BR. .I874. IT. 30.
T I E isr T A L
TER GELEGENHEID
yuF-
DER
VAN HET
EN-^WINTIG-jI AF^IG
VAN
------O-OOO O O- O-O-O-O—
AMSTERDAM, D. B. CENTEN. 1874.
J. E. Banck, Meizang.
A. Beeloo, Vorst en Volk.
G. H. J. Elliot Boswel, Laten vlag en wimpel zwieren I
A. J. de Bull, Vivat!
B. ter Haak, De Watersnood.
J. P. Hasebeoek. Het Zilveren Feest.
D. F. van Hetst, Bes Konings Feest.
W. J. Hofdijk, Neêrlands Eerste Burger. J. J. L. ten Kate, Een Nienw quot;Wilhelinus-Iiied.
E. Laurillaed, Oranje en Nederland.
Gedrukt bij de Koever-Kvöber-Bakels. — Amsterdam.
Wijze: De Koning leev'.
O schoone Meimaand, wees gegroet,
Bevredig ons verlangen,
Verrijk ons met een overvloed Van geuren, stralen, zangen,
Maar bied uw keur van bloemen thans, Den Koning tot een eerekrans!
Waar overal het veld en boseh In feestgewaad zich kleeden.
Zal Nederland in brmloftsdos.
Zijn Koning tegentreden,
En vlecht het volk op nieuw den band. Gestrengeld tusschen Vorst en Land.
Een onbewolkte zonneschiju Zal van den hemel dalen,
Bij ons eendrachtig samenzijn.
Als feestlicht ons bestralen;
Zoo klinke alom bet volksgezang:
Oranje en Neêrland leven langl
Wijze: Wij leven vrij, wij leven blij.
De juichtoon rolt heel Neêiiand rond,
Op Koning Willems feest.
Het vierde van een eeuw verzwond.
Sinds Hij zich aan hel Volk verbond,
Dat in zijn Vorst een Vader vond,
Met Hem één hart, één geest
Als 't water wast, het noodweer loeit,
Is Willem reddend daar;
Sciioon elders 't vuur des opstands broeit.
Of de oorlogsvlam dc velden schroeit:
Zoolang de Oranjezon hier gloeit.
Vreest Neerland geen gevaar.
Leef, Derde Willem! leef, regeer:
Zoo bidt heel 't Vaderland;
De glorie van Uw Huis vermeer'!
Zijn luister straalt op Neêrland neêr.
En onze Vrijheid, Welvaart, Eer,
Zijn veilig in uw hand.
A. Beeloü.
Wijze; De kleine rekruut, van i'e. Kücken.
Laten vlag en wimpel zwieren!
Steekt de kleuren van uw vorst,
Steekt oranjen op de borst,
üm het Zilveren Feest te vieren ïussehen Vaderland eu Vorst!
Broeders! op dit Zilvren Peest,
Eén van hart en één van geest!
Alle rang en alle stand Snoere vaster nu den baud!
't Is uit blijdschap om den feestdag van Oranje, Van Oranje en 't lieve Vaderland!
Als wij omzien in 't verleden,
Wat al stormen en getij,
_ Wat al ramp en dwingelandij!
En het Zilveren Peest van heden Ziet ons allen vrank en vrij !
Onder Hooger kraeht en lieht.
Zijn we Oranje dat verpligt 1 Aan Prins VVillem's kloek verstand. Aan Prins Willeji's wakkre hand! 't Is ons danklied op den feestdag van Oranje, Van Oranje en 't lieve Vaderland!
Wat zal ons de toekomst baren ?
Zal het voorspoed en geluk.
Zal het onspoed zijn en druk? —
Maar wij vreezen geen gevaren. En verwerpen 's vreemdling's juk !
Wijk' maar alie tweedragt heen,
Blijv' Oranje en Neêrland één!
En de liefde hun verpand Die ons hart zoo fier ontbrandt!
t Is ous bidden op deez' feestdag, voor Oranje, Voor Oranje en 't lieve Vaderland!
(j. H. J, Elliot Boswjbl.
Wijze: Al is ons prinsje nog zoo klein.
Dat, 's uog maar eens iu 't. land vertoond) Hoezee! Zoolang er hier een Koning troont, Hoezee!
Dat op een Zilvren Krooningsfeest Ons volkjen is te gast geweest!
Hoezee, Hoezee, Hoezee!
Vivat Oranje! Hoezee !
En daarom klinkt uit dorp en stad. Hoezee! Ecu daavrend: Hiep! Hiep! Hiep! Vivat! — Hoezee Heeft onze Koning dankensstof.
Wij ook, wij ook! tot hulde en lof!
Hoezee, Hoezee, Hoezee!
Vivat Oranje! Hoezee !
Hier moet je zijn voor zulk een feest. Hoezee!
Hier spreekt de reclite, goede geest! Hoezee !
Hier leven vorst en volk vereend.
Hier is 't met liefde en trouw gemeend !
