B. oct
VAN DEN
EE US TE PLAATS AAN MIJNE MEDE-STUDENTEN
EN VOORST AAN ALLEN,
DIE BELANG STELLEN IN HET BEHOUD VAN HET VADERLAND.
I
6
die gevallen zijn om eene overwinning te behalen, waarvan de vruchten sleehla bestaan in de annexatie van een gewest, welks bewoners voor een gedeelte zeer anti-duitsch zijn gezind, en dat alleen door toepassing van het regt des sterksten aan zijnen regt-matigen vorst is ontnomen. Wanneer de Coin. Zeit. betoogt dat de oorlog in Pruissen niet populair is, behoeft zij dit waarlijk niet door tal van bewijzen te staven. Zoo ooit het drijven van één man, die aan het hoofd staat eener kleine doch aaneengesloten partij magtigen invloed heeft uitgeoefend, is dit thans het geval. Hoe dikwijls het ook officieel is tegengesproken , hoe onophoudelijk ook het tegendeel is herhaald, tusschen de beide duitsche grootmagten, tusschen Pruissen en Oostenrijkers bestaat eene natuurlijke antipathie, voortvloeijende uit de weinig verschillende magtsontwikkeling tot welke beide aan elkander grenzende en in velerlei opzigt overeen stemmende rijken in staat zijn. Slechts daar waar beide magten kunnen winnen, zullen zij beiden zich vereenigen. Doch meer nog dan de Oostenrijker is von bismauck thans in Pruissen het voorwerp van den haat. Gesteund door zijnen vorst, erkend als hoofd en leider der autocratische partij, verzekerd van de lijdelijke gehoorzaamheid van het leger, heeft de Pruissische minister sedert verscheidene jaren straffeloos het grootste onregt ge-
7
pleegd. Met de constitutie drijft hij den spot, met het regt springt hij naar willekeur om, met dc kamer van volksvertegenwoordigers handelt hij naarmate zijn luim of zijn belang het mede brengt. In de geschiedenis van het consütutioneele koningschap in Pruissen, zal de naam van von bjsmarck met een schandvlek zijn geteekend. Doch hoe zal het oordeel van den geschiedschrijver wezen over de houding van het Pruissische volk, over het gedrag zijner vertegenwoordigers? Zal hij dat verzet hetwelk zich alleen in woorden openbaart krachtig genoeg noemen of zal hij de meening toegedaan zijn van hen, die oordeelen, dat alleen door toepassing van het heilig regt van opstand het Pruissische volk zou kunnen herwinnen wat het verloren had? Voor dc gevolgen van den burgeroorlog, voor het vergieten van broederbloed, willen de leiders der beweging hunne landgenooten bewaren. Gewapend met hun goed regt en met de constitutie in de hand, willen zij geene andere middelen van verdediging, en alleen door de verbreiding en verkondiging dezer denkbeelden hebben zij de rust gehandhaafd in hun vaderland waar door duizende stemmen, langs duizende wegen hunnen lof wordt verkondigd. Die ware volksvertegenwoordigers kunnen den oorlog niet wenschen. Zij weten dat de zaak waarvoor zij strijden, slechts kan lijden door den krijg, die aanstaande is en die
8
gevoerd zal worden tegen hunnen wil en tegen die van de bezadigde meerderheid der natie. Voorzeker liet Pruissische volk, door de militaire magt in bedwang gehouden, zal zwaar boeten voor de offers, die het zich getroost heeft om die magt tot stand te brengen.
Niemand is ingewijd in de geheimen der bismaeck'sche politiek. Niemand weet wat de minister morgen zal doen en daarom behoort ieder tegen hem op zijne hoede te zijn. Dezelfde brievenpost maakt melding van de verregaandste wetsverkrachting en van een voorstel tot het bijeenroepen van een Duitsch parlement. In de Pruissische binnenlandsche politiek kan tegenwoordig niet veel meer geschieden dat den on-partijdigen waarnemer in verbazing zal brengen, doch des te meer is de aandacht gevestigd op den weg, dien von bismarck zal inslaan ten opzigte der buiten-landsche staatkunde, want hierbij heeft ieder land belang en ieder volk. En Nederland niet het minst.
Het oostelijk gedeelte van ons land ligt gereedelijk open voor Pruissische troepen en volgens het getuigenis van ervarene krijgskundigen is de verdediging van het hart des lands mogelijk, doch bezwaarlijk. Wij zijn de laatsten om over militaire operatie's te oordee-len en te weinig bekend met de krijgswetenschappen om uit te maken of werkelijk de Grebbe-linie, enz.
9
den vijand zoude kunnen weren, en of in den zomer de waterstand onzer rivieren voldoende is, om — wat God verhoede dat noodzakelijk worde — het land te kunnen inunderen, doch wij willen pogen de aandacht te bepalen op een middel tot verdediging, dat tot heden toe alleen in Engeland en Canada toegepast, naar onze overtuiging evenzeer in ons land met uitstekend gevolg zou kunnen worden aangewend.
