-ocr page 1-

CATECHISMUS

DlüR

CHOLERA.

EENE HANDLEIDING

VOOR IEDER DIE BELANG STELT IN HET HERKENNEN DER ZIEKTE, HARE VOORBEHOEDMIDDELEN EN GENEESWIJZE.

/

DOOK

PR j^R. fScHN EIDER,

GEPENSIONNEEBD OFFICIEE VAN GEZONDHEID lCLASSE VAN HET LE(jEE IN OOST-INDIË, LID VAN VEESCHEIDENE WEIENSCUAPPELIJKE VEHEENIGIKG-KN.

EOTTEEDAM,

A. KRAMERS.

1873.

H.

O

-ocr page 2-

O. oct.

-ocr page 3-

CATECHISMUS

DE ft

CHOLERA.

EENE HANDLEIDING VOOR IEDER DIE BELANG STELT IN HET HERKENNEN DER ZIEKTE, HARE VOORBEHOEDMIDDELEN EN GENEESWIJZE.

DOOP,

Dr. FR. SCHNEIDER,

(iepetisionneerd Officier van Gezondheid eerste klasse van het leger in Oost-lndii1, JAd van verscheidene Wetensehappelijlie Vereeniyinyen,

-ocr page 4-
-ocr page 5-

VOORBERICHT.

Volksziekten moeten door het volk gekend worden. Immers zij grijpen diep in liet leven der familie, brengen in vele huisgezinnen schrik, angst, zorg en ongeluk, en kunnen slechts door die maatregelen met succes bestreden worden, die elk lid der maatschappij met hart en ziel helpt handhaven. Die maatregelen zijn echter niet in ieders bereik.

De onvoorziene uitgaven, die deze veroorzaken, vallen den min-gegoede hard, en het is daarom noodig overtuigend aan te toonen , dat ook deze niettegenstaande die bezwaren krachtdadig kan meewerken tot voorkoming, wering of bestrijding van ziekten. Dit heeft mij genoodzaakt aan dit boekje een populairen vorm te geven. opdat het verstaanbaar zij voor ieder, en opdat elkeen op die vragen, die hem het meeste belang inboezemen, de antwoorden in den Catechismus der Cholera kan vinden, en zoodoende bekend worden met den aard der ziekte, de voorbehoedmiddelen (egen haar en hare geneeswijze.

-ocr page 6-
-ocr page 7-

Wat is de cholera voor eene zieMe?

Het is eene volksziekte, die de wereld doortrekt; die, evenals de pest, menschenlevens wegmaait en zich in haren loop noch aan quarantaine noch aan andere hygiënische maatregelen stoort; die soms geregeld van stad tot stad voortgaat, soms geheele landen overspringt en plotseling op eene plaats verschijnt, ver afgelegen van die, waar zij zich het laatst vertoonde.

Welke zijn de verschijnselen, die gij te weeg brengt?

Een waterachtige loop, vergezeld van rommelingen in den buik, kuitkrampen, verlies van stem, schorsen der urine-afschei-dingen en verval van krachten.

Is deze loop van den gewone onderscheiden?

In den aanvang is hij volkomen gelijk aan dien, welke ontstaat door eene gevatte koude, angst, schrik of verslapping; later kenmerkt hij zich door eene quot;tusschenpo/ing der verschijnselen gedurende eenige uren en door het ophouden der pis-afscheiding en door kleur- en reuklooze ontlastingen.

Hoort de ziekte lij ons te huis?

Ja en neen. In gematigden vorm is zij de gewone zomerloop dezer gewesten en die der zuigelingen, bekend onder den naam van «cholera nostrasquot; of „cholerinequot;. De sterke vorm, die tot epidemie overgaat, behoort in Indië te huis, in de nabijheid van groote rivieren, moerassen en vochtige gronden.

Dit zelfde verschil merkt men bij de anderdaagsche koorts op. Ook deze is in gematigden vorm eene landplaag der lage streken van ons land, b. v. van Zeeland, maar zeer gevaarlijk en tot een spoedigen dood leidend tusschen de keerkringen, in de nabijheid van moerassen en rijstvelden.

-ocr page 8-

Is de ziekte in deze eeuw ontstaan ?

Neen. Keeds in Je werken in het Sanskrit geschreven vindt men haar onder de ziekten vermeld. Zij teisterde hot leger van Xerxes; Hippocrates en Aretaeüs spreken van haar reeds vier eeuwen vóór Christus. De Hollandsche geneesheer Lintschoten nam haar in 1589 te Goa waar en Bontius in 1 lt;12!) op Java. Sydenham in KiÜT en UiTl) te Londen. De beschrijving, door die geleerden gegeven komt geheel overeen met de tegenwoordige verschijnselen van die ziekte.

Hoc lew am men er toe de ziekte een nieuwe to noemen ?

In Indië gebruikte men tot aanduiding der ziekte inheemsche namen, als: in het Maharatta; Mordesehin of danndood, welken naam de Franschen verbasterden tot Jlort de Cliicn. De Mohammedanen noemden haar Hachhaiza, verkort Haiza of buikziekte. Andere zwervende stammen noemden ze Oöla of braakloop: Bontius noemde haar Boors.

Tot in het midden dezer eeuw nu, was de taalkennis nog niet zoo algemeen en zoo vergevorderd, dat de reizigers in staat waren die vreemde namen juist te vertalen, en ten koste van het juiste begrip werden ziekten en namen vaak verward, daar men bij iederen naam aan een andere ziekte dacht.

De gebrekkige communicatie, de lange reizen, deden alle Indische berichten onjuist overkomen, en als een natuurlijk gevolg nam men niet veel notitie van de overzeesche gewesten. Toen nu de cholera in haar Indisch gewaad bij ons verscheen, kende men haar niet en geloofde men weder eene nieuwe ziekte te zien.

Wat beteekent het woord eholera?

Het woord cholera is van Griekschen oorsprong, saamgesteld uit xoX'jq (Cholos) Gal en fVamp;i (Rheo) vloeien, zieh uitstorten. Van af Hippocrates wordt het woord cholera gebruikt in de betee-kenis van ;/braakloop met verval van krachten.quot;

Geef een beschrijving der eholera?

De lijders worden aangetast door eene waterachtige diarrhee. voorafgegaan door hoorbare rommelingen in den buik, vergezeld van snijdingen en gevolgd door een gevqel van zwakte.

Even spoedig als de diarrhee opgekomen is, houdt zij weder op. doch keert na weinige uren dreigender en meer uitputtend terug.

Kleur- en reuklooze ontlastingen volgen elkander snel op,

-ocr page 9-

terwijl de urine-afscheiding ophoudt en de lijders hmuie stem verliezen, die hol en akelig wordt. Vervolgens wordt de lijder zwak; zijn blauwachtige koude huid wordt met een klam zweet bedekt, de pols slaat onmerkbaar en de adem wordt koud. Krampen in kuiten en armen pijnigen hem, hij wordt angstig en werpt zich rusteloos heen en weder, tot hij eindelijk bezwijkt. Na den dood worden de lijken dikwerf zeer heet, hetgeen velen aanleiding geeft om aan schijndood te denken.

Neemt echter de ziekte een gunstige wending, dan volgt op de koude eene koortsachtige hitte, een warm zweet komt op, de ontlastingen nemen in aantal af en kleuren zich, en de urine-afschei-ding keert terug. Gaat deze koortsachtige toestand niet in een warm, verlichtend zweeten over, dan volgt gewoonlijk de cholera typhoid e.

Wat valt er nader op te merken aangaande het eerste tijdperk van de dierrkoe?

Zooals wij boven gezegd hebben, gelijkt de diarrhee in den beginne op den gewonen zomerloop of wel op dien, welke door angst, schrik enz. verwekt wordt; de ontlastingen zijn kleur-en reukloos, bestaan uit wei eu vezels en hebben het voorkomen van rijstwater.

Zulk een loop kan men gemakkelijk te voorschijn roepen door vergif, b. v. door oleum crotonis, braakwijnsteen enz. Wij weten dat deze vergiften het fijne cappilaire vaatnet op het darmslijmvlies verlammen en daardoor rijkelijke uitzweeting van wei en sereuse diarrhee te voorschijn roepen, en besluiten dientengevolge, dat de cholera-loop veroorzaakt wordt door eene verlamming der zenuwen dezer vaatnetten. Deze verlamming kan zulk eene hoogte bereiken, dat de darmbewegingen ophouden, en de uitgestorte vochten niet meer ontlast worden, in welk geval cholera paralytica, d. i. cholera zonder ontlasting, ontstaat.

Bereikt deze verlamming plotseling nog een aanzienlijker hoogte, dan zien wij de fulminante cholera ontstaan, die op de wijze van den bliksem doodt.

Is de collaps of verval van krachten een yevoUj der diarrhee?

Na het gebruik der bovengenoemde vergiften, oleum crotonis en braakwijnsteen, volgt spoedig een verval van krachten ten gevolge van verlamming en opgeheven functien van het hart, hetgeen oorzaak wordt dat hart en polslag ophouden en de bloedaderen zich met bloed overvullen. Op deze bloedstuwing volgt verder

-ocr page 10-

8

uitzweeting van koud zweet op de huid en van wei op het darm-vlies, en de lijder wordt door angst en benauwdheden gekweld. In één woord: de verschijnselen van deze vergiftiging geven een getrouw beeld van de cholera, en ik aarzel niet de cholera collaps, het spoedig verval der krachten, den belemmerden bloedsomloop, aan de uitwerking van het cholera-vergif op de centraaldeelen dei-vegetatieve zenuwen en den N. vagus afhankelijk te maken; zoodat niet de collaps een gevolg van den loop, integendeel deze een gevolg van de collaps is.

