PHYSIOlOGICO-MEDIOA-mAüGüRALIS
^ISSERTATIO
Jtoxu
continens disquisitiones
-ocr page 2-f.» WU^^ßi
/
ATIO PHYSIOLOGICO-MEDICA-INAUGURÄLIS
continens disquisitiones
QUAM,
^NNUENTE SÜMMO NUMINE,
atjctoritate kectoris magnipici
^OVICI CBMSTIANI YAN GOUDOEYER,.
quot;EO., CHIB. ET AKT. OBST. BOGT. ET PBOT. ORD.,
CONSENSU
quot;^^ï^i^issiMi SENATUS ACADEMICI
^ïssiMAE FACULTATIS MEDICAE DECRETO,
SUMMISQUE IN
Medicina honoeibus ac peivilegiis
^^ADKMIA RHENO-TRAJECTINA
rite et legitime consequendis,
^ÄUDitoruM EXAMINI SUBMITTIT
HOKNÄKUS.
m. septembris, a, mdocolvii, hora vit.
teajecti ad ehenum.
w. VAN DE WEIJER, TYPIS lANDAYIT.
MD OCOL VII.
-ocr page 4-ÊÊâm
-ocr page 5-DOOK
proefschrift
^^liKlUjejjjg VAN DEN GKAAD VAN DOCTOR IH DE GBJSBBSKUMDE,
AAH DE UTRECHTSCHE HOOGESOHOOL.
11 September 1857.
UTRECHT,
P. W. VAN DE WEIJER.
1857
Bl
»Vi
\'C-r
-ocr page 7-ig
V o^^oon, onder de benaming ontsteking, eene reeks
specij^gj^ ^nbsp;zamen te vatten, die, niet omdat zij iets
Voe^jj,^ ® \'bezitten, maar wegens liet eigenaardig karakter der
een ^^ ^ kornis, die zij te weeg brengen, als een geheel, als
^it pj, ^^rdienen te worden opgevat. De wijze, waarop
lt; tot stand komt, is niet dan zeer onvolkomen bekend.
Van een ^^^^ derhalve, dat ten opzigte van de verklaring daar-
^aaj-jj- ^ verscbil van opvatting heerscht. Men zocht
^^ verschijnselen, die het karakter der ontsteking
cat^j beende die in de reeds door celsus aangegeven
lietnbsp;calor, rubor, tumor en dolor, te vinden.
Vqoj.nbsp;symptomen, die beurtelings tot uitgangspunt
^ennbsp;ontstekings-theorien hebben gediend,
^eej Qj daarbij intusschen over het hoofd, dat het
loutejnbsp;op den voorgrond treden dier verschijnselen
^fh^n],nbsp;anatomische structuur der aangedane deelen
^^HU^Iqnbsp;dat de roodheid in vaatlooze, de pijn in
Hjinbsp;zwelling in weinig uitzetbare deelen afwezig
^e vejb^\'nbsp;onbetwistbare aanwezigheid van ontsteking,
^\'^gde Warmte, welligt het meest constante der cardi-
-ocr page 8-naalsymptomen, werd, als te weinig karakteristiek
steking en voor de waarneming meestal moeijelijk toegan ^^^^^^
bij de verklaring daarvan spoedig buiten rekening o ^^^
Werkelijk werden de stoornissen in den
bloedsomloop\'
.1 £ stasiquot;\'
de daarvan afhankelijke ontstekingachtige roodheid oj. ^^^^^
tot voor korten tijd algemeen en worden ook nog in on^e ^^^
door zeer velen als uitgangspunt der ontsteking
Het ontstaan evenwel dier storingen wordt op verschillen^® ^^^^
verklaard. Volgens sommigen zijn het de
die, door eenigen prikkel aangedaan, door antagom^
paralyse der vaatzenuwen den tonus van den
minderen en tot verwijding der vaten onder de normale
drukking aanleiding geven. Die verwijding leidt tot ^^^^^^^^
derde stroomsnelheid en eindelijk tot stilstand van het ^^^^^
met ophooping der ligchaampjes en verstopping der
(stasis).nbsp;^.j^^el
Volgens anderen worden de slagaderen door den
tot spastische zamentrekking gebragt. Of die zanien^^
als het gevolg van onmiddellijke aandoening van
wand, dan wel van prikkeling der vaatzenuwen ^ ^^^^
beschouwd, blijkt niet met zekerheid. Uit den door ^^ ^^^^^
trekking vernaauwden toestand der vaten volgt ^^\'^\'^^jj^gid;
toevoer van bloed naar de capillaria, onder geringere so
daardoor ontstaat gewijzigde drukking in
het haarvatens
die tot omkeering en botsing van stroomen
iken^
der
bezin
----------Qnbsp;—nbsp;----^^^^nbsp;„„^—„—
terwijl de bloedligchaampjes in den verlang?.aaniden
ten gevolge van hun grooter specifiek gewigt^ ^
zich langzamerhand ophoopen en ten slotte verstopp\'quot;»
capillaria te weeg brengen.
u^niaiaa tc vvccg UlCIJgeil.nbsp;jg VOOr®
De eerste dezer beide theorien, de neuroparaIytisch®^^®^^^jjt,
door HENLE krachtig aangedrongen. Hoe vernuftig
berust zij evenwel op onderstellingen, wier onhoudbaar^^ ^^^^
latere onderzoekingen is aangetoond. Vooreerst is
these
\'^^stiseb^^^^^^ welke prikkeling der gevoelszenuwen antago-
quot;^^jüistnbsp;vaatzenuwen ten gevolge zoude hebben,
^^tstek\'nbsp;1) heeft, onder anderen, aangetoond, dat de
in egj^^ gelijke wijze verloopt, wanneer de gevoelszenuwen
zijn doorkliefd, hetgeen, irritatie uitsluit, en
Vol
heeft quot; onderzoekingen, gelijk die van callenfels 2),
^^^ gevoelszenuwen, als reflexie-verschijnsel,
gevolo,\'\' ^ ■\'^\'erking der vaatzenuwen in hetzelfde deel ten
iS\'erd\'^\'^\'nbsp;ontstaat, gelijk door dezelfde onderzoekingen
vernaauwing der vaten door de tijdelijk
\'Sae
Vaten,
Hu
slotte
quot;vaatzenuwwerking eene opvolgende verwijding dier-
oiaar deze is altijd secundair. Terwijl dus ten
het
hetze}^^ -nbsp;van de prikkeling der gevoelszenuwen
tweefjg ^^^ henle in zijne theorie aangeeft, ligt eene
^aatve \'^^•\'^^^t\'ieid dier theorie hierin, dat zij de bedoelde
irnn^gj.^nbsp;in het haarvatenstelsel laat tot stand komen;
ilaEijQ^ haarvaten bezitten geene contractiliteit en zijn
(Jeriijgnbsp;geene van het zenuwstelsel afhankelijke veran-
Vaatygj.J.^\'^ ^•loien vatbaar. Wat eindelijk den invloed der
f^ennbsp;^P ^e stroomsnelheid aangaat, deze wordt slechts
Ver^jj^.^ opgevat. Zeker is het, dat, bij gedeeltelijke
^ ^en vat, de snelheid van den bloedstroom in
ïiOfngj^nbsp;afnemen als de wijdte van het vat is toege-
^^^^ ^^^nbsp;^^ ^^^ bijzondere geval, dat de
geheg^ ^^ g®lt;^eeltelijk is. Strekt deze zich daarentegen over een
^al,nbsp;tot aan zijne in monding in een grooter vat, dan
Eevojo. ^\'^\'^^^emmerden bloedstoevoer, de stroomsnelheid, ten
den verminderden weerstand, noodzakelijk moeten
1)nbsp;De
^^\'\'^^tstnbsp;der zenuwen op de ontsteking proefondervindelyfc
2)nbsp;A a.
snellen. Utrecht, 1857 p. 29.
^nbsp;onderzoekingen over den i
en den warmtegraad. Utrecht 1855. p. 48.
/ C^TTnbsp;uureuuL, J.0L11 p. ^v.
lonbsp;onderzoekingen over den invloed der vaatzenuwen
-ocr page 10-1 1
toenemen, gelijk de hydrodynamica leert, en door ^^^
waarnemingen, ook op het zwemvlies van den kikvorsc ?
duidelijkste wordt bevestigd.nbsp;^^^
Wat de zoogenaamde spasmodische theorie van bB
betreft, deze kan evenmin als die van henle, bij e®® ^^
waardering der bekende feiten, worden staande
ofschoon BRüECKE de stasis niet in alle gevallen van ^^^^^gg
wing der toevoerende slagaderen laat afhangen, dwaalt hiJ ^^^^
inziens, wanneer hij die, welke onder den invloed van »nn^
ontstaat, daarvan afhankelijk stelt. Wij komen later by ^^^^^^
eenzetting onzer waarnemingen op een en ander nader ^^^
Is alzoo noch de theorie van henle noch die van bB^® ^^
is staat, eene bevredigende verklaring van de
geven, veel minder mogen zij op den naam van onts
theorien aanspraak maken. Immers, gesteld al, ^j^-jusel
hoogst twijfelachtig is, dat de stasis als constant ver ^^^
de ontsteking vergezelt, zoo vormt zij toch nooit m ^^^^
eene zijde van het ontstekingsproces, die op zich ze ^^^^^^^
geen ontsteking is noch tot ontsteking behoeft te ^^^^^
BRDECKE denkt, wel is waar, waar hij van ontsteking
lerbepr\'P
het geheele proces op.
quot; quot;nbsp;^nbsp;p ter spr**\'
Nevens de ontstekingstheorien, die wij tot dusverre
bragten, en die, althans wat de nenro-paralytisch®
in eene op gewijzigde zenuwwerkdadigheid berusnbsp;^^
ziging in het lumen der vaten het uitgangspi-\'\'quot;^ .jedig^\'
fnbsp;—---y----J.
geen ontsteking is noch tot ontsteking behoeft
brdecke denkt, wel is waar, waar hij van ontstekr _ ^^^
alleen aan de stoornis van den bloedsomloop, als wi^iquot; ^^^
de stasis optreedt; henle daarentegen, die aan h®^
van ontsteking denzelfden omvang toekent, dienbsp;y^n
meen wordt toegeschreven, vat de stasis als nitgang^P
ontsteking zoeken, heeft spiess 1) eene theorie ver
patbquot;!
1) Zur Lehre von der Entzündung. Frankfurt a. M-
Physiologie S. 141.
Zejjynbsp;van gewijzigde, bepaaldelijk verhoogde vaat-
heeij^nbsp;uitgaande, daaraan eene ruimere beteekenis
Op J ^^^^ volgens henle moet worden toegekend,
fibjj^nbsp;het bij ontsteking constant vermeerderde
^^nbsp;^^^ bloed, waarbij nog de vezelstof der
denbsp;^oet worden gevoegd, en steunende op hetgeen
^^^^^^ingen van lüdavig en axmann omtrent den
aati hg^nbsp;zenuwen op afscheiding en voeding hebben
kin^ ^ ^^^^^ gebragt, neemt spiess aan, dat de, hij ontste-
^^^^Of^gde, werking der vasomotorische zenuwen,
innbsp;in den bloedsomloop, voedingsveranderingen
ennbsp;weeg brengt, die, door vermeerderde vorming
aan Ijgj. ^^^\'\'^g van vezelstof, mede, en wel in de eerste plaats,
quot;VV^t ^quot;^^^^^^\'ngs-proces ten gronde liggen,
deijnbsp;schoone onderzoekingen van ludwig omtrent
^eennbsp;vloed op de speeksel-afscheiding betreft, wij
^^Mer \' ^^^nbsp;geïsoleerd staan in de wetenschap, om
^ypotlnbsp;experimentele gronden en alleen op grond eener
^ienbsp;analogie, tot de toepassing het regt te geven,
de ® daarvan in zijne ontstekingsleer durft maken. Wat
zeijh^nbsp;axmann omtrent den trophischen invloed der
heef^. ^^ögaat, hoe schoon ook in hare beloften — zij
Veelnbsp;meening in de jongste onderzoekingen te
tenbsp;stellige tegenspraak ontmoet, om nog veel geloof
minder om tot basis eener theorie te mogen
gt; g^\'legd.
y d
det ; onzekerheid, die tot nog toe omtrent den invloed
kijiggp^\'^^^®^ op het ontstaan en het verloop van bet ontste-
da^P^^beerschte, moest een nader experimenteel onderzoek
ScljQ^^ Van de meeste beteekenis worden geacht. Eene
gelev^j^ ^^j^^^g® daartoe werd door myn\' vriend snellen
denbsp;2ijn reeds aangehaald academisch proefschrift. Uit
^^®enten, daarin neergelegd, volgt met onbetwistbare
-ocr page 12-zekerheid, dat, hoezeer een bijkomende invloed aan de
wen daarbij niet kan worden ontzegd, het ontstekings-P\'^quot; ^
niet wezenlijk in eene wijziging der zenuwwerkdadig
bestaat.
. (Jer
In den laatsten tijd is door virchow eene theon ^^^^
ontsteking verdedigd, die meer en meer ingang bij ^^ ^^
logen begint te vinden. Volgens virchow zijn het nie ^^^
storingen in den bloedsomloop, op welke wijze men b^ar ^^^^
staan ook trachte te verklaren, maar de door priro^^^\'\'^^ ^^
doening der weefsels gewijzigde aantrekkingsverhou
tusschen het voedingsvocht van den eenen en het bloe ^^^
den anderen kant, waartusschen de vaatwand als moderator^^^
wisselwerking optreedt, die aan het ontstekingproces ten g
liggen. Wel zullen, ten gevolge van die gewijzigde aantrek
storingen in de bloedsbeweging ontstaan, van de veran ^
zijl\'
inzonderheid van de cohaesie, afhankelijk, maar dsze
altijd secundair en kunnen nooit op zich zelve b®^
gangspunt der ontsteking zijn.
Het zijn vooral microscopische studiën bij ontstoken
inzonderheid bij dezulke, die noch vaten, noch zenowen
ten, zoo als de cornea en het kraakbeen, waarop virCS®^
leer gebouwd heeft. Ook in de nader te vermelden o
zoekingen van weber, over den invloed van fn^ ®
opgeheven bloedsomloop, meent hij daarvoor een kr®\'\'
steun te vinden.
Het komt ons voor, dat de beteekenis van de
ging door de haarvaten bij al deze theorien ten
is opgevat, ten deele onvolkomen is toegelicht. ^^^ ^
het daarom, op aanraden van onzen geachten promotor, ^^^^^
donders, niet onbelangrijk geacht, dit punt aan ee» ^^^^^
onderzoek te onderwerpen en daarbij meer in bet \'J
—nbsp;O a ---------
van den physischen toestand van het bloed zelve.
betre^j^l^^^^\'^^y^^\'^len, die tot de attractie-theorie van virchow
ï^aarr^ ^^\'^ben in het oog te houden,
^^trentnbsp;wij in de eerste plaats een nader onderzoek
•ier V,nbsp;Fysische voorwaarden van enkele verschijnselen
Van dequot;^ bloedsheweging, bepaaldelijk omtrent de beweging
hetnbsp;in het bloed; in de tweede plaats
Op J^zoek naar den invloed, door verschillende prikkels
Wellnbsp;uitgeoefend,
eenirjg ^i-^iien wij, ten slotte, naar aanleiding daarvan
kiiig jnbsp;omtrent de attractie-theorie der ontste-
^ ^^ het midden brengen.
Ik ben ••
^oog]nbsp;levendig bewust, wat ik aan U, zeer geachte
^S\'eeraar donders, hooggeschatte leermeester, verschuldigd
«ht ^^^^ alleen voor de hulp, mij bij de zamenstelling van
scha^.nbsp;verleend , maar inzonderheid voor de vriend-
gelijjj ,^ijze waarop Gij mij steeds, zoo lang ik het
tot fi,-^ ^ ^^ leerling te zijn, bij mijne studiën geleid en
deggj.®^^ ^^derzoek aangespoord hebt. Ontvang daarvoor ter
plaatse mijnen opregten en innigen dank.
Voor mij dezelfde, die Gij tot dusverre waart.