Nederland zorge dat het niet inslapc. Kalm zijn de gemoederen in ons land. Zelfs de jongste oorlogsgeruchten hebhen geene onrust hoegenaamd verwekt, behalve bij de bezitters van Oostenrijksche fondsen. Doch die kalmte moet ophouden. Wij Nederlanders zijn bezadigd. Wij wikken en wegen. Wij denken eerst en dan handelen wij. Wij vertrouwen op ons goed regt. Wij verwachten dat Engeland eene verbrokkeling van Nederland niet zal toelaten. Wij zullen voor de onafhankelijkheid van Nederland het zwaard aangorden. Wij zullen voor de goede zaak ons leven wagen en den geboorte-grond tot den laatsten droppel bloeds verdedigen. Met God, voor Vaderland, voor Oranje, voor de Vrijheid, onder deze leuze zal het jonge Holland het zwaard opnemen en het zal met niet minder kracht dan door onze voorvaderen gezwaaid worden. Doch zal thans die leuze ook een zegekreet zijn? De geaardheid van onzen landaard is dezelfde
10
gebleven, doch de omstandigheden zijn veranderd. De oorlog wordt thans anders gevoerd dan vroeger. En dit wordt in Nederland te veel nit het oog verloren. Het is volstrekt niet onwaarschijnlijk dat als eenmaal in Duitschland de krijg is uilgebroken, ook Holland, hoe vredelievend overigens gezind, in don strijd wordt gemengd. Hoe zeer men ook het beginsel van onzijdigheid zal willen handhaven, — gemakkelijk kan bet gebeuren dat de omstandigheden op beginselen zegevieren.
Terwijl wij heden ons nog overgeven aan kalme bespiegelingen en ons volk gelukkig prijzen dat het zijne onafhankelijkheid kan bewaren zonder do wapens aan te gorden, zal morgen door eene onvoorziene omstandigheid die onafhankelijkheid ten ernstigste bedreigd worden. Indien niet tijdig maatregelen van voorzorg worden genomen zal Nederland zijnen mogelijken ondergang zich zeiven te wijten hebben. Wanneer de vijand, wie hij ook zij, ons onvoorbereid vindt, zullen wij zijnen prooi worden. Daarvoor moet gezorgd en gewaakt worden. Het mobiel maken van een leger veroorzaakt groote kosten en gaat van talrijke bezwaren vergezeld. Eene armée op voet van oorlog te brengen vordert geruimen tijd en wanneer de aanval, wat mogelijk is, plotseling geschiedt, wanneer de beginselen van het volkenregt worden geschon-
11
den en hei slapende Nederland eerst wakker wordt wanneer een vijandelijk leger zijne hoofdstad nadert, dan het zal het geroep van te wapen! doelloos zijnen zullen wij vreemde kluisters moeten dragon, ten gevolge van eigen schuld. Dat dit gehenre verhoede de wijsheid der Nederlandsche regering, verhoede de beradenheid van het Nederlandsche volk!
Zeer enkelen hebben beweerd dat de toestand reeds zoo dreigend was, dat de regering een observatie-corps naar de grenzen zenden en overgaan moest tot mobiel-verklaring van het leger. Gelukkig is dit niet gebeurd. Ware het geschied, het zou tot staatkundige verwikkelingen aanleiding gegeven hebben en belangrijke geldsommen hebben vereischt. Doch een andere vraag is, of het, wanneer Nederland in eenigen oorlog partij moet kiezen, tijdig genoeg zal gebeuren. De ïïolland-sche soldaat is van nature dapper en vooral wanneer zijn anders kalm bloed eenmaal aan het gisten is geraakt, zal hij nimmer zijn vaandel verlaten. Wij vertrouwen voorts dat hij voldoende geoefend is, doch herinneren evenwel dat door velen zwaard en geweer jaren lang niet gebruikt zijn, en dat zoowel de oefening der linietroepen als der schutterijen nog wel wat te wenschen zal overlaten, wanneer zij onverwachts worden opgeroepen. En dit kan toch plaats grijpen. De magt, die in vredestijd op de been is, is klein; zij kan een
12
aanzienlijk cijfer bereiken, wanneer vrijwilligers wor den aangeworven en alle verlofgangers worden teruggeroepen , docli, de oorlog met België heeft het geleerd, uit deze gedeeltelijk ongeoefende troepen een goed leger zamen te stellen, kan slechts dan geschieden, wanneer de noodige tijd daarvoor beschikbaar is.
Men prijze of veroordecle het stelsel van onzijdigheid der kleine mogendheden, dat de mogelijkheid van in eenen oorlog te worden medegesleept bestaat, kan door niemand ontkend worden en dat die moge! ijkheid thans tot eene zekere hoogte van waarschijnlijkheid is geklommen, wordt van vele zijden en naar onze overtuiging volkomen te regt beweerd.
