VAN DE
Raadscommissie, benoemd ter overweging der vraag „of het wensclielijk is, verandering te torengen in het toeheer der Oemeentereinigingquot;.
Prijs f O.^tO.
Stoomdruk van de firma L. E. BOSCH amp; ZOON.
RAPPORT van de Raadscommissie, benoemd ter overweging der vraag „of liet wensclielijk is, verandering te brengen in het beheer der Gemeentereinigingquot;.
IJ\vo Commissie, bonoemd bij Raadsbesluit van 27 October 11., ter overweging dor vraag „of het wensclielijk is, verandering te brongen in het beheer der gemeente-reiniging , deed zich omtrent al, wat zij ter beantwoording meende te behoeven, voorlichten; nam kennis van het in April 1876, betrekkelijk de gemeentereiniging door de Commissie van Fabricage aan Burgemeester en Wethouders dezer gemeente uitgebracht rapport en van al het sedert in den Raad, betreffende dezen belangrijken tak van dienst, overwogene.
Daar zij het voorrecht genoot, den heer Wethouder van publieke werken, met de zorg voor de belangen van den reinigingsdienst belast, in haar midden te hebben , kreeg zij bovendien konnis van meerdere stukken, welker inhoud voor hare besprekingen stof gaven en haar de gelegenheid schonken. het vraagstuk in zijn geheel te overzien.
Zij bezocht de gemeentevaalt en hoorde den Directeur der gemeentereiniging; zij nam kennis van een door de Commissie van Fabricage voorbereid plan tot uitbreiding
Aan den Gemeenteraad.
2
dor vaalt en overwoog eeno voor de gemeente geopende gelegenheid om tot die uitbreiding, door aankoop van grond, te geraken.
Bij den aanvang barer overleggingen overwoog zij do strekking en den omvang van haar mandaat. De inhoud van het Raadsbesluit, hieromtrent was geen verschil van meening , toonde duidelijk aan , dat zij zich niet had te bepalen tot de gemeentereiniging m eigen beheer, maar dat zij den Raad zou hebben voor te lichten, of het wen-schelijk was te bestendigen het stelsel van gemeentereiniging, waartoe in 1876 door den Raad was besloten, hetzij onveranderd of gewijzigd , dan wel een ander stelsel van reiniging en van exploitatie der vuilnisvaalt in het belang der gemeente moest worden ingevoerd.
Zóó opgevat, vormt het opgedragen onderzoek dan ook juist de aansluiting aan hot provisioneele karakter van 's Raads besluit van 1876. Men wenschte toen, met het oog op de onzekerheid der geldelijke uitkomst, hot in eigen beheer nemen als een proeve beschouwd te zien, waarvan zou kunnen worden afgezien, indien onverhoopt na eenige jaren bleek, dat de kosten er van niet door de sanitaire en andere voordeelen worden opgewogen, ofwel de gemeente te zwaar mochten drukken.
De meerderheid van den Raad meende tijdens de jongste begrootingsdebatten, dat, bij de hoogst ongunstige finantieele resultaten dier proefneming, de tijd was gekomen , om zich eindelijk eens rekenschap te gaan geven, of de hygiënische belangen der gemeente, trots al de finantieele offers, voortzetting van dat eigen beheer der gemeentereiniging eischton.
Die hoogst gewiebtige vraag werd dan ook, in hoofdzaak, hot onderwerp der overleggingen van uwe Commissie, en zij verdeelde haar onderzoek in de volgende punten :
lu. Is, mot het oog op dc hygiënische belangen, het
3
volstrekt noodzakelijk, dat de gemeentereiniging in eigen beheer bljjve voortduren , of zullen dezelfde resultaten bij uitbesteding verkregen kunnen worden?
2quot;. Zijn er , diezelfde liygiënische belangen op den voorgrond plaatsenrle , nadeelige gevolgen te wachten , wanneer de exploitatie der vaalt aan een pachter wordt overgelaten ?
3quot;. quot;Welke zullen do vermoedelijk önantieele gevolgen voor do gemeente zijn, wanneer liet stelsel van eigen beheer geheel of gedeeltelijk wordt prijsgegeven ?
4°. Welke veranderingen moet de mestvaalt ondergaan, welke verbeteringen kunnen er in de administratie, in den reinigingsdienst en in do exploitatie der vaalt worden aangebracht, indien de Raad mocht besluiten, den dienst in eigen beheer voort te zetten ?
Bij de bespreking der eerste vraag werd door één lid, vormende de minderheid, betoogd , dat, indien men het tegenwoordig toegepaste stelsel zou prijs geven en tot uitbesteding »der gemoentereiuiging mocht overgaan, dezelfde ongunstige ondervinding, welke men vóór 1S76 had opgedaan , zich weder zou voordoen.
Dikwijls is opruiming van vuil in hot belang der openbare gezondheid dringend noodig, zonder dat de waarde van de weggevoerde stoffen de moeite en do kosten van die ophaling vergoedt. In zijn geldelijk belang zal een pachter of aannemer in de meeste gevallen trachten, zich aan die reiniging te onttrekken.
Hoe nauwkeurig en volledig men ook de verplichtingen van den aannemer in de overeenkomst tracht te omschrijven en hoe deugdelijk toezicht ook van gemeentewege op de uitvoering wordt gehouden , toch zal de pachter de gemaakte bepalingen niet zelden weten te ontduiken , of soms liever boeten betalen dan eene voor
4
hem oiivoordeelige werkzaamheid verrichten. Het zal dikwijls moeielijk zijn , gedurende den loop der overeenkomst wenschelijke verbeteringen of uitbreiding van den reinigingsdienst in te voeren. waartegen geen de minste bezwaren bestaan , indien do dienst in eigen beheer is.
liet viel niet to ontkennen, betoogde dat lid der Commissie verder, dat de reiniging van stegen en achterbuurten veel beter geschiedt, dan toon de dienst door een pachter werd verricht, en juist daar is eeno goede reiniging uit een sanitair oogpunt het meest noodzakelijk.
Ook achtte hij het een bezwaar, dat de bediening van het tonnenstelsel, waaraan voortdurend uitbreiding wordt gegeven, aan een pachter of aannemer zou worden overgelaten , dewijl die alleen belang heeft bij de stoffen, doch eeno goede reiniging der tonnen en eeno nette bediening slechts verhooging van kosten geven en dus in zijn nadeel zijn. Vooral bij epidemieën waren daarvan ongunstige gevolgen voor de openbare gezondheid te duchten.
Eerst sedert kort had de gemeente de beer-putlediging op uitgebreide schaal ter hand genomen. Over de bediening door particulieren en de wijze van overstorten der stoffen in schuiten waren meermalen klachten ingekomen, en aangezien de gemeente in de eerste plaats bij alles wat van harentwege do reiniging betreffende wordt gedaan, do zorg voor de openbare gezondheid op het oog heeft en niet de finantieele uitkomsten, kan die dienst beter door haar worden verricht, dan door particulieren of door een aannemer.
Geen der overige leden kon zich met dit betoog vereenigen. Zij konden niet toegeven, dat de hygiënische belangen behoefden te worden geschaad, wanneer de gemeentereiniging door een aannemer zou geschieden. Dit was geheel afhankelijk van goed geformuleerde bepalingen
5
in de overeenkomst en van goede controle op de naleving dier bepalingen, terwijl mede een tamelijk hooge boete op do niet naleving der artikelen, den aannemer moet afschrikken in strijd met zijn contract te handelen. Indien in de voorwaarden van uitbesteding do bepaling wordt gemaakt, dat de aannemer de stoffen moet weghalen daar, waar Burgemeester en Wethouders liom bevolen, zal hij zich op geen enkele plaats daaraan kunnen onttrokken en baten hem de overweging van geldeljjk voor-of nadeelige uitkomsten niets.
Zulk eene bepaling maakt ook liet bezwaar denkbeeldig, dat tegen eene uitbreiding van den dienst tijdens den loop van het contract zou kunnen ontstaan, omdat, wanneer Burgemeester en Wetliouders bevelen, de aannemer aan de uitvoering gebonden is. In hoofdzaak verwachtte men weinig verschil in de uitvoering. De werklieden, of zij bij de gemeente of bij een aannemer in dienst zijn, moeten in beide gevallen worden gecontroleerd, — en het zal moeiehjk zijn, één werkman, in dienst bij de gemeentereiniging, aan te wijzen, die zijn werk verricht met overweging van hygiënische belangen
In het meest gunstige geval verrichten zij hunne werkzaamheden, zooals hun die bevolen worden, doch dikwijls laat de goede verrichting daarvan zeer te wenschen over, C' gelijk men in achterbuurten en weinig bezochte plaatsen
somtijds ook nu kan opmerken.
