-ocr page 1-
-ocr page 2-

IgSSïsJ?

FB

-ocr page 3-

mm

ié.

WET

VAN HET

FRIESCH GENOOTSCHAP

VAN

GESCHIED-, OUDHEID- EU TAAIK1IKDE

TB

Leeuwarden.

-ocr page 4-
-ocr page 5-

WET

VAN HET

FBIESCH GENOOTSCHAP

VAN

GESCHIED-, OUDHEID- EN TAALKUNDE

TE

Leeuwarden.

VAN HET GENOOTSCHAP EN DE LEDEN IN HET ALGEMEEN.

Art. 1.

Het Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde stelt zich ten doel: het onderzoek van en de verspreiding van kennis omtrent al hetgeen de geschiedenis, oudheid- en taalkunde van Friesland betreft, zonder echter die van andere gewesten, voorzooverre deze vroeger tot Friesland betrekking hadden, uit te sluiten.

Het tracht dit doel te bereiken door het uitgeven of het bevorderen der uitgave van geschriften, het houden van wetenschappelijke bijeenkomsten, het verzamelen en beschrijven van oude handschriften, oude munten en penningen, voorwerpen van oude kunst en zeldzaamheden, het uitbreiden der boekerij enz.

-ocr page 6-

2

Art. 2.

Het genootschap bestaat uit:

a. gewone leden,

b. buitengewone leden en

c. eereleden.

Art. 3.

De gewone leden worden benoemd in de algemeene vergadering of in eene bijeenkomst (art 31), op voorstel van het Bestuur, of op een schriftelijk voorstel van twee leden , bij het Bestuur in te dienen.

Art. 4.

Deze leden worden uitgenoodigd, om, zooveel hunne bijzondere omstandigheden en betrekkingen dit toelaten, mede te werken tot het doel des genootschaps, in het bijzonder door het verstrekken van mededeelingen en het houden van verhandelingen.

Art. 5.

Tot buitengewone leden zijn verkiesbaar mannen van erkende verdienste, kunde of aanzien, zoowel binnen als buiten Friesland woonachtig; de belangen van het genootschap worden hun bij de benoeming aanbevolen.

Art. 6.

Tot eereleden worden benoemd personen, aan wie het genootschap bijzondere verplichting heeft en aan wie het daarvoor een bewijs van erkentelijkheid en hulde wenscht toe te brengen.

Art. 7.

Het Bestuur doet de voordracht voor de benoeming van buitengewone en eereleden.

-ocr page 7-

3

Deze voordracht moet in den oproepingsbrief voor de algemeene vergadering voorkomen.

Art. 8.

De gewone leden van het genootschap ontvangen bij hunne aanneming kosteloos een exemplaar van de Wet en van het laatst uitgebracht jaarlijksch verslag.

Tevens ontvangen zij een exemplaar der werken , die door het genootschap worden uitgegeven, óf ten geschenke óf tegen betaling van ten hoogste de helft van den verkoopprijs , indien tot dit laatste door de vergadering, op voorstel van het Bestuur, wordt besloten.

Zij kunnen van de vroeger uitgegeven werken tegen de helft van den verkoopprijs exemplaren bekomen, zooverre deze voorhanden zijn.

Art. 9.

De buitengewone en eereleden ontvangen die werken des genootschaps ten geschenke.

Het laatste lid van het voorgaand artikel is ook op hen van toepassing.

Art. 10.

Het Bestuur is bevoegd om exemplaren der uitgegeven werken ten geschenke te zenden aan vereenigingen of bijzondere personen, wanneer het dit voor het belang van het genootschap wenschelijk acht.

Art. 11.

De gewone leden verbinden zich tot eenejaarlijksche contributie van vijf gulden, te voldoen op den eersten October van elk jaar of binnen eene maand na hunne benoeming.

Het genootschappelijk jaar loopt van 1 Juli tot ulto. Juni.

-ocr page 8-

4

Art. 12.

De leden, die, na herhaalde aanmaning, drie maanden na den eersten October in gebreke blijven deze contributie en den prijs der werken, bedoeld in het tweede lid van art. 8, te voldoen, worden door het Bestuur van hun lidmaatschap vervallen verklaard.

VAN HET BESTUUR.

Art. 13.

Het Bestuur van het Genootschap bestaat uit:

Een Voorzitter,

Twee Medebestuurders,

Een Penningmeester,

Een Secretaris,

Een Bibliothecaris en

Een Conservator.

Art. 14.

De leden van het Bestuur worden bij schriftelijke stemming en bij volstrekte meerderheid in de algemeene vergadering benoemd.

Art. 15.

De leden van het Bestuur treden af om de drie jaren, in deze volgorde:

1°. De Voorzitter en de Penningmeester, 2°. De twee Medebestuurders,

3°. De Secretaris, de Bibliothecaris en de Conservator.

Art. 16.

Het Bestuur komt zoo dikwijls bijeen, als het vermeent, dat dit in het belang van het Genootschap noodig is.

-ocr page 9-

5

Het neemt geene besluiten, wanneer niet minstens de helft zijner leden tegenwoordig is.

