BESTEMD TEU TERSPEEIDIKG ES BETOKDEKING DER GODSVRUCHT TOT HET ALLERHEILIGSTE ALTAAK-SAKRAJIENT efl tot de

Dit gebedenboek — zegt de Eerwaarde Duitsehe schrijver — heelt, zoo als de titel aanduidt, bij zijne gewone bestemming, nog het bijzondere doel, bij te dragen tot de verdere verspreiding en bevordering eener degelijke godsvrucht tot het Allerheiligste Sakrament des Altaars en tot de Allerzaligste Moeder Gods Maria. Dit in aanmerking genomen, moet het vooreerst eene b I ij v e n d e 1 i e-felijke herinnering zijn aan A ö--—«1

mizen in het Allerheiligste Sakiament verborgen God en Heiland; het moet deze herinnering niet slechts opwekken en levendig maken, maar ook doen behouden, en alzon eene treurige onachtzaamheid, dse, helaas, te dezen opzichte bij velen opgemerkt wordt, tegengaan. Daarom gaven wij ons boekje den titel van Eucharistisch Vergeet-mij-niet. «Vergeet niet. Christen,quot; wil hi't daarmede zeggen, «vergeet niet uw beminden Heiland en Heer in het Allerheiligste Sakrament, maar gedenk Hein in liefde, alle dagen uws levens!quot;

Om nu den godsdienstigen Christen ook een geschikt middel te bezorgen, zich dagelijks met vrucht in de herinnering aan het Goddelijk Sakrament te versterken, en deze herinnering aan den verborgen God en Heiland ch voortdurend ten nutte te maken.

biedt dit boek, in een tweede gedeelte, eene wezenlijk heilige en heilzame oefening aan, te weten: de voor eiken dag der maand bestemde schoone, treffende en hartelijke Bezoeken bij het Allerheiligste Sa-krament, en bij de Moeder Gods Maria, welke de Heilige Alphonsus Maria de Liguori, in het jaar 1747, in de Italiaansche taal heeft uitgegeven.

Deze [iezoeken vonden aldra zulk een grooten bijval, dat zij herhaaldelijk moesten vermenigvuldigd worden, reeds bij het leven des Heiligen Schrijvers in vele talen werden overgezet, en de geheele wereld door haren weg gevonden hebben.

De in dit boek gevolgde vertaling dier Bezoeken is geheel nieuw, en verdient wegens hare eigenaardige bewerking niet slechts opmerking, ^ maar mag ook wel op eenige oor-

spronkeliikheid aanspraak maken. Over hare innerlijke waarde moge de christelijke kritiek oordeelen.

Groot is het getal dergenen, in wie door deze Bezoeken eene van liefde gloeiende godsvrucht jegens het Allerheiligste Sakrament er jegens de maagdelijke Moeder Maria is ontstaan; door deze godvruchtige oefeningen hebben zij, als voorgelicht door het licht der eeuwige genadezon, — het verderf der wereld leeren inzien, en zich des te eerder volkomen Gode toegewijd. In deze toewijding hebben zij den waren vrede des harten, het schoonste geluk des levens, het heil hunner onsterfelijke zielen en de eeuwige gelukzaligheid des Hemels gevonden. Zulk een lot zal u. Christen, ook ten deel vallen, als gij u aan eene innige vereering van uwen, in het Allerheiligste Sakrament verbor-

gen God en Heiland, en van zijne hoogstgezegende Moeder toewijdt, en deze vereering met volhardenden ijver trouw beoefent.

Gelukkig, wanneer dit boekje u daartoe moge opwekken en er een hulpmiddel toe zij! God, de Heer, geve het, op de voorbede zijner Allerzaligste Moeder!

Velen zullen er evenwel zijn, wien het onmogelijk is dagelijks ten be-zoeke van het Allerheiligste Sakra-ment naar de kerk te gaan. Aan hen mogen wij den wensch te kennen geven, daarom toch niet deze godvruchtige oefening ter zijde te laten; immers, zij kunnen ze ook, naar keuze en beschikking van tijd, in ^ huis verrichten, en zich met de ge- lt;lt;,

dachten in de kerk verplaatsen. De Goddelijke Heiland zal ons ook op die wijze de zoetheid zijner saciamenteelc tegenwoordigheid laten smaken, en zijne genade, even vrijgevig als de zon hare stralen, over ons uitstorten. Neen, wij kunnen het gewicht, het nuttige, heilige en heilzame van deze Eucharistische godsdienst-oefeningen niet genoeg aanbevelen. «Een enkel kwartier uurs,quot; — zegt de H. Liguori — doorgebracht in hel bezoek des Heiligen Sakraments, kan ons veel verder brengen op den weg der zaligheid, dan geheele dagen aan andere godvruchtige oefeningen gewijd.quot; Eene enkele gedachte vol liefde voor het Allerheiligste Sakraraent, vervult het hart dikwijls met onuitsprekelijken vrede en troost.

Verzuim dan nu ook niet. geliefde Christen, deze vereering ter harte t gt; »---«E»

te nemen. Bid vurig, gelijk op bladz. öii is aangegeven, den liefdevollen Heiland, dat Hij dit heilig Vergcet-mij-n i e t met onuitwischbare letters in uw hart schrijve, opdat gij dikwijls en hartelijk in liefde aan Hem moogt denken en Hem nooit vergeten.

Morgengebeden. Korte verhellingen des harten, 's morgens bij het ontwaken .... \ Dagelij ksche oefeningen ... 15

Tweede Misoefening Biechtoefening . . Gewetens-onderzoek Na de Biecht . . Goramunie-oefenir.g

Na de Heilige Communie. . . 196 Groete en toewijding aan Maria. 215 Vijf gebeden tot Maria . . .216

Gebeden voorden H. Rozenkrans 229 Litanie der Allerheiligste Maagd Maria en Moeder Gods van

Drie lofgroeten tot het Allerh. Sakrament, als het ter aanbidding is uitgesteld . . . 258

Ontboezeming van den H. Thomas van Aquinen .... 266 Gewaarwordingen van liefde voor

Bezoeken bij het Allerheiligste Sakrament en aan de Allerzaligste Maagd Maria. Van den H. Alphonsus Maria de Liguori 279 Inleiding. Het gewichtige der Hezoeken hij het Allerh. Sakrament .......281

lets over de Bezoeken tot Maria. 291 Over de geestelijke Communie 295 Geestelijke Communie . . . 296 De Bezoeken. Gebed tot inleiding 501 Eerste Bezoek......303 é

cere van den H. Jozef . .491 V. Voor den Donderdag; oefeningen voor het Allerheiligste Sakrament . . . 498

Gebed tot den H. Engelbewaarder 505 Gebed tot den H. Naam-Patroon S07 Gebed tot alle Heiligen . . . 509

(iüd, mijn God, bij tiet vroege morgenlicht ontwaak ik voor U; mijne ziel dorst naar U, den levenden God, en mijn lichaam smacht van verlangen naar U.

Open, o God, mijne oogen om uwe wonderen te aanschouwen; open mijn mond om uwen lol' te verkondigen.

Eere zij den f Vader, en den f Zoon, en den f Heiligen Geest; selijk in den beginne, en nu en altijd, en in alle eeuwigheid. Amen. (100 dagen aflaat.)

Geloofd en aangebeden zij ten allen tijde het Allerheiligste en Goddelijk Sakrament! (100 dagen aflaat.)

Geloofd en gezegend zij altijd' de zoete naam van onzen Heer. Jesus Christus, en de naam van zijne Moeder, de Allerzaligste maagd Maria ! (ö jaren aflaat.)

Heilige God, Heilige almachtige God, Heilige onsterfelijke God, ont-^ ferm U mijner !

In den naam van mijnen Heer en Heiland, Jesus Christus, sta ik op en begin ik dezen dag. Hij, die voor mij aan het kruis stierf en uit liefde voor mij voortdurend in het Allerheiligst Sakrament vertoeft, gewaar-dige zich mij heden en altijd te geleiden, te besturen, en beschermend op den weg des heils te voeren tot het eeuwige leven. Amen.

Looft den Heer, alle volken ! Prijst Hetn, alle natiën ! want Hij is onze Heerscher, en zijne waarheid duurt eeuwiglij k.

O (;od, Vader, Schcppcr en Onderhouder ! in den geest van ootmoed en kinderlijken eerbied verschijn ik dezen morgen voor U, en zeg ü, in den naam van mijnen Heer en Heiland, Jesus Christus, hartelijk dank, dat Gij mij den verleden nacht zoo genadiglijk beschermdet eri dezen dag in barmhartigheid hebt doen beleven. Voor heden en voor altijd geel' ik mij geheel over in uwe liefdevolle handen, opdat Gij met mij, als met uw eigendom, moget handelen naar uw goedvinden. Aan U, mijn Heer en mijn God, breng ik mijn hart, mijn lichaam en ziel, met al hunne krachten, begaafdheden en aandoeningen ten offer. Voor U alléén wil ik leven; ü alléén wil ik liefhebben, en 'J alléén

En nu, goedertieren God en Vader, die mij dezen nieuwen dag heht geschonken, schenk mij nu ook naar uwe wijze goedheid datgene, wal ik dezen dag naar lichaam en ziel zal noodig hehben. Help mij alles doen en vervullen, waartoe uw wil en mijne beroepsplichten mij verbinden. Doe n:et het licht van dezen nieuwen dag ook het licht uwer genade mij omstralen, opdat ik, als een kind des lichts, eerzaam en godvruchtig voor U wandele, en geen deel neme aan de werken der duisternis. Dat men mij steeds waar bevinde in mijne noorden, rechtvaardig in mijne werken, en zuiver en oprecht in mijne gedachten en begeerten.

wendige behoeften, alles wat mij zorg baart en ter harte gaal, bekend : verlaat mij daarbij niet, maar schenk mij in alles uwen zegenenden bijstand, uwe hartverkwikkende genade en uwe vaderlijke hulp. Neem mij geheel onder uwe hoede, en doe mij onder uwe Goddelijke bescherming dezen dag heiliglijk beleven : gehoorzaam aan U, mijn Heer en God; oprecht, welw illend en liefderijk jegens mijne medemenschen ; dankbaar en ootmoedig in geluk ; geduldig en tevreden in tegenspoed ; rechtschapen in handel en wandel, en trouw en nauwgezet in alles.

O, hoe gelukkig zal ik zijn, als ik dezen dag en alle overige levensdagen op die wijze godvruchtig doorbreng! Dan zal ik steeds een gena-digen God over mij, en een gerust

heen vrede en zegen genieten. Verleen mij dit alles, o Heer, mijn God, door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer.

Ook voor mijne geliefde racdemen-schen, in het bijzonder voor mijne naastbestaanden, bloedverwanten, vrienden en bekenden bid ik uwe barmhartigheid af, o God, en beveel hen in uwe vaderlijke voorzienigheid. Gij kent hunnen nood, hunne behoeften en hartewenschen. Geef hun, wat hun dienstig en goed is, en verwijder van hen alles, wat kwaad en schadelijk voor hen is. en eindelijk, bewaar hen in uwe vreeze en liefde. Neem allen, o God, in genade aan; behoud de rechtvaardigen in de deugd; breng de zondaren tot boetvaardigheid; bescherm hen, die aan bekoringen bloot staan, en voer de dwa-den terug op den rechten weg; —

troost de bedroefden, verzorg de noodlijdenden, help de ongelukkisrcn; — versterk de zieken, geef uwe genade aan de stervenden, cn verleen den overledenen de eeuwige rust!

Zie, liefdevolle God cn Vader, in den geest omvat ik hij mijn gehed het geheele menschdom, ik sluit allen met kinderlijk vertrouwen in liet gebed, dat uw geliefde Zoon zelf ons geleerd heeft, en zeg met aandacht: «Onze Vader, die in de Hemelen zijt 1 Geheiligd zij uw naam; ons toekome uw rijk: uw wil geschiede op aarde als in den Hemel. — Geef ons heden ons dagelijksch brood; vergeef ons onze schulden, gelijk wij vergeven onzen schuldenaren; en leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van den kwade. Amen.quot;

zijt Gij boven alle vrouwen, en gezegend is de vrucht uws lichaams, Jesus! — Heilige Maria, Moeder Gods! bid voor ons, zondaars, nu en in de ure onzes doods. Amen.quot;

Goddelijke Heiland, Jesus Christus! die uit liefde tot mij menseh geworden en aan het kruis gestorven zijt; sta mij met uwe hulp hij, opdat ik heden en altijd slechts voor U leve; dat alles wat ik denken, zeggen, doen en lijden moge, eenig en alleen diene ter verheerlijking van uwen Heiligen Naam.

fot vergoeding van mijne vroegere ontrouw, schenk ik U thans mijn hart als eerste morgenoffer, en neem mij vastetijk voor uw liefderijk vaderhart nooit meer door eonige zonde te bedroeven, maar mij ernstig te bevlijtigen om in gedachten, woorden en werken steeds een zuiver, vlekkeloos leven te leiden. In het bijzonder wil ik mij beden in acht nemen voor de zonde van (men noemtquot;quot; die zonde of zondige gewoonte, waaraan men zich schuldig kent) waarin ik zoo licht verval en waardoor ik U zoo dikwijls beleedigd heb. Schenk mij, o goede Jesus, bij de genade van dit ernstig voornemen, ook die van een gelukkig volbrengen, en den bijstand des Heiligen Geestes. Amen.

Kom, o God, Heilige Geest! en vervul mijn hart met uwe gaven. Doe mij heden wandelen in uwe kracht, opdat ik al mijne beroepsplichten nauwgezet vervulle, recht en gerechtigheid beocfcne, de liefde tot den naaste niet kwetse, niemand beleedige, ja de mij aangedane he-leedigingen van harte vergeve; geef, dat ik, zoo veel mogelijk, het goede heoefene en in alle opzichten als een rechtschapen Christen handele en wandele. Sta mij bij, o Heilige Geest, in alle omstandigheden en voorvallen des levens : verlicht mijne onwetendheid, geef mij in twijfel raad, versterk mijne zwakheid, bescherm mij in de bekoringen, troost mij in droelheid, en help mij in allen nood en behoef-

en verlicht mijn verstand, opdat ik het goede kenne, en versterk mijnen wil, opdat ik het getrouwelijk be-oefene. Amen.

Heilige Maagd Maria, mijne liefderijke Vrouwe, mijne Koningin en Moeder! ik wend mij tot uw van barmhartigheid vervuld Hart, en stel mij voor heden en altijd onder uwe moederlijke bescherming en uwe geheel bijzondere voorspraak. Vertrouwende op uwe barmhartigheid, stel ik al mijne wenschen, mijne ver-wachlingen, mijne bekommeringen en geheel mijn leven, inzonderheid mijne laatste ure, in uwe gezegende handen. Verwerf mij, lieve Moeder, door uwe machtige voorspraak en glorievolle verdiensten, bij uwen lieven Zoon,

overeenkomsiig Gods welbehagen te leven, zijn wil te volbrengen , mijn heil te bewerken en de eeuwige zaligheid te verkrijgen.

Almachtige, eeuwige God! Heer van leven en dood. in wiens hand wij staan, hetzij wij leven of sterven : op de knieën neergebogen, verhef ik hart en bandon tot U, smee-kende om uwen heiligen zegen.

Alzoo zegene, beware, beseherme mij de almachtige en barmhartige God: f Vader, f Zoon, en f Heilige Geest.

tus, den eeniggeboren Zoon, — de troost en genade van den Heiligen Geest, — de moederliefde der Allerzaligste, altijd reine en Onbevlekte Maagd Maria. — de bescherming der Heilige Engelen, en de voorbeden en verdiensten van alle Gods lieve Heiligen mogen nu en altijd met mij zijn en blijven. En de zielen der afgestorvenen mogen rusten in eeuwigen vrede ! Amen

«Slechts één is noodzakelijk.quot; (Luc. X, 42.) — Neem deze godspraak van Jesus ter harte , Christen, en bedenk ;

2. Slechts éénmaal is de lijd der genade daar; maakt gij er geen trouw gebruik van, dan wijkt gij allengs af.

3. Gij hebt slechts één God. Als gij Hem niet dient, dan dient gij de zonde, en zijt als een dienstknecht van den Booze.

o. Aun één oordeel slechts hebt gij u te onderwerpen. Dit zal zijn : »kom, gezegende !quot; — of wel: »ga weg van mij, vervloekte!quot;

o. Er is slechts één Hemel. Wordt gij daarvan uitgesloten, dan is de. hel voor eeuwig uw lot.

7. Alzoo hebt gij slechts ééne zaak te kiezen. O , mocht gij toch de rechte, het éénig noodzakelijke, het heil uwer arme onsterfelijke ziel kiezen, en dit al de dagen uws levens met ijver bevorderen.

Wat baat het den mensch, al zou hij ook de geheele wereld kunnen winnen, terwijl zijne ziel verloren en voor eeuwig ten verderve zou gaan!

Wat geeft het op aarde rijk te zijn, prachtig en in lijn gewaad gekleed te gaan, dagelijks de kostelijkste Jh maaltijden te genieten, maar — na

Waarlijk, slechts één is noodzakelijk : zijn eeuwig heil te verzekeren! Zonder dit is al het andere ijdclheid en verderf.

O Heer mijn God, Koning des He- ¹mels en opperste Bestuurder der gansche weield ! Ik, uw arme dienaar en nietig schepsel, waag het tot U te komen, om aan uwe opperste Ma-Sgt; iesteit voor heden en alle mijne le- A

vensdagcu, in ootmoed des harten, in het algemeen en in het bijzonder op te oll'crcn, wat ik denken, doen of lijden moge ; alzoo al mijne werken, mijne beroeps- en andere bezigheden, mijn gaan en staan, mijne gedachten, mijne woorden en mijn zwijgen; mijne genietingen en ontberingen ; mijne vermoeidheden en uitspanningen; mijn waken en bidden ; mijn voor- en tegenspoed, in één woord: alles wat ik doen of laten moge: wat van mij, door of tegen mij geschiede ; alle bewegingen van mijn lichaam, de gewaarwordingen mijner ziel; alle werkzaamheden van mijn geest en alle aandoeningen mijns harten.

Dit alles draag ik U op, mijn Heer en mijn (iod, met het doel hie.¹-door uw heiligen wil te vervullen 211 ^ naar uw Goddelijk welbehagen te ^

handelen; alles wat zondig en U onaangenaam is, van mij te verwijderen, mijn heil (e bewerken, mijne toekomstige zaligheid te verzekeren, en tevens met het doel het welzijn en de zaligheid mijner medeinenschen, in 't bijzonder mijner naastbestaan-den, daardoor te bevorderen.

En opdat dit inzicht, deze meening des te eerder en meer volkomen moge bereikt worden, verbind en vereenig ik dit ofl'er met de oneindige verdiensten van Jesus Christus, uwen Zoon; met al zijne Goddelijke deugden en volmaaktheden, alles wat Hij ter wille van mijn eeuwig geluk en ter uwer verheerlijking, o God, gedacht, gesproken, gedaan en geleden heelt; ik vereenig ze verder met de deugden, voorrechten en verdiensten van Maria, do h Allerzaligste Maagd, van alle Engelen amp;

dat ooit ter wereld gedaan is; niet alle Heilige Misoffers, Communiën en zegeningen, niet alle gedachten, goede welken en godsdienstige oel'e-nlngen, - al hetgene waardoor Gij, Eeuwige en Allerheiligste, in den Hemel en op de aarde geeerd en verheerlijkt wordt.

Ik offer U dit alles op, o mijn God en Heer, tot dankzegging voor alle ontvangene genaden en weldaden, lot verzoening van alle zonden en beleedigingen tegen uwe Allerhoogste Majesteit, ter verkrijging van alle goed naar lichaam en ziel, tot vermeerdering der christelijke rechtvaardigheid en heiligheid, tot bekeering der zondaren, tot vermindering der goddeloosheid en boosheden, tot welvaart van geheel de Heilige Kerk,

Neem, o God, dit offer en deze goede meening in genade aan, en verhoor mijne smeekingen: door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Alles geschiede tot meerdere eer van God; alles mei Hem, onder de bescherming der Allerzaligste maagd Maria.

en Heiligen, en met al het goede dat ooit ter wereld gedaan is; met alle Heilige Misoffers, Communiën en zegeningen, niet allu gedachten, goede werken en godsdienstige oefeningen, — al hetgene waardoor (lij. Eeuwige en Allerheiligste, m den Hemel en op de aarde geëerd en verheerlijkt wordt.

Ik offer U dit alles op, o mijn God en Heer, tot dankzegging voor alle ontvangene genaden en weldaden, tot verzoening van alle zonden en beleedigingen tegen uwe Allerhoogste Majesteit, ter verkrijging van alle goed naar lichaam en ziel, tot vermeerdering der christelijke rechtvaardigheid en heiligheid, tot, bekeering der zondaren, tot vermindering der goddeloosheid en boosheden, tot wel-i vaart van geheel de Heilige Kerk,

Neem, o God, dit offer en deze goede meening in genade aan, en verhoor mijne smeekingen: door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Alles geschiede tot meerdere eer van God; alles met Hem, onder do bescherming der Allerzaligste maagd Maria.

Mijn Heer en mijn God! Gij zijt de opperste en onfeilbare waarheid; daarom geloof ik alles wat Gij ons geopenbaard, en Jesns Christus, uw eeniggeboren Zoon, met eigen mond ons geleerd heeft, wat de Apostelen verkondigd hebben en de Heilige Katholieke Kerk, die ik als de grondzuil en het beginsel der waarheid vereer, onder den voortdurenden

(1) Aan het aandachtig en rouwmoedig verwekken dezer drie Goddelijke Deugden, is telkenmale een aflaat van 7 jaren verbonden.

Doet men het dagelijks gedurende eene maand, dan kan men een vollen aflaat verdienen, mits men met deze meening ook waardig biechte en eommunieeere, en voor de welvaart der Kerk bidde. Deze aflaten i-.rtr» iia ladende zielen in net vagevuur

In dit geloof erken en belijd ik IJ, als den eenigen waren God, één in wezen en drievuldig in personen : God de Vader en Schepper, — God de Zoon en Verlosser, en God de H. Geest, onze Vertrooster en Heiligmaker.

in dit geloof aanbid ik U, Heilige Drieëenige God, als het hoogste en volmaakste wezen, als de opperste Heer, Gebieder en Regeerder der gansche wereld, als de milde Be-looner van het goede en de rechtvaardige Straffer van het kwade.

Ingevolge dit geloof erken en houd ik voor waar, o (jod, dat de menseh, om zijne eeuwige bestemming te erkennen en zijn heil te bewerken, uwe genade en den bijstand des Heiligen Geestes noodig heeft; alsook.

dit leven voor U moet verschijnen, om onherroepelijk geoordeeld te worden. Alsdan zal zij eeuwig gelukkig of eeuwig ongelukkig zijn, naarmate van hare verdiensten.

Verder geloof ik, dat ten jongsten dage de lichamen van alle afgestorvenen tot een nieuw leven zullen opstaan, voor het algemeene oordeel zullen verschijnen, en dat daarna eeuwig het lichaam met de ziel zich zal verheugen in den Hemel of lijden in de hel.

Eindelijk geloof en belijd ik plechtig, dat de Katholieke Kerk in hare geloofs- en zedeleer volstrekt waar cn onfeilbaar is; dat Jesus Christus haar voor alle tijden gesticht, cn aan haar alleen zijne leer, zijne genademiddelen cn Goddelijke geheimen ter verkondiging en nitdeeling heeft toe-1vertrouwd. — Slechts in den schoot

Versterk mij, mijn Heer en mijn God, in dit geloof, en help mij, opdat ik door trouwe en ijverige vervulling van de voorschriften des geloofs mijne eeuwige bestemming bereike, en tot de zaligheid kome.

God, Vader des lichts en Gever van alle goede gaven, vertrouwende op uwe oneindige barmhartigheid en op de verdiensten van .lesus Christus, mijnen Heer en Heiland, hoop ik, dat Gij mij alles zult geven, wat mij naar ziel en lichaam noodig, waarlijk goed en heilzaam is. Ik hoop, bij oprechte boetvaardigheid, op eene volledige vergiffenis mijner zonden, op de genade van een deugdzaam

zaligheid in den Hemel, U aanschouwende, die al mijne hoop zijt. Gij hebt mij dit alles beloofd, door Jesus Christus uwen Zoon, en zult het door Hem ook in mij vervullen, als ik er slechts het mijne toe bijdraag en de voorgeschrevene genademiddelen waardiglijk gebruik. Gewaardig U, o God, mij hiertoe door den al-vermogenden bijstand uwer genade te versterken.

Ook ten opzichte van mijne tijdelijke behoeften is mijne hoop gevestigd op ü, algoede Voorzienigheid en liefderijk zorgende God! Op U, die de bloemen des velds zoo heerlijk bekleedt en de vogelen der lucht overvloedig voedt! Gij zult het ook mij, als ik deugdzaam leef, en vlijtig en arbeidzaam ben, niet aan het noodige laten ontbreken. Gij zult altijd

I |

lt;1 j

stel ik derhalve mijn lot In uwe handen, overtuigd, dat Gij zoowel vreugd als lijden, zoowel voor- als tegenspoed, tot mijn waarachtig heil zult beschikken. — Op U, o God , is al mijne hoop gevestigd; Gij zult mij in eeuwigheid niet beschamen. Amen.

God mijns harten en mijn aandeel in eeuwigheid , ik heb U boven alles lief, uit den grond mijns harten, omdat Gij het hoogste, schoonste en beminnenswaardigste Goed zijt. Ik bemin U ook daarom, wijl Gij mij steeds zoo vele bewijzen uwer oneindige liefde geschonken hebt en ze mij nog dagelijks schenkt. O, dat Ik U zóó konde liefhebben, als Gij verdient bemind te worden! Intusschen kan ik U mijne liefde door niets

de vervulling van uwen wil te aireven en uwe Goddelijke geboden getrouw na te leven. Want, die U liel' heeft, onderhoudt ook uwe geboden. — O God en eeuwige Oorsprong der liefde, stort alzoo, door de genade van den Heiligen Geest, uwe liefde in mijn hart, opdat ik met vreugde den weg uwer geboden bewandele, en met eiken dag in uwe liefde en genade toeneme.

Ook mijne medemenschen, en zelfs mijne vijanden bemin ik om uwentwille, o God ! Ik wil mijn best doen hen zöó lief te hebben, als Gij bet geboden hebt. Ik wil hun niet alleen alle goeds toewenschen, maar bet hun ook naar mijn vermogen doen toekomen. Den lijdende wil ik deelneming betoonen, met den zwakke wil Ik geduld hebben, den dwalende

Ja, ik wil zelfs mijne liel'de niet onthouden aan die mij haten; ik wil goed doen aan die mij beleedigen, zegenen die mij vloeken, en bidden voor hen die mij lasteren en verloochenen, — om alzoo een waar Christen en een kind Gods te worden, een kind van den Hemelsehen Vader, die zijne zon laat opgaan over goeden en kwaden, en zijn regen geeft aan rechtvaardigen en zondaren.

Bekrachtig, o Heer mijn God, deze oprechte gevoelens van liefde met uwe genade, en geef dat de geest van Jesus Christus, die de geest van liefde is, mijn hart en aller menschen harten moge vervullen, opdat wij allen één hart en éene ziel worden, in de liefde van Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Heilige God, Heer, Gebieder, Koning en rechtvaardige Rechter over mijn leven , met innig leedwezen en in ootmoed des harten erken en belijd ik, dat ik mij tot hiertoe dikwijls, zwaar en bij herhaling, tegen uwe Goddelijke Majesteit heb bezondigd en ontelbare malen de heilige liefde gekwetst heb, welke ik U. mijn God, en mijnen medemenschen verschuldigd ben. Maar zie, berouw vervult mijne ziel en schaamte bedekt mijn aangezicht, bij het terugblikken op zoo vele en zoo groote zonden, en ik ben bereid oprecht | boete te doen, en al het misdrevene 1 zoo veel en goed mogelijk te her- ! stellen. Daarom wend ik mij tot uwe | onuitsprekelijke barmhartigheid en i smeek ootmoedig, door de verdiensten k i»---«1

en het bloed mijns Verlossers, Jesus Christus, om genade en toegevende erbarming, en zelfs om ontbinding en vergiffenis mijner zonden, gelijk ik hier voor het aanschijn uwer Goddelijke Majesteit en voorden Hemel, allen en een iegelijk volkomen vergeel', die mij mochten beleedigd hebben.

Zie, o mijn Heer en mijn God, ik beloof in oprechtheid des harten en maak met goeden wil het vaste besluit, U voortaan nooit meer te beleedigen, mijne naasten niet meer te krenken, niet meer te bedroeven, hun niet meer te schaden, maar getrouwelijk uwe zoo heilzame geboden te zullen onderhouden ; ü ijverig te dienen, U van harte en boven alles en mijne medemenschcn als mij zeiven lief te hebben; ik beloof almede, b dat ik alle kwade gewoonten moedis

zal bestrijden, en alle gelegenheden en alle aanleiding zal vermijden, waardoor ik zoo dikwijls tot zonde gekomen ben. Dit is mijn ernstige wil, mijn vaste voornemen, mijn heilig besluit.

Maar, o God, wat zeg ik ! — Ik gevoel mijne zwakheid en zal voorzeker, hij al mijne goede voornemens, desniettemin, weêr menigmaal struikelen en vallen, gelijk ik reeds zoo dikwijls na de beste voornemens hervallen ben. Trouwens, als de rechtvaardige zevenmaal daags valt, hoe zou ik, arm, zondig schepsel, dan zonder feilen blijven ? Daarom, o goederlieren en barmhartige God, verlaat mij niet; en als ik 0|) nieuw het ongeluk mocht hebben te struikelen, of zelfs diep te vallen, laat mij dan niet moedeloos worden, doe

hartigheid niet verliezen, maar versterk en bemoedig mij, opdat ik terstond na mijn vallen wederom opsta, om rouwmoedig terug te koeren tot U, mijn beleedigdcn Vader, die onze zwakheid kent, die weet, dat wij slof en asch zijn, die altijd bereid zijt een rouwmoedig zondaar aan te nemen en hem zoo gaarne wilt vergeven.

Bij het besef mijner onmacht en zwakheid, sluit ik mij vast aan U, goedertieren (iod en liefdevolle Vader, en vertrouw op den almachtigen bijstand uwer genade. Gij zijt mijne sterkte, mijne kracht en mijn heil, mijn beschermer en mijn redder, mijn God en mijn ontfermer. Als zoodanig erken en belijd ik U; als zoodanig verheerlijk en aanbid ik U; met mijnen Heer en Heiland Jesus Christus, en den Heiligen Geest, in

om de gedachten aan Jesus en aan zijne groole liefde steeds levendig te houden. {*)

Goddelijke Heiland, die eens uit liefde tot mij aan het kruis gestorven, en niet dezelfde liefde altijd werkelijk in hel Allerheiligste Sakra-raent tegenwoordig zijt: geef dat ik alleen voor U leve en uwe oneindige liefde met al de liefde van mijn hart trachte te beantwoorden. De wereld zij mij een kruis, en ik der wereld gekruisigd; opdat ik, vrij van alle banden der verleiding, U met een •

(*) Deze ontboezemingen des harten kunnen ook dienen hij het bezoeken van het Allerheiligste Sakrament ; alsmede voor gods-lt;Tgt; dienstige oefeningen in den huislijken krintr lt;^gt;

onverdeeld hart aanhange en ü dikwijls in de eenzaamheid volge, waar Gij woorden des levens en van troost tot mij wilt spreken.

O Jesus, mijne gekruisigde liefde, stort door de genade des Heiligen Geestes, uwe liefde in mijn hart, opdat ik, alzoo versterkt, voortdurend uwe liefde met heilige wederliefde beantwoorde, en in waarheid met den Apostel moge zeggen: »ik weet dat geluk noch tegenspoed, vreugde noch leed, aanzien noch vernedering, gezondheid noch ziekte, leven noch dood, noch eenig menschelijk geweld, mij van de liefde mijns Heeren en Hci-lands, van Jesus kan aftrekken. Amen.

opdat ik mij U en uwer liefde aKoos herinnere, mij uwe weldaden bestendig voorstellc, en nooit vergete de tallooze behoeften en de vreeslijke kwellingen, die Gij ter wille van mijn ecuwig heil op U genomen en verduurd hebt.

Moge Gij. o Jesus, steeds het voorwerp zijn van al mijne gedachten, woorden en werken, het doel mijner wenschen en bezorgdheden, het doel van al mijn streven, het brandpunt vau alle krachten en neigingen mijns gemoeds, het middenpunt van alle gewaarwordingen en driften mijns harten !

Wees Gij, o Jesus, als ik arbeid mijn doel, als ik rust mijne genieting, als ik waak mijn gedachte, als ik slaap mijn droom. Nooit verwijdere zich de zoete herinnering aan U uit mijne ziel; nooit verdwijne uw beeld g uit mijn hart!

Voor den rechtgeaarden Christen bestaat er geen grootcr geluk, noch grootere vreugde, dan U, o Jesus, te beminnen en met U in liefde ver-cenigd te zijn. Wie U bemint en met U door de liefde vereenlgd leeft,

die heeft niets te vreezen; hij is gelukkig en geniet het hoogste goed des levens: want waar Gij zijt, daar is vrede en vreugd, genade en zegen, heil en zaligheid. Daarom bid ik ü, o Jesus! laat niets mij lief en aangenaam zijn zonder U. Alles wat zich niet met uwe lielde en uw welgevallen laat vereenigen, worde door mij vermeden en gehaat; wat U aangenaam is en uwe liefde in mij kan vermeerderen en volmaken, worde door mij bemind en met allen ijver nagestreefd.

U is mijn hart, mijn ziel gewijd; Ach, neem mijn offer minzaam aan Ach, laat mijn geest ten Hemel gaan. En heb ik heel mijn levenstijd In vollen trouw ü toegewijd,

Dan zal, als eens mijn uur zal slaan. Mijn ziel in vreugd van de aarde gaan. En eeuwig U zijn toegewijd, ^ U, Jesus, die mijn liefde zijt.

Waai' mijn schat is, daar moet ook mijn hart zijn. Mijn schat nu zijt Gij, beminnenswaardigste Jesns, in de plaats waar Gij voortdurend onder ons tegenwoordig zijt, in het Allerheiligste Sakrament. Daar kan ik U altoos vinden, daar mij met ü verheugen, daar uwe beminnenswaardigheid naar hartelust genieten. O, trek mij dikwijls daarheen, door het zachte geweld uwer genade, opdat ik U navolge cn de zoete geuren uwer liefde inademe. Kan ik'ook niet altoos lichamelijk daar bij ö zijn, o Jesus, laat dan toch mijn hart met de volheid der liefde voortdurend bij U rusten. Ja, de rustplaats mijns harten zij in het Allerheiligste Sakrament. Die plaats heb ik mij uit-{b verkoren; daar wil ik zijn en blijven, .4

niet al mijne gedachten, met al mijne wenschen en met al mijne begeerten, nu en alle dagen mijns levens.

Wees mijn helper , Goddelijke Heiland, opdat ik altijd en overal mijne blikken op U gevestigd boude, en steeds met het oog op U baudele en wandele; dat ik mij alzoo beijvere in gedachten, woorden en werken een zuiver, zoudenvrij en vlekkeloos leven te leiden. Verwijder alles van mij, wat met uwen geest en met uwe liefde in strijd is: hoogmoed en ijdelheid, onmatigheid, wellust en onkuischbeid, gierigheid en hebzucht, toorn, haat, nijd cn vijandschap. Maar schenk mij ootmoedigheid, bescheidenheid, zedelijk gevoel, matigheid, kuisehbeid, zachtmoedigheid, ^ tevredenheid, welwillendheid, goed- Jfe

Geef mij een medelijdend en tot weldoen geneigd en bereidvaardig hart, opdat ik mij den bedrukte gaarne aantrekke, den arme en noodlijdende ondersteune en geen ongelukkige mijne hulp ontzegge, als ik helpen kan. Doe mij steeds het goede beoefenen waar en zooveel ik kan; doe mij mijne naasten liefhebben zoo als het behoort, en mij overal als een getrouw en rechtschapen Christen kenmerken Ja, help mij, o Jesus, opdat ik door een waarachtig chris-telijken levenswandel U welbehagelijk worde, mijne medemensehen stichtte, mijne roeping op aarde vervulle, en de eeuwige gelukzaligheid des Hemels deelachtig worde. Amen.

Doe, lieve Jesus, waarachtige levenszon voor allen, die het licht zoeken en de duisternis schuwen, doe mij door de levendwekkende stralen uwer genade altijd beschijnen en geef dat mijn hart, even als de zonnebloem, zich steeds naar uw licht keere en de weldadige werking uwer genade en uwer lietde in zich opneme. Nu reeds vervult uw He-melsch genadelicht mijne ziel met vreugde: o welk een wellust zal haar eens doorstroomen, als het licht uwer Hemelsche klaarheid zich aan haar zal mededeelen, cn zij in het eeuwig licht den glans van uw liefelijk aanwezen zal mogen aanschouwen !

Gij ziet ook in mijn hart en weet hoezeer het naar uwe liefde verlangt. Om mij deze uwe liefde eenigszins waardig te maken, ver/aak ik alle liefde voor de wereld, voor hare verleidende en schitterende vermaken, haar zondig genot, hare verblindende pracht en opschik. U verkies ik als het eenige voorwerp van al mijn geluk, van al mijne vreugde, ja als het eenige voorwerp van mijne liefde. U bezittende, bezit ik alles, en niets kan mij ontbreken; trouwens wat zou, buiten ü, in staat zijn mijn hart te bevredigen, dat door U, en alleen voor U geschapen is en slechts in U rust kan vinden.

Wat is genot en aardsche vreugd Bij 't zoet van godsdienst en van deugd; Wat baat mij schat en overvloed.

Dal Eeuwig Goed, dal Eeuwig Heil Die Zee van Liefde zonder peil, Is Jesus, Jesus, Jcsus zoet Voor die Hem in aanbidding groet.

In Jesus vind ik allen scliat, Met Jesus ga ik op het pad, Dat naar het eeuwig leven leidt, — In Jesus vind ik zaligheid. —

0 Jesus! mijne hoop, mijn troost cn mijn leven, zie, hier in de stille eenzaamheid, waar niemand mij ziet dan Gij, terwijl niemand zich over mijn lijden boosaardig verheugen, noch mijne tranen bespotten kan; — hier kniel ik neder tot een ootmoedig gebed, om mijn bedroefd hart voor ü uit te storten.

een vriend aan zijn vriend, gelijk een arm, hulpeloos schepsel aan zijnen almachtigen Schepper en goedertierensten Heer!

Liefderijke verkwikker van hen, die vermoeid en beladen zijn, ach, ont-' ferm U mijner. Verhef mijn Ier neer geslagen hart, en bemoedig mijne bedroefde ziel door uwen verkwik-kenden troost.

Jesus, mijn Heiland en Verlosser, help en verlos mij uit dit ongeval, als het U ter eere en mij tot heit verstrekt; of versterk mij met geduld, opdat ik met ware christelijke overgeving lijde en met hartelijke liefde den kelk drinkc, dien uwe liefde mij tot deelneming aan uw jg lijden te drinken geeft. Doe mij nu èjb

O Jesus, trooster der bedroefden, ontferm ü mijner! Vertroost door uwen bitteren doodsangst aan den Olijfberg, mijn arm en bedroefd hart.

O Jesus, sterkte der zwakken, ontferm U mijner! Door den zwaren last van het kruis, dat Gij om mijnentwille gedragen hebt, bid ik U, versterk mij in mijn kruis, opdat ik er niet onder bezwijke.

O Jesus, beschermer van hen die vervolging lijden, ontferm U mijner! Door den bitteren vloed van spotternijen en beleedigingen, die Gij bij uw lijden, maar inzonderheid aan het kruis, van uwe vijanden verduurd hebt, bescherm mij tegen het geweld van hen, die mij willen schaden en É quot;'j'¹⁶ dagen niet kommer vervullen

O Jesus, redder der ongelukkigen, ontferm U mijner! Door uwe glorie-voljle Verrijzenis van den dood en uwe niet minder glorierijke Hemelvaart smeek ik U, red mij uit alle gevaar, en voer mij door dit lijden tot de vreugde uws heils.

l.aat mij, o Jesus, niet boven mijne zwakke krachten beproefd worden, maar beschik mijn lijden zoodanig, dat ik het verdragen en gelukkig te boven komen kan. Doe, als de nood tot het hoogste stijgt, uwe hulp ook het naaste bij zijn.

Verhoor mij, o Jesus, Gij die mijne hoop, mijn troost en mijn helper zijl in eeuwigheid. Amen.

O zoete Moeder mijns Verlossers, Heilige Maagd Maria, die zoo diep bedroefd en met het zwaard der A B-----«II

SDiarte in uwe borst onder het kruis van uwen Zoon gestaan en al zijn lijden in uw Moederhart mede gevoeld hebt, sta mij in dit droevig tijdensuur met uwe vertroosting bij, en help mij, opdat ik met geduld, met overgeving en kloekmoedigheid lijde, en opdat ik alzoo versterkt worde in de beproeving, welke de Heer over mij heeft laten komen.

Dikwijls wil ik mijne blikken op het kruis werpen, o Heilige Moeder! en niet vergeten, dat het juist onder het kruis was, waar uw Goddelijke Zoon U aan ons tot Moeder gaf, waar Gij ons als uwe kinderen aangenomen en in de pijnen en smarten des kruises als herboren hebt. Wij y.ijn alzoo kinderen des kruises, en het adellijk wapen onzer christelijke geboorte is het kruis, waardoor

Niemand kan trouwens Christus tocbehooren en uw kind zijn, o Heilige Moedèr, die niet door het kruis gekenmerkt is; want »wie mij wil toebehooren — zegt Jesus — die verloochene zich zelvcn, neme zijn kruis op en volge mij!quot; Daarom zegt het spreekwoord terecht: «zonder kruis geen Christen!quot;

Help mij, lieve Moeder, dat ilt deze waarheid ernstig ter harte neme en mij wegens het kruis verheuge een Christen te zijn, en dat ik er tevens naar streve , in alle lijden den adel eener christelijke gezindheid te bewaren, die zoo heerlijk^in uw lijden heeft uitgeblonken, en zich , steeds door waar geduld en tevre-i denheid, door kinderlijke onderwer-^ ping en een vast vertrouwen op God A

openbaart. De Heer zal mij niet boven mijne krachten beproeven, maar, wanneer ik mij getrouw betoon, zal Hij aan mijn lijden ter goeder ure eene gunstige uitkomst geven.

En Gij, lieve Moeder, zult voor mij bidden en mijn lijden door uwe zoete vertroosting verzoeten. Ja, ook, ditmaal zult Gij mij weder doen ondervinden, dat Gij niemand verlaat, die in zijnen nood niet kinderlijk vertrouwen zijne toevlucht tot U neemt en uwe voorspraak inroept. Dit is altijd gebleken en zal ook altijd blijken. Daarom ben ik getroost en bemoedigd, en daarop vertrouw en bouw ik. Amen.

In allen nood zal 'k op uw liefde bouwen, U Zee-sier, voorwerp mijner reinste min i

ü, die 't gewonde hart zoo zacht verkwikt; Met vol vertrouwen zal 'kU hulpe vragen. Wat angst mijn arme ziel ook heeft verwrikt.

Die de arme mensch zoo vaak bij kommer stort; üw vrengd bestaat den weg van troost te banen Voor hem,die door de smart on tmoedigd wordt.

Maar allen, die op U vertrouwen stelden , Die hoorde uw willig oor let bijstand aan.

O mijne Meesteres en mijne Moeder! Ik draag mij geheel aan U op; en om U een bewijs te geven van j godsvrucht tot ü, wijd ik U k

hedcn mijne oogen , mijne ooren , mijn hart en mond, en alles wat ik heb en ben. Vermits ik U alzoo toebehoor, o goede Moeder zoo bewaar en bescherm mij als iets wat U in eigendom toebehoort. Amen (')

(*) Wie dit kleine gebed 's morgens en 's avonds na den Angelus aandachtig bidt, verdient dagelijks 100 dagen aflaat.

Loof den Heer, mijne ziel, en alles wat in mij is, vcrhcerlijke zijnen Heiligen Naam.

O God, Hemelsche Vader ! In ootmoed des harten verschijn ik, uw arm schepsel, aan den avond van dezen dag voor U, om in den naam mijns Heeren Jesus Christus, U van ganscher harte te danken voor alle genaden en weldaden, die ik gedurende geheel mijn leven, en in het bijzonder heden van uwe milde goedheid ontvangen heb. Gezegend zij uwe onuitsprekelijke barmhartigheid, die nooit ophoudt ons boven alle verwachtingen goed te doen.

En nu, algoede God en Hemelvader, schenk mij uw licht en uwe waarheid, opdat ik erkenne hoe ik mij heden in al mijn doen en laten gedragen heb : of ik op den weg der heiliging voorwaarts of terug gegaan ben. Verleen, o God, aan mijne lede- 4

maten geen rust, aan mijne oogen geen slaap, alvorens ik inzie, waarin ik misdaan, en, wat ik zondigs bedreven, beweend heb. De genade des Heiligen Geestes verlichte mij. Amen.

Overdenk nu. Christen, den afge-loopen dag. en zie toe, of gij steeds als een rechtschapen Christen gedacht, gesproken en gehandeld hebt; of gij zuiver, zonder bedrog of valsch-heid in uwe gedachten en bedoelingen, — waarheidlievend, godvree-zend en stichtend in uwe gesprekken, — rechtvaardig en ijverig in uwe werken; — of gij nederig en zachtmoedig, vreedzaam, liefderijk en welwillend in den omgang met uwe medemenschen; — geduldig, tevreden en overgegeven in tegenspoed en wederwaardigheden geweest zijt; — of gij iemand beleedisd, benadeeld of vor-(4 keerct bejegend hebt; — of gij mi

schien verzuimd, misschien liefdeloos geweigerd hebt goed te doen en barmhartigheid te oefenen, waar gij kondet en christenplicht dit vorderde, enz.

Doorloop de Tien Geboden Gods en de Geboden der H. Kerk, en zie, of en op welke wijze gij daartegen gezondigd hebt.

Christen! beproef u ernstig en oprecht, en let voornamelijk op uwe booze neigingen, hartstochten en verkeerde gewoonten, opdat deze u niet ten verderve mogen strekken. Tracht een volmaakt berouw te verwekken, en, zoo noodig, tot eene spoedige biecht te besluiten.

O barmhartige God en Vader, uwe oogen hebben mijne onvolmaaktheden gezien, en mijne zonden zijn voor éh uwe alwetendheid niet verborgen ge- ^ s

bleven. Ik erken mijne schuld, en gevoel, uit zuivere liefde tot U, een hartelijk leedwezen over al mijne zonden en gebreken. Het bedreven kwaad w il ik naar vermogen herstellen, het verzuimde goed wil ik trachten in te halen. — Vergeef mij ook ditmaal, o mijn Heer en mijn God, en verwerp mijn rouwmoedig en vermorzeld hart niet. Hierom bid ik U, door Jesus (quot;.hristus, uwen Zoon, onzen Heer, die voor mijne zonden en voor de zonden der gansche wereld overvloedig voldaan heeft.

In vertrouwen op zijn allerheiligst verzoeningsbloed en op uwe oneindige barmhartigheid, leg ik mij ter ruste. Neem mij, o God, in uwe bescherming, en laat mij niet inslapen, dan in de overtuiging uwe vriendschap niet te hebben verbeurd. Ontferm ik, liefderijkste Vader, over mijne ^ ■gt;

naastbestaanden, mijne ouders, broeders en zusters, over mijne vrienden en bekenden, over mijne weldoeners, alsmede over mijne vijanden. Ontferm U over de gansche christenwereld, en hen, die uwe hulp het meest behoeven. Versterk en bemoedig de rechtvaardigen, bescherm de onschuld, red de dwalenden en misleiden, help hen die bekoord worden, bekeer de zondaars, troost de lijdenden, verkwik de zieken, schenk uwe genade aan de stervenden, en geef den afgestorvenen de eeuwige rust. Amen.

Heer Jesus Christus, Zoon van den levenden God, ontferm U mijner, en vergeef mij de zonden door gedachten bedreven.

door woorden en werken en verzui-menissen heb bedreven.

Neig U tot mij, Heere Jesus Christus, en kom mij te hulp. Red mij ter wille van uwen Heiligen Naam.

Besproei mij met hysop, en ik zal gezuiverd worden; wasch mij in uw bloed, en ik zal witter worden dan sneeuw.

Schep in mij een zuiver hart, en vernieuw in mijn binnenste den geest san rechtvaardigheid.

Schenk mij de vreugde uws heils, en bevestig mij door den geest uwer sterkte.

Heer! ontferm U mijner. Christus! ontferm U mijner. Heer! ontferm U mijner.

Onze Vader, enz. Weesgegroet, enz.

Gebed.

I Wij bidden U, o Heer, bezoek in

verwijder daarvan alle bekoringen van den boozen vijand. Laat uwe Heilige Engelen onze legerstede omgeven, ons in vrede bewaren, en beschermen tegen alle kwaad naar ziel en lichaam. Amen.

Men kan t:r bijvoegen liet jrelied lot Maria, en de daaropvolgende zegenbede , bladz. 12 en 13.

Kom, Heer Jesus, en bereid mij Ier ruste. Doe uwe genade in mijne ziel nederdalen, opdat ik in uwen vrede inslape en morgen in uwe genade weder ontwake. Doe mij aan uw liefdevol hart rusten en daarin ademen. .

Heer Jesus ! in uwe handen beveel ik mijn geest. — Jesus ! voor U waak ik ; — Jesus ! in U slaap ik; — Jesus! in ü leef en sterf ik.

Goddelijke Heiland ! terwijl ik mij nu nederleg om te slapen, houden vele godvruchtige geloovigen de wacht bij uw Allerheiligst Sakrament en verheerlijken U, verborgen God en Heiland, niet aanbidding, lof, gebeden en dankzeggingen. O, hoe overvloedig verspreiden zich daardoor de zegeningen cn genadegaven over het zondige menschdom, en hoe vele en groote rampen worden door dit altijddurend gebed niet van ons afgekeerd ! In den geest mij vereenigende met alle deze ijverige vereerders van het Allerheiligste Sakrament. wensch ik, dat in dezen nacht, al mijne ademtochten, pols- en hartslagen jubelend mogen herhalen :

Geloofd, geprezen en gedankt zij te allen tijde het Allerheiligste en Goddelijke Sakrament. Amen. (100 i dagen aflaat).