Ook kon men niet toegeven, dat de bediening van het tonnenstelsel door een aannemer tot veel bezwaar aanleiding kan geven Men kon niet inzien, dat de werklieden, bij de gemeente in dienst, die werkzaamheden beter zouden verrichten, dan zij, die door een aannemer zijn aangesteld; — daarbij was er bij dezen dienst, buiten en behalve do controle door den gemeenteambtenaar uitgeoefend, een scherp toezicht van het publiek zelf.
6
dat wel weigeren zal, een vuile of gebrekkige ton in huis toe te laten.
Evenmin zag men veel bezwaar, om de beerputlediging door een aannemer te doen verrichten. Vroeger werd dit toch bijna uitsluitend door particulieren gedaan, on thans, nu de gemeenteroiniging daaraan uitbreiding had gegeven, kwam de meerdere ondervinding op dat punt haar voor de controle op de richtige uitvoering door een aannemer ten goede.
Op deze gronden oordeelde do meerderheid, in tegenstelling met hot door het eéne lid der Commissie aangevoerde, dat uit een sanitair oogpunt het mei noodzakelijk is, den dienst der gemeentereiniging in eigen beheer te bestendigen.
De tweede vraag, welke do Commissie zich gesteld had, n.L; of, „met op den voorgrond plaatsing van hygiënische „belangen, de exploitatie der vaalt aan een pachter „kon worden overgelatenquot;, werd evenmin eenstemmig beslist.
Hetzelfde lid, dat zich niet aan de zijde der meerderheid kon scharen bij de oplossing der eerste vraag, was van oordeel, dat ook de exploitatie dor vaalt niet aan een aannemer kon worden overgelaten. Het behandelen der ingezamelde stoffen leverde een groot verschil op voor do meer of mindere verspreiding van voor do gezondheid schadelijke gassen. Indien de beer dooi' minder vraag moeiehjk te verkoopon zal zijn, en het bewaren daarvan in beerputten den aannemer voordoeligor zal voorkomen, dan om er compost van te maken, zal hij tot het eerste overgaan, ofschoon hot laatste veel grooter zekerheid aanbiedt, dat de voor do gezondheid nadeelige gassen gebonden blijven. Eveneens is liet verschil groot, of do stoffen met meer of minder zorg worden behandeld, en kan men van een aannemer moeiehjk verwachten, dat hij
7
zijne tinanticelc belangen aau de sanitaire belangen dor gemeente zal opofferen.
])e overige loden meenden, dat deze bezwaren, evenals die bij den reinigingsdienst, konden vermeden worden door ecne goede en degelijke controle; en de bewaring van beer in goed gesloten putten kan tot geen bezwaar aanleiding geven, dewijl men in de voorwaarden van uitbesteding de bepaling kan maken, dat allo werken, welke door don aannemer op de vaalt worden gemaakt, de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders behoeven, waardoor men het dus in de macht heeft, die putten aan alle eischen der hygiëne te doen beantwoorden. Wanneer men nu nog in aanmerking noemt do gunstige ligging der vuilnisvaalt, als zijnde aan do noordzijde der gemeente, dan zagen die leden niet in, dat, met hot oog op don gezondheidstoestand, do vaalt niet door een aannemer zou kunnen worden geëxploiteerd.
Omtrent de finantieele gevolgen, welke eeno goheolo of gedeeltelijke verlating van het stelsel van eigen beheer voor de gemeente zou hebben, waren de gevoelens even-zoor verdeeld. Hetzelfde lid, dat, op grond van de sanitaire belangen dor gemeente, do reiniging on de exploitatie der vaalt in eigen beheer wenschte te bestendigen , verwachtte ook van eeno uitbesteding van dezen tak van dienst weinig of geen voordeel voor do gemoontofmantiën, en in ieder geval zouden die voordoeion, volgens zijne overtuiging, niet togen de sanitaire nadoelen opwegen.
Naar zijne meening konden de laatste jaren niet als maatstaf worden aangenomen. Do ongunstige toestand, waarin de landbouw verkeerde, was oorzaak, dat de afzet dor stoffen tegen verlaagde prijzen zelfs hoogst mocielijk was. Deze toestand luid in allo streken ge-hoerscht en overal op den handel in meststoffen zeer verlammend gewerkt, zelfs ook de voor den afzet van mest-
8
stoffen zoo gunstig gelegen noordelijke gemeenten hadden eveneens de nadeelige gevolgen voor hunne finantiën daarvan ondervonden. Zoodra de toestand van den landbouw heter wordt, zullen de nadeelen voor de finantiën ten gevolge van den reinigingsdienst kleiner worden, en eenige verbetering is reeds te bespeuren; or is reeds een meer geregelde afzet van stoffen. Ook was volgens het gevoelen van dat lid het tijdstip voor ecne verandering van stelsel zeer ongunstig gekozen.
De beerputlediging op uitgebreide schaal door den gemeentereinigingsdienst was nog slechts korten tijd in werking en de geldelijke uitkomsten daarvan zijn nu nog moeiehjk te schatten; hoogst waarschijnlijk zullen die echter voordeelig zijn. De spoorwegverbinding, welke een uitgebreider afzet van meststoffen in uitzicht stolt, is nog slechts korten tijd geleden tot stand gekomen. Plannen tot uitbreiding en verbetering der vaalt waren ontworpen en wanneer die tot stand waren gebracht, zou de bereiding der stoffen met meer zorg kunnen geschieden, en de finantieele voordeden daarvan zich niet laten wachten.
De andere leden der Commissie waren van oordeel, dat , uitbesteding van den geheden dienst der gemeentereiniging voor de finantiën der gemeente gunstige uitkomsten zou opleveren. Iedere exploitatie van een zaak, waaraan handel en nijverheid verhonden is, blijft voor een gemeentebestuur moeielijk, omdat een voorname factor, het eigenbelang, voor eene voordeelige exploitatie ontbreekt. Ieder, die bij zulk een tak van dienst werkzaam is, een enkel hoofdambtenaar uitgezonderd, heeft het bewustzijn, dat hij werkt voor een groot lichaam, dat het bost betalen kan, waarvoor hij zich niet behoeft af te sloven. Werkt men voor een patroon, dan vallen de nadedige gevolgen van dat plichtverzuim meer onder het bereik van die kortzichtigen en in ieder geval gevoelt men
9
zich meer tot het individu, dan tot de massa, aangetrokken.
Een aannemer is niet verplicht, evenals do gemeente, eene dure en omslachtige administratie te voeren, waardoor hij zich veel meer, dan dit een directeur in gemeentedienst mogelijk is, kan wijden aan de bereiding en zuivering der stoffen en meer werk kan maken van een voordeeligen verkoop daarvan. Bij tragen afzet zal liij nieuwe afnemers opzoeken en door advertenties en reclames de stoffen van de hand trachten te doen en niet de koopors stil afwachten, zooals dit tot heden alhier gebruikelijk is.
Hij zal daardoor het zoo hoogst nadeelige inklinken voorkomen en door alle gepaste middelen trachten zooveel mogelijk stoffen op de vaalt te krijgen, omdat de verkoop verzekerd is. Dat het inklinken nadeelig is en dat een trage afzet ook zeer nadeelig werkt op het aanbrengen van stoffen op de vaalt, bewijst de hierachter gevoegde staat, waarin ü een overzicht wordt aangeboden , finan-tieel over de drie eerste hoofdstukken (ontvangsten) volgens de verslagen van don reinigingsdienst in do jaren 1877 tot en met 1880, en kwantitatief over beer, compost en vuilnis in dezelfde jaren.
De bevolking der gemeente neemt jaarlijks toe en liet tonnenstelsel breidt zich uit en niettegenstaande die beide voorname factors voor eene kwantitatief vermeerderde opbrengst, wordt die altijd lager. In 1877 worden van beer, compost en vuilnis aangebracht 26S92:!/1 Mquot; en in 1880 slechts 17013 Mquot;' of wel SG'/j % minder. Finan-tieel zijn de uitkomsten nog nadeeliger, omdat do teruggang der prijzen van beer, compost en vuilnis (gemiddeld 160/n) daartoe medewerkten Neemt men de drie eerste hoofdstukken, (ontvangsten), welke met de reiniging der stad in het nauwste verband staan , te zamen , dan
10
is or voortdurende teruggang. Schijnbaar is het jaar 1878 voordeeligcr dan 1877, doch aan liet einde van 1^77 is geen voorraad in liet gedrukte overzicht opgenomen en in do overige jaren wel; men kan dus met grond aannemen, dat er in 1878 reeds een geringere opbrengst is geweest, dan in liet daaraan voorafgaande jaar.
