BR. 187?. V.12..
VRIJ NAAK HET HOOQDUITSCII
EN HET
VRIJ NAAR IIET HOOGDUITSCH
Bronnen waarvan bij de bewerking gebruik is gemaakt:
Het Testament van Peter den Groote en zijne jongste gevolgen.
Unsere Zeit., jaargang 1S72.
Gaillaidet. Memoire du Chévailier d'Eon, etc.
Hermann. Geschiedenis van het Russische Rijk.
Schlosser's Wereldgeschiedenis.
Hugo Stumm. De Russische Veldtocht naar Khiwa.
In deze dagen, nu aller hlikhen aanhoudend gevestigd zijn op den gang der zaken in het Oosten en de vraag of Rusland het zioaard zal trekken of wel den vrede wil bewaren, zelfs de hersenen van de grootste diplomaten pijnigt, zonder dat zij een eenigermate stellig antwoord daarop durven geven, is ook weêr het testament van Peter den Groote ter sprake gebracht. De meesten weten van dat testament weinig meer, dan dat het aan de Russische Keizers eene aanhoudende vergrooting van grondgebied voorschrijft.
Een Duitsch militair tijdschrift, mij dezer dagen in handen gekomen, bevatte over dit onderwerp evenwel een opstel, dat ik belangrijk genoeg achtte, om er ook het Nederlandsche publiek kennis mede te doen maken. Bij de vertaling ben ik echter zoo vrij geweest, datgene iveg te laten of te wijzigen, wat uitsluitend betrekking had op Duitsche militaire toestanden of om andere redenen minder geschikt te noemen was voor eene overbrenging op Nederlandschen bodem. Voorts zijn er, tot beter begrip van enkele uitdrukkingen, in het bijzonder tot het verschaffen eener juistere kennis van som-mige genoemde personen, eenige ophelderende aanteeke-ningen aan toegevoegd,
Zooals men weet dagteekent Euslands maatscliap])e-lijke en staatkundige gescliiedcnis eigenlijk sleclits van den voornaamsten vorst uit liet Eomanof, die met een despotisch geweld arbeidde aan de beschaving van zijn volk en met barbaarsche middelen de zachteren zeden van westelijk Europa in zijn ruw vaderland overplantte.
Ik begin daarom de volgende historische schets met zijn tijd en knoop haar vast aan eenige onthullingen, welke in den aanvang dezer eeuw met recht een algemeen opzien verwekten; ik bedoel de onthullingen van het zoogenaamde testament van Peter de Groote.
Het is een gemakkelijk te begrijpen feit, dat sagen en volksverhalen zich altijd en bij voorkeur bezig gehouden hebben met die mannen, die met krachtige hand hebben ingegrepen in de wereldgeschiedenis, die niet alleen op hun eigen volk en hun eigen tijd, maar ook op volgende geslachten en een lateren tijd, den stempel hebben gedrukt van hun denken en hun willen.
Zoo verklaart zich dan ook de verschijning der zoogenaamde politieke testamenten.
1) De Duitsche schrijver begint met een niteeijzetting, waarom hij in een zuiver militair tijdschrift een meer historisch-politisch onderwerp behandelt en wijst op het gewicht van dat onderwerp, inzonderheid voor Dnitschland, door de verhonding vaa dit Kijk tot Rusland, in korte trekken te omschrijven. Vebt.
6
Mogen zij nu ook dikwerf na streng kritiesch onderzoek apokrief blijken te zijn, zoo behouden zij toch immer eene zekere historische waarde, zoodra de daarin ontwikkelde grondbeginselen door den loop der geschiedenis bevestigd worden. Daarom is het ons dan ook vrij onverschillig of het bedoelde document werkelijk van de hand van Peter I afkomstig is, of het de eerbied zijner opvolgers is voor de uitdrukkelijke schriftelijke nalatenschap van dezen grooten Keizer, welke de Russische politiek heeft geleid, — of wel, dat het slechts de machtige Geest is, die, ver over het korte tijdsbestek des aardschen levens, ver over het graf heen met onzichtbare kracht den verren nazaat dwingt het spoor te volgen, van zijn grooten voorvader.
In het geheel bestaan er vier lezingen van dit zoogenaamde testament van Peter den Groote, allen in Parijs verschenen en in het Pransch geschreven. De oudste uitgave, van het jaar 1813, is van Lesur en getiteld : Des procjrès de la puissance Russe depuis son orioine juiquau commencement du dix-neuvicrne siècle.
Lesur treedt in weinig bijzonderheden en geeft slechts een kort overzicht der plannen voor Ruslands wereldheerschappij, zooals zij van Peter den Groote af onveranderlijk door de Czaars aan den dag gelegd zijn. Hij zegt: ,/Men verzekert, dat zich in de familie archieven der Russische Keizers geheime aanteekeningen bevinden van de hand van Peter I, waarin de plannen, door dezen vorst ontM'orpen, zonder eenige achterhoudendheid uitééngezet zijn. Hij beveelt ze aan in de aandacht, zijner opvolgers, en velen hunner hebben ze met eene om
7
zoo te zeggen religieuse onwrikbaarheid uitgevoerd.quot;
„Ziehier een beknopt overzicht dezer plannen.quot; Dat overzicht volgt dan:
Gaillaidet is de eerste geweest, die in 1836 den — zooals hij beweert —■ woordelijken inhoud van het zoogenaamde testament mededeelt in zijne Mémoires du Chevalier cV Eonpuhliées pour la première Jois sur les papiers four nis par sa familie et cl'après les matériaux autentiques, déposés aux archives du ministère des affaires étrangèrés.
De bekende Kidder d' Eon (1), die overigens eene zoo avontuurlijke en geheimzinnige verschijning is, dat men zelden juist weet, waarin de verhalen zijner ontmoetingen het ware begint en het verdichte ophoudt, was — dit is historisch — vijf jaren lang in Eusland attaché bij het Pransche gezantschap. Daar kan hij met Keizerin Elisabeth, die zoo tuk was op minnarijen en den stel-
Gharles Genevieve Louis Auguste Andre Thimothée d'Eon de Beaumont, gewoonlijk bekend onder den naam van den „Chevalier d'Eonquot; was te ïonnerre in Bologne in het jaar 1728 geboren. Door Lode wijk XV met cene gewichtige zending naar het Russische hof belast. werd hij daar spoedig de gunsteling van Keizerin Elisabeth, bestuurde er langen tijd hare geheime briefwisseling met zijn meester, den Eranschen Koning, en erlangde cene plaatsing bij het Fransehe gezantschap te St. Petersburg. Op bevel van Lodewijk XV, cn later ook van Lodewijk XVI , bracht hij vele jaren door in vrouwenkleederen, om daardoor zijn geslacht twijfelachtig te maken. In den regel werd hij gebruikt tot het voeren van geheime onderhandelingen of het volbrengen van geheime zendingen. Bij het uitbreken van de Fransehe revolutie op de lijst der uitgewekenen geplaatst, overleed hij in 1810 te Londen, waar hij, gedurende den laatsten tijd van zijn leven in diepe armoede gedompeld, in zijn ouderdom voorzag door lesgeven in het schermen. Vert.
8
regel dat verandering van spijs doet eten zóó zeer huldigde, allicht op zulk een intiemen voet geweest zijn, dat hij naar welgevallen in de geheimste arschieven zal hebben kunnen snulfelen, waarbij hij dan in het slot te Peterhof het testament van Peter den Groote zoude kunnen hebben ontdekt en een afschrift daarvan in het jaar 1757 aan den Kardinaal Bernis, den toenmaligen Eran-schen minister van Buitenlandsche Zaken, toegezonden.
Deze lezing van Gaillardet is nu weder de bron van den drie jaar later verschenen tekst, voorkomende in het historische werk van den als nauwgezet geschiedvor-scher bekend staanden Chodsko: La Fologne historique, littéraire 1 monumentale et illustrée. Ook deze beroept zich op een afschrift, hetwelk in 1857 inliet bezit was van het Fransche gouvernement en dat alleen van den llidder d'Eon afkomstig kau wezen.
Eene in het jaar 1854 verschenen vierde uitgave, vaa Corruard, is slechts een verward variant op die van Chodsko, waarop de schrijver zich uitdrukkelijk beroept.
