-ocr page 1-

OVER DE

OÏJVRÜCHTBAARHEID

VAN HET

VROUWELIJK GESLACHT.

-ocr page 2- -ocr page 3-

\' Igt;ISSERTATIO MEDICA INAUGURALIS

BE

STERILITATE MÜLIERÜM,

QOAM,

^NNUENTE SÜMMO NUMINE,

EX AUCTOKITATE EECTOKIS MAGNIFICI

^^DOYICI CIffilSTIiîfl YÂN GOÜDOEYER,

MED., CHin. ET ART. OBST. DOCT. ET PBOF. EXTRAORD.,

NEC NON

^mplissimi SENATUS ACADEMICI consensu

ET

^^^ilissim^e FACULTATIS MEDICAE decbeto,

ÎPro (Bvahn ÎHoctoratus,

SUMMISQUE lïT

MEDICINA HONOEIBUS AC PRIVILEGIIS
^^ AGABEMIA RHEÏ^Ö^^ÏRAJEGTIMA

RITE ET LEGITIME CONSEQUENDIS,

eruditorum examini submittit

FRANCISCUS JACOBUS DUPONT,

K0TEB0DAMES8IS.
VI JH. JUNII, ANNI MDCCCLVII, HORA VI DIMIDIATA.

TRAJECTI AD EHENUM,

W. VAS DE WEIJER TYPIS MANDAVIT.

MDCCCI.VII.

-ocr page 4-
-ocr page 5-

OVER DE

OKYRÛCHTBAARÏÏEII)

VROUWELIJK GESLACHT.

PROEFSCHRÏFT

TEK VERÏLRIJGING

\\AN

BE^ GRiUB ¥AM fiOGîOR iM DE ÛENEESamp;iJNBS

AAN

DE UTRECHTSCHE HOOGESCHOOL.

\'Se veï.OeDt^eii. 3en. 6quot; ^int^ 1857.

door

F. J. DUPONT.

UTRECHT,

P. W. VAN DE WEIJER.

1857.

-ocr page 6-

ü s
i
t

-ocr page 7-

Einstweilen, bis den Bau dér Welt
Philosophie zusamnaenhält,
Erhält sie (die Natur) das Getriebe
Durch Hunger und durch Liebe.

Schiller, die Weltweisen.

Alles wat met het geslachtsleven in verband staat
®ett door alle tijden heen den menschelijken geest in
^ooge mate bezig gehouden. En natuurlijk; het neemt
® tweede plaats in de rij der menschelijke behoeften
Moge al de zucht tot instandhouding van het
-^dividü^ de bevrediging van honger en dorst, de mag-
® e drijfveer zijn voor onze handelingen, de zucht tot
^^ortplanting, de geslachtsdrift in edeler zin opgevat,
t niet minder hare regten gelden. Te regt stelt de
^ Wer ze dus naast elkander, de honger en de liefde, —
® liefde in de uitgebreidste beteekenis, die met het
geslachtsleven in zoo innig verband staat. Het doel
het voorregt van kinderen te bezitten, moge

in

sommige oogenblikken op den achtergrond treden,
het duurzame geluk van zoovele huwelijken is het
naauwste verbonden. Wij hebben slechts eene
O\'gende moeder gade te slaan en te zien hoe zij zich-

-ocr page 8-

zelve geheel opoffert voor het heil van haar kind, om
oogenblikkelijk te beseffen hoezeer een kinderloos huwelijk
tot de rampen van \'t leven moet gerekend worden,
en moet de geneesheer in den regel hierbij al
zijne
onmagt erkennen, toch zal het hem in vele g-evallen
gelukken de oorzaak van die ramp op te heffen. —
Het valt wel niet te ontkennen, dat in een groot
aantal
kinderlooze huwelijken de oorzaak der kinderloosheid
bij den man moet gezocht worden, maar oneindig veel-
vuldiger is zij toch aan de vrouw toe te schrijven.
De uitvoerige zamenstelling van de vrouwelijke
sexuaal-
organen, de menigte verrigtingen, die daarvan te gelijker
tijd worden gevorderd eer conceptie tot stand kan komen,
doen het reeds
a priori vermoeden — en inderdaad,
de ervaring bevestigt het volkomen. Wel blijft hierin
nog altijd zeer veel duisters en raadselachtigs over. —-
Wie kan voor als nog de vragen beantwoorden: waarom
op den eenen coitus conceptie volgt, terwijl deze onder
dezelfde uitwendige omstandigheden na honderd-ja
duizend-
voudige herhaling achterwege blijft? Waarom vele gezonde
vrouwen slechts in regelmatige, grootere tijdruimten
van 4, 5, of meerdere jaren concipiëren, in weerwil dat
de coitus steeds regelmatig voltrokken werd? Waarom
vrouwen dikwijls eerst na vele jaren gehuwd te zijn
moT het eerst concipiëren? Waarom een echt onvrucht-
baar blijft, terwijl dezelfde menschen na het aangaan
eener andere verbinding kinderen voortbrengen?

Deze door Carl Mayer gestelde vragen moet hij
onbeantwoord laten, en ik geloof dat voor het tegen-
woordige wel niemand zich aan hare oplossing zal
wagen-
Maar zouden wij daarom wanhopen en de behandeling

A

-ocr page 9-

der steriliteitsvraag voor overvloedig of onnut; houden?

groote vorderingen toch, die in de laatste 20 jaren
\'^P het gebied der vrouwenziektekunde gemaakt zijn,
g^ven een voldoenden waarborg, dat het niet onvrucht-
baar Zal wezen om te verzamelen, wat in dit opzigt de
geneeskunde vermag.

^ Eene compilatie zal dus mijn proefschrift wezen en
^iGts meer; — verontschuldigingen hiervoor acht ik
Overbodig. In den regel toch staan hem, die een proef-
schrift maakt, te beperkte tijd en te weinig eigen
^^varing op practisch gebied ten dienste om iets geheel
^leu^ te kunnen leveren.

Mogt het mij eenigzins gelukt zijn het doel, wat ik
bij de bewerking van mijn onderwerp voorstelde, te
^ej\'eiken, in de eerste plaats komt daarvan mijnen dank
aan de mannen, wier voortreffelijk onderwijs ik nu
quot;\'^ert bijna 6 jaren het geluk had te genieten. Dat
\'^der^ijg^ waarde Leeraars, beperkte zich voor uwe
^ Ingen niet tot de enge grenzen der akademische
de^^\'^\' ~~nbsp;welligt dan die waren voor hen

hu ^^^^ ^^^ vertrouwelijken omgang van belang, die
ra d ^^^ nienige moeijelijkheid oplosten, zoo menigen
^ schonken, die uit den aard der zaak anders onmo-
stell ^^^^^ geweest. Dat wij dit onderwijs op prijs
is
XJ bekend, in zoo verre ware \'t onnoodig dit
^^ nit te spreken ; maar gereed om van deze Akademie
voel ik mij gedrongen openlijk te herhalen,
y vaak aan ü in \'t bijzonder heb betuigd, —
^ijn^^^nbsp;promotor van Goudoever, komt

^dj^nbsp;^^ bereidwilligheid, waarmede Gij

y de bewerking van mijn proefschrift hebt ter zijde

-ocr page 10-

gestaan, voor de vriendschap die ik van ü steeds mögt
ondervinden. — Geniet allen nog lang de kracht om uwen,
vaak zoo moeijelijken, arbeid met lust en ijver voort te
zetten, en vergeet den van U scheidende niet, die Ü
niet vergeten zal.

Een hartelijk woord van afscheid eindelijk aan ü allen,
die gedurende mijn verblijf alhier, door uwen
vriend-
schappelijken omgang, getoond hebt belang in mij te
stellen. Mijnen dank aan U allen voor die bewijzen
van vriendschap, mijne beste wenschen voor uwe
toekomst. — Ook tot U rigt ik den wensch: laat
de band, die door ons hier werd aangeknoopt, een
blijvende zijn in \'t leven. — Vaartwel!

-ocr page 11-

INHOUD.

•ï-SS-ï-

\'\'^^■\'^geboren misvormingen, ziekten en gestoorde
functies der baarmoeder............ Bl. 1

«• Aangeboren misvormingen der baarmoeder. . . » 3

Hypertrophie van de baarmoeder......... ), U

c. Sluiting en vernaauwing van den baarmoeder-

mond. Atresia et strietura uteri......... » 14

Knikkingen van de baarmoeder. Plexiones uteri. » 22
Vooroverkanteling, anteversio, acbteroverkante

ling, retroversio uteri............... » 38

ƒ• Baarmoederontsteking, Metritis.......... » 43

Hypersecretie van het baarmoederslgmvlies

Phlegmorrhoea uteri , . , ............

Verschillende woekeringen der baarmoeder. .

k

lonaaliën der menstruatie...............

61
64
74
81

Af,

^^iJkingen der tubae Falloppianae

-ocr page 12-

Afwijkingen der ovariën.............Bl.

a. Het ontbreken en de rudimentaire vorming der

ovariën.............................« ^^

h. Ontsteking der ovariën. Oöpboritis..............»

e. Gezwellen van bet ovarium. Tumores ovarii. .
Aangeboren misvormingen en ziekten der scheede

en der uitwendige geslachtsdeelen........ l^S

a.nbsp;Ontwikkelings-en vormingsgebreken der scheede.nbsp;,, l^f

b.nbsp;Sluiting der sebeede. Atresia vaginae............»

c.nbsp;Vreemde vormingen binnen de wanden der
scheede................................................» ^^^

d.nbsp;Kramp en pijnlijke aandoeningen in de scheede.nbsp;»
aa. Afwijkingen aan de uitwendige geslachtsdeelen.nbsp;»

Aanhangsel...................... ^^^

-ocr page 13-

\'^ÄKGEBOREN MISVOßllNGEN, ZIEKTEN EN GESTOORDE
FUNCTIES DER BAARMOEDER.

Er bestaat wel geen orgaan in het menschelijk lig-

Waarvan de storingen zich op zoo menigvuldige

^jze aan het geheele organisme mededeelen, als de uterus.

Waar dat verschijnsel? Van waar die groote ver-

-idenheid van symptomen in de meest verschillende

Sanen, die men gewoonlijk onder den naam van Hys-

bijeenbrengt? Wel geloof ik, dat de uterus in dit

P^^gt veel meer beschuldigd wordt dan hij werkelijk

wanneer Scanzoni verzekert onder 189 door

Waquot;^ \'^^\'^^ndelde hystericae er 36 gevonden te hebben,

geen organisch of functioneel lijden der sexuaal-

en te ontdekken was; wanneer zoo vele waarne-
tQers rlquot;

^^ \' vertrouwen verdienen, ons gevallen meêdeelen,
^ zij een volkomen beeld van hysterie hebben waar-
^ bij mannen, dan ontstaat met regt eenige
Qpnbsp;ïiiet aan den uterus een te groote invloed

vrouwelijk organisme wordt toegeschreven. Zeer

-ocr page 14-

naïf omschreven vindt men die werking bij BorgehH)^
Cap. II. § 1. Dicitur foemina omnem morbum bis
pati; hoe si verum, ati certissime est, facile concladere
ex illo licet, tot esse causas sterilitatis, quot morbis
foemina obnoxia. Quod autem foemina bis patiatur mor-
bum, quilibet recte sentit fieri ob uterum maxime sen-
sibilem, gaudentem venis, arteriis et nervis, imo
vasis
lacteis et lymphaticis, quibus omne quod praeter natu-
ram corpori inhaeret ad uterum defertur, nee non afflicto
uteró subinde totum eódem medio aflicitur. Hoe tes-
tantur optime Democritus in Epistola de natura human»
ad Hippocratem, dicens: infantium matrem, grave®
calamitatem, sexcentarum aerumnarum mulieribus auc-
torem esse uterum; deinde ipse Hippocrates, de virgi\'
num morbis librö: multis et gravissimis,
inquiens, mabs
ob uterum corripiuntur foeminae, nee non demum qm*
libet medicus rationalis ex mensium qualitate et quan-
titate de sanitate muliebri optime judicans. — Doch
ook onze tijd
is niet vrij van die overdrijving; ik houd
mij althans overtuigd, dat Virchow\'s woorden »D^®
Weib ist eben Weib nur durch seine Generationsdrüse
eenmaal ook in de Pathologie hun regt zullen doen
gelden, en de ovariën trouwe deelgenooten zullen
worden
in de beschuldigingen die thans den uterus alleen ten
deel vallen.

Uit de groote rol, die den uterus in \'t voortplan\'
tingswerk toekomt, volgt echter van zelf, dat zij»®
afwijkingen storend daarop moeten inwerken.

1) J, G. Borgehl. Disputatio Medica-inauguralis de Steril\'
täte. Lugd. Bat. 1696.

-ocr page 15-

afwijkingen zijn groot in aantal. De
ik hier achtereenvolgens behandelen voor zoo verre zij
l^etrekking hebben op de steriliteit, en dat wel eerst de
^^ngeboren misvormingen en dan de ziekten en ge-
stoorde functies.

voornaamste ga

a. Aangeboren misvormingen der laarmoeder.

Vaa het geheel en al ontbreken der baarmoeder werden

Vroeger zeer vele voorbeelden opgenoemd. Meissner

\'Citeert er nog verscheidene, later zijn ze veel zeldzamer

S^zien. Carl Mayer») heeft 3 gevallen waargenomen,

y zegt er evenwel niet bij of zijne diagnose op het

jijt is geconstateerd; Kiwisch von Rotter au

^schrijft een onmiskenbaar geval daarvan. Wanneer

echter noch Sc an zo ni in zijn uitgebreide praktijk,

^och Rokitansky, die in 30 jaren het getal zijner

\'^hdücties op de verbazende hoogte van 50,000 bragt,

^eti enkel geval heeft aangetroffen, kunnen we veilig

®iuiten, dat het hoogst zelden voorkomt. Ik wil daar-

^ het ontbreken der baarmoeder doen zamenvallen met

laagsten trap van rudimentaire vorming.

^yna nooit komen deze afwijkingen geheel op zich zelve

Me voor, maar gaan steeds gepaard met onvolko-

ontwikkeling der trompetten, baarmoederbanden en

het^^ De algemeene ontwikkeling van \'t ligchaam,

geheele vrouwelijke voorkomen vertoonen evenwel
hierbij

zelden eene belangrijke afwijking van het normale;

^yis^*quot;\'nbsp;Mayer. Eenige woorden over steriliteit in Ned.

voor Heel- en Verloskunde, 1856, pag. 306.

1*

-ocr page 16-

men zou op \'t uiterlijk aanzien weinig vermoeden, dat
zulk een belangrijk orgaan bijna of gebeel ontbreekt.
De menstruatie komt natuurlijk niet tot stand^ hoewel
molimina menstrualia als belangrijke
intermitterende
ongesteldheden, ja zelfs vicariërende bloedingen kunnen
optreden. Dit zal minder verwonderen wanneer
men in
aanmerking neemt, dat doorgaans in de ovariën bloed-
extravasaten of cysten-vormingen gevonden werden,
wier ontstaan hoogst waarschijnlijk met de
katameniale
veranderingen der ovariën in verband staat. De ge-
slachtsdrift is ook doorgaans in meerdere of mindere
mate aanwezig en waar de uitwendige geslachtsdeelen
het toelaten, wordt dikwijls langen tijd coitus uitgeoe-
fend, terwijl men onbewust is van de belangrijke be-
staande afwijking. Een aardige error loci wordt hierbij
door Burggraeve medegedeeld, die bij eene vrouw
geroepen werd, welke na dikwijls herhaalden coitus aan
Incontinentia urinae leed ; bij onderzoek bleek, dat het
ostium urethrae verscheurd en de urethra zelve zoo wijd
was uitgerekt, dat men gemakkelijk met den vinger tot
in de blaas kon doordringen.

Eene volkomen juiste diagnose is bij het leven wel
niet mogelijk, ten minste zullende naauwkeurigste dia-
gnostische hulpmiddelen ons in den steek laten bij de
juiste onderscheiding of de uterus in het geheel
niet of
hoogst onvolkomen voorhanden is.

Dat steriliteit een onmisbaar gevolg is van deze af-
wijking spreekt wel van zelf, en het zal ook wel nie-
mand in de gedachten komen in dit geval eenige poging
te doen om ze op te hetfen.

Ik moet nog eeu oogenblik blijven stilstaan bij de

-ocr page 17-

achtergebleven vormingen van den uterus. Op alle trap-
van den foetalen ontwikkelingsgang kan hij , door
^elke oorzaak dan ook, blijven staan. De afwijkingen,
^it volgt hieruit, zullen menigvuldig zijn; ze zijn echter
4 hoofdvormen teruggebragt.
I^e uterus bipartitus, twee ter zijde geplaatste holle
langwerpig ronde beginsels, die elk naar buiten in eene met
^ ovarium voorziene trompet uitloopen; zij zijn als de
noornen te beschouwen van den uterus, die zelf door bind-
^eefsel, met eenigespiervezelen omgeven, wordt aangeduid,
geval van Alby, door den Hoogleeraar Van
^udoever i) in eene bijdrage over ontbreken en rudi-
^entaire vorming der baarmoeder geciteerd, kan hiertoe ge-
^gt Worden. — De overige gevallen die in dit stuk zijn
quot;Medegedeeld, bewijzen alle belangrijke afwijkingen van
baarmoeder; in hoeverre hier evenwel bfgeen uterus,
een hoogst rudimentair ontwikkelde voorhanden is,
bij het leven niet met zekerheid worden uitgemaakt
is m (Je qnestie van steriliteit ook van minder belang,
^eze beginsels van eene baarmoeder ontwikkelen zich
verder aan eene of aan beide zijden tot een uterus-
^gehaam, in het eerste geval tot een
kalven ofeenhoornigen,
\'^ier^i.^ uuicornis, in het tweede tot een tweehoornigen,
^^srus licornis. Wanneer eindelijk de twee hoornen
^\'^odanig zijn vergroeid, dat op \'t uitwendig aanzien
normale uterus met ongespleten fundus zich ver-
^nt en evenwel in de holte, van den fundus af, een
chenschot zich meer of minder ver naar het ostium uit-

^855.

Pag. 355,

tijdschrift voor Heel- en Verloskunde, Jaarg.

-ocr page 18-

strekt, dan ontstaat de vorm die onder den naam van
uterus iilocularis bekend is.

Al deze vormen hebben geen absolute steriliteit ten
gevolge; de eerste altijd meer dan de drie laatsten; maar
wanneer bij deze afwijkingen de overige genitalia normaal
gevormd zijn, \'t zij op eene of op beide zijden, wat zeer dik-
wijls niet het geval is, dan is conceptie zeer wel mogelijk,
maar met welk gevolg ? Ofschoon er gevallen bekend zijn,
dat graviditeit en partus verscheidene malen (5—11 maal)
ongestoord verliepen, zoo zijn dit toch uitzonderingen.
Euptuur der baarmoeder in de vroegste perioden der
zwangerschap, miskraam en bloeduitstortingen zijn ge-
woonlijk de gevolgen, wanneer al de ontwikkeling van bet
ei in een misvormden uterus tot stand komt.

Bi] al deze plaatselijke afwijkingen komt doorgaans
de ligchamelijke ontwikkeling en het vrouwelijk wezen
volkomen tot stand. Op weinige uitzonderingen na,
lijden vrouwen met onvolkomen ontwikkelde baarmoeder,
aan de hardnekkigste amenorrhoe. Het spreekt van zelf,
dat er veel van afhangt op welken trap de ontwikkeling
is blijven staan. Zoo verhaalt Scanzoni 2 gevallen
van vrouwen, die met uterus ünicornis niet alleen regel-
matig menstrueerden, maar zelfs verscheidene malen
baarden.

Tot de diagnose zal men somtijds reeds geleid worden
door het onderzoek der uitwendige geslachtsdeelen, daar
het tusschenschot zich enkele malen van uit de baar-
moeder ook door de geheele lengte van de scheede tot
aan de uitwendige geslachtsdeelen uitstrekt. Of al is dit
het geval niet, dan komt toch een tusschenschot inden
uitwendigen baarmoedermond hier dikwijls voor en zal een

-ocr page 19-

gegrond vermoeden op verdeelden uterus doen ontstaan;
gebruik van de baarmoedersonde, de bekende explora-
door het rectum (dit laatste natuurlijk vooral wanneer
^olf uitwendig waarneembare veranderingen bestaan) zullen
vele gevallen tot eene zekere of althans waarschijnlijke
^^agnose kunnen leiden.

Een uterus unicornis bij het leven te herkennen is wel
^let mogelijk. — Nog zij hier opgemerkt, dat er zeer wei-
\'^^g gevallen bekend zijn, waar de genoemde misvormingen
bet leven zijn herkend, meest allen zijn ze toevallig eerst
t lijij gevonden. Geen dezer afwijkingen laat eenige
behandeling met betrekking tot steriliteit toe.

Scanzoni spreekt nog van een paar vormen der
^^ïiüoeder, die tot de onvolkomen ontwikkeling moeten
gebragt. Vooreerst een
foetale vorm der baar-
l^^^der, waarbij het halsgedeelte veel grooter is dan het
zelf, en de afstand tusschen den inwendigen

^igeha;

^quot;«■i\'moedermond en den bodem naauwelijks de helft be-
^^gt van de lengte van den hals. Het geheele orgaan

^^rkrijgt

daarbij eene meer cylindrische gedaante,
binder zeldzaam vindt men eene tweede soort van
^IjVolkomen ontwikkeling, waar namelijk de baarmoeder
in grootte van de norm afwijkt. Meestal gaat
gepaard met onvolkomen vorming der eijerstokken,
®ede, borsten enz; zij komt echter ook
alleen voor: over
^%eineen bij vrouwen^ die in hare ontwikkeling aan
ziekten leden (scrofulose, rhachitis, chlo-
^^ \'nbsp;hoewel hierop ook uitzonderingen bestaan,

prachtig ontwikkelde gezonde individuen genoemde

\'f^ijkin

g vertoonden. Hardnekkige amenorrhoe, of zeer

-ocr page 20-

spaarzame menstruatie en steriliteit, of, zóó er al be-
vruchting mogt plaats hebben, meestal ontijdig afbreken
der zwangerschap, zijn steeds het gevolg dezer afwij-
kingen. — Een geval hiervan in het Nosoconium te
Utrecht waargenomen, wil ik hier mededeelen.

Vrouw S . . van Achttienhoven, 25 jaar oud, kwam
den 7 Februarij 1857 klagen over verschillende moli-
mina menstrua met hardnekkige amenorrhoe en voort-
durende hysterische verschijnselen. Van haar 16de jaar
af had zij met geringe tusschenpoozen hartkloppingen, een
brok in de keel (globus hystericus), soms zelfs
hysterische
toevallen. Om de 4 weken leed zij aan pijnen in het
epigastrium vooral links, een opgezet gelaat, hevige
hoofd-
pijn, sterk opgezette venae; — op mijne vraag of zij
ook schietende pijnen in de lendenen of in \'t hypogastriuffl
had, antwoordde zij ontkennend. Eenmaal, in haar
17de jaar, had zij zeer spaarzaam gemenstrueerd. —-
Op haar 20ste jaar trad zij in het huwelijk. Zij ver-
zekerde volkomen ongevoelig te zijn voor den coitus,
hoewel zij geen bepaalden afkeer daarvan heeft, en in
de overtuiging verkeert haar man niet te mogen
weigeren
al is het haar geheel onverschillig. Ongeveer I1/2 jaar
gehuwd zijnde heeft
zij geconcipieerd,, en wat opmerking
verdient, toen ook een paar malen een wellustig
gevoel
van den coitus ondervonden. Drie maanden na de bevruch-
ting aborteerde zij en is nooit meer gravida geworden.

Het onderzoek leerde ons, dat de lippen weinig ont-
wikkeld waren en zonder vetvulling even als de
mons
veneris; zij gaan onmiddelijk over in den scheedewarid,
zoodat de nymphae geheel ontbreken. De clitoris is
volkomen normaal ontwikkeld; bij aanraking
daarvan

-ocr page 21-

geeft zij niet het minste blijk van eenig opgewekt ge-
joel. De exploratie met den vinger overtuigde ons, dat
zoo goed als geene portio vaginalis voorhanden was ;
^ene meerdere hardheid in den scheedewand duidde de
plaats aan van den uterus; in het midden daarvan is
langwerpig ronde groef. — Het inbrengen van het
speculum is meer of min pijnlijk. Op het ostium
(externum) zit een prop taaije heldere slijm. De baar-
^oedersonde kon bij herhaalde pogingen niet verder
borden ingebragt dan 1quot; 1\'quot; (Parijsche maat). De aan-
raking van den binnenwand der baarmoeder veroorzaakte
S^en pijn of eenig ander gevoel; alleen verhaalde zij later,
dat zij gedurende een paar dagen daarna aan sterken
^üor albus met pijn in \'t hypogastrium had geleden.

Ten slotte leerde het inbrengen van een catheter in de
blaas en den vinger in het rectum, dat de uterus zeer klein
^as, van voren naar achteren buitengewoon plat gedrukt,
geheel een weinig links afwijkende. — De borsten
^aren weinig ontwikkeld, maar overigens week de habitus
^iet af van het vrouwelijke. — Om de sterk chlorotische
verschijnselen gebruikt zij sedert eenigen tijd subcarbo-
ferri, waarna zoo wel de hysterische verschijnselen
^Is de molimina menstrua in hevigheid afnemen. — Aan
behandeling der steriliteit valt hier niet te denken.

De menigte vormen tusschen den zoogenaamden foetalen
den volkomeri ontwikkelden uterus laten zich niet be-
schrijven. Natuurlijk zal de steriliteit des te noodzakelijker

gevolg zijn, hoe onvolkomener de ontwikkeling is. Het
«medegedeelde geval, al mogen wij dit onder de steriliteit

k.

-ocr page 22-

rangschikken, levert het bewijs, dat conceptie niet ten
eenemale onmogelijk is.

Onmiddelijk hieraan sluit zich de atrophie van den
uterus; dat is eene afwijking tengevolge waarvan de
vroeger normaal ontwikkelde baarmoeder tot een geringer
volumen wordt gereduceerd. Zoowel de wanden als de
holte nemen aanmerkelijk in grootte af. Bij vrouwen,
die den climacterischen leeftijd ver te boven zijn, koint
zij als zoogenaamde
senile atrophie bijna normaal voor-
Zeldzaam wordt zij bij jongere individuen waargenomen,
die door langdurige ziekten, door vele spoedig op elkander
volgende baringen of andere verzwakkende inwerkingen
in een vroegtijdig marasmus vervallen. Verder
treedt
als oorzaak op — de drukking die door in onmidde-
lijke nabijheid gelegen gezwellen op den uterus wordt
uitgeoefend, vooral door sub-peritonaeale fibroiden
der baarmoeder zelve of door vaste gezwellen der eijer-
stokken. Ook vindt men dikwijls de atrophie na ver-
lammingen van het onderste gedeelte van het ligchaam,
door gebrekkige innervatie ontstaan; de spaarzame
menstruatie of wel volkomen amenorrhoe, die hierop volgt,
schrijft Scanzoni niet zoo zeer toe aan de
anomalie
van den uterus, als wel aan de altijd hiermede gepaard
gaande atrophie der ovariën. —De diagnose is als die
der teruggebleven ontwikkeling, waarbij dan de aetiolo-
gische momenten tot eene differentiële diagnostiek der beide
afwijkingen kunnen leiden. — Aan de behandeling der
steriliteit valt hier niet te denken.

A

-ocr page 23-

b. Hypertrophie van de \'baarmoeder,.

Hypertrophie van de baarmoeder, vooral van het
scheedegedeelte, is ook meermalen een hinderpaal voor
conceptie, in enkele gevallen zelfs voor den coitus. De
Portio vaginalis verkrijgt hierbij soms eene lengte van
duim en meer, zoodat het ondereinde meer of min
tiisschen de genitalia externa zigtbaar wordt. De vorm
conisch of geheel cilindrisch zijn. Wanneer de
dikte hierbij belangrijk is, zooals in een geval dat
quot;^^rchow 1) beschrijft, waarde cervix eene diameter van
had, zal de immissio penis wel belet zijn. De
oppervlakte is of glad, of voorzien met talrijke trechter-
vormige indruksels als openingen van verwijde slijm-
slieren, die de grootte van een gierstkorrel hebben, en
§^\'«\'oonlijk met geleiachtig slijm zijn opgevuld. Dit ge-
ypertrophieerde gedeelte bezit een grootehquot; rijkdom aan
^^edvaten, waarop men bij de amputatie vooral moet
^cht geven. Meestal is slechts eene der lippen van den
^\'^oedermond gehypertrophieerd, volgens Scanzoni door-
de voorste.

aetiologie van deze ziekte laat nog veel te wen-
over. Kiwisch zoekt de oorzaak voornamelijk
Verweeking en uitzetting der portio vaginalis ge-
\'^\'^^ïide de graviditeit en de baring, en ten deele in
^\'^^er ^ejj partus ontstane kwetsingen, waarmede de
ypertrophie in juiste verhouding staat. Zelfs na abortus

j-^ ^irchow, Gesammelte Abhandlungen der wissenscliaft-
Medicin. pag. 814.

-ocr page 24-

zou dan de ziekte kunnen optreden. Scanzoni meent
even zeer dat deze momenten niet zonder invloed zijn
op haar ontstaan. Virchow i) wil haar veel meer als
een secundair proces beschouwd hebben ten gevolge van
prolapsus uteri, afhankelijk van de prikkels die de
lucht, de urine, de kleederen, de omgevende ligchaams-
deelen op het uitgezakte deel uitoefenen.

Het veelvuldig voorkomen van prolapsus kort na
baringen, kan welligt aanleiding geven tot deze ver-
schillende meeningen.

De diagnose is gemakkelijk; alleen zou men de hy-
pertropbie kunnen verwisselen met onvolkomen prolapsus,
maar de onmogelijkheid om het gezwel terug te brengen,
de vorm en bij naauwkeurig onderzoek de lengte van
het gezwel zullen voor deze vergissing vrijwaren.

Zoo als gezegd is, zal het gezwel zelf soms reeds den
coitus beletten, maar dikwijls kan dit ook het geval zijn
alleen door pijnlijkheid van de wanden der scheede. Is
ook
de coitus al mogelijk, dan moet de ejaculatie van \'t sperma of
voorbij het ostium externum plaats hebben, of in het
gunstigste geval zal het vaginaalgedeelte wel
terugge-
schoven kunnen worden, maar zoo zeer zijn zamengedrukt
en verkromd, dat het sperma onmogelijk tot in de baar-
moederholte kan dringen. Is slechts een der lippen ge-
hypertrophieerd, dan is conceptie onder de gunstigste
omstandigheden nog denkbaar, — of zij werkelijk plaats
kan hebben, weet ik niet. Opmerkenswaardig is hier
een geval door Scanzoni waargenomen bij eene 36-
jarige vrouw. Deze leed gedurende 7 jaren, na hare

1) 1. c. pag. 819.

J

-ocr page 25-

derde baring, aan eene 10quot;\' lange hjpertrophie der ach-
terste lip^ waarvoor zij door verscheidene geneesheeren
\'net de meest verschillende middelen was behandeld.
Ongeveer 6 weken na de amputatie concipieerde zij,
\'^öodat de weggenomen hypertrophie zeer waarschijn-
\'yk oorzaak was geweest van die 7jarige steriliteit, te
\'neer nog daar zij 7 maanden na de verlossing van haar

kind op nieuw zwanger werd.
. amputatie van het gehypertrophieerde deel is de
benige geneeswijze waarvan een blijvend goed gevolg
an gewacht worden. Van de menigvuldige methoden
^^^^ deze operatie uitgedacht wil ik de 2 voornaamste
l^ededeelen. — Nadat de vrouw op een dwarsbed is gelegd
^ïengt May er de vingers van de linkerhand in, en
^•^op de schaar, liefst de S-vormig gekromde, van
^^len afgeronde Sieboldsche polypschaar, en snijdt daar-
het gehypertrophieerde vaginaalgedeelte af, \'t geen
eenig goede methode is. —Kiwisch tracht de
armoeder vooraf door middel van dubbelhaken, of van de
^^pincetten van Muzeux, zoo ver mogelijk buiten de
ö^nitalia externa te brengen en maakt dan met den bis-
Zoo spoedig mogelijk een einde aan de operatie.