Yoegt men voor eene juiste beoordeeling de twee eerste jaren te zamon , dan verkrijgt men een gemiddelde
opbrengst van...... .... f 48,298.93r'
terwijl do opbrengst in 1S80 was. ... - 29,253.965
en dus liet nadeelig verschil van . . . . f 19,044.97 of ruim 39 %. De zooeven genoemde uitbreiding van de gemeente en van het teunenstelsel in aanmerking nemende, zijn de uitkomsten wezenlijk raadselachtig.
Do meest raadselachtige uitkomst geeft echter hoofdstuk I, afdeeling (/rond, bagger, blad, diepgoed, enz ; — maakt men deze afdeeling afzonderlijk op, dan is er in 1880 niet alleen niets aangebracht, docli voor een waarde van f 1,771.92 spoorloos verdwenen. De bereiding van compost kan dit vreemde verschijnsel niet veroorzaakt hebben, omdat in 1880 slechts 340 Mquot; compost meer is gemaakt dan in 1879.
Ook kan de bereiding van compost op de kwantitatieve opbrengst weinig invloed gehad hebben, daar, wanneer men rekening houdt met den voorraad aan het einde van ieder jaar aanwezig, in 1877 is bereid 778'/., Mquot;, in 1878 1721quot;/., M3, in 1879 932 V, Mn en in 1880 1272 M\
quot;Wij merken nog op, dat, volgens eene opgave van den Directeur over den reinigingsdienst, om GO M3 compost te bereiden , noodig zijn :
11
3 |
M:! |
paardenmest. |
. a / 4. |
— / |
12,— |
16.5 |
» |
vuilnis...... |
a - 1. |
10 - |
18.15 |
28 |
» |
bagger ..... |
a - 1. |
10 - |
80.80 |
5.49 |
n |
beer...... |
. a - 2. |
— - |
10.98 |
i.Od |
D |
beer (tonnendienst) |
. a - 2. |
— _ |
8,70 |
2 |
» |
koemest ...... arbeidsloon .... |
. a - 3. |
— - |
6.— 17,48 |
5i).34 MA /104 11
Hiervan komt GO Mquot; compost a f 2.— = f 120.—.
Volgens dozo opgaven zou er geen kwantitatief verlies zijn. Zwolle geeft ecliter op, dat er een verlies van 18'A % bjj l'-et bereiden van compost is; dan zouden dc 59.34 M' sleclits 48.37 Mquot; opgeleverd hebben. Finantiëel zoude de bereiding van compost dan nadeelig zijn.
De overige leden konden evenmin toegeven, dat het tijdstip voor eene uitbesteding van den reinigingsdienst slecht gekozen was. Van dc gunstige ligging der vaalt, nu die door een spoorweg aan vele mest behoevende streken verbonden is, zou dc aannemer natuurlijk bij zijne inschrijving nota nemen; dat het vervoer van de vaalt tot den Centraalspoorweg gratis geschiedt, wanneer de meststoffen door die spoorwegmaatschappij worden vervoerd , zal door hem in aanmerking worden genomen en evenmin kan hij bij de inschrijving buiten rekening laten, dat aan den beerputdienst eene groote uitbreiding is gegeven, zoodat de gemeente evenzeer profiteeren zal van de voordcelen , bij uilbesteding van den reinigingsdienst door den lagéren inschrijvingsprijs, als bij voortzetting van eigen beheer.
Ook zou do vaalt, wanneer de gemeentereiniging in eigen beheer wordt voortgezet, eene kostbare uitbreiding behoeven, terwijl die voor een aannemer, doordien hij veel geregelder afzet der stoffen heeft, hoogst waarschijn-
12
lijk nog eonige jaren voldoende is, ook al moelit do uitbreiding der gemeente aanhouden ; liooge uitgaven daarvoor zijn dus ook in dat geval onnoodig.
Op deze gronden meende do overgroote meerderheid der Commissie do gemeente niet langer aan de onzekere kansen dor proefnemingen van het eigen beheer te moeten overgeven. doch ook in hot finantieel belang hoe eerder hoe beter dat stolsel te moeten verlaten.
Van een gemengd stelsel, nl., om al wat met de reiniging der gemeente in verband staat in eigen beheer te behouden , doch de exploitatie der vaalt aan een pachter over te laten, verwachtte men eenstemmig slechte uitkomsten. Indien de aangebrachte hoeveelheden van alle stoffen in éóne som jaarlijks door een pachter zou worden overgenomen, vreesde men herhaalde contücten over te gering aangebrachte hoeveelheden en zelfs over het aanbrengen van meerdere of mindere kwantums van voor hom voor- of nadeelige stoffen, waardoor ook de verhouding dor werklieden, bij de reiniging der gemeente werkzaam en der vaaltarbeiders bij den aannemer in dienst, dikwijls te weuschen zou overlaten, terwijl het te voorzien is, dat er moeielijk een pachter zal gevonden worden voor de exploitatie van eene zaak, waarvan hij den aanvoer der stoffen zoo weinig in handen heeft.
AVel heeft zich een paar jaar geleden voor de stoffen , in Amsterdam door de gemeentereiniging verkregen, een pachter op zulke voorwaarden opgedaan, doch de inschrijvingssom was zóó gering en de voorwaarden waren zóó onaannemelijk, dat het aanbod niet kon worden aangenomen.
Om een pachter te vinden, die de stoffen tegen eenheidsprijzen , bij gewicht en maat bepaald, van de gemeente overnam, zou waarschijnlijk veel gemakkelijker gaan, doch de last en de kosten, welke het wegen en meten
van iedere kar of karretje, en van iedere praam of schuit, op do vaalt aankomende, zouden veroorzaken, kan onmogelijk een ander gevolg hebben, dan dat do finantieole uitkomsten voor de gemeente oneindig nadeeliger zullen zijn, dan de exploitatie van den geheelen dienst bij nit-bestecling.
Daarbij zon de gemeente dan nog altijd een zeer uitge-broide administratie en controle behouden en veel aan arbeidsloon uit te betalen hebben.
De totaal-uitgaven voor don reinigingsdienst in 1880 uitgegeven, laten zich kennen als volgt:
Reiniging der stad, hot ophalen dor stofFon,
en hot vervoeren daarvan naar do vaalt . f 53,680.—
Vaaltdienst...........- 12,250.02
Vervoerwerk ton dienste der gemeente . - 10,242.88
f 76,179.50
De Commissie acht hiermede de onder 1, 2 en 3 boven aangegeven punten voldoende te hebben besproken.
Komende tot punt 4: „veranderingen en verbeteringen „bij behoud van don reinigings- en vaaltdienst in eigen „beheerquot;, meende zij vooralsnog geen voorstellen te moeten doe i tot verandering der mestvaalt en verbeteringen in de administratie, in den reinigingsdienst en in do exploitatie van de vaalt. Indien de Raad toch de voorstellen van de meerderheid der Commissie aanneemt, zou de tijd, wolken de voorbereiding dier voorstellen vereischt, vruchteloos zijn besteed. Mocht echter de Raad verklaren, den reinigingsdienst in eigen beheer te willen voortzetten, of wel geen aannemelijk aanbod ofaanneiner zich voordoen, dan zal zij bereid gevonden worden, de opgedragen taak verder voort te zetten.
Ten slotte hebben wij, in verband met de medocleeling, door den voorzitter der Commissie bij den aanvang harer
14
beraadslagingen gedaan, „dat in de onmiddellijke nabijheid „der goineentevaalt een daaraan grenzend terrein ver-„knjgbaar is van don hoor (i. II L. Baron Van 13oet-„zoiner, groot ongeveer:
8010 M-.
15160 n 21060 „
te zamen 44830 M2.
„ol: bijna 41/2 IT. A. voor do som van ƒ 25,000.—het al of niet wenschehjke van dien aankoop overwogen.
