-ocr page 1-
-ocr page 2-

olgt;

i —

' De Bi

_-

-ocr page 3-

öe Beloften van liet H. Har! van Jesus.

-ocr page 4-
-ocr page 5-

DE BELOFTEN J

VAN HET

DOOR

MNDEmiOEDEfö R J. PISEIK,

-vyj\è/\nr^-

STOOM-SN ELPEKS DRUK

van P. STOKVIS amp; ZOON, 's-Hertogenbosch.

-ocr page 6-

IMPRIMATUR.

Haaien, 2-1 Octobris J. CUIJTEN, Libr. C

-ocr page 7-

INHOUD.

Bla uz.

I

Wilt gij rijk worden ?

1

II.

Wat is eono belofte ?

2

111.

Hoc groot zijn die van Jes'is ?

3

iV.

Kn Loc talrijk.

4

\roorboelii. Do bekeerde zondnar.

(i

V.

De aloude beluftm.

7

VI.

Voor bet Oude Testament.

9

Voorbeeld Do overwonnen Li urge meester.

, 10

VII.

In het Nieuwe Testament.

11

VIII.

Wilt gij voorbeelden? In 't alyomixn

12

IX.

En in 't bijzonder!

13

Voorbeeld Een arme lijder.

14

X.

üf hier het hart bij hoort ?

15

XI.

Is hot niet daarom ?

17

XII.

Wat leert ons Jesus ?

18

Voorbeeld, Een jong officier

I!)

xm.

Be beluftm in latere tijden

19

XIV.

De andere bdoltm.

2 0

XV.

Do H. Gertrudis.

20

XVI.

Do H. Mechtildis.

23

XVII

De Z. Petrus Canisius.

24

-ocr page 8-

IV

XVill. De H. Frauciseus Uurglas.

XIX. De beroemde Ursulien.

XX. /gt;« laUrc beloften.

De tlf of twaalf bikenlt;le.

XXI. Wio heelt cie bekend gemaakt? 30

XXI F. Waar e» door wio zijn zo goedgekeurd? 31

XXIII. Zijn dit 'al do beloften ? 33

XXIV. Andere voorregton door Jcsus beloofd- 31

XXV. Nog andere voorregton. 35

XXVI. Voorregton voor bijzondere personen. 31) 1quot;. Voor de Zielbestlerders. 3(.i

Voorbeeld.Twoe tei uggo vonden schaapjes 4 I 2quot;. Voor do Religieuzen. 42

3J. Voor do Oversten. 41

4 '. Voor personen in do wereld. -15

Voorbeeld Onze seliatkamor. 4G

5U. Voor de rijken en groeten dor wereld. 4V Gu. Voor do zieken. 4S

7Ü. Voor de stervenden. -19

Voorbeeld. Zalig die in don Hoor sterven ! ■ l 'J

8°. Voor hen. die oifers brongen tor eere

van Jesus' Harf. 52

9quot;. Voor de zielen in 'i Vagevuur. 53

Voorbeeld. Do goede Hordar. 54

10quot;. Voor de Apostelen van Jcsus' Hart. 55

iquot;. De altjemeene voorreylen 55

-ocr page 9-

V

11quot;. Bijzondere, voorregten. 5 7

1. Do liefde on vriendscliap van Josus'

Hart. 57

il Spoedige voortgang in do voi maakt-

hcid. 58

Do volmaakte Zóiatrice. 00

!li. Kon zal.go dood. 01

I V. Zegen over hunne familiün en vndorlmd 04 V (irooto zogon ovor hunno Aposroliscliquot;

work on. 05

VI. Po eeuwige dankbaarheid van Josus' Hart. 00

VII. Josus1 Hart zelf Inn loon. 07 12o. Nok iets, voor lion die zich toewij

don aan Josus' Hart en die zijne afbeeldingen vereeren. 09

] 3U. En voor hen. die hot foosf van hot

goddelijk Hart vieren. 09

13quot;. Eindelijk: do yrooto Holofte.

Nog oen paar voorbeelden. 70

XXVII: Zijt gij nn overtuigd? 73

XXVIH. Na dit alles. 78

Nog e'in voorbeeld. 78

-ocr page 10-
-ocr page 11-

De beloften van Jesns' Hart.

I. AVilt gij rijk worden i

Rijk, niet door de schatten op aarde, waar do roest eu de mot ze verteren, en waar de dieven ze opdelven en stelen, — maai- rijk door de rijkdommen Gods, door de eeuwige en onvergankelijke schatten ? — O dan, Fenjude.rt u sciiat-im in den hemel, zegt Jesns, — waar noch de roest 'noch de mot ze verteren, noch de dieven die opdelven en stden. Want waar uw schat is, is ook uw hart. Mt. ti, 19 — 21.

Dat beteekent in de eerste plaats: doet goede werken; maakt n van den onregtvaardigm Mammon vrienden, opdat, tvanneer gij te kort schiet, zij u in de eeuwige woningen ontvangen. (Lnc 10, li). Maar het zegt ook: zoekt uwe schatten bij Jesns, in tvien alle schatten van wijsheid en ue-tenschap verborgm zijn, (Col. 2, 3), en die uit den goeden schat zijns harten het goede voortbrengt, (Luc, G, 45), om u voorregten te geven, en gunsten, en zegeningen en genaden te schenken, die u voor alle eeuwigheid rijk en gelukkig zullen maken.

Want, u-aar wc schat is, daar is ook uw hart. Dat is: zoekt gij uw schat in de aarde, uw hart zal met dien schat in de aarde bedolven worden. Zoekt gij uw schat bij Jesus in den hemel, uw hart zal ook ten hemel worden opgeheven; het zal bij den schat zijn, dien ge zoekt, en het zal voor eeuwig de vrucht daarvan genieten.

-ocr page 12-

— Maar die lessen zijn zoo hoog. Ik zou lievei* rijk worden aan aardsche schatten, meent iemand.

— Dan is er tusschen hem en Jesus' beloften niets gemeens. Want Hij. die op aarde kwam om ons de schatten des hemels te brengen. Hij heeft zelf de armoede uitgekozen tot zijne eerste gezellin; en Hij, die het honderdvoudige ook van een glas koud water belooft, Hij rigt hooger zijn blik, dan op de doornen teelende rijkdommen der aarde.

Een keuze dus!

Wilt gij de hernelsche schatten ? — de eeuwige i- —

Ik moet het hopen. Maar dan wijs ik u op Jcsus' hdojten, en met name op die, welke Hij gedaan heelt ten gunste der vereerders van zijn goddelijk Hart, in 't kort genoemd:

lgt;c belojten van Jesus1 Hart.

Ziedaar een goudmijn. Ziedaar schatten, die rijker vloeijen dan de diamantmijnen van Africa, en die — want hemelsch zijn ze, — u geen dieven meer kunnen ontrooven, noch roest verteren.

Maar —

II. AVat het is — eeue belolte!

Dit behoef ik u toch wel niet te leeren. Belofte maakt schuld, — hebt gij honderdmaal in den mond, en God zelf heeft tan ouds geleerd : Zoo iemand iets den liter belooft, hij zal zij n woord gestand doen, en ai wat hij belooft heeft vervullen. (Num. 30, 3.) En

-ocr page 13-

O

zoo hy het uiet doet 'i Dan is hij een even lastige als bedriegelijke blutter ; Wolken en wind, daar geen regen op volyf, — soo is de man die zich beroemt (door veel te beloven) en zijne beloften niet volbrenjt, (Spreuk. 25, 14), zegt de Heer.

Eene belofte legt dus eene verpligting op. Eene belofte is een eerewoord. Eene belofte verbindt ; en wee hem, die beloven zou, en zijne belette niet volbrengt.

God zelf, het is waar. is ons niets verschuldigd. Maar als Hij belooft, dan moet Hij getrouw zijn. Jesus kan ons geven of niet geven wat Hij goedvindt. Maar neemt Hij door de belofte de verpligting op zich, dan kan Hij niet terug trekken, dan moet Hij zijne belofte vervullen. God wordt onze schuldenaar uit kracht zijner belolten. Wat zijn dan .lesus' beloften? Eeneerewoord door Jesus gegeven, die ons niet kan bedriegen, „Een testament uit zijn Hart gevloeid en door den dood bezegeld. Een schuldbrief mot zijn bloed geschreven en met zjjn Hartebloed onderteekend, waarop wij alles kunnen vragen, wat wij begeeren. Immers!

God is magtig, en God is getrouw. Ipse est Hem fortis et fidelis (Deut. 7, 9)

Wij weten op het allerzekerst, gelijk Abraham, dat God, voor ai hetyeen Hij belooft, ook de mayt heeft om hel te volbrengen (Kom. 4, 21); wij weten, gelijk Paulus, dat God die het ons belooft, in de hoop up het eeuwig leven, niet liegen kan (Tit. 1, 2), Wij weten, als Petrus, dat God zelfs zijne belofte niet vertraagt ofschoon sommigen dit gemeend hebben (2 Petr 3, 9).

En wie is de Getrouwe en Waarachtige, zoowel

-ocr page 14-

4

als de s/erke God, die oordeelt ï Het is de lieer Jesus (Apoc. 19. 11; 18, 8) Jesus zeif is Gotl. Hij wist, wat Hij kon, en wat Hij wilde. Hij was niet verpligt dio i'elotlen te doen ; maar Hij kan niet nalaten aan zijn woord getrouw te blijven. O, welk een zekeren en onwaardeerbaren schat hebben wij dan in elk zijner beloften.

Maar —

III. Hoe groot ziju diiu deze Beloften J

Wie zal liet verklaren? Mij dunkt, wij mogen er letterlijk op toepassen, wat de H. Petrus van t Gods beloften in het algemeen heeft gezegd: de grootste en kostbaarste beloften heeft ons de Heere God door Jesus Christus yeyeven (2 Fetr. 1, 4). En verder : volr/ens zijne beloften verwachten u ij een nieuwen hemel en eene nieuwe aarde, tcaarin de gercgtigf/eid iroont (2 i'eti-. 3, 13 ',. Want alles wat tot onze zaligheid noodig is, is in deze beloften vervat» Alles, wat ons gelukkig, heilig en zalig kan maken, wordt ons door deze beloften versproken. Alles wrat wij maar eenigzins, als hemelsche en eeuwige schatten, kunnen wen-schen, ligt in deze belotten opgesloten.

God is (jrooter dan ons hart — zegt de leerling der liefde. Het moet ook van zjjne Beloften gelden. Welk menschenhart zal ooit het Hart Gods kunnen begrijpen ? Wie zal bepalen waar Gods eeuwige Liefde eindigt, als .-qj ons al de schatten Zijner heerlijkheid beloofi ? — Groot zijn dus Gods beloften, grooter dun ons hart, grooter dan ons verstand kan begrijpen, of ons hart kan begeeren, — ja zoo groet, dat wij die in eeuwigheid niet kunnen prijzen of waardeeren.

-ocr page 15-

5

IT. Of ze talrijk zijn die Beloften van JesnsJ

Bijna ontelbaar. — Hot is waar, als we van do Beloften van Gods Hart hoeren gewagen, zijn \vij reeds gewoon geworden aan een elf- of twaalftal te denken ; zoowel omdat dezen reeds alles bevatten wat ons tot heil kan strekken, alsook omdat zij op duizenden wijzen zijn bekend go-maakt en verspreid. Maar behalve dezen zijn er nog vele, en nog grootere misschien, die niet minder verdienen bekend gemaakt en op alle wijzen hooggosohat en gewaardeerd te worden.

Om alles hier duidelijker uit een to houden, zouden wij 't liefst de ouden; en de nieuwe beloften onderscheiden. Dooi' de ouden zouden wjj dan diegenen verstaan, die wij reeds uit het II. Evangelie kunnen afleiden, of in de levens der vroegere Heiligen aantreffen; onder de nieuwere zouden wij vooral diegenen begrijpen, die wij in de werken der Z. Margareta vindon opgo-toekend. Tot deze laatsten behooren dan de 12 bekende, en bovendien vele andere, minder bekende, zoowel algemeene als bijzondere beloften van den fleer Jesus,

Laat ons in elk geval dezo indeeling volgen ; zonder toch in :1e meening te komen, dat wjj daardoor alles zouden opsommen, of al do beloften die hier golden mogen, zonder fout zouden achterhalen. Ik voor mij, durf niet beweren, al die Beloften Gods te kennen; maar wel, dat zij van ouds, op vele plaatsen, en talloozo malen in de geschriften of levens der Heiligen to vinden zijn. Volg ons eenige oogenblikken. Vereerders van

-ocr page 16-

Jesus Havt. ijjj zult er u zelven van overtuigd vinden. — docii vooreerst, tot voorbeeld ;

De hekeerde hooswicht.

Eeno huismoeder had het ongeluk een boozen man te hebben. Niet alleen was hij aan den drank verslaafd, maar bovendien gaf hij openbare ergernis aan velen. Tijdens eene missie bad en bezwoer zij hom, dat hij toch ecii.« naar de kerk zou gaan, om de Missionarissen te hooren. Nieuwe beleedigingen en vloeken waren het antwoord. Weldra was do Missie geëindigd : „Ga nu ten minste, sprak de brave vrouw haren man nogmaals toe, om de schoone schilderij van het H. Hart te zien, die in de kerk is ten toon gesteld. Iedereen bewondert zequot;.— „O. daarvoor wil ik wel eens gaanquot;, zeide hij. Hij gaat en plaatst zich voor de heilige afbeelding en beschouwt ze eenigen tijd, gelijk men elke andere schilderij zou bezien. Doch weldra valt zjjn oog op de breede wonde in het llart, en op het kruis, dal cp het Hart prijkt; en terstond komt in hem de gedachte op. dat dit Hart zich voor zijne zaligheid heett laten doorboren, en dat hij de ondankbare is, die door zijne zonden dit kruis op Jesus Hart hoeft geplaatst. Dit was voldoende. Diep bewogen staart hij Jesus aan, zijn oogen schieten vol tranen, hij gaat regt naar den biechtstoel, bekeert zich oprogt en zit woldra aan de tafel des Heeren om er het ligchaara en het Hart van Jesus te ontvangen. - Na zijne dankzegging keert hij huiswaarts, verhaalt zijne bekeering aan vrouw en kindere i, omhelst haar hartelijk en zegt : „Tot nu toe heb ik u bedroefd

-ocr page 17-

en ergernis gegeven, voortaan zal ik u slechts tevredenheid en blijdschap doen smakenquot;.

Hij hield woord. En deze familie, die tot nu toe, wegens 's mans boosheid, als oen beeld der hel was geweest, werd door het 11. Hart van Jesus als een Paradijs op aarde.

(Duf. p. 3.) L ees verder op de 2de Belofte.

V. l)e aloude beloften.

„Dit is dan toch zeker overdreven, zegt menig onzer. Wij weten dat de devotie tot het H. //art van Jesus eerst in latere tijden ontstaan is; en nu gaat gij ons doen gelooven, dat de Heer reeds van ouds bijzondere beloften voor de vereerders van zijn goddeljjk Hart gedaan heett.quot;—

Met onderscheid. Lezer. Hij de devotie tot het goddelijk Hart moet gij twee dingen onderscheiden: het stoffelijh en liet geestelijk voorwerp. Het stoffelijk voorwerp is het eigeu, natuurlijk, lig-chamelijk Hart van Jesus, — en de bijzondere vereering van dit voorwerp is eerst langzamerhand, en als gij wilt, in later tijden in de H. Kerk begonnen. Maar ook liet geestelijk voorwerp behoort tot deze devotie; en dat geest el jjk voorwerp is Jesus' liefde, en de vereeringv an die liefde, dit zult go wel niet ontkennen, is ten minste zoo oud als de H. Kerk van Jesus.

Wat volgt hieruit ?

Pat wij al die beloften, die Jesus gedaan heeft voor hen, die Hem liefhebben, op de Vereerders van Jesus' Hart mogen toepassen.

Of is de liefde tot Jesus Hart, iets anders als de liefde tot Jesus? Of sluit de liefde tot Jesus

-ocr page 18-

niet vanzelf do liefde tot zijn goddelijk Tlart mede in ?

— Maar als dat waar is, zegt ge, dan kunnen de Beloften van Jesus' Hart wel reeds in de rol'an van het Oude Testaraont worden opgezocht.

Dat geven wij toe; namelijk in denzelfden zin ; en daar is ook niets tegen. Alleen moet gij blijven opmerken, dat de latere of nieuwere Beloflen juist daarom van do eersten onderscheiden zijn, omdat zo niet slechts van de devotie tot Jesus'1 liefde (hot geestelijk en voornaamste voorwerp), maar ook en in 't bijzonder van de devotie tot het Hart van Jesus (het stoffelijk voorwerp) gewag maken.

Om duidelijk te zijn; hij, die de devotie tot Jesus' Hart als zoodanig niet kent, kan toch Jesus' persoon volmaakt liefhebben, en zal deelen in al de gunsten, door den Heer aan die Hem liefhebben beloofd.

Maar hij, die de devotie tot het goddelijk Hart mag kennen, en deze devotie volgens den wensch van Jesus zeiven beoefent; hij zal niet alleen deel hebben aan al die eerste, algemeene gunsten, maar bovendien aan de bijzondere zegeningen, die voor de vereerders van het goddelijk Hart zijn weggelegd.

Deze laatsten sluiten dus do eersten in; en men kan veilig zeggen, dat hij die Jesus' Hart lief heeft, Jesus lief heeft, en zoo ook al de beloften der Liefde voor de wederliefde de zijnen maakt.

— Maar, dan is er geen eind aau!

Dat is er ook niet. En daarom zeiden wij u van het begin at, dat de Beloften Jesus' Hart

-ocr page 19-

en Josus' liefde betreffend, ontelbaar zijn. — Wij willen dan ook de ah/aneene of oudere beloften slechts aanstippen, om ons meer in 't bijzonder met de nieuwere of eigenaardige beloften bezig te houden. Geheel vergeten of voorbij gezien mogen die eersten toch niet worden ; zij steunen en sterken zoo volmaakt mogelijk die tweeden. Gij gaat het hooren. En vooreerst.

VI. Voor het Oude Testament

kunnen wij volstaan mot één enkelen tekst, die alles zamenvat, en in weinige woorden ons de schatten toont, die voor de minnaars der eeuwige Wijsheid zijn weggelegd. Die Wijsheid toch spreekt zelve aldus:

Ik bemin hen, die mij beminnen.

liet ware reeds genoeg! want, als God ons lief hoeft, deelen wij in do schatten zijner oin-dclooze liefde. Doch de lieer wilde dit duidelijker uitdrukken. Hij vervolgt derhalve: „ Bij mij is rijkdom en heerlijkheid: , Uitmuntende schatten en geregtighe i „ IVan/ mijne vrucht is beter dan goud en kas-^lelijk gesteente ; en 't geen ik voortbreng, heter dan „uitgelezen zilver.