ïe

^egt houdt May er deze ruwe wijze om eene zieke-

J gehypertrophieerde, hyperaemischej dikwijls weeke,

Pynli]ke baarmoeder naar beneden te brengen, niet voor

onverschillig als Kiwisch wel opgeeft; vooral ook

\'^\'^at in die gevallen de ligamenta doorgaans meer of

^nder mede ziin aangedaan. Vidal de Cassis i)
geeft 1

ook de methode van Kiwisch op; hij spreekt

^^ Traité de Pathologie externe. Tome V. p. 448.

-ocr page 26-

er nog van de operatie in het speculum zelve te verrigten»
zonder dit evenwel bijzonder aan te bevelen.
Scanzoni
verklaart zich onvoorwaardelijk voor de methode door
Mayer opgegeven.

De bloeding kan hierbij zeer hardnekkig en overvloedig
zijnmen moet vooraf hierop bedacht wezen en zich altijd
voorzien van de bekende bloedstillende middelen : — pulvis
stypticus, geconcentreerde oplossing van chloridum ferri?
het gloeijend ijzer, — of, wat Scanzoni in vele geval-
len als cauterium bijzonder werkzaam heeft
bevonden^
gesmolten lak.

De hypertrophiën der baarmoeder ten gevolge va»
nieuwvormingen, zooals b. v. cancroiden en
anderen?
zullen daar ter sprake komen, waar over die ziekten
zelve gehandeld wordt.

c. Sluiting en vernaauwing van den laarmoedermonA-
Atresia et strictura uteri.

De baarmoederhals kan soms volkomen gesloten of ook
slechts vernaauwd zijn. Deze sluitingen, zoowel als de veT-
naauwingen, zijn aangeboren of later verkregen en kunnen
aan den uit- of inwendigen baarmoedermond voor-
komen. De sluiting door veranderde plaatsing van bet
ostium externum bij de veranderde of scheeve liggi®^
der baarmoeder (versiones), of door zamendrukking van
het ostium internum bij de flexiones, wordt daar be-
handeld waar van die ziekten sprake zal zijn, en dus hi^^
met stilzwijgen voorbijgegaan.

De aangeborene atresiën van de volkomen ontwik\'

kelde baarmoeder behooren tot de groote zeldzaamheden-

-ocr page 27-

^aar zij voorkomen, vinden zij verreweg het meest aan
^^ ostium externum plaats. De massa die de sluiting
^^arstelt, bestaat uit eene laag bindweefsel, meer of
Minder met spiervezelen voorzien, die soms eene dikte
3 of 4 lijn kan bedragen, of wel — wat veel meer
^^orkomt — zij is een voortzetting van het slijmvlies van
scheedegedeelte der baarmoeder, dat als een brug
den moedermond heengaat. — De sluitingen aan het
internum zijn meestal later verkregen. Bij oude,
S^brekkige vrouwen, bij senile atrophic en inkrimping
^^^ den geheelen uterus of van de portio vaginalis,
zij veelvuldig aangetroffen, zeldzamer komen zij
op jeugdiger leeftijd. Zij zijn dan het gevolg van
gdurige chronische katarrhen met opvolgende erosies
granulaties van \'t slijmvlies van den hals, welks
^^ïiden, lang met elkander in aanraking zijnde, eindelijk
^^ïgroeijen; of ook, doordat de talrijke slijmvliesplooijen
den cervix zich ongewoon hoog boven het niveau
^^helTen en zoo met hunne vrije randen in blijvende
^^öraking komen. Volgens Ro kitansky gaan zij van
ledquot;nbsp;gedeeltelijke of vol-

Vul^\'^ \'^^gtgroeijing der geheele baarmoederholte. Veel-
^g Vergezellen zij de knikkingen, wanneer deze langen
elk ^^nbsp;graad bestaan hebben; door het digt op

^ ander liggen van den voor- en achterwand der
^^arinoeder, ontstaat op de plaats der knikking afstooting
epithelium, door chronischen katarrhus bevorderd,
/^\'imoor de aaneengroeijing der wanden wordt gemak-

J gemaakt. Scanzoni zegt, dat elke volkomene
«tregip \' ..

San \' ^ ^^^ aangeboren of verkregen, vroeg of laat
Merkelijke afwijkingen in ligging, vorm en textuur

-ocr page 28-

van de baarmoeder te weeg brengt, terwijl de graad dier
storingen afhankelijk is van de periode, waarin de
ziekte
plaats grijpt, of zij namelijk voor, of gedurende, of wel
na den leeftijd der menstruatie ontstaan is.

Komt de atresia uteri bij oude vrouwen voor, zoo
levert zij op zichzelve weinig
of geen pathologische ver-
schijnselen op en behoort trouwens ook niet tot het
forum der steriliteit. Het zelfde geldt van meisjes, die
den huwbaren leeftijd nog niet zijn ingetreden. Is
echter de tijd der katameniën daar, zoo doen zich
weldra
lastige verschijnselen op, die langzamerhand tot eene
ondragelijke hoogte stijgen. De eerste katameniale ver-
anderingen van \'t gelachtsstelsel worden meestal
vergezeld
door duidelijk gekenmerkte koortsbewegingen, door een
gevoel van zwaarte en hitte in
\'t bekken, wat niet zelden
zich verheft tot intensive pijnen in de heiligbeens- en
onderbuiksstreek in den vorm van weeën, door afwij-
kingen in \'t spijsverteringskanaal, als braken,
diarrhoeën
enz., door onmagten en convulsies.

De uitscheiding van bloed laat zich te vergeefs
wachten; hoogstens treedt eene sterkere slijmsecretie uit
de genitalia te voorschijn. Na eene tijdelijke rust, 3 »
4 weken, herhaalt zich deze groep van verschijnselen, en
dit telkens meer hevig; zij kunnen
ten slotte eene
zoodanige hoogte bereiken, dat de lijderessen zich als
razend voordoen en nacht en dag door
schreeuwen
hare pijn te kennen geven. De ligtste aanraking van
den opgezetten buik
is zeer pijnlijk.

Het plaatselijk onderzoek is bij virgines belangrijk
verzwaard, doordat men niet dan bij hooge noodzake-
lijkheid de exploratie per vaginam mag in \'t werk stellen\'.

-ocr page 29-

voor de steriliteitsvraag valt dit bezwaar weg, daar men bij
hare beantwoording wel nooit met virgines te doen heeft.

Is de uterus belangrijk uitgezet, zoo zal hij als tumor
gemakkelijk door de buikbekleedselen heen gevoeld kunnen
worden. Die uitzetting kan zelfs zoo belangrijk zijn, dat er
vermoeden op vergevorderde graviditeit ontstaat, — zoo
verhaalt Mayer een geval van een 18 jarig meisje, waarbij
hij na den dood de baarmoeder als op het einde der zwan-
gerschap vond uitgezet, gedeeltelijk met reeds ontkleurd
bloed, gedeeltelijk met nog versche coagula gevuld, en
eene taaije, vliezige vergroeijing van het ostium; bij
het leven had men gemeend, dat het meisje zwanger
Was. _ Enkele malen deelen ook de tubae in de uitzetting
door het daarin gedrongen menstruaalbloed, met opvol-
gende bersting en dood. De geheele bloedmassa kan volgens
Kiwisch tot een gewigt van 10—20 pond stijgen.

Waar de atresie aan het ostium externum bestaat,
vindt men bij onderzoek door de vagina het collum ver-
streken ; de uterus heeft eene kogelronde gedaante en te
Vergeefs zoekt men dikwijls naar de plaats, waar zich
het ostium bevindt. — Is de bloedophooping nog niet
Zoo zeer toegenomen, dan zal het onderzoek door het
rectum de zwelling het best doen ontdekken. Het
®^eest heeft men evenwel te verwachten van het onder-
\'^oek door de scheede. Haar bovenste gedeelte is ge-
woonlijk verwijd, de slijmvliesplooijen zijn verstreken
het onderste segment der baarmoeder, wanneer de
hoeveelheid opgehoopt bloed nog niet groot is, reikt
^3ger en men vindt in dit geval den tepelvorm der
portio vaginalis nog ongeschonden. Deze verdwijnt echter
quot;quot;eer en meer, naar mate de hoeveelheid bloed in de

2

-ocr page 30-

baarmoederholte zich ophoopt en het halskanaal mede
aan de uitzetting deel neemt, zoodat ten slotte niets dan
een kogelsegment kan gevoeld worden. Wanneer de
atresie aan het ostium internum plaats heeft blijft de
portio vaginalis onveranderd.

Wanneer de atresie het gevolg is van chronischen
catarrhus uteri en de slijmvloeijing na de sluiting
blijft bestaan, wat meestal het geval is, zoo is hydro-
metra het gevolg. De fabelachtige overdrijvingen der
oudere geneesheeren, die namelijk in het cavum uteri
60—100 en zelfs meer ponden vloeistof zouden ge-
vonden hebben, verdienen geen geloof. De gewone
uitzetting der baarmoeder in deze gevallen gaat die van
een citroen zelden te boven, enkele gevallen zijn waarge-
nomen van 1—2 pond inhoud en nooit heeft Kiwisch in
pathologische musea eene hydrometra aangetroffen, die de
grootte van een menschenhoofd te boven ging.

De plaatselijke vormveranderingen zijn als die bij
haematometra, doch zelden in zoo hoogen graad. De
algemeene stoornissen zijn ook veel minder hevig en
zelfs, wanneer de uitzetting zeer langzaam
geschiedt,
wat meestal het geval is, en niet te sterk is, wordt zij
door de lijderessen gewoonlijk geheel over het hoofd gezien.

Onder zekere omstandigheden, die nog niet voldoende
zijn toegelicht, heeft er eene ontbinding plaats van de
in de baarmoederholte opgehoopte vloeistof, die de vor-
ming van eene kleinere of grootere hoeveelheid gas
ten gevolge heeft. De toestand die hieruit ontstaat is
bekend onder den naam van
pnewno-hjdrometra. Een
geval van dezen aard is reeds vroeg waargenomen en
schijnt aanleiding gegeven te hebben tot de zonderlinge

-ocr page 31-

Voorstelling van Borghel i): — »Ante jam laudatus
Excellent. Wedelius producit in scenam nobis foeminam
luandam adeo cacochymicam, ut etiam flatus ex utero
raro erumperent impraegnationem impedientes.quot;
De hydrometra zou met graviditeit kunnen verward
^\'^rden, zoo niet het zeer langzaam aangroeijen van den
t\'ïmor bij eerstgenoemden toestand een kenmerkend onder-
aan de hand gaf. Het
niet hooren van pulsatie,
in laatste maanden, zou graviditeit nog niet
^^tsluiten. Daar bij hydrometra de uitgerekte baarmoeder-
^anden dikwijls zeer dun zijn en zelfs fluctuatie duide-
^J\' Wordt waargenomen, zou men nog aan overvulling
blaas kunnen denken, vooral wanneer urin-bezwaren
^\'\'oiede gepaard gaan. De applicatie van den catheter
die dwaling spoedig opheffen. Het onderscheid
®chen hydro- en haematometra is minder duidelijk
^ kan alleen door langdurige observatie der algemeene
vooral het periodiek optreden hiervan bij
ziekte, waarschijnlijk gemaakt worden,
ilad de ziekte lang bestaan, dan is enkele malen
^ genomen, dat de tubae allengs in de uitzetting
baarmoeder deelden, die steeds voortgaande tot aan
Vannbsp;uitstorting der contenta in
de holte

^^^ het buikvlies ten gevolge had en zoodoende eene
buikvliesontsteking met opvolgende buikwater-
^^ Veroorzaakte. Zeldzamer nog heeft men bersting
^
trompetten

of zelfs van de baarmoeder zien volgen
de ziekte doodelijk eindigen.

buifl\'^quot; ^quot;i\'gehl. Disputatie medica-inauguralis de Sterilitate.

^ ■• Batav. 1696. Cap. 2. § 4.

-ocr page 32-

Alleen eene operative behandeling kan hier raet goede
resultaten bekroond worden. — Het doel is daarbij twee-
ledig : vooreerst de contenta een uitweg te verschaffen en zoo
de oogenblikkelijk dreigende verschijnselen op te heffen,
en vervolgens eene blijvende opening daar te stellen, die
aan het sperna gelegenheid geeft om tot in de baarmoeder-
holte door te dringen. Aan de eerste indicatie is meestal
gemakkelijk te voldoen, de tweede levert soms meer
zwarigheden op. Bij alle vliezige atresieën van den hals
kan men ten minste beproeven het vlies door drukking
met de baarmoedersonde te breken. Is het te vast,
zoo moet men tot den troicart zijne toevlugt nemen.
Nadat men de lijderes op een dwarsbed geplaats heeft,
quot;brengt men den vinger in en onderzoekt naauwkeurig
of de plaats van het eigenlijke ostium externum op de
eene of andere wijze te erkennen is,
\'t zij het collum
uteri nog niet volkomen verstreken is, \'t zij het sluitende
vlies op de plaats van het ostium zich gemakkelijker laat
indrukken. In de meeste gevallen evenwel zal dit
onderzoek negatief uitvallen; vooral wanneer de hoeveel-
heid in de baarmoederholte opgehoopt bloed eenigzins aan-
zienlijk is geworden, zal meestal alle moeite te vergeefs
zijn om \'t gesloten ostium op te sporen. Het best is
dan om dat gedeelte der uitgezette baarmoeder te kiezen,
wat het meest in de scheede vooruitsteekt, en hier de
operatie in te stellen. Het meest geschikt is een naar
de as des bekkens gekromde troicart, volgens Scanzoni
van 3quot;\' dikte. Heeft men de plaats van het ostium ge-
vonden, zoo trachte men de canule daarop te bevestig®\'^
en kan dan veiliger met den troicart insteken en daarna
troicart en canule tot 1—2\'\' in de holte laten door-

-ocr page 33-

^ringen. Kan men daarentegen de plaats niet vinden,
\'^an steekt men den troicart met de canule op de gewone
^\'ijze en wel steeds op den wijsvinger in de vagina
Bevindt zich de sluiting in een hooger gedeelte
^an het halskanaal, dan brengt men een dunneren
troicart door het open gedeelte van den hals tot aan
plaats der sluiting en tracht deze voorzigtig met
\'ïraaijende beweging van achter en onder naar voor en
boven te doorboren; door den verminderden weerstand
bemerkt men of de punt van den troicart in de baar-
\'Qoederholte is doorgedrongen. Zoodra het stilet is
\'\'\'eggenomen, wordt de baarmoederinhoud in den regel
gemakkelijk door de canule ontlast en waar dit niet
spoedig geschiedt, zullen inspuitingen met laauw water
en drukking op den uterus door den buikwand heen
^^el hiertoe bijdragen.
I^e moeijelijkste opgaaf is dikwijls eene nieuwe sluiting
de gemaakte opening voor te komen. Scanzoni
^^adtaan de canule gedurende 5—6 dagen te laten liggen
Wanneer nu na het wegnemen hiervan de opening
^^eh nog werkelijk mogt vernaauwen, eene kleine druk-
daarin te brengen. De scarificaties in de wond-
^nden, die Kiwisch onmiddelijk na de punctie,
® a n z O n i na het wegnemen der canule na 5 of 6
^ Sen, aanraadt, zullen geloof ik weinig afdoen wanneer
e v.\'erking niet door andere middelen wordt onder-
^\'\'eund; voorzeker zullen die eenvoudige regte sneden
Veel spoediger tot genezing komen dan de ronde
pening van den troicart. De vereenigde werking van
J^\'^^ificaties met de drukspons zullen wel de zekerste
uitoefenen.

-ocr page 34-

d. Knikkingen van de baarmoeder. Flexiones uteri.

Er is geen ziekte, die in de aetiologie der steriliteit
voornamer rol speelt, dan de knikkingen van de baar-
moeder. Alle schrijvers, die aan dit onderwerp hunne aan-
dacht gewijd hebben, bevestigen dit, sommigen door
statistieke opgaven. Van de 272 door Dr. Carl
Mayer
behandelde onvruchtbare vrouwen leden er 97, dus meer
dan een derde, aan flexiones. Onder deze 97 waren 29
gecompliceerd met chronische endometritis, chronische
Oophoritis, met hypertrophie der baarmoeder, met eijer-
stoksgezwellen, die gelijktijdig als oorzaak der
onvrucht-
baarheid hadden kunnen worden aangezien. Al worden
nu deze 29 gevallen er af gerekend, dan blijft nog bij
68 vrouwen, dus bij meer dan een vierde, de knikking
de waarschijnlijke oorzaak der onvruchtbaarheid.
Deze
tabel loopt alleen over vrouwen die nimmer hadden ge-
concipieerd, en is dus het groote aantal dergenen, die
na abortus
of na het kraambed door flexio uteri werden
aangedaan en niet meer concipieerden, hier nog uitge-
sloten. Nog krachtiger uitgesproken vindt men deze
verhouding in de kleine tabel, die Virchow i) van
Gosselin citeert; deze had bij
48 onvruchtbare vrouwen
er 16, dus juist een derde, gevonden, met sterk geka-
rakteriseerde anteflexiones ; bij 11 anderen was de bui-
ging minder sterk, zoodat daaraan de
onvruchtbaarheid
niet met grond kon worden toegeschreven. Hoeveel van
deze gevallen met andere afwijkingen
gecompliceerd
waren weet ik niet, waardoor de waarde dier opgave

1) 1. c. pag. 830.

A

-ocr page 35-

Voorzeker veel verminderd wordt. Hoe het zij, zeker is het
dat de flexiones onder de meest voorkomende oorzaken
der onvruchtbaarheid moeten gerangschikt worden en dat
\'^y ook uit dit oogpunt alle aandacht waardig zijn. — Al
de therapie nog veel te wenschen over, al moet
Men zich dikwijls tevreden stellen met eene symptoma-
tische behandeling en van de hoop om de onvrucht-
^^■arheid op te heffen afstand doen, is de prognose toch
Met geheel ongunstig. Mayer zegt, dat hij een groot
^^•Qtal gevallen genezen en daardoor niet alleen een
J^-ten lang bestaan hebbend en moeijelijk lijden heeft
quot;Opgeheven, maar ook in 8 gevallen conceptie met
geregelde baring heeft zien volgen.

\'ï\'ot de flexiones worden ook gewoonlijk de zijdelings
®ehe ombuigingen van de baarmoeder gebragt, die meestal
aangeboren en zelden den graad van ware knikking
®ïeiken. De twee hoofdklassen der knikking zijn: de
^ooroverknikking, anteflexio, de achteroverknikking,
— De vrij in de buikholte uitstekende, in
^quot;^^Malen toestand ongeveer in het midden van \'t bekken
^^evende baarmoeder, wordt op de hoogte van het ori-
^ iiina internum omgebogen of geknikt, zoodat de fundus
Jj de anteflexie naar voren in de excavatio vesico-uterina,
y de retroflexie naar achteren in de plica Douglasii
Mkt. j)g ombuiging kan belangrijk zijn, zoodat de
k 90o, dikwijls nog minder bedraagt, waarbij het

^^ïDQoederligchaam

waterpas ligt, zelfs den hoefijzervorm
aannemen, zoodat, volgens Kiwisch, de fundus
lanbsp;hoogte met het ostium externum, soms nog

g®^^ komt te staan. — De anteflexies zijn menig-
^ger dan de retroflexies, ofschoon de uitdrukking

-ocr page 36-

van Rokitansky, dat de knikking in hoogst zeld-
zame gevallen naar achteren wordt aangetroffen, zeker
wat sterk is. Mayer vond onder 97 flexiones 60
ante-, 37 retroflexion es. De portio vaginalis
wordt
bij anteflexie naar achteren, naar de uitholling van \'t
heiligbeen, bij retroflexie naar voren, naar de blaas-
streek gedrongen, maar zoo, dat zij even als in den
normalen toestand met het ostium externum
naar beneden
gerigt blijft, terwijl deze opening bij de anteversie naar
achteren, bij de retroversie naar voren gekeerd is. De
flexiones gaan dus gewoonlijk gepaard met
gelijknamige
version es, wat natuurlijk veel van den graad der
knikking zal afhangen, en verder zal de meerdere of
mindere resistentie van het scheedegewelf hierop ook
van grooten invloed zijn. Wat nu de plaats
betreft,
waar de knikkingshoek zich bevindt, daarvoor vindt
men overal de nabijheid van het ostium uteri internum
opgegeven, de grens dus tusschen het in de
scheede
bevestigde en het vrije in de buikholte uitstekende
gedeelte.

Bij naauwkeurig onderzoek post mortem, zal men het
halsgedeelte nabij de knikking altijd van voren naar
achteren aanmerkelijk afgeplat vinden, op welke plaats
het baarmoederweefsel ook aan resistentie veel verloren heeft,
zeer los en slap is, in het bijzonder aan de convexe
zijde
van de geknikte baarmoeder. Op de doorsnede van de
plaats der knikking kenmerkt zich het weefsel door
eene
gele kleur, in tegenstelling met de heldere of livid-roode
kleur van \'t nabij gelegen parenchyma. Bij eene
enkele
mikroskopische onderzoeking vond Scanzoni vetdege-
neratie en spreekt daarbij het vermoeden uit, voor zoo

A

-ocr page 37-

dit na eene enkele waarneming kan geschieden, dat
heiligt èn de gele kleur èn de weekheid van die vet-
^egeneratie zouden afhangen. Vir chow verklaart echter
^at hij deze ontaarding ook bij herhaald onderzoek nim-
\'ner heeft gezien. — Des te meer veranderingen ondergaat
^efc slijmvlies op de plaats der knikking, reeds vroeg
^nrdt het veel dikker en wit, en het geheele ostium
^üternum is weldra met kleine blaasvormig uitgezette
^°Uikels (ovula nabothi) opgevuld.

Hoewel vele aanleidende momenten met grond zijn
^^ngegeven, is over de wijze van ontstaan in den laatsten
veel gestreden en blijft hierbij nog veel duisters
^^er. Rokitansky praat er om heen; »de knikkingquot;
hij, »komt voor als eene te sterke ontwikkeling van
%te kromming naar voren, die aan de baarmoeder
het tijdperk der huwbaarheid ontstaat en als eene met
te sterken wasdom van het baarmoederligchaam zamen-
^^ngende natuurlijke scheiding en afsnoering van het hals-
^^naal/\' — Dit zegt eigenlijk niets; het is hoogstens eene
^\'öschrijving van den toestand in een aetiologischen vorm.
langdurige discussiën over dit onderwerp van 1849
1854 in de Parijsche Academie gevoerd, hebben
voldoende resultaten opgeleverd. Volgens Vir-
li OW 1) zou zich de zaak tamelijk eenvoudig verhouden,
^^ Zouden het meestal abnormale adhaesies zijn, die de
te voorschijn roepen, »wenn ich auch seine
quot;^dhaesion des Halses mit der Scheide nicht begreife.quot;
^^ hij er op volgen. De inflexiones zijn — altijd volgens
^ c h 0 w — voor \'t grootste gedeelte de gevolgen van

823.

quot;Zirchow, 1. c. p.

-ocr page 38-

omschrevene buikvliesontstekingen , die aan de opper-
vlakte van de baarmoeder en hare aanhangsels zoo
menigvuldig voorkomen en waarschijnlgk bij het meeren-
deel der gevallen werden over het hoofd gezien. Terwijl
het exsudaat zich tot bindweefsel organiseert, ontstaan
vaste verbindingen tusschen de voorste vlakte der baar-
moeder en de blaas, de achterste vlakte en het rectum
of den achtersten bekkenwand, de tubae, de ovariën, enz.,
die zich dan naderhand contraheren. De fundus uteri
wordt daardoor op een bepaald punt gefixeerd en ten
gevolge daarvan de plaats van het orificium
internam
geknikt.

Dit klinkt zoo afgerond als of de zaak hiermede
volkomen was uitgemaakt. Om het uit ervaring te
wederleggen kan van mij niet gevorderd worden, maar
eene kleine bedenking zij mij geoorloofd: gesteld dat
plaatselijke peritonitis ontstaat en er zich wezenlijk aan-
hechtingen tusschen den fundus uteri en de blaas vor-
men, die zich verkorten, dan begrijp ik nog
volstrekt
niet waarom hieruit knikking zou ontstaan. De beves-
tiging der baarmoeder door de ligamenta rotunda en
lata is van dien aard, dat de beweging van voren naar
achteren eene tamelijke speelruimte heeft. Wanneer nu
de fundus uteri naar den vertex van de blaas wordt ge-
trokken, is het nog de vraag wat zal meegeven, het
vaste weefsel van de baarmoeder of de veel buigzamer
blaaswand. En wordt de uterus al voorover getrokken,
zou dan dezelfde rigiditeit van het baarmoederweefsel
onder
de gewone omstandigheden geen voldoenden weerstand
bieden om knikking te voorkomen en hoogstens eene
anteversie toe te laten ? Ik begrijp de adhaesie van den

A

-ocr page 39-

Wrmoederhals met de scheede evenmin, maar zeker is die
^let steviger dan dezamenhang van het baarmoederweefsel
^elf. De plaatselijke verweeking ontkent Virchow
•^^k in zoo verre, dat hij zegt ze
nimmer gezien te heb-
ben en in \'t allerminst bij beginnende inflexie op deze
plaats eene »erhebliche Veränderungquot; te hebben waar-
genomen.

De krachtigste bestrijder van Virchow\'s meening
over de wijze van ontstaan der inflexiones vindt men in
Scanzoni. Wel geeft hij toe, dat in enkele gevallen
knikkingen op genoemde wijze door zich organiserend
^Xsüdaat kunnen tot stand komen en wel bepaald in die
gevallen, waar de cervix uteri door een stevig onbuigzaam
®eheedegewelf gefixeerd is, maar in geen geval kan hij
^ie peritonaeale aanhechtsels als de eenige, zelfs niet als
voornaamste en meest voorkomende oorzaak der
inflexiones aannemen. Dat er vele vrouwen met baar-
•öoederknikkingen zijn, die in \'t verloop der ziekte
dimmer klaagden over verschijnselen, die eene plaatse-
lijke peritonitis doen vermoeden, bewijst niet veel.
^an meer gewigt zijn de vele secties waarbij genoemde
^■fwijking van den uterus gevonden wordt, zonder dat
geringste sporen van peritonaeale aanhechtingen daarbij
te ontdekken zijn. Veeleer houdt hij met Kiwisch
quot;^e plaatselijke peritonitis in de meeste gevallen voor
gevolg der knikking en wel door de aanhoudende
prikkeling die het peritonaeum op de geknikte plaats
^«dergaat.

Wij willen deze kwestie over het ontstaan laten rusten
ons voor \'t oogenblik vergenoegen met de meest
Voorkomende aetiologische momenten na te gaan. Het

is

-ocr page 40-

meest komen baarmoederknikkingen voor in de periode
der geslachtsrijpheid, de tijd waarin de baarmoeder door
zwangerschap en baring aan menigvuldige schadelijke
invloeden is blootgesteld; waarbij nog opmerking ver-
dient, dat in deze levensperiode eene bestaande knikking
het meest subjectief en objectief waarneembare verschijn\'
seien ten gevolge heeft en dus veeleer onder
behande-
ling komt.

In zeer vele gevallen ontstaan de inflexiones in het
kraambed en wel het allermeest na abortus. Van ge-
wigt schijnt ook
de leeftijd te zijn, waarop de vrouwen
in het huwelijk treden, — althans in die gevallen waar
dit plaats heeft gehad voor volkomen ontwikkeling der
geslachtsorganen, zouden flexiones menigvuldiger voor-
komen. Uit een tabellarisch overzigt, wat
Scanzoni
geeft over 43 lijderessen, blijkt, dat vooral vroeggeboorten
en abortus als aanleidende oorzaken in aanmerking komen-

Op kunstmatige verlossingen, keeringen zoowel als
tangverlossingen, schijnt inflexio ook meer te volgen-
Men zou evenwel verke erd doen deze feiten onmiddelijk
als oorzaak en gevolg te verbinden. In verreweg de
meeste gevallen (van Scan zon i\'s tabel) was de keering
noodzakelijk om dwarsligging van de vrucht, die buiten
twijfel door een meer of minder abnormale slapheid van
de wanden der baarmoeder gedurende de zwangerschap
wordt teweeggebragt. Zoo ook was het aanwenden van
de forceps noodzakelijk, wijl de baring op de gewone
wijze niet kon tot stand komen door onvoldoende
weeën!
en daar op een gebrekkig zamentrekkingsvermogen der
baarmoeder gedurende de baring zeer dikwijls eene ver-
traging volgt van den puerperalen teruggang in dit
orgaan,

J

-ocr page 41-

200 volgt hieruit, dat bij vrouwen, die meermalen kunst-
oiatig moesten verlost worden, de neiging tot inflexie
grooter zijn moet dan bij die, welke steeds hare kinderen
Van zelve ter wereld bragten. Ook het vroegtijdig verlaten
Van het kraambed en het dikwijls kort na elkander
Concipiëren zouden hierop invloed hebben.

Van groot gewigt op het ontstaan der baarmoeder-
kaikkingen schijnt nog de omstandigheid of de vrouw
hare kinderen zelve zoogt. Bij 54 lijderessen uit
Scanzoni\'s praktijk, die gezamenlijk 196 kinderen
hadden ter wereld gebragt, hadden slechts 57 dier kinderen
Van hunne moeder het eerste voedsel ontvangen. Wanneer
^cn nagaat, dat door prikkeling van de zenuwen der
horsten in het kraambed krachtige zamentrekkingen der
baarmoeder worden opgewekt, valt dit verband spoedig
^li het oog. Dit zal dan welligt ook verklaren waarom
de inflexiones veel menigvuldiger zijn in de hoogere
^tanden der maatschappij, waar de eerste moederpligten
■^Qor mode of door andere omstandigheden veel meer aan
Vreemde vrouwen worden toevertrouwd. Scanzoni
hecht er dit gewigt niet aan, hoewel van zijne 54 be-
handelde patienten er 34 tot de rijkere standen behoorden,
tot de arbeidende klasse werden teruggebragt. Het-
zelfde leert de tabel van May er door Virchow i)
geciteerd, waar van 127 flexiones er 44 bij de arme, 83
°öder de welgestelde klasse gevonden worden.

Al deze aetiologische momenten zijn lang niet voldoende
het ontstaan der flexiones te verklaren, en vooral wan-
\'^eer men nagaat, dat Ma ij er 68 vrouwen, met flexiones

Virchow. 1. c. pag. 830.

k

-ocr page 42-

zonder complicatie behandelde, die nimmer hadden ge-
concipieerd, zal men het kraambed -wel niet als de alge-
meene bakermat van deze ziekte beschouwen.

Voorzeker is de onvruchtbaarheid niet het eenige
gevolg der baarmoederknikkingen, waarvoor de daaraan
lijdende hulp zoeken bij den geneesheer. De algemeene
storingen in het organisme zijn op zich zelve veelvuldig
en lastig genoeg. Hoewel Scanzoni bijzonderen na-
druk legt op zijne stelling, dat de baarmoederknikkingen
slechts dan eene gewigtige beteekenis verkrijgen, en
ernstige nadeelige gevolgen hebben, wanneer eene andere
weefselverandering van den uterus daarbij komt, zoo
schijnen die gevolgen toch hoogst zelden uit te blijven
hetzij dit dan afhankelijk is van complicaties of niet.
Wel zijn ze niet altijd even hevig en worden bij een vlug-
tig onderzoek der lijderessen dikwijls over het hoofd
gezien, daar vrouwen over eene menigte zaken, die op
de genitaliën betrekking hebben, niet vrijwillig klagen,
daar zij lendenpijnen voor te weinig beteekenend houden,
om er melding van te maken, daar zij de blennorrhoe
als een gewoon ongemak der vrouwen aanzien, daar
pijnen bij de menstruatie, zoo ze maar niet al te hevig
zijn, volgens hare meening daarbij behooren en verdra-
gen moeten worden, daar eindelijk de nerveuse aandoe-
ningen van allerlei aard, als cephalalgiën , cardialgiën ,
neuralgiën van het darmkanaal, enz. noch door haar,
noch door den geneesheer, met het uterinlijden in ver-
band worden gebragt. May er noemt het eene geheel
verkeerde en valsche meening, wanneer men de bij flexiones
voorkomende, dikwerf zeer groote bezwaren alleen aan äe
daarmede menigmaal verbonden chronische ontsteking en

-ocr page 43-

Opzetting der baarmoeder toeschrijft, — op zijn hoogst
^ii hij toegeven, dat zij door de verschillende compli-
caties verhoogd, belangrijk verergerd worden, maar ze
^^orden ook zonder deze complicaties gevonden, indien
Men de vrouwen slechts behoorlijk ondervraagt.

