ONDER DEN /'// '/^ , /
ö. I, l ïiS 11ÏIJDD1I11IBIJSW1
EN BIJ DE ARTSBROEDER SCHAP VAN DENZELFDEN TITEL TE jR,OME INGELIJFD
LAHGEKDAM amp; Co., Nijmegeii,
Buscoucci,
13 Novembris 1880.
Epitcoput Buscodncenm ,
aan den dienst der Allerheiligste Maagd Maria , van wie ik, na God, allen bijstand gedurende mijn leven en bij mijn sterven verwacht, verklaar hiermede, met de overige ingeschrevenen, in te treden in de Broederschap ter eere van O. L. V. van Altijddurend en Bijstand opgericht. Te dien einde kies ik den roemrijken H. Alphonsus Maria tot mijnen bijzonderen Patroon, om door zijne voorspraak eene ware en standvastige godsvrucht tot de Allerheiligste Maagd, onder deze zoete benaming aangeroepen, te verkrijgen. Daarenboven beloof ik deze toewijding aan de Allerheiligste Maagd en den H. Alphonsus Maria den eersten woensdag van elke maand, of den daarop volgenden zondag, zoo mogelijk na het ontvangen der H.H. Sacramenten, te hernieuwen.
O Moeder van Altijddurenden Bijstand, neem mij aan als uwen dienaar (uwe dienares), en laat mij ondervinden, hoe moederlijk gij voortdurend uwe vereerders te hulp komt. Ik van mijnen kant beloof u, dat mijne eerste zorg zal zijn, in eiken geestelijken en tijdelijken nood, door het gebed, mijne toevlucht tot u te nemen. Mijn beschermer, H. Alphonsus Maria, ik smeek u, verkrijg mij de genade Jezus Christus vurig te beminnen en O. L. V. van Altijddur enden Bijstand altijd aan te roepen.
Aangenomen den 3 Hommer van het Eegister: ;,/lt;ƒ j/ DE Besquot;quot;'quot;quot;quot;quot;quot;
egden der
Doel en geest der Broederschap.
Het geloof leert ons, dat wij zonder Gods genade niets goeds met verdienste voor den Hemel kunnen verrichten. De H. Alphonsus leert ons, dat krachtens eeno bewonderenswaardige en liefdevolle 'beschikking der goddelijke Voorzienigheid, geene genade hoegenaamd den menschen verleend wordt, tenzij door de handen van Maria. Zij toch is door haar god-delijken Zoon Jezus tot algemeene schatmeesteres on uitdeelster van alle, zoo .geestelijke als tijdelijke gunsten aangesteld. Hieruit volgt, dat de aanroeping van Maria noodzakelijk is, en dat hij. die zich vertrouwvol en volhardend aan deze boste der moeders aanbeveelt, in al zijne smeekingen zal verhoord worden. »Even als het lichaam (zoo drukt de
»H. Kerkleeraar zich uit) niet kan leven zonder »ademhaling, zoo kan ook de ziel niet leven, zonder »zicli tot Maria te wenden, en haar aan te roepen , »door wier tnsschenkomst wij het leven der goddelijke »genade zeker verkrijgen en in ons onderhouden.quot;
Onder de menigvuldige titels, onder welke de geloovigen Maria aanroepen, is deze zeker de schoonste en welgevalligste , waardoor zij als Moeder van Al-tijddurenden Bijstand begroet wordt. Die naam moet ons des te dierbaarder en eerbiedwaardiger zijn, wijl de Allerheiligste Maagd dien zelf heeft verkozen, om ons op te wekken, in al onze noodwendigheden , met onbeperkt vertrouwen, tot haar onze toevlucht te nemen. Hij drukt daarenboven, door zijne algemeenheid, zoowel de onbegrensde macht uit, waarmede God Maria verrijkt heeft, als de onuitputbare barmhartigheid, waarvan haar aller-liefdevolst hart overvloeit. Wij zien dus reeds ui^ dien titel alleen, dat geen plaats of tijd of andere omstandigheid deze goede Moeder kan beletten ons te helpen, wanneer wij door een vurig gebed haren bijstand afsmeeken.
Deze godvruchtige Broederschap stelt zich derhalve geen ander doel voor, dan de Koningin des hemels, die onder den titel van O. L. V. van Altijddurenden Bijstand wordt aangeroepen, te dienen en te vereeren , en deze teedere godsvrucht, onder de machtige bescherming van den 11. Alphonsus, ook aan anderen in te boezemen.
Zij, die in deze Broederschap zijn ingeschreven, zullen:
6
1. O. L. V. van Altijddurenden Bijstand in al htume behoeften, zoo geestelij Jee als tijdelijke, met kinderlijk vertrouwen aanroepen, en zich in alle omstandigheden des levens aan hare alvermogende bescherming aanbevelen.
2. Zij zullen zich bijzonder toeleggen, om de deugden der Allerheiligste Maagd na te volgen, vooral hare diepe nederigheid, hare onbevlekte zuiverheid , hare vurige liefde tot Jezus en hare teedere liefde tot den evenmensch. »Wanneer Maria (zegt »de H. Alphonsus) eene ziel uit de klauwen van Lu-»cifor verlost en met God verzoend heeft, verlangt »zii van dezelve de navolging barer deugden; wijl »zij anders die ziel, door haar gedrag van zich ver-»wijdord ziende, niet begunstigen kan met dio gena-»den, waarmede zij haar wenscht te verrijken. Bemin-»nen wij dus Maria, dan moeten wij er ons op toe-»leggen haar na te volgen; want deze is de g-rootste »eer, welke wij haar kunnen gevenquot;.
3. Om des te gemakkelijker de genade te verkrijgen , voortdurend Maria aan te roepen en hare deugden na te volgen, zullen de leden eene buitengewone godsvrucht koesteren tot den 11. Alphonsus en hem tot bijzonderen .voorspreker bi] de Koningin des Hemels verkiezen. Maria immers draagt haren zoo getrouwen dienaar eene ware voorliefde toe en schept er behagen in zijne gebeden te verhooven. De H. Alphonsus was tijdens zijn leven een harer vurigste minnaars ; hij verdedigde met den grootsten ijver, dat Maria's tusschenkomst aan allen zedelijkerwijze
7
ter zaligheid noodzakelijk is; hij verbreidde door woord en schrift hare vereering op buitengewone wijze ; eindelijk in de kerk, den grooten Heilige te Rome toegewijd , wordt het beroemde Beeld van O. L. V. van Altijddurenden Bijstand vereerd.