Zoo leveren dan Gaillardet, Chodsko en Corréard in hoofdzaak hetzelfde document en komt aan de beide eersten slechts een voorrang toe.1) Ik houd mij daarom aan den tekst van Gaillardet, waarvan ik eene zoo getrouw mogelijke vertaling laat volgen.
//Copie van het plan tot overheersching van Europa, door Peter den Groote aap zijne opvolgers nagelaten, be-
Daar ik alleen maar het werk van Gaillardet meester heb kvnncn worden heb ik den schrijver van het artikel voorkomende iu Unsere Zeil. in de kritiek der andere uitgaven bijna woordelijk gevolgd.
9
rustende in de archieven van liet paleis Peterhof bij St. Petersburg.quot;
In naam der allerheiligste en ondeelbare Drieëeuheid. Wij, Peter, keizer en Alleenheerscher van geheel Eus-land enz. enz. aan al onze opvolgers op den troon en in dé heersehappij van het Eussische volk.
De groote God, aan wien wij ons bestaan en onze kroon ontleenen, die ons met Zijn licht bestendig heeft bestraald en ons met zijn goddelijken steun heeft staande gehouden enz. enz.
Hier stelt Peter I voorop, dat hij, naar zijn inzien, hetwelk hij voor eene vooruitziening houdt, het Eussische volk geroepen acht om in de toekomst de heerschappij te voeren over geheel Europa. Hij grondt deze meening daarop, dat de volken van Europa een ouderdom hebben bereikt, die hen op de grens van hun ondergang heeft gebracht, of ten minste hen met rassche schreden daarheen voert. Hieruit volgt, dat zij gemakkelijk en zonder eenigen twijfel door een jong en vooruitstrevend volk onder het juk gebracht zullen worden, zoodra dit zijn volle kracht en wasdom zal hebben bereikt.
De Eussische keizer beschouwt deze toekomstige overweldiging van het Westen en het Oosten door het Noorden als eene periodieke beweging, vastgesteld in de Eaadsbesluiten der voorzienigheid, die, zoo zegt hij, op deze wijze ook aan het Eomeinsche volk door den inval der Barbaren een nieuw leven heeft geschonken. Hij vergelijkt deze tochten der bewoners van het Noorden bij tot het buiten zijne oevers treden van den Nijl, welke op
lü
vaste tijdstippen inet zijn slib de uitgeteerde Landstreken van Egypte bemest j er bijvoegende, dat Rusland hetwelk Mj als eene beek heeft gevonden, onder zijne opvolgers zich zal verbreedeu tot een groot meer, bestemd om een nieuw leven te schenken aan het vermolmde Europa en het ook met zijn golven zal overstroomen, trots eiken dam, dien de zoo zeer verzwakte handen mochten opwerpen, als zijne opvolgers tenminste deu loop der strooming zullen weten te leiden. Daarom laat hij hun de volgende voorschriften na, en beveelt die aan in hunne opmerkzaamheid en hunne voortdurende aandacht, even als Mozes de steenen tafeion aanbeval aan. het volk van Israël.
De Russische natie moet voortdurend in oorlog gewikkeld blijven, opdat de soldaat steeds vertrouwd blijve met en geoefend in den krijg, zij moet slechts tijd van rust hebben om de Rijksfinantien te verbeteren, de legers te herstellen en het voor den aanval gunstige oogenblik te kiezen. Alzoo moet de vrede dienstbaar gemaakt worden aan den oorlog en de oorlog aan den vrede, in het belang van Rusland's vergrooting van grondgebied en aanhoudenden vooruitgang.
Met alle mogelijke middelen moeten onder de best onderwezen volken van Europa m oorlogstijden veld-heeren en in vredestijden geleerden gezocht worden, om de Russische natie van de voorrechten van andere
IJ
landen partij te laten trekken, zonder daarom nogtans hare eigene verloren te doen gaan.
Bij elke gelegenheid moet deelgenomen worden aan de Europeesche gebeurtenissen en verwikkelingen, onverschillig welke, eu in het bijzonder aan die van Duitsch-land, welke, daar dit het. dichtst bij ligt, ook van het meest onmiddelijke belang zijn.
In Polen moet voortdurend onrust gestookt en verdeeldheid gezaaid worden; de machtigsten moeten met geld worden gewonnen; op den Rijksdag moet invloed verworven worden en daarna moet deze worden omgekocht, teneinde de hand te kunnen hebben in de keuze der koningen. Daartoe moet men den een of anderen bondgenoot laten benoemen, dien beschermen, Russische troepen het land binnen laten rukken en daar zoo lang mogelijk laten verwijlen, totdat zich de gelegenheid voor doet om ze er voor goed te laten blijven. Als naburige Staten bezwaren daartegen opperen, moeten deze onmiddelijk bevredigd worden, door het land onderling te verdeelen, totdat men zich later weer kan meester maken, van hetgeen men eerst heeft afgestaan.
Van Zweden moet zooveel worden aftrenomen als
O
eenigszins mogelijk is en het er voorts op worden toegelegd , dat het zelf de aanvaller wordt, teneinde een geschikt voorwendsel te hebben, om het onder het juk
12
le brengen. Te dien einde moet liet van Denemarken en Denemarken wederom van Zweden worden vervreemd en beider naijver zorgvuldig worden onder-houden,
VI.
De gemalinnen der Russische vorsten moeten immer onder de Düitsclie vorstinnen gezoeht worden, teneinde de familiebetrekkingen met Duitschland te vermenigvuldigen, de gemeenschappelijke belangen te versterken en zoodoende Duitschland te verbinden aan onze zaak, en terzelfder tijd onzen invloed aldaar te vergrooten.
VII.
Speciaal voor den handel moet men zich verbinden met Engeland, daar dit land voor zijne marine ons het meeste noodig heeft en ons voor zijne ontwikkeling het meeste nut kan aanbrengen. Ons hout en onze andere voortbrengselen moet men tegen zijn geld omruilen en tusschen zijne koop- en zeelieden en de onze onophoudelijk betrekkingen aanknoopen in het belang van handel en scheepvaart.
Zonder uitstel moet in het Noorden aan de Oostzee, en in het Zuiden aan de Zwarte zee uitbreiding gezocht worden.
Zooveel als mogelijk is moeten Konstantinopel en Indië
13
genaderd worden. Hij, die daar zal gebieden, zal de ware wereld-heerschappij voeren. Met het oog op dat voortdurende oorlogen, nu met Turkije, dan met Perziö, moeten langs de Zwarte zee havens gevestigd worden en moet men zich van de daar reeds bestaande, zoowel als van die langs de Oostzee, al meer en meer meester maken. Dit zijn tiuee zahen, ivelke vóór alles noodig zijn, om het plan te doen gelukken. Men moet den val van Perzië verhaasten, tot aan den Perzischen golf doordringen, zoo mogelijk door Syrië den ouden handel op den Levant weder herstellen en voortrukken tot aan Indië, dat de stapelplaats der wereld is. Eenmaal daar zijnde zal men het Engelsche goud kunnen ontberen.
X.
Met zorg moet men trachten een verbond met Oostenrijk te sluiten en te onderhouden; oogenschijnlijk diens plannen op een toekomstige keizerskroon van Duitsch-land ondersteunen, maar ondershands den naijver der vorsten daartegen opwekken.
Voorts moet men trachten dat door den een of ander Rusland's hulp worde ingeroepen om dan over dat land een soort van protectoraat uit te oefenen, hetwelk de werkelijke heerschappij moet voorbereiden.
De Oostenrijksche dynastie moet worden bewogen om de Turken uit Europa te verjagen, doch haar ijverzucht moet, als het tot de inneming van Konstantinopel komt, geneutraliseerd worden, hetzij door haar in een oorlog
14
met de andere Staten van Europa te wikkelen, hetzij door haar een deel um het veroverde gebied toe te kennen, hetgeen men haar later weder moet ontnemen.
XII.
Alle Grieksch-Catholieke Christenen, 1) die hetzij in Hongarije; hetzij in Zuidelijk Polen verstrooid zijn, moet men vereenigen en aan zich verbinden. In Eusland moeten zij hun middelpunt en steun vinden, daartoe moet begonnen worden met de instelling eener universeels suprematie, bestaande in een soort van Koninklijke waardigheid of priesterlijke oppermacht. Deze menschen zullen dan evenzoo vele vrienden zijn, die men zich daur onder zijne vijanden schept.
