TEN DIENSTE DER VEREERDERS VAN DEN HEILIGEN
Ordestichter, Bisschop en Kerkleeraar Alplionsns Maria de Liguori.
ALSMEDE EENE Verzameling van Gebeden door den Heilige zeluen opgesteld.
DOOR
Uit het Hoogluitsch vertaald door E. IH. I
pULPEN
SNELPERSDRUK VAN M. ALBERTS. UITGEVER.
's jBoSCH. BIJ W. VAN GliLICK.
üp-
J. M. SCHOLTIS, Par. et Dcc.
ad lioo delegatus.
Gulopi-s hdc 7 Jidii 188 i.
fo-
i?quot; -9S
/Is trouwe kinderen der heilige ka-tholieke Kerk, vereeren wij van jongs af de Heiligen en roepen hunne voorspraak in. Gelijk wij rnet de heiligmakende genade versierd, vooral door de beoefening der drie goddelijke deugden in innige vereeniging met God verkeeren; zoo knoopen we door de vereering en aanroeping der Heiligen een zalig verkeer aan met de bewoners des hemels.
Voor den katholiek is het bijna on-begrijpelijk, hoe iemand het geoorloofde en nuttige der vereering van de Heiligen in twijfel kan trekken. Indien wij met de drie jongelingen in den brandenden vuuroven God lof/.ingen over de werken Zijner zichtbare schepping: in het sterrengewelf namelijk met deszelfs dui-zende lichtgevende hemelbollen; op de
.t
aarde en in de zee met hare vele dieren en gewassen; in de natuurver-schijnselen met hnnne verrukkende en schrikbarende schouwtooneelen; in den mensch met zijne lichamelijke en geestelijke voorrechten; waarom zouden wc clan den Heer niet mogen en moeten loven in de wonderwerken zijner genade, in de deugden en gaven zijner uitverkorenen? waarom Hem niet prijzen in het Geloof der Patriarchen, in de Hoop der Profeten, in de Liefde der Apostelen, Hem niet verheerlijken in de standvastigheid der Martelaren, in het geduld der Belijders, in de reinheid der Maagden, in de heerlijkheid van 's hemels Zaligen?... Roept ue heilige Geest zelf ons in den psalm niet toe : »Looft den Heer in Zijne Heiligen!quot; Prijst Hij niet door de in verrukking vervoerde Elisabeth Jezus' heilige Moeder; »Zalig zijt gij, omdat gij geloofd hebt?quot; Legt Hij niet Goris Moeder de volgendee profetie in den 'mond: sZie van nu af zullen alle geslachten »mij zalig heeten?quot; En is de vereering der Heiligen wel iets anders
— 5 —
dan het lofzingen des Heeren in de gaven, waarmede Hij zijne lievelingen begunstigd heeft? Do H. Paulus smeekt de Christenen van zijn tijd om de aalmoes des gebeds; zouden wij deze zelfde bede niet mogen richten tot de Heiligen, die nu met God heerschen ? Zonder twijfel; de liefde der zaligen toch tot hunne broeders op aarde is zooveel grooter en hun gebed voor Gods troon zooveel krachtiger, naarmate hunne liefde tot God grooter is geworden. Daarom heeft de katholieke Kerk do vereering en aanroeping der Heiligen niet alleen niet verboden, maar ten allen tijde ijverig bevorderd, beoefend en nadrukkelijk aanbevolen.
In dit boekje nu, Waarde Lezer, wordt u een Heilige voorgehouden, over wiens geheele leven en werkkring eene wonderbare minzaamheid en hemelsche liefelijkheid is uitgestort. Ik twijfel geenszins, of gij zult den H. Alphonsus vurig beminnen , na zijn beeld zooals het u hier wordt voorgesteld oplettend te hebben gadegeslagen, gij zult een groot vertrouwen op zijne bescherming fc_ó
koesteren en hem ijverig gaan veree-ren. Reeds zijn naam stemt u tot vertrouwen; men kan toch zeggen, dat deze naar het oud Hoogduitsch betee-kent: Steeds bereid, welwillend , ridderlijk bereid ; volgens de woorden al en funs: bereid, genegen, welwillend. Hebt gij echter het geluk lid te zijn der Aartsbroederschap van O. L. V. van Altijddurenden Bijstand, dan staart, gij reeds onder de bijzondere bescherming des H. Alphonsus, den hoofdpa-troon dezer broederschap, en kunt gij ii verheugen in dit boekje stof voor uwe godsvrucht en vereering jegens hem te vinden.
Al wat hier van het leven en wonderdaden des Heiligen wordt medegedeeld, kan met recht aanspraak maken op geloofwaardigheid, daar het uit de degelijkste bronnen, meestal uit het Kerkelijk ofïioie ter zijner eere opgesteld, uit de Bulle der heiligverklaring en andere Pauselijke geschriften genomen is. De schrijver verklaart echter, ten einde gehoorzaam te zijn aan het
decreet van Paus Urbanus VIII, dat amp;.
— 7 —
omtrent de anilore boveiuiatuurlijke gebeurtenissen , liij slechts die zuiver menschelijke geloofwaardigheid er aan toekent, welke zij — de degelijkheid der getuigenissen, die er voor spreken, in aanmerking genomen — verdienen.
In het eerste deel van dit boekje zult gij eenige beweegredenen der vereering van den H. Alphonsus vinden.
In hot tweede deel wordt u eeno keuze van godvruchtige oefeningen en j gebeden ter zijner eere aangeboden.
In het derde deel volgen eenige zeer i schoone gebeden, welke de Heilige zelf gemaakt heeft.
Moget gij door eene getrouwe vereering des heiligen Kerkleeraars u van zijne machtige, dikwijls aanstonds helpende bescherming verzekeren en de overweging van zijn voorbeeldig loven u tot navolging aansporen !
Luxemburg, den 26 Mei 1881, den verjaardag van Alphonsus' heiligverklaring.
De sclirijver.
amp;- .3
Met de Nederduitsche vertaling van het »AI[jhonsusbüchIeinquot;, wordt den vereerders des H. Bisschops en Kerkleeraars een zeer gepast devotieboekje aangeboden. Moge het eenigermate in eene lang gevoelde behoefte voorzien; moge het vele dienaren des grooten ff. Alphonsus tot meerdere opwekking strekken en, waar liet buiten den kring zijner vereerders vaft, velen voor zijne vereering winnen!
Eindelijk zoo het ooit eenen afgedwaalde onder de oogen kome, fiij iegge het niet ter zijde, maar leze in de vurige, door den H. Alphonsus opstelde gebeden, hoe hij zich moet wenden tot God »onze Hoop, onze Liefde in eeuwigheid.quot;
Dit is de innige wensch van den
Vertaler.
■lt;p-^
Beweegredenen voor de vereering des H. Alphonsus.
m te begrijpen, hoezeer de H. Al-plionsus onze vereering en ons vertrouwen waardig is, willen wij hem beschouwen ;
1. In zijn leven op aarde;
2. In zijne glorie in den Hemel;
3. In zijne verheerlijking door de Kerk.
i. De iikiuge Alphonsus in zijn lkven
op aarde 1)
(Uit de kerkelijke Getijden.)
De H. Alphonsus Maria 'de Liguori werd te Napels uit adellijke ouders
Ofschoon het leven de» H. Alphonsus nog uitvoeriger in de hier volgende noveen beschreven staat, zal toch deze korte schets wegens haar groot gezag zeer welkom zijn.
_:___Ót
amp;-*-=5
geboren en legde van zijne jeugd onmiskenbare teekenen van toekomstige heiligheid aan den dag. Toen zijne ouders hem eens, nog kind zijnde aan den H. Franciscus de Hieronyrno, van de Sociëteit Jezus, voorstelden, deed deze de gelukaankondigende voorspelling, dat Alphonsus den lioogen ouderdom van 90 'jaren bereiken , tot de bisschoppelijke waardigheid verheyen zou worden en zeer veel goed in God's Kerk zou stichten. Als knaap toonde hÜ reeds een hevigen afkeer voor het spel en spoorde de adellijke jongelingen door woord en voorbeeld tot een christelijk leven aan. Als jongeling liet hij zich in godsdienstige broederschappen opnemen en vond er zijn vermaak in, in openbare gasthuizen de zieken te verplegen, in de kerk langdurige gebeden te storten en dikwijls de HH. Sacramenten te ontvangen. Bij zijne vroomheid paarde hij zulke degelijke studie, dat hij slechts 16 jaar oud aan de Universiteit zijner geboortestad tot Doctor in de beide rechten verheven ■werd. Om zijn vader te bevredigen, fc______lt;£.
— 14 —
wijdde hij zich aan de beoefening dei-rechtzaken toe. Ofschoon hem groote lof in dit ambt te beurt viel, zeide hij toch deze betrekking vaarwel, nadat hij de gevaren van het gerechtshof had ingezien. Hij wees een voornaam huwelijk van de hand dat hem door zijn vader werd aangeboden, deed afstand van zijn recht van eerstgeborene, hing zijn degen aan het altaar van Onze Lieve Vrouw van de Vrijkooping der gevangenon, en wijdde zich geheel aan den dienst des Hoeren.
Eens het altaar beklommen, bestreed hij zoodanig de ondeugd, dat heerlijke bekeeringen van diep bedorven harten zijne apostolische rondreizen vergezelden. Uit bijzonder medelijden met de behoeftigen en platteland-bewoners, stichtte hij de vereeniging van Priesters des Allerheiligsten Verlossers, welke naar het voorbeeld huns Verlossers op het platteland, in dorpen en vlekken, den armen het Evangelie zouden verkondigen.
Ten einde de bezigheden zijner roeping niet te verzuimen, verbond hij zich fc__!_lt;2
— 12 —
door eene eeuwige gelofte, zich nooit aan eenig verlies van tijd schuldig te maken. Van zielenijver ontvlamd, verzuimde hij geen gelegenheid, zoo door het prediken van Gods woord als door het uitgeven van geschriften vol van heilige wetenschap en godsvrucht, zielen voor Christus te winnen, en deze tot eene hoogere volmaaktheid op te voeren. Het is waarlijk wonderbaar, hoevele vijandschappen hij uit den weg ruimde, hoe veel verdwaalden hij op den weg der zaligheid terugvoerde. Als groot vereerder der Moeder Gods vervaardigde hij een boek over hare heerlijkheden, en terwijl hij vurig over deze goede Moeder predikte, zag men meer dan eens een wonderbare straal van een beeld der allerzaligste Maagd op hem nederdalen en hem met een helder glanzend aanschijn in tegenwoordigheid des verzamelden volks in verrukking geraken. Aanhoudend deed hij overwegingen over het lijden van onzen Heer Jezus Christus, en over het H. Sacrament en verspreidde deze overwegingen op wonderbare wijze. Zoo amp;_____O.
— 13 —
dikwijls I lij voor het altaar bad of aan hetzelve het H. Misoffer opdroeg — wat hij geen enkelen dag verzuimde — smolt hij van serafijnschen liefdegloed weg, of genoot buitengewone aandoeningen of geraakte in verrukking. Bij eene wonderbare onschuld, welke hij nooit dooi1 eene doodzonde verloren heeft, paarde hij een gelijke boetpleging en kastijdde zijn lichaam door vasten, ijzeren kettinkjes, haren gordels en bloedige geeselingen. Daarenboven schitterden in hem de gaven van voorzegging, van kennis der harten, van verschijningen op twee plaatsen tegelijk en van wonderen te doen. Kerkelijke waardigheden, welke hem aangeboden werden , sloeg hij gestadig van de hand, doch nam op bevel van Paus Clemens XIII de leiding van het bisdom van St. Agatha der Gothcn op zich. Als bisschop veranderde hij slechts het uitwendig gewaad, zijne strenge levenswijze echter in geenen deele. Evenzeer behield hij zijne matigheid, zijn grooten ijver voor de kerkelijke tucht, zijn opofferend streven Sb_______^
— 14 —
naar de uitroeiing der ondeugd, het tekeergaan der dwaling en de vervulling der overige herderlijke plichten. Vrijgevig als hij was jegens de armen, verdeelde hij al zijne kerkelijke inkomsten onder hen uit en ten tijde van een hongersnood maakte hij zelf het huisraad tot geld voor de voeding der behoeftigen. Alles voor allen geworden, bracht hij de kloosterzusters tot volmaakteren levenswandel terug en droeg zorg voor de stichting van een vrouwenklooster, die de regels zijner Congregatie volgden.
Wegens zware en aanhoudende ziekten legde hij de bisschoppelijke waardigheid neder en keerde arm, gelijk hij ging, naar zijne zonen terug. Wel was zijn lichaam door den last der jaren en door arbeid, langdurige jicht en andere zware ziekten afgemat, maar zijn geest was des te frisscher en hij hield niet op over geestelijke zaken te spreken en te schrijven, totdat hij op 90 jarigen ouderdom den 1 Augustus 1787, te Nocera dei Pagani, omringd van zijne diepbedroefde zonen in de fc________________________________lt;2
— 15 —
zaligste gerustheid den geest gaf. Wegens den luister zijner deugden en wonderwerken stelde hem Paus Pius VII ten jare 18lü onder het getal dei-zaligen. Paus Gregorius XVI schreef hem, nadat hem nieuwe wonderen verheerlijkten, op het feest der Allerheiligste Drievuldigheid van het jaar 1839, feestelijk op in den kalender der heiligen; Paus Pius IX eindelijk verklaarde hem met instemming van de Congregatie der heilige Riten tot Leeraar der geheele Kerk.
2. De H. Alphonsus in zijne glorie
in den hemel.
Het behaagde den Heer, de glorie van zijnen getrouwen dienaar al dadelijk na zijn zalig verscheiden door verschijningen en wonderen aan de wereld te openbaren.
Reeds daags na de begrafenis van onzen Heilige zag men eene groote menigte kleine kinderen naar zijn graf ijlen en zich daar uit eigen beweging-
op de knieën neerwerpen. Zij smeekten
hem om hulp, noemden liem een zalige en kusten met ondubbelzinnige bewijzen van eerbied en liefde telkenmale den grafsteen.
Verheerlijking door een kind, dal nog niet spreken kon. — Jozef Maria Fusco, een kind, een goed Jaar oud, leed aan eene hevige koorts en was door de geneesbeeren reeds opgegeven, zoodat binnen kort zijn dood verwacht werd. Den 2 Augustus op den dag van de feestelijke begrafenis van den H. Alphonsus, nam de tante van het kind met een levendig vertrouwen bezield en niettegenstaande de tegenkanting der bloedverwanten, het kind op den arm, bracht het in de kerk van den H. Michael om het het lijk van den man Gods te doen aanraken En, o wonder! bij de eerste aanraking genas het kind op de plaats zelve en werd frisch en lachend aan de tante wedergeschonken. Dit wonder was echter nog niet volmaakt. Den dag daarna toonde de geestelijke oom van het kind, Cajetanus Fusco genaamd, hom een beeld des Heiligen. Het kind kuste amp;_lt;2
(p-
; fc-
— 17 —
flit hartelijk en hielt! het tot teeken van vereering, zooals de Italianen gewoon zijn te doen, aan het voorhoofd. Daarop geraakte het te gelijker tijd buiten zich zelf. Met de eene hand hield het kind het beeldje vast, met de andere wees het er op, en ofschoon het nog geen woord spreken kon riep het toch overluid: »Alphonsus is iti den hemel! Alphonsus is in den hemel!quot; De aanwezigen stonden verbaasd over het geheele doen van liet kind, en vooral, wijl zij het den naam van den Heilige hoorden noemen, dien liet voorzeker niet kon weten. Maar zie, vroolijk jubelend herhaalde de kleine : »de Heilige is in den hemel! de Heilige is in den hemel!quot; De bloedverwanten konden hunne zinnen nauwelijks gelooven; daarom toonde men het kind den volgenden dag het beeld opnieuw ; en hetzelfde verschijnsel, dat hen daags te voren met verwondering vervulde, herhaalde zich. De oom liet het beeld bij zijn neefje wegnemen, waarop het kind van smart luide begon te weenen. Om het tevreden te stellen.
gaf men het een ander beeld, dat met het eerste in'grootte en vorm overeenkwam ; maar het kind wees het af. »Neenquot;, zeide het kind , ))dat is het niet.quot; Om zijne tranen te drogen en het te bevredigen, werd hem het beeldje teruggegeven en met een vroolijk gelaat kuste hij het en drukte het tegen zijn 'hoofd. Gij kunt licht denken, vrome lezer, welke verwondering di; ouders aangreep, en allen die dit wonder hoorden vermelden.
De H. Alphonsus was om zijne onschuld en ootmoed een kind geweest, daarom wilde de goddelijke Wijsheid hem het eerst door den mond van onschuldige kinderen verheerlijken, zoodat wij het woord der H. Schrift op hem mogen toepassen: »Uit den mond der kinderen en zuigelingen hebt gij u lof bereid.quot; Ps. 8. De hooge verheerlijking en de hemelsche glorie, welke den Heilige ten doel viel, moest ook nog aan de wereld bekend worden.
Verschijning van den H. Alphonsus. In het klooster te Ripacandida, in het bisdom van Melfi, lag eene Carmelitesse
'f?'
_c2
amp;
— 49 —
van de hervormde orde der H. ïeresia op liet koor in het gebed verzonken , toen zij eene stem hoorde, welke haar gelastte aan den biechtvader mede te deelen, dat zij den H. bisschop Alphon-sus in zijne heerlijkheid gezien had. «Hoe kan ik zulks doen,quot; antwoordde zij, «aangezien ik niemand gezien heb?quot; Terwijl zij deze woordea sprak verscheen haar Alphonsus midden in een lichtge-venden bol. »Er bestaatquot;, zoo verzekerde zij, »geen helderheid en klaarheid, welke »met deze kan vergeleken worden. Aisles wat ik daarmede in vergelijking ))kan brengen is, dat do lichtglans ge-»lijk was aan eene stralende zon, dio »haar geheele licht op een grooten bui-»tenge\voon schitterenden spiegel ne-«derstraalt. De iieilige Bisschop scheen »zoo blijmoedig en schitterend, dat zijn «lichaam in mijn oog uitzag als het zui-»verst wit ivoor. Toen hij mij aanzag, «voelde ik mijne ziel door de overmaat «van vreugde, waarmede zij alsdan ver-«vuld werd, bezwijken. Alphonsus blikte «vol goedheid en teederheid op mij ne-«der en sprak mij aldus toe : Houd u .0)_______________ó
simmer in volmaakte reinheid van harte. »Uw hart zij geheel het eigendom van »God, altijd Hem overgegeven, immer »bereid, zoo veel God te behagen, voor »Hem te lijden, en zoo afgetrokken op ïmIc wereld te leven, alsof deze niet «ware.quot;
Verschillende andere verschijningen zijn door do wonderen, waarvan zij ve-gezeld gingen, als echt bewezen. Wij gaan ze stilzwijgend voorbij en -vvillen van de menigvuldige wonderen, die in het proces der zaligverklaring staan opgeteekcnd, slechts die aanhalen, welke aan alle eischen der Kerk in den stiptsten zin voldaan hebben en in de Breve der zalig- en in de Bulle der heiligverklaring zijn opgenomen.
De twee volgende wonderen worden in de Breve der zaligverklaring vermeld.
Genezing, na eene groote afzetting van een lichaamsdeel. Magdalena Munzio van Reino , in het bisdom Be-nevento, bekwam veertien dagen na de geboorte van haar zoontje een groot gezwel aan de linker borst. Het kwaad
nam aanstonds op ontzettende wijze toe. Drie dagen bracht zij in onuitsprekelijk lijden door, totdat zij een zeer bekwamen heelmeester liet roepen. Deze opende het gezwel en er vlood met bloed en melk vermengde etter uit. Men ontdekte den volgenden dag, dat het koud vuur de borst had aangerand. Daar dit hoe langer zoo moer om zich heen greep, zag de chirurgijn zich genoodzaakt het grootste gedeelte van de borst af te zetten. Het baatte evenwel niets. Het kwaad maakte dagelijks grootcren voortgang, zoodat de heelmeester alle hoop opgaf en tot het ontvangen der heilige Sacramenten aanmaande. In dezen inedelijdenswaar-digen toestand, door onafgebroken verschrikkelijke smarten en krampen gefolterd , lag de zieke machteloos en weenend op hare legerstede uitgestrekt en worstelde als het ware met den dood. Op den dag der laatste amputatie nam zij des avonds tegen zonson-dergang op raad eener vrome vriendin hare toevlucht tot den H. Alphonsus. Zij riep vurig zijne hulp in, nuttigde S?----ïii
------------CS
cone kleine reliquie van zijn kloed, welke men in water doopte en legde zijne beeltenis op de doodelijke wonde. Tegen hare gewoonte in viel zij in slaap, die tot middernacht voortduurde. Nu ontwaakte zij en had geen pijn meer, zij was genezen. Opgetogen van vreugde, roept zij haren man en deelt hem het wonder mede. Onder tranen van blijdschap en aandoening dankten beiden den Heer en zijnen dienaar, den H. A Iphonsus. Tegen den morgen kwam de geneesheer, in tegenwoordigheid van de familie der vrouw, welke haar de aanroeping des H. Alphonsus had aangeraden cn van andere lieden, dïe op do mare van het wonder waren samengestroomd, neemt hij het verband weg en — o wonder! van 'sHeeren almach-tigen arm! —ter nauvvernoodvertrouwt hij als de overige aanwezigen zijne eigene oogen. Niet slechts was de verwonde borst volkomen genezen, ook het weggesneden deel was zoo volkomen vernieuwd, dat de met genade overladen vrouw dadelijk haar klein kindje voedsel kon schenken. Men kan zich de
— 23 —
verwondering, het gejubelquot;, de aandoening der gelukkige familie, zoowel als van alle aanwezigen verbeelden. De faam van dit groote wonder verspreidde zich in den geheelen omtrek en maakte den naam van Gods dienaar zeer beroemd.
Niet minder verbazend is het volgende wonder.
Genezing van een stervenden terincj-lljder. Pater Franciscus van Ottajano van de Franciscaner orde werd den 18 November 1780 door eene koorts en rheumatische pijnen aangetast, welke zeven maanden onafgebroken aanhielden. Den 9 Mei van het volgende jaar kwam daarbij een halstarrige hoest, die 6 uren aanhield, terwijl de zieke eene groote hoeveelheid etter opgaf. De geneesheer des kloosters, alsmede een andere dokter, verklaarden, dat de borst bedenkelijk was aangedaan. De teringkoorts nam onophoudelijk in hooge mate toe en bracht een groote verzwakking bij den zieke te weeg. Bij dit gevaarlijk verschijnsel voegde zich
eene langzaam aanhoudende koorts, amp;__
welke hem gedurende zijne ziekte niet moer verliet. De beste en kostbaarste geneesmiddelen bleven zonder eenig gevolg en eenparig verklaarden de ge-neesheeren de ziekte voor ongeneeslijk. De zieke liet zich nu naar Napels in het gasthuis zijner Orde overbrengen, met het doel de dokters der hoofdstad te kunnen raadplegen. Deze allen waren van hetzell'de oordeel, als dc ge-neesheere.n zijner geboorteplaats, eii stelden hem zelfs de stikking voor oogen, die bij eene wat heviger bloedspuwing zou kunnen volgen. Aldus keerde de pater in zijn klooster terug. Hij zag zich door allen zelfs door zijne medebroeders verlaten, die uit vrees voor besmetting hem en alles, wat met hem in aanraking was geweest, angstig ontweken. Hij trok zich alzoo in het huis zijner reeds bejaarde tante terug. Telkens gevaarvoller verschijnselen lieten geen twijfel meer, of de periode van verval van krachten was aangebroken. De lijder was dan ook niets anders dan vel en been, daalde ziekte reeds tien maanden geduurd
e-_-_____
had. Toen de dokters hem opnieuw bezochten, drongen zij aan, dat hem de HH. Sacramenten der stervenden zouden gegeven worden. Tegen den avond biechtte hij, verschoof nochtans aangezien liet reeds laat was, de H. Teerspijze te ontvangen en liet laatste H. Oliesel tot den volgenden ochtend, 's Nachts voelde de kloosterling zich aangedreven zijne toevlucht te nemen tot den H. Alphonsus. Hij nam een klein stukje linnen des Heiligen, legde het op de zieke lichaamsdeelen en bad ongeveer als volgt: »Nu wil ik eens zien, Alphonsus, of God u inderdaad bemint, of gij zeker in den hemel zijt. Ik mag aan deze hatelijke ziekte, die allen verafschuwen, niet sterven. Laat mij aan ecne andere ziekte sterven en ik ben tevreden. Doe het niet om mijnentwil, maar om de liefde, welke gij het Allerheiligste Sacrament en Onze lieve Vrouw hebt toegedragen. Ik beloof het u, Alphonsus, als ik genezen ben, zal ik verkondigen hoe heilig gij zijt, hoezeer God u bemint; ik beloof
het u, bij vrome goloovigen zal ik was
— seals al moos inzamelen, om jaarlijks uw graf te bezoeken en mijn leven lang kaarsen naar uw graf ten offer te brengen.quot; Terstond gevoelt hij een verlangen naar verschillende spijzen; maar de tante mocht ze niet geven , daar de hoest dan altijd verergerde. Ten slotte echter gaf zij toe , de zieke at en viel in een rnstigen, verkwikkenden slaap. Na vijf uren ontwaakt hij en bevindt zich van het hoofd tot de voeten ten volle be-j zweet. Nadat hij andere kleeren heeft aangetrokken, slaapt hij weder in, en ontwaakt opnieuw in het zweet badende. Men had dit voor een gevaarlijk teeken kunnen houden; het tegendeel was echter het geval. Do hand Gods had de heiligheid des H. Alphonsus bevestigd en verheerlijkt. De lijdende minderbroeder, die zich den avond van 29 Augustus tot den dood voorbereidde, die den volgenden morgen reeds dood werd gerekend, was genezen, gezond en vol levenskracht. Zijne zwakte, zijn korte ademhaling, zijne pijnen, zijne
wonden — alles was spoorloos verdwe-amp;---amp;
ncn. Verwondering maakte zich van den geneesheer, die den zieke behandeld had, meester; verwondering baarde dit feit bij alle bewoners der gemeente. Van mond tot mond vloog de blijde mare van het wonderbaar herstel, en heuvels en dalen weergalmden van de vreugdekreten en danktonen ter eere des grooten -wonderdoeners, den heiligen Bisschop Alphonsus.
Na de zaligverklaring des H. Alphonsus, welke den 15 September 1816, floor Paus Pius VII, volgde, draalde God niet zijn grooten dienaar door nieuwe mirakelen in Italië, Duitschland en Frankrijk te verheerlijken. De twee volgende wonderen staan in de Bulle der heiligverklaring aangegeven.
Genezing van doodelijke verwondingen na een val. Maria Tarsia, uit de stad Catanzaro , in de Napelsche provincie Calabrië gelegen, droeg koren op order van haar man langs eene ladder naar eene kamer der bovenste verdieping. Bij dezen arbeid was zij juist tot op de bovenste sport geklommen, toen de ladder brak en de ongelukkige fc_________ó:
— 28 —
vrouw met een zak vol koren, dien zij op den rug droeg naar beneden viel. De val was zoo hoog, dat hij eene ontwrichting van het heupbeen ten gevolge had, die niet meer te genezen was. De heelmeester hield den val namelijk voor doodelijk en vreesde de ongelukkigste uitkomst bij eene operatie. Na drie dagen sloeg ei' het koud vuur in en de zieke bereidde zich voor de laatste HH. Sacramenten der Kerk te ontvangen. Terwijl de priester haar eenige woorden van troost toesprak, wendde de stervende zich tot den H. Alphon-sus en beloofde onder anderen, dat zij, in geval van genezing, ter zijner cere eene H. Mis zou laten lezen en hem eene kaars zou opofferen. Intusschen had de priester de slotgebeden dei-stervenden begonnen; zie , daar verschijnt plotseling de Heilige in de kamer der stervende, hij was met koorkap en mozetta omhangen, had den mijter op het hoofd, den bisschopsstaf in de hand; naast hem stond ecu engel, die een open boek met roode letters in de
hand hield. Zooals de akten van zijn fc---
— 29 —
proces ons mededoelen, zag de vrouw alles; zij zag ook de kamer geheel verlicht.-In volle geestvervoering begon de vrouw daarna te roepen: '«Daar is de H. Alphonsus! Hij komt om mij te genezen! Gauw, geeft mij de kaars die ik hem beloofd heb; ik wil hem die overhandigen.quot; De priester meende, dat de vrouw aan het ijlen was en sloeg geen acht op hare woorden; toen zij echter voortging met roepen, gaf men haar, om haar tevreden te stellen , een stuk hout. Zij wierp het ter zijde en verlangde, dat men haar onmiddellijk de kaars zou geven, die zij den H. Alphonsus wilde offeren. Eindelijk deed men, wat zij wenschte; zij nam de kaars en overhandigde die aan den Zalige, die haar naar het gebruik der bisschoppen driemaal den zegen gaf. O wonder! na dezen drie-voudigen zegen riep de stervende luide uit: »Geef mij mijne kleederen! ik wil opstaan, ik gevoel mij frisch en gezond; de zalige Alphonsus heeft mij volkomen genezen!quot; De omstanders schonken haai' in den beginne geen
geloof. Zoodra tie vrouw dit bemerkte, hief zij zich in het bed op alsof haar niets gescheeld hadde. Dit wonder was ■weldra de geheele stad door bekend; in menigte stroomde het volk toe, om als het ware eene van den dood opgewekte te zien. Het vlonder was volledig. De vrouw, die van te voren geen voedsel kon verdragen, zette zich nu aan tafel en at met gezonden eetlust, wat haar werd voorgezet. Den dag daarna spoedde zij zich naar de kerk, om den Heilige voor de bewerkte genade te bedanken en hare belofte te vervullen.
Herstel eener ongeneeslijke, kankerachtige wonde. Weinige dagen na de zaligverklaring des bisschops Al-phonsus, bewerkte God een ander wonder om do wereld tc openbaren, hoeveel zijne voorspraak bij Hem vermag. Dit mirakel overkwam den lee-kebroeder Petrus Canale van de Orde der Camaldulen. Deze deed op zekeren dag een waarlijk ongelukkige n val, zoodat hij met de borst tegen eene kolom stootte en eene verwonding daarvan
— 31 —
behield. Aangezien hij deze verwaarloosde, vormde zich allengs eene diepe, kankerachtige wonde, welke voor ongeneeslijk werd verklaard. Hij werd derhalve door de geneesheeren niet meer bezocht en zou zeker spoedig door verder voortvreten des kankers gestorven zijn. Gelukkigerwijze bezat Pater Carmassi, abt des kloosters, waar de zieke leekebroeder woonde, eenige prentjes des zaligen Alphonsus! Op hoogere ingeving begaf hij zich naar broeder Petrus en sprak hem met veel vertrouwen toe: ))Ik breng u een prentje van den zaligen Alphonsus, die voor weinige dagen te Rome in den St. Pieter zalig is verklaard. Deze gelukzalige heeft overal groote wonderen uitgewerkt; geloof en vertrouw, en twijfel niet aan uwe genezing, omdat dit mirakel zijn heiligverklaring kan bevorderen.quot; — Broeder Petrus gehoorzaamde zijn overste en legde het prentje met groot vertrouwen op zijne wonde, tegelijk beloofde hij een zilveren geschenk als ofi'er voor het altaar des Heiligen naar Rome te zenden, fc____________O
— 32 —
indien liij in tijd van adit dagen genezen was. Op elk der volgende dagen wendde hij zie li vol vertrouwen tot den Heilige en bad een Onze Vader en een Wees gegroet ter zijner core. De wonde nam intusschen gedurende de zes eerste dagen in kwaadaardigiieid toe. Den achtsten dag woonde de goede broeder'in de kapel het H. Misoll'er bij; het was juist het oogenblik van de opheffing der H. Hostie; daar voelt hij op eenmaal eenc sterke gewaarwording in de wonde. De windsels, waarmede deze verbonden was, vielen af. Aanstonds na het einde der H. Mis, ging broeder Petrus naar zijne cel en bevond, dat de kwetsuur volkomen genezen was. Hij kon rechtop, zonder moeite heen en weergaan. Op het gerucht van dit wonder ging de bisschop van Cagli drie dagen later persoonlijk naar het klooster, om zich van de waarheid te overtuigen; eveneens twee heelmeesters, welke hij ontboden had. In tegenwoordigheid der geheele kloostergcmeente werd het tot groote verwondering der aanwezigen en vooral des bisschops uitgemaakt, dat è —.................6
— 33 —
broeder Petrus volmaakt hersteld en gezond was.
3. De H. Alphonsus verheerlijkt door de H. Kerk.
De H. Alphonsus muntte uit door zijne innige liefde tot de katholieke Kerk en zijne kinderlijke onderdanigheid aan den apostolischen Stoel. De Pausen wederkeerig droegen hem de hoogste achting toe en zochten hem, bijzonder na zijn dood, als om strijd te verheerlijken.
Benedictus XIV, een der geleerdste Pausen, vereerde hem met eene Breve vol hulde, en zeide hem de hoogste goedkeuring toe.
Paus Clemens XIII vereerde den Heilige zoodanig, dat hij hem, niettegenstaande al zijn tegenstreven, tot bisschop van St. Agatha benoemde en zich met hem uren lang onderhield, toen hij te Rome verkeerde; en toen de door ziekten gebogen grijsaard om ontheffing der bisschoppelijke bediening-
aandrong, legde deze Paus de volgende
amp;-——_____lt;
— 34 —
verklaring af; »Ik ben tevreden, als hij van uit het bisschoppelijk paleis zijn bisiiom bestiert; zijn schaduw alleen is zijn diocees tot nut.quot;
Op gelijke wijze drukte Clemens XIV zich uit; «Het is mij voldoende, als hij zijn bisdom van zijn bed af' bestiert; een enkel gebed, wat hij van liet bod tot God opzendt, werkt meer uit dan duizend rondreizen,quot; (die anderen on-' dernemen.)
Slechts met den grootsten weerzin gaf Paus Pius VI zijne instemming voor het ontslag des heiligen Bisschops. Onder de regeering van dezen Paus ging de zalige Alphonsus in de lie-melsche heerlijkheid over en nu begonnen de bewijzen van hoogachting van de zijde der Pausen elkander, als het ware, onophoudelijk op te volgen.
Dc Heilige was nauwelijks een jaar overleden, of het proces der zaligverklaring nam reeds een begin. Nog geen negen jaren waren sinds Alphonsus'dood verloopcn, of er verscheen var. Pius VI een decreet tot inleiding van het zoogenaamde apostolisch proces des eer-
— 35 —
biedwaardigen Alphonsus. Dezelfde Paus verklaarde, dat hij den Bisschop Alphonsus gedurende zijn leven altijd liefgehad en zijne groote vroomheid en godsvrucht had bewonderd. Onder zijn Pontificaat werd nog door het decreet van 20 September 1797, het zoogenaamde proces de non cullu gesloten, waardoor werd vastgesteld, dat de Kerk den eer-biedwaardigen Alphonsus nooit eenige verbodene vereering bewezen heeft.
Pius VII bevestigde den 3 April 1802 den roep van heiligheid des dienaars Gods en kondigde den 18 Mei van hetzelfde jaar de voor onzen Heilige zoo eervolle beslissing aan, dat in de vele geleerde werken, welke hij heeft opgesteld , niets gevonden wordt, wat van de zijde der Kerk eenige berisping verdient.
Volgens een decreet van Paus Ur-banus VIII mag men geen bijzonder onderzoek beginnen over de deugden eens dienaars Gods, vóór dat er 50 jaren sinds zijnen dood verloopen zijn. Pius VI dispenseerde hierin den 25
j Juni 1802 ten gunste van Alphonsus
fe---
en reeds tien 7 Mei '1807, op liet feest van Christus Hemelvaart, volgde door denzelfden Paus do gewichtige aankondiging. dat dc eerbiedwaardige Alphon-sus de goddelijke en kardinale deugden in een heldhaftiger! graad bezeten had. Er bleef nu nog slechts over de wonderen goed te keuren, welke aan de bemiddeling des heiligen Alphonsus werden toegeschreven. Dit werd ten gevolge der toenmalige tijdsomstandigheden — het was juist ten tijde , dat Gods straffende hand over Napoleon neêrkwam — eenigszins verschoven; op 17 September 1815 stelde Pius VII de echtheid vast van twee door den heiligen Alphonsus uitgewerkte mirakelen, de genezing namelijk van Magdalena Nun-zio en van den Franciscaner Pater Franciscus van Ottajano (zie boven bldz. 20-23.) Nadat op 21 December 1815 het decreet gegeven was, dat men veilig tot de zaligverklaring kon overgaan, volgde deze den 15 September 1816, het feest van O. L. Viouw van Zeven Smarten.
Gelijk wij gezien hebben, geschiedden
amp;______________________________c2
--------9)
— 37 —
reeds dadelijk nieuwe wonderen tot eer van den Heilige. De twee mirakelen (zie boven bldz. 27-30) aan Antonia Tarsia nn den leekebroeder Petrus Ca-nali geschied, werden door Paus Plus VIII den 3 December 1.Sl29 als echt erkend. Den i5 Mei 1830 beslistte de Paus, dat men veilig tot de feestelijke heiligverklaring des zaligen Al-phonsus kon overgaan. Deze had plaats tot vreugde der geheele katholieke wereld den 2(3 Mei 1839, het feest dei-Allerheiligste Drievuldigheid, door Paus Gregorius XVI.
Zoo plaatste God de Heer, die den hoogmoedige van den troon stoot en den ootmoedige verheft, den heiligen Alphonsus op den kandelaar, tot loon van zijne trouw, zijne liefde en zijn ootmoed. Wie echter weet, met welke kalmte en voorzichtigheid de Apostolische Stoel te werk gaat, alvorens iemand op het altaar vereerd mag worden, die zal verwonderd zijn, dat voor Alphonsus niet eens de tijdruimte van 52 jaar noodig was om hem voor de geheele kerk opliet altaar verheven te zien. fc__lt;2
Maar den heiligen Alphonsus wachtte nog een andere onderscheiding. De talrijke geschriften, welke de heilige Bisschop ten gebruike van priesters en leeken had geschreven, waren door de geheelo katholieke Kerk verspreid en stichtten onberekenbaar veel goeds. Bisschoppen en priesters, kloosterlingen en leeken vonden daarin grondig onderricht aangaande hunne plichten en zalvende opwekking, om naar volmaaktheid en heiligheid te streven; de dienaren van het heiligdom vooral vonden in hen eene voorraadskamer, waaruit zij ten allen tijde de meest geschikte wapenen voor den strijd met ongeloovigen en dwalenden konden vinden. Over het voortreflelijke der werken des heiligen Alphonsus, over do diepe geleerdheid, de hemelsche zalving, de bovennatuurlijke kracht, den rijken zegen daarin vervat, gaat van alom slechts eene stem op. »Maar in onzen tijd — zoo staat er in het door Paus Pins IX goerlge-keurde decreet van 23 Maart 1871 — «roemen de volkeren zijne wijsheid, en verkondigt de Kerk zijn lof dermate,
0=-
-3
— 39 —
dat zeer vele Kardinalen der Heilige Roomsche Kerk, bijna alle bisschoppen der geheele wereld, de generaal-over-sten der geestelijke orden, godgeleerden van beroemde hoogescholen, aanzienlijke collcgiën van kanunniken en geleerde mannen, smeekschriften tot onzen Heiligen Vader den Paus Pius IX gericht hebben, waarin zij den alge-meenen wensch uitdrukken, om den Heiligen Alphonsus Maria de Liguorio den titel en de eer van Kerkleeraar toe te kennen.quot; Deze beden vertolkte geheel en al den innerlij ken harte wensch des heiligen Vaders en nadat zulks nog de goedkeuring der Congregatie der HH. Riten bekomen had, verklaarde Hij op 23 Maart 1871 den heiligen Bisschop en Ordestichter Alphonsus Maria de Liguorio tot Leeraar der Katholieke Kerk en bevestigde hem als zoodanig den 7 Juli van hetzelfde jaar.
i
In enkele reöds vernoemde decreten wordt den H. Alphonsus door de plaats-bekleeders van Jezus Christus de hoogste lof toegezwaaid. Eenige plaatsen mogen het u, vrome Lezer, duidelijk maken
T
-lt;*!
— 40 —
hoe de Pausen over onzen Heilige gedacht hebben.
Pius Vil zegt: ^Het almachtige Woord j Gods, dat de sterren te voorschijn roept, om aan het firmament der strijdende Kerk te blinken, heeft den eerbiedwaar-digen dienaar Gods Alphonsus Maria de Liguorio geroepen, om in liet licht der apostolische deugden te schitteren. Gehoorzaam aan de goddelijke roepstem heeft hij de deugd, een apostel waardig, als een gloed van licht uitgestraald, zoowel omdat hij de wereldsche eereambten versmaadde, als omdat hij degenen, die midden in den nacht dezer wereld ronddwalen, met woord en schrift den weg aanwees, waarop zij de macht der duisternis ontkomen, en tot het licht en het rijk van God geraken konden, alsook omdat hij zijne Zonen, die hij naar den Allerheiligsten Verlosser noemde , voortreffelijke levensregels of constitutiën gaf, en als Bisschop kracht en zachtmoedigheid gepaard met zijn overigen deugdenschat als hemelsche edelgesteenten aan zijne kroon vasthechtte.
amp; =5
Dat zulk een uitmuntend man in deze dagen de eerbewijzingen der zaligen geschonken wordt, doet zich voor als eene voor Gods Kerk gunstige en gelegen gebeurtenis; opdat namelijk ook zij, die uiet tot de onzen behooren, erkennen zouden, dat tijden en eeuwen elkaar afwisselen en vergaan, Christus' Kerk echter niet verandert of ten onder gaat, dat de geest onzer vaderen niet verloren of verzwakt is, en Christus Bruid nimmer veroudert, maar zelfs onder de onstandvastige en afnemende zeden der wereld in eeuwige Apostolische jeugd en schoonheid voortbloeit.
Maar ook de zieleherders en de herauten van Gods woord en andere vrome en geleerde mannen zullen voorwaar erkennen, welk sieraad en welke bescherming de navolging des heiligen Alphonsus hun aanbrengt.quot;
Kan een Heilige wel hooger lof worden toegezwaaid dan in dit Decreet den heiligen Alphonsus »de helderblin-kende Ster der strijdende Kerkquot; zooals de Paus hem noemt, wordt toegedacht? Gelijk boven aangemerkt is was het amp;__ca
'(p-
— 42 —
Gregorius XVI, die Alphonsus onder het getal der Heiligen plaatste. De bulle der heiligverklaring heeft tot grondslag gediend voor de hier achtervolgende noveen; wij geven nu de bewoordingen aan waarmede ze begint.
«Heiligheid en wetenschap moeten, naar het woord van den Apostel der volkeren, eiken Bisschop, met zielezorg belast, in die mate versieren, dat hij van den eenen kant door een smette-loozen levenswandel de hem toevertrouwde schapen kunne aantoonen hoe zij zonder aanstoot op den weg der zaligheid kunnen wandelen, en van den anderen kant hen door eene gezonde leer vermanen kunne en alle tegensprekers wederleggen. Het staat vast, dat in alle tijden Opperherders geleefd hebben, die dezen dubbelen lof ten volle waardig waren, die het beeld van den goeden Herder in zich teruggaven, en hunne kudde ten voorbeeld geworden van ganscher harte voor hun heil met voorzichtigheid en wijsheid zorg droegen, en zóó, als lichten op den kandelaar geplaatst, niet minder door voorbeelden Sa--—--——--c8
van een onbesproken levensgedrag dan door uitstekende geleerdheid Gods kerk verheerlijkt hebben.
Om zulk schitterend voorbeeld eens voortreffelijken Opperherders te hernieuwen, heeft God in de vorige eeuw den H. Alphonsus Maria de Liguorio aan de Kerk geschonken. Aangezien hij van zijne jeugd af ijverig de christelijke deugden beoefende en vooral, daar hij op wonderbare wijze de heilige wetenschappen bezat, werd hij tot de buitengewoon zware taak van Bisschop geroepen, om den akker des Hoeren, dien hij reeds te voren, met de priesterlijke waardigheid versierd , zoo ijverig bebouwd had, met veel rijker vrucht te bearbeiden. Dit streven naar Gods verheerlijking mocht echter niet binnen de enge grenzen zijns levens gesloten blijven. Hij stichtte daarom, ten einde zelfs de toekomende geslachten zijne heilaanbrengende werkzaamheid na te laten, een genootschap van Priesters, die door een en dezelfde liefde ontstoken, al hunne zorgen en arbeid tot redding der zielen zouden
amp;________ __lt;a
_ 44 —
aanwenden. Nadat liet echter bewezen is, dat de heerlijke deugden van Al-phonsus, welke met de gewone gestrengheid des kerkdijken gerechts onderzocht zijn, het hoogste toppunt van christelijke volmaaktheid bereikt hebben, terwijl het verder duidelijk blijkt, dat die wonderen, door welke God, de oorsprong van alle goed, de heiligheid zijns dienaars bewezen heeft, naar kerkelijk voorschrift onderzocht zijn , zoo verklaren en beteekencn wij door ditzelfde schrijven , krachtens do apostolische volmacht, welke ons van God niettegenstaande onze onwaardigheid verleend is, en met goedkeuring van de Kardinalen der Heilige Roomsche Kerk, als ook van de talrijk in Rome aanwezige Patriarchen, Aartsbisschoppen en Bisschoppen, dat den zaligen Alphonsus Maria de Liguorio de ver-eering van de Heiligen des hemels zal bewezen worden en zijne hulp bij God worden ingeroepen.quot;
Dezelfde Paus schonk allen Christen-geloovigen, die op het feest des K. Alphonsus, of op een dag der octave eene amp;___
quot;(P-
kerk der Redemptoristen bezoeken , onder de gewone voorwaarden een vollen aflaat en bevestigde deze gunst met de volgende schoone woorden: »Onder de heerlijkste lichten en sieraden der Ka-tliolieke Kerk schittert de H. Alphonsus Maria de Liguorio. Uitmuntend in geleerdheid en heiligheid, door de hoogste liefde ontvlamd, was hij door wonderbare voorbeelden van alle deugden en vele zeer geleerde en zalvingrijke boeken, alleen werkzaam voor de eer van God en het zielcheil der menschen. Nu echter is hij met de hemelsche kroon versierd, draagt den palmtak der overwinning in zijne handen en triomfeert bij God in het paradijs. Opdat nu de devotie en vereering der volkeren voor dezen Heilige dagelijks meer en meer moge toenemen, meenden wij de hemelsche schatten der Kerk zeer bereidwillig te moeten openen.quot;
De groote beteekenis, ja de provi-dentieele zending van den H. Alphonsus, brengt de onsterfelijke Paus Pius IX op de meest nadrukkelijke wijze op den voorgrond in het decreet voor
JP-----^
Stad en Wereld van 23 Maai-t 4871, en in zijn apostolisch schrijven van 7 Juli 1871. In het decreet van 23 Maart luidt het als volgt: «Onder diegenen, welke gewerkt en geleerd hebben en die volgens de uitdrukking van onzen Heer Jezus Christus groot zullen zijn in het Rijk der Hemelen, moet met recht de H. Alphonsus Maria de Liguorio, stichter van de Congregatie des Allerheiligsten Verlossers en Bisschop van St. Agatha der Gothen, geteld worden. Terwijl hij het voorbeeld aller deugden gaf, schitterde hij als een licht op den kandelaar geplaatst, allen Cbristen-geloovigen zoo blinkend tegen, dat hij onder de medeburgers der Heiligen en Gods huisgenooten gerekend is.quot;
In het aangehaald apostolisch schrijven echter zegt de Paus; «Christus onze Heer, die beloofd heeft, zijne Kerk nooit te verlaten, kiest juist, wanneer het Hem ten gunste zijner onbevlekte Bruid hot meest noodig voorkomt, mannen uitmuntende in vroomheid en geleerdheid uit, die met den geest van h-------
verstand vervuld, de uitspraken hunner wijsheid als regenstroomen laten voortvloeien. Het is echter niet buiten het raadsbesluit der Voorzienigheid geschied, dat, toen de jansenistische leer door hare nieuwigheden de oogen tot zich trok, en onder bedrieglijken schijn velen verleidde en in dwaling voerde, juist toen de H. Alphonsus de Liguorio te voorschijn trad, die den goeden strijd strijdende, in het midden der Kerk zijn mond opende en door geloerde en moeilijk te vervaardigen geschriften zich beijverde, de uit de hel voortkomende pest tot den grond toe uit te roeien en van den akker des Heeren te verwijderen.quot;
GEVOLGTREKKING UIT HET HIERBOVEN GEZEGDE.
Breng u. Christen Lezer, het reeds gezegde nog eens in het kort te binnen. Beschouw in den geest den H. Alphonsus in zijn leven op aarde; welk eeutoonbeeld van deugd, welk eene grootheid straalt u te gemoet! Alphonsus veree-
— 48 —
nigt bijna alle ■waardigheden in zich: hij is Priester, hij is Apostel, hij is Ordestichter, hij is Bisschop, hij is Kerkleeraar; en al is hij geen martelaar des geloofs, hij is toch in zekeren zin een martelaar van liefde. Hij is eenc lelie door zijne kuischheid, eene roos door zijne liefde, een viooltje door zijne ootmoedigheid, eene rots door zijn geloof, een anker door zijne hoop, een eik door zijne standvastigheid. In het gebed verheft hem zijne godsvrucht (door zijne geestvervoering) tot in de lucht; op den kansel omstraalt hem Maria met wonderbaren glans; hij leest in het verborgen boek van 'smenschen hart; ziet de geheimen der toekomst vooruit; ja hij verschijnt op twee plaatsen te gelijk, als wilde hij zich verdubbelen in den dienst van God tot heil der zielen.
Zie, hoe do hemel den H. Alphonsus verheerlijkt heeft! Het is alsof üod hem in zijne almacht heeft laten deelen. Wonderen vergezellen hem op al zijne wegen. Of hij in een rijtuig voorbijreed of te voet voortschreed, zieken kwamen Sb___.lt;£
— 49 —
naar hem toe, volwassenen zoowel als kinderen, zij vroegen zijnen zegen en zij waren gezond; zulke wonderen go-beurden volgens de proccs-aktcn aan duizenden gedurende zijn leven. In dezelfde geschreven stukken zijn niet minder dan '28 wonderen opgeteekend, welke de H. Alphonsus na zijn dood uitwerkte.
Geen wonder, dat de Pausen een man, dien (rod aldus vereerd heeft, alsom strijd verheerlijken; dat zij jubelend den hemel voor zulk een sieraad danken; dat zij over zijn deugdzainen levenswandel en zijne groote geleerdheid juichen en den H. Bisschop en Leeraar met de schoonste lofspreuken prijzen; dat zij alle geloovigen oproepen den H. Alphonsus te vereeren en lief te hebben, hem na te volgen en aan te roepen; ja, dat zij ten dien einde do hemelsche schatten der H. Kerk ontsluiten en den vereerders des bo-minnelijken Heiligen een vollen allaat aanbieden.