4. Ook zullen zij niet nalaten, met de godsvrucht tot O. L. V. van Altijddur enden Bijstand, ook die tot haren maagdelijken Bruidegom den II. Jozef te vereenigen. Hoe toch zou de Moeder van Altijd-durenden Bijstand iets kunnen weigeren, wat haar gevraagd wordt door de bede van hem, die haren goddelijken Zoon als vader opgevoed en door al de wegen van het menschelijk leven zorgvuldig heeft heengeleid, en die, gedurende zoovele jaren , als trouwe echtgenoot, haar in alle moeilijke omstandigheden van haar goddelijk Moederschap tot steun on troost gestrekt heeft ? — Ten einde derhalve door deze Broederschap ook tevens de godsvrucht tot den H. Jozef te bevorderen, zullen de voorname oefeningen zoowel op . woensdag als op saterdag gehouden worden. (Zie art. II § 2 [Pag, 10.)
5. Eindelijk zullen zij zich beijveren, om de vereering van O. L. Y. van Altijddurenden Bijstand , als een krachtig middel ter zaligheid, meer en meer te verbreiden. Zalig hij , die zijnen evenmensch eene zoo heilzame godsvrucht inboezemt en er hem toe brengt Jezus en Maria te beminnen en te vereeren.
8
Godvruchtige oefeningen der Broederschap.
§. 1. Oefeningen van godsvkuchï dook de
leden te veebichten.
Do leden moeten wel weten, dat geene der oefenin-gen van godsvrucht en vereering in dit handboekje voorgesteld, op zonde verplichtend is, en dat men zich bijgevolg, door het nalaten derzelve, noch aan zware noch aan lichte zonde schuldig maakt. Ook wordt tot het intreden in deze Broederschap eigenlijk niets anders gevorderd, dan dat men zijn naam in het Register der Broederschap doe inschrijven. Daar evenwel het doel dezer vereeniging is, Maria te dienen en te vereeren onder de aanroeping van O. L. V. van Altijddurenden Bijstand, is hot noodzakelijk dat de leden tot hare moederlijke goedheid voortdurend hunne toevlucht nemen. Wat immers zou het baten, zich in de Brooderschap te laten inschrijven, wanneer men deze bijzondere godsvrucht niet door zijne werken zou bekrachtigen?
Daarom wordt den loden dringend aanbevolen do volgende oefeningen van godsvrucht getrouw te onderhouden :
1. Do gewijde Meel al je van O. L. V. van Al-tijddurenden Bijstand en van den 11. Alphonsus, welke aan do loden bij do inschrijving ter hand gesteld wordt, altijd om den hals of bij zich dragen-
2. Zooveel mogelijk ook te liuis oene beeltenis of schilderij van O. L. V. van Altijddurenden Bijstand opliangen. Zij zullen liaar vereeren als meesteres en beschermster van het huisgezin, en vóór dat beeld de gewone huiselijke gebeden verrichten.
3. Zich des morgens en des avonds op eene bijzondere wijze aan de bescherming van O. L. V. van Altijddur enden Bijstand aanbevelen, door, bij de drie Weesycgroefs ter cere der Onbevlekte Ontvangenis en Maagdelijke Zuiverheid van Maria, de volgende schietgebeden te voegen: »0 Maria, Moeder van Altijddur enden Bijstand, hid mor mij. — II. Aiplionsus, mijn Beschermer, geef dat ik in al mijne hehoeften Maria aanroepe.quot;
Het is ook zeer aan te raden deze schietgebeden nu en dan door den dag, vooral in moeilijkheden of bekoringen, te herhalen. ^
4. Het naamfeest der Broederschap van O. L. V. van Altijddurenden Bijstand (Zondag vóór 24 Juni) en het feest van den H. Alphonsus {2 Augustus) met grooten ijver vieren en op die dagen tot de H.H. Sacramenten naderen.
5. Ten slotte al hunne gebeden, communiën, verstervingen, liefdewerken en andere oefeningen van godsvrucht aan God opdragen: voor do H. Kerk , voor Z. H. den Paus, voor alle medeleden, voor de
1) Zie de aflaten, welke aan deze schietgelieden verbonden zijn, art. III, bl. 24.
10
bekeering der zondaren, voor lien, die liet meest Tan geestelijke Imlp verstoken zijn, en voor de zielen in het vagevuur, vooral voor de afgestorvene leden der Broederschap.
§ 2. Oefeningen van godsvrucht, welke in de, H. Augustinüs-Kerk gehouden wokden.
1. Eiken zaterdag-avond en op de verplichte feestdagen van O. L. V. zal in het Lof de Litanie der H. Maagd gezongen en daarna vijfmaal het Onze Vader cn Weesgegroet met een Glorie zij den Vader, enz. gebeden worden voor de algemeene intentie's der Broederschap. (Zie boven, § 1. n. 5) en ter bijzondere intentie dergenen , die zich voor eene of andere geestelijke of tijdelijke behoefte hebben aanbevolen.
Zij die het Lof niet kunnen bijwonen , worden verzocht des avonds te huis die gebeden tot gemelde intentie's te verrichten.
2. Op den eersten woensdag van elke maand zal aan het altaar der Broederschap eene gezongen H. Mis worden opgedragen, na welke de priester aan den voet des altaars de maandelrjksche akte van toewijding aan O. L. V. van Altijddurenden Bijstand «n den H. Alphonsus (zie bl. 28) zal voorlezen. Zij
1) Die zich voor eene of andere behoefte wil aanbevelen, wordt verzocht daarvan kennis te geven aan den Bestuurder der Broeder-scliap.
