-ocr page 1-
-ocr page 2-

B. oct.

2034

-ocr page 3-

IS EEN SCH OOLVEBBONMLLÉÉN TEGEN SCHOOLVEEZÜIM VOLDOENDE?

door

o. \ i : n i i a ( « i .

(Met Bijlagen betrekkelijk het Schoolverzuiin in Zeeland.)

Zoo men n tot spreken dringt: Zeg, wat gij meent en meen, wat gij zegt.

Garibaldi.

310TTEKDAM.

NIJGH cV- VAN D1TMAE. 1870.

t

-ocr page 4-

RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT

.......................1407 2189

quot;'V -

'T

■ V

-ocr page 5-

Den 20 Augustus 1869 werden nollen, wien hun land en volk lief is, en die niet blind zijn voor de gebréken van het tegenwoordige en voor de gevaren der toekomstquot;, op het aangenaamst verrast door de heeren Habting met een voorstel tot oprigting van een Schoolverbond,, waarbij tevens de verklaring gevoegd werd, dat die heeren zich van de gunstige werking der schoolpligtigheid in het buitenland hadden overtuigd, met schaamte erkennende, dat ons volk te dien aanzien ver bij zijne buren achterstaat, enz. enz.

Om hunne persoonlijke zienswijze deswegens nader te doen kennen, werd verwezen naar nEen dag in dsn vreemde,quot; door D. Harting. Amsterdam, P. N. van Kampen, 1869.

Zij verklaarden wijders overtuigd te zijn van de groote bezwaren, voor als nog aan de invoering der schoolpligtigheid hier te lande verbonden, waarom dan ook de strekking van het door hen beoogde schoolverbond zich vooreerst slechts tot het volgende bepalen kon: 1°. die bezwaren, voor zoo ver zulks geschieden kon, uit

den weg te ruimen, en 2Q intusschen de algemeenheid van het schoolbezoek (zonder onderscheid van scholen) door alle gepaste middelen zoo veel mogelijk te bevorderen.

-ocr page 6-

4

Allen, vjelke zich op dezen grondslag tol een School-vyrhond wilden vereenigen, werden tot eene zamenkomst uitgenoodigd op 31 October 1869 te Utrecht. (1)

Den 10 September maakten de voorstellers bekend, dat hun plan reeds zoo veel deelneming had gevonden van de meestverschillende partijen en gezindheden, dat zij aan het welslagen niet meer twijfelden. De zamenkomst, primitief op 13 October bepaald, werd te gelijker tijd om daarbij opgegeven redenen tot 27 October verdaagd.

Van alle zijden las men inmiddels in de dagbladen berigten van adhaesie, zoo zelfs, dat het Dagblad van 'sGravenhage, hoewel zich den 4 September reeds als tegenstander van schooldwang hebbende doen kennen, den 16 September het getuigenis aflegde:

u Zeldzaam is eene stem in den lande gehoord, die luider weêrMank vond in alle kringen en onder alle partijen dan die van de heeren P. en D. Habting met zooveel nadruk is uitgegaan.quot;

Van dien ernst of nadruk getuigt vooral het werkje, waarnaar zij in hunne oproeping verwezen^, om hunne gevoelens te doen kennen, en waarvan het volgende dialoog ten bewijze kan strekken (bl. 6);

a Wat zou ik anders kunnen bedoelen dan de school-i'pligtigheid, waaronder nu reeds meer dan één geslacht nhier te lande (in Pruisen namelijk) is opgegroeid, en die iimen ons, Hollanders, nog steeds op grond der nietigste be-n denkingen blijft onthouden,

ii Gij weet, ik ben niet Pruisisch gezind en een nauiocraai als von Bismakck verfoei ik uit het diepst «mijner ziel. Maar toch zou ik kunnen wenschen, dat wij, nhoogstens voor eene enkele maand door Pruisen geannexeerd nwerden, alleen om het langs dien weg mogelijk te maken,

(1) Zij, die zich daarmede niet kooden Tereenigen, weiden dus niet uitgenoodigd tot de zaïnei'komst, en hoewel hun de toegang niet ontzegd was — zekerquot; is het, dat zij het regt niet hadden, om er de éérste viool te spelen.

-ocr page 7-

5

udat wij lt;/op allerhoogst bevel' met den zegen der school-njpligtigheid begiftigd Vierden.quot;

Zoo ook wordt op bl. 9 en 10, na de medetleeling, dat zij het buitenland hadden bezocht, om de werking der wet op de schoolpligtigheid te onderzoeken, de volgende verklaring afgelegd:

•/Naar aanleiding van wat wij op een reeks van plaatsen nuit den mond van het volk zelf hebben gehoord, zijn wij nviet eene overtuiging in ons vaderland teruggekeerd, die nvoortaan wel niet ligt aan het wankelen gebragt zal wordenquot; Deze verklaring wordt onmiddelijk gevolgd door eene instemming met Goethe's woorden:

gt;Ueberzeuguiig soil uns Niemand rauben,

»Wer's besser weiss, der mag es glauben.quot;

Ik bepaal mij slechts tot deze beide aanhalingen, met verwijzing naar de 31 éérste bladzijden van nEen ndag in den vreemde,quot; om te doen zien, dat er alle redenen bestonden om to vermoeden, dat men hier te doen had met mannen van een gevestigde overtuiging en vaste, oud-Hollandsche wilskracht; mannen, die den moed hadden, om daarvan in eene openbare vergadering, eene nmeetingquot; zelfs, een schitterend blijk te geven; bewust als zij waren, dat ze, door schoolpligtigheid op den voorgrond te' plaatsen, als doel van hun streven een woord gebruikten udat in onze meeste kringen nog steeds igt;als een «veeeufenes Woetquot; met afkeer wordt aangehoordquot; (Zie bl. 7).

Op den 13 October, den dag primitief voor de éérste zamenkomst bestemd, nvoor allen die zich op de door de heeren Harting voorgestelde grondslagen tot een schoolverbond wilden vereenigen,quot; verscheen echter eene circulaire, onderteekend door zeventien heeren (zegge uzeventien!!'), wier namen ja, wel waren «van goeden klank in ons vaderlandquot; maar van wie, van de groote meerderheid althans, het dan toch bekend was, dat ze zich ongaarne onder de

-ocr page 8-

6

onvoorwaardelijke voorstanders der openbare neutrale school zouden zien gerangschikt.

