-ocr page 1-

t^nbsp;NIEUW

WOORDENBOEK

t

DER

m^mtïjt

STAATKUNDE,

NAGELATEN

door den graave van

HERZBËRG
nan syncn fita?Eficïïng.

Gevolgd naar het Hoogduitsch,

Te Amfltldam bij sciialenkamp, ksijzsr, ten brink, uilen-
broek,
L. v. Ks, j. v. Kssrn. v. Hui.st. enz.
Te
UaarUmh\\ BoiiN, LoosjE«, Walree, Beets cn Cramerus.
Te Leijdm bij Herding, Meerburg, v. TirFELEN, Mortier en

Zoon, Cijfvekr, IIonkdop en Tiioi«..
Te
Dtlft bij RoeixrswAARD cn oe Groot.
Te Dorancht bij HLusid, pe Haas, de Vlugt cn Kjeboom.
Tc Rotterdam bij UoTTHAL, v, d. Dries, Wid. v. IIkel, Pols,

I). Vis, v. Sant:::;, Mkijrr, Bronkhorst enz.
In den
Haas bij v. Cleef, Kli.s cij ilooN, J. Plaat, Leeu-

vvensteijn, tiiitrij on Mkn.sing en jbouwing.
Te Utrtcbt bij Paudbnburg en Zoon, J. Vuch, Tkrvken, v. d.

SciiRuEFK, Kmmenes en wii.ü en Ai.theer.
Tc Luuwaardtn bij Cauais en v. Slicii; tc (irc,„ugtn bij Spoor.
maker ,
OomkeNj tn zuidema; te Alkmaar bij Moi.kma.n
cn Cump. ; tc Hoorn bij Breebaart en Vïr.manue; le
Dtvtnter bi' G. Broüwer cn Kersknbprg. te ^im-
lem
bij ivioeleman en Troo.st; te Middelburg
bij J. cu W. Abrahams, Gillissen, Wei-
tkrs, v, de
Sande en Keel.

En verder bij alle Boekverkopers binnen deze
Republiek, van welke Politieke denkwijz«
zij ook moge wezeu.

1

-ocr page 2-

ms^

y; u t ' '
.nbsp;d rl ^. KS J1 O O Vf 1

.nbsp;/T -V- ^ Â.. t. VL

- -',-ï -

\

cr ;

Lf . lt;t; . .( .p '.M .nbsp;' ■nbsp;-T

quot; -iiib .nbsp;'.Vnbsp;7 . ' ,' »

-i-iJA.■■quot;■•.nbsp;-»v«quot;'!nbsp;i-' ..nbsp;. ■' ■quot; '• quot;.

...j; l.r --j là' .-T'nbsp;^nbsp;7]

■ quot;nbsp;,.quot; .,nbsp;^ ■ ■■'Vfnbsp;•.T -

.i*:!.,,.1.., Jr.. -t';. .'t •nbsp;' !nbsp;...^-l ,

^w ..i-ux* •■ . , m ■ t...nbsp;. M

. '. .i . . —.7 s»: ' quot;nbsp;- -nbsp;»5-

.[nbsp;......■ M , - - . Ws^rl

------; î . ; • • ' , /i-.

, ,nbsp;quot;i iv •• • •• .nbsp;■ ;nbsp;- -iquot;

; r-■ .nbsp;t■ : •

-nbsp;• :nbsp;,■ , m'. • , . . ■nbsp;.. -

' :■ '.1 ,1

-1 • 1-

4 ** gt;

.'.1 !'t 1'

r

•■ {

M » quot;

r

vv or;.

. . « _ * . -

pat'

( ■

-ocr page 3-

B E R i: C H T

':VSff

van d e

HOOGDUITSCHEN , UITGEVER.

J)e Pruisfifche afzonderlijke vrede met de
Franfchs Republiek, heeft gansch Europa ver-
baast, cn de verklaring waarom
Pruisfen dien
vrede floot en fluiten moest, baarde in de we-
reld bij ieder-, die wel denkt, een misnoegen, het
welk fchielijk in openbare vervloekingen en daa-
delijk ih -licfdelooze vérwijtingen tegen het
Pruisfisch Kabinet overging.

Men vergeleek dezen vrede met het verdrag
van
Pilnitz, men vergeleek die verklaring met
het manifest des Ilertogs van
b runs wijk en
met de voorafgegane fchriften, en daar men in
alles eene duidelijke tegenflnrijdigheid vond, zoo
geloofden zelfs de gematigdfte en koelzinnigftc
Staats-lieden zich gercchtigt dezen vrede te
noemen eenen meineed, welken de
Vrtihch jegens

Anbsp;zijne

-ocr page 4-

» ß E R I c H T VAN DEN

zijne bondgenoten, jegens het Duitfche-R\]k en
jegens de menschheid begaan had.