DE BEWEGUNG DER BLOEDLIGCHAAMPJES ^^
ÏÏET BLOED.
hoe
Tot eene juiste voorstelling van den bloedsomloop ko®^^
verschillende vraagstukken van physischen aard in aannoer
Wij wenschen hier, voor ons doel, slechts op enkele ^^^^
dacht te vestigen.
eepe
In de eerste plaats is het van gewigt te weten,
vloeistof, die adhaesie tot den wand bezit, door ^^\'^quot;^^[jci
wordt voortbewogen. In het algemeen denken de
hierover eenstemmig. Men kan zich, namelijk, de
voorstellen als uit een aantal in elkander geschoven
bestaande, waarvan de buitenste, oneindig dunne, door a
aan den wand volkomen wordt in rust gehouden,terwijl ^e ^^^
der verschillende kokers naar de as, waar zij het
voortdurend toeneemt. De weerstand ontstaat dus riiet ^^^^
wrijving op den wand, maar door de cohaesie der
Daarom is het ook onverschillig, uit welke stof de
bestaat, hetzij uit ijzer, koper, glas of hout. 1)
SEUILLE vond de snelheid, onder overigens
gelijke om
1) Verg. WEISBACH die Experimental-Hydraulik. Freiberg
-ocr page 15-^\'gheden
aten
Perd-^^\'^ voorstelling zijn door fick 1) bezwaren geop-
^lüs • T*nbsp;quot;^enkt sichquot; zegt hij, »die verschiedenen
.^^tsfaden gerade um der Eöhrenaxe parallel, wenn
üejnbsp;mehr mit gleichen Geschwindigkeiten begabt,
schob ^\'^\'^\'^\'^gsvorgang wurde dardurch so angesehn, als
gleichnbsp;^^ einander geschachtelte Cylinder (die einzeln
Q-ggpJ^^nbsp;fester Substanz bestünden) mit ungleichen
in einander, derart, das der innerste die
Icl^ ^®®ehwindigkeit hätte, die aüssern immer kleinere,
festg^^j^ ^nbsp;geneigt sein wirdt, diese Vorstellung
dejtnbsp;\'«^enn man den Vorgang im Einzelnen zerglie-
dig ® kommt mir im Gegentheil warscheinlich vor, das
nicij^^\'^\'^^ttelbar an der Wand vorbeistreichenden Theilchen
soijdgJ^^^ ^^Qer constanten Geschwindigkeit vorwärts gehen,
dieselben durch uberwiegen der hemmenden Momente
ZpH allmählich verzöo;ert werden; so. das ein solches von
förrv,quot;nbsp;durch ein aus dem Innern kommendes, in bogen-
\'■Kllgg« quot;Dl
ï\'liis •nbsp;beschleunigtes ersetzt wird; so würden sich die
^iesej ^nbsp;gegen die Wand hin krümmen und an
andefg^^^^^^\'^Senartig umbiegen. An der Wand würde sich mit
Worten
eine fortlaufende Eeihe von Wirbeln bilden.quot;
ejv ^nbsp;Fick, voor wiens kennis op het gebied van wis-
t^ijfel ^ \'^ij grooten eerbied koesteren, een dergelijken
isnbsp;zoo heeft dit voor ons ongetwijfeld beteekenis.
tenbsp;echter niet gelukt, de zwarigheden, die hij meent
\'lat d^^^\' \'^aken, goed te vatten. Wel is het duidelijk,
Vejg o\'^effenheden van den wand, de evenwijdigheid der
zal . Vn
blogj quot; S^^ijk, hetzij hij glazen en metalen buizen of
^ \'\'quot;ten bezigde,
■•-egen
®^rann denkt sichquot; zegt hij, »die verschiedenen
door bijkomende dwarrelende bewegingen
™ Worden, maar waarom in buizen, wier binnen-
Physik. S. 109.
-ocr page 16-vlakte volkomen glad wordt voorondersteld en welker 1 ^^^
onveranderd blijft, eene dergelijke storing der
moeten ontstaan, is ons onverklaarbaar. Wat FiC® ^^^^^
dat DÜherwiegen der hemmenden Momentequot; wil ^ ^ ^^^^
hebben, is ons ten eenenmale duister, en h^t doei- ^^
leed, dat hij zijne meening niet een weinig ^j^^eis
klaarder heeft uiteengezet. Wij kunnen dus iii®^ ^^^^
dan voorloojjig aan de oude voorstelbng vasthouden ^^^
dit vooral ook op grond van eenige proeven, die ^^^
toelichting van de vraag, wier beantwoording wij ons
hoofdstuk voorstellen, hebben in het werk gesteld. ^-jdel
Aan een vierkant drukvat werden afwisselend, .j^gnde
eener caoutchouc-buis, lange glazen buizen van vej^^\'^Ji^efc
wijdte verbonden. Ter loops zij hierbij opgemerki\'» j^^-^en
drukvat door een tusschenschot in twee afdeelingen g^® .^^j^gj-
was; in de eerste dezer afdeelingen, die met de ^^^qqüi
jings-opening communiceerde, werd een aanhoudenoe^ ^ ^^^^^
van water geleid; bij vuUing tot op de hoogte van ^^^^^
schenschot vloeide het water in de tweede afdeelin»
zoodat de eerste voortdurend tot op een
constant
gevuld bleef. In het water, dat door de glazen buis s ^
waren, behalve moleculen van verschillende zwaarte, oP .
bewegingen wij later terug komen, eene menigt® ^ ^^^^
bijgemengde stofdeeltjes gesuspendeerd, wier bewegi\'^o^
het geheele vocht heen met het bloote oog, en o
met behulp van eene loupe van niet al te geringen W
afstand, met naauwkeurigheid konden worden ^^^
namen daarbij waar: vooreerst, dat de snelheid der ^^g^er
die in het midden van het vat gelegen waren, die ^^gjal
langs den wand stroomende aanzienlijk overtrof en
in de nabijheid van den wand de snelheid spoedig ^^^^gt
zoodat de verplaatsing onmiddelijk aan den wan
onbeduidend was ten opzigte der verplaatsing in de
^Ochtl:
den ^^^^ zoowel in de as als tot op kleinen afstand van
^and
®ene regtlijnige was. Indien werkelijk de door
en zooeven met zijne eigene woorden
Voorstelling juist ware, zoo zouden wij, zoo al
den
^^nicfnbsp;vorm der wandboogjes, toch zonder twijfel
^\'^Unenbsp;in de beweging der deeltjes hebben
eejjnbsp;^^speuren. De volkomene afwezigheid daarvan is ons
üernbsp;^^ ffleer^ om de voorstelling van de evenwijdigheid
^nbsp;buis stroomende vochtlagen te blijven vasthouden.
Jagg^^nbsp;Jioegrootheid der versnelling van de verschillende
^ietsnbsp;^^^ ^^^ \'wanó. tot aan de as bedraagt, daaromtrent is
^-e^erheid bekend. Wel heeft in den laatsten tijd
ennbsp;ë®tracht, daaromtrent nader tot klaarheid te komen,
Wejjj.nbsp;eene formule gevonden, die wij alleen uit het
Van
Vochtl;
der
de
^ICK 1) kennen, waaruit blijkt, dat de snelheid
^gea in dezelfde verhouding als hunne toenadering
Horgt; ^^ toeneemt; of intusschen die formule juist is, dient
quot;iaatnbsp;physici te worden onderzocht, te meer
^•^Rcy in zijne mededeeling daaromtrent zeer kort is.
li
Wen^ ^^eede vraag is: hoe ligchaampjes van verschil-
doQjnbsp;en verschillend specifiek gewigt zich in eene
be
2\'alL
b^jg stroomende vloeistof, waarin zij zweven,
aam •nbsp;Hierin moet de beweging der bloedlig-
^^nbsp;verklaring vinden. Een ver-
^ynsel
c.
p. 109,
daarbii
^^^ïokknbsp;^^^ ^^ aandacht van velen heeft tot zich
dernbsp;^^ bijzonder merkwaardig ; namelijk de aanwezigheid
ligchaampjes in de langzamer voortschrijdende
wand van het vat, terwijl de gekleurde in
ttiet grootere snelheid worden voortbewogen. Men
ßhfi\'\'\'^^\'^nbsp;met zekerheid, dat de beweging in alle
iiiet
dit
heeft hypothesen geopperd omtrent de beteekenis
verschijnsel, die ons van weinig gewigt toeschijnen-
den grond daarvan schijnt men weinig te hebben nag®quot;^^^^
Onder de oudere onderzoekers hebben poisseuill® 1)\' ^^
weber 3), ascherson 3), e. wagner 4) en
zich reeds voor vele jaren met een\' onderzoek van dit ^^^
schijnsel bezig gehouden en daaromtrent meer
juiste denkbeelden geopperd, wier nadere uiteenzetting
intusschen veel te ver zou leiden en te minder
is, daar wij bij geen van allen iets vinden wat
verklaring zweemt. Alleen ascherson, wiens onderzoeki»e^^
in alle opzigten de meest volledige zijn, begrijpt teregt»
die verklaring in niets anders dan in de ligchaampjes Z®
moet worden gezocht, en ofschoon het hem niet gelukte, daar^^^
te geraken, heeft hij op het verschil in vorm der
en ongekleurde bloedligchaampjes als mogelijken gron^ ^^^
hunne verschillende beweging opmerkzaam gemaakt. WS^R ^^^
jones 6), die zich onder de nieuwere onderzoekers
meest met het microscopisch onderzoek van den bloedsom o^^^
heeft bezig gehouden, schrijft het verschijnsel
eene sterke adhaesie der ongekleurde ligchaampjes tot deo ^^^^^^
toe. Virchow 7) eindelijk meent den grond vau ^
1)nbsp;Eecherches sur les causes du mouvement du sang dans les vaisi»®\'
capillaires, (Annales des Se. natur. Fevr. 1836. T. V. p-
2)nbsp;Microseopische Beobachtungen über die sichtbare Bewega«^
beinegung der Lymphkörnchen in den Lymphgefässen der Frosch a
(Müllers Archiv 1837 en p. 267 1838 p. 450).nbsp;jö
3j Ueber die relative bewegung der Blut und Lymphkörns®
den Blutgefässen der Frösche (Ibid. 1837 p. 450).
4)nbsp;Beiträge zur vergleich. Phys. 2 Heft.
5)nbsp;Ann. des Sc. nat. 1839. p. 60.
6)nbsp;Guy\'s Hospital Eeports Vol 7 part. L p, 19, 1850.
7)nbsp;Handb, der path. Th. L p. 56.
-ocr page 19-^^ tiioeten zoeken in de onderlinge aantrekking der
eve^nbsp;die bij de gekleurde sterker, bij de ongekleurde
frof^^^^ zijn als tot den wand.
Datjj- \'nbsp;heeft in een zijner stukken over haemody-
ïiaar ^^nbsp;aanteekening hieromtrent gegeven, die,
te ggj^^^ ^\'^zien, den weg aanwijst^, om tot eene betere verklaring
eetie dnbsp;bespreken van de toeneming der snelheid in
as ,nbsp;buis bewoa-en vloeistof, van den wand naar de
hetgejfjnbsp;daarbij het volgende: » Men weet dat
^^riiiti ^ ^^^ ^^^nbsp;geldt. Ik
dat de ^nbsp;opmerking gevonden te hebben,
iti ®P\'^\'«erische, ongekleurde bloedcellen ten gevolge hiervan
quot;len ^ ^\'■^aijende of rollende beweging verkeeren en tegen
^an ë^Perst worden, dien zij dus niet verlaten kunnen,
quot;^PmeiVnbsp;hebben bereikt. De juistheid dezer
dat d ^^ ^^^^nbsp;gemakkelijk in, wanneer men bedenkt,
gede t^ ^^\'^^\'^htigste stroom op het meest naar binnen gelegen
eeiig ^^^ oppervlakte van het bolletje werkt en dus
is aannbsp;voortbrengen om eene as, die evenwijdig
Het ^^nbsp;van het vat.quot;
^tornnbsp;\'^iet onbelangrijk deze voorstelling van mijnen
Qtide ^ ^^nbsp;verschillende zijden te beschouwen, eenige
lüetnbsp;ter toetsing in het werk te stellen, en eindelijk
zeiven te overwegen, of hierin eene voldoende ver-
^^eurd^ ^^St opgesloten zoowel van de aanwezigheid der ge-
nak- T %^haampjes in de as als van die der ongekleurde
Ikd ^and.
opi^g^.^ naauwelijks vleijen dat vraagstuk op eene wijze tot
tQaaj 1 ® te hebben gebragt die algemeen bevredigen zal;
®t scheen toch reeds van eenig belang er de aandacht
1) ïfed.
lancet 3e Serie V. Jaarg. p. 130.
-ocr page 20-op te vestigen en alzoo anderen op te wekken, om
betere krachten dan de onze te wijden.
Voor dat wij overgaan tot eene poging ter verklaring
bewegingsverschijnselen van de bloedligchaampjes ^^
bloedsomloop, zal het noodig zijn een oogenblik bij
schijnselen zelve te blijven stilstaan.nbsp;^gj,
Wij hebben ons bij het mikroskopisch onderzoek
bloedsomloop bij voorkeur van het zwemvlies van den kil^^quot;
bediend, dat, om wel bekende redenen, boven alle
daartoe ten dienste staan, verre te verkiezen is 5 ^^^
hebben wij steeds de zenuwen, die zich naar den poot
digt bij haren oorsprong uit het ruggemerg doorges»^ ^^^
Hierdoor voorkomt men de lastige spierbewegingen, ^^
dikwerf storend op de waarneming ingrijpen, t^rwg ^^
verschijnselen van den bloedsomloop behalve eene gequot;quot;®^
verwijding van de slagaderen en daaraan evenredige ^^^^
hooging van de stroomsnelheid, waarop wij later terug
daardoor niet in \'t minste worden veranderd, gelijk ons tel
bij naauwkeurige vergelijking met het zwemvlies van den ant-e^^,.
poot bleek. Behalve het zwemvlies van den kikvorsch
ook nog het mesenterium, de tong en de longen \'•\'an ^^^
zelfde dier onderzocht: wegens de belangrijke inconven^eo^^^
die deze organen bij het onderzoek opleveren, hebb«quot; ^^
ons daarvan slechts in zooverre bediend als ter to^^^®^ ^^
onzer waarnemingen bij het zwemvlies wenschelijk
meer daar dit vergelijkend onderzoek steeds tot de2egt;
uitkomsten leidde.
Van de warmbloedige dieren hebben wij het
van jonge konijnen en muizen en de vleugels van den ^^^^^
muis onderzocht. De kleinheid der bloedligchaampjes.
bij muizen en vleermuizen, de armoede aan haarvaten der v ^^^
de onderzoeking toegankelijke organen, waarbij voor den v
der
de»
QiUis n
deze vo^\'^ ^\'jkdom aan pigment moet worden gevoegd, maken
ketijjg^nbsp;hoogst ongeschikt en laten geene naauw-
tuegj ^ ^^^ïöemingen toe. Wij hebben er dan ook niet
getjQ^ ^^ hoofdzaken van hetgeen wij elders hadden
kunnen waarnemen 1).
hetnbsp;valt bij de mikroskopische beschouwing vau
^^fschilnbsp;zwemvlies de ongelijke verdeeling en het
clia^jj^ • ^\'^elheid der gekleurde en ongekleurde bloedlig-
tQeesij. ^^nbsp;eerste bewegen zich, althans de
middellijn van het vat gelegene, met hunne
ligcjjnbsp;in die der as; de digter bij den wand gelegene
aaji
nemen meestal een\' onbepaalden schuinschen stand
itinbsp;haarvaten bewegen zich de roode ligchaampjes
Vatejj _nbsp;^^ hunne lengterigting. In de kleinste
Jti^jj^^nbsp;verandering van vorm
rekt ^^rden heenbewogen, worden zij in de lengte uitge-
itiho^^^^^^^^\' gevolge van de vloeibaarheid van hunnen
grootgj.\'nbsp;meest naar voren liggende gedeelte de
staajj.^^ ^^\'^etingen bezit en het andere einde soms tot een
Jjjnbsp;aanhangsel wordt uitgerekt.
grooj.g algemeen voegen zij zich ten gevolge van hunne
ïüitj^j.^nbsp;hoogst gemakkelijk naar de voorhandene
aartjnbsp;ondergaan daarbij vormveranderingen van allerlei
Vejg^j^.^^^\'^\'^it eene arterie takken ontspringen, of omgekeerd
takken zich tot een stam vereenigen, worden enkele
^^\'lae jjj Bierken wij Merbg op, dat wij het rhytlimisch kloppen der
^^\'^tielij . ^nbsp;van den vleermuis, door vroegere onderzoekers
On»nbsp;duidelyk hebben waargenomen. Het Moed
^^at zej^^^®®*quot; quot;^Iken vgfden polsslag der arterien een oogenblik stil,
^^^quot;■ijdt ijj^ ^^^ Weinig terug, waarbij het in de takken terugvloeit en
tgnbsp;Weer voorwaarts. In enkele venae was van dit kloppen
reden, waarom liet in de meeste venae ontstaat
wordt gemist, is ons niet duidelijk.
aan-
van
ligchaampjes tegen den wand aangedrukt en loopen eennbsp;ß^g
daarlangs om spoedig weer in den asstroom te gerak®®\'^^^^^.^
venae en\' ook in de arterien, wanneer de stroomsö ^^^
door de eeu of andere oorzaak geringer wordt, n®® gjing»
asstroom in breedte toe. Wordt de stroomsnelheid z^er g ^^
zooals bij beginnende stasis, dan verdwijnt zoowel ^ ^^^
arteriae en capillaria als in de venae de helderenbsp;^^^
tusschen de gekleurde ligchaampjes en het vat bes
ten
nemen deze het geheele lumen in.