XIII.
Eenmaal Zweden machteloos gemaakt, Perzië veroverd, Polen ten ondergebracht, Turkije overwonnen onze legers vereenigd zijnde, en de Zwarte- en Oostzee door onze schepen bewaakt wordende, moet men in het geheim het Hof te Versailles en dat te Weenen 2) één voor één, voorslaan om met ons de wereldheerschappij te deelen.
Als een van beide vorsten aanneemt, wat nauwelijks anders te denken is als men diens eerzucht en eigenliefde weet te streelen, moet men zich van dezen bedienen, om den anderen te vernietigen, dan den overblij-
In den Franschen tekst staat: Grecs schismatiques ou dcsunes.
Hiervoor zal men nn natuurlijk wel moeten lezen „Berlijn.quot;
15
vende op zijne beurt ten onder brengen, zoodra men den strijd tegen hem aanvaardt. De uitslag van dien strijd kan niet twijfelachtig zijn, daar Eusland dan, behalve het geheele Oosten, reeds een groot gedeelte van Europa bezit.
XIV.
Wanneer, wat trouwens niet waarschijnlijk is, beiden het aanbod van Rusland afslaan, moet men een twistappel tusschen hen weten op te werpen en den een den ander laten vernietigen. Dan moet Rusland, gebruik makende van een gunstig oogenblik, eerst Duitsch-land met zijne troepenmacht overstroomen. Gelijktijdig , moeten dan twee groote transportvloten, de eene uit de zee van Azof, de andere uit de haven van Archangel, met Aziatische stammen bemand, onder bescherming der oorlogsvloten van de Zwarte- en de Oostzee vertrekken. Door de Middellandsche zee en den grooten Oceaan voortstevenende, moeten zij Frankrijk van de eene zijde aanvallen, terwijl Duitschland dit aan de andere zijde zal doen; en, nadat op wijze deze wijze beide landen bevochten worden, zal het overige gedeelte van Europa gemakkelijk en zonder dat het zwaard getrokken behoeft te worden zich onder het juk buigen.
Zóó kan en zal geheel Europa onderworpen worden.
Voorzeker een even belangwekkend als merkwaardig document!
Kenschetst het nu werkelijk een traditioneele veroveringspolitiek, dan is het, zooals wij zeiden, vrij onverschil-
16
lig wie de uitvinder er van isof Peter de Groote of een zijner ministers of opvolgers de eer dier uitvoering toekomt, dan wel of het eene vrucht is van de scherpzinnigheid van den Eidder d'Éon of wel misschien dat het G aillardait zelf is, die de geheimste plannen van de Russische Alleenheerschers, den denkbeeligen uitersten wil van Peter I heeft geraden en aan het bedreigde Europa geopenbaard. (1)
Ofschoon de volledige plannen van Peter den Groote nergens nauwkeurig uitééngezet zijn, zoo spelen zij toch in Rusland zelf en in de pers aldaar eene groote rol. Met name is het Dagblad van Moskou met zijn geleerden Germanophoob Katkof als Redacteur, die de nationaal-Russische bedoelingen en artikel XII van het testament, het protectoraat over alle Grieks che Christenen, tracht te verwezenlijken. Trouwens, ook de Regeering zelve zoekt bij het volk het geloof op te wekken, dat hare politiek eene traditioneele, van Czaar op Czaar overgaande is. Zoo wordt er b. v. in de Inleiding tot de Russische geschiedenis van Ustraloff, een in zijn tijd officieel aanbevolen leerboek, van Catharina II gezegd://Zij legde met tact de plannen van Peter den Groote ten uitvoer.quot;
Ook eene krachtige Regeering kant trots hare vermenging met democratische en radicale utopiën, de wijd verspreidde panslavische ideën gemakkelijk aan zich dienstbaar maken.
Even onverschillig, voegen wij er bij , blijkt het dan ook oï, zooals in den laatsten tijd, trouwens op zeer zwakke gronden, beweerd is, het testament ook eigenlijk uit de pen van Keizer Napoleon I zon zijn gevloeid, of ten minste op zijn last en volgens zijne opgaven zon zijn samengesteld. Veht.
17
De analogie met de Duitsclie geschiedenis der laatste jaren ligt hier nagenoeg voor de hand. Immers was toch het idee der Duitsche éénheid eigenlijk eene vrucht van de jaren 1848 en '49
Beschouwen we nu eerst artikel I; om het volk in voortdurenden krijg te honden, dan weten we, dat, zooals de Franschen de veldtochten in Algerië voor hun bestendige krijgsschool hielden, de Eussen zulks deden met den Kaukasus. Peter de Groote zelf had reeds den oorlog in den Kaukasus begonnen en was, met het oog op den tijd waarin hij leefde, betrekkelijk zelfs verder voortgedrongen dan zijne opvolgers deden. Deze laatsten zagen dit voortschrijden voor den aangewezen weg aan en offerden bijna twee eeuwen lang den bloem van hun land op, aan het bedwingen van den Kaukasus. De onafhankelijke volken en staten van Kaukasië werden evenzeer als Perzië en Turkije, aanhoudend bedreigd en dikwijls gelijktijdig beoorloogd. Maar dit alles geschiedde slechts ter verdediging der grenzen van het heilige Rusland!
Toen eindelijk ten jare 1859 de vernietiging der Kauka-siërs het veroorloofde om met deze verdediging voorloopig op te houden, deed zich spoedig ten oosten en zuiden van Ural de gelegenheid voor tot nieuwe oefeningsoorlogen, en hierdoor te gelijker tijd tot voortschrijden in den zin van art IX, naar Perzië en Indië.
Het heeft der Russische diplomatie nimmer aan geschikte personen en schijnheilige woorden ontbroken. Zoo leidde dan ook Prins Gortschakof deze nieuwe veroveringstocht met eene politieke nota in, waardoor bewezen moest worden hoe Rusland , alléén toegevende aan den
18
drang der omstandigheden in het belang van den handel, van de welvaart en dc sociale organisatie der onder het juk te brengen barbaarschc volken zelf, naar het zwaard greep. De kamp der Vereenigde Staten van Noord-Amerika tegen de Indianen, de strijd van Frankrijk in Algerië, van Nederland in diens koloniën, van Engeland in Indië, werden als zoovele bewijzen aangevoerd, dat verschillende beschaafde natiën, die in kontakt stonden met half-wilde, rondzwervende volkstammen, genoodzaakt waren geweest om op gelijke wijze vóór te gaan.
liet is hier de plaats niet, om de juistheid dezer vergelijking te onderzoeken. Maar in elk geval staat het vast, dat in Midden-Azië slechts de weinig talrijke Steppen-bewoners en Nomaden zijn, terwijl die der ten deele zeer bevolkte en vruchtbare oasen en berglanden, van oudsher vaste woonsteden hebbende en steden bouwende, inet hunne Chineesche naburen ongeveer op een zelfde trap van beschaving staan, welke tegen die van de llussische boeren steeds heeft kunnen opwegen.
En hoe juist was reeds destijds, 1864, evenals latei-in 1870, het tijdstip gekozen voor de verkondiging van bovenstaand Programma. Toen in den Deenschen oorlog de machtsontwikkeling en slagvaardigheid der Pruissi-sche troepen de andere staten van Europa schrik aanjoegen, hen uit hunne sluimering en eigenwaan deden opschrikken en met angstige voorgevoelens vervulden, waren er te veel dringender zorgen, dan om er zich mede te bemoeien, dat in het ver afgelegen Turkije de volkeren elkander gingen bevechten.
19
Zoo zag dan Europa liet immer vertier voortdringen van Rusland naar het Oosten rustig aan. Reeds ten jare 1865 verzekerde dit zich voor goed het bezit van het •3 a 4 duizend vierL mijlen groote Khanaat van Kho-kandj door de verovering der wegens haren Chineeschen handel zoo gewichtige stad Taschkend, Drie jaren latei-dwong generaal Kaufman den Erner van Buchara, na de inname zijner residentie Samarkand, tot een bondgenootschap met Rusland. Dat wil zeggen: hij maakte dezen, den machtigsten vorst van Midden-Azië tot een vazal van den blanken Czaar.