Er is gecne oefening in onzen heiligen godsdienst, die zooveel schatten van genade, zegeningen en weldaden in zich bevat, als het H. Misoffer.

In dit offer wordt dagelijks, op geheimvolle wijze, het lijden en sterven van onzen Goddelijken Verlosser

lijks, op onze altaren, de onmetelijke genadeschat der oneindige verdiensten van Jesus Christus ontsloten, en den geloovigen, die in aandacht en rouwmoedige stemming daarbij tegenwoordig zijn, als ter heilige beschikking gesteld.

Wegens de vruchten, die de geloovigen uit het godsdienstig bijwonen der Mis kunnen trekken, noemt de Heilige Franciscus van Sales de Heilige Mis : de zon van alle godsvruchts-oefeningen, het middenpunt van den christelijken godsdienst, het hart der gebeden, de ziel van alle godsvrucht. De Heilige Mis, — zegt hij — is een onbegrijpelijk, onuitsprekelijk geheim, dat den afgrond der goddelijke liefde en barmhartigheid in zich bevat, omdat Jesus Christus, de God der liefde, hierin zelf handelt en den rijkdom

als de zon hare stralen, op het mildst over allen en naar alle zijilen uitspreidt.

Waarlijk, geen tong is in staat het kostbare van het Heilige MisolVer uit te spreken; geene pen vermag het te beschrijven, welke rijke vrachten van genade, welk een overvloed van gaven en weldaden daardoor kan verkregen worden.

Gelijk de zon alle planeten in glans en kracht overtreft, en de aarde meer voordeel aanbrengt dan alle sterren te zamen, evenzoo overtreft de viering van het Heilige Misofler in verhevenheid en waarde voor God, in voordeel en nut voor den mensch, alle andere godvruchtige werken.

Ja, de Katholieke Kerk, zoo mogen wij met Marchantius zeggen, vermag, met al hare overige genademiddelen en heilige geheimen te za-

goed en heilig, der Goddelijke Majesteit zoo waardig en aangenaam, Jesus zoo welgevallig, Maria, den Heiligen en Engelen zoo liefelijk, den rechtvaardigen en zondaren zoo heilzaam, en den armen zielen in het vagevuur zoo vertroostend en helpend, als het H. Misoffer.

Daarom zegt dan ook de Kerkvergadering van Trente : «wij rekenen ons verplicht te verklaren, dat geen zoo heilig en geen Gode zoo welgevallig werk door de deugdzame geloovigen kan verricht worden, als de bijwoning van het vereerenswaar-dig en eerbiedwekkend geheim, waardoor het levenwekkend Slachtoffer, door hetwelk wij met God den Vader verzoend worden, dagelijks op het altaar wordt opgedragen.quot;

j een boven alles goed werk verrichten ; wilt gij u Gods zegeningen in de hoogste mate verwerven : wilt gij uwe welvaart gunstig bevorderen,

wilt gij gelukkigen vooruitgang in uw bedrijf en ondernemingen, licht in moeielijke zaken, spoedige hulp in nood, verkwikkenden troost in lijden, bescherming in gevaren, redding uit hot ongeluk, bovennatuurlijke kracht om onvermijdelijke bezwaren en beproevingen moedig door te staan;

wilt gij de beste en rijkste voldoening voor uwe zonden geven, uw heil | krachtdadig bewerken en u de eeu-| wige zaligheid op het stelligst ver-I zekeren ; nog meer: wilt gij die vruchten uwen uiedemenschen en ' naastbestaanden toevoegen; wilt gij voor hen en voor U zeiven alle denkbare genadegaven van God op het j4 gemakkelijkste en zekerste verkrijgen, -—^üü

woon dan ijverig en met aandacht, zoo dikwijls gij kunt — en dit kan men, als men slechts wil en er de zaken behoorlijk naar regelt — het Heilig Misoffer bij. Laat, zoo mogelijk, geen dag voorbijgaan, zonder u bij het altaar van Jesus Christus te bevinden, om met den Priester des Heeren aan de Goddelijke Majesteit het verhevenste, heiligste en heilzaamste Offer des Kieuwen Vwbonds op te dragen. Tracht daarbij altoos tijdig genoeg te verschijnen, om u waardig en door eene goede meening des te beter te kunnen voorbereiden. Alzoo geschiede het !

Goddelijke Heiland, Jesus Christus ! uit oneindige liefde voor ons, zondige Adamskinderen, zijt Gij van den Hemel gedaald, hebt Gij uit Maria, de Allerzaligste Maagd, de menschelijke natuur aangenomen, uwe onsterfelijke Godheid met het vleesch onzer sterfelijkheid omkleed; en op die wijze hebt Gij, als Godmensch, voor ons het bitterste lijden en den gruwzaamsten dood ondergaan ten ^ i»--—«11

DE H. MISOFFERANDE. 69 Sp einde ons van den eeuwigen dood dei¹zonde te redden en tot de vreugde des Hemels terug te voeren.

Deze daad van onuitsprekelijke liefde en barmhartigheid moest den mensch levendig voor den geest blijven : te dien einde hebt Gij op den vooravond van uw lijden het onbloedig Offer des Nieuwen Verbonds willen instellen, in hetwelk Gij uw Allerheiligste Lichaam. dat aan het kruis genageld, en uw kostbaar Bloed, dat tot vergeving onzer zonden vergoten werd, aan God, uwen Hemel-schen Vader, onder de geheimvolle gedaanten van brood en wijn, dooide handen des Priesters opdraagt. Als een rein offer der gerechtigheid en als eene voortdurende verzoening voor onze zonden doet Gij alsdan uw Vleesch en Bloed tot den troon der eeuwige Godheid opstijgen, dat aanbiddelijk A

Geheim ons ook geschonken als een voortdurend levendig aandenken aan uwe liefde, en als eene spijze, die tot in eeuwigheid onsterfelijk maakt.

O liefdevolle Verlosser! wij hidden U, verwek in ons, die hier tot het bijwonen van dit ofler vereenigd zijn, zulke voornemens en gevoelens van godsvrucht, dankbaarheid en liefde, als hij zulke verheven geheimen be-hooren, en schenk ons ook nu weder, door de vernieuwing van dit kostbaar offer, op nieuw de zalige vruchten van de rijke genadeschatten uwer verlossing; Gij, die leeft en heerscht, met den Vader, in eenheid met den Heiligen Geest, God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

DE H. MISOFFERANDE. 71 die hier het altaar omgeven, om het offer van het Lichaam en Bloed van Jesus Christus, uwen Zoon, bij te wonen. Wij vereenigen ons in waren ootmoed met het inzicht en het doel, dat Hij had bij de instelling van dit allerheiligste offer, en wij bieden het uwer Goddelijke Majesteit met den diepsten eerbied aan:

1. Als eene verschuldigde aanbidding en verheerlijking van uwen Al-ierheiligsten Naam.

2. Als eene plechtige erkenning van uwe onwrikbare rechtvaardigheid en heiligheid, alsmede van uwe onuitsprekelijke barmhartigheid en van uwe liefde te onzen opzichte, die ü zelfs uw eenigen Zoon niet deed sparen, maar Hem overgaf tot onze redding en verlossing.

5. Tot dankzegging voor de barmhartigheid en de liefde, die Gij ons tot op dit uur bewezen hebt.

6. Tot verkrijging van uwe milde gunsten, van uwe weldaden, van uwe bescherming, en van uwe Goddelijke hulp ten aanzien van alle onze aangelegenheden en behoeften.

7. Tot vermeerdering der glorie en heerlijkheid van de Allerzaligste Maagd Maria, de Moeder van onzen Verlosser, alsmede ter eere van alle Heiligen, in het bijzonder van den Heilige, wiens gedachtenis heden door de Kerk gevierd wordt.

9. Ten nutte der Heilige Kerk en van de geheele wereld; tot welzijn van alle levenden, en tot lafenis en troost van allen, die in den Heer gestorven zijn.

Neem, o God en Vader, neem deze goede meening met welgevallen aan, cn zegen ons overvloedig door de kracht van dit Heilig Oft'er met uwe Goddelijke genadegaven; dit bidden wij U door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

De volgende Misgebeden kunnen in een half uur gedaan worden. Als de mis nu niet zoo lang duurt, of als men meer tijd behoeft om ze af te doen, dan kunnen de met een * aangeduide gebeden achterwege blijven.

In den naam — f des Vaders, f en des Zoons, f en des Heiligen Geestes. Amen. A

Ik wil opgaan tot Gods altaar, tot Hem, die van mijne jeugd af mijn ontfermer is.

Loven wil ik den Heer van gan-scher harte, en mijnen God wil ik danken in vereeniging met zijne god-vruchtigen.

De Heer heeft een aandenken zijner wonderen ingesteld, onze genadige en barmhartige Heer; spijs heeft Hij gegeven aan die Hem vreezen.

Hij heeft zijn volk verlost en er een eeuwig genadeverbond mede gesloten Heerlijk en hoog verheven zij zijn naam.

Eere zij God — f den Vader, f en den Zoon, f en den Heiligen Geest; gelijk in den beginne, nu en altijd, en in alle eeuwigheid. Amen.

Ik wil opgaan tot Gods altaar, tot Hem, die van mijne jeugd af mijn A ontfermer is. A li»-----«ii

DK H. MISOFFERANDE. 75 Goedertieren en zachtmoedig is de Heer; daarom ontfermt Hij zich over den zondaar en geleidt hem op den weg der boete.

Ik wil mijne ongerechtigheden voor den Heer belijden en mijne zonden niet verzwijgen.

ik belijd voor den almachtigen God, voor Maria, de Heilige en altijd Onbevlekte Maagd, voor den H. Aartsengel Michael, den H. Joannes den Dooper, de H. Apostelen Petrus en Paulus, en voor alle Heiligen, ten aanschouwe Van deze schaar van ge-loovigen. dat ik dikwijls en zwaar gezondigd heb, door gedachten, woorden en werken. Hel is mijne schuld, mijne eigen, mijn allergrootste schuld! Daarom bid ik de Heilige Maagd Maria, den Heiligen Aartsengel Michaël, den Heiligen Joannes den Dooper, de Hei-é ■, lige Apostelen Petrus en Paulus en

alle Heiligen, ook den Priester aan het allaar en deze vergadering van geloovigen, den Heer, onzen God, voor mij om ontferming, genade en barmhartigheid te willen bidden.

De almachtige God ontferme zich over mij, Hij vergeve mij mijne zonden, en geleide mij ten eeuwigen leven! Amen.

Kwijtschelding, ontbinding en vergiffenis van alle zonden verleene mij en de hier vergaderden de almachtige en barmhartige God — Vader, Zoon, en Heilige Geest. Amen.

* Toon ons. Heer, uwe oneindige en onuitsprekelijke barmhartigheid, en doe ons uw heil genieten.

* Ontsla ons, o Heer, wij smee-ken het U, van onze zonden, opdat wij waardig worden dit Heilig Offer met een zuiver hart mede te vieren : door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Looft den Heer; want Hij is goedertieren , en zijne barmharligheid duurt in eeuwigheid.

Eere zij God — f den Vader, — f den Zoon, — f en den Heiligen Geest; gelijk in den beginne zoo nu en altijd, en in alle eeuwigheid.

Christus! ontferm U onzer, Christus! ontferm U onzer. Christus! ontferm U onzer.

Cij, die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer. Gij, die wegneemt de zonden der wereld, ontvang ons ootmoedig gebed.

Gij, die zit aan de rechterhand des Vaders, ontferm U onzer. Gij-al een zijt de Heilige ; Gij-alleen zijt de Heer; Gij-alleen zijt de Allerhoogste, Jesus Christus, met den Heiligen Geest, in de heerlijkheid des Vaders ! Amen.

Almachtige, eeuwige God 1 uit de diepte mijner ziel smeek ik U ; wil het ootmoedig gebed uwer Heilige

tigheid doen doordringen en verhoor het genadiglijk. Wet do gebeden des Priesters aan het altaar, vereenig ik de wenschen en beden mijns harten. Gij, Alwetende, weet en kent al mijne behoeften en wenschen, en zijt machtig en goedertieren genoeg om er in te voorzien. Bevredig dan, o goedertierenste God, naar uwe wijze goedheid, de stille wenschen mijns harten, en verleen mij genadiglijk alles, dat mij noodig en nuttig is naar ziel en lichaam. Ontferm U over mij en over allen die uw naam vreezen; laat allen ondervinden, dat Gij altoos een genadige God en Helper zijt. Droog de tranen der bedroefden, verlicht den nood der be-hoeftigen, verzacht het lijden der zieken, en zie verzoenend neder op de rouwmoedige en boetvaardige zonda-® ren ; opdat allen uwe gunst en mild-

dadigheid prijzen, cn eens in volle aanschouwing U eeuwig verheerlijken; door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Weet het, mijne geliefden, in de laamp;tste dagen zullen er gevaarlijke tijden komen. De raensehen zullen zijn vol eigenliefde, heb- en pronkzucht , hoovaardij en laster; zij zullen hunne ouders en overheden weêrstrcven; zij zullen ondankbaar, eerroovend, liefdeloos, oproerig, leugenachtig, onmatig, gruwzaam, hardnekkig, verraderlijk, moedwillig en opgeblazen zijn en hunne lusten meer beminnen dan God... Ja, de boozen en verleiders zullen voortdurend slechter worden; want zij dwalen en

Daarom, mijne geliefden, weest op uwe hoede, en blijft getrouw aan hetsene gij (in het christelijk onderwijs) geleerd hebt en u werd toevertrouwd. Want gij weet immers van wien gij geleerd hebt, en hoe gij, van uwe kindsheid af. onderwezen zijt tot de zaligheid, dooi' het geloof aan Jesus Christus, den hooggeprezene in eeuwigheid! Amen.

Als liut misboek naar de linkerzijde is Oïtr-^edrageii, leest lt;le Priester daar liet

In dien tijde sprak Jesus tot zijne Leerlingen: «Tracht (voor alles) door de enge poort tot het leven in te gaan ; want wijd is de deur en breed | de weg, die ten verderve leidt, en a velen zijn er, welke dezen weg be-Sê®»---

wandelen. Eng daarentegen is de poort en smal de weg, die tot het leven leidt, en weinigen worden daarop gevonden. Hoedt u voor de valschc profeten !... Aan hunne vruchten (hunne werken) zult gij ze kennen. Elke goede boom brengt goede vruchten, en elke kwade boom slechte vruchten voort... Elke boom, die geen goede vruchten voortbrengt, zal afgekapt en in het vuur geworpen worden. (Elk Christen, die voor God geene goede werken kan aantoonen, gaat ten verderve). Want niet ieder, die zegt; «Heere! Heere!quot; zal het Hemelrijk ingaan, maar slechts hij, die den wil mijns Vaders doet, zal binnengaan in het rijk der Hemelen.quot;

Ik geloof in God den Vader, den almachtigen Schepper van Hemel en aarde. En in Jesus Christus, zijnen eeniggeboren Zoon, onzen Heer, die ontvangen is van den Heiligen Geest, geboren uit de Maagd Maria ; die geleden heeft onder Pontius Pilatus is gekruist, gestorven en begraven; die nedergedaald is ter helle en ten derden dage weder verrezen van den dood; die opgeklommen is ten Hemel, waar Hij zit aan de rechterhand Gods zijns Vaders, en van waar Hij zal komen om te oordeelen de levenden en de dooden. Ik geloof in den Heiligen Geest; in ééne. Heilige, Katholieke en Apostolieke Kerk : in de gemeenschap der Heiligen, de vergiffenis der zonden, de verrijzenis des vleesches, Jh en het eeuwig leven. Amen.

Neem, o Heilige Vader, almachtige, eeuwige God, het offer dezer zuivere hostie aan, welke ik, uw onwaardigste dienaar, ü, den levenden en waarachtigen God, door de handen des priesters aanbied, lot verzoening voor mijne menigvuldige zonden, he-lecdlglngen en verzuimenissen ; alsook voor alle hier tegenwoordige, en voor alle andere geloovlgen, zoowel afgestorvenen als die nog leven : opdat dit offer hun en mij tot heil vcr-strekke en ten eeuwigen leven. Amen.

Wij dragen U, o Heer, dezen kelk les heils op, en smeeken uwer goedertierenheid, dat dit offer lot ons heil en tot dat der geheele wereld,

Ik geloof in God den Vader, den almachtigen Schepper van Hemel en aarde. En in Jesus Christus, zijnen eeniggeboren Zoon, onzen Heer, die ontvangen is van den Heiligen Geest, geboren uit de Maagd Maria ; die geleden heeft onder Pontius Pilatus is gekruist, gestorven en begraven; die nedergedaald is ter helle en ten dorden dage weder verrezen van den dood; die opgeklommen is ten Hemel, waar Hij zit aan de rechterhand Gods zijns Vaders, en van waar Hij zal komen om te oordeelen de levenden en de dooden. Ik geloof in den Heiligen Geest; in ééne, Heilige, Katholieke en Apostolieke Kerk ; in de gemeenschap der Heiligen, de vergiffenis der zonden, de verrijzenis des vleesches,

Neem, o Heilige Vader, almachtige, eeuwige God, het ofl'er dezer zuivere hostie aan, welke ik, uw onwaardigste dienaar, U, den levenden en waarachtigen God, door de handen des priesters aanbied, tot verzoening voor mijne menigvuldige zonden, he-leedigingen en verzuimenissen; alsook voor alle hier tegenwoordige, en voor alle andere geloovigen, zoowel afgestorvenen als die nog leven : opdat dit ofl'er hun en mij tot heil vcr-strekke en ten eeuwigen leven. Amen.

Wij dragen U, o Heer, dozen kelk des heils op, en smeeken uwer goedertierenheid, dat dit offer tot ons heil en tot dat der geheele wereld.

in liefelijke geuren voor het aanschijn uwer Goddelijke Majesteit moge opstijgen. Amen.

Ootmoedig van geest en met een vermorzeld hart naderen wij tot U, o Heer ! Gelief ons in genade aan te nemen, opdal ons offer voor uw aangezicht aangenaam zij, aan U, onzen Heer en God. Amen.

Kom, Heiligmaker, almachtige eeuwige God ! zegen deze offerande, die wij bereiden ter cere van uwen Heiligen Naam. De welriekende geur van dit offer stijge tol ü omhoog en uwe harmhartigheid dale over ons neder: door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

O God ! wasch mij gedurig meer van mijne ongerechtigheid, en reinig mij van mijne zonden.

Schep in mij een zuiver hart, en vernieuw in mijn binnenste den geest der gerechtigheid.

Zuiver mijne ziel van alle vlekken, o God, Gij God mijns heils! dan zal mijne tong uwe barmhartigheid prijzen.

Eei'e zij God — den Vader, en den Zoon, en den Heiligen Geest: gelijk in den beginne, zou nu en altijd, en in eeuwigheid. Amen.

Neem, o Heilige, Drie-eenige God, in de volheid uwer genade dit ofl'er aan, dat wij U opdragen tot gedach- A »--«li

tenis van het Lijden, de Verrijzenis en Hemelvaart van Jesus Christus, onzen Heer; — tot aandenken aan de altijd zuivere Maagd Maria, aan den Heiligen .'oannes den üooper, de Heilige Apostelen Petrus en Paulus en van allo Heiligen ; opdat hel hun tot eere en ons tot heil verstrekke, en zij in den Hemel voor ons mogen bidden, terwijl wij hier op aarde hunne gedachtenis vieren. Door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

De glorievolle scharen der Heiligen en Zaligen in den Hemel gedenkende, willen wij onze harten verheffen tot hen, om in hunne gemeenschap Gode te loven en te danken, gelijk het recht is en billijk.

1)E H. MISOFFERANDE. 89 plichtmatig en heilzaam, dat wij U altijd en overal danken, Heilige Heer! almachtige Vader ! eeuwige God ! U, die, om ons te vellessen, uwen eenig-geboren Zoon niet spaardet, maar Hem uit ontferming voor ons ten offer bracht tot den dood. Door Hem prijzen de Engelen uwe Majesteit, aanbidden U de Heerscharen, sidde-ren de Machten uit vreeze voor U, en de gansche Hemel, met al zijne zalige bewoners, looft en verheerlijkt U van eeuwigheid tot eeuwigheid. Met hen vereenigen wij ome stommen en zeggen, doordrongen van eerbied, dank en vreugdegevoel :

Heilig, heilig, heilig is God, de Heer der Heerscharen ! Hemel en parde zijn vol van de heerlijkheid zijner glorie : Hosanna in den aller- A

hoogste ! Gezegend zij Hij, die komt in den naam des Hecren ! Hosanna in den hoogste!

Wij bidden U, goedertierenste Vader, door Jesus Christus uwen Zoon, onzen Heer: zie genadiglijk neder op dit altaar, en doe door het Allerheiligste Offer, dat U wordt voorbereid, de zegeningen uwer vaderlijke liefde over den gansehen aardbodem neerkomen. Schenk uwen verblijdenden vrede voornamelijk aan de kinderen uwer Heilige Kerk en geef, dat zij zich onder alle volken, in uwe bijzondere bescherming verheugen. Zegen en bescherm onzen geliefden Heiligen Vader den Paus, onzen Bisschop en alle onze geestelijke Overheden; sterk hen door uwe genade bij alle beproevingen, i»---«

DE H. MISOFFERANDE. 91 W * Ontferm U, o goedertierenste God en Vader, over het geheele mensehdom; verlicht de ongeloovigen, tref het hart der goddeloozen, bekeer de zondaren, breng de dwalenden op den rechten weg, en voer onze af-gewekene broeders lot den moederschoot en de zegeningen der ccnige ware Kerk terug. Trek U het lot van alle ongelukkigen, verlatcnen, noodlijdenden, zieken en stervenden aan ; doe hen door dit Offer genade, troostquot; en hulp, en voor hunne zielen heil en redding vinden.

Met innig vertrouwen op de heilzame kracht van dit Heilig Offer, beveel ik U, goede God, daarmede mijne bijzondere belangen, te weten (men noeme hier zijn belang), alsmede de belangen, de bezwaren en behoeften mijner naastbestaanden,

den, van allon die zich in mijn gebed hebben aanbevolen of die voor mij bij uwe Goddelijke Majesteit bidden. Verleen hun allen en ook mij uwe onuitsprekelijke barmhartigheid: schenk ons en allen menschen, op de voorspraak der Allerzaligste Maagd Maria en van al uwe Heiligen, alle goeds en nevrij I ons van alle kwaad naar lichaam en ziel.

Maar. alvorens de Heilige Consecratie geschiedt, leg ik o God, nog eene bijzondere bede op uw altaar neder, en wel voor mijne vijanden : laat ook hen rijkelijk aandeel hebben aan dit zoenofler. Verwijder van hunne harten en van het mijne alle vijandige gezindheden, en vervul ons met heilige, christelijke broederliefde : door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Wees gegroet, o Allerheiligst Oiïer van mijnen Heer Jesus Christus, dat voor mij en voor geheel het mensch-doni op eenc bloedige wijze aan het kruis geofferd werd. Heer Jesus, waarachtig God en mensch, ik aanbid U en zeg U van ganscher harte dank, dat Gij voor mij, armen zondaar, gestorven zijt. Doe mij voortaan slechts uit dankbaarheid voor U leven. Geef dat ik, die U hier onder de gedaante van brood waarachtig tegenwoordig belijd en geloot', U eenmaal ook van aanschijn tot aanschijn in uwe heerlijkheid moge aanschouwen.

Wees gegroet, Allerheiligst Bloed, uit de wonden mijns Verlossers gevloeid, tot vergeving van mijne en aller menschen zonden! Ik aanbid U in dezen kelk des Nieuwen Verhonds. Reinig door uwe kracht mijne ziel van alle zondenvlekken, en maak haar waardig de zalige vruchten uwer verlossing te smaken.

Allerzuiverste Bloed van mijnen Heer, zuiver mij! Allerheiligst llloed, heilig mij! Genaderijk Bloed, schenk mij genade en barmhartigheid! Amen. Na de Consecratie.

Zoo ver ging dan uwe liefde, goe-derlierenste Heiland, zij kon niet verder gaan. Het beste, dat Gij hadt,

baarste dat Gij geven kondt, uw kostbaar Bloed, hebt Gij aan den smar-telijksten dood overgegeven, om ons genade, leven, heil en zaligheid te verschaften. Onze zondensehuld en veroordeeling naamt Gij op U, en boette ze aan het schandhout des kruises!

Jesus, mijne gekruisigde liefde, diep getroffen en ontroerd aanbid ik U hier op het altaar, en ik wijd U geheel mijn hart uit innige liefde en dankbaarheid toe. Gij hebt U voor mij overgegeven en opgeofferd: zie, ik geef mij met alles wat ik ben, wat ik bezit en heb, als een offer aan U terug. Op nieuw betuig ik U mijne liefde en mijne trouw. Ik wil de zonde, c-ie ü aan het kruis bracht, uit mijn hart en zinnen verbannen, en ze als het grootste kwaad ontvluchten en verafschuwen. Aan U en aan de ^

deugd alleen zal mijn leven voortaan loegeheiligd zijn. Zegen, o God, deze mijne oprechte voornemens, en doe mij en allen, die hier met vertrouwen hun gebed uitstorten, de gezegende vruchten uwer verlossing ruimschoots deelachtig worden. Amen.

Zie nu, o goedertierenste Vader, eeuwige, barmhartige God, zie nu in de volheid uwer vaderlijke liefde op dit altaar neder, op dit onbevlekte Lam, dit. waarachtig zuiver Offer des Nieuwen Verbonds, helwelk, volgens de voorzegging uwer Profeten, op alle plaatsen uwen naam ter eere van den opgang der zon tot haren ondergang, opgedragen wordt; zie op dit Allerheiligst Offer neder, hetwelk de offeranden, van Abel, Abraham en Mel-chisedech, als ook die van alle aartsvaders , priesters en profeten des jjj. Ouden Verbonds, oneindig overtreft;

Wij smeeken U, o liefdevolle Vader, laat dit verheven Offer door uwe Heilige Engelen voor het aanschijn uw.ïr Goddelijke Majesteit opgevoerd worden; opdat de zuiverheid, lieilig-heic en liefelijkheid van dit Offer de verzoening voor onze zonden bewerke, en te zegeningen uwer genade over-vioediglijk op ons doe nederdalen; door denzelfden uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Wij bidden U ook, almachtige God, teederste Vader, doe de verdiensten van dit kostbare Offer den afgestorvenen in het vagevuur ten beste komen; geef, dat de levendige liefde-viammen van dat Offer hunne gebreken en zonden verteren; opdat zij, gezuiverd door het bloed van het ^ onbevlekte Lam, waardig mogen wor- ^ b

den uw Goddelijk aanschijn te aanschouwen, en zij zich in gemeenschap met uwe Zaligen mogen verheugen, in de woningen des lichts, des vredes en dei' onuitsprekelijke zaligheid.

Eeuwige, Heilige Cod, Gij zijt onze verzoende Vader, in Christus onzen Heer. Met kinderlijk vertrouwen verheffen wij daarom onze handen en harten tot U, en smeeken om al het goede, dat uw vaderlijk hart ons geven kan en wil. Met dezelfde woorden, die uw geliefde Zoon zelf ons geleerd heeft, richten wij ons tot U en zeggen met diepen eerbied:

Verhoor, o -God en Vader, dit heilig gebed; verleen ons al het gevraagde goed en bevrijd ons van alle kwaad, zoowel het verledene, als het tegenwoordige en toekomende. Wend de verdiende straffen van ons af, en schenk ons vrede in onze dagen; opdat wij, onder uwe bescherming, bevrijd van alle zonden en zonden-straffen, een heilig en U welgevallig leven mogen leiden, in godsvrucht en christelijke rechtvaardigheid ; door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Ja, Heer, ik kan het niet loochenen, maar moet het bekennen, dat ik Uwer geheel onwaardig ben; want ik ben een midaar en heb behoefte aan boete en zuivering. Daarom waag ik het niet tot uwe Heilige Tafel te naderen, maar ik blijf, gelijk de Tollenaar, van verre staan, terwijl ik op mijne borst klop en niet diep leedwezen zeg: «Heer, wees mij, armen zondaar, genadig!quot; Maar, o Goddelijke Heiland, die bij uw leven op aarde U gewaardigdet ook de woningen der Tollenaars en zondaren binnen te (reden, om hun genade, vrede, troost en leven te brengen, versmaad ook de arme zondige hut mijns harten niet, maar treedt ze geestelijkerwijze binnen, en doe mijne ziel de heil-4 zame kracht uwer barmhartigheid

liefde ondervinden. Zie, zij wenscht U te ontvangen; zij wenscht U te bezitten en door innige liefde met U vereenigd te zijn. Bevredig hare wen-schen en vervul haar verlangen. Treed binnen, Heer Jesus! en houd het Avondmaal met haar.

Hier verlevendige men zijn verlangen noar hel ontvangen van (lil Hoogheilig Sakrament,

* Het lichaam van onzen Heer Jesus Christus beware mijne ziel ten eeuwigen leven Amen.

De ziel van Christus heilige mij. Hel liehnam van Chrislus veilosse mij. Hel bloed van Chrislus drenke mij. Hel waler uil de zijde van Chrislus wassche mij.

Verberg mij in uwe heilige wonden. Wil nimmermeer van mij scheiden. Bescherm mij legen den boozen vijand Hoep mij in mijn sterfuur.

Lof en dank zij U thans. Goddelijke Heiland Jesus Christus, dat Gij mij, armzalig schepsel, niettegenstaande mijne onwaardigheid, aan de zegeningen van uw Heilig Gastmaal hebt doen deelnemen, en mijne ziel verkwikt hebt. Doe, barmhartige Verlosser, het geestelijk genot dezer levenwekkende spijze mij eene bron worden van Hemelsche genaden, zegeningen en weldaden. Versterk mij hierdoor tot een meer volkomene opvolging van uwe geboden, lot eene getrouwere vervulling mijner beroepsplichten, tot meer ijver voor de goede werken en tot een krachtiger strijd tegen de zonde. Wees Gij de eenige, die mijn hart bezit, mijne neigingen en gezindheid beheerscht en mijn wil Jh bestuurt. Vermeerder in mij het ge- A

loof, de hoop en de liefde, en doe mij steeds vooruitgaan op den weg der deugd, opdat ik een waarlijk slichtend en deugdzaam leven leide. Dat niets in slaat zij U van mij, of mij van U te verwijderen, maar dat steeds een innig, hartelijk, volkomen en onverbreekbaar ilel'deverbond besta tusschen U en mij, nu en altijd, en in alle eeuwigheid. Amen.

Zoetste Jesus, mijn Heer en mijn God, die U voor mijn heil en voor het heil der gansche wereld, aan het kruis ten offer hebt gegeven, door uwe genade heb ik de onbloedige hernieuwing van dit Offer bijgewoond, en met uwe Heilige Kerk de gedachtenis van uw lijden en dood gevierd. O, houd dit aandenken recht levendig in mijne ziel, en bewaar haar tot ó 5

aan het einde in uwe vriendschap en genade, opdat zij, die Gij lot den onschatharen prijs van uw bloed heht vrijgekocht, niet verloren ga maar gered worde. Zie, de priester bereidt zich voor, in uwen naam, den Heiligen Zegen over ons uit te spreken; doe met die zegening alle genaden uwer verlossing over ons neerkomen, en doe de vrucht van uw kruisoffer in ons vernieuwd en bekrachtigd worden. Ootmoedig en verlangend buig ik mij voor de zegenende hand des priesters, en zeg met hart en mond : De genadige en barmhartige Heer doe zijn aanschijn over ons lichten en geve ons zijnen Zegen !

De almogende en barmhartige God — f de Vader, f de Zoon, en f de H. Geest zegene, beware en bescherme

In (irn beginne was het Woord, en liet Woord was bij God, en God was het Woord. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder Dat is cr niets gemaakt, van alles wat gemaakt is.

In Hem was het leven, en het leven was het licht der menseben, en het lieht scheen in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen.

Er werd een mensch van God gezonden, wiens naam was Joannes. Deze kwam als getuige, om getuigenis Ie geven van het lieht. Hij wms het licht niet; maar gal' getuigenis van het licht.

iederen mensch veiiicht, die in de wereld komt. Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem gemaakt; maar de wereld heeft Hem niet erkend. Hij kwam in zijn eigendom, maar de zijnen hebben Hem niet aangenomen. Diegenen echter, welke Hem aannamen, heeft Hij de macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk diegenen, die in zijnen naam geloo-ven, die niet uit den bloede, noch uit den wil des vleesches, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn.

En het Woord is vleesch geworden en Het beeft onder ons gewoond, en wij hebben zijne heerlijkheid gezien; eene heerlijkheid als van den Eeniggehoren des Vaders, vol van genade en waarheid. Amen.

Abiachlige, eeuwige God . eerbiedig en vol ootmoed nader ik tot uw Heilig Altaar, om het Offer van Jesus Christus, uwen Zoon, 'betweik op alle plaatsen, van den opgang der zon tot haren ondergang, uw naam ter eere, wordt opgedragen, met de meest mogelijke aandacht des harten bij te wonen. Het zij U een volledig Zoenoffer voor al onze zonden en nalatigheden;— een liefelijk Dankoffer A voor alle door ons ontvangene welda- lt;

den en genaden — een heerlijk Aanbid-dingsofler, zoo als het ü, den levenden en waarachtigen God. toekomt, — en een krachtig Smeekotler ter bekotning van al datgene, wat wij ,arine mensehen, naar lichaam en ziel noodig hebben.

Uwe Goddelijke Majesteit worde door dit Allerheiligst Ofl'er verheerlijkt ; de zegevierende Kerk in den Hemel worde er door verrukt; de lijdende Kerk in het vagevuur worde er door verkwikt, en de strijdende Kerk hier op aarde worde daardoor met alle ze'geningen en geestelijke en stoffelijke goederen vervuld, — door denzellden Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Éwij een Middelaar bij den Vader, A $»-■--«iwij een Middelaar bij den Vader, A $»-■--«i

TWEEDE MISOEFENING. 109 Jesus Christus, den Rechtvaardige; en deze is de verzoening voor onze zonden; maar niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der ganschc wereld.quot;

O eeuwige en rechtvaardige God, als ik de heiligheid uwer wetten en de plichten, welke ik te vervullen heb, met mijnen levenswandel vergelijk. dan vind ik afwijkingen en zonden in menigte; trouwens, eiken dag doe ik veel wat ik vermijden, en verzuim ik veel wat ik doen moest.

Waarlijk, ik ben een zondaar en mij ontbreekt de gerechtigheid, die ik voor U diende te hebben. Daarom klop ik rouwmoedig op mijne borst en beken voor U, Almachtige, en voor het gansche hemelkoor, dat ik dikwijls en veelvuldig gezondigd heb, met gedachten, door woorden en ^

werken, alsmede door een gedurig verzuim van het goede, dat ik had kunnen en moeten doen. Het is mijn schuld, o God, mijn schuld, — mijn allergrootste schuld.

O Rechlvaardige en Heilige God, als Gij mijne zonden gedenken en met mij handelen wilt naar recht en gerechtigheid, hoe zal ik dan voor U bestaan ? Van de duizendmaal mag ik U niet één beantwoorden! Daarom smeek ik met David: «Heer! treed niet in het gerecht met mij, want voor U zal geen sterfelijk wezen zonder zonden bevonden worden!quot; Van den troon uwer gerechtigheid beroep ik mij reeds vooraf op den troon uwer onbegrensde barmharlig-heid, en ik neem mijne toevlucht tot de open wonden van Jesus Christus, mijnen eenigen Middelaar en voor-

dc zonden der gansche wereld. Hij 1 is de onschuld, die onze schulden gedragen en daarvoor geboet heeft aan het schandhout des kruises. In zijn bloed bezilten wij den prijs onzer verzoening, en in het Heilig Sakra-raent van boetvaardigheid vloeit de onuitputtelijke genadebron, welke aan het kruis voor ons ontsprong. Tot deze bron wil ik mij dikwijls begeven, om mijne ziel in het bloed des Lams al' te wasschen. Daar wil ik mijne zonden belijden en mijne misdaden niet verbergen. «Want, indien wij onze zonden belijden, — zegt de Heilige Schrift, — dan is God getrouw in zijne beloften, dat Hij ze ons vergeeft en ons van alle ongerechtigheid zuivert.quot; (I. Joan. 1. 9.)

in deze Heilige Mis Jesus Christus, dcu eenigcn Rechtvaardige, die de verzoening is geworden voor onze zonden, en niet alleen voor de onze, maar voor de zonden der gansche wereld.

Hoe bovenmate gelukkig, gezegend en begenadigd zijn wij, o God, ontfermende Vader, dat wij dit verheven. Heilig en Goddelijk Zoenofler bezitten, en dagelijks, op ontelbare altaren, aan uwe Eeuwige Majesteit kunnen opdragen. Hoeveel kwaad en straffen worden ter wille van deze ofl'erande dagelijks van ons afgewend; hoeveel bedorvenheid uitgeroeid, hoevele zielen aan de bel ontrukt en ten Hemel terug gevoerd! — Wee echter dien ongelukkigen tijd, als de goddeloosheid de overhand neemt, en het rijk van den Antichrist zich met geweld

der verwoesting als een stormvloed losbreken, en de zondige wereld met reuzenschreden hare verschrikkelijke verdelging te gemoet gaan.

O gaat dan voort, gij vrome Priesters des Heeren, gaat voort met dagelijks, ja onophoudelijk de belee-digde Majesteit Gods dit Heiligst Zoenoffer op te dragen, en daardoor het oordeel af te wenden, dat wij om onze dagelijksehe en menigvuldige zonden verdienen.

Neem, o rechtvaardige maar barmhartige God, neem dit ü zoo welgevallig offer in genade aan tot onze verzoening. Gedenk het kostbaar bloed uws Zoons, dat tot vergeving der zonden vloeide, en niet gelijk het bloed van Abel om wraak, maar als het bloed des Verlossers, om

Vergeef mij alzoo. Vader, vergeef mij en met mij het geheele zondige menschdom. Sla uwen blik op het onbevlekte Lam, dat, zonder zijnen mond tof een klaagtoon te openen, zich voor ons naar de bloedige slachtbank liet voeren. Aanschouw Hem, die geen zonde beging, onze zonden op zich nam en ei' oneindige voldoening voor gaf.

Doe o God, doe het offer en het gebed van onzen Coddelijken Middelaar, met de voorspraak van alle Heiligen, en in 't bijzonder van de reine en onbevlekte Maagd Maria, tot den troon uwer barmhartigheid opklimmen, en ons allen genade en barmhartigheid verwerven in dit leven en in den dood.

Zie, o God, met dit Heilig Zoenoffer, draag ik U tegelijk mijn rouwmoedig en vermorzeld hart, en met A dit hart ook het vaste voornemen op, A

ü nooit weder door eene vrijwillige zonde Ie beleedigen, maar voorlaan in onwankelbare trouw den weg uwer geboden te bewandelen, en U van ganscher harte lief te hebben tot in den dood.

En nu. Christen-ziel, zoo gij waarlijk verzoening van God wilt verkrijgen, dan moet gij zelf ook verzoenend zijn, en ieder die u beleedigd heeft, van harte vergeven. Vijandschap, afgunst, haat noch afgekeerdheid tegen iemand mag uw hart bevlekken, als gij aan de dierbare vrucblen van dit Ofl'er wilt deel hebben. Want Jesus Christus, de eeuwige verzoening, zegt:

heeft, ga u dan eerst met hem verzoenen, en kom dan terug om uwe gaven te offeren.quot; (Math. V. 25.)

Ik heb mij plichtig zwak bevonden En schuldig aan zoo vele zonden. Lichtvaardig legen ü gedaan.

Mijn naasten als mij zelf te minnen Naar 't voorschrift van uw lieven Zoon, Dit, Vader, zal mijn streven wezen.

quot;Dankt altijd voor alles God den Vader, in den naam van onzen Heer Jesus Christus.quot;

O Hoer. mijn God, grootste weldoener mijns levens, diep gelroflen door de vele bewijzen van ufre barmhartigheid en liefde jegens mij, kniel ik voor 1) neder en bied U, met het Offer uws Altaars, tegelijk mijn hartelijk dankgebed aan voor alle genaden en weldaden, waarmede Gij mij tot dezen dag zoo mildelijk hebt begiftigd.

Gij hebt mij het aanzijn als mensch gegeven, en mij daardoor ver boven de meeste uwer andere schepselen verheven. Gij deedt mij uit christelijke ouders geboren worden, en naamt A mij, reeds bij mijne intrede in de Jh

wereld, in den schoot uwer Heilige Kerk op. Ik heb dus aandeel in de genade en de zegeningen van het Verlossingswerk, en geniet niet slechts het onschatbare geluk mij hier op aarde in uwe vaderlijke liefde en zorg te mogen verheugen, maar ik heb bovendien de vreugdevolle hoop, eenmaal in den Hemel eene zaligheid te verwervefi, die geen oog gezien, geen oor gehoord heeft, en die nooit in het hart van een sterfelijken mensch is opgekomen.

O God, hoe zal ik ü behoorlijk voor deze grootste en voortreffelijkste aller gunsten danken? en hoe zal ik de andere ontelbare weldaden vergelden, waarmede uwe milde hand mij dagelijks, ja elk oogenblik mijns levens begiftigt?

mijner ledematen is een geschenk van uwe liefde, en wel een zoo belangrijk geschenk, dal mijn leven zou ophouden, zoodra Gij een enkel oogen-bük ophieldt mijne levenskrachten te bewaren.

Van U, o Vader des lichts en milde Gever van alle gaven, komt de spijze die mij voedt, de drank die mij verkwikt, de kleeding die mij dekt, het dak waaronder ik rustig kan wonen.

Gij zijt het, Algoede, die mijn verstand veylicht, mijn hart deugd-lievende gezindheid inboezemt.

Gij zijt het, die mij tot beoel'e-■ling van het goede het willen en volbrengen geeft.

Gij zijt het, die mijnen arbeid zegent, mijne goede ondernemingen bevordert, en mij steeds de middelen geeft en den weg bereidt tot een Jjh redelijk levensonderhoud, ii»--«i!

Gij verheugt mijn leven door velerlei vreugde, geeft mij troost in lijden, hulp in den nood, bescherming tegen gevaren en vervolgingen van zichtbare en onzichtbare vijanden.

Ja, gelijk een vader zich ontfermt over zijn kind, zoo ontfermt Gij ü over mij, o God! en Gij bekroont mijn leven met tallooze bewijzen van uwe milde goedheid.

Wilde ik alle genaden en weldaden optellen, die mij voortdurend van uwe Voorzienigheid toevloeien, — waar, mijn Heer en mijn God, zou ik beginnen en waar eindigen? Zij zijn even talloos, als de oogenblikken mijns levens, en velen, misschien de voornaamsten, zijn mij zelfs nog verborgen.

O, waarlijk, uwe goadheid en ontferming jegens mij is oneindig; — ,4 van oneindige waarde moet daarom lt;

ook het Offer zijn, dal ik U hier tot dank wil opdragen. Het is Jesus Christus, uw geliefde Zoon, die zich op dit altaar ter uwer verheerlijking opoffert. Het zijn zijne oneindige verdiensten, die Hij U opdraagt, en waarmede Hij U overvloediglijk vergeldt, wat Gij zoo rijkelijk aan ons, arme menschen, uitdeelt.

Neem alfflo dit liefdevol Dankoffer aan, o God, aanvaard dezen uwen geliefden Zoon, met al de ontboezemingen van kinderlijke liefde en dankbaarheid, waarvan zijn Allerheiligst Hart gedurende zijne omwandeling op aarde voor U overvloeide. Gelief bovenal de heilige, eerwaardige en beteekenisvolle akte van dankbetuiging te aanvaarden, die Hij U opdroeg, toen Hij, bij het Laatste Avondmaal, op den vooravond van zijn lijden,

Altaars instelde. Toen nam Hij het brood in zijne Heilige handen, hief zijne oogen tot U, zijn Vader in den Hemel,

Zaligen des Hemels, Gij Heilige koren der Zalige Geesten, daalt neder en omzweeft dit Heilig Geheim. Helpt ons de eeuwige liefde danken, die, met zoovele andere genadegaven en weldaden, Zich-zelven nog aan ons ten beste geeft. Looft den Heer, want Hij is algoed, en zijne barmhartigheid is zonder einde.

De Goddelijke Verlosser nam, bij het Laatste Avondmaal, ook den kelk in zijne heilige handen, dankte wederom, zegende den kelk, en reikte hero aan zijne Leerlingen, zeggende : «Neemt en drinkt allen daaruit; want dit is mijn Bloed, van het Nieuwe Verbond, dat voor velen zal vergoten worden tot vergeving der zonden. Doet dit ter mijner gedachtenis.quot; Onder de opheffing van den H. Kelk.

Hoe dank ik uwe liefde, o Heer! Gij hebt uw heilig dierbaar leven Voor mij ten offerand gegeven; —

Neem 't mijne nu, uw naam ter eer ; ü zij mijn gansche levenstijd, éb O Heer, volledig toegewijd, i»---«

«Heilig, Heilig, Heilig is God, de Heer der Heerscharen! Hemel en aarde zijn vol van zijne glorie en heerlijkheid!quot; (Is. VI. 3.) Almachtige God en Heer, wiens heerlijkheid de Hemelen vervult en wiens roem de aarde verkondigt: neergeknield aan den voet des Altaars, waarop Jesus Christus, uw geliefde Zoon zich, ter uwer aanbidding en verheerlijking, opoffert, wenschte ik arm schepsel, U waardig te kunnen aanbidden, en U die eer te kunnen

mijn Heer en Gebieder, schuldig ben. Maar, o mijn God en Heer, hoe zal ik dat kunnen? ik erken mijne onmacht, en gevoel mij niet in staat, dezen verschuldigden dienst der aanbidding op waardige wijze te verrichten.

Daarom neem ik nogmaals mijne toevlucht tot het offer van Jesus Christus, waarin wij alles bezitten cn alles vermogen, waarmede wij U behooren te dienen. Terwijl Hij ons zoen- en liefelijk dankoffer is, hebben wij ook in Hem het waardigste offer van aanbidding uwer Goddelijke Majesteit. Want, door Hem aanbidden de Engelen uwe Majesteit; door Hem loven U de Cherubijnen; door Hem prijzen U de Seraphijnen; door Hem verheerlijken U alle Koren der Zaligen in den Hemel. Door Hem zijn ggt; ook hier op aarde de altaren der tjb

.afgoden van het heidendom vernietigd, met al hunne gruwelen, terwijl op hunne overblijfselen zich de liefelijke altaren van het Christendom verheffen, waar Hij, de alleen ware God, in geest en waarheid aangebeden wordt. Ja, door en in Jesus Christus, zijn Hemel en aarde vereenigd ter uwer verheerlijking, o God! en als in een eenig koor, dragen zij U hunne aanbidding op, terwijl wij vol eerbied en vreugdegevoel uitroepen;

«Heilig, Heilig, Heilig is God, de Heer der Heerscharen! Hemel en aarde zijn vol van uwe glorie en heerlijkheid!quot;

O almachtige, eeuwige God, zie nu met welbehagen neder op dit Altaar, op uwen Gezalfde, op Jesus Christus onzen Heer. Hij is immers uw welbeminde Zoon, in wien Gij uw A welbehagen hebt. Hij is het volko- c)iigt; -—--«1

men evenbeeld van uw Goddelijk wezen, de glans van uwe eeuwige heerlijkheid. Hij is het, die zich, ter uwer verheerlijking, tot het knechtschap vernederde; die, om uwe eer onder de volken weder te herstellen en ons den Hemel weder te openen, de schande van het kruis op zich nam, U het bloedig Oder opdroeg, en nu nog dagelijks datzelfde OB'er op onbloedige wijze, op de ontelbare altaren van den ganschen aardbodem, vernieuwt; hierdoor vervullende wat Gij, o God, door den mond der profeten vooraf het verkondigen met dewoorden: «Van den opgang der zon tot haren ondergang, is mijn naam groot onder de volken, en op alle plaatsen wordt mijn naam een rein offer opgedragen; want groot is mijn naam onder de volken.quot; (Mal. I, 11.) amp;

Zoo slijge dan dit Offer, o God, in de liefelijkheid zijner aangename geuren, tot den troon uwer heerlijkheid omhoog; het worde U, op uw Hemelsch Hoogaltaar, voor het aanschijn uwer Goddelijke Majesteit, door uwe Engelen aangeboden, opdat de liefelijkheid daarvan uw vaderhart verheuge, en wij allen, die aan deze offerande deel nemen, met uwe genade en alle Hemelsche zegeningen vervuld mogen worden, — door denzelfden Christus, onzen Heer. Door, en met, en in Hem zij U, almachtige God en Vader, alle eer, aanbidding en verheerlijking, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

Alsnn bidde men aandachtig het On/e Vader, het Wees gegroet, en daarna bereide men zich voor tot d»; geestelijke Cummunie door de volgende verzuchtingen :

Maar ik ben niet voorbereid Om uw Godlijk vleesch te nutten, Uit uw Godlijk Hart te putten,

Het lichaam mijns Heeren Jesus Christus beware mijne ziel ten eeuwigen leven. Zijn bloed zuivere mij van

alle zondenvlekken, en het vuur zijner Heilige liefde vernietige in mij alles wat boos en Gode onaangenaam is. Amen.

»Voorwaar, voorwaar, ik zeg het u, — spreekt Jesus. — als gij den Vader in mijnen naam om iets vraagt, dan zal Hij hel u geven.quot; (Joan. XVI, 23).

God, Vader van ontferming, en Gever van alle gaven, neem in genade aan en verhoor naar uwe wijze goedertierenheid de wenschen en smeekingen, welke ik, vertrouwende op de beloften uws Zoons, en op de alvermogende kracht van zijn Heilig Offer, U toezend voor mij en voor alle mensehen.