Deze vrede is buiten allen tegenfpraalc een
geheim, doch- houdt op een geheibi'te zijn zoo
dra men den fleutel daar van. heeft. Daar de
deugdzame neigingen des Konings wereldkundig
zijn, de begrippen des
Fruisßfchen Minifterie
daar en tegen het werk zijn van Prins hen-
drik, en deze weder de grondbeginzels volgt,
welken, de Staats-minister
herzb.erg tot .een
rafel der wet vah 't
Berïijner Kabinet heeft ge-
maakt, daar deze
nogthans, zo als zijne memo-
Tien bewijzen, zich eene gansch andere Tlieo:
ric gefcliapen heeft om— 't gene
garve! cn
»ALBERG niet bereikten , de flaatkunde. cn
zedekunde eenerlei grondbeginzels te-geven, na-
menlijk recht en billijkheid -- zoo is de-fleutel,
voor 't gene de befchouwing van 't reclit cn de
woord-betekenis aangaat, gewis een ongemeen ge-
wigtig ftuk in. Staats-Schriften, en dezen fleutel
levere ik, uit de nalatenfchap des Graven van
her zb erg, in het tegenwoordig Nieuw

Staatkundig. woordenboek.

De wereld heeft thans den fleutel van dat
groote geheim in handen, men behoeft
nu niet
langer uit valfche voorftellingen
valfche fluitre-
denen te trekken, noch tegenftrijdigheden . te
vinden daar dezelven niet zijn; men zal de
woorden en draaijen in de
Pruisßfche Staats-

fclirif-

-ocr page 5-

fcliriften niet meer verftaan naar het fpreek ge-
gebruik der alleduagfche menfchen, maar naar
den verheven zin dien dezelve bevatten. Doot
dezen flcutel worden kundige gefchiedfchrijvers
den weg gebaant en in ftaat geftelt om over
het meesterftuk des onfterflijken
fredediks
(de gefchiedenis van mijn tijd) een waardig te-
genftuk te leveren. Ik geloove derhalven mij
door 't bekendmaken van dit woordenboek, en
voöral door de ophelderingen, wel verdient ge-
maakt te hebben bij 't menschdom, terwijl men
in de wijsgeerige ftudie des
Duitfchen Staats-
recht, het recht der volken, en der ftaatkunde
naar gansch andere onbevooroordeelde grondftel-
lingen zal handelen kunnen, en zoo 'er fomtijds
iet -dubbelzinnigs mogte voorkomen, waartoe
tijdsomftandigheden dikwijls aanleiding kunnen
geven, zal men niet meer als voorheen zich
behoeven te beroepen op het inwendig gevoel
van recht en zedelijkheid.

Om tc weten hoe ik in 't bezit van deze Hsrz-
^^r^/cÄ^ nalatcnfchap gekomen ben, zal ik enkel
zeggen te behooren tot die gehikkigen
Volakken,
die do'^r Pruisfen, eeniglijk uit menfchcnliefde,
de gunst wierden opgedragen om 6nder zijnen
Scepter te ftaan. Om derhalven des te nader
aan de bron des geluks te zijn, begaf ik mij,
voor eenigen tijd , naarnbsp;Aldaar woonde

ik bij een der Commicfen, die tot het Corap-
A anbsp;toir

BB

-ocr page 6-

toir der buitenlandfche zaken behooren. Het
vrouwtje zag 'er wel uit, de man trok niet
meer dan 400 Rijksdalers, ik had gouden
fre-
DERiK-Hukken, het overige laat zich gemak-
kelijk gisfen.

fVarfcUau den 15 December 1795.

WILIIORPANJORSKY
« Stamt tn Ktningl. Pruisfisch bmlüidêl

EKP:

-ocr page 7-

E R F G I F

des graven

VAN

II E R Z B E R G

AAN ZIJNEN KWEEKELING.

gCtttliitEft. '

it woord is zoo oud als het woord Staat-
kunde, dc aftivitcit is de ziel der ftaatkunde.
Dan , zij is voor al nodig
aan een Kabinet, het
welk zich door geweldige vergrootingen en over-
beerfchingen daaglijks nieuwe vijanden maakt. —
Om zich in zijne veroveringen te handhaven
daar toe behoort meer adivitcit dan tot het ma-
ken van veroveringen. Laat des de adiviteit
nimmer aan uwe ftaatkunde ontbreken. Door
aftiviteit verkregen wij
Silezien voor ons, door
aftiviteit veroorzaakten wij aan Keizer
lnop o ld
groote bekommering dat-de Hungaren even als. de
Nederlanden zich yan hem zouden affcheuren, cn
daar door verkregen wij den vrede van
Kekhenhach.