De algemeene verschijnselen komen in \'t kort neer
®P meer of minder hevige colica uterina, meno- en
Metrorrhagieën, vermeerderde slijmsecretie, pijnlijke en
quot;\'\'eelvuldjgg urienlozing die tot volkomen incontinentia
^i^inae kan stijgen — wat volgens May er evenwel zeld-
^atnei is, — vooral stoelverstoppingen en verdere storingen
t spijsverteringskanaal. Deze zoowel als het over-
^l\'^edige bloedverlies brengen in het verder verloop der
storingen in de voeding en bloedsmenging te
die na längeren tijd de gansche reeks der zoo-
^^Hoernde chlorotische en hysterische verschijnselen ten
^^Volge hebben. Ten slotte wordt hieruit een vroegtijdig
M^-rasoius geboren en volgens Scanzoni- zou ook
tuberculose der longen hieraan zijn toe te
^ \'\'ijven. Mayer heeft een eigendommelijk verloop
Menstruatie bij de inflexiones waargenomen. Zij kan,
^St hij, onregelmatig spaarzaam of ook overvloedig zijn,
haar verloop is eigendommelijk en kenmerkend;
Jj treedt, als er geene complicatie met chronische oophoritis
zonder voorboden op, verloopt in de eerste dagen
l^^^^geld, maar meestal zwak, dan volgt gewoonlijk eene
^ dikwijls van 24 uren, waarna niet zelden onder
hevigste weeachtige pijnen grootere of kleinere bloed-
süla of fibrin massa\'s, die gewoonlijk den vorm der
\'^^Moederholte bezitten, naar buiten worden gedreven,
wel vermoeden op abortus kan ontstaan.

-ocr page 44-

32

Bij de vraag in hoeverre de baarmoederknikkingen
onvruchtbaarheid ten gevolge hebben, moeten zeker vele
omstandigheden in acht -worden genomen. Vooral de
complicaties, die in de meeste gevallen als gevolgen van
\'t grondlijden optreden, zijn van grooten invloed; maar
ook al worden deze gevallen uitgesloten, dan nog is de
groote invloed der flexiones op \'t vermogen van t®
concipiëren boven allen twijfel verheven; de cijfers van
Mayer, 68 enkelvoudige flexiones op 272 gevallen
van steriliteit, spreken te duidelijk, ook al kunnen
hierop uitzonderingen worden aangewezen zooals Scan-
zoni er 3 mededeelt. De meer of minder volkomene
sluiting van het orificium internum, zal deze vraag
voor het grootste gedeelte beslissen, hetzij die nog zui-
ver mechanisch is, of na langdurig lijden, vooral hiJ
endometritis, van organischen aard is geworden. Wal\'
neer Scanzoni zegt nimmer eene sluiting gevonden
te hebben bij jongere, nog menstruerende vrouwen, be-
doelt hij natuurlijk de organische adhaesie. Het val^\'
ligt in het oog, dat de op elkander gekleefde voor- en
achterwand van den cervix nog vrij gemakkelijk kunnen
van een wijken, wanneer door opgehoopte menstruale uit\'
scheidingen in de baarmoederholte eene belangrijke druk\'
king op die wanden wordt uitgeoefend, en toch den
doorgang voor \'t sperma volkomen afsluiten. De kracht»
waarmede de ejaculatie gepaard gaat, zal toch wel nie^
voldoende zijn om den convexen wand van den geknikten
cervix te doen terugwijken. Het naaste gevolg v^n
eene eenigzins belangrijke knikking, zegt Kiwisch,
is de belemmerde of geheel opgehevene
doordringbaar-
heid van het halskanaal op de geknikte plaats; en veü\'g

-ocr page 45-

\'Qogen wij aannemen, dat hierin ook voornamelijk de
Verklaring gelegen is van het innig verband, dat tusschen
iöflexio uteri en steriliteit bestaat. Dat de verschil-
lende complicaties, zoo als vooral endometritis, hierbij
nog in aanmerking komen, zal wel niemand betwij-
felen. De coitus zal dikwijls om de pijnlijkheid der
baarmoeder slechts onvolkomen kunnen plaats hebben
ende waarneming van Ki wisch, dat inflexio uteri
quot;Menigmaal sympathische contracties opwekt van het ori-
heium vaginae, die in enkele gevallen den coitus ge-
heel onmogelijk of zeer pijnlijk maken, zal op de steri-
liteitsvraag ook van invloed zijn.

tgt;e knikkingen kunnen alleen door naauwkeurig onder-
bij genoegzaam horizontale ligging der lij der essen,
^\'^kend worden. Het onderzoek door de scheede leert,
elke sterker ontwikkelde anteflexie met eene ante-
Versie, elke retroflexie met eene retroversie gepaard gaat.
^ïen vindt dus de portio vaginalis in den regel verplaatst
Wel bij anteflexie naar achteren, bij retroflexie naar
Voren gedrongen. — De portio vaginalis is op het aan-
^^elen slap en week, bij verouderde ziekte geïnfiltreerd
Verhard, en gewoonlijk is het ostium externum zoo
^^ijd geopend, dat de vingertop gemakkelijk in het hals-
^^naal kan dringen. Gewoonlijk is het scheedegewelf
^^bij de plaats van knikking slap en uitrekbaar, waar.

het maken der diagnose veel gemakkelijker
^^ttiaakt wordt, want dus gelukt het in de meeste ge-
vallen met den vinger zoo hoog op te dringen,
door den scheedewand heen eene groef kan gevoeld
borden, bij anteflexie aan den voorwand, bij retroflexie
den achterwand van den uterus, en bij sterkere

3

-ocr page 46-

knikldngen voelt men op gelijke wijze den fundus uteri
als een rond ligchaam, dat gemakkelijk door den vinger
wordt verplaatst en eenigzins pijnlijk is. Wanneer de
buikbekleedselen slap zijn, kan men zich door uitwendig
onderzoek dikwijls overtuigen, dat de bodem der baar-
moeder op de gewone plaats ontbreekt, — Scanzoni wil
zelfs bij anteflexie, onder de gegeven omstandigheden den
uterus fixeren tusschen den in de vagina gebragten
vinger en de andere door den buikwand ingedrukte hand.
Bij retroflexie is dit natuurlijk onmogelijk; in dit geval
zal een onderzoek door het rectum veel licht verspreiden-

De flexiones kunnen bij de genoemde onderzoekings-
methoden verward worden met tumores op de voor- of
achtervlakte der baarmoeder, of met exsudaten in de
ruimte van Douglas of in de excavatio
vesico-uterina;
men bezit dan in de baarmoedersonde een zeker hulp-
middel voor de differentiële diagnostiek en voor de

herkenning van het al of niet bestaan van vergroeijingen-

Door het inbrengen der sonde alleen kan men zeker-
heid erlangen omtrent de afgeweken rigting der baarmoe*
derholte. Hierbij wordt de normale gestalte van den
uterus hersteld en zal ook de vroeger door den scheede-
wand gevoelde tumor verdwijnen. Het spreekt van zelf»
dat dit met de noodige voorzorg moet geschieden, e»
de wijze, die Kiwisch von Rotterau

(Klinische

Vorträge enz. 4te Auflage. Bd. I. p. 120 sq.) hier-
voor aangeeft, naauwkeurig moet gevolgd worden. I\'®
wijze waarop Scanzoni het gebruik van dit instrument
in zijn laatste werk (Lehrbuch der Krankheiten de^
weiblichen Sexualorgane, p.
28 en p. 86 enz. ) vervolgt\'
raag inderdaad hartstogtelijk heeten. Ik ben niet ^^

-ocr page 47-

®taat om zijne daartegen aangevoerde gronden te weder-
leggen, maar wanneer Kiwisch verzekert, dat het
hem in de laatste jaren, op drie gevallen na nimmer
quot;^islakt is, de vele door hem behandelde flexiones door
\'niddel van de sonde te reponeren, komt van zelve de
Vraag op of Scanzoni niet wat ver is gegaan. Wan-
^eer Kiwisch het gebruik der sonde welligt al te veel
^eeft uitgebreid en weinigen hem zullen navolgen om
V. met dit instrument eene graviditeit in de eerste
\'öaanden te willen diagnostiseren, uit gegronde vrees
Voor abortus, verdient het instrument toch daarom voor-
zeker (Jie afkeuring van Scanzoni niet. Over het
geheel, zegt Mayer, blijft de baarmoedersonde, wat
ook daartegen moge hebben aangevoerd, een der
gewigtigste en onontbeerlijkste hulpmiddelen voor de
\'differentiële diagnostiek en zal in de hand van eenen
beoefenden, voorzigtigen arts even weinig schade aan-
hrengen als de mannelijke katheter in de hand van een
?^oefend chirurg.

éindelijk kan ook het speculum dienen om de dia-
S\'iose vollediger te maken, in zooverre men daardoor bij

\'^troflexiones\'

de achterste lip meermalen hypertrophisch,
\'l\'^nkerrood, als door teleangiectasie aangedaan zien kan.

De knikkingen der baarmoeder behooren tot de ziekten,
ie het grootste geduld en de meeste volharding zoowel van
geneesheer als van de lijderes vórderen. Er is zelfs be-
^eevd, dat de kunst niet veel meer vermag dan hoogstens

Mp

volstandigheden in de hand werken, die eene zooge-
^^aiöde »Naturheilungquot; kunnen teweegbrengen. Zeker
^staan er vele gevallen, waarvan genezing onmogelijk

3*

-ocr page 48-

is, welke echter door eene geoefende en voorzigtige hand
spoedig zullen worden erkend. Hiertoe behooren namelijk
de knikkingen, bij welke de baarmoeder sterk hyper-
trophisch is, of waar de fundus door sterke exsudatieve
adhaesies met naburige deelen is vergroeid, of waar
verschillende ongeneesbare tumores binnen of buiten de
baarmoeder de knikking veroorzaakten of althans de
repositie belemmeren.
In vele gevallen is de prognose
niet zoo geheel ongunstig en moeten althans tot ge-
nezing alle middelen in het werk gesteld worden. Deze
zijn voorzeker verschillend in de verschillende gevallen
en moeten met de noodige omzigtigheid, met
inacht-
neming der eigenaardigheden van elk bijzonder geval
worden aangewend.
De curatie moet soms lang voort-
gezet en dikwijls herhaald worden. May er verhaalt,
dat hij bij een 36-jarige lijderes, die
12 jaar getrouwd
was geweest, zonder te hebben geconcipieerd, de behan-
deling langer dan een jaar heeft voortgezet, en toen
eindelijk zijne langdurige moeite met opvolgende
conceptie
bekroond zag.

De voornaamste plaatselijke behandeling bestaat in
het inbrengen eener sonde en deze eenigen tijd te laten
liggen, naargelang dit door de lijderes wordt verdragen,
terwijl dan tegelijkertijd middelen worden
aangewend
om contracties in de baarmoeder op te wekken. Deze
bestaan hoofdzakelijk in koude douches, het toedienen
van secale cornutum en ijzer inwendig. Ook zijn injecties
in
de baarmoeder aangewend van oplossingen van ergotine,
tannine, chloridum ferri en nitras argenti, waarvan de
twee laatste vooral het werkzaamst bevonden zijn. Om
de zwelling van de baarmoeder te bestrijden is ook het

J

-ocr page 49-

aanzetten van 3 ä 4 hirudines aan hefc collum uteri met
goed gevolg aangewend, zelfs zouden, volgens Scanzoni,
de profuse bloedingen hiervoor geene tegenaan wij zing
opleveren.

Bij het aanwenden der sonde gedurende eenigen tijd
(het wordt soms 6 — 10 uren verdragen) is het voor de
lijderes hoogst lastig, dat zij gedurende dien tijd in eene
biggende houding moet blijven, te meer daar het dikwijls
Voor een langen tyd dagelijks moet herhaald worden,
^en heeft daarom verschillende instrumenten uitgedacht,
die hetzelfde effect te weeg brengen en tevens de lijderes
Veroorloven hare dagelijksche bezigheden te verrigten.
Ja zelfs tamelijk groote wandelingen te doen. De voor-
iiaamste zijn die van Simpson, Kiwisch, — door
^ayer nog verbeterd, — Valleix en Detschy.
^et zou mij te ver voeren om ze hier allen te be-
®ehrijven; het instrument, wat Kiwisch op pag. 129
zijne Klinische Vorträge enz. onder letter b. be-
schrijft, schijnt met de door May er aangebragte ver-
beteringen wel het beste te zijn. Natuurlijk moeten al
•^eze instrumenten met de grootste voorzigtigheid worden
aangewend en, wanneer zij hevige verschijnselen te voor-
schijn roepen, de applicatie opgeheven worden.

De overige plaatselijke bezwaren zijn hoofdzakelijk
haattnoederkolieken, waartegen clysmata met opium nog
het werkzaamst bevonden zijn. Wanneer de moeijelijk-
heden bij de urienlozing door de vermindering der baar-
quot;^oederzwelling niet worden opgeheven, zijn narcotica,
quot;^^\'arine omslagen of pappen op den onderbuik, zalven
quot;^et opium, belladonna of chloroform de beste middelen,
^et allermeest heeft de geneesheer te letten op de

-ocr page 50-

regeling van den meest tragen stoelgang, daar de hard-
nekkige obstipaties, die gewoonlijk de baarmoederknik-
kingen vergezellen, de grondkwaal zoo al niet verergeren,
ten minste toch de genezing in hooge mate belemmeren.

e. Vooroverkanteling, anteversio, achteroverkanteling,
retroversio uteri.

Deze namen heeft men gegeven aan die afwijkingen
ia ligging der baarmoeder, waarbij de as van het orgaan
eene meer of minder horizontale rigting verkrijgt. De
fundus uteri daalt, en wel bij anteversie naar het os
pubis tegen de blaas aan, bij retro versie naar
achteren
komt in de ruimte van Douglas te liggen, terwijl de
portio vaginalis met het halsgedeelte
in tegengestelde
rigting rijst. Volgens Eokitansky, Förster en
anderen zoude anteversie veel zeldzamer voorkomen dan
retroversie. Daar nu May er onder 88 versiones 35
anteversies tegen 3 retroversies als oorzaak van sterili-
teit aantrof, zoo zou, wanneer uit dit
ééne feit reeds
een gevolg mag getrokken worden, dit daarvoor pleiten,
dat retroversie zeer dikwijls voorkomt zonder dat steri-
liteit daarvan het gevolg is, hetzij daarbij het orificium
externum veel minder hoog staat, of op eene andere wijz^
het mechanisme der bevruchting minder wordt tegenge-
werkt dan bij anteversie. Zeker is het, dat de
versiones
uteri menigmaal als oorzaak van steriliteit optreden-
Mayer\'s tabel bewijst het voldoende, daar hij bij
onvruchtbare vrouwen, 88 maal aan versiones de ste-
riliteit moest toeschrijven, van welke 38 gevallen er
27 zonder eenige complicatie voorkwamen.

-ocr page 51-

De retroversie en ante versie komen bij vrouwen, die

gebaard hebben, tamelijk dikwerf voor, zeldzamer daar-

entegen zijn ze bij vrouwen, die nog geen kinderen

kregen. Als voorbeschikkende oorzaken moeten sterke

iieiging van het bekken (voor anteversie), breed sacrum

lüet groote Douglas\'sche ruimte en te geringe bekken-

iieiging (voor retroversie) worden aangezien ; verder

Verlengde en slappe ligamenta. Als gelegenheidgevende

^^rzaken bij bestaande dispositie treden al die momen-

op, welke eene sterkere drukking op den voor- of

achterwand van den fundus uteri uitoefenen, — eene ver-

quot;^ogde contractie der buikspieren , schokken op het

stuitbeen of de voeten, moeijelijke defaecatie, enz. Als

^\'irzaken van secundaire versie zijn niet zelden strengen

plaatselijke peritonitis gevonden, waarvan in het
Vorige

hoofdstuk is gesproken, en eindelijk tumores van
Verschillenden aard, \'t zij die in den baarmoederwand
zicii bevinden en door hunne zwaarte de baarmoeder
^^en overhellen, \'t zij die in naburige organen voor-
OtDen en den fundus uteri naar voren of naar achteren

^i^ingen.

Subjectieve verschijnselen zijn bij enkelvoudige ver-
soms geheel afwezig; waar zij voorhanden zijn,
^staan zij in een pijnlijk trekken in de sacraalstreek,
«ikwijls

terugkeerende behoefte om te urineren en
gewoonlijk hardnekkige obstructies, welke symptomen
den regel ten tijde der menstruatie, waarbij de uterus
grootte en gewigt toeneemt, aanmerkelijk verergeren.
1\'ot de diagnose kan alleen een naauwkeurig inwendig
^quot;iderzoek leiden. Hierbij merkt men dadelijk de afwij-
ende rigting en den hoogen stand der portio vaginalis

-ocr page 52-

op, die met het oriücium externum bij anteversie naar
achteren, bij retroversie naar voren gerigt is. Voert men-
den vinger van hier uit naar de tegenovergestelde zijde,
dan ontdekt men in den regel eene buitengewone uit-
zetting en gladheid van het scheedegewelf, en kan men
het horizontaal liggende corpus uteri tamelijk ver ver-
volgen. Bij dunne en slappe buikbekleedselen zal
eene
sterke drukking naar achteren en beneden met de andere
hand, het vervolgen van \'t ligchaam der baarmoeder
gemakkelijker maken. Het onderzoek door het rectuni
zal alleen
bij retroversie eenige resultaten kunnen
opleveren.

Door verschillende complicaties kan de diagnose aan-
merkelijk bemoeijelijkt worden en loopt men, vooral
bij tumores in den baarmoederwand, gevaar eene versie
met eene gelijknamige inflexie te verwarren; het gebruik
van de baarmoedersonde zal het gevaar voor deze ver-
warring veel verminderen.

Het is zeer moeijelijk eene gekantelde baarmoeder
blijvend te reponeren; de proeven, die hieromtrent
genomen zijn met de sonde, of dezelfde repositeurs
waarvan bij de flexies gesproken is, zijn meestal onvol-
doende ; — betrekkelijk korten tijd nadat die instrumenten
zijn weggenomen, heeft de baarmoeder hare vroegere
abnormale stelling weer ingenomen. Het geval laat
zich denken, dat de versie veroorzaakt werd door ligt^
exsudative brides, die den fundus uteri met
nabijgelegen
organen verbinden, en dat die brides door geringe
kracht bij repositie met de baarmoedersonde
konden
verbroken worden; in dat geval zou het resultaat blij-
vend zijn. Bij nog niet verouderde kwaal zal dit niet

-ocr page 53-

2oo zeldzaam wezen, en het gevaar voor herhaling der
peritonitis geëvenredigd zijn aan de kracht waarmede
\'Ie baarmoeder wordt opgerigt. Bij anteversie met
%ten prolapsus uteri gepaard, heeft Scanzoni dikwijls
baarmoederdrager van Eoser, met eene kleine
^\'yziging, met dat gevolg aangewend, dat na langdurig
Voortgezet gebruik, 6—8 maanden, in twee gevallen
Volkomen genezing van de afwijking is tot stand gekomen.

I^e onvruchtbaarheid bij omkanteling wordt veroor-
^^akt, door dat het ostium externum by anteversie
^^gen den achterwand, bij retroversie tegen den voor-
^^\'and der vagina aangedrukt en zoodoende gesloten
ontoegankelijk voor het sperma wordt gemaakt,
^eissner geeft den raad om de onvruchtbaarheid
^P mechanische wijze uit den weg te ruimen, en wel
^^or tusschen het collum en den scheedewand, waar het
Is tegen aangedrukt, eene spons te leggen, waardoor het
Ostium wordt vrijgemaakt. Scanzoni heeft dit middel
aangewend, om eene blijvende repositie te ver-
^\'quot;ijgen, doch zonder gevolg. Het zou dus slechts
lijdelijk dienstig zijn, om gedurende den coitus conceptie
^e bevorderen. Met hetzelfde doel zou men kunnen
beproeven om vóór den coitus de sonde in te brengen
die gedurende eenige uren te laten liggen, daar de
\'^^erus toch altijd eenigen tijd den gereponeerden stand
blijft behouden, waartoe de liggende houding der vrouw
bij anteversie nog veel zal bijdragen. Is conceptie nu
®®Qmaal gevolgd, dan is het de pligt van den verlos-

1) Meissner, über die Unfruchtbarkeit des männlichen und
■^^eiblichen Geschlechts enss. Leipzig, 1841, p, 221,

-ocr page 54-

kundigen om op de zwangerschap naauwkeurig acht te
slaan, daar de neiging tot abortus groot is. Treedt
de baring op den geregelden tijd in, dan neemt in
vele gevallen de baarmoeder, na het kraambed haar
natuurlijken stand in en is de versie genezen.

Nog wil ik den raad, dien Thilenius i) geeft,
eenvoudig als feit vermelden. »In einem einzigen Falle,quot;
zegt hij, »wo der Muttermund gegen das Schoosbein
naehr gerichtet war, half der Rath von hinten und
zwar stehend, indem die Frau sich vorwärts gebeugt
mit den Armen auf eine Kommode legte, zum Schwanger-
werden.quot; Hierop schijnt ook von Siebold 2) gedoeld
te hebben met de woorden: »Bij eene scheeve ligging
der baarmoeder met den moedermond naar de schaam-
beensvereeniging, kan op den bijslaap, a posteriori uit-
geoefend, bevruchting volgen.quot;

Met een enkel woord moet ik nog gewag maken
van prolapsus uteri, uitzakking van de baarmoeder,
niet dat deze ziekte op zich zelve een beletsel tot con-
ceptie zou wezen, daarvan althans zijn geen gevallen
bekend, daar onder gewone omstandigheden, zoo
geene blijvende repositie mogelijk, het tijdelijk inbrengen

1)nbsp;„Etwasüfaer die [Jnfruchtbarkeit der Eben, von M. G. Thi-
lenius,quot; in Neues Journal der practischen Arzneikunde, voquot;
Hu fel and. Berlin,
I80I. Bd. Vquot;. N». 3, pag. 18.

2)nbsp;E. von Siebold, Handboek over de kennis en genezing
der ziekten van het vrouwelijk geslacht. Vertaald door
Claaswijk-
Amsterdam, 1822, dl. 1. pag. 467.

-ocr page 55-

toch zeer gemakkelijk is en de voorwaarden voor con-
ceptie in geenen deele belemmerd worden. Alleen door
chronische zwelling, die enkele malen consecutief
Met de uitzakking gepaard gaat, kan zij oorzaak van
Onvruchtbaarheid worden. Op deze wijze is waarge-
nomen, dat in zeldzame gevallen, zoowel bij meisjes
bij vrouwen, die nog geene kinderen hebben gehad,
uitgezakte baarmoeder den ingang der scheede zoo
Volkomen kan sluiten, dat de coitus daardoor onmo-
wordt gemaakt. Na doelmatige behandeling en
opheffing der zwelling, waarbij hirudines aan het collum
quot;^teri, zoo noodig herhaalde malen aangewend, in de
^^iste plaats ter sprake komen, kan men meer of minder
g^oiakkelijk de baarmoeder omhoog brengen, en dus
hinderpaal wegnemen.

f. BaarmoederonisieJcing. Metritis.

Wanneer hier niet de gewone verdeeling gemaakt
tusschen de ontstekingen der verschillende lagen
den uterus, niet zooals in de pathologie de endo-
quot;n^tritis, de metritis pareuchymatosa en de ontsteking
^^^ het buikvliesbekleedsel der baarmoeder in afzonderlijke
^ofdstukken worden behandeld, wordt dit voldoende
^tuit verklaard, dat de twee eersten doorgaans met
ander gepaard gaan en de laatste slechts in zoo verre
heeft op de steriliteit, als zij oorzaak is van
^^ones en versiones, en wij dan gevoegelijk naar het-
^eu oygj, ziekten werd gezegd, kunnen verwijzen.
. ^ chronische endometritis, chronische catarrhus uteri,
het, die ons het meest zal bezig houden, en de acute

-ocr page 56-

endometritis slechts in zoo verre, als de eerstgenoemde
veeltijds secundair na deze optreedt.

»Chronic endo-uteritis, or what may be called irri\'
»table uterus, is, in fact, one of the most frequent
causes of sterility,quot; zegt Whitehead, i) en
verreweg
de meeste gynaekologen komen hierin met hem overeen-
De tabel van Mayer, die bij 272 onvruchtbare vroH\'
wen bij 51 deze ziekte als eenige oorzaak van hare
kinderloosheid vond, bewijst op nieuw hoeveel
gewig\'\'
hieraan moet gehecht worden. Niet altijd evenwel werd
bij bestaande metritis de conceptie verhinderd; Kiwisch
zag bij de verschillende vormen, zoowel bij belangrijken
infarctus uteri als bij langdurige, profuse, etterige blen-
norrhoe, verscheidene malen conceptie tot stand komen^
Van waar dit verschijnsel? We zullen eerst de baar-
moederontsteking in haar verloop en gevolgen nagaan»
en dan zoo veel mogelijk het verband tusschen deze ziekt®
en de onvruchtbaarheid opsporen.

Het uitgangspunt van alle enkelvoudige ontsteking\'
achtige aandoeningen der baarmoeder, in den gecontr^\'
heerden toestand, is de binnenste laag, van waar de
aandoening zich tot op eene meer of minder aanzienlijk®
diepte in het parenchyma en dikwijls zelfs
tot op he*-
peritonaeum voortplant. Waar het ontstekingsproce®
hoofdzakelijk in de oppervlakkige laag van het slijmvhe®
zetelt en het exsudaat slechts op de vrije oppervlakte
wordt uitgescheiden, wordt deze aandoening
catarrh«®
uteri genaamd.

1) James Whitehead. On the causes and treatment
Abortion and Sterility. London 1847. pag. 400.

-ocr page 57-

^Vij \'willen het acute stadium wat nader beschouwen,
baarmoederslijmvlies is over de geheele oppervlakte
^^ngedaan, van het orificium externum tot aan den
^«ndus, dikwijls zelfs tot in de tubae. Het is hierbij
rood gekleurd, vooral in de eigenlijke baarmoeder-
\'^^Ite; dikwijls komt deze verkleuring voor onder den
van kleine vlekjes, rondom de openingen der
Glandulae utriculares. Daarbij is het slijmvlies sereus
Seinfiltreerd, gezwollen, ongelijk van oppervlakte; het
, gemakkelijker dan in den normalen toestand van
\'\' onderliggend weefsel in grootere of kleinere lappen
^orden afgescheurd en is op vele plaatsen zonder epi-
De baarmoederholte is opgevuld met eene
^quot;^oote hoeveelheid doorzigtig geel, of door bloed
gekleurd slijm, wat ook soms op room gelijkt,
^ooral als er veel sUjmbolletjes en epitheliumcellen zijn

^^etnengd.

Gewoonlijk vindt men bij dezen acuten katarrh
^^^ eene congestieve zwelling van het spierweefsel der
in \'t begin met verweeking, die, in de
\'inenste lagen een aanvang nemende, allengs het geheele
P^ïenchym doordringt. Wanneer deze congestie bijzonder
ig^ dan heeft men met eene parenchymateuse metritis
® doen, die in de meeste gevallen in chronischen infarct
dat is: de sereuse infiltratie wordt dikker en
^quot;■ganiseert zich allengs tot bindweefsel, waarbij het
Zelf^^ orgaan in grootte belangrijk toeneemt, soms
® die van eene vuist bereikt. De wanden kunnen,
j. aan \'t bovenste gedeelte van het baarmoeder-
S^baam, de dikte van een duim verkrijgen. Het
eedegedeelte is ook in den regel vergroot en hard

-ocr page 58-

en de uitwendige moedermond bij vrouwen, die nog niet
gebaard hebben, geheel gesloten.

Het slijmvlies van \'t halskanaal is in het acute stadium
gewoonlijk minder aangedaan, veel meer dat van het
scheedegedeelte, wat donker rood gekleurd en gezwollen
is; de papillen zijn opgezet en rondom het ostium
externum is het epithelium afgestooten.

Als complicaties van den acuten katarrh van \'t baar-
moedersliimvlies, vindt men katarrhale
ontstekingen
van het slijmvlies der scheede, der urethra, der blaas
en van \'t rectum.

De acute katarrh treedt, als hij hevig is, in het begin
met algemeene constitutionele reactie op; niet onbelang-
rijke koortsbeweging wordt er waargenomen.
De plaat-
selijke subjectieve verschijnselen zijn in het begin die»
welke op eene hyperaemie in de bekkenorganen duiden-
De lijderessen klagen over een lastig gevoel van trekken
in de heiligbeensstreek en de beide liesstreken, over
een gevoel van hitte en zwaarte in het bekken, onop\'
houdelijken drang tot urineren, dikwijls over diarrhoe-
De uterus is bij drukking, zoowel door de buikbekleed-
selen als door de vagina heen, zeer pijnlijk. Bij onder-
zoek met het speculum ziet men, dat het scheedegedeelt®
helder rozenrood gekleurd is, en na 4—6 dagen, ^^
soms ook vroeger, ontlast zich uit de genitaliën eene
sereus-slijmige, bijna waterheldere vloeistof, die later meer
geel en met bloedstrepen voorzien is en eindelijk na
10—12 dagen een etterachtig aanzien verkrijgt.
Wanneer
ook het slijmvlies der vagina mede is aangedaan, spreekt
het van zelf, dat de genoemde eigenschappen der
secreta
belangrijk gewijzigd te voorschijn komen en men alleen

-ocr page 59-

door middel van het speculum de onvermengde baar-
Moederuitscheidingen kan waarnemen.

Wat de veranderingen der menstruatie betreft, deze
Tünnen geheel tegenovergesteld zijn. In 26, door
^canzoni waargenomen gevallen traden de eerste
symptomen van baarmoederontsteking 21 maal ten tijde
menstruatie op, die 6maal buitengewoon overvloedig,
^tnaal zeer spaarzaam was en 5 maal plotseling geheel
^erd onderdrukt, terwijl in 6 gevallen volstrekt geene
van het gewone verloop werd waargenomen.
In zeer vele gevallen gaat deze acute katarrh in een
chronischen over en laat zich het overgangspunt volstrekt
bepalen. Waar dit treurige gevolg niet tot stand
ciQt, geneest de ziekte in 2 —8 weken; de verschijn-
nemen allengs af, het baarmoederslijm verliest zijn

etterachtig

aanzien en wordt langzamerhand weer helder
dunner. Dikwijls eindigt de ziekte met het begin
nieuwe menstruale bloeding, dikwijls echter ontaardt
congestieve toestand in eene nieuwe exacerbatie, of
®t®lt deze den overgang daar tot den chronischen katarrh.
I^e primaire acute katarrh is gewoonlijk het gevolg
zoodanige omstandigheden, die tot eene hyperaemie
baarmoeder aanleiding geven, zooals de inwerking
^^^ koude, van te heftigen coitus met belangrijke
^Mflelijke opwekking, of ook wel door infectie van druiper-
^^scheiding uit de mannelijke urethra; niet zelden wordt
Waargenomen in het verloop der acute uitslagziekten,
y Mazelen, roodvonk, pokken, en is dan bij meisjes
6 jaar of op nog vroegeren leeftijd gevonden. Meer
ö schijnt hij als complicatie op te treden bij typhus
cholera, neemt dan dikwijls het karakter aan van

-ocr page 60-

een menstruaal proces, wat door Virchow i) onder
den naam van pseudomenstruatie naauwkeurig
beschreven
is. Hij komt ook opvolgend voor bij ontstekingen van
\'t darmkanaal, de vagina en de urethra.

Niet altijd treedt de catarrhus uteri onder de boven
beschreven hevige verschijnselen op; dikwijls wordt hij
geheel over het hoofd gezien om het dreigende van den
algemeenen toestand bij de exanthematische ziekten,
bij
typhus of cholera, en trekt eerst de aandacht, wanneer
de ziekte reeds chronisch is geworden, hoewel het niet
valt te ontkennen, dat de chronische katarrh zich dikwijls
langzamerhand openbaart, zonder dat de
bovenvermelde
omstandigheden zijn voorafgegaan.