O------- ——quot;quot; quot;quot;nbsp;_ O-als \'\'
De ongekleurde ligchaampjes bieden zoowel onderling
opzigte der gekleurde veel verschil aan. Zij
eene ongeveer sphaerische gedaante met gladdenbsp;, ggn-
die intusschen somtijds min of meer korrelig schijnt,
zien echter wel van den korreligen inhoud schijnt af ts _ °^^^
Wat hunne grootte betreft, deze is bij een zelfde ^
weinig verschil onderhevig: bij onderscheidene dieren ^^
wijken zij in dit opzigt belangrijk van elkander af- ^ ^
gemeen schijnt de grootte der ligchaampjes met de to ^^
van den leeftijd van het dier af te nemen: wiJ ^ je
althans bij de jongere dieren constant grooter dan .
kern
oudere.
In den regel zijn zij korrelig van inhoud en met -gg
voorzien; nevens deze worden intusschen andere ligquot;
aangetroffen, wier inhoud volkomen helder en wier om ^^^^
scherper zijn dan die der eerstgenoemde. Of
vormen eene verschillende beteekenis moet worden toe» , i
tinn
durf ik niet te beslissen. Ook ten opzigte van n
wijken zij zeer af: bij jonge dieren, vroeg in h®^ ^^
komen zij in den regel in veel grootere hoeveelheid
bij volwassenen: overigens bieden zij ook hierin m ^^^^^
verschillen aan, die zich tot geene algemeene regelen
de
binnen
terugbrengen.
De beweging der ongekleurde bloedligchaampjes
-ocr page 23-is p
^ede ^^^^ samengestelde: eensdeels bezitten zij eene
2ij (jj,.. ^ beweging, afhankelijk van die der lagen waarin
dienbsp;andere vertoonen zij eene eigene beweging,
dat loQ^\'^^ draaijing om eene as bestaat, gelegen in een vlak,
Sevojo. ^^^^nbsp;rigting van den stroom staat. Ten
hetnbsp;asdraaijing rollen zij langs den wand van
\' alleen aan den bodem en de zijwanden, maar
Qok,
\'^^ertüquot;^^^^^\'^nbsp;^^^^^ verandering van het focus ligt
aan den bovenwand,
tegejj^nbsp;waarin zij draaijen, is natuurlijk aan twee
gedeelten van den wand, eene tegengestelde.
Voojj-i^nbsp;quot;daarmede de ongekleurde ligchaampjes zich
quot;^^itteü^^^^\'^quot;nbsp;geringer, dan die, welke de gekleurde
inngjjj^ \' ^It volgt reeds uit de plaats^ die zij in het vat
lageri ■ \' ^\'^fflers de snelheid der tegen den wand gelegen
stroojj^^nbsp;geringer dan die, welke meer nabij de as
niet m \'^^Igf\'ïis de metingen van webek, die intusschen
lïiiddgj^^^nbsp;benaderende waarde uitdrukken, is de ge-
sectiij^^^nbsp;der ongekleurde ligchaampjes 1/52quot;\' per
l8 jv^nbsp;die der gekleurde V4\'quot; bedraagt, dus ongeveer
otigelj.j ^ bunne geringere snelheid merkt men bij de
^^^ege*^^^*^.^ ligcha^ampjes nog het volgende op. Vooreerst
hij de
zich niet alleen in de trager stroomende lagen
1)» maar onmiddellijk tegen den wand aan en
^Hgeki^*^ longen van den kikvorsch bewegen zicli de gekleurde
^^^^ïOüinbsp;^^oedligchaampjes van elkander gescheiden. De reden,
de^^\'^\'\'nbsp;dooreengemengd vond, is welligt hierin te zoe-
ten^nbsp;in do longen dikwijls, door drukking op de
gevolge
van de wgze van onderzoek, eene vertraging onder-
^^\'^\'^^■aiupjj^ \'bloeit verbreeding van den centralen stroom der gekleurde
iftaaV^ quot;^\'oort, die de juiste waarneming der ongekleurde onmo-
^erg, p. 28.
T if te ^oïfl®^\'
schijnen daar als het ware tegen aangedruKt ^^ ^ ^ -g.
vooral in vaten, waarin de stroomsnelheid aanziequot;^^^ ^^^
somtijds zijn zij zelfs aan de plaats van aanraking jgt^el\'
wand platgedrukt. Verder is hunne beweging .^^-^o^è.
matige. Na een eindweegs langs den wand ° ^jgf
te zijn, waarbij men ze nu en dan over elkander ^^j^cnS
huppelen, blijven zij somtijds, voor eenigen tÜ^\'
sommigen wel langer dan een uur (eerlijk bekend,
wij ze nooit zoolang aanhoudend geobserveerd) oquot;^ pj^vfij^®
stil zitten, om daarna hunnen weg te vervolgen- ^^^^^^
merkt men ook op, dat zij niet langs den quot;^^n ^^^ ^^^
(schoon dit regel is) maar glijden, vooral
wanneer p^en
deelte, dat tegen den wand ligt, afgeplat is: daarbij z ^^ ^^^
ze enkele malen in de lengte uitgerekt worden, ^^ |jgt
voorste gedeelte knodsvormig aanzwelt en hetnbsp;er
voorkomen van een staartvormig aanhangsel \' ^^-^jfukt?
dan, gelijk whaeton jones zich zeer eigenaardig
uit als regendruppels, die door den wind in
schuinsche n^ ^^^
tegen een glasruit worden aangeperst. In de
slechts voor de voortbeweging van een enkel bloedlig^quot;
te gelijk ruimte bezitten, nemen de ongekleurde dezei
heid aan, waarmede de gekleurde worden bewogen-
missen zij hier hunne roterende beweging.nbsp;liet
Wat de verdeeling van de kleurlooze ligchaampjes
bloedvatenstelsel betreft, zoo schijnen zij in de venae op»^
te worden: somwijlen ziet men ze daarin eene gnbsp;j]{
allen
tegen den binnenwand vormen, ja in enkele gevai^-^^
een gedeelte van eene vena voor naar het scheen wel
daarmede aangevuld.
van
Wanneer wij thans overgaan tot de opspormg ^ ^^^gr-
physische krachten, waaraan de waargenomen bewe-,
schijnselen hun ontstaan te danken hebben, is de eerste
^an (jnbsp;voordoet, waarom de ongekleurde ligchaampjes
gekleurde in de as van het vat drijven,
quot;^^ïirvan kan niet anders dan in de ligchaampjes
gezocht. Wij vragen derhalve: in welk opzigt
ïwee^quot;^ ^^^ elkander af?
Dpeze^i.,, P^öten van verschil schijnen ons toe de meest
Otis i;,nbsp;voor het zuiver physische vraagstuk, dat
Vorm ^^^^^ vvel in de eerste plaats het verschil in
Verscl^jjJ\'^ tweede plaats, dat in specifiek gewigt. Beide
Om ij^ \'dragen er toe bij, gelijk wij hopen aan te toonen,
brejigg^^\'^\'^\'^äle scheiding der bloedligchaampjes tot stand te
ïeedsnbsp;zouden op zich zelve ter verklaring dier scheiding
Voor p\'^\'^^^\'^de
zijn, ofschoon er welligt meerdere gronden
Dg ^ ^^rsehijnsel bestaan.
^\'^gekleurde bloedligchaampjes bezitten, gelijk bekend
ene O-nbsp;Ofnbsp;. „ „
Hu ^^^ fe®noegzaam sphaerische gedaante. Stellen wij ons
eenenbsp;sphaerische ligchaampjes zich in eene binnen
gelijij.^ stroomende vloeistof bevinden, wier lagen met
gee^gnbsp;werden voortbewogen, zoo zoude er zeker
Zon^jgj^^^^®\'^ bestaan, waarom zij niet evenwijdig aan de as
gerifj ^°°^tschrijden; alleen zoaden zij welligt door hun
JËvejjj^.\'^ ^P^eifiek gewigt iets in het vocht kunnen rijzen.
Kite ^^\'^\'^e er eene reden bestaan, waarom de ligchaampjes.
bez
■itten.
medegedeelde, eene eigene beweging zouden
^e .?aak verhoudt zich echter anders. De helft
^^gchaampje, die zich het digts bij de as bevindt,
bezij-j.^ ^°^^reven door lagen, die eene snellere beweging
gevQjJ^ ^^^^nbsp;andere helft bevindt. Het
in^g^ ^\'^^^van is, dat het ligchaampje om eene as draait,
staat Stiegen, dat vertikaal op de rigting van den stroom
chaamnbsp;wij nu, dat de snelheid waarmede het lig-
fle sjj^jj® ^\'\'^\'■»ït voortbewogen, middenevenredig is tusschen
^^quot;^en der verschillende lagen vocht, waarin het zich
bevindt, dan zal de voorvlakte van het ligchaampje voor
helft, welke het meest nabij den wand ligt, zich
gen dan de vloeistof en dientengevolge een zekeren vfe ^^^^
of reactie, gelijk men zich in de hydrodynamica uitdrukt,
vinden, die het in tegengestelden zin zou trachten te
In dit geval zou het ligchaampje alzoo om zijne as
maar tevens zou het zwaartepunt, d. i. hefc middelp^^
eene lijn, evenwijdig aan de as, worden voortgestuwd\' ® ^^^
ligchaampje zoude dus op iederen willekeurigen afstand va ^^^^
wand van het vat in eene daarmede evenwijdige rigtiquot;o
voortbewogen. Er zoude dus geene reden bestaan,
het tot den wand moest naderen.nbsp;, j^et
Het is echter duidelijk, dat de snelheid, waartne
zwaartepunt van het ligchaampje zal worden voortbe^ o^^^
niet middenevenredig zijn kan tusschen de snelhe
verschillende lagen, waarin het zich bevindt. Een g ^^^^^
namelijk, der kracht, die op het ligchaampje werW? ^ ^^^
tot draaijing om de as verbruikt en
de snelheid
beneden het gemiddelde blijven der gezamenlijke lage^^- ^^^^
gevolg daarvan is, dat de weerstand, die het naar ^^^^^^^[jie
toe gelegen gedeelte van het ligchaampje aan de v ^^^ ^^
die
ondervindt, geringer is ^^^
kracht, die de stroom oP^
naar de as van het vat
legen gedeelte aan de ^ ^^^^^
zijde uitoefent: door
wegen nu dezer laatste
moet het ligchaampje »
hefc om zijne as draa^^\'^^^^ ya^
naar de peripherie van
W I
bewogen worden. ^ nroH^®
Wij zullen trachten met behulp van bovenstaande ng^^^ ^^
■stelling nader te verduidelijken. Zij de wand ee
voori
-ocr page 27-geiT.nbsp;door evenwijdige lijnen voorgestelde vochtla-
^\'^aar de as C toenemende snelheid bewegen. Wij nemen
versnelling een gelijkmatige zij, eene onderstel-
t\'gino.nbsp;^^ formule van darcy (zie pag. 11) hare beves-
opnbsp;t. Laat a en è de resultanten zijn der krachten, die
helf^^^^fSts en links van de as van het ligchaampje gelegen
%chnbsp;Zij verder » de snelheid, waarmede zich het
voorbeweegt; stellen wij, dat die snelheid midden-
G^I Aussehen a en b, dus gelijk ^ zij.
3 pJnbsp;dan de krachten na, die in de snijpunten 1, 2,
\'i fl
laatg^g . resultanten « en 6 met het ligchaamje, op dit
bemerken wij, dat het verschil in
het ■ Aussehen het ligchaampje en de vochtlagen, waarin
in bevindt, bij 1 en 2 even groot is, maar eetie drukking
tiatjj ^.^\'^S^^\'-eWen zin op het ligchaampje zal uitoefenen. Op 1
drukking gelijk aan het verschil in
Weij^g ^ — n, in de rigting van den stroom , op 2 die,
de f-nbsp;— wordt uitgedrukt, en in de tegenovergestel-
^ann ^^^^^\'nbsp;drukkingen zijn natuurlijk gelijk,
die •nbsp;deze beide krachten ontbinden in eene kracht
raakvlak aan de punten 1 en 2 ligt en eene, die
^P loodregt
zijne
staat, zoo zullen de eersten het ligchaam
^^nbsp;draaijen, terwijl de laatste elkander zullen
«en.
^sspvi
het rnbsp;wij de krachten, die in de punten 3 en 4 op
^^elhe^lnbsp;^^werken, zoo zien wij, dat in 3, waar de
^en^nbsp;het ligchaampje grooter is dan die der vocht-
^ene \'nbsp;het zich beweegt, eene negatieve drukking,
dat de
die
in
^aro
\'tnbsp;zal moeten ontstaan, die uitgedrukt wordt door
^ — 6: bij 4 daarentegen loopt het ligchaampje
dan de vochtlagen, waarin het zich beweegt, en
stïoQ^nbsp;negatieve drukking in de rigting van den
Uitoefenen: de rigting, waarin deze drukkingen op
la
-ocr page 28-bet
0®
3 en 4 werken, moeten er natuurlijk toe bijdragen,
ligchaampje eene rotatie te doen ondergaan.nbsp;^e
Wij zien derhalve, dat het verschil der snelheden ^^^
verschillende lagen, waarin zich het ligchaampje vooi^^^^^^^jj,
wanneer het eene snelheid bezit, die daartusschennbsp;^^^
redig is, alleen hunne asdraaiiin^, maar niet de afwijk^quot;»
eene aan de as van het vat evenwijdige lijn, en alzoo ae
aan den wand kan verklaren. In die draaijing zelve intus
is de grond voor het laatste verschijnsel gelegen.
draaijing, namelijk, wordt een gedeelte der kracht
die het ligchaampje voortstuwt: daaruit vloeit met noo^^
lijkheid voort dat n niet gelijk, maar kleiner dan ^^^
zijn. Daaruit volgt verder, dat « — » grooter J® ^^^^^
« — è\', zoodat de drukking op het punt 1, dus oo^^
loodregt op \'t raakvlak opgerigte componente, grooter 2
dan de in tegenovergestelde rigting op 2 werkende. ^^^ -jj
taatis, dat het ligchaampje niet alleen omwentelt, m^ar o
rigting 1. . . 2, naar den wand wordt bewogen en
wordt aangedrukt. Door dit aandrukken zal de w^J yat
nog verhoogd en de beweging aan den wand van i ^^^
nog verder vertraa.^d worden, — Wat hier in het
van de beweging van sphaerische bgchaampjes is
natuurlijk ook voor de beweging der ongekleurde
cnaampjes bninen de vaten,nbsp;aropj^®
De vraag is nu, of niet hetzelfde op de gekleurde ^\'»\'\'\'^^^jjgjigs
van toepassing is en of deze niet uit dezelfde oorzaak a
den wand van het vat zullen moeten bereiken.
bestaan er, gelijk wij zoo aanstonds zien zullen
den wand
lage»
blatte
waarom de gekleurde ligchaampjes zich van
het vat verwijderen en in de om de as gelegene ^^^
voortbewegen. Maar buitendien gelooven wij, dat de p^\'
dezer ligchaampjes hen onder mindere gunstigenbsp;te
brengt, om eene rotatie en eene beweging naar den
■orm
-ocr page 29-figting, namelijk, waarin zich de gekleurde
kampjes
^^\'^arin ^^ ^et bloed voortbewegen, is in den regel die,
\'^en minsten weerstand vinden, dat is met hunne
aan^jj^^^^^\'^S evenwijdig aan de as van het vat. Zij bieden alzoo
liet ^
slechts eene zoo smalle oppervlakte aan, dat
gelenbsp;in snelheid der op de terweerszijde van de as
schoftnbsp;hoogst gering ^.al moeten ziin. Maar
slott
ch
Onbsp;O-----ö
-luitenbsp;het verschil zal evenwel bestaan en zoude ten
quot;noodzakelijkheid eene rotatie en gelijktijdig eene
hetnbsp;VF^nd van het vat te weeg brengen, ware
J)g I ^ \' deze invloed door een sterkeren werd overwonnen.
^ ^igt in het grooter specifiek gewigt der ligchaampjes.
namelijk, door vertakking der slagaderlijke stam-
daaj.^ stroombed zich verwijdt, neemt de stroomsnelheid,
^d ^^ S^®venredigd, af. Die vermindering der stroomsnel-
nigj. ^^^ intuschen voor de verschillende bloedbestanddeelen
tjg .^quot;^^^^quot;Ben gelijk zijn: het bloed vocht zal de sterkste ver-
^Pecif ^ ^quot;n^ergaan; de ongekleurde bloedligchaampjes , wier
eejj^^ gewigt met dat van het bloedvocht nagenoeg over-
^Udnbsp;dien ten gevolge nagenoeg dezelfde vertraging
buitendien om de zooeven ontwikkelde rede-
(ie ^hengs den wand van het vat weder opzoeken. Wat
® bloedligchaampjes aangaat, deze bezitten, ten
eetig ^^ ^^^ grooter specifiek gewigt, op gelijk volumen
Zij ^^^\'\'ootere hoeveelheid van beweging dan het vocht, waarin
be^YeJquot;^^^*^daarom aanvankelijk zich sneller voort-
Viad\'^^\'^ dit vochtj bij gevolg den grootsten weerstand
lajj^ quot;^P de meer peripherische lagen van het vocht, die
denbsp;Voortschrijden^ en alzoo door dien weerstand naar
Wiejnbsp;vat gedrongen worden, totdat zij lagen bereiken,
Qnbsp;aan hunne eigene beantwoordt.