Kunt gij. Christen Lezer, den indruk
der schitterende deugden, welke gij amp;----
(?—---------3
bij den II. Alphonsus ziet uitblinken, wederstaan? Kunt gij bij de hooge verheerlijking, waarmede God zelf den H. Kerkleeraar overlaadde, bem uwe vereering, uwe liefde, uw vertrouwen en uwe aanroeping ontzeggen? Kunt gij voor de uitnoodigende stem onzer II. Moeder de Kerk het oor sluiten, dralen en talmen u tot dien hcmelschen Beschermer en Voorspreker te wenden, wiens macht u duizendmaal gebleken is en aan wiens liefde gij niet twijfelen kunt?
O voorzeker, do beminnenswaardige, ootmoedige, milde, goede H. Alphonsus heeft reeds lang uw hart, uwe liefde , uw vertrouwen gewonnen, en daarom wil ik in het kort de wijze aangeven, waarop gij hem in de toekomst vereeren kunt om zijne bescherming te ondervinden.
ONDERRICHTING VOOR DE VEREERING DES H. ALPHONSUS.
1. Kies den H. Alphonsus met zekere plechtigheid tot uwen Patroon uit.
— 51 —
Zulks kan op eiken tijd, naar believen geschieden; zoo echter het feest des Heiligen nadert, geschiedt zulks het best op den feestdag zeiven. Bereid u hiertoe negen of ten minste drie dagen lang vóór; ontvang op den dag dei-verkiezing waardig en met godsvrucht de HH. Sacrramenten, en doe na het ontvangen der II. Communie de keuze, terwijl gij het hier achtervolgende gebed uitspreekt.
2. Vereer eiken dag uwen H. Beschermer door een zeker gebed, hetgeen gij of bij het morgen-, of bij het avondgebed, of somtijds inden loop van den dag verrichten kunt, of wel bij het bezoeken van het allerheiligste Sacrament, wat de H. Alphonsus zoozeer aanbeveelt. Zijt gij lid der Broederschap van Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand, zoo beveel ik u bijzonder het schietgebedje aan op bladz. 50 en de negen gebeden tor eerc des H. Alphonsus, aangezien de Kerk deze gebeden met aflaten verrijkt heeft.
3. Roep zijn bescherming in, zoo
dikwijls gij een gewichtig werk wilt amp;------.lt;*1
beginnen b. v. bij het ontvangen der H. Sacramenten.
4. Maandelijks kunt ge, bijv. den 2quot; van iedere maand, de verkiezing van den H. Alpbonsus als patroon vernieuwen.
5. Vier jaarlijks op den 2 Augustus met bijzonderen ijver liet feest des Heiligen. Bereid u zoo mogelijk door eene noveen daarop voor. Gij kunt deze godsvrucht van negen dagen ook veranderen in negen Zondagen, welke het feest des Heiligen voorafgaan, om zoo de 90 jaren te herdenken, welke hij hier op aarde heeft doorgebracht. Ontvang op den feestdag zeiven de H. Sacramenten. Wanneer gij op dien dag of onder de octave eene kerk dei- Redemptoristen bezoekt, kunt gij een vollen aflaat verdienen. Hernieuw dien dag de verkiezing des Heiligen tot uw Patroon.
(). Wanneer gij door eene bekoring wordt aangevochten, roep uwen be-minnelijken Beschermer te hulp.
7. Houd in meer gewichtige aangelegenheden, hetzij geestelijke of tijdelijke , eene godvruchtige oefening van
amp;__—___—lt;a
— 53 —
negen dagen of ook van negen zondagen ter eere des Heiligen.
8. Lees bij voorkeur de geschriften des heiligen Kerkleeraars en zoek deze naar vermogen te verspreiden. Op die werken toch rust een bijzondere zegen en ook hierom , tiaar de H. Alphonsus voor allen bidt, die ze lezen. Zeer aanbevelenswaardig zijn: de ware Bruid van Jezus Christus of de volmaakte Christen; de onderrichting over de liefde van Jezus Christus; de heerlijkheden van Maria; hot boekje over het gebed; de bezoeken bij het Allerh. Sacrament en der allerzaligste Maagd; de voorbereiding tot een goeden dood er. de weg der zaligheid; de overwegingen over de menschwording en het lijden van Jezus Christus.
9. Tracht ook anderen tot de ver-eering van den gelukzaligen Alphonsus op te wekken. Do H. Kerk geeft ieder kind een naam; waar gij dus over den naam van een kind kunt beschikken of raad te geven hebt, vergeet den schoonen naam van Alphonsus niet.
Sb--_c8
•10. Eindelijk zijn er nog eenigc aan-gelegenheden, in welke gij bijzonder den H. Alplionsus kunt aanroepen. Deze zijn:
a) Om eene groote liefde tot Jezus Christus in het geheim der Menschwor-ding, in zijn bitter lijden en in het allerheiligste Sacrament, alsook tot het goddelijk Hart van Jezus te verkrijgen.
h) Eene innige godsvrucht VDor Gods lieve Moeder.
c) De keuze eens levensstaats.
d) Het bewaren der heilige deugd van zuiverheid.
c) Toeneming in de deugd van nederigheid.
f) De liefde tot het gebed. cj) Vordering in de studiën. h) De wetenschap der Heiligen. ï) De genade van een goeden dood. k) Zoo gij priester zijt, de goede bediening van het heilig Sacrament dei-Biecht.
CP --lt;3
Overwegingen en Gebeden ter eere des H. Alphonsus.
MORGENGROET.
glorievolle patroon, beminnelijke H. Alphonsus! Met diepen eerbied groet ik u dezen morgen, welken God mij geschonken heeft. Ik bid u zeer dringend: verleen mij ook heden do genade uwer bescherming. Behoed mij voor alle gevaren, •sta mij bij in de bekoringen, help mij bij het verrichten van alle goede werken. Ik beveel u aan mijn lichaam en | inijne ziel. Amen.
— 56 —
AANBEVELING VOOR DEN NACHT.
Ik dank u uit den grond van mijn hart, o lieve H. Alphonsus, voor de bescherming, welke gij mij heden verleend hebt. Heb ik door mijne ongetrouwheid aan de inspraken der genade uw hart bedroefd en mij uwe bescherming onwaardig gemaakt, dan is mij zulks van ganscher harte leed. Ik bid u vurig: smeek voor mij het goddelijk Hart van Jezus om vergiflenis en eeue werkdadige genade, ten einde mijn leven te beteren. Waak over mij gedurende dezen nacht en houd alle aanvallen van den boozen vijand van mij verwijderd. Amen.
DAGELUKSCIIE SCHIETGEBEDEN TOT ONZE
LIEVE VROUW VAN ALTIJDDURENDEN
BIJSTAND EN TOT DEN H. ALPHONSUS.
O Maria, Moeder van Altijddurenden Bijstand, bid voor mij!
Mijn heilige beschermer Alphonsus, maak, dat ik in alle noodwendigheden tot Maria mijne toevlucht neme! amp;gt;___4:
— 57 —
Aanmerliyng. De leden der broederschap van 0. L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand en van den H. Alphonsus kunnen door het bidden dezer schietgebeden de volgende aflaten verdienen: 1) 300 dar/en driemaal daags, nl. 'smorgens, 'smiddags en 'savonds; 2) Een vollen aflaat eens in de maand onder de gewone voorwaarden, wanneer zij een maand lang minstens eenmaal daags de schietgebeden hebben verricht. — Deze aflaten kunnen ook toegepast worden op de zielen in het vagevuur. (26 Sept. 1877.;
NEGEN GEBEDEN TOT DEN H. ALPHONSUS 051 DE NOODIGE GENADEN TER ZALIGHEID TE VERKRIJGEN.
1. O allerijverigste Leeraar, H. Al-phonsus, verkrijg voor mij een levendig geloof aan alles, wat de H. Kerk mij leert en tegelijk het licht, hetwelk mij de ijdelheid der aardsche goederen en de snoodheid mijner zonden doet kennen. Glorie zij den Vader, enz.
2. O allerijverigste Leeraar, H. Al-phonsus, verkrijg voor mij eene vaste hoop om, door de verdiensten van Jezus Christus, de voorspraak van Maria en de uwe, de vergiflenis mijner zon-
fe-
— 58 —
don, de volharding tot hot einde toe en de eeuwige zaligheid te verwerven. Glorie zij den Vader, enz.
3. O allerijverigste Leeraar, H. Al-phonsus, verkrijg voor mij eene vurige liefde tot God , welke inij van al het geschapene en van mij zelven onthecht, ten einde Hem alleen te beminnen en mij geheel aan zijne verheerlijking toe te wijden. Glorie zij den Vader, en;!.
4. O allerijverigste Leeraar, H. Al-phonsus, verkrijg mij eene volkomene overgeving aan Gods wil, opdat ik alles; smarten, verachtingen, vervolgingen, verlies van goederen, van mijn goeden naam, bloedverwanten en eindelijk den dood geduldig aanneme. Glorie zij den Vader, enz.
5. O allerijverigste Leeraar, H. Al-phonsus, verkrijg voor mij een groot berouw over mijne zonden, zoodat ik de beleedigingen , Gode aangedaan , steeds beweene. Glorie zij den Vader, enz.
0. O allerijverigste Leeraar, H. Al-phonsus, verkrijg voor mij eene werk-dadige liefde tot den evennaaste, die mij
— 59 —
aanzet ook lien, die mij beleedigen, wel te doen. Glorie zij den Vader, enz.
7. O allerijverigste Lceraar, H. Al-phonsus, verkrijg voor mij de heilige deugd van zuiverheid en de genade alle onzuivere bekoringen door aanroeping der heilige namen van Jezus en Maria te wederstaan. Glorie zij den Vader, enz.
8. O allerijverigste Leeraar, H. Al-phonsus, verkrijg voor mij eene teedere devotie tot het lijden van Jezus Christus , tot het allerheiligste Sacrament en tot mijne lieve Moeder Maria. Glorie zij den Vader, enz.
!). O allerijverigste Leeraar, H. Al-phonsus, verkrijg voor mij vóór alles de volharding tot het einde toe en de genade, immer, doch vooral in de bekoringen en in het uur mijns doods, daarvoor te bidden. Glorie zij den Vader enz.
V. Bid voor ons H. Alphonsus Maria!
R. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
Laat ons hidden.
O God, die door den 11. Alphonsus
fe------lt;2
— 60 —
Maria, den zoozeer van zielenijver ontvlamden Belijder en Bisschop, uwe Kerk met eene nieuwe nakomelingschap verrijkt hebt; wij bidden u, laat ons door zijne heilzame vermaningen onderwezen en door zijne voorbeelden gesterkt, gelukkig tot u geraken. Door Christus onzen Heer. R. Amen.
Aanmerking. De leden der broederschap van O. L. Vrouw van Altijddurenden Hijstand en van den fl. Alphonsus verdienen, wanneer zij deze gebeden rouwmoedig verrichten: Ij een aHaat van 7 jaren en 7 quadragenen eenmaal daags ; 2) een volhn a/laat viermaal 's jaars op de dagen hunner toewijding, als zij deze gebeden dagelijks gedaan hebben. Deze aflaten kunnen ook aan de zielen in het vagevuur worden toegevoegd. (Breve van 20 Juli '1878).
KORTE AANHOEPIXG. (Uit de kerkelijke Getijden.)
g
divinagt; legis ama-tor, doprecare pro nobis. Filium Dei. |
Beminnaar der god- delijke wet, l)i(l voor ons den Zoon van God. |
ANDERE AANROEPING.
0 glorierijke heilige Alphonsus, Genadekind van O. L. Vrouw, Bevorderaar der bezoeken bij liet
Alierh. Sacrament,
Licht der Kerk,
Parel der priesters,
Kroon der bisschoppen.
Engel van barmhartigheid,
Apostel der armen,
Trooster in droefenis,
Raadgever in twijfel,
Helper in nood.
Spiegel aller deugden,
Afbeeldsel van den goeden Herder, Man naar Gods Hart,
Waakzame opperherder,
Allerijverigste leeraar.
Stichter van de Congregatie des
Allerh. Verlossers,
V. Bid voor ons, o 11. Alphonsus.
amp;_1___lt;3
— 02 —
R. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
Laat ons bidden.
O God , die door den H. Alphonsus Maria, den zoozeer van zielenijver ontvlamden Belijder en Bisschop, uwe Kerk met eene nieuwe nakomelingschap verrijkt hebt; wi j bidden u, laat ons door zijne voorbeelden gesterkt, gelukkig tot u geraken. Door Christus onzen Heer. R. Amen.
2. Kleine getijden ter ecre van den II. Alplioiitijus»
VOORBEUEIDING.
0 Alphonsus, opgevaren
Naar de blijde hemelwoon, Zie uw kinderen zich scharen,
Om uw aardschen glorietroon ! Hoor ons 't blijde lollied zingen,
U, Alphonsus, toegewijd,
Moog' het door de heemlen dringen. Waar gij u in God verblijdt!
— 03 —
METTEN.
O God, ik wil U prijzen in uwen dionaar Alphonsus, die door zijn geheel leven en arbeiden uwen lof verkondigd heeft.
V. Heer open mijne lippen.
R. Laat mijn mond uwen lofverkonden. V. O God, let op mijne hulp. li. lieer, haast U mij te helpen. V. Glorie zij den Vader, den Zoon
en den H. Geest.
R. Gelijk het was in liet begin, en nu en altijd, en in de eeuwen dei-eeuwen. Amen.
Lofzang.
O, hoe juichten do englenkoren
Op uw blij geboortefeest'.
Toen ge als kind van God herhoren,
Uit liet bad des doopsels reest! 't Onschuld skieed u toen geschonken
Droegt gij tot uw laatsten snik. Immer heeft uw ziel geblonken, Als in d' eersten oogenblik.
Leerspreuk.
O hoe schoon is een kuisch geslacht!
h---c
— 64 —
'(P
Want onsterfelijk is zijne gedachtenis en bij God en do menschen is het in eerc. Wijsh. 4. 1.
V. Die Mijn vleesch en Mijn bloed drinkt,
R. Blijft in Mij en Ik in bem.
V. Bid voor ons, o H. Alphonsus!
]{. Opdat wij waardig worden der beloften van Christus.
Gehad.
o Goddelijke Heiland, zuiverste Zoon der reinste Maagd! In het ontvangen en bezoeken van uw allerheiligst Sacrament , alsook in de getrouwe ver-eering uwer kuische Moeder vond de H. Alphonsus die bovennatuurlijke kracht, om te midden der gevaren der wereld de maagdelijke zuiverheid ongeschonden te bewaren; wij bidden u door zijne verdiensten , verleen ons de genade, de verheven deugd van zuiverheid naar behooren hoog te schatten en to beminnen, allo gevaren en ge'e-genheden tot zonden zorgvuldig te vermijden, in innige liefde voor u en getrouwe vereering uwer II. Moeder het .0)—____c»
kleinood der kuischheid tn bewaren tot liet einde van ons leven toe. Amen.
LAUDEN.
O God, ik wil u prijzen, enz.
V. O God, let op mijne hulp.
R. Heer, haast u om mij te helden. ■
Glorie zij den Vader, enz.
J
Lofzang.
O, wat godsvrucht u bezielde,
Als gij in uw prilste jeugd
In Gods tempel nederknieldet,
Wars van 's werelds zingeneugt!
O, dan zagen de englen neder. Om Gods hemeltroon geschaard, | En dan groetten zo u zoo teeder. Engel op deez droevige aard!
Leerspreuk.
Toen het Hem nu behaagde, die mij uit don schoot mijner moeder heeft afgezonderd en dooi1 zijne genade geroepen heeft, in mij zijnen zoon te openbaren, opdat ik Hem onder de volkeren zou verkondigen, zoo gins; ik niet aanstonds met vleesch en bloed ten rade. Gal. 1. 15. 16. fc__ógt;.
5
— 60 —
V. Hoe liefelijk zijn uwe tabernakelen, o Heer, God der Heerscharen.
R. Mijne ziel verlangt en versmacht raar uwe voorhoven.
V. Bid voor ons, H. Alphonsus!
R. Üpdat wij waardig worden de beloften van Christus.
Gebed.
Almachtige God, Heer en Bestierder aller harten! Ik verheug mij over de kracht uwer genade in uwen getrouwen dienaar Alphonsus, die, getrouw aan uwe roepstem, do banden van vleesch en bloed verbrak en alle heerlijkheid dezer wereld verachtte, om u in den heiligen priesterlijken staat te dienen. Wij bidden u door zijne grootmoedige getrouwheid: bewaar ons hart van de liefde voor de wereld en verleen ons de ware armoede des geestes, opdat wij aan de roepstem uwer genade nimmer weerstand bieden. Amen.
PUIMEN.
O Go', ik wil n prijzen, enz.
V. O God, let op mijne hulp.
gt;6______ca
— 67 —
R. Heer, liaast u rnij te lu'lpcu. Glorie zij don Vader, enz.
Lofzang.
Als een stam vol knop en bloemen
Droogt gij 's levens lentekroon, Hoordet gij uw schoonheid roemen,
Was uw toekomst heerlijk schoon! De aarde zocht uw hart tc winnen
Voor haar vreugd, haar goud. haar eer. Maar Gods stem sprak u van binnen Van het heil uit hooger sfeer.
Leerspreuk.
Ik wil met grootc vreugde mijn ofl'er brengen, mij zelf' ook opofferen voor uwe zielen. 2 Cor. I± 15. V. De goede Herder.
R. Geeft zijn leven voor zijne schapen. V. Bid voor ons, o H. Alphonsus! R. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
Gebed.
(3 Goddelijke Verlosser, goede Her-; der, die uw leven hebt gegeven voor 1 uwe schapen! Wij loven u door den amp;----óï
brandenden zielenijver, wolken gij flon H. Alphonsus hebt ingestort, en bidden ii door de verdiensten van zijn aposto-lischen arbeid, van zijne vermoeienissen, zijne oilers, zijn zweet, zijne tranen eii zijne boetedoeningen; geef, dat wij allo vlijt en zorg aanwenden om onze zielen zalig te maken, die gij zoo duur gekocht en door uw dierbaar bloed verlost hebt. Amen.
TEUTIËN.
O God, ik wil u prijzen, ouz. V. ü God, let op mijne hulp. R. lieer, haast u mij te helpen. Glorie zij den Vader, enz.
Lofzang.
God deed u aan 't aardsche sterven
Gij verloort uw roemrijk pleit; Grooter glorie zoudt gij erven
Dan u de aard had toebereid.
Toen hcrhaaldet ge iti uw smarte:
»Wereld, ach, ik ken u nu!
sLieve Jezus, 'k geef mijn harte »Eeuwig onverdeeld aan u !quot;
Leerspreuk.
De geest des Heeren rust op mij; daarom heeft hij mij gezalfd om den armen liet Evangelie te verkondigen; hij heeft mij gezonden om te genezen, die vermorzeld van harte zijn. Luc. 4.18.
V. De hand des Heeren was met hem.
R. En een groot getal geloovigen bekeerde zich tot den Heer.
V. Bid voor ons, o H. Alphonsns!
H. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
Gebed.
O Heer Jezus Christus, die met liet innigst medelijden vervuld, den nood der zielen begreept, en tot uwe leerlingen zeidet: de oogst is groot, maar er zijn weinig werklieden; wij danken n, o barmhartige Heiland, dat gij in den persoon des H. Alphonsns en in zijne zonen, apostelen hebt opgewekt voor de verlaten zielen. Wij bidden u door de liefde van uw H. Hart en door de verdiensten der apostolische prediking des H. Alphonsus: zend arbeiders in uwen wijngaard en stort in hen den
— 70 -
geest des gelukzaligen Alphonsus, opdat zij vele zielen van den eeuwigen ondergang vrijwaren. Amen.
SEXTEN'.
O God, ik wil u prijzen, enz.
V. O God, iet op mijne ludp.
R. Heer, haast u mij te helpen.
Glorie zij den Vader, enz.
Lofzang.
En gij liet al 't aardsche varen,
Jezus had uw hart geboeid!
Gij verscheent aan Gods altaren Priester, door zijne liefde ontgloeid,
O wat vlam kwam n bezielen Voor de glorie van Gods huis.
Voor het heil der arme zielen. Vrijgekocht door Christus' kruis!
Leerspreuk.
Deze is de Hoogepriester, die in zijne dagen God welbehagelijk was en rechtvaardig bevonden werd, en ten tij.Ie van toorn ten zoen strekte. Sirach, 44.
V. Oog was ik voor de blinden en voet voor de lammen, amp;________sSt
— 71 —
R. Ik was een vader der armen.
V. Bid voor ons, o H. Alphonsus!
R. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
Gebed.
O Goddelijke Heiland, voorbeeld en kroon voor de Herders uwer Kerk! Gij hebt den H. Alphonsus tot een herder naar uw hart gemaakt. Gij hebt hem ijver voor de eer van uw huis gegeven en gevoelens der teederste liefde voor de armen en noodlijdenden ingestort. Wij bidden u door zijn heerlijk voorbeeld en talrijke verdiensten: vervul de herders der H. Kerk met uwen geest, opdat zij ijveren mogen voor de eer van uw Huis; schenk aan alle kinderen der Kerk eene ootmoedige onderwerping, opdat zij de bevelen hunner overheden gehoorzaam volgen en geef ons allen genegenheid om werken van barmhartigheid te beoefenen, opdat wij ook barmhartigheid verwerven mogen. Amen.
NONEN.
0 God, ik wil u prijzen enz. amp;____£
I V. 0 God, let op mijne hulp. R. Heer, haast n mij te helpen. Glorie zij den Vader enz.
Lofzang.
Toen verhieft ge 't kruis des Hoeren, Rieptgeeen schaar van priestren saam. Om heel 't aardrijk te bekeeren
Door de kracht van Christus' naam. Straks doorliept ge Napels' Staten
Met dat uitgelezen heer,
En voor 't volk, het meest verlaten , Scheen het licht van Jezus weer!
Leerspreuk.
De Heer heeft zijn mond geopend in liet midden der Kerk en vervulde hem met den geest van wijsheid en verstand; en met een stralenkrans van roem omkleed. Sir. 15, 5.
V. Gelijk de opgaande zon R. Zoo schitterde hij in het huis des Hoeren.
V. Bid voor ons, o H. Alphonsusl R. Opdat wij waardig worden do j beloften van Christus.
Gebed.
j O Eeuwig Woord des hemelsclicn Sb----.«2
Vaders! Gij hebt uwer Kerk in den H. Alphonsus een zalvingrijken Leeraar vol van zielenijver geschonken, een moedig strijder voor de waarheid van het heilig geloof, een vertrouwvol raadgever in alle angstvalligheden en een ervaren meester der christelijke volmaaktheid. Wij danken n voor de onderrichtingen ons door den H. Alphonsus nagelaten en bidden u, schenk ons de genaden om standvastig te zijn in het heilig Katholiek Geloof, om u onzen goddelijken Verlosser en uwe heilige Moeder van harte te beminnen, de ijdelheid der aardsche dingen te kennen en met alle inspanning naar de he-melsche goederen te trachten. Amen.
VESPERS.
O God, ik wil u prijzen enz.
V. O God , let op mijne hulp.
R. Heer, haast u mij te helpen.
Glorie zij den Vader, enz.
Lofzang.
Hoe ontsteldet gij bij 't hooren.
Dat de Paus, door Gods gena,
fc_______c
U tot Bisschop had verkoren,
Bisschop van Sint Agatha!
Maar Gods geest deed u ontgloeien
Voor die Kerk, voortaan uw bruid, Gij deedt haar verjeugdigd bloeien,
Dreet't alom den vijand uit.
Leerspreuk.
Ik ben tevreden bij mijne zwakheden, bij versmadingen, bij nood, bij vervolgingen, bij angsten, om Christus wille: want zoo ik zwak ben, dan ben ik sterk. 2 Cor. 12. 10.
V. Verre zij het van mij te roemen.
R. Tenzij in het kruis van onzen Heer Jezus Christus.
V. Bid voor ons, o H. Alphonsus!
R. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
Gebed.
O gekruisigde Heiland Jezus Christus, welk een geduld en welk een liefde tot het kruis hebt gij den H. Alphonsus ingeprent! Door vermoeienissen van zijn apostolisch en herderlijk ambt uitgeput, door ziekten bezocht, door beko-fc__________
ringen bestormd, door vervolgingen omringd, slaakt hij geene enkele klacht over de beschikkingen en toelatingen der Voorzienigheid, maar bidt hij, met u in uwen doodsangst in den hof van Olijven, niet mijn wil maar uw wil geschiede! Wij bidden u, o goddelijke Heiland om de verdiensten van den geduldigen Alphonsus: geef ons de genade, dat wij in alle wisselvalligheden des levens de bestiering der goddelijke Voorzienigheid erkennen en ter liefde tot u, o gekruisigde Verlosser, ons kruis geduldig dragen. Amen.
COMPLETEN.
O God, ik wil u prijzen, enz. V. ü God , let op mijne hulp. li. Heer, haast u mij te helpen. Glorie zij den Vader, enz.
Wie vermeldt wat leed u griefde
Op het einde van uw baan?
Jezus bood u, in zijn liefde,
Slechts den kelk zijns lijdens aan. h.-------ó
— 7G —
Eindlijk zaagt gc mv Jezus komen
Met der heemlen Koningin,
En door de englen opgenomen ,
Voert gij blij den Hemel in!
Leerspreuk.
Gij hebt hem eene kioon van edelgesteenten oj) het hoofd gezet; groot is zijn roem wegens de hulp uwer genade. Heerlijkheid en verheven schoonheid verleent gij hem; want gij maakt hem daar voor immer tot zegen, verblijdt hem met vreugde voor uw aangezicht. Ps. 20.
V. Deze is een vriend der broederen en van het volk Israël.
R. Deze bidt veel voor het volk en voor de geheele Stad.
V. Bid voor ons, o H. Alphonsus!
R. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
Gebed.
O Heer Jezus Christus, die wonderbaar zijt in uwe Heiligen! Gij hebt uwen getrouwen dienaar Alphonsus na een heilig leven een zaligen dood laten h_____.cS
3
sterven, gij Iiebt hem rijkelijk scliade-loos gesteld voor allo lijden van dit leven, voor alle ofl'ers en ontberingen in uwen dienst, gij hebt hem eene hooge heerlijkheid in den hemel en een grooten invloed op de aarde gegeven. Wij bidden it om zijne standvastige liefde: geef ons een groot vertrouwen op de voorspraak des H. Alphonsus, opdat wij hem in alle noodwendigheden aanroepen en levend en stervend zijne wonderbare hulp ondervinden. Amen.
SLOT.
O Alphonsus, al uw lijden
Is voor eeuwig mi voorbij;
Eeuwig moogt ge n thans verblijden In der heemlen hooggetij.
| Vader, denk nog aan ons armen, Die go in 't dal der tranen liet. Smeek bij God voor ons erbarmen, O verlaat uw kindren niet!
fe
3. manier om flc BI. Mieter eere des BI. AI|ilioii3ii8 te liooren.
Neem ton 1quot; in aanmerking, wat de II. Alphonsus in zjjn christelijken levensregel schrjjft:
»In de II. Mis, zegt liij, wordt het werk ran Calvnrio hernieuwd met dit voischil, dat het bloed van Christus toen werkelijk vloeide, op het altaar daarentegen geheimzinnig vergoten wordt. In de H. Mis worden de verdiensten van Jezus' Ijjden op eene bijzondere wijze op ons toegepast. Daarom moet gij. om het II. Offer met vrucht bjj e wonen, het dool van deszelfs instelling voor oogen houden, namelijk 1) de verheerlijking van God, '2' de dankzegging voor verkregen wokladen. 3) de Terzoening voor onze zonden en 4| het verkrijgen van nieuwe genaden.quot;
Neem ten tweede in aanmerking, dat het Misoffer, zooals de Romeinsche Catechismus (Deel 2. C. 4, Vv. 71) verklaart, uitsluitend en alleen aan God den Heer wordt opgedragen.
«Want ofschoon de Kerk somwijlen ter gedachtenis en ter eere der Heiligen Missen opdraagt, zoo leert zjj toch, dat het Offer j niet aan hen wordt opgedragen, maaralleen ;
aan God, die de Heiligen met onsterfelijke 1 Sb----------cü
— 79 -
heerlijkheid gekroond heeft. Daarom zegt de Priester dan ook nooit: ik draag u dit offer op, o Petrus of Paulus ; maar terwijl hij het den drieëenigen God opdraagt, dankt hij Hem voor de heerlijke overwinning der allerzaligste Martelaren en bidt hunne bescherming aldus af. opdat zij. wier gedachtenis wij op aarde vieren, voor ons in den hemel genadig ten beste spreken.quot;
Wilt gij nu de II. Mis ter eere des H. Alphonsus aan God opdragen, zoo kunt gij gedurende het H. Sacrificie zeer gepast de kleine Getijden des Heiligen bidden op die wijze, als hier is aangegeven.
BIJ DEN INTROÏTUS.
Eeuwige Vader, in dit offer draag ik ii uwen Zoon Jezus met al de verdiensten van zijn lijden op, ten eerste om uwe Majesteit te eeren; ten tweede, om u voor de weldaden, welke gij mij bewezen hebt, te bedanken, alsook voor die, welke ik do geheele eeuwigheid door van u hoop te verkrijgen; ten derde ten zoen voor mijne zondenen van alle levenden alsook van hen, die in uwe liefde zijn afgestorven; ten vierde om ! de eeuwige zaligheid en alle ter zalig-
I heid noodige genaden te erlangen, fe___amp;
— 80 —
Tegelijk draag ik, o God, dit heilig Ofler op, om u voor de buitengewone genaden dank te zeggen, welke gij den H. Alphonsus bewezen hebt en die hem tot zulk een heiligen en machtigen patroon voor zijn vereerders gemaakt hebben. Ik bid u, om de verdiensten van uwen getrouwen dienaar, geef mij alle genaden, die ik ter zaligheid noodig I heb; in het bijzonder help mij in de ; volgende aangelegenheden (stip ze hier aan) welke ik u dringend aanbeveel. Amen.
Gebed der Kerk. O God, die dooiden H. Alphonsus Maria, uwen van zielenijver ontvlamden Belijder en Bisschop, uwe Kerk met eene nieuwe ' nakomelingschap verrijkt hebt, wij bidden u, laat ons door zijne heilrijke vermaningen onderwezen en door zijne voorbeelden gesterkt gelukkig tot u geraken. Door Jezus Christus onzen Heer. Amen.
Bid nu uit dü kleine Getijden, het bepn: de Mettkn en Lauden.
fc___lt;Ü
BtJ BE OFFERANDE.
O Heilige Vader, almachtige eeuwige God, aanvaard deze onbevlekte offergave, welke ik, onwaardige dienaar, tegelijk met den Priester u, mijn God, opdraag ter verheerlijking van uw heiligen naam, tot dankzegging voor al uwe weldaden, ten zoen voor mijne zonden en om alle genaden, die ik noodig heb, af te smeeken.
O Heer, Jezus Cliristus, die den H. Alphonsus het voorrecht verleend hebt, deze heilige geheimen te vieren en zich daardoor als heilige offergave aan u op te dragen; ontsteek onze harten door het hemelsch vuur tot een welriekenden geur. Gij, die met den Vader in de eenheid des heiligen Geestes leeft en regeert van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
Bid nu uit de kleine Getijden de Primen en Tkrtiëm.
BIJ DE CONSECRATIE.
Bij het opheffen der heilige Hostie.
Mijn God, ter liefde van dezen uwen
6
Zoon, vergeef mij cn schenk mij de heilige volharding.
Bij het opheffen van het heilig Woed.
Ter wille van Jezus' H. Bloed, geef' mij uwe liefde en een zaligen dood.
Bid nu uit de kleine Getijden de StxTKN en Nonen.
BIJ DE COMMUNIE DES PRIESTERS.
Communiceer op eene geestelijke wijze en zeg; Mijn Jezus, ik bemin u, en verlang naar u. Ik omhels u en wil mij niet meer van u scheiden.
O God, die den H. Alphonsus Maria, uwen Belijder en Bisschop, tot een getrouwen Bedienaar en Held van het Goddelijk Sacrament gemaakt hebt, verleen ons door zijne verdiensten en voorspraak, dat de geloovigen hetzelve dikwerf ontvangen en u onophoudelijk lofprijzen. Door Christus onzen Heer. Amen.
Bid nu u't de kleine Getijden de Vespers Completen en het Slot.
— 83 —
4« STovccn of negen Xondagen ter eei'c des II. Aliiliunsus.
VOORWOORD.
Het is iederen vereerder des II. Alphonsus bijzonder aan te bevelen, door eene Noveen, d. i. door eene oefening van negen dagen, zich tot het feest van dien beaiinnelijken Heilige voor te bereiden; want hoe meer ijver wij voor zijne vereering aan den dag leggen, des te grootere genaden zal hij op zjjn feestdag voor ons van God afsmeeken. Het feest des H. Alphonsus valt op 2 Augustus, en de noveen begint dus den 24 Juli.
Daarenboven behoort gij eene noveen ter eere des H. Alphonsus te houden, zoo dikwijls gij u in bijzondere omstandigheden van zijne hulp wilt verzekeren. Door zóó te doen handelen wij naar het voorbeeld van den vriend uit het Evangelie, die niet ophield te smeeken, totdat zijn vriend zijn wensch vervuld had. Bovendien is het getal van negen dagen geheiligd door een gelijk getal van dagen, gedurende welke de Apostelen met de allerzaligste Maagd zich tot het ontvangen des Heiligen Geestes voorbereidden.
Tracht eiken dag der novene op eene bijzondere wijze den H. Alphonsus toe te
— 8-i —
wijden on te heiligen. Denk reeds aanstonds des morgens aan uwen beminden Beschermheilige , wanneer gij den bovengemelden morgengroet (.bldz. 55) tot hem kunt richten. Tracht eiken dag do 11. Mis bij te wonen en eene kleine overweging aangaande don Heilige te doen; zoo gij somtijds geen tjjd hebt, kunt gij de overweging met het Mis-hooren laten samengaan ; hierachter vindt gij eene keuze van overwegingen voor de Noveen. Tracht verder iederen dag een of ander der iu dit boekje verzamelde gebeden te verrichten ; het doelmatigste is dat, hetwelk aan uw bjjzonderen nood beantwoordt. Ontvang ten minste eenmaal in den lo3p der Noveen de II. Sacramenten, en draag den Heer de H. Communie op tot dankzegging voor de genaden, die Hij den H. Alphonsus geschonken heeft. Voor alles echter leg u er op toe zorgvuldig alle zonden te vermijden, uwe plichten ter oere Gods nauwkeurig te vervullen en gedurende den dag dikwijls uw hart tot God en den H. Alphonsus te verheften. Wees overtuigd, dat elke noveen, die gij op dusdanige w ijze houdt, u Gods zegen in ruime mate zal bezorgen
In plaats van negen dagen achter elkander kunt gij ook eene oefening van negen Zondagen houden ter eere van de 90 jaren,
welke de H. Alphonsus op aarde geleefd
fe_______-________
— 85 —
heeft. Het is raadzaam op elk dier Zondagen de H. Sacramenten te ontvangen en minstens tienmaal het «Glorie zij den Vaderquot; ter eere des II. Alphonsus te bidden, en overigens ook de Zondagen, gelijk de dagen der Noveen, te heiligen.
(Naar aanleiding van de Bulle zijner heiligverklaring.)
Eerste Dag.
De H. Alphonsus in zijne jeugd.
«Alphonsus werd den 27 September 1696, uit een adellijk geslacht te Napels geboren. Met bijzonder levendigen geest begaafd, legde hij zich aanstonds na zijne kinderjaren op het aanleeren der talen toe, vervolgens op do hoogere studiën en eindelijk op de rechtsgeleerdheid. Met zijn gelukkigen aanleg bracht hij het zoo ver, dat hij, nauwelijks 16 jaar oud, met de meeste onderscheiding tot Doctor in de beide rechten gepromoveerd werd. Volgens den -wil zijns vaders hield hij zich nu met het verdedigen en voeren van
rechtsgedingen bezig. In dezen stand leefde hij rein en onschuldig; aangezien hij echter inzag, dat deze bediening vol verstrooiing en gevaren was, zoo meende hij ze te moeten verlaten en trad in den dienst der Kerk. Zoo versmaadde hij nu de meest eervolle ver-bintenissen, droeg het vaderlijk vermogen, wat hem krachtens zijn eerstgeboorterecht toekwam uit vrijen wil en met blijdschap op zijn' broeder over en legde alle zorg voor aardsche zaken af.quot;
Overweeg hier i) de wonderbare leiding der Voorzienigheid. De H. Alphonsus was tot Apostel (Ier armen, vooral der meest verlaten zielen, geroepen, en boverdien tot Ordestichter en Kerkleeraar, bijzonder tot Leeraar der christelijke zeden. Hoe vreemd ook zijne eerste loopbaan aan zijne roeping tot het Apostolaat schijnt te wezen, deed zij toch zijne rijke geestesgaven in dier mate en richting ontwikkelen, gelijk dat voor zijn lateren roep als ordestichtev en zedenleeraai' volkomen noodig was. Zoo strekt Gods wijsheid zich van eind tot tot eind met kracht uit en regelt alles
— 87 —
niet liefelijkheid. Wek uw geloof op aan Gods voorzienigheid; aanbid haar in het leven des 11. Alphonsus gelijk ook in uw eigen leven, en verlaat u op hare leiding zonder voorbehoud.
Overweeg 2) de getrouwheid des H. Alphonsus. Zoo lang Gods wil zich niet bepaald aan hem geopenbaard had, schikte hij zich in de keus van zijn levensstaat naar den wil zijns vaders; maar hij vergeet geenszins, niettegenstaande de veelvuldige verstrooiingen en verlokkelijke gevaren van zijn ambt. zijn eersten plicht jegens God. Hij is een voorbeeld van vroomheid, eerbaarheid en rechtvaardigheid. De verschillende standen zijn van God gewild en stellen geen onvoorwaardelijken hinderpaal daar voor de zaligheid der ziel, zoo zij ook eenige grootere gevaren dan anderen medebrengen. Volg in uwe keus slechts den wil van God; hebt gij echter reeds ?eno keus gedaan, zoo geef u aan de godsvrucht over, vlied de gelegenheid van zondigen, wees kuisch, zachtmoedig, geduldig, in één woord vervul uwe plichten zonder t----------------—.-lt;*i
amp;----------—--9)
menschelijk opzicht. Hoc handelt gij hierin? Onderzoek uw geweten. Dank of betreur, naar gelang uw geweten u antwoord geeft.
Overweeg 3) de grootmoedigheid des H. Alphonsus. De wereld bood hem de schitterendste vooruitzichten aan. Hij stamde van eene adellijke familie af, was toegerust met eene uitgebreide wetenschap, voor zijn vak buitengewoon geschikt en met een innemend karakter bedeeld. De aanzienlijkste huwelijken, de hoogste eereplaatsen, het aangenaamste leven wachtte hem. Alphonsus veracht alles en kiest een armoedig, arbeidzaam en verborgen leven. Waarom? Om zijne ziel meer zeker zalig te maken? God meer te behagen, om heilig te worden. —- Wat hebt gij gedaan om heilig, om zalig te worden? Denkt gij met ernst aan de groote zaak uwer zaligheid ? Roept God u misschien ook tot hoogere volmaaktheid? — Loof den H. Alphonsus; wensch hem geluk met zijne getrouwheid en grootmoedigheid, met het loon, dat hij verkregen heeft.
Smeek hem om zijne voorspraak bij God. fc___amp;
~ 89 —
Tweede Dag.
De H. Alphonms als Priester.
»Naclat Alphonsus do heilige wijdingen ontvangen had en tot de waardigheid van Priester was opgeklommen, leefde hij slechts om God's eer naar vermogen to bevorderen, om in de harten der menschen zaden van deugd uit te strooien en het onkruid der zonden uit te roeien. Aangezien hij overtuigd was, dat niemand van don apos-tolischen arbeid rijke vruchten plukt, tenzij hij met de leer ook het voorbeeld doe samengaan, nam hij ook vóór alles met den grootsten ijver het besluit, door de beoefening van elke deugd zich als dienaar Gods en uitdeeler zijner geheimen te gedragen. Altoos was hij een voorzichtig bewaarder der kuisch-heid, welke hij reeds lang te voren aan God beloofd had en beoogde gedurig in zijn doen en handelen dit eenige: namelijk zich zeiven geheel vlekkeloos te bewaren. Om dit doel des te zekerder te bereiken, boud hij Jfc---------lt;2
zicli vol vertrouwen aan de voorspraak van God's Moeder aan. Het geweld van Gods liefde had hem zoo sterk aangegrepen, dat zijn geest steeds op Hem gevestigd was en geen ander genoegen scheen to kennen dan aan Hem te denken en van Hem te spreken.'quot;
Overweeg hier 1) het levendig geloof des H. Alphonsus aan de waardigheid des priesterschaps. Deze waardigheid stond voor hem oneindig hooger dan de hoogste aardsche waardigheid, dan de waardigheid van koningen en keizers. Het geloof aan die waardigheid, voor welke hij zich geheel onwaardig hield, zette hem aan een zeer rein en onschuldig leven te leiden. De priesterlijke waardigheid, die den Priester tot middelaar tusschen God en de men-schen, tot uitdeeler der HH. Sacramenten, tot leeraar der waarheid maakt, verdient do hoogste eerbewijzing. Zijt gij daarvan overtuigd? Ziet gij de waardigheid des Priesters niet over het hoofd hij de onvolmaaktheden van den persoon die er mede bekleed is? Hoog is
de waardigheid, zwaar is de last van
het priesterschap. Zijt gij den Priester ook dankbaar? Bidt gij voor hem, opdat God hem ware priesterlijke gezindheid instortte en hem dien zwaren last helpe dragen ?
Overweeg 2) do vlekkelooze kuisch-heid des H. Alphonsus. Een maagdelijk leven is de ciscli, welken de Kerk den Priester stelt, die dagelijks het allerheiligst Sacrament des Altaars in zijne handen moet nemen en den geloovigen uitreiken en die zich met het Vleesch en Bloed van den Godmensch dagelijks moet spijzen en laven. De H. Alphonsus schutte zijne kuischheid door het vluchten der gelegenheid, door strenge bewaking zijner zintuigen en bijzonder door zijne devotie tot Maria. Deze zijn toch geen onnoodige voorbehoedmiddelen, maar zij zijn volstrekt noodzakelijk. Wie het gevaar bemint, zal er in vergaan. Do dood, d. i. de zonde, dringt door do vensters, door do zintuigen namelijk, naar binnen. Maria, do Maagd der Maagden, is de getrouwste behoedster der kuischheid. Vlucht gij de gelegenheid ? Bewaakt gij uwe zin-fc,______
— 92 —
non? Roept gij, in bekoringen tegen de kuischheid, Maria aan) Verwek een akte van berouw, zoo gij misdaan hebt; hernieuw uwe voornemens.
Overweeg 3) de vurige liefde des IJ. Alphonsus tot God. God boven alles te beminnen is het eerste en voornaamste gebod, maar het is ook het grootste voorrecht des menschen. Ware liefde zoekt de gemeenschap met den geliefde; daarom richt de ware Goddelijke liefde 's menschen ziel op God, zoo dat zij aan Hem denkt, zich over zijne volmaaktheid verheugt, Hem tot einddoel van hare werkkracht maakt en ook anderen door vrome gesprekken in liefde tot God ontvonkt. Uit de volheid des harten spreekt de mond. Zijt gij met uwe gedachten gaarne bij God? Denkt gij aan God onder uw werk? ten minste onder hot bidden? Waar spreekt gij over, over God of over de wereld? Oordeel of gij God bemint.
Loof God voor alles, wat Hij den : H. Alphonsus gedaan heeft. Bewonder [ uwen grooten Beschermer, verneder u | voor Hem, betreur uwe nalatigheid; fc.--
— 93 —
bid Hem om geloof, om kuischheid en om liefde tot God.
Derde Dag.
Da 11. AliriiniiiK* ah Apostel.
«Aangezien Alphonsus van zulk een Goddelijken liefdegloed brandde, ziet ieder gemakkelijk in met welke vurige naastenliefde bij ontstoken was. Daarom ontzag hij nocii vermoeienissen noch bezwaren om menschen, die in ondeugd en misdaad verzonken waren in de armen en den schoot van God terug te voeren. Daarom bezocht hij dikwerf de gasthuizen, ten einde de zieken bij te staan en hen vooral in gevaar van sterven te helpen. Daarom hoorde hij met het grootste geduld diegenen aan, welke hunne zonden kwamen biechten en hield er zich bijna geheele dagen tot diep in den nacht mede bezig; daarom preekte hij dikwijls voor het toegestroomde volk met zulk een ijver, dat bij de hardnekkigheid der godde-loozen verbrak en terwijl hij hun de schandelijkheid der ondeugd, welke zij fe_____-___—c2
— di
als slaven dienden, bloot legde, wekte hij in de harten zijner toehoorders zulk een smartbetoon op, dat hij hen tranen afperste en de kerken dikwijls van het geween en zuchten weergalmden. Dag noch nacht hield hij op alle krachten zijns lichaams en zijner ziel tot heil des naasten te gebruiken, zoodat hij ten gevolge dier aanhoudende inspanning uitgep;it, in eene doodelijke ziekte verviel. Nauwelijks was hij met Gods hulp wederom genezen, of hij hervatte zijne werken van naastenliefde met nog grooteren ijver.quot;
Overweeg hier 1) de voortreffelijkheid van het apostolaat onzes Heiligen op zich zei ven genomen. Uit de liefde tot God schept de H. Alphonsus eene vurige naastenliefde en die naastenliefde kiest den schoonsten werkkring uit: zij aanvaard het apostolaat. Het apostolaat, de arbeid aan het heil der zielen; het volmaakste liefdewerk, dat zich 'aat uitdenken; de ziel toch is het edelste van den mensch, haar geluk het reinste en hoogste, hare zaligheid eene eeuwige en volmaakte, die alles in zich besluit, fc---------ó
— 95 —
Wat baat het den rtiensch zich naar liet lichaam goed te doen, als hij met lichaam en ziel naar het eeuwig vuur gaat? Alle Christenen moeten apostelen zijn in hunnen familiekring, onder bekenden en vrienden, door een goed woord tot hen te richten, eene gepaste onderwijzing, vermaning, waarschuwing, of minstens door hun voorbeeld, boetedoening en gebed. Hoevele zielen zouden er gered worden, als er meer zulke apostelen waren? Zijt gij een apostel?
Overweeg 2) de offervaardigheid des H. Alphonsus in zijn apostolaat. Hij schrikt niet terug voor de lucht en het gevaar der gasthuizen, voor de vermoeiende bezigheid van het dagen achtereen biechthooren, voor de inspanning van het predikambt. Zijne liefde is sterk als de dood, zij maakt hem geheel tot martelaar; slechts de wonderbare hulp Gods houdt hem in het leven. Heldhaftig is deze liefde des H. Alphonsus, zijne opoffering voor de zielen. De Heilige heeft dezelve geleerd in de school van Jezus Christus, die zich zeiven voor de menschen heeft
amp;________________________ ________lt;a
opgeofferd. Door liet offer van zich zeiven heeft Jezus de wereld verlost, alleen door het offer van ons zei ven kunnen wij deelnemen aan de verlossing der wereld. Welk offer mag ons te zwaar voorkomen, nadat Jezus zijn leven opgeofferd lieeft? Hebt gij'reeds offers gebracht om zielen te redden? Hebt gij tot heden toe misschien niet meer gedaan om zielen te verderven, dan om zielen te bekeeren? Welk een spoorslag voor u om offervaardig, door boete, door het geduldig verdragen en opoffering van kruisen , voor het heil der zielen mede te werken! — Belijd uwe schuld, uw slecht voorbeeld. Verwek in u een groot verlangen iets voor het heil der zielen te doen en te lijden. Offer God tot voldoening uwer nalatigheid de werken des H. Alphonsus op. Bid voor hen, aan wie gij ergernis hebt gegeven.
Vierde Dag.
£gt;-
Be H. Alphonsus als Ordestichter. »Zoodra de Heilige door Goddelijke
amp;gt;-
L
ingeving zijne roeping erkende om een geestelijk genootschap te stichten, opdat het niet aan ijverige arbeiders in den rijken oogst zou ontbroken, zoo liet hij zich door geen last of moeite terughouden de voleinding van zijn werk, dat de Kerk ten zegen zou verstrekken, te voltooien. Daarom toog hij met Gods hulp aan het werk, en verijdelde gelukkig de listen en aanvallen des helschen vijands, die de uitvoering van het nieuwe werk zocht tegen te gaan. Met twaalf door vroomheid uitmuntende mannen legde hij den grondslag van liet geestelijk genootschap, dat naar den Alierheiligsten Verlosser genoemd werd, en stelde zich daarbij voornamelijk ten doel, door woord en voorbeeld de kwijnende en bedorven zeden, bijzonder van de verstrooide landlieden, te herstellen en hen tot •■en eerbaren levenswandel terug te brengen. Nadat liet genootschap zich in korten tijd op wonderbare wijze in de steden en provinciën van Italië verspreid had, droeg hij zoig, dat het door onzen voorganger Benedictus XIV krach-amp;)---—ei
tens de apostolische volmacht werd goedgekeurd. Hij werd door genoemden Paus tot algemeen Overste benoemd, en het is verbazend hoe hij door zijn voorbeeld zijne metgezellen tot beoefening van allo deugden ontvonkte.quot;
Overweeg hier 1) de ootmoedige gevoelens des H. Alphonsus. De Heilige had zich geheel aan de leiding van der* heiligen Geest overgegeven, bereid om zonder weerstand al zijne ingevingen te volgen. Hij zocht in geenen deele de eer der wereld. De eer van Ordestichter boeide hem geenszins, integendeel zij maakte hem beschaamd of liever verlegen. Maar de Heilige Geest deed hem Gods wil ontwijfelbaar erkennen ; zijn zielbestierder gaf getuigenis van de goddelijkheid der ingeving. Toen eerst sloeg de gelukzalige Alphonsus de handen aan een werk, dat van den eenen kant geheel zijn zielenijver uitdrukte en met zijne heiligste begeerten overeenstemde en van den anderen kant zijne eigene krachten geheel en al overtrof. Leer hieruit in den staat,
u door Gods voorzienigheid aangewezen, i ___amp;
— 99 —
te volharden, en, zonder u met lucht-kasteclen bezig te houden, getrouw en nauwgezet uw plicht te vervullen; anders loopt gij gevaar het goede, waarvan gij droomt, nooit te volbrengen en middelerwijl uwe plichten geheel te verzuimen. Wil God u tot een hoogeren staat bestemmen, zoo zal Hij u voorzeker zijn wil te kennen geven, wanneer gij het oprecht met Hem meent. »Het is goed zwijgend op het heil van God te wachten.quot; (Klaagl. 3. 26) Onderzoek u hoe gij deze gewichtige leer hebt opgevolgd.