Kan het daarom verwondering baren, dat na de kennisneming van den inhoud dier circulaire, de volgende vragen onwillekeurig moesten opkomen by hen vooral, die het flinke voorstel van de heeren HAETma «met vreugde hadden begroet:quot;

Wie zijt gij , en van waar komt gij? Van waar uw regt, om u meester te maken van een terrein, dat niet door u en strikt genomen niet eens voor u was ontworpen en afgebakend? Van waar uwe bevoegdheid, om een plan, waaraan bereids door zoo velen van de meest verschillende partyen en gezindheden goedkeuring en bijval was geschonken, te wijzigen door het in te krimpen en te beperken, en wel eenvoudig tot het zooveel mogelijk bevorderen van schoolbezoek, alsof dit het éénige ware, waarin nde gebreken van het tegenwoordige en de gevaren der toekomst'quot; bestonden naar het oordeel van hen, nwien hun land en volk lief is?quot;

De circulaire zweeg over een en ar.1 er, en onwillekeurig was men dus wel verpligt, om verband te zoeken tusschen dit vreemde verschijnsel en het beruchte artikel voorkomende in het Dagblad van 16 September, onder het opschrift: «Drang geen dwang.quot; 't Is een artikel, dat wel onmiddellijk na de verschijning door het Handelsblad en later ook door de Wekker naar verdienste is gesignaleerd, maar dat vooral na kennisneming van den inhoud der bewuste circulaire dubbel de aandacht verdient.

Dat blad toch, dat n nooit liegt of lastertquot; (regters kunnen zich immers ook vergissen) verklaarde toen reeds: a Tot ons genoegen ontwaarden wij, dat de heeren Haeting iizich ook geen vrienden van schoolpligtigheid betoonen, ook ii al hadden wij hunne verzekeringen daaromtrent nog sterker ii dan ze door hen werden afgelegd — verlangd en gewenscht.quot; Dit destijds lezende, vroeg ik mij af: Hoe! mannen

-ocr page 9-

7

als de heeren Harting, die zulke blijken gegeven hebben van een ernstig en gezet onderzoek van dit voor ons land zoo moeilijk toe te passen vraagstuk; mannen, die zoo onbewimpeld hunne overtuiging hebben uitgesproken, niet alleen van het wenschelijke, maar tevens van het noodzakelijke der schoolpligtigheid hier te lande, dezen zouden aan het Dagblad en de zijnen „verzekeringen' gegeven hebben, die aan de Redactie het regt gaven om openlijk te verklaren dat zij...... zich geen vrienden van schoolpligtigheid zouden betoonen, dat zij dus van overtuiging veranderd waren, en dat wel in het korte tijdsverloop van drie of vier weken? (van 20 Augustus tot 16 September).

Ik, die niet sterk in ngelooverijquot; (1) doe, en vooral niet aan wat van dergelijke zijde komt, las destijds (16 September) die mededeeling met een gevoel van verachting, niet anders denkende dan aan groven laster, gepleegd aan het nedel broederpaar, wier stem in den landequot; (waarin zij zich als zulke warme voorstanders van schoolpligtigheid hadden doen kennen), volgens het eigen getuigenis van het Dagblad „met een zoo zeldzamen weêrldank was ge-ii hoord ! quot;

Na de ontvangst der bewuste circulaire van 13 October, onderteek end door die »zeventienquot; heeren, het Dagblad-artikel echter herlezende, begon het mij toe te schijnen, dat er werkelijk verband bestond tusschen de Redactie van het Dagblad en het zoo raadselachtig optreden van de onderteekenaars dier circulaire, met een zoo bekrompen programma.

Men oordeele, in hoeverre daartoe al of niet gegronde redenen bestonden.

In datzelfde artikel toch werd als naar srewoonte onder het roeren der groote trom aan nde vrienden''

{ll Dit strekke in antwoord aan den heer Groen op zijne deswegens gedane vraag, in één der nummers zijner Nederlandsche Gedachten. Ik meen No. 9 of 11.

-ocr page 10-

8

voorgeschreven , wat zij in de gegeven omstandigheden te doen hadden, om zich meester te maken van den op te rigten Bond.

In spijt van de gegeven nverzekeringenquot; door de heeren Hatcting, „die men wel wat sterker had verlangd en gewenscht,quot; wordt vrij duidelijk te kennen gegeven, dat men hen eigenlijk niet vertrouwt, en dat er daarom nnaauwleüend moet worden gewaakt en vóór alles naar nworden gestreefd, om in die bijeenkomst de meerderheid nuiet te verschaffen aan de radicale partij.quot;

Wie het eerlijke Dagblad onder de radicale partij verstaat, behoeft geen toelichting.

Verder wordt gezegd:

a Onze vrienden — en hier rigten we ons tot conser-nvatieven, antirevolutionairen en roomsch-katholieken (1) — iihehooren daarom in zoo groot mogelijk getal te Utrecht ii te verschijnen en hunne stem in de éérste vergadering te ii verheffen.quot;

Is er tegenover de oproeping van 20 Augustus (men zié de noot op bl. 1) onbeschaamder en brutaler raadgeving denkbaar, om zich met geweld meester te maken van het terrein «dat noch door of vóór hen was ontworpen of afgebakend?quot;

Dubbele aandacht echter verdient vooral de volgende zinsnede:

a Men zij hij dit alles uiterst voorzigtig — de ra dicalen iiweten op hun tijd ook behoedzaam te wezen en hun ware nbedoelingen kunstmatig in den mantel der denkbeelden van rhunne tegenpartij te verbergen.quot;

Dat door mij gespatiëerde woordje //ookquot; is hier zeer opmerkelijk, vooral als men bedenkt, dat deze raad gegeven wordt aan nde conservatieve, antirevolutionaire en nroomsch-katholieke vrienden IIquot;

(1) De bekcade coalitie dus tegen de openbare volksschool.

-ocr page 11-

9

Dezen dus verstaan de kunst, het wordt hier openlijk door hunnen woordvoerder en raadgever verklaard: a om hunne ware bedoelingen kunstmatig in den mantel der a denkbeelden van hunne tegenpartij te verbergen.''

Niet, dat dit iets nieuws zoude zijn voor velen in den lande, maar nu het van die zijde zoo plat weg is gezegd , mag men het er voor houden, dat die overtuiging, zoo mogelijk, nog algemeener zal worden.

Voorstanders der neutrale school, «gij, wien uw land en volk lief is, die niet blind zijt voor de gebreken van het tegenwoordige, en voor de gevaren der toekomst,quot; neemt toch nota van deze openlijk afgelegde verklaring en... npast op uwe neuzen!quot; eer het te laat is.

Ik vertrouw, dat het door niemand zal worden gewraakt, dat na aandachtige overweging van een en ander, door mij verband gezien werd tusschen de circulaire wder zeventienquot; en het bewuste artikel van het Dagblad van 16 September.

De man van het Dagblad, wiens behendigheid zijne bedrijvigheid evenaart, en die met deze beide eigenschappen toegerust aan de ware volksbelangen in ons vaderland, reeds zoo groote schade toebragt, zag alzoo den 13 October voorloopig zijne wenschen vervuld. De circulaire toch deed zien, dat den heeren Harting toen reeds «door list of geweldquot; (1) de teugels waren ontwrongen; de nvriendenquot; hadden zich blijkbaar vóór de algemeene vergadering reeds, umeester gemaakt van het terreinquot;^!) iets, dat op eene algemeene vergadering zeker niet zoo gemakkelijk kon plaats grijpen, al hadden zij nhunne ware bedoelingen ook nog zoo kunstmatig in den mantel der denkbeelden hunner tegenpartij verborgenquot;

Het moet onder zeker voorbehoud tot lof van dien

(1) Woorden van het Day blad.