\'Sao^nbsp;wijze wordt de strooming der roode bloedlig-
PJesnbsp;^^^^^ ^jj fjigejign, voldoende toegelicht.
\'e r
li.
\'Scha:
Of er buiten de vermelde reden nog andere bestaan, ^
tot hetzelfde resultaat bijdragen, laat zich voor \'i oog«quot; \'
niet bepalen.
Terwijl wij aldus op theoretische gronden omtrent ^^
verhouding van onderling in vorm en specifiek gewigt ^
schillende moleculen, die zich in een door cjlindrische bui^®^
bewogene vloeistof bevinden, tot eene voorstelling g®quot;quot;®®^^
zijn^ die, naar onze meening, ter verklaring van de b®^®^
gingsverschijnselen der gekleurde en onkleurde ligchaao^P\'\'®^
in het bloed toereikende is, gaan wij thans over tot ^^
mededeeling der resultaten van eenige experimenten, geöquot;\'^!^^
met het doei om hetzelfde vraagstuk ook proefondervinde^J
op te lossen.
Eene groote zwarigheid deed zich daarbij al aanstonds «Pj
namelijk het vinden van ligchaampjes, die, bij
merkbaar verschil in specifiek gewigt, dat niet te zeer va^
dat van het water afwijkt, om gemakkelijk in den stroo^^
te worden medegevoerd en evenmin op de oppervlakte^^
drijven, tevens zooveel mogelijk in vorm overeenkomen. ^^
herhaaldelijk vruchteloos onderscheidene zelfstandigbeden
toe te hebben beproefd, hebben wij eindelijk oaze toevlo»^
genomen tot verschillende zaadsoorten. Als de iquot;«®®\'\'
schikste deden zich voor de semina majoranae, die iets bg^® ^
en het zaad eener papaversoort, dat iets zwaarder _
water: onderling zijn ze in kleur genoegzaam onderscheiden\'
daar het eerste rood en het laatste zwartblaauw is. _ ^^^
Deze zaden werden elk afzonderlijk met het water in \' ^
reeds vroeger vermelde drukvat gemengd en door aanbonden ^
omroeren daarin zoo gelijkmatig mogelijk verdeeld. Om de
derlijke reflexie en refractie, die eene juiste beoordeeling vaquot; ^^
plaats, waar de verschillende deeltjes zich in het vocht beW
gen onmogelijk maakt, zooveel mogelijk te voorkomen, heb
wij de buis, waardoor het vocht stroomde, in een met water g
aclit ^^^^^^^^ vierkant bakje geplaatst, dat uit een glazen voor-
digdnbsp;bestond, terwijl de zijwanden uit blik vervaar-
gescljQynbsp;opening voorzien waren, waardoor de buis werd
glaggnbsp;öiet een kurk daarin volkomen paste. Een der
paraigünbsp;^^^nbsp;schaal voorzien, uit horizontale
bestaande, die ongeveer \'/s mm. van elkander
de ^ ^aren. Het oog werd geplaatst in het niveau van
tot w-elk^\'\'nbsp;^^ naauwkeurig waargenomen te hebben,
ligclj^ ^nbsp;uiterste lagen der in hét vocht stroomende
bespg^^\'^P-\'®® zich uitstrekten, hoopten wij eenig verschil te
Zw^aj^j \' ^vanneer in de plaats daarvan andere specifiek
^\'\'^rwacl^t^ ligtere werden gesteld. De uitkomst heeft onze
konjt 1 i\'iet bevredigd. Wat wij konden waarnemen
P,nbsp;neer.
jjg jnbsp;..
^ïoeo-gynbsp;beweging, wier theoretische noodzakelijkheid wij
Uedg^nbsp;^^P^aken, was zoowel bij de tegen den boven- als den be-
detinbsp;liggende ligchaampjes zeer duidelijk. Behalve de op
^arennbsp;en tegen den bovenwand liggende deeltjes,
per^dgg^^ ^ ^\'^^^heidene in de daar tusschen liggende lagen gesus-
^^\'^arflgnbsp;w^as eene draaijende beweging zeer duidelijk
1
den
gelegen waren. In de nabij de as gelegene
öenbsp;\'^as van eene rotatie naauwlijks iets te bespeuren.
beweging heeft hier, in betrekking tot de
verre de overhand. Een streven der
Vervvg^j^nbsp;zich naar den wand te bewegen, gelijk dit
Mhgt 1nbsp;^Vörden, was intusschen niet waarneembaar :
de ^ de glazen buis geene genoegzame lengte eia was
t^^quot;^nbsp;^^ langzaam.
\'aar en wel des te levendiger, naarmate zij digter
%clia. /^^\'\'^irig der stroomsnelheid waren zeer spoedig de
^asi^gj. als zoodanig niet meer waarneembaar. Evenmin
f ^^^^ \'hogelijk, de grenzen scherp, of zelfs maar onge-
tot waartoe zicli dc lagen der ligchaam-
-ocr page 32-waren,
trent de beweging van in vorm vers_____________
bij gelijk specifiek gewigt en die van lig*^!^^^™^quot;\'^ ^^.j^jiieU)
zoowel in vorm als in specifiek gewigt van
elkander alv» J
langs dezen weg te bevestigen.nbsp;glec-
Eindelijk hebben wij getracht, door middel van
trische vonk op een gegeven oogenblik nader tot
te geraken, waartoe wij door de vriendelijke hulpvaak ^
van onzen geachten leermeester Prof. VAN beES ^^
staat gesteld: doch ook langs dezen weg is bet 0
gelukt, tot eenig positief resultaat te komen.nbsp;jg^e
Tot onzen spijt heeft ons de tijd ontbroken,nbsp;^^^
pjes zich op de schaal uitstrekten: daarmede vervie ^^^
de mogelijkheid, om die grenzen bij de aanwending ^^
specifiek gewigt verschillende ligchaampjes met eK
vergelijken.nbsp;^^
Niet gelukkiger waren wij bij het bestuderen van ^^^^^^
tieve beweging der gezamenlijk in het water
deeltjes, wier bewegingen wij te vergeefs afzonderlijk ^^^
getracht na te gaan. Wij stuitten daarbij altijd op ^^
deze zwarigheden: of de stroomsnelheid was te
de ligchaampjes waren afzonderlijk niet waarneembaar
zij was te gering — en de ligchaampjes zonken ^^^^
in het vocht en dreven ten deele naar de
terwijl eindelijk enkelen door de, meer centrale lagen ^^^^^
den wier specifieke zwaarte blijkbaar met elkander ^j^jj^t
kwam en dus voor ons doel ter waarneming
Evenmin is het ons gelukt onze voorstellma ^^^
,chillende lig^l\'^^^J^jke
experimenten verder voort te zetten en welligt
opsporen van geschikter ligchaampjes en
methode van onderzoek, met vertakte buizen en an e ^^^^^jjjis
meer afdoende resultaten te geraken. Wij
de mededeeling van onze pogingen niet te mog®^
laten, ten einde daardoor misschien anderen op
te
-ocr page 33-aan de oplossing van het gewigtige vraag-
h
üniie
krachten
Zoove ^^^^^ houdt, te wijden.
expejjnbsp;ons althans gebleken, dat er voorshands geen
is„i uieie fftifpn
feiten bekend zijn, die tegen de theoreti-
hierboven uitgesproken, strijden. Volgens
nu laten zich de bewegingsverschijnselen der
tot bekende physische wetten terug-
araaijg^^ ^^ ^^ eerste plaats wijst zij als grond van de
Waiiij jj ^^ beweging der ongekleurde ligchaampjes langs den
vva^jjjj ^^\'^sehil in stroomsnelheid der verschillende vochtlagen,
aan. ^ drijven, in verband met hunnen sphaerischen vorm
ïöaakt ^ ^^^^^^^^^^^ vorm der gekleurde ligchaampjes daarentegen
weigt;v \' ^^^ quot;^^ze door het verschil der snelheid van de daarop
^l^ende la
h
^gen Wel dien stand zullen aannemen, waarbij ze met
I^^^atst • ^^Sti\'ng evenwijdig aan de as van het vat ge-
ïïiog-. \'nbsp;hebben ze eens dien stand aangenomen,
opp tot rotatie zullen worden gebragt, wegens de kleine
enjjg^j^ die zij daarin aan den stroom zullen aanbieden,
Op ^^nbsp;geringe verschil in snelheid, dat dien ten gevolge
^^gta^^\'^ Weerszijde van de as gelegen helften zal inwerken.
Weeg ^oude daardoor onvermijdelijk eene rotatie worden te
betrgjj^^\'^.^^St, wanneer zij niet tevens, ten gevolge hunner
stroQ^^^ yk grootere snelheid, bij elke verwijding van het
in ^^ door den weerstand op het vocht eene drukking
naar de as ondervonden,
ligjjj^ ^^^^ykingen in den theoretischen stand en snelheid der
laten zich ligt verklaren, wanneer men in aanmer-
str^Qj^\'^^^\'^t, dat ook binnen de perken van het normale de
kleinere vaten, de vorm, welligt ook het
ongpj^j gewigt der onderscheidene ligchaampjes, vooral der
Vej,]^! quot;\'^^de, menigvuldige afwijkingen opleveren. Daardoor
niet ^^^^nbsp;waarom de ongekleurde ligchaampjes
dezelfde
snelheid bezitten, maar somwijlen over
-ocr page 34-■enoeg
^nbsp;h ffeo
is, om niet alleen de roterende beweging op te he ^^^
de ligchaampjes alleen met eene langzaam voortglijden ^
weging te doen voortschrijden, maar zelfs soms een tij
absolute rust te doen verkeeren; waarom de uiterste
gekleurde ligchaampjes meestal van haren theoretischen s ^^^^
afwijken, enz. Welligt komen bij de laatste nog andere
culaire werkingen, b. v. de capillariteit, in het spel ^^^
invloed intusschen voorshands niet binnen \'t «ere ^^^
analyse valt. Waarom in de venae, waar de snelheid van ^^^^
stroom geringer is dan in de arteriae, de centrale ^^^^^
gekleurde bloedligchaampjes breeder is, moet daaruit ^^^^^
verklaard dat het stroombed hier, bij elke vereenigf-S^^^^^
takken naauwer wordt, zoodat dezelfde oorzaak voor
beweging nabij de as hier niet bestaat als in de ar
maar integendeel de gekleurde ligchaampjes zien
kelijk langzamer zullen bewegen dan het vocht. -
men evenwel, dat de ongekleurde ligchaampjes in de
laria aan den wand zijn en, in de venae
1 na\'
zal.
tredende,
aaii
.nbsp;ac vcuavnbsp;rem-
den wand moeten blijven, dan kan het toch niet ^ ^^^^
den dan de gekleurde zich in de aderen toch quot;^^j^^^j^je
den wand bevinden. Daarbij maakt de vorm der g
bloedligchaampjes, dat wanneer zij in eene schuinscae
op de as, door een stroom, sneller dan de hun eigene^ ^^^^
ging, worden voortgesleept, eene neiging tot bewegi
de as van het vat, het gevolg zijn moet. Bij nadere^ ^
zal men zich hiervan gemakkelijk overtuigen.nbsp;^ \'^j^eii
melijk, opmerken, dat het ligchaampje in den ^\'\'\'^quot;^^j.j.ooin
stand eene grootere oppervlakte aan den voortstuwenden^s^ ^^^^^
aanbiedt aan die zijde van het zwaartepunt, die naar
pherie dan aan die zijde, die naar de as van het vat is^^
Eindelijk, wanneer de snelheid zeer gering wordt, zo^a
elkander heen huppelen, waarom van tijd tot tijd de kr»^
waarmede zij tegen den wand worden aangedrukt, groot
denstasis, bereiken de gekleurde bloedbgchaampjes
Vannbsp;^^^nbsp;omdat de oorzaken van scheiding
^tïidaT\'^^^\'^^\'^\'^ en ongekleurde ophouden te bestaan, deels,
nog\'^^^® ^bgchaampjes worden opgehoopt, terwijl het vocht
waarbij dan tevens eene bezinking in den
stanfj\\\' gevolge van hun grooter specifiek gewigt tot
komt.
-ocr page 36-DE INVLOED VAN VERSCHILLENDE PRIKKELS OP ^^
BLOEDSBEWEGING IN DE HAARVATEN.
nomen, ligt tot verwarring aanleiding gevennbsp;^^^^^^
voorstelling van hetgeen er geschiedt onmogelijk maken z»
Twee omstandigheden zijn er, waarop mennbsp;^^gt de
aandacht te vestigen heeft, namelijk, de hartswerking ® ^^^^
daarvan afhankelijke snelheid der bloedsbeweging
stand der vaten.nbsp;^ ^^^.gji
De rhythmische zamentrekkingen van het hart ^ ^^^
zonder bijkomende stoornissen eene regelmatige bewegmo^^^^^
het bloed door de vaten tot stand; de snelheid dier
is in de slagaderen het grootst, kleiner in de aderen ^^
langzaamst in de haarvaten; zij is, onder overige»®
omstandigheden, omgekeerd evenredig aan de wijdte der
die het bloed te doorloop en heeft.
vei-
van
Ter beoordeeling van den invloed, die prikkels
schillenden aard op de bloedsbeweging in de
oefenen, is bet bovenal noodig zich goed gemeenzaam ^^ ^^^^^^
met de verschijnselen, welke die beweging in den nor ^^^^
toestand aanbiedt. Daarbij komen onderscheidene
heden aan den dag, die, werden zij niet in aanmerking »
en eene
^zouJe»\'
niatige snelheid tot in de arterièn van het zwem-
bij ^ quot;^quot;^^tplant, is de beweging eene volkomen gelijkmatige;
^^^het ^^^ snelheid is ook de stootsgewijze voortbeweging
Bij j , in de slagaderen naauwelijks meer waarneembaar.
stoornis evenwel van de regelmatigheid der harts-
grejjj,^^\'nbsp;die bij den kikvorsch zoo dikwerf binnen de
Vaji , het normale wordt waargenomen en in bewegingen
den
^^\'yke storingen in de innervatie van het hart gegrond
^^hanknbsp;ook in van andere omstandigheden
oiide
de slagaderen van het zwemvlies stroomt, gewijzigd
la
S^Volg (Jaarvan is in vele gevallen alleen eene omkee-
, enkele
veering.
deelejj ^^^^^^ ^e bloedsbeweging, gelijk in de andere ligchaams-
storj \'nbsp;in het zwemvlies, eene min of meer uitgebreide
^^OedT ^^^^door wordt namelijk de snelheid, waarmede het
met
ïlet ^^^^ drukking in het capillairstelsel veranderd.
stroompjes: somwijlen evenwel kan die
ïin
stil^j,^^^®^ tot botsing met andere stroomen en tijdelijken
opnbsp;eene groep haarvaten aanleiding geven. Een blik
dej ^^^etnvlies is beter geschikt, om de noodzakelijkheid
en ^^^^^^^^Idige storingen, die daardoor kunnen ontstaan
stan^ knbsp;eenigen aangebragten prikkel tot
lietnbsp;doen inzien, dan eene uitvoerige uiteenzetting
Zou
^otd
\'p de
te
vermogen.
Die storingen dienen derhalve in rekening
gebragt, waar het geldt den invloed van prikkels
^atnbsp;te bestuderen,
on^fj^ toestand der bloedvaten aangaat, ook deze kan
innbsp;yk van de hartswerking tot menigvuldige afwijkingen
^^^quot;^ale bloedsbeweging aanleiding geven.
hunne
bezitten, krachtens den tonus
liet Jjnbsp;vermogen om het door de zamentre...v...ö
in het vaatstelsel gestuwde bloed nader te verdeelen.
Afs
stootsgewijze beweging, die de voortbe-
dip ^^^ ellcen bloedgrolf in het siagaderstelsel vergezelt en
Zich bii
vli
Elke verandering in het lumen der vaten zal derhal
gewijzigde bloedsverdeeling in het hetroffene deel ten g^
hebben. Dergelijke veranderingen nu, wier grond ^^^
gewijzigde spanning van het in de zamenstelling van den ^^^^
wand optredende spierweefsel, meestal onder den invloed ^^^^
zenuwstelsel, moet worden gezocht, komen ook zonder
lijk aangebragten prikkel menigvuldig voor.
Wij hebben het daarom niet ondienstig geacht^ de ^e ^^^
ding van het zenuwstelsel tot het lumen der vaten a^n
nader onderzoek te onderwerpen, temeer, dewijl daario^ d ^^^^
wij in onze inleiding zagen, door de zoogenaamde
logische theorien de grond der ontsteking wordt g^^
Onze waarnemingen komen in het kort hierop neer.
a. Invloed van den n, s^mpatMcus.