11
die in deze H. Mis niet kunnen tegenwoordig zijn , zullen zich ten minste in den geest met den priester vereenigen, en te huis, of zondags daarna , zoo mogelijk na het ontvangen der H.H. Sacramenten, hunne akte van toewijding vernieuwen
3. Elk jaar zal op het feest van O. L. V. van Aïtijddurenden Bijstand eene plechtige Algemeene Communie en Opdracht gehouden, en onder het Octaaf eene solemneele Mis gecelebreerd worden voor de zielerust van de afgestorvene leden der Broederschap.
Tot deelneming aan de vrucht der H.H. Missen , welke van wege de Broederschap worden opgedragen, alsmede tot versiering van de beeltenis, het altaar, enz. van O. L. V. van Aïtijddur enden Bijstand, zullen de leden jaarlijks een offer van minstens 10 cent bijdragen. Armen en behoeftigen echter kunnen van die bijdrage verschoond blijven.
§. 3. Andere oefeningen van godsvrucht , welke
den, leden woeden aanbevolen.
Om met meer zekerheid de altijddurende en krachtige bescherming der Allerheiligste Maagd te erlangen, en voortdurend door haar te worden bijgestaan is het niet ondienstig hier eenige andere godsdienstige oefeningen bij te voegen, welke ieder volgens de keuze zijner godsvrucht en overeenkomstig de plichten van zijnen staat verrichten kan.
1) Zie art. III. bl. 17. no. 6.
12
1. Woon dagelijks met godsvrucht het H. Misoffer bij, indien uwe plichten van staat dit eenigzins gedoogen; en verzuim niet ook des avonds liet Lof' quot;bij te wonen, en Jezus in zijn H. Sacrament te aanbidden. De »Bezoekenquot; door den H. Alplionsus ge-schreven, worden daarbij ten zeerste aangeprezen.
2. Wees getrouw in liet verrichten van uw morgen- en avondgebed, alsmede in godvruchtig, op het kleppen der klok den „Engel des Heer enquot; te bidden.
3. Besteed lederen dag, zoo uwe bezigheden het eenigzins toelaten, althans eenige oogenblikken aan cle overweging, of ten minste aan het lezen in een geestelijk hoek, vooral in een of ander der vele werken van den H. Alplionsus.
4. Onderzoek des avonds uw geweten; verwek de akten van geloof, hoop en liefde, en bid, zoo mogelijk te zamen, het rozenhoedje. »Zalig het huis, roept de H. Alplionsus uit, waar die gewoonte bestaat.quot;
5. Wees bezorgd op de Zon- en Feestdagen niet alleen volgons het streng gebod- der H. Kerk „Mis te hoor en met goede manierenquot;, maar ook met aandacht het ivoord Gods te aanhooren en den dag des Heeren te heiligen door andere godsdienstoefeningen bij te wonen.
6. Tracht de verschillende godvruchtige oefeningen , die ter eere van O. L. V. en den H. Jozef gehouden worden, als het vieren der Meimaand, dei' maand Maart, het bidden van novenen en andere oefeningen van dien aard, in vereeniging van andere
13
leden der Broederschap, zooveel gij kunt, mede te verrichten.
7. Herinner u eindelijk, wat de ijvervolle Leeraarj de H. Alphonsus , allen Christenen op het hart drukt; »Bij al wat we Maria ter eere kunnen doen, is haar »niets zoo aangenaam, als dat wij onophoudclijlc tot *Haar onze toevlucht nemen, en haren hijstand in »alle mogelijke moeilijkheden inroepen, zooals bij »raad vragen of geven, in gevaren, in tegenspoed, »m bekoringen, vooral als zij strijdig zijn tegen de »H. Deugd. Maria zal ons zeker te hulp komen, als »wij haren heiligen Naam, die een zoo machtig »wapen tegen de duivelen is, aanroepen.quot;
AAN DE
AAHTSBROEÜKRSCHAP,
onder den titel en de aanroeping
VAN
0. L. V. VAN ALTIJDDURENDEN BIJSTAND
EN VAN DEN
H. ALPHONSUS MARIA SE LIGÏÏOEI,
ALSOOK AAN DE
bij Haar kerkelijk ing-elijfde Broeder-scliapperL, verleend.
§ I. Voorafgaande opmerkingen.
1. Al de hieronder vermelde aflaten , zoo de volle als de gedeeltelijke, en elk derzelve in 't bijzonder,
' kunnen bij wijze van voorspraak toegevoegd worden aan de G-eloovige Zielen. (Breve van 13 Maavt en 19 Mei 1876 enz.)
2. Be Biecht en de II. Communie, indien deze voorgeschreven worden, kunnen door alle Christen-geloovigen volbracht worden op den dag die cnmid-délijh. voorafgaat dien, waarop de Aflaat verleend is. (Deer. van 6 Okt. 1870.)
15
3. Die gewoon zijn ten minste eens in de week te biechten , tenzij zij wettig' verhinderd worden, en zich aan geene doodzonde, sedert hunne laatste biecht bedreven-, schuldig bevinden, kunnen al de Aflaten, die in de week voorkomen, (behalve den Aflaat van het Jubilé) zonder daartoe nog werkelijk te biechten, verdienen. (Deer. vau 9 Dec. 1763).
4. Be H. Communie en het KerkbeeoeJc kunnen door de respectieve Biechtvaders in andere godvruchtige werken veranderd ivorden ten gunste der Ge-loovigen , die gewoonlijk swak, langdurig ziek of door een blijvend natuurlijk beletsel het huis niet kunnen uitgaan, behalve echter degenen die in eene communiteit leven. (Deer. van 18 Sept. 1862.)
5. Be laden der Broederschap , die in de wereld leven, wettig verhinderd zijnde om het voorgeschreven bezoek van de Kerk of Kapel der Broederschap te doen, kunnen elke andere Kerk of openbare Bidplaats bezoeken; de leden echter, die in eene religieuze communiteit leven, kunnen hunne eigene Kerk of de Bidplaats, waar zij gewoonlijk bijeenkomen om te bidden , bezoeken. (Breve van 19 Mei 1876.)