Ofschoon die terreinen niet dadelijk en zeer zeker niet geheel voor do exploitatie der gemeentevaalt, bij aanbesteding van den reinigingsdienst, noodig zullen zijn, maar daaraan voor meer dan één gemeentebelang in do toekomst behoefte zou kunnen zijn, en hot geheel onzeker is of alsdan aan die behoefte zal kunnen worden voldaan, meent de Commissie het wenschelijk, don Raad tot dien aankoop te moeten adviseeren.
Do Commissie kwam tot dit besluit, nadat door den voorzitter was medegedeeld, dat een gedeelte van de terreinen, thans bij den gemeentereinigingsdienst in gebruik, tot bergplaats van keien zal moeten worden ingericht, en nadat op haar verzoek ook nog beproefd was, oen kleiner gedeelte van die terreinen te verkrijgen , gelijk haar nog meer gewenscht voorkwam; doch, zonder gunstig gevolg.
Do prijs van / 25,000.— , waarvoor die terreinen nog tot 15 Februari a. s te verkrijgen zijn , komt haar niet overmatig voor. Slechts één lid was van oordeel, dat voor den aankoop alleen dan reden zou bestaan, wanneer tot het voortzetten der reiniging in eigen beheer mocht worden besloten.
Ontwerpvoorwaardon van uitbesteding van den reini-
15
gingsdienst worden als bijlage bij dit rapport gevoegd, waaruit, naar de meerderheid der Commissie meent, genoegzaam zal kunnen blijken, dat eenc goede en degelijke reiniging der gemeente in liet belang dor openbare gezondheid bij haar op den voorgrond heeft gestaan.
ITet opmaken van een reglement van dienst achtte men beter , aan Burgemeester en Wethouders over te laten.
Het wegruimen van sneeuw en ijs vóór do bergplaatsen der brandspuiten en van de bruggen en pleinen , alsmede het hakken en open houden der brand bijten , oordeelde de Commissie meer raadzaam bij het contract van uitbesteding niet aan den aannemer op te dragen. Door don zeer moeielijken dienst bij vriezend weder, of als do wegen met sneeuw zijn bedekt, wordt er toch reeds veel buitengewone inspanning van den aannemer gevorderd, terwijl in zoo'n tijd do staking van vele werkzaamheden maakt, dat er handen genoeg beschikbaar zijn, die dit werk ten dienste der gemeente kunnen verrichten.
Daar, waar het mogelijk was, zijn de bepalingen in het ontwerp door ons mot voordacht vrijgevig gesteld , ten einde meerderen in staat zouden zjjn , tot aanneming mede te dingen. Zoo voorkomen do bepalingen van Art. 20 meer in hot bijzonder, dat de aannemer een zeer groot kapitaal noodig heeft, omdat hij voor terreinen , gebouwen en dood materieel geen geld behoeft, dewijl hem dit alles in bruikleen wordt gegeven en alleen het verschil, bij vermeerdering of vermindering van waarde , bij expiratie van het contract wordt verrekend.
Do controle over de richtige uitvoering der voorwaarden van het contract zouden wij wenschen te zien opgedragen aan een hoofdambtenaar, en dien , op aanbeveling van Burgemeester en Wethouders, door den Raad to doen benoemen
16
In overeenstemming met bovenstaande beschouwingen, heeft de meerderheid der Commissie ten slotte do eer, aan don Gemeenteraad te adviseeren,
om te besluiten:
1quot;. Met 1 Juli dezes jaars de gemeentereiniging in
eigen beheer te doen eindigen;
2quot;. zóódra mogelijk do uitbesteding van den dienst der gemeentereiniging en do exploitatie der gemeentevaalt, benevens het vervoerwerk der gemeente, in hot openbaar te doen plaats hebben; 3quot;. die uitbesteding to doen op de voorwaarden, als
bijlage bjj dit rapport gevoegd;
4quot;. voor de som van/quot;25,000.— van den heer G. II. L. Baron Van Boetzelaer aan de Bilt aan te koopen de pereeelen bij bot kadaster der gemeente Lauwerecht bekend in Sectie A, nquot;s. 109G, 1097 en 1092 en 1093 gedeeltelijk; en 5quot;. Hurgemeestor en Wethouders op te dragen, al hot noodige tot uitvoering dezer besluiten te doen.
Aldus vastgesteld in do vergadering der Commissie, den 23squot;quot; Januari 1882.
W. J. HOU AARDS VAN DEN HAM.
E. II. KOL.
W. J. M. BOSCH.
VAN EEDEN.
H. A. VAN BEUNINGEN.
J. E. DE BEAUFORT.
J. DUIJVIS, rapporteur.
Bjj dit rapport worden gevoegd de navolgende bjjlagen: A. Staat, aanwijzende de firantieele uitkomsten der drie eerste hoofdstukken (ontvangsten) volgens de
17
gedrukte verslagen van den reinigingsdienst over 1877, 1878, 1879 en 1880; — benevens de kwantitatieve uitkomsten van beer, compost en vuilnis over dezelfde jaren.
B. Ontwerpvoorwaarden van uitbesteding van den reinigingsdienst en liet vervoerwerk.
C. Nota van den heer Mr. W. J. Koijaards van den Ham, met 2 bij behoor ende staten.
2
|
|
^ -r
O E-*
je
s
O O
éC
fee
O O
ü i-blj ei CL. c3
C Q
te
OJ 3
gt; gt; O
gt; lt;
Cl '
's I
Q Pt) O O
p =
O S O «
| ||||||||||||||||||||||||||||
O ro t— o |
C5 cvi CM
^ I
— 1 |
^ 1 |
c- 1 |
O | |
O | |
. »C 1 |
to |_ |
co 1^ |
Cl 1 |
Cl 1 |
ci gt;« |
ic if: |
d o |
Cl o |
ci d |
• t— Cl |
C— Cl |
IC O |
CS O |
es O |
IC^CI |
O Cl |
co |
-t^CC |
CO^CO |
• cT |
ccquot;— | |||
•S I |
^ 1 |
quot;S ' |
V 1 |
X 1 |
- 3 3 S
- ~ 5=0
^ gt; •~*
•O tij
t— co c— t-
co co
CO o os CO O
r-T rjT ^ •
Lj
C/3 p
O O
O O
c ^
A o O i-
o
O gt;
gt;C o |
gt;o 1 |
»c | |
IC 1 |
Cl JC |
c- I |
Cl 1 |
Cl 1 |
cc ci |
TC O |
ci o |
ci o |
CC gt;c |
co »c |
co gt;c |
cc o |
es O |
cc |
—- Cs | |
cT |
Cl r-T |
cC i—i |
IOquot; |
1 |
s • |
S i |
■s 1 |
|
zo ^ ^ I | |||||||||||||||||||||
o t^ o co |
o o
C O gt;
~ quot;u tO O lt;D CU,
gt; gt; O
bC C-.
O
tfi C
gt; lt;
O
O
|
t- 'D « 03 CH GQ O »o rfi C5 O) •-*-gt; lt; gt; lt; |
e amp;
O
c— co c- c—
co co
C— 00
c- t-
co co
O amp; O |
|
O
quot;s T: bo T: gt;
U O CH O VH
VOOR WA ARDEN, waarna ai' dooi* Hurgemcester en Wethouders der gemeente Utrecht zal worden nitbe-stccd: de reinigingsdienst en liet vervoerwerk der gemeente, voor den tijd van tien jaren.
Art. 1.
Deze aanbesteding omvat de volgende verplichtingen van den aannemer ;
1°. Het dagelijks doen weghalen van de aseh, de vuilnis , het puin en den gedolven grond, gevonden op den openbaren weg, de werven, steigers en trappen; door de ingezetenon, of tjjdelijk in de gemeente aanwezigen, aan hem afgestaan; of waarvan do weghaling door Burgemeester en Wethouders wordt bevolen.
2quot;. Het dagelijks doen verwijderen uit do stadsgrachten en vaarwateren van alle onreinheden, en het opvragen aan de met hunne vaartuigen daarin liggende schippers van de asch, vuilnis of andere stoffen.
3°. Het dagelijks doen ruimen en schoonmaken van de vervalgaten der riolen, het dagelijks doen schoonmaken en desinfecteeren dor openbare urinoirs, en het dagelijks doen schoonvegen van alle openbare plaatsen.
21
4°. Het bezorgen van den tonncndienst en het ruimen van beerputten en secreten, voor zooveel dit van hem zal worden verlangd; zich daarbij gedragende naar de bestaande of later daarop te maken verordeningen, en overeenkomstig eenc hem door Burgemeeser en Wethouders te geven instructie.