De invloed van den n. sympathicus op het lumen der
bij de warmbloedige dieren is een feit, dat tot de ^^^
behoort, die de physiologie van onze dagen heeft aan te
Men zoude op grond daarvan meenen, dat eene
verhouding ook bij koudbloedige dieren mogt worden ^ »^
nomen. Werkelijk geven v. walther 1) en
aan, na doorsnijding van de communicerende takkennbsp;.
den n. sympathicus en den plexus ischiadicus in het oog
veranderingen in den bloedsomloop te hebben waargei^ ^^^^
v. walther zag eerst den derden dag na de operai-ie ^^^
snelling van den bloedsomloop met verwijding der vate ^^^^
stand komen, die tot den vijfden dag aanhield, om dan
1)nbsp;Beitrag zur Lehre Ton der Funktion der den cei
Nerven beigemischten sympathischen Fäden. Müller\'s Archiv- ^ ^^geS
2)nbsp;Beiträge zur mikroskopischen Anatomie undnbsp;quot;ßerU\'^\'
Ganglien-Nerven Systems des Menschen und der quot;Vfirb®!\'\'quot;®\'^\'^\'
1853, p. 82.
ge^j.vernaauwing der vaten en onregelmatige stoots-
tenbsp;en ten slotte stilstand van het bloed, plaats
den^^l^^^ daarentegen vond onmiddellijk versnelling van
en ^^ °®dstrooin, die na 1/4 uur in verlangzaming overging
evgjj^nbsp;^^^^ versnelling plaats maakte, waarbij
den ^ bloedligchaampjes eene onregelmatige beweging van
Un^ ^and van het vat naar den anderen bezaten; na3»/2
die f
stroom weer eenige vertraging te ondervinden,
het (Jinbsp;voortschreedt. Den 7 den dag stierf
onbelg \' ^nbsp;bloedsomloop in den
^^^^\'iigden poot nog volkomen normaal.
Van \'^^^ten bekennen, dat onze waarnemingen, ten opzigte
oininbsp;der sympathicus-doorsnijding op den bloeds-
Oïnty ^^^ zwemvlies, niet volledig genoeg zijn, om daar-
OüZe^\'^^nbsp;stellige nitspraak te veroorloven. Wij hebben
daarnbsp;dieren niet lang genoeg kunnen observeren,
^^nbsp;bij de excessieve zomerwarmte binnen drie dagen
^^Whnbsp;hebben wij evenwel nooit met
eenige verandering in het lumen der vaten noch in
de
stron
totnbsp;kunnen waarnemen; de bloedsomloop bleef
bij ^^ forten tijd voor den dood volkomen normaal en leverde
met die in het andere zwemvlies geen merk-
op.
^erschil
b. Invloed van den n. Ischiadictts.
snijjj^^^ duidelijker daarentegen was het effect van de door-
Vannbsp;plexus ischiadicus, die op korten afstand
^^arb^ ^^^ oorsprong uit het ruggemerg werd doorkliefd
Verl ^^ ^^^\'i^rlijk gelijktijdig de door de rami communicantes
deUj^^^®^^*^® sympathische draden werden getroffen. Onmid-
de operatie was, behalve de totale paralyse van het
3
-ocr page 40-geheele been, de sterkere injectie der vaten, vooral \'^^^j^j^pte
zeer in het oog vallend; in het zwemvlies was zij met het ^
oog niet waarneembaar, doch viel onmiddellijk in he^
de beschouwing met het microscooiJ. Behalve de
vulling der vaten en de eenigzins verhoogde stroomsn
was daarbij evenwel niets abnormaals waar te nemen; z
een dier, waar vóór 14 dagen de operatie was ë^^^
was geen spoor van eenige andere stoornis te bespeuren-^
lieten wij ons aanvankelijk door de toevalligenbsp;^gyje
van onderscheidene kleine bloedextravasaten aan de geoper
zijde en eene opmerkelijke broosheid der weefsels een
tot de aanneming eener bijzondere voedingsstoornis verlei ^^
later evenwel vonden wij bij verscheidene dieren ook aa»^ ^^
niet geopereerde zijde eene menigte bloedextravasaten, ^erwij ^^^
vermelde broosheid der weefsels ook aan normale pooten, ^^^^
zij herhaaldelijk voor het onderzoek waren gebezigd,
waargenomen.nbsp;^^^
Bij galvanische irritatie van het peripherische einde ^^^
doorgesneden zenuw ontstaan tetanische spiercontracties .j^g
been, die de waarneming zeer bemoeijelijken en
stoornis in den bloedsomloop teweeg brengen. ^^^,, ggji
geraakt in de venae in eene schommelende beweging, sc^ry ^^
eindweegs in de takken terug, terwijl het in de
een oogenblik stil staat. In de capillaria komt oph-ooP
, jjjgei\'
van bloed tot stand. Te midden van al deze sto
evenwel ziet men verscheidene, vooral kleinere
slagader®»
zamentrekking verkeeren; bij de venae heb ik m\'j ^
nooit met zekerheid kunnen overtuigen. Opmerkelijk J® ^^^
dat niet alle kleinere slagaderen zich vernaauwen ; bij so®
toch was daarvan geen spoor waarneembaar. De graad
naauwing hangt af van de sterkte van den stroom en ^^
der inwerking; een zwakke stroom, gedurende een ^^^^^^
den aangewend geeft de sterkste vernaauwing.
Wejj^^j^^^^^^ng is zeer verschillend; meestal wordt zij na
^^fige^nbsp;\'^eder opgeheven, om in andere gevallen
du^j,^ ^^^ een half unr aan te houden: in enkele gevallen
»og
vangen meestal in de kleinere ver-
hetnbsp;zich daarna tot den stam voort te zetten:
is in den regel zeer gering, soms niet waar-
ïiadejnbsp;daarbij de wanden gelijkmatig tot elkander
detinbsp;volkomen sluiting van het lumen, gelijk die in
leggj^^®^ in de kleinere arterien voorkomt, zich aan elkander
gelij^ de grootere arterien is de zamentrekking minder
®chiinbsp;zoodat zij somtijds in peristaltische beweging
veei ^^ verkeeren, die bij de opvolgende uitzetting nog
tTit^^^^^ sprekende is.
Daedegedeelde onderzoekingen schijnt derhalve te
pj-j^ \' reeds door andere onderzoekers, wharton jones,
aangegeven, dat in de banen der spinaal-
dat ^quot;sgelijks vaatzenuwen verloopen. Hefc schijnt zelfs
bij ^^or de hoofdzaak daarin verloopen, aangezien wij
der sympathische takken, met of zonder
niejjj.^\'^\'^^g\'^ exstirpatie van het onderste ganglion, nooit
ZüHg^^^® Veranderingen in de stroomsnelheid waarnamen. Wij
schijj^j^^^^^\'^^el zoo aanstonds zien, dat dit resultaat slechts
ï\'^^kkep^^ en dat althans de vernaauwing der slagaderen na
re^tJ^*^^ van den n. ischiadicus niet bewijst, dat zij daarvan
afhangt.
O
W
Invloed der gevoelszennwen.
antieer
\'^atenbsp;den rand van een konijnoor en, in mindere
ligjjlj\'^^^^^neer men de huid op eenig ander gedeelte van het
^ met een pincet vrij krachtig knijpt, neemt men,
3*
-ocr page 42-rlp vatefi
volgens SNELLEN 1), eene tijdelijke vernaauwing van
van het oor waar, waarop verwijding volgt. ^^ ^
ons meermalen van de waarheid daarvan overtuigd- ^ ^^^^^
De vraag is, of ook bij den kikvorsch hetzelfde
waargenomen. Werkelijk zagen wij, na knijping ^^^
van het been, altijd vernaauwing van enkele slagaderen, ^^
sinere. in bef. \'zwprm;lips nf a onrl l^^rv^on Tn t ala
•ik-
niet volkomen volwassene dieren was de zamentrekkio,
algemeen, zoowel over de kleinere als grootere arterien ve ^^
terwijl wij bij andere, meest oudere dieren
dikwijls een o
ruimen tijd het zwemvlies moesten doorzoeken, om eene
in zamentrekking aan te trefTen.nbsp;. ^ bij
Het is dus de vraag, in hoeverre de zamentrekk!n=gt;
kleinere, in het zwemvlies tot stand komen. In -
is zij minder sterk en uitgebreid dan bij galvanische ƒ
keling van den n. ischiadicus: overigens gelden van haar de^®
bijzonderheden, daarbij vermeld.nbsp;^^^
Wij meenden dus ook bij den kikvorsch eene ^^^^^^\'j^jgje
gevoels- op vaatzenuwen te mogren aannemen. Eene
waarneming heeft ons daaromtrent echter in twijfeling g® ®
Bij het nagaan van den aard der storing van den bloedso ^^^^^
die bij bewegingen van het dier tot stand komen, ^^
ons namelijk, dat deze niet alleen afhankelijk
drukking der spieren op de vaten, maar dat daarbij
eme vernaauwing van de slagaderen tot stand koint-^ ^^^^
hebben ons in eene menigte gevallen van denbsp;ok
waarneming kunnen overtuigen. Opmerkelijk is het, ^
bij dit verschijnsel zeer groote individuele verschillen voo^\'^^\'^^gje
Niet alleen vernaauwen zich in een zelfde zvvefflvbes ^^^^
arterien, terwijl andere daarvan geen spoor vertoonen., ^^^^
ook bij verschillende dieren is de uitgebreidheid
der zamentrekking zeer verschillend. Bij vele, voora
-A
■rbreid\'
arterie
1) 1. O. p. n.
-ocr page 43-der huid van de laatstvernielde te onderscheiden
^^gitiquot;\' ^\'^ypi\'^g der huid, geraakt het dier namelijk in spierhe-
Haaiinbsp;^P zich zelve in staat zijn de opvolgende vaatver-
S^Voelnbsp;verklaren: of daarbij tevens eene reflexie van
onrl quot;^^atzenuwen tot stand komt, zal nader moeten worden
ejnbsp;waren wij verbaasd, toen wij ook, zonder dat
ondg ^^ spierbeweging was voorafgegaan, bij een voortgezet
Van het zwemvlies van tijd tot tijd, vooral in de
^aar ^^ ®^^gaderen, zamen trekkingen zagen tot stand komen,
dus geen uitwendige oorzaak was op te sporen.
2\\ygnbsp;steeg onze verbazing, toen wij hetzelfde bij een
deggj^^\'^^® Waarnamen van een dier, waar sedert 14i dagen aan
lieer ^nbsp;zenuwen, met inbegrip van de commu-
VyT-j takken van den n. sympathicus, waren doorsneden,
gennbsp;de zamentrekkingen elkander zoo snel opvol-
hadd^*^ volkomen tot stand komen, als wij nog nergens
spiej^*^ ^^argenomen. Opmerkelijk was, dat evenzeer bij elke
hiernnbsp;contractie tot stand kwam. Wij voegen
het resultaat der waarneming bij eene zelfde arterie:
■ contractie viel zamen met eene spierbewegnig.
quot; 14 minuut later.
4e „
5e
7e
8e
9e
XOe
Bii
(het dier beweegt zich).
SeleJ^nbsp;andere groote slagader, in hetzelfde zwemvlies
Van^!*^\' \'^am ik gedurende de eerste 5 minuten geene verandering
waar: daarna begint zij zich langzaam zamen te
trekken: de zamentrekking bedraagt niet meer dan oög®^® ^
het i/g van de breedte en houdt c. 5 minuten aan, ^^^
de arterie tot haar normaal volumen terugkeert,
daarop geraakt het vat, zonder dat er beweging bad p ^^
gegrepen of eenige andere uitwendige aanleiding daarvoor ^^
vinden was, in, om de 5 secunden op elkander volgende, z® ^^^
trekkingen en verwijdingen met bijna totale verdwijning va»
lumen. Daarna bleef het vat weer eenigen tijd
Tot ons leedwezen heeft het ons aan den tijd ontbro
om onze waarnemingen omtrent de hier vermelde zame ^^^
kingsverschijnselen, die aan de door schirf in het ko»^quot;
ontdekte herinneren, nader uit te breiden en er de
van op te sporen. Voorshands blijkt daaruit alleen, ^
bewegingsverschijnselen der slagaderen van zeer zamenge® ^^^^
natuur zijn en ten deele ook onafhankelijk van den
der zenuwen tot stand komen. Wij willen hierbij quot;P®®\'\'^^g
dat deze waarnemingen allen genomen zijn bij
onvolwassen dieren: enkele waarnemingen bij volwassen
hebben ons reeds overtuigd, dat gemelde verschijnselen ^^^^^
lang niet in die uitgebreidheid worden aangetroffen,
ze ook hier niet schijnen te ontbreken.nbsp;i^jj-
Wij hopen later in staat te zijn daaromtrent nadere ^^^
zonderheden te kunnen mededeelen. Voor hetnbsp;^^gig\'
het ons doel alleen er op opmerkzaam te maken, hoeveel
tigheid er noodig is ter juiste beoordeeling van verse ^^^^^^^
prikkels op den bloedsomloop in de haarvaten, waaro
wij thans onze waarnemingen gaan mededeelen.
val\'
Schoon zeer verschillend in aard, biedt de
prikkels op de bloedvaten en de bloedsomloop geiyk «iJ ^ ^^^^
zien, eene groote overeenkomst aan. In de eerste plaa^®
wij den invloed na, die door de plaatselijke aanwendi»»
bloedsQjj^j \'nbsp;koude en mechanische prikkels op den
f^P in de haarvaten wordt uitgeoefend.
auiieer
vlieg ijj^^ .nbsp;^öïi zwakken inductie-stroom op het zwem-
de p^^i^ ^Q^erken, komt constant vernaauwing der tusschen
als van\'^j^\'^^*^^^\'^® slagaderen tot stand, zoowel van de grootere
die di ^nbsp;De zamentrekking vangt aan bij de plaats,
daaj ^^^ den stroom wordt getroffen en schrijdt van
Vooi.|-. ^^ centraalgedeelte en de peripheric van het vat
fileer,quot; ^^dsverloop, dat daarmede verstrijkt, is in den regel
gevaiinbsp;grootere slagaderen waarneembaar, in enkele
nietnbsp;bij de kleinere. De zamentrekking breidt zich
Zeernbsp;geheele vat uit; somwijlen is en blijft zij
kleinere vaten trekken zich in den regel het
tot st \'nbsp;de vernaauwing schier oogenblikkelijk
\' \'ïieestal binnen de 5 —10 secunden. De duur dier
ling (jnbsp;van de zamentrekking na galvanische prikke-
§enenbsp;bijzonderheden, die bij op andere wijze verkre-
^^^Prok^quot;^^ ^ï^oeger zijn vermeld. Overigens worden bij de
Zijnbsp;^^schijnselen zooveel verschillen waargenomen, dat
y naauwelijks tot algemeene regelen laten terugbrengen.
^rjiaau
^ving der in het zwemvlies verloopende aderen mee-
Zeeinbsp;is bij de aanwending van een zelfden stroom
dennbsp;: gewoonlijk bedraagt hij weinige secun-
Hooitnbsp;meer dan een half uur; langer hebben wij ze
een. quot;quot;^^^geaomen. 1 )fi P raad der zamentrekking is meest
Vollf
het In ^quot;^ene, zoodat de wanden zich aaneensluiten en van
aiets meer te bespeuren is.
Zatng ^ grootere slagaderen daarentegen is de snelheid der
dan b- ^ geringer en de graad eene minder volkomene
Vol]jnbsp;l^ieinere, schoon ook hier menigmalen het lumen
de tij^^^ ^®rdwijnt. Zoowel de duur der zamentrekking als
reil^g^ \' tusschen den aanvang der verwijding en het be-
Yetdf. ^^ ^o^aale wijdte verstrijkt, is langer dan bij de eerste
^^ ger
genenbsp;bijzonderheden, die bij op andere wijze verkre
-ocr page 46-te
nen wij wel in enkele gevallen en in zeer geringen
hebben aangetroffen, met zekerheid hebben wij ze iotussc ^^
Tiooit kunnen waarnemen. Evenmin hebben wij in ^et quot;
eer haarvaten ooit eenige verandering kunnen bespeuren-^^^^
De groote vaten, die ter zijde van de vingers van ^^^
poot gelegen zijn en waaruit de in het zwemvlies
de vaten ontspringen, trekken zich bij galvanische pn^^®
insgelijks zamen, — en wel beide de slagaderen en a er ^^^
De vernaauwing der eerste is gewoonlijk minder voUo ^^
dan die der kleinere (tot op Vj—V4 van het
breidt zich trager en over eene veel kleinere uitgestrek
nit: de takken, die zij digt bij de geprikkelde plaats a S ^
ven, worden in den regel ten deele of over hunne ge^®^^
uitgestrektheid mede vernaauwd. De vernaauwing der ve ^^
is in den regel nog minder uitgebreid en strekt zich
weinig verder dan de plaats van prikkeling uit, zoodat ziJ
als plaatselijk toegesnoerd uitzien.
De storingen in den bloedsomloop, die als gevolg va»^^^^
medegedeelde zamentrekkings-verschijnselen optreden,
verschillende zijn. Bij plaatselijke vernaauwing van
rie-tak, op eenigen afstand van de plaats, waar hij ontspr\'- ^^^^
wordt het bloed met verhoogde snelheid door het
gedeelte gedreven. In de haarvaten ondergaat de be^egi »
daarbij geene de minste verandering, ten zij de
zeer groot of wel volkomen zij; in dat geval,
namelijk» ^
de toevoer van bloed beperkt of opgeheven. Wat dien
gevolge geschiedt, zullen wij zoo aanstonds zien.