In welk verhand staat de onderdrukking der urine-afscheiding tot de ziekte?

De urine-afscheiding houdt niet eerder op, dan wanneer de bloedsomloop gestremd is. Deze onderdrukking is dus een bewijs dat het bloed niet door de capillairen der nieren stroomt en de bloedsomloop begint stil te staan.

In welk geval ontstaat typhoide?

Dit is alleen afhankelijk van de meerdere of mindere mate waarin de zenuwen geschokt zijn. Zijn deze bij het opkomen der reactie nog in staat het evenwicht der functien te herstellen, dan gaat de ziekte tot genezing over. Was evenwel de schok te groot, zoodat de zenuwen de functien niet weder tot hunne normale werkingen terug konden brengen, dan ontstaat typhoide. Hetzelfde nemen wij waar bij zware intermittens tusschen de keerkringen.

Indien bij deze koortsen de reactie, niet naar behooren door-zweeten, eene tusschenpoozing der verschijnselen teweegbrengt, volgt zeer dikwijls typhoid.

Hoe kan men nu in het kort het begrip der ziekte samenvatten:'

Ik versta onder cholera eene door atmospherische toestanden veroorzaakte ziekte, die haar zetel in het vegetatieve zenuwstelsel van den dunnen darm heeft en naar den aard harer uitbreiding op het zenuwknopstelsel zich nu eens in lichter dan in sterker graad voordoet. Ik rangschik haar onder de malaria ziekten.

In welke het rekking staat cholera tot de intermittens?

Cholera en intermittens hebben zooveel overeenkomst dat de meeste geneesheeren, die in Indië beide ziekten behandelden, eene verwantschap onderstelden, vooral daar eene zware intermittens zeer dikwijls niet eerder van cholera kan onderscheiden worden, dan wanneer de tusschenpoozing duidelijk wordt. Het algemeen aangenomen begrip van Intermittens is nu aldus: Eene door atmos-

-ocr page 11-

ft

pherisehen toestand (moeraslucht) ontstane ziekte, die van het peri-phere vegetatieve zenuwstelsel uitgaat, zich over het csntraaldeel uitbreidt, rhythmisch voortgaat en den bloedstoestand verandert. Dit begrip komt dus ten nauwste met dat van cholera overeen.

Is de cholera en Intermittens dan dezelfde ziekte?

Neen, zij behooren slechts tot een zelfde geslacht. Beide ontstaan uit atmospherische oorzaken. Beide tasten het vegetatieve zenuwstelsel aan. Beide veranderen het bloed. Beide gaan rhythmisch voort. Maar even als de natuur, rozen, verschillend in kleur en grootte, en onder de dieren, bv. katten, verschillende in kleur, grootte en vorm (men denke slechts aan kat, tijger, jaguar) geschapen heeft, die echter door ieder toch als rozen, als katten herkend worden, zoo schiep zij ook ziekten, onderling in vorm verschillend, maar die toch tot eenzelfde geslacht behooren.

Wat is de oor zaak der cholera?

De naaste oorzaak der cholera is tot heden onbekend, eene menigte zijn er echter die haar bevorderen. Eenige geneesheeren meenden hare oorzaak in cyan-verbindingen gevonden te hebben, omdat hare verschijnselen aan die van cyan-vergiftiging doen denken. Zij konden echter geen afdoend bewijs leveren, terwijl de genoemde verschijnselen slechts een gedeelte der cholera uitmaken en door andere vergiften insgelijks te voorschijn geroepen worden. Anderen weder zochten het vergif in een microscopisch zwam en meenden die in de ontlastingen gevonden te hebben. Maar ook hiervoor kon geen bewijs gevonden worden; het gevonden plantje was zulk een, dat bij gisting van eiwitstoffen ontstaat. Het meest waarschijnlijk evenwel is het ontstaan door een microscopisch plantje, dat in de atmospheer zweeft en overeenkomst heeft met schimmel. En, daar men de vroeger onbekende moeraslucht, die de intermittens veroorzaakt, met het water uit de moerassen naar eene op hoogere plaats gelegen kamer heeft overgebracht, mag men ook hopen eenmaal het cholera-vergif te ontdekken.

Gedurende de epidemie van den intermittens vond ik in den opgevangen avonddauw microscopische plantensporen enz., die tegelijk met de ziekte verdwenen. Intusschen is door de waarnemingen hieromtrent in Amerika gedaan en door mijne onderzoekingen bewezen, dat malaria een objectief substraat is.

Wat is malaria?

Eene met vreemde stoffen bezwangerde atmospheer, die nadeelig op het dierlijk organisme werkt, en koortsen verwekt.

-ocr page 12-

10

Is die stof plantaardig ?

Ik onderscheid drie soorten malaria: plantaardige, dierlijk') en anorganische malaria.

De eerste noem ik planten- of phyto-malaria. Zij bestaat uit in de lucht zwevende plantendeelen en sporen, die met den eersten avonddauw nedervallen, door middel van het microscoop herkend en nader bepaald kunnen worden. De voorwaarden voor het ontstaan dezer malaria zijn: vochtige, warme lucht en windstilte op een met weelderigen plantengroei bedekt moerassig land. Dat zulke plantensporen in de lucht zweven, bewijzen de schimmelsoorten die zich aan vleesch, kaas, brood enz. vasthechten. Dat eene speciale soort geheele landen doortrekken kan, heeft de inonas prodigiosa in 181-7 bewezen. De planten-malaria verwekt koortsen met rhythmischen gang, die niet besmettelijk zijn.

De tweede noem ik dierlijke of zoömalaria. Zij bestaat uit zoöphyten, zoöblasteem, protozoen en specifieke cellen , ettercel, pokstof.

Zij ontstaat waar dierlijke organismen rotten, op koraalbanken, mesthoopen, in lijkenhuizen en gasthuizen, waar gewonde en met zweren overdekte menschen opeengehoopt liggen. Zoömalaria verwekt meest besmettelijke ziekten, hare uitwerking is raadselachtig, gelijk die van elk dierlijk vergif, b. v. dat van dolle honden.

De derde anorganische, geo-, beter atmo-malaria bestaat uit in de atmospheer voorhandene gasen, b. v. koolzuur, stikgas, zwavelig zuur of zwavelwaterstof, emanatiën uit don grond in vulkanische gewesten enz.; ook wel uit verandering in de atmospheer zelve: ozoon.

Tot welke malaria behoort het eholera-vergiff

Hoogstwaarschijnlijk tot de planten-malaria, maar het ontstaan der cholera op koraalbanken pleit ook voor eene dierlijke afkomst.

Is het ontstaan van cholera op koraalbanken een feit?

Toen de schoener Circé om hydrographische opmetingen in de straat Madoera voor het koraal-eilandje l'oeloe Kambing in 1818 voor anker lag, werd de matroos, die het ondiepe water langs de droge klippen gelood had, door cholera aangetast. De kom-mandant lichtte het anker, verliet de plaats en geen der overige schepelingen werd door de ziekte overvallen. Noch op Madoera noch op Java wist men iets van cholera, deze moest dus hier ontstaan zijn.

-ocr page 13-

11

Welke feiten pleiten cour een plantuardigen oorspron;/ van het vholera-vcrgif?

Tegenover het zooeven vermelde geval staan er velen, in welke cholera in de nabijheid van moerassen het eerst en sporadisch ontstaan is.

De meeste vreemdheden, die wij bij cholera opmerken, laten üich tot natuurlijke wetten terugbrengen, zoo wij aannemen dat cholera-vergif plantaardig is.

De eigenschap der cholera om zich aan bepaalde huizen, in beslotene donkere plaatsen, vast te hechten, zoo, dat bij herhaling der epidemie steeds diezelfde huizen en diezelfde plaatsen het eerst en het zwaarst door de cholera aangetast worden, — dat het vergif niet met een gezin mede verhuist, maar integendeel, indien in eenig gezin sommige personen aangetast zijn, die leden van het huisgezin die van daar verhuizen van de ziekte verschoond blijven — dat is eene overeenkomst met de schimmelplanten, die in donkere vochtige besloten ruimte het best tieren, terwijl toch het dierlijke leven daarentegen naar zonlicht verlangt.

De cholera tast niet alle menschen in gelijke mate aan. Er zijn personen, die zich op het terrein der epidemie tusschen cholera-lijders bewegen kunnen zonder besmet te worden- Ook dit verschijnsel is aan de natuur der planten eigen. Iedere plant heeft een, met zijn aard overeenkomende!! grond en bodem noodig om, te groeien en niet te verbasteren. Hoe dikwijls heeft men te vergeefs getracht Manilla tabak op Java over te planten; reeds de tweede oogst gelijkt niet op de oorspronkelijke plant. Waterplanten groeien niet op droge gronden, en het gras op mergelbodem zacht en voedzaam, wordt op graniet en kiezelzand tot ongenietbaar riet.

