters verftag fou doen, niet
t^vyffeiende of hun verfoek -fou by myn wederkomft, fo het
anders met het belang van de Maetfchappy over een quam?
mgewilJigtworden. Wanneer er my nu voor de tweedemael
bevond, en vryheid had om my na bevinding van faken te
gedragen, fo. liet ik gp haer-nieuw en ernftig verfoek opeen
feer vermakelyke.en voor den handel voordeelige ftand een Lo-
ge
VAN DE SLAVE-K UST. 141
ge voor ons-affteeken; den opbouw wierd aenftonds door eea
honderd man of drie iverig genoeg begonnen, en fou dees
Loge weynig kleynder geweeft zyn als het geheele Kafteel
d\'Elmina, met fo fraeye vertrekken en Pakhuyfen voorfien,
alswe ten overvloed fouden mogen, of konnen begeeren; maer
zynde naeuwelyks ten halve van den opbouw gevordert, foo
verviel den Koning in een fwaere krankheyt, en rny by hem
doende komen, verfogt hy.rayn op het alderbeweegelykfte,
dat ik dog den verderen opbouw van de Loge wilde ftaken,
alfo zyne Priefters hem te kennen hadden gegeven, dat zyn
fiekte-nergens anders van daen quam als dathy een Loge voor
de Hollanders op een gewyde plaets deed bouwen, en fo by
aldien hy het felve niet en wildeftremmen, dat fy als dan aen
dc quade gevolgen van dien, onfchuldig wilden zyn; enom myn
na zyn gedagten te vreeden te ftellen, foo wees hy myn een
plaets om te bouwen naeft zyn Hoff aen , en wanneer hera.
aentoonde dat die plaets om een fatfoendelyke Loge te bou-
wen te kleyn was,fo gaf hy myn ten antwoord, dat ik fo veel
wooningen van zyn Hoff onder de voet kon laten halen .als ik
begeerde, tot tyd en wyle. ik ruy rate oMand genoeg ora onfe
Loge te bouwen fou gekregen hebben. Ik die..feer wekwift
hoedanig men die bygelovigen menfchen raoeft behandele., cn
in wat gevaer ik geweeft iou zyn, by aldienden Koning eens
•toevallig was komen te ftervenbewilligde in dit zyn nieuw
verfoek; de eerfte Loge bleef doen ten halve ftaen, en aen de.
tweede welke meede van een wyden omtrek was, ,(en de helft
grooter als wy van doen hadden,) wierd met fuiken magt;g,e-
arbeyd, dat ik \'er na verloop van eenige weeken befit van ging\'
neemen. In dees myn tweede reis, als ook in de derde, he.b.
ik meer rare gevallen aen Fida gehad, dewelke, fo als gefegt
heb, hier dog kortelyks fal laten volgen.
Drie Seheepen van de Maetfchappy moèftikop, of in de-
fe tweede reys hun Slaven aen Fida geeven, als de Juffer Ca-
tharina van Amfterdara , Capiteyn Arend Gyfen vander
Stolk, de Juffrouw Eva Maria van \'t Noorderquartier, Ga-
piteyn . . . Knoppeldoek, en de Goude Poort van Zeeland,
Gapiteyn Pieter |anfz. Both, ,dev/elke.met haer drien ontrent
S;. 3,nbsp;twee
-ocr page 428-twee duyfend Slaven benodigt waren, wanneer ik nu met het
eerft genaemde Schip aen Fida gekomen was, en door dean-
dere ter behoorelyker tyd ftonde gevolgt te worden, fo qua-
men hier insgelyks twee Engelfche Schepen aen te Landen,
dewelke ieder tulfchen de vyf en fes hondert Slaven moeften
hebben, w eiker Capiteins willende alle afbreuk die wy mal^
kander inden handel foude konnen toebrenge, voorkomen,
quameniig by myn vervoegen, met verfoek dat ik een verdrag
©f contract met haer fou aengaen, waer in wy ons van weer-,
kanten fouden verbinden, dat een van drien fou handelen
en de andere twee ftil fitten, en dat zy om my des te beeter
aen te moedige van de voorrang af fionden , en defelve aen
myn overgaven, mits dat ik, het tegenwoordige Schip zyn
Slaven aen boord gekreegen hebbende, byde komft van on-
fe andere Scheepen insgelyks fou ftil fitten, tot zy haer han-
del volkomen hadden gedaen. Ik bedankte haer gedienftelyk
voor hunne aenbieding en de eer die zy myn gaven van eerft
te handelen, maer feide datik tot myn leet weefen niet bevoegt
was ora my in diergelyke handeling in te laten ; dat ik laft
had ora myn beft te doen, van fo fpoedigen handel te dry-
ven alsmy immers mogelyk was, en datikvérfogr datzy met
by de jegenwoordige Markt te blyven, insgelyks wilde doen,
en wyders den ander fo veel behulpfaem te zyn alsftetbelang
van wederfijds toeliet. De Engelfche gantfch niet vandebe-
fadigfte zynde, vonden fig over myn antwoord, hoe billyk
het ook was, fogeftoord, datfe myn fwaere bedreiginge dee-
den, en fwoeren, by aldien ik in haervöorftel niet en bewil-
ligde, zy voornemens waren om de Markt te veranderen en
genoegfaem te bederven, waer door het ray onmogelyk fou zyn
voor de jegenwoordige prys. Slaven te handelen; het en bleef
by haer dreigementen ook geenfints, want desanderendaegs
deeden zy alom bekent maeken, dat zy om fpoedig klaer te
raken, voorieder Slaef een vierde meer aen Coopmanfchappen
als de Markt was, fouden betalen. Dit maekte my in den be-
ginne al een wynig verleegen .; weshalveikmyby den Koning
en verdere Opperhoofden om haer hulp te verfoeken begaf,
gevende hen kennis van \'t geene tuftchen de Engelfche en
/n
my
-ocr page 429-V A N D E S L A V E- K U S T. 14J
myn was voorgevallen j dog zy ftelde myn haeft te vreeden,
met belofte dat alle drie myn Schepen hun Slaven foudenheb-
ben (indienfe maer op haer behoorelyke tyd quaemen) eer
de Engelfche eensten halve van hun handel fouden zyn, fon-
der dat ik de prys der Slaven eenen penning behoefde te ver-
hogen. Zy quamen haer beloften getrouwelyk na; alle drie
myn Schepen vertrokken met haer vol getal Slaven, en foveel
zy bergen konde, eer dat\'er de Engelfche nog vyfhondert
ftuks hadden, en dc Markt die zy op hun komft geftelt had-
den, moeftenfe fonder dat de minfte verandering gvleeden
wierd, voldoen; en ofdit nog niet hartfeergenoeg voor haer
was, fb gebeurdender nog iets, waer meede haer de maet ver-
der wierd volgemeeten. Onder het loffen van myn tweede
Schip, wierd my een goed gedeelte van myn Koopmanfchap-
pen door de Negers , die defelve van Strand na de Loge droe-
gen, ontvreemd,\'t geen myn noodfaekte hier over by den Ko-
ning klagtig te vallen; dog van den felve geen voldoening
na Siyn finkrygende, fo gaf ik myn Volk geweer en volkome
laft, om de eerfte die fig omtrent myn goed v/ederte buyten
ging, voor de kop te fchieten, fonder iemant te ontfien, en
om te meer fchrik te veroorfaken, fo ging ik dit myn voor-
neemen den Koning te kennen geven, metbedreyging, byal-
dien in den overlaft die myn wierd aengedaen, niet en wierd
voorfien, dat ik genoodfaekt fou zyn , zyn Land te verlaten,
en een andere handelplaets te foeken; als wanneer hy fig niet
behoefden in te beelden, dat\'er oyt weeder een Hollander
Om tc handelen in zyn Land fou komen. Den Koning myn
iiytgehoord hebbende, en zyn beklag, als dat zyne be-
Veeiens die hy gegeven had om het fteelen te beletten, niet
beeter ter uytvoeringe waren geftelt, waer om hy myn voor-
ïieemen om het fteelen geweldadig te weeren, prees ; feggende
in tegenwoordigheyt vande Engelfche en verfcheyde van zyn
Onderkoningen^ dat ik niemant, al waren \'t ook zyn eygen
Kinderen en behoefde te ontfien, en dat hy alles wat hier van
mogte komen voor zyn rekening fou neemen. Dit veroor-
^aekte fo een algemeene fchrik onder de Negers van Fida, en
ï^amentlyk de Dragers, dat zy van die tyd af aen myn Koop-
man-
-ocr page 430-144nbsp;B E S C H R Y V IN G
irsanfchappen ongemoeid lieten; en fo raekten ik \\\'an deefe
Roofvogels en aerds Dieven verloft. De Engelfche door dit
myn voorbeeld aengemoedigt, dagten fig op gelyke wyfe me-
de gedugt te maken; weshalven een hunnerCapiteyns figby
den Koning begaf, aen den welken hy het voordeel dathy,
en zyn Onderdanen uyt den Engelfchen handel trokken, na
zyn gedagten klaer aentoonende, en wat nadeel het hem fou-
de zyn, by aldien de Engelfche him handel aldaer quamen te
ftaken, waer toe hy feide , fyfig felven eerlang foßde gedron-
gen fien, by aldien de Negers in haer geweld en dievery te
pleegen,\'niet af en lieten. Den Koning na den Engelsman lank-
moedig en met opmerking genoeg aengehoord hebbende, vroeg
Kemeyndelyk, of hy g,edaenhad? Het. antwoord was ja: wel
feyde den Koning, om de valsheyt van uw redenering te too-
nen, als dat myn, nog myn Volkfo veel aen den Engelfchen
handel niet geleegen legt, als gy uw felve tragt wys temaken,
en dacwe ons over uw groot fpreeken nog dreygementen niet en
bekreunen, fo fta ik uw toe, van fonder tyd verfuym myn
Land te ruymen, mits dat gy het Opperhoofd van de Engel-
fche Maetfchappy, die fig eenige tyd in myn Land op gehou-
den heeft, met alle zyne Bediendens meede neemt, en in \'t
vervolg forge draegt van ojt weder hier te komen; want ik
den Engeifen handel wel kan, en ook feer garen wil miffcn.
Hier ftond N\'oom Kool toen en keek, want hy fuiken ant-
woord niet verwagt hebbende, wift nu niet wat te doen; te
blyven dat dagt hem was tegens de eer der Engelfen , behal-
ven nog dat den Koning hem overal ftond te dwarsboomen;
en te vertrekken dat geleek hem nog veel minder, want hy
geen plaets en wift, waer dathy de Slaven die hem nog ont-
braken foude mogen inhandelen; fo dat ik op het laeft door
myne bemiddelingen het opbrengen van geen geringe vereeni-
ging,hem weeier met de Koning bevreedigde. Hier uyt mag men
het voorregt dat onfe Maetfchappy boven andere aen Fida
gehad heeft, klaerlyk fien, \'t welk door het volgende voorval
met de Franfen nog nader fal beveftigt worden.
Den Koning had fo als voren gefegt,.een fraye Loge voor
myn, of wel voor de Maetfchappy laten bouwen, wanneer
nu
-ocr page 431-VAN \'D E S L A V E-K U S T. 14^
nnmyn handel voor alle drie deScheepen had verrigt, en den
Gapiteyn Groen met het Schip Stad en Lande, ter Rheedege-
komen was, om myn af te halen en na d\'Elmina te brengen, fo
nam ik affcheyd van den Koning en zyn verdere Grooten , in
wiens tegenwoordigheyt ik de fleutels van de Loge aen een
Fidaes Capiteyn , en van wiens trouw ik my verfeekereumogt,
overgaf; met verfoek dac zy haer belofte wilde nakomen,
van de Lo^e door niemand anders als onfe Bediendens te ia-
ten bewoorftn, \'t gene ly mijn gefamentlijk op hec nieuw be-
loofde. Dog watgebeurdender ? Onfe Slaeffchepen bleven
wat langer weg als na gewoonte, en wanneer \'er eindelijk een
op de Kuft aenlande, fo vertrok myn Confrater Poll, met wien
dien Handel ,beurd om beurd deed, met het felve na Fida,
waer dat hy het raaer fo taemelyk maekte, en genoegfaem in
een verwydering metde Negers geraekt was , \'t geen- den.
Heer Direfieur Generael Sevenhuyfen bewoog, om, v/aa-
neerder weeder een Slavefchip aen d\'Elmina gekomen was,
my te verfoeken van met het felve na Fida te willen gaen, om
de Negers weder te bevreedigen, enna verrigten handel, te ge-
lyk met myn Confrater op te koraen, \'t geen van rayn aen-
genoraen wierd. Aen Fida gekomen zynde, fo wierd ik van
myn Confrater ontfangen, en verwelkomt, aendewelkemyn
koraft, om dat hy fig buyten den Handel geflooten fag, niet
feer aengenaeni was; dog dat overgeflagen. Ik raeende als
na ouder gewoonte na onfe Loge te gaen, raaer wierd van
myn Confrater te rug gehouden, dewelke myn berigte, dat
hy onfe Loge op zyn komft\', al met Franfchen befet had ge-
Vonden, en dat hy fig geduurende zijn verblijf in de huyiing
der Brandenburgers had moeten behelpen. Dog daer meede
liet ik ray niet vergenoegen , en na hem, over fijn al te grote
toegeventheyt beftraft te hebben, vervoegd e ik my byde Fran-
fchen, aen wien na wederfijts pligtpleeginge afgelegt waren,
te kenne gaf, dat de Plaets die fy tegenwoordig befaten, de
Nederlandfe Maetfchappy toebehoorden ; dat ik dierhalve
Verfogt, datfe defelve wilde ontleedigc en aen myn, als een
Dienaer van meergeraelde Maetfchappy fijnde, inruyraen; dog
kreeg ten antwoord, dat haer het befit van den Koning was
IL Deel.nbsp;Tnbsp;ge-
•lAÖnbsp;BESCHRYVING
gesund, en datfe buyten hem geen andere Meefters van dat
ï ogement en kende. Na eenige woorden over en weer gewil-
feldte hebbeu, fo gmg ik-by den Koning , met ge^jeekig
b!yvende van hem myn ongenoegen over fijn flmkfen handel
te doen blyken, met begeerte dat hy myn aenftonds m \'tbe-
ftt fou ftellen, of datik genoodfaekt fou fijn andere middelen
ter hand tenémen, waer op , om hem tijd van beraed te ge-
ven, vertrok. Den Koning wift naeuwelijks wat te begin-
nen ; de Franfchen wilde hy niet garen ten onvrind hebben,
en myn liefft ook genoegen geven ; waerom hy myn lietaen-
bieden, fodanigen Huys of Loge te verkiefen , alsik begeer-
de; dog liet hem wederom feggen, dat ik geen ander en be-
geerde als myn eygeni en foby aldiên, hy de Franfchen met
en noodfaekte om met goedheyt te vertrekken, dat ik magt
penoegaen de hand had, om\'er haer te doen uytgaen, op
een manier die hen miftchien niet al te behagelyk fou voorko-
men. Den Koning fiende dat het myn ernft was, verfogtmaer
eenen nagt uytftelV \'t geen ik hem toeftond, en des anderen
daegs morgens vond ik mijn Loge ontleedigt, waervan aen-
ftonds befit aing nemen.nbsp;, .
Dit veroorfaekte fodanigen fpyt inMeflieurs de Franfen ,
dat zy, om fig over dit afront, fo \'t van haer wierd genaemt,
te wreeken, alle middelen in\'t werk ftclde, om met ons over-
hoop te raken ; \'t geen ik, fo veel de betamelykhey ten de ag-
ting van de Maetfchappyeenigfintstoeliet, haeftragten te ont-
leggen ; dog eyndelyk myn Affiftent den Franfchen Capiteyn
op\'de Markt ontmoetende, wierdopfettelyk ruw genoeg van
i den felven tegen \'t lyf geloopen, en hem daer van de fchuld
nog gevende, fo neemt hy fijn rotting, waer meede hy myn
Affiftent nog dapper afroften, toe; dog denfelven niet ge-
woon fijnde op zyn honds begroed te worden, en te naeuvv
van gewiffe om een anders goed te befitten, ontweldigd hem
de rotting, waer mede hy den Fransman de ontfange flagen
met de intereße van dien , weder ruymtjes toetelde ; waer
mede van den ander fcheydende, quam den Affiftent my van
zyn ontmoeting met den Capiteyn berigt geven; ik oordeel-
den ten eerften wel, dat het hier niet by en fou blyven, en
dier-
-ocr page 433-V A N D E S L A V E-K U S T. 147
dierhalve verraaende ik myn Volk (om niet overvallen te wor-
den) wel op hun hoede te zyn. Het was nog dien eygenften
das, welke my deed fien, datmynvrees niet ongegrond was;
want ftaende met myn Affiftent in ons nagtgewaed voor de
deur, fo fag ik den Franfchen Capiteyn en Luytenantmetde
dee^ens in de handen op ons aenkomcn ,\'t geen my verplig-
ten den Affiftent te beveelen, dat hy fig na binnen fou bege-
ven, eelyk gefchiede, ondertuffchen de Franfchen by myn
eekomen zynde, hadden defelve fo veel befcheydcntheyt van
myn niet als met woorden te befpnngen, en begecr.ledat ik
haer voldoening fou geven over\'t ongelyk den Capitsyn door
myn Affiftent aens^edaen, waer op ik , na een weynsg met
hun dapperheyt, (om datfe ons ongewapend hadden willen
befprin^en ,) te hebben gelagchen, antwoorden, dat ik het
gebeurde naeuwkeurig fou onderfoeken, en bevindende dat
myn Affiftent fchuld, en hy Capiteyn gelyk had, lo wilde
ik hem fodanige voldoeninge doen geeven, als hy met reeden
felf fou konnen begeeren; dog dit en voldeed haer niet, maer
begeerde dat ik de faek fonder onderfoek , en fo als fy myn
defelve verhaelde fou aenneemen, en hen daer op recht doen
hebben. Myn Affiftent die fig ondertulfchen gekleed, en de
deegen op zyde geftoken had, quam weeder te voorfchyn,
enhoorende den Capiteyn lo veel gafconnades maken, fo
vatte hy den felve by de mouw , met verfoek van met hem
apart te wilfen gaen, dat hy hem aenftonds de ge-eyite vol-
doening fou geeVen; dog Monfieur den Franfchman fcheen
da^r toe noch geen tyd te hebben, maer vertrok al morren-
de\'na fijn huys\', fweêrende dat hy op een andere en veel ge-
voelif^er wys hier van revende fou neemen; en in waerheyt,
des anderendaegs kreeg ik bericht, dat hy tulïchen de dartig
en veertig Man, wel gewapend aen Land had doen komen,
met voornemen om onfe Loge des nagts vyandlyk te komen
befprin\'^en. De ïnboorlinge die ik alle opm^jn hand had, wel
weetende dat ik geen ma^ts genoeg byderhanaen hadde,om
my na behooren tegens \'t Franfchgeweld tcbefchermen, ver-.
^\'oegde fio met een genoegfaem eetal Mankhap van alles wel
voorfien zynde in myn Loge; hetEngelfch Opperhoofd, VIe-
^nbsp;T 2nbsp;welke
welke ontrent half weegen het Strand , en\'s Konings Dorp
woonende , deefe oneenigheden en moeyelykheyt raet de
Franfche verftaen hebbende, liet roy insgelyks Volk en ge-
weer aenbieden, en daer nevens feggen, dat fo by aldien de
Franfchen , op wiens beweeginge hy agt fou geven, hartsge-
noeg hadden ora myn te befpringen , fo wilde hy zyn kop
verbeuren, fo wanneerder een uyt haer weder levendig aen
boord geraekte. Hier was \'t nu Guerre declarce; dog den
Fransman litnde dat wy op ons hoede waren, en de Engel-
fche en Inboorlinge mee hadden, had geen harts genoeg, öf
laet ik liever feggen, te veel voorfigtigheyt, om zyn dreige-
menten werkftellig te maken, fo datwe dien nagt in vreede
en ongemoeyt doorbragten; dog willende alle verdere onge-
lukken voorkomen en een eynde van deefe oneenigheyt ma-
kenfo ging ik den Koning verfoeken, dat hy den Franfchen
Capiteyn fou fien te beweegen, van den handel aen fijn Koop-
man over te laten en fig na fijn boord te begeeven; hy vond
den felven ook van fodanige gefleltheyt, dat hy desanderen-
daegs morgens in het hanegekraey met zyn Soldatefque we-
der te Scheep ging, en terwyl de overgebleven Franfchen fig
geheel beleeft en rekkelyk aenfcelde, fo eyndigden deefen ge-
heelen oorlog. Eenige dagen na dees moeyelykheyt, wierd
my een kragtdadige preuvequot;van deefes Capiteyns edelmoedig-
heyt gegeven; want wanneer,ons Schip, fo als inden eerften
druk, ^het tweede Deel, pagina 148 gefegt hebbe, al genoeg-
faem door de Slaven vermeeftert was, fo was hy de eerfte die
ons met fijn Volk uyt dat blykelyk gevaer quam-redden, waer
voor ikhem daegs daer aen door myn Confrater liet begroe-
ten, en dienftelyk dank feggen, en terwyl haer nog eenige
Slaven ontbraken, niet jegeriftaende zy al een g\'eruymen tyd
aen Fida gelegen hadden, fo deed ik myn beft, om de eene
dïenftmet de andere te vergelden, datzy defelve kreegen, om
met ons Schip te konnen vertrekken, gelyk ook, en dat feer
wel ve rge n o egt gefchi ede n.
^ Dat ik voorfeyde gevallen hier aenhalen, is fo feer niet om
üe gewigngheyt van dien, maer eenlyk om te tonen wat ont-
moetioge ons hier fomwylen voorkomen. Nu wenfte ik wd eens
VAN DE SLA VE-K UST. 149
te weeten, of een Schipper, of fc!f een ander , van dc ge-
woonte deefes Lands onkundig, ofdie feg ik, fig felfs in duf-
danige gevallen niet dapper verlegen fou vinden, en veeltyds
neevens het belang, ook de agting van de Maetfchappy ons
fo veel waerd, en waer voor wy alks moeten opfetten, fou
verliefen; maer ik hebbe hier bereeds alfoo lang opgeftacn,
dat ik^er wel een eynde mag van maken , miflchien dat het
nog tot narigt van myn nakomelingen mag verflrekken.
Niet weinige fyn\'er onder ons, dewelke wanen dat hierde waen van
Ouders hun Kinderen y dc Mannenhaat Vrouwen , of den ee-eenige,. we-
nen ^Broeder den ander verkoopt. De geene, welke van dus-
danige gedagten zyn, bedriegen hun felfs; want dit noit en y^n s^aTen,
gebeurd dan uit noodfakelykheid, enom deefe of gtnerjiifdaed; v/edcrfpro..
doch de meefte Slaven die tot ons werden gebragt, fyn men-
fchen die in den Oorlog fyn gevangen , en die door de O-ver-
■ujf/^H^w, als hun fynde, werden verkogt.
Wanneer deefe Slaven aen Fida koomen, werdenfe alle by De Slaven
den ander in een Tronk of Gevangenhuis gefet; en als wy de- nauwkeurig
felve füllen gaen koopen, werdenfe op een groot Plein by een
gebragt; waer datfe van onfe CÄ/mp-^^jw, welker ^verk dit is, ^^^
op het aldernauwkeurigfie werden befigtigt en betaß , tot het
alderminfte lid dat fy aen hun lighaem hthhtn, en dat Moe-
dernaekt, fo wel Vrouwen als Mannen tfondti tznigonderßheid,
of fchyn van ét minfitfchaemte. De geene nu, èitiooxgoêd
gekeurd werden, fteld men aen éen kant; en de andere, aen
welke men eenig mangd of gebrek befpeurd, werden uitgefchoo-
ten, en onder de Gf^reMf^^, of Makrons , fo als wyfe hier
noemen, gereekend; te weeten, die boven de vyf endenig ja-WatMa-
ren oud zyn, of die aen armen, beenen, handen óf voeten fyn kron.^,o{-oa-
\'verminkf, ook die eenwWquyt zyn ; óicgryfehairen,nbsp;skvcn\'wn.
fin op de oogen hebben; alle die met Venus ftekte fyn befmet,
en veelderhandenbsp;meer; waer doorfe voornbsp;wer-
den te boek gefteld.
Dedz-Gebrekkige of Verminkte dan, als ik gefegt heb,uit-
gefchooten fynde, werd het overige getal opgeteld en aengetee-
kend, wie defelve heeft geleeverd. Ondertuffchen legt\'er al \'
een Brandmerk, fynde het wapen of naem van de Maetfchappy, in
Tgnbsp;\'t vier
-ocr page 436-\'t vkVi om al de geene, die wy voor goed hebben uitgekoo-
fen, \'daer meede op de borft te merken.
\' Dit gefciiied , óp dat wy defelve uit de Slaven der Engel-
Jchen, Franfchen, of wie het fyn mag , en die ra«ede in \'t
felve Gevangenhuis fitten, fouden konnen onderkennenjwant
fy \'hebben de hare meede met hun Teehn gemerkt Ook ge-
fchied dit merken, op dat de Swarten on^Q goede Slaven nietic-
gens andere fiegte (daerfe anders een fraei handje van hebben)
fouden koomen te verruilen.
Deefe Hmdeling, geloof ik, komt VE. wat «ture^i en half
barbarifch te vooren; doch vermits het uit noodfaktlykheid ge-
fchied, fo moet het\'er fo mee doorgaan ; doch echter dra-
gen wy fo veel mogelyke forg, datfe niet te hard werden
brand, voornamentlyk de Vrouwlieden, die doch altoos wat
teerder vallen.
Over \'t koop maken van deefe Slaven houden wy ons felden
lang op ; want defelve hebben hun ^^/fe/rjfx, tr\\ dt Vrouwen
een vierde of vyfde deel beter koop als dc Mannen. De que-
flie, die wy met de M.efiers der felver Slaven fouden konnen
hebben, mögt hier in beftaen , dat wy haer fodanige Koop-
manfchappen, als fy quamen te eifchen, niet en wilde geeven,
^\'oornamcntlyTc Boefies,Qt welkik meermalengefegthebhet^f/i
vm\'dxtLandte zyn)waer op fy feer fyn gefet;doch wy maken hier
ontrent een verdeeling, om bet eene^o^-ii nevens het ander ai
te fetten; behalven noch dat de Slaven, die in Boefies werden
heiz.z\\d.gt;on{e Maetfchappy de helft meerder als van andere^oe-
deren komen te koften. De prys van een Slaef of Slavin is ge-
meenlyk .....gulden..
Wanneer wy ni^ met de Eigenaersv^n de Slaven over een (yn
gekoomen, fo werden defelve weeder in \'t Gevangenhuis ge-
bragt, waer datfe voortaen op onfe reekening enkoftenhlyven;
doch met tivee fluivers daegs kan men een .S/^e/onderhouden,
maer dan fittenfs, als de Misdadigers by ons , op water en
brood ; derhalven wy, en ook om de koflen voor te koomen,
defelve by de eerfte geleegentheid aen boord van onie Schee-
pen laten brengen: doch bevooren« nemen hun Meefters haer
alles af, v/atfe om en aen hebben; dies fv fo , als haer
Moe-
Cn waerom
fiilks werd
gedaen.
De Slaven
Werden
roet weinig
«n de GcvaH\'
genhaifen
onderhou-
den.
Werden ge-
heel nackr
Moeder hun gebaerd heeft, aen boordjerfchynen, en fo wei
Vrouwen als Mannen voortaen ook fo bly ven; ten fy denbsp;^
p,Krbarmhartig genoeg waren (gelyk meefte tyds gebeurd) om
haer iets te geeven, waer meede fy haer Schamelheid mogttn
baddeken
^VE. foude fig verwonderen over \'t leeven
binnen Scheepshord; want fchoon der felver getal fomtydsgt;.nbsp;«
afevenhonderd ftuks btlooipu fo gaet, door de goede beftie-si, ven bin-
rhig vanonfe Schippers, alles fo gereegeld toe, dat hctonge-ncnSch.cp.-
looftyk fchynt; en hier in overtreft ons mik zWc andere £«-boord.
ropianen-, want daer het op een Franfth , Portugeejch^m En-
Jlfch Slave-fchip altoos even morflig, vuil en ftinkendis,datr
fyn in tegended onfe Scheepen meeft altyd even rem en fraae-
^^ Driemael daegs Verden de .S/^-ye« gefpyft met redelyke goe-
de kofi, en beeter als fy in haer eigen Land hebben gehad.
Haerlieder ftaefplaets is in tween verdeeld , Adans en Vrouwen
yder byfonder. Hier leggenfe fo digt by een, als de Hanne-
kens die met de Verman van Haftelt tot ons overkoonien, en
een v4er Varkens-vragt, x^amznxXjk een Schelling, hetaltn.
Somtjd; hebben w\'y meteen deel S/...«, uix feeker LW-^^^^^^^^^^^^
fchap, wat ver van Sfr^ö^ geleegen , niet wemig te doen ; ^^ ^
wan t deefe onmofele Duivels maken malkander wys , dat wy ais dat wy
haer om geen andere reeden koopen ennbsp;alsomhaer hen^v^^^^^^^^^^
wel ter deegen temeften, en namaels voor een lekker heet je o^
eeten,
^^ Warneer het ongeluk nu wil , dat\'er veele van dit flag van
SW quot;S;; .yn\' fo -ftemmen defelve te famen, en ma-^J^^-l
ken de overige amp;aven meede op, om het Schip af te loopen,
de Êr^ro^^K om hals te brengen, en het teegens t
te fetten, en fig daer door te bevryden, om ons met, fo,fy
ten fpyfe te verftrekken.nbsp;• DenSchr«^-
Dit ongelukis my tweemael te beurt gevallen;^ de eerftereis
feer ongXikkig, fonder eenige gedagten; doch tjelve wierd .weemalen
noch tydelyk geftut; en na dat ik, neevens den bchtpper, den o^crgckoo^
Penvoerder hk^ van voor de kop had laten fchieten, geraek-
te alles weer in ruft.nbsp;_ ,
Doch
-ocr page 438-153nbsp;BESCHRYVING
Doch de tweedemael ging het met een ander Schip vry he-
viger toe, en dat meeft door onvoorfigtigheid van onfen
per, die, een a^^ler van een vertrokkennbsp;Sc/;?^ gevift
hebbende, het felve in \'t Hok, daer de Mnn-fiaven fiiepen ,
had gelegt; die, fonder ymands kennis, etn Hamer hadden
\'weeten te krygen , waer meede fy binnen een korten tyd al
hunne Boeyens op het Anker in ftukken hadden geflagen , en
- daer op ftg na bovenen begaeven, en ons volk aequot;ntaftten,V7aer
vanfereenige feer fwaer qimmen te Grieven; en fy fouden het
Schip ook feekerlyk hebben vermeefterd , byaldien ter dier
tyd, tot ons groot geluk , niet noch twee Scheepen naeft ons
hadden geleegen, nam.entlyk een Engelfch en Franfchman;éic,
bemerkende door het affchieten van een fluk Kanon , dat\'er
onraed was, ons aenftond met Chaloupen en Bootsvolk te hulp
quamen, en de Slaven wederom na beneeden dreeven; doch
eer het noch tot ftilftand quam, geraekten\'er een ftukoftwin-
tig van de hare om hals.
De Portugeefhe Landaert is het fo wel niet gelukt; want bin-
nen de tyd van vier jaren fynfe op dusdanige manier drie
Scheepen quyt geraekt.
Dit fal, mynes achtens, genoeg van den Slavenhandel
fegt zyn; derhalven fal ik my weeder tot myne voorige flof be-
geeven , namentlyk om van den Fidafen Koning te fpreeken.
Konif tlfquot; ^^^ defelve ftaet ons onder anderen noch te feggen , dat
ecnquot;hafvc ^nbsp;Onderdanen als een halve God werd geëerd en ge-
Godvande vreejd. YdQT, hoog en laeg , van wat Sf^ïf/hy ook fyn mag ,
fyne geëerd, legt, als L7£. bereeds hebt gehoord, in fyn tegenwoordig-
heid geknield, of op den huik; en wanneerfe hem \'s morgens
gaen begroeten fo werpen fe fig eerft voor de Poort van \'s Ko-
nings Huis ter needer; kuffen de aerde driemael naden ander,
en onder \'t klappen in de handen mompelen fy iets binnens
monds, om den Koning als aen te bidden. Dit gedaen fyn-
de, kruipenfe op handen en voeten na binnen, waer datfe
féida eerbiedigheid^noch eens herhdXen.
dan^gh^äquot;\' Tegenwoordig fynde, is hy haer fo ontfaggelyk, dat hyfe met
in\'t groeten \'ifoórd kan doen zidderen en beeven ; doch fo dra fynfe
van den Ko- nist van hem van daen, of het is haer vergeeten, fig met het
\'VAN DE SLAVE-KUST. 153
geene hy bevoolen heefc weinig kreunende, alfofy hem altoos
met een leugen of twee weeten te paeyen.
Den Koning is altoos met feer iriLtye Kleederenv2iwSydeimtt \'s Konings
Go^ud en Silver doorwerkte Stof, opgefchikt ; doch voorna-
mentlyk als hy de Europianen gaet befoeken, \'t geen hy kan hèdTy^kc-
doen fonder door ymand van buiten gefien te zyn; gemerkt lyk.
al de Wooningen der Europianen rondom fyn Hof (als \'t fo ge-
naemt mag werden) ftaen gebouwd.
Onk Logie alhier, die den Koning voor my deed bouwen , Logiedcr
is vry groot; fynde voorfien met drie Pakhuifen , en feven Hollanders
Kamers-, een fraei ülein van binnen, en rondom \'t felveeen
overdekte Gaeldery. Maer de Wooningen der overige Europianen
fyn feer flegt en ongerieflyk.
Deefes Konings Kinderen zyn, buiten de kleine binnenshui^, \'s Konings
maer vier in \'t getal, namentlyk drie Soonen met een Doch- Kinderen,
ter.
Alle vier fynfe feer welgemaehe menjchen , voornamentlyk Den oudffen
de oudfte Soo», diefo een fraeyen Stü^zr; is, als ik van al myn Soon is een
leveneenen heb gefien; doch \'tis jammer, dat in ïottn fchoon wclgemaek-
lighaemio een fchelmfe z.iel huisveft. Volgens Geboorte en£r/-
regt, fou hy fyn Vader in \'t Ryk moeten volgen ; doch men fchelmach-
mag hoopen , datfe hem voorby fullen gaen ; want hy is fo tig.
bedrieglyk en fchelmachtig, dat het geheele Land van hem moet
lyden.
Op zWt weegen heeft hy fyn volk , om de menfchen hare Doet een y-
goederen te laten Koven, fo wel van Blanken als Swarten; en gelykbero-
wat meer is, hy en verfchoont den Koning fyn Vader felfs
niet.
Hy heeft regt der Uilen aert, dieniet uitvliegen diLnhj nzgf,
want hy komt over dag noit uit den huis , maer wel des a-
vonds; als wanneer ik verfcheidemael de eer van fyn befoek
heb gehad.
Dat hy by dag noit uit den huis gaet, gefchied eensdeels
\'^itgrootshertigheid, om van \'t Gemeen niet befien te werden;
en ten anderen ook, om fomtyds niet genoodfaekt te zyn ,
voor fyn ^i/er te verfchynen.
De t-^eede Soo« des Konings aert feer wel na den Vader,vtx- ï/\'borft van
IL Deel.nbsp;Vnbsp;mits
154nbsp;B E S C H R Y V I N G
mits hy den felven in UeftaUigheid vznommegang niet behoefd
toe te geeven; derhalven ook van nu af de meefte Grooten
hun Hofby hem maken, en den felven aenkleeven ; waerom
ik ook niet en twyffel, of het Land fal na V Konings overly-
den in gen volle vlam van Oorlog gefteld werden; want de mee-
fte fnWQwdtnjongßen Scoisop den T/^reo« foeken te veftigen;waer
tegens de oudfte, vatx. buiten oïbinnenlandjche Magtenvtrik.tv\'kt,
fig fal aenkanten; en hier meede füllen de Europianen , fofe
ter dier tyd van eenige magt zyn, fig meede moeten moeyen,
en wyflyk doen, fofe de jongfte toevallen, gelyk met den te-
geniuoürdigen Koning ook is geCchkd; die, een w/W^-r SooH fyn-
de , ter wille van fyn goedaerdigheid, door de Hollanders ,
Fr an fen en Portugeeten, met geweld in \'t Ryk is gefteld; wer-
dende fyn oudße Broeder, door hun toedoen , daer uit gehou-
den, en ten Lande uitgejaegt. Dit is ook wel de voornaemfte ree-
den, dat hy noch huiden ten dage fo veel hert voor de ge-
noemde Europianen heeft.
Een jaer of twee na myn vertrek van de Kuft, is, fo myn be-
rigt word, den ouden Koning overleeden, en fo als ik wel
gedagt hadde de jongfte Soon op zyn Troon geveftigt, hoe het
fig hier ontrent heeft toegedragen is myn onbewuft, en daer
aen is ook wy nig. verbeurd, het is ons genoeg datwe hierme-
de een Man na ons harte, of die myn althans te voren fo heeft
toegefcheenen, hebben gekregen.
Ik mag met eenen hier niet voorby gaen, fonder de ^qtïade
gewoontens deefer Landaert op het affterven van hun Koningte
toonen, want fyn dood is niet fo haeft rugtbaer, of een yge-
lyk valt als uitgelaten op fyns naeftens goed aen; fteelen en ro-
ven fo veel, alsfe immers konnen magtig werden, en dat in
\'t openbaer, voor de geheele weereld ^ fonder daer over te moo-
gen werden geftraft; even of met het affterven van den Ko\'
ning., ook te gelyk alle regt en billykheid vi^as verftorven.
Dit Roven duerd fo lang, tot dat\'er een nieuwen Koning is
beveiligt, die hetgeftide by een openbare afkondiging doet ver-
bieden, en \'t geen ook aenftonds met de tiiterfte gehoorfaemheid
werd nagekoomen.
1 Indien de Opperhoofden het over \'t beveftigen van een niew
wen
tweede -
Soon.
Die den Va-
der.wel in \'t
Ryk mogt
opvolgen f
gelyk met
den tegen-
woerdigen
Konings is
gebeurd.
Qiiade ge-
Woontens
der Fidafe
op het af-\'
fterven van
hun Koning.
VAN D E S L A V E-K U ST. ijy
^ufKnbsp;niet eens konnen werden, fofullenfe doch, om
deefe wanorder te doen ophouden, het volk wys maken, dat-
\'er al een nieuwen Koning is, en als uit desfelven naém laten
fy de voorfeide afkondiging gefchieden.
Seiden duerd het lgt;eveftigenvmetnnieuioenKoning\\ar\\g^v/amp;m DeSoon die
fo haeft verneemt den oudflen Soon fyns Vaders dood niet, of
hy maekt fig aenftonds met fyn vrienden op , om van het Jj^^jns Va-
en Wyven des Konings meefter te werden ; en wanneer hem ders Wyvea
dit gelukt, fo heeft hy weinig meer te dugten; wyl het Ce- terna-
meen niet ligt fal toeftaen , dat fodanig een weder werd ver-
dreeven; gelykende dit wel een weinig naer den 7rek,-dk Ab- Koning.^
fokn aen fyn Vader David fpeeldde.
Om dit voor te koomen, füllen de geene, é\'ie de jongfl en
Soon tot Koning begeeren, welforg dragen, dat hy altoos by-
derhand is, om hem voor den ander in \'t befit va« \'t Hof te
ftellen.
\'t Sal UE. noch wel te vooren ftaen , dat ik Z7JE;. kennis
hebbe gegeeven van \'t groot getal Wyven des Konings; defel-
ve werden fomtyds van hem gebruikt, om door haer fyn be-
vel en flraffen ontrent de geene die iets heeft misdaen, te doen
uitvoeren; en dat eenlyk maer met een honderd of vier na
fodanig een fyn Woontng te fenden , om\'er- alles wat\'er in is
uit, en het Huis onder de voet te halen ; terwyl niemand \'s
Konings My ven, op verbeurte van \'t leeven, mag aenraken, fo
konnen defelve \'t bevel van den Koning fonder eenige vêrhin-
dering uitvoering.
Even voor myn aenkomft tot Fida viel hier ontrent iets
aerdigs te vooren, dat ik niet nalaten kan I7£.meede tedee.
len. Een Neger van myn kennis, en die my by vervolg van
tyd grootedienfien heeft gedaen, wierd onder de hand gewaer-
fchouwd, dat men hem by den Koning had befchuldigd ,
van feekere mifdaed begaen te hebben ; en dat \'er derhalven
ook al bevel gegeeven was, om fyn Huis te pionderen, en on-
der de voet te halen; hem dan geen tyd overgelaten fynde,
^m fig by den Koning te gaen verontschuldigen, neemt een
Gefluit (om dat hy een ré\'^fw^r^//^^voorhad) om in plaets,
als na gewoonte, te igaen vlugten en fyn huis en goed ten be-^
V 2nbsp;^ ften
-ocr page 442-,5önbsp;BESCHRYVING
ften te geeven , in het felve te blyven , en \'s Konings JVyven
af te wagten; die ook niet lang achter bleeven, enhemdaet
teegens ve-rmoeden vindende,- geboodendathy aenftondsfou
hebben te vertrekken, en haer niet hinderlyh zyn; doch in
plaets dat hy foude gehoor/amen, fo had hy ontrent tweedui-
fend pond \'Bospoher nevens hem ftaen; \'t geen hy haer toon-
de, en met fware vervloekingen dreigde , byaldien fy nader
■ quamen, het felve te fullen aenfteeken , ora alfo gefament-
lyk met een warme aers ttn hemel te varen. Dit ftond hun
gantfchelyk niet aen; en vreefende, dathy fyn dreigementen
werkftellig mogt maken, namen in aller yl de vlugt na den
Koning, om den felven verhael van hun wedervaren te doen ;
doch hier in wierdenfe door deefe Tieger voorgekomen, om
dat die eerder by den Kowiw^wasals fy; en hy wift fig byden
felven fo wel te verontfchuldigen, en fo veel reedenen van fyn
onnoojelheid by te brengen, dat den Koning hem vry verklaer-
de, en dus wierd hy met een Abelheid uit dit blykelyk gevaer
noch verloft.
Al genoeg van dtek ftoffe, dieik wel ligtelyk had overge-
flngen; fal dienvolgende quot;tot myn belojtekoomtn, te weeten,
om van den Godsdienft der Fidafe te fpreeken.
Hier vooren heb ik UE. getoond, dat de meefte mifdaden,
die aen Fida werden begaen, door geld aen den Ko«/K^offyn
voornaemfte te geven, werden goed gemaekt. Het •vervolgfzl-
17E.,doen fien, dat hun Godsdienfi dzeiom ook maer eenlyk
fchynt ingefteld te zyn.
Ontrent haer Godsdienft fynfe fo afgryflyk bygehvig , dat
ik noch van geen Landaert op den gantfchen Aerdbodem
lyl^bv^lö- hoord heb, die men in deefe faekhy haer fou moogen vergely^
vigbeid! ken. De oude Heidenen moo%tn met dertigduifend^^ot/f^pra-
len en pronken; doch ik verfeeker ÜjE., datdievan F/i^fö\'
danigen getal wel vier of meermalen fouden uitleeveren.
vrocg cens acn een Fidafe Neger , diemy wertbeflevan
Fila\'is on-\'\'quot;nbsp;voorquam, en met wien ik ook vry mogt fpreeken: (fyn-
findig; cn de cven den felven, van wien ik UE. het Geval met
nings Wyven heb verhaeld) Hoedanig fy hun Godsdienft daer ts
hnsvlt- i^iff^/ verrigten} en hoe groot het getal harer Godenv^elwas} Hi^quot;^
klacrd^nbsp;op
Godsdienft
der Fidafe,
cn wonder-
VAN DE SLAVE4CUST.nbsp;157\'
op kreeg ik al lagchende van hem tQt antwoord : Dathy[ulk,s
felfs niét en wtflen verfeekerde 3 dat niemund in het geheele Land
tny daer een net berigt van fou konnen geeveny.want, myn felveit:
aengaende, voer hy voort, ik heb \'er een groot getal, en fo ver-
mem ik dat het met andere ook is gefteld} En wanneer ik feide:
Dat\'er geen meer dan drie Goden van haer Land aen my bekend
ti/aren, en verfogt, hy wilde my van de overige rneede eenige ope-
ning doen} So gaf hy my het volgende berigt;
het getal der Goden van dat Landoneindelyk en nißtie noemen was.
iVant, feide hy, byaldien iemand uit ons iets van aengeleegent-
heid ter hand wil neemen, fo foekt hy eerft een God, om fijn voor-
gsnoomenefaek weite doen gelukkend en, met dit voorneemen uit
den huis gaende-, fal hy het eerfte dat hy ik den weg vind,, of waer
op fijn oog komt te vallen, V fy een Hond, Kat , of eenig ander
ftegt Schep fel,quot;voor fijn God aenneemen; ook wel iets dat noit een
■dierlyk leeven ontfangen heeftals een Steen , Hout, of wat het\'
ook foude moogen zyn. Deefe aengen om ene faek werd aenftonds met-
een weinig-Offerhande vereerd\', met beloftei byaldien het ons voor-
neemen wel doet gelukken, dat wy het voortaen altoos voor sen ^od
fullen houden enteren. Is \'t nu dat ons voornemen wel komt te ge-
lukken, fo hebben wy een nieuwen en helpenden God gevonden, en
die dan dagelyks met eenige Offerhanden werd vereerd. Doch vak
het qualyk uit i fo werd deefen nieuwen God, als tot geenig ding
nut fynde, weder verworpen, en keerd tot fijn voorige Stand en
Id^aerdigheid,.. waer in wy het voor fijn^ Godheid hadden gevonden.
Op deefe wys, voer hy wyders voort te feggen, maken en bree-
ken wy dagelyks onfe Goden, en fyn derhalven .Meefter senUitvin-
ders van het geene wy met Offerhanden vereeren. Deefe manier.
Van Godsdienfl en is niet nieuw in de vieer^ld, in de mmfchen v^n
den eerfleß tyd fijn hier ook niet vreemd van geweêft; doch hoe dit
gsvoelen tot die van Fida is overgewaeid, foude\'ikmy niet derven-
\'i\'ermeeten te feggen.
Ik had groot vermaek om deefen Neger op fodanigen wys daer van
^\'an fyn Lands-Goden tc horen redeneeren; doch een wyl tyds
met hem hebbende verkeerd, bemerkte ik , dat hy met de lt;?o-^hadals fyn
den van fyn Land in \'t heimelyk de fpot dreef ; want heb-Landsge-
bende in fyn jonkheid by de Franfchen gewoond , welkers
V 3nbsp;7ael
-ocr page 444-158nbsp;B E S C H R Y V I N G
7ael hy ook grondig verftond en fprak, fo had hy van defel-
ve cie beginfelen van den, Chriftelyken Godsdienft geleerd, en een
goed of reedelyk begrip van dtn waren God, en hoe men den
felven mozïi dienen, gekreegen; wien dat hy ook, en niet
•do h hetnbsp;Lands-Goden, de beftiering van al dzz gefchapen vras , toe-
beet niet fchreef; en daerom bekreunde hy fig met de Ê\'oif« van fyn
heeft,van-fig Land ook niet, als uit welftaemhahen, en tot vergenoeging
opentlyk te van fyn Vrienden , aen wien fyn gedagten niet derfde openba-
reJdencT^\'\' ^ vreefende (gelyk ook feekerlyk waer fou geweeft zyn)
waerom. tl^er door in eenig ongemak te moogen geraken; want hoe goed
fyn G^-Zoo/ook mogt zyn, fo en was het felve doch nietmag-
\\nbsp;tig genoeg, hem te beweegen, om ter wille van datgoede Ge-
/oöf eenige fchade aen fyn Gofier*?^ te lyden. Dies men met
regt wel mag feggen eii uitroepenO wat een [wak geloom ?
LXbeneennbsp;vvel waer, dat fyu Landsgenooten ook temge verbeelding
gLdTeSquot;nbsp;waren en levenden Go ii hebben , en hem ook deefe
beeld van hoedanigheid tot{c\\iry\\ev\\ I n\\s dat hy almagtig , overal-tegen-^
God; doch woordig, Qw een Schepper \\and\\t groot eGev aert cnalhetG^-
niefaen-^Tnnbsp;dcrhalven feer verre boven hunne ^^Oi^e» ver-
waerom.\' heeven; doch echter biddenfehem niet aen, noch doenGod
oit eenige Oft^erhanden-, en hier van geevenfede volgende ree-
den : God, feggenfe, // te verheeven en te groot, als dat hy fig
metfo een geringe Jaeky: als de weereld of den menfch , fou ophou-
den en bamp;moeyen-, waerom hy ook de Regeering van dien aen haer-
lieder Afgoden heeft overgegeeven, \'tot roien ivy ons als de tweede,
derde en vierde Perfoonen van God, -en wettelyke Regeerders moe-
ten xt: enden. En hier op leven fy ftilletjes en geruftelyk hee-
nen.nbsp;\'nbsp;.
SeïoXr\' \'Bvinnt voorname. Goden:, èn .dewelke by het geheele Land
aen Fida, a!s ^acr voor ^bekend ftaen.\', quot;fyn maer driederlei , als eerftelyk
eerft den feeker flag van- Slangen , die in.haer Godendom de eerfte en
SJang. eerlykfte plaets bekleeden. Bloemerharten, mogt den Hee-
re quot;Bekker nu noch eens opfien, hoe fou hyfig kittelen, wan-
^ neer hy gewaer wierd het tegenftrydig gevoelen van Adams na-
\' ktomelingen; want daér .wy den S/^/K^ voor onfen eerften en
grootften-yjvrt/zi/, als em verleyder des menfchelyken Geftagts ,
aenfien , daer houden die van Fida in tegendeel hem voor
haer
-ocr page 445-V AN DE S LA VE-KU ST.
haer groatfle goed en geluf^faligheid. D.öch dit in \'t voorby gaen,
of a\\s in ctn Par^ntkeßs.
Haer Goden in de tweeden Rang fyn eenige uitfteekende hoo-
ge Boomen, waet. aen Frmw N^tira haet Meefferßuk fchynt
getoond te hebben.
Ten derden hebbenfe in \'t getal harer Cois/z (doch als de en tender-
minfte van de Gebroeders) meede geplaetft de Zc^*?. Deefe drie\'lt;^en de Zee.
genoemde fyn hxxn opmbare en algemeene Goden , en werden
het geheele I^ï^i door ook daer voor igehouden en aenge-
beeden. Een yder van defelve heeft, volgemhun divafemse-
uing, fyn byfondere -opfigt en verrigting, even als tle Amb-
tenaren ondex eenKmmg, Forß, of Péns ; evenwel noehmet
dit onderfcheid, ^dät de Ze-e en Boomen fig met,het geene den
Slang toevertrouwd is, niet moogen bemoeyen, raaer den fei-
ven in tegendeel wel over het hare; om, indien fy fomtyds
wat te lui wierden bevonden , daer ontrent een andere en
beetere voorfiening te doen.
Den Slang roepen \'fy aen in? tyden van r^gm en drmgte ., P^n Slang
in een onvrugtbaren tyd , fiering v.an \'t. ZflBis/^ bewaring
van hun Veei en met een woord gefegt (buiten de halve
en nieuwgebakken Goodjes) in alle hate nmden en Jivarighee-
den.nbsp;lt; -
Seèr groote ■Offerhanden werden hem ook altoos daerom Kryg:t groo,
gedaenryoornamentlyk van den Kming y.^eo^^ verfcheide teCWer^
tyden, dobr\'knpórring van deö/erf^z/^ , en door fyne ,
en van gefeide\'P^/\'eBopgeHiaekte Gföotó;?., ^rykelyke Offerhan-
den na het Slcmgenhuu tmoet fenden. Doch,ifc meene dat dee-
fe ßhelmfe Papen alle die Offerhanden felfs na fig fleepen, en\'er
hun meede vroolyk maken.nbsp;:nbsp;^
De Offerhaddebefkm gemeenlyk in.eenigeftukken
de, en andere Stoffen, alderhande Europifchë en Africaenfe
IVaren, mitsgaders a\\deï\\eiVee, nevens goed. eeten en dïin-
ken.
Deefe gaven vorderenfe den Köwm^ fomtyds fo veelmalen
af, dat hy het welmoede werd, om iets te geeven, en\'er los
den brui van heeft.
Gelyk het eens in myn tegenwoordigheid quam te gebeu- Voorbeeld
ren; hier van.
-ocr page 446-löonbsp;BES C H R Y V I N G
ren ; want wanneer ik den Koning o^ feekere tyd geheel ver-
ftoord vond, bleef ik in geen gebreeKen, om de reeden hier
van te vragen; die hy my ook fonder eenige bewimpeling
verklaerde, met te feggen: Dat hy dit lopende jaer ongelyk meer
Offerhanden, om ten gelukkige Oogft te erlangen, na het Slangen-
• huis had gefonden y als na ouder geiüoóntey en dat deefen fyn On-
\' ■ derkooningy wyfendè op dmverfoekery hem weder om een
aen was, of hem, \'Uit.de mem van de Papen, anders meteen on-
vriigtbaer jaer dreigde? Ssggende wyders: Dathy nietnanmee-
ning wasy om van dit jaer eenige Offerhande meer te doen: wilde
de Slang geen goeden Oogft verkenen, hy kon het laten; luantM-
de hy, ikfal\'er ^ doch geen fchade by komen te lyden j gemerkt myn
Koorn-op hef velMsrêeds al voor het meerendeel is verrot, óf be-
derven} ■ ■ \'nbsp;.
Ik moeft lagchen , dat den Koning noch tot een Gift te
doen, wel fou hebben konnen befluiten, indien\'er eenig voor-
deel voor hem had in geftooken; doch het fimpelyk ten be-
ften van een ander te.geeven,; daer ftond hem; de muts met
na; en-derhalven was den -i/eifoe\'^^r genopdfaektonverrigter
faken wederom te keeren, \'t geen hem, en ook dtPapenyéiQ
\'er al ftaet op gemaekt hadden, wonder fober geviel,
•t Huis van Het Slangenhuis, waer van ik fo even heb gewaegt, ison-
haei-,voor- tFcnt tweë myleh van \'/ Konings Dorp geleegen» en,gebouwd
naemße , , ^^^^^^^ fchootien hoogeu^oom. Hisr.in,-feggenfe, ont-
\' houd fig de opperfte en. grootfte van alle de.nbsp;eh
even als de Grootvader van alle andere fynde. Hy fou on-
trent fo dik van lyf fijn nis een menfch , en lang na evenma-
tigheid.
Is uit een an- Hy moet ook al een goeden ouderdom hebben; ,want ly gee-
der Land tot ^^^^nbsp;datfe hem voor méenigte van jaren hebben gevon-
Soraen\' deu, vizmeet hy om de gociloosheid vzn de menfchen uit een
ander Land tot haer was overgekoomen, waer over fy ooK
feer verblyd waren geweeft, en deeknnieuwen engrootenGo»
met veel teekenen van eer én grootagting verwelkomden , en
met, of op een kleed vm Syde, van daer vï2ihetSlangenhuis,fzer:
dat hy tegenwoordig noch is, bragten.
Beeknfcbelmfen Slang moet defelve fratfen in
-ocr page 447-V A N D E S L A V E-K U S T. icji
»ad hebben, als de G^Wea der o^rff-HdiewK, die fomtyds mee-
de wel om eea lug je, en tot andere W^fr^ö konden overloo-
gt;en, en daerom fomtyds benoodigd waren om defelve , en
inn geheele Godheid, vaft te binden; en hier op hebben die
^nne Duivels, van dervvaerds deefe Slang was koomen loo-
pen, vermoedelyk niet gedagt, anders fouden fy \'t felve na
alle gedagten wel voorgekoomen zyn. Maer wat heb ik my
op te houden met gedagten te maken, daer ik we\\ zueefentlyker
Jaken heb af te handelen.