In 1870 vielen Schari en Kitab, de hoofdsteden van het aan de grenzen van Buchara wonende bergvolk van den Schehriseb, en het volgende jaar werden, door inlijving van de Khanaten van Kohistan en Kuldscha, de Oostelijke grenzen van het generaal-gouvernementschap van Turkestan, volgens Napoleontische theorie de natuurlijke grenzen op de meest gewenschte wijze verlegd.
De strijd met Khiwa, waar de straks genoemde generaal Kanfmann zulke schitterende lauweren oogstte, ligt nog versch in het geheugen en de jongste tochten zijner onderbevelhebbers behoorden voor weinige maanden geleden schier nog tot het nieuws van den dag.
Het in artikel II verlangde aan zich verhinden van buitenlandsche krachten in oorlog en vrede, is evenzeer sedert Peter I tot een vasten stelregel der Russische Keizers geworden.
Rusland gold namelijk tot het midden onzer eeuw voor het Eldorado voor kunstenaars en geleerden. De Russische staatsraden en professoren in allerlei vakken.
20
waaraan Duitschlancl zoo rijk is, zijn de dankbare getuigen van Russische ombekrompenlieid.
ïot zelfs in de hoogste en invloedrijkste ambten en bedieningen treflen wij, van Peter den Groote's tijd af, talrijke vreemdelingen aan; inzonderheid Duitschers. Wij herinneren hier slechts aan staatslieden als Ostermann en Nesselrode (de vader van den Eijkskanselier van dien naam, laatstelijk Eussisch gezant te Lissabon), aan veld-heeren als Münnich en Diebitsch en aan geleerden als Grimm, de gouverneur der kinderen van den tegenwoor-digen keizer.
De voorschriften der artikelen III en IV, deelname aan alle verwikkelingen in Europa in het algemeen en Duitschlancl in het hijzonder en het aanknoopen van familiebetrekkingen met Duitsche vorstenhuizen, z:jn evenzeer steeds met de meeste nauwgezetheid opgevolgd geworden. Hohenzollernsche. Ascanische, Wettiner en Wittesbacher, Lahringer en de trotsche afstammelingen van Obatritische vorsten hebben het zich als eene hooge eer aangerekend om hunne vorstinnen aan Rusland uit te huwelijken. En het is karakteristiek, wanneer men deze verbintenissen goed beschouwt, dat men deze vorstinnen steeds dwong en nog heden ten dage dwingt haar geloof af te zweren en de Grieksche kerk te omhelzen terwijl het aan met Duitsche vorsten gehuwde Russische grootvorstinnen veroorloofd is, het geloof harcr vaderen getrouw te blijven en zich russische kapellen te doen bouwen, om daar naar landsgebruik te kunnen bidden.
Voorzeker is dit een schitterende triomf der Russische
21
politiek. Welk een verheven standpunt moet Rusland toch wel niet innemen, dat men licm zelfs hierin zoozeer te wille is!
Met hoeveel stelselmatige slimheid Rusland in den geest van artikel IV tegen Polen is te werk gegaan en daar twist en tweedracht heeft gezaaid, tot aan de volledige vernietiging van dat Rijk toe, zullen wij nader zien, bij de oorlogen van Keizerin Anna en de veroveringen van Catharina II.
Al de overige artikelen van het merkwaardige staatsstuk laten zich in twee deelen te samen vatten; namelijk de heerschappij over de Oostzee en die over de Zwarte zee, met inbegrip van den Bosporus en de Dar-danellen, door dc verovering van Konstantinopel.
Het was een onbeschaafd en, trots zijne grootte van over de twee maal honderd vijftig duizend vierkante mijlen machteloos rijk, hetwelk Peter I van zijn stiefbroeder Theodorus, de derde vorst uit liet huis van Ro-manof erfde.
Nog wrokte een machtigs Adel, wiens geslachtsregisters Theodorus had laten verbranden, om diens overmoed te breken, en zocht met behulp der geestelijkheid do macht des Czaars te ondermijnen, nog betaalde Eusland jaarlijks belastingen aan de ïartaarsche stammen in de Krim, nog beheerschten de Turken en de hun onderworpen Kozakken de Zwarte zee, en de Zweden dc Oostzee; nog had Rusland, behalve aan dc Witte zee, geene kusten, had liet geen enkel oorlogschip en schier geen handel.
.Hit erfgoed verkreeg in het jaar 1G82 de nauwelijks
10 jarige Peter, (zijn 16 j.arige stiefbroeder Iwan, die zwakke geestvermogens bezat, was tot aan diens dood slechts in naam mede-regent) onder voogdij zijner eerzuchtige zuster Sophie, die zijne moeder NathaliaNariusch-kin op zijde had geschoven. Reeds in 1689 moest hij met deze zuster om zijn kroon strijden. De 16 jarige jongeling behaalde de overwinning en de zuster moest in een klooster voor hare misdadige eerzucht boeten. Zoo stond Peter, op een leeftijd, waarop de minste menschen de leiding van anderen kunnen ontberen, aan het hoofd van een Rijk, dat hij met mannelijke hand tot macht en roem voerde.
Lesort, een Zwitser en Timmermann, een Straatsburger, waren zijne eerste leermeesters in de krijgswetenschap en de scheepsbouwkunde. Even helder als hij zijn doel bewust was, even vastberaden voerde hij het uit. Hij moest een machtig leger vormen om kusten voor zijn Rijk te veroveren, opdat hij handel kon drijven en zoodoende den rijkdom van zijn land verhoogen, hij moest een vloot bouwen om zich het voortdurend bezit dier veroveringen te verzekeren en zijn handel te beschermen. Daar echter zijne Russen te weinig beschaafd waren, moest hij in het buitenland krachten zoeken, om door deze die van zijn Rijk te versterken.
De verovering der Zwarte- en der Oostzee, dat was met andere woorden ; Oorlog tegen de Turken en de Zweden. Eerst gold het de Zwarte zee; want de door Gustaaf Adolf en Karei X gegrondveste Zweedsche macht stond nog in zulk een hoog aanzien, dat het vermetelheid zoude geweest zijn om zonder bondgenooten den kamp met deze te wagen.
Zoo was tegen het toenmaals als vesting en als havenplaats tevens belangrijke Asof Peter's eerste krijgson-onderneming gericht.
Na een vruehtelooze poging in 1695 werd deze in het volgende jaar met een gunstigen uitslag bekroond, dank zij in de eerste plaats den bijstand van vreemde ingenieurs, onder wie zieh onder anderen de Oosten-rijksche baron Borgsdorff, die zich ook als schrijver over militaire zaken naam maakte, bijzonder onderscheidde ! in de tweede plaats de hulp der eerste Russische vloot, welke in de haven van Woronesch, in het hartje van Rusland gelegen, gebouwd was. Na deze belangrijke uitkomst ondernam Peter zijne eerste reis naar het buitenland,
Bondgenooten voor zijne plannen tegen de Zweden te zoeken , mag niet als de geringste drijfveer daartoe beschouwd worden. Reeds in 1698 kwam een verbond met Saksen tot stand. De Lijflander Patkul was daarvoor de ijverige onderhandelaar. Denemarken sloot zich ook aan.
liet verloop van den strijd in het Noorden is bekend. Karei XII, een held evengoed als Peter, maar zonder diens helder verstand en staatmanswijsheid, dwong Denemarken na een veertiendaagschen kamp tot den vrede van Travendahl, overwon hierop de Russen bij Narva en drong vervolgens in Polen en Saksen door.
Voor Peter was dit een gevoelige slag; doch zijn krachtige geest liet zich niet ontmoedigen. //Ik weet welquot;, zeide hij, //dat de Zweden ons nog dikwerf zullen verslaan, doch ten laatste zullen zij ons ook leeren over-
5i4
winnen!quot; De vier jaren, welke Karei besteedde om August van Polen te outtroonen, werden door Peter dienstbaar gemaakt aan liet veroveren der lauden aan de Oostzeekusten. Hij nam Mariënburg en Sekliisselburg in en legde midden in des vijand s land, te midden van den krijg, op den eersten Pinksterdag van het jaar 17Ü3 den grond voor de machtige Newastad.
Om zijn werk te bevestigen ontwierp hij zelf het plan van de vesting Kroonslot, welke, in verband met het later gebouwde Kroonstad, de voormuur van St. Petersburg werd.