-ocr page 12-

10

redacteur worden gezegd, dat hij steeds eene werkzaamheid ontwikkelt, welke tegen niets opziet, zich de meest mogelijke moeite getroostende, zoo lang er maar eenige kans bestaat, dat de partij, die hij dient, er door gebaat kan worden. Hij gaf er den 16 September een nieuw bewijs van.

In eene geheime bijeenkomst dus heeft men zich i/bij verrassing of geweld het meesterschap weten te verwervenquot; en zij, die het plan der lieeren ïïarting hadden beaamd en goedgekeurd, en die daarvan blijken hadden gegeven op de wijze, zoo als dit van hen was verlangd, moesten zich wel teleurgesteld voelen , zoo vele bekende «vriendenquot; van het Dagblad, de taak der oproeping met de heeren Harting te zien deelen , vooral toen men hen tevens zonder eenige introductie in de vergadering plaats zag nemen aan de bestuurstafel nalsof het uitsluitend hunne plaats ware, tegelijkertijd eenen toon voerende, alsof aan hen het initiaiief der te bespreken punten, henevens de hoofdleiding der vergadering regtens toekwa,m (1).quot; Zij toch vooral moesten neer met weerzin dan met sympathie worden begroetquot; door allen, die zoo gaarne zouden medegewerkt hebben met de heeren Haeting , om aan den Bond een werkkring te geven, overeenkomstig de wenken, door hen in «Een dag in den vreemdequot; gegeven, doch waartoe nu als het ware de weg versperd werd.

Het verdient opmerking, dat ook in de vergadering zelve met geen enkel woord, rekenschap werd gegeven, veel min goedkeuring gevraagd, waarom men zich bepaald had tot de keuze van mannen, van wie, zoo als gezegd is, de meerderheid zich zeker ongaarne onder de onvoorwaardelijke voorstanders der neutrale staatsschool zouden gerangschikt zien, en waarom- men de primitieve grondslagen, door de heeren Haeting ontworpen, zoo be-langrijk gewijzigd had.

(1) Woorden van het Dagiiad.

-ocr page 13-

11

Vreesde men soms, dat iemand den moed zoude hebben, om met inachtneming van den vereischten eerbied voor de gevoelens van anderen, er op te wijzen, dat het te betreuren was, dat aan erkende tegenstanders van de staatsschool aan de groene tafel eene plaats ingeruimd was, waardoor men van zelf belet werd, aan het op te rigten schoolverbond eene rigting te geven, door welke het in de éérste en voornaamste plaats een bolwerk kon worden tegen de bestaande coalitie, om de neutrale school te ondermijnen ?

Is dat de reden geweest, waarom geen opheldering gegeven werd van, veel min goedkeuring gevraagd over een en ander? Dan zal spoedig blijken, dat zwijgen het juiste middel niet was, om de anii-vrienden van het Dagllad te neutraliseren.

Nadat de heer P. Harting mij daags te voren gezegd had, dat men van geen schoolpligtigheid wilde weten, en hij in dat opzigt geheel van opinie veranderd was, gaf ik ZEd. kennis van mijn bepaald voornemen, om een voorstel te doen van volkomen gelijke strekking als in het primitieve ontwerp van hem en zijnen naamgenoot was opgenomen, een voorstel namelijk, om onder de grondslagen van den Bond ook op te nemen: het zoo mogelijk wegruimen der bestaande bezwaren tegen de invoering van het verpligt onderwijs hier te lande.

Ik besloot onmiddellijk na dat onderhoud een voorstel in dien geest te doen drukken en gaf, vóór den aanvang der zitting aan den ingang der vergaderzaal daarvan p. m. 150 exemplaren af ter verspreiding in de vergadering, ten einde alle misverstand te voorkomen, en te doen zien, dat ik met mijn voorstel niets anders beoogde dan primitief in het plan gelegen had, waarmede de heeren Harting het Nederlandsche volk op de aan ge-

-ocr page 14-

12

naamste wijze hadden verrast, maar dat, altijd op eene zeer onregelmatige wijze, ik zeg niet ten gevolge van, maar toch overeenkomstig de raadgeving van het Dagblad, was ter zijde geschoven.

Dat voorstel was van den volgenden inhoud: Het schoolvekbond , in heginsel erkennende, dat zoo lang in ons vaderland niet iedereen voldoend lager onderwijs ontvangt, althans zoodanig, dat het voornaamste daarvan voor het leven behouden blijft, de hechtste waarborg ontbreekt voor het behoud en de ontwikkeling der vrijheid, der beschaving en der welvaart; — en overtuigd, dat geene algemeene verspreiding van het onderwijs in alle klassen der maatschappij mogelijk is zond,er tusschenkomsi der wetgevende magt, die aan de ouders de verpligting oplegt, om hunne kinderen voldoend lager onderwijs te doen genieten, stelt zich ten doel: De invoering eener zoodanige wet voor te bereiden en zooveel mogelijk te helpen bevorderen.

[Zie verder het programma).

Ik geloof niet, dat iemand een merkbaar verschil in strekking zal kunnen aanwijzen, tnsschen dit voorstel en dat van de heeren Harting , zoo als zij 't in hun primitief plan als een der grondslagen van den op te rigten Bond hadden aangegeven, ten ware alleen dit: dat, terwijl die heeren op het wenschelijke der schoolplig-tigheid gewezen hadden, ik alleen van de tusschenkomst des wetgevers sprak in algemeenen zin, blijkbaar de voorkeur gevende, aan verpligt onderwijs.

Het is waar, door den heer L. Mulder werd mij, zoodra deze het voorzitterschap had aanvaard, kort vóór den aanvang der werkzaamheden medegedeeld dat urnenquot; met leedwezen vernomen had, dat een zoodanig voorstel door mij gedaan zou worden. Doch op mijn vraag, of ZEd. het voornemen had, discussie toe te laten over de

-ocr page 15-

13

algemeene streJcking van het programma, zoo als dit nu ontworpen was, een ontkennend antwoord ontvangende, verklaarde ik , in dat geval, bij mijn voornemen te moeten blijven en mijn voorstel te doen.

Ik zal niet in herhaling treden over 't geen na het aan de orde stellen van mijn voorstel heeft plaats gehad — hoe b. v. de heer P. Haeting mijn voorstel bestreed, het neen tvjistappelquot; noemende en zich verontschuldigende, dat hij primitief wel een gelijksoortig voorstel had gedaan, maar daarvan was teruggekomen, zijne handelingen in dezen vergelijkende bij eenen luchtreiziger, die onvoldoende voorbereid, hoog, zeer hoog opgestegen was, zonder over eene veilige ankerplaats te denken, en hoe hij het onmogelijk rekende, dat eene wet op de school-pligtigheid ooit zou kunnen uitgevoerd worden, en wij daardoor nog in eene erger positie zouden komen dan zonder eene zoodanige wet reeds het geval is, enz. enz.

