? Ji ^ ^
lt;: w ..-, . . /. - ^ '. ^ - •
s
^ ^v-
ÖL. ^ ^ «
s~~
Di Raai het 188( vacc tebe Insj 4 D op t
gev klai at'k( Gel vim als met I
aan Jat zor
tel(
doi da: dil gel
aai me be he nil de
w
VI ar d( o\ d.
Bijlage A. Rapport der commissie, benoemd om na te gaan hoe de vaccinatie-wet in verschillende gemeenten wordt toegepast en of er heJioorlijk gelegenheid tot vaccinatie wordt gegeven.
De commissie in de voorjaarsvergadering van 1881 van den Geneeskundige'! Raad benoemd, Leeft gemeend liet best haar doel te zullen bereiken dooi het einde van het jaar 1881 af te wachten, alzoo het voorgaande jaar 1880 als zeer buitengswoon moest beschouwd worden wat het werk dei-vaccinatie aangaat , wegens de toen heerschende paniek. Verschillende gemeentebesturen in de beide provinciën werden door de HH. Inspecteur en Adjunct-Inspecteur aangeschreven opgave te doen of en hoe aan art. 18 der wet van 4 Dec. 1872 was voldaan en tevens verzocht de duplicaatverklaringen ter inzage op te zenden. Aan beide wenschen werd op eene enkele uitzondering na voldaan.
Van de 14.199 in de provinciën Gelderland en Utrecht officieel aangegeven vaccinatiën (9.488 minder dan in 1880) zijn er 3.343 duplicaat verklaringen door ons nagezien, onderzocht en in tabellen gebragt. Zij waren afkomstig uit verschillende streken van de provincie Utrecht , zoo ook van Gelderland, als b. v. de Veluwestreken, het oostelijk gedeelte dier provincie , de Betuwe, Bommelerwaard enz., zoowel de grootere gemeenten als Amersfoort, Nymegen, Harderwijk, als ook van vele kleinere gemeenten, dorpen, gehuchten, allen ten getale van G7.
In de eerste plaats werd onderzocht of en in hoe verre er was voldaan aan de letter van art. 18 der wet van 4 Dec. 1872 hetgeen voorschrijft, dat er in elke gemeente minstens éénmaal in elke drie maanden door de zorg van het gemeentebestuur gelegenheid moet worden gegeven tot kos-telooze inenting en herinenting.
Bijna alle gemeenten zonden daaromtrent berigt. In 17 gemeenten of 20 dorpen werd aan de letter voldaan. Een burgemeester meldde: dat hij daarvan geene aanteekening had gehouden. Andere berigtten dat er zeer dikwijls, of wel elke week, of ten allen tyde bij aangifte ter secretarie gelegenheid was gegeven. Ofschoon dus in een betrekkelijk klein gedeelte aan de letter der wet is voldaan, blijkt het echter dat in zeer vele gemeenten ruimschoots of althans voldoende gelegenheid tot vaccineren heeft bestaan. In enkele andere daarentegen zeer schaarsch, eens of twee malen in het jaar. In een dorp behoorende tot de gemeente Valburg schijnt in het geheel niet te zijn gevaccineerd, want hoewel van de overige deelen dier gemeente de duplicaatverklaringen inkwamen, werd er van dit dorp niets vernomen.
Wat betreft het voorkomen van de duplicaatverklaringen zelve, niet weinigen droegen alle blijken van naauwkeurig en met zorg te zyn ingevuld. Zij vertoonden het kenmerk van waarheid en echtheid. Vele andere waren slordig ingevuld en misten het een of ander; het deed zelfs de vraag ontstaan of zij wel door den geneeskundige zeiven of onder zijn opzigt waren ingevuld en of zij niet reeds te voren in blanco of wel daarna door hem waren onderteekend.
2
41 malen ontbrak de geboorte-dagteekening.
4 malen de invulling van den datum van afgifte van het biljet.
