-ocr page 1-

DE DIEPTE GAAT NAAR BOVEN.

De Felgrimstogf van John Bunyan. Op nieuw bewerkt naar de oorspronkelijke uitgave, met aanteekeningen van Thomas Scott, voorafgegaan van een levensberigt van den Schrijver en eene inleiding tot diens werk, door J. H. Gunning Jr. Geïllustreerd met acht en zestig staalplaten. Amsterdam, W. H. Kirberger. 1864.

a Het is mij goed, Jat ik verdrukt ben geweest, opdat ik uwe inzettingen leerde.» Met deze gewigtige bijbelspreuk in het hart zet ik mij neder om met de meeste bereidwilligheid, bij Volkomen sympathie met «des Christens reize nnar do eeuwigheid» de uitgave van een werk aan te bevelen, waarvan mijn vriend Gunning te \'s Hage met veel vrijmoedigheid verklaren kan, gelijk hij dan ook doet in zijne voorrede voor deze uitgave, dat het een schoon boek is. Met het meeste regt verdient dan ook mijns inziens de wakkere uitgever, de Heer W. H. Kirberger te Amsterdam, den dank van allen, die met den Christen-reiziger dezelfde smartvolle maar ook verblijdende en gezegende ervaringen hebben op hun weg naar de eeuwigheid, totdat zij de rivier des doods doorgegaan en in het hemelscho Kanaan gekomen zijn. Het doet mij veel genoegen dat, terwijl ik in eene vorige aflevering van dit tijdschrift eene door den Heer Kirberger uitgegeven vertaling van een Engel-schea roman niet onvoorwaardelijk kon goedkeuren, ik nu ge-

-ocr page 2-

17

iegenheid heb om hem openlijk mijn dank toe te brengen voor zulk eene uitgave van Bunyans Pelgrimstogt, als de hier aangekondigde, bij welke alles zamenloopt om aan dit werk eene welverdiende deelneming te verzekeren. Het is in waarheid eene prachtuitgaaf; wel waardig, reeda om het schoone uiterlijk, eene eerste plaats in te nemen onder al hetgeen de boekhandel in den tegenwoordigen tijd in dit genre levert. Wat is natuurlijker dan de wenseh, dat de uitgever door een ruim debiet sehadeloos gesteld worde voor zooveel moeite en geld aan deze uitgaaf besteed, en Bunyans Pelgrimstogt in dezen ook voor de wereld behagelijken vorm toegang moge vinden tot menige huiskamer, waar werken van dergelijken inhoud tot nog toe, om hun onbehagelijken vorm onverbiddelijk werden afsowezen. *) Wij wensehen dit niet alleen in het belang van den Heer Kirberger maar ook van ieder, die wel zeggen moet: ik heb hier geene blijvende stad, maar niet zeggen kan: ik zoek de toekomende. Of van hem die meent, tegen het woord des apostels in, dat er van naauwelijks zalig worden geene spraak is, dat de poort wijd, de weg naar den hemel breed is. En ook van den ontwaakten zondaar, die in zijn bekommerden staat aan de getuigenis van Gods Woord niet genoeg hebbende, gretig de oude schrijvers opzoekt en leest en naar kenmerken zoekt, dat ook hij op den goeden weg is. Of van den waren Christen, die het ondervindt dat het gaat door de diepte, en nu noodig heeft een woord der bemoediging en der vei troosting, dat de diepte naar boven gaat. Daarom begroeten wij deze nieuwe uitgave met blijdschap, met zulke schoone platen verrijkt, verrijkt bovenal met eene zeer belangrijke voorrede, geschreven door mijn vriend Gunning, wiens onverholen betuigde sympathie met dit voortreffelijk geschrift slechts strekken kan om mij te versterken in mijne toegenegenheid tot hem, door Gods genade den veelgeliefden reisgenoot naar het Jeruzalem, dat boven is.

\') Onbehagelijk formaat, perkamenten band, geelachtig papier iu duitsche letter. Velen hechten nog al aan dat uiterlijke.

2

-ocr page 3-

18

De weg naar boven gaat door de diepte. Voorwaar! zij die wel het meest hun deel hebben gehad van \'s werelds verdrukkingen, zij zijn wel het meest bekwaam om wat op dién weg van verdrukking en kruis alzoo gekend en ondervonden wordt, ter waarschuwing en ter bemoediging voor te stellen. Waar Macauly in Engeland dit werk een meesterstuk noemt; — onze Beynen — de Christenkunstkenner, zoo als Gnnning schrijft, zegt dat hij, die het schreef, een profetisch getuige des Nieuwen Testaments mag genoemd worden; — mijn vriend Gunning verklaart dat het is een oud maar nog altijd levend woord van den Christen-pelgrim; — waar in de vertalingen, (alleen in Duitschland verschenen er in de laatste vijftien jaren tijds vier) een duidelijk bewijs gegeven wordt hoe door.de Christenen in alle landen voor dit werk van Bunyan de levendigste sympathie gevoeld wordt, daar mag ik — en ook ik spreek hier naar hetgeen ik ondervond — mij wel haasten om van deze gelegenheid gebruik te maken en mede mijne stem te verheffen ten gunste van een werk «dat iederen Christenreiziger deze aangrijpende maar ook vertroostende waarheid van Gods Woord bevestigt» dat het bij iederen waarachtig bekeerde gaat door de diepte der zelfkennis tot de hoogte der Godskennis, dat het kruis de weg is tot heerlijkheid. Die met Bunyan geroepen wordt om de stad des verderfs te verlaten, hij zal op dien weg veel smartelijke ervaringen opdoen, veel dat hem vernedert en in de diepte brengt voor God, veel dat hem het voortgaan moei-jelijk maakt, veel dat hem moedeloos doet nederzijgen; maar hij zal ook ondervinden dat de vertroostingen Gods nimmer te klein zijn, dat Gods sterke hand alles dragen doet, dat God schenkt in stervensnood stervensgenade, dat van al Gods vrij-magtige leidingen de eeuwige heerlijkheid van den zondaar, en door Hem aan het verderf in de wereld ontrukt, het heerlijk einde, de onverwelkelijke kroon is.

J. G. Vekhoeff.

Vaatten, Dec. 1864.