Ik zal niet breedvoerig herhalen, hoe vooral Jonkh. van der Heim mijn voorstel bestreed, met te zeggen, dat, als het aangenomen werd, de geheele werkkring van den Bond zich zou oplossen in een eenvoudig rekwest aan de regering om schoolj^ligtigheid, en dat de officiëele cijfers der regerings-statistiek, waaruit het schoolverzuim zoogenaamd blijkt, neen leugen waren.'''' — (Let wel, dit werd door dien heer gezegd, niet van de gevolgtrekkingen, die door anderen uit die officiëele cijfers werden afgeleid — maar van die cijfers zelve). — Verder: dat zoo lang er één enkele huisvader in Nederland zou gevonden worden, die zeide er gewetensbezwaar tegen te hebben, dat zijn kind de openbare school bezocht, hij zich met al de kracht, die in hem was, zou blijven verzetten tegen de invoering van schoolpligtigheid enz. enz. Een wet had. nooit iets goeds gewrocht! — Be vrijheid stond tegenover de wet — en vrijheid was zijne leus!

Een luid applaudissernent volgde op dit indruk-

-ocr page 16-

14

wekkend betoog. Het was echter moeijelijk te beslissen, in hoeverre het een blijk van goedkeuring was over het redenaarstalent door den spreker aan den dag gelegd, of wel als een .bewijs, dat men het hierover met hem eens was: 1° dat bij aanneming van mijn voorstel het doel of de werkkring van den Bond zich zou oplossen in een bloot rekwest aan de regering;

2°. dat de officiëele cijfers der statistiek betrekkelijk het schoolverzuim een leugen waren — (maar waartoe dan een Bond?)

3°. dat een bloot n zeggenquot; gewetensbezwaar te hebben voldoende moet zijn en blijven in ons land, om vrijheid te hebben, te doen wat men goed vindt; 4? dat de barricaden-laai van sommige fransche republikeinen in ons land reeds weêrklank vindt? Of is het geen volbloed barricaden-taal in een volksvergadering, zij het dan ook bij monde van een jonkheer, de leer te verkondigen; «De wet staat tegenover de veijheid! Wetten wrochten nooit iets goeds !! 1 Weg dus met wetten, die de vrijheid belemmeren — leve de vrijheid!!! (1)

Ik hoop voor de eer van mijn land, dat men met dat applaudissement alleen hulde heeft willen brengen aan het onmiskenbaar talent van den redenaar, die als zoodanig voorzeker toejuiching verdiende.

Ik verwijs voor dit alles naar het Utrechtsch Dagblad van 28 October, dat van alle mij bekende verslagen, het meest getrouwe relaas der vergadering bevat.

(1) Het verdient opmerking dat zij, die zich in den mantel der denkbeelden hauner tegenpartij wikkelen, om hunne ware bedoelingen te verbergen, dit dikwijls zoo onhandig doen, dat schier iedere schoolknaap, die de lessen eener Hoogere Burgerschool heeft gevolgd, merken kan ndat ze niet in hun rol Men denke aan htemskeek Az. met zijn voorstel tot census-verlaging voor het kiesregt — cn aan de conservatieven, als zij ter bestrijding van verpligt onderwijs zich met zoovee! overdreven ijver in de bres stellen voor... »dk vbijheil'!!quot; enz. enz.

-ocr page 17-

15

¥

i

Als doel van den Bond werd mijn voorstel verworpen — als middel zoude men er op terug komen.

Dit moet wel doen denken aan een misverstand bij de stemming; hoogst waarschijnlijk het gevolg, éénsdeels van de argumenten door sommige sprekers bij de bestrijding van mijn voorstel tegen de schoolpligtigheid aangevoerd, en anderdeels van eene (zeker bloot toevallige) uitdrukking van den voorzitter, zóó kort voor den aanvang der stemming gedaan, dat geene rectificatie door mij mogelijk was; eene uitdrukking waardoor velen in den waan werden gebragt, dat het de vraag gold, of men de schoolpligtigheid als doel of als middel zou beschou-? wen. Doch hoe dit zij, het voorstel werd met eene over-

groote meerderheid als doel verworpen.

Hoe men nu ooit het voorbereiden eerier wet, waartegen in ons land zoo vele bezwaren van verschillenden aard bestaan (gegrond of ongegrond); het zoo mogelijk wegruimen dier bezwaren, onder de middelen ter bestrijding van het schoolverzuim zal kunnen opnemen, blijft voor mij nog altijd raadselachtig.

De tusschenkomst van den wetgever op eene of andere wijze is ongetwijfeld een middel, in mijn oog het eenig afdoend middel zelfs, tegen het schoolverzuim — maar het ligt niet onder het bereik van eene vereeniging van particulieren, en alleen zulke middelen kan men opnemen in zijne statuten. Het eenige toch wat men doen kan is: de bestaande bezwaren, die de invoering van het middel tot hiertoe hebben belet, grondig onderzoelcen, om te zien, wat er van is. En als het dan blijken mogt, dat het geneesmiddel erger zoude zijn dan de kwaal, dan is de strijd van zelve op dit punt geëindigd.

Dergelijk onderzoek nu kan niet doelmatiger en onpartijdiger plaats hebben dan door eene vereeniging, waardoor-en /elt;7e«sianders van dat «heroïekquot; middel zamen werkzaam zijn, om de hoofdkwaal te bestrijden. Ik zie daar-

^ 1

-ocr page 18-

16

om volstrekt niet in, dat het zich ten doel stellen var. een zoodanig onderzoek, ooit een gegronde aanleiding zou kunnen zijn voor de tegenstanders, om zich te onttrekken aan de vereeniging — tenzij men heimelijk overtuigd zij, dat de bezwaren, waarop men wijst, de toets van een onpartijdig en grondig onderzoek niet kunnen doorstaan.

Een tal van bezwaren, die men zoo hier en daar verneemt, komen mij als weinig beteekenend voor en het zou niet veel moeite kosten om deze te rangschikken onder de denkbeeldige bezwaren, ook door hen, die er nu ter goeder trouw op wijzen als in hun oog onoverkomelijke helotselen. Ik zeg daarom niet, dat er geene bezwaren over zullen blijven. Het tegendeel is waar. Maar eerst na grondig onderzoek en uiteenzetting van die bezwaren, die werkelijk zullen blijken voor geene oplossing vatbaar te zijn, zal men eene keuze kunnen doen, of men al of niet de toepassing van het middel wenschelijk acht in het algemeen belang.

Hoe het mogelijk is, dat er nog praktische mannen in onderwijszaken gevonden worden, die de overtuiging missen, dat het zonder tusschenkomst van den wetgever onmogelijk is om het schoolverzuim op afdoende wijze te bestrijdenis mij onbegrijpelijk. Ik althans zeg het de hee-ren Habting na, op bl.10 van hun uilen dag in den vreemdequot;:

a De ondervinding heeft het maar al te duidelijk ge-nleerd, de verbetering zal zich tot in het oneindige laten ii wachten, tenzij de Staat met zijne magt tusschenbeide trede, iiom het bestaande kwaad weg te nemen.quot;

Maar genoeg over mijn voorstel. Ik wensch bij deze gelegenheid nog een enkel woord te zeggen over het afkeurend oordeel in sommige organen der publieke pers, (voor zooveel deze ter mijner kennis zijn gekomen) waartoe mijne handelingen op de vergadering van 27 October aanleiding gegeven hebben.