101 malen bleef het getal pokken onbekend. Dit kan natuurlijk zijn, als in die gevallen de kinderen niet waren terug gekomen om zich te ver-toonen, doch in weerwil dat in deze alle het biljet niet was ingevuld, was het toch afgesneden en dus niet onwaarschijnlijk de verklaring afgegeven. Deze handelingen kunnen schijnbaar eenige verschooning vinden in de toepassing van art. 7 der wet van 1 Junij 1865, dat zegt dat de geneeskundigen binnen 14 dagen het bewijs der verrigte vaccinatie moeten afgeven. Doch onzes inziens is die toepassing verkeerd. De wetgever heeft later in de epidemiewet art. 17 gezegd, wat die bewijzen moeten inhouden en ten overvloede daarvoor modellen uitgegeven waarop te lezen staat: In te vullen het getal koepokken enz. Het kan dus niet twyfelachtig zijn of de verklaringen mogen niet oningevuld afgegeven worden. quot;Wat zou ook het gevolg kunnen zyn, wanneer zij wat het aantal opgekomen pokken aangaat in blanco bleven ? Zouden niet de belanghebbende betrekkingen van den gevaccineerde alligt er toe kunnen komen zelve naar verkiezing den uitslag der vaccinatie in te vullen, waardoor dan het kind de bevoegdheid zou hebben om op de school toegelaten te worden. (1)
G7 malen was het getal pokken niet ingevuld doch de verklaring wel onderteekend en wel afgesneden. Nog 12 malen waren de biljetten niet afgesneden.
Een geneesheer verzuimde 200 malen zijne handteekening te stellen. Een enkele maal werd een geheel in blanco onderteekend briefje gevonden. Men kan hieruit eenigzings vermoeden welke praktijken soms daarbij worden gebruikt.
Enkele verklaringen waren zoo slordig ingevuld, dat er uit moest blijken dat de kinderen reeds verscheidene maanden voor hunne geboorte waren gevaccineerd.
Wat betreft den inhoud der verklaringen van het getal opgekomen vaccinepuisten, de hoofdzaak in deze, de beschouwing van deze tabel geeft veel stof tot denken, vooral wanneer men die in de by zonderheden nagaat en ondervinding heeft hoe het met het opkomen der vaccinepnisten dikwerf gaat en dat lang niet altijd het getal steekjes dat men gedaan heeft, hetzelfde getal pokjes geeft. quot;Wij kwamen hierbij niet zelden tot treurige vermoedens of men met waarheid of bedrog, echtheid of valschheid te doen had. Doch het blijft by vermoedens daar deze zaak niet wel te onderzoeken valt. In vele bijzonderheden kunnen wij hier niet treden, alleen eenige voorbeelden aanhalen. Zoo gaf een geneeskundige op dat van 48 vaccinatiën 42 malen 4 pokken, een ander van 161 v. 117 malen 6 pokken, een ander van 111 v. 73 malen 6 pokken, nog een ander van 290 v. 220 malen 6 pokken waren opgekomen. Bij een ander waren van 26 vaccinatiën toevallig altijd 4 of 6 om den ander genoteerd.
(1) Daarvoor is liet ook wensehelijk dat de verklaringen niet met maar
met inkt worden ingevuld.
3
Uit de tabel blijkt dat er in 90 gevallen niets, in 130 gevallen slechts één pok was opgekomen, terwijl de verklaringen waren afgesneden, zonder dat er ooit (met uitzondering van enkelen) sprake was van eene tweede of hertalings-vaccinatie.
