-ocr page 1-

HOE MEN MOET LEVEN,

i waaswoqb s®r.sr asifsss; 5

; - - — j

MET PRACTICAI.E WAARNEMINGEN 5

J OVER CBZONDBEI», tEEFRESEl EN lASfiE LBVENSDlUTi, ï

i ■*

'i, DOOR ^

/gt;t-. S AM VEI. LA' IflEHT. J

i ' ^

lt; «O.VSltTEREMl GEXKSSHEKU TK LOSOE.t . j

I Honorair Lid van de Geneeskundig ■ Socieleil mr ilospilalea S

| te Londen ; Candidaal in de Plinrmaeie: Lid \aii de fic- ;

| neeskniidige Socicléit van liuntcr tc Edimburg, enz. 5

;f

;

firf |||nijeCscfi,

NAAR Dl. DEllDE ENGELSCIIE UITGAVE.

quot;V? S •lt;-gt;.•7^. ijKT-hO ,

/

Te AMSTERDAM,

bij S. Ïgt;E OREiOBKR Ssiiiidii^z.

N-

Vak 155

-ocr page 2-
-ocr page 3-

Tl

i

KEMMIS DES LEVENS,

OF

mie m iet lëve»,

EN

WAARTOOR MEJgt; MOET LEVEN;

1IET PRACTICALB WAARNEMINGEN

«VKR OEXOM»BIEin, LEEFREOEL EHI LAIVCSE

Ï^E V E \T S O Ï.T U H .

1)0015

Dr. SAMUEL LA' ME11T,

Consulterend Geneesheer te Londen ,

Honorair Lid van de Geneeskundige Societeit der Hospitalen te Londen / Candidaat in de Pharmacia ; Lid van de Geneeskundige Societeit van Hunter te Edinburg, enz.

lllit Ijct (Êiigdöd),

-ocr page 4-
-ocr page 5-

I Igt; 11 O ü D.

EERSTE GEDEELTE-

FIOE MEN MOET LEVEN.

EERSTE HOOFDSTUK.

Regels, welke men betrekkelijk de Ontleedkunde in acht moet nemen. Ontleedkundige zamenstelling van het menschelijk geraamte. Hang schikking van de levensfuncti 'ón. Koofdkwalen, welke deze functiën storen............... 1

TWEEDE HOOFDSTUK.

Rindschhcid, Jlanbaarlieid eu Jongelingschap.

Regels en voorheelden ter bevordering van den wasdom, en tot vorming van geest en van zedelijkheid. 1 (5 DERDE HOOFDSTUK.

Dc mannelijke leeftijd.

De ontwikkeling van het Temperament en bijzondere ligchaamsgesteldheid {*IdooavvnQaaoq). Gedragsregelen. Ditetsvoorschriften. Algemeene grondregelen................88.

VIERDE HOOFDSTUK.

Afneming.

De keer des levens. Ouderdom en Zioakte. Bood. 100 TWEEDE GEDEELTE.

WAARVOOR MEN MOET LEVEN.

EERSTE HOOFDSTUK.

De doeleinden des Levens. Stappen tot derzelver bereiking. De aankweeking van onze geestvermogens en van onze phgsike gesteldheid. . . .104

TWEEDE HOOFDSTUK Huwelijk.

Deszelfs aard, Voorregten, Genoegens en Verplig-iiïigen. Nakonielirifischap en Weldadit/r Gevolgen. 10'.)

-ocr page 6-

I N gt;1 0 1 I)

IMOKDK HOOFDSTUK

Physiek fieluk.

Eteu in Drinken. Venn aak. Zelf achting. Zelf-(joedJceunng. PIn/stek Gevoel. Zedelijk Gevoel. Rust •'an Ligchaam en Ziel. Verzachting van smart. Vol-doening der Zinnen. Rust na lermoeijenis. Gezond-heid. Veerkracht der organen. Merkte. Goede eetlust. Genot van den Slaap. Gehardheid tegen vermoeijenis. Gemoedsrust. Beweging. Beivaring der Gezondheid. Kracht. Jeugd. Schoonheid. Intellectuele Vermogens en Leven, lleinlieid. Vrolijkheid. Aangenaam gevoel van de Huid. Frischheid...... .115.

VIEJIDE HOOFDSTUK.

fieestclijk Geluk.

Geluk. Lage hen. Zingen. Vernuft. Dansen. Genegenheid. Genlis van zorgen. Hoogachting voor anderen. Verheuging en Vrolijkheid. Dankbaarheid. Verzachting van Kommer. Vervulde Hoop. ülijdseliaji. Overwinning. Goede tijding. Verkrijgen van een ge-wenscht doel. Verheffing. Aangename verrassing. In stinctive aandoeningen van het Hart. Onverwacht vermaak. Fierheid. Het slagen onzer Onderneming. Muziek. Aangename indruk van al onze zintuigen. Godsvrucht. Vaderlandsliefde. Braafheid. Moed. Onverschrokkenheid. Ingeving. Litteratuur. Godsdienst. Kennis. Wijsheid. Geleerdheid. Oordeel. Verbetering. Rust. Uitspanning. Nadenken. Verhoogde Edelmoedigheid. Vermindering van vooroordeel. Gepaste achting voor zijn? evenmensch. Reizen. Mildheid. Verandering van Natuurtooneelen. Vreemde Ontmoetingen. Schoone vergezigten. Verheven denkbeelden. Beroemdheid. Helder Overzigt. Gezag. Eerbied. Maatschappelijke Rang...........122.

VIJFDE HOOFDSTUK.

Zedelijk Geluk.

Tevredenheid. Vriendschap. Liefde. Liefdadig heul Wedijver. Hoop........ . . 130.

-ocr page 7-

EERSTE GEDEELTE

HOE MEN MOET LEVEN.

EERSTE HOOFDSTUK

Ueyels, welke men letrelckelijk de Ontleedkunde in acht moet nemen. — Ontleedkundige zamenstel ling van het menschelijk geraamte. — Rang schikking van de levensfunctiën. — Hoofd-kwalen, welke deze functi'én storen.

Den onnadenkende zoude tet toesenijaen, dat eteu. drinken en slapen alles was, wat ons aanwezen noo-dig heeft tot zijn onderhoud en voortduring; en deze naeening zoude genoegzaam gegrond wezen 3 wanneer de menseh enkel vegeteerde; maar hij denkt, handelt en bestuurt. — Bij gevolg is het eene dnre verplig-ting, dat hij de voldoening dezer natuurlijke verrig-ting zoodanig regele, dat hij daardoor zijne gezondheid en geestkracht verzekero, en zoodoende hen in staat stelt met de uitoefening zijner ligchaams- en geestvermogens mede te werken, in plaats van de bloot negative werktuigen des levens te zijn, gelijk raaar al te dikwijs het geval is, of, hetgeen nog meer gebeurt — stelh'ge hinderpalen voor gedachten, wil en handeling. In een woord, de mensch iets hebbende waartoe hij leeft, behoorde te weten hoe hij leven moet.

1

-ocr page 8-

Ook is liet niet alleen door de oogmerken van ous bestaan, dat aan liet mensclidom een regel tot des-zelfs leiding wordt voorgeschreven, daar ook de gezondheid dringend zijne inachtneming gehiedt, tot de voortduring van liet leven zelf. Dit blijkt dagelijks in het treffend verschil van meerderen of minderen levensduur hij personen, die een geregeld of een ongeregeld leven leiden. Lodewijk. cornaro , een Italiaan van eenige beroemdheid — mens hoofddoel, na veertig jaren in losbandigheid gesleten, en zijn gestel aanmerkelijk benadeeld te hebben, was een' hoogen ouderdom te bereiken, heeft aan de wereld de wetten nagelaten, welke hij zich zeiven tot bereiking van dit oogmerk had opgelegd; en hoewel derzelver doel geene edeler strekking heeft, dan het physiek welzijn te bevorderen, zullen wij dezelve echter voor onze eigei. aanmerkingen vermelden, want, wel bezien, hangt van de gesteldheid van onze physieke organisatie, het zedelijke en intellectuele goed af. Zijne gulden voorschriften behoorden in ieders liart gegrifd, en door allen getrouwelijk opgevolgd te worden. — Zij luiden als volgt:

1. Eet niet te veel, vast niet te lang, noch doe iets, dat tegennatuurlijk is.

2. Hij , die te veel eet of drinkt, zal ziek worden.

3. Onthouding is het beste geneesmiddel voor de overvalling.

4. Oude lieden vasten gemakkelijk; lieden van gevorderden leeftijd kunnen dit bijkans evenzeer, doch jonge lieden en kinderen kunnen bezwaarlijk vasten.

5. Zij, die nog groeijen, hebben veel natuurlijke hitte, welke veel voedsel vereisclit, ten einde te beletten, dat het ligchaam aan het kwijnen gerake.

G. Tenzij het tegendeel niet geboden worde door ouderdom, jaargetijde, plaatselijke gesteldheid of pc-

-ocr page 9-

wooiite, behoorde men niet meer dan twee maal per dag te eten.

7. Wanneer het ligehaam vervuild is, hoe meer voedsel des te grooter nadeel.

Een der grootste Engelsche geneesLeeren heeft de regels van gezondheid en langen levensduur met evenveel duidelijkheid, en veel grootere juistheid en beknoptheid zamengevat in het volgende krachtige en gulden axioma:

Houdt het hoofd koel ; de voeten warm; de ingewanden open, en gij kunt alle medicijnen ontberen (*).

Zooveel j wat betreft het versterken van de levens-plant ; thans zullen wij nagaan, hoe deze plant behandeld, de spruit opgekweekt en de boom bevestigd moet worden.

TJoch eer wij voortgaan de wetten tot eenc be-hcorlijke behandeling van het zamenstel voor te schrijven, is het van belang, dat dc lezer iets van de za-menstelling van dat geraamte kenne, met deszelfs phy siologie en verwonderlijke verbinding met de ziel en deszelfs pathologie. De voornaamste leden van het. men-schelijk ligehaam staan in verbinding met deszelfs meest verwijderde zenuwen, en geen deel van ons ligehaam kan lijden, zonder dat het geheel daardoor worde aangedaan; het is derhalve van groot gc-wigt, dat wij, alvorens de regeling en behandeling van zulk eene ingewikkelde machine te ondernemen, ons met deszelfs zamenstellende deelen bekend ma-

l*) Of het soms wegens het verschil van klimaat is, durf ik uiet beslissen , maar liet oude Hollandschc voorschrift, luidt dien aangaande eenigzins anders, en wel als \olgt

Houdt het hoofd cn voeten warm, overlaadt toch niet den darm, houdt de achterpoort open , dan behoeft gij niet naar den Dok lei- te loopen.

V KliT

-ocr page 10-

4

keu, alsook met de verscliijnselen, door welke des-zelfs werktuigen in beweging gebragt worden. De uit-drukking machine bezigende, met betrekking tot deu menscli, geschiedt dit niet metaphoriseli of bij wijze van gelijkenis. De menscli is de volmaaktste machine, en de voortbrenger van alle andere machines. In zijne zameustelling bevinden zich weefsels, geweven als bij de fijnste kant; deelen, van zwaluwstaarten voorzien, als bij het fijnste kastemakerswerk; gebeenten, zamen-gevoegd als bij liet kunstigste timmerwerk; bogen, kolommen en tempels, welke elke bouworde overtreffen; veêren, hefboomen en andere werktuigen, verwonderlijker, dan de kunstigste en meest zamenge-stelde uurwerken; fonteinen, welke een onnavolgbaar stelsel van waterbouwkunde leeren; beweegkrachten, voor welke de stoom en het buskruid als in het niet verzinken, en — verhevenste eigenschap van allen! — eene zelfwerkende magt, welke het geheel in beweging brengt, zoodra dit noodig is. De handen en vingen: vormen een stel van werktuigen, door welke alle soorten van gereedschap en voortbrengselen van nijverheid vervaardigd worden, van de speld tot liet linieschip. Wij zijn dus, in den striksten zin des woords, eene machine van eene verwonderlijke zamenstelling, zonder eene gepaste kennis van welker deelen het geheel onmogelijk is de groote doeleinden te volbrengen, voor welke dezelve bestemd werd.

De ontleedkunde leert ons deze wetenschap. Een ongeleerd prins van de Zuidzee-Eilanden eene doos in handen gekregen hebbende, waarin zich een automcat bevond, ging er zoo ruw mede om, dat deze niet meer in beweging was te brengen. Toen men hem de daardoor veroorzaakte schade aanwees, antwoordde hij ; quot;Ware ik met de inwendige zamenstelling bekend geweest, dan zou ik voorzigtiger daarmede li ebben om-

-ocr page 11-

gegaan.quot; Velen zeggen hetzelfde, die, geheel onbekend met hun eigen zamenstel, het inwendige geschud en bedorven hebben. Ten einde de hernieuwing van dergelijke onheilen te voorkomen, zullen wij het geraamte beschrijven en het binnenste daarvan verklaren.

Het menschelijk geraamte wordt ondersteund door boomen, kolommen en piëdestals; met andere woorden, door dijen, beenen en voeten. De voet is geheel zamengesteld naar de regelen der bouwkunst, eu gelijkt naar een stevige boog, bestemd tot den grondslag van een gebouw. Hij bestaat uit beenderen, zes en twintig in getal, stevig aan elkander verbonden door banden en kraakbeenderen, en al die sterkte en vastheid bezittende, terwijl hij dc elasticiteit en buigbaarheid behoudt, zoo noodig tot eene vrije beweging. Zonder eene zoodanige inrigting zouden wij niet kunnen springen, loopen of klimmen; en zoo wij, van eene hoogte nedervallende, óp dc voeten nederkwameu, zouden zij onvermijdelijk breken. Het loopen zelfs zou ongemakkelijk gaan, daar een platte voet zich niet voegen zoude naar dc onelfenheden van den grond en ons aan vallen koude blootstellen. De pilaren van den boog bestaan in dc toonen en in de hielen ; daar de eerste als een rust- en de laatste als een steunpunt werken. De hiel is aan het ligchaam van den voet bevestigd door een stevig elastiek gewricht, en ontvangt de volle zwaarte van het ligchaam, terwijl de f-oonen, als vingers vereenigd, in staat zijn zich op den grond uit te spreiden, of zich aan ecu voorwerp vast tc hechten, en dus den hiel beletten uit te glijden, hetgeen hij anders onmisbaar doen zoude bij den minsten stoot. Het midden van den voet raakt den ^rond niet; van daar is voor zijne buitengewone gevoeligheid niets te vreezen; terwijl het bovenste gedeelte van den boog, de wreef van den voet genaamd.

-ocr page 12-

6

besciicrmd wordt door eene vereenigiiig vau beeudc ren, van zulk ccnc sterkte, dat liet ganselie zumen-stel daardoor Lij een wordt gehouden en voor schade behoed, ingeval er iets op den voet mogt vallen. De wreef of de boog vau den voet is zamengesteld uit zeven kleine beentjes, van drie verschillende soorten: breed, plat en dun. Be langste van deze zijn hol, en daar alles, wat de sterkte bevorderen kan, daar een hoofd-vereischte is, zoo is de holte aangevuld met zeer dunne spieren of vezels, die door het merg zelf heon-loopen. Ditzelfde kan men opmerken in alle heende ren, waarin zich merg bevindt.

Een stoot, aan het hoveueinde van eene kolom gegeven, zal deze aan liet voetstuk doen afbreken; ten einde een dergelijk gevaar te vermijden voor de kolommen, opgetrokken op de plinten onzer voeten, heeft de natuur het heen niet aan den voet vastgemaakt; maar door een gewricht, de enkel, daaraan verhonden, welke is zamengesteld uit de onder-oppervlakten van de twee heenpijpen, en de hoven-oppervlakten van de twee grootste heenen van de wreef van den voet; wordende het gewricht zelf versterkt door beenachtige uitsteeksels van de beenpijp, doorgaans genoemd de binnen- en huiten-enkel, en door eene menigte sterke banden, welke verbroken moeten worden, eer het gewricht uiteen kan gaan.

Het heen bestaat uit twee pijpen, door vorm en stand bijzonder geschikt om het groote dijbeen te schragen, dat op zijne beurt de zwaarte van het gan-sche ligchaam te dragen heeft, zijnde de eene pijp bijkans loodregt, terwijl de andere eeneüaauwe bogt heeft, om als het ware de sterkte van den boog te verbinden met die van de opstaande pijp. Dezelfde wijze voorzorg is in acht genomen bij de vereeniging

-ocr page 13-

I

van liet been met de dij, als bij den voet met liet been; niet alleen om toevalligheden te voorkomen, zoo als die, waarvan reeds melding is gemaakt; maar ook om de beweging te versnellen. Plet verdient opmerking, dat liet benedeneind van liet dijbeen rust op de grootste beenpijp, zonder met dezelve verbonden te zijn, anders dan door verscheiden sterke banden en de knieschijf, zijnde een rond en plat been, rustende op dt voorste zijde van de boven- en onderpijp, en aan deze verbonden door spieren en banden, die hetzelve op de behoorlijke plaats houden. De nuttigheid van de knieschijf bestaat daarin, dat zij de beenen belet te ontwrichten, bij het knielen, loopen of zitten, en ook als eene soort van fulcrum voor de werking van zekere spieren.

Het dijbeen of femur, is het langste in het meii-schelijk zamenstel, en sluit aan het boveneinde in eene soort van kom of holte in het heupbeen. Tot beveiliging is het dijbeen aan dat einde voorzien van eeu ronde knop, die in die holte sluit, en dus de scheiding van dij en heup onmogelijk maakt, behalve in het geval van ontwrichting. Het blijkt dus, dat de beenderen, welke tot ondersteuning van het gansche menschelijke geraamte, te weten de voet, liet been, de kuiescliijf en dij, dertig in getal zijn. Boven aan de heupen, in het midden van hetligchaam, bevindt zich de pelvis, eene verzameling van beenderen, in den vorm van een bekken, uit hetwelk de ruggegraat ontspringt, bestaande uit zware en sterke beenderen , twaalf, niet zoo groot en zeven andere, die nog kleiner zijn. Deze noemt men vertebrae en nemen af in grootte van de laagste tot de hoogste. De ruggegraat is hoi van boven tot beneden en staat door eene opening in verband met het achterste gedeelte van de hersenpan. Eene zachte zelfstandigheid loopt door de

-ocr page 14-

s

ganschc opeuing heen en schijnt de oorsprong van liet gevoel en van liet bewegingsvermogen te zijn. Met ile ruggegraat aan de achterzijde en met het borstbeen aan de voorzijde verbonden, bevinden zich vier en twintig, bijkans half cirkelvormige beenderen, welke, twaalf aan elke zijde, uitsteken en het geraamte omsluiten even als de banden van een vat. Dit zijn de ribben en dienen tot bescherming van de borst, welke zij insluiten; derzelver vereeniging geschiedt door kraakbeenderen tot bevordering van die vrijheid van beweging van de borst, welke zoo hoogst noodzakelijk is tot een sterken omloop van het bloed,

I)e hersenpan — het belangrijk koepeldak der rede, waarin zich de zetel van het spraak- en denkvermogen bevindt, het vereenigingspunt onzer zintuigen, is het edelste deel van ons zamenstel. Zij bestaat uit acht beenderen, door zwaluwstaarten te zamen verbonden, vormende eene vaste, ronde holte voor de hersenen, welke bij een volwassen persoon omstreeks drie pond wegen.

Van de kinnebakken en andere aangezigts-beenderen is het noodeloos te spreken, daar onze voornaamste oplettendheid zich bepalen zal tot de kennis der spijs-verterende- en andere werktuigen; en daar wij de voornaamste bestanddeelen in het menschelijk zamenstel verklaard hebben, zullen wij de beschrijving zoo kort mogelijk opmaken.

Aan beide zijden van het bovenste gedeelte van de ruggegraat bevindt zich een breed, plat been, het schouderblad genaamd, van voren verbonden met het nekbeen, van eene holte voorzien even als bij hex heupbeen, en bestemd om het ronde hoofd var het armbeen te ontvangen. De beenen van den arm hebben eene algemeene overeenkomst met die van het been, en de machinerie van den elboog, vuist en an-

-ocr page 15-

9

dcrc gewrichten is bijkans dezelfde als die van de knieën, enkels en toonen. Meest al de gebeenten vau het geraamte zijn doorboord, tot de doorlating van slagaderen , welke bloed aanvoeren tot derzelver voeding , en aderen, om liet terug te voeren, wanneer het aan zijne bestemming voldaan heeft. Dit bloed is het voortbrengsel van het voedsel en is het leven van het ligehaam.

Zoo verwonderlijk dus is ons zamenstel! Het skelet is omgeven door een bekleedsel van vleesch, en doorweven met deden, welke functiën uitoefenen van allerlei gewigtigen aard, met opzigt tot het denkvermogen, gevoel en levenskracht; alle welke functiën aan ontstemming onderhevig zijn, en het leven zelf wordt bedreigd door misbruik, verzuim, ongesteldheid, ongeregelde diëet, schending der natuurwetten en andere oorzaken, waarvan wij gepaste melding zullen maken. Deze functiën, zoo hoogstnoodig tot bewaring van het geslacht, kan men volgeuderwijze rangschik ken.

De eerste klasse zijn die, welke strekken om het individu in stand te houden, door aan zijne substantie het voedsel te assimileren, door hetwelk hij gevoed wordt. Zij volbrengen derzelver gewigtige en geheimzinnige taak op de volgende wijze;

Eerste. Spijsvertering, of het proces, waardoor het voedend gedeelte uit het voedsel getrokken wordt. Dit is eene verrigting, aan alle dieren gelijk, en is hoogst zonderling zoowel als ingewikkeld in hare werking. Machinerie begint de taak, gelijk blijkt uit de maling van het voedsel door de tanden; doch chemie is de hoofdagent, welke zich openbaart gedurende het malings-proces, door de hulp van de speeksel-klieren, en welke het voedsel vergezelt door al de veranderingen heen van opslokking, chymificatie, chylvorming.

-ocr page 16-

10

chylopslorping en uitwerping van bedorven stuf en urine.

Tweede. Het tweede proces van assimilatie is Jat van opslorping, of de overbrenging van voedende stoffen in den stroom van de voebten. Deze hoogst belangrijke bewerktuiging geschiedt door de werking van de vaten, voornamelijk van de lymphatische klieren en van de keel.

Derde. De derde soort der fnnctiën is de jjloeds-omloop, of de toevoering van de vochten naar al (k werktuigen, door de werking van het hart, slagaderen, haarhuizen en aderen. In de gansche reeks van kunsten is er niets, dat dit proces evenaardt, of daarmede in belangrijkheid overeenkomt; en echter geschiedt er niets veelvuldiger dan handelingen, waardoor het benadeeld of ontstemd wordt.

Vierde. Ademhaling, of de vereeniging van het oxygeen van de lucht met het bloed in het ligchaam, door de werking van de wanden van de luchtpijp en de longen, waardoor de dierlijke warmte ontstaat; de chemische veranderingen, welke in de gesteldheid van do luchtplaats hebben, veroorzaken belangrijke veranderingen in het bloed.

Vijfde. De vijfde functie, waarvan het leven afhangt, is de afscheiding, welke onderscheiden veranderingen te weeg brengt door middel van huid-, long- en weiachtige transpiratie, en door tallooze vezels «ai klieren. Wanneer de afscheidingen ontstemd zijn, dan ontstaan daardoor wratten, puisten, zweren en andere soorten van uitslag. Hieruit blijkt van hoeveel ge-wigt het is de gastrische afscheidingen en fnnctiën n gezonden staat en het bloed onbesmet te houden.

Zesde. Voeding, of de toeneming van de massa au aanvulling van de slijting der werktuigen, op verschillende wijze werkende, overeenkomstig de bijzondere constructie.

-ocr page 17-

11

Dusdanig zijn dc zes functiën, welke medewerken ])ij dc assimilatie van voedende zelistandiglieden met ons zamenstel, en welke, zoo dezelve behoorlijk behandeld en vergund werden volgens de natuur te werken, het geheele zamenstel zonden in stand houden gedurende het ganselie levenstijdperk, volgens de Schrift aan den mensch toegestaan. Zeventig jaren zijn inderdaad de natuurlijke eindpaal des levens, en do oorzaken, welke deszelfs duur verkorten, zijn voornamelijk aan ons zeiven te wijten. In do meeste gevallen zijn de longen de eerste oorzaak des doods, doch de oorsprong van het kwaad ligt altoos in de maag, waar het voedsel in komt, waaruit het bloed gevormd wordt, na zuivering en carbonisatie door de lucht, en waarop het gansche zamenstel rust, en het beschadigde hersteld wordt. Vandaar moet alles wat schadelijk in het voedsel , of in de lucht is, welke wij inademen, het stelsel benadeelen, doordien het 't bloed bederft. Maar ons voedsel komt niet slechts in de zamenstelling van het. bloed, maar ook in die van elke gassoort, vocht en zelfstandigheid, waaruit het bestaat, gelijk uit de ana-lysatie blijken kan; en dit bewijst, dat, in weerwil van de chemische veranderingen, welke in liet proces van assimiliatie voorkomen, de mensch en zijn voedsel iden-tiseh zijn in derzelver eind-zamenstelling. Eene helderder of meer bevattelijke verklaring van deze daadzaak kan niet beter gegeven worden, dan door een kort maar verstaanbaar overzigt van het verteringsproces. Wij hebben al reeds gesproken van de uitwerking der mastilicatie en de bijmenging en bevochtiging van het voedsel, door de afscheiding van de speekselklieren, welke deszelfs eerste verandering daar-stelt; de klieren storten tot dat oogmerk eene groote hoeveelheid vocht uit gedurende elk maal. Later vol-ixende veranderingen worden veroorzaakt door het maag

-ocr page 18-

gansche opening heen en scliijnt de oorsprong van liet gevoel en van het bewegingsvermogen te zijn. Met tie ruggegraat aan de achterzijde en met het borstbeen aan de voorzijde verbonden, bevinden zich vier en twintig, bijkans half cirkelvormige beenderen, welke, twaalf aan elke zijde, uitsteken en het geraamte omsluiten even als de banden van een vat. Dit zijn de ribben en dienen tot bescherming van de borst, welke zij insluiten; derzelver vereeniging geschiedt door kraakbeenderen tot bevordering van die vrijheid van beweging van de borst, welke zoo hoogst noodzakelijk is tot een sterken omloop van het bloed.

De hersenpan — het belangrijk koepeldak der rede, waarin zich de zetel van het spraak- en denkvermogen bevindt, het vereenigingspunt onzer zintuigen, is het edelste deel van ons zamenstel. Zij bestaat uit acht beenderen, door zwaluwstaarten te zamen verbonden, vormende eene vaste, ronde holte voor de hersenen, welke bij een volwassen persoon omstreeks drie pond wegen.

Van de kinnebakken en andere aaugezigts-beendsren is het noodeloos te spreken, daar onze voornaamste oplettendheid zich bepalen zal tot de kennis der spijs-verterende- en andere werktuigen; en daar wij de voornaamste bestanddeelen in het menscbelijk zamenstel verklaard hebben, zullen wij de beschrijving zoo kort mogelijk opmaken.

Aan beide zijden van het bovenste gedeelte van de ruggegraat bevindt zich een breed, plat been, het schouderblad genaamd, van voren verbonden met liet nekbeen, van eene holte voorzien even als bij het heupbeen, en bestemd om het ronde hoofd van het armbeen te ontvangen. De beenen van den arm hebben eene algemeene overeenkomst met die van liet heen, en de machinerie van den elboog, vuist en an-

-ocr page 19-

9

dcre gewrichten is bijkans dezelfde als die van de knieën, enkels en toonen. Meest al de gebeenten van het geraamte zijn doorboorc'., tot de doorlating van slagaderen, welke bloed aanvoeren tot derzelver voeding, en aderen, om het lenig te voeren, wanneer het aan zijne bestemming voldaan heeft. Dit bloed is het voortbrengsel van het voedsel en is het leven van het ligehaam.

Zoo verwonderlijk dus is ons zamenstel! Het skelet is omgeven door een bekleedsel van vleesch, en doorweven met deelen, welke fnnctiën uitoefenen van allerlei gewigtigen aard, met opzigt tot het denkvermo gen, gevoel en levenskracht; alle welke functiën aan ontstemming onderhevig zijn, en het leven zelf wordt bedreigd door misbruik, verzuim, ongesteldheid, ongeregelde dieet, schending der natuurwetten en andere oorzaken, waarvan wij gepaste melding zullen maken. Deze functiën, zoo hoogstnoodig tot bewaring van het geslacht, kan men volgender wij ze rangschikken.

De eerste klasse zijn die, welke strekken om het individu in stand te houden, door aan zijne substantie het voedsel te assimileren, door hetwelk hij gevoed wordt. Zij volbrengen derzelver gewigtige en geheimzinnige taak op de volgende wijze:

Eerste. Spijsvertering, of het proces, waardoor het voedend gedeelte uit het voedsel getrokken wordt. Dit is eene verrigting, aan alle dieren gelijk, en is hoogst zonderling zoowel als ingewikkeld in hare werking. Machinerie begint de taak, gelijk blijkt uit de maling van het voedsel door dc tanden; doch chemif is de hoofdagent, welke zich openbaart gedurende het malings-proces, door de hulp van de speeksel-klieren, en welke het voedsel vergezelt door al de veranderingen been van opslokking, chymificatie, chylvorming.

-ocr page 20-

10

chylopslorpiiig en uitwerping van bedorven stuf en urine.

Tweede. Het tweede proces van assimilatie is dat van opslorping, of de overbrenging van voedende stoffen in den stroom van de vochten. Deze hoogst belangrijke bewerktuiging gescliiedt door de werking van de vaten, voornamelijk van de lymphatische klieren en van de keel.

Derde. De derde soort der functiën is de jjloeds-omloop , of de toevoering van de vochten naar al (k' werktuigen, door de werking van het hart, slagaderen, haarhuizen en aderen. In de gansehe reeks van kunsten is er niets, dat dit proces evenaardt, of daarmede in belangrijkheid overeenkomt; en echter geschiedt er niets veelvuldiger dan liandelingen, waardoor het benadeeld of ontstemd wordt.

Fiei-de. Ademhaling, of de vereeniging van het oxygeen van de lucht met liet bloed in het ligcliaam, door de werking van de wanden van de luchtpijp en de longen, waardoor de dierlijke warmte ontstaatj de chemische veranderingen, welke in de gesteldheic. van do luchtplaats hebben, veroorzaken belangrijke veranderingen in het bloed.

Vijfde. De vijfde functie, waarvan het leven afhangt, is de afscheiding, welke onderscheiden veranderingen te weeg brengt door middel van huid-, long- en weiachtige transpiratie, en door tallooze vezels en klieren. Wanneer de afscheidingen ontstemd zijn, dan ontstaan daardoor wratten, puisten, zweren en r.ndere soorten van uitslag. Hieruit blijkt van hoeveel ge-wigt het is de gastrische afscheidingen en functiën in gezonden staat en het bloed onbesmet te houdea.

Zesde. Voeding, of de toeneming van de massa en aanvulling van de slijting der werktuigen, op verschillende wijze werkende, overeenkomstig de bijzondere constructie.

-ocr page 21-

]]

Dusdanig zija de zes functiën, welke inedewerkeu bij dc assimilatie van voedende zelfstandigheden met ons zamenstcl, en welke, zoo dezelve behoorlijk behandeld en vergund werden volgens de natuur te werken, liet geheele zamenstel zonden in stand houden gedurende het gausche levenstijdperk, volgens de Schrift aan den mensch toegestaan. Zeventig jaren zijn inderdaad dc natuurlijke eindpaal des levens, en de oorzaken, welke deszelfs duur verkorten, zijn voornamelijk aan ons zeiven te wijten. In de meeste gevallen zijn de longen de eerste oorzaak des doods, doch de oorsprong van Let kwaad ligt altoos in de maag, waar het voedsel in komt, waaruit liet bloed gevormd wordt, na zuivering en carbonisatie door de lucht, en waarop het gansche zamenstel rust, en het beschadigde hersteld wordt. Yandaar moet alles wat schadelijk in het voedsel , of in de lucht is, welke wij inademen, het stelsel benadeelen, doordien het 't bloed bederft. Maar ons voedsel komt niet slechts in de zomenstelling van het. bloed, maar ook in die van elke gassoort, vocht en zelfstandigheid, waaruit het bestaat, gelijk uit de ana-lysatie blijken kan; en dit bewijst, dat, in weerwil van de chemische veranderingen, welke in het proces van assimiliatie voorkomen, de mensch en zijn voedsel iden-tisch zijn iu derzelver eind-zamenstclling. Eene helderder of meer bevattelijke verklaring van deze daadzaak kan niet beter gegeven worden, dan door een kort maar verstaanbaar overzigt van het verteringsproces. Wij hebben al reeds gesproken van de uitwerking der mastilicatie en de bijmenging en bevochtiging van het voedsel, door de afscheiding van de speekselklieren, welke deszelfs eerste verandering daar-stelt; de klieren storten tot dat oogmerk eene groote hoeveelheid vocht uit gedurende elk maal. Later volgende veranderingen worden veroorzaakt door het maag

-ocr page 22-

sap; de peristaltische beweging van Je maag; de opname van de voedende deelen of chym, door de lym-phatische vaten, welke liet in de darmvlies-klieren voeren, de verandering in cliyl; deszelis voering naaide keel en deszelfs volgende verandering in bloed. Al deze machinerie wordt in beweging gebragt door den invloed van de lucht in de longen en het hart, en de opvolgende werking van longen en hart, welke het levensvocht van chyl en aderlijk bloed in slagaderlijk veranderen. Zuivere lucht en cene gezonde, ligt verteerbare spijs, zijn de hoofdvercischten tot een lang leven.

Het voedsel is tweeledig: vormende het eerste de beenderen , en het tweede de roode gedeelten, welke de za-menstellende bestanddeelen bevatten, bekend onder den naam van spieren en zamcntrekkcnde weefsels. Vleezig voedsel verschaft nitrogeen, gelijk de plantaardige stoffen dit ook Joch in eenen minderen graad doen, naar evenredigheid van de fibrine, in dezelve vervat. Carbon en de waterdeel en van het voedsel vormen het vet, welks daarzijn gevolgelijk geen bewijs van overvoeding is. Doch er is genoeg gezegd, om den lezer te doen inzien, van hoeveel belang alles is, wat betrekking heeft tot lucht en voedsel, en om hem voor te bereiden voornamelijk die punten te behartigen, waarop wij zijne aandacht vestigen.

De zes levensfunctiën of verrigtingen uiteen gezet hebbende, welke strekken om ons aanwezen in stand te houdeu, zullen wij thans de buitenste of relative functiën opsommen, welke met omringende voorwerpen in verband staan. Deze zijn drie in getal — namelijk; gewaarwordingen, willekeurige dewe-oing, stem en spraak.

Eerste. Gewaarwordingen, welke door bijkans elke voorvallende gebeurtenis van derzelver aanwezen kennis geven, op de minste waarschuwing van do zin-

-ocr page 23-

13

tuigen van het zien, hooren, rieken, smaken of gevoelen; of op de minste werking van de zenuwen, het rug-merg of de hersenen. Gewaarwording werkt op het Geheugen, Oordeel, Eede, Wil, Slaap en Scherp-zinnigheid, en veroorzaakt het droomen en het slaapwandelen. Deze function hangen voornamelijk af van de gevolgen van hiütensporigheden, verzwakkingen en storingen van de constitutie, en deze zullen door ons met de vereischte zorg behandeld worden. De lezer zal dezelve echter meer uitgebreid behandeld vinden in het werk van Schrijver dezes, getiteld : Zetfbewa-ring.