Hoezee, Hoezee, Hoezee 1 Vivat Oranje! Hoezee!
Vooruit, vooruit! op d'eigen baan. Hoezee!
Met hem eendrachtig voortgegaan. Hoezee!
Geen kleuren, maar Oranje alleen.
Oranje, Oranje cn anders geen!
Hoezee, Hoezee, Hoezee!
Vivat Oranje! Hoezee!
't Is met Oranje ons welgegaan. Hoezee!
Daar houden wij ons innig aan. Hoezee!
Gelijk de vader schaart de zoon Zich trouw als wachter bij den troon!
Hoezee, Hoezee, Hoezee!
Vivat Oranje! Hoezee!
Heil, Koning! Heil u. Koningin! Hoezee!
Daar stemmen oud en jong mee in. Hoezee! Hoe langer U de Kroon nog siert Hoe weelger Hollands tuin nog tiert!
Hoezee, Hoezee, Hoezee!
Vivat Oranje ! Hoezee ! x
Want waar we 't oog in 't ronde slaan, Hoezee! Daar zien we door U welgedaan ! Hoezee ! De Koning en de Koningin Beschermen 't Neêrlandseh huisgezin!
Hoezee, Hoezee, Hoezee!
Vivat Oranje! Hoezee!
En daarom draagt nog lang de Kroon, Hoezee! Gij vindt in aller lielde Uw loon! Hoezee!
Dat God in alles met U zij Dat zingen en dat bidden wij!
Hoezee., Hoezee, Hoezee!
Vivat Oranje! Hoezee!
A. J. dü Bull.
op 's Kouingfs zilveren feesst herdsiclit.
Wijze: Wien Neerlandsoh bloed.
lie jammer steeg in 't land ten top.
De noodklok klept en luidt;
Want dondrend scheurde 't ijs zich op,
Dat zich tot heuvlen kruit En 't volk, beroofd van have en goed.
Staat langs den dijk geschaard. En staart vol wanhoop op den vloed. Die voortgolft door de waard.
Wie naakt dilar, worstelend in een bool
Door scherf en ijssehol heen? Wie wordt als Helper in den nood Hegroet door groot en kleen ? 't. Is derde Willem, Neêrlands vorst.
Die de onheilsmaar vernam ;
Die 't. stroomgeweld braveeren dorst. En hier ais Trooster kwam!
Hij spreekt, wie siddren, moed in 't lijf.
Leent iedre klaagstem 't oor. En wekt en spoort, tot kloek bedrijf.
En streeft de kloeksten voor. Hij toeft bij de armoe in haar stulp.
En strooit den buidel leêg. En spoedt weêr voort en ijlt ter hulp. Waar de angstkreet hooger steeg.
Dat zijl (ie in storm en uoodget-ij Voor ons, o Vorst! geweest!
Wij roemen en herdenken 't blij Op 't Zilvren Kroningsfeest.
Wat Gij liebt voor Uw volk gedaan.
Neen! wij vergeten 't niet!
't Doet. ons gejuich te hooger gaan In 't duizendstemmig lied!
U hlijve 't hart Uws volks gewijd,
U, Koning! die ons mint!
Die met ons voelt, die met ons lijdt.
En vreugde in 't weldoen vindt!
Als 't vogelnestje, in 't golfgebruis Beveiligd op deu vloed, ')
Zóó blijve ons dierbaar Vorstenhuis,
Getrouw door God behoed!
B. tjjk HAAII.
') Zinspeliug oj) het bekcude symbuol van den Ijsvugel, met het quot;Saevis trauquillns in undis.quot;
Wijze: irien Neêrlandsch bloed, enz.
quot;Wamieer iu 't huwelijk Mau en Vrouw,
Sinds vijf en twintig jaar,
Verbonden zijn in liefde en trouw,
Is 't feest voor 't huwlijkspaar.
Gij brengt, ons zulk een feestgetij',
O Zou, die thans verreest!
Als Volk en Koning vieren wij Een Zilvren huwlijksfeest
Gezegend zij dat trouwverbond
Van Neêrland met zijn Vorst.
üeen huwlijk had ooit vaster grond;
De liefde in beider borst!
Nooit is er twist in 't groot gezin,
Nooit vredebreuk geweest:
Van enkel min en wedermin Getuigt dit Zilvien feest.
o God, die Vorst en Volk verbindt.
Nu Ge om hun beider hand Een stevig snoer van Zilver windt.
Versterk alzoo dien band!
Vervul rnet bloemen Hollands tuin,
Die Neêrland samenleest ïen krans voor Koning Willems kruin, Up 't Zilvren Huwlijksfeest!
J. P IIaseukoek.
Des Konings feest, des Konings feest.
Dat vieren we allen meê!
't is Vijf-en-Twintig jaar geleêu Dat onze Vorst ten troon verscheen; Des Konings feest, des Konings feest,
Dat vieren we allen meê!
