921

re)

ï\\V/s ^e,®1

e_^_

STATUTES

van den

UI W v«

ifs n T

„M. amp; W. K. B.quot;

Bisdom \'s-Herlogenboscli.

Door liefde saam vereend Wordt steun elkaar verleend.

■j * t,

yla k^v^yj ^s — a, i i f v- \' , rs.^

Ai

STATUTEN

van den

R.K. BoereÉond „Maas en Waalquot;,

HOOFDSTUK I.

DOEL. EN MIDDELEN.

Art. i.

De Boerenbond „Ma-is en Waalquot; (verkort M. en W. K. B.) heeft tot Patroon den H. Joseph,

Art. 2.

Hij strekt zich uit over dat gedeelte van het Bisdom \'s-Hertogenbosch, dat tot de Provincie Oelderland behoort, en stelt zich onder de hooge bescherming en uitspraak van Z, D. H. den Bisschop van \'s Bosch.

Art. 3.

Hij heeft zijn eigen Districtsbestuur, zijn eigen werkkring en eigen kas.

Art. 4.

Hij heeft zijn hoofdzetel te Nijmegen, en is ingedeeld in afdeelingen, elk met haar eigen afzonderlijk beheer, doch met jaarlijksche verantwoording aan het Dagelij ksch Bestuur.

Art. s.

Deze bond heeft tot doel, door nauwe aansluiting van alle door hem erkende af-

2

doelingen een degelijken en welvarenden Boerenstand in Katholieken geest te vormen.

Art. 6.

Dit doel tracht de Boerenbond „Maas en

Waal te bereiken door;

10. de afdeelingen voor te lichten, aan te sporen en te helpen, om dit reglement uit te voeren.;

20. alle veranderingen en geschillen tusschen leden en afdeelingen of met derden uit den weg te ruimen, — liefde en rechtvaardigheid aan te kweeken ;

30. den woeker te bestrijden, het credietwezen te verbeteren, en die vereenigingen te stichten en te bevorderen welke strekken kunnen tot welvaart van den Boerenstand.

40. bezwaren uit den weg te ruimen.

50. te bevorderen, dat in onze wetgeving de geestelijke en stoffelijke belangen van den Boerenstand zooveel mogelijk behartigd worden;

6°. door practiache middelen.

Art. 7.

Deze en andere practische middelen zijn :

I⁰, inkoopen van veevoeder, hulpmeststoffen en andere Zaftdamp;omobenoodigdheden;

20. het oprichten van patronaten, vak- en arbeidersbonden ;

30. het oprichten van leenbanken, brandaa-surantiën, vee-, paarden , varkens- en , geitenverzekeringen, zieken- en begrafenis • fondsen;

40. het oprichten van handelsmijnen, waardoor varkens-, vee-, fruit-, koren-, bieten-, hooi-, beter- en eierenhandel wordt bevorderd ;

5°. het oprichten van boterfabrieken, exportslagerijen enz.

3

60. het houden van vergaderingen, waarin de belangen van den Boerenstand worden besproken en ter harte genomen; 7°. het uitgeven van een handleiding of ontwerpstatuten voor de verschillende instellingen in de afdeelingen; 80. het steunen- of stichten van een maand-of weekblad, waarin deze en andere belangen en middelen worden behandeld.

HOOFDSTUK II. LIDMAATSCHAP.

Art. 8.

De leden worden onderscheiden in gewone-, contribueerende- en eereleden.

Gewone leden zie art. 9.

Contribueerende leden zijn degenen, welke jaarlijks de contributie, daartoe door elke af-deeling gestold, betalen.

Eereleden, welke door positie, invloed of steun aan den Boerenbond uitmunten;

De aanneming van alle deze leden geschiedt door de afdeelingsbesturen — de bevestiging daarvan door het dagelijksch Bestuur.

Art. 9.

Om gewoon lid te zijn, wordt vereischt: 10. dat men in katholieken gees^ God, huisgezin en eigendom erkenne en eerbiedige;

20. dat men geen ergelijk leven leide. 30. dat men landbouwer, grondeigenaar, beheerder of pachter van gronden zij — vrouwen niet uitgesloten;

4°. dat men meerderjarig zij.