Tweede. Willekeurige beweging, omdenmensch in staat te stellen de voorwerpen, welke hem omringen , te naderen of zich daarvan te verwijderen en de in het leven voorkomende beweging te kunnen volbrengen. Deze functiën ontvangen derzelver kracht van de spieren, die op de gewrichten werken, en veroorzaken het opstaan, het loopen, wandelen, springen, kruipen, behalve nog dat zij invloed hebben op de beweging van de bovenste uiteinden — Houding en Gesticulatie.

Derde. Stem en Spraak: den mensch in staat stellende zich met wezens te onderhouden, die van het zintuig des gehoors voorzien zijn, zonder van plaats te veranderen. De hoofdbewerkers bij deze verhevene ver-rigting zijn Articidatie en Modulatie. De beletselen zijn. stotteren, lispen, stom zijn enz. veroorzaakt door aangeboren gebreken in het zamenstel, vallende ziekte en onderscheiden andere ongemakken, uitputting en storing van de constitutie.

Deze drie functiën zijn even gewigtig voor ons geluk als de andere zes tot ons aanwezen, waarover wij in het volgende hoofdstuk breeder zullen uitwijden. Het tweede en laatste gedeelte van dit werkje bevat de

-ocr page 24-

I

klassiücatie van andere function , iot het onderhoud van ons geslacht nooclig. A\'ij kunnen dit Hoofdstuk gevoegelijkst sluiten met cene opgaaf van de onder-scheiden ongesteldheden, waarmede het zamenstel eu deszelfs functiën voornamelijk bedreigd worden, en waarvan de talrijkste zijn:

Gebreken tan de ademfialingswerktuigen — met andere woorden, van de horst en van de longen Deze vereischen eene duhhele zorgvuldigheid met op zigt tot zuivere lucht en droogte, zoo wel als tot kleeding, hij verandering van temperatuur.

13e eerstvolgende op deze lijst zijn epidemische ongesteldheden, koortsen enz., welke een ander opmerkelijk voorbeeld opleveren van sterften, veroorzaakt door de ademhalingswerktuigen, die in een zoo naauw verhand staan tot de gesteldheid van de lucht.

Hierop volgt de derde en gevaarlijkste vijand van liet menschelijk leven, constitutie en geluk, en waarmede men het Minst heleend is. Wij bedoelen de ongesteldheden van de constitutie, aaj3gebd-rene en verkregene.

De vierde oorzaak van den dood, met opzigt tot het getal sterfgevallen, zijn zenuwaandoeningen, waarmede wij bedoelen ongesteldheden van de hersenen, het oog en het oor enz. Deze worden insgelijks veelal aan verkeerde oorzaken toegeschreven; en zoo de lijder wilde bekennen, of de arts de ware oorzaak onderkennen dan zouden in negen gevallen var. de tien het getal sterfgevallen veel geringer zijn.

Leverziekten en maagongesteldheden volgen thans op de lijst; maar hoe zeer deze ook mogen aangedaan zijn, maakt derzelver sterke gesteldheid, dat het getal van ongesteldheden dezer deelen, met andere vergelijkender wijs zeer zelden voor

-ocr page 25-

komen iiet toenemend gebruik van lavementen brengt er veel toe Lij, om do scliaden, door onge-regelden dieet aan de maag toegebragt, te herstellen. Het oude gebruik van purgeren verzwakt niet sleclits de maag, maar ledigt ook zonder schoon te maken , en laat de ingewanden vol onreine stolfen; terwijl lavementen altijd opruimen, zonder de functiën te storen, en zoowel schoon als ledig maken; tevens nemen zij de vreemde stoffen weg, .welke de purgatie heeft achter gelaten en die welligt de obstructie heeft veroorzaakt, welke men poogde weg te nemen. Er zijn nogtans gevallen, waarin eene purgatie meer nut aanbrengt dan een lavement.

De zesde en minst voorkomende oorzaak van sterven, zijn Ongesteldheden van het hart, daar de sterfgevallen aan deze ziekte zich per maand over het gaiische laud tot slechts eenige honderdtallen bepalen. Deze hangen zoo zeer van toevallige omstandigheden of van overgeërfde oorzaken af, dat zij zelden te vermijden zijn; hoewel eene gepaste regeling onzer harts ■ togten en voornamelijk der zinnelijke vermaken er veel toe kan bijdragen, om de hevigheid der kwaal te verminderen en te beletten, dat dezelve een doo-delijk gevolg hebbe.

Wij spreken hier niet van toevallige, door heteene of andere ongeluk veroorzaakte sterfgevallen, daar deze niet gerekend kunnen worden tot den loop dei natuur te behooreu

-ocr page 26-

TWEEDE HOOFDSTUK .

KINDSCHHEID , MANBAAHHEID, CU JONGE-IJNGSCHAP.

Regels en voorheelden ter bevordering van den wasdom , en iot vorming van geest en zedelijkheid.

- De duur van 's menschen leven,quot; zegt de Psalmdichter, //is zeventig Jaar,quot; en het lijdt geen twijfel of elk kind van gezonde en sterke ouders is in staat den uitersten term van dien leeftijd te bereiken , uitgezonderd een toevallig ongeluk. Zijn voortgang van de wieg tot aan het graf geschiedt in drie perioden : dat van den groei, de manneltjken leeftijd en van den ouderdom. Het eerste bevat Kindschheid, Manbaarheid en Jongelingschap. Plet tweede wordt besteed aan de ontwikkeling van temperamenten en de volmaking van ])hy-sieke krachten; terwijl het derde aanvangt met hetgeen men het keerpunt des levens noemt: ouderdom en zwakte. De lange levensduur der ouders, doet met cenige gegrondheid onderstellen, dat de kinderen insgelijks oenen hoogen ouderdom zullen bereiken, en de afwezigheid van scrofula, jicht, steen, asthma, ho-morrhoiden en andere erfelijke kwalen, moest bij allen , die zich in het huwelijk willen begeven, een punt van ernstige overweging uitmaken. Men vergete ook niet, dat ongeoorloofd mingenot aan het kind een vergif mededeelt, en hem alzoo voor altoos de kans beneemt, de vader van gezonde kinderen te worden

De ouderlijke zorg voor het toekomstige wpzen be-

-ocr page 27-

17

hoorde dus reeds bij de generatie aau te vangen; want een wezen, verwekt op een tijdstip van ongezondheid of van ligcliaams- of zenuwzwakte, kan een gedeelte van deze kwalen overerven. Nadere bijzonderheden over dit gewigtig onderwerp, kan men vinden in 'Schrijvers Werk over de Zelf bewaring.

Gedurende de zwangerschap moet de vrouw met de meeste oplettendheid en vriendelijkheid behandeld worden, waarom de Ouden dezulken dubbel straften, die zwangere vrouwen slecht bejegenden. Inderdaad, de eerste oorzaak, welke de sterfte bij kinderen ten gevolge heeft, is de slechte gezondheidstoestand van de moeder gedurende de zwangerschap. Waar deze zich in den besten staat bevindt, daar ook zal het kind het gezondst en tevens in staat zijn dezen of genen schadelijken invloed te weerstaan; terwijl, wanneer kwade gezondheid of ellende gedurende de zwangerschap den boventoon behouden, het kind het grootste gevaar loopt. Van zoo veel belang is inderdaad dit beginsel, dat het zich teu sterkste openbaart, zelfs bij de geboorte, in het veel grooter getal van dood geboren kinderen , wanneer de moeder ligchaams- of zielskwel -lingen heeft te verduren gehad. De natuur heeft nog-tans veel voor de veiligheid van het nog ongeboren kind gedaan, door de daarstelling van de naauwste betrekking tusschen de moeder en het kind. Gedurende negen maanden vormt het een deel van haar deelt in hare sappen en haar voedsel, terwijl het beveiligd is tegen toevallige beleedigingeu, doordien het in eene waterachtige zelfstandigheid drijft. Er bestaat echter geen zenuwverband tusschen de twee, zoodal het kind vrij is van alle onderhevigheid aan zenuw-of zedelijke indrukken. Hiermede verbonden is, in zekeren zin, eene onvatbaarheid voor ziekte of besmetting; nogtans staat het kind bloot voor zekere

-ocr page 28-

18

ou^esteldhecleii, ontstaande uit besmetting, doch deze zijn gering in getal en komen vergelijkenderwijs zelden voor.

Het eerste gedeelte der formatie en uitzetting heeft plaats voor de geboorte; het tweede, dat van even groot gewigt is, geschiedt gedurende de twee eerste jaren na de geboorte. Deze zijn getuigen van de ontwikkeling der physieke krachten, der ademhalings-werktnigen en van het spierstelsel; der tanden, beenderen, der spraakorganen en der andere functiën. Gedurende dit tijdvak zal men wèl doen de volgende voorschriften te volgen, om den langzamen en gevaarlijken voortgang te volmaken. Deze voorschriften bepalen zich tot het tijdvak van wasdom, in zich sluitende de tijdvakken van

KINDSCIinEID, MANBAARHEID en JONGELINGSCHAP.

De voornaamste bevorderaars van den wasdom zijn: Behoorlijk Voedsel, Gezonde Slaap, Reinheid en Frissche Lucht, en het kind zal bloeijen. Doch daar de begrippen uiteenloopen aangaande hetgeen ir dit opzigt gepast is, is het van belang, dat de zaak duidelijk verklaard worde.

Eerste voedsel van het kind. Dit behoorde ten minste gedurende negen maanden de MoedermeUc of die eener min te zijn. Het is de gift der natuur zelve, en kan niet vervangen worden zonder gemis van voordeel, want het is zoo juist geëvenredigdnaaide constitutie en de behoeften van het kind, als vleesch voor den volwassene en wijn voor een bejaard persoon. Van een' meer vloeibaren dan vasten aard, is het bij gevolg geschikt voor de teedere jeugd van hex kind, verteert gemakkelijk, is altoos versch, en is ten slotte gezond en voedzaam; zonder te sterk, te prikkelend

-ocr page 29-

10

ofte verhittend te zijn; voeg hierbij, dat het, voorbereid zijnde in een levend ligchaam, al de voordeelen van het vleesch, en geen van deszelfs nadeelen bezit, en zich gemakkelijk vereenigt met de zelfstandigheid van het kind.

De behandeling, door vele ouders gevolgd, om den last van papvoeding te vermijden, is stellig nadeelig, namelijk: het gebruik van dierlijk voedsel, en zelfs van bier, koffij, specerijen en wijn. Dit moge oogen-schijulijk een gezond en welgedaan voorkomen geven, doch de kleur is eene kunstkoorts, strekkende om de aanvallen van kinderziekten te versterken en inflam-matie, stuipen en congestie naar de hersenen te veroorzaken; het overhaast ook de werking van het tanden krijgen, en versnelt al te zeer de levensoperatiën van het gansche stelsel en van de werktuigen. Hoe sterk de constitutie dus ook zij, wordt het leven verkort, doordien men het versnelt. In het tweede halfjaar kan men van ligte soepen gebruik maken, doch zelden geve men vleesch, dan nadat, aan het eind van het tweede jaar de tanden aanwezig zijn. Men moest indachtig zijn , dat jonge kinderen niet zoo zeer voedsel noodig hebben om öen te voeden, als wel om in oenen gestadigen en snellen wasdom te voorzien, die in het eerste jaar veel grooter is dan in eenig ander tijdvak des levens. Om deze reden hebben zij veel-vnldiger voedsel noodig dan een volwassen mensch, en wanneer het voedsel zoodanig is, als de natuur het verordent, dan verteert het gemakkelijk en wordt spoedig een gedeelte van het groeyend zamenstel; terwijl integendeel dierlijk of plantaardig voedsel te sterk zijnde voor het verteringsvermogen, dat natuurlijk in de eerste kindschheid zeer zwak is, voor een groot gedeelte onverteerd blijft en aan deszelfs hoofdbestem ming «iet voldoet

-ocr page 30-

20

i)e belangrijkste bevorderaar van den wasdom is, na het voedsel, de slaap. Een zeer jong kind kan niet te veel slapen. Sommige moeders wekken hun kind, om het de borst te geven, opdat het niet te lang vasten zonde; doch zij weten niet, dat de vastende slaper zich in eene gunstige gesteldheid bevindt, zoo lang hij slaapt. Door te rusten herkrijgen de organen nieuwe kracht. De vaten, door geen werkzaam verterings-proces in werking gebragt, ontlasten zicli langzaam van derzelver inhoud en afscheidingen, en reinigen derzelver kamers voor de ontvangst van het eerstkomend voedsel. De poriën voeren weg wat er soms aan schadelijke stoffen door het ligchaam is opgenomen geworden. Het gebeente wordt sterker en de leden worden langer. Het vleesch kruipt, en groeit en strekt zich uit in de warme wieg. De geest, die, al te zeer opgewekt zijnde, het ligchaam verzwakt, verkeert in eenen kalmen toestand en laat het ligchaam aan zijne eigene verbetering over; in het ko;?t, de gansche gesteldheid is van eene gunstige geaardheid. Wanneer het kind niet bedroefd gemaakt of verkeerd behandeld wordt, ontwaakt het in de eerste maanden slechts om te zuigen en brengt den overigen tijd met slapen door. Na dat tijdvak kan men het gewennen om van de vier en twintig uren er slechts twaalf te slapen, zoo men slechts zorg drage voor frissche lucht en reinheid. Later zullen wij eenige woorden wijden aan het hierboven aangevoerde en aan de behandeling der kinderen, met opzigt tot de vorming van hun karakter.

REINHEID, LICHT en LUCHT.

Reinheid en lucht zijn zoo onmisbaar voor een kind, en even noodzakelijk tot de voeding en het onderhoud des levens, als het voedsel zelf.

-ocr page 31-

21

Water geueest meer kiraleii dan medicijueu, en heelt meer zweren dan zalf dit doet. Wasch en dom-jiel uw kindje dagelijks in versch koud water, en gij zult niet slechts de huid rein houden en versterken , maar ook zijn gestel verharden tegen de afwisseling van hitte en koude, en legt daardoor den grondslag tot zeventigjarigen ouderdom.

Bij dit dagelijks had moet men nimmer vergeten, de onderste deelen van het kind te wassehen wanneer men het verschoont. Afvegen is niet genoeg, daar dit de poriën niet reinigt.

Zoo lang het kind slechts eene week oud is, moet men het met laauw water wassehen, en wanneer het zwak van gestel is, met deze behandeling voortgaan ; doch wanneer het een sterk kind is, wasch het dan eer het eene maand oud is, met koud water , uitgezonderd des winters, en zoo mogelijk versch geschept, voordat de lucht 'vervlogen is. Laat het kind niet te lang in het koude water; want langzaam baden veroorzaakt kilheid; maar gij kunt het een kwartier lang op uwen schoot voor het vuur laten spartelen, en wrijf het dan zachtjes met de warme hand over rug en buik, voordat gij het aan kleedt. Vele kinderen zijn daardoor voor kromgroei-jen bewaard gebleven.

Nimmer moet men een kind baden, wanneer bet ontwaakt of zweet.

Een weinig zout in het water gedaan, belet dat liet kind kou vat, terwijl het tevens de constitutie versterkt en de huid reinigt; gij zult nimmer zweren of uitslag vinden, waar men op deze wijze te werk gaat,

Eens in de week geve men het kind , behalve de gewone baden, een bad van laauw water, en laat het daar een kwartier in blijven. Voor het eten, of een uur daarna is een geschikte tijd daartoe.

-ocr page 32-

22

Wanneer ik de welsprekendheid vau cicero ; dc bewijskracht van een' locke , of de bezielde pen van Milton bezat, dan zoude ik deze allen bezigen om do gulden regels aan te dringen, welke ik hierboven heb opgegeven. Aan derzei ver invloed op den geest zal ik later spreken; maar van derzelver waarde door de gezonde prikkeling der ligchaamsfunctiën, door het zuiveren der sappen; door de te groote prikkeling der vaten te matigen, en de te snelle levensverrigtin-gen te stuiten; door het reinigen en versterken van de huid en door het geven van gelijkmatigen omloop en harmonische werking van liet geheel, het geen de gezondheid uitmaakt, acht ik mij verpligt hier zoo wel als op elke bladzijde dezer Verhandeling, waar over dit onderwerp sprake is, te gewagen. Alle nasporingen dien aangaande, bevestigen derzelver waarheid. Een voorbeeld van de noodlottige gevolgen van onreinheid, kan men vinden in het werk van Dr. combe , over de Behandeling van Kinderen, getrokken uit Mr. mac-lean's Verslag van zijn bezoek te St. Kilda in 1838.

Na de vermelding, dat de bevolking van St. Küda eerder af, dau toe neemt, zegt de lieer maclean, dat dit ongewone verschijnsel grootendeels is toe tc schrijven aan heerschende epidemiën, doch hoofdzake-lyk aan de buitengewone sterfte onder de kinderen: quot;Acht van elke tien kinderen/' zegt hij, quot;Sterven tusschen den achtsten en twaalfden dagquot; Zelfs de approximerende waarheid van deze verschrikke'djke verklaring erkennende, zal men voorzeker met verbazing vragen , welke smetstof er in de lucht of in den grond van St. Kilda kan liggen, om zulk eene verschrikkelijke verwoesting aan te rigten. Dit is echter in geenen deele het geval, daar de lieer maclean uitdrukkelijk verklaart; quot; dat er geen zigtbaar gebrek in de Natuur aanwezig isquot; en dat in tegendeel,

-ocr page 33-

28

quot;dc grootste, zoo niet eenigste oorzaak de onreinheid is, waarin zij leven, en de schadelijke dampen, welke daardoor in de huizen heerschen.quot; Ten bewijze hiervan beroept hij zich '/ op den Leeraar dier plaats, die hetzelfde leven lijdt als de inwoners, behalve met op zigt tot de gesteldheid van zijn huis, en die vier kinderen heeft, die er allen gezond en wel uitzienquot; terwijl, vergelijkender wijs, ten minste drie van de vier binnen veertien dagen gestorven zouden zijn. Wanneer men hier bijvoegt, dat de woningen aldaar klein zijn, laag van verdieping, zonder vensters, en dat zij gedurende den winter gebezigd worden tot bergplaats van mest, welke op den grond gespreid en vast getrapt wordt, tot zij verscheiden voeten hoog is, dan zal men niet aarzelen met den Heer maclean in te stemmen, dat indien de kinderen van den Leeraar even zoo behandeld waren geworden, waarschijnlijk geen hunner in het leven zou zijn gebleven, en dat, van den anderen kant, indien de kinderen van de inwoners eene even zoo zorgvuldige behandeling hadden genoten , er minder sterfte onder hen heerschen zoude.

Het baden of wasschen van een klein kind in koud vvater moet men als ontoepasselijk beschouwen op kinderen van een zwak gestel. Voor dezen is het stellig schadelijk. Dr. aitken, over dit onderwerp schrijvende, zegt: quot;Een bedroevend voorbeeld van verkeerd toegepaste physiologische beginsels, verdient hier vermelding. Een geneesheer, die het gestel zijner kinderen wenschte te versterken, gelastte, dat zij eenige dagen na de geboorte, zoo wel zomers als 's winters, des morgens en 's avonds in koud water gedompeld moesten worden. De kreeteu van de kleine lijders, en de angst op het zien van de badkuip, zelfs als deze ledig was, zou, moest men denken, den vader

-ocr page 34-

24

het verkeerde zijner haudehvijs hebben doen inzieu Doch hij koesterde dien aangaande geen' twijfel. Het gevolg hiervan was, dat hij er drie aan de tering verloor op een' ongewonen leeftijd. Twee ontsnapten , hetgeen te wijten was aan plaats gehad hebbende familie omstandigheden, welke het verzuimen van dit bevel ten gevolge hadden, hetgeen voor de drie overigen zoo noodlottig was geweest.

Het beste bewijs voor de gepastheid eener zoodanige quot;behandeling, zal men uit het voorkomen van liet kind kunnen afleiden. Wanneer men ziet, dat liet een gezond voorkomen heeft, en dat de huid eene zachte warmte van zich geeft, dan kan men met deze behandeling voortgaan. Een tenger kind echter , dat een zwakke borst heeft, en dat r a het bad koud en lijdende is, kan zulk eene behandeling niet verdragen.

Vermijd warme kamers, dikke, naauwe kleediagen warme bedden voor kinderen. Te veel warmte verzwakt en verslapt de vaten, maakt het ligchaam vatbaar voor verkonding, door de gestadige transpiratie, en doodt de huid. Matrassen zijn beter dan veeren bedden en ligte dekens boven zware wollente verkiezen. Laat de kleeding nimmer zoodanig zijn, dat zij de transpiratie kan beletten of belemmeren; en zorg voor reinheid. Geef het dn gelijks een schoon hemd en alle weken schoon beddengoed. Vermijd stijve corchetten of lijfjes , kleine, naauwe schoenen en stijf gebonden banden. Katoen is het best voor zomerdragt, en ligte wol voor den winter. Hoedt u voor togt en plotselinge koude , en wanneer dan het kind niet gezond en sterk opgroeit, dan zijn zeker op de eene of andere wijze de beste voorschriften der Natuur verzuimd geworden.

Na bet spenen van het kind behoort het voedsel to bestaan uit gestoten beschuit met melk, eijeren, dun-

)

-ocr page 35-

ne soep, tapiocca, gebakkeu tarwe meel, garstcmeel en arrow-root, en zeer zelden ee:a weinig vleescli cu groenten. Vier malen per dag is een vcreisclite. De melk moet men altoos koken, aanlengen en met broodsuiker zoet maken. Wanneer een kind log en zwaar is, geef het dan eenige druppels Jalappe-stroop; zoo er eenig liuid-ongcstcldheid plaats heeft, geef liet dan een weinig saffraan, om naar buiten te drijven, zoo dit niet baat raadplege men een' geneesheer.

De behandeling van een klein kind is voor bet geduld eene ware beproeving, docli behoort naar vaste regels te geschieden. Wanneer het schreeuwt, dan is het ziek, onpleizierig, hongerig, of het heeft slaap. Het in dit geval te schudden, te beknorren of te veronachtzamen is onmenschelijk, doch het gebeurt nog-tans dikwijls uit achteloosheid of onkunde. Bij het eerste spoor van stoutheid behoort men na te gaan, wat hiervan de oorzaak mag wezen. Dit gedaan zijnde, moet men middelen aanwenden, om deze uit den weg te ruimen. Is het kind ziek, dan is er altoos geneeskundige hulp te krijgen; doch over het algemeen is het vroeg gebruik maken van medicijnen af te keuren. Is het kind knorrig, zet het dan te regt. Het kon verandering van positie of vermaak uoodig hebben, en dit kan zonder veel moeite geschieden. Heeft het honger of is het slaperig, dan is de borst eene onfeilbare toevlugt, en behoorde bij elke gelegenheid te worden toegepast. Vele moeders zijn niet ten allen tijde geneigd hare kinderen te laten zuigen , zij vergeten de ligtheid van het voedsel, dat zij geven en tic noodzakelijkheid dit dikwijls te doen. Veel kan men den last der oppassing van kinderen verligten, door het regelen van den slaap-tijd. Hier mede 1:mi men beginnen, wanneer het kind veertien dagen oud is. Wasch het, geef het dn borst

3

-ocr page 36-

20

en leg liet in de wieg. Wanneer liet schreeuwt, stoor u daar niet aan, daar liet zieli spoedig moei zal schreeuwen en de gewoonte zal tot natuur worden, zoodat het, na twee of drie proefneniingen in slaap zal vallen. A'olharding in dit stuk zal steeds een gunstig gevolg hehhen.

Sonunige kinderen zijn veel lastiger dan andere, doch zij liehhen slechts een weinig extra zorg noodig om hen tot rust te brengen. Eene wandeling in de open lucht, het spelen met de viugers, om deszelfs oplettendheid te vestigen, en boven alles vastheid, om hen in bed te houden, wanneer men het te slapen legt, is een zeker hulpmiddel. Schelden verstaan zij niet en eene ruwe behandeling geeft hen reden tot schreeuwen. Wanneer zij des nachts schreeuwen, dan is het ergste wat men doen kan, met hen rond te wandelen, daar het hen iets leert, dat modjelijk weder is af te wennen. Wrijf de buik zachtjes met eene wanne hand en geef hen de borst. AVanueer dit niet baat, dan is er geneeskundige hulp noodig — meestal een zacht slaap- of laxeer middel. Slaapmiddelen echter zijn, over het algemeen, zeer gevaarlijk en doen meer kinderen sterven, dan eenige andere wijze van behandeling. Men behoorde er nimmer gebruik van te maken, dan op het voorschrift van een geneesheer.

Van twee tot zeven en van zeven tot twaalf of veertien jareu, welke het gevaarlijk tijdstip der Mian-baarheid omvatten, is het eerst genoemde tijdvak vol gevaar en van het uiterste gewigt, daar in hetzelve de vorming plaats heeft, en het tweede de ontwikkeling van al de zedelijke en ligehamclijke functiën in zich sluit. In dit tijdvak vordert de geest de meeste oplettendheid. Alles, wat een kind ziet, merkt iet ook op; alles, wat het hoort, prent het in zijn geheu-

-ocr page 37-

37

gen, met een woord, alles wat om hem Iiecn gebeurt, verwekt een indruk, welke door veronachtzaming verwaarloosd en door herhaling bevestigd wordt. Hoeveel het er in dit geval op de ouders aankomt, behoeft geene vermelding; hoe deze pligt echter vervuld wordt, zal hier niet ongepast wrezen aan de hand te doen.

Wat het ligchaam betreft, hiermede behoeft men niet te zacht om te gaan, noch zich over kleine ongelukken al te ongerust te maken. Het ligchaam heeft verharding noodig, en een blaauwe plek of buil doet eerder goed dan kwaad. Kleine kinderen zijn geneigd luid te schreijen, wanneer zij vallen, en sommige moeders verergeren de zaak, door hen te beknorren of te beklagen; in stede waarvan een hartelijke lach, eene geruststellende verzekering, dat liet niets is, of een vlugtige kus op de bezeerde plaats, en eene snelle vraag over een geheel ander onderwerp, waardoor de oplettendheid op iets anders gevestigd wordt, zal beter helpen om het kind weder tot rust te brengen, dan alle andere sus-middelen ter wereld.

Wat geneeskundige hulp betreft, al waar wij voor het oogenblik ten sterkste op moeten aandringen, is eene onafgebrokene inachtneming van de voorschriften, reeds opzigtens de reinheid gegeven: wasschen met koud water, baden, frissche lucht, met bet vaste doel de levenskracht te versterken, de werktuigen te harden, de levensconsumtie te vertragen, en de herstelling daarvan te vergemakkelijken en te helpen. Op dezen leeftijd zal het goed wezen geregeld eenig vleesch en groenten bij hun voedsel te doen en hen te gewennen alle spijzen te gebruiken, maar noch te veel noch te weinig. Thans echter is het van hei hoogste belang dien gedragsregel te bepalen, welke zooveel invloed uitoefent op de vorming van karakter en ver-

3*

-ocr page 38-

28

standelijk vermogen. Een stroom verbreekt zijne dani-men en zet Let omringende land onder water. Ten einde hem te quot;bedwingen, werpt de een een bos stroo, de ander een vracht liooi in de doorbraak, docli liet water sclmimt, en drijft alles mot onweerstaanbaar geweld voor zicli heen. Middelerwijl neemt een verstandig bouwman de spade ter hand en graaft een sloot tot afleiding van het water. Op deze wijze leidt hij het met goiid gevolg van zijnen grond af. De zedeleer is spoedig verklaard. Bezig nimmer zwakke middelen tegen de doorbraken der hartstogten, maar geef hen afleiding. Eenige ophelderende waarnemingen zullen den lezer behulpzaam zijn de waarheid van deze les in te zien, en hem aansporen krachtige en geenszins zwakke middelen bij de hand te nemen.

Men mag zeggen wat men wil van goede en kwade neigingen; onze vroegste neigingen hebben allen eene goede strekking. Ik voor mij heb groot vertrouwen op de voortreffelijkheid van 's mensehen inborst, en ben daarom veeleer geneigd alle dwaasheden en gebreken aan verkeerde leiding dan wel aan oorspronkelijke bedorvenheid toe te schrijven.

Onverdiende berisping is een van de zekerste middelen, om het jeugdig gemoed te bederven. Het kind, getroffen door de onregtvaardigheid der berisping, krijgt wantrouwen in uw oordeel en regtvaardigheid. Van daar, dat de kinderen niet zelden denken, dat zij liet beter weten dan zij, die ouder zijn. 33e ouders behoorden steeds de aanleiding te onderzoeken, voordat zij de gevolgen daarvan straften. Een regter , die over eene zaak uitspraak deed, zonder de bijzonderheden onderzocht te hebben, zou door een ieder met verachting behandeld worden, en echter zouden zij, die hunne stem tegen zulk een' regter verheffen, zich niet ontzien hunne kinderen te kastijden wegens

-ocr page 39-

29

cenc of andere overtreding, zonder dc zaak te onderzoeken. Ligeliaams kastijdingen zijn bepaaldelijk af te keuren. Vriendelijkheid zonder zwakheid, en vastheid zonder stuurschheid zijn de eenige zekere middelen, om het mensehelijk gemoed te besturen.

Kinderen dwalen dikwijls uit onkunde. Zij weten niet, dat zij iets berispelijks doen, en wanneer het kwaad bedreven is, dan is er slechts verklaring, vermaning, doch geenszins bestraffing noodig. Eene herhaling van den misstap moet met ernst maar niet met boosheid berispt worden. Een regter mag den misdadiger nimmer toornig toespreken.

Wanneer er een ongeluk gebeurt, onderzoek dan of dit door onoplettendheid, zorgeloosheid of opzet gebeurd is.

Kleine ongelukjes zijn dikwijls van groot nut, en de kinderen leeren daardoor niet zelden voorzigtiger te worden, eu ontvangen tevens daardoor meer onder-rigting, dan door vijftig zedelessen. De volmaking in elke wetenschap is het gevolg van vroeger plaats gehad hebbende dwalingen en ongelukken.

Geene grootere dwaling kan men begaan, dan van de pligten bullebakken te maken; met andere woorden, datgene tot straf te bezigen, hetwelk als eem belooning kou gelden, en op deze wijze de vervulling van iets, dat genoegen ken aanbrengen, tot een' last te maken. Voornamelijk raad ik af de kinderen, bij wijze van straf, naar buiten, of naar bed te doen gaan. Ouders, die aldus handelen, halen zich zelf een' strop om den hals, daar de kinderen datgene als eene straf zullen gaan beschouwen, hetwelk hun anders tot ecu waar genoegen zoude verstrekken.

De geest en de aandoeningen zijn de hoofdbewerkers van dc misstappen.

-ocr page 40-

30

Laten daarom de geest en de aandoeningen daarvoor toeten.

Vermijd liet slaan — niet het vleesch, maar dc geest is bij de kinderen oproerig.

Straf li en nimmer in den buik — liet levensbeginsel heeft niet gezondigd!

Bezig het leeren nimmer als straf.

Dook eene gepaste behandeling kas men el-

ken pligt tut een f, uitspanning maken.

Wanneer een kind onwaarheid spreekt, onderzoek dan of dit uit vrees of tdt eene al te rijke verbeeldingskracht geschiedt. Is het eerste het geval, geef het dan eene vermaning; is het laatste het geval, houd dan die verbeelding bezig door nuttige fabelen , en houd dit vermogen in bedwang, totdat het op la-teren tijd tot een nuttig doel gebezigd kan worden.

Bedwing nimmer weetgierigheid; deze leidt tot kennis. Wanneer de kinderen leeren spreken, hebben zij gestadig de vraag: //'^ is dat? op de lippen. Welk eene sehoone gelegenheid, den geest van het kind te verrijken!

De kinderen moeten nimmer getuigen zijn van on-eenigheid tusschen de ouders. Zij moeten hen als onfeilbaar beschouwen; en niets is meer af te keuren, dan dat een der , ouders den ander in de achting van het Mud zoekt te verkleinen. Ik heb vaders hooren zeggen: laat moeder maar praten, zij is niet u'ijs! En moeders: ga niet iij v.w' vader, hij is een slecht mensch! Zulke onverstandige lieden vernielen zelf den eerbied, dien de Natuur den kinderen voor hunne ouders heeft ingeprent, en wanneer daar later ongehoorzaamheid uit volgt, dan hebben zij het i.ich zeiven te wijten. Hoe berispelijk uw gedrag ook wezen moge, verberg uw beider feilen voor uwe kinderen,

-ocr page 41-

31

zoo gij hen onschuldig en pligtbetrachtend wilt hou den.

De vrolijkheid der kinderen is luidruchtig; doch ik zoude even gaarne eene nachtegaal den hals omdraai-jen j als hunne vreugde storen. Een verdrukt gemoed is niet in staat 's werelds leed te dragen.

Een driftig persoon wordt door een kind eerst met schrik, dan met haat, en laatstelijk met minachting beschouwd.

Een dom kind te slaan, is eene domme beestachtigheid van hem, die het bestraft. Niemand vormt zijne eigen hersenen; en door eene gepaste behandeling kan men het domste verstand in het schranderste doen veranderen.

Om de kindereu van het kwaad terug te houden, moet men gestadig bezigheid aan hunnen geest verschaffen.

Het laatste voorschrift, dat ik thans heb te geven, is, dat men elke ontijdige en ongepaste ontwikkeling van den geest tegen ga, gedurende de eerste zeven jaren. Zij verzwakt de zenuwen en benadeelt het gestel, zonder eenig voordeel aan te brengen. De kindschheid is het eenigste tijdperk, waarin het mogelijk is waarlijk gelukkig te zijn, en liet is een wreed misbruik maken van magt, dit geluk te dempen. Geen kind behoorde men voor zijn zevende jaar te laten schoolgaan. De voorschriften van opvoeding zijn boven zijne bevatting en missen dus hun doel. De geest moet beschaafd worden, voor dat bij voor de zaden der wetenschap vatbaar is. Leer het kind alles wat-gij kunt onder eene aangename gedaante, docli vermijd alle pedanterie. Door wandelingen, bezoeken van vreemde natuurverschijnselen en door mondelinge onderrig-ting, kan het honderde dingen leeren in denzelfden tijd, die noodig zoude zijn. om éc'ne les van buitew

-ocr page 42-

:i2

te lecren. Bovendien, wanneer men Icindcren te vroeg leert lezen, dan is het onmogelijk hen te beletten verboden dingen te lezen. Laten zij leeren, alles wat gezien, gehoord, of hij wijze van uitspanning geleerd kan worden, terwijl de frischheid der nieuwheid de onderwerpen helangrijk maakt, en leer hen dan uit hoeken datgene te putten, wat hoven hun hereik is. Be ontwaakte zucht naar kennis, zal hen tot vlijtige scholieren maken; en oud genoeg zijnde om hunne lessen te hegrijpen, zullen zij niet half zoo veel tijd noodig hehhen, als zij daartoe op jongeren leeftijd zouden hchoeven. Wat het alphabet hetreft, dit kan hun spelenderwijs geleerd worden, daar zij niet wel naar school gezonden kunnen worden, wanneer zij met klanken zonder beteekenis beginnen.