Dc blijdschap in het vorstlijk huis,
(ieeft blijdschap ook in de armste kluis; Des Konings feest, des Konings feest,
Dat vieren we allen meê.
Dit Zilvren feest, dit Zilvren feest,
Dat vieren we allen meê!
Nu zingen wij een vroolijk lied,
Wie zwijgt is vast de beste niet;
Dit Zilvren feest, dit Zilvren feest.
Dat vieren we allen meê !
üranje's vreugd, Oranje's smart.
Vindt weêrklank in elk Hollandsoh hart; Dit. Zilvren feest, dit Zilvren feest.
Dat vieren we allen meê.
Des Konings feest, des Konings feest,
Dat vieren we allen meê!
En dreigt de vijand met gevaar.
Dan staan wij met de wapens klaar: — Des Konings zaak, ook onze zaak.
Dan strijden we allen meê!
Oranje maakte eens Neêrland vrij,
En met Oranje vallen wy.
Des Konings zaak, ook ome zaak,
Zóó doen wij altijd meê!
D. E. van Hjsysx,
Wijze: Wilhelmus nan Nassouwe.
quot; en naam van Nederlander
quot;Schat ik een eerenaani, »Een sehoonen eendrachtsstander
//Voor Vorst, en Volk te zaam!quot; Zoo sprak, met ronde trouwe,
Naar zijner Vaadren aart, Wilhelmus van Nassouwe, De Koning, ons zoo waard !
Gy volkren van Europe!
Toont ons een tweeden Vorst, Die zelf dus d' engen knoope
Met 't volk verbinden dorst; Toont ons een tweeden Koning-Die dus zijn throon verheft, Eu 't doelwit zijner krooning Zoo innig heeft beseft!
' Daalt zoo een Koning neder In zijner Volkren schoot — Dat volk verheft hem weder,
En schat hem dubbel groot; Het draagt hem op de handen;
Het koestert hem den voet; En doet het wyrook branden — Dat is huns harteu gloed.
13
Dat dan de juichtoon klinke Tot Neêrlands verste reê. En 't feestlicht stralend blinke
By Willems jubilee:
Wy bieden onzen Koning
Den zilvren eikenkrans. Op 't feestty Zijner krooning, Als Eersten Burger 's Lands!
W. J. Hofdijk.
■ • ■gt; ^ 'Cr. 0---
Wijze: Wilhelmus van Nassouwen.
,W ilhelmus van Nassouwen!quot;
Zóo zongen stem en snaar Het bondslied der getrouwen.
Reeds driemaal honderd jaar. 't Klonk onder vreugd en smarte,
Nu strijd-, dan zege-zang: 't Stroomt héden uit ons harte Met blijden Hoogtij'-klang!
Sinds Vijf en Twintig Jaren,
Doorluchte Oranje-zoon!
Mocht gij haar rein bewaren,
Des Derden Willbm's kroou. Wiiar liefde en lust vergingen, üf tweedracht bloed vergiet', üranje en Neerland zingen Het Zilvren Bruilofts-lied!
Hoe hoog de waatren rezen.
Gij stondt Uw Volk ter zij'! (iij hebt U trouw bewezen
In alle noodgetij' !
Wien bloedige eer verblindde.
Gij zocht een beter faam: Der Willem's meestbeminde. De Goede heet Uw naam!
Zoo moogt ge, o Koning! leven,
Wij bidden 't //naclit en dag,
//Dat, God U kracht wil geven.
Dat Hij U helpen mag!quot; *)
Gij, Willem onzer keuze !
Gezegend blijv' Uw lot.
Onsterflijk onze leuze:
//Oranje, Neerland, God!quot;
J. J. L. ten Kate.
Deze twee regels zijn uit- het oude Wilhelmus-Lied.
Wijze: De Koning leen'.
Ontsluit het hart, verheft het lied,
Een lied van dank en bede !
Waar 't Volk zijn Vorst gezegend ziet, Daar junb'le 't met Hem medej En 't. bidde, als Hij, Op 't feestgetij,
Dat steeds zijn kroon gezegend zij.
Oranje en Neêkland vieren feest:
De vreugd is één voor beiden; Ze zijn zoo lang vereend geweest, —■ Geen macht moet ooit ze scheiden; Hun wel en wee,
Hun dank en beê.
Zij altijd één, — zij nimmer twee!
Ze deelden saam veel zorg en smart. Veel moeite en strijd en lijden. Maar deelden ook, met juichend hart, Veel hoop en veel verblijden.
(iods Vaderhand Bewaar' dien band.
En zeeg'ne ürahje en Nederland!
E. Laurillard.
l». April a. s. zal, ter algemeene verspreiding, eene editie verkrijgbaar gesteld worden tegen de volgende prijzen:
25 Ex./3.—; 50 Ex./5.50; 100 Ex./10.—; 250 Ex./82.50; 500 Ex. /40.—; 1000 Ex. /76.—.