4

Minderjarigen, mits den leeftijd van 18 jaar bereikt hebbende, kunnen als lid w( rden toegelaten, indien zij hoofd zijn van een gezin of zoodanig optreden voor iemand, die daartoe niet in staat is.

Art. io.

Alleen de gewone leden zijn stemgerechtigd. Vrouwelijke leden kunnen zich door een schriftelijk gevolmachtigde doen vertegenwoordigen.

Art. ii.

Om lid te kunnen zijn van alle door dezen Boerenbond erkende instellingen moet men noodzakelijk werkend-, contribueerend- of eerelid zijn van dezen Boerenbond.

Art. 12.

Het lidmaatschap en alle recht op de kas en de eigendommen en inleggelden wordt verloren.

10. door vrijwillig ontslag;

2°. door vertrek en woonplaats buiten het in

art. 2 omschreven gebied ;

30. door gedwongen ontslag.

Dit laatste wordt gegeven door de afdeelings-besturen en zoo deze nalatig zijn, door het dagelijksch bestuur in de volgende gevallen

а) wanneer men aan de voorwaarden onder art. 9 gesteld niet voldoet;

б) wanneer men bij geschillen zich niet wil onderwerpen aan eene minnelijke schikking door het afdeelingsbestuur voorgesteld behondens beroep op het dagelijksch bestuur.

c) als men de belangen van den Bond, op welke wijze ook, tegenwerkt, naar het oordeel van het Centraal Bestuur.

d) Wanneer mep lid is of wordt van eene

5

door de R. K. Kerk bij name veroordeelde vereeniging of instelling; e) Wanneer men in het openbaar in woord of geschrift de katholieke kerk in hare geloofspunten of erkende instellingen bestrijdt of aanrandt.

50 door den dood.

Bij overlijden kan een der erfgenamen nl., de weduwe of bij overlijden ook van deze, de oudste zoon in hare rechten treden.

Art. 13.

De leden kunnen zich in zake ontzetting, beroepen op het dagelijksch Bestuur, maar blijven inmiddels geschorst.

Art. 14.

Elk lid betaalt jaarlijks, in de maand Januari, een contributie van minstens f 0.25 aan de algemeene kas, af te dragen aan het dagelijksch Bestuur vóór 15 Maart. Elke af-deeling regelt afzonderlijk en bepaalt de haar eigen contributie.

Art. 15.

Het is uitdrukkelijk verboden;

10 niet leden aan de voordeelen van den

M. en W. K. B. deelachtig te maken. 20- gesarnenlijk inkoopen te doen van artikelen, welke niet gebruikt worden voor landbouw veeteelt of zuivelbereiding.

Art. 16.

De „M. en W. K. B.quot; is niet aansprakelijk voor de verbintenissen van de afdeelingen.

HOOFDSTUK III.

HET BESTUUR.

Art. 17.

Het Centraal Bestuur bestaat uit de Voor-

6

zitters der afdeelingen. Zij worden door de respectieve afdeelingen voor 3 jaren gekozen en zijn altijd herkiesbaar.

Zij hebben in de Vergaderingen voor elk begonnen 25-tal leden één stem, berekend naar het getal, dat einde Januari is aangegeven bij het dagelijksch bestuur.

Art. i8.

Het Centraal Bestuur kiest uit de leden der Vereeniging een Dagelij ksch Bestuur van minstens vijf leden.

Dit dagelij ksche Bestuur wordt biigestaan door een Adviseur, welke door Mgr. den Bisschop van \'s Bosch wordt benoemd. Deze Bonds-Adviseur wordt tot e)ke vergadering én van Centraal- en van Dagelij ksch Bestuur, én tot elke algemeene vergadering uitgenoodigd. Ook heeft hij vrije toegang tot de jaarlijksche vergadering van elke afdeeling.

Het dagelijksch Bestuur wordt bijgestaan door een rechtskundig adviseur, welke door het Centraal Bestuur wordt gekozen.

Art. 19.

Bloed- en aanverwanten in den l^e en 2^e graad kunnen niettegelijkertijdin het Centraal Bestuur aitting hebben.

Art. 20.

De leden van het dagelijksch Bestuur worden voor den tijd van drie jaren gekoien. Elk jaar treedt de kleinste helft af, alphabetisch beginnende.

Art 21.

