-ocr page 1-

GERIGT AAN

HH. PREDIKANTEN DER HERVORMDE KERK,

IN

EN BIJZOKPEE AAK BEN WELEERWAARDE IlEEK

J. H. GUNNING Jr.,

Vrnlil.ant Ir 's Gravtnlwge.

MET DE VEA.A.G:

WAT MOET ER GEDAAN WORDEN?

^y-X:

^=rflt; PRIJS 5 fEi\TS.p^

ROTTERDAM,

K T IJ V E R S amp; VAN D U IJ L. 1SG4.

-ocr page 2-
-ocr page 3-

WAT MOET ER GEDAA\ WOK DEV.'

Deze eenvoudige vraag maar van gi'oote beieekenis in onze dagen , hebben wij gerigt aan lliï. Predikanten dor Hervormde kerk in Nederland en in het bijzonder aan den WelEerwaarde Heer J. H. Gunning Jr. Predikant te 's Gravenhage.

Wat moet er gedaan worden ? Deze vraag voldoende beantwoord te zien , WelEerwaarde Heeren , is het vurig verlangen van de leden der nog bestaande Hervormde kerk , en het doel van dit geschrift.

Wij hebben WelEerwaarde Heei Gunning, uw boekske, get.: Beginsel of Behoudszucht? bevattende: Rekenschap van gevoelen , afgelegd in de Vergadering van den Kerkc-raad der Hervormde gemeente 's Gravenhage, op den 10 Mei 1864, met aandacht gelezen. Wij hebben, deels met verontwaardiging , deels met leedwezen, de bedreigingen , de afkeurenswaardige geschriften hier en daar ter onderteekening nedergelegd , gelezen, en de middelen

-ocr page 4-

4

vernomen , die er zoo wel op dei) predikstoel als op catcchisatiën gebezigd worden, tot beschuldiging van hen, die de Moderne Theologie zijn toegedaan, die niet gelooven aan eene Opstanding van het vleesch noch aan eene Hemelvaart.

Wij bekennen, dat wij met schrik die groote feiten hoorden ontkennen , en dat wij in den beginne huiverend terugdeinsden van de mannen, die aldus het geloof onzer kindschheid aantastten, waarin wij onze belijdenis hebben gedaan, waarin wij onze kinderen hebben opgevoed , waarin onze ouders gestorven zijn en waarin duizenden en duizenden ten grave zijn gedaald. Voorwaar! er behoorde moed toe, het kostte zeifoverwinning, om andermaal den man in zijn voortgang tot ontkleeding der duisterheden en onwaarschijnlijkheden die sinds onze jeugd op alle onze vragen onbeantwoord zijn gebleven , te hooren en te volgen .en stuk voor stuk van de gordijn te zieii afscheuren , die zulk een groot aantal jaren met al de zwaarmoedigheid van de middeleeuwen, verborgen hield , wat men niet durfde aanraken uit vrees voor vervolgingen, ban en verdoemenis, en nu voorziende oogen te voorschijn treedt.

En toch, niettegenstaande wij het kinderlijk geloof ons zagen ontvallen, wij volgden den man meer en meer begeerig naar verdere ontwikkeling en mededeeling der vmfehten van zijn onbeschrijfelijk diep onderzoek.

Ja, WelEerwaarde Heeren, wij bekennen, dat wij werden medegevoerd, niet door schoone woorden, niet door eene uitmuntende voordragt alleen, maar door aanwijzing der tegenstrijdigheden en tegen het gezond versland aandruischende voorstellingen der groote gebeurtenissen in de Evangeliën.

-ocr page 5-

Onder U, WelEerwaarde Heeren, zijn er die met luider stem van den predikstoel tegen hen, die aldus den Bijbel durven verklaren — wij moeten, helaas! zeggen, liefdeloos uitvaren , en hen beschuldigen dat zij God lasteren omdat zij Jezus de eigenschappen, Hem door Zijne Apostelen toegekend, ontnemen.

Wij willen niet treden in de beoordeeling der waardij van beginselen, noch afkeuren omdat gij gehecht blijft aan dat wat in strijd is met do waarheid; dat ge u blindelings blijft vastklemmen aan wonderdaden, gebeurtenissen die door den beschrijver niet gezien en niet gehoord werden; wij willen niet afkeuren, dat gij ongaarne afstand doet van een gezag waarop de Hervormde Kerk gefundeerd is — neen, WelEerwaarde Heeren! dit is de bedoeling van ons schrijven aan IJ niet. — Want ook wij zijn geenszins nu reeds bereid, om afstand te doen van het geloof, waarin wij in onze jeugd onderwezen zijn.