In den chronischen catarrhus uteri vertoont het slijm\'
vlies der baarmoederholte volstrekt geen sporen van
vaatinjectie; het is of glad, of fluweelachtig ruw; ^^
het eerste geval bleekgeel of livide, op sommige
plaatsen
donkerblaauw gekleurd, in het laatste geval vertoont
het eene intensief blaauwroode kleur, die zich over de
geheele slijmvliesoppervlakte uitstrekt, of alleen op
sommige plaatsen wordt waargenomen. Het is over de
geheele oppervlakte verdikt, op sommige plaatsen dikwijls
wezenlijk gehypertrophieerd. De holte is in alle afmetingen
belangrijk verwijd en in den regel met eene
aanzienlijk®
hoeveelheid slijm opgevuld, wat naar omstandigheden
verschillende eigenschappen heeft.

Het slijmvlies van \'t halskanaal is gewoonlijk bleeker,

1) Virchow, Gesammelte Abhandlungen zur wissenschaftHc\'\'®\'^
Medicin. 1856. p. 766.

-ocr page 61-

e dwarsplooijen steken buitengewoon hoog boven de
oppervlakte uit, terwijl men daartusschen talrijke slijm-
® bkels vindt, ter grootte van een gierstkorrel of eene
die onder den naam van ovula Nabothi be-
^\'^d zijn. Het secretum bestaat hier uit een glazig,
taai, doorschijnend slijm, dat als eene prop het
®kanaal opvult en stevig aan de wanden vastkleeft.
^ t^e veranderingen van de inwendige mucosa gaan in
^ regel ook over op de buitenvlakte der portio vagi-
die zich sterk rood en gezwollen vertoont, met
Verlies van zelfstandigheid aan de oppervlakte, wat zich
\'^der den vorm van erosies, excoriaties en verzweringen

^«ordoet.

Komt in het verloop van den chronischen katarrh
^een infarct van de baarmoederwanden tot stand, dan
^^fidt meunbsp;bij de sectie gewoonlijk dun, slap,

meer of min bloedrijk, vooral de venae sterk uit-
en gevuld.

de^*^ chronische katarrh der baarmoeder breidt zich in
regel uit op het slijmvlies der vagina en der tubae,
zamer op dat van de urethra en de blaas. Hij
zeer dikwijls in gemeenschap of als gevolg van
^cn in het geheele genitaalstelsel voor.
^^ e chronische baarmoederkatarrh kan jaren lang be-
hjd^\'^\'nbsp;bynbsp;lijderes als een belangrijk

^ ^ Wordt beschouwd; van daar dan ook, dat zij het,
^^ in de vroegere stadiën, zoo dikwerf over het
^ Zien, vooral wanneer de fluor albus niet buiten-
geen ^^ ®terk is, geen bijzonder sterke lucht heeft en
aanleiding geeft tot excoriaties aan de uitwendige
® ^chtsdeelen of de dijën. Dikwijls neemt de slijm-

4

-ocr page 62-

vloeijing telkens voor kortoren of längeren tijd in hoeveel-
heid af, waardoor de zieken in den waan van spontane
genezing worden gebragt. Eerst wanneer geneeskundig®
hulp om de bovenvermelde lastiger symptomen, of om
de onvruchtbaarheid wordt ingeroepen, komt men tot
de kennis van \'t bestaan dier ziekte, die dan
reeds te
hardnekkig is geworden om ze met vrucht te
bestrijden-

Zoo als reeds gezegd is, ontwikkelt zich de chronisch®
baarmoederkatarrh veeltijds uit de acute ontsteking®\'
processen van dit orgaan, het meest uit de acute ont-
stekingen van het slijmvlies, dikwijls is hij ook h®t
gevolg van eene parenchymateuse metritis.
Evenzoo is
in het kraambed dikwerf het begin dezer ziekte te vindei^
en niet zelden gebeurt het, dat de afscheiding der
lochie»
in eene voortdurende hypersecretie van het baarmoeder-
slijmvlies overgaat, vooral wanneer daarbij tegen de
gewone voorzigtige diaetetische maatregelen
gezondigd is-

Excessus in Venere en de daardoor veroorzaakte con-
gesties naar de genitalia, zijn ook niet zelden als
oorzaak
van den baarmoederkatarrh te beschouwen. Van daar
het veelvuldig voorkomen dezer ziekte bij
pasgehuwde
vrouwen, en verder heeft de zoogenaamde fluor meretri\'
calis voorzeker ook aan den coitus nimius in de meeste
gevallen zijn ontstaan te danken.
De onanie kan
grond ook hierbij eene plaats in de rei der oorzake\'\'
hebben.

Als constitutionele oorzaken verdienen de scrofulos®
en Chlorose in de eerste plaats genoemd te worden, ^^
in \'t kort alle ziekten, die langzamerhand de vegetatie^®
krachten ondermijnen, als tuberculose, enz.,

slechte

voeding en woning, zittende levenswijze, enz.

-ocr page 63-

De symptomatische catarrhus uteri, als gevolg van
Sübmuceuse fibroiden, polypen, kankerachtige infiltraties,
chronischen infarct, en bij de verschillende aandoeningen
der Ovarien; zoo ook de catarrhus uteri, die zoo dikwijls
Voorkomt als verschijnsel bij organische hart-en longziek-
bi] leverziekten, in een woord bij alle ziekten, die
quot;den terugkeer des bloeds in meerdere of mindere mate
belemmeren, wordt hier voorbijgegaan. Het spreekt
Van zeif^ jjg^^nbsp;ziekten in de eerste plaats de aan-

dacht zouden verdienen; zij worden later behandeld voor
Zooverre zij betrekking hebben op de steriliteit.

Aan de eigenlijke baarmoederblennorrhoe gaan in
Vele gevallen de verschijnselen van een acuten baarmoeder-
^tarrh vooraf; dikwijls ontwikkelt zij zich langzamerhand
Bender deze voorboden, en de van maand tot maand
^quot;^enemende slijmafscheiding is het eerste verschijnsel,
in naeerdere of mindere mate de aandacht trekt.
^ anneer de ziekte eenigen tijd heeft geduurd, de
Jöiafscheiding aanzienlijk is en de afvoer door het
^skanaal belemmerd wordt, dan zet zich de baarmoeder
^^ angrijk uit, de wanden worden dun en de zieken
over afgebroken, weeachtige pijnen, die vooral
voor de menstruatie sterk worden gevoeld. De
zelve ondergaat gewoonlijk ook belangrijke
i\'i^gen. De katameniale bloedingen volgen elkander
, iiregelmatig op en zijn of buitengewoon spaarzaam, of
gendeel zeer overvloedig en, zooals reeds gezegd is,
^S^ijls zeer pijnlijk.

^^ ^a langdurig plaatselijk lijden treden vroeger of later
^\'isn.ele verschijnselen in verwijderde organen te voor-
iJiij waaronder cardialgische pijnen, stoornissen in de

-ocr page 64-

voeding, vooral een hardnekkig meteorismus, obstructies
en een dikwijls herhaald braken de belangrijkste zijn-
Deze stoornissen in de voeding, gepaard met het aan-
houdend verlies van eiwithoudende stoffen uit het
genitaal-
stelsel, worden vroeger of later gevolgd door stoornissen
in de assimilatie en bloedvorming, die de bekende
verschijnselen van anaemie en hysterie te voorschijn
roepen en bij längeren duur door een vroegtijdig marasmus
worden gevolgd.

Het zekerste middel tot eene juiste diagnose van den
catarrhus uteri is het speculum, zoowel om den
toestand
der portio vaginalis naauwkeurig te leeren kennen, als
om een oordeel te kunnen vellen over de
hoedanigheid
der uitgescheiden stoffen. Dit is te meer noodig, omdat
in den regel ook de scheede is aangedaan en dus hetgeen
buiten de genitalia externa komt geen zuiver
product
der
baarmoeder is; men zou bij eene hevige elythriti®
zelfs gemakkelijk de aandoening der baarmoeder geheel
over het hoofd kunnen zien. Kiwisch geeft den raad
om een tampon van boomwol in te brengen en dien
na een zeker tijdsverloop weer te verwijderen; hij z^n
dan, uit hetgeen de tampon heeft opgenomen, niet
alleen
kunnen oordeelen over de hoedanigheid der excreta maar
ook over de hoeveelheid. Overigens moet men ook
acht geven op al de omstandigheden, die deze
ziekte
kunnen begeleiden.

Bij het toucheren vindt men het scheedegedeelte g®\'
woonlijk verdikt, het slijmvlies gezwollen en lig^
verschuifbaar over het ondergelegen parencbym,
dikwijls kan men reeds op deze wijze de
ulceratie®
erkennen. Het speculum zal hierover meer

zekerheid

-ocr page 65-

Verspreiden. Aan het ostium externum zit dikwijls eene
paarlgraauwe of geelwitte zeer taaije slijm prop, die
Vast daaraan kleeft en niet dan met moeite kan verwij-
derd Worden, waarnevens dan de vroeger beschreven
excreta te voorschijn komen. Deze taaije, glasachtige
sliJoipropp en duiden altijd op eene aandoening van het
^®kanaal, of, waar zij niet vergezeld zijn van de overige
Vroeger beschrevene excreta der aangedane baarmoeder-
op de later te beschrijven phlegmorrhoea uteri.
^\'^aar de baarmoedersonde tot aan den bodem des
quot;^^S\'aans kan worden ingebragt, bemerkt men bijna altijd
eene verlenging der holte, dikwijls van 1 ä 3 duim..

Welk is het verband dat er bestaat tusschen de ont-

ziekten der baarmoeder en de onvrucht-

^arheid ? Deze vraag is niet altijd gemakkelijk te beant^

^Oorden. Dat er een kennelijk verband bestaat is zeker;

. ^ quot;Menigte waarnemingen, zoo wel van den chronischen

quot;^larct als van den catarrhus uteri, stellen dit buiten allen

Jiel.nbsp;evenwel hebben deze ziekten dat

^\'^odlottig gevolg. Scanzoni zegt, » hoewel ook gevallen

\'^^rkoinen, waar zelfs bij de hoogere ontwikkelings-

S^adeiv dezer ziekten nog conceptie tot stand komt, zoo

Oort dit in ieder eeval tot de uitzonderingen, daar
de rn

2 heeste vrouwen in dat geval onvruchtbaar blijven.quot;
h Kiwisch » veelvuldig lijdt hieronder de vatbaar-
om te concipiëren, doch lang niet altijd; wij hebben
^^ cialen waargenomen, dat bij profuse , etterachtige
ennorrhoe met belangrijken infarct der baarmoeder toch
^^ conceptie plaats had.quot;

-ocr page 66-

Whitehaed i) stelt dit verband drievoudig »The
prevention of pregnancy under these circumstances
(chronic endo-uteritis), may be occasioned in three ways:
in the first place, the inflammatory action going on
within the uterus, and which
is liable to be aggravated
under states of venereal excitement, may prevent th®
formation of the
membrana decidua, and the ovum,
even although impregnated, is necessarily thrown off
without any manifestation of its existence in the ferti\'
lized state ;
secondly, the deseased condition of the lining
membrane of the uterus may be extended to the Fallo\'
pian canals, obliterating for the time their internal
orifices,
so as to oppose an insurmountable obstacle to the ad\'
mission of the spermatic
fluid within them, and thu®
to render the fertilizing effort abortive;
thirdly, th®
nature of the secretion furnished by the internal
surface
of the uterus or of the vagina, under certain states of
disease, may be inimical to the active existence of the
spermatozoa, occasioning their destruction before they
arrive at the extricated ovule.quot;

Hiermede is de zaak evenwel niet voldoende toeg®\'
licht, te meer daar er op de derde stelling nog veel vaW
af te dingen, zooals Whitehaed trouwens reeds aaO\'
geeft; doch hierover later.

Enkele malen gebeurt het, dat bij chronischen infarct
in het vaginaalgedeelte, vooral bij lagen stand, de
coitu®\'
even als elke drukking, pijnlijk is, soms zoo,
hij daardoor geheel moet worden nagelaten en
van conceptie dus geen sprake kan wezen. Veel mee\'

1) 1. c. pag. 401.

-ocr page 67-

is dit het geval bij langdurigen chronischen catarrhus

\'iteri; de vroeger vermelde excoriaties en granulaties

^an het scheedegedeelte, die hierbij zelden uitblijven,

geven bij elke aanraking zeer ligt aanleiding tot bloe-

\'dÏQgen en zijn hoogst pijnlijk, vooral bij den coitus.

^an veel meer gewigt voor de onvruchtbaarheid is hier

vernaauwing of geheele sluiting van \'t halskanaal, waar-

^er vroeger reeds met een enkel woord is gesproken.

chronische infarct komt het meest voor aan het

isgedeelte, vooral op de hoogte van het ostium internum

geeft op zich zelf reeds aanleiding tot belangrijke

van deze opening. Bij vrouwen, die nog

kinderen gehad hebben, vindt men somtijds het

\'istium externum vast gesloten alleen door de zwelling

hardheid van \'t omringend weefsel. In twee gevallen,

Scanzoni de genitalia na den dood heeft onder-

quot;^quot;^ht, vond hij het ostium veranderd in eene kleine

\'^onde groef. Nog veel meer vindt men deze atresie ten

gevolge van den chronischen catarrhus uteri. De zwel-

iig van \'t slijmvlies in het halskanaal, die op vele

atsen in werkelijke hypertrophic overgaat, geeft hiervoor

^^ loende verklaring. Deze zwelling is gewoonlijk niet

ö^rneen, maar vertoont verhevenheden, die den vorm
eener

crista hebben en soms in groote menigte voor-
^^quot;iden zijn. Vooral daar, waar zij met inschrompeling
j^^ii het omringende uterusparenchym gepaard gaan,
Qnen zij t^j; volkomen obliteratie van \'t halskanaal
icling geven, te meer daar de tusschenliggende
„ e doorgaans met eene aanzienlijke menigte slijm-
^^ i^els (ovula Nabothi) wordt opgevuld. Even zoo
\' namelijk bij den druiperkatarrh, vernietiging van

-ocr page 68-

het slijmvlies tot stand komen, met opvolgende ver-
groeijing van \'t halskanaal, ja zelfs van de
baarmoe-
derholte in grootere of kleinere uitgestrektheid.

In al deze gevallen wordt het binnendringen van
sperma in de baarmoederholte verhinderd of ten
minste
belangrijk belemmerd en het eitje moet onbevrucht
te gronde gaan.

Niet minder voorzeker verdient hier de aandacht wat
Whitehaed onder Nquot;. 2 opgeeft, namelijk de voort-
zetting van de ziekelijke aandoening van \'t slijmvlies
der baarmoederholte op dat der tubae. Het is vol-
doende bekend, dat de veranderingen, die het baar-
moederslijmvlies ondergaat, onmiddelijk vóór de men-
struatie, zeer veel overeenkomst hebben met die van
een acuten katarrh. Met elke menstruatie nu nemen
de tubae deel aan de algemeene congestie en uitschei-
dingen van het baarmoederslijmvlies; Raciborski O
voert verscheidene voorbeelden aan, waar dit op het
cadaver is aangetoond. Niet minder zal dit dan het
geval zijn bij eene ziekte, die om haar langzaam ver-
loop zooveel meer gelegenheid heeft om zich verder nit
te breiden. En in der daad, het is post mortem vol-
doende geconstateerd, niet alleen dat de tubae steeds
mede zijn aangedaan, maar zelfs de ovariën zijn, volgen®
Virchow bij katarrhale ziekten der
baarmoeder
zelden vrij; doch hierover later. Uit het hier aang^\'
voerde zal men ligt begrijpen, dat het naauwe kanaal

1)nbsp;A. Eaciborski. Du role de la menstruation dans la Pathquot;quot;
logie et la Thérapeutique. Paris. 1856. pag. 20.

2)nbsp;Virchow, 1. c. pag, 760,

-ocr page 69-

\'Ier tubae, wat in den gezonden toestand niet eens een
stilet van gewone dikte doorlaat, dat dit kanaal door
betrekkelijk geringe zwelling van \'t slijmvlies
spoedig geheel gesloten moet worden. Al dringt dan
b^t sperma door tot in de baarmoederholte, al wordt
bßt eitje door het ovarium geleverd, de zamenkomst
deze twee elementen, zoo onvermijdelijk noodza-
kelijk voor de bevruchting, is verhinderd en beiden moeten
OQverrigter zake te gronde gaan.

Ten slotte nog een enkel woord over den doodenden
invloed, die de secreta der genitalia onder sommige
\'^nistandigheden op de spermatozoa zouden hebben,
is voldoende bekend, dat in den gezonden toestand
et slijm uit de baarmoeder eene zwak alkalische reactie
Vertoont, het vaginaalslijm daarentegen steeds zuur
\'e^geert, en dat in den gezonden toestand de vereeni-
ging dier beide uitscheidingen de neutrale reactie zeer

nabij

komt. Even zeker is het uitgemaakt, dat zuren
het algemeen aan de spermatozoa alle beweegkracht
Ontnemen, zwakke alkaliën en sommige zouten daaren-
gen die kracht onderhouden; ja zelfs heeftMoleschott i)
^ den laatsten tijd bewezen, dat spermatozoa, die vol-
^ntüen in rust waren gekomen, zich plotseling weer
®gOQnen te bewegen door bijvoeging van eene oplossing
^^n phosphas of carbonas sodae.

^et is vooral Donné geweest, die zich met deze

ruh ^oleschott u. J. C. ßichetti. Ueber ein Hülfsmittel,
^ ^tte Samenfäden zur Bewegung zu bringen. Wien. med.
^chenschrift. Mai. 1856.

^onne, Cours de Microseopie.

-ocr page 70-

onderzoekingen lieeft bezig gehouden en onder anderen
heeffc gevonden, dat het vaginaalsUjtn, in congestieve en
ontstekingstoestanden door dit orgaan afgescheiden,
zoo
zuur is, dat de spermatozoa in een paar seconden
alle beweging hebben verloren, wanneer zij daarmede in
aanraking komen. Deze proef heeft menigeen
verleid
om juist aan deze omstandigheid de onvruchtbaarheid
bij baarmoederontsteking toe te schrijven. Doch
men vergeet hierbij, dat het baarmoederslijm bij alle
vormen van catarrhus uteri op zeldzame gevallen na,
zijne alkalische reactie blijft behouden. Zelfs al is het
purulent geworden vond Donné, dat het
geen vijan-
digen invloed op de spermatozoa had. Het valt ligt te
begrijpen, dat waar beide organen, de uterus en de
vagina,
in eene staat van hypersecretie verkeeren, de alkalische
reactie in de nabijheid van het ostium uteri steeds de
overhand
zal hebben en er dus geen reden bestaat
waarom de spermatozoa, die steeds op die plaats worden
uitgeworpen, zouden te gronde gaan. Het denkbeeld,
dat op deze wijze de catarrhus uteri een hinderpaal voor
conceptie is, is lang niet bewezen.

Om den chronischen catarrhus uteri met vrucht te be-
strijden, moet men zoo wel eene algemeene als eene
plaatselijke behandeling instellen. Eene algemeene om
zoo meer daar dikwijls constitutionele oorzaken aan het
plaatselijk ziekteproces ten grondslag liggen.
Scanzoni
kon van 87 door hem behandelde, aan blennorrhoe der
baarmoeder lijdende vrouwen, bij 53 geene andere oor-
zaak voor dit lijden vinden, dan eene meer of minder
duidelijk sprekende Chlorose.
Alle middeleo, die gewoon-

-ocr page 71-

l^jk tegen deze ziekte worden aangewend, zullen ook in
geval bij den baarmoederkatarrh eene goede uit-
\'\'^^king hebben (altijd in vereeniging met de plaatse-
y e behandeling). De verschillende ijzerpraeparaten
füllen het eerst in aanmerking komen en vooral moet
^ eene gepaste levenswijze acht worden gegeven.

enzoo moet, waar de catarrhus uteri bij scrofuleuse
^\'idividaën voorkomt, het constitutionele lijden in de
perste plaats de aandacht van den geneesheer bezig

houden.

I^e plaatselijke behandeling moet ook veel naar de
^volstandigheden gewijzigd worden. — Wanneer de ob-
J^etieve en subjectieve verschijnselen voor een voortdu-
congestieven en hjperaemischen toestand der baar-
Moeder pleiten, wordt de curatie begonnen met het
^^özetten van eenige bloedzuigers aan het scheedegedeelte,
^^nneer namelijk de algemeene toestand der lijderes de
^ ^^onttrekking niet verbiedt; dit kan naar omstandig-
ere 2 of 3 maal herhaald worden. Te gelijker tijd
men door zachte purgeermiddelen eene afleiding
het darmkanaal te bewerken en door adstringerende
^\'^spuitingen en zitbaden de congestie naar de genitaliën
^^Sen te gaan. Men begint voorzigtigheidshalve met
^^^Uw water, van dag tot dag bezigt men eene lagere
. P^ratuur, totdat men tot op koud water gekomen
Is dit punt bereikt, dan kan men met adstringe-
middelen beginnen, zooals eene oplossing van
MUrias ferri, een decoctum corticis quercus of radicis
^^tanhiae, en anderen.

Is het slijmvlies van het halskanaal bijzonder aange-
dan worden cauterisaties raet eene pijp lapis infer-

-ocr page 72-

nalis, die 2 ^ 3 minuten daarin blijft liggen, of met
nitras argenti in oplossing, door middel van een
penseel,
met vrucht aangewend. Deze cauterisaties worden otn
de 6
è, 12 dagen herhaald, naarmate de ziekte hardnek-
kig is. — Hetzelfde middel wordt ook voor de baar-
moederholte gebezigd, door middel van eenen
porte-
caustique, of door inspuiting van eene oplossing van
nitras argenti, murias ferri, sulphas zinci, enz. in de
baarmoederholte, hoewel men met deze inspuitingen zeer
voorzigtig moet wezen, daar zij dikwijls tot
baarmoe-
derkolieken en tot zenuwtoevallen aanleiding geven-
Bij atonie der baarmoeder, kan men nevens ferrum
ook
secale cornutum inwendig toedienen.

Tegen de excoriaties en granulaties op het scheede-
gedeelte, zijn de adstringerende injecties in den regel
voldoende; mogten zij zich hardnekkiger vertoonen, dan
moet men zijne toevlugt nemen tot plaatselijke
caute-
risaties.

De behandeling der vernaauwingen en sluitingen
van het halskanaal is reeds vroeger aangegeven.

Bij sluiting der tubae Fallopianae moet men van
elke plaatselijke behandeling afzien, ook al ware deze te
diagnostiseren. Tyler Smith heeft hiervoor
wel een
instrument uitgedacht, waarmede hij een zeer dun
baleintje, van uit de baarmoederholte, in de tubae wil
inbrengen en zoo het verstopte kanaal openen, en wer-
kelijk beweert hij, dat hem dit gelukt is. — Credat qui
velit.

Sommigen, die veel hechten aan de zure reactie van
het afgescheiden slijm, hebben ook den raad gegeven om
den coitus door alkalische inspuitingen te laten vooraf-

-ocr page 73-

pan. Dig is zeker zoo rationeel mogelijk; of hij
praktijk
is gebragt weet ik niet.

g. Hypersecretie van het laarmoederslymvlies.

Phlegmorrhoea uteri.

2eer belangrijk voor de aetiologie der onvruchtbaarheid
i® de hypersecretie van het slijmvlies der baarmoeder,
door Kiwisch onder den titel van phlegmorrhoea
nteri wordt beschreven, door May er voor identisch
gehouden wordt met chronische endometritis. Het belang-
rijkste onderscheid tusschen deze twee ziekten bestaat
de geaardheid van de uitgescheiden stof, die bij de
phlegtnorrhoe zich voordoet onder den vorm van het
^^^ije, glazige, doorschijnende of melkachtige, ook
geel gekleurde slijm, dat men physiologisch
®teeds als product van den cervix uteri ziet te voor-
^\'^bijn komen.

komt op alle leeftijden voor, het meest in de
geslachtsrijpe jaren, en gaat gepaard met al die ver-
welke het gevolg zijn van plaatselijke prik-
^lingen der baarmoeder met verlies van stof. Physiolo-
gisch komt zij bi) eiken coitus en bij iedere menstruatie tot
^^^nd ; ook na de conceptie is zij oorzaak van de slui-
g van \'t cervikaalkanaal, omdat het dunnere slijm
de baarmoederholte zich dan niet meer daarmede
l\'ei^ttiengt en de glutineuse massa nog dikker wordt. In
^et kraambed eindelijk komt de phlegmorrhoe geregeld
laatste periode der lochiënuitscheiding voor. Wordt
physiologische opgewektheid te dikwijls herhaald, zoo
\'^eidt zich die afscheiding uit over de geheele baarmoe-

-ocr page 74-

derholte en wordt eindelijk habitueel. Dit is vooral het
geval waar te dikwijls coitus wordt uitgeoefend,
vooral
ook bij onanie, in een woord bij alles wat meer aan-
houdende prikkeling van het genitaalstelsel verwekt.

De phlegmorrhoe wordt op zich zelve in den regel door
geene andere plaatselijke verschijnselen vergezeld; zij kan
jaren lang bestaan, zonder dat de lijderes over iets
anders klaagt, dan over den lastigen fluor albus;
alleen
de molimina menstrua treden meer op den voorgrond-
Langzamerhand echter wordt het organisme
ondermijnd ;
vooral daar waar men reeds met eene chlorotische con-
stitutie te doen had en waar reeds aanleg tot
zenuw-
verschijnselen bestond, treden deze met verdubbelde
hardnekkigheid te voorschijn.

Mayer schijnt de phlegmorrhoe op ééne lijn te
stellen met chronische endometritis, »Deze
afschei-
ding,quot; zegt hij, »is voor de steriliteit van het
grootste gewigt, want het is duidelijk, dat zij bet
indringen der spermatozoïden verhindert en dat in alle
gevallen, waarin de baarmoederholte met een
overvloedig
secretum is gevuld, het in die holte aangekomen ei
geene plaats vindt, waar het zich kan vasthechten ; bet
moet dus onherroepelijk te gronde gaan, ook al kwam
het met de gezondste spermatozoïden in
aanraking-
Deze phlegmorrhoe behoort tot de hardnekkigste ziekten
en nimmer heb ik eene vrouw, die daaraan leed, zi®\'^
concipiëren, terwijl de blennorrhoe geene
steriliteit
behoeft te veroorzaken. De aan deze phlegmorrhoe te
gronde liggende chronische endometritis behoort tot de
bij onvruchtbare vrouwen zeer menigvuldig
voorkomend®
aandoeningen en gaat altijd met storingen in de

-ocr page 75-

^iienstruatie, maar vooral met de meest uiteenloopende
zenuwverschijnselen gepaard, die bij de menstruatie
öewoonlijk veel heviger worden, maar voornamelijk,
®ven als in zwangerschap plaats heeft, de maag aandoen,
cardialgie, gebrek aan eetlust, afwisselend met val-
^ en honger, misselijkheid, oprispen, enz. veroorzaken.
^ nienstruatie zelve is ongeregeld, nu zwak dan over-
altijd met hevige pijnen gepaard, die meestal
^ceds eenige dagen te voren beginnen, bij de menstruatie
ortduren en een gevoel van algemeene zwakte en
^ gematheid nalaten. Op de menstruatie. volgt dan de
i scheiding van dat taaije, glazige slijm, dat of
^i\'^fgebroken overvloedig naar buiten komt, of zich
Pnoopt en van tyd tot tijd onder ligte, schietende
P\'jnen Wordt uitgedreven. De chronische ontsteking
zich meestal aan den binnenwand over het geheele
iiit, zoodat men bij het onderzoek niet alleen
onderste segment, maar ook den bodem der baar-
^^ ecler pijnlijk vindt, wanneer men met den vinger in
scheede den hals bevestigt en van buiten met de
^^iid op den fundtis drukt. In het speculum ziet men
. portio vaginalis zooals bij den chronischen katarrh

aangegeven.quot;

^^Wat de behandeling betreft, behoort deze ziekte tot
^^ ^llerlastigsten. Waar het noodig mogt zijn, poogt
^^ de algemeene constitutie te verbeteren. Men moet
van^^^^\'^ elke psychische en physische overprikkeling
het geslachtsstelsel verwijderd te houden; hoewel
Innbsp;moeijelijk, in vele gevallen onmogelijk, is.

bijzonder moet onanie, overdreven coitus, psy-
iisehe wellustige opwekking, het slapen in zachte

-ocr page 76-

bedden en eene zittende, trage levenswijze door de lijderes
vermeden worden. Reizen en andere bezigheden, liefst
op het land, geven de beste afleiding.
Ijzerpraeparaten
en plaatselijk lang voortgezette koude douches zullen
nog het meest gunstige gevolg hebben. Is het ostium
vernaauwd, dan zal klieving met den bistouri
aan het
secretum een gemakkei ijken uitweg verschaffen en zoo
de genezing te gemoet komen. May er koestert hier-
van evenwel weinig verwachting, evenmin als van het
aanwenden van koude
en bijtende of adstringerende
middelen. Volgens zijne ondervinding zou van eene
zeer lang voortgezette afleidende behandeling, kleine
plaatselijke bloedontlastingen en visicatoriën, later jodium*
praeparaten, laauwwarme inspuitingen en
doelmatige
baden, ten slotte staalmiddelen, het beste onder den
vorm van staalhoudende mineraalwateren, nog het
meeste
heil te verwachten zijn.

h. Verschillende woekeringen, der baarmoeder.

a. Ronde vezelgezwellen; fihroiden. — De fibroiden
behooren tot de klasse der bindweefselgezwellen, waarvan
de bindvezelen concentrisch in den vorm van ringen
verloopen om een middelpunt; dikwijls ook bevat he^
gezwel verscheidene van die centra, waardoor de
vezelen
vooral aan de randen een verward verloop verkrijgen-
In het eerste geval bezitten de fibroiden eene ronde
gedaante met volkomen gladde oppervlakte, in het
laatste geval is de oppervlakte knobbelig, waarbij de
geheele tumor in den regel een veel grooteren
omvang
verkrijgt. Niet zelden bevatten de baarmoederwanden ver-

-ocr page 77-

®cheideiie van die gezwellen ; zoo spreekt Scanzoni
Van een praeparaat, wat 37 fibroiden van verschillende
grootte, bevat.

Omtrent de zitplaats zij hier aangemerkt, dat verre-
de meeste baarmoederfibroiden aan den fundus
Voorkomen; minder dikwijls aan \'t corpus uteri, en
Oogst zelden aan de portio vaginalis worden gevonden,
aarmate het gezwel onmiddelijk onder het peritoneaal-
e^leedsel, of midden in het parenchym, of eindelijk
\'^öder het slijmvlies der baarmoeder voorkomt, heeft
een onderscheid gemaakt tusschen subperitoneale,
^•iterstitiële en submuceuse fibroiden.
^ I^e vatbaarheid tot bevruchting wordt in de gewone
^evallen daardoor niet verminderd en bij niet aanmer-
yke grootte en niet ongewone zitplaats hebben zij
ook geen nadeeligen invloed op de zwangerschap
de baring. Kiwisch heeft gevallen waargenomen,
vezelgezwellen, ter grootte van eene vuist of van
kinderhoofd, of ook wel een aanzienlijk aantal
eiiiere, in den fundus of het corpus uteri voorhanden
vol^^^ en niettegenstaande dat niet slechts bevruchting
^ Sde, maar ook de zwangerschap zonder stoornis
^ep. In vele gevallen evenwel zijn de fibroiden als
^^rzaak der steriliteit aan te zien, — Mayer telde er
onder 272 onvruchtbare vrouwen.
Öet verband tusschen deze gezwellen en de steriliteit
^^ hoofdzakelijk afhangen van de zitplaats en de grootte,
zijn er kleine fibreuse gezwellen waargenomen, die
het halskanaal sterk vooruitsteken en den doorgans

Ullv»nbsp;®

bjequot;^ geheel sluiten. Ook kunnen tamelijk uitge-
reide gezwellen aan den fundus aanleiding geven tot

5

L.

-ocr page 78-

sluiting der beide tuba-openingen en zoo de zameo\'
komst der spermatozoïden met het ei ten
eenemale
beletten. De subperitoneale fibroiden zullen alleen dan
aan de bevruchting in den weg zijn, wanneer zij
eene
belangrijke uitgebreidheid hebben verkregen en door
hunne zwaarte aanleiding geven tot ante- of
retroversie,
naarmate het gezwel meer aan de voor- of achterzijde
der baarmoeder zijn zetel heeft. Wordt het gezwel
zeer groot, zoodat de buitenzijde tegen de bekkenwand
dringt, zoo is het duidelijk, dat de fundus uteri naai
de tegenovergestelde zijde zal overhellen; zoo zal b. v-
eene retroversie langzamerhand in eene anteversie over-
gaan, zoodra het gezwel een vast steunpunt heeft g®\'
vonden aan het
Promontorium en daarna nog in omvang
toeneemt. — In hoeverre nu ante- en
retroversiones
verhindering tot conceptie daarstellen is vroeger reeds
uiteengezet.