Voor deefen hadden de Koningen van Fida een gewoonte, Tnyoonge
om een jaevlykfe Bedevaerd na dit Slangenhuis te doen, \'t geen tyden dek
ttict een groote Fragt en FraeU en noch grooter Gefchenken,merd fe^^on-^ï^\'
Volbragt; want niet alleen dat den Kom«^ feer rykelyke BedevaêS
\'iJen opofferde, maer noch daerenboven aen alle fyn Grooten , quot;abet Sian-
die hem begeleiden, groote Vereeringen omdeelden ; waerom
fodanigen Bedevaerd hem ook op eenige duifenden quam te
ftaen.
Doch deefen tegenwoordigen Koning heeft het felve afge-
fchaft, en is\'er ook in eenige jaren niet geweeft. Syn laerfte
fogt die hy derwaerds heeft gedaen , was hy (fomy verhaeld \'
IS) verfeld met een Franfch Kapitein, met name Monfr. Du-
cns, die fot genoeg fou geweeft zyn , om ten fpot van alle
Furopianen, üg (elven met Tygersvellen, en andere hniyny ie
kleeden, en dus den Koning na het Slangenhuis te geleiden ,
eri den felven als te onderfteunen in fyn Afgodendievfl-,\'twelk
(io het waer is) immers fo arg is geweeft, als van Naaman
den Aßrier, die fyn Koningin den Tempel V3.n Rimmon on-
derfteunde; want den deefen, fehoon maer nieuwelings-be-
geerd, een Heidenfchnbsp;ten Kaw\'«^ hebbende, en die mid-
den in het Heidendom ftak, echter,, om fulks te doen , noch
^\'erlof van den Propheet en Man Gods , had verfogt. Doch
dit is weeder een afwyking, die miifchien fo wel fluit,als een
\'^ang op een Varken.
_ Den Koning dan, fo als ik gefegt heb, doet deefe Bedevaerd Waerom
\'^iet meer inmaer laet het felve door eenige van fyn Wy-nbsp;j.^quot;
verrigten; \'t welk hem op verre na fo veefniet en komt f\'^^onfn-
II- Deel.nbsp;Xnbsp;teaWhaft.quot;
BESCHRYVING
tekoftcn, en dit, geloof ik, is ook de eenigfte reeden,waer-
om by het achterweegen laet.
Maer heeft den Kmiffg met den Slangendienfl fware onko-
ften; \'t geen hy uit, of van dien felven dienft trekt, is mee-
de niet gering. Jaerlyks, wanneer de Mais, oï kleine Milkio
is gezaeid, tot dat defelve de hoogte van een M^^ heeft,gast
\'.f Koningt en der Papen ploeg dapper aen , vermits demenfthen
(altoos die niet langer fien als hun neus lang is) alsdan wa-
nenen fig inbeelden, dat in die geheele tuffchentyd de Slang
of Slangen des avonds en den geheelen nagt hun werk maken,
om alle jonge Dochters, die hem of haer behagen, op te van-
gen, en dol doen werden; waer door de Ouders of Vrienden
benoodfaekt zyn, om deefe Doc/^fmna een Huis, voordag-
telykhier toe gebouwd, te laten brengen, waer datfe eenige
maenden moeten blyven, om, fo het voorgeven is, van hun
dolheid geneefen te werden ; onderwyl moeten de Vrienden
haer van alle noodfakelyk onderhoud verforgen , en dat wel fo
rykj dat\'er de Papen mttdc van konnen beftaen.
De beftemde tyd vmhnnGevangenhuisovcxSyiidt, endat-
fe van\'t geene fy noitonderheevigfyn geweeft, geneefen zyn,
fo krygenfe verlofomweeder uit te moogen gaen, maer moe-
ten bevoorens de koften van hzrt geneeßng cnbeivaringbadAtni
\'t welk gerigt is, al na der felver Frienden het konnen doen,
en beloopt door malkander ontrent de vyftig gulden\\oot yder
Dächhr; en \'t getal der Dochters, die \'s jaerlyks werden op-
gevangen, bedragen eenige duifenden, vermits yder voornaem
Do^f een afgefonderd Huis tot het felve heeft, en de fommi-
ge die wat groot zyn, wel twee en drie.
Al het geld dat hier van komt, heeft de naem dat het voor
dt P-apen IS, om in den DïV-a/?; harernbsp;gebruikt te werden;
en alhoewel ik niet en twyffel, of de Papen hebben daer van
meede haer deel, fo ben ik doch daerenboven verfeekerd ,
dat\'er den KonrngmteAt niet qualyk byvaerd; maer dat hy\'e«^
van \'s gQlyktn goede geldfomnien van trekt.
De eerftemael datik om te Handelen aen f/Ja quam, wierd
my voor vaft verfeekerd, dat fo haeft een Dochter door den
Slcin^ wierd asnceraekt, dat fy onvermydelyk dol moeftwer-
den;
Irkomen
des Konings
van den
Slangen-
dltnfi.
Waer het
felve in be -
ftaet. -
Hoedanig
de jonge
Dochters
door de
S\'.äDgea
VAN DE SLA VE-K UST. / léj
den ; doch echter was het felve maer een Heilige of GöaViïV«-werdengc-
dolheid. Even fodanig als voor deefen van de Bachanten
is verhaeld, of ook van de geene, uit wiens monde Heilige beeidedoi-
Göd-jpraken moeften voortkoomen; alhoewel ik van fnlkehei- lighdd.
lige Dolligheid een weinig den brus fou hebben; want waer dit
goed by of ontrent komt, bedervenfe of bruyenfe aen ftukken,
cn bedryvcn in plaets van GoduUenfti^e -werken , niet dan al-
derhande Duivels quaed; en ruften niet, voor en al eer men
haer ter plaetfe voorfchreeven heeft gebragt.
Men wilde my in \'t- eerft ook met kragt doen geloovenjdat
een Slang de magt had om een Dochter uit den huis te halen,
en met haer voort te gaen, fchoon fy in het felve Huis was
opgeflooten geweeft. Dit ftond ik haer ligtelyk toe, indien
men de Dochter bevoorens met noodig gereedfchap, om deS/öo-
te openen, voorfag.
Ik gaf my felven geen ruft, voor en al eernbsp;had, Verklanng
hoedanig dèefe bedriegery in fyn werk ging, doch ikfou\'er noit fJ^j^^Sïe-
achter gekoomen zyn, en al myn moeite had verlooren ge- gery.
weeft, Indien my den vooren gemelden Neger daer ontrent
niet te regt had geholpen. Den felven gaf my dies aengaen-
de het volgende berigt ;te weeten: Datde Papen de jonge\'Doch-
ters, of ook wel Vrouwen, (die noch noit van denSlang warenge-
moeid-geweeß) waarnamen\', diefe dan door belofte, of indien dat
niet mogt helpen, door fc her pe dreigementen, fo ver wiftên te bren-
gén , datfe beloofden, om by de eerße geleegentheid hun wil te fulquot;
len volbrengen; V welk daer in beflaet, om, alsfe alleen op flraet
is, en de kans klaer fiet, aen\'\'t fchreeuwen en tieren te gaen, even
of haer de Slang vafl- heeft, en beveeldnaer hetSlangenhuistegaenl
Eer haer ymand te hulp komt, is Signoor den Slang al voor
den Satan, en \'t Vrouwmenfch is aen de Raferny overgegeeven,
\'t geen de Vrienden noodfaekt, om het bevel van den Slang op
te volgen.nbsp;-.r r ■
Wanneer gefeide Vrouwlieden weder om uit het Dol-of Ge ^f^^f.;
vangenhiüs füllen gaen, fo werd haer \\znde Papen fcherpelyk
verbooden, om niet te melden hoedanig het gevangen neemen haerfchelm-
van haer in fyn werk is gegaen; maer eenlyk daer by blyven, üi\'k niet
dat het door de Slang gefchied. Hier werd dan noch tot een ^^ \'
X 2nbsp;Slot-
-ocr page 450-1(54nbsp;BESCHRYVING
ßotreeden by gevoegd, dat de geene, die de geheimen vande
Mis komt te openbaren, aenftonds fal werden verbrand. En
in waerheid, fy fyn fo wreed, en ook magtig genoeg, om
hun dreigen (fo wanneer een Frouwmenfch fchuldig wierd be-
vonden) terftond met de daed te bevtftigen.
Aerdig Ge- Deefen Neger verhaelde my weegens \'t ^^e(eidegevangen nee-
neitgequot;quot;\' ^^^ aerdig^eW, \'t geen tuffchen hem eneenfyner^wK
bcuid, was voorgevallen ; die fig, door aenporring der: Papen , op
een feekeren avond veinfde van haer finnen beroofd te zyn ;
fmytcnde, als na ouder gewoonte,, alles waerfe by of ontrent
kon koomen, aen ftukken. Doch hy van dewjooruiweetende,
en van waer haer deefe doUigheid was aengekomen, nam haer
foetjes by der hand , even of hyfe naer \'t Slangenhuis wilde
brengen; doch voor de Woonplaets der Brandenburgers gekoo-
raen fynde, (die ter dier tyd aen Fida waren om Slaven te
Handelen) fluipt hy daer met haer in , en veild fyn PVyf aen
gemelde Brandenburgers te koop. Doch wanneerfe fag dat het
ernft was, fo ftond fy haeft van hare gewaende dolligheid af;
viel op hare knien, en bad hem om vergiffenis\', met belofte,
van fig naer deefen noit meer fodanig te fullen aenftellen jop
welke belofte hy haer ook wederom vry liet, en fo was en
bleef fy van hare Bolligheid en den Slang verloft , en hy om
haer wederom met geld los te koopen.
Dit was een ftout beftaen van hem; want indien\'er de Pa-
pen achter waren gekoomen, fo was hy genoegfaem lyveloos
geweeft.
dSkcquot;^^ By myn aenweefen tot Fida hzd de Koning (ynDochtermee-
mL\'drv\'^an ^^nbsp;vangen; (ik mag , om het gevolg, wel
den Slang feggen, dat hy het had laten doen) liet haer na het SÏangen-
aengedaen. tó brengen, eu ook eenige tyd fitten; doch niet fo lang ais
na ouder gewoonte; maer om harent wil gingen\'er al de an-
dere Dochters voor de gewoone tyd meede uit.
Hare vedoC- So haeft den dag van hsireverlofßng gekoomen was, wierd-
fe met gi-oote Pr agt en Praelvoor den dag gehaeld, en voor het
• Hofv^n den Ä\'oKiw^ gedragen, en daer neevens de andere Doc/r
ters-, die haer volgden, ter needer gefet. Sy niet bekleed,
maer naekt, uirgenoomen eenßjde Charp die haer tuffchen de
bee-
-ocr page 451-VAN D Ê S L A V E- K U S T. 16$
beenen was doorgehaeld, en daerenboven ook behangen met
een genoegfame laft Come de Terra en Agrie. Dit fyn twee
Couralen, van welkers ivaërde ik meermalen heb gefprooken.
Terwyl fy hier was, bedreeffe alderhande fottigheeden, on-^^^^f\'^ ®
der het fpeelen op veelderhande fpeeltuigen , \'t welk haer ,
volgens het feggen der Negers, noch van hare dolligheid wamp;s
overgebleeven; en noch des te meer, om dat raen haer voor
de ^é-wöow fjyi had uitgelaten.
Terwyl fy op voorfeide plaets fat, vergaderde byna het ^^t ^roo,
heele Land (wel te verftaen die van eenig vermoogen waren) by ^ quot;
den ander-, en een ygelyk bragt fyn Gefohenken meede , die
haer wierden overgeleeverd, \'tgeen te famen een aenfienlyke
yöm bedroeg, vtxmits detk Offerhanden wel een dag of vier
naden ander duerde, om dat de meefte op den eerften dag
niet hadden konnen koomen j fo dat het met deefe Doc/jw op
een geheel andere manier in fyn werk ging; want daer de an-
dere g^/i voor hare verkfßng moeften geeven, daer kreeg dee-
fe een fraeye föm toe,nbsp;! 1
Schoon dat\'er eenige\'iVf^^rf zyn, die wel weeten, tlar het™^^
voorfeide maer loutere bedriegery is, fo houdenfe fig doch,terf^ tednege-
wille van den Koning^ de Papen, en haer eigen veiligheid,hkv ry wel wee-
ontrent t\'eenemael onkundig, en gelaten haer, als offe ^l^es
voor opregte m fuivere waerheid aenheemen; enhet ishaerook ^jj ^j^es
te raden; want de geene, die fig hier tegens wilden aenkan- voorde
ten, fouden hun felven i\\r doods gevaer brengen. dood , niet
Hier van heb ik een leevendig voorbeeld voor myn eigen 00-
gen gefien. De laetfte reis dat ik aen Fida ben geweeft, was
\'er een Neger van At Goud-Kuft, doch aen Fida woonachtig,
van den
met name Kapitein Tam; die door fyn goed gedrag , en beleef- Schryver
den aert, door den Koning was bevorderd tot KapiteintüTolk^^^f^^g^\'
der Engelfche. Deefe Nef^fr, vreemd fynde van den Co^/xAV^ \'
der Fidafe, had een WyfviU dien Landaert, die fig op feeke-
re tyd meede geliet dol, en van den Slang gevangen te zyn ;
doch hy, in plaets van haer na het Slangenhuis te brengen ,
deedfe wel fraeitjes in dc Boeijen fluiten, \'t geen deefe Hex,
gantfch in tegendeel van het vooren verhaelde Geval, fodanig
Verbitterde, datfe haer /Wa«heimelyk by de P^jpmdeedaen-
X 3 . \'nbsp;kla-
-ocr page 452-klagen; die hem (als een Ne^er van de Goud-Kufl fynde, en
die by gevolg in het ftuk van Godsdienft niet met haer over
een quam) in het openbaer niet wilden aendoen , maer die
Schurken deeden hem onder de hand vergeeven; waer van hy
wel nietmeteerften ftierf, maer\'tgeen hem plotfelykdej^m^-^,
en \'t gebruik van al fymkedeny benam ; en derhalven een
Juoaerder flrnf, dan met de dood.
In dusdanigen ellendigften ftaet heb ik hem op myn vertrtk
gelaten, fonder te weeten, of hy naderhand is herfteld , of
niet. Dies mogt afmeeten, en hier uit fien, datmen fig
in de geheele weereld, niet fonder groot gevaer, tegens de G\'c^e-
ftelykhetdkzw
Agting der ^^^^^ ^^ ^^^ ^^^^ ét argltfligkeid der Papen ontrent voor-
N?egers gemelde Dienft belangd. Aengaende de agting en eerbiedigheid
voor den der Ne^erjf voor den Slang, die is fo groot, dat byaldien een
ftraf^diedcnnbsp;Slang maer fimpelyk met een ftok aenraekte, of op
fdven eenis
een andere wys eenig leed toebragt , fo was den felven ge-
leed doet. wiflyk om hals, en fou voor feeker ten viere werden p-edoemd.
Voorbeeld Voor een geruime tyd\'van jaren , wanneer de^^K^e^^/j^
^\'i^^J^\'^^^^hier eerft begonden te Handelen , vièl\'er een aenmerkenwaer-
fchen!nbsp;en te gelyk ook droevig geval, voor. Want den K^p?.
tein der Engelfthe, nevens eenige van fyn volk , en een deel
koopmanfchappen aen Z-öW fynde gekomen, vonden des nagts
een Slang in haer Huis, die fy, fonder veel omweegen te ge-
bruiken, doodden; en, meenende een goed werk te hebben
gedaen, fo fmeeten fy de Slang, fonder eenig achterdenken,
buiten de deur weg, waer dat hy des morgens van de N?-
wierd gevonden; die, navorfchende wie dit boos ftuk
(fo fy het noemden) mogt hebben begaen , fo vondcnfede
de Engelfche (die , fonder gevraegd te worden , haer felven
hier de eer gaven) daer aen fchuldig; \'r geen het G^we« fo-
danig verbitterde, datie met een^roo^é\' woede op de Engelfthe
aenvielen, en haer alle dood floegen, en neevens alle koop-
manfchappen met het geheele Huis verbrandden.
Dit veroorfaekte fodanigen fchrik in dien Landaerd, datfe
een geruimen tyd daer van daen bleeven, en elders hun han-
del gingen doen ; doch eindelyk wederom gekoomen fynde ,
fo
-ocr page 453-VAN DE SL AVE-K UST. idy
fo hadden de Negers voor een gebruik , om alle Europianen
die daer quamen, eenige Slangenxt vertoonen; met verfoek,
vermits het hare Godm waren , dat men defelve doch geen
leed wilde doen; en fo heeft men zeederd die tyd van joda-
nigen ongeluk noit meer gehoord , en tegenwoordig koomen
hier weinig Europianen, die van deefe Skngendienfi bevoorens
niet al fyn verwittigd.
Ik fou noch feer twyfelen, byaldien een Europiaen tegen-
woordig een Slang quam te dooden, ofhy al beeter lot als
gemelde Engelfche fou hebben; ten ware hy gelukkig genoeg
was, om met den eerflen by den Koning te konnen vlugten,
en den felven te toonen,. dat het by ongeluk was toegekoo-
men. In fodanigen geval fou het veelligt noch met een geld-
boete aen de Papen te geeven, om èen gebleevenen God te ver-
foenen, af te maken zyn; alhoewel ik het\'er echterniet gaer-
ne op fou laten aenkoomen ; want den gemeenen man , door
de Papen aengefet, in fo een geval tot een ver wonder lyke woe-
de uitbarfl; eli derhalven is het verre \'tbefl, hier ontrent met
de meefle omfigtigheid des weerelds te werk te gaen.
By myn tyd had een Aquamboefe Ne^e^ een Slang op fyn AnderVoor-
(lok genoomen, en om dat hy hem met de handen niet derf- ff^
deaentaflen, alfo buitenshuis gedragen, fonder hem anders boefeNe-
eenig leed te doen. Twee a drié Ne^erj het fiende, maekten ger; doch
aenftonds een Moordgefchrei, \'t geen fy in tyden v^n brand
of andere ongeleegentheeden, gewoon fyn te doen, waer door-
fe binnen korten tyd het geheele Land by den vander konnen
vergaderen; en tegenwoordig bragt het met\'er haeft ook een
groote meenigte by een, alle met Knodfen, Swaerden, AJfagayea,
en ander Geweer gm^\'ptnd; en die het ook haeft met deefe
fouden hebben uitgemaekt, ten ware den Koning, vzn
fyn annooftle mifdaed verftandigd, hem niet tydelyk door ee-
nige fynef Croofe;? uit fyr\\ gevaer hadde doen verloffen: en fo
wierd dit onweer, fonder eenige fchade te veroorfaken, noch
Voorby gedreeven.
Doorquot; deefe Voorbeelden werden wy weederhouden, om dee-
fe ve^.vloekte Goden, of Buivelfcbe Serpenten, aen te doen,niet J\'nde WoL
tegenftaeude ons defelve fomwylen dapper te plagen neemen; ningcnder
ver-Europianen,
-ocr page 454-vermitsfy ons dagelyks, voornamentlyk hy ßerke Sonne fchyn i
(even of fy, als \'Schepfelen der duifiernis, dzt heldere ligt niet
konden verdragen) met vyf of fes te gelyk koomen befoeken i
krmpende op Stoelen, Banken, Tafels, ja felfs op onfe quot;Bed-
den, en houden ons in den flaep gefelfchap; en indienfe on-
der de Bedden op een goede plaets konnen koomen, en onfe
Bediendens wat te lui zyn, het Beddegoed om te halen, fo kon-
nen fy\'er wel een dag of agt huis houden, ja feifs, gelyk ge-
beurd is, daer ter plaets hzve Jongen werpen.
Hoe menfe Wanneer menfe dus door het huis gewaer werd , en men
quyd kannbsp;^^langer begeerd te dulden, fo heeft men maer ymand
worden, ^^^ ^^^ ^^^^ ^^ roepen, de welke fyn God foetjes opbcurd ,
en buitens huis brengt. Maer fofe in de Batken van dc Hui-
fen, (veimits defelve maer van eene verdieping zyn) of elders
anders op een verheevene plaets fitten, fo moet men al heel
veel op hti gejnoed dtv Negers \\trmoogtn, eer fyfe daer van
daen fullen halen; en derhalven ismen genoodfaekt haer daer
te laten fitten, tot\'er tyd fy van felfs koomen te vertrekken.
\'t Is mv eens gebeurd, dat eenS/^wgfig boven myn Tafel,
waer aen\'ik dagelyks moeft fpyfigen, quam te fetten , en\'er
ontrent veertien dagen ft al hield; en fchoon ik, opftaende ,
hem geraakkelyk kon bereiken, fo was\'er doch niet eenen Dui-
vel, die hem van daer wilde neemen ; doch dit wierd my na-
derhand rykelyk beloond, .
Den Schry- Wanneer ik op feekere tyd eenige Grooten van Fida aen myn
v^ï^^K-nbsp;onthaelde , quamen wy van de Slangen te fpreeken; en
ning voor myn oog vallende op den Quant die boven ons hoofd fat ,
bet verdagt feide ik: Dat ik van gedachten was, vermits den felven in veer-
eeten vari fj^jjnbsp;fy^^ yjj^f^ t^r weereld hadgepeufeld, dat hy eindelykvan
coïdebew \'honger foude moeten vergaen, indien hy hy tyds jyn fpillen niet quant
Lg. quot; te pakken l Doch eene van gefeide Grooten, en het geene ook
door de overige wierd beveftigd, voerde my te gemoed
hy verjeekerd was, dat den Slang, fchoon ikfulks niet gewaer wierd,
fijn deel wel uit \'de fchotelen wift te krygen ? Dit feggen hield ik in
goeder geheugenis; want als ik daegs daer aen by den Koning
quam, verhaelde ik bemin \'t byfyn van die felve Grooten: Dat
een van fyn Goden fo vrypoftig was geweeß, en ongenoodigd.de tyd
van
-ocr page 455-VAN DE SLA VE-K UST. 169
^an veertien dagen aen myn F af el had koomen fpyfigen. Dat het
derhalven ook niet meer dan billyk was, dat men my daer voor be-
taelde; of anders fou ik genoodfaekt zyn, deefen ftouten Gaß te doen
^erhuifen} DenKo??/«^, die in diergelyke geuren groot beha-
gen fchepte, feide hier op: Ik fou den Slang maer laten futen,
Want hy fou forg dragen, omfo wel den Slang als my van genoeg-
faem voorraed te verforgen^ En in waerheid , ik was niet jang
in myn IVooning gswecii, of roy wierd van weegen den Ko-
fiing een braven vetten Os gebragt, tot voldoening van het
geene den Slang by my had verteerd.
Ik foude op fo een manier alle de Goden van dat Land wel
de kofl hebben willen geeven; en ik denke, dat ik\'er ook niet
Veel by fou ingefchooten hebben.
Het beft van allen is » dat deefe Afgodifche Slangen de men- Deefe Afga-
fchen geen leed en doen; want fehoon men by ongeluk in den
donker op haer treed, en van defelvewerd, fo is\'er dcmeiJchcn
doch geen quaed ter weereld meede vermengd, ja felfs niet niet befcha-
meerder als de fleek van een Duifendheen. Daerenboven fou-
den ons de Negers noch gaerne willen doen gelooven, dat het
goed is van deefe Slangen gebeeten of geftooken te werden, al-
fo men naderhand daer door teegens het fteeken van een gifti-
ge slang verfeekerd en bewaerd fou zyn ; doch hier ontrent
ben ik al wat ongeloovig, en fou het op haer feggen niet gaerne
laten aenkoomen, en wel te meer , als ik in het vervolg heb
bemerkt, dat deefe Goó/\'ra tegens de Duivels, te weeten de
giftige Slangen, niet beftandig en zynj veel min fouden fy ons
Voor der felver beet konnen bewaren.
Wy hebben hier fomtyds vermakelyke kampen tuftchen de
Afgodifche en giftige Slangen \', (die in dit Land meede niet en met dé\'Af-
Ontbreeken) en dit Pluishairen komt, fo ik geloof, by, omdat godifchc
^^giftige Slangen, fiende dat men de andere fo veel eer
«ïoet, daer door nydig op defelve worden; want fy meenen
dat haer die Eer fo wel toekomt als deandere, en dies te eer-
der, om datfe noch iets hebben, te weetet^\'yÊ\'r^zyf,waermee-
fy fig in tyd van nood konnen befchermen, en waer van de
Andere onvoorfien zyn.
Deefe reedenkavelingen overdenkinohy fig fel Ven, moet UE.
II. Deel.nbsp;ynbsp;wee-
17©nbsp;B E S C H R Y VIN G
weeten, dat in voorige Eyden, wanneer de Beeßen racdsnog
iets te feggen hadden, is gefchied j en hier van hebben deefe
giftige Slangen nu niet anders over behouden, dan een onvetT
foenbare vyandfchap tegens de andere, waerom fy ook, wan-
neerfe defelve ontmoeten, aenftonds fullen aanpakken j doch
^ hier in koomenfe altoos te kort, en met reeden, omdat het
immers al te flegt fou luiden, dat een Godvoor foeenveragt
fchepfel het feil fou moeten ft ryken.
De Afgodi- Dog ik kan UE. wel verfeekeren, dat het haer daer niet
fche fouden van daen komt, want de fenynige Slangen, die grooter als de
altyd te kort andere fyn, en ook met kragtiger G\'^w^r voorfien, fouden
dkXvandequot;tiefelv\'e, fonder op hun Godheid veel agt te geeven, haeft
Negers niet moffelen , indien fy niet met den eerften door een Legioen of
wierden on- y^u hare ^^;2J\'iJ^imwierdenonderfteunt; die denande-
iieund. ^^^ ftoutheid, van dat hy fig teegens een derfd aen-
kanten, wel haeft met de dood doenbekoopen.
Deffelven DcdgtVitlyk^ gedaente dtv Slangen, diehier voor Co Jewwer-
ge^da^elS dengchouden, fijn gevlamd, alsnbsp;en ^m» door mal-
kander gefchakeerd. De grootfte die ik hier gefien heb, is
ontrent een vadem lang en een arm dik geweeft.
Syn feer ver- \'Bcek Goodjes fijn wonderlyke Liefhebbers om een Äoi- tot haer
fot om een ontbyt tc moogen hebben. Meenigmalen heb ik haer met ver-
Rót op tenbsp;de Rottejagt gefien; maer alsfe een Rot hebben ge-
nappen.nbsp;fijnfe, om defclve na binnen te krygen, een uer en
langer beefig; en raen fou, haeraenfiende, feggen, dat het
onmogelyk was, datfe een Rot fouden door konnen krygen,
vermits fy fo nauw van keel fchynen te zyn; doch ik heb be-
merkt, wanneer fy raet hun Proi beefig waren, dat hun keel
ffig van langfaraerhand uitfettede én wyder wierd.\'
Indien een Slang ergens achter een Spar van \'t Dak fit, en dat
\'cr een Rot voorby komt, fokan hy defelve onmoogelyk kry-
gen, als figfo haeft nietweetende loste maken; en \'t fchynd
dat dit verbruide goed van Äo?«» fulks konnen fien en merken;
want meer dan honderdmael heb ik des avonds gefien, dat de
Rotten dusdanigen S/^;?^ voorby liepen, en als de gek met hun
fchooren, \'t geen defelve van ongeduld deed fchrccuwen, en
fig met alle geweld losraaekten; doch dan wierdmen daer on-
trent niet eenen Rot meergewaer.nbsp;In-
VAN DE SLAV E-K UST.nbsp;171
Indien men \'t befoek der Fidafe moede is, en dat mee haer De Fidafe
weg wil hebben, fo heeft men niet anders te doen, als verag-^^^^P
telyk of qualyk van den Slang te fpreeken aenftonds fullenfe dersia^ng
haer ooren toeftoppen, en ten hiiife uitloopen; doch dit wil hooren
van een Europiaen, die wel met haer ftaet, wel gedaen zyn.
Maer een Nf^^rvaneen ander kuß fou, met dusdanig te han-
delen, fig felven in geen klein gevaer ftellen.
Wanneer het komt te gebeuren , dat \'er ergens brand ont-Hoefy fig
ftaet, en een Slang in \'t vier quam te fneuvelen, fo fal een y-gedragen
gelyk die dit hoord fijn ooren ftoppen, en eenig geld geeven ; ^anncer\'er
willende hier meede te kennen geeven , dat het een te ver-fneuvekn!\'\'
fchrikkelykeh faek is om aen te hooren; endit^é\'Wdiendjom
fig met den verbranden Coite verfoenen, van datfe hem niet
beeter hebben opgepaft. En hkr by geloovenß noch, dat de
Slang, fchoon verbrand, wel haeft wederom fal koomen , om
fig aen de geene, die oorfaek van fijn dood geweeft fyn, te
wreeken.
In \'t jaer i ógj. had myn Confrater de Heer ^icolaes Poll (die Een Slanlt;r
ter dier tyd den Slavenhandel voor onfe Maetfchappy zen F/V/^ door een ^
waernam) het vermaek om een aerdig Schouwfpel te fien aen-\'quot;ge-
regten. Een Farken van een Slang geftooken, en derhalven op door\'eir^^
den felven gebeeten fijnde , of ook wel dat hy op het Goden-groote ilag-
vleefch was beluft; hoe het hier meede geleegenis, heeftmcn, ting onder\'\'
wat moeite daer ook toe aengewend mogt werden, van het ge- ^^le\'^^ri^e^quot;^
feide rarken niet konnen verneemen j maer wel dathynbsp;JedLn.\'^quot;\'
den God by dc larven vmedc, en met een hap of vier na fijn
Maeg(ond, fonder dat de N^^fr/, die het van verre aenfagen,
tydig genoeg konde koomen om hun god te verloflen; want
het Farken had hem (veelligt honger hebbende) al vry wat
gehaeft. Hier had men nu \'t bruyen in de glafen. De Papen
quamen \'er achter, en vielen aen den Kóning klagtig; doch
\'t^^arte kon fig niet verantwoorden, en het feit lag daer;
dies de Papen onredelyk genoeg van den Koning begeerden,
dat hy een Gebod van PerfenenMeeden, dat is te feggen, door
^et geheele Land, fou laten uitgaen , om het gantfcheZ^r^e^-
l^s Geßagt uitte roeyen, en te verdelgen; fonder eens te over-
leggen , of het wei redelyk was, dat men dus de onfchuldige met de
Jchuldige(onamp;.rz^en.nbsp;\' Y 2nbsp;quot;sKo-
\'s Koning quot;Bevel wierd overal kenbaer gemaekt, doch toen
had men het lee^J-en eerft gaende. Van de eene kant fag
men duifenden van Swarten met Swaerden en Stokken gereed,
om \'s Konings Gebod ter uitvoering te ftellen \\ en van de an-
dere kant quam\'er meede geen kleine meenigte met gelyk
Geweer voorfien, en die eenige Varkens in eigendom had-
den , gereed, om de onnoofelheid van de hare te bepleiten;
doch alles te vergeefs. De Slagting ging aen , en men ver-
volgde de Varkens tot in het duifenfte gèlid. Het geroep was
niet anders, als: Sladood, Sladood} \'t Geen meenig hon-
derd eerlyk Varken , welke te vooren een onberijpelyk letven
hadden geleid , het leeven koftede. En voor feeker , men
fou dien dag een einde van hun geheele Geflagt hebben gemaekt;
ten ware den Koning, die van natuere niet bloedgierig is, (en
door andere,. die fmaek in \'t Varkensvleejch hadden , aenge-
fet) fig niet met ontferming over deefe mme Beefien had be-
woogen gevonden; en derhalven deed hy aenftonds een Teegen-
bevel uitgaen, dat men met het Varken-dooden fou ophouden;
raet by voeging: Daer was bereeds al genoeg onfchuldig bloed ver-
gooien. Men fou fo-rg dragen, Jat hun God met een eerlyke Offer-
handen wierd verfoend.
UE. kond oordeelen, of dit niet b lyd e ty ding \\oov het
overfchot der Varkens was , wanneer fy fig van fo een fware
vervolging fagen verloft; en derhalven hebben fy wel forgge-
dragen , om fig in \'t toekoomende foo een laft niet op den
hals te halen.
Ik kon, wanneer ik de naefte reis aen Fida quam, door
de dierte van dit Geflagt, wel befpeuren , dat\'er in deefe ont-
moeting een groote flagttng onder haer moeft fyn aengeregt
geweeft.
Dusdanige ongeregtigheid is men onder een eenhoofdige Re-
_geering , en waer dat de Pa^en boven dien noch meefter zyngt;
onderworpen. Doch hou 1 foetjes wat, niet verder ; dwingt
pen , en fchryft niet herder; want ik fou fo doende wel van
de Beeflen tot de Menfchen kaorsxen, en derhalven is uitfchei-
den\'tbeft.
Tot dus verre heb ik my eenlyk met de Fidafe haer voor-
-ocr page 459- -ocr page 460- -ocr page 461-VAN DE SLAVE-KUST. 173
naemfte God, of laet ik (aengemerkt der felver groot getal)
liever Goden feggen, opgehouden ; raet de overige, als niet
veel Bewind \\xthhendQ, fal ik het niet lang behoeven te ma-
ken.
De Boomen , welke de Goden van dit Land in dtnveedeRang E»® BoRie»
zyn , fo als ik bereeds al heb gefegt, werden alleenlyk ^eedemet
leeden en met Offerhanden vereerd in tyd vzw fiekte, en voor-Offerhanden
naraentlyk de Koorts, om den Lyder wederom te hertellen, vereerd , ea
Dit meenenfe fyn de \'Boomen wel fo eigen als den Slang , al-
hoewel den felven meede niet vergeeten werd; want fy den-
ken, fo als het ook regt is, haed het niit, en fai ten minften als meede de
niet jchaden-; en fo foudenfe geheel ligt te beweegen zyn, om,
als die van Atheenen, den onbekendenGodte dienen, indienfer
fig maer iets goeds van mogten belooven.
Behalven dit hebbenfe noch andere middelen by der hand,
om, voXgtns inbeelding, van deyïe^fÈ\'«/verloft te werden; als
\'t Offeren ten verfcheide jaK^Ê\' of mindere Goodjes; ook hetflag-
ten en eeten van een menfch, gelyk over een jaer of drie voor
de fiekte des Konings is gefchied , en veel andere bruyeryen
meer, die my hier te lang fouden vallen alle aen te halen.
De Zee krygt meede haer deel, wanneer fy ontfteld is, en
ons belet , ora onfe Goederen aen Land te krygen, of ook
wel als\'er in langen tyd geen Scheepen fyn geweeft, en dat fy
naer defelve verlangen. In dusdanigen geleegentheid doenie
defelve groote Offerhanden., met alderhande flag van koop-
manfchappen daer in te werpen; doch van dit flag v^n Offeren
houden de Papen niet veel, ora dat\'er niet een brus voor haer
over fchiet.
Den voorigen Koning van Groot Ardra had eens een groo-
te meenigte van fo genaemde Offerhanden aen dc Zee laten
doen; en wanneer hy van fyn volk verfl:ond(want felfsraogt
hy, volgens hun IVet, de Zee niet fien) dat fuiks nieten
hielp, fo wierd hy gantfch toornig, en verviel in defelvera-
ferny van Xerxes, die de Zé-^ met Roeden deed geeffelen, om
dat hy op defelve fo ongelukkig was geweefl:.
Anders rheb ik van deefe beide Godheeden niet meer te feg-
gen ; daerom fullen wy, eer deefen Brief werd geeindigt, eens
gaen
-ocr page 462-gaen befien, door wien den Godsdienfl hier te Land werdver-
rjgt.
DePidafe »t Selve gefchwd van Mannen en Vrouwen te gelyk, enbei-
^taSilig, de fynfe by de legers in een ^ondexe grootagting , ja fodanig
en moogen \' datfe omnbsp;mifdaed met de dood moogen werden ge-
niettcr ffraft; alhoewcl den tegenwoordigen i^Tow«^deefe, met:
dood wer-^ toeftemming fyner Grooten, heeft overtreeden. Doch fulks
^nge rag • gefcj-ifecj^ie niet fonder groote oorfaek, en uiteen dringende nood-
fakefykheidy want een van die fchelmen had het, n evens\'jiTö-
nings Broeder, (met wie hy \'t hield) op \'t Ryk en leeven van
den Koning toegelegt; dies hy den felveti deed ombrengen ,
en gaf hem fyn Broeder, dien hy meede in handen kreeg, ten
gefelfchap meede.
De Priefte- De Wyven die tot Prtsflerinnen werden verheeven, al was
dequot;nh^mir\'nbsp;^^^^ Slaviu geweeft, ^werden immers fo feer ontfien
fo^feèTont! ^^ Papen, en hun agting gaet noch fo veel verder , ora
fien.enGods datfe met deEernaemvzn Gods Kinderen gaen pronken; en
Kinderen daer alle Wj\'ven van dit Landhnn Mans geheel ßaefachtigmoe-
genaemt ten dienen, daer voeren deefe in tegendeel over defelve, en
zlle haer goederen, een volkoomen Gehied; leevende daer mee-
de na hun eigen welgevallen enfinlykheid; en daerenboven fyn
de gehouden, om haer fodanigefer^^i\'iüjj-te toonen,als
fy te vooren van defelve hebben ontfangen; te weeten, om
haer op de knien aen te fpreeken, en te dienen.
Gebieden o- Dies het fiier regtfchapen gaet, yder Duyvel regeerdfijn
ver haer maend, doch deefe Karognes hebben de lange fes weeken; en om
Goederernbsp;Beeden fullen de verftandigfle van haer fo eenPapinniet
ten Wyf neemen , noch ligtelyk toeftaen, dat ymand uit de
hare tot die Waerdigheid werd verheeven. Maer is \'t, dat het
echter komt\\\'oor te vallen, fo mogen fy\'er fig niet tegen ftel-
len, of fouden fig felven een fware verantwoording op den ,
hals halen, en aengemerkt werden, als menfchen die den ge-
meenen loop des Godsdienfi wilden ftremmen.
Die van Fida Toc befluit vau haer Godsdienfl, moet ik hier noch byvoe-
rb-dquot;quot;\'\'^^quot;\'nbsp;verbeelding hebben van de Ä/, oiDui-
d^ngquot;vardenbsp;^^ verfchyningen van Geeflen. Even fo een denkbeeld
Hel, Duivei feakcnfer
van, dXs eenige eenvoudige menfchen ónder onS\' Aen
de
-ocr page 463-dc Ä^/geevenfe een weefemfyke plaets, ergens onder denbsp;verfchy-
de, waer dat de Godloofe en Verdoemde door het vier werden
geftraft.nbsp;, ec len.
In dit gevoelen fyn fy voor een Jaer of vier noch braef ge-
fterkt; want een oude Toverhoer, van elders uit een hoek
koomende, wift haer groote dingen van de Heltt verhalen,
datfe daer verfcheide van kennis had gefien, en onder ande-
ren den laetften Kß/jitw? van de Blanken, des tegenwoordigen
Kapitein Karter fyn Voorfaet, die daer jammerlyk wierd ge-
plaegd. Kort om, fy had fo veel in de Hel gefien, datfe wei
haeft met Don Francifco de Quevedo in\'t Strydperkfoudemoo-
gen hebben getreeden , wie vanbaer beide de meefte nieuwig-
heid had gefien;doch hier in hadfe de Prys echter behouden;want
fy had\'er, fofe feide, raeefentlyk Don QuevedoxadLet dtoo-
mende, in geweeft.
By myn tyd was hier een Room/ch Priefter van SainB To-
w/,uitde Broederfchap van Sf. Auguftinus,ge\\oomen,óm,^v:si-
re het moogelyk, de Swarten op den weg ter jaligheidtebren-
gen, doch alles was te vergeefs; \'t point van veelwyvigheid
fiiet haer feer tegens de borft , want hier van kondenfe niet
afftappen; maer \'t overige had men door de tyd noch moo-
gen meefter werden, doch dit was ten grooten brok om te
verfwelgen.
Deefen Priefler noodigde den Koning eens om het doen van
de Mis te koomen by woonen , \'t welk ook gefchiedde ; en Pdefterdoet
wanneer ik hem, wederom gekoomen fynde, vroeg, hoe het een Mis voor
hem hadde behaegd, fo feide hy : Heel wel, en dat het fraei Koning.
quot;Ui^zs; doch dat hy het echter liever met ßjn Fetiche (fiet dit woord \' \'
hier vooren) wilde houdek
Voorfeide Priefter in myn tegenwoordigheid eens Ingefphk Gefprek van
geraekt fynde met éen van Ats Konings grooten , dat een/;- met een
nen quand was; feide al dreigende: Indiende quot;Fidafidusna hun FidaesKa-
oude gewoonte voortvoeren te leeven\', fonder fig te beheren, datfe pif«^» o^er
onvermydelyk by den Duivel, in de Hél om te branden , Jouden
meten koomen? Deefegaf hem daer op vaerdig tot
antwoord: Onfe Vaders, Grootvaders, tot in\'t oneindiggetahoe,
hebben gekeft ev^n als wy nu doen , en ook defelve Goden als wy
nu
-ocr page 464-^isnbsp;BESCHRYVING
nu dienen, ge\'éerd Moetenfe, feide hy, nu daerom branden
duld, tuy ßjn niet beeter ah onfe Voor faten, en wy Julien ons met
haerlieder lot getrooflen. Hier meede had den Prießer uit , eil
fiende aen Fida met geen vrugt te fullen arbeiden , fo ver-
fogt hy j dat ik by den Komng te weeg wilde brengen, dathy
fyn afftheid mögt krygen,gelyk kort daer aen ook gefchiede.
Indien de Ne^erj konden leefen , en onfe Boeken verfton-
den, ik foude ray feekerlyk htbben ingebeeld, dat deefen
Kapitein wel eer de Frieje Kronyk had geleefen; waer dat ons
ontrent diergelyk geval meteen BiJJchop, cn een Fries Ko-
ning , werd verhaeld.
\'tIs, dunkt my, tegenwoordig hoog tyd om te fluiten,
Syt derhalven feer gedienfliig ^e^wf, en Goie bevoolen,fyn-
de Myn Heer,
s.
Einde des negentienden Briefs
Handeld eerft van het viervoetig Gedierte Fidafen Land \', ah
Offen, Koeyen, Paerden, Schapen, GeitenVarkens.
Ten tweeden van bet Pluimgedierte\', beftaende eenlyk ïb Kalkoe-
nen , Eenden en Hoenders. Mitsgaders de prys van al het voor-
nopmäe Vee. Vervolgens komt den Schryver tot het Koorn van
drieder lei aert; en veelheid van het felve. Doch des niet tegen-
flaende heeft Fida fomwylen fware hongersnooden moetenuit-
ftaen. De overige Aerdvrugtenßjn Pattattes , Jammes, Boont-
ies, enz. Overvloed van\'t eerfte. Boomvrugten. Vrngtbaer-
heid van Fida; en desfelfs bequaemheid om iHamagies te maken,
ook om Katoen, Suiker Indigo te queeken. Qorlogshandel
en Magt der Fidafe. Hun Geweer ; f» waer uit het felve be-
ftaet. Groot-Ardra veel magtiger ah Fida. Oorlogen van
Groot-Ardra tegens een ander Koning uit het Land Hof by-
gekoomen. Vernield het halve Ardrafe Land m en vrejelyk^
Slaitinz onder de Bewoonders van dien aengeregt. s jakm fö
der het Gebied vanGtoot-Ki^ix Offra, Klein-Ardr^
V A N D E S L A V E-K U S T. 177
aïvjaer onfe Maetfchappy voormaels een Logie heeft gehad. Ver-
trek des Schryvers van Fida. Aenkomft in Rio de Gabon.
Tuffchen heide werd van de Guineefe Bogt; mitsgaders de Ei-
landen en Rivieren in defelvegeleegen,gefprooken; «/rRioFor-
raofa, (fchoone Rivier) anders gefegt Rio de Benin, Rio El-
rei , Camarones, Oud-e« Nieuw-Calbary. De Eilanden
fijn Fernando Po, El Principe, (Princen-Eiland) en Co-
rifeo. Ju tween verdeeld; als groot en klein. Rio de Gabon
is een fchoone wyde, en feer vermaerde Rivier. Twee Eilanden
in defelve. Werd van veels Europianen befogt; en waerom^
Den handel aldaer. Weinig Inwoonders. Syn echter noch in
drien verdeeld. Hun armoede,engrootsheid. Syn groote Er andewyn-
fuipers. Ook ongemakkelyk in V handelen. Waer meede den Ko-
ningfijn koß wind. V Syn alle welgemaehe menfchen van lyf en
leeden. Erneering der Inwoonders. Onvrugtbaerheid van het
Land daer om heen. T)e Rivier is gantfch Vifchryk. Befchryving
van de Noord-Kapers; waer van men er een groote meenigte
heeft. Als meede te Land feer veel Buffels, Oliphanten en
Wilde Swynen. Jagt op defelve; en op een Oliphant. Een
Oliphant in V geraemte gevonden. Befchryving van de Buffels.
Een uit ons door defelve om V leeven geraekt. Op hoedanig
een wys de Buffels door de Negers werden gefchooten. Vertrek
des Schryvers uit de Gabon, en aenkomft aen Cabo Lopez di
Gonfalvez; waer dat men een goede Rheede, Waterplaets, en
Brandhout heeft. Handel. Veelheid van Vifch. Vertrek van Ca-
bo Loop. Vervallen aen, of beneeden\'t EilandSt.Tomi. Dat
Eiland befchreeven. Ms meede \\\\\\\\z. Annaboa ; waer dat den
Schryver na twee dagen feilens meede t^uam. Seilen langs de Li-
nie Equinoftiael; en koude aldaer. Koomen weeder aen de
Boven-Kuft,^fB Affine. Woonplaets van dedoordenFrun-
fen Koning Louis fo genaemde en gedoopte Louis Hannibal ,
Koning van Affyrien; doch die egter niet meer dan een onnoo-
fele Slaef is. Seilen naer de Goud-Kuft j waer dat den Mak-
ker des Schryvers, of het Schip dat nevens hem was koomen fei-
len, een Lorrendraeyer geweldiger hand vermeefterd. Komft aen
Elmina; waer meede de Reis, deefen quot;Brief» en de geheele Be-
fchryving van Guinea, eindigd.nbsp;^
IL Deel. Z MYN
MYN HEER,
ZEederd mynen laetften fyn hier ter Kw^geen Scheepen uit
Europanbsp;by gevolge hebbe ik ook noch geen
fchryven van UE. ontfangen ; dies voor tegenwoordig dan
maer voort fal gaen, om af te handelen \'t geene in myn voo-
rige van het Fidafe land noch heb overgelaten; waerby dan
noch fal gevoegd werden een omlands Reisje, door my inden
jare 1698. van f/ifz gedaen, nz Rio de Gabon, Cabolopez.,An-
noha en Elmina, waer dat die Reis eindigde.
Voor eerft ftaet ons noch te fpreeken van het Pee des Fida-
fen Lands; waer dat ons, onder het tamme viervoetige , eerft
voorkoomen Oßen , Koeyen , Geiten , Schapen en Varkens ,
van die op de Goud-Kuß in poftuer niet onderfcheiden; maer
wel hier in , dat deefe ongelyk vetter, beeter bevleeft,
en veel aengenamer van fmaek zyn, om reedenen datfe hier
heel goed PVeiland hebben, en fo fchoonen gras, als in Eu-
ropa.
De prys is meede niet te veel, als een Oj of Koe voor tien
Ryksdaelders; voor een goed Schaep twee, een Geit een,en
een Varken twee gelyke Ryksdaelders.
Paerden ontbreeken hier meede niet; doch fyn niet veel
fraeyer als ikfe UE. in de befchryving van de Goud-Kuß heb
afgebeeld. Ik had\'er, wanneer ik de H/^i^Kom-Äw over LW
na Elmina meende te neemen, vyf of fes ftuks, yder tegens
veertig gulden, gekogt; doch ik hebfe daer fonder vrugt
moeten laten blyven.
Van het tamme Pluimgedierte heeft men hier meede , even
als op de Goud-Kuft,reinig verfcheydenheid ;beftaende maer
\' alleenjyk in Kalkoenen, Eenden en Hoenders, van de tweeeeïquot;-
fte niet veel, doch van \\ laetfte flag een ongelooftelykemee-
nigte, en daerenboven feer vet en goed, doch klein; en de
prys voor yder Hoenis ontrent fesftuivers, na de waerde dat
onCc koopmanfihappen hier moogen gelden; want na. Holland-
fche waerde gereekend, fou het niet half fo veel bedragen.
Doch indien ymand goed koop ververffing begeerd in te Han-
delen, ib heeft hy maer twee a drie Kiften oiKaßen met lan-
Gediertens
als Offen,
Koeyen ,
Schapen,
quot;Geiten en
Varkens;
en goed
keap.
Paerden.
Pluimge-
dierte, a!s
Ka koenen
Eendenen
Hoenders.
Voor twee
Pypen kan
meneea
E7S
ge Pypen meede te brengen; want yder Pyp kan hy in Älange- Hoen
ling voor de waerde van twee ftiiivers uitgeeven; ja fomtyds
geldenfe wei vier ftuivers, en fo heeft men voor drie Fypen
het befte Hoen dat\'er te krygen is.
Groot Wild heeft men ontrent Fi^f^j niet veel, maer wel land-
waerds in ,als Oliphanten, Buffels,Tygers, en meenigerlei Har- nict veclgc-
tebeeften overvloedig. Van de laetfte ftag heeft men\'er aen F?- ?onden;
da ook; doch overmits het fo mlkryk en digt bewoond is,maer
in kleinen getale, en fo meede leeker üzg vamp;n Steenhaesjes.
Doch van gevogelte fchynd hzt Land als overdekt te Doch wild
zynj leweettnGanfen, Eenden, Snippen, en wel twintigder-Gevogelte
lei andere eetbare Vogels, die feer goed zyn, meer : en alles
even goed koop.nbsp;goedkoop.
Wanneer men \'s avonds een Neger laft geeft om uit fchie-
ten te gaen , fo heeft men \'s anderen daegs op de middag ,
fonder te feilen, een Schotel of twee vol Wild, die men met
een doufyn Pypen kan betalen; en dit gaet fo vaft , dat men ,
fonder de minfte twyfteling, malkander op Wildbraed kan te
gaft noodigen, \'t geen noch eerft moet gevangen, ofgejchoo-
ten werden.nbsp;.
De lortelduiven fiet men het geheele Land door m fo een
grouwfame meenigte, dat myn Afßßem, die een goed Wild- S^düi-
ßhutter was, wilde aenneemen , om\'er op een dag honderd vea.
ftuks te fchieten, ais wanneer hy noch maer des fmorgens van
fes tot neegen, en \'s namiddags van drié tot fes ueren beefig
fou zyn, en alfo in \'t geheel niet meer dan fes ueren tyds.
Behalven het eoxbzxQ ■Gevogelte ontbreeken hier ook geen. Roofvogels;
fo wel Roofvogels als andere, die men voor cieraed fou moo-
gen houden; doch echter niet fo veelderhand als opóxGoud-
Kuß.nbsp;\'nbsp;r J t
De Kroonvogel, die ik U S. in prent heb overgeionden,komt cn daer oh-
xhicr van daen; als meede noch een andere Vogel vzn de vol- fffrl^^^quot;\'\'
gende geftalte: \'t Lyf heeft hy ontrent fo groot als een Hoen,
korte pooten en hals, oogen en oogleeden met hair even als
een ntenfch; de bek is kort en dik, de couleur van fyn lyf fwart
en blauw door een. Seer fterk is hy in fyn pooten en bek, en
derhalven gantfch bequaem ten Roof.
Z 2nbsp;\'tSal
-ocr page 468-i8o BESCHRYVING
Dne^.Ici \'t Sal beft fyn het Gevogelte hun affcheid te geeven , want
anders fou genoodfaekt zyn, om een herhahng van het reeds
befchreevene te doen, \'t geen ik geloove dat UE. fo min als
my fou behagen. Dies koom ik tot het Feldgewas, en onder
\\ felve eerft tot het Koorn-, dat men hier van driedcrlei flag
heeft; als eerftelyk ét groote Milhio, de welke niet fo eroot
van Graen is als die van de Goud-Kuft , doch wei fo aenee-
naem, en echter maken\'er èe Negers geen \'Brood van , maer
yerbeefigen het om Bier van te brouwenen derhalven werd
\'er ook maer weinig van gez^aeid.
Grootc mee- Kleine Milhio of Maiz,, even als die van de Goud-Kuft, is
nigie van \'t geen wacr op deefe Landaert fig het meefte fet. Tweemael in \'c
kianeMii- jaer werd deklve geplant, doch de eene tyd ongelyk meerder
dan de andere. In de regteBouv^tyd is het Landio vol en digt
hex.aeid, dat raen, gelyk ik in den beginne van Fida gefegt
heb, nauwelyks eennbsp;om het Land tc bewandelen ,
over behoud, \'t geen wel af te meeten is dat een grouwfame
meemgtemoet uitleeveren; doch echter komt\'er ten einde van
\'t jaer eerder te kort als dat\'er iets fou overfchieten. Werden-
de eensdeels veroorfaekt weegens hun eigen volkrykheid, enten
anderen ook , om datfe fo een groote meenigte aen andere
Landen verkoopen; te weeten, na beide de Popoos, en bindete
Landen die naby geleegen zyn.
.nbsp;\' Vnbsp;^^ 7nbsp;een onvrugtbaer
bierfomtyds-^^^^ 1 ebbenalhierfoeen fchrikkelyken hongersnood, dat het
een fware ongeloofiyk IS; want men heeft hier tyden beleefd, dat vrye
bongers- menfthen üg felven verkogten, eenlyk maer om de koft te heb-
ben ; andere wederom gaven hun Slaven een volkooraen vry-
dora, en defelve van hare ^/^i/^rwjontflaende, om datfe haer
van geen onderhoud konden verforgen.quot; Een Engelfth Schip,
ter dier tyd alhier fynde, kreeg fyn geheele Schip volSlaven,
ionder eenige Koopmanfthappen uit te geeven, alleenlyk maer
voor eetbare Waren, waer van hy fig op de Goud-Kuft , tot
lyn groot geluk, overvloedig had voorfien
Wanneer hYmfynfchip volSlaven hadfo wendde hyhet
na de Portugeejche Etlanden, waer dat hy voor fyn koopman-
jchappen weederom ander eeten konde bekoomen.
VAN DE SLAV E-K ü ST. r8i
Noch een derde flag van Milhio vind men hier, die , ge- lgt;«äquot;lt;Jeöag
lyk de andere, niet aen flruiken wafl: , maer even als de vanMilhic
ver in Holland. Desfelven Gr aen is roodachtig, en moet,
eer hy fyn volkoomen rypheid heeft, wel een maend of acht
in de grond ftaen. Deefe Milhio werd niet gegeeten, maer
Qgt;ndex dt groote Milhio i om\'er ÄVr van te brouwen, gedaen;
ora dat de Negers vaft ftellen, dat deefe Milhio het Bier vet-
ter en kragtiger maekt.
De Negerinnen weeten hier uitfteekend goed Bier te brou- Goed Bier
wen, en daer onder eene flag fo fterk, dat \'t voor het fdjare^\'^^^^^^\'\'-
Bier in Holland niet en behoefd te wyken. De prys verfcheeld
ook veel van httgemeene\'. want daer men het gemeene voor
twee a drie ftuivers de Stoop koopt, moet men voor dit wel
een Ryksdaelder betalen.
Een ygelyk hier te Land, felfs de Slaven, drinken niet dan Waerom dc
Tier, want water willenfe niet nuttigen, om dat het felve werd
gehaelduit die twintig of dertig vademen diep, en vcn^nie^t dan
maer fes of acht voet wyd zyn , fo dat\'er onmogeiyk eenioe ßicr drin,
Son by of ontrent kan kooraen , \'t geen dit water byfonder
rauw en yskoud doet zyn, en derhalven in dit heete Land
geheel ongefond; want raaer weinig dagen gebruikende , fo
fal men fig onvermydelyk een Koorts op den hals halen ; en
\'Wyl het goeds Bier meede al te brandig is , fo kan een Euro-
fiaen niet beeter doen, dan van elks de helft onder den an-
der te mengen, als wanneer een fmakelyke en te gelyk ook
gefonde drank fal hebben.