In de verscheidenheid in de uitbreiding der ziekte is wederom eene groote overeenkomst met het plantenleven te bespeuren. Zijn niet de oogsten onzer bloemen, vruchten en granen nu eens rijk, dan eens schaars, en wat betreft de hoedanigheid der gewassen. nu eens overheerlijk dan weder misgewas? Zien wij niet ook dat op sommige tijden vleesch en brood na enkele uren met schimmel bedekt worden, somtijds daarentegen dagen achtereen zonder schimmel bewaard worden? Is het dus onnatuurlijk dat ook het cholera-plantje van elkander verschillende oogsten heeft?

Dit nu leidt van zelve tot het bespreken van de verhouding van het cholera-vergif tot de weersgesteldheid. Met de verandering

-ocr page 14-

12

van het weder zien wij de cholera-epidemie in hevigheid rijzen of dalen, bij zeer lage temperatuur in den winter verdwijnen, en met het warme jaargetijde terugkeeren.

De groote vijand van de cholera is de wind, vooral een droge wind. Waar deze vrij waaien kan vaagt hij de cholera geheel weg. Maar zien wij niet ook bij drogen wind de planten verdorren en de schimmel verdwijnen?

Deze afhankelijkheid van den wind verklaart de oorzaak waarom de cholera liefst diepe dalen, lage oevers der rivieren, bergketens en door bosschen omsloten terreinen, steden met hooge huizen en nauwe straten tot haren zetel kiest, en groote vrijgelegen plaatsen voorbijgaan kan zonder die te besmetten. Zoo het toch eene waarheid is dat het cholera-vergif een klein in den dampkring zwevend plantje is, moet het zich met den luchtstroom voortbewegen; en even als het stroomend water der rivieren het meêgevoerde slijk voortdraagt, tot dat de stroom tegen de vloedzee stuitend in zijne beweging belemmerd wordt, het slijk laat bezinken en banken vormt, zoo wordt ook het cholera-plantje door den luchtstroom gedragen, totdat deze door een hinderpaal, berg, hosch. muur of tegenwind tegengehouden, in stilte overgaat; en even als het stilstaand water het slijk, zoo zal de stilstaande luchtstroom het cholera-plantje laten bezinken, en de plaatsen over welke zulks geschiedt, indien daar voorwaarden voor het leven en tieren van het plantje aanwezig zijn, door cholera besmetten, terwijl alle andere plaatsen, over welke de wind vrij heen woei. verschoond blijven. Zoo wordt tevens duidelijk dat, evenals de ziekte bij opkomenden tegenwind opgevangen wordt, de cholera de met den wind zeilende schepen volgen kan en uitbarsten als de wind gaat liggen.

Deze natuurwet is de oorzaak dat zich de ziekte op Java, steeds tegen den mousson voorttrekkende, uitbreidt.

Welke zijn de voorwaarden ivelke de cholera bevorderen?

Opeenhooping van menschen, ziekelijke toestand der menschen, armoede, angst, vrees voor de ziekte, onmatigheid, ongeregelde levenswijze, in het kort, alles wat het lichaam verzwakt. Verder het warme jaargetijde, windstilte, gebrek aan luchtverversching een poreuze, vochtige met meststoffen bezwangerde bodem, mest-hoopen, stinkende poelen, evenals alle andere broeinesten der malaria.

-ocr page 15-

1M

Zyn er ook natuurlijke oorzaken die de cholera tegengaan?

Voorzeker. Lage temperatuur, de winter, cU-oge lucht, wind, uitgebreide van plantengroei verstoken zandgronden, zooals de woestijnen.

Is de cholera besmettelijk?

Neen. In den zin als pokken, mazelen, pest, van persoon tot persoon, is de ziekte niet overerfelijk. Cholera produceert geen contagium, geene besmettelijke stof, die op de omgeving, verplegers, geneesheeren, waschlieden, de ziekte overdraagt.

Dcor herhaalde nauwkeurige proeven van onpartijdige geneesheeren van kunde en wetenschap, is het bewezen, dat noch in de ontlaste drekstoft'en, uitbraaksel, urine, zweet, adem, bloed , wei, noch in eenig ander gedeelte van het lichaam eene smetstof bevat, is, die door aanraking of inenting bij gezonde personen cholera verwekt. Daarentegen kan het cholera-vergif zich aan kleeren of andere voorwerpen vast hechten en van zijne geboorteplaats naar elders vervoerd worden, en zich als het daar de voorwaarden voor zijn bestaan aantreft. uitbreiden. De waarheid dat cholera onbesmettelijk is, is door alle geneesheeren, die het onderzoek daarnaar op natuurlijke wetten grondden, en aan hun hoofd Prof. Mulder , tegen Pettexkoper volgehouden.

Welke lecrstelligen heeft Pettenkofer opgesteld?

Nadat de eerste paniek der cholera in het jaar 1830 overwonnen was, kwamen de geleerden in Europa tot het besluit;

De cholera is geene besmettelijke ziektequot;.

Maar eensklaps stierf in een werkhuis in Engeland eene vrouw aan cholera; op dit geval volgden andere. Op grond nu dat alle arbeiders van een privaat gebruik maakte, concludeerde Budd. dat door de ontlastte drekstoffen de cholera zich uitgebreid had', dewijl deze drekstoffen de cholera-smetstof bevatten.

Deze leerstelling vond een aanhanger in Snow en later in Pettenkofer, welke laatste haar meer in het bijzonder uitwerkte en tot een axioma verhief. Hij vond onder de litteratoren der geneeskunde, b. v. Hirsch, groote voorstanders zijner leer en hij werd als autoriteit beschouwd. De gouvernementen gaven op grond van dit axioma wetten ten nadeele van handel en verkeer, hoewel zich overal, zooals hier in Nederland door Prof. Mulder, stemmen tegen dit axioma verhieven.

Volgens Pettenkofer onstond in de cholera-drekstotfen een

-ocr page 16-

14

schimmel, die de oorzaak der besmetting was. Hallier luid dezen schimmel gevonden, maar later ook medegedeeld, dat die ook bij den gewonen loop in de ontlastingen gevormd werd. Bij nader onderzoek bleek liet dat die schimmel niet eens in versche ontlastingen gevonden werd en nam Peïtknkofer zijne toevlucht tot de gisting der ontlastingen, die in den poreusen bodem hare voorwaarde tot ontwikkeling vonden, en gelijk houtkrullen uit spiritus azijn doen ontstaan, moest de poreuse bodem de cholera-drekstoffen alcalisch maken en den schimmel bevorderen. Op grond van dit chemisch proces in den bodem in de nabijheid van riolen, zouden niet alleen de ontlastingen der cholera-lijders, maar ook die van gezonde personen tot smetstof worden en de onschuldige lijder een besmettelijk persoon.

Nu ontstond echter op plaatsen, waar zich de drekstoffen met drogen grond vermengden, geen cholera, en op alle vochtige lage gronden nam zij in uitbreiding en hevigheid toe, en zoodoende was de nieuwe factor gevonden: „het grondwater.''''

De leer van Pettexkofer luidde vroeger in haar geheel aldus: „Cholera-drekstoffen verspreiden de cholera. Hoewel zij „versch ontlast niet besmettelijk zijn, worden zij zulks door vor-„ming van een vluchtig alcali en schimmel. Het grondwater doet „bij het neerzakken uit oenen met drekstoffen bezwangerden bodem, „cholera ontstaan. Cholera is eene besmettelijke ziekte.''

Tegenwoordig is Pettenkofer tot de leer van het niet besmet-telijk zijn der cholera overgegaan.

Wat is grondwater?

Grondwater is het water, dat in den benedengrond aanwezig is; dat, naarmate er meer of minder regen valt, den beganen grond meer of minder nadert en evenals de putbronnen rijst en daalt. Dit dalen noemt men verval, welke soms een en meer meters bedragen kan. Tengevolge daarvan is de benedengrond nu eens geheel onder water, dan eens vochtig of ook droog.

Heeft het grondwater invloed op het ontstaan der cholera?

Ja; en wel omdat het als het hoog staat de atmospheer met waterdampen verzadigt en bij het terugtreden, het afzakken, aan de organische deelen in den bodem de voorwaarden verschaft om te rotten en malaria voort te brengen. Het grondwater behoort tot de oorzaken die de cholera bevorderen.

Hoe is het te verMarrn dat op schepen waar geen grondwater is ook cholera ontstaat?

-ocr page 17-

In de schepen is liet grondwater vervangen door liet kielwater. dat, zoo het niet naar behooren uitgepompt wordt , tor zware ziekten aanleiding geeft.

Ontstaat de cJiolura op mesthoopen ?

Het is eene waarheid dat mesthoopen, latrines, stinkende poelen, opgevuld met mest, puin en andere stoften, overal groote uitbreiding aan de cholera gegeven hebben; toch zijn het slechts bevorderende oorzaken. Mesthoopen bevorderen de groeikracht der planten door ontwikkeling van broeiwarm te en afgifte van plantenvoedsel. Wij bezigen den mest in de broeikassen om groenten vroeger tot rijpheid te brengen, of die planten die een hoogere temperatuur vereischen b. v. ananassen, te kweeken, alsook om het ooft in qualiteit en quantiteit te verbeteren. Alle voorwerpen op een mesthoop beslaan met schimmel.

De uitwaseming van den mest, op een objectiefglas opgevangen en onder het microscoop gebracht, laat behalve stikstofhoudende zouten ook dierlijke en plantaardige wezens herkennen.