Strekt zich de vernaauwing uit tot aan de plaats, waar
vat ontspringt, zoo neemt de snelheid der
bloedsbeweging \'
het vernaauwde gedeelte niet toe, maar af, wegens den g^^^^^
teren weêrstand, dien het bloed bij het instroomen van ^^^^
vernaauwden tak ondervindt. Trekt zich het vat
zamen, dan wordt het bloed, naarmate de vernaa«^^
innbsp;quot;abij de plaats waar het ontspringt of eindelijk
^^geke ^^^^ ^^^ midden toe gelegen gedeelten aanvangt, in
^igtin ^^gting óf naar de haarvaten, of wel naar beide
te gelijk uitgedreven,
gede ^\'^^^^\'^^te de zamentrekking eener slagader volkomen of
^nbsp;^^ bloedstoevoer naar de haarvaten gebeel
bloedslechts beperkt. Dien tengevolge staat het
^leurd^*^ haarvaten volkomen of nagenoeg stil. De ge-
^J^^^^\'^dligchaampjes worden, ten gevolge hunner grootere
en rj ^nbsp;beweging, nog een eind weegs voortgedreven
^quot;^^oerd\'^^ in naburige stroomen, waardoor zij worden mede-
rustnbsp;^y bezinken vóór dien tijd en blijven in
tievejjg ® aanvang der haarvaten schijnt ledig te zijn en bevat
gekleurde, niets dan eenige ongekleurde bloed-
en serum. Somwijlen bepaalt zich de storing
da^fgnbsp;veging tot het medegedeelde; in andere gevallen
komen de met geringe snelheid voortbewogen
Vatej^\'^^^® hgchaampjes in botsing met die, welke in naburige
WijgjgJ°^^tbewogen worden; daardoor, in verband met de ge-
\'^abn \'^^^kking, die ten gevolge van den stilstand in de
laatstg^^, ^^i^rvaten tot stand komt, somtijds ook door de
baarvnbsp;^\'ordt de rigting van den stroom in sommige
dienbsp;omgekeerd, hun inhoud geraakt in botsing met
tot st^^ ^^^^\'ndende vaatjes die ten slotte tot stasis leidt. Het
en de uitgebreidheid dier stasis hangt natuurlijk
af,nbsp;de bijzondere anatomische verspreiding der haarvaten
dooj j^\'^\'^^^üwing der venae digitales is op zich zelve in staat,
stasjg \'^^rden afvoer van het bloed door de aderen, tot
ten ^^nbsp;en draagt in allen gevalle, waar deze reeds
hatp^^^\'^^^® van vernaauwing van slagaderen is ontstaan, tot
^^^^tbreiding bij.
der bijzonderheden, die bij de medegedeelde
ynselen worden waargenomen, zoude ons te ver voeren;
een weinig nadenken en nog beter eigen aanschouwing
het ontbrekende gemakkelijk aanvullen.nbsp;^^^ je
Eene opmerking willen wij hierbij voegen, namelijk, ^^^^
op deze wijze ontstane storingen, hetzij er stasis tot
komt of niet, zich, na ophejBSing der aanleidende oorzaak, ^
naauwing der vaten, altyd herstellen. Zelfs waar die vernaau ■
langer dan een half uur aanhield, hebben wij nooit bUj^®\'
stasis aangetroffen.
Mechanische prikkeling der vaten, b. v. door met de P^^^
eener naald over het zwemvlies te strijken, leidt jns» ^^^^
tot vernaauwing der slagaderen, die in den regel korter ^^^
duur is en daardoor zelden tot stasis leidt, maar overig
dezelfde storingen leidt, waarvan zoo even sprake was
dieper ingrijpende mechanische beleediging ontstaan ^^^^^
in de beweging, die, al naarmate daarbij slagaderen,
of haarvaten afzonderlijk of wel gelijktijdig worden g® ^^^^^
verschillend zijn. Men vindt ze bij whaktoN JONSS 1) ^^^
uitvoerig als naauwkeurig uiteengezet. Bij doorsnijdi»?
slagaderen komt zamentrekking tot stand, waardoor
van bloed in de wond wordt belet; beneden de wond blijft
stagneren tot aan den eersten zijtak, door welke het m
rigting zijn weg vervolgen kan; door anastomose roet na
arteriae, venae of capillaria, waarin omkeering der
ten gevolge van de gewijzigde drukking, tot stand komt, ^^^^
ook in het boven de verwonding gelegen gedeelte blo ^^^^^^
gevoerd en, naar gelang der bijzondere anatomische ^
dingen, ten deele in normale, ten deele in tegengestelde r^o ^^^
voortgestuwd. Dat daarbij tevens botsing ennbsp;^gjef
zullequot;
Bij
storing^«
tdere»
stroomen tot stand komt, die zich\'in vele gevallen niet ^^^^^
opheft en het uitgangspunt van verdere veranderingen ^^^^^
is ligt te begrijpen. Bij doorsnijding van venae komt ï»
1) 1. c. p. 23 en volg.
-ocr page 49-tiloeduji-
daa^ de^nbsp;evenwel slechts kort aanhoudt,
^ittve/nbsp;uiteinden spoedig door coagulatie van het
zichnbsp;worden verstopt. De bloedsomloop herstelt
capiiinbsp;anastomosen met naburige arterien,
quot;venae, waarbij de stroomrigting geheel of ge-
de Qj^^l normale blijft, of eene tegengestelde wordt. In
blijft ^nbsp;aan de wond grenzende gedeelten der venae
haarv ^nbsp;stagneren, terwijl in den omtrek in enkele
op dezelfde wijze als zoo even is beschreven
sooji ®tand komt. Klieving van haarvaten brengt op
stasi^nbsp;eene kleiner of grooter uitgestrektheid
Van
^^^^ngestelder aard is de invloed der warmte op den
aannbsp;door de haarvaten. Wanneer men het zwemvlies
Zeljejg^^ ^^\'^^^\'^alende warmte van eene gloeijend staafje, dat op
totnbsp;wordt gehouden, of aan de medegedeelde van
blijj]^ 1- verwarmd water blootstelt, bespeurt men oogen-
Vulljnbsp;versnelling van den bloedsomloop en meerdere
vaten , zoowel van slagaderen, aderen als haarvaten,
of voorafgaande vernaauwing der eerste is niets
\' de bloedsbeweging is alleen versneld, doch
ongestoord. Dit schijnt te bewijzen, dat alleen
ternpquot;^nbsp;de cohaesie des bloeds, ten gevolge van
hetnbsp;daarvan de oorzaak is. — Naarmate
Va^ d ^^ ^^^^nbsp;koeler worden, keert allengs de snelheid
toesc^gquot;^ ^^\'^-dsoinloop tot het normale terug, schoon zij ons
^ij T\'nbsp;geruimen tijd een weinig versneld te blijven,
sneltj quot; wordt de bloedsomloop insgelijks tijdelijk ver-
^^Idr\'a ®^®nwel spoedig in enkele oppervlakkige haarvaten,
Veijj^pnbsp;^^ ^^ dieper gelegene en in sommige kleinere
^^ortdnbsp;het normale te dalen. De snelheid neemt
opboQpJ^quot;\'^ gelijkmatig af, terwijl zich de bloedligchaampj
\' ®n wordt eindelijk geheel opgeheven. Yan ver-
-ocr page 50-.deel
naauwing der arterien is niets te bespeuren;nbsp;Ijq^w-
meerdere vulling en de aanvankelijk, naar het schijnt, ve ^^^^^^^^
stroomsnelheid wnzfin nn ppnia-p vpfmndincr. die i^t^
stroomsnelheid wijzen op eenige verwijding,
)oit meer dan zeer gering kan zijn.
Bij nog hoogere temperatuur, b. v. van 90»
nooit meer dan zeer gering kan zijn.
pelt het weefsel met de vaten onmiddellijk zamen,
hee
het bloed voor een groot deel wordt uitgedreven en
overige gedeelte in stilstand geraakt. Enkele ^^^^quot;quot;quot;^^gjeerd
aderen, aan den rand van het veld gelegen, blijven ^quot;^^^gde
en stuwen hunnen inhoud naar \'t schijnt met ve ^^^^ ^^
snelheid voort. Overigens verkeert in den omtrek
getroffene plaats het bloed overal in stilstand. ^^
stroom herstelt zich niet meer, het zwemvliesnbsp;^^
scheurt bij de minste aanleiding in en sterft eindelijk ë
nao ontsta^^\'
af. De stasis, die bij lagere temperatuur, 50—\' j^gijben
zagen wij^ na het dier 24 uren in koud water te
geplaatst, dikwijls weer opgeheven worden.nbsp;.. g^s
De invloed van koude, althans van O» C.,nbsp;ja^i\'
van ijs bedienden, is naauwlijks merkbaar.nbsp;^^^^^ te
meenden wij eenige vernaauwing van kleinere sif\'S ^^gn
bespeuren. In de snelheid van den bloedsomloop ^^t^^qsÏ^
onderscheid waargenomen hoezeer hier vermeerder^J\'^
van het bloed ware te wachten geweest.
Eene tweede reeks van prikkels vormen de zurei, ^^^^^^^
wij het azijnzuur, zoutzuur, zwavelzuur en salp ■
hebben onderzocht. Allen werden in matig verdu ^ ^^
stand aangewend. Hun invloed op de bloedsbewee^^^
eene eigenaardige. Brengt men van gemelde s ^
zeer verdunden toestand een weinig op
het z
zoo schijnt de snelheid der bloedsbeweging een ° ^^^en
verhoogd te worden. Weinige secunden later daalt ziJ ^^ ^^
het normale, de bloedbgchaampjes bezinken, hoopen
en
Wer/^ ^^nbsp;stasis in. Zamentrekking van slagaderen
^otnen ^^^^^^nbsp;malen, doch in den regel niet waarge-
streU,\'.nbsp;zich de prikkel over eene groote nitge-
de ® iiitbreidt en langer inwerkt, breidt zich insgelijks
dan ^^^^nbsp;deze nog slechts korten tijd ingewerkt,
Watej.^^^*^^ na zorgvuldige afspoeling van den poot met
^ternbsp;quot; —nbsp;------O
gesch\'nbsp;^eêr opgeheven. De wijze, waarop zulks
komt later ter sprake. In den regel blijft de
na weinige uren beginnen zich de om-
stasis
^\'ezen ^^ bloedligchaampjes, gelijk die der vaten, te ver-
«ich \' \'^O\'^ker roode kleur wordt doorschijnender en begint
onde buiten de vaten te verspreiden. Langzamerhand
eene^^^^^ bet bloed en ook het weefsel van het zwemvlies
het ^^^^^ veranderingen, wier nadere beschouwing voor
.^^ogenblik buiten ons doel ligt.
toesj^^^^*^^ inen deze zuren daarentegen in minder verdunden
zoo neemt men insgelijks eene ti.jdelijke ver-
tragi^® den bloedsomloop waar, die spoedig voor ver-
Va^ ^ P^^\'^ts maakt, maar in plaats van eene ophooping
Van ^^ \'^\'■de bloedligchaampjes, gelijk die bij verlangzaming
tHeti stroom onder andere invloeden tot stand komt, ziet
stelsgi^\'^ weinige oogenblikken zich het geheele haarvaten-
de quot;^^^rvan ontledigen. Gelijktijdig bespeurt men, dat
^\'Qtdtnbsp;vvier lumen op enkele plaatsen vernaauwd
lilevgj^ ^\'^^Setroffen, maar in den regel onveranderd is ge-
Uitzigj^\'nbsp;S®®\'^nbsp;bloedligchaampje toevoeren en er
^enaenbsp;geheel ledig. In de stammen der
Voojtb^^®\'^ Dien ze zich opeenhoopen en een eind weegs
ZWen,nbsp;om dan soms plotseling stil te staan. Het
üannbsp;neemt daarbij een bleek anaemisch, troebel aanzien
insgg^. ,nbsp;die deze eigenaardige werking der zuren
^•^schi?\' ^nbsp;waargenomen, geeft daarvan eene zeer juiste
alleen kunnen wij niet met hem instemmen.
-ocr page 52-at.
wanneer hij beweert, dat daarbij geen stasis on ^^ jg
ophooping der ligchaampjes in de stammen der venae^ ^^^^^
volmaakte rust, waarin zij verkeeren, bewijzen, datnbsp;^
in de haarvaten wel degeliik in stilstand venbsp;^^
Ai va»
wijkt de vorm, waaronder de stasis hier optreeu ,
gewone af.
Bij de inwerking van verdunde caustieke ^^^^^^^^^^ ^gyjjiüg
wij iets dergelijks niet kunnen bespeuren; hunne ^^^gji
komt met die der zeer verdunde zuren overeen. j^j
de ammonia onderscheidt zich daarvan innbsp;di®
zij dikwerf tot zamentrekking der slagaderen gt;■ ^^^ jjj
intusschen in den regel eerst intreedt, nadat zi^b ^ ^^^^^
onderscheidene haarvaatgroepen stasis heeft gevormd»
zij op hare beurt tot de uitbreiding daarvan kan U
Verder gelukt het in den regel, wanneer de amtao»^ ^^^^^
langer dan 2—3 minuten heeft uitgewerkt, de
na zorgvuldige verwijdering van den prikkel, weder ^^^^je
opheffen. Waar zij bestaan blijft schijnen de s^
veranderingen die het bloed en het weefsel ondergaan,nbsp;-g,
voort te schrijden dan bij alkaliën en de zuren ^
eeoe
Wij gaan thans over tot de beschouwing van
van stoffen, wier invloed op den bloedsomloop
de verklaring van de stasis van zooveel beteekenisnbsp;^^^
hunne werking tot bekende physische verscbijns
worden terug gebragt. Wij bedoelen de klasse der ^jj^jor-
zouten en andere chemisch indifferente stoffen, zooa ^^^^^
natrium, suiker, chloorcalcium, ureum, sulfas sodae, ^ ^^^
magnesiae enz. Wij zullen ze niet allen afzon e ^^^ ^^
sprake brengen, maar ons bepalen tot de bescbrijvius
opgei\'het keukenzout werkt : de invloed van de verder
lij^^^de stoffen is van die van het keukenzout niet wezen-
, maar biedt alleen ten opzigte van de
^^^rdoornbsp;zij werken, belangrijke verschillen aan,
w het eindresultaat der prikkeling niet altijd hetzelfde is.
«Utieer
\'^^OïQat ■ ^^^ ^^^^nbsp;verzadigde oplossing van zuiver
tjien ,nbsp;met het zwemvlies in aanraking brengt, neemt
bloedgjj^j^^ ^ogenblikkelijk eene geringe versnelling van den
slagg^nbsp;waar ; van uitzetting der vaten, bepaaldelijk der
Ons no^^!^\'nbsp;algemeen wordt aangenomen, konden wij
hoo^dnbsp;zekerheid overtuigen ; op grond van de ver-
Waaj^^j^.^^^^heid van den bloedstroom, mag men echter met
eene geringe verwijding aannemen. Die
eerst duurt slechts weinige secunden, waarna men, het
^enae ^^ haarvaten, weldra ook in den aanvang der
Veilgj^ 2 fijnere vertakkingen der slagaderen, gelijkmatige
Heetstnbsp;van den stroom waarneemt; eindelijk
^\'oorfjnbsp;de fj-rootere takken der venae de stroom
.ieh
b
chl
iti
in snelheid af. Ook in de arterietakken, die
^egjjj^ (j haarvaten splitsen , waarin stasis is ontstaan,
zicb de^ ^^quot;^edstroom allengs vertraagd te worden, waarbij
ophoQ ^bgchaampjes zooveel mogelijk in de peripherie
^quot;quot;eidtnbsp;geraakt eindelijk in stilstand: in den stam
ontspj.j^^^\'^ de stasis uit tot de plaats, waar andere takken
ging ^ die zich in haarvaten splitsen, waarin de bewe-
Hkgjj ^quot;helemmerd is. Wanneer zich op deze wijze alle
^oor jj^ bloedligchaampjes hebben opgevuld en de weg
Ook in ,nbsp;van het bloed is afgesneden, beginnen zich
betnbsp;de ligchaampjes op te hoopen. Opmerkelijk
^otdt ^ j\' dat dit zeer langzaam geschiedt: nu en dan
®fikel qT^ hoofdstam, waaruit het vat ontspringt, een
^\'^\'\'d ligchaampje in dit laatste gestuwd, terwijl de
^^ hgchaampjes in groote getale daarin worden gedreven.