1nbsp;Asnbsp;Door

-ocr page 8-

Door aéliviteit deelden wij Vohn. Toen de
tijdsomftandigheden het nuttig maakten kwamen
wij nogmaal met onze aftiviteit voor den dag
om ^e Rijkshoven aftehouden van het voltallig
maken des Rijkslegers en wij arbeideden aan
het vaster famenhechten der zich van een fcheu-
rende Republiek cn desnbsp;Jjondgcnoot-

fchaps. — Er kunnen nogthans gevallen voor-
komen waar in de aftiviteit een 'groote misdag
van Staat zoude zijn; in die gevallen zouden
wij door ecnc inadliviteit onze
bijzondere bclan-
gens meer dienst doen. Zodanig geval was dc
tegenwoordigen oorlog met
Frankrijk. Wij ver-
toonden ons aanftonds aftif, lieten ons voor on-
ze fchijnbare adliviteJt miHioenen betalen en ble-
ven inadtif. Uit dit voorbeeld kundt gij zelf
den regel opmaken wat nuttigst voor u zij, afti-
viteit of inaftiviteit.

SCni'gntic.

Dit woord vindt gij al mede in het algemeen
ftaatkundig woordenboek. Eiken Staat zoekt of
maakt Alliantien met andere Mogenheden, het
zij om zich in
ßatu quo te houden, of om zich
te vergrooten. Alleen in het woordenboek van
onze ftaatkunde moet het. woord Alliantie thans
bijna als ouwerwcts voorkomen. Tot Alliantien

be-

-ocr page 9-

behoord wederzijds vertrouwen, en de Geal-
lieerde moet zijn belang in het onze vinden.
Zulk een vertrouwen hebben wij door veele
Kabinet - ftreeken, en inzonderheid door onzen
afzonderlijken vreede verloren ; waar ook is
thans de Mogcnheid, die haar belang in onze
Alliantie zou kunnen vinden, daar zelfs onzen
nieuwen Bondgenoot, de
Nationale Conventie —•
die ons toch wezenlijk dank fchuldig is —
openlijk voor gansch de wereld zegt, dat wij
niet te veitrouwen zijn? Er blijft ons derhal-
ven
niets overig dan ons , ,-t—.4öOr WClk middel
is ontevcn —- toctclcggcn op eenen trap van
vergrooting, zoodanig dat wij geen Alliantie
behoeven, of die weinige Mogenheden, welke
ons om onze Alliantie vrijen, dc wetten voorfchrij-
vcn kunnen. Het gunstig tijdflip is daar —'
en thans moet het met
Pruisfen zijn, c e s'a r aitt
nihil.
Inmiddels moogt gij u nog van het af-
gebruikte woord Alliantie met vrucht bedienen
in uwe manifesten en verklaringen, bijzonderlijk
wanneer het u tc dóen is om de.
Duitfche we-
reld wijs tc maken, dat
Frankrijk uwen na-
tuurlijken Geallieerde is. Gij hebt flegts de
Duitfche Hoven wakker zand in de oogen te
werpen, cn (dc uitdrukking
hlaauw herinnert
mij mijns ondanks het
Beriijnsch blaauw) het v
hen blaauvv voor de oogen te maken.

A 4nbsp;5Croiilt;

-ocr page 10-

SCtcinbcren.

'(rond maken, aancénliegtcn, inlijven.^

De Oostenrijkers werpen ons voor, dat wij
eene vreeslijke alarm-kreet aan geheven heb-
ben, toen het gerucht zich vcrfprcidde, dat
Oostenrijk zijne rijke Nederlanden ' tégen
Bcijeren , met goedkeuring des' Eigenaars, cn
ik moet bekennen • met onloochenbaar' voordeel
voor beide J^atien verruilt
had, cn daar door
zijne Staten wilde quot; aan ccn hegten , rond ma-
ken of
arondéren, daar wij zelf ons toentertijd
zulk een ongehoord arondisfement of aanéénhegting
door 't geweld der wapenen veroorloofden, 't Is
des geen gevolg dat het gene wij aan anderen'
verbieden, ons zclven niet geoorloft- zoude zijn.
Het
qiiid tibi non fieri moet gelden voor de
overige Staaten maar niet quot;voor ons Kabinet.
Prnisfèns arondéring of aanéénhegting zijner
Landen , moet derhalven dc hoofdzaak onzer
ftaatkunde blijven. Na den dood van Koning
FREDERic WILHELM was onzc Staat een
ftuk gronds, daar wijd cn zijd een brok van
verfpreid lag, cn dat zich van
Cmtrland tot
aan
Brahänd uitftrekte; — door 't veirövcren
van
Silezien, door de verdceling van Volen en
door de inlijving van
Anfpach cn BairetitU
heeft die lange fmalle en afgebroken ftrook een