De Zweedsche vloot werd op het Peipusmeer verslagen, de nederlagen van Narva door inneming dezer stad gewroken en eindelijk den oorlog met Zweden zoo goed als teneinde gebracht door de overwinning bij Pultawa, waar Peter zelf het bevel voerde, en door de in het jaar 1714 bij het eiland Aaland op de Zweedsche door do Russische vloot glansrijk bevochten zege. In 1721 werd dan ook de vrede van JMjstadt gesloten, welke Peter bijna al zijne overwinningen liet behouden, daar hij Lijfland, Estland, Ingermannland en een gedeelte van Finland met het llus-sische Rijk vereenigde.
Zoo was Zweden van het toppunt zijner macht gedaald en had het jonge Rusland, welks gebieder van zijn dankbaar volk den bijnaam van ,/de Grootequot; en den titel van //Keizer aller Russenquot; ontving, zijne plaats ingenomen.
Het was een hecht bolwerk, hetwelk Peter bij zijn dood in 1735 aan zijne gemalin Catharina naliet. Ware ook door den ongelukkigen veldtocht tegen de Turken aan de Pruth in het jaar 1711, waar het alleen te wijten was
aan Catharina's beleid en offervaardigheid dat Peter met zijn leger niet gevangen genomen werd, Asof weder verloren gegaan , zoo werd tocli door de meer gelukkige expeditie tegen Perzië, aan de Kaspische zee eu door den krijg in Kaukasië ten minste aan de oostkust der Zwarte voor goed vasten voet gekregen.
Alzoo kon Peter met een gerust hart aan zijne opvolgers overlaten om het groote werk voort te zetten en zijn vaderland op het door hem ingeslagen pad verder te doen voortstreven naar het doel, hetwelk zijn verheven geest had nagejaagd, zijn prophetisch oog hem in het verschiet had doen zien.
De Poolsche successie-oorlog, welke na den dood van August den Sterke ten jare 1733 tusschen August III (zooals hij als koning van Polen, of Erederik August II, zooals hij als Keurvorst van Saksen genoemd werd) en den voormaligen koning Stanislaus Lescinskj, ontbrandde, gaf Eusland de welkomen gelegenheid om zich in de poolsche geschillen te mengen.
Het waren de russische bajonetten, welke den keurvorst van Saksen tot koning van Polen verhieven; veldmaarschalk Milmüch veroverde Dantzig en verspreidde zijne troepen over het land en zoo werd de schijnkoning August in werkelijkheid een vazal van Rusland.
Hierna en nadat het Eussische leger in den strijd de bewijzen van zijn krijgstucht had geleverd, stelde zich de russische politiek een grootsch doel; namelijk de hervatting van Peter den Groote's plannen tegen het Ottomannische rijk. In April 1736 begon de oorlog, die de nederlaag aan de Prutli wreken en Asof eu de Zwarte zee heroveren zou.
26
Dc vrede van Belgrado maakte er in 1739 een einde aan. Warende uitkomsten, niettegenstaande verschillende roemrijke overwinningen van Münnich, ook al niet groot, toch werd Asof voor goed bij het rijk ingelijfd en werden de grenzen in het Zuiden naar de zijde der Krimsche Tartaren uitgezet.
De regeeriug van Keizerin Elizabeth, die beruchte dochter van Peter I, die, nadat Iwan in 1740 uit den weg geruimd was, den Eussischen troon beklom, was niet krijgszuchtig. Eerst in 17 02 trad, met Catharina II, dc buitenlandsche politiek wederom meer op den voorgrond.
Het gezegde van een Eussisch Staatsman uit don tijd van Alexander I ,/onze. constitutie is het despotisme gesteund door sluipmoordquot; karakteriseert de politieke geschiedenis van Rusland even treffend als scherp.
Sluipmoord was het inderdaad, welke de duitsche Prinses Sophie Augusta van Anhalt-Zerbst, 1) evenals na haar Alexander I, op den Russischen troon bracht.
Deze Prinses, die er dermate naar streefde om, te gelijk met haar duitschen naam, ook zelfs al wat duitsch in en aan haar was, af tc leggen, dat zij bij gelegenheid eener aderlating haren dokter verzocht al haar duitsch bloed af te tappen , maakte het Russische Rijk tot het machtigste in Europa.
Zij was eene dochter van Prins Christiaan August van Anhalt-Zurbst doch verwisselde na haar huwelijk met den russischen troonopvolger Peter Feodorowits haar naam in Catharina Alcxandriewona. Kort na de troonsbestijging van haar gemaal liet zij dezen gevangen nemen, in den kerker om het leveu brengen en zieh zelve als Catharina 11 uitroepen tot keizerin van Rusland. Vert.
Als cle woorden van Göthe;//Alle schuld wordt nog op aarde gewrokenquot; steeds waarheid bevatten, heeft in deze toch cene uitzondering op den regel plaats gehad. — De moordenares van haar echtgenoot, die haar medeplichtige tot haar minnaar koos en met goud en eer overlaadde, heeft grootere gebeurtenissen op te teekenen dan alle vorsten vóór en na haar en is nog heden ten dage do afgod haars volks, de schitterende ster aan den stijgenden hemel der russische macht.
Geestig, beschaafd, verstandig en berekend, scherpzinnig in de politiek, zoowel als in hare ondeugden van buitensporigheid en verkwisting, was eerbied voor zedelijkheid haar onbekend, haar wil en hare lusten waren het eenige uitgangspunt van hare daden.
Het geluk, waarvoor de wereld zich altijd buigt, kon in dien tijd van Voltairiaansche philosophic en lichtzinnigheid niet anders dan dubbel bedwelmend werken, zoo kwam het, dat, van het einde van den zevenjarigen oorlog af tot aan de Eransche llevolutie toe. Europa aan de voeten lag dezer noordelijke Semiramis.
Catharina verstond meesterlijk de kunst om het eergevoel en liet besef van eigenwaarde der Kussen te streelen. Hare veldheeren koos zij uitsluitend uit Oud-russische geslachten en bij voorkeur uit hen, die schitterden door rijkdom of hoogen adel. Evenwel was zij daarom niet blind voor de onbekwaamheid van een Galligen, een Eomanzof, een Repuin cn een Orlof, maar liet hen ter zijde staan door kundige buitenlanders, als Bauer, Weismann, Knorring en anderen. Zorgvuldig waakte zij er echter voor, dat alle roem en eer uitsluitend aan de Russen ten deel vielen; eene
28
verecring van hot Russische element, welke een even doel-treffend middel was om zich meester te maken van de macht, als de rechtzinnigheid welke zij bovenal nooit verzuimde te betoonen voor de Eussische kerk.
De oorlogen, welke Catharina zelve gevoerd heeft, zijn zóó bekend, dat liet onnoodig geacht kan worden daarover in het breede uit te weiden. Wij zullen ons dan ook alleen bepalen tot het nagaan der uitbreiding van Rusland's macht.
De eerste Turkschc Oorlog eindigde in 1774 met den bekenden vrede van Keinardschi, waarbij de Porte de vestingen Janikale, Kertsch en Kiuburn, evenals dat de streek tusschen den Dnieper en den Bug aan Rusland afstond, vrijheid van scheepvaart op de Zwarte zee en van doorvaart door de Dardanellen verleende, dc onat-hankelijkheid van de Krim erkende en vijf eu een half millioen Roebels Oorlogskosten betaalde. Tegelijkertijd werden Moldavije en Wallachije in zekeren zin aan Turkije ontnomen, daar deze vorstendommen onder bescherming van Rusland werden gesteld. Ook moest Turkije zich voorschriften laten welgevallen betreffende de behandeling van Europeesche reizigers, vreemde gezanten en Consuls.
Reeds vier jaren later bezette Catharina 's alvermogende gunsteling Potemkin met verbreking der gesloten verdragen, de. Krim, zonder dat de uitgeputte Verhevene Porte eenige tegenspraak waagde; Ja zelfs werd de Sultan in 1784 door tusschenkomst van Frankrijk, Oostenrijk en Pruissen gedwongen aan den hem gepleeguen roof zijne fortneele bekrachtiging te schenken. Op deze wijze werd de Krim eene Russische provincie.