Het cholera-vergif kan dientengevolge geen beter broeinest vinden.

Maar, evenmin als in onze broeikassen op den mest ananassen groeien als wij die zelve niet planten, evenmin kan de mest een cholera-plantje voortbrengen als het zaad daarop niet gezaaid is. En voorzeker zal koemest bet plantje beter doen kiemen dan cholera-drekstof.

Bevatten de eliolera-dvelcstoffen smetstof of doen zij die ontstaan?

Neen. Cholera-drekstofi'en bestaan uit een vocht overeenkomende met bloedwei en uit vezels, dat is: epithel en moleculaire massa. Noch chemische analyse, noch het microscoop hebben iets vreemds kunnen aanwijzen; de schimmel die later ontstaat, is die welke in ieder eiwithoudend vocht gevonden wordt. Proeven die men genomen heeft om, door inenting van cholera-drekstofi'en, cle ziekte op gezonde menschen over te brengen zijn mislukt. Waschlieden, die het met drekstoften bevuilde goed reinigden en zij die de excrementen wegruimden, werden niet meer dan andere personen door de ziekte aangetast. Eindelijk komt de vraag bij ons op: „Hoe is het mogelijk dat de ziekte, zoo zij eene groote uitbreiding gekregen had, weder afnam en verminderde gedurende den tijd dat het cholera-vergif (indien dan de cholera-drekstoffen

-ocr page 18-

Ifi

cholera-vergif zouden bevatten) in de grootste hoeveelheid geproduceerd werd? Dit in aanmerking nemende stemmen alle genees-heeren, die gelegenheid hadden gedurende uitgebreide cholera-epi-demiën vele lijders te behandelen en zich toelegden om zooveel mogelijk grootere uitbreiding te voorkomen, daarin overeen: dat cholera-drekstoffen noch besmettelijk zijn. noch door hare eigene eigenschappen besmettelijk worden.

Vanwaar ontstaat het chólcra-vergif?

Indien wij dagelijks zien, hoe weelderig zich het onkruid in bosschen en velden, in tuinen en weilanden uitbreidt, zonder dat het geplant wordt niet alleen, maar ook al onze middelen om het '.lit te roeien weerstaat, zoo wij zien dat de waterpest zich zelfs van Amerika naar Europa verplaatst heeft. kan het dan bevreemden, dat ook het cholera-plantje van Azië overgewaaid is? Ten overvloede deze ééne opmerking: onze kennis der natuur heeft een grens; en evenmin als wij de vragen van waar is de eerste eik gekomen, kunnen beantwoorden, evenmin weten wij van waar het eerste cholera-plantj e zijnquot; oorsprong genomen heeft.

Kan het drinkwater cholera verspreiden?

Onder gewone omstandigheden niet. Er zijn wateren bekend. die bij velen diarrhee verwekken, b. v. het Maaswater, en toch ontstaat na het gebruik van dit water geen cholera. Het is opgemerkt dat in de nabijheid van putten, wier water veel salpeterzuur bevat, de cholera grootere uitbreiding heeft. In Soerabaja heb ik de waarheid daarvan bevonden. De oorzaak van het toenemend gehalte aan salpeterzuur was de nabijheid van paardenstallen, die hun vuil in den omliggenden grond ontlastten, maar ook in hunne omgeving bleef de cholera soms jaren achtereen weg.

De uitwateringen van den Brantas de Kalimas hebben zeer vuil water, en toch verwekken zij niet ten allen tijde cholera.

Daarentegen weten wij dat, als wij zuiver gedistilleerd water onbedekt aan den invloed van den dampkring blootstellen, na weinige dagen de oppervlakte van dit water bedekt is met georganiseerde wezens, die zich uit den dampkring op de oppervlakte van het water hebben vastgehecht en daarop tieren.

Er bestaat dientengevolge mogelijkheid dat het water aanleiding geven kan tot het ontstaan van cholera; nu eens door verwekking van diarrhee. die meer geschikt maakt tot opname

-ocr page 19-

17

van cholora-vergif, dan eens doordien zich het vergif aan het water vasthecht, en in het organisme opgenomen, zijne uitwerking heeft.

Met welke middelen lean men de cholera bestrijden ?

Tegen cholera komen eene voorbehoedende en eene bestrijdende geneeswijze in aanmerking.

Wat moet men doen, zoo men plotseling door de ziekte aangetast, geen geneeskundige hulp hij de hand heeft?

Bij een plotseling opkomenden waterachtigen loop, is het het best ieder half uur 3 ii 4 korrels zwarte peper fijn gestampt en met warm water vermengd te drinken, totdat het lichaam verwarmd wordt, een aangenaam zweet uitbreekt, en de loop vermindert; aan kinderen geeft men 1 a 2 korrels. Heeft men geen peper bij de hand maar wel gember, dan neme men een stukje ter grootte van 1 Ned. duim, trekke het in heet water af en drinke het even als bovengenoemd peperwater.

Is noch peper noch gember voorhanden, dan neme men een glaasje rum, brandewijn of genever.

Behalve deze inwendige middelen, gebruike men een verwarmend smeersel op den buik b. v. oleum cajeputi of linement, en winde een buikband om het lijf. Mocht er ook misselijkheid of braking ontstaan, dan moet onmiddelijk een mosterdpap op den buik gelegd worden. De lijders worden door dorst gekweld. Het beste is ijswater, spuitwater, elk koolzuurhoudend vocht, goed bier, en het liefst gemberbier of champagne.

Aan het verlangen om zich te bed te begeven moet niet onmiddelijk toegegeven worden; het is beter in beweging te blijven. zelfs een geforceerde loop tusschen twee personen heeft dikwijls de ziekte tegengehouden.

Zeer aan te bevelen is het, gedurende de cholera, cholera-drup-pels in huis te hebben, daarenboven peperminth, chamomille enz.

De cholera-druppels bestaan meestal uit dezelfde bestanddeelen, zoodat het onverschillig is of men die van Bleeker of van Shhaefer gebruikt. Mijn voorschrift is dit:

R. Camphor.

Chloroform.

01. menth. pip. aa 2 grm.

Aeth. nitric, alcohol.

Laudan. Liq. Syd. aa 8 grm.

Spir. Vini Gallici 32 grm.

2

-ocr page 20-

18

Van deze druppels geeft men aan kinderen zooveel druppels als het aantal jaren huns ouderdoras niet suikerwater; volwassenen nemen 25 a 30 druppels in een wijnglas vol water, tot dat het lichaam verwarmd wordt en de loop vermindert; de gift om het half uur herhalend.

Tot smeersel: R. Linim. volat. 32 grm.

Camphorae 4 grm.

Chloroform. 8 grm.

01. menth. crisp. 4 grm.

waarmede de buik alle uren moet ingewreven worden.

Ten slotte de dringende vermaning, in elk geval, zelfs als de loop vermindert, een geneesheer te roepen, en zich van de vrees te ontslaan dat cholera besmettelijk is. Men behandele den zieke als hebbe hij een gewonen lichten loop. dat geeft hem vertrouwen en helpt mede hem te genezen.

Hoe wordt de ziekte door den geneesheer behandeld?

Als ik bij cholera, loop of cholerine ontboden wordt, geef ik een verwarmend drankje

R. Infas. herb, menth. pip. 256 grm. ex i acet. am men. liquid. 16 grm.

Carbon, magnes. 330 mgrm.

aeth. nitric, alcohol, i grm.

mur. Morphini 16 mgrm.

Sijr. Simpl. 16 grm.

en laat daarvan elk uur een gewoon gene ver-glaasje vol opdrinken. Den buik laat ik met het bovengenoemde linementum inwrijven en met wollen buikbanden bedekken. Gewoonlijk was één drankje voldoende om den loop binnen 24 uren te doen ophouden; daarop laat ik eene gift van 12 grein chinine volgen.

Herhaalde malen had ik beproefd geen chinine te geven, steeds kwam de loop terug.

Werd ik bij lijders geroepen, die reeds alle kenteekenen der cholera vertoonden, of zoo de loop tot cholera aangroeide, dan gaf ik pillen uit:

R. Sulph. Chinin.

Camphor.

Calomel aa 800 mgrm.

Opii puri 200 mgrm.

Succ. liquir. Q S. f. pill. n. 36 ulle half uren 3 stuks.

-ocr page 21-

19

Daarenboven nog een bruischdrank, bestaande uit: R. Bicai-bon. sodae

Acid. nitric, dilut. aa 4 grm.

Aq. commun. 384 grm.

Syr. simpl. 16 grm.

naar noodzakelijkheid te drinken.

Waren de lijders misselijk of braakten zij reeds, dan legde ik een mosterdpap op de maagstreek, terwijl de koude ledematen gewreven worden met:

R. Tr. camphorae 128 grm.

Tr. capsici 32 grm.

Ammon. liquid. 32 grm.

01. cajaputi 32 grm.

zoo er kuitkrampen opkwamen werd 1 ons chloroform toegevoegd.

Nam de gevoeligheid van de maag dermate toe dat er niets meer behouden bleef, diende ik om het half uur een lavement toe, nit:

R. Infus. Valerianae G4 grm. ex 4

Sulph. chinin. 1,300 £rrm.

Acidi tartarici 650 mgrm.

Vini opii gtt. x

bestaande, tot het verkrijgen der reactie, die gewoonlijk reeds bij het tweede lavement volgde en zeer hevig was.