Nimmer behoorde men de geestkracht van oen kind in te spannen, zoolang de natuur nog bezig is ce lig-chaams- en werktuigskrachten te ontwikkelen. Tot eeue zittondo houding te dwingen belet den groei, en veroorzaakt eeue onvolmaakte vorming der leden, een kromme rug, slechte spijsvertering, bedorven sappen cn scrofula, terwijl het verspillen vau het edelste gedeelte der vermogens, door het dwingen tot peinzen cn leeren, eene overheersehende neiging van het zenuwgestel in de gausche machine veroorzaakt, en het gedurende het gensche leven tot ecu last maakt, door zenuwaandoeningen, zwaarmoedigheid en dergelijke kwalen. Wanneer een kind eene te vroegtijdige neiging tot studie aan den dag legt, voldoe dan hieraan in de open lucht, door eene bestudering van liet boek der Natuur.

Ik kom nu tot het tweede gedeelte van het tijdperk en wil onderstellen, dat het kind zijn zevende jaar heeft bereikt, wanneer boeken, makkers en eigen verstand allen gereed zijn de zaden te strooijeu van al'e soor-

-ocr page 43-

33

ten van kennis en medewerken tot het vormen van nieuwe gewoonten; een tijdvak ook, wanneer de phy-sike vermogens derzelver bestaan te kennen geven aan de gewaarwordingen, hoewel niet aan het begrip. Hier nu, wordt het pad hobbelig en steil, en de veiligheid van het aan onze zorg toebetrouwde wezen loopt zedelijk en ligehamelijk gevaar.

De gevaren, welke een meisje loopt, zijn van even veel aanbelang als die van een jongen. Ik zal dus mijne tegenwoordig • opmerkingen verdoelen en aan beiden eenige woorden wijden.

Het meisje, beschouwd als de bestemde vrouw en moeder, is een wezen van hooge waarde: een diamant, welke, ongeschonden zijnde, eene onwaardeerbare waarde bezit, doch welke de geringste smet van alle waarde berooft. Daarom moet de maagdelijke bloem met de uiterste zorg behandeld worden. Laat hare boeken verhalen bevatten, waarin over vriendschap, zusterlijke en kinderliefde gehandeld wordt. Liefdesgeschiedenissen wilde ik insgelijks tot lateren tijd hebben uitgesteld. Ook heb ik tegen zulke verhalen , waar over kuischheid uitgewijd, en de kunstgrepen besclireven worden om dezelve te belagen.

Ik ben er zeer voor, dat men de meisjes, ook in de hoogere rangen der maatschappij, eene nuttige bezigheid doet leeren. Jlet houdt de aandacht bezigen geelt werk aan haar denkvermogen. Muziek en dans mogen insgelijks eene eerste plaats innemen in hare gedachten ; deze houden geest en ligchaam tevens werkzaam. De oplettendheid op deze regelen zal het meisje ongedeerd bewaren en haar veilig brengen tot den veertienjarigen leeftijd, in ecu' staat als byiion den rozeknop zoo schoon in een paar regels beschrijft (*).

(.*) A lovely flower; scarcely formed, scarce moulded?

A rose with all its sweetest leaves yet folded!quot;

-ocr page 44-

Op den leeftijil van 14 jaren — vele reeds veel vroeger — is voor liet meisje het begin der huwbaarheid verschenen; zij ondervindt nu op gezette tijden eene aan hare sekse bijzondere afscheiding, zonder welke zij nooit eene moeder zou kunnen worden. Wij behoeven niet te zeggen, hoe op dit overgangstijdstip geschikte geneeskundige behandeling gebiedend noodzakelijk is. Het meisje heeft blijk gegeven van hare geschiktheid ter vervulling barer liooge bestemming, en zij heeft regt op eene behandeling overeenkomstig hare waardij.

Met zidke eene opvoeding, als ik heb aanbevolen, is er weinig te vreezen voor het volgende gedrag eener vrouw. Op het oogenblik, dat zij het geheim barer eigene belangrijkheid leert kennen, zal er eene wijziging in hare manieren kenbaar worden, en het zal blijken, dat zij volkomen in staat is zelve hare ongeschondenheid te handhaven, en elke poging om die te ontheiligen, zal haar ontrusten en op hare hoede doen zijn. Zoo zal zij voortleven, eene eere der menschheid, tot dat de toegenegenheden haars herten zich ontwikkelen, en zij eene nieuwe loopbaan intreedt in liet verheven karakter van vrouw.

Jongens zijn moeijelijker te behandelen. Hunne ge» waarwordingen zijn op zeer vroegen leeftijd voor opwekking vatbaar, zelfs wanneer zij nog volstrekt onbekend zijn met den aard van hun gevoel; en wanneer dit het geval is, maken zij zich meermalen schuldig aan afdwalingen, welke wij hier niet beschrijven kunnen. Dezelfde regelen, die wij voor het meisje hebben opgegeven, passé men toe op den jongen. Laat hem ruime, losse kleeding dragen , en op eene goede matras slapen. Doe hem opstaan dadelijk als hij wakker wordt, en zich terstond wasschen met koud water. Doe hem veel be-weging nemen, opdat hij in slaap valle dadelijk als hij

-ocr page 45-

het hoofd op het kussen ligt. Een fiksehe, sterke knaap is ten dezen opzigte veel minder te vreezen , dan de nadenkende, onderzoekende, studerende knaap-Zijne geestontwikkeling zelve bereidt hem gevaar. Hij is meer vatbaar, en rigt zijne gedachten te ligter op onderwerpen , die voor zijne jaren niet passen. Om dit gevaar te keeren is het best, zijn' geest volop voor hem geschikt voedsel te geven, en zich stren-gelijk te houden aan de voorgestelde regels. Hij leze Robinson Crusoe, Reisverhalengt; vooral zulke, die gewagen van gevaarlijke ontmoetingen — vooral gee-ne liefdehistories. Laat het lezen hem eeue uitspanning zijn. Pleeg daartoe raad met zijne neiging, racer dan met uwe wenschen, en spoor hem aan tot de lezing van al zulke geschriften, die onder het bereik zijns begrips vallen, die opleiden tot alle mannelijke deugd, zóó echter, dat zij zulks doen op aangename -wijze. Zoodra mogelijk doe hem het nut en belang der wetenschap inzien. Eindelijk, draag zorg zijne geestkracht niet te overschatten, en bijgevolg te overspannen. Met zoo zorgvuldige leiding, bij gedurige oefening, en alle betamelijke voorzorgen ook buiten hem zelvcn, is er gecne vreeze, dat lüj zal vervallen tut afdwalingen, als welke wij aanduidden.

Wij hopen, dat de lezer ons met de noodige aandacht zal gevolgd hebben, door de tijdperken van kindschhcid en huwbaarheid. Wij zullen nu dit Hoofdstuk besluiten met een kort woord over den jonge-lings-leeftijd.

Dit tijdperk is als de inleiding tot den mannelijken en vrouwelijken leeftijd. Dan is het menschelijk wezen in het bezit van al zijne krachten, welke echter nog niet genoeg bevestigd zijn , om gebruikt te kun -nen worden, in dit levenstijdperk verkeert de vrouw

-ocr page 46-

36

ia gevaar, eu haar jeugdig hart moet met de naauw-lettendste waakzaamlieid wordcu bewaard. De keuze liarer gezeUiimen zij hoogst zorgvuldig. Herhaaldelijk, maar met oordeel stelle men haar het voorbeeld voor oogeu van de veelvuldige gevolgen der afdwa-ling. Dit gesehicde oogeuschijulijk steeds zonder opzet, en vooral vcrmijde men deu seliijn van vermoeden, alsof zij zelve konde vallen.

Door deze middelen zult gij alle betere gevoelens , liarer sekse eigen, bevestigen, en de hooge voldoening smaken, der maatschappij eene waardige zedelijke en zedige vrouw geschonken te hebben. Van sommige jonge lieden is het onmogelijk , hen buiten alle gemeepsehap met de andere sekse te houden. Maar beperking is volstrekt noodzakelijk. Geene woorden vermogen de gevolgen van vroegtijdige uitspattingen te beschrijven. Zij ontzenuwen alle levenskracht., ondermijnen geheel het gestel en verkorten het leven. Een jongeling moest in allen gevalle zich onthouden tot zijn een en twintigste jaar. Hem regelen te stellen te zijner leiding, dit zou ondoenlijk wezen, daar zooveel van omstandigheden afhangt. Evenwel, nadrukkelijk en ten stelligste zoude ik het gebruik ontraden van alle bedwelmende dranken, zoo wel als dat van verhittende en overvoedende spijzen. Een dagelijksch baden is aan te raden. Vooral worde de jongeling gewend aan deu omgang met deugdzame vrouwen. Wij mogen eene Vestaalsche maagd beminnen, maar tenzij onze beginselen hoogst verdorven waren , gevoelen wij voor haar geene onheilige drift.

Bedrijvigheid, werk, vermoeijenis zijn der ;eugd allezins noodwendig. Zij harden en versterker, liet ligchaam, en strekken zeer tot bedwang der zinnelijke togten. Onder alle natiën zijn zij , die tot

-ocr page 47-

hoögc jaren klommen, bekend wegens de in hunu»1 jeugd doorgestane vermoeijerissen. Geen vader dan veroorlove zijn' jeugdigen zoon een ledig, bedrijve-loos leven. Zijn de omstandigheden zoo dat zij de bezigheid niet tot nooddwang stellen, zorg dan dat de vermaken des jongelings van een' werkzamen aard zijn. Hij moge in het eerst er een weinig tegen hebben . spoedig zal het liem aangenaam worden.

-ocr page 48-

DERDE HOOFDSTUK

DE MANNELIJKE LEEFTIJD.

De ontwikkeling van hef Temperament en bijzondere ügchaamsgesteldheid (Ichoovvy.Qaooq) — Gedragsregelen — Dièetsvoorscltrifien — Al-gemeene grondregelen.

Met de intrede in den raanuelijken leeftijd neemt het mensclielijk wezen bezit van zijne stelling als een heer der Schepping. Hij verkrijgt liet regt van vrijheid in gedachte en daad, en neemt de verantwoordelijkheden op zicli van het burgerschap in den schakel der maatschappij. Hij is koning in zijn eigen hnis Oppermagtig meester van zijn eigen persoon.

Wat zou men moeten oordeelen van een bestuurder, die, in plaats van de bevordering van het wel-z\jn des volks, hetwelk hij beheerscht te beoogen, het noodigde tot gastmalen, die hun vergif bereidden, of hen leidde tot ondernemingen, die niet anders dan den dood ten gevolge konden hebben? Zulk eene handelwijze zou algemeen worden veroordeeld, zelfs in Staten, die namelijk overbevolkt mogten heeten. En immers de koning-mensch, die slechts een onderdaan heeft, zich zeiven, hij staat op dezelfde hoogte, zijne stelling is van volkomen gelijken aard; mot geen' anderen drang dan dien van de tijdelijke streling van den smaak verslindt hij spijzen, dranken en kruiderijen, welke ziekten van allerlei aard te weeg brengen, zoo zeker alsof hij gedistelleerde vergiften tot zich name; en alzoo genoegen doende aan zijne eerzucht, ijdelheid,

-ocr page 49-

39

driften en Insten, doolt hij af op paden, die hem uaa; het graf voeren — in één woord, zijn geheele leven is een voortdurende zelfmoord!

Het is niet noodig een kluizenaar te worden of U-leven als de lagere diersoorten; maar men houde steeds de matiging in het oog, ware het ook slechts ter wille van eigen persoonlijk genoegen, zoo wel als ter wille der gezondheid.

De ontleed- en natuurkunde leeren ons, dat ons organismus levensvatbaar is voor eene tijdruimte van meer dan twee eeuwen. Thomas pauk, die den ouderdom van 152 jaren bereikte, werd na zijn' dood geopend, en men begreep nu, dat hij zijn sterfuur nog had verhaast door de verwisseling van zijne gewone eenvoudige leefwijze met die van een weelderig hof Zóó gezond en ongedeerd was de toestand zijner organen, dat zij blijkbaar nog vele jaren langer hadden kunnen dienen. Bij dit en menig ander voorbeeld, heeft de ervaring geleerd, dat het dierlijk leven in duur zich uitstrekt tot acht malen het tijdvak van den groei. En daar de mensch zijn' vollen wasdom en volledige krachten niet vóór zijn 25ste jaar bereikt, geven de regels der natuur hem een' levensduur van tweehonderd jaar. Is het dan niet een betreurenswaardig gezigt, dagelijks zoovele levensjaren nutteloos en baldadig te zien opofferen aan uitspattingen en zelf-verzwakking?! Te zien, hoe de mensch steeds voortgaat zijne genietingen in een kort tijdsbestek zaam te dringen, terwijl, door dezelve over langeren tijd als 't ware te verdeden, hij toch dezelfde mate van genot kon smaken, en daarbij niet uit het leven behoefde te scheiden vóór dat hij de natuurlijke grens des ouder-doms hadde bereikt.

Niet ééne wellust is het leven vijandig, zoo men daaraan slechts met matiging en niette dikwijls toegeeft.

-ocr page 50-

DERDE HOOFDSTUK.

DE MANNELIJKE LEEFTIJD.

De ontwihkéUng van het Temperament en bijzondere

Ugchaamsgesteldheid Clóooavry.Qaouq) — Gedragsregelen — JHëetsv oorschriften — Al-gemeens grondregelen.

Met de intrede in den mannelijken leeftijd neemt het menschelijk wezen bezit van zijne stelling als een heer der Schepping. Hij verkrijgt liet regt van vrijheid in gedaclite en daad, en neemt de verantwoordelijkheden op zich van het burgerschap in den schakel der maatschappij. Hij is koning in zijn eigen huis. Oppermagtig meester van zijn eigen persoon.

Wat zou men moeten oordeelen van een Bestuurder, die, in plaats van de bevordering van het W.3I-zgn des volks, hetwelk hij beheerscht te beoogen, het noodigde tot gastmalen, die hun vergif bereidden, of hen leidde tot ondernemingen, die niet anders dan den dood ten gevolge konden hebben? Zulk eene handelwijze zou algemeen worden veroordeeld, zelfs in Staten, die namelijk overbevolkt mogten heeten. En immers de koning-mensch, die slechts één onderdaan heeft, zich zeiven, hij staat op dezelfde hoogte, zijne stelling is van volkomen gelijken aard; met geen' anderen drang dan dien van de tijdelijke streling van den smaak verslindt hij spijzen, dranken en kruiderijen, welke ziekten van allerlei aard te weeg brengen, zoo zeker alsof hij gedistelleerde vergiften tot zich name; en alzoo genoegen doende aan zijne eerzucht, ijdelheid,

-ocr page 51-

39

driften en lusten, doolt hij af op paden, die hem uaar het graf voeren — in één woord, zijn geheele leven is een voortdurende zelfmoord!

Het is niet noodig een kluizenaar te worden of tt leven als de lagere diersoorten; maar menhoudesteeds de matiging in het oog, ware het ook slechts ter wille van eigen persoonlijk genoegen, zoo wel als ter wille der gezondheid.

üe ontleed- en natuurkunde leeren ons, dat ons organismus levensvatbaar is voor eene tijdruimte vau meer dan twee eeuwen. Thomas park, die den ouderdom van 153 jaren bereikte, werd na zijn' dood geopend, en men begreep nu, dat hij zijn sterfuur nog had verhaast door de verwisseling van zijne gewone eenvoudige leefwijze met die vau een weelderig hof Zóó gezond en ongedeerd was de toestand zijner organen, dat zij blijkbaar nog vele jaren langer hadden kunnen dienen. Bij dit en menig ander voorbeeld, heeft de ervaring geleerd, dat het dierlijk leven in duur zich uitstrekt tot acht malen het tijdvak van den groei. En daar de mensch zijn* vollen wasdom en volledige krachten niet vóór zijn 25stejaar bereikt, geven de regels der natuur hem een' levensduur van tweehonderd jaar. Is het dan niet een betreurenswaardig gezigt, dagelijks zoovele levensjaren nutteloos en baldadig te zien opoiferen aan uitspattingen en zelf-verzwakking?! Te zien, hoe de mensch steeds voortgaat zijne genietingen in een kort tijdsbestek zaam te dringen, terwijl, door dezelve over langeren tijd als 't ware te verdeelen, hij toch dezelfde mate van genot kon smaken, en daarbij niet uit het leven behoefde te scheiden vóór dat hij de natuurlijke grens des ouder-doms hadde bereikt.

Niet ééne wellust is het leven vijandig, zoo men daaraan slechts met matiging en niet te dikwijls toegeeft.

-ocr page 52-

40

quot;Een kort leven dan, zoo H 'maar vrolijk zij.'quot; Deze spreuk doet de mensehen dwalen. AV'aarom niet in de plaats gesteld deze: quot;Een lang leven en een gelukkig leven!quot;

Immers, de menseli lieeft zooveel om voor te leven, en dat Iiem liet leven wenschelijk maakt, dat liij geene bijkomende prikkels behoeft; terwijl de genieting des levens van ecnc verreweg beter gehalte is, dau de uitwendige vreugde der verstrooijende vermaken. Op dit een en ander zal ik meer te zeggen hebbeu in het tweede gedeelte, maar reeds hier mag ik den lezer kortelijk herinneren, voor hoeveel meer wij in onzen tijd te leven hebben, dan onze vaderen, daar in dit tijdvak de aantrekkingen tot liet leven als ver-duizendvoudigd zijn. Hoe is de wetenschap uitgebreid ! Hoe heeft zij zelfs niet den tijd als verlengd, door ons in staat te stellen in een' zelfden tijd liet vierdubbele werk af te doen! de overgangen van land tot land, welke maanden vorderden, geschieden nu in weken; eene dagreize wordt thans in een uur afgedaan; de lezing ééns avonds bespaart ons jaren van studie; de kracht des stooms verrigt den arbeid van duizenden in minder tijdruimte zelfs, dan vroeger de enkele verdeeling des werks vorderde; geschriften stroomen van de pers als door toovermagt; de grondslagen eens trotschen werkstuks, vroeger ten koste van jaren ar-beids gelegd, worden nu ingedreven als een spijker in eene plank, en de mededeeling tot bespoediging aller operation benoodigd, geschiedt van het ééne einde des lands tot het andere niet in uren, neen, scliier in hetzelfde oogenblik. Dit alles geeft eene vermeerdering van waarde aan den tijd, zoodat elk kwartier schier een jaar wordt, en door het leven slechts weinige maanden te verkorten, verliezen zij weUigt de voordeelen eener eeuw.

-ocr page 53-

41

Maar het gewig-tigste van alles is de waardij uur zielskrachten , temperamenten, bijzondere ligcliaamsvermo-gens, door den mannelijken leeftijd in eene verkeerde loopbaan verspild. Men moest steeds in gedachte houden, dat, hoezeer voor misbruik vatbaar, de ziels- en ligchaamskracliten nu rijp zijn tot de volste bedrijvigheid, en niet langer in hare ontwikkeling beperkt behoeven te worden. Zoowel de vermogens der hersenen als des ligchaams, worden nu geroepen tot vervulling hunner hoogst gewigtige bestemming, en wij zijnvtr-pligt te denken en te handelen voor de maatschappij in het algemeen, zoowel als voor ons zeiven; verwaarlozing hierin is gevolgelij k niet alleen eene zelfverloochening dier genoegens, welke de betamelijke pligts-vervulling vergezellen, maar hoog verraad gepleegd tegen het menschelijk geslacht. .Maar bij liet pligt-matig honoreren der wissels op onze ziels- en ligehaams-vemiogens, moeten wij de betamelijke eigenvoeding on (mderhouding vau deze in het oog houden, zoo wel als de zorg tegen derzelver krenking of beleediging. Te dien einde wil ik eenige noodige opmerkingen ter nederstellen omtrent gedrag, dieet, enz. enz.; en begin met eene korte opsomming dier teekenen, welke eik mensch in zich zeiven behoort gade te slaan, en welke blijken zijn van een gezond gestel en waarschijnlijk hoogen ouderdom.

Zoo als reeds is aangewezen, de voorname grondslag voor een lang en gezond even moet bestaan in het bezit van een gezond ligchaam, waarin de verschillende organen elk zijne bijzondere werking ver-rigten, met de vereischte kracht en juistheid. Dit is van even groot gewigt als het vrijzijn van alle soort van overgeërfde smet. Een der voornaamste, deelen van den mensch-ligchamelijken toestel, dat een meer bijzonderen invloed uitoefent op de verlenging

-ocr page 54-

'ies levens, en voornamelijk op du middelen om het te genieten, is de maag, met de bijbehoorende verteringsorganen. üit is eene zaak, die zicli zelve bewijst- Zoo niet de allergewigtigste zaak der vertering geregeld en gezond voortgaat, moet bet gebeele za-menstel daaronder lijden. Ontstelde vertering is inderdaad tevens een teeken en eene oorzaak van ziekte. Met eene gezonde vertering en bet gebruik van gezond voedsel, is de geest opgeruimd, liet ligebaam werkzaam, de geheele menseli levensvrolijk en geschikt tot den ernstigsteu ziels- of ligchaamsarbeid. Laat , daarentegen, er eenige oorzaak bestaan, waardoor de vertering wordt belemmerd, en het geheel lijdt — een aanval van indigestie veroorzaakt niet alleen ligehaams-pijn, maar tevens zielelijdeu. Men is neergedrukt, ligt boos wordende, slecht gehumeurd, niet geschikt tot inspanning, lusteloos — inderdaad al de werkingen van het zenuwstelsel zijn blijkbaar ongeregeld, ontstemd. Eu vervolgens een drooge, leelijke smaak in den mond, koortsachtige spanning, oprispingen , winden , hoofdpijn , vliegeudeu pijnen door heel het. ligchaam enz. enz. — dit alles bewijst ten sterkste den grooten invloed op het meuschelijk ligchaam van eenige ongeregeldheid der maag en ingewanden — het laboratorium der natuur, daar zij de stoffen tot voeding en ouderhouding des geheels bestemd ontleedt, en in nieuwe doelgeschiktc verbindingen brengt.

Jn een voorgaand Hoofdstuk stipten wij een en ander aan omtrent de inrigtiug des ligchaams, en de organen, door welke het gevoed en ondeoouden wordt. Ook eene korte schets der verterings-v/erking werd daar gegeven , maar nog enkele aanmerkingen daaromtrent zullen hier ter plaatse niet te onpassc 4in, nu wij handelen over dat gewigtgst tijdperk des besta an s , den volwassen leeftijd.

-ocr page 55-

43

iJu eerste stap, liet ^begin vau het vertermg-j)roces bestaat iu dc behoorlijke vermaling des voed-seis, met behulp van tanden en tong, en deszelfs vermenging met het speeksel, 't welk bij het eten rnimelijk in den mond wordt uitgestort, door tot de afscheiding daarvan bestemde klieren. Zij zijn zes in getal, drie aan elke zijde. Uit de hoeveelheid van speeksel onder de kaauwing met het voedsel vermengd, heeft men ondersteld, dat deszelfs voornaamste doel was enkel liet gekaauwde voedsel, waarmede het behoorlijk vermengd was, te brengen tot den staat van eene zachte, pappige massa, opdat het te gemakkelijker doorgeslikt, en daarna in de maag verteerd zou kunnen worden. Deze beschouwing is echter te zeer bloot mechanisch om geheel juist te kunnen wezen De natuur doet nimmer iets zonder doel, en zij verlangt geen' dubbelen toestel waar een enkel genoeg is De analyses, door onderscheidene beroemde scheikundigen in het werk gesteld, hebben doen zien, dat het een zonderling samengesteld vocht is, bevattende onderscheiden oplosbare en andere nagenoeg onoplosbare zouten, verschillende zuren, en bovendien verschil lende bijzondere bestanddeelen, welke zekere chemi sche en pysische hoedanigheden aan het vocht mede deelen. Schoon voorals nog de juiste invloed, door de bijmenging van het speeksel uitgeoefend, niet helder kan bepaald worden, is dit echter zonder twijfel, dat het meer of minder, maar altijd grootelijks hef verterings proces wijzigt; dit zal men te eer willen gelooven, als men zich herinnert hoe zeer zulke perso-nen aan indigestie zijn onderworpen, die gewoon zijn hun voedsel in te slikken zonder behoorlijke kaaUwin^. Het speeksel werkt als een stimulus (prikkelend opwekkend middel), en is in geenendeelc een onwerkzame balsem op zweren, enz De hond likt de wc;)-

-ocr page 56-

u

den bij instinct, en dit doet ze tot genezing overgaan liet speeksel zal dan waarseliijnlijk ook als een sii-miiltiS werken op de bekleedselen der maag, en door ordenende verwantschap belangrijke veranderingen ïw de voclitmassa daarstellen. Mogelijk, dat liet ook zijnen invloed oefene op de afscheiding van het maagsap — waarvan zoo aanstonds meer. Intusschen, moet men in gedachte houden, dat het bedoelde vocht onmiddellijk wordt gevormd uit het levende bloed, zou dat de insalivatie of de bijmenging van het speeksel bij het voedsel mag beschouwd worden als de eerste stap ter assimilering des voeclsels tot een bestanddeel des dierlijken organismns.

Het voedsel, dus toebereid, en gebragt tot den staat van eene zachte, brijige massa, wordt gebragt in den slokdarm en door dezen gevoerd in de maag , het gewigtigste aller organen, die tot het spijsvorte-rings-proees medewerken. Het aanwezen van liet voedsel in de maag, veroorzaakt eene uitstorting van het maagsap — eene afscheiding, te weeg gebragt door zekere klieren, liggende onder het eerste maag-bekleedsel — welks werking, in vereeniging met de bijzondere eigene beweging van het orgaan zelf (waardoor verschillende gedeelten van het voedsel op verschillende tijden noodwendig met de bekleedselen [wanden] des orgaans [der maag] worden in aanraking gebragt) gaat het verterings-proces voort, het voedsel ondergaat eene eerste verandering, wordt omgezet tot chyme. Wanneer deze verandering is voltooid geworden — en zulks vordert langeren of kor-teren tijd, al naar den aard of de soort van voedsel , waarop de maag te werken heeft, en al naar de wijze, waarop de keuken het heeft gereed gemac.kt — wordt de half-vloeibare cJiyme-mws,^ gedreven in liet kleinere ingewand het duodenum (12-vingerendarm),

-ocr page 57-

15

waar het gemengd wordt met de g-ai, eenc uitscheiding uit de lever, en ondergaat dus ceue nieuwe omzet fing, wanneer het ehyl wordt genoemd. l)e werk kringen van liet pancreas (de alvleeschklier) en dei-milt zijn voor als nog uiet genoeg bekend, om de physiologisten iu staat te stellen, omtrent derzelver invloed in liet verterings-proces een bepaald oordeel •lit te brengen.

Op de ehyl, gaande door de dunne darmen, wer-keu kleine buizen, welke zieli de voedende deelen uitkiezen, de niet-voedende verwerpende; en voeren huren buit door nabij de darmen liggende klieren, en van daar onder de linker sleutelbeenader zich vermengende met het aderlijke bloed, wordt dit gevoerd naaide regter hartkamer, om van daar in de longen go-bragt en gezuiverd te worden.

Deze zoo vlugtige schets moet reeds iedereen overtuigen van de groote belangrijkheid der organen , wier werkzaamheid wij hebben aangewezen. De herbouwing, voortdurende herstelling des ligchaams, hangt af van de volkomene en gezonde spijsveneringswerking. Indien de maag ontstemd is en buiten staat om hare werkzaamheid juist te volbrengen, of indien de hoedanigheid en hoeveelheid van het daarin opgenomen voedsel van een' ongezonden of schadelijken aard i.s, dan, buiten de ontstemming, die volgen moet. voor de onmiddellijk en dadelijk geïnteresseerde organen , dan moet geheel het ligchaam lijden; en indien de oorzaak der afwijking lang voortduurt, kan er ernstige organische ongesteldheid uit voortkomen. Ongeregelde spijsvertering is dikwerf een der vroegste aanduidselen van ziekte; integendeel, goede eetlust ca ligte spijsvertering geven getuigenis van hoi bestaan eener goede gezondheid.

-ocr page 58-

46

liet maagsap, waarvan melding is gemaakt, als een der voornaamste werkers in liet verterings-proces, wordt, zoo als gebleken is, nooit afgescLeiden, dan onder den prikkel van daadwerkelijk in de maag aan wezig voedsel; en, verder is het gebleken, dat de afgeselieiden hoeveelheid in verhouding staat tot de mate van voedsel, die het gestel behoeft, en niet in verhouding tot de hoeveelheid, waarmede wij de maag overladen — dit eenvoudig, maar gewigtig feit ver klaart in eens de oorzaak der indigestie, waaraan overmatige eters onderhevig zijn.

Eenige zeer belangrijke punten met betrekking tot de spijsvertering werden waargenomen door Dr. ijeau-mont (uit de V. S.), die het bijzonder goed geluk had, eenquot; persoon te ontmoeten, alexis de st. martin, bij wfen eene artiliciclc opening in de maag bestond, door welke de Dr. alles kon zien, wat bij het spijs-verterings-proees plaats vond. Met den meest belang-loozen ijver en bewonderenswaardige volharding, benutte hij deze gelegenheid om den kring der menscbe-lijke kennis uit te breiden. Voor eene aanzienlijke som bewoog hij dien persoon vele jaren bij hem te vertoeven en zich ten voorwerp te stellen voor talrijke, zorgvuldig in het werk gestelde proef-onderzoekingen. De opening in de maag diens mans was het gevolg van eene geschoten wond; zij bleef voortdurend open, maar belette hem niet ligt werk te verrigten en aicb als voyageur te engageren bij de Hudson'sBay Compeny.

Met maagsap bezit het vermogen om te ontbiadeu en tot eeue dikke brijige massa te brengen alle artikelen van voedsel, dat aan zijne werking wordt oader-worpen; het heeft echter geen vermogen over levende dierlijke stof, noch over eenig mineraal of in orga-nisch ligehaam Het belangrijk feit, door D,. B

-ocr page 59-

1-7

proeven vastgesteld, dat de maag op eeumaui sieciitgt; eene bepaalde hoeveellieid van dit voclit uitscheidt, eu dat die hoeveelheid in behoorlijke verhouding staat tot de mate van voedsel, welke tot het onderhoud des h-vensbeginsels wordt gevorderd, dit feit moest iedereen steeds in gedachten houden. Schoon het mogelijk zij, dat, door prikkelende dranken of kruiderijen, de maag somtijds gedrongen kan worden werk te volbrengen, waartoe zij niet bereid is, tot het verteren van grootere hoeveelheden voedsel, dan werkelyk uoodig zijn, de herhaling van zulk een vergrijp tegen de wetten der natuur, veroorzaakt onvermijdelijk, dat zeker deel van het voedsel onverteerd blijft, en nu onderworpen is aan do wetten der chemische ontbinding door warmte en vocht, en het gevolg is indigestie. met al den aankleve van dien. Het kwaad wordt groo telijks verergerd, wanneer nog, behalve de overlading der maag in 't algemeen. ook de massa van voedsel, die er iu gedreven is, bestaat uit verschillende artike len, meer of minder prikkelende, eu van meerderen of minderen graad van vateerbaarheid.

Dokter beaumont vond in den loop zijner prak tijk te St. Martin, dat wanneer er eene koortsachtige gesteldheid plaats had, hetzij ten gevolge van belemmerde ademhaling, overmatige opwekking door prikkelende dranken, overladen maag, of door vrees, toorn of zielsaandoening, storing of onderdrukking van liet zenuwstelsel, de binnenrok van Je maag somtijds rood eu droog wordt, en ot andere tijden wederom bleek eu vochtig en geheel en al zijn gezond en zacht voorkomen verliest. Als een noodwendig gevolg worden de gewone afscheidingen bedorven of geheel onderdrukt, en de blaasjes, uit welke iu gezonden toestand «ie mucus, welke de zachte oppervlakte van den bin* nenrok beschermt, vlooit, werden slap eu week. zoo-

-ocr page 60-

48

dut zij niet langer derzelver gewone witte afscheiding leverden.

' De zenuw- en swi-papillaa dus van derzelver beschermend schild beroofd, worden dan vatbaar voor bovenmatige prikkeling. Wanneer deze ziekelijke verschijnselen aanmerkelijk werden, dan leed het gan-sclie zamenstel; droogte in den mond, dorst, versnelde pols en andere verschijnselen openbaarden zich; en er kon geen maagsap verwekt worden, zelfs niet door het nuttigen van voedsel.quot;

Het naast volgend teeken van voornitzigt op een lang leven is een hart gt; dat niet te driftig is. De omloop van het bloed veroorzaakt eene aanhoudende vertering of gelijktijdige slijting. Om deze reden moet een gestel, dat honderd polsslagen in de minuut telt, spoediger slijten, dan een zoodanig, dat er slechts vijftig telt, en bijgevolg moet ecu mensch, wiens ]K)ls steeds snel is en waarvan de beweging versneld wordt door elke beuzelachtige aandoening van het gemoed of het gebruiken van eenige sterke drank, geenszins op een lang leven rekenen. Voor alle d.n-gen zorge men dus eene hedacü'de en gelijkmatig slaande pols te behouden.

Het toegeven aan al de hartstogten zal later behandeld worden. Een leven van onafgebroken opwekking «in gewoonten tot dronkenschap, voornamelijk van sterke drank, vermeerderen de prikkelbaarheid van het hart grootelijks en versnellen de pols. De groote john hunter, die lang aan eene ongesteldheid van liet hart leed, stierf plotseling in een hevige crift, veroorzaakt door een twist.

Het is eone zonderlinge eii belangrijke daadzaak, dat ofschoon het hart zoo ligt geprikkeld wordt, het evenwel in gezonden staat weinig of gccnc gevoeligheid bezit. zoo zelfs - dat men het kan aanraken ,

-ocr page 61-

49

zonder dat dc persoon, die het bezit, er iets van gevoelt. Een patient van den beroemden harvey had eene zoo groote wond in de borst gekregen, dat men het hart kon aanraken, en toch bemerkte dc lijder er niets van, tenzij hij ernaar zag. Karel de eerste dit zonderlinge geval vernomen hebbende, vergezelde harvey, opdat hij persoonlijk voor de waarheid zoude kunnen instaan.

Een ander goed teeken, dat een mensch eene goede constructie heeft, is eene welgevormde horst en adem-halingswerMuigen. I)e ademhaling is eene onophoudelijke operatie, noodzakelijk voor het leven, en zuivert het bloed gestadig van eene menigte bedorven deelen. Zij, daarom, die eene breede borst hebben , met het vermogen den adem eenen geruimen tijd te kunnen inhouden, kunnen verzekerd zijn eenen hoogen ouderdom te kunnen bereiken.

Een goed temperament is een onwaardeerbaar bevorderaar van een' langen levensduur. Het beste is een bloedrijk, getemperd door een weinig flegma, hetwelk medewerkt tot het verzekeren van eene voldoende hoeveelheid en behoorlijke verdeeling van levenskracht, ontspruitende uit de bedaardheid, orde en overeenstemming der innerlijke operatiën. Moed, gematigde hartstogten, opgeruimdheid en zedelijke voortreffelijkheid, worden hierdoor veroorzaakt, en verzekeren zoowel geluk als lengte van dagen.

Goede geneeskrachten geven eenen gewenschten gezondheids-toestand te kennen, en een vermogen om zich zelf te helpen in geval van ontstemming of storing , door het terughouden of weren van de oorzaken der ziekten, en het bevorderen van de genezing dei wonden. Bij de Wilden genezen zware wouden van zelf, en ziektegevallen zijn uiterst zeldzaam. Goed

-ocr page 62-

50

geiieesvicesch geeft eene sterke en volmaaktu werkzaamheid der opslorpende vaten te kennen, en regel-matiglieid in de werking der afseheidings-organen.