-ocr page 19-

17

Volgens het Jlandelsblad heb ik er nde rol eener twistgodin vervuld.quot;

Dit oordeel steunt waarschijnlijk op de kwalificatie, door den heer P. Haeting aan mijn voorstel gegeven, toen ZEd. het neen twistappelquot; noemde. Die heer was van het nu door hem ingenomen standpunt volkomen daartoe bevoegd; alles toch getuigde er van, dat ZEd. slechts een vergadering wenschte,

»Waarin................................................. de zonen

»Van 't zelfde huis als broeders zouden zamen komen,quot;

om (volgens den Twentschen briefschrijver, of liever photo-grafist der Nieuwe Rotterdamsche Courant van 10 Nov.,) echt huiselijk, wat vriendschappelijk te keuvelen en de n zieke schoolquot; de pols te voelen, zonder meer. Immers men wilde, volgens hem nde patient wel gaarne genezen zien, doch zonder dat haar, de familie en bekenden zéér werd gedaan; men was daarom van mijn scalpeermes niet gediend,quot; en ik deed dan ook, in zijn oog nmisschienquot; meer dan door de rondgezonden circulaire der zeventien gewettigd kon worden.

Ik dank bij deze gelegenheid dien mij onbekenden maar geestigen en scherpzinnigen opmerker, voor al hetgeen hij ten mijnen aanzien wel heeft gelieven te zeggen, cn hoop, dat zijn zoo beleefd geuite twijfel over mijn regt tot het doen van mijn voorstel tegenover de iimen'squot; door het voorgaande zal zijn weggenomen.

Het beruchte Dagblad signaleerde mij als een '/radicalen vrijheidshelagerdie (door één der vrienden), met schitterend succes was bestreden, doch erkende later toch, dat mijn voorstel op zijne plaats was. (Hoe lief!)

Volgens de Bazuin, wier redactie de beleefdheid had mij een exemplaar te zenden van het nommer, waarin zij mij en het voorgevallene op de vergadering van 27 October beoordeelde, en waarvoor ik haar bij dezen dank zeg.

-ocr page 20-

18

ben ik (1) niet alleen een ndemocraatquot;, een »moedermoor derquot; (altijd op politiek gebied), een „tveyhereider der roode repu-hlieJc,'' maar een „tweede Mabat en Robespieree, die de Nederlandsehe Girondins door logische noodzakelijkheid (2) onder de guillotine-hijl zouden doen vallen!''

En dat alles waarom?

Omdat ik één der grondslagen van het schoolverbond, zoo als dit door de heeren Haeting ontworpen was, op nieuw ter sprake heb gebragt, welke grondslag op eene raadselachtige wijze (ik wil het herhalen) zoo al niet n ten gevolge van,quot; dan zeker n overeenkomstigquot; den raad door het Dagblad aan n zijne vriendenquot; gegeven, was ge-ëscamoteerd geworden...

Ik heb in mijn voorstel myne overtuiging neêrge-legd en heb die bij de toelichting rond en open uitgesproken, alles vermijdende, wat anderen kwetsen kon, (3) even als de heeren Haeting dit gedaan hebben in hun Een dag in den vreemde en in hun primitief voorstel en oproepingsbillet.

De heeren Haeting zijn van overtuiging veranderd: ik niet... Ziedaar het eenige verschil tusschen ons wat dit punt aangaat.

Zij deinsden terug (volgens hunne eigen verklaring) voor de taak, die zij vrijwillig op zich namen, en riepen de hulp in van... •• alle partijenquot; zonder onderscheid.

Ik , meenende wat ik zeg, en zeggende, wat ik meen, zie in dat laatste te hulp roepen alleen de zucht om velen te believen , door te doen, wat men naar eigen over-

(1) Niet Jonkh. van der Hetm met zijne barricaden-taal.

(2) Welk verschil bestaat er tusschen de nlogische noodzakelijkheid? van de Bazuin en uhet causaal verband?* der ultra-modernen? Vraag aan dr. Kutpeb.

(3) Het Vaderland althaus had de beleefdheid daarvan de volgende getuigenis af te leggen:

»Al wat door den spreker in het midden gebragt werd t kenmerkte zich door »geestdrift voor de zaak van het ondertoijs, gepaard aan eene vrijzinnigheid en n gematigdheid, welke bij alle toehoorders den aangenaamst en indruk achterlieten**

-ocr page 21-

19

tuiging minder geraden acht, of te laten, waarvan men naar eigen overtuiging alleen iets goeds verwachten kan. Dit nu moge blijk geven van een zekere meêgaandheid (helaas! een nog vrij algemeen gangbare munt in ons vaderland) maar het is, naar mijne overtuiging, daar waar het op handelen aankomt, tevens de oorzaak van halve maatregelen, die hoogst zelden iets degelijks ten gevolge hebben.

Zij worden begroet als een i, edel broederpaarquot; en verre is het van mij om er iets op af te dingen, ik daarentegen als een nBadicale vrijheidslelager.quot;

En toch, Multatuli had ongelijk om te zeggen: «publiek, ik veeacht uquot;. — ff Wie zich beklaagt over dwaling is een vijand van de waarheid.quot;

Het is voorloopig beslist, dat men den Bond er niet dienstbaar aan maken zal, om de bestaande bezwaren tegen de tusschenkomst van den wetgever te onderzoeken en zoo mogelijk uit den weg te ruimen Ik zeg nvoorloopigquot;, daar de tijd ontbroken heeft, om de kwestie au fond te bespreken. Doch er is slechts een wapenstilstand gesloten over de strekking van den Bond in het algemeen en over het verpligt onderwijs in het bijzonder, en men verlieze niet uit het oog, dat generaals als Jkhr. Betma thoe Kingma, Opzoomee, van Hetst, de Roock, van Lier, Sikkens, en zoo velen, wier namen ik niet behoef te noemen — evenmin als ik, zoo ligt het hazenpad kiezen.

Het door mij geopende tirailleur vuur werd wel door grof geschut (met los kruid?) beantwoord door Jhr. van dee Heim, en door de motie van den heer Moens tot zwijgen gebragt, maar de korte gedachtenwisseling over school- of leerpligtigheid, door mijn voorstel uitgelokt, zal toch, naar ik hoop, minstens dit voordeel aangebragt hebben, dat het vraagstuk meer ernstig zal worden overdacht door velen, die dit tot hiertoe verzuimden

-ocr page 22-

20

en zich toch geregtigd achten, daarover eene opinie te uiten. Men heeft zich in allen gevalle verbonden, om er op terug te komen in eene volgende, algemeene vergadering— vóór en aleer men het Schoolverbond als geconstitueerd zal beschouwen (1).

Hoe het zij, de éérste vergadering is in geen en deele onvruchtbaar geweest, maar heeft tot een groot, zeer groot resultaat geleid, namelijk dit: dat de aandacht in Nederland op het zoo noodlottig schoolverzuim gevestigd is op eene wijze, zooals dit zonder het cordate initiatief van de heeren Haeting zeker niet zoo spoedig zoude hebben plaats gehad. En dit is, op zich zeiven beschouwd, een zeer gelukkig verschijnsel.

