-ocr page 1-

lt;♦gt; lt;♦gt;

vV 1

1

s*'

I

I

?•gt;

i

I

lt;♦gt;

gt;:lt; «

t

-ocr page 2-

3L.ATE3Sr -WIJ

B II E D A , EI3TTA.R3D VAJST WEES, Snelpers- Boek- en Muziekdrubkerij.

-ocr page 3-

IMPRIMATUR.

Datum in Hoeven, hac 4 Novembris 1880.

C. VAN DER VEEKEN

Libr. Censor.

-ocr page 4-

L^TEIST quot;WIJ

TOT HET

TABERNAKEL GAAN.

V enite, adoremus et procedamas anteüeuni.

Komt, laat ons aanbidden en ons voor God neerwerpen.

Allen, die geloof en verstand bezitten , erkennen, dat God alleen ons redden kan uit de gevaren, die in deze droevige tijden, de geheele Maatschappij bedreigen. — Bijgevolg moet er meer en beter gebeden worden dan ooit, ziedaar de noodzakelijke en in het

ss-_______®

-ocr page 5-

£9

6

oog vallende gevolgtrekking van elke redeneering over den tegenwoordigen loop der gebeurtenissen.

Ja, er moet gebeden worden, en wordt het inderdaad gedaan ? Smeeken alle Christenen met aandrang om de zegepraal der Kerk en het welzijn van hun land?

Geeit men aan het gebed al de kracht, al de uitwerking, die het zou kunnen hebben ? Ziedaar even zooveel vragen, die in het algemeen ontkennend moeten beantwoord worden. Levendig ervan overtuigd, dat het gebed het groote redmiddel is zoo voor de Maatschappij als voor elk harer leden, wenschen wjj, in het belang van onze naasten en van het Vaderland, het onze ertoe bij te dragen, om allen op te wekken en krachtdadig aan te sporen, om, naarmate i a _1-------S

-ocr page 6-

de nood hooger stijgt, met meer ijver tot God te vluchten en Zijnen bijstand af te smeeken.

Voor alles echter wenschen wij vurig, iedereen het geheim te ontdekken, om het geestelijk wapen, d. i. het gebed, eene onverwinbare kracht bij te zetten. Om dit dubbel doel te bereiken, is het voldoende, dat de zielen verstaan en begrijpen, wat het zeggen wil: » Laat ons naar het Tabernakel gaan.quot; Ach! mochte deze uitnoo-diging aangenomen worden, als voortkomende uit het Hart van Jesus zelf. Van alle kanten doorgevaren omringd, weten wij in onze angst en onze beklemdheid des harten niet, hoe de straffen te ontgaan, die ons bedreigen.

O, wij, kleinen van geloot! Wat klagen wij ? Wat hebben wij teduchten, vermits Hij, die met een enkel teeken w___»

-ocr page 7-

den storm bedaarde, ons nabij is? Hooren wij zijne zoete stem niet, die in onze Tempels weerklinkt en ons thans nog, evenals den kinderen Israüls vóór negentien eeuwen, toeroept:

Komt tot mij, gij allen, die belast en beladen zijt, en Ih zal u verkwikken ; Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Ik ben uw heil.

Waarom roepen wij, als wij ernstig verlangen bevrijd te worden van de eene of andere tijdelijke of geestelijke ramp, niet terstond de nulp in van den waren en eenigen Eedder.

Wij kunnen noch aan zijne macht, noch aan zijne goedheid twijfelen; waarom aarzelen wij, ons aan Zijne voeten te werpen en eenparig dezen kreet van vrees, maar tevens van vertrouwen te slaken; »HeerI red ons: wij vergaan.quot;

L-------

-ocr page 8-

m

9

Laat ons naar het Tabernakel gaan ! gelooft mij, daar wacht God ons, om ons te troosten, te verhooren, zelfs te verblijden te midden van onze kwellingen. Ongetwijfeld is het gebed altijd en op alle plaatsen goed; maar aan den voet des Altaars gestort, is het gewis beter. Daar toch, meer dan elders, meer nog dan in den Tempel der Oude Wet, vestigt God Zijne blikken op ons; leent Hij ons een gunstig oor; opent Hij zijn Hart om ons te beminnen, Daar stemt alles tot ingekeerdheid; vergemakkelijkt alles de vereeniging met Jesus, die de eerste voorwaarde van het gebed is, de Kerk is bij uitnemendheid bet Huis des gebeds; in het Tabernakel woont de Moeder des gebeds; Hij die het gebed beveelt en onderwijst en om geene andere reden zoovele