Overweeg 2) Alphonsus' vertrouwen op God in zijne erkende roeping. Noch de zwarigheid van het werk op zich zeiven , noch de hindernissen van den boozen vijand, noch oene van God verwijderde wereld brachten hem aan het wankelen, nadat hij van Gods wil overtuigd was. Hij wijdde zijn persoon en al zijne krachten aan de vestiging zijns genootschaps, dat naar het voorbeeld van Christus het apostolaat onder de verloren schapen van het huis van Israël, onder de armen en verlaten
___1_c
— 100 —
zielen uitoefenen zoude. Bestreden te worden is het deel van ieder rechtvaardige. «Mijn zoon, wanneer gij u in den dienst van God begeeft, bereid uwe ziel op de bekoringen voor.quot; Groote zegenrijke werken namelijk ondervinden veel tegenspraak. Laat u echter, zoodra gij volgens het oordeel uws zielsbe-stierders van Gods wil overtuigd zijt, door geen zwarigheden van uw voorgenomen goede werken afschrikken, maar volg de leer der Heiligen na: vertrouw dan geheel op God als of alles van Hem alleen afhangt. God, die ii het willen gegeven heeft, zal ook voor het volvoeren zorg dragen. »Als God met ons is, wie zal tegen ons zijn?quot;
Prijs Gods voorzienigheid, die in den H. Alphonsus een Apostel en Redder voor de meest verlaten zielen zond. Prijs ook den Heilige, die zich door geen valschen schijn van wereldsche eer liet vervoeren, maar zijne rijke gaven aan een werk, Hat in de oogen der wereld onaanzienlijk was, wijdde. Bid hem om getrouwheid in uwe roe-6---
— 101 —
ping, vertrouwen op God en ijver voor tie vervulling uwer plichten.
Vijfde Dag.
TM IT. Alphonsus als Kloosterlincj.
»IIij muntte in den lioogsten graad uit door de deugd van nederigheid; want ofschoon allen den besten dunk van zijne verheven heiligheid koesterden, en hooggeplaatste en voorname mannen hem eerden en met onderscheiding behandelden , had hij toch altijd eene kleine gedachte van zich zeiven
en achtte zich aller eer en hoogachting i • • •
onwaardig. Hij vereerde de maagdelijke Moeder Gods met eene geheel bijzondere toewijding. De vurigste gevoelens van liefde en vereering van het allerheiligste Sacrament des Altaars bezielden hem, en zoovele uren hij slechts kon, bracht hij onder een wonderbaar zielegenot voor hetzelve in aanbidding door. Om naar het voorbeeld des Apostels zijn lichaam onder de : dienstbaarheid des geestes te brengen, i hield hij het zooveel mogelijk steeds £)_______lt;£
— -102 —
als een huisvijand in bedwang, en kastijdde liet door allerlei soort van marteling. Hij schonk het slechts zooveel spijs en drank als hem toereikend scheen zijne krachten te vernieuwen en zijn leven to stutten; ja, om aan het weinige voedsel, dat hij zich gunde, elk zinnelijk genot te ontnemen, was hij gewoon dit met zeer bittere kruiden te mengen. Verder omgorde hij gedurig zijn lichaam met grove boetgordels uit paardenhaar vervaardigd en pijnigde zijne ledematen met ijzeren kettinkjes; hij was gewoon zijn lichaam zoodanig met pnntige geeselroeden te kastijden, dat het bloed, uit zijn verscheurd lichaam stroomend, den grond en den muur bedekte; hij deed evenwel zijn best om de bloedvlekken uit te wis-schen, opdat geen spoor zou overblijven van de wreedheid, welke hij op zijn lichaam uitoefende.quot;
Overweeg nu 1) de wonderbare ootmoedigheid, welke den H. Alphonsus bij al zijne uitmuntende hoedanigheden bezielde. De Heilige had de geringste gedachte van zich zeiven, wijl hij over-amp;___----ca
•(p--quot;'1
tuigd was, dat alle goeds, hetwelk hij bezat, slechts een geschenk van God was, waarvoor God alleen do eer toekomt, dat al het gebrekkige daarentegen zijn eigen werk was, hetwelk geheel en al aan hein moest worden toegeschreven. Deze ootmoedigheid was de grondslag zijner heiligheid en verwierf hem steeds nieuwe genaden van God, die zijne schatten aan de nederige harten toevertrouwt. Koestert ook gij zulke gevoelens als de H. Alphonsus? Hebt gij niet veel meer reden dan de H. Alphonsus om u zeiven klein te achten? Wek uw geloof op aan de waarheid der spreuk : »Niet dat wij van ons zeiven bekwaam zijn iets te bedenken als uit ons zeiven, neen, maar ouzo bekwaamheid is uit God.quot;Cor. II 3.5. Betreur uwe fouten tegen de ootmoedigheid en noem u voor steeds nederige gevoelens te koesteren.
Overweeg 2) do innige liefde des H. Alphonsus tot het allerheiligste Sacrament. lu het allerheiligste Sacrament woont Jezus Christus onder ons in het geheim zijner liefde. Hij, diode middelaar is tusschen God en de menschen, die Ê.____sÖ
— 104. —
rle grootn minnaar is onzer zielen. Het geloof des H. Alphonsus begreep deze waarheid op het levendigste en daarom trok zijne liefde hem aanhoudend naar het Jahernakel, om, in tegenwoordigheid van den geliefde zijner ziel, zijn hart in akten van aanbidding, dankzegging, liefde , smeeking en verzuchting om bemiddeling uit te storten. Is Jezus Christus in het allerheiligst Sacrament ook niet voor u, wat Hij voor den H. Alphonsus geweest is? Waar is echter de levendigheid uws geloofs en de ijver uwer liefde? Welke schatten verliest gij, aangezien gij Hem niet in het Sacrament bezoekt! Erken uwe lauwheid, bid om vergiffenis en maak het voornemen om dikwijls, zoo mogelijk dagelijks, den Heer in zijn allerheiligst Sacrament te bezoeken, maar ook om zoo dikwijls gij voor het allerheiligste Sacrament verschijnt, uw geloof aan dit groot geloof- en liefde-geheim te hernieuwen.
Overweeg o) den ijver voor boetedoening, welke den H. Alphonsus bezielde. Gelijk het vleesch den geest
£,-CJ
wederstaat zoo wederstaat ook do goest het vleesch, opdat het vleesch den geest niet tot zonden verleidde, maar voor bedreven zonden boete. Daarom tuchtigde de Heilige naar het voorbeeld van den apostel der volkeren zijn lichaam en hield het in dienstbaarheid en voltooide door boete, wat aan het lijden van Christus in zijn lichaam nog ontbrak. Hoeveel reden hebt gij om den ijver voor boetedoening des H. Al-phonsus na te volgen? God verlangt van u niet zoo veel als de H. Alphon-sus vrijwillig gedaan heeft; maar Hij ontheft u niet van het gebod dei-boete. Beoefent gij naar vermogen de versterving, welke de H. Kerk door haar vasten en onthoudingsgebod voorschrijft'' Ontvlucht gij niet de versterving des arbeids? Zoekt gij misschien alles op, wat uwe zinnen streelt? Welk eene schande voor u, als gij een vertroeteld lid onder een met doornen gekroond hoofd zijt? Bid den H. Alphonsus om moed tot beoefening der versterving, om ootmoedigheid en om liefde tot het allerheiligste Sacrament. amp;_é.
•lOG —
amp;-
■(?quot;
1
Zesde Dag.
De H. Alphonsus als Kerkleeraar.
»Bovcn alles verdient het onze bewondering, dat de H. Alphonsus, ofschoon hij hij de uitoefening van het apostelambt door aanhoudende werkzaamheden werd bezig gehouden, en zijn lichaam door strengheid en foltering op allerlei wijze kwelde sn verzwakte , hij zich evenwel met zulken helderen geest aan de studie der goddelijke zaken kon wijden, en zooveel tijd daaraan besteden, dat hij door het uitgeven van geleerde en vaak moeilijk te vervaardigen werken den godsdienst op wonderbare wijze wist te bevorderen. Om zich zeiven en zijn geheel leven aan den dienst van God toe te wijden, deed hij de buitengewoon zware en bijna ongehoorde gelofte, niet eéne minuut in ledigheid door te brengen, maar voortdurend werkzaam te zijn. Alzoo heeft hij talrijke boeken geschreven om de zedenleer zuiver te | bewaren, voor de volmaakte vorming tógt;—------dj
•amp;---——---
der geestelijkheid, voor de verdediging der waarheid van den Katholieken godsdienst, tot bescherming der voorrechten van den-heiligen, apostolischen Stoel en om de Christenen tot een godvruchtig leven op te wekken. In deze geschriften moet men de buitengewone kracht, het volledige en den rijkdom der leer, de uitstekende bewijzen zijner zorg voor do Kerk en zijne uitmuntende toewijding aan de zaak des Geloofs bewonderen. Bijzondere opmerking verdient het, dat het zorgvuldig onderzoek heeft uitgewezen, dat zijne werken, hoe menigvuldig zijne geschriften ook zijn, zonder eenig gevaar door de geloovigen gelezen kunnen worden.quot;
Overweeg hier 1) met welke nauwgezetheid de H. Alphonsus zich den kostbaren tijd ten nutte wist te maken. Hij leefde negentig jaren en al dezen tijd, vooral sedert zijne roeping tot het Priesterschap, was aan de liefde tot God en den naaste gewijd. Welk een heldenmoed was daartoe noodig! Welk een zegen was dit leven voor de ge-heele Christenwereld! Elk oogenblik van Sb______ca
— 408 —
uw leven heeft eene onschatbare waarde; het kan u een eeuwig gewin bezorgen, wat het u voorzeker doen zal, zoo gij liet doorbrengt met godvruchtige werken, met werken van naastenliefde, met de vervulling der plichten van uwen staat, of ook in eene matige ontspanning uws lichaams, als gij uwe bezigheden door eene goede rneening heiligt. Onderzoek nu, hoe gij uwen tijd besteed hebt. Op welk gewin durft gij, voor de vervlogen jaren, aanspraak maken? Geen enkel oogenblik keert terug en gij weet niet hoevele oogen-blikken gij nog te leven hebt. Wek eene heilige schaamte bij u op, zoo gij u met den H. Alphonsus vergelijkt, betreur uwe fouten en maak ernstige voornemens.
Overweeg 2) hoeveel goed de H. Alphonsus door zijne geschriften in Gods Kerk gesticht heeft. Zijne geschriften zijn de uitboezemingen van zijn godminnend hart en de meest getrouwe uitdrukking van zijn geloovigen en vromen geest. Zij omvatten elk gebied dei-Goddelijke wetenschap. Zij richten zich
— 109 —
tot geletterden en ongeletterden, tot gcloovigen en afgedwaalden, zij zijn een kostbare schat voor Jezus' Kerk en hebben krachtdadig medegewerkt het leven van geloof en gebed in Christus' Kerk op nieuw te verlevendigen. Aan den invloed hiervan en hare beteekenis dankt de H. Alphonsus zijne verheffing tot de waardigheid van Kerkleeraar. Dank den H. Alphonsus voor de ontzaglijke moeiten, welke hij zicli voor het bewerken zijner geschriften tot geluk van zijne medemenschen en ook voor uw geluk getroostte. Loof God, die wonderbaar in zijne heiligen, den Heilige tot een zout der aarde, tot een licht der Kerk gemaakt heeft. Maak u ook de werken des Heiligen ten nutte. Sommige derzelven zijn in mindere of meerdere mate voor alle Christenen geschreven, b. v. de onderrichting hoe men Jezus Christus beminnen moet, de voor-; bereiding tot den dood, de weg der zaligheid, de overweging over de kindsheid en het lijden des fleeren, de bezoeken bij het allerheiligst Sacrament
en de heerlijkheden van Maria. Bedien amp;------lt;*gt;
ii met voorliefde van de werken van den door zielenijver brandenden Lee-raar: het zijn werken eens Heiligen, van een meester dor volmaaktheid en boven alles van een meester des gebeds. Eene wonderbare zalving gaat van de-zelven uit en trekken do zielen te gelijkertijd met onweerstaanbare kracht tot liefde voor Jezus Christus, tot het gebed en tot de heiligheid.
Zevende Dag.
De 11. Alplwnsus ah Bisschop.
»Tcrwijl de H. Alphonsus zoo in geur van heiligheid en geleerdheid schitterde, werd hij door Paus Clemens XIII op den bisschoppelijken zetel van St. Agatha der Gothen verheven. De heilige man schrikte voor de waardigheid van het opgelegde; ambt terug en stelde alle gronden voor om er zich aan te onttrekken. Nadat hij echter in 's Pausen gezindheid den wil van God zeiven erkend had, meende hij zich te moeten onderwerpen en een ambt, hetwelk hij niet voor zich bestemd achtte, in ver-
fc-—__c
trouwen op Gods bijstand, met leven-digen moed aan te nemen. Het is echter moeielijk te zeggen met welke zorgvuldigheid en met welken ijver hij zijn best deed alle verplichtingen zijns herderlijken ambts te vervullen. Onophoudelijk waakte hij over de hem toevertrouwde kudde en gaf zich alle moeiten, dat niet een enkel dor hem toevertrouwde schaapjes zou verloren gaan. Niettegenstaande zijne hooge waardigheid veranderde hij niets van zijne gestrenge levenswijze, en vermeed alle weelde in voeding en verzorging des lichaams; noch in zijne woning noch in zijn huisraad bevond zich iets overvloedigs, laat staan, iets wat men prachtig noemen kan.quot;
Overweeg nu 1) het gedrag des H. Al-phonsus bij het aannemen der bisschoppelijke waardigheid. Hij bekommerde zich geenszins om luister en eer zijner waardigheid, maar beschouwde slechts den zwaren last en de strenge verplichtingen, welke zij oplegt. Ofschoon hij voor geene moeiten in den dienst
van God terugdeinsde, zoo vervulde toch amp;____amp;
de rekenschap, welke een Bisschop afleggen moet, hem met angst en vrees. Betracht ook gij alle dingen in den geest des geloofs, dan zult gij u door geen ijdelen schijn laten bedriegen, maar altijd het ééne doel in het oog houden op welks bereiking alles neerkomt. Neem als maatstaf het geloof, als maatstaf de eeuwigheid bij alles, wat u de wereld in eer en aanzien, in vermaken en gemakken als verlokkelijk aanbiedt. Dan zal alles voor uwe oogen verdwijnen en gij zult erkennen en belijden: «Alles is ijdelheid, behalve God te beminnen en Hem alleen te dienen.quot;
Overweeg 2) de zorgen, welke de heilige Bisschop zijner kudde verleende. Allen, die de Heer als Oversten en Herders over anderen gesteld heeft, zullen voor dezen rekenschap moeten alleggen. Juist om die rekenschap had de Hrilige de bisschoppelijke waardigheid van de hand gewezen. Toen hij ze echter aannemen moest, was hij alleen bedacht om zijn ambt zóó waar te nemen, dat
j hij zich in het oordeel zou kunnen ver- !
amp;___
antwoorden. Hoe gemakkelijk zal hem die gevreesde rekenschap gevallen zijn! Voorzeker zijn de zielen, die de heilige Bisschop gered heeft, hem tot eene heerlijke eerekroon geworden. Heeft God u over anderen gesteld, weet dan, dat uwe zaligheid aan uwe zorg voor hun zielenheil verbonden is. Houd hen ver verwijderd van de gelegenheden tot zondigen; onderwijs, vermaan, waarschuw hen en geef hun een goed voorbeeld. Zijt gij echter aan anderen ondergeschikt, volg dan de vermaning van den Apostel: ^Gehoorzaamt uwen oversten en weest hun onderdanig; want zij waken als die rekenschap moeten geven voor uwe zielen.quot; Heb. XIII.l?. Hebt gij hierin den plicht van uwen staat vervuld ?
Overweeg 3) welk een gestreng leven de heilige Bisschop geleid heeft. Ofschoon zoo hoog verheven, achtte hij zich in geenen deele veilig, maar gebruikte als Bisschop dezelfde maatregelen, welke hij als kloosterling had genomen om zijne uitverkiezing in veiligheid te brengen. Leer hier van den
8
H. Alphonsus u nooit zeker te achten tegen den val, maar te strijden en te worstelen, tot gij den laatsten strijd gestreden en de kroon des levens behaald hebt. Geene betrekking zoo hoog, geene deugd zoo rijk, geene verdienste zoo groot, die u een zekeren borgtocht biedt om niet verloren te gaan. Beijver u ook door goede werken uwe roeping in veiligheid te brengen. Vraag u zelveii at', in welken toestand gij u bevindt, in een toestand van ijver en genade of in een toestand van lauwheid en zonden, op weg naar den hemel of op den weg ten verderf. Betreur uwe ongetrouwheid, maak het vaste voornemen tegen eiken prijs uwe zaligheid te bewerken. Beveel u den H. Bisschop Alphonsus aan.
Achtste Dag.
Be naastenliefde den II. Bisschop* Alphonsus.
ïDe armen beminde hij met ecne wonderbare liefde en deelde hun rijkelijk voedsel, kleederon en aalmoezen uit,
gt; -----
ja, eenmaal ontzag hij zich niet, tot leniging van hun nood, zijn gouden kruis en bisschopsring te verkoopen. Hij was gewoon de meisjes uit eigen kas een huwelijksgift te schenken ten einde haar van het benoodigde te voorzien, en studenten van geringere afkomst, die in nood verkeerden, liet hij op eigen kosten in kunsten en wetenschappen onderwijzen. Voor God gewijde maagden stelde hij kloosters en gestichten open, en toevluchtsoorden voor haar, wier zeden in de wereld in gevaar verkeerden. Van de rondreizen door zijn bisdom liet hij zich door geen bezwaren van slechte wegen of weersgesteldheid terughouden; ijverig bezocht hij zoowel dc gehuchten op de bergruggen als de afgelegen landbewoners; in vurige taal spoorde hij hen aan tot liefde voor de deugd en boezemde hun schrik in voor zonde en schande. Bijzondere zorg besteedde hij aan de priesters en hen, die tot het priesterschap werden opgeleid. Met ingespannen ijver streefde hij er naar, dat zij in den bloei des levens in vroomheid gevestigd en in de godde-£gt;——_____d:
lijke wetenschappon naar behooren on-derricht werden, ten einde eenmaal voor de bediening der heilige geheimen en voor de opvoeding des christelijken volks bekwaam te worden. Het meest echter spoorde hen het voorbeeld van dezen uitmuntenden Opperherder aan, want zoo zij zijn leven beschouwden, vonden zij heerlijke voorbeelden van onthouding, godsdienst, vroomheid, kortom van alle deugden welke den priester moeten tooien en versieren, wanneer hij ten algemeene nutte der Kerk iets bij wil dragen.quot;
Overweeg hier 1) de wonderbare liefde des H. Alphonsus in de lichamelijke en geestelijke werken van barmhartigheid. Groote gestrengheid jegens zich zeiven gepaard aan eene nog grootere liefde tot den naaste, aan eene liefde, die alle ook de geringste behoeften des naasten in het oog houdt, en in eigen versterving, in ontbering, het middel vindt om hen te helpen; dit is het keurbeeld der heiligen, hetwelk ons in den H. Alphonsus weder zoo hartver-rukkend voor den geest komt. Het ge-fc______________61
— 117 —
lt;3
loof, dat in den persoon des naasten liet wezenlijk of geroepen kind Gods en den persoon des Heilands ziet; de hoop, welke liaar loon, zelfs voor een glas water, in den liemel weggelegd vindt; de liefde, welke den nood eens anderen als haar eigen beschouwt,— deze zijn die eeuwigspringende bronnen van den stroom der katholieke liefdewerken. Wij allen hebben den plicht naar kracht en vermogen de liefde te beoefenen. Niemand ontbreekt daartoe de gelegenheid. Ieder is naar vermogen aan dit gebod gehouden. Hebt gij veel, geef dan veel; hebt gij weinig, geef dan weinig; hebt gij geen geld, verleen dan diensten. De liefde is vindingrijk. Reeds door liefderijke deelneming, medelijden en gebed kunt gij anderen troosten. Onderzoek u, of gij ook niet in staat zijt den H. Alphonsus in het eene of andere der bovengenoemde liefdewerken, bijzonder van geestelijke barmhartigheid, na to volgen. Breng het uit liefde tot God en den H. Alphonsus ten uitvoer.
Overweeg 2) met welk vertrouwen
; h----_sS
gij den H. Alphonsus in alle lichamelijke en geestelijke noodwendigheden kunt en moet aanroepen. Geloof en hoop houden, bij het binnengaan des hemels, op te bestaan, de liefde echter blijft. Zij wordt slechts versterkt en in zulke mate verheerlijkt, gelijk de kennis der Zaligen in het aanschouwen Gods de kennis dor aardsche pelgrims inliet geloof' overtreft. O met welke liefde en goedheid, hoe medelijdend en goedgunstig zal do H. Alphonsus op u neerzien, als nood u drukt, als kommer, angst en twijfel u plaagt en gij dan vol vertrouwen uw leed hem blootlegt, bijzonder, als gij hem aanroept om geestelijke genaden, om kracht voor de beoefening der deugden, om moed in 't overwinnen van menschelijk opzicht, om verlichting in gewetenstwijfels, om troost in moedeloosheid en kleinmoedigheid! Verkies den H. Alphonsus in deze noveen en vooral op zijn feestdag tot uw patroon. Breng hem dagelijkseene kleine hulde; eer en roep hem in allen nood met vertrouwen aan.
£gt;--------dl
- 119 —
■lt;3
Negende Dag.
Zalige dood en verheerlijking des 11. Alplionsus.
«Dertien jaar lang had do H. Alplionsus het hem toevertrouwde bisdom met alle herderlijke zorg en waakzaamheid voorbeeldig bestierd. Toen legde de grijsaard, wiens leven het einde naderde en wiens gezondheid geschokt was, na meermalen onzen voorganger Pius VI om verlof'verzocht en dit eindelijk verkregen te hebben, het zware ambt neder. Van de bisschoppelijke bediening ontslagen, keerde hij naar zijne zonen terug, besteedde echter het overige zijns levens, tot den hoogsten ouderdom toe, niet aan welverdiende rust, maar aan andere zorgen en werkzaamheden. Zoo schreef hij nog immer werken om den geloovigen nuttig te zijn, en hield niet op het woord Gods te verkondigen, ten einde de zielen der menschen te verbeteren en dezen zoo mogelijk in liefde voor de deugd te ontsteken. Eindelijk, na zijn 913te jaar bereikt te hebben, '----'—._cSi
— 120 —
moest hij door den last der jaren gedrukt en door eene zware ziekte aangetast, het bod houden. Met ongeloofe-lijk geduld verdroeg hij de smarten der ziekte, welke hem ten zeerste folterden. Nadat hij de medeleden zijner Congregatie zeer dringend tot elke deugd had vermaand, werd hem de H. Teerspijze en het H. Oliesel toegediend. Met de meeste devotie ontving hij de Sacramenten dei' Kerk; daarop ontvlood zijn- geest, die geen grooter drang kende dan uit den lichamelijken kerker verlost te worden en met Christus te zijn, vroolijk, blijde en geheel zacht in den schoot van God. Zoodra het bericht van Alphonsus' verscheiden verspreid was ontstond een geweldige toeloop naar zijn graf. Allen treurden over het verlies des mans en wedijverden om iets, wat hein in zijn leven ten ge-bruike gediend had, ter vereering in bezit te krijgen. Ook de faam van wonderen, waardoor God de hooge heiligheid des Bisschops aan allen bekend maakte, ontbrak niet.quot;
Overweeg nu 1) de volharding des Êgt;------$
— 121 —
H. Alphonsus tot het einde toe. Gelijk hij als jeugdig priester en kloosterling voor de eer van God en de zaligheid der zielen begonnen was te arbeiden, zette hij dit met onwankelbare trouw tot zijnen dood toe voort, en zijn ijver schijnt te meer heldhaftig, naarmate de ziekelijkheid, welke hem bezocht had, grooter was. Zóó werd in Alphonsus het woord der H. Schrift vervuld: »Dc weg der rechtvaardigen is als een stralend licht; het komt op en groeit aan tot don vollen dag.quot; Prov. 4 18. De volharding tot liet einde toe is eene genade, die wij niet verdienen, maar door bidden en getrouwheid in Gods dienst erlangen kunnen. De H. Alphonsus hield niet op om dezelve te bidden en anderen tot bidden voor dezelve aan te sporen. Hebt gij tot heden deze allerbelangrijkste vermaning des Heiligen opgevolgd ? Bepaal een' tijd, waarop gij dagelijks om deze genade bidt, en wacht u dit gebed te verzuimen.
Overweeg 2) welk een' zaligen dood de Heilige gestorven is. Zonder droef-h-«
lieid en vrees, met het dringendst verlangen naar zijn Heer en Verlosser, gesterkt met de genademiddelen der .. Kerk, in de hoop op God, in wien hij geloofd en dien hij bemind heeft, verlaat Alphonsus de aarde en vliegt o]) in de armen zijns Scheppers om eene eeuwige belooning te erlangen. Welk een zalige dood! Maar ook, welke verdiende dood, verdiend door een arbeid en lijden van 90 jaren in den dienst van God en der zielen! Ook gij wenscht een zaligen dood, wat doet gij om dien te verkrijgen? Zooals men leeft, zoo sterft men. Aan een heilig leveti beantwoordt een zalig sterven, een lauw en traag leven geeft een droevig en verschrikkelijk afscheiden in het verschiet. Houd dikwijls uwen dood voor oogen, breng eiken dag zóó door, alsof gij op denzclven sterven moest. Bid den H. Alphonsus om de genade van een zaligen dood. Door een verbazingwekkend wonder stond hij Paus Clemens XIV in den dood bij, hij zal ook u bijstaan, zoo gij hem ij verig en volhardend om deze genade bidt. fe-------------------------é
-lt;?gt;•
123
Overweeg 3) hoe God zijn getrouwen dienaar bekend gemaakt en verheerlijkt heeft. Zijne ziel is van de ketenen des lichaams ontbonden, en van het gejammer en de ellende der verbanning bevrijd, in de eeuwige onbegrijpelijke vreugde des hemels, der Heiligen, Ja van God zeiven binnengegaan. Altijd had hij er toch naar verlangd zijn God uit geheel zijn hart, zonder hinderpaal, zonder ophouden, zonder verzwakking te beminnen. Nu in de stad Gods is hij dronken van den stroom der liefde en der vreugde. Rustend op het hart van Jezus heeft hij van Hem de macht verkregen zijne vereerders, gelijk de ondervinding het op ontelbare wijzen getuigd heeft, wonderbaar ter hulp te komen. Aan zijne liefde kunt gij niet twijfelen; zijne wonderbare macht heeft hij bewezen. Waarom draalt gij dan hem aan te roepen, hem te vereeren, door toewijding aan zijnen dienst u van zij ne bescherming te verzekeren? Wensch den H. Alphonsus geluk met de voorrechten , welke God hem geschonken heeft; prijs hem om zijne bewonderens-
amp;gt;—____________r?
-95
waardige getrouwheifl, aan de opwekkingen der genaden; bid hem om onder zijne bescherming ais zijn dienaar en vereerder, zijne buitengewone voorbeelden
na te volgen.
ü. Het Feest van den II. Alphon-siis.
(2 Augustus.)
BREEDVOEU1GE OVERWEGING VOOR I'KT FEEST.
1'quot; Punt. De liefde des H. Alplwnsus tot Jezus Christus.
1. Leve Jezus, mijne liefde! Zoo luidde de zinspreuk des H. Alplionsus. Jezus was inderdaad het eenige voorwerp der liefde dezes Serafijns van liefde. Zijne
1) Alle Christeuen, die op het feeiit des H. Alplionsus' of een dag dor Octave, na waardip dc HU. Sacramenten der Biecht on d^s Altaars te hebben ootrangen . eene kf-rk der Paters Redemptoristen bezoeken en daar tot intentie Tan den H. Vader bidden , kunnen een vollen aflaat verdienen, welke op de gdoovife zielen kan toegepast worden.
— 125 —
wonderbare hemelsehe liefde kwam voort uit de geloovige beschouwing des verheven persoons, en het onbegrijpelijk en zoo rijk aan ontferming verlossingswerk des Godmenschen. Het geloof (les H. Alphonsus zag in Jezus Christus niet enkel een groot mensch met uitmuntende eigenschappen, maar ook den waarachtiger! «oneindig volmaakten God.quot; Hij zag verder in Jezus Christus niet alleen een bijzonderen vriend en weldoener der menschen en don redder van een enkel volk van het juk zijner vijanden, maar hij beschouwde in Hem den door God beloofden Verlosser van alle volkeren en tijden, die in overmaat van liefde onder ongekende vernedering en ontee-ring, onder verschrikkelijk lijden en smarten door zijnen kruisdood het ge-heele menschelijk geslacht en ieder afzonderlijk van de slavernij des duivels en van den ondergang der eeuwige verdoemenis verlost heeft.
2. Deze liefde tot Jezus, die uit zijn levendig geloof voortsproot, uitte zich in bijna onafgebroken vurige verzuchtingen. »0 Jezus, zoo riep hij uit, ik
amp;________cü
-3
verheug Inij, dat Gij óheihdig gtiliik-zalig zijt, en dat uw eeuwige Vader u als zich zeiven bemint!quot; »Mijn Jezus, mochten toch alle menschen u kennen en liefhebben! — Mijn Jezus, ik bemin u boven alles en meer dan mij zelf!quot; — »Mijn Jezus, uit liefde tot u is het mij van ganscher harte leed u beleedigd te hebben!quot; — Dit zijn eenige vonken van dat liefdevuur, hetwelk in Alphonsus' hart, waar hij zich ook bevond, brandde.
Zijne liefde tot Jezus uitte zich verder in het gestadig denken aan de liefdebewijzen, welke Jezus ons gegeven heeft. De menschwording van God, zijn bitter lijden, zijn allerheiligst Sacrament, waren de geliefkoosde onderwerpen zijner overweging, en aangezien de liefde hem immer meer en meer tot deze geheimen trok, zoo putte zij hieruit zooveel voedsel en zooveel wasdom, dat de bede, welke hij den Heer afsmeekte, ten volle in vervulling kwam; wanneer hij slechts de woorden, kribbe, kruis, sacrament hoorde, werden de vurigste liefdegevoelens in hem opge-
— 127 —
wekt. Bij de aanhoudende overweging dezer geheimen volgde hij het onophoudelijk streven door de navolging van Jezus' deugden Zijn welbehagen waardig te worden. Daarom hield hij bijzonder , als hij het goddelijk kindje in de kribbe, of den aan een kruis ster- t venden of in het H. Sacrament verborgen Heiland overwoog, zijne armoede en naaktheid, zijne ootmoed en vernedering, zijn lijden en smarten voor oogen, om zich immer opnieuw aan te sporen tot armoede, ootmoed en liefde voor het kruis, en zoo een getrouw afbeeldsel van zijn Heeren Meester te worden. Hoe verrukkelijk schoon was zijn van liefde gloeiend hart, dat slechts naar gelijkvormigheid smachtte! »0 smarten van Jezus, verzuchtte hij, o smaad van Jezus, o dood van Jezus, o liefde van Jezus, prent u diep in mijn hart! dat de herinnering aan u immer levendig voor mijn geest zij, om mij onophoudelijk met liefde te verwonden en te ontsteken!quot; — Hij zag zijn Jezus bloed en leven geven voor de verlossing der menschen; wat wonder, dat de be-
amp;gt;---cü
minnende leerling geen edeler en kostbaarder werkzaamheid kende, dan naar vermogen aan het heil der zoo duur gekochte zielen te arbeiden! Jezus' liefde bewoog hem om hitte en koude, honger en dorst, vermoeienis en ziekte, bespotting en smaad volgaarne te verduren, ten einde do zielen, en nog wel de meest verlaten en armste zielen ter hulp te komen. Jezus' liefde zette hem aan een geestelijk genootschap te stichten, welks medeleden naar het voorbeeld des goddelijken Verlossers van landstreek tot landstreek zouden rondtrekken , om de arme zondaars door boetedoening met God te verzoenen en hen op den weg des heils terug te voeren. Jezus' liefde gaf hem kracht zijne vele geschriften samen te stellen, om aan priesters en zielenherders eene handleiding voor de vervulling van hunne meest gewichtige plichten van staat te geven, vooral om de heilrijke bediening van het heilig Sacrament der biecht goed te vervullen; ten einde de aanvallen der ongeloovigen en dwalen-den af te weren, en alle twijfelenden
amp;------------c2
in liet ware geloof te bevestigen; do zondaars door het overwegen der eeuwige waarheden en van Jezus' heilig liefdegeheirn tot bekeering te brengen, en alle vrome Christenen, vooral d.! gewijde bruiden des Heeren, in Jezus' liefde en navolging te versterken en te bevestigen.
De liefde dos H. Alphonsus uitte zich eindelijk in zijne serafijnsche godsvrucht tot het allerheiligste Sacrament des altaars. In het tabernakel vond Alphon-sus het voorwerp zijner liefde tegenwoordig; daar verwijlde hij zoo dikwijls en zoo lang hij vermocht bij Jezus, den goddolijken menschenvriend. Jubelend riep hij uit: «De musch vindt een dak en de tortelduive een nest: uwe altaren. Heer God der Heerscharen.quot; Terwijl hij echter zijnen God aanbad, Hem dankte en liefdeblijken bracht, overwoog hij mot bittere droefheid de verlatenheid, de verachting enonteering, welke hot goddelijk Hart van Jezus in zijn Sacrament moest ondervinden, en zocht door de moest getrouwe liefde het bedroefde hart van Jezus
■lt;3
— 130 —
tc troosten on ecnige vergoeding aan te bieden.
3. Alphonsus' liefde tot Jezus Christus, bijzonder in zij n hoogwaardig Sacrament, werd dan ook rijkelijk beloond. Hij voelde zich zelf tot de bekentenis gedrongen : Ik moet.....minstens uit
dankbaarheid jegens mijn'Jezus in het H. Sacrament, de waarheid huldigen; niettegenstaande ik de vrome oefening der bezoeken bij het allerheiligste Sacrament zoo kond en onvolmaakt verrichtte, leef ik nu toch (tot belooning daarvoor) in afzondering van de wereld, waarin ik helaas tot mijn 'iö jaar heb doorgebracht. Gelukkig gij, wanneer gij u reeds vroeger van de wereld hebt losgemaakt en u geheel den Heer hebt toegewijd, aan Hem, die zich geheel en al aan u geschonken heeft! Nogmaals gelukkig zijt gij, niet alleen in de eeuwigheid, maar reeds in dit leven !... Wees verzekerd, dat Jezus Christus, beter dan de wereld met al hare danspartijen en vermaken, in staat is eene ziel te troosten, welke een weinig ingetogen voor het aller-fe_;-----ca
heiligste Sacrament verwijlt. O welk zalig genot, met geloof en innige godsvrucht voor een altaar neer te knielen en vertrouwelijk met Jezus te spreken, die daar als het ware ons afwacht, om onze gebeden te hooren en te verhooren; Hem voor de bedrevene zonden om vergiffenis te smeeken; Hem zijn' nood te klagen gelijk een vriend dit doet aan een vriend, dien hij al zijn vertrouwen schenkt! Vooral echter, welk een paradijs, zich bezig te houden met het verwekken van liefdegevoelens tot dien grooten God, die brandend van liefde, op dit altaar verblijft, om voor ons bij zijn he-melschen Vader ten beste te spreken, want de liefde is het, die'Hem beweegt hier zoo verborgen, zoo miskend , ja door de ondankbaren zoo veracht, te wonen! Maar wat baten vele woorden? sSmaakt en ziet!quot;
Punt. De devotie des H. Alphonsus tot de Allerzaligste Maagd.
1. Gelijk Alphonsus' liefde voor onzen
fegt;_____
—
Heer Jezus Christus, zoo wortelde ook zijne teedere devotie voor onze lieve Vrouw in de uit het geloof geputte overtuiging haror verhevene persoonlijkheid . harer hoogo waardigheid en wonderbare voorrechten. Maria, demaag-delijkc Moeder Gods, was voor hem »liet edelste schepsel, dat slechts door God overtrofl'en wordt en in wier vergelijking de grootste hemelingen gering schijnen;quot; »zij bezat de hoogste waardigheid, welke aan een zuiver schepsel kan verleend worden;quot; dientengevolge, zoo besloot Alphonsns, sis zij niet alleen van de erfzonde bewaard, maar ontving zij in het eerste oogenblik harer onbevlekte Ontvangenis eene genade, welke die aller Engelen en Heiligen te zamen genomen overtrof.quot; Zoo diep was do H. Alphonsus in de waardigheid1 en grootheid van Maria lt; looi gedrongen, dat het voor hem zeer natuurlijk was om , »ten volle en zeker alles voor waar te houden, wat men zonder gevaar van dwaling van Mama's voorrechten mag aannemen,quot; elke mee-ning namelijk, «die eenigszins eervol
(P'
voor de allerzaligste Maagd en op zich zelf een goeden grond heeft en noch met het geloof noch met de uitspraken der Kerk , noch niet de waarheid in strijd is.quot; Het tegenovergestelde gold voor hem als gebrek aan waarachtige devotie tot Maria. In de genadevolle Moeder des Heeren vereerde de H. Al-phonsus echter ook de barmhartige «Moeder onzer zielen,quot; die onze geestelijke moeder geworden is, stoen zij bij de boodschap des Engels de toestemming gaf, welke het eeuwige Woord verwachtte, orn haren zoon te worden;quot; verder stoen zij op Calvarie onder zoo groot hartzeer het leven van haren geliefden Zoon voor onze zaligheid den eeuwigen Vader als offer opdroeg. Deze geestelijke moeder der Christenen beschouwde hij als de algemeene middelares der genaden, wier »voorspraak zedelij ker wijze noodzakelijk is voor onze zaligheid.quot; Zeker, zoo loert hij, «is Jezus Christus de eenige middelaar der rechtvaardigmaking, die door zijne verdiensten onze verzoening met üod
bewerkt heeft;quot; «evenwel,quot; zoo gaat hij amp;------------------lt;£
■
i
voort, »er is geen twijfel aan, of, om do verdiensten van Jezus, is ook aan Maria de hooge plaats van middelares der zaligheid geschonken, wel niet eene middelares der gerechtigheid (zonder welke God niet zou kunnen), wèl echter eene middelares der genade en krachtens hare voorspraak (zonder welke hot Gods wil niet is ons zalig te maken).quot; Daarom laat hij zich niet weerhouden om te zeggen: «alle goed, alle hulp, alle genade, welke de menscheu van God ontvangen hebben en tot het einde der wereld ontvangen zullen —alles is hun ten deel gevallen en zal hun ten deel vallen door de voorspraak en bemiddeling van Maria.quot; Waar hij evenwel van den eenen kant zegt, »het is onmogelijk, datzij zalig worden, welke Maria niet beschermt;quot; zoo zet hij ook van den anderen kant de stelling : sliet is onmogelijk, dat een vereerder van Maria, die haar getrouw dient en aanroept, verloren gaat,quot; mits hij slechts verlangt zijn leven te beteren. »0, welk een schoon teeken van voorbestemming,quot; roept hij uit, shebben de dienaars van
Maria!quot; «Als het waar is,quot; zoo vraagt amp;---
— 135 —
hij »dat het Maria noch aan macht noch aan wil ontbreekt om ons te holpen, — niet aan macht, omdat haar gebed onmogelijk onverhoord kan blijven ; niet aan wil, omdat Maria onze moeder is, en zij een grooter verlangen naar onze zaligheid heeft dan wij zeiven,—wanneer dit zoo is, hoe zal hot dan kunnen gebeuren, dat een dienaar van Maria verloren gaat?quot;
2. Deze geloovige opvatting van Maria's grootheden en van hare betrekking tot het verlossingwerk staafde zijne kinderlijk teedere liefde tot haar en zijn onveranderlijk vertrouwen op hai'e voorspraak; zij spoorde hem immer opnieuw aan door ijver in haren dienst zich barer liefde en bescherming waardig te maken; zij vormde hem tot een der trouwste Maria-vereerders, die ooit geweest zijn. Het karakter des H. Al-phonsus kunnen wij niet beter uitdrukken dan met te zeggen: voor Al-phonsus was Maria altijd bij Jezus. «Alles uit liefde tot Jezus en Maria!quot; dit moest, zoo wilde hij het, voor zijne geestelijke zonen het formulier hunner amp;_lt;2
— 136 —
gopdn meening zijn; »Leve Jezus, onze liefde, en Maria, onze hoop!quot; was de lievelingsspreuk van den 11.'Alplionsus. Geheel het lange leven des H. Alphon-sus bewoog zich aanhoudend in den dienst van Maria. Als kind knielde hij uren lang voor een O. L. Vrouwe-beeld neder en onderhield zich met zijne beminde moeder. Als jongeling, toen hij voornemens was de wereld vaarwel te zeggen, legde hij zijn degen op Maria's altaar neder, opdat zijn oller door hare bemiddeling Gode welgevallig mocht zijn. Als afgeleefd grijsaard op het bed van smarten uitgestrekt, vond hij er zijn zoetsten troost in zich over de heerlijkheid van Maria te onderhouden. Zoo dikwijls hij naar een beeld zijner koningin opzag, zoo dikwijls de klok sloeg, of hij een werk begon, groette hij Maria met de groetenis des Engels. Met hoeveel devotie bad hij dagelijks den rozenkrans! Met hoeveel vurigheid groette hij dagelijks Maria, na zijn bezoek bij het allerheiligst Sacrament! Met hoeveel ijver bereidde l'ij zich tot de viering barer feesten! Alles
— 137 —
wat betrekking had op Maria's veree-ring was hem heilig en dierbaar. Hij roemde er op haar kleod, het scapulier, te dragen; hij beijverde zich om lid te worden der broederschappen ter eere van Maria. Alle zaterdagen vastte hij Maria ter eere op water en brood, geeselde zich tot bloedens toe en pijnigde zijn lichaam met ijzeren kettinkjes , die tot in het vleesch doordrongen. Op den kansel werd Al-phonsus een apostel van Maria. Hij behield hot zich zeiven voor Zaterdags in de kerken zijner Congregatie den lof van Maria te verkondigen ; het was voor hem een vermaak gedurende de novenen, welke hare feesten voorafgaan, de geloovigen in hunne devotie tot de koningin des hemels te versterken; de preek over Maria's barmhartigheid hield hij voor de gewichtigste Missie-preek ; daarom liet hij die op geen enkele Missie achter, maar hield ze gewoonlijk zelf. »Gij weet het,quot; zoo spreekt de Heilige zijne geliefde moeder aan, »orn u door allen naai- verdiensten bemind te zien en u voor de vele wel-
— 138 —
daden, welko gij mij verleend hebt, een bewijs van dankbaarheid te geven, heb ik mij altijd bezig gehouden overal, openlijk en in het geheim uwen lof te verkondigen, cn allen eene zoete en heilzame devotie voor u in te storten; ik hoop daarmede voort te gaan tot aan mijnen laatsten ademtocht toe.quot; — De liefde voor de koningin des hemels maakte Alphonsus tot een Evangelist van Maria in zijne geschriften. »Ik weet,quot; zoo gaat hij voort in zijn gebed tot Maria, »ik weet dat, naar mijne vergevorderde jaren en mijne gebrekkige gezondheid te oordeelen, het einde mijns pelgrimst,ochts ... nabij is; daarom heb ik gedacht, voor ik sterve, dit mijn bock (de heerlijkheden van Maria) aan do wereld achter te laten, opdat het in mijne plaats voortdurend uw lof verkond ige en anderen aanmoedige uwe heerlijkheid en uwe groote barmhartigheid jegens uwe dienaars te prijzen.quot; De ondervinding leert ons, dat dit verlangen des H. Kerkleeraars volkomen in vervulling is gegaan. Alles, wat Alphonsus voor zijne beminde koningin fc__ó
— 139 —
gedaan had, was hem nog niet voldoende; zijn verlangen om Maria te verheerlijken was te groot, en zoo werd hij een martelaar van begeerte. »Ik 'bemin u, o mijne Moeder,quot; zoo bad hij , »en wenschte een hart te hebben, dat n in plaats van alle ongelnkkigen kon beminnen, die het niet doen. Ik zou wenschen eene tong te bezitten, die u voor duizend tongen kon loven, om allen uwe grootheid, uwe heiligheid, uwe barmhartigheid, uwe liefde voor uwe vrienden te verkondigen. Bezat ik schatten, ik zou ze geheel en al tot uwen dienst besteden. Had ik onder-hoorigen, ik zou die allen met liefde voor u willen vervullen. Ik zou eindelijk voor u en uwe eer, ter verdediging van uwe maagdelijkheid, van uw goddelijk moederschap, van uwe onbevlekte ontvangenis, — ook mijn leven, als bet zijn moest, opofferen.quot;
3. Maria van haren kant, )»die hare liefde niet kan ontzeggen aan dengene-, die haar liefheeft; die zich van hen, die haar beminnen, niet in liefde laat overtreffen,quot; vergold en overtrof de Sb__quot;_c9.
'f---$
liefde haars zoons door do grooto ge- : naden, welke zij in hem uitwerkte.quot; ; Maria was zijne liemelsclie raadgeefster, i zijne zoetste troosteres, zijne altijddu- ■ rende hulp. Den raad der allerwijsste i Maagd bad hij af, en Alphonsus ver- j kreeg dien, voornamelijk bij de stichting zijner Congregatie. Zijne nederigheid vergunde hem slechts zooveel mede te doelen , dat hij toenmaals dikwijïs met een zoet onderhoud met haar begunstigd werd, en dat zij hem »zulke zoete dingenquot; zeide. Zonder twijfel dankt hij ook aan het raadvragen bij Maria die hooge verlichting in de christelijke zedeleer, welke hem juist op dit moeielijk gebied, volgens herhaalde verklaringen der H. Kerk, tot eene autoriteit van den eersten rang gemaakt heeft. Den zoetsten troost schonk Maria hem in haar gesluierd wonderbeeld te Foggia. Eenmaal, terwijl hi j voor het wonderbeeld bad, verscheen zij hem in hare maagdelijke lieftalligheid en bekoorlijkheid en hield hem een uur lang in verrukking. Eenige
dagen latei-, toen Alphonsus over hare £gt;------^
— 141 —
barmhartigheid preekte , verscheen zij hem in hetzelfde beeld en zond, tot verwondering van het talrijke volk, een straal van hemelsei) licht uit op haren ijverigen Apostel, als een openlijk bewijs harer liefde voor hem ! Dezelfde genade verleende zij den heiligen Bisschop dertig jaar later. Opnieuw verscheen zij zichtbaar voor aller oog in haar wonderbeeld, terwijl hij preekte; een dubbele straal ging van haar uit en viel op Alphonsus, die, op den kansel en ten aanzien van het geheele volk, in verrukking kwam en drie voet omhoog geheven werd. Als troosteres ook vertoonde zich Maria aan den H. Kerkleeraar op zijn sterfbed. Bij twee verschillende gelegenheden geraakte de Heilige op het gezicht van haar beeld in verrukking, terwijl een glimlach om zijne lippen - speelde en zijn mond onverstaanbare woorden met een onzichtbare persoon uitsprak. —Maria beloonde haren getrouwen dienaar het schitte-i rendst door de hooge heiligheid, waartoe ! zij hem hielp opklimmen. »Ik beken,quot; | ! zoo schrijft do Heilige, Mtut al het goed, 1 fc_________é
— 1 i'i —
wat ik lieb, mijne bckeering, mijne roeping om rie wereld vaarwel te zeggen en allo andere genaden, welke God mij gesclionken heeft, dat alles mij door uwe bemiddeling geschonken is.quot; Door deze woorden teekent do heilige ordestichter tevens het geheim zijner verheven heiligheid, het is gelegen in zijne groote devotie tot Maria. Daarom is Alphonsus een der grootste lichten der Kerk geworden, omdat hij een dei-grootste vereerders was van Maria, die er ooit geweest zijn.
Toepassing. Verlevendig gij ook, o dienaar des dierbaren II. Alphonsus, uw geloof met betrekking tot Jezus en zijne heilige Moeder. O, indien gij u met een levendig geloof uwen Verlosser in zijn goddelijken persoon, in zijne waardigheid, in zijne barmhartige liefde voor den geest bracht; wanneer gij wist, wat het zeggen wil, dat Gods. Zoon voor u is mensch geworden, en door zijnen dood aan het kruis u heeft vrijgekocht; zoudt gij dan ook niet in eene vurige wederliefde ontvlammen? Hoe gaarne zoudt gij dan, misschien langen amp;gt;.____di
— 143 —
tijd in overweging van zijn lijden doorbrengen, vooral 's Vrijdags, den gedenkdag van zijn lijden ? Hoe zoudt gij de zonde, die het lijden van Jezus Christus hernieuwt, verafschuwen eu vluchten en u geheel aan het beoefenen der deugd toewijden, teneinde Jezus welgevallig te worden; met hoeveel begeerte zoudt gij eindelijk het goddelijk hart van Jezus in zijn allerheiligst Sacrament bezoeken, het loven, beminnen en troosten! Welke vorderingen zoudt gij dan tevens in de christelijke volmaaktheid maken! »lk beweer,quot; zegt de H. Alphonsus, »dat het niet mogelijk is, dat eene ziel dikwijls het lijden van Jezus Christus overweegt, zonder in liefde tot Jezus te ontbranden.quot; Eu als gij de hooge waardigheid der heilige Moeder Gods, hare innige liefde tot de menschen en hare groote macht bij Gods troon geloovig herdacht: zoudt gij dan niet hare moederliefde met de teederste liefde vergelden, en hare goedheid en barmhartigheid met het meest kinderlijk vertrouwen tegemoetkomen!
Moest het dan niet uw grootste ver-fe___—-lt;amp;
P----------
langen zijn tot liet getal harer meest getrouwe dienaren te behooren? Zoudt gij dan ook niet ijverig trachten haar dikwijls bewijzen uwer liefde te geven, hare vereering te bevorderen en uit te breiden? Maria is gewoon de minste hulde met groote genaden te beloonen en is voor hare getrouwe dienaren onuitputtelijk milddadig. Kunt gij den H. Alphonsus niet evenaren in zijne lielde tot Jezus en in zijne devotie tot Maria; zoo doe ten minste wat u mogelijk is en maak het voornemen Jezus en Maria dagelijks om deze liefde en om deze devotie te bidden; vermijd de zonden en de naaste gelegenheid; overweeg dagelijks met een dankbaar hart het lijden On zes Heeren, en vereer het bijzonder eiken Vrijdag. Verricht dagelijks eene kleine oefening van godsvrucht ter eere van O. L. Vrouw, wijd voornamelijk den Zaterdag aan hare vereering en vier met bijzondere ! godsvrucht hare voorname feestdagen, door u vooraf daartoe voor te bereiden en ze door het ontvangen der lili. Sacramenten te heiligen.