Door welke middelen kan de regering in de gegeven omstandigheid de onafhankelijkheid van Nederland verzekeren ?
Door, naarmate de omstandigheden het vorderen en het belang van het vaderland zulks vereischt, met vreemde mogendheden verbonden aan te gaan; door de spoedige behandeling der wet op de schutterijen; door zorg te dragen voor de instandhouding en verbetering van 's lands verdedigings-middelen. Doch niet alleen de regering maar ook het volk heeft thans eene pligt te vervullen, en voor die vervulling zijn slechts twee zaken noodig: een ernstige wil en eene heilige overtuiging.
13
Mannen van Nederland! waaneer gij verzekerd, wanneer gij heilig overtuigd zijt van uw goed regt, wanneer de woorden: Vaderland, Oranje en Vrijheid in uwen mond geene klanken zijn, — toont dan ook dat het uw ernstige wil is dat regt gestand te doen, die vrijheid te behouden, die onafhankelijkheid te handhaven.
Wie de aanvaller ook zijn moge, wapent u!
Zorgeloosheid is hier de dood — beradenheid het leven!
En niet slechts thans maar welligt ook voor de toekomst.
Alleen door het vormen van vrijwilliger-corpsen hebben Engeland1 s zonen hun land voor een vijandigen inval bewaard. Zonen van Nederland! zouden wij minder zijn?
Ook in ons land moeten die vrijwilliger-corpsen worden opgerigt, in iedere stad en in iedere gemeente. Daardoor, maar ook daardoor alleen kau het jonge Holland aan het buitenland toonen dat de vrijheid hier te lande even hoog wordt geschat als vroeger het geval was. De medewerking wordt hiertoe ver-eischt niet van enkelen, maar van allen, en het voor beeld in dezen moet gegeven worden door U studenten aan de vaderlandsche hoogescholen. Door LF omdat gij niet alleen academieburgers maar ook burgers van
14
Nederland zijt; omdat wanneer gij vóórgaat anderen zullen volgen, die door dat voorbeeld aangeprikkeld U zullen toejuichen en in denzelfden geest met U zullen werkzaam zijn; door U, omdat gij, die van gelijken ouderdom zijt en gelijke belangen hebt, reeds eene corporatie vormt en eene vereeniging aan U gemakkelijker zal vallen dan aan anderen.
Daarom de banden inéén geslagen , — liever heden dan morgen. Geschikte aanvoerders moeten er gezocht en met juistheid den weg dien men zal volgen bepaald worden.
Oefening in bet gebruik van liet schietgeweer moet in de eerste plaats ons doel zijn; aan goede scherpschutters , aan tirailleurs bestaat bij ons gebrek en hiervoor zullen de vrijwilliger-corpsen welligt beter geschikt zijn dan voor linie-troepen.
Aan deze vrijwilliger-corpsen kan Nederland zijne toekomst verpligt zijn, daarom moet de regering hunne oprigting bevorderen en met alle kracht ondersteunen. Den Nederlander, die eene jaarlijkscbe wapenschouwing der vrijwilligers in Engeland bijwoonde, moet het hart gekrompen hebben van smart, wanneer hij bedacht hoeveel ijver, hoeveel vuur daar — hoe groote zorgeloosheid, hoe groote onverschilligheid bij ons te lande wordt gevonden. Hij die zich verheft op zijne cosmopolitische denkbeelden, die spot met het begrip
15
van vaderlandsliefde, zal die kalmte, die laauwheid toejuichen; wij zullen niet trachten hem tot een ander gevoelen over te halen. Daarvoor zijn wij te zeer overtuigd dat de gehechtheid aan den vaderlandschen grond te diep in het hart is geworteld, dan dat zulke betuigingen uit den mond van een' enkelen aan de goede zaak schade zoude kunnen toebrengen.
Eu die zaak is goed en heilig! Wanneer het vaderland bedreigd wordt, loopen alle burgers meer of minder gevaar en is het de roeping van een ieder dat gevaar te helpen afwenden. Geen beter middel kan daarvoor worden aangewezen dan eene algemeene geregelde wapening, die nimmer tot ontwapening moet overgaan. Zoo doende zal ieder burger toonen dat hij tot eiken prijs den naam van Nederlander wil behouden.
Welligt dat wanneer deze in der haast geschrevene bladzijden zijn afgedrukt, de vrees voor oorlog is geweken, doch ook in dat geval rekenen wij het oprig-ten van vrijwilliger-corpsen eene wenschelijke, eene hoogst noodige zaak. Een voorzigtig man blikt niet alleen naar het tegenwoordige, maar houdt ook het oog op de toekomst gerigt.
God geve dat die toekomst helder zij voor het vaderland!
Utrecht, April 186G.
/./4 y/