In het geheele L-aW vind men niet eenen Bah-oven , om Alhier wer-
dat de N^-^m defelve niét en gebruiken, maer al hun \'Broodden geen
kooken.nbsp;Bak-ovens
Het geene fy gemeenlyk voor Brood gebruiken, fyn de \'Pat-
tattes, diefe tot alderhande koft eeten: en van deefe ^tWi/rö^ï Groote mee-
heeft men hier fo een meenigte, dat ik geloof, de geheelequot;\'?\'®*®^
^oud-Kuß te famen fo veel niet fou konnen uitleveren. Pattattcs.
quot;Jammes heeft men hier ook, doch fb veel noch goed niet J®*quot;quot;^quot;\'
^Is op de Goud-Kuß ; en hier werd\'er ook weinig werk van
gemaekt.
boontjes heeft men hier meenigerlei flag, daarenboven ook Boontjes,
Z 3nbsp;feer.
-ocr page 470-182nbsp;beschryving
feer veel, en onder defelve eene, waer vanfe Oliekoeken ma-
ken, die in luchtigheid voor de onfe geenfints en behoeven
te wyken; en de geene, diefe gewend zyn , konnen\'er ook
een goede fmaek in vinden. Men noemdfe hier Acraes.
Vfcn tn Uyen en qengbar heeft men hier ook ; doch weinig,en maet
Gcngbar.nbsp;de voornaemfte.
De meerdere ^erdvrugtenvm de Goud-Kuß werdenhier me-
de gevonden; dies ikfe fal overflaen, en fien wat ons het
wil uitleeveren.
Alderhande Onder dèfelve heeft men eerfl den C/^roeK, Limoen, Oran-
Boomvrug- gig-appel. Bakovens, Bananas, Piement , en met een woord
alles waer van ik in de Beßhryving vawde Goud-Kuft hebbe ge-
waegt; behalven noch de meenigte vannbsp;met
noch eenigerhande vrugtdragende Boomen , by ons niet alleen
onbekend, maer welker Vrugten, overmits hun flegte deugd,
niet verdienen, dat men , omfe te bejchryyen, fig eenigfints
ophoud.
Wyn denbsp;Wyn de PatwBomen fiet men het geheele land door in een
Palm, groote meenigte, doch de werd maer van
en gedronken; en fy fokken of queekenfe maer aen om\'er den
Olie van te trekken,
cn Wyn-Par- Aen Wyn-Pardonboomen heeft \'^ida ook geen mangel altoos;
don-boo- maer wyl de l^egers meerder lufl tot het Bier hebben, foma-
kenfe van deefe Boomen geen werk, maer kappen defelve on-
der de voet, om het tot Bomvhout, gemerkt het heel duer^
faemis, te gebruiken.
Vrugtbaer- Bchalveu het vooren genoemde heeft men hier anders geen
heid aen Fi-nbsp;\'j. ggg^ voor fo een land als dit veel te weinig, en
br\'ekaeni^\'\' jammerenswaerdig is; en wel te meer, om dat het hier aen de
Zaden. \'vrimbaerbeid vm het land, en noch veel minder aen de ar-
beid faemheid der Inwoonders haperd, en derhalven maer eenlyk
ontbreekt aen Zaden en Kruiden; want ik laet my voorfl:aen?
en ben ook verfeekerd, dat hier niet alleen alderhande ^/r^-
caenfche, maer ook veelderhande Europifche Vrugten fouden te
winnen zyn.
Van her laetfte heb ik met het planten van Kool; Worte-
lm. Rapen, Ramenas, Radys, Peterfelie, enz,. een proefg^-
^nbsp;noo-
if
V AN D E S L AVE-KUST, 18^
noomeii, en bevonden dat het fo weeldrig voortgroeide, cn
fodanig fyn volkoomen rypheid kreeg, ofhet byna in Europa
was geweeft. Dies het fpytig is, dat éitLand, fowelalsde
Goud-Kuft, van geen Europianen. werd bewoond; want men
fou\'er de fchoonfte Moes-tuinen des weerelds konnen opreg-
ten.nbsp;T r
Om Plamagiesvamp;n Suiker-Riet en Indigo, altans van het laet-
fte, temaken, is het, geloof ik, fo bequaem als eenig La«^/suiker-rkr.
in de geheele weereld.
De Indigo is hier bereeds overvloedig, en daerenboven fo Indigo is
goed, dat indienfe die van Jfia en America nia te boven gaet, lijei- over-
fy altoos voor defelve niet behoefd te wyken. Al deKleede- ^
ren der Inwoonders werden\'er meede geverruwd; doch wyl
haer de regte kennis, ter behandeling vereift werdendejont-
breekt , fo verflindenfe tot het verwen van een Kleed vier-
mael fo veel Indigo als wy fouden doen ; en de Indigo die fy
hiertoe gebruiken, fou by ons meerder gelden moeten als het
geheele Kleed waerdig is.
Tot dus verre vm Fida hebbende gehandeld , fo wegens
desfelven aengename gefteldheid. Vee, Vrugten, en Zeeden dsï:
felver Inwoonders, fo fal ik\'er voor een toegift, en tot flot,
noch by doen hun Oorlogshandel en Geweer.
Aenbelangende het eerfte , defelve fou al vry acnfienlyk DeFidaf^
können zyn, en voor groot en magtig konnen werden aen- Oorlogs-
gemerkt; want om tweemael honderdduifend Man in het m^gc gelykt
Veld te brengen , foudenfe geen langen arbeid van nooüen f/^cLS
hebben; doch des niet tegenftaende zyn fy voor gantfch fwak ^leij,; e^
en machteloos te fchatten; en wel fodanig, datfe het hert waeior.%
niet fouden hebben , om vyfduifend welgewapende en van
eenige moed {ynde Mansperfoonen, al waren het maer Swarten
van de Goud-Kuft, aen te taften, of tegens defelve met hun
geheele Magt beftand zyn.nbsp;noit
Hier van foude men verfcheide reedenen konnen geeven;
als eerftelyk, datfe eenlyk op denKoophandel enLandhouw(o-
danig fyn gefet, datfe noit bedagt zyn om fig in eenige h-
S^en, den Oor/ö^ betreffende, te oeftenen. ^
Ten tweedendat haer altoos bequarae Veldoverftm of Voor- ^^^
..... ............ g^fi-
IH4 B E S C H R Y V I N G
gangers ontbreeken. Want indien fy gedwongen werden om
te vdd te moeten trekken, fo geevenfe het Gefag van \'t ge-
heele Leger over aen een nietwaerdig menjch^ fonder de alder-
minfte oeffening of beproefde dapperheid.
Tenderden. Tenderden, en wel voornamentlyk, wegens \\mn algemee-
ne vrees voor de dood j waerom fy ook met fo een ongehoorde
bloodigheid fyn aengedaen, dat de meefte het al op een loopen
ftellen, eerfe den-yjiz/zi/eens ter deegen hebben gefien.
So als ik even heb gefegt, \'t Bevel over de geheele Oorlogs-
magt werd een gemeen perfoon toevertrouwd , terwyl dat alle
de Kapiteinen en verdere Opperhoofden uit vreesachtigheid^ihms
blyven; ten ware dat\'er noch eenige onder wierden gevon-
den, aen wien men een manlyk Am konde befpeuren, enfig
derhalven meede ten Oorlog toerigteden, als wanneer het noch
eenigfints wel gaet; maer met de andere, van wien de min-
dere niet feer willen gebooden zyn , gaet het feer flegt toe ;
want fo haeft fien deefe ïielden niet dat het\'er op aen komt,
of fy foeken hun heil in hare voeten; want om datfe het lee\'
•ven fo lief hebben als de andere, fo fiet men gemeenlyk dat
den Overjten al eerder t\'huis is, als fyn Soldaten , indien hy
anders maer eenigfints wel ter been is, fonder fig in fyn ge-
heele vlugten met het heger , ofhoe het\'er meede vergaen mag,
eens te bekommeren.
Eene verfeekering heeft hy evenwel; namentlyk, dat fyn
het meede niet lang füllen maken; maer, om fig felven
ook in feekerheid te ftellen, dit fijn voorbeeld haeft navolgen.
Hier uit nu n^ogt U£. afmeeten , wat Helden Davids dat
het zyn, om andere quot;Landen aen te taften; doch om hun ei-
gen Land te befchermen, moet ik echter feggen, datfe noch
al eenige dapperheid laten blyken; en fy füllen fig in het fel-
ve, fo lang doenlyk is, verweeren. Waer meede fyhet van
ouds bekende fpreekwoord bewaerheeden ; te weeten: Dat y-
der kont ftout is op ßjn eigen neft.
Deefe hoedanigheid is de Fida[e alleen niet eigen, maer
ook Ardrafe Volkeren; en derhalven füllen fy malkander
ook noit met hun eigen magt beoorlogen, maer daer toe altoos
de Ni\'^frf van de Goud-Kuft omkoopen , waer toe die van
Aquamhoe haer\'^ eerft aan de hand koomeni doch foo Coto en
Po^o met maikanciei\'vereenigt waren? fo fouden die, wegens
iuin nabyheid , haerb^eter geleegen zyn.
\\Geiveer der Fidafe, en met eenen ook van geheel Ardra-, H«aGeweer
beftaet in eenige WQimge Snaphanen, PyiznBoog, fraeye en
welgemaekte//owtufriquot;, fwaere en cierlyke Ajjagaeijen-, doch
het voornaemüe, en waer op fy ftg ook het meefte verlaten,
fyn voor yder tJUan vyf of fes ftuks Knodfen, of lange Hou-
ten, anderhalf El lang, en vyf à fes duim dik, van bovenen
na benceden toe geheel rond, uitgefondertdataenhetonder--
fte eind een Knods ftt, ter breedte van ruim een hand, en drie
vingeren dik.
Deefe Knodfen fyn van feer fwaer Z/o«? gemaekt : en om met Knodien,
defelve re werpen, fynfe foo wel afgepgt, datfe met deefe waer inde
Knodfen hun Vy anden, eenige treeden ver, op het lyf konnen
werpen, en dat met fodanige kragt, dat het alles, daer hette-troiuWn*^\'
gen aen komt, verbryfeldenaenflukken fmyt; waerom de Né--ftellen.
ger s vm dz Goud-Kuft voor dit verduiveld goed byna fo bang
fyn, z\\s voor dc Snaphanen
Het voornaemfte van het Fidafe, en met eenen ook van het \'
Ardrafe Land, heb ik nu aengehaeld. \'t Is waer, ik foude
noch wel van eenige kleinigheeden konnen fpreeken; en ook,
wat onderfcheid dat \'er tuifchen hst Fidafe en Ardrafe Land is;
doch al het felve dunkt my van fo een geringe aengeleegemheid te
zyn, datik, het felve overflaende, noch maer eenlyk het vol-
gende van Groot-Ardra fâl aenhalen.
Den Koning van Groot-Ardra, met fijn onderhoorigeI^ï/z^/-Grooc Ardra
fchappen , is ten minften twintigmael fo groot en magtig als die is veel mag-
van Fida, en echter heeft hy het\' hert niet, om den felven ,
met wien hy (fo a!s ik reeds heb gefegt) in een eeuwige vyand-
fchap leefd , te beoorlogen.
Dieper Landwaerds in fijn noch veel magtiger Koningrykeni:^ofmzgtl.
als de laetftgenoemde ; doch van defelve heb ik geene of ten gerKonin-
minften feer weinig kennis, ais eenlyk dat\'er ten mynen tyde L^nd-^ ^
een van der felver Afgefanten by den Groot-Ardrafn Koning is Jnern^an\'
gekoomen, om hem uit den naem en van weegen, fijn Meefter te defelve
boodfchappen, dat feer veele Ardrafe Negers over d-e Tyranni-^quot;^^^ ^^^
n. Deel.nbsp;A anbsp;fche
Äfgefantaenß/^^ Regcering van Ardra waren koomen klagen. En rade hem :
vannbsp;^^dragen, datfijn Onderkoningen deefe arme menjchen
Ardra; xvat (agter quamen te handelen, of dat hy anderfints, fchoon tegens fijn
fin, genoodfaekt fou fyn defelve te hulp te koomen, eninfijnhefcher-
ming aan te neemen.
doch werd ben Koning v^an Groot-Ardra, in plaets dat hy fig van defe
Vaf K vermaning fou bedienen, flaet defelve in de wind, en tot ineer-
gcbfagt! quot; ^ der fpot en trots van dien Koning, welke hem deefe heilfame
raed had laten geeven , deed hy desfelven Afge}ant om hüs
brengen; waer over fig den felven, en ook met reeden, foda-
nig vond beleedigd, dat hy in allerhaeil een heger, door de
Grouwel knbsp;^P tienmaal honderdduifend Man begroot, het Ardrafe
bES/^ L^nd deed intrekken; en vermits defelve alle te Paerd, en
hier over aen heel ßrydhaer volk was, fo haddenfe binnen korten tyd den
geregr. Koning van Ardra fijn halve Land afgeloopen, en een groum-
lyke Slagting onèev (yne Inwoonders aengeregt; doch het getal
der verflagenen wierd niet genoemt, maer vergeleken by het
op \'t veld fiaende Koorn.
Wonderlyk De Fidafe hebben my van het vtornoemde Volk verhaeld:
verhiel der [^^t fy voor een gewoonte hehhen, wanneerfe ergens ten Oorlogtrek-
dcnïclr^\'\' i-ßß, om aide Teel-leeden der Verßagenen af te [nyden, en meede te
ver hiervan, neemen \\ en niemand ver mag eenigenv^ and gevangen te nemen, voor
en al eer hy eerft met een honderd ftuks van deejejuweehn is v^or-
fien.
Den Over- Dit gelykt wat onwaer(chynelyk, en moet ons feer fabuleus
ften hier van voorkoomen; dies ik het UE. , fchoon het my met Eeden is
h7n\'^eT^^\'è beveftigt, echter voor defuivere waerheyd niet derf verkoopen;
wSom.\' maer wel, dat\'er een vreeflyk Bloedbad is aengeregt, en dat
den Overßenvm dit groote Leger, fig daer meede latende ge-
noegen , weder te rug is getoogen; meenende van fijn Meefter
feer wel te fullen werden ontfangen, om dat hy fig fo wel ge-
wrooken fag; doch hy reckende t\'eeneraael buiten de Waerd,
vermits fijn Koning hem, tot loon van fijn Heldendaed, aen
een Boom deed ophangen; en dat eenlyk maer, om dat hygt;
volgens fijn beveh den Groot Ardrafen Kontng in perfoon niet
had meede gebragt; op wien ( en niet deffelfs Onderdaneiit) hy
het voorfienhad.
Aenmcrkt eens , Myn Heer, wat onheil deefe Am? fis fei-
ven op den hals had gehaeld, en ook dat deefe Heidenen ïiez
Regt der Volkeren immers fo feer als wy handhaven want
deefen Grooten Koning hield fig over \'t ombrengen van fyn Ge-
Jant met de dood van fo meenig duifend Man niet genoeg
1-moken, maer wilde daerenboven de oorfaek van dien uit de
weereld hebben.
Of hy fulks naderhand noch heeft doen uitvoeren, is my
onbekend, om dat ik\'er noit meer van hebgehoord, dochik
geloof voor het naeftc, dat hy fig fal hebben laten brvreedi
gen. _
Dit Volk bacrdde in de hier om leggende N^^m fodanigen
jchrik tn verflagentheid, dat fy der felver naem byna niet, fon-
der van angfi: te zidderen, konden hooren noemen, endeed
haer ook duüend ongehoorde faken van defelve verhalen
Wanneer men vm Fida noch vier mylen mcerderomde OcV?
gaet , fo komt men aen het Landfchap fnkin-, \'t creen , fo als
ik reeds gèiegt hebt, onder Crm-s^r^r^ ftaet;quot;quot;door wiens
Phidalgo het ook noch ten huidigen dagen werd geregeerd.
Noch een weinig meer na beneeden legt, doch iets meer Csffquot;quot;®\' ^^^
Landwaards in, hahandfchap Of ra, maer door de
genaemt Klein-Ardra. Hier heeft onfe Maetfchappy een mee-
nigte van jaren een Logie en Koopman ^eh^d, en fterken -
^f/gedreeven; doch zederd dat onfe Koop^nan om hals o-s-
bragt, en het ha?id doot die van Popo verwoeft is, hebben
wy daer met meer geweeft, en het LWheeft in dietuflchen-
tyd ook voor het meerendeel woefl en onbebotiwd eeleeg^n, \'t
geen na alle waerfchynlykheid ook noch wel eenige j^-en fal
dueren, want de Konir.gen van Groot-^rdra en Fida ftaen te-
gens een gekant, willende een yder Miejler hier van zyn, om
er fyn Onderkoningen te ftellen , en ondertuffchen derfd nie-
lïiand de eerfte zyn.
Doch wy willen haer dus twiftende laten, en ons van T a^^d
.na Pjoord van het Schip Stad en Land begeeven , waer m^ed-
ftnbsp;^.^.Augufius 169S. van voor Ftda tfeil ging , c^urs RiodcGa?
«ellende na Rio de Gabon , waer dat wy ook na 11 dagen bon.
tonder eenige ontmoeting onderweegen gehad ts hebben ge-
A a 2nbsp;Utk-
-ocr page 476-j88nbsp;BESCHRYVING
iukkig aenquaraen. Wy hadden geftadig een brave^o^/ï^dog
raoeften altoos fcherp by dc wind feilen , anders fouden wy
het mogelyk in acht dagen hebben overgefeild.
Bogt van £er ik van Rio de Gabon kome te fpreeken , moet ik een
Guinea. weinig melding doen van de Bvgt van Guinea , by welkew^?««
hy aen de Europianen beft bekend is. Defelve is van Adrazi
tot Caho Lopez, een lengte van .... mylen. Tuflehen beide
heeft men verfcheide fchoone en groote Rivieren , waer dat
wy geftadig met onfe Jagts den Koophandel levendighopdenj
beftaende alleenlyk de ingehandelde Koopmanfchappen, die wy
van daer halen, ïn Oliphants-tanden, waer van\'er die land-
fireek een goede meenigte uitleeverd.
Handelplaet- De Handelplaetfen (yü Rto Formofa (fchöone Rivier) of an-
knaimer.nbsp;de quot;Benin genaemt, naer het Groot Koningryk van dien
naem. Vervolgens Rio d\'Er lei, (\'s Konings Rivier) Camarenef,
mitsgaders oud-cn nieuw Calbary. Van de eerfte i^wVr hoop
ik eerlang een Befchryving te füllen meefter zyn-, \'t geen UE.
dan, volgtns belofte, hebt te wagten.
Eilanden in In de Guineefe Bogt leggen ook vier Y..ilande:c, met name el
defcivegele^y^^.^^^^^^ (V Pr/\'^^cö/\'i-E^/^^i) llba Fernando Po , en Corifeo in
^tween verdeeld, te weeten Groot en Klein.
Op Groot Corifeo heeft onfe Maetfchappy voor eenige jaren
emvafie Handelplaets gehad; doch. alfo hét ons te ver van dc
hand lag, en dat hetnbsp;niet (eer groot was, fo hebben
wy het verlaten , en\'er zederd niet weeder geweeft.
Corifeo,nbsp;Cor?/co fyn twee fraeye en vermakelyke Eilanden, enfo laeg
nvee vcrma- van Land, dat het my van verre roefcheen , of de Boomen ,
feil?quot;nbsp;meenigte opftonden , in het water waren geplant,
^ \' en die fig niet onaengenaem aen \'tgeßgt vertoonden.
Fernando Po, Op \'t Eiland Fernando Po woond een woeft en w reed flag van
^\' \'■\'ie \' om meede. te Handelen, niet te feer^oet
J\'ïoon\'d.\' betrouwen: Meer fal noch kan ik van haer niet feggen. \'
liet Princen Eiland heeft een voornaem Koopman van Jm-quot;
ii^ laetft van de vyfttende Eeuw onder {yn geweld
onstoebe- gehad; doch wegens de oneenigheid fo van ons eigen Volki
liuord;cTiop als de vetradery der Portugeez,en, die\'er eerftnbsp;van wa\'
J7rom TO^r ge weeft, hebben wy het wedermoeten verlaten. Nuheefc
.nbsp;\'cr dc
f \'iquot;
\'er de Maetfchappy der Portugeez,en een hegt en fterk Fort ge-
bouwd, en het E«7W rsdelyk wel bevolkt.nbsp;Is een vrugt-
\'t Is in fig felvenredelykwei geleegen en vrugtbaer, altans baer Eiland,
de Portugeez,en bearbeiden het fodanig , dat fy\'er feer veel
Leeftogt van trekken, en het felve voor goed geld aen alder-
hande ^t/^é\'^jfe« verkoopen; behalven noch dat fy haer eigen
Scheepen dzcr meede ten overvloede van konnen voorfien. ^^^^ ^^^^^^
Alderhande Scheepen die om Slaven fyn geweeft, komen fig penai-quot;quot;
hier, of aen andere Portugeefche eilanden, vervarfchen, uit- ven die van
gefonderd alleen de foh\'eepen van onfe Maetfchappy ; en dat ge- onfe Maer-
loof ik eenlyk maer uit eenfimpcle gedachten, als dat \'er werd „Spf\'hier
gemeend, fo waanneer onfe Schippers aen déefe Y.ilanden qua- vcrverfcheo,
men, fy fig foudenbefondigenaen verbooden .handdttdotn,
tndc Maetfchappy btn^Acclm-, en ondertuifchen kan men\'er,
zltoos ztn Annäboa, \'tgeen wei het voornaemfte van alle is,
niet anders als ver^erfïïng krygen, fo wel voor \'t Volk als de
Slaven-, enwatgerief, ja felfs voordeel, dltxooïdQMaetfchap-
py fou zyn, wil ik overlaten aen \'t oordeel van de geencjdie
iet felve hebben onderfogt.
Dit is, menfchelyker vi^ys gefprooken, akans een fekerc
faek, dat men fo veel fieken noch dooden onder de Slaven
niet fou hebben, wanneef^men defelve fomtyds eenige ververf-
fino koude byfetten ; doch men heeft myne Heeren van de
desvvegens een ander denkbeejd gegeeven , doch
om wat reeden, is my onbekend. Ook foude het meede wel
kennen zyn , dat het uit een geheele andere oorfaek Izpi
oorfprong.had, die ik niet en weet, en miftchien ook niet
i\'ermag te. weeten. Dies hier van affcheidendes keer ik my ^^^^
Weder tot Rio de Gabon.nbsp;(.^n
Deefe ^iwVr is geleegen vyftien mylen van Cnhonbsp;ii wydver-
Gonfnlvez,, ofde uiterfte hoek van de GtuBeefe Bogt.. Defelve maerdeRiw.
is fo vermaerd, dat fy acn geenig Landaert, die oit dit ge-\'^\'quot;-
deelte van Africa bevaren heeft, onbekend kan zyn. Het is
cen feer fchoone Äz\'yw, en voor aen over de twee mylen wyd.,
Als raen deefe Rivier dvk of vier mylen opgevaren is,komt xweeEilan\'-
ï^enaen twee Etlanden, waer van \'t eene denaemdraegdnaer denindefel^s
^en Kming, en \'t ander na de Prins van deefe Rivier, twee ve.
hoog-
-ocr page 478-,nbsp;hoQggebiedcnde Heeren. Beide leggenfe nu woefl: en leedig ;
\'nbsp;want uit enkele vrees voor malkan^r, fo heeft den Koning het
een, en den Prins het ander verlaten, en ttH yder van haer
wüond nu op een byfondere Spruyt of Arm vau de Ktvier^dic
men hier feer veel en verfcheiden fiet.
Eenige mylen kan men de Rivier met kleine Scheepen opva-
ren, doch hoe wyd echter, fou ik niet weeten re feggen,nog
Werd vannbsp;^^nbsp;Land htcft.
feerveele Veelenbsp;koomen, fo als ik even gefegt heb , deele
Inbsp;Schcepea R?V/Vr bsfoekcn, fo wegens den YLandel die hier werd gedree-
LÉnbsp;bevaren; en yen, als ook om dat iy leer wei geleegen is, om\'er de Schee-
fi:nbsp;waerom.nbsp;fchoon te maken en tc kalfateren. De geene die fulks
Lnbsp;gefind fyn te doen, brengen hun fwaerfte Cof^fr«?^, alsK^i-
non. Ankers, Watervaten , enz., op het Princen-Eiiand,tw{Qt~
Inbsp;ten het dan met de vloed tegens het folve op \'t drooge , fo
pnbsp;i^a immers mogelyk is, als wanneerfo met het afloopen van\'t
Pnbsp;water, dat hier feer fterk valt, meeft droog fitten , endaer
door geleegentheid krygen , om hun Scheepen rondom te ver-
helpen; doch voor groote Schcepen is het niet feer raedfaem,
om dat defelve ligtelyk, met op \'t drooge tc fetten, een ramp
fouden konnen krygen; dies het eene van onfe Kruipers , te
gelyk met my daer fynde, het ook^iet wilde wagen ; ^maer
vond raedfamer, tegens ons aen te krengen, \'t geen fo
u\'el gelukte, dat hy fclfs tot aen fyn ^zé/toe kon fchoon ma-
ken , en bygevolg ook beeter, dan dat hy het hadde gefet.
Den Handel deefer Rivier beftaet uit Oliphmts-tanden,
venvfad?\'quot;*nbsp;honing, en dat fomtyds al redelyk voorfpoedig,
voornamentlyk als \'er in eenigen tyd geen Scheepcn fijn ge-
weeft; doch fulks gebeurd niet veel, want de Zteuv:jche Enter-
loöpers befoeken defelve het geheele jaer door, om haer Schee-
pen fchoon te maken, fig van tvater en houd te voorfien, en fo
lang fy daer.meede beefig fijn, ook met eenen te Hmdelen; dog
haer voornaemfte oogmerk is echteren den
want water en bout konnenfe aen Cabo Loop fo wel krygen als
hier.
Ongdyk- Iraand die hier noit geweeft is, ftaet over de ongelykheid
quot;quot;nbsp;vande grond, in\'t infeilen van de Rivier, verbaeft; want
met
-ocr page 479-VAN DE SLA VE-K ü S T. i^i
meteenen werp heeftmen tien, dan vyftien, vyf, en weder-dieptens m
om twaelf vademen waters , even of de Alt;fo)id maer uitnbsp;^
beftond.nbsp;vier. \'
De gaet hier foo fterk, dat het niet wel mogelyk is, sterke Eb.
fchoon inen al een goede wind heeft, om defelve dood, en
binnen de te feilen; maer men moet wagten, tot dat de
Vloed komt.
Ik hebhier felfs een proef van genoomen ; doch wy ble-
ven midden in de A/oK\'i/als pal fitten, en hadden genoeg te
doen, ommet %\'olle Seilentsgcm de E^ aen te honden, en deinf-
den meer achteruit, als datwy ^wonnen, en quamen \'er voor
dtFkeJook niet in.
De Bewoonden van deefe Rivier, fchoon maer weinig in \'t
getal, fijn echter noch in drien verdeeld , de eene het met den
Koning , de andere met den Prin^, en de derde het met geen
van beiden houdende, maer leven maer geruftelyk op haer
felfs. ■nbsp;\'nbsp;O T
Detwee eerftenbsp;eeuwig tegens malkander; dog noit
in \'t openbare veld, want daer toe geloof ik niet dat fy/^ o/^ ge-gensrnal-quot;
noeg hebben, maerfy koomen malkander by nagt en ontyden kander.
overvallen en beroven, en brutfen fo met de Buit o£ Slagen,
watfe dan gehaeld hebbe(S^, weder na haer Grens.
Dit Volk is het armfte en elendigfte, dat ik gedenkvanal Armoede en
myn leven gefien te hebben ; en daerenboven , tot ophooping Si\'oo^f\'d
van nog meerder ongeluk, fo hovaerdig, dat het fig felven it volk.
fchaemd, en wel te eerder, als men eens gaetbefien waer op,
en waer meede fy hun grootsheid willen toonen. Niemant van
baer fou eenigfints mee moogen, byaldien hy nier met een
Üuitfchenaam ging pronken Zo haeft komenfe niet aen
boord, of ly maken ons defelve bekend; meenende dat wy
haer daerom des te meer fullen agten.\' Dies fy ook feergaer-
ne mogen fien, dat wy haer met dien noemen.
Het overdadig Brandewynimpenïchynó. alle N^\'^m als aen-Syn groote
gebooren te xyn, doch de deefe fyn \'er volleerd en Meeßerljk^xzndewja .
ïn; gaende alle de geene te boven, waer dat ik oit of oit eeni-
ge ommegang meede heb gehad. Sy verfuipen in defelve alles
^at los cn vaft is. Een redelyke groote OUphant^s-tand kön-
nen--
nenfe voor Brandev:yn verkoopen, en eerfe\'er uitfcheyd^ni
opfuypen, ja felfs fotntyds wel eerfs eens van boord lt;tfgaen.
Indien het nu gebeurd, dat den eenen een mondje vol meer
krygt als den anderen, en datfe het hoi half t\'huis hebben, fo
gaet het dapper op een vegten onder en door malkander, fon-
der den Prins, Prießer of Koning te ontfien ; want die in fo
een geval meede dapper de handen roeren, om namaels niet
befchuldigt te werden, datfe maer ledige aenfchouwers waren
geweeft. Deeie Kampoenen fitten den ander fo dapper in het
hair, dat hun Hofö\'^\';/, Taruiken, Rokken, en alles watfe aen
hebben, van \'t gat overboord raekt.
UE. denkt miftchien hoe, dragen deefe arme Duyvelsmz-
detioeden, \'Paruiken, enz..} wel te weeten, doch op een dui-
velfche, dat is te feggen, feldfame leelyke wys. Oude Pa-
ruiken was alhier voor deefen Qm\'grooten handel, weite ver-
ftaen voor Jan Maet. Hier kondenfe alles watfe begeerden
voor inruilen, als IVaJch, Honig, Papegaeijen, , en al-
derhande ververßng.
Doch zederd een jaer of vier hebben fig fo veel Kooplieden
in deelen handel op^tdaeuy datwel byna fou fwee-
ren, dat\'er geen win(i meer op en is, fchoonfe hem nieteen
penning komen te koften,maer fe^lt;^ deefe en geene voor niet
krygen.
\'t BePi van dit volkje Is., dat, hoe groote liefhebbers fy ook
van de Brandewyn mooger\\ zyn, fy doch op defelve niet vies,
noch keurlyk vallen want ik heb hec bygewoond , dat y-
mand van ons haer Brandewyn deed geven, die meer als de
helfe raet water was verlengd j en om\'er een proef op te doen
koomen, feide men my , dat\'er een weinig Spaenjche Seep op
gedaen was, en fo fagen deefe Negers \'t fchuira van de Seep
voor de proef aen. Sy preefen deefe Brandewyn. hemels hoog,
als deugdelyk en goed, en/ouden \'er fig gaerne tegens een
quaden tyd van voorfien hebben.
ik was gefind, wanneer ik hier in deiJ/wVyquamjOmvoor
de Maetfchappy eenige Tanden en Wafcb in te handelen, alfo
ik tot dien einde verfcheide Goederen had meede gebrast ;
maer ik bevond het fulke moeyelyke Draken te zyn, dat ik het
rayn
Vegten dap-
per onder
nuïkander,
fonder hun
Overheid
felfs te ont-
fien.;
Syn j fehoon
groote lief-
Jiebbers van
den Brande-
wyn , echter
op dcieive
niet keurig.
Sfn heel on-
gemakkelyk
ora mede te
Handelen.
VAN DE SLAV-E-KÜST, \' ipj
myn geduld niet kon vergen, eenige koog met haer te ma-
ken,- en vermits\'er noch een Schip van onfe Maetfchappywzs,
en die te gelyk ook laft had om te Handelen , fo gaf ik hem
het geheellyk over; wcl biyde fynde, dat ik\'er my fo goed
koop van kon, ontdaan. Eu te meer quamen my ^eefe men-
fchen vreemt voor, om dat ik gewent was, aen Fif/a met ful-
ke beleefde Ne^erx om te gaen , en waer dat den handel hon-
dertmael meer als hier bedroeg; want om maer eene Tand in
te koopen , konnenfe ymand lomtyds een geheel,en dag op-
houden. Gaen vyf of fes raaien weg, en keeren t\'elkens we-
derom gt; loven en bieden even als op de Vifchmarh , en koo-
men tot geen befluit.
Hoe groote liefhebbers datfe ook van de Brandewyn moo- Sullen s
gen zyn, fo fullenfe doch, als men hier eerft komt, en haer
defelve aanbied, niet drinken, voor datfe bevoorens een Ft-/-f^b^rs\'^vän
eering hebben gehad ; en byaldien men met het felve wat te de Brande-
■ lang wagt, fo dervenfe wel op een trotfc wys vragen : Of xuy
ons inbeelden, datfe voor niemendal fouden drinken l Synde het dit jgtf^^^n
verbruide kanaelje nitt genoeg, datfe onfen drank uitfuipen, haer eerft em
maer willen boven dien daer voor noch beloond weefen ,, e- Vereering
ven of ons groote eer door het felve gefchiede; cn de
die alhier begeerd te handelen , moet haer daer in opvolgen,
of hy kreeg niet eenen Tand aen boord; dies is het ten hoog-
ften noodfakelyk, dzt een Koopman, hier füllende handelen,
fig bevoorens wel ter deegen wapend, te weeten met de wa-
penen vzn geduld, oi Jobs lydfaemheid , anders fie ik\'er vooï
hem geen doorkoomen aen.
Ik kreeg , wanneer ik den handel hzè overgegeeven , een
vreemde troup legers acn boord, die\'ik eerft wilde beft henken,
en dan met hsiergoed na ons ander Schip laten brengen doclj
neen, deefe Sigmors begeerden \'tniet, voor en al eerikhaer
een Gefchenk had gedaen, waer toe ik meede geen luft had, en
derhalven eingenfe ftappen ; doch buiten de kajmt gekoomen
fynde , verftondenfe dat ik niet en handelde, bloernerharten
hoe quamenfe te viervoet wederom , om myU gedane aen-
hicding met meerder gewilligheid te aenvaerden. Aber,
ich antworte, es kumt mir jetz auch nicht geleegen; en
Bbnbsp;fo-
-ocr page 482-fo moeften zy onverrigter faken weeder vertrekken.
Doen ons Sy fyn heel vaerdig om ons, als wy daer eerft komen een
op onfeaen- Yereering te doen : doch noch vaerdïger een ander in vergel-
eer™ geniën «^^quot;g ^^ ontfangen. En wanneer.men \'t felve niet fpoedig ge-
waerom.\' noeg geeft j fo vragenfe : Waer blyft ons Tegen-gefchenh
of wy fnllen het onje weder na ons neemen ? \'t Geen fy ook, fon-
der veel omwegen te gebruiken, lichtelyk doen , ja felfs wel
fo wanneer onfe Vereering niet meerder van;waerdy is als het
haere. Kortom, het fyn menfchen, die van de heeften nitX. an-
ders , als in de gedaente verfcheelen.
Hare Klee. Haerlieder kleeding is als die der andere N^^w, doch mi-
ferabel ftegt en fober; behalven noch,dat de Segnores, Cava-
Heros van ons w/^alderhande oude klederen inruilen, als ro^-
ken, hmbden, hroeken, enz.-.-, en hier meede meenenfe wel dap-
per vercierd te zyn.
Wzz him verdere Xeeden aengaet, daer van fal ik niet veel
na vertellen, alfo ik het niet en weet; doch als men het voor-
feide tot een ftaeltje neemt, fo fal men\'er ligtelyk een denk-
beeld van moogen maken.
Hare Godsdienft, geloof ik, dat niet veel is. Ik heb wel kon-
nen befpeuren,\'datfe bygelóovig genoeg zyn, en dat het haer,
fo min als andere, aen Afgoden ontbreekt; doch wie defelve
zyn, of watfe daer van gelooven, heb ik in die korten tyd niet
konnen ervaren.
Dat het methare Regeering al vry flegt moet gaen, meen ik
te hebben konnen fien uit het weinig omfag dat fy malkander toe-
droegen en daerom fou ik , fonder te vreefen van Kettery te
fullen begaen, wel een befluit derven maken, dat een yder wy
perfoon hier voor fyn felfs leeft, fonder fig veel met hun Kö-
ning of Prins te bekommeren; en dat die È.eeren hier ook niet
anders van hebben dan de bloote naem, fonder de alderminfte
fchaduwe van de daed te befitten.
Den Koning Deefen tegenwoordigen Koning tragt, als een Man met ee-
wind fynj ren, fyn huishouden voor te ftaen, en met het fmeeden, dat fyn
keft met handwerk is, aen de koft te koomen; doch debuitekansjesvfeï-
imecden. ^^^ ^^^^ ^^^ verfuimd; dewelke daer in beftaen, om fyn
Wyven voor een reedelyke prys aen de Europianen j fo lang
VAN DE SLAVE-KU,ST.nbsp;rp5
fy daer zyn, over te doen; doch voor het overige is hy, gelyk
znderty razzn ttn armen hondsfot.nbsp;c ?
\'t Syn meerendeel grove, fterke, en van lijf en leeden wel-
gemaekte menjchen. Sy befmeeren hun lijf met het-uet van o/z-„menfchen.
phanten en Buffels , en ook met feeker flag van roode verruw,
waer doorfe als Bunfemen ftinken; voornamentlyk de Vrouvs-
/«We« , waer ontrent men ,-fondernbsp;te werden , näuw-
lyks kan dueren. En noch dervenfe met dit goed openharen
Handel dryven; want al met den eerften veilenfe defelve op
voor een feer geringe prys: en vermitsfe fig verbeelden, van
\'er geen fchade door te konnen lyden, fo fullenfe het gerief
daer van gaerne voor een Mes, of de waerde van dien, o-
verdoen ; doch de geene die fig met deefe Lievers foude ver-
mengen, moeft al vry groen, en heel benieuwd na varfih vleefch
zyn; want voor ymand die maer een weinig vies valt, is het
genoeg om defelve van verrre te fien, fonder dat hy\'er,over-
mits de vileine ftank, ontrent fal derven koomen.
Doch èen Gemeenen-man neemt het fo nauw niet, en fy
vlooyen maer toe roet haer ftompje , als het maer de naem en
daed van een vrouw heeft.
De Bewoonders van deefe Rivier, geloof ik, dat voor het Waer meedc
meerendeel beftaen van degt;^f, en fifchvangft-, want metde
Landbouw, denk ik niet, datfe fig veel bemoeyen, Koorn
o£ Milhio heb ik hier, geduerende myn verblyf, niet gehen ;
maer in plaets van dat fag ik haer dagelyks onrype Bananas,
op het vier gebraden, eeten. Jammes, Pattams en Boontjes
ha Menfe ook, doch niet veel.
Het Land doet fig gantfch niet vrugthaer op tot %.oorn ofOnwugt-
mSert yJtrdvrugten-, altans niet het geene dat ik gefien heb ,
fynde van de Mond af tot aen het Princen-Eiland toe. Maer vddgewas.
aen \'Boomvrugten fullenfe feekerlyk geen gebrek hebben ; en
derhalven geloof ik dat de Bananas hun voornaemfle koft, bui-
ten de toejpys, is.
Deefe Kivier is by uitneementheid ryk van alderhande flag yjf^hjyTj.
vm goéde Vifch. Ik meen dat wy\'er ook dapper met de z,?!?-heid van de
gen achter her faten, en géén kleine meenigte vongen; ja fo-Rivier,
danig, dat wv ons voor de geheele reis daer van verforgden.
Bb 2
-ocr page 484-■ B E quot;\'S C H R Y V 1 N G
De Negers konden de Vißchen op een aerdige manier van-
gen ; want, varende in een Canoa, of langs de rivierkant
gaende, en datfe een vifch gewaer wierden , fo haddenfe de-
felve aenftonds met een AJfagaei gefchooten ; en dir hebben-
fe fo feeker, dat het haer noit, of ten minften feer felden ,
fal miffen.
Voor de Mondvs.n\'R.io de gdhon fiet men dagelyks een groo-
te_ meenigte van fware en onguere vijjchen , van ons volk
Noord-Kapers genaemt; alhoewel menfe liever voor Af/etfels
V:znWalviJfchen mogt aenfien, en fofe het al niet en zyn , fo
fynfer ten alderminften feer na aen Vermaegtßhapt; en ik fou
wel gelooven , dat het voor \'c minft Coüßjns Germaimwzxzn.
Deefe Fijchjesfyn nanbsp;ontrtnt dQveertigvoetenlzxx^,
alhoewel ik\'er meene.gefien te hebben,die vry grooter leng-
te hadden. So digt en na koomenfe aen onfe Scheepen , dat
menfe ligtelyk met een langeßok fou konnen bereiken, weite
vcrftaen alsfe ftil wilden blyven. Ik geloof, wanneer men een
Spannetje dit goed voor een Schip had, en dat menfe als de
Paerden kon ftueren, dat het\'er braef door fou gaen.
Doch wy willen dat vermaek liever aen God \'Neptunus over-
kten, en weder aen onfen arbeid gaen. Sy fwemmen de mee-
fte tyd boven water, en hebben een Jong of twee by haer ,
dewelke, dt Moer in \'t opfchie-ten na boven willende navol-
gen, veeltyds geheel uit her water fpringen. Met een ver-
vaerlyke kragt blafen fy \'t water na boven; \'t geen fig van ver-
re vertoond even als cenfchip dztonderßil is ; enmetditfpui-
ttn ïondtnïe dt befle Fontein vzn Fontaine Bleau befx:hamen.
t Is niet min geneuglyk als feldfaam , een gedeelte van deefe
\'Vißchen by malkander te-fien.
Het Land ontrent dtét Rivier is fo vol Wild, darbet on-
gelooflyk is; voornamentlyk van Oliphanten, BuMs tn wilde
Swynen,
So haeft wy onfe faken ontrent het Princen-Eiland^tvxigt,
lenïntSinbsp;fchoongemaekt hadden, feilden wy dt Rivier wt-
de^Riviér.nbsp;om even binnen den Mond desfelven , de Sand-
punt, of anders Zuidhoek gtnatmt, het ^«/^er te laten vallen,
ea Ons van tvater, \'t welk daer beeter-als aen Cabo iiOamp;p is,tc
Hoe van de
Negers-ge-
vangen,
Befchryving
van de
Noord-Ka-
,pCTS.
Grobte
\'ïiiecnigte
van Oli-
l^hanten,
Buffels en
V ATSI HD E :s L A V E-K ü S T. 197
voorfien. Noch ontrent een half uer van deefe Plaets fynde, Een Ok-^
kreegen wy een Olifmnt in \'t gefigt, die langs den Oever wn EeeTfagnes
de Rivier heel fagtjes fyn weg met ons vervolgde , tot aen [angs de_
voorfthreevene Plaets tos; wanneer ik met dennbsp;, en Javier, dies
eenige myner Dienaers verfeld, in:een Vaertuig flapte, en ge-
famentlyk na voeren, en fetteden het aenftonds op den nige vande
OliphantxoQI diOch na hem een uer hard genoegnbsp;te heb- lïjneop
ben, fonder hem te konnen achterhalen, niet tegenffaende
hy maer met een harde tred voortging, fo verlooren wyhem
in een Bofch uit het gefigt.
Dit fchryv ende moet ik noch fchrikken, als ik overdenk in
wat ^É-y^er wyons ter dier tyd begaven; want, maer met ons
tien of twaelve. fynde, waer tan de helft noch geen goedfchiet-
gewe^r hadden, fouden wy deefe oliphant, indien wy\'er by
hadden konnen koomen i aengedaen hebben; meenende hem
met een fchoot of drie te -füllen hebben geveld , daer ik na-
derhand-heb bevonden, dat wy het mettv/ee of driehonderd
menjchen nauwelyks hebben konnen doen ; dies de H^gt;?w(?/ ge-
dankt moet zyn, dat wyMo«/fwr Oliphant met onderhael-
den, want wy\'er, fo niet alle, ten minften eenige van de
onfe fouften hebben laten fitten.nbsp;Ontmoe-
In \'t wederkeeren ontmoeteden ons vyfOUphanten tegelyh; tequot; i« hêt
dewelke, ons aenfiende, dagten fy, geloof ik, dat wy hun wedetkee-_
grawfchap niet waerdig waren; en derhalven lietenfe ons.on- vijf Ok-
gemoeid heenen gaen; en wy, die haer voor ovis meerder er- (jocj^iigj-gfi
kenden, waren daer meede.feer wel te vreeden; dieswy heél ons ©nge-
beleefd onfe hoeden afnamen , en in teeken van erkentenis , moeid
\'Bonjourden wy hun gefamentlyk, en gingen onfes weegs; wel
te vreeden fynde, dat wy haer, en helle humem, hadden aen-
\'getroffen.
Drie dagen lagen v/y voor deefe ftil ; en ikjdieniet
te doen had, ging alle morgen na Land om .eenig Wild op jag^^\'
^tedoen; doch getxv Ohphanten, dat had ik,na deJaetfie^ai-
fche ontmoeting, genoegfaem als verfvoooren, maer devjildeSwy-
-\'iien waren het die ons totfouden .ftrekken, en waer
op wy onfe moed meenden te koelen; derhalven den twee-
\'den dag acn Land gaende, waren wy gelukkig genoeg om
B b 3nbsp;een
-ocr page 486-een Troup van over dedriehonderd ftuks aen te treffen. Aen-
ftonds wierd met de uiterfte grimmigheid jagt op haer ge-
•maekt; doch die hoerekmders konden met vier beenen beeter
wcR fpoeden als wy met twee\', dies wy haer ookIhaeft quyt
raekten j uitgefonderd eene die wy van de Troep hadden af-
gefneeden, en fodanig befet, dat het fcheen of deefe het
)ng foude hebben moeten betalen, vermits\'er voor hem geen
andere uttkomft was, als in een klein bofchje te vlugten; doch
waer in wy hem fodapper nafetteden, dat hy buiten twyf-
fel binnen korten tyd in ons geweld (ou hebben gekoomen.
Een do0- Doch fiet hier fyne verkffing. Midden in het bofch gekoo-
den OU- men fynde, vonden wy als in een welgebouwd Prieel, o(Tuin-
huis, Qtn Oliphant m\\ geraemte\\t%%tn. De feldfaemheid van
RevSen. deefe ontmoeting deed ons de vervolging tegens \'t varken op-
houden , en ftaken, om deefen dooden oliphant nauwkeurig te
befigtigen.
Wy vonden hem tioch heel volkomen, en de tanden in de
kop ; die ik daer uit deed neemen en weegen_^, en dewelke in
de zeventig pond mogten halen. Ik deed de Schenkels meetexy,
waer van de bovenfte drie, en de onderfte ruim vier voetmvo-
de lengte hadden. Het hoofd hzd meede vier voeten tot fyn
lengte, en\'t overige gebeenten na evenmatigheid. Dies UE.
hier uit mogt afmeeten, hoe groot hy levendig, en bevleeft fyn-
de , moet geweeft zyn,
Jagt pp Wanneer de twee eerfte dagen voorby gegaen waren met
Buffels. de Oliphrmten en Y arken jagt, fonder iets op te doen, meen-
den wy het den derden dag op de laetfte wedex te hervatten;
doch wanneer wy des morgens met den dag aen Land qua-
men, bevonden wy, dat haerlieder plaets door ontrent hon-
derd Bz^/e/x ingenoomen was; wy lieren daerom de moed niet
vallen, maer gingen op defelve los; en by een Troup van tuf-
fchen de tien en twintig ftuks gekoomen fynde, bleeven wy
met gebrekkig , om defelve een half doufyn kogels te fchenken ;
doch na ik geloof, noch nitt tetèeegen onder fchoot, of dat
\'er nie-t ^ktd gerooid, altans ik kon niet bemerken datwy\'er
een hadden getroffen. ■ Sy bleeven alle te gelyk ftaen , en fa-
gen ons toornig genoeg aen; overleggende miffchien met mal-
VANDE S;:L A VE-K U S T.nbsp;ip^
kander, of fyons over deefe floutigheid fouden ftrafFen of niet;
doch wyl\'er niemand uit haer wüs gequetfl, fo haelden deNe-
gativen het over, en wy wierden yry gelaten.;. . .nbsp;BufFels be
De Buffels, die wy hier ontmoetteden, hadden de hoogte fihreven;
van een gemeenen Os; hun kouleur was ros. Op de kop hadden-
fe re^te .^oorm, die achterwaerds over ftonaen. In haer loo-
pen fchynen fy van achteren lam te zyn;doch dat verhinderd
haer echter niet, om dapper te konnen rekken.
De Ne^erj wiften ons te feggen , dar fo wanneer men opnbsp;^
deefe ^Ê-^yZ^w fchiet, en haer niet doodelyk treft, datfe feer
grimmig op de menjchen toefchieten ; defelve onder de voet
fmyten, en. dood trappen.nbsp;Eca Europi-
Dit feggen verdiende^^/oo/by ons; want voor ontrenttien aen4oor dé-
jaren is \'t gebeurd, dat ons volk ter deefer Blaets op de BuJ- atol^^quot;
feljagt waren los gegaen; doch eene van haar, wat te voor- quot;
harig fynde, loftte fyn Geweer op een maer wierd haeft
van defelve gevat; en foude hem, na alle gedagten, omhals
hebben gebragt; doch een van fyn kameraden, toefchietende
om hem te verloffen, legt op den Buffel zen ; maer in plaets
van hem te treffen, fchoot hy fyn e^en makker onder devoeti
en \'t weinig leeven dat\'er in den felven na de fchoot noch
mogt overgebleeven zyn, deed\'er den Buffel met ftooten cn
trappen haeft uit gaen.
Dit ongelukkig Geval, met het verhaelvzn de Negers teegens
malkander vergeleeken, deed ons byna van vreugde opfprin-
gen, dat wy fulke goedertierene Bufèh hadden ontmoet; en fó
wierd van de^iDogenbiik af beftooten, de O Bekanten en Buf-
felsjagt voor htt toekoomende te laten ruften,; en deefe rejo-
lutie wierd ter eeuwiger Memorie geregiftreerd ter plaetfe daer
\'t behoorde.nbsp;Hoe de Iffi
De Negers, om diergelyke ongelukken nief onderworpen re woonderr*
zyn, gebruiken hier ontrent meerder voorfigtigheid, te wee- defelve
ten , dat fy bevoorens de plaet$ waer de Bajf^/f -des avonds
by malkander koómen , gaen verfpieden. \'Aen deefe plaets
gaenfe op een hoogen hom ütten s enfohaeft\'ereen^z^/e/komt,
fchieten fy uit boven gemelde koom. Is \'t. nu datfe hem. Moo-
. aen, en dat\'gr geen onraed van andereniis, foiköamenfe vaij
boven needer, en fleepen hun pm met eenige van hare mak-
kers
2-00nbsp;B E S € ff RJ\'Y V I N G
kers weg; doch fo fy den buffel niet wel en treffen, foo bly-
venfe flilletjes fitten, en houden fig felven buiten alle
Op deefe manier word\'er meenig een door haer gefchoo\'
Het Buffelfsvleefch 2\\bkv is vry goed en lekker ; en over-
mits de Gvaefige Weide , ontrent de Santpunt» ook reedelyk
■ vet.
Dit, M^kH^^t,^is \'talles, dat ik in de tyd van feftien da-
geir, die ik hier fiil geweefl ben, heb konnen ervaren. Ons
Kruis-fchip, het welke hier eenige houtwaren moefl laden, quamgt;
na \'t felve verrigt te hebben, by ons. Wy feilden doen gefa-
mentlyk de Rivier üit, en lieten na drie dagen het anker we-\'
dcvom Voor Cabo Lopez^ M GonJahez, ( doch van de onfe om
de ligtigheid C/z^ö Ioo/i genaemt) vallen.
Cabo Loop isy als ik U E. bevoorens gefegt heb, - deuiter-
fte hoek van de Guineefe bogt. Hy legt op eenige minuten Zui-
derbreedte y en de Gabon regt onder de Linie Ei^uinoBiael. Een
weinig bez.utden Cabo Loop neemt het AngOolfe Land fyn aen^
vang, ilrekkende fig eenige Graden quot;Zuidwaerds^en.
Deefe Hoek ofte Cabo, w erd van immers fo^ veel, en meet^
■detfcteepeny aengedaen, ulsde Cmbon -, ja meefl alle die om
Slaven fyn geweeft , kooraen fig hier van water en hout ver-
forgen. Van beiden is het t\'allen tyde wonder wel voorfien.
\'cLaetfk hebben de Inwoonders aXtoos in voorraed gekapt; en
raenbetaeld aen haer geraeenlyk de vadem met-een fl af Tfer ^
\\ Water heek raen ora niet, en flegts om \'t halen ; \'t welk
feer ligt en geraakkelyk valt, om dat het heei-j-ia aen de Zee-
kant is. Men geeft voor de vryheid van \'t waierhalen, gemeen^
lyk atn den KoningiO( de geene die fig fo doet noemen, drie
of vier me/fen , raet een Flefch Moutbrandewyn ; alhoewel dit
maer een enkelde goedheid is ; want geenfchip, hoe klein het
ookTyn raag, fou, als hy \'t begeerde, wateren hout voovniet
en raet geweld konnen halen; doch dit fou, myns oordeels»
onreedelyk wefen, verraits deek menfchen iets voor hun moei-
te moeten hebben ; behalven noch , dat hier uit een groote
ongeleegenthcid voor andere fou ontftaen ; want als de Né-
gers fagen dat men. haer nietbetaelde , fo foudenfe ook geen
\'t Btiftels-
vleefch is
goed cn lek-
ker.
Vertrek des
Schryvers
uit de Ga-
bon , en
komft aen
Cabo Loop
Meenigte
van Schee-
pen die fig
hier van wa
ter en hout
koraen ver-
fergen.
VAN DE SLAVE-KUST. 201
luft hebben, om meerder hout te kappen: en derhalven is het
ook verre \'tbeft, dat men haer met een kleinigheid te vreeden
fteld.
Men handeld hier even als in Rio de Gahon^ OUphants-tan-i^^nAd ^eu
den , Was en Honing gt; \'t geen\'er reedelyk veel valt; doch o- Cabo Loop.
vermits de meenigtevan/cÄte/\'endiehieralle dagen koomen,
geeft het een fonderlinge//«^/^/ee/m^. Echter is het gebeurd,
dat nog in dit loopende jaer een onfer Jagts alhier tuftchen
de drie en vierduifcnd pond , (o Oliphants-tanden a.h Wajch,
heeft ingehandeld, en Jelfs op andere tyden noch meerder.
Op Cak Loop ftaen eenige huifen opgeflagen , waer in fig Woorplaets
de bewoonders, fo lang hitï{cheepen zyn, ophöuden; doch hun jquot;«. quot;
eigcntlyke woonplaets is een weinig beneden deefe hoek op een
rivier Olibatte genaemt. Tit Opperhoofden alhier doen fig met
de volgende namen onderfcheiden , als Koning , Vrins cn Ad-
mirael; doch fy fyn het alle drie, als die van de Gabon , raet
dtnaem. Met welke bewoonders fy ook fo goede overeenköraft
hebben , dat ik niet geloof, men het alderminfte oaderfcheid
in hun leevenswan^el You konnen vinden ; ten ware enkelyk,
dat deefe wel fo beleefd en rekkelyk fyn als de andere.
Hierom meen ik dat het niet noodig fal zyn, om van dee- GoeJc
fe Vlaets eenige verdere melding te doen; als eenlyk te feggen, Rii^^^c
dat dt fcheepen hier een goede Rheede konnen vinden,indien-
fe maer fo voorfigtig zyn , van etmge Sand-banken, die daer
om her leggen , te myden ; doch welke echter met goet weêr
niet gevaerlyk zyn , vermits men\'er met hoog water fonder
ongemak weeder af kan koomen ; gelyk ons dat felfs is ge-
beurd.