-------„ei
— 145 —
Grondspreuk des H.Alphonsus: ))Za-lig hij, die zich met liefde en vertrouwen aan deze beide heilankers vasthecht, ik bedoel aan Jezus en Maria: hij zal niet verloren gaan!quot;
Gebed.
O Heer Jezus Christus, mijn God en mijn Verlosser, ik arme zondaar, dien 1 gij onder do bitterste smarten door uwen dood aan het kruis verlost hebt, ik bedank u uit den grond mijns harten voor al de liefde, die gij mij in uw lijden bewezen en voor alle genaden, welke gij mij verworven en geschonken hebt. Wien zou ik beminnen als ik u niet beminde, mijn liefderijke God en allerbarmhartigste Heiland ? En toch tot heden heb ik uwe liefde slechts met ondank en ontelbare zonden vergolden. O, vergeef het mij; het doet mij van ganscher harte leed. In de toekomst wil ik u oprecht beminnen; ik wil mijne menigvuldige zonden door groo-tere getrouwheid en liefde herstellen. Geef mij daartoe uwe genade.
10
— 446 —
O heilige moeder Gods Maria, barmhartige moeder en mijne voorspraak! Tot heden hebt gij, ofschoon ik u slecht diende, met eenc moederlijke liefde over mij gewaakt en talloozc genaden voor mij verkregen. Van nu af aan wil ik mij geheel aan uwen dienst toewijden en u als een uwer getrouwste kinderen beminnen. Gij zelf echter noot mij deze godsvrucht tot u en de volharding daarin voor mij afsmeeken. Als ik u getrouw dien, dan zal ik ook Jezus beminnen, dan zal ik zalig worden. O Jezus en Maria, mijne teederste liefde, voor u wil ik leven, voor u wil ik lijden, voor u wil ik sterven; u wil ik geheel en al, mij zeiven volstrekt niet meer, toebehooren.
O glorierijke H. Alphonsus, gij, die Jezus zoo hartelijk lief hadt en Maria zoo getrouw diendet, hoe gelukkig, hoe heilig, hoe zalig zijt gij geworden door Jezus' en Maria's bemiddeling! Groote Heilige, Gij die op dezen dag het loon der hemelsche heerlijkheid ontvangen hebt en voor eeuwig met Jezus en Maria vereenigd zijt: ik bid u op h-
— Ul —
dezen glorievol len dag mij eene groote i liefde tot Jezus en eene volhardende godsvrucht tot Maria te verkrijgen. Ik wil alle dagen mijns levens uw getrouwe dienaat' zijn, en u navolgen in de deugden, die gij beoefend hebt. Wees gij mijn standvastige voorspraak voor Gods troon, en keer alle gevaren van mij af, sta mij bij in de bekoringen, help mij in de beoefening der deugd, sterk mij in leed en wederwaardigheid, en bid voor mij in het uur van mijnen dood. Amen.
KKESTGROET AAN DEN' II. ALPIIOXSUS.
(Door P. Martin van Cocbcm.)
Op den huldigen dag groet en vereer ik u, o groote vriend van (iod, o H. Alphonsus, en ik verheug mij op uw feest. Hoe gaarne zoude ik hebben, dat alle menschen u vereerden en daardoor uwe vreugden duizendmaal konden verhoogen. Vandaag is het de gezegende dag, waarop gij uw vermoeiend leven gesloten en een leven vol geneugten gelukkig begonnen | amp;gt;_____lt;2
3
hebt. Vandaag is de dag, waarop u de engelen glorievol naar den hemel geleid en de hemelbewoners. u met groote vreugde ontvangen hebben. Vandaag is het de dag, waarop Jezus Christus u met het kleed der heerlijkheid bekleed en tot hemelsch Vorst gemaakt heeft. Daarom eer en loof ik u ook vandaag op eene geheel bijzondere wijze en wensch u geluk met alle genaden, die gij heden ontvangen hebt. Om u mijne getrouwe liefde ook metterdaad te bewijzen, ofler ik u heden mijne voornaamste goede werken op en ook het grootste kruis, dat ik uit liefde tot God zal dragen. Dit eerbetoon draag ik u op in vereeniging met alle eerbewijzen, welke u heden in den hemel en op aarde gebracht worden, met de bedoeling uwe blijdschap en zaligheid te vermeerderen en u mijne volhardende liefde, en toegenegenheid te toonen. Gij toch, mijn beminde Beschermer, wil mijn liefde-ofïer genadig aanvaarden en mij door een eeuwigen liefdeband aan u vasthechten. Om de
onuitsprekelijk groote blijdschap, welke amp;----«
— 149 —
gij destijds ondervondt, toen gij zoo glorievol den hemel binnentradt en voor de eerste maal Gods aanschijn aan-schouwdet, bid ik u voor het heil mijner ziel te willen zorgen, opdat ook ik eenmaal door de engelen den hemel binnengeleid worde. O, verzuim niet bij God voor mij te smeeken, totdat gij mij de eeuwige zaligheid verworven hebt; dan zal ik u de gehecle eeuwigheid door liefhebben en prijzen, en het voor alle Heiligen belijden, dat ik naast Jezus en Maria aan u de zaligheid te danken heb. Amen.
GEBED OM DEN H. ALPHONSUS TOT PATROON TE VERKIEZEN.
(Volgens den H. Alpbonsus.)
O allerijverigste Leeraar en Bisschop, getrouwe vriend van het Eeuwig Woord, H. Alpbonsus! Ik N.N. ofschoon geheel onwaardig uw dienaar te zijn, kom toch tot 11, aahgeinoedigd door uwe groote goedheid en bezield met het verlangen om u te dienen, en kies u heden in tegenwoordigheid der allerheiligste Drie-amp;-----_d:
------—-^
vuldigheid, van mijnen Engelbewaarder en geheel het hemelsch Hof tot mijn' bijzonderen patroon en voorspreker. Ik neem mij vastelijk voor, u altijd te dienen en uwe vereering ook bij anderen naar vermogen te bevorderen. Daarom bid ik u, o roemrijke Heilige, om het bloed van onzen goddelijken Verlosser, dat hij voor mij vergoten heeft: neern mij voor altijd onder liet getal uwer dienaren op. Help mij in allen nood en verkrijg mij de genade voortaan uwe deugden na te volgen en den waren weg der christelijke volmaaktheid te bewandelen. Help mij voornamelijk in het gebed en bid voor mij die heerlijke gave af, welke gij in zoo verheven graad bezeten hebt, opdat ik het opperste Goed zoekende en beminnende, in gedaciiten, woorden en werken datgene vermijdo, wat in de oogen van God en de uwen in het minste mishagen kan. Neem deze geringe hulde aan, als een bewijs mijner toewijding aan uwen dienst, sta mij bij in mijn leven, en vooral in het uur van mijnen dood. Amen.
fh-
— 151 —
DRIE HERINNERINGEN, DOOR CHRISTUS
ONZEN HEER AAN DE H. MECHTILDIS GELEERD.
1. Ik groet en zegen u, o H. Al-phonsus, gij glansrijk edelgesteente des hemels, en herinner u zeer dringend aan de overvloedige vreugde, welke gij heden in den hemel geniet, waar gij volkomen en met de zaligste blijdschap erkent en inziet, hoezeer God u van eeuwigheid bemind heeft, en zonder uwe verdiensten tot zoo groote zaligheid hoeft uitverkoren. Amen.
Wees gegroet Maria, enz.
2. Tk groet en zegen u, o H. Al-phonsus, gij uitgelezen vat Gods, en
i herinner u zeer dringend aan de aller-•
i zoetste hemelsche blijdschap, welke nu zonder ophouden uwe allerheiligste ziel doordringt, terwijl gij God uit geheel uw hart bemind eu looft in eeuwigheid. Amen.
Wees gegroet Maria, enz.
li. Ik groet en zegen u, o H. Al-phonsus, bekoorlijke bloem van nede-
fo_________-a
— 152 —
righeid, en herinner u dringend aan de allerzaligste vreugde, welke gij nu in den hemel geniet, waar gij volkomen beheer van uwen wil bezit en gelieel vrij verrichten kunt wat uw hart wen-schcn en verlangen mag in eeuwigheid. Amen.
Wees gegroet Maria, enz.
OPDRACHT.
Allerzoetste Jezus! deze gebeden, welke ik nu ter eere van den II. Al-phonsus gestort heb, beveel ik u aan en ofl'er ze aan u op. Ik smeek u die in uw allereerbiedwaardigst hart, dooiden invloed der goddelijke liefde, voor u geheel en al behagelijkte maken, en ze tot verhooging zijner gelukzaligheid niet gelieel uw goddelijke kracht als welriekende hemelsche bloemen aan God den Vader op te dragen en aan te bieden. U echter, H. A.lphonsus, mep ik dringend aan ten allen tijde voor den troon der allerheiligste Drievuldigheid voor mij om genade en barmhartigheid te smeeken, bijzonder in het uur van mijnen dood. Amen.
- 453 —
VIJF DEGROETINGEX.
Met den meesten eerbied en innigste liefde groet ik u, o beminnelijke Al-phonsus, eerwaardige Priester des Al-lerhoogsten! Door hemelschc liefde ontvlamd, droegt gij -God don wierook van uw godvruchtig gebed en hot onbloedig offer des nieuwen verbonds op en reiktet gij den gcloovigen het Brood der Engelen uit. Ik bid u, verkrijg voor mij do genade eener groote liefde tot het gebed en eene vurige godsvrucht bij het H. Misoffer en het ontvangen der H. Communie.
Met den meesten eerbied en innigste liefde groet ik u, o beminnelijke H. Alpbonsus, onvermoeide Apostel eti Missionaris. Vol van het teederste medelijden zocht gij de meest verlaten en armste zielen op, om ze door de verkondiging van Gods woord te bekeeren, en door het II. Sacrament van boetvaardigheid met God te verzoenen. Ik bid u, verkrijg mij do genade het woord Gods eerbiedig en begeerig aan te hooren, en het H. Sacrament van fh---
boetvaardigheid immer waardig te ontvangen.
Met den meesten eerbied en innigste liefde, groet ik u, o beminnelijke H. Al-phonsus en wijze Ordestichter. Door den Heer des wijngaards uitverkoren en geroepen, verrijktet gij de H. Kerk met een nieuw genootschap, dat ter liefde van Jezus Christus onder de beschermingder onbevlekte Maagd in uwen geest aan het heil dor zielen arbeidt. Ik bid u, verkrijg mij eene innige liefde voor onzen, goddelijken Verlosser, eene teedere devotie voor Gods lieve Moeder en ijver in het beoefenen van geestelijke en lichamelijke werken van barmhartigheid.
Met den moesten eerbied en innigste liefde groet ik u, o beminnelijke H. Al-phonsus, getrouwe Bisschop en opperherder! Naar het voorbeeld des goeden Herders hebt gij uwe kudde bestuurd, haar zorgvuldig voor den vijand onzer zaligheid beschut en haar op de vette weide van het Katholieke Geloof en der goddelijke genade geleid. Ik bid u, behoed ook mij voor alle hinderlagen des
amp;______________c2
— 155 —
boozen vijands on verkrijg voor mij standvastigheid in het ware geloof en vermeerdering der goddelijke genade.
Met den ineesten eerbied en innigste liefde groet ik u, o beminnelijke H. Al-phonsus, van zielenijver ontvlamde Kerkleeraar. Door de zalving des H. Geestes gesterkt, beijverdet gij u onvermoeid door vrome en geleerde geschriften, do herders van het geloovig volk te onderwijzen, de vromen te versterken, de zondaren te bekeeren, de dwalingen der ongeloovigen te wederleggen en hen in den schoot der Kerk terug te voeren. Ik bid u, verkrijg mij de wetenschap der Heiligen, ten einde, gelijk gij, mij meer en meer van al het aardsche los te maken en in liefde tot Jezus en Maria en in vertrouwen op hen toe te nemen.
6. Ite Brocderschai» van O. Ij. Vrouw van Altijcldiirenden Bij««t»iid en van den H. AlphonsiiH.
Het wonderbaar afbeeldsel vun Onze Lieve j Vrouw van Altijddurenden Bijstand werd j
— 156 —
'3
tegen het einde der 15'le eeuw van het eiland Creta naar Rome overgebracht, en daar, in de kerk van den H. Mattheus, wegens zijne groote wonderkracht gedurende driehonderd jaren op de ijverigste wijze vereerd. Ten tijde der Fransche omwenteling werd het heimelijk naar een verborgen heiligdom overgevoerd ; sedert was het geheel onbekend waar ter plaatse het beeld bewaard word. Dooi* eene gunstige bestiering der Voorzienigheid werd nu in het jaar ISCti de aandacht weder op het wonderbeeld gevestigd, en Paus Pius IX verordende , dat het opnieuw in de St. AI-phonsus-kerk der Paters liedemptoriston te Rome, welke in de nabijheid der vroegere kerk van den H. Mattheus gebouwd is, ter openlijke vereering ten toon gesteld zoude worden. Sinds dien tijd heeft God, niet alleen door het wonderbare beeld zelf', maar ook door afbeeldingen van hetzelve, op zichtbare wijze opnieuw zijne wonderbare macht bewezen.
üe vereerders van Maria in dit haar wonderbaar afbeeldsel vereenigden zich weldra tot eene broederschap, welke op 4 Juni 1871 in de kerk van den II. Alphonsus op canonieke wijze werd opgericht, en op 31 Maart 1870 tot den rang van Aartsbrcderachap van Onze Lieve \ rouw van Altjjddurenden Bjjstand en van den H. Alphonsus bevorderd werd. Het doel dezer Broederschap is
fo---lt;2
— 157 —
de verecring van O. L. Vrouw van Altijd-durenden Bijstand, in den geest en onder bescherming van den II. Alphonsus zeiven, te oefenen en bij anderen naar vermogen te bevorderen, ten einde zich van Maria's moederlijke bescherming in allen tijdoljjken en geestelijken nood te verzekeren, en vooral om de genade der volharding te verwerven. Behalve eene herhaalde aanroeping van O. L. Vrouw en de navolging harer deugden, alsook de devotie tot den H. Alphonsus, wordt het volgende den medeleden nadrukkelijk aanbevolen :
quot;1. De medaille der broederschap te dragen.
2. In hunne huizen een afbeeldsel van het wonderbeeld en van den 11. Alphonsus op te hangen en de huiselijke gebeden er voor te verrichten.
3. 's Morgens en 's avonds driemaal het Wees gegroet ter eere van O. L. Vrouw van Altijddurendon Bijstand en een Glorie zij den Vader ter eere van den H. Alphonsus te bidden, benevens de volgende schietgebeden: »0 Maria, Moeder van Altijddurenden Bijstand , bid voor mij.quot; »H. Alphonsus, mijn beschermer, geef dat ik in al mijne behoeften Maria aanroepe.quot;
4. Iedere maand op den eenmaal gekozen dag de toewijding aan O. L. Vrouw
lt;5
van Altijddurenden Bijstand te vernieuwen.
5. Het leest van O. L. Vrouw van Altijddurenden liijstand (den Zondag voor 2't Juni) en het feest des H. Alphonsus ('2 Augustus) ijverig te vieren en op die dagen de HH. Sacramenten te ontvangen.
G. Zooveel mogelijk de godvruchtige oefeningen bij te wonen en, waar zulks niet gevoegelijk kan geschieden, deze op geschikte wijze te vervangen.
De eenige voorwaarde voor het lidmaatschap is, dat men zijn naam in het liroe-derschapsregister late inschrijven en da acte van toewijding aan O. L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand en den H. Alphonsus bidde. De opname kan ook per brief geschieden.
De leden kunnen op de volgende tijden een vollen aflaat verdienen.
1. Op den dag der oprichting van de broederschap of onder de octaaf.
2. Op den dag der inschrijving iu de broederschap of onder de octaaf.
3. In de ure des doods, voor zoover men, als het ontvangen der H.H. Sacramenten niet kan geschieden, met den mond, of zoo men zulks ook niet vermag, met het hart den heiligen naam Jezus aanroept.
— 459 —
Op het feest van O. L. Vrouw van Altjjddurenden Bijstand, öf onder de octaaf.
5. Op het feest van den 11. Alphonsus of onder do octaaf.
C. Onder de jaarljjksche If. Mis voor de afgestorven medeleden.
7. Op den dag van de maandelijksche vernieuwing der opdracht.
8. Eenmaal in de maand, wanneer men eon maand lang minstens eenmaal daags de schietgebeden gedaan heeft: »0 Maria, Moeder van Altjjddurenden Bijstand, bid voor mij.quot; — »11. Alphonsus mijn beschermer, geef dat ik in al mijne noodwendigheden Maria aanroepe.quot;
9. Viermaal 'sjaars, als men dageljjks eenmaal de negen gebeden tot den 11. Alphonsus om do ter zaligheid noo-dige genaden (zie bldz. 57) verricht heeft. ')
Behalve deze kunnen de leden meerdere volle aflaten verdienen. Verder zie men het
•) lil Maart cn IS Mei 1876, 36 Sept. en :.i!(or. 1877.— 41 deze aflaten kunnen op de stloovige zielen worden toegepast. Om een vollen aflaat te verdieuen, wordt behalve het ontvangen der H.H. Sacrainentcn , het hezoek van de kerk gevorderd ; waar zulks niet geschieden kan, kunnen de leden eene kerk of openbare kapel naar verkiezing bezoeken, kloosterlingen echtcr kunnen dit doen in hunne kloosterkerk of gewone kapel.
è.______
- 160 —
boekje der Broederschap van O. L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand.
Geestelijke voordeelen der leden zijn: recht op de Altijddurende Bescherming dei-Moeder Gods en des 11. Alphonsus, medewerking aan de bekeering der meest verstokte zondaars, aandeel in de gebeden en goede werken der broederschap en in alle verdiensten van de Congregatie des Allerheiligsten Verlossers.
AKTE VAN TOEWIJDING BIJ HE AANXEMIN'G IN DE BROEDERSCHAP.
Ik N. N. vurig verlangende mij geheel en al toe te wijden aan den dienst der allerheiligste Maagd Maria, van wie ik na God allen bijstand gedurende mijn leven en bij mijn sterven verwacht, verklaar hiermede, met de overige ingeschrevenen, in te treden in de Aartsbroederschap ter eere van ü. L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand opgericht. Ten dien einde kies ik den roemrijken H. Alphonsus Maria tot mijn bijzonderen Patroon, om door zijne voorspraak eene ware en standvastige godsvrucht tot de allerheiligste Maagd, onder deze zoete benaming aangeroepen, te ver-
lt;2
— 161 —
krijgen. Daarenboven beloof' ik deze toewijding aan de allerheiligste Maagd en den H. Alphonsus Maria den.... van elke maand, of den daaropvolgen-den Zondag, zoo mogelijk na het ontvangen der H. Sacramenten, te hernieuwen.
O Moeder van Altijddureuden Bijstand, neem mij aan als uwen dienaar (dienares), en laat mij ondervinden, hoe moederlijk gij voortdurend uwe vereerders ter liulj) komt. Ik van mijnen kant beloof u, dat mijne eerste zorg zal zijn, in eiken geestelijken en tijdelijken nood, door het gebed mijne toevlucht tot u te nemen. Mijn Beschermer, H. Alphonsus Maria, ik smeek u, verkrijg mij de genade Jezus Christus vurig te beminnen en O. L. Vrouw van Altijddureuden Bijstand altijd aan te roepen.
DRIE GEREDEN MET AFLATEN VERRUKT
TER EERE VAN ONZE LIEVE VROUW VAN AI.TI.IDDURENDEN BIJSTAND.')
O Moeder van Altijddureuden Bijstand,
*) Zijne Paus Pius IX , heeft op 17 Mei 1866
amp;----(ü
— 162 —
zie hier aan uwe voeten een armen zondaar, die tot u zijne toevlucht neemt, op u zijn vertrouwen stelt. Heb medelijden met mij, o Moeder van Barm-hartigheid! ik hoor immers hoe allen u de toevlucht en hoop der zondaars noemen; wees dan ook mijne toevlucht en mijne hoop! Help mij om de liefde van Jezus Christus; reik de hand aan een armen zondaar, die zich aan u aanbeveelt en zich voor immer aan uwen dienst toewijdt. Ik loof God en dank hem, dat hij, in zijne barmhartigheid, mij zulk vrrtrouwen op u gegeven heeft; het is mij een waarborg, dat ik eenmaal zalig worden zal. Waarom toch ben ik, ellendige, in het vcrledene maar al te dikwerf gevallen, tenzij omdat ik niet tot ii mijne toevlucht genomen lieb! Met uwe hulp, ik weet het, zal ik altoos zegevieren, maar ook dit weet
aan elk dezrr peht-tlrn oen aflaat ran 100 dagen verleend, toevoegrlijk aan de zielen des rageTuurs; dezen kan men echter slechls eenmaal daags verdit-nen : het bidden van vijrmaal het Wees gegroet, met de antiphoon en volgende gebeden is niet noodzakelijk om den aflaat te verdienen , in openbare oefening norden zij er echter gewoonlijk nan toegevoegd.
— 463 —
ik. dat uwe Imlp mij niet ontbreken zal, indien ik mij aan n aanbeveel. Wat heb ik dan te vreezen? dit alleen, dat ik in de gelegenheden van zonden nalaten zal u aan te roepen; want dan zou ik verloren zijn. Daarom bid en smeek ik u zoo dringend mogelijk, mij de genade te willen verleenen van altoos bij alle aanvechtingen der hel tot u mijne toevlucht te nemen en te zeggen: Maria help mij ; Moeder van Altijddurenden Bijstand, wil toch niet toelaten dat ik mijn God verlieze !
Vijfmaal het Wees gegroet.
Antiphoon. H. Maria, sta de ellen-digen bij, help do kleinnioedigen, verkwik de bedroefden, bid voor het volk, kom de geestelijkheid te hulp, wees de voorspraak van het godvruchtig vrouwengeslacht: dat allen uwe hulp ondervinden, die uwe heilige gedachtenis vieren,
V, Gij zijt, o Meesteresse, onze toevlucht geworden.
R. De hulp in voor- en tegenspoed.
-cÜ
fe-
— 164 —
Laat ons hidden.
Almachtige en barmhartige God, die ons het Beeld uwer allerheiligste Moeder onder den bijzonderenden titel van Al-tijddurenden Bijstand te vereeren gegeven hebt, verleen ons genadiglijk, dat wij bij al de wisselvalligheden des levens, zoo voortdurend de bescherming der al- ■ tijd onbevlekte Maagd Maria mogen on-derviaden , dat wij den prijs uwer eeuwige verlossing verdienen te verwerven. Die leeft en heerscht met God den Vader, iu de eenheid des H. Geestes, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
O Moeder van Altijddurende Bijstand, schenk mij toch deze gunst, dat ik uw machtigen naam altoos moge aanroepen! Uw naam is immers de hulp der levenden en het heil der stervenden. O allerzuiverste Maagd! allerzoetste Moeder Maria, moge toch uw naam van heden af altoos de ademhaling zijn mijner ziel! Toef niet, o Koningin mij ter hulp te komen, zoo ik u aanroep; want in ui
Q-___amp;
do bekoringen, waardoor ik zal aangevochten worden, in alle voorkomende noodwendigheden, zal ik niet nalaten tot u te roepen en te herhalen: Maria! Maria! Wat eene kracht, wat eene verteedering ontwaar ik niet in mijn binnenste, reeds dan, wanneer ik slechts aan u denke! Ik dank mijnen Heer en God, dat hij n om mijnentwille. een zoo zoeten, beminnelijken en machtigen naam gegeven heeft. Maar uwen naam slechts uit te spreken, is niet genoeg; uit liefde wil ik hem uitspreken; de liefde moet er mij aan doen denken u zonder ophouden te begroeten als Moeder van altijddurenden Bijstand.
Vijfmaal het Wees gegroet, enz. als boven.
O Moeder van Altijddurenden Bijstand, gij zijt de uitdeelster van al de genaden, die ons ellendigen van God geschonken worden; en daarom heeft hij u zoo machtig, zoo rijk en zoo goedertieren gemaakt, opdat ge ons zoudt | helpen in onze ellenden. Gij zijt de £gt;-----c5lt;
voorspreekster van de diepst ellendige en meest verlaten zondaren, die tot u hunne toevlucht nomen; kom dan ook mij tor hulp , nu ik mij aau u aanbeveel. lu uwe handen bevoel ik mijne eeuwige zaligheid, u vertrouw ik mijne ziel too. Neem mij op onder het getal uwer geheel bijzondere dienaren; neem mij ook onder uwe bescherming, en zie, dat is mij genoeg; indien gij mij toch helpt, hob ik niets te vreezon. Niets wegens mijne zonden; want gij zult er mij do vergiffenis van verwelven; niets van de zijde dos duivels; want gij zijt machtiger dan do ganscho hel; niets zelfs van de zijde mijns rechters Jezus Christus; want een enkel uwer gebeden is voldoende om Hem te verzoenen. Dit alleen heb ik alzoo te vreezen, dat ik verzuim mij aan u aan te bevelen; want dan ben ik verloren. Verwerf mijquot;, o mijne Koningin, verwerf mij de vergiffenis mijner zonden, de liefde tot Jezus, de volharding tot hot einde too en de genade van altoos mijne toevlucht te nomen tot u, o Moeder van Altijddurendon Bijstand, fc---------^
gt;----Oj
Vijfmaal het Wees gegroet, enz. als boven.
TWAALF AANROEPINGEN TOT O. L. VROUW VAN ALTIJDDUHENDEN BIJSTAND.
0 Moedor van Altijddurenden Bijstand, Moeder der sclioone liefde en der heilige hoop,
Ojnlat ik in liefde tot u immer
toeneme,
Opdat ik u altoos aanroepe,
Opdat ik uwe vereering naar vermogen bevordere.
Bij de vervulling van de plichten
van mijnen staat.
Bij het ontvangen der IIH. Sacramenten ,
Bij kruis en lijden,
In het oogenblik der bekoring, In gelegenheid tot zondigen.
Na het verliezen van Gods genade. Om te volharden in het goede,
In het uur van mijnen dood,
Laat ons bidden. O H. Maagd Maria, die om ons een onbegrensd vertrouwen in te boezemen amp;----cii
den zoeten naam van Moeder van Al-tijddurenden Bijstand hebt willen aannemen, ik smeek u om mij ten allen tijde en overal met uwe hulp bij te staan: in bekoringen, na mijne overtredingen, in moeielijkheden, in alle kwellingen des levens en bijzonder in de ure van mijnen dood. Geef, o liefdevolle Moeder, dat ik er aan denke en mij daaraan gewenne u altoos aan te roepen; dan ben ik zeker, zoo ik u getrouw aanroep, dat ook gij mij getrouw zult bijstaan. Verkrijg mij tevens de buitengewoon kostbare genade om u onophoudelijk en met kinderi jk vertrouwen te smeeken, opdat ik door dit aanhoudend gebed uwen altijddu-renden bijstand en tie volharding tot mijnen dood toe erlange. Zegen mij, o zoete, behulpzame Moedei-, en bid voor mij nu en in het uur van mijnen dood.
R. Kom mij ter hulp. Amen.
O Moeder van Altijddurenden Bijstand, bescherm ook al degenen, die ik bemin: onzon H. Vader, den Paus, de H. Kerk, mijn vaderland, mijne familie, | mijne vrienden, mijne vijanden, alle ft------'_d
'lt;?gt;-—---lt;5
ongelukkigcn, de geloovigo zielen in het vagevuur en eindelijk alle levenden en everledene medeleden der Broederschap.
R. Kom hun ter hulp. Amen.
IX EENE GEESTELIJKE AANGELEGENHEID.
O Maria, Moeder van Altijddurenden Bijstand, met groot vertrouwen roep ik u aan voor uw heilig wonderbeeld. Het bloed van uwen Zoon hebt gij voor mijne zaligheid zien vloeien; gij hebt gezien, hoe Jezus zich voor de genezing mijner ziel heeft laten verwonden; gij weet hoezeer uw Zoon de vruchten zijner verlossing op ons verlangt toe te passen. Zie, ik kom tot u en smeek u om eene genade ten behoeve mijner onsterfelijke ziel. O Moeder van altijddurenden bijstand , verkrijg mij van het hart van Jezus, de bron aller gelukzaligheid, de genade.... (noem hier de genade, de deugd, de hulp, die gij begeert). O Maria, gij wenscht onze zaligheid nog vuriger dan wij zelf; gij zijt ons door uwen Zoon tot Moeder gegeven; gij vl____c?.
— 170 —
hebt u zelve Moeder van Altijddurenden Bijstand genoemd. Toon nu, dat gij mij bemint; toon, dat gij met recht Moeder van Altijddurenden Bijstand genoemd wordt. Ik vertrouw niet op mijne verdiensten, maar bouw op uwe macht, op de goedheid van uw hart, op uwe moederliefde.
Maria, Moeder van Altijddurenden Bijstand, ter liefde van uwen Zoon Jezus Christus, die voor mij stierf, ter liefde van uwen vereerder Alphonsus, die ii zoo getrouw diende, ter liefde mijner ziel, verkrijg voor mij de genade, waarom ik bid. Amen.
IN EEXE TIJDELIJKE AANGELEGENHEID.
O Maria, allerheiligste Moeder van God en beste Moeder der menschon! Gij wilt, dat wij u als onze liefdevolste en meest barmhartige Moeder beschouwen en tot u in alle omstandigheden, als kinderen tot hunne Moedor, onze toevlucht nemen. Om ons vertrouwen te verlevendigen, hebt gij den troostrijken naam van O. L. Vrouw van Al-Sb____
— 171 —
tijdflurondon Bijstand willen aannemen. Volgens uw wensch cn wil kom ik thans tot u en beveel u die zaak, welke inij ter liarte gaat.... (noem hier de aangelegenheid). Toen gij nog op aarde omwandeldet, waart gij vol teedere liefde voor de bruiloftsvierenden te Kana en smeektet gij ten hunnen behoeve uw Zoon zijn eerste wonder af. Overal en ten alle tijde hebt gij hun, die u met vertrouwen aanriepen , ontelbare genaden doen toekomen. Vooral hebt gij u in dit won-der-beeld de altijddurende hulp uwer getrouwe kinderen cn vereerders getoond. O O. L. Vrouw van Altijdduren-den Bijstand, om wille uwer goedheid en barmhartigheid en uwer grenzen-looze moederliefde, neem dan ook mijne zaak ter harte. Ik kom tot u, aangezien gij zelve mij hebt uitgenoodigd door uwen troostrijken titel en door de vele genaden, welke gij door uw heilig beeld uitdeelt. O Maria, indien de inwilliging mijner bede tot Gods eer en tot zaligheid mijner ziel verstrekt, zoo verhoor het smeeken van een arm kind, amp;____lt;2
amp;--------------
dat op u zijn vertrouwen stelt, bevrijd mijn liart van alle zorg en kommer, opdat ik door dit vertrouwen op uwe voorbede gesterkt te meer ongestoord liet rijk Gods en alleen zijne gerechtigheid zoeke. Amen.
MAANDEU.IKSCHE TOEWIJDING AAN O. L.
VROUW VAN ALTUDDTOENDEN BIJSTAND.
O verheven maagd Maria, om ons liet grootste vertrouwen in te boezemen, hebt gij den zoeten naam van Moeder van Altijddurenden Bijstand willen aannemen. Vol verlangen u onder dezen titel te vereeren en uwe barmhartige gunst te ondervinden, werp ik .... mij aan uwe voeten neder en wijd mij zonder voorbehoud en voor altijd aan u.
Ik weet wel, dat mijne zonden mij zulke eer onwaardig maken, maar ik weet ook, dat mijne altijddurende ellende mij recht geeft op uwe altijddurende barmhartigheid; daarom waag ik het ii te smeekenmij onder het getal uwer bevoorrechte kinderen op te nemen.
O zoete Moeder van Altijddurenden fc____lt;M
— 173 —
Bijstand, mijn lichaam met al zijne zintuigen, mijne ziel met al hare krachten wijd ik aan u toe. Ik wijd u mijn verstand , opdat ik steeds aan de liefde denke, welke gij verdient; ik wijd u mijne tong, opdat ik mij er steeds van bediene om uwe groote voorrechten te loven en uwe vereering uit te breiden; ik wijd u mijn hart, opdat ik u naast God boven alles liefhebbe.
O verheven Meesteresse, gewaardig u mij onder het getal uwer gelukkige kinderen op te nemen ; neem mij onder uwe bescherming, wees mijn altijddurende bijstand in mijne geestelijke en tijdelijke noodwendigheden, voornamelijk echter in het uur van mijnen dood.
Aangezien niemand ter wereld mij zoo zeer liefheeft als gij — want gij bemint mij meer dan ik zelf in staat ben I te doen — zoo laat mij, o goede Moeder, de zorg van geheel mijn doen en laten op u overdragen ; ik verlaat mij in alles op u, wat mijn ziel of lichaam aanbelangt; beschik over mij en alles, wat mij toebehoort naar uw welgevallen.
Zegen mij, o zoete Moeder; onder-Si---------lt;3
steun mijne altijildurende zwakheid iloor uwen machtigen en altijdtlurenden hijstand, opdat ik, na u hier getrouw gediend, in de toekomst u eeuwig loven, beminnen en danken moge. Amen.
Schietgebed. O Maria, Moeder van Altijddurendeu Bijstand, hid voor mij!
MAANMEUJKSeiIE TOEWIJDING AAN DEN II. ALPHOXSUS.
O, van zielenijver ontvlamde Kerkleeraar, H. Alphonsus! Ik .... ofschoon onwaardig uw dienaar te zijn, kniel toch, door de- goedheid van uw hart en door mijn groot verlangen u te behagen aangemoedigd , voor u neder, en in de tegenwoordigheid der allerheiligste Drievuldigheid, van mijn Engelbewaarder en geheel het hernelsch Hof, kies ik u, na Maria, tot mijn Vader, Patroon en Beschermer. Ik neem mij vastelijk voor u altoos te dienen en mijn best te doen, dat ook anderen u beminnen. Ik bid u aldus, o mijn roemrijke Beschermer, om de liefde, die gij Jezus en Maria toedraagt; neem mij op onder
het getal uwer vereerders en kinderen, en bescherm mij ten allen tijde en overal. Verkrijg mij de genade uwe deugden na te volgen en groeten voortgang te maken op den waren weg der christelijke volmaaktheid. Verkrijg mij bijzonder, o mijn Vader, de onthechting van de schepselei , eenc' teedere en aanhoudende devotie voor het allerheiligste Sacrament en de allerzaligste Maagd Maria, den geest des gebeds en een brandenden ijver voor het heil dei-zielen.
Neem dit nederig gebed aan als een bewijs, dat ik mij aan uwe vereering toewijd; sta mij bij in mijn leven en bijzonder in het uur van mijnen dood, opdat ik, na u op aarde geëerd en gediend te hebben, waardig bevonden worde, de vreugde des hemels gedu- j rende alle eeuwigheid met u tedeelen.
Schietgebed. Mijn heilige Beschermer Alphonsus, maak, dat ik in al mijne ! behoeften tot Maria mijne toevlucht i neme.
gü- lt;2
GEBKLI TOT DEN H. ALPIIOXSUS OM EEXE GROOTE GODSVRUCHT TOT O. L. VROUW-VAN ALTIJDDURENDEN BIJSTAND TE VERWERVEN.
O H.. Alphonsus, getrouwe dienaar van Maria, gij weet hoezeer deze onvergelijkelijk Maagd waardig is bemind, vereerd en gediend te worden. | Ik bid u, leer mij hare verhevene deug-I den kennen om ze na te volgen, en hare gioote voorrechten begrijpen ten einde ze te bewonderen, te prijzen en lief te hebben.
Mocht ik, o mijn heilige Beschermer, de Moeder Gods dienen, gelijk gij haar gediend hebt, haar beminnen gelijk gij haai- bemind hebt, haar eeren gelijk gij haar geëerd hebt, en ook zoo dierbaar worden aan haar Hart als gij zijt. Doch dat is te veel voor mij, mijn arm hart is nog te zeer verkleefd aan de schepselen, om zich zoo hoog te kunnen verhellen. Ik smeek u echter, o mijn machtige Voorspreker, mij de genade te verwerven de allerzaligste amp;-------lt;2
P quot; ——9i
Maagd zoo veel te beminnen en te vereeren als ik slechts kan en haar uit al mijne krachten te dienen; vooral echter, hid ik u, smeek de genade voor mij af haar onophoudelijk aan te roepen met den zoo troostvollen naam van Moeder van Altijddurenden Bijstand. Amen.
Driemaal: Glorie zij don Vader, enz.
NEGEN GEBEDEN TOT DEN II. ALPHONSUS OM DE TER ZALIGHEID NOODIGE GENADEN TE VERKRIJGEN.
(Zie bladz. 57.)
SCHIETGEBEDEN.
(Zie bladz. D6.)
7. VerschilIciicte Gebeden ter eere van den II. Al|ihon8iis.
VIJF GEBEDEN TOT DEN H. ALPHONSUS.
1. O roemrijke H. Alphonsus, grnote minnaar van God en van onzen Heer
12
— 178 —
Jezus Christus, uwe gedachten en gevoelens, uwe wenschen, woorden en werken, uw lichaam en ziel behoorden steeds aan God. Bij het hooren dei-woorden «kribbe, kruis, sacrament,' waart gij aanstonds van liefde ont-vlamd. Ó van liefde brandende Serafijn, verkrijg ons van God ijver en volharding in de heilige liefde, opdat wij Gods genade nooit verliezen, maar haar door het beoefenen van goede werken en getrouwe vervulling onzer plichten tot den dood toe dagelijks vermeerderen. Verkrijg ons ook eene innige liefde tot onzen Heer Jezus Christus, opdat wij hem in de geheimen zijner menschwording en van zijn bitter lijden naarstig overwegen en hem in het Sacrament zijner liefde gaarne bezoeken.
Glorie zij den Vader, enz.
1. O roemrijke H. Alphonsus, offervaardige vriend onzer zielen, het innige verlangen uwe broederen te redden, maakte u Apostel, Ordestichter en Kerkleeraar. Gij hebt noch vermoeienissen, noch offers ontzien om de zon-
— 179
(laars te bekeeren, de onwetenden te onderwijzen, de rechtvaardigen te bevestigen, liet geloof te verdedigen, liet rijk Gods uit te breiden. Gij zijt alles voor allen geworden. O heilige Apostel en Leeraar, smeek den Heer dos wijn-gaards, dat hij arbeiders in zijn wijngaard zende, ontsteek de herders en bestierders van hot geloovig volk met uw lichtaanbrengenden en brandenden ijver, en verkrijg voor ons allen de genade onze zielen zalig te maken. Amen.
Glorie zij dep Vader, enz.
!
3. O roemrijke H. Alphonsus, getrouw evenbeeld van het ootmoedig hart van Jezus, bij al de voorrechten, met welke de genade u versierd had en bij al de eerbewijzen, waarmede de wereld u overlaadde, volhardet gij onwrikbaar in het nederigste zelfbewustzijn, om uwen miskenden en versmaden Heer en Koning gelijkvormig te worden, zocht gij een verborgen leven te leiden en ver-langdet gij naar smaad en verachting. O ootmoedige Prins der Kerk, verkrijg ons de genade ons volslagen onvermogen iets goeds te verrichten helder
*
amp;-
— 180 —
in te zien en de eer onzer goede werken alleen aan God te geven, allen schimp en smaad zachtmoedig te verdragen en zoo doende de gunst en de genade van Jezus' ootmoedig Hart te verwerven.
Glorie zij den Vader, enz.
4. O roemrijke H. Alphonsus, ver-trouwvol en volhardende in liet gebed bij den troon der goddelijke barmhartigheid! Diep doordrongen en innig overtuigd, dat Gods genaden slechts hem ten deel vallen, die er volhardend om bidt, en bezield met een krachtig vertrouwen op de verdiensten van Jezus Christus, werdt gij niet moede de vurigste gebeden en verzuchtingen tot God op te zenden, en de christenen altoos en overal tot het gebed op te wekken en aan te manen. O machtige en liefderijke Voorspreker bij Gods troon, laat mij de noodzakelijkheid en kracht des gebeds juist inzien, opdat ik altijd, maar bijzonder in gevaar en bekoring, mijne toevlucht neme tot het gebed. Amen.
Glorie zij den Vader, enz. h______________lt;2
— 181 —
—-lt;g
5. O roemrijke H. Alphonsus, vurig vereerder der onbevlekte maagd en moeder Gods! Ja, Maria, de moederdes Heeren en der geloovigen was na Jezus al uwe liefde en de grond uwer hoop. O hoe vurig hebt gij hare moederliefde en barmhartigheid geprezen, boe schoon en verrukkelijk hare hooge heerlijkheid geschilderd, hoe dringend hebt gij ons tot vereering der verheven moeder Gods en tot vertrouwen op hare bescherming opgewekt! O bevoorrechte gunsteling van onze lieve Vrouw, in het leven door hare verschijning, in den dood door haar bezoek, in den hemel door haar gezelschap begunstigd! O verkrijg ons van uwe geliefde Koningin de genade, dat wij in liefde tot Maria en in vertrouwen op haar altoos meer en meer toenemen, orn in haren dienst ijverig te leven, hare deugden naarstiger na te volgen en hare bescherming en uitdeeling harer gunsten altoos meer waardig te worden. Amen.
Glorie zij den Vader, enz.
■lt;g
— 482 —
OM ZICH IN BE BESCHERMING DES II. AL-PHONSUS AAN TE BEVELEN.
O 11. Alphonsus, ik beveel mij aan in uwe heilige bescherming en rijke verdiensten, en ik smeek u zeer ootmoedig, om de groote liefde welke ik u toedraag en hot kinderlijk vertrouwen, waarmede mijn hart bezield is, mijn naam in uw hart te schrijven, en mij op te nemen onder hot getal van hen, die gij bijzonder bemint en beschermt, opdat ik in al ir ijne omstandigheden bij u eene zekere toevlucht vinde. Sta mij echter met uwe liefde en bescherming bijzonder in mijn stervensuur bij, opdat ik mij in alle eeuwigheid in den hemel met u verblijden kunne. Amen.
GEBED OM ZICH EN ZIJNE FAMILIE AAN DEN H. ALPHONSUS AAN TE BEVELEN.
(Volgen» het Antonins-Bot-kje.)
O roemwaardige H. Alphonsus, uitverkoren vriend van God, die u tot hulp in den nood voor alle bedroefde zielen gesteld heeft, en die door u de
wereld met zoovele genaden en weldaden verrijkt, met kinderlijk vertrouwen beveel ik u mijn lichaam en ziel, alsook mijne familie aan, ten einde door uwe bemiddeling van God heil en welvaart te verkrijgen. O H. Alphonsus! in vereeniging met de krachtige opdracht, waarmede de stervende Heiland zijne ziel den Hemelschen Vader en zijne Moeder den H. Joannes aanbeval, beveel ik mij aan u, en gelijk Joannes de allerzaligste Maagd in bescherming nam, zoo neem mij en de mijnen onder uwe bescherming; bewaar ons voor bliksemen onweer, aardbeving en brand, oorlog, hongersnood, post en ziekten en alle ongemak naar lichaam en ziel. Laat niet toe, dat wij door zichtbare of onzichtbare vijanden gehinderd worden. Geef, dat in dit huis vrede en eendracht heersche, de vreeze Gods ons geleide, Gods zegen ons behoede, Gods genade ons verlichte en ons nimmer verlate. Ü H. Alphonsus, getrouwe hulp in allen nood, sta ons bij, vooral bij ons verscheiden. Verkrijg ons door de smarten, welke Jezus in de drie
— 184
laatste uron zijns leven geleden heeft, dat hij zich gunstig over ons ontferrne en onze uit dit leven gescheiden zielen door uwe voorspraak in de eeuwige vreugden opneme. O H. Alphonsus, daar bid ik u om , dat verlang en begeer ik: bescherm mij voorden boozen vijand, verdedig mij voor Gods rechterstoel, geleid mij naai' de eeuwige vreugden , opdat ik met u de heilige Drievuldigheid eeuwig love. Amen.
OM DE LIEFDE TOT ONZEN HEEK JEZUS CHRISTUS TE VERWERVEN.
O Serafijn van liefde, roemrijke H. Alphonsus! welke zalige verwondering grijpt mij aan, als ik uwe innige liefde voor onzen Heer en Heiland Jezus Christus overweeg! Hoe verheug ik mij, dat gij de onbegrijpelijke liefde van onzen Verlosser met zoo trouwe wederliefde vergolden hebt; dat gij u zoo gaarne met de overweging zijner liefdegeheimen beziggehouden en in de i nabijheid van het allerheiligst Sacrament
; uw lust en genot gevonden hebt! Hoe
— 485
veel genoegen doet het mij, dat gij de genade der verlossing zoo goed gebruikt, 1 en zoovele menschen onder vermoeienissen en lijden er aan deelachtig hebt gemaakt! Ja, ik dank God van ganscher harte voor uwe' getrouwe liefde tot onzen Heer Jezus Christus. Ik bid u echter tevens: smeek ook voor mij om ijver en volharding en de liefde tot onzen Zaligmaker. Gij hebt toch geen vuriger verlangen, dan dat hij door alle menschen van ganscher harte boven alles bemind worde. Verkrijg mij dan, o H. Alphonsus, eene groote devotie voor de geheimert van zijner mensch-wording en van zijn bitter lijden, voor het allerheiligst Sacrament en het goddelijk Hart van Jezus. Geef, dat ik altoos meer en meer erkeune, hoeveel aanspraak de Heer op mijne liefde heeft eu dat ik mij steeds naarstiger beijvere elke zonde te vermijden, en door mijne getrouwheid in zijnen dienst zijne goed-goedkeuring te verkrijgen. Amen.
Sb-
— 486 —
OM GODSVRUCHT TOT O. L. VROUW, VOORAL ONDER DEN TITEL VAN ALTUD-DURENDEN BIJSTAND.
(Zie bladz. 176)
BIJ HET KIEZEN VAN EEN LEVENSSTAAT.
O minnaar van Gods geboden, groote H. Alphonsus, ik loof, prijs en zegen u wegens de getrouwe nauwkeurigheid waarmede gij den wil Gods betreflende uwen levensstaat onderzocht, alsook wegens de heldhaftige kloekmoedigheid, waarmede gij den erkenden staat volg-det. O welk een hoogen trap van heiligheid hebt gij nu in uwen staat bereikt en hoevele zielen hebt gij voor God gered! O schitterend licht der H. Kerk, verkrijg mij, smeek ik u, do genade om bij de keuze van mijn levensstaat, bij dien gewichtigsten stap mijns levens,quot; waarvan het heil mijner onsterfelijke ziel afhangt, enkel en alleen den wil van God te zoeken en standvastig te volbrengen. Amen.
■OM
quot;9)
•(f-
OM DE DEUGD VAN ZUIVERHEID.
Hoe nuttig het is den II. Alphonsus in gevaren voor de zuiverheid aan te roepen, kunt gij het hieromtrent gegeven bericht eens Missionaris lezen : ))Ik had mjj,quot; zoo schrijft hij, »op duizend verschillende wijzen beijverd om vele zondaren, die in de ondeugd verhard waren, en zich van het voorwerp van hun hartstocht niet meenden te kunnen ontdoen tot bekeering te brengen; alles was vergeefs. Daarop raadde ik hun aan een Wees gegroet te bidden ter eere der onbevlekte Maagd, opdat zij door de verdiensten des H. Alphonsus, die Haar zoo zeer verheerlijkt had, het vuur van den onzui-veren hartstocht in hen mocht uitdooven. Zie. daar verschenen zij nu allen bjj mij met buitengewone teekenen van berouw; zij bekeerden zich en leidden naderhand een voorbeeldig leven.quot; Tannoja. Leven van den II: Alphonsus. (Fransche Uitg., pag. 385.)
O H. Alphonsus, ik groet en zegen u om uwe lelieblanke kuischheid, welke gij tot uwen dood toe ongeschonden bewaard hebt. Dat gij zoo zuiver en kuisch alle gevaren dezes levens hebt doorgestaan, waarlijk, dit is een grooter
wonder dan dat de Israëlieten droog-
-lt;3
'CP
voets door de Roode Zee getrokken zijn. Nu geniet gij in den hemel het genot God te aanschouwen, hetgeen den zuiveren van harte beloofd is; gij volgt het Lam , overal waar het gaat, en zingt het nieuwe lied, wat alleen door do maagden gezongen wordt. Ik arm en ongelukkig mensch roep in dit oord van gevaren en slechte gelegenheden, van bekoringen en verleidingen, tot u , om erbarming en hulp. O H. Alplion-sus, mijn liefderijke beschermer, herinner mij in de bekoring de alomtegenwoordigheid van God, opdat ik door een schielijk en volhardend gebed de overwinning behale; verkrijg mij de heilige vreeze des Hoeren, opdat ik alle gevaarlijke gelegenheden vastberaden verrnijde en aan de stem der verleiding nimmer gehoor verleene; verkrijg mij ook eene kinderlijke godsvrucht tot Maria, de maagd der maagden, oin onder haie bescherming de kuisch-heid volgens mijn staat bewaren. Amen.
fc-
— 189 -
OM DK DEUGD VAN OOTMOED.
O H. Alphonsus, heerlijk sieraad van het priesterschap, gij lichtgevende ster aan den hernel der Kerk, inct groot vertrouwen draag ik u heden mijn gebed op. Zie, ik kom tot u en smeek u om de deugd, welke u in uwe leven zoo lief en dierbaar was, welke gij met nauwgezetten ijver beoefendet en door woord en schrift ons zoo uitdrukkelijk op het hart druktet: ik smeek u om de deugd van ootmoedigheid. O hoe nederig waart gij in uwe gedachten, wenschen, woorden en in geheel uw gedrag! Gij hebt niets anders gezocht dan de verheerlijking Gods en uwe eigen vernedering, minachting, verachting, schimp en hoon — dat was uw eer en roem, uw lust en blijdschap. O, gij zeer getrouwe navolger van het ootmoedig hart van Jezus, hoezeer verschil ik met u! En toch weet ik, dat ik slechts door nederigheid Gods genaden kan verwerven, dat ik slechts door ootmoed toegang kan vinden tot het goddelijk Hart van Jezus, en tot amp;------------O.
gb----«s
inniger vereeniging met God kan geraken. O, zoo bid en bezweer ik u, verkrijg voor mij van het goddelijk Hart van Jezus de genade van dege-lijken ootmoed, om mijne nietswaardigheid duidelijk te erkennen en mij gaarne in mijne geringheid te verdiepen, om verachting en schimp gediddig, ja blijmoedig, te verdragen en in een verborgen en vergeten leven mijn lust en vreugde te vinden. Amen.