Terwijl alzoo de peripherie van het vat zoo sterk \'^^quot;j^e»
gevuld is, blijft het centraal gedeelte
gedurende een » , j
tijd schier ledig. De reden daarvan moet natuur JJ gj
worden in den buitengewonen weerstand, die het ^^ppiog
et
het instroomen in het vat ten gevolge van de ver»
der haarvaten ondervindt; terwijl het bloedvocht ^^ ^^^^^
kleurlooze ligchaampjes daarin worden geperst, i® j^edeei\'^®
stand, die de, met eene grootere hoeveelheid
gekleurde ligchaampjes ondervinden, wanneer zij quot; ^ groo\'
rigting door den hoofdstam daarin worden gestuW^ ^^^^
genoeg, om te maken, dat zij zich langs de
bewegen, zonder daarin te geraken: slechts enkele ^gg^yWii
bij den wand gelegene ligchaampjes worden in het vat ^^^^
en brengen ten slotte volkomen verstopping te
de plaats, waar het ontspringt. De gekleurde lig^
hoopen zich op, de centrale stroom in de giooter
verbreedt zich. Eindelijk ziet men, gelijktijdig op ^^^ ^^
lende plaatsen de bloedligchaampjes in de overvu
uitgezette haarvaten stilstaan : in weinige oogenblikke ^^^^^^^
zich over de geheele plaats, waarmede het zout m
is,de stasis in de haarvaten uit.nbsp;„ ujeO
Nog leerrijker is het beeld, dat men verkrijgt, ^an ^^^^i^es
het zout niet oplost, maar als zoodanig met het
in aanraking brengt. Die plaats vormt dan het ^
rondom hetwelk in steeds wijder wordende kringen
de haarvaten, later ook in de aderen en
slagaderea, V
ifrl even
wordt, en eindelijk in stasis geraakt. Niet aJtiJquot; ^^^
die uitbreiding even regelmatig ; dikwijls zelfs
verder afgelegen plaatsen de stasis eerder tot s ^
als in de nader bij het zout gelegene. De oorza ^
is meestal gelegen in de minder of meerder guu® ^^^^rtge-
waarden, waaronder het bloed in de haarvaten wordt ^^^^ ^p
dreven. Splitst zich eene arterie in haarvaten, die
k ^^
quot;^ellieid^^^\'\'^^^\'^nbsp;groote vena vereenigen, zoo zal de
Satineer ^quot;quot;^quot;^ht van den bloedstroom hier grooter zijn dan
haaty^J slagader zich in een zeer uitgebreid net van
In jjg^ ®Phtst, dat zich in eene menigte kleinere venae ontlast,
het zoTjt^^^^^nbsp;het bloed onder den invloed van
laatste. ^^^^ moeijelijker tot stilstand gebragt dan in het
kotnt \'nbsp;is de snelheid, waarmede de stasis tot stand
opmerkelijk groot 1).
daarbij, dat wij meermalen waarnamen,
gezetnbsp;inzien, bijzondere aandacht. Bij een naanw-
van de bloedsbeweging in den omtrek eener
geraljejjnbsp;waarin het bloed op weg is om in stasis te
adeilijj^^\'nbsp;somtijds in haarvaten, zelfs in kleinere
M^aa), ^^ bakken, waarin de normale stroom zich van de plaats
^igt, lt;z/-beweegt, de beweging niet alleen ver-
ie f^ ^en slotte geheel opgeheven worden, maar zelfs in
^^^f\'gestelde overgaan, zoodat het bloed zich naar de
v^rtne]^^^^nbsp;heen beweegt. Vroeger werd reeds
\' dat de gewijzigde drukking ten gevolge van ver-
^ivlog^^^quot;quot;^ g^ond kunnen bespeuren, dan die in den directen
zout zelve moet gelegen zijn.
. ^ «er slagaderen
soms tot omkeering van stroomen,
^ordtnbsp;aderen, kan aanleiding geven: hetzelfde,
quot;letnbsp;waargenomen, waar stasis, in een gedeelte
op welke wijze ook ontstaan, ook die door
hetnbsp;de
oorzaak der gewijzigde drukking is. Voor
^en \'^nijnsel, dat wij hier bespreken, hebben wij nooit
«erengi.^--nbsp;\' -......
het
1)
^\'\'^^Orschenbsp;tijdens dit onderzoek alleen jeugdige, nog niet volwassen
^\'^^^assgjj onzer beschikking. Later bleek ons dat bij krachtige,
^^\'\'^Ser jgnbsp;snelheid, waarmede de stasis tot stand komt veel
^^\'\'^QiierhejJ\'^^\'^®\'^ zij nooit achterwege blijft en overigens dezelfde
als bij jongere dieren aanbiedt.
wf keuken^\'quot;\'
Van de overige stoffen, die wij nevens net ^^ g^ikef»
vermeldden, werken het ureum in zelfstandigheid? ® ^
f in
die wij om zijne moeijelijke oplosbaarheid mee ^^^ ^^^^
verzadigde oplossing bezigden en het chloorcalciuni
snelheid, die voor die van het chloornatrium
doet en naar omstandigheden, dan bi] de eene zelts ^^
dan bij de andere grooter is. Wat de sulfas so ^^.^j^giii
sulfas magnesiae aangaat, deze werken in zelfsfe ^^jjigt
naauwelijks vertragend op den bloedsomloop,
bet hooge gehalte aan kristalwater dezer zouten in ^^^^jge
king komt. Evenmin is onder den invloed van ^^^^ ^^u
neutrale zouten, die wij alleen in oplossing bezigden»^ jgtro^\'quot;^
eene, zelfs niet altijd duidelijke vertraging van den o ^^^ ^jj
waarneembaar. Al deze stoffen evenwel brengen,
met de longen van den kikvorsch in aanraking worden °
in den regel nog sneller stasis voort, dan wij bij aa^^ ^^^^^
van keukenzout op het zwemvlies in de vaten van
zien tot stand komen.nbsp;^ jnvlo\'^\'^
T den
Zamentrekking van slagaderen werd onder .^^garg®\'
van alle tot deze klasse behoorende prikkels no ^-jog
... vernaa\'-^
nomen: wel namen wij gelijktijdig somwijlen
der arteriae waar, maar het zeldzaam voorkomen ^
doet ons geneigd zyn deze als onafhankelijk van
te beschouwen.
De stasis, die onder den invloed van de stoffen,
sprake is, tot stand komt, biedt eene anderenbsp;^^^ggr
aan in de betrekkelijke gemakkelijkheid, waarmede z .^^jpgcJ
wordt opgeheven. Terwijl na die, welke ondernbsp;juU\'
van zuren en alkaliën ontstaat, slechts bij zeer Ko^
der inwerking en zorgvuldige afspoeling van den
de bloedsomloop zich somwijlen en dan meestal ^quot;\'^^^ijeiio^
herstelt, zien we hier in den regel onder dezelfde e ^^^^^^:
volkomen herstelling der bloedsbeweging tot stan
^Ué\'
ziennbsp;de sfcasis langer dan een uur bestaan heeft,
^Pgeh ^^ quot;Meestal of niet, of slechts voor een gedeelte
genae-^\'f^ ^^^^«P de bloedsomloop zich herstelt, is de vol-
schoinquot;nbsp;™ ^^ slagaderen eene zeer geringe
Veerstj^J^^^\'^® beweging te vertoonen, die op verminderden
de ijg^ de haarvaten wijst. Langzamerhand deelt zich
Ook
ook aan den inbond dezer laatste en ten slotte
grootej,^ ^^^nbsp;de schommelingen worden
laiiggj^^^^®\' Scooter en eindelijk geraakt het bloed in eene
tieeinj. ^^^^tgaande beweging, die allengs in snelheid toe-
ïs de\' dat zich de bloedsomloop volkomen heeft hersteld,
be^gnbsp;i^iet algemeen, dan worden, meestal vóór dat de
chaanj^!^ ^ich tot in de venae voortplant, enkele bloedlig-
^V\'d^^^^ uit de haarvaten in den belendenden stroom ge-
deze daarmede weggevoerd. Allengs ontledigt zich op
bloedde
der haarvaten geheel en geraakt het
innbsp;weder in regelmatige strooming, vóór dat zich
steltnbsp;eenige beweging vertoont. Eindelijk her-
bloe^g^\'^nbsp;ook hier en na korter of langer tijd is de
Volkomen tot het normale teruggekeerd.
liën ofnbsp;van den bloedsomloop na stasis door alka-
der Ij ^^^^n, ziet men somwijlen gedeelten van den inhoud
Mke ^^^^^^ in zamenhang in den omloop geraken; bij die
^^ii rl„ neutrale zouten en andere stoffen ontstaat, hebben
^arvan
öooit iets kunnen bespeuren.
Oïijj^^^\'^ ^y thans naar eene verklaring van het ontstaan der
taatnbsp;bloedsomloop in de haarvaten, als wier resul-
leeïen ]j ^^^ zwemvlies van den kikvorsch de stasis hebben
baaldnbsp;zoo behoeft het naauwelijks te worden her-
^t die niet in eene van verwijding van het lumen
-ocr page 58-der vaten afhankelijke wijziging van de stroomsnei ^^^^^
worden gezocht. De ongelyke verdeeling van de bloe ^^
in het haarvatenstelsel, ten gevolge van wijziging®»nbsp;jef
werking en vernaauwing der slagaderen is ter ven-«^-
stasis evenmin in staat. Immers, in de meerderheid der o
waarbij stasis tot stand komt, zien wij boege»®^^®^^^^
veranderingen in het lumen der vaten ten gevolgd ^er^^ï\'
prikkel ontstaan, wanneer wij afzien van de g®^^quot;»^^^^^
ding, die ter verklaring van de voorbijgaande ^^^^\'^^^j^jjnt t®
den bloedstroom, bij aanraking van den priklcel, scuj ^^^^
moeten worden aangenomen. Daarenboven zagen ^^^^ ^gf
waar, onder andere invloeden, verwijding of vernaa ^^^ ^^
slagaderen ontstaan, zoo als bij doorsnijding \'\' 1 v^t
ischiadicns en directe prikkeling dier zenuw 01 ^^jing®\'^
zelve, bf in \'t geheel geene bf slechts
voorbijgaande^^ ^^^ ^^
in den bloedsomloop worden geboren; hetzelfde g®
spontane zamentrekking, die somtijds bi.j de slaga\' ^^^gt^jtii^
komt. Wel neemt men in al deze gevallen somwyle»
van het bloed waar, doch deze onderscheidt ^^^^bÖ
door zijn voorbijgaand karakter als door de wyze, ^^ gprak®
wordt opgeheven, van de stasis, waarvan bij ons
was. Daarmede achten wij het vroeger door onsnbsp;^^jel
oordeel omtrent de theorien van henle en beU ^^^^ je
geregtvaardigd. W^ij mogen alzoo veilig uitspr®nbsp;^^^
stasis onafhankelijk van de hartswerking en den
vaten tot stand komt.nbsp;ijerhe\'\'^ ^^
Om daaromtrent op meer directe wijze tot z ^^^ je
komen en tevens, zoo
mogelijk, tot eene ^erklar^-^^p jj,
stasis te geraken, hebben wij, op het voetspoor vannbsp;onderquot;
den invloed van prikkels onderzocht,
opgeheven-
binding der vaten de bloedsomloop volkomen is ^
1) Experimente über die Stase an der Froscli-Schwim»\'\'®quot;
Archiv. 1852, p. 361.
Ten
Qpnbsp;den störenden invloed der bewegingen van het dier
te voorkomen, hebben wij, even als bij het
onbelemmerden bloedsomloop, steeds den plexus
detinbsp;doorsneden. Daarna werd, nadat wij vooraf
evejj ^^^\'^^o^loop naauwkeurig hadden onderzocht, de poot
de knieholte met een bandje stevig omsnoerd,
vetiaenbsp;wordt de snelheid der bloedsbeweging in de
^^tkesjt^ ^^^quot;quot;vaten tot een minimum gereduceerd: het bloed
eu ^^\'^ige oogenblikken in eene schommelende bewegin
het ^ daarna volkomen in rust. In de slagaderen stai
een oogenblik stil, gaat daarna een oogen-
rtiet °^§-keerde rigting terug, om zich eindelijk weer
iu vollj^^^^ geringe snelheid voort te bewegen en ten slotte
Ounbsp;rust te geraken,
in j^nnbsp;nadat wij ons van den volkomen stilstand
^toftej^nbsp;hadden overtuigd, werden de te onderzoeken
Wie .
gt, waartoe wij alleen diegene gebruikten,
Wijnbsp;wij bij normalen bloedsomloop hadden nagegaan,
^an ^ ^ hierbij nog opmerken, dat men bij het opbrengen
tenbsp;prikkel rnet de meeste omzigtigheid dient te werk
^hes \' minste drukking op of stoot tegen het zwem-
iu bevYe*^^^^ buitengemeen bewegelijke bloed aanstonds
des p .^^\'^Sen, die een juiste waarneming van den invloed
Vera, ^^^rhinderen,
\'^\'^\'ïiiddnbsp;alkaliën, soda^ potassa en ammonia brengen
en ^^nbsp;een stroom te weeg, die zich uit de slagaderen
lialvenbsp;de haarvaten beweegt en in de aderen der-
Voor^l ^^^nbsp;normalen tegenovergesteld is. Somwijlen,
door K-P^kkeling
met ammonia, wordt deze beweging
lieeds ^nbsp;zamentrekking der slagaderen ondersteund,
du.nbsp;dat
deze stroom het haarvatenstelsel heeft bereikt,
^ bl ^^ kleinere vertakkingen der venae en arteriae heeft
Veranderingen ondergaan, die het doen stilstaan.
\'6
staat
zich
Achter de plaats, waar het bloed stil staat, hoopen
ligchaampjes op, zoo lang de stroom duurt.
zijn weinig meer gevuld dan in den normalen toestan •
Bij opheffing der ligatuur blijft de stasis bestaan: ^^^^
kele gevallen ziet men nnt hipt* nn l^nrte inwerking
ardighei\'
afspoeling met water verdwijnen.
quot; j------ 1.
De werking der zuren vertoont dezelfde eigenaar
die wij reeds bij de vermelding van hun invloed biJ
bloedsomloop hebben medegedeeld. Bij groote ver u ^^
brengen zij op dezelfde wijze als de alkaliën een stroom naa
haarvaten te weeg. In meer geconcentreerden toestand
--nbsp;....nbsp;—----- -nbsp;ntledig®quot;
het tegenovergestelde plaats grijpen: de haarvaten o ^^^jgg,
zich van hunnen inhoud, althans van de bloedljg^\'^^^\'^^^.jgt:
in-
\'eder
—jijuuuu, diLiiaus vaii uc ui.^—^
terwijl het zwemvlies een bleek troebel aanzien v
voegt men nu wederom water, of de zeer verdunde o»
toe, zoo stelt zich de stroom naar de haarvatennbsp;j^y
Wordt de ligatuur opgeheven, zoo blijft de toestan ^^^^
haarvaten gelijk zij te voren was. Alleen wordt, quot;
wending der zeer verdunde oplossing, de bloedsomio\'^_^^^j,
afspoeling met water weder hersteld. Onze waarne
komen dus volkomen met die van weber overeen. ^ ^^
de
Eenigzins anders verhouden zich keukenzout, i-^r
suiker: bij plaatselijke aanwending dezer stoffen, de beide
quot;nbsp;Onbsp;Onbsp;--
in onopgelosten toestand, ontstaat onmiddellijk eenenbsp;^^^^
naar de haarvaten, gelijk die bij verdunde alkaliën
verdunde zuren is beschreven. Zy onderscheidt ziehnbsp;^^^^
in zoo verre, dat zij minder levendig is, m^arnbsp;^^ op-
houdt en dieper in de haarvaten doordringt, zoodanbsp;^^^^
hooping van ligchaampjes hier veel sterker is-nbsp;der
het bloote oog is het verschil aan de meerdere roo
tusschen de vaatstammen gelegen gedeelten merkbaar-nbsp;^^^^ ^^
bemerkt men, dat de ophooping locaal is ennbsp;aH®
plaats^ waar de prikkel is aangebragt, beantwoordt.
leer
-ocr page 61-itat^
denbsp;bewegen en niet eerder in rust komen, voor dat
zoo volkomen mogelijk gevuld zijn.
^lld\'o.nbsp;de ligatuur op, zoo neemt, na zorg-
eenj^*^ \'^^oeling rnet water, bet bloed in de vaten weer
delende en allengs langzaam voortschrijdende be-
Word^^nbsp;die zich steeds verder uitbreidt; ten slotte
OïQlo \' ^\'^^^Ifde wijze als zulks bij onbelemmerdcn bloeds-
innbsp;Medegedeeld, de bloedsbeweging in alle vaten, of
gedünbsp;gedeelte^ hersteld. Heeft de inwerking te lang
Aveej.*^^^\'nbsp;een half uur, zoo heft zich de stasis niet
atider\'^^ ^^ eenigen tijd treden de secundaire bloedsver-
vatinbsp;bij inwerking der verder tot deze reeks
ligchamen behoorende stoffen wordt hetzelfde
^^ak waargenomen; doch meestal is de strooming zeer
ïn vele gevallen is daarvan zelfs niets te bespeuren.