5quot;. Het doen van het baggerwerk in de stads biunen-cn buitenwateren, daar, wanneer en zóó, als dit van hem door den stadshavenmeester zal worden verlangd.
De door den aannemer verkregen stoffen moeten onverwijld naar de gemeentevaalt worden overgebracht, of op andere wijze uit de gemeente worden verwijderd op de voor de openbare gezondheid minst schadelijke wijze.
Voor het uitstorten der gierwagens of modderkarren in overdekte schuiten , wijzen Burgemeester en Wethouders de noodige plaatsen aan.
6quot;. Het doen van het vervoer werk van al hetgeen door don architect, directeur der gemeentewerken, in het belang der gemeente, van hem gevorderd wordt, mitsgaders het bergen van al het vervoerde, voor zoover dit aan hem wordt afgestaan; en het doen van den besproeiings-dienst, naar de hom door denzelfden ambtenaar te geven voorschriften; en zulks, overeenkomstig het thans geldende tarief van 40 cents per uur voor kardienst en /' 2.30 per praam vracht (Utrechtsche praam) , inhoudende 7 M3 vuilnis of gemiddeld 6.25 Ms puin.
Art. 3.
Tot het nakomen dezer verplichtingen zal de aannemer in de gemeente doen rondgaan , naar de aard der verrichtingen dit eisch.t, óf met door paarden getrokken karren en met handwagons, óf met schuiten en pramen ; terwijl de stoffen uit do vervalgaten der riolen in goed
22
dichte en gesloten gierwagens of modderkarren moeten geborgen cn vervoerd worden.
Voor zooveel betreft do bediening aan de huizen dei-particulieren en den tonnendienst, zal dit geschieden tusschen des morgens 7 en des middags 2 uur, zullende de ruiming der vervalgaten en het wegvoeren der stoffen, daaruit verkregen, vóór 9 uur des morgens moeten zijn afgeloopen , en de dienst met schuiten door de Oudegracht des Zaterdags eerst te 12 uur aanvangen; — alles, tenzij Burgemeester en Wethouders, in het een ot ander geval, termen mochten vinden, hem te vergunnen, daartoe andere uren te bezigen.
Burgemeester en Wethouders doen, des vereischt, den aannemer een plan van dienst toekomen, waarnaar bij zich bij het uitvoeren van zijn reinigingswerk zal hebben te gedragen.
Bij besloten water zal de aannemer den dienst, welke gewoonlijk met schuiten plaats heeft, op andere doelmatige wijze moeten uitoefenen; des noods, volgens voorschrift van Burgemeester en Wethouders.
Art. 4.
Bij zware regens moeten de vervalgaten onmiddellijk nagezien , en gezorgd worden, dat er steeds een behoorlijke afloop van water plaats vinde; — terwijl de aannemer bij den schuitendienst door de stadsgrachten voortdurend toezicht zal doen houden op de uitmondingen der riolen; cn zorgen, dat deze steeds eene goede uitlozing blijven behouden. Overigens zal de aannemer moeten zors
v-' O
dragen, dat, op de eerste aanzegging van wege Burge-
1
23
meester en Wethouders, een voldoend personeel en materieel tor aangewezen plaats aanwezig zij, wanneer buitengewone omstandigheden of door hem gepleegde nalatigheid dit hun noodig doen achten.
Art. 5
Onder het woord „dagelijksquot; wordt in deze voorwaarden verstaan elke werkdag; zon- en algemeen erkende Christeljjke feestdagen dus uitgezonderd.
In buitengewone gevallen kunnen Burgemeester on Wethouders den aannemer echter ook gelasten , op die dagen het dringend noodige, binnen den kring zijner werkzaamheden, te doen verrichten.
Art. 6.
Behalve de vervulling der tot hiertoe omschreven verplichtingen, zal de aannemer nog :
1quot;. Na afloop der wekelijksche en andere markten, de plaatsen, waar zij gehouden zijn of die er door verontreinigd zijn geworden, dadelijk moeten doen schoonvegen, des vereischt. bij aanhoudende droogte, na dezelve, ter voorkoming van stof, te hebben bevochtigd.
2°. Op uren en plaatsen, door don marktmeester te bepalen , des morgens moeten doen aanbrengen en des avonds wegnemen door hem te leveren bakken, waarin de vischver-koopers allen afval zullen kunnen werpen. Deze bakken zullen bij den dagelijkschen omgang met pramen of karren moeten worden geledigd en schoongemaakt.
3U. Binnen twee uren, na aanzegging van wege de politie of den marktmeester, alle bedorven of voor ge-
24
bruik schadelijk verklaarde visch, vleesch of andere soortgelijke zaken doen ■wegruimen.
4quot;. In geval van sneeuw en vorst, de roosters der vervalgaten van ijs en sneeuw doen bevrijden, het ijs rondom de stadspompen doen wegruimen, de steigers en trappen van sneeuw ontdoen; alsmede, bij gladheid, de bruggen, trappen, steigers en andere plaatsen, hem door den architect, directeur der gemeentewerken, aan tc geven, met zand of asch doen bestrooijen.
5°. Wanneer er bij besloten water of vriezend weder noodzakelijkheid bestaat om secreetputten geheel of gedeeltelijk te ruimen, de stoffen doen vervoeren in behoorlijk gesloten en goed dichte gierwagens.
6quot;. Op aanzegging van den architect, directeur der gemeentewerken, de openbare pompon behoorlijk met stroo doen omkleeden.
Art, 7.
De voorwerpen van eenige waarde in het opgehaalde gevonden, en niet te rangschikken onder mest, vuilnis of afval, zullen onmiddellijk door den aannemer aan het Hoofdbureau van politie moeten worden afgegeven, zoo mogelijk met opgave der plaats, van waar zij afkomstig zijn.
Art. 8.
Bij het ophalen der asch en vuilnis, moet elke met een paard bespannen kar en elke praam bestuurd worden door een voorman of schuitenvoerder en een helper, die niet jonger dan Ifi en niet ouder dan 65 jaren mogen zijn en geene voor het werk hinderlijke lichaamsgebreken mogen hebben.
25
Het dienstpersoneel van den aannemer zal moeten voorzien zijn van een uniform hoofddeksel met een daarop duidelijk zichtbaar nommer.
Art. 9.
Aan den aannemer worden door de gemeente in gebruik gegeven, — («) zonder hiervoor iets verschuldigd te zijn: de gemeentevaalt; tot toegang waarvan hij zal mogen gebruik maken van den weg, loopende van den Weerdsin-gel langs de Biltsche Grift, zullende hij de noodige werken, om daarlangs de vaalt te naderen voor eigen rekening moeten inrichten ton genoegen van Burgemeester en Wethouders, terwijl hem tevens een geschikte toegangsweg van den Blauwkapelschen weg naar de vaalt wordt verzekerd; — en (6) tegen taxatieprijs, volgens een bij den aanvang zijner werkzaamheden hiervan op te maken staat en begrooting : de zich op de gemeentevaalt bevindende ^ gebouwen en al het doode materieel, waarmede thans van gemeentewege de reiniging geschiedt.
De waardeering dier onder h genoemde goederen of zaken zal worden gedaan naar de bednjfswaarde door drie deskundigen, van wie een zal worden benoemd door Burgemeester en quot;VVethouders en één door den aannemer, terwijl de derde zal worden gekozen door de twee benoemden , of, in geval van niet overeenstemming , dooiden kantonrechter te Utrecht, op de aanvraag van de meest gereede partij.
De verrekening van het door die waardeering verkregen bedrag zal eerst voor den aannemer verplichtend zijn bij do ontbinding dezer overeenkomst of het eindigen der aanneming en zal dan geschieden op de wijze als hieronder bij art. 20 bepaald.
26
Art. 10.
De aannemer zal gehouden zijn, alle gebouwen op de gemeentevaalt bij hem in gebruik en het vereischte materieel , dat hij voor den reinigingsdienst bezigt, behoorlijk te onderhouden, en voor eigen rekening zich moeten aanschaffen al het verdere materieel, dat, tot eene richtige uitvoering van al de bij deze overeenkomst hem opgedragen verplichtingen. zal noodig wezen , alles ten genoegen van Burgemeester en Wethouders en volgens aan te geven modellen.
Zoo dikwijls Burgemeester en Wethouders dit noodig achten, zal het geheele materieel van hunnentwege aan eene keuring worden onderworpen.
Art. 11.