6. Wanneer een of ander feest met betrekking tot de plechtigheid en uitivendige viering (niet enkel betrekkelijk het Officie en de Mis) volgens de regels wordt verschoven , wordt ook de Aflaat verschoven, welke aan datzelfde feest gehecht is. (Deer. van 9 Aug. 1852.)
16
§ 2. Aflaten weike door de leden kunnen verdiend worden.
I. Volle Aïlates.
1. Op den eersten dag hunner intrede in de Broederschap, indien zij waarlijk berouw hebbende liebben gebiecht, en het Allerh. Sacrament des altaars zullen ontvang-en hebben. (Breve van 10 Maart 1876.)
2. In het uur van hunnen dood, indien zij ook waarlijk berouw hebbende en de Biecht en de H. Communie ontvangen hebbende, of voor zoover zij dit niet hebben kunnen doen, ten minste rouwmoedig den iSTaam van Jezus met den mond, als zij zulks kunnen, of anders met het hart godvruchtig zullen hebben aangeroepen (Dezelfde Breve.)
3. Op den zondag vóór liet Geboortefeest van den H. Joannes den Dooper (of op een anderen dag), waarop het Feest aan O. L. V. van Aliijddiiren-den Bijstand wordt gevierd, of op een der zeven onmiddelijk daarop volgende dagen, naar verkiezing van elk der Medebroeders of Zusters te bepalen, indien zij waarlijk berouw hebbende en de Biecht en H. Communie ontvingen hebbende, de Broederschaps-Kerk of Bidplaats godvruchtig zullen bezocht en aldaar godvruchtige geboden tot God zullen gestort hebben voor de eendracht der Christen Vorsten , de uitroeiing der ketterijen, de bekeering der zondaren en de verheffing van onze Moeder de H. Kerk. (Dezelfde Breve en het Eescript van Z. E. den Card. Vicarius van 20 Maart 1876.)
4. Den 2 Augustus (of op een anderen dag) , waarop het Feest van den II. Alphonsus Maria de
Liguori gevierd wordt, of op een der zeven onmidde-lijk daarop volgende dagen , zooals elk lid voor ziek zelve zal verkozen liebben; op dezelfde voorwaarden, als in n. 3. — (Breve van 19 Mei 1876.)
5. Eens in 't jaar op den dag , waarop zij de Mis voor de afgestorvene leden der Broederschap , welke volgens de instelling der Aartsbroederschap wordt opgedragen , zullen bijgewoond hebben ; onder vervulling van dezelfde voorwaarden. — (Dezelfde Breve.)
6. Eens in de maand , op den dag door elk der leden uit te kiezen, waarop zij , met vervulling derzelfde voorwaarden , do Toewijding , welke zij op den dag der aanneming gedaan hebben , volgens de instelling der Aartsbroederschap zullen hebben vernieuwd. (Dezelfde Breve.)
II. Gedeeltelijke Aflaten.
1. 300 dagen , eiken dag , dat zij ten minste mot een rouwmoedig hart de Kerk of Bidplaats der Broederschap en het daar aanwezige Beeld van O. L. V. van Altijddurenden Bijstand of van den H. Alphon-sus, godvruchtig zullen bezocht en aldaar, zooals boven gezegd is, zullen gebeden hebben. (Dezelfde Breve).
2. Zeven jaren en zooveel quadragenen, op de vier volgende dagen des jaars, indien zij ten minste met een rouwmoedig hart, de Kerk der Broederschap zullen bezocht en aldaar, zooals boven, zullen geboden hebben, namelijk : op het feest der II. H. Aartsengelen Micka'él (29 Sept.) en Gabriël (18 Maart), die op de H. Beeltenis van O. L. V. van Altijddurenden Bijstand zijn voorgesteld; — van den H. Mattheus
18
Ap. en Ev. (21 Sept.), tot gedacMenis der verwoeste Kerk van den H. Mattheus in Merulana, in welke eertijds gedurende drie eeuwen het eerwaardig Beeld werd vereerd; — en van O. L. V. van Goeden Baad (26 April), de dag waarop, in het jaar 1866, dezelfde H. Beeltenis aan de openbare vereering werd teruggegeven. (Breve van 10 Maart en Rescript van Z.E. Card. Vicarius van 20 Maart 1876.)
3. 60 dagen zoo dikwijls zij de Missen en andere goddelijke Diensten in de Broederscliapskerk zullen bijwonen; — of eene of andere Processie door den Bisschop goedgekeurd, of hot Allerheiligste Sacrament, hetzij in Processie's, hetzij naar de zieken of op wat plaats of tijd ook gedragen wordende, zullen vergezeld hebben, of, indien zij daartoe verhinderd zijn, op het teeken der klok een Onse Vader en Weesgegroet zullen gebeden hebben; — of ook vijfmaal het Onze Vader en Weesgegroet zullen hebben geleden voor de afgestorvene leden van de Broederschap; of zoo dikwijls zij elk ander werk van godsvrucht en liefde zullen verricht hebben. (Breve van 10 Maart 1876.)
•±. Eindelijk is het dienstig te vermelden een Aflaat van 100 dagen, eens daags te verdienen voor alle geloovigen (ook die geen leden zijn), die, in welke taal ook, indien slechts de overzetting getrouw zij, een der drie gebeden godvruchtig zullen gebeden hebben: »0 Moeder van Altijddurenden Bijstand, zie hier aan uwe voeten, enz. — »0 Moeder van Altijddurenden Bijstand, schenk mij toch, enz. — »0 Moeder van Altijddurenden Bijstand, g-ij zijt de uitdeelster, enz. ') (Rescript. S. R. C. 17 Mei en declaratio S. C. Indulg. 4 Jul. 1866.)
1) Zie deze geboden, bl. 30 en vlg.
19
Aflaten, die aan de H. Medaljes gehecht zijn.
De statuten der Aartsbroederschap dringen er ten zeerste op aan, dat de leden de Medalje, waarop de beelden van O. L. V. van Altijddurenden Bijstand en van den H. Alphonsus zijn voorgesteld, voortdurend om den hals dragen. Zijne Heiligheid Pius IX heeft, bij Breve van 16 Mei 1876, goedgunstig toegestaan aan de tijdelijke Bestuurders (voor den tijd van tien jaren en alleen ten gunste dei-leden) de voornoemde heilige Medaljes privaat te wijden, en daaraan de Pauselijke Aflaten te hechten.