De interstitiële fibroiden zijn veel meer als oorzaak
der steriliteit te beschouwen, en wel wanneer zij zi\'\'^
naar buiten uitbreiden op dezelfde wijze, als de
subp®\'
ritoneale. Steken zij echter meer in de baarmoederholt®
uit, dan vullen zij spoedig deze holte gedeeltelijk of
geheel, — wat trouwens ook geldt van de
submuceuse
fibroiden. — Uit het gezegde blijkt dus, dat, wanneer de
vezelgezwellen geene belangrijke uitgebreidheid
bezitten»
of
niet door hunne toevallige plaatsing de hals- of tuba-
openingen sluiten, zij althans geen mechanischen hi»\'
derpaal kunnen daarstellen voor de bevruchting, All®®\'^
zij hier nog aangemerkt, dat ook kleinere fibroiden
vooral de submuceuse, niet zelden van
overvloedig®-quot;
hardnekkige bloedingen vergezeld gaan en hierdoor

-ocr page 79-

al niet de conceptie verhinderen, dan toch zeker
Vroegtijdig abortus zullen na zich slepen.

De prognose is met betrekking tot de vruchtbaar-
heid al zeer ongunstig. De genezing van zelve, waarvan
® meeste schrijvers gewag maken, behoort tot de groote
zeldzaamheden, hetzij die door verettering of verzwering
tot stand komt, of door verbeening met opvolgende
afstooting. Van resorptie heeft Scanzoni één enkel
bSval Waargenomen, — namelijk van een fibroid dat 11
J^ar had bestaan, waar graviditeit op gevolgd was en
Waar nu in het puerperium het gezwel, verdween, zoo-
6 weken na de baring geen spoor daarvan meer te
\'iitdekken was.

voornaamste symptomen zijn pijnlijke, meest
^overvloedige menstruatie en ook bloedingen buiten de
ameniale perioden, hardnekkige obstructies en dikwijls
Skeerenden drang tot urineren. De subperitoneale
oiden daarentegen gaan gewoonlijk gepaard met
^aarzame menstruale bloeding of volkomen amenorrhoe.
^ erder klagen de lijderessen over afgebroken pijnen in
® bekken- en heiligbeenstreek, die zich soms in de
onderste ledematen tot in den voet voortzetten. Einde-
komen reflexverschijnselen in verwijderde organen
_ » als hoofdpijn, hartkloppingen, misselijkheid, maag-
l^^J\'i» braking, zelfs algemeene convulsies. — Niet zelden
^Venwel zijn, zelfs bij belangrijke fibreuse gezwellen, al
c Verschijnselen zoo gering, dat de geneesheer even-
staquot;^ de lijderes op het denkbeeld komt van het be-
, Van zulk een belangrijk organisch lijden der
^^^i^moeder.

kleine vezelgezwellen te diagnostiseren is voorzeker

5*

-ocr page 80-

eene raoeijelijke opgaaf. De grooteren zullen, wanneer
zij tot de subperitoneale beliooren, het zekerst door den
buikwand heen worden herkend, vooral wanneer zij de
boven beschreven ongelijke oppervlakte bezitten.
interstitiële en submuceuse fibroiden brengen ook ver-
anderingen te weeg aan het collum, dat des te korter
zal wezen, naarmate het gezwel groot is, soms zelfs ge-
heel verstrijkt; in enkele gevallen heeft men het ostiu®
daarbij tamelijk wijd geopend gevonden.

De genezing der baarmoederfibroiden behoort tot de
grootste zeldzaamheden. Wel heeft men getracht het
gezwel door middel van den bistouri te
verwijderen,
zoowel door den buikwand als door de vagina heen,
doch met zeer ongunstig gevolg. — De behandeling
moet dus eene zuiver symptomatische zijn; zij kan allee»
in die gevallen, waar bloedingen de oorzaak waren va«
de onvruchtbaarheid, tegen deze laatsten met eenig gun-
stig vooruitzigt ondernomen worden.

ö. Polypen. Men kan de polypen het best in twee klassen
verdeelen, namelijk die didv fibreuse polypen en der slyi^\'
polypen.
De groote menigte onderscheidingen der vroe-
gere geneeskundigen , als blaaspolypen,
cellulo-fibreuse,
celluio-vasculeuse, buisvormige polypen enz. kunne»
allen tot de slijmpolypen worden teruggebragt, tervfiji
het bestaan der fibrineuse of bloedpolypen van Kiwisch*
door Scanzoni met regt in twijfel
getrokken wordt.

De fibreuse polypen komen, wat hun weefsel betreft?
overeen met de bovengenoemde fibroiden en verschillen
eigenlijk slechts daarvan, doordat ze geheel in de baar-
moederholte uitsteken en met een betrekkelijk dunne»
steel in den wand bevestigd zijn, terwijl van de fibroi-

-ocr page 81-

eene tamelijk groote oppervlakte in den uteruswand
ingeplant. Het weefsel der fibreuse poljpen bestaat
eveneens hoofdzakelijk uit bindvezelen, die of concen-
\'risch verloopen, waarbij dan \'t gezwel meer rond is
vorm, glad van oppervlakte en eene vastere con-
®istentie heeft, of zij verloopen parallel, of wel als stralen
^it het middelpunt divergerend, waardoor zij eene lang-
^^erpige peer- of knodsvormige gedaante verkrijgen, eene
gekerfde of gekwabte oppervlakte vertoonen, vooral aan
onderste gedeelte, en dan een minder hard, dikwijls
vaatrijk weefsel hebben. De steel, die in den regel
•enkelvoudig is, — soms zijn er twee of drie, — heeft bij de
en de grootste dikte. De plaats van inplanting
gewoonlijk boven in de holte, meer aan den achter-
n aan den voorwand der baarmoeder; zeldzamer in den
j s of wel aan de baarmoederlippen. De grootte van
^et gezwel varieert tusschen die eener erwt en van een

kinderhoofd.

^ I)e veranderingen, die de baarmoeder door het voor-
^^^nden zijn van een polyp ondergaat, komen in het
^gemeen overeen met die, welke bij submuceuse fibroi-
plaats grijpen. Het voornaamste verschil is, dat de
^erkortiiig van het scheedegedeelte en de opening van
^ ostiuin uteri bij de polypen veel vroeger tot stand
quot;^^en, en zoo komt het dat, door de dikwijls krachtige
^^mentrekkingen der baarmoeder, de polyp gedeeltelijk,
Wanneer de plaats van inplanting laag is, geheel
buiten komt en in de scheede afhangt.

I) \'\'

e slijmpolypen zijn plaatselijke hypertrophieën der
^erschillervde elementen van het slijmvlies. Zij bereiken
grootte eener erwt tot die van een duivenei. Zij be-

L.

-ocr page 82-

staan hoofdzakelijk uit eene epitheliumlaag, zoo wel vao
cilindrisch als van plaatepithelium ; daaronder
bevindt
zich dan eene laag bindweefsel zonder elastieke vezelen-
Binnen dit celweefeel is eene holte, welke slijm van
verschillende kleur en consistentie bevat. Het uitgangS\'
punt moet in het submuceuse weefsel gezocht
worden.

De slijmpoljpen zitten in den regel in \'t halskanaal,
. zeldzamer in de baarmoederholte of aan den fundus. 2ij
kunnen verschillende veranderingen ondergaan, van welke
de ulcereuse en gangraeneuse de voornaamsten zijn, een
verbeeningsproces schijnen zij nooit te ondergaan. Wan-
neer zij een dunnen steel hebben, kan deze loslaten en
de polyp worden uitgedreven.

Wanneer de slijmpolyp in de baarmoederholte zijquot;
zetel heeft en bijzonder groot wordt, dan
veroorzaakt by
aan den uterus dezelfde veranderingen als de fibreuse
poljp; zit hij daarentegen in den hals, dan kan het
ligchaam en
de bodem onveranderd blijven en slechts
het halskanaal wordt uitgezet, totdat eindelijk de polyP
naar buiten komt.

De symptomen zijn voor de beide soorten van polyp®\'\'
zoo tamelijk dezelfde. Storingen in de
menstruatie en
sterke slijmafscheiding zijn de eerste verschijnselen, di®
op een baarmoederlijden wijzen. De menstruatie keert
ongemeen dikwijls terug, is meest profuus, de
uitvloeijing
gemengd met coagula en kleine fragmenten van b®\'\'
slijmvlies; tusschen de twee katameniale perioden ^^
wordt onophoudelijk eene groote hoeveelheid zeer dnn
slijm ontlast. Heeft dit lijden lang geduurd, dal\'
komen weldra alle verschijnselen te voorschijn, die op
anaemie duiden. De hevigheid der bloedingen hang^

-ocr page 83-

hij slijmpolypen vooral af van den meerderen of min-
eren rijkdom aan vaten, van daar dan ook, dat kleine
vaatrijke slijmpolypen dikwijls veel hardnekkiger bloe-
«gen veroorzaken dan grootere, die minder vaten
atten. Vooral dan, wanneer zij buiten het ostium
getreden zijn, geven zij bij eiken coitus, bij het tou-
wen, in een woord bij elke aanraking eene meerdere
öiindere hoeveelheid bloed. De blennorrhoe neemt
by shj

mpolypen weer het consistente karakter aan van
^ slijm, dat in den gezonden staat in het halskanaal
quot;quot;«\'dt afgescheiden.

I^e pijnen ontbreken dikwijls geheel, bij slijmpolypen
den hals bijna altijd; waar zij evenwel voorhanden
^yiij hebben zij in den regel het karakter der zooge-
^aamde baarmoederkolieken. Wordt de polyp groot,
komen ook al die verschijnselen te voorschijn, welke
gewoonlijk het gevolg zijn van drukking op het rectum
op de blaas, vooral obstructies en haemorrhoiden.
Wanneer de polypen klein zijn, of zelfs middelmatig
bloot, zullen zij in den regel de conceptie niet ver-
deren , tenzij hunne toevallige plaatsing hiertoe
®*ding geeft. Zoo heeft Kiwisch drie gevallen
van steriliteit bij volkomen gezonde
^Oüwen, waar in het ostium een slijmpolyp voorhanden
^ s ter grootte van
eene erwt, die het ostium zoo vol-
• opvulde, dat hij, buiten het halskanaal uitpuilend,
geklemd scheen te zyn en zich aan de buitenzijde
g om den rand van het ostium heensloeg en zoo het
ringen van het sperma van buiten belette. — De
^^^^^P^^ypen zullen om hunne zitplaats in het halskanaal
® ligter aanleiding geven tot onvruchtbaarheid, terwijl

-ocr page 84-

de fibreuse polypen op zich zelve alleen dan de conceptie
beletten, wanneer zij de baarmoederholte opvullen, of
door hunne lengte in het halskanaal reiken;
wanneer
zij buiten het ostium treden en een zeer grooten omvang
hebben, kunnen zij zelf aan den coitus in den weg zijn.
May er moest van
272 onvruchtbare vrouwen 12 maal
de steriliteit aan de tegenwoordigheid van polypen toe-
schrijven.

Even moeijelijk als de diagnose is bij kleine polypen,
die nog geheel in de baarmoederholte verborgen zijn,
even gemakkelijk worden zij herkend, zoodra zij geheel
of gedeeltelijk die holte verlaten hebben. — Bij
groote
polypen kan men door de buikbekleedselen heen, in
den regel ten minste, gewaar worden, dat de uterus ver-
groot is. Het eenige middel om zeker te zijn van de
diagnose is, dat men het ostium uteri door middel van
de drukspons langzamerhand tracht te openen.

Heeft men nu op deze wijze den intrauterinalen polyp
blootgelegd en kan het gezwel door den vinger
bereikt
worden, zoo komt het er op aan om te onderscheiden, .
of de tumor werkelijk gesteeld is, dan wel of men met
een rond submuceus fibroid te doen heeft Kan men
met den vinger de plaats van inplanting bereiken, zoo
levert de diagnose geen zwarigheden meer op; kan dit
door de hooggelegen inplanting of te kleine opening
van \'t ostium niet geschieden, dan kan men trachten door
middel van de baarmoedersonde zekerheid te verkrijgen,
welke laatste methode evenwel in vele gevallen geen
volkomen bevredigend resultaat zal opleveren.
Is de
polyp eenmaal gedeeltelijk of geheel buiten het
ostiu®
uteri getreden, dan zal de diagnose, door middel van

-ocr page 85-

den vinger, zoo noodig ook van het speculum, vrij ge-
Qiakkelijk zijn.

Het spreekt van zelf, dat bevruchting niet kan plaats
hebben, voordat de hinderpaal is uit den weg geruimd,
en dat dit slechts door verwijdering der polypen langs
operatieven weg kan geschieden. Dit kan op drie ver-
schillende wijzen plaats hebben, namelijk door afsnijden,
^fdraaijen, of afbinden, welke drie methoden naar gelang
Van omstandigheden hunne toepassing vinden. — Waar
het mogelijk is den poljp af te snijden, zal men aan
deze methode de voorkeur moeten geven, daar zij de
Zekerste en snelste is en het minst aanleiding geeft tot
kwetsingen van den baarmoederwand en, volgens de
ervaring, het minst wordt opgevolgd door belangrijke
bloedingen. Is de inplanting te hoog, of zijn er
andere omstandigheden die het afsnijden beletten, dan
zal de torsie het eerst in aanmerking komen, daar ook
quot;^eze methode veel minder nadeelige gevolgen heeft dan
et afbinden, wat alleen dan kan geïndiceerd zijn,
v^anneer bij hooge inplanting de steel te dik is om
%draaid te kunnen worden.

^oor al deze operaties zijn verschillende instrumenten
^i^edacht; het zou ons te ver voeren ze hier te
eschrijven, wij moeten dus verwijzen naar de verschil-
^de handboeken, die over het algemeen op dit punt vrij
\'Uitvoerig zijn.

Tuherculosis uteri. Daar deze ziekte nooit op zich
^elve, maar altijd in combinatie optreedt met tuberculose
andere gewigtige organen, zoo als de longen, de
^\'^gewanden of het peritonaeum, enz., zoo zal het alge-
quot;^een lijden in al die gevallen te veel de aandacht

-ocr page 86-

trekken, dan dat er om zal gedacht worden naar de
oorzaak der steriliteit te vragen.

ä. Carcinoma uteri. Van deze ziekte geldt gedeeltelijk
hetgeen zoo even van de tuberculosis nteri is gezegd,
met dien verstande namelijk, dat het carcinoma in den
beginne volstrekt aan de conceptie niet in den weg is?
zelfs zijn er verscheidene gevallen waargenomen, dat
eene
carcinomateuse baarmoeder bevrucht werd, terwijl de
ziekte reeds eene tamelijke hoogte had bereikt, dat ge-
durende de graviditeit het ziekte proces tot staan was
gekomen en na het pnerperium zich eerst verder ont-
wikkelde. Heeft deze ziekte nu eenmaal een
hoogeren
graad bereikt, dan zal het conceptievermogen voorzeker
hierdoor belangrijk lijden, zoo niet geheel en al worden
opgeheven, maar dan zal ook de algemeene toestand
der lijderes de gedachte aan conceptie geheel op zijde
dringen.

anomalien der menstruatie.

Wij moeten hier nog spreken over eenige vormen
van steriliteit, die niet tot afwijkingen in de geslachts-
organen kunnen worden teruggebragt, hoewel zij steeds
met storingen in de menstruatie gepaard gaan. Het
zijn eenige constitutionele anomaliën, die op de be-
vruchtingsvatbaarheid der vrouw in zoo verre een
nadeeligen invloed hebben, dat zij bij overigens normaal
gevormde geslachtsorganen, bf aan de regelmatige ont-
wikkeling van het ei in den weg staan, bf de
processen
in het ovarium, die tot het loslaten der eijeren nood-
zakelijk zijn, niet begunstigen, met andere woorden

-ocr page 87-

%

75

katameniale werkzaamheid der geslachtsorganen be-
lemmeren.

Het menstruatieprocesj de veranderingen die elk der
geslachtsorganen daarbij ondergaat, mogen als algemeen
ekend worden verondersteld. Wij kunnen die bij het
^en niet elk op zich zelve nagaan; wij kunnen slechts
ïiitwendige verschijnselen, en wel in \'t algemeen de
oedige uitscheiding der baarmoeder als maatstaf aan-
^emen voor het tot stand komen van het inwendig
proces. quot;V^jj hebben evenwel geen regt, daarbij een
algemeen geldend besluit omtrent de inwendige verande-
^Mgen op te maken, daar enkele vrouwen, die geene
oedige uitscheiding uit de baarmoeder vertoonen, toch
^^^ opzigte der processen in het ovarium als menstrue-
rende kunnen worden beschouwd. En omgekeerd de
Pseudomenstruatie van Virchow i) bewijst, dat baar-

Moederbloedingen volkomen het karakter kunnen hebben
Van

®en menstruatieproces, zonder dat de ovariën het
!3®Wone deel daaraan nemen. Hieruit is het te verklaren,
^^arom bij de verschillende uitwendige anomaliën der
M^Ostruatie, de bevruchtingsvatbaarheid niet op gelijke
^yze is gestoord; wij moeten dus voornamelijk onder-
^^keuj in welke betrekking de uitwendige menstruatie-
en vooral de bloedige uitscheiding, staan
^ de vatbaarheid der vrouw om bevrucht te worden.
^ is daarom dat ik dit hoofdstuk achter de ziekten
baarmoeder heb geplaatst, omdat die menstruatie-
Mgen het eerst op een baarmoederlijden duiden,

ii^jnbsp;ch O w, Gesammelte Abhandlungen zur Wissenschaftlichen

\'nbsp;pag. 766_

-ocr page 88-

en dit orgaan het allermeest de aandacht trekt, al blykt
het dan a posteriori dat zulks ten onregte
geschiedde.
Daarbij zal ik natuurlijk in hetgeen hier volgt al die
anomaliën der menstruatie onaangeroerd laten, die uit
gebreken in de vorming of later verkregen ziekten der
genitaliën ontstaan, daar zij, wat de baarmoeder
betreft,
bij de afwijkingen van dat orgaan zelf reeds zijn be-
sproken, wat de afwijkingen der overige genitaliën
aangaat,
verder nog ter sprake zullen komen.

Vóór alles trekt het ontbreken der menstruatie, de
amenorrhoe, de opmerkzaamheid, en wij zullen de ver-
schillende vormen daarvan met betrekking tot de
onvrucht-
baarheid nagaan, en wel vooreerst

de constitutionele amenorrhoe. Deze is bf eene pri-
mitieve, die reeds in de puberteitsjaren ontstaat,
eene secundaire, die zich vertoont nadat de
menstruatie
gedurende längeren of korteren tijd heeft bestaan.

Bij het intreden der puberteitsjaren komen vooral
twee vormen van amenorrhoe in aanmerking. De eene
is eene meer of minder sterk uitgedrukte marastische
vermindering van de voeding des ligchaams, de andere
is de chlorotische.

De eerste is in hare ligtere vormen slechts kenbaar
aan eene algemeene zwakte en terugblijvende ontwikke-
ling van het geheele ligchaam ten tijde der puberteits-
jaren, In de duidelijk uitgedrukte gevallen geeft zij
tot den meest exquisiten marasmus aanleiding,
waarbij
de meisjes tot skeletten vermageren en niet meer in
staat zijn het bed te verlaten. Deze vorm is voor on®
evenwel van ondergeschikt belang, daar zulke indivi-
duen voor het geslachtsgenot toch niet geschikt zijquot;-

-ocr page 89-

^an den marastischen vorm verschillend is de chlo-
i\'otische amenorrhoe ten tijde der puberteit, die, ofschoon
niet zelden, toch niet noodzakelijk met een terugge-
®ven ligchaamsontwikkeling is verbonden. De karak-
teristiek der chlorose stellen wij als algemeen bekend ;

behandelen hier dus slechts die punten, die op on-
vruchtbaarheid betrekking hebben, terwijl we hierbij
tevens de later verkregene chlorose te zamen vatten.
I^e vrouw kan in elke levensperiode de verschijnselen
chlorose vertoonen. In vele gevallen evenwel zijn
chlorotische verschijnselen, die zich in lateren tijd van
bet leven doen zien, slechts recidiven van gelijksoortige
^^ndoeningen die ten tijde der puberteit reeds in meerdere
^^ mindere mate zich vertoonden, hoewel niet altijd.
Wat nu betreft de vatbaarheid der chloroticae om
evrucht te worden, deze hangt gedeeltelijk af van den
b^aad van ontwikkeling der chlorose: zoo lang nog eene
quot;Menstruatie plaats heeft, al is zij dan ook spaarzaam.
Zoo lang de algemeene voeding van het ligchaam
\'^iet in het oog vallend geleden heeft, is conceptie wel
\'^^tïekkelijk zeldzaam, maar ze heeft toch nog plaats.

P gelijke wijze moet men die gevallen beoordeelen,
^aar Wegens zwelling van het baarmoederweefsel, niet-
^ genstaande de chlorose, toch tamelijk rijkelijke, dunne,
Nederige baarmoederuitscheidingen plaats hebben. Bij
^olkotnen amenorrhoe en sterk uitgedrukte chlorose,
staat wel in den regel geen vatbaarheid om te conci-
^leren, maar ook hier komen uitzonderingen voor, die
Vooral tot die gevallen schijnen te bepalen, waarin
e bloedige secretie der baarmoeder door eene blennor-
oische wordt vervangen, of andere rudimentaire men-

k.

-ocr page 90-

struatieverschijnselen zich vertoonen, waardoor men kan
aannemen, dat de veranderingen der eijeren
in de ovariën
toch meer of minder volkomen plaats hebben. Daar
overigens bij chloroticae niet zelden snelle
verbeteringen
worden waargenomen, gebeurt het somtijds, dat nadat
er jaren achtereen geene conceptie plaats had, deze biJ
eenige beterschap zich openbaart zonder
voorafgegane
menstruatie.

Niet zelden ziet men bij dezen vorm van onvrucht\'
baarheid van eene gepaste behandeling der chlorose, g®\'
paard met de plaatselijke aanwending van douches,
een
gunstig gevolg. Op deze gevallen vooral heeft de hoog\'
geroemde werking van vele ijzerhoudende bronnen bij
onvruchtbare vrouwen betrekking. De
Bubenquelle te
Ems speelt hieronder eene groote rol. Bij eene te g®\'
ringe congestie van de genitaliën, kan men
de ijzerkuul
met warme douches laten gepaard gaan, — bij de uitzet-
ting en zwelling van het baarmoederweefsel met menor-
rhagie zullen daarentegen de koude douches meer te
pas komen.

Behalve de twee genoemde vormen van constitutionele
amenorrhoe, die zich ten tijde der puberteit vertoonen en
met eene meer of minder duidelijke
ongesteldheid van het
geheele organisme zijn verbonden, is er nog een derde
veel zeldzamer vorm van primitieve amenorrhoe of spa^\'^\'
zame menstruatie, die bij volkomen normale
ontwikk®\'
ling van het ligchaam, algemeen welzijn en bloeijen
uitzigt voorkomt, en die niet uit eenige blijkbare, hetziJ
plaatselijke hetzij algemeene, anomalie kan worden ver-
klaard. Somtijds is de amenorrhoe niet volkomen
dan heeft er meestal
met lange tusschenpoozen eene o®\'

-ocr page 91-

belangrijke bloedontlasting plaats, die spoedig ophoudt;

er vertoonen zich althans in onregelmatige perioden
algemeene dysphorie en vaatopwekking, somtijds ook
Andere toevallen, als aanduidingen der molimina menstrua.
ïn enkele gevallen van dien aard kwam conceptie voor,
terwijl het schijnt, dat bij volkomen amenorrhoe, die
quot;iit torpiditeit der geheele geslachtssfeer schijnt voor te
komen en waarbij in zeldzame gevallen bijna volkomen
gemis van alle geslachtsgevoel werd waargenomen, altijd
steriliteit bestaat. — Ook hierbij zullen de algemeene
tonische geneesmiddelen en de koude douche in enkele
gevallen goede diensten bewijzen.

Een andere vorm van amenorrhoe is die, welken men
Van eenen plethorischen toestand pleegt af te leiden en
\'d\'e, ofschoon men geene algemeene vermeerdering van
Volumen des bloeds kan aantoonen, toch van een
§rooteren rijkdom des bloeds aan vaste bestanddeelen,
^an eene soort van verdikking van het bloed schijnt
te hangen.

Deze vorm van amenorrhoe ontstaat gewoonlijk in de
atere puberteitsjaren en komt meestal eerst te voorschijn,
||adat er geruimen tijd eene normale menstruatie heeft
Zij komt somtijds voor bij meisjes met een
^ oeijend uitzigt, ten gevolge van plotselinge onderdruk-
iig der menses, of bij eene zittende levenswijze en
achtige voeding en is gewoonlijk door congestieve
van onderscheiden aard en door koude der
^^tremiteiten gekenmerkt. De amenorrhoe wordt in
^\'^odanige gevallen dikwijls door een huwelijk opgeheven,
Veroorzaakt, zelfs wanneer zij blijft bestaan, in den
^cgel geen onvruchtbaarheid. Het schijnt dus, dat

I
1
I

k.

-ocr page 92-

daarbij de functie van de ovariën gewoonlijk niet is
gestoord, maar wèl die van de baarmoeder. — Deze
vorm van amenorrhoe vordert vooral eene plaatselijke
behandeling, als warme uterusdouches, zitbaden en voet-
baden, het zetten van bloedzuigers aan het scheede-
gedeelte, en soms kan hier het gebruik der zoogenaam-
de emmenagoga, vooral der drastisch werkenden te pas
komen, wanneer er geene plaatselijke ontstekingsver-
schijnselen en geen darmlijden bestaan.

Omtrent de overige vormen van djsmenorrhoe, voor
zoover zij niet afhankelijk zijn van de vroeger bespro-
ken organische aandoeningen, valt met betrekking tot
steriliteit niets bepaald te zeggen.

-ocr page 93-

afwijkingen der TüBAE falloppianae.

Wij kunnen bij de afwijkingen der tubae Falloppianae,
Zoowel de aangeborenen als de later verkregenen, zeer
ort zijn, daar zij noch voor de diagnose, noch voor
therapie toegankelijk zijn. Zij moeten evenwel ver-
®gt;eld worden, omdat zij niet zelden een beletsel voor
e conceptie zijn, al kan dit slechts post mortem worden

\'•^i^emaakt.

Set ontbreken der tubae valt in den regel met
^^dimentaire vorming of het geheel ontbreken der baar-
®^oeder te zamen. In vele gevallen zijn de tubae zoodanig
ge rekkig ontwikkeld, dat hare wanden zeer dun zijn,
Weefsel zeer gering en haar kanaal zeer naauw is,
^nbsp;zij^ gezonde ontwikkeling der baarmoeder,

ent een blindeindigend stompje aan de baarmoeder
^\'^«J^ttid hebben.

b. Afwijking van de ligging is zelden aangeboren,
liin ^^ verkregenen zijn de verbuigingen of knik-
§en van het kanaal der tubae des te opmerkelijker,

-ocr page 94-

hoe meer de tubae daarbij met hare vrije uiteinden van
de ovariën zijn afgewend en in hare afwijkende ligging
door exsudaten van het peritonaeum zijn bevestigd. Zij
zijn dan op verschillende wijze met
de omliggende
deelen vergroeid, zooals omgeslagen op de achtervlakte
der breede banden, der eijerstokken, der baarmoeder. In
al deze gevallen zijn de tubae buiten staat om het ei
op te nemen en verder te leiden, wanneer dit uit de
vesicula Graafiana is te voorschijn gekomen. —
Het
geldt natuurlijk van al de hier te behandelen afvvij\'
kingen der tubae, dat zij op beide zijden moeten voor-
komen, om als oorzaak van onvruchtbaarheid te
kunnen
worden aangemerkt.

c. Vernaauwing en sluiting der tuhae. Deze zijn,
behalve in de decrepiditeits-periode, het gevolg van
ontstekingen. — Door de katarrhale ontsteking wordt het
slijmvlies gezwollen en de holte dus naauwer, dik wij
geheel gesloten, vooral aan het gedeelte wat het
naast
aan de baarmoeder grenst, omdat dit in den g®\'
zonden staat reeds een geringer lumen bezit. Het
abdominaaleinde wordt ook niet zelden gesloten g®\'
vonden, maar dan alleen aan het ostium fimbriatuoi,
en wel door nieuw gevormd bindweefsel, of door geor-
ganiseerde exsudaten van het peritonaeum.

De katarrhale ontsteking der tubae treedt bijna altijd
op als chronische catarrh en vergezelt
in den regel de
analoge aandoening van \'t baarmoeder- en
vaginaal\'
slijmvlies. Soms ook blijft de chronische katarrh der
tubae voortbestaan, wanneer die van de baarmoeder en
de vagina reeds heeft opgehouden. Is er op meer dan
eene plaats sluiting ontstaan en gaat de
slijmsecreti®

-ocr page 95-

steeds voort, dan volgt belangrijke gedeeltelijke uitzetting,
in dit geval hydrops tubae genaamd is.
De enkelvoudige katarrh der tubae gaat nimmer met
^^rschijnselen gepaard, waarop eenigermate eene diagnose
kan gegrond worden. Zelfs wanneer hij met belangrijke
hydrops gepaard gaat, houdt Scanzoni de diagnose\'
^oor onmogelijk.

Volgens Rokitansky komt carcinoom der tubae in
quot;^quot;^gst zeldzame gevallen voor, en dan nog altijd secun-
quot;^^ir na kanker der baarmoeder, der ovariën, enz.

^an tuberculose der tubae geldt hetzelfde, wat van
® tuberculosis uteri gezegd is.

-ocr page 96-

AFWIJKINGEN DER OVARIËÉ

De betrekkelijk geringe kennis, die wij bezitten op
het gebied der ziekten van de ovariën, maakt
dat
in dit hoofdstuk kort kunnen zijn. Het is waar, de
afwijkingen der ovariën zullen in vele gevallen beletten?
dat het ei tot rijpheid komt, en, al is dit het gevah
dat het wordt uitgestooten en bevrucht, maar de
meeste dier afwijkingen zijn voor de
tegenwoordige
middelen van diagnose en therapie geheel ontoegan*
kelijk; slechts enkelen kunnen met
waarschijnlijkheid?
zeer weinigen met voldoende zekerheid bij het leven
worden herkend. Slechts dan wanneer de
ovariën weef-
selveranderingen hebben ondergaan, die eene vergrooting
van volumen ten gevolge hebben, zal de physische on-
derzoeking eenige positieve resultaten opleveren, daar iquot;
den gezonden toestand de ovariën noch door de vagin^\'
noch door het rectum, voor den onderzoekenden ving®quot;^
toegankelijk zijn. De voornaamste hulpmiddelen voor
de diagnostiek van ziekten der ovariën, bezitten wij dn®
in de aetiologie en de meer subjectieve
verschijnselen«

-ocr page 97-

Onder de uitwendige invloeden, die bij het ontstaan
^äu ovariënziekten altijd het meest in aanmerking zijn
^komen, zijn het vatten van koude, vooral ten tijde
menstruatie, de overmatige en tegennatuurlijk bevre-
^gmg van de geslachtsdrift en ook volkomen onthouding
alle geslachtsgenot wel de voornaamsten, hoewel zeer
hieromtrent nog in volkomen duisternis gehuld is.

Het onthreJcen en de rudimentaire vorming der ovariën.

Het ontbreken der beide ovariën komt tamelijk zelden
^oor en is dan gewoonlijk gepaard met onvolkomen
^^twikkeling der overige geslachtsorganen,
Meermalen zijn de ovariën met de overige geslachts-
in hunne ontwikkeling achterlijk gebleven, klein en
^■rby, wegens de diepe ligging der onontwikkelde Graaf-
blaasjes, gelijkmatig digt en vast en aan hunne
^Ppervlakte effen en glad. Ook de ontwikkeling der
°rsten is hierbij in den regel teruggebleven, en aan
geheelen typus ontbreken de eigendommelijke vrou-
^quot;quot;^lijke eigenschappen. — Kort en volledig heeft Vir-
.nbsp;dit geschilderd met de woorden : »
Vas Weib

j,. ^^^^ Weib nur durch seine Generationsdrüse; alle
genthümlichkeiten seines Körpers und Geistes oder
^^^iier Ernährung und Nerventbätigkeit: die süsse Zart-
Und Rundung der Glieder bei der eigenthümlichen
^ l^sbildnng des Beckens, die Entwickelung der Brüste
dem Stehenbleiben der Stimmorgane, jener schöne

Ucl\'nbsp;Gesammelte Abhandlungen zur wissenschaft-

medicin. 1856. pag. 747.