Gelijlcmatigheid van zamemtel) door het bewerken van gelijkheid van vermogens en beweging, is een ander teeken van geschiktheid om eenen hoogen ouderdom te bereiken.

Stevigheid van organisatie is een ander goed teeken. Hiermede bedoel ik niet zoo zeer meehanieke taaiheid als hardheid van gevoel.

De teekenen op deze wijze opgegeven hebbende, ga ik over tot het aanwijzen van de middelen tot der-zelver verkrijging, op den voorgrond stellende, dat hetgeen gezegd is aangaande den mannelijken leeftijd, insgelijks van toepassing is op de vrouwen, zoodra zij huwbaar zijn. Wat dc eigenaardige ongesteldheden der vrouwen betreft, hierover zal ik zwijgen, om dc eerbaarheid van naauwgezette lezers niet te kwetser, daar het mijne bedoeling is, dit werk voor niemand aanstootelijk te doen zijn.

De eerste hulpmiddelen, dan, tot vermeerdering der levenskrachten, derzelver verslijting te vertragen en het bijstaan en vergemakkelijken der herstelling, zijn matiging van levenswijze 01 regelen van diéet. Ver is het van mij te verlangen, dat men zich redelijke genoegens ontzegge, of de zon bij hare opkomst cn ondergang te vergezellen; maar men kan vrolijk en verstandig zijn. De schouwburg, het concert, het bal, zijn allen weldadig in derzelver gevolgen, en behoeven niet genieden te worden, omdat zij wat Jaat in den nacht duren; doch het is geene noodzakelijkheid, maar wel kwaad, het bijwonen daarvan tot oene raste gewoonte te maken. Tot zijn vijf en twintigste jaar behoorde de man ongehuwd te blijven; dochdaar-om wil ik niet van de jongelingen vorderen, dat zij

-ocr page 63-

51

zich van het vrouwelijk gezelschap onthouden. Het is goed voor het hart, gemoed en ziel, en heeft meer vermogen hem van het kwaad af te houden dan eenig voorschrift van het code morale.

Er zijn kleine gewoonten, kleine ondeugden ge naamd, die, hoeveel tot onze physike neigingen he-hoorende, algemeen als wangedrag worden veroordeeld. Van deze zal ik melding maken, voordat ik tot het meer belangrijke onderwerp van dieet overga.

Rooken. — Veel is er tegen deze gewoonte gezegd geworden, doch ik zie geen kwaad in eene goede sigaar op gepaste tijden. Na het eten bevordert liet de spijsvertering. Op reis dient het tot ver aangenaming en beveiligt des avonds tegen de nacht lucht. In tijden van besmetting is het een zeer heil zaam middel daartegen ; bij gemoedsaandoening brenii het veel bij om dezelve te stillen en kan geacht wor den een bevorderaar van de gezondheid te zijn. Ov( r matig spuwen is nadeelig en vermoeijend; het is te veus eene walgelijke gewoonte, en eene zoodanige, welke gemakkelijk vermeden kan worden. Een goed rooker spuwt nooit, of hoogst zelden, wanneer hij zijne sigaar rookt; rook niet te veel, spuw vooral niet, en gij kunt den tabak onder de geoorloofde, gt noegens des levens rekenen.

Snuif is goed voor een enkele keer, doch schade lijk, wanneer men het tot eene gewoonte maakt. Voor geleerden is het dikwijls onm isbaar, om zijne verstrooi de gedachten te regelen, want als de geest met eene menigte van denkbeelden is vervuld geworden, dan is het onmogelijk deze later te verbannen; liet ze nuwstelsel heeft dan een kleinen schok noodig, of ten minste eene verandering van bezigheid. Een bad of eene wandeling zon dan zeer dienstig wezen, doe!' dit gedoogt het weder of de omstandigheden niet al

-ocr page 64-

52

toos; een snuifje is daarom de beste plaatsvervanger, Jaar het dc nevels voor den geest optrekt en de ge-wenschte uitwerldng te weeg brengt.

Spelen. — Ik ben geen voorstander van hazardspelen, doch eene vriendelijke hand bij het kaartspel strekt tot vervrolijking en scherpt de vermogens. Het schaakspel is eene onwaardeerbare uitspanning voor den geest; dobbel- en andere hazardspelen zijn de menschelijfee oplettendheid onwaardig, en wekken de hartstogten meer op dan cenig ander spel. Billard is een edel 9pel en geeft die vaardigheid aan de hand en die scherpte aan het oog, welke in het dagelijks leven zoo dikwijls te pas komt. Worstelen en andere gymnastische oefeningen zijn heilzaam voor het ligchaam-Deinken. — Voor den Indiaan, wiens gestel gehard is door vjerkzaamheden, xoelke geene luiiensjio ■ rige inspanning vorderen, wiens ligchaam gesterirt wordt door dagelijks verkeer in de frissche lucht, bezwangerd met de geneeskrachtige geuren van kruiden en planten, wiens geest nimmer afgemat wordt door diepzinnig denken, is water toereikemi tot het lesschen van den dorst; maar voor den afge-tobden landbouwer, die onder zwaar werk met ontberingen van allerlei aard te kampen heeft — voor den geleerde, in het eenzaam studeervertrek opgesloten — in een woord, voor al de stedelingen van een land, waar de menschen opeen gepakt wonen en aan bovenmatige inspanning van krachten zijn bloot gesteld, is eene matige hoeveelheid van geestrijke dranken even heilzaam tot bewaring van de gezondheid, als overmaat schadelijk voor dezelve is. Zij, die aan verstopping lijden, behooren zeer zelden van geestrijk vocht gebruik te maken, en handelen inderdaad zeer wijs, wanneer zij deze in het geheel niet gebruiken; doch even keurig moeten zij zijn in de keus van het water, daj

-ocr page 65-

53

lij drinken, als de bon vivant is in de keuze var. zijn' wijn; daar liet wel bekend is, dat het water mi nerale en andere zelfstandiglnden bevat. Daarom moesten alle waterdrinkers liet water koken eer dat zij het drinken, of hetzelve ten minste filtereren.

Alcohols. — Deze worden getrokken uit vruchten, koren en andere planten, en kunnen in één woord, getrokken worden uit alles wat groeit. Dezulken, welke het meest gebruikt worden, zijn ge-never, rum en brandewijn; buitensporig gebruik daarvan veroorzaakt dronkenschap; en het voortdurend gebruik maken, verwekt ongesteldheden van het hart en van de lever alsook van de voornaamste organen van het menschelijk ligchaam, en wanneer het in het bloed komt voordat de geest daarvan vervlogen is, alsdan oefent het een' schadelijken invloed uit op de longen, hersenen, nieren en lever, en laat sporen na, welke zich na den dood openbaren. Wanneer zij met verstand gebruikt worden , dan is het een heilzaam geneesmiddel, en worden dikwijls door geneesheeren aangeraden. Bij afmatting is een glas grog (genever met water en suiker) van groot nut, en bij koude, vermoeidheid, zwakke gezondheid en andere tijdelijke ongesteldheden zijn geestrijke dranken allerheilzaamst, door derzelver prikkelend en verwarmend vermogen . Zij behoorden echter altoos aangelengd, uitgezonderd in buitengewone gevallen, en nimmer des morgens vroeg, gebruikt te worden, als zijnde de maag alsdan niet tegen dezelve bestand: insgelijks behoorde men daarvan 's avonds geen gebruik te maken, daar zij de hersenen te veel aandoen en bij gevolg den slaap verhinderen. Een slokje, wanneer men te paard stijgt, is een levens-elixer.

Wijnen. — Van deze zijn er, die opbruisen, zwaar en droog, ligt en droog, zoet en ligt zijn; meest alle

-ocr page 66-

54

wijnen zijn buitenlandscli maaksel; de drooge wijnen /.ijn Port, Sherryj Marsala en Madera. Dc ligtc en drooge zijn meestal Kijnseli product, en bestaan in lloode wijn, Moeselwijn, Hermitage enz. Dc ligte en fonkelende zijn Moesel, Hoek, Champagne, en andere, te goed bekend, om hier opgenoemd te worden.

J)e schadelijke gevolgen, wanneer de wijn vervalscht is of in te groote hoeveelheid gebruikt wordt, zijn storingen van dc nrinaire afscheidingen, aciditeit van de maag, koorts en prikkelbaarheid van de huid, vergezeld van dronkenschap, en, in overmaat gebruikt, delirium tremens en dood. Men vergete niet, dei een onverstandig gehruikt glas, de jwls van twintig tot dertig slagen versnelt.

Gebrouwen dranken. — Ik moet, in weerwil van de Thee-voorstanders, ale een goed tonisch, en portee een voedende cd versterkende drank noemen. Porter steunt het ligchaam onder menigen last. Voor zo gende vrouwen is liet van het grootste nut, en ver meerdert niet slechts het zog, maar versterkt het tevens. Ik geloof niet, dat er een heilzamer drank-bestaat.

De lange tijd, welke gebrouwen dranken noodig hebben om te verteren, is een van de redenen, waarom buitensporigheid zoo nadeelig is. Te veel Porter geeft aanleiding tot beroerte en leverziekten, daar het een zware en constiperende drank is. Ale, in onmatige hoeveelheid gebruikt, werkt prikkelend op de nieren en op de huid. Beide dranken hebben eene bedwelmende en dronken makende kracht.

Koj-fu en thee. — Deze kan men den zachtsten vorm van aftreksel noemen, en in weerwil van al hetgeen er voor en tegen gezegd is, zijn dezelfde opmerkingen daarop toepasselijk, welke ik betreffende de ove-

-ocr page 67-

55

rige kunstdranken heb aan dc hand gegeven. Matig gebruikt, zijn zij van groot nm; en bevorderen groo-telijks de matigheid en intellectuele nasporingen. Een te sterk gebruik verzwakt den geest en vernielt het gestel. Groene thee is voornamelijk af te raden. Cho-colaad, kakao enz. zijn alle meer of minder voedzaam , en ook af te raden, wanneer men er te veel van gebruikt.

Limonade, Sodawater zijn te llaauw, om tot buitensporigheid uit te lokken.

Soepen. Ligte soepen zijn voedend, krachtige maken vet en zijn nadeelig.

Een slotregel en ik besluit mijne bemerkingen over het drinken. Het is altoos goed te drinken} wau-neer men dorst heeft, en verstandig niet ie veel ie drinken.

Late uren. — De gewoonte om laat op te blijven behoort tot de kleine gebreken, doch ik beweer, dat het een zeer groot kwaad is. liet veroorzaakt koorts, hoofdpijn, vermoeidheid en eene lange reeks van andere euvels, en is eene schending van de physiologi-sche wetten, welke de .Natuur naar verdienste straft. Niemand behoorde minder dan zes uren te slapen, en niemand, die gezond is, meer dan acht. Elk uur voor middernacht aan den slaap gewijd, is zoo vee] winst van natuurlijke voordeelen, welke minder invloed hebben na dien tijd, omdat wij alsdan reeds de morgenlucht beginnen te ruiken, en dat voordeel van dt lucht missen, hetwelk de algeheele afwezigheid van de zon verwekt. i)c gansche natuur slaapt des nachts en zoo behoorde dc mensch ook te doen.

Een nadeel van laat studeren is het droomen, ver oorzaakt door den al te wakenden toestand van de vermogens, welke in werking zijn geweest; want hei is allezins mogelijk, dat eenige onzer zintuigen wakker

-ocr page 68-

56

blijveu, terwijl de andere slapen. Een ander nadv : is liet al te zeer inspannen van de zintuigen des gc-zigts bij liet lamplielit, dat men in. geen geval gedurende den slaap moet laten branden, tenzij behoorlijk bedekt, omdat, hoe minder de zinnen aangedaan worden, des te geruster de slaap is. Rlmmatiek en dikke beenen zijn ook de onvermijdelijke gevolgen van nachtwaken, doordien wij daardoor verliezen de physike werking van den slaap, door het herstellen van de levenskracht, hare beweging vertragende en hernieuwende, wat de dag haar ontroofde, en herstelt alzoo het geheele gestel. Het is niet algemeen bekend, dat wij des morgens langer zijn dan des avonds. Elke dag is een miniatuur van het menschelijk leven, en ochtead , middag en avond vertegenwoordigen jeugd, mannelijke leeftijd en ouderdom.

Te lang slapen is even nadeelig als te weinig «lu-pen, daar het eene te groote hoeveelheid van kwade sappen veroorzaakt en het leven verkort, door de werktuigen te verslappen en tot werken onbekwaam te maken.

Wat het 'bed betreft, waarop wij slapen, leert ons de ondervinding, dat eene paardeharen matras en dunne dekens allergezondst zijn. Gordijnen zijn niet noodig en dikwijls zeer schadelijk, doordien zij de kwade dampen, welke de slaper van zich geeft, besloten houden en de toestrooming van frissche lucht belemmeren. De slaapkamer behoorde ruim en luchtig te zijn, en geene bloemen of andere uitwasemende voorwerpen te bevatten. Laat mij dus den lezer ten dringendste aanraden, nimmer langer dan tot elf ure op te blijven.

Vadzigiieid.—Dit is een ander wangedrag. Wanneer de mensch het doel, waarom hij geschapen werd, wil bereiken. dan moet bij gebruik maken van zijne

-ocr page 69-

physike en intellectuele kraclten. Zij, die een zit tend leven leiden, moesten zich beweging geven door te wandelen , te loopen, paard te rijden, te dansen, te schermen, lv worstelen enz., doch steeds in evenredigheid hunner krachten, en in eene matige beweging blijvende. totdat het ligchaam langzamerhand van de buitengewone verhitting bekoele. In dien toestand vermijde men vooral het gebruik van sterkr dranken, daar deze alsdan het bloed te veel verhitten, en ten slotte moet i.-ien niet op den grond gaan zit ten, zonder iets onder zich te leggen.

Dubbelhartigheid. — Velen zullen van oordeel zijn, dat eene verhandeling over dubbelhartigheid meer tot de zedekunde dan tot de geneeskunst behoort, doch dit is geenszins het geval. Eene aanhoudende gewoonte om te bedriegen werkt op het zenuwgestel, en benadeelt bij gevolg het ganschc gestel, door uitputting van de overspannen zielskrachten, en verkort het leven.

Het toegeven aan de hartstogten of driften. liet verband tus.cchen ziel en ligchaam is zoodanig, dat alle hartstogten op de gezondheid inwerken, en, in hevigheid uitbrekende, zijn ze hoogst verderfelijk. Van de zinnelijkheid zal ik hier niet spreken, maar'mij bepalen tot eenige weinige woorden omtrent toorn , vrees, smart en jaioezij.

Toorn. — De toorn ontroert de ziel, doet den omloop des bloeds onmatig versnellen, en beleedigt de dierlijke en levensfunctiën. Den sterke veroorzaakt hij gevaarlijke koortsen, en hun, die von gevoeliger zenuwen zijn of van zwakke gezondheid, meermalen een' plotselingen doud. Derhalve moet onze zorg voor de gezondheid, zoo wel als voor de rust der zamenleving, ons de uitbarstingen van den toorn doen bedwingen. Niemand kan het beleedigd gevoel

-ocr page 70-

58

vleii mond stoppen, maar de Rede is immers altijd met hare hulp bij de hand, om de uiting te onderdrukken , en hoorden wij naar de stem des hooge-ren beginsels in ons, dat men zielegrootheid noemt, wij zouden dan altijd liever vergiffenis schenken, dan over eenc grieving weerwraak nemen. De bestrafling des ongelijks kan zonder opgewondenheid geschieden, en dus bedaardelijk met des te meer nadruk en kracht. Toorn , daarenboven, de rede verwarrende, geeft den koelen tegenstander een groot voordeel over ons, en verdelgt buitendien zeker onze kalmte en opgeruimdheid, welke der gezondheid zoo voordeclig zijn.

Vrees. — Deze is eenc lage passie, beneden de waardigheid des mans. Terwijl zij hem vernedert ea te schande maakt, berooft zij hem tevens van beradenheid, oordeel, nadenken en kracht. Plotseling Dnt-staan kan zij toevallen en beroerten te weeg brengen. Is zij hebbelijk geworden, dan verkankert zij rust en geluk, maakt het stille verpoozingsuur tot een' schrik. Zij doet de kleinere vaten krampachtig zamentrekken: belemmert de uitwaseming en verkondt de huid; maakt den pols ongeregeld; dringt het bloed te zamen in de binnenste grootere vaten; overlaadt het hart; brengt de werking des omloops in de war; verliindcrt de vertering ; verlamt de spierkracht; brengt huivering en kortamigheid te weeg , en heeft alle verderfelijke gevolgen van een geheim doodelijk vergif. Met welke schande belaadt dit overzigt die verfoeijelijke verkeerdheid , die de vrees in het jeugdig hart doet binnen sluipen, om den helderen zonneschijn te benevelen, en die onmenschelijke grappen, waardoor zelfs de meest sterken van geest, soms ten doode toe zijn verschrikt geworden.

Eeue dienstmaagd, die opzettelijk een kind bang maakt, met geestverschijningen, praatjes van kaboutermannetjes

-ocr page 71-

59

en bedreigingen niet de Zwarte man, of zelfs van in 't water werpen, enz, — zulk eenc verdient de ernstigste bestraffing. De onschuld is immer onbevreesd , en niet voordat aan deze kinderziel van buiten af zulk eene verkeerde plooi is bijgebragt, geeft zij zich toe in dwaze vrees, dikwerf de verpesting van geheel een leven. Gedeeltelijke verstandskrenking, zekere mc nomanien, zijn hierdoor te weeg gebragt; vele ziekten der kinderen, in allen gevallen de zwaardere symptomen daarvan, vin u hunnen grond in de schrikwekkende vertellingen en onberaden handelingen van kindermeiden. Ue ouders zijn verpligt zorgvuldig tc waken over de behandeling hunner kinderen, en wanneer een dienstbode op zulke verkeerde handelingen wordt betrapt, zij moesten deze dadelijk zonder getuigenis weg zenden. Zelden wordt een bangert genezen , het voorkomen der kwaal is gemakkelijk. Zou als ik reeds meer heb geraden, gewen het kind , schier van zijne geboorte af, even goed in den donker te blijven, dan ontneemt gij het reeds eenegroo-te vatbaarheid voor vrees. Bij zijn opgroeijen moet gij het nimmer met eene ij dele, denkbeeldige straf bedreigen ; nooit zijn brein opvullen met schrikwekkende voorstellingen. liet is eene maar al te veelvuldige praktijk, om gebrekkige personen, bedelaars, arm*-oude vrouwen den kinderen tot voorwerpen te stellen van afschrik en vrees, door de gekke bedreiging, dat // die het zullen medenemeii wanneer het niet zoet is.quot; Deze handelwijze is hoogst onbillijk, onchristelijk Jegens de ongelukkigen, dit tot schrikbeelden worden gemaakt , en het vernedert het kind, door het ergdenkend te maken jegens zijne medeschepselen. Alleen leerc men het kind te vreezen, voor het kwaad doen en zich hei ongenoegen zijner ouders ie berokke-nrtt. Op den leeftijd, dat het kind waarschijnlijk van

-ocr page 72-

60

elders met spookhistoriën enz., zal worden lastig ge vallen , wapene men het, door de tooverlantaren; men vertoone daarin allerlei duivelarijen en leer het kind alzoo reeds lagehen met al zulke dingen, die dikwerf volwassen personen van angst hebben doen wegkrim-pen en zich verschuilen. Wanneer het kind met al die huiveringwekkende of bespottelijke voorstellingen ge-uoegzaam is vertrouwd geworden, en weet, hoe dat alles slechts ijdel spel is, moet men het vertellen hoe voor vele jaren de menschen daar voor beangst waren, en dit de oorzaak was van het geloof aan zekere wezens, die nooit bestaan hebben. Het doen zien van verschijnselen der electriciteit, van vuurwerk, enz. zal zelfs veel toebrengen om ook meisjes onbevreesd te doen zijn bij onweer, brand en andere omstandigheden; wat een' jongen betreft, hoe eerder gij hem het gevaar onder de oogen doet zien, des te beter. Leer hem het vermogen zijns oogs op een dier. Doe hem een' aanblaffenden hond scherp en onafgewend aanzien. Toon hem hoe hij een' stier kan doen afkoeren door eenvoudig den vinger tusschen de oogen te stellen. Gij brengt hem dus ongevoelig dat zelfvertrouwen bij, 't welk de ware moed is, en doet hem gevoelen, hoe alle gevaar door het stoutmoedig tegen te treden, kan worden gekeerd.

Een bang mensch zal veel van zijne zwakheid afleggen door de kracht der redenering; door bij zich zeiven regels te stellen voor zijne handelwijs in de omstandigheid eens gevaars, en door zich, als ware 't, met het gevaar gemeenzaam te maken. Maar de hoofdonderwerpen van vrees in den mannelijken. leeftijd, zijn de vrees voor slecht fortuin en voor den dood. Ue eerste vindt een tegenwigt in de Hoop, welke den geest vervrolijkt, de gezondheid bewaart en de rampen des levens lenigt. Do vreeze des doods is

-ocr page 73-

0]

ziekelijker en moeijelijk te ontv.'ortelen. Bij sommige gemoederen is de godsdienst krachtdadig genoeg, om het kwaad te genezen; maar l)ij anderen doet de ingeboren liefde tot het leven, de zekerheid van des-zelfs einde hesehomven met droefheid, met wanhoop Met znlk eenen is het moeijelijk te handelen; hij is als een misdadige, men de beul met den strop op de hielen zit; al zijne genoegens zijn vergiftigd; en het is niet door eene poging, om het spook, dat hem vervolgt, te bezweren, dat gij hem genezen zult: de geweldige uitdrijving is alleen oorzaak, dat het in de eenzaamheid met verdubbelde kracht terugkeert. Raadzamer zou het zijn, hem met zijn' vijand gemeenzaam te maken, tot dat hij dien onverschillig en zonder vrees in het aangezigt durft zien. Breng bemin het gezelschap van zeelieden eu militairen, en van anderen . die door onophoudelijk den dood voor oogen te hebben, geleerd hebben dien niet te vreezen. Maak hem vertrouwd met het denkbeeld, dat sterven alleen is het verlies van levenskracht, en dat met de afneming van deze ook de gevoelskracht eu het zelfbewustzijn afnemen. Boven alles, maak hem vertrouwd met de gedachte, dat het tegenwoordige leven slechts een tusschen toestand is, en de dood de drempel tot de tegenwoordigheid eens Scheppers. Door deze middelen. en door hem iederen dag te doen handelen, als of die dus de laatste ware, daardoor ben ik getuige geweest van meer dan één geval van volkomen verbanning eener vrees, welke schier alle zielskracht der lijders reeds had vernietigd.

De vrees voor den mensjh is zoo verachtelijk als zij beklagenswaardig is. Den aanval van een geduch-teu bestrijder niet te ligt te achten, dit is redelijk, maar moreel voor een medeschepsel te vreezen is zoo onmannelijk, dat dezulken schier geene aanmerking

-ocr page 74-

02

vcrdieucu Het geneesmiddel ligt alleen bij du aangetasten zeiven. Laat lien er zieli op toeleggen om hunne eigene achting zich waardig te maken, en zij zullen leeren gevoelen, dat zij zoo wel regt hebben op den eerbied van anderen als dezen weerkeerig op den hunnen. Ten slotte mag ik opmerken, dat de overschatting des kwaads de voorname oorzaak is der vrees.

Innerlijk smartgevoel, grieving. Dezeisdever-nielcndstc onzer passiën. Zij ondermijnt de gezondheid, verkankert den geest, en in hoogere mate toegegeven, is zij on verwijderbaar. Zij is even onbestaanbaar met het gezond verstand als met de godsdienst: zij sloopt het gestel, kroont hare schrikken met den dood, dus met een' zelfmoord! Menigeen zocht hare uitwerkselen te vermijden, door zich onberaden te storten in het misbruik van onmatig drinken van sterken drank, doch dit is even noodlottig. De eenige tegenmiddelen zijn bezigheid, afwisseling van tooneelen , inspanning, vrolijke vermaken, en de meest werkzame aanwending van al wat in ons vermogen is om een nevel te verdrijven, die geen blijk is van beminnelijke gevoeligheid, maar van de schul-digste zwakheid.

Jaloezij is eene za men gestelde passie, zij ontspringt uit liefde en concentreert in haat. Zij is even verderfelijk voor den vrede der ziel als voor de gezondheid des ligchaams. Die zich verontwaardigd gevoelt over ontrouw mag verschooning vinden; maar jaloezij bewijst, dat hij zijn' mededinger meer waard acht dan zicli zeiven; want meende hij, dat zijne geliefde een' minder waardige had gekozen, hij zou haar slechts beklagen wegens haren bedorven smaak, en zic.i zeiven gelukwenschen daarmede, dat hij bevrijd is geworden van eene, die zijns niet waardig is Ziels-

-ocr page 75-

63

kracht en betamelijke eigen-achting zullen steeds de listige aanvallen van dien doodelijken gifmenger we-derstaan.

Woede, nijd, wraakzucht, vertwijfeling. deze zijn de uitersten der reeds vermelde passiën. Toon. is sleclits de kiem van woede, en gepaard met den haat, teelt hij de wraakzucht. Nijd is eene wijziging van jaloezij, en vindt alleen tegenwigt in tevredenheid. Waar nijd bestaat worden de gallige vochten in gisting gebragt en het leven verkort. Wanhoop is liet laagste diep van de diepten van smart, en drijft den lijder tot de ijzingwekkendste misdaden tegen zich zeiven. Alleen de dienaren der geneeskunst en der Godsdienst, kunnen iemand in dien toestand behandelen. Hoop is liet eeni^st geneesmiddel — zonder hoop is alles verloren.

Nu zal ik overgaan tot een' anderen tak van het onderwerp, en mijnen lezers raad geven, hoe zich wèl te houden door eene doelmatige keuze van voedsel.

jjièet. — Ik heb, hoop ik, genoegzaam devoordee-len aangetoond van matig eten en drinken: maar, al-zoo liet menschelijk ligchaam onderhevig is aan tal-looze ziekten, welke zijn toe te schrijven aan het ge brek van betamelijke oplettendheid omtrent de hoedanigheid, zoowel als omtrent de hoeveelheid van hel voedsel, dat wij gebruiken, ae.it ik dit onderwerp wel eene afzonderlijke ernstige overweging waardig. Betamelijke oplettendheid omtrent het diëet strekt alle-zins tot genezing van menige ziekte, die de krachten der geneesmiddelen bespotten, en de uitwerkselen van eene diëet-kuur, die misschien op langeren weghelpt, zijn dan ook duurzamer. Het verschil in leeftijd, sekse en gestel maakt het onmogelijk een' regel te stellen met betrekking tot de hoeveelheid voedsel, die

-ocr page 76-

04

voor het behoud der gezondheid noodzakelijk is. Het best is uitersten te vermijden. Do natuur zegt het ons, wanneer wij genoeg hebben gehad om de eischen van honger en dorst te voldoen, en al wat daarboven is moet schadelijk zijn. De volgende grondregelen zullen een' algemeenen gids vormen tot de keuze van voedsel, en de ondervindig moest het overige doen.

Verslapping der vaste deelen. — Personen in zul-ken staat moesten alle slijmerige en zwaar te verteren spijzen vermijden. Zij moeten een voedend dieet houden, dikwerf in de open lucht zich bewegen, maar niet te lang aaneen.

Volbloedigheid. — Bloedrijke gestellen moeten zoo spaarzaam mogelijk gebruik maken van vette vleesch-spijzen, zware wijnensterke bieren en zulke prikkelende voedsels. Brood en groenten moeten hunne voorname kost zijn; en water, wei of dun bier hun drank; en dit alles slechts bij kleine hoeveelheden. Van tijd tot tijd goede beweging. Een volbloedig persoon moet niet te veel slapen.

Zwaarlijvigheid. — Zulken, die door het genot van de vettigheden der aarde met corpulentie zijn begiftigd, en veel meer zij, die daartoe eene natuurlijke neiging hebben, moeten weinig gebruik maken van vette eu sterk voedende spijzen. Radijs, specerijen lt;;n andere verwarmende dingen zijn voor hen goed Water, koffij en thee zij hun drank. Ook voor hen is hoogst nuttig veel bewegiug en weinig slapen.

Magerheid. — De magere moet andersom te werk gaan. Soepen, vleeschen, wijnen en bieren zullen hem spoedig in het vleesch brengen.

liet bovenstaande betreft natuurlijke geF.telsneigin-gen; maar eene gebrekkige gezondheid of gestel geven aan het ligchaam praedispositicn, welke eene voortdurende zorg onder eene verscheidenheid van andere om-

-ocr page 77-

sUmdighedeii uooclzakclijk maken. Bijv. iemand, geplaagd met graveel, zou zeer verkeerd doen met za-mentrekkende spijzen te nuttigen; een jielitig menscb moet zure, zware wijnen, sterke soepen onaangeroerd laten; li^ocliondristen, neergedrukteu, of die met hysterische kwalen sukkelen, hebben te vermijden alle winderig eten, zoo ook gezouten (ingelegde) en gerookte spijzen, alles wat op de maag kan verzuren. Zij moeten gebruiken ligt, gezond, ligt verteerbaar voedsel. Seorbutieken eten vrij melkspijzen en groenten, voornamelijk aardappelen, en vermijden pekel-vleeseh. Personen met seherpte in de vochten behebt (of in alkaline gesteldheid) moeten zich hoofdzakelijk houden bij zurige plantspijzen; anderen, wie de spijs ligt op de maag verzuurt, spijzen meestal uit het dierenrijk, vermijdende bieren cu zoeternijen. Studerende personen en al zulken, die een zittend leven hebben, moeten eveneens zich temperen eri hun voedsel voor het grooter deel nemen uit het plantenrijk, terwijl dezulken, die in de open lucht veel ligchaams-arheid verrigten, meer vleeseh noodig hebben, alzoo hunne verteringswerktuigen sterker zijn, en hun gestel meerdere voeding behoeft.

/ erscheidcn/eid in voedsel is een voorschrift der Natuur. Zij heeft den mensch met voedsel van allerlei aard voorzien, en door hem tot genieting van dat alles geschikt te maken, door hem voor dat alles smaak te geven, heeft zij hem geleerd, dat de te grootn eenzelvigheid van voedselsoort niet noodig is. De opmerking heeft mede doen zien, dat het veelouldiye yehruik van eene zelfde voedselsoort kwade gevolgen heeft. Het meest eenvoudige is zeker het meest geschikte voor het menschelijk ligchaam, alzoo het 't ligtst te verteren is en het meest voeding aanbrengt Brood. fruit, aardvruchten, viscb, melk en vleeseh.

ü

-ocr page 78-

OG

dit alles mag gebruikt worden, maar meii heeft wel te letten op derzelver vermenging en de wijze van toebereiding; b. v. dierlijk voedsel moet steeds genuttigd worden met plantaardig, dewijl het gebruik van vleeselispijzen cclléén geschikt is om talrijke ontste-kingaardige ziekten te weeg te brengen. Plantaardig voedsel zonder vleeseh is in 't algemeen niet genoegzaam ter voeding van de ligehamen dergenen, die vermueijenis moeten verduren. Waarlijk, zoo als ik boven aanmerkte, de natuur wilde niet, dat wij van één en sehotel zouden leven, en zij heeft den mensch voorzien van tanden, maag en ingewanden, alle op verscheidenheid van voedsel berekend.

Bij de volbrenging van het gewigtig etenswerk moge men de volgende regelen onder de aandacht houden :

1. Zoo uwe leefwijze geregeld is, neem dan ook uwe bepaalde maaltijden op vaste tijden.

2. Zoo gij van een wisselend en zwak geamp;tel zijt, eet dan wanneer gij honger gevoelt; — dikwerf ? zoo gij kunt, en niet te veel op eens.

3. Eet bedaard, Jcaauw goed, en houd uwe tanden in orde.

4. %org, dat gij geen! kouden drank gebruikt onder het eten van warme spijzen.

5. Drink bedaard, en niet te dikwijls, bijzonderlijk aan den maaltijd.

6. liet is niet goed, dat de eene maaltijd te spoedig den anderen volgt. De tijd tot de vertering vereischt, verschilt naar de hoeveelheid en Je hoedanigheid van het voedsel, den toestand der maag, enz.; de tijd, gewoonlijk gevorderd tot de digestie van een matig maal van vaste vleeschspijzen met brood, euz., is van 3—3 */2 uur-

7. Gebruik geene te heete spijzen of dranken —

-ocr page 79-

67

dit is even schadelijk voor de vertering als voor de tanden. De werking van het maagsap wordt verlamd door een' weinig hoogeren hittegraad.

8. Eindig uwen maaltijd met eenige harde broodkorsty of dergelijke. Dit bevordert de digestie, en schnnrt de tanden beter dan eenig tandpoeder.

9. Eet nooit suiker. Het bederft de tanden. Hetzelfde geldt van alle geeonlijte voorwerpen, welke: met lijmerige, kalkaardige stollen zijn vermengd.

10. Wordt een tand gehreJckig, laat hij zoo ma-gelijk gevuld worden; zoo niet, laat hem trekken., opdat hij de anderen niet aansteke.

11. Zet u nooit aan tafel wanneer gij hoos zijt. noch wanneer gij verhit zijt van H loop en.

12. Onthoudt u wel van den der maag gewijden tijd ie misbruiken tot lezen, studeren of andere inspanning der zielsvermogens. Bij den maaltijd is het dier oppergebiedend heer, en de ziel heeft geen regt tot tussehenkomst, tenzij om de werking van het dier te onderschragen.

18. Steeds, zoo mogelijk, gebruik uwen maaltijd m vrolijk gezelschap. De Ouden, en zij handelden naar goed geneeskundig beginsel, namen zotskappen en narren in dienst, om bij hunnen maaltijd de lachlust te wekken, hetgeen van alle het grootst bekende bevordcrmiddel is voor de digestie. Men beschouwt het lagchen wel als ware het bloot instinctief; maai' liet is eene onzer belangrijkste functiën, het verhit den geest, sterkt de zenuwen, verdrijft de galligheid , bevordert den gezonden bloedsomloop, en zoo als gezegd, de digestie. Een vrolijke vriend ter maaltijd genoodigd, is geen tafelschuimer, hij betaalt u zijne portie deugdelijk.

14. Een weinig ie rusten of te wandelen na het

6 *

-ocr page 80-

68

p.ien (1). Zware beweging na den maaltijd verstoort de vertering en de assimilering van het voedsel; eene zachte beweging daarentegen vergemakkelijkt de digestie in eene verwonderingwekkende mate. Voor sommige gestellen is het vereisehte na den maaltijd een klein uiltje te knappen; maar liet is beter te zorgen 3 dat zulks geene gewoonte worde, het veroorzaakt onaangename kleverigheid iu den mond, versnelden puls, koortsigheid, en kan beroerte te weeg brengen.

15. Scheid uit met eten zoodra gij gevoelt ver-zadigd te zijn.

1G. Eet nooit, wat met uw gestel niet strookt.

17. Twist nooit onder den maaltijd. Het is even zoo goed, als of gij gezeten waart op een bissen met spelden.

18. Zet u aan den disch in goed humeur, in tevreden stemming.

19. Het zien van smakelijk eten doet smakelijk eten. Zoo gij iemand aan uwe tafel uoodigt, voor wien een goed maal onder de zeldzaamheden behoort, zijn smakelijk eten zal u niet alleen genoegen geven, maar die genoegelijke stemming werkt gunstig op uwe digestie, en de veroorzaker daarvan betaalt u alzoo zijn maal.