Maar in welk een toestand zijn wij echter door de verscheuring van de zwarte gordijn gebragt? Die daad cn de ontwikkeling van onzen geest, de invloed van den vooruitgang des tijcis, doen ons stilstaan , tusschen uiv beginsel WelEerwaarde Heeren! en die van de Moderne Theoloyie. Wij durven geen schrede noch ter linker, noch ter regier zijde doen, want wij kunnen toch van u niet meer aannemen, dat alles wat zoowel in het O. als in het N. verbond geschreven staat, onomstoote-lijke waarheid is, evenmin kunnen wij dadelijk reeds ons overgeven aan de leiding dier mannen, die ons wel wijzen op God als het Hoogste en Magtigste Wezen, maar Jezus beschouwen wel als een navolgenswaardig mensch, door wiens voorbeeld en lessen wij tot den

-ocr page 6-

6

Vader in den Hemel gebragt wórden, maar Hem de Goddelijkheid ontnemen. Ziet WelEerwaarde Heeren 1 dat alles doet in ons gemoed twijfel ontstaan en heeft ons op de lippen gelegd:

IFat moet er gedaan ivorden ?

Volgens ons eenvoudig en bescheiden oordeel, AVel-Eerwaarde Heer Gunning, mag uw beroep op het geweten van de WelEerwaarde Heeren Zaalberg en Hoevers goed gemeend en edel bedacht zijn, maar , indien deze Heeren al aan uw verzoek wilden toegeven en uit de gemeente waarin zij werkzaam zijn, wilden treden, zou dan het gevaar, dat het kinderlijk yeloof bedreigt geweken zijn? Zouden al de moderne predikanten het voorbeeld van genoemde Heeren volgen? De overweging dezer vraag, doet al dadelijk in het oog springen, dat uwe maatregelen geheel onafdoende maatregelen zijn; want evenmin als gij den Lawineval zult stuiten kunt gij op deze wijze de ontwikkeling van den mensch ook op de leerstukken onzer godsdienstige instellingen stuiten. Evenmin als de in waarheid en met de waardigheid van den predikant overeenstemmende bedoeling van den Heer Gunning, zullen de afkeurendswaardige middelen die in woorden en geschriften gebruikt worden en zoovele bewijzen van liefdeloosheid en onvermogen bevatten, baten.

Wat moet er gedaan worden?

AVij twijfelen er niet aan WelEerwaarde Heeren, dat gij zoowel als de Heer Zaalberg , het vermogen bezit,

-ocr page 7-

om , tengevolge van Godgeleerd onderzoek en wetenschap, te beslissen, wat in deze gewigtige zaak IFaarheid of Logen zij. Zon het daarom niet kunnen leiden tot een zamen blijven tot een behoud der met eene schrikkelijke scheuring bedreigd wordende Kerk, indien gij u de moeite wildet geven om de Heeren moderne Theologanten te bestrijden, met die middelen die waarschijnlijk ook u ten dienste staan?

De Moderne Theologie — om slechts van dat ééne te spreken, wat het leven van Jezus betreft — ontkent de opstanding en de Hemelvaart, waarom? omdat het een feit is in strijd met de wetenschap, en omdat in de verhalen dier groote gebeurtenis geene overeenstemming bestaat. Wij eerbiedigen gaarne ieders meening, maar hier, ten aanzien van zulk een voornaam deel van ons geloof en onze hoop op een zalig leven, hebben wij regt op waarheid, en die verlangen wij van u als onze leeraars, als onze onderwijzers. Wij verzoeken u, Wei-Eerwaarde Heeren, met al den eerbied u verschuldigd, met al den ernst die deze zaak eischt, treedt op als bestrijders van een ongeloof, dat de uitkomst van een opzettelijk onderzoek schijnt te zijn. Maaiquot; laat uwe bestrijding , niet slechts in de prediking bestaan. Uwe geestelijke wapenen beteekenen niets. Gij moet ons door degelijke bewijzen overtuigen, dat de moderne Theologanten logenpredikers zijn; de bronnen waaruit zij wetenschap geput hebben die zij thans ons verkondigen, zijn immers ook voor U beschikbaar ? Maar bestaan die bronnen voor U niet, kunt gij de toespraken der moderne Theologanten niet met tegenbewijzen bestrijden en krachteloos maken? dan, wij aarzellen het te zeggen; zouden wij de overtuiging bekomen, dat wij van der jengd af

-ocr page 8-

It-» on Wil VOOl* n. n\\r\ mkleid GieworJcn, en ^ M aan zcei /ijn mibicui n waarheid

mr1 quot; ^ikt om

is. De geest vm den alro0 s,Mhte „p keAelijk

te berusten m een geloo . ■; mliandhnafd

g„g bernstenzon den scHjn

worden; in een geloof dat m

van onwaarscMjnlijlttad heeft 0PSes ' wij

En Hermede WelEerwaavde J

„„s schrijven aan U, en verben ^ ,

,wnc andere middelen mllen worden geb®« .

om door grondige tegenbewijzen 0« vraag.

Ifat mod er fjednav worden ?

te lieaniwonrdcn.