Indien evenwel de lavementen niet binnengehouden werden, en de collaps toenam, was mijne laatste toevlucht: de electricitc.it.

Bij cholera sicca, de paralytische vorm, plaatste ik de eene pool op het epigastricum boven den navel, en bracht de andere geisoleerd in den endeldarm.

De afgebroken stroom verwekte snijdingen door den geheelen darm, en er volgden snel zeer zure ontlastingen, die, dagen achtereen zuur bleven; het lichaam werd verwarmd en er volgde eene reactie die tot genezing overging. Bij den asphyctischen vorm, bij welken de angst en groot gebrek aan adem voorkomt, legde ik de eene pool op den halsstreek, de andere op de hartkuil, en elec-triseerde den nervus phrenicus.

Hoezeer dit pijnlijk was, onderwierpen de lijders zich gaarne daaraan, zij konden diep adem halen en gevoelden zich verlicht. De respiratie versnelde , de pols keerde terug, het lichaam werd verwarmd, maar helaas! meestal slechts zoolang de stroom in

-ocr page 22-

20

werking was, en tegen het einde der procedure keerde de vroegere toestand terug. Lijders die den stroom niet gevoelden, stierven zonder uitzondering.

Intussclien vermeen ik van 55 anders hopelooze gevallen, nog 14 gered te hebben, en wel 10 van paralytische en 4 van asphyc-tische cholera.

Nam de ziekte eene wending tot beterschap, dan verminderde ik de geneesmiddelen; kleurden zich de ontlastingen, dan bleef calomel, verminderden zij in aantal bleef opium weg, en bij opkomende reactie de camphor. Van af het begin dezer, werd alleen chinine en limonade van salpeterzuur toegediend. Het tijphoid behandelde ik met chlor en acid. nitricum.

Zonder aanmatiging kan ik verzekeren dat ik met deze behandeling niet alleen gelukkig was, maar ook dat mijne collega's mij navolgden.

Hoe wordt de cholera nog meer 'behandeld?

Op den voorgrond moeten wij zeggen dat in het algide stadium bij cholera volstrekt geene geneesmiddelen door het organisme worden opgenomen.

De toegediende worden uitgebraakt of zij liggen deposito in het darmkanaal. Daar men echter het tijdstip niet kent waarop de reactie een aanvang neemt, geeft men de geneesmiddelen toch opdat zij bij opkomend opslorpingsvermogen voorhanden zijn.

De geneesmiddelen tegen cholera, hoe verschillend ook in naam, komen in hare uitwerking op het dierlijke organisme zoo overeen, dat, strikt genomen, de behandeling van alle geneesheeren dezelfde is, uitzonderingen maken alleen eenige speciale, speculatieve methoden.

De geneesmiddelen tegen de cholera zijn dezulke, die de gang-Uen-zenuwen opwekken, de circulatie van het bloed bevorderen, de gevoeligheid der zenuwen verminderen en speciale uitwerking op het bloed hebben, zooals alcohol, camphor, electriciteit, opium, chloroform en mineraalzuren.

Alcohol is zoolang de cholera bestaat daartegen gebruikt in den vorm van rum, brandewijn, likeuren, wijn, cholera-drup pels. Alcohol versnelt de respiratie en bloedsomloop, verhoogt de lichamelijke temperatuur en bevordert de afscheiding van zweet en pis. Met een woord, hij roept alle functiën in het leven die bij de cholera onderdrukt zijn. Hij zoude het natuurlijke genees-

-ocr page 23-

21

middel tegen de cholera moeten zijn, maar daar bij opstijgende giften de uitwerking eene tegenovergestelde narcotiseerende wordt, voldoet hij niet bij zware ziektegevallen, hoewel het eene waarheid blijft, dat millioenen mensehen aan een verstandig gebruik van alcohol het behoud van hun leven te danken hebben.

Camphor, tevens ol. cajaputi, peperminth. valeriaan, moschus, heeft gelijk de alcohol eene het zenuwknoopstelsel opwekkende uitwerking, die rechtstreeks tegenover de verschijnselen der cholera staat, en het gebruik daarvan tegen cholera is bij uitnemendheid voorgeschreven. Camphor is het hoofdbestanddeel bij alle cholera-druppels en het wordt door de meeste geneesheeren toegediend. Dat hij niet in alle gevallen, en niet alleen, de cholera bestrijden kan, ligt in den aard der ziekte en in de bijomstandigheden.

Moschus staat verre beneden camphor, maar zijne speciale uitwerking om de kuitkrampen te verminderen, maakt zijn gebruik noodzakelijk.

Electriciteit staat ongetwijfeld boven aan, maar helaas hare uitwerking is ie vluchtig, en de toestellen zijn niet altijd voorhanden.

Onder de middelen om de zenuwaandoeningen tot bedaren te brengen heeft opium de meest uitgebreide aanwending gevonden, zoodat er weinige cholera-lijders genezen of gestorven zijn zonder opium te hebben gebruikt, en toch heeft opium tegenstanders gevonden, die beweerden dat het gebruik van opium de oorzaak van het typhoid is.

Behalve dat opium de aandoening der zenuwen tot bedaren brengt, wekt het in kleine hoeveelheden den bloedsomloop op eu heeft het eene speciaal de ontlastingen verminderende uitwerking. Het is dientengevolge een rationeel geneesmiddel tegen de cholera.

Macpherson , een groote autoriteit ter zake van cholera, verklaart, dat hij even zeker cholera door opium als intermittens door chinine genezen heeft; en een juister inzicht in het ziekteproces leert ons, dat het typhoid afhankelijk is van de intensiteit der ziekte en in een evengroot aantal gevallen, waarin geen opium toegediend werd, gevolgd is.

Chloroform heeft geene uitwerking op den gang der ziekte en dient alleen om de pijn der krampen op te heffen.

Direct op het bloed meende men het snelst te werken door aderlating; maar. staat de bloedsomloop stil, dan vloeit geen bloed

-ocr page 24-

22

meer, en is de circulatie nog vrij, dan helpen de zenuwopwek-kende middelen beter.

Bij liet groote vochtverlies is ook eene aderlating niet rationeel en heeft de stelselmatige aanwending geen ingang gevonden. Evenmin de toepassing van zout-injectiën in de bloed-aderen.

Door nitrum meende men het teerachtige bloed in rood slagaderlijk bloed te veranderen; toch vereischt deze uitwerking in dé eerste plaats de absorptie, in de tweede den bloedsomloop, zoodat het gedurende de reactie in aanmerking komen moet; en het zal op dat tijdstip toegediend, zijne diensten niet onthouden, en het typhoid kunnen tegengaan, evenals wij zulks van de zuren onderstellen die insgelijks gedurende de reactie eene ruime aanwending vinden. Onder de zuren staan acid. nitric, en chlor boven aan. De omstandigheden van het speciale geval moeten de keuze beslissen.

Is calomel een goed middel tegen cholera?

Bij het toedienen van calomel had men deszelfs specifieke uitwerking op de lever op het oog; het bevordert de gal-afschei-ding, en de ervaring heeft bewezen, dat na het gebruik van calomel, de ontlastingen geelachtig gekleurd worden.

In de tweede plaats zoude het de gevoeligheid van de maag verminderen, terwijl de Indische geneesheeren het, uit analogie der goede uitwerking van het calomel tegen zware inter- en remit-teerende koortsen, bepi-oefden. Een specifiek geneesmiddel tegen cholera is calomel niet; zeer vele lijders genezen zonder dat gebruikt te hebben, hoewel zijne gal-afscheiding bevorderende, dus: het bloed van de vele koolstoffen zuiverende, uitwerking niet te laag aangeslagen mag worden. Men geeft calomel van dat de ontlastingen kleurloos zijn tot zij weder kleuren, of tot het begin van den collaps.

Is chinine een goed middel tegen cholera;'

Chinine is soms als een specificum aangeprezen, soms geheel verworpen; door enkele geneesheeren slechts daarom, om geene verwantschap tusschen cholera en intermittens toe te laten.

Chinine wordt in het bloed opgenomen, versnelt de respiratie, prikkelt en versterkt het vaatstelsel, vermindert de overgroote uitscheidingen der secerneerende vliezen, die uit atonie der capillaire vaatnetten voortspruiten. Het staat dus het ziekte-proces der cholera rechtstreeks tegenover, en heeft liet recht onder de genees-middelpn tegen de cholera bij uitnemendheid genoemd te worden.

-ocr page 25-

23

De tegeustanders van de chiaine beroepen zich op het dikwijls verzaken zijner hulp, maar ook bij zware intermittens wordt het dikwijls, volgens Oesterlen in 40 van de 100 gevallen, te vergeefs toegediend.

Hij cholera komt steeds de vraag in aanmerking of het wel geabsorbeerd is.

Anderen zeggen cholera is geen intermittens, waarom zullen wij dan chinine toedienen? Maar diezelfde geneesheeren geven chinine tegen acute rhumatisme, verzwakking der slijmvliezen, bloedarmoede enz., ziekten die niets met intermittens gemeen hebben.

De verwerping van chinine is, zooals het blijkt, eene eenzijdige tegenspraak. Met het oog op de fysiologische uitwerking der chinine op het dierlijke organisme diene men chinine toe, late de vraag aangaande den intermittens ter zijde en verbeffe het middel niet tot panacé.