-ocr page 98-

Schmuck des Kopfhaares bei dem kaum merklichen,
weichen Flaum der übrigen Haut, und dann wiederum
diese Tiefe des Gefühls, diese Wahrheit der
unmittel-
baren Anschauung, diese Sanftmuth, Hingebung und
Treue — kurz, Alles, was wir an dem wahren Weibe
Weibliches bewundern und verehren, ist nur eine P®\'
pendenz des Eierstocks. Man nehme den
Eierstock
hinweg, und das Mannweib in seiner hässlichsten Halb\'
heit mit den groben und harten Formen, den
starken
Knochen, dem Schnurrbart, der rauhen Stimme, der
flachen Brust, dem missgünstigen und selbstsüchtigen
Gemüth und dem schiefen Urtheil steht vor uns,quot;
De menstruatie ontbreekt geheel, hoewel de
geslachts-
drift volstrekt niet altijd afwezig is.

Niet zoo zelden is het ontbreken van één der
beide ovariën waargenomen; wanneer dan slechts het
andere volkomen ontwikkeld is, vindt men geen stoor-
nis in de gewone functies, — noch de menstruatie?
noch het vermogen van te concipiëren is hierbij ver-
minderd.

De rudimentaire vorming der ovariën, hetzij die op
den foetalen trap van ontwikkeling zijn blijven staan en
dus eene kwabvormige gedaante hebben, of wel den aan
de geslachtsrijpheid eigenen vorm hebben, maar klein»
plat, met weinige kleine Graafsche blaasjes,
voorkomen j
is in den regel aan beide zijden gezien, In het eerste
geval neemt men ook doorgaans den foetalen vorm der
baarmoeder waar. In den regel menstrueren deze vrou-
wen of volstrekt niet of zeer spaarzaam; zij zijn altijd
onvruchtbaar. — De senile atrophie komt enkele maler*
ook op jeugdigen leeftijd voor; de verschijnselen z\'j\'^

-ocr page 99-

dan Volkomen identisch met die, welke in de klimakte-
i^ische jaren worden waargenomen.

gewoonlijk aangeboren zoogenoemde eijerstoks-
breuken zijn, voor zoo ver ik heb kunnen nagaan, nimmer
^aa beide zijden te gelijk waargenomen ; zij staan dus
Volstrekt niet aan de conceptie in den weg — al wordt deze

dikwijls

door abortus opgevolgd — tenzij hierbij belang-
l\'ijke verplaatsing van den uterus tot stand komt.

b. Ontsteking der Ovariën. — Oophoritis.

Vooraf moet ik aanmerken, dat in hetgeen hier volgt

steeds sprake is van aandoeningen aan beide ovariën te

daar noch de ontsteking op zich zelve, noch de

quot;Menigte ontaardingen, die daaraan haar ontstaan te

\'\'^nken hebben, wanneer deze aan ééne zijde voorkomen,

^en hinderpaal zijn voor de conceptie, tenzij de ont-

•\'^rding zoo snel voortgaat, dat zij het organisme uit-

P\'lt, of verplaatsing van inwendige geslachtsdeelen ten

ö^volge heeft, die het vermogen om te concipiëren in

^egnbsp;Dikwijls wordt ook zoowel eenzijdige

^öphoritis. als verschillende gezwellen aan een der ovariën,

§elijk met zwangerschap aangetroffen.

Wanneer nu evenwel de gezwellen van \'t ovarium

snel aangroeijen, zoo leiden zij soms niet alleen tot

Amenorrhoe , maar ook tot steriliteit, wat vooral dan
hef

geval is, wanneer zij de inwendige geslachtsdeelen
Kken of ook verplaatsen en zoo het contact der
^\'Jeren met het sperma niet toelaten, wat somtijds zelfs
^^ kleine ongunstig gelegen gezwellen gebeuren kan.
acute oöphoritis boezemt ons voor de steriliteit

-ocr page 100-

slechts in zooverre belang in, als zij dient tot punt van
uitgang zoowel voor de chronische oophoritis^ als voor
de veelvuldige ontaardingen, die aan steriliteit ten
grond-
slag liggen. Op zich zelve toch is zij te veel voorbij-
gaande, om als oorzaak van onvruchtbaarheid in
aanmer-
king te kunnen komen. »De ontsteking van het ovarium,
die niet in verband staat met het kraambed, bepaalt
zich tot de blaasjes,quot; zegt Rokitansky. Wanneer nu
èn Kiwisch, èn Scanzoni èn Veit i) het tegen-
deel beweren, kan men veilig aannemen, dat zoowel het
stroma der ovariën, als het peritoneaalbekleedsel en
de Graafsche blaasjes kunnen ontstoken zijn; — men
heeft
daarom de ontsteking der ovariën onderscheiden in eene
parenchymateuse, eene peritoneale en eene folliculaire
oophoritis. Deze onderscheiding is evenwel in zoo verre
van weinig belang, als de verschillende vormen hoogst
zelden geïsoleerd zijn aangetroffen. De ontsteking der
blaasjes gaat bijna altijd vergezeld van een
dergelijk
proces in het omgevende stroma, —■ bij parenchymateuse
oophoritis vindt men bijna altijd exsudaten in de holten
der Graafsche blaasjes, —en beide deze vormen zijn,
zoodra
zij een eenigzins hevigen graad bereiken, bijna onver-
mijdelijk met eene exsudatieve afzetting op het perito-
neaalbekleedsel van de ovariën verbonden.

De symptomen bij acute oophoritis zijn zeer veran-
derlijk, waardoor de diagnose van deze ziekte zeer
moeijelijk kan worden, — nu eens treedt de acute
ont-
steking der ovariën onder hevige koorts verschijnselen op?

1) Veit, Krankheiten der Weiblichen Geschlechtsorgane, iquot;
Virchow\'s Pathologie und Therapie, dl. 6, 2lt;\'e afd, p. 215.

-ocr page 101-

koude met opvolgende hitte, frequente pols, enz, — dan
^eder ontbreken deze verschijnselen geheel en al en \'t
alleen de plaatselijke pijn, die den geneesheer op \'t
Vermoeden doet komen, dat de ovariën in ontsteking
Verkeeren. Volgens Veit zouden die symptomen van
koorts dan optreden, wanneer de acute Oophoritis door
plotselinge onderdrukking der menstruatie te voorschijn
geroepen wordt. — Maar ook die plaatselijke pijn kan
Zeer verschillend zijn. Soms is zij van den beginne af
betrekkelijk gering en de lijderessen klagen slechts
Over een lastig gevoel van drukking, van steken en
anden in de streek der ovariën, gepaard met neu-
\'^^Igische verschijnselen in de onderste ledematen, met
Pyn bij de ontlasting en een dikwijls herhaalden aan-
^^ang tot urineren. In andere gevallen kan de pijn
Zeer hevig zijn, zoodat de minste aanraking van \'t hy-
Pogastrium en elke beweging van het ligchaam niet
borden verdragen. De pijn bepaalt zich dan zelden
alleen tot de plaats van \'t ovarium, zoodat niet slechts
et aanraken van \'t hypogastrium , maar ook van het
onderste gedeelte der baarmoeder, der scheede, urethra
e^^z. ijijjj^ onverdragelijk is. In deze gevallen kan men
evenwel veilig aannemen, dat al deze organen mede zijn
^^®gedaan, waarvoor de overige verschijnselen dan ook
^^^doende pleiten.

^och het uitwendig, noch het inwendig plaatselijk
onderzoek kan tot eene zekere diagnose leiden; alleen
Wanneer op het peritoneaalbekleedsel belangrijke vaste
e^sudaten voorhanden zijn, met andere woorden wanneer
^ene peritoneale Oophoritis reeds eenigen tijd heeft be-
staan, zijn er tastbare veranderingen gekomen. Daar

-ocr page 102-

evenwel dat exsudaat ook uit andere oorzaken kan
ontstaan zijn, zoo zal het alleen in verband met de
anamnese van eenige diagnostische waarde zijn.

De acute oophoritis kan abscesvorming ten gevolge
hebben, die, wanneer het absces zich in de buikvlies-
holte opent, meestal doodelijk eindigt; wanneer er per-
foraties ontstaan en het absces zijn inhoud kan ontlas-
ten door het rectum, de vagina, den uterus, de
blaas of
de buikbekleedselen, hardnekkige fistels vormen, die lang-
zamerhand het organisme uitputten.

Van meer belang voor de steriliteitsvraag is de over-
gang in chronische oophoritis en de vorming van
vast
exsudaat rondom de ovariën. Deze kunnen geheel en
al daarmede omgeven zijn, zoodat, al kwam de vorming
en uitstooting van het ei geregeld tot stand, dit ei
toch
niet in de tubae zou kunnen geraken; zoo kunnen ook
exsudatieve aanhechtingen aan naburige organen, met
opvolgende verplaatsing der ovariën, de opname van het
ei door de tubae verhinderen en verder kunnen de
tubae zelve door exsudaat gesloten worden. In het guns-
tigste geval kunnen deze exsudaten geresorbeerd
worden
en zoo het vermogen om te concipiëren hersteld zijn-

De behandeling in het acute stadium bepaalt zich
tot de antiphlogistische, — plaatselijke bloedontlastingen,
vooral aan het scheedegewelf of de portio vaginalis der
baarmoeder; verder zacht afvoerende middelen; bij hevig®
pijn narcotica, en eindelijk strenge onthouding van alles
wat congestie naar de bekkenorganen kan opwekken.

I)e cktoniische oöpAorüis. Welke veranderingen het ova-
rium na langdurig bestaan dezer ziekte vertoont, leert ons

-ocr page 103-

het best de beschrijving die van zoodanig ovarium
gegeven is door Haeckel, onder opzigt van Virchow :
quot;Diesen chronisch entzündlichen Zustand zeigt in voller
Ausbildung, aber ohne Cystenbildung, das rechte Ovarium,quot;
(het linker vertoonde
deze anomalie met cystenvorming),
quot;■Reiches von seiner ursprünglichen Gestalt gar nichts
iiiehr besitzt, sondern vielmehr einen unförmlichen Wulst
vonnbsp;Länge,
9quot;\' Höhe und 4\'quot; Dicke darstellt,

\'dessen Oberfläche ganz unregelmässig mit einer Anzahl
orniger und knotiger rundlicher Höcker besetzt ist.
Das Wesen dieser chronischen Oophoritis besteht in
einer Verdichtung des Stroma, sehr bedeutender, halb-
^norpeliger Verdickung der Albuginea und narbiger
detraction des neugebildeten Bindegewebes auf Kosten
des dadurch zur Atrophie gebrachten drüsigen Paren-
chyms, und ist vollkommen analog der chronischen
ützündung oder interstitiellen Bindegewebshyperplasie
®lderer Drüsen, z, B. der Cirrhose der Leber und
, ülgen, manchen Formen der Granularentartung der
;^ei\'en etc., wesshalb man den Prozess auch in gleicher
eise als
Cirrhose oder Granular-Degeneration des
\'\'\'^\'^^tocks bezeichnen könnte.quot;

^et aldus veranderde parenchym van \'t ovarium ver-
. \'iiit zelden eenige bloedovervulling en dan nog altijd
^ de onmiddelijke nabijheid van met bloed gevulde
^ ^aafsche blaasjes. De dikte der albuginea, benevens
grootere vastheid van \'t stroma wat de blaasjes
^Hgeeft^ verhindert de bersting van den wand dier

n

i-f In het Wiener medicinische Wochenschrift. Nquot;. 12. Jaarg.

pag. 182.

-ocr page 104-

blaasjes, en zoo ook het uittreden van het gevormde
ei uit die holte. Dit gaat in het uitgestorte bloed ten
gronde, terwijl het geheele blaasje met zijn bloedigen
inhoud
de gewone veranderingen van een corpus luteum onder-
gaat. Over de cysteuse ontaardingen der Graafsche blaasjes,
die zoo menigmaal in chronische oöphoritis haar oorsprong
vinden, zullen we later met eenige woorden
handelen-
De peritoneale exsudaten met al hunne gevolgen, worden
bij deze ziekte soms even zoo gevonden als bij de acute
oöphoritis.

De chronische oöphoritis ontwikkelt zich uit den acuten
vorm, of zij treedt van den beginne af aan meer slepend
te voorschijn; in zeer vele gevallen moet zij als secundair
beschouwd worden aan chronische metritis, ja zelfs zijn
volgens Virchow i) de ovariën bij katarrhale
aandoe-
ningen der overige genitaliën zelden vrij. Ook leert
de ondervinding, dat aan deze ziekte niet zelden eene
te dikwijls herhaalde of tegennatuurlijke bevrediging der
geslachtsdrift ten gronde ligt, waaruit het zich
verklaart
waarom de bovengenoemde veranderingen zoo dikwijls
gevonden zijn in de lijken van publieke vrouwen, — en
wanneer ditzelfde ook niet zelden bij oude
ongehuwde
vrouwen plaats heeft, heeft men nog geen regt om het hier
aan onthouding van geslachtsgenot toe te schrijven, daar
bij deze personen de verzoeking tot tegennatuurlijke be-
vrediging der geslachtsdrift grooter is dan bij anderen-
Evenzoo is in het kraambed niet zelden het be^in der

O

slepende ontsteking van de ovariën te zoeken, ook al is er
geen wezenlijke acute puerperale oöphoritis
voorafgegaan •

1) Virchow, gesammelte Abhandlungen, pag. 768,

-ocr page 105-

I^e lijderessen aan chronische oöphoritis klagen
gewoonlijk over een lastig gevoel van drukking ter
^\'eerszijde in het bekken, wat door uitwendige aanraking,
y langdurig staan en loopen en bij uitoefening van den
coïtus erger wordt en vooral ten tijde der menstruatie
tct intensieve pijn klimt.
In zeldzame gevallen blijft
^oortdurend eene hevige, stekende, brandende pijn bestaan,
c niï eens zuiver plaatselijk blijft, waarbij de lijderessen
klagen over een gevoel, alsof er een gloeijende kool
het bekken ligt, dan eens in grootere of kleinere
^quot;^tgebreidheid uitstraalt en van kramp in nabijgelegen
^\'^ganen vergezeld is, zooals dikwijls herhaalden aandrang
Urineren, pijnlijke zamensnoering der vagina, baar-
Moederkolieken en krampachtige stoelverstopping. Ook
oißen neuralgieën in de onderste ledematen in het
Verloop der ziekte nu en dan voor.
^ Het zijn bovenal de verschijnselen bij de menstruatie,
j ® in hooge mate belang inboezemen; nog altijd is
hierbij veel duisters voorhanden en \'t is in zeer vele
fcgt;cvallen niet uit te maken, waarom de chronische
Oophoritis nu eens volkomen amenorrhoe of spaarzame
Menstruatie, dan weder profuse menorrhagieën ten gevolge
^^ • Vooral ook om de naauwkeurige beschrijving
^ Molimina menstrua, wil ik een paar gevallen, door
^yer 1) medegedeeld, hier overnemen.

ï^e^ \'\'nbsp;Mayer. Eenige woorden over steriliteit, In het

I\'rofnbsp;Heel- en Verloskunde van Dr. Broers en

Ov !nbsp;Jaarg. 1856, N^». 3 en 4, pag. 314 en 316.

®i\'Senomen uit Virchow\'s Archiv. September 1856.

-ocr page 106-

Zeer pynlyke menstruatie, ten gevolge mn chronische
Oophoritis. Genezing.

Eene SOjarige, teedere, slanke blondine, met door-
schijnende huid, was als kind wel zwak, maar, als men
de gewone kinderziekten niet mederekent, gezond en
begon in haar 15de jaar zonder eenig bezwaar te
menstrueren. Maar reeds bij de tweede menstruatie ont-
stonden er zonder eenige bekende aanleiding pijnen, die
daarna van tijd tot tijd bij het menstrueren
voorkwa-
men, vooral in de laatste drie jaren zeer hevig werden
en door geene middelen, noch ook door het gebruik van
zeebaden, verzacht werden. Verscheidene dagen, voor-
dat de menses begonnen te vloeijen, ontstond er
groote
prikkelbaarheid, algemeene onbehagelijkheid, zwaarte in
de beenen, pijnen in de heiligbeenstreek en spanning
in de borsten. Weinige uren nadat zij begonnen zijn,
ontstaan heftige, borende, scheurende pijnen diep in den
onderbuik, die van weerszijden naar de regio pubis en
de lendenstreek trekken, met veelvuldigen drang tot
urienlozen, herhaalde oprisping, ijskoude der
ledematen
met gevoel van groote zwakte en uitputting, hartklop-
pingen, hysterischen angst en benaauwdheid
verbonden
zijn, in krampachtige toevallen, convulsive bewegingen,
hevig sidderen van het geheele ligchaam en aanvallen
van weeën overgaan, gewoonlijk drie tot vier uren
gelijke hevigheid voortduren en telkens rust en warmte
in \'t bed noodig maken. In den tusschentijd is de
toestand, met uitzondering van zwakte en
algemeene
prikkelbaarheid, verdragelijk, eetlust en slaap zijn goed.

1

-ocr page 107-

\'Maar immer is er neiging tot verstopping, meermalen
Ook nerveuse hoofdpijn en lendenpijn. Dit was de
schildering van haren toestand, toen ik haar in Novem-
er 1854 voor het eerst zag. Ik vond den buik week,
onderbuik bij diepe drukking naar de bekkenholte
aan beide zijden pijnlijk. De exploratie door de
®cheede moest om het bestaande hymen achterwege blij-
den, maar door het rectum waren bij gelijktijdigen
tegendruk door de weeke buikbekleedselen, duidelijk
ide gezwollen en pijnlijke ovariën te voelen, terwijl
gemakkelijk voelbare achterwand der baarmoeder van
§ewone grootte en on pijnlijk was. Bij het ontstaan der
^«orboden, eenige dagen voor de menstruatie, liet ik
oedzuigers in beide regiones inguinales plaatsen, schreef
\'Magnesia als zacht laxans voor en liet baden met bolus
nemen. Reeds na de eerste applicatie van bloed-
^quot;^igers ontstond merkelijke verbetering. Dezelfde kuur
^erd in het geheel negenmaal ingesteld, later werden
® bolusbaden met zoutbaden verwisseld en ten besluite
Mstmatige staalbaden gegeven, terwijl gedurende de
^eheele kuur eene zachte, eenvoudige dieet en voorzig-
rustige levenswijze bevolen werd. De zieke werd
deze wijze van haar veeljarig lijden bevrijd en is
dien tijd volkomen wel geweest.

quot; I^e hier medegedeelde verschijnselenquot; laat M a y e r er
P Volgen

»komen bij dezen vorm van dysmenorrhoe, die
^eer veelvuldig gezien wordt, met eenige wijzigingen in
zenuwverschijnselen, meestentijds voor; kenmerkend
^^rbij zijji de prodromi en de hevige pijnen, die spoe-
ö na het intreden der menstruatie ontstaan, welke

-ocr page 108-

welligt door de physiologische veranderingen der Graaf-
sche follikels ten tijde der menstruatie wordt
opgewekt,
terwijl het daarna dikwerf plotseling ophouden der piJquot;
misschien door het eindelijk plaatshebbende barsten der
follikels kan verklaard worden.quot;
Misschien, want uit
de woorden van Scanzonii),— » Die Dicke der Albu-
ginea, sowie die Verdichtung des den Follikel umge-
benden Stroma hindert hier die Berstung der Follikel-
wand und den Austritt der Eichens aus der Höhle-
Dieses letztere geht in
dem in das Cavum ergossenen
Blute zu Grunde, und der Follikel selbst mit seinem
Contentum geht die Veränderungen ein, welche man
sonst gewöhnlich an
den gelben Körpern wahrnimmt,quot;
valt wel het tegendeel op te maken, en tevens ligt ef\'
dunkt mij, in opgesloten, dat de vorming van het el
regelmatig tot stand komt; wanneer nu, volgen®
Mayer de bersting der follikels plaats had en er
normaal ei gevormd was, van waar dan de
onvrucht-
baarheid, die toch bij chronische oophoritis ook zonder
complicaties een tamelijk constant verschijnsel is? Hie^\'
tegenover staat evenwel weer hetgeen
Rokitansky?
sprekende van de folliculaire oöphoritis, zegt, namelij\'^\'
»Elk dezer processen, ongetwijfeld ook de minste graad^
heeft vernietiging van de kiem, door het exsudaat ten
gevolge.quot; _ Ik moet bekennen, dat ik mij op \'t oogeH\'
blik uit deze verwarring niet weet te redden. De best®
verklaring schijnt mij toe, dat elk dezer schrijvers ^^^
anderen graad van ontsteking bedoeld heeft; wij zuil®quot;

1) Scanzoni, Lelirbueh der Krankheiten der weiblichen Sex*^^
organe, 1856. pag. 345.

-ocr page 109-

Van de toekomst de oplossing van dit niet onbelangrijk
vraagstuk moeten afwachten.

Een tweede geval door Mayer medegedeeld is vooral
voor de onvruchtbaarheid van belang.

^i^nliteit na vierjarig huwelijk ten gevolge mn chroni-
sche Oophoritis; genezing; conceptie.

Voor acht jaren werd ik geroepen bij de vrouw van
aanzienlijk koopman, om mijnen raad te geven. De
Sroote, slanke, teedere blondine was vierentwintig jaar
Oud en sedert vier jaar met eenen gezonden krachtigen
\'Ban getrouwd, zonder geconcipieerd te hebben. Zij
stamde van gezonde ouders af en had geene broeders
^och zusters. Zwak van hare kindschheid af, had zij
gewone kinderziekten, eene hersenontsteking en her-
haalde aanvallen van croup gelukkig doorgestaan en
kreeg op haar 13de jaar voor het eerst de menses. De
•Menstruatie verscheen van dezen tijd af aan regelmatig,
Rijkelijk, doch met pijnlijke aandoeningen, welke gedu-
^eude het huwelijk toenamen en waartegen de inge-
stelde behandeling niets vermögt. Reeds eenige dagen
^\'^or het begin der menstruatie ontstond algemeen on-
^elzijn met pijnen in de lendenen, pynlijke spanning
er borsten en zwaarte in de bekkenstreek, en op den
eersten dag der menstruatie begonnen hevige pijnen in den
Onderbuik met ijskoude ledematen, met hysterische toevallen,
^elke gewoonlijk 34 uren duurden. In den tusschentijd
l^as de toestand dragelijk, doch meestal bleef groote prikkel-
barheid, met herhaalden aandrang tot urineren, of van tijd
tijd ook zenuwachtige hoofdpijn, neiging tot verstop-

7

-ocr page 110-

ping en eenige blennorrhoe der genitaliën over. Bij het
ingestelde onderzoek vond ik den onderbuik ter weerszijde
pijnlijk, de uitwendige genitaliën zeer gezond, de portio
vaginalis normaal, de lippen van den moedermond iets
ontveld, maar beide ovariën gezwollen, week en zeer
pijnlijk. Ik liet bloedzuigers aan het
scheedegewelf zetten,
schreef magnesia usta, laauwwarme inspuitingen in de
scheede voor, bestreek de ontvelde lippen met oplossing van
lapis infernalis en beval rustige verhouding en eenvoudig®
dieet aan; later werden cicutapillen voorgeschreven en
zout- en soolbaden genomen. Eeeds na twee maanden was
de toestand aanmerkelijk verbeterd en eenige maanden later
was de zwelling en pijnlijkheid der ovariën geheel ver-
dwenen, de pijnen bij de menstruatie hadden opgehouden,
de zenuwverschijnselen -waren geweken, de zieke was
hersteld. Zij werd bevrucht en 16 maanden na h®*\'
begin mijner behandeling beviel zij gelukkig van een
levend kind. Sedert dien tijd heeft zij nog twee kin-
deren gehad en is steeds gezond gebleven.

Hoe lang in dit geval de chronische oöphoritis had
bestaan, is niet met zekerheid uit te maken, maar waar-
schijnlijk waren de van den aanvang af bij de
menstrua-
tie voorkomende pijnen aan ziekelijke irritatie der ova-
riën toe te schrijven en duidelijk is het, dat bij dezen
vorm van djsmenorrhoe de gewone meening, alsof
pijnen in het huwelijk zullen ophouden, geheel
ongegrond
is, daar integendeel de met den coitus gepaard gaande ir^^\'
tatie der geslachtsdeelen den toestand veeleer vererger^\'

Uit hetgeen hier voorafgaat blijkt voldoende, dat d®
gewigtigste momenten voor de diagnose bestaan in ^^

I

-ocr page 111-

plaatselijke pijn, vooral wanneer men het verloop der
Ziekte en den invloed, dien de menstruatie op deze pijnen
beeft, kan nagaan. Het voelen van het gezwollen
ovarium door de vagina en het rectum schijnt Mayer
Wat gemakkelijk te stellen; aan Scanzoni ten
minste is het nimmer gelukt bij chronische oöphoritis,
Zonder belangrijk exsudaat op de oppervlakte of zonder
dat er een ander eijerstoksgezwel was gevormd, eenigen
tuöior op de genoemde wijze waar te nemen.

l^ayer vond, dat op 273 onvruchtbare vrouwen bij
^^ in chronische oöphoritis de oorzaak der steriliteit
Seiegen was.

I^e behandeling der chronische oöphoritis moet eene
antiphlogistische zijn, zoowel afleidend als de resorptie
bevorderend; zij bestaat in plaatselijke bloedonttrekkin-
^en, in de aanwending van vesicantiën en sinapismen, en
i^auwwarme heele of halve baden; verder zacht afvoe-
^ende middelen, zooals oleum ricini of clysmata.
K-i-
^isch raadt in hevige gevallen calomel met jalappaaan,
quot;^•^eh nimmer kan vooral het laatste middel geïndiceerd
met regt waarschuwt Veit (in Vir chow\'s pa-
thologie) dan ook krachtig tegen het gebruik van alle
^r^stische purgantia, daar zij direct nadeel aanbrengen
de congestie, die zij in de bekkenorganen te voor-
^eliijn roepen. Eindelijk moet een zachte, vooral niet
1\'^kkelende leefregel worden aanbevolen en het uitoe-
enen van den bijslaap dringend afgeraden worden.

Gezwellen van Jiet ovarium. Tumores ovarii.

^an deze valt in het algemeen op te merken , dat
slechts één der ovariën deze anomalie vertoont, de

7*

)

-ocr page 112-

100

functie van het andere ongestoord kan zijn, en zoo lang
de ziekte niet zoo snel toeneemt, dat zij het organisme
uitput, of belangrijke verplaatsing der inwendige
genitaliën ten gevolge heeft, het vermogen om te con-
cipiëren kan blijven bestaan. Van daar dat kleinere en
ook grootere eijerstoksgezwellen te gelijk met zwanger\'
schap zijn waargenomen.

Gezwellen aan beide ovariën te gelijk zijn in het
tijdperk der geslachtsrijpheid een zeldzaam
verschijnsel;
enkele malen komen enkelvoudige en zamengestelde
cysten en cysto-sarcomen aan beide zijden voor. Car-
cinoom bepaalt zich des te minder tot eene zijde, naar-
mate de overige ingewanden vroeger of later mede zijn
aangedaan.

Men vindt tegenwoordig in de pathologische werken
eene zeer groote verscheidenheid van eiierstoksgezwellen
opgegeven, die vooral ontleend is aan de wijze van
ontstaan dier gezwellen en aan hun inhoud. Het zon
ons te ver voeren, wanneer wij hier elke
pathologisch
te onderscheiden soort in hare ontwikkeling wilden na-
gaan. Het is dan ook voor, de onvruchtbaarheid van
minder belang en wij zullen ons vergenoegen met een-
voudig twee verdeelingen te maken , en dat wel naar\'
mate de gezwellen bestaan uit een of meer cysten me^
eene vloeibare stof opgevuld, of dat zij eene geheel vaste
massa uitmaken.

Tot de eerste behooren: de eenvoudige cysten, ^e
zamengestelde cystoiden, de colloidgezwellen, de cystO\'
sarcomata en het cysto-carcinoom ; terwijl tot de vaste
eijerstoksgezwellen de fibroiden , de enchondromata en
de vaste kankergezwellen kunnen gebragt worden.

-ocr page 113-

Een enkel woord moet er nog voorafgaan over de
^yze van ontstaan van elk dezer soorten.

He eenvoudige cysten hebben haar ontstaan te danken
eene buitengewone ophooping van den vloeibaren
inhoud in de Graafsche blaasjes, waarom zij met regt
ook hydrops der Graafsche blaasjes genoemd zijn. Zij
binden wel meest haar oorsprong in eene langer of
korter durende hyperaemie der ovariën, die natuurlijk
^^n de wanden der Graafsche blaasjes wordt medege-
deeld en aanleiding geeft tot eene hypersecretie van
^\'^n binnensten wand.

zamengestelde cystoiden gaan volgens Scanzoni
Van het stroma, namelijk door het vergroeijen van
bindweefsellamellen, die dan een grooter of kleiner aantal
Volkomen gesloten holten vormen. Soms worden in den
^^•nd eener eenvoudige cyste op dezelfde wijze nieuwe secuh-
d^lre cysten gevormd, hierin weder tertiaire en zoo voorts.
colloidgezmllen der ovariën (alveolaire geleikanker)
omt volgens de onderzoekingen van Virchow daar-
tot stand, dat zich in het stroma van \'t ovarium

li

eine holten ontwikkelen met een geleiachtigen inhoud
gevuld, wier wanden met eene tamelijk dikke laag epithe-
bedekt zijn.

cysto-sareoom onderscheidt zich van de zamenge-
stelde cystoiden door de buitengewone dikte der cysten-
^^nden en ook doordat enkele gedeelten van het
gezwel met het vaste weefsel van sarcomen geheel over-
^enkomen. Ook deze gezwellen gaan uit van het stroma.
^ Het cysto-carcinoom eindelijk bestaat uit cysten, die met
e half vloeibare half vaste massa van medullairkanker
^\'jn opgevuld.

-ocr page 114-

Omtrent de verschillende vreemde vormingen, waarvao
vooral uit vroegere tijden de fabelachtigste mededeelingequot;
tot ons zijn gekomen, moet nog worden
aangemerkt,
dat zij in den regel slechts in de zamengestelde cystoideo
voorkomen. De ophooping van vet heeft haar ontstaan
te danken aan woekeringen van epidermis op den bi»\'
nenwand der cystoiden en bestaat meestal uit
vloeibaar
vet, soms ook uit vaste, gele vetmassa\'s met over-
vloed aan cholestearine.
De in deze vetcysten dikwijl®
voorkomende haarmassa\'s groeijen of uit de
vetkliertjes
in den cystenwand, of uit de zoo even genoemde
epidermiswoekeringen. De vorming van tanden g^^^
uit van kleine zakjes in den cystenwand en
soms
deze vorming vrij overvloedig, zoodat eene tamelijk
groote holte met losliggende tanden is opgevuld. ^^
beenvorming komt voor als verbeening van het biod\'
weefsel van den cystenwand zeiven, nimmer hebben de2®
beenen eenigen uitgedrukten vorm van het een of andeï
gedeelte van het skelet aangenomen. Kraakbeen vindt
men zeer zelden; het ontwikkelt zich uit papillaii®
woekeringen op den binnenwand der cyste.

Onder de vaste gezwellen hebben wij het eerst
fibroiden genoemd. Deze bestaan hoofdzakelijk uit bind\'
weefsel, waarvan het verloop volkomen overeenkomt metda^
van de vroeger vermelde baarmoederfibroiden; zij zijn arquot;^
aan bloedvaten, meer of minder hard en bereiken de groott\'\'
van een manshoofd; de oppervlakte is meestal gekwabt-

Enckondroma ovarii behoort tot de grootste z®\'^\'
zaamheden, Scanzoni ontkent het zelfs
geheel
al; twee gevallen beschrijft Kiwisch, anders is®\'
nergens melding van gemaakt, Scanzoni
houdt

-ocr page 115-

Voor fibroiden, waarvan het bindweefsel op enkele plaat-
eene kraakbeenmetamorphose heeft ondergaan.
^aste kankergezwellen komen aan het ovarium inden
\'^egel slechts als secundaire aandoeningen voor, ten
gevolge van carcinoom der baarmoeder, van het perito-
naeum of van het rectum.