20. Laai geene overhlijfselen van uwe taf et nutteloos verloren gaan. Hoe menig een arme kau leven van de kruimkens van de tafel der rijken!

Alsnu den eetregel hebbende voorgesteld en da

1

Naar liet Engelschc versje i

Alter diunor sit a while; —

Alter supper walk a mile.

Of het Oud-Latijnsche.

Post prandium stabis,

Aut bis mille passus meabis.

-ocr page 81-

69

liocdauigiiedcii van iicV; voedsel voor verschillende gestellen geschikt, wil ik overgaan tot eene bijzondere overweging der spijzen, welke die hoedaniglieden bezitten. Van eenige algenieene aanmerkingen ga ik over-tot bijzonderheden.

Als een regel kan ik niet te dikwerf in scherpen, dat te veel dierlijk voedsel de mensehen ongevoelig en stomp maakt; en dat eene zamenvoeging van dierlijk met plantaardig voedsel; en gunstig is voor de levensverlenging, èn geschikt om het verstand levendig te houden en het gevoel zuiver te helpen bewaren.

Een gezond mensch mag alles eten.

Het vleesch van dieren, die zwaar gevoed worden en weinig beweging hebben, zoo als gemeste eenden, zwijnen en gestald vee, is het meest ongezond.

Pens, nieren, lever, zwezerik, hart, tong, hersens enz. van dieren, schoon verschillende in graad van verteerbaarheid, zijn alle voedzaam.

Visch is meer aangenaam dan dienstig; daar het hoofdbestanddeel zijner zamenstelling water is; hij geeft voor onderscheiden gestellen dan slechts weinig voedsel en moet niet te dikwijls worden gebruikt. Gesmolten boter en sausen moeten niet in groote hoeveelheid worden genomen. Goede visch moet gekookt zijnde, blanker worden. Voor personen, wier ingewanden niet in orde zijn, is visch ongeschikt. Ligt verteerbaar vormt hij echter een' goeden afwisselings-schotel, vooral voor herstellenden; natuurlijk zijn hier de zwaardere visehsoorteu niet onder begrepen.

Oesters. — Hoewel alle schelpvisch over het algemeen zwaar in de maag liggen, bezitten zij allen meer of minder voedende en versterkende hoedanigheden. De oesters staan ten deze het hoogst aangeschreven , en zijn bovendien eene lekkernij voor de liefhebbers.

-ocr page 82-

70

/ij verteren langzaam, maar zijn versterkend en goed voor liet gestel, llaauw zijn zij ligter te verteren, dan in eenige keuken-bereidiug; beter is liet dus de oesters raanw te nuttigen. Wie echter een sterke maag heeft, kan ze ook toebereid eten. Alleen zij, die aan krampen onderhevig zijn, doen beter deze en alle andere schelpvisch te vermijden.

Zeekreeften. — Deze zijn lekkernijen, welke in zoo kleine hoeveelheid gebruikt worden, dat ik in gemoe-de derzelver geheelc verbanning van de tafel niet mag afraden. Lieden, die eenc zwakke maag hebben, verbeelden zich, dat zij liet ligtste en meest gepaste artikel voor een goede dieet zijn, daar er integendeel niets ongepaster kan wezen. Men heeft voorbeelden, dat kreeften en eenige andere schelpvisschen, hui duit-slag en zelfs koortsen hebben veroorzaakt.

Wytings — zijn niet slechts eenc groote lekkernij, maar ook uitmuntend geschikt voor een zwakke maag, doch moeten matig gebruikt worden.

Tong, haring, sprot, aal, of paling, zalm. Deze visch is niet gunstig voor de spijsverteling, daar zij te vet zijn. Voor galachtige personen deugen zij in het geheel niet, doch behalve deze aanmerkingen zijn zij niet geheel verwerpelijk.

Aüe visch hiaten het jaargetijde is slecht.

Gevogelte is over het algemeen niet zoo gemakkelijk te verteren als schapen- en ossenvleesch, doch kan gegeten worden zonder nadeel voor het gestel. De borst is het sappigst en voedzaamst gedeelte van alle vogels, en jonge vogels bezitten deze goede hoedanigheid meer dan oude.

Wild. — Patrijzen, phezanten, wilde vogels in het algemeen en reebokken, leveren een voortreffelijk en ligt verteerbaar voedsel.

Vleescii. — Ossen- en schapenvleesch verteren bei-

-ocr page 83-

71

(leu gemakkelijk en zin zeer voedzaam-. Studerenden of zij, die een zittend leven leiden behoorden er echter weinig of geen gebruik van te maken.

VarkensVLEEScir. — Gebraden laxeert het. Gezouten en gekookt is het moeijelijk te verteren en stoort den slaap. Zij, die eene goede gezondheid genieten behoeven het echter niet te vermijden. Aan een zieke mag men het volstrekt niet geven.

Kalfsvleesch. — Wat ik van het varkensvleesch gezegd heb is ook op het kalfsvleesch toepasselijk. Dikwijls veroorzaakt het koorts en zelfs dysenterie.

Lammerenvleescii is goed voor kinderen en zieken ; het is eehter niet zoo voedend en gezond nis schapenvleesch.

Alle vleeschsoorten zijn altijd zeer voedzaam, wanneer zij op zijn tijd gebruikt worden.

De dieet, zoo wel wat den drank als de vaste spijzen betreft, behoorde des zomers ligter te zijn dau in den winter.

Zwezerik. — Uitmuntend eten voor een zieke, doch moet eenvoudig en ligt klaar gemaakt worden.

Rolpens. — Een smakelijk en aangenaam eten, doch niet voor allen magen ligt te verteren.

Konijnen en hazen nu en dan gebruikt, leveren een zeer geschikt voedsel.

Eijeren. — Een ei komt nooit ten onpas—het zij raauw, gekookt of gebakken in pannekoeken, thee of koffij. Zacht gekookt is het best, maar moet niet te veel gebruikt worden door lieden , die aan verstoppingen lijden.

Bkood. — Versch brood, als zijnde hoogst ongezond, behoorde men nimmer te gebruiken. Personen die aan hardlijvigheid onderhevig zijn moeten het brood nimmer geroosterd eten. Roggenbrood, dat moeije-lijk verteert, veroorzaakt prikkeliDg, wanneer men

-ocr page 84-

liet dagelijks gebruikt; het heeft een laxerend vermogen , zoodat, door liet bij afwisseling te gebruiken , 1). v. enkel tarwe brood, men cene heilzame reactie te weeg brengt.

Macaroni, vehmicelli, kust, gakst — de gezonde of schadelijke invloed dezer spijzen hangen af van de meer of mindere smakelijke wijze van toebereiding. Meelspijzen zijn over het algemeen aan te bevelen, doch moeten niet met te veel boter of vet gebruikt worden.

Plantaardig yoedsel. — Van deze heb ik reeds gesproken. Aardappelen zijn gezonder gekookt dan gebakken j kruimigen zijn beter dan stijven, doch beide veroorzaken winden. Groenten en wortelen liggen ligt in de maag. en alle meelachtige groenten zijn aan te raden. Rapen zijn zeer waterig, hebben weinig voedende kracht en verwekken indigestie en vrinden.

Ui jen. — De Egyptenaren vergoodden de look en de uijen, waarvan zij groote liefhebbers waren, en waaraan zij voornamelijk hunnen langen levensduur toeschreven. Ontegenzeggelijk is het, dut laatstgenoemden een steunpilaar des levens zijn, daai* zij eigenschappen vereenigen, die in alle deelen heilzaam voor het levensbeginsel zijn. liet ergste is maar, dat zij een onaangenamen adem veroorzaken. Men zegt, dat liet eten van Pieterselie de lucht daarvan wegneemt. Uijen zijn dienstig voor lieden, die eene zwakke borst hebben.

Specerijen. Het is de mode het gebruik af te keuren van al zulke dingen als pekel, sausen, oliën, cayenne, mostaard, peper, zout enz.; doch deze alge-meene verwerping kan ik niet goedkeuren. Zij, die altyd in de open lucht verkeeren, zwaar werken en bij gevolg gezond zijn en in het bezit eener goede spijsvertering, hebben geene specerijen hij hun eten noodig.

-ocr page 85-

Oe beste saus is vooi hen de honger; doek wanneer de krachten van de maag verslapt zijn, dan moeten de verteringsorganen door liet eene of andere prikkelingsmiddel nieuwe veerkracht ontvangen. Dit is juist de medicinale hulp, welke de specerijen verleenen moeten, en waardoor in de Oost de medicijnen vervangen worden. Zij /.ijn herstellend, prikkelend, laxerend of stoppend, en wanneer zij meer als agenten dan als toevoegsels gebezigd worden, dan heh ik geen woord tegen derzelver matig gebruik iu te brengen Specerijen en prikkelende middelen bij het voedsel genomen, om de maag van den gulzigaard te dwin gen eene grootere hoeveelheid voedsel te verwerken, dan behoorlijk is, worden hoogst nadeelig, en derzelver gebruik is bijkans eene misdaad. Het voedsel is den mensch door zijnen Schepper gegeven tot instandhouding van het ligchaam, en niet met het oogmerk zijn verhemelte door lekkernijen te streden, oi' dat-hij zijnen tijd zou slijten om in zinnelijk genot het vleesch van andere dieren te verslinden. Van allr specerijen in eene geciviliseerde maatschappij in gebruik , wordt zout het meest gebezigd, het minst voor misbruik vatbaar, en het meest geschikt tot bevordering van de gezondheid en eene goede spijsvertering Er bestond hier te lande vroeger, naar men zegt, eene straf, daarin bestaande, dat men aan den misdadiger niets anders gaf dan ongezouten brood met, water. Het gevolg hiervan was zoo vreeselijk, dat deze-straf later werd afgeschaft, daar de ongelukkigen bij le venden lijve door de wormen verteerd werden. Toen in Engeland de zware belasting op het zout werd gelegd, en de arme leren hetzelve niet konden bekostigen, ontstond er eene epidemische ziekte onder hen, voor welke het gewone zout bij toeval bleek een heilzaam geneesmiddel te zijn , en dien ten gevolge begreep men,

7

-ocr page 86-

dat het gemis aan zout in hun eten de oorzaak dezer ongesteldheid was. De hestanddeelen van het zout, wanneer het ontleed is, gaan het eene, muriatic zout, in de samenstelling van het maagsap, terwijl het andere, de soda, een gedeelte van gezond hloed vormt.

Voor hen , die gewoonlijk aan hardlijvigheid onderhevig zijn, kan liet matig gebruik van cayenne hij het eten dienstig zijn; en andere specerijen mogen van nut zijn hij onderscheiden spijssoorten , als herstellend en prikkelend; doch behalve het zout heeft een gezond menscli geene specerijen noodig. In geen geval moei derzelver gehruik aan kinderen worden toegestaan, en eigenlijk hehoorde men er voor het dertigste jaar geen gehruik van te maken; de maag aan prikkelende middelen gewend, wil zonder deze niet werken, en later moet men de hoeveelheid zelfs vergrooten.

Kaas, als voedsel, is zeer ongezond, als digestie! is dezelve nuttig.

Ik hehoef ter naauwernood te herhalen, dat een gezond mensch al wat eethaar is, matig gebruiken mag; echter zijn er tijden, wanneer de onderscheiden milde gaven der Natuur met meer voordeel genoten kunnen worden. Daarom heb ik mij de moeite gegeven onderstaande lijst van verschillende eetwaren en dranken op te maken naar de verschillende saisoenen van het jaar.

JANUARIJ.

In deze maand bevinden zich de volgende artikelen in den besten toestand.

Gevogelte en wild. — Tamme duiven, kuikens, eenden, kapoenen, kalkoenen, ganzen, snippen, konijnen, hazen, patrijzen, phezanten en wild in het algemeen.

Visch. — Oesters, crabhen, kreeften, wijtings, spie

-ocr page 87-

75

ring, steur, rog, tarbot, schol, bot, tong, kabel-jaauw, rivierkreeft, paling en aal, lamp rij baars, zeelt en karper.

Groenten. — Brocoli, broeoli-spruiten, rapen, rapenstelen, selderij, spinagie, andijvie, wortelen, kervel, biet, brussclsclie kool en dito spruiten, uijc, savooisclie en alle andere soorten van kool, te veel, om hier te noemen.

Fruit. — Appels peren, noten, mispelen enduni ven.

Varkensvleesch. — Biggen, varkensvleescli, ham en spek.

Vleesch. — Ossen- en scha])envleescb.

FEBllUARIJ ex MAAllT.

Vleesch, gevogelte en wild, dezelfde als in Ja nuarij, doch met bijvoeging van talingen.

Viscïï. — Dezelfde, met uitzondering van kabel-jaauw, die den smaak verliest, hoewel bij dan nog te krijgen is.

Groenten. — Dezelfde als vroeger, doch. met bij voeging van witte boonen.

Fruit. —• Dezelfde als vroeger, met bijvoeging vnn in trekkassen geforceerde vruchten, welke ik evenwel niet aanraad.

APRIL, MEI en JUNIJ.

Vleesch. — Ossen-, schapen-, kalfs-, lams en reënvleesch.

Gevogelte enz. — Jonge hoenders, eenden, kni kens, talingen, duiven, konijnen, jonge hazen.

Visch. — Karper, zeelt, tongen, spiering, paling en aal, forel, tarbot, kreeften , post. zalm, haring krabben enz.

Groenten — Bij de hierboven opgenoemde k »

7*

-ocr page 88-

76

men tiiana vïoege aardappelen, doppersradijs, vrot-ge kool, Uoemkool en alle soorten van salade.

Vruchten. — Aardbeziën, kersen, meloenen, abri kozen, perzikken enz.

JULIJ, AUGUSTUS en SEPTEMBER

Vleesch. — Als vroeger.

Gevogelte enz. — Jonge hoenders, eenden, kuikens, konijnen, duiven, ganzen, jonge liazen, kal koenen en patrijzen.

Viscir. — Kabeljaauw, bot, aoliol, rog, karper, paling, aal enz.

Groenten. — Alle soorten.

Fruit.— Aardbeziën, kruisbessen, appels, pruimen, kersen, abrikozen, frambozen, meloenen, perzikken, vijgen, druiven, peren, enz.

OCTOBER.

Vleesch als vroeger en reënvleesoh

Vogels en wild. — Eenden, als vroeger, phesan-ten, patrijzen, leemvrikken, hazen, snippen enz.

Visoh.—Braassem, karper, zalm, spiering, voorn , schelviscli enz.

Groenten. — Als vroeger

Fruit — Idem.

NOADMBER en DECEMBER,

Vleesch. — Ossen-, schapen-, kalfs-, lams- en rcënvleesch.

Gevogelte en wild. — Als voorgaande maand

Viscit. — Idem. .

Groenten. — AVortelen, rapen, uijen, kool van alle soorten, andijvie, selderij, latuwe, salade enz.

Vruchten. — Peren, appelen, noten, mispelenen druiven

-ocr page 89-

VERGELIJKENDE '.TAFEL VAN VE11TEER- EN ONVERTEERBARE SPIJZEN.

Ten einde mijne waarnemingen over don eetregel zoo volledig mogelijk te maken, zal ik dit onderwerp besluiten met eene andere tafel, een vergelijkend over-x.igt bevattende van den tijd, welken onderscheiden spijzen noodig hebben om te verteren, om daardoor den lezer in staat te stellen de bestanddeelen van zijn maal te kiezen naar de sterkte van zijne maag, en daarbij de gewone toebereiding Voegen en den tijd, dien zij noodig hebben om te verteren.

Appelen. — Deze worden raauw gegeten, en wanneer zij zoet en rijp zijn, hebben zij In. 30m. noodig om te verteren, en hard zijnde 2n. 50m. In eene van Dr. beaumojsi's proefnemingen op St. Martin, at de laatste ü oneen van raauwe, rijpe, zure appels ten 35 m. over tweën, en kwartier over driën, was de maag vol sap en brij van appels, geheel zuur, en de randen prikkelende van de opening, hetgeen altoos het geval was, wanneer hij zure vruchten of groenten at. Garst. — Gekookt 2 uur. Gruitensoep 1.30'. Os-senvleesch gekookt en met mostaard gegeten 31/2; gebraden 3; gekookt met zout alleen 23//i; gepekeld gekookt -l1/.}. Soep van ossenvleesch, 4. Be af steak, 3. Boonen, gekookt, 2,30'. Boonensoep, 3. Brood, 3,30'. Gesmolten boter, 3,30'. Kool, gekookt, 4,30' Dito raauw, 2!/2. Wortelen, 3,15'. Kaas, amp;/%• Kui-kensy gebraden, 2,45'. Kuikensoep, 3. lla, 2,45'. Kaheljaamo, 2. Wilde eenden, 4i/2gt; dito tamme, 4 Eij eren, hard gekookt, 3,30'; dito zacht, 3; gebakken, 3,30'; raauw, 2. Bot, gebakken, 31/2 ; dito gekookt, 4. Vogels, gebraden of gekookt, 4. Ganzen gebraden, 2,30' Gehakt vleesch en groenten, dito.

-ocr page 90-

78

hamsvleescfi, gebraden, 2,30'. Melk, gekookt 2; dito versch, 2,15'. Schapeavleesch, gekookt, 3; dito ge-traden, 3,15'. Soep van schnpenvleesc/i, 3,30'. Oes-ters, raauw, 3,55'; dito gestoofd, 3,30'; gebraden, 3,15', Oesters-soep 3,/2- Witte peen, S'/a- ' arkeus-vleesch, gcljradcn, 3,15'; dito (gezouten) gekookt of gestoofd, 3. Aardappelen, gekookt, 2,30. Bl'J, gebraden, 2,30'. gekookt, 1. Sago, dito, 1,45'. Va. [jsen, gebraden, 3,30'. Schapenvet, gekookt, 'i1/* Osse-uet, 5. Tapioca, gekookt, 3. I oorn, zalm, gekookt, IV,. Kalkoen, gebraden of gekookt, 3,30 'Rapen, gekookt, 3,30'. Kalfsvleesch, gekookt of ge--iloi.fd, 4. Reénvleesch, gebraden, 1,35'. (•)

K O O K K U' N S T.

De \oedende eigenselinppen van. meest ally eetwaren worden verbeterd gedurende liet koken, en de oiuler-vindhi'j heeft reeds lang aan de vrouwen de beste ma-nier geleerd, om de spijzen Maar te maken. !Nogtans kan ik zulk een belangrijken tak van mijne nasporingen liet sluiten, zonder gewag te maken van tie uitwerking, welke de onderscheidene wijzen van toebereiding op de spijzen heeft. l)c verfijnde kookkunst is eene van de verderfelijkste uitvindingen, welke men ooit gedaan heeft, om het leven te verkorten. Zij prikkelt in verhit, en door de aangename uitwerking op de tong en liet verhemelte worden wij verleid om meer tc eten daii wij behoorden te doen, en geven aan de mang drie of vier maal meer te werken, dan zij in staat is te volbrengen. Het gevolg is, Ic.mstkoorts lusteloosheid, loomheid en een ontstemd verterings-

(,*) Ruitensporig gebruik van de vermefde spijssoorten • al natuurlijk eeae evenredige tijdruimte tot /ertering ver

ischen.

-ocr page 91-

79

stelsel, ik heb reeds gezegd, dat specerijen alleeu en op zich zeiven onschadelijk en zelfs nnttig zijn, wanneer zij geene aanleiding geven tot overvoeding; doch in de combinatiën, waarin zij tot elkander gebragt worden, krijgen zij eigenschappen, welke hoogst schadelijk zijn, en door het veroorzaken van een' valschen honger, beletten zij ons te vreten wanneer wij genoeg hebben, of liever, zij nopen ons te blijven voorteten, lang nadat de behoefte aan voedsel voorbij is. Bij voorbeeld: zoet en zuur is schadeloos, wanneer het afzonderlijk gebruikt wort, doch wordt hoogst schadelijk, wanneer men dezelve vereenigt. Eene grove fout in de kookkunst is de gewoonte, om de substantie van verscheidene ponden vleeseh in soep of gelij te doen, denkende eene voedende spijs te bereiden, welke men niet behoeft te knauwen of «'c maag te bewerken; doch zoo doende bedriegen zii de atuur, r i smokkelen als het ware eene overLTU/te hoeveJiioid voedsel in tic maag, meer dan zij gehouden is te ontvangen, en veroorzaken hierdoor plethora, verlies van tanden, en laatstelijk van het lovcu. Voor oude lieden kan zulk» nuttig zijn, doch jonge nuusehen, in den bloei hunner jaren , die meeuen op deze wijze de constitutie te helpen, bedriegen zich t ten hiinuen nadeele.

Eene andere zeer te inispi-ijzeu gewoonte van de kookkunst, is het gebruik van vei, dat zeer moeijelijk verteert: daar schapenvet 'i1/» en ossenvet 5 uur noo-dig heeft om te verteren. De voornaamste reden hiervan is, dat het \door de warmte van de maag in olie verandert, die op het voedsel drijft, totdat zij in tallooze bolletjes breekt, gevuld met bedorven lucht, en in dezen ranzigen toestand vermengen zij zich met het voedsel gedurende de digestie, en verhinderen het proces. Vet spek maakt hierop echter eene uitzondering

Hieruit blijkt dus, dat hoe eenvoudiger onze spij -

-ocr page 92-

80

zen toebereid worden, zij des te gezonder eigenschap-pen Lebben. Met meer kunst gekookt mogen zij smakelijker zijn, docli zij verwekken sappen in het lig-channi, die meer schade dan goed doen. De Natuur wil, dat het voedsel gekaauwd en met speeksel vermengd worde, opdat liet niet langer in de maag blijve, dan noodig is om reactie te verwekken en zich met ons ligchaam te assimileren.

Thans heb ik de belangrijkste verrigtingen des levens tol deszelfs instandhouding afgehandeld. Laai men al het gezegde goed behartigen: laten de harts-togtéri goed in bedwang gehouden worden; laat de genoegens van de tafel ondergeschikt blijven aan de u-czondheid van de maag; laat het ligchaam ongeprik-keld door de vermenging van geestrijke dranken; vermijd eene galuitstorting uit te lokken, en het dage lijks maal zal een feestuur zijn; genoegen zal de voldoening van den honger vergezellen,* het leven zal eene afwisseling zijn van opgeruimdheid en blijmo.' dige werkzaamheid, terwijl het hart en de geestver mogens gezamentlijk het leven even aangenaam als nuttig zuilen maken.

Boch hoe zeer deze leefregels in staat zijn het leven te verlengen, moet men nogtans niet vergeten, dat het dikwijls bedreigd wordt met aanvallen, die volstrekt in geen verband staan met de uitwerking van overvoeding. Ik zal dit Hoofdstuk besluiten met deze aan te wijzen, en zoodanige middelen aan de hand te geven, als welke dezelve voorkomen of genezen kunnen — al naar de ondervinding dit geleerd hebbe — op den voorgrond stellende, dat geregel.le gewoon-ten, lucht, reinheid en beweging de grootste bestrijders van alle bekende kwalen zijn.

De moeste ongesteldbeden ontstaan door onze eigen schuld, door gebrek aan voorzorg.

-ocr page 93-

CiioLEiiA, di hcdendaagsche ziekte, wordt altoos veroorzaakt door kwade lucht en schadelijke uitdam-piugeii, welke beide vermeden kunneii worden door verwijdering of wegneming van rottende stoiTen.

Onzuivere lucht veroorzaakt een van elke drie i'n twintig sterfgevallen, welke in iedere sterk bevolkte stad plaats hebben. Niets is doodelijker vuor den mensch, dan de adem van zijn' natuurgenoot Wij kunnen dezelfde lucht niet meer dan vier malen gebruiken, zonder dat zij geearboniseerd wordt en eent* vergiftige eigenschap verkrijgt, welke voor het levensbeginsel verwoestend is. Van daar de verschrikkelijk»' sterfte onder de arme klasse, welke in grooten getale en in een naauw bestek zamen wonen. In slaven-haalders, waar de ongelukkige schepsels gedurende den nacht onder de luiken gehouden worden, is het een gewoon iets, des morgens ze» of zeven lijken over boor.l te zien werpen, die des nachts overleden zijn door het inademen van den bedorven adem hunner medegevangenen. Een nog verschrikkelijker voorbeeld van misdaad bestaat er in de geschiedboeken van menschelijk lijden, hetwelk nimmer uit het geheugen zal gewischt worden, zoo lang er nog eene hand is, die hetzelve op-teekenen, of eene menschelijke tonu-, die het verhalen kan; — ik bedoel de schrikkelijke slagting van 146 Engelschen, in het Zwarte Hol te Calcutta, waarvan er in twaalf uren tijds 123 eenen vreeselijken dood stierven, door het inademen van vergiftigde lucht. Een dergelijk, niet minder verschrikkelijk treurspel had er voor eenigen tijd plaats aan boord van het stoomschip de Londonderry, van Ierland naar Liverpool bestemd, en met landverhuizers aan boord. Gedurende eenen hevigen storm werden de ongelukkige passagiers iu de voorkajuit gedreven, de luiken gesloten en een stuk zeildoek er over heen

-ocr page 94-

82

^esjiijkerd. Het gevolg hiervan was. dat het sehij) de liaven binnenliep met taelitig dooden aan boord, de ongelukkige slagtoffers van onzuivere lucht, veroorzaakt door het zamenpakken van vorseheidene personen, omstreeks 130, in eene kleine kajuit van IS voet lang, 13 voet breed en 9 voet hoog. De ellende van dieu naeht moet allcrijsselijkst geweest zijn voor de rampzalige slagtoffer:?, en zóó bedorven was de lucht, dat, toen do luikeu geopend werden en de kok de kajuit binnentrad. Het licht, dat hij in de hand hield, terstond uit ging. Niets kan strenger pleiten voor de noodzakelijkheid, om voor zuivere lucht te zorgen in gebouwen, als kerken, .schouwburgen, bal- eu leeszalen, waar oeue groote vereeniging van menschen plaats heeft. Te veel kaarsen ol' lampen in een gesloten vertrek, als ook leesters en bloemen, veroorzaken dezelfde uitwerking, voornamelijk in slaapvertrekken, waarvan men steeds le deur of een iv.am moest open laten. quot;Voor uitwasemingen van doove- of steenkolen moet men zich ook zorgvuldig in acht nemen, alsook met zieke menschen in een bed te slapen, of ook kinderen bij oudere lieden. Inderdaad, meer dan twee personen he-hoorden nimmei' iu één vertrek te slapen.

Besmettelijke vergiften van alle soort worden voort-gebragt door levende wezens, of worden door de lucht van elders zich bevindende onreine stoffen medegevoerd, en door personele aanraking of inademing medegedeeld. Do ziekten, welke bepaaldelijk door aanraking van de zieken ontstaan, kunnen in de meeste (jevallen vermeden worden, door het nemen van eenvoudige voorzorgs-maatregelen. Zij, die van plaatselijken oorsprong zijn, vereisehen het bezigen van die voorzorg, welke iedereen nemen kan. Draag nooit kleederen van een ander, tenzij gij volkomen zeker

-ocr page 95-

zijt, dat hij gezond is, en slaap eveumm io een vreemd tcd, waar geer. schoon bedlinnen op is. Vermijd evenzeer eenig muziek instrument, lepels s tabakspijpen enz., dat door een ander is gebruikt ge worden, in den mond te steken, daar dit dikwijls zweren en andere kwalen veroorzaakt. Kinderen moet men nimmer door besmette moeders laten zogen, er lieden, die open handen hebben, moeten nimmer zieken aanraken. Dit zij voornamelijk aan vroedvrouwen gezegd

Schürit. — De;; kwaal kan alleen door aanraking worden medegedeeld. Men kan zieh daarvoor vrijwaren , door het aanraken van daar mede besmette personen en voorwerpen, als handdueken, linnen, Mee deren enz. te vermijden. Zonder de ecne of andere aanraking lean men daar niet ru -e lesmet worden, noch met eenig ander besmettelijk huiduitslag. liein-heid is een overheerlijk presci-vjiii ' daartegen, doch zij, die genoodzaakt zijn hetzelfde verblijf met dusdanige perspneu te decden, zullen in het volgende voorschrift een heilzaam geneesmiddel voor dezelve vinden.

Gewoon zont, twee pond en een ons; salpeter, een kwart ons: smelt dit in kond water en wasch handen en gezigt gestadig daarmede. De kwaal ontstaat, vol -geus naauwkeurige waarnemingen, uit de aanwezigheid van een insekt, dat zich in de huid vastzet.

ZEEimooFD. — Deze en dergelijke kwalen zijn niet .slechts door aanraking mededeelbaar, maar ontstaan dikwijls uit onzuiverheid van het bloed en van de sappen , veroorzaakt door buitensporigheden of ongezonde aanraking, liet voorschrift tegen de schurft is ook hier toepasselijk.

Mazelen. — Pokken. — Geene dezer ongesteld lieden is den mensch van nature eigen, doch ontstaan door die ongemakken der zamenleving, die noodwen-

-ocr page 96-

dig een kwaadaardig voorkomea aaunemen, door dc vergiftige uitwerkselen van hedorven lucht en kunstvoed seL Zij zijn mededeelbaar, beide door aanraking en door de lueht. DerZelver oorsprong is onbekend. De behandeling van de pokken moet afhangen van der-zelver kwaadaardige gesteldheid, en moest steeds aan eenquot; arts worden tocbetrouwd. De verschijning daarvan kan men terstond ontwaren aan het aanwezig zijn van koorts , en het opkomen van kleine roode plekjes op de huid, die spoedig in etterende puistjes veranderen, welke het virus van de kwaal bevatten, en die, een enkel geval uitgezonderd, zicli nimmer twee maal bij dcnzelfden persoon vertoonen. Vandaar de reden waarom men dezelve in zachteren vorm, door middel der koepok-inen ting tracht te verwekken; hetwelk te verznimen even misdadig is als het moedwillig toebrengen van wonden. Zij, wier ouders zich aan dit strafwaardig pligtverzuim hebben schuldig gemaakt, dienden zich zorgvuldig in acht te nemen daarmede besmette personen aan te raken; doch wijzer doen zij dit verzuim in te halen, loor zich te laten inenten zoo spoedig mogelijk.

Mazelen kan men zijn leven lang ontwijken, door zorgvuldig kleedingstukken van of omgang met zieken te vermijden. Eene algemeene zorg voor de gezond-ïieid is een uitmuntend preservatief.

Rotkoorts. — Dit is een andere vijand van het leven, die, even als de pokken, zoowel door de lucht, welke den zieke omgeeft, als door aanraking kan worden medegedeeld. Dikwijls ontstaat zij ook door de ontaarding van de gewone koorts, ten gevolge van de onkunde en het vooroordeel van hen, die te reel zieken in hospitalen, werkhuizen, schepen ot' gevangenissen in een vertrek zanumpakken. Doch eene gewone koorts kan ook eene rotkoorts worden, zelfs al bewoont men alleen eene kamer, wanneer de lucht niet dagelijks

-ocr page 97-

So

vernieuwd wordt, en lt;ie lijder met te veel deken:' wordt toegedekt. Het verzuim van gepaste inwendige geneesmiddelen, gebrek aan zindelijkheid en gedurige verandering van linnen, kan deze verschrikkelijke ziekte insgelijks doen on staan.

Zooveel doenlijk moei; men dus den omgang met besmette personen vermijden, doch wanneer de nood het vereischt, dan moeten zij voornamelijk de persoonlijke reinheid, gematigde diëet, hoofdzakelijk ten opzigte van sterke drank, in het oog houden, zeer geregeld van levenswijze zijn, eu den geest vrijhouden van angst en vrees. Er is niets, dat iemand meer tot koorts of eenige andere besmetting geschikt maakt, dan de ter nederslaande invloed van bevreesdheid. Eene ziekekamer behoorde gestadig gelucht te worden

Watervrees. — Dit is eene door dieren van liet honden- en kattengeslacht aan den mensch medege deelde ongesteldheid, door middel van een beet en de daaropvolgende instorting van het speeksel in het men-schelijk gestel. Het verschrikkelijke virus kan ook worden medegedeeld door eene reeds bestaande wond. of aan de lippen en andere deelen. waar de huid zacht is.

De hond, wolf, vos, jakhals en kat, zijn allen onderhevig aan de watervrees , en de kwaal kan bij hen van zelf ontstaan, of door iuentig, dat is te zeg gen, door den heet van een daarmede behebt dier Hierdoor ontstaat een vergif, dat menschen en dieren kan besmetten.

Daar het ouder deze omstandigheden van het hoogste belang is, de verschijnselen dezer ongesteldheid te kennen, bemerken wij, dat de ophanden zijnde ziekte zich openbaart door eene zonderlinge afwijking van de dagelijksche gewoonten van het dier, als het van

-ocr page 98-

üen grond opnemen van stukjes stroo, draden, papier on het verslinden derzelven; liet Ukken van den neus van andere honden ot' andere koude oppervlakten, als steen, ijzer, enz. Daarbij is hij treurig, schuw en wordt ligt kwaad; haakt naar geen eten of weigert tiet geheel en al; ooren en staart laat hij hangen , ^ijn hlik is schuw en onbepaald; en somtijds is ziju oog reeds hij den aanvang vochtig en rood. Spoedig loopt hem het speeksel uit den hek , dat weldra tot schuim overgaand:•. ziju. adem belet, die zeer moei-jelijk en hijgend wordt, en de tong hangt hem uit den bek Nu ontslaat er koorts, en het achterste gedeelte van de keel wordt ontstoken; doch hoewel kwaadaardig en geneigd, om naar alles te bijten, gehoorzaamt hij nog zijn meester. 'De vrees voor water „ hetwelk een zoo karakteristiek iets :s van de ziekte bij menschen, mist men dikwijls bij Londen en andere dieren, die water blijven drinken gedurende den voortgang der ziekte. Na verloop van eenigCD tijd, wordt de hond nog kwaadaardiger en bijt elk schepsel, dat hij ontmoet, en ten laatste sterft het beest iu de hevigste stuiptrekkingen.

Het zal niet noodig zijn hierbij te voegen, dat men den hond lang voordat het zoo ver met hem gekomen is, dat hij naar alles bijt, behoort af te maken; doch indien de verschijnselen bij den hond niet genoegzaam de hondsdolheid te kennen geven, en dat hij soms uit de eene of andere kwaadaardige luim naar alles bijt, dan behoort men hem op te sluiten, om te zien of de kwaal verergert, of dat de hend tot bedaren komt, waaruit dan blijkt oiquot; hij al dan niet dol was, daar, indien hij iemand gebeten heeft, het bewustzijn, dat de hond niet dol is veel tot diens geruststelling en genezing zal toebrengen, cn blijkt het

-ocr page 99-

87

inderdaad, dat de hond col was, dan zal dit ecu iedci, die gebeten is, aansporen, onverwijld de noodige niid-delen te gebruiken.

Wordt men toevallig gebeten, dan moet de lijdei alle aandoening van vrees vermijden, daar het very ij lang genoeg in de wond hlijfi, om den iijd te hebben tot het gébruiken van de noodige geneesmiddelen , en men zich alzoo voor de gevolgen kan vrijwaren :

le. Wasch de wond dadelijk met pekel.

2e. Maak verscheiden insnijdingen in de wond, •ioor middel van een kop-werktuig.

3e. Cauteriseer de wond of schroei dezelve met een glocijend ijzer of met buskruid.

4C. Houd de wond zes of zeven weken in eenquot; etterenden toestand.

5C. Gebruik Belladonna inwendig.