„Ik wandel op de wegen der regtvaardigheid; „in '£ midden van de paden der geregtigheid; om „hen, die mij beminnen, rijk te maken, en hunne „schaHm vol.'' (Spreuk 8, 17—21).

Kunt gij meer wenschen? Do oneindige Heiligheid roept u. De oneindige liefde bemint u. De oneindige rijkdom heeft al de schatten zijner heiligheid en liefde voor u over. —

Het is, helaas! te begrijpen, dat de arme aard-

-ocr page 20-

10

worm, aan het slijk der aarde klevend, den blik niet hoogcr opheft en do eeuwige Wijsheid en Goedheid en Liefde voorbijziet. Maar zou het mogelijk zijn, dat de raonsch acht geeft op zijn Schepper, dat hij die bovenstaande woorden hoort en in zijn hart opneemt, zonder overstroomd te worden door een gevoel van zaligheid en geluk, dat hem immers volop uit de schatten dor Godheid beloofd wordt ?

Ik ken hier slechts twee wegen. Of, men gelooft hot niet, en denkt niet na; of, men is dwaas in zijn opzet, door zulke schatten niet hoog te achten en to zoeken. — 't Is veel gezegd, maar toch waarheid.

Wilt gij nu nogmaals de toepassing gemaakt hebben op Jesus'H. Hart.' t is gemakkelijk. Die Jesus' Hart lief heeft, bemint Jesus, die Jesus bemint, bemint de eeuwige Wijsheid; die eeuwige Wijsheid houdt dus haar schatten open en stort ze volop uit over hen. die Josus' Hart liefhebben.

Dat deze eigen Belofte tallooze malen en op do verschillendste manieren in het Oude Verbond herhaald wordt, bewijst dos te klaarder, hoezeer de goode God onze liefde voor zich vraagt en eischt, en hoe vurig Hij verlangt, dat wij ilem liefiiebbon on dienen. — Wat hij daarvoor terug geeft? Dit leere u, zoo ge wilt.

De overwonnen Burgemeester.

De pastoor eener parochie, waar do familiën onderling verdeeld waren, liet eene Missie prediken. De Burgemeester en de Schepenen waren tegen den pastoor, die zich niet naar hunne ongodsdienstige grillen wilde plooijen. Maar do Missionaris sprak zoo schoon en zoo treffend over het H. Hart van Jesus, dat allen, ook de vijan-

-ocr page 21-

n

digsten, werden getroffen, en eindelijk aan de Tafel des Heeren aanzaten, om alles weder goed te maken. Ja, c'e gansche gemeenteraad vond het de moeite waard, zelve naar de pastorie te gaan en don Pastoor en de Missionarissen beide, te bedanken voor het goede aan de parochie bewezen. De burgemeester nam het woord en zeide: „Niet voor u, waardige Herder, maar voor •ons is de Missie gegeven; 't is dus billijk dat wij do kosten dragen1 , en men dwong den Pastoor het geld aan te nemen. De Missionaris tot tranen toe bewogen, zeide nu, „wat zou het thans schoon zijn, als men in de Kerk een beeld van het II. Hart plaatstequot;.— „Och, dat is voor het oogen-blik onmogelijk, zuchtte de Pastoor, onze mid-delen zijn uitgeput, en de fabriek heeft niets meer.quot; ,.Mijnheer de Pastoor, viel de Burgemeester in, in naam van den Raad, do gemeente is rijk en zal do Kerkfabriek bijstaan; bestol maar een schoon beeldquot;. Kort daarop trok eono deputatie naar Leuven, on bestelde bij den eersten kunstenaar der stad, Sir. Fr. [Vermeylen eon beeld van 000 francs, dat werkelijk prachtig uitviel. Weldra is het in triomf naar do Kerk overgevoerd, en aldaar nu liggen voortdurend de gelukkige parochianen voor dit beeld neder-geknield, om Jesus Hart te danken, dat Hij den vrede aan de huisgezinnen heelt teruggeschonken en do gansche gemeente zoo overgelukkig heeft gemaakt.

VII. In het Nieuwe Testament.

Welke zijn daarin de beloften van Jesus? Zo zijn wederom ontelbaar. Maar in één woord kun-

-ocr page 22-

12

nen wij ook hier alles zamenvatten: Jesus belooft zijne liefde. Hij belooft zijne liefde aan hen, die Hem beminnen; — wij mogen zeggen: Ihj belooft zjjn Hart, aan allen die hun hart aan Hem schenken, en dit volgens de oude bede: Mijn soon, geef mij uw hart. (Spreuk.)

Jesus' eigen woorden zijn daar, om het te bewijzen : Die mijne geboden onderhoudt, hij is het, ilie mij lief heeft. — Eu. die mij lief heeft zal van mijiten Vader hemind teerden, en ik zal hein lif'lhebtjeii, — en mij zeiven aan hem openharen (Jo. XIV 21quot;) Het kon niet duidelijker. — Bemin, en Jesus bemint u. Geef uw hart aan Jesus; Hij ü'ceft u het zijne. Wat kunt gij meer vragen? Waaraan zoudt ge nog behoefte hebben, als de almagtige, de alwijze, de algoede God, u lief heeft? Wat is er dat in deze eéne belofte niet opgesloten ligt? —

Hebt gij een vriend, die u opregt liefheeft? is hij magtig. rijk. in staat u in alles bij to staan en te helpen .' Welnu, wat is er dan, wat gij meer te vragen hebt dan zijne liefde? Wat kan u ontbreken, als uw innig liefhebbende vriend u alles kan geven, wat gij kunt noodig hebben

Zal Jesus minder ^oor u doen ?

VIII. Wilt gij voorbeelden ?

Let dan in de eerste plaats op de meer altjemeene, door Jesus zoo dikwerf gegeven.

Wie zoekt flij en wie wil Hij geheel in 't bijzonder dat tot Hein komen?

De zondaars. — de ongelukkiger, - de kinderen.

-ocr page 23-

13

J I: ben niet (/c/%vin(.)i. zegt Hij, urn leyvaardi-(/en, maar om zondaars zulir/ te mnJcen. (Mt 9, 13.)

Komt allen tot vrij, die Mast tn U-ladeu ziji, cn ik zal n verkwikken, i Mt. Xi).

Laat de kleine)! tot Mij koincti, want (lenziilken hehoort het lijk der hemelen. (Mr. X. 14.)

En de zieken, ne gel rekkigen, dp Ijjdeiulen in één woord, zijn zij het niet, wier lasten Hij kwam op zich nemen, wier rampen Hij kwam lenigen .'

En do armen, de behoeftigen, de noodlijdenden, wie waren het anders, aan wie de Blijde boodschap, het Evangelie, bij voorkeur werd verkondigd en die het innigst aan het God-menschelijk Hart werden gedrukt ?

Sla, zoo gij wilt, elke bladzijde van het heilig Evangelieboek open, gij zult er een of meer voorbeelden van Jesus' voorliefde op aantreffen. Ja, alles heeft Hij welgedaan, en al weldoende trok Hij rond; maar zij die belast en hdaden zijn, zij zijn de eersten in de zorgen van zijn aanbiddelijk Hart.

IX. I'll iu 'l bijzonder!

Herinner u, onder velen, het edel drietal, door Jesus zoo zeer bevuorregt. Pe H. Magda-lena heeft veel bemind, zegt de Heer zelf , daarom wordt haar veel vergeven. „Bemint gij mij ? vraagt Hij tot driemaal foe aan den vurigen Petrus, en zelfs; bemint gij mij meer dan dezen ! En l'efrus is gelukkig genoog het fe kunnen bevestigen, en ontvangt daarom aanstonds htt grooste loon, dat een sterveling verwachten kon:

-ocr page 24-

14

quot;Wees dan de Opperherder in mijne plaats; weid mijne schapen-, wees, o Petrus, een. tweede steenrots, mijn plaatsvervanger op aarde; en, als ik zal zijn heengegaan, wees gij dan als een andere Christus op aardequot;.

Eindelijk, de H. Joannes, was hij niet de leerling dien Jesus bijzonder liefhad ? En wat verkreeg hij deswege? Eene bijzondere plaats aan den boezem, op het hart van den lijdenden God-raensch : eene bijzondere plaats aan den voet van zijn H. Kruis; het benijdenswaardig voorregt, de eerste prediker en verheerlijker der H. Har-tewond to mogen zijn. En wat zeide tot hem, wat beloofde hem te gelijk de Heer Jesus ? ^Zoon, ziedaar uwe Moeder ! met alles, met onnaspeurlijke genaden, welke daaraan verbonden waren. Ziedaar eenige bijzondere voorbeelden van Jesus liefde, wier herinnering alleen voldoende wezen moet, om ons een diepen blik in het goddelijk Hart van den Godrnensch te doen slaan Overigens

Een ur/ne lijdende

Kan ten voorbeeld strekken, dat ook nu nog de Heer Jesus op dezelfde wijze zijne kinderen vertroost. „Op een vrijdag, schrijft een Missionaris, wordt ik geroepen bij een zieke. Ik vind een arme van een veertig Jaar op een stroobed nederliggend. Sedert zes maanden is hij geheel verlamd; zijne beenderen zijn ééne wond. Even als Jesus op het kruis, rustte de zieke enkel op zijne wonden. Tot overmaat van ramp was hij van iedereen verlaten, want hij had niemand behalve eene dochter van 20 jaren,

-ocr page 25-

die liom vroeg in c?eii ochtend raoest alleen laten om voor zich ïiet brood, voor haren vaderde medicijnen te verdienen. Na oen kort onderhoud bespeurde ik. dat da man niet alleen kalm maar zelts tevreden en gelukkig was. Ik stond verbaasd er over. „Hoe kunt gij, zeide ik, u zoo gevoelen to midden van zoovele smarten ? „Open die dcui'i Eerwaarde, was het antwoord, en gij zult mijn trooster zien.quot; Tk doe ze open en hij toont mij met de oogen (want hij kon, geen vinger verroeren) eene fraaie afbeelding van het II. Hart van Jesus en eene andere van het H. Hart van Maria, welke hij misschien ten koste van zijn noodig voedsel, had laten inlijsten. en hij zeide mij; „Ziedaar, Eerwaarde, van waar mijn troost komt; als ik niet meer kan, sla ik mijn1} oogen nu eens op het Hart van Jesus dan eens op het Hart van Maria, en ik zeg bij mij zeiven; Zij hebben veel meer geleden dan ik, en zij waren onschuldig; en ik heb zoo vele fouten begaan: dan gevoel ik mjj gansch vertroost.quot;' Ik zond hem terstond eene liefdezuster om hem te verzorgen. Twee dagen na het ontvangen der H. Sacramenten stierf hij gelukkig. Xog had hij gezegd: „Ik zie mijn bed geheei bezaaid met blaauwe bloemen en de H. Maagd is nedergedaald om mijno ziel te halen.quot; Ziedaar, hoe Jesus en Maria's Harten de zielen vertroosftn, gelijk Jesus beloofd heeft in een zijner beloften, (de derde, zie beneden).

X. En of hier liet hart bij hoort'

Wie kan het vragen .' Liefde en hart zijn immers onafscheidbaar. Gij zult beminnen, Mij ie-

-ocr page 26-

16

minnen, zegt God, — maar uit ;/e/ietl uw hart. Zoon, (jeef Mij uw hart. — En voor het tegendeel: Dit volk eert mij met de lippen, maar hun hart is verre van mij. — Liefde eu hart kunnen dus niet ge-eheiden worden. Waar Jesus liefde belooft, liefde gebiedt, liefde voor liefde aan ons terug wil schenken, daar belooft Hij sijn Hart. daar ontvangt hij van ons ons Hart, maar ook daar belooft Hij het zijne.

De goede Meester heeft het overigens bij de bekendmaking dier algemecne waarheid niet gelaten. Niet zelden heeft Hij ten minste duidelijk genoeg op het hart als de alom bekende bron van alle goed of kwaad gewezen. Zijne H. Hartewond heeft Hij bepaald op het kruis aan allen, na zijne verrijzenis aan de Apostelen, mot name aan Thomas, allerduidelijkst ter vereering voorgesteld.

Daarna sprak Hij : Komt allen let Mij, — en ; leert van Mij omdat ik nederig en zachtmoedio van harte ten, dat is waarlijk goed en waarlijk zoet, zoodat er niets is, dat u zou kunnen terughouden of afschrikken. (Mt. XI).

Daarom leerde Hij, dat „uit de volheid des harten de mond spreektquot; (Luc. 6, 4fi), en dat dus in zijn Hart wel een zee van zoetheid moest te vinden zijn, waaruit zooveel stroomen van zoete woorden voor ons hart voortkomen.

En leert Hij niet elders, dat het kwaad, zoo het uit den mensch komt, aan zijn hart moet worden toegeschreven; {Mt. 15 19), en dat integendeel de goede mensch (zoo als Jesus zelf) uit den yoeden schut zijns harten het goede voortbrengt. (Luc. 6. 45). Welnu. Is er grooter goed,

-ocr page 27-

17

dan de liefde .' — zetelt cn troont niet bij uitstek in 't hart alle liefde n quot;Waarlijk, wij zouden dlt;tn ook bijna, zoo riot

n gansch begrij])cn, dan toch eenigzins inzien, waar-

e om de God der liefde, toen Hij ons het grootste

is bewijs zijner liefde gegeven had, (dat is: zijn

ioveu voor ons had geoffcivi) als eon eeuwig-k durend zegeteeken in zjjn IlaVi wilde bewaren

en het derhalve nog op het kruis liet doorboren, e als om ons, niet met den mond, niet alleen door

daden, maar ook met het Hart toe te roepen : »• Ik fiemin ti- ziehier mijne liefde ; ik belool «,

le ? ik (jeef n mijn Hurt.

.e XI. Is liet niet daarom j

IS

i. Ja is hot niet daarom, dat de goede Jesus door

[•- *' den lieveling zijns Harten, Joannes, zulk een pleg-tig getuigenis liet afleggen van de opening en doorboring zijnor H. Zijde.' (fo XIX), ifj Is het niet daarom, dat Hij ook in zijn ver-

li: heerlijkt ligehaara. de open Hartewond voor al-

e- toos bewaarde?

Is hot niet daarom, dat Hij zelf. om het ie-es vendigst geloof cn de warmste wederliefde bij

at zijne Apostelen op te wekken, hun niet alleen

st zijne handen, maar ook zijne zijde toonde (O.-f-

m tendit eis manus — et latus). Jo. XX)

Is hot niet daarom, dat iljj in 't bijzonder oo den ongeloovigste van allen, den vurigen Thomas,

et toeriep: „Kom nu, en stoek uw vinger in do

n- opening der nagelen, en leg uwe hand in do

;f) openiny mijner zijde, — maar wees dan ook niet

■t- meer ongeloovig, maar goloovig.'' —

J, Yoorzeker, er waren vele redenen voor Jesus

o

-ocr page 28-

IS

om op die wijze to handelen; maar is nieteene van dezen, on eene der voornaamsten, als ware liet, zijnc met daden verkondigde belofte; „Kom, geef mij uw hart (door het geloof en de liefde);

.ik vertoon, ik beloof, ik schenk u het mijne.

XIT. Wat leert ons dan Jesus»

Hij leert ons, — en dit is moer zelfs dan leloven. het is reeds het schenken van het beloofde zelve, — Hij leert ons, ten eerste ; dat zijn goddelijk Hart ons zal gegeven worden als het toonbeeld aller deugden. Eij loert ons, ton tweede: dat liet is en voor on? blijven zal; tie schatkamer aller genaden.

Hij leert ons, ten derde; dat het ons geschonken wordt als de leerschool der wijsheid, als de schuilplaats in allen nood, als hot zaligst en (sprekendst herinneringsteokon van zijn lijden en van zijnen dood. — kortom, als het middelpunt onzer aandacht, onzer genegenheden, onzes eor-bieds, onzer liefde, onzer gelukzaligheid.

O waarlijk dus hemelsche, en goddelijke belofte! Neen. het was eigenlijk niet noodig geweest, dat Jesus ons in later tijden nog zoovele bijzondere beloften aangaande de devotie tot zijn goddelijk Hart kwam voorhouden. Het ligt immers alles in den aard der zaak zelve. Opdat wij het echter beter zouden begrijpen, inniger zouden gevoelen, nooit zouden vergoten, en altoos sterker on aanhoudender tot zijn goddelijk Hart getrokken zouden worden, — daarom hoeft Hij niet opgehouden, ons honderd, noen duizendmaal door nieuwe beweegkrachten tot zijn goddelijk Hart te trekken.

-ocr page 29-

1!)

Het is overigens niet veel, wat do Heer Jesus van ons vraagt, b. v. om de veilige schuilplaats van ons hart en zelfs van ons ligchaam te zijn.

Keu jony officier,

die, voor eenigo jaren, naar Algiers vertrok, kan lot bewijs dienen. Zijne brave moeder sprak hem 103 bij het afscheid : „Mijn zoon. gij zult u in grooto gevaren bevinden; de Arabieren zijn verraders, zij kunnen u ligt overrompelen. Ziehier ene rnódaille van het H. Hart van Jesus; beloof mij, die altoos op inv hart (e zullen dragen.quot; „Moeder, ik beloof het u op mijn woord van eer.quot; Hij was getrouw aan zijn woord; en wel tot zijn geluk. Op zekeren dag werd hij inderdaad overvallen in een engen pas. De kogels regenden als hagelsteenen om hem neder; al zijn soldaten vielen aan zijne Z'jde; hij zelf kreeg een kogel vlak op het hart; maar daar stuitte hij op do medaille en hij ontkwam het gevecht zonder letsel. Hartelijk dankbaar voor zulk oene gunst, schreef hij aan zijne moeder: 31 old aan geheel frankrijk, dat ik mijn leven aan Jesus' Hart verschuldigd ben.quot; Die gunst is sedert lang bekend gemaakt, en wordt hier opnijuw niet slechts voor geheel Frankrijk, maar ook voor ons land, met vreugde herdacht. — I)c afheeldimj van Jesus' Hurt brengt zegen aan. op alle plaatse)! (ook op het hart) waar zij vereerd wordt. (Een der Üeloften.)

XIII. Al/oo in latere tijden.

Wat zullen we daarvan zeggon .'

Gelijk wij in het Oude en het Nieuwe Testament als 't ware twee tijdperken aantreffen,

-ocr page 30-

20

waarin de oneindige Liefde zijn Hart aan de menschcn beloofd heeft, zoo kunnen wij ooic weer voor de latere tijden twee tijdvakken onderscheiden, waarin meer uitdrukkelijk die beloften Gods voorkomen, welke onmiddellijk liet Hart Gods in eigenlijken zin, dat is do devotie tot Jesus' Hart aangaan. Dat is: wij kunnen bier opnieuw spreken van oudere en van nieuwere beloften. Laat ons hooren.