Te regt werd dan ook door den heer D. Haeting aan het einde der vergadering een warm en waar woord gesproken tot de aanwezigen:

I/ Wij, Hollanders, raken niet ligt in geestdrijt, wij laten iiveel over onzen leant gaan; maar eenmaal ingenomen met neen zaah, dan ook heblen wij een wilskracht, waardoor wij nbergen van bezwaren verzetten, en zaken tot stand brengen, a die ieders bewondering trekken. Laat ons toonen, dat dit necht Hollandsch karakter ook in ons gevonden wordt, ii Wij hebben ons overtuigd van het bestaan van een kwaad, nezn kanker, die aan de welvaart onzer Maatschappij knaagt: nhet zoo noodlottig schoolverzuim. Laat ons nu op alle nbezwaren bij de bestrijding antwoorden : n Wij willen! ja. wwij willen!!quot; quot;

1) Het is daarom nONJUiST,quot; (a la van Zutlen) wat de iV. Rott. Cour. goed vond te zeggen in haar hoofd artikel van 10 Nov. :

a In de avondvergadering ie Utrecht, toen de lucht gezuiverd was van het usaïpeierig element, was het weder de overgroote meerderheid die zich afkeerig nbetoonde van het verpligt schoolonderwijsquot;

Het tegendeel is veeleer waar. Aan het slot der avondzitting toch werd uitdrukkelijk geconstateerd, dat er geen gelegenheid gegeven was, om over het verpligt onderwijs (van schoolpligtigheid was geen sprake) van gedachten te wisselen.

-ocr page 23-

21

Dagelijks verneemt men dan ook berigten van het vormen van Afdeelingen, om het schoolbezoek te bevorderen, en ongetwijfeld zullen die pogingen veel goeds ten gevolge hebben, terwijl zij tevens krachtig zullen bijdragen om de overtuiging meer algemeen te doen worden, dat zonder de tusschenkomst van den wetgever geene algemeene verspreiding van het onderwijs in alle Massen der maatschappij mogelijk is.

Maar — en hier rigt ik mij tot de omii-vrienden van het Dagblad, tot hen, wien niet alleen hun land en volk lief is, maar die tevens niet blind zijn voor de gebreken van het tegenwoordig volksonderwijs — veel min voor de gevaren der toekomst, vooral van de zijde dier zoogenaamde 7vriendenquot; ,van het Dagblad, — (de Conservatieven, — Anti-revolutionairen en JJltramontanen) — is het u voldoende, een Schoolverbond in het leven te roepen , enkel met het doel, het schoolbezoek te bevorderen, zy het ook overeenkomstig mijn voorstel, tevens met het doel, om de tusschenkomst van den Staat voor te bereiden, zoodat er geen schoolverzuim meer mogelijk ware ? Mij is dit op verre na, niet voldoende.

Ware het mij vergund geworden, op de vergadering over de algemeene strekking van het ontwerp, zoo als dit nu ter tafel is gebragi, mijne gevoelens te zeggen, dan zoude het welligt gebleken zijn, dat er velen waren, die met mij een veel ruimere strekking aan een Schoolverbond in Nederland wenschen gegeven te zien, dan bloot het schoolverzuim te bestrijden.

Er wil daarom nu langs dezen weg aan het oordeel van alle belangstellenden in het openbaar lager onderwijs mijne denkbeelden onderwerpen over hetgeen in mijn oog de strekking van een Nederlandsch Schoolver-

-ocr page 24-

22

bond — welligt doelmatiger schoolwet-verbond — zal

moeten uitmaken.

Zie hier mijn programma :

DOEL.

1. Bescherming en handhaving der openbare (neutrale) school tegen hare openbare en geheime vijanden.

2. Bestrijding van het schoolverzuim door het zooveel mogelijk bevorderen van schoolbezoek, zonder onderscheid te maken tnsschen openbare of niet gemengde, bijzondere scholen.

3. Grondig onderzoek naar:

a. de bezwaren tegen eene tusschenkomst van den wetgever, ter algemeene verspreiding van het lager onderwijs in alle klassen der maatschappij,

b. de gevolgen van veepligt en kosteloos onderwijs hier te lande.

4. Ernstig streven naar verbetering van het volksonderwijs, onder meer door:

a. verheffing van de onderwijzers tot rijksambtenaren, met een vaste jaarwedde ten laste van het rijk en toelagen der gemeentebesturen; beroepbaarstelling enz.;

b. meer practische methode in het onderwijs van sommige leervakken;

c. verbetering van het schooltoezigt enz. enz.

MIDDELEN.

1. Het uitgeven van een eigen orgaan (maand- of tijdschrift).

2. Het beloonen of bekroonen van verdienstelijke geschriften, ter bevordering van het doel der vereeniging.

3. Het stichten van afdeelingen, waarvan ieder in haar

.eigen kring zelfstandig werkzaam zal zijn, om het schoolverzuim te bestrijden en verder in overleg

-ocr page 25-

23

met een Hoofdbestuur alle verdere strekking der ver-eeniging te bevorderen.

Toen de schoolwet-kwestie nog onder «het slijk der politiekquot; bedolven was, in December 1868, werd reeds door mij in eene zeer talrijk bezochte meeting te Gorin-chem, uitgeschreven door de kiesvereeniging Burgerpligt, en ten doel hebbende onze wet op het onderwijs in het openbaar door voor- en tegenstanders te doen bespreken, het denkbeeld aangegeven, om een Bond op te rigten met een zeer geringe contributie, b. v. 25 cents voor ieder lid, die zich tot hoofddoel stellen zou: de hoofdbeginselen der wet van 1857 te beschermen tegen hare geheime en openbare vijanden (1). Het scheen echter, dat men toen den tijd en de omstandigheden nog niet rijp achtte tot verwezenlijking van dat denkbeeld.

Zal dit nog het geval zijn, nu het nederlandsche volk, wakker geschud door het Bisschoppelijk mandement, de Encycliek en Syllalus aan de ééne en door de zoo doelmatige bemoeijingen der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen aan de andere zijde, uitspraak heeft gedaan ten voordeele der neutrale school? Ik kan het niet ge-looven.

Zij, die hun land en volk liefhebben en het gevaar kennen, waarmede de neutrale school voortdurend wordt bedreigd, zoo door hare openbare vijanden als (en niet het minst) door hen ttdie de kunst verstaan, om hunne ware bedoelingen te verbergen in den mantel der denkbeelden van hunne tegenpartijquot; mogen niet langer aarzelen, om op het voorbeeld hunner tegenstanders zich onderling te vereenigen, ten einde deze laatsten met ver-

(1) Men zie het verslag van het verhanJelJe ia de buitengewone vergadering vau de kiesvereeniging Burgerpligt, gehouden te Gorinchem in den Doelen . den 5 December 1868. Goriuchem, G. C. van deh Mast.