Wij nemen de vrijheid hier het volgende ter sprake te brengen. In art. 17 der bovengenoemde wet vindt men de woorden „met goed gevolg of mee?- dan eens de inenting der koepokken te hebben ondergaanquot;. Het schijnt dat de woorden meer dan eens door bijna niemand worden in acht genomen. Zou het daarom niet wenschelyk zijn, dat hiervoor op de verklaringen eene plaats werd ingeruimd, die alzoo de aandacht der geneeskundigen zou trekken en hen tot eene herhaling der vaccinatie zou nopen. In het Pare vaccinogène te Utrecht wordt steeds op de verklaringen, waar zulks het geval is, genoteerd dat 2 malen de koepokinenting is verrigt. De verklaringen zelve zyn nu sedert tien jaren zoo onhebbelijk gedrukt en herdrukt en zoo onhandig in het gebruik, waarvan ook uw rapporteur groot ongerief ondervond, dat ze wel eens mogten herzien en verbeterd worden.
Wat de maanden aangaat waarin gevaccineerd werd, dit overzigt leverde weinig bijzonders op. Verreweg het meest geschiedden de vaccinatiën van Maart tot Augustus. Een oud gebruik dat allen grond mist. Als curiosum moge hier vermeld worden, dat een geneeskundige op 25 Augustus 55 verklaringen invulde van twee dorpen , die op een afstand van misschien een klein uur waren gelegen, van het eene 27 en van het andere 28 verklaringen, die alle 55 inhielden dat er drie pokken waren opgekomen. Credat Judaeus Apella !
Aangaande den leeftijd, waarop de kinderen werden ingeënt, in sommige streken geeft men er de voorkeur aan zulks zeer vroeg, beneden het jaar (ten getale van 722) te verrigten, in andere gemeenten geschiedt zulks het meest na het eerste jaar (mede 722), of in het derde jaar (544) enz. Na het zesde jaar waren er nog 183 , het zevende 51, hooger leeftijd nog 62 , terwijl van 41 de leeftijd onbekend bleef.
Er blijft nu nog een zeer gewigtig deel van onze taak over waartoe de tijd heeft ontbroken, namelijk de beantwoording van de vraag of er in voldoende mate wordt gevaccineerd, want van de hoogst wenschely ke re-vaccinatie spreken wy thans hier niet. Om een antwoord op die vraag te geven , dienen wij te weten hoevele kinderen in 1881 in elk der betrokken gemeenten geboren werden , of wel hoevele kinderen van O tot 6 jaren in elke gemeente in leven waren, waaruit dan volgt dat er minstens elk jaar een getal kinderen moet worden gevaccineerd gelyk staande met een zevende der levenden.
By eene volgende gelegenheid hopen wij in staat te zyn dit zeker belangrijk antwoord te geven.
Utrecht, Juni 1882. De rapporteur der Oommissie ,
Dr. Dompeling.
■
RAPPORT der commissie, henoenul om hu te (/aan hoe de vaccin utiewet ia verschillende yemeenten wordt toeyepast en of er behoorlijk rjele-(jenheid tot vaccinatie wordt gegeven.
Tweede Gr e d e e l t e.
Uit het eerste gedeelte van ons rapport is genoegzaam gebleken dat er in vele gemeenten slordig -werd gevaccineerd, en dat de verklaringen niet zelden blaken gaven van zonder zorg te zijn ingevuld, ja zelfs hier en daar geheel het voorkomen hadden van onwaar te zijn, zoodat zij weinig vertrouwen verdienden. Toch moeten wij ze voor waar aannemen bij gebrek aan bewijs van het tegendeel, en ook, daar ze offieiëel staan geboekt, kunnen wij niet anders dan bij ons verder onderzoek als zoodanig ze te gebruiken, schoon altijd onder protest.
Wij eindigden dat gedeelte met de vraag te stellen of er in voldoende mate wordt gevaccineerd. y bedoelen hier niet of elk kind een genoegzaam getal vaccinepuisten heeft vertoond, die als waarborg strekken tegen de besmetting der pokken, maar of er een voldoend aantal kinderen in dat jaar in elke gemeente is ingeënt geworden. Wat zal ons hier tot maatstaf dienen, waarmede we meten kunnen? Welke maatstaf kan ons de meeste waarborgen opleveren van deugdelijk te zijn. Geheel en volledig de waarheid te leeren kennen, dat zal wel niet mogelijk zijn.