aan

-ocr page 11-

aanmcrkelijken aanwas cn omtrek verkregen.
De punten evenwel , die nog aan alle kanten
uitftckcn en open' vakken laten , hebbe men
flechts aantevullen, (waartoe thans bet
Duit-
fche
Rijk de fchoonfl:e ftof kan leveren) en als
dan zal
Pruisfens arondéring voltooit zijn. Ik
bekenne gaarne dat zulks zeer veel moeite en ar-,
beid zoude kosten; wij hebben gelijk andere Sta-
ten geene landen om eene ruiling te konnen doen,
maar om die reden, moeten wij ons zoeken te
arondéren door onze Kabinets-fluiten, door deeling
ei^ door — wij hebben,Jlcclit^ met ons fijftcraa
of fl:aatkundig ftelzel voort te gaan, hetzelve kan
niet feilen; moogelijk
woxdi Pruisfen nog wel de
Algemeene Monarchij, en daar de aardbol, zoo als
ieder een weet, rond is, zou dezelve de fchoon-
fl:c en rondftie Staat voor
Pruisfen zijn können.

^BEftSermit iit§ biiitfcggn rijrtg.

Dit woord wierd eerst, in de laatfl:e jaaren
des Grooten
fiiederiks, in het woordenboek
onzer fl:aatkunde aangenomen. Voorheen zou het
bclachlijk geweest zijn zich • dien tijtel aautc-
matigcn ; want de ganfchc wereld v/ist topn,
dat de Keizer werklijk. de Befchermcr van het
Dtiitfchs Rijk is. Alleenlijk fcdcrd het Vorstcji
vcrb 'id ('t geen tcn naasten bij zoo listig

A 5

-ocr page 12-

verkregen is als men door een valscli brand-
alarm een ftil huisbewoner bewegen kan, aan
een Gochelaar het redden zijner goederen toe-
te vertrouwen ,) hebben de ooren der
Duitfche
Rijksvorsten zich meer of min aan die uit-
drukking gewent, en fmts het meesterftuk on-
zes afzonderlijken vredes, zijn fommige van hun
zoo goedhartig van ons te befchouwcn als den
waarachtigcn Befchermer des
Duitfchen Rijks.
Vaar aldus voort in uwe verklaringen cn ftaats-
fchriften, cn bovenal bij den Rijksdnij te
Re-
gensburg
met woorden dapper' om tc- fpringcn.
Frederik de Groote was op dat punt zoo
bezorgt, dat hij ftecds voorgaf zich aan de
ftaatsvormen tc willen houden ; men moet daar-
om niet fcbromen zich ftoutmoedig van opge-
fmukte en welklinkende woorden te bedienen.
Aan dc boerfche Rijksconftituticn moet men
zich niet binden, men moet dc Rijks gerech-
telijke werkfaamheid door den weg van dralen
verlammen, zoo als wij in dc
Luikfchc zaken
deden. Men moet zich den invloed der Krcits-
uitfchrijveren cn Krijgsoverftcn, zelfs in de
Frankenland fche cn ïFestfaalfche Krcitzcn, ten
nutte weten te maken. Men moet den Rijks-
ftendigcn aart, welke zoo vast gehegt is aan
de wet, in het krijgs- en vredes-werk, met
den regelregtcn invloed des Protedors verwis-
fclen. Onder die gedaante kan men Icveran-

tien,

-ocr page 13-

tien, uitfchrijvingen, vrijwillige giften doorzet-
ten , daar men als medeftend niets tegen kan
inbrengen. De hoofdzaak quot;is het kleene over-
fchot van de uniteit, 't welk tot hier toe zich
op het wettigst verbonden achtte, daar door
los te maken, zoo dat onder den tijtel van
mediatic of bemiddeling, van medewerking of
rugfprake immer het bijzondere belang des
Pruisfifchen Hofs over dc Rijksgoedachten en
Ratificatie-befluiten, welke tot hier toe de
wettige taal van 't ganfche lichaam des Rijks

uitmaakten, ontlerfcheidcu zij.