Is tannine tegengif tegen de cholera?

Tannine is een middel bij uitnemendheid om de in het darmkanaal aanwezige vergiffen onschadelijk te maken; het wordt toegediend om bet cholera-vergif te neutraliseeren, ook met het oog op zijne adstringeerende uitwerking. Daar echter bij cholera noch in de maag, noch in het darmkanaal een vrijliggend vergif aanwezig is, zoo kan zulks ook niet door tannine onschadelijk gemaakt worden. Tot beperking der darmafscheiding gegeven, heeft het niet voldaan.

Kan men het cholera-vergif niet door purgeerende en hrakeu bevorderende middelen uit het lichaam verwijderen?

De cholera beschouwende als eene uitslag-ziekte, als b. v. roodvonk, pokken enz. heeft men pui-geer- en braakmiddelen toegediend.

Purgatieven ziju in 90 van 100 gevallen zeer nadeelig. Ik heb waargenomen dat na het gebruik van laxeer capsulen spoedig cholera met een doodelyk einde volgde.

Het cholera-vergif werkt op de zenuwen even als strychnine, en verwekt een ziekelijk proces; het kan dus niet uitgeworpen worden.

Intusschen, er komen wel gevallen voor dat een laxans noodig wordt. Deze gevallen beginnen met koliek, de endeldarm is met harde drekstof opgevuld, de cholera-drekstof kan niet ontlast worden, zoo niet de harde stoffen verwijderd zijn.

Braakmiddelen zjjn wegens de overgroote gevoeligheid der maag steeds zeer nadeelig.

-ocr page 26-

24

Heete badeu verzwakken; de meeste lijders bezwijken in het

bad.

Behoedt chronische koper-vergiftiging voor cholera, en is koper een tegcnmicldel?

In Frankrijk bleef een mijndistrikt waar koper verwerkt wordt, omgeven van plaatsen die met cholera besmet waren, geheel vrij van de ziekte. Men concludeerde dat de arbeiders door chronische kopervergiftiging ongevoelig, dat is: onvatbaar waren voor de ziekte.

Dientengevolge werd aan cholera-lijders koper toegediend. Zwavelzuur-koper in water druppelsgewijze gegeven verwekte hevige pijnlijke brakingen, kon slechts door weinige lijders verdragen worden, en herstelde de lijders niet. Chlor-koper, op een lampje onder den neus van den lijder geroosterd, kwelde den lij dei-door de chloordampen en herstelde hem niet.

De staf is over deze geneeswijze gebroken, indien men de onmogelijkheid begrijpt, in een half uur, ja zelfs in eenige uren, eene chronische kopervergiftiging te voorschijn te kunnen roepen, afgescheiden van de vraag of zulk eene vergiftiging inderdaad onvatbaar voor de cholera maakt.

Mijns inziens moet men de zaak aldus opvatten. De in de atmospheer van het mijndistrict aanwezige zure dampen: zwavelig zuur, salpeterig zuur enz. vernietigen het cholera-vergif. Wij weten dat zwavel een groot vijand van den schimmel is.

Uit al het bovenstaande blijkt dat er evenmin een speciale geneeswijze tegen cholera bestaat als er specifieke geneesmiddelen zijn, en dat alleen zulke geneesmiddelen hulp aanbrengen die de geneesheer specialiter toepast.

Welke ■prophylactische of voorbehoedende maatregelen moet men in acht nemen?

Die, welke de voorwaarden der ziekte uit den weg ruimen, het individu voor besmetting beschermen, en het ontstaan en voortgaan der ziekte belemmeren.

Hoe kan men zich persoonlijk voor cholera vrijwaren?

Door zich van de vrees voor de ziekte te ontdoen en niet aan de besmettelijkheid daarvan te gelooven. Ik heb mij gedurende 6 maanden dagelijks 12 uren tusschen 40 a 50 cholera-lijders opgehouden zonder aangetast te worden, en er is geen een geval bekend dat ik de ziekte in een ander hui* heb overgebracht. In verband

-ocr page 27-

25

daarmede, volge men zijne gewone levenswijze, gebruike van alles naar gewoonte, vermijde overmaat van spijs, drank en arbeid en alles wat het lichaam verslapt; men behoede zich voor het vatten van koude en voor den avonddauw. Natte kleeren moeten terstond met droge verwisseld worden.

Welke speciale voorschriften kun men geoen?

Zooals gezegd is, moet men de gewone levenswijze volgen. Vleesch en visch verwekken nimmer cholera. Toch is het raadzaam zich van oesters en garnalen te onthouden, omdat deze in sommige tijden koliek verwekken, die met cholera overeenkomst heeft en toch geheel anders behandeld moet worden. Het gebruik van groenten is niet alleen niet nadeelig, maar het bevordert zelfs de gezondheid. Bladgroenten evenwel, kool en alle die windopzetting teweegbrengen, moeten vermeden worden. Rijpe vruchten kunnen zonder gevaar van door de ziekte aangetast te worden gebruikt worden, onrijpe moet men natuurlijk vermijden.

Nuttig is een enkel glaasje wijn, bier of brandewijn; ieder misbruik van drank is ten hoogste nadeelig. Zeer velen zijn in den staat van dronkenschap door cholera aangetast en overleden. Over het algemeen maait de ziekte gaarne de dronkaards weg.

De kleeding zij overeenkomstig het weder; niet te licht, niet te warm; zooals boven gezegd is, natte kleederen moeten onmid-delijk met droge verwisseld worden.

Kamers, huizen, erven en straten moeten zindelijk gehouden worden; de ontlastingen mogen niet in de kamers staan blijven. In kamers, huizen, enz., zorge men voor behoorlijke doorstraling van lucht en brenge tocht aan door middel van ventilators en windpijpen, in scholen, kazernen en gasthuizen, kamers en zalen waarin zieken, cholera- of andere lijders gelegen hebben, desin-fecteere men door middel van geconcentreerd chlor of salpeterig gas. Tot dat einde moeten alle deuren en ramen gesloten en zooveel gas ingevoerd worden dat geen georganiseerd wezen daarin bestaan kan. Na die berooking wordt het gas door eene doelmatige ventilatie weder uitgedreven.

Alle gemoedsaandoeningen, zorg, angst, vrees, zijn nadeelig; men ontsla zich dus van zorgen, zij opgeruimd en vroolijk. Het vluchten voor de ziekte heeft nimmer goede vruchten gedragen, de vluchtelingen werden of in hunne schuilplaats of bij hunne terugkomst door cholera aangetast.

Daarentegen heeft de ervaring bewezen, dat het zeer aan te

-ocr page 28-

bevelen is, een huis in hetwelk zich verschillende cholera-geval-len opvolgden, te verlaten, omdat het cholera-vergif zich aan buizen vasthechten kan. Mij zijn gevallen bekend, dat in menig huisgezin herhaaldelijk leden aangetast werden, terwijl de overigen die verhuisd waren vrij bleven.

Is de vrees voor de ziekte uadeelig, veel gevaarlijker is hare verwaarloozing.

Tijdens eene cbolera-epidemie roepe men tegen iederen loop, hoe licht die ook zij, geneeskundige hulp in.

In plaats van alle redeneering, geef ik hier slechts de volgende cijfers:

Van personen, die bij het begin van den loop in geneeskundige behandeling kwamen, stierven 55.

Van 625 personen, die het overgaan in cholera afgewacht hadden, stierven 481.

Van 24S9 personen, die om cholera-loop in behandeling kwamen, herstelden 2227, terwij 1 de gemiddelde sterfte aan cholera 45 ten 100 bedraagt.

Wélke maatregelen beletten het ontstaan der ziekte?

Vernietiging van het vergif en wegruiming van de voorwaarden van zijn ontstaan.

Kan men cholera-gif vernietigen?

Tot heden kan die vraag nog niet voldoende beantwoord worden, omdat wij over den aard van het vergif nog in het onzekere zijn.

Kan men het ontstaan heiemmeren?

Daar wij vermeenen de voorwaarden van zijn ontstaan te kennen, moet door de wegruiming dezer het ontslaan belet worden. Daar het echter niet mogelijk is, in de uitgestrektheid van de verzengde luchtstreek, tusschen de keerkringen de tropische vegetatie te beperken, moerassen uit te drogen en overstroomingen te voorkomen, behoort het vernietigen der broeinesten der cholera en het beletten van zijn ontstaan tot de onmoge-lijklieden.

Kan men beletten dat de ziekte tot eene volksziekte overgaat?

Neen; de ziekte plant zich niet voort van persoon tot persoon, alles pleit er voor dat de uitbreiding door de atmospbeer plaats grijpt: en daar wij deze noch opsluiten noch begrenzen kunnen, is bet «mm igeljjk aan deze ziekte paal en perk te stellen.

-ocr page 29-

Kan men den voortgang der ziekte van stad tot stad beletten ?

Indien men op de gezonde, nog niet besmette plaatsen de voorwaarden der ziekte wegruimt.

Helpen grenscordons en quarantaine?

Tot heden waren alle grenscordons onmachtig om de ziekte tegen te houden. Dit wordt duidelijk, indien wij de moeielijkheid inzien wijduitgestrekte grenzen zoodanig te sluiten dat niet een of ander persoon daardoor sluipt.

Daarenboven bestaan deze cordons uit soldaten, uit menschen die even zoo, indien al niet meer, vatbaar zijn voor de ziekte, als een wel doorvoed reiziger, en het kan gebeuren dat de cordon de schakel wordt door welke de ziekte voortgaan kan.