Men heeft tot hiertoe het getal geborenen aangenomen na aftrek van de in dat gegeven jaar overleden kinderen beneden het jaar. Het komt ons echter voor, dat men hier een zeer onzeker cijfer krijgt, want wanneer zijn die kinderen overleden? Een deel in het begin van het jaar, ongevaccineerd, maar een ander deel aan het einde van het jaar, toen zij reeds gevaccineerd waren. Bovendien de kinderen die beneden het jaar overleden, waren voor een deel reeds in het vorige jaar geboren. Deze maatstaf kon ons dus niet dienen. Wij hebben daarom gemeend een anderen weg te moeten inslaan, en wel dezen:
Uit de uitkomsten van de 6e tienjarige volkstelling, die wel op 31 Dec. 1879 is verrigt maar op 1 Jan. 1880 kan gesteld worden, hebben wij zoowel voor de provincie als voor elke gemeente afzonderlijk het getal kinderen van beide geslachten te zamen, van O—5 jaren incluis opgeteld, die op dat tijdstip in leven waren.
Het tijdperk van O tot aan het zesde jaar telt dus feitelijk zes jaar. Men mag nu stellen dat er door elkander elk jaar een zesde deel van deze levende kinderen behoort te worden ingeënt. Geschiedt zulks, dan zal met den tijd de geheele bevolking gevaccineerd zijn. Komt men hierin te kort, en wordt daar niet in voorzien, dan zal met de jaren allengs een deel der bevolking ongevaccineerd blijven en ten prooi van de pokken kunnen strekken, want liet cyfer van hen die op lateren leeftijd zich laten inenten is betrekkelijk luttel.
Wij hebben dus dat cijfer van een zesde der in leven zijnde kinderen van O—5 jaren incluis als standaard-maatstaf aangenomen, en waren zoo gelukkig van slechts één jaar van het tijdstip dier volkstelling verwijderd te zijn. Een jaar zal zeker niet zulk een groot verschil hebben aangebracht in de verhouding van die kinderen, dat wij zulks in aanmerking behoefden te nemen. Mocht men later weder dien standaard-maatstaf willen gebruiken , dan zou men voor elk verder afstaand jaar er één percent moeten bijvoegen, dewijl in het algemeen de bevolking van ons land jaarlijks met één percent toeneemt. In de provincie Utrecht althans was de bevolking die op 1 Dec. 18G9 173,556 zielen bedroeg, sedert met 18,123 vermeerderd , dat is omstreeks 1 pet. per jaar. In Gelderland is dit cijfer iets lager, de bevolking, die op 1 Dec. 1869 432,693 zielen bedroeg, nam daar in de laatste 10 jaren met 34,112 of 0,8 pet. toe. Alzoo wanneer het getal levende kinderen in eene gemeente 100 bedraagt, dan wordt dit 101,102 of 103 tot er weder eene nieuwe volkstelling plaats heeft.
Wij hebben gesproken van het zesde, maar moeten hier opmerken , dat wij bij die proef van onderzoek van de 3343 duplicaat-verklaringen konden opmaken ook het getal gevaccineerde kinderen dat den leeftyd van zes jaren had bereikt en dus het zevende was ingegaan. Wij konden dus hier onze berekening maken over zeven jaren O, 1, 2, 3, 4, 5, 6. Bij onze verdere berekeningen moesten wij gebruik maken van de officiëele vaccinatielijsten, die rubrieken bevatten van beneden het jaar, van 1—3
3
jaren, van 3—6 jaren en van 6—12 jaren. De rubriek van 6—12 jaren omvat dus ook de kinderen die reeds zes jaren oud zijn, doch ze konden daaruit niet geschift -worden. Het zijn alzoo slechts de rubrieken van beneden het jaar, die van 1—3 jaren en van 3 tot aan 6, die bijeen werden genomen, zooals wij dan ook uit de tafels der volkstelling, O— 5 jaren incluis genomen hebben.