-ocr page 26-

24

eende krachten en open vizier te bestrijden en te helpen ontmaskeren.

„Maskers af!quot; was indertijd de wanhopige kreet van het Dagblad en zijne «vriendenquot;. Welnu, het door mg u voorgesteld programma laat geen twijfel toe over wat wij willen. Maskers af! zij thans ook de leus in alles, wat met het onderwijs in verband staat.

Allen, die bereid zijn, om zich aanéén te sluiten ter uH-vosring van dit programma, wat de algemeene strekking betreft, gelieven mij door bloote toezending van hun adreskaartje daarvan te doen blijken.

Niet, dat ik wenschen zou, het gebeurde op 27 October ongedaan te maken, af te breken of te belemmeren. Integendeel: wie zou niet met vreugde de berigten begroeten, dat allerwege afdeelingen tot stand komen, om het schoolverzuim zoo veel mogelijk te bestrijden. Soortgelijke vereenigingen kunnen niet te spoedig en te talrijk opgerigt worden. Maar er is meer noodig dan dit alléén — en ook dat meerdere moet zich een Schoolverbond ten doel stellen, zal het aan de bestaande behoeften voldoen.

De volgende vergadering te Utrecht zal dan doen zien, wat men wil. Daarna zal het beslist worden, of er naast een Schoolverbond tegen schoolverzuim nog plaats zal zijn voor een Schoolwet-verhond volgens de straks voorgestelde grondslagen — dan wel of zamensmelting mogelijk zal zijn. Het laatste wordt door mij het vurigst ge-wenscht!

Goes, December 1869.

-ocr page 27-

STAAT van het schoolverzuim in de provincie Zee-land, opgemaakt naar aanleiding van het getal leerlingen ingeschreven voor het lager onderwijs op de openbare- en bijzondere dagscholen, van 6 tot en met 11 jaar in 1868.

VERDEELING DER PROVINCIE.

Bevolking op lo. Januarij 18G8.

Vermoedelijk getal kinderen van 6 tot 12 jaren.

SCHOOL\ 15 Jan.

rERZUIM-15 Julij.

KOSTEN per hoofd na aftrek van Schoolgeld etc. in 1867.

op 100 kinderen.

quot;3 C5

§ £ t—1 cj

3 0) O

Voormalig district............

34955

o

4544

37

1676

47

2133

/quot;0,68

Walcheren (zond. Midd. enVliss.)

16088

2091

32

670

30

619

» 0,671

Voormalig 4de district............

24239

3151

28

881

39

1217

» 0,93

Zuid-Beveland (zonder Goes)...

25817

3356

26

859

42

1425

» 0,77

Tholen, c. a........................

14438

1877

18

346

34

651

» 1,02

Noord-Beveland ..................

6729

875

18

158

32

287

»0,84

Schouwen en Duiveland(z.ZZee.)

14793

1923

14

283

31

599

»0,935

17817

2735

4873

39

8174

Vlissingen (t)........................

11521

1498

38

572

41

618

» 0,68»

Goes.................................

6313

821

19

158

27

225

» 0,894

Middelburg........................

16180

2103

18

384

18

375

»0,93»

Zierikzee ...........................

7928

1031

3

36

2

25

» 1,17»

Totaal over de geheele Prov. id. id. id. 1869.

179001

23270

258 8

6023

3512

8174

»0,81

179298

23309

223 1

5201

30-»'

7102

-ocr page 28-

26

NADERE VERDEELING VAN HET SCHOOLVERZUIM IN IEDERE GEMEENTE IN 1868.

Voormalig 5ae district.

Winter. Zomer.

pCt. pCt. ,. 35 46 52 22 45 68 41 45 33 38

f 0,75' » 0,64 3 . 0,96 » 0,85 » 0,626 » 0,605 . 0,685 . 0,69« . 0,88J

ƒ0,67 » 0,58a » 0,30 » 0,47 4 . 0,84quot;

» 0,505 » 0,69 » 0,52 » 0,63=

» 0,788 Walcheren,

75 64 61 46 28 50 67 38 60

Sas van Gent ...

* St. Jansteen ... 54 Koewacht ............52

• BoschkapeJle ... 49 *Hontenisse............43

Neuzen ..................38

*Stoppeldijk............38

*Graautv ..................37

Hulst ........................37

*Clinge........................36

Winter. Zomer.

pCt. pCt. .. 60 60

Hoek ........

* Hengstdijk...... 30

•Axel ............. 29

* Westdorpe...... 29

Overslag......... 28

Zuiddorpe ...... 25

*Zaamslag ...... 24

*Ossenisse......... 19

Pliilippine ...... 10

Voormalig 4de district.

Winter.

pCt.

Heille............ 52

Uzendijke ...... 43

Groede ......... 35

Cadzand......... 34

Nieuwvliet...... 34

* Aardenburg ... 33

* Waterlandkerkje 33

* Biervliet......... 31

*St. Kruis ...... 27

f 0,60 » 1,42» » 0,79» » 1,79 » 1,43 » 1,07 . 0,64 » 0,96

Eede ........................25

*Oostburg..................23

Breskens..................22

St.Anna t. Muid. 21

* Sluis ........................21

*Zuidzande............20

* Hoofdplaat............19

Schoondijke ... 18

Retranchement. 5

/ 1,04 » 0,635 » 0,605 » 0,825 gt; 0,665 » 0,67 » 1,00 » 0,98 » 1,205

0,85

geen schoolgeld voor het gewoon lager onderwijs op de

heffen

(*) Deze gemeenten dagschool.

Winter.

Zomer.

Kosten.

Winter.

Zomer.

Koeten.

pCt.

pCt.

pCt.

pCt.

Aagtekerke .

.. 52

41

/quot;0,47

Ritthem .........

33

21

/quot; 0,68

Biggekerke....

47

50

» 0,56

Zoutelande......

33

26

. 0,82»

Vrouwepolder.

.. 44

42

» 0,88

Serooskerke ...

30

30

» 0,69

St. Laurens .

.. 42

33

» 0,92»

Grijpskerke ...

28

21

» 0,40

Koudekerke .

.. 41

39

. 0,45

Nw. en St. Joosl.

26

31

. 0,60»

Vlissingen ....

38

41

. 0,68»

OostenW.-Soub.

25

31

» 0,78

Veere..........

38

16

» 0,67

Westkapelle ...

19

26

» 0,58

Domburg ....

36

24

» 0,77»

Oostkapelle......

18

24

» 0,89»

Arnemuiden .

.. 36

30

» 0;595

Middelburg......

18

18

» 0,93»

Meliskerke....

34

38

» 0,70»

Zomer.

pCt.

70

43 30

38

44

39 48 47 43

Winter. Zomer.

pCt. pCt.

52

32 24 48 26 51 31 34

33

-ocr page 29-

27

Zuid-Beveland.

Winter. Zomer.

pCt. pCt.