Niemand mag lid zijn van Dagelijksch Bestuur en teven? een gesalarieerde betrekking waarnemen, welke onder controle staat van-of rekenplichtig is aan het Dagelijksch Bestuur,

7

De Secretaris en Penningmeester maken hierop een uitzondering.

Art. 22.

Het dagelijk Bestuur kiest zijn Voorzitter zijn ondervoorzitter en zijn Secretaris-Penningmeester. De Voorzitter vertegenwoordigt den M. en W. K. Bond in- en buiten rechten, en regelt de loopende zaken.

Hij beschrijft en leidt de vergaderingen van beide besturen. In zijn afwezigheid neemt de ondervoorzitter de plaats in, èn zoo deze verhinderd is, een ander bestuurslid, door den Voorzitter aangenomen of door het bestuur gemachtigd.

Alle van den M. en W. K. B. uitgaande stukken worden geteekend door den Voorzitter of zijn plaatsvervanger en den Secretaris.

Art. 23.

Het dagelij ksch Bestuur heeft de vt-lgende verplichtingen :

1°. jaarlijks rekening en verantwoording doen

in de algemeene Vergadering; 2°. een reglement van orde vaststellen voor

de verschillende leden.;

3°. waken voor de uitvoering van alle besluiten en reglementen;

4°. onderzoeken de statuten en reglementen der afdeelingen, en dezelve goedkeuren, mits zij niet met de algemeene statuten in strijd zijn;

5°. de gekozen leden in de afdeelingen al of

niet bevestigen;

6°. vaststellen de jaarlijks te houden algemeene vergadering, en dit minstens veertien dagen te voren aan te kondigen in het Bondsorgaan.

Art. 24.

In het dagelijksch Bestuur heeft ieder lid

8

elt;\'a stem. Besluiten kunnen slechts met meerderheid van stemmen worden genomen.

Art. 25.

Aan de leden van het dagelijksch Bestuur, en aan de Commissiën van Bijstand (art. 34) kan na overgelegde declaratiën vergoeding worden toegekend voor gedane uitgaven ten behoeve van den Bond. Overigens doen zij alle werkzaamheden gratis.

Het salaris van den Secretaris-Penningmeester wordt door het Centraal Bestuur vastgesteld.

Ook de vergoeding en salarissen in de verschillende instellingen, uitgaande van den M. en W. K. B. worden in de respectieve statuten of reglementen geregeld.

Art. 26.

Het Centraal Bestuur houdt elk j.-iar minstens één Vergadering —het rfa(/e%\'A:sc/i Bestuur vergadert minstens 4 malen in het jaar.

Om bijzondere redenen kan de Voorzitter buitengewone Vergaderingen oproepen, hij is daartoe verplicht, nadat hem door drie leden van het dagelij ksch Bestuui, of door vier leden van het Centraal Bestuur daartoe gevraagd is, en wel binnen 14 dagen. Indien de Voorzitter of zijn plaats vei vanger in gebreken blijft de vergadering van het dage-lij ksch- of van het Centraal Bestuur op te roepen, wordt hiervan kennis gegeven aan den geestelijken Adviseur, welke alsdan de vergadering oproept en voorzit, of een der Bestuursleden aanwijst om te doen. Plaatsdag en uur der buitengewone Centraal-Vergaderingen worden minstens 8 dagen te voren in het Bondsorgaan bekend gemaakt.

9

HOOFDSTUK IV.

ALCEMEENE VERGADERING.

Art. 27.

Jaarlijks, vier weken te voren aangekondigd dag, plaats en uur, wordt eene algsmeene vergadering gehouden in de maand Mei.

Art. 28.

Elk lid van het Centraal Bestuur is verplicht deze vergadering bij te wonen of een plaatsvervangend afgevaardigde, genomen uit het afdeelingsbestuur, te zenden, of reden van verschooning voor beide in te brengen. Bestuursleden in deze nalatig kunnen ontslagen of builen den Bond gesloten worden door het Centraal Bestuur.

Art. 29.

Elke afdeeling zend minstens één afgevaardigde naar de algemeens vergadering op boete van f 1.00.

Art. 30.

Alle mannelijke leden hebben het recht, de algemeene vergadering bij te wonen, hun voorstellen te doen en te verdedigen. Over voorstellen het algemeen belang van den Bond betreffende, mag staande de vergadering geen beslissing genomen worden, zoo die voorstellen niet een maand te voren zijn aangekondigd en minstens door drie afdeelingen geteekend en gesteund zijn.