Bij onze eerste proeve van bewerking werden dus de in elke gemeente in leven zijnde kinderen van O—6 jaren incluis byeen geteld, hiervan liet zevende deel genomen, het getal gevaccineerde kinderen van 0—6 jaren daarmede vergeleken, het verschil tusschen deze twee getallen opgeteekenu en daarna het verschil in percenten berekend. Wij vonden dan dat er bij verreweg de meeste gemeenten een belangrijk tekort bestond. In 6 gemeenten was het voldoende getal of meer gevaccineerd, in 27 gemeenten bedroeg het tekort van 1—49 pet., in 9 was dit van 50—-89 pet., en in één gemeente bedroeg tekort 100 pet., waar dus in 't geheel geene kinderen van dien leeftijd waren ingeënt.
Allen te zamen genomen was het zevende.... 4638
werden gevaccineerd kinderen van 0—6 jaren. . 3189 of 69 pet.
te weinig . . . 1449 of 31 pet.
Deze treurige uitkomst heeft er ons toe gebragt, om de geheele provinciën Gelderland en Utrecht na te gaan. Elke van de 116 gemeenten van Grelderland hebben wij afzonderlijk berekend, zoo ook de 72 gemeenten van de provincie Utrecht, waarbij wij moeten opmerken, dat wij hier en verder nu het zesde als maatstaf hebben gebruikt. Uit de uitvoerige tabellen daarvan opgemaakt, blijkt in het kort dat werd gevonden:
voor Gelderland:
In 26 gemeenten werd voldoende of meer gevaccineerd, „ 69 „ was een tekort van . . 1— 49 pet.
„18 „ was het van..... 50—- 99 „
„ 3 „ bedroeg het..........100 „
voor Utrecht :
In 9 gemeenten werd voldoende of meer gevaccineerd, „ 39 ,. was het tekort van . . 1— 49 pet.
„ 23 „ was het van..... 50— 99 „
„ 1 „ was het............100 „
In de geheele provincie Gelderland waren in leven:
kindere n van 0—5 jaar incluis 72.870 waarvan het zesde .... 12.145 werden gevaccineerd .... 9.328 of 77 pet.
te weinig .... 2817 of 23 pet.
In de geheele provincie Utrecht waren in leven:
kinderen van 0—5 jaar . 29890
hot zesde...... 4982
werden gevaccineerd . . 3656 of 73.4 pet.
te weinig..... 1326 of 26.6 pet.
Om de waarheid hulde te doen moeten wij bij dit alles in aanmerking nemen, dat aan het jaar 1881 het jaar 1880 was voorafgegaan, een schrikkel- en schrikjaar, toen er zoo groote vrees voor de pokziekte was opgewekt, dat zeer velen ziek lieten vaccineren of revaccineren. Toen werden ook meer kinderen van O—5 jaren incluis ingeënt, zoodat liet zesde deel werd overtroffen, hetgeen natuurlijk van invloed kon en moest zijn op het volgend jaar, gelijk dit in de meeste vaccinatie-inrigtingen werd ondervonden. Wij hebben daarom ook eeus nagegaan wat dit verschil kon zijn en daartoe ook het voorafgaand jaar 1879 daarbij genomen, zoowel voor Gelderland en Utrecht als voor het geheele Ryk, zooals uit bijgaande tabel is te zien, waaruit blijkt;
Gelderland. Utrecht. het liyk.
1879 —14 pet. —22.3 pet. —19.6 pet.
1880 13.3 „ 4-11.5 „ 6.8 „
1881 —23 „ —26.6 „ —30
Men ziet dat Gelderland en Utrecht in 1880 een ;;/«« hebben opgeleverd van 13.3 pet. en 11.5 pet., terwijl dat voor liet geheele Rijk was 6.8 pet., maar het tekort voor het Rijk in 1881 zelfs 30 pet. bedroeg: waarlijk geen gering bedrag.