Ge Vermijd elk prikkelend voedsel of drank

7e. Neem nimmer uwe tocvlugt tot kwakzalversmiddelen. Dit moet steeds onder toczigt van een Chirurgijn geschieden. In alle gevallen van een honds-beet,—dol of niet dol — behoort men een Chirurgijn te raadplegen, en liet gebeten deel er uitgesneden te worden.

Wanneer dit zorgvuldig wordt in acht genomen , dan bestaat er weinig gevaar voor de watervrees. Er is bovendien nog iets vertroostends, zelfs in gevallen waar men geen Chirurgijn kan raadplegen, namelijk. dat de predispositie voor de kwaal geenszins algemeen is. Hunter maakt gewag van vier menschen en twaalf honden, die door een' dollen hond gebeten waren — al de honden stierven, maar geen enkel mensch, hoewel zij weinig of geeue voorzorg daartegen gebruikt hadden. Van twintig personen , die door één hond gebeten werden, overleed er slechts een. — Pro

-ocr page 100-

phvlaotisohe middelen baten over het algemeen niets.

Na de besmettende en anderszins overervende ziekten waarvan ik gesproken heb, mogen eenige andere worden vermeld, zoo als tering, scharlaken-koorts (roodvonk), buikloop en andere, welke alle een smet-gif afgeven, wanneer zij in hooge mate van kwaadaardigheid bestaan, of bij een lijder, wiens vochten grootelijks bedorven zijn. In zulke gevallen moeten de reeds opgegeven regelen, omtrent het slapen in hetzelfde bed, het bewonen van hetzelfde vertrek met den zieke, of het dragen van diens kleederen, strik teliik worden in acht genomen. Het is bepaaldelijk bewezen, dat terinir besmettelijk is.

Doch ook buiten persoonlijke besmetting van een ziek op een gezond voorwerp , zijn er andere middelen, die liet gestel kunnen aandoen en de baan des levens verkorten. Zoodanig is de opneming in het ligchaam van natuurlijke vergiften, van welke sommi ge de zinnen aandoen, andere de gezondheid ondermijnen, eenige het leven zelf bedreigen. Vtn de geweldige en bekende vergiften , zooals Pruisisch zuur , rattekruid, laudanum enz., is het niet noodig te spreken , daar iedereen, die geen' moord of zelfmoord bedoelt. ze wel zorgvuldig zal vermijden; maar het zal nuttig zijn, aan te duiden, hoe andere vergiften kunnen toegediend en gebruikt worden door onbekendheid, on-voorzigtiglieid, vergissing, achteloosheid. Yan deze is er geen sclirikkelijker dan het lood, quot;t welk dag aaii dag in onze maag wordt gebragt met ons eten en drinken, voortkomende van keukengereedschap van de pijpen, waardoor het drinkwater loopt, en op andere wijze meer. Jaren lang kunnen do kwade gevolgen hiervan verholen blijven, maar als zij nitbar -sten zijn ze even smartelijk als ongeneeslijk. Het kan ook in het ligchaam worden gebragt door de huid, bij

-ocr page 101-

89

uMiraking vau verwstoifeu, welke loodwit inhouden , zoo ook door de inademing, 't zij bij de Lcreidinir van zulke stoffen, of bij liet vertoef in versch geschilderde vertrekken. Men quot;bezigt liet ter vervals chin g; van wijnen en vele andere artikelen van algemeen ge brnik. Bereidingen van koper, spiesglas, kwik, hebben even nadeelige werkingen. Darmpijnen, verdrooging, tering en eindelijk de dood zijn er meer dan eens de gevolgen van geweest.

Dikwerf is het banketbakkers suikerwerk vergiftigd door de metaal-verwen, waarmee het gekleurd is; zoo zijn ook gevaarlijk de verwen bij sehilders en dikwijls door kindéren gebruikt, en eveneens vele zoogenaamde algemeene geneesmiddelen, fabriekmatig soms door onkundigen bereid. Zoo kan men ook vergif nemen in plaats van eetbare wortels of groenten. Vele mensehen hebben het leven verloren door het onvoorzigtig gebruiken van giftige planten, zoo als sehcerliug of dolle kervel (ci-euta: conium maeulatum), giftige salade (laetuea vi-rosa) , nachtsehaduw (belladonna), wolfsmelk, andere, die eenigzins op gebruikelijke planten gelijken; door bittere amandelen, perzikpitten. Zulke noodlottige vergissingen kunnen voorgekomen worden, door eene betamelijke kennis van de keukengroenten, of anders door dezelve niet dan van goed bekende verkoopers to nemen.

Naast de natuurlijke vergiften, staat het zedelijk . gif der ondeugd, en Iict; zielengif van overspannen

vermogens; beide zijn niet minder noodlottig. Het tegengif voor het eerste is de behoorlijke zorg voor regtheid van wandel en vervulling onzer maatschappelijke pligten. Het andere kan vermeclen worden door de navolging der ouden, dat is afwisseling van ziels en ligcliaamsinspanning. Onververschte luolit en ge bogen houding onder inspanning vao den geest, deze

8

I

-ocr page 102-

yo

/.jjn zelfs meer verderfelijk dan dc inspanning zelve Het liggen of wandelen doet veel goed. Daarom make liet werk dos gcestes nu en dan plaats voor lig-cliaamsarbcid, cu beiden weder voor betamelijke ont-spanning: Eenzelvigheid van werk is bovendien afmattend , vervelingwekkend en nadeelig voor de vermogens. Jlet praktikale zij dan in geschikte verhouding met het speculative; wanneer de geest eenigen tijd in spanning is geweest bijv. op de studie van wiskunde en bovennatuurkunde, moet men van dc gcestkracliten niet te veel vergen, moet men afwisseling zoeken aleer zij te veel verslapt raken. De natuur heeft den geest aan het vlcesch gehuwd en duldt geene te lange afzondering. Kunstmatige prikkels alzoo, om de overheersehing van den geest op het ligchaam als gewelddadig te kunnen verlengen , zijn dus zeer af te keuren, en deze hulpmiddelen nullen door gevoelige wraak worden achtervolgd, vooral wanneer dc geest wordt werkzaam gehoulen tegen den wil, cu gedurende den tijd, die der rust moest zijn gewijd; het werk des gecstes is minst schadelijk voor het ligchaam, en het best, wanneer er eigene opgewektheid en dus helderheid bestaat. Menigeen heeft zich vroegtijdig in het graf gestort door overschatting en overspanning zijner krachten en derzelvcr tegennatuurlijke opwekking voor eene poos door onge-Y/one en ongeschikte prikkels. Ook meet niemand streven naar hetgeen bovcu zijne krachten is; er is ';ene bijzondere organisatie noodig tot de doorzocking van wijsgeerige onderwerpen, en zij, welke die niet bezitten, en zulks toch willen doordrijven, zullen, zonder te slagen, slechts zich zclven ontzenuwen en zich een el-lendig leven bereiden. Er is verscheidenheid van geestvoorregten, en ieder blijve bij de zijne, streve niet a::;ir 'tgeen hoven hem of eens anderen is. Dezulken

-ocr page 103-

ai

hebben sieclits praktikcle wijsbegeerte te oefenen ia ieven en doen; de diepten der wetenschap te outvuu wen moeten zij voor anderen overlaten, die de gavo daartoe ontvangen hebben.

Wij hebben reeds aangestipt, dat inspanning van den geest gedurende de digestie deze belangrijke werking belemmert. Verder wordt liet leven verkort door te groote inspanning op dc bezigheden, en door do tegenovergestelde uitersten van luiheid, werkeloosheid Ongevoeligheid en ontstemde verbeelding hebben even gelijk noodlottige gevolgen; en, eindelijk, eene nei ging tot zelfvernietiging, is schier even verderfelijk als de werkelijk volbragte zelfmoord.

Wij hebben ten slotte van dit 1 loofdstuk nog cenigp regelen ter vermijding van dekte aan te geven.

ï. \ erwijder dc gevoeligheid des ligehauins opzigte van de oorzaken van ziekte.

3. Verwijder de oorzaken zelve, zooclr.- ■/.%•

biuir worden.

Als een gids tot den eersten regel zal ik kortelijk eenige ongesteldheden in oogeuschouw nemen.

Beroerte (apoplexie). Praedispositie daartoe hebben personen van eenc dwergachtige, kort ingr drongen gestalte, met rood gezigt en, uitpuiiendi oogen, met zoo korten hals, dat het hoofd aan de schouders schijnt vastgegroeid. Duizeligheid tuiten der ooren, wanneer men aan den diseh zit, zijn \ bij dezulken niet zeldzaam, zoo mede menig andere

onaangename gewaarwording.

Noodzakelijke voorzorgen. Leg met liet hoofd hoog. Ga niet slapen spoedig op het eten. Gebruik savonds weinig spijs, en overlaad nooit uwe maag, zoo gij geen gevaar wilt loopen van plotseling op uw* stoel te sterven.

Hystenac/if ongesteld/ieden. Personen van zcuun-

S *

-ocr page 104-

92

Hclitige (nerveuse) ouders geboren, kebbeu gemeenlijk eeue overhelling tot hypoeliondriasis en soortgelijke; Vroegtijdige geestinspanning, opsluiting, jeng-Jige nilsj iIlül:, cok de lezing van exiterende boeken enz. kunnen deze overbelling doen ontstaan. Ont-roering zonder oorzaak, krampen, hartkloppingen , ongc-cliiktlicid tot inspanning, gebrekkige spijsvertering, opgeblazenlieid bewijzen liet aanwezen daarvan.

Nooclwcïidifje voorzorgen. Vennijd puddings, kaas, koek, vet, bier. Zoo gij een' sedentairen werkkring hebt, arbeid staande. Verzuim nooit ligeliaamsbewe-ging in de open luelit, eiken dag voor een paar uren, en zoo gij gelegenheid hebt, maak een toertje te paard. Zoek vrolijk gezelschap, afwisseling: van omgeving, en de landlucht — zelden hooren wij bij reizigers van hysterische kwalen. Zoo gij de keuze hebt van een beroep, liet zij van een werkzamen lan -delijken aard, veeleer dan een dat stille afgezonderdheid vordert. Eiken morgen, nog te bed zijnde, wrijf de maagstreek een kwartier lang mei; het eind van het bedlaken, zulks is heilzaam tegen obstructie , bevordert den bloedsomloop en de spijsvertering. Ont-houd u van veelvuldig gebruik van geneesmiddelen, en vraag uwen geneesheer een voorschrift van diëet.

llemorrküïden (aambeijen). Personen, vier ouders er mede buheüt zijn geweest, zijner zeer vatbaar voor. De dispositie er toe wordt aangeduid door volbloedigheid (plethora) en veelvuldige behebtheiJ met hoofdpijnen, leversmart, pijnen in den rug en de lendenen, moeijelijkheid van stoelgang, en een smartelijk branden of zamentrekkend gevoel daarbij.

Noodwendige voorzorgen. Niet te persen bij den stoelgang, noch ook dien ophouden. Wrijf de maag--trcek iederen morgen een kwartier, als boven ge-

-ocr page 105-

93

/icgii. Vermijd licctc dranken, tliec, kolüj lu choco lade. Ontlioud u van alle winderige spijzen: laat uw voedsel zijn eene betamelijke hoeveelheid vleesch met sappige groenten.

Tering, llanke, dunne personen, plat van borst, eu dun van hals, met uitstekende! schouders, die plotseling een aanzienlijk schot in de lengte hebben gekregen, moeten hiertegen zoo veel mogelijk op hunne hoede zijn. Echter is het minder te duchten na den dertig-jarigen leeftijd. De teekenen zijner nadering zijn bloedspuwing, hoesten en pijn inde borst bij gelegenheid van opgewekte aandoening, van plotselinge ver kouding oi' verhitting, of andere afwijking. In den morgen opgeving van kleine kaasachtige brokken; vliegende pijnen in de borst; hitte in de handpalmen bij den maaltijd; diep roode kleur op de wangen of op ééne wang; plotselinge blos; kortademigheid in de open lucht en spoedig gebrek aan adem bij het harder loo-pen, opklimmen eener hoogte of liet spreken; plot selinge heeschheid zonder oorzaak van verkoudheid, en eindelijk het aanwezen der ziekte bij naverwanten

Noodwendige Voorzorgen. Vermijd hevige aandoeningen , zoomede bovenmatig zingen of spreken; druk nooit de borst tegen werktafel oi' lessenaar; onthoud u van heete dranken en specerijen; onthoud u eveneens van overmatige krachtinspanning; neem u ook in acht tegen het vatten van koude.

Jicht en lUmmaiiek. Deze kunnen van ouders op kinderen overerven zijn. Zij zijn ook zeer te vreezen wanneer men het kind al te warm vertroeteld heeft, en door overmatige perspiratie de huid heeft slap gemaakt.

Noodvjendige Voorzorgen. Wacht u tegen het vatten van koude, tegen vochtigheid, overmatige uitdam ping : wapeu u tegen den invloed der weerswisseling.

-ocr page 106-

Alyemeene Voorzorgen. Hebt gij een melauciioli-sclien ])looi, zoek ontsjjauning, vermaak in betamelijke mate. Het elioleriseh of sauguiniseh gestel ver-•iiijde excitatie, welke ontsteking dreigt. Gevoelt gij u ongesteld, doe onderzoek naar de bijzondere prae-• iispusitie tot ziekte, welke gij meest vermoedelijk van uwe ouders zoudt kunnen geërfd hebben; alzoo door eene daar naar ingerigte behandeling, de nadering dier ziekte kan voorkomen worden. Laat nooit het lig-chaam te passief Avorden; let op, welke deden meest worden :i;iiigedaan bij plotselinge zielseliokking of geweldige aandoeningen, hoesten, niezen of een' val, en Uandel alsdan naar die teekenen, alzoo die- deelen zekerlijk in. een' zwakken en ongezonden toestand zijn Groote eters moeten voornamelijk letten op de maag, studerenden op het hoofd, redenaars en zangers op de borst en de teringaehtige op de longen.

Ik ga nu over tot den tweeden regel: Verwijder de oorzaken can ziekte zoo dra ze kenbaar worden.

Wanneer de oorzaak in het duister schuiit, moei «.■ogenblikkelijk een geneesheer geraadpleegd worden; wanneer ze blijkbaar is en van weinig belang, kunnen gewone en wel als deugdelijk erkende middelen, door den lijder zeiven worden aangewend. Draag zorg nooit geneesmiddelen te gebruiken zonder noodzaak, evenwel moet er gelet worden op de vroegste teekenen van ongesteldheid, daar het ligtste symptoom dr meest ernstige ziekte kan verbergen. De teekenen van aannaderende ziekte zijn verlies van den eetlust, onnatuurlijke afwisseling van koude en warmte, huiveringen, dorst, loomheid, lusteloosheid, ongeruste slaap, onnatuurlijke belemmering of ook versnelling der digestie. Wanneer zulke teekenen worden waargenomen moet u;ij dadelijk uw dieet verminderen, leseh ■ iwev dorst . wat niimelijk zelfs met énkel water , of

-ocr page 107-

een afkooksel vau gerst; iioiul iiei iigciuuuu m eeui; gemakkelijke positie en den geest bedaard, en langs dien weg zal de natuur dikwerf zieli zelve helpen , hetgeen steeds voor den lijder zeer voordeelig is, dewijl het effeet van de geneesmiddelen is, als ware hel eene kunstmatige ziekte voorttebrengen om de natuurlijke uittedrijven, en wanneer dit niet slaagt, lijdt de patient onder twee ziekten voor eene. Zoo het daagt wordt toeh dikwijls het innerlijke organismus door het geneesproees zóó verzwakt, dat daardoor een aanmerkelijk deel van het levenstijdvak wordt afgekort. Natuurlijk, is hier de rede van het onverstandig gebruik van medicijnen bij algemeene gelegenheden ; wanneer het ziektegeval het vereischt, is niets kostelijker of noodiger. Het bezigen van pur gativen is niet altijd raadzaam; gebruik lavementen in plaats daarvan ; deze maken sehoon zonder de maag te ontstemmen, en ruimen weg wat dikwijls eene oorzaak van ontstekende verrotting is. Na het eten , na de ontvangst van het voedsel in zijn natuurlijken staat, spoelen wij reeds den mond en zuiveren wij de tanden; het is dus ligt te begrijpen, dat zelfs eene grootere mate van zorg wordt vereischt voor de zuiverheid dier deelen, welke aan de overblijfsels van het voedsel, nadat de verteringswerkiug haar geheel van aard heeft doen veranderen, dooruang moeten ver 1 oenen.

Er zijn ook ziekten, die als het ware, maatregelen zijn, door de natuur zelve genomen, om het leven ti' verlengen, door verstoppingen op te heffen , bedorven stoffen uittedrijven en het evenwigt des ligehaiiielijkei! organismus te herstellen. Zoodanige zijn brakingen, bloedontlastingen, ligte buikpijnen, lïet zelfde is immers te zien in hare werkingen op uitgebreider schaal: eene regenvlaag spoelt de rardfi if en bevor-

-ocr page 108-

%

Jert deu jilautcugroei; ecu storm zuivert den dump kring: en zelfs eene aardbeving mist hare weldadige werking niet.

Na zooveel te lieïben doen voorafgaan, wil ik nu een feit in het licht stellen, quot;tgeen weinige genees-heereu opregt genoeg zijn om te willen erkenen. Ik wil het vrijelijk uiten, in vertrouwen dat des lezers gezond verstand en zijn vvenschen naar een lang leven hem wel zullen weerhouden om van deze kennis een onmatig gchrnik of misbruik te maken.

L)e, zaak is deze; dat, bij gelegenheid, ceuige afwijking van de strenge regels en gewoonten dienstig is ; alzoo te groote slaafsheid in leefwijze en handeling, /onder cenigen feestdag of oogluiking, welke ook, het uestel voor ziekte vatbaar maakt. Sluit nwo kamer cn zie eens toe hoe de stof zal verdikken; veeg ze nu en dan eens uit, cn hoewel gij voor oogen-blikken de stofdeeltjes in hinderlijke beweging brengt, gij herstelt toch uwe kamer in orde en zuiverheid. Eene nooit geluide klok wordt inharmonicus, en, zoo gij de toetsen van uw mnzijkinstrunient niet bij wijlen in beweging brengt, zal het spoedig ontstemd zijn In deze overtuiging geef ik elk voorzigtig man eenen verlofbrief, om nu en dan eene kleine revolutie in zijn gestel te bewerken, door cenige nuttige ongeregeldheid. Hij moge zich zelf de middelen kiezen, Eenige grap — eene extra fleseh (*) — eene afwijking van de naauwste matigheid bij een gastmaal eene nacht op het bal in plaats van in bed - bloot

M dG.viesx, dat puikje dor dodo ren .

Kaadt ieder, die gezond wil zijn ,

Zich eens per maand tot over do ooreu jv vullen met den rooden wijn,quot;

: Studenl.cnzang.)

Veut.

-ocr page 109-

97

geving aan koude of warmte — het eten yan wat lekkers, al is het wat moeijeiijk te verteren ■— dit alles zal ik door de vingers zien, zoo 't slechts voor een' keer zij, en volstrekt geene hehbelijkheid of gewoonte worde; het zij uitzondering en geen regel.

Een dag extra rust, en een 24 uurs vasten kunnen evenzeer dienstig wezen, daar zulke gelegenlijke afwijkingen van de strenge gewoonte, dikwerf eene heilzame, openende, zuiverende werking hebben, het lig-ehaam kunnen harden, doch altijd met vermijding van uitersten en de noodwendige voorzorgen.

Er zijn buitendien toevallen mogelijk, die meermalen het leven verkorten, en tegen welke noch dieet, uoch geneesmiddel baat geeft. Van deze zijn de ge-duchtsten: de uitwerking van den bliksem, bedorven, met verpestende snietstoffen bezwangerde lucht, plotselinge hoogere koude (bevriezing) enz. Eene behoorlijke kennis van natuurkunde en natuurlijke historie kunnen den lezer in staat stellen, om zich, waar het overigens mogelijk is, daartegen te verzetten. Tegen een' noodlottigen val, tegen verdrinken of verstikken kan men zich wapenen door de aankweeking van tegenwoordigheid van geest en onverschrokkenheid, en door het oefenen van de ligchamelijke krachten tot behendigheid in het passeren van een smalle plank of rigchel, hef springen, klimmen, zwemmen. Dergelijke hebbelijkheden stellen u in staat niet alleen in gevaar u zeiven te redden. maar ook het leven van anderen te behouden. Een ander, nog te dikwerf voorkomend ongeval, is het bij vergissing innemen van vergif, en dit kan gebeuren, waar geen geneeskundige met zijne maagpomp en andere middelen dra genoeg bij de hand kan zijn. Wij mogen dan wel een middel aangeven, dat in tijd van nood de plaats vervangen kan, en dat schier overal bij de hand is. Zie hier dit middel

9

-ocr page 110-

98

Neem den mosterdpot', vul dien met heet water, an, 7ia den inhoud nu wel omgeroerd te hellen, ledig dien in een1 kom of pot, die u 't eerst ter hand is. Vul dan den mosterdpot nogmaals met heet water, spoel hem om, en ledig den inhoud lij het vorige. Vul nu verder aan met kot id water, en drink alles uit, of, zoo een ander de patient is, doe dien alles uitdrinken. — Een beter dadelijk braakmiddel is er niet; liet wekt onmiddellijke en ruime braking. De kuur worde, zoo noodig, herhaald, totdat men reden heelt om zich verzekerd te houden, dat al de gifstof is uitgeworpen. Dit een voudig middel heeft menig leven behouden.

])e laatste oorzaak van sterfelijkheid, waarover ik zal uitwijden en waarmede ik dit lang gerekt Hoofdstuk zal besluiten, is de toestand van de woningen der armen: van de kleine plaatsen, stegen, gangen, goten, sekreetputten, vuilnisbakken en hoopen enz. Stilstaand water, waarin dierlijk en plantaardig afval en krengen liggen te rotten en onophoudelijk Ie lucht met stinkende gaz- en andere smetstoffen vervullen, kan soms eene geheele buurt ongezond maken, en vooral typhus (rotskoorts) en cholera bevorderen bij hen, die geen acht hebben geslagen op de noodwendige regelen tot luchtverversehing, beweging en zuiverheid. Ten deze zorgeloos te blijven verkeeren is schandelijk. Er is «•en middel tegen — en geene geldelijke bedenkingen mogen er tegen geldend worden gemaakt. Gezondheid en leven eischen de kosten — nalatigheid zal met ziekte, ellende en dood worden gestraft. Het middel is dit :

Schaf al die vuilputten af; maak riolen, door elke straat en steeg, en lep aal, dat elk huis eene spruit moet hellen, naar het groot riool afvoerende — De onderneming, althans waar zij nog niet

-ocr page 111-

99

reeds gedeeltelijk bestaat, zou kostbaar en gruoi zijn, maar zij is toch niet onmogelijk, zij is dringend gevorderd , zij is noodzakelijk.

Lezer! dit Hoofdstuk uver den mannel ijken lèj-i-tijd is aan het einde. Zoo gij den inhoud naauwlet-tend hebt gadegeslagen en er naar handelt, gij zult zekerlijk de grijsheid bereiken, met gezond ligchaam. gezonden geest en onverdorven kracht, zoo zeker als het tegendeel n het tegendeel berokkenen zal. Dei halve, bestudeer onze grondstellingen; volg de regels en al de gewoonlijke kwalen en ellenden des levens -zij zullen uw deel niet zijn.

-ocr page 112-

VIERDE HOOFDSTUK

APNEMING.

ï)r keer des levens.— Ouderdom en Zwakte.Dood

Van veertig tot zestig jaren kan men' een man, die eene geregelde levenswijze heeft geleid, als in den bloei zijns levens beschouwen. Zijne tot volle rijpheid gekomen sterkte van constitutie, maakt hem bijkans ungenaakbaar voor eenige kwaal, en de ondervinding heeft aan zijn oordeel de degelijkheid bijkans der on-feilbaarheid gegeven. Zijn geest is snel beraden, vast '■ii gelijkmatig; al zijne functiën bevinden zich inden hoogst mogelijken staat van volmaaktheid, hij neemt het beheer van zaken op zich, bouwt zica een ruim bestaan op de grondslagen, welke hij als jongeling heeft gelegd, en doorloopt een levenstijdvak, dat vol is van allerlei genoegens. De zestig een paar jaar gepasseerd zijnde, komt hij aan een kritiek gedeelte van den levensweg: — de rivier des doods vloeit aan zijne voeten, en hij zelf komt tot een stilstand. Doch over deze rivier heen loopt eene brug, de keer des levens genaamd, welke, zoo hij daar gelukkig overheen komt, tot eene vallei, ouderdom, voert, rondom welke de rivier haren kronkelenden loop voortzet zonder eenige boot of weg, om er overheen te geraken. De brug evenwel, is gemaakt van broze bouwstoffen , en of zij buigen of breken zal, dit hangt af van de wijze hoe men ze begaat. Jicht, beroerte, andere kwalen, liggen bovendien in de nabuurschap in hin

-ocr page 113-

101

derlage tcgeu deu reiziger; maar hij omgorde zijne lendenen en voorzie zich van een' gescliikten staf, en hij kan veilig en genist voortwandelen.

Om de leenspreuk te verlaten de quot; levenskeerquot; is eene crisis, hetzij tot ecne verlengde wandelina', hetzij naar het graf. Het gestel en de krachten hebben hunne uiterste spanning bereikt, en beginnen zich nu te sluiten als bloemen bij het ondergaan der zon, of in eens te breken. Een onoordeelmatige prikkel — eene enkele noodlottige opwinding, kan de krachten overspannen — terwijl een zorgvuldig toevoer van steunsels, en de wegneming van alles wat geschikt is om ecne plant te forceren, haar in schoonheid en kracht zal bewaren, tot dat de nacht geheel-lijk is ingevallen. Daarom, moet de mensch bij den levenskeer, den rug kceren aan zijne gewoonten en bejagingen, en ailaten van alle tot dus verre van zijne spieren, maag, zenuwen en geest gevorderde diensten. Geen vooruitziend man heeft in dien tijd nog zijne fortuin te zoeken; derhalve kan hij zich terugtrekken uit de werkzame zorgen en gespannen beslommeringen van zaken. Daar hij een kleiner deel levenskracht heeft, en minder geschiktheid tot aanvullend herstel, dan in de lente des levens, verlangt hij zachter voedsel en minder werkzame dranken, dan welke vroeger tot onderhouding zijner kracht noodwendig waren. Wat men moet in acht nemen is gelijk aan dat, waarop wij letten in het afdalen eens heuvels,nadat wij den top Rebben bereikt. Bij het opklimmen blazen wij de longen op en zetten de borst uit, harden de spieren en spannen elke zenuw: maar als wij met dezelfde krachtinspanning voortgingen, nadat wij den top over zijn, wij zouden de afdaling al te zeer versnellen, en welligt tuimelen vóórdat wij den vlakken grond bereikt hadden De afdaling zelve helpt onzen gang, en hef

-ocr page 114-

102

- noodweudig onze zenuw- en spierkracht te bedwingen, om met behoorlijk gemak te kunnen voortgaan Alzo o, eene vermindering van Ter acht ondersteunt ons daadtoerkelijk, door de krachten gelijk te maken aav de te vervullen taak, en dus de reize te verlengen. Bij het bereik van deu gelijken grond zijn wij dan buiten adem, en' wij behoeven vernieuwde kracht, om onzen pelgrimstogt te kunnen voortzetten Het is met den ouderdom volkomen eveneens gelegen. De levenskrachten zijn gezonken, en de zwakkere levenswerkingen zijn afgedaald tot eeneu toestand als dien der kindschheid; hare onvolkomene working ver-fischt hulp, en zoo deze naar behooren wordt aan gebragt, zullen zij voor een' tijd een hemieuwings-proces te oudergaan hebben, in navolging van quot;t geen ,n de ontwikkeling der vroege jeugd heeft plaats gehad. Doch de vroegere sappen, welke die ontwikkeling bijstonden, zijn thans wegj het voedsel voorden uden dag moet derhalve die prikkelende hoedanighe-■ien bezitten, welke bij het kind noodelocs waren Wijn moet de melk zijn voor den ouden man; voedzame soepen zijne pap; voedingrijke eu ligt verteerbare vleeschspijzen moet hij gebruiken. Het innerlijk vuur, dat het jeugdig gestel in tintelende kracht onderhield, is nu gebluscht; warme kleeding is nu noodig; het zachte leger, de gemakkelijke zetel, die vroeger door te groote stoving, de natuurlijke faculteiten te overmatig zouden ontwikkeld hebben, zijn nu noodig tot derzelver verlengd behoud. Het koude bad moet nu voor een laauw plaats maken. Deze en die afwijkingen, welke de nog niet volkomen krachten zouden be nadeeld hebben, moeten ook nu vermeden worden om het verval niet te versnellen. De open lucht is nu noodig zoo goed als vroeger, maar geweldige kracht •uspannintr zou nu even gevaarlijk zijn ais vroeger bij

-ocr page 115-

103

tie nog onvolkomen ontwikkeling. De arm der kindermeid of liet kinderwagentje, worden voor den ouden man vervangen door een gemakkelijk rijtuig-Wrijvingen der huid moeten de verminderde nitwase-mingsvatbaarheid te hulp komen. Groote schokking der zenuwen, plotseling guur weder, alle andere toevalligheden , die de moeder zoo zeer voor haren kleinen lieveling ducht, moeten evenzeer door de verzorgster van den ouden man gevreesd worden. Dezelfde ziels-gerustheid, zelfs de afwisselende onschuldige spelen . die het tijdsverdrijf der jeugd uitmaken, moeten mei-de gepaste wijziging helpen medewerken, om de dagen der tweede kindschheid te heschermen en te veraangenamen.

Met dusdanige behandeling zal een oud mensch den volle natuurlijken term des levens kunnen bereiken. Zijn onverduisterde geest zal de schatten van zijn geheugenis kunnen ten toon spreiden, en wat hem aan wijsheid ontbreekt, zal de opgedane schat van ervaring vergoeden. Geene nieuwe winstbejaging in het oog hebbende, zal hij allen afgunst en inspanning vaarwel zeggen. Zijne raadgevingen zullen zacht zijn, zijne manieren innemend, zijne inzigten juist, en in het gevoel van zijnen pligt te hebben volbragt, keert hij eindelijk terug tot zijnen Schepper, wiens beeld hij gepoogd heeft op aarde zoo vlekkeloos mogelijk te dragen.

Kan de zedeleeraar iets meer leeren? Keen ! de schriftuurlijke en natuur-theologie leeren hetzelfde Beiden prediken tegen de beleediging des levens; bei den betoogen, dat het krachtigen en zuiveren van lig-chaam en geest is de ziel onsterfelijk te mak ;'..

-ocr page 116-

TWEEDE GEDEELTE.

WAARVOOR MEN MOET LEVEN.

EERSTE HOOFDSTUK.

De doeleinden des Levens. — Stappen tot derzeluer bereiking. — De aanlcweeking van onze geestvermogens en van onze pJiyslice gesteldheid.

Het leven is een beginsel, en de mensch eene daadzaak; liet eene een burger van de Eeuwigheid . de ander een burger van den Tijd, de laatste getuigende voor het aanwezen van het eerste. In het za -menstel van den mensch is niets dan stof e;i lucht, doch hoewel door Zijn adem bezield, zijn zij \angeene meerdere waarde dan de bestanddeelen van een' doos of kist. Dagelijks voegen wij iets bij het geheel, en met elk uur vervliegt daarvan een gedeelte. Het voedsel, dat ons ondersteunt, is stof, en tot stof kee-rcn wij terug.

liet is dus duidelijk, dat de Mensch, bloot als deer beschouwd, slechts van tijdelijk gewigtis. Wanneer hij bedroefd is, dan is het alleen stof, dat lijdt, en hij mag steeds rekenen op de hulp van den dood, liet leed des levens is maar kort; geluk zelfs is vergankelijk; en wanneer wij het stoffelijk omkleedsel af-iverpen, zegt het weinig, of de wereld \oor ons een -Ktlen of een Tranendal is geweest; want de stof.

-ocr page 117-

10 5

die achter blijft, is ongevoelig voor haar eigen ver lies.

Waartoe nu deze gestadige weder voortLrenging van geslachten, wanneer de schepping van wezens voor eene onbegrensde voortduring zoo gemakkelijk had bewerkstelligd, en dus eeuwigdurend genot verzekerd had kunnen worden. Waarom vervalleu de in later leeftijd verkregen deelen, in plaats van, even als in de jeugd, van gezondheid te schitteren, en ademen zij nu reeds als het ware eene graflucht. Het leven ware dan nog eene worsteling waardig geweest. Een geluk, dat voortduurde, zou der moeite waard geweest zijn er naar te streven; terwijl de smart, welke, niet genezen zijnde, geen einde zomle genomen hebben, ondragelijk en dus eene opollcring waard zou worden, om zich daaraan te onttrekken. De man, die nu onder zijn leed gebukt gaat, zou alles in het werk stellen, om er zich aan te onttrekken Waarom, wij herhalen het, waren er geslachten; noo-dig, wanneer de vroegere bewoners der aarde tot nu toe hadden kunnen voortleven en tot stand brengen alles, wat er tot nog toe gedaan is?

Het antwoord is duidelijk: — Wu leven took een leven hier namaals. Gelijk stofvleesch WOrdt, zoo wordt geest Ziel; en de eerste adem, waarmede de Schepper de eerste stof bezielde, deelde in Zijn voortbrengend vermogen. Dit zijn de middelen, welke lïij bezigt, om zijne wereldbol te bevolken met wezens, ontwijfelbaar bestem! eene eeuwigdurende geluk zaligheid deelachtig te worden; daarom behoorde het doel des aanzijns te wezen Zijne goddelijke en oudoor grondbare oogmerken te helpen bevorderen en ons alzoo waardig te betoonen in de eindbelooning te deelen.

Deze beschouwingen leiden ons natuurlijk tot, het. be-

-ocr page 118-

106

.sluitend gedeelte van ons onderwerp: — waarvoor men moet leven. De lioofd-doeleiiulcn van uns bestaan moeten nog aangetoond en de middelen tot derzelver bereiking opgegeven worden.

De eerste stap om ons geluk te verzekeren, is de aankweeking van onze geestvermogens, welke ons in staat stellen voor ons zeiven en voor anderen te oor-deelen, zedelijke voordeelen te plukken en mede te deelen, regt en onregt van elkandLT te onderscheiden; genoegens waar te nemen, wanneer deze zieh aanbieden, en die opgeruimdheid te bevorderen, welke de beste staf is op onze levensreis.

Oe naaste onmisbare voorwaarde tot bereiking van slevens oogmerk, is piiysike gesteldheid. Deze geeft ons gezondheid en krachi. Üe eerste maakt i.ns geschikt voor onze genoegens en pligten — de laatste voor onze werkzaamheden.

Een ander roemwaardig doel is de aankweeking Pgt;kr genegenheid en de regeling onzer iiarts-togten, waardoor wij ons de achting van anderen verwerven, en op kleine schaal, die sympathie, overeenstemming en maatschappelijk aanzien, welke in gevorderden toestand algemeen zal worden.

Onze natuurlijke voortgang van vriendschap en iiefdc is tot het huwelijk. Dit is de positie, in welke de mensch een getrouw bondgenoot aan zijne belangen verbindt, de ontwikkeling zijner edeler gewaarwordingen zonder gevaar of schande verzekert — on hem in stuat stelt, om ten minste op éenen vriend te rekenen, in wiens hart hij de diepste geheimen zijner ziel kan uitstorten, en van wiens b'ppen steeds raad en troost vloeijen.