Om deze aflaten te verdienen, wordt , behalve de hieronder opgelegde werlcen, vereischt, dat de leden de H. gewijde Medalje hij zich dragen, of ten minste dezelve in hun slaapvertrek of in eone andere geschikte plaats hunner woning bewaren ei^ bij dezelve de betrekkelijke gebeden verrichten.
De Aflaten, welke uit twee goedgekeurde werken : de Baccólta en de Decrcta antlientica geput zijn , zijn de volgende:
1. Al wie ten minste eens in ellio week het kroontje des Heeren of der Allerheiligste Maagd, of den Eo-zenkrans of het Rozenhoedje, of het kerkelijk Officie of hot klein Officie der H. Maagd, of der Overledenen of de zeven Boetpsalmen, of de Trappsalmen zal bidden ; of gewoon is de Christelijke Leer te onderwijzen , of gevangenen in den kerker , of de zieken van een of ander huis of gasthuis te bezoeken , of de armen te hulp te komen , of de Mis te hooren, of, indien hij priester is, te lezen ;
20
indien liij waarlijk quot;berouw hebbende en gebiecht en het Allerheiligste Sacrament des altaars ontvangen en godvruchtige gebeden tot God gestort zal hebben voor de uitroeiing der ketterijen, voor de voortplanting van het Katholiek geloof, enz. zal een vóllen Aflaat verdienen op elk der volgende dagen :
Het Feest van de Geboorte des Heer en (25 Dec.) gt;
Driekoningen (6 Jan.),
Verrijzenis des Heer en,
Onzes lieer en Hemelvaart,
Pinksteren ,
Allerheiligste Drievuldigheid, en H. Sacramentsdag;
vervolgens op de feestdagen van O. L. V. Lichtmis (2 Febr.), O. L. V. Boodschap (25 Maart) , O. L. V. Opneming ten Hemel (15 Aug.) , O. L. V. Geboorte (8 Sept.), O. L. V. Ontvangenis (8 Dec.) ;
insgelijks op de feestdagen van de Geboorte van den H. Joannes den Dooper (24 Juni), H.H. Apostelen Petrus en Paulus (29 Juni), H. Andreas (30 November) ,
JJ. Jacobus (25 Juli),
H. Joannes (27 December) ,
H. Thomas (21 December) ,
H.H. Phïlippus en Jacobus (1 Mei), H. Bartholomeus (24 Augustus) ,
H. Mattheus (21 September) ,
ƒ/./ƒ. Simon en Judas (28 October.)
H. Mathias (24 Februari) ,
H. Jozef (19 Maart) , en Allerheiligen (1 November).
21
2. Wie dezelfde werken on andere Feesten des Heeren of der H. Maagd Maria (welke nl. door geheel de Kerk gevierd worden volgens Deer. S. 0. Indulg. van 18 Sept. 18G2) zal verricht hebben, zal op elk derzelve verdienen een Aflaat van zeven jaren en zooveel qmdragenen. — Derhalve kan genoemde Aflaat gewonnen worden op de volgende Feesten des Heeren :
Besnijdenis des Heeren (1 Januari), Allerheiligsten Naam Jezus (2de Zond. na Driek.), Allerheiligst Hart van Jezus (Vrijd. na het Ok-taaf van H. Sacramentsdag) ,
AllerJcostbaarst Bloed (1ste Zond. van Juli) , Gedaanteverandering des Heeren (6 Augustus).
Insgelijks op de volgende Feesten van O. L. V.;
Zeven Weeën (Vrijdag na Passiezondag) , O. i. V. Visitatie (2 Juli),
O. Ij. V. van den Berg Garmélus (16 Juli) , O. L. V. ter Sneeuw (5 Augustus) , Allerheiligsten Naam van Maria (Zondag onder het Oktaaf van O. L. V. Geboorte),
Zeven Weeën (S116 Zondag van September) , O. L. V. van Vrijhooping der slaven (24 September), Allerheiligsten liosenlcrans (Iste Zond. van Okt.), en O. L. V. Presentatie (21 November).
3. Wie dezelfde werken zal verricht hebben op een Zondag of op eïk ander Feest des jaars, zal een Aflaat verkrijgen van vijf jaren en zooveel quadragenen. —• Wie eindelijk dezelve zal verricht hebben op eiken anderen dag des jaars , een Aflaat van honderd dagen.
4. Al wie minstens eens in de week gewoon is te bidden het Kroontje , of den Rozenkrans, of het
22
Officie van O. L. V. of der Overledenen, of de Vespers , of ten minste een der ïfocturnen en de Lauden , of de zeven Boetpsalmen met de Litanie en de daarbij behoorende gebeden, zal op den dag dat liij zulks verricht, verkrijgen een Aflaat van 'honderd dagen.
5. Al wie in het uur des doods zijne ziel god-vruchtig aan God aanbevelende , en bereid den dood zeiven (volgens de instructie van Bened. XIV z. g. in Constit. Pia Mater) met gelatenheid en overgeving uit de hand des Heeren aan te nemen , en waarlijk berouw hebbende, gebiecht en de H. Communie ontvangen heeft , indien hij daartoe in staat is , en anders rouwmoedig den Naam van Jezus , indien hij kan met den mond , of anders ten minste met het hart zal aangeroepen hebben, zal verkrijgen een Vollen Aflaat.
6. Al wie vóór het opdragen der Mis , of het ontvangen der H. Communie , of het lezen van het goddelijk Officie of van liet klein Officie van O. L. V. eene godvruchtige voorbereiding zal hebben doen voorafgaan, zal eiken keer , dat hij zulks doet , een Aflaat van vijftig dagen verwerven.
7. Wie gevangenen in den kerker. of sielcen in gasthuizen zal bezocht hebben, hen door eenig1 goed werk helpende , of de Christelijke Leer in de kerk , of te huis zijne hinderen, of naastbestaanden, of dienstboden zal onderwezen hebben, zal telkens een Aflaat van tweehonderd dagen verwerven.