XIV. De aloude beloften.

Hierdoor worden die beloften verstaan, welke Jesus reeds dikwijls, en lang voor het leven dor Z. Margareta, gedaan heeft, voor hen, die zijn Hart eeren. Alles opsommen kunnen wij ook hier niet; wij moeten ons dus bepalen b. v. tol de lessen van eenige Heiligen.

XY. De H. Oertriulis.

Het is bekend, hoe deze Heilige, die reeds voor moer dan COO jaar leefde, en het H. Hart vurig vereerde, in eene verschijning van den H, Joannes dien leerling en Apostel der liefde vroeg; „waarom hij betrekkelijk /.00 weinig tot nut der H. Kerk had medegedeeld van de zoetheid der Kloppingen van Jesus' Hart, waaraan hij zelt in het laatste avondmaal had gerust ?quot; —

Doch wat antwoordde de bovoorregte harte-vriend ?

„De kracht cn de welluidendheid dier zoete Kloppingen zal geopenbaard worden in latere tij Jen 1 „ Kn waarom ?quot; opdat daardoor de al» dooi' ouderdom verkoelde en in de liefde God»

-ocr page 31-

21

houd (jeivorden wereld 'yp nieuw verwarmd worde. (Ins. div. piet. IV. 5).

Is dat geene eigenaardige helofle? Zij is algemeen, Ja; maar is zij er minder wezenlijk en krachtig om ? Het Hart van Jesus is een zon in de orde der genade. Wie dat vindt, vindt het licht en de warmte. Gelijk de Zon do wereld verlicht en verwarmt, zoo zal eenmaal Jesus' Hart dc harten der menschen verlichten en vooral verwarmen, ja het koudste zelf opnieuw doen gloeijen en branden.

Dat dit overigens ook /itjzoiidere personen geldt, kan de 11. Gertrudis zelvo getuigen. Wat leert haar do Hoer Jesus? ..In de holte der steenrots, in het H. Hart van Jesus te komen rustenquot;, — om daar — wat te vinden — den zoeten honig der vertroosting, dat is de zoetheid der intentie uit het (joddeljh Hart van Jesus. (Ibid. 2. 3). Als een veilige schuilplaats is dus Jesus' Hart beloofd, als een eeuwige liron van hemelzoeten honig.

Ja meer. Zijn eiyen Ifart belooft Jesus, voor liet hart van de Heilige. En zelfs hij vindt het billijk, dat Hij dat geeft. Luister! Sedert gij uw '/est doet, om mij het waardigst deel van u zelve namelijk UW HART dikwijls te (/even, oordeel ik het betamel jk dat ik /,ol n rolmaakt (jenoe/jen MIJN HART aan u schenk, ik, die uw God hen in alles alles, de deugd, hef- leven, de wHenscItap (li. 4. GO).

Is het duidelijk Of wenscht gij misschien, dat ook het woord helofle daarbij prijke, alsof Jfsus' gave dat woord nog wachten liet ? Ook daarin kunnen wij u voldoen. Ja meer. Ook daarin zelf, in uw half ongeloof, kunnen wij u de H. Gertrudis tot voorbeeld aanhalen Luister

-ocr page 32-

nogmaals naar 't geen zij verhalon zal. „En bo-,vendien, mijn God, schrijft zij, lioeft uwe ein-„delooze liefde het verbom! met mij aangegaan „ten klaarste willen bevestigen. Want toen ik „op zekeren dag uwe weldaden overwoog, en „tot zulk eene vermetelheid kwam, dat ik klaagde „wijl gij uwe gunsten niet met een hanilslag, r'jelijk ij die Moven plegen le doen, bevestigd „hadt; toen heeft uwe allerminzaamste zoetheid „mij beloofd, ook aan die klagte regt te laten „wedervaren. Eu terstond ziig ik u, ah mei „heide hundeii mij die Arle van yoddelijke i/e-„Irouirheid en. onfeilbare waarheid, namelijk mr ,.(/oddelijk Hart, voor mij (jeoni. En ik hoorde „U gebieden, dat ik, dio stout genoeg was, om „als de Joden teekenen te vragen, mijne reg-„terhand zou uitsteken, en die in uw allerheiligst „Hart vi or mij geopend zou nederleggen, en „toen, terwijl mijne hand in uw Hart besloten , lag. toen zeidot gij: Zie ik U'louf u de yini-.s/en li verleend om/esciondtn le zid'en betcaren.'' (B. II. 21).

Is het nu zonneklaai Gij vroegt naar het woord belofte-, niet liet woord alleen, ook een toeken wordt u gegeven : Ik Leloof. zegt do Heer Jesus, en ziellier mijn geopend, mijn doorboord Hart als onderpand van do waarachtigheid mijner belofte. —

Wij beweren niet dat do II Gcrtrudis de eerste geweest is, die zulk eene belofte hoorde; doch zeker blijft het, dat zij voor vele eeuwen reeds eene der getuigen van do waarheid onzer bewering geweest is. De eenigc is zij in elk geval niet.

-ocr page 33-

23

XYI. De H. Mechtildis.

Niet minder dan de H. üertrudis, hare zuster in den Heer, minde deze Heilige het godde-iijk Hart van Jesns, Niet minder waren ook de gunsten en de heluftcn door Je sus aan Mechtildis geschonken. Wilt ge weer een voorbeeld ! De Heilige bad op zekeren dag voor een peroon, opdat de lieer haar een zuiver, ootmoedig, en geheel geestelijk hart zoude geven. Wat was het antwoord.' „Dat zij al wat zij wil en al „wat zij noodig heeft iu mijn Ihnt zoelce, en „van mij vrage, gelijk een kind. dat alles wat „hot begeert van zijnen vader vraagtquot; (Leven IV. in.)1

Alles belooft Josus. Wat is er uitgezonderd ! En let wel op : iu zijn Utirl moet men 't zoeken.

Doch ook de bijzondere gaven ontbroken hier niet, evenmin als de bijzondere beloflen.

Gij zult rust vinden, leert Jesus aan deze Heilige, zoo gij slechts wilt... Gij zult uw nest (eene rustplaats) hebben in mijn goddelijk Hartquot; (II. 14). En niet lang, of .lesus touiit haar de wonde van zijn allerzoetst Hart. on spreekt; „Kom hier binnen, opdat (/ij rust vindet.quot; Eu terstond trad zij met blijdschap in liet Harte Godsquot;. (II. 22.) Ja, haar hart werd latei' mot zulk eene liefde tegen Jesus' Hart aan gedrukt, dat het scheen met Josus Hart slechts één hart uit te maken (Boek 3,).

En ook hierbij bleef het niet. Even als de H Gertrudis ontving Mechtildis een onderpand voor de waarheid van Jesus beloftan. En het was? Jesus Jlurt.

j.Ik gee! u mijn Hart tot pand, sprak de Heer

-ocr page 34-

24

ik geef u ook mijn Hart tot schuilplaats.quot; En vau dat oogenblik ontvlamde de Hrilige van eeno wondervolle godsvrucht tot Jesus' Hart ; en bijna eiken keer, dat Jesus haar verscheen, ontving zij eone bijzondere [/ave van gijn II. Hart. „Moest ik alles in een boek opschrijven, zeide zij dan ook, wat het Hart Gods mij aan gunsten bewezen hoeft, het boek zou grooter worden dan ons brevierboek.quot; (Nill. p. 397}.

— Och! haddo zij ons zulk oen brovierboek vol geschreven I—

Doch waartoe dan? Als alles in Jesus'Hart to vinden is, als -lesus Hart zelf het onderpand is voor de waarheid zijner beloften, wat wilt gij dan meer? Leest ge zelf wel gaarne groote boeken?— 'y iet ? Neem dan Jesus' Hart; loes daarin : alles ! 't Is immers en bondiger en zekerder.—•

Doch waarom slechts vrouwen hier opgenoemd, meent gij? Welnu, er zijn ook mannen, die getuigen,. b. v.

XVII. De Z. Petrus Canisius.

Ziedaar een man, zoo er ooit een was, en nog wel een Nederlander, die hier niet mag vergeten worden, waar wij de oudere helojlen van Jesus' Hart bespreken willen. Het is bekend, hoe de Heer Jesus hem vergunde „de brandende lippen aan zijn minzaam Hart te brengen'' in eene beroemd geworden verschijning (die o. a to Maastricht in de eerste kerk van het H. Hart op een glasraam is afgebeeld). Doch wat beloofde hem de goede Weester?

„Gij beloofdei mij, schrijft de Zalige zelf, om „de naaktheid mijner ziel te bedekken, een hc-

-ocr page 35-

25

„melsch kleed uit. drie stoffen zaraongesteld, die „het meest aan raijnen stand voegen; den vrede, „de liefde en de siamlvastiyhrid. Met dit kleed „des heils getooid, had ik het volle vertrouwen, „dat niets mij zoude ontbreken, en dat alles mij „zoude gelukken. „Tot uwe meerdere eerquot;. (Zie „Maandrozen 1883 p. 107).

De vrede des hanen, de liefde tot God enden naaste, de slaiulvastiuheid in alle deugd en volmaaktheid, zijn liet niet juist de hoofdpunten der latere (■eloften van Jesus' Hart, na honderd jaren, aan do 7-, Margareta gedaan V En dat welsla-jen in al zijne ondin'iiemingen, is liet niet één dor beloften, door Jtsus' Hart ook later zoo zeer aangedrongen ? En Jesus ielnofde het, zegt de Zalige, zijn Hart toonende en hem schenkende. Is het duidelijk? Verder,

XVIII. De H. Franciscus Borgias

mag insgelijks worden aangehaald. Wèl spreekt hij niet regtstreeks van bdof/en uit Jesus' mond gehoord, doch des te sterker van eigen ondervinding die immers die beloften veronderstellen.

„In u, schrijft hij immers, van het H. Hart „sprekende,—in u vinden de Zondaars vergeving, „de martelaren moed, de maagden zuiverheid ,:de famiiien de onderlinge eenheid en eend ragt, dei religieuzen den ijver voor hunne vohnacdctheid quot; (/ie Maandr. April 1883 p- 144.). Zou men niet meenen, de Z. Margareta Maria te hooren? Vooral die eend-ragt in de famiiien, die vohnaakl-heid der Hooslerlingen, geven zij den schijn niet, of Je^us zelf wat Hij van ouds beloofd had,

-ocr page 36-

■20

aan du Zalige Apostel van zijn Hart slechts herinnerde En nu nog. weer ecne vrouw,

XIX. De Ueroemde Ursulien

van Canada, de eerhieilwaardii/e Maria der Mensch-tvordini/, die hier insgelijks getuigenis mag afleggen. Vooral ihans, nu do zaak harer zaligverklaring met ijver wordt voortgezet, is haar getuigenis van grooter waarde. Zij had eens, verhaalt zij. om eone zeer bijzondere gunst, en scheen die maar niet te kannen verwerven. Zij voelde wel, dat iets ontbrak, waarom hare smeekingen nog niet verhoord worden ; maar wat was het ? — God zelt' kwam het haar aankondigen. Een straal van heraelsch licht drong eensklaps in hare ziel binnen, en zij hoorde de woorden : „ Vraug mij dooi' het Hurt van Jesus, mijn inl-öeminden Zuun. hoor dit zal ik n Vitriiooren, tii i/j suit verkrijgen mtl ;)j vraagt.quot; — Zjj gehoorzaamde aan het goddelijk bevel, werd een der vurigste vereersters van het god lelijk Hart, en ontving „dagelijks' nieuwe en onschatbare gunsten door deze devotie.

Al wederom, wat schoone en gewigtige les! Ons ontbreekt nog wol meer, dan or eens bij die heilige zielen ontbrak Maar liet middel ter aanvulling is gegeven. De hemelsche Vader loert het zelf: „Ga tot Jesus Hart; vruag door dat Hart; ik zal u verhooran.quot; —

En hoeve l andere getuigenissen zouden wij nog kunnen aanvoeren, ook nu reeds, maar vooral dan, als wij al de gunsten aan zoovele heiligen verleend konden kennen en verhalen. Uit weinige is echter meer dan voldoende om den man

-ocr page 37-

van goeden wille te overtuigen, en hem te doen vasthouden, dat reeds in vroegere eeuwen en lang voor de Z. Margaretade l oloften van Jesus Hart en meermalen en overvloedig zijn gedaan.

XX. De latere Beloften.

De zoogenaamde Elf Beloften, of liever nu twuulf, zijn ii bekend, en wij behoeven die slechts af te schrijven, dra nogmaals do goudmijn te toonen, waaruit gij alio schatten, die u noodig zijn, putten kunt. In 't breede zijn die elders verklaard (in de Maaialrozeii). Laat ons nu slechts opsommen, met enkele opmerkingen daarbij gevoegd.

Ie Jlelcfte.. ik zal hun (dio deze beminnelijke devotie beoefenen, zegt Jesus bjj de Zalige Margareta Maria) al do genaden geven, die zij noodig hebben in hunnen staatquot; — Brief 13J. Uii alleen ware reeds voldoende, de (jenadm — in (die Stalen, on wel juist de meest uoodiye genaden. — hot bevat alles.

2de. Ik zal don vredo in hunne huisgezinnen (t'arailirn) stellen. 15r. 132.— Elders: de verdeelde familiën tot eensgezindheid brengen. (Br. 32 en 33) Vrede en eendragt, het grootste geluk dor huisgezinnen, zijn dus beloofd voor het booeienen dezer devotie.

3do. Ik zal hen vertroosten in al hunne droefheden (en kwellingen). Br. 132. Jesus, onze vrede, wil dus zelf onze trooster zijn, en let wel op : in alle droefheid, bij allo rampen.

4de. Ik zal hunne verzekerde toevlugt wezen gedurende het leven en vooral in het uur des doods. (Mr, 132.) Eon toevlwjt in gevaar eu

-ocr page 38-

nood, wat is ons racer noodig ? Jesus' Hart is een veilige haven, in geheel ons leven, en vooral dan, als wij do eeuwigheid moeten ingaan.

5de. Ik zal overvloedige zegeningen uitstorten over al hunne ondernemingen, Br. 132 -Jesus zegt wel niet, dat al onze ondernemingen zullen slngeu, dat kon soms niet goed voor ons wezen; maar toch, dat Hij zegeningen en occr-doeditje zegeningen over al ons ondernemen zal uitstorten.

Ode. De Zondaars zn'len in mijn Hart den oorsprong en oneindigen Oceaan der barmhartigheid vinden. (Zakelijk in den 33en Brief, on dikwijls elders). Bedenk, wat het is; een Oceaan! dat dus de grootste zondaar koran, niemand zal te vergeefs om barmhartigheid tot Jesus komen.

7de. De lauwe zielen zullen vurig worden. (Br. 132. doch sterker uitgedrukt gelijk de 8e Belofte). Wie heelt deze genade niet noodig? Wie zou er ook niet vurig naar wenschon ? Hoevelen zoeken niet dagelijks een raiddel, om uit hunne traagheid op te staan! Het is hier gevonden.

8ste. De vurige zielen zullen spoediger voortgang doen in do volmaaktheid. (Br. 132) „in korten tijdquot;, zegt zelfs de Zalige. — en de Reli-gieusen vooral zullen er door gemakkelijk tot het toppunt der volmaaktheid komen.quot;— Hiervoor zijn dagelijks nieuwe bewijzen voorhanden. Die het nog niet beproefd heeft, beproere het, hij zal spoedig tot overtuiging komen.

Ode. Ik zal do huizen zegenen, waar het beeld van mijn Hart zal geplaatst en vereerd zijn. (Br. 32 en 33 en 126 enz) Do Zalige zegt

-ocr page 39-

1

29

cclitor mcei-; op alle plcialse)), zal Jesus alle soaft van zegsnimjen uitstorten. Vun daar dat dc/e belofte mede geldan moet voor hen, die hot Schapulier van Jesus' Hart dragon, of die maar ergens, waar dan ook, het beeld van Jesus' Hart vereeren.

10de. Ik zal aan de priesters do gave geven van de versteendste harten te raken. Br. 132. doch sterker nog: „Zij zullen de kunst kennen van de versteende harten te treffen, en met een irondcrrolleu uitsla;] werkenquot;, lïij de Zalige staar deze Belofte vóór al de anderen. Ook staat er niet slechts: de priesters ; maar in 't algemeen: zj allen, die aan het zielenheil werken. Dit geldr dus ook inzonderheid voor de Religieusen, die de kinderen onderwijzen, en voor allen, die de devotie tot Jesus' Hart versprei Jen. Doch voor hen is er meer.

11de De personen, die deze devotie verspreidon, zullen hunnen naam in mijn Hart geschreven hebben on hij zal er nooit uitgewischt worden, lir. 34. waarin hot wel van bepaalde personen voorkomt, doch zóó, dat hot te regt in 't algemeen wordt genomen, voor hen, die Jesus' Hart doen kennen, liefhebben en eeren, zooals do Zalige Margareta dit honderd maal herhaald. Jesus eigen Hart wordt dus als 't ware oen Boek des levens, waarin do namen zijner vereerders prijken. Hen vergeten kan Hij dus niet. Hen niet zegenen en niet zalig maken, hoe zou Hij het kunnen ?

Eindelijk de 12de ook (/roote Relofte genoemd :

„De almagtigo liefde van mijn Hart zal aan ,.hen, die negen achtereenvolgende maanden op ,de eerste vrijdagen communiceren, do genade

-ocr page 40-

no

.der volharding(cn einde toe schenken/'—Zoodat,, voegt de Zalige rr nog bij, „zij niet in zijne ongenade zullen sterven, nonli zonder hunne Sacramenten te ontvangen,quot; enz. Brief 82 en elders,—

Teregt heeft men deze twaalfde de yroote l'e-lofte genoemd. Hoe weinig toch wordt er gevraagd; lioe veel beloofd ! En is Jesus niet magtig genoeg ora het te kunnen, niet goed genoeg om het te willen, niet eeuwig getrouw om liet te moeten geven?— (In het boekje de 12 eerste Vrij da yen is vooral deze Belofte uitvoerig behandeld).

XXV. Wie heeft hel eerst deze Beloften bekend gemaakt en algemeen verspreid J

Dit is ons althans niet bekent'. Slechts weten we, dat P. Croiset S. J. in zijn bookjo over de deootie tot Jesus Hart. door de Z Margareta zelve gevraagd en vurig verlangd, do moesten dezer beloften optelt (BI. 49 en 50 in 1G04, 3de editie die wij lazen, en waarschijnlijk dus ook in do lo Editie van lü91). In 1090 stierf de Gelukzalige Margareta-Maria, juist, gelijk zij zeide, oin geen beletsel te wezen voor het groote goed, dat dooi- dit boekje moest ten uitvoer ge-bragt worden.