Art. 17.

Het beheer der geldmiddelen is aan het Bestuur opgedragen.

Art. 18.

Het Bestuur draagt in de algemeene vergadering eene begrooting van de ontvangsten en uitgaven voor het volgende jaar ter goedkeuring voor.

Art. 19.

De Voorzitter heeft de leiding van alle vergaderingen en bijeenkomsten. Bij afwezigheid wordt hij vervangen door een der Medebestuurders. Hij heeft bij het staken der stemmen over zaken eene beslissende stem.

Art. 20.

De Medebestuurders zijn den Voorzitter behulpzaam in de uitoefening zijner werkzaamheden.

Art. 21.

De Penningmeester ontvangt alle gelden, welke aan het genootschap verschuldigd zijn, en betaalt alle schuldvorderingen, nadat deze door het Bestuur zijn goedgekeurd.

Art. 22.

Hij doet jaarlijks rekening van zijne ontvangsten en uitgaven aan het Bestuur, en deelt daarna zijne verantwoording ter goedkeuring mede aan de algemeene vergadering.

Art. 23.

De Secretaris houdt aanteekening van het verhandelde

-ocr page 10-

6

in de vergaderingen en brengt in de algemeene vergadering het jaar lij ksch verslag uit omtrent de verrichtingen en den toestand des genootschaps over het afgeloopen jaar.

Art. 24,

Hij voert de briefwisseling over alles wat met zijne betrekking in verband staat.

Art. 25.

Uiterlijk acht dagen vóór de algemeene vergadering worden de binnen Nederland gevestigde leden door hem tot bijwoning daarvan uitgenoodigd met vermelding der punten van behandeling.

Alle leden binnen deze Provincie gevestigd ontvangen van hem bericht van den tijd ^ waarop de winteravond-bijeenkomsten zullen worden gehouden benevens eene lijst der sprekers.

Art. 26.

Hij houdt eene lijst van de leden van het genootschap aan en geeft bij den aanvang van elk genootschappelijk jaar eene lijst der gewone leden aan den Penningmeester en eene van alle leden aan den Uitgever des genootschaps.

Art. 27.

De Bibliothecaris is belast met de zorg voor de boekerij, houdt den catalogus daarvan aan en voert de tot de boekerij betrekkelijke briefwisseling.

Hij geeft geene boeken of andere stukken af zonder bewijs en na aanteekening der afgifte in het register der uitgeleende boeken.

Hij voorziet de boeken en handschriften van den stempel des genootschaps.

-ocr page 11-

7

Art. 28.

De Conservator is belast met het toezicht op de bewaring van de munten en penningen, alsmede van de ouden zeldzaamheden, die aan het genootschap toebehooren, en houdt van deze voorwerpen een catalogus aan.

VERGADERINGEN EN BIJEENKOMSTEN.

Art. 29.

Er wordt jaarlijks eene algemeene vergadering gehouden in Juli of Augustus, waarin de volgende werkzaamheden plaats hebben:

a. Voorlezing van de handelingen der vorige vergadering en mededeeling van het dientengevolge verrichte.

b. Verslag van de gehouden briefwisseling, van ingekomen stukken enz.

c. Voorlezing van het j aarlijksch Verslag.

d. Rekening en verantwoording van den Penningmeester.

e. Voordracht van de begrooting.

ƒ. Keuze van bestuursleden.

g. Stemming over de voorgedragene gewone, buitengewone en eereleden.

h. Verdere berichten, mededeelingen en voorstellen.

i. Bezichtiging van de in het laatste jaar ten geschenke ontvangen of aangekochte munten, penningen, oud- en zeldzaamheden, handschriften, belangrijke boekwerken enz.

j. Het houden van eene voorlezing of verhandeling over eenig onderwerp, dat tot het doel des genootschaps in betrekking staat.

Art. 30.

In spoedeischende gevallen kunnen door het Bestuur

-ocr page 12-

8

buitengewone vergaderingen worden belegd. De oproeping tot deze vergaderingen geschiedt bij advertentie in de Leeuwarder courant.

Art. 31.

Er worden gehouden wetenschappelijke bijeenkomsten of zoogenaamde winteravond-vergaderingen, waarvan het getal en de inrichting door het Bestuur worden geregeld.

WIJZIGINGEN IN DE WET.

Art. 32.

Voorstellen, strekkende tot verandering van de bepalingen dezer Wet, moeten schriftelijk bij het Bestuur worden ingediend.

Zij worden in den oproepingsbrief omschreven en in de alge-meene vergadering behandeld, na prae-advies van het Bestuur.

SLOTBEPALING.

Art. 33.

Deze Wet treedt in werking dadelijk na afloop van de vergadering, waarin zij is aangenomen.

Aldus aangenomen in de algemeene vergadering van Woensdag 23 Augustus 1876.

Mr. J. DIRKS, Voorzitter. Mr. U. H HUBER, Secretaris.

-ocr page 13-
-ocr page 14-
-ocr page 15-
-ocr page 16-