Is liet eindelijk eene waarheid, dat de ziekte zich met den luchtstroom voortbeweegt, zoo waait zij over de cordons heen.

Quarantaine kun alleen van nut zijn;

Zoo bewezen is: dat de ziekte zich van persoon tot persoon v oortplant;

Zoo de tijd bekend is, die tusschen besmetten en uitbarsten der ziekte verhopen moet;

Als het bewezen is dat na verloop van dien tijd geene besmetting volgen kan.

Noch het een. noch het ander weten wij te dien opzichte van de cholera.

Bewezen is, dat, niettegenstaande gestrenge handhaving der quarantaine, de ziekte toch tot in beschermde plaatsen doordrong, en dat zij zulke plaatsen verschoonde op welke de quarantaine flauw of in bet geheel niet toegepast werd. De geneesheeren in ludië en in Europa zijn bet eens, dat de quarantaine nergens de cholera heeft tegengehouden. Het Wiener internationale medicmische congres van 3 September 1S7H heeft algemeen tegen de toi^-quaran-taine gestemd, ook de Pruisische cholera-commissie sprak zich tegen deze uit. In verband met de quarantaine staat het berooken der transit-goederen en de vraag, of dat berooken het voortgaan der cholera al of niet beletten kan, wordt beantwoord door een t weede vraag, n. 1.:

Mag men onderstellen dat een plantaardig of dierlijk vergif vernietigd wordt, zoo de plantaardige of dierlijke stof. aan welke het zich vastgehecht heeft, noch beschadigd noch vernietigd wordt?

Hop kan men dr ronrtraarden der ziekte wegti' inen'

-ocr page 30-

26

bevelen is, een huis in hetwelk zich verschillende cholera-geval-len opvolgden, te verlaten, omdat het cholera-vergif zich aan huizen vasthechten kan. Mij zijn gevallen bekend, dat in menig huisgezin herhaaldelijk leden aangetast werden, terwijl de overigen die verhuisd waren vrij bleven.

Is de vrees voor de ziekte nadeelig, veel gevaarlijker is hare verwaarloozing.

Tijdens eene cholera-epidemie roepe men tegen iederen loop, hoe licht die ook zij, geneeskundige hulp in.

In plaats van alle redeneering, geef ik hier slechts de volgende cijfers:

Van 8^3 personen, die bij het begin van den loop in geneeskundige behandeling kwamen, stierven 55.

Van 625 personen, die het overgaan in cholera afgewacht hadden, stierven 481.

Van 2489 personen, die om cholera-loop in behandeling kwamen, herstelden 2227, terwijl de gemiddelde sterfte aan cholera 45 ten 100 bedraagt.

Welke maatregelen beletten het ontstaan der ziekte?

Vernietiging van het vergit en wegruiming van de voorwaarden van zijn ontstaan.

Kan mm eholcra-gif vernietigen?

Tot heden kan die vraag nog niet voldoende beantwoord worden, omdat wij over den aard van het vergif nog in het onzekere zijn.

Kan men het ontstaan heiemmeren?

Daar wij vermeenen de voorwaarden van zijn ontstaan te kennen, moet door de wegruiming dezer het ontslaan belet worden. Daar het echter niet mogelijk is, in de uitgestrektheid van de verzengde luchtstreek, tusschen de keerkringen de tropische vegetatie te beperken, moerassen uit te drogen en overstroomingen te voorkomen, behoort het vernietigen der broeinesten der cholera en het beletten van zijn ontstaan tot de onmogelijkheden.

Kan men beletten dat de ziekte tot eene volksziekte overgaat?

■Neen; de ziekte plant zich niei voort van persoon tot persoon, alles pleit er voor dat de uitbreiding door de atmospheer plaats grijpt: en daar wij deze noch opsluiten noch begrenzen kunnen, is het onm 'geljjk aan deze ziekte paal en perk te stellen.

-ocr page 31-

27

Kan men den voortgang der ziekte van stad tot stad beletten ?

Indien men op de gezonde, nog niet besmette plaatsen de voorwaarden der ziekte wegruimt.

Helpen grenscordons en quarantaine?

Tot heden waren alle grenscordons onmachtig om de ziekte tegen te houden. Dit wordt duidelijk, indien wij de moeielijkheid inzien wijduitgestrekte grenzen zoodanig te sluiten dat niet een of ander persoon daardoor sluipt.

Daarenboven bestaan deze cordons uit soldaten, uit menschen die even zoo, indien al niet meer, vatbaar zijn voorde ziekte, als een wel doorvoed reiziger, en het kan gebeuren dat de cordon de schakel wordt door welke de ziekte voortgaan kan.

Is het eindelijk eene waarheid, dat de ziekte zich met den luchtstroom voortbeweegt, zoo waait zij over de cox-dons heen.

Quarantaine kan alleen van nut zijn:

Zoo hewczen is: dat de ziekte zich van persoon tot persoon o oortplant;

Zoo de tijd hekend is, die tusschen besmetten en uitbarsten der ziekte verhopen moet;

Als het bewezen is dat na verloop van dien tijd geene besmetting volgen kan.

Noch het een. noch het ander weten wij te dien opzichte van de cholera.

Bewezen is, dat, niettegenstaande gestrenge handhaving der quarantaine, de ziekte toch tot in beschermde plaatsen doordrong, en dat zij zulke plaatsen verschoonde op welke de quarantaine flauw of in he: geheel niet toegepast werd. De geneesheeren in Indië en in Europa zijn het eens, dat de quarantaine nergens de cholera heeft tegengehouden. Het Wiener internationale medicinische congres van 3 September 1873 heeft algemeen tegen de land-qaxmv-taine gestemd, ook de Pruisische cholera-commissie sprak zich tegen deze uit. In verband met de quarantaine staat het berooken der transit-goederen en de vraag, of dat berooken het voortgaan der cholera al of niet beletten kan, wordt beantwoord door een tweede vraag, n. 1.:

Mag men onderstellen dat een plantaardig of dierlijk vergif vernietigd wordt, zoo de plantaardige of dierlijke stof, aan welke het zich vastgehecht heeft, noch beschadigd noch vernietigd wordrV

Hor kan mm dr voorirnarden der ziekte wegnemen ?

-ocr page 32-

28

Alle moerassen en stinkende poelen in de nabijheid van bewoonde streken moeten droog gemaakt, en met puin en zand opgehoogd worden, terwijl men den wind de gelegenheid moet laten vrij over de aldus ontstane nieuwe gronden heen te waaien.

Ik herinner nog eens aan de woestijn. Karavanen, die de woestijn met cholera-lijders intreden, zien de ziekte ten spoedigste verdwijnen.

Mesthoopen moeten verbrand worden. Het vuur is het eenige radicale middel om organische stof volkomen te vernietigen. Alle chemische middelen loopen slechts uit op het verkolen der stoffen.

Bijzoudere aandacht verdienen de excrementen. Het is overbekend dat hare ophooping aanleiding geeft tot kwaadaardige ziekten. He! is om deze reden dringend noodzakelijk deze volkomen te vernietigen. Kan een korrel gist vaten vocht in gisting brengen, evenzoo kan een atoom vergif groote epidemieën te voorschijn roepen.

Hoe is het mogelijk de drelcstoffen can honderdduizenden mensehen onschadelijk te maken?

De natuur heeft ons daartoe eenen weg aangewezen, maar wij volgen dien niet. Wij weten dat drekstoffen in zand verdrogen, wij weten dat cholera-vergif alleen onder den invloed van vocht ontwikkelt, wij weten dat het op de droge zandvlakte der woestijn afsterft.

Wat zoude nu eenvoudiger zijn dan door zand aan drekstoffen het vocht te onttrekken, door namelijk de secreet-putten met zand te vullen?

Het vullen der secreet-putten zal niet eens den mest bederven; hij kan nog tot bemesting der velden dienen, en de boer zal gaarne dit met excrementen gevuld, tegen droog zand ruilen. In plaats van dit eenvoudige middel gebruikt men dure en ondoelmatige chemische middelen. Tot beoordeeling dezer, volg ik den in deze zaak bevoegden rechter, professor Mulder.

Sulphas ferrosas. Uitgaande van de meening dat cholera-vergif ontstaat tengevolge van het alcalisch worden der cholera-drekstofien, vermeende men dit door sulphas ferrosus te beletten, en werd dit zout in groote hoeveelheden in de secreetputten geworpen.

Professor Mulder heeft er op gewezen, dat de ontlastingen van cholera-lijders van den beginne af alcali-houdend zijn: maar be-

-ocr page 33-

29

weert ook. dat ingeval zulke met sulphas ferrosus vermengde drekstoffen in een gewone secreetput geworpen werden, het alcali dezer laatste aan de eersten het zuur zou onttrekken, waardoor hefquot;, doel gemist zou worden, omdat, bij nalatigheid van op nieuw eene grocte hoeveelheid sulphas ferrosus toe te voegen, het gevaar zich zou hernieuwen, dat cholera-vergif ontstond. Daarbij loopen de onkosten zoo hoog, dat men voor 150,000 zielen gedurende zes maanden tijds 4-1,000 gulden zou behoeven, om het benoodigde sulphas ferrosus aan te koopen.