Deze Ikloftm zijn overigens bijna allen geheel woordelijk uit do geschriften do Gelukzalige getrokken ; (waaromtrent gij de Maandrozen kunt raadplegen). Later zjjn zij honderd, neen duizend raaien gedrukt geworden. Voor de verspreiding in het groot kan men zich wenden tot do Zêlatricon van Maastricht.

-ocr page 41-

31

XXII. Waar en door wie zijn die lieloften goedgekeurd.'

In de eerste plaats te Rome, waar immers de Geschriften der Zalige moesten onderzocht; en goedgevonden worden, eer men ter Zaligverklaring der dienstmaagd Gods kon overgaan. — En hier lette men wol op, dat niet slechts de geschriften der Zalige in 't algemeen maar ook do lieloften zei ven als zoo lanig onderzocht zjjn. Ziehier, hoe die in de Akten der Jf. Conyreyatw zijn voorgesteld.—

„Ik beloof (zeide haar de Heer Jesus), dat al diegenen, welke mijn Hart op die wijze vereeren door don invloed van dit goddelijk Hart met een overvloed van hemelsche gaven zullen overladen, worden.''

En in 't bijzonder, van afzonderlijke gunsten:

„Zorg dat deze devotie allenvege bekend worde, en beveel haar den menschen ten sterkste aan, niet alleen als oen veilig, maar ook als een zet en zeer (jumalh'lijlx middel, om de ware liefde tot God te verkrijgenquot;.

„Beveel haar aan de Priesters en de K'eligi-eusen, als den zekerden trey, om tot de volmaaktheid van hunnen staat te gerakenquot;.

„—Aan de Zielenherders als het geschiksta middel, om harten, versteendor dan rotsen, tot tranen van boetvaardigheid te vermurwen.

„ — Aan alle. (jeloovhjen. als de voortreffelijkste wijze, om over de ongeregelde aandoeningen der ziel de volmaakste heerschappij te verwerven.''

,.Ja, leer hen, dat het de krachtdadigste soort van godsvrucht is, waardoor de vrede tussehen verdoelde familiën hersteld, de warmste en tee-

-ocr page 42-

derste liofdo jegens j\Ijj ontstoken, en in zeer korten tjjd en op de gemakkelijkste wijze het toppunt der deugd verkregen kan worden.''

En verderop, na meer andere dingen. „Ook beloofde Hij (lesus) dat allen, die zulk eeno afbeelding (van zijn H. Hart) bijzonder zouden eeren, met de grootste genaden uit de volheid van dit goddelijk Hart zouden overladen wordenquot;. (Nilles p, 400 volg.)

Indien gij aandachtig deze woorden leest en zo met die der gewone Beloftebriefjes vergelijkt, zult gij opmerken, dat de bekende Beloften in de Romeinsche Congregatie volstrekt niet het minst krachtig zjjn uitgedrukt. En toch luidf haar besluit: dat er hl de Geschriften en Brieven der Zalige niets yecondmi ivordt, dat eenr Theologische censuur (of afkeuring) verdient (22 Sept. 1827).

Zij dus, die soms moeite maken, om do gewone uitdrukkingen der Beloften van .lesus' Hart aan te nemen, zouden niet kwaad doen met hot aannemen der eigen woorden, die in - do H. Congregarie van Rome zijn goedgevonden en aangenomen.

In liet bijzonder op te geven door hoevele Kardinalen, Aartsbisschoppen en Bisschoppen dezelfde Beloften in vroegeren en latercn tijd zijn goedgekenrd, zou ons niet mogelijk zijn. Zij zijn bij millioenentallen verspreid, in alle lauden en allo talen der wereld. Z. Em, do Kardinaal Aartsbisschop van Toulouse heeft nog onlangs de 12 lielofUn op do Imchrijvinysbeit ijzen laten plaatsen. Mgr. de Bisschop van A ntim heeft ze afzonderlijk laten onderzoeken, nogmaals do Geschriften dor Gelukzalige laten raadplegen.

-ocr page 43-

33

cn er, behalve ce gewone, nog een viertal aan toBgevcegcl. welke aldus luiden:

13de Belofte : „Schatten van liefde en genaden zij weggelegd voor de personen die zich toewijden en opofferen voor de vereering \an het H. Hart.quot; i'rief 82.

1-lde. Al die zich toewijden en toeheiligen aan dit goddelijk Hart, zullen nooit vergaan,'' Br. 32; 33; 48 en 53.—

lódo. Het H. Hart van Jesus zal heersclien Br. 95 cn 192 cn in hnar loven (door de Zalige geschreven bl. 356).

1 Ode. Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijne woorden zullen niet zonder uitwerking voorbijgaan. (Vie p. I20i, woorden, waardoor do goede Jesus de waarheid zijner Belofte bevestigde. (Zie Maandrozen van Jesus' Hart). Ziedaar wol overvloedige bewijzen. Wie meer vraagt, moge geen antwoord verdienen.

XXIII. Zijn dit nu al de ücloften'

Ja,— of neen; zoo als gij het nemen wilt. Ja; indien gij daarop let, dat al wat Jesus beloven kon, in die algeraeene en bijzondere woorden waardoor Hij lt;il de srhatten zijner genade belooft, noodzakelijk zijn opgesloten.

Doch neen, zeer zeker neen! wanneer wij acht geven op de verschillende woorden en uitdrukkingen door den Heer Jesus gebe/.igd, om ons opt.ewekken en te dringen tot het omlielzeu cn beoefenen dezer zoetste devotie. Laat ons cenigen dier woorden hooren,— met die aanmerking toch: dat hier vaak niet regtstreeks de

3

-ocr page 44-

34

Heer Jesus, maar in zijn naam do A.postol dezor devotie, de Z. Margareta Maria, spreekt en ons leert, wat Jesus liaar had ingegeven. Alzoo

XXIV. Andere voorrogteu door Jesus beloofd.

1. De i/evotie tot Jetus' Hart heivaart ons voor de doodzonde. — „Het H. Hart wil, dat ik u van zijnenlweye verzekere, dat, zoolang gij Hem getrouw zult vereeren. Hij u niet in de ontjenade van zijn 11. Hart zal laten vallen, daar öit Hart zorg' voor u zal dragen voorsoovcrre gij u aan Hetzelve zult toevertrouwen en overgeveu '' Av is. 11. p. 439, en hetzelfde Br. 48. Zie Maandr. 1881. p. Cl).—

Gelukkig hij, die deze woorden overwsegt en ter harte neemt. Hij lette echter op dat: voor zooverre (jij... en slape niet als de zorgelooze lu ij aard.

2. De devotie tot Jesus' Hart bereidt ons een goeden en zoeten dood. „Want liet komt mij voor, dat wij door dit middel onze zaligheid in zekerheid stellenquot; (lirief 30). en dat de z ui vei e liede van J. Hart als een schip is, waarin de ervaren stuurman, ondanks allo klippen en stormen ons veilig in do haven der zaligheid zal biimenvoeren.quot; (Woning, in J. H, p. 470) — Eindelijk leert zij, dat niemand, die aan dit Hart bijzonder is toegewijd, zal verloren gaan. (Br. 48.; 32;. 33; 98; 52; 53.)—

En in den 132en Briet: „O. wat is het zoet te sterven, na eene standvastige devotie gehad te hebben tot het Hart van Hem, die ons moet oordeelenquot;.—

Goed en zoet —wat kunt gij meer wenschen

-ocr page 45-

35

voor dat laatste oogeiiblik, waarvan de eeuwigheid afhangt eu dat anders u zoo verschrikkelijk tfigenblikt.

De devotie tot JesuS Hart in een /jnUenge-iroon middel ter zaiiyheid voor de zondaars. De Zalige houdt niet op liet te herhalen. „Onze Heer J. C. zegt zij, heeft zich gewaardigd mij met een bezoek te vereeren. llij gaf mij to kennen dat Hij eene groote begeerte had, dat zijn II. Hart eene bjjzondere hulde cn eer inogt ontvangen, Un einde de vruchten zijner verlossing in de zielen to vernieuwen, en om do schatten zijner heiligmakende genaden overvloedig nit to stoiten over de zielen, van welken een zoo groot getal verloren gaatquot; (Br 3;!: 4.'i: en 100,)

„Jesus heeft mij yeseyd, dat hij door deze devotie een groot getal zielen van den weg des verdorfs wil terug brengen, om haar terug te voeren op don weg der zaligheid.quot; „I'e geheele raagt van dit goddelijk Hart is noodig, om barmhartigheid te verwerven voor zoovele ondankbare en ongetrouwe harten, die zonder hetzelve zouden verloren (/aanquot; (Br. 3;», 43, £4, 100 en 110),

Daarom vreest do duivel buitengewoon het welslagen van dit goed werk (de devotie tot .). Hart), wegens do glorie, die het geven zal aan het H. Hart van O. H, J. (J. door de zalii/-heid van zooveel ziele)!, die de devo'ie tot het te-minnelijk Hart zal bnwerken. I'r. 54 (Vgl, I'r. 106') (JO, 'Jö, 98 enz. Maandr. 1881 p. 233. -Dat vooral do ijveraars on do zielenherders deze woorden overwegen, overwegen: zeggen we, want hoevelen lezen die, zonder ze to behartigen.

4. Oe devotie tot ./» Hart is eene tiran van alle verdiensten en genaden, )'Oeh. kon ik aan

-ocr page 46-

de gelioole wereld de schatten van genade bloot leggen, schrijft do Zalige (Br 132.) die in dit aanbiddelijk Hart zijn opgesloten, en die de Heer Jesus van plan is tot verkwisting toe uit te storten over allen die deze devotie beoefenen.»

Het II. Hart is een afgrond, een Oceaan, «eene onuitputtelijke bron van alle soort van geneugten, die des te overvloediger vloeit, hoe meer inen er uit schept.» Br. Cm, 85 en 50,— gt;0 als gij wist. zegt zij elders, Br. 8lt;!.— hoe verdiens/elijk en glorievol hot is, dit beminnelijk Hart te vereeren, en irelk looi) Hij geven zal aan hen, die zich aan hetzelve hebben toegewijd, en daarna niets anders zoeken dan het te eeren. Ja, het komt mij voor, dat deze ('éne. intentie inter verdiensten en welgevalligheid aan hunne handelingen voor (iod zal geven, dan al wat zij anders sonde)! hunnen doen zonder deze raee-ning en intentie.K

Hoe verheven, en hoe krachtig! Wij zouden het haast overdreven achten, zoo de Z Apostel van Jesus' Hart het ons in Jesus' naam niet gezegd had. Maar wie mag dan nog deze devotie veiwaarloozen ? —

5, Igt;e devotie lot Jesus'' Hart is een bijzondere bron van zegen en genade voor de Religiettse Coinmunauteiten. »Werk boven alles, zegt do Zalige tot haar Zielbestierder, llr. 132. opdat de lieligieusen deze devotie omhelzen. Want zij zullen er zooveel hulp uit trekken, dat er geen ander middel zal noodig zijn, om den eersten ijver en de volmaakte regeltucht in de minst geregelde Communauteiten te herstellen, en om dezulken die in de volmaaktste regeltucht leven tot het toppunt der volmaaktheid te brengen.®

-ocr page 47-

Elders voegt zij er bij: quot;dat Jesusquot; Hart de zoetste zalving zijner liefde zal uitstorten over al de Communauteiten, die liet vereeren en zich onder zijne bijzondere boschorniing zuüen stellen.oc (}jr. 33); en in den 48e!i Brief; dat het eene bijzondere beselierining van eenheid en liefde zijn zal. Zie Maandr. 1SH2 p. 105.

Noem nu nog eens Keligieuse personen, die deze devotie niet beoefenen.—

XXV. Xoiv andere voorregten.

Laat ons nu nog ecnige voorregten opsommen die wel gedeeltelijk reeds vermeld zijn, doch nog duidelijker op andere plaatsen iu de Geschriften der Zalige Margareta-Maria zijn uitgedrukt, b. v.

1. „Al degenen die aan dit goddelijk Hart zijn toegewijd, zullen nooit verloren gaan«. Br. 32, 33, 48 en 53■— Ziedaiir dus 't middel ter eeuwige zaligheid.

2. «Niets is zoo hard of lastig, wat niet verzacht en verzoet wordt door liet beiDinnelijk Hart van Jesus (,lt; p. 484. Ziedaar den balsem voor al uw zielewonden.

3 «Jesus foont rajj in zijn Hart schatten van liefde en genaden voor hen die zich toewijden en opofferen, om Hem allo mogelijke eer, liefde cn glorie te verschaffen«. I!r. 82. Ziedaar de eeuwigdurende schatten der vercerdersen jjveraars.

4 «Vrees niet, zegt Jesus, ik zal heerschen ondanks mijne vijanden en ondanks allen, die ziclt tegedeze devotie zouden willen verzetten. lt; Bi'. 'JS en p. 3G5. — Do overwinning is dus do uwe, zoo gij slechts moedig durft tc werken.

5. »Zij, die deze devotie beoefenen, zullen

-ocr page 48-

SS

verliyfiHij bij hunne werken vinden«. Br. 132. Uw werk wordt zoeter naarmate uw ijver groeit.

(i. «Het is eigenlijk in dit Hart, dat de vereerders hunne' toevlugt zullen vinden gedurende geheel hun loven en bijzonder in de ure des doods.» Br, 132. Gevaar kan dus komen, de ondergang niet.

7. quot;.lesus belooft door deze devotie den tfoost in alle ellendequot;. Br. 132« Wat hebt gij dan te duchten ?

8. quot;Jesus heeft mij doen verstaan, dat zijn H. Hart liet Heilig der Heiligen is, het Heilige der liefde, Hij wil, dat het gekend zij als di' Middelaar Gods en der menselienquot; Kr. 33. In dit Hart zij dus uwe woning, door dit Hart zult gij allen tot God trekken.

9 «Geen devotie in het geestelijke leven is meer geschikt dan deze, om de ziel in horten, tijd tot de hoogste volmaaktheid te voerenquot; Br. 132. Adres aan u, brave zielen, die God alleen zookt en volmaakt wenscht te worden.

10, quot;Ik heb geen krachtiger middel gevonden in al mijne Uroel'hedev, dan het Hart van mijn aanbiddelijken Jesusu. j). 483, Wie is er zonder droefheid? Hier vindt hij de vreugde-

11 Dit H. Hart is almagtig, om den vrede te geven, doorde straften over onze zonden aftewenden en ons barmhartigheid te ver»ervenquot; Br. 33. Adres aan de zondaars, en aan allen die ontferming behoeven.

12. Hij heeft rajj beloofd, dat Hij hen, die zieh in eonigen nood bevinden en zich met vertrouwen tot Hem wenden, zal beschermen eu bijstaan». Br. 33. Wie lijdt niet eenigen nood .'

-ocr page 49-

2. Maar lioe liooger nood, hoe digter Jesus Hart

t. bij u.

i'- 13 v Allen, maar vooral de zieken en de zon-

l«i daars vinden in dit Hart eone veilige schuilplaats'.'.,

igt;s p. 484 Gelukkige zieken, naar ziel of ligcliaam,

10 (He zulk eene schuilplaats zoeken !

14. )iJcsus verzekerde mij, dat Hij oen bij-zonder genoegen vond in het openlijk geplaatst zien :o der beeldlenis van zijn Hart, ten einde, zeide Hij,

door dil voorwerp het ongevoelicj Hart dor men-u schen te treffen». Br 12(5.— Ziedaar een raiddel

'O en het doel! Wilt gij harten voor Jesus winnen,

lc win ze door zjjn Hart. En tot dat einde, ver-

n toon zjjne afbeelding, maak Jesus Hart bekend.

It Meer is er niet noodig, om regtvaardigen en

heiligen te maken.

is Doch laat ons eindigen, om niet een almanak

■u. zonder einde te maken. Alleen vergun mij nog

r. een enkel Hoofdstuk over de voorregten, die

n beloofd zijn aan bijzondere personen, opdat een

ieder allergemakkolijkst het zijne zou kunnen n vinden.

11

u- XXVI. Verscliillemle voorreglen lt;lcr devotie tot

.fesus Hart voor bijzondere iiersonen.

Eenigen dezer voorregten zijn zeker reeds begrepen in do vroeger medegedeelde iieloften; zij komen nogthans duidelijker uit, als we die afzonderlijk herhalen en met do eigen woorden der Zalige Margareta nogmaals aandringen. Herlezen we dus in de eerste plaats, met dubbele aandacht, de I. Voorregten hcloojd aan de Zielbestierders. quot;Mijn goddelijke Zaligmaker, schrijft de Zalige

-ocr page 50-

40

aan haar zielbestierder, — hoeft mij doen verslaan dat zij, die aan de zaligheid der stelen wer/ren, de kunst zullen bezitten om de meest versteende harten tc tre/j'eii, eu dat zij met een ivondervollen uitslag zullen werken, als zij zeiven doordrongen zijn van eene ieedere devotie tot zijn li. Ilartlt;(. (Hrlef 132.)

Zij dringt er daarom op aan; vwordt dus niet moede in hetgeen gij onderneemt voor de eer van het H, Hart van onzen geheel bf minne-ijken Jesns, want het komt mij voor, dat het juist dit middel is. waardoor Hij vele ziele'' van het verdquot;)'! wil redden*!. Br. 6(J.

Bij eene andere gelegenheid, sprekende over eene der voorname Verschijningen op den dag der Visitatie (1688), verhaalt zij: ..Het goddelijk Hart wer l mij vertoond in eene heerlijke, verhevene, prachtvolle ruimte, in welks midden op een troon van vlammen het goddelijk Hart schitterde. De H. Maagd was aan do eene, onze 11 Vader Franciseus (van Sales) aan de andere zijde tegelijk niet den heiligen Pator de la Co-lombière; onze H. Stichter sprak: «Bidt in hot Hart en door het Hart van Jesus, dat zich ais middelaar wil stellen tusschen God en de menschen. Tracht den goeden geest van Jesus H. Hart in de harten dor geloovigen te verspreiden ; want (jij zult voor de zaligheid, der naasten werien als jij hun deze heilige devotie mededeel'.lt;lt;. Brief 85.

Werken voor het heil der zielen, werken voor God, en werken met alle vrucht, o wolk een heerlijk voorregt, wat goddelijke belofte ! Is hot wonder, dat de geestelijke schrijvers mode om die reden zoo aandringen op het verbreiden dpzer devotie, dat zij vooral aan de zielzorgers

-ocr page 51-

41

op hot hart drukken, toch dozcdevo'ie te loeren kunnen, te doen beoefenen, te verbreiden vGcef mij zielen*, riep een Heilige vaak in vervoering uit, «geef mjj zielen, goede Heei-! Houd het andere. Geef mij zielen ; wat wil ik meer ?« — En welk waar cn waarachtig z'elenherder kan iets anders vragen?