Ontferm U over allen, die Gij naar uw evenbeeld hebt geschapen, en voor lt;! ■gt; wie uw Zoon zijn dierbaar bloed ver-

goten heeft. Heilig allen door de waarheid van uw Heilig Evangelie, en help hen U erkennen en dien Gij ge/onden hebt, Christus onzen Heer. Verlicht de ongeloovigen, breng de dwalenden op den goeden weg. bekeer de zondaren, en vermeerder en behoud de rechtvaardigen.

Zegen, o God, onze moeder de Heilige Kerk, geef, dat zij zich steeds meer uitbreide over de gansche wereld, en als de eenige ware weg des heils erkend worde. Stort de volheid uwer genade uit over haar Opperhoofd. onzen Heiligen Vader, alsmede over alle Aartsbisschoppen. Bisschoppen, Prelaten en Priesters, en over de geheele Geestelijkheid. Versterk, bemoedig en spoor hen allen krachtig aan, opdat zij de hun toevertrouwden behoorlijk leiden, en rijke vruchten égt; van zaligheid mogen voortbrengen: ®

Sakramenten, door zorgvuldige bewaring uwer Heilige leer, door ijverige verkondiging van het Goddelijk woord.

door hunne menigvuldige goede werken, en bovenal door het schitterend voorbeeld van eenen heiligen levenswandel.

Zegen, o God en Koning des Hemels, de vorsten der aarde. Geef hun vaderlijke zorg voor hunne onderdanen, liefde voor den vrede, eerbied voor uwe Heilige Kerk en gehoorzaamheid aan uwe Heilige Geboden.

Sla uwe ontfermende blikken, o God, op den nood en de verdrukking van zoo vele bedroefde en lijdende Christenen. Verzorg de armen, ver

lijden, verkwik de zieken, wees barmhartig jegens de stervenden, en schenk aan allen, die in uwe genade afgestorven zijn, de eeuwige rust.

Beteugel ook. o God, de boosheid en bedorvenheid van onzen tijd. Sluit den mond der lasteraars en van hen, die boosaardig spotten met den godsdienst; mogen zij bij niemand toejuiching, maar bij allen afkeuring vinden, en breng hen langs den weg der vernedering tot het ware geloof terug. Aanschouw den ijver, de godsvrucht en de deugd der rechtvaardigen , die nog onder ons leven; wend ora den wille van hunne gebeden en goede werken de welverdiende straffen van ons af, en laat ons spoedig, onder uwe bescherming, wederom vreedzame en gelukkige dagen beleven.

in aandacht voor uw altaar neder-knlelen. Geef, dat wij, die dikwijls aan dit Heilit; Offer deel nemen, ook heilig leven en eerbaar wandelen in deze booze wereld ; niet in gulzigheid en brasserij, niet in wellust en ontucht, niet in heidensche feesten, niet in dans en spel, maar in christelijke ingetogenheid, matigheid, zedigheid en kuischheid, in den vrede en in de reine vreugde des Heiligen Geestes.

Strek o God van zegening en genade, uwe hand zegenend over ons uit en geef ons uwen zegen. Zegen ons allen overvloedig in geestelijk opzicht, en voeg er alles bij, wat wij naar het stoffelijke noodig hebben, volgens de gunstige belofte uws Zoons, die ons gelukkig wil maken zoowel voor den tijd als voor de eeuwigheid.

in het bijzonder die omtrent (hier zegt men die bijzondere wenschen) in de onuitpulbare genadebron van dit Allerheiligst Offer, en verwacht vol kinderlijk vertrouwen, met den zegen des priesters, ook in alles uwe zegenende hulp.

De Heer, onze God, ontferme zich over ons allen. Hij doe het licht van zijn heilig aanschijn ons verkwikkend bestralen, en geve ons genadiglijk zijnen zegen.

Ons zegene de almachtige en barmhartige God — f de Vader, f de Zoon, en f de Heilige Geest. Amen.

De liefde van God, den Hemelschen Vader, — de genade en vrede van onzen Heer en Heiland Jesus Christus. — en de troost van den Heiligen Geest zij met mij en ons allen, nu en ^ altijd, tot in eeuwigheid. Amen. A S»---

Onder uwe bescherming nemen wij one toevlucht. Heilige Maagd en Moeder Gods Maria, versmaad on/e suiee-kingen niet in onzen nood, maar verlos ons altijd van alle gevaren. O roemwaardigste en gezegende Maagd, onze Moeder, onze Middelaarster en Voorspreekster, verzoen ons met uwen Zoon, beveel ons aan uwen Zoon, vertoon ons aan uwen Zoon

Almachtige, eeuwige God, die door de Allerhedigste Maagd Maria het menschelijk geslacht een eeuwig heil bereid hebt, verleen genadiglijk, dat

wij, die onze toevlucht tot Haar noniM, in al onze behoeften cn begeerten de kracht barer moederlijke voorspraak mogen ondervinden, en genadige hulp verkrijgen naar ziel en lichaam, door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

V. Bid voor ons, o Heilige Jozef! R. Opdat wij der beloften van Christus mogen waardig worden Gebed.

Wij bidden U, o Heer Jesus Christus, doe de verdiensten van den Bruidegom uwer heilige Moeder ons te 'lulp komen, opdat wij door de kracht zijner voorspraak mogen ontvangen, wat wij uit ons zeiven niet vermogen te verkrijgen. Dit vragen wij U, die leeft en heerscht, met den Vader, in eenheid met den Heiligen Geest, God van eeuwigheid tot eeuwigheid. ^ Amen. ( ----«d

O Engel Gods, die mijn bewaarder zijl, en aan wien ik door Gods goedheid ben toevertrouwd : verlicht, leid, bescherm en besluur mij, nu en altijd. Amen.

»Als gij gezondigd hebt, verzuim dan niet u lot den Heer te bekeeren, en stel het niet uil van den eenen dag tot den andere; want zijn toorn komt plotseling,'en ten dage der wraak gaat gij te gronde.quot;

Christen! als gij het ongeluk gehad hebt in eene zware zonde te vallen, zorg dan ze, zoodra mogelijk, door eene rouwmoedige biecht uit te wis-schen en de besmeurde zuiverheid uws harten weder te reinigen. Stel deze zuivering niet van den eenen tot den anderen dag uit, opdat gij niet een geruimen tijd onbehagelijk Agt; blijvet in Gods reine oogen.

Onze lichamelijke oogen mogen zelfs het geringste vlekje niet zien op een fraai kleed, en wij dragon zorg het terstond te verwijderen. En voor de reiniging en het zuiver houden van het hemelsch kleed der heiligmakende genade onzer zielen zouden wij minder bezorgd zijn ! Zij, die de smelten zien, zijn geen menscben, maar het is Cod zelf mot zijne Heilige Engelen! — Zeker, eene ziel. die God bemint, kan haar niet besmeurd laten.

Is de bedreven zonde eene doodzonde, dan is de nadering tot het Sakrament der boete des te dringender, en het uitstellen der biecht een groot verzuim; 't is zich aan het dreigend gevaar bloot stellen van voor eeuwig verloren te gaan. Trouwens, eene enkele doodzonde doet den mensch 1) (lods genade en vriendschap verliezen; — 2) hij verliest A

oaardoor den inwcndigen vrede, be-nevens alle verdiensten van z ij n e vroegere goede werken; — (*) 5) hij kan, zoo lang die zonde hem aankleeft, zich geen verdiensten voor den Hemel verzamelen ; — i) hij is uitgesloten van den Hemel en van het eeuwig gelukzalig leven; — en heeft 5) in dien toestand slechts een ongelukkigen dood en de eeuwige verdoemenis te wachten.

Waarlijk, een treurige toestand, en een verschrikkelijk lot! Wie zou, dit beseffende, ook slechts een enkelen dag in doodzonde kunnen leven, en niet liever met den meesten spoed tot die gemakkelijke heilmiddelen

(*J Met eene rouwmoedige biecht en door boetvaardigheid, schenkt. God den rouwmoedige oneindige barmhartigheid, en, bij de vergiffenis der zonden, tevens ook de verloren | jgt; vruchten zijner vroegere goede werken terug, «j-g

zijne toevlucht nemen, welke Gods oneindige ontferming ons in het Sakra-ment van boetvaardigheid heeft bereid?

Daarom, Christen, als gij gezondigd hebt, verzuim dan niet, gelijk de Heilige Schrijft waarschuwt, u tot den Heer te bekeeren; stel niet uit van den eenen dag lot den anderen; want zie, het konde juist om dit strafwaardig verzuim gebeuren, dat Gods toorn over u losbrak en u ten dage der wraak voor zijn schrikbaar oordeel deed verschijnen.

In zondigen toestand, wie begrijpt het niet, zweeft ons heil in groot gevaar, en de H. Schrift zegt: »wie het gevaar bemint (en er in voortleeft) die zal er in omkomen.quot;

Haast u dus om uwe zonden te biechten en boete te doen; opdat gij vergeving en tevens Gods genade en

Allerheiligste, rechtvaardige en barmhartige God, die door de zonde beleedigd, door de boetvaardigheid weder verzoend wordt, en altijd bereid ziit den zondaar wederom in genade aan te nemen, zoodra hij zich rouwmoedig tot U bekeert: zie ontfermend op mij neder, terwijl ik bij U troost en geruststelling zoek voor mijn door zonden beangstigd hart. Gij, die den dood des zondaars niet wilt, maar dat hij zich bekeere en leve, en die gezegd hebt, dat ten dage als de zondaar zich rouwmoedig tot U wendt. Gij U ook wederom tot hem zult keeren en zijne zonden niet meer gedenken — zie nu ook genadiglijk op mij neder, neem mij, barmhartige God en Vader, neem mü in genade ■4 aan, en geef mij ware boetvaardigheid ld»---«

om mot ü verzoend te worden. Verlicht mijn verstand door het licht van uwen Heiligen Geest, opdat ik mijne zonden erkenne; tref mijn hart, opdat het de zonden waarlijk hetreure, en bestuur mijne tong, dat ik mijne zonden oprechtelijk, in den geest van ootmoed en met een bereidvaardig, volgzaam hart belijde. Trouwens, ais wij onze zonden zoodanig belijden, dan zijt (.ij getrouw in uwe beloften, schenkt ons vergeving en zuivert ons van alle ondeugden. Geef dit door Jcsus Christus onzen Heer. Amen

Tot den Heiligen Geest.

O Heilige Geest! Gij die de harten der menschen doorgrondt, mijn binnenste doorziet en alle zonden kent naar getal, grootte en omstandigheden.

ik daardoor op mij geladen heb; vor-licht door uw heilig licht mijn verstand, opdat ik erkenne hoe zwaar ik heb gezondigd, en beweene wat ikniis-datn heb Ontsluit mijn hart, en loon mij den toestand mijner ziel zoo klaar, als die voor uw alziend oog open ligt. Laat mij erkennen hoe dikwijls en hoe zwaar ik gezondigd heb door gedachten, woorden, werken, en door verzuim van hetgeen ik verplicht was te doen. Doe mij nu even zoo klaar verlicht zijn om tot verzo ning met God te komen als ik van ie voren blind was met Hem te beleedigen en te vergrammen. Help iijij, o Heilige Geest, getrouw alles vervullen, dat van een boetvaardigen zondaar gevorderd wordt, opdat aan mijne boete niets ontbreke wat tot verkrijging der vergifl'enis van mijne zonden en tot verbetering mijns le-

Christen ! bedenk dat gij voor God uwen alwetenden Hechter slaat, cn dat Hij uw zondig hart doorgrondt en getuige is. met welke gezindheid gij uu uw geweten onderzoeken cn uw levenswandel naspeuren zult ! Hoed u daarom voor alle arglistigheid en onoprechtheid, waardoor gij het Heilig Sakrament van boetvaardigheid ontheiligen, cn in plaats van vergeving te verwerven, slechts nieuwe cn zwaarder schuld op u laden zoudt.

Onderzoek (lus, met een levendig aandenken aan Gods alziend oog, uw geweten nauwgezet, met zorg en oprechtheid, betrekkelijk de Geboden Gods en der Heilige Kerk, cn doe dit op dc volgende wijze :

Hoe was mijne laatste biecht? Was mijn gewetensonderzoek nauwkeurig, mijn voornemen ernstig ? — Heb ik b gecne zonde in dc biecht verzwegen,

verkleind, de verzwarende omstandigheden niet verheeld ? — Heb ik c'e voorschriften des biechtvaders getrouw opgevolgd, zijne middelen tot verbetering aangewend, de opgelegde boete volbracht, en de verschuldigde voldoening gegeven ? — Wat men dienaangaande in gebreke Is gebleven, diont vooreerst opgemerkt te worden.

Ten opzichte van het eerste gebod: Heb ik soms in geloofszaken getwijleld ? Welke zijn de twijfelingen ? Heh ik mij ooit geschaamd mijn geloof le bekennen en mij openlijk als Katholiek te toonen? Heb ik ook verzuimd de akten van Geloof, Hoop en Liefde te verwekken, om mij in deze Goddelijke Deugden te bevestigen ? Heb ik geene slechte gezelschappen bezocht, omgang gezocht met personen, wier woorden en daden van ongeloof en ongodsdienstigheid getuigen ? Heb ik geen voor het geloof en de zeden gevaarlijke boeken gelezen ? (Hiertoe behooren verreweg

ik niet onverschillig, traag en nalatig geweest in het gebed, inzonderheid des morgens en des avonds ? in de overdenking en behartiging der genadevolle waarhedenin de goede meening, alles ter liefde Gods te doen, te laten of Ie lijden ? — Heb ik niet gezondigd door mistrouwen op (iod, op zijne goedheid, barmhartigheid en liefde? Heb ik in kruis of lijden ook tegen God gemord en mij aan kleinmoedigheid overgegeven'! — Heb ik ten opzichte van de vergeving der zonden niet aan Gods barmhartigheid getwijfeld en daarom de biecht en bekeering verwaarloosd ? Of heb ik, integendeel, mij vermetel op Gods oneindige barmhartigheid verlaten en daarom zonde op zonde gestapeld ? — (lieide gevallen zijn zware zonden, en moeten dus rouwmoedig beleden worden). — Heb ik wellicht mijn hart gesloten gehouden voor heilzame vermaningen en terechtwijzingen, of die misschien zelfs kwaadwillig afgewezen '? Ben ik halsstarrig in het liooze blijven volharden? heb ik de

verstokt? — Bemin ik fiod wel boven alles met geheel mijn hart, of is dat hart eenig schepsel meer genegen ? Dien ik de wereld en hare lusten niet meer dan God ? — Heb ik mij ook ingelaten niet bijüeloovige zaken, met kaartleggen, waarzeggerij o!' dergelijks!

Ten opzichte van het tweede gebod. Heb ik niet de kwade gewoonte, Cods naam, of dien van Je-siis of dien van Maria, te dikwijls ijdelijk, lichtvaardig of oneerbiedig uit te spreken? Heb ik het heilige niet dikwijls zeer onheilig in den mond ? Heb ik misschien vloeken, godslasteringen of verwenschingen uit-aesproken, valschelijk gezworen of zondige gesprekken gevoerd ? — Heb ik ook lichtvaardig beloften gedaan en ze even lichtvaardig geschonden ? Heb ik misschien anderen aanleiding tot vloeken, verwensehingen of andere zondige uitdrukkingen gegeven.

dagen dc Heilige Mis, de predikatiën of andere verplichte godsdienstoefeningen verzuimd of ben ik daarin nalatig geweest 'I Heb ik soms anderen van het vervullen dier plichten afgehouden'? Heb ik mij niet oneerbiedig en zonder aandacht gedragen bij de godsdienstoefeningen in de kerkï Heb ik op Zon- of Feestdagen ook slafelijk werk verricht of dit door ondergeschikten laten doen ? Heb ik deze dagen misschien door brasserij, dans of zondig spel ontheiligd ?

Ten opzichte van het vierde gebod. Heb ik gezondigd door ongehoorzaamheid, oneerbiedigheid of verzet tegen mijne ouders, meesters andere overheden ? Heb ik hen misschien gehaat, veracht of in minachting gebracht? Heb ik geweigerd mijne ouders in hunnen nood te ondersteunen en liefderijk te verzorgen voor zooverre ik dit konde ? — Heb ik mijne naastbestaanden en mede-dienstboden ook op eenigerlei wijze liefdeloos behandeld '!

zorging laten ontbreken ? Heb ik genoeg voor hun zielenheil gezorgd, en ben ik hun steeds met een goed voorbeeld voorgegaan ? Heb ik steeds een waakzaam oog op hen gehad en hen van booze wegen, verkeerden omgang, onzuivere personen, zondige samenkomsten, enz. afgehouden en getracht hen er voor ie bewaren ? Heb ik ook naar plicht hun tijdelijk wel/ijn bevorderd V Heb ik het eene kind niet boven het andere onbillijk in eenige handeling, in genegenheid of verzorging voorgetrokken?

Heb ik, als buisoverste, ook verzuimd, naast de gewone verplichtingen, ook voor het godsdienstig heil mijner dienstboden te zorgen V

Heb ik overheidspersonen, geestelijken, bejaarden of andere eerwaardige personen met minachting bejegend, of veracht, of heb ik hun niet den verschuldigden eerbied \rijwillig onthouden of geweigerd ?

Ben ik niet liefdeloos geneest jegens armen of hulpbehoevenden *' bedenk ik wel, dat mijne handelwijze tegenover hen, eene daad jegei

Jesus (Christus zeiven is, en dat nok hiervan mijn eeuwig heil of mijne eeu-wii'c verwerping kan afhangen ?

Ten opzichte van het vijfde gehod. Heb ik iemands gezondheid benadeeld, door mishandeling, krenking, te zware inspanning, bijtende scherts of spotternijen, verkeerde handelwijzen, enz.? Heb ik iemands leven verkort ? Heb ik mijn eigen of eens anders leven ook onnoodig aan gevaar blootgesteld? Draag ik iemand haat of nijd toe? üen ik wraakzuchtig, vijandig, nijdig of op andere wijze boosaardig gezind ? Heb ik de plichtmatige zorg voor mijne gezondheid gedragen, en ze niet benadeeld dooi' onmatig eten of drinken, door te groote inspanning, door schadelijk genot of ongebonden vermaken ?

Heb ik ooit iemand naar de ziel benadeeld, door verleiding, aansporing tot zonden, door slechte voorbeelden, door aanleiding te geven tot laster, of ook door dat ik hel zondige, onrechtvaardige en booze gedrag van anderen goedkeurde of billijkte, waar-

ócn, — Heb ik iemand loornig of kwaad gemaakt, heb ik mij iemand tot vijand gemaakt, tot haat tegen n.ij ol' anderen aangezet, of door mijn gedrag tot zonde gebracht?

Ten opzichtevan hetzesde en negende gebod. Heb ik tegen de zedigheid en eerbaarheid gezondigd? Heb ik mij in onzuivere gedachten. voorstellingen en begeerten opgehouden en mij daarin verlustigd? Heb ik onzuivere dubbelzinnige gesprekken gevoeid, die gewill g aangehoord, er behagen in gevonden ? Heb ik te vrijen omgang met personen van het andere geslacht gehad? Heb ik vuile, onzedige boeken gelezen, onkuiscbe afbeeldingen of voorstellingen aanschouwd? I!en ik onzedig in mijne blikken geweest? Heb ik gezondigd door ergerlijke kleeding? Heb ik de gevaren van wellust en verleiding, in plaats van te ontwijken, niet veeleer opgezocht en bemind? Ben ik niet omgekomen bij die gevaren ?

{ Heb ik ook in eenig opzicht tegen jf| de zuiverheid gezondigd? — Christen- ^ Si»---«lil

ziel! beproef u niet heiligen ernst betrekkelijk dit punt en wacht u, uit valsuhe schaamte, iets in de biecht te willen verzwijgen.

Ten opzichte van het zevende en tiende gebod. Heb ik ook iemand schade toegebracht door diefstal, ontrouw, bedrog, ver-valsching in waren, door sleclu werk te leveren, door het gebruik van valsche maten en gewichten, door te hooge schuldvordering of wel door aankoop of verheling van gestolen goederen, door terughouden van gevonden zaken, niet teruggave van wat op eenige wijze aan geld, maat of gewicht te veel ontvangen is ? Heb ik niet door traagheid, onverschilligheid en onachtzaamheid mijne meesters of die mij werk verschaften benadeeld? Heb ik niemand onbillijk afgetrokken of hem zijn loon onthouden ? Heb ik den armen handwerksman en daglooncr onbillijkerwijze te lang op zijn verdiend loon laten wachten ? Heb ik mij niet ten nadeele van anderen, in handel, spel of vcr-?elingen bevoordeeld? — Heb ik lt;quot;gt;

g«en woekerwinst gerekend of ongeoorloofde interesten genomen? Heb ik op niet van den nood van anderen voordeel trachten Ie trekken ? Heb ik aan het eigendom van anderen ook boosaardiglijk iets beschadigd of bedorven? Heb ik ook iemand uit zijne betrekking, zijn ambt, zijn bezitting, woning, enz., trachten te verdringen? — Heb ik, als familie-en huisvader, mij ook schuldig gemaakt aan hrasserijen, spel, lediggang, en daardoor vrouw en kinderen in nood en kommer gebracht? — Heb ik, als huismoeder, niet door ijdelheid, verkwisting en pronkzucht, door uit te loopen en verwaarloozing der huishouding, de welvaart van mijn «ezin benadeeld ? — Heb ik ook schulden gemaakt, zonder het vermogen of den wil te hebben ze te betalen? Is mijn geweten ook door eenige andere onrechtvaardigneid bewaard ?

Ten opzichte van het achtste gebod. Heb ik geene valsche getuigenis gegeven? geen valsche berichten verzonnen, noch valschelijk gezworen? Heb ik anderen niet tot zulke onge-

rechtighedcn verleid of aangezet ? Heb ik niet gelogen en door leugens anderen meer of minder benadeeld ? Heb ik geen booze daad geloochend om de verdenking op anderen te werpen? Heb ik niemands eer geroofd, niemand belasterd of van niemand kwaad gesproken? Heb ik lasteraars en eer-roovers gaarne aangehoord, en hunne lasleringen zonder onderzoek voor waarheid aangenomen? Heb ik niet. verzuimd zulke eerroovers behoorlijk terecht le wijzen en hun het schandelijke van hun gedrag voor te houden? Heb ik de gekwetste eer mijns naasten ook in bescherming genomen? Heb ik niemand zonder grond verdacht en lipm daarom misschien liefdeloos behandeld? Heb ik de verdiensten, deugden en goede eigenschapnen van mijne naasten niet verminderd of in twijfel gelrokken?quot; Heb ik niet geweigerd van iemand de verdiende goede getuigenis te geven, en is hem daardoor geen nadeel berokkend? — Heb ik de gebreken van anderen niet zonder noodzakelijkheid geopen-1 baard? Heb ik geene aan mij toe-

vertrouwde geheimen, al veroorzaakte ik daardoor geen kwaad of nadeel, onenbaar gemaakt? Heb ik ook geheimen verzwegen, die, wegens hunne gevaarlijke strekking, geopenbaard be-hcorden te worden ? Heb ik mij niet aan huichelarij en sehijtihelligheid schuldig «emaakt?— Heb ik niemand gevleid of hem deugden en verdiensten toegekend, welke hij niet bezat, of misschien zelfs zijne ondeugden tot deugden verheven? — Heb ik overigens niets gedaan of gezegd, dat met de oprechtheid, de waarheid en rechtschapenheid strijdig is?

Heb ik ook aan booze neigingen toegegeven : bijv. aan trotschheid en hoogmoed, aan eergierigheid en roemzucht, aan praal- en pronkzucht, aan zelfverhefling en geringschatting van anderen? — Ben ik niet gierig en hebzuchtig, en ben ik niet altijd bedacht op eigen voordeel? Verwaarloos ik niet menig goed werk uit gierigheid? Ben ik niet hardvochtig en onbarmhartig bij den nood des naasten? Bedenk ik ook, dat ik van alle mijne aardsche goederen en A

rijkdommen, voor mijn heil in de eeuwigheid niets kan medenemen., dan die goede werken, welke ik dooi middel daarvan had kunnen bewerken of bevorderen ? — Ben ik ook twistziek en wraakgierig, voed ik nijd en afgunst? Hen ik niet plichlig aan leugen en eerroof? Heb ik mij ook schuldig gemaakt aan dronkenschap, wellust of zwelgerij? — Verspil ik niet sommen gelds, waarmede de nood van menigen arme had kunnen gelenigd worden? Den ik niet traag in den godsdienst en in de beoefening mijner godsdienstplichten, voornamelijk in het ontvangen der H. Sacramenten? — Tracht ik niet uit traagheid, gemak, of tegenzin mij te onttrekken aan dienstbetooningen, ter bevordering van den godsdienst en tot lichamelijk welzijn mijner arme medechristenen; diensten welke ik toch zoo gemakkelijk had kunnen bewijzen? »\Vie onder u goeds kan doen, en het niet doet, begaat/ondequot;, zegt de Heilige Schrift, (.lac. IV. 17 ) Neem ik de geboden der Heilige

derheid die omtrent het vasten en de onthouding, het behoorlijk bijwonen der Heilige Mis'? enz.

Christen! beproef u ernstig en verstandig. — Het is onmogelijk in dit gewetensonderzoek alle zonden en zondige verzuimen van het goede, waaraan men zich kan schuldig maken, voor te houden; wie het intusschen wel meent, zal met Gods genade weldra zijne zondige vlekken vinden. — Ga met het onderzoek van uw geweien voorzichtig, nauwlettend en met oprechtheid te werk: dan zult gij genade en barmhartigheid verkrijgen.

Alwetende God, voor wiens oog niets is verborgen, maar alles open cn bloot ligt, voor uw alziend oog ben ik nu met mij zeiven in het gerecht getreden, en ik bevind mij, helaas! weder aan menige overtreding uwi

geboden en aan beleedigingen van uwe beminnenswaardige majesteit schuldig. Wee mij, ondankbare! — Terwijl Gij, o God, niet ophoudt mij te zegenen en met weldaden te overladen, houd ik, helaas, niet op uw liefdevol vaderhart telkens door zonden te bedroeven!

Maar zie, o God, het doet mii van ganscher harte leed, dat ik U, het hoogste en beminnenswaardigste goed, U, mijn grootste weldoener, mijn God en mijn alles, beleedigd en uwe ontelbare weldaden met ondank vergolden heb.

Goedertierenste God en Vader, van dit oogenblik af wil ik uwe heilige geboden niet meer overtreden, niet meer aan eenige zonde toegeven.

Alle verleidingen en gelegenheden tot I zonde wil ik zorgvuldig ontwijken, er mij vooral voor die fouten trachten é »--«SÜ

te bewaren, waaraan ik mij heden en zoo dikwijls hel) schuldig gemaakt. Ik wil mij geweld aandoen en alles aanwenden, om mijne hartstochten te beteugelen, en door goede gewoonten mijne kwade gewoonten te vervangen. Niets zal mij meer ter harte gaan dan het vervullen van uwen allerheiligsten wil, en al mijn streven zal zijn, U, mijn God, var: harte en boven alles lief te hebben, en U voortaan door' even zoo vele goede handelingen te verheugen, als ik ü tot nu toe door zondige werken bedroefde. Dit beloof ik hier voor U, Alwetende, en voor het koor der Zaligen in den Hemel. Gij, lieve Heiligen Gods, weest getuigen van deze mijne belofte! Smeekt Gods overvloedige genade over mij af, opdat ik die getrouwelijk vervulle en nakome. ggt; En nu, o mijn Heer en mijn God,

smeek ik IJ uit het binnenste mijner ziei, wees mij, armen zondaar, genadig ! Ontferm U mijner, naar de grootte uwer barmhartigheid, en verdelg alle mijne boosheden, naar de menigte uwer ontfermingen. Vergeef mij alles waarover mijn geweten mij voor U, o eeuwige Rechter, aanklaagt. Ook mijne onbekende zonden gelieve uwe goedheid mij te vergeven, om den wille van Jesus Christus, uwen Zoon, die voor mijne zonden en die van de gansche wereld voldaan heelt.

Ja, Heer Jesus Christus, Gij hebt voor mijne zonden en voor die der geheele wereld overvloedig voldaan, en ons met uw hartebloed genade en vergeving verworven; en opdat wij, bij oprechte boetvaardigheid en berouw, volkomen gerust zouden kunnen zijn, hebt Gij het Heilig Sacra-Jh ment van boetvaardigheid ingesteld.

en den priesters uwer Kerk de macht verleend, allen rouwmoedigen in uwen naam ontbinding en vergifl'enis van alle zonden te geven. Verleen, genadige Verlosser, dat ik nu in den geest van ware boetvaardigheid dit Heilig Sacrament ontvange, en aldus op nieuw door U gerechtvaardigd en begenadigd worde. Schenk mij uwen Goddelijken bijstand, opdat ik eene rouwmoedige belijdenis mijner zonden spreke, mij bereidvaardig en ootmoedig aan des priesters vaderlijke leiding overgeve, mijn hart volgzaam voor zijne welgemeende vermaningen opene, en dan uit zijnen mond uw woord van begenadiging verneme: «wees getroost, uwe zonden zijn u vergeven; ga heen in vrede!quot; Amen.

ik den rechterstoel van barmhartigheid binnentreed, en eenmaal in mijn doodsuur, als ik voor den troon der eeuwige Gerechtigheid verschijnen moet. Moge dan deze biecht mij niet doen veroordeelen, maar mij. overeenkomstig Gods heilige bedoelingen, tot volledige genade en tot zaligheid verstrekken. Amen.

Onmiddeliijk nadat men zijne zonden in den biechtstoel beleden heefl, kan men nog eenmaal kort de volgende akte van berouw verwekken.

Uit de diepte mijner ziel betreur ik hier nogmaals, o God, uit zuivere liefde tot U, alle zonden mijns levens, in het bijzonder die, welke ik nu gebiecht heb. Ik heb vastelijk besloten behoorlijk boete te doen en mijn leven te verbeleren. Ontferm ü dan mijner, o God, en doe mij, naar het woord des priesters, in waarheid vergeving ^ |gt;

GEWETENS-ONDERZOEK. 165 mijner zonden toekomen. Door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Door de oneindige verdiensten van Jesus Christus, — door de kracht van zijn bitter lijden en sterven, — alsmede door de verdiensten en de voorspraak van Maria en van alle lieve Heiligen, gewaardige zich de almachtige en barmhartige God mij van alle zonden te ontslaan. — Dit vraag ik in den naam des f Vaders, des f Zoons, en des f Heiligen Geestes. Amen.

Eeuwige Ontferraer, God en Vader, ik zeg tl van ganscher harte dank, dat Gij mij, armen zondaar, niet van uw aanschijn verstooten, maar wederom in genade en in barmhartig- | heid aangenomen hebt. Hierin troost A -•€£§!

ik mij met een volkomen vertrouwen, door het ontvangen van het Heilig Sacrament der hoetc, krachlens hetwelk ik vrijspreking van mijne zonden ontving, omdat ik het bewustzijn heb, met alle oprechtheid mijn geweten onderzocht en mijne zonden gebiecht te hebben. Mijn vast voornemen is, voortaan onder den bijstand uwer genade mij voor alle zonden te wachten, en godvruchtig en rechtvaardig voor U te wandelen.

Neem reeds nu, algoede Vader, den zwakken dank van mijn getroffen hart in genade aan, tot dat mijn godvruchtige wandel U in de toekomst toonc, dat ik geheel van uwe goedheid doordrongen ben. Niet te vergeefs zult Gij mij heden wederom barmhartigheid bewezen hebben; neen, zij zal nu een blijvenden indruk ! 1®»--

mijn gemoed achterlaten, mijne neigingen beheerschen en geheel uiijn doen en laten naar uw welgevallen besturen.

Zegen derhalve, liefdevolle God en Vader, het ontvangen van dit Heilig Sacrament, opdat ik mij krachtdadig aangedreven gevoele, hart en zin overal en altijd voor de zonde te sluiten, en mij met allen ijver op de aeugd toe te leggen. Doe uwe genade krachtdadig in mij werkzaam zijn, opdat ik nakorae, wat ik U in dit genaderijk uur zoo plechtig beloofd heb, namelijk; U nooit meer door eenige zonde te bedroeven, maar (J van ganscher harte en boven alles te beminnen. Help mij, o God, den goeden strijd te strijden, mijn geloof en de zuiverheid des gewetens in alle trouw te bewaren, onvermoeid goed

Hemel te vergaderen en alzoo mijn aardsche loopbaan recht christelijk te voleindigen, om vervolgens in den Hemel bij U te worden opgenomen, en de kroon der zaligheid te erlangen, welke Gij, goedertieren God, aan allen hebt beloofd, die U beminnen. Verhoor mij, Hemelsche Vader, door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Het hartelijkste, voorlrcBciijksie, heiligste en levens genaderijkste werk, dat de Christen hier in deze wereld kan verrichten, is de Heilige Communie te ontvangen.

Onze lieve Heer en Heiland heeft, — gelijk de kerkvergadering van Trente zegt. — de rijkdommen zijner liefde in dit geheim volkomen doen overvloeien. Geen pen is dan ook in staat a! het heil en de zaligheid te beschrijven, die in het waardig ont-lt;)b vangen der H. Communie besloten is. S»-«

Als bij het geloovig en aandachtig uitspreken van Jesus' zoeten Naam reeds alle kwaad wijkt, en de zoetheid van dezen naam , gelijk een balsemende olie, de lijdende harten verkwikt; als reeds het enkele teeken der kruises sterker is, dan alle machten der hel; en als alleen door de aanraking van den zoom'van Jesus' kleed, onherstelbare zieken in één oogenblik genezen werden , o welk heil moet dan niet het Heilig Sakra-ment zijns lichaams en Bloeds bewerken in hen, die het waardig ontvangen. Daarin toch schenkt Jesus Christus zich zeiven aan ons, met alle zijne Goddelijke eigenschappen en volmaaktheden, met de volheid van zijne macht en heerlijkheid, mei al zijne liefde en zoetheid, met zijne aanbiddenswaardige Godheid en gt; menschheid ! — Voorwaar, met het A

volste recht zcidc de H. Therezia: «eene enkele Heilige Communie is toereikend om van een zondaar een volmaakt Heilige te vormen!quot;

Waar de Heilige Communie in eere gehouden en dikwijls waardig ontvangen wordt, daar heeft de boosheid hare heerschappij verloren en bloeien de heerlijkste deugden; daar is het kind onschuldig en gehoorzaam, de jongeling eerbaar en godvreezend, de jonge dochter kuisch en vroom, het echtelijk leven rein en onbevlekt, handel en wandel onbesproken.

Door de Heilige Communie wordt de vijandschap verdrongen, de vrede gegrondvest, de haat verbannen, de liefde weder ingevoerd, het geluk der familiên bevestigd, en geheel de maatschappij verbroederden veredeld.

zwakke zondaren helden der deugd, uil sterfelijke schepselen Heiligen, uit menschen Engelen. Zij geeft kracht bij bekoring, troost in lijden, licht en raad in moeielijke omstandigheden, hulp in nood, tevredenheid in het leven, gerusthiid in het sterfuur, en de eeuwige zaligheid na den dood.

Ja, de overvloedige genade der Heilige Communie is onuitsprekelijk, en hare waarde hoven alle schatten verheven. Zij is heerlijk evenals de eeuwige heerlijkheid zelve, kostbaarder dan alle schatten dei-aarde, waardiger dan de Hemel met al zijne schoonheid en pracht: — want zij is God zelve, de Schepper van Hemel en aarde; zij isCliris-t u s, de Koning der heerlijkheid, zonder wien er geene verdiensten des levens, noch eenige glorie des Hemels, noch waar geluk op aarde bestaan kan. é»--lt;€§

Zalig dus, die geroepen zijn tot het gastmaal des Lams! Dubbel zalig, die waardig aan dezen liefde-maaltijd verschijnen! — O mijn geliefde Christen! streef er naar, dikwijls en waardig de Heilige Communie te nuttigen; dan zal geluk en tevredenheid hier op aarde, en eenmaal onuitsprekelijke zaligheid uw eeuwig aandeel in den Hemel zijn. Amen.

Almachtige God, liefdevolle He-melsche Vader, Gij doet mij een hoogst belangrijk uur beleven, een uur, waarop ik met bijzondere aandacht en liefde het aandenken aan lijden en sterven van Jesus t b

Christus, uwen Zoon, vieren, aan het gedachtenismaai zijner onbegrensde liefde deel nemen, en Hem zeiven als hel levend brood, dat van den Hemel gekomen is en der wereld het leven geeft, ontvangen en genieten zal.

O God van zegening en genade, die mijne groole armoede aan deugd, mijne onvolmaaktheid en onwaardigheid kent, die weet, hoe weinig ik uit eigene kracht vermag tot eene betamelijke ontvangst van uwen God-delijken Zoon, kom, dit vraag ik U uit den grond mijner ziel, kom mijne onmacht te hulp met de rijke zegeningen uwer vaderlijke goedheid, en bereid Gij zelf mijn hart tot eene waardige woonplaats voor Hem, in wien Gij uw eeuwig welgevallen hebt-. Verlicht, o God van genade, mijn geestelijk oog met den scherpen blik

COMMUNIE-OEFENING. I 73 W des geloofs; verhef mijne ziel tot de vreugdevolle hoop, en vervul mijn hart met aandacht en liefde. Verwek in mij een waren honger, een levendig verlangen naar het levend Hemelbrood, het Allerheiligste Sacrament van het Lichaam en Bloed van Jesns Christus, opdat ik er naar smaehte en verlange, gelijk een dorstend hert naar de frissche waterbron.

Zie, o Vader van barmhartigheid, ik kom als de verloren zoon tot den vaderlijken disch uwer genade, arm en naakt naar alle goeds. Ontferm U daarom over mij, en ontsluit de rijke schatten uwer vaderlijke goedheid. Draag aan uwe Heilige Engelen, in 'l bijzonder aan mijn' Engelbewaarder, op, dat zij mijne ziel met een nieuw bruilof!skleed omkleeden; dat zij mijn' vinger versieren met den gouden ring uwer genade, en mijne voeten A »---«i

op nieuw schoeien tot een getrouwe onderhouding uwer heilige geboden. Ja, liefdevolle Vader, toon mij de volle grootte uwer vaderlijke liefde, en doe het beste lam uwer kudde voorbrengen, het Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld en dat voor ons geslachtofferd is aan het kruis; opdat mij een waarachtig genademaal bereid worde en ik heden eene Communie smake, waarover de Heiligen en Zaligen in den Hemel zich verblijden en verheugen met U, mijn lieve God en Vader! Amen.

Goddelijke Heiland, Jesus Christus, waarachtig en wezenlijk tegenwoordig in het Allerheiligste Sacrament, ik geloof in en erken vastelijk dit ondoorgrondelijk geheim, en geef gaarne en db gewillig mijn verstand gevangen ten

dienste van het geloof. Van U en van de Heilige Apostelen heeft de Heilige Kerk dit geloof ontvangen, en het met onwrikbare standvastigheid en trouw vastgehouden tot op onze tijden. Als een goedgeaard kind dezer Kerk geloof ik, dat Gij, o Jesus, onder de sacramenteele gedaante van het geconsacreerde brood, met uwe Godheid en menschheid, met lichaam en ziel, geheel en onverdeeld, waarachtig en wezenlijk tegenwoordig zijt, insgelyks met al de macht uwer glorie, met de overvloedige volheid uwer genade en den onmetelljken rijkdom uwer verdiensten en schatten des heils.

O Allerheiligste Sacrament, waarin de Oorsprong van alle heil, van alle geluk en van alle zegeningen tegenwoordig is, in U heeft de genadige Heer waarlijk een gedenkteeken van

de wonderen zijner liefde gesticht, en den onmetelijken rijkdom zijner eeuwige genadeschatten uitgestort I Gij zijt het hoogste bewijs zijner Goddelijke milddadigheid, het zegel zijner onbegrensde liefde en het zekerste onderpand der zalige onsterflijkheid. Gij zijt de ware boom des levens, geplant te midden der Heilige Katholieke Kerk, waarvan de vrucht allen, die haar waardiglijk genieten, het eeuwig gelukzalige leven geelt.

O Goddelijke Heiland, dien ik in dit Sacrament tegenwoordig geloof, en als mijn Heer en mijn God in diepen ootmoed en eerbied aanbid, versterk mijn geloof en help mij, dat ik door het dikwijls ontvangen van dit Sacrament waardig worde, U eenmaal in den Hemel eeuwig te mogen aanschouwen, niet zoo als ik A U hier onder de sacramenteele ge-

daante des broods geloovig aanbid en geniet, als spijze der onsterflijkheid, maar onverholen van aanschijn fot aanschijn. Amen.

O Jesus, Heiland der wereld, die van den Hemel in dit tranendal zijt neèrgedaald, om te zoeken en zalig te maken wat verloren was. Gij hebt het Allerheiligste Altaargeheim ingesteld, als de onuitputtelijke bron van alle genaden en ontfermingen, en van daar uit doet Gij de zegeningen uwer liefde vloeien over allen, die uw Allerheiligst Sacrament met aandacht, geloof en vertrouwen naderen en U, de bron van alle heil, ontvangen.

Ja, barmhartige Heiland, ik gevoel, ik weet, dat ik met vele gebreken, g kwade gewoonten en hartstochten ï»--»--«

besmeurd tot U kom; ik gevoel mijne zwakheid tegen over de zondige aan-lokselen en bekoringen; daarom laat ik heden het anker mijner hoop in het Allerheiligste Sacrament vallen, en verwacht hiervan hulp en kracht, ter overwinning van alle kwaad en tot naarstige beoefening van het goede.

Het leven des Christens heeft hier in dit oord van ballingschap dikwijls met tegenspoed, met droefheid en rampen te kampen; dit zal mij echter niet ontmoedigen, maar vol vertrouwen neem ik mijne toevlucht tot U in het Allerheiligste Sacrament, waarheen Gij allen, die belast en beladen zijn, ter verkwikking uitnoo-digt, om hun tot troost en hulp te zijn in alle droefheid en kwelling.

zondaren, de sterkte der zwakken, bet geneesmiddel voor de zieken, het leven der stervenden, de zaligheid van alle geloovig afgestorvenen. Bij ü vindt men troost in tranen, bescherming in gevaren, redding van het verderf, hulp in ongelukken. Gelijk een helderglanzend licht, schittert uw Heilige Naam door de duisternissen van het ondermaansche, en hij vertoont zich als de veilige lichttoren aan allen, die op de stormachtige zee van dit aardsche leven allerwegen heen dobberen. Hierom verhef ik heden vol blijde hoop mijne oogen tot U in het Allerheiligste Sacrament, en zeg met den psalmist: «Mijne hulp is de Naam des Heeren, die Hemel en aarde gemaakt heeft.quot;

O Jesus! op ü heb ik geheel mijn 1 vertrouwen gesteld; Gij zult mij in i|gt; eeuwigheid niet beschamen. Anien.^b K»---=€èï

O Zoetste Heer .lesus, mijne liefde in het Allerheiligste Sakrament! Gij zijt mij waarlijk geheel liefde, geheel ontferming, geheel goedheid, genade en barmhartigheid. Van eeuwigheid hebt Gij mij bemind, en om mij te redden van het verderf, waartoe ik met het gansche menschen-geslacht vervallen was, hebt Gij, toen de tijd vervuld was, ü voor mij overgegeven en U geheel opgeolferd. — Uit liefde voor mij verliet Gij den schoot uws Hemelschen Vaders, Gij werdt mensch, leedt armoede, gebrek en allerlei ellenden; ter mijner liefde hebt Gij een moeielijk en miskend, en een aan zelfverloochening en onthouding toegewijd leven geleid, om daardoor voor mijn ijdelen, liehtzinnigen en genotzoeken-

tevens het smalle pad te toonen en te banen, dat lot het eeuwige leven voert. Uit liefde tot mij ondergingt Gij het smartelijkste lijden, gaaft Ge U over in de handen der beulen, liet Gij U valsehelijk beschuldigen, onrechtvaardig veroordeelen, uw lichaam geeselen, uw hoofd met doornen kronen, liet Gij U met smaad overladen en met grove nagelen aan het kruis vasthechten. Daar, aan het kruis, eeuwig ontfermende liefde, hebt Gij, om mij van de verdiende eeuwige straffen te redden, den bittersten en smartvolsten dood geleden, en uit lallooze wonden uw onschuldig bloed tot den laatsten druppel toe vergoten, ter vergeving van mijne zonden en die der gansche wereld!

hebt (iij, allerzoetste Heiland, als een gedenkleeken uwer liefdebewijzen, dit Allerheiligste Sacrament ingesteld; en om al uwe liefde tot mij de kroon op te zetten, schenkt Gij daarin U zelven aan mij met al den rijkdom uwer liefde, uwer verdiensten, uwer genade en zegeningen. Daar zijt Gij mijne spijs, mijne verkwikking, mijne kracht, mijne verlichting, mijne vreugd en mijn vrede. Daar zijt Gij het middelpunt, het beginsel en de volheid van mijn geloof, de grondzuil mijner hoop de levendige getuigenis uwer liefde, het zegel mijner verlossing, de bron mijns heils, en het zekerste onderpand van mijne toekomstige eeuwige zaligheid.

Ja waarlijk, Gij zijt de God van liefde, en U weder te beminnen is de heiligste en zoetste plicht der mens, hen! Daarom bemin ik U zoo-

COMMUNIE-OEFENING. 183 W veel als in mijn vermogen is, en wenscli ik U altoos ijveriger te beminnen. Dit is mijn oprecht, innig verlangen, en daarheen strekken alle wenschen en verzuchtingen mijns harten.

O Jesus! ontsteek door deze Heilige Communie mijn arm hart met het vuur uwer liefde, en geef dat ik ü getrouw, kloekmoedig en bestendig lief hebhe; dat niets in staat zij mij van uwe liefde te scheiden; dat ik in uwe liefde leve, sterve en eeuwig volharde. Amen.

Goddelijke Heiland, Jesus Christus, zie, met vurig verlangen en innige begeerte bereid ik mij uw Allerheiligste Sacrament te ontvangen, en het 4 eeuwig liefdeverbond met U te ver- (■gt;

nieuwen. O, moge het op behoorlijke wijze geschieden! moge ik toch ais een waardige gast aan uwe Heilige Tafel verschijnen, en onder tranen van innige liefde uw Hemelsch Maal genieten !

Gij doorgrondt, o Jesus, geheel mijn binnenste; mijn verlangen ligt voor U open en mijne wenschen zijn U niet verborgen. Ik wensch U thans in mijn hart op te nemen, en met ai die godsvrucht en heilige gemoedstemming te ontvangen, waarmede zoo veie godvruchtigen U in de Heilige Communie ontvangen, die, door de zuiverheid hunner harten en de heiligheid van hunnen levenswandel, ü bijzonder welgevallig zijn. O konde ik U, mijn Heer en Heiland, met die innige, vurige godsvrucht, met die gloeiende liefde, met die teedere over-

COMMUNIE-OEFENING. 187 lt; ding ontvangen, waarmede Maria, uwe maagdelijke Moeder, U eens bij uwe heilige menschwording en later zoo dikwijls door de Communie, in haar rein en boven alles onbevlekt hart heeft opgenomen I Ofschoon ik nu onwaardig ben in deze heilige gewaarwordingen volkomen te deelen, zoo draag ik U mijne gevoelens toch op zulk eene wijze op, alsof ik den geheelen rijkdom van de godsvrucht, de liefde en den eerbied uwer Heilige Moeder bezat. En wat alle innig godvruchtige Christenen, bij de Heilige Communie, door uwe genade, als U welgevallig denken en gevoelen kunnen, offer ik U naar mijn vermogen en krachten op, biddende, dat Gij U verwaardigd dit alles genadig aan te nemen ter aanvulling van hetgene aan mijne liefde en godsvrucht ont-■gt; breekt.

Zie dan, goedertierenste Heiland, erbarmend op mij neêr en neem mij in genade aan, wijl ik in ootmoed des harten tot U kom. Ik nader U als een zieke lot den geneesheer, als een onreine tot de bron van hemel-sche zuivering, als een blinde lot het licht der eeuwige klaarheid, als een arme en behoeftige tot den rijken Heer van Hemel en aarde, als een naakte tot Hem, die de leliën des velds bekleedt en de geheele natuur met de treffendste schoonheden versiert.

Toon, goedertierenste Heer, uwe bovenal grooie goedheid aan mij, en keer uw aanschijn van mij, arme, niet af, hoewel ik noch die brandende liefde, noch die zuiverheid des harten bezit, welke ik voor U diende te hebben. O Goddelijke Ontfermer! omkleed mijne naaktheid met het

COMMUNIE-OEFENING. 189 prachtgewaad uwer oneindige verdiensten, en wasch mijne onreinheid af in het Goddelijk bloed, dat Gij vergoten hebt tot uitwissching van alle zonden der wereld.

Geluk Mozes zich van zijn schoeisel ontdeed, eer hij den heiligen berg besteeg, zoo wil ik, alvorens de Heilige Tafel te naderen, alle booze neigingen en begeerten, alle eigenliefde, alle zelfverhelling, alle trotsch-heid alleggen, in één woord, alles, dat hinderlijk zou kunnen zijn, oin volkomen met ü vereenigd te worden. Daarom vernieuw ik hier aan den voet des altaars mijne doopbeloften, en ik verzaak, ten aanschouwe van Hemel en aarde, den duivel met al zijne macht en pracht, alle ijdel-heden en vermaken der zondige wereld, alle lusten des vieesches en allen hoogmoed des levens. Alles,

dat ik onder den invloed van deze machten der duisternis gedurende mijn leven kwaad gedaan en tegen U, mijn Heer en mijn God, gezondigd heb, herroep, verzaak, vervloek en verafschuw ik uit geheel mijne ziel. Ik wil U, goedertierenste Jesus, niet meer beleedigen, nooit meer het verbond van trouw verbreken, hetwelk Gij reeds zoo dikwijls uit groote barmhartigheid met mij vernieuwd hebt. Inzonderheid wil ik heden deze zonden N. N., waarin ik zoo dikwijls hervallen ben, afzweren. Laat, liefderijkste Heiland, al hetgeen ik zondigs begaan héb, vergeven en vergeten zijn, en verdelg tot zelfs het geringste spoor van kwaad uit mijne ziel, alvorens ik U, Allerheiligste en zuiverste God, daarin opneme.