Wanneer het Rijk eenmaal aan een' zodani-
gen invloed des Protectors met het wettig
Rijks-Opperhoofd gewoon is, en in het Rijks-
diploma , bier uit een zoogenaamd herkomen
ontftaat, of flechts de beroeping daar op in
eenige gevalle mogelijk word,
dan kan men
eindelijk met vrucht en goed vooruitzicht mec
zulk eene gedeelde amptsmagt des Rijks-Opper-
hoofds alles doorzetten.

■ ■■ Inbsp;'nbsp;'■

Men gelieve hiér over het arcijkel Conve-
nientie natezien.

COH'

-ocr page 14-

Continggnt.

Sedert wij met den Keizer nu en dan de
Opperlioofdelijke Rijksmagt gedeclt hebben ^
lieeft het woord Contingent in het woorden-
boek onzer ftaatkunde gcèn' zin of betekenis
meer. Na het plan of beftek van ons Kabinet
zullen wij niet wel in 't geval komen om im-
mer ons contingent te leveren. 'Welligt ont-
helfen wij langfamerhand de overige Rijksftan-
den van dien drukkendcn last, en nemen daar
voor in dc plaats het bevel en aanvoering der
openlijke magt alleen op ons. Voor 't overige
wanneer 'er eens geen
Duifsc/i-Rijk meer zijn
zal, zal 'cr ook geen Rijksleger meer beftaan
cn gevolglijk ook geen contingent! Dat woord
word enkel in dit woordenboek gevonden ter
herinnering, dat contingent eenmaal het getal
troepen betekende, het welk iedere Rijks-Vorst
aan het Rijksleger moest leveren. Welk con-
tingent daarom ook ftipter gevordert wierd van
de geringere Standen dan van de' vermogen-
der. Misfchien zal men welhaast een voorbeeld
bijbrengen dat een -contingent kan afdwaalen of
een verkeerden weg inftaan, en in plaats van
zich naar den
R/iijn tc begeven, naar Poolen
trckkcnj^^om aldaar veroveringen te^ maken.

COHs

-ocr page 15-

CnntiEiiiiMitif. '

(al of niet gelegen komen; dienen of niet
diene
n; ftrooken-_

Dit woord zou ik gaarne met gulden letters
in het woordenboek onzer ftaatkunde ter ne-
derfchrijven. Wat zou
Pruisfen zijn zonder
convenicntie!!! Convenicntie is de kracht door
welke de
Pruisfifche magt zich ontwikkelde.
Convenicntie is dc Talisman of het toovercijf-
fer, waar door wij op-avontuur.uitgingen van
den
Silezifchen roof af tot aan den afzonder-
lijken vrede met dc
Nationale Conventie, Laat
bij alle uwe onderEcmingen dit gulden woord
uwen grondflag zijn. In dit tooverwoord ligt
de kracht van losmaken cn binden, en
Pruis-
fchen
word daar door dc ftaatkundige kerk.
Voor de wereld moet gij 'er u niet zeer luid
van bedienen, cn het zelve zagtkens uitfprc-
kcn; maar uwe gefchriften (gelijk wij in de
vermaarde verklaring deden) moeten immer ovcr-
vloeijen en glimmen van de woorden eerlijk-
heid, trouw, rcgtmatighcid, liefde
Voor 's Rijks
welzijn, en alle zulke ouwerwetfiphe vaderland-
fchc woorden meer, dewijl het anders de ove-
rige mogenheden eindelijk mogt convenilt;Jrcn
onze convenicntie palen tc ftclkn.

-ocr page 16-

3^EmflrtfltfDnf Uniu

(lijn van affclicicling. (1))

1nbsp;tn de twisten, welke ontftaan waren tusfchen den Koning v»n
Ptrtugtl lonannb* n. en tusfchen Ferdinand Koning'van
Castili». Door eene middigs-lijn, getrokken ten westen van de
XMatifcht en ^(trtt Eilanden, bepaalde men, dat illes wat ten
westen van die Lijn was, behooren zou tan de
Spanjatrdtn, eii
dat de ontdekkingen, welke men ten oosten mögt rfoen, zouden
toebehocren aan de
Ptrtugnxtn. Eene andere Schelds-Iinie wierd
getrokken in 1514, toen de
Ptriugtittn zich in Braßlit gevestigd
hadden. Men kan hier over nazien dc
Citgrtiph'a Rtfinntm van
Vader
riccioli. (Vertaler.)