8. Wie op het geklep dei klok van eene of andere kerk des morgens of des middags of des avonds de gewone gebeden van den Engel des Heeren enz. zal bidden, of indien hij die niet kent , eens het G-ebed des Heeren en de Èngelsche Groeter„is, of op
23
liet teokeii, dat des avonds gegeven wordt, om voor de overledenen te bidden , den Psalm De Profundis of dezen niet kennende, het Geheel des Heer en en de Engelsche Groetenis, zal bidden, zal eiken keet-een Aflaat van honderd dagen verkrijgen.
9. Denzelfden Aflaat zal verdienen, diegene die des vrijdags godvruchtig liet Lijden en den Dood van O. H. J. C. gedenken en driemaal het Gebed des Heeren en de Engelsche Groetenis zal bidden.
10. Al wie waarlijk berouw liebbende vastelijk besluit zijne bedrevene zonden te beteren, zijn geweten onderzoekt en driemaal het Gebed des Heeren en de Engelsche Groetenis godvruchtig herhaalt ter eere der Allerheiligste Drievuldigheid, of ter eere der vijf Wonden van Jezus Christus vijfmaal godvruchtig hetzelfde Gebed en Weesgegroet bidt, zal denselfden Aflaat winnen.
11. Wie voor de zieke Christengeloovigen op hun uiterste liggende godvruchtig God zal bidden , en ten minste voor hen eens het Gebed des 'Heeren en de Engelsche Groetenis zal zeggen , zal een Aflaat van vijftig dagen verwerven.
Daar al het bovenvermelde, \v at de aflaten betreft, overeenkomstig de authentieke bescheiden bevonden is, is er niets tegen dat het gedrukt en openbaar gemaakt worde.
Gegeven te Rome ter Secretarie van de H. Congregatie der Aflaten en H. II. Rélikwiën, den 31 Augustus 1876.
Dominicus Sarra, Substituut.
L. f S.
24
§. 4. Later verleende Aflaten en verdere gunsten aan de Broederschap verbonden.
I. Rescript van 26 September en 21 Nov. 1877.
Aflaten gelieclit aan de Schietgebeden :
»0 Maria, Moeder van Altijddurenden ftijstaml , bid voor mij. — H. Alphonsus, mijn beschermer, geef, dat ik in al mijne behoeften Maria aanroepequot;.
Krachtens bijzondere machtiging van onzen Allerh. Vader Paus Pius IX heeft de H. Congregatie dei-Aflaten en H.H. Kelikwien goedgunstig verleend, dat alle Christengeloovigen van beider geslacht, die in voornoemde Aartsbroederschap zijn opgenomen of in 't vervolg zullen opgenomen worden, die de bovengemelde Schietgebeden in welke taal ook, indien slechts dé overzetting getrouw is, ten minste met een rouwmoedig hart, des morgens of des middags of des avonds godvruchtig zullen gebeden hebben, een Aflaat van driehonderd dagen kunnen en mogen verdienen.
Aan do leden daarenboven, die gewoon zijn, ten minste eens daags, gedurende eene geheele maand, dezelfde Schietgebeden te bidden, heeft zij goedgunstig verleend een Vollen Aflaat eens in de maand naar hunne verkiezing te verdienen : op voorwaarde, dat zij waarlijk berouw hebbende, gebiecht en de H. Communie ontvangen, en eene of andere kerk of openbare bidplaats godvruchtig bezocht, en daar eenigen tijd
25
volgens de intentie van Zijne Heiligheid godvruchtig gebeden zullen hebben. Elk lid kan de bovengemelde Aflaten zob voor zich, als ook bij wijze van voorspraak aan de zielen der overledene Gcloovigen toepassen.
Zullende deze ten allen tijde van kracht zijn zonder dat eenige verdere Breve worde uitgegeven. Kunnende hiermede niets als tegenstrijdig gelden.
Gegeven te Eome, ter Secretarie van dezelfde H. Congregatie, den 26. September 1877.
L. f S.
Al. Card. Oreglia a S. Stephano , l'yoif.
A. Panici, Secretarius.
II. Eescript van 14 November 1877.
Nicolaus Mauron, Superior-G-eneraal en Eector Major van de Congregatie des Allerheiligsten Verlossers , aan de voeten Uwer Heiligheid neergeknield, verzoekt allernederigst ten gunste der Aartsbroederschap van O. L. V. van Altijddurenden Bijstand en den H. Alphonsns, wat volgt:
1. Dat de Volle Aflaat door elk der Leden te verdienen op den dag hunner inschrijving en alle andere Volle Aflaten, die op vastgestelde dagen verleend zijn of in 't vervolg zullen verleend worden , bij eene wettige verhindering, door de Leden kunnen verdiend worden op een der zeven onmiddelijk daaropvolgende dagen.
2. Dat de Bestuurder van elke ingelijfde Broederschap, die wettig bokt is zijne bediening uit te
26
üefonen, een anderen daartoe bekwamen priester moge benoemen, om in zijnen naam en met dezelfde machten aan het hoofd der betrokkene Broederschap te staan.
3. Dat Uwe Heiligheid gewaardige te verleenen een Vollen Aflaat, ook toevoegeliik aan de Overledenen, door de Geloovigen te verdienen op den dag, dat de betreMelijke Broederschap, bij welke zij ingeschreven zijn, plechtig ingelijfd wordt hij de Aartsbroederschap, of op een der zeven onmiddelijk volgende dagen: onder de gewone voorwaarden (d. i. als zij waarlijk berouw hebbende en do Biecht en H. Communie ontvangen hebbende, eene Kerk ot' openbare Bidplaats godvruchtig bezocht en aldaar eenigen tijd volgens intentie van Zijne Heiligheid godvruchtig zullen gebeden hebben).
Voor welke gunst.
Krachtens bijzondere machtiging door onzen Allerh. Vader Paus Pius IX verleend, heeft de H. Congregatie der Aflaten en H. H. Kelikwiën goedgunstig toestemming gegeven op al het gevraagde. Zullende deze ten alle tijde van kracht zijn, zonder dat eenige verdere Breve worde uitgegeven. Kunnende hiermede niets als tegenstrijdig gelden.