COMMUNIK-OEFEMNC. 191 ^ wensch uw Allerheiligste Sacrament met die meening te ontvangen, waarmede Gij het op den vooravond uws lijdcns hebt ingesteld en het met eigen hand aan uwe Apostelen toegediend hebt.

Door deze Heilige Communie wil ik vooreerst en boven alles God, uwen Hemelschen Vader, verheerlijken, en Hem naar behooren danken voor de groote liefde, waarmede Hij U, zijn Eeniggeborene, heeft opgeofferd, opdat wij niet zouden verloren gaan, maar het eeuwige leven zouden verkrijgen.

Door deze Heilige Communie wensch ik ook met dankbare liefde de gedachtenis van uw bitter lijden en sterven te vieren, en die onuitsprekelijke liefde ter harte te nemen, waarmede Gij, om den wille van mijn heil, uw Allerheiligst Lichaam éb ---«i

aan de gruwelijkste pijnigingen overgegeven en uw kostbaar bloed onder de hevigste smarten vergoten hebt, tot vergeving mijner zonden

Door deze Heilige Communie wensch ik tevens op eene geheel bijzondere wijze uw maagdelijke Moeder te vereeren, en hare machtige voorspraak opzichtens al mijne aangelegenheden at' te bidden; Zij, wier maagdelijke schoot U, Gods Zoon, gedragen en wier reine borst U gevoed heeft.

Eindelijk wensch ik deze Heilige Communie te ontvangen tot troost en heil mijner ziel, als het hoogste bewijs uwer liefde jegens mij, en als het onderpand mijner zalige onsterflijkheid.

Deze Heilige Communie versterke mij in het geloof, beveslige mijne lt;? b hoop, en bekrachtige mijne liefde,

Zij geve mij troost in mijn lijden, matiging in vreugde, en hulp in mijnen nood en in alle mocielijke aangelegenheden , in het bijzonder in deze....

Deze Heilige Communie geve mij kracht tegen de bekoringen, vreugde in de beoefening der deugd, stand-vast gheid in alle goeds, genade in dit, en de eeuwige zaligheid in het toekomende leven. Amen.

En nu wend ik mij tot U, o Heilige Maria ! genadevolle Maagd en Moeder van mijnen Heer Jesus Christus, dien ik nu door de Heilige Communie in mijn hart wensch op te nomen ! O zoete Moeder, neem mij tiians geheel in uwe moederlijke liefde aan, en verwerf mij waardig te na-

Hij, die door U mij ten heile werd gegeven, mij ook heden in de Heilige Communie, door U, tot mijn heil in genade aanneme. Neem mij, zoetste Moeder, ontfermend aan uwe hand en geleid mij tot uwen Goddelijken Zoon; beveel mij aan uwen-Zoon, vertoon mij aan uwen Zoon ; bid Hem met al uwe moederlijke Helde, dat Hij met zijne volle genade en heiliging tot mij kome, en mij in ruime mate aan de zegeningen van zijn Allerheiligst Sacrament deelachtig make.

O, Gij verheerlijkte Heiligen en allen, verhevene vrienden van God, die al uw geluk, uw heil en uwe zaligheid gevonden hebt in de Hedige

COMMUNIK-OEFEMNG. 195 ^ in dit hoogst gewichtig oogenhlik voor mij, armen pelgrim in dit vreemde-lingsoord, opdat het ontvangen van dit Heilig Sacrament onk voor mij worde eene bron des heils, die overvloeit tot het eeuwige leven.

En Gij, lieve Engelen Gods, en zonderheid Gij, mijn beschermengel, die zoo gaarne dit geheim der liefde bijwoont, komt en weest Gij allen mij goede geleiders tot den Godde-lijken Genadedisch van mijn lieven Heiland en Heer ! Amen.

Neen, Heer, ik ben niet waardig Uw Godlijk Vleesch en Bloed Te ontvangen in mijn schuldig,

Het lichaam van onzen Heer Jesus Christus beware mijne ziel ten eeuwigen leven! Amen.

Verheug u, mijne ziel! zie, uw God heeft, u bezocht ; uw Heiland heelt bij u zijn intrek genomen en van uwe ziel zijne woontente gemaakt. Heden is aan het huis uwer ziel groot heil wedervaren. Alleluja ! Gezegend è zij Hij, die gekomen is in den naam lt;4 »8»---«tl

des Heercn! Geprezen zij de God van oneindige liefde, die cr zijn vermaak in vindt bij ons, arme men-schenkinderen, te zijn !

Wees gegroet, zoetste HeerJesus, mijn God en mijne liefde, mijn hoogste Goed; wees gegroet, geloofd en bemind, en ontvang den kus mijner liefce! Ik aanbid L' met den diepsten

bart de liefdevlammen der Cberu-hijnen en Seraphijnen mocht bezit» ten. om U, mijn Heer en God, op waardige wijze te aanbidden en te

Ik geloof aan U en uwe tegenwoordigheid, o onfeilbare waarheid ! Op U boop en vertrouw ik, o

U heb ik van ganscher harte, hoven alles lief, o oneindig beminnenswaardige Cod :

In het stof mijner nietigheid aanbid ik U, o onbegrijpelijke grootheid en almachlige Godheid !

Alles wat onrein en zondig in mij is, doet mij van harte leed, dat verafschuw ik voor U, o onbevlekte heiligheid !

Al heigeen ik naar ziel en lichaam noodig heb, verwacht ik van ü, o onmetelijke milddadigheid !

Getroost leg ik al mijne zorgen, bekommeringen en aangelegenheden in uwen schoot, o alwijze Voorzienigheid !

Mij geheel aan li overgevende, wensch ik ook voor eeuwig met U verbonden te zijn ; o loon en kroon der eeuwige zaligheid !

Alleluja ! Ik heb Hem gevonden, die mijne ziel bemint ; ik wil Hem vasthouden en niet meer loslaten ! Ja, mijn Jesus! ik heb cn bezit ü thans in het binnenste mijns harten, en met U heb cn bezit ik alles, wat inderdaad wenschenswaardig is in den Hemel en op de aarde. Gij ^ijt mijn geliefde, de uitverkorene, met wien mijne ziel haar geheele leven wenscht vereenigd te zijn. Gij zijt mijn vredevorst ; want slechts in U kan mijn hart waren vrede cn heilige vreugde vinden; builen U is er niets dan verwarring, ellende en kwelling zonder einde. Gij zijt de God mijns harten, cn zijt daarin nu wezenlijk tegenwoordig. Ik aanbid l! cn huldig U uit geheel mijne ziel. O, sluit U als | een zegelmerk op dit hart, cn verstei

al zijne krachten ten dienste van uw heilig welbehagen. Verbind mijn hart aan uw Allerheiligst Hart door den band van onverbreekbare liefde; want ik wil niemand meer toebehooren dan U, die mijn God, mijne liefde en geheel mijne zaligheid zijt.

O liefde van mijn hart en vreugde mijner ziel, Jesus Christus, voleindig nu het werk, dat uwe genade in mij begonnen is. Doe den genades'room van uw Heilig Sacrament in mijn binnenste vloeien, en vervul geheel mijn hart met den gloed van uw heilig, van uw gloeiend brandend liefdevuur, opdat het hierin gelouterd, gezuiverd, geheiligd en verlicht worde. Amen,

O, trek en sluit het daarom gedurig nauwer en vaster aan U, opdat het nooit ergens anders troost, rust en vrede /oeke dan in en bij U Laat mij mijzclven nu vergeten, opdat Gij nu volkomen hij mij kunt inwonen. I.aatmijn hart van alle aard-sche dingen ledig worden, opdat Gij | het met Hemelsehe gaven moogt vervullen Ja, mijn Jesus! verwijder uit mijn hart alles wat U mishaagt, en vervul en versier het met al datgene, wat ü aangenaam is : met uwe deugden, met uwe verdiensten, met uwe Hemelsehe en Goddelijke Genadegaven. Wees Gij rie eenige, die mijn nart bezit, mijnen wil beheerscht, mijne neigingen bestuurt , mijne wenschen veredelt, mijne bedoelingen

202 NA DE H. COMMUNIE, en heiligt. Wees Gij mij alles in allen. Ben ik arm, wees Gij dan mijn rijkdom; ben ik in nood, wees Gij dan mijn helper; word ik versmaad, wees Gij dan mijn verdediger; word ik vervolgd, wees Gij dan mijn beschermer. Wees in droefheid mijn troost, in zwakheid mijne kracht, in duisternis mijn licht, in gezondheid mijne vreugde, in ziekte mijn geneesmiddel, gedurende geheel mijn leven mijn heil en geluk, in het sterfuur mijn leven, en in de eeuwigheid mijne zaligheid.

O liefdevolle Heiland ! Gij hebt U nu met al uwe liefde en ontferming aan mij geschonken. O, doe mij de zegeningen uwer heilige tegenwoordigheid diep gevoelen en het zoele

mij deze Heilige ('.onminnie tot zegen en heil verstrekken naar ziel en lichaam. Schenk mij, o God mijns harten, een rechtschapen, jegens alle men-schen liefderijk en in uw' naam blijmoedig hart, en doe mij het voorbeeld uwer heilige liefde steeds voor oogen zweven ; opdat ik beminne,

gelijk Gij bemind hebt; handele, gelijk Gij gehandeld hebt; wandtle, zoo als Gij wandeldet : vol liefde voor God, en vol goedheid, vriendelijkheid en welwillendheid jegens mijne mede-menschen. Vervul mij geheel, o Jesus, met uwen Heiligen Geest, opdat Hij al mijne gedachten en werken heilige, en in mij den nieuwen mensch herscheppe, die naar uw evenbeeld geschapen is, in gerechtigheid en « wezenlijke heiligheid. Amen.

O Goddelijke Verlosser, zoetste Heer Jesus. Gij /ijt vol genade en ontferming tot mij gekomen, en wilt voorzeker uwe goedheid en liefde jegens mij niet zonder vrucht doen zijn. Zie, Gij kent al mijne behoeften. alle verlangens en wenschcn mijns harten, en Gij zijt machtig en goed en bereid mij in alles te helpen. Aan uwe oneindige liefde laat ik de beschikking over alles , wat mijn hart wenscht en begeerte, wat het hoopt of vreest, wat het drukt of bekommert, wat het noodig beeft en behoeft. Open, weldadigste .lesus, de schatten uwer genade, en verzorg mij met alles naar ziel en lichaam : schenk mij vooral uwe zegenende hulp in deze aangelegenheid N.N., welke ik in het bijzonder aan uw lt;(igt; ontfermingsgezind hart aanbeveel.

Maar ook voor mijne medeinenschen wensch ik te bidden, o goederlicien-ste Heiland, voornamelijk voor hen met wie ik door de banden van bloedverwantschap verbonden ben; voor mijne ouders, voor mijne kinderen, broeders, en zusters, voor verdere naaslbestaanden, bekenden, vrienden en weldoeners; ook voor mijne vijanden. Zegen, begenadig, verlicht, troost en verkwik hen allen ; laat hen in al hunnen nood en in alle aangelegenheden iiwe almachtige hulp ondervinden, en bekroon hen niet genade en barmhartigheid. Ontferm U, o Jesus, over allen, die tot uwe Heilige Kerk behooren, en over alle men-schen van de geheele wereld. Schenk allen uwe genade en ontferming. Laat gecne ziel ongetroost, niemand zonder uwe genade; laat geen mensch, lt;Jgt; voor wien uw dierbaar bloed gevloe'quot;

heelt, zonder redding en hulp ter zaligheid. Schenk allen levenden uwe onuitsprekelijke barmhartigheid, en aan de zielen der overledenen de eeuwige rust. Amen.

O goedertierenste God en Vader! zie nu met welgevallen neder op mijn hart; want uw geliefde Zoon spreekt daaruit tot U. Hij heeft zich aan mij geschonken en zich zoodanig met mij vereenigd, dat Hij in mij, en ik in Hem blijf, l.oof daarom, mijne ziel, den Heer, en alles wat in mij is, verheerlijke zijnen Heiligen Naam !

Ja, geloofd en geprezen zij God, de Vader van onzen Heer .lesus Christus, die mij heden weder door het genadegeschenk van zijn geliefden Zoon met alle geestelijke zege- é-, »----di

NA DE H. COMMUNIE. 207 ^ ningen, met onuitsprekelijke genaden en henielsche gaven overvloediglijk heeft gezegend, in Jesus Christus, onzen Heer !

O barmhartige God en Vader, Gij hebt mij uwen geliefden Zoon geschonken ; zie, ik schenk Hem U terug, en draag Hem met al zijne Goddelijke deugden, verdiensten en volmaaktheden aan U op, als het voor-treffielijkste d;.iik- en prijsoffer ter verheerlijking van uwe Majesteit; — als het volkomenste dankoffer voor alle genaden en weldaden, waarmede Gij mij gedurende mijn geheeie leven begunstigd hebt; — als het volledigste zoenoffer voor al mijne zonden en voor mijn verzuim van goede werken ; — en als het krachtigste smeek-offer lei' verkrijging van uwe Goddelijke genadehulp in al mijne behoeften,

Algocde God en Vader, zie in genade neder op dezen uwen innig geliefden Zoon, dien ik ü hier op het altaar mijns harten ten ofler aanbied. Itij het onbeperkt liefdegevoel van uw vaderlijk hart, smeek ik U, vergeef mij alles, waardoor ik. gedurende geheel mijn leven, L' heb mishaagd, en laat voor eeuwig vergeven en vergeten zijn, wat ik ooit zondigs bedreven heb. Help mij en schenk mij uwen bijstand, opdat ik door geenerlei ontrouw den heiligen liefdeband der Communie weder verseheure, waardoor ik nu met uwen Zoon, en door Hem, met II zoo nauw vereenigd ben. Geef, smeek ik ü, dat deze ('.ommunie mijn oordeel niet verzware, maar mij overeenkomstig uwe vader- _

NA DE H. COMMUNIE. 209 quot; lijke inzichten, eene ware genadebron worde, welke overvloeit ten eeuwigen leven.

Doe dan, lieve Vader, mijne huidige Heilige Communie waarlijk gezegend zijn. Doe haar niet alleen gezegend zijn voor mij, maar ook voor al de mijnen, voor mijne onder-hoorigen, voor mijne bloedverwanten en naastbestaanden, voor bekenden, vrienden en weldoeners, en ook voor mijne vijanden. Doe haar gezegend zijn voor allen, die door dit Heilige Sacrament met mij in een en hetzelfde geloof verbonden zijn, en die heilige, broederlijke gemeenschap vormen, waarvan Christus het hoofd is. Doe, beste Vader, deze Heilige Communie nog in het bijzonder zegenrijke vruchten dragen voor hen, voor wie Gij zelf hebt gewild, dat ik het ^ eerste bidden zou, hetzij zij nog leven, db

of reeds in uwen vrede ontslapen zijn. Aanschouw, o algoede Vader, het aanschijn van uwen welbeminden Zoon, en schenk, om Zijnentwille, J ons allen uwe vaderlijke ontferming. Door Hem, met Hem en in Hem, zegene Gij mij en allen met uwen hemelschen zegen en uwe genade, met uwe gaven en goederen des heils. Vrede, troost, heil en zegen zij ons deel hier op aarde, en de eeuwige zaligheid in den Hemel.

Maria, Hemelsche Moeder en Ko-j ningin, bewerk ons dit alles bij uwen j Goddelijken Zoon, door uwe gloiie-I volle verdiensten en machtige voorbede ; en Gij, lieve Heiligen Gods, ach smeekt ons rijkelijk den zegen af van God den f Vader, t den Zoon, eu den f Heiligen Geest. Amen.

Wanneer op den Cnmnumiedag een bijzondere aflaat te verdienen is, bidde men met de meeste aandaehl 3 maal het Onze Vader en Wees gegroet, ter vervulling van bet doel en de meening welke de Paus gesteld heeft, die den aflaat heelt verleend. Bij ge-noegzamen tijd kan men daar nog bijvoegen: de Litanie van het Allerheiligste Sacrament of de Litanie van den Zoeten Naam Jesus, of eenig ander gebed.

Gedurende den dag der Communie traehte men den geest van godsvrucht en innig verkeer niet den (ioddel ijken Verlosser zooveel mogelijk opgewekt en levendig te houden, en bediene zich hiertoe van de »Untboezemingen des harten tot Jesusquot; op bladz. St, alsmede van de «Bezoeken bij het Allerh. Sakramentquot;. voorkomende in het tweede deel van dit boek.

Alles, zoowel in tijdelijke of geestelijke zaken, wat gij wenscht of begeert. Christen, kunt gij op dezen dag met het volste vertrouwen aan het liefdevolle Hart van uwen Heiland aanbevelen; wees verzekerd dat u niets zal geweigerd worden, wat uw waar-

Van dezen dag geldl liet voornamelijk, dat men zich groote genaden kan beloven, die de Heiland bereid is met ruime mate mede te deelen, als men er sleclits met aandacht en vnlbarding om bidt. uBidt — zegt de Heer — en u zal gegeven worden.quot;

Ongelukkig vindt men er echter bij duizenden, die op dezen zoo genaderijken dag ledig uitgaan; alleen daarom, wijl zij noch hart noch mond hebben om voor 7ich genaden af te bidden, en zich liever met allerlei dwaze en ijdele dingen bemoeien, dan met ernst zich op een minzaam onderhoud met hunnen Goddel ijken Verlosser toe te leggen. Zij ontvangen niet, wijl zij niet bidden. — Wees gij. Christen, verstandiger en bett-r!

Wend u op dezen dag ook met bij/onderen ijver tot Maria, en riep Haar met kinderlijk vertrouwen om hare moederlijke voorspraak aan. Als Zij voor u bidt, o, dan zeker vloeit de stroom van genaden recht overvloedig, en misschien zal u dan heden toegestaan worden, wat u tot hiertoe onthouden werd. Bezoek, zoo mogelijk, hare kei ken, altaren en beelden, en bedien u daarbij van de volgende oefeningen en gebeden.

On Ma

dei me bei eei we die (

sell hei gel dig kin hai gel die

Wees gegroet in der. glans uwer Onbevlekte Ontvangenis, o Heilige Maagd Maria, Moeder Gods, Koningin der Engelen, hulp en voorspraak der raenschcn ! Zie, aan de voeten uwer beeltenis kniel ik neder, om U mijnen eerbied te betoonen, en met vertrouwen en ijver mij aan uwen heiligen dienst toe te wijden.

O Koningin des Hemels, wie alle scharen der Engelen vol opgetogenheid dienen, en wier lof' over den geheelen aardbodem wordt verkondigd , sla uwe blikken op mijn in kinderlijke liefde aan U overgegeven hart, en laat mij behooren lot het getal dier waarlijk getrouwe dienaren, die U liefhebben en zich beijveren t'i uwe schoone deugden na Ie volgen, é ^

Zie, Zoete Koningin, heden geef ik mij op nieuw weder ter uwer beschikking, met allen, die mij toebe-hooren, met alles, wat ik heb en bezit. Ik wil U dienen met mijne krachten, met mijne bekwaamheden en vermogens, en wit daardoor uwe eer trachten te bevorderen, waar en zooveel ik immer zal kunnen.

O genadige Vrouw en Koningin ! erken in mij uwen eigendom , en handel met mij naar uw moederlijk welbehagen, gelijk het tot verheerlijking van uwen Goddelijken Zoon, tot uwe eer en mijne zaligheid kan strekken.

Spreid, liefderijke Koningin, den mantel uwer moederlijke bescherming over mij en de mijnen uit, en bewaar ons voor elke zonde, voor alle gevaar, voor alle ongeluk naar ziel , en licliaam. Wees mijn raad in A W--«I

twijfel, mijn troost in lijden, mijne hulp in nood, mijne bescherming in leven en in dood.

Al mijne aangelegenheden, tijdelijke zoowel als eeuwige, stel ik met het grootste vertrouwen in uwe gezegende moederhanden , voornamelijk hid ik u, mij inzonderheid in deze.... N.N. aangelegenheid, uwe machtige hulp te willen hetoonen , mij te helpen om steeds mijnen wil aan den wijzen en goeden wil van God volkomen en met de innigste overgeving te onderwerpen.

O machtige Maagd, door den dienst welken ik mij heijver, ü voortdurend te bewijzen, bid ik u, laat mij in alles uwen bijstand ontwaren, en toon dat (.ij ook mijne moeder zijt. Verhoor mij, o Zoele Heilige Maagd Maria !

Geprezen zij de heilige, Onbevlekte en zuiverste Ontvangenis der zalige Maagd, Moeder Gods.

Met den Engel Gabriel, die U de blijde boodschap bracht, nader ik tot U, o Heilige Maagd, en zeg eerbiedig en met aandacht: Ave Maria ! Gij zijt vol van genade, de Heer is met U, en gezegend zijt Gij boven alle vrouwen ! Roemvolle Maagd, wie kan de uit-A gestrektheid uwer waarde beseffen, A

daar Gij de Moeder zijt van Hem, wiens Vader de Almachtige God is ! In uwen kuischen schoot is het eeuwige Woord des Vaders Vleesch geworden, en het heeft zich met onze menschheid bekleed, om ons door zijn dood de schatten van het onsterfelijk 'leven te verwerven.

Alle geslachten moeten U, Genadevolle ! daarom zalig prijzen, en roemen zullen zij de groote dingen, welke de Almachtige, wiens naam heilig is, aan U, en door ö aan geheel het menschelijk geslacht, gedaan heeft.

Eere zij den Vader, en den Zoon, en den Heiligen Geest, — en blijde iof weèrgalme ter eere der Allerzaligste Moeder-maagd, aan wie groole dingen heeft gedaan de Almachtige, ^ wiens naam heilig is. Amen.

Moeder der barmharliglwid, ons leven, onze hoop en onze zoetigheid, wees gegroet!

Als verbannen kinderen van Eva smeeken wij U, uit de diepte van dit ellendig leven ; eii zuchtende en treurende storten wij ons beklemd hart in uwen moederlijken schoot uit.

Redster en hulp der Christenheid, wend uwe blikken van barmhartigheid op ons, en zie onze ellende en onzen nood.

In ü herleeft ons vertrouwen ; op U is onze hoop gevestigd; Gij zult ons vertrouwen niet beschamen.

Ach, Zoete Moeder der Christenen, giet de olie uwer barmhartigheid in elk gewond hart, en toon ons, na het treurige van dezen tijd, A

Jesus, de gezegende vrucht uws lichaams. O goedertierene, o tee-dere, o Zoete Maagd Maria !

Eere zij den Vader, en den Zoon, en den Heiligen Geest. — en blijde lof weèrgalme Ier eere der Allerzaligste Maagd, aan wie groote dingen heeft gedaan de Almachtige, wiens naam heilig Is. Amen.

Met hart en mond prijs ik U, glorievolle Maagd en Moeder des heils; U die, ter rechterhand uws Zoons gezeten, bij Hem onze middelares en voorspraak zljt.

Ave Maria ! Naar uwe milde handen zijn de oogen gericht van alle god-vreezenden, als op de handen hunner liefdevolle Koningin ; want met a moederlijke mildheid bedeelt Gquot;

Rijken en armen vinden bij U de schatten des heils en de goederen des Hemels; niemand gaat met ledige handen van U weg, die met eerbied en liefde uwen troon nadert

Imnifir zijt Gij bereid de uwen le helpen, en hij alleen kan uwen lol' verzwijgen, die in zijnen nood vol vertrouwen tot U riep en geene hulp zou ontvangen hebben.

Als kostbare olie is uw gezegende naam, Heilige Maria ! en een heilzame balsem voor elk gewond hart. Want Gij zijt de toevlucht der zondaren, de troost der bedroefder, de genezing der zieken; de b '-schermster en helpster der U getrouwen bij hun leven en dood.

en den Heiligen Geest, — en blijde lof weêigalme ter cere der Allerzaligste Maagd, aan wie groote dingen heeft gedaan de Almachtige, wiens naam heilig is. Amen.

Machtige Maagd, die uw troon in den Hemel hebt en de aarde met den rijkdom uwer goedheden vervult. Gij verdient inderdaad machtig genoemd te worden ; want machtig zjjt Gij in uwe voorbede bij God, die U niets weigeren kan ; machtig in uwe hulp voor ons menschen, aan wie Gij niets weigeren kunt; en machtig tegenover de vijandige machten der hel en der wereld, die U niet kunnen wederstaan.

Allen, die in verdrukking en geva-I reu met een oprecht hart hunne toevlucht tot U namen, roemen A

In alle eeuwen was uw naam een vaste burcht, waar, in 's levens nood en stormen, de hulpeloozen redding en bescherming vonden. Ach, ontferm ü dan ook mijner, o machtige hulp der Christenen ! wees ook mijne beschermster, mijn troost, mijne hulp in leven en dood.

Eere zij den Vader, en den Zoon, en den Heiligen Geest, — en blijde lof weérgalme ter eere der Allerzaligste Maagd, aan wie groote dingen heeft gedaan de Almachtige, wiens naam heilig is. Amen.

Moeder des Heeren! laat mijne ver-eering U aangenaam zijn, en neem in genade den lof aan, dien mijn hart en mijne lippen U toewijden.

Alle volken der aarde bewijzen U eer en liefde, cn zegenrijk weergalmt de roepstem uwer macht, tot aan de uiterste grenzen der wereld.

Roem en eerbehooren I', niet slechts wegens uwe hooge waardigheid als Moeder van onzen Verlosser, maar ook wegens uwen heiligen wandel voor (iod.

In alle deugden hebt Gij, verheven .Maagd, uitgeblonken ; en in geheel uw leven schitterdet (iij boven allen als het heerlijkste voorbeeld.

Alle dagen wil ik U daarom loven.

uwe deugden herinneren, en uit al mijne krachten er naar slreven, de voetstappen van uwen heiligen wandel te volgen.

Eere zij den Vader, en denZoon, en den Heiligen Geest, — en blijde lof weêrgalmc Ier eere der Allerzaligste Maagd, aan wie groote dingen heelt gedaan de Almachtige, wiens naam heilig is. Amen.

O Maria, Koningin en Moeder van barmhartigheid, die waarlijk met koninklijke grootmoedigheid genaden en weldaden uitdeelt aan allen, die zich niet vertrouwen tot ü wenden en uwe . goedheid aanroepen ; ik, arme zon-

daar, arm aan deugd en verdiensten, ; maar beladen met ontelbare missla- | gen, nader den troon uwer barmhartigheid, en smeek uwe moederlijke milddadigheid mij genade en erbarming te verwerven.

O Gij, die de sleutels der oneindige ontfermingen Gods in uwe goedertieren handen draagr, keer U niet af van mijne ellende en verlaat mij niet in mijne armzalighe'd. Gij toont U immers aitijd zoo mild jegens de behoeftigen, die U aanroepen, en zijt altijd geneigd meer te geven, dan arme zondaren van ü durven vragen.

heb ik niets te vreezen : noch de menigte mijner zonden, want Gij verkrijgt rijkelijk vergeving ; noch de hei niet al hare schrikbeelden, want zij beeft terug voor uwe macht; noch eenige menschelijke ellende, want (Jij weet te troosten, te raden en te helpen, .la, onder uwe bescherming vrees ik zelfs den toorn des eeuwigen Rechters niet; want een enkel woord uit uwen moederlijken mond bevredigt onmiddellijk den Zoon uws harten. Indien Gij mij beschermt, o Koningin van barmhartigheid, dan hoop en verwacht ik met volle vertrouwen alles tot mijn troost en mijn geluk; want Gij vermoogt alles door uwe voorspraak bij Hem, die uit U geboren is, door li werd opgevoed en die U tot in den dood heeft bemind.

O Moeder van barmhartigheid, ik éi weet, dat Gij ei»uw vermaak in schep; ^ Ê»---«

GEBED TOT MARIA. 227 en ei' uwen roem in s:elt, U over (ie eliendigen te ontfermen en de Imlp-behoevenden te helpen. Zie, ik ben waarlijk ellendig, want ik ben een zondaar en heb mij zoowel aan tijdelijke als eeuwige straften schuldig gemaakt. Ontferm ü daarom over mij en toon mij uwe moederlijke barmhartigheid. Ik beloof, ja ik verklaar het plechtig voor Hemel en aarde, raijn leven geheel en al te zullen beteren, volledig niet de zonde te breken en naar deugd en volmaaktheid Ie zullen streven ; hiertoe moet (iij mij echter helpen en mij uwe liefhebbende moederhand reiken.

Zie, o machtige Vrouw en liefderijke Moeder, ik heb groot vertrouwen in uwe moederlijke liefde, en stel mij vol troostende hoop onder de bescherming uwer barmhaitigheid. \erstoot mij niet, neen, verstoot mij

niet van uw aangezicht, maar bescherm, red en help mij , en geleid mij op den weg des heils gelukkig door alle gevaren, alle lijden en alle wederwaardigheden des levens, tot het doel mijner heilige bestemming. Verhoor mij, o Heilige Maria, mijne raad-gcester, mijne troosteres, mijne toevlucht, mijne hoop, mijne beschermster en mijne hulp m leven en dood. Amen.

Dat bij deze smeekbeden tot Maria de Rozenkrans zeer gevoegelijk past, behoeft wel niet opgemerkt te worden. Dat is trouwens het schoonste en voortreffelijkste van alle gebeden, die men Maria kan opdragen In den Rozenkrans worden alle geheimen herdacht, welke met de Hemelsche Moeder, en haren Zoon, lol onze verlossing en ons heil. hebben plaats gegrepen; en hem, die dit gebed met ware godsvrucht verricht, wordt daardoor een schal van onbegrijpelijke genaden geschonken. — Overigens gewenne men zich, het bidden van den Heiligen Rozenkrans telkenmale met het doel en de meening der Heilitre Kerk te vereenigen, en de gebeden zoowel voor hel algemeen belang als voor zijn eigen heil aan God op te dragen.

Wees gegroet, Koningin, Moeder van barmhartigheid, ons leven, onze zoetigheid en onze hoop, wees gegroet!

Tot U roepen wij, verbannen kinderen van Eva; tot II roepen wij zuchtende en weenende in dit tranendal.

Wend, o Zoete Voorspreekster, uwe barmhartige blikken tot ons; boscherm ons bij de menigvuldige gevaren in dit aardsche leven en loon ons daarna, Jesus, de gezegende vrucht uws lichaams. O goedertierene, o teedere, o Zoete Maagd Maria !

v In alle droei'heid en angst, R. Kom ons te hulp, o Allerzalig-égt; ste Maagd Maria ! ^

Almachtige, eeuwige God, die het lichaam en de ziel der Heilige Maagd Maria, door de kracht van den Heiligen Get'sl, lot eene waardige woonplaats voor uwen Zoon hebt bereid, geef dat wij, die hare gedachtenis vieren, door hare goedertieren voorspraak, van alle lijdelijk kwaad bevrijd en van den eeuwigen dood gespaard mogen worden, door denzelfden Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Gedenk, o goedertiurenste Maagd Maria, dat het nooit is gehoord, dat iemand, die tot U zijne toevlucht nam, ü om hulp bad of om uwe voorspraak smeekte, van ü is ver-

Hierdoor bemoedigd, neem ik mijne toevlucht tot II, o Moeder en Maagd. Ik kom tot U ; zie mij, zondaar, in tranen voor uwe voeten neêrgeknield!

O Koningin des Hemels, die het eeuwig Woord, vol genade en waarheid, in uwen kuischen schoot gedragen en ter wereld gebracht hebt, versmaad het smeekend woord mijns monds niet, maar hoor mij genadig aan en verhoor mij, ar mzalige, die uit dit tranendal tot ü roept.

Troost mij in mijne bekommeringen, wees mijn bijstand in alle verlatenheid, en help mij in mijnen nood. Wees mijne Middelares en goedertieren Voorspreekster bij uwen geliefden Zoon, nu en altijd, en inzonderheid in het uur mijns doods. Amen.

i r. Opdat wij bij God genade vin-! den en hulp verkrijgen in allen nood | en in alle aangelegenheden.

Ik wil nu, u God ! met alle aan-| dacht den Heiligen Kozenkrans bidden, volgens de bedoelingen en de meening der Heilige Kerk, ter verheerlijking van uwen Heiligen Naam, ter liefde van Jesns, en ter eere van Maria ; alsmede voor de belangen van geheel de christenheid in het algemeen, en voor de mijne in het bijzonder. Schenk mij, o God, hiertoe uwen bijstand, en breng mij de heilige geheimen, welke in dit gebed herdacht worden, recht levendig voor den geest; opdat ik. door eene godvruchtige behartiging daarvan, aan ^ hunne zegenrijke vruchten moge deel- Jt-,

Cod, Heilige Geest, ontferm L^! onzer, i Heilige Drievuldigheid, één God, ont-! ferm U onzer.

{quot;) Z»io dikwijls men deze Litanie godvruch-lig bidt, kan men 200 dagen aflaat verdienen.

Heilige Maria, bid voor ons. H. Maria, zonder vlek ontvangen Heilige Moeder Gods,

Moeder der Goddelijke genade. Allerzuiverste Moeder, Ailerkuischle Moeder, Ongeschonden Moeder, Onbevlekte Moeder,

iELi

d ©

C/3

Onder uwe bescherming, nemen wij onze toevlucht. Heilige Moeder Gods; verstoot onze gebeden niet in onzen i nood, maar bevrijd ons altijd van alle 1 gevaren. O glorierijke en gezegende | Maagd, onze Vrouw, onze Middelares, j onze Voorspreekster; verzoen ons met i uwen Zoon, beveel ons aan uwen

Heer, wij bidden, stort uwe genade in onze harten, opdat wij, die door de boodschap des Engels de menschwording van Christus, uwen Zoon, gekend hebben, door zijn lijden en kruis tot de glorie der verrijzenis gebracht mogen worden; door denzelfden Christus, onzen Heer. Am

Wij bidden U, o Heer, dat wij door de verdiensten van den Bruidegom uwer Allerheiligste Moeder mo-^ gen geholpen worden opdat wij door A 8»------—«S

zijne voorbidding verwerven, wat wij door eigen kracht niet kunnen erlangen : Gij, die leeft en regeert, God van eeuwigheid lot eeuwigheid. Am.

Groote, almachtige, Heilige God, voor wiens troon vele duizenden U in vurige godsvrucht aanbidden en in onophoudelijke lofzangen uwen Allerheiligsten Naam verheerlijken, hoezeer verheug ik mij, in het vooruitzicht U eens met deze zalige geesten te kunnen aanbidden en met hunne lofzangen te, zullen instemmen ! Maar ook nu reeds wensch ik ü. Heer der heerscharen, met alle mogelijke

reeds wensch ik U van ganscber harte te danken en in heilige psalmen uwen lof te verkondigen.

Daarom bid ik U ora den geest van ware godsvrucht en van een vurig gebed. Wijd mijnen mond tot uwen lof, en verhef alie krachten mijner ziel tot verheerlijking van uwen naam. Bewaar mijn geest voor verstrooiing, en hef mijn hart in heilige gemoedsstemming opwaarts tot de gemeenschap uwer Heiligen, opdat ik. met ben, in geest en waarheid, uwe boven alles verhevene Majesteit aanbidden en uwen lof op waardiae wijze verkondigen moge. Door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

In den naam van mijnen Heer en Heiland Jesus Christus, en mij ver-eenigende met de aanbidding van alle gt; zalige geesten in den Hemel, alsook i»*---«

niet alle godvruchtigen op aarde, voornamelijk met hen, die zich in dit uur met ons in het gebed vereenigen, begin ik deze oefening van godsvrucht en zeg :

V. O God! geef acht op mijne hulp. R. Heer! haast U om mij te helpen. V. Mijne hulp is in den naam des Hoeren

R. Die Hemeleiiaardegeniaakt heeft. Eere zij God den Vader, en den Zoon, en den Heiligen Geest; gelijk in den beginne, zoo ook nu, en altijd, en in eeuwigheid. Amen.

Hij is onze God. en wij zijn Gods volk; Hij heeft ons geschapen, en ons leven en aanzijn gegeven.

Komt en laat ons daarom neder-knielen voor den Heer, die onze Schepper en Levenwekker is.

Laat ons met dank voor zijn aanschijn komen, en Hem begroeten met heilige psalmen.

Eere zij den Vader, en den Zoon, en den Heiligen Geest; — gelijk in den beginne, nu, en aliijd, en in eeuwigheid.

Zingt Godes lof, geheel de wereld; dient Hem met vreugde; komt met , blijmoedigheid voor zijn aanschijn, i»----

Alles wat Hij wilde, heeft Hij geschapen in den Hemel, op aarde en in alle diepten.

Geweldig is zijn arm, sterk is zijne hand, en ten hoogste verheven zijn zijne rechten.

Rechtvaardigheid en recht zijn de grondvesten van zijnen troon; genade en waarheid schitteren van zijn aangezicht.

Goedertieren is de Heer ook jegens ieder, en Hij ontfermt zich over al zijne werken.

Hij handelt niet met ons naar onze zonden, en vergeldt ons niet naar onze boosheden.

Gelijk een vader zich ontfermt over zijn kind, zoo ontfermt de Heer zich over allen, die Hem vreezen.

Zijne goedheid reikt zoo ver de hemelen zijn, en zijne genade streiit zich uit boven de wolken.

De oogen des Heeren zijn gericht op de godvreezenden, en zijne ooren hooren hunne smeekingen.

Als de godvruchtige om hulp roept, dan verhoort hem de Heer, en Hij redt hem uit alle bekommernissen.

Ja, de Heer helpt de godvruchti-gen; Hij is hun redder in den nood, hun verzorger in de behoeften

Hij beschermt hen en waakt over 1 hen; Hij voorziet hen van alles, en laat hun niets ontbreken.

Eere zij den Vader, en den Zoon, en den Heiligen Geest; — gelijk in den beginne, nu, en altijd, en in eeuwigheid. Amen.

De Heer is groot en boven allen lof verheven; zijne heerlijkheid is onuitsprekelijk.

Goedertieren is de Heer ook jegens ieder, en Hij ontfermt zich over al zijne werken.

Loof den Heer, mijne ziel, en vergeet het goede niet, dat Hij aan u heeft gedaan.

Ja, ik wil den Heer loven; geheel mijn leven lang, en mijnen God prijzen, zoo lang ik besta.

Ik wil den naam des Heeren loven met psalmen, en mijnen Heer hoog verheffen met dankbetuigingen

Ja, U wil ik verheffen, mijn God en mijn Koning! en uwen naam nu en in eeuwigheid prijzen.

Ik wil ü danken, o God, in uwe heilige gemeenschap, en U verheerlijken onder vele volken

Blijmnedig wil ik U mijnen lof aanbieden; want Gij zijt mijn Beschermer en mijn genadige God.

Van mijne jeugd af hebt Gij mij liefderijk behouden; daarom verkon • dig ik dankbaar uwe goedheid

Geloofd zij de Heer, en de God mijns heils zij hoog verheven, in alle eeuwigheid !

Eere zij den Vader, en den Zoon, en den Heiligen Geest; — gelijk in den beginne, nu, en altijd, en in alle eeuwigheid. Amen.

Zingt jubelend tot den Heer, gij werelden : zingt, prijst en looft God 1 ^ »----4gi

Looft den Heer, gij zijne dienaars, die voor zijnen troon staat; verheft uwe handen tot het heiligdom en prijst God.

Looft den Heer, Gij allen, die in den Hemel woont; looft Hem in het Allerheiligste.

Ook gij, menschenkinderen op aarde, zingt den Heer uwen lof; zingt den lof van God, onzen Heerscher en Koning.

Zingt Gods lol' met hoog gestemde vreugde; roemt zijnen heiligen naam; maakt zijnen lof heerlijk.

Verblijdt U in den Heer, Gij allen, die godvreezend zijt; dankt Hem en roerat zijne goedheid

Ja, laat ons den Heer danken; want Hij is goederlieren en zijne barmhartigheid duurt eeuwig.

Eere zij den Vader, en den Zoon, en den Heiligen Geest; — gelijk in den beginne, nu, en altijd, en in eeuwigheid. Amen.

Om ons menschen te verlossen, hebt Gij ü niet ontzien, in don schoot der Maagd U met ons sterfelijk vleesch te hekleeden.

Gij hebt den prikkel des doods overwonnen, en hun, die in U ge-looven, het Hemelrijk geopend.

Daarom bidden wij, kom uwe dienaren te hulp, die Gij met uw dierbaar bloed verlost hebt.

Alle dagen willen wij ü prijzen en uwen heiligen naam eeuwig loven, ja eeuwig en altijd.

Op ü, o Heer, is mijn vertrouwen gegrondvest, en in eeuwigheid zal ik. niet beschaamd worden. Amen.

Laat ons den Heer prijzen, onzen God: den Vader, den Zoon, en den Heiligen Geest!

Dien neemt Hij weer genadig aan. Hij sluit hem met een zoel erbarmen. Vergevend in zijn vader armen.

Smaak in zijn lof uw zoetst genot: Wil Hem uw hart volledig geven. Hij schenkt u 't eeuwig zalig leven.

Almachtige, eeuwige God! Neem in genade den lof van mijnen mond cn de liefde mijns harten aan. Dat

mijn gebed tot II omhoog stijge, en uwe genade en ontferming op mij nederdale. Vervul mijn hart meer en meer mei ijver voor uwe eer, met liefde voor uwen heiligen godsdienst, met trouw in de vervulling mijner stand- en beroepsplichten, niet broederlijke welwillendheid jegens mijne medemenschen, vrienden en vijanden.

Geef mij sterkte, o God, opdat ik naar mijn vermogen tot de verbreiding van uw rijk op aarde bijdrage, dat ik door deugd en godsvrucht een goed voorbeeld geve, en voornamelijk in den kring mijner naastbestaanden veel goeds stichte door woord en daad.

Bewaar mij , o God, voor alle harde beproevingen en ongelukkige toevallen, voor de vervolging van A slechfgezinde menschen, voor de la

NAMIDDAG-OKFKNINGEN. 255 t ? leringen van booze tongen, voor langdurige ziekten, voor armoede, ellende en verlalenheid. Mocht Gij mij echter met cene dezer onheilen als eene vaderlijke tuchtiging en beproeving willen bezoeken, geef mij dan geduld, moed en op U vertrouwende liefde, opdat ik alles niet kinderlijke overgeving van uwe vaderhand aanneme en sterk bevonden worde in de beproeving.

Wees, o God, in voorspoed mijne leidster; in tegenspoed de ster mijner hoop ; wees mijn troost in droefheid, mijne kracht in zwakheid ; mijn beschermer in gevaren, mijn verzorger in behoeften, mijne hulp in den nood, mijn redder in het ongeluk. Wees mijn heil hier in dit aardsche leven, en ginds in de eeuwigheid mijn onverstoord geluk.

voor mijne inedenienschen wil ik mijn gebed aan uwe vaderlijke goedertierenheid opdragen. O, leer allen U erkennen, U beminnen en in U zalig worden. Ontferm U over alle onwetenden en onderwijs hen; ontferm U over alle zondaren, door hen tot U te bekceren : over de dwa-lenden, door hen terecht te brengen; over de zwakken, door hun sterkte te verleenen.

Vertroost de bedroefden, bescherm de zwakken, versterk de lijdenden ; genees de zieken en erbarm U over de stervenden. Trek U de miskende en vervolgde onschuld aan, en doe recht aan hen, die onrecht lijden. Versterk het vertrouwen der armen en toon U hun V:ider en verzorger. Ontferm U over alle menschen, en wees hun troost, tot bescherming A en tot hulp. Geef iedereen, wat liquot;

NAMIDDAG-OEFENINGEN. 237 in dit leven behoeft en hem voor het toekomende heilzaam is; door Jesus Christus uwen Zoon onzen Heer. Amen

Hier kan men laten volgen het Salve Regina, bladz. 229. of de Antiphoon van Maria , »0 n d e r uwe beschermingquot; enz. bladz. 236.

Geloofd en geprezen zij het Allerheiligste en Hoogwaardigste Sakra-ment des Altaars, zoo veelmalen als er sterren aan den hemel fonkelen, als er druppels in de zee zijn, zandkorrels op de aarde, bloemen in de lente, vruchten in den zomer, bladeren in den herfst, sneeuwvlokken in den winter en geschapene wezens in alle deelen der onmetelijke schepping.

Heer .lesus, Zoon van den levenden God, waarachlig en persoonlijk tegenwoordig onder den sluier dezer sakramenteele gedaante !

Eere zij God den Vader, en den Zoon, en den Heiligen Geest. En blijde lof weergalme ter eere van het Allerheiligste Sakrament, in alle eeuwigheid. Amen.

Geloofd en geprezen zij hel Allerheiligste en Hoogwaardigste Sakrament des Altaars, zoo veelmalen als er met den geest gedacht, met het hart verlangd, met woorden gesproken wordt, als er werken volbracht, wenschen geuit kunnen worden, als er van alle koren der zalige geesten door geheel de eeuwigheid jubelzangen aangeheven worden. Want

Jesus Christus, onze Heer en God, die ons spijst met uw Heilig Vleesch en drenkt met uw Heilig Bloed.

Eere zij God, den Vader, en den Zoon, e'n den Heiligen Geest. En blijde lof weergalme ter eere van het Allerheiligste Sakrament, in alle eeuwigheid. Amen.

Geloofd en geprezen zij het Allerheiligste en Hoogwaardigste Sakrament des Altaars, zoo veelmalen als de Allerheiligste Drievuldigheid met hare almacht werkt, met hare wijsheid overlegt en met hare liefde bedeelt; geloofd en geprezen op alle wijzen, op alle plaatsen, en in alle lijden, tot in eeuwigheid ! Want on-meetlijk groot is de lof, dien Gij waardig zijt. Gij, Heer Jesus Christus, Zoon van God, Koning der eeuwige i li»----«Si

heerlijkheid! Gij, die uwe vreugde vindt, onder ons menschen te wonen en ons met de zegeningen uwer liefde te verheugen, alle dagen tot aan het einde der wereld.

Eere zij God, den Vader, en den Zoon, en den Heiligen Geest, En blijde lof weergalme ter eere van het Allerheiligste Sakrament, in alle eeuwigheid. Amen.

(Door het aandachtig zeggen van dit schietgebed, verdient men telkenmale een atlaat van 100 dagen )

Nog eenige oefeningen voor het ter aanbidding uilgeslelde Hoogwaardigste Sakrameni.

Wie voor hvt uitgestelde Hoogwaardig: een tijd lang nederknielt en met godsvrucht bidt, verdient 200 dagen aflaat.

Wees gegroet, hoogste, edei en kostbaar Vleesch en Bloed van mijnen Heer, Jesus Christus; hier waarlijk onder de gedaante van brood tegenwoordig I Ik aanbid U in vereeniging : met de vereering en aandacht, waarmede de negen koeren der Engelen U aanbidden en vereeren. In den geest van ootmoed kniel ik hier neder, met het vaste geloof, dat Gij, mijn God en Heer, hier waarlijk in het Allerheiligste Sakrament tegenwoor-t •gt; dig zijt. ®

Wees gegroet, Hoogwaardigst Lichaam van Jesus Christus, mijn Verlosser, Gij waarachtige en levende hostie, opgeofferd aan het heilig kruishout ! Ik aanbid U, in vereeniging met die aanbidding, welke uwe heilige menschheid voortdurend uwe Godheid bewijst, en ik dank U in den naam van alle schepselen voor de onuitsprekelijke liefde, welke U, o God van Oneindige Majesteit, hier in de nederige gedaante van brood lot ons heil doet verborgen blijven.

Wees gegroet, o goedertierenste Jesus. Woord des Vaders, evenbeeld van zijn Wezen, en weerglans van zijne heerlijkheid. Bron van eeuwige ontferming en liefde. Heil der wereld. Lam Gods, Levend brood, dat van den Hemel gedaald. Hemel en aarde met elkander verbindt!

264 GROETE VAN DEH. GEKTRUDIS. ' P dat Vleesch geworden is en onder ons woont! Gij, Koning der heerlijkheid, wezenlijke Godheid, hoogstge-zegende vrucht der maagdelijkheid, hrood der engelen, verkwikking der godminnende zielen, onderpand dei-eeuwige zaligheid !

Wees gegroet. Hoogwaardigste Godheid en menschheid van Jesus Christus, waarachtig, wezenlijk en levende, tot onzen troost aanwezig onder den sluier van dit Sakrament! U loof, bemin en verheerlijk ik met alle krachten mijner ziel, en U wensch ik te beminnen, te loven en te verheerlijken in alle eeuwigheid.

Ik geloof vast en zonder eenigen twijfel, dat Gij, mijn Jesus, hier tegenwoordig zijt, uit dit Sakrament op mij nederziet en geheel mijn binnenste doorgrondt. Ik geloof, dat égt; onder het sakramenteele hulsel niet é gt;

CROETE VAN ÜEH. GERTHUDIS. 205 l 5 alteen uw Lichaam en Bloed, maar ook uwe Godheid en Mensehheid wezenlijk tegenwoordig is. Hoe onbegrijpelijk dil aan mijne zwakke zintuigen ook moge voorkomen, toch geloof ik het zoo vast, alsof ik ü met mijne lichamelijke oogeu voor mij zag, met mijne ooren U hoorde, en alsot ik mijne vingeren in uwe wonden kon leggen.

O Jesus, mijne eenige, ware hoop : zekerste toevlucht mijner ziel, vol ootmoed aanbid ik U hier met dankbare liefde, en smeek ik II, ontferm U mijner, die zoo vol zonden, zwakheden en gebreken ben. Offer U hier op het altaar aan uwen Hemelschen Vader ter vergeving mijner zondenschulden op, gelijk Gij U aan het kruis tot vergeving van de zonden der gansche wereld hebt opgeofferd;

Voor U, o Allerheiligst Sakrament, kniel ik met den diepsten eerbied neder, en ik zeg met allo Engelen en Aartsengelen, met alle Heerschappijen en Vorsten, met alle Machten en Tronen, met alle Cherubijnen en Seraphijnen; »Heilig, Heilig, Heilig is God , de Heer der heerscharen ! Hemel en aarde is vol van zijne glorie en heerlijkheid !quot;

Geloofd zij zonder einde en dui-zendmalen het Allerheiligste en Aanbiddelijke Sacrament. Amen.