-ocr page 17-

Hng tot vrede te dwingen, daar toe behoordt
een fcheppend vernuft, dewijl door deze aanbie-
ding en de tusfclienkomst van voorafgemaakte
grensbepaling het voortzetten van den oorlog
onmogelijk gemaakt wierd voor dc Geallieerden;
den vijand daar en tegen den toevoer van le-
vensmiddelen en cenen vrijen handel opengezet
en daar en boven nog een bekwamen weg ont-
floten wierd om de verbondene Mogenheden te
vervolgen en afbreuk te doen. Ik weet wel
dat onze voormalige of gewezen bondgenoten
over deze handelwijze zeer ongunstig oordeelen;
doch zoo zij zich de geringe moeite durven ge-
ven over de afftamming des woords
Demarca.
tion
natcdenken, zullen zij bevinden dat het
zelve
herkomftig is van Bémarquer, uitvegen,
uitdoen, en dat wij niets deden dan 't gene dc
betekenis van dat
woord medebrengt, te weten,
dat wij den geest hunner verdere werkfaamheid
te niet maakten, uitwischten, uitbluschten,

^emonflrfltig.

Wanneer men aan den waren zin eens woords
twijvelt, moet men tot den ftam daar van te rug
gaan. Daar nu het woord
Demonflratie van het
Latijnfche woord
Monjlrare, vertoonen, her-
komftig i$, zoo kan de uitdrukking: den vijand

ver-

-ocr page 18-

vcrtooncn, niet anders heten, dan zich aan den
vijand tc laten zien. Men trekt, ten dien einde,
zijne troepen te fanicn, laat dezelve eenigzins
voort-rukken, vertoont zich aan den vijand en
maakt als dan in de nieuwspapieren met groote
Letters bekent, dat men den vijand eene
Dc-
monflratie
gemaakt of zich aan den vijand ver-
toont heeft. Door deze konst van Demonftratie
heeft men het voordcel dat men het leger in
eene gezonde ^beweging houdt, de troepen en
de kosten fpaart, en evenwel aan den bondge-
noot of aan dc Mogenheden, die de fubfidicn
betaalen, ccne zoodanige beweging kan in reke-
ning brengen.

^^rgnt.

pand, bewaring.

Wanneer de overige eerlijke wereld iets in
^ Depot of bewaring neemt, zoo gefchied zulks
in de vooronderftclling dat, ten zijnen tijde,
het aanvertrouwt pand of het in bewaaring ge-
nomen goed aan den eigenaar zal te rug gege-
ven worden. Doch wanneer wij iets in pand
of bewaring onder ons nemen, zoo begrijpt men
zulks tc gefchieden in de vooronderftclling dat
wij het zelve aan ons houden zullen. Door de-
^e koijst-redcnccring namen wij de vette Provin-

tipn

-ocr page 19-

tien van Polen in bewaring, om die reden wen-
fche ilc dat gij in gelijlie gevallen u altoos van het
woord
Depot bedienen moge. Het klinkt toch al-
toos zachter dan het woord'roof; en de vreem-
de onderdanen, die gemeenlijk meer op het
woord als op de zaak zien , laten zich eindelijk
nog liever
in,Depot, in bewaring nemen, als
fooven. Herinner u nogthans, zoo menigmalen
gij van dit woord gebruikt maakt, met een
dankbaar hart de asfche van rREOERtK, die
in 't jaar 1756 het woordenboek der
Pruisfifche
ftaatkunde met dit .kcrn - woord vermeerderde en
Saxe in Depot, in bewaring nam.

Dat over de ganfche wereld, zelfs het rijk
des grootcn Moguls daar onder begrepen, geen
grooter Despotismus heerscht als in
Pruisfen,
weet gij zoo wel als ik. Doch dit is de. rede
niet waarom ik. dat woord in het woordenboek
onzer ftaatkunde plaatfte , alhoewel voor 't ove-
rige dat
Despotismus ccn hoofdzuil van onze
mbnarchij
is en daarom ook tot onze ftaatkimde
bchoordt. Ik plaatfte het, ten cinÜe gij dat
woord bij gelegenheid tegen andere Mogenheden
zoude bezigen. Tegen het huis van
Oostenrijk
heeft het ons in de Oostenrijkfchs Nederlanden
Bnbsp;voor-

-ocr page 20-

i8 . STAATKUNDIG

voortreffelijk gediendr, en 't geval fchijnt bijna
daar te zijn dat het ons weder van groot nut
zou kunnen wezen. Men kon bij voorbeeld het
fprookje van Despotisraus weder op warmen,
onder welk
joseph II. het Duitfche Rijk zogt
te buigen. Men kon zelfs met goed gevolg den
Keizer
frans van Despotismus befchuldigen
dat hij nog geftadig het zelve verdedigt en met
zijn talrijk krijgsheir op eenen grond blijft,
welks befcherming hem wel geld en volk ge-
kost heeft, doch welke grond toch ftecds een
vreemden bodem is; 'en dat hij, door zijne
verkloekende tegenwoordigheid, de weinige ove-
rige Rijksftanden, die nog geftaag behebt zijn
met het vooroordeel van eerzucht jegens het
Rijksopperhoofd, affchrikt zich met lijf cn ziel
aan ons, als den algemeenen Rijksvader te hech-
ten. Men zal toch altoos Heden vinden, dic
met ons in het veldgefchrei over het
Oosten-
rijks
Despotismus zullen inftemmen.

sgiiftfcQgn nujt.