De laatste eerzucht der mensehheid is nakroost Zich door zijne kinderen omringd ziende, heeft de mensch het verhevenste zijner voorregteu vervuld. Hij

-ocr page 119-

107

heeft zicli oen' kring van medgczellcn en jncdelielper» verzekerd; hij heeft zijn geslacht door nieuwe wezens als vereeuwigd en aan de voorwaarde der Schepping voldaan.

Doch INTELLECTUELE BESCHAVING, PHYS1KE GESTELDHEID, GENEGENHEID, HUWELIJK 611 NAKROOST zijn niet verkrijgbaar zonder gepaste aankweeking onzer krachten, en hij, die gelukkig wenscht te zyn, moet zich vatbaar maken voor het genot, aleer Inj hopen kan een deelgenoot te worden. Deze vatbaar lieid bestaat in ee;i' helderen geest, zuiver geweten en sterkte van ligchaamsgestel; de eene om den menscli in het najagen zijner genoegens als loods ter zijde te staan en hem voor ondiepten en blinde klippen te waarschuwen; het tweede om hem te herin neren, dat, wanneer de geest zich aan overtreding schuldig maakt, dit veroorzaakt wordt door eenige overtreding van het ligchaam zoo wel als van den wil, en het derde om hem te sterken onder de bezwaren, welke hij zelfs in de gelukkigste oogenblikken zal hebben te verduren. In het Eerste Gedeelte van dit werk is het mijn ernstig streven geweest, duidelijk, eenvoudig en met kracht de middelen aan de hand te geven, hoe deze gewenschte gesteldheid verkregen kan worden — het Tweede Gedeelte voor d»; meer aangename taak bewarende, welke ik mij heb opgelegd, namelijk dat, om aan het menschdom het. oneindige voordeel aan te toonen, hetwelk gelegen i.gt; i.i eene getrouwe inachtneming van de regels, welke alleen ten doel hebben, de welvaart van ligchaam en ziel te bevorderen; de nadeelige gevolgen van het verzuim dier regels is reeds aangetoond, doch op deze moet ik, bij wijze van tegenstelling, nu en dan eens terugkomen.

Zij, die gestadig klagen over 's levens wederwaar-

-ocr page 120-

108

diglicdcn, hebben geen regt begrip van deszelfa gc-metiugen. Ouze rampen kunnen in zeer korten tijd opgesomd worden, want zij bestaan hoofdzakelijk in de toevallige smarten of ziekten, de opwekking van toorn en leedgevoel, bij de teleurstellingen onzer verwachtingen. Dit zijn de drie hoofden, uit welke alles voortvloeit, waarover wij klagen. De stroomen, ik beken het, zijn talrijk, doch wanneer wij daartegen de genoegens des levens rekenen, dan zal de ba lans stellig ten voordeele dier genoegens overslaan

— .quot;A'-W*»'quot;—

-ocr page 121-

TWEEDE HOOFDSTUK,

Huwelijk; Deszclfs aard, Voorregten, Genoegens

en Verpligiinyen. — Nakomelingsc/iap en Weldadige Gevolgen.

Bene naauwere, meer innige en zuivere verbiudte nis, of eene meer heilaanbrengende, kan men zich niet voorstellen. De banden van bloedverwantschap. van broederlijke betrekking, zijn sterk, voorzeker docli er zijn evenwel punten, waaromtrent wij ons bijzonder gevoelen wenschen mede te deelen, of waaromtrent wij gaarne met een ander zouden raadplegen. doch waar is het oor of de mond, welke wij beter kunnen vertrouwen dan die onzer eigen vrouw V Welk vriend is zoo getrouw? AVelk trooster zóó dierbaar? Welk medgezel zóó aanlokkelijk? Waar eene vreugde, slechts half zoo zoet, als bij eene geliefde vrouwV Zij is een dienende geest, wiens trouw onverdacht is, eene gezellin, nooit onwelkom en nooit ongelegen — zij is eene geliefde, die wij omhelzen, zonder dat het brandmerk van onkuischheid op haar voorhoofd ons pijnlijk aandoet.

Het huwelijk is een stap voorwaarts tot de voortduring van dat geslacht, waarvan een enkel lid aan een ieder zoo veel moeite en zorg baart, om in zijn onderhoud te voorzien; de een wordt even gebiedend gevorderd door de bevolking, als het tweede door den individu. Wat het voedsel is voor de loot, dal is het huwelijk voor de maatschappij. In het Eerste Gedeelte van dit werk heb ik die levensfonctiën behandeld , welke voedende zelfstandigheden met ons zamenstel assimileren en in betrekking staan met

-ocr page 122-

110

omringende voorwerpen, om den individu, waar zij toe behooren, te schragen en tc onderhouden; docli er zijn andere funetiën des levens, welke noodig zijn tot assimilering of verbinding van nieuwe leden met het groote ligchaam der maatschappij , en zonder welke de menscli evenmin de door zijnen dood ontstaande; vacature kan aanvullen, als hij in staat is adem te halen en te verteren zonder longen of ingewanden Deze funetiën zijn bestemd het geslacht te doen voortduren , door het te vermenigvuldigen, en zijn vier in getal, waarvan er een aan beide seksen gemeen is. *1 ïi de drie overige uitsluitend aan het vrouwelijk geslacht toebehooren. Ue eerste is de functie der Gj-neratie, welke het zaad schept en plant; de tweede is de functie van Zwangerschap, welke den groei der vrucht ontwikkelt, voedt en bevordert. De derde is de functie der Baring, waardoor de knop te voorschijn komt, en de vierde is de Zoging , waardoor di.' knop eene bloem wordt. Het is derhalve duidelijk. dat de zorg voor die funetiën, waarvan het leven van anderen afhangt, van evenveel belang is als de zorg voor die funetiën, waarvan ons eigen leven afhangt De meest vereischte oplettendheid kan hier herhaald worden, zonder iemand te kwetsen: meer omstandige beschrijving daarvan kan men vinden in mijn Werk over de Zelfbewaring.

Geschiktheid en vrijdom van ziekten zijn het ver eischte dezer funetiën, en om deze te verwarven be hoorde men al die prikkels tot kracht, en gezondheid. waarop in dat AVerk zoo zeer wordt aangedrongen . aan te wenden en in praktijk te brengen. De knaap behoorde in het oog gehouden en voor uitspattingen behoed te worden, die de constitutie; ondermijnen; de jongeling moest stoutmoedig en werkzaa.n gemaakt worden, en de man moest matig blijven. Doch ge-

-ocr page 123-

Ill

zondlieid en natuur veroorlooven hem niet, dit, naze keren leeftijd, met veiligteid voor hem zelveu vol te houden, en bij gevolg is het hmvelijk een noodzakelijk iets, zoowel als een voorregt. Geheele onthouding gaat, zoo lang deze gevorderd quot;wordt, met groote voordeelen gepaard, doch levert even groote nadeel op, wanneer de organisatie voltooid is.

Van de dames vragen wij even veel omzigtigheid Naauwe korsetten, dunne schoenen, ligte kleeding en losse*manieren, waren nimmer het kenmerk eencr vrouw waarop de man trotsch mag wezen. Boven alles moede goede voorvaderlijke gewoonte in stand gehouden worden, dat de vrouw zelve hare huishouding nagaalr een smakelijk geregt kan klaar maken en, is het nou-dig, de handen uit den mouw weet te steken. De vrouwen kunnen zich verzekerd houden, dat, wanneer een man zich in het huwelijk wil begeven, hij dit deet met inzigt om huiselijk te worden. De bruid zoeke derhalve, hem deze verandering van levenswijze aangenaam te maken, en zijne genoegens zullen dagelijks toenemen; doch de minste teleurstelling zijner verwachtingen zal de genegenheid van den man ver minderen, en hem ten laatste uithuizig maken.

De hoofdstoffen tot het huwelijksgeluk zijn dus zoo moeijelijk niet te verkrijgen volg slechts de regels. welke ik daartoe heb opgegeven, bestudeer elkanders wenscheu en karakter, en uw aardsch geluk zal den hoogst mogelijken graad van volmaaktheid bereiken Opzigtens den aard heeft het getrouwde paar zich stilzwijgend aan den Staat verbonden, als de steun-seis van zijne bevolking en belangen; zij hebben een huiselijk gouvernement aangevangen; zij hebben zich voorstanders verklaard van de verheven genoegens van den echtelijken staat, liever dan de maatschappelijke instellingen te schenden , door het toegeven aan on

-ocr page 124-

112

geoorloofde genoegens, welke de afzonderlijke gene genlieid dooden, en de bevoorregte schatten der harts-togten tot algemeen goed verklaren. Zij hebben diver vulling van liet doel van ons aamvezen op zich genomen; en de behartiging van het geluk van een medeschepsel. Als man en vrouw verkrijgt hunne uitspraak gewigt bij de ongetrouwden, en hunne verbinding met het overige menschdom wint in sterkte. Zij bekleeden dus den hoogsten rang in de menschc-Üjke maatschappij, en maken aanspraak op de achting van alle mindere wezens. Hunne voorxegten zijn die van voorrang in alle zaken; zij worden vertrouwd, gebruikt en bc rchermd door de maatschappij, meer dan de ongehuwden. Zij bezitten ook het voorregt zich nan de zoete gewaarwordingen huiinei hartstogt te kunnen overgeven, zonder hunne gezondheid te bena-deelen of de voorschriften der zedelijkheid te kwetsen Van hunne genoegens zou men een beek kunnen vol schrijven. Vrijdom van de zorgen, aan den ongehuwden staat verbonden, is slechts het geringste deel van hunnen gelukkigen toestand. \ ertrouwen , feederheid en verrukking bevinden zich allen in het gevolg van den huwelijksstaat, en doen de uren bijkans te snel vervliegen. Doch het grootste geluk bestaat in de voordeden van de zuiverste onhaatzuch-luiheid. Het is voor het belang van een mensch noodzakelijk, dat hij tot zekere hoogte zijn eigen belang behartige; doch het gevolg hiervan is die strijd van belangen, welke de maatschappij teistert en het onkruid vormt in de schoonste tuinen, liaatzuchtig-heid nu, kan niet bestaan tusschen twee minnende harten; hun omgang is dus onbesmet door den verpestenden adem. welke alle maatschappelijke handelingen verduistert, en er wordt een nieuw gevoel voortgebragt, namelijk, eene edele begeerte bij elk

-ocr page 125-

om den audcren meerdere voordeelen te doen plukken. Van de onbaatzuclitiglieid bewust, gevoelt zich ieder beveiligd tegen de aanmatigingen van eene begeerige wereld , en van dankbaarheid doordrongen, zoekt hij het ^yne tegenpartij in edelmoedige zelfopoffering of te winnen. Een maatschappelijk verbond, zoo als dit. is bijkans Hemelseh te noemen; kon zulk eene vor-bindtenis door de gansehe schepping heen meer ai-gemeen gemaakt worden, dan zou deze ophouden een wereld van twist en onrust te zijn; en de labelen van Arkadie zouden verwez entlij kt worden.

Met de verpligtingen van het huwelijk, zijn beschouwingen verbonden betreffende de nakomeling-schap; onze beschouwingen over beiden kunnen bij gevolg worden zamengevat.

Nakomelingschap is inderdaad de eerste voorwaarde van den huwelijksband, door het aanknoopen waarvan wij een stilzwijgend contract aangaan met onzen Schepper, om zijne bedoelingen te vervullen. Dit legt ons de voorgaande verpligting op om voor onze gezondheid, zoowel ligehamelijke als zedelijke, te zorgen; om ons daardoor tot de vervulling dier verpligting in staat te stellen ; doch er zijn twee andere voorafgaande verpligtingen van veel belang — namelijk de verbetering van ons humeur en het onderzoeken van ons hart. liet eerste is eene moeijelijke taak, en hij, die gelukkig wil wezen, behoorde zich door allt mogelijke middelen te vergewissen van het humeur zijner geliefde, voordat zijne genegenheid te zeer ingeworteld; want een wezentlijk kwaad humeur kan nimmer verbeterd worden. Eene kwade geaardheid kan eene veranderde rigting nemen; doch de losbarstingen van een slecht humeur zijn zelden te vermijden. Go-lijk of ongelijk, een kwaad humeur wil zich lucht geven , zelfs stil te zwijgen beveiligt ons niet voor eene

10

-ocr page 126-

114

uitbarsting. Gceiic redenering, gcene vriendelijke toespraak vermag iets daartegen. Drift daar tegenover te stellen, verschaft slechts aan een kwaad liumeur de gelegenheid om tegen n uit te varen; terwijl eene gepaste berisping slechts schelden en razen ten gevolge heeft. Kortom, er kan niet te veel van gezegd worden: een kwaad humeur is een waarborg voor huis-selijke ellende. Den aard der toegenegenheid behoorde men ook goed te onderzoeken, vóór dat de knoop gelegd is. Velen begeven zich in den echt om eenen hevigen en plotselingen hartstogt te bevredigen, en wanneer deze geweken is, dan is het geluk van beide partijen insgelijks verdwenen ! AVare lieJde is on uit wischbaar, doch de indruk van physike liefde laat niets dan walging en berouw na. Het nut en de weldadige gevolgen van nakomelingschap behoeven geen betoog, daar zij te zeer in het oog loopen voor een ieder, om dezelven niet te kennen. De man, die zich op het bezit van kinderen beroemen kan, strekt dei menschheid en der maatschappij tot eer, terwijl zijn kroost hem nieuwe bronnen van geluk cpent, dat 3net den tijd toeneemt. Zij vormen een getrouw en verbeterend toevoegsel tot den nationalen voorraad. Zij geven hernieuwde belangstelling aan de afnemende jaren hunner ouders, en doen niet zelden slechte ouder? zich wel gedragen, ten einde een goed voorbeeld te geven.

Dit nu de voordeden van het huwelijk zijnde, wat kan het toegeven aau de hartstogtcn door de onge-huwden hier tegenover stellen ? Een doelloos leven ; een' geschonden goeden naam ; een eerloos huis; eene gezellin, welke door een ieder vermeden wordt; ondermijnde gezondheid; kwalen; een verzwakt gestel; geschandvlekt kroost, en een vroegtijdig graf.

-ocr page 127-

DERDE HOOÏDSÏÜK.

PHYSIEK GELUK.

kïkn en drinken. — Vermaak. — Zelf achting. — Zelfyoedkeuring. — Fhysiek Gevoel. — Zedelijk Gevoel. — Hust van Ligchaam en Ziel. — Verzachting van smart. — Voldoening der Zinnen. — Rust na, vermoeijenis. — gezondheid. — Veerkracht der organen. — Sterkte. — Goede eetlust* Genot van den Slaap. — Gehardheid tegen vermoeijenis. — Gemoedsrust. — beweging. — Bewaring der gezondheid. — Kracht. — Jeugd — Schoonheid. — Intellectuele Vermogens en Leven. kpjinheiI). — Vrolijkheid. — Aangenaam geco i van de Huid — Frisehheid

Eten cu drinken. — quot;Wij leven om tc eten »'11 eten om te leven. Wanneer wij bedenken, dat er in Amerika en allerwege in de keerkrings-landen, stammen bestaan, die een groot gedeelte van liet jaar van «•ene bijzondere kleisoort leven, dan kunnen wij de Natuur niet te dankbaar zijn, dat zij ons de rijke verscheidenheid van smakelijke spijzen schonk, welke aarde, lacht en water vervullen. Humboldt de Otu maks beschrijvende, een Volkstam, welke het Dorp Ut Conception di Urania, aan de oevers van de Oru-noku rivier bewoont, spreekt van hen als levende van mieren. gomsoorten en zekere vettige klei, van . ene geelachtige kleur — in waarheid echte potten

10*

-ocr page 128-

bakkersidei. Ueze pliysiologisclio waarheid wordt door veler getuigenis bevestigd. Do Indiaansclic vrouwen werkende in de pottenbakkerijen te Magdalena, hebben. eenc onoverkomelijke begeerte om aarde te verzwelgen, en gedeelten van den klei, welken zij verwerken moeten, op te eten en wel in zulke groote lioeveollieden, dat het door de autoriteiten ten strengste is verboden geworden. JL)e zelidc geneigdheid treft men aan bij de Negers in de \\ cst-i ndien, en dc verboden klei wordt in het geheim op de markten verkocht. Ueze handelwijze veroorzaakt echter vele ziekten, en men kan een' quot;VVest-Indischen Veger niet grover beleedigen, dan wanneer men tot hem zegt , dat zijne ouders aan de Mci-iekie gestorven zij» Hoewel ongezond, blijkt uit het hier boven aangehaalde de mogelijkheid het leven met de grofste spijzen te onderhonden. Doch de natuur versmaadt zulk voedsel voor hare kinderen, en hoewel hart; stief kin -deren er van bestaan, vergunt zij aan de beminde sonen der civilisatie de keur eener oneindige reeks van lekkernijen, waarvan het geringste nog als weelde te beschouwen is, vergeleken met den gebakken Jcleikoek van den Neger. Zij dus, die hare goedheid versmaden, of er misbruik van maken, vernederen zich tot een' rang, nog lager dan dien van de arme Otomaks. Ue lekkernijen der schepping werden ons als eene genieting geschonken, en Eten en Drinken mogen gerust geteld worden, onder de voornaamste physike genoegens des levens. Buitensporigheid ontneemt ons de lust naar die genietingen ; laat men zich hiervoor in acht nemen , en een goede honger zal het schraalste maal tot een smakelijk geregt maken; hij, die met horger aan tafel verschijnt, zal bevinden, dat deze honger eene zege-ning is, in plaats van een vloek, wanneer de iiiidde-

*

-ocr page 129-

117

kil aanwezig zijn dcnzelven to stillen; en op deze wijze wordt dit ons grootste physiek leed overwonnen door ons grootste pliysikc goed.

Vermaak. — Zij, die het waarnemen van gepasl vermaak afkeuren, moeten tevreden zijn met het tegenovergestelde alternatief van pijn en andere onaangenaamheden.

Vermaak is liet ontvangen van indrukken, welk»* ons bepaalde genietingen opleveren. .Niemand kan hekel hebben aan vermaak, doch zeer velen kunnen hel bederven en verbitteren en alzoo onbruikbaar maken Ons gansche leven door konden wij het genieten, zoo wij slechts wilden, en echter wordt het door d-meeste als onverkrijgbaar beschouwd. Welke zijn de voorwaarden, waarop de .Natuur ons deze goddelijk'' gave verleent ? Alleenlijk de aankweeking onzer vermogens om hetzelve te kunnen genieten. Kom dan, Lezer! ik heb u reeds geleerd, dat door den geest te beschaven en het ligcliaani te bewaren, de vatbaarheid voor geluk wordt opgewekt. Laat mij u thans ook leeren wat vermaak is, en hoe zeer het zelfs eene opoffering waard is, om het te verkrijgen.

Hoewel de bronnen van vermaak veelal van geestelij ken aard zijn, zijn de genietingen volstrekt physiek en het bekoorlijke der opwekking stilt zelfs pijn, want menige smart wordt niet gevoeld, onder den indruk van aangename gewaarwordingen, doch zoodra deze ophouden verdubbelt zich ons smartgevoel, en dit. bewijst, dat eene goede physike gesteldheid een onmisbaar vereischte is om het te kunnen genieten. Draag behoorlijk zorg voor u zeiven en de wereld zal voor u vol genoegens wezen. Het bewustzijn dat gij uwen pligt vervult, veroorzaakt zelf achting, welk»; physisch gevoeld wordt in den gloed van het hart en eene aangename tinteling van het gansche ligchaair».

-ocr page 130-

IIS

Zelfyoedkevriny is ceuc verwante gewaarwording, out spruitende nit de vervulling van onze pligten jegens anderen, en ook dit maakt den tred ligter en geeft veerkracht aan de zenuwen. Onze ligcliamelijke genoegens deelen zieh mede aan onzen geest, en het is op inerkenswaardig, dat elke physieke aandoening, bin iien zekere grenzen bepaald, aangenaam is. Warmte. koude, wrijving, een ligte schok, ja zelfs vermoeid heid — zijn allen aangenaam, en dit bewijst, dat de Natuur, terwijl zij ons die ligehaamsgevoeligheid schonk, het goed met ons meende, en ons gestadig '-;u afwisselend genoegen beoogde. i)e stappen zelfs , die wij doen, om ons de geschiktheid te geven tot het smakenvan hare liefdegaven, zijn geëigend ons een voorsmaak te geven van hetgene er komen moet. door rust na vermoeijenis of het voeden van het lig-chaam; door het bevorderen van de veerkracht dei-organen ; door liet verbeteren van onze gezondheid, cu het bevorderen van honger en sterkte, deelen wij aan het gansche gestel ceue gewaarwording mede, even streelend als de levendigste verbeelding zich dezelve kan voorstellen ; en hoe meer wij deze waarheid nagaan, des te duidelijker wordt zij ons: des re iioo-ger stijgt onze verbazing over die bedorvenheid, welke den mensch aanspoort de middelen te veronachtzamen om zoo veel genoegens deelachtig te worden. Hor aangenaam is niet de slaap! en echter wat wordt er .tl niet gedaan om de mogelijkheid eener goede nachtrust te verijdelen, welke niet bloot een vergeten van quot;s werelds zorgen is, maar tevens een positief gevoel van aangenaamheid, van't welk het ligchaam niet on bewust kan zijn, hoewel voor elk ander ding ongi;-voelig. Gehardheid tegen vermoeijenis is een ander onze genietingen , waardoor verzacht, het werken eene aaugeno.'iK: en opwekkende bezigheid wordt d^ geest

-ocr page 131-

119

is werkzaam bij de vervullinu van de taak cu dc spiereu geven een' weerklank, die dour het gansche ligchaam gevoeld wordt. quot;Welk genoegen verseliaft ook niet die gemoedsrust, welke liet gevolg is van een behoorlijk gedrag! Onrust schuilt onder elke zorg en vernielt zoo wel het ligehaam als de hersenen ; docli niet zoodra is deze geweken, of beiden hernemen hunne veerkracht, en een aangenaam gevoel vergezelt ons, waarheen wij onze schreden ook wenden mogen

Beweging. — Deze is een physiek genot, dat niet alleen tot ons voordeel leidt, maar den geest opwekt en ligchamelijk vermaak oplevert. AVat vadzigheid daarvoor in de plaats kan stellen, verklaar ik niet te weten, tenzij loomheid en pijn door de leden een genoegen genoemd kannen worden. Ik voor mij vind niets aangenamer dan eene gematigde oefening der leden, als afwisseling van die onzer geestvermogens. De uitkomst alleen zou het verduren van pyn waard zijn, want zij geeft gezondheid aan den zieke , kracht aan den zwakke, veerkracht aan de organen, voortduring aan de jeugd, frischheid aan de schoonheid en verlengt het leven. Doch de natuur wril niet, dat het vervullen van onze pligteu ons eenig onaangenaam gevoel veroorzakej daarom heeft zij de lig chaamsoeiening tot een van de hoofdgenoegens ge maakt, waarvoor wij leven, en de voortbrenger van eene menigte andere genietingen. Wat zou de mensch ziju , indien zijne voeten eens aan den grond waren vastgegroeid, en hij het vermogen van beweging van de eeue plaats naar de andere missen moest r Doch indien liet aangename der ligcliaamsoefeuing bewezen moet worden, zie dan eens de binnenplaats of tuin van eene school, werp een blik in een gymnasium, volg den voetganger op zijne uitstapjes, uf den ruiter

-ocr page 132-

120

in zijne vrolijke togtjes over heiden en wegen. Oi' wj|]

zoo u deze dingen te gemeen, te alledjiagscli zijn. ze^

begeef n naar de balzaal, en zie de scliittcrende oogen wei

en roede wangen, welke ontegenzeggelijk getuigen , tot

dat beweging een gedeelte uitmaakt van het physiek .A\\e

geluk , en nog een bewijs te meer, dat elke vatbaar- ell

heid het totaal onzer aardsehe genoegens vergroot. onl

Reinheid. J3e beste wijze om ons voor al de liier-

boven opgegevene genietiugen onvatbaar te maken, i.-- um

liet dooden en verstoppen van de poriën van de huid, bei

het gevoeligst gedeelte van het ligchaam. Om dit te hei verkrijgen zorge men, dat er zich een dikke korst

van vuil op het vel zette, zoo dat alle uitwaseming ja!

daardoor belet worde. Het gevolg zal zijn: eene }iC

harde huid en de algeheele vernietiging van gevoel, we

vergezeld door koortsachtigheid, bederf der vochten , uc]

en verstopping der organen. Velen vinden dit voor- nü

zeker zeer lief, anders zou de lucht niet verpest en ho

het oog gekwetst worden bij het zien van die hoopen be

vuilnis, welke wij overal aantreffen. Voor zulke lie- Je

den moeten ziekten, slapeloosheid, gepaard met het M

verlies van eetlust en ongevoeligheid voor elk physiek «le geluk, al zeer bekoorlijke dingen wezen. Doch wel- , kc

ligt verbeelden zij zich, dat morsigheid een integre- m

rend deel hunner beroepsbezigheden uitmaakt; dat er tw

geen middel is om de ongezondheid en het onaangenaam gt;;o

gevoel te voorkomen , waar onder zij gebakt gaan ; va

en dat al wat zij verduren moeten een natuurlijk kwaad is, om mede tot bewijs te strekken, dat liet leven niets dan eene opeenstapeling is van allerlei ellende. Dit moet de voorheerschende gedachte wezen , anders zoude men al zeer spoedig naar een geneesmiddel gezocht hebben. Doch dit zij zoo het wil, het is hoog tijd de waarheid aan het licht te brengen. Morsigheid is een vloek, dien de mensch zich vrij-

-ocr page 133-

121

willig op den hals haalt; terwijl reinheid op zich zelve een staat van geluk is, zoo bekoorlijk, zelfs al werkte zij hloot physiek, dat haar invloed zich zelfs tot de onbezielde natuur schijnt uit te strekken. In allen gevalle deelt het redelooze dier in dit genot, en hij moet zich beneden dit schepsel verlagen, die onbekwaam is in dit voorregt te deelen.

Mijnwerkers, schoorsteenvegers, kolenbranders quot;ii anderen , die een onzindelijk beroep uitoefenen, hebben de gewoonte te zeggen, dat zeep en water bi) hen nutteloos verspild zouden worden, iaar het eerste gevolg van hun te werk gaan op den volgenden dag, de vorming van eene nieuwe laag van morsigheid zoude zijn, zoo dik en even schadelijk als diquot; welke zij door het wasschen getracht hadden weg tv-nemen, en dat alzuo de gewone voordeden der rcinhiM I niet kunnen toenemen. Zij vergeten evenwel, dat het hoofddoel, waarop men acht moet geven , niet alleen bestaat in het wegnemen van aardachtige en andere deeleu, maar van die dikwijls vermelde afscheidingen die in het gestel terugkeeren, wanneer zij niet door de poriën kunnen uitwasemen, en dat het oogenblik-kelijk gevolg van het wasschen der poriën is, genoeg-zamen toegang aan de frissche lucht te geven. Eene tweede wassching na den arbeid, hernieuwt de gezonde werking en geeft veerkracht aan de genietingen van den avond.

T

-ocr page 134-

YIEEDE HOOFDSTUK,,

GEESTELIJK GELUK.

geluk. — lage hen. — Zingen. — Vernufi. Dansen. — Genegenheid. — Gemis van zorgen. — Hoogachting voor anderen. — Verheuging en Vrolijkheid. — Dankbaarheid. — Verzachting van Kommer. — Vervulde Hoop. — elijdschap. — Overivinning. — Goede tijding. — Verkrijgen van een gewenscht doel. — Verheffing. — Aangename verrassing. — Instinctive aandoeningen van hei Hart. — Onverwacht Vermaak. — Fierheid. — Ret slagen onzer Onderneming. — muziek. — Aangename indruk van al onze zintuigen. — Godsvrucht. — Vaderlandsliefde. — Braafheid. — Moed. — Onverschrokkenheid. — Ingeving. — litteratuur. — Godsdienst. — Kennis. — Wijsheid. — Geleerdheid. — Oordeel. — Verbetering. — Rust. — Uitspanning. — Nadenken. — Verhoogde Edelmoedigheid. — Vermindering van Vooroordeel. — Gepaste achting voor zijn even-mensch. — reizen. — Mildheid. — Verandering van Natuurtooneelen. — Vreemde Ontmoetingen. Schoone vergezigten. — Verheven denkbeelden. — Beroemdheid. — Helder Overzigt. — Gezag. — Eerbied. — Maatschappelijke Bang.

Geluk. — Als een abstract gevoel, is liet vermaak van den geest zoo wel als eene gemengde pliysike gewaarwording, en bijgevolg zoowel eene bepaalde als

-ocr page 135-

123

cene algemeene benaming. Hatl de vreugd des levens alleen bestaan in de vervulling onzer pligten, dan zonden de werkeloozen en zij, die daartoe onbekwaam zijn, reden tot klagt hebben, door dien zij uitgesloten waren van een gedeelte van liet algemeen genot. Doeli de Voorzienigheid heeft ons, in hare oneindige goedheid, genoegens geschonken, die niet van het physiek gestel afhangen, en dus onafhankelijk zijn van den toestand van ons ligchaam, dat zeer dikwijls onvatbaar wordt voor gewaarwordingen, wanneer daarentegen de geest en ziel zich in een hoogen staat van opwekking gevoelen.

Het geluk hangt af van de gesteldheid van onzen geest. Physike gesteldheid geeft ons vermaak; — geestgesteldheid maakt ons gelukkig. quot;Ware het geluk afhankelijk gesteld van uitwendige omstandigheden, dan zou rijkdom het lot van den individu beslissen, en de rijke zou gelukkig, de behoeftige ongelukkig wezen. Gelukkiglijk is het niet alzoo; er wordt meer geluk gevonden onder de middel- en lagere dan in de hoogcre klasse.

Een van de beste dingen, om een mensch zich gelukkig te doen gevoelen, is een hartelijke lach. .Nu, eer dat een mensch lagchen kan, moeten zijne zinnen eenen hoogst aangenamen indruk ontvangen, welke zijne lachspieren in beweging brengt. Dat het lagchen afhangt van onze dispositie daartoe, en niet van den aard der gebeurtenis, welke ons doet lagchen, wordt bewezen door de daadzaak, dat demoCRI-tus en HERACLiTus om hetzelfde voorval lachten en weenden, overlevende eerstgenoemde den laatsten bij kans eeue halve eeuw.

Zingen is even als lagchen eene uitdrukking van vrolijkheid. Het bezitten van het vermogen daartoe is reeds op zich zelf een geluk, gelijk de uitoefening

11 *

-ocr page 136-

quot;124

van dit vermogen zulks mede is; terwijl eeue weder keerige oefening bij anderen eene dergelijke gewaarwording te weeg brengt, en bij gevolg liet genot, dat men daarbij smaakt3 ook aan onbevoorregten mededeelt. Al weder een bewijs, dat liet gelnk voor allen bestemd is.

Vernuft is een ander voortbrenger en mededee-ler van geluk, ons door de Natuur geschonken, om de genoegens des levens te verlioogen. De aankweeking daarvan is aangenaam en de uitwerking bekoorlijk. Het opent een veld voor de verbeelding en veroorzaakt een vrolijk liumeur. Het verhoogt insgelijks de vrolijkheid en verwekt niets dau aangename gewaarwordingen.

Dansen is reeds beschreven geworden als een phy-siek genot, en als zoodanig bevorderaar van de gezondheid; doch de gevolgen werken ook op den geest en verlioogen daarom ons geluk in eene tweeledige hoedanigheid. De uitwerking van het dansen op den geest is het veroorzaken van eene aangename opwekking van de zenuwen en dierlijke geesten, vergezeld door eenen snellen voorbijgang van denkbeelden-

Genegenheid is eene andere wijze om geluk te veroorzaken. Genegenheid is eene voorkeur, welke wij aan het eene voorwerp boven het andere geven; en de uitdrukking van die partijdigheid moet steeds aangenaam wezen, daar deze alleen bewezea kan worden, wanneer het voorwerp onzer genegenheid in onze nabijheid is. Had de natuur de genegenheid beperkt tot de gewaarwording van eigenlieltb, dan zou zij al de ellende van haatzucJiiigheid beoogd hebben; doch door dit gevoel meer uit te breiden en deszelfs invloed op den geest tot een middel van nieuwe genietingen te maken, gaf zij een ander bewijs, dal geluk het groote doel van ons aanwezen is

-ocr page 137-

12;)

Gemis van zorg cn kommer. — Dit is ccnc active voorwaarde van geluk, op dezelfde wijze als liet gemis of afwezen van smart eene active voorwaarde van genoegen is. Om gelukkig te zijn belioeft men niet altoos als in verrukking opgetogen te wezen, daar liet gesmaakt wordt door de superioriteit van huiselijke rust Lover, elke andere vreugde op de groote lijst der mcnsclic-lijke genietingen. Zorg werkt als een domper op alle aangename gewaarwordingen; liet gemis van zorg Iaat voor lieu een overvloed van speelruimte en is een feestdag voor het gemoed, een gevolg, dat niet plaats zou hebben, zoo de natuur gewild had, dat wij ongelukkig zouden wezen.

Hoogachting voor anderen. Ai •veder eene bijvoeging van abstract geluk! Ee i wnu^imstig mensch heeft geen begrip van dit genot. Indien het reeds een geluk is alleen te genieten, hoe veel aangenamer moet het genot, dat men met anderen smaakt, d:in niet wezen? En echter sluit de onverstandige wereld de oogen voor deze daadzaak, en door hare ondersteuning tc weigeren aan ware verdienste, offert zij eene menigte aangename geWuurwordingen op, welke het leven zouden veraangenamen. Gepaste erkenning van verdiensten bij anderen, bezielt ons met verwondering, cn verwondering is altijd eene gewaarwording van geluk.

Verheuging en Vrolijkheid. Deze aangename gewaarwordingen hebben op ons dezelfde heilzame gevolgen als het lagchen. Verheuging is de vrolijkheid der ziel; vrolijkheid die der verbeelding; de eene een inwendig gevoel, de andere eene schepping van buiten af; cn dc eerste is niet zoo dra voortgebragt of gij zijt in staat gesteld de tweede bij anderen te verwekken.

Dankbaarheid. Het bewijzen van dankbaarheid i-

-ocr page 138-

126

Je hernieuwing van cenc dier gevoelens, welke daartoe aanspoorden, en daar wij nimmer met dankbaar-Tieid vervuld worden wegens een ons berokkend ongeluk, moeten wij aannemen, dat de oorspronkelijke gewaarwording aangenaam was, en bij gevolg moet de hernieuwing daarvan iiu-gelijks aangenaam wezen. Dus blijkt juist de gedragslijn, welke het best geschild: is om anderen vriendelijk en voorkomend voor ons te doen zijn, de beste bevorderaar van ons eigen geluk te wezen. Wat kan dan liet motief tot on-danklKtarheid zijn? Ik tart den ondaukbaarsten hierop te antwoorden!

Eene andere gewaarwording en oorzaak van speei-fiek geluk is de verzaehting van kommer. are leedgevoel onzer aller bcsteuiming geweest, dan had de Natuur geen onfeilbaarder middel kunnen uitdenken om ons te grieven; doch zij heeft van het tegendeel bewijs gegeven door het verzachten van eens anders leed te gedoogen en die verzaehting tevens te maken tot eene genieting voor ons zeiven en een gevoel, waardig om voor ie leven

Vervulde Hoop vormt een ander van de tallooze bronnen tot geluk. Niets kan ons ijveriger totwerk-zaamheid aansporen dan het blijde vooruiïzigt op de vervulling onzer wensehen, of sterker pleiten voor de verscheidenheid van middelen, waardoor het geluk verkregen wordt.