Gegeven te Eome, ter Secretarie van dezelfde H. Congregatie, den 14 November 1877.
L. t S.
Al. Card. Oreglia a. S. Stephano , Prcef.
A. Panici, Secretarius.
27
III. Bijzondere gunst , waaraan de leden
deelachtig woeden.
(Getrokken uit de Littcroe Aggreyationis.)
Eindelijk krachtens verleende macht van den Heiligen Stoel aan den Superior Generaal en Eector Major van de Congregatie des Allorh. Verlossers, maken wij alle Christengeloovigen van beider geslacht, die in de voorgenoemde ingelijfde Godvruchtige Broederschap zijn ingeschreven of in 't vervolg zullen ingeschreven worden, deelachtig aan de goede werken, welke door de hulp van Gods barmhartigheid in onze Congregatie verricht worden, alsook aan de verdiensten, die hetzij uit de Missie's en andere Apostolische werkzaamheden, hetzij uit do H.H. Sacrificiën en Communiën, gebeden, boetplegingen, en verdere godvruchtige en heilige oefeningen voortvloeien.
De Algemeene Bestuurder der Aartsbroederschap , Nic. Mauron , C. SS. R.
Sup. gen. et Reet. maj.
Gezien en ter afkondiging goedgekeurd,
's Bosch , 10 NovemlDer 1880.
De Bisschop van Bosch , f A. Godschalk.
GEBEDEN
TEE. EEKE VAN
0. L. V. VAN ALTilDDURENDEN BIJSTAND
EN VAN* DEN
H. ALPHONSUS MABIA DE LIamp;UOEI.
VERNIEUWING DEE AKTE VAN TOEWIJDING. Aan Maria.
O Maria, die, om mij vertrouwen in te boezemen, den naam hebt willen dragen van Moedor van Altijddurencien Bijstand, ik ben zeker niet waardig gerekend te worden onder liet gelukkige getal uwer dienaren; doch vol verlangen eenig deel te liebben in de weldadige uitwerkselen uwer barmliar-tiglieid, kniel ik voor uwen troon neder: ik wijd u toe mijnen geest, om altijd te overwegen, hoezeer gij mijne liefde verdient; ik wijd u toe mijne tong, om uwe verheven voorrechten te prijzen en uwe godsvrucht te verbreiden; ik wijd u toe mijn hart, opdat het na God u boven alles beminne.
Ontvang mij, o groote Koningin, onder het uitverkoren getal uwer dienaren, neem mij onder uwe bescherming, sta mij bij in allen geestelijken nood, maar vooral in het gevaarvolle oogenblik van mijnen
29
doodstrijd. O Moeder van Altiiddurenden Bijstand,
ik weet, dat gij mij meer bemint, dan ik mij zei-ven zou kunnen beminnen; daarom stel ik u aan tot mijne Meesteres, en leg in uwe handen al mijne werken, zoodat gij geheel en al, volgens goedvinden , over mij cn over alles wat mij toebehoort, kunt beschikken.
Zegen mij, o goede Moeder, en help door uwe veelvermogende voorspraak mijne zwakheid, opdat ik na u getrouw in dit leven gediend te hebben , eenmaal in het andere leven u love, beminne en danke gedurende de gansche eeuwigheid. Amen.
Schietgebed. O Maria, Moeder van Altiiddurenden Bijstand , bid voor mij.
Aller ijverigste Kerkleeraar , H. Aiphonsus Maria , ik X.X., ofschoon onwaardig uw dienaar (dienares) te wezen, nochtans aangemoedigd door uwe goedheid en door het verlangen, om u te dienen , erken u heden , in de tegenwoordigheid der Allerheiligste Drievuldigheid, van mijnen Engelbewaarder en van geheel het Hemelsch Hof, na Maria , als mijnen bijzonderen Vader, Leermeester en Voorspreker, en ik neem mij vastelijk voor u altijd te dienen , en naar mijn vermogen te zorgen, dat gij ook door anderen srediend wordt.
30
Ik smeek u dus door de liefde, welke gij Jezus en Maria toedraagt, ontvang mij onder het getal uwer getrouwe vereerders en bescherm mij als uwen dienaar (uwe dienares). Verwerf mij de genade uwe deugden na te volgen en den waren weg der Christelijke volmaaktheid getrouw te bewandelen. Verkrijg mij , in 't bijzonder, de onthechting van allo schepselen, eene teedere en standvastige godsvrucht tot Jezus in zijn H. Sacrament en tot Maria, mijne moeder, den geest van gebed en een vurigen ijver voor het heil der zielen. Ontvang deze kleine opoffering ten teeken van de onderwerping, welke ik u betuig. Sta mij bij in mijn leven en bijzonder in het uur des doods, opdat ik na u op aarde gediend en vereerd te hebben, mij met u in den Hemel gedurende de gansche eeuwigheid verheuge. Amen.
Schietgebed. H. Alphonsus Maria, mijn Beschermer, geef dat ik in al mijne behoeften Maria aan-roepe.
Drie gebeden tot o. l. v. van Altijddubesden Bijstand.
Eerste Gebed.
0 Moeder van Altijddurenden Bijstand, zie
hier aan uwe voeten een armen zondaar, die tot u zijne toevlucht neemt, op u zijn vertrouwen stelt. Heb medelijden met mij, o Moeder van barmhartiar-
31
lieid! ik hoor immers , hoe allen u de toevlucht en hoop der zondaars noemen; wees dan ook mijne toe • vlucht en mijne hoop. Help mij om de liefde van Jezus Christus; reik de hand aan een armen zondaar, die zich aan u aanbeveelt en zich voor immer aan uwen dienst toewijdt. Ik loof God en dank Hem, dat Hij, in Zijne barmhartigheid, mij zulk vertrouwen op u gegeven heeft; het is mij een waarborg, dat ik eenmaal zalig worden zal. Waarom toch ben ik, ellendige, in het verledene maar al te dikwerf gevallen, tenzij omdat ik niet tot u mijne toevlucht genomen heb ? Met uwe hulp , ik weet het, zal ik altoos zegevieren, maar ook dit weet ik, dat uwe hulp mij niet ontbreken zal, indien ik mij aan u aanbeveel. Wat heb ik dan to vreezen? dit alleen, dat ik in de gelegenheden van zonden nalaten zal u aan te roepen; want dan zou ik verloren zijn. Daarom bid en smeek ik u zoo dringend mogelijk, mij de genade te willen verleenen van altoos bij alle aanvechtingen der hel, tot u mijne toevlucht te nemen en te zeggen : Maria help mij ; Moeder van Altijd-durenden Bijstand, wil toch niet toelaten, dat ik mijnen God verlieze!