29
In den daaropvoJgenden oorlog van Oostenrijk en Sus-land te zamen tegen Turkije, welke krijg in 1787 begon en, voor zooveel Eusland betreft, in 1792 door den vrede van Jassy eindigde, rukte deze tot den Dniester vooruit. Het was alleen aan den naijver der overige Mogendheden inzonderheid ook van Oostenrijk zelf, toe te schrijven, dat do Porte niet reeds toenmaals geheel ten onder werd gebracht.
Een in de politiek van den nieuwen tijd geheel cenig schouwspel van allerlei intriges, gepaard aan een overweldiging van den zwakkere zonder eenig mededoogen, levert ons de geschiedenis van do verdeeling van Polen.
Ook Oostenrijk en Pruissen namen deel aan deze zoo al niet roem dan toch winst aanbrengende zaak; doch Eusland verzekerde zich het leeuwendeel van den buit.
Catharina begon hare plannen tegen Polen ten uitvoer te leggen, door na den dood van August III aan dit Rijt, niettegenstaande alle tegenkanting, haar voonnali-gen minnaar Poniatowski als Koning op te dringen. Op deze wijze had zij dc beste aanleiding om telkens haar invloed te doen gelden en haar wil door te drijven.
Het was een smadelijke rol welke deze zoon van Polen tegenover zijn vaderland speelde en welke zelfs niet door het Koninklijke purper kan worden bemanteld.
Dikwerf is er over gestreden geworden of het plan der verdeeling van Polen het eerst is opgekomen bij Catharina, bij Frederik den groote of wel bij Joseph II en diens Minister Kaunitz. Hoe dit zijn moge, zeker is het, dat allen het plan met evenveel voorliefde opnamen en hel zonder het minste gemoedsbezwaar doorzetten.
Rusland ontving bij de eerste verdeeling meer dan 2000,
30
Oostenrijk ruim 1500 en Pruissen ongeveer 700 vierk mijlen. Polen verloor in het geheel omstreeks het derde gedeelte van zijn grond gebied met 5 millioen inwoners. In het jaar 1793 gingen Rusland en Pruissen tot een tweede verdeeling over. Catharina bekwam toen circa 4000 vierk: mijlen, met meer dan 3 millioen inwoners; Frede-rik de Groote over de 1000 vierk: mijlen, met ten naastenbij 3 millioen zielen. Polen versmolt alstoen tot op één derde van zijne voormalige grootte. In 1795 werd, nadat door de bestorming van Praag door Suwarof de weerstand der Polen gebroken was, ook dit gedeelte het slachtoffer der mogendheden. Rusland nam er 2000 vierk: mijlen van, Oosterijk over de 800 en Pruissen 1000 met de hoofdstad Warschau.
Rusland verzekerde zich alzoo ruim twee derde gedeelte van den buit.
In hetzelfde jaar werd ook de Russische politiek in Kurland met een gunstigen uitslag bekroond. Deze politiek bestond, volgens het beproefde oude recept, daarin, dat tusschen den adel en de burgerij voortdurende twisten waren aangestookt, om beide partijen bij afwisseling in Petersburg hulp en steun te laten zoeken. De kinderlooze Hertog Peter , een zoon van Biron, dien onophoudelijken strijd moede, stond zijne Souvereine rechten tegen eene geldelijke schadeloosstelling aan Catharina af.
Dit was het laatste voordeel hetwelk verkregen werd door deze, door het geluk cn de fortuin nimmer verlaten Vorstin, die gedurende hare glansrijke regeering Rusland met verschillende landstreken, ter gezamenlijke uitgestrektheid van 11 duizend vierk: mijlen, welke thai.s tot
31
zijne gewichtigste, rijkste en meest bevolkte provinciën behooren, heeft vergroot en de grootsche plannen van Peter I op zulk eene krachtige wijze heeft voortgezet.
Een leerrijk voorbeeld, hoe ook in de politiek vriendschap niets meer is dan een ijdele klank, toont de vrede van Tilsit in 1807. Daar offerde Alexander I zijn vriend Frederik Wilhelm III zonder eenig gemoedsbezwaar aan zijn eigenbelang op, ja, nam hem zelfs zonder blikken of blozen een gedeelte van zijn grondgebied, de Heerlijkheid Bialystock, afkomstig van den voormaligen gemeenschap-pelijken vijand, wederom af.
Klinkt het niet schier als spotternij, dat het fransch-russische verdrag in den aanhef de verklaring bevat: dat Napoleon, om Alexander te wille te zijn, er zich toe zal bepalen om den Koning van Pruissen slechts de helft van diens Rijk te ontnemen ? De fransche diplomaat Lefebore zegt hieromtrent: //Nog nooit is met ergerlijker Cynisme die grondregel der moraal geschonden, welke ons verbiedt een vriend op te offeren, die ons aan zich heeft overgegeven en onze eeden heeft ontvangen. (Napoleon kwam zijnerzijds met Alexander overeen zijn voormaligen bondgenoot den Koning van Spanje te onttroonen). Ons hart komt in opstand bij den aanblik dezer beide machtigste vorsten van Europa, die gisteren nog elkanders meest verbitterde vijanden waren, doch zich heden zoodanig met elkander verzoenen, dat zij ondank en trouweloosheid tot het Cement maken, waarmede zij hun verbond bevestigen, evenals eenmaal Romers Driemannen hun eigen vrienden, die zij met geweld in hunne twisten betrokken hadden, aan elkander opofferden.quot;
32
De geheime bepalingen van liet verdrag van Tilsit maakten het Rusland nog in hetzelfde jaar mogelijk in Molda-vye en Wallachye te vallen. Hij overwon het leger der Turken bij Arbatschai en hun vloot in den zeeslag van Lemnos, en noodzaakte hen tot het sluiten van een wapenstilstand. Middelerwijl verklaarde hij Zweden den oorlog, onder voorwendsel dezen te dwingen eveneens tot het Consinentale stelsel toe te treden, en bevocht hem met zooveel geluk, dat hij bij den vrede van Frederiksham in 1808 Finland, zoomede Oostbothnië en het eiland Aaland - in het geheel eene uitgestrektheid van over de 5000 vierk : mijlen , met eene bevolking van negen maal honderd duizend zielen — verwierf.
Bij den strijd van Napoleon tegen Oostenrijk, in 1809, hield Rusland nog .Frankrijks zijde en bekwam, niettegenstaande het geringe aandeel dat zijne troepen in den veldtocht genomen hadden, het distrikt Tarnopol in het westen van Galicië met vier maal honderd duizend zielen. Toen de termijn van den wapenstilstand met de Turken verstreken was, werd de krijg tegen deze wederom voortgezet. De Eussen bevochten schitterende overwinningen, doch moesten zich bij den vrede van Bucharest, wegens Engelands oppositie, met eene betrekkelijk geringe gebiedsvergrooting tot aan de Pruth te vrede stellen.
Zoo was Alexander I er in geslaagd, zelfs in de moeielijkste tijden der Napoleontische Wereldoverheer-sching door zijne even gewetenlooze als sluwe wijze om van de gebeurtenissen partij te trekken, steeds nieuwe
veroveringen te maken en Peter's en Catharina's werk in stilte maar met kracht door te zetten.
De russisclie politiek heeft zich nooit laten leiden door eenige andere beweegreden, dan haar eigenbelang. Dit is de drijfveer van al haar doen en laten, dit is hare kracht, welke haar voortdurend een dreigend gevaar doet zijn voor het evenwicht en de rust van Europa.
In 1815 was het de eerlijkheid van den Koning van van Saksen tegenover Napoleon, welke de kosten van het gelag, in deze de oorlogskosten, moest betalen. Pruissen stond voor de helft van Saksen het grondgebied, hetwelk hem bij de beide laatste verdeelingen van Polen ten deel was gevallen, aan Euslaud af. Alzoo is deze thans in het bezit van het geheele voormalige Koninkrijk Polen met uitzondering der Oostenrijksche provincie Posen. Bovendien werd, in 1846, de 23 vierk. mijlen groote Vrijstaat Krakau, uit de hersenschimmige napoleontische schepping van het Hertogdom AV arschau tot dien tijd nog overgebleven, insgelijks bij het Eussische rijk ingelijfd.