ïk heb U. E. hier vooren van R« de G^^ök gefegt, dat dc- Veelheid va*
felve fo vifchryk is ; maer , myn Heer , hier heeft^men\'er fo Vifch alhier,
een grooten overvloed van , dat ons Kruis-fchip op een mor-
gen , wanneer hy de Zeegen liet trekken , fo een goede mee-
nigte quam te vangen , als voor tien fcheepen genoeg was ge-
Weeft
Na drie dagen aen deefe Cabo doorgebragt te hebben, dcc- Vertrekken
den wy het anker ligten , cn gingen onder feil, met wil om
\'teiland Annaboa op \'tfteeven te loopen; doch de hardeftroomt geneeden
IL Deel.nbsp;Ccnbsp;die
202nbsp;B E S C H R Y V I N G
die hier om deefe tyd van \'tjaer als ztnferpent om de Noorä
fchiet verleidde ons fodanige dat wy geheel beneeden St.
Tomé, een eiland de Vortugeez.en toebehoorende, vervielen : \'t
welk my noch geleegentheid fal geeven , om U. E. iets van
\'t felve meede te deelen ; na alvoorens gefegt te hebben, dat
fchoon on(e fihee^en fchoon gemaekt en wel befeild waren, wy
echter meer dan een halve Graed omde Koor^ wierden gedre-
ven ; doch een znderjchip vzn onfe Maetfchappy, dien ik aen
Fida {yn Slaven had ingegeeven , en al dxie weeken voor my
van daer was vertrokken, quam voor de derderoael met ons
voor Caho Loop ten anker \\ met berigt, dat hy al op anderhal-
ve graed Zuiderbreedtevfasgeweeiï; doch d^t de vehemente ftroom
hem op eenen nagt, \'t geenongelooflykfchynd door de Linie
iregt voor de Gabon had vervoerd.
\'\'t Eiland St. Tomé , niet, gelyk eenige meenen, S?. Tomas ,
heeft ons ^^^^^^ laeftgenoemde legt in America, waer: van de Deenen
jXhooJJl befitters zyn doch St.Tomé is voor deefen in ons geweld ge-
weeft, en wy hebben het felve eensdeels wegens de geduerige
verradery der Bortügeez.en ,waer door ons Volk gantfch wierd
afgemat; als anderdeels wegens de grootenbsp;onder de
onfe, wedermoeten verlaten. So veel volk quam bier van
ons te fterven, dat het Liland in Europa de naem van het Ho/-
landjch Kerkhof verkreeg.
De \'2ortugeei.en, {c\\ï00U fy deefe verbrande Lugtflreekbetet
gewend fyn als wy , getuigen echter noch huiden ten dage,
dat feer ongefond is, en een groot gedeelte van de hare aen de
dood opofferd; ook dat weinige van haer een hoogenouder-
dom bereiken.nbsp;, ^
^uw«..,. De reeden die men, myns achtens, natnerlyker wys hier
oorfaek daer fou konnen gceven, fyn , eerftelyk de overgroote hitte die
men hier meeft het geheele jaer door heeft; want vermits het
metde eene hoek regt onder de Linie legt, fo is \'tligtelyk af
temeeten, dat, fo niet altoos, het echter den meeften tyd-hier
ïsamp;]toosmn^r^}^dend heet moet zyn.
een dikke cn Ten twceden, dat dit ^Hanß uit een hoog en bergagtig land
ftinkende fceftaet, wacr op, en tuftchcn in, (felfs op \'theetftevanden
dag } geftadig een feer dikke en ftinkende damp legt j \'t geen
de
het Eiland
St. Tome.
St. Tome
fs feer on
gcfond.
En\'watde
VAN DE S E A V E-K U S T. 203
de L«^? noodfakelyk moet ontfteeken en verdikkeci 5 en by-
gevolg een groote ongejondheid veroorfaken; waer by men nog
wel voor een derde reeden fou moogen voegen het meentgvul-
dig aderlaten der Portugeez.eny \'c geen fy om een haverftroo la-
ten verrigten; want fommige doen het vyftig en meermalen
\'sjaers;. en dit, geloof ik, doet haer ook meerder na/é^yes-
dige fchimmen als menfchen gelyken; en hier door moetenfe ook
hoe langer hoe meer verj-wakken ; want de gefteldheid van het
Land brengt het niet meede, datfe wederom in fo kotten tyd
nieuw bloed fouden konnen vergaderen.
Anderfints is dit een lußig en vrugthaer Eiland ; voorfien , is evenwel
volgens het feggen der Portugeez^en, met varfche Rivieren of vrngtbaer.en
quot;Binnewaters, gotdc BouwlandenvdLW Koorn., Suihr en Katoen;
ryk van Vee-
mitsgaders veelderlei Aerd-en Boomgewaßen; nevens ovexvXoesX
van Vee , grooter en fchoonder als op de Goud-Kuft:
\'t Moet van de aerdßhe gelukßihgheden meede niet misdeeld
zyn. Vraegt UE. de reeden waerom? \'t Is om datdcÄsow- xïS^^.^^n
fche Geeßelykheid hier twee Conventen of hoe fal ik feggen , eenßiifchop.
kkofters hebben. Na. myn befte wcetenfchap fyn hetbeide de
Broederfchappen of \'t^avolgers-,. fofe feggen , van den Apx^ßel
Vetrus, en den Heiligen Augufiinus. Ook heeft mem hier een
Bißchoppelyke ßoel.
Meerder behoeft men , mynes dunkens, niet te feggen , Iswelte be-
om te bewaerheeden ,dat dit Eilandgoed en wel te bewoonen woonen ; cn
is; want het is een feekere waerheid , dat deefe GeeßelykeVa-^^^^\'^^
ders fig noit naer eenige plaets füllen begeeven , waer datfe
nevens Zielen, ook geen tydelykegoederen fouden konnen win-
nen. Djt heeft lang voor ons feeker Voeêt wel geweeteUji^wanr
neer hy in fyn Gedigt deefe drie Versßs aertig laet invloeyen
Cidna-Reifers om Negotie;
Meer om ^tgoud, dan om Devotie,
Meer om goed, dan om V Gelooftnbsp;Eenige
Waerom moefi gy uit Firando,nbsp;Versjes, hiep
Uit Japon, Achin, enBando?nbsp;SfeSquot;
IVat\'t niet om u grooten\'roof.nbsp;Ge.digt aen-
C C Snbsp;Gy gehaeld.
-ocr page 492-Gy heßekt Chineefe landen,
En d\'Americaenfe Stranden-,
Waerom niet in V quot;ifioord^uartiert
Bgt; de Rujfen, Adojcoviten»
De Tartaren, Samogtttnl
Of is daer het goud te dier.
\'ïieen, gy foekt al beeter Have»
B^ de Potofifche Slaven,
Ofby V Albojonfche goud,
In Angola, ook Fuß la,
Mani-Cungo, Puerto-^ella,
V Is in \'t boorden veel te koud.
Dit verwyt heeft gcmeldcn Dichter de Eerwaerdige Paters
Jefuïten gedaen ; doch de ervarentheid heeft ons zcederd ge-
leerd , dat den geheelen hoop der geeftelykheid met deefe heb\'
luft is ingenoomen. Maer wat rackt ons de geene die bui-
ten ons zyn; cn wel te meer , om dat dit buiten ons beftek
is. Ik wil\'er dan liever van affcheidcn, cn met het laetfte Fen
van mcergemelden Dichter feggen:
^ta^t myn Mufa, loopt niet verder,
Pwingd uPen, en jchryftniet herderi
^ergy haer krygt aen den hals y
Beeter was \'t den Duivel tegen ^
Als met haer lui dwers geleegen y
Want de Boggers fyn t^ valsgt;.
Hier meede willen wy St. Tomé, met al fyn goede Getße-
lyke Vaders, ten goeden dag weïïkhttï\', met noch maer een-
lyk te feggen , dat alle vreemde Jcheepen, die,overmits defr
genwindy llha del Principe met hebben können befcilen, alhieJ^
hunne ververiEng konnen halen.
Vermits wy, fo als ik vooren gefegt heb, in plaets van A«\'
nahoa aen te doen, beneeden St. Tomé vci^vielen , fo hadden
wy de moed al verlopren gegeeven, van dat Eiland tc fullcf^
opfteeven loopen; gemerkt het van St. Tomé befwaerlyker
is te bcfeilcn , als Cabo luoop; doch de wind omloopcndc, en
dat wy tegens verwagting de flroom mee kreegen, fo hadden
wy het geluk, na dat wy boven \'t laetftgcnocmde Eiland ge-
fteevend waren , na twee dagen feilens het anker voor het
door de weereld vermaerde Eiland Annaboa te laten vallen.
Dit Eiland werd van een meenigte fcheepen aengedaen , fo Komft aen
wel van dc geene die Guinea hebben behandeld , als die na^^\',^quot;^
Ooft-Indiën en Angola gaen, en de eerfte als fy te laeg in de ° quot;
Boffï van Guinea vervallen; want UE. moet weeten, dat de
Ooji-Indïénvaerders de Bogt van Guinea op een andere manier
als wy uitreekenen, en byna de geheele K?,;/? deBo^ï-y^ïöG«/-
nea noemen. Die na Angola gaen kooraen hier aen , om dat
het meeft in hare weg is.
Annaboa is fo overvloedig in Yee cnnbsp;dat het in bei- Hctfelycbc-
de S?. Toot/en \\ Princen-B^iland ovtmtk; niet tegenftaende
het ongelyk kleinder is, en niet veel meer dan een halve myl
in fyn omtrek heeft, \'t Is, even als S?. Tome\\ meeft altoos
met een dikken nevel htêiekK -, en echter, fo men de Vortugee-
x,en geloof mag geeven, niet fo ongefond.
Wat hier nu de reeden van is, fou ik my niet derven ver-
mceten te feggen; want de Lugtfireek moet byna een en \'t fek
ve zy n;gemeVkt Annaboa maer ontrent anderhalve graed Zuide-
lyker is gelecgen.nbsp;Een foct
\'t hand is hier ook ruim fo hoog als op S?. Tomé, cn op jj\'^jjjj.g®^
het opperfte van \'t felve fou, volgens het feggen der Por/«-
geez^en, ten foet tJlfeirtje zyn, van heel fehoon water; en daer
ter plaetfe is het fo koud, als by ons in het felfte van den
Herffii doch wer weis obs wahr is, fagt der Teutfcher. Het Eiland!
Het Bouwland hebben de Vortitgeeten op de vlaktens halver
weegen At bergen, wyl de grond tot het felve daer wel het^quot;\'*
befte is; dpqh hetnbsp;van benceden aen te fien , komt
het ons heel dor en onvrugtbaer voor; niet tegenftaende het
allcrweegcn met een meenigte Ooftbomen ftaet beplant; als Ca-
cos j Orangie, Limoen, Bakovens, Bananas,- Wj!» de- Valmbo-
nxen, en andere meer ; welkers vrugten alle om een geringe
prys fyn te bekoomen; als het honderd Cocosnoten voor een
Ryksdaelders; dujfend Orangie appelen of Limoenen van \'s gely-
ken , cn de andere vrugten naer advenant,nbsp;Wees.,
\'t als Varkens, Schapen, Geiten-,. Haeitder, enz. geld
meede byna geen geld, vermits msn het felve voor oude vod.-
den van \'kleederen, en alderhande ov^é linnen of wolk ,, kati kry-
gen. Kortom, hier is de opregte ay^\'mfïM^fl, of
overvloed, (waer van de ouden fo veel hebben leggen te fnap-
pen) te vinden.
De Biwoonders van dit eiland (yn fwart, zn halve Chiflenen,
hoewel fy de naem van heek dragen; want foie maer een Pa-
ter Softer en een Ave A^aria konnen leefen , by de ?aepic
liegten gaen, cn eenige Offerhanden meede brengen fo gaen-
ie voor goede Chriftenen d.OQV.
Van de blanke Vortugeeten werdenfe voor Slaven gehouden,
om recdenen datfe uit de Slaven, door hun op. ditnbsp;ge-
fet, fyn voortgekoomen. \'t Syn alle;,, fonder eenig onder-
fcheid, fchelmen en dieven, die geen menfch boven vermoogen
füllen benadeelen, of te kort doen. De vrouwlieden fpeelen
alle,, fonder eenig onderfcheid , openbaer óehoer; weetende
het gemeene volk beleefdelyk genoeg aen te halen , en te mif-
leiden. Hun tael is eeuwig-en altoos, alsfe eenEuropiaen fien
Doch het fyn, eenige
V/ie \'t Gefag
over dit volk
beeft.
Is een armen
Duivel.
Hebben
weinig ont-
fag voor
hem.
Signoor, bi aki, mie af e, Trikke,
weinige uitgefonderd, alle feer leelyke teeven, waer aen, ge-
lyk de Heer Fokkenbrog fegt, etn hond fig niet fouwillenver-
ontwaerdigen te piffen, en voor niemand als iodanig kanaih
je van Naem-Chriflenen goed. . quot;
\'t Gefag over dit volkje is een blanke Portugeefch toevertrouwd,
die fy vereeren met de treffelyke naem van Gouvernadoor.,
Den geenen, die deefe Hoogheid te mynen tyde , of doen
ik hier was, bekleede, was fo een Grooten Don , dat byal-
dien ik maer mild genoeg was geweeiV, om hem een Ryks-
daelder of twee tot een admoes aen te bieden, hy niet nalatig
fou gew eefl zyn, om het felve te hebben aengevaerd; fonder
fig veel raet fyn honorable Charge , of het Grandeur van lyu
te bekreunen.-
Syn onderhorige vreefden hem ook fodanig , dat by aldien
ik het had begeerd, fy hem den hals fouden gebrooken; en
het Eiland aen ons in eigendom overgegeeven hebben; wapt
deefen Don \'Tover, door een Pbtdalgo niz Portugal, dit dit £r
land
K yk^ieici van
Vee, cn goed
koop.
Bewoonders
v^an het fel-
ve.
Werden
voor Slaven
gehouden ;
en fijn alle
Hoeren en
Boeven.
land toebehoorde , hier gefield fynde als fyn Rentmeefter, om
•uit f\\\'n naem een derde in te vorderen van \'tgeheeh inkoomen
dtt lnwoónders, fo van hun vee vrugten als anders j \'fo nam
by , om ook iets voor fyn felfs te vergaderen, haer een
te helft zi; \'t geen hem by deefe fiüarte Potentaten fo bemind
deed zyn, dat fy, gelyk ik gefegt heb , üg gaerne van liem
ontflagen , en het Eiland aen een andere Landaert fouden o-
Vergegeeven hebben,
DochTïettöu Tiiémand dienflig konnen zyn , ten fy\'er be-Waercmdit
voorens eerft al de Swarten waren afgeligtj want als die daer Eii^^d voor
blecven,€n datfe maer het minfte verfchil nxttdtBefitterskixe- oquot;sgt;ofande-
gen, fo foudenfe na hetnbsp;vlugten,\'t geen voor een£«- rcn^\'^HtJ\'\'
npiaen genoegfaem ontoegankelyk is ; en van daer foudenfe dienffig is.
defelve f© veel lèed konnen toevoegen, dat men genoodfaekt
fou zyn , van het weeder te moeten verlaten gelyk ons in
Voorige tyden, wanneer wy daer Befmers van waren, al is te
beurt gevallen j wanneer wy om geen andere reeden , als de
fó aengeroerde, weeder van daer moeften trekken.
\' Buiten en behalven den Heer Gouvernador-, vond,ik hier ook
noch Wee blanke Papen ■gt; die geen mdtte hoedanigheeden befa-
ten, dan datfe immers fo dom cn ongeleerd waren als hun
n^eente.
Hier omtrent fchiet my iets aertigs, doch evenwel Prophaen, Twee dom-
in den fin ; namentiyk van een Luiterfchen Pfarheer, ( of het
^aer is of niet, daer wil ik juift myïi ving;ersnietvooropfte-^quot;quot;Ji^Jeyhfer
ken ) den welken deefe ßigtelyke redenen ■ tegens fyn Gemeente den Gods^
Voerde : Wat meend gy lieden , ah het eens ^p het laetfte Gerigt dienft waer.
aenkomt, en dat my werd gevraegd: Du Paftoor van..... hoe k-
quot;Verd gy de Gemeente y die ik u gegeven en toevertrouwd heb , tüc\'-
derom? II fal antwoorden, feide hy, Heereygy hebtfe my als Be\'
fien gegeven, en fo levere ikfe u\'weder over ? ■
Wat dunkt u. Amice} fondtn deefe arme Gemeenten dk van Warengroo-
^n blinde Leidslieden der blinden ook niet wel mogen fegten; te Brande-
Dehalven dat deefe fyne Priefters noch een feekere hoedani^-wyn f^\'P^\'\'®\'\'
«eid over fig hadden , \'tgeenal eenigfints meer als gemeen
^as} te weeten, fy fovtd\'Brandewyn konden drinken en
Verdragen, als ik u^yn ofte andere drgnk.
Voor
-ocr page 496-lo%nbsp;BESCHRYVING
Noemden fig Voor \'toverige beftond hun ivysheid in haer quot;Kapucyner kap
felven Ka- vvicus Navolgersly wilden weefen.Ik weet waerlyk nietjoffe wel
pucynen. ^^^^^ kondcn leefen of fchryven j vermits ik niet een Boek by
iiaer faggt; noch my, fchoon ik daer na vroeg, wildenvertoo-
nen^of ten ware dat ik defelve door myn Ketterfche handen mögt
befmet hebben.
Sy noodigdcn ons om hun KerkenAie twee in \'t getal waren»
ti^\'t haefe ^^ koomen befien: \'tgeen gclchieddej en wy vonden defelve
K^eiken. proper cn wel j ookgroot genoeg, om viermael fo veel menquot;
fchen y als op het Eiland waren , te bergen. Eer wy in hare
Kerken quamen, wierden wy, tot verveelens toe, mttiuy-water
befprengt} fo dat ik oordeelde , dat het felve hier niet duer
moeft zyn.
ea geeft haer Ik wierd van haer om een Fleefch -wyn gebecden , om
ccnFiefch dacr mccdehun heilige Mis-Offerhande te verrigten, het geen
ik haer toeftond ^en hierop beloofdcnfemy , fchoon ik het
^nbsp;niet begeerde , een Mis te fullen doen , voor myn gelukkige
en behoudene Reis 5 en daer meede nam ik van deefe Faders
myn affcheid.
Een kleine Wy fagcn hier nog eenige kleine ftukken Kanonitn van ons
Zeerover, gevraegdc fynde, waer fy defelve hadden gekreegen, fover-
ftonden wy, dat het van een HtmcFranJche Zeerovervrssydio.
aldaer voor tien dagen was gefti-and j fynde den Kapitein met
twee Man van het felve fcheepje noch op \'t Eiland.
werd door Deefc Vrybuiters hadden op de Goud-kuft al eenig goudyfia-
ven en oliphants-tanden geroofd gt; doch twee da^en voor onfe
bcdroo\'^cn.nbsp;^\'^s van hier vertrokken ietkex Engelfch Kapitein , met
quot; \' name Tomas Kent i voerende het fckp de Slooter Galley ge-
naemt ; dewelke gefeide Zeerovers hier vond , en met haer
een Verdrag maekte, om hun gefamentlyk met al haer goed,
* \'\' mits een gedeelte van den Roof overgeevende , over te voe-
ren na de Franfche Eilanden. De Zeeroversy d^\'e fig op dit/^(»r-
drag verlieten, bragten al hun goed aen boord van den En-
gelfchman y als mede al het Folky uitgefonderd dtnKapiteinetx
twee Many die d^n laetften dag eerft aen boord meenden te
gaen; doch doenfe aenquamen wierdenfe met eenige jnap-
haens-fchooten vzt\'fidkomX. , en gelaft, byaldienfe hun levert
lief
-ocr page 497-liefhadden, datfe weeder na Z^/zi fouden keeren, \'t geen-
fe genoodfaekt waren te doen, en aen te fien , dat den
\'Engelfchman fyn anker Hgtte, en met al haer goed doorging.
Wat dunkt UE., kreegen deefehaer regten
loon ? Ik meene van ja ; byaldien het my was voorgekoo-
men, ik had haer niet een hair beeter gehandeld.
Na ons hier eenige dagen luel\'ververfcht te hebbben; waer ^^Tft\'kdes
toe wy van den DheSieur Generael verlof hadden, fo ^i^fd
het anker opgewonden, enwy vervorderden onfe r(isna.fEi-hoa.
minai en feilden geftadig langs de fonder ooit
bezuiden of benoorden defelve te koomen. Ik had gedagt al-
hier een groote hitte te füllen ontmoeten; doch vond het in
tegendeel fo koud, dat ik, met wel gekleed te zyn,fomtyds
de koude nauwlyks kon verdueren. Dc Matroojen, die ander-
fints voor een klein gerügt je niet vervaerd zyn zyn, ftaken fig
meede wel fatfoendelyk in de kleeren. Ik, hier over myn ï;*??--
•wondering toonende, wierd door onfen Yiapitien berigt, dat
het omtrent deefe tyd van \'t jaer, fynde de Maend van Sep-
tember, meeft altoos fo koud is, niet tegenftaende de Son in
die Maend de Linie doorgaet, en men defelve regt boven het
hoofd heeft; doch daerentegen deeft men meeft altoos een
hetrokke Lugt en flyve koelte, waer door de Son fyn kragt niet
kan doen gevoelen.
Na dat wy dus eenige dagen voortgefeild hadden,, en
onfe gifling hoog genoeg gekomen waren , ora de Kuß aen Q^qua-
te doen, fo ftelden wy onle Cours regt na hand , en kreegen Kufl weder
het felve ontrent de Qitaqua-Kuß in het gefigt; doch over-®\'^quot; Land;
mits wy laft hadden, om ons ontrent geen eenige P/^^^ïj op te
houden, fo fetteden wy, het Land langs feilende, onfeae?stot^aen
Reis voort tot aen Affine ; \'t geen de Franfihen zederd Affoé.
eenigen tyd in \'t befit hebben genooraen, en dat op een aer-
dige manier, welke niet kan nalaten UE. hier meede te dee-
len. Den Schryver van de Europifche Mercuriüs geeft ons in iietnbsp;|
eerfie Df^/van \'t jaer 1701., wegens het maken en overbren-
gen eens Moorfchen Koning tot het Chnßen Geloof, berigt, met
de volgende woorden: Verhael van
Siet hier-weder een Hetdenfch Vorfi tot het Chrifien sf^^f^ïjef!
II. Deef \' Dd bragt ^^ \' £
äiönbsp;BESCHRYVING . ..
isïh\'tfran- yragt. \'t Is Louis HnnnibaU Koning van Syrien, {Aßlnemtenä
vïor K\'fnbsp;^^ ^^ Goud-Kufi van Africa. Deefen , z.ederd eerfi langen
nbg^varAf-Parys onderweefen en geköpfte z,yn door den Biffcbop van
imc had ait-xJMeaux, fynde den Koning ßjn Gevader, Communiceert den
gegeeven.nbsp;^^^^^^ February ijoi. uit handen des Kardinaeis; en pre-
fenteerde ter ßlver tyd een ßuk Schildery aen de heilige Maegt, on-
der wiens befcberming hy fyne Staten flelde ; hebbende gelofte gedaen,
dat hy, op fyne wederkomft aldaer, uit al fyn vermoogen aen de be-
keering fyner Volkeren fou arbeiden. Deefe Moorfche Vorft vertrok
den 24. der Maend-, en ftond ftg te Port-luouis in te fcheepen , en
begeleid te worden door twee of drie Oorlogsfcheepen, onder het ge-
bied van den Ridder Damon.
Dus verre het gedagte verhael Nu fal het aen ons
ftaen , om kortelyk deefes fo genaemde Konings oorfprong aen
te toonen , en ook U E. desfelfs wedervaren meede te
deelen.
Voor eenige jaren hadden Ae Franfchen wel voor een-ge-
woonte, om de Negers, die by haer aen boord quamen , te
vervoeren, en in de Weft-Indïéns voor Slaven te verkoopen
onder welke deefen voorfeiden Louis Hannibal (door deFmw-
/c/^e fo genaemd) meede is geweeft; doch, na alle vermoe-
den, den felven van een levendiger geeft als fyn Landsgenoo-
ten vindende, fo hebbenfe hem, in plaets van te verkoopen,
na het Franfche //o/gebragt; waer dat defen fielt fig voor de
Soon des Konings van Afftnè en desfelfs Opvolger htth uitge-
geeven ; waer door hy fig fodanig in de gunft van dat Hof
heeft vi^eeten in te dringen , dat hy van den Koning rykelyk
wierd begiftigd , en op de vooren verhaelde wys weeder na
de Kufl is gebragt; en aldaer gekoomen fynde,bevond men,
dat by, in plaets van Koning, een Slaef eens AffinéfenCaboceer
was; by wien hy fig ook kort na fyn aenkomfl weder begaf
En, fo my berigt is, in plaets van fyn volk tot het Chriften-
dom tc bekeeren, heeft hy fig weeder tot het Heidendom be-
geeven.
Wat fpyt dit voor de Fmz/cÄf\'« moet geweeft zyn , datfe
fig dusdanig van een fxvarten hadden laten bedriegen kan
ÜE. ligtelyk afmeeten; en wel te meer, alsfe hier door van
VANDE SL AVE-KUST. 211
hun oogwit verfteeken fagen; namentlyk, om door toedoen
van dccCm Koaing een vafte voet op de Goud-Kuft te krygen,*
behalven noch dat hier door is verydeld \'t goede oogmerk
van ,den Franfchen Koning-, als dat hy een Heidenfch Vorfthe-
keerd en in fpi^^^had herfteld; mitsgaders den vergeeffchen
arbeid des Biffchops van Meaux, en des Kardinaels del:^oailles.
En om kort te gaen , dat het geheele Franfche Ho/ in hare
verwagtinge bedroogen is geworden.
Hier uit kan UE. fien, hoe onnoofel de fwarten ook moo-
gen weefen, dat\'er echter noch eenige onder haer bequaem
zyn, om fo een verftandig Hof, als dat van Vraukryh is , te
mitleiden, en met een ydelen hoop op te vullen ; en ik ge-
loof leer wel, datfe fig deefe Ugtgelovigheid lang beklaegd, en
den gewaenden Koning van Syrien tot in den afgrond vervloekt
hebben. Doch wy willen haer in deefe colere laten, en onfe
\'Reis weeder gaen vervolgen.
AJpné voorby feilende, geraekten wy op deGoöi-iSr^/ïjwaer
dat onfe makker, het Kruys-fchip de Befchermer , dat gevoerdKufl^alwaee
wierd door Kapitein Hinken, een ZeeuwfcheEntertoper oïLor- bet Kruis-
rendraeyer, den Grooten Apollo genaemt, tuffchen de vial in, fchip een
ontrent het Brandenburger Fort befette; die hy met een brave
heldenmoed aengreepen na een korte , doch dappere te- vwmeS^i:
genftand , veroverde , en voor een goede prys aen d\'Elmina
bragt.
Dit, Heer en Vriend, is \'t einde van myn Omlandfch-reisjeif\'f\'y\'^^
en het fal met eenen ook de laetfte Brief zyn , die ik UE.flotvrn de-
Wegens de ftand van Guinea fal fchryven. \'t Geen ÜE. noch fenBrief;
te verwagten fal hebben, fal, als ik reeds gefegt heb, uit een y\'Jsg\'»\'^quot;«
anders Kooker koomen. ü E. gelieve fig met het felve te ver- vbgfan?\'
genoegen, en myn gedane moeite in dank aen te nemenjmet Guinea,
yafte verfeekering , ■ dat alles de fuivere en opregce waerheid
is, en door eigene ondervinding t\'famen gefteld. Byaldienik
iiu het geluk heb, dat ik ü E. met dit myn werk heb konnen
behagen, fo fal ik myn acngewende moeite geenfints verloo-
fen, maer my felven vierdubbeld beloond agten.
Dit , Myn Heer, fyn de opregte en ware betuigingen, van
die geen, welke niets achterweegen fal laten, waer meede hy
Danbsp;UE,
-ocr page 500-U E. eenige aengename dienft fau moogen doenj
en t\'allen tyden , onophoudelyk fal yveren, om waerdig de
Eernhem te moogen voeren van
^\'tZt\'Stl ■ UE. hereidwilligenflen Dienaer
Schryvers.nbsp;^^^ BOSMAN-
B
-ocr page 501-VAN
Nevens het Groot-Koningrijk van dien naem , dc Zee-
den en Godsdienft der Inwoonders, enz., gelijk ook
de Conftitutie van het Land \'en de Rivier; mits-
gaders een verhael van de Tand-, Rijft- Grein-
of Mala^et-Kuften i en den Handel aldaer.
V^fpat in de een-en tvee-en-f^intig^fle^ ofOott
ketfte
f Y T g
^nbsp;jr jr?.
r
T rc
i / \' quot;
ui.nbsp;i\'
.\'.\'•MmA
\'.i yji ^x
-ocr page 503-VAN
RIO FORMOSA
Anders gefegt
DE BENIN.
Een^en-mnügße ^ of b^ge);oegcie ^rief,
Geheiß 6sn Meßchryviitg van Rio Formofa, anders gefegt de Be-
nin. Veelheid van fpruiten die in defelve uithoornen. Handelplaets
en Kerk der PortugeeT^en. Onß gewoone handelplaets van den
Beninfennbsp;Onfe gemoone handelplaets. VMe Rovers.
Moeraßlgen dryvendLandomen inde Rivier.Is vermakelykdoch
ongefond Waer uit fulks ontßaet. Groote fierfte onder ons volk
binnen fcheeps-boord. Roekeloosheid van vyf Matramp;ofen; en aen-
merkelyk geval daer ontrent, \'t Land is fraei vlak, en vol met
bomen.Wis Vafallen van den Koning z,yn. Slaef des Konings te fyn
is een Eernaem. De Benin zV niet feer volkryk. Drie voorname
hanielplaetfen. Haer namen, Conßitutie en Bevelhebbers. Noch
een vierde handelplaets; wasr dat een onfer Opperhoofden om \'t
. leven is gebragt. Dubbelde wraek deswegens genoomen. De In-
woonders van de Benin fyn in \'tgenerael goede en beleefde men-
fchen; met welke feer wel is om te gaen. Willen meet geen force,
maer fagtigheid behandeld voerden. Staen wonder vaß op haere
koßumens. Door wim den handel van hun kant werd gedree-
•ven. Syn beleefd, doch valßh tegens malkander. Geldfugtige Re-
geerders. Buiten den Koning heeft men dr ieder lei Standperfoonen.
De
-ocr page 504-De eerfte, en hm.groote magt. Tweede i wie die z,yn. Haer
teeken van Eer. Het verliefen van \'t felve is de dood. Foorheel-
den daar van. Derde Standsperfonen. Hanteringen en Ambag-
ten van den gemeenen-man. TDe Ryke leven feer wel. Syn mild-
dadig, en deelen den Armen wat meede. Kleeding der Negers,
fs van tJ^yfannen als Vrouwen. Tder trouwd Jo veel vrouwen ak
vermoogend is te onderhouden en maniere van dien. Ja-.
loursheid der Mannen ontrent hare Wyven. Syn volftage Mee-
fters van defelve. Driederlei ßraf wegens Overjpel. Bevrugte
vrouwen en het kinderbaren. De Soonen behooren den Koning
toe. Befnydenis, fo wel aen de meisjes als jongens. Kinder-mael.
Tweelingen Voor een goed teeken gehouden , uitgefondert aen A-
rebo ; en der felver wreedheid daer ontrent met exempelen ver-
klaerd. Heilig Bofch; en wat fy daer van gevoelen. De kinder-
teel neemd hier wel op. Maenftondtge Vrouwen Jyn onrein. De
Negers alhier (yn fo beangft niet voor \'tfterven als andere Swar^
ten. Remedieninftektens. DeXioÜoren in kleinagting. Hoefe
met de dooden omgaen. Wie Erfenis beurd. Wanneer\'t aen den
K-Oning vervald. Gemeene hoeren. Regeering. Straf over die-\'
very. Vallen niet diefachtig. Straf over doodftag ; en onderfcheid
daer ontrent. Vyfderlei Eeden. Hoe de boetens verdeeld werden.
Hare fpeeltuigen. Danften heel konftig na de Harp. Syn geen dob-
belaers.Verwar de Godsdienft. Een ygelyk is jyn eigen Priefter. Hun
verbeelding van God ; en haer raifonnefnent deswegens. Dienen
de Afgoden en den Duivel onder een gedaente. Verfchyningen van
Geeften. Dügelykfche en jaeriykjche Oft-erhanden. Wat fy van het
ander leven gevoelen. Veelheid van Afgoden-, mitsgaders Feeft-
dagen. Haer voornaemfte Feeft, Hare Sondag. Vieren den dag
\'uan\'\'t overlyden harer Ouders. V er dedingen van tyden. Haer
Oorlogen\'j en onordentlykheid. Syn groote bloodaards. Haar ge^
weer. Alderhande fo tamme als wild gedierte. Groote Bavianen,
welke de menfehen aantaften. Pluimgedierte meenigvuldig. Heb-
ben niet veel Vifch ; doch abundantie van alderhande veld
beomgewaßen. Verfftoffen. Inkomften des Konings ; en welke
defelve zyn. Befchryving der Stad of dorp Bemn. Is heel lang,
en heeft welgebowwde huifen. Dulden geen v\'eemdelingen in de-
felve. Grooten die fig aen \'t Hof ophouden. Inboorlingen moogen
voor
-ocr page 505-GROOÏ-BËNINSE KONINGRYK. 217
voor geen flaven verkogt werden ; noch ook^geen Man-fiaven ,
fchoon vreemde, uit het Ryk werden vervoerd. Hanteeringvan
den gemeenen man, enamhagtslieden. Fraeye ftraten in de Stad.
Slaefachtigheid der Vrouwen. Syn minfaem tegens de Europia-
nen ; uitgejondert de Vonxigttzen. ^s Konings Hof wyd loop ig
befchreeven. Als mede het Courael-Feeß j waer op den Koning
verjchynd. Audientie des Schryvers by den Koning. Den felven
afgebeeld. Oorlogtuffchen een Are de Roe,tf/z den Koning; waer
door de Benin geruineerd is, en nu meeß onbewoond enwoeß
legt. Einde van deefen Brief.
MYN H E E R,
Eefe fal eenlyk tot voldoening ftrekken , van deor-
dres my door U. E. meede gegeeven , om een Be-
fchryving van Rio de Benin op het papier te bren-
gen. Ik derf my niet vermeeten, dat het in de ver-
eifte ordre fal konnen effeBueeren-, doch met het na vermogen
te verrigten, hoop ik te fullen moogen volftaen.
Ontrent vyftig mylen beooften Ardra heeft men Cabo Foi\'-Rio Fornio-
mofa, nevens de rivier van dien felven naem,; doch andersen
gemeenlyk Rio de Benin genaemt; fynde dit fyn laetfte naemnbsp;\'
aen het Groot-Beninfe Koningryk (\'t geen fig rondom deefe ri-
t;/Vr is ftrekkende) verfchuldigd.
Rio de Benin is , als men uit den IVeßen komt, feer wel te jj feerwel tc
kennen want van Ardra tot aen deefe rivier heeft men al een - kennen,
parig laeg en bofchachtig land. De IVefthoek van de rivier doet
hem op met een fteile en als afgefaegde punt ; en de Ooß.
hoek daer regt teegens over met een laege ftomp land. Voor
aen dewoWisfe ontrent een myl wyd; doch verder opfeilen-
de, isfe op fommige plaetfen wyder, en ook op andere we-
der nauwer.
Men heeft in defelve oneindig veel Spruiten ; waer vanee- Groote mee-
üige fo wyd zyn , datfe met goed regt de naem van rivieren
fouden moogen dragen ; en een yder van detkfpraiten werd ^^
door een byfonder Volk bewoond; die yder hun eigen Koning
bebben.
11. Deel.nbsp;E enbsp;Om
-ocr page 506-Ora de rivier op te varen, heeft men j overmits de vcel^
heid van de gefeide fpruiten, noodfakelyk ymand van nooden
om de weg tc wyfen» anders fou raen leer ligtelykin een ver-
keerde geraken.
Handel- Als men ontrent anderhalve royl van de mond is gekomen,
pl.it-\'s en fo fiet men fpruiteni duwókt een half uur van malk.inGer leg-
Kcik der gen. Op een van defelve hebben de Pöfï«^«??:,?» noch heedcn
Poruigezen.nbsp;^ g^j^jnbsp;jyjg^yi genaemt , \'r u elk
meede fyn eigene ente gelyk ook vrye Koning heeft di^. den
Koning van Groot Benia niet hooger agt als fyn V-ahrr en
Boöi/^^KöOfj alhoewel den felven voor hem, noch niemand an-
ders, grootachting heeft; mits hy fig inbeeld, degrootße Koning
der Wereld te zyn, ten minffen van de Guinefe Wereld, welke
ontrent honderd mylen buiten fyn hand aen hem is bekend ;
want het geene daer buiten is, daer van fal.hy, dooronkun- ^
de, niet veel na vertellen,
Gcwoone De ordinaire Handelplaets van deefe rivier is Arebo genacmt,
Handeï- en meer dan zeffig mylen van de mond geleegen. Tot daer,
plaets feer en noch verder, konnen Wy met onie Jche pen Yoomex); va-
^er^op^e^\'quot; rende ondertuffchen honderden van fpruiten voorby , behal-
kcgen.\'\' \' ven ontallyk veel kleine kreeken ;. waer van eenige al tamelyk
wyd zyn.
Vit het gefegde fuît U. E. degt; wyd uitgeflrektheid. deefer
rivier ten naeflen by konnen afmeeten ; doch hoe lang defel-
ve eigentlyk is., of van waer fy haer oorfpronk heeft, heb ik
niet konnen ervaren, alfo geen iVe^er my dies aengaende het
regte befçheid heeft konnen geeven ;doch ik geloof, datmen
door dcffelven fpruiten in al de hier omleggende handfchappen
kan kooraen; want ik hier menfchen gefien heb van Ardra , de
Calbary, en meer andere Plaatfen, die, onder het dryven van
haer Handel op deefe rivier , door de Rovers waren gevangent
\' -.genoomen en hier verkogt.
Deefe Rovers woonen digt by de jnond deefer rivier , en
verl^ ° quot;nbsp;quot;^M^ genaemt. Syn een ganfch arm Volk , en, leven
\' maer limpelyk alleen van den roe/, varen t\'aller plaetfen op de
felve uit, en neraen alles weg wat hen maer te vooren komt;
als menfchen, beeften en koopmanfchappen; daer is niets dat haer
gading
-ocr page 507-GROOT-BENINSE KONINGRYK. 210
gading niet is ; en dit verkoopenfe dan voor eetwaren (waer
van fy onvoorfien zyn) aen de eerfte die haer maer te voo-
ren komt.
De Portugez,en, willen my te berigten , dat van hier een
te /and na de \'Calhary ft rekte ; en ook eene te water, die veel
facielder was; en dat men ook met een Canoa in de hier om-
leggende rivieren kon koomen, als Rio Lagos, Elrei, Camarones,
en meer andere; ja fclfs in Rio Volta ; \'t welk ik echter niet
kan gelooven , overmits daer van de alderminfte waerfchyn-
lykheid niet is; maer van de eerftgenoemdc kan het gemaklyk
zyn, om dat defelve digt by den ander, en niet wyd van hier
geleegen zyn.
Van de mond è.er rivier , tot eenige mylen opwaerds, heeft Moeraffigen
men overal laeg en moeraffig land, en de boorden fyn doorgaens ^^nd
met een meenigte hooge en lage bomen befet, \\land is rond-
©m, door de veelheid van fpruiten , als in Eilanden verdeejd ;
behalven noch dat men op verfcheide plaetfen èryvendrietland
heefr, het welke door de fware winden of travados van de een
na d\'andere plaets werd gedreeven. En wyl ons het felve dik-
maels voor de boeg komt, en de Pejfagie belet, fo is men ge-
noodfaekt een andere doortogt te foeken; in welk geval ons
de Lmfen of wegwyfers fonderling te pas koomen.
De Rivier fimpelyk in fig felven aengemerkt, is feer plai-De Rivier
fant en vermakelyk, doch by uitneementheid ongefond;\'t welk
de eigenfchap der meefte Rivieren op de Kuft fchynd te zyn; gefondj\'en
en werd, myns achtens, veroDrfaekt wegens de continuele be- wardeoor-
fmettelyke dampen die men ontrent defelve heeft; voorna-faek daer vaß
mently\'k den deefen , waer om her het land feer moeraftg en
lacg is.
Hier by komt fig een andere plaèg, die niet minder is, voc- Groote mee-
gen;te weeten honderduifenl millioenen muggen, anders alhier
op iyn Portugeefth Mufquitos genaemt; want gemerkt het hier, quot;»S«quot;-
foals ik gefegt heb, vol boftchagisn of geboomte is , fo heeft men .
van dat dnivelftbgoed fo\'een grouwlyke meenigte,dat men har-
den noch dueren kan ; voornangentlyk des nagts, wanneerfe
ons met geheele kgers koomen beftormen, en fo vreeflyk ftee- ^
ken, dat eenige des morgens , door al de/jw/y/ewjbynaonken-
baer zyn geworden.nbsp;Ee 2nbsp;Dit
Smre flerftenbsp;ongemah\\vre\\k ons belet onfe noodige nagtruft te nee-
ïnder^h«quot; \' gevoegd by de ongefindheid vzn deck plaets , veroor-
ScrpsvSk. Taekt gefladig een groote fterfte onder al ons Volk U. E. is
bekend , dat dit myn tweede Voyage na deefe Rivier is , en
dat wy de eerftemael de helft van ons volk in de Bem» heb-
ben laten, fitten , en tegenwoordig is \'t getal der dooden
in ons fchip niet minder; en de refteerende meefi: alle fiek ,
\'t geen een algemeene fchrik onder de matroofen te weeg
bre\'ngt; fynde een ygelyk bedugt, dat hy\'er \'t hagje by fal in-
fchieten.
Rofkclocs- Van deefe reis waren\'er vyf matroofen, die uit een roekeloo-^
\'\'^^\'^.fyUe baldadigheid met de dohhelßenen om de hoogfte wierpen,
en^wat ciacr ^^^^ dat in de Benin fou fterven oPer weder uit geraken. Myn
op gevolgd oudike dienaer, die cafueel by haer quam, perfuadeerden fy om
js,-nbsp;meede te gooyen y die. elf oogen ten deel kreeg, en alfo de
hoogfte had.
fiet is eenigfints aenmerkelyk, dat deefe Jongen noch hee-
den by levende lyve is; daer de andere haldadigers, even fo als
fy gecontraheerd hadden, alle vyf in de ^e«/Bfyn overleeden.
\'cLand is Behalven de voorfeide ongefondheid is dit een gewenfchte
vcrniakelyk,nbsp;om te behandelen , fo weegens de vermakelykheid van
Bomen.quot; de rivier felfs, als het land daer om her, ( wel te verftaen als
men een weinig van de rivier af is) \'twelk overal vlak, effen,
en fonder hergen is , en maer van langfamer hand foetjes
ryft , waer door men het aengenaemfte gefigt des weerelds
heeft; \'t welk noch werd vermeerderd door een meenigte van
hoornen, die fo regulier ftaen, offe voordagtelyk in ordre wa-
ren geplant.
VafTallcn des De Bewoonders van deefe rivier, en het land daer om heen,
Beninfen hebben wel verfeheide, en een ygelyk fyn eigen Koning; doch
Konings. ^^^^ ^^^ echter alle Vajfalen van den Beninfen Koäw^ ,uitgefon-
derd die van y^iomi, daer de Tortugez.en woonen, en dtüfa-
.feKovers; want dcefen fig degehoorfaemheid des gefeiden K^-
nings nooit willen onderwerpen.
Sjaet des \'t Syn alle wel vrye menfcbenh dog die van den Kow/h^ echter
Koningsis j^aej. als fyn flaven werden behandeld ; en ver van daer dat
deefe naem in een kleinagting by haer fou zyn, fo rekenen fy
in tegendeel dat em groote Eer voor haer is eenKom/z^x
genaemt te werden.
Niet tegenftaende men hier een grouwfame meenigte van •[ï.and isna
menfchen heeft, fo is het doch na proportie van fyn wyduitge-proportis;
ilrektheid, en na de Ardrafe Landen te reekenen, niet
De Dorpen leggen alle een groot ftuk wegs van den ander,
fo wel ontrent de Rivier als in het Land.nbsp;\'
Drie voorname Dorpen heeft men tegenwoordig, waer dat Drie voAms-
wy onfen Handel dry ven;, en waer na toe al de Ne^erj uit het Handel-
Land , om met ons te T^egotieeren, affakken ; te weeten na fo- P
danige Dorpen, waer voor wyhet anker io de grond hebben
geworpen.
\'t Eerfte deefer Dorpen is \'Boededoe genaemt , het welk met Het eerfte is
ontrent vyftig huifen, of liever kotten, is bebouwd, als fynde
fo wel het wand als dak maer fimpelyk van bladen en riet te fa-f^y^hier ovet;
men gefteld. \'t G,efag van deefe Plaets werd een Onder-Koning, he\'cft»^
en eeni^fe hem toevertrouwde Grooten., vertrouwd ; die het,
nevens de geheele Landftreek hier om her , uit den naem en
van weegen den Oppervorfl beftieren ; doch haerheder Gefag
ftrekt fig maer uit over faken van klein gewigt, als Burger lyke
gefchillen en het heffen van Schattingen voor den Koning ; maer
indien\'er iets van belang , of fware mijdaden koomen voor te
vallen , fo vermoogen fy het felve niet af te maken , maer
moeten fig aen\'tHof addreßeeren, en hunne ordres van daer
afwagten.
Het tweede Dorp is genaemt Arebo , en veel verder de ^/-Tweede
vier op geleegen. \'t Is een fraei, groot en langwerpig Dorp, Handcl-
ook reedelyk voorfien van huifen en Inwoonders. Dehuijenïynquot;^^^^^\'
ongelyk grooter als aen Boededoe ; doch op die felfde wys ge-
bouwd. Deefe Plaets , en hetLand dat daer onder behoord,
werd even als Boededoe door een Onder-koning geregeerd.
Voor eenige jaren waren hier twee Logies of FaBoryen; waer
van het eene\'de Engelfche , en het ander onfe Compagnie toe-
behoorde ; en yder van haer had fyn eigen Marcadoors en
Fiadoors,\'t\'fftXk op fyn Hollandfch Kooplieden en Borgen betee-
kend ; alhoewel de laetfte hier de Ro/ van Mak\'daers fpeelen; ;
doch overmits de Engelfche hier zederd een groote reeks van
quot;....... ....... •nbsp;jaren,
-ocr page 510-jaren niet genegotieerd hebben, fo is hun Logie te eeneraael ver-
vallen en vernietigd, en haere Kooplieden en Makelaers onder
de onfe geftooken.
Het derde Dorp, met name Agatton , is voor deefen een
voorname Handelplaets van ons geweeft; doch door den Oor-
log heeft het fo veel geleeden, dathet tegenwoordig noch voor
hft meerendeel verwoeft legt. [,Het is^ gebouwd op een kleine
h lively diz in de rivier geleegen, enmaer even aen het vafts
land gehegt is.
Is een fehoon Het is, fo als men aen de geruineerde Overblyffih fien mag.
Dorp ge- voor deefen een geheel groot Do^p geweeft, vermakelykeren
ookgefonder als elders ; en dit is ook de reeden, dat de Ne-
gers het met alle kragt weder beginnen op te bouwen. Het is
rondom beplant met alderhande vrugtdragende Boomen.
Ontrent deefe Landfireek heeft men veele kleine quot;Dorpjes»
waer van de quot;Bcwoonders na herwaerds koomen, ora de groote
Marktdag, die daer alle vyf dagen werd gehouden , by te
woonen. Een dag reifens te land van Agatton legt de Stad of
bet Dorp Gïoot-Benin, Refidentie-plaets van deffelven Koning\',
doch daer van hier na.
Ik raag met eenen ook niet voorby gaen , ora gewag te
maken van noch een Dorp , waer dat wy voor deefen onfen
handel hebben gedreven, en Metborg genaemt is ; apparentelyk
zyn naem aen een onfer daer geleegene CoopUeden vtrfchul-
digd fynde,
Onfe Compagnie heeft hier voor eenige jaren een vafte Zo^/è
en eenige Bedienden gel^ad. Onfen laetften Koopman , wel-
ke alhier den handel voor de Compagnie waernam , was ge-
naemt N. B:eldfnyder , die al te brntad met deefe menfihen te
wt rk ging, en waerom hy van defelve ook ten uiterften wierd
gehabt.
Ons Oppei- Hierenboven gebeurden het noch , dat hy op feekere tyd
hoofd word \'toog had laten vallen op een van des Opperhoofds Wyven , en
aldaer doo- defelve genoegfaem met geweld tot fyn wil kreeg; \'tgeen fo-
delyk ge. ^^^^^^ ^^^^ chagrTd acn haer Man veroorfaekte, dat hy fig niet
Z^nxcZr i\'On onthouden, van Eeeldjryder mtx deefenbsp;te ftraf-
fen ; dies hy hem met een deel gewapend- Volk op den hals quam»
met
De derde.
weelt.
\'t Dorp
Ivüeiborg.
met wM om hem aen kant t.e helpen ; doch hy kreeg (defen\'
deerendefig d vlugtende) occafiey om xe efchappsren , en hem
aen boord van een ov^kt fcheepenr dat ter dier tyd aldaer lag,
te begeeven; doch wierd echter, eer hy \\ fo ver bragt,fwaer-
lyk gewond. Aen boord gekoomen fync\'e, fo feilde hy de ri-
vier uit, en fyne vervolgers uit het gefigt; doch een van fyn
wondm was fo gevaerlyk, dat hy door onkunde van den Chi-
rurgyn aen defelve quam te overlyden.
Den M.Nicolaas Siueers, die ter dier tyd de iiml/Vwegens Wraek \'door
onfe Compagnie op de Kuft had , en miflchien niet ten vollen
van de hek geïnformeerd» liet dit niet ongewrooken pafteren, nTeL^^^\'^\'\'quot;
maer fond in aller haeft een Jagt opgepropt met Minafe fo Ha-
ten, na de Bmin , met ordre om gefeide maftacre (lo als het
wierd genaemt) op het alderftrengfte te wreeken; \'t geen de-
felve , daer gekoomen fynde, ook rigoureufelyk, en meer als
fy wel in mandaet hadden, Executeerden, en maekten alles ter
neder , of namenfe voort gevangen , die haer in \'t gefeide
Tiorp ontmoeteden , en het niet konden ontvlugten.
Den (jroot Beninfen Koning, die dit ter ooren quam, ende So meedc
oorfaek deefer maftacre verftaende, liet fig met de -wraekydoot den.
onfen quot;DireBeur genoomen, niet vergenoegen, maer deed den
geenen, om wiens wil dit was aengeregt, by hem ontbieden;
en fchoon den felven de eer van fyn Geflagt maer had gedefen-
deert, en dienvolgende ligtelyk te verontfchuldigen was , fo
liet den Koning hem echter mtt fyn geheel Geftagt, tot in het
derde of vierde Gelid, ter neder fabelen; en dat eenlyk maer
om fig by onstt juftiftceer en,dathy SLtn gtfeide man flag niet al-
leen onfchuldig was , maer ook, dat het buiten fyn weeten was
gefchied.
De doode ligchamen deefer elendigen wier.den tot tm fpec-
tacul op de mefihoopen wCt; geworpen , om door het wild ge-
dierte te werden verflonden; en hunnewierden onder
de voet gehaeld , vs\\ttftriBe\\akgt; van defelve in alle eeuwig-
heid niet weder op te bouwen. Wy , fiende den Koning fo-
danig voor ons teyveren, hebben \'t zederd die tydonien^öK-,
delnbsp;gecontinueerd.
Iniuoonders van de Bmin fyn mhgemrael goedaardige
-ocr page 512-D\'Inwoon- en beleefde menfchen , van wien men met goedheid alles wat
begeerd kan krygen. \'t Geen men haer mietn Uberaelheid
fe« beiecfdenbsp;» fullenfe altoos dubbeld tragten xerecompenceeren; en
Menfehen. fo meu iets benoodigd is, en\'er haer over aenfpreekt, fo ful-
lenfe het lelden weigeren: niet tegenftaende fy het felfs nood-
fakelyk van doen mogten hebben.
Sy willen, en ook met reeaen , hunne beleefdheid met ge-
Xyke Cüutoifi betaeld hebben, fonder fig nors of fpyti^ tee-
gens haer te toonen ; want om met dwang of geweld iets
van haer tc halen, zou fo veel zyn, of men de Maen wil-
de grypen. Sy fullen fig daer ontrent in geenen deele laten
vinden.
In \'t fluk van Negotie , fynfe fo prompt, en fallen niet ly-
den , dat de alderminite Jotn van ótoude kofitimen werde ver-
nietigd ; doch als raen haer daer in te wil is , fo zynfe
feer gemakkelyk om meede te Handelen , met alles van ha-
re kant toe te brengen, wat tot een volmaekte Harmenie
vereift.
Syn lang-nbsp;Ergfle van allen is , dat fy feer langfaem , en gantfch
faem in haer talmachtig in hacr handelen zyn. Veeltyds höbbenfe een deel
Handel. tanden ïwnbsp;waer ontrent, eer wy raet haer ƒ ^aeor^
konnen raken, raen fomtyds acht of tien dagen werk heeft;
doch het gefchied van hare kant met fo veel beleefdheid en
pligtbetuigingen , dat men het onmoogelyk qualyk kan of mag
neemen,
Eene faek is hier , waer over men fig moet beklagen ; na-
mentlyk, dat men op fyn aenkoraft aen haer een partye Koc/^-
manfchappen voor Panen of kleeden moet uitborgen ; en met
de betaling van dien wagtenfe dikwils fo lang , dat wy door
\'t verloopen \\ an \'t Saifoen , \'t confumeeren van onfe viHualie,
en wc.gens de fiekte en flerfte onder ons volk , genood-
faekt werden , fonder betaaling te moeten vertrekken. Doch
hier van is wederom het bcfl, dat fy het de naefle reis , als
wy weder hier koomen , tot een duit toefuilen voldoen.
Den Handel van hare kant werd waer genoomen door
menfchen daer toe exprejfelyk van de Regering gefteld; en werden,
gcdrcctxn. ^^ ^^^ ik hier vooren gefegt heb, Marcadoors of Fiadoors ge-
naemti
Willen niet
geen iors-
heid behan-
deld Werden.
Staenvaflop
hare koflu-
mens.
Door wien
den Handel
van hare
kant werd
naerat; en deefe neemen het voor andere , de regte Kooplui
fynde, waer. Dit gefchied , om dat men met de voornoem-
de in de Portugeefche Tael , doch wonderlyk geraadbraekt,
kan fpreeken ; en dit is ook der felver eenigfte hoedanigheid-,
want boven dien moet men haer aenraerken a!s het fchuim
van \'t geheele Volk i die na hun Landsgenooten niet veel aer-
den, noch de eer verdienen , van neevens defelve gelleld te
werden.
Aen deefe Meßeurs, en fo meede aen dc Opperhoofden dier
Plaets, moet men op fyn aenkomfl eenige koftumens betalen;
doch echter van fo ger\'mgf^nimportance, dathetnauwlyksnoe-
menswaerdig is.