-ocr page 9-

smeekingen vordert, dan om de voldoening te smaken van cns met Zijne gaven te verrijken. Een bezoek bij het H. Sacrament, hoe kort ook, is altijd eene akte van geloof en van liefde, dikwijls zelfs een offer, en trekt den zegen van den God onzer Altaren over ons af. Wij herhalen het met den onsterfelijken Schrijver van de Bezoeken bij het H. Sacrament en de H. Maagd (de H. Alphonsus de Ligorio); overal verhoort God de gebeden, doch aan den voet der Altaren beloont Hij ze in overvloed. —

Laat ons naar het Tabernakel gaan! en wij zullen er de aangename ondervinding van opdoen. Gaan wij naar het Tabernakel! en wij zullen met de goddelijke bescherming ook alle zegeningen van het Hart van Jesus bekomen. Zou de Maatschappij niet m___K

-ocr page 10-

11

'm

behouden zijn , zoo zij tot het H. Hart terugkeerde ? — En wat verlangt dan dit aanbiddelijk Hart, wat vordert Het om ons zijne scliatten mede te deelen? Hoort, hoe Het zich-zelf aan Zijne getrouwe Bruid, de gelukzalige Margaretha Maria openbaart. Ik dorst er naar in het II. Sacrament door de menschen vereerd te worden, en Ik vind bijna niemand, die zich volgens mijn verlangen beijvert, om mij te verkwikken door mij wederliefde te bewijzen. Zou men met meer warmte op eenig blijk van wederliefde kunnen aandringen? Als alle christenen ei-naar streefden, dezen dorst des Zaligmakers te losschen, dan zon de Aarde als worden overstroomd door een vloed van genaden.

Ach! dat Jesus zich toch niet langer te beklagen hebbe over het geringe

-ocr page 11-

12

aantal Zijner aanbidders; mochten toch alle Catholieken voortaan hunne erkentelijkheid betuigen aan dien God van liefde, door Hem ten rainste van tijd,tot tijd voor eenige oogenblikken te gaan bezoeken; dan zou ongetwijfeld de toestand van zaken weldra een beter aanzien krijgen. Zouden wij kunnen twijfelen aan de wonderbare uitwerkselen van eene werkdadige godsvrucht tot het Hart van Jesus. Beproeft het en gij zult het ondervinden.

Gaan wij naar het Tabernakel! en wij zullen bewaarheid viuden, wat een beroemd geleerde (Doroso Cortes) zeide: »Het gebed is machtiger dan veldslagen.quot; Ja, het gebed vermag meer dan alle heldendaden, meer dan alle menschelijke middelen te zamen;

vooral, wanneer het onmiddelijk ge-

»3 as

-ocr page 12-

13

richt wordt tot het Hart van Jesus in het Tabernakel, dat verteerd wordt door het verlangen om ons zijne gunsten mede te deelen. — Men mag ongetwijfeld het werk niet veronachtzamen: huisvaders en huismoeders moeten hunne heiligste rechten verdedigen; de religieuzen van beiderlei geslacht moeten strijden voor het behoud hunner vrijheid, om zich op te offeren voor en toe te wijden aan de dienst van God en van den naaste, maar het uitmuntendste middel tot instandhouding van de godsdienstige opvoedingsgestichten en kloosters, die met verwoesting bedreigd worden, is het ootmoedig en aanhoudend smeekgebed der Christelijke huisgezinnen en religieuze Vereenigingen. Dat deze dus allereerst aan den voet des Altaars komen nederknielen, als eene voort-

-ocr page 13-

14

durende eerewacht van den Godde-lijken Zaligmaker en eenigen waren Behoeder. Gaan wij naar het Tabernakel 1 het H. Sacrament is als een bliksemafleider, die de schichten van Gods rechtvaardigheid, die ons bedreigen, van ons afweert; herhaalde malen reeds is de Maatschappij alleen door eene verdubbeling van godsvrucht tot het H. Altaargeheim aan vreeselijke rampen ontkomen; en thans, nu wij meer dan ooit plichtig zijn en Gods gramschap over ons dreigt los te barsten, kunnen wij slechts redding vinden in de toevlucht tot het Tabernakel , tot Hem, die over vrede en oorlog, over winden en onweders over leven en dood gebiedt! Ligt daarin niet het gevorderde verzet tegen de, helaas! wettig erkende godsdienstloosheid der gouvernementen, de nood-

-ocr page 14-

15

m

zakelijke herstelling van de schier al-gemeene ontheiliging van den Zondag?