Van de aetiologie der eijerstoksgezwellen valt zeer
Geinig met zekerheid te zeggen. Omtrent den leeftijd
blijkt uit de opgaven van Lee, C hér eau en Scan-
^^ni, (lat in de jaren der geslachtsrijpheid deze gezwellen
bet meest voorkomen, en waar de verschijnselen eerst
in de klimakterische periode duidelijk te voorschijn
timeden, beweert Scanzoni, dat de kiem der ziekte
toch zeker reeds vroeger gelegd was, — Overigens is
^oowel onthouding van alle geslachtsgenot als bet over-
niatig gebruik daarvan als aanleiding tot het ontstaan
^er eijerstoksgezwellen beschouwd. Er is wel geene
\'f^ijking in de functies der verschillende inwendige
Senitaliën, die niet van verschillende zijden beschuldigd
i® als oorzaak van deze gezwellen nu en dan op te treden.

^P weinige uitzonderingen na worden de eijerstoks-
gezwellen in hunne eerste ontwikkeling reeds van een
Pijnlijk gevoel op de plaats van het zieke ovarium ver-
gezeld. Gewoonlijk worden deze pijnen door de lijde-
fessen als stekend, soms dof drukkend of brandend
eschreven; dikwijls strekken zij zich tot in de onderste
\'^ematen uit en kunnen daar ook den vorm van
ootheid, prikkelen, mierenkruipen aannemen; niet zelden
\'Ontstaan ook nu reeds varices of zelfs oedema aan de
genitalia externa en de dijen. Verder klagen zij over
^naalden aandrang tot urineren en moeijelijke en pijn-

-ocr page 116-

lijke defaecatie. Omtrent de menstruatie valt niets
bepaalds te zeggen; vele gevallen zijn er waargenomen,
waar het ovariumlijden een zeer hoogen graad had be-
reikt, zonder dat deze functie
in iets van het normale
afweek. Soms gaat het gepaard met volkomen amenor-
rhoe, soms met profuse en dikwijls terugkeerende men-
struale bloedingen, — over het algemeen valt op te
merken,
dat de menstruatie nog tamelijk regelmatig plaats heeft»
zoo lang een gedeelte, al is het slechts van
één ovarium,
zijn normaal weefsel heeft behouden.

Zoodra het gezwel grooter wordt en in het bekken
geen plaats meer vindt komt het in de buikholte te
liggen, hetzij geheel, en dan zijn de
bovengenoemde
plaatselijke verschijnselen over \'t algemeen minder
hevig, of gedeeltelijk, in welk geval zij dikwijls nog
belangrijk
in hevigheid toenemen. Buitendien voegen
zich daar al die verschijnselen bij, welke gewoonlijk
gepaard gaan met drukking der maag en der overige
ingewanden, ja soms zelfs van het diaphragma. — Di^
is de gewone gang; echter wordt van al deze symptomen
in
sommige gevallen niets waargenomen, zoodat het niet
zelden bij vetlijvige vrouwen, of bij vrouwen die aan
habituele meteorismus lijden, voorkomt, dat zij het eerst
door den onderzoekenden geneesheer op het
voorhanden
zijn van eenen, dikwijls reeds tamelijk volumineusen?
tumor opmerkzaam gemaakt worden.

Zoo lang de tumores het kleine bekken nog niet ver-
laten hebben, liggen zij
ter zijde van de baarmoeder,
gewoonlijk in het achterste gedeelte van het bekken,
zeldzamer
in het voorste. Zoodra zij nu de normale
plaats van \'t ovarium verlaten, komen zij bijna constant

-ocr page 117-

in de ruimte van Douglas te liggen, ook al hebben zij
de grootte bereikt van een kinderhoofd. Het spreekt
Van zelf, dat waar vooraf het ovarium door peritoneale
exsudaten aan naburige organen was gehecht, de plaat-
sing hierdoor belangrijk gewijzigd moet worden,

Van het meeste belang voor de kennis der onvrucht-
baarheid zijn de verplaatsingen, die de baarmoeder hierbij
ondergaat. Zoo verdringen kleine, in den zijdelingschen
achtersten omvang van het bekken gelegen eijerstoks-
ö^zwellen den bodem der baarmoeder ter zijde en naar
Voren, terwijl het scheedegedeelte naar de tegenoverge-
stelde zijde gerigt wordt; ligt het gezwel meer in den
Voorsten omvang van het bekken, dan zal de zijde-
^^gsche verplaatsing der baarmoeder meer met retroversie
gepaard gaan, die soms zoo belangrijk is, dat de bodem
kerkelijk lager staat dan het scheedegedeelte; heeft
^\'ch het gezwel eenmaal in de ruimte van Douglas
geplaatst, zoo drukt het niet zelden het achterste ge-
deelte van het scheedegewelf diep in het bekken, dringt
^en hals der baarmoeder naar voren en dikwijls zelfs
eiangrijk in de hoogte, in welke verplaatsing natuur-
\'Jk ook het ligchaam en de bodem der baarmoeder
elnemen. Wordt nu het gezwel voortdurend grooter,
^oo Verheft het zich als eene zwangere baarmoeder in de
\'kholte, waarbij de uterus, deels door de ligamenta ovarii,
els door de meestal hierbij bestaande peritoneale aan-
ehtingen, mede in de hoogte wordt getrokken. Ge-
sehiedt dit optrekken regt naar boven, zoo behoudt de
^armoeder de verticale rigting, is de trekking aan een
zijden sterker, dan ondergaat de baarmoeder
daarbij
eene zijdelingsche afwijking. Er zijn gevallen waar-

-ocr page 118-

genomen, waar de as der baarmoeder eene volkomen hori-
zontale rigting van links naar regts had aangenomen. —
Zoo onderzocht ik voor eenige dagen eene vrouw met
een zeer sterk ontwikkeld eijerstoksgezwel, waarbij de
weinig ontwikkelde baarmoeder eene volkomen horizon-
tale rigting had verkregen, en wel met het ostium
externum links en naar voren, met den fundus regts en
naar achteren, zoodat de lengteas der baarmoeder volkomen
in de eerste obliqua gelegen was. Niettegenstaande haar
12jarig huwelijk had deze vrouw nimmer geconcipieerd,
ofschoon het ovariumlijden eerst sedert 3 jaren
schijnt
ontstaan te zijn. Zij heeft zich tot dusverre nog niet
aan eene ingrijpende behandeling willen onderwerpen.—
In hoeverre in al deze gevallen de conceptie verhinderd
wordt is bij de versiones uteri behandeld.

Met de elevatio uteri is na längeren duur bijna con-
stant eene verlenging van dit orgaan verbonden, niet
zelden gepaard gaande met eene verdikking der wanden
gelijk aan die, welke vroeger bij den chronischen infarct
beschreven is.

Uit dit alles blijkt, hoe bij eijerstoksgezwellen de
onvruchtbaarheid dikwijls eerst het gevolg is van secun-
daire afwijkingen der baarmoeder; waardoor ons dui-
delijk wordt hetgeen Kiwisch zegt: »Wat de vrucht-
baarheid aangaat, deze is in al die gevallen, waarin
beide eijerstokken ziek zijn, om de reeds vroeger me-
degedeelde redenen opgeheven; wanneer slechts
één
eijerstok ziek is, kan zij daarentegen zoo lang blijven
bestaan, als de baarmoeder niet zeer sterk zamenge-
drukt wordt. De grootte van het gezwel doet weinig
ter zake, wij zagen zwangerschap ontstaan, terwijl er

-ocr page 119-

samengestelde cysten aanwezig waren die grooter waren
dan een manshoofd, terwijl daarentegen andere vrouwen
met gezwellen ter grootte van een kippenei onvrucht-
baar bleven.quot;

De erkenning der eijerstoksgezwellen, wanneer zij
duidelijk door den buikwand heen te voelen zijn, is onder
de gewone omstandigheden niet zeer moeijelijk. Wan-
neer de cysten met eene dikke vloeistof zijn opgevuld
(colloidgezwellen), kunnen zij moeijelijk van vaste ge-
zwellen worden onderscheiden. Verwarring zou bij eene
oppervlakkige beschouwing kunnen plaats hebben met
ascites, met uterus gravidus, met extrauterin-zwanger-
schap, met eene sterk uitgezette pisblaas, enz. Bij naauw-
keurige kennis van al deze toestanden geeft de diffe-
rentiële diagnostiek genoeg middelen aan de hand, om
zich, ten minste op zeldzame gevallen na, voor eene
vergissing te vrijwaren.

Omtrent de behandeling der eijerstoksgezwellen kunnen
wij zeer kort zijn, daar het wel geen practisch medicus
in den zin zal komen om hierop krachtig in te grijpen,
alleen om de vatbaarheid voor bevruchting te bevorde-
ren,
Dat er geene genezing, ja zelf geene palliatieve
behandeling mogelijk is, zonder ingrijpende kuur is
tegenwoordig voldoende uitgemaakt; de punctie door de
vagina zou, om haar betrekkelijk gunstig gevolg, nog de
eenige methode zijn, die met het oog op steriliteit in
aanmerking zou kunnen komen. De eijerstoksgezwel-
len zijn dus voor de onvruchtbaarheid alleen aetiologisch,
in hoogst zeldzame gevallen ook klinisch van belang.

-ocr page 120-

AASGEBOREN MISVORMINGEN EN ZIEKTEN DER SCHEEDE
EN DER UITWENDIGE GESLACHTSDEELEN.

Er blijft ons nu nog eene reeks van vormings- en
ontwikkeKngsgebreken en pathologische veranderingen
ter behandeling over, die het uitoefenen van den coitus
niet of slechts onvolkomen toelaten, en zoo in verreweg
de meeste gevallen aan de bevruchting onmiddelijk in
den weg staan. Zij bepalen zich tot de scheede en de
uitwendige geslachtsdeelen. De voornaamsten willen wij
hier achtereenvolgens doorloopen; zij zijn bij naauw-
keurig onderzoek bijna altijd te erkennen, en velen
kunnen door eene passende behandeling worden wegge-
nomen, waardoor de weg tot eene mogelijke conceptie
gebaand wordt. Het is van het grootste gewigt, vooral
bij ontwikkelingsgebreken der scheede en der uitwendige
geslachtsdeelen, vooraf zoo veel mogelijk de
diagnose
te maken van de vorming der overige genitaliën, en
wel in \'t bijzonder van de baarmoeder; in vele ge-
vallen toch gaat de teruggebleven vorming van deze

-ocr page 121-

109

organen in meerdere of mindere mate met die van den
uterus gepaard en zou dus eene dikwijls zoo zeer
ingrijpende curatie voor de steriliteit geheel nutteloos
Ik acht deze voorafgaande aanmerking voldoende
en dus de vermelding daarvan, bij elk der hier volgende
ontwikkelingsgebreken, voor overbodig.

a. Ordwikkelings- en vormingsgehreken der scheede.

Het geheel en al ontbreken der vagina komt nooit
Op zich zelf staande voor, altijd is eene rudimentaire
Vorming der overige geslachtsdeelen hiermede gepaard
gevonden; — in de meeste gevallen kunnen deze
gebreken tot de verschillende vormen van hermaphrodi-
tisme worden teruggebragt en hier dus met stilzwijgen
\'^^\'orden voorbijgegaan.

De rudimentaire ontwikkeling der scheede, welke in
Zeer verschillende graden voorkomt, vinden wij het dui-
delijkst geschilderd bij Kiwisch. »Zij schijnt,quot; zegt
hiij » uit eene meer of minder onvolkomene ontwikkeling
^\'^n de beide eindstukken der scheede in de rigting
naar het midden van dezelve te ontstaan. Op den
laagsten trap van ontwikkeling van deze eindstukken
\'^mdt men tusschen de schaamlippen slechts eene kleine,
kegelvormige, blind eindigende uitholling en op dezelfde
^ijze bij het scheedegedeelte der baarmoeder slechts een
rudiment van eenen naar beneden spits toeloopenden en
insgelijks gesloten bodem der scheede. Wanneer zij
daarentegen volkomen ontwikkeld zijn, dan hebben de
heide eindstukken elkander bereikt, doch zonder met
alkander gemeenschap te hebben, en men vindt eene

-ocr page 122-

scheede met een overdwars sluitend vlies, dat nu eens
hooger en dan eens lager geplaatst en dikker of dunner is.
Ook kan het zeldzame geval voorkomen, dat de beide
eindstukken der scheede bij hunne ontwikkeling elkander
niet ontmoeten, maar een eind wegs ter zijde van
elkander loopen en zoo insgelijks met elkander geene
gemeenschap hebben.quot;

De meer of mindere vatbaarheid voor operatie hangt
af van de uitgestrektheid der aaneenhechting van de
scheedewanden; is deze niet te groot dan is van de
operatie een guns tig gevolg te wachten; zij wordt dan
gewoonlijk tot de atresia vaginae teruggebragt, waarover
later zal gehandeld worden.

Een andere vorm van teruggebleven ontwikkeling
der vagina is die, waarbij ten tijde der huwbaarheid de
lengte en breedte der scheede zoo ver bij de
gewone
afmetingen zijn achtergebleven, dat deze toestand gevoe-
gelijk als eene kinderlijke kan beschouwd worden.
Eene
nog aanzienlijker vernaauwing nam Scanzoni waar bij
eene vrouw, bij wie de ingang der scheede slechts door
eene kleine groef was aangeduid, in wier diepte
eene
opening was ter grootte van een speldenknop, waardoor
eene gewone sonde tot op 4gt;|2 duim kon worden inge-
bragt; — door deze opening zag hij ook het menstruaal-
bloed te voorschijn komen.

Tusschen dien hoogsten graad van vernaauwing der
scheede en de gewone afmetingen van haar lumen
bestaan
natuurlijk zeer vele overgangsvormen, en al is de eerst-
genoemde slechts zeldzaam waargenomen, zoo gebeurt
het toch tamelijk dikwijls, dat
bij jaren lang gehuwde
vrouwen door eene te naauwe vagina de coitus niet

-ocr page 123-

volkomen kan worden uitgeoefend. Dat ook bij dezen
toestand conceptie han plaats hebben, is bewezen door
een geval, wat Scanzoni mededeelt van eene SOjarige
vrouw, die zijnen raad had ingeroepen, omdat zij niet-
tegenstaande haar Sjarig huwelijk tot dusverre onvrucht-
baar was gebleven. Bij het onderzoek bleek de vagina
Zoo naauw te zijn, dat het slechts met moeite gelukte
^e pink in te brengen, waarbij de vrouw verzekerde,
^at aan haren man de inmissio penis nimmer gelukt
Scanzoni zag van alle geneeskundige behan-
deling af en niettegenstaande dit was de vrouw S
ttiaanden later bevrucht; de vagina werd gedurende de
graviditeit langzamerhand wijder en de geboorte verliep
iiormaal. De scheede was hierna zoo ver verwijd, dat
de coitus ongehinderd kon worden uitgeoefend en ook
korten tijd daarna eene tweede conceptie volgde.

De diagnose van vernaauwing der vagina is tamelijk
genaakkelijk, alleen zou zij kunnen worden verwisseld
\'^et spasmus vaginae, die vooral op de hoogte van den
Constrictor cunni zeer hevig kan zijn. Zoodra de
vinger wordt ingebragt, ontstaat er eene sterke zamen-
snoering, die evenwel zelden langer dan eenige minuten
dnurt en in den regel van zelve wijkt, wanneer men
onderzoekenden vinger rustig laat liggen, terwijl
lijderessen over een hoogst pijnlijk gevoel klagen,
t geen zij als krampachtig zamentrekkend beschrijven,
^eze omstandigheden zijn voldoende om voor eene
verwarring in de diagnose te vrijwaren.

De hoogste graden van vernaauwing der vagina laten
geene geneeskundige behandeling toe, — er is althans
geen gunstig resultaat van te verwachten; bij mindere

-ocr page 124-

graden zal het gebruik van laauwwarme en demul-
cerende zitbaden en inspuitingen, en vooral het inbrengen
van druksponsen, die in den beginne klein, langzamer-
hand grooter moeten wezen, bij lang voortgezet gebruik,
dikwijls met een goeden uitslag bekroond worden.

b. Sluiting der scheede. Atresia mginae.

Met betrekking tot de wording kunnen de sluitingen
der vagina verdeeld worden
in twee soorten, naarmate
zij aangeboren of verhregen zijn, welke beide soorten
volkomen of onvolkomen zijn.

De aangeboren atresieën der vagina hebben haar ont-
staan te danken aan onvolkomen ontwikkeling van dat
orgaan, zoo als hierboven reeds is medegedeeld. Men
vindt of een dwars gespannen, meestal tamelijk dun
vlies, of de vagina
is over eene grootere of kleinere
lengte in eene vaste streng veranderd. Dit vlies, dat
wel moet onderscheiden worden van een
ondoorboord
hymen, zit gewoonlijk hoog in de scheede, op twee
derde gedeelten der geheele scheedelengte van den ingang
verwijderd. Somtijds zijn deze vliezen dun als papier,
niet sterk gespannen, zoodat zij met den vinger gemak-
kelijk tegen het scheedegewelf kunnen worden
gedrukt
en bestaan dan enkel uit bindweefsel, of zij hebben
eene dikte van 2 tot 3 lijnen, zijn dan sterker
gespannen,
zoodat zij naeer weerstand bieden aan den onderzoe-
kenden vinger, en vertoonen bij mikroskopisch onderzoek,
behalve het bindweefsel, eene kleinere of grootere hoe-
veelheid gladde spiervezelen. quot;Wanneer deze vliezen
eene kleine opening bezitten dan vormen zij de
zooge-
noemde onvolkomen atresie der vagina.

-ocr page 125-

Wanneeer de scheedewanden over eene grootere uit-
gestrektheid met elkander zijn vereenigd, dan vormen
zij eene vaste streng, van V2—1 duim dikte, waarin
bindweefsel, spiervezelen en meestal zeer weinig bloed-
vaten sevonden worden. Is deze streng een product
Van primaire vorming, dan behoort de atresie tot de
aangeborenen.

De later verkregen atresieen der scheede ontstaan uit
eene vergroeijing der wanden, die het gevolg is van
croupeuse of ulceratieve ontsteking, welke meestal haren
oorsprong vindt in moeijelijke instrumentale verlossingen.
Niet zelden zijn zij ook aan andere traumatische oor-
Zaken toe te schrijven, zooals die kunnen plaats vinden
Ha te hevig en te dikwijls uitgeoefenden coitus bij pas
gehuwde of bij publieke vrouwen ; ook de druiperkatarrh
kan tot eene werkelijk croupeuse ontsteking klimmen.
Veel meer nog treedt zij op als gevolg van aandoeningen
der omliggende deelen, zooals b. v- blaasfistels en al
die ziekten der baarmoeder, die met eene corroderende
afscheiding gepaard gaan, en eindelijk zijn zij enkele
malen waargenomen bij typhus, dysenterie en acute
exanthematische ziekten.

De belangrijkste symptomen der volkomen scheede-
atresieën komen overeen met de vroeger beschreven atresieën
der baarmoeder, zoodat eene herhaling hier overbodig is.
Wanneer de sluiting laag gelegen is, belemmeren zij
den coitus en hebben in ieder geval absolute onvrucht-
baarheid ten gevolge. Niet altijd is dit het geval bij
onvolkomen atresie. Kiwisch heeft gevallen waarge-
nomen zoowel van atresia hymenalis als van hooger gelegene
atresieën, waar de opening slechts eene dunne sonde

8

éL

-ocr page 126-

toeliet, en toch nog conceptie plaats greep. Ook
Scanzoni maakt melding van eenige gevallen, waar
bij zwangere en barende vrouwen onvolkomen atresieën
der vagina gevonden werden. Over het algemeen moeten
toch deze gevallen tot de uitzonderingen gerekend
worden en zullen ook de onvolkomen atresieën, wanneer
de opening niet tamelijk groot is, de conceptie verhinderen.

De diagnose is over quot;quot;t algemeen gemakkelijk, —■
alleen de lengte der vergroeijing is in vele gevallen
niet te bepalen, tenzij boven de atresie eene ophooping
van menstruaalbloed voorhanden is.

Een andere vorm van sluiting der scheede is de atresia
hymenalis,
die verreweg het meest wordt aangetroffen.
Er bestaat wel geene afwijking in het vrouwelijk organisme
met betrekking tot de onvruchtbaarheid, waaraan de
oudere en nieuwere litteratuur zoo rijk is, als juist een
te stevig, aan de gewone wijze van doorboring
weerstand
biedend, hymen. Reeds in 1696 schreef Borgehl »)
jgt;De substantia hymenis, nonnunquam adeo crassa, ut
etiam sectione fuerit opus,
varii videantur Practici.^\'\'
Ook heeft Na both 2) een geval waargenomen van een
gesloten hymen, waarbij de buik zeer dik werd, quia
menstrua exitum non invenirent, ut bydropem menti-
retur. En van der Sluys: s) »si hymen adeo
inveniatur firmus et induratus, ut juxta naturae insti-
tutum disrumpi nequeat, duabus lineis transversis ad

1)nbsp;J. G. B orgehl. — Disputatie medica inauguralis de Steri-
litate. Lugd. Batav. 1696. — Caput II. § 4.

2)nbsp;M. Naboth. — De Sterilitate mullerum. Lipsiae 1707. §4-

3)E,nbsp;van der Sluys. Dissertatie medica inauguralis de
Sterilitate. Lugd. Batav. 1753, § 24.

-ocr page 127-

na

similitudiiiem iiterae X incidaturquot;. Thilenius i)
Von Siebold Meissner s), Busch allen
hebben zij gevallen van volkomen of onvolkomen atresia
hymenalis mede te deelen. Mayer heeft het 14maal
Waargenomen, Scanzoni Smaal.

Ook op de kraamzaal te Utrecht werd in het jaar 1846
een dergelijk geval waargenomen. — Den 19 Februarij

namelijk kwam de 19jarige dienstmeid E........ Gr.........

als parluriens op de kraamzaal; zij was voor de eerste maal
zwanger en verzekerde niet te begrijpen hoe dit mogelijk was,
daar niettegenstaande herhaalde pogingen, de coitus nimmer
hij haar was gelukt. Bij het onderzoek bleek, dat het hymen
nog aanwezig was en eenen vrij breeden stijven ring
aan den introitus vaginae vormde. De opening in het
midden liet thans den onderzoekenden vinger gemakkelijk
door, en was waarschijnlijk gedurende de graviditeit te gelijk
met de vagina wijder en slapper geworden. Bij het door-
glijden van het hoofd werd deze ring van den voorwand
der scheede losgerukt, zoodat er nu eene strook was
gevormd, die aan weerszijden aan de mucosa der vagma
^as bevestigd. Het achterste gedeelte van het hymen
quot;•^as na den partus gedestrueerd. —

De therapie, zoowel van atresia hymenalis als van de

1)nbsp;M. G. Thilenius. Etwas über die Unfruchtbarkeit der Ehen.

In Hufeland\'s Journal der practischen Heilkunde. Berlin 1801.

2)nbsp;E. von Siebold. Handboek over de kennis en genezing
lier ziekten van het vrouwelijk geslacht. Amst. 1822. dl. I pag. 449.

3)nbsp;F. L. Meissner. Über die Unfruchtbarkeit des männlichen
^öd weiblichen Geschlechts etc. Leipzig. 1841. pag. 105.

4)D.nbsp;W. H. Busch. Das Geschlechtsleben des Weibes. Leipzig

1843. dl. IV. pag. 703.

^ 8*

-ocr page 128-

vroeger vermelde vliezige sluiting der scheede is hoogst
eenvoudig. Wanneer het vlies zeer dun en door daar-
boven opgehoopt menstruaalbloed gespannen is, dan ge-
lukt het somtijds reeds met den vinger, een
metalen
katheter of eene baarmoedersonde, voldoende verscheuring
te verkrijgen. Gelukt dit niet, dan kan men een spitsen
bistouri met de noodige voorzigtigheid inbrengen,
waarmede in verschillende rigtingen het vlies wordt
ingesneden, totdat men de opening voor groot genoeg
houdt. Wanneer het vlies dikker is, dan heeft het niet
zelden neiging om weer digt te gaan, wat door het
aanwenden eener drukspons gemakkelijk
verhinderd
wordt.

Zoo eenvoudig en gemakkelijk de operatie van de
vliezige sluitingen der scheede is en zoo gunstig in den
regel het gevolg dier operatie, even zoo gecompliceerd,
moeijelijk en gevaarlijk is zij bij uitgebreidere en
vaste
vaginaalatresieën. Thilenius kon deze operatie »nur
als misslich anrathen.quot; De treurige gevolgen, die
Scanzoni
tot dusverre daarvan gezien heeft, doen
er hem geheel en al van afzien; ook wanneer het
leven der lijderes door sterke ophooping van
menstruaal-
bloed in gevaar komt, neemt hij liever zijne toevlugt
tot de parakentesis door den voorsten wand van het
rectum heen, om aan het bloed een uitweg te
verschaffen
en zoo mogelijk eene blijvende communicatie tusschen
de bovenste scheedeholte en het rectum tot stand te
brengen. Men kan hieruit voldoende opmaken, dat de
operatie der uitgebreide vaginaalatresieën ter wille van
de onvruchtbaarheid niet ligt ondernomen zal
worden.
Bij alle voorzigtigheid en vaardigheid van den operateur,

-ocr page 129-

zijn kwetsingen der blaas, van het peritonaeum en van
bet rectum niet altijd te vermijden. Wil men evenwel,
door verschillende omstandigheden er toe gedrongen,
toch tot de operatie overgaan, dan zal men de genoemde
beleedigingen het best kunnen vermijden, door een
öietalen katheter in de blaas te brengen, terwijl een
assistent met den vinger in het rectum der lijderes,
Zooveel mogelijk steun aan de scheede tracht te geven,
brengt de operateur op geleide van den wijsvinger,
spitsen bistouri zoo diep mogelijk in en snijdt
Voorzigtig voort, totdat hij in de bovenste scheedeholte
gekomen is. Daarna wordt in de gemaakte opening eene
^ijde troicartbuis ingebragt, die men, om de wedervereeni-
te beletten, gedurende eenige dagen laat liggen.

c. Vreemde vormingen linnen de wanden der scheede.

I^eze zullen in het algemeen slechts dan aan de
conceptie in den weg staan, wanneer zij, om de uitge-
breidheid der gezwellen of om de pijnlijkheid, den coitus
Miet of slechts onvolkomen toelaten. Zij zijn hoofd-
zakelijk : blaasgezwellen, ronde fibroiden en fibreuse
slijmpolypen, cancroiden en carcinoom der
®cheede. Wij kunnen hier omtrent deze afwijkingen
Zeer kort zijn, daar zoowel de aard dier gezwellen, als
de diagnose en therapie met de vroeger beschreven analoge

aandoeningen

der baarmoeder overeenkomen, met dien
Verstande dat de diagnose en de therapie hier veel ge-
quot;Makkelijker zullen zijn.

^e grootere blaasgezwellen komen in de scheede hoogst
zelden voor; zij gaan niet uit van den scheedewand

-ocr page 130-

zeiven, maar altijd van het perivaginale bindweefsel.
Wanneer de cyste nog klein is, veroorzaakt zij reeds
pijn bij den coitus, die toeneemt naarmate het gezwel
grooter wordt. Men kan zulk een blaasgezwel gemak-
kelijk openen, waarna de vloeistof van zelve verwijderd
wordt; om eene herhaalde vulling te voorkomen heeft
Scanzoni^ gedurende 14 dagen inspuitingen van solutio
nitratis argenti in de holte der cyste met het beste
gevolg aangewend.

Be ronde fihroiden der scheede gaan doorgaans gepaard
met de gelijksoortige gezwellen van de baarmoeder;
enkele malen zijn zij geheel op zichzelve staande waar-
genomen. Zij ontwikkelen zich deels in het submukeuse
bindM-eefsel, deels in het eigenlijke spiervlies, deels
ook
in het perivaginale bindweefsel; vooral de dieper gelegene
fibroiden kunnen eene belangrijke uitgebreidheid ver-
krijgen en door drukking op de verschillende bekken-
organen tot hevige storingen aanleiding geven.

De diagnose der grootere fibroiden der scheede kan
in zooverre zwarigheden opleveren, als het niet is uit
te maken van waar zij uitgaan. — Door sommigen is
de voorslag gedaan, om de scheedefibroiden met het mes
te verwijderen, wat evenwel alleen dan kan ondernomen
worden, wanneer zij duidelijk begrensd en oppervlakkig
gelegen zijn; ook dan nog is deze operatie zeer gevaarlijk.
Overigens komt de therapie met die der baarmoeder-
fibroiden overeen.

De slijmpolypen zullen vooral door de pijn den coitus
belemmeren, zelden bereiken zij eene grootte, die den
bijslaap mechanisch zou kunnen beletten. — Het
hangt
van de grootte en de consistentie van \'t gezwel, van de

-ocr page 131-

meerdere of mindere dikte en lengte des steels af, of
öien deze polypen zal afsnijden of afbinden.

Cancroid en carcinoom der scheede komen hoogst
zelden in dit orgaan alleen voor.

d. Kramp enpynlyke aandoeningen in de scheede.

De kramp der scheede vertoont zich als eene spastische
samentrekking van den constrictor cunni, van waar zij
zich soms over de geheele scheede uitstrekt. Zij treedt
in den regel het hevigst op, wanneer er congestie naar
het bekken plaats heeft, — gedurende de menstruatie, bij
opwekking tot geslachtsdrift, vooral bij den coitus zeiven,
en daar deze neiging tot zamentrekking soms jaren
achtereen kan blijven bestaan, moet zij ook tot de
oorzaken van onvruchtbaarheid gebragt worden.

Altijd ligt eene verhoogde prikkelbaarheid der zenuwen
van het genitaalstelsel daaraan ten gronde, die of op
zich zelve bestaat, of uit verwijderde zenuwmiddelpunten
haren oorsprong neemt. In verreweg de meeste gevallen is
deze prikkelbaarheid het gevolg van objectief waarneembare
ziekten van het genitaalstelsel en wel het meest van ante-
en retroversies, buigingen, chronische ontsteking, fibroiden
of kankervormingen der baarmoeder, en van ontstekingen
en gezwellen der ovariën. Niet zelden ook is dit lijden
afhankelijk van eene verhoogde prikkelbaarheid in \'t
geheele zenuwstelsel, die zich door spastische verschijnselen
in de meest verschillende organen te kennen geeft en
kortaf hysterie wordt genoemd.

De genezing der scheedekramp zal dan het zekerst
zijn, wanneer de oorzaken, de ziekten der baarmoeder.

-ocr page 132-

der ovariën, enz. kunnen worden weggenomen, doch
ook zonder dat kan de spasmus, ten minste voor
eenigen
tijd, onderdrukt worden. In die gevallen, waarin deze
ziekte met hyperaemie der bekkenorganen gepaard
gaat,
kan men de behandeling met eene kleine plaatselijke
bloedonttrekking beginnen, wat somtijds reeds voldoende
is om den spasmus geheel te overwinnen. Waar dit
niet plaats heeft, gaat men over tot de aanwending der
narcotica, vooral opium en belladonna, in
den vorm van
lavementen, injecties en fomentaties op het hypogastrium.
Naar omstandigheden kunnen ook de antihysterica te
pas komen en, waar verschijnselen van chlorose voorhanden
zijn, ook de martialia, In zeer hardnekkige gevallen
heeft
Scanzoni van de tinctura Fowleri in klimmende gift
(2— 10 druppels daags) eene verrassende uitkomst gezien.

Emdelijk zijn er nog eene menigte aandoeningen in
de scheede, die op zichzelve wel geen hinderpaal voor
de conceptie daarstellen, maar om de pijnlijkheid bij
den coitus de bevruchting hoogst bemoeijelijken. Hiertoe
behooren verschillende ontstekingachtige aandoeningen,
vooral de diphtheritische ontsteking. Zoo
spreekt
Mayer ook nog van eene eigendommelijke aandoening
der urethra, bestaande in zwelling, uitstulping,
woekering
der mucosa, in de zoogenaamde fungeuse excrescenties,
die zelfs bij kinderen kunnen voorkomen, en die hij
voor niet syphilitisch houdt. Deze zijn soms bijna
onpijnlijk, maar wanneer de aandoening der mucosa
dieper in de urethra indringt, veroorzaken zij bij aan-
raking en dus ook bij den coitus zoo hevige pijnen, dat
deze niet kan worden uitgeoefend. Het lijden is zeer

I ;

Jl

-ocr page 133-

hardnekkig en wordt het zekerst door het mes of het
brandijzer genezen, daar de sterkste caustica gewoonlijk
zonder effect blijven, ofschoon in sommige nog niet ver
gevorderde gevallen, door bestrijking met onverdund
%Uor acetatis plumbi, genezing verkregen werd.

aa. Afwijkingen aan de uitwendige geslachtsdeelen.