In spoedeischende gevallen kan hiervan met twee derden der aanwezige steunen worden afgeweken.

Art. 31.

Stemmingen geschieden over zaken mondeling, over personen met ongeteekende briefjes,

10

Art. 32.

In de algemeene vergadering wordt door het dagelijksch Bestuur

1°. schriftelijk (tenzij het gedrukt aan de af-deeüngen wordt toegezonden) verslag uitgebracht over de werkzaamheden en den toestand van den Bond in hetlaatste jaar; 2°. rekening en verantwoording gedaan van de Bondskas en de begrooting voor het volgend jaar ter goedkeuring aangeboden; 3°. worden drie leden uit het Centraal Bestuur aangewezen door den Adviseur, welke de rekening en kas opnemen, en daarvan verslag doen aan den Adviseur en aan het Centraal Bestuur;

4°. worden bestaande vacatures aangevuld.

HOOFDSTJK V.

BIZONDERE BEPALINGEN.

Art. 33.

Over alle zaken, waarin niet is voorzien èn die spoedeischend zijn, beslist het dagelijksch Bestuur, behoudens nadere kennisgeving op de algemeene vergadering.

Art. 34.

De Commissie van hijstand, welke door het dagelijksch Bestuur of door het Centraal Bestuur worden benoemd, om nieuwe instellingen in \'t leven te roepen of de bestaanden te helpen, daarop toezicht te houden, of andere werkzaamheden te beginnen of uit te voeren, zijn verslag, rekening en verantwoording schuldig overeenkomstig hare instructie.

Art. 35.

In den M. en W. K. B. bestaan ondergeschikte instellingen voor aan- en verkoop,

11

voor verzekeringen, voor landbouwcredie; en dergelijke. Deze instellingen worden door het

Centraal Bestuur opgericht,

Art. 36.

Aan elke af deeling is verbonden een geestelijk Adviseur. Deze wordt tot elke vergadering van het Besuur, tot elke algemeene vergadering der afdeeling of der afzonderlijke instellingen uitgenoodigd.

Art. 37.

Elke aldeeling heeft haar eigen Bestuur en haar eigen beheer. Zij heeft haar eigen instellingen, in zooverre deze niet algemeen of centraal zijn, doch volgt in de oprichting ook van hare op te richten instellingen de Statuten, nitgegeven van den M. en W. K. B., en eerst nadat deze Statuten door het dage-lijksch Bestuur zijn gezien en goedgekeurd, worden zij als wettig opgericht en aangesloten beschouw 1.

Art. 38.

Elke afdeeling zendt jaarlijks het verslag van al hare instellingen, eu is daarvan reken-plichtig aan het dagelijksch Bestuur vóór 15 Maart.

Art. 39.

Wijzingen in dit Reglement kunnen aangenomen worden met een meerderheid van ten minsten twee derden van de ter vergadering aanwezige stemgerechtigden, behoudens nadere goedkeuring volgens de Wet.

Art. 40.

Tot ontbinding van dezen Bond kan ten algemeene vergadering slechts worden besloten minstens met een stemmenaantal, dat gelijk

12

is aan drie vierden van al de stemgerechtigde leden overeenkomstig art. 17.

Deze beslissing treedt eerst in wording zes weken na de stemming, en kan in dien tus-schentijd met bovengenoemde meerderheid herroepen worden.

Art. 41.

Bij hetzelfde besluit worden de gevolgen der ontbinding geregeld.

Art. 42.

Dit Reglement treedt in werking op den dag, waai op de Koninklijke goedkeuring zal verkregen zijn.

Art. 43.

De brerenbond M. en W. K. H. is aangegaan voor een tijdperk van 29 jaren, aanvangende met den dag der oprichting.

Art. 44.

Voor zooverre daarvan bij deze Statuten niet uitdrukkelijk is afgeweken, wordt deze vereeniging geregeld door de bepalingen der Wet van 17 November 1876 (Stbl. no. 227) aangevuld bij de (Wet van 7 Mei 1878 (Stbl. no. 41quot;) en de bij art. 1 dier Wet genoemde wettelijke bepalingen.