Hoe meer God aangerand wordt, hoe meer men er op uit is zich, als het ware, van Hem te ontmaken, door Hem uit onze instellingen en zeden te verwijderen; — des te meer moeten wij ons beijveren om Zijn aan-biddelijken Persoon in het II. Sacrament de vurigste huldeblijken aan te bieden,

Gaan wij naar het Tabernakel! het is onze laatste toevlucht: wanneer de duivelbezweerders geen middel meer weten, hoe eenen bezetene te verlossen, dun nemen zij het Lichaam des Heeren, den eeuwigen Ver winnaar van Satan, en in den naam van den levenden God gebieden zij den vijand j te vluchten, en deze deinst verschrikt ! terug. Welnu, de Maatschappij is ---23

-ocr page 15-

16

van den duivel, of liever van een legioen van duivelen bezeten, dit legioen is de revolutie. Wie zal in staat zijn, den standaard des vredes te planten. Geen mensch, geen engel is dit gegeven; Jesus Christus alleen kan dit wonder uitwerken; doch Hij verlangt onze medewerking, en wacht tot wij Hem uitnoodigen en Hem aan onze vijanden vertoonen, door Hem dikwijls te komen bezoeken, Hem op onze Altaren uit te stellen en in zoo grooten getalle aan Zijne voeten komen nederknielen, dat daardoor overal, als het ware, eene altijddurende en algemeene aanbidding ontsta. Dit treffend schouwspel zou de heden-daagsche ongeloovigen verpletteren, evenals de woeste hoop van Saracenen, die het klooster van den H. Damianus te Assisiö kwamen bestormen, eens-

m____^—.—--sa

-ocr page 16-

a a

17

klaps werd tegengeliouden en ter neder geworpen door de H. Clara, die een Ciborie in hare maagdelijke handen droeg. — Volgens een onzer beste wijsgeeren (De Bonald) zal de Revolutie, die begonnen is met de afkondiging der rechten van den mensch, eerst dan een einde nemen, als de rechten van God zullen afgekondigd worden: »alles hangt af van den gelukkigen dag te bespoedigen, waarop alle Katholieken met gevoelens van berouw voor het Tabernakel zullen nederknielen en eenstemmig betuigen, dat God alléén groot, goed, rechtvaardig en machtig is, dat Hij alléén in staat is ons te redden.

Door niets zou der Revolutie een heviger en beslister slag kunnen worden toegebracht; want nooit zijn de god-

amp;._______a

-ocr page 17-

18

delijke Rechten op zulke openbare wijze verkondigd.

Nog eens dus: Gaan wij naar het Tabernakel! maar gaan wij er heen , van welken staat, van welk geslacht, van welken leeftijd, van welk land wij ook zijn. En hoe gemakkelijk zou deze pelgrimstocht zijn; hij is noch langdurig, noch vermoeiend, noch kostbaar; alle Christenen zijn geroepen dien te doen. De openbare gebeden, die tot op dezen dag hebben plaats gehad, zijn slechts heerlijke voorspelen van dezen waarlijk natio-nalen pelgrimstocht, die ten doel heeft, al de teederheid van het goddelijk Hart over de Maatschappij en over de Kerk af te trekken. Doch behoort deze pelgrimstocht, deze aanbidding, deze dagelijksche bezoeken door de Christenen der geheele wereld,

-S3

-ocr page 18-

niet tot de vrome wenschen ? Neen, het is geen ijdele droom, en ware dit ook het geval, dan nog zou hij kunnen verwezenlijkt worden. Merken wij wel op, dat hier geene sprake is van bet dagelijksch Misoffer, van de H. Communie, of van eene kortere of langere aanbidding op een bepaald uur; deze fondamenteele oefeningen van het Christendom zouden voorzeker de beste beantwoording zijn aan onze oproeping, of liever aan dia van het Hart van Jesua, en hier kunnen wij ons niet onthouden alle Christenen) die eenigszins hiertoe in staat zijn, dringend te smeeken, dagelijks de H. Mis bij te wonen, en zoo dikwijls mogelijk tot de H. Tafel des Heeren te naderen; maar wjj weten het, dat in onze dagen althans, vele christenen zelfs met den besten wil der wereld, H---