^v■ijs ^^degedeelde experimenten leveren op nieuw het be-
. dat het ontstaan van de stasis van de bloedsbeweging
^olk
■f^ttien
zelfd onafhankelijk is; immers, wij zagen ze onder de-
de i^j invloeden en op gelijke wijze tot stand komen, hetzij
innbsp;opgeheven of onbelemmerd was; wel worden
den^^\'nbsp;geval de bewegingsverschijnselen, die onder
aannbsp;den prikkel tot stand komen in den regel
Zoek ^ ^^^^^neming onttrokken, maar bij aandachtig onder-
nietnbsp;ook hier, gelijk wij vroeger mededeelden
ziet men het bloed uit den omtrek zich naar die
gemist.
^^^nbsp;oorzaak der
datd^ bewegingsverschijnselen zij. Wij hebben gezien,
legej^^.^b^t anders dan in den aangebragten prikkel kan ge-
ennbsp;Wat nu den invloed van neutrale zouten, suiker
betreft, deze kan wel niet anders dan aan eene
b
-ocr page 62-,. „11 het
wijziging der diffusie tusschen het voedingsvoctii ^^^^^
bJoed worden toegeschreven; de verschijnselen zijquot; ^aai ^^^
volkomen in overeenstemming. Dien ten gevolge wor ^^^^^
het bloed water onttrokken en de cohaesie verhoogd,
evenredig neemt, zoo als bekend is, de weerstandnbsp;g^
toe, die het bloed bij zijne beweging door de vaten
het noodzakelijke gevolg is: verlangzaming van den s
waarbij de ligchaampjes bezinken, zich ophoopen en ten ^^^^^
Vnbsp;ij - —--------- ynbsp;tJX^AI.
verstopping der vaten tot stand komt. Het spreekt
dat hiermede niet meer dan eene algemeene voorstelling iquot; ^
sproken en dat het verschijnsel niet zoo eenvoudig is ^ ^^^j^jg
zich welligt, op grond daarvan, zou voorstellen, ^nzs ^^^^^^
omtrent de normale diffusie tusschen voedingsvocht en ^^^ ^^
omtrent de cohaesie van het bloed en hare verhouding ° ^^
stroomsnelheid enz. enz., is intusschen nog veel te g®^\'quot;?\'^
reeds nu eene juiste analyse van het verschijnsel m^g® ^^^^
maken. Voorshands moeten wij ons dus met eene alge ^^^^
voorstelling te vreden stellen, die het uitgangsp\'^^\'\'\'
worden voor verder onderzoek.
vaten
fferi-ng
van
Men zal welligt als bezwaar tegen deze voorstelli«o
voeren, dat de snelheid, waarmede het bloed door de ^^^^^^^^^^
stroomt, te groot is, om alleen door verhooging der ^^^^^^
ten gevolge van diffusie, te worden opgeheven. Men zal
dat de tijd gedurende welke het bloed met het
gewijzigde voedingsvocht in wisselwerking verkeert, te^^^^^
is, om het eene dergelijke verandering te doen
Men bedenke daarbij evenwel, dat de prikkel alty«
boven
ruimte beslaat, die zich zeer snel uitbreidt. Daaren
de snelheid der bloedsbeweging in de haarvaten veel » ^^^^
dan men zich gewoonlijk voorstelt. Volgens de me i ^^^
van WEBER bedraagt die snelheid, althans voor de
lagen van de grootste snelheid gelegen gekleurde bioe
chaampjes, dus ook voor deze lagen zelve 0,56 n»®\'
lo-ei\'
-ocr page 63-^ekuß^g • n
af, ^^^^ den wand van het vat toe, neemt zij voortdurend
kleijj,^^ quot;^V\'EBER haar in de lagen, waarin zich de onge-
dan jj^ öCnaampjes bewegen, zelfs 18 maal geringer vond,
stetnjJ^^^® quot;i^bij de as gelegene. Valentin\'s metingen
Van O ^ \'^^^rmede nagenoeg overeen; hij vond eene snelheid
Van denbsp;Onlangs heeft vierokdt 1) bepalingen
gedaannbsp;gekleurde bloedligchaampjes bij den mensch
^^kvorsnbsp;weber en Valentin bij den
sijelij^-^ \' ^^^ overeenkomen; hij vond eene gemiddelde
der}inbsp;0\'51—0.52 mm. per Sekunde. De snelheid
Waajo. ^ ^^^ gering, dat zy met het bloote oog maar even
hej. ^oroen zou kunnen worden. Bedenkt men daarbij, dat
Zijn ^^\'^\'^\'^^^heid de trager bewogene lagen aan den wand
Vooy ^^nbsp;eerst worden aangedaan, dan ligt, althans
Vannbsp;bezwaar in de voorstelling, dat de digtheid
kunng^^ ^^oed door plaatselijk verhoogde exomose zeer zal
Zaak tenbsp;Daarenboven, en dit schijnt wel de hoofd-
man •nbsp;houdt de inwerking van den prikkel een tijd lang
Vejj ^^^■nneer dus ook aanvankelijk slechts eene geringe
prijj]^^^quot; ^\'Qing der beweging ontstaat, zal de invloed van den
«icJinbsp;denzelfden stroom, juist wegens die verlangszaming,
^ machtigej en krachtiger doen gelden.
invlQg\'linbsp;ons ook langs eenen anderen weg van den
wateronttrekking op de snelheid der bloedsbe-
klip^^ ^^^rtuigd. Wanneer men bij kikvorschen een stukje
%anngnbsp;anum inbrengt en dezen daarna afsluit, of ook
eeni^nbsp;het zout onder de huid brengt, neemt men na
eene ruime uitscheidins: van vocht uit den anus
ondev 1 1 •
^en huid waar. Onderzoekt men dan den bloeds-
des Blutlaufs in der Netzhaut des eigenen Auges.
Pïiys. Heilk. 1856 S. 255.
loerkbar®
omloop in het zwemvlies 1), zoo neemt men eene ^ ^^^
vertraging van den bloedstroom waar. Dat men, zo ^^^^^.
dier leeft, tot geen stasis ziet ontstaan, is niet te verwon
lo-emeen
immers de wateronttrekking is niet locaal, maar ai^ ^ ^^
slechts tot eene zekere mate met het leven bestaan
rl d bespe\'^
De stasis, die men onmiddellijk voor den doonbsp;^^^
moet derhalve niet alleen aan de vermeerderde
het bloed, maar ook aan de verminderde
hartswerking ■
toegeschreven.nbsp;_ long®\'^
Tot dezelfde resultaten leidt het onderzoek in «e
en het zwemvlies van kikvorschen, die gedurende j^g^ben
eene door chloorcalcium droog gehouden
doorgebragt. Evenzoo ontstaat er stasis in bet ^ ^^^
wanneer men het aan de lucht Iaat droogen: toevoCoi o
vaquot;
water herstelt de beweging.
Iflaring
Wij meenen alzoo, dat als uitgangspunt ter ver j^cal®
de stasis bij prikkeling met keukenzout enz.,
indikking van het bloed, ten gevolge van wateron
en daardoor verhoogde cohaesie moet worden aaUj, ^^^^ ^^
Ook WHARTOK JONES meent haar uit dezelfde oo ^^^^^
moeten afleiden, zonder de wijze, waarop dit gese ^ J ^^^^le
uit een te zetten. ViRCHOW neemt insgelijks \'b\'j
wateronttrekking tot stasis kan leiden: de wijze ^
dat \'i®
1) Dat men daarbij naauwlettend zorg te dragennbsp;^^ ^{t
deelen niet met de zoutryke uitscheidingen per ^^^\'^^gj-deD
huidwond in aanraking komen, behoeft naauwelijk®
gemerkt.
vor«
■ihet\'
2) Verg. Dr. iquot;. kukdb, über Wasserentziekung und ƒ ^gg.
gehender Katarakte. Zeitschr. f. wiss. Zool. Bd. VlU. H- ^ • ^^^ ^g^ei
hebben ons van de vorming van katarakt, die na
weêr verdwijnt, insgelyks constant overtuigd. Alleen ge\'nbsp;f\'
nooit, wanneer er volkomen katarakt ontstaan was- hc\'
het leven te behouden.
die laat t
de rrnbsp;komen en de invloed, die hij daarbij aan
Scheelnbsp;Gohaesie van het bloed toekent, zijn ons niet
het duidelijk geworden. Wij kunnen daaromtrent voor
vind ^^^\'^hbk in geene nadere beschouwingen treden: welligt
Veei*\'^ daartoe later gelegenheid.
tnbsp;is het, zich eene voorstelling te vormen
Welijgnbsp;invloed op de bloedsbeweging van die stolfen,
\'^^zittenbsp;minder werkzaam scheikundig karakter
^y \' Zooals verdunde zuren en alkaliën.
Zoonbsp;de eerste in hoogst verdunden toestand aan,
eennbsp;er op de gewone wijze stasis, waarbij insgelijks
stroom ontstaat in de rigting naar de haarvaten. In
\'quot;everfgnbsp;amp; a
het ^nbsp;^^^ osmotischen stroom van het bloed naar
Phy,
sisch
maken . ^
\' -\'■ntusschen
het zuur chemisch gewijzigde voedingsvocht mag
Q, of hoofdzakelijk op de door het zuur
diffusie berust, is a priori niet uit te
dat \' quot;^quot;\'\'Usschen komt het ons niet onwaarschijnlijk voor.
Zalnbsp;scheikundige werking tot verhoogde exosmose
. en aangezien zij haren invloed het eerst daar
^•^cht^^\'^\'^\'nbsp;wand, die de in wisselwerking verkeerende
^aten ^^^ elkander scheidt, het dunst is, dat is in de haar-
onjg^\' stroom in de rigting naar de laatste zal doen
hetzelfde geldt van de verdunde alkaliën,
aaiiwnbsp;van het opmerkelijke verschijnsel, dat bij
üitnbsp;van minder verdunde zuren de bloedbgchaampjes
Van r ^^^\'^^atenstelsel worden gedreven, terwijl het weefsel
Zwemvlies een bleek, troebel aanzien verkrijgt, moet
het
vlie^e^^^\'^ het verschillend imbibitie-vermogen van dierlijke
zuren van verschillenden concentratiegraad,
dat vroeger door Prof. donders 1) voor het hoorn-
für Ophthalmologie Bd. III. Abth. I. S. 166.
-ocr page 66-GO
vlies en de sclerotica is aangetoond, worden in aanffl^ ^^^^
genomen: het ware denkbaar, dat eene zamenkrimpinS ^^
het weefsel, in de haarvaten aanvangende, tot stand kwa
het bloed mechanisch uit de vaten dreef,nbsp;.g^jje
Nog moeijelijker is het in te zien, hoe bij
beleedigingen het ontstaan der stasis moet worden ^^^
Ten deele vindt zij, gelijk uit het vroeger medegedeelde ^^^ ^^^^
hare verklaring in de drukkingsveranderingen, die daar ^ ^^
stand komen, maar ook slechts ten deele. Beleedigt naen ^^^^^
een gedeelte, dat evenmin haarvaten als slagaderen en^ ^^
bevat, zoo komt desniettemin in den omtrek het ^^^^^
stilstand. De physisch-chemische veranderingen in den toe ^^^^^
van weefsel en voedingsvocht, die hier ter verklaring \' ^^^
worden aangenomen, liggen voor alsnog geheel buiten
bereik onzer bevatting.nbsp;^^^^
De bewegingsverschijselen, die hy opgeheven UoeAso^
onder den invloed van prikkels ontstaan en ingelijks tot ^ ^^^
leiden, laten zich tot dezelfde oorzaken terug breng«quot;\'
voor het ontstaan der stasis bij onbelemmerde bloedsbe ^^^^^^
meenden te mogen aannemen. Ook hier zal ten
van de gewijzigde diffusie tusschen voedingsvocht en ^^^^
water aan dit laatste kunnen worden onttrokken,
zal een stroom worden opgewekt in de rigtingnbsp;j^gt
vaten, waar de wisselwerking het snelst
intreedt en
levendigst is, terwijl, bij locale prikkeling, de stroom
1 is
meer bepaaldelijk naar die haarvaten rigten zal, die ^
den onmiddelijken omtrek van de plaats, waar de pr^ ^^^
aangebragt, bevinden. De bloedligchaampjes worden ^^^
stroom medegevoerd, hoopen zich in de haarvaten
gevolge van de uittreding van het vocht, en brengen op ^^^^^
wijze ten slotte stasis te weeg. Daarenboven kan z^me
king van slagaderen de uitbreiding der stasis bevordei\'\'^quot;^^^^.^
Ook hier levert de verklaring van den invloed van
kundjg
bloedgjjjnbsp;stoffen, dezelfde bezwaren op als bij vrije
tenbsp;laoeten wij afbreken. Wij hadden gehoopt, in staat
dej \' liet slot onzer onderzoekingen de attractie-theorie
in ^nbsp;waarmede de hier behandelde verschijnselen
Het ®taan, aan eene nadere beschouwing te onderwerpen.
Vooj\'gjjnbsp;evenwel verstandiger voor, ons daarvan
^prake^^*^^^ ^^ onthouden. Niet telkens, wanneer feiten ter
zij ^ .nbsp;is bet nuttig of wenschelijk, theorien waartoe
feitennbsp;hebben, te revideren. Slechts wanneer nieuwe
magnbsp;theorie ondermijnen of tot zekerheid verheffen,
is dj^. . daarvan niet onthouden. Op onze uitkomsten
per p ^^^ toepassing. De attractie-theorie schijnt ons,
^eïpgp.,aannemelijk: elke andere schijnt ons ver-
die ■ ^ij heeft echter slechts weinige positieve feiten,
hare ®^hijnen te bevestigen; velen zijn, ten onregte, tot
boygj^nbsp;ingeroepen. De geheele voorstelling is daaren-
begfgp ^ schemerachtig gebleven, deels door minder juist
Elen^*^^ ^^rschijnselen toegelicht en ontwikkeld,
eenj^ ^^^der moge mede uit deze bijdrage voor den lezer
eenej 1, l^lijken, zonder dat wij ons wagen aan de kritiek
mannbsp;die hare ontwikkeling aan het genie van een\'
Virchow te danken heeft.
-ocr page 68-I.
Ten onregte beweert vmcHOw (Handb. der
Ther. Bd, I, S. 57): „jede Abweichung in den
keitsverhältnissen des (Blut-) Plasma\'s, indem sie
Gestalt der Körperchen ändert, muss eine Vennii^
der inneren Cohaesion (des Blutes) hervorbringequot;\' ^
sich in einer Unregelmässigkeit der Strömung,
einer Zerstreuung des centralen rothen Stromes äus
kann.quot;
II.
de
De verlangszaming of stilstand van het bloed
haarvaten, die onder den invloed van sommige P^^^j^
tot stand komt, wordt door virchow verkeerdehj
eene verhoogde aantrekking van den wand dier ^
toegeschreven.
III,
van
De onderzoekingen van Bernard, ten opzigte
verschil in w-armte van het linker en refter hart, be^y
O
niets tegen de warmte-productie in de longen.
dis
in
ser»
het
IV.
D
aatid ^^^l^ing der paracentesis corneae, bij ziekelijke
van bet hoornvlies, moet niet alleen aan
schp^J^® ^^^ intra-oculaire drukking voorden toege-
V.
der vrije exsudaten is volgens de ontste-
eorie van virchow niet te verklaren.
VI.
« bex
niet tnbsp;der spermatozoïden in het sperma kan
^ diflpusjg worden terug gebragt.
VII.
Üp
^^Ifs^^ ^\'^\'^derscbeiding tusschen ontsteking der bersen-
^ nd]gbei(^ en die der hersenvliezen, is bij bet leven
\'«^gelijk.
VIII.
invi^van een\' tonus der spieren, onder den
Va^ ^ , ^ h^t zenuwstelsel, is door de onderzoekingen
iïeid
\'®Nhain niet weêrlegd.
IX.
\'^^^quot;egte wordt de therapeutische waarde der tra-
dienbsp;bij Croup, door sommigen gelijk gesteld met
^ de berniotomie bij beklemde breuken.
X.
loottenbsp;schijnt als anaestheticum, bij operaties van
aiejjgHnbsp;^^ voorkeur boven het chloroforme te ver-
-ocr page 70-XI.
de
Hebea stelt bil de behandeling der hnidzie^^ten
algemeene behandeling te zeer op den achtergron
Wintrich\'s verklaring van den tyinpanitischequot; Py^
cussietoon (Handb. der Path. n. Ther. v. virCHO^V ^^^^^
S. 10 n. f.) verdient boven die van skoda de vooiquot;
et
Vi
XIII.
bloe
Afwijkingen in de normale zamen stelling van het ^^
kunnen op zich zelve nooit de oorzaak van ^^^
geruischen in het vaatstelsel zijn.
XIV.
Eene zekere diagnose van hartsgebreken is alle®!^
behulp van auscultatie en percussie mogelijk.
XV.
de
ligt de toekomst der menschheid opgesloten. ^gjiS-
Niet het genezen van zieken, maar het voorkoöi®^
ziekten behoort het hoogste doel van den ar..s i-quot; •
XVI.
De gymnastiek behoorde eene ruimere
volksopvoeding en de geneeskundige therapie m
land te bekleeden, dan thans het geval is.
XVII.
In eene regeling der voeding naar gezonde begi
doN.
er-