De aannemer is bevoegd, op de gemeentevaalt, met inachtneming der plaatselijke verordeningen en onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, alle voor zjjne aanneming vereischte gebouwen en werken ten ijnen koste daar te stellen, alsmede de bestaande te verbouwen of te sloopen.
Art. 12.
De aannemer zal zijne verrichtingen moeten uitoefenen niet alleen in de binnenstad, maar ook daar buiten, waaide huizen aan elkander gelegen zijn, de buitensingels en de Maliebaan daaronder begrepen.; en verder daar, waar Burgemeester en Wethouders gedurende den loop van den aannemingstijd dit zullen noodig oordeelen.
Tot straten, niet door de gemeente overgenomen, be-
27
hooft hij zijne verrichtingen niet uit te strekken, tonnen-rlienst voorbehouden.
Art. 13.
Indien tijdens den duur der overeenkomst van wege de gemeente meerdere of andere diensten van den aannemer worden verlangd, dan waartoe hij naar den inhoud of naar aanleiding dezer overeenkomst moet gerekend worden zich te hebben verbonden, kan hij daartoe, tegen eene evenredige vergoeding, verplicht worden.
Het bedrag van deze vergoeding zal binnen één maand na de aanschrijving van wege Burgemeester en quot;Wethouders tusschen dezen en den aannemer (voorbehoudens goedkeuring van den Gemeenteraad) moeten worden vastgesteld.
Bij verschil tusschen partijen zal het bedrag door den kantonrechter te Utrecht worden bepaald, na verhoor van drie deskundigen, één door den aannemer, één door Burgemeester en Wethouders, en één door den kanton-rechter te benoemen op een eenvoudig daartoe strekkend verzoekschrift, hetzij namens de gemeente door den Burgemeester, hetzij door den aannemer aan genoemden rechter ingediend. De beslissing van den kantonrechter zal voor geenerlei herziening, hooger beroep of cassatie vatbaar zijn.
Art. 14.
Indien de aannemer zijnerzijds verbeteringen wenscht in te voeren, waardoor de gemeentebelangen kennelijk zuilen gebaat worden, zal dit aanleiding kunnen geven tot het toekennen van eene belooning, waarvan het bedrag, op voordracht van Burgemeester en Wethouders, door den Gemeenteraad zal worden vastgesteld.
'28
Art. 15.
Tot zekerheid van de naleving zijner verplichtingen, in deze overeenkomst vervat, zal do aannemer, ton genoegen van Burgemeester en Wethouders, moeten stellen twee bekende en gegoede borgen, die uitdrukkelijk afstand doen van het recht van uitwinning, schuldsplitsing en van alle andere voorrechten bij do wet aan borgen toegekend, en die zich voor do getrouwe naleving van des aannemers zoowel gezamenlijke als afzonderlijke verplichtingen voor het geheel aansprakelijk stellen.
Indien gedurende den aannemingstijd Burgemeester en Wethouders oordeelen, dat één of beide borgen geenc genoegzame zekerheid meer aanbieden, is de aannemer gehouden daarin dadelijk te voorzien.
Art. 16.
Do aannemer staat, wat den dagelijksehen dienst betreft, onder een hoofdambtenaar, met iiet toezicht op den reinigingsdienst belast, wiens bevelen hij opvolgt en met wien hij over alles, wat daarop beirekking heeft, in overleg treedt.
Elke overtreding van ceno der bepalingen dezer overeenkomst zal door Burgemeester en Wethouders kunnen worden gestraft met eene boete van 1 tot 25 gulden
Art. 18.
Onafhankelijk van do boeten, op de niet naleving van de verschillende bepalingen van deze overeenkomst be-
29
dreigd, zullen Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid hebben, om, zoodra de aannemer in gebreke blijft aan eene zijner verplichtingen behoorlijk te voldoen, of hem gegeven bevelen na te komen, deze ten zijnen koste te doen uitvoeren en de daarop gevallen kosten, evenals de verbeurde boeten (welke door het verzuim of de overtreding zelve, zonder aanzegging of aanschrijving, zullen verschuldigd zijn uit krachte dor overeenkomst), bij eene eerste gelegenheid mot hem te verrekenen.
Wanneer van doorgaande of grove nalatigheden in de naleving dezer voorwaarden aan Burgemeester en Wethouders mocht blijken, behoudt de Gemeenteraad, op voordracht van Burgemeester en Wethouders, zich het recht voor, om de werkzaamheden van het loopende jaar, ten koste, schade en gevare van den aannemer en zijne borgen, met het dan in gebruik zijnde materieel van den aannemer, te doen uitvoeren, hem in dat geval van de vaalt te verwijderen, en die met al de daarop zich bevindende gebouwen en werktuigen in gebruik te nemen ; of wol de overeenkomst te doen eindigen en vernietigen , na den aannemer eene maand te voren daarvan kennis te hebben gegeven.
Art. 19.
Bij elk verschil tusschen Burgemeester en Wethouders en den aannemer, betreffende de al dan niet naleving zijner verplichtingen, heeft de aannemer recht van beroep op den Gemeenteraad.
Hij voert, behoudens schadeloosstelling indien hij in het gelijk wordt bevonden , inmiddels dadelijk de bevelen van Burgemeester en Wethouders uit.
30
Art. 20.
Dc aannemer zal verplicht zijn, om al hetgeen (buiten de gebouwen en het doodc materieel , hem volgens Art. 9 in gebruik te geven) ojd 1 Juli 1882 op de gemeente-vaalt zal voorhanden zijn, de voorhanden paarden daaronder begrepen , van de gemeente over te nemen tegen , hetzij in der minne vast te stellen , of anders door drie deskundigen te begroeten prijs, welke prijs door den aannemer zal kunnen worden gekweten door het niet beschikken over zjjne aannemingspenningen vóór het bedrag daarvan met de gemeente zal zijn verevend; — zullende die deskundigen, op de aanvraag des Burgemeesters aan den kantonrechter te Utrecht, door dien rechter worden benoemd , indien vóór 15 Juni 1882 geene overeenstemming ten aanzien van den overneem-prijs tusschen Burgemeester en Wethouders en don aannemer is getroffen.
Bjj ontbinding der overeenkomst of het eindigen der aanneming, is de aannemer verplicht, om al hetgeen zich op de gemeentevaalt bevindt en tot den reinigingsdienst gebruikt wordt, dadelijk aan de gemeente over te geven, en zal deze dit van hem overnemen tegen waardeering, in voege als bij Art. 9 hierboven omschreven.
Bij deze overneming zal het verschil in de waarde van het hem bij den aanvang in gebruik gegevene en dan aanwezig bevondene tusschen de gemeente en den aannemer worden verrekend.
De waarde der goederen , ingevolge Art. 9 deu aannemer in gebruik te geven, behoeft alzoo door hem gedurende den loop der overeenkomst niet te worden betaald.
Zoolang die betaling niet is geschied, blijft alles, wat op de gemeentevaalt is en tot den reinigingsdienst
31
behoort, het uitsluitenrl eigendom der gemeente; wordende het nieuw bijgekomene gerekend de plaats van het vroeger voorhandene in te nemen en alzoo ook aan de gemeente te behooren.
Art. 21.
Deze aanbesteding hoeft plaats voor den tijd van tien achtercenvolgencio jaren, te rekenen sedert 1 Juli 1882.
Zij geschiedt bij inschrijving op gezegelde, door den aannemer en twee borgen geteekende, gesloten billetten, welke den ten Stadhuize
moeten zijn ingeleverd, en waarop de aannemingssom por jaar, in letters en cijfers, wordt uitgedrukt.
Al dan niet gunning wordt uitdrukkelijk voorbehouden, terwijl do gunning kan geschieden aan dien inschrijver, die het meest geschikt voorkomt.
De inschrijvers en hunne borgen zijn gedurende veertien dagen, na den dag der aanbesteding, aan hunne aanbiedingen of inschrijvingen gebonden.
Do kosten, op deze besteding en de voorgeschreven taxatie te vallen, worden door de gemeente betaald.
Art. 23.
De jaarlijksche aannemingssoni wordt betaald of verrekend in vier termijnen, en wel, op eiken eersten dag dor maanden Januari, April, Juli en October; zullende do eerste termijn verschijnen den eersten dag
in de maand October 1882.
De drie laatste termijnen der aannemingssom zullen echter worden ingehouden en eerst dan uitbetaald, als alles tusschen de gemeente en den aannemer is verrekend
32
on hij aan alle verplichtingen jegens de gemeente heeft voldaan.