Wij noemden vroeger het aantal van hen die zich op later leeftyd laten vaccineren luttel , het is althans gering te achten (voor Gelderland 741 of Vis van aUe gevaccineerden en voor Utrecht 467 of }/H), want daaronder loopen nog vele revaccinatiën, gelijk ons dat bij ons eerste onderzoek gebleken is. Doch wij hebben ons daarmede thans niet in te laten. Alle kinderen behooren voor den aanvang van het zesde jaar, den tijd van het schoolgaan, goed en deugdelyk te zijn ingeënt, that is the question.
Wij resumeren. Uit ons onderzoek is duidelijk gebleken en de cijfers hebben het aangetoond, dat
ln. aan de voorschriften der wet weinig gevolg wordt gegeven en deze dikwerf worden veronachtzaamd ;
2quot;. er op vele plaatsen slordig wordt gevaccineerd:
3°. de verklaringen te wenschen overlaten en niet zelden niet zijn te vertrouwen;
4°. dat de vaccinatie in zeer onvoldoende mate geschiedt, zoodat er jaarlijks een aanzienlijk deel der kinderen die naar school zullen gaan, nog niet is ingeënt;
5°. dat het tekort dat wij voor deze twee provinciën gevonden hebben, blijkens eene kleine proeve in nog vrij sterkere mate voor het geheele Rijk geldig is.
Wij hebben dezen treurigen toestand voor één of enkele jaren gevonden; hoogst waarschijnlijk heeft die echter reeds lang, vele jaren, misschien meer dan een menschenleven bestaan, en als dit zoo is, en er is geen reden om er aan te twijfelen, dan is in Nederland globaal 25 pet. der bevolking niet ingeënt, zoodat liet gansch niet te verwonderen is dat de pokkenepidemie in 1871 15 787 menschen heeft weggeraapt, en men moet
f)
met grond vreezen dat eene volgende epidemie ons volk nog minder genadig zal beliandelen, daar zij van de 4 raillioenen althans 1 millioen vatbaar zal vinden om de smetstof der pokken op te nemen, deze tot ontwikkeling te brengen en dood en ellende om zich te verspreiden.
Wij vragen in vollen ernst, doordrongen van het hooge gewigt dezer zaak mag die toestand blyven bestaan en is het niet zeer noodig en meer dan tijd, dat er maatregelen genomen worden om daarin verandering, dat is verbetering, aan te brengen?
Caveant consules !
Utrecht, [m. (j) 11. L. Verspijck, voorzitter.
December 1882. „ J. B. Dompelinö , rapporteur.
„ S. R. Hebmanides.
De minderheid der commissie (de heer S. R. Hermanides) kon zich met de conelusiën niet vereenigen.
Overzvjt der Inentbujen in 1881 in de Provincie Gelderland.
|
ü 3 W gt; -2 c g-s (D |
6581 |
1044 |
174 |
151 |
— 23-13% |
2097 |
285 |
47 |
35 |
— 12—25 |
1842 |
319 |
53 |
40 |
— 13 —24.5 |
15053 |
2444 |
407 |
198 |
—209i -51 |
3083 |
482 |
80 |
65 |
— 15 —19 |
40978 |
6649 |
1108 |
910 |
— 198—17.8 |
460 |
67 |
11 |
20 |
9 81.8 |
6576 |
1003 |
167 |
104 |
— 63 —37.7 |
634 |
87 |
14 |
10 |
_ 4 —28 |
2422 |
341 |
57 |
22 |
— 35 —^61 |
931 |
155 |
140 |
— 15 — 9.6 | |
5478 |
867 |
128 |
148 |
-f- 20 15 |
1502 |
187 |
31 |
0 |
— 31 —100 |
2094 |
327 |
54 |
52 |
— 2—3.7 |
1897 |
326 |
54 |
24 |
— 30 —55.5 |
3812 |
532 |
89 |
60 |
— 29 —32.5 |
4005 |
522 |
87 |
90 |
3 3.4 |
1232 |
223 |
37 |
19 |
__ 18 —48 |
O iO
GEMEENTEN.
gt; c
CU
fq
Aalten. . . Ammerzoden Angerlo . . Apeldoorn Appeltern Arnhem . Balgoy . . Barneveld Batenburg . Beesd . . . Bemmel . Bergh. . . Bergharen . Beuningen . Beusichem . Bommel (Zalt-) Borculo . Brakel . .