OM IJVER IN HET GEBED.
Wees gegroet, o roemrijke H. Al-phonsus, Man en Apostel des gebeds! Hoe kostelijk hebt gij het woord des goddelijken Heilands verstaan: «Vraagt en gij zult verkrijgen; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal worden open gedaan.quot; Vol nederige gehoorzaamheid aan de vermaning des Heeren en met het vaste vertrouwen op zijne beloften, hebt gij hem om zijne genaden gebeden en die in de rijkste mate ontvangen; hebt gij Gods hulp in uwe verdrukking gezocht, en altijd bereid gevonden; hebt gij zonder op-fc______c
— 191 —
houden aan de poort des hemels geklopt, totdat u werd opengedaan, om In de eeuwige heerlijkheid binnen te gaan. O lieve H. Alphonsus, bid voor mij om hemelsch licht, opdat ik terecht inzie, dat het gebed in waarheid het groote middel is om de eeuwige zaligheid te erlangen, het middel, dat allen moeten gebruiken om de genade Gods in leven en sterven deelachtig te worden ; verkrijg mij ook van God de genade mij met grooten ij ver op het gebed toe te leggen, en vooral in de ure des gevaars en dei bekoring tot onzen Heer en zijne heilige Moeder om hulp te roepen. Amen.
OM VORDERING TE MAKEN IN DE STUDIE.
O H. Alphonsus, stralende in het licht der heiligheid en in den glans der wetenschap! Met bewonderenswaar-digen ijver hebt gij gewerkt om u die bekwaamheden, waardoor gij de zielen nuttig kondt zijn, eigen te maken, ter-wijl gij bovendien de bijna ongehoorde gelofte deedt, u aan geen tijdverlies schuldig te maken. Met blijde verwon-.______'__c8
— 192 —
doring zie ik, hoezeer de Heer uwe pogingen gezegend heeft, aangezien hij ii tot een der meest schitterende lichten der katholieke Kerk gemaakt heeft. Ik bid u, o H. Alphonsus, verkrijg mij de genade, om evenals gij mij met zuivere meening en ernstigen ijver op de studiën van mijn staat toe te leggen ten einde er vruchtbare vorderingen in te maken. Amen.
OM DE WETENSCHAP DER HEILIGEN.
O hoog verlichte Meester der volmaaktheid, H. Alphonsus, Man vol van levendig geloof! Geloofd zij de Heer, die u, zijn rechtvaardigen dienaar, op effen wegen gevoerd, u het Rijk Gods aangewezen en de wetenschap der Heiligen geschonken iieeft! Vol van genade en van den H. Geest hebt gij alle rijkdommen, eer en waardigheden, alle genot en vermaak dezer wereld voor ijdelheid gehouden, ten einde Christus en zijn Rijk te winnen. O roemrijke, H. Patroon, ik smeek u voor mij de wetenschap der Heiligen af te
bidden, die God voor de hoovaardigen amp;----
— 193 —
verborgen en den eenvoudigen geopenbaard heeft, opdat ik al het aardsche gering achtte en mijn streven en handelen naar de hemelsche rijkdommen richte. Amen.
OM EEX ZALIGEN DOOD.
Het volgend wonderbaar voorval wordt in het leven dos 11. Alphonsus aangehaald en is volgens . het kerkelijk onderzoek boven allen twijfel verheven. »Üp den morgen van 21 September I77i had de li. Alphonsus te Arienzo. een stadje van zijn Bisdom, do It. Misgelezen en was, tegen zijne gewoonte in, gedurende zijne dankzegging in zijn leuningstoel guan zitten. Op eenmaal werd hij afgetrokken en zweeg, hij verroerde zich niet meer. Zoo bleef hjj den geheelen dag en volgenden nacht zonder eten of drinken. Alle bewoners van het huis waren ongerust; men hield hem in het oog, doch waagde het niet hem te storen. Ueeds was du tweede dag aangebnkon; daar kwam Alphonsus als uit een diepen slaap tot zich zelf en gat' met do bel een teeken, dat hij Mis wilde lezen. Allen kwamen tegelijk ! toegeloopen. «Nu, wat is er?quot; vraagt de 1 Heilige verwonderd. «Wat er is?quot; was het I t ntwoord, «het is reeds de tweedo dag, dat j
gij niet spreekt, niet eet, en geon bewijs i
amp;--------------------------
13
/p-
van leven geeft!quot; Daarop antwoordde Al-j honaus; » Goed, goed ; maar weet gij dan niet, dat ik den Paus bijgestaan heb, die zoo even overleden is?quot; Inderdaad was het op i'i September 's morgens ten 8 uur, toen Alphonsus weer tot zich zelf kwam, ; dat Paus Clemens XIV te Rome gestorven was en Alphonsus hem door een groot wonder in den dood had kunnen bijstaan. Voorwaar, een degelijke grond om den ; I'. Alphonsus als patroon vuor een zaligen do gt;d ijverig te vereeren.
Mijn zeer beminde Beschermer, H.A1-phonsus! Aiin uw goedig hart beveel ik de zaak, welke ik u heden voorleg zi er dringend aan. Zie, wanneer ik a n het laatste uur mijns levens denk, a ;n dat oogenblik. waarop ik van deze aarde scheiden en voor mijnen Rechter verschijnen moet, dan overvalt mij eene groote vrees en benaiiwheid. Zal ik misschien onverwachts door den dood overvallen worden? Zal ik de genade krijgen om de H. Sacramenten te ont-vangen? Zal ik aan de laatste zoo geweldige en gevaarlijke bekoringen der hel beslist weerstaanIn welken toestaud zal ik voor mijn God en Rechter ver-
ca
amp;.
fc-
=5
schijnen? O, deze gedachten vervullen mij met angst en schrik. Maar zie, na Jezus, Maria en Jozef stel ik, mijn goedgunstige Beschermer, op u al mijn vertrouwen. Gedenk, hoe God u ] toegestaan heeft een stervenden Paus 1 te kunnen bijstaan. Ik bid u, sta ook mij bij in den dood! O, help mij gedurende mijn leven Gods genade te bewaren! Help mij alle dagen om de • volharding bidden! Sta mij bij in den dood om door de zoete namen van Jezus en Maria de bekoringen der hel te overwinnen! Geleid mij zelf voor den eeuwigen Rechter, opdat ik een barmhartig oordeel verwerve. Amen.
VOOR EEN GEESTELIJK BELANG.
Wees gegroet, afbeeldsel van den goeden Herder, Man naar het Hart van Jezus, lieve H. Alphonsus! Heldhaftig was uwe liefde voor uwe broederen, toen gij nog op aarde omwandel-det. (Jij waart de troost der bedroefden, de raadgever der besluiteloozen, de hulp «Ier veriatenen, de steun der bedrukten, de toevlucht der arme zondaren. Met fe_________6
innig medelijden vervuld, hebt gij de zielen dor Cliristenen den Heer aanbevolen; ja, gij hebt zelfs het offer van bloedige boete met uw gebed doen samengaan, ten einde den Heer te verzoenen en zijn toorn te verzachten. O liefdevolle vriend der zielen, zie, ver-trouwvol nader ik tot voor uw troon en leg mijn gebed en mijn belang in uwe handen neder. Wees gij in deze gewichtige zaak mijn voorspreker bij den Heer. Ik bid u niet om eenig we-reldsch goed; ik smeek u om eene genade voor mijne onsterfelijke ziel, die Christus met zijn kostbaar bïoed heeft vrijgekocht. Bij dit kostbaar bloed, bezweer ik u , laat mijn vertrouwen op uwe liefde en goedheid niet beschaamd worden. Amen.
voor kh:\ tijdelijk belang.
; H. Alphonsus, groote wonderdoener en hemelsche geneesheer voor alle ziekten en eiken nood. De almachtige God heeft u tijdens uw leven en na uwen dood op eene buitengewone wijze doot wonderen verheerlijkt. O hoe velen zie- '
kon hebt gij de gezondheid verschaft, hoe velen kreupelen het gebruik hunner ledematen teruggegeven, hoevelen armen zijt gij ter hulp gekomen, hoevele bedrukten hebt gij uit den nood gered, hoevele tranen gedroogd, hoeveel hartzeer weggenomen! O Engel van barmhartigheid, zie met uw liefdevol hart medelijdend op de droefenis neder, welke mij bezocht heeft. Verkrijg mij door uw veel vermogende voorspraak van God de afkeeriug van dit ongeval, of zoo zulks niet met de bedoelingen der Voorzienigheid overeenkomt, verkrijg mij ten minste geduld en standvastigheid, ten einde verdienstevol den Heer mijn kruis na te dragen en door geduld mijne ziel zalig te maken. Amen.
GEBED VAN EEN BIECHTVADER TOT DEN H. ALPHONSUS.
H. Alphonsus, zeer verlichte bestierder dei-zielen, en allerwijsste bedienaar van het H. Sacrament der biecht. Een allerverantwoordelijkst ambt heeft de
Heer op mijne zwakke schouderen neer-fc--lt;£
'amp;----^
gelegd, toen liij de maclit van te binden en te ontbinden in den rechterstoel dei-biecht mij toevertrouwde. O konde ik dit ambt naar uwen geest vervullen met schranderheid en behoedzaamheid, met vastberadenheid en zachtzinnigheid, met zielenijver en geduld! O H. Al-phonsus, verkrijg mij van den godde-lijken Verlosser de genade, om de vromen te bevestigen, de versteenden te vermurwen, de onwetenden te leeren, den twijfelachtigen raad te geven, de ongemanierden te verdragen, de kwaadwillenden te onderscheiden, den waar-digen hot Sacrament toe te dienen en het allen onwaardigen te weigeren. Geef, dat ik nooit medewerke om het kostbaar bloed van Jezus Christus te ontheiligen, opdat ik nooit, als ik do zielen van anderen ontlast, mijn eigen geweten bezware; maar integendeel bij de bediening van dit heilig Sacrament in genade toeneme, mijne verdiensten ver-meerdere en mijne zaligheid bevordere. Amen.
jjj--------qg
amp;-9i
8. Kenige gebeden tea gebruike van de geestelijke kinderen des II. Alphonsiug.
0 Jezus, onze God en Verlosser, ontferm U onzer.
0 Jezus, Stichter en Bruidegom der Kerk, ontferm U onzer.
0 Jezus, hoogste Beschermheer onzer Congregatie, behoud haar in deu geest des H. Alphonsus.
Geleid ons tot volmaakte getrouwheid aan onze Geloften en Regels, wij bidden u, verhoor ons.
Versier ons met het kenteeken van eenvoud en ootmoed.
Bewaar in de congregatie de parel der evangelische armoede.
Verleen ons liefde voor do zelfverloochening en de gehoorzaamheid.
Doordring ons van de hooge waarde
onzer heilige roeping.
Maak ons mannen van verlangen en gebed,
Bescherm in de congregatie het erf-
deel des H. Alphonsus : de de-
amp;___________cÖ
5
cS: er
■/p-;-
rot ie. tot het allerheiligste Sacrament deft Altaarden deallerzaliqHteMaagd, wij bidden u, verhoor ons.
Ontvonk dc Missionarissen met apos-
tolisehen zielenijver,
Verwek vele en groote Heiligen in
de congregatie,
Zend degelijke arbeiders in uwen
wijngaard,
Vergeld al onze weldoeners met
hemelsche goederen,
Breng onze tegenstanders en vijanden tot inkeer en verander ze van gevoelens,
Verlos de zielen van onze broederen, bloedverwanten en weldoeners uit de pijnen des vagevuurs,
V. O Heer, wees uwer congregatie indachtig.
R. Welke gij van den beginne af bezeten hebt.
Gebed.
O Heer Jezus Christus, door dc voorspraak der allerzaligste Maagd Maria, van onzen H. Vader Alphonsus en al amp;___c2
— 204 —
onze beschermheiligen, behoed en bescherm onze congregatie als den appel van uw oog, opdat zij, voor alle verslapping bewaard en van de aanvechting des duivels gered, uwe eer en het heil der zielen altijd werkdadig bevordert'. Die met God den Vader leeft en regeert in de eenheid des H. Geestes, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
GEBED TOT O. L. VROUW VAN ALTI.ID-DUREXUEN' BIJSTAND.
(Van den Eerw. Vincentius Palotti.)
O beminnenswaardige Maagd Maria, moeder van barmhartigheid, koningin van alle heiligen, onze hoop, onze voorspreekster! richt uwe barmhartige oogen op onze congregatie, welke gij van den beginne af in eigendom bezeten hebt; maak haar meer uitgebreid, volmaak haar en behoed haar; laat de armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid met den ijver voor het gebed ■ immer in haar uitblinken, beschut haar i genadig tegen allo kwaad bijzonder
| tegen de minste verslapping. O gij,
onze middelares, onze toevlucht, zekere grond onzer lioop, verkrijg ons door uwe voorspraak dit alles van uwen Zoon, onzen Heer Jezus Christus, die met den Vader en den H. Geest regeert. God van eeuwighuid tot eeuwigheid. Amen.
MEMORARE TOT DEN* H. ALPHONSUS.
Herinner u, o roemrijke Vader H. Al-phonsus, de verzekering, eenmaal uwen kinderen gegeven toen gij schreeft: »A1 mijne broederen moeten weten, dat ieder hunner na God het eenige voorwerp mijner liefde is, en dat ik voor een ieder mijn bloed en mijn leven aan God als een offer aanbied.quot; Dat woord uit uw vaderhart — o hoe verheugt het mij, hoe vertroost, hoe verkwikt het mij, den minste en onwaardigste uwer zonen! Zoo kom ik dan vol kinderlijk vertrouwen tot u in uwe hemelsche heerlijkheid, en roep tot u om uwe voorspraak. Zie neder op uwe congregatie, welke Jezus Christus als don appel van zijn oog bemint.
Geef, dat zij steeds door uwen geest amp;_________
------^
bezield en geleid worde, en ondanks alle stormen der hel altoos meer bloeie en zich meer en meer uitbreide. Verkrijg mij en al mijnen medebroeders die deugden, welke ons tot ware leerlingen des Allerheiligsten Verlossers maken; die liefde voor armoede en nederigheid, dien geest van gehoorzaamheid en zelfverloochening, dien aandrang voor het gebed en dien apostolischen zielenijver, welke gij uwen zonen met woord en daad zoo dikwijls op het hart gedrukt hebt. Boven alles help ons, opdat wij onzen Verlosser Jezus Christus boven alles en na hem zijne H. Moeder tee-derlijk beminnen, en dat wij ons die heerlijke kroon niet laten ontnemen, welke gij reeds bereid zaagt voor ieder, die in getrouwe naleving der regels in de congregatie leeft en sterft. Houd niet op, H. Vader, met bidden, gelijk gij eenmaal op aarde reeds gebeden hebt; mogen wij tot meerdere eer van God, God alleen toebehooren, opdat tot den laatsten dag des oordeels, alle medeleden onzer congregatie zoo gelukkig mogen wezen God in alles te behagen 'fc-------cÖ
— 204 —
en oon groot aantal ziolen voor Hem te winnen. Amen. Amen.
DAGEUJKSCHE BEGROETING TOT DEN H. VADER ALPHONSUS.
Zie dan, o H. Vader Alphonsus, uw zoon aan uwe voeten; ik dank u, dat pij mij in uwe congregatie geroepen hebt om mijne zaligheid te bewerken. Laat niet toe, dat ik een onwaardig ■ lid uwer orde worde, maar smeek mij bij God de genade af, steeds uwen geest in mij te bewaren, in al mijn doen en laten te openbaren en dien a's een waardig leerling en navolger levendig op de anderen over te dragen. Verkrijg mij van God die deugd, welke voor mij het meest noodzakelijk is, voornamelijk echter de gaaf van volharding en een gelukzalig sterfuur in de congregatie. Amen.
EENE ANDERE BEGROETING.
(Volgens het Luiksch Mamiale.)
II. Alphonsus, onze machtige beschermer bij den troon van God, die ons
fc____dJ.
— '205 —
de genade en het geluk verkregen hebt uwe kinderen te zijn! Wij wijden ons geheel en al aan u toe en vernieuwen uit den grond van ons hart de gelofte, welke wij op den dag onzer professie hebben afgelegd. Tevens bidden wij u geef ons in uwe goedheid uwen geest; geef, dat wij Jezus waarachtig liefhebben en, gelijk gij gedaan hebt, ons moeite geven hem in armoede, nederigheid en lijden na te volgen; geef, dat wij Maria, de onbevlekte Maagd, beminnen en door hare bemiddeling het heil der meest verlaten zielen zoeken. O H. Alphonsus, toon, dat gij onze vader zijt; verkrijg ons de genade uw voorbeeld na te volgen, uwe waardige kinderen te worden en tot den dood getrouw te blijven. Amen.
GEBIiU OM HULP HU I)K VEUDRUKKIN'G DER CONGREGATIE.
O H. Vader Alphonsus, die aan uwe zonen eenmaal huloofdet, dat gij in den hemel een voorspreker en pleitbezorger voor uwe congregatie zoudt wezen, zie
'dp---
— 206 —
thans op uwe zonen nerlcr, die zuchtende en weenende uwe hulp. inroepen. Zie, iioe de hel niet ophoudt hen te vervolgen, ton einde de arme en verlaten zielen van geestelijke hulp te berooven, welke wij in Gods raadsbesluit gehouden zijn hun te verleenen. O gij goedertieren en getrouwe vriend der zielen, voor welke gij zoo veel ] gearbeid en gebeden, boete gedaan 1 en geleden hebt: laat u de nood.«Ier zielen ter harte gaan. Smeek bij den goddelijken Verlosser, den overwinnaar der helsclie machten, dat Hij den stormen gebiede; roep tot de hemelsche Beschermvrouw onzer congregatie, de Moeder van Altijddurenden Bijstand, dat zij de aanslagen van Jezus' vijanden ver ij dele en ons vrede en rust verkrijge, om ongestoord aan de zaligheid der zielen te arbeiden. Kom allen', die verbannen en verstrooid zijn, door uw gebed ter hulp, en smeek voor hen om volharding in hunne grootsche roeping, volmaakte getrouwheid aan de H. Regels en oen spoedigen terugkeer naar de plaatsen hunner apostolische werkzaamheid. Amen. amp;___ói
— 207 —
OPBEURENDE UITSPRAKEN DES H. ALPHON-
SUS BETREFFENDE ZIJNE CONGREGATIE TER BEHARTIGING ZIJNER ZONEN.
1. Over het doal der congregatie: »Ons ambt is hetzelfde, als Jezus Christus bekleed heeft, en na Hem de apostelen hebben waargenomen. Wie den geest van Jezus Christus en den ijver der apostelen niet heeft, is voor dit ambt niet dienstig.quot; Tannoja. Doel 2. Hoofdst. 53.
»Jezus Christus heeft ons met dit doel van eeuwigheid tot deze Congregatie verkozen en geroepen, om Hem te beminnen en anderen deze liefde in te storten. Welke grootere eer en genade had Jezus Christus ons kunnen bewijzen, dan ons aan de wereld te ontrukken om ons aan zijne liefde over te geven, en opdat wij gedurende den pelgrimstocht dezes levens aan niets anders zouden denken, dan om hem genoegen te geven en voor zijne liefde vele zielen te winnen, die jaarlijks ten gevolge van onzen arbeid de | zondeu vaarwel zeggen en tot Gods i
— 208 —
genade tcrimkeeren ? .... Als God ons 1 • •
nu 7,ulk eene eer bewijst, en ons als werktuigen verkiest om Hem te verheerlijken en anderen voor zijne liefde te winnen — eene eer, die zelfs geen vorst der aarde geniet — : welken dank en welke liefde zijn wij Hem dan niet schuldig?quot; Rondg. schrijven van 29 Juli ] 774.
2. Oner dc liefde can Jezus rooide congregatie.quot; »Ik ben overtuigd dat Jezus Christus ons klein gezelschap als den appel van zijn oog met blikken vol van innige liefde gadeslaat, en wij weten het bij ondervinding, dat Hij te midden van zoo zware vervolgingen ons nog immer waardig acht ons zijne genaden met verdubbelde mate toe te deelen, en door ons zijne oer op ontelbare plaatsen meer en meer te bevorderen.quot; T. a. p.
3, Over Maria, de beschermster der Congregatie: «Laten wij nooit verzuimen ons aan de Moeder Gods aan te bevelen, daar de Heer ons de eer en de vreugde schenkt haar lof overal te verspreiden: —een punt, wat mij vooral
ip—-------eg
— '209 —
troost en eeno groote hoop inboezemt, dat deze goede Moeder niet in gebreke zal blijven voor ieder onzer geheel bijzonder zorg te dragen en de genade zal af-smeeken om een heiligete worden.quot; T. a. p.
4. Over de vruchten van de Missiën onzer congregatie: »Ten gevolge van Gods genade hoor ik, dat onze Missiën overal waar zij gehouden worden, wonderen doen; algemeen zegt het volk, waar de missionarissen voor liet eerst heenkomen, dat zij dergelijke Missiën nog niet gehad hebben.quot; Rondschrijven 2(3 Febr. '1771.
«Onze Missiën hebben dooi' de gnnst van Gods barmhartigheid wonderen van bekeeringen bij de zielen op die plaatsen uitgewerkt, waar zij naar plicht en in den geest Gods gebonden werden.quot; Rondschrijven v. '27 Juni i77:gt;.
»Als onze missionarissen op eene plaats komen dan leven daar gewoonlijk de meesten in Gods ongenade en beroofd van zijne liefde .... Aan het einde der missie laten wij er vaak twee tot drie duizend menschen achter, die God nu meer beminnen naarmate fe______
— 210 —
zij vroeger meer in zijne vijandschap leefden en er niet zelfs niet aandachten zijne genade terug te winnen.quot; Rondschrijven 'ii) Juli 1774,
5. Ou er de uitbreiding en het voortbestaan der congregatie: Ik zal het niet meer aanschouwen want. mijn dood nadert; maar ik koester het vaste vertrouwen, dat onze kleine schaar met der tijd altoos zal toenemen, niet in rijkdom en eer, wel echter daarin, dat zij de eer van God zal bevorderen en de kennis en liefde tot Jezus Chris tus helpen uitbreiden.quot; Idem.
»Met mij zal het weldra gedaan zijn; bij mijn hoogen ouderdom, — aan het bed gekluisterd, — wat kan ik dan doen? Gij, mijne zonen, moet de congregatie in stand houden en woest verzekerd: als wij ons goed gedragen, zal God ons altoos helpen en hoe meer armoede, verachting en vervolging wij lijden, hoe meer goed wij zullen uitwerken en des te grooter zal het loon zijn, dat Jezus Christus ons in den hemel zal geven.quot; Rondschrijven 30
Sept. 1770. fc_____amp;
— 211 —
6. Over de roeping ah middel voor een zaligen dood: «Wat moet het hoofddoel zijn van hem, die in de congregatie treedt? Alleen dit; God te behagen en in de congregatie een zaligen dood te sterven: eene genade, welke velen onzer geliefde medebroeders, die nu ontslapen zijn, reeds ten deel gevallen is, en die thans, ik ben er van overtuigd, gezamenlijk God daarvoor bedanken, dat Hij hen in de congregatie heeft laten sterven.'quot; Rondschrijven 26 Febr. 1771.
7. Over de roeping als een bewijs van voorhestemming: »God heeft ons geroepen en tot medearbeiders van zijnen Zoon verkoren, om de zielen uit de handen des duivels to verlossen. Dat God ons tot het Apoitelambt geroepen heeft, beteekent even zooveel, als dat Hij ons een openlijk teeken van onze voorbestemming heeft gegeven. Als wij eene ziel redden, dan hebben wij onze eigene ziel gered.quot; Tannoja D. 2. Hoofdst. 61.
))Weet, mijne dierbare broeders, dat ik niet zwaarmoedig word, wanneer ik __._____-c
— 212 —
verneem, dateen mijner broeders door God naar liet andere leven is geroepen; ik voel het, omdat ik menscli ben; overigens troost ik mij daarmede, dat liij in de congregatie gestorven is; want dit houd ik voor zeker: die in de congregatie sterft, wordt zalig.quot; Rondschrijven van het jaar 1750.
8. Oi'er den troost van een Redemptorist in het stervensuur: »Welk een troost voor een lid der congregatie, als hij in zijn doodsuur honderde zielen om zijn bed ziet, die hem vroolijk toeroepen : Opera tua sumus! Onze zaligheid is uw werk!quot; Tannoja. D. 2. Hoofdst. G2.
9. Over de vreugde van een Redemptorist in den kemel: ))Er zal een dag komen, waarop wij allen, gelijk wij mogen hopen, ons vereenigd zullen zien in die eeuwige woning, waar geene scheiding meer zal plaats hebben en waar wij vele honderd duizenden zielen met ons vereenigd zullen vinden, die God eenmaal niet beminden, maar nu, nadat zij door onze bemiddeling-zijne genade terug gekregen hebben,
— '213 —
hem beminnen en eenwig onze vreugde en heerlijkheid zuilen uitmaken. Moet deze gedachte alleen ons niet ono|jliou-delijk aansporen om ons geheel daarop toe te leggen; Jezus Christus te beminnen en anderen voor zijne liefde te -winnen ?quot; Rondschrijven van 29 Juli 1774
10. Over de hroou voor de Uedemp-tonsten in den Hemel bestemd: «Laat ons toch die heerlijke kroon niet verliezen, welke ik bereid zie voor een ieder, die getrouw aan den regel in de congregatie leeft en sterft. Rondschrijven van 8 Aug. 1754.
11. O eer de grootheid der roeping eens liedemjjlortslen: »Ik smeek een ieder de roeping hoog te waardeeren, omdat zij na de weldaad onzer schepping en verlossing de grootste genade is, welke Clod ons bewijzen kon.quot;' Rondschrijven '29 Juni 1774.
»Mijne broeders, in liet stervensuur, bij het licht der waskaars, zullen wij inzien, welke genade de Hoer ons heeft verleend, door ons in de heerlijke
roeping te bewaren , welke hij ons fc-----#
— '214 —
heeft geschonken.quot; Rondschrijven 29 .Juni 1774.
ö. Krnige licdcmi ter cere van den H, Alithoiisiiüi.
I. DE DEUGDEN DES H. ALPHONSUS.
Nu loven wij u duizendmaal,
Alphonsus , hoog in 's hemelszaal,. Uw glorie blinkt door 't wereldrond, Uw lollied klinkt uit iedren mond!
Nooit hoeft de vlek van zonde en kwaad Ontsierd uw heilig doopgewaad,
Daar men uw deugden iedren dag Met grootor luister stralen zag.
Uw hart was als het Reuk-altaar: Het heilig vuur brandde immer daar! Dat vuur ? — Het was de liefdegloed, Voor Jezus in uw hart gevoed.
Wie sprak van Kruis of OfTerlam , Hij zotte uw gansche ziel in vlam, En knieldet gij voor 't altaar neer Dan ging niets meer uw gloed te keer.
amp;_ , - lt;2
— 215 —
O Herder volgens Gods gemoed, Die trouw uw kudde hebt gehoed, Uit wiens zoo medelijdend hart Steeds balsem vloot voor elke smart.
Den hongerigen gaatt gij brood. De zieken hielpt gij uit den nood, Der weduw waart ge een steun eu staf, Den armen stondt ge uw rijkdom af.
De twijfelmoed'gen stondt gij bij. De dolenden verlichttet gij,
Hoe duister 't was aan 's hemels boog Gij bleeft de ster voor 't zoekend oog.
Och, maak ons hart aan 't uw gelijk, Alphonsus, even deugdenrijk.
Wees onze hulp ten allen tijd.
Vooral in 's levens jongsten strijd.
11. DE H. ALPHONSUS, APOSTEL.
Alphonsus zag, vol van erbarmen.
Ontelbare Christ'nen in nood, Hij hoorde het schreien der armen. Die vroegen om 't hernelsche brood. Toen zwoer hij bewogen, Hun tranen te droogen,
Hun redder te zijn uit den dood. fc-----i
— 216 —
In 't nopflrig gewaad van Gods helden, ; Vol ijver, het kruis op de borst, I Doortrekt hij de Napelsche velden. Als strijder voor Jezus, zijn Vorst! Niets kan hem beteuglen.
Zijn ijver geeft vleuglen ,
Terwijl hij naar zielen slechts dorst!
Fel blakert de zon door haar stralen I De Napelsche kust in haar gloed, i Doch kan niet bij 't hemelvuur halen,' Dat gloeit in Alphonsus' gemoed : Hij wordt nu gedreven Zich zeiven te geven.
Zijn ruste, zijn krachten, zijn bloed.
Zijn woorden doorboren de harten Hij spreekt van Gods vreeslijk gericht.
Hij spreekt hun van de eeuwige smarten. Van Jezus, hun liefde en hun licht: En zie hoe de scharen Met sidd'ring aanstaren D' Apostel met vlammend gezicht.
Straks zit hij als biechtvader neder. De leeuw is nu zacht als het lam,
Uij spreekt nu zoo zalvend en feeder, j ïot hem, die berouwvol daar kwam. j
(?----------^
Hij heelt nu de wonden,
Vergeeft hun de zonden,
Ontvonkt hun het hart door zijn vlam!
Begeven hom oindlijk do krachten,
Dan koert hij ter kloostercel weer. Dan ligt hij in de eenzame nachten Voor 't kruis zijns Verlossers tor neer. Dan schijnt hij verzonken In God, en als dronken Van wellust uit hoogere sfeer!
Nu groet hij zoo blij zijn Vorstinne,
Maria, de vleklooze Vrouw, Hij schenkt haar zijn hart en zijn minne. Hij zweert haar onschendbare trouw ! Wat gloeit hem het harte Wat troost in de smarte Wat vloeit hier de hernelsche dauw!
Komt blij weer de dageraad gloren.
Hij gordt dan ten strijde zich weer. Dan doet hij den wapenkreet hooren. Dan siddert heel 't duivelenheer! En komt hem, na 't strijden. De zege verblijden :
Aan Jezus alleen zij al de eer!
fc______________
UI. DE li. ALPIIONSUS, KLUKI.KKRAAli.
O Alphonsus, nieuwe sterrc
Blinkend aan der lieemlen trans,
Die het aardrijk, heinde en verre. Blijft verlichten door uw glans.
Petrus scheepje volgt in 't varen Veilig 't helderblinkend spoor,
Dat gij teekent op de baren, Tusschen rots en klippen door.
Schoone ster, met gulden stralen, Tintelend van hooger gloed,
0 , wat warmte doet ge dalen In ons koud en droef gemoed!
Zucht ons hart in druk en plagen. Gij verheldert ons gezicht;
Komt de nacht des twijfels dagen. Gij bestraalt ons met uw licht.
Wil de duizenden verlichten. Die hier dwalen in den nacht;
Wil hun wankle schreden richten, Waar hen Jezus' liefde wacht.
-9i
amp;-
Blijf aan onze transen flonkren, Werp uw stralen op ons pad, Tot onze aardsche zon verdonkre, 't Licht ons schijne in Sions' Stad.
Licht der geesten, vreugd der harten,
Warmte van ons droefquot; gemoed, Straal der hoop in druk en smarten,
wees gegroet!
Nieuwe sterre,
IV. SMEEKLIED TOT DEN H. ALPIIONSUS.
O Alphonsus, hoog verheven
In de blijde hemelwoon ;
Door uw goedheid aangedreven, Scharen wij ons om uw troon; Vader, hoor ons needrigsmeeken, Wil bij God ten beste spreken, O Alphonsus! hoor die beê,
Deel ons
's hemels gunsten meê.
Zie, wij vragen drie genaden Aan uw goedig vaderhart:
Niet in weelde en vreugd te baden, Niet te leven vrij van smart;
Neen, wat de aarde ons ook moog (bieden.
Mits wij maar de zonden vlieden . O Alphonsus! enz.
-c2
fe-
%
Als wij u zien neergebogen
Voor Maria's rninlijk beeld, In verrukking opgetogen,
Daar baar lach uw blikken streelt, O dan vragen bart en zinnen;
Leer ons ook die Moeder minnen; ü Alplionsus! enz.
Als ons oog u, droef van harte,
Daar voor Jezus kruisbeeld vindt. Waar gij klaagt om zooveel smarte: »Och, de liefde is niet bemind!quot; O dan vragen we, of die liefde Ook ons hart zoo innig griefde; O Alphonsus! enz.
Komt gij aan ons oog verschijnen
Voor 't aanbidlijk Sacrament,
Met den gloed der Seralijnen:
Liefde, die geen mate kent;
O dan vouwen wij do bandon: Mocht ook eens ons hart ontbranden; O Alphonsus ! enz.
O Alphonsus! opgenomen
Thans in 't land van liefde en vreè, j Badend in de liefdestroomen Van Gods grondelooze zee,
fe---------------cji
— 221 —
Voer ook ons, na 't blij verwinnen, Do eeuware vreugdezalen binnen O Alphonsus! enz.
V. KERKELIJKE HYMNE TER EERE VAX DEN H. ALPHONSUS.
Wie veilig, langs de rechte baan. Ten hoogen hemel op wil gaan. Hij leez', Alphonsns, onvermoeid De schriften uit uw pen gevloeid.
Zij zijn als honig hemelzoet, Zij bannen de onrust uit 't gemoed, j Ze ontvonken 't hart in liefdebrand Voor God en 't hemelsch vaderland.
Wie schilderde ooit met meerder gloed Ons Christus' wonden, rood van bloed? Wie heeft ooit met begaafder mond Den lof der Moedermaagd verkond?
Komt allen, zonder onderscheid. Ten maaltijd naar elks smaak bereid; Geen zet zich aan deez' feestdisch neer. Die niet rechtschaapner wederkeer'!
Hij maakt de harten rein en vroom. Hij houdt de driften ook in toom,
-------ei!
En redde, als Christus' zendeling, De wereld, die ten afgrond ging.
Aan God den Vader en den Zoon En beider Geest, op 's hemels troon, Gelijk het was ten allen tijd. Zij eeuwig lof en eer gewijd! Amen.
lt;pquot;
Reeks van Gebeden door den Heiligen Alplionsns opgesteld. ')
Zoodra gij zijl opgestaan, maak hel teeken des .ilfciLln ^e9 Kruises en zeg :
_ . jÜ11 God, ik aanbid u, en bemin 'X^r' u uit gelieel mijn hart. c0) Ik bedank 11 voor al uwe wel-
'0 daden, bijzonder dat gij mij dezen nacht bewaard hebt.
Alles wat ik heden zal verrichten en lijden, draag ik u op in vereeniging met don arbeid en het lijden van Jezus en Maria, en ik maak de intentie om
1 De weinige hier voorkomende gebeden, welke de li. Alphonsus iiiet beeft opgesteld . zijn met een * ee- i | tetkend. I
— '224 —
alle aflaten, welke ik heden kan gewinnen , te willen verdienen.
Ik neem mij voor elke zonde te vermijden , bijzonder deze..... [het is
(/oud een hijzonder voornemen te maken hetrejfende de font, waarin, gij ge-imon zijl het meest te vallen). en ik smeek u om de liefde van Jezus mij de volharding te verleenen. Ik neem mij voor, om in de wederwaardigheden, mij telkens aan uwen heiligen wil te onderwerpen en altijd te zeggen : Heer, uw wil geschiede!
Mijn Jezus, waak over mij.
Allerzaligste Maagd Maria, bescherm mij onder uw schutsmantel!
O Hemelsche Vader, help mij uit liefde tot Jezus en Maria.
Heilige Engel, mijn bewaarder, lieve beschermheiligen, staat mij bij.
Bid hier een Onze Vader en Wees gegroet en Geloof in God deu Vader; daarna nog driemaal het gt;Yees gegroet, ter ecre van de zuiverheid van Maria.
ANDER MORGENGEBED.
Ik aanbid n, o mijn God, allerheilig-amp;________lt;2
ste Drievuldigheid, Vader, Zoon en H. Geest, drie personen en één God.
Ik verneder mij voor uwe oneindige Majesteit in den afgrond van mijn niet.
Ik geloof vasteiijk alles, wat gij mij door de H. Schrift en uwe H. Kerk goedgunstig geopenbaard hebt, omdat gij het gezegd hebt; en ik ben bereid om voor dit Geloof mijn leven duizendmaal ten offer te brengen.
Ik stel al mijne hoop op u: alle goed, dat ik verwerven kan, zoowel geestelijk als tijdelijk, in dit zoowel als in het andere leven, alles hoop ik om de verdiensten van Jezus Christus, o God, mijn leven en mijne eenige hoop.
Ik bemin u, o oneindig Goed, met al de vurigheid mijns harten en mijner ziel, daar gij zulks verdient. O kónde ik u beminnen zooals de Engelen, de Heiligen en alle rechtvaardigen het doen. Ik vereenig mijne gansch onvolmaakte liefde met die, welke alle Heiligen, de allerzaligste Maagd Maria en Jezus Christus u toedragen.
O mijn God, omdat gij het Opperste Goed en oneindige liefde en opoffering
amp;----ai
15
— 226 —
waardig zijt, betreur ik van ganscher harte al mijne zonden, en verafschuw ze meer dan elk ander kwaad. Ik neem mij voor, om in het toekomende liever te sterven, dan in het minste, waardoor ik u zou kunnen beleedigen, toe te stemmen. ! U wijd ik, voor heden en voor im-| mer, mijn lichaam en mijne ziel met I al mijne zintuigen en vermogens, mijn geheugen, mijn verstand en mijn wil: Beschik over mij en al het mijne, gelijk het u behaagt. Geef mij uwe liefde en de volharding tot het einde toe en maak, dat ik in alle bekoringen altoos tot u mijne toevlucht neme.
Ik maak het voornemen slechts dat te doen, wat u behagen kan, en ik ben bereid, ten einde u welgevallig te zijn, eike smart en vermoeienis te lijden en altoos te zeggen: Heer, uw wil geschiede!
O, mochten toch allen u dienen en beminnen! O, mocht ik mij daarvoor geheel ten offer brengen, dat alle men-schen der wereld uwe Majesteit dienden en beminden!
Al mijne werken vereenig ik met het
fc____c2
— 227 —
bloed van mijn Verlosser, Jezus Christus, en ik offer ze voor immer aan uwe Majesteit op.
Ik maak de meening om bij mijne verrichtingen dezen dag al de daaraan verbonden aflaten te verdienen, en die tot lafenis der zielen in het vagevuur aan te wenden.
Ik beveel u alle geloovige zielen in het vagevuur en alle zondaren aan: geef dezen ongelukkigen licht en kracht, opdat zij umogen erkennen en beminnen.
Ik verheug mij ten innigste, dat uwe zaligheid onmetelijk is en eeuwig voortduurt.
Ik bedank u voor alle genaden en weldaden, welke gij allen menschen over de geheele aarde bewezen hebt, voornamelijk mij, den ondankbaarste van allen.
Mijn geliefde Jezus, ik vlucht in uwe heilige vijf wonden: verdedig mij daar vandaag en altijd tegen alle bekoringen, totdat gij mij de genade geeft u in het paradijs eeuwig te aanschouwen en te beminnen. Amen. Zoo hoop ik,
zoo geschiede het. amp;_amp;
— 228 —
DAGELIJKSCH GEBED TOT DEN GEKRUISIGDEN ZALIGMAKER OM ZIJNE HEILIGE LIEFDE.
O allerbeminnenswaardigste Jezus, mijne gekruisigde Liefde, ik geloof aan u en belijd, dat gij de ware Zoon van God zijt en de Zaligmaker der wereld! Ik aanbid u, uit den afgrond mijner-ellende. Ik bedank u, dat gij den dood hebt willen ondergaan om mij het leven der goddelijke genade te verwerven.
O gij. getrouwste aller vrienden! O beste aller vaderen! O beminnenswaardigste aller meesters! Aan u, mijn geliefde Verlosser, heb ik geheel mijn geluk te danken, mijne ziel en mijn lichaam en alles wat ik ben. Door u ben ik van de hel verlost; door u heb ik do vergiffenis mijner zonden verkregen; door u heb ik hoop op den hernel.
In plaats echter van te beminnen, heb ik u in mijne ondankbaarheid, na zoovele grootsche bewijzen uwer barmhartigheid en liefde, op nieuw boleedigd.
— 229 —
Ik begrijp ten volle, dat ik tot straf verflien u voortaan niet meer te beminnen. Maar och, mijn lieve Jezus! laat mij elke andere straf ondergaan, behalve deze. Heb ik u tot nog toe veracht, nu echter bemin ik u wederom en verlang u uit geheel mijn hart te beminnen.
Gij weet echter, dat ik zonder uwe hulp niets vermag. Gij hebt mij bevolen u te beminnen en biedt mij alle genaden aan, zoo ik u in uwen naam daarom verzoek: ik nader dan met vertrouwen op uwe goedheid en op uwe belofte, in mijn armoedigen staat, tot den troon uwer erbarming en bid u allereerst door uw bitter lijden om vergiffenis voor al mijne zonden; zij zijn mij van ganscher harte leed, omdat ik u het opperste Goed daardoor beleedigd heb. Vergeef mij dan en verleen mij tegelijk de heilige volharding tot den dood toe en de genade uwer heilige liefde.
Ach, mijn Zaligmaker, mijne hoop en eenige liefde, mijn leven, mijn schat, mijn alles, ontsteek in mijne amp;--d;
ziel het licht der waarheid en het vuur uwer liefde; om deze te ontvlammen zijt gij immers op aarde gekomen. Verlicht mij en laat mij steeds meer en meer erkennen, welke gewichtige aanspraken gij op mijn hart bezit, en welke onmetelijke liefde gij mij vooral in uw lijden en sterven bewezen hebt. Ik bid u, beziel mij met die liefde, welke uw eeuwige Vader u toedraagt. Gelijk Hij in u is en éeu met u, zoo laat ook mij in u zijn door ware liefde en een met u door volmaakte over eenstemming van wil. Schenk mij dan, o Jezus, de genade, u uit geheel mijn hart en voor eeuwig te beminnen, en u altijd om de genade uwer liefde te smeeken, opdat ik in uwe liefde mijn leven eindige, in den hemel u met veel reiner, volmaakter liefde aanhange en in eeuwigheid niet ophoude u te beminnen en te bezitten.
O allerzaligste Maagd, moeder der schoone liefde, mijne voorspreekster, mijne moeder en na Jezus al mijne hoop; ■ onder alle schepselen bemint gij God het meest en hebt geen vuriger begeerte, amp;---a
■amp;-
dan dat alle zielen Hem liefhebben; ter liefde van dezen Zoon, die om mijne zaligheid voor uwe oogen gestorven is, bid voor mij en verkrijg mij de genade Hem altoos en uit geheel mijn hart te beminnen. Van u verlang ik , door u hoop ik deze genade. Amen.
Alvorens gij u ter ruste begeeft, onderzoek uw geweten en wel op de volgende wijze: dank God allereerst voor al zijne weldaden, werp vervolgens een terugblik op al uwe werken en woorden van den afge-loopen dag, wek u op tot berouw en leedwezen over alle uwe begane misslagen en zeg daarna het volgende gebed;
-lt;a
AKTE VAN GELOOF.
O mijn God, gij die de onbedrieglijke waarheid zijt, ik geloof alles, wat de H. Kerk mij voorhoudt te gelooven, omdat gij het haar geopenbaard hebt. Ik geloof, dat gij mijn God zijt, de
amp;gt;-
— 232 —
Schepper der wereld; dat gij de recht-vaardigen voor eeuwig in den Hemel beloont en de zondaren straft in de hel. Ik geloof, dat gij éénzijt in wezen en drievuldig in personen, te weten: Vader, Zoon en H. Geest. Ik geloof aan de menschwording en den dood van Jezus Christus. Ik geloof eindelijk alles, wat de H. Kerk gelooft. Ik dank u, dat gij mij tot het Katholiek Geloof geroepen hebt en betuig in dit heilig geloof te willen leven en sterven.
AKTE VAN HOOP.
Mijn God, omdat gij barmhartig zijt, almachtig en getrouw aan uwe beloften, hoop ik, door de verdiensten van Jezus Christus te verkrijgen, de ver-gilfenis mijner zonden, de volharding tot het einde toe en de heerlijkheid in het hemelsch paradijs.
AKTE VAN LIEFDE EN BEROUW.
Mijn God, omdat gij het hoogste, oneindig beminnenswaardigste Goed zijt,
daarom bemin ik u van ganscher harte fc----
— 233 —
en boven alles, en uit liefde tot u ook mijnen evennaaste gelijk mij zeiven. Ik betreur uit geheel mijn hart en verafschuw meer dan eenig kwaad al mijne zonden, omdat ik daardoor u, het oneindig volmaakte Goed, beleedigd heb. Ik maak het voornemen om met uwe genade, welke ik u voor lieden en immer afsmeek, liever te sterven dan u wederom te beleedigen. Ook maak ik het voornemen bij mijn leven en sterven de HH. Sacramenten te ontvangen.
Paus Benedictus XVI heeft ter bevestiging en tot uitbreiding van de door Benedictus XIll verleende aflaten de volgende aflaten toegestaan voor de verwekking der akten van geloof, hoop, liefde en berouw: 1. telkens een aflaat van zeven jaren en zeven qua-dragenen; 2. maandelijks een vollen aflaat onder de gewone voorwaarden ; 3. een vollen aflaat in het uur des doods.
Om deze aflaten te verdienen wordt gevorderd, dat bij de verwekking der akten van elke deugd de beweeggrond van iedere deugd worde uitgedrukt.
cr' lt;
O O quot;i
O
DE LITANIE VAN LORETTE..
Heer, ontferm u onzer!
Christus, ontferm u onzer!
Heer, ontferm u onzer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
God, Hemelsche Vader, ontferm u onzer.
God de Zoon, Verlosser der wereld,
ontferm u onzer.
God de H. Geest, ontferm u onzer. H. Drievuldigheid, één God, ontf, u onzer. Heilige Maria, bid voor ons.
Heilige Moeder Gods,
Heilige Maagd dor Maagden,
Moeder van Christus,
Moeder der goddelijke genade, Allerreinste Moeder,
Allerzuiverste Moeder,
Ongeschonden Moeder,
Onbevlekte Moeder,
Minnelijke Moeder,
Wonderbare Moeder,
Moeder des Scheppers,
Moeder des Zaligmakers, Allervoorzichtigste Maagd, Eerbiedwaardige Maagd,
■---—--lt;§
Lofwaardige Maagd, bid voor ons. Machtige Maagd ,
Goedertieren Maagd,
Getrouwe Maagd,
Spiegel der rechtvaardigheid,
Zetel der wijsheid,
Oorzaak onzer blijdschap,
Geestelijk vat,
Eerwaardig vat,
Uitstekend vat van godsvrucht, Geheimzinnige roos.
Toren van David,
Ivoren toren,
Morgenster,
Behoud der kranken.
Toevlucht der zondaren,
Troosteres der bedrukten.
Hulp der Christenen,
Koningin der Engelen,
Koningin der Patriarchen.
Koningin der Profeten,
Koningin der Apostelen,
Koningin der Martelaren,
Koningin der Belijders,
— 236 —
Koningin flor Maagden, bid voor ons. Koningin van alle Heiligen, bid voor ons. Koningin zonder smet ontvangen, bid voor ons.
Koningin van den allerheiligsten Rozenkrans, bid voor ons.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld , spaar ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt tie zonden
der wereld, verhoor ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, ontferm n onzer. Christus, hoor ons !
Christus, verhoor ons!
Heer, ontferm u onzer!
Christus, ontferm u onzer!
Heer, ontferm u onzer.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Antiplioon. Onder uwe bescherming nemen wij onze toevlucht, H. Moeder Gods. Verstoot onze gebeden niet in onzen nood, maar verlos ons altijd van alle gevaren, o roemrijke en gezegende Maagd, onze Vrouwe, onze Middelares, onze Voorspreekster! Verzoen ons met uwen Zoon, beveel ons aan uwen Zoon, vertoon ons aan uwen Zoon. £gt;---——cgt;:
— 237 —
V. Bid voor ons, H. Moeder Gods,
R. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
Gebed. Wij bidden u, o Heer, stort uwe genade in onze harten, opdat wij, die door de boodschap des Engels de menschwording van Cliristus uwen Zoon gekend hebben, door zijn lijden en kruis tot de heerlijkheid der verrijzenis mogen gebracht worden; door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.
V. Bid voor ons, H. Jozef.
R. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
Gebed. Wij bidden u, o Heer, dat wij door de verdiensten van den Bruidegom uwer allerheiligste Moeder geholpen mogen worden, opdat ons door zijne voorspraak gegeven worde, wat wij door onze krachten niet kunnen verwerven. Die leeft en regeert in eeuwigheid. Amen.
DAGELIJKSCH GEBED OM EEX ZALIGEN DOOD.
O Heer Jezus Christus, om de bittere smarten, welke gij aan het kruis hebt geleden, toen uwe gezegende ziel van uw allerheiligst lichaam scheidde, ont-amp;__(ü
— 238 —
ferm u over mijne zondige ziel als zij van mijn ellendig lichaam zal moeten scheiden en de eeuwigheid ingaan.
O Maria, om de smarten, welke gij op den Calvarieberg geleden hebt, toen Jezus voor uwe oogen aan het kruis stierf, verkrijg mij eenen zaligen dood, opdat ik Jezus en u, mijne Moeder, hier beneden en eeuwig in den hemel, moge beminnen.
GEBED ALVORENS MEN ZICH TER RUSTE BEGEEFT.
O mijn God, ik dank u, dat gij mij dezen dag in het leven gespaard hebt, bewaak mij ook dezen nacht en bewaar mij voor elke zonde. Ik wil mij ter ruste begeven om u te behagen en met de bedoeling, u, zoo dikwijls ik ademhaal, te beminnen, te loven en te danken, gelijk de Engelen en Heiligen des hemels zulks doen.
O Maria, mijne Moeder, zegen mij en bedek mij met uwen schuts-mantel!
Heilige Engel, mijn bewaarder, en
amp;gt;—__.lt;a
ÜP-
mij'
mijn lieve Beschermheiligen, bidt voor ij!
Alle Heiligen des Hemels staat mij bij!
3. Godvruchtige oefening onAer de lï. TWEs. ')
Volgens de vier hoofddoeleinden van het H Offer.
BIJ HET BEGIN DER H. MIS TOT AAN DE OFFERANDE.