Onder en tegens den ander fchynen de Inwoonders feer be- DMnwoon-
leefd te zyn; en füllen niet gebrekkig weefen , om malkan- O\'quot;
der in alle voorvallendegelegentheden hun dienff te prefenteren y^l^^l\'^^^il\'
doch alles is maer enkel fchyn. Sy vertrouwen malkander niet; kander.
maer gaen met de meeflre omfigtigheid des weerelds te werk,
dat niemand haer fecreten komt te weeten ; voornam.entlyk in
\'t fluk van Negotie, datfe gaerne fo geheim doen, als immers
mogelyk is; nit vxezs, van hy dt Regeerders z\\sgroote Hande-
laars a\'engebragt te werden; die, wanneerfe fulks gewaer wier-
den, niet manqueren fouden, van deefe of geene Mifdaed voor
den dag te brengen ; eenlyk maer , om deefe ryke Negotian-
ten van de huig te moogen ligten, al fchoonfe daer toe het
derminfle regt niet hadden. Doch i het gaet hier meede als el-\'
ders, en gelyk het Spreekword fegt : die een hond ßaen wil kan
ligtelyk een flok vinden. En dit is de reeden ook, dat de geeigt;é,
die buiten de Regering en het\\Bewind van faken zyn, fig altoos
armer , alsfe in der daet zyn , fullen veinfen ; om dosr dat
middel de roofgierige handen van hare Regeerders te ontgaen.
Dit doet hen alle , fo als ik gefegt heb , politicq tegens den
ander zyn, een goedgelaet tonen , en een ydersnbsp;fchy-
nen te zyn, om daer door fodanigenbsp;die haer fouden
mWzn amklagen, te myden; dies hnn vriendfchap ook feiden
opregt, maer meeften tydgeveinfl^ en valfch is.
Drie Standen heb ik hier buiten en behalven den Koning lyncSuKn
aengemerkt. De Koning heetkht met een ahfolm e ennbsp;buiten den
II Deel. \'nbsp;Ff
-ocr page 514-B,ESCHRYVING VAN HET
rame Magt gt; fynde deflelfs ml een IVit en Rigtjmr vooif
alle fyne OrJerdaeKen i waer tegens fig geen menfch mag ver-
roeren.
De naeße Hem volgcn als de eerfte en heerlykfte Staet onder defyne,
acn den Ko cJi-je perfoonen , alhier getimkerd met de naem vau Hommes
ning fyn drienbsp;\'t welk in onfe Tflf/overgebrast, Groot-vermoogende
HKraifquot; Heeren o( Ääannen fou beteekenen. Deefe drie fyn t\'allen ty-
den by den Koning, en een ygelyk, die iets by den felven te
verrigten heeft, moet fig eerft aen haer addreferen; welke de
/^y? , van het den Koning aen te dienen , op fig neemen , en
wederom befcheid te rug brengen. Ondertuffchen feggenfe
hem niet meer als fy willen hebben dat hy fal wceten ; en fo
or donnet en fe, ook aen een ygelyk , uit de naem van den Koning,
\'tgeen henlieden wel gevald ; dies de geheele Äf^m-/»^ van
dit Lmd eenlyk onder haer beruft, cn wel te eerder^ omdat
het niemand v/erd toegelaten den Koning te fien, veel min te
fpreeken,, uitgefondert eenige F einige, welk daer meede wer-
den begunfiigd.
Tweede De tVv-cede Standsferfionen Syn diQ geeuQ , die men alhier
Aré dcRoe. de .Roe , of Straet-Koningen notmd. Haerlieder werk is ,
dat den een opfigt over \\ gemeene volk , m dén ander over de
flaven heeft; wederom andere oyer faken van Oorlog, over \'t
vee, veldgewajfen, enz.. Niets kan haen bedenken, of het heeft
fyn eigen verforger.
Uit deefe Are de\' Roes werden de Onder-Koningen tn Op-
perhoofden van de Landen, die,onder de gehoorfaemheid van
den KoÄZöff ftaen, gekooren. Alle defelve ftaen onder \\bevel
van de voorfeide dric Hommes Grandes; aen wien fy verant-
woording van alle hnnne verrigten [uhfeEl fyn te doen.
Han Kesatee- Hare bediening of Eerenflaetkvygen fy, op recommandatie van
kenen, of deefe düe Heeren, van den Koning; die , ten kenteken van
Rjdder-Or- deefenbsp;, aen een ygelyk een fmer Cour alen doet
geeven, fynde fo veel als hun Ridder- Order. Deefe Snoer moe-
ten zy altoos aen den hals dragen, fonder het oit tedeirven
afleggen.
Ind.4enfy het by ongeluk koomen te verliefen , of door on-
êgtjaemheid laten ontfteelen , fo fynfe gewis en feker om
GROOT-BEKINSE KONINGRYK. 227
den hals, en moeten het, fonder eenigenbsp;met de dood
bekoopen.
Hier van fal ik U. E. , ter bevefting, twee exempelen by-Voorbeeld
brengen, waer van ik het eene felfs heb bygewoond, te wee-
ten van een Neger, die fig deefe Ketting had laten ontlleelcnj
en daer over, fonder lang morren , aen de dood wierd opge-
offerd , en de geene, die dit dieffluk had begaen , fynde be-
kend geworden, ging de felfde gang ; nevens noch drie an-
dere, die hier kennis van hadden, en het felve niet tydig ge-
noeg hadden geopenbaard oï aengegeeven ; ditstx: vyf mer.fchen
ter dood wierden gebragt ter wille van een kettingCouraehdiz
anderfints geen twee fluivers waerdig was.
Ten tweeden gebeurde hier omtrent in \'t jaer 1700. nog een Noch een
feldfamer geval. T\'eener tyd lagen\'er, nevens my , voor het Voorbeeld.
Dor^ Boededoe twee Portugeefche fcheepen of barken, waer van den
eenen voor ons vertrok j doch den anderen moefl;, om fyn
fchulden in te vorderen, noch wel een Maend of twee na my
blyven leggen • en wyl de fchulden wat fober in quamen , fo
r efoh eerde dt Kapitein, om een Fiadoor , die wel het meefte
fchuldig was , in fyn fchip te laten arreßeren ; doch wanneer hy
fuik laerkfiellig maekte, fo ftelden den ander fig ter weer, en
meenden het t\'ontfnappen ; derhalven hy met de Portugeten
aen \'t tvorftelen geraekte , en van den Portugeefchen Stierman by
fyn fnoer Couralen wierd gevat, waer door defelve aen ftukken
en ibuiten boord geraekte. Hier over wierd dtt(t Fiadoor (o
mifmoedig, dat hy van \'t krabbelvuiflen afliet , en fig als ge-
willig gevangen ftelde. Doch na eenigen tyd vond hy den Stier-
man te flapen;enna ttr\\ Donderbus %t\\ix:tt%tvi tehebben, fchoot
hy den felven voor de kop, en deed hem aldus, van een na-
tuerlykefiaep, tot de efwra/gé\'overgaen; doch was daer meede
niet Vv-rgenoegd, maer verwondde het doode lichaem noch op
verfcheide plaetien. Daer na wierp hy het mes van fig , en
feide: Dat hy fig nu naer wenfch had gev^rooken , en dat het hem
verder nict kon fchelen, hoedanig men met hem wilde leven; wam,
voegde hy\'er by , doen myn Couralen buiten boord geworpen wier-
den, was ik een Man des doods; en\' tegenwoordig fal het niet een
hair beter ^yn. De Tortugez^en derfden het fig echter nieton-
F f 3nbsp;der-
-ocr page 516-derwinden, om hem hier over te ftraffen,maer leverden hem
aen het Opperhoofd van die Plaets over , die hem na den Ko-
nim deed voeren ; en vermits raidlerwyl de Bark vertrokken
wal, fo liet den Kóuing hem in nauwe gevangenis ftellen, om
den felven, wanneer\'er weder een Portugeefch fchip mögt aen-
oekoomen zyn, in hare tegenwoordigheid op \'tfellle tedoen
ftraften.nbsp;. . -
In dit loopende jaer heb ik de ^eger felfs gefien; en op myn
vertrek quamen\'er weeder twee Portugeefche fchepen , met or-
dre, om vaii den Komng, wegens \'t vermoorden van hun Pi-
loot, Regt te eifchen. Hoe het daer meede is vergaen, kan ik
niet fec^gen, alfo kort daer aen uit de rivier ben vertrokken.
Doch dat het hem (yn beften hals fal gekoft hebben , ftaet on-
wederfpreekelyk vaft.nbsp;,
V r . gt; De gefeide Cour alen heeft den Koning alleen m fyne bewa-
Eerteekenen ring, fonder dat, op ^oene des doods, defelve door andere mo-
heeft den gen nagcmaekt of befeeten werden. Defelve fyn van fleen ge-
Koning in jgakken, en van een bleeke roode couleur-, van bovenen geheel
bewaring. ^^^^ ^ gepolyft of vergheft waren ; en gelyken feer wel na
rood gefpikkeld marmer
Aen het verhael van \'t gefeide kan U. E. afmeeten, dat de
Fiadoors de derde Stand onétx de Negers van dit latsd uitma-
ken; want niemand vermag of kan deefe Couraê dragen , als
die eenig Ampt van den Koniug befit; vermits fy, alsik airee-
de gefegt heb, het felve van den Koning krygen.
Acn wie dit Necvcns de Fiadoors zyn hier ook \\\\\\ gelyke Waerdigheid,
Eertecken onder der felver ftand begreepen , de Mercadoors, Koop-
noch gege-nbsp;^ Falladoors , Voorfpraeken, en de Veilles; \'t geen Ou-
ven werd. ^^ ^^^^^^nbsp;defelvc fyn met het voornoemde Eerteken
begiftigd.nbsp;r • j i •
Hanteringen Buiteü de drie voornocmdc Standen weet ik met dat hier
en Ambag.quot; eenige Ampten of PVaerdigheden meer zyn ; derhalven wy ver-
ten der ge- yolgens tot dtn gemeenen man koomen. Onder defelve vind
menenbsp;weinige van een arbeidfamen aert, ten fy geheel arm
cn kael; anderfints latcnfe hun iverk al meeft door hare Wy-
ven en ftaven verrigten , fo wegens den Landbouw, het ipin-
laen van Katoen, het weeven van kkeden, als andere beefigheden
\' ™nbsp;meer;
meer; terwyl jy, fofe eenig vermoogen bebben , fig eenlyk met
den Köo/\'/jlt;7Kö?f/bemoeijen. Wtim^e handwerken {yn, behal-
ven het vjseven, by haer bekend , en beftaen maer ten princi-
palen in fmeeden , timmerlieden i en leerbereidersdoch ai hun
arbeid of voerk is fo plomp , en van fo weinig ko-nfl , dat
een Jongen in Europa ,maer een maend op en Winkel geweeil,
en eenigfints leerfaem zynde , het felve veel beeter fou maken.
Dc Bewoonders van dit Land leven geheel rykelyk in haer
eeten en drinken,indienfe maer van eenig vermoogemyn. De D\'lnwoon-
koft der Ryk,en is koebeeften-, fchapen of Hoendervleefch, en Jam- ders fyn feer
mes tot haer Brood; \'t welk, als fy het gekookt hebben , fijn quot;quot;y^\'-lyki»
ftampen , om\'er koeken van te maken. Sy noodigen malkandér XSen?
veelmalen te gaft, of deelen van hun overvloed, aen de geene
die behoeftig zyn, iets meede.
De gemeene lieden behelpen fig met vifch , die fy gerookt of
gedroogt hebben. En als defelve gefouten is, fo heeft het een
goede overeenkomft\' met dat geene , \'t welk wy in Europa
Raf en Reekei noemen. Haer lieder brood is van \'s gelyken
Jammes, Bananas en Boontjes ; de drank water en wyn Pardon,.
welke niet veel byfonders is. De drank der Ryke is van
\'s gelyken water en Brandexvyn , als fy defelve konnen be-
koomen.
De Koning, de Hommes Grandes, en een ygelyk Opperhoofd,
die van eenig vermoogen zyn , onderhouden ter plaetfe barer p^iijjjj;^.
Reßdentie een deel arme lieden. De geene, welke tot eenigiverk heid der\'
bequaem zyn, fullenfe, om aen de koft te geraken, tot hct^^yke aen
felve employeren-y andere, die gebrekkig zyn, voedenfeom Gods
wil, en om de naem van mildadigen te verdienen. Dies men
ook geen bedelaers gewaer werd; nog aen hetuiterlyke, wegens
de goede voorforge die\'er werd gehouden , geen armen kan
onderkennen.
Seer mild fynfe, om malkander prefenten te doen van al-
derlei flag van goed, en aen de Europianen een meenigte van
ververffing , en meerder als men benoodigt is; waer in fom-
mige ook booven hun vermoogen te werk gaen , alleen maer
om daer dooreen eerlyke\'^aem by de vreemdelingen te verr-
dienen.
T
Wef/in^ der ^^ Uedtng dcr Negers alhier is feer findelyk, cierlyk en ongc-
RykeMan^\'\'nbsp;Negers op dcGoud-kufl. De ryk:\' dra-
Ueden gen voor eerft een fijn. wit katoenc kleed, ter lengte van een ua-
dem 5 en ontrent half fo breed ; en dit diend haer jn plaets
van een Onderhoek, w^cv over fy noch een fijnder kked,met-
de van wit katoen dragen , het welke fomtyds wel twintig of
dertig ellsn lang is, \'t geen fy heel cierlyk mtt fronfels ofplooi-
jen om de middel weeten te winden ; en daer over hebben fy
noch een Charp yznfyde of eenig andery?o/van een vadem lang
en twee [pannen breed gebonden, \'t Einde van het felve is met
franje of karst befet, en derhalven byna even eens als de Nege^
rinnen op de Goud-kufl. Het bovenlyf is mttft altoos naekt. Dit
fyn hunne kledingensXsïq uit gaen; doch in huis dragenfemaer
een grove Paen tot een onderbroek, en over het felve een groot
gejchtlderd kleed, alhier van gras geweven, en mantelsgewys heen
geflagen.
Van den ge- Dtn getneenen maH gZQt tvtn dufdanig gekleed, doch met
meenen man. grovcr en flegter ^off/; een ygelyk na d^t fyn ftaet mver-
mogen meede brengt.
DerVrou-nbsp;Frouwen der Grooten dragen Panen,dit hiér ttLand\\Qi.n
katoen fy,n geweeven, en dewelke ook geheel frai met verfchei-
de couleur en door den ander fyn gefchakeerd, die fy byfonder
wit en helder weeten te waflchen. Deefe kleden fyn niet feer
lang, en werden even fo toegeknoopt als die der Vrouwlieden
Sitn Fida ] doch echter met dit onderfcheid, datie hier de
iplit op de fyde of na achteren draeyen , en derhalven van
vooren bedekt zyn. Over hun bovenlyf hebbenfe noch een
fraei kleed, van een vadem lang, in plaets van eenyfayer,ge-
flagen, en gelyk de Vrouwlieden op de Goud-kuft meede doen.
Haer halscieraed beftaet uit veelderhande flag van CouraeUgt-
heel aerdig door den ander gereegen. De ^armen fyn opge-
fchikt\'met ghddt kopere of yfere Armringen; de beenen van
fommige desgejyks,en de vingers fo vol koper e ringen
konnen.
Dus opgetooid , myn Heer, fien fy\'er al reedelyk fmakelyk
uit, en^ouden ymand, dieeenig, ßp^fryr had by gebrek van
beeter, iioch al weeten te accommoderen.
De
-ocr page 519-De Dragt der geringe Wyven is liet felve j uitgefonderd
datfe,eevennbsp;de ^^annen gefegt is, feer ßegtgoed dra-
gen.
De kinderen\'gzm meeft alle gantfch naeict j de Jongens tot DeKindcre«
haer tien of twaelf jaren , ende tJMeisßs tot dat het haer
gaet na de wyfe van haer Sexe. Tot die tyd toe hebben fy f^^tfe
,nbsp;rnbsp;1 •nbsp;^ 7 , nun volko,
niet anders om ot aen, ais eenige Jnoeren Courael om haer men ouder-
middel gewonden hetwelk echter niet beletten kan dat dom hebben.
geene te fien , het welk fy wat forgvuldiger behoorden te
bedekken.
Het haix dev Manlieden vifetd met gevlogten of \'y^mW, maer Vercienng
blyft, fo als het van natueren gewaften is, hangen ^ behal-
ven dat eenige twee of drie vlegten daer van maken, en\'er een
groote Courael onder aen hangen. Maer dat der Wyven werti
cierlyk met groote en kleine tuiten, fynde degroote
vlegten alle te famen over de fchedel van \'t hoofd heen gedeeld,
in maniere van een verkeerde Hanekam-, waer over de kleine
vlegten dan meedc in ordre fyn gelegt. Sommige hebben hun
hair in twintig of .meer vlegten verdeeld , al na dat fy dik of
dun van hair zyn. Eenige befmeeren het felve met Olie, dat
fy uit de fitten van Olienooten braden, waer door het fyn (war-
te koleur verlieft , ea met\'er tyd een roode oigeele aenneemt,
\'t geen fy voor een groote Cieraed houden j en ondertuffchen
ftaet het, myns dunkens, wel W^^zff}^/)/c^fc\'^/è.
De Mannen trouwen hier meede fo veel Wyven, als fy met Een yder
fatfoen konnen onderhouden. Ontrent de Trouw hebbenfe ^\'quot;«quot;«\'d fo
weinig, of liever geen Ceremonien , fo wel de als de Ar-
men j uitgefonderd dat den een des Bruids vrienden wat ryke- voeden,
lyker traileerd als den ander.
- Het Trotmen gefchied eigentlyk op deefe manier. Zo wan-f Hoedanig de
neer ymand fin in deefe of geene hechter komt te krygen v
geeft hy het felve aen een van fyn Vrienden , en die in aenfien \' :
is, te kennen ; die fig na haer huis vervoegd, en defelve van
haer quot;i/r/V^^/ra eifcht of verfoekt, het geene ,■ fofe bereeds niet
w/oo/i/is, felden werd geweigerd. Het dan van de
Ouders of Vrienden verkreegen hebbende, fo gaet de Trouw aen,
en den Bruidegom bekleed fyn toekoomende Bruid met eenige
fraeye
-ocr page 520-fraeye klederen j en eenig ander hals en handoieraed ; en na de
Vrienden van weerkanten.wel getraceerd te hebben, fo heeft
de geheele Bruiloft een einde , fonder eenige andere Solemni-
teiten te gebruiken, \'t Gefeide TraEïement gefchied ook niet ten
huife van den Bruidegom, of ymand anders, maer koft en
drank werd fimpelyk vervaerdigd,en een ygelyk fyn deel f huis
gefonden.
Svn feer ja- Dc N^^erj- fyn ontrent hare Wyven feer jalours, wel te ver-
loursontrentft^en ontrent Mansperjoonen van hun Land-, doch in geenen
hare Wyven; jg^igj^ ontrent ons ; want fy bekreunen fig feer weinig, wat
vafd^Eu men met harenbsp;aen vangt. Stoeyen , lagchen, praten,
ropianen. by haer te fitten of te leggen, alles ftaet (mits dat men bin-
nen de palen van Eerkaerheid blyft ) vry. Selfs fynfe on-
trent ons van fo een goed vertrouwen , dat fo byaldien het
komt te gebeuren , dat fy van ons befogt werden , en hunne
ûffaires haer elders anders roepen , fo latenfe ons alleen by
hare Wyven, en recommandeeren defelve , om ons, geduren-
de hun uit fyn, wel te diverteer en-, doch van de Swar-
ten mag\'er geen tJMansperfoon in of ontrent haetWyventimmer
koomen ; en dit werd van een ygelyk onder ha.et ftriBelykge-
obferveerd. \'
\' Tuftchen de Wyven der Grooten en die van den gemeene man
is maer alleen dit onderfcheid , dat de laetfte wegens den
arbeid , die ten oirbaer van \'t huis moeten verrigten, over-
al heenen gaen , daer die der Grooten meeft altoos in huis
opgefiooten zyn, om daer door te beletten, datfe, volgens
hun natuerlyke neiging, niet tegens het fevende Gebod komen te
\' 1 fondigen.
Indien het gebeurd, dat een Man met eenige van fyn
volfla^-ein huis fit, en befoek van fyn Vrienden ontfangt, fo reti-
MTeftersquot;^ reren fyn Wyven fig aenftonds na een ander gedeelte van het
van hun Huis ■gt; om van de inkoornende niet gefien te worden ; doch als -
Wyven. \'j.nbsp;y^j-j Blanken gefchied , fo bly venfe fitten , om dat
luiks het believen van de Man is, wien fy op alderhande ma-
nieren foeken te behagen , gemerkt al hun wel fyn van de-
felve af hangt, eh de Mans aMtv volkoomen Meefters de
Wyvenzyn.nbsp;••
Over-
-ocr page 521-GROOT-BENINSE KONINGRYK. 235
Over fpel werd hkvteLand op driederhande manier geftraft, Pfïederhan
en eerftelyk onder den gemeenen man als volgt. So een van oV^r^
defelve gewaer werd, dat fyn Wyf quade gangen gaet, en hem fpd als«
onder \'t getal der hoornbeeflen fteld fo fal hy alle moogeiyke ftc-
vlyt aenwenden , om den quot;Boffer op \'tßagte moogen beknip-
pen ; want fonder dat kan hy niets uitregten ; maer fo wan-
neer hem het felve gelukt, fo heeft hy Kegt om den fnocper t\'ee-
nemael re beroven van \'tgeen hy befit, \'t iy ßaven, Bvefies,
Oliphant standen, koopmanfchappen, en voorts alles wat den fel-
ven heeft; \'t geen hy voortaen als fyn eigen mag gebruiken.
Het Wyf dat óusgefondigt heeft, doet hy braef baßonneeren,
en ten huife uitgaen , om elders haer Fortuin te gaen foeken;
doch niemand fal fo een ligtelyk weder tot een Wyf neemen,
en\'derhalven begeven fy haer na een andere Plaets, waer dat-
fe fig voor Weduwen uitgeeven, om daer noch weeder aen den
Man te geraken, of andere praByken , die de natuer haer ge-
leerd heeft, om de koft te winnen, te werk ftellen.
Dit is voor fo veel de wyven van den gemeenen man betreft; Tweede,
de Ryken of ^elgegoeden regten fig meede wel op gelyke wys;
doch de vrienden van \'tvrouwmenfch , om haer geen fchandael
\'te doenlyden, verfoenende M^jwmet een fraijefommegelds,
op dat hy haer weeder in genade mogt aenneemen, \'twelk fy
ook den meeften tyd doen; en na fyn OverfpeeligWyfop nieuw
ingewyd te hebben, fö gaetfe namaels weeder voor een eer-
lyke VrouTv als van te vooren; en werd in \\vervolg ook fo wel
als d\'andere van de Man geliefkooft en beflapen, ,
De Regeerders yan het Land gzen met de Overfpeelders vry Derde,
rigoureiifder te werk ; want als defelve ymand in het pleegen
van Minne/pelmtt hun Wyven betrappen, fo dodenfebeide het
Wyf met haer Boel, ter plaetfe waer dat fy deefe Sonden heb-
ben begaen , en werpen de doode ligchamen vervolgens , ten
Rroi voor het wild gedierte, op den mifihoop.
Weegens deefe fware ßraf, fp wel onder Kleinen als Grooten,
werd een ygelyk afgefchrikt, om fig met eerf anders Wyf tenbsp;[
vermengen ; en derhalven fiet men deefe boofe ftukken alhiernbsp;|
De Nems fyn hier gelyk als elders, feer gefet om het mm-
II, Deelnbsp;G §nbsp;nefpel
li
eer-
mfpel met kragt voort te fetten j en beelden fig in , dat de
wjii Pardon en \'t goed eeten de Natuer heel veei veriferkt ; en
aengaende het laetfle, daer ontrent hebben fy, myns dunkens,
geen groot ongelyk; doch in het eerfie kan ik fo veel virtuten
niet bemerken.
Niet gaerne füllen fy fig inlaten , om uit het naeimantjetc
difcoureren. \'t Is, feggenfe , een werk der duifternis , en derhal-
ven niet h name lyk, om\'er i aller plaetfen,volmondig van te raifon-
neren. Doch die het op een verbloemde en bewimpelde wys weet
te klaren, werd niet alleen by haer geleden, maer vanfeen yge-
lyk voor cm aerdig en gar^w vernuft gefchat; dies een yder %
ook benaerfligt om aerdige Fabulen en Gelykenißen tex maarte
dienende, voor den dag te brengen.
Ontrentnbsp;Vrouwen en Het kinderharen heeft men al-
hier het volgende aen te merken. Na dat ttnVrouw hevrugt
is , vermag fy aen niemand meer, tot hare verloßng toe,
de hand geeven; en wanneer defelve verlofl zyn, en dat
het een Som is, fo werd het kind den Koning opgedragen,
als hem in eigendom toebehoorende ; en uit dien hoofde
werden al de Manlieden van dit Land, flaven des Konings ge-
naemt; doch een Dochter behoord de Vader toe, om\'er na wel-
gevallen meede te leven ; en defelve , tot haer jaren gekoo-
men fynde, uit te trouwen, wanneer en aen wien het hem maer
gelieft.
Metde acht of veertien dagen, fomtyds ook wel later, wer-
dende kinderen befneeden, fo Meisjes als Jongens; de laetfle
hun voorhuid, en de eerfte, met een weinig te^fnyden van \'t
geene de Geneeskundige , of die in de Anatomie ervaren zyn.
Clitoris noemen. Hierenboven fnydenfe de kinderen het gehee-
le lyf vol ma fmalle ßreepjes, fo wel Jongens als Meisjes; doch
delaetftemet veel meer fneeden öfßgueren; en een ygelyk doet
hier ontrent fo hem beft gevald.
UE. kan ligtelyk bevroeden, dat ditnbsp;aen dee-
ie kleine fchepfelf moet.veroorfaken-, doch wyl het hier te Land
voor een groot cieraed paflecrd, en dat het de moode is, fo wil
niemand het felve laten.
Wanneer het kind feven dagen oud is, fo regten de Ouders
Van Vevyug
te Vrouwen
sn het Kin-
derbaren.
Bsfnydenis
fo wel aen
Meisjes ais
IS,
SÜKlermael,
een biyde maeltyd aen , meenende dat het om die tyd al door
fyn meefte quaad is; en om dat de hoofe Gseften het felve geen
leed of hinder moogen toebrengen , fo ftroyenfe , om die
Quanten te bevreedigen , voor haer op alle wegen een meenig-
te gefooden fpys.
So een Prouw t\'eender dragt twee kinderen te gelyk krygt,
v/erd voor een goed fÊ\'l:« gehouden , en aenftond aen den Ko-
ning geboodfchapt; die daer over groote vreugde met alder-
hande fpeel-injlrumenten doet bedry ven De Vader, die onder-
tuffchen fig verbeeld , dat het voor fyn Vrouw te fwaer fou
vallen, beide deefe kinderen te foogen, fiet een anderefogen- -
di vrouv), wiens kind overleeden is, voor geld en goede woordm
te krygen , welke een van fyn kinderen voor Minne mag ver-
itrekken.
In geheel de \'Benin is het baren van Twelingen een goed te-BabarKchc
ken, behalven aen Areho , daer het t\'eenemael het contrarieg^womncm
bedied. Sy leven daer ter plaets geheel ^^r^^n/c;^ met
Yrouw die twce^kinderen te gelyk ter wereld brengt ; mits Vrouw ^
fy voor een gewoonte hebben, om de tJ^oeders met beided\'ïe twee
haer kinderen om hals te brengen , en op te offeren aen den Kinderen \'
Duivel, dewelke fig , volgens hun dwaefe meening , in een ^\'«ener dragt
•Sofch , dat ontrent het Dor/? legt, ophoud. Indien den Mw
wel begoed is, fo koopt hy fyn Vrouw, met een ftavin in
hare plaets ter ftagting over te geeven , vry ; doch de kinde-
ren konnen niet gekft werden, maer moeten deefe wreede Wet
voldoen.
In \'t Jaer 1699. is \'t gebeurd , dat een Marcadoors wyf, Exempel
Ellaroe, of in de wandeling Mof genaemt, van twee kinde-hkï ^L.
ren in de Kraam beviel. De Man , die haer door een fta-
vin verlofl had, offerde deefe nevens de kinderen op. Ik heb
de Moeder naderhand verfcheidemalen gefien en gefprooken,
die , foo meenigmael als fy een kind fag, en overdagt het
droevige lot van de hare, fig niet kon onthouden van bitterlyk
te weenen,
\'t Jaer daer aen fag men hier het felfde geval met een Prie- Noch;ïets
fl-ers vrouvo; {dit dttiQ Offerhanden moeten verrigten) defel-dicrgelyks.
ve verlofte meede van twee kinderen, die hy m^t eigener han-
G 2nbsp;den.
-ocr page 524-236 BESCHRYVING VAN HET
den 5 nevens een flavin in fyn Vrouvjs plaets , den hals brak,
en opofferde. Ruim een Jaer daer na , even of het een üraf
van den Hemel was, verlofte deefe Vrouw andermael van
twee kinderen. Hoedanig den Priefter lig hier ontrent heeft
gedraegen , is niet tot myn kennis gekoomen ; doch ik ge-
loof j dat deefe Vrouw hare vrugtbaarheid met de dood heeft
moeten befueren.nbsp;\' _
Dtt^c droevige voorvallen \\it\\:)hm echter eindelyk fo veel op
\'tgemoeddtï Mannennbsp;, dat defelve hunne Vrouwen,
tegens dat de tyd van \\baren aen komt, naer een andere
fenden : waerom ik van gedagten ben , dat fy deefe ongeluk-
ken voortaen wel fullen te vooren koomen.
Het Bofch, waer van ik hier vooren heb gefprooken , en
daer in fig de duivel fou onthouden , werd by haer voor fo
Hdiig gefchat, datfe niet fullen toelaten , dat eenige Ne^ér
van een ander Land fyn voeten in het felve fet, noch ook ee-
nige van haer Wyven. So bygeval ymand van haer op een pad
koïnt, dat naer \'t bojch loopt, fo moet hy het lelve ten einde
gaen, fonder halver weegen te moogen omkeeren; en fy laten
lig vaflelyk voorftaen , byaldien dit wierd overtreeden , of
het offeren van de kinderen raet de Moeder , of een ftavin in
des laetflens plaets, het Land daer door een fwaer ongeluk fou
wedervaren ; doch des niet tegenftaende ben ik verfcheide
reifen in het bofch uit fchieten geweeft , en voordagtelyk ten
halven gekeerd , eenlyk maer om haer Ugtgelovigheid te be-
fpotten; waer door ook al veele in twyft^eling wierden gebragt,
om datfe fagen, dat\'er niets quaeds op volgde; doch dc fchelm-
fe Papen hadden aenftonds ten Exceptie te weeten, dat ik
cm Blanke , waer meede fig hun v^y^oJ, of hever D«/-
\'oel, niet bemoeide ; maer indien een Neger fig dit wilde ou-
de rwinden, fo fou het gefeide gevaer aenftonds voor den dag
koomen.
Het procureren van kinderen gaet hier dapper aen ; en raet
reeden, want de Wyven fyn ganfch niet onvrugtbaer , en de
M.annen van een goede welgefleltheid; en die de luft tot liefkoo-
fingm, door de veelheid van Wyven, noch meer werd aenge-
fet, en de geene, die kinderen by hun Man krygen , fyn in een
fou-
Een Heilig
Bofch; en
hun dwafe
inbeelding
ontrent het
felve:
Vrugtbatr-
heid der
Vrouwen.
•ijf
GROOï-BENINSE KONINGRYK. 257
fonderünge^rooM^^w^jdaer de on-urugtbare integendeel verfcho-
O» fK werden.
De Vrouwen mtX. de (londe befet, werden hier voor fo on« ^3acn^lond^
rein gehouden, dat haer niet toegelaten werd in dcbnifen ha- g« Vmuwca
rer Mannen te koomen , of iets het geringfle aen te raken ; \'t
fy om de koft te prepareren , het huis te reinigen , of wat het
ook foude moogen iyn ; ja felfs moogen fy in eenige huifen
met in fien, veel min gaen ; maer moeten , fo lang haer on-
reinigheid duerd, in een klein afgefonderd huisje a partwontvï;
doch als de uked ophoud , fo waffchen en reinigen fyfig,en
keeren weder by den Man in , pm hun w^rk, ais vooren\', te
verrigten.
Wanneer men haer vraegt, van waer, ol wie haer ge-
leerd heeft de Befnydenis te moeten onderhoudenmitsgad\'ers
het onrein agten der maenfiondige Vouwen, fo antwoorden fy:
Het felve niet te weten ; maer dat het haer door hmne Voorou-
ders is overgeleeverd ? En dit is gemeenlyk ook het antwoord,
dat men van al de Negers krygt, als men defelve ergens na
vraegt.
Voor de dood fchynen denbsp;hier fo bekommerd niet Syn niet
te fyn , als in andere Landen. Sy mogen\'er welen gaerne van tii^a^gß voor
hooren fpreeken, en fchryven een kort of lang leven het be-
ftier der Goden toe. Echter gebruiken fy met veel yver ds mid-
delen om het leven uit te rekken ; want fo ymand onder haer
fiek werd, fo is haer eerße toevlugt tot den Priefter, die fo hier
als op de Goud-kufl voor DoBor ageerd. Den felven medicineerd
eerft met de groene kruiden -, en fo dat niet en helpt, dan met
de Offerhanden. Is \'t nu dat den \'Tatient geneeft , fo verkrygt
den fchelmfchen Prießer eer ; doch fo nier , fyn pafpoort is be-
fchreven, en men doet een ander, van wienfe beeter verwag-
ting hebben, ontbieden.
De DoBors of lt;Triefters , als fy hun dingen wel verrigten, De Papen
fyn^ynbsp;in eenige agti^^g; dog fo haeft en fyn defelve niet fyn Doftors;
geneeien , of fy laten dat volkje, fonder na haer meer om te klein gc.
lien, loopen ; dies de Papen hier , fo fy geen andere
van hun felven hebben, maer voor arme drommels fyn te fchat-
ten ; en wel te meer, om dat een ygelyk fyn eigenOfferhande
G 3nbsp;doer.
-ocr page 526-g|S BESCHRYVING VAN HET
doet 3 en denbsp;bedient, fonder dat de Papen daer on-
trent koomen.
Wanneer ymand overleeden is gt; fo werd het ligchaem wel
ter deegen gewaffchen en gereinigd; en indien het cm Inboor^
ling van de ftad Benin is , en ver van daer komt te fterven,
fo werd het ligchaam over een klein vuer gantfch uitgedroogt,
en in een kift gelegt; die fy wel ter det^m toeljmen, en hem
by de eerfte occa/ie m de voornoemde Jlad, om daer begraven
te werden, brengen. Doch fomtyds krygenfe in eenige jaren
hier toe gem gelegentheid, en dies moeten deefe doodt lykenfo
lang boven de aerde blyven ftaen; gelyk ik\'er te mynen tyde
verfcheide in het dorp Areho heb geften.
De naefte P\'\'rienden , Wyven en flaven , bedryven rouw o-
ver dtn Overledenen; fommige met het affcheeren van al hun
hair, en zndi\'.rt dt baerd, htt halve hoofd, é\'//2i,. De openbare
rouw duerd gemeenlyk veertien dagen. Het huilen en fchrceu-
wen gefchied op de maet van fpeelen op alderhande Inflru-
menten ; doch mtt icttdtlykt groott tuffchenpoofingen ,\'dit fy
met braef tc fuipen befteeden. En wanneer de Lykflatie o-
ver is , keerd een ygelyk na fyn huis , en de naetfte Frien-
den y die in den rouw blyven , treuren noch eenige maenden
caer na.
Met denbsp;gaet het dufdanig toe. So wanneerymand
van Staet komt te fterven , fo treed de oudfte Soon in
heele ^datenfchap, doch aen den Koning moet hy uit den boel
een flaef uitkeeren ; van gelyken ook aen de drie Hommes
Grandes; met bygevoegd verfoek , dat hy fyn Fader in des-
felfs Qiialiteit mag fuccederen ; \'t geen hem den Koning accor-
deerd, en met eenen ook voor wettigen Erfgenaam van alles dat
fyn Vader nagelaten heeft verklaerd. Acn fyn overige Broe-
ders geeft hy niet meer als fyne goedheid hem toelaet; en in-
dien fyn Adoeder noch. in \'t leven is, fo onderhoud hy defelve
eerlyk, en na haer Staat; en laet haer boven dien noch behou-
den alles wat van fyn VaderhttïX gekreegen. De overige W^y-
ven fyns Vadersy altans de fodanige , by wien hy gttn kinde-
ren heeft gehad , neemt dt Saon, alsfe hem aenftaen, na fig,
en gebruikt die voortacn als fyn eigen ; doch dc geene die
Hoefe met
lie dooden
om gaen.
Eouw dra-
gen.
Esffenis,
wie dcfeive
beard.
GROOT-BENINSE KONINGRYK. 239
hem niet en gevallen , of hun kinderen , neemt hy wel meede
in huis om te arbeiden, doch bekend defelve ni^it^. maer laet
met oQgluiking toei dat fy , om eerlyk van te konnen beftaen,
klein geld moogen vevditmn,
^ Van dit laetfte flag heeft men\'er hier te Land een groote mee- Hoeren haer
nigte, en die fyn hier fo veel, als in andere Landen éz
Yromaen.
Indien den Overleeäenen geen kinderen nalaet , fo komt wa^neer de
fyn Broder tot de befttting van het Goed -, en fo die meede FrffenSLn^
ontbreekt, de geen die hem het nptftè beftaet. Doch fo\'er ^en Kouing
geen wettige Erfgenamem werden gevonden , fo komt het aen
den Koning.
Wat de Regering van het Land aengaet, defelve beruft ten Regegrin!\'-.
principalen onder dti\\Kmiinp en de drie meergemelde Hommes \'
Grandes; de eerftc, geloof ik, in naem, en de laetfte met de
daed. Yder l,andfchap heeft fyn byfonder Hoofd, die alle van
de gefeide dfie afhangen; en vermoogen fonder derfelver toe-
ftemmfng niet het alderminfte verrigten.
De Mifdaden die hier koomen voor te vallen, werden op de Straf over.
volgende wys geftraft; als eerftelyk Dievery , het geen heel i^jerery.,
weinig komt voor te vallen, alfo de \':^egers hier fo diefachtig
niet fyn als op andere/»/^f-ïT^/z; doch indien het echter komt
te gebeuren, en dat den dief werd betrapt, fo moethy hetge^
fioolene weeder, en een hoe):e daerenboven geeven ; doch fo
het een armen, hondsfot is, fo geeft hy het geßolene goed wederom,
als hy kan, en werd , in plaets van een boete te betalen, eens
luftig afgeroft. Maer fo het Dieffluk ontrent ymand uit
de Regeering werd begaen , fo werd den t^/V/wel met de
dood geftraft; doch , fo als ik gefegt heb, het valt fo fel-
den voor, dat men\'er nauwlyks een Exempel van fou weeten
aen te halen.
Hoort men hier te Land weinig van Dievery, van Moorden Straf ovep
Doodßagen noch veel minder. De geen die ymand om \'t leven
brengt, moet, fo het met fcharp is gefchied, meede van kant,
ï^en fy deDooäßager een Soon des Konings, of eenig ander i/oo?--.
^aemperfoon is- Deefewerden het Land uitgebannen, en door
^^n^oed geleide tot op de uiterfte grenfen gebragt, doch wyl
noit
tl
240 BESCHRYVING VAN HET
noit ymand van deefe mtgebannene perfoonen weder te voor-
fchyn iyn gekoomen , of dat men oit van defelve meer
hoort, fo ftellen de AZf^m vaft , datfe door hare Geleidersnz
de EHjeefche Velden geleid werden. Als ymand een ander met
de vuift , of iets anders , door ongeluk dood ftaet, en dat de
verfiaagene geen bloed laet, en d\'erhalven na geen geweldige
doed gelykt, fo kan den Doodßager fyn le\\^en vry koopen,
met eerftelyk den dooden fatjoendelyk op fyn koften te laeten
begraeven , en daer na een Slaef om gedood te werden , in
fyn plaets geven. Deefeflaaf , ten foenofer gedoemd, moet
hy , als deielve geflagt werd , al knielende met fyn voorhoofd
aenraeken. Hier na geeft hy een fraye geldfom aen de Hom-
mes Grandes, en dan heeft hy fyn V^yew verkreegen; en
de Vrienden des Verßaagenen moeten daer meede te vree-
dtn fyn.
De ftraf weegens Overfpel heb ik hier vooren al aengehaeld;
andere mifdaden, hoe defelve ook moogen genaemt werden,
kan men met ge/i afmaken ; en de boete is gerigt na de groote
van \'tbedrevene quaed. De geen welke geen geld heeft, moet
de opgelegde boetemtt fyn huid betalen ; dies haer lyf, daer het
goed manqueerd , moet boeten.
Vyfckrlci Als ymand hier te Land met feekere mifdaad werd betigt,
manier van gn de bcfchuldiging niet al te klaer is, fo moet den befchuldig-
den fig metnbsp;fuiveren,\'t welk op vyfderlei manier gefchied,
vier \'m geringe en burgerlyke faken; doch het vyfde in faken van
groot gewigt en aangelegentheid, als Verraderye, toeleggen op het
leven van den Koning, of wat voor boofë Feiten men van die na-
tuer meer fou konnen bedenken. Deefen Eed werd ook nie-
mand toegelaten te doen, als voornameperfonen, en dan noch
op ordre van den Koning.nbsp;r • t\\
r- ft^nbsp;De eerfte wys ora fig tc fuiveren gefchied dufdanig. Den
bejchufdigden werd naer den Prießer geleid, dewelke een Hoen-
dc-rveer neemt; cn na defelve befmeerd te hebben, fteekt hyje
den Aengeklaagden door.dt tongi wanneer het felve nu glad»
en fonder te haperen, door gaet, fo is het een teeken van on-
Ichuld, en dan fou hét gat, door de veer gemaekt, m ^^ort
fonder eenige pyn wederom toeloopen en geneefen. M»^
GROÖT-BENINSE KONINGRYK. i^i
indien hy fchuldig is, fo blyft de veer midden in fyn tong ftce-
kcn, en hy werd als een fchuldige veroordeeld.
Het tweedenbsp;is , dat dennbsp;een langwerpige Tweede.
aerde Rol of ßol ntemt, waer in feven of neegen veederen van
etnheen werden geftooken, welke dtn Befc huldigden dt ee-
ne na de andere daer uit moet trekken en indien defelve
ligtelyk volgen, fo is \'t een teeken van fyn onfchuld-, doch in-
dien niet, fo ftaet hy bloot,om als eamp;xiÄdifdadigenvttoatdetXd
te werden.
Voor het derde doet men d^ aengeldaegdenhektt \'hp van jj^rde.
gfoene kruiden in de oogen ; indien hy daer geen lerfel van
krygt, fo is hy vry en onfchuldig ; maer werden fyn oogen
rood en ontfteeken, fo moet hy de Boete, diefe hem füllen
opleggen, betalen.
Ten vierden werd door den Prießer een gkeyende Armring Vierde,
van koper genomen, en den Patient daer driemalen meede o-
ver de tong geftreeken; en (y oordeelen dan naderhand mee-
de of\'er le^elvin komt of niet,, waer na hy dan werd veroor-
deeld of vry gefprooken.
De vier voorfeide ^Eeden hth ik in myn prefentie fien onder-
gaen; doch alle wierdenfe voor fchuldig verkhevd-, en met ree-
den, want het moeft al wonderlyk toegaen , als ymand een
gloeyendyfer op de tong kreeg, dat het felye hem niet fou bran-
den. De vyfde of laetfte Proef, welke in twintig jaren qualyk
eens komt voor te vallen , heb ik niet gefien ; en derhalven
maer van hooren feggen.
Indien ymand van een fware mifdaad werd aengeklaegd, en Vyfde, en
dat hy begeeng is, om fig met Eeden te fuiveren ^ föverfoekt iaetße.
men daer toe permifße van den Koning ; «en wanneer men het
felve heeft veikrtegen, fo werd den Tefchuldigden na een fee-
kere rivier gebragt, dev/elke deefe hoedanigheid werd toege-
fchreeven, datfe, fo men een onfchuldigen in defelye werpt,
hem» fchoon hy het alderminfte niet fwemmen kan, heelfagt
en fonder gevaer door het water aen land fal brengen; doch
ecn fthuldigeu in tegendeel naer de grond trekken, al konde
hy noch fo vaerdig fwemmen ; en fo hy fig daer meede wou
behelpen, fyn dood fou maer des te pynelyker vallen , fon-
II. Deel.nbsp;Hhnbsp;der
der dat hy fig echter fou konnen redden. Het water reiiehn
fy , is bevoorens geheel ftil ; doch fo haeft werd\'er ymand
niet in geworpen , dieaen \'t geene hem te laft werd gelegt,
fchuldig is , of het ontroerd en wringt fig even als een draei-
kolk in een , tot dat den Tdtient na de grond en uit het gefigt
der menfchen is , wanneer het fig weeder als vooren herfteldj
even als .of het\'er gaerne meerder wou hebben.
Wat dunkt u , Myn Heer, fou U E. ditkfvjaUe proef wel
derven vertrouwen ? Ik denke van neen en ik in waerheid
meede niet; want ik fou raet reden vreefen, h.oe onfchuldig ik
ook mogt fyn , dat ik (als iynde met de konft van fwemmen
niet begaeft ) met myn o:inofelheid en al te gronde fou gaen,
. en veriuipen ; en van dit gevoelen geloof ik dat\'er wei meer
füllen zyn.
Hoede Boe- ^^ Boetens, dier hier weegens mifdaad fyn verbeurd, wer-
tens werden ^cn verdeeld als volgt: Eerft v/erd de geene die wegens dze-
verdeeld. ijery als anders bekedigt is , te vreeden gefteld ; vervolgens
neemt het pr(fente Opperhoofd fyn deel; en het overige is voor
de fo veelmalen genoemde Hommes Grandes \\ want dt Koningy
tot wiens kennis het noit komt, \'trekt\'er niet een brusaf. In-
dien voorfeide drie met liet geene men haer fend , te vreeden
zyn, fo is \'t wel; doch \'tgebeurd veelmalen, dat fv het felve
weeder te Yxig fchikken en aen de Gouverneurs of Onderko-
ningen , uit de naem van den Koning doen boodfehappen, dat
de boetenstz gering zyn, en dat fy de faek niet wel hebben be-
handeld. Geeven haer met eenen te kennen, hoedanig dat fy-
het iiefft fagen. De geene, aen wien dit bevel komt, tchoon
iy wel weeten dat den Koning fig daer mede nietmoeid, maer
dat het eenlyk der Hommes Grandes befiel is , moeten echter
gehoorfanien, en fo veel ra€:er fenden als defelve begeren; ver-
mits die haer anders de eene of andere tyd een fraeye poets
fouden fpeelea.
^ ^ _ Eer ik my tot haer Godsdienfl hegeevt, fal ik noch met wei-
^pcc.ttiigcn, regulen gewag maken van haerlieder fpeeltuigen, die voor-
nameiitlyk heftaen in groote en kleine trommels, met weinig
onderfcheid als die der Negers op de Goud-kuft. Syn even fo
gemaekt5 ai met ïeeder qï vellen overtoogcn, en werden ook
op de feltde manier geflagen. Nevens de trommels hebben fy
■qok emigeyfere klokjes, waer datfe op fpeelen :van s\'gelyken
kaiabaßen met boefies befetjdie haer dienen in plaets van Caßi-
gnetten. Dit alles geeft een verward en verveelend geluid on-
der malkander.
Boven \'t voorfchreevene hebben fy noch een hißrument, Harp waer
\'t geen de naem van een Harp wil draegen , het is met fe-^cNegers
ven of negen rieten [naaren bdpamp;nmn. Hier weeten fy al
heel wel op te fpeelen ; en onder het felve fo fraei te fingen, danffen.
en op de maet te danifen , dat het niet onvermaakelyk is,
het felve by te woonen. \'t Syn de gefchikfte D^^y/èrj en
D anjfer innen , die ik oit onder de Ne^erj heb gefien. Die
van Axim hthhtwophzQt Jaarlykfche Feeß, wanneer fy den
uitbannen , omtrent dusdaenigen Dans, doch in
lang fo fraei noch aengenaem niet als hier, te weeten in de
Benin.
Om te dobbelen en fpeelen , en malkander het geld af te win- syn geen
nen, daer toe hebbenfe geen hert. Men fiet haer noit anders DobbWrs=
dan éen Booneberd gebruiken, doch noit om geld, en alleenlyk
maer voor plaißer, en om den tyd te verdry ven.
Haerlieder Godsdienßis fo ongerymd en verward door den Verwarde
ander, dat ik nauwlyks weet hoedanig „defelve te füllen be- Godsdienß.
fchryven, noch waer te beginnen.
Sy willen de naem hebben datfe de Goden en Duivelen te God
gelyk dienen onder menjche en beeßelyke gedaantens b a\\s oliphants en den Dai-
ianden, klauwen, doodshoofden, geraemtens, enz,.ook fodanige vel,
faken \'welke de\'Natuer maer op een extraordinaire wys fchynt
gewrogt te hebben, neemen fy voor een Goi aen , en veree-
ren het met Offerhanden i een ygelyk is fyn tigen Prießer, om
de Goden na hun welgevallen te dienen.
\'t Is fo veel rc n;ieer bekiagens waerd , dat de Negers fig aen Denkbeeld
fodanige nietige fingen overgeeven , om dat veele onder haer van God, en
geen quaed denkbeeld van God maken ; want fy geven aen ^öi
hareAfgo-
deefe volgende hoedanigheden ; als de överaltegenwamp;ordigheid, al~
magtigheid, voorfienigheid, alwetentheid en onßenlykheid; omwel-
ïfe laetfte reden fy ook leggen : Dat het ongerymd jou fyn , om
God op \'eenigerhande v)ys af te beelden ; want het onmhgelykisiets
af te beelden i \'t geen men niet gefien heeft ? En hierom hebbenfe
ook fo veelderhande Beelden voot him Afgoden,nbsp;aXsÖn-
dergoden ymden opperßen CTo^/aenmerken, fonder echterte we-
ten wat voor quanten het zyn, en eenlyk maer geloven, dat\'er
eenige Middelaers fyn tuifchen Goi en de Menfchen\', en dit fyn
haer Afgoden.-
Van den quot; \' den Z7a/w/wcetenfe foo veel,dat fy al het geene quaed
Duivel- en is , ceu duivel noemen. Sy moeten hem , volgens hungedag-
ofterenGöd ten , ecren en dienen, op dat hacr geen quaed wedervaren mag.
cïi denDui-:,j)enbsp;vverd ook met geen byfondere faek afgebeeld, of
S b«kc- hmmc Af go den.verfchdde, lyndchet onderfcheidmaer al-
Bi«.nbsp;leen in de w/Zgeleegen ; want voor een en dc felfde afbeelding,
waer van ikdiier vooren heb gefprooken, füllen fy de eene tyd
voor God, en de andere tyd voor dén duivel ófferen, fo dat
een ding haer in twee gelegenthceden diend; namentlyk voor
God en den Duivel.
Verfh • f Seer veel wectenfe te fpreeken van ■yf\'r/cÄjww^e» der
gen vaR^Gec- V^ïi hun afgeftorvcne Ouders of Vrienden; doch fulks gebeurd
ftèn. nooit dan in haer flaep , wanneer defelve haer koomen ver-
maenen , om deefe of geene Offerhande te doen ; \'^t welk fy,
fo haeft den dag aenkorat, ook aenftonds fullen te werk
ftellen, al fouden fy daer toe , indienfe onvermoogend waren,
htt geld o£ goed by andere gaen borgen ; want fy beelden fig
in , dat, wanneerfe dit nalieten , lün eenig groot ongeluk op
den hals fou koomen. Wil men haer hier over railleren , en
feggen, dat het nkt andere-dm phantaßen en droomenzyn»
fy fullen het toeftemmen, doch daer by ook feggen : \'t Is
een gewoonte van onfe Voorvaders , die -wy daar in moeten na^
volgen. Op een andere manier weeten fy fig niet te verant-
^ woorden.
Dagelykfè De dagelykfche Offerhanden der Negers alhier fyn van geen
Offerhande belang; beftaende maer alleen in eenige gekookte yammesmet
gff/in^- 0lig vermengt, \'twelk fy byde afbeelden, voor hunneGó/i^»ge-
maekt, ter neder leggen. Somtyds ook wel een hoen ; doch
hier van krygt den quot;iet anders dan het bloed, mits fy het
vleefch felfs al te graeg luften.
tH Grmen hebben een jaarlykß Offerhand^ , die met groote
A
-ocr page 533-GROOT-BENINSE KONINGRYK. 245
pagt werd gehouden, en feer veel komt te koften; want niet ^
alleen datfe dan koebeeften, fchapen en alderhande vee in een
grootenbsp;ftagten , maer regten een formeel Feeft aen, op
welke fy eenige dagen na den ander met hare vrienden dapper v
vroolyk zyn, en ■y^rt\'fr/w^eB omdeelen.nbsp;^ , ^
De plaets in \'t andere leven wanen fy elders in Zee te zyn; Wat fy van
De fchaduiv van een menfch noemenfe Paftadoor, of geleider-, \'t \'t ander Ic.
felve fal tegens den menfch getuigen , ofhy wel of qualyk heeft
g^leeft. Indien wel, fo werd hy ter gefeider plaets met groote
Eerampten voorfien, en legt een vermakelyk leven; doch qualyk, quot;quot;
fo moet hym honger en «moei^ vergaen ; dies fy de plaets-^
der Verdoemde en Gelukjaalige aen een. en den felven Oord
ftellen.
Haere Afgoden, of de vodderyen die-het felve willen verheel- Veelheid
den , fyn het geheele huis door verfpreid ; want men komt van Afgo-
op geen plaets, of men fiet defelve overaL En daerenboven
fyn\'er buitens huis voor eenige noch een party huisjes opge-
flagen, die meede van haer fyn vervuld, en daer fy fomtyds
gaen offeren.
Tot flot van hun onnofele Godsdienft moet ik hier noch iets Fceftdage^
van hare Feeftdagen melden; waer van fy\'er fo veel en verfchei-feer veel.
den hebben, datfe die van Romen daer in geenfints behoeven
téquot; wyken. Haer grootfte Feeft, het Couraalfeeft gemtmt, valt^^ _
in de maand vzw Mat voor^ op welke den Koning felfs in per-
foon verfchyud. Ik heb het van dit jaer in de Stad Benin felfs
fien vieren; als meede dz groote jsrö^i daer ontrent gebruik-
lylf. Doch hier van breeder in de befchryving van de fo ge-
noemde Stad.
Hun SondagkovcA om den vyfden dag, die van haer feer
Feeftelyk werd gevierd; de Grooten met het flagten van koebee-
ften^, fchapen en cahrieten , en dew gemeenen man mtt honden,
katten en hoenders , of waer toe haer beurs hun gelegentheid
geeft. Van het geene dus werd geflagt deelenfe aen de behoefti-
ge tykeXyX metamp; , op dat het van een ygelyk mag ge--
vierd werden.
Eenmael \'s Jaers vieren zy ook metnbsp;kaften, den
dag van het overlyden haerer Ouders oi Vrienden, om de-
quot; quot; Hh 3 quot;quot;nbsp;ielve
/ \'
-ocr page 534-felve daer by te gedenken, en hun naem in geheugenis tc
houden.
Haer tyden fyn verdeeld in jaren, maenden, weeken en da-
■ gen , yder affonderlyk raet fyn naem , cn reekenen veertien
maenden voor een jaer.
Dit fal, myns dunkens, genoeg van hun Jfgoäendienfi ge-
fegt weefen, derhalven wil ik ray tot anders keeren.
_ Van haere Oorhogen weet ik niet veel te fpreeken ; want
niet tegenftaende fy cominueel door de Rovers, en de geene
welke nTet onder den Koning ftaen , overvallen werden ,-fo
hebben fy doch geen kennis om een Oorlog tc voeren , want
alsfe door de nood geperft werdén , om te veld te trekken,
fo gaet fulks fo onordentlyk va {yn werk , dat. het fig felven
fchaemt. Orders of Bevelhebbers in den Kryg hebben fy niet,
en een ygelyk doet dat hera beft gevalt, fonder na een ander
om te fien.