Goddelijke Heiland, Jesus Christus, waarlijk tegenwoordig in dit aanbiddelijk Sakrament! Algoede, die mij zoo onuitsprekelijk lief hebt, zie , doordrongen van innige wederliefde, kniel ik voor dit kostbaarste der geheimen neder en aanbid uwe Goddelijke Majesteit met een geloovig, dankbaar en blijmoedig hart

ö Mijn God, mijn leven en mijne zaligheid, niets is mij zoo zoet en weldadig, niets verheugt mij zoozeer als, in stille aandacht verzonken, hier voor U neder te knielen, mijn hart in liefdezuchten voor U uit te storten, met U te spreken, en vol dank-lt;:gt; baarheid de barmhartigheid en goed- A

Hoe liefelijk is uw geest. Heer van goedheid en ontferming! Om ons deze liefelijkheid in hare verborgen bronnen te doen smaken, hebt Gij dit Allerheiligst Geheim ingesteld en ons daarin U zeiven als het waarachtig manna des Hemels, hetwelk alle geestelijke zoetigheden in haren eigen oorsprong bevat, tot voedsel gegeven.

Wees daarom geprezen. Goddelijke Heiland, troost van ons leven en bron van alle zaligheid, welke vloeit in de harten van diegenen, die met geloof en liefde tot U naderen en op waardige wijze ü in dit Heilig Sakraraent ontvangen.

blikken tot ü, verborgen God en Heiland, en geheel mijn wezen is doordrongen van lielde, dank en gelukzaligheid. O wonderbaar en boven alles liefelijk Sakrament! welke heilige gewaarwordingen verwekt Gij in de harten van hen die U waarlijk lief hebben, en hoe juicht de begenadigde ziel, als zij U, haar heil en haar leven, haar geluk en zaligheid, in dit hemelsch geheim uwer liefde aanschouwt!

O goedertieren Jesus; ook ik gevoel welk eene zaligheid het is, in uwe Goddelijke tegenwoordigheid te verblijven, en onder de zegenende schaduw van dil liefelijk Sakrament uit te rusten. Dehoud en vermeerder dit heilig en zalig gevoel in mij Laat mijn hart niet in liefde jegens U verflauwen, maar houd het levendig

geestelijk vuur, opdat het U altoos aanhange in liefde en trouw, in innige, zalige verrukking voor U, mijn beminden Heer en God. Wees Gij voortdurend mijn grootste wellust, mijne vreugd, het voorwerp van al mijne wenschen, van mijne hoop en verlangens. Laat mij liever alles, ja zelfs het leven verliezen, dan van U en uwe liefde gescheiden te worden. Help en versterk mij, opdat ik getrouw tot in den dood volharde in den dienst uwer liefde, en doe mij dan daar aankomen, waar ik uw gezegend aanschijn onverhuld mag aanschouwen, en uwen lof met alle zaligen verkondigen kan, in alle eeuwigheid. Amen.

Tol uitbreiding van deze oefeningen is ook zeer geschikt: «Verheffingen des hartenquot;, op hladz. 1.

Heilige Drievuldigheid, één God, Jesus, Zoon van den levenden God, 9 Jesus, glans des Vaders, 5=

Jesus, zoon der gerechtigheid, ■lesus. Zoon van de Maagd Maria, Beminnelijke Jesus,

Jesus, onze weg en ons leven, Jesus, vreugd der Engelen, § Jesus, koning der Aartsvaders, Jesus, meester der Apostelen, ³Jesus, leeraar der Evangelisten, quot; Jesus, sterkte der Martelaren, g Jesus, licht der Belijders,

Jesus, zuiverheid der Maagden, Jesus, kroon van alle Heiligen, Wees genadig, spaar ons, Jesus. Wees genadig, verhoor ons , Jesus. Van alle kwaad, verlos ons, Jesus Van alle zonden, ^

der wereld, verhoor ons, Jesus. Lam Gods, dat wegneemt de zonden Agt; der wereld, ontferm U onzer. A

ó Heer Jesus, die gezegd hebt: vraagt en gij zult ontvangen, zoekt en gij zult vinden, klopt en ü zal geopend worden, wij bidden ü, stort uwe Goddelijke liefde in ons gemoed, opdat wij U steeds van ganscher harte, met woord en daad beminnen en nooit ophouden L) te loven.

Geef, o Heer, dat wij altijd uwen Heiligen Naam vreezen en beminnen, want Gij verlaat hem niet, dien Gij bevestigt in uwe liefde.

Voor de stichting van uw deugd Zeg ik dank en wil ik leven Dat het, Jesus, Ü verheugt.

Jesus Christus is, zoo als het ware en duidelijke woord Cods, alsmede het geloof der onfeilbare Kerk ons waarborgt, zoo waarachtig, werkelijk en wezenlijk in het Allerheiligste Sa-krament tegenwoordig, als Hij ginds, in den Hemel, ter rechterhand zijns Vaders ten troon zit. En gelijk Hij daar bij den Vader in volle heerlijkheid het voortdurend middelaarschap voor geheel de verloste menschheid vervult, zoo is Hij hier op onze altaren, onder den schijn van brood, op geheimvolle wijze, onophoudelijk werkzaam en steeds bereid, ieder, die in geloof en liefde tot Hem nadert, de volheid zijner bijzondere gunsten, zegeningen en weldaden te schenken.

Daarom hebben te allen tijde godvruchtige, ijverige zielen zich er op A toegelegd, dikwijls voor het Heilig a

Jesus Christus is, zoo als het ware en duidelijke woord Cods, alsmede het geloof der onfeilbare Kerk ons waarborgt, zoo waarachtig, werkelijk en wezenlijk in het Allerheiligste Sakrament tegenwoordig, als Hij ginds, in den Hemel, Ier rechterhand zijns Vaders ten troon zit. En gelijk Hij daar bij den Vader in volle heerlijkheid het voortdurend middelaarschap voor geheel de verloste menschheid vervalt, zoo is Hij hier op onze altaren, onder den schijn van brood, op geheimvolle wijze, onophoudelijk werkzaam en steeds hereid, ieder, die in geloof en liefde tot Hem nadert, de volheid zijner bijzondere gunsten, zegeningen en weldaden le schenken.

Daarom hebben te allen tijde godvruchtige, ijverige zielen zich er op 4 toegelegd, dikwijls voor het Heilig A

Tabernakel te verschijnen, hunnen daar verborgen God cn Heiland te bezoeken cn in heilige liefde met Hem te verkeeren Tot Hem namen zij daar hunne toevlucht in al hunne aangelegenheden, behoeften en nood, in hunne angsten, bekoringen, bij tegenspoed en lijden Zij legden hunne bekommeringen, verlangens en wen-schen, hunne gebeden en smeekingen voor zijnen sacramenteelen genade-troon neder, en verheugden zich allen in zijne hulp en troost. Het Tabernakel was hun een liefelijke haven der rust, een zeker toevluchtsoord des heils, een zoete voorsmaak van be-melsche genietingen, zegeningen en vertroostingen; de schatkamer van alle genaden, het paradijs hunner vreugden en hun hemel op aaide. Eenige voorbeelden mogen het gezegde bevestigen.

De vrome priester Aloysius la Naza, een Jesuïet en beroemd missionaris in Sicilië, was van zijne eerste jeugd A, af reeds bezield met eene vurige A

godsvrucht en liefde voor het Heilig Sakrament. Als hij voor het Tabernakel knielde, gevoelde hij niet zelden zulk een zoeten troost, dat het hem uiterst moeielijk viel, als hij zich van deze zoo geliefkoosde plaats moest verwijderen. Om den te vurigen gloed van godsvrucht eenigszins te matigen, legde zijn biechtvader hem, onder verplichting van gehoorzaamheid op, nooit langer dan een uur voor het Allerheiligste te vertoeven. Als dit uur voorbij was, dan kon men zien, welk een geweld en smart het hetn ' kostte, zich te verwijderen. Het was hem, alsof hij uit het paradijs, waarin hij zich meende verplaatst te zien, wederom op de met vloek beladen aarde terug gestooten werd. Het smartgevoel zijns harten, zich te moeten scheiden van het hart van zijnen geliefden Heiland, geleek aan het smartgevoel van den zuigeling, i die, pas begonnen zich gretig aan de moederborst te laven, daarvan met geweld wordt weggenomen.

Evenzoo was het gesteld mei den H. Aloysius van (Jon/aga. Ook hij was door de viiiigste liefde aan het Heilig Sakrament gehecht, en hem weid ook, om gelijke reden, de tijd beperkt, dien hij voor zijn verborgen God en Heiland mocht doorbrengen. Als hij zich verwijderen moest, dan gevoelde hij zich dikwijls zoo aangetrokken van liel'de, dat hij niet kon heengaan. Daarom verzuchtte hij dan met teedere liefde; «ontsla mij, o Heer, ontsla uwen dienaar; want zie, de gehoorzaamheid roept mij

De H. Franciscus Xaverius vond, als hij zich des avonds, van bovenmatige krachtsinspanning in zijnen apostolischen arbeid vermoeid gevoelde, zoete rust. verkwikking en sterkte bij het Allerheiligste Sakrament, voor hetwelk hij gewoonlijk het grootste gedeelte van den nacht doorbracht

zich telkenmale op hemelsche wijze genoegzaam versterkt, om met blijden moed zijne zegenrijke loopbaan weder te kunnen vervolgen.

Ook de H. Fran^ciscus Regia was gewoon, na de lasten van zijn dagwerk, des avonds sterkte en vertroosting bij liet Allerheiligste Sakra-raent te zoeken. Vond hij de kerkdeur gesloten, dan knielde hij ootmoedig op de straat voor de kerk neder, en dan kon zelfs het onweder hem niet beletten, zijne van liefde gloeiende godsvrucht tot het Allerheiligste te ontboezemen.

Een bijzonder opmerkenswaardig voorbeeld van slichtende devotie voor het Heilig Sakrament biedt ons het leven van koning Wenceslaus van Bohemen aan. Het was voor de liefde van dezi'ii waardigen vorst niet ge-, noeg, dikwijls gedurende den dag hel Allerheiligste te bezoeken, ook d

nachts ging hij meermalen Ier kerke. Zelfs in den guren wintertijd kon men hem van deze bezoeken niet afhouden; en daarbij werd zijne ziel door zulk een gloed van godsvrucht ontstoken, dat sneeuw noch ijs hem deed verkoelen. Toen hij eens des nachts op weg naar de kerk, met zijn kamerdienaar, diep door de sneeuw moest waden, en de kamerdienaar zich over de bijna te scherpe koude beklaagde, sprak de koning medelijdend: »mijn waarde! volg mij moedig na en treed in mijne voetstappen!quot; De dienaar volgde, en gevoelde zich reeds bij den eersten stap naar lichaam en ziel verwarmd.

In de volgende Bezoeken zijn nog eenige voorbeelden van buitengewone devotie en liefde tot het Allerheiligste Sakrament opgeteekend, allen het bewijs leverende, hoe gelukkig waarlijk vrome zielen zich telkenmale in het bezoek van het Allerheiligste Sakrament bevonden hebben.

welke dikwijls tot het Allerheiligste Sakrament hunne toevlucht nemen, en liefdevol met hunnen Goddelijken Heiland verkeeren; — mochten zij voor ons staan en ons de heilige gewaarwordingen kunnen afschilderen, door welke hunne harten overstelpt «orden. Konden zij ons zeggen, wat troost en licht , welke vrede en vreugde, met één woord welke schatten van genade hun daar ten deel vallen — waarlijk dan zou onze lauwheid bij het bezoeken van het Allerheiligst Liefdegeheim verdwijnen, gelijk de sneeuw voor de verkwikkende stralen der zon!

Daarom vindt men thans zooveel ellende en ontevredenheid, zooveel mismoedigheid en vertwijfeling in de wereld, omdat er zoo weinigen gevonden worden, die tot de bron aller zegeningen hunne toevlucht nemen ; zoo weinigen, die door een dikwijls herhaald bezoek aan het Allerheiligste, zich waardig maken, door onzen beminden Heer en Heiland gezegend te worden met de schatten zijner i genade.

)gt;Komt allen tot mijquot;, zegt de Heiland vol goedheid en liefde; maar slechts weinigen geven gehoor aan die roepstem ; en zoo wordt dan ook hier bewaarheid, wat zijn (ioddclijke mond eens sprak: «Velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren!quot;

Christen! Tracht tot die weinige uitverkorenen te behooren. en zoek voornamelijk uw heil daar. waar zoo vele deugdzame en heilige zielen het gevonden hebben: bij Jesus in het Allerheiligste Sakrament.

Het is waar, dat de Heer beloofd heeft, overal onze gebeden te zullen verhoeren en ons zijne genade mede te deelen: maar nergens zullen wij gemakkelijker verhoord, nergens zoo rijk met genade gezegend worden als hier, waar Hij /elf met bijzondere goedheid zich een uitverkoren troon heeft opgericht, en waar Hij tot ons heil dag en nacht persoonlijk tegenwoordig is. «Deze plaats heb ik mij verkoren en geheiligd,quot; — zegt de Heer — «opdat mijn naam daar

hart daar verblijven alle dagen. Mijne oogen zullen daar geopend zijn, cn mijne ooren zullen de smeekingen van hen aanbooren, die mij hier komen aanbidden.quot; Cor. VII. 15—16.)

Zie, Christen, die belofte, welke de Heer in het Oud Verbond gegeven heeft, vervult Hij in het Nieuwe, op de meest volkomen wijze. Altijd zijn zijne oogen in het Allerheiligste Sakramcnt geopend, nm vol goedheid en liefde te rusten op hen, die Hern hier in godsvrucht en liefde komen bezoeken. Altoos neigt Hij zijn oor vol teedere erbarming naar het gebed van hen, die Hem in hunnen nood en aangelegenheden niet vertrouwen aanroepen. Altoos zijn zijne handen gevuld met genaden en goederen des heils, om ze rijkelijk weg te schenken aan hen, die met begeenge harten komen om die te ontvangen.

Wilt gij derhalve. Christen, gewisse yerhooring uwer gebeden vinden cn in alles rijkelijk gezegend worden, verzuim dan niet, dikwijls uwe toe-

van het Allerheiligste Sakrament. Ja tracht, zooveel mogelijk, uwe zaken derwijze te regelen, dat gij dagelijks eenige oogenblikken voor een liefdebezoek aan uwen Heiland kunt afzonderen. Kunt gij echter niet lederen dag de kerk bezoeken, tracht dan, voor die dagen dat gij verhindert zijt, deze godsvruehtoefening in huis bij te houden en een der navolgende Uezoeken te bidden. Aanhouden en volharden zijn ook in deze zaak eigenschappen, die den Heer bijzonder welgevallig zijn Trouwens, niet zelden'houdt Hij daarom geiuimen tijd zijne kostbaarste genadeschatten terug, om zijne bezoekers van het Allerheiligste Sakrament in de deugd van volharding te beproeven; Hij schenkt dan ook zooveel te overvloediger, naarmate Hij hen getrouwer bevonden heeft.

Welaan, Christen, tracht de godsvrucht tot het Allerheiligste Sakrament lief te krijgen en met volhardenden trouw te beoefenen. De overvloedige zegeningen zullen niet terug blijven.

alle redeneering overtuigen, hoe heilzaam en troostelijk, hoe genotvol en zalig zij is voor tijd en eeuwigheid!

Met de bezoeken aan het Allerheiligste Sakraraent, hebben, sedert de oudste tijden, vrome en godminnende zielen de bezoeken aan de Allerheiligste Maagd voor hare beeltenissen en altaren verbonden; en te recht: want alle genaden, die de Zoon ons wil schenken, laat Hij ons, volgens het gevoelen van den H. Bernardus, door de handen zijner gezegende Moeder toekomen, terwijl Hij ons tevens door eene inwendige stem tot Haar verwijst met de woorden : «Zie daar uwe moeder!quot;

Zeer vele beelden en altaren, toegewijd aan de Moeder Gods, zijn in de Katholieke Christenheid beroemd geworden, door de menigte van gunsten en den vloed van gaven en weldaden, die van daar over het menschdom zijn gekomen. Niet weinigen dier beelden zijn zelfs door de g vele wonderen, die daarbij plaats

hadden, zoo vermaard en beroemd geworden, dat niet slechts door de stille vereering en den lof van ontelbare begenadigden, maar ook door duizenden gedenkteekenen voortdurend plechtige getuigenis wordt ggee-ven van de macht en goedheid der Moeder Gods, die zich altoos zoo heerlijk heeft doen kennen aan hen, welke in lichaam- en zielsbehoeften hunne toevlucht tot Haar namen, en met kinderlijke liefde en vast vertrouwen Haar, voor hare beeltenissen vereerden en aanriepen.

«Zalig derhalve,quot; — zoo spreekt de gezegende Moeder, door de woorden van de H Schrift, — «zalig de mensch, die dag aan dag voor mijne deuren en beeltenissen de wacht houdt, en altijd wacht op den drempel mijner poorte. Wie mij vindt, vindt het leven en schept het heil des Heeren. Bij mij is rijkdom en eer: bij mij is overvloed van alle goederen, opdat ik begunstige en rijk make die mij beminnen, en hunne schatten volmake.quot; (Spreuk. Salom. VIII.)

en verzuim niet, als gij het Allerheiligste Sakrament gaat bezoeken, tevens uwe lielderijke Moeder Maria voor een harer beeltenissen uw kinderlijk liefdebezoek te brengen. Indien gij dit met volhardend vertrouwen doet, dan kunt gij groote dingen van deze liefdevolle Moeder en barmhartige Koningin verwachten, die, gelijk de Heilige Andreas van Creto zegl, den kleinsten liefdedienst met de grootste gunsten beloont.

Daar bij elke der navolgende Bezoeken eene oefening van geestelijke Communie wordt voorgehouden , schijnt het niet ongepast hier eenige opmerkingen over het geestelijkerwij ze communiceeren te laten voorafgaan.

De Christenen der eerste eeuwen waren gewoon dagelijks de Heilige Communie te ontvangen, en op deze wijze in eene voortdurende levende vereeniging met Christus, hun Opperhoofd en Heer, te leven. De ijver der Christenen is sedert die ^ tijden zeer verflauwd, en het is een db

voorrecht van weinigen geworden, dagelijks te communiceeren. Opdat nu waarlijk naar hun heil verlangende zielen eiken dag aandeel aan de levende uitwerkingen eener Communie zouden kunnen hebben, heeft de Heilige Kerk de oefening der geestelijke Communie (het geestelijkerwijze communiceeren) aangeraden en bij elke gelegenheid ten sterkste aanbevolen.

Deze geestelijke Communie wordt verricht, door eene brandende begeerte, door een vurig verlangen naar vereeniging met onzen Goddelijke;! Heiland, en wel naar eene zoo innige vereeniging, als anders door het Allerheiligste Sakrament wordt verkregen. Op zulk een verlangen, als het gepaard gaat met oprecht berouw over onze zonden en met hel besef van onze onwaardigheid, ziet de genadige Heiland met ontferming neder, en Hij komt dan gaarne tot ons om ons verlangen op eene geestelijke wijze te vervullen en ons met zijne genaden te zegenen.

Gij komt onder mijn dak, maai' spreek slechts één woord, en mijn knecht zal gezond zijn!quot; zoo sprak, in ootmoedig en geioovig vertrouwen, een heidensch hoofdman; en Jesus prees zijn seloot' en maakte, zonder zijn huls te betreden, zijn' knecht gezond.

Evenzoo handelt de Goddelijke Heiland ook telkenmale met ons, als wij een geioovig, levendig, ootmoedig en rouwmoedig verlangen naar Hem en zijn heil hebben, doch Hem niet werkelijk in ons ban kunnen ontvangen. Hij spijst de hongerige ziel met het verbolgen Manna, en vervult het naar Hem verlangende hart met de rijke goederen zijner genade. «Wie tot mij komt, — zegt de Heer — die zal geen honger hebben en wie aan mij gelooft, zal geen dorst lijden,quot; (Joan. VI, 5o.)

boor de geestelijke Communie kunnen wij bijgevolg het geestelijke Brood des levens, het Allerheiligste Sakrament, in zekeren zin tot ons «dagelijksch broodquot; maken, en alzoo met eiken dag in de liefde, de genade en de vriendschap van Jesus, j

Tracht u alzoo, Christen ziel, aan de oefening der geestelijke Communie te gewennen en haar meermalen te herhalen, voornamelijk als gij het Heilig Misoffer bijwoont en hij uwe bezoeken aan het Allerheiligste Sakra-rnent Deze oefening is zeer gemakkelijk, een laat zich op de volgende wijze zeer passend verrichten.

Dat ik zoo vaak en zwaar misdeed. Ik spreek, met bittren rouw vervuld. Van gahseher hart mijn zondeschuld.

Heer, ik ben niet waardig, dat Gij komt in mijn hart; maar spreek slechts één woord, en mijne ziel zal gezond worden. (Driemaal.)

Mijn Jesus, ik geloof, dat Gij in het Allerheiligste Sakrament tegenwoordig zijt; ik bemin U boven alles, en wensch l! in mijn hart te bezitten. Kom, daar ik U heden niet wezenlijk kan ontvangen, kom op eene geestelijke wijze in mijn hart! Ik vereenig mij met U, alsof Gij inderdaad in mijn hart gekomen waart. Laat niet toe, dat ik van ü gescheiden worde.

verlangen naar U smacht. Ach, treed met uwe zaligheden bij mij binnen! Ik geloof aan U, en vol vertrouwen zie ik tot U op, o liefste Jesus! ik bemin U uit geheel mijn hart; ik geef mij geheel aan l! over; kom bij mij en bezit mij tot in eeuwigheid.

Het lichaam van onzen Heer Jesus Christus beware mijne ziel ten eeuwigen loven! Amen.

Eene andere manier, ter oefening van de geestelijke Communie, vindt men in de eerste misoefening: deze kan tot afwisseling dienen.

O goedertieren en zoet Hart van •Icsus, bron van alle genaden en weldaden, met het grootste vertrouwen mijns harten beveel ik U alle belangen der Heilige Moederkerk aan. in uwe handen leg ik ook mijne belangen neder, en beveel U inzonderheid deze aangelegenheid N. N.

O boven alles teederlievend Hart van mijnen Heiland, open de schatten uwer eindelooze ontfermingen, en doe mij met alle hulpbehoevende harten genade, vertroosting en hulp verwerven.

Erbanningsvol hart, verleen ons uwe onuitsprekelijke barmhartigheid en toon ons uw heil. Amen. Jh

Dc genade en kracht, en de levendige werking van het Allerheiligste Sakrament zij en blijve met mij en allen; en daardoor zegene ons God: de Almachtige en Barmhartige f Vader, f Zoon, en f Heilige Geest. Amen.

«Geloofd en eindeloos aangebeden zij het Hoogheilig en Goddelijk Sakranient!quot;

«Waarlijk, de Heer is te dezer plaatse. Hier is het huis Gods en de poort des Hemels!quot; (Genes. XXVIII.)

«Heilig, Heilig. Heilig is God, de Heer der heerscharen! Hemel en aarde zijn vol van zijne heerlijkheid!quot;

Eere zij den Vader, en den Zoon, en den H.Geest; gelijk in den heginne, nu en altijd en in alle eeuwigheid. Amen.quot;

ü Jesus Christus, mijn Verlosser, die uit liefde voor ons mensclien hier dag en nacht in het Heilig Sakrament tegenwoordig zijt, en allen, die U hier komen bezoeken, vol genade en t gt;

barmhartigheid afwacht, roept en aanneemt: in het vaste geloof aan uwe wezenlijke en waarachtige tegenwoordigheid, kniel ik, in het gevoel mijner nietswaardigheid neder, om U met den diepsten eerbied te aanbidden en te danken voor alle aan mij bewezene weldaden en gunsten, en in het bijzonder, dat Gij U in dit Heilig Geheim aan mij geeft, en mij bovendien uwe Heilige Moeder tot voorspreekster en middelares geschonken hebt.

Ik groet dan heden uw minzaam Hart, o Jesus! vooreerst om U te danken voor de genade ü hier te mogen bezoeken; tevens om ü alle oneer, welke U van uwe vijanden in dit Sakrament wordt aangedaan, zoo veel in mij is te vergoeden, en eindelijk, om door dit bezoek de verschuldigde aanbidding aan te vullei

voor die plaatsen, waar Gij in het Allerheiligste Sakrament zoo weinig vereerd, of zelfs geheel verlaten zijt.

Goddelijke Heiland, ik bemin U van ganscher harte, en het doet mij uit het binnenste mijner ziel leed, uwe beminnenswaardige Majesteit door mijne zonden zoo zeer vergramd te hebben. Ontferm U mijner en vergeef mij mijne schulden, in het bijzonder deze zonde N., waarin ik sedert mijn laatste bezoek het ongeluk had te vallen. In vertrouwen op den bijstand uwer genade, maak ik op nieuw het vaste voornemen U voortaan niet meer te beleedigen.

O Jesus, roijn Heer en mijn God, hoe ellendig en armzalig ik zijn moge, zoo geef ik mij toch geheel aan ü; ik onderwerp U mijn wil, mijne wenschen en mijne neigingen; alles ^ gt; wat ik heb en bezit, stel ik ter uw

beschikking, en ik bid U, handel met mij en wat mij betreft, naar uw heilig welgevallen. Ik zoek, wensch en verlang niets anders dan uwe liefde, volkomene vervulling van uwen heiligen wil, en trouwe volharding tot aan het einde toe.

O Jesus, in uwe liefde beveel ik alle menschen der wereld, bepaaldelijk alle zondaren, opdat Gij U over hen gelieft te ontfermen, en hen wilt redden. Ook de lijdende zielen in het vagevuur wensch ik U aan te bevelen , voornamelijk diegenen, welke mei bijzondere godsvrucht uw Heilig Sa-kranient en uwe gezegende Moeder vereerden.

Zie, Goddelijke Heiland, alles wat mijn hart wenscht, bidt en begeert, vereenig ik met de wenschen en begeerten van uw liefdevol Hart, en f j zoo vereenigd, draag ik ze uwen

Hcmelschen Vader op, Hem in uw' naam biddende, mijne smeekingen ter liefde van U te willen verhooren. Amen.

Wie (lil gebed bij het bezoeken van het Allerheiligste aandachtig bidt, verdient telkenmale een aflaat van 500 dagen.

Met deze woorden noodigt ons Jcsus in het Allerheiligste Sakrament, als de bron van alle goed en heil, tot zich uit, om onzen dorst naar geluk en heil te stillen.

O welk eene volheid van genade hebben de Heiligen van alle tijden uit deze bron van liefde geschept, door welke onze Goddelijke Heiland ^ ons al de verdiensten van zijn leve

lijden cn sterven doet toevloeien! Lang te voren heeft de Profeet op deze bron opmerkzaam gemaakt en voorzegd: »Gij zult met vreugde scheppen uit de bron des Verlossers!quot; (Iss. XII. 3.)

Zoo hebben dan ook van de vroegste tijden af, alle godvruchtige cn godminnende zielen overvloedige genade uit deze bron van liefde geput, cn de zoetheid, welke de liefdevolle Heer hun daar te smaken gaf, was niet zelden van dien aard, dat zij er de gansche wereld om vergaten, en zich aangespoord gevoelden om alle aard-sche genoegens vaarwel te zeggen.

Zulk eene godvruchtige ziel was ook de gravin van Feria. Onder de leiding van den Eerwaarden pater Joannes van Avilla tot eenen hoogeren trap van godsvrucht geraakt, was

liefde tot het Allerheiligste Sakrament. Toen zij op 24-jarigen leeftijd weduwe werd, deed zij afstand van de wereld, en nam het kleed van de orde der Clarissen aan, om zich geheel aan 's Heeren dienst toe te wijden. Van toen af vond men haar gedurig in het gebed verdiept voor het Tabernakel geknield. Wegens hare uitne-mende liefde voor dit Hoogheilig Geheim werd zij »de Bruid van het Allerheiligste Sakramentquot; genoemd. Flens vroeg men haar: Hoe zij toch altoos zoo geruimen tijd aan het altaar konde doorbrengen ? en wat zij daar gedurende zoovele uren deed ?quot; — «Mijn God,quot; — antwoordde zij — men vraagt hoe ik daar zoo langen tijd kan doorbrengen ? Eene eeuwigheid zou ik kunnen verblijven bij Hem, die het ' ven en geluk is der zaligen in den é igt;

Hemel. Is Hij daar niet wezenlijk en waarachtig tegenwoordig ? Men ■vraagt mij, wat ik daar verricht. O hoe veel is daar te doen! Ik bemin, ik loof, ik dank, ik bid! Wat doet een arme bij een rijke? Wat een dorstige bij eene verkwikkende bron '1 Wat de hongerige bij een overvloedig maal ?quot;

O beminnenswaardige zoete en dierbare Jesus, leven, hoop, schat en eenige liefde mijner ziel, hoe voel heeft het U gekost bij ons in dit Sakrament te kunnen zijn. Gij, onbevlekt Lam, moest ü eerst laten slachtofferen, om voor ons de levens-spijze te worden in dit Heilig Gebeier;. Gij moest U blootstellen aan de hiltersle bespottingen, aan miskenning en verachting, en aan voortdurende ondankbaarheid der goddeloozen, om (hier uwe oneindige liefde tot liet d gt;

laatste toe te bewijzen aan slechts weinigen, die U getrouw blijven. Zoo bracht Gij alles ten offer aan den drang van uw liefdevol hart, om ons uwe gioote liel'de te openbaren en daardoor eindelijk onze wederliefde op te wekken.

Kom dan, o Jesus, neem bezit van mijn hart, en sluit het voor elk ander gevoel. Geen schepsel hebbe deel aan eene liefde, die U alleen toekomt en die ik U geheel wil schenken. Heersch Gij alleen over mij, o mijn dierbare Verlosser! Bezit Gij mijn hart geheel en onverdeeld; en als ik U somtijds niet volkomen gehoorzaam ben, straf mij dan met gestrengheid, opdat ik opmerkzamer en stipter volbrenge wat U behaagt. Laat mij niets zoeken buiten U; en mijne eenige vreugde zij U te verheugen en te beminnen.

U dikwijls in het Geheim uwer liefde tc bezoeken, «)ij met U te onderhouden, en door de Heilige Communie U dikwijls in mijn hart te ontvangen. Laat anderen zoeken, wat zij willen : ik zoek, wensch en bemin niets dan uwe liefde alleen. Dit is de eenige gunst, welke ik hier aan den voet des Altaars van U afsmeek. Geef, dat ik mij zeiven geheel om ü velgele en slechts aan uwe liefde denke.

Zalige Serafijnen, die van liefde brandt, mocht ik U iets benijden, dan zou het niet zijn uwe zaligheid, maar wel uwe liefde lot uwen en mijnen God en Heer. Leert mij, wat ik doen moet om tot deze liefde te komen.

Verzuchting. Mijn Jesus, ü alleen wil ik beminnen; aan U alleen wil ik trachten te behagen!

Eene andere bron van genade voor ons is Maria; eene bron, die, volgens den H. Ber-nardus, »7.00 rijk is aan gunsten en weldaden, dat er geen inensch op aarde gevonden wordt, die daaraan geen deel heeft:quot; — »uit hare volheid hebben wij alles ontvangen.quot; — God heeft Maria met de volheid zijner genaden bedeeld; daarom werd Zij door den Engel ook vol van genade genoemd. De H. Petrus Chrysologus voegt daaraan toe: «dat Zij de volheid van genaden niet voor zich alléén ontving, maar ook om er hare dienaren van mede te deelen : niet alleen voor Haar, maar om de zaligheid aan de wereld te geven, ontving Zij die genade.quot;

O Onbevlekte Maagd, Heilige Moeder Maria, tot U, Moeder mijns Heeren, Koningin der wereld, voorspreekster.

U neem ook ik, arme zondaar en wellicht de ellendigste van allen, heden weder mijne toevlucht. Aan uwe voeten werp ik mij neder, o groote Koningin, en zeg U dank voor alle genaden, welke Gij mij tot hiertoe bewezen hebt, inzonderheid, dat Gij mij zoo dikwijls van de gevaren der hel, waaraan ik mij door mijne zonden blootgesteld had, bevrijd hebt.

Ik bemin ü, beminnenswaardigste Vrouw en Koningin ! en beloof vcor Hemel en aarde, U altijd te zullen beminnen en in liefde le dienen, en tevens anderen, zooveel ik vermag, tot uwe liefde en vereering op te wekken.

Op U, Moeder der barmhartigheid, stel ik al mijn vertrouwen ; ik hoop op U, die machtig zijt en alles bij God vermoogt. Bevrijd mij, machtige Vrouw, van het geweld der menigvuldige bekoringen, of verwerf mij

toereikende krachten, over alles te zegevieren en God getrouw te blijven tot in den dood.

Door U, Moeder der schoonc liefde, hoop ik ook de ware liefde tot Jesus le verwerven, alsook de genade dei-zalige volharding.

O Lieve Moeder, door uwe groote liefde tot God, smeek ik U, sta mij altijd bij met uwe beschermende hulp, maar vooral in mijne laatste levensuren. Verlaat mij niet, tot dat Gij mij in de zekerheid des Hemels ziet, waar ik U dan danken, en lof-zingende uwe barmhartigheid verkondigen zal, in alle eeuwigheid. Amen.

Meerdere oefeningen bij bezoeken voor het beeld der Heilige Maagd, worden gevonden bladz. 913—239.

O Heilige Maria, in uw teeder hart en in den schoot uwer moederlijke barmhartigheid, leg ik ten slotte met het grootste vertrouwen al mijne belangen voor tijd en eeuwigheid neder, inzonderheid deze N. N. — Draag ze allen aan uwen Goddelijken Zoon voor, en verwerf mij door uwe machtige voorspraak het beste en heilzaamste.

Zie, lieve Moedei', ootmoedig buig Ik mijn zondig hoofd voor U neder, en bid om uwen moederlijken zegen. Zegen mij in de liefde van uw zoet hart, in den naam van God — f den Vader, en den f Zoon, en den f Heiligen Geest. Amen.

«Ik ben het levende brood des levens, hetwelk van den Hemel gedaald is.quot; (Joan. VI. 41.)

De godvruchtige pater Nieremberg, een Jesuiet, zegt: Daar het brood een voedingsmiddel is, wat men even goed kan bewaren als nuttigen, zoo heeft onze beminde Heer en Heiland Jesus Christus zich onder de gedaante van brood aan ons geschonken, om niet slechts den godvruchtigen tot spijs te dienen, maar ook, om — in het Tabernakel bewaard — wezenlijk en waarachtig onder ons te verblijven en ons ten voortdurend aandenken zijner liefde te zijn.

De H. Paulus, van de diepe vernedering gewagende, waaraan Gods quot; m uit liefde tot ons zich heeft

willen onderwerpen, door in men-schelijke gedaante op aarde te verschijnen, roept in bewondering uit; «Hij heeft zich zeiven vernederd en de gedaante van een dienstknecht aangenomen.quot; (Phil. I. 7.) — Maar wat iijoeten wij dan wel van Hein zeggen, ais wij den algoeden Heer, uit liefde tot ons zoo diep vernederd zien, dat Hij in de nietige gedaante van brood onder ons verschijnt?

«Geen taal, — zegt de H. Petrus van Alcantara, — is in staat de liefde uit te drukken, welke Jesus die zielen toedraagt, die Hij met zijn kostbaar bloed verlost en door zijne genade geheiligd heelt. Om ons deze liefde onvergetelijk te maken en levendig voor oogen te stellen, heelt Hij, de barmhartige Heer, alvorens Hij voor ons stierf, een wonderbaar gedenk-, teeken zijner liefde gesticht, en zich ,

zeiven aan ons tot onderpand gegeven in liet Allerheiligste Sakrament. Geen levenloos teeken zou ons aan Hem, den Liefderijke, herinneren en ons krachtig genoeg zeggen, hoe lief Hij ons heeft gehad ; daarom wilde Hij zelf, gehuld in den sluier van het Sakrament, het levendig en voortdurend bewijs zijner eeuwige liefde tot ons zijn.

O Jesus, Gij die, verborgen in het Tabernakel, hier waarlijk tegenwoordig zijt en altijd bereid zljt, de zegenwensehen te vernemen van arme, ellendige schepselen, die hier komen om van U verhoord en met genade beschonken te worden : aanhoor ook heden de bede van een inderdaad armzaligen zondaar, die zich hier rouwmoedig aan uwe voeten neder-werpt en om vergiffenis smeekt voor 4 zijn veelvuldige ongetrouwheden. Zit

ik erken het bedreven onrecht cn de ondankbaarheid, waaraan ik mij jegens U heb schuldig gemaakt. Vergeef, o Heer, vergeef mij om den wille van uwe liefde en ontferming.

En nu, o mijn Jesus, heb ik nog eene andere bede. Zie, ik erken uwe groote liefde tot mij, en besef hoezeer Gij mijne wederliefde verdient. Daarom verlang ik zoo zeer naar uwe liefde, en wensch U waarlijk boven alles te beminnen en te behagen; maar de krachten ontbreken mij om aan dat verlangen gevolg te geen, tenzij Gij mij met uwe genadt te hulp komt.

O almachtige Heer, God van liefde, toon hier voor al uwe Heiligen des Hemels uwe macht en goedheid jegens mij, armzalige; herschep mij van een trouwloos zondaar, zoo als tot heden toe was, in een getrouw i gt;

dienaar uwer Goddelijke Majesteit, wiens hart voortaan van liefde tot U brandt. Gij kunt het, Heer Jcsus! doe net dan ook, en vervul mijn verlangen naar uwe liefde. — O Jesus, ik bemin U, ik wensch U boven alles, ik wensch 11 meer dan mijn leven te beminnen !

De H. Paulus zegt: «Laat ons met vertrouwen tot den troon der genade naderen, opdat wij genade en barmhartigheid vinden, als wij die noodig hebben.quot;' (Hebr. IV. 16.) De H. Antonius verstaat onder dezen genade-troon de Allerzaligste Maagd, die vol genade is en lichtelijk genade vindt bij Hem, die Haar tot uitdeelster zijner genade gesteld heeft.

O beminnenswaardige Koningin, Maria, Gij zijt altijd bereid zondaars te helpen, en i i wenscht niets vuriger dan hen te redden.

Zie, hier knielt een ongelukkige zondaar voor uwe beeltenis. Kom mij te hulp. Haast u om te helpen.

«Het is mijne vreugde, bij de kinderen der menschen te zijn.quot; (Spr. VII. 31).

Het was voor de liefde van Jesus niet genoeg voor ons te lijden en te sterven ; Hij wilde, ofschoon Hij door lijden in zijne heerlijkheid ging, (och ook bij ons op aarde verblijven, en verklaarde, dat het zijne vreugde was, bij de kinderen dei' menschen te wonen.

»0 menschen ! — roept de Heilige Theresia uit — hoe is het mogelijk, dat gij eenen God, die u zoo lief rft, cn die er zijne vreugde in vindt e

onder u te wonen, niel bemint, maar veeieer beleedigt.quot; — Jesus verblijdt zich bij ons te zijn, en zouden wij niet gaarne bij Hem zijn ?

Hoe gelukkig en vereerd achten zich de hovelingen, aan wie de koning vergunt, naar verkiezing in zijne woonkamer te komen en vertrouwelijk met hem te mogen omgaan ! En zijn onze kerken dan niet de woningen van onzen Hemelschen Koning ? en is het Tabernakel niet, om zoo le spreken, het geheim kabinet zijner liefde, waar wij niet altijd vertrouwelijk met Hem kunnen spreken? — O, laat ons dit huoge en onverdiende voorrechl erkennen, en uit een ver-trouwelijken omgang met Jesus al het nut trekken, dat Hij ons naar zijne Goddelijke bedoelingen wil laten toekomen.

uw Tabernakel, waar Gij ter liefde van ons dag en nacht vertoeft, no-derknielen, om ü mijne hulde te bewijzen en uwe barmhartigheid in te roepen. Gij zijt de bron van alle goed, het geneesmiddel van alle kwaad, de onuitputtelijke rijkdom voor alle armoede; en ik — ik ben een ellendig zondaar, ontbloot van alle goed, vervuld met boosheid, en arm aan verdiensten 1 Zie erbarmend op mij neder en betoon mij uwe groote barmhartigheid. In mijne ellende kan ik toch niet moedeloos en wantrouwend worden, als mijne blikken zicb vestigen op het Allerheiligste Sakrament; vooral niet als ik bedenk, hoe Gij, Heer Jesus, van den Hemel zijt nedergedaald enkel en alleen om mij uwe onuitsprekelijke goedheid en liefde te bewijzen. Daarom zeg ik U éb dank en lof, en als Gij, algoede Hei-K»---«

land, getroffen door mijne armzaligheid, mij toestaat U om eene genade te bidden, aanhoor dan deze mijne bede; sta mij bij, opdat ik U niet meer door eenige zware zonde be-leedige, maar verlicht en ondersteund door uwe genade, U waarlijk en getrouw beminne, en in alles, uit liefde tot ü, uwen heiligen wil vervulle. Geef dat ik nu en altijd, tot in eeuwigheid, met volkomen waarheid kunne zeggen : Heer, mijn God, ik bemin U van ganscher harte, uit geheel mijn ziel, uit at mijne krachten.

Heilige Maagd Maria, mijne Moeder en goedertieren Voorspreekster ! Heilige Engelen, mijn uitverkoren Patroon, en Gij allen. Zaligen des Hemels, helpt mij mijnen Heer en God beminnen, die, gelijk Gij weet, alle liefde waardig is.

Wordt daar tol in de eeuwigheden Door uw schepslen aangebeden. Als Gods eenge Zoon erkend.

De godvruchtige Pellasto noemt de devotie tot Maria ; »Een band, welke ons aan God en aan den Hemel verbindt,quot; en van zulke banden zegt de H. Schrift: »hare banden zijn banden van zaligheid.quot; (Eccl. VI. 3i.) Bidden wij daarom Onze Lieve Vrouw, dat Zij ons steeds inniger aan Haar verbinde, door de banden van liefde en vertrouwen op hare machtige voorspraak en moederlijke bescherming.

«Met U te verkeeren heeft niets bitters, en uw gezelschap niets af-keerigs, maar geeft vreugde en genoegen.quot; (Wijsh. VIII. 16.)

Wanneer zelfs de vrienden dezer wereld, wien het in het algemeen toch aan ware oprechtheid des harten ontbreekt, niettemin dikwijls onder elkander zooveel genoegen vinden, dat zij geheele dagen ie zamen kunnen doorbrengen, welk eene vreugde en welk genoegen moet dan niet eene godvruchtige ziel vinden in verkeer met Jesus en Maria. Voorzeker, met hen te verkeeren heeft niets bitters, en hun gezelschap heeft niets afkee-rigs, maar verschaft een schat van zuivere vreugde en van onvermengd 4 genoegen. s i»---€®É

Slechts hij, die Jesus niet kent, niet bemint, en die zin noch gevoel heeft voor het verhevene en goddelijke, kan zich bij Hem vervelen. De Heiligen vonden bij zijn Allerheiligste Sakrament, in verkeer met Hem, reeds hunnen Hemel op aarde. «Wij, die in den Hemel, en gij, die op de aarde zijt, — zeide de H. Theresia tot eene kloosterzuster, aan wie zij na haren dood verscheen, — wij moeten één zijn in de zuiverheid der liefde. Want hetzelfde Goddelijke Lam, dat in den Hemel onze zaligheid uitmaakt, is onder het geheim van het Heilig Sakrament uw troost op aarde.quot; ... Onze troost en onze hemel hier beneden is, het Goddelijk Sakrament.

O Onbevlekt Lam Gods, dat voor ons geslachtofferd werd, geef dat ik

ook ik ben eene van die zielen, welke Gij vrijgekocht hebt met uw kostbaar bloed. Laat niet toe, daar Gij ü geheel aan mij schenkt, en dit geschenk dagelijks op het altaar in het H. Misoflèr vernieuwt, laat niet toe, dat ik ooit van l) gescheiden worde, maar geef, dat ik altijd de uwe blijve.

Zie, o Jesus! ik geef mij hier op nieuw geheel aan ü over, en ik bid ü, handel met mij naar uw Goddelijk welbehagen. Bevestigt met de banden van een eeuwig liefdeverbond mijn hart aan uw Goddelijk Hart, en verbind mijn wil, dien ik volkomen aan U onderwerp, onafscheidbaar met den uwen, opdat deze in alles aan U ondergeschikt zij. Ik wil niet meer leven om mijne verkeerde wenscben en begeerten te bevredigen, maar alleen, om aan uw Goddelijk welbe-gt; hagen te voldoen. Verwijder daarom

voor eeuwig van mij, alles wat U mishaagt, en schenk mij de genade, sleehls bedacht te zijn en te streven naar hetgene U behaagt. Ik wil en verlang niets anders, o mijn Heer en God, dan wat Gij wilt en verlangt.

Ik bemin U, o Jesus, omdat Gij oneindig beminnenswaardig zijt. Het doet mij leed, dat ik U niet zoo bemin, als Gij het verdient O, kon ik uit liefde voor IJ sterven ! Zegen, o Jesus, mijn verlangen, en help mij, dat ik, U beminnende, U geheel roe-behoore in leven en in dood. Dit wensch en hoop ik. Amen.

Verzuchting. O zoetste liefde en heilig welbehagen van mijnen God, ik geef mij geheel aan U over. — Jesus! voor U leef ik. Jesus! voor U sterf ik. Jesus! U behoor ik toe, in leven en in dood. Amen.

«Ik ben de moeder der schoone liefde!quot; (Sir. XXIV, 24.) Met deze woorden wordt ons aangeduid, dat Maria de moeder is van Hem, die de reinste en heiligste liefde zelve is. en wiens liefde de ziel de heerlijkste schoonheid bijzet. De Heilige Maria Magdalena van Pazzis zag Maria eens een zoeten balsem uitdeelen; eene inwendige stem zeide haar, dat het de kern, hel wezen der Goddelijke liefde moest verbeelden. Maria is de kortste weg tot de goddelijke liefde; Zij verwerft en schenkt ons die gelijktijdig.

Verzuchting, ó Maria, moeder der schoone liefde! help mij, dat ik Jesus waarlijk beminne, en Hem in liefde geheel toebehoore.

«De musch vindt een huis, de tortelduif een nest, dat haar beschermt ; ik heb uwe altaren, o God, mijn Heer en Koning!quot;

Jesus, de Heiland heeft onze altaren als zijne woonplaats verkozen, opdat elke godvruchtige ziel steeds een toevluchtsoord tegen alle vijandige vervolging bij Hem zou kunnen vinden, en zeker en rustig onder zijne bescherming zou kunnen vertoeven, — gelijk de rausch en de tortelduif in hare nesten.

Waarlijk, o Heer, mijn God! Gij bemint ons, arme menschen, al te zeer; alles hebt Gij gedaan dat uwe oneindige liefde mogelijk was, om onze wederliefde te verwerven. O, bewerk dan ook, beminnenswaardige jesus, het eenig noodige in ons, namelijk: dat wij geheel van liefde tot U ontvlammen; trouwens, het is onbillijk en ondankbaar, dat wij dien God, die ons de teederste en vurigste liefde bewijst, lauw en koud zouden ' ninnen. Trek daarom door het

zoete geweld en de onweêrstaanbare aantrekkingskracht uwer liefde onze harten tot U, en geef, dat wij steeds beter erkennen, hoe billijk en rechtmatig het is, U boven alles en van ganscher harte lief te hebben.

O oneindig beminnenswaardige Majesteit, eeuwige Liefde en oneindige Goedheid, hoe weinig wordt Gij nog erkend en bemind van de menschen, voor wie Gij alles gedaan en gegeven hebt, dat Gij doen en geven kondt! Wat mij betreft, ik wil niet meer zoo koud en ondankbaar jegens U zijn, en heb besloten U uit al mijne krachten lief te hebben en niets meer te beminnen buiten U, maar alles slechts in en om U. Gij verdient het cn beveelt het mij zelfs dringend; welaan, ik ben bereid uwe wenschen en verlangens te vervullen; maar help mij door den bijstand uwer A

genade, opdat ik het volkomen doe. Hierom bid ik ü, door uw bitier lijden en sierven; terwijl ik de hoop koester, dat Gij mijn gebed zult verhooren. Geef de goederen dezer wereld aan hen, die er naar verlangen ; ik wensch en begeer niets anders dan het goed uwer liefde. O mijn Jesus, eeuwige liefde, ik bemin U. Gij zijt mijn schat, mijn geluk en geheel mijne liefde!

Verzuchting. O mijn Jesus, ik geef mij aan U over, gelijk Gij U aan mij, geheel in liefde geeft.

De H. Bernardus zegt: »dat Maria door hare schoonheid en beminnenswaardigheid zich de harten der menschen tot zich trekt.quot; ó Mijne Koningin en Moeder; trek ook het mijne, dat ik U zoo gaarne wil geven naar U. Zie, ik breng het U hier ten offer; neem het en geef het aan uwen Zoon. jj |

Waar het voorwerp uwer liefde is, — wil de Heiland met deze woorden zeggen — daar zal ook steeds uw hart zijn , met al zijne gedachten en neigingen. l)c Heiligen kenden geen anderen schat hunner liefde dan Jesus; en daar zij evenzeer vast geloofden aan zijne tegenwoordigheid in het Allerheiligste Sakrament, zoo hing geheel hun hart, met al de liefde die het bevatte, aan dit dierbare Geheim.

ó Beminnenswaardige Heiland, die uit liefde voor mij dag en nacht in het Tabernakel verblijft, onthecht

mijn hart van de bedriegelijke goederen en genoegens der wereld, en \erbind het door de banden van eeuwige liefde aan U, opdat het voortaan niets anders denke, zoeke, wensche en begeere, dan U en uwe liefde. Verleen mij deze genade om den wille van uw lijden en sterven, o Jesus. eenige schat mijns harten!

Liefdevolle Verlosser, Goddelijke Vriend mijner ziel, hoe liefelijk en teeder zijn de gewaarwordingen uwer liefde, waarmede Gij de onze tracht te verwerven! Eerst verschijn! Gij met dit doel als een liefelijk klr.d in de kribbe ; dan als een arm handwerksman in de werkplaats te Nazareth ; vervolgens als slachtoffer voor onze zonden aan het kruis, om daarna als spijsoffer en voedsel onzer zielen te dienen op het altaar! Waar-Éi lijk, eeuwig Woord des Vaders, het t \

was uwer liefde niet genoeg voor ons mensch te worden, te lijden en te sterven, diezelfde liefde drong U, al hare grenzen te overschrijden, en U zolven aan ons te geven, als het levend onderpand uwer liefde en als het Brood des eeuwigen levens !