Overdenk eerst, dat het uw plicht is God, uwen Schepper en Heer , het opperste en volmaakste Goed, uw laatste doel en einde, te aanbidden en Hem de verschuldigde eer te bewezen. Overweeg vervolgens:
In het Oude Verbond brachten de menschen het verschuldigde eerbetoon aan God door het opdragen van talrijke oflers; maar in het Nieuwe Verbond ontvangt Hij door eene enkele
#) De volgende ovfr^ogingfn en Krb««ien heeft de H. Al-phonsus voor priesters vervaardigd. Daarom moesten in deze vertaling eenigo uitdrukkingen veranderd worden , opdat ook leeken er zich van zouden kunnen bedienen. amp;___amp;
— 240 —
H. Mis meer eer dan door alle vroegere olïeranden; deze ■waren immers slechts een afbeeldsel en eene schaduw van het olïer onzer altaren. Door de H. Mis ontvangt God zooveel eer als Hij verdient, omdat daardoor de oneindige verheerlijking, welke Jezus Christus Hem geschonken heeft, toen Hij zich zelf aan het kruis ten offer, bracht, vernieuwd wordt. Eene enkele H. Mis verheerlijkt God meer, dan allo gebeden en boetewerken der Heiligen, meer dan alle inspanningen der Apostelen, meer dan de geheele liefdegloed der Serafijnen en der Moeder Gods.
Gebed.
Ach, mijn Heer en mijn Schepper, hoe hebt gij mij de genade kunnen bewijzen u door deze H. Mis uwen Zoon als offer te mogen opdragen en u te verheerlijken, terwijl ik u vroeger zoo dikwijls veracht en beleedigd hebt? Aangezien gij mij zoo goedgunstig toestaat de zoete geheimen van onzen heiligen Godsdienst bij te wenen, zoo vereenig ik mijn armzalig hart met het S?__lt;a
— 241 —
Hart van Jezus Christus en draag het u in zijnen Naam op, om uwe onbegrensde heerschappij over al het geschapene te erkennen. Ik wensch, dat uwe oneindige Majesteit moge aanbeden en bemind worden door alle menschen. Moge het eerbetoon, dat ik ii dezen morgen betuig, doordien ik u uwen Zoon opdraag, alle beleedi-gingen te niet doen, welke de menschen u door hunne zonden hebben aangedaan en nog zullen aandoen.
VAN DE OFFERANDE TOT AAN DE CONSECRATIE.
Het is vervolgens een rechtmatige plicht God voor alle onmetelijke weldaden, welke hij ons in zijne oneindige goedheid verleend heeft, dank te zeggen. (Denk hier een weinig na over Gods weldaden in het algemeen en in het bijzonder). Kunnen wij echter, arme stervelingen, hein den verdienden dank geven? Al had de Heer ons ook maar een enkelen keer een eenvoudig bewijs zijner-welwillendheid gegeven, dan reeds
waren wij hem oneindige dankbetuiging fc-----amp;
— 242 —
schuldig; -wantdeze loutere goedgunstigheid ware eenc genade en een geschenk van den oneindigen God. Doch zie, God heeft ons in staat gesteld om niet beschaamd te staan tegenover onze verplichtingen, zoodat wij Hem op waardige wijze kunnen danken. En waardoor dan ? Door Hem Jezus als offerande in de H. Mis op te dragen; want dan ontvangt God eene volkomen en recht-' matige dankbetuiging. Dit olfer, dat Hem wordt opgedragen, is zijn eigen Zoon in wien Hij zijn welbehagen heeft; het is het olfer van het leven eens Gods, die in de consecratie en in de nuttiging een geheimzinnigen offerdood sterft. Zoo toonde David zijne erkentelijkheid voor alle hem bewezene weldaden : »Wat zal ik den Heer wedergeven, voor alles, wat hij mij bewezen heeft? Ik zal den kelk des heils nemen.quot; Zoo dankte Jezus zelf zijn he-melschen Vader voor de weldaden, welke God alle monschen bewezen heeft: »En den kelk genomen hebbende, dankte Hij en zeide; »Neemt en deelt dit onder u.quot;
Gebed.
O mijn God, ik offer u deze II. Mis op, om u te bedanken voor al weldaden, welke gij aan de geheele wereld bewezen hebt, bijzonder aan mij armen zondaar, die voor mijne ondankbaarheid verdiende van u verlaten te worden. Maar even gelijk ik zonden op zonden stapelde, zoo hebt gij genaden op genaden doen volgen. Ik bedank u daarvoor, o oneindig Goed, of liever moge Jezus Christus u ten dien opzichte in mijne plaats nog inniger dankbetuiging schenken. Ach Heer, om de verdiensten van Jezus Christus, verlicht mij dezen morgen, ontsteek in mij uwe liefde en onthecht mij van de aarde; laat niet toe, dat ik de groote teeder-heid uwer liefde nog langer weerstand biede. Ik bemin u, o opperste Goed, uit geheel mijn hart. Ik wil mij alles ontzeggen, o oneindig beminnenswaardige God, om u genoegen te doen. Ik bid u mij de grootheid uwer liefde steeds meer en meer te openbaren, opdat ik
u altoos inniger liefhebbe en mij be-amp;_____
ijverc u in alles zonder voorbehoud tevreden te stellen. Gij hebt mijne ziel zooveel liefde bewezen, en ik zoude iets anders kunnen beminnen dan u? Neen, mijn God, van heden af wil ik alleen voor u leven; u alleen wil ik beminnen, die mijne geheele liefde waardig zijt. O eeuwige Vader, ik hoop, dat gij ter liefde van Jezus' H. Bloed, door uwe genade mijn verlangen zult bevredigen. Naarmate ik u ontvlood, hebt gij mij met genaden overladen ; veelmeer mag ik dus van u hopen nu, terwijl ik u zoek, terwijl ik slechts uwe liefde verlang. O Maria, mijne Moeder, gij die dien God in uwen schoot gedragen hebt, bij wiens offer ik thans tegenwoordig ben, help mij, opdat ik Hem nederig en vol liefde minstens geestelijkerwijze ontvangen moge. Amen.
VAN DE COXSECRA.TIE TOT AAN DE NUTÏIGING.
Overweeg, hoe door de offerande onzer altaren voor de zonden voldaan en onmetelijke ontfermmgen voor de zondaren verkregen worden. Wee
ons, indien wij dit groote offer niet amp;__amp;
— 245 —
■lt;s
hadden, hetwelk de goddelijke gerechtigheid tegenhoudt om het rechtvaardige strafgericht, dat wij voor onze zonden verdiend hebben, te voltrekken! Voorzeker, alle offers van het Oude Verbond konden Gods toorn, tegen de zondaren niet tot bedaren brengen. ■«Kan de Heer verzoend worden door duizende rammen?quot; — Al ware ook het leven van alle menschen en alle engelen geslachtofferd, dan zoude het der goddelijke gerechtigheid g( eu voldoend zoenoffer, zelfs niet voor eene enkele zonde van het schepsel tegen zijn Schepper, hebben aangeboden. Alleen Jezus Christus kon aan God voldoening schenken voor onze zonden: »Hij is de verzoening voor onze zonden.quot; En daarom heeft de hemelsei ie Vader Hem in de wereld gezonden, opdat hij mensch zoude worden en Hem door het offer van zijn leven met de zondaren zoude verzoenen. Dit offer nu wordt in elke Mis hernieuwd. Hoe groot is dan, o Christen, de genade het IJ. Misoffer te kunnen bijwonen! In de H. Mis offert gij met den Priester, ja met onzen
— 246 —
Heer zeiven, aan den hemelschen Vader het leven en de verdiensten op van Jezus Christus, waardoor God bewogen wordt den zondaren licht en sterkte om een oprecht bei ouw te verwekken, en daarna vergeving der zonden te ver-leencn. »God schenktzegt liet Concilie van Trente, sdoor dit olfer verzoend, de genade en gave van berouw, en scheldt de afschuwelijkste zonden kwijt.quot; O, hoeveel krachtiger roept de stem van het onschuldig b.ood van onzen Verlosser bij God ontferming over ons af, dan de stem van Abels bloed om wraak riep jegens Kaïn! ))Gij zijt genaderd tot den Middelaar des nieuwen verbonds, tot Jezus en tot zijn bloed, waardoor hij u besprengten beter spreekt dan Abel.quot; Hebr. XU. 24.
Gehcd.
O almachtige God, gij zijt vertoornd op de zondaren en hebt er alle redenen voor, omdat zij u al uwe groote liefde-bewijzen met ondank vergelden. Zoo
de zonden der wereld echter groot zijn— $---
— 247 —
grooter is de offerande, welke ik u heden opdraag: »Doch niet zóó gelijk het misdrijf is, alzoo is ook het geschenk.quot; Rom. V. 15. Ik draag u nu op het offer van uwen Zoon zeiven; dat dit offer, hetwelk u zoo innig dierbaar is, u toch verzoene en bewege aan alle arme zondaren, die u óf niet kennen óf, niettegenstaande zij u kennen, u niet beminnen, en beroofd van uwe genade voortleven, barmhar-tigheid te schenken. Geef hun licht en wilskracht om uit den armzaligen staat, waarin zij verblind voortleven, op te staan.
Ik spreek ten beste voor allen, maar vooral voor mij zeiven, aangezien ik meer dan anderen door u met genaden overladen, ook meer dan anderen ondankbaar jegens u geweest ben, en u veracht en beleedigd heb. Ter liefde van Jezus Christus, o mijn God, vergeef mij al mijne zonden, de groote zoowel als de mindere, alle ongeduld en leugentaal, alle onmatigheid, alle verstrooidheden en nalatigheden tijdens het gebed; al deze zonden zijn mij Sb_tó
leed, wijl ik u, liet hoogste Goed, daardoor bedroefd heb, die door allen verdient oneindig bemind te worden.
Ik bemin u, o oneindig God, ik bemin u boven alles, en betuig u, liever te sterven, dan u nog eens in het minste te beleedigen. O Jezus, uw dood en uw bloed is mijne hoop. Om uwe verdiensten bid en verhoop ik de. genade u getrouw te blijven, u uit gelieel mijn hart, en niets anders dan u te beminner;. Gij ecliter, c allerzaligste Maagd Maria, ondersteun mij door uwe voorspraak gedureride deze heilige offerande.
VAK IJE NUTTIGING TOT AAN HET EINDE.
Overweeg hoe uit kracht van het heilig Misoffer de gebeden der christenen te beter verhoord worden. God deelt ten allen tijde zijne genaden ruimschoots uit, zoo Hij om de verdiensten van Jezus Christus gesmeekï wordt; maar onder de H. Mis stort Hij, naar het woord van den H. Joannes Chrysos-tomus, die in veel ruimer mate uit op amp;d——_-_-_
— 249 —
het gebed des Priesters, die in naam van allen bidt; dit gebed toch is dan veel kostbaarder, omdat het vergezeld gaat met de bede van Jezus Christus, die als Hoogepriester zich zeiven in het Offer opdraagt om door zijne bemiddeling genaden voor ons te verkrijgen.
Het Concilie van Trcnte leert, dat de Heer gedurende de H. Mis op een troon van genaden gezeten is, tot welken wij, volgens de aanmaning des apostels, met vertrouwen moeten naderen om barmhartigheid te verkrijgen en genaden te vinden. Ook de Engelen, zegt de H. Joannes Chrysostomus, wachten den tijd der H. Mis af om dan met grooter ijver ten onzen gunste hunne voorbeden aan te bieden; wat men onder do H. Mis niet verkrijgt, voegt hij er bij, verkrijgt men moeielijk op eenigen anderen tijd.
O welke genaden kan de christen voor zich en voor anderen verwerven, als hij onder de H. Mis don Heer daarom bidt! De H. Paulus leert, dat wij door Jezus Christus alle rijkdommen, h----
— 250 —
alle genaden ontvangen, wanneer wij den Vader om zijne verdiensten daarom bidden: sin alles zijt gij rijk geworden in Hem , zoodat het u aan geene genade ontbreekt.quot; Dit geldt vooral, wanneer de christen God verheerlijkt en verzoent door Hem zijnen Zoon op te offeren. En zal dan de Vader, die ons zijnen Zoon schenkt, die Hem opgeofferd wordt in de heilige geconsacreerde hostie , zal Hij ons , (laar Hij ons zijnen Zoon geeft in de H. Mis, ons eenige andere genade kunnen weigeren ? »Hoe, zal hij ook met Hem ons niet alles schenken?quot;
Gebed.
Ongelukkige, die ik geweest ben ! Hoeveel genaden, o mijn God, heb ik verloren, daar ik uit eigen verzuim mij niet beijverd lieb' ze door het H. Misoffer te verwerven! Aangezien gij mij echter verlicht, wil ik voortaan niet meer zoo nalatig zijn. Ik vereenig daarom, o hemelsche Vader, mijne gebeden met die van Jezus Christus en om de liefde, welke gij dezen uwen fc____6.
Zoon toedraagt, dien ik u in dit offer met den Priester opdraag, smeek ik u mijne zonden, die mij allen van harte leed zijn, te vergeven. Laat mij toch erkennen, iioeveei recht gij op mijne liefde hebt en welke oneindige verplichting ik heb u lief te hebben, niet alleen omdat gij het hoogste Goed zijt, maar ook omdat gij mij zoo zeer bemind hebt. Geef mij de kracht om mij van alle' aardsche neigingen los te maken, en alle zinnon en begeerten mijns harten er toe to zetten u alleen te beminnen , o opperste Goed, die mij zoozeer hebt liefgehad. Ik bid u ook hen te verlichten, die u niet erkennen en in uwe ongenade voortleven; schenk hun allen uwe genade, schonk hun allen uwe liefde. O oneindige liefde van mijn God, maak dat gij erkend, — maak, dat gij bemind wordt.
Gij echter, mijn lieve Verlosser, maak mij alvorens ik sterf, geheel uw eigendom, en laat niet toe, dat ik mij ooit weder van u afscheide. Ach, mijn Jezus, waarom moet ik toch , zoolang ik leef, aan dit gevaar onderhevig zijn? Ik wil u
5 $•
— 252 —
niet meer verliezen. Smeek uwen Vader , dat hij mij veeleer den dood doe sterven, dan u opnieuw den rug toe te keeren. Bid Hem. dat hij mij mij door de liefde meer en meer aan u vast-hechte, aan u, die mij zoo zeer verplicht hebt, u te beminnen. Mijn Jezus, gij zijt mijne liefde en mijne hoop. Geef dat ik, zoo dikwijls ik u op. het altaar aanschouw, van ganscher harte tot u zegge, wat eenmaal de H. Philippus Nerius zeide, als hij u in het allerheiligste Sacrament zag; »Daar is mijne liefde, daar is mijne liefde, daar is al mijne lietde!quot; O allerzaligste Maagd Maria, bid ook gij voor mij. Maak mij door uwe voorspraak een waardig christen , maak mij geheel en al het eigendom van Jezus Christus. Amen.
Als tweede, derde en vierde oefening on-dor de U. Mis, kunnen de gebeden tot den lijdenden Verlosser, tot het Goddelijk Hart van Jezus en tot de allerzaligste Maagd gebruikt worden. (Zie hierachter.;
— 253 —
4. Crebctlen voor het bezoek bij het allerheiiigstc Sacrament des Altaars en der Allerzaligste Maagd ^Earia.
BEGROETING VAX HET H. SACRAMENT.
Heer Jezus Christus, uit liefde tot den mensch verwijlt gij dag en nacht in dit Sacrament en vol goedgunstigheid en liefde verwacht gij, roept en ontvangt gij allen, die u bezoeken. II; geloof aan uwe tegenwoordigheid in het H. Sacrament des Altaars. Ik aanbid u uit den afgrond van mijn niet en zeg u dank voor al uwe genaden ; bijzonder bedank ik u daarvoor, dat gij mij u zelven in dit Sacrament geschonken, uwe Moeder Maria tot voorspreekster gegeven en mij uitgenoodigd hebt, om u in deze kerk te komen bezoeken. Nu groet ik uw liefderijk Hart en verlang zulks te doen met een drievoudig doel: ten eerste om u voor dit groote geschenk te bedanken; ten tweede om u voldoening te geven voor alle ontee-ringen, welke u in dit Sacrament van amp;__ca
— 254 —
uwe vijanden worden aangedaan; ten derde om u, zoo mogelijk, door dit bezoek op alle plaatsen der wereld te aanbidden, waar gij in dit H. Sacrament bet minst vereerd wordt en bet meest verlaten zijt. O mijn Jezus, ik bemin u uit gebeel mijn bart. Het is mij leed, dat ik uwe oneindige goedheid in bet verledene zoo dikwijls mishaagd heb. Ik neem mij voor om u, door uwe genade geholpen, voortaan niet meer te beleedigen; ellendig als ik ben, wijd ik mij toch geheel aan u toe en schenk u, met volledigen afstand, gebeel mijn wil, mijn gevoel, mijne wenscben en alles, wat mij toe-beiioort. Beschik van nu af naar welgevallen over mij en alle mijne goederen. Ik smeek en verlang van u slechts uwe heilige liefde, de volharding tot het einde toe en de volmaakte onderwerping aan uwen H. wil. Ik beveel u de zielen in het vagevuur aan, voornamelijk de vereerders van uw H. Sacrament en der allerzaligste Maagd. Ik beveel u ook alle zondaren aan. Ik vereenig op het innigst, mijn lieve Ver-
losser, al mijne gevoelens met die van uw liefderijk Hart en draag ze aldus den eeuwigen Vader op en smeek Hem, in uwen naam, die uit liefde tot u aan te nemen en te ver-hooren.
Alwie bovenstaand gebed rouwmoedig en aandachtig voor het H. Sacrament bidt. rerdient telkens een aflaat van 300 dagen en maandelijks een vollen aflaat onder de gewone voorwaarden. Paus Pius IX 7 Sept. 18S4.
Als hieropvolgcndfl gebeden zijn bijzonder geschikt de gebeden Toor bet U. Sacrament (blade. S79) en de gebeden tot het Heilig Hart vaa Jezus (blad:;. 317).
GEESTELIJKE COMMUNIE.
O mijn Jezus, ik geloof dat gij in het H. Sacrament des Altaars tegenwoordig zijt. Ik bemin u boven alles en verlang naar u uit geheel mijn hart. Aangezien ik u thans in uw H. Sacrament niet ontvangen kan, zoo kom ten minste op eene geestelijke wijze in mijn hart. Evenals of gij reeds tot mij gekomen waart, omhels ik u en vereenig mij geheel met u; laat niet toe, dat ik mij ooit van u scheide.
KORTERE WIJZE.
Ik geloof, o Jezus, aan uwe tegen-amp;------ót
'ègt;---—--- $
woordigheid in het Allerheiligste Sacrament; ik bemin u en verlang naar u. Kom in mijn hart. Ik omhels n; scheid Ti nimmer van mij.
SCHIETGEBEDEN.
Laat bid ik u, Heer Jezus Christus, het vurige en zoete geweld uwer liefde mijn binnenste verteeren, opdat ik uit Heide voor uwe liefde sterven moge, die u gewaardigd hebt uit üefde voor mijne liefde te sterven. H. Franciicus. O versmade liefde, o ongekende liefde'
H. Maria Ma^dalena dc Pazzi.
O mijn Bruidegom, wanneer zult gij
mij tot U trekken ? II. l'ctrn» y«n Alcmtira.
BEGROETING DER ALLERZALIGSTE MAAGD.
Allerheiligste, onbevlekte Maagd, mij ne Moeder Maria! Gij zijt de Moeder van mijn Heer, de Koningin der wereld, de voorspreekster, dc hoop en de toevlucht der zondaren. Tot u neem ik de ellendigste der mcnschen heden mijne toevlucht. Ik groet u eerbiediglijk, edele Koningin, en dank u voor de bewezen amp;______t
--9J
weldaden; bijzonder hiervoor, dat gij mij voor de hel bewaard hebt, die ik zoo dikwijls heb verdiend. Ik bemin u, allerbeminnelijkste Koningin en uit liefde tot u verklaar ik, dat ik u altoos wil dienen en zooveel in mijn vermogen is te zorgen, dat ook anderen u beminnen. Op u stel ik al mijne hoop en al mijn heil. Neem mij aan als uw dienaar en spreid uwen schutsmantel over mij uit, o Moeder der barmhartigheid. En daar gij bij God zoo veel vermoogt, zoo bewaar mij voor alle bekoringen, of verkrijg mij de kracht om ze tot aan mijnen dood toe te overwinnen. Tot u bid ik om ware liefde tot Jezus Christus; door u hoop ik een zaligen dood. 0 Moeder, ik bid u, uit liefde tot God mij toch altoos bij te staan, vooral in de laatste ure mijns levens. Verlaat mij niet, tot dat gij mij eens zalig zult zien in den hemel; daar zal ik u zegenen en uwe goedgunstigheden prij-zt'n voor alle eeuwigheid. Amen. Zoo hoop ik, zoo geschiede het.
Al wie Toor ccn beeld Tan Onze lieve Vrouw in rouwmoedige stemming en met aandacht dit gebed uitspreekt,
amp;--G
17
$--— 9)
— 258 —
verdient te'.kens een aflaat van 300 dagen , en iedere maand ondtr de gewore voorwaarden een vollen aflaat.
Paus Pius IX. 7 Sept. 1854.
Voor gij gaat biechten, moet gij God eerst bidden om verlichting, opdat gij uwe zonden moogt kennen, en de genade verkrijgen van er een waar berouw over te verwekken en het voornemen te maken uw leven te beteren. Beveel u in 't bijzonder aan de Moeder van Smarten, opdat zij zulk berouw voor u afsmeeke. Zeg vervolgens met aandacht het volgende gebed.
GEBED VOOR DE BIECHT.
God van oneindige Majesteit! Zie hier aan uwe voeten den verrader, die u be-Jeedigd heeft maar nu nederig om vergeving smeekt. Ach Hoor, verstoot mij niet! Een hart, dat zich vernedert, verwerpt gij niet: »Ecn berouwvol en nederig hart zult gij, o God. niet versmaden.quot; Ps. 50. Ik bedank u, dat gij mij tot dit uur gespaard hebt, mij niet in de zonden hebt laten sterven, en niet in de hel, gelijk ik het verdiende, amp;__;_c2
— 259 —
neergeworpen hebt. Aangezien gij mij tot heden gespaard hebt zoo hoop ik, o mijn God, dat gij mij om de verdiensten van Jezus Christus in deze biecht al mijne zonden vergeven zult; ik heb de hel verdiend en mijn recht op den hemel verloren, en daarom heb ik berouw over mijne zonden en betreur ze ; ik verafschuw ze uit geheel mijn hart, niet zoozeer omdat ik daardoor de hel verdiend heb, maar omdat ik u, het hoogste Goed, door dezelve heb beleedigd. Ik bemin u, o mijn opperste Goed, en omdat ik u bcnr.in, heb ik berouw over al mijne zonden. Ik heb mij van u losgescheurd , ik heb den eerbied u verschuldigd uit het oog verloren, uwe gunsten en vriendschap veracht, kortom, ik heb u, mijn God en Heer, vrijwillig verloren. Vergeef mij, ter liefde van Jezus Christus, al mijne zonden; ik betreur ze van ganscher harte, ik haat en verafschuw ze en verwensch ze meer dan elk ander kwaad. Ik heb niet enkel Berouw over de bedreven doodzonden, maar ook over de dagelijksche zonden, amp;__d:
— 260 —
■lt;p~
omdat zij u mishagen. Ik maak het voornemen u voortaan, met de hulp uwer genaden, niet meer vrijwillig te beleedigen. Ja, mijn God, ik wil liever sterven dan u nog ooit te vergrammen.
Bijaldien gij zonden te biechten hebt, waarin gij hervallen zijt, zult gij goed doen een bijzonder voornemen te maken, deze niet meer te bedrijven, en u vast voor-te nemen de gelegenheid tot dezelve te mijden, als ook de middelen te gebruiken, welke de biechtvader u aangeeft of welke u zelf het geschiktst voorkomen om het hervallen te beletten.
ANDERE OEFENING VAN REROUW EN LEEDWEZEN.
O mijn Jezus, om den afschuw, welken gij in den hof van Gethsemani van mijne zonden hadt, verleen mij een waar berouw over al mijne zonden. Vervloekte zonden, die ik bedreven heb. ik haat en verafschuw u; gij hebt mij de genade van mijnen Heer doeu verliezen. Het doet mij leed, mijn Jezus, dat ik u den rug toegekeerd heb. Had ik toch liever elk ongeluk verduurd en u niet beleedigd.
*
_cM
O mijn allerliefste Verlosser, niet de hel, die ik verdiend heb, maar de liefde, welke gij mij hebt toegedragen, spoort mij aan om bedroefd te zijn, bij de gedachte aan mijne bedrevene zonden; terecht, want het vuur der hel, dat ik mij waardig maakte, komt in geen vergelijking met de oneindige liefde, welke gij mij in uw lijden bewezen hebt. Hoe was het toch mogelijk, o mijn God? Ik wist, dat gij u voor mij hebt laten binden, geeselen, in het aangezicht spuwen, aan het kruis nagelen en ter dood brengen, en ik heb toch zoo dikwijls uwe genade veracht on u den rug toegekeerd! O mocht ik van droefheid sterven; het doet mij leed en het veroorzaakt mij meer droefheid dan eenig ander ongeluk.
Nu begrijp ik hoe zwaar ik misdeed, toen ik mij van u, mijn hoogste Goed, afscheurde. Liever had ik elke smart, elk ongeluk, elke stervenssmart moeten onderstaan, dan u te beleedigen; of kon ik wel grootere misdaad bedrijven, dan uwe genade vrijwillig te versmaden? amp;-;--amp;
— 262 —
Ach, mijn Jezus, geen smart baart mij meer droefheid dan deze , dat ik u, o mijn opperste Goed, veracht heb.
Ik diuik u, o mijn Heer en God, voor de zoete belofte der vergiffenis, die gij den zondaren gedaan hebt, voor de zoete belofte om de zonden aan hem te vergeven, die berouw gevoelt over zijne misslagen: »Alle zijne misdaden wil ik niet gedenken!quot; Dat alles is de vrucht van uw lijden. O zoet lijden! zoete barmhartigheid! zoete liefde van Jezus Christus! Gij zijt mijne hoop. Hoe ongelukkig zou ik zijn, indien gij. mijn Jezus, niet voor mij gestorven waart, indien gij mijne schuld niet hadt uitgewischt!
Ach God, ik dacht er slechts aan om zonden te bedrijven; gij daarentegen waart er slechts op bedacht om barmhartigheid met mij uit te oefenen. Nadat ik de zonden begaan had, dacht ik aan geen berouw noch aan leedwezen, maar gij dacht er aan om mij tot boetedoening uit te noodigen. Kortom ik heb gedaan, wat ik kon, om mij zeiven in de hel te storten; gij hebt, £,--i
^
om zoo te spreken, gerlaan wat gij kondet otn mij van de eeuwige vervloeking te bewaren! Gij zijt een oneindig Goed, en ik heb u versmaad! Gij zijt mijn gebieder, en ik heb u de verschuldigde eerbewijzing niet gebracht! Gij zijt eene oneindige goedheid, en ik heb u den rug toegekeerd! Gij zijt eene oneindige liefde waardig en hebt mij zoo zeer bemind , en ik heb u mijne liefde ontzegd en u zoozeer bedroefd. Maar gij hebt gezegd, dat gij een rouwmoedig en ootmoedig hart niet versmaden kunt, zie, berouwvol klem ik mij vast aan uw kruis: het is mij van ganscher harte leed u veracht te hebben. Ter liefde van uw bloed, voor mij vergoten, neem mij weder in uwe genade op. O Maria, gij hoop der zondaren, verkrijg mij ver-gifïenis, de volharding en de liefde tot Jezus Christus.
VOORNEMEN.
O mijn Jezus, ik bemin u en neem mij vastelijk voor liever al het andere dan uwe genade te verliezen. Ik ben amp;-----é.
zwak, maar gij zijt sterk ; uwe sterkte moet ook mij kracht geven tegen al mijne vijanden. Dat hoop ik door uw lijden. ))De Heer is mijn licht en mijn heil; wien zal ik vreezen?quot;
Ik vrees niet, o gekruisigde Verlosser, have en goed, mijne bloedverwanten, zelfs mijn eigen leven te verliezen; maar ik vrees to verliezen uwe vriendschap en liefde. Ik vrees slechts u te bedroeven en van uwe genade beroofd te worden. Maar gij zijt mijne hoop! Ik bid u, behoud mij in deze liefde en help mij om ten uwen believe alles te boven te komen.
O allerzoetste Jezus »laat mij niet van u gescheiden worden.quot; — sik ben het werk uwer handen,quot; door uw bloed vrijgekocht; laat mij niet zoo ongelukkig zijn uwe liefde te verliezen en mij van u te verwijderen. Sta mij bij in alle gevaren, waarin ik komen zal, en geef, dat ik mij altoos aan u aan-bevele. Ik gevoel in mij het krachtige verlangen om u getrouw te zijn, en al mijne overige levensdagen aan u alleen toe to wijden. Gij moet mij £_______c5
lt;?-
daartoe uwe hulp verleenen; daar vertrouw ik op.
Mijn Jezus, laat de vrees om u te beleedigen steeds in mij aangroeien. Het verraad, dat ik vroeger jegens u gepleegd heb, verschrikt mij; maar uwe verdiensten en de genaden, welke gij mij verleend hebt, moedigen mij aan. Zij doen mij hopen, dat gij mij niet verlaten zult nu ik u bemin, aangezien gij mij zooveel goedgunstigheid bewezen hebt toen ik er niet aan dacht om u te beminnen. Ik vertrouw niet op mijne eigene krachten; ik weet te zeer, hoe zwak ze zijn; ik vertrouw geheel en al op uwe goedheid en hoop vastelijk , dat ik mij nooit van u zal afscheiden.
O, kon iemand mij toch maar de verzekering geven , mijn Jezus, dat ik u nooit meer zoude verliezen, dat ik u altoos zoude beminnen! Ik geef mij echter aan uwen heiligen wil over, die het zoo regelt, en dit tot mijn best, van tot mijn dood in de onzekerheid te zweven, opdat ik mij onophoudelijk aan u vasthechte en u dagelijksch bidde:
£gt;___lt;a
------- —
))Laat mij niet van u scheiden!quot; Ja, o mijn Jezus, ik zeg het nog eens en geet' mij lt;le genade liet altijd te herhalen: »Laat mij niet van u scheiden, laat mij niet van u scheiden.quot;
O mijn Verlosser, ik wil mij niet meer van n losscheuren. Wanneer ook alle menschen u verlieten, ik wil het niet doen al zou ik ook mijn leven moeten geven. Ja, ik verklaar het: al was er ook geen hemel en geen hel, van uwe liefde wil ik m:j niet afscheuren; wachtte hem die u bemint, ook geen loon, en hem, die het niet doet, geene straf, gij, mijne liefde, zijt eene oneindige liefde waardig, ik wil u beminnen!
O, konden de jaren van mijn afge-loopen leven terugkeerenl Ik zoude ze allen aan uwe liefde wijden. Maar zij keeren niet meer terug. Ik dank u, dat gij mij gespaard en niet ter helle gedoemd liebt, gelijk ik het verdiende; omdat gij zulks gedaan hebt, zoo wijd ik u geheel mijn volgend leven toe. Al mijne gedachten, wenschen en gevoelens zal ik slechts aan ,venden om u
_c2
fc-
— 267 —
genoegen te geven en uwen heiligen wil te volbrengen.
Mijn allerliefste Jezus, ik wil niet wachten met u te omhelzen, tot dat gij mij in het stervensuur daartoe de gelegenheid geeft; nu reeds klern ik mij aan u vast en werp mij neer aan uwe doornagelde voeten. O mijne gekruisigde liefde, om mij een zaligen dood te verwerven , hebt gij een zoo smartelijken en troosteloozen dood willen sterven; verlaat mij dan niet, o mijn Verlosser, in die ure, waarin allen op aarde mij verlaten, laat niet toe, dat ik u ver-lieze en mij van u scheide. Neem mij op in uwe heilige wonden, en. laat daarna mijne ziel in uwe liefde verscheiden , om bij u te komen en u eeuwig te beminnen.
GEBED NA DE BIECHT.
(Ps. 102.) Loof, mijne ziel, den Heer, en alles wat in mij is, zijnen heiligen naam.
Loof, mijne ziel, den Heer, en wil zijne weldaden niet vergeten.
Want Hij ontfermt zich over al uwe
•lt;?gt;- -lt;?5
ongerechtigheden, heelt al uwe zwakheden ;
Redt uw leven van den ondergang, kroont u met barmhartigheid en ontfermingen.
Barmhartig is de Heer en genadig, lankmoedig en rijk aan barmhartigheid.
Hij heeft niet met ons gehandeld volgens onze zonden, noch naar onze misdaden ons vergolden.
Zoo ver het Oosten van het Westen verwijderd ligt, zoo ver heeft Hij onze misdaden van zich weg gestooten.
Gelijk een vader zich over zijne kinderen ontfermt, zoo heeft de Heer zich erbarmd over degenen, die Hem vreezen; want Hij zelf kent ons zijne schepselen.
Looft den Heer al zijne Engelen, Gij, zijne dienaren, die zijnen wil volbrengt.
Looft den 'Heer al zijne werken, ieder op de plaats zijner Heerschappij, loof mijne ziel den Heer!
■ Eer zij den Vader en den Zoon en den heiligen Geest, gelijk het was in den begin, nu en altijd, tot in eeuwigheid. Amen.
_lt;a
amp;gt;-
— 269 -
Gebed.
Mijn lieve Verlosser, hoezeer ben ik u verplicht! Nu hoop ik, dat ik door de verdienste van uw Bloed vergeving verkregen heb; ik breng u daarvoor mijn innigen dank. Ik hoop in den hemel voor eeuwig uwe barmhartigheid te loven. Tot nog toe, o mijn God, heb ik u dikwijls verloren; ik wil u echter niet meer verliezen. Van heden af wil ik waarlijk mijn leven veranderen. Gij verdient al mijne liefde; ik wil u in waarheid beminnen, ik wil mij niet meer van n scheiden. Ik heb het u reeds beloofd en beloof het thans op nieuw, dat ik liever wil sterven dan u te beleedigen. Ik beloof u ook de vrijwillige naaste gelegenheid van zonde te vluchten en dit middel (stel het hier nauwkeurig vast) aan te wenden, om niet meer te hervallen. Gij echter, mijn Jezus, kent mijne zwakheid; geef mij de genade tot in den dood toe getrouw te blijven en in de bekoring tot u mijne toevlucht te nemen. Heilige Moeder Gods Maria ,
amp;__c2
---c
help mij! Gij zij t de Moeder dor Tiarrn-liartiglieid, op u stel ik mijne hoop.
Hier kunt gjj de penitentie bidden, die u door den biechtvader is opgelegd.
GEDEDEN VOOR DE H. COMMUNIE.
Er is geen krachtiger middel om zich van de zonden te ontdoen en in de liefde Gods toe te nemen dan de H. Communie. Hoe kunnen dan zoo menigvuldige zielen , niet tegenstaande zij zoo dikwijls tot de 11. Com munie naderen, altoos in dezelfde lauwheid en in dezelfde fouten volharden ? De reden ligt in hunne slechte gesteltenis en in het gebrek aan voorbereiding. Twee zaken worden noodwendig ter voorbereiding gevorderd : ten eerste alle neigingen, welke de liefde tot God in den weg staan. uit uw hart te verbannen ; ten tweede een groot verlangen naar Gods liefde in u op te wekken. Ja, dit moet volgens den H. Franciscus van Sales, bij de II. Communie uw hoofddoel zijn , namelijk in de liefde Gods toe te nemen. Alleen uit liefde zegt de Heilige, moet gij God ontvangen, die zich slechts uit liefde aan u geeft. Bid daarom met aandacht het volgende gebed: gt; h____c?
■lt;3
Lieve Jezus, waarachtige Zoon van God, in een zee van smarten en smaad voor mij aan liet kruis gestorven! Ik geloof, dat gij in het Allerheiligste Sacrament tegenwoordig zijt en voor dit geloof ben ik bereid mijn leven te geven.
Mijn lieve Verlosser, om uwe goedheid en de verdiensten van uw Bloed hoop ik, dat gij heden morgen bij uw komst in mijn hart mij geheel en al met uwe liefde ontvlammen en mij de noodige genaden schenken zult, om u altijd tot den laatsten dag mijns levens gehoorzaam en getrouw te blijven. O mijn God, ware en eenige vriend mijner ziel, wat zoudt gij nog meer hebben kunnen doen om mij tot uwe liefde te verplichten? Het was u niet voldoende, o mijne liefde, voor mij te sterven ; gij hebt ook dit Sacrament willen instellen, mij tot spijs willen worden, u geheel aan mij willen schenken en u geheel en al met een zoo ellendig en ondankbaar schepsel, als ik ben, willen I verbinden en vereenigen. Gij zelfnoodigt mij tot de H. Communie uit en wenscht _-_-cS
allervurigst, ilat ik u ontvang. O oneindigs liefde! God zelf wil zich geheel en al aan mij schenken! O oneindig beminnenswaardige God, ik bemin u boven alles, ik bemin u van ganscher harte, ik bemin u meer dan mij zei ven, meer dan mijn leven; ik bemin u omdat gij het verdient en om u genoegen-te geven, omdat gij zoozeer naar mijne liefde verlangt. Gaat weg uit mijne ziel, gij aardsche neigingen! Al mijne liefde wil ik u alleen wijden, mijn Jezus , mijn schat, mijn alles! Heden morgen schenkt gij u geheel en al aan mij ; ik schenk mij geheel en al aan u. Verleen mij uwe liefde; ik wil toch niets anders dan u , niets anders dan wat u behaagt. Ik bemin u, o mijn Verlosser, en ik vereenig mijne ellendige liefde met de liefde van alle Engelen en Heiligen, met de liefde uwer Moeder Maria en met die van uwen eeuwigen Vader. O , mochten allen u toch beminnen! O, kon ik toch zorgen, dat alle menschen u liefhadden, dat zij u beminden, zooals gij het verdient!
(P--—-3
— 273 —
Zie ik nader reeds, o mijn Jezus, om uw allerheiligst lichaam als spijs mijner ziel te ontvangen. Mijn God, wie ben ik? en wie zijt Gij? Gij zijt de Heer van oneindige goedheid en ik ben een ellendige aardworm met ontelbare zonden bezoedeld, die u dikwijls uit mijne ziel verjaagd heb. »0 Heer, ik ben niet waardigquot; niet eens waardig in uwe tegenwoordigheid te vertoeven: ik moest eigenlijk reeds verre en eeuwig van u verwijderd in de hel zijn; maar in uwe goedheid noodigt gij mij nit u te ontvangen; zoo kom ik dan, geheel terneergeslagen en beschaamd wegens al mijne zonden, maar vol vertrouwen op uwe barmhartigheid en liefde tot mij. O, hoezeer spijt het mij, mijn beminnenswaardige Verlosser, u vroeger zoo dikwijls beleedigd te hebben! Gij zijt zoo ver gegaan uw leven voor mij ten beste te geven, en ik heb uwe genaden en uwe liefde veracht en u voor een niet verzaakt! Ik betreur en verafschuw van ganscher harte en meer dan elk ander kwaad, al mijne zouden en iedere in het bij-
Sb----d
18
zonder, de zware zoowel als do mindere, omdat ik u, oneindige goedheid, daardoor beleedigd heb. Ik hoop, dat gij mij reeds vergeving geschonken hebt, zoo ik echter nog niet in uwe genade ben opgenomen, verleen mij de vergiftenis, mijn Jezus, alvorens ik u ontvang. Neem mij aanstonds in uwe genade aan, gij, die aanstonds tot mij verlangt te komen en uwen intrek bij mij wilt nemen. Kom dan, mijn Jezus, kom in mijne ziel; zij verlangt naar u. O mijn eenig en oneindig Goed, mijn leven, mijne liefde, mijn alles, dat ik u heden toch ontvange met dezelfde liefde, waarmede de meest van liefde brandende zielen u ooit ontvingen; met de vurigheid, waarmede u uwe allerheiligste Moeder ontving!
Ik vereenig mijne Communie met de hunne. O allerzaligste Maagd, mijne Moeder Maria, geef mij uwen Zoon. Ik wil Hem als uit uwe handen ontvangen. Zeg Hem, dat ik u toebehoor; dan zal hij mij thans bij zijne komst met des te grootere liefde aan zijn hart drukken.
— 275 —
Gebed na de H. Communie.
De oogenblikken na de H. Communie zijn buitengewoon kostbaar en geschikt om ons groote schatten van genaden te verworven; want alsdan is de ziel één mot Jezus Christus, en daarom zjjn hare gebeden en verzoeken verdienstelijker en van eene hoo-gere waarde dan anders. De Heer, schrijft de II. ïeresia, verwijlt alsdan in de ziel als op een genadentroon en spreekt haar toe: Mjjne dochter, vraag van mij wat gij wilt; ik ben slechts gekomen om u wel te doen. O, welke groote gunstbetuigingen ontvangen zij, die met Jezus Christus na de H. Communie spreken en verkeeren! De Eerwaarde Pater Avila besteedde na de H. Communie nooit minder dan twee uren aan het gebed. De H. Aloysius gebruikte drie dagen voor dankzegging. Lees daarom de volgende gebeden, en beijver u den ge-heelen dag door met godvruchtige gevoelens en schietgebeden bij Jezus te verwijlen, dien gij dezen morgen ontvangen hebt.
Zoo zijt gij dan reeds tot mij gekomen, mijn Jezus! gij woont reeds in mijn hart en zijt nu geheel de mijne! Wees welkom, mijn beminde Verlosser, ik aanbid u en werp mij aan uwe h__c5l
— 276 —
voeten neder; ik omhels u, ik druk u aan mijn liart en bedank u , dat gij zoo goedgunstig uw intrek in mijne ziel genomen hebt. O Maria, mijne beminde beschermheiligen ^ mijn heilige engelbewaarder, bedankt Hem in mijne plaats! O mijn God, mijn koning, gij zijt mij met zooveel liefde komen be-. zoeken, daarom schenk ik u mijn wil, mijne vrijheid, geheel mij zei ven. Gij hebt u geheel aan mij geschonken, ik schenk mij geheel aan u. Ik wil mij zeiven niet meer toebehooren; van heden af wil ik de uwe, geheel de uwe zijn. Uw eigendom zullen voortaan zijn: mijne ziel, mijn lichaam, mijne bekwaamheden, mijne zintuigen; zij zullen u zonder uitzondering dienen en genoegen verschaffen. U wijd ik al mijne gedachten, mijne wenschen, mijne gevoelens en geheel mijn leven. Ik heb u genoeg beleedigd, mijn Jezus; mijn toekomstig leven wil ik geheel besteden om u te beminnen, die mij zoo zeer hebt liefgehad.
Neem, o God, mijn hart als het offer van een armen zondaar aan, die amp;gt;__lt;2
— 277 —
niets anders verlangt dan u te beminnen en u genoegen te geven. Beschik en heersch naar welgevallen over mij en al het mijne. Laat uwe liefde in mij alle gevoelens, welke u mishagen uitdooven, opdat ik geheel en al uw eigendom zij en voortaan slechts voor uwe liefde leve.
Ik bid u niet om aardsche goederen, genietingen en eerbewijzen; om de verdiensten van uw lijden bid ik u, geef mij eene voortdurende droefheid over mijne zonden. Verlicht mij en laat mij erkennen, hoe nietig al het aardsche is en hoezeer ik verplicht ben u te beminnen. Vernietig in mij alle gehechtheid aan de aarde en keten mij vast aan uwe liefde, opdat mijn wil van heden niets wille noch wensche dan wat gij wilt. Geef mij geduld en overgeving in ziekten, armoede en in alles wat strijdig is met mijne eigenliefde. Maak mij zachtzinnig jegens hen die mij verachten. Geef mij een zaligen dood. Schenk mij uwe heilige liefde. Boven alles, smeek ik u, geef mij volharding in uwe genade tot den dood amp;-------
— 278 —
toe; laat niet toe, dat ik mij weder van u schcide. »Allerliefste Jezus, laat mij niet weder van u gescheiden worden.quot; Ook bid ik u tegelijkertijd om de genade, o mijn Jezus, van altoos in de bekoringen tot u mijne toevlucht te nomen en u ter hulp te roepen; om do genade der volharding altoos van u af te smeeken.
o Eeuwige Vader! uw Zoon Jezus heeft mij 'beloofd, dat gij mij alles geven zult, waarom ik u in zijn naam zoude bidden. «Wanneer gij den Vader in mijnen naam om iets vragen zult, zal hij het doen.quot; In den naam en uit kracht van de verdiensten uws Zoons, bid ik u alzoo om uwe liefde en om de heilige volharding, opdat ik eenmaal in den hemel komo, u uit al mijne krachten beminne en eeuwig uwe goedertierenheid prijza, zonder vrees van ooit van u gescheiden te worden.
O Maria, mijne moeder en mijne hoop, verwerf mi j de genaden om welke ik u gebeden heb, en smeek gij zelf voor mij, dat ik u , mijne koningin ,
— 279 —
van harte liefhebbe en mij in eiken nood aan u aanbevele.
GEBEDEN TER EERE VAN HET H. SACRAMENT, VOORAL NA DE H. COMMUNIE.
O mijn Jezus, gij, het ware leven, zijt thans tot mij gekomen; maak toch, dat ik de wereld afsterve om alleen voor u te leven. Verteer in mij, o mijn Verlosser, alles wat u mishaagt, door de vlammen uwer liefde, en geef mij een oprecht verlangen om u genoegen te verschaffen en te behagen.
Verleen mij eene oprechte nederigheid ten einde verachting en zelfvernedering te beminnen etl ontneem mij alle eerzucht om iets voor de wereld te willen schijnen. Geef mij den geest van versterving, opdat ik mij alles ontzegge, wat uwe liefde niet ten doel heeft, en met blijdschap aanneme, wat do zinlijkheid en eigenliefde tegenstaat.
Schenk mij eene volmaakte overgeving aan uwen heiligen wil om droefheden en ziekten, verlies van bezittingen en goederen, den dood van bloed-amp;-quot;---—^
verwanten, moedeloosheid, vervolging, en alles, wat uwe hand mij mocht toezenden, met geduld te verdragen. Aan u breng ik mij geheel en al ten offer, om naar welgevallen behandeld te worden! Geef mij de genade deze akte van opoffering altoos te hernieuwen, voornamelijk in het uur van mijnen dood, geef, dat ik u alsdan mijn leven van ganscher harte ten offer brenge in vereeniging met het offer van uw leven, hetwelk gij aan den hemelschen Vader hebt opgedragen. O Jezus, verlicht mij en laat mij erkennen, hoe goed gij zijt en welke verplichting ik heb, u lief te hebben, bijzonder voor de liefde, welke gij mij door «wen dood en door de instelling van het H. Sacrament bewezen hebt.
Ik bid u, verlicht de vele ongeloo-vigen, die u niet erkennen, de vele dwalenden, die buiten de gemeenschap der Kerk leven en de vele zondaren, die in uwe ongenade leven; bewerkstellig zelf, beminde Jezus, dat gij gekend en bemind wordt. Ik beveel u ook de zielen in het vagevuur ............ ■ ____eg
aan, voornamelijk N. N., beur haar op in de smarten, die zij verduren, cn laat haar niet langer beroofd zijn van uw aanschijn; doe zulks om uwe verdiensten, om de verdiensten der allerzaligste Maagd en die van allo Heiligen. Ontvlam mij geheel, o mijn God, door uwe heilige liefde, opdat ik niets anders zoeke, dan wat u genoegen verschaft, opdat niets mij behage dan wat u aangenaam is; verwijder uit mijn hart alles, wat u mishaagt. Geef, dat ik altoos van ganscher harte zegge: God, mijn God, ik wil u alleen en anders niets. Schenk mij, o Jezus, eene groote liefde voor uw allerheiligst lijden , zoodat alle uwe smarten en uw dood mij altijd voor oogen staan, mij altijd door liefde voor u ontvlammen cn mij aansporen uwe groote liefde dankbaar te beantwoorden. Verleen mij tevens eene groote liefde voor het H. Sacrament des Altaars, waar gij uwe allerteederste liefde jegens ons kenbaar gemaakt hebt. Vervolgens bid ik u, geef mij eene kinderlijke devotie
jegens de allerzaligste Maagd Maria, amp;---------
— 282 —
geef dat ik haar immer liefhebbe en vereere, mij immer aan hare voorspraak aanbevele en ook anderen de vereering van haar en het vertrouwen op hare bescherming instorte. Verleen mij en allen menscheu een groot vertrouwen op de verdiensten van uw heilig lijden en op de voorspraak van Maria.
Geef mij, zoo bid ik u, de genade van een zaligen dood. Geef mij de genade, u in die laatste ure met vurige liefde in de H. teerspijs te ontvangen, opdat ik in uwe omhelzing, door het heilig liefdevuur ontvlamd, met een dringend verlangen u te aanschouwen uit dit leven scheide, en mij aan uwe voeten vasthechte , zoodra het geluk mij ten deel valt u voor het eerst te zien.
Voor alles, smeek ik u, o mijn Jezus , om den geest van gebed , opdat ik altijd hijzonder in de bekoring mij aan u en aan uwe heilige Moeder aanbevele; ik bid u ook, om uwe heilige verdiensten, geef mij de heilige volharding en uwe heilige liefde, fe-----lt;2
— 283 —
Zogen mij , o Jezus, en zegen mij geheel en al, ziel en lichaam, zintuigen en vermogens. Zegen 'op de eerste plaats mijne tong, opdat zij alleen voor uwe eer spreke. Zogen mijne oogen, opdat zij niets aanschouwen, wat mij kan aanleiding geven u te bedroeven. Zegen mijn gehemelte, opdat het u niet door onmatigheid beleedige. Zegen al mijne lichaamsdeelen, opdat zij allen vereenigd u dienen en niet jegens u zondigen. Zegen mijn geheugen, opdat het steeds uwe liefde en weldaden gedachtig zij. Zegen mijn verstand, opdat het moge inzien, hoe goed gij zijt en hoezeer ik verplicht ben u te beminnen, en opdat ik begrijpe wat ik doen en mijden moet om aan uwen heiligen wil gelijkvormig te zijn. Zegen vooral mijn wil, opdat hij niets anders beminne dan u, het opperste Goed, en niets anders zoekc dan u genoegen te geven en in niets behagen scheppe dan in uwe verheerlijking.
O mijn koning, kom en heersch gij alleen over mijne ziel: neem haar geheel in bezit, opdat zij niemand anders amp;----lt;è.
— 284 —
diene en gehoorzame dan aan uwe liefde.
O mijn Jezus, kon ik toch geheel en al voor u wegkwijnen, voor u, die uw leven geheel en al voor mij gegeven hebt!
O Lam Gods, op het kruishout geslacht , gedenk dat ik eene van 'die zielen ben, die gij met zooveel moeite en smart verlost hebt. Maak, dat ik u niet meer verlieze. Gij hebt u geheel en al aan mij geschonken; maak, dat ik u niet meer verlieze. Gij hebt u geheel en al aan mij geschonken; maak, dat ik u steeds toebehoore en geen ander verlangen koestere dan u te behagen. Ik bemin u, o oneindig goed, en wil u genoegen geven; ik bemin u, omdat gij het verdient. Niets verdriet mij meer dan te zien , dat ik reeds zoo lang op aarde geleefd heb zonder u te beminnen.