Sy fyn fo afgryftyk bloohartig, dat nieraand haer aen \'tvep-
ten fal krygen, voor de hoogfte nood fulks komtte vereifchen;
en füllen veel liever alles in de loop laten , als fig in ftaet van
defenße te ftellen. Wanneer het vlugten haer belet is, fo ftellen
fy fig wel te weer; doch met fo weinig couragie en flegt beleid
datfein \'tkorte haer ^mw ter needer fmyten, en gaen lopen,
of het opgeeven.
Haer ^fxufer is houwers of kapmefenAltmtpooken, ajfagaeyen,
mitsgaders^y/en boog-, depykn fyn verpklgd.Schildenhehhen
fy ook; doch fo hgt, en van dunne bamboefen gemaekt, dat-
fe niet gewigtigs met defelve konnen af keeren; en derhalven
hebben fy defelve ook meer tot cieraed, dan om\'er fig meede
te befchermen.
Nu ben ik geavanceerd om de Gediertens deefes Lands te be-
fchryven. Aen het tam gedierte hebben fy ganfchlyk geen ge-
brek ; beftaende. in paarden , koeyen , fchapen , honden, katten,
hoenders enz,, alles even goed , en ook goed koop. Het Veè
valt wel ganfch klein ; dog is aengenaeni en lekker , altans dat
geene, \'t welk ons ter fpyfe verftrekt. Van \'t overige, als^o»-
den en katten, geven de Swarten die felfde getuigenis; wantfy
eeten van deeiebeide folief als van eenig ander Beeft.
mid
Verdeeling
van den tyd
Him Ooiio\'
gen
Syn groote
ßlüdaerds.
Haer Ge-
weer.
Overvloed
\'/an tam
gedierte.
Wild gedierte , fo wel verflindend ais andere, fyn hier So ook vêh
meede in een gcoote ahundantie. Onder hec verflindend ves^^quot;^^\'
werden de Oli^banten geteld 5 en vervolgens Leeuwen en
Tygers. Van het eerfte flag is het hier afgryflyk vol ; doch
aen Leeuwen en Tygers fou ik het grootfte gtloaj niet flaen ;
want niet alleen heb ik nooit een van deefe beeflengdim,
maer fclfs ook niet een van der felven vellen. Doch hier
vmi fou men noch deefe reeden konnen geeven , als dat de
N^^fr^ te beangrt zyn , om op die beeftejagt te gaen waer
door het komt dat fy geene van derfelver huiden konnen ver-
toonen.
BofMonden of Jalhalfen fouden hier, volgens hun fegcren, Bavianen,
meede genoeg fyn ; fo ook feer groote en onguere bavianen\',
welke de menfchen, alsfe niet fterk van volk zyn, aendoen, en
leelyk mishandelen.
Andere Apen van alderlei flag heeft men hier even als op
de Goud-kufl; en wild gedierte, \'t geen goed ter fpys is, is hier
fo abundant , dat een goed wildjchutter alleenlyk fou konnen
beftaen , met defelve te gaen fchieten. Het viervoetig beftaet
in meenigerhande hartebeeften , veilde varkens , en andere ge-
diertens meer.
Onder het Pluimgedierte mag men , als de principaalfle , de Pluimge-\'
volgende noemen ; te weeten phafanten, patryfen , groene en
blauwe ook tortel en ringduiven, eenden-, krombekken , Jnippen,
duikers, waterhaentjes, en feeker flag van kroonvogels; doch om
dat de Negers niet veel van bet fihietgeweer houden , en maer
weinige met het felve weeten om te gaen, fo krygt men felden
eenig wild, ten ware dat fy defelve hjgeluk in een flrik koo-
men te vangen. Harten en wilde Swynen fchietenfe fomtyd ook
wel met de ajfagaei, doch heel felden ; en men mag het, fo
wanner het eens_ komt te gebeuren , wel voor iets feldjaams
aenmerken.
De Rivier is opwaerds genoegfaem omoorfienvanvifh.Al De Rmcr
de geene die fy hier eeten, komen van een plaats, genaemt levcrdwci-
Èoca Lamare, of anders gefegt de mond der Zee, al waer defeI-quot;\'S
vegerookt of gedroogt werd ; doch wyl de meefte ongefouten is,
fo isfe onlieflyk van fmaek, en van een vunfe reuk.
............................ \'tFeld^
-ocr page 536-Aerdvrugten \'t Veldgewas beftaet eerftelyk uit koorn , namentlyk groote
als Koorn. ^JMilhio\\ want van kleine fyn fy onvoorfien. Dcgrooit: Milhio
is hier redelyk goed koop ; doch fy agten defelve niet veel,
waerom fy ook maer weinig zaeyen ; doch dat weinige lee-
verd overvloedig Graen uit, en groeid byfonder w^eldrig.
Van deefe Milhio ,-laten fy door de Ardrajs Vrouwlieden
fomtyds brouwen, want felfs hebben fy het verftandnietj
doch dit hier is onaengenaem en brandig.
Vattattes cn Pattattes heeft men hier niet veel; doch Jammes in fo een
Jammes; en overvloed, dat het te verwonderen is ; en dit is ook hun
T^Ihetflenbsp;Sy eeten het felve tot alderhande toejpys
van t aet e. piaets van hrood; cn daerom beforgen fy ook wel ter dee-
gen , dat deefe vrugt op {yn behoorlyke tyd werd geplant én
ingeoogft.
Baontjes. Tweederhandenbsp;vind men hier, welke beide feerwel
na Paerdehoonen gelyken. Sy fyn niet goed van fmaek , maer
brandig en ongefond.
Ryft heb ik hier noit gefien, en ik geloof ook niet, dat de-
felve in de quot;Benin waif j alhoewel liet woer^/^ land ontrent de
rJvier daer toe niet onbequaem fchynd ts zyn,
Boomvrug- De Boomvrugten van de Benin iyn de volgende , tc wekten
cocosnoten, Cormantynje appelen, hakwens zn. bananas, ivilde vy
gen, en nog andere eenlyk hier te land bekend ; dog die echter
weinig byfonders zyn.
Vrngt-en \'t Z^ardryk dat een-weinig van de rivier af geleegen is,
bSdd\'ran^quot;^ by uitneementheid vrugtbaer , en \'t geen men daer/^te
de Benin. quot;^aaid komt feer weel dn\'g voort, en leeverd genoegfaem
een ryken Oogft uit. Maer digt aen de rivier neemt het niet
op ; want fchoon het ai komt, fo werd het door de fware
en befmettelyke dampen , die de rivier continueel uitwaeflemd,
verftikt,
VerffloïFe. ^^^ Inwomders weeten hier verfeheide verfflofen te maken,
als groen, blauw , fwart, rood en geel; de bkmwe bereidenfe van
den/»i/^o , die hier in abundantie gevonden werd; dog deo-
verige verf werd uit feeker flag van boomen met wry ven en ko-
ken getrokken.
Seep,nbsp;Seep maken de N^^^tj hier meede, en ook beeter dan ergens
-ocr page 537-GROOT-BENINSE KONINGRYK. 249
in gantfch Gtüneai en vermits deefe feep heel fchoon vvafcht,
fo fyn de N^^^/j liier ook fonderling rein in hun klsding. U £•
weet hoe defelve op de Goud-Kuft werd bereid; te weeten
van Olie de Palm, B ananas-hin der en , en de afch van hout. Al-
hier werdfe meede fo, of ten minften met weinig onderfcheid,
gemaekt.
Dat hier een grootc meenigte Katoenbomen moeten waffen. Katoen,
kan U E. hier uit afmeesen , dat niet alleen de menfchen
van dit Land daer meede werden gekleed , maer ook dat fy
jaerlyks noch duilenden van gewesene kleden na andere Plaat-
fen fenden.
Tot dus verre heb ik de poinBen, die U E. ray van de Tig-
nin hebt opgegeeven , beantwoord; dies\'er niet anders rf/f^ert/,
dan om U £. op twee vragen te voldoen ; te weeten weegens
het inkoomen van den Koning, en of hier ook eenige lallen
werden geheeven.
Wat-het eerfte aengaet, ik moet feggen , dat den KmingG In-
een fwaar inkoomen heeft; want dit Land is fonderling groot,nbsp;^^^
cn vol Opperhoofden ; en een ygelyk weet hoe veel fakkenmzz^\'^\'^^^^^\'
Boesjes (fynde het geld van dit land) hy jaerlyks aen den Ko-
ning moet opbrengen,en \'tgeen eenf-ware fom bedraegd;doch
het is voor my onmoogelyk uit te reekenen , of eenige calcu-
latie tz maken. Andere weeder, die minder in rang fyn als
de voorfeide , leveren aen den Koniug , in plaets van geld,
k^ebeeßen , fchap en , hoenders , jammes , klederen in \'tliort,
alles wat hy tot fyn Hofhouding van nooden heeft, fonder
dat hy tot het felve een duit behoefd uit te geeven ; maer hy
legt al fyn inkoomen van geld alle jaeren ongefchonden op ,
en weg.
Tollen vanin-en uitgaende waren werden hier eigentlyk niet Toli^n, of
betaeld,maer een ygelyk betaeld, voor de vryheid vantemo-^\'-\'^^een in
gen handelen , een feekere fom alle jaren acn de Opperhoofden\'^^f^\'f^^^
van haer rvconplaatfen, die\'er dan weeder een gedeelte van aen taeld.
den Koning fenden ; en daer uit kan den felven wèeten , wat
voor inkoomen hy jaerlyks te verwagten heeft, fynde \'t felve
vaft en fonder merkelyke verandering.
De Luropianen werden hier hyionétï gratieus gehandeld, j^qH^jj^^pj,
II. Deel.nbsp;linbsp;want
dis de Euro- want de kofiumen die wy hier moeten betalen van yàtï [chip y
voorden Koning y de Hommes Grandes, Opperhoofden van dat
fyn feer quot;ge- Quartier daer men handehly de Marcadoors, Fiadoon en wie*er
ïing. van dat mlkje meer mag zyn gt; bedragen in \'tgeheel niet boven
de zeftig gulden; waer voor ons vryheid om te handelen werd
Béfchry..ving
G roote \'
Markten.
Welge-
bouwde
Huifen.
gegeeven.
ÜE. hebt my meedegeh\'even te bevelen, fo wanneer fig dc
cccafie prefenteerde om in de {lad Benin te koomen, dat ik van
defelve een particuliere befchryving fou formeren. Ik hebnutwe-
makn na den ander het geluk gehadom dit Stadie befigtigen,
faf het derhalven in fyn tegenwoordigen flaet hier aen laten
volgen ; UE. fult dan konnen oordeelen, hoe verre het gee-
nede Heer Dapper daer van gereld heeft, met de waerheid o-
ver een komt.
Het dorp Benin ( want de naem van Stad verdiend het te-
nauwelyk ) Kefidemieplaats des grooten Konings
riin.^\'^^ ^\' van dien naem , en waer na ook het geheele Land en de ri-
vier is genaemt, legt landwaarts ontrent tien mylen van het
dorp Agatton. Het land daer om her is vlak, en fo het gehet -
Ie dorp , \'t geen fo groot is , dat het ten minflen vier mylen
lands beflaet. In \'t felve heeft men wonderlyke lange en bree-
de flraeten , waer in men gedurige markten fiet; als van koe-
beeften , katoen y oliphanten 3 Europiaanfche waren , en in \'t
kort alles vi^at in dit Land te vinden isJ cn deefb tJHark-
ten werden tweemael daegs gehouden , als des voor-en na-
middags.
Voor deefen is dit dorp feer digt en fraei betimmerd ge-
weefl, wanneer het vin Inwoonders als overvloeide; en dit kan
men aen de half geruineerde gebouwen noch fien ; doch huiden
ten dage flaen de huifenzhdet arme li eden koorn, te weten wyd
en zyds van den ander.
De huifen fyn reedelyk fraei gebouwd en groot, de muren
oi wanden van leem ^ ßeen vind men in her geheele land
nier, felfs geen ftuk ter groote van een vuift. De daken iynvm
riet, fireo of bladen. Wat de ordre der boimkunde aenbelangt,
dat kan op (yn fwart Jans redelyk wel paßeren, en\'t heefteen
goede overeenkomft met de Aximfe bouxuery.
De quot;Bewoonders van dit Dor/» fyn Inboor Inigen^wmtvreem- ^yJcn geen
delingen mogen hier niet woonen.nbsp;^
Veel menfchen van groot vermogen hebben fig hier nict\'er
woon begeeven , die haer geftadig ae n \'t Hof laten vinden, /ïgacn \'t Hof
fonder fig met iets anders , \'t zy den hophandel of land- ophouden.
bouwy te beraoeyen , maer laten dat eenlyk voor haer Wyven
enßäven o\\tv i die op al de omleggende ^or^t-K gaen hande-
len met alderhande foort van koGpmanfchnppen , of_ gaen an-
dere om dagloon dienen , en het geJd of de vvinft der goede-
ren moetzvi zy voor het grootfte gedeelte aen haerlieder Mf^-
fters brengen.
Al At Man-flAven fyn uitheemfche, want de Inboorlingen mo~ Inboorlin-
gen voor geen ßaven vtxko^t werden ; doch fy zyn vry , en
alleen met de naem van flaven des Konings.nbsp;vengemaekc
Men mag ook geen vtttvadt Man-flaveUi die in dit ver- werden,
kogt zyn , weeder uit het felve vervoeren, maer moeten\'er in Men mag
blyven; doch ontrent de Vrouwlieden ftaet het een ygelyk vry
om defelve na fyn eigen goeddunken te verkoopen.nbsp;buit^ir*quot;
Wat de Grooten hier verrigten, heb ik reeds gefegt; doch Land vcr-
aengaende de hanteringen der gemene burgers , \'t felve beftaet in voeren,
den geheelen dag langs de. ftraet tc gaen lanterfanten, tot\'er
tyd fy horen dat\'er fcheepen in de rivier fyn gekomen, als wan-
neer fy henen gaen om de goederen, diefy in voorraed hebben. Hanteringen
te vernegotieren ; en als\'er geen fchepen zyn , fo fendenfe hare van gemeene
flaven na R.io Lagos, of andere plaetfen, om vifch op te doen,
die fy fo hier als verder in \'t land met goede winft laten ver-
handelen.
De ambagtsïieden blyven aen hun arbeid , fonder fig met Ambagts-
den koophandel of het Hof te bekreunen ; andere met~^het land Heden,
te bebouwen, of fodanige beefigheid, waer van hy meend te
konnen beftaen.
De ftraten , fo lang en wyd fynde als ik gefegt hebt, wer-
den feer findelyk van de vrouxvlieden gehouden; want een yder
maekt het, even als by ons in Holland, voorfyn deurfchoon
en helder.
De Vrouwen fyn hier immers fo flaefachtig als op een plaets in jj^y ^^^ -
de Bmin. Sy moeten de dagelykfthe marhgang waerneemen, op Vrouwen.
de hutshouding en kinderen paflen gt; de keuken verforgen , \'t land
bearbeiden; in \'t kort, fo veel luerk verrigten, datfe noit be-
hoeven ftil te zyn; en echter doenfe alles raet ernft , luft, en
een regten yver.
Syn feer Seer rainfaera toonen fy fig teegens een ygelyk, voorna-
mifiracm. mentlyk de Europianen ,\\xitgc[ondcrd de Portugezen, \\ya.ntdtQ-
fe moogenfe niet wel fetten; doch onfenbsp;is by haer in
hoogagting.
Wydiopi^c quot;t Hof van den Koning , \'t geen een voornaem deel van de
befchryvfng uitmaekt, moeten wy meede niet vergeeten. Het is op
van \'sKo- gen feer groot Plein , waer ontrent geen huifen fyn geleegen;
Rir.gsHof. ^^ .g ^ behalven fyn wyde uitgcftrektheid , byna niets
feSdfaems aen. Eerftelyk komt men aen een gaendery of
gaeldery , fo men \'twil noemen, die onderftut is met acht-en
vyftig {\\rzxQ planken , in plaets van pylaren , en yder ontrent
twee mans lengte hoog. Dit is met een dak van planken ovtv-
dekt; doch ruig en plomp, vermitsfe n\\tigez.aegt oïgefckaeft,
en maer C\\m^z\\y\'k gekapt zyn. Sohaelt men detk gaddery door
gegaen is,komtmenaen een aer de muer,\\f2.tx in drie Poorten zyn,
namentlyk aen yder hoek een, en een in de midden, op wel-
ke laetfte een houte Toorn fchoorfteensgenys is gebouwd , ter
hoogte van feftig of feventig voeten. Acn deflelfs top is een
groote kopere Slang vaft gehegt, die raet fyn kop na beneden
hangt. Deefe Slang is fo net met fyn kronkels a!s anders ge-
gooten , dat dit het fraeifte is , \'t geen ik in de Benin gefien
heb. Wanneer men door een van deefe Poorten gaet, fo komt
men aen een Plein, dat.ontrent een quartier uurs lang is, en
\'t geen meeft in lyn vierkant legt, ook aen weerkanten raet
\' een muer, doch die niet feer hoog is, afgeflooten. HttTlein
ten einde gegaen fynde ,fo heeft men weder eennbsp;als dc
eerfte, uitgefonderd dat men hier ontrent geen muer nog Toorn
heeft. Voor eenige tyd heeft de dender de lielft van deefe
gaeldery omver gefmeeten , fonder dat\'er ecti hand aengefla-
gen werd ora defelve weder op te maken. In dtdcgaldery (yn
maer twee Poorten, aen yder kant een ; en wanneer men door ,
een van defelve gaet , fo fiet men een derde gaeldery •, raet dit
onderfcheid van de voorgaende, dat beplanken , waer op dee-
fe
fe ruftj menfchm-beelden zyn; doch fo net en fraei gehotivren,
dat men fonder een Uitlegger niet fou konnen raden waer na
het geleekgt; mtaentlyk na menjchen of beeflen ; en des niette-
genèaende wiften myn geleiders dekXvt te onderfcheiden in
Kooplieden, Soldaten, JVildfchutten, enz.. Van gelykekoiill ^ïet
men hier achier een wit Tapp, elf gegootene kopereMenfchen-
hoofden, en op yder van defelve een Qliphantaand , fynde dit
eenige van des Konings Goden. Door cm Poort van deefe ^ael~
dery marcheerende, fo komt men weeder op een groot Phin,
en een vierde gaeldery , waer achter dat den Koning zyn
huifing heeft. Hier fiet men weeder een Toorn en Slang op
eerlte muer. fin\'t eerfte Vertrek, ^^atx. dat men van \\ Plein
in komt, is de t^Auäientie-Saal van den Kom\'ng ; waer dat ik
hem s in \'t byzyn van de drie Hommes Grandes, heb gefien
en gcfprooken; fittende onder een Cits Pavillioen op etnTvoo-
re Ruß bank.
\'t Was een perfoon van een minlyk gelaet, en ontrent de
veertig jaren oud. Ik ftond als na ouder gewoonte , ontrent
dertig treeden van hem af, doch verfogt, om hem des te be-
ter te konnen fien, dat ik wat nader by mogt koomen; \'tgeen
hy my al Jagchende , fchoon tegens het gebruik, toeflondj
want na dat by my met de hand had gewenkt, fo trad ik tot
op acht of tien treeden na by hem. Daer v/as niemand in de
Saai als de voorfeide drie Hommes Grandes, de Koning en een
Neger met een uitgetogen Swaard; dewelke fo bars ßond enkeek,
als of hy fchoppen knegt s,eleek.
\'t Geen men den Koning te feggen heeft, moet men eerft
aen deefe drie te kennen geeven, die het hem dan aendienen,
en ook befcheid te rug brengen , gaende fj geftadig over en
weder, fonder dat men weet of fy het Ampt van Tolk wel be-
dienen of niet.
Aen s\'linkerhand fag ik teegens een fraei Tapyt
feven wit eefchuerde Oliphantstanden op Pedtßallen van 2-
•voor , op welke manier den Koning meelt al fyn Goden bin-
nens huis opfchikt. Ik vereerde aen myn Myn Heer den Kc?-
ning een fyde Japonfe Rok, waer meede hy, fo my nader-
hand is gefegt, heel wel in zyn khik was; doch fo bng
li 3nbsp;ik
-ocr page 542-254 BESCHRYVIKG VAN HET
ik by hem was , kon ik fulks niet bemerken , om dat het o-
■verdekt tot hem wierd gebragt; waer door hy het , voor
dat ik vertrokken was, niet te fien kreeg. Op de felfde
manier werd alles, dat tot den Konifig fal gebragt werden,
overdekt , en met matten verforgt j en voor en achter deefe
Prefemen gaen eenige Né-^^rj met witte ßokjes voorfien. Al
de geene die haer in dusdanigen geleegentheid ontmoeten,
loopen met\'er haeft uit de weg, en maken ruim baen , of
fouden anders braef gecaßigeert werden. Deefe voorforg ge-
bruiken fy om aen een ygelyk de oecnßete beneemen, van dc
goederen des Konings. te vergiftigen , en den felven om hals te
brengen.
E\'fchr vin ^^^ Cêuraelfeeft quam fuift voor te vallen , wanneer ik my
van\'-tCou- \'tHo/ van deefen Grootvorfl ophield ; en niet tegenftaen-
raclfeeß. de dat\'er niet vee! feldfaemheids ontrent aen te merken is, fo
fal ik het doch hier byvoegen, om dat dit deeenigftedag van
\'t jaar is, dat den Kouing fig in \'topenbaer vertoond. Den fel-
ven quam, op het alderkoftelykfte uitgeftreeken , tot op het
tweede Plein, waer dat, onder een fraei Pavillion, een Zeetel
of Rtiflbank voor hem was geplaetft, en waer dat fyn Wyven,
cn een groot gedeelte Officiers, alle van den eerften Rang,en
meede op haer Sondags gekleed , fig rondom hem rangeerden,
en een weinig daer aen een Ommegang of Proceffie aenvingenj
waer na den Koning fig meede van fyn plaets begaf, om on-
der den hlooten Hemel aen de Goden te offeren, en het Courael-
feeß als in le wyen , \'t geen onder een algemeen en vervaer-
lyk gejuig van Wolk gefchiede. Wanneer hy hier meede on^
trent een quartier uers had doorgebragt, ging hy weeder
op fyn plaets fitten , en wagte noch ontrent quot;twee ueren,
op dat de overige hunne Devotie meede mogten verrigten,
wanneer hy weeder in huis vertrok. Het overige van den dag
wierd raet groote Gafleryen en Vrmgde-maeltyden ten eindege-
bragt ; en den Koning liet aen een ygelyk alderhande koft
cn Wyn Pardon uitdeden ; en van s\' gelyken deeden ook
al de overige Grooten } fo dat men dien dag niet anders,
dan Frmgdepleegingen de geheele Stad of Uorp door gewaer Ion
werden.
Wat
Jl
Wat dit Cüuraalfeeft nu eigentlyk in heeft, of wat het feg-
gen wil, heb ik niet konnen ervaren, alfo my de Negers dies
aengaende geen verklaring wilden geeven i mits haer aller ant-^
woord was : Wy weeten het niet?
Ik heb inden beginnev\'an het dorp ^^m^gewaegt, alsmee- Oorfaken
de van deStKsfi-gte gefteltheid, cn dathet voor\'t meerendeel is vanhetver-
verwoe/i; di\'c is in waerheid te beklagen, om dat hxtlandhkv ßenJ^fen^quot;quot;\'
ontrent fo vermakelyk is als raen fou konnen begeeren, en waer Dorp.
dat berg noch bofch de menfchen het gefigt van duifenden fraye
bomen te fien beletten , die door haer aengename lotm^jeringéc
menfchen fchynen uit te noden , om fig onder hun te koomen
vermaken. De defolaatheid van dit Dorp , als raeede van het
omleggende land, is ter wille van twee Straat-Koningen
men, die den Koning ora hals had laten brengen, en doen uit-
ftroyen, datfe na fyn leven hadden geftaen, alhoewel een yder
van het contrarie was verfeekerd, en dat eenlyk hun overgroots
rykdom ooriaek van haer dood was geweeft , op dat den Ko-
rn«^ fig mer der (elvetgoederen mögt verryken ; gelyk ook ge-
fchiede; daer was te dier tyd noch een derde man diedeKö-
rn«^ in den wegvvas ; doch den ielven wierd (om dathy van
een ygelyk was bemind) daer van tett^x.Qxt.ydgjwaarfchouzvd,
derhalven hy fig in alle ftilte op de vlugt begaf, en met hem
wel drie vierde van al de inwoonders nit htt Dorp. Den Ko-
ning die fulks begon te merken, verfamelde met\'er haeft een
deel volk van het omleggende Land by een , en deed devlug-
telingen nafetten , raet laft, van defelve wederom te doen ko-
men ; doch fy wierden van deefe Straat-koning en de fyne fo
wel ontfangen , dat hy haer noodfaekte , om\' met bebloede
koppen den Koning hun Meefter tyding van haer miflukte aen-~
ßag te brengen ; die het daer echter noch niet by liet blyven,
maer deed het de novo hervatten; doch met eeven fodaemgen
fucces als de eerftemael: en daerenbooven had hy hier meede
deefen vlugteling fodanig gaende geraaekt, dat denfelven regt
op het Dorp quaraaentrekken , en het t\'eenemael uitplonder-
de cn verwoefte, fonder iets anders, als \' et //of van oen Ko-
ning , te vcrfchoonen; wacr raeede hy fig weeder van daer re-
tireerde: doch hield niet op de geheele tyd van tienjarcnjom
250 BESCHRYVING VAN HET
de inwoonders van Groot-henin geftadig te beroven; tot dat ein-
delyk , door toedoen van de Portugez.en , een Vreede tuflchen
hem en den Koning wierd getroffen; waerby byvergiffenisvaxi
al het gepajfeerde kreeg , en van den Koning inßaräeljk wierd
verfogt, om fyn oude woonplaats weeder te koomen neemen;
doch lo ver heeft hy zig noch niet derven vertrouwen , maer
onthoud hem als noch twee of drie dagreifcus van de B?-
?7/K,waer dat hy immers fo grooten Staat en Ho/houd als den
De Burgers die wederom quamen, wierden van denKoning
minlyk en beleeft ontfangen , en met Eerampten voorften, om
door dat middel de overige meede tot fig te trekken ; daer
voor eerft, om dat fy het daer wel hebben , noch weinig ap-
parentie toe is; en derhalven ftaet het te vreefen, dat het Dor/»
noch voor eenigen tyd voor het meerengedeelte onbewoond
fal blyven.
Dit, Myn Heer, is het alles dat ik UE. van de Benin weet
te feggen. Van Rio de Calhary , overmits ik daer wegens de
fterlte onder ons Volk , niet ben geweeft, fal ik voor ais nu
geen melding konnen doen; doch hoope tot het felve namaels
noch wel eens occaße te fullen krygen. Rio de Gabon en Cabo
Lopez, di Gonfalvez, ga ik, om dat UE. daer felfs zyt geweeft,
met ftyifwygen voorby; en fo meede onfe aenkomft enverrig-
tingen op de Goud-kuß.
Nu reßeerier niets om hier by te voegen, dan te wenfchen,
dat ik UE. met deefe myne Aenmerkingen eeniggenoegen mag
geeven; en voor \'t oTerige de eer te erlangen, om gereekend te\'
werden onder het getal van
MYN HEER,
In \'t Jagt de Johan-
na Maria den 5.nbsp;u E. onderdanigftcn Dienaer
September 1701,
BE-
-ocr page 545-J
VANDE
Tme-en^H^intigfte j of ketfle Brief.
Vertrek des Schryvers van Elmina , en komfi tot Acra; van waer
weder verfeilen , en aan Cabo Lopez di Gonzalvez arrive-
ren. Vertrekken naar verrigten handel weder van Cabo Loop,
en feilen langs de Linie Équinoóliael. Komen op de Boy en-
Kufi: ontrent Cabo Monte land. Den Schryver vaerd aan
land j en werd van de In-wcqnders feer beleeft ontfangen, Be^
fchry ft den perfoon des Konings. Syn kinderen enveelheid van Wy-
ven. Arbeidfaemheid der Inwoonders. Yiaer vrugten, vee envif-
fchen. Trouwen fo veel Wyven als hun wel gevald. Haere klee-
ding. Godsdienft. Oorlogen, en geweer. Befehryving van Cäcp
Mont, en vertrek van daer. Komen aen Cabo Mizurado, en
varen aen land. Eenige Inwoonders van die plaets door de En-
gelfche ^f^öo/i. Handel. De Plaets befchreven- Als meede de
bewoonders van dien. De Wyven doen den arbeid , en de Man-
\' nen gaen leedig. Eenige^n^difche van haer gevangen. Schoons
Rivier. Vertrek en komft voor Rio Junk, Voor het dorp Cor-
ra ; waer datfe aen land varen , hoe z,y het daer vinden. Een
Vrouw van vier kinderen te ener dragt verloft. Vertrekkenen
arriveren aen Rio Seftre., Die befchreven werd. Alsmede het
dorp, hun Konipgj en Onderfaten. Meenigte van Rys- Han-
del. Manier van ^pbegraven har er Doden. Vertrekken. Hoeda-
nig het land fig hier ontrent opdoet. Ankéren voor Sanguin , en
handelen met dat volk; als ook mede met die vanBoamp;ot en
Bottewa : welke geheel diefdchtig zyn. Den Kapitein van\'Qot-
tewa komt aen boord. Syn Naturel. Seilen voorby Bottewa en
IL Deel.nbsp;Kknbsp;quot;
258 BESCHRY^VING VAN DE
Sinö. Komsn am Seftre Croii; dat een Jchoon Dorp is. Sei-
len voorby Wappo en Cabo das Palraas i en komen aen Dru-
wyn ; waer datje eenigen handel dryven. De Inwoonders van .
Druwyn hebben gefcharpte tanden. Syn feer wildoen liefhebbers
van menfch en-fcho nken. Rio St. Andries is fo groot en diep, dat
defelve met kleinejchepen kan besvaren werden.Barbarifche men-
fchen ; doch fchoamp;n en vrugtbaer Land. Vertrekken , en laten.het
anker voor C2ihoh2hoQ vallen. Grooï Dorp Rivier. Min-
fame Iwwoonders, met wien wel te handelen is. Leeftogt. Ver-
trekken , en pafeeren Jaque Laboe; rils ook de Kuil fon-
der grond. Koomen aan AfTiné , doch loopen h^t met klein ^
Zeil voorby. Berigt van de Franfche. Befetting aldaer. Zeilen
voorby Caho Apolonia. Komfi tot Aidra en einde van de
Voyage.,
MYN HEER,
iNgevolge UE. gee\'erde ordres i fal deefedienen om
\' U E. berigt te geeven weegens onk Voyagie , en de
Landen en Tlaetfen door ons behandeld] doch ter-
...___ j vvyl ik op eenige raaer weinig dagen ben ftil geweeft,
fo fal ik fo wydlopig van der felver Confiitutie, noch de Zee-
den der Inwoonders, niet konnen fpreeken , als ik anders wel
foude wenfchen; derhalven verfoeke U E. gcMtvt geperfua-
deerdtt zyn, dat, ora U E. volkooraen te vergenoegen , het
niet aen rayn goede wil, maer wel de occafie om het te doen,
ontbreeken zal.nbsp;, , r •
Vertrek van Na dat wy op dcn.... \'t geluk hadden, ora onder beneficte
Etaina. ym ttn glaesje ons affcheid van U E. te neeraen, wicrd het
anker des nagts opgewonden, en onfe P.eii aengenoraen. Na
twee dagen quaraen wy aen Am te arriveeren, en verrigte-
den aldaer \'t geen onfe ordres race bragten; als wanneer wy
Acra verlieten en ccwn ftelden na Cabo Lopex. di Gonfalvez,, ^
geen wy, fonder eenige ontmoeting onderwegen gehad te
hebben, op den... befeilden.nbsp;^ . r
Seilen kngs De gcfteldhcid deefer Cabo fal ik (als door U E. felfs befogt)
d? Linie, met ftilfwygen yoorby gaen; en derhalven raaer eenlyk
TAND-en GRYN-KUST, enz. 25p
dat wy j na \'t verrigten van onfen handel, defelve den. I. ver-
lieten , en het ors^ de Wefi wendeden j feilende fo langs de Li-
nie MquinoBiaeJitot dat wy hoog genoeg waren om de Baven-
««/? ter beftemder plaets te konnen aendoen.
Op den 28. iVowm^Ê»-) des avonds ontrent tien lieren, kree-
gen wy \'t land in \'t gefigt; en des morgens bevonden wy ons
ontrent tien mylen boven Caho Monte, \'t Land hier ontrent
doet fig laeg en vlak op , tot aen gefeide Tuflchen bei-
den is het voorfien met reedelyk veel dorpem doch kreegen
echter niet eenen Nejer aen boord ; derhalven wy refohee-
WK moeften, om fonder te ankeren na voornoemde Caep at\'te
fakken ; waer dat wy des anderen daegs ook gelukkig aen-
qnamen.
Ik deed aenftonds een party koopmanfchappen in de boot la- Varen n»
den, en bsgaf my met defelve m land om te fien of ik eenige Land,
Oliphant standen ( die hier fomtyds redelyk veel zyn ) foude
konnen inhandelen.
So haeft ik aenquam , vond ik het geheele, ftrand vol
Swarten, die my fe«r beleeft verwellsomden, en na hun woo-
ningen bragten , ly nde even achter het ftrand, en beft\'ondsn
ip drie kleine, en van den ander afgefonderde dorpjes , die met
hun drien geen dmig Äwfm konden uitleveren,
Sq haeft ik in een van dje magtige dorpen gekoomen was, \\^crd wel
wierd ik met eenige potten IVyngmgülesrd, en verfogt om de van haer
kpmfl van hun Koning af tf wagten ; \'tgeen accordeerde, en na o^thaeld;
ontrenteen uer tyds vertoefd te hebben, quam fyn
met een ^atty volk verfeld gt; te voorfckyn. Ik ftond op om
hgm buiten \'t Dorp te ontmoeten j en me^t een diepe reverentie
te falueëren.
Hy heette my meede hertflyk welkomen gingen met den als ook van
ander weeder in \'t gefeide Dorp needer fitten. Ik vroeg,Koning
naer eenige reedmwiffeling , aen defe grommogende Koningof
hier ter plaets een gelukkigen hcindel voov\' my te hoopen was;
doch kreeg tqn antiooord, dat fy tegenwoordig geenOliphants-
tmdèn in voorraed hadden, waerom ik my met twee ftuks,
want meer waren\'er niet te vinden, moeft belydp.nbsp;Perfoon des
Deefen Koning was een A4an die al eenige jaren op fyn Könings.
K 2nbsp;kerf-
-ocr page 548-kerfflok had , \'t geen ik aen fyii gryfe kop en baerd h\'gtelyk
kon befpeuren. Syn naem was ^an de Cabo Monte j en alfo
na deefe hêek genaemt. Hy was bekleed , of liever behan-
gen , met een bruine nJHnntel, en een wolle mutsje op het
hoofd fo dat fyn geheele Equipagie , als het op de vodde-
markt wierd gebragt, geen twintig gulden foude hebben moo-
gen gelden.
Syn Kinde- Ik verftond dat hy met feftien kinderen was begiftigd , als
ren, en hun twaelf Sonen en vier Dochters. Aen de eerfte had hy yder een
eeigheid. Gouvernement gegevenjte weten een Dorjfvan acht of tien
ien , want de naem van huifen mogenfe, wegens hun gering-
heid niet dragen.
De Dochters deeden , om eerlyk door de weereld te ge-
raken , meede haer beft ; beftaende voornamentlyk om den
reifenden man Xz gerieven j en voor een redelyke loon ten dienft
te zyn.
Veelheid So men de Negers geloven mag , fo had den Koning niet
van Wyven boven dc vierhonderd Wyven , die alle by hem wonen in een
onings. ^ ontrent drie mylen landwaerds in aen de rivierkant ge-
bouwd.
Dit is een feer fraeye rivier, en neemt hacr aenvang even
achter het flrand,fonder mZee uit tekomenj als éenmael des
jaers, wanneerfe door den fwaren regen doorbreekt. Sy-ftrekt
haer loop feer verre landwaerds, kn fou , na \'t feggen der Ns-
gers, ftg in Rio Sierra Lione ontlaften, \'t welk al een fraei rek-
je van hier is.
Arbeidfaèni- De Bewoonders van Caho Monte fyn wonderlyk arbeidfaem;
heiddexNe-\'j-^^gjIj j^gj. ßieerendecl beftaet in \'t planten van rys, cn
- koken van fout; welke beide al de Ne^lt;?rx voor den Koning
( van wien fy sXs flaven gehouden werden) genoodfaekt zyn
\'te verrigten.
Vrugten. De J/rugten van dit Land Syn een weinig groote Milhio, Jatn-
mes, Patattsf, en feer veel Het Fruit even als op de Goud-
kufl namentlyk Bakovens, Bananas, Ann an as, enz,.
Van tam Vee fynfe feer fober voorfien , want koeheeflen nog
varkens hebben fy niet, en maer weinige fchapen en hoenders;
doch goed
Vee.
. /
-ocr page 549-Wild is\'er genoeg, als O lichamen, Tygers, Buffels gt; Harten, md.
en wat-des meer mag zyn.nbsp;• nnbsp;, , 1 ■ vr »,
Aen Fifch hebbenfe m het alderminfte geen gebrek; de n- Vifch. ■
vier is\'er vol vanen om defelve te vangen , gebruiken fy net-
■ ten, óie even als fchakels hy ons fyn gebreid,nbsp;^nbsp;_
Een ygelyk trouwd hier fo veel wyven als hy mttfatfoen^^^^^\'^
kan onderhouden, \'twelk haer , om dat de wyven mede
per poot aen fpeelen, niet veel komt te koften. Sy fchynen onderhout
ook met defelve vreedfasm en wel te leven, fonder fig veelte den.
bekommeren , of harenbsp;watmet andere
fonen hebben.nbsp;.
De kleeding deefer l^egers gelyken feer wel na hsmbden met
wyde mouwen, en hangen tot op de knien ; of anders gelykt
het noch eigentlyker na een Choor-kleed ; doch de wyven dra-
gen dtde rokken niet, maer in plaets van dsMvc een fmalkleed-
je om de middel geflagen, en op de fyde, om vaft te fitten,
ingeftooken, fonder dat fy\'er gelyk de vrouwlieden op de Goud- \'
kuß, een band over heen binden. Sy volgen defelve in \'t dra-
gen\'van een koußeband meede niet na. Somtyds loopenfe ook
wel, fonder eenige fchaemte, geheel naekt, even bffe op het
geen fy met andere gemeengt;ebben, nog hovaerdig waren.
Ik vroeg haer wegens hun algemeene Godsdienß ; waer op ,
ik ten antwoord krkg, defelve ten principalen te beftaenGodsdienS.
in haer Koning en de over haer ^tïizXdt Gouverneurs in alles,
te gehoorfamen , fonder fig met het overige eenigfints te be-
kreunen.
Wanneer ik beftond te vragen na hunne Oorlogen met an-
dere Landen , berigteden fy my, dat fy daer meede niet feer Oorlog en
gequeld waren; en fo \'t al quam te gebeuren, dat fy de^f/c/??/-Geweer.
len liever in der minne wilde vereffenen, als daerom dt Wa-
penen in de hand neemen ; waerom het geweer, beftaende in
* Pyl en Boog, haer meer voor cierraed ftrekte, dan\'er fig in den
Oögt;-/(?? van te bedienen.
Dit is \'talles wat ik van Caep Mont it mteeren heb, wyl er
derhalven van affcheiden , met noch maer alleen te feggen, Befchryvlng.
d2it dt Cnep een feer hoogen B^r^ is, die,, als men uit\'er zee^^^^.^K
komt, feer wel gelykt na een hoog Eiland , dat van de vaße
\'nbsp;Kuß
/
Kufl afgefcheide is. Het land hier om heen is fegr plaifam, en
nahet iig laet aenfien , niet onvrugtbaer. De K»/^van Cabo
Mont ftrekt Zuid-Ooß ten Ooften , en quot;^oord-Weß ten Weften,
en is overal vlak en eenparig /W,
Wy vertrokken van de voornoemde Hoek qï Cßboy e^n^qua-
men den 25. voor C^^o tMfmurado, fynde meede een tainèly-
ken hoogen berg ; doch niet fooJboog als die van Caep Mont:
\' Sy fyn ontrent tien mylen weegs van\'ß^n ander verkhei den.
Wy wierpen hier het ankgr in dQ grond , doch kregen niet
eenen Neger aen boord ; derhal ven ik in de Ckaloup ihipte, en
,my na land deed roeyen ; en na eenigen tyd op \'t ftrand ge-
wagt te hebben, quamen\'er eenigeN^^^^^^ by ons; en vermits ik
begeerig was te weeten, waerom fy niet ^en boord waren ge-
koomen, fo wierd my berigt, dat voor ontrent twee maen-
den voorleeden de Engelfchen daer met WQamp;ke fcheepen^ev^xcamp;t
en geen kleine ravagie gemaekß hidden gt; al hpi groote Canoas
vernield, de huifen uitgeplonderd , cji eenige van de haere;
in flav.rny vervoerd; waerom de Qvexvg^ landn^ßardy in fyn
geviugt , \'en fig noch voor bet meerendeel bevinden ; dies
hier voor ons niet te doen viel, en wy genoodfaekt ware^v
weder te vertrekken ; hebbende, na een verblyf van twee da-
gen , niet meer dan driehonderd, pond tand konnen magtig
werden.
\'t /.Wtuffchen beide de laetft genoemde Caboos is meede
overal laeg en vlak , ende Kuß ftrekt fig als boven. Twee my-
len beweften deefe Plaats leggen twee dorpen.ytex van ontrent
huifen ; \'tgeen de fraeifte waren die ik geduerende
de Keis had gefien. Yder van defelve hadden dxie ^^parte-
ment en , vry netjes opgebouwd; van bovenen met een kap,
als de hoifchueren van de Grüsburgers by ons gedekt. In deefg
huifen fdz^tïi fy met haer vyftig of feftige ^Mans gt; Froumn
en Kinderen , alle onder den ander : de Vrouwtjes waereu
reedelyk fraei van leeft , en hadden , fo my de Mannen {€[£%
feiden, vryheid om kkin.geld te moogen verdienen. Voor
\'t overige vond ik de Inwoonders van een goeden inborft en
beleefden omgang. -Twee oude knappers deeden fig hier op ,
en fpeelden de rol van Kapitein. Ik moeft ook aen de felve
voor
Vertrek cn
koïnft aen
Cabe Miza
rado.
Den Schry-
ver vaerd
na Land.
De Plaets
en Inwoon-
ders ,be-
fchreven.
voor loflumen betaelen een fomma van feven pond kop\'^ye bek
kens Door den overlaft die fy van de Engelfche hadden ee-
leeden waren fy fo vreesachtig geworden ; datfe geen cenis
fchip, om er aen boord te varen , meer vertrouwden Laten
ook niemand met geweer aen land komen, of vliieten aanftonds
\\land~m.nbsp;,nbsp;°
Be Mannen fchynen fig hier met den arbeid weinig te bekreu- De Wy ven
nen, en geeven de eer daer van liever aen hunne Wyv-n ov-r
en fy nieenen fig wel dapper uit te flooven, met fosrtyds een
weinig te negotieeren, en voor \'t overige toüjours in de wyn de
Palm, die hier leer veel en goed valt, te fitten.
\'t Laet fig aenfien offe hier over den Godsdienfl even fo veel Godïdienft.
beweeging maekten als hm gebeuren van CaepMont, en datfv
\'er foetjes over heen ftappen met, als fy het hebben, te eeten,
drinken en vroolyk te weefen.
Haerlieder Kleeding, Vee en Vrugten is als voren ; en met
haer t^abeuren feggenfe in vreede te leeven , fonder van eeni-
ge vyand te weeten als de Engelfche, waer van fy\'er drie ftuks
hadden opgehangen; en gaven voor,dat fy\'er fo veel fouden
fien te krygen , als de twee voorfchrevene fcheepen van hun
Volk hadden meede genomen ; met welke het naderhand wel
geheel flegt foude konnen vergaen en ligtelyk gebeuren »dat-
fe defelve, ten Soen van hunne vervoerde vrienden, aen de dood
opofferden.nbsp;,
Hier meede fou ik Cabo Miz^urado adieu konnen feggen, ten RiWer
ware ik my verpligt vond, om noch iets van de Rivier te ge-
wagen. Defelve ontlaft fig in de , en heeft vyf of fes voe-
ten water m de mond, fo dat men\'er by ftil weer met boot en
chaloup kan inkoomen. Ten Weflen heeft fy haer loop drie my-
len weegs hier van daen ; doch Oofiwaerds geheel tot aen Rio
Seflre ; weï\\ie Plaets fy dagelyks met hun C^zw^ïjbinnen door be-
varen , en hun Handel dryven, \'tfy met de Vrugten van dkLand
, of met Oliphantstanden, wyl aen Rio Seflre ongelyk meer fcheepen
koomen als hier.nbsp;\'nbsp;^
\'t Was den 28. van.... dat wy de laetftgenoemde Cah vev- Verf - \'
heten; en \'t anker opge monden hebbende , ftelden wy onfe
cours Ooft aen langs het land. Be Kufl ftrekt, en het land ver-
toond fig hier even ató boven, tot j. mylen van CaepMi^ura-
do.
-ocr page 552-do, waer dat men op drie byfondere plaetfen dubbeld land
beeft, \'teerfte niet feer hoog ; het achterfte, doch het mid-
delfte noch hooger dan de andere met hun beide. Geen
^eger of eenige dorpen] kon ik hier gewaar werden , als
noch drie mylen meer omdcOoß, daer wy ter wille vande
ftilte moeften ankeren , en tegens den avond op \'t flrand (a.~
gm flooken of vueren , waer Uit wy prefimeerden dat\'er een
moeft zyn, en fy de wil hadden om te komen negotier en, der-
halven wy tot s\'anderen daags bleven leggen j doch wanneer
\'er des morgens niemand uitquam, lo ligten wy het anker^qw
vervolgden onfe Reis tot na de middag , als wanneer wy het
Voor Rio Junk andermael in de grond wierpen, en wagteden
tot aen den avond; doch vernamen hier meede geeniV^^mof
tóen voor eenige C^.nbsp;,1 ut,,nbsp;J- n
Rio Junk; \'t Land is hier ontrent laeg en vlak , behalven dne Bergen
•landwaerds in; waer van de twee eerfte, beweßen Rio Junk gele-
gen, fig geheel rond vertonen; de derde en grootfte van allen,
cn hoe het heeft iii fyn midden etn kloot of opening.
fig opdoet.nbsp;ontlaft fig in zee; aen desfelven mond en op dthoek,
fiet men vier hooge Boomen, twee met fraye kruinen, en twee,
die de hoogfte zyn , eenigfints dorachtig. Hier om heen
heeft men m\'eeft eenparig dubbeld land. Een myl beooften Rio
Junk heeft men twee gxoolQ kloven, uit welke deefe Plaets
ligtelyk te bekennen is; behalven noch , dat men het zou
moogen verkennen aen de meenigte van klippen , waer van
het ftrand vol is , en daer de Zee continueel vreeflelyk tee-
gens aanftoot. ■ Op verfeheide plaetfen fag men de Swarten
vueren , om malkander een Sein te geeven, dat\'er fcheepen
in\'tgefigt waren ; doch wyl ons niemand aen boord quam,
fo waer ik van gedagten dat het Soutdorpen zullen geweeft
zyn. De Kuß flrekt fig hier Oofl ten Zuiden en Weß ten\'
Krygen Noorden.
gers aen AJdus feilden wy voort tot ontrent drie mylen beweftenRio
boor » Seftre, waer dat wy een Canoa met Negers aen boord kregen;
die ons verfogten om voor haer Dorp (dat in een aengenaem
bosje was opgeregt\') het anker te laten vallen; \'t geen ik haef
totftond, vermits fy voorgaven van een goede party Oliphants-
tflnden voorfien te zyn.nbsp;Dit
Dit Dorp IS genaemt Corra , en tot dato aen de Schiplieden en ankeren
onbekend gewcelt De brandig bevond ik hier al vry fel te zyn, voor \'t Dorp
fo dat men\'er met boot of chaloup niet aen kon komen; en der-
halven ging ik in een Canoa fitten, waer meede my de Negers
wel, doch tot de boord toe vol waters, aen land bragten. Ik
was immers fo nieuwsgierig om dit onbekende Land te befipti-
gen, als ik verlangde, om alhier een goeden Handel te moogen
aentreften.nbsp;^
So haeft als ik aen land was gekoomen, vroeg ikmyn [war- Schry«
te Stiermany waei^fyn Dorp of vjooning was ; dien my ontrent
een quartiers uurs \'t bofch in voerde , waer dat ik twee klei-^^quot;
ne Soutaorpjes (het eene van twaelf, en \'t ander van fes hut-
jes , doch miferabel flegt opgemaekt ) in \'t gefigt kreeg; en
welkers Bewoonders , dis dapper beefig waeren met Zms
te kooken , my als mide ^jMenfchen voorquaemen, die ge-
loof ik gt; behalven myn Geleiders, nooit blanke Menjchen h^d-
den gefien.
Met geen van allen kon ik een woordfprecken; en mynee- ^ochy
leider, die quaß als Tolk ageeren fou, was meede foTaelkunÈs, !?«daerge-
dat ik genoeg te doen had om my met woorden en teekenen te v\'^
doenverftaen.
Hoe wild en vreemd deefe menfchen ook mogten zyn , fo
quaraenfe my doch heeX vriendelyk en beleefd voor; want na
dat ik haer Land doorwandeld had , fo meende ik weeder
te vertreken , om dat\'er geen tc Toorfchyn quamen;
doch een Ouden van daegen , en npparent het Opperhoofd
van die Plaats, wilde zulks niet toeftaen, maer liet myn
Canootje van \\ßrand haelen , en in zyn Dorp brengen; en
begeerde, ik foude alvoorens myn vertrek , met hem eeten
en drinken; \'t geen ik vermits myn Maag daer in bewil-
ligde , genoodfaekt was toe te ftemmen. Ik ging dan metnbsp;I
AA ^a^\'^T ^^^ \' \'nbsp;wel te onthalen , alles
deed dat hem moogelyk was; waer na hy my toeftond te ver-
trekken, onder belofte van s\'anderen daegs wederom, te iul-
len koomen.nbsp;\'
De Ne^w moeten hier in \'t byftapen niet ongelukkig, en de
(Vrouwtjes al vry vrugtbasr zyn , vermits ik h\'ier cnk^el een
II. Deel.nbsp;L!
Vrowwmenfch met vier kinderen beladen ontmoetede. Ik vroeg
aen myn To/iè: Of dat een fmakje ivas ? Het antwoord was ja.
\'t welk my bewoog om myn milde hand open te doen , en de
Moeder nevens haer kinderen een vereering na haer flaet en ge-
le,ientheid te geeven ; waer op ik weeder in de Canoa flapte en
my aen on{e chalmp liet brengen, latende dm ouden Man voor
fy,n beleeft onthael hedd^nkeny en feggen, indien fy iets te ver-
handelen hadden, datfe aen Rio Seßre konden komen, waer dat
wy eenige dagen meenden te vertoeven.
Vertrek, en So haeft qu^m ik niet aan boord , of het ank^r wierd op-
aenkon^ft gewonden , en feilden voort tot aen Rio Seflre, waer dat wy
op den 3 December ter Rheede quamen. Van voren is het land
hier ontrent heel laeg , en achter R/o Seftre leggen twee hooge
Bergen, waer van:fig den een als een half rond of.een Kegenboog
vertoond.nbsp;\'
Waer aen tc Ontrent cen myl beweften deefe quot;Plaats, heeft men twee
verkennen, groote Klippen , en ontrent even fo ver beooften ftrekt zig
een VJf in Zee , fo dat deefe \'Plaats fonderling wel te ver-
kennen is.
De aenkomft alhier uit\'er Zee is in de rivier, welkers mmd
vol klippen is ; doch vermits die wel fes voeten onder water
leggen , fo kan men\'er met geladene boots en chahupeu osex.
heen varen. Twee fyn\'er echter die boven het water uitftee-
ken, en die,men kort voorby moet.nbsp;\'nbsp;. • ,
H«r -nnrtï Het Dorp legt digt aennbsp;op de hoogte^ en is in het ge-
heel met ontrent feftig tór^« bebouwd. Defelve fyn feer net
en fraei getimmerd, en fo\'hoog opgehaeld, dat men fommi-
ge van defelve wcl drie raylen in Zee kan fien.
WatdeBoüwhinde aengaet,die is ontrent op defelve manier
als acn Caap Miz^urado , behalven dat men hier meerder verz
diepingen heek.nbsp;, , r
Dc Rivier. Kio Seftreis een fchoone, en te gelyk ook een feer verma-
kelyke wfer. De boorden ftaen aen weerkanten vol hoog en
laeg geboomte. Verfcheide riviertjes cn fpruiten ontlaften fig m
deefe rivier; doch het geene haer wel de meefte luifter geeft,
zyn nevens de boomen , de meenigte van Dorpen die aen des-
felfs Oever fyn gebouwds en onder anderen dat van den Ko-
^ ®nbsp;ningt
TfAND-enGRYN-KUST, enz. 2^7
ningy \'t geen ontrent drie mylen varens de rivier op is gelee-
gen , en uit ontrent dertig huijen beftaet. \'
Dennbsp;een gantfch oud en grys M^k is, geeft voor
dat al de geene die in fyn Dorp woonen , fyne lyj-.elgene zyn .
\'t welk feer wel is te geloven, om dat defelve geen groot ge-
tal fullen uitmaken. Hy voerd, gelyk al de Groo/^^z hier ontrent,
Qtn-Europifche r\\2Lera, nzmmtlyk Pieter.
\'tls een feer aengenaem en beleeft Maw, en fodanig fyn ook Syn onder-
al fyn onderhorige van aert j en daer benevens fyn defelve ook Moorige,ea
fonderling arbeidfaem , als meede feer yveris in \'t bebouwen J?quot;quot;
yan hunen verderen/jfl/ïi^/.nbsp;iaemheid.
Haer kleeding , vrugten, vee, vifch, m wat des meer fyn
mag, is even als van de hier vooren genoemde Volkeren is
gefegt. _
Het fchynd dat deefe Landen in een gewenfchte Vreede mtt Leven 1
den ander leeven ; want waer raen raag koomen men weet of toos in\'quot;quot;
hoord byna van geen Oorlogen, als eenlyk datfe hier voor ee-
nigen tyd een fchermutfeling met de Negers , die uit het land
quamen, hebben gehad, de welke by wrm^B^ hun geheele
Dorp m brand hadden geftoken, doch diefy raeeft alle gevan-
gen en verkogt hebben j waer raeede dien geheelen Oorlo? ein-
digde.nbsp;^
De Inwoonders zyn , fo als ik even gefegt heb, feer yveri^?
ontrent den arbeid, doch voornamentlyk in het planten van
rjj, waer meede fig de meefte ook geneeren.
De rys waft hier fo overvloedig , dat men binnen een korte
een geheek fcheepslading fou konnen bekoomen. -
De geene die wat meer als gemeen zyn, dry ven een gedu-
rigen handel raet het kopen en verkopen van rys, malaget en 0-
liphantstanden\', doch vanhet laetftcfeer weinig, cn\'tgeenqua-
lyk den naem van handel vcvèknd.
Ik. raag raet eenen ook niet voorby gaen, fonder haerlieder .
wonderlyke manier van begraven te befchry ven, vermits fulks herbegraven
juift , terwyl ik hier in Handel lag , aen een oude Vrouw voor-harer Doden.
viel. So haeft besje de Geeß gegeven had , wierd fy met een
kleid overdekt, en|hct geheele Dorp, groot en klein, ouden
jong, niemand uitgefonderd, quamen in een feer goede or-
L1 2nbsp;dre
, I :)■
dre rondom \'tZyk, een ygelyk was met eenige Banmas-hUdm
om de oude Frouw voor het fteeken van de Son te bevrydcn,
voorfien.