Kloetinge ...... 39 51

Hoedekenskerke 38 41

's Gravenpolder. 38 50

Heinkenszaud... 38 43

*'sHeer Abtskerke 37 30

Ellewoutsdijk... 37 43

Borsselen ...... 36 56

IJerseke......... 32 60

'sHeerenhoek... 32 63

Baarland......... 32 40

Fort Bath ...... 31 53

Ovezande......... 29 49

Waarde ......... 28 37

Winter. Zomer.

pCt. pCt.

*Oud Vossemeer. 32 44

Stavenisse ...... 27 44

'Poortvliet......... 24 27

Scberpenisse ... 23 23

Winter. Zomer.

pCt. pCt.

* Wissenherke ... 25 36 *Kortgeen......... 21 29

Winter. Zomer.

pCt. pCt.

'sHeer Arendsk. 26 47

Kruiningen...... 25 30

Scliore........... 20 46

Wemeldinge ... 19 37

Goes ............ 19 27

Nisse ............ 19 18

* Wolphaartsdijk 18 36

(t)Kattendijke,c. a. 18 14

Kapalle ......... 17 44

*Oudelande...... 15 56

Driewegen ...... 12 63

Rilland ......... 4 36

Tholen, c. a.

Kosten.

/' 1,02 * 0,46 » 0,843 » 0.873

Winter. Zomer. Konten.

pCt. pCt.

St. Philipsland... 19 48 f 0,74

* St. Maartensdijk 16 33 »1,08®

* Tholen............ 15 17 » 1,635

*St. Annéland ... 4 43 »0,98

f 0,754 » 0,933

Noord-Beveland.

Winter. Zomer.

pCt. pCt.

Colijnsplaat...... ll 32 / 1,043

Kats............... 3 28 »0.865

ƒ0,81 » 0,40s ^ 1,01 » 0,51 » 0,78 » 1,09 » 0,52 » 0,803 » 1.425 » 0,894 » 1,00 . 0,83

f 0,975 » 0,46

» 0,825 » 0,77 » 1,58 » 0,74 » 0,745 » 0,91 = » 0,55 » 0,633 gt; 1,11 » 0,635 » 0,585


-ocr page 30-

28

Duivelaud.

Schouwen

Winter.

Zomer.

Kosten.

pCt.

pCt.

Kerkwerve ...

38

32

/1,00

Burgh .........

33

30

» 0,80

Nieuwerkerk

... 26

38

» 0,595

Eikerzee......

92

41

» 0,63»

Duivendijke

... 18

51

¥

O O

* Haamstede ...

17

39

». 1,468

Serooskerke

... 17

34

» 1,503

Zonnemaire...

16

33

» 1,17

Renesse ......

13

27

» 1,11

Wlmter.

Zomer.

Kotten.

pCt.

pCt

Bruinisse.........

12

30

ƒ 0,76'

Ellemeet.........

11

27

» 1,348

Noordgouwe ..

10

37

gt; 0,73'

Brouwershaven.

10

23

» 0,094

*Breischor......

9

26

» 1,324

Noordwelle ...

9

21

» 1,328

*Oosterland......

6

26

» 1,125

Zierikzee ......

3

2

» 1,175

Ouwerkerk ...

1

17

» 1,12'


-ocr page 31-

NASCHRIFT.

//Het is een kleine minderheid, die tot hiertoe //velen beheerschte — haar overmoed nam toe, i/naarmate zij onzen onderworpen zin aanschouwde, //uit gebrek aan moed, om tegen die heerschende //partij op te komen.quot;

//Schudt in uw eigenbelang, ia het belang «van de toekomst van ons Vaderland, die lafhar-«tigheid van u af; laat uwe stem hooren, en «werpt het gezag van uw naam en van uw ge-«tal in de schaal — laten wij het openlijk zeggen //en herhalen, dat wij voorstanders zijn der open-//bare (neutrale) school.quot;

Opzoombr.

Reeds was deze brochure ter perse, toen men in de voornaamste dagbladen het berigt vernam, dat de Commissie, belast met de taak om naar aanleiding van het verhandelde in de vergadering van 27 October een concept-reglement te ontwerpen voor het Schoolverbond, met haren arbeid gereed was; en dat op het laatst van Februarij eene Algemeene Vergadering zal gehouden worden door afgevaardigden van reeds gevestigde of vóór 15 Februarij te vestigen afdeelingen, om hunnen arbeid te beoordeelen, en het Schoolverbond definitief te con-stitueeren, onder verdere niededeeling, dat die vergade-

-ocr page 32-

30

ring ook met regt van adviseerende stem zal kunnen worden bijgewoond door leden van het verbond, die op plaatsen wonen, waar nog geen of deeling is tot stand gekomen.

Deze bepaling der Commissie is geheel in strijd met liet besluit der vergadering, van wie zij, overeenkomstig het door mij gedane voorstel, haar mandaat ontvangen heeft.

In de avondzitting toch van 27 October is uitdrukkelijk bepaald geworden, en door de toen nog aanwezige heeren aan de bestuurstafel, bij monde van den Voorzitter, den heer L. Mulder, namens de Commissie, de toezegging gedaan, dat naan allen, die van hunne tegenwoordigheid op de éérste vergadering hadden doen blijken, een exemplaar van het ontwerp-reglement zoude toegezonden worden, en dat dezen zouden opgeroepen worden, om het Schoolverbond definitief te constitueer en, onder bijvoeging, dat de gemaakte en nog te maken kosten, aan een en ander verbonden, door allen gezamenlijk zouden gedragen worden.

In strijd met dit besluit, door de vergadering genomen, vindt men nu goed, zijne lastgevers eenvoudig ter zijde te stellen, hun alléén eene adviseerende stem gevende!!

In betrekkelijken zin verheug ik mij in dat besluit der Commissie , omdat het een krachtige bijdrage is ter bevestiging van datgene, waarop door mij in de voorgaande bladzijden is gewezen; het upast op uwe neuzenquot;, zal er waarschijnlijk te gereeder door gebillijkt worden.

Dat zij, «die de kunst verstaan, van hunne ware bedoelingen in den mantel hunner tegenpartij kunstmatig te verbergen,quot; zich veel, zeer veel durven aanmatigen, is reeds geWeken vóór en op 27 October. Maar dat de meerderheid eener Commissie, waaronder dan toch een tal mannen van ngoeden wil,quot; in spijt eener zoo uitdrukkelijke overeenkomst, zoo ver zouden durven gaan, als nu hei geval is — wie zou dit ooit hebben durven

-ocr page 33-

31

vermoeden? Het druischt dan ook te zeer aan tegen de goede trouw, om daarin stilzwijgend te berusten.

Waar op dusdanige wijze het gegeven woord verbroken wordt — zij het dan ook door mannen, wier namen teen goeden klank Iiebhen in ons vaderlanddaar is zwijgen in mijn oog lafhartig.

Ik laat anderen vrij, om zich op zoodanige wijze stil-zwijgend als schooljongens te laten behandelen. Doch wat mij betreft, ik protesteer tegen zulke wederregtelijke handelingen, en aarzel niet om, ter bevestiging van de juistheid mijner bewering, een beroep te doen op allen, die de sluiting der avondzitting op 27 October hebben bijgewoond.

-ocr page 34-

/. /^r/ ^