O, mijn lieve Verlosser, doe mij doelen in de smart, welke gij in den hof van Gethsemani over mijne zonden ge-voeldet! O mijn Jezus, ware ik toch
liever gestorven dan u ooit te belee-fe _amp;
#-
digeu! O liefde van mijn Jezus, gij zijt mijne liefde en mijne hoop. Ik wil liever duizendmaal mijn leven verliezen , dan uwe genade te moeten missen.
O mijn God, zoo ik gestorven ware, toen ik in staat van zonden verkeerde, dan kon ik u thans niet meer beminnen. Ik dank u , dat gij mij tijd laat en mij uitnoodigt u lief te hebben. Aangezien ik u nu nog beminnen kan, zoo wil ik het ook doen uit ganscher harte. Daarom tóch hebt gij mij willen sparen, opdat ik u zoude liefhebben; welaan ik wil u ook beminnen. O, ik bid u om de verdiensten van uw heilig bloed, dat gij voor mij vergoten hebt, laat niet toe, dat ik u opnieuw verrade. ))Op u, o Heer, heb ik mijne hoop gesteld , laat mij in eeuwigheid niet beschaamd staan!quot; Wat geef ik om de wereld , om rijkdommen , vermaken, eer en roem? God, God alleen zoek ik! God alleen, het oneindige Goed, is mij genoeg.
O mijn Jezus, keten mij vast aan uwe liefde en maak u meester over
amp;-
--lt;3
al mijne gevoelens, zoodat ik niets beminnen kunne buiten u. Maak, dat ik, alvorens te sterven, geheel de uwe zij. Ach, mijn God, zoo lang ik leef verkeer ik in gevaar van u te verliezen. Wanneer zal de dag aanbreken, waarop ik zeggen kan: mijn Jezus, ik kan u niet meer verliezen!
o Hemelsche Vader, om de liefde van Jezus, vergeef mij; geef mij de genade van uwe H. liefde. In dit leven wil ik ii reeds innig liefhebben om het ook in het andere te kunnen doen.
O oneindig Goed, ik bemin u; laat mij toch begrijpen, welk een oneindig Goed gij zijt; verleen mij die liefde, welke gij van mij verlangt. Geef, dat ik alles te boven kome om u genoegen te geven.
7. Plecliti^c verklaring voor liet uur des doods.
Mijn God, voor uw aanschijn neergeknield, aanbid ik u en wil de volgende plechtige verklaring afleggen, amp;______ó(
— 287 —
alsof ik reeds op het punt stond om uit dit leven in de eeuwigheid over te gaan.
O Heer, omdat gij, die de onfeilbare waarheid zijt, het aan uwe Kerk geopenbaard hebt, zoo geloof ik aan het geheim der allerheiligste Drievuldigheid, den Vader, den Zoon en den heiligen Geest, drie personen in één God, die do rechtvaardigen eeuwig beloont in den hemel en de zondaren eeuwig straft in de hel. Ik geloof, dat de tweede Persoon, Gods Zoon namelijk, mensch geworden en gestorven is om de men-schen te verlossen. Evenzoo geloof ik alle andere waarheden, welke de heilige Kerk gelooft. Ik dank u, dat gij mij christen gemaakt hebt en verklaar, dat ik in dit heilig geloof wil leven en sterven.
Mijn God en mijne hoop, vertrouwende op uwe beloften, hoop ik van uwe barmhartigheid, niet wegens mijne eigen verdiensten, maar om de verdiensten van Jezus Christus, mijnen Verlosser, de vergiffenis mijner zonden, de volharding in uwe genade en na
.-----;-lt;
dit ellendig leven de hemelsche heerlijkheid. En als de duivel in mijn laatste uur door de herinnering aan mijne zonden mij tot wanhoop zal trachten te brengen, zoo verklaar ik dat ik steeds onbeperkt wil blijven vertrouwen op u, mijn barmhartigen Heer, en wil sterven mot volle overgeving op u-we liefderijke goedheid.
O God, die eene oneindige liefde waardig zijt! ik bemin u meer dan mij zelvcn, meer dan alle andere dingen, en betuig, dat ik sterven wil met eene oefening van liefde, om aldus voort te gaan u eeuwig in don hemel lief te hebben, terwijl ik toch niets anders wensch, niets anders verlang. En zoo ik al tot nog toe, in plaats van u lief te hebben, uwe oneindige goedheid veracht heb, o Heer, zoo is het mij van ganscher harte leed en ik betuig, dat ik tot mijn laatsten ademtocht alle beleedigingen, welke ik u heb aangedaan, berouwvol wil betreuren en verafschuwen. Ik heb besloten voortaan liever te sterven dan nogmaals
te zondigen, en uit liefde tot u ver-amp;--$
— 289 —
geef ik ook aan allen, dij mij kwaad gedaan hebben.
Ik aanvaard, o God, den dood tegelijk met de smarten, welke hem zullen vergezellen; ik vereenig die met do smarten en den dood van Jezus Christus en draag ze u op om uwe opperste heerschappij te vereeren en voldoening te geven voor mijne zonden. Neem, o Heer, dit offer van mijn leven en dood goedgun-tig aan, met het oog op dat groote offer, dat uw goddelijke Zoon u in zijn eigen persoon op het altaar des kruises op Iroeg. Ik geef mij, reeds nu voor het oogen-blik van mijnen dood, geheel en al over aan uwen heiligen wil en ik betuig te willen sterven met de woorden op de lippen: Heer, uw wil geschiede !
Allerheiligste Maagd Maria, mijne voorspreekster en moeder, gij zijt en zult steeds naast God mijne hoop en mijn troost zijn in mijn laatste uur; tot u neem ik reeds nu mijne toevlucht en smeek u mij te willen helpen in
dien bitteren nood. Mijne allerliefste amp;----*
19
lt;3
koningin, verlaat mij niet bij mijn verscheiden uit deze wereld ; kom en noem mijne ziel in ontvangst om haar aan mven goddelijken Zoon voor te stellen; ik verwacht u reeds van nu af; ik hoop te sterven onder uwen schuts-mantel en vastgeklemd aan uwe voeten.
Mijn groote beschermer, heilige Jozef! Heilige aartsengel Michael! Mijn heilige engelbewaarder! Mijne heilige patronen, komt mij allen te hulp in mijn laatsten strijd tegen de hel.
En gij, mijne gekruisigde liefde! Gij mijn Jezus! die voor u zeiven zulk een zoo gruwzamen dood hebt uitge-zen, om mij een zaligen dood te bezorgen, herinner u dan, dat ik een van die schaapjes ben, die gij met den prijs van uw bloed hebt vrijgekocht; maak mij dan waardig om u als reis-spijze te ontvangen, gij, die mij alleen n dden eu troosten kunt, als alle mensdien mij verlaten en niemand meer in staat is mij te helpen. Laat niet toe, dat ik u voor altoos verlieze en, v( or eeuwig van u gescheiden, bratule
in de hel. O mijn allerliefste Verlos 3or, wil mij dan toch opnemen in uwe heilige wonden; reeds nu kus ik dezo en wil mijn laatsten adem uitblazen in de liefdewonde van uw allerheiligst hart, terwijl ik thans reeds met deze meening zeg:
Jezus, Maria, Jozef! ik schenk u mijn hart en mijne ziel!
Jezus, Maria, Jozef! staat mij bij in mijnen doodstrijd!
Jezus, Maria, Jozef! laat mij in uw heilig gezelschap in vrede rusten!
SMEEKGEBED OM EEN ZALIGEN DOOD.
Heere Jezus, God van goedheid. Vader der barmhartigheid, ik verschijn voor u met een nederig, rouwmoedig en vermorzeld hart, en beveel u mijn laatste uur en wat mij daarna in de eeuwigheid te wachten staat.
Wanneer mijne verstijfde voeten mij zullen herinneren, dat mijne loopbaan in deze wereld ten einde spoedt ; Barmhartige Jezus, ontferm u dan mijner.
amp;---,a;
— 292 —
Wanneer mijne sidderende en zwakke handen niet meer in staat zullm zijn liet kruisbeeld aan mijn hart te drukken en ik liet tegen wil en dank op mijn bed van smarten zal laten terugvallen,
Wanneer door den schrik van den naderenden dood mijn verduisterde , krampachtig ronddwalende oogen slechts matte en stervende blikken op u zullen richten,
Wanneer mijne koude en bevende lippen voor het laatst uwen aanbiddelijken naam zullen uitspreken ,
Wanneer mijne doffe en verkleurde wangen den omstanders medelijden en ontzetting zullen inboezemen, en mijne door liet doodzweet bevochte haren op mijn hoofd te berge rijzen en mijn naderend einde aankondigen.
Wanneer mijne ooren, voor immer doof geworden voor de taal der menschen, zich openen zullen om uwe stem te vernemen, welke
het onlierroopelijk vonnis zal uitspreken en mijn ondergang voor de gansche eeuwigheid vaststellen, Wanneer mijne verbeelding door
vreeselijke en ontzettende voor- t
stellingen beangstigd en in doode- ;
lijke droefenis verzonken zal zijn, j
Wanneer mijn geest, verschrikt i
op het gezicht mijner zonden en J
door de vrees uwer rechtvaardig- t'
heid, zal strijden tegen den engel c
der duisternis, die mij den tröos- c
tenden aanblik uwer barmhartig- '
heid zal trachten te benemen om :
mij in den afgrond der vertwijfe- :
de smarten der ziekte ontzenuwd, ,
door den schrik des doods be- I
klemd, en uitgeput zal zijn door I
de pogingen, welke ik aanwenden Jj
moet om den vijand mijner zalig- ^
Wanneer ik de laatste tranen ten teeken mijner ontbinding zal vergieten, neem die als een zoen-offer aan, opdat ik als een olfer fe--amp;
van boete sterve en in die verschrikkelijke oogenblikkeii,
Wanneer bloedverwanten en vrienden, getroffen donr mijn lijdenden toestand, voor mij tot u zullen roepen,
Wanneer ik liet gebruik mijner zintuigen zal verloren hebben, wanneer de geheele wereld voor mij wegzinkt en ik wegsterf in de benauwdheden van den laatsten strijd en in de angsten des doods,
Wanneer de laatste zuchten van mijn hart mijne ziel zidlen uit-noodigen om van het lichaam te scheiden, neem zo dan aan als bewijs van een heilig ongeduld om bij u te zijn, en —
Wanneer mijne ziel, op mijne lippen zwevend , van deze wereld scheiden en mijn lichaam bleek, koud en levenloos zal achterlaten, neem dan de ontbinding van mijn serfelijk leven aan, als eene huldiging uwer goddelijke Majesteit en — Wanneer eindelijk mijne ziel voor u verschijnen en voor de eerste
-^
maal den onsterfelijken glans uwer Majesteit aanschouwen zal; verwerp mij dan niet van uw aanschijn, maar gewaardig u mij in den liefderijken schoot uwer barmhartigheid op te nemen, opdat ik u in alle eeuwigheid lofzinge, — Barmhartige Jezus, ontferm u dan mijner.
GEBED.
0 God, die het vonnis van den dood over ons hebt uitgesproken, maar den tijd en het uur voor ons verborgen houdt, verleen mij, dat ik de dagen mijns levens in rechtvaardigheid en heiligheid doorbreuge en de gunst verdienen moge om in uwe heilige liefde uit deze wereld te scheiden. Door de verdiensten van Jezus Christus, onzen Heer, die met u leeft en regeert, God, in de eenheid des heiligen Geestes door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
— 29G —
ifquot;
er
8. Clt;cl)rd tot Ciod don II. Occst.
0 H. Geest, goddelijke Trooster, Vader der armen, Troost der bedroefden, Licht onzer harten. Heiligmaker der zielen! Voor u in het stof neergeknield, aanbid ik u met de nederigste onderwerping en roep n duizend malen toe met de Serafijnen, die uwen troon omringen: «Heilig, heilig, heilig!quot; Ik geloof vastelijk, dat gij van eeuwigheid éen in wezen zijt met den Vader en den Zoon. Ik hoop, dat gij in uwe goedheid mijne ziel heiligen en eenmaal zalig maken zult. Ik bemin u, o God van liefde! Ik bemin u meer dan alle dingen dezer wereld, ik bemin u uit al mijne krachten, omdat gij, de oneindige Goedheid, alleen alle mogelijke liefde waardig zijt; en daar ik, niettegenstaande uwe heilige inspraken, zoo ondankbaar ben geweest u door vele zonden te beleedigen, smeek ik u daarvoor duizendmaal om vergiffenis, en het berouwt mij uit den grond mijns harten u, mijn opperste Goed, vergramd te hebben. Ik breng u mijn
Jb-
— 297 —
ellendig hart ten offer en smeek u om één straal van uw licht, één vonk van uw vuur daarin te laten neder-vallen, opdat het harde ijs mijner misdaden wegsmelte en vertere. O gij, die de ziel der gezegende Moeder Gods Maria met onuitputtelijke genaden vervuld en de harten der Apostelen met heiligen ijver ontvlamd hebt, ontsteek ookquot; mijn hart door uwe heilige liefde. O Goddelijke Geest, sterk mij tegen de booze geesten. Gij zijt een vuur: ontvonk in mij het vuur uwer liefde. Gij zijt een licht: verlicht mij, opdat ik door u het onvergankelijke kennen moge. Gij zijt eene duif: geef mij de reinheid van zeden. Gij zijt een zacht ruischende wind: verspreid de onweersbuien , welke de hartstochten in mij voortbrengen. Gij zijt eene tong: leer mij op welke wijze ik u onophoudelijk moet loven. Gij zijt eene wolk: dek mij met de schaduw uwer bescherming. En aangezien gij, in één woord, de oorsprong aller hemelsche gaven zijt, zoo smeek ik u allerdringendst door uwe kracht mij levend te maken, door uwe liefde amp;gt;.---.amp;
— 298 —
te heiligen, door uwe wijsheid te re-geeren, dooi- uwe goedheid als kind aan te nemen en door uwe oneindige barmhartigheid ter eeuwige gelukzaligheid te geleiden, ten einde onophoudelijk u te loven, te prijzen en te beminnen, gedurende mijn leven op aarde en vervolgens in alle eeuwigheid in den hemel. Amen.
9. fteltcilen ter ecre van onzen Heer Jezus Christus.
GEBEDEN TOT HET BEMINNELIJK KINDJE JEZUS.
Gebed op Kerstmis.
O aanbiddelijk Kindje Jezus , ik zou het niet wagen aan uwe voeten te verwijlen, als ik niet wist, dat gij zelf mij uitnoodigt nader bij te komen. Mijne zonden zijn schuld geweest, dat gij in den stal van Bethlehem zoovele tranen gestort hebt. Doch, wijl gij op aarde gekomen zijt om de rouvvmoe-digen te vergeven, zoo bid ik u, ver-amp;__c2
— 299 —
goef mij toch! Gij zijt zoo goed en hebt mij zoozeer bemind; daarom is het mij boven alles leed, dat ik u mijn God en Heiland veracht heb. In dezen nacht schenkt gij vele zielen groote genaden; o, troost ook mijne ziel. Ik begeer slechts eene genade en wèl deze: oin u van nu af aan van gan-scher harte te beminnen. O, ontvlam mij geheel en al door uwe heilige liefde. Ik bemin u, o mijn God, die voor mij kind geworden zijt. Laat niet toe, dat ik ooit ophoude u lief te hebben. O lieve Moeder Maria, gij, die alles door uw gebed vermoogt; ik verlang maar éóne zaak van u, namelijk , dat gij Jezus voor mij bidt.
Gehad tot het Kindje Jezus, den Koning der Liefde.
O Goddelijk Woord, voor mij mensch geworden, ofschoon ik u geheel vernederd als een klein kindje op Maria's schoot zie, belijd en erken ik toch, dat gij mijn Heer en Koning zijt,
en wèl een Koning van liefde ! Welaan, amp;__—amp;
•#gt;-—--^
allerliefste Heiland, aangezien gij op aarde gekomen en met ons ellendig vleesch omkleed zijt om de Koning onzer harten te worden, vestig dan ook uw Rijk in mijn hart. Hot stond wel is waar eens onder de heerschappij van uwen vijand, maar nu behoort liet u en zal, zoo ik hoop, voor altoos u toebchooren. Gij alleen zult van nu af aan Heer en Meester in mijn hart zijn. »Heersch te midden uwer vijanden!quot; Andere koningen heersclien door het geweld van wapenen; gij wilt heersclien door het geweld uwer liefde. Daarom komt gij niet met koninklijke pracht in purper en gouden gewaden, met schepter en kroon, noch met een leger van soldaten. Gij wilt arm en verlaten in een stal geboren en op een handvol stroo in eene kribbe nedergelegd worden; aldus wilt gij uwe heerschappij in onze harten beginnen. O koninklijk Kindje! hoe heb ik zoo dikwijls oproerig kunnen zijn jegens u, en van uwe genade beroofd kunnen leven, daar gij, om mij aan uwe liefde te binden, uwe heerlijkheid
'amp;gt;-----«a
■lt;g
hebt afgelegd? In uwe vernedering verschijnt gij nu als kind in eene grot, vervolgens als leerling in eene werkplaats en eindelijk als een misdadiger aan het kruis! Welk een geluk voor mij, indien ik van nu af — gelijk ik hopen mag — van Lucifers slavernij bevrijd, mij altoos alleen door u en uwe heilige liefde laat regeeren! O Jezus, mijn Koning, gij zijt zoo beminnenswaardig en vol liefde voor onze zielen; neem dan, bid ik u, bezit van mijne ziel; ik schenk haar geheel aan u. Vergun dat zij u altoos diene, maar uit liefde diene. Uwe heerlijkheid verdient vrees; maar uwe goedheid verdient nog meer liefde; gij mijn Koning, zijt voor nu en voor immer mijne eenige liefde; u te bedroeven zal mijne eenige vrees zijn. Zoo hoop ik; help mij met uwe genade. Gij echter, o allerdierbaarste Meesteresse Maria, verwerf mij getrouwheid tot dezen geliefden Koning mijner ziel!
Sb-
Offer des harten aan het beminnelijk Kindje Jezus.
Vooral geschikt Toor bet feest van Dr;ekoningen.
O beminnelijk Kindje, ofschoon ik u in deze grot arm en veracht op stroo zie liggen, leert mij toch hef heilig Geloof, dat gij mijn God zijt, die voor mijne zaligheid uit den hemel zijt nedergedaald. Ik belijd en erken u daarom als mijn oppersten Heer en Heiland, maar ik heb niets om u aan te bieden. Ik heb het goud niet der liefde, omdat ik de schepselen en mijne grillen, n echter, die mijn oneindig beminnenswaardig Goed zijt, niet bemind heb. Ik heb geen wierook des gebods, aangezien ik u, helaas, in mijn leven vergeten heb. Ik heb geen mirre van boete, omdat ik in plaats van mijne ellendige lusten te wederstar.n uwe oneindige goedheid dikwijls bedroefd heb. Wat zal ik u dan ten oflev brengen? Ik offer u mijn hart op, besmeurd en arm als het is; neem het aan en verander het. Gij zijt in de wereld ge------ói
— 303 —
komen om de harten der menschen in uw Bloed van de zonden schoon te wasschen en lien van zondaren in heiligen te veranderen, Geef mij dan dat goud, dien wierook, die mirre. Geef mij het goud uwer heilige liefde, den geest des gebcds, het verlangen en de sterkte mij in alles , wat u mishaagt, te versterven. Ik ben besloten u toe te behooren en lief te hebben; maar gij kent mijne zwakheid, verleen mij de genade u getrouw te zijn. O allerzaligste Maagd Maria, gij hebt de heilige drie Koningen met (ie grootste liefde ontvangen en getroost; ontvang ook mij en troost mij, daar ik kom om uwen goddelijken Zoon ie bezoeken en mij zeiven aan Hem ten olïer te brengen. O mijne Moeder, ik vertrouw bijzonder op uwe voorspraak. Beveel mij Jezus aan. Met mijne ziel geef ik u ook mijn wil in handen; keten hem voor altoos vast aan uwe liefde. Amen.
amp;___
— 304 —
GEBEDEN TOT DEN LIJDENDEN VERLOSSER.
Gebed ter eere van het bloedig zweet onzes Heeren. ■
«Zijn zweet werd als druppels bloed , dat op de aarde afdruipt.quot; Luk. 2J. 44.
O mijn liefderijke Jezus, hipr in den hof van Olijven, zie ik geen geesel-riemen, geen doornen, geen nagelen, welke u verwonden; en toch baadt gij van hot hoofd tot de voeten in bloed? O, mijne zonden waren zeker de gruwelijke werktuigen, welke dooide hevige droefheid en smart zooveel bloed uit uw hart persten. Ook ik was daarom in die ure een uwer wreedaardigste beulen; door mijne zonden heb ik er toe bijgedragen u meer te martelen. Voorzeker zoo ik minder gezondigd liadde, hadt gij, o Jezus, destijds minder ge'eden. Zooveel verergerde ik dus de smart van uw bedroefd hart, als ik genot gevoelde in de zonden. Ach, waarom sterf ik niet van droefheid bij de overweging, dat ik door vermeerdering uwer droefheid h_____
— 305 —
en pijn de liefde vergolden heb, welke gij mij in uw lijden betoondet? Ik martelde dus uw beminnenswaardig en liefderijk hart, dat mij zoozeer bemind heeft. Heer, nu blijft mij geen ander middel over om u te troosten, dan het berouw over mijne zonden; zij zijn mij leed, o mijn Jezus, ik verafschuw ze uit geheel mijn hart. Geef mij zulk een krachtig berouw, dat ik tot den laatsten ademtocht mijns levens zonder ophouden de zonden beweone, welke ik tegen u, mijn God, mijn liefde, mijn alles, begaan heb.
Gebed tot den Zaligmaker, om on-zentwille geijeeseld.
»Toen dan nam Pilalus Jezus en jccsehle Hem.quot;
Joh. 1». 1.
O aanbiddelijke Verlosser, om onze misdrijven, vooral om de zonden van onkuischheid te boeten, hebt gij uw allerzuiverst vleesch geheel en al laten geeselen? Wie onzer moet niet met den H. Bernardus uitroepen : O onuitsprekelijke liefde van Gods Zoon voor
fe-———-dj
20
quot;3
de zondaren! Ik bedank u, mijn ge-geeselde Heer, voor uwe groote liefde en het doet mij leed, dat ik ook door mijne zonden aan uwe geeseling deelgenomen heb. O mijn Jezus, ik haat en verafschuw al mijne zondige genietingen , welke u zoo bittere smart veroorzaakt hebben. Ach, .hoevele jaren moest ik reeds branden in de he! 1 Waarom hebt gij tot heden zoo lankmoedig op mij gewacht? Gij hebt mij verdragen, opdat ik eindelijk door uwe liefdebewijzen overwonnen, mij aan uwe liefde zou toewijden en ophouden te zondigen. O mijn allerdierbaarste Verlosser, ik wil niet langer weerstand bieden aan uwe liefde; ik wil u voortaan liefhebben, zooveel ik vermag. Maar gij kent mijne zwakheid, gij kent mijn vroeger verraad. Maak mij los van alle aardsche genegenheden, die mij verhinderen geheel de uwe te zijn. Breng mij dikwijls uwe liefde tot mij in herinnering, en mijne verplichting tot wederliefde jegens u. Op u stel ik al mijne hoop, mijn God, rnijne liefde, mijn alles. Amen.
Gebed tot den Zaligmaker, voor ons met doornen gekroond.
»En de krijgsknechlen vlochten eene kroon van doornen en zetten die op zijn hoofd.quot;
Joh. 19. S.
O liefde van mijn God, ik weet niet of ik u goedgunstig of wreed moet noemen; want gij schijnt mij tegelijk goedgunstig en wreed. Ja mijn Jezus, uwe liefde maakt u goedgunstig jegens ons en vertoont u als eeu hartstochtelijk minnaar onzer zielen; maar zij maakt u wreed jegens u zeiven, aangezien zij u aan zoo bittere smarten prijs geeft. Gij hebt u met doornen laten kronen om ons de kroon der heerlijkheid in den hemel te bezorgen. O mijn allerliefste Verlosser, door de verdiensten uwer smarten .hoop ik zalig te worden en in den hemel uw kroon te zijn. Daar zal ik uwe liefde en uwe barmhartigheden prijzen in eeuwigheid. Amen.
amp;-
— 308 —
Gehad tot den Zaligmaker, met zijn kruis beladen.
»En hij, zijn kruis dragenfie, fing uit mar de plaats , die genoemd wordt Schedelplaats.quot;
Joh. 19, 17.
O mijn Verlosser, gij de onschuldige gaat mij met uw kruis vóór, en noodigt mij uit u met het mijne te volgen! Ga, lieve Jezus, ik wil u niet alleen laten. Zoo ik u in het veiledene al eens verlaten heb, ik erken nu ten volle hoezeer ik daardoor misdaan heb. Zend mij nu elk kruis, dat gij wilt, ik zal het aannemen, hoe zwaar het ook zij, en u met hetzelve tot aan mijn dood vergezellen. Hoe zou het toch mogelijk zijn, o Heer, dat gij voor onze zaligheid smarten en smaad op u naamt , en wij ze niet zouden beminnen tor, liefde van u? Zie op uwe uitnoodiging ü te volgen, maken wij het besluit met u tot den dood voort te gaan; versterk ons thans ook om dit voornemen ten uitvoer te leggen. Door uwe verdiensten smeeken
wij u om deze kracht en hopen wij fo_____amp;
Pquot;
die te verwerven. O beminnenswaardige Jezus, ik bemin u, ik bemin u uit geheel mijne ziel en wil u niet meer verlaten. Ik heb lang genoeg van u verwijderd geleefd. Bind mij nu aan uw kruis. Heb ik uwe liefde veracht, zoo doet mij zulks van harte leed; ik waardeer haar boven alles. O Moeder Gods, bid voor mij. Amen.
Gebed lot Jezus aan het kruis.
«En toen zij gekomen waren aan de plaats, de Schedelplaats genoemd, kruisigden zij Hem aldaar.quot; Luk. 33. 33.
O mijn Jezus, welk een bitteren dood sterft gij hier! Ik zie op dit kruis het opschrift: »Jezus van Nazareth, Koning der Joden.quot; Maar, waar zijn behalve dien spot-titel de teekenen van koninklijke waardigheid? O, die lijdens-troon, die vastgenagelde handen, dat doorboorde hoofd, dat doorwonde lichaam doen u kennen als Koning, maar als den Koning van liefde. Getroffen nader ik om uwe doorboorde voeten te kussen. Ik omhels dat kruis, waaraan gij als slachtoffer van liefde voor mij opgeofferd en gestorven zijt.
£-
O mijn Jezus, wie heeft uwe handen en voeten aan het hout vastgenageld? Wie anders dan uwe liefde voor do menschen? Met de pijn uwer doorboorde handen hebt gij alle zonden, welke de menschen door de zinlijkheid des gevoels bedreven hebbeïi, willen uitboeten; met de pijn uwer voeten hebt gij voor alle onze voetstappen op den weg der zonden voldoening willen geven. O mijn gekruisigde liefde, geef mij uw zegen met deze doorboorde handen. Nagel mijn ondankbaar hart vast aan uwe voeten, opdat ik niet meer van u scheide en mijn wil, die zoo dikwijls tegen u in opstand kwam, in uwe liefde bevestigd worde. Geef, dat alleen uwe liefde en het verlangen om u te behagen de drijfveer van mijn handel en wandel zij. Wol zie ik u hier aan het kruis hangen; maar desnietegen-staande erken ik u voor den heer dei-wereld , voor den waarachtigen Zoon Gods en den Verlosser der menschen. Ik bid u, o Jezus, verlaat mij nooit in mijn leven, vooral niet in het uur van
mijnen dood. Sta mij bij in dien laat-sten strijd met de hel, en sterk mij , opdat ik in uwe liefde sterve. Ik bemin u, mijne gekruisigde liefde, ik bemin u van ganscher harte. Amen.
Gebed ter eere van het kostbaar Bloed onzes Heeren,
0 mijn Jezus, om mijne ziel te verlossen, hebt gij in uw eigen bloed een bad willen bereiden en ons van de smet onzer zonden willen reinigen. Dat gij toch onze zielen met den prijs uws bloeds vrijgekocht hebt, is een bewijs uwer groote liefde. Aangezien gij ons dus liefliebt, zoo sta ons toe, het gebed tot u te richten; »Wij bidden u, kom uwe dienaren ter hulp, die gij door uw dierbaar bloed verlost hebt.quot; Wel heb ik mij door mijne zonden van u willen afscheuren en u verliezen; maar gedenk, o Jezus, dat gij mij door uw bloed hebt vrijgekocht. Ach, laat dit bloed, dat gij onder zulke groote smart en met zulke groote liefde vergoten hebt, voor mij niet verloren zijn. Amen.
amp;_____,c
Gebed ter eere van de heilige vijf Wonden.
O Jezus, om de smart, welke gij bij het vastnagelen van uwe linkerhand ondervonden hebt, geef mij een waar berouw over mijne zonden.
O Jezus, om de smart, welke gij bij het vastnagelen van uwe rechterhand ondervonden hebt, schenk mij de volharding in uwe genade.
O Jezus, om de smart, welke gij bij het vastnagelen van uwen linkervoet ondervonden hebt, bewaar mij voor de pijnen der hel.
O Jezus, om de smart, welke gij bij het vastnagelen van uwen rechtervoet ondervonden hebt, geef mij de genade u eeuwig in den hemel lief te hebben.
ü Jezus, om de heilige wonde uws harten, verleen mij de genade u altijd, in dit en in het ander leven, te beminnen.
Gebed ter eere van het lijden onzen Heer en.
O Jezus, om de nederigheid, waarmede gij uwe leerlingen de voeten ge-ê,_._,_,—-------
wasschen hebt, bid ik li, verleen mij de genade der ware nederigheid, opdat ik mij voor een ieder, voornamelijk voor hen, die mij verachten, vernedere.
O Jezus, bij uwe doodelijke droefheid in den hof van Olijven, bid ik n, bewaar mij voor de droefheid der hel, voor de pijn, om van u gescheiden en van uwe liefde beroofd te moeten leven.
O Jezus, bij den afschuw mijner zonden, welke u in den hof van Olijven voor den geest stonden, bid ik u geef mij een waarachtig berouw over alle be-leedigingen, welke ik u heb aangedaan.
O Jezus, bij de smart over den verraderlijken kus van Judas, geef mij de gena;le om u getrouw te blijven en u niet meer te beleedigen, gelijk ik vroeger gedaan heb.
O Jezus, om de smart, wTelke gij ondervonden hebt, toen gij als een boosdoener geboeid en naar den rechter gesleurd werdt, smeek ik u, bind mij aan u vast door do zoete banden der heilige liefde, opdat ik nooit meer van u, mijn eenig good, gescheiden worde.
O Jezus, om allen smaad, allo kaak-amp;_____cÖ
— 314 —
slagen en alle bespuwingen, welke gij 's nachts in het huis van Caiphas geleden hebt, geef mij sterkte om ter liefde van u alle beschimpingen der menschen zachtmoedig te verdragen.
O Jezus, om de bespotting, welke u door Herodes is aangedaan, toen gij als een dwaas behandeld werdt, schenk mij de genade, alle schimptaal van anderen geduldig te verdragen, al zouden zij mij ook voor een verachtelijken dwaas en een boos mensch uitschelden.
O Jezus, om de beleediging, welke de joden u hebben aangedaan, toen zij u achter Barabbas stelden, verleen mij de genade om mij de vernedering van achter anderen gesteld te worden, geduldig te laten welgevallen.
O Jezus, om de smart, welke uw allerheiligst lichaam bij do wreedaardige geeseling ondervondt, geef mij de genade om alle smarten mijner ziekten, vooral der laatste ziekte, waaraan ik sterven zal, geduldig te verdragen.
O Jezus, om de smart, welke het steken der doornen van uw allerheiligst hoofd veroorzaakt heeft, schenk mij Sp................ ,lt;a
— 315 —
de genade om nooit in zondige gedachten toe te stemmen.
O Jezus, bij uwe onderwerping in den kruisdood, tot welken Pilatus u veroordeeld heeft, smeek ik u, schenk mij de genade, dat ik mijn dood en alle smarten dos doods gewillig aan-neme.
O Jezus, om de smart, welke het dragen van uw kruis u op weg naar den Calvarieberg veroorzaakt heeft, verleen mij de genade om elk kruis mijns levens geduldig te dragen.
O Jezus, bij de pijn, welke het vastnagelen uwer handen en voeten u veroorzaakt heeft, nagel mijn' wil met uwe voeten aan het kruis, opdat ik niets anders wille, dan wat gij wilt.
O Jezus, om de bitterheid, welke gij smaaktet toen gij met gal en edik gelaafd zijt, verleen rnij de genade u niet door onmatigheid in spijs en drank te beleedigen.
O Jezus, om do smart, welke gij ondervonden hebt toen uwe Moeder aan j den voet van het kruis afscheid van u I nam, bevrijd mij van ongeregelde ver-92_,___ oj
. -— ■ q
kleefdheid aan mijne bloedverwapten of cenig ander schepsel, opdat mijn hart u altijl en onverdeeld aanhange.
O Jezus, om de troosteloosheid, welke gij in den dood wegens uwe verlatenheid van den Vader ondervonden hebt, verleen mij de genade, dat ik al mijne troosteloosheid geduldig verdrage en nooit het vertrouwen op uwe goedheid verlieze.
O Jezus, om de drie uren van droefheid en doodsangst vóór uw afsterven uitgestaan, smeek ik u, verleen mij de genade uit liefde - tot u met gelatenheid de smarten van mijnen doodstrijd te verduren.
O Jezus, bij de bittere smart, welke gij ondervonden hebt toen uwe heilige ziel van uw allerheiligst lichaam scheidde, smeek ik u, schenk mij de genade om in het uur mijns doods u met eene akte van volmaakte liefde mijne smart op te offeren, ten einde daarna den hemel binnen te gaan om u van aanschijn tot aanschijn te aanschouwen en u uit al mijne krachten de geheele j
eeuwigheid door te beminnen.
---
ip-
O allerzaligste Maagd, mijne Moeder Maria, om het zwaard, dat uw hart doorboorde, toen gij uwen lieven Zoon zaagt sterven, bid ik u, sta mij bij in het uur van mijnen dood, opdat ik u in den hemel loven en u voor alle genaden, welke gij mij van God verkregen hebt, kunne Amen.
dankzeggen.
GEBEDEN TER EERE VAN HET GODDELIJK HART IN HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.
Lofprijzing en betuiging van liefde.
Waar ter wereld zou ooit een meer beminnenswaardig hart gevonden kunnen worden, dan het uwe, o dierbare Jezus ? Uw Hart zoo rein, zoo heilig, zoo vol lietde voor God en de menschen ? Al uw verlangen heeft alleen Gods eer en onze zaligheid ten doel. In uw Hart heeft God zijn lust en welbehagen. In dit Hart zijn alle volmaaktheden, alle deugden! Daar is een brandende liefde voor
-dlt;
— 318 —
God, uwen Vader, gepaard aan de diepste ootmoedigheid en eerbied; de grootste beschaamdheid over onze zonden, welke gij op u genomen hebt en tegelijk het meest kinderlijke vertrouwen van een hartelijk liefhebbenden Zoon; in dit Hart heerscht de grootste afschuw voor onze zonden en tegelijk het innigste medelijden met onze ellende . het bangste lijden en de volmaaktste overgeving aan Gods H. Wil.
O allerbeminnenswaardigst Hart van mijnen Jezus! Gij verdient in de hoogste mate de liefde aller harten. Arm en ongelukkig is het hart, dat u niet bemint. O mijn God, ook mijn hart was al dien tijd, dat ik u niet beminde, ongelukkig, maar voortaan wil ik niet meer zoo ongelukkig zijn. Ik bemin u, mijn Jezus, en wil u altoos beminnen. O mijn Verlosser, vroeger heb ik u vergeten; -welke straf had ik daarvoor niet verdiend! Verdiende mijn ondank niet, dat gij mij vergat? O mijn lieve Verlosser, laat zulks niet toe. God zelf bemint u en ik ellendige zondaar, dien gij met de grootste weldaden over-
— 319 —
Iaden hebt, dien gij zoo hartelijk bemint, zou ik u niet liefhebben?
O gij edele vlammen, die in het minnende Hart van mijn Jezus brandt, brengt ook in mijn arm hart dat heilig en goddelijke vuur aan, daar Jezus om het te ontvonken van den hemel op aarde is nedergedaald. Verteert en vernietigt alle aardsche gevoelens van mijn hart, die het tegenhouden om God geheel en al tebehooren. Zorg, o mijn God, dat ik slechts leve om mijnen geliefden Verlosser te beminnen. Bijaldien ik u in het verledene veracht heb , zoo weet, dat gij nu het eenige voorwerp mijner liefde zijt. Ik bemin u, ik bemin u, en wil niets anders beminnen dan u alleen. O mijn geliefde Meester, versmaad de liefde niet van een hart, dat u vroeger bedroefd heeft. Het strekke ook tot uwe verheerlijking, wanneer de engelen een hart, dat u reeds ontvlucht was, dat u zoo zeer beleedigde, nu van liefde tot u zien branden.
Allerzaligste Maagd Maria, Gij zijt mijne hoop; sta mij bij, smeek Jezus, fc-----—-c5
t---' ■ quot;—•—--——nS
dat hij mij naar zijn Hart vorme. Amen. *)
Smeekgebed.
(24ste bezoek.)
O mijn geliefde Verlosser, op het gezicht van de overmaat nwer liefde voor den mensch, geraak ik van verwondering buiten mij zeiven en weet niet, wat ik zeggen moet. Uit liefde tot hem gaat gij in dit Sacrament zoo ver, dat gij uwe Majesteit verbergt en uwe grootheid vernedert, zoover, dat gij uw goddelijk leven als het ware vernietigt. Op het altaar schijnt gij niets anders te doen dan de menschen te beminnen en hun uwe liefde kon-baar te maken. Zij daarentegen — welke dankbaarheid bewijzen zij u, o almachtige Zoon Gods?
O Jezus, — laat het mij maar zeggen — gij bemint de menschen al te teeder, omdat gij hun welzijn boven uwe eigene eer stelt. Wist gij dan niet,
*) Hel begin van dit gebed is genomen uit de eerste orerwegiug der notene, door den H. Alphonsus ter eere van bet H. Hart van Jezus opgesteld.
amp;-
— 321 —
welke verachting ii voor deze vindingrijkheid uwer liefde wachtte ? Ik weet het, en gij hebt het nog vroeger geweten, dat de meeste menschen u niet aanbidden en u niet zouden erkennen voor dengene, die gij zijt!
Ik weet, dat de menschen, dikwijls zelfs zoo ver gegaan zijn, van de heilige hostiën met voeten te treden en die op den grond, in het water en in het vuur te werpen. En, o schande! zelfs de moesten van hen, die aan u gelooven, in plaats van door hunne hulde deze misdaden te herstellen, komen slechts in de kerk om u door hunne oneerbiedigheid nog meer te be-leedigen, of wel zij laten u op hot altaar alleen, somtijds zonder godslamp en de noodzakelijkste sieraden!
O mocht ik, o mijn allerliefste Verlosser, met mijne tranen, ja met mijn bloed die ongelukkige plaatsen kunnen wasschen, waar uw liefderijk Hart in dit Sacrament zoo zwaar beleedigd werd! Zoo mij dit echter niet gegeven is, zoo wenscli ik ten minste, o mijn God, en maak het voornemen om u,
-ca
21
— 322 —
tot ecrlierstol voor de beloedigingen, welke rle menschen u in dit Sacrament aandoen, dikwijls te bezoeken en te aanbidden, gelijk ik nu doe. Neem, o hemelsche Vader, de geringe eerbe-wijzing, welke ik, de ellendigste aller menschen, u aanbied tot eerherstel der euveldaden en beleedigingen tegen uw Zoon, genadig aan: aanvaard haar in vereeniging met de oneindige eer, welke Jezus u aan het kruis gebracht heeft en nog dagelijks in het H. Sacrament bewijst. O Jezus, ouder broodsgestalte verborgen, konde ik toch bewerken, dat alle menschen door liefde jegens het H. Sacrament ontvlamd werden. Maak gij, mijn beminnenswaardige Verlosser, dat gij gekend en bemind wordt.
Toewijding.
O Jezus, gij hebt niet geweigerd uw bloed en leven voor mij ten offer te brengen, en zou ik dan weigeren u mijn ellendig hart toe te wijden? Neen, mijn lieve Zaligmaker, ik wijd het u geheel en al toe en breng u ook mijn ganschen wil; neem mijn amp;_____c5:
— 323 —
offer aan en beschik over mij, gelijk gij verkiest. Ik hob en vermag niets; maar ik heb dit hart, dat gij mij gegeven hebt en dat niemand mij ontnemen kan ; men kan mij herooven van mijne bezittingen, van mijn bloed, van mijn leven, maar niet van mijn hart. Met dit hart kan ik u, met dit hart wil ik ii beminnen.
Ik bid u, o mijn God , leer mij de volmaakte zelfverloochening; gij hebt mij in uwe goedheid het verlangen naar zuivere liefde voor u ingestort; leer mij dan ook, wat ik doen moet om haar te verkrijgen. Ik ben vast besloten u te behagen; om dit echter ten uitvoer te leggen, verwacht en wensch ik uwe hulp. Het is uwe taak, o liefderijk Hart van Jezus, om mijn arm hart, dat tot nu toe zoo ondankbaar jegens u, en door eigen schuld van uwe genade beroofd was, gani=cli het uwe te maken. Ik smeek u, laat mijn hart geheel door liefde tot u ontvlamd worden, even gelijk het uwe uit liefde tot mij ontvlamd is. Laat mijn wil met den uwen
geheel één worden om slechts datgene amp;____
— 324 —
te willen, wat gij wilt; o, laat van heden uw heilige wil het richtsnoer van al mijn werken, denken en wen-schen zijn. Ik hoop, o mijn God en Heer, gij zult mij de genade ter uitvoering van het besluit, dat; ik heden aan uwe voeten gemaakt heb, niet weigeren: alles namelijk, wat gij mij in leven en sterven zult gelieven over te zenden, geduldig aan te nemen.
Gelukkig gij, o onbevlekte maagd Maria! Uw hart was altoos één met het Hart van Jezus! Ik smeek u, o mijne Moeder, verkrijg mij de genade om voortaan niets anders te willen en te begeeren dan wat Jezus wil, dan wat gij wenscht. Amen.
Opdracht van Jezus' goddelijk Hart.
(28ite bezoek.)
O hemelsche Vader, ik draag u heden alle deugden, alle verzuchtingen en gevoelens van het Hart van uwen lieven Jezus op. Zijne verdiensten be-hooren mij toe, aangezien hij ze mij geschonken heeft; neem se dan voor mij aan en geef mij om hunnentwille
fe_____cü
tic gcnaflen, welke Jezus voor mij verlangt. Door deze verdiensten bedank ik ii voor uwe groote goedgunstigheden jegens mij; door haar schenk ik u voldoening voor mijne zondenschulden; door haar hoop ik van u al deze genaden: de vergeving, de volharding, den hemel, en het grootste geschenk, wat wij ooit kunnen ontvangen, eene zuivere liefde voor u. Amen.
Aanbidding, Dankzegging, Bede.
(23ste bezoek.)
0 allerliefderijkst Hart van mijnen Jezus, bronader aller Sacramenten en vooral van het Sacrament van liefde, laat mij heden met u spreken? O kon ik u in dezelfde mate eeren en verheerlijken, gelijk gij in het Sacrament onzer altaren uwen hemelschen Vader eert on verheerlijkt. Ik weet, dat gij op dit altaar mij dezelfde liefde toedraagt, welke u eertijds bezielde, toen gij onder de grootste smarten uw leven voor mij aan het kruis ton offer bracht. Verlicht, o goddelijk Hart, hen, die u niet kennen en breng hen fc—__ca
tot uwe kennis. Verlos door uwe verdiensten of verkwik ten minste de lijdende zielen in liet vagevuur, zij zijn immers reeds voor altoos uwe bruiden. Ik aanbid u, ik dunk u, ik bemin u in vereeniging met alle zielen , welke u op aarde en in den hemel beminnen. O allerzuiverst Hart, zuiver mijn hart van alle gehechtheid aan de schepselen en vervul het met uwe heilige liefde. O allerzoetst Hart, neem mijn hart geheel en al in bezit, opdat het u van nu af aan toebehoore en zeggen kunne: »Wie zal mij scheiden van de liefde Gods, welke in Jezus Christus is?quot; O allerheiligst Hart, schrijf in miju hart het bitter lijden, dat gij zoo vele jaren op aarde met de meeste liefde verduurd heb, opdat ik voortaan op het gezicht daarvan alle lijden des levens ter liefde van u verdrage, of ten minste geduldig aanneme. ü allernederigst Hart van Jezus, verleen mij iets van uwe nederigheid! O zachtmoedigst Hart, laat mij deelen in uwe zachtmoedigheid. Verban uit mijn hart alles, wat u mishaagt. Bekeer het geheel tot u, op-1-i____lt;Ü
lt;p--—-£
dat het niets wille of wensche, clan alleen wat Gij wilt. Kortom, verleen mij de genade slechts te leven om u te gehoorzamen, u te beminnen en u te beiiagen. Mijne schulden, ik weet het, alsook mijne verplichtingen jegens u zijn zeer groot, zelfs wanneer ik uit liefde tot u verteerde en mij zeiven vernietigde, dan was het nog te weinig!
Schietgebed.
O Hart van mijn Jezus, Gij alleen zijt de koning mijns harten.
Vurige uitstortingen des harten.
O allerbeminnenswaardig Hart van mijn Verlosser, zetel aller deugden, bronwel aller genaden, gloeiende oven, waarin alle heilige zielen in goddelijke liefde ontbranden, voorwerp van het hoogste welbehagen des eeuwigen Vaders, toevlucht der treurenden en woonplaats der godminnende zielen! O Hart, waardig om over alle harten te hcer-schen en hunne liefde te bezitten! O Hart, dat aan het kruis door de lans amp;--——--lt;2
— 328 —
mijner zonden, later echter, door de lans uwer liefde tot mij verwond, steeds op onze altaren tegenwoordig blijft! ü Hart, dat de menschen zoo allerhartelijkst bemint, van hen echter slechts zwakke wederliefde ontvangt, maak. een einde aan die groote on dankbaarheid en ontvlam onze harten met brandende liefde voor u! quot;O, dat het mij gegeven ware de geheele wereld door te trekken om de genaden, de vertroostingen en de schatten kenbaar te maken, welke gij uwen oprechten vrienden op verkwistende wijze toedeelt! Neem het verlangen, dat ik koester, genadig aan; o laat alle harten toch van liefde voor u gloeien! O goddelijk Hart, wees mijn troost in smart, mijne rust in den arbeid, mijn toeverlaat in benauwdheden, mijne haven in den storm. Ik wijd u mijn lichaam en mijne ziel toe, mijn hart, mijnen wil, mijn leven, alles wat ik ben. Ik vereenig al mijne gedachten, gevoelens en verlangens met de uwe. O Hemelsche Vader, ik offer u de zuivere gevoelens op van Jezus' H. Hart; want zoo gij de mijnen ook al ver- | KJ----cS
werpt, de gevoelens van uw Zoon, die de Heiligheid zelve is, kunt gij niet verstooteu. O laat dezen u tocli eerherstel geven voor alles, wat mij ontbreekt, laat dezen mij ook welbehaaglijk maken in uwe oogen.
Jk
lO. Gebeden ter eere der irller-zaliggte ifSaagd en Moeder Gods Maria.
LOFVERHEFFING.
0 mijne onbevlekte Koningin! ik verheug mij., dat ik u met zulk ecne smettelooze reinheid versierd zie. Ik dank onzen almachtigen Schepper en maak het voornemen hem altoos daarvoor te bedanken , dat hij u voor elke zondensmet bewaard heeft; dit toch geloof ik vastelijk, ja ik ben bereid, zoo noodig, mijn leven ten offer te brengen, om het groote en bij uitzondering aan u verleende voorrecht uwer onbevlekte ontvangenis te verdedigen. Hoe gaarne zoude ik willen,
dat de geheele wereld u erkende als amp;------
.--- ■
— 330 —
hot heerlijk morgenrood, dat steeds met het goddelijk Licht versierd te voorschijn treedt; als de Ark des Hei Is, die voor de algemeene schipbreuk der zonden bewaard bleef; als de volmaakte, vlekkelooze duive, gelijk u uw goddelijke Bruidegom noemde; als die gesloten tuin, waarbinnen God zijn vermaak vond; als die verzegelde bron, welker water de vijand nimmer vermocht te bederven: en eindelijk als die schoone lelie onder de doornen, die gij inderdaad zijt, omdat gij, ofschoon geboren onder de kinderen van Adam, die allen met de zonde besmeurd en als vijanden Go'ls ter wereld komen, geheel vlekkeloos verschijnt op aarde: geheel zuiver, altijd en in alles de vriendin van uwen Schepper. Sta mij dan toe u te prijzen, gelijk God zelf u geprezen heeft: «Gij zijt geheel schoon mijne vriendin, en er is geene vlek in u.1' (Hoogl. 4.) O allerreinste, meest witte, schoonste duif, onafscheidelijke vriendin van God! oHoe schoon zijt gij, mijne Vriendin, hoe 'schoon zijt gij!quot;
(Hoogl. 1.) O onbevlekte Maagd, aller-______
-c2
zoetste en beminnenswaardigste Maria, die zoo schoon zijt in de oogen van God, gewaanlig u eenen ontfermenden blik te werpen op de afschuwelijke zonden mijner ziel; zie mij aan, heb medelijden met mij en genees mij. O zoete magneet der harten! tivk ook mijn ellendig hart tot u. O gij, die van het eerste oogenblik uws levens af zuiver en schoon voor God verschenen zijt, ontferm u over mij , die niet alleen in zonde geboren ben, maai- ook sedert ik gedoopt werd mijne ziel opnieuw heb besmeurd. Wat toch zoude God u kunnen weigeren, die u tot zijne Dochter, tot zijne Moeder, tot zijne Bruid heeft uitverkoren en u daarom voor alle smet bewaard en u in zijne liefde boven alle schepselen bevoorrecht heeft? O onbevlekte Maagd, gij moet mij redden: laat ik u dan ook met den H. Philippus Nerius toeroepen: maak, dat ik steeds aan u denke en vergeet mij niet. Hot komt mij voor , alsof ik nog duizend jaar hier beneden moet leven, zoozeer haak ik er naar uwe schoonheid in den hemel te aanschouwen, ten einde
amp;-
■(p----^
ii daar nog meer te loven en lief te hebben; o Maria, mijne Moeder, mijne Koningin, mijne zeer geliefde, gij zijt geheel schoon, geheel zoet, geheel zuiver, zonder eenige vlek! Amen.