De Mannen gélieten fig als uitgelaten en puerc dolle men-
jchen, cn fy liepen op een gedurige draf rondom \'tA«/Vvandc
Overledene, en fchreeuwdenals magere hengflew, ja fodanig, dat
byaldien deefe Vrouiv noch maer half dood was geweeft , zy
fouden haer met hun verduiveld fchreeuwen wel geheel van
kant geholpen hebben.
De IVyven, cie rondom \\Lyk faten, en niet van de minfte
bwgeerden tc zyn, bcgonden meede haer ftem te laten horen,
cn alles wat goed doen kon, by te fetten; fo dat ik met waar-
heid niet fou weeten te feggen , wie dat van haer beide aen-
gaende het fchreeuwen de prys behaelde.
Dit getier duerde ecn geheel Etmael, fonder ophouden; dog
den tweeden dag was hetpaufereu voor een korten tyd; want
een ledige Canoa voor het Logement van de Overledene gebragt
zynde, fo wierd \\Lyk daer in gelegt, en nevens het felve een
fot vq\\rys en vjyn de Palm\', op dat, indienfe op de weg hon-
ger of dörft mogt krygen , wat fou vinden om defelve te ftil-
len. Vervolgens wierd de Canoa vol älderhzndQ groente ge-
worpen.
Hier na ging het huilen en fchreeuwen wceder op ecn
nieuw aen , en duurde noch omtrent een halve uur; als wan-
neer\'er tien Bukk jonge kareis voor den dag quamen, die
den Dooden met fampt en kraam opnaemcn, en in de rivier
fettenden, om na haer geboorteplaats gebragt, en ter aerde be-
fteld te werden.
Ik meende eerft dat besje fulks expres by Teflamentaire difpo-
fitie had begeerd; doch my wierd gelegt, dat het felve ttnal-
gemeene koftuim was, dat een ygelyk in fyngeboorteplaets moeft
begraven werden , al quam hy noch fo ver daer van daen tc
fterven, en niets na liet, waer uit de onkoften fouden konnen
gevonden werden; in welk geval de buer.en de koften met den
ander fouden moeten dragen.
%Oude IVyf wierd, als ik gefegt heb, de rivier opgevoerd,
sn begraven, en na drie dagen quamen dc Vrienden ^ecder tc
rug, dewelke een fchoon fchaap, met een goede meenigte -wyn
de Palm, om het Daodmael te houden, mee bragten. Ik liet\'er
my meede ontrent vinden, om te fien wat eind deefe Uitvaerd
noch ftond te neemen; maer ik was\'er lo dra nict ontrent, of
wierd feer infiantelyk verfogt om meede van de party te zyn,
en de Lykßatie te helpen vieren; waer toe ik my ook niet
lang liet noodigen; want vermits ik den geheelen dag fonder
eeten in den ryshandel had beefig geweeft, fo begon myn
tJPKaag al te murmureeren ; en terwyl de koft fig fmaeke-
lyk het aenfien, fo ging ik\'er my fatfoendelykjes by voe-
gen , en dronk hrzef wyntje toe , fo lang tot alles op was,
wanneer ik de Vrienden voor haer beleeft onthael bedankte,
cn my na myn logement vervoegde , cn meende dat alles wel
en ten regten was ; doch s\'andereu daegs wierd het my heel
anders uitgelegt; want in den morgenftond quamen niet al-
leen de Vrienden , maer ook al de Gafien, en gaven met luoor-
dea cn teekenen fo veel te kennen , dat ik , die pour rim don-
ner meende gegeeten te hebben, een quade reekening had
gemaekt; en ik kon haer van myn^als niet quyt werden gt;
voor een yder in \'tparticulier te hebben befchonken; waer na .
een reekening courant opmakende , fo bevond ik , dat de ge-
heele Uitvaard op, of ten koften van myn beurs was ge-
daen j waerom ik ook aenftonds in myn memorieboek heb ge-
noteerd, om noit geen Begravenißen van oude wyvèn meer byte
woonen.
Dit, Myn Heer, is het alles dat ik U E. van die van Rio Se-
ftre weet te feggen. Ik fou de rivier wel verder opgevaren, en
\'tland wat meerder doorkruift hebben, hadden wy hier alleen
geleegen, en dat\'er ymand was geweeft dieondertuftchenden
Handel had waergenomen; doch de dagelykfche aenkomft van
€ngelfehefcheepen was fo groot, dat, inäien ik meede iets van
ßokvijchvellen begeerde te hebben het myn poft was om dapper
op te paffen.
Eindelyk wierd den Handel fo flegt, dat wy moeften re- Vertrek vaa
famp;lveeren om te vertrekken , gelyk op den 11, D^cew^^r ook
gefchiede, fo dat wy alhier niet meer dan acht dagen hadden
fiil geweeft.
3nbsp;Op
-ocr page 558-Op voorfeide datum vertrokkenxwy van Rio Seflre, en von-
den overal eenparig dubbeld land. De Kuft ftrekt fig hier
Nosrd-Weft en Zuid-Qoft. Drie mylen beneeden Rio Seftre heeft
men een reedelyke groote Klip gt; op welke een taamelyken
hoogen boom ftaet en groeid, Deefe Plaets werd klein Ssftre
genaemt :en noeh anderhalve myl meer om de Ooft ftrekt fig
een Rif in Zee. \' Onder het land naeft het felve Rif fiet men
een groote K/z/\' , die van boven gantfch wit is : en als men
uit\'er zee komt, fo vertoond hy fig even als een fchip dat on-
der feil is.
Noch een myl benceden \'t gefeide Rif lieten wy het anker
voox\\dorp Sanguinnbsp;y waer dat wy iets, doch niet veel
opdeeden,
Terwyl wy hier lagen, quamen ons de Negers vm Bof-
foe en Bottewa aan boord , die haer Canea met Malaget had-
den geladen , waer voor (y niet anders als Annabaffenbe^eev-
den te hebben; dies ik al die ik noch had in twee dagen aen
haer debiteerde.
In de \'Nigers van Sanguin , en de geene waer van ik reeds
heb gefprooken, vind ik geen ander onderfcheid, dan dat dee-
fe met een feer quaed G^/öö/befet zyn, namentlyk dat fy va-
ftelyk gelooven, het haer vry te ftaen een ander mans goed te
moogen roven , als het maer behendig in fyn werk gaet; en
derhalven is men genoodfaekt om forg te dragenvan het haer
met behendigheid te ontleggen ; want alles watfe maer fien
is haer gading om te koopen , doch fy fullen het felve noit
betalen,
\\Land ontrent Sanguin is fonderling weite kennen aen ver-
feheide/\'oo^-eioo?»?«, die fig beooßen Sanguin op hoog landhoef
bofchachtig vertoonen.
Onttent een myl beooften Sanguin legt Bofoe, \'tgeen te ken-
nen is aen een vlakke fandpum, die rondom met groote en klei-
ne ^/^/»ew is befet.-nbsp;^
Alhier quam ons een Ne^er acn boord, die üg^ames deed,
noemen, en pretendeerde Kapitein van Bofoe te zyn. Hy fprak
of rabbelde een deel half gebrooken Engelfch cn Portugeefch
door malkander, \'t Scheen een fonderling liefhebber van het
Ho^ \'t Land
fig ftrekt en
en opdoet.
Ankeren
voor San-
guin.
Handelen
met die van
Bofïoc en
Bottewa.
Diefaehtig-
heid Van dit
Volk.
Boffoe.
Desfelfs
Kapitein,
TAND-en GRYN-KUST, enz,
Wymerk te zyn, want geduerig had\' hy\'er de mond van vol j en
fonder dat men\'er hem na vroeg feide hy tien Wyven te heb-
ben; waer van hy, om de menagie, en om dat het goed onder
ét Vrienden fou blyven , fyn foonjooß (meede aan boord fyn-nbsp;quot;-f!
de) t\'elkens eene om_ tc gebruiken overgaf.
Wanneer wy hem daer op te gemoed voerden, dat zulks
fchande , en op geen plaets in de weereld gebruikelyk was,
fo lagchte hy ons wat uit; en antwoorde: \'tZyn maar een deel
Gekken die op een bagatel (want fo wierd het van hem genaemt)
fien\'. Syn Landsgenoot en ■gt; feide hy, hadden het beeter begreepen, en
die fouden\\r ook het verfl meede komen.
Wy gaven dtdcgerießelyke Helden gelyk, ook hunPafpoort, Vertrek vaa •
en vertrokken van het Dorp rBoffoe, om onfe Äm verder te ßoffoc.
vervorderen.nbsp;x
Ontrent drie mylen van Boffoé Cm men het dorp Botte-^^,.^
v)a aen ftrand leggen ; een halve myl ten Weften van het
^orp een groote. Kltp in Zee , met noch een feer wel na dee-
fe gelykende, ontrent een myl beneeden Bottewa. En noch
een myl verder doet fig het hooge land van Bottewa op; be-
ftaende in een meenigte van hooge Bergen. Wy handel-
den al feilende, fonder te ankeren, eenig GrynQÏMalaget-,
derhalven ik geen geleegentheid had om na de gefteldheid
van deefe Plaats of Bewoonders te verneemen . Ik denk ook
niet , dat\'er tuftchen haer en die wan\'Boffoe groot onderfcheid
is.geweeft.
Anderhalve rnyl beneeden \'Bottewa fiet men het Dorp Si- siaa, \'
»0. \'t Selve is kenbaer aen een groote Klip , die een weinig
in Zee op een groote Sandpunt ftaet, waer achter fig een
groote Rivier bevind , dié, volgens het rapport der Negers,
feer verre landwaards in haer loop heeft , en niet geringer
foude fyn als de rivier van Seftre^ Meerder kon ik niet te we-
ten koomen ; want de Y^egers fpraken fo een Barbarifche Taei,
dat mén werk genoeg had om haer te verftaen. De ftrekt
fig hiernbsp;ten j ennbsp;ten , al^
eenparig land.
Van hier feilden wy voort, en quaemen den 20.nbsp;Komen aen
ber vooi$eftre Crou. \'x L(mdi% hier redeélyk laeg en vlak. SeßreCrou.
-ocr page 560-272 BESCHRYVING VAN D E
Het Dorp is fehoon en groot , cn behoeft voor het M\'maje niet
te wyken ; want het is eer grooter en wyder uitgeftrckt als
het dorp aen Elmina. Achter het Dorp is het land wac hooger,
waer dat een goed getal groote, doch kaale hoornen ftaen. Aen
\'t ftrand leggen twee groote Klippen , ontrent een halve myl
van den ander , aen welk een en ander deefe P/fl^jf ligtelyk te
verkennen is.
Inwoonders. De \'i^egers quamen my hier reedelyk wel voor, en fchenen
eerlyk en vroom in haer handel en wandel tt zyn y ook vry^e-
reguleerder als dc geene die meer na boven woonen. J)t1ael is
hier meede ganfch onverftaenbaer; derhalven het een volfla-
gen onmoogelykheid is, om iets van hnnnzgewoontens tnZee-
den tc noteeren. Hun Vee cn Vrugten fyn even als op andere
Plaetfin. Sy zyn van beide niet onvoorfien. Dc Vifthvangft
werd hier even als op de Goud-kuft behandeld, en men heeft
ook ontrent defelve Vifch.
Wappo. Wanneer wy onfen Handel alhier verrigt hadden , fo feil-
den wv verders tot aen het dorp Wappo , ontrent drie mylen
van ^eßre Crou geleegen. \'t Selve is te kennen aen verfcheide
hooge i doch yle hoornen , die fig achter het firand op een ree-
delyk hoogen Berg vertoonen. Dc kroonen van gefeide boomen
laten fig van verre puer rood aenfien. Voor Wappo fiet men
aen ftrand een feer groote Klip , die van dc Wal fchynd af-
gefcheiden te zyn , even als cen Eiland. Wanneer wy hier
voorby feilden , ontduifterde ons het LW. De ftrekt
fig hier Ooft-Zuid-Ooft , en Weft-Zuid-Weft , alle , of ten
minften fo ver wy fien konnen, eenparig land, tot ontrent
drie mylen beweften Cabo das Palmas; alwaer een punt of hoek
van het land in zee fteekt, \'tgeen van verre de pedaente van
een Dolphjn vertoond. Op het felve legt een geheel groot Dorpy
cn te midden in vier hoornen , die wy voor Cecosïoomcn aen-
fagen.
Seilen voor Wy deeden de gcwoonlyke Sein, om de legers aen boord
byCaba dastekrygcn i doch wyl\'er niemand uit quam, fo deeden wy
Palmas.nbsp;j^^ft ^ booven i\'oornoemde Cabo tc koomen, \'tgeen
fomtyds , als men wat na aen de Wal is, quact genoeg valt.
Wy paffeerden defelve echter des nagts van den 25. December;
en
-ocr page 561-en yermits wy \'s anderen daegs geen Hegers of eenig dorp ver-
namen , fo liet men het voortloopen , om aen-Drwxy»» te ko-
men. DtKufl van Caep Palm tot Druwyn ftrekt üg Ooß ten
Noorden, en Weft ten Zuiden $ ontrent 26 mylen, alle hoog en
eenparig land.
^ Op dennbsp;lieten wy met den avond het anker voor Komen a-«
Druwyn vallen. Met den dag quagmen ons drie Canoas met Egt;rquot;wyn.
Tanden aen boord , die ik , na haer een Vereering (of Dasje
®p fyn Swart-J^ns gefegt) gegeeven te hebben, ten duerftcn
inhandelde.
Ik heb van al myn leren nochwilder noch begeer igen menfe ken,Me®.
a!s even deefe, gefien. Alles watfe fagen was hun gading om
ten Gefchenk te hebben; en als men het haer weigerd, cn, ge-
lyk de andere IS^egers, wat hard toe fpreekt, fo fpringcnfe aen-
ftonds buiten boord, en bruflen na land; fo dat men hier qua-
lyk, dan tot ons groote fchade, kannbsp;\'
Haer tanden waren als èlfins geveild ^ met welke fy, na ik
verftaen kon, wel een boutje van een menfth (indienfe den fel-
ven hadden konnen magtig werden ) fouden hebben willen
vermalen ; derhalven ik ook niemand fou raden , aen deefe
Plaets oit voet aen land te fetten, ten ware hy fyn graf in de
buiken deefer Wilden wou gaen foeken,
Deefe Landßreek is feer wel te kennen, eensdeels om fynRfö^ st An--
hoogte en hooge Bergen , als ten anderen , en wel principalyk \'
om dat men hier drie of vier groote Dorpen fietyder on-
trent een halve myl yan den ander geleegen ; en achter het
laetfte Derp laet fig ten Ooften een geheel hoogen hoek fien,
van waer het land met een bogt begind in tè vallen , in wel-
ke bogt een groote Rivier , met name St. t^indriesfyn uit-
^\'atering in Zee heeft. Defelve fet, volgens het feggen der
, haer loop Weß op , en fou fo wyd en diep zyn, dat
ïncn\'cr met Barken kan inkoomen cn opvaren om te Han-
delen , indien men maer verfeckerd was, dat de Nf^er/ons ^
^ngemoleßeerd fotiden laten ; \'t welk niemand fig fou moogen
®f konnen belooven, gemerkt het hier de èrutaelfle heeften -z^yn
van de geheele Kuft, en een ygelyk die hier komt om te Hande-
mag wel een oog in \'tzeil houden, om door dii beenachtig
II. Deelnbsp;Mmnbsp;p^olk
274nbsp;BESCHRYVING VAN DE
Volk niet overrompeld, en in de uiterlle ongeleegentheidge-
bragt te werden.
BarhariAhe \'t Is jammer en benydens waerd , dat dit karharifch Volk
Menfchen ten overvloed van alderhande Leeftogt voorfien is ; wzntMil-
dogjchoonnbsp;Jammes, Bakovens, \'Bananasenin\'tkórt, alles wat
bquot;eIT!nd op ^^ Gmd-kuft heeft, is hier in een genoegfaeme rt-
quot; bundantie ; en daer nevens ook in gelyke overvloed alderhan-
de flaa van Vee, als Koebeeften, Schapen, Hoenders, enz.:
mitsgaders wild Gedierte ; atn mets , dat tot leevens-onder-
houd x\\ood\\g is, hebben fy gebrek ; \'t welk men haer met nog
meerder regt mag benyden,om datfe uit puere nydigheiä niets
van het felve aen andere willen verkoopen , als van \'t flegt-
fie dat haer niet aenftaet, en dan noch tot een feer hooge en
diiere prysi
Redenering j^en vind noch huiden ten dage niet weinige, welke twyf-
Menf\'h\'\'\'^^ fclen of\'er wel Wilde Menfchen in de Weereld zyn; die fofecr
eteTsinde\' van de reedelykheid fouden fyn verbafterd, dat fy eenlyk, ên
wereld zyn.alleen om haer luft en begeerte te verfaden , haer Evenmenfch
fouden flagten en eeten ; want, feggen de fodanige, als dat
waer vvas , fo fouden die menfthen van de onreedelyke fchepfe-
len , namentlyk de beeften, niet anders dan door de fpraekfyn
vcrfeheiden , \'t geen, haers dunkens, met Gods goedheid zou
ftryden , die van het^ei/me den Menfch alleen maer met een
reedelyke Ziel heeft begaeft j op dat hy foude moogen weten
en kennen , wat tot fyn eigene behoudenis van nooden was,
of het felve kon fchaden ; behalven noch dat fy voor vaft
ftellen , dat geen menfch wild genaemt kan werden , dan die
even als de beeßen , van alle Gefelfchappen afgefonderd , zyn
leven in de boftchen of wilderniften dootbrengt, fonder zig
met eenige Goddelyke of Menfchelyke Wetten tc bekreunen,
of eenige bywooning van andere te dulden ; en wyl ons fo-
danige menfchen van den beginne des Weerelds tot nu toe nog
nier te vooren zyn gekooinen , fo derven fy befluiten , dat\'er
geen wilden zyn , noch oit zyn fullen. Doch ik vermeene
dat dit haer Argument ctnfwak Fondam:\'nt heeft; want de er-
varentheid en onderfoek heeft ons al voor lang geleerd, dat-
\'er waerlyk menfchen eeters .in de Weereld werden gevonden. Dc
TAlSlü-enGRYN-KÜST,enz. 275
Ouäheid\\\\tzk onsXulks nagelaten , en het felve is van tyd tot
tyd door een meenigte van Auteuren, felfs uit ons , beveftigt.
Onfen Noord-hoUandfchen Prediker heeft het felve Smneklaar
beweeien ; fehoon hy op fommige plaetfen het wit niet wel
treft , fo is het doch ten conftante en feekere waerheid , het
geen ay» Ed. van de \'Braßlianen en andere daer ontrent gele-
gene Volkeren httkgenoteerd. Doch wat heb ik my op än-
dere Getuigen te beroepen, wyl U E. daer felfs ondervinding
van hebt, raet de Negers die achter Ardra uit l^et Land kó-
men , welke waenen , dat wy haer raaer alleen inkoopen en
vervoeren , om ons ten fpys te verftrekken ; welke gedagten
zy , myns dunkens , niet fouden voeden , indien fy niet^i-,
ften dat\' er feekerlyk fodaenige menfchen waren ; en wat aen-
gaet datfe feggen van Wilden, ik wil gaerne bekennen dat-
er fodaenige, als fy befchryven , niet in de Weereld zyn ;
mits datfe ray raet eenen ook toeftaen , als dat de bcfchaefr-
heid van het eene Volk wel fo veel van een ander verfcheelt,
datfe , ten opligt van deefe , wel wild en onvernuftig moogen
genaemt werden ; \'twelk nietontftaet , ora datfe fo wel niet
als wy met een reedeljke Ziel, door manquement van omgang
quot;met Toliter Menfchen, in haer als verdooft gt; en tot de onr^ede-
lykheid overgebragt werd. Ons ontbreeken immers geen Exem-
pelen, die aentoonen , dax\'er Menfehen in de weereld zyn
geweeft , die door het een of ander toeval in haer jonkheid, \'
zig eenige jaren in de Baßchen hebben moeten ophouden;
waer door defelve met\'er tyd fo {eer verwilderden , datfe na-
derhand het menfchelyke Geflagt, als cen groot quaed, myden,
en zig van de felve door de vlugt fogten te ontftaen. Dog al
genoeg, wy willen een ygelyk hier van laten gelooven \'tgeen
hem beft gevalt.
Op den 2p. verlieten wy dit Chams gehroedfel , en ftel-Vertrekken
den onfe cours Zuid-Ooft ten Zuiden zen , totdat wy , na an- van daer. ,
derhalve myl feilens , aen de Rooklooven quamen , die fes-
tien in geta! zyn , en met haer alle een legte van drie my-
len lands beftaen. Met helder we\'er kan raen deefe Klooven
wel fes of feven mylen ver in zee gewaer werden. Ik vond
hier geen Negers of Dorpen. De Kufl ftrekt fig van Druwyn
-nbsp;M m 2nbsp;tot
tot Caho Laboe ontrent 27 mylen, even als boven gezegt is.
Op cien ?o dito quamen wy voor Cabo Lahoe ten Anker.
\'Hier ontvalt het Land geheellyk, en is aan de Zeekant zeer
=)aeg.
Het Dorp is by uytneementheid gtoot, en fchijnd langs
ftrand wel eenraijl weegs te beflaen. Overal fiet men tuf-
fchen de iïr^» cenmecnigte van Cocosnooten boomen, eVen als
-aen Axim-, en indien dit mede foo hoog als Axim was,
en dat\'er een Fort te midden in het Dorp was gebouwd, fo
20U het niet qualijk na het zelve gelyken ; uitgefondert de
grote van het Döfjp.
Achter het Dorp, ontrent drie mylen in het Land, heeft
men vexfchtidQ hooge Bergen-, en een mijl Beweften Cabo\'Lnhoe
een tamelyke grote Ämtr, die haer loop heeft tot in -Äio-iSV.
Andries\', btha.\\vQné2X(y ook meenigte mylen Landwaerds ip.
loopt; van\'s gelyken ook om de\'Oö/? , doch niet zeer lang;
wantmaer tem^e nxyXtViOoftwaerds aenvarende, -foftuitmen
tegens het £lt;7«if.
De M^fj\'x gelyken hier van een goedeinbotft en-beleefden
omgang te zijn, met welke ^traiskW\'fi te Handelen isbehal-
ven daife tegenwoordig al vry (Unexmtt h^etTanden waren ,
cn dezelve op een hooge prijs hielden. Doch fulks wasver-
oorfaekt door de grote meenigte Engelfche en Hollmdfchv Lor-
rendraeyers, (doch meeft van dc eerfte ) die hier zeedert eeni-
gen tijd hadden gehandelt.
De Leeftogt ishiex, fonder eenig onderfcheid, als acn Dru-
tvyn, behalven dat men hier défelve beter, en beter koop kan
krygen. Veel meer weet ik vandeefe Plaets niet temelden,
dan dat my de Negers wiften te feggen , dat zy zeer fterk
van Volk waren, en een mornaem Kapiteyn ten öpperhoojdhzd-
den.
Wanneer wy onfen Handel verrigt hadden, fo wierd het y^»-
^eropgewonden, en wy vervorderden onfe Am tot aen
que Lahoe, ontrent drie mylen van de laetftgenoemde
nog al met defelve ftrékking van de Kufl.
Wy vefftonden van de Negers dat \'cr geen Tanden \'in voor-
rasd waren; derhalven wy r^fdveerden , om verder tot aen
.f
TÄND-cn GRYN-KUST, enz. 277
èe 1 Kuil fonder Grond le i \'t geen ontrent viér mylen
naer giffingis.nbsp;Oi
De ftreek lands van, of een ^eym^ Beiveflen Cabo Laboe,
tot beneden Laboe, ftaetin de bekend onder de \'
naem van Quaqua-Kufl doch wat daer de oorzaek van fy, is
my onbekend; als eenlyk, dat fommige de deefer M-
gers vergelyken by het quaken der Eenden; het geen echter van
myniet zal bewaerheyd werden, want ik heb tuffchen haerlie-
xier eigene laß en die van andere Swarten, foo een groot on-
\'derfcheid nietkonnenbefpeuren, als dat menditvoor^art^é-«
fou mogen uitfehelden. Syidfs noemen haer Land s^douw,
«n haer Volk \'Adouwfe; doch van ons werdenfe Quaquafe (vol-
gens de ^Xaar/) genaemt.
\'t Yzexdi^ (wemmen tn duiken defer Negers^iaX^UE. apparent Vacrdigc
wel bekend zyn. Ik heb het verfcheyde reyfen\'metverwon-
dering aangefien. Wanneerfy bymy\'in het waren , en
dat ik een fnoertje Cour alen, of iets. anders in zee fmeet, 200
dook ymand van haar zeer gefwind daer na, en haelde bet
geeneik weg geftneeten had, en dat reeds al zeer ver na denbsp;|
grond was, wederom. Dit mift haar zeer zelden, en hetnbsp;[
geene fy dus weder boven halen, is tot vergelding van haar
aangewendemoeite.
Wy lieten het van voornoemde de geheele nagt door
ftaen, en quamen met den dag voor Aßne; \'t geen, na gifting,
ontrent feven mylen beneden de K^Z/oWfr^rowi legt. De
Kuft ftrekt. fig hier ontrent Ooft ten Zuy den. Alhier fijn geennbsp;I
Tanden, m2Lev wel Goud in te handelen j doch daar toe had-
den wy geen ordre, en derhalven liepen wy Affmé met kleyn
Seil voorby.
Echter quam\'Cr noeh een Canoazm boord. Ik vroeg de E«ngtvande
\'Neger s^ the fy het met de Franfchen al ftelden, enlt; offe met defelve ^quot;^^nTte
VJeloverweg konden komen? Waar opzy my berigteden: D/ï? gènwoordigquot;
al de Caboceros. van j^ffinémet haar Volk waren opgebrooken,nbsp;befit
fig ontrent een mijl boven die Plaets ter needer - hadden geftaegen; hebben.
vjaer dat fy fig tegenwoordig nog cphielden , fonder met de Franfchen
eenige
1nbsp; Dcefc werd fo genicint om haer diepts; waarom fommige gewatnd heb-
ben, dadc fonder groud was; doch is zederd courrariegeblcckcn.nbsp;I
278 BESCHRYVING VAN DE
emtgt de alderminfte gemeenfchap te willen dulden j dewelke niet
meer dan een fimpele Logie, met Pallißaden omfet, op het Strand
hadden, en in het felve vyf ftukken Kanon ; tegenwoordig noch
maer met acht Man bewaerd , en met genoegjams Troiifte, die
haer de Franfche Scheepen hadden gelaten voorfien doch dut z.y
fomtijds groot gebrek aan water hadden, \'txvelk haer door de Ne-
gers continueel wierd bedifputeerd; foo dat deefe Negers van ge-
dagten waren, dat de Franfchen, indienfe geen fecours uyt Eu-
ropa kreegen , aldaer niet lang meer fouden konnen beftaen,
maar datfe die Plaets by de eerfle occafie weeder fouden moeten a-
bandonneeren.
Wat van ditnbsp;te gelooven is, fal de tyd ons openba-
ren ; doch ik geloof Voor het naaft, dat het met de Franfchen
fo flegt niet ftaet, als defe iVe^en ons verhaelden.
De Kuft van Affiné tot Caho Apohnia ftrekt fig Ooft-Zuyd-
Ooft ontrent tien mylen. Tuflchen beide heeft men overal
Dorpen, ZO groot als klein j doch wy kreegen niet eene Cn^zoa
aanboord.; waerom ik ook niet in ftaet ben, om van deefe
ftreek Lands, mitsgaders de Bewoonders van dien, eenig be-
rigt te geeven.
De voornoemde Crt^o vertoond fig met laeg en eften land;
achter defelve fijn drie hooge Bergen, waer aen men defe Cabo
bekennen kan, welke anderfints dien naem gantfch ten on-
regten draegt; vermits het niet minder als een uytfteekende
ïioekoi Caho gelijl^t; en men fou defelve, indien men op\'t
gefeide teeken van de drie Bergen geen agt floeg, altoos fon-
der te verkennen voorby varen.
Van Cabo Apohnia tot dunkt my ontrent feven my-
len te zijn; alhoewel andere het vry verder fchatten. Het
hand tulfchen beide is xeer laag., en befet met duyzenden
van P.almeboomen. Het Strand is by uytneementheid breed,
vlak, en zo gelijk als een Vloeri en fou een fchoone weg
zijn, om met Kom en Chaifen s(als wy hier te Land van de-
felve voorfien waren) teberyden.
Komen aaa Ten einde van dit Strand heeft men Rio Cobre, een groot
f^ndeVln\'nbsp;Axim; doch van degefteldheyd deefer P/ae?/
Z VoyVge. eh het voorfeide Strand zijt UE. beetevgeinformeerd als ik; der-
hal-
TAND-en GRYN-KUST, enz.
halven ik, met UE. believen gt; myne Foyagie fal ey ndigen ;
met verfoek, dat UE. fig met het voorfchreevene gelievete
com meer en, en te gelooven, dat ik, geduerende myne
yagie, niet gemanqueerd heb te noteeren al het geene eenige
opmerking mogt verdienen. Waermeedcik, namyinï7£,
goede gratie te hebbennbsp;deefen eindige en onder-
teekene, als
In *t Jagt de Johanna
Jacoba, op dc hoogte
van Axim, den j. Ja-
nuary 1701.
VE. Gehoorjame Dienaar
-ocr page 568-ïïfi^r
/
Der voornaamfte zaaken in dit Werk Yerfiaald,
(NB.) Ve Letter b. yoordagteüjk^hkr en daar in defen \'BliäiPjf:^
yoor de Kummers geyoegd, geeft te kpmn, dat die
plaats in het Tweede en Derde Dtdyandit
Werkjx^l moeten o]pge%ogt worden.
[ £0«, wat voor Vis. h
56
Acannjy het Land-
fchap waar gelegen
78. \'De Inwoon-
\'ders bel^chreeven, ten opfigt
van hun wreeden aart. ibid. Wa-
ren eertijds groote Handelaars,
cn hadden goed Goud, dog
zijn door denbsp;verflagen
en verarmd.nbsp;ibid-
Acra befchreeven , en re gelijk
het Engelfche Fort daar gelegen
6%
Acra, het Koningrijk word door
de Aquamboefe uytgcroeyt 70.
Goeden handel aldaar, \'tgeen
egter nog meer zou konnen zijn,
by aldien \'t niet door de on-
eenigheid eeniger Volkeren be-
let wierd.nbsp;ibid.
Jeron i het Koningrijk hoe beftiert
word. öi. Waarom die van
Acron ratt niemand , of zeer
zelden, een Oorlog hebben lt;53.
Het Land word verder befchre-
ven ten opzichte van fijn vrugt-
baarheit, en alderhande Wild
Gedierte ibid. Acron hoe ver-
deeld word, en de Regeering
van diennbsp;iM-
Jdjagt; een, Dorp , beroemd we-
gens de Fortereffen, welke dc
Engelfche van de Nederlanders
op een wreede wijs afgenomen
hebben.nbsp;59-
Ado, een Koning der Aquamboe-
fe ziek wordende, laat zig in het
Fort der Nederlanders genec-
zen, en een merkwaardigheid
waar uit zijn ziekte is ontftaan.
Adom, het Landfchap waar gele-
gen, en de wonderlyke uitge-
ftrektheid van dien 25. Is een
Gemeenebeft , en word be-
woond van boofe en quaadaar-
dige menfchen. ibid. Haare Oor-
logen met hunne Naabueren.
d\'Adomfe hebben goede
ge-
A
gelegentheid ora rijk te wor-
den, bezitten Goud-Mynen ,
en hebben een vrugtbaar Land.
ibid.
der Negers. 139. \'t Vra-
gen desAfgods hoe in zyn werk
gaatgt; en de fliramigheid der
Papen daar ontrent aangemerkt,
140. lederNcger heeft een Af-
god, en op wat voor^ een wijs
en wanneer, enwatfy aanhem
offeren. 143. Wat voor uyt-
werkingen de Afgoden toege-
fchreevcn worden.nbsp;144
Agonna, het Landfchap waar ge-
legen. 64. Word door een
Vrouwsperfoon gehandhaaft,
die om redenen van Staat niet
begeert te trouwen, ibid. en
neemd egter haar vermaak raet
eenbyflaap.nbsp;ibid.
Agonna overtreft Acron in groote
en magt, dognietin vcrmaake-
lijkheidvan Landsdouwen. 65,
De fchone Rivier in \'t zelve aan-
gemerkt.nbsp;ibid.
Abinfan, zeeker Koning der Ne-
gérs befchreeven , ten opzigt
van fijn vuyligheid en nydigheid
Ahm, het Landfchap befchreeven
van wegen fijn goede gelegent-
heid, grootheid, verandering
van een Koningrijk in een Ge-
meenebefl. yp. Hier van daan
word het meefle en befle Goud
van de geheele Kufl gebragt.Ä
Athfterdam \'t Fort befchreeven tén
opzigt van fijn gelegentheid en
llerkte. 5p. Is voor dezen ge-
weeft het Hoofd - Gompt\'oir
der Engelfchen, dog fijn door
d\'Admiraal de Ruytcr van daar
verdreven. \'nbsp;ihid^
Anamabo y een Dorp, beroemd
wegens een zeer zinlijk Fortje
de Engelfche toebehoorende.
57. De veelheid van Seheepen
aan deze plaats komende aan-
gemerkt. \'5S. De Engelfchen
worden van de Negers hier
zonderling geplaagt. ibid. De,
magt en rijkdommen der Ana-
maboefen verd\'er befchreeven.
ibid. envervolg.
Annaboa, het Eiland befchreven.
b. 205; Heeft een zoet Meirtjè
op den top eens Bergs.V^/^. Het
Eiland i^ zeer vrugtbaar. ibid.
B L A D W y SE R.
. Rijkheid van Vee, en goed
koop. DeBewoondcrsvan
het zelve worden alle voor Sla-
ven gehouden ; en zyn alle
Hoeren en Boeven ibid. quot;V^ie
het gezag daar overheeft. 2olt;5.
Waarom dit Eyiand voor de
Hollanders of anders Europia-
nen niet dienftig is. 207. Twee
domme Portugeefche Papan
neemen den dienft waar.
Waren groote Brandewijnzui-
pers. ibid. Noemden zig. Ka-
pucynen. 208. Vertrek des
b\'chryvers na dquot;Elmina,zïqi El-
Nn\'
mi\'
-ocr page 570-W Y S E K.
vloed van Koorn en andere
Aardvrugten voort, ibid. Mits-
gaders Zuiker-Riet, Wijn- en
Oly de Palm. ihid. Word ver-
woeft door een Oorlog, ao,
De Duyvel banning van de
Antefe befchreeven. 149
Antony, een For? in bet Landfchap
Aximy wanneer door de Hol-
landers den Portugeefen afge-
nomen is. 2, g. De gelegent-
, heid, en fterkte verder befchre-
ven. ibid. Hoe vèr het Gebied
en Gezag des Koopmans van
dit Fort zig uytftrekt. ibid.
Apen befchreeven wegens haare
groote menigte en vcrfcheiden-
heid.^. 54. Eerfte flag, en een
weynig kleinder als een menfch,
zijn heel boosaardig en ftout,
en een voorbeeld hier vzn. ibid.
en 35. Der Negers gevoelen
van defe Apen. ibid. De dief-
agtigheid van alle Apen aange-
merkt. 35, vervolg. Zijn ook
keurlijk in \'t fteelen, voorbeel-
den hier van.nbsp;35.
Aquamboe, het Koningrijk meeft
Landwaards in gelegen , waar-
om het onder de Strand - Ko-
ningryken befchreven woy4lt;
De Rcgeering van dien aange-
merkt, 6(5. De Aquamboefe fijn
ftout en magtig. ibid. Meerdere
merkwaardigheden dit aangaan-
de. ibid, mvervolg. Dc Inwoon-
ders
mtia,
Ji-nanfiéi tamp;n %ïOOt Spin, word
van de Negers gelooft de Men-
fchen gefchapen te hebben,
Word omftandigbefchreven.
96.
Ananas, wat voor een Vrugt is.
b. 76. Word van veele voor zeer
voortrefïdijk gehouden, 77. De
Ananas wydloopig befchreven.
ikid. en vervolg, en eenige misfla-
gen van feeker Schryver dien
aangaande, aangetoond, 78.
Ancoberfe jRt\'wVr befchreeven ten
opzigt van haare vèrmaakliik-
heid, 13. Word bewoond van
driederhande Volkeren. 14. Het
Fort der Nederlanders op deze
Rivier befchreven. ibid. Word
belegert van de Swarten, dog
het Opperhoofd laat het fprin-
gen, en op hoedanige wyze?
ibid.
Anqua, zeker Veld-Overfl:e der
Negers, befchreven van wegen
fljne wreedheid en bloetdorftig-
heid. 26\'. Voorbeelden hier van,
gepleegt over|feenige fyner o-
verwonnene Vyanden; ook o-
ver fijn eigen Volkèn Wyven.
ibtd.
Antê, htt Landfchap befchree-
ven ten opfigt van fijn lengte.
^ ld.
beefr fchoone en vrugtbaare
\'Vallyen. i^». Brengt een over-
B L AD
ders waar mede fy fig geneeren.
71,72.
Ardra (Groot) het iSToningrijk be-
fchreeven ten opficht vaa fijn
groote, en magt. b. 185. Ze-
ker Koning zend zyn Afgezand
aan .\'den Koning van Grö,ot-
Ardra, dog word van hem om-
gebragt , en het grouwelyke
Bloedbad hier over aangeregt,
befchreeven. ibid. en ver-
yolg.
Ardra (KXtlüy zitt Offra.
Af-owj^o, of Menfchen-eeter, be-
fchreeven ten opzicht van fijn
geftalte. b. 33. Waarom Men-
fchen-eeter genoemd is. ibid. en
vervolg.
Ajfagayen, Werp-fpietfen der
Negers , hoe gemaakt zyn ,
en hoe gebruykt worden. 175
Aßne, deLandftreek befchreeven,
mitsgaders de flegte Handel al-
daar.nbsp;4
Aßflent befchreven ten opfigt van
lijn Bèdieninge, en Traéèement.
AwW/? Landfchap, waar gelee-
gen. De Inwoonders be-
fchreevfen wegens haren goeden
inborft. 80, Zijn, naar een
grote tegenftand, van de Dinki-
r^//è t\'ondergebragt.en ver-
volg.
Aüim y het Landfchap befchree-^
ven, ten opfigt van fijn gelegen-
heid, en veelheid van groote
en fchoone Dorpen, a. De
Forten daar in gelegen, be-
fchreeven. ibid. Hoe lan» dit
Land is. 4, De Inwoonders
hier van zijn rijk, en groote
Koopluiden. 5. Derfelver hei-
melyken handel met de Lorren-
drayers, endeboete, wanneer-
fe betrapt worden , daar op
vallende, ibid. De Levens aart
der Bewoonders van Axim, hoe,
en, waar in beftaat. p. Geeft
veel Ryft , dog weinig, Koorn,
en andere Aardvruoren. ibid.
Hoe op een zeekere tijd van \'t
jaar de Duivel hier uy tgebannen
word. I4f. en vervolg.
\'^Akovens evi Sanantes Boomen,
zeer beroemt wegens haare
Vrugt. b. 66. Ziet ook op het
vfoovdPifang-heetn.
Baardmannetjes, zeeker flag van
Apen, befchreeven, en haare
verfcheidentheid aangemerkt.^.
Baardmannetjes , zeeker flag van
Vis.i.
Batavia, een fwarte Rivier-Vis,
befchreeven.nbsp;57
Baténflein, het Fort waar gelegen,
en hoegebouwt is. 16. \\ Is^éen
Plaats van weinig voordeel.
18
Nn 2 ,
-ocr page 572-Bedela.ays vindmen niet onder de
Negers, en de reden hier van
Begraven der Negers, ziet, op het
woord Overledenen..
-^fnm, het Koningrijk befchree-
ven. b. 217. Is feer weite ken-
nen. ibid- Groote meenigte van
Spruiten, ibid. Handelplaats en
K^rkder Portugeefen. 218. U-
fafe Rovers, ibid. Moeraffig cn
dryvend land. De Rivier
is zeer vermakelyk, dogonge-
fond, en de oorfaak daar van,
ibid. Groote meenigte yan Mug-
gmäbid. Benin is niet zeer Volk-
rijk. 221. \'t Land isfraay vlak,:
en vol Boomen. 220. quot;Wie Va-
fallen des Konings
zijn. ibid.
Slaaf des Konings te zijn is een
eernaam, ibid. Drie voorname
Handel-plaatfen , mitsgaders
hare namen, conftitutie, en
Bevelhebbers, 221. Nog een
vierde Handcl-plaats, alwaar
«en der Nederlandfche Opper-
hoofden ora \'t leven is gebragt,
cn dubbelde wraak des wegens
genomen. 222. en vervolg. De
Inwoonders van Beninzijn goe-
de cn beleefde menfchen. 224.
Willen niet hart gehandelt
werden./^//Door wien de Han-
del van hunne kant wort ge-
dreeven. ibid. Zijn beleefd,dog
vals tegen elkander. 224.Hun-
ne geldzugtige Regeerders aan-
gemerkt. ibid. Dr^ederley
Stands-perIoonèn buiten den
Koning, ibid. Haar Teeken van
Eer, en \'t verliezen van dienis
de.dood, voorbeelden hier van
^^6. envervclg. Hare Hanteerin-
gen cn Ambagten. 2 2 8.DeRy-
,ke leven wel. 225». De Kleding
der Negers. .230. Ieder trouwd
zo veel Vrouw en als hy vermo-
gend is tc onderhouden, en de
maniere van dien. 231. Jalours-
heid der Mahnen ontrent hare
Wy veujcn zyn volflage meefters
vandelelve232.Driederleiftraf-
fewegensOverfpel.235.Bevrug-
te Vrouwen, en het Kinder-
baren. 334. De Zoonen behoo-
ren den Koning toe. ibid. Hare
Befnydenis zoo wel aan de
Meysjes als aan de Jongens.
ibid. Gemeene Hoeren. 239.
Hare Regeering.Straf o-
ver Dievery. ibid. Stral over
Doodflag; cn het onderfcheid
daar ontrent, ibid. Vyfdejrky
Eeden. 240. Hoe de Boetens
verdeeld worden. 242. 5\'peel-
tuigen, danfen heel konftig na
de loou. ihid. Zyn geen Dob-
belaars. 243. Verwarde Gods-
dienft , en een iegelyk heeft fijn
eigen Priefter. ibid. Hun ver-
beelding van God, cnhaarrai-
fonncraent defwegens. 243.
Dienen de Afgoden en den
Duivel onder een gedaante. 244.
Verfchyninge van Geeft en.
Da-
mm
B L A D
Dagelykfe en Jaarlykfe Offer-
handen. ibid. Wat fy van het
andere Leven gevoelen. 245.
Veelheid van Afgoden, mits-
gaders Feeftdagen. ikd. Haar
voornaamfte Feeft, haar Zon-
dag. ibid. Vieren den dag van
\'c Overlyden van hare Oudere
ibid. VerdeeÜiige van tyden.
24^. Haar Oorlogen , en on-
ordentlykheid ; zyn groote
bloodaarts, haar geweer. 245.
Alderhande zoo tam als wild
Gedierte, ibid ewveruolg. Groo-
te Bavianen, welkede menfchen
aan taften. »47. Pluimgedierte
en meenigvuldig. ibid. Hebben
niet veel Vis, dog abondantie
vanallerley Veld , en Boom-
gewalfen. 248. Vcrfftoffe. ibid.
Inkomften des Konings,en wel-
ke defelve zyn.nbsp;24p
quot;^^nin de 6\'tad of Dorp , is heel
lang,heeft welgebonwdeHuy fen
cn dulden geen Vrëeradelingen
in defelve. 250. Grootcndiefig
aan \'t Hof ophouden. 251. In-
boorlingen mogen voor geen
Slaven verkogt worden, en la-
ten ook geen mans, fehoon
vreemde, üit het Ryk voeren.
ibid. Hanteering van de gemee-
ne Man,en Ambagtsliedèn. ibid.
Fraye ftraaten in de ftad. ihid.
iSlaafagtigheid der Vrouwen.
ibid. Zyn minzaam tegens de
Europianen? uitgezondert de
Portugeefen. 252. \'s Konings
Hof wydloopigbefchreeven,als
mede het Kouraal-Fceft, waar
op den Koning verfchynd. ibid.
Audientie des ^\'chryversby den
Konmg , die werd afgebeeld,
252. Oorlog tuffchcn een Are
de Roe, en den Koning, waar
door de ftad Benin geruineerd
is, en nu meeft onbewoond en
cn woeft legt. en vervolg.
^erbéy eer\\ wild Beesje, befchree-
van. i.
Befnydenis onder eenige van de Ne-
gers gebri^ikelyk, en waar defei»
ve die, nae alle waarfchynlyk-
heid, van daan gehaald hebben.
ip8
Blaas-Hoorem,een ftag van speel-
tuigen der Negers , hoezc ge-
maakt worden, en wie, ook
waaromze eenige maar in bezit
hebben. 131. Ziet ook blad. 127.
Boefi een Vru^t, word van de N e-
gersgekauwt, mitsgaders def-
felfs fmaaken eigenfchap. b. 81.
Boekhouder Generaal op de Goud-
kuft befchreven van wegen fijn
Bediening, Tradement,enz. 95.
insgelyks ook de Boekhouder der
Guarnifoenen. ,nbsp;ibid.
\'Bogt van Guinea beichrceven ,ten
opzigt van fyne gelegenheid en
andere merkwaardigheden, h,
188. De handelplaatfen, en Ei-
landen indefc Bogt gelegen
Bokken op de Goud-kuft befchree-
ven gt;
wsi\\, en een aartig verhaal der
Negers aangemerkt, aangaan-
de de ftank eens Boks. b. i\'è.en
véxvolgens.
Boomen, wilde, zyn veel en ver-
fcheiden op de Goud-kuft. 69
Aanmerkelyke Boomen wegens
hare buitengemeene dikheid en
grootheid zeer beroemd, b. 70.
Boomen worden van dc Fidafe voor
Goden aangebeeden.è. 159. Wer
den met groote offerhanden ver-
eert.nbsp;173.
quot;Boshond. Zie\'Jakhals.
Bos-katten doen onder dcHoenders
groote fchade. b.nbsp;32.
Bos-Rotten, wat voor Bceftenzyn
^.31. Zyn aangenaam ter fpys
ibid. Een ander flag,Bö«?w ge-
naamt, aangemerkt, zynde een
feer fchadelyk gedierte ontrent
dc Granen, ibid. envewolg.
Bojjchenvan de Negers den Afgo-
den toegewyd, mogen niet be.
fchadigd ofontreinigd werden.
142.
Bojjum.i de voornaamfte Vrouwen
der Negers, werden zeer ont-
zien , en dereden waarom-187.
Deefe zyn mooye flavinnen,en
wanneer van de Man beflapen
worden.nbsp;ibid.
Bojfum. Ziet verder op het woord
Fetiche.
Bmtry befchreeven , mitsgaders
goedkoop leven daar voor ee-
nige jaren. 20.\'t Is een gezonde .
plaats.nbsp;ibid.\'
Boiitryfe-Rivier, is Vis-rykenvol
Kaymans. 20. De veelheid der
Apen hier om heen aangemerkt.
21.
Brafo , de eerfte Bediende eens
Negerfchen Konings, enwaac
in fijn pligt en dienft beftaat.
iSz
Bruiloften der Negers. Zietophqt
woord Trouwen.
2uffels op de Goud -kuftjbefch ree-
ven. b.nbsp;26
Buffels, groote meenigte van Bufr
fels ontrent de Rivier di Ga-
bon. b. 195. JagtopBufFels.ipS.-
Buftels befchreeven ten opzigt
van haar gedaante. 199. ten
Èuropiaan word door een Buf-
fel gtdooè.ibid. Hoe de Negers
de Buffels fchieten. ibid.\\ Buf-
fels-vlees is goed en lekker. 2cO.
Bygeloovigheid^et Negers befchree-
ven,nbsp;150
Byz,itten of Concuhynen der Negers»
en hoe defelve nevens hare
Kinderen gehandeld werden.
ipo.
C.
CAbo Loop befchreven ten opzigt
van fijn gelegenheid.^. 200.
Meenigte van Scheepen die fig
hier van water en hout komen
verzorgen, ihid. Handel aanCii-
ho Loo/\'. 201. Woonplaats der In-
woonders. /^/i/. Goede Rhecdc.
ibid.
B L A D W
ibid. Veelheid van Vis. ihid. en
vervolg. Vertrek des Schryvers
van daar, en vervallen beneden
het Eiland^f^.TowÉ-\'. Ziet Tomé.
Cabocors, ecn Dorp, beroemd we-
gens een Engelfch Gebouw ag-
ter het felve gelegen.nbsp;50
Cabocerost wat voor Menfchen,en
van welke waardigheid fy on-
der de Negers\'zyn. 126, Wat
voor faken by defe verhandeld
worden, enophoedanigenwys
een Regts-gedine; van hun be-
fliflword. 154. Hunne valsheid,
Jaten fig omkoopen , waar uit
fomtyds groote ongelukken en
Oorlogen ontflaan. 155. Bera-
ding der Caboceers raet de
Mancevos, over \'t aangaan van
een Oorlog.nbsp;167
Cameleon befchreeven ten opfigt
van \'t geen waarmede fy herle-
ven onderhouden, b. 37. Ver-
anderen van couleur. 38. Hoe
lang fy hven. ibid. De verdere
omftandighedèn, dit aanmer-
merswaardigc Beesje aangaan-
de, aangemerkt. 3$). en vervolg.
Capot-Boom zoo hoog , dat men
fyn top naauwlyks met een fnap
haans-fchoot kan bereiken, b.
70
Cardamom, hoe gvodd. b. 7p.
Carmou,\\fZ.x. flag van Vis is.b.
Cham, \'t Dorp befchreeven ten op-
figt van fijn grootheid eh Voik-
rykheid. 23. Het Fm daar gele-
S É R.
^ , van wat gewigt is, en wie
\'er de Meefters van zyn. ibid.
De Chamafe Rivier befchree-
ven.nbsp;24.
Chriflimnsburg, het Deenfe Fort,
waar gelegen. 6p. Word door
de Negers overrompeld, ibid.
Komt door gefchenken en hulp
der Nederlanders weder aan de
Deenen. ibid. Ondankbaarheid
der Deenen diefwegens. ibid.
Dit Fort vorders befchreeven ,
van wegen fijn fcjioonheid en
fterkte. ibid. en 70
Civet-Katten befchreeven , hoefe
gevangen en opgevoed worden.
b. 32. Haar prys , jong zynde.
iW. Waarom het Civet derMnn-
netjes beter als der Wyfjes is.
ihid.
Cocos Nooten, wat voor een Vrugt
is, hoefe w aften, en wat voor-
deel daar uit ontftaat. h. lt;54
Cocos (Wilde) anders Palmp ge-
naamt, befchreeven.
Coenraadshurg, een Fortres in \'tFe-
tufeLand befchreeven van we-
gen fyn fchoonheid en fterkte.
4gt;5
Commany fe Land befchreeven ten
opfigt van fijn gelegenheid ,
lengte en breedte. 2p, 30. De
Commany fe Oorlog, uit wat
oorfaak, en wanner fijn aanvang
genomen heeft.nbsp;32,33
Commifeniyn onderfcheiden in On-
der-en Opper-Commijeni werden
voor-
flftllll,, quot;
B L A D W
voordcrs befchreeven ten opfigt
van hare Bediening, Xra6te-
ment, enz. lt;gt;2, 93. d\'Onder-
Commifen dosn verantwoor-
ding aan baar Koopmangt;ftaan-
de die voor hen in, lomtydstot
fijn groote fchade, een voor-
beeld hier van. ibid. d\'Opper-
Commifen. Ziet op het woord
Koopman.
Corifeo, twee vermakelyke Eilan-
den in de Bogt van Guineajbe-
fchreeven. h.nbsp;188
Cormantyn, onderfcheiden in Groot
cn Klein, twee Dorpen, beide
befchreeven ten opfigte van hare
groote Volkrykheid, en genee-
ring der Bewoonders. 5:9
Cormantyn fe Appels, wat vooreen
Vrugt is. h. öy.Is een Genees-
middel voor de Roode Loop.
ibid.
Cotofe Koningryk befchreeven, en
deflelfs kleine Magt. 103.
Het Land is dor, zandig en vlak,
fonder bergen of boomen. 104.
De beleefden inborfi; der Coto-
fen aangemerkt, byfondervan
hunne Koningen, ihid. Hunne
. Slavenhandel, ihid. Het Land is
vol van Afgoden-beelden. 105.
De foberlieid der Jnwoonders.
ihid.
Crevecceur, t^Xi Fort dsr Neder-
landers befchreeven ten opfigt
van lyn gelegenheid, groote,
fterkte , en goeden Handel al-
daar.nbsp;-nbsp;68
Y S E R.
Crißa, een foort van Wyn. Soek
op het woord IVyn de Talmhoom,
Crocodil of Cö^wï^ïb befchreeven we-
gens zyne geftaltte eii grootte.
b. üy. Zy doen nog Menfchen
nog Beeften leed. ^id. Zyn be-
fwaarlyk dood te {Schieten, en
waarom.nbsp;2f
D.
DEenfthen-Berg , beroemd we-
gens een Fortder Engelfchen
daar op gebouwd 54. Is lang
verwaarlooft geweeft , dog
word nu -by uitfteekendheid
fterk gemaakt.nbsp;ihid.
Dievery, waarom van de Negers
voor geen fonde geagt word.
145. .Straffe over Dievery , en
het onderfcheid van., endoor
wien , geftoolen word. 15S.
Waar in de grootfte Dievery
beftaat.
Dinkirafe Landfchap, waar,en hoe
ver van de Forten der Neder-^
landers gelegen is. 73. Hebben
een fwaren rykdom van Goud
befeten. 74. Van wat plaatfen fy
komen Handelen. ihid. Hebben,
. uitgefonderd de Fetiches,goed
Goud. ihid en vervolg. De Ho-
vaardye der Inwoonders be-
fchreeven, neeven» de beleedi-
ging des Afiantefe Konings ,
door hun Opperhoofd ge-
pleegd. 7J. Werden in twee
Veld-
-ocr page 577-B L- A D W
Veidfiagén, waar in over de
honderd duifend Menfchen ge-
bleven zyn, t\'eenemaal verdor-
ven, en vernielt.nbsp;j6
DireSleur Generaal op de Goud-
kuft befchreven, ten opfigt van
fiin Bediening, Gefag, Traöe-
meHtjenz.5?3 ,94. Deflelfs groot
Gefag in de Raadsvergadering.
99
Dood, alle de plegtigheden van de
Negers waargenomen ontrent
eenen Dooden, Ziet op het
woord Overledenen.
Doodßag word by de Negers voor
geen zonde geacht, en de reden
waarom. 145. Strafte wegens
Doodflag is tweederley, ten
aanzien van een flaaf en een
Vrygebooren, en waar in de-
felve beiderzyds beftaat. i^j.en
•uervolg.
Donder doet groot geweld aan El-
mina , en eenige voorbeelden
van deftelfs kragt. log. Als
\' mede in het Antcfe ontrent
Boutry. ihid. Ontrent Axim.
iia Aan Cormantyn,ï\'^/i. Aan
Acra en Mourée.nbsp;ihid.
Dorothea, een Fort der Branden-
burgers befchreeven ten opzigt
van fijn gelegenheid, groote,cn
fterkte
Dor/»?» der Negers worden van
hun, donder acht te geven of
« het aan een vermaakelyken oord
is of niet j ter neder geflagen
Y s E R.