Bier heeft hij 't raiddel,- het zeker, het on-feilhaar raiddel,- voor zooverre het hart c'cr raenschen verraurwbaav is en aan do eindelooze Liefje niet vrijwillig cn verstokt blijft wederstaan.

Twee teruygeoonden schaapjes.

Onlangs, zoo verhaalt ecu zielenherder uit Oostenrijk, vernam ik, dat een jongeling, mij zeer bekend, op do gevaarlijkste wegen wandelde. Dit berigt smartte mij zeer, en des te grieven-der, wijl er weinige hoop op beterschap bestond. Ik nam in dezen nood mijne toevlugt tot de 11 II. Harien van Jesus en Maria met belofte de gunst to zullen bekend maken, als zij verkregen werd. Benige weken later en juist op het feest van hot H. Hart kwam do jongeling mij bezoeken en toonde, dat lijj geheel van le-venswjjzo veranderd was. Onlangs, zeide hij, had hij een algeraeene biecht gedaan, ou thans gevoelde hij zich zoo gelukkig en tevreden, dat hij voor de geheclo wereld zijn geluk niet weêr zou afstaan.—

In onze parochie, meldt een ander, leeft een man, die sinds vele jaren niet meer genaderd is tot de 11. Sacramenten : een man overigens, die in de gemeente den grootsten invloed bezit. Er was nu iemand, die uit dankbaarheid of modelijdon, eeno Novene hield, het H. Hart sraeekende.

-ocr page 52-

4 2

dien ongelukkige tocli weer tot liet gebruik der H Sacramenten terug te brengen, tevens belovende de vorhooring te zullen openbaar maken. En werkelijk de man hoeft zich bekeerd en op nieuw do II. Sacramenten ontvangen Sdb.

JI Voorreyten voor de lieliyieuscn.

Dezen, ook reeds vroeger aangestipt, kunnen wij terug brengen tot drie hoofdpunten.

i o üe (jenaclen van e-nheid c'i liefde. ■■Het 11. Hart, zegi do Zalige, heeft zich go-waardigd, mij met een bezoek te vereeren, en, ik moet het wel zeggen. Het heeft mij beloofd. ilat Hij de zoete zalving zijner brandende liefde zal uitstorten, on dat Hij eene bijzondere bescherming van liefde en eenheid zal verloenen aan al die roligieuse communauteiten, die aan zijn H. Hart eeuigo bijzondere eerbewijzingen zullen geven en zich onder zijne bijzondere bescherming zullen stellen, Hjj zal aller harten vereenigd houden ora er slechts één hart met het zijne van te maken.« Br. 33 en Br. 48 en Br, IOC (2e. cd.) Welke gunst! En welk een liefelijk en gemakkelijk middel.

2o. He genade van vergiffenis en harmlwrliy-leid. liet 11. Mart heeft heloofd. dat ilet van die Communauteiten al do slagen der goddelijke geregtigheid zal afweren, om dezelve weêr in staat van genade te brongen, als zij dien mogten verloren hebben-). (Br. 33) Wie hoeft ''aak die vergiffenis en ontferming niet noodig ?

3o, De genade van ijver. »Zorg (schrijft do Z. Margarota aan haar zielbestierder dat de J'eligicnsen deze devotie omhelzen ; want zij sullen er soo groot nut uit trekken, dat er geen ander

-ocr page 53-

43

middel zou noodig zijn om den eersten ijver en ■de siijitsle rcjjeliacld te herstellen ia de minst geregelde Coianiunauteiten, alsmede om diegenen tot het toppunt der volmaahlheid te t,rengcn, die in de volmaakte regeltucht leven.« (Driet 132). Al wederom, welke genade!

De Zalige voegt er nog andere gunsten bij, waar zij tevens eonige voofheelden in 't midden brengt van hetgeen roods in haren tijd in eenige kloosters begon plaats te vinden. Zoo schrijft zij b, v. aan de Overste der Visitatie van Saumur.

)iDit beminnelijk Hart wil, dat ik u zegge, lt;lat uwe Coramunauteit zoozeer zijne vriendschap verworven heeft, dooi' Hem te eeren, dat zij een vooncerj) van zijn weUcJiai/en is geworden. Hij wil, dat ik, voor haar biddend, haar niet anders •meer noeme, dan de welbeminde ( 'ommunauteit van zijn Uur', Hij vindt zulk een genoegen in de eer die zij Hem bewijst, dat Hem dit al de bitterheden doet vergeren, die Hem van elders ge-worden. Onze Lieve Hoer heeft mij bovendien ■een achat van yenade en. zalir/heid voor haar bestemd doen zien, wegens het groot genoegen, dat Hij vindt in do eei', welke bij u aan zijn H. Hart bewezen wordt. Om u eenvoudig te spreken, geloof ik toch niet, dat deze genaden en zegeningen, die Hij u belooft, in overvloed van tijdelijke zaken bestaan ; want Hij zeido mij, dat juist die dingen ons arm maken in zijno genade en liefde. Datgene, waarmede Hij uwe zielen en harten wil verrijken, dat is zijne 'jc-jtade en zijne liefdequot;. (Drief, 41) Goddelijke schat, de eonige die Eeligiousen mogen verlangen.

Iets dergelijks schreef do Zalige aan do Overste der Visitatie te Moulins (waar de H. Chantal

-ocr page 54-

■14

gestorven is): olk beschouw, zegt zij, uwe Com-munauteit als het voorwerp van het welbehaqi-n van het beminnelijk Hart van onzen r/oeden Mees-ter. , I k' kan de vreugde niet uitdrukken, die ik gevoel, als ik aan het genoegen denk, dat dit goddelijke Hart vindt in do eer die uwe heilige gemeente Hein bewijstquot; {Brief 52, 91 en 107).

Aan eene Zuster der Visitatie van Dijon schrijft ze in denzelfden zin: „Mij dunkt, liet H. Hart is in uire Conimunauteit als in een lu.-it-jilaats, om er overvloedig de schatten zijner Helde te verspreiden door do hoiligmakeudo en heil-werkende genaden''. (Brief 82).

Mogen wij in dit alles niet eene nieuwe gunst zien uitgedrukt en aangewezen en beloofd, deze namelijk, dat

4o. Elke lieligieuse Coinmuuauteit, die Jesus' Hart op eene bijzondere wijze vereert, als eene lustplaats van zijn goddelijk Hart zal worden, waarin Hij al zijn welbehagen hoeft, en die Hij niet al de schatten zijner genade zal verrijken.— iiljjit er voor do zulken iets beters te wcnsche'u over? Wie zal dan mogen, willen, of kunnen achterblijven bij het omhelzen ou behartigen dezer uitstekendsle devotie

HL Voorregten voor de Overs:en van Religieuse gemeentot.

„Ik bid het H. Hart van onzen goeden Mees-tor, schrijft de Zalige Margareta-Maria aan do Overste der Yisitatie te Moulins — dat Hij zelf uwe kracht en uw steun moge zijn iu het ambt, dat men u heeft opgedragen. Daarom hoop ik, dat Hij u de noodige hulp niet zal weigeren, mits gij u aan de zorgen zijner liefderijke voorzienigheid overgeeft, en dat uwe

-ocr page 55-

45

begeerte zij dit goddelijk on heel minnelijk Hart te bonhinen, le men sn te verJietrlijkett,.. Spaar tot dat einde noch uwe zorgen noch uwe moeiten ; want daarin licht gij liet wezenlijkste midrhl oin in zijne vriendschap te komen en over u en uwe Communauteit den overvloed zijner heilignia-konde genade af te trekken, alsmede het rijk zijner vurige liefde, welker zalving Hij in uwe Harten zal uitstorten door do zuiverheid zijner heilige liefde.'' Br. 88.

Is er ócne overste denkbaar, die dit duel niet zou beoogen? Hoe zou zij dim quot;het wezenlijkste tniddcV durven versmaden ? Dat zij elk dezer woorden overwege, en zicli afvrage, wat zij ge-•daan heeft, en doet, en doen moet, indien zij werkelijk den Heer .fesus wil bemind zien. en de harten der haar toevertrouwden met Jesus wil verbinden ?

1 V. I'oor r eg ten voor personen in de, wereld. In don 132en Brief schrijft de Zalige hieromtrent het volgende;

„Do personen die in de wereld leven ('t i-. vooral ter onderscheiding van de zielzorgers en Keligieusen) zullen door middel van doze hem in-ttelijke devotie al de hulpntiddelen in hunnen staat noodig vinden, dat wil zeggen:

den vrede in hunne familiën,

de verligting bij hunne werkzaamheden, de zegeningen des hemels bij al hunne ondernemingen,

do vertroosting in hunne ellenden; en eigenlijk in dit //. Hart hunne toevlugt gedurende haar leven cn vooral in de ure des doods. —

Overweeg eens die opgenoemde voorregten :

-ocr page 56-

4(1

vrede en eensgezindheid—, verligting in kommervol werk,— zegen over allen arbeid,— troost bij elke smart,— oen veilige haven in eiken storm, de zalige rust naar oen kortstondig zwoegen,— heeft iemand meer noodig? En zoo Ja? al de. hulpmiddelen in uwen staat,— is dat niet alles ?

't Is wonder; het spreekwoord zegt: ieder hnisje heelt zijn kruisje; de ervaring voegt er bij: hoe (jrooler huin, hoe (jroofer kruis,— onwaar zijn ze, die bij al haar kruisjes en kruizen don onfeilbaren troost op do ware plek weten to zoeken? Kan Jesus dan meer doen, dan u dwingen tot ziju goddelijk Hart op te zien. en u daarin den waren weg en allen zielebalsem te toonen ?

Onze. schafkamer.

jilk weet niot waar ik mee beginnen ot' oiu-digoii moet; zoo groot is de Litanie der weldaden, (Me ik door tusschenkomst van den 11. Joseph en de allerheiligste Maagd van het goddeljjk Hart ontvangen hebquot;:. Zoo schrijft een priester uit Duitsehland.., Iedere priester zal al met tijdelijken nood in onze dagen te kampen hebben, en hoezeer belet zulks niet do apostolische werkzaamheid. Zoo zat ook ik voor eeno sdiuld van -105 gulden, binnen twee maanden te betalen, terwijl ik naauwelijks 5 gulden mijn gansehe fortuin kon noemen- Daarbij zoo weinig inkomsten, dat ik er ternaauwernocd van leven kon. Wat gedaan ? Niot enkel de openbaarmaking beloofd, maar ook beloofd het Broederschap van het H. Hart te zullen instellen. Reeds heeft het H. Hart mij verhoord. Hoven-dien heb ik een beeld van Jesus Hart, en al

-ocr page 57-

47

wat noodig is, om ^rdei' voort te gaan. Do hulp in andere geestelijke aangelegenheden, het vernietigen van een lastig proces, hulp in herderlijke zorgen, eu nog veel meer heb ik van Jesus' Hart ontvangen. Daarom al mijne Broeders in Ohristus: Ite ad SanctissiiniiincorJe.iii! Sdb.

F, Voorreyten voor de Rijken en rjrooten dezer wereld.

„ Wee u. rijken !quot; heeft Jesus gezegd (Luc. (3. 741 en zoo zou men haast op de gedachten komen, dat voor dezulken ton minste, deze devotie niet geschikt zoude zijn. Doch dit is eone dwaling.

Het H. Hart—leert zijne Apostel—wenscht ■ met pracht en luister de woningen der grooten quot;dezer aarde binnen te gaan, om er vereerd te worden naarmate Hij er beleedigd, veracht eu quot;Vernederd is geweest tijdens zijn lijden in do «paleizen van Annas, ('aiplias, Herodes en Pilatus. quot;Eene zaak vertroost mij zeer, en dat is mijne «hoop, dat deze devotie met ter tijd in bedoelde quot;woningen met luister zal opgenomen worden. quot;Want dit goddelijk Hart vindt evenveel genoe-»geh bij liet zien, dat do grooten dezer aarde «zich voor Hem vernederen, als Hij bitterheid quot;gevoeld heeft tijdens zijn lijden, toon Hij voor quot;hunne voeten werd veracht* (Br. 05 en 981,

Het is bekend, hoe de Zalige hier eene boodschap bijvoegde voor een der grootste vorsten van haren tijd (Lodewijk XIV), om aan hora zoo wol als aan al do grooten der aarde de ontelbare voorregten te doen kennen, welke Jesus' Hart aan hen schenken zou, als zjj zich voor hun oppersten Koning wilden vernederen en zieh aan het zoete juk zijner liefde wilden onderwerpen. .Men wil echter ook weten, dat het

-ocr page 58-

4S

versmaden of althans niel: aannemen der goede boodsuhap van de Zalige, eon groeten zegen van het heerlijk Frankrijk heeft afgewend. Och ! dat zij wijzer zijn, de groeten dezer aarde, die ■waarachtig willen doelen in de eeuwige rijkdommen, ook voor hen door Josusquot; Hart in deze devotie weggelegd! Het verpletterend JFeel zal daardoor veranderd worden in een zalig heil! en de vergankelijke rijkdommen zullen een middel worden, om onvergankelijke schatten voor alle eeuwigheid te kopen!

Gelukkig dan ook de rijken, die dit middel aanwenden, om zich van de onvergankelijke schatten des eeuwigen Konings meester te maken ! Wat zouden zij niet kunnen doen. b. v. ter verspreiding dezer heilrijkste devotie! Zeker, ik zal niet ontkennen, dat een glas koud water — cene bete broods,— in Josus' naam aan den arme gegeven, — het verpletterende wee! in een eeuwig heil! zou kunnen veranderen; maar zou niet dikwerf eene kleine medaille, eene afbeelding van Jesus' Hart, een boekje over deze devotie, nog meer troost storten in een noodlijdend gemoed, dan het kaïig stukje brood, dat somtijds, nog met een stuurschen blik, in de hand des armen wordt nedergelegd .' Wonderlijke menschen! Heeft Jesus dan ook ni^t gezegd : »Üe mensch leeft niet alleen van brood, maar ook van alle woord dat uit den mond Gods voortkomt?#

Fl. Voorregten voor de zieken.

De zieken te troosten en te genezen (Mt. X. 8), dat was een der gelieldste bezigheden van Jesus ■op aarde. Waar Hij ook kwam, in dorpen en steden, legde men de zieken op de straten, en

-ocr page 59-

19

bud men Hora. niaar ilen bcoi'd van zijn kleed, 1c reogen aanraken, en die Hera aanraakten, waren genezen (Mr. VI, 50). — Van daar de Zalige ;

»Allen, maar vooral de zieken en de zondaars vinden in dit Hart eene veilige schuilplaats,amp; (Ecrits. p, 4^4).

Elders schrijft zij, na gezegd te hebben, dat Jesus zijn rijk zoo ziolsgaarne in allo harten wil vestigen: lt;■ Daarom wil Hij. dat men zich met. een groot vertrouwen tot Hera wende; en mij dunkt, dat een der krachtigste middelen om tc verkrijgen wat men Hera vraagt, bestaat in do 11, Mis dos vrijdags, door namelijk drie of vijf Missen te laten lazen ter cere dor vijf wonden. I'cle personquot;!!, reeds o/i hfinr uiterste (jekomen hebben er icondervoüe (jenezinf/en door verwar een Mjjn broeder Priester is van dit. getal quot; (Brief 82.)

Do Zeye-niiigen van .lesus Hart, in do Zendboden vaak medegedeeld, kunnen ook van deze belofte de vervulling betuigen. Hebt moed dus, vooral gij. o zieken! hebt vertrouwen! Nooit zult gij te vergeefs tot Jesus Hart bidden. En — moet gij lijden .'

De Hemel kent zijn uren en zija tijden.

Hij lijdt niet veel die moedig weet te lijden VIL I 'oorrec/ten voor de stervenden.

Wij hebben het roods gehoord; „ 1 'oor middel dezer beminnelijke devotie zullen de wereldlijke personen in dit H. Hart hunne toevlugt vinden gedurende geheel haar loven en voornamelijk in de ure des doo'ls.quot;— Wat kunnen do meer in afzondering levende en God toegewijde personen niet verwachten !

4

-ocr page 60-

50

Dg Zalige voegt er nog bij: „O, wat is het zoet U. sterven, na ecne standoastüje devotie gehad te hchhcH tot het //. Hart van. Hem, die ons moet oor dedenquot;, (Reide Bi'. 132).

Hoevelen hebben het reeds ondervonden ! Hoe-velen zij» er nog dagelijks 'getuigen van. En wat wonder! „daar dit Hart van Jesus als oene vesting is. en als eene verzekerde schuilplaats ooor al de arme zondaars die er hunne toevlugt in nemen om den toorn dor goddelijke gereg-tigheid te ontvlugten '. (Br. 95).

En is er nu wel zoeter troost,

Dan eens te mogen veilig wezen. Wanneer de aartsvijand onverpoosd

Ons al zijn stormgeweld doet vreezeu ; Dat echter, wat hij woedt of sari,

Niet eens genaakt tot Jesus' Hart!

Gelukkig dus, die dit mag erven ; In Jesus' Hart voor Hem te sterven !

Zaliy die in den Heer sterven !

— Op het feest van Jesus' Hart heeft dit jaar (1883) oene stervende dezen troost mogen ondervinden. Ziek en aan de waterzucht lijdende, werd zij plotseling in doodstrijd bevpnden. De priester kwara, doch kon niets anders doen, dan het H. Oliesel toedienen. Een uur later riep men hem terug; ecne vriendin had belooid eene Novene tc houden ter eere van Jesus' Hart en d'! gunst te zullen bekend maken, als dc zieke do H, Sacramenten zou kunnen ontvangen. Inderdaad was zij nu bij kennis en in staat hare biecht te spreken. ïerwjjl echter do priester was heengegaan om Ons Heer (e halen, ten einde ook de H. Communie aan de zieke te kunnen uitreiken, verloor deze opnieuw het bewustzijn.

-ocr page 61-

5!

Men iiiirti nu nogmaiils de toevlngt tot Jesus' Hart. Men beloofde eono tweede Novene en eeno H. Mis aan het altaar van Jesus' Hart: kort daarop kwam de kranke weer lijj, ontving met godsvrucht do 11. Communie, behield nog een kwartier lang hot gebruik van hare vermogens en stierf daarna zacht onder do bescherming van het goddelijk Hart van Jesus.