DANKZEGGING.
Ik bedank u, o mijn liefderijkste Moeder , voor al liet goede, dat gij mij ongelukkigen slaaf der hel, bewezen hebt. O Koningin, uit hoevelc gevaren hebt gij' mij gered! Hoeveel licht en ontferming hebt gij mij niet van God verkregen! Welk goed en welke eerbewijzen hebt gij van mij ontvangen, dat gij mij zoo met weldaden wildet overladen? Uwe goedheid alleen heeft u daartoe bewogen. O , wanneer ik ook bloed en leven voor u ten offer bracht, dan was het nog maar weinig in vergelijking met hetgecr. ik u schuldig ben, aangezien gij mij van den eeuwigen dood gered hebt, aangezien gij mij, zooals ik vertrouw, Gods genade hebt laten terugvinden, kortom, omdat ik aan u mijn geluk geheel en al te danken heb. O meest beminnens-fe—----di
— 333 —
waardige Vrouwe, ik armzalige kan het ii op geene andere wijze vergelden dan dooi' u altoos te loven en te beminnen. O, o, versmaad de liefde van een armen zondaar niet, die door uwe goedheid geheel en al verrukt is. Is mijn hart, omdat het besmeurd en vol aardsehe genegenheden is, niet waardig u te beminnen, gij kunt het veranderen; doe het dan ook! Hecht mij aan mijnen God en koten mij zóó aan Hem vast, dat ik nooit meer van zijne liefde gescheiden worde. Gij verlangt van mij, dat ik God beminne; en zie, dit te kunnen, verlang ik juist van u. Geef, dat ik u beminne en dat ik u altoos beminne, want anders verlang ik niets. Amen.
AKTE VAN KIXDERLUKE LIEFDE.
O Koningin, die door uwe liefde en goedgunstigheid jegens uwe dienaren alle harten rooft, roof ook mijn hart, dat vurig verlangt u te beminnen. Gij, o lieve Moeder, hebt zelfs een God door uwe schoonheid verrukt, en Hem uit den hemel in uwen schoot doen neder-
— 334 —
dalen, en zou ik dan kunnen leven zonder u te beminnen? Neen, roep ik uit met uwen beminden zoon Joannes Berchmans: »Ik wil niet rusten, tot ik verzekerd ben, liefde, en wel eene volhardende en vurige liefde totumi mijn liart te koesteren!quot; Gij zijt toch mijne Moeder, die ondanks mijne ondankbaarheid mij zoo teederlijk bemind hebt! O Maria, hoe zoude het nu met mij gesteld zijn, indien gij mij niet bemind en mij niet zulke groote barmhartigheid bewezen hadt ? Als gij mij dus zoozeer bemind hebt, toen ik u niet liefhad, wat mag ik dan wel niet van uwe goedheid hopen, nu ik u bemin ? Ik bemin u, o mijne Moeder, en verlangde een hart te hebben, dat u beminde voor alle ongelukkigen, die zulks verzuimen te doen. O hoe wenschte ik eene tong te hebben, die u als duizend tongen kon loven, oir al uwe groot-heder , uwe heiligheid, uwe barmhartigheid en liefde voor uwe vrienden bekend te maken. Zo.) ik rijkdommen bezat, ik zou ze geheel voor uwe eer gebruiken. Plad ik onderhoorigen, ik amp;-------cSi
s-95
zou ze allen met liefde en vereering voor u vervullen. O mocht ik eindelijk, zoo het noodig ware, voor u en uwe eer mijn leven opofferen. Ik bemin u dus. o mijne Moeder, maar tegelijk vrees ik, dat ik u niet bemin, want ik hoor zeggen: De liefde maakt den minnaar aan de beminde gelijk. Indien ik nu zoo zeer van u verschil, dan bewijst zulks, dat ik u niet bemin. Gij zijt zoo zuiver, ik zoo onkuisch; gij zoo nederig, ik zoo hoovaardig; gij zoo heilig, ik zoo vol zonden! Doch daarom moet gij mij juist ter hulp komen, o Maria! Gij moet mij aan u gelijkvormig maken, daar gij mij bemint; gij hebt de macht de harten te veranderen; neem dan mijn hart en verander het. Laat de wereld aanschouwen , wat gij ten gunste uwer dienaren vermoogt. Maak een heilige van mij, maak mij een waardig kind van u. Amen.
TOEWIJDING AAN' MARIA.
Heilige Maagd en Moeder Gods Maria! Ik N. N., vervoerd door uwe wonderbare amp;__ca
quot;lt;3
-ógt;.
goedheid en door het verlangen om u te dienen, hoewel ik die genade onwaardig ben, verkies u in tegenwoordigheid van mijn Engelbewaarder en van geheel het hemelsch Hof tot mijne bijzondere Koningin, Voorspreekster en Moeder. Ik neem mij vastelijk voor, u voortaan altoos lief te hebben, altoos te dienen en mijn best te doen, dat ook anderen u beminnen en dienen. Bij het bloed, dat uw Zoon voor mij vergoten heeft, bid ik u. Heilige Moeder Gods en mijne beste er. meest beminnenswaardige Moeder, neem mij voor altijd als uw zoon en dienaar onder het getal uwer vereerders aan; sta mij ter zijde bij al mijn denken, spreken en handelen, in alle oogenblikken mijns levens ; laat al mijn doen en laten tot Gods meerdere eei verstrekken; maak dat ik, door uwe bemiddeling geholpen, mijn lieven Jezus nimmer meer be-leedige, maar Hem daarentegen ver-heerlijke en beminne in dit leven; laat mij ook u beminnen, mijne allerliefste en dierbaarste Moeder, om u beiden daarna in den hemel te beminnen en
fc-
-CJ ---
te aanschouwen van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
Maria, Moeder , 'k laat mijn ziel nu in uwe armen , Wil over haar u nu en bij den dood erbarmen..
SMEEKGEBED TOT HET H. HART VAN MARIA.
0 allerreinste Maagd Maria, met eerbied vervuld groet ik uw allerheiligst Hart, de blijdschap en de rustplaats van God, dat hart vol ootmoed, zuiverheid en goddelijke liefde. Ik, arme zondaar, nader tot u met oen hart bezoedeld en vol wonden. Verstoot het niet, o Moeder der barmhartigheid, maar laat het u tot grootere ontferming aansporen en kom mij te hulp. Zoek echter noch deugd, noch verdiensten bij mij, welke u daartoe zullen bewegen. Ik ben een ellendig zondaar en verdien niets anders dan de hel. Ik smeek u, let alleen op het vertrouwen, dat ik op u gesteld heb en op mijn besluit om mij te beteren. Beschouw, wat Jezus voor mij gedaan en geleden heeft, en, als gij het dan van uw hart verkrijgen kunt, moogt gij mij verlaten! Ik breng u alle smarten zijns levens in herinnering: de koude
'amp;gt;_ca
22
_ 338 —
■welke hij in den stal van Bethlehem geleden heeft; zijne vlucht naar Egypte; het bloed, dat hij vergoten heeft; zijne armoede . zij11 bloedig zweet, zijne droefheid en den dood, dien hij onder uwe oogen uit liefde voor mij verduurd heeft; om de liefde van Jezus , wees op mijn heil bedacht! O mijne Moeder, ik wil en mag niet vreezen, dat gij mij zult afwijzen nu ik tot u kom en u om hulp smeek. Zoo ik toch aan deze vrees toegaf, zoude ik uwe- barmhartigheid , welke de ongelukkigen opzoekt om ze ter hulp te komen, te kort doen. O Koningin, ontzeg hem uwe goedgunstige hulp niet, wien Jezus zijn bloed niet weigerde. Dc verdiensten van zijn bloed zullen niet op mij toegepast worden, indien gij mij niet aan God aanbeveelt. Van u hoop ik mijne zaligheid. Ik vraag u niet om rijkdom, eerbetoon of andere wereldsche goederen; ik vraag u slechts om de genade Gods, de liefde tot uwen Zoon, het volbrengen van zijnen H. Wil, om hem daar boven eeuwig te blijven beminnen. Zou het
p-
u wel mogelijk zijn, mij niet te verhooren? Neen, gij verhoort mij reeds nu, zoo hoop ik; gij bidt reeds voor mij, verkrijgt mij reeds de ge-wenschte genaden, neemt mij reeds onder uwe bescherming! O mijne Moeder , verlaat mij niet, ga voort, ga voort met voor mij te bidden, totdat ik mij in de zaligheid des hemels aan uwe voeten nederwerpe om u daarvoor eeuwig te prijzen en te danken. Amen.
GEBED OP HET FEEST VAN MARIA'S ONBEVLEKTE ONTVANGENIS.
(Zie bladz. 329.)
GEBED OP MARIA nOODSCIIAP.
0 onbevlekte en heilige Maagd, allèrnederigst, maar in Gods ■ oogen meest edel schepsel! Gij waart zoo gering in uwe eigene, doch zoo groot in Gods oogen, dat hij u tot zijne Moeder verkoos en tot Koningin van hemel en aarde maakte. Ik dank den Heer voor uwe hooge verheffing, en verheug mij met u over uwe ver-
fc-
— 340 —
eeniging mot God, welke zoo innig is als zij aan een louter schepsel verleend kan worden. Ik ellendig schepsel, die bij mijne vele zonden nog zoo trotsch ben, schaam mij voor u te verschijnen , voor u, die bij alle uwe -edele voorrediten zoo nederig zijt. Zoo ellendig als ik ben, wil ik toch den groet tot u lichten: »Wees gegroet, Maria, vol van genade.quot; O gij, die geheel overvloeit van genaden; verleen ook mij daarin een aandeel. »De Heer is met u.quot; God de Heer, die van het eerste oogenblik uwer wording altoos met u was, heeft zich inniger met u vereenigd, toen hij uw Zoon werd. «Gezegend zijt gij boven alle vrouwen.quot; O verwerf mij ook den zegen Gods, gij Vrouwe, gezegend boven alle vrouwen! »En gezegend is de vrucht uws liehaamsquot; O zalige plant, die zoo edele en heilige vrucht voor de wereld heeft voortgebracht. «Heilige Maria, Moeder Godsquot;, ik verklaar, dat gij waarlijk de Moeder van God zijt en dat ik bereid ben mijn leven voor deze waarheid duizendmaal ten ofler
-lt;2
fc-
amp;-lt;3
te brengen. »Bid voor ons zondaars.quot; Daar gij dan de Moedor Gods zijt, zoo zijt gij ook de moedor van ons heil, de moeder van ons arme zondaars; want om de zondaars zalig te maken is God mensch geworden , en hij heeft u tot zijne moeder gemaakt, opdat gij eiken zondaar zoudt kunnen helpen. Welaan dan Maria, bid voor ons »tiu en in het uur van onzen dood.quot; Bid altoos voor ons; bid voor ons gedurende ons leven, te midden van zoo vele !bekoringen en gevaren van God te verliezen; maar voornamelijk, bid voor ons in het uur van onzen dood, wanneer wij op het punt staan, deze wereld te verlaten en voor Gods rechterstoel te verschijnen, bid dan voor ons, opdat wij, door de- verdiensten van Jezus Christus en uwe voorspraak, zalig worden en, van het gevaar der eeuwige verdoemenis bevrijd, u met uwen Zoon iu den hemel begroeten mogen en prijzen iu eeuwigheid. Amen.
-cÖ
— 342 —
GEBED OP MARIA HEMELVAART.
O heilige, edele, glorievolle Koningin, aan den voet van uwen troon neergeknield , groeten wij u eerbiedig van uit dit tranendal. Wij verheugen ons over de onmetelijke heerlijkheid, welke God u verleend heeft. Ach, vergeet thans ons uwe arme dienaren niet, terwijl gij tot koningin des hemels en der aarde verheven zijt. Gewaardig u van uwen edelen koninklijken troon ons ellendigen met uwe barmhartige oogen gade te slaan. Hoe dichter gij bij de bron der genaden zijt, des te meer kunt gij ons die toedeelen. In den hemel ziet gij ook beter onze ellende en moet gij u dus ook te spoediger over ons ontfermen» en ons krachtiger ter hulp snellen. Laat ons toch op aarde getrouwe dienaars van u zijn, opdat wij u eenmaal in den hemel mogen lofzingen. Op dezen dag, waarop gij tot koningin der wereld verheven zijt, wijden wij ons ook aan uwen dienst toe. Troost ons, heden tot uwen troon verheven, en neem
— 243 —
ons onder het getal uwer dienaren op. O ja, gij zijt onze Moeder. Ach allerzoetste , meest beminnenswaardige moeder, vele menschen scharen zich heden rondom uwe altaren; de een bidt u om genezing eener ziekte, een ander om hulp in zijnen nood, deze om een goeden oogst, gene om eene goede uitkomst van een proces. Wij echter bidden u om genaden, welke u veel meer ter harte gaan: verwerf ons ootmoed, verachting der wereld, over-geving aan Gods H. Wil; smeek voor ons om de vreeze des Heeren, om een zaligen dood en het hemelsch paradijs. O koningin, maak ons van zondaren tot heiligen, bewerk dit wonder; het zal u meer verheerlijken dan wanneer gij aan duizend blinden het gezicht, aan duizend dooden het leven zoudt wedergeven. Gij zijt zoo machtig bij God, gij behoeft hem slechts te zeggen, dat gij zijn lieve Moeder, dat gij vol van genaden zijt; wat toch zal hij u kunnen weigeren. O allerschoonste koningin , wij maken geen aanspraak u op de aarde te aanschouwen; in den
— 344 —
hemel echter willen wij u aanschouwen en dat moet gij ons verkrijgen. Daarop stellen wij onze onwrikbare hoop. Amen. Amen.
GEBED TOT DE MOEDER VAN SMAKTEN.
O bedrukte Moeder, koningin der martelaren, koningin van smarten ! Toen uw Zoon voor mijne zaligheid stierf, ween-det gij zoo bitter: maar wat zouden uwe tranen baten als ik verloren ging? Om de verdiensten uwors marten, smeek ik u, verleen mij een waar berouw over mijne zonden en eene oprechte verbetering mijns levens, verkrijg mij een voortdurend en teeder medelijden met het lijden van Jezus en met uwe smarten. Aangezien uw Jezus en gij oi.n mijnentwil onschuldig zoo wreede pijnen geleden hebt, zoo verleen mij, dat ik, die de hel verdiend heb, uit liefde tot u ten minste iets lijde! O lieve Vrouw, roep ik u toe met den H. lionaventura, zoo ik jegens u misdaan heb, dan moet gij ook volgens recht mijn hart doorwonden; zoo ik
amp;
u godiend heb, dan vraag ik wonden tot bdooning. Het is voor mij een smadelijk verwijt, mijnen Heer Jezus Vol wonden, u met liem verwond en mij-zelven daarentegen zonder wonden te zien. Eindelijk smeek ik u, o Moeder, om de smart, welke gij onder-vondt toen uw Zoon voor uwe oogen in de hevigste droefheid zijn hoofd boog en aan het kruis stierf: verkrijg voor mij een zaligen dood. O, gij voorspreekster der zondaren , verzuim dan niet mijne bedroefde en worstelende ziel bij den beslissenden overgang naaide eeuwigheid bij te staan. Mogelijk zal ik dan spraak en stem verloren hebben, zoodat ik uw naam en den naam van Jezus, welke geheel en al mijne hoop uitmaken, niet meer kan aanroepen; daarom bid ik reeds nu , uwen Zoon en u, mij in dat laatste uur te willen helpen, en zeg: Jezus en Maria, ik beveel u mijne ziel. Amen.
-lt;3
if-
11. Oebeden ter ccrc van ee»ige Heiligen.
UEBED TEH EERE VAN DEN H. MICHAEL.
0 heilige Aartsengel, de hel heeft zoo vele wapenen, waarmede zij mij in het stervensuur zal aanranden: vooreerst mijne zonden van welke zij zich zal zoeken te bedienen, om mij tot wanhoop te brengen; dan ook nog lie verschrikkelijke bekoringen, waardoor zij mij tot het hervallen in de zonden zal pogen te verleiden. Gij hebt de overwinning behaald over mijne hevigste vijanden en ze uit den hemel verdreven: kom, en overmeester ze andermaal voor mij en verwijder ze verre van mij in het alles beslissende laatste oogenblik. O, verhoor mijne bede, ik smeek er u om bij de groote liefde, welke God u toedraagt en bij uwen gloeienden ijver voor zijne eer. O Maria, koningin der engelen, beveel den heiligen Michaël mij bij te staan in mijn laatste uur. Amen.
Negen maal Glorie zij den Vader, enz. amp;_______,-
TOT DEN H. ENGELBEWAARDER.
Ik dank u, o mijn heilige Engel, vorst des hemels, u, die mij zoo vele jaren hebt bijgestaan! Helaas, dikwijls heb ik u vergeten; gij echter hieldt niet op aan mij te denken. Ik weet niet, hoe lang de weg is, die ik nog heb af te leggen alvorens de eeuwigheid binnen te gaan. O mijn liefderijke beschermer! geleid mij op dien weg naar den hemel en verleen mij uwe hulp, totdat gij mij in het rijk der uitverkorenen zult binnengevoerd hebben , waar ik mij eeuwig in uw gezelschap in het aanschouwen van God zal verheugen. Amen.
TOT DEN 11. JOZEF.
O heilige Patriarch, gij geniet thans op een verheerlijkten troon, in de nabijheid van uwen lieven Jezus, die u op aarde onderdanig was, de gelukzaligheid des hemels. Zie, ik leef te midden van hevige vijanden, den duivel en booze hartstochten; zij bestormen mij aanhoudend om mij de ge-amp;,----—.—--,-
nade Gods te ontrooven; O heb medelijden met mij. Om de 'genade, « op aarde verleend, waardoor gij u in het voortdurend gezelschap van Jezus en Maria hebt mo^en ■ verheugen, smeek ik u, verwerf mij de genade o'm de overige dagen mijns levens altoos met God vereenigd te blijven, de aanvallen der hel te wederstaan en in de liefde van Jezus en Maria te sterven, opdat ik mij eenmaal met u ia hun gezelschap in het rijk der zaligen verblijden moge. Amen.
* GEBED TER EERE DER HH. APOSTELEN PETRUS EN PAULUS.
Heilige Apostelen, Petrus en Paulus, hoezeer bewonder ik het grootsche werk, dat God door u heeft voltrokken! Door ii en de andere apostelen is de Kerk gegrondvest; op u als de grondslagen en op Christus als hoeksteen is zij opgetrokken en zal zij tot het einde der dagen blijven bestaan. O God, ik dank u, dat gij mij tot deze Kerk geroepen hebt, dat gij mij |
— 349 —
de genade gegeven hebt van te geloo-ven en mij nederig aan de kerkelijke overheid te onderwerpen. En gij, HH. Apostelen , bidt voor mij , dat ik de voorschriften van onzen heiligen godsdienst getrouw naïeve en allerijverigst naar de christelijke volmaaktheid streve. Bidt voor de geheele Kerk, voor den paus, voor alle bisschoppen, voor alle geestelijken en voor het christenvolk, opdat zij onwrikbaar vaststaan in het geloof en door hunnen levenswandel den godsdienst tot eer verstrekken; bidt ook, dat de Kerk zich immer hechter grondveste onder hare belijderen, en door de geheele wereld zich meer en meer verbreide; bidt voor ons, opdat wij allen ons geloof met woord en daad verheugd belijden. Amen.
* TOT DEN H. WILLEBRORDUS.
Heilige Willebrordus, aan uwen ijvervollen arbeid dankt een groot deel van ons vaderland het christelijk geloof, waarvoor gij op onzen bodem zelfs
uw leven ten offer bracht. Ik bewon-amp;_____
__ 350 —
der de genade, die zoo sterk in u leefde en zoovele groote dingen door u nit-werktc; ik dank God voor de onscliat-bare weldaden, welke hij zijn volk door uwe bemiddeling heeft toegezonden. Zie met liefde op het groo te werk 'neder, dat gij met Gods hulp hebt voortgebracht, behoud en versterk het door Gods genade, welke gij over hetzelve gelieft af te smeeken. Bid voor onze bisschoppen, opdat zij hunne kudden met wijsheid en ijver regeeren; bid voor de priesters, opdat zij de hun toevertrouwde geloovigen in de ware leer onderrichten , door de HH. Sacramenten heiligen en door hun voorbeeld aansporen. Bid voor mij, dat ik mijn katholiek Geloof niet slechts inwendig beware en uitwendig belijde , maar ook volgens mijn geloof leve. Verkrijg mij die deugden, welke mij als christen bijzonder moeten versieren; trouw en gehoorzaamheid jegens Gods geboden, ootmoed, kuischheid en zuiverheid des harten, ijver voor het heil mijner ziel en dat mijns evennaasten. Bid ook voor ons vaderland, laat ongeloof en dwaal-
amp;- -=3
leer ophouden, het ware Geloof zich uitbreiden en de Kerk alom krachtig bloeien, en eenheid en wederkeerige liefde ons allen gelukkig maken. Amen.
TOT DE H. TERESIA.
O H. Teresia, thans zijn uwe zuchten verhoord, uw verlangen is voldaan, uwe liefde bevredigd. Gij zijt niet meer in het ballingsoord, gij woont nu in het oord van rust. In dat dierbare vaderland haakt gij niet meer naar den eindpaal des levens; want gij bezit het ware leven, dat volmaakt en voor eeuwig uw hart verzadigt en het niets verder laat begeeren. Reeds geniet gij dat Goed, dat. gij zoo bemindet; reeds bemint gij dien God, dien gij zoo zocht; reeds bezit gij die liefde, naar welke gij zoo zeer verlangdet. Ik verheug mij derhalve met u en dank den Heer, dat Hij u reeds als zijne eeuwige Bruid met grootc heerlijkheid in 's hemels burcht gekroond heeft. Vergeet ons armen evenwel niet in uwe glorie, heb medelijden met ons, wij die nog in dit tranendal, te midden der groote gevaren amp; __________ca
— 352 —
van God te verliezen, rondtrokken en verzuchten. Kom ons medelijdend ter hulp en verkrijg ons van Jezus, dat hij ons de zware zonden, die wij tot lieden begaan hebben, vergeve. Bid, dat Hij ons bevrijde van alle aardsche verkleefdheid, die ons zou kunnen beletten. Hem eenmaal in den hemel eeuwig te beminnen. Amen.
13. (Jebeden voor itiidcircii.
VOOIt DE ZIELEN IN' HET VAGEVUUR.
Voorbidder. O allerliefste Jezus, om het bloedig zweet, dat gij in den hof van Gethsemani vergoten hebt, ontferm u over de zielen in liet vagevuur.
Allen. Ontferm u over haar, o Heer, ontferm u over haar.
V. O allerliefste Jezus, om do smarten, welke gij bij uwe gruwelijke gee-seling geleden hebt, ontferm u over de zielen in het vagevuur.
A. Ontferm enz.
V. O allerliefste Jezus, om de smar-,è---1
ten, welke gij bij de pijnlijke doornenkroning hebt uitgestaan, ontferm u over de zielen in het vagevuur ,
O allerliefste Jezus, om de smarten, welke gij bij het dragen van uw kruis geleden hebt, ontferm u over de zielen in het vagevuur,
O allerliefste Jezus, om de smarten, die gij bij uwe wreedaardige kruisiging ondervonden hebt, ontferm u over de zielen in het vagevuur,
O allerliefste Jezus, om de smarten , welke gij in uwen bittoren doodstrijd verduurd hebt, ontferm u over de zielen in het vagevuur,
O allerliefste Jezus, om de allerhevigste smart, welke gij hebt uitgestaan , toen gij uwe gezegende ziel in de handen van uwen hesnel-schen Va ler overgaaft. ontferm u over de zielen in het vagevuur.
Laf mi we ook ons zeiven aan de geloorige zielen aanbevelen :
O gezegende zielen, wij hebben voor u gebeden; gij zijt zoo aangenaam aan
amp;----ó
23
God en nu zijt gij verzekerd hem nooit meer te verliezen; bid nu ook voor ons, arme stervelingen, die nog in gevaar verkeeren onzen God te verliezen en voor eeuwig verloren te gaan.
Geheel.
O God, die zoo gaarne vergeving schenkt en de liefderijlio vriend zijt van de zaligheid der menschen, wij smeeken uwe goedertierene liefde , dat gij onze broeders, bloedverwanten en weldoeners, die uit dit leven zijn heengegaan, door de voorspraak der allerzaligste Maagd Maria en aller Heiligen tot het bezit dei' eeuwige gelukzaligheid wilt doen geraken, door Christus onzen Heer. Amen.
ZtVEX OPOFFERINGEN VAN HET KOSTDAAR BLOED DES IIEEREN.
1. Eeuwige Vader, ik offer u op de verdiensten van het kostbaar Bloed van Jezus, uwen beminden Zoon en mijnen goddelijken Verlosser, voor de uitbreiding en verheffing onzer Moeder, de
fc-
!P-'
— 355 —
H. Kerk, voor liet behoud en liet welzijn van haar zichtbaar opperhoofd, onzen H. Vader don Paus, voor de kardinalen, bisschoppen, zielbestunrders en alle bedienaren van het Heiligdom.
Glorie zij den Vader etc., .erToisnn het
schietgebed ;
U, Jezus, dank ten allen tijd.
Die door uw Bloed ons hebt bevrijd!
2. Eeuwige Vader, il; offer u op de verdiensten van het kostbaar Bloed van Jezus, uwen beminden Zoon en mijnen goddelijken Verlosser, voor den vrede en de eenheid der katholieke koningen en vorsten, voor de vernedering der vijanden van ons heilig geloof en voor het welzijn van het christen volk.
Glorie zij den Vader, enz., gt;is hoven.
3. Eeuwige Vader, ik offer u op de verdiensten van het kostbaar Bloed van Jezus, uwen beminden Zoon en mijnen Goddelijken Verlosser, voor de verlichting der ongeloovigen, voor de uitroeiing der ketterijen en voor de bekeering der zondaren.
amp; lt;2
Glorie zij den Vader, enz., als boren.
4. Eeuwige Vader, ik offer u op de verdiensten van het kostbaar Bloed van Jezus, uwen beminden Zoon en mijnen goddeiijken Verlosser, voor al mijne bloedverwanten, vrienden en vijanden, voor allo noodlijdenden, zieken en bedrukten cn voor allen, voor wie gij weet, dat ik moet en voor wie gij wilt, dat ik zal bidden.
Glorie zij den Vader, enz., als boTcn.
5. Eeuwige Vader, ik offer u op de verdiensten van liet kostbaar Bloed van Jezus, uwen beminden Zoon en mijnen goddeiijken Verlosser, voor allen, die nog dezen dag zullen sterven, opdat gij hen moogt bevrijden van de pijnen der hel, en hen met allen mogelijken spoed gelieft toe te laten tot het bezit uwer heerlijkheid.
Glorie zij den Vader, enz., als hoTm.
6. Eeuwige Vader, ik offer u op de verdiensten van het kostbaar Bloed van Jezus, uwen beminden Zoon en mijnen goddeiijken Verlosser, voor allen, die
| een zoo grooten schat kennen en be-fc_lt;2
-lt;3
-g
rp~
— 357 —
minnen; voor allen, die met mij ver-eenigd zijn om dat H. Bloed to aanbidden en te vereeren; voor allen eindelijk, die zich beijveren om die devotie te verspreiden.
Glorie zij den Vader, enz. 5 als boven.
7. Eeuwige Vader, ik offer u op de verdiensten van het kostbaar Bloed van Jezus, uwen beminden Zoon en mijnen goddelijken Verlosser, voor al mijne geestelijke en lichamelijke noodwendigheden en tot lafenis der geloovige zielen iu het vagevuur, vooral voor die, welke dit H. Bloed, den prijs onzer verlossing, en het smartelijk lijden onzer heilige en zeer beminde Moeder Maria meer bijzonder vereerd hebben.
Glorie zij den Vader, enz., ais boven.
Schietgebed : Geloofd en geprezen zij het allerheiligste Bloed van Jezus, nu en in alle eeuwigheid. Amen.
Telken male een aflaat ran S00 da?cn, en maandelijks een Tollen aflaat. onder de gewone Toorwaardcn.
* GEBED OM HULP.
O genadigste Jezus, gij alleen zijt ons heil, ons leven, onze verrijzenis, fc_c2
Wij bidden u dan, verlaat ons niet in onze angsten en benauwheden, doch om den bitteren doodsangst van uw allerheiligst Hart en om de smarten uwer onbevlekte Moeder, kom uwen dienaren te hulp, die gij door uw dierbaar Bloed verlost hebt.
Eenmaal daags 100 dagen atlaat.
* KORTE OPOFFERING VAN HET KOSTBAAR BLOED ONZES HEEREN.
Eeuwige Vader, ik draag u op het kostbaar Blood van Jezus Christus tot verzoening mijner zonden en voor do noodwendigheden der H. Kerk.
Ttilken male een aflaat ran 100 dagen.
* GEBED VOOR ZIEKEN.
Goddelijke Jezus , menschgeworden Zoon van God, die voor onze zaligheid wildet geboren worden in een stal, uw leven leiden in armoede zorgen en ellenden, en sterven in de bitterste smarten aan het kruis; spreek, bid ik u, op het oogenblik van mijn sterven, aldus tot God, uwen Vader : Vader, vergeef hem; zeg tot uwe lieve Moeder: ziedaar £,---ca
uwen zoon! zeg tot mijne ziel: heden zult gij met mij zijn in het paradijs. Mijn God, mijn God, verlaat mij niet in dat uur. Ik heb dorst: ja, mijn God, mijne ziel dorst naar u, de bron van levend water. Mijn leven gaat als een schaduw voorbij, nog slechts een korte tijd en alles is ten einde. Daarom, o aanbiddelijke Verlosser, stel ik van dit oogenblik af voor de geheele eeuwigheid mijne ziel in uwe handen. O Heer Jezus , neem mijne ziel op. Amen.
Eenmaal daags etn aflaat van 300 dagen.
* GEBED VOOR STERVENDEN.
O genadigste Jezus, minnaar der zielen, ik bezweer u bij den doodsangst van uw allerheiligst Hart en bij de smarten uwer onbevlekte Moeder, reinig in uw Bloed alle zondaars, die nu met den dood worstelen en ven zullen.
O Hart van Jezus, door doodsangst bevangen, ontferm u over de stervenden.
-lt;%
heden nog ster-
Telkenmale een allaat van 100 dogen.
— 360 —
VOOR DE ALGEMEENE BEHOEFTEN DER KERK.
Almachtige en eeuwige God, Heer, hemelsche Vader! Zie met de oogen uwer oneindige barmhartigheid neder op ons hartzeer, onze ellende en onzen nood. Ontferm u over alle christen geloovigen, voor wie uw eenigge-boren Zoon, onze Hoer en Heiland Jezus Christus, zich vrijwillig in de handen der zondaren gesteld, en aan het H. Kruis zijn kostbaar Bloed vergoten heeft. Door de verdiensten van onzen Heer Jezus Christus, smeeken wij u, genadige Vader, de welverdiende straffen, de tegenwoordige en toekomende gevaren, omwenteling, oorlog, duurte , ziekten , bedroefde en slechte tijden van ons af te wenden. Verlicht ook en versterk in het goede onze geestelijke en wereldlijke oversten en bestuurders, opdat zij alles aanwenden, wat tot uw goddelijke eer, tot ons geluk, tot bevordering van den alge-meenen vrede en tot welzijn dor christenheid verstrekken kan. Zegen, o God, fe_
den Opperhorder uwer H. Kerk en onzen Bisschop. Stort overvloedige genaden uit over onzen Koning en over allen, die verwant en verknocht zijn aan het Koninklijk Huis.
Verleen ons, o God van vrede, oprechte eenheid van geloof zonder eenige scheuring of afscheiding. Bekeer onze harten tot boete en verbetering van leven. Ontsteek in ons het vuur uwer liefde; geef ons honger en dorst naar de rechtvaardigheid, opdat wij u als gehoorzame kinderen in leven en sterven behaaglijk en welgevallig zijn. Wij bidden u ook, gelijk gij verlangt o God, voor onze vrienden en vijanden, voor gezonden en zieken, voor alle bedroefde en lijdende christenen, zoo voor levenden als afgestorvenen. Aan u, o Heer, bevelen wij ook voor immer ons doen en laten, onzen handel en wandel, ons leven en sterven. Laat ons hier uwe genaden behouden en eenmaal verdienen u met alle uitverkorenen in eeuwige vreugde en zaligheid te mogen loven en eeren. Schenk ons zulks, o hemelsche Vader, door Jezus Christus, uwen Zoon, amp;---—_lt;£
onzen Heer en Heiland, die God met u en den II. Geest, leeft en regeert in eeuwigheid. Amen.
Dit gebed kan ook . met bijvoeging: Tan vijfmaal het Onze Vader cn Wees gegroet in plaats van de gewone aflaatge-beden dienen.
LITAXIE VAN DEN' ALLERHEILIGSTEN NAAM JEZUS.
Heer, ontferm n onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Jezus, hoor ons.
Jezus, verhoor ons.
God hemelsche Vader, ontferm u onzer. God Zoon, Verlosser der wereld. God H. Geest,
H. Drievuldigheid, één God,
Jezus, Zoon van den levenden God, Jezus, Weerglans des Vaders,
Jezus, glans van het eeuwig Licht, Jezus, Koning der glorie,
Jezus, zon der rechtvaardigheid,
Jezus, Zoon van de Maagd Maria, Beminnelijke Jezus,
fes_
Wonderbare Jezus, ontferm u onzer. Jezus, sterke God ,
Jezus, Vaderder toekomende eeuwen, Jezus, Engel van den groeten raad. Machtigste Jezus,
Geduldigste Jezus,
Gehoorzaamste Jezus,
Jezus, zachtmoedig en ootmoedig
van harte,
Jezus, minnaar der zuiverheid, Jezus, onze minnaar,
Jezus, God des vredes,
Jezus , oorsprong des levens ,
Jezus, voorbeeld aller deugden, Jezus, ij veraar der zielen,
Jezus, onze God,
Jezus, onze toevlucht,
Jezus, Vader der armen,
Jezus., schat der geloovigen,
Jezus, goede Herder,
Jezus, waar Licht,
Jezus, eeuwige Wijsheid,
Jezus, oneindige Goedheid,
Jezus, onze Weg en ons Leven, Jezus, vreugde der Engelen,
Jezus, Koning der Aartsvaders, Jezus, verlichter der Profeten,
---—-----
Jezus, meester der Apostelen, ontferm u onzer!
Jezus, leeraar der Evangelisten, 2 Jezus, sterkte der Martelaren, | % Jezus, licht der Belijders, 1 =
Jezus, reinheid der Maagden, . : § Jezus, kroon van alle Heiligen, 2 Wees ons genadig, spaar ons, o Jezus'! Wees ons genadig, verhoor ons, o Jezus! Wees ons genadig, verlos ons, o Jezus! Van alle kwaad,
Van alle zonde.
Van uwen toorn,
Van alle aanvechtingen des duivels. Van den geest van onkuischheid, Van den eeuwigen dood,
Van het veronachtzamen uwer inspraken ,
Door het geheim uwer II. Mensch-
wording,
Door uwe geboorte.
Door uwe kindsheid,
Door uw goddelijk leven,
Door uwen arbeid.
Door uwen doodsangst en lijden.
Door uw kruis en verlatenheid, '
Door uwe smarten, amp;---é
■fp-----g
Door uwen dood en begrafenis, verlos
ons, o Jezus!
Door uwe opstanding, verlos ons, o Jezus!
Door uwe hemelvaart, verlos ons, o Jezus!
Door uwe vreugden, verlos ons, o Jezus! Door uwe heerlijkheid, verlos ons, o Jezus!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, spaar ons, o Jezus. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, verhoor ons, o Jezus; Lam Góds, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm u onzer, o Jezus. Jezus, hoor ons! Jezus, verhoor ons! Onze Vader, enz.
Heer Jezus Christus, die gezegd hebt; »Vraagt en gij zult verkrijgen; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal worden opengedaanquot;; wij bidden u, verleen ons het vuur uwer goddelijke liefde, opdat wij u uit geheel ons hart, met woorden en werken bemimjen en nooit ophouden u te loven.
Geef, Heer, dat wij uwen heiligen fc__
-ai
naam standvastig vreezen en beminnen, wijl gij nimmer uwe leiding ontzegt aan hen, die gij in uwe standvastige liefde wilt vestigen.
De naam des Heeren zij gezegend.
Van nu af tot in eeuwigheid. .
Laat ons bidden.
0 God, die den roem waard igen naam van Jezus Christus, uwen Zoon en onzen Heer, den geloovigea boven alles liefelijk en aanmoedigend, den kwaden geesten echter vreeswekkend en verschrikkelijk hebt gemaakt: vergun genadiglijk, dat allen, die dezen naam van Jezus op aarde aandachtig vereeren, in dit leven de zoetigheid van zijn heiligen troost genieten, en in het toekomstige do eeuwige vreugde en oneindige zaligheid verkrijgen mogen. Door denzelfden Jezus Christus, onzen Heer. Amen.
LITANIE TOT DEN H. ALPIIONSUS MARIA DE LIGÜOIU.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer. fc_--6
■lt;?-
Heer, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm u onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer.
God, H. Geest, ontferm u onzer. H. Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer.
H. Maria, zonder zonde ontvangen, bid voor ons.
H. Alphonsus, die van uwe vroegste jeugd af een vonrheeld der teederste godsvrucht geweest zijt, bid voor ons. Tot den dood toe van doodzonde |
bewaard,
Verachter der wereld en barer
ijdelheden,
Die in alles den II. wil van
God gevolgd hebt,
Rijk aan schatten der christelijke armoede,
Geduldig in lijden.
Zachtmoedig bij tegenspraak. Dorstig naar de zaligheid der zielen,
O
jï. lt;*
M
Bestrijder der ketterijen.
.ót
£gt;-
-—----lt;3
H. Alphonsus, verdediger van liet katholiek geloof, bid voor ons.
Zonder ophouden bezorgd om den armen het Evangelie te verkondigen,
Troost der bedroefden.
Ervaren in de wetenschap om
de zondaars te bekeeren.
Wijze geleider op den weg dei-
zaligheid ,
Alles voor allen geworden, opdat allen zouden zalig worden. Nieuw sieraad van den gods- g;
dienst, ^
Ijverige verdediger der kerke- 8
lijke tucht,
Gehoorzame ijveraar voor den 3
H. Stoel,
Waakzame Herder over de u
toevertrouwde schapen.
Steeds bezorgd voor het algemeen welzijn der Kerk,
Eer der Priesters en Bisschoppen, Levendig voorbeeld aller deugden ,
Aandachtige vereeróer van het
Kindje Jezus,
amp;____
■lt;P------9
H. Alplionsus, bij het opdragen der H. Mis vaa liefde ontvlamd, bid voor ons.
Vurige aanbidder van Jezus Christus in liet allerheiligste Sacrament,
Vol medelijden voor 't lijden van
Christus,
Ijverige vereerder van de allerheiligste Maagd Maria,
Bij uw prediken met verschij-ningender allerheiligste maagd Maria begunstigd,
In leven en zoden een Engel,
O • O '
Patriarch door uwe bisschoppe-^ lijke zielzorg.
Profeet door de gaaf van mirakelen en voorzeggingen,
Apostel door uw gezegend arbeiden,
Martelaar door uw streng leven. Belijder door uwe heilige werken,
Maagd naar lichaam en geest. Stichter van de Vergadering des
allerhoiligsten Verlossers, Voorbeeld der Missionarissen,
fc------_lt;a
24
— 370 -
Allerijverigste leeraar der katholieke
Kerk, bid voor ons.
Onze liefdevolle Vader en beschermer,
bid voor ons.
H. Alphonsus Maria, bid voor ons. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, spaar ons, o Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, verhoor ons, o Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zoi den
der wereld, ontferm u onzer. Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Onze Vader, enz.
V. Bid voor ons, H. Alphonsus Maria! R. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
Gebed.
O God, die door den H. Alphonsus Maria, uwen van zielenijver ontstoken Belijder en Bisschop, uwe Kerk met eene nieuwe nakomelingschap verrijkt
hebt: wij bidden u, dat wij door zijne £-----^
— 371 —
heilzame vermaningen onderwezen en dooi' zijne voorbeelden gesterkt, gelukkig tot u mogen kornen; door onzen Heer Jezus Christus, die met u leeft en heerscht in de eenheid des heiligen Geestes, God dooi- alle eeuwen der eeuwen. Amen.
KORTERE LITANIE TOT DEN H. ALPHONSUS MARIA DE LIGUORI.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm u onzer. God Zoon , Verlosser der wereld, ontferm u onzer.
God Heilige Geest, ontferm u onzer. Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer.
H. Maria, zonder zonde ontvangen, bid voor ons.
\ H. Alphonsns Maria, bid voor ons. amp;-----.d;
— 372 —
Apostel dor armen en vcrla-tencn,
K lakend van het vuur der goddelijke liefde,
Cl iristus' vurige aanbiddder in
het H. Sacrament,
Wie alles voor allen geworden zijt.
Ervaren gids op den weg der g volmaaktheid,
b Fakkel uwer eeuw, —
S Glorie der priesters en bis- S-
2 schoppen, g g Hartelijke minnaar van het Si _2 Kindje Jezus, o
3 In ijvef voor Gods huis ont- p
stoken,
3 Jezus' edelmoedige navolger, Muisch en maagdelijk naar lichaam en ziel,
Iiiefdevolle vereerder van den
lijdenden Jezus,
Machtige bestrijder der ketterijen,
Hïederig en geduldig van harte. Onze veelvermogende beschermer in den hemel.
•lt;p-
Pronksieraad der godsdienst,
Kijk aan hemelschu zegeningen, Spiegel der verhevenste deugden, Toonbeeld der Missionnarissen. Uitmuntend door ailo gaven des
H. Geestes,
Versmader der wereklsche grootheid en rijkdommen ,
J aakzame herder der u toevertrouwde kudde,
E.? veraar voor liet heil der zielen,
Kalvingvolle schrijver der heerlijkheden van Maria,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, spaar ons. Meer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, verhoor ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt do zonden
der wereld, ontferm u onzer. Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
V. Bid voor ons, II. Alphonsus Maria, R. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
Gebed.
Ó God, die door den H. Alphonsus Maria, uwen van zielenijver ontstoken Belijder en Bisschop, uwe kerk met een nieuw geslacht verrijkt hebt: wij smeeken u, dat wij, door zijne heilzame vermaningen onderwezen en door zijne voorbeelden gesterkt, gelukkiglijk tot u mogen geraken. Door Christus onzen Heer. Amen.
amp; lt;2
ip-
Maria, die der menschen beden Verhoort, zoo liefdevol en blij.
Hoor, hoe wij heden tot u smeeken: Och, Moeder, sta ons altijd bij.
Sta hij, als ons de schandeketen, De boei der zonde houdt gekneld. Verbreek met spoed dien band derhelle. Die 't hart door bittre wroejnnp; kwelt.
Sta hij, als ons de booze wereld Bedriegen wil door valschen schijn, Dat wij den hemel dan gedenken. En in de deugd standvastig zijn.
wordt]
Door ramp, of tegenspoed, of pijn; Geef, dat de tijden rustig blijven , Tot de eeuwigheid ons eens verschijn'.
t lichaam zelfs bedreigd
1) Uit de kerkeiijki' rel ij den op het feest Tan O. L. V. van Altijddiirenden Bijmand, roor de Tcr^adering de» allerh. Verloste rs.
fo-
— 376 —
Sta hij, als eindelijk uwen kindren Het bange stervensuur zal slaan, O laat ons dan, door u geholpen, Den schoonen hemel binnengaan.
U, Jezus, uit de Maagd geboren Zij steeds de hoogste lof gezeid. Met uwen Vader en den Trooster, En nu, en in alle eeuwigheid.
—quot;S i 'f'
Bt.idz.
Inleiding
Voorwoord van den vertaler ... 8 EKRSTE DEKL.
BEWEEGREDENEN' VOOR ÜE VKRRKHING HES H. ALPIIONSUS.
1. De II. Alplionsus in zijn leven op
2. De II, Alplionsus in zijne glorie in
3. De 11. Alphonsus verheerlijkt door
Gevolgtrekking uit het hierboven gezegde ..........47
Onderrichting voor de vereoring des H. Alphonsus...... . 50
TWEEDE JDEEXj
OVERWEGINGEN EN GKUEUEN TER KERE DES II. AI.PHONSUS.
1. Datjeljksche Geheden.....55
3
i
— 378 —
Aanbeveling voor den nacht ... 56 Dagelijksche schietgebeden tot Onze Lieve Vrouw van Altijddnrenden Bijstand en tot den H. Alphonsus 56 Negen gebeden tot den H. Alphonsus om de noodige genaden ter zaligheid te verkrijgen......57
Korte aanroeping ....... 60
2. Kleine getijden ter eere van den
i. Manier om de II Mis ter eere des
H. Alphonsus te hooren .... 78 if. Noveen of negen Zondagen ter eere
5. liet feest van den H. Alphonsus . 124 Breedvoerige overweging voor het
Feestgroet aan den H. Alphonsus . 147 Gebed om den H. Alphonsus tot patroon te verkiezen.....149
Drie herinneringen, door Christus onzen lieer aan de H. Mcchtildia
3. £)e Broeders' hap van O. L. Vrouw
van Altijddnrenden Bijstand cn van den II. Alphonsus . . .155 Akte van toewijding bij de aanne-
neming in de Broederschap . .160
— 379 —
Drie gebeden met aflaten verrijkt ter eere van Onze Lieve Vrouw van Altijddurenden Bijstand .... 161 Twaalf aanroepingen tot O. L. Vrouw
van Altijddurenden Rijstand . .107 In eene geestelijke aangelegenheid . 169 In eene tijdelijke aangelegenheid . 170 Maandelijksche toewijding aan O. L.
Vrouw van Altijddurenden Bijstand 172 Maandeljjksche toewijding aan den
II. Alphonsus.......174
Gebed tot den H. Alphonsus om eene groote godsvrucht tot O. L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand te verwerven .........170
Negen gebeden tot den II. Alphonsus om de ter zaligheid noodige genaden te verkrijgen.....177
. VernrhiUende qebednn ter eere van den
Vijf gebeden tot den H. Alphonsus 177 Om zich in de bescherming des H.
Alphonsus aan te bevelen . . .182 Gebed om zich en zijne familie aan
den H. Alphonsus aan te bevelen 182 Om do liefde tot onzen Heer Jezus
Christus te verwerven .... 18i Om godsvrucht tot O. L. Vrouw,
vooral onder den titel van Altijddurenden Bijstand.....180
fe____,c2
BUdz.
Bij het kiezen van een levensstaat 186 Om do deugd van zuiverheid . . ISV Om de deugd van ootmoed . . .189
Om vordering te maken in ce studio '191 Om de wetenschap der Heiligen . quot;192
Voor een geestelijk belang . . .195 Voor oen tijdelijk belang .... '190 Gebed van een biechtvader iot den
Eeniye ijehfden ten gehruike van de geestelijke kinderen des II. Al-
Gebed tot O. L. Vrouw van Altijd-
Memorare tot den II. Alphonsus . '202 Dageljjksche begroeting tot den heiligen Vader Alphonsus .... 204 Eene andere begroeting .... 204 Gebed om hulp bij de verdrukking
der Congregatie......205
Opbeurende uitspraken des II. Alphonsus betreffende zijne Congregatie, ter behartiging zijner Zonen 207 Benige liederen ter erre van den den IJ. Alphonsus......214
214
215 218
219 -^
De deugden des II. Alphonsus . De H. Alphonsus, apostel . . . De 11. Alphonsus, kerkleeraar . Smeeklied tot den H. Alphonsus
— 381 —
Blidl.
Kerkelijke hymne ter eere ran den H. Alphonsus.......221
DERDE DEEL.
REEKS VAN GEBEDEN DOOR DEN II. ALPHONSUS OPGESTELD.
Dageljjka gebed tot den gekruisigden
Zaligmaker om zijne heilige liefde 228
De litanie van Lorette.....234
Dagelijksoh gebed om een zaligen dood 237 Gebed alvorens men zich ter ruste
3. Goduruchiige oefening onder de hei
4. Gebeden voor het bezoek bij het aller
heiligste Sacrament des Altaars en drr allerzaligste Maagd Maria . 253
5. Gebeden voor de liiecht .... 258
Andere oefening van berouw en leedwezen ..........260
Gebeden voor de H. Communie . 270 Gebed na de H. Communie . . 275 Gebeden ter eere van het H. Sacrament, vooral na do H. Communie 279
— 382 —
Blidi.
7. Plechtige verklaring voor het uur des
Smeekgebed om een zaligen dood . 291
8. Gebed tot God den H. Geest . . .. *296
9. Gebeden ter eere van onzen Heer
Gebeden tot het beminnelijk Kindje Jezus 298
Gebed tot het Kindje Jezus, den Koning der Liefde......299
Offer des harten aan het beminnelijk
Gebeden tot den lijdenden Verlosser . 304 Gebed ter eere van het bloedig zweet
Gebed tot den Zaligmaker, om on-
Gebed tot den Zaligmaker, voor ons
Gebed tot don Zaligmaker, met zijn
Gebed tot Jezus aan het kruis . . 309 Gebed ter eere van het kostbaar
Gebed ter eere van de heilige vijf
Gebed ter eere van het lijden onzes
Gebeden ter eere van het Goddelijk Hart
in het allerheiligste Sacrament . 317 Lofprijzing en betuiging van liefde 317 amp;---c8
— 383 —
Bladz,
Opdracht van Jezus' goddelijk Hart 324 Aanbidding, dankzegging, bede . 325
Vurige uitstortingen des harten . . 327
10. Gebeden ter eere der allerzaligste
Maagd en Hoeder Gods Maria . 329
Akte van kinderlijke liefde . . . 333
Smeekgebed tot het H. Hart van
Gebed op het feest Maria's onbevlekte Ontvangenis.....339
Gebed op Maria Boodschap . . . 339 Gebed op Maria Hemelvaart . . . 342 Gebed tot de Moeder van Smarten . 344
11. Gebeden ter eere van eenige Heüiyen 346 Gebed ter eere, van den H. Michaël 346 Tot den H. Engelbewaarder . . . 347
Gebed ter eere der HH. apostelen
Tot den H. Willebrordus .... 349 Tot de H. Teresia......351
12. Gebeden voor anderen.....352
Voor de zielen in het vagevuur . . 352 Zeven opofferingen van 's Heeren kostbaar Bloed........354
■fquot;
/s'c
Korte opoffering van het kostbaar
Gebod voor stervenden . ... . 359 Voor de algemeene behoeften der
Litanie van den allerheiligsten Naam
Litanie tot den H Alphonsus Maria
de Liguori ... .... 360 Kortere litanie tot den H. Alphonsus
(De H. Alphonsus.)
pquot;