Het geheel en al ontbreken der uitwendige genitaliën
komt bij kinderen, die levensvatbaar zijn, nimmer
Voor. De hoogste graad van aangeboren misvorming
genitalia externa bestaat in eene trechtervormige
iiJtholling, die, tusschen de groote lippen gelegen, in
meestal verwijde urethra eindigt, terwijl de njmphae,
de clitoris en de vagina dan geheel ontbreken.

Eene vergroeijing der groote schaamlippen is meer
Waargenomen, hetzij dan dat ze aangeboren, of het
gevolg is van meest op kinderlijken leeftijd ontstaande,
^Pidermoidale, exsudatieve of ulcereuse vergroeijingen der
mnenwanden van de groote schaamlippen. In het eerste
S^val is de clitoris in den regel zeer sterk ontwikkeld,
^oodat men ligt geneigd is dezen toestand tot herma-
Piiïoditisme terug te brengen.

Deze vergroeijing, atresia labialis, is door operatie
gemakkelijk weg te nemen ; — men brengt in de kleine
I^Pening bij de bovenste commissuur eene gesleufde sonde
en op geleide hiervan wordt de aaneenhechting door
\'Middel van een bistouri gekliefd. Door het inbrengen
Van wieken wordt de wedervereeniging belet.

^P gelijke wijze wordt gehandeld, wanneer het frenuium
Vulvae zoo groot is, dat het aan den coitus in den weg

-ocr page 134-

staat, waarvan onder anderen Thilenius een geval
mededeelt.

Hypertrophie van een of meer der genitalia externa,
kan zeker reeds belangrijk wezen, zonder aan den coitus
in den weg te zijn. De zoogenaamde »schortjes,quot; de
hypertrophie der groote en kleine schaamlippen bij de
Hottentotsche vrouwen, leveren het bewijs op, dat de
conceptie hierdoor niet verhinderd wordt.
Scanzoni
kent eene familie nabij Würzburg, waar de moeder en
drie dochters buitengewoon sterk ontwikkelde
schaamlippen
hebben. Naboth i) verhaalt »In alia meretricula
Panarollus alteram nympharum tantae vidit magni-
tudinis, ut piscem torpedinem repraesentaret, atque
amantes solo aspectu in fugam verteret.quot; Doch
ook
op andere wijze kan deze ziekte den coitus in den
weg zijn, daar deze meestentijds pijnlijk is. — Er
bestaat geen ander middel om een einde hieraan te
maken dan de nymphotomie, de algemeen
gebruikelijke
besnijdenis bij sommige volksstammen van Asie en
Africa, waarbij door middel eens bistouri\'s het over-
vloedige deel der lippen wordt verwijderd.

Even twijfelachtig is het, of hypertrophie van de
clitoris tot de oorzaken van onvruchtbaarheid moet g®\'
bragt worden. Borgehl, Naboth en van der Sluy^
meenen hiervoor voldoende redenen te hebben, T h i 1 e n i n ®
en ook Busch trekken het in twijfel, en ik geloof t®
regt; althans in de gematigde streken wordt deze hyper-
trophic nimmer in dien graad waargenomen, dat de
coitus daardoor geheel belet zou kunnen worden. Eenig®

1) M. Naboth. De sterilitate mulieriiin. § 3.

Jk

-ocr page 135-

belemmering, soms pijnlijkheid, zal hierbij ligt plaats
hebben, en dit mag bij sommige zuidelijke volken ook
de besnijdenis van dit deel noodig maken. »Apud
quot;^egyptios enim nupturis virginibus haec pars, si peceat,
abscinditur. Haec clitoridis amputatio apud alios quoque
populos, ut Aethiopes, qui illam circumcisionem vocant,
locum habet. Orientales hunc inurunt, ne amplius
crescatquot;. (van der Sluys. Dissertatie etc. § 24).

Van de verschillende gezwellen geldt over het alge-
Meen wat bij gezwellen der vagina is gezegd. De the-
rapie is in de meeste gevallen gemakkelijker; zoo kan
Men b,
v, tot de exstirpatie van een fibroidgezwel in eene
quot;^er schaamlippen veel ligter overgaan, dan wanneer een
Selijknamig gezwel hooger in de vagina gezeteld is.

Nog een enkel woord over de hypertrophie van de ver-
schillende huid weefsels aan de uitwendige geslachtsdeelen,
^elke bekend is onder den naam van
elephantiasis vulvae.
^eze ziekte behoort ook hoofdzakelijk in zuidelijke
streken te huis; in Aegypte is zij meermalen waarge-
\'^ODQen; op het eiland Barbados behoort zij tot de
endemische ziekten, in Europa tot de zeldzaamheden.
De elephantiasis vulvae kan eene belangrijke grootte
Bij eene afbeelding die Vidal de Cassis
(Traité de Pathologie externe. Paris 1855. T. V,
805) van Rigal heeft overgenomen, reikt het
onderste gedeelte van het gezwel tot aan de knie der
^yderes. Een dergelijk geval nam Kiwisch waar te
^quot;■aag bij een meisje van 17 jaar; in een geval van
imel wogen de afgesneden groote schaamlippen meer
28 pond.

-ocr page 136-

De elephantiasis sluit de conceptie niet volkomen uit,
tenzij de grootte van het gezwel den coitus belet; in
den regel echter gaan steriliteit en amenorrhoe met dit
lijden gepaard. In de meeste der waargenomen gevalle»
was een constitutioneel lijden hiermee verbonden, lag
er
welUgt aan ten gronde; het is dus zeer de vraag of
door wegneming van het gezwel de onvruchtbaarheid
zal zijn opgeheven. De waarnemingen zijn veel te gering
in aantal om hieromtrent iets bepaalds te kunnen zeggen.
Wanneer men daarbij nog in aanmerking neemt, dat
na amputatie van het gezwel er altijd groote neiging
tot recidiven blijft bestaan, kan men de prognose met
betrekking tot conceptie veilig als ongunstig stellen.

Ji

-ocr page 137-

AANHANGSEL.

Wanneer wij zoo het geheele ^cbicd. der z
de vrouwelijke sexuaalorganen doorloopen hebben, hebben
^ij menige afwijking ontmoet, die aan het bewon-
derenswaardige voortplantingswerk in den weg staat.
Ik mag mij niet vleijen ze allen te hebben opgenoemd ;
ik houd mij zelfs overtuigd, dat gynaecologen ex professo
^og verschillende combinaties van omstandigheden hebben
Waargenomen, die aan de conceptie meer of min vol-
komen in den weg zijn, dat deze omstandigheden zelfs
kunnen worden erkend en uit den weg geruimd. —
En toch blijft hier altijd nog veel duisters over; —
onze kennis in het gewigtige physiologische vraagstuk
der conceptie is nog verre van een volkomen helder
geheel te zijn, en hieruit volgt noodzakelijk, dat wij
ook bij de nasporing van de oorzaken der steriliteit
^iet zelden in het duistere rondtasten. Troostrijk komt
^ij evenwel de meermalen geciteerde tabel voor van
^ayer, die bi] de 272 door hem onderzochte onvrucht-
bare vrouwen er slechts 6 heeft gevonden, bij wie niets
ziekelijks aan de geslachtsorganen te vinden was.

-ocr page 138-

Met groote, dankbaarheid moeten wij terugzien op
de laatste 20 jaren, die de kennis aan de vrouwenziekten
op zulk eene hoogte hebben gebragt, haar tot eene ware
wetenschap hebben verheven. — Maar is die kennis
zoo
algemeen? — Voorzeker neen. — Moge in de verbazende
uitgebreidheid der tegenwoordige geneeskundige weten-
schappen hiervoor al eene verontschuldiging gelegen zijn,
te betreuren is het toch, dat zoo vele geneesheeren,
wanneer zij onvruchtbare vrouwen ter bereiking van
haren vurigsten wensch raad geven, geheel empirisch een
of ander
van ouds geroemd geneesmiddel aanraden, zonder
vooraf een naauwkeurig plaatselijk onderzoek in testellen.

Eene groote hoeveelheid zonderlinge begrippen waren
in vroegere tijden en zijn ten deele ook thans nog,
onder het volk in omloop, zoowel met betrekking tot
de oorzaak en diagnose, als vooral tot de genezing der
onvruchtbaarheid. Ik wil er hier eenigen laten volgen
onder den vorm van een aanhangsel (omdat ik er geen
beteren vorm voor kon vinden), deels om ze te weder-
leggen deels om
ze alleen als curiositeit mee te deelen.

Het vroegste voorbeeld van steriliteit met eene poging
om die te genezen vinden wij mededeeld
in het oude
testament. Genesis XXX, waar Rachel tegen deze ziekte
gebruik maakt van den dudaim i), met dat gevolg»
dat Josef hierna het levenslicht zag. Dit middel
heelt

l) Dudaim; de Mandragora officinalis, de alruin., is een scherp
verdoovend vergif. Hare wortels werden, om de veronderstelde
gelijkenis derzelve op den mensch, genaamd antJiropomorpho\'\'^
en geacht onvruchtbaarheid voor te komen.

-ocr page 139-

2ijn naam buitengewoon lang gehandhaafd: de Alraun
is in sommige streken van Duitschland nog als volks-
middel tegen onvruchtbaarheid bekend.

Onder de menigte oorzaken voor onvruchtbaarheid, die

Hippocrates aangeeft in de 5de afdeeling van de aphoris-
men 1), wil ik vooral aphor. 46 meêdeelen.— »Quae praeter
faturam crassae existentes non concipiunt in utero, his omen-
tum os uteri comprimit, et priusquam attenuentur, prae-
gnantes nonfiuntquot;. — In bijna alle boeken over steriliteit
vindt men deze stelling aangehaald, zelfs Meissner 2)
deelt ze nog mede als iets zeer natuurlijks en geeft ook
eene geneeswijze aan de hand om deze vette vrouwen
mager te doen worden. Of dat middel probaat bevonden
is, of er waarnemingen bestaan, dat op eene kunstmatige
Vermagering conceptie volgde weet ik niet; maar hoe
het omentum door vetophooping het os uteri kan digt
drukken zal wel niemand begrijpen. Later is deze stelling
dan ook in zooverre gewijzigd, dat de snelle vetwording
Van het ligchaam de voedingstoffen zou absorberen,
^elke voor het ovarium zijn bestemd; de landman,
zegt Meissner, weet zeer goed, dat b. v. vette kippen
Weinig eijeren leggen. Afgezien van die laatste waar-
neming, geloof ik veeleer, dat de orde van oorzaak en
gevolg bij de vrouw moet worden omgekeerd; — dat
Wanneer deze door welke oorzaak dan ook niet zwanger
Wordt, vooral wanneer zij daarbij aan amenorrhoe lijdt.

1)nbsp;Hippocratis Aph,orismi; in het Latijn en Nederduitsch vertaald,
\'fiel 1853. p. 136.

2)nbsp;F. L. Meissner, über die Unfruchtbarkeit des männlichen
md weiblichen Geschlechts. Leipzig 1841.

-ocr page 140-

de vetophooping een gevolg is van die werkeloosheid
in het genitaalstelsel.

Het dagelijksch gebruik van kolHj en thee werd
vroeger ook geacht onvruchtbaarheid te veroorzaken. In
1695 werd dit te Parijs als stelling verdedigd,
namelijk
dat de koflSj zoowel den man als de vrouw onbekwaam
zou maken tot de voortteling. — Wanneer dit eenig®
waarheid bezat, zou het er met ons tegenwoordig g®\'
slacht ongelukkig uitzien.

Ook van den alkohol is hetzelfde beweerd en, hoewel
hierop eene groote menigte uitzonderingen bestaan, zeker
met meer grond dan van kofBj of thee. Dat de oogenblikke-
lijke vergiftiging van alkohol althans den man niet onge-
schikt maakt voor een vruchtbaren coitus, bewijst
reeds
de geschiedenis van Loth (Genesis XIX), welke geschie-
denis buitendien belangrijk is voor het voortplantings-
vermogen. — De invloed van habituele dronkenschap
der ouders op de kinderen valt niet te ontkennen, hoe-
wel die door van der Weiden») wel wat
overdreven
is. »Ebriosus gignit ebriosum,quot; zegt hij, »itaqne
Diogenes cum forte conspiceret adolescentem vino deh\'
rantem, non hunc, sed patrem incusavit:
Adolescens,
inquit, ebrius te seminavit pater.quot; Die oogenblikkelijk®
werking moet ik betwijfelen. Eerst wanneer het lang
voortgezette gebruik van alkoholica het organisme der
ouders ondermijnt, zal dit even als alle
verzwakkende
invloeden, bij de voortplanting merkbaar zijn.

De concubitus frequentior is te regt door alle tijden

1) De arcenda sterilitate et progignendis liberis, liber unus, D-
Jasonis Fratensü, Zyricaei. Amst. 1657. pag. 103.

-ocr page 141-

heen als oorzaak van steriliteit aangezien, — maar op welken
grond? Bij eiken coitus, die met wellust gepaard gaat,
zeide men vroeger, wordt een ei uit het ovarium uitge-
s^ooten; wanneer nu de coitus dikwijls herhaald wordt
en vooral wanneer reeds op jeugdigen leeftijd hiermede
gönnen is, dan worden de ovariën weldra uitgeput
en het gebrek aan een eitje zou dan later de mogelijk-
heid van conceptie uitsluiten. Deze verklaring vervalt
Van zelve sedert de ontdekking, dat alleen bij de men-
struatie een ei wordt afgezonderd. Niettemin is en
ijtt het feit geconstateerd. Hoe menig echtpaar ziet
^yn vurigste wensch om den echt met kinderen te
^^en bekroond, onbevredigd, niettegenstaande de coitus
^eer dan gewoon dikwijls en met groote volharding
Wordt uitgeoefend in de hoop, dat er toch eindelijk be-
^ruchting door zal ontstaan. En juist wanneer zij door
^•ristandigheden voor eenigen tijd hierin verhinderd zijn,
^^et men niet zelden den daaropvolgenden coitus met
evruchting bekroond worden. Zou in dit geval de
Oorzaak niet veel meer bij den man te zoeken zijn,
^ooral wanneer zijn gestel buitendien reeds niet tot de
rachtigsten behoort? De uitputting toch kan zeer goed
^ eds ÏQ organen, die voor de bereiding van een
^^^^btig sperma noodig zijn, voorhanden wezen, voor-
^ die zich door meer algemeene symptomen openbaart.
Uit^ ^^^^nbsp;^^^ dikwijls met een gunstigen

wordt bekroond, wanneer de vrouw eenigen tijd-
^ eene badplaats heeft doorgebragt en de man door
bezigheden verhinderd is haar te vergezellen. —
de publieke vrouwen dan, op wie de invloed van
coitus nimius evenmin te ontkennen valt? Ik heb

9

En
den

-ocr page 142-

in den loop dezer proeve dikwerf gelegenheid gehad er
op te wijzen, hoezeer deze juist daardoor aan chronische
ontstekingachtige aandoeningen der baarmoeder en der eijer-
stokken met al hare gevolgen onderhevig zijn,
waarbij
nog het gewelddadig onderdrukken der menses komt,
waarvoor zij maar al te veel middelen kennen, ten einde
geen tijdelijk verlies in haar beroep te lijden.

Ook het tegenovergestelde, de langdurige onthouding,
heeft BorgehH) als oorzaak van steriliteit
genoemd:
»constat ex observatione variorum practicorum,quot; zegt hij,
»virgines post 84 annum primum venerem
celebrantes,
utplurimum per omnem vitam sterilescere; ipsas vero,
quibus post 80 aetatis annum perrumpitur hymen, non
concipere pro re nata ante 3 vel 5 conjugii annum,
hetgeen wel geen wederlegging zal behoeven.

Het vermogen der vrouw om te concipiëren is het
sterkst kort na de menstruatie, omdat, zegt Meissner,
na het afvloeijen van het menstruaalbloed de
prikkel-
baarheid der genitalia het sterkst is. — Het moet veel
meer worden toegeschreven aan de omstandigheid, dat
dan een ei afgestooten en vatbaar is om
onmiddelijk
met het sperma in contact te komeri.

De koelheid of ongevoeligheid der vrouwen bij den
coitus, zoowel als het. gemis aan wederzijdsche
toegenegen-
heid der beide echtgenooten is dikwijls als hinderlijk
voor de conceptie aangegeven. — Omtrent
het eerst®
wil ik
M a y e r quot;s woorden gebruiken, die met betrek\'
king tot de koelheid of ongevoeligheid der vrouwen

1) J, G. Bor geh 1, Dissertatie etc. Cap. 2. § 8.

-ocr page 143-

coitus, welke zeer dikwijls voor oorzaak der steri-
l eit wordt gehouden, aanmerkt, dat deze dieper in de
^rouwelyke natuur geworteld schijnt te zijn, dan leken
Vele artsen in het algemeen plegen aan te nemen,
dat zijne hieromtrent, zoowel bij getrouwde mannen
bij vrouwen, in het werk gestelde zorgvuldige naspo-
j^ingen zgne overtuiging bevestigd hebben, dat zinne-
J^e opwekking der vrouwen tot de conceptie
niet
iioo(Jig is, daar niet alleen ontelbare met nakomeling-
uap gezegende mannen over \' de volkomene onverschil-
igheid hunner vrouwen, wat den geslachtsomgang be-
klagen, maar ook even dikwijls vrouwen, die
kinderen ter wereld gebragt hebben,\' de verzekering
b^ven, dat zij
nimmer een spoor van zinnelijke opwek-
nimmer eene aangename, wellustige gewaarwording
y den coitus, maar veeleer volkomene onverschilligheid,
ii zelfs een onoverkoombaren tegenzin daartegen
iidervonden hebben en toch steeds op nieuw weder
ne\'o.^^\'^ eerden, terwijl omgekeerd tot zinnelijkheid
gende, door den coitus zeer opgewekte vrouwen meer-
^^ geene kinderen krijgen.
^ aar de wederzijdsche toegenegenheid der beide echt-
tenbsp;ontbreekt, ziet men niettegenstaande dit toch
^ ikwijls veel kinderen geboren .worden, dan dat we

^ y langer zouden blijven stilstaan,
kinis de meening, dat er eene zekere betrek-
vei^ tusschen de gestellen der beide echtgenooten wordt
^^eischt, die men nog bij von Siebold, Meissner
^^^nbsp;hypothese, die men

gin?^^ \'d^or de ervaring ziet gestaafd. ~ De ouderen
^ nog verder; zij stelden zelfs regels en gaven

9*

-ocr page 144-

den raad om contrasten te verbinden, bruine met blonde,
vette met magere personen te vereenigen, ten einde de
vruchtbaarheid te bevorderen.

Dat eene robuste, mannelijk gebouwde vrouw i»
den regel geene kinderen krijgt, moet in de afwijkingen
der ovariën gezocht worden; ten minste waar deze
organen in hunne ontwikkeling gestoord zijn, is de vira-
ginitas een gewoon verschijnsel, zooals bij de ziekten
der ovariën uitvoeriger is gezegd.

Hekserijen en betooveringen speelden in de vroegere
eeuwen eene belangrijke rol; bijna geen werk bestaat ei
over onvruchtbaarheid, waarin niet een belangrijk hoofd-
stuk hieraan gewijd is; evenzoo aan den invloed, dien
de stand der sterren op de conceptie heeft. Het zou
mij te ver leiden, wanneer ik er lang bij zou blijven
stilstaan; alleen die het meest onder het volk
bekend
waren, wil ik kort mededeelen: — zij bestaan in het
leggen van een knoop in een band der kleederen van
een der beide echtgenooten kort na het huwelijk ;
het steken van een mes in den muur gedurende het
trouwen; — het strooijen van fijn stroo en het uiten
van vervvenschingen gedurende het trouwen, of onbe-
hoorlijk daartusschen spreken; — voor alles was nien
voor satans wil beducht. — Nog onlangs verhaalde nHj
de Hoogleeraar van Goudoever, dat hij eene israeh\'
tische vrouw het ongeluk van eene harer
geloofsgenooten,
die herhaald aborteerde, daaraan hoorde toeschrijven, da^

deze een valschen eed gedaan had__Ook bestonden er

in vroegere eeuwen vrouwen (too ver heksen), die door bloot®
aanraking eener zwangere vrouw abortus
veroorzaakten-

■fi.

-ocr page 145-

Wanneer men alle middelen wilde opnoemen aan welke
de verschillende schrijvers het vermogen hebben toege-
kend van onvruchtbaarheid te bewerken, zou men de
geheele lijst der vroegere materia medica gerust kunnen
doorloopen. Ik zal mij die moeite besparen en er alleen
opmerkzaam op maken, dat hierbij de remedia abortiva
eu drastica nog eenige opmerkzaamheid zouden kunnen
Verdienen.

De zonderlingste middelen vindt men aan de hand
gegeven om uit te maken of in een onvruchtbaar huwelijk
de steriliteit bij den man of bij de vrouw te zoeken
Ik wil liefst hierover een paar der oudere schrijvers
zelve citeren. Zoo lezen wij bij Harger i): »Non
raro autem inter conjuges oritur dissidium, etiamsi nulla
exstet mala membranorum structura aliave causa, cui
sterilitas adscribi possit; hoe ridiculo modo multi explo-
raut; e. g. urinam conjugum super lactucam effun-
dint, cujus si pars arescit, sterilitatem indicari somniant.
Alii urinam mulieris recipiunt, affunduntque malo
quae si triduo exsiccetur, signum sterilitatis
habent. Alii, hordeum urina maceratum infodiunt:
^^od si eodem die germinet, foecunditatem; si non,
sterilitatem signißcari putant. Nonnulli pessarium ex
galbano intrudunt, capite bene circumvoluto et fumi-
gato; si mane odor galbani ex vertice exierit, mulierem
foecundam; sin minus, infoecundam arbitrantur. A ma-
rris Lusitanus nnam drachmam coaguli leporini

1) J. H arg er. Dissertatie medica inauguralis de muHerum
®terilitate. Lugd. Batav, 1760. § 54.

-ocr page 146-

praescribit, quae aqua calida soluta mulieri in balneo
versanti porrigenda est; sumta quodsi ea dolores
ventrisque tormina sentiat mulier, eam foecundam;
minus, sterilem esse asserit. Divinus
Hippocrates,
per sufRtum hoc cognosci voluit. Si mulier, inquit, in
ventre non concipit, scire autem velis num conceptura
sit, vestibus circumtectam subter suffito, et si quidem
procedere tibi videatur odor per corpus ad nares et ad
OS, scito, banc non propter se ipsam infoecundam esse.
(Aphor. 59, Sect. V.) Magnus idem
vir etiam jubet
allii caput derasum in uterum trudi: quod si postridie
odor ad os pervenerit, mulieris foecunditatis erit nota.
Bor gehl
i) verhaalt: »Veteres utriusque conjugis
semen seorsum in aquam infuderunt, et quod superna-
nabat, foecundum, quod vero subsidebat, infoecunduiü
censebant.quot; Of in onzen tijd onder het volk aan
die dwaasheden nog geloof wordt geslagen is mij geheel
onbekend.

Om uit de groote reeks van specifieke geneesmiddelen
tegen de onvruchtbaarheid eene gepaste keuze te doen
is voorzeker eene moeijelijke opgave. Ik wil ook
slechts
de voornaamste overnemen, en ook hier bij de aanha-
lingen mij van de Latijnsche taal bedienen, hoofdzake-
lijk om de hoogst onkiesche termen, die in het Latijn
altijd nog iets minder stuitend zijn dan in de moeder-
taal en de kieschheid welligt iets minder kwetsen.

De voornaamste enkelvoudige specifica, die o. a. WeiS\'

1) J. G. Borgehl. Disputatio medioa inauguralis de sterilitaW-

Lngd. Batay. 1696. Cap. 3, § 6.

-ocr page 147-

berger i) opgeeft, zijn : ros marinus, salvia, laven-
dula, majorana, melissa, pelugium, radix pimpinellae,
Paeoniae, zedoariae, galangae, cassia lignea, macis, auto-
phillos, costum aromaticum, myrrhe, raastix, semen car-
damomi, lignum guajaci, sassafras.

Het uitvoerigst op dit punt is Usleber i). Chocolade
raadt hij in de eerste plaats aan, dan melk en alle
melkspijzen, maar bovenal de vrouwenmelk »ex ipsa
Camilla haustum.quot; »De hoe enim,quot; zoo gaat hij voort,
quot;refert Forestus in obs., quod aliquando juvenis phthi-
sicus curatus fuerit per ejus usum, quod mane et vesperi
ex conducta nutrice sugebat, unde factum, ut non tantum
ipse restitutus fuerit a tabe, sed post etiam nutricem
iterum impraegnaverit.

Eijerdoijers in krachtigen wijn worden door hem
aanbevolen, of raauwe eijeren met eenige greinen barn-
steen, cubeben en andere aromatische middelen. Dan
lezen wij bij hem: »Segnem hanc venerem mire quoque
stimulant gallorum testes, de quo celeberrimum exemplum
vide apud Amatum Lusitanum. Hinc sunt qui-
dam, qui farcimina ex cristis, et dictis gallorum testibus
facta, hoc in casu mirum quantum laudant.quot; En een
vi^einig verder: »Hic quoque symbolum suum addit
cervus, scilicet si ex eo colligatur sanguis, tunc temporis,
dum in venerem hiat, qui
ipse sanguis celebre remedium
est hoc in passu.quot;

1) J, L. Weisberger. Disputatio medica inauguralis de stc-
i\'ilitate. Lugd. Batav. 1671. § 15.

1) J. LT sieb er. Disputatio medica solemnis de sterilitate
lUriusque sexus. AlltdorfF 1672. Sectio i, Cap. 6.

-ocr page 148-

Op eene andere plaats vinden wij : » Nonnulli cornuum
rasuram, in coitu derasam, mire commendant
in venere
excitanda, quibus alias vis diaphoretica insignis adscri-
bitur. De rasura cornu tauri idem alii
promittunt.
Secretum etiam hïc sunt remedium testiculi apri, et ex
bis tinctura parata singularis est in sterilitate tam
mulierum, quam virorum, praesertim in horumimpotentia.\'quot;

Hoe ongerijmd ook de middelen en voorslagen zijn,
die we tot hiertoe aanhaalden, zoo komen zij echter in
dwaasheid op verre na nog de volgende, hoogst walge-
lijke raadgevingen niet nabij: »Aliis expertum etiam
aliquando fuit, si quis emat lucium piscem masculum,
eique per vim os aperiat, urinamque propriam immittat,
hinc lucium vivum fluvio iterum committat, contra ejus
cursum, dicentibus, subito tunc evanescere malum,
nisi
jam inveteratum sit, Probatum quoque est, ut sponsus
ante copulationem, aut post eam per annulum sponsali-
tium mingat; quo irrito E. rasuram ejusdem annuli es
vino, quod singulare in hoc casu est. — — — Item
urina, si per annulum cujusdam lapidis
sepulchralis
mittatur in caemitorio, prodesse creditur, quidamqne
aliquando consilio cujusdam vetulae ab incantatione hoc
ipso curatus fuit.quot;

De tot hiertoe genoemde middelen waren meestal voor
beide geslachten goed; nu volgen nog eenige die voor
\'t vrouwelijk geslacht alleen dienstig waren, (o. c. Sect. H*
Cap. 4).

Als zeer nuttig wordt aangeraden de »spiritus
secundinae primiparae, illius scilicet, quae ölium enixa
est. Uterus leporis, cervae, ut et testiculi pulverisati
ad impediéndam sterilitatem, tanquam egregia
commen-

-ocr page 149-

dantur, in specie fiat essentia ex secundina mulieris
foecundae, et cum hisce dictis uteris contra sterilitatem
mulierum detur. Formicae egregium quoque hic dant
remedium, imprimis earum spiritus, et essentia uterina,
odditis aliis appropriatis, egregie hic confert. Sic
etiam oleum formicarum volantium externe utero
illitum ad conceptionem disponit, non minus, quam
balnea, post mensium fluxum reiteranda, cui integrum
barum cubile sit incoctum, quod ipsum mire laudat
Conradus Conrad---. Hinc et spiritus formi-
carum, vel cum hoc parata essentia testiculorum
cervae, post mensium fluxum usurpata, et continuata,
non erunt contemnenda/\' Iets later wordt gezegd:
»Sunt etiam, qni pulverem secundinae humanae ad
dr. j sumtae, hic insigniter laudant; alii umbilicum
infantis sponte decidentem, exsiccatum, et pulverisatum
cibis admiscent.quot; — Maar waar zou ik eindigen?
t)e reeks van specifica tegen de onvruchtbaarheid
Was oneindig groot; in hoeverre sommigen daarvan
nog als volksmiddelen
gelden is mij geheel onbekend.
Het zou evenwel niet te verwonderen zijn, wanneer
Van eenigen hier en daar nog sporen waren over-
gebleven , vooral niet, wanneer men bedenkt hoevele
Volksmiddelen uit diezelfde klasse tegen amenorrhoe thans
nog in omloop zijn.

En hiermede eindig ik. Ik heb al wat ik omtrent de
onvruchtbaarheid van het vrouwelijk geslacht in 3 maanden
beb kunnen verzamelen zoo goed mij mogelijk was
bijeengebragt. Mogt het plan van een mijner vrienden,
die mij onlangs verhaalde in het volgende jaar de onvrucht-
baarheid van het mannelijk geslacht tot onderwerp zijner

-ocr page 150-

dissertatie te willen kiezen, doorgaan, onze arbeid zou
daardoor wederkeerig vollediger gemaakt worden.

Ik heb getracht overal zoo veel mogelijk de kieschheid
te bewaren; mogt het mij niet altijd gelukt zijn, mogt
hier of daar eene uitdrukking voorkomen, die tegen de
fijngevoeligheid strijdt, men denke aan de woorden van
Celsus »difRcile est in morbis mulierum explicandis,
et pudorem, et artis praecepta simul observare.quot;—-

Utrecht, 30 April 1857.

-ocr page 151-

STELLINGEN.

Zu allen Zeiten sind der Entwickelung der
^edicin hauptsächlicli zwei Hindernisse entgegen
S^^^reten: die Autoritäten und die Systeme.

Virchow.

II.

De spiertoestel der slagaderen bevordert de
^loedsverdeeling wezenlijk.

-ocr page 152-

De verstopping van slagaderen door op
de plaats zelve gevormde proppen (thrombi)
onderscheidt zich van de sluiting door van
elders aangebragte (emboli) hoofdzakelijk door
het in \'t laatste geval in den regel plotseling
optreden der verschijnselen.

IV.

Frerichs, die in de uitscheiding bij ont-
houding den maatstaf zoekt voor onze behoeften,
hij doemt ons onbarmhartig tot den hongerdood.

Donders.

V.

Bij amputatie van een gehypertrophieerd
collum uteri is het gewelddadig naar buiten
brengen van dit orgaan zeer af te keuren.

VI.

De percusie met den hamer is in de meeste
gevallen te verkiezen boven die met den
vinger.

-ocr page 153-

141
VIL

Als de eigenlijke drager der koortstempe-
ratuur moet het bloed worden beschouwd.

VUL

Gangreen geeft, als zoodanig, geen aan-
wijzing tot amputatie.

IX,

Het gebruik, wat Kiwisch vonRotterau
«laakt van de baarmoedersonde, namelijk ter
iierkenning van zwangerschap in de eerste
oaaanden, verdient in hooge mate afkeuring.

X.

De werking van plaatselijke bloedonttrek-
kingen bij ontstekingachtige ziekten is physio-
logisch niet voldoende te verklaren.

XI.

^^ok buiten de graviditeit en buiten organische
f\'iiictionele storingen van den uterus zijn de

-ocr page 154-

143

baarmoederbloedingen geen criterium voor liet
menstruaalproces.

XIL

Eine völlig klare und sichere Einsicht und
Beurtheilung der Krankheitserscheinungen ist
nur auf Basis gründlicher pathologisch-anato-
mischer Kentnisse möglich.

Förster.