— Ken priester uit Nederoostenrjjk verhaalt liet volgende: In het begin van do maand Maan werd ik in allerijl geroepen, terwijl ik de kinderen tot de eerste Communie voorbereidde: „Eerwaarde, spoedig, er ligt iemand op stervenquot;. Terstond zond ik de kinderen naar de kerk. zeggende: „bidt vurig, de zieke is bewusteloosquot;. En allen vereenigden zich om Jesus'Hart in een vurig gebed. De zieke kwam dan ook langzaam weder bij kennis, biechtte, coramuniceerde, en ontving het II. Oliesel. Hoch naauwelijks was dit afgelocpen, of zij verloor weder hot bewustzijn. Toen ik echter wilde heengaan, eu leeds aan de deur des huizes was, liet mij de kranke terug roepen, strekte smeekend de armen uil en sprak: ..Kom mij bezoeken, Eerwaarde! ik beu lid van de Vereeniging dos gebeds tnt Jesus' Hart ou heb nog niet lang geleden op een eersten vrijing cone algeineene bielt;lit gedaan. O tra' hen ik (jc.lnhl'hj !'' — ik beloofde, haar te zullen bezoeken. Ik werd echter daarna coor bezigheden verhinderd, doch vond geen rust, en voelde mij immer gedrongen deze dienares van Jesus' Hart to gaan bezoeken. Op het eerste vrije oogenblik spoedde ik derwaarts, en zie, het was juist tijd; de zieke lag te zieltogen. Terstond bad ik haar hot schietgebed voor: ,.Zoot Hart

-ocr page 62-

van Jesus geef, dar ik u iintuer meer berainne Op dat woord opende zij nog' eens haar brekend oog, legde zich roon neder en ontsliep kalm en rustig in den Heer. Op den eersten vrijdag der maand verkondigden do klokken haar gelukkig-afsterven aan de gemeente.—

Vil!. Voorrei/tin voor J/en, die offers hyaiujen /er eerc van Jest is' Hart.

Meertnalen komt de Zalige leerling van Jesus' Hart op deze voorregten terug. Zoo schrijft zo o. a. aan iemand, die haar een offer gezonden had voor hot drukken der eerste afbeelding van het H. Hart.

„Welk geluk voor u, iwoe Louis (Tor gegeven to hebben voor de afbeelding van het li. Hart. Mij dunkt ik mag u verzekeren, zoo als ik mij gedwongen voel te doen, dat nooit eenig geld beter zal beloond worden. Ik geloof, dat gij, iloor deze milde tjift, die reytsireeks Jesus tot doei /'eejl, meer yeiioeyen (tem hel II. Hart verschaft heJj t, dan door al hete/een (jij in uw leven hcht hunnen doen. Wat zouden wij gelukkig zijn, Konden wij ons levi n geven om de glorie van dit beminnelijk Hart te bovorderen''. (Hrief41.)

Welk een spoorslag lot offer en ijver! En 't is immers zoo bekend; ook het penningske der weduwe versmaadt Jesus niet, ja, slelt Hij nog immer boven de schatten der rijken. Dat derhalve allen, zonder onderschoid, op dit voorregt acht geven! I'at zij vooral letlen op die woorden. de gave of de offergift die regtstreel's Jesus tot doel heeft,—en die: dat zulke gift meer ijenoefivu aan Jesus verschaft, dan al de andere gaven. Sterk uitgedrukt is het voorzeker; maar wie zal

-ocr page 63-

03

zeggen, dat het te stetk is, als hij waarlijk het wezen dezer devotie tot Jesus' Hart begrijpt, en vooral dat regtstreeks nooit uit het oog verliest. Al wat dan ook ooit ter eere van .lesiis' Hart onmiddellijk gedaan werd, het maken van prentje, of afbeeldingen van Jesus'Hart, het schrijven van boeken over Jesus' Hart, het verspreiden van voorwerpen ter eere van Jesus' Hart, het wordt alles door de Zalige Margareta steeds ten hoogste geprezen, en als een voorwerp dor bijzondere aandacht en voorliefde van Jesus' Hart voorgesteld en aangeraden. Adres aan de verspreiders, aan lt;le Zélatricen vooral, doch ook aan allen, die hun blik hooger verheffen, dan op het slijk dezer aarde, en de eeuwige dampen van onzen wisselenden dampkring.

IX. V 'oordeelen voor de zielen des VlUjecimrs.

De Z, Margareta pleit dikwijls voor „haar lijdende vrieudinmnquot; (de zielen in 't vagevuur) en wil. dat men s avonds de plaats der zuivering .rondwankele „in het yeselschap van Jeans Harlquot;, om die lijdende zielen te troosten en te verlossen (zie Eerste Vrijdager, p. 158).

Doch ziehier de hoofdzaak, waarop zij bijzonder aandringt:

„Ik hoop, dat gij mij de gunsl niet zult wei-- geren, van nog 15 H. Missen Ier eere mn het „11. Hart van onzen Zaligmaker te laten lezen. „O, indien gjj wist, met welk verlangen die „arme zielen dit nieuwe middel vragen, dat zoo „iiHerd dienstif/ is om haar lijden te doen ophou-„den (si som era in a leurs souffrances), — want „zoo noemen zij de devotie tquot;t het H, Hart, en „in het bijzonder de H. Missen Ie zijner eere „gelezenquot;. (Brief S5).

-ocr page 64-

Een nieuw, een suuvercin middel,— dat dus boven andere middelen krachtig is.— wat kunnen wij beters wensehen? Wieonzer wil en moet niet bidden voor do arme zielen des vagevuurs? Welaan dan. oen iler beate nihldchn is de devotie tot Josus' Hart dat niet wil, niet kan ongevoelig blijven als wij Het bidden voor zijn beste vrienden. Het beste middel zijn // Missen ter cere run Jews' Hart, waardoor wij te gelijk èn onze godsvrucht voldoen, èn de lijdende zielen troosten, èn Jesus' Hart het grootste Kenoegen verschaffen. Wie dus werken wil ter verlossing der lijdende zielen, hij magJesus li. en beminnelijk Hart niet vergeten.

Dc (jocde Herder.

He Z. Margareta mogt zelve ondervinden en beschrijven, hoe goed het is dit krachtigst middel voor de geloovige zielen te bezigen. „Mijne ziel. schrjjlt zij, is zoo doordrongen»van eene heilige blijdschap, dat ik moeite heb, om mij in te houden.. Pezen morgen, zondag van den doedrn Herder, zijn twee mijner lijdende vriendinnen bij mijn ontwaken mij komen Adieu zeggen, dewijl op dezen dag de opperste Herder haar in zijne eeuwige schaapskooi opnam, met ineer dan een millioen anderen, in wier gezelschap zij opstegen, met onuiilegbare vreugdezangen; de eene zong: de liefde sef/epraall, de liefde (jeniet, de liefde verUijdt zich in God» De andere zeide : vZalig zij die in den Heer sterven. lt; n de lidifiieuscn die leeen en sterven in de naautr-i-eurgie onderhouding der ]{i;gelenquot;\ Zjj verlangen dat ik u van harentwege zegge, dat „de dood de vrienden icel kan scheiden, nidnr den liefdei/and iriel breken... O als gij wist door welke vreugde mijne ziel was vervoerd ; want terwijl ik met

-ocr page 65-

haar sprak, zag ik haar van lieverlede als ba (lende en geheel verzonken in de glorie, gelijk iemand die in een breeden Oceaan zou noder-zinken. Zij vragen van u tot dankzegging aan de H. Drievuldigheid een Te Deiim, oen Lafulu/c en drie Gloria Patri. En terwijl ik bad, dat zij zich onzer zouden herinneren, zeiden zij tot mij ten afscheid; ,,dat de oiKlankhaarheid den hemel nooit is binnen (/eijaanquot;. (Brief 21.)

X. I 'oorreyfeu voorde y/postden van Jesm' Har/.

Indien al de vereerders van .lesus' Hart deel zullen hebben aan zijne eindelooze schatten, dan mogen wij hier, waar van zijne Apostelen (Zéla-tenrn an Xelafriem) spraak is; den vollen overvloed verwachten. Zoo is hot dan ook inderdaad, geljjk reeds blijkt uit

lo. IJe (dtjemeene aoorreyteu,

zoo als de Zalige Margareta die mededeelt.

„Gij begeert, schrijft zij aan Mr. dfs Bauraaise, dat ik u mijne gevoelens aangaande .lesus'Hart mededeel. Dat schijnt mij zeer moeijelijk, daar ik, zoo slecht als ik ben, mij toch geheel verdiept gevoel: in dat goddelijk Hart als in een bodera-loozen afgrond, — waarin Het mij sdialten van liefde en yenaden toont voor hen, die. zich ionrjdcn en opofferen, om Hun al de eer, liefde en c/lorie tamp; besorejen, die zij maar I,tomen ; maar die sehat-ten zijn zoo (/root, dat het mij onmogelijk in die uit te drul,ken quot; (Brief 82).

T0, wat zijn wij gelukkig, schrijft zij aan eene harer zusters,— en hoeveel zijn wij verschuldigd aan dit goddelijk Hart, wijl Het zich gewaardigt zich van ons te bedienen ter uitvoering van zulk een groot plan (de verbreiding dezer devotie);

-ocr page 66-

56

want Het hoeft onhei/rijpelijh-e. schatten weggelegd voor allen, die er toe medowerkon volgens do magt die Hij hun geeft.quot; (Br. 106.)

„Wat zijn zij gelukkig, herhaalt ze nogmaals, zij, dij door Jesus geroepen worden, om Hein to helpen tot het vestigen van z[jn llijk !.. Want dat wil Jesus' Hart, het rjjk zijner zuivere liefde in allo harten vestigen door dat van Satan te vernielen; en mij dunkt, Hjj begeert dit zoo vurig, dat Hij f/roo/e helooningen heloofl aan allen die er toe medewerken, naar vermogen.. Vreezen wjj dus noch de moeite noch hot lijden, die bij dit heilig werk gevonden wordenquot;. .

Do Zalige voegt to dezer gelegenheid do zoete les er bij : „Maar deze devotie wil noch opge-„drongen, noch met geweld aangedwongon worden. ,Het is voldoende die te doen l'cnncn, en dan aan „dit goddelijk Hart do zorg over te laten, van „die harten mot do zoetheid zijner genade to „doordringen, welke Hij zich heeft uitgekozen. „Gelukkig zij, die tot dit getal behooren !quot; (3r. lU p.242).

Zonder einde komt do bevoorregte Apos'el van Jesus' Hart op doze voorregten terug, en eenmaal geeft ze in 't kort dezen regel door den Heer haiir gegeven : „Voor zijn beeld nederge-kniold ontving ik dit antwoord: Ik zal de moeite daarvoor aaiif/etrend niet onbeloond laten.v (l'ull. p. 153).— Heerlijke belofte! Geen vinger kunt gij bewegen voor dat edel doel, geen voet vervetten, of een eeuwig loon is u daarvoor door Jesus beloofd.

In het bijzonder knnnen wij hier bijvoegen, dat de ij eer zelf

-ocr page 67-

welke hef //• Marl aan iemand schenkt om te icer~ ken tot vestiginy van zijn rijk, de grootste der heloonitujen is. welke Jesia kan geven.

Zoo schrijft de Zaligo aan ceno overste der \ isitatic; Blk beken u, dat ik niet dan met de grootste vreugde denk aan den mrigen jjver. wolken het II. Hart u schenkt om Het te doen kennen en liefhebben. O welke gunst! Ga voort Hem altijd die eer. liefde en glorie te verschaffen, die in uwe magt zijn. Ik zie daarin een groot bewijs zijner liefde toe u; en ik hond u voor een der zielen, die hot dierbaarste aan dit Hart zijn. (Br. 70).... .,//.• geloof, dat men altoos genoeg beloond is, als [Jij ons waardig oordeelt Hem eenige dienst te bewijzen, dewijl Hij de onuitputtelijke Bron van alle goed is, waarin de liefdo ons alles doet vinden wat wij noodig hebben (Br. 74 en 107) — En is dit niet waar? of kan hot anders ? — Uw ijver zelf is dus oen onderpand uwer zaligheid !

lio Bijzondere voorreg ten.

1. De vriendschap en liefde van Jesus' Hart.

„Al degenen, leert de Z. Margareta, die mede werken om liet beminnelijk Hart van Jesus te doen kennen, beminnen en eeren, verwerven daardoor de vriendschap en de eeuwige zegeningen dezer eeuwige liefde onzer Harten. O, welk geluk voor hen! want het is genoeg beloond zijn: Hem te behagen.quot; —

„Eens, terwijl Jesus' Hart zich met haar onderhield, deed Hij haar verstaan, dat Hij eene kroon zou vormen van zijne dierbaar sten. die Hem op aarde de meeste eer zouden verschaffen : dat

-ocr page 68-

Hij die als schitterende sterren rondom zijn hart zou plaatsenquot;.

Aan eene overste der Visitatie schrijft do Zalige : „ Uwe ziel is hij zonde)' dierbaar aan het 11. Hart can omen goddelijhen Meester... Ja een der gelietdsten van dit II Hart... Do ijver dien gij hebt om hot te doen kennen en beminnen zai ii meer en meer de hoogste f/unsten zijner zuivere liefde doen verwerven.quot;

Aan eene andore schrijft zij: „Door dit middel (den ijver voor Jesus' Hart) dringt gij diep door in de goedgunstigheid en vriendschap van dit beminnelijk Hart. Josns ziet op u neer als op een voorwerp van zijn welbehagen, wegens den vurigen ijver dien gij hebt om Hom te beminnen en geheel aan Hem (e zijn.'' (Br. 55. '73, 82 en 95.)-

Een vriend, een bijzondere vriend, een innig geliefde boezemvriend van het goddelijk Hart te worden,— o christen hart, wat kan uw hart meer bekoren, wat kunt gij heilzaraors wensehen? En er is nog racer.

2de. Jlelooning.

Snelle vooruitgang in de voiiiiaaktheid.

I)e Z. Margareta spoorde gedurig allen aan. o,m de devotie tot Josus' Hart te verbreiden. Yooral priesters en Keligieusen zocht zij voor dio godsvrucht en haar verbreiding te winnen. Do spoedige voortgang in alle deugden was een der belooningen, die zij beloofde, B. v.

„Ik smeek onzen godd. Zaligmaker u de genade te geven van moedig de inspraak te volgen die Hij u geeft, om namelijk te ijveren voor de glorie van zijn H, Hart. Gij zoudt niets

-ocr page 69-

■heilzamer# voor uwe ziel kunnen doe»; trant juisf die ijver is een der (jemahkelijkste middelen om mve iwiligicording le bewerlirn.quot;

Js'og meer: „Het beminnelijke Hart van Jesus heef/, mij doen weten, dal Hij zal zoryen ons lu-iliij te maken en ons bij zijn heinelsc/ien l/(idquot;r te verheerljkev, naurmat* wij zorgen Hetzelve te ver'.ieerljjkcn door het te doen kennen, en naar mate wij ons moeite geven om hot rijk zijner liefde in de harten uit te breiden.'1

„Moed dan!— gaat do Zalige voort.— Volhard in uwe heilige begeerten! Ik zie daarin * een krachtig bewijs, dat het 11. Hart van onzen Heer Jesus uw hart geheel en al van de aard-sehe zaken wil onthechten on u wil liei'ig ma-^ ken. Voltooi dan wat ge begonnen zijt ter eere van dit 11. Hart. en wees overtuigd dat Ilji u honderdcondiy zal teruggeven wat gij voor zijne liefde doet. Naarmate gij zult werken, zal dif /leminnc'lijk Hart can Jeans n heilig maken door zijne eigene heiligheidS

Een treffend voorbeeld laat de Zalige ten bewijze volgen : „Die ijver is het, die Pater de la Colorabicre tot zulk eene hooge volmaaktlieid gobragt heett, cn dat in zoo korten tijd; die heilige man was zelf gelieel gewijd aan dit goddelijk Hart. en ademde niet, dan om het te doen beminnen, eeren en verheerlijken''— (Br. 48: 49; 67: 100).

Die Pater z-lf spr.ik dan ook tot het goddelijk Hart ; „Heer, als ik heilig word, zal aan u de glorie toekomen '. En wij weten dat de zaak .zijner zaligverklaring is ingeleid, en bidden reeds ter verwerving van die glorie van Jesus.— O gij dan, Plnlagia's. die zoo vurig naar de

-ocr page 70-

«0

volmaaktheid wetnoht, hoo zoudt gij dralen dit eerste middel steeds ijverig te gebruiken ?

üs volmaaicte ZHutrlcc.

Eene ijverige Zélatriee van het Apostolaat van Jesus' Hart in België is door deze devotie in konen tijd tot eene hooge volmaaktheid gekomen. Ziehier een enkel voorbeeld harer ijverende) naastenliefde. Zij zelve ging de atrnen bezoeken, bij voorkeur do meest terugstootenden, on bewees hun de nederigste diensten. Haar budget voor ioedo werken beliep jaarlijks vijjiiij-duizend francs; maar zij had daaraan nog niet genoeg. Het H. Hart van Jesus 'naakte haar vindingrijk, om nog meer te besteden. Op zekeren dag zeide zij tot haar godvrnchtigen echtgenoot ; „Ter gelegenheid van het huwelijk, dat in onze familie zal gevierd worden, zullen al de Dames een chalo krijgen van 3000 francs Gij zult er mij toch zeker ook een geven, niet waar?— Waarom niet? Gij zult er een hebben. „Maar, vervolgde zij nu, de cholera heeft in onze stad (Gent) 800 weezen gemaakt: geef mij de 3000 duizend francs voor mijne weezen, ik zal het wel zonder chale doen.quot;— Mooi zoo,, antwoordt de waardige man, ik acht zulke gevoelens: ziedaar 3000 francs, geef ze aan uwe weezen.

Wilt gij nog iets hoogers Eens kwam eene vrouw drie kwartier ver om Mevrouw te spreken.. .Vraag haar, wat ze begeertquot;, zeide deze. „Ik had gaarne, antwoordt do arme, een weinig linnen en een kleed, of ten minste een van beide.quot;— „Zeg haar, dat zij beiden zal hebben,quot; Maar, hield de arme vrouw aan, ik zou Mevrouw

-ocr page 71-

61

zolve willen zien.— Zij was zoo goed beneden to komon.— „Wat wenseht ge. goede vrouw?quot;— «Mevrouw, ook nog wat gold.«— «Mnar, antwoordt nii deze, dat is nu toch wat veel op eans. Oij vraagt een van de twee voorwerpen, ik schenk ze u beiden eu nu wilt gij nog meer liebben.«— liet was niet zooveel zachtheid gezegd, dat de arme niet racer aandrong en zich verwijderde. De Zclatrice gaat weer naar boven. Hare oogen vallen op een kruisbeeld. Zij herinnert zich de oneindige liefde van hot goddelijke Hart en spreekt tot zich zeiven de oogen vol tranen: „Wat heb ik gedaan? ik heb dat goddelijk Hart van Jesus niet nagevolgd. Waarom heeft die arme vrouw mij zooveel gevraagd? Zeker, omdat zij dacht, dat ik veel kon geven Ik heb haaf vertrouwen te leur gestelds. Zoo sprak dat edel hart en begon bitter te weenen. En weet wel, dat zij volstrekt geone angstvallige was; zij had het sterkste hoofd der geheelo stad. en was do ziel van allo goede werken. Den volgenden dag dacht zij er op, hare fout., zoo zij meende, weder goed te maken. Zij laat do arme vrouw roepen, brengt haar in do zaal, werpt zich voor haar op de kniën. vraagt haar vergitt'enis en omhelst haar. Daarna geelt zij haar eene rijke aalmoes.—

Erkent gij de werking van Jesus Hart ?