Art. 23.
Do Gemeenteraad beslist de al dan niet gunning. Bij meerdere aannemelijke aanbiedingen volgens hot oordeel van den Raad, kiezen Burgemeester en Wethouders de in het belang der gemeente meest aannemeljjke.
N O T A, betrelteude eenige bereke-iiiiigen tii! bescliomvingen v.in de meerderheid der Commissie.
{BI. 9 en volycnde van het rapport).
Do ondergeteekende, wiens gevoelen, als dat van de minderheid, op de 8 eerste bladzijden van het rapport op verschillende plaatsen is vermeld, deelt zijn bezwaren tegen sommige in het verdere gedeelte van dit rapport voorkomende berekeningen en beschouwingen in deze afzonderlijke nota mede.
De ondergeteekende kan niet toegeven dat door de administratie, waartoe de gemeente verplicht is, de directeur in gemeentedienst verhinderd zou worden , om even als de aannemer, de vereischte zorg te wijden aan de zuivering en bereiding dor meststoffen en de bevordering van den afzet. Het beheer der gemeentereiniging was niet duur en omslachtig, en ten betooge dat de bereiding deugdelijk was, kan aangevoerd worden dat de mest door de meeste landbouwers geprezen wordt, en gewezen op het getuigenis, nog onlangs in de Afdeeling Overveluwe der Gelderscho Maatschappij van Landbouw afgelegd door de HU. Schober, quot;Vitringa en Van Meurs, dio (na eigen ervaring) de meest gunstige rapporten gaven omtrent den most der Utrechtsche vaalt (zie Landbouwcourant van 29 December 1881).
Aankondigingen om de aandacht der landbouwers op
34
do Utrcclitsclio mcstvcrzanioliug to vestigon, kunnen evenzeer van wege de gemeentevaalt als door oen aannemer gedaan worden De Utrecbtsche vaalt is overigens aan de landbouwers dezer gelieele provincie bekend, en het debiet begint zich ook reeds tot andere provinciën uit tc strekken. Docli het middel tot bevordering van den afzet, waaraan de meest dringende behoefte bestaat, is , naar liet oordeel van don ondergeteekende, het toegankelijk maken van de vaalt voor groote schepen, zooals die, welke naar het westelijk gedeelte onzer provincie Haag-schen en Amsterdamschen mest aanvoeren.
Evenmin kan de ondergeteekende zich vereenigen met de beschouwingen, waartoe de door de overige leden dor Commissie overgelegde staten (bijlage A en B) hun aanleiding gaven.
Dat de z. g. inklinking, t. w. de vermindering in volume en gewicht nadeelig is, behoeft door geen staat tc worden aangetoond, terwijl deze staat z. i. niet bewijst dat „trage afzet zeer nadeelig werkt op het aanbrengen van stoffen op de vaalt.quot;
De staat A is niet geheel nauwkeurig en kan daarenboven niet tot beoordeeling van den aanvoer, of tot juiste vergelijking van de uitkomsten der verschillende jaren strekken.
Voor de nauwkeurigheid toch werd vereischt, dat in rekening ware gebracht de voorraad, aanwezig aan het begin en liet einde van 1877 en aan het begin van 1878, zooals omtrent 1879 en 1880 wordt gedaan.
Doch ook afgezien daarvan, kan deze staat omtrent het aanbrengen van stoffen op do vaalt niets leeren, omdat noch aan de verkregen opbrengst noch aan den aanwezigen voorraad in de verschillende jaren dezelfde eenheidsprijs ten grondslag ligt.
Dit valt bij inzage van het gedrukte jaarlijksche overzicht terstond in 't oog.
35
Toch kan deze staat alleen de strekking hebben om den aanvoer van stoffen op dc vaalt aan te toonen. Moest toch die staat alleen dienen om to betoogen, dat de verlaging van den prijs geen vermeerdering der opbrengst van den verkoon ten gevolge gehad heeft, dan ware alleen die opbrengst in de verschillende jaren aan te geven geweest, terwijl ter beoordeeling van de finantieele uitkomsten van den geheelen dienst in de verschillende jaren geheel andere cijfers (de nadeelige saldo's) vereischt werden.
De staat 13 (kwantitatieve uitkomsten) mist evenals staat A de vermelding van den aanwezigen voorraad aan het einde van 187G en 1877 en daarenboven die van den bagger, welk bestanddeel van den verkochten mest ook telkens in den aanwezigen voorraad had behoo-ren opgenomen te zijn. Een aldus aangevulde staat van den aanvoer is bij deze nota gevoegd (zie staat I)
Dit alles neemt echter niet weg, dat de uitkomst van het kwantitatieve overzicht van don aanvoer, aldus uit de rekeningen opgemaakt, voor 1880 een veel geringer cijfer oplevert.
Raadselachtig echter komt zulks, zoo als aan zijne modeleden der Commissie, aan den oudergeteekende niet voor. Al kan dit lage cijfer uit den aard der zaak niet volledig in geheel juiste cijfers worden opgehelderd, toch kunnen met alle waarschijnlijkheid de oorzaken daarvan worden opgegeven ; t. w. ;
1°. In 1877 en 1878 werd in den mest diepgoed en een groote hoeveelheid grond gemengd; zoo o. a. i 2600 Mquot;' uitnemende bouwgrond uit do Park- en Schoolstraat afkomstig.
Deze bijvoeging vermeerderde in die jaren het volume en het gewicht, en matigde de broeiing, waardoor gewichtsverlies werd voorkomen. Deze wijze van bewerking was in de laatste jaren niet meer mogelijk, omdat de daar-
36
voor geschikte grond bijna niet meer werd aangevoerd , en ook in jaren van geringen afzet vermenging met grond den mest niet verkoopbaar maakt. Zoo moet volgens opgave van don Directeur gerekend worden, dat in 1879 ± 1000 Mquot;■ grond in den mest is verwerkt, in 1880 in het geheel geen grond.
2quot;. De aanvoer van slappen bagger (waarop de reinigingsdienst geen invloed heeft) was in 1880 zeer gering: in 1877 aangevoerd 59S7 M:i „ 1878 „ 5172 „ „1879 „ 3337 „ „ 1880 „ 857 r „1881 „ 2207 „
(zie staat 11).
3quot;. Gedurende het tijdperk van verminderden afzet bracht de langere broeiing en verrotting verlies in gewicht en volume te weeg.
In 1881 heeft zich het aanvoercijfer weder hersteld (zie staat I).
Bij eene billijke beoordeeling houdt men daarenboven in het oog , dat de cijfers van den aanwezigen voorraad slechts approximatief zijn, daar de opname aan het einde des jaars wel naar het beste weten en met mogelijke nauwkeurigheid geschiedt, maar toch nooit van die onregelmatige hoopen een geheel juiste opmeting, welke al te kostbaar zou zijn , kan geschieden.
De afzonderlijke rekening van „grond , bagger, enz r, moest tot de onjuiste voorstelling van een tekort leiden. Er is hierbij over het hoofd gezien, dat bagger als bestanddeel van vuilnis en compost verkocht is. Die rekening kan niet afzonderlijk worden opgemaakt.
Al deze omstandigheden nemen , naar het oordeel van den ondergeteekende, het raadselachtige weg van den minderen aanvoer in 1880.
37
De opgave van den voorraad op 31 December 1879 behoeft eene rectificatie.
Men heeft toen met liet oog op het meer uitmeten van vast ineengcpakte massa's, gemeend, de door don Directeur opgemeten aanwezige hoeveelheid vuilnis en kalkpuin met ongeveer 30% te moeten verhoogen. Een later ingesteld onderzoek heeft echter geleerd, dat dat meer uitmeten opgewogen wordt door het verlies , hetwelk de broeiing en do verrotting te weeg brengt. De hoeveelheid op dat tijdstip aanwezige vuilnis moet daarom van 9945 M3 op 7600 M:!, die van kalkpuin van 3363 M- op 2587 M:i worden teruggebracht.
Ook de algemeene finantieele uitkomsten van den reinigingsdienst in deze 4i jaren komen aan den ondorge-toekende , vooral mot hot oog op de zco hoogst ongunstige tijdsomstandigheden (een 2- a 3 jarige druk van den landbouw, zooals in geen 50 jaren schijnt te zijn waargenomen) volstrekt niet onrustbarend voor.