7Snbsp;■
Pragon is opdcKuftzeerftinkend
en verveelend, h.nbsp;g^
Dr«Tüjn,een Landftreek,wien5 In-
woonders gcfcherpte Tanden
hebben, zyn zeer wild,en grote
liefhebbers vanmenfchen-vlees.
^73
\'DuifendLeenen zyn op de Kuft in
overvloed, en haar fteeken ver-
oorfaakt een grOote en brandi-
ge fmcrt. ,5.nbsp;53
Duivel word van de Negers ge-
loofd, diefy egter nog aanbid-
den, nog Offerhande doen. 147,
148. Hoe dc Duivel\'op zekere
tyd van \'t jaar uitgebannen
en vervolg.
Duiveh-Serg waär gelegen , en
waarom dus genoemtis. lt;S2. Is
Goud-ryk, en op wat voor een
wyze het Goud daar gevonden
word- z^i^. Aanflagdcr Engel-
fchen op defen Berg, om\'er in
te graven. ^^
Duiven befchreeven, nevens der-
felver meenigte op de Kuft. k
E.
T^Tleiruy, of onder de Negers
zyn by welke gelegenheid
een misflag van zeker 5chry ver
dies aangaande, aangetoond
quot;Oo
Edti-
B L A B W
Edmrd \'B-aner xm Mulat , be-
fchreeven van wegen fijn groote
magt. 53. Dcffelfs levens-wan-
del.nbsp;54
Eed, hoe van de Negersgefwoo-
ren word .\'35?. En hoe haar Eed
weder afgenomen kan worden.
ibid. Hoedanig de alierfwaarfte
Eed word afgelegt. ibid.:
Eed-drank, waaruit beftaat,cn in
wat geval gedronken word. 139.
Eed van Zuivering, hf de Fidafe
Negers gt;hoe a^elegtword. r3ê\'
Eendvogels van de\'Kuft, befchrce-
venjten opzigt van hare geftalte,
fchoonheid van VederenjCn an-
dere hoedanigheden, b. 21
Wide en Greene Eendvogels,tu
de verfcheidenheid , mitsgaders\'
haar fchoonheid aangemerkt, h.
42
Engelfche wordtn van de Negers in
het Fortje Infama beleegcrt,o-
.vereen komende defe met mal-
kander om vals Goud uit tegee-
ven. 17. Wat voordeelen fy hier
door genooten hebben. i S. De
Engelfchen zyn naalatig in \'t be-
fetten van hare Fortreifen. 50.
Waarom fy jaarlyks meer doo-
den onder hare Bediendens
hebben als de Nederlanders. j2
Ejels van de Goudkuft befchree-
ven opzigt van hare grootheid
en verdere hoedanigheden, b.
i9
r s e r.
e.
FAntyn, het Landfchap be-
fchreeven ten opzigte van
fijn lengteen breette. 57. De
Forten der Engelfchen en Ne-
derlanders, in dit Land gele-
gen \', van wat aangelegenheid
zyn. ibid. De magt en rykdom
der Fantynfc aangemerkt. 58.
Haar Opperhoofd befchreeven,
en waar in fijne Bediening be-
ftaat. ibid. De Fantynfe zyn
groote Handelaars, waar on-
der ook een groot getal van
Vifters. 59. De Nederlanders,
mitsgaders de Engelfchen wor-
den qualyk gehandeld van dc
Fantynfe, en watfy-voor ieder
Schip, daar ter Kuft komen-
de, trekken. 59. 60. Krakeel
dies aangaande.nbsp;ibid.
Feeften der Negers, hoeveel, en
wanneergehouden worden .149
Fff/9 der Negers over het vangen
van een Tyger. h.nbsp;8p
Fernando Po, een Eiland in de Bogt
van Guinea gelegen, befchree-
ven. b. 188. Word van ccn
woeft Volk bewoond. ibid,
petichet r, een Paap diep in \'t Land
i woonende, van wien veele zeld-
zaamheden verhaald worden,en
die door zyne Lanslicden voor
een
B A ï)
een halve God gehouden word.
140, 147
Fetiches yQtn zeeker flag van Goud,
en hoe het gemaakt word. 74.
Op wat wyfe hier door de Swar-
ten andere bedriegen, ihid. Het
woord van Fetiche waar fynebe-
naaming van daan heeft, 137.
Word in den Godsdienfl; in by-
zondere voorvallen gebruikt.
13S
FetUi het Landfchap befchreeven
van wegens fijn grootte,lengte,
en breette.nbsp;4P
F^ï« was ook voor defen vry mag-
tig, dog is nu geheel zwak, en
de reden hier van, ihid. Zyn
fraayigheidaangemerkt. 50. De
Inwoonders waar medefy zig er-
neeren.nbsp;ihid.
Vida, het Landfch ap waar fyn be-
gin neemt, h. 111, De lengteen
Breette hier van aangetoond.
112,nbsp;Word verder befchreeven
ten opzigte van fyn groote en
Volk ryke Dorpen, ihid. en ver-
volg. Schoon gefigt door de veel-
heid van Dorpen en Boomen.
113.nbsp;Heeft fchoone Vaileyen.
ihid. Het Land is wel bebouwd,
en defl\'elfs vrugtbaarheid aange-
merkt. ihid. De Inborft der Fi-
dafe befchreeven. 114. Hunne
f eerbiedigheid tegens de Euro-
pianen , en ook tegens malkan-
deren teM.ihid.envervolg. Hoe-
danig twee Perfoonen van g?-
lyke ftaat malkanderen bejegeï^
nen. 115. Wat hunne Handwquot;er-
ken buiten de Landbouw zyn.
i ilt;5. Wat voor Hanteering dc
Fidafe Vrouwen hebben, ihid.
Dc groote Handel in flaven aan
gemerkt, 117. Hun Godsdienft
waar in beftaat. ihid. Trouwen
zonderling veel Wyven. ihid.
Zyn op defelve foomin-yverig,
datfe die op het minfte vermoe-
den van oneerbaarheid aen de
Europianen verkopen. 11 g. En
de fware ftraften over \'t befla-
pen vaneen voornaam Perfoons
Wyf aangemerkt, ihid. \'s Ko-
nings Wyven mogen felf niet
aangeroert worden, ihid. Hoe-
danig\'s Konings Wyven zig
buitens Huis ged ragen./^/i. Dc
Koning verkoopt fomtyds een
getal fyner Wyven. iip. Dc
Soon is Erfgenaam van fynsVa-
ders goederen en Vrouwen./^/i.
Veelheid van Kinderen der Fi-
dafe aangemerkt. 120 De Fi-
dafe zyn groote Dieven. 121,
en hunne ftoutheid daar ontrent
door eenige voorbeelden aan-
getoond, 12 2. Van Diefftal
heeft men nog regt nog vergoe-
ding te verwagten. 253. Hare
Kleeding. 124, Gaan alle,Mans
en Vrouwen,kaal gefchooten.
ihid. Zyn feer beangft voor de
dood, en de reden hier van. 125,
Maaken geen onderfcheid in
Oo 2nbsp;den
in beftaan. b. 6. Derfelver ge-
bruik , hoewel tegenftrydig
fchynd te wefen , word egter
meenigmaal feer goed bevon-
den.nbsp;7.
St. George, de Hoofd-Fortres der
Engelfchen , befchreeven van
wegens hare wclgelegenheid «
fchoonheid,en fterkte. 5o.lsmet
flegte Manfchap bezet. 51
St. George d\'Elmina, een Kafteel,
van wie gebouwd, en waar ge-
legen. 44. Word verder be-
fchreeven ten opzigt van zyn
fterkte, en andere merkwaar-
digheden. ibid. en ver-volg. Ziet
ook blad. po
Ge-weer der Negers waar in beftaat,
X\'jl. en vervolg.
Godsdienft der Negers, en dever-
fcheidenheidvan gevoelen dit
aangaande, befchreeven. 134.
en fuervolg. .
11.1 Goud-, op wat wyze, cn waar het
Goud gevonden word. 80. De
Goud-Mynen zyn niet in \'tge-
weld der Europianen. ibid.Hot-
danig hetGoud geluiverd word,
en hoe veel de Sw artinnen fom-
tyds op een geheekn dag ver^
dienen. 81. Dc gedaante van
hetlt;jOud befdireeven. ibid. Vals
\'Gmd , hoe van de Swarten ge-
maakt word^ en \'t bedrog van
lt;lien aangemerkt. 83.\'Hoe men
het valfche Goud kennen kan,
ontdekt. ibid.\'Ezn overflag van \'t
B L A D VvT
der. tyd, en zyn groote Ree-
kenaars in den Koophandel. 126
Maanftondige Vrouwen zyn
onrein. Hebben de Befnydenis.
ihid. Hunne Speeltuigen. 127.
Hare Regeering, Godsdienft,
enz.nbsp;ibid.
Fifcaal op de Goud-kuft befchree-
ven wegens fijne Bediening ,
Tractement en fijn profyten. pj.
Des Onder-Fifcaals Ampt waar
in beftaat, en hoe veelftjn foldy
bedrfiagt.nbsp;ibid.-
Vrederiksburg, een Fort der Bran-
denburgers , befchreeven ten
opzigt van fijn gelegenheid en
fterkte. Des Opperhoofds
Eernaam en Gefag aangemerkt,
cn hoedanig zeven Generaals ,
op den andcreen gevolgt, ten
tyde des Schryvers geregeert
hebben. 10. Het verval der
Brandenburgers hier aange-
inerkt.
GEheim-Schryver op éQ -Kuft ,
wat voor een bediening is,
en fijn Traftement.nbsp;pj
Geiten op de Kuft-befchrecvcn ten
opzigt van hare geftalte,fmaak,
en prys. b. 18. Een aartig ver-
haal der Negers van de Geiten,
aangemerkt.nbsp;ibid.
JGenm-middslen dgr Negers waar
.A
-ocr page 581-Goud gemaakt, hoe veel\'er jaar-
lyks wel aan \'t ftrand word ge-
bragt, en de verdeeÜng van dien.
S6, Sj. En hoe de gefteldefom
te verftaan is.nbsp;ihid.
Granaat-appelen op de Kuft be-
fchreeven. h.nbsp;lt;58
Guinea befchreeven ten opzigt van
fijne wyduitgeftrektheid,enon-
tallige menigte van Koninkry-
ken. 3, 4. By welke gelegenheid
eenige Schryvers dien aangaan-
de, wederfprooken Vfoxd.ibid.
De lengte der Guinefe Goud-
kuft aangemerkt, ibid. De naa-
men opgegeven aller Land-
fchappen op defe Kuft. 4,5.
Guinefe Goud-kuft befchreeven in
\'t gemeen. i.In \'t byzonder,op
wat hoogte defelve gelegen is.
101. \'t Is aldaar te Land foo
heet niet als\'er de roep van gaat.
f^/i.d\'Ongcfondheit van dit land
waar van daan fijn oorfprong
heeft. 10 2 en vervolg. Verande-
ring van het Weer op de Goud-
kuft, fwaare Regens,Winden,
Donder en Blikfem, enz. 107.
en vervolg. Het groot onder-
fcheid aangemerkt tuffchen de
hitte en koude van de tegen-
woordige en voorgaande tyd,
II ]
HAagdiften befchreeven, mits-
gaders hare verfcheiden-
heid. i^zi. Haar Koft waar in ferg-
flaat. ibid. Hare geftake. ibid.
Handwerken der Negers waar in be-
ftaan.nbsp;122
Harder,een Rivier-Vis op de Kuft
befchreeven. b.
Hartebeeften befchreeven wegens
hare veelheid,en veeldcrleilieid.
Hare fneiheid aangemerkt.^. 28.
Hajen befchreeven ten opzigt van
haar grootte cn geftaltte. 58.
Zyn der Negers gemeenfte koft.
ibid. DeHay fchiet fyn Kuit niet
gelyk andere Viflen,maar werpt
fyn Jongen, ibid. Is het vinnig-
fte van alle verftindende Die-
ren. ibid. Hoedanigfy der men-
fchen Lichamen verflinden, en
\'er malkander om aantaften en
vechten. en ver volg. Een aan-
merkelyk verhaal eensHays met
een Schipper door hem gered.öo
Heel\'Meeßtrsdex Negers wat voor
luiden, en waar in haar konft be-
ftaat. b.nbsp;S
Hoenders heCchreeven wegens hare
meenigte, en geftalttc^. 21.
Een Hoen voor twee Pypen ,
waar gekocht word. 17p
Hoeren. Ziet defe ftof aangaande
ook op het woord Hoererj\'. On-
getrouwdeWyveazyn onder de
Negers meeft alle Hoeren, dog
dragen\'er den naam niet van , en
blyven hun eigen meefter. 202.
Gemeene Hoeren in de Ardra-
fe Landen, en haar plicht aan
Oo 3 ge\'
gemerkt. 203. Defewerden tot
die Hanteering niet gekocht,
maar door ryke en vermogen-
de Lieden aan \'t gemeen ge-
fchonken, en y?at fy daar me-
de voor hebben.nbsp;ibid.
Hoerery is feer gemeen onder de
Negers, zynde defe daar geen
fchande. 199. Wat het voor
Vrouwlieden zyn, aan wien de
naam van Hoer maar alleen ey-
gen is. 200. Hoedanig een Per-
foon tot de Hoerery ingewyd
word. ibid. Hoe groot haar loon
is 201. De ellendige ftaat defer
Vrouwlieden aangemerkt,wan-
neerfe door onreine ziektens
worden aangetaft. ibid. Jn wat
hoogachting fy zyn, wanneer-
fe in haar fleur zyn. ibid. enver-
volg.
Honden van de Goud-kuft be-
fchreeven ten opzigt van haar
grootte en verdere hoedanighe-
den. b. 20. Hoefe inhaarvoort-
teelen veranderen. /W.Zy wor-
den van de Negers voor een lek-
ker eeten gehouden. ibid.
Honig-Tyen op de Kuft , en derfel-
ver vo®rtreffelyken Honig aan-
gemerkt. b.nbsp;53
Hoofdluyden Onder de Negers hoe
gekoofeu; en ookbeveftigt wor-
den.nbsp;127
L
JAbife Konïngvyk waar gelegen,
en hoe ver het zig uitftrekt.
2 2. Is machte!oos,en word door
de Adomfeondergebragt. ibid.
Jago {SainB) een Berg, voor wiens
behoud groote zorg gedragen
word, en waarom.nbsp;48
Jakin het Landfchap waar gelegen»
en onder wiensgehoodaamheid
het zig buigt.nbsp;187
Jakhals befchreeven ten aanzien
van fyn ftoutheid, grimmigheid,
en verflindende aart. h. 27.Waar
defelve meeft gevonden, en op
wat wys gevangen worden, b.
ibid. Een Jakhals aan Commany
gefchooten, en deflelfs geftalt-
te. po. Waar hun kracht meeft
in beftaat. ibid. Een Negerin
word door een Jakhals uit den
Huis gehaald, ibid. Dog weder
ontzet.nbsp;pi
Jammes9 een Aardvrucht van een
feer groot gerief, en hoe de-
felve groeid. b.nbsp;74
Indigo aan Fida befchreeven.^. 183.
is daar overvloedig. \' ibid.
Infuma waar by een Engelfch For-
tje gelegen is, *t welk befchree-
ven word ten opzicht van fyn
geringheid , en flegten handel
aldaar. 17. Der Negers fchelm-
achtigen aart hier ontrent woo-
nende, aangetoond. ibid,
K.
T^ Abbeljauw, BrafiIiaanfche,op
de Kuft feer goed. b. 55
W Y S E R.
Eo^^e^oe, een groote Hoenderdiefr-
befchreeven van wegen fijn ge-
ftalte en boosaartigheid. b. 33
Koning onder de Negers, met wat
voor plechtigheden hytot defe
waardigheid verheven, en ook
beveftigd wórd, 126. \'t Gefag
der Koningen aangemerkt, en
derfelver benaaming op fyn Ne-
gers. i j6y 177. Hun ftaat en
hunneWoonplaatfen. 177 Hun-
ne inhaaligheid en gierigen aart.
178. Zyn feer gemeen faam met
een iegelyk, en felfs met hun-
ne üaven.ibid. Waar van de Ko-
ningen moeten leven en beftaan.
i So. Eenige hebben feer kleine
Inkomften, en hunne armoede.
ibid. De opvoeding van hunne
kinderen befchreeven. ibid. en
iSi. Hunne Bediendens en Of-
ficianten.nbsp;182,183.
Koning aan de Rivier di Gabon
wind fyn koft met Smeeden. b.
ip4.
Km van Fida befchreven ten
opzichte van fyn aart, en ge-
ringe ftaat. b. 133. Tydverdryf
cn liift tot fpeelen. 133. Hoeda-
nig het in fyn fpreek-kamers
\' gefteld is. ibid. Zyn Dienaars ,
en waar in voornamentlyk de
Bedieningen beftaan. 134, Gro-
te Inkomften des Konings,
en meenigte van Tollenaren.
155. Hoe veel Tol hy van ieder
flaaf krygt. ibid, Zyn Vis-Toi
aan-
B L A D
Klt;ï^fr/7ö/,{l:ukjens van Goud,word
door de wandeling voor gemunt
Geld op de Goud-kuft gebruikt.
§2. Hoe gemaakt worden, ibid.
Kalkoenen op de Goud-kuft zyn
niet veel byfonders.nbsp;21
Kapucyners, twee domme Papen,
en groote Brandewyn-zuipers ,
nemen den Dienft op \'t Eiland
Annaboa waar. b.nbsp;207
Katten van deGoud-kuft befchree-
ven, worden van de flaven op-
gegeeten. b.nbsp;20
Kiekediemn y zyn fulkc ftoute Vo -
gels, datfe de Negerinnen, met
Vis ter Markt zittende,of langs
de ft raat gaande, defelve ont-
neemen. b.nbsp;44.
Kinderen-by de Negers erven niet
van hunne Ouders, cn hoe het
met de erffeniffe toegaat. 190. en
vervolg.
Kinderen onder de Negers hebben
veele en verfeheide naamen, en
waar fy defelve van daan halen.
^97\'
Kinder-pokken een groote qUaal on-
der de Negers.nbsp;10)
Klap-fchool m quot;Drink-plaats der
Negers. 17p
Knodfemyn der Fidafe befte Ge-
weer , en waar infe hun meefte
vertrouwen ftellen. b. 185
Koeyen op de Goud-kuft befchreè-quot;
ven ten opzigte van haar groot-
te, meenigre , en andere hoe-
danigheden. b. 16
B L A D W
aangemerkt. 136. En wat de
fcheepen daar ter Handel ko-
/ mende opbrengen moeten, ihid.
De verdere gewoontens van die
Koning.i\'. 137. en vervolg.
Konjiabel vernageld het Kanon in
het door de Swarten belegerde
Fort Vreede»hurg iV/a3.\':dooi: de
Belegerde in groot gevaar ra-
ken.nbsp;30. en 31
Koopman op de Goud-kuil be-
fchreeven ten opzicht van fyn
Bediening, Waardigheid,Gefag
Traélement,enz. en vervolg.
Kreeften en Krabben op de Kuft
Ichreéven. 5Ö
Krombekken, 7.iet Snippen.
Kroon-vogel dc Fidafe, een feer
fraye Vogel, word verbeeld we-
gens lyn feldfaamheid en bui-
ten gemeene fchoonheid. b. 43.
Wat frayigheid die van de
Goud-kuft heeft. 71
Kruiden nog groen zynde, worden
van de Negers voor Genees-
middelen gebruikt, en dienftig
voor deziektensbevonden. b.6.
Ook. voor Wonden. . 7
Kuif z^onder grond befchreeven. b.
277
Ku. . dekker, wat foprt van Vis
isb.nbsp;55
L.
Adingcour \'t Koningryk be-
-^khreeven.^. loi. De/sToning,
Y S E R.
mitsgaders fyneonderhoorige,
moeten zig buigen onder de ge-
hoorfaamheid van Aquamboe,
van wienfe veel moeten verdra-
gen. b. ibid. Defe Landftreek is
feer ryk in Vee, en fomtyds in
den5lavehandel. ibid^ De Land-
bouw en groote Visvangft der
Inwoonders aangemerkt. 120
Lampi, het Koningryk heeft een
kleine macht, en de reden hier
van. b.nbsp;103
Leguaan-, wat voor een Beeft is.
^.33, Word aan Mouré voor
een Afgod gehouden. ibid.
IJmoenen groeyen de heele Kuft
over in overvloed, hoe veel zap
fy jaarlyk uitleveren,en den prys
hier van.
Lorrendrayers wat voor Scheepen
lyn. 8. Hoedanig met defelve ge-
handelt word alfe vermeefterd
worden, ibid. en vervolg.
Louis Hannibal een Aflinefe flaaf,
geeft zig voor Koning van Afli-
né uit. b. 2op. Word gedoopt
en ontfangt veele gefchenken,en
word met vier fcheepen nafyn
Vaderland begeleid. 21 of
Luyaards befchreven wegens fyn
loomcngang,en kelyke geftalt-
te. b.nbsp;30
Luipards of Leopards op de Goud-
kuft befchreeven, wegens hare
jneenigte en,veelderhande flag.
b. 26. Hare grimmigheid aanger
merkt. ibid. en vervolg.
Lyd\'
Lyd%gt;aamhetd, het Fort befchreven
van wegen fyn gelegenheid , en
fterkte.
M.
MAlam oi Guinefe\'Peper gt;hot
groeid. b.nbsp;80
Mancevosy jonge Manfchap der
Negers, maaken een decider
Regeering uit. 15 ?. En hoe won-
derlyk fy ontrenteen Rechtsge-
ding te werk gaan. 154. Recht-
bank der Mance vos. 1(56,1 lt;57.
Berading der Caboceers en
Manccvos over het aangaan van
een Oorlog.nbsp;167
Metz^elaar, word door een Slang in
\'t aangefigt gefpoogen,blind, cn
weder herfteld. b.nbsp;8s
Mieren op de Küft maaken Huifen
terhoogte van tweemansleng-
te, en groote Neften. 53. Ko-
men fomwylen meteen vervaar-
lykc meenigte in de Forten der
Hollanders, en taften het Vee
aan, \'t welke fy foodanig opee-
ten, dat men\'snwrgens niet als
het overgeblevene geraamte
vind. b. ibid. Hoenders , Dui-
ven, en Rotten brengen fy om
hals. ibid. Meerdere zeldzaam-
heden dien aangaande, aange-
merkt. Ä Veelderley flag van
Mieren , en foo] fterk van ge-
bit, datfe in eene nacht door
een dikke houte Kift konnen
doorboren.nbsp;ihid en 54
MiJkia, watvoor een Vrucht is. b.
71 . Tweemaal word: jaarlyks de
Milhio gezaaid en ingeoogft.
Hoedanig defelve waft. jó.
Geeft feer veel Koorn, en wat
fyn prys is.
—— Kleine of Mais, hoedanig is,
hoefe waft, en haar prys. ^.72.
en vervolg.nbsp;~
Mina het Dorp befchreven w egens
, fyn grootheid, 45. Waseertyds
Volkryk, dogistegcnwoqrdig
arm , en de ,reden hier van. 46.
Moure\'y cen Dorp^berocmd wegens
het daar gelegene Fort Nalfauw.
%6. Is Volkryk , zynde de ße-
woonders meeft Vifters. ihid.
Word verders aangemerkt ten
opzigt van fyn Vis-Tol. ihid.
M/^^y^« op de Goud-kuft befchree-
venten opfigte van hare meenig-
te , en de grote fchade door haar
veroorfaakt. b.nbsp;20
befchreeven, van wegen
hun afkomft , en haar Gods-
dienft. 13 2. Zyn fchelm-cn boer-
achtig, 133. Hocgekleed gaan.
Hun gedaante isleelyk^, en
fyn van een boofen aart. ihid.
Mufcus-Muifen befchreven, en de
reden vanharen reuk. h. 23
N.
NAffau-w.het Port wiegebouwt
heeft,en waar gelegen. 56.
Word verder befchreeven ten
opzicht van fyn fchoonheid ,
Ppnbsp;wêl-
B L A D W
welgelegentheid, èn fterkte./^/J.
legers fyn in \'t gemeen twee qualen
onderworpen i als de kinder-
pokken ende Wurm, en hoefe
geneefen worden. 105. De Ne-
gers fchoOn gefond levende j
waaromfe egter felden tot een
hogen ouderdom geraaken.] 06.:
Haar vroege kennis, aangaande
^het Venus-fpehaangemerkt, en
waarom felden een Huuwbaar
Vrouwsperfoon Maagd bevon-
den word. 107. De Negers be-
fchreven wegens haar bedrie-
gelykheid , \'en guitagtigheid.
115. Zynluy en zorgeloos, ibid.
Grootshartigheid der jonge
Manfchap in kleding. 114. Zyn-
de die van de Oude heel fober
en flegt. 115. DeHovaardy van
de Wyven in baarklederen be-
fchreeven. 11 j.Hoedanig de op-
voeding van hare kinderen is.
117. Wat voor onkoften fy heb-
ben in\'t kinderbaaren. ihid. By-
geloovigheid ontrent jonge kin-
deren gebruikelyk. 1 ip. Waar in
het voedfel der Negers beftaat.
ilid.Zynhy uitnementheidgie-
rig. ihid. en groote liefhebbers
van fterken drank. ihid. Hare
pligtpleging en groetenifl\'en
waar in beftaan. 120. \'Hare
ScVeepvaarten Vaartuigen. 125.
De verfchsidtiïfeeid van fpraak
T S E R.
onder de Negers is ten
opzigt van haar ftaat.nbsp;en
vervolg. De verfcheidenheia van
gevoelens onder de Negers we-
gens denGodsdienft. iß^.en ver^
volg. Zyn met veele Afgoden
voorfien. 142. DeRoomfche
fouden in\'tbekeeren der iVegers
meer voordeel doenals andere ,
en de reden waarom. 143, Ver-
fcheide gevoelen der iVegers,
aangaande een ander leven naa
dit tegenwoordige. 144, en
vervolg.Gtloyen aan Tovenaars.\'
en aan den duivel, dog fonder
hem aan te bidden, nog eenige
offerhanden te doen. 147. 148.
Het Trouwen der Negers hoe in
fyn werk gaat. 185. De iVegers
Trouwen fo veelWy ven alsfe be-
geeren, en defelve moeten voor
hen in\'t land gaan arbeiden. rSö
Hebben met hare Wyven geen
gemeenfchap van goederen, ipo.
Hunne kinderen erven niet van
den Vaderjcn de redenen waar-
om. 190, ipi .Hun rykdom waar
inbeftaat. 192. De Negers land-
waarts in wonende fyn feer ftraf
in\'tbeftraffen vanoverfpel. ipj.
Een Neger overleden fytï^ ,
doet de Priefler onderfoek, of
hymeineedigisgeweeft, ofJjei-
melyk dojamp;r fynTy an dêh vergif-
tigd/r^.Een aartiggeval dit aan
der Negers aangetoond.--124. _^«ande, waar door den Dienaar
Wat ^oor een onderfcheid | onfcs Schryvers, neven een an-
der.
B L A D W
der , in levens gevaar gefteld
wierden. b.nbsp;ihid.
^oard-kapers befchreven / mitsga-
ders de vreefe der andere Vif-
fchen by de aankomft van defe.
b.nbsp;èn vervolg.
O.
OEgwa) een Dorp, word door
d\'Engelfchen van fyn In-
woonders ontbloot, en de re-
den hier van.nbsp;52
Oeßers groeyen op een wonderlyke
wyfe voort in de BoutryfeRivier.
21
Offerhanden der Negers aan hare
Afgoden, wanneer en waaróm
gedaan worden.nbsp;HS
Offerhanden in tyd van ziekten, waar
in beftaan. b.nbsp;4
Offray het Landfchap befchreeven
ten opzicht van fyn gelegenheid,
verwoefting door de Popofc, en
andere omftandigheden. 187
Oliphant befchreven ten opzigt van
fijne veele en aanmerkelyke hoe-
danigheden. b. 22.Degroteder
Oliphanten op de kuft van Gui-
nea aangemerkt. 23.Do.en groo-
te fchade aan de Ooft-boomen.
ibid. De Oliphanten doen de
Menfchen, wanneerfe defelve
ontmoeten,niet aan. Ä Kon-
nen wel fwemmen. 24, Zyn niet
wel dood te fchieten, als op twee
plaatfen. ïT-ii. De Landfchappen
aangemerkt waar deOliphanten
Y S E R.
gevonden worden, ibid. Veel O^
liphanten aan Acra, waar onder
eenen gefchooten, en hoe fwaar
deftelfs tanden waren. 25.Rede-
neering onfes Schryvers, ofhet
welbedenkelyk is dat . een Oli-
fyn tanden fou verwiftelen. ibid.
Een Oliphant ftaat een Neger te
pletteren, p 1 .Krygd veel fchoo-
ten, enblocdfterk. ibid. Een Ne-
ger wil deffelfs ftaart affnyden,
dog word door den Oliphant
gedood. p2. Wat kogels vereift
worien om een Oliphant tc
fchieten. p3 .Oliphanten fterven
het liefft in een Bofch, of onder
Bomen.95. Groote menigte van
Oliphanten ontrent de Rivier
Rio di Gabon. b. ipö.EenOli-
phant gaat heel zag jens langs de
Rivier, dies de Schryver met eb-
nige van de fynen op hem los
gaat. 1 p7.0ntmoeten in het we-
derkeeren vyf Oliphanten. ibid.
Een doode Oliphant, wiens tan«
den zeventig pond woegen, in \'t
geraamte gevonden. ip8
Oorlogen ontftaan onder de Negers
uithet invorderen van fchulden.
ipS. Ook uit begeerlykheid tot
eensanders Goed.nbsp;idp
Oorlogen vzWtw onder de Negers
niet koftelyk, en hoe weinig de
fpldaten krygen voor datfe ren
Oorlog trekken. en vervolg.
Oppaßers dernbsp;vierde Bedien-
densbydeNegerfcheKoningen,
Pp 2nbsp;en
B L A D W
en waar in haar werk en plicht
beftaat.nbsp;183
Qranje-appeïen waar meeft groeyen,
en derfelver deugd aangemerkt.
b.nbsp;59
Qvjrkdene onder de Negers hoe
vande Priefter onderfogt wor-
den,offe meineedig in haar leven
geweeft, dan offe door vergif
omgebragt fyn.gt;. 8,9.Meerdere
plegtigheden ontrent het onder-
foeken, waarom.deNeger over-
leden is,aangemerkt. b. ihidMos.
met het doode Lichaam gehan-
deld word.i i .Hoe den roUw be-
klaagd w ord. 12.Hoe de Over-
ledene gekleed en opgefchikt
word. 7^ïrf.Hoedanig het Lykter
aarde befteld word. ihid. Wat
voor pragt in derfelver uitvaart,
byfonder als het een voornaam
Perfoon geweeft is , gepleegd
word. 13. Menfchen-Offerhan-
hande voor den overledenen ge-
daan,en met wat voor een wreet-
heid dit gepleegd word. ibid.
Meerdere plegtigheden hier on-
trent waargenomen, als een hut-
je te ftellen boven het graf, en de
waffching der Beelden op de
graven gefet , naa een jaar tyds,
en een tweedeuitvaart,ziet.i.\' 4.
De Negers zyn feer gefet om in
haar Vaderland te mogen begra-
ven worden, en hoe; fulks toe-
gaat.nbsp;ibid.
Overfpé word by dc .Negers voor
Y S E R:
geen zonde gehouden,en de re-
den waarom.nbsp;145
Overfpeh hoe van de Negers Land-
waart in wonende,geftraft w ord.
m
P.
PAdden tuflen Mouré en Cor-
mantyn, foo groot als een
groot Tafelbord, b. 50. Vegten
met de Slangen.nbsp;51
Paarden op de Goud-kuft befchre-
ven ten opzicht van haar kleine
geftalte en leelykepoftuur. b.19
PÄe/öK? befchreeven, wegens fyn
fchoonheid, grootte, en andere
frayigheden.^.nbsp;41
Palmboom. Zoekt Wyn de Palm-
; hoorn.
Papayen befchreven ten opzigt van
fijn regte en eigcntlyke geftaltte,
, en het gevoelen van andere
Schryvers,dien aangaande, we-
dtxf^xdktVi.h. óquot;^. en vervolg.
Papen der Negers,wat flag van volk
is. 141. Hoedanig fy den Afgod
vragen, en hunne flimmigheid
daar ontrent aangetoond, 140,
141, Haar gefag indenOorlog
aangemerkt. 173. Hoedanig de
Papen de Overledene Negers
na de oorfaak van hun dood vra-
gen.^. 9. En wie, cn wat\'er ge-
antwoord word. h. 93 if\'
Papen zyn by de Fidafe in grootag-
ting, en mogen nist ter dood ge-
bragt worden.nbsp;Ï74
^ Pa-
Papegayen dtx Kuft befchreeven in
gemeen.^.nbsp;48
Patmtesetn Aardvrugt, welke ge-
braden of gekookt, voor Brood
gegeten word,hoe groeid. h. 74.
Haar gedaante,fmaak, eri verde-
re omftandigheden befchree^n.
Patryfen zyn door de heele Kuft in
overvloed, b.nbsp;4^
Perokietjes feer moy e beesjes,komen
egter heel ras te fterven, niet te-
geftaande eenig Schryver ge-
waagd datfe 40. jaren lang fou-
den leven.nbsp;48
Pigment een foort van Peper, hoc
groeid.iamp;. 88.Isby uitnementheit
heet en gefond.nbsp;i^id.
Pifang-hoom, een Plant di« noit uit-
gaat. Is feer beroemd we-
gens fyn bladeren,en eeniger ge-
voelen,dat Adam en Eva met de-
fe bladeren fig\' bedekt fouden
hebben.nbsp;67
Pijie \'Pamphers wat flag van Vis is,
en fyn aangenaamheid van
fmaak aangemerkt.nbsp;sf
\'t Pletten dér Negers hoe in fyn
werk gaat. ^nbsp;153-157
Pligtplegingen en GroeteniCfen der
Neg\'ers hoe gefchieden- 120
PokkociCen grote Vogel, raar om
fyn afgryfl\'elyke leelykheid. h.
PoM/,een drank.waar door vele En-
gelfchen door\'t overmatig drin-
ken van dien,het leven verliefen.
52
Popo (Groot) het Koningryk vak
vanFida af,en deOorlogen dief-
wegensbefchreven. iop. Het
Popofe Eiland. 110, De In-
woonders hebben gebrek aan
leeftogt. thid. Haar Slavenhan-
del, en Vis-vangft aangemerkt,
, fbid.
Popo (Klein) befchreven ten opzigt
van fyn lengte en breedte.
Isonvrugtbaar.-5. io5. De In-
woonders fijn ftrydb2ar,voorna-
mentlykhunlaatfteKoning./5/^lt;.
De Oorlogen tegens die van
Offra , welke fy ook t\'onderge-
bragt hebben, aangemerkt, ihid.
\'s Koningaanflag op Fida, die
■ hem mislukt, befchreven. ihid.
Hun Koning word door de Co-
tofe verflagen. 107. De In-
woonders leven mede van den
roof en Slavenhandel,een voor-
beeld van een groten Roof, op
een maal door haar behaald, ge-
geven. ihid. en vervolg, Zyn
fcheimagtig van aart, en groote
bedriegers, voorbeelden daar
van aan dePortugefen en Denen
gepleegd. 108. Grote meenigte
van Rotten aan Popo, lop
Portugeefè^ten Vogel dus genaamt,
befchreeven. h.nbsp;44
Predikant o^ de Goud-kuft, hoe
veel Tradementlieeft. 96
Prieflerinnen worden van de Fidafe
hoog geagt ,en Gods Kinderen
genoemt. h. 174. Zy gebieden
P p 3nbsp;over
overhare Mannen en goederen.
ibid.
Princen £/7öHJ,indeBogtvan Gui-
nea,befchreeven. b. iS8. Heeft
de Nederlanders toebehoordjcn
op wat wys wederom verlooren.
ibid.Is een vrugtbaar Eiland. i
Alle Scheepen , behalven die
van de Nederlandfche Maet-
fchappy, komen haar daar ver-
varfchen.nbsp;ibid,
Pypeniivi ee hebben de waardye van
een Hoen.nbsp;178
Vahoe, hetGoudryke Land-
fchap befchreven , ten
opzicht van fyn gelegenheid en
andere hoedanigheden, 101
Quaker i Icker flag van Wyn de
Palm 5 een Drank, welke ligt ie-
mand bevangt. 59. Deprysdaar
van aangemerkt, ibid. Hoe ver-
gadert word. b.nbsp;62
Quaquakuß waar gelegen, b. zcq
R.
R Jaden op dc Goud-kuft, wat
voor een Gefag hebben,«-;??.,
ziet op het woord kegeering.
Regeering of DireBie der Goud-
kuft, onder w^ie beruft, enwat
Bediendens in den Raad konien.
Siegte gcfteldheid deffelven,
en hoe ver de naam van Raad by
eenige met de daad over-een-
komt. p8- Het groote Gefag des
Direiäeurs in den Raad befchree-
ven. pp.. Uit wat oorfaaken de
Raad belegt word.nbsp;ibid.
Regeering der Negers is feer flap,en
de reden daar van .154. Het on-
derfcheid der Regeering aange-
merkt tuflehen een Koningryk
en een Gemeene-beft. ibid. Re-
geerders van Axim, wie defelve
zyn.nbsp;ibid.
Regtsgeding op hoedanig een wys
by de Negers aangelegt word.
155. Wat kragt de Getuigen
hebben, en in wat geval een Eed
is geldende.nbsp;150
Reigers yhlzmwe en witte op de
Kuft worden van vele menfchen
gegeeten. b.nbsp;44
Rio St. Andriesiszo^root,tï\\ diepgt;
datfe met kleine fchepen kan be-
varen worden, b. 273. de Be-
woonders fy n Barbaarfche men-
fchen,nbsp;274
Kio Formofa befchreven, heeft veelc
fpruiten die in defelve komen.
217 MoeraiTig en dry vend Land
om en in de Rivier. 2ip
Rio di Gabon, die feer vermaarde
Rivier befchreven ten opfigt van
haartwec Eilanden.^. i8p. Word
van veel Seheepen bevaren , en
waarom, ipo. Wat Handel hier
gedreven word. ibid. Ongelyk-
heid vandieptensin hetinzeilen
van4e Rivier, ibid. Sterke Hb.
ipi. Weinig Inwoonders alhier,
en die eeuwig tegens malkander
oorlogen, ibid. Armoede en
grootsheid van dit Volk. 191 •
Zyn
-ocr page 591-BLAD
7yn grote Brandewyn-zuipers.
z^zJ. Vechten dapper onder inal-
kander, fonder hunne Overig-
heid te ontfien. ip2. Zyn fchoon
groote liefhebbers van deBfan-
dewyn, echter op defelve niet
keurig, ibid. Zyn heel ongemak-
kelyk om mede te handelen, ihid.
Sullen j fchoon grote liefhebbers
van de Brandewyn,niet eer drin-
ken voor dat men hun eerft een
vereering gedaan heeft. 1^3,
Doen de aankomende Schèepen
vereeringen, en dereden waar-
om, 194. Hare Kleeding.
Hun Koning wind fyn koft met
Smeeden, ï^ïiZyn welgemaakte
Menfchen. ipj. Waar medede
Inwoonders fig geneeren. ibid.
De on vrugtbaarheid van \'t Land
tot het Veld gewas aangemerkt,
ibid. Vifrykheid der \'Rivier, ibid.
Hoe de Viflen daar gevangen
worden. ip5. Groote meenigte
van Oliphanten,Buffels, en wil-
de Swynen ontrent de Rivier.
ibid.
Rio de St. Joan j ecn Rivier van de
Negers voor eenGod gehouden.
24,nbsp;Word verder befchreven ten
opzicht van haar loop en diepte.
25.nbsp;Is feer nut en dienftig. ibid.
Rio Junk i en Rio Sefire befchreven.
Rio Volta de fchoone, wyde,en fnel
af-loopendè Rivier befchreven.
b. 102. Swaare branding voor
defelve^nbsp;ibid.
W Y S E R.
Rivier veel zouter als de Zee, be-
fchreeven,en de reden hier van.
Roofvogels der Goud-kuft befchre-
ven. b. 44. Rivier-vogels, ibid. en
vervolg.
grooten klein op de Kuft,
befchreeven. b.nbsp;50
R,otten op deGoud-kuft befchree-
ven , en de groote fcliade door
haar veroorfaakt. b.nbsp;20
Rouwklagen over een dooden. Ziet
op het woord Overledenen.
der Negers waar in beftaat,
Ip2
RyfliVf var al waft , en zyn prys.iamp;. 73
S.
C-^^oe/e Landfchap befchreeven ,
^ ten opzicht van fyn lengte
en breette. 55. Hoe magtig dit
Land is. ihid. De Zeeden der In-
woonders,raitsgaders d e fchelm-
agtigen aart derfelver vorders
aangemerkt, ibid. Is heel vrucht-
baar , en wat voor Vruchten het
felve voortbrengt.nbsp;50
Saat\'vogelf wat flag van Vogel is.^.
47. en 48
Sa ff er »een vette vis op de Kuft .^.5 lt;5
Salamanderhe(chreven, en wat van
fyne beftandigheid tegens het
vuur te houden is, 3 ^gt;3 7
Sardyn,(zeket Vis,goed om Peekei-
haring van te mak en. 55
Schapeno^de Goud-kuft befchre-
ven ten opfigt van haar menigte,
enprys.^. 17.Hebben in plaats
van
-ocr page 592-van wolle,haar op\'tlyf.ii/i. De
fmaak van haar Vleefch aange-
raerkr. ï8. Een Schaap vande
Mieren opgeknaagt, dat\'er niet
als fym geraamte over bleef.^.54
Schepping der tJMenjchen , hoe die
van deNegers gelooft werd, en
hare wonderlyke gevoelensdaar
ontrent.nbsp;13 lt;5
Scbeepvaard dtT Negers, en hare
Vaartuigen befchreeven. 123
Schipper over boord vallende,word
van eenHay opgenomen,en weer
aan boord gebracht, i.nbsp;60
Scorpioenm iyn op de Kuft feer
groot, en over het gehele lyf met\'
hayr bewaffen. b. 52. Doen grote
fehade aan beeften en Menfchen.
ibid.
Schulden hoe onregtveerdig van de
Negers ingevorderd worden.
165. Hoedanig een Oorlog uit
het invorderen van Schulden
ontftaat.nbsp;16^.169
defNegers waar in gemeen-:
fal beftaan. 165. Hoedanig fy fig
ontrent defelve gedragen, h. 3.
Wat voor Genees-middelen fy
gebruiken , en de Offerhanden
voor defelve aan hare A fgoden
aangemerkt.nbsp;vervolg-
SimpaMt Fort der Engclfchen,be-
fchreven ten opfigt van fyn Ge-
bouw,gelegenheid,en fterkte.65 .
Wat Handel hier ontrent is.ihid.
onder de Negers, en door
wat geval fytot die ftaat gera-
ken. ,nbsp;^ i^ö
Slave-handela:a.\\i Fida befchreeven.
i-^^.envervolg.
SÄiv wanneerfe gekogt worden gt;
worden naauwkeurig befigtigt
en betaft. 14p. Onleverbäreflir-
veu,welke zyn. Waarom,en
op wat plaats defelve gebrand-
merkt worden. ihid.-liot(t in dc
Gcvangenhuifcn gefpyfigt wor-
den. 150. Werden heelnaakt na
dc fcheeden gevoerd, enhet ge-
regeld huishouden onder defla-
ven binnen Scheeps-boord,aan-
gemerkt. ihid. Inbeelding van
fommige flaven,als datfe,ora ge-
geten te worden, vervoerd wipr-
den.ijfi. Een opftandaltemets
deswegens, h.nbsp;\'ihid.
Slangen (yn feer veelen vcrfcHeiden
h.^i .Eenige feergroot li^. Welke
d^e fenynigfte zyn. ihid. Oniamp;
Schryver komt door een van de-
felve in gevaar van fyn leven.t\'^ii
Tweehoofdige Slangea.iViV.Een
flang van veertien voeten , en
voorfien raet twee fpooren../jamp;*i.
Slangen geen fchade doende, en
hoe die gefteld zyn. 52. Een
Slang van twee-en-twintig voet»
en waar gevangen. 84. Kamp
tuffchen een Slang en een Yfer-
varken.iÄ^^.Een grote Slang met
twee klauw en gevange,hangtter
gcdagtenis op de Saai des Ge-
neraals.
Slang is de Voornaamfte God der
Fidafen.^. 159. Krygt größte
B L A B
Offerhanden.nbsp;ihid.
\'t Slangen huis befchreven. 160. De
Slang in dit Huis befchreven, en
waar fy van daar gekomen \\s.ibid
Grote Bedevaarten na het Slan-
gen huis. idi .Inkomften desKo-
nings van den Slangendienft, en
waar in defelve befcaan, i6i.
Hoedanig de jonge Dogters
door de ^yiangen worden gevan-
gen,en hunne ingebeelde dollig-
heid./^.Eenaartigücval hier on-
trent gebeurd. 154. \'s Konings
Dogter wort mede van een flang
aangedaan, en derfelver verlof-
, fing. ibid. Grote agting der Ne-
gers voor de flangen, en de ftraf-
fe die defelve eenig leed doen ;
droevige voorbeelden defwe-
gens. 166. De veelheid der Slan-
gen aangemerkt. 167. DefeAf-
godifche flangen konnen de
menfchen niet befchadigen.
Kampen der fenynige flangen
met de Afgodifche. ibid. De ge-
daante dier flangen. 170. Zyn
feer gefet op de Rotten./^ii.Èen
flang dooreen varken opgeflokt,
waar door een grote flagting on-
der de Varkens wiert aangefteld.
171
Snippen zyn op de Kuft niet veel be-
loaders. b.nbsp;42
Swofte van verfcheiden flag op de
■ Kuft, zyn niet foo hayrig als in
Holland, b.nbsp;55
Soldaten wierder) in vorige tyden op
de Goud-kuft tot Afliftentén ge-
vordert. 91. Dereden waarom
ditnietmeergedaan, word. ibid.
Speeltuigendtv Negers befchreven
SteenbraaJJemsfyn op de Kuft vet en
lekker, b.nbsp;55
Stieren op deGoud-kuft befchreven
ten aanfieli van haar gcftaltte, en
verdere hoedanigheden.^. i ö, 17
Stiervogel, voor defen van cenige
dus genoemt, en waarom, b. 4^.
Word verders befchreeven we-
gens fyn grootte en andere hoe-
danigheden.nbsp;ibid, en 50
Stompnmfen een foort van Vis , in
fmaak na by de Schelvis komen-
de. b. 50
Swaardvijjen befchreven ten opfigt
van haar geftaltte, lengte, en
dikte. b. 58
T.
TAbak is op de Kuft feer ftin-
kend en vervelend, b. 80. De
Negers zyn geflage liefhebbers
van de Tabak,foo v/el Vrouwen
als Mannen.nbsp;ibid.
Tapoejers wat flag van Volk is. Ziet
op het woord Mulatten.
TmVjderde Bediende eens Neger-
fchen Konings, en waar in fyn
werk en plicht beftaat. 182
Töcorarjj» befchreven ten opzigt van
fyne vermakelyke Valley^n en
andere zeldzaamheden. 22. Het
Fort by dit dorp heeft verfcheide
Meefters gehad, dog wierd door
Q_q ,nbsp;d\'M\'
gt;B L^ A D W
. Ól Admiraal de Ruy ter d^\'E.n^elïen
afgenomen. 23. En eindeiyk
door d\'^^ew/e verwoeft. \' ibid.
St. Tomé,\\\\zt Eiland heeft voor dee-
fen de Hollanders toegekomen.
202. Is feer gefond, ende oor-
faak hier van. ihid. Is altyd met
een dikken nevel bedekt, ihid. Is
vrugtbaar en ryk van Vee. 203.
TweeKlooftersopSf.TojKe, en
eenBiflchop. Is wel te be-
woonen, en waarom, ihid. Het
vertrek desSchry vers van hierna
Annaboa,ziQt Annaboa.
1ortelduiven worden in meenigte en
van verfcheiden aart, waar ook
feérmoye onder zyn,opdcKuft
gevonden, b,nbsp;42
Ironmel , een| foort van fpeeltui-
gen der Neger, hoegemaaktjcn
daar op geflagen word. 131
\'tTrouzven der Negers hoe in fyn
werk gaat. 185. eKwrw/^. Wat
voor onkoflen op den Trouw-
dag lopen. ihid. Ztet op het-woord
Vrouw.
Tydenhotvan de Negers verdeeld
worden.nbsp;•nbsp;14^
T\'ygers op de Goud-kuft befchreven
wegens haremenigte en veelder-
ley ftag. b. 2£5.Haarverflinden-
den aart aangemerkt.-\'ï^i^f. Mak-
ke Tygers, van jongs af by de
menfchen opgevoed,fyn niet veel
te vertrouwen, ibid. Hareftout-
heitaangemerkt,door een voor- |
beeld van een Jongeh, die door j
eenTyger cm hals gebragt wiert, |
r.Y S E R,
86. Gevegt tuuffchen een Neger
cn eenTyger,verliefende het den
Tyger ten Iaatften, ihid. Nog een
aanmerkelyk voorbeeld van de
ftoutigheid. eens Tyger, taft ende
by dag eenige Schapen aan, vak
een Conftabel op\'t lyf,en havend
een Engelsman heel leelyk. ibid.
envervclgen. De waan , dat een
Tyger met vuur te verjagen fou
fyn, door voorbeelden weder-
legt.nbsp;^ 89 en^ervoig.
VEldflag der Negers, en hoeda-
nig fy fig hier ontrent gedra-
gen. 171. Hoe de Gevangenen in
cenVeldflag gehandeld worden.
172.
Verlens van de Kuft befchreven,ten
opzicht van hare groottc,en an-
re hoedanigheden, b. ip. Haar
prys. b.nbsp;20
— Wtlde, zyn foo boosaartig niet
als in Europa, b.nbsp;28.
-—cen Verken ftokt in \'t Fidafe
cenGod-flang op,waar door een
grote flagting onder alle de Ver-
ken sontfiaat.^. IJl. en vervolg.
Fergiftétx: ftangen is verfcheiden
inwerkingen.^.nbsp;85
F/jZ/ett^waarvande menfchen op de
Kuft moeten leven,befchreeven,
b.nbsp;SS\'^^
Vis-Tolam Fida. befchreven. 13^
Vogelen op de Goud-kuft befchree-
ven.nbsp;41-49
Voorle€z,er opde Goud-kuft, hoe
veel
B L A D W
veel Tra5:ement heeft,en wat fy-
ne verrichting is.nbsp;9lt;5
VreedenburgitQXi Fort in\'t Comraa-
nyfe Land,wanneer,en door wie
gebouwd. 30. Hoe fterk het is.
ibid. Word door de kwarten be-
ftormd, dog moeten met verlies
afwyken.ïtó.Hevig fchieten der
fwarten ilid. Meerdere merk-
waardigheden daar ontrent
voorgevallen. 31. en vervolg.
Yrouivsperjoon beftiert het land van
Agonna.64.Die om redenen van
ftaat niet begeert te trouw en, en
neemt echter haar vermaak met
een Byflaap. ibid.
i/rouwen,hoQ veel de Negers trou-
wen mogen 18 5. En de onkoften
aangemerkt op den Trouwdag
voorvallende, ibid. quot;Vt^aarom de
Negers veel Vrouwen trouwen.
1S6. Dêliftigfteid der Vrouwen
aangemerkt, om de Mannen in
\'tuette krygen. 187. en vervolg.
Welke Boeten betaald moeten
worden wegen \'t beflapen van
een ander Mans Vrouw, ig8. En
hoe dit beplcyt word, i8p. De
vrouwen hebben met hare Man-
nen geen gemeenfchap van_goe-
deren. ipo. Erven ook niet van
malkanderen. z^zW. Vrouwen ver-
mogen hare Mannen niet be-
ftraffen,fchoon die figgt;in hoerery
te buite gegaan hebben.19 5-Hoe
de beurt van\'tby-ftaapen onder
de Vrouwen verdeeld is. 196.
Een Vrouw bevrugt zynde, hoe
Y s E R.
gediend, en wat voor plechtig-
heden gebruikt wordende, on-
trent die, dewelke voor de eerfte
maal bevrucht is.ï^i^^.Maanfton-
dige Vrouwen fyn voor een tyd
onrein. 19S.De redenen waarom
de vrouwe« \'tiangft ongetrouwd
blyven. 199. De veelheid der
Vrouwen aangemerkt, ilid De
Vrouwen fcheeren haar Hoofd
over\'t affterven van hare Mans,
en bedryven een wonderlyk mis-
baar. b.nbsp;11
W.
WApendrager,x.v}Ztdt Bediende
eens Negerfchen Konings,
en waar in fyn pligt en dienft ber
. ftaat.nbsp;18?
Wiiter-Meloen, een feer aangename
Vrucht, befchreven ten opzicht
van haarvoortgroeying, en an-
dere hoedanigheden.nbsp;7S
Wurm, een groote quaal, die de
Negers onderhevig fyn, en hoe-
fe diegeneefen. 105. Delengte
deefer Wurmen door een Veers
verklaart. 106
Wyn de Palm boom , brengt eerft
Nooten voort, die, nog jong
fynde,aangenaam fyujmaar oud
werdende , komt\'er een zoete
Oly uit.i5.6i.De tweede Vrucht
is de Wyn, en hoe die vergaderd
word. . Is, varsgedronke aan-
genaam van fmaak. ibid.
----Tweede flag vanWyn de Palm,
gtnaami Quacker, en hoe getapt
word. h.nbsp;ihid,
. C-. —Der,
—-Derde üiigyTardon genaamt,
vanwatfmaak en kracht is. 63.
Vierde Crifia, van fmaak byna
als foete Melk. Zi^ic/. Hoe lang
een Wyn de Palm boom moet
groeyen, eer hy fyn volkomen
wafdom heeft. 64. De prys dier
Wynen aangemc-rkt. ihid.
Wyngaard is niet re vinden op de
Kuil 3 alsaan Mouré, h. lt;58. De
Druiven hiér van, van wat hoe-
danigheid zyn, ihid. Word aan-
gemerkt , dat de Wyngaard
nieuwersals aan Mouré wil waf-
fen. ihid. Van waar deefe eerfl
daar gebragt is,nbsp;ihid.
Y \'Lere-\'lßerg zeer beroemd we-
gens fyne hooge Boonten, en
aangename Wandel-plaatfen.5 7
Tz,er-Varkens befchrceveh wegens
hare geftalte, en boosaartigheid.
h. 50, Schieten feer krachtig met
T SE R.
hare pennen, ihid, Twqq Yzer-
Varkensvegten meteen groote
ftang. \\V erden gefamentlyk ge-
fchooten en opgegeeten.- ihid.
Z.
\'^\'t Aöwié befchreeven, mitsga-
ders twee Forten daar gele-
gen. 19. Siegte Flandef aldaar.
ihid. \'t Engelfche Fort afge-
loopen door de Negers, en ver-
brand , nevens de dood van \'t
Opperhoofd, ibid. Zacondé
wanneer een fchoon Dorp ge-
weeft , en wanneer, en door wie,
vervi\'oeft is. 20. envewolgéns.
Zee word van de Fidafe met veele
offerhanden vereert.nbsp;ip3
Zo««, hoe van de Negers gemaakt
word. h. 82, De groote winften,
welke de Negers^iit\'t Zont trek-
ken , aangemerkt, ihid. De ge-
daante van het Zout befchreven.
83
/ »
îgt;.
; -,
v J ■
5-
àm
-ocr page 599-........... .jquot;
ft.
ÉÉÉti
rr- -vftA\' \' \' \' I
Ä?- • ft
. «SS
/t
fi
■■ \'fA-Ili. .
• r
t
\'-■s.
......
V - ■ .äj\'nbsp;.M ?gt;rL 1