Ka den vrede van Weencn trad de Europeesche politiek van Rusland een tijdperk van stilstand in, althans schijnbaar; want toenmaals waren evengoed als nu llus-sische agenten in het geheim bezig om te Konstantinopel te woelen, in Griekenland te stoken, in de Donauvorsten-dommen en Montenegro met goud en beloften den weg te bereiden voor Eussischen invloed.
Laat ons nu nog eens in het kort de veroveringen nagaan, welke Rusland in Europa in den loop eener eeuw, van Tilsit tot den vrede te Weenen, heeft gemaakt.
3
34
Ten oosten der Zwarte zee was liet rijke Kaukasië, ten noorden er van Zuid- of Nieuw-Lusland, dat wil zeggen; de gelxeele landstreek van den Donau vot aan de Prutlip in het westen des Rijks waren het Westelijk Rusland eu het Hertogdom Warschau, beiden zoo als wij reeds hebben gezegd de hoofdbestanddeelen van het voormalige Kóningkrijk Polen, aan de Oostzee de zoogenaamde Oostzeeprovincies Kurland, Lijfland en Esthland; eindelijk de golf van Finland en de Bothnisehe golf; het tot een Groot vorstendom verheven Finland. Voorzeker schitterende resultaten, waarvan geen andere mogendheid de weerga kan toonen. Geen enkelen keer heeft Rusland, in al zijn oorlogen, een vrede gesloten, waardoor hij niet hier of daar vergrooting van grondgebied heeft verkregen; hoewel hem ook liet groote doel van zijn streven, de verovering van geheel Turkije, zoo dikwerf hij ook gedacht had dit zoo goed als bereikt te hebben, door den naijver der andere mogendheden steeds weder ontglipt is.
Toen Nicolaas I, in 1825, den Russischen troon besteeg werden de plannen tegen Turkije dadelijk weder opgevat.
Nicolaas was ontegenzeggelijk sedert Peter I de edslste en, van het standpunt der algemeene menschelijke moraal beschouwd, de beste van de Russische keizers. Zijne onverbiddelijke, tegenover allen gelijke rechtvaardigheid, gegrondvest op eene onbegrensde plichtsbetrachting en eene onwrikbare gestrengheid tegenover zich zelf, zijn onvermoeide arbeid en voortdurende zorg voor het welvaren van zijn rijk, maken den trotschen en eenzeivigen man op zijn troon te midden eener omgeving, die hij zelf
35
zoo juist eu karakteristiek aanduidde inet de woorden: ffEen vorst heeft manr één eerlijken dienaar in zijn rijk en dat is hij zelf,quot; voorzeker tot eene eerbiedwaardige verschijning. En deze man was juist de eerste Russische czaar, wiens Europeesche politiek op geene grootere uitkomsten kan wijzen en wiens trotsch hart door nederlagen is gebroken.
Hoewel de in het jaar 1821 uitgebroken Grieksche opstand ook door Alexander, die door den invloed van Mevrouw van Krudener toen reeds gebukt ging onder mysticisme en zwaarmoedigheid, met afschuw werd begroet, zoo blijft het toch niet minder waar, dat deze door Russische ophitsingen en beloften, zij het dan ook tegen den wil des keizers in, in het leven geroepen is.
Nicolaas trok zich de zaak echter dadelijk ernstig aan, Griekenland werd vrij, nadat de Russen, onder Diebitsch zelfs Adrianopel hadden vermeesterd. Doch wederom verhinderden de andere mogendheden dat Rusland, met uitzondering eener zeer onbeduidende grensregeling, door zijne overwinning reëele voordeden behaalde.
In 1853 eindelijk meende Nikolaas den zoo dikwerf beproefden boslissenden slag tegen de Turken te kunnen ondernemen. Oostenrijk had hij door de onderdrukking van den Hongaarsehen opstand aan zich verplicht, Pruis-sen en het overige Duitschland leed nog aan de naweeën van 18-18 en '49 terwijl ten slotte in Frankrijk de napoleontische heerschappij nog nauwelijks was geves-tigd.
Tot voorwendsel voor den krijg moesten de waarborgen dienen voor de rechten der Grieksche Christenen.
36
De door Napoleon in het leven geroepen Europeesche coiilitie ilced ecliter de Russische plannen mislukken.
Tegen de vereenigde krachten van zoovele mogendheden was Rusland niet opgewassen. Nicolaas stierf tijdens den oorlog, en na den val van Sebastepol moest zijn zoon, de tegenwoordige Keizer Alexander II, de bekende bepalingen van den vrede van Parijs goedkeuren.
,/De sterke moge al wel eens een pas terugtreden, bij houdt echter zijn doel scherp in het oog en onderzoekt langs welken anderen weg hij het bereiken kan,quot; zeide de Pruisische minister von Manteuffel in 1850 na de nederlaag van het verdrag van Olmutz. Ook Rusland gevoelde zich sterk en wachtte totdat hij zijn Olmutz zou kunnen nitwisschen.
Nauwelijks had het bericht van Napoleon's nederlaag en gevangenneming bij Sédan zich door Europa verbreid, of Rusland maakte er dadelijk gebruik van om het Verdrag van Parijs tenminste zijdelings te verscheuren. Vorst Gortschakof gaf den onderteekenaren van dat Verdrag daarvan bij zijne nota van den 31. Octo-1870 eenvoudig kennis, en de Londensche conferentie bevestigde den 13. Maart 1871 openlijk een feit waaraan niet meer te veranderen viel. Zoo was dan het vóór den Krimoorlog bestaande Status quo, tot op een gering verlies van grondgebied in Eesarabië na, weder hersteld.
Indien de ïurksche heerschappij door de groote mogendheden derhalve tot nog toe staande is gehouden, omdat geen hunner wist wie de erfenis in bezit zou nemen, hetgeen zooveel zeggen wil , als omdat geen
37
der naastbij gelegen mogenclheclcn dat bezit aan den ander gunt, dan spruiten ook alle tegenwoordige vredelievende pogingen, zooals van zelf spreekt, voort uit dezelfde oorzaak. Wanneer het nu ecliter, trots aller bemoeiingen, niet gelukt de verwikkelingen in het Oosten op eene vredelievende wijze op te lossen en het Turksche rijk, zij het ook met eenige wijzigingen, in stand te houden, zoodat diens dagen in Europa zullen blijken geteld te zijn, dan zullen de uiteenloopende belangen der verschillende mogendheden spoedig op sprekende en wellicht ruwe wijze op den voorgrond treden.
De zoo dikwerf miskende en verguisde Napoleon III is toch de eerste geweest, die de gevaren, welke Europa van russische zijde dreigen terecht heeft ingezien en naar waarde geschat; en het is gewis eene lichtzinnige geringschatting, zoo wel van zijne staatsmanswijsheid als van zijn menschelijk gevoel, te beweren, dat hij den bloedigen Krimoorlog, waarvan duizenden zijner land-genooten de slachtoffers geworden zijn, alléén zoude gevoerd hebben, omdat de trotsche Kicolaas hem, den parvenu , het gebruikelijke ygt;inon frerequot; zou geweigerd hebben.
Een langdurige vrede, dien wij allen in het belang van den vooruitgang der beschaving moeten wenschen, is zonder politiek evenwicht der groote mogendheden onmogelijk. Ziedaar de reden waarom Napoleon aan elke poging van Eusland tot vergrooting van grondgebied naar het westen, zijn beslissend » Vetoquot; te gemoet voerde. En deze politiek van hem is heden , nu deze mogendheid door de gelukkige invoering van bnmen-
ÉÉ
38
landsche hervormingen zich op niet gering te schatten wijze versterkt heeft, meer dan ooit gerechtvaardigd.
Aan Napoleon is het, dat de woorden //Rusland in Konstantinopel, dat is de voet der Kozakken op den nek van Europaquot; worden toegeschreven; en in der daad, wanneer de Eussische adelaar eenmaal aan den Bosporus en de Dardanellen zou gebieden, dan ware de gewichtigste stap gedaan, tot verwezenlijking van het politieke programma van Peter den Groote.