-ocr page 19-

20

niet aan dit godvruchtig verlangen kunnen voldoen. Hiervan bewust, vragen wij, verzoeken wij, smeeken wij allen ten dringendst, in den naam der heiligste belangen, ten minste, dagelijks het Allerheiligste Sacrament te bezoeken, onverschillig op welk uur van den dag, al zou het bezoek slechts een kwartier uurs, tien of vijf minuten duren, als men er niet meer tijd aan kan besteden.

Mochten allen getrouw zijn op die wijze dagelijks een druppel water te offeren, om den dorst van het Hart van Jesus te lesschen , en deze goede Meester zal tevreden zijn. En wat zouden wij nog meer verlangen ? Indien onze Verlosser, indien God tevreden is, kunnen wij dan nog twijfelen aan onze redding, aan de zegepraal der H. Kerk, aan den vrede, aan het

m E

r~

ge

w

en

M

er

or

er

M

bt

st

li

hi

li

tc

0

d

V

L

i m-

-ocr page 20-

gelnk zelfs in deze wereld? Herhalen wij voortdurend onzen kreet van hoop en liefde:

Gaan wij naar het Tabernakel 1 Moge het de leus zijn van hereeniging en het wachtwoordvan alle Katholieken, om weldra hun zang van overwinning en dankbaarheid te zijn!

Gaan wij naar het Tabernakel! Moge het de vonk zijn, die de kracht bezit, om den grooten brand te ontsteken, den brand der goddelijke liefde, die zich openbaart in heldhaftige toewijding, vurige vaderlandsliefde, edelmoedige zelfopoffering zelfs tot den marteldood.

Gaan wij naar het Tabernakel! Ons goddelijk Opperhoofd wacht ons, de H. Kerk roept ons, God wil het! Venite, adoremus et procedamus ante Deum.

n----is

-ocr page 21-

22

Voornemens en Oefeningen.

1° Dagelijks een bezoek brengen aan onzen Verlosser, wezenlijk en waarachtig tegenwoordig in het Hoogheilig Sacrament, om Hem de zegepraal der H. Kerk en het behouden der Maatschappij af te smeeken. Er een werkelijken tijd aan besteden en zich niet van dezen zoeten en heilzamen plicht ontmaken onder voorwendsel, dat men slechts eenige oogenblikken beschikbaar heeft; aan den voet der Altaren vermenigvuldigen zich de oogenblikken: Heer, Eén, dag in uwe woonstede, zegt de H. Schriftuur, is meer waard dan duizend, op andere plaatsen doorgebracht.

2°. Zich verbinden, als hst mogelijk is, aan den heiligen dienst der ge-K_______■

-ocr page 22-

23

durige Aanbidding, hetzij bij dag of bij nacht.

3°. Om godvruchtig den tijd van de Aanbidding door te brengen, kan men zich met vracht bedienen van het overheerlijk werk van den H. Alphonsus, getiteld: »Bezoeken bij het H. Sacrament en bij de H. Maagd,quot; de belangrijke werken van den Z. E. P. Eymard, de gulden boekjes van Mgr. de Ségur: De wezenlijke Tegenwoordigheid, de Bidstoel, Komt allen tot mij.

4°. Als men voorbij eene kerk gaat, eenige teekenen van eerbied geven, hetzij door den hoed af te nemen, of het kruisteeken te maken, en te zeggen; Geloofd en gedankt zij ieder oogenblik het Allerheiligste en Goddelijk Sacrament, Hetzelfde doen, als men, op reis zijnde, in de verte een kerktoren ontwaart.

-ocr page 23-

M---:-m

24

5o. Zonder onderscheid alle priesters en religieuzen groeten, die men ontmoet, om daardoor het Allerheiligste Sacrament te eeren, en om tevens te toonen, dat men de aanvallen en de vervolging, waarvan zij het voorwerp zijn, verafschuwt.

6°. Uit liefde tot de H. Kerk zich toewijden als Apostel van het Dagelijksch Bezoek bij het Allerheiligste Sacrament.

m.