Vijfmaal het Weesgegroet.
Antiphoon. Heilige Maria, sta de ellendigen bij , help de kleinmoedigen, verkwik de bedroefden, bid voor het volk, kom de geestelijkheid te hulp, wees de voorspraak van het godvruchtig vrouwengeslacht: dat allen uwe hulp ondervinden, die uwe heilige gedachtenis vieren.
32
v. Gij zijt, o Meesteresse, onze toevlucht geworden. k. De liulp in voor- en tegenspoed.
LAAT ONS BIDDEN.
Almachtige en barmhartige God, die ons het Beeld uwer allerheiligste Moeder onder den hijzonderen titel van Altijddurende!) Bijstand te vereeren gegeven hebt; verleen genadiglijk, dat wij , bij al de wisselvalligheden dezes levens, zóó voortdurend de bescherming der altijd Onbevlekte Maagd Maria mogen ondervinden, dat wij den prijs uwer eeuwige verlossing verdienen te verwerven. Die teeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Tweede Gebed.
O Moeder van Altijddurenden Bijstand, schenk mij toch deze gunst , dat ik uwen machtigen naam altoos moge aanroepen ! Uw naam is immers de hulp der levenden en het heil der stervenden. O allerzuiverste Maagd! allerzoetste Moeder Maria , moge toch uw naam, van heden af, altoos de ademhaling zijn mijner ziel ! Toef niet, o Koningin , mij te hulp te komen , als ik tot u roep ; want in al de bekoringen , waardoor ik zal aangevochten worden, in alle voorkomende noodwendigheden , zal ik niet nalaten tot u te roepen , en te herhalen : Maria! Maria ! Wat kracht , wat verteedering ontwaar ik niet in mijn binnenste , reeds dan , wanneer ik slechts aan ii denke! Ik dank mijnen Heer en God, dat Hij u , om mijnentwille , een zoo zoeten , beminnelijken en
33
machtigen naam gegeveu hoeft. Maar uwen naam slechts uit te spreken, is niet genoeg; uit liefde wil ik hem uitspreken ; de liefde moet er mij aan doen denken u zonder ophouden te begroeten als Moeder van Altijddurenden Bijstand.
Vijfmaal het Wees gegroet, enz., als hoven.
JDerde Gebed.
O Moeder van Altijddurenden Bijstand, gij zijt de uitdeelster van al de genaden , die ons ellendigen van God geschonken worden; en daarom heeft hij u zoo machtig, zoo rijk en zoo goedertieren gemaakt, opdat gij ons zoudt helpen in onze ellenden. Gij zijt de voorspreekster van de diepst ellendige en meest verlatene zondaren, die tot u hunne toevlucht nemen ; kom dan ook mij ter hulp, nu ik mij aan u aanbeveel. In uwe handen beveel ik mijne eeuwige zaligheid, u vertrouw ik mijne ziel toe. Seem mij op onder het getal uwer geheel bijzondere dienaren; neem mij ook onder uwe bescherming, en zie, dat is mij genoeg; indien gij mij toch helpt, heb ik niets te vreezen. Niets wegens mijne zonden : want gij zult er mij de vergiffenis van verwerven; niets van de zijde des duivels : want gij zijt machtiger dan de gansche hel; niets zelfs van de zijde mijns rechters Jezus Christus: want een enkel uwer gebeden is voldoende om Hem te verzoenen. Dit alleen heb ik alzoo te vreezen, dat ik verzuim mij aan u aan te bevelen; want dan ben ik verloren. Verwerf
34
mij , o mijne Koningin, verwerf mij de vergiffenis mijner zonden, de liefde tot Jezus, de volharding tot het einde toe en de genade van altoos mijne toevlucht te nemen tot u, o Moeder van Altljddu-renden Bijstand.
Vijfmaal het Wees gegroet, enz., als hoven.
Zijne Heiligheid Paus PIÜS IX verleende bij Rescript van 17 Mei 1866 , aan ieder dezer drie gebeden een aflaat van 100 dagen, eenmaal daags te verdienen , ook toevoegelijk aan de zielen des vagevuurs.
III.
GEBED TOÏ DEN H, ALPHONSUS.
031 DE LIEFDE ÏOT MARIA TE VEEKKIJGEN.
O allergetrouwste Dienaar van Maria, H. Al-phonsus Maria , gij , die weet hoezeer Maria waardig is, vereerd, gediend en bemind te worden , verwerf mij de genade , dat ik ook een weinig he-grijpe de verhevenheid harer deugden, om die na te volgen , en hare uitstekende voorrechten , om haar te bewonderen, te loven en te beminnen.
Mijn heilige Beschermer! Ook ik zou haar willen vereeren , gelijk gij haar vereerd hebt : haar henin-nen , gelijk gij haar hebt lief gehad ; haar prijzen, gelijk gij haar geprezen hebt; en haar zoo behagen,
35
als gij haar behaagd hebt. Maar deze verlangens gaan mijne krachten te boven, mijn hart is te zeer gehecht aan de schepselen, om zich zoo hoog te verheffen. Daaróm neem ik tot u mijne toevlucht, o machtige Voorspreker, verkrijg mij de genade, Maria uit al mijne krachten te vereeren , te dienen en te beminnen , en haar altijd aan te roepen met den troostvollen titel van Moeder van Altijddurenden Bijstand.
Driemaal liet Eere sij dan Vader , enz.