Wfh' beloon ili(/.

He (jeiiadn van een zaligen dood.

quot;Het H. Hart van Jesus heeft mij doen verstaan, — schrijft de Z. Margareta. — dat zijn verlangen om door de menschen gekend en ga-

-ocr page 72-

62

eerd te worden zoo bovenraute groot is. dat Hij aan allen, die zicli toewijdeji en opofferen om Hem dit genoegen te doen, door Hem al de liefde, eer en glorie die zij maar kunnen'te bezorgen, Moojt :

lo //en vict te. latea verloren (/aan. en hun een vfilif/e igt;cliiiilj)lalt;i/s Ie wezen togen do listen des duivels, vooml in do ure des doods

2o /ten liefderol in dil (/oddelijk //art. la orUvangen. leit einde Jiimne saUgheid in zekerheid te s/ellen.

De Zalige brengt ook hier een bijzonder geval t'jr sprake, sprekende tot een persoon, die eene kapel tor cere van het H. Hart had opge-rigt. /-ij schrijft; quot;Onze Hoor is zoo zoer voldaan over de zorg die gij gehad hebt voor het inrigten eener plaats waar zijn M. Hart zal aanbeden worden, dat Hij n ter belooning voordien ijver hel voorrent belooft, van te sterven in eene. akt van zuivere liefde vuur Hem. (Br. 100 en Leven ï. p. 243)

Is nu een zalige dood niet hot toppunt onzer \venseh( n ? /al ons iets baten, zelfs de geheele wereld, indien wij zulk een dood niet mogen sterven? Geef acht dan, o christen; het middel ligt voor do hand. Bemin, vereer, loof .lesus' Hart, doe het -eevon zooveel gij kunf, en hét loon is u weggelegd, een zalige dooil zal de ingang tot een eeuwig zalig loven zijn.

Een taliije dood.

De volmaakte Zolatrice, van welke wij hier boven gjsprokon hebben, mogt ondcrv'tulen, hoezeer het II. Hart van Jesus voor de zijnen zorgt, vooral in de laalslc dor uren. Zij was

-ocr page 73-

gewoon do eorsto vrijdagen van Josus' Hart ter H. Tafel te naderen: de goede Je-us wilde haar daarvoor beloonen onder anderen, door haar het oogenblik van haar afsterven vooraf te doen kennen. Ziehier het feit, door haar bioclitvader verhaald. Zij schreef mij uit Gent lin hr-t jaar 1872) „Ik bon ziek. Do geneesheeren vinden niet, dat er eenig gevaar bestaat, maar de i-rrxh' vrijflan nadert, en gij weet, hoe zeer ik ei' van houd. op dion dag te communiceren,, kom derhalve om mijne biecht te hooren woensdag of dingsdag. ik kwam 's woensdags, maar ik vond haar in zoo goeden tosstand, dat ik onkel hare biecht hoorde. Don volgenden dag te 4 uren na den middag, kwam de voornaamste Doctor onzer katholieke Universiteit haar bezoeken. Zij zeide hem.- Doctor, het is met mij gedaan: bet is noodig, dat men mij de II. Sacramenten toediene. Hoe wordt middernacht, en de Eerste Vrijdag begint. Men brengt de zieke de II. Commnnie. Onmiddellijk daarop wordt zij zoo zi k, dat zij onmogelijk nog zou hobbel kunnen biechten, ilcn dient haar hot II Oliesel toe. Daarna spreekt zi j met moed deze schoone-woorden: sik moet nu alles verlaten (t n zij verliet werkelijk veel, een echtgenoot als oen heilige, kinderen als engelen, en zulk eeno for-(uin, dat zij, zoo als gezegd is. jaarlijks 50,000 francs aan de armen schonk) : Ik moet nu alles verlaten, het is Gods wil de hemel is hot loon er voor.quot; Kalm en rustig verliet zij nu ook iillcs; in Jesus Hart vond zij hare rustige schuilplaats ; en Hij, die haar hier nog, tegen 't gevoelen der geneesheeren in, de laatste II. Sacramenten liet, ontvangen, Hij heelt haar zeker in

-ocr page 74-

64

zijne glorie opgenomen, oin zijn goddelijk Hart in eeuwigheid te loven

■idt' Müoniny.

J)e Apos'dm van Jesus'1 Hart doen Jesus' zegen nederdalen ook op hunne /a mil ie en op hun land.

■■quot;VN'elk geluk voor lien, die er toe bijdragen om het H. Hart van den Heer .lesus te doen kennen, beminnen en eeren! Dit goddelijk Hart zal hen niet enkel voor bun eigen persoon beloonen. maar ooi: dun zegen tiilslrekl-eu over /'wme fvmiliïn en cd die hun ter harte gaan. Mij zal met welwillendheid en barmhartigheid op hen nederzien, om hen te helpen en te beschermen in allen, mits zij zich ract vertrouwen tor Hem wenden.« -

Verder: quot;Ja, zij verwerven daardoor een mugligen heschermer voor ons vaderland. Zulk een magtige. is noodig. om de gestrengheid fan don regtvaardigen toorn Gods af te weren, wegens zoovele misdaden die er bedreven worden. jSlaar ik hoop. dat het goddelijk Hart eene overvloedige en onuitputtelijke bron vnii ontferming en genaden daarvoor worden zal. zoo als Hij het beloofd heeft aan gt;gt;nzen goeden l'ater do la Co-lombière, op den dag van zijn feest, ik wil zeggen, den dag van zijn dood (15 Februarjj)». (Br, 85 en 95.)

Al wederom, wolk een gemakkelijk en i;eker middel, om ontelbare gunsten van Jesus to verwerven : (iij hebt een vader, een broeder, eene zuster, die hunne pligten vergeten; vereer en doe Jesus' Hart vereeren, zij zullen behouden zijn en tot God teru^keeren. Uwe familie is lijdend -. Jesus' Hart wil haar redder zijn. Uw

-ocr page 75-

65

vaderland zelf heeft Gods hulp en bijstand noodig; Jesus' Hart wil die verleenen. Gelukkige Apostelen, die zoovele anderen gelukkig kunnen maken

ode Belooiiimj

Voor de Apostelen van Jehus' Hart. Gi oxe za/en over hunne Apostolische werken.

In een brief aan den E. P. Croiset. S. J. en in een tweeden aan Moeder do Sauraaise schrijtt de Zalige eerste Apostel van Jesus'Harl: «Mijn goddelijke Zaligmaker heeft injj doen weten, dat » zij die aan do zaligheid der zielen arbeiden de .lamst sullen verstaan, om de versteends/e harten te treffen, en dut zij nut een wondervol goeden ^ tii'slny zidlen werken, als zjj zalven van eene ■teedere devotie tot zijn goddelijk Hart doordrongen zijnquot;.

)'Dit godd. Hart zal de zoete zalving zijnor liefde zoo krachtig over hunne woorden uitstorten. dat die, als een duhhelsnijdend zwaard in de verhardste harten zidlen doordringen, ten einde die ontvankelijk voor de liefde van zijn goddelijk Hart te maken. Wordt dus niet moede in uwe •ondernemingen ter eere van het H. liart van onzen allerrainnelijksten Jesus; want daardoor juist wil Hjj vele zielen van het eeuwig verderf reddenquot; (Br, 100 en 13;:gt;j.

— 1» een anderen brief geeft de Zalige een voorbeeld van eene mislukte missie, juist daardoor, dat de Missionaris niet tevens gezorgd had eene belofte te vervullen, die namelijk van te zorgen, dat er eene afbeelding van Jesus' Hart word gemaakt. »Had de goede Pater, schrijft

5

-ocr page 76-

C4

zijne glorie opgenomen, om zijn goddelijk Hart in eeuwigheid te loven

ide Mooiiiny.

•l)c Apos'eleu van Jesus'1 Hart doen Jksus' ZKijen nederdalen ook op liuiine familie en op hun land.

«AVelk geluk voor hen, die er toe bijdragen om het II. Hart van den Heer .lesns te doi'n •kennen, beminnen en eeren! Dit goddelijk Hart zal hen niet enkel voor hun eigen persoon belooncn. maar ook dien zegen vilslrekken over hunne fvrniliën en al die hun ter harte gaan. Hij zal met welwillendheid en barmhartigheid op hen nederzien, om hen ie helpen en te besclior-men in alles, rails zij zich ract verti ouwen tor Hem wenden.« -

\'erder: »Ja, zij verwerven daardoor een magligen beschermer voor ons vaderland. Zulk een magtige is noodig, om de gestrengheid van den regtvaardigen toorn Gods af te weren, wegens zoovele misdaden die er bedreven worden. Alaar ik hoop. dat het goddelijk Hart eene overvloedige en onuitputtelijke bron Viin ontferming en genaden daarvoor worden zal. zoo als Hij het beloofd heeft aan onzen goeden Pater do la Co-lotnbière, op den dag van zijn feest, ik wil zoggen, den dag van zijn dood (15 Februarij)». (Br, 85 en 95.)

Al wederom, welk een gemakkelijk en zeker middel, om ontelbare gunsten van Jesus te verwerven : (jij hebt een vader, een broeder, eene zuster, die hunne pliglen vergeten; vereer en doe Jesus' Hart vereeren, zij zullen behouden zijn en tot God terugkeeren. Uwe iamilie is lijdend : Jesus' Hart wil haar redder zijn. Uw

-ocr page 77-

65

vaderland zelf heeft Gods hulp en bijstand noodig: Jesus' Hurt wil die verleenen. Gelukkige Apostelen, die zoovele anderen gelukkig kunnen maken

5de Bclooiiiiii/

Voor de Apostelen ven, Jesus' Hart. Gio/.e zeyen over hniDie Apostolische werken.

In een brief aan don E, P. Croiset. S. J. en in een tweeden aan Moeder de Sauraaise schrijft de Zalige eerste Apostel van Jesus'Hari: »Mjjn goddelijke Zaligmaker heeft mij doen weten, dat t zij die aan do zaligheid der zielen arbeiden cle huist zullen verstaan, om de versteendste harten te treffen, en duf zij nut een wondervol goeden ^ tii'slng zullen werken, als zij zidven van eene feedere devotie tot z[jn goddelijk Hart doordrongen zjjnquot;.

)'Dit godd. Hart zal de zoete zalving zijner liefde zoo krachtig over hunne woorden quot;uitstorten. dat die, als een duhhelsnijdend zwaard in de verhardste harten zullen doordrinyen, ten einde die ontvankelijk voor de liefde van zijn goddelijk Hart te maken. Wordt dus niet moede in uwe ondernemingen ter eere van het H. Hart van onzen allerminnelijksten Jesus; want daardoor juist wil Hij vele zielen van hut eeuwig verderf reddenquot; (Br. 100 en 133;.

— In een anderen brief geeft de Zalige een voorbeeld van eene mislukte missie, juist daardoor, dat de Missionaris niet tevens gezorgd had ■eene belofte te vervullen, die namelijk van te zorgen, dat er eene afbeelding van Jesus' Hart word gemaakt. )^Had de goede Pater, schrijft

-ocr page 78-

zij (Br. 41), vooraf gedaan wat hij beloofi! had, dan zou het I1, Hart van Jesus Jo harten der ongeloovigen {Calvinisten te Paraij-le-Mouial zelf) hebben veranderd en bekeerd, wegens het genoegen. dat Hij zou gehad hebben zich vereerd te zien in de afoeelding van zijn Hart, die Hij verlangt; doch daar men aan andere dingen de voorkeur geeft, ofschoon ook die tot zijne eer zijn, en niet aan den wensch van Jesus1 Mart, daarom zal liet werk van dezen Pator zonder veel vrucht zjjn,» —

Och ! mogten allen deze treffende waarschuwing der Zalige Apostel van Jesus' Hart ter harte nemen! Mogten allen het krachtigste middel om zielen zalig te maken nooit voorbijzijn !

6'/e Btlooiiini/.

Ut eeuwiye dankbuur/ieid can Jesus' Ilai't.

Wat kunnen wij zaligers wenschen, dan de zekerheid, dat het goddelijk Hart van Jesus ons iujoil verged, en een eeuwig dankbaar aandenken am ons in zich bewaart? En loeh ook die be-looning is door de Z. Margareta in Jesus' naam l)t loold.

■ Het Hart van Jesus, schrijft zo. vindt behagen in uw werk (ter eore van dat Hart), wijl Hij u bemint; maar kundt gij hfgrij-peu op welke manier Hij u liefheeft, dan zoudt gij niets meer afmeten in al hetgeen in uwe magt is to doen, O, iioo gelukkig moet gij u achten, geroepen te zijn tot dezen heiligen arbeid ! Vrees niet u zelve daarbij te vergeten. Gelukkig zou ihit vergden van u zelve zijn, dal u een eeuwig aati-denken in dit beminnelijk Hart verdien/\ Hij zal

-ocr page 79-

i( niet vergeten in do oogonhlikkcn, dat gij u zelve vergeet om zijne glorie to bevorderen. Zijne liefde ziet met welgevallen op u néér, en workt om u te zuiveren en to heiligen, (on einde !i volmaakt met Hera te vereenigen. Ja. terwijl gij u bozig houdt ruet Hem ie verheerlijken. moet (jj 'wertuigd zijn, dut dit //. Hart niet zal vtrijeJen in alle eewriyheid wat gij gedann hebt en doen zult tot zijno glorie. 'Hij z.,l h,:! in eeuwigheid gedenkm en een eeuwig hehagen hehhett in hetgeen gij voor Hom zult' gedaan hebben, m don vuiigen ijver dien gij hebt om Horn te doen kennen en lielhebben, en in de moeite die gij ii daarvoor aandoet». (Br. .'-5 })5- lOft en i]4 }

O zalige belooning! goddelijk voorregt! hot 11. Hart van Jesus door eeuwige dankbaarheid aan zich te verbinden, en zijn naam. mot onuit-wise.hbaro letter-, onder dó sehuldcisehors van ■'osus Hart, in dat Hart zolf te zien opgotee-kond I «'Jij hebt voor Mij gezorgd zegt Jesus: ik zal voor u zorgen (,ij. getrouwe, (jij bobt Mij niet veigeten ; in eeuwigheid vergoot ik u niet.quot;

1de If looiii:

O •

He! II. Hart n:d ze Ij de beloon im/ zijner Apostelen zijn.

«Zalig zij, van wie het goddeljjk Hart zich zal bediend hebben om zijn Rijk te vestigen ! — Hjj is als een Koning, die z[jne bolooningen noquot; niot geeft, terwijl Hij veroveringen maakt en over zijne vijanden zegeviert: maar wol dan, als Hij glorievol op zijn tioon regeert. — l'e moeiten en zorgen die men aanwendt, om het rijk

-ocr page 80-

68

van dit beminnelijk Hart te vestigen, zijn zoo aangenaam aan het goddelijk Hart, dat zij schatten van eindelooze genoegens voor de eeuwigheid v zullen verschaffen! — O, wat is het zalig dil goddslijk Hart genoegen te doen, dat deze voldoening zal beloonen mot eeuwige en onbegrijpelijke goederen! — Zoo, dat gij eens zeggen zult, dat, al hadt gij ook al de pijnen der martelaren geleden, gi] overvloedig zijt beloond Ga dan voort, dit 11. Hart alle eer te doen bewijzen, word niet moede, verlies den moed niet, uwe moeite zal niet verloren zijn, en uwe voornaamste kroon zal daarin bestaan, — dat dit goddelijk en aanhiddeljl' llarl van onzen goeden Meester zelf uw loon zal zijn-'''' (Ibid.)

„Ego ero merces tua, magna nimis; Ik zelf zal uw overgroot loon zijn,quot; — 't is de oude Belofte door God gedaan, hier in den naam van den Heer Jesus herhaald; — ecno belofte, die alleen zou voldoende zijn, om ons met allo kracht te doen zorgen, een ijverig Apostel van het goddelijk Hart te worden.

Hier willen wc dan ook de reeks onzer aan-ha'ingen sluiten. Wie met aandacht het bovenstaande gelezen heeft, de grootheid en waarde dor goddelijke beloften heeft overwogen, daardoor al het heerlijke en hemelsche onzer heilrijke dovotie heeft ingezien, Jesus woord heeft aanhoord, Jesus wensch heeft leeren kennen, — kortom, die gelukkig en zalig, en schatrijk voor den hemel wil worden, en te dien einde op dit ligt en onfeilbaar middel zijne aandacht heeft gevestigd, — en ook dan nog deze dovotie met omhelst, niet behartigt, niet immer meer in zich

-ocr page 81-

«li in anderen zoekt op te wekken en te bevestigen, — dien begrijpen wij niet.—

Xo(j i-ts.

11. Voor hen die sich iocirijden aan Jeans Hart, eti die zijne afbeelding vereeren.

,De Heer, schreef de z ilige Margareta in 1685, heeft zich gewaardigd mij te bezoeken en mij verzekerd: «dat het ;;eroegen hetwelk Hij vindt als Iljj van zijne schepselen bemind en geëerd wordt, zoo groot is, dat Hij mjj (zoo ik mij niet bedrieg') beloofd lieefi dat allen, die zich aan Hem (aan zijn H. Hart) toewijden en opoff\ren, „ nooit zullen verloren gaan. Daar hot oveiigens de Bron van allen zegen is, zal Het dezen over-vloedig uitstorten over alle plaatsen, waar do beeldtenis van zijn : o ldelijk Hart zal uitgesteld en vereerd worden ; verdeelde farailiën zal Hij weder eensgezind ra.' ken, en hen, die zich in eenigen nood bevind ni, cn met vertrouwen tot i'era bidden, zal Hij bcschennen en bijstaan; Hij zïil de zoete zalving zijner liefde over al de genootschappen uitstorten, die het (beeld van zijn Hart) vereeren, cn zich onder diens bijzondere bescherming stellen; het zal de slagen der god-d lijke regtvaardigheid van hen afwem'en, door hen in (ïods genade terug te krengen als zij die verloren hadden.quot; (T. 11, p, 105. loi. 195'.

.12. En voor hen, die het feest van het goddelijk Hart eieren.