Phenylzunr, carholzunr, Icreosot. Ten gevolge der onderstelling dat liet cholera-vergif een dierlijk vergif zij, kwam carbolzuur in aanmerking, omdat het alles wat leeft, doodt.

Het. zoude een radicaal middel zijn zoo de onderstelling juist ware.

Zwavelig zuur wordt aangeprezen om de atmospheer te zuiveren. Dit gas heeft dat in zijn voordeel, dat in den omtrek van den vulkaan Etna de plaatsen van cholera verschoond bleven en ook het feit dat zwavel en zwavelzuur vijanden zijn van schimmel-wording en bestaan. Zwavelzuur zal dus voldoende zijn om het cholera-vergif in de lucht te vernietigen, zoo het zich bevestigt, dat het vergif plantaardige schimmel is.

Chloor, dat zoowel plantaardige als dierlijke wezens en stoffen vernietigt, staat zeker nog boven het zwavelzuur, wat betreft de zekerheid zijner gunstige uitwerking, mits het even als zwavel igzuur in voldoende concentratie gebruikt wordt.

Het bestrooien der lijken en vloeren met een weinig chloorkalk, is niet voldoende om aanwezige smetstoffen te vernietigen; zoo men met chloor of zwaveligzuur berooken wil, sluite men de lokalen af, en ontwikkele zooveel gas, dat alle plantaardige wezens als schimmels geheel vernietigd worden en late eene krachtige ventilatie navolgen. Chloorkalk, in voldoende hoeveelheid met zand vermengd in secreetputten geworpen, zal beter voldoen dan sulphas ferrosus of phenylzuur.

Welke beteékenis heeft cle desinfectie?

De desinfectie ruimt een groot en gewichtig deel van de voorwaarden der cholera weg; men moge dus over de besmettelijkheid der ziekte denken zooals men wil, nimmer mag men de desinfectie der secreetputten, ziekenzalen, kazernen, gevangenissen, scholen en huizen verzuimen.

-ocr page 34-

28

Alle moerassen en stinkende poelen in de nabijheid van bewoonde streken moeten droog gemaakt, en met puin en zand opgehoogd worden, terwijl men den wind de gelegenheid moet laten vrij over de aldus ontstane nieuwe gronden heen te waaien.

Ik herinner nog eens aan de woestijn. Karavanen, die de woestijn met cholera-lijders intreden, zien de ziekte ten spoedigste verdwijnen.

Mesthoopen moeten verbrand worden. Het vuur is het eenige radicale middel om organische stof volkomen te vernietigen. Alle chemische middelen loopen slechts uit op het verkolen der stoffen.

Bijzondere aandacht verdienen de excrementen. Het is overbekend dat hare ophooping aanleiding geeft tot kwaadaardige ■ziekten. He' is om deze reden dringend noodzakelijk deze volkomen te vernietigen. Kan een korrel gist vaten vocht in gisting brengen, evenzoo kan een atoom vergif groote epidemieën te voorschijn roepen.

Hoe is het mogelijk de drekstoffen can honderdduizenden mensehen onschadelijk te maken?

De natuur heeft ons daartoe eenen weg aangewezen, maar wij volgen dien niet. Wij weten dat drekstoffen in zand verdrogen, wij weten dat cholera-vergif alleen onder den invloed van vocht ontwikkelt, wij weten dat het op de droge zandvlakte der woestijn afsterft.

Wat zoude nu eenvoudiger zijn dan door zand aan drekstoffen het vocht te onttrekken, door namelijk de secreet-putten met zand te vullen?

Het vullen der secreet-putten zal niet eens den mest bederven; hij kan nog ut bemesting der velden dienen, en de boer zal gaarne dit met excrementen gevuld, tegen droog zand ruilen. In plaats van dit eenvoudige middel gebruikt men dure en ondoelmatige chemische middelen. Tot beoordeeling dezer, volg ik den in deze zaak bevoegden rechter, professor Mulder.

Sulphas ferrosus. Uitgaande van de meening dat cholera-vergif ontstaat tengevolge van het alcalisch worden der cholera-drekstoffen, vermeende men dit door sulphas ferrosus te beletten, en werd dit zout in groote hoeveelheden in de secreetputten geworpen.

Professor Mulder heeft er op gewezen, dat de ontlastingen van cholera-lijders van den beginne af alcali-houdend zijn; maar be-

-ocr page 35-

weert ook, dat ingeval zulke met sulphas ferrosus vermengde drekstoffen in een gewone secreetput geworpen werden, het alcali dezer laatste aan de eersten het zuur zou onttrekken, waardoor het doel gemist zou worden, omdat, bij nalatigheid van op nieuw eene groote hoeveelheid sulphas ferrosus toe te voegen, het gevaar zich zou hernieuwen, dat cholera-vergif ontstond. Daarbij loopen de onkosten zoo hoog, dat men voor 150,000 zielen gedurende zes maanden tijds 41,000 gulden zou behoeven, om het beuoodigde sulphas ferrosus aan te koopen.

Phenyl zuur, carholzuur, krcosot. Ten gevolge der onderstelling dat het cholera-vergif een dierlijk vergif zij, kwam carbolzuur in aanmerking, omdat het alles wat leeft, doodt.

Het zoude een radicaal middel zijn zoo de onderstelling juist ware.

Zwavéligzuur wordt aangeprezen om de atmospheer te zuiveren. Dit gas heeft dat in zijn voordeel, dat in den omtrek van den vulkaan Etna de plaatsen van cholera verschoond bleven en ook het feit dat zwavel en zwavelzuur vijanden zijn van schimmel-wording en bestaan. Zwavelzuur zal dus voldoende zijn om het cholera-vergif in de lucht te vernietigen, zoo het zich bevestigt, dat het vergif plantaardige schimmel is.

Chloor, dat zoowel plantaardige als dierlijke wezens en stoffen vernietigt, staat zeker nog boven het zwavelzuur, wat betreft de zekerheid zijner gunstige uitwerking, mits het even als zwavéligzuur in voldoende concentratie gebruikt wordt.

Het bestrooien der lijken en vloeren met een weinig chloorkalk, is niet voldoende om aanwezige smetstoffen te vernietigen; zoo men met chloor of zwavéligzuur berooken wil, sluite men de lokalen af, en ontwikkele zooveel gas, dat alle plantaardige wezens als schimmels geheel vernietigd worden en late eene krachtige ventilatie navolgen. Chloorkalk, in voldoende hoeveelheid met zand vermengd in secreetputten geworpen, zal beter voldoen dan sulphas ferrosus of phenylzuur.

Welke hcteekenis heeft de desinfectie?

De desinfectie ruimt een groot en gewichtig deel van de voorwaarden der cholera weg; men moge dus over de besmettelijkheid der ziekte denken zooals men wil, nimmer mag men de desinfectie der secreetputten, ziekenzalen, kazernen, gevangenissen, scholen en huizen verzuimen.

-ocr page 36-

30

Welke maatregelen moet men nemen aangaande het drinkwater;'

Bevat het water ook geen cholera-vergif, zoo is het toch bekend dat na het gebruik van slecht drinkwater veelal buikziekten volgen.

Te Londen is geconstateerd, dat van 1000 menschen die het water van den Theems dronken, waarin riolen uitloopen, 130 aan cholera bezweken, terwijl van 1000, die gezuiverd water gebruikten, slechts 37 stierven.

Goed drinkwater moet helder, reuk-, kleur- en smaakloos zijn, het mag ten hoogste 5 deelen vaste bestanddeelen op 10000 dee-len water bevatten, van welke vaste deelen hoogstens Vu organische of georganiseerde stof mag zijn.

Vrij van vreemde bestanddeelen is geen natuurlijk water. Het zuiverste is regenwater dat 4 uur na het begin van den regen opgevangen wordt; het eerst neervallende water, vooral de eerste zware druppels, bevatten het vuil der atmospheer.

Naast regenwater staat het welwater uit graniet, gneis en kalkgebergten. Hierop volgen de bergbeken. Naarmate de bergbeken de uitwatering van velden opnemen, wordt hun water minder zuiver.

De rivieren ten platte lande voeren nog drinkbaar water aan; naarmate zij de uitspoeling van fabrieken en riolen der groote steden opnemen, wordt hun water meer ondrinkbaar.

Putbronnen in groote steden geven meestal ondrinkbaar water.

De zeer verschillende qualiteit van het water maakt trapsgewijs opklimmende zuiveringsmaatregelen noodig, van af het filtreeren door zandsteen of kool, of door koken, tot aan die door machinale chemische processen.

Wat kan een stedelijk bestuur tegen de cholera doen?

Zorgen dat de voorwaarden der ziekte weggeruimd worden en de particulieren uitnoodigen, tot de uitvoering der noodige maatregelen, voor zoover hun betreft, de hand te bieden en deze zelve op te volgen.

Daarenboven rust op het bestuur nog de verplichting, alle behoeftigen te ondersteunen, wat betreft woning, kleeding, voeding en geneeskundige hulp.

-ocr page 37-
-ocr page 38-
-ocr page 39-
-ocr page 40-

i

Bij den Uitgever dezes is mede verschenen van den HOOGLEERAAR

G. J. MULDER;

1. De Natuurkundige Methode eh de verspreiding der

Cholera. Prijs / 3.75.

II. De Scheikundige Middelen der Nederlandsche Regering tegen de verspreiding der Cholera. Prijs 50 Cents.