Met inbegrip van het van den vorigen pachter overge-nomene (gebouwen, materieel en speciën) en van alle kosten van aanlog en bedrijf is in deze 4^ jaren (Juli 1876—31 December 1880) uit stadskas voor den reinigingsdienst betaald do som van . ... f 119,493.78r' het aanwezige kapitaal stond, na voortdurend deugdelijk onderhoud en jaarlijksche afschrijvingen, op 31 December 1880 (met inbegrip der speciën) geboekt voor f 47,890.37. Brengt men om de mogelijkheid van lagere taxatie op een gegeven oogenblik hiervan slechts in rekening . . - 32,493.78:■ dan verkrijgt men voor de gezamentlijke
kosten.............f 87,000.—
d. i gemiddeld f 19,333.— por jaar, een cijfer dat met het oog op de genoemde ongunstige tijdsomstandigheden ,
de uitbreiding der gemeente en de kosten van het tonnenstelsel geen bovenmatig verschil oplevert met het nadet-lig saldo, dat men zich bij do invoering van het eigen beheer in 1876 heeft voorgesteld.
De vergelijking met de kosten der reiniging in andere gemeenten valt voor Utrecht niet ongunstig uit. Zoo was over 1880 het nadeelig saldo der ontvangsten en uitgaven (buiten besprociingsdienst)
in Amsterdam (322000 inwoners)
„ Rotterdam (152000 „ )
„ 's Hage (116000 „ )
Arnhem Utrecht
(met inbegrip van
tonnenstelsel) . . /0.214 4 -0.2341 . . - 0 472quot; . . - 0.26*
. . f 0.29'5
( 41000 ( 68426
Per inwoner bedroog dit nadeelig saldo (buiten besproeiing): te 's Hage (huiten Scheveningen) te Utrecht
(zonder tonnenstelsel)
in 1877 . . f 0.44 . . .
over deze 4 jaren gemiddeld per jaar. . ƒ 0.4673. . .
ƒ 296,145.— - 110,000 —
- 64,886.—
- 40,400,—
- 18,398 —
Om al de in dit rapport vermelde redenen blijft de on-dergeteekende zich met nadruk tegen de opheffing van het eigen beheer der gemcentereiniging verklaren. Naar zijne overtuiging geven de uitkomsten van het gevoerde beheer daartoe geen aanleiding. en zal die opheffing voortdurende administratieve moeielijkheden en groot nadeel voor de sanitaire belangen der gemeente ten gevolge hebben.
W. J. ROT.TAARDS YAN DEN HAM.
39
Staat omtrent den aanvoer van specien over de 5 jaren 187?—1881
1 1877. |
1878. |
1879. |
1880. |
1881. | |
Verkocht.: Compost . |
778} |
14313 |
622| |
1422 |
2852 |
Vuilnis . . |
260103 |
22442 |
14784-J |
22754 |
22469 |
I?aïger . . |
127 |
40 | |||
Beer. . . . |
703 |
1800 |
P641 | ||
20916} |
23913:| |
16010 |
25976 |
28962 | |
Bij; aamvczig 31 Dec. | |||||
Vuilnis . . |
710 |
19-0 |
--I Cs O O |
1150 |
1200 |
Compost . |
70 |
290 |
600 |
450 |
500 |
Baïïer . . |
924 |
847 |
3164 |
1162 |
1000 |
- 1734 |
- 3087 |
- 11364 |
-- 2762 |
-- 2700 | |
28B50 j- |
270003 |
27474 |
28738 |
31662 | |
Af: aanwezig 1 Jan. | |||||
Vnünis . . |
19fi0 |
740 |
1950 |
7600 |
1150 |
Compost . |
70 |
290 |
600 |
450 | |
Bagger . . |
840 |
924 |
847 |
3164 |
1162 |
- 2800 |
- 1734 |
-- 3087 |
-- 11364 |
-- 2762 | |
j Vuilnis. | |||||
i Compost. |
25850.1 |
25266} |
Ï.O CO |
17374 |
28900 |
Aanvoer lt; | |||||
i Bagger. | |||||
l Beer. |
38
de uitbreiding der gemeente en de kosten van liet tonnenstelsel geen bovenmatig verschil oplevert met het nadeelig saldo, dat men zich bij de invoering van het eigen beheer in 1876 heeft voorgesteld.
De vergelijking met de kosten der reiniging in andere gemeenten valt voor Utrecht niet ongunstig uit. Zoo was over 1880 het nadeelig saldo der ontvangsten en uitgaven (buiten besproeiingsdienst)
in Amsterdam (322000 inwoners) . f 296,145.— „ Rotterdam (152000 „ ) . . - 110,000.— „ 's Hage (116000 „ ) . . - 64,886.— „ Arnhem ( 41000 „ ) . . - 40,400.— „ Utrecht ( 68426 „ ) ■ ■ - 18,398 —
te 's Hage (buiten Scheveningen) (zonder tonnenstelsel)
te Utrecht (met inbegrip van
tonnenstelsel) . . / 0.214 4 - 0.234 1 . . - 0 472' . . - 0.268
Per inwoner bedroeg dit nadeelig saldo (buiten besproeiing):
in 1877
„ 1878
„ 1879 . .
„ 1880 . .
over deze 4 jaren gemiddeld per jaar. . ƒ 0.4673. . . . ƒ 0.2975
Om al de in dit rapport vermelde redenen bljjft de on-dergeteekende zich niet nadruk tegen do opheffing van het eigen beheer der gemeentereiniging verklaren. Naar zijne overtuiging geven de uitkomsten van het gevoerde beheer daartoe geen aanleiding, en zal die opheffing voortdurende administratieve moeielijkheden en groot nadeel voor de sanitaire belangen der gemeente ten gevolge hebben.
W. J. ROTJAARDS VAN DEN HAM.
39
Staat omtrent «Ion aanvoer van specien over «le 5 jaren 1877—1881
1 lh77. 1 |
1878. |
1879. |
1880. |
1881. | |||||||
Verkocht: |
Compost . Vnihiia . . Bagger . . Beer. . . . |
778} 260103 127 |
1431 22442 40 |
6221 14784J 703 |
1422 22754 1800 |
2852 22469 ?041 | |||||
20916] |
23913:} |
16010 |
25976 |
28962 | |||||||
Hij.- aanwezig 31 Dec. | |||||||||||
Vuilnis . . |
7-10 |
19-0 |
7600: |
1150 |
1200 | ||||||
Compost . |
70 |
290 |
600 |
450 |
500 | ||||||
Bagger . . |
924 |
1734 |
847 |
3087 |
3164 |
11364 |
1162 |
2762 |
1000 |
2700 | |
2S650| |
270003 |
27474 |
28738 |
31662 | |||||||
Af: aanwezig 1 Jan. | |||||||||||
Vuilnis . . |
1900 |
740 |
1950 |
7600 |
1150 | ||||||
Compost |
70 |
290 |
600 |
450 | |||||||
Bagger . . |
840 |
2800 |
924 |
1734 |
847 |
3087 |
3164 |
11364 |
1162 |
2762 | |
Vuilnis. | |||||||||||
Aanvoer |
1 Compost, i Bagger. Beer. |
258quot;,0] |
25266} |
24987 |
17374 |
28900 |
40
Aanvoer van slappen bagger in booten, inh. 2J M\
1877 ..............2395 booten = 5987i M:l.
1878 ..............2069 ,, = 5172.1- quot;
1879 ..............1335 a = 8337.1 «
1880 ..............343 u 8571 »
1881 ..............883 » = 22071 »
/
COMPOST. |
VUILNIS. |
BEER. | |||||||
JAREN. |
TOTAAL | ||||||||
M3. |
bedrag. |
MA |
beJrag. |
)Xlt;. |
bedrag. |
BEDRAG. | |||
1 JAAR | |||||||||
1876 |
14633 |
/ 16,819.09 |
ƒ 10,819,09 | ||||||
1877 |
7941- |
ƒ 1,979.25 |
260105 |
- 33,244.04 |
- 35,223,89 | ||||
1878 |
1431} |
- 3,579.625 |
22442 |
- 29,174.00 |
- 32,754.225 | ||||
1879 |
6221 |
- 1,556.25 |
£-CO |
- 19,219.85 |
7030 |
/1,380,— |
- 32,150.10 | ||
1880 |
1422 |
- 3,015.25 |
22754 |
- 27,429.40 |
18000 |
- 3,467,— |
- 33,911.05 | ||
1881 |
2850 |
- 5,700.— |
22409 |
- 24,715.90 |
36412 |
- 6,621.675 |
- 37,037.57s |
■ 1