Daarom — /00 sprak de Heer Jesus tot de Zalige Margareta in 1(175, den 16 .runij, in de beroemde verschijning,— quot; daarom, dat is, om de l.efde der menschen weder op te wekken en aan

-ocr page 82-

70

te vuren, — dairom wil ik, dat de eerste Vrijdag na het octaaf van H. Sacramentsdag tot een bijzonder feest ter eere mijns Harten worde gewijd, zoodal men op dien da^ do H. f'oraniu-nie ontvangt, en aan mijn Hart eene eerherstelling brenge door een akte van eereboete, ora de onwaardige behandelingen te vergoeden, die h'-t heeft moeten verduren in den tijd waarin Het op de altaren is uitgesteld. Ik /.■doof v van mijnen kant, dat mijn Hart zirh zal verruimen, om overvloedig- de zegeningen zijner goddelijke liefde over diegenen uittestorten, die aan Hetzelve deze eer be ijzen en zorgen dat zjj door ande-ren daaraan bewezen worden (I. p. 124:. i i p. 414). quot;

13 Du lelofle der ycgen I'tjilayen is vroeger A. recdi medegedeeld.

Zij hvirjst eenu te meer de oreniiaut van ,i sn- ' gocdhtid.

\'07 c'i1/» /u(-/r voorheelden 1. De aaubevvlviy in de hjzondere inlentiw,

zoo als die maandelijks plaats vindt in de zendboden van Jesus' tlrrt (of Maandrozenl, gesehietlt niet zonder vrucht. ! e honderden en zelfs duizenden dankzeggingen, die elke maand worden aangeboden, bewijzen het overvloedig, /.ie hier wat een ijverig Missionaris, de E. H. Simon uit Mandschuriö schrijft: «waarlijk ik heb er mij wel bij bevonden, mijn distriet aan de vrienden van Jtsusquot; Hart aanbevolen te hebben. Na eene eerste aanbeveling ielde ik de bekeeringen bij tii'ii-tallen: na de tweede heb ik ze bij honierdt.U-len kunnen tellen. Ik hoop. dat ik na de derde

-ocr page 83-

71

aanbeveling die I ij ihiizciidtallen tellen moge. Perhalve, roep ik ook nu meer dan ooit de ijverige medehelpers van liet Apostolaat ter luilpe. Och! wie zal mij eenige H. Tercsia's geven om al mijne afgodendienaars te hekeeren!»—

2. Hoe de plaatsen (/ezeijend tcorden waar de afbeelding van Jesusquot; ilart wordt vereerd, loert ons een der I elotten. Onlangs, zoo schrijft men uit Krems (in Oostenrijk) mogten ook wij dit ondervinden. Wij hadden eene afbeelding van het IJ. Hart en van O. i- Vr, van eeuwig-durenden bijstand gekocht en die in onze woning ^ geplaatst, om er de bescherming des hemels door

te ondervinden. Hoe gelukkig v or ons! want niet lang daarna brak er een hevige brand uit ^ in de door ons bewoonde wijk, waardoor al de

woningen rondom ons werden vernield. In onze benauwdheid wierpen wij ons voor deze heiligs beeldtenissen. onzen Lieven I'eer smeekende zijne belofte te vervullen, van namelijk die woningen ie^ zuilen zegenen en beschermen, waar de afbeelding van zijn i'. Hart openlijk ter vereering zou uitgesteld zijn. Wij voegden er eene bede bij tot de raagtige Koningin van hemel en aarde, dat zij ons toch haren altijddurenden bijstand zou doen ondervinden. En o wonder der goddelijke Goedheid! ,'p het oogenblik, dat hit gevaar voor ons het dreigendste was, wen' men eensklaps het vuur meester, zoodat onze woning geheel onverlet bleef. Iedereen staat verwonderd over deze zigtbare bescherming, die een waar mirakel is. O ja, het goddelijk Hart vervult trouw de Belofte, voor hen, die geheel op zijn magtigo goedheid betrouwen.

3- Jesus' Hart wil cle eenheid en eensgeziudhciil

-ocr page 84-

(ussehon allen bevonleron en hei-stollen. Uit Zwit-zei'laud meldt men daaromtrent het volgende. Sedert twee jaren hadden onze naburen eeno hevige vijandschap jegens ons opgevat. Al onze pogingen, ora onze tegenstanders tot verzoening te brengen, waren met verachting afgewezen. Wij wendden ons derhalve tot het allerbarmhar-tigste Hart van Jesus, hielden ijverig erne Novene, en beloofden de bekendmaking, als het wonder mogt plaats vinden, want er was waarlijk een mirakel noodig om die in hun haat verharde harten te vermurwen. Eere zij aan Jcsus Hart wiens liefde almagtig is. De bedoelde personen zijn uit eigen beweging ons komen opzoeken ten einde eene volmaakte verzoening te bewerken.

4. In do groote steden, vooral hier te Berlij i, (schreef men uit die stad onlangs) zijn doorgaans twee soorten van Katholieken te onderscheiden. De eenen zjjn het toonbeeld van het christelijk leven; getrouw, standvastig moedig en bereid ora voor de zaligheid der zielen te arbeiden. Do anderen, helaas! integendeel, laten zich medeslepen met den stroom des verderfs, worden onverschillig, koud vcor alle godsdienst en leiden weldra een heel wereldsch leven, halve heidenen. Xiet zelden ziet men dit schouwspel in ccne en dezelfde familie. Ziehier cr een voorbeeld van. Twee broeders en twee zusters kwamen zich te Berlijn vestigen. De broeders en een der zusters waren weldra door den algen eenen kanker aangetast. en werden vreemd aan alle vervulling dor godsdien-tpligten. De andere zuster bleef standvastig in het goede en scheen er door zelfs toe te nemen in deugd. Zij was dan ook niet tevreden met do zorg voor hare eigene zaligheid,

-ocr page 85-

maar vatte hot vast voornemen op ook hare zuster en hare broeders op den goeden weg terug te brengen. Wetende, dat de bellt;eering steeds het werk der genade moet zijn, begon zij met allen ijver tot het //. Hcui van .lesus en de Moeder der barmhartigheid te bidden. Langen tijd, ondanks al hare gebeden en offers, ontving zij niets anders dan weigeringen en verdrietelijke bejege-ningen. Toch liet zij den moet niet zinken. Zij bad, liet bidden, en beval vooral hare afgedwaalde familie aan de gebeden der leden van het ^/wsy'o-luat das t/ebeds. Nu moest zij slagen. Acht jaren werd haar geduld op de proef gesteld; maar toen was ook de ure van de zegepraal geslagen: do zuster en één der broeders waren gewonnen. Do bekeerden baden nu beiden met de zuster mede. Kn werkelijk, zij hadden den zoeten troost ook de twee andere broeders voor Jesus' Hart te winnen. Allo vijf zijn nu ijverige en steels ijverende Katholieken. Zooveel vermag een aanhoudend gybed, eene standvastige deugd, en ook mede de aanbeveling in de gebeden der Apostelen, die steeds biddende werken voor de eer en de glorie van Jesus.— lt;

XXVII: Zijl gij mi overtuigd

van hetgeen wij u in den aanvang gezegd hebben dat er namelijk een heiuclsche rijkdom in de devotie tot Jesus Hart te \ i n d e n is?

Zoo niet? Wat hebt ge dan gelezen?

Laat ons nogmaals in 't kort, om u ten volle te overtuigen, den inhoud nagaan. Is 't herhaling, zooveel te beter, als gij dan toch maar eindelijk eens inziet, wat u te doen staat, zoo u de zaligheid ter harte gaat.

-ocr page 86-

74

Wat belooft de üeor Jesus, cn wèl door zjj n onfeilbaar woord voor allen, die zijn II. Hart Vereeron ?

Vooreerst voor enkde personen.

1quot;. Hij belooft zijne lieiliymakeiicle c/enadc.

Daarom toch leert ile zalige Margareta, hoeft Jesus deze devotie geopenbaard )'ora Satans ijk te vernielen, en het loven aan ontelbare zielen, uit Satans klauwen gerukt, weer te geven,quot;' (br 98. 10G; 114; li 7) «om de schatten zijner liefde, zijner barmhartigheid, der genade, iler * heiliging en der zaligheid, welke zijn Hart bezit,

mede te deelon« (Br, ; iG : 30); «om voor vole anno, ondankbare, ongoloovigc harten, die anders ^ zouden verloren gaan, zijne barmhartigheid ie dnen tusschen beide komenquot; ^Br. 54).

En hoe wordt die genade gegeven op welke wijze? door cle bewaring voor de zonde. »Want ik ka:i niet gelooven, zegt de zalige, dat zioljn. die aan 'iet goddelijk Mart zijn toegewijd, door zware zonden onder satans heerschappij zouiion komon.' (Br. 48 )

'2quot;, Maar niet slechts de heiligmakende genade in het algemeen, ook hjzondere i/enuden cn wel vele. worden door deze devotie gemakkelijk verkregen. .De gave der hoogste volmaak/hcid quot;s er zelfs eene van

quot;Poor deze devotie, zoo luidt immers dr. leer der zalige, — stelde do Zaligmaker zich voor, een groot getal trouwe dienaren, volmaakte vrienden en dankbare kinderen voor zich te vormen. «En ik geloof niet, deit er één» oefeniay in het gee^te'ijl' heen is, die eene ziel in zoo korten

-ocr page 87-

tijrl tot de hoogste volmaaktheid kan opvoeren,'' Dat derhalve vooral Je religieusen deze dovo: iu beoefenen.« (Rr. 53 enz.)

De zalige zt lve bewijst door voorbeelden dezo stellingen. De eerbiedw. 1'. de la ('olombièro, haar i roeder en eigeu tarnilio, vele anderen hebben liet ondervonden. (Hr. 8!J : 48; !03: 45). Het klooster van Sauraur en dat van !'aray ondervonden hetzelfde. (Br. 48, oeuvr. I 244).

Het is om die reden, dat do bisschoppen herhaaldelijk b. v. op het Concilie van ('astel in Ierland deze devotie inzonderheid aan de ziel-i, zorgers en predikers aanbevolen voor die zielen, die naar do volmaaktheid streven : en elders, in ^ 't edncilie van A vignon de woorden eer Z. Mar-^ gareta bekrachtigden, »dat er geene devotie is, die de schatten van ('ods genaden rjjkelijkoi' over de monschen «loot node-dalen.quot; (Z.quot;.MaanJr. 1878. p. 229).

3quot;. Doch niet slechts goasteljjke schatten, neen. ook lijdelijke yunstrn worden overvloedig aan hen, die Jesns' Hart vereeren, beloofd. Elk jaar, elke maand, ja dagelijks zien wij ho1; woord der gelukzalige in vervulling gaan: »gt; Pe personen in de wereld zullen door dezo beininne-lijko devotie al de in hun staat ncodige hulp ontvangen : opwekking en verlichting bjj liuiinon arbeid cn hunne lasten, zegen en genade bij al hunne ondernemingen, troost in al hunne wederwaardigheden.quot; (Br. 133). De Gelukzalige zelve is begonnen die gunsten op te teekenon (Br. 82 enz.), maandelijks lezen wij er honderden in de zestien Zendhotlen van Jesus' Hart

De E. P. de Gallifet werd door eene gelofto -aan Jesus' Hart genezen, en daaraan zijn wo

-ocr page 88-

een der eersie en voornaamste Geschriften over Jesus' Hart verschuldigd. lt;'e. navoUjing van het ;/odd dijk liar.',quot; door P. Arnoud S. J, hebben wij insgelijks aan zulke gunst te danken.

Alzoo : zijt gij ziek. zienaar u\V Geneesheer. Zijt go in lijden, ziedaar uw Trooster. Wilt gij werken, ziedaar uwe kracht. Loopt gij gevaren, ziedaar uwen Redder. Is eindelijk de ure gekomen, om van dit kort en kruisvol leven tot een beter en eeuwig loven over te gaan, ziedaar uwe veil ge haven, uw laatste toevlugt, het onderpand uwer eeuwige zaligheid in den hemel.

De devotie der necjen l'rijdageti legt hier nogmaals hot zegel op. (Br 82 enz)

lgt;t in den Heer ontslapenen

worden niet minder dan de nog levenden door deze devotie op bijzondere en eigenaardige wijze geholpen Daarin toch ligt voor het vagevuur, leert de zalige, een geheel nieuw en allei krachtigst middel ter verzachting hunner pijnenquot; (Ui- 85) en tor redding uit de smarten.

En die zalilt;j zijn,

in de zegepralende kerk ? Ook zij nog zullen' juichen om de groete devotie waarmede zjj Jes.us' Hart op deze aarde vereerd hebben, sla, niets; van 't geen gij in uw leven gedaan hebt, d.irft de «alige schrijven aan eeno vereerster van Jesus' Hart, zal u zooveel loon verwerven (als do jver voor Jesus' Hart), zelfs al hadt gij al het lijden der martelaars verduurdquot; i Br 117', „De toevallige of bijkomsi de glorie van den H. Fran-ciscus van Sales in den hemel wordt dan ook,

-ocr page 89-

meent zij, door niets zoozeei' vermeerderd als rioor zijn devotie voor het goddelijk Har! van Jesus« (Br 98).

Zoo wordt dns, ook door deze devotie, en vooral wol daardoor, als een nieuwe en zoete band gelegd tusschen de zielen der strijdende, der lijdende en der zegepralende kerk, Zoo is Jesus' Hart al^ een geheimzinnig middelpunt en eene eeuwig vloeijenie Bron van genade voor dit leven en voor het ander.

Voor de fiimilUn,

dat is; niet slechts voor enkele personen, maar ook voor do maatschappelijke vereenigingen, waarvan do familie do eerste en de grond is, zal de devotie tot Jesus Hart alle heil brengen,

»Jesus wil immers den vrede in de familien geven ■.

)Hij wil verdeelde familiën weêr vereenigen; •die, welke in nood zijn, beschermen ; overal •zogen en vrede schenken, waar zijne beeldtenis geplaatst en vereerd wordt,« - (Br. 123 ; 3-' en 33).

De Bisschoppen dor H. Kerk hebben meermalen dit voorregt den geloovigen herinnerd liet concilie van Sens in Fianknjk wilde daarom vliet gansche Bisdom, allo ;nwoners en bijz( nder de jeugd aan Jesus' Hart zien toegewijd,# en smeekt derhalve in do akt van toewijding )gt;dat alle familien en voor.il de jeugd .Tesus mogen dienen in het geloof, do geregtigheid, den vrede cn do liefdn.« (Coll Laeens. p. 935'.

-ocr page 90-

Eindelij!: di; Slaat zelf.

of liet VaJei'laiid, — is door den Koning der-Koningen, ook den Koning d^r harten, l)jj het instellen dezquot;!1 devotie niet vergeten lgt;o ver-eorders van liet goddelijk Hart, leert de Zalige, verwerven de vriendschap sn de eeuwige zege-ningen van het oeraiunolijk Hart, en alzoo een magtigen beschernior voor het vaderland®. (l'gt;r. ;» ■). Zie Maandrozen 1878 p. '275.

XXVIIJ. Na (Til alles

heb ik slechts ééne vraag te rigten tot do weinigen. ongetwijfeld, die dit boekje geheel gelezen hebben : Zijt gij nu overtuigd, dat alle schatten des hemels, voor u en voor allen, in do beoefening der devotie tot Josus' Hart te vindon zijn?

Welaan! werk op dan mot ijver, want u:aar ■ine schat is. duar moet ook uw hart zijn. En hij alleen die volh irdl zal hebten (en einde, tee, zat salir/ zjj.ü.

Ten dolle.

in het jaar 1863, ondervond eene arme Offi-fiersweduwo, hoe spoedig en hoe gaarne hot goddelijk liart van Jesus oen eenvoudig en ver-trouwvol gebed verhoort. Do arme vrouw had haren man, een dapper Officier, in den Fninsch-Oost' nrijksch n ooi log van 'tjaar 1859 verloren, en hare behoefte was sedert dien tijd hoog gestegen. Hierbij kwam nog de zorg voor hare vijf kinderen, die toch ook moesten eten, al hadden zij weinig kunnen leeren en al waren zij nog te jong om iets te verdienen. Wat kon co i klein pensioen bijbrongf-n om haar zeiveen

-ocr page 91-

hare vijf wichtjes te voeden en te kleoden ? Een paar jaren had zij doorgeworsteld ; maar nu wilde iiet niet meer vlotten ; zij wist niet meer, wer-waarts zich te wenden om den bakker en den snijder te betalen.

/.ij wendde zich nu in een smeekschrift tot liet gouvernement, oï het niet mogelijk ware, haar om haars mans wil eene kleine ondersleu-ning to dooii toekomen. Maar de groote luiv zoo als doorgaans plaats heeft, lieten lang op een antwoord wachten. Kceds twee maanden luid de bedroefde moeder op een antwoord g^-w.;cht ; maar het antwoord kwam niet. Daarna waagde zij het nog eens te schrijven ; en nog kwam geen antwoord aan. i'e armo vrouw weende zich de oogen uit, verkocht, alles wat zij eenigzins kon ontberen, eu voorzag reeds liet ooge: blik, waarop zjj van armoede zou moeten gaan bedelen Met een bedrukt hart besloot zij nog eens aan het Ministerie te schrijven.

— Maar Moeder, zoo sprak nu hare kleine dochter, waarom wendt gij u niet tot het Hart van Jesus ? Ik heb hr oren zeggen, dat een ieder, die het aanroept geholpen wordt. Tonn begon de arme vrouw te weenen ; maar tot het Hart van •iesus ging zij toch niet; want zij had weinig vertrouwen, en was juist daarom zoo regt ongelukkig.

Het kleine meisje had echter meer vertrouwen dan haro moedor. Zij ging dus naar de kerk, zocht het Hart van Jtsus op ; en begon daar te bidden : »0 Hart van Jesus, help toch mijne arme moeder ; zij heelt volstrekt geen geld meer, en wtent zoo bitter. Maar gij moet spoedig helpen. Morgen, Zondag, moet hei geld komen, ll.irt van Jesus, zorg toch-!» —

-ocr page 92-

Na dit gebed ontwaarde het kind een onbeperkt vertrouwen op liet H. Hart van Jesus Vrolijk liep liet naar huis, en sprak hare moe.lei-vol blijdschap toe: »Moeder, wees nu maar opgeruimd. Morgen, Zondag, komt liet zeker. Ik lieb het aan Jesus Hart gevraagd, en ik heb gevoeld, dai Het mij verhoord heeft « Üo Moeder drukte een kus op do wang van het kind en lachte halfweenend. Grelooven, deed zij het toch niet.

Het hart van Jesus hield echter woord en beloonde het vertrouwen van het meisje. Juist des Zondags kwam het an' woord van het Ministerie. Het was een dikke brief door een ra litair aan de arme vrouw gebragt. In den brief was een som van banknooten, en eene aanwijzing, dat de Moeder telken jare dezelfde som van de Staatsbank mogt trekken. Welk eene vreugde er vi n nu af in dit huis heerschte, laat zich denken. Moeder en kinderen bedankten het gcddelijk Hart, en bleven voortaan ijverig in ée vereering van het H. Hart van Jesus

Gelukkig hij, die hen navolgt, en altoos vast ■•vertrouwt op de goddelijke Beloften van Jesus!