Blijdschap. Dit is eene gewaarwording van een distinelief karakter aan dezelve eigen, en moet daarom in oenen algemeenen zin worden opgenomen, die verscheiden onderdeden zamenvat. Zij verschilt van een voudig geluk, omdat zij eene aandoening is, welke ■ilotscling ontstaat en doorgaans met eene gewaarwording van verwondering gepaard ga.it. Zij is meer dan vrolijkheid, doch openbaart zich dikwijls door lag-

-ocr page 139-

127

jien. Ecnc zoo aangcuamc gewaarwording zoude ina-■^elijks zeldzaam wezen , ware liet niet, dat zij zoo gemakkelijk op allerhande; wijze kan worden voortgebragt

Muziek is eene andere toelaag door de Natuur aan het geestelijk geluk toegevoegd. Meestal wordt het als eene kunstgave beschouwd, doch de Nachtegaal en andere zingvogels bewijzen het tegendeel.

Litteratuur. — JDe genoegens der litteratuur vormen eene onderscheidende klasse van geestelijk geluk, en. stelt een item van grootheid in de doeleinden des levens. Even als de anderen, is het ontegenzeggelijk een geschenk der Natuur. Wij schrijven aan cadmus de uitvinding der letters toe, docli de Natuur was hem hierin tweeduizend jaar vooruit; en de eerste indruk van een' voetstap, door een mensch in den grond achtergelaten, was eene hieroglyphe, welke te kennen gaf, dat hij hier was voorbijgegaan, en stelde de eerste geletterde bladzijde daar in het groots Boek van geopenbaarde waarheid. De wind kon niet in de woestijn alles voor zich heendrijven, zonder het spoor daarvan in het zand achter te laten; noch kou er eenige natuurlijke verandering plaats hebben, zonder dat de geschiedenis daarvan overbleef in het alphabet van hare sporen. Elke aanwijzing van de Natuur is een tecken of hiëroglief, en de geheimen van het verledene en van de toekomst zijn even duidelijk verklaard, door de onmiskenbare teekenen van de aarde, alsof zij door den mensch gedrukt en in eene bibliotheek van nienschelijk maaksel geplaatst waren

Deze verhalen te verzamelen en dezelve te brengen binnen het bereik van allen, is derhalve niet slechts eene waardige bezigheid, doch tevens eene, welke den geest aangenaam bezig houdt, door het voeden der verbeelding, het oefenen van ons oordeel, het vol doen aa» onze weetgierigheid en het verwekken van

-ocr page 140-

128

gewaarwordingen, die van eenen geheel anderen aard zijn dan al de andere aandoeningen van onzen ^eest.

De waarde der litteratuur kan niet betwist worden.

n het genoegen, dat /ij ons schenkt, even [min. Iemand, die geen smaak in lezen heeft, kan nimmer wijsheid vergaren in zijn jonge leven, daar hij deze alleen door nndervinding kan verkrijgen; doch de ge-ietterde jongeling kan de ondervinding van den wijste en hest onderrigte in zijne jonge jaren opzamelen. en de levensbaan beginnen met duizendmaal meer kans dan de ander, tot het bereiken van 's levens hooge bestemming. Een dik bock zou men kunnen schrijven over (k genoegens en de voord.den, welke de Jetteren ons verschaffen, en die, zoo /.ij niet met te veel inspanning worden beoefend, cvl i veel toebren-;:en tot ccn gezond physiek gestel, gelukkige geest-uiitwikkcling en een verlengd leven, al; al de overige genietingen, welke ons zijn geschonken. Doch het kleine bestek van. dit Werk gedoogt niet al de voor-, deelen op te sommen, welke de letteren ons verschaffen, en zullen wij ons vergenoegen met eene lijst te geven van de voornaamste en meest uitstekende voordeden en genoegens, welke de letteren on.s schenken. Zij geven veerkracht aan de verbreiding van kennis , verbeteren ons hart, deelen geleerdheid mede, scherpen het verstand, verhoogen de waarde onzer overige kundigheden, verwekken vrijzinnigheid en leeren den mensch, door de kennis zijner eigene grootheid, ook zijn' evenmensch de behoorlijke hoogachting toe te dragen.

Zoodanig zijn de voordeden, door de onverstandi-gen verworpen; en zoodanig de zegeningen, welke voor hen zijn weggelegd, die dezelve willen waarderen.

Reizen. — Verandering vau verblijfplaats, hoewel

-ocr page 141-

129

eene ligcliamelijke operatie, is cciie andere toevoeging tot ons geestelijk geluk, een ander .doelwit des levens. Had de Natuur gewild, dat wij te liuis zouden blijven, dan zouden klimaat, land en gewoonten dezelfde geweest zijn, docli ons een ander genot voorbehoudende, bragt zij verselieidenlieid in de doelen der aarde, en spréidc deze voor ons ter nasporing uit. Over liet nut, dat in liet reizen gelegen is, zal ik niet in liet breede behoeven uit te wijden, daar het oven klaar is als de zon op den middag, dat alles wat iets kan toebrengen om onze kennis te vermeerderen, van het grootste uut moet zijn. JJe uitwerking op den reiziger i; schier tooveraehtig, gevende hem de voordeden van aanhoudende beweging, verselieidenlieid van tooneelen, liet genot van Irissche lucht en die vrolijkheid van geest, welke zulk eenen ongelooilijken invloed op de gezondheid uitoefent, en onze door het reizen ver meerderde kennis van de mensclielijke natuur, maakt ons vrijzinniger van denkwijze. Het werpt ons temidden van de vreemdste ontmoetingen en Xatuurtaferee-len; geeft ons practicale kennis, baant ons den weg tot beroemdheid en schenkt ons door het verbeteren van iuzigt een gezag en eenen rang in de zamenle-ving, welke ons aller eerebetooning verzekert.

-ocr page 142-

VIJFDE HOOFDSTUK.

ZEDELIJK GELUK.

Tevredenheid. Vriend schap. Liefde. Liefdadigheid.

Wedijver. Hoop.

Thans ben ik gelcomen tot de aanvulling van die beschouwingen s welke het Tweede Gedeelte van dit Werk innamen. Men heeft gezien, dat elk physiek lt;in geestelijk voordeel des levens, niet slechts eene gratificatie, maar zelfs eene ondersteuning voor de gezondheid en lange levensduur is. .Nu hlijft mij nog over het werk te hesluiten, met aan te toonen. dat onze morele voordeden dezelfde strekking hehhen.

Bij de volbrenging der gewigtigc taak, welke ik mij iu deze bladen stelde, heb ik gepoogd — en ik vertrouw met goeden uitslag — een gewigtig leerstuk duidelijk in het licht te plaatsen — namelijk, dat het geluk in onze eigene magt staat, en dat de stappen, die tot het geluk voeren, in zich zeiven aangenaam zijn en gemakkelijk. Ik heb getoond, dat alle werkzaamheid, tot physiek geluk leidende, verre genoege-lijker is, dan de ten onregte dus genoemde vermaken of vreugden, die smart en ziekte te weeg brengen v;u den dood verhaasten. Eveneens heb ik de onuitsprekelijke verrukkingen geschilderd vau het geestelijk geluk. ]STu ga ik besluiten met eene schildering van hetgeen zedelijk geluk kan genoemd worden, eu ik hoop te doen zien, dat deszelfs bereiking aan het vroeger geschetste nieuwen luister zal bijzetten. !)lt;;

-ocr page 143-

131

moraliteit, van welke ik spreek, is niet die van kerke lijk geloof, maar der wijsbegeerte. Ik lieb steeds ge-tracht liet lidder te doen inzien, dat liet overschrijden van zekere grenzen kwaad daarstelt, en dat er op eiken weg daartoe voor overtreders gelegenlieid is, lioe prijselijk anders op zich zelf, en dat de overmaat van genot den zegen verandert in vloek. Maar te dezen opzigte staat de vervulling onzer zedelijke pligten, het herci ken van zedelijk geluk verre Luiten het gevaar van zulke gevolgen. De loophaan der ware zedelijTcheid heeft (jeene te overschrijden grens. Overmaat van dierlijke genietingen heeft in haar gevolg ondeugd . ziekte en dood; van de verstandelijke zinsverbijstering, krankzinnigheid, razernij, misdaad; maar op den weg tot zedelijk geluk kunnen wij niet zoo ver gaan, dat er gevaar zou zijn van verdwalen; daar is altijd eene leidster, om ons verder te geleiden; en wanneer wij datgene bereiken, wat de grenssteen scheen te zijn . dan rijzen nieuwe vergezigten voor ons, steeds helderder, hoe verder wij voortstreveu, totdat de quot;toekomstquot; zelve zich aan ons oog voordoet, en toont, dat het pad der pligten hier geen einde heeft, maar in een ander leven doorloopt. Wat grooter aanloksel kan ons worden geboden om eene loopbaan in te treden , waar wij ongestraft mogen voortgaan steeds verder en verder, waar wij door geen te groot genot ons geluk kunnen bederven?

De phasen of gesteldheden van zedelijk geluk zijn tevredenheid, vergenoegen, vriendschap, liefde, wei dadigheid, naijver en hoop. Gesteldheden voor onze nabijheid beter berekend, kunnen wij ons niet voor stellen, en nogtans is het uit deze verwaarloozing, dat alle maatschappelijk kwaad ontstaat. Waaraan mag toch liet menschdom wel denken!

Overeenkomstig mijn plan, om de voordcelen aan

-ocr page 144-

] 32

te duiden van het gelukkig zijn, en ds stappen tol het bereiken daarvan, zal ik nu de bovengenoemde /es pliasen acliterecnvolgens beschouwen.

Tevredenheid. — quot;Een tevreden gemoed is een voortdurend feest;''' maar slaafselie onderwerping aan de omstandigheden is geene tevredenheid; noeh is dat liet verduren van ongelijk. De menseh lieeft geen regt om zich te onderwerpen aan eenig kwaad, dat zijn geneesmiddel heeft; en zulke onderwerping, in plaats van tevredenheid te zijn, is eene tentoonspreiding van de meest schuldige blooheid. W anneer hel kwaad onvermijdelijk is, neemt liet gescliiktelijk verdragen daarvan den naam aan van geestkracht; maar tevredenheid is in elk geval iets geheel anders. Zij bestaat in het voldaan zijn met een klein deel goeds , /00 lang als er eenig goed is, waarmee men voldaan kan zijn; maar wanneer zulks niet het geval is, heeft iaën een regt om te klagen, en ik zal deswege nie-mand schuldig spreken.

Ecu tevreden menseh kan niet anders dan gelukkig wezen. Hij doet zijn best, maakt zoo veel hij kan van hetgeen hij heeft, bewaart zijne opgeruimdheid onder teleurstelling, eu poogt eiken dag de tekortkomingen van den vorigen goed te maken, en van ai wat hem toekomt trekt hij zoo veel mogelijk partij. Hij weet, dat elk uur zijn laatste zijn kan, en daarom doet hij al wat hij kan, om de waarde er van te verhoogen — zijne pogingen temperende door betamelijke onderschikking aan den wil der Voorzienigheid.

Tevredenheid is te verkrijgen door een voortdurend nasporen der lofwaardige hoedanigheden der mensche-lijke natuur en harer hoogere deugden, door welk middel de geest vertrouwen leert krijgen op het menseh-dom . met de overtuiging, dat, daar het goede bestaat.

-ocr page 145-

J 38

het moet uitstroomen van ecu Wezen, even magiif.;' als goed, die alles ten beste heeft geordend. Een hulpmiddel hierbij is de letamelijke onderwerping de'-passiën en eene behoorlijke voorstelling van de wezenlijke waarde der gebeurtenissen; waardoor het zal uitkomen , dat veel van rt geen wij wenschen of ovei -schot is, of zonder waarde, en dat het meeste kwaad, dat door ons gevreesd wordt, inderdaad geen' nngel heeft.

De. pliysieke voordeelen van tevredenheid zijn alreeds aangewezen. quot;Werpen wij nu een' blik op han voordeelen in 't zedelijke en verstandelijke, liet eerste op de lijst is het niet-aanzijn van afgunst. Wj; hebben reeds doen zien, dat dit niet alleen een negatie! kwaad, maar ook een positief goed is. Gemoedsrust is een noodwendig gevolg, en even zoo de koestering van stille hoop. Ook godsdienstige zin gaat met tevredenheid gepaard: alzoo niemand met zijnen toestand tevreden zon zijn, zoo hij niet geloofde in een' quot;Bu schikker van het lotquot;. Als aanverwant aan zulk een tevreden gesteldheid rekenen wij matigheid, eenvou Jige smaak, gematigdheid van inzigten en bedoelingen, en gepaste zelfbeheersehing; alle welke zoo noodzakelijk zijn voor het geluk, als het licht voor het gezigt, en leiden tot de daarstelling van wehvillende gevoelen.^ jegens allen, en tot ongeneigdheid, om de rust dei-tevredenheid te verstoren door iemand te krenken.

Vriendschap. — JJe aankweeking van welgeschikt. {welgeassorteerde, zouden wij zeggen) vriendschapsbetrekkingen onder geheel liet menschelijk geslacht, zou. de maatschappij in eens op goeden voet brengen. De verdeeling van ons geslacht in afzonderlijke takken maakt het onmogelijk de genegenheid van bloedverwantschap te onderhouden voor dezulken, die niet na aan ons zijn verwant; doch de Natuur heeft een even sterk

-ocr page 146-

134

bindend plaatsvervanger geschonken, en het is onze eigene schuld, dat de schakels dier keten niet geheel den aardbol overstrekken. Ik behoef niet uit te wijden over de bijzondere en personele voordeden der vriendschap, daar deze zelfs den hatelijken en boozen bekend zijn; en zoo er één menschelijk wezen gevonden worde, die het voordeel werkelijk kan aantoonen van vriendloos te zijn, zal ik alle denkbeeld, dat ik mij ooit vormde van maatschappelijk voordeel, geredelijk opgeven. Aan de ware vriendschap danken wij uiet alleen troost in droefheid, hulp in moeijelijkhe-den, raad iu verlegenheid, maar ook waardeerbare raadgevingen tot de onderdrukking van kwade neigingen, en aanmoediging i;i de ontwikke.'ing onzer goede hoedanigheden; en :ilzoo ware vriendschap nooit be-leedigt of krenkt, kan derzelvcr aankweeking nooit in een ander licht worden beschouwd, dan dat van een* zedelijken pligt zoowel als dat van een groot zedelijk geluk. Van hare maatschappelijke voordeden geeft elk der Staten het best getuigenis. Waar vriendschap bestaat, zien wij vrede, eendragr, en nationale harmonie; waar zij ontbreekt, vindt gij wantrouwen, vijandschap, oorlog. Laat ons derhalve den groei bevorderen van een kruid, dat zoo geurige, balsemende hoedanigheden heeft. Is het niets, een' verdediger te hebben tegen den laster of in gevaar, en een' inblazcr van het zoetst en zaligst gevoel, dat het menschelijk hart kan beheerschen? De laagst gezonkene zou dat niet willen beweren; en nogtans — de vriendschap te verstoren schijnt der menschen hoofdbezigheid. Laat dit anders worden, en een der wortelen des kwaads zal zijn uitgeroeid.

Liefdj; . — Dat de Natuur deze verheven neiging in het menschelijk hart heeft ingestort, daarin gaf zij ons het meest overtuigend bewijs, dat zij wilde, dat

-ocr page 147-

135

wij gelukldg zouden zijn in de gelioorzaming hare' bevelen. Liefde is een zedelijke pligt. en tevens de bekoorlijkste onzer gewaarwordingen. Het betaalt een groot deel achterstalligs van onze schuld jegens hei menschelijk geslacht, en concentreert op éénen d». aan allen toekomende genegenlieid; zoodat elk schepsel, dat door een ander bemind wordt, opkomt voor zijn aandeel in onzen grootsten schat op aarde. Natuurlijk doel ik op de liefde tusschcn de seksen, welke niet voor de jaren der manbaarheid kan ontstaan; maar de Voorzienigheid , in den overvloed harev genadegiften, heeft gunstiglijk die neiging uitgestrekt, zoo dat hare verrukkingen kunnen genoten worden ook door den kinderlijken leeftijd en den ouderdom, liet pas ontwikkelende kind voelt in zijn hart jegens zijne moeder hetzelfde, wat de hartstogtelijke minnaar gevoelt jegens zijne geliefde. De liefde tusschen broeders ca zusters is even verrukkelijk, en kan even sterk zijn als die tusschen verloofden. terwijl de liefde jegens net kroost en verdere verwanten dikwerf alle andere gehechtheid, waarvoor het hart vatbaar is, verre in kracht te boven gaat. Het gevoel te deünicren, de gewaarwording te beschrijven, is onmogelijk. Vriendschap, achting, bewondering, vreugde, verrukking, die alle zijn in het zamenstel vereenigd, en als tot een ondeelbaar geheel versmolten, en ligchaam, geest en gemoed, zij allen ondervinden de weldadige werking.

Maar zijn zij, die gecr.e ouders, broeders of kind hebben, daarom beroofd van hun aandeel in de gifti-des hemels — het goddelijk gevoel der liefde? Geenszins. De natuur vergat nooit een enkel harer kinderen, zij laat niet één hart ledig. Iedereen kan een voorwerp vinden voor zijne liefde; want het gevoel strekt zich zelfs uit tot onbezielde wezens, zelfs tot beginselen. De liefde tot het leven zelf is een ver-

-ocr page 148-

136

lukkend gevoel, en moet ons bezig houden in de najaging van gezondheid en deugd. De liefde tot be zigheid paart geluk aan werkzaamheid, en geeft ons dat mrosterscliap in de kunst, 't welk tot voorspoed geleidt. De liefde tot ons geslacht ontvonkt elke edele hoedanigheid, en maakt den menseli tot eenen blijden weldoener zijner broederen. De liefde tot de deugd leidt tot de beoefening barer lessen, terwijl zij eene onuitsprekelijke zaligheid instort. Dc liefde der natuur breidt niet alleen als het ware het hart uit, maar verschaft het 10,000 voorwerpen van genegenheid voor één.

Dc liefde tot de keuze des harten is een heilig vuur. I}.: zedeleeraar, de dichter eu dc wijsgeer, hebben zoo zeer over het onderwerp uitgewijd, dat de verbeelding zelve niets nieuws meer op dat punt kan voortbrengen. Kr is slechts één gevoel nog, dat rneei' verheven is. m dit is de geestdrift, die haar toppunt vindt in de aanbidding der Godheid.

De aankweeking van het schoone gevoel der liefde jegens allen, zou wezen ccne hervorming der maat schappij, en eene grondvesting derzeive op den basis van algcmeene harmonie en gelijke voordcelen. De wijzen en braven hebben sinds eeuwen getracht zulk een* staat van zaken te doen geboren worden 3 maar de poging zal niet slagen vóórdat dc menschelijke natuur zich zelve die liefde waardig make, welke de mcnsch en vriend zoo gaarne schenken zoude, maar die de dwaze wereld nog immer ondankbaar verwierp. De fout ligt niet in de schaarste van warme vriendschappelijke aandoeningen, want menig veronachtzaamd gemoed, gloeit van liefde voor heel de wereld — maar ia het gebrek aan ontvangbare voorwerpen. De men-schen maken zich zeiven hatelijk in plaats van beminnenswaardig; en eerst wanneer zij leeren het ware

-ocr page 149-

geluk te schatten boven den valschen schijn daarvan en zicli door hunne gedragingen de achting waardig maken, eerst dan zal de sluitsteen in liet groot gewelf der maatschappij in vast cement zijn gelegd.

Geene vertwijfeling kan die evenaren van het harl . dat bemint met de bewustheid, dat onmatigheid ol' ziekte een' ban heeft gesteld tegen den huwelijkstand Het geweten moge de straf der beleediging gedragen hebben, het berouw de uitspattingen hebben goed gemaakt ; nogtans de vernederende gevolgen blijven bestaan, roepen schande over den mannelijken leeftijd, en verbieden den schuldige eenen tempel in te treden, waar zuiverheid van gemoed en ligchaam even gebiedend worden gevorderd, als kracht van toegenegenheid.

Ik heb dit onderwerp breedelijk behandeld in mijn werk over de zelfhewarlxg , waar men zal vinden dat de geneesheer alleen in zulke gevallen met goed gevolg kan werkzaam zijn. Inderdaad, beschouwt men het gewigt des huwelijks in het ware licht, geen man zou de verpligtingen van hetzelve op zich m -men, zonder een welgeregtigd lid der faculteit te raadplegen.

Liefdadigheid. Deze is een ander menschelijk gevoel, 't welk de Goddelijke kracht bezit van terugslag op den weldoener zeiven van het geluk, dat hij au-denftü^aanbrengt. Het is de meest oneigenbatige van alle werkingen der ziel, en de oefening daarvan doet meer om een mensch in de oogen zijner natuurge-nooten te veredelen, dan de grootste zegepraal in het oorlogsveld. Ik spreek niet van het bloote aalmoezen geven, maar van de werkelijke liefdadigheid, die de gevolgen van misstappen en zwakheden opheft en verbergt, van die grootmoedige menschlievendheid die, met de bloot geldelijke vrijgevigheid en materiële

12

-ocr page 150-

188

1

guode werken verdraagzaaralieid, barmhartigheid, vei-,rf \ ciisgcziiidlieid paart. Zoo de wraakzuchtige slechts ■rü u al de zaligheid dezes genets smaken kon ca 'Ie gcAvaarwordingen der zelfvoldoening, die het ver .•ezelJen, liij zou oogenhlikkelijk ervaren, dat liefda-■üuheid een zedelijk geluk is, zoowel als een zedelijk goed.

Kaijyeu. — Het is een pligt, alle goede daden na te streven, en dc vervulling van dien pligt is een geluk. Dc voordeden hiervan worden niet door allen begrepen; maar weinige woorden zullen genoeg zijn. om zelfs den meest onwetende op het punt in te lichten,

Kaijver is geene mededinging met doel om aan anderen voordeelen te ontnemen, n:aar eene weldadige poging om iets te evenaren, dat bewondering •)t achting heeft gebaard. De naijverige mensch vvien het bij zijn' naijver ernstig gemeend is, is zeker van te winnen en wel te slagen, zonder ontste-iing van hetgeen door anderen genoten wordt, en icvolgclijk kan hij winnen in gezondheid, schoonheid, kracht, talenten, geluk, en zoo veel ander waardeerbaars op zijn eigen hand, en tot niemands kosten en schade. Er behoeft niet veel meer van gezegd te worden ; de ondernemende man , die wenscht te slagen, die wenscht edelaardige gevoelens te wekken of te kweeken, die wenscht steeds de hope in zijn hart te koesteren, die wenscht zijne ligchaams- en geest-bedrijvigheid in gezonden staat te bewaren, zal nooit op eenig goed den blik kunnen vestigen, zonder eene poging om in deszelfs genot te deelen, en zelden zal het voordeel, dat hij nastreeft, hem ontgaan. Wanneer hem eene teleurstelling treft, heeft hij nog altijd de boven aangeduide hulpbron — tevredenheid over.

-ocr page 151-

13(.)

lioop. — Het laatste onderwerp alhier te beLan-delea, even als de achtergebleven schat in de heiden -sche mythe (Pandora's doos), is de hoop, welke den grondslag maakt van geestelijk geluk en zedelijk goed, alzoo het die tnsschenruimten verheldert tus-schen onze ontwerpen en derzelver einduitslag, welke anders voor geene gewaarwording dan voor angstige bekommering zonden vatbaar zijn. Gelijk al onzc-audere genoegens, is dezer genot in elk gezigtspunt aanbevelingswaardig, en het leidt tot gezondheid, goed gedrag, lang leven en geluk. Mijne voorgaande aanmerkingen over het onderwerp hebben reeds de hoofd -voordeden der hoop ontvouwd; maar ik kan niel nalaten door herhaling te dezer plaatse er nog een weinig meer op aan te dringen.

De gewaarwording der hoop is schier onbeschrijfbaar. Zij doet het gemoed aan, als de muzijk de zenuwen , te eener. tijd verheft zij, ter andere doet zij bedaren. Het is gemengd met genoegzame onzekerheid , om menig belangwekkend verschijnsel in het gemoed levendig te honden: zoo als nieuwsgierigheid, twijfel, vooruitzigt, en andere, welke alle met eene genoegelijke uitwerking bedrijvig zijn onder het too verspel der Hoop; schoon ze anders in een gemoed waar de angst overheerschend is, geheel tegenovergestelde gevolgen te weeg brengen. Derhalve is hH wijsheid, eene hoopvolle stemming te kweeken, levendig te houden, ware het slechts om de angels van andere gewaarwordingen te verstompen. Maar de hoop doet meer; zij lenigt onze vermoeijenissen, zij verligt onzen arbeid, verkort de tijdperken van onzekerheid; zij behoudt voor de levensbaan menigen dag van geluk, die anders een dag van sombere zwaarmoedigheid zou wezen. De hoop moedigt aan elke lofwaardige aandrift, zij krachtigt do beradenheid

12*

-ocr page 152-

140

•Jen moed, scherpt de nijverheid, de onderneming, den naijver. Zij is de troosteresse in droefheid, du lenigster der smarten. Zij is eene zoete misleidster, vreugden toezeggende waar zij niet bestaan, en, door ons te voeren tot de vooruitbeschouwing van ons toekomend geluk, ons dikwerf leidende tot eene groo-tere mate van genot, dan de verwachte vreugde zelve zou kuunen schenken. Het tegenovergestelde hiervan ondervindt men onder de heerschappij van den angst, welke rampen voorspelt, zoo als de hoop zegeningen toezegt, en dikwerf veroorzaakt die angst meer werkelijke smart, dan het voorgespiegelde kwaad, zoo het ontstond, zou kunnen te weeg brengen; want in negen gevallen van de tien zal onze vrees een naderend gevaar overschatten, of wel zich geheel nutteloos ontrusten. In deze gevallen scheppen wij het kwaad, en veroorzaken door ?oo schuldige afdwaling zeiven eene mate van jammer, welke de Voorzienigheid ons niet toedacht. Nu, indien wij dan ons zeiven willen bedriegen, hoeveel beter en wijzer is liet zulks te doen op de meest aangename wijze, door voorspiegeling van goed en niet van kwaad. Mogelijk, dat het dus voorgespiegelde goed uitblijve, wij genieten dan evenwel het vooruitzigt.

De hoop is de steun van gezondheid, liefde, godsdienst, geloof en vreugde, welke de onwaardeerbaar-ste weldaden zijn in het leven; en gevolgelijk is er niets, wat de vijanden der menschheid te meer zoeken te ontrooven, somwijlen ze zelfs bespottende en belagchende. Dat de hoopvolle blijve hopen! Zelfs met de zekerheid eener ramp, is het mogelijk te vertrouwen op eene Hoogere Magt, die het kan afwenden: en wanneer die Magt het geschikt oordeelt hare besluiten te nemen , strijdig met onze wenschen, hebben wij slechts de hoop te verwisselen m tevredenheid

-ocr page 153-

14 J

en onderwerping, om de uitbarsting der smart ic stoppen,' en onze zielsrust ungesclionden te bewaren , welke teleurstelling ons ook moge treffen.

Mijne taak is nu afgewerkt. Ik lieb gepoogd aan te toonen, dat onze pligten, onze vreugden en onze deugden één en hetzelfde zijn, eu dat gezondheid, geluk, verstandelijke ontwikkeling, eu zedelijkheid gemakkelijk verkregen kunnen wurden, en in elk op zigt voordeeliger zijn, dan de verderfelijke plaatsvervangers , die de menseli er voor heeft aangenomen De Geneeskunde dicteert alle de grondregels van God geleerdheid en wijsbegeerte zonder den zuurdesem van sectengeest of dwaling, en alzoo kan de ineuscli zich veilig aan de leiding des geneesheers vertrouwen. Het is eene hoog ernstige opmerking, dat de geneesheer , de meuschenvriend en de wijsgeer tevens, eeuwen lang zijn gedwongen geweest het menschdom te smec-keu, dat het gelukkig zij, even alsof zij eenig voordeel voor zich zeiven afsmeekten, en dat zij zoo lang te vergeefs hebben voorgesteld, hoe de grondstofFen van het volmaakt geluk op aarde bestaan, en alleen verlangen in de bijzonderheden gekend en onderzocht te worden ter geschikte vermenging en genot. ' Te vergeefs is zulks duizendwerf herhaald geworden — te vergeefs is het aangetoond geworden, dat braaf te zijn genoegelijker is dan slecht te wezen; dat gezondheid beter is dan ziekte, genoegen te verkiezen boven smart, en een lang gelukkig leven te stellen boven een kort, hoe zeer de overige valsche genietingen, waarin het wordt verspild, ook mogen aantrekken.

Te vergeefs zijn de middelen tot het verkrijgen van natuurlijke en geestelijke gezondheid en genot duizendwerf uiteengezet, en is derzelver uitvoerbaarheid niet alleen betoogd, maar zelfs helder bewezen, dat ze gemakkelijker en met meer waar genot te verkrijgen

-ocr page 154-

142

7,iju, daa de maatregelen ter bejaging van onzedelijke genietingen: het is nog altijd aan een doof mans deur geklopt, en blindelijk, dwaselijk en boose-lijk verkiest men de verdorvenheid en hare jammerlijke gevolgen boven de hoogste, verrukkelijkste zegeningen. Toonde deze verkeerdheid zich alleen onder de onwetenden en in behoefte verzonkenen, wij zouden de oorzaak kunnen zoeken in de vruchtbare bron van zoo vele andere rampen: maar van den slaaf tot den magtigsten beheerscher, bij allen ontmoeten wij dezelfde hardnekkige geneigdheid, om ale waar en deugdelijk genot ten offer te brengen ;!:in de oogenblikkelijke voldoening eener drift, hoe dwaas ook en ontaard. Men vraagt dan: quot;Van waar dit? Waarom wordt het ware bestaande goed verachtelijk bejegend en weggeworpen voor een enkel voorbijgaand valsch genot? Waarom verlagen wij zelven onzen eigen toestand, zoo naar geest en hart :ils naar het ligehaam, in plaats van dien, zoo als kan en moest, op te heffen, te versterken en te verlengen ?quot;

flet antwoord op deze vraag zal mijn geschrift besluiten. Den mensch ontbeeekt de discipline Deze is bet, welke een leger zich geregeld doet bewegen en werken, en het geleidt tot de overwinning. Deze geleidt tot harmonie en volmaking in elke kunst. Deze is de groote springveer, en zij wordt maar al te zeer onder het menschdom gemist.

Voor een huurlingsloon onderwerpt een mensch zich aan bedwang, beperking, smart, elke soort van dwingelandij, maar waar de belangen van ligehaam, gemoed en ziel te zamen vereenigd zijn, is zij weer-strevig tegen de kleinste poging om zijne gedachten en daden te leiden in een' anderen koers, dan waaraan zij zich in gewoonten heeft overgegeven. Het

-ocr page 155-

143

leven ouder weldadige wetten sclajui nem eoEc hin derlijke slavernij, en liet blijft de taak van enkele verlichteren in het lioht te stellen, hoe de zoo noo dige en heilzame discipline kan verkregen worden zonder despotismus , hoe hare nuttigheid en krachtdadigheid kunnen bewezen worden zonder krenking van het vooroordeel, en door welke andere middelen het mensehelijk gezin, ondanks zich zeiven, kan genoodzaakt worden te worden goed, wijs, gezond, lawj levende en — gelukkig.

Intnsschen , dezulken , die de gelukkige toekomst. welke wij zoeken en aanprijzen, vooruit willen ge nieten, en zieh de voordeelen verzekeren in dit hoekje aangewezen, hun raden wij zieh bekend te maken met de zoo dikwerf vermelde v erhandeling, geti -teld ; Zelf bewaring, welke zal bevonden worden een onwaardeerbaar vervolg te zijn op het hier blootgelegde voornamelijk voor personen, die in stilte twijfel voeden wegens hunne piiysieke gesteldheid, en die zich bewustzijn van de gezondheid, het geluk en de voor-regten: welke allen mensehen toekomen, in de waagschaal te hebben gesteld. Voor de zoodanigen is de quot; Kennis des levensquot; de dorpel tot de meer uitgebreide onderzoekingen, welke voor hen van zoo hoog belang zijn , en welke in dat erk naauwkeurig wor den in het licht gesteld.

Het is te verkrijgen bij de Uitgevers dezes en verder alom, men zal bevinden, dat het voor alle klassen der maatschappij van gelijke waarde is, voor alle gevallen, waar de overtreding der wetten van regelmaat en orde den rustigen voortgang op het levenspad hebben gestremd.

Lezer, vaarwel! J)e Kennis dos leveïis is ter uwer leering ontvouwd geworden, en de wereld ligt voor ii met alle hare genietingen en voordeelen. He!

-ocr page 156-

14

iigt aau u /elven, in hoeverre gij alleen hare geu rige bloemen zult genieten, of ook in meerdere of mindere mate door hare dorens gekwetst worden.

Luister dan naar de stemme des onderrigts eu versmoor ze niet. Het is in uw eigen hoogste belang ; uw eigen wel of wee hangt er van af.

Gij zijt ecu redelijk wezen, een vrijwerkend wezen , maar veranticoordivg wacht u. — Vaarwel!

-ocr page 157-
-ocr page 158-

Vw/ weinige Hxem^plaTen zijd te bdkumeti vuit-hetj 077 langs mede vult. denzelf'deii Schfiyver uitgegeven Werk, getiteld:

I) E ZELF F» Ë W AR II G.

GENEESKU,\UIGK VEKIIANDELIKG «VEI\ DE 00 U ZAKEN EN KENMERKEN VAN

DE ZiEKïKN BEU GESLACliTSBEElEN,

Voor allen, die ien gevolge van geheime gewoonten, door Zelfbevlekking of IniitensporigJieden in de liefde, aan besmetting of vroegtijdig onvermogen lijden, mei aanwijzing der ht:-hoedmiddelen en geneeswijzen, en met^afbeeldiugen -leï-duidelijkt en opgehelderd.

J\aar de iï)ste uitgaaf uit het Fransch. Prijs ƒ lf70.

Van dit wereldberoemde AVcrk ziin alleen in Jjonden, ruüa 64000 Exemplaren verkoclit, ea quot;bijna in alle talen overgezet, beeft hetzelve overal eenen verbazenden aftrek gevonden.

Met goed succes wordt gedebiteerd:

SDr. W. MEWSEia^,

EEN EMST16 ÏÏÖ9RÖ AAM ALLE ZWAKZIamp;TIGM,

over de steeds algemeen heerschende zucht tot

BRILLEN-DRAGS K.

Benevens de vraag: Zoude men liet waarlijk voor het belioud des gesipls mil-j lig aelilen, dal men ioo maar willekeurig Brillen koopt en draagt? ene'belangrijke vraag voor hen, die waarlijk hun gezigt wen-i sehen te lie7iouden.

WIE HEEFT DSN BUIT. UITGEVONDEN;

Prijs ƒ 0,90.

Wie zijne oogen lietquot; hoeft, koope ^ lecze en bcnultige dit on-waardeerbare werkje. De naam dés Schrijvers strekke het INe-derlandsche pubbek lot. voldoende aanbeveling, en tot waarborg der nuttige en hoogst belangrijke Inhoud.

Gedr. bij -loh. Visser.