Zeg mij, o God van liefde , kon uwe liefde wel meer doen en uitvinden , om de wederliefde van ons, arme ellendige menschen, op te wekken en ons daardoor voor eeuwig gelukkig te maken ? — O, wanneer zal ik toch eens beginnen zulk eene groote en teedere liefde met mijne wederliefde te beantwoorden ? — Mijn Heer en mijn God! ik mag eigenlijk niet langer leven, zonder ü innig en getrouw te beminnen. Waartoe zou een langer leven ook dienen, zoo het niet geheel aan uwe liefde

ligd ? O, wien zou ik anders kunnen beminnen, dan juist U, die vol schoonheid, vol zoetigheid , geheel goedertieren en boven als beminnenswaardig zijt ? — Dat mijne ziel voortaan slechts liefde ademe tot U ; dat mijn hart verteedere en van heilige aandoening getroffen worde, bij de gedachtenis aan uwe liefde ; en dat bij de herinnering aan uwe kribbe, uw kruis, en Heilig Sak ra-ment, heilige liefde mij aangrijpe en ontvlamme, om evenzeer voor U te leven en te lijden, als Gij met onuilspreeklijke liefde voor mij geleefd en geleden hebt.

Verzuchting, ó Jesus, Moge ik U, voor lt;Jat ik sterf, degelijke en groote bewijzen van wederliefde geven.

»Ik ben gelijk een schoone olijfboom op het veld.quot; (Sir. XXIV. 19.) — Door deze woorden wordt Maria vergeleken bij een buom, waaraan wij de kostbaarste olie te danken hebben ; en deze olie is het zinnebeeld der barnibarligheid, wijl zij, bij verwondingen gebruikt, verzachtend en genezend werkt. De boom groeit op het vrije veld; en hierdoor wordt aangeduid, dat iedereen vrijen toegang heeft tot Maria en deel kan hebben aan hare moederlijke barmbarlig-heid. Wenden wij ons derhalve dikwijls met de woorden van den H. Bernardus tot Haar, zeggende: «Gedenk, o goedertieren Maagd Maria, dat het nooit is gehoord, dat iemand, die tot ü zijne toevlucht nam, van ü is verlaten geworden.quot; Hierop vertrouwende, zal ik toch wel niet de eenige zijn, wien Gij uwe barmhartigheid zult onthouden.

Verzuehtjng. Vergun mij, o goedertieren Moeder Maria! dat ik altoos mijne toevlucht tot ü neme.

Jesus, die ons tot in den dood bemind heeft, wilde ook na den dood zich niet van ons scheiden, maar altijd bij ons blijven. Daarom zegt Hij; «ziet , ik ben en blijf bij uquot;. Hier in het Allerheiligste Sakra-ment kunt gij mij altijd vinden, en hulp en troost bekomen, zoo dikwijls gij die behoeft; zoo lang gij op aarde leeft, ben ik in uw midden; ik wil 11 niet als weezen achterlaten, maar zal bij u blijven tot aan het einde uwer dagen.

«De Goddelijke Bruidegomquot; — zegt de H. Petrus van Alcantara — wilde zijne bruid, de beminde ziel, niet zonder bescherming achterlaten : daarom stelde Hij dit Sakrament in, om b voortdurend haar beschermer te zijnquot;, j

Algoede Heer, beminnenswaardige Verlosser, ik bezoek U thans voor dit allaar: en Gij, vol van de teederste liefde, zijt altoos bereid, dit mijn bezoek met uw Goddelijk tegenbezoek-te beantwoorden en door de Heilige Communie in mijn hart Ie komen, üan zijt Gij niet slechts bij, maar in mij, en op het nauwste met mij vereenigd. Gij schenkt U aan mij met al de schatten uwer liefde en verdiensten, zoodat ik in waarheid kan zeggen ; «Gij, o Jesus, zijt geheel de mijne !quot; Maar, o mijn Jesus! daar Gij altoos bereid zijt U geheel aan mij te schenken, moest ik dan ook niet bereid zijn, mij op nieuw aan U te geven? En welk een ruil! Ik, een nietige aardworm, geef mij aan U; en Gij, de onmetelijke God, geeft en schenkt U aan mij! —

ziel, wanneer zal ik toch in volle waarheid kunnen zeggen: «ik hen geheel de uwe !quot; Dit kunt Gij-alleen bewerken door uwe genade! doe het Ier wille van uw kostbaar voor mij vergoten bloed. Vernieuw en vermeerder in mij het vertrouwen op uwe almacht en goedheid, en laat mij niet van hier scheiden , tenzij ik U volkomen in liefde toebehoore.

Mijn God! Gij zijt bereid elke vrome bede te verhoeren ; o verhoor dan ook hier het gebed eener ziel, die waarlijk verlangt U te beminnen. Ik wensch U uit al mijne krachten te beminnen ; ik wil alles uit liefde voor U doen , zonder op voordeel, vertroosting of belooning te zien. Ik wil ü met zuivere liefde dienen, en alléén om U welgevallig te zijn en uw liefdevol hart te bevredigen, dat mij zoo onuitsprekelijk bemint en IS»----«

ZEVENDE I1EZ0EK. 341 naar mijne wederliefde verlangt; zonder uwe liefde kan ik niet gelukkig zijn. Beminnen wil ik U, en het loon mijner liefde zij : ü steeds meer te beminnen.

ó Geliefde Zoon des eeuwigen Vaders, die U geheel voor mij op-geollerd hebt, ik wensch niet langer meer te leven, tenzij ik mij geheel aan U hebbe overgegeven. Aanvaard mijne vrijheid, mijn wil, en alles wat mij aangaat. Xeem mij tot U, en geef Gij U aan mij.

Verzuchting, ó Jesus , geef dit ik geheel de uwe zij, gelijk Gij mij geheel toebehoort.

Geheel de H. Kerk noemt en groet U als hare hoop; gt;gt;Spes nostra, salve!quot; — »onze hoop, wees gegroet!quot; Wijl (lij dan, beminnenswaardige Koningin, de hoop van allen zijt, ] zoo wees ook mijne hoop. De H. Bernardus

noemt U ; de grondslag zijner hoop, en voegt er dan bij: op Ü.Maria, moet zelfs hij vertrouwen, die anders alle reden zou hebben te moeten wanhopen.quot; Daar dus de wanhopende nog op U fioet vertrouwen, wil ik blijven hopen en nooit aan uwe goedheid twijfelen.

«Sta op , kom en haast u , mijne vriendin, mijne duif, mijne sclioone, kom !quot; (Hoogl. 11. 10.)

Met deze woorden noodigt Jesus Christus elke godvreezende zie! uit, zich van alle traagheid te ontdoen , de gemakken en gerieflijkheden des levens , en de verleidingen en aan-lokselen der wereld te ontvluchten , om naar zijne altaren te gaan , en Hem daar te bezoeken Hij noemt zulk eene ziel; zijne vriendin.

wijl Hij haar , en zij Hem bemint; Hij noemt haar zijne duif, om hare zedigheid, eenvoudigheid en onschuld ; Hij noemt haar zijne schoone, wijl zijne genade haar de ware schoonheid verleent.

Verwijder dan alles, Christen ziel, wat u zou kunnen hinderen, uwen Heiland in het Allerheiligste Sakra-ment te bezoeken. Vrees niet Hein te naderen ; want Hij is er tegenwoordig, niet om zijne gerechtigheid maar om zijne liefde en barmhartigheid te openbaren.

»Om ons alle vrees le benemen en ons moed en vertrouwen in te boezemen , —- zegt de Heilige ïhe-rezia — heeft «nze beminde Koning en Heer, in het Heilig Altaargeheim den glans zijner Majesteit geheel af-

gen. I.aat ons dus met vertrouwen tot Hem naderen, Hem geheel ons hart blootleggen, en altijd nieuwe genaden uit deze onuitputtelijke bron van goedheid afsmeeken.

o Eeuwig Woord, vleesch geworden en onder ons wonende in het Allerheiligste Sakrament; hoe groot moest niet mijne vreugde zijn , dat Gij mij vergunt tot U te komen, en met vertrouwen te mogen naderen tot U , die mijn God, en bovendien niet slechts de Heer der heerlijkheid, maar ook de eeuwige liefde, de oneindige barmhartigheid en goedheid zelve zijt !

o. Gij allen, die in den Hemel en op aarde God lief hebt, voornamelijk Gij, dierbaarste Moeder Maria, kom en geleid mij tot mijnen beminden j Heer en God, opdat ik Hem zoo ïii»--

waardig als het zijn kan nadere, en liem een liefdevol en dankbaar hart kunne aanbieden. En Gij, liefdevolle Heiland , neem in genade mijn offer aan, en wees het voorwerp van al mijne liefde en genegenheid; wees Heer en Meester over mijnen wil cn over mijn bestaan.

Ik geef U mijn verstand, opdat ik altijd met mijne gedachten hij U moge zijn; mijn lichaam, opdat het een offer van uw welbehagen worde; mijn hart , opdat Gij het met uw Allerheiligste Hart moogt vereenigen. O lierainde mijner ziel , mochten toch alle menschen uwe groote en teedere liefde erkennen, zoodat zij voortaan slechts leefden om U te beminnen, te ecren en U aangenaam te zijn , gelijk Gij het verlangt en verdient; moge ik er ten minste j i voortaan naar streven , inderdaad in

liefde voor U te leven , en moge ik mij altijd uwe liefde en beminnenswaardigheid herinneren. Ik heb mij voorgenomen hiervoor alles te doen, wat in mijn vermogen staat. Ik verzaak en ontzeg mij alles, dat ü zou kunnen mishagen, al ware het mij zoo dierbaar als mijne oogen, mijne hand of mijn voet, zelfs als mijn leven. Zalig hij, die alles verliest en U, het hoogste, opperste, schoonste en beminnenswaardigste Goed, wint!

Verzuchting. 6 Jesus, aiijne liefde, als ik slechts U bezit, dan vraag ik naar Hemel noch aarde!

«Indien iemand klein is , dal hij tot mij kome.quot; (Spreuk XI, 4.) Met deze woorden noodigt Maria alle ootmoedige zielen uit tot Haar te komen, gelijk de kinderen tot hare moeder, vol liefde en vertrouwen. »De liefde ^ !gt; van alle moeders te zamen is slechts eene

schaduw van de liefde, welke Maria voor ieder van ons heeft.quot; O Maria, toon dat Gij mijne moeder zijt! Gij bemint mij zoo teeder; ik wil U evenzeer liefhebben.

Verzuchting. Geef, lieve Moeder, dat ik U steeds meer beminne en uwer altijd gedenke.

«Te midden der zeven gouden kandelaren , zag ik iemand , die op den Zoon des menschen geleek; gekleed in een lang gewaad, en de borst omgord met een' gouden gordel.quot;' (Openb. I. 15.)

Deze verschijning van den Zoon des menschen tusschen zeven gouden luchters kan zeer goed toegepast worden op de tegenwoordigheid van Jesus Christus in het Allerheiligste Sakrament, waar Hij dikwijls, omgeven van een krans van glans- e gt;

rijke luchters en brandende lichten, als het licht der wereld op onze altaren troont. De gouden gordel om zijne lendenen wijst op de velerlei kostbare genaden, waarmede zijn Hart vervuld is voor allen, die Hem in liefde en vrede naderen. Gelijk eene zogende moeder hare borst aan haren beminden zuigeling reikt, evenzoo biedt Jesus hun zijn liefderijk hart vol genade en ontferming aan, en allen mogen zij, gelijk Joannes, aan zijne borst rusten. — «Aan de borsten zal men u dragen en op den schoot lief'ko/en,quot; heefi de Proleet voorzegd, (Isaias LXVi. H.)

Men verhaalt, dat de H. Catha-vina van Siena immer zoo vurig verlangde de H. Communie te ontvangen , als een zuigeling begeerig kan zijn naar de voedende horst der lt; b moeder. Hoe grooter ons verlangen A

naar het Heilig Sakranient is, des te groofer genade schenkt ons Jesus. De Eerwaarde Pater Alvarez zag, hoe de Heer in het Allerheiligste Sakranient de handen gevuld had met genaden, en verlangend uitzag, of er niet eene godvruchtige ziel zou komen hegeerig om die te ontvangen.

ö Jesus, Zoon van God en van de Allerheiligste Maagd Maria, Gij zijt inderdaad waardig door allen boven alles heniind te worden ; zie, ik wensch U al mijne liefde te schenken. Moge ik U toch zoo beminnen, als Gij het verdient, of ten minste zoo veel als dit aan 's men-schen harte mogelijk is. Wel is waar heb ik mij zulke voorrechten , door zoo menige trouweloosheid , onwaardig gemaakt, en ben ik bovendien toch niet waardig voor U te ver-j schijnen; maar ik weet ook, dat Él»----

Gij mijne liefde verlangt, daar Gij zegt: «Zoon (dochter) geef mij uw hartlquot; en Gij zelfs gebiedt den Heer onzen God van ganscher harte lief te hebben. Ja, daarom spaardet Gij immers mijn leven en hebt Gij mij, in weêrwil van al mijne zonden, voor den afgrond der hel gevrijwaard, dat ik, uwe lankmoedigheid en goedheid eindelijk erkennende , eenmaal zoude beginnen U oprecht te beminnen. Daar Gij dus wilt, dat ik U bemin , geef ik mij geheel in liefde aan U over. Gij verlangt mijn hart; welaan ik geef het U. Neem het in bezit , bestuur en heersch er over naar uw heilig welgevallen. Het is koud : doe Gij het van liefde gloeien ; het is bevlekt en onrein; spreek slechts één woord , en het zal gezuiverd zijn. Herschep het naar uw quot; )ddelijk welbehagen. Help mij, dat

ik voortaan door vermeerderde liefde en dankbaarheid alle ontrouw en ondankbaarheid trachte te vergoeden , waaraan ik mij vroeger tegen uwe beminnenswaardigheid zoo dikwijls heb schuldig gemaakt.

Verzuchting. 6 God, mijne liefde, ik wil U beminnen; ik wensch ü altijd te beminnen; eeuwig wil ik U liefhebben.

De Heilige Bernardinus von Bustis zegt: «Maria wenscht veel meer ons goed te doen en genade mede te deelen, dan wij om die te ontvangen.quot; Hierin gelijkt Zij, even als in alles, haren Goddel ijken Zoon. Als moeder der barmhartigheid is het haar grootste vreugde, zich te ontfermen over de ellendigen en hun troost en hulp te verschaffen.

«Waar gaat gij heen?quot; roept de II. Augustinus den ongelukkigen wereldkinderen toe ; «waar gaat gij heen , om bevrediging uwer harten te zoeken ? — Komt tot Jesus, en gij zult rust en vrede vinden voor uwe zielen.quot;

ó Mijne ziel, laat U niet langer verblinden , door uw geluk en heil in de goederen dezer wereld te zoeken. Zoek alleen dat goed, dat alle goed in zich bevat, namelijk God. En wilt gij Hem spoedig vinden, ga dan tot het Heilig Sakrament. Hier is uw God, die altijd gereed is uwe wenschen te vernemen, en u te geven , wat uw hart bevredigen en gt; u waarlijk gelukkig maken kan. 1

TIENDE 11EZ0EK. 353 De H. Therezia zegt; «Het wordt niet iedereen toegestaan met een' koning te spreken; het is reeds eene hooge gunst, hem door tusschen-komst van andere personen uwe belangen te mogen mededeelen.quot; Met Jesus, den Koning der koningen , kunt gij echter vrij spreken ; allen, die zulks begeeren en Hem iets te vragen hebben, mogen Hem naderen; wij behoeven daarvoor nie-mands tusschenkomst. — In het Heilig Sakrament kan men Hem altoos vinden, en Hij is steeds bereid ons aan te hooren. — De vorsten dezer wereld staan slechts zelden een bij zender gehoor toe, en het kost veel moeite bij hen toegelaten te worden Tot Jesus heeft men altoos toegang; dag en nacht kunnen wij Hem onze smeekingen en belangen voordragen ^ -----=€83«

ö Sakrament van liefde en goedertierenheid , zoo zeer trekt Gij door het zoet geweld uwer liefde de harten aan, dat zij, door U aangetrokken en ontstoken , Uwer onophoudelijk gedenken en steeds meer naar U verlangen. Ontsteek ook mijn hart en trek het tot ü; want het verlangt een bestendig brandoffer uwer liefde. Zie, al mijne aangelegenheden en belangen, mijne hoop en mijne wenschen, mijn lichaam en ziel, have en goed, draag ik aan U op, opdat (lij er over gelieve te beschikken naar uw heilig welbehagen. Ik zal mij niet meer beklagen over de beschikkingen uwer Voorzienigheid ; trouwens, zij komen allen van uw teederlievend hart en kunnen slechts mijn waai' geluk beoogen. Handel dus naar uw welgevallen;

vereenig mijn wil geheel met den uwen, die zekerlijk heilig, goed, liefderijk en beminnenswaardig is. O Goddelijke wil der Voorzienigheid , wees altijd van mij aangebeden. Met ü veree-nigd, wensch ik televen en te sterven.

Help mij , o God! dat ik voortaan slechts leve om uwen wil te volbrengen ; dat ik slechts wil, wat U aangenaam is, en bemin wat Gij wilt. Ik betreur en herroep alle oogenblikken in mijn leven, waarin ik de verkeerde driften van mijn eigen wil heb gevolgd , tegen mijn heil heb gehandeld, en U, mijn God, beleedigde. O heilige wil van God, gij zijt mij boven alles dierbaar als God-zelf, met wicn gij één zijt. Ik bemin u en onderwerp mij geheel aan u.

«Bij mij is rijkdom en eer, bij mij is overvloed van alle goederen, opdat ik die uitreike aan allen, die mij lief hebben.quot; (Spr. VIII.) — Met deze woorden wordt ons aangeduid, dat bij en door Maria alle schatten der Goddelijke genaden voor ons open staan. De godvruchtige Idiota noemt Haar daarom; »de schatbewaar-ster van alle genaden.quot; — Gelukkig alzoo diegenen, welke altijd hunne toevlucht nemen tot deze Moeder van genade!

Verzuchting, ó Maria, mijne Moeder, Gij kunt ons gelukkig en rijk, Gij kunt ons zalig maken. Ik bid U, doe het; ik durf het hopen van uwe macht en goedheid.

«Laat ons — zegt de H. There-zia — geheel onze levens- en han-delwijze zoo inrichten , dat wij ons ■ nooit van Jesus verwijderen, en Hem,

onzen goeden Herder, nooit uit het oog verliezen. Immers, die schapen, welke gaarne in de nabijheid van hunnen herder zijn, zijn hem in den regel het meest geliefd, en zij ontvangen niet zelden het laatste stuk brood uit zijnen mond. Slaapt de Herder soms in, dan blijft hel trouwe schaap toch aan zijne zijde, tot hij ontwaakt; of het wekt hem zelfs, terwijl het ora hem heen huppelt, en ontvangt alsdan op nieuw zijne liefkozingen.quot;

ó Mijn beminde, hier in het Heilig Sakrament verborgen God en Heiland, getrouwe Herder mijner ziel, ik bevind mij thans in uwe zoele en onmiddellijke nabijheid; als Gij mij eene bijzondere gunst wilt bewijzen, schenk mij dan vóór alles vermeerdering en volharding In uwe liefde.

ö , Hoeveel dank ben Ik u schuldig, heilig katholiek Geloof , door hetwelk ik onderwezen en verzekerd ben, dat in dit Sakrament niet meer het wezen van brood, maar, in plaats daarvan, mijn Heer en Heiland, in zijne Godheid en menschheid, geheimvol tegenwoordig is, en dat wel om aan mij zijne liefde te be wij/.en, en mijn troost en leven te zijn !

Ja , ik geloof, dat in deze kleine Heilige Hostie de groote Heer en Heerscher van Hemel en aarde tegenwoordig; en hoewel ik Hem niet met mijne lichamelijke oogen kan zien, erken ik Hem toch in het licht des geloofs, en breng Hem, als mijnen God en Heiland , de schatting mijner eerbiedigste hulde en aanbidding. ,

mijn troost, en zult ook het voorwerp mijner hoogste liefde zijn. Daarom smeek ik U. richt al mijne gedachten, neigingen en wenschen slechts op U, zoo dat Gij het zalige middelpunt zijt van al mijn denken, willen, leven en sterven. De zaligheid, welke Gij in U-zelven bezit, moest mij meer verheugen, dan alle goederen dezer of der toekomstige wereld. In het bewustzijn van uwe onuitsprekelijke zaligheid, zal al mijn geluk en vreugde gelegen zijn. Heersch en regeer, o mijn Gort, over mijn hart en over mijne ziel, welke ik hier volkomen aan U overgeef : mijn verstand, mijn wil, mijne zinnen en al mijne bekwaamheden zullen aan uwe liefde dienstbaar blijven, en daardoor slechts dienen om U te verheerlijken en uw lt; gt; allerheiligst welbehagen te volbreng

Zoo leefdet Gij, o Maria ! Gij de hoogst beminde en uitverkoren Moeder mijns Verlossers ! O help mij, cn verwerf de mij onschatbare genade, even als gij, Gode welgevallig te leven, en geen ander geluk te zoeken, dan Hem volkomen in liefde toe te behooren.

»GeIukkig de mensch, die op mij Iet, en dagelijks aan mijne poorten waakt: die mij wacht op den drempel mijns huizes Iquot; (Spreuk. VIII. 3-1.) 'Ja waarlijk, gelukkig zijn die vrome vereerders van Maria, die geen dag laten voorbijgaan, zonder aan den voet harer altaren of beeltenissen deze Hemelsche Koningin tc begroeten, om van Haar met de rijkste genaden bedeeld te worden ! Dubbel gelukkig echter diegenen, die niet slechts om weldaden lt;*gt; bidden, maar voor alles bijstand en ster!

vragen, om de schoone deugden hunner beminnenswaardige Koningin te kunnen navolgen, in/onderheid hare nederigheid en \lek-kelooze zuiverheid !

«God is liefde en wie in de liefde is, blijft in God, en God in hein.quot; (Joan. IV. 1G.)

Wie Jesus bemint, die leeft ver-eenigd niet Jesus, en Jesus met hem door de heilige liefde.

Toen aan den H. Philippus Nerius het Allerheiligste Sakrament tot laatste teerspijze werd overgebracht, riep hij juichend: «Zie, daar komt mijne liefde ! zie, daar komt mijne liefde !quot; Zoo moest ook ieder van ons ^ op het zien van het Allerheiligste é gt;

Sakrament telkenmale juichend uitroepen ; zie, daar is mijne liefde 1 zie, daar is het voorwerp van geheel mijn verlangen, van al mijne wen-sehen voor tijd en eeuwigheid!

O Jesus! Gij hebt eenmaal gezegd, en ons deze woorden in het Heilig Evangelie nagelaten: «Indien iemand Mij bemint, die zal ook door mijnen Vader bemind worden, en Ik en de Vader zullen tot hem komen en onzen intrek bij hem nemen.quot; (Joann. XIV. 28.) Zie, liefdevolle Heiland! ik bemin U, en zelfs meer dan alle goederen der aarde; uwe liefde is mij dierbaarder dan alle schatten der wereld ! Kom dus en neem uw intrek in mijne ziel; vereenig U dermate in liefde met haar, dat Gij haar nooit meer verlaat, of liever, dat ik ü nooit meer aanleiding geve haar te verlaten; trouwens. Gij verlaat nimmer eene l»~---—€ii

ziel, tenzij haar ontrouw U daartoe noodzaakt. Ongelukkig is dit niet mij dikwijls het geval geweest, en mijne onstandvastigheid zou mij, zonder de bijzondere hulp uwer genade, voor het vervolg evenmin zekerheid geven. Schenk mij daarom die bijzondere genade, en laat niet toe, dat de booze wereld ooit getuige worde van zulk eene snoode ondankbaarheid en ontrouw, zoodat ik U wederom uit mijn hart zou verdrijven nadat Gij het met uwe liefde ingenomen en met uwe genade en barmhartigheid ge-kroomihadt. Nochtans, het zou kunnen gebeuren; en daarom bid ik U, mij nu liever vereenigd niet U te laten sterven, dan ooit verwijderd van ü te leven.

Zie, Heer Jesus! dit is mijn oprechte wensch, mijn innig verlangen; en ik koester de hoop, dat Gij die lt; gt;

vervullen zult. Ik omhels IJ en ga niet van U af, maar begeer voor eeuwig mei U in liefde vereenigd te blijven, .la, mijn Jesus, ik wil U zonder ophouden liefhebben en van U voortdurend bemind worden. Tijd noch eeuwigheid mogen mij van uwe liefde scheiden, o Jesus, mijn God, eeuwige vreugde en heil mijner ziel!

»Wie in mij zijn werk doet, zondigt niet, en die mij in het licht plaatsen, verkrijgen het eeuwige leven.quot; (Sir. XXIV. 50—31.) Met deze woorden wordt aangeduid; dat, wie in al zijne ondernemingen en werkzaamheden de bescherming en de hulp van Maria aanroept, en steeds met het oog op Haar gevestigd wandelt en handelt, van alle zware zonden en ^ i van alle bederf zal bewaard worden; •in dat, ^ j

DERTIENDE DEZOEK. 565 V wie zich beijvert, ook aan anderen de groote macht en liefde van onze Hemelsche Moeder bekend en duidelijk te maken, daarin het merkteeken zijner eeuwige begenadiging zal bezitten.— Tracht alzoo. Christen, niet alleen zelf een goed en vroom kind van Maria te zijn, maar ook bij elke passende gelegenheid, hetzij openlijk, hetzij in stilte, de devotie en de vereering der gezegende Moedermaagd onder uwe medeiuenscheu te bevorderen en uit te breiden.

Verzuchting. Geef, dat ik U love. Heilige Maagd, en verleen mij sterkte tegen uwe vijanden.

Deze schoone en vertroostende belofte , welke God in het Oude Verhond aan zijn uitverkoren volk gaf : «altijd met zijne tegenwoordigheid j gt; in hunne tempels te zullen zijn

vervult Jcsus Christus, de Zoon van den levenden God, in wien alle beloften heilig zijn, op de volkomenste wijze, in het Nieuwe Verbond, terwijl Hij in alle Katholieke kerken dag en nacht, werkelijk en persoonlijk , tegenwoordig is in het Allerheiligste Sakrament des Altaars, om de smeekingen van hen, die daar tot Hem komen in genade aan te hooien, en, voor zooverre die tot hun waarachtig geluk en heil dienen, ook te verhooren.

Maar, mijn lieve Jesus ! was hel U niet genoeg enkel bij dag op dc altaren onder ons te blijven wijl dan alleen de inenschen ü komen aanbidden of U hunne beden en belangen voordragen ? Waarom wilt Gij daar ook nng des nachts vertoeven, als niemand U komt bezoeken en men U alleen laat ? Maar,

DKRTIENDE BEZOEK. 567 lt; ik begrijp ü. De liefde houdt U ook des nachts daar geboeid, om, gelijk de goede Herder, uwe kudde te beschermen , het heil der zieken en de teerspijze der stervenden te zijn. Daar waakt en bidt Gij voor ons, even als in den Olijfdof, en waakt gedurende onzen slaap over ons heil !

O Goddelijke Heiland , hoezeer moet dit bewijs uwer groote liefde niet alle Christenen aansporen, zoo dikwijls en zoo lang voor uw Tabernakel te vertoeven, als tijd en omstandigheden hun toelaten. Ja zelfs dan, als zij zich van daar moeien verwijderen, dan moesten zij ten minste nog hun hart en hunnen geest bij ü achterlaten, om ü voortdurend te beminnen en te danken, die zonder ophouden hier bereid zijt hen met de eeuwige schatten uwer genade en liefde te zegenen. lt;

Welaan, mijn Jesus! ik wil liefde met wederliefde beantwoorden. Ik geef U mijn hart, mijn wil en al mijne geestvermogens; dit alles zal het uwe zijn, en bij U in mijnen liefdedienst voorzien, zoo dikwijls ik mij lichamelijk van U moet verwijderen

Maar, niet slechts om voortdurend bij en met ons te zijn, verblijlt Gij, o Jesus, dag en nacht iu het Allerheiligste Sakrament; uw hoofddoel is ü ook dikwijls in de Communie met ons te vereenigen, opdat wij met U en (lij met ons zoudt vereenigo zijn, dooi- den band der innigste liefde. Hoe zou ik het echter durven wagen, o Heer, dikwijls tot ü in de H. Communie te naderen, als ik bleef voort/ondigen en naar de ziel krank ben ? Evenwel mag ik toch niet ^terugblijven, daar Gij mijn eenigejj

U eene woning in mijn hart. Kom en wees de God mijner ziel, de Bezitter mijns harten, de Heer over mijn wil. Alles wat in en aan mij is, alles wat ik ben, bezit en heb, zal aan uwe liefde geofferd en toege-heiligd zijn. Heersch en bestuur er over, en maak alles aan U onderworpen. Verwijder en vernietig alles in mijn hart, dat aan mijne eigenliefde en niet aan uwe liefde zoude toebehooren. En wanneer Gij dan door de Communie in mijn hart zijt gekomen, en ik geheel de uwe, en Gij geheel de mijne zijt, o laat dan niet toe, dat dit door Gods Majesteit en van zijnen Verlosser vervulde hart, zich ooit weder met zijne liefde (gt; aan ellendige schepselen zou heel

ten. — Ik bemin U, mijn God, ik wensch U steeds meer en volmaakter te beminnen, en wil ü geheel en onverdeeld toebehooren, voor tijd en eeuwigheid!

Verzuchting. OJesus, trek mij geheel tot ü, door den sterken band uwer heilige liefde.

»Laat ons de genade zoeken.— ztgl de H. Barnardus — maar Iaat ze ons zoeken door Maria.quot; De H. Petrus Damianus zegt: «Maria bezit al de Goddelijke genadeschatten. Zij kan en wil ons rijk maken in genade; Zij noodigt er ons toe uit met de woorden der Heilige Schrift: Bij mij is alle rijkdom, opdat ik hen bedeele, die mij beminnen.quot; (Spr. VIII )

O beminnenswaardigste, verhevenste en ge-nadigste Koningin ! trek Ü mijner aan cn help een zondaar, die arm is aan alle deugden en verdiensten, maar zijn volle vertrouwen op U heeft gesteld.

Verzuchting. Tot uwe bescherming en hulp nemen wij onze toevlucht, o Heilige Moeder Gods.

«Dit is mijne rustplaats in eeuwigheid ; hier wil ik wonen ; want ik heb mij deze plaats uilverkoren.quot; (Psalm CXXXI. U).

Met deze woorden verklaart onze Heer en Heiland, dat Hij zijne woning in het Allerheiligste Sakrament onder ons heeft verkoren, en daar, op de altaren, voortdurend wil rusten.

Indien onze algoede Heer uit liefde tot ons daar voortdurend wil verblijven, hoezeer moesten wij dan niet trachten, ook altijd in liefde bij Hem te zijn, er ten minste het hartelijk verlangen naar hebben en niets liever lt; J bedoelen en wenschen!

Wel gelukkig zijn die vrome en Godminnende zielen, die geen andere rust in deze wereld willen en zoeken, dan aan de voeten van hunnen geliefden Heiland voor het Allerheiligste Sakrament neder te knielen en Hem hunne liefde en aanbidding te bewijzen.

O hoe gelukkig zou ik zijn, mijn Jesus, als ik geen aangenamer rust kende, dan in uwe geheiligde tegenwoordigheid te verblijven, en Uwer steeds in liefde te gedenken. Gij die zonder ophouden in het He^:lig Sakrament op mijn geluk en welzijn bedacht zijn!

Ach, goedertierenste Heer ! hoe is ; het mogelijk, dat ik zoolang heb kun- ; nen wachten met U te beminnen! Ongelukkige tijd, dat een eeuwige nacht u bedekke! Gij nu. mijn i

VEERTIENDE BEZOEK. 575 loofd en gedankt voor de lankmoedigheid en het geduld, waarmede Gij mijne afdwalingen verdragen, en afgewacht hebt, lot ik, getroffen en overwonnen door uwe liefde en ontferming, eindelijk, als 't ware, mij gedwongen voelde tot U terug te kee-rcn, en mij aan uwe liefde over te geven. Mijn Jesus! ik kan en wil het zoete geweld uwer liefde nooit meer weerstaan. Niets is billijker, dan dat ik mij geheel aan U overgave en voortaan slechts voor uwe liefde leve. Ik hoop, dat Gij mij daartoe uwen genadigen bijstand zult schenken Gij hebt mij reeds zoo vele en groote gunsten bewezen, toen ik van U en uwe liefde verwijderd leefde; hoeveel meer mag ik dan nu op uwe genadige hulp rekenen, daar ik steeds met mijne liefde bij U

God, waardig oneindig bemind te worden, trek mij 'in liefde tot ü! Dikwijls heb ik het reeds herhaald, maar ik kan het niet genoeg verzekeren hoe lief ik U heb; ik bemin

U boven alles ; ik bemin U meer dan mijn eigen leven. Met diepe smart grieft het mij, eeuwige Goedheid, U zoo dikwijls en zoo ernstig be-leedigd te hebben. Vergeef mij en vermeerder mijne liefde tot U. Help mij, dat ik U, van dit oogenblik af, in volhardende trouw betninne tot den dood toe, opdat mijne liefde in volmaaktheid voortdure tot in alle eeuwigheid.

Almachtige God ! verheerlijk in mij uwe macht, en toon aan de wereld het wonder, dat eene ziel die wel- | eer ondankbaar was, en U niet be- | minde, van nu af in de grootste dank- 1 ' arbeid en liefde tot U ontgloeid is. 11

Dit is mijne begeerte, dit is mijn wensch en mijn vurig verlangen. Verhoor mij, o Jesus, om den wille der verdienste van uw lijden en sterven. Gij hebt mij het verlangen en den wil gegeven, geef mij nu ook het gelukkig volbrengen.

De H. Germanus past op Maria deze woorden loe: «Niemand wordt gered, tenzij door ü; niemand van het eenige kwaad, dat de zonde is, bevrijd, dan door U; niemandiinet genaden bedeeld, dan door U.quot; — O Maria ! sta mij dus bij en ^ees mij behulpzaam, opdat ik van alle gevaren gered, van alle kwaad bevrijd worde en tot de eeuwige gelukzaligheid ge-rake. «Nooit is het gehoord — zeggen de Heiligen — dat iemand, die tot U zijne toevlucht nam, verlaten is geworden.quot; Hierdoor { lot vertrouwen op U aangemoedigd, kom ik

iiIk ben gekomen om vuur op de aarde te brengen; en wat verlang ik anders, dan dat het brandc.quot; (Luc. XII. 19 .

Met vuur waarvan onze Heer en Heiland hier spreekt, is het vuur der Goddelijke liefde.

«Mets is er echter op aarde, — zegt de Eerwaarde Pater Franciscus Olympius — waardoor het vuur der heilige liefde meer ontbrandt en verspreid wordt, dan door het Allerheiligste Sakrament des Altaars.quot; lt;| j Daarom openbaarde zich de Heer

eens aan de H. Catharina van Siena, in het Allerheiligste Sakrament, in den vorm van eenen groeten vuuroven, waaruit de stroomen van het Goddelijk liefdevuur zich over de gansche aarde verspreidden. De Heilige was daarbij niet zoo zeer verbaasd over den gloed, dien zij voor zich zag, dan wel daardoor, dat zoo vele harten der menschen er niet door ontstoken werden.

O Jesus, eeuwige liefde, ik zie hoe de liefde tot mij U dagelijks op het altaar ten slachtoffer maakt, en hoe het vuur dezer liefde U tevens onophoudelijk op nieuw verteert. Hoe billijk is het derhalve, dat ook ik dagelijks mij op nieuw aan U tot offer der liefde brenge en mijn leven zich geheel in uwe liefde oplosse.

mijn lichaam en mijne ziel aan, alsmede mijn verstand en hart, mijn wil en mijn gansche bestaan, en zelfs mijn leven tot een levendig liefdeoflei'. Ik vereenig, o eeuwige Vader, dit geringe offer met het oneindige offer van Jesus Christus uwen Zoon, dat Hij eens bloedig aan het kruis volbracht, en nog dagelijks onbloedig op ontelbare altaren hernieuwt. Neem dit mijn offer genadig aan, o goedertieren Vader, en schenk mij om den wille van de oneindige verdiensten van uwen Zoon de genade, dat ik het ook dagelijks hernieuwe. Doe mij als een brandoffer leven en sterven. Ja, mijn God, gaarne wilde ik, gelijk zoo vele martelaren, mijn leven uit liefde voor U opofferen; daar ik echter deze genade niet waardig ben, geef dan, dat ik ten minste alleen uit liefde tot U leve, en eenmaal ook met volle k i»--------«S

overgeving en liefde dien dood starve, dien Gij mij vooraf beschikt hebt. Ja, ik wil slechts leven, om U te beminnen, en verlang slechts te sterven, om aan U behagelijk te zijn en uwen wil te volbrengen. Nu reeds neem ik bereidwillig van uwe hand den tijd en de wijze van mijnen dood aan, gelijk die voor mij bestemd is, en ik breng U met vreugde mijn leven als offer der liefde.

Verzuchting. Leef ik, dan leef ik in den Heer; sterf ik, dan sterf ik in den Heer. Hetzij ik leve of sterve, ik ben den Heer gewijd.

Heilige Maria! vergun, dat ik U met den H. Bernardus toeroep: »Zoetste Koningin! Gij zijt de grond van mijne hoop !quot; en met den H. Joannes van Damascus: »al mijne lt; j» hoop heb ik op ü gesteld !quot; — Indien G

mijn lichaam en mijne ziel aan, alsmede mijn verstand en hart, mijn wil en mijn gansche bestaan, en zelfs mijn leven tot een levendig liefdeofler. Ik vereenig, o eeuwige Vader, dit geringe offer mot het oneindige offer van Jesus Christus uwen Zoon, dat Hij eens bloedig aan het kruis volbracht, en nog dagelijks onbloedig op ontelbare altaren hernieuwt. Neem dit mijn offer genadig aan, o goedertieren Vader, en schenk mij om den wille van de oneindige verdiensten van uwen Zoon de genade, dat ik het ook dagelijks hernieuwe. üoe mij als een brandoffer leven en sterven. Ja, mijn God, gaarne wilde ik, gelijk zoo vele martelaren, mijn leven uit liefde voor U opofferen; daar ik echter deze genade niet waardig ben, geef dan, dat ik ten minste alleen uit liefde tot U leve, en eenmaal ook met volle

overgeving en liefde dien dood sterve, dien Gij mij vooraf beschikt hebt. Ja, ik wil slechts leven, om U te beminnen, en verlang slechts te sterven, om aan U behagelijk te zijn en uwen wil te volbrengen. Nu reeds neem ik bereidwillig van uwe hand den tijd en de wijze van mijnen dood aan, gelijk die voor mij bestemd is, en ik breng U met vreugde mijn leven als offer der liefde.

Verzuchting. Leef ik, dan leef ik in den Heer; sterf ik, dan sterf ik in den Heer. Hetzij Ik leve of sterve, ik ben den Heer gewijd.

Hierna de geestelijke Communie, bladz. 290.

Bezoek aan Maria.

Heilige Maria! vergun, dat ik U met den H. Bernardus toeroep: »Zoetste Koningin! Gij zijt de grond van mijne hoop !** en met den H. Joannes van Damascus: »al mijquot;quot;

Maria, mij wilt redden, dan word ik zeker gered; en Gij redt allen, dio U op rechtelijk toegedaan zijn en vereeren, en Ü om uwe heilige voorspraak aanroepen.

»ls er dan geen balsem meer in Galaad, en is er geen geneesheer meer te vinden?quot; (Jerem. VIII. 2i.)

Galaad is een berg in Arabic, die zeer rijk is aan balsem en welriekende, geurige planten, voor allerlei wonden en kwalen; daarom ziet de eerwaardige lieda er een zinnebeeld in van de Heilige Kucharistie, wijl Jesus in dit Sakrament zoowel de geneesheer als het geneesmiddel voor alle kwalen is O, mochten U, H. Sacrament, quot;! menschen erkennen en waarde

ren, en in hunne menigvuldige zwakheden en gebreken hulp en genezing bij U zoeken, voorzeker, het zou er spoedig beter in de wereld uitzien, en men zou niet zooveel over onheilen en verderf te klagen hebben.

«Waarom is er nog zoo veel kwaad onder het menschdom'? Is er dan geen balsem meer ? zoo mag men zich met de woorden van den Profeet afvragen: »is er dun geen balsem meer in Galaad, geen heil in het Allerheiligste Sakranient; en is er geen geneesheer meer ?'•' — Maar hooren wij het antwoord v;in Jesus Christus, die van onze allaren tot ons spreekt: «Komt allen tot mij, die belast en beladen zijt, en ik zal u verkwikken !quot; (Matth XI. 28.)

Dus kom ook ik tot U, o Jesus, belast met vele zonden, behebt nietlt;lt;b »----—-—«1

allerlei gebreken en zwakheden, en zuchtende en treurende over zoo velerlei kwalen. «Heer! indien Gij wilt, dan kunt Gij ml) helpen.quot; — «Ontferm U mijner, want ik ben zwak; genees mij, want ik ben vol kwalen naar lichaam en ziel!

Maar niet slechts om hulp en genezing voor mijne boosheden bid ik U, o Jesus, maar ook om liefde, en voor-uilgang in de liefde. Ik weet, o mijn Jesus, dat mijne liefde voor U, wegens mijne menigvuldige zonden, nooit die zuivere en verblijdende liefde kan worden, welke Maria, uwe maagdelijke Moeder, U toedroeg; maai' met de hulp uwer genade wil ik trachten mijne liefde de rouwmoedige en trouwe liefde eener Mag-dalena te doen zijn.

schat is oneindig beter dan alle schallen en rijkdommen der wereld, liezat ik die allen, of was ik er volkomen meester over, dan zou ik die aan uwe voeten willen nederleggen en ze afstaan, om U daarentegen om den eenigen schat uwer liefde te bidden. Heer! uit liefde tot U ontzeg ik mijn hart alles wat ik ben, wat ik bezit en heb; ik zeg vaarwel aan al mijne neigingen, wenschen en genegenheden; aan alle gemakken en aan vreugde des levens, ja zelfs aan alle vertroosting ; ik verzaak mijn wil en mijne vrijheid. Dit alles geel ik in liefde aan U over. en ik stel het ter uwer hedige beschikking. Gelijk Gij wilt doen, ben ik tevreden. Ik bemin U, o oneindige Goedheid, ik bemin U meer dan mij zeiven en ik verlang U in alle eeuwigheid te be-

Verzuchting. Mijn Jesus ! ik geef mij geheel aan U; neem en bezit mij voor eeuwig.

De Allerzaligste Maagd Maria openbaarde aan de H. Brigitta, o. a.: Hoe menigvuldig en zwaar de mensch ook moge gezondigd hebben, indien hij slechts met een oprecht verlangen om zich te beteren tot mij komt, dan ben ik dadelijk bereid hem op le nemen en te helpen. Alsdan zie ik niet op de menigte en grootte zijner zonden, maar op zijnen goeden wil. Ik versmaad het niet iijne wonden te verbinden en te genezen, want ik ben waarlijk de Moeder van harmhartigbeid.

O Heilige Maria! zie, ik ongelukkige zondaar kom ook tot U; toon mij nu uwe barmhartigheid.

«Een dag in uw voorhof, o Heer, is beter, dan duizend anderen.quot; (Ps. LXX11I. 2.)

Zij, die elkander beminnen, zijn gaarne te zamen en bezoeken elkander dikwijls. Als wij dus Jesus wezenlijk liefhebben, dan moeten wij ons gaarne daar bevinden waar Hij is. Kn zie. Hij is immers altijd in het Allerheiligste Sakrament. Daar kunnen wij Hem elk oogenblik bezoeken, daur allijd met Hem spreken, daar ons met Hem verheugen. En voorwaar, één dag, één uur moest ons daar veel liever zijn, dan duizend anderen in den omgang met de wereld. Slechts bij Hem moesten wij onzen troost zoeken, bij Hem ons aange-s naamste onderhoud vinden, bij Hem A

ons verheugen wegens zijne groote heerlijkheid in den Hemel, wegens de onuitsprekelijke barmhartigheid, die Hij ons hier op aarde bewijst, en wegens de liefde, die zoo vele brave en godvruchtige zielen Hem toedragen In één woord: al onze neigingen moesten zich eigenlijk daarheen wenden, al onze begeerten daar rusten, waai' het voorwerp is onzer liefde: — bij Jesus in het Allerheiligste Sakrament,

Pater Silesius, een Jesuiel, voelde zich getroost in alle lijden en ondervond de levendigste vreugde, zoodra hij maar kon spreken van het Allerheiligste Sakrament. Hij werd niet moede het trouw te bezoeken; ging hij naar de kloosterpoort, keerde hij weêr terug naar zijne cel, of had hij overigens iets in huis te doen, altoos b richtte hij het zoo in, dat hij eenige t»----^

oogenblikken bij het Heilig Sakrament kon vertoeven, al was het alleen om zijn beminden Heer en Heiland een liefdegroet te kunnen geven. Men bemerkte zelfs, dat hij geen uur kon laten voorbij gaan, zonder zijnen Jesus een bezoek gebracht te hebben. Zijne groote liefde voor het Allerheiligste Sakrament heeft hem dan ook het voorrecht waardig gemaakt, voor de verdediging van het H. Sakrament te sterven.

O Ware mij het geluk ook weggelegd, op gelijke wijze, mijn leven te kunnen opofferen ! kon ook ik, gelijk hij, sterven voor de waarheid van een geheim, waarin Gij, o Jesus ons de volle uitgestrektheid uwer liefde hebt geopenbaard !

Liefdevolle Heer! Gij hebt door dit H. Sakrament reeds zoo veel wonderen gewrocht, bewerk ook nog dit

e«ne te mijnen gunste, dat ik door dit kostbaar onderpand, door dezen band van liefde onafscheidbaar met U verbonden worde. Gij wilt, dat ik mij in liefde geheel aan U overgeve! Help door uwe genade deze overgeving aan ü volmaken. Geef de genoegens en goederen dezer wereld, aan wien Gij wilt, ik begeer en wil niets anders dan uwe liefde. Dit zoek en daarnaar verlang en streef ik. Geef mij, o Jesus dit eene, en ik heb genoeg.

Verzuchting. O Jesus, wanneer zal toch het oogenblik daar zijn, dat ik U waarlijk, van harte en boven alles beminne!

«Mater amabilis, beminneliike Moeder!quot; zoo noemt U, Heilige Maria, geheel de Kerk, on ie recht; want God heeft (J zoo schoon

en beminnelijk gemaakt, dat Hij-zelf zich aangetrokken voelde, zich met al zijne liefde aan ü te verbinden.

»lhv naam, o Maria, — zegt de Heilige Bonaventura — is zoo zoet en liefelijk, dat hij niet zonder aandoening van liefde genoemd, noch gedacht kan worden, zonder de harten, van die ü lief hebben, te verrukken.

Alzoo betaamt het ook, dat ik U liefhebbe, o beminnenswaardige Moeder! Eene gewone liefde kan mij nu niet meer bevredigen, maar ik wensch thans hier op a^rde en eenmaal in den Hemel U met eene liefde te beminnen, welke, uitgenomen de hoogste liefde, die ik aan mijnen God schuldig ben, alle andere overtreft. Neemt, beminnenswaardige Moeder, dezen wensch in genade aan : ten toeken, dal Gij dien aangenomen hebt, verwerf mij, door God, zulk eene liefde tot U als ik wensch, en als aan mijnen beminden God-zelven zoo welgevallig is.

Verzuchting. Beminnenswaardige Moeder, help mij, opdat ik U wezenlijk liefhebbe.

Jesus, die in den Hemel ter rechterhand zijns Vaders, in groote macht en heerlijkheid troont en eenmaal, omgeven van alle hemelsche machten en heerscharen, in zijne volle Majesteit, als Rechter over levenden en dooden zal verschijnen, heeft evenwel hier op aarde in het Allerheiligste Sakra-ment zich eene woonstede en een troon zijner liefde opgericht, om als menschen-zoon en menschen-vriend onder ons arme zondaren te wonen. «Ziedaar de woonstede Gods onder de menschen!quot; Hij wil bij hen wonen, en zij zullen zijn volk zijn!''

ACHTTIENDE BEZOEK. 591 bijzondere liefde te geven, zich vernederde eene geringe hut in diens dorp te betrekken , opdat de herder hem gedurig en zelfs dikwijls zou kunnen komen bezoeken en zijne gunsten vragen , zou het dan geen teeken van groote onverschilligheid, zou het geen grove ondank, geen strafwaardige minachting zelfs zijn, als die herder zich dan van zijnen koning verwijderd hield, zich weinig of in het geheel niet om hem bekreunde , het nauwelijks der moeite waard achtte tot hem te gaan en eene gunst van hem te verzoeken ?

ó Mijn Jesus! ik begrijp deze gelijkenis. Uit liefde tot mij hebt Gij hier op het altaar eene geringe hut, het Tabernakel, betrokken, en verblijft daar in het Allerheiligste Sa-krament, als op den tr oon der liefde,

te staan mij genaden en weldaden te schenken, zoo dikwijls ik tot ü kom. Wanneer nu zelfs de Hemelsche geesten met U nederdalen en vol bewondering het Geheim uwer liefde aanschouwen, waarmede Gij onder-tusschen niet hen , maar ons, arme inenschenkinderen, gelukkig maakt, hoezeer zouden wij ons dan niet moeten beijveren , o God , Heer en Koning des Hemels, zeer dikwijls voor ü te verschijnen, om II voor die groote eer en voor al die weldaden le danken, om uwe barmhartigheid Ie prijzen en uwe onuit-spreeklijke liefde met onze armzalige wederliefde te beantwoorden !