Een zeer oud woord, 't welk nu, ten onzen

gelukke, in 't geheel niets meer betekend. __

Dan, zo 'er nog Duitfchen geest beftond, aoude
bet zijn uit hoofde onzer Demarcations linie,
fraijen afzonderlijken vrede^ Protecloraatfchap en

-ocr page 21-

om de gebiedende of liecrschzucbtige rol die wij
fpéelen. Om onze meineedigheid waren wij voor
lange van den Keizer gt; en 't Rijk geacht. In-
middels kundt gij de uitdrukking,'
Duitfchcn
geest, nog menigmaal in onze Kabinets taal bc- ,
zigen; bijzonderlijk wanneer men den
Düit-
fchen
geest dier Rijksvorften , die zich onder
het juk van ccn hunner medeltanden krommen,
cen komplinient wil maken.nbsp;'

B a

Dit woord komt van het Franfche woord Bl-
yertir; daar het nogthans eene tweevoudige be-
duidcnis heeft, en
divertir quelqiCm niets an-
ders betekend, dan iemand vermaak doen, ver-
lustigen of aangenaam den tijd verdrijven,
zult gij zeer wel doen, wanneer gij dc fpreek-
wijze, den vijand
diverteren, in zo verre zulks
met uwe
convenientie ftrookt, enkel in dien zin
neemt. Op deze wijze
diverteerden wij of gaven
wij den vijand dikwijls cen aangenaam tijdverdrijf:
het kortwijligfte voor hem was gewis onze
diver-
fie
in Champagne en den Eifas. De gevolge»
daarvan bewezen ook hoe dankbaar dc vijand
zich voor dat divcrtisfcment pf tijdverdrijf jegens
ons betoonde.

(Êbni..-

-ocr page 22-

oghtngElmHt.

Dit woord is, gelijk gij weet, enkel iet inge-
beelds, een hersfenfchim. Dan, daar de wereld
zich door hersfenfchiramen laat blind - doeken ,
kundt gij u, gelijk onzen grooten
f red er ik
deedt, nog ftceds van dat woord] met vrucht
bedienen jegens Mogenheden, die kortzichtig
^zi}n en niets vooruitzien. Wanneer derhalven
het huis van
Oostenrijk in het oorlog, :waar in
men het zelve immer m.oet weten te wikkelen,
ccnige vorderingen maakt of voordeden behaalt;
of in vredestijd ergens ecnig, tot heil zijner lan-
den, oogmerk wil doorzetten, moet gij dadeh'jk
doen uitbazuinen cn overluid klagen over de
fchending of 't breken van het evcnwigt: maar
wanneer gij zelf gewelddadig ganfclie Landfchap-
pen met uwe troepen bezet, dan moet gij met
den duchtigften omflag van woorden en met de
opgefmukrtc betuigingen, bewccrcn dat zulks
enkel gefchied om het zoo onontbeerlijk cn
noodzakelijk evcnwigt tc herftellen.

oJutirfliiti'e.

Dit woord moet gij als een bloot kompliment
gebruiken jegens deze of gene Mogenheid, die

gij

-ocr page 23-

gij daar mede, wanneer uwe conyenientie zulks
toelaat, kunnen verëeren. Maar daar zoodanig
ccn kompliment tot niets verbind of niets bedui-
dend is, behoeft gij uwe gegevene guarantic
ook niet verbintelijk te maken. Wij Hadden
den Keizer, in het verdrag van
Reklmthach,
zijne Nederlanden allerplechtigst geguarandeert,
doch in onzen afzonderlijken vrede hebben wij
geen enkel woord van die guarantie gerept.

Gelijk de nijvere bijen. ook uit vergiftige
bloemen honig weten te zuigen, zoo moet ons
werkzaam Kabinet uit de
üechtüc en vervverpe-
lijklle dingen voordeel weten tc trekken.
Wij
namen, zo als ons Manifest te kennen gaf, de
Jacobijnen, die wij zelf om en nabij den
Pruis-
fijchen
throon hebben zitten, ten voorwcndzel,
om ongehindert
Polen te kunnen deelen, en flo-
ten vervolgens met de Jacobijnen eenen afzon-
derlijken vrede, om
Oostenrijk den hartader af-
tcfteken. Uit dit enkele lecrfame
voorbeeld
kundt gij zien hoe een fchrandcr Kabinet zich
alle zaken ten nutte weet te maken.