C.
B.
D,
E.
F.
A.
GEMEENTEN. Brummen Buren. . Bnurmalsen Culenborg Deil . . Didam. Dinxperlo Dodewaard Doesburg. Doetincbem. Doetincliem. Doornspijk Doorwerth Dreumel . Driel . . Druten Duiven Echteld . Ede . . Eibergen . Elburg Eist . . Epe . . Ermelo . Est en Opijnen Ewijk. Gameren.. Geldermalsei Genderingen Gent . . Gorssel . Groenlo . Groesbeek Haaften . Harderwijk Hattem . Hedel. . Ambt Stad |
|
5367 1115 217
349-4 3477 1901 3090 1508 871 914 3780 3268 611 937 2662 3984 3923 4104 2906 3647 2506 748 3186 7602 24980 4963 1241 1665 967 952 4665 5588 11498 490 1166 2682 1309
883 161 33 501 542 305 494 268 146 180 569 461 93 139 455 553 526 704 409 555 405 132 519 1136 3611 737 170 280 141 159 749 1002 1914 49 163 409 183
144
27 5
83 90 51 82 47 24 30 95 77 15 23 76 92 88 117 68 92
67 22 86
189 602 123
28 47 23 26
125 167 319 8 27
68 30
76 24 0 60 92
55
46
47
19 26 97 61
6 15 62 70 104 O
45
46
56 11 84
123 412 76 24 55
20 20 86
106 194 7 30 78 19
dt
Aei
pel
16 9 8 14 22 16 —117
_ o
— 66 —190
— 61 —125 — 1 -f- 3 - - 10 — 11
\ep
-t-
Heerde Heerowaarde Hemmen . Hengelo . Herwen en Herwijnen Heteren . Henmen . Hoevelaken Horssen . Huissen . Hummelo en Hurwenen Kerkwij k. Kesteren . Laren . Lichtenvoorde Lienden . Lochem . Maurik Millingen. Nederhemert Xeede . Ni] kerk . Nijmegen. Oldenbroek Ophemert Overasselt Pannerden Poederoijen Putten. Renkum . Rlieden Rosendaal Rossnm . Rnurlo Scherpenzeel
—47 —11
100 27 2.2 7.8 44 O
—20.8 —13 2 —20.7 —60 —34 — 18 —23.9 18 —100 —33 —50 —17 —50 I- 2.3 |-35
31.5 j-38 !—14 | 17 \—13 2
—Zö
- 31 —36 —39 —12.5 11 14.6 —36.6
8
C.
A.
B.
E.
F.
D.
_ O
^5 c
O d) CO
O gt; quot;
O co CO
1 03
; ic
hC G
s
O
■-a xo ?= I co ^ X) .S 1 o | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Provincie 466805 72870 12145 9328 2817 —237, |
GEMEENTEN.
gt;gt; c3
CÖ
Overzigt der Inentingen in 1881 in de Provincie Utrecht.
A. B. C. D. E. F.
gt; lt;v W -1- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
GEMEENTEN.
p
ci
|
ro O |
gt;
p; cc et
c .S
^ O
Si
(V hl
S3
— O
co
OJ pej
O
co
GO
10
A. B. C. D. E. F.
d
, o
i c«
GEMEENTEN. ® i
|
-So |
#fep 5
fcX)
c
lt;13 (V
O
P (V m | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|