Ja, Heer, in het aanschijn uwer Heilige engelen , die hier uw stillen liefdetroon omgeven, wil ik uwen lof verkondigen, U aanbidden in uwen

ACHTTIENDE BEZOEK. 595 ' ' wegens uwe barmhartigheid en waarheid ; want boven alles groot hebt Gij uw' heiligen naam gemaakt. (Ps. CXXXVI1. 1.)

ó Mijn in het Heilig Sakrament verborgen God en Heiland, Brood der Engelen , Goddelijke spijze , ik loof, aanbid en bemin U. Maar gering. zeer gering is nog altijd de liefde, die ik ö bewijs, en Gij noch ik kunnen daarmede tevreden zijn. Daarom smeek ik U, geef dat ik meer en meer uwe schoonheid, goedheid , menschlievendheid en beminnenswaardigheid erkennc, opdat uwe liefde in mij vermeerdere en aile aardsche liefde uit mij verdringe.

Om mij gedurig op nieuw uwe groote liefde te openbaren, daalt Gij dagelijks op het altaar neder, en viert onbloedigerwijze het onuitspre-j i kelijk liefdeofler, dat Gij eens op A !»---48$

bloedige wijze op Kalvarie volbracht hebt. Billijkerwijze moet ik alzoo ook dagelijks, hier voor het altaar, mijne liefde tol ü trachten te vernieuwen, en mij beijveren ü steeds meer lief te hebben, U vuriger te aanbidden en U volkomen aangenaam te worden.

Verzuchting, ö Jesus , mijne liefde! geef dat ik dagelijks in liefde tot U loeneme.

Gelijk de lijdenden, die, wegens hunne akelige wonden en gebreken van de menschen verlaten, uit barmhartigheid in dt openbare ziekenhuizen opname en verzorging vinden, zoo zijn het ook voornamelijk de ellendige en de meestverachte zondaars, die in de bescherming van Maria voornamelijk hulp en genezing vinden. Daarom zegt de H. Basi-lius : «God heeft den zondaren in de barmhartigheid van Maria een algemeen toevluchtsoord en ziekenhuis geopend. (Appa-j

ACHTTIENDE BEZOEK. 595 V ? ruit Deus peccatoribus publicum Val e t u d i n a r i u ui.) De mensch moge alzoo groote zonden en afschuwelijke misdaden bedreven hebben; zijne medemenschen mogen hem wellicht daarom vermijden en schuwen als de pest; hij worde daarom niet moedeloos, indien hij genezingen heil wenscht te vinden, maar hij wende zich rouwmoedig en met vertrouwen tot Maria; Zij zal hem j goedgunstig onder de bescherming barer barmhartigheid opnemen, en met eigene moederhand zijne genezing en zijn geluk bewerken.

Indien nu alle, en zelfs de grootste zondaars en misdadigers , bij ü eene gunstige ontvangst vinden, o Heilige Maria, dan zult Gij ook mijne bede niet versmaden, maar ook mij uwe moederlijke barmhartigheid betoonen.

Het is een wezenlijke troost voor het hart een trouwen en hulpvaardigen vriend te bezitten , aan wien men alle aangelegenheden kan toevertrouwen , en dien men over alles kan raadplegen. En zie, zulk een vriend hebben wij aan Jesus Christus in het Allerheiligste Sakrament, en wel den besten , getrouwsten , maehtigsten en goedhartigsten dien men ooit hebben kan ! Hoezeer moeten wij dan niet naar den omgang met Hem zoeken en ons gelukkig achten, te aller ure toegang tot Hem te hebben ! Uit liefde tot ons heeft Hij zijne woontent op het altaar op-■slagen, om altijd bij en onder 01

te zijn! Diiiir kunnen wij Hem te aller ure vinden; daar ons met Hem onderhouden, met Hem spreken en Hem raadplegen, zoo dikwijls en zoo lang wij willen; daar kunnen wij Hem ons hart en alle onze aangelegenheden blootleggen, Hem onze behoeften voordragen- en om vele en groote genaden bidden.

De onschuldige Jozef voelde zich gelukkig in de gevangenis, toen God met zijne genade nederdaalde om hem te troosten. Maar hoeveel gelukkiger zijn wij, daar Jesus Christus, de uit liefde tot ons nienschgeworden Zoon Gods, zich zoo diep vernederd heeft, dat Hij in deze ellendige wereld, dit oord van ballingschap, bij voortduring onze trooster, helper, medegezel en vriend is !

moedig en waarlijk deelnemend vriend hem komt quot;nezoeken, en op alle mogelijke wijzen zijn lot tracht te verzachten, hoe moeten wij ons dan niet hoven alles vertroost en vereerd gevoelen, daar wij, in dit ellendig ballingsoord, Jesus, onzen Goddelijken menschenvriend, altoos bij ons hebben, onvermoeid bezig om de bezwaren en lasten dezes levens te verzachten, en in liefde, ons oog en hart altijd heen te wijzen op het geluk hiernamaals, waarheen Hij -zelf onze leidsman en gids wil zijn. «Ik zal u niet als weezen achterlaten!quot; zoo heeft trouwens zijn eigen mond eenmaal gezegd.

O mijn Heer en mijn God! onbegrijpelijke, alles overtreffende liefde, die uit ontferming zoo ver gegaan zijt, een vast verblijf onder ons te j ji nemen; zie, daarom neem ik mij ii»--«

NEGENTIENDE BEZOEK. 399 stellig voor, II dikwijls te bezoeken en zooveel mogelijk in dat Goddelijk verkeer te deelen, waarin de Heiligen en Gelukzaligen hun Hemel en hunne zaligheid vinden. O, kon ik steeds bij U zijn, om voortdurend akten van aanbidding en liefde tot U te verwekken !

Verhef U, o Heer, en wek mijne ziel op, zoo dikwijls traagheid en overdreven zorgen voor het tijdelijke mij zouden aftrekken of hinderen om U een liefdebezoek te brengen. Ontsteek mij met het vuur uwer liefde en met brandenden ijver voor het dierbare Sakrament uwer liefde. Ach, had ik het toch altijd bemind, hadde ik altijd door ware hoogschatting uw liefderijk hart verheugd ! Ik voel mij echter getroost, dat Gij mij nog tijd verleent, om mijne vroegere koelheid door verdubbelde liefde te kunnen

400 NEGENTIENDE BEZOEK, vervangen. Ja, beminde Heer, ik wil trachten goed te maken, wat ik nog kan; ik wil U in waarheid lief hebben. O Jesus, mijn hoogste Goed, mijne liefde, mijn schat, mijn vriend en mijn alles, ik wil U met al mijne krachten beminnen.

))Zondaar, word niet mismoedig, — zegt de godvruchtige Bernardinus van Bustie—«wanhoop niet, maar neem vol vertrouwen uwe toevlucht tot deze machtige Koningin, tot Maria. Hare handen zijn steeds gevuld met de gaven van goedheid en barmhartigheid; en weet — voegt hij er bij — dat haar verlangen om u goed te doen, grooter is dan het uwe om het te ontvangen.quot;

O Maria! ik zal God zonder ophouden danken, dat Hij mij de genade schonk ü te erkennen en te vereeren. Hoe ellendig zou ik zijn

TWINTIGSTE BEZOEK. 401 zoniler ü, en hoe veel slechter zou het er dan met mijne zaligheid uitzien! Ik loof en bemin ü, zoetste Moeder, en stel met het volste vertrouwen geheel mijn geluk in uwe handen.

Verzuchting- O Maria, gelukkig hij, die ü erkent; zalig, die U bemint en op U vertrouwt.

«Op denzelfden dag zal zich eene bron openen voor het huis van David, en voor de inwoners van Jeruzalem, tot afwassehing der zonden.quot; (Zach. VIII. 1.)

Deze door den Profeet aangekondigde bron is het Allerheiligste Sakra-raent, waarin, gelijk de Kerkvergadering van Trente zegt, onze goedertieren Hoer en Heiland alle schatten zijner genade en gelukzaligheid heeft uitgegoten. De wateren of zegeningen I | van deze bron hebben eene uitmun- ^

tend zuiverende, heiligende en versterkende kracht; zij reinigen ons steeds van het zondige; heiligen onze gezindheden, .neigingen en begeerten, en verleenen ons kracht om de bekoringen en aanlokselen tot het booze te wederslaan, en om alle moeielijkheden uit liefde voor onzen Heer en Heiland te verdragen.

Mochten toch alle Christenen de voortreiïelijkc goddelijke gaven erkennen , die hun in het Allerheiligste Sakrament worden aangebeden, en mochten zij ook erkennen, wie het is, die hier tot hunne harten wil spieken; hoezeer zouden zij zich aangetrokken gevoelen, dikwijls aan deze genadebron te verschijnen en daar het heil des Heeren te scheppen! De heilige en godvruchtige dienaren van Christus waardeerden dit groote t b voorrecht, dit onschatbaar geluk ; i b»-—--^

daarom haastten zij zich het eerste naar het Allerheiligste Sakrament, en konden er bijna niet van scheiden.

De godvruchtige Maria Diaz, die ten tijde van de H. Therezia leefde, was niet zooveel heilige liefde aan het Allerheiligste Sakrament gehecht, dat haar het leven verwijderd van het Heilig Sakrament moeielijk viel. Zij verkreeg daarom van den üisschop van Avila de bijzondere vergunning, het koorkamertje eener kerk te mogen bewonen, om alzoo steeds dicht bij het Allerheiligste te zijn, hetwelk zij haren nabuur pleegde te noemen. Onophoudelijk zette zij hier hare godvruchtsoefeningen voort, en verliet het eerst dan , als andere zorgen en plichten des levens haar daartoe noodzaakten.

vromen kloosterbrcedeiquot; Franciscus jegens het Allerheiligste. Hij kon geene kerk voorbij gaan, waarin het Allerheiligste bewaard werd , zonder binnen te treden ; trouwens het betaamt niet, zeide hij gewoonlijk, dat een vriend het huis eens vriends voorbij gaat, zonder hem ten minste even te begroeten of aan te spreken. Zijne bezoeken duurden niet zelden uren lang.

ó Goedertierenste Jesus, zie, hier ben ik weder voor uw Allerheiligste Sakrament, de bron van alle heil, zie genadig op mij reder, en laat mij aan de zegeningen dezer bron deelachtig worden. W'asch de fouten en gebreken af, waaraan ik mij sedert mijn laatste bezoek heb schuldig gemaakt; want zij doen mij leed, en ik verafschuw ze uit den grond

TWINTIGSTE BEZOEK. 405 lt; Heer en Heiland, zoo zeer mishagen. Versterk mij door uwe genade tegen het hervallen, en vermeerder in mij het vermogen en de kracht uwer liefde.

Gij zijt hier ondertusschen niet slechts tegenwoordig, Goddelijke Heiland, om mij steeds bewijzen van uwe liefde te geven, maar ook om bewijzen van mijne wederliefde te ontvangen. Gij hebt mij immers een hart gegeven , evenzeer geschikt om lief te hebben , als om bemind te worden. Waarom bemin ik U dan toch zoo weinig, zoo flauw en onstandvastig '? Ach ! ik moet het erkennen : omdat de dingen dezer wereld, de schepselen, de goederen en de ellendige genoegens des levens mij nog te zeer aankleven.

eene volkomen liefde tot U kan aftrekken ; trouwens het betaamt waarlijk niet, dat ik Hem met minder liefde beminne, die mij zulk een oneindige en onuitsprekelijke liefde bewijst. Indien ik uit liefde voor U alles, zelfs mijn leven mocht opofl'e-ren, hoe weinig van beteekenis zou dit zijn, in vergelijking met hetgene Gij uit liefde tot mij hebt gegeven ! Ik ben een ellendige aardworm, en Gij , de God van Hemel en aarde , hebt de heerlijkheid des Hemels ter wille van mijne gelhkzaligheid verlaten , hebt het knechtschap aangenomen , uw leven voor mij aan het kruis geofferd, en vernieuwt nog dagelijks dit offer op geheimzinnige wijze op ontelbare altaren, om mij voortdurend uwe groote liefde te bewijzen.

TWINTIGSTE BEZOEK. 407 ^ gt; liefde, thans gevoel ik het, hoezeer ik lot wederliefde verplicht ben ! Van nu af wil ik aan dezen plicht volkomen trachten te voldoen; help mij daartoe , en geef dat ik U zoo geheel in liefde toebehoore, gelijk Gij mij toebehoort.

De H. Bernardus zegt: «Maria ziet niet op de verdiensten, maar op de hulpeloosheid van hen, die Haar aanroepen; Zij is bereid allen te helpen.quot; — Alzoo zult Gij, o zoete Moeder, ook mij awe hulp niet ontzeggen, als ik in ootmoed tot U kom en U met vertrouwen aanroep. Zie, ik ben een arme zondaar, en verdien niet anders dan de helsche straffen ; maar ik heb mij vastelijk voorgenomen mijn leven te beteren, en voortaan mijn God oneindig meer te beminnen, dan ik Hem vroeger beleedigd heb. Met al mijne zwakheden ^ en zoo armzalig als ik mij gevoel, geef ik mij

evenwel geheel aan U over; en wil ik ü volkomen toebehooren. Bescherm, bewaar en help mij tot de eeuwige zaligheid, o lieve Moeder !

Het heilige, glorievolle en levendige verheerlijkte lichaam van Jesus Christus is in het AIIerheiMgste Sakra-ment des Altaars tegenwoordig; en waar immer dit Sakrament zich bevindt, daar verzamelen zich de arenden, dat wil zeggen; die verheven en godvruchtige zielen, die met hunne gezindheden, wenschen cn neigingen gt; niet aan deze ellendige aarde gehecht A

zijn, maai' dikwijls hunne geestelijke vlucht hemelwaarts verheffen en, met hot oog op de hemelsche goederen, de nietigheid van het aardsche leeren erkennen en gering schatten.

Gelijk de arend in de lucht zijne vlucht onmiddellijk weer naar de aarde wendt, zoodra hij ergens een dood lichaam ontwaart, om er zich aan te vergasten, zoo dalen die godvruchtige van de hoogte hunner hemelwaarts gerichte betrachtingen en wenschen onmiddellijk weer naar omlaag, zoodra de gedachte aan het Heilig Sakrament hen slechts voor den geest komt, alsof zij de plaats zien. waar het Goddelijk Lichaam hunne spijs, hun leven en hunne liefde, bewaard wordt.

sche beschouwingen en overdenkingen getrokken, en in den geest daarheen overgevoerd , waar zich het Allerheiligste bevond. Niet zelden liet hij dan alles liggen en spoedde hij zich, als op vleugelen gedragen, naar de plaats zijner liefde en van zijn verlangen. Niet slechts, dat hij meermalen daags het Allerheiligste Sakra-ment bezocht, maar hij bracht er dikwijls gansche nachten bij door. Tranen van weemoed ontwelden aan zijne oogen, als hij zag hoe de paleizen en de woningen van de grooten dezer wereld steeds vervuld waren van menschen, die zich beijverden door allerlei eerbewijzen en diensten eenige geringe gunst van een sterflijken mensch, te verkrijgen, terwijl de woonplaatsen van Jesus Christus hier op aarde, de kerken,

weinigen zich de moeite geven den onsterflijken Hemelkoning in het Tabernakel, voor zijnen genadetroon te gaan huldigen om daardoor van Hem met eeuwige genadeschatten gezegend te worden !

Goedertieren Jesus, mijn Heer , mijn God en mijn Koning, hoewel ik ook behoor tot die ondankbaren, die U of in 't geheel niet of zeer weinig erkennen, zoeken en beminnen, toch zijt Gij nog altijd gereed mij liefderijk en ontfermend aan te nemen , als ik tot U kom. Zie, nederig, met verlangen en vol vertrouwen nader ik uwen genadetroon; wilt Gij mij nu in weerwil mijner onwaardigheid, evenwel gunstig zijn, neem dan mijn hart, hervorm het naar uw welbehagen; ontdoe het van alle onreine liefde en verkeerde ge-i hechtheid, van alle wenschen, neigin-

412 EEN-EN-TWINTIGSTE BEZOEK, gen en begeerten, die U mishagen, en van elke gedachte, die niet op U betrekking heeft. Wees Gij mijn eenig en mijn hoogste goed; ik begeer niemand te behagen dan U; Gij-alleen verdient het voorwerp te zijn van geheel mijne liefde, en ik ben bereid U die geheel en onverdeeld te bewijzen. Onthecht mijn hart van het geschapene, en verbind het in heilige liefde zoo vast aan L, dat aanzien noch vernedering, leven noch dood, tijd noch eeuwigheid mij van U kunnen scheiden.

Verzuchting. Heer Jesus, ik ben geheel liefde in U; laat mij dit in eeuwigheid zijn.

Dyonisius de Karthuizer, noemde Maria, »de voorspreekster van alle zondaren, die hunne toevlucht tot Haar nemen.'*

Neemt Gij alzoo alle zondaren aan, die totU komen, o Heilige Moeder-maagd, dan zult Ge ook mij niet afwijzen. Met groot vertrouwen nader ik den troon uwer barmhartigheid, en met den H. Villanova richt ik U het smeekgebed : zie met ontferming op mij neder, en wees ook voor mij eene genadige Voorspreekster.quot;

Verzuchting. Heilige Maria, Moeder Gods ! bid voor ons zondaren, nu en in de ure van onzen dood. Amen.

»Ik wil opstaan en in de stad de straten en stegen dooiioopen, om te zoeken, die mijne ziel bemint.quot; (Hoogl III. 2.)

Zoo sprak de bruid van het Hooglied, de vrome en heilige ziel, die in het Oude Verbond zoo zeer naar haren welbeminden, den Goddelijken bruide-é; gom Jesus Christus verlangde. Hij

was nog niet op aarde verschenen; desniettemin zocht zij Hein met het grootste verlangen, met vele gebeden en vurige wenschen. Hem te vinden, was haar grootste geluk ; Hem lief te hebben, hare grootste zaligheid. Wij kunnen nu zeer gemakkelijk tot die zaligheid geraken. Wij behoeven, om den Goddelijken Bruidegom te vinden, geen menigte van straten en stegen af te loopen; de kerk, waar Hij in het Allerheiligste Sakracient woont en troont, is meestal zeer nabij. Hoezeer zou het ons dus moeten verheugen , Hem dikwijls in liefde te bezoeken, die onze zielen zoo volkomen bemint, als geen bruidegom zijne bruid beminnen kan.

O mijn Jesus , hoe onbegrijpelijk is uwe liefde voor ons armzalige menschen! Zij bewoog U een boven /i gt; alles verbeven wonder te wrochten.

op eene geheimvolle wijze voortdurend uwe heilige tegenwoordigheid onder ons te vestigen, en U tot in het oneindige te verveelvoudigen, opdat wij overal persoonlijk, onder een bepaald teeken, zouden kunnen terug vinden, liefhebben en door I.' weder bemind zouden kunnen worden. Ja, om ons uwe liefde op het volkomenste te bewijzen, hebt Gij U tot het diepste vernederd en de gedaante van brood aangenomen, opdat wij door de nuttiging daarvan op hel innigste met U zouden vereenigd worden.

O eeuwige liefde, o Jesus Christus, uwe groote liefde bedenkende, is het mij onmogelijk langer te leven zonder den wensch, U meer en volmaakter te beminnen. Ontsteek in mij steeds meer het vuur van heilige wederliefde; trek mij tot U en verbind mij door een levendig verlangen van liefde d j »-----lt;€il

aan U, opdal ik mij opgewekt gevoele gedurig en lang bij U voor het Allerheiligste Sakrament te vertoeven , dikwijls dit Hemelbreed te nuttigen, en alzoo in voortdurende vereeniging en gemeenschap met U te leven. Moge ik niet koud en ondankbaar zijn voor die wonderbare schepping uwer aluiacht en liefde, maar doe mij die immer hooger schatlen, doe er mij ijveriger gebruik van maken. Verwijder steeds van mij, wat mij van U af zou trachten te houden ; want Gij-alleen zult het voorwerp zijn van mijne liefde en van al mijne begeerten. Ik zoek niets anders dan uwe liefde, ik wensch niets, dan wat U behagelijk is.

Aanschouw , Fleer , de verlangens mijns harten , en help mij , dat ik, die maar al te Neel aan de wereld en hare verderllijkheden hechtte, voortaan slechts U ia liefde toebe---lt;GSC

Verzuchting, ö Mijn Jesus, hoogste goed! ik bemin U meer dan alle aardsche goederen.

De zalige Thomas a Kempis zeide: wWilt gij in alle moeielijkheden, bezwaren, bekoringen, en gevaren, troost, hulp en bijstand verwerven, neem dan uwe toevlucht tot Maria. Roep Maria aan, vereer Haar en beveel u altijd in hare bescherming. Verheug u, ween en wandel met Maria. Zoek Jesus, met en bij en door Haar, en hebt gij Hem gevonden : maak en vernieuw dan dikwijls het besluit, met Jesus en Maria te willen leven en sterven. Indien gij zoo handelt, dan zult gij steeds meer in heil, geluk en zegen toenemen; Maria zal voor u bidden, en de Zoon zal zijne Moeder zeker gaarne verhooren.quot;

Verzuchting, ó Maria! ik wil altijd mijne toevlucht tot ü nemen; wees dan ook steeds mijne beschermster, mijne voorspraak en hulp.

«Ik bemin, o Heer, de sieraden van uw huis en de plaats waar uwe heerlijkheid woont.quot; (Ps. XXV. 8.)

Er zijn vele Christenen die zich verre reizen, groote raoeielijkheden en zelfs gevaren getroosten, om het Heilige Land, waaiquot; onze beminde God en Heiland geboren werd, waar Hij leed en stierf, te bezoeken. Wij kunnen ondertusschen met veel minder moeite oneindig meer bereiken, als wij ons ten bezoek van het Allerheiligste Sakrament naar eene kerk begeven, en gaarne ter plaatse zijn, waar Gods heerlijkheid woont.

Wanneer zekere pelgrims, — zegt de H. Paulinus — de moeielijkheden en bezwaren eener verre reis niet ontzien, om de Heilige plaatsen te bezoeken, en het als iets belangrijks achten, eene relikwie, al is het ook slechts een weinig aarde, van daar te kunnen meebrengen, hoe moeten wij ons dan niet schamen, indien het ons te veel moeite is een kort eind weegs, dikwijls, slechts weinige voetstappen te gaan , om onzen beminden Heer en Heiland-zelven , in zijn onbegrijpelijk liefdegeheim, te bezoeken, en ons de zegeningen zijner onschatbare genaden toe te eigenen.

wie God eene builengewone liefde tot het Allerheiligste Sakrament, en bovendien een diep inzicht in die rijke bron van genade, welke aan de ware vereering tot dit Heilig Geheim verbonden is, verleend had, schrijft hierover het volgende :

«Door de genade Gods heb ik mij geheel aan mijnen in het Allerheiligste Sakrament verborgen God en Heiland overgegeven, en ben door ondervinding tot de erkentenis gekomen, dat alle goeds uit dit verheven Geheina voortvloeit. Ik zie klaar en duidelijk in , dat die overvloed van genade en zegeningen aan de menschheid niet in ruime mate toevloeit, omdat velen bet Allerheiligste Sakrament verwaarloozen, en den beminden Heer daarin niet de verschuldigde eer bewijzen. O

SP DRIE-EN-IWINTIGSTE BEZOEK. 421 « uitsprekelijke liefde ; Heilige Hostie ! waar is in geheel de wereld iets, waardoor God de grootheid en almacht zijner liefde heerlijker openbaarde dan door U? In U vinden wij alles vereenigd, wat het heil der menschen op aarde, en het geluk der zaligen in den Hemel uitmaakt! Ja , waarlijk , wij hebben geene redenen de Heiligen in den Hemel te benijden ; want wij bezitten hier op aarde even zoo goed onzen God als zij, en bovendien nog onder grootere wonderen van zijne liefde. O , dat allen, die hiertoe gelegenheid en roeping hebben, zorgen, dat de liefde en de vereering tot het Allerheiligste Sakrament zich uitbreide. Wat mij betreft, ik zou er altoos over wen-schen te spreken , door de geheele wereld willen verkondigen in wat

Wees alzoo geprezen, geloofd, aangebeden en verheerlijkt van allen en op alle plaatsen , o onuitsprekelijk, eeuwig aanbiddenswaardig Sakranient!

Heilige Serapbijnen, die hier in brandende liefde uwen en mijnen God omzweeft, en met verrukking het wonder der Goddelijke ontferming aanschouwt, dat hier niet om uwen maar om mijnentwille tegenwoordig is, komt en helpt mij dezen algoeden en ontfermingsvollen God verheerlijken en prijzen.

En geef Gij, mijn Jesus , dat ik de grootheid uwer liefde ten volle waardeere, opdat ik geheel van wederliefde ontgloeie, en aangemoedigd worde overal voor de eer van het Allerheiligste Sakrament te ijveren, b en op die wijze uwe glorie tracht ,

te vermeerderen. Ik heb U lief uit het binnenste mijner ziel, o beminnenswaardige Heiland, en wensch U steeds meer te beminnen, om U daardooi' ook steeds welgevalliger te worden.

Verzuchting, ó Jesus , ik geloof aan U , ik hoop op ü , en bemin U van ganscher harte.

De H. Bonaventura noemt Maria: »Eene Moeder der weezen,quot; en de H. Epbrein : ))De beschermster der weezen.quot; Onder deze benaming van weezen worden alle arme bulp-beboevende zondaren verstaan, bijgevolg ook ik en ieder menscb. Trouwens, wij hebben God, onzen Vader, door onze zonden dikwijls verloren en ons menigmaal aan zijne genade onttrokken ! Gelukkig, dat wij in zulke gevallen Maria nog altijd tot Moeder hebben, die, als wij onze toevlucht tot Haar nemen, voor ons heil waakt en ons wederom terug voert naar het verloren geluk der kinderlijke lt;

erfenis Gods. «Niemand gaat verloren, die zich met een oprecht gemoed en met kinderlijk vertrouwen tot deze goede Moeder wendt.quot; Dit is de leer en het gevoelen der uitstekend-ste heilige Leeraars en Kerkvaders.

ii Voorwaar, Gij zijt een verborgen God, Gij God en Heiland van Israel!quot; (Is. XLV. 15).

Deze woorden van den Profeet zijn op niets zoo passend als op het Allerheiligste Sakrament. Zoowaarachtig, werkelijk, wezenlijk en persoonlijk Jesus, onze God en Heiland, hierin tegenwoordig is ; even zoo diep is Hij voor onze zintuigen verborgen, 4 en geen sterfelijk oog vermag den

p VIER-EN TWINTIGSTE BEZOEK. i2Ö sluier der broodsgedaantc te doordringen, welke zijne allerheiligste te-tegcnwoordigheid verbergt. Bij de menschwoi ding van onzen Goddelijken Heiland was trouwens ook de Godheid verborgen, maar zijne mensch-heid verscheen voor allen zichtbaar. Hier, in dit ondoorgrondelijk Geheim daarentegen, verbergt zich zoowel de Godheid als de menscbheid, en niets is ons van onzen Heiland openbaar dan zijne groote liefde.

O verborgen God en Heiland! Bij de betrachting van dit ondoorgrondelijk Geheim uwer liefde, raakt het menscbelijk verstand in verwarring en bet is alleen het Geloof, dat het voor afdwaling bewaart. Uitliefde tot ons menschen omhult Gij in dit Sakrament uwe waarachtige tegenwoordigheid, vernedert Gij uwe Goddelijke Majesteit, verduistert Gij uwe ,4 »---

glorie, verlaat Gij schijnbaar uw overal werkzaam leven, en Gij schijnt hier geene andere bezigheid te hebben, dan in het verborgene de men-schen te beminnen. En welke dankbaarheid bewijzen zij U hiervoor ? Ach, ik zie het, en Gij, Alwetende, hebt het vooruit gezien : velen willen U in dit Sakrament niet aanbidden, noch U erkennen, voor wie Gij wezenlijk zijt. Met Thomas zeggen zij ; «Zoolang ik Hem niet levend voor mij zie en mijne vingers niet in zijne wonden leggen kan, geloof ik niet!quot; Daarom hebben die dwazen zoo dikwijls in de woede van hun ongeloof de grootste heiligschennis tegen dit Sakrament bedreven, wierp men de geconsacreerde Hosties op den grond, vertrapte ze onder de voeten, en wierp ze in het water of in het vuur! En Gij, eeuwige Liefde, Gij »■---«1

hebt bij al deze gruwelen van heiligschennis gezwegen, zoo als Gij ook het stilzwijgen bewaardet, toen uwe vijanden ü aan het kruis nagelden, U bespotten, versmaadden en lasterend riepen : «Indien Gij Gods Zoon zijt, kom dan af van het kruis en wij willen in U gelooven!quot;

Ach, mijn Heiland ! ware het mij toch gegeven met mijne tranen, en zelfs met mijn bloed, al die onzalige plaatsen te zuiveren, waar uw liefdevol hart zulke verschrikkelijke versmadingen heeft willen verduren. Daar mij deze genade ontbreekt, maak ik het vaste voornemen ü hier ten minste dikwijls in dit Altaargeheim te bezoeken, U lief te hebben, te aanbidden en op alle mogelijke wijzen te verheerlijken, om hierdoor, zooveel in mijn vermogen is, de oneer te herstellen, waaraan GIJ ook ® »---«i

lt; ' 428 V1£R-EN-TWINTLGSTE BEZOEK, nu nog in dit gedenkteeken uwer liefde blootgesteld zijt.

Gewaardig U, Hemelsche Vader, dit geringe offer mijner liefde goedgunstig aan te nemer,. Ik vereenig het met het groote zoenoffer, dat uw welbeminde Zoon U aan het kruis opdroeg, en nog dagelijks op duizenden altaren vernieuwt.

O mijn Jesus ! ware het mij toch gegeven een apostel van uw Allerheiligste Sakrament te zijn, en alle menschen te kunnen opwekken tot eene brandende liefde voor dit onuitputtelijk Liefdegeheim !

Verzuchting. O Jesus! bewerk Gij zelf, door de alvermogende kracht uwer genade, dat alle menschen U in dit Heilig Geheim erkennen en beminnen.

De Heilige Joannes van Damascus noemt Maria: »Ëen zee van genade;quot; de Heilige Bonaventura »Eene samenvloeiing van alle genadede H. Ephrem : «Eene bron van genade en vertroosting,quot; en de H. Bernar-dus: ))De volheid van aHe goed.quot; — Hoe groot mag dus niet mijn vertrouwen zijn op U,. o Heilige Maria! eu hoe hoopvol mag ik U alzoo om gunsten bidden, te meer daar de H. Bonaventura zegt; »dat hij ü beleedigt, die ü niet om gunsten bidt.quot;

O Maria! verkrijg mij dan van uwen beminden Zoon al die gunsten en genadegaven, welke Gij tot mijn heil nuttig en noodzakelijk acht.

«Hij heeft geene stem (geluid) en doet zijnen mond niet open.quot; (Apost. t i VIII, 32;. ; »■-

De onbegrensde gehoorzaamheid, welke onze Heer en Heiland in zijn leven en lijden bewezen heeft overdenkende, deed den apostel Paulus met bewondering uitroepen; «Hij is gehoorzaam geweest tot den dood !quot; Deze gehoorzaamheid heeft niet slechts tot in den dood voortgeduurd, maar ook nu nog behaagt het den barm-hartigen Heiland, uit liefde tot ons, baar op eene nos meer bewonderenswaardige wijze voort te zetten in het Allerheiligste Sakrament, en wel tot aan het einde der tijden.

Dagelijks daalt Hij, de Koning der eeuwige heerlijkheid, op bet woord van een sterfelijken mensch, van den priester, op het altaar neder, en schijnt er dan slechts te verwijlen, om aan de menschen te gehoorzamen. Hij volgt den wil der priesters, waarheen

Trouwens, het eene oogenblik laat hij zich openlijk in den Remonstrans uitstellen, het andere oogenblik in het Tabernakel opsluiten. Hij laat zich door straten en stegen dragen, in hutten eu paleizen voeren, tot armen en rijken, naar rechtvaardigen en zondaars brengen. Hij laat zich in de Communie aan iedereen uitreiken die komt, hij moge een trouwe navolger of een verrader zijn. «Bij alles zwijgt Hij, en doet zijnen mond niet open.quot;

Toen Hij eenmaal op dit onder-maansche leefde, was Hij, zooals de H. Lucas opmerkt, zijne Moeder en den Heiligen Jozef gehoorzaam ; en nu, terwijl Hij onzichtbaar in het Allerheiligste Sakrament bij ons is, gehoorzaamt Hij aan zoo velen als er priesters zijn die consacreeren, en t gt; menschen die communiceeren. Hij

volgt allen, zonder tegenspraak : «Hij zwijgt bij alles en doet zijnen mond niet open.quot;

O liefderijk Hart van mijnen Jesus, van wien alle heil, en ook dit Allerheiligste Sakrament is voortgekomen, prent uwe deugden in mijn hart, voornamelijk die van gehoorzaamheid en liefde. Zie, ik wensch U daardoor zoodanig te vereeren, te beminnen en te verheerlijken, als dit voortdurend door U jegens uwen Hemelschen Vader geschiedt. O verlicht en versterk mij tot alle goed, zooals ook diegenen, welke U nog niet erkennen; opdat ook zij komen tot het besef en de erkentenis uwer groote liefde en erbarming, en opdat zij trachten U van ganscher harte weder te beminnen.

VIJF-EN-TWINTIGSTE DEZOEK. 133 gehoorzaamheid en liefde aanbidden ; ik gedenk tevens de geloovigen in het vagevuur, die evenzeer uwe beminde kinderen zijn, bestemd, met alle Heiligen en Zaligen, U eeuwig te aanbidden en te verheerlijken. Verminder door uwe goedertieren ontferming hun zuiveringstijd, en doe hen weldra tot het gelukkig doel van hunne eeuwige bestemming geraken.

O allerzuiverst Hart van Jesus! aanschouw erbarmend mijn door zonden besmeurd hart. Zuiver het en maak het los van alle ongeoorloofde gehechtheid aan de wereld ; verbind het door onverbreekbare banden in heilige liefde met U, zoodanig dat ik met uwen Apostel in waarheid kan zeggen : »ik ben zeker, dat leven noch dood mij kunnen scheiden van Jesus mijne liefde.quot;

O allerzoetst Hart van Jesus ! grif niet onuitwischhare trekken de herinnering aan uw lijden en sterven in mijn hart, opdat ik, uw lijden bestendig voor oogen hebbende, mij altoos verheuge, zoo dikwijls ik waardig ben met U te lijden.

O Allerootmoedigst Hart van Jesus. maak mij zoo ootmoedig als Gij zijt; zachtmoedigst Hart, maak mij gelijkvormig in zachtmoedigheid aan het uwe. Ontdoe mijn hart van alle verbittering, van haat, vijandschap, onvriendelijkheid, van alle hoovaar-dige. gezindheid; van alles wat U mishaagt, wat mij-zelven benadeelt en wat de liefde tot den naaste zou kunnen kwetsen.

O allerheiligst Hart van Jesus, heilig mijn hart volkomen; bewerk dat ik slechts leve om U te beminnen ; slechts sterve om U te gehoor-

zamen en U in alles wolbehagelijk te zijn. Ik erken, dat ik ü, de oneindige liefde, liefde verschuldigd ben. Gij mij met eindelooze liefde bemint, en mij onophoudelijk bewijzen uwer liefde geeft. Voorzeker, het is slechts van geringe waarde, wanneer ik mij zeiven, met alles wat ik bezit en heb, uit liefde tot U overgeef en opofl'er; maar, mijn Jesus, het is alles wat ik vermag. Aanvaard mijn goeden wil en mijne oprechte meening.

Verzuchting. O minnend Harte van Jesus, wees Gij het eenige voorwerp mijner hartelijke liefde !

De H. Bernardus zegt: «Maria is die hemel-sche ark, waarin wij, als wij ten bekwamen lijde tot Haar vluchten, van den ondergang gered worden. Noachs ark heeft slechts weinige mensehen en dieren kunnen redden; — é gt;

456 ZES-EN-TWINTIGSTE BEZOEK. ⁴maar Maria redt allen, die onder haren mantel bescherming zoeken.quot; — o Hoe gelukkig zijn wij, Maria als moeder en beschermster te hebben ! Slechts daarom gaan nog zoo velen verloren, wijl zoo velen Maria verwaarloozen, en zoo weinigen Haar willen erkennen, zoo weinigen vol liefde en vertrouwen hunne toevlucht lot Haar nemen.

«Juich en verheug u, o Sion! want Israels Heilige is in uw midden.quot; (Is. XII. 6.)

ó Welk eene heilige vreugde moet ons hart doorstrooraen, welke hoopvolle verwachting moet onze ziel vervullen, en welk eene liefde ons doen ontgloeien, bij de enkele gedachte, dat in onze nabijheid, in onze stad, in onze straat, nabij onze huizen, zich de kerk bevindt, waarin het Allerheiligste bewaard wordt, waar

Jesus Christus, de Heilige der heiligen, onze Heer en God, waarlijk en persoonlijk woont; Hij wiens tegenwoordigheid het geluk der Zaligen in den Hemel uitmaakt. Het Allerheiligste Sakrament is — en dit kan niet te dikwijls gezegd en behartigd worden — niet slechts een genademiddel, maar het is de Goddelijke genado-Gever-zelf; het is de God der liefde, die wegens zijne oneindige, eeuwige en onmetelijke liefde tot ons schepselen, de Liefde-zelve genoemd wordt: «God is de Liefde!quot; (1 Joan. IV. 1(5.)

ö Eeuwige Liefde, Jesus Christus, uit liefde zijt Gij op aarde gekomen om onder ons te verblijven en ons met de zegeningen uwer genade te vervullen; maar, helaas, hoe velen erkennen U niet! Dagelijks komt Gij op nieuw in uw eigendom, maar de

¹ 438 ZES-EN-TWINTIGSTB BEZOEK, nieesten, zelfs zij die uw naam dragen, nemen U niet aan! Ik zelf was vroeger onverschillig omtrent uwe voortdurende tegenwoordigheid in het Allerheiligste Sakrament, bezocht U zelden, en ontving U nog zeldzamer in mijn hart door de Heilige Communie. O Jesus, mijne strafwaardige lichtzinnigheid erkennende, wil ik nu alles doen, en in het vervolg zooveel doenlijk weer goed maken, wat ik in het verledene verzuimd heb. Geef, allerzoetste Heiland, geef dat ik mijn voornemen getrouw volbrenge, en dat ik door ijver en een goed voorbeeld ook anderen tot uwe liefde en het bezoeken van uw Allerheiligst Sakrament bewege.

ó Jesus, God, uw Hemelscbe Vader heeft zijn eeuwig welbehagen in U; en ik, armzalige raensch, zou geen welbehagen in U vinden; ik zou mij

ongaarne in uwe Goddelijke tegenwoordigheid bevinden? — O eeuwig liefdevuur ! kom en verteer in mijn hart alle liefde tot en gehechtheid aan de schepselen en genoegens dezes levens, die mij zoo dikwijls van den omgang en het bezoeken van uw Allerheiligst Sakrament afhouden. Ach, welk eene verblindheid 1 üe liefde tot zondige schepsels of ellendige nietigheden, die gelijk eene schaduw voorbijgaan, houden mij af van de liefde tot mijnen Heer en God, het eenige gelukzalige goed der eeuwigheid !

O Jesus, Zoon Gods, erbarm U mijner, en genees mij van deze verschrikkelijke verblindheid. Gij hebt reeds zoo veel voor mij gedaan; doe ook nog dit céne, dat ik de nietigheid en het ijdele der aardsche dingen inzie, uwe hoogste bemmncns-841»----

f to ZES-EN-IWINTIGSTE BEZOEK, waardigheid erkenne; dat ik, U erkennende, U ook van ganscher harte beminne, en uwe oneindige liefde boven alle andere liefde verhefife en de voorkeur geve.

Zie, o mijn Jesus, ik geef mij zonder cenig voorbehoud aan U over; mijne overige levensdagen zullen bij voorkeur aan uwe liefde in het Allerheiligste Sakrament zijn toegewijd. Dit kostbaar zoete (ieheim zij mijn troost; mijn geluk, mijne vreugde, zoo lang ik leef; en wanneer ik sterf, dan moge het mijne teerspijze en het dierbaar onderpand mijner zaligheid zijn!

Jesus, met U leef ik. Jesus, met U sterf ik. Jesus, C behoor ik in leven en dood !

ZEVEN-EN-TW1NTIGSTE BEZOEK. 441 S? voor onze zwakheden en gebreken: daarom noemt de H. Bernardus Haar: )gt;de kracht in onze zwakheid.quot; De H. l^aurentius Justinianus begroet Haar: »als onze troost in deze treurige vreemdelingschap.quot;— «Verlies den moed niet, o mensch en zondaar! — roept de H. Basilius uit — maar wend u in al uwen nood tot Maria; want het is Gods wil, dat Zij u in alles helpe.quot;

«Er is geen ander volk zoo groot, dat zijne goden zoo nabij heeft, gelijk onze God ons nabij is in al onze gebeden.quot; (5 Moz. IV. 7.)

Met deze woorden geeft de H. Kerk, in hare priesterlijke daggetijden van het Allerheiligste Sakraraent, den hoogen voorrang te kennen, waarmede wij Katholieken, boven alle (lt;gt; --€@1

volken en godsdienstbelijders op den gansehen aardbodem, uitverkoren zijn, doordien God, onze Heer en Heiland, in de Heilige Eucharistie met zijne persoonlijke tegenwoordiigheid ons zoo nabij is, dat wij van mond tot mond met Hem kunnen spreken, ons hart in zijn Hart uitstorten, onze belangen en beden Hem ten nauwste aanbevelen en zoo vertrouwelijk mededeelen kunnen, als een kind die aan het hart van zijnen goeden quot;ader, de vriend aan den boezem van zijnen vriend gewoon is uit te storten.

Geen wonder dus, dat toen de Heidenen zulke trekken van Gods liefde van de Christenen vernamen, zij verwonderd uitriepen: »0, welk een goede God is die God der Christenen ! Zij 'nadden zich godheden naar al hunne booze wenschen, j gt; kwade neigingen en verbeelding uitge- d gt; i '»---«6»

dacht en getracht die te maken; maar hoe veelomvattend en vindingrijk hunne verbeelding ook was, toch zijn zij met geheel hun godendom (hetwelk hen boven alles ter harte ging) niet zoo ver gekomen, zich een God van zoo uitnemende liefde voor te stellen, wiens genoegen het is bij de kinderen der menschen te zijn, en die er zelfs een alles overtreffend wonder voor wrochte, om altoos als hun medegezel en trouwe leidsman, zelfs als hun geestelijk voedsel en leven, bij hen te blijven.

Wat nu echter de menschelijke verbeeldingskracht nooit heeft kunnen bedenken noch uitvinden, dat heeft de liefde Gods te onzen gunste bewerkt. «Voorwaar, — zoo mogen wij met het oog op het Allerheiligste Sakrament met den Profeet uitroepen j gt; — een gedenkteekcn zijner liefde heeft ^

de genadige en barmhartige Heer gesticht; spijs heeft Hij gegeven aan hen die Himu vreezen!quot; Ps. CX. 4.)

Ja, Goddelijke Heiland, Gij hebt het grootste van alle uwe wonderen gewrocht, met het doel om altijd bij ons te kunnen zijn, U op het innigst met ons te kunnen vereenigen en nooit van ons gescheiden te worden. «Zie, ik ben bij ü alle dagen, tot aan het einde der wereld.quot; Ach! waarom willen dan de inenschen zoo weinig bij U zijn ? Waarom vermijden zij uwe Goddelijke tegenwoordigheid en de veroeniging met U? Is het niet omdat zij de ijdelheid meer beminnen dan de waarheid; en in hunne harten meer aan ellendige schepselen hechten, dan aan God hunnen Schepper? Gansche dagen met nietigheden, door te brengen, is niet te veel, maar i een half uurtje met Hem, hun Heer ,

O God, oneindig in liefde gelijk in andere volmaaktheden, sta niet toe dat ik voortaan nog onder het getal dier verblinden en ondankbaren be-boore, maar schenk mij eene liefde, welke uwer liefde waardig is, en die mij aanspoort alle heilige verplichtingen jegens ü behoorlijk na te komen. Helaas! er was een lijd, dat ook ik uwe Goddelijke tegenwoordigheid vermeed, wijl ik U niet beminde, of omdat mijne liefde voor U veel te gering en te koud was; dank zij uwer ontferming, is die tijd echter voorbij, en nu wensch ik ü ten minste met zoo hartelijke en vurige liefde te beminnen, dat het mijne grootste vreugde zal zijn dag en nacht voor het Allerheiligste Sakrament bij

6 Eeuwige Vader, ik offei' U hier uwen geliefden Zoon, en smeek U, bij het eeuwig welbehagen dat Gij in Hem gevonden hebt, schenk mij ook een hartelijk welgevallen in Hem, en zulk eene teedere liefde tot zijne zoete tegenwoordigheid in het Allerheiligste Sakrament, dat ik mij gedurig in den geest naar de naastbij gelegen kerk wende, waarin het Allerheiligste bewaard wordt. Laat mijne gedachten, mijne wenschen en begeerten bestendig daarheen gericht zijn, en dat ik steeds innig verlange naar het oogen-blik, dat ik het dierbaar Geheim bezoeken en mij met mijnen beminden Heer en Heiland onderhouden kan.

Verzuchting. Mijn God en Vader, ik wijd mij aan U toe uit liefde tot het Allerheiligste Sakrament.

Maria wordt, om de veelvermogende bescherming die Zij aan hare dienaren verleent, met dien toren Davids vergeleken, waarvan de Heilige Schrift zegt: dat hij met duizenden schilden en bolwerken omgeven, en met alle wapensoorten voorzien was tot verdediging van hen, die bij vijandelijke aanvallen zich daarin verborgen. — Gelukkig, wie zich in alle bekoringen, gevaren en droefenissen, onder de bescherming stelt van deze machtige en goedertieren Moeder! Haar naam alleen is reeds een schrik voor de machten der duisternis, en tevens het zoetste teeken van hulp en zekere hoop voor allen, die Haar aanroepen.

Verzuchting. O Maria, uw naam is mijn schild, en uw bijstand mijne kracht. Gebed tot Maria, zie bladz. SU.

»Die voor ons zijn eeniggeboren Zoon schonk, zon Hij ons met Hem ook niet alles geschonken hebben?quot; A (Rom. VIII. 52.)

God, onze algoede Hemelschc Vader, bemint ons armzalige menschen zoo zeer, dat Hij zijn eeniggeboren Zoon niet spaarde, maar Hem aan ons gaf; en met dezen zijnen Zoon heeft Hij ons alles gegeven, wat ons op dit ondermaansche waarlijk gelukkig, en in den Hemel, eeuwig zalig maken kan. »In alles zijn wij rijk geworden door Hem, — zegt de Apostel — zoo dat het ons aan geene genade ontbreekt! (I. Cor. I. 5.)

6 Laten wij deze liefde Gods toch recht ter harte nemen, en dankbaar zijn voor de milde goedheid en erbar-ming jegens Hem, die ons met alle goederen en schatten der genade verrijkt heeftin Jesus Christus, onzen Heer. En dezen onzen Heer en Heiland zij altijd lof en dank voor de onuitsprekelijke goedheid en liefde,

diensten en genadesctiatten, in het Allerheiligste Sakrament aan ons ten beste geeft en wegschenkt!

Heiland der wereld, Woord dat vleesch geworden is e:i onder ons woont, Gij geeft en schenkt U in dit Sakrament zoo volkomen aan mij, als ik het slechts wenschen kan; met den ganschen rijkdom uwer verdiensten. goederen en genaden. En ik zou mij dan niet evenzeer, gelijk Gij het verlangt, geven en schenken, met alles wat ik ben, en wat ik heb ? Vroeger heb ik U dit verschuldigde offer onthouden, nu wil ik er echter met des te meer vreugde aan voldoen. Zie! ik schenk mij thans geheel aan ü; ik draag U mijn lichaam en mijne ziel, mijn verstand en mijn wil, mijn hart en mijne goederen, mijne vreugde en mijn leed, al mijn doai en laten, mijn tijd en

mijne eeuwigheid op. Geheel behoor ik U toe. Geen schepsel zal voortaan meer naar uwe liefde wachten dan ik het wil doen. Neem, o Jesus, dit mijn offer gunstig aan; beschik er over naar uwen iieiligen wil; want het is mijn innigste wensch als een offer mijner liefde te leven en te sterven.

En U, goedertieren Hemelschen Vader, offer ik het Hart van uwen welbeminden Zoon op, met al zijne hemelsche gevoelens, deugden liefde-bewijzen en neigingen: ontvang die allen te mijnen gunste, benevens den ganschen rijkdom zijner verdiensten, die Hij voor mij verworven en aan mij geschonken heeft. Dit kostbaar geschenk, dit verheven olier bied ik U aan, tot dankbare erkentenis voor alle ontferming en liefde, die Gij lt; b mij betoond hebt en ter verzoening lt; s Ki»---

ACHT-EN-TWINTIGSTE BEZOEK. 451 van alle zonden, die ik tegen uwe Goddelijke Majesteit bedreven heb. Om den wille van dit offer hoop ik van U te verkrijgen alle noodige genaden en weldaden, bepaaldelijk volkomene vergiffenis, getrouwe volharding in uwe genade, en eindelijk de eeuwige zaligheid. Verleen mij dit alles, goedertieren Vader en Heiland, en schenk wij voor alles de kostbaarste uwer genaden: de genade van volkomen liefde tot ü.

Ik weet, o God, dat Gij mij niet slechts het gewenschte, maar zelfs meer geven wilt dan ik bidden en beseffen kan, indien ik door mijn gedrag geen hinderpaal aan uwe milddadigheid stel ; «Alles wat gij den Vader in mijnen naam zult vragen, zal Hij u geven.quot;

waar ik U om bid. Ik verlang niets anders dan wat U behaagt, en wenscb voor alles uwe heilige liefde, met hetgene haar in mij kan vermeerderen en volmaken. Ik heb U lief en wensch U steeds meer te beminnen. Ik bemin (J, o God. ik bemin U uit den grond mijns harten. Ik bemin, oneindige Goedheid, ik bemin U uit het binnenste mijner ziel. Ik bemin U, eeuwige Liefde, want Gij zijt mijn beminnenswaardigste, mijn verlangen, mijn leven, mijn geluk, mijne zaligheid en mijn alles !