Het is alzeo in geenen deele de veel beweerde en veel bestreden nationale animositeit van de toekomstige Keizers van Euslaud, maar het zijn de polieke belangen welke Rusland en Duitschland eens tot tegenstanders moet maken, waarbij wij echter voorop stellen, dat in de eerste plaats de annexatie van Turkije iverlcelijk op Rus-lands politiek programma der toekomst voorkomt
Wel is waar heeft de Russische Adelaar, tenminste in de laatste jaren, aan Duitschland nooit anders dan een vriendelijk gezicht getoond, doch het is van algemeere bekendheid, hoeveel daartoe wordt bijgedragen door de betrekkingen van bloedverwantschap, bestaande tusschen de hoven van St. Petersburg en Berlijn en door de Sympathie en de vereering, welke de zoon der pruissisehe Prinses Charlotte, kleinzoon van Koningin Louise, voor den doorluchtigen broeder zijner moeder koestert; en, wat nog zwaarder weegt, hoezeer ook de naaste politieke belangen van Rusland door Duitschland zijn in de hand gewerkt. Bovendien, wie weet ook niet, dat het evengoed Duitsch-lands overwinningen waren, welke in 1870 Rusland de Zwarte zee weêr deden veroveren, als aan het jeug-
39
dige Italiaansche Koninkrijk zijne oude liistorisclic hoofdstad j als Oud-Germaansche morgengave1) terug sclionk.
Op den duur valt echter op die goede gezindheid weinig te rekenen. Beter is het, zooals wij gedaan hebben, aan de hand der geschiedenis te onderzoeken en in een helder daglicht te stellen, wat toch wel het streven en het politieke doel moge zijn van dat machtige Eusland , op zulk een overdreven wijze gevreesd toen Keizer Nicolaas het toppunt zijnor macht had bereikt, na den val van dezen machtigen Alleenheerscher even overdreven den Kolossus met leem en voeten genoemd, en heden tendage bij de mees-ten over het algemeen weinig meer en beter bekend, dan, tijdens den oorlog van 1870, Duitschland bekend was in het zich met zooveel trotseh verheffende Frankrijk.
Van den kant van eenige publicisten wordt de verkrijging der Oostzeeprovincies door Duitschland als eene voldoende voorwaarde voor oen verbond met Rusland geacht. Een enkele blik op de kaart is echter voldoende om zich te overtuigen welk een ontoereikend aequivalent deze geringe machtsuitbreiding voor Duitschland zou zijn, tegenover de groote waarde welke voor Eusland uit de inneming van Turkije zou voortvloeien. Zelfs als deze geheel en al van de Oostzee terugtrok, waartoe het Russische chauvinisme zonder hardnekkigen strijd wel nooit zal komen, — alsof Petersburg slechts eene kunstmatige schepping en Ruslands kracht uitsluitend
Mor rjeng men waren eigenlijk de giften welke, naar Oud-Ger-maansch gebruik, de man op den ochtend na zijne huwelijksvoltrekking aan zijne jonge vrouw schonk. Als zoodanig is er zelfs in onze oude hollandsche wetgeving hier en door nog sprake van. quot;VmtT.
40
in het zuiden gelegen ware! — Zou het altijd toch als een hoogst onvoordeelige ruil beschouwd moeten worden, want, terwijl het ruwe klimaat, hetwelk zich van Petersburg noordwaarts uitstrekt, elke intensive ontwikkeling in den weg staat, behoort Turkije, door zijne natuurlijke gesteldheid en rijke hulpbronnen tot de vruchtbaarste streken van Europa.
De Turksche heerschappij over nog geen 5 millioen Mohammedanen en meer dan 10 millioen Christenen is reeds dikwijls een schande voor Europa genoemd geworden. Van deze 5 millioenen Mohamedanen zijn bovendien nauwelijks het derde gedeelte eigenlijke Turken of Ottomannen, hetgeen gewis op den duur een onhoudbare toestand is. Ook in het belang der men-schelijkheid, der orde en der zedelijkheid dient aan de schier spreekwoordelijk geworden Turksche huishouding zoo spoedig mogelijk een einde te worden gemaakt. Niemand kan het den Christelijken schatplichtigen onderdanen, die tegenover de Mohamedaansche Beij's nog onmachtiger zijn, dan het de lijfeigenen in de meest barbaarsche tijden tegenover hunne heeren waren, euvel duiden, wanneer zij eindelijk zelf het iniatief nemen om dat ondragelijke juk af te schudden, doch daarmede is, helaas, de zooveel beweging makende Oostersche kwestie niet opgelost. De door eene meer dan 400 jaren lange onderdrukking gedemoraliseerde Christen volkstammen zijn thans voorzeker niet in staat, om uit eigen beweging staten te vormen waar beschaving en vooruitgang zouden zetelen en die aan Rusland's invloed en macht weerstand zouden kunnen bieden. Het moet alzoo een
41
vreemde mogendheid wezen, die de zoozeer betwiste erfenis aanvaardt, om haar langzamerhand geheel en al in zich op te lossen. Uit een geografisch oogpunt beschouwd kau dit echter geenc andere mogendheid zijn, dan het zich 350 mijlen ver langs de Turksche grenzen uitstrekkende Oostenrijk.
Het zou ontegenzeggelijk een grootsch bestaan zijn voor het edele huis van Habsburg. om op de puinhopen van het te gronde gegane Ottomanische Rijk het oude Byzantijusche Keizerijk weder op te bouwen, waar eenmaal de Comnenussen 1) kunsten en wetenschappen opvoerden tot den hoogsten bloei en waar een tijd heeft bestaan, dat de kruistochten er westersche zeden en beschaving deden heerschen. Zou Vorst Bismarck, toen hij die beroemde woorden sprak dat Oostenrijk zijn zwaarte-
Een beroemd Vorsteiigeslacht van Romeinschc afkomst, dat van het midden der 11e eeuw tot aan het begin der 13e eeuw den troon van het Byzantijusche Rijk en daarna een eeuw lang dien van Trebizonde bekleedde, en waarvan verschillende leden zich bijzonder onderscheidden door liefde voor kunsten en wetenschappen. Sommige beweren dat de Bonapartes van hen afstammen; iets wat echter nog hoogst twijfelachtig is. Dit is echter waar, dat een zekere Demetrius Comnenus, die vóór de Fransche omwenteling in het Fransche leger diende, daarna door Napoleon I met een aanzienlijk jaargeld werd begiftigd en vervolgens door Lodewijk XVIII tot maarschalk en Ridder der orde van den Heiligen Lo-dewijk verhevea werd. Hij stierf kinderloos in het najaar van 1821. — In Italië leven nog tegenwoordig afstammelingen van dit aloude Vorstelijke huis, die evenwel geheel in verval zijn geraakt. Zoo is in het begin dezes jaars te Milaan e^n dezer afstammelingen, Prinses Lignetta Lusig-nano Comneno in het huwelijk getreden met een steenhouwer. Sic transit gloria mundi!
42
puni naar het Oosten moest overbrengen, reeds het oog hebben gehad op deze mogelijkheid ?
Voorzeker zullen de duitsche provinciën aan Oostenrijk op den duur niet passen en, in den loop der tijden, door hare natuurlijke neiging aan Duitschland toevallen. Daardoor zullen dan ook alle denkbare tegenstrijdige belangen tusschen het nieuwe Duitschland en het nieuwe Oostenrijk voor immer hebben opgehouden te bestaan en zullen beiden als elkanders natuurlijke bondgenooten elke verstoring van den vrede en elke verbreking van het Europeeschc evenwicht, van welke zijde die ook te duchten moge zijn, steeds tegengaan.
Rusland, op zijne beurt, kan dan steeds verder in Azië doordringen, totdat het gaat stuiten op Engeland's bezittingen en op China. Op deze wijze zou Europa van de Russische overheersching bevrijd zijn.
Het ligt evenwel evenmin in mijn plan, als dat het eenig nut zou kunnen hebben om mij in verdere politieke combinaties te verdiepen.
Deze weinige opmerkingen hebben alleen ten doel het gewicht en de mogelijke gevolgen der tegenwoordige beweging in het Oosten in het oog te doen springen.
Bij den Uitgever dezes is mede verschenen en met succès gedebiteerd:
NAAK HET FRANSCH
VAN
Majoor van den G ener alen Staf hij het Beïyische leger.
i
i
C-quot;
r
VAN HET BEGIN TOT DEN DOOP VAN
NAAR HET FRANSCH
Majoor van den ('eneral en Staf bij het Belgische leger.