De H. Ephrem noemt Maria : »Eene haven der bedrukten de H. Bonaventura: »Een bevrijdster van onzen treuiigen toestand, en troost der bedroefden;quot; en de H. Ber- lt;j jgt; --«fl

S ^ NEGEN-EN-TWINTIGSTE BEZOEK. iiSÖ S ? nardus duidt Haar aan als degene »die aan ons weenen een einde maakl.quot;

ö Maria! wees alzoo ook mijne veilige haven, mijne geleidster ter verbetering van mijne gebreken en ter beoefening van de deugd, mijne hulp in wederwaardigheden, mijn troost in droefheid en tranen.

Verzuchting. O Maria, troosteres dei-bedroefden en hulp der Christenen, bid voor mij !

«Trek mij tot ü, dan zal ik ü nakomen, en de geur van uwen balsem (uwe liefde) volgen.quot; (Hoogl. II. 5.)

Jesus Christus, de goede Herder, heeft zich, nadat Hij het leven voor zijne kudde gelaten had, nog niet van haar willen scheiden, maar Hij is en blijft voorldurend bij zijne geliefden in het Allerheiligste Sakrament ^ gt; des Altaars. O, hoe gelukkig zou ik lt; *

zijn, als ik de waarde dezer voortdurende sakramenteele tegenwoordigheid goed op prijs wist Ie stellen, en mij zoo veel mogelijk in zijne nabijheid ophield, zóó dat ik met de bruid des Hooglieds kon zeggen : »lk zit onder zijne schaduw, en zijne vruchten verkwikken mij!quot; (Hoogl. 11. 5.)

O beminnenswaardige Heiland! als ik U beminde gelijk ik moest, dan zou het mijn innigste wenscb zijn, gedurig aan den voet des Allaars, onder de zegenende schaduw van uw Heilig Sakrament te rusten, en mij aan de zalige vruchten uwer genaden te verkwikken, die hier onophoudelijk uit uwe liefde voortkomen. Maar wie, Goddelijke Heiland, kan mij zulk een geluk bezorgen, tenzij het van U komt? Gelijk de magneet het ijzer, zoo kan uw van liefde gloeiend Goddelijk Hart het koude menschenhart tot

zich trekken, cn in liefde doen gloeien, even als het vuur het ijzer. O, trek mij dan tot U door de almacht uwer liefde; «trek mij tot U, dan zal ik U nakomen, cn de geur uwer liefde volgen.quot;

O, welke heerlijke vruchten van deugd, mijn Jesus, brengen die godvruchtige zielen voort, die zeer dikwijls vol aandacht en liefde voor het Tabernakel knielen en gelijk jonge olijfboomen uw Heilig Sakrament omgeven ! Hoezeer moet ik mij daarentegen schamen, nog altijd arm en ontbloot van deugden voor ü te verschijnen, te meer omdat ik weet, dat niemand met ledige handen voor U verschijnen mag. «Hij zal niet ledig voor mijn aangezicht verschijnen!quot; beveelt Gij in de wet van Mozes. (Exod. XX11I. 13.)

mijn God? Moet ik uw Goddelijk aanschijn ontwijken, en voorlaan uwe heilige tegenwoordigheid in hel Sakra-ment vermijden ? Dat zij verre ! Ik zal veeleer meermalen tot ü komen en U vuriger om die gaven en deugden bidden, waarmede ik voor uw heilig aanschijn komen moet. Gij noodigt immers bij voorkeur de armen en hulpbehoevenden tot U uit, en wilt hen, zoo gaarne met de schatten uws heils verrijken! O, begin dan heden op nieuw weer met mij. Zie, aan den voet des altaars neêrge-knield, aanbid ik U, Koning mijns harten en Beminde mijner ziel! Ik nader ü, goeden Herder, die ü niet van uwe kudde verwijdert, en ik bied U mijn arm zondig hart aan. Vervul het met uwe genade en maak het rijk aan liefde voor U. lievestig hel lt; b met de banden van eeuwige licfde-iü»----—-0

NEGEN-EN-TWINTICSTE BEZOEK. -157 trouw aan uw hart, zóu dal ik met uwen Apostel kunne zeggen; «Ik ben een gevangene van Jesus Christus, en draag zijne banden met mij om. (Ephes. ill. 1.)

Ja, dierbaarste Jesus, ik vereenig mij gansch met U; geef dat ik, als het ware, verzonken in liefde, met mijne liefde nergens anders zijn kan dan bij U. Ik bemin U, mijn in het Sakrament verborgen God, ik verbind mij heden aan U, en wensch in eeuwige liefde aan U verbonden te blijven.

De H. Bernardus noemt Maria : »Ëen voor-treffelijken weg tot den Zaligmaker, en ter eeuwige zaligheid; — en zegt: adat Zij onze £ b zielen daarheen voert.quot; — Indien dit wezenlijk

zoo is, o Heilige Moeder! laat mij dan niet afdwalen, maar geleid mij langs den koristen en besten weg tol uwen Zoon, en op die wijze tot het doel mijner eeuwige bestemming. Zorg, dat mijne ziel, die van God uitgegaan is, ook tot God terug kome, en waardig worde met U en alle Heiligen in de eeuwige zaligheid te deelen.

De vrome Job was bevreesd, toen hij ontwaarde, dat God zijn aangezicht voor hem verborg. Wij hebben ondertusschen geen reden bevreesd te zijn, als wij zien, dat .iesus zijne Goddelijke Majesteit in het Allerheiligste Sakrament voor ons verbergt; trouwens. Hij doet dit niet om ons

vrees of angst aan te jagen, maar juist, om ons alle vrees en angst voor zijne Goddelijke tegenwoordigheid te benemen, en ons met moed en vertrouwen te vervullen. Wie zou (lurven wagen tot Hem te naderen, en tot Hem le spreken als een kind tol zijnen vader, en een vriend tot zijnen vriend, als Hij in al den glans zijner heerlijkheid op onze altaren verscheen? Hij heeft onze zwakheid willen te gemoet komen, en omsluierde de glorie zijner Majesteit in de nederige broods-gedaante van het Allerheiligste Sakra-ment. »Hoe meer dus de goedertieren God hier zijn aangezicht voor ons verbergt, — zegt Novarin — zooveel te meer openbaart Hij ons zijne over-groote liefde quot;

ó Mijn Jesus, hoe zoet en teeder is de vindingskracht uwer liefde, é b waardoor Gij U onder het liefelijk Jk

hulsel van het Allerheiligste Sakrament verbergt, opdat niemand door uwe Majesteit afgeschrikt worde, maar allen vol vertrouwen mogen naderen cn hunne harten voor U kunnen uitstorten ! Te recht verlangt daarom de Profeet, die dit wonder der Goddelijk liefde in den geest zag, dat het openlijk der wereld zoude verkondigd worden. «Prijst den Heer — roept hij uit — en verkondigt den volkeren zijne vindingrijke liefdewerken! Looft den Heer; want Hij heeft heerlijke dingen gedaan; verkondigt het over de gansche aarde!quot; (Is. XIJ, i—3.)

ó Allerbeminnenswaardigst Hart van Jesus, inderdaad waardig alle harten in liefde te bezitten! O Hart, vol en overvloeiende van de zuiverste, heiligste en zoetste liefde! O verteerend j b vuur, kom en verteer al het oude KS»----

mij, en geef mij een nieuw hart, een nieuwen geest, een nieuw leven, vol liefde en genade. Verbind U zoo vast aan mij, dat eene scheiding van U voortaan onmogelijk zij.

ö Allerheiligst Hart, uit liefde geopend, opdat alle mensehen toegang tot U zouden hebben, omvat mij en neem mij geheel in U op. O Hart, aan het kruis door smart gebroken voor mijne zonden, vermurw mijn hart en vervul het met diepe rouwmoedige smart.

ö Jesus, mijne liefde, ik weet dat Gij hier in het Allerheiligste Sakra-ment van dezelfde liefderijke gevoelens voor mij doordrongen zijt. waarvan uw allerzoetst Hart aan bet kruis vervuld was, en dat Gij met smachtend verlangen naar ons heil dorst! Hoe zou ik langer kunnen aarzelen, U lt; s geheel mijn hart in liefde over te geven? é s

Ach! om de wille van uw lijden en sterven, o allerzoetste Jesus, smeek ik U, wond mijn harte met de pijlen uwer liefde; verbind, vereenig en bevestig het in eeuwige liefde met uw Hart. Onder den bijstand uwer genade maak ik het vaste besluit, voortaan U alleen te beminnen, slechts naar uw welgevallen te leven, en alles wat mij hierin zou kunnen hinderen, alle mensclielijk opzicht en aardsche liefde, allo zucht naar we-relilsche vermaken, alle gemakken en weelde, als met voeten te treden en als stof en vergankelijke nietigheid te beschouwen.

Verleen mij, o Heer, datgene, wat ik U hier beloof en wat ik mij vast voorneem trouw na te komen. Ik zeg vaarwel aan alle ijdele liefde, en smeek en bezweer U, mij geheel met uwe heilige liefde te vervullen.

O Maria, mijne hoop, door uwe voorspraak vermoogt Gij alles bij God; verkrijg mij heden de genade, dat ik uwen en mijnen Jesus trouw liefhelibe tot in den dood Dit is mijn wensch, mijne hoop, mijn innigst verlangen. Help mij hiertoe, o Maria, mijne hoop! Amen.

De H. Bernardus zegt; »dat de liefde der Allerzaligste Moeder-maagd even machtig als mild is, en dat het Haar noch aan het vermogen om ons te helpen, noch aan medelijden om zich over ons te erbarmen ontbreekt; beide eigenschappen staan gelijk. — Dewijl ik dit nu weet, o Maria, zie, zoo wil ik niet verzuimen mijn toevlucht tot ü te nemen. In alle bekoringen, wederwaardigheden, gevaren en onzekerheden, wil ik mij onverwijld tót ü wenden, en met geheel de Heilige Kerk ü

Verzuchting. Kom ons te hulp, o allerzaligste Moeder maagd Maria, in allen angst en bij alle* wederwaardigheden.

Welk een liefelijk gezicht moet het geweest zijn, onzen beminnenswaardi-gen Verlosser, vermoeid van de reis, aan Jacobs bron te zien zitten, zich onderhoudende met eene arme zondares, die Hij door zijne zachtmoedigheid en vriendelijkheid geheel voor zich gewonnen had. «O, erkendet gij toch de Goddelijke genade,— zeide de Zaligmaker tot haar — en wie degene is, die hier met a spreekt!quot; En zij ontweek dat licht der genade

O, mochten toch ook nu nog zoo velen, die tot hun verderf in dwaling en zonde voortleven en geestelijker-wijze versmachten, inzien en willen erkennen, welk eene onuitputtelijke bron van genade, van heil en zaligheid voor hen vloeit in het Allerheiligst Sakrament, en wie degene is, die hier spreekt: »\Vic dorst heeft, kome tot mij!quot; hoe zouden zij zich haasten daarheen te gaan en den beminden Heer bidden, dat Hij hun te drinken gaf van het levende water, dat alleen alle verlangen van 's menschen hart bevredigen, daaraan de ware rust en vrede geven kan, en dat in zichzelf eene bron kan worden van de reinste zaligheid, die overvloeit tot het eeuwige leven. — Maar helaas! geluk is voor de oogen der meeste (b

menschen verborgen, omdat zij de duisternis meer beminnen dan het licht: zij ontvluchten die bron des heils, des levens en van alle zaligheid, het Allerheiligste Sakrament, en mee-nen hunnen dorst te kunnen lesschen daar, waar slechts onheil, dood en verderf'gevonden wordt: — in nietige goederen, vergankelijke genoegens en vuile lusten dezer wereld.

O, Verborgen God en Heiland , eenig heil en geluk der zielen 1 met weemoed en droefheid des harten aanschouw ik de vreeselijke verblindheid van zoo vele dwalenden, aan wier oog verborgen is, wat hun tot waren vrede kan dienen. Om hen te redden en zalig te maken, komt Gij, o eeuwige Ontferming, dagelijks nog op nieuw in de wereld, en daalt op ontelbare altaren neder, om overal een genadebron te zijn in het Aller-

EEN-EN-DERTIGSTE BEZOEK. 467 heiligste Sakraoient; maar die verblinden geven er geen acht op, en gaan onverschillig en zelfs spottend voorbij. Gij wilt door heilige ingevingen tot hunne harten spreken, maar zij willen U niet hooren. Gij biedt hun onophoudeijk geluk, en zaligheid aan; zij weren uwe liefderijke hand van zich af en wijzen uwe Goddelijke uitnoodigingen van de band. Gij overlaadt ben onophoudelijk met weldaden en alle goed; terwijl zij U met ondankbaarheid en minachting vergelden. Gij houdt niet op hen te beminnen; en zij gaan onophoudelijk voort U te beleedigen. Gij wilt hen ter zaligheid en tot hun waar geluk geleiden; maar zij haasten zich blindelings het geluk te ontvluchten en loopen hun eeuwig verderf te gemoet.

hoord, cn ook voor mijn oog was de onuitputtelijke genadebron van het Heilig Sacrament verborgen. Maar eeuwig zij uwe oneindige barmhartigheid geprezen; zij heelt mij van de verblindheid des harten genezen, en door uwe genade mij zoo ver gebracht, dat ik U, mijn beminden Heer en Heiland, in d.t Liefdegeheim niet slechts als den oorsprong van alle heil erken, maar U ook als mijn hoogste Goed waardeer en bemin, en dagelijks naar meer volmaakte erkentenis en liefde van uwe Goddelijke Majesteit wil streven.

Zie, o mijn Jesus, uit erkentelijkheid zou ik nu wenschen, al die arme zielen te kunnen redden, die, van U, de bron des levens verwijderd, in de goederen en vermaken dezer wereld hun heil zoeken, maar

ontferm ü over hen, liefdevolle Verlosser! Laat het licht uwer genade hen bestralen, opdat zij hunne dwaling inzien en erkennen; versterk hunnen zwakken wil, opdat zij zich kloekmoedig van het verderf der wereld losrukken en U als hun heil volgen. Haast U, o goede Herder, al deze afgedwaalde schapen op te zoeken, en hen met geweld terug te voeren naar uwe uitverkoren kudde, welke Gij op de hemelsche weide van uw Allerheiligste Sakraraent weidt; drenk allen uit deze heilbron des levens, met vrede, heil en zaligheid.

Hoor, o Jesus, mijn vurig smeekgebed ; hel betreft uwe eer en de zaligheid van zoo vele zielen, waarvoor uw kostbaar bloed gevloeid heeft. Gij kunt hen verlichten; Gij kunt hen redden en zalig maken: doe het ter wille van uwe oneindige barm-

? ? 170 EEN-EN-DERTIGSTE BEZOEK, hartigheid en liefde; doe het op de voorspraak uwer maagdelijke Moeder, die Gij tot voorspreekster en redding der zondaren gesteld hebt.

De gelukzalige Amadeus zegt, »dat Maria, onze glorievolle Koningin, voortdurend het ambt van voorspreekster voor ons vervult, terwijl Zij hare gebeden voor ons, zonder ophouden, voor Gods troon herhaalt.quot; »Tróu-wens, — voegt hij er bij — Zij ziet onze ellenden en de vele gevaren, waaraan wij voortdurend bloot staan; daardoor is haar teeder moederhart bewogen, en is Zij altoos bereid ons te hulp te komen.

6 Zoete Moeder van barmhartigheid. Gij, die zonder ophouden met moederlijke erbarming op ons arme zondaars nederziet, let ook op de groote ellende van zoo velen, die, verwijderd é b van uwen Goddelijken Zoon, de wegen des i S

EEN-EN-DERTIGSTE BEZOEK, -ill verderfs bewandelen en hunnen eeuwigen ondergang te gemoet snellen. O. erbarm U over hen, en red hen, opdal de prijs van Jesus' kostbaar bloed, voor allen vergoten, voor niemand verloren ga. Versmaad, lieve Moeder, mijn gebed niet, maar verlos mij en hen van alle gevaren.

Verzuchting. 6, Glorievolle en gezegende Moeder-maagd, onze vrouw, onze middelares, en voorspreekster, bid voor ons.

en den Zoon, en den Heiligen Geest; ik aanbid U, neergeknield in het stof der aarde, waaruit uwe wijsheid, almacht en goedheid mij te voorschijn riep; ik aanbid U, ootmoedig en met den diepsten eerbied, en onderwerp met eene volkomene onderwerping, mijn gering en zwak verstand aan het geloof ten opzichte van uw ondoorgrondelijk wezen.

Allerheiligste, dricvuldige God, opi*n mij, die eerbiedig mijne handen tot U uilstrek, de poorten uwer oneindige barmhartigheid ; opdat ik in den geest met mijn gebed lot U moge doordringen, en met de zuivere geesten des Hemels U moge aanbidden en verheerlijken.

Heilig, Heilig, Heilig zijt Gij, God der heerkrachten! Hemel en aarde zijn vol van uwe glorie en heerlijk-j j, beid! Wonderbaar, machtig en vreese- t s ' ï»--

U, verheven en machtigen God, aanbidden alle heerschappijen en tronen; voor U sidderen de machtigen, en alle hemelsche krachten beven voor uw Goddelijk aangezicht. Maar, onuitsprekelijke zaligheid en blijdschap straalt ook uit uw Wezen en vervult de Hemelen met duizendvoudige zalige verrukkingen.

Doop mijne ziel met vuur. Allerhoogste ! en zuiver mijn hart en mijne lippen, gelijk die van den profeet Isaias, met een gloeiendan kool, opdat ik bekwamer worde U in geest en waarheid te aanbidden en uwen lof op passende wijze te verkondigen.

Ik aanbid, loof en bemin U, al-machtigen , eeuwigen, ongeschapen Vader, oorsprong en oorzaak, Heer

U, die Hemel en aarde met alles wat er zich in bevindt, uit het niet in zoo schitterend aanzijn geroepen, en ons menschen naar uw goddelijk evenbeeld geschapen hebt; die alles doet voortduren en bestuurt, en alle schepselen voedt, onderhoudt en verzorgt.

Ik aanbid, prijs en bemin U, Heer Jesus Christus; U, volkomen evenbeeld des eeuwigen Vaders, getrouw evenbeeld van zijn Wezen, weerglans van diens oorspronkelijke heerlijkheid en heiligheid; eeuwige, ongeschapen God, gelijk de Vader; licht der wereld. Verlosser der menschen, stichter en voltrekker van ons heilig geloof, oorsprong van alle heil, oorzaak van ons aller zaligheid ! Ik aanbid U, die eens uit oneindige liefde voor ons, zonder den zetel uwer heerlijkheid te verlaten, tot de aarde neder-daaldet.menschwerdt,voor onsleefdet,

leedt en stierft, cn nu, ter rechterhand uws Vaders op den troon gezeten, bij Hein onze middelaar, verzoener en voorspreker zijt!

Ik aanbid, loof en bemin U, God, Heilige Geest, zoete band der eeuwige liefde van de Allerheiligste Drievuldigheid, Geest der geesten, Licht van alle lichten, onuitputtelijke Bron van heiliging, van troost en van sterkte! Ik aanbid U,ongeschapen God, gelijk aan den Vader en den Zoon, van beiden voortgekomen uit den schoot der eeuwigheid ! U, die het licht der Profeten waart, die de Apostelen leerdet, de Martelaren versterktet, en thans als de beloofde Vertrooster en Geest der waarheid onafgebroken voortgaat de Heilige Katholieke Kerk te leiden, le besturen en te beschermen ; die haar 'oor dwaling A bewaart en als een onwrikbare zuil

Zie, o Allerheiligste Drievuldigheid, eeuwige Godheid, aan Wie ik mijn aanzijn, mijne verlossing en heiliging te danken heb, zie genadig neder op mij, uw arm en behoeftig schepsel, dat, in het stof geknield, U aanbidt en U zoo gaarne op eene waardiger wijze wenschte te vereeren. Neem, onbegrijpelijke, onmeetbare God en eeuwige Ontfermer, neem dit stille offer mijner aanbidding, van mijnen lof en mijner liefde met welgevallen aan, en verleen mij de genade, hier zoo heilig, rein en goed voor U te leven, dat ik eens waardig moge bevonden worden, met alle Engelen en Heiligen in den Hemel,uwe Goddelijke Majesteit te aanschouwen, en, door deze aanschouwing verzadigd, uwen lol'met hen lt; j.

leedt en stierft, en nu, ter rechter-liand uws Vaders op den troon gezeten, bij Hem onze middelaar, verzoener en voorspreker zijt!

Ik aanbid, loof en bemin U, God, Heilige Geest, zoete band dei' eeuwige liefde van de Allerheiligste Drievuldigheid, Geest der geesten. Licht van alle lichten, onuitputtelijke Bron van heiliging, van troost en van sterkle ! Ik aanbid U,ongeschapen God, gelijk aan den Vader en den Zoon, van beiden voortgekomen uit den schoot der eeuwigheid ! U, die het licht der Proleten waart, die de Apostelen leerdet, de Martelaren versterktet, en thans als de beloofde Vertrooster en Geest der waarheid onafgebroken voortgaat de Heilige Katholieke Kerk te leiden, le besturen en te beschermen ; die haar voor dwaling bewaart en als een onwrikbare zuil

DE HEILIGE WEEK. 477 en grondveste der waarheid behoedt, tot heil van alle volkeren en geslachten !

Tot uitbreiding dezer oefening kan men hierna den Rozenkrans bidden en vervolgens ;

v. Laat ons den Heer, onzen God prijzen: den Vader, den Zoon en den Heiligen Geest!

Almachtige, eeuwige God, die uwen dienaren verleend hebt, in de belijdenis des waren geloofs, de heerlijkheid der eeuwige Drievuldigheid te erkennen, en in de macht harer Majesteit de Eenheid te aanbidden, wij smeeken U, dat wij door de kracht

van datzelfde geloof, tegen alle wederwaardigheden altijd mogen bewaard blijven. Door onzen Heer Jesus Christus, enz.

Heilige God, Heilige almachtige God, Heilige onsterfelijke God, erbarm U mijner en verleen mij uwen zegen !

Ons zegene, beware en beschenne, de almachtige en barmhartige God ! — Y de Vader, f de Zoon en f de Heilige Geest. Amen.

De liefde van God, den Hemelschen Vaders; de genade van Jesus Christus, den eeniggeboren Zoon, — de troost en bijstand van den Heiligen Geest, zij met mij. nu en in alle eeuwigheid. Amen.

Dat de zielen van allen, die in den Heer ontslapen zijn, in vrede lt; b mogen rusten.

1. Kom, Heilige Geest, laat den glans van uw heilig licht van den Hemel nederdalen. — Kom, vader der armen, uitdeelcr der gaven, licht onzer harten!

2. Kom, Hemelsche verlrooster, zoetste vcrkwikker, goedertieren gast der zielen! — Kom, rast in onzen arbeid, verkoeling m onze hitte, troost in droefheid en in lijden.

i. Kom, zuiver het onreine; genees het verwonde; wek het verstijfde op ten leven; vei warm het koude; breng de dwalenden terecht, eu buig hen, die U weerstaan.

b. Kom, en vervul met uwe zeven heilige gaven, allen die op U hopen. — Kom, en help ons de deugd beoefenen, het kwaad ontvluchten, verdiensten voor den Hemel verzamelen, deugdzaam leven, zalig sterven en de vreugde des Hemels erven. Amen.

Wie dezen lofzang aandachtig bidt, verdient telkenmale een afiaat van 100 dagen, (onder de Octaaf van Pinksteren 500 dagen). Wie gedurende eene maand dagelijks dien lofzang bidt, en vervolgens de Heilige j» Sakramenten waardig ontvangt, wordt X

deelachtig aan een' vollen aflaat. Deze aflaten kunnen ook aan de geloovige zielen in het vagevuur toegevoegd worden.

O Heilige Geest, zoete vertrooster der vrome zielen, almachtige geneesheer der gewonde harten, sterke hulp in allen nood, en zekere gids door alle gevaren van dit sterfelijk leven, kom, kom in mijn hart, en stort er de onuitsprekelijke zoetheid uwer gaven in uit. ; -

Kom, Geest van wijsheid, geef mij wijsheic ter zaliging mijner ziel. Bewaar mij voor de duisternissen en dwaasheden der wereld. Schenk mij de wijsheid, die aan uw troon staat, opdat zij mij bijhlijve en in mij (s werke. Leer mij wijs denken, wijs lt; b

DE HEILIGE WEEK. 485 spreken en wijs handelen; opdat al mijne gedachten, woorden en werken het kenmerk dragen van heiaelsche wijsheid en Gode welgevallig zijn.

Kom, Geest van verstand, verlicht mijne kennis met uw Goddelijk licht en geef mij het rechte verstand uwer Goddelijke waarheden. Laat mij, door U voorgelicht, hel licht aanschouwen, en tot de ware kennis van God en van zijnen heiligen wil komen.

Kom, Geest van goeden raad, sta mij in alle moeielijke en twijfelachtige gevallen steeds ter zijde. Wend mijne zwakke zinnen af van al wat schadelijk, neig ze ten goede, en tot allés wat nuttig en heilzaam is. Help mij het hooze vermijden, het goede erkennen en volgen, het volmaakte beminnen en er met allen i gt; ijver naar streven. lt;

Kom, Geest van sterkte, en schenk mij uwe kracht, opdat ik bij alle bekoringen standvastig in het goede moge volharden, mij door geene aaniokselen late medeslepen, noch voor bedreigingen mag vreezen, maar dat ik bij alle voorkomende gevallen vast sta voor Gods eer en het heil mijner arme ziel, standvastig in het geloof, bevestigd door de hoop, en bekrachtigd door de heilige liefde.

Kom, Geest van wetenschap, en schonk mij de ware vv'eteoschap der Heiligen; die wetenschap die er haren roem in stelt, niets te weten dan Jesus, namelijk Jesus den gekruiste. Hij alleen is ons gegeven tot onze wijsheid, tot onze rechtvaardigheid, tot onze heiliging en verlossing.

Schenk mij lust en liefde voor het gebed en het gedurig verkeer met God. Verbind, Gij, zoete band der Allerheiligste Drievuldigheid, mijn hart hier op aarde reeds bestendig met die zalige gemeenschap, waarin ik eenmaal in den Hemel eeuwig in God hoop te leven.

Kom, o Geest van de v r e e z e des Heeren, en leer mij God waarlijk vreezen, zijne eeuwige rechtvaardigheid altijd voor oogen te houden, mij zorgvuldig in acht te nemen voor alle lichtvaardige overtreding zijner Heilige geboden. Laat die vrees steeds vermengd en vergezeld zijn van heilige liefde, en wel zoodanig, dat de liefile tot God meer dan de vrees mij aanspore het goede te doen, het booze te vluchten, en den Heer in standvastige trouw te dienen; opdat j ^ ik alzoo, onder uwen bijstand, g

lukkig mijne eeuwige bestemming, mijn eenig doel bereike in den Hemel bij God — den Vader, en den Zoon, en bij U, o Heilige Geest. Amen.

O God, die de harten uwer geloo-vigen door de verlichting van den Heiligen Geest hebt geleerd; verleen ons, dat wij in denzelfden Geest het goede en ware altijd erkennen, en door trouwe vervulling van hetgene U behagelijk is, ons in zijne vertroosting verheugen mogen. Door Jesus Christus uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

DE HEILIGE WEEK. 487 ¹allerzoetste, goedertierensle en liefderijkste Heilige Geest, nu en in alle eeuwigheid! Amen.

O Heilige Geest, die op den Pinksterdag de Apostelen en Leerlingen met uwe gaven vervuld en hen rijkelijk gezegend hebt, ik bid U, wil ook over mij en de mijnen uwen Godde-lijken zegen uitstorten, en met uwe genadegaven bij ons blijven, tot dat wij, na dit leven, ingaan in de eeuwige vreugde, en met alle Hemclsche goederen gezegend worden, voor alle eeuwigheid. Amen.

Het genadelicht des Hemelschen Vertroosters verlichte mijn hart, mijne zie-nen en gedachten, en in de kracht des Heiligen Geestes zegene mij de almachtige en barmhartige God — f Vader, f Zoon en f Heilige Geest. Amen. , i»------«!

De zielen van allen, die in den Heer ontslapen zijn, mogen, door Gods ontferming, rusten in vrede. Amen.

Wees gegroet, o Zoetste Naam Jesus, in de almacht des Vaders, die U, zijnen eeniggeboren Zoon, gegeven heeft. Wees gegroet, in de zoetheid des Heiligen Geestes. die U t troost van alle geloovigen op

aarde cn tot onuitspreeklijke vreugde van alle zaligen in den Hemel verheven heeft!

Hoogwaardigste Naam Jesus ! van ganscher harte bemin, eer en groet ik U, cn ik dank de Allerheilisste Drievuldigheid, dat zij U zoo hoog verheven, zoo lofwaardig en machtig gemaakt heeft, dat geen andere naam in den Heoiel of op aarde gevonden wordt, waarin de inensch kan zalig worden, dan in U, o Zoetste en Heiligste Naam Jesus!

Wees geloofd en gezegend, aangebeden en verheerlijkt in eeuwigheid, zalige, machtige, en zoete Naam Jesus, voor welken de booze geesten vluchten en alle knieën zich vol eerbied moeten buigen. In diepen ootmoed en aanbidding buig ook ik mijne kniefcn voor ü, met allen, die in den j gt; Hemel, op en onder de aarde zijn

ó Jesus, wees mij waarlijk datgene, wat uw Zoete Naam beleekent: helper, redder, trooster en verlosser. Doe mij den troost, de kracht en de wonderbare zoetheid van dezen Naam met geheel •taijn hart gevoelen, en doe door den Zoeten Naam alle behoeften mijns levens geregeld, gewijd en geheiligd worden. In dezen Naam wil ik alles beginnen, voortzetten en voleindigen; in dezen Naam wil ik bidden, werken en uitmunten; in dezen Naam wil ik lijden en mij verheugen, wil ik verdragen, strijden, genieten en ontberen, wil ik leven en sterven. Uw Naam, o Jesus, zij mijn schild en mijne bescherming, mijn troost en mijne verkwikking, mijne hulp en sterkte, mijn heil in het leven, mijn vertrouwen en mijn toeverlaat in den dood, mijne zaligheid in de . eeuwigheid ! Amen.

Zoo kan ik niet dwalen van het rechte pad en zal ik eens komen aan de poort van het rijk der Zaligen.

Tot uitbreiding dezer oefening kan men zeer toepassend van de korte Verheffingen des harten, op bladz. i, gebruik maken.

Heilige Jozef, kuische bruidegom der Allerzaligste Moeder-maagd Maria, cn trouwe voedstervader van Jesus Christus, mijnen Heer, met heilige vreugde verhef ik mijn hart t gt; ii»--¹-lt;«8§

tot U, ik overweeg in stille aandacht de schoone deugden die U versierden, • en de verheven roeping, waartoe God U verkoos boven alle Aartsvaders van het Oud Verbond. Toen Gij nog op deze wereld rondwandeldet, waart Gij zno rechtvaardig en edel, zoo kuisch en rein, zoo nederig en zachtmoedig, zoo getrouw en Gode gewijd, zoo vlijiig en werkzaam, dat Gij ons ten toonbeeld strekt in al deze schoone deugden. Uaaroai verkoos de Heer II boven allen en vei trouwde Hij aan uwe zorgen de twee edelste schatten, Jesus en Maria, toe. Veel genade hebt Gij van God ontvangen, groote vreugde in den omgang niet Jesus en Maria gesmaakt, maar ook velerlei beproevingen, lijden en wederwaardigheden in verccniging^met hen verduurd. In alle omstandigheden quot; 'eeft Gij steeds de deugdzame e

rechtvaardige man, wien niets kon afschrikken, maar die zoowel in goede als in slechte dagen zijn steunpunt had in God den aimachtigen en wijzen beschikker van alle ujensche-lijke lotgevallen.

Ja, waarlijk, ook Gij, o, H. Jozef, hebt de tegenspoeden en de wederwaardigheden van het aardsche leven in ruime mate ondervonden, en vele ongemakken met stille gelatenheid en overgeving aan God verdragen; daarom verheugt Gij U thans ook eeuwig in den Hemel, en geniet Gij eeuwig de eindi-looze vreugde der zaligheid. Gelijk Gij hier op aarde uwen beminden Jesus, den Heer en Heiland der wereld, steeds ter zijde sfondt in diens vernedering, armoede en behoeften, zoo zijt Gij Hem nu ook nabij op zijnen troon van heerlijkheid; en onuitputtelpe schatten van üjde-

lijke en eeuwige goederen heeft Hij ter beschikking gesteld van uwe vaderlijke voorspraak; zoodat allen, die U oprecht vereeren en U in hunnen nood aanroepen, rijkelijk met gunsten en vertroostingen gezegend worden.

ó, VVU dan ook mij, Heilige Jozef, in uwe glorievolle voorbede insluiten; neem ook mij, even als zoovele anderen, in uwe gezegende bescherming, en wees ook mijn vader en raadsman, mijn troost en hulp in de rampen en gevaren van dit leven, gelijk Gij het altijd zijt geweest voor allen, die U bijzonder vereerd hebben. Verkrijg mij vóór alles, eerwaardige Patriarch, kracht en genade om uwe schoone deugden na te volgen, voornamelijk die van ootmoed, kuischheid en rechtvaardigheid, van godsvrucht, arbeidzaamheid en overgeving in Gods wil, en verwerf mij ook de genade lt; gt;

DE HEILIGE WEEK. 495 ¹als Gij, met onwrikbare trouw, de wegen van Gods heil te bewandelen, zoowel in voor- als in tegenspoed.

Ik stel al mijne belangen en aangelegenheden in uwe handen, zoowel tijdelijke als eeuwige, en inzonderheid deze N. N.... Beveel ze, Heilige Jozef, uwen Goddelijken Pleegzoon aan, en smeek in alles het heilzaamste en beste voor mij af. Ja, Heilige Jozef, uit den grond mijns harten bid ik U, wees mijn goede, vaderlijke vriend, mijn trooster en helper in dit leven, en mijn krachtdadige beschermer in het sterfuur. Verkrijg mij de onschatbare genade, dat ik eens, onder uwen bijstand, in de zoete tegenwoordigheid van Jesus en Maria mijnen geest geve, en, door Hen en U beschermd, zalig ontslape tot het eeuwig leven. Amen.

waaraan t'en aflaat van 500 dagen verbonden is, welke ook aan de afgestorvenen kan toegevoegd worden.

V. bid voor ons, Heilige Jozef! R. Opdat wij de beloften van Christus mogen waardig worden.

Jozef tot Bruidegom der Allerheiligste Maagd Maria en tot Pleegvader van uwen eeniggeboren Zoon hebt uitverkoren, verleen genadig, dat, terwijl wij Hem hier op aarde vereeren, en als onzen beschermer aanroepen, wij waardig mogen worden Hem waarlijk bij ü in den Hemel tot voorspreker te hebben Door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

o. Heilige vader Jozef, die hier op aarde Jesus, uw Goddelijk Pleegkind, zoo dikwijls liefkozend op uwe armen genomen en ouder de vurigste heil-wenso.hen gezegend hebt; — nu ook daarvoor bij Hem in den Hemel de rijkste zegeningen geniet: — zie genadig op mij, uw beschermeling neder, en schenk mij, uit kracht i gt; »—--lt;€88 i

uwer groote waardigheid en van uw hoog aanzien bij Jesus, uwen vaderlijken zegen. In den naam van God — f den Vader, t den Zoon, en f den Heiligen Geest. Amen.

Geloofd zij Jesus Christus, en zijne maagdelijke Moeder Maria, alsmede de H. Jozef, in eeuwigheid. Amen.

Hiervoor kan mon gebruik maken van den oefeningen op bladz. 2ïi8 tot 279, of ook van eene of andere der Bezoeken op bladz. 281 en vervolgens.

Zoo lief heeft God den mensch gehad, dat Hij zijn eenigen Zoon niet heeft gespaard, maar Hem geleverd heeft tot den dood. ja tot den dood des kruises. Zoo, lieve Jesus, zijt Gij dan ter verzoening gesteld, voor het menschdom, dat in Adam had gezondigd. In den geest zie ik U als een arm kind in den stal van Bethlehem geboren worden, U vervolgd door Herodes, U onder de behoeftigen opgroeien. Ik zie U, opgetreden als leeraar, met spotgelach door velen aangehoord, door de opperpriesters als een verleider des volks voorgesteld,

door uw leerling Judas verkocht, door uw leerling Petrus verloochend. Ik zie U in den Hof van Olijven water en bloed zweeten, ik zie uw lichaam doorwonden mét scherpe roeden, uw hoofd met puntige doornen doorstoken. Een zware kruisbalk wordt II op de schouderen gelegd, tot driemalen bezwijkt Gij onder den last; — en of het niet genoeg ware om den mensch te verlossen en uwe liefde te toonen, zoo laat Gij ü handen en voeten doorboren en aan het kruis nagelen. Daar zie ik U op den Kalvarieberg aan den opgerichten kruisbalk hangen. De joden komen U beschimpen en lasteren, en uwe bede is.- «Vader, vergeef het hun, zij weten niet wat zij doen !quot;

Heden vooral, heden den dag van uw bitter lijden, mag .k mij wel dat lt; j treurige schouwspel voor oogen stellen, i 3»----«

Ja, ik zie U dan ook, o lijdende Jesus, en verbeeld mij onder uw kruis de bioeddruppelen op te vangen, die uit uwe gezegende wonden vloeien. Mijne blikken zijn niet van U afgewend. Ik zie U versmachten van dorst, ik hoor U bidden; «Vader, waarom hebl gij mij verlaten!quot; Ik zie de doodskleur op uw gelaat komen en hoor U roepen : «Het is volbracht! Ik zie U den laatsten snik geven en sterven aan het kruis.

Jesus is gestorven, gestorven uit liefde tot ons mensclMi, die Hem aan het kruis hebben genageld en Hem op nieuw kruisigen, zoo dikwijls wij het ongeluk hebben eene doodzonde te bedrijven.

Lieve lesus, vour uw kruis neergebogen, geef ik mijnen spijt te kennen, geholpen te hebben om U

te doen sterven; maar ik maak het vaste voornemen, nimmer, nimmer weder te zondigen; ik wil met U lijden, met U zelfs den dood ondergaan, liever dan nog eenmaal een doodzonde te bedrijven.

Help mij aan dit voornemen getrouw le zijn, help mij uwe liefde met wederliefde te beantwoorden.

Barmhartige Jesus, die van eene zoo vurigejliefde voorde zielen brandt, wij smeeken U bij uw doodstrijd, zuiver in uw bloed alle zondaars en doe hen als rechtvaardigen leven en sterven. Amen.

O Jesus wij smeeken U bij uwe doornt-kroon , bij uwe doornagelde handen en voeten en «ij uwe door-j j, boorde zijde, ontferm IJ over ons (

DE HEILIGE WEEK. 505 lt;£ druk uw lijden zoo diep in ons gemoed, dat ons niets anders behage, dan Gij, o minnelijke Verlosser, die voor ons gekruist zijt.

Laat, o Heer Jesus-Christus 1 al de zegeningen van uw lijden en sterven over ons komen. Verwek in ons den levendigsten afkeer van de zonde. Verleen ons de genade, dat wij de zonden, welke ons zoo diep verlagen, den Hemel ontrooven en van ü scheiden, die uw bloed voor ons hebt vergoten, in ons geheel en al uitroeien. Verleen ons het gegronde vertrouwen, dat onze zonden, om uwent wille, die tot onze verzoening zijt gestorven, genadig zijn vergeven. Schenk ons uwen bijstand, opdat wij heilig worden; maak ons getrouw, en sterk ons in alle beproevingen j ; van dit vergankelijke leven ; geef / s b»---

rust en verkwikking aan ons hart in dagen van kommer en lijden. — O Gij, die ons tot uw eigendom hebt gekocht, wees ons genadig, en daar Gij zelf, o Goddelijke, dierbare Verlosser, met den dood hebt geworsteld, zoo verlaat ons niet in ons sterfuur. Laat, zoo lang wij hier nog op aarde leven, het denkbeeld ons steeds vergezellen, dat het onze zonden zijn, die U ter nedervelden, verwondden en aan het kruis brachten. Laat ons, zalig in hoop, van hier gaan. en in onze laatste uur uwe stem hooren ; «Heden zult gij met Mij wezen in het Paradijs.quot;

Heer Jesus-Christus, door de vijf wonden, die Gij aan het kruis uit liefde tot ons hebt ontvangen, kom uwe dienaars te hulp, die Gij door uw

Hiervoor kan men gebruik maken van de groele en toewijding aan ]\laria, bladz. 213— 216, of van de vijf gebeden tol Maria 21(5— 22.*. Vooral bidde men de Litanie van O. L. Vr, van Lorette, bladzijde 233 met de daarop volgende gebeden, en sluite met liet Memorare, bladzijde 230.

o Dierbare beschermer mijns levens. Heilige Engel, van God geschonken lot mijne bescherming op de gevaarvolle wegen van dit aardsche pelgrimschap ; uit de volheid mijns harten zeg ik U dank voor alle zorg en --«i

rust en verkwikking aan ons hart in dagen van kommer en lijden. — O Gij, die ons tot uw eigendom hebt gekocht, wees ons genadig, en daar Gij zelf, o Goddeljke, dierbare Verlosser, met den dood hebt geworsteld, zoo verlaat ons niet in ons sterfuur. Laat, zoo lang wij hier nog op aarde leven, het denkbeeld ons steeds vergezellen, dat het onze zonden zijn, die U ter nedervelden, verwondden en aan het kruis brachten. Laat ons, zalig in hoop, van hier gaan, en in onze laatste uur uwe stem hooren; «Heden zult gij met Slij wezen in het Paradijs.quot;

Heer Jesus-Chrisius, door de vijf wonden, die Gij aan het kruis uit liefde tot ons hebt ontvangen, kom uwe dienaars te hulp, die Gij door uw

Hiervoor kan men gebruik maken van de groele en toewijding aan Maria, bladz. 213— 216, of van de vijf gebeden tot Maria 216— 22i. Vooral bidde men de Litanie van O. L. Vr. van Lorette, bladzijde 253 met de daarop volgende gebeden, en sluite met het Memorare, blad/.ijde 230.

ó Dierbare beschermer mijns levens. Heilige Engel, van God geschonken tot mijne bescherming op de gevaarvolle wegen van dit aardsche pelgrimschap ; uit de volheid mijns har-lt; ^ ten zeg ik U dank voor alle zorg t

lt; ' 506 GEBED TOT ÜF.N H. ENÜELBEW. 1 5 liefde, die Gij mij van het begin van mijn aanwezen tot op deze uur bewezen hebt, en ik bid ü, voortaan over mij te blijven waken, (J mijner te ontfermen en U mijne belangen en mijn eeuwig heil aan te trekken. Trouwens, ik heb groote behoefte aan uwe beschermend ; leiding, daar ik zwak en onstandvastig in het goede en, helaas, maar al te genegen tot het kwade ben. Blootgesteld aan duizenderlei gevaren, en van alle zijden door vijanden omgeven, smeek ik U, Heilige Engel: help mij over alle bekoringen te zegevieren, alle aanlokselen en opwekkingen tot het booze te ontvluchten, opdat daardoor Gods eere bevorderd, uwe vreugde verhoogd, en mijn heil voor eeuwig verzekerd worde. Ja, dierbare Engelbewaarder, wees en blijf mijn i gt; beste vriend, mijn getrouwe leidsman ^ i 1»----«i

in dit leven, en zet eens, bij mijnen dood, de kroon der voleinding op al deze werken. Neem dan mijne ziel in ontvangst, en leid liaar door de schaduwen des doods naar de woningen des lichts, — tot uwen en mijnen God, in wi-ns aanschouwing ik alsdan, dank uwe hulp, met ö en de uitverkorenen in alle eeuwigheid, mij zal verheugen. Amen.

ó, Glorierijke Heilige N. mijn Naam-Pa troon, ik groet en vereer U met een opgewekt en liefhebbend hart. Bij den Heiligen Doop werd mij uw naam gegeven, en thans bezit ik in U een uitverkoren vriend in den Hemel en een schoon voorbeeld op aarde. Indien ik U navolg, zal ik i k heilig worden, geliik Gij heilig ge- / s

worden zijt. Ik za! mij de godsvrucht en de deugden, die uwen naam versieren, ook in mijn leven trachten eigen te maken, en ik wil naar mijn zielenheil met allen ijver en zorg streven. Alzoo verlangt het (iod, en aan het bad des Doopsels heb ik het Hem ook plechtig beloofd. Van de vervulling dezer belofte hangt mijn geluk en mijne eeuwige zaligheid af. Daarom wil ik hier mijne doopbeloften vernieuwen, en verzaak ik op Hieuwden duivel en al zijne werken, de wereld en al hare pracht, hare ijdel-heden en vermaken, vast besloten mij aan God en zijn heiligen dienst van ganseher harte toe te wijden. Zijn allerheiligste wil zal het richtsnoer van mijnen handel en wandel, van mijn streven en leven zijn. Ik zal gaarne bidden, vlijtig werken, recht-apen handelen en ijverig al het --«1

goede trachten te bewerken, waartoe ik gelegenheid heb; zoo zal ik God op waardige wijze dienen. U, mijn Naam-patroon, navolgen, en eens komen waar Gij zijt, — in de eeuwige zaligheid. Hiertoe verleene mij God, op uwe voorspraak, rijkelijk genade, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen

lioven heerseht Ge, aan Godes zijde, Smaakt (laar vreugd, die de aarde ontbeert.

Helpt mij naar het eeuwig Eden Als ik 's levens rampwoestijn Zal verlaten, en dan mogen Jublen gaan met uwen kring

Ja, met vreugdevolle blikken zie ik opwaarts ten Hemel, waar Gij, uitverkoren vrienden Gods, in eeuwige juichtonen vereenigd zijt. Ik vereer U als mijn getrouwe voorgangers 8»----

het geloof, als toonbeelden van alle deugden, en als mijne beminde -voorsprekers bij Jcsus, den Heer en den Koning van alle Heiligen.

Gij leert mij, dat ik braaf en deugdzaam, rechtvaardig en heilig leven moet, als ik eens, gelijk Gij, zalig wil worden; en uw voorbeeld overtuigt mij, dat ik zoo leven kan.

Veet zal het mij kosten, veel strijd, lijden en opoffering, verloochening en verstervingen, zuchten en tranen, eer ik daar komen kan, waar Gij zijt! Evenwel zal mij dit niet afschrikken noch moedeloos maken; de Hemel is het waard, — hij is alles waard. Ik moet mij dien waardig maken gelijk Gij. Ik moet bidden, werken, lijden en strijden, gelijk Gij; en daarin zal God mij ondersteunen en door zijne genade sterken, gelijk Hij U ondersteund en versterkt heeft.

Braaf en christelijk wil ik leven, en mij op het zorgvuldigste wachten voor elke afwijking van 'Gods geboden en van het pad der deugd.

Dit is mijn innigste wil, mijn vaste voornemen; en dit voornemen te volbrengen, is de ware vereering der Heiligen.

En Gij, lieve Heiligen Gods, weest Gij mijne vermogende voorsprekers, mijne kloeke beschermers, opdat ik hier op aarde uw getrouwe navolger, en eenmaal uw zalige deelgenoot in den Hemel worde. Amen.

BLADWIJZER.	XIIl
	Bladz.
Tweede Bezoek.....	. 313
Derde Bezoek .....	. 320
Vierde Bezoek .....	. 325
Vijfde Bezoek.....	. 3-29
Zesde Bezoek .....	. 333
Zevende Bezoek ....	. 338
Achtste Bezoek.....	. 342
Negende Bezoek ....	. 347
Tiende Bezoek.....	. 332
Elfde Bezoek.....	. 356
Twaalfde Bezoek . . . .	. 301
Dertiende Bezoek . . . .	. 365
Veertiende Bezoek. . . .	. 371
Vijftiende Bezoek . . . .	. 376
Zestiende Bezoek ....	. 380
Zeventiende Bezoek . . .	. 383
Achttiende Bezoek. . . .	. 390
Negentiende Bezoek . . .	. 396
Twintigste Bezoek ....	. 401
Een-en-twintigste Bezoek. .	. 408
Twee-en-twintigste Bezoek .	. 413

ba «'v r _a
i®' ■ a? 250 NAMIDDAG-OEFENINGEN. V 1 lt;				'f
	U, eeuwige Vader, vereert de ge-
	heele aarde.			H
	U loven alle Engelen, U prijzen
	de Hemelen en alle Krachten.			h
	Alle Seraphijnen en Cherubijnen
	roepen U onophoudelijk toe :			et
	Heilig, Heilig, Heilig is God, de
	Heer der heerscharen! Hemel en			h(
	aarde zijn vol van de heerlijkheid			SC
	uwer Majesteit!			lij
	U roemt het glorievolle koor der
	Heilige Apostelen.		i	o\
	U prijst het lofwaardig getal der			lo
	Heilige Profeten.
	ü looit de schitterende schare der			k(
	Heilige Martelaren.
	De geheele Heilige Kerk aanbidt			di
	U op den ganschcn aardbodem.			di
	U, o Vader der onmetelijke heer
	lijkheid ;			H
	Gelijk ook uwen eenigen, waren
\|	b en aanbiddenswaardigen Zoon ; li»---■m	s		gt; ze

	p---«e	5	f	1»~ en ik
	Êïe Iseifiae ^Deelï 1 ^ 'i' - OF ^ ^quot;			de air rie de
	god.idienslige oefeningen voor eiken			m
	dag der week.			m
	I.			he
	Voor den Zondag,			dc
	TER EERE I)F.R			Of to
	ALLERHEILIGSTE DEIETCLD1GHEID.			Of to
	1.			ei
	De akten van Geloof, Hoop, Liefde en			d
	Berouw, zie bladz. 22—öi, daarna :			d
	2.			U e
	AANBIDDING.
	Ik aanbid U, o Allerheiligste Drle-			d
	vuldlgheld, een God, één in wezen.			z
drievoudig in personen, den Vader, t tm----m				è¹¹m