B 3

-ocr page 24-

feafiiiut geQdmgn,

Deze zijn de ziel der fclirandere ftaatkunde
in ,buitenlandft:he zaken, en alle Staten kunnen
^lunne onderhandelingen alleenlijk onder den
fluier van 't geheim voorbereiden, ten einde de
tegenwerking hunner vijanden te verijdelen, om,
wanneer de zaak, die men voorheeft, niet goed
is, het gevoel van eer des Kabinets niet in de
waagfchaal te ftellen; doch dit laatfte komt in
vcele zaken van aanbelang niet te pas, cn als
men iet groots bedoelt is het beter het mom
aftewerpen cn maar openlijk, onbefchaamd voor
den dag te komen. Tot een' ftaal hier van kundt
gij nalezen de onderhandeling met
dumourier
in Champagne-, de Negotiatie (cn dit herinnert
iriijquot; weder aan den ouden
sirach) van den
Marquis de
luchesini te IFarfchau; dc
negotiatie met het
Engelsch Minifterie over het
Subfidie traftaat; dc onderhandeling met de Rijks-
hoven om de conftitutioncele oprigting des Rijks-
legers te hinderen, als mede den afzonderlijken
vrede te
Bafel, die reeds gefloten was, toen
onze gezanten nog de aankomst onzer Ministers
in
Bafcl lochendcn, welke, naar inhoud ccner
ofiiciélö rugfprake aan de verbondene hoven,
«iets anders ten doel had dan het uitwisfelen
van eenige wedcrzijdfche krijgsgevangenen j en

eitt-

-ocr page 25-

eindelijk het vriendelijke aanbod van onze me-
diatie, na dat wij de geülliecrdcn zoo wel be-
diend hadden.

Dit woord komt cigentlijk niet te pas in on-
ze ftaatkunde, want wij ruilen niet, maar behou-
den liever alles wat wij hebben, en riemen daar
bij zoo veel wij kunnen. Middelervvijl heeft dat
woord ons zeer goede dienften gedaan. Wij
fchreeuvvden over Land-ruiling toen
Oostenrijk^
volgens het door ons' verrprelcl gerucht, zijne
Nederlanden tegen Beijeren wilde ruilen ; en
wij fchreeuwen nog heden over Land-ruiling,
fchoon
Oostenrijk niets ruilen wil. Land-ruiling
is dus voor ons cen tover-woord, met het welk
xvij vervaard kunnen maken quot;en vrees aanjagen.
Calumniare audaBer, femper aVtquid haret

't Is bekendt dat alle Manifesten cene bloote
formaliteit zijn, -en dat het hier flechts op woor-
den en niet op zaken aankomt, 't Is des voor
een
Pruisfisch Manifest voldoende genoeg, als
het zelve in fchoone, fchittcrende bewoordingen
is opgeftelt en iet van het dubbelzinnige der

Ora-

(*) Van het Hout verclraaijen eener zaak, blijfc ßeeds ieti
in de gedigten.

-ocr page 26-

Orakel-taal in zicli bevat. Met het opftcllen en
(bearbeiden van een nieuw'Manifest zult gij uw
hoofd niet behoeven te breeken, nadeniaal wij
in onze archiven eene menigte van allerlei zoort
van Manifesten voorhanden hebben, welke met
eene kleene verandering of woord-verfdiikking
in allerlei gevallen kunnen dienen, 't Is ook
niec nodig bij alle inve ondernemingen een Ma-
nifest uittegcven;
f u e d e ii i k de Grooten ftond
met zijn leger reeds lang in
Silezie, toen zijn
Manifest achter aan kwam. Daar zijn ook ge-
vallen , waar in men een Manifest geheel ont-
beren kan, zoo dat men in ftede van den nabuur
het oorlog te verklarai, blootelijk eene Demar-
cations-linie , volgens onze laatftc uitvinding,
te trekken hebbe.

/

Blootelijk ten eeuwige aandenken dat Pruis-
fen
eens een der Medeftenden van 't Duitfcke-
Rijk was, kan dat woord in ons ftaatkundig woor-
denboek worden^ geplaatst. Dc Mede-ftcnd die
behalven zijne ftem [als Rijksvorst nog in het
con-
clufium
door medewerking en rug-fpraak invloed
kan hebben, kan met woorden geen medeftend
meer heten. Om deze werkzaamheid uittedruk-
ken zal 'cr nevens den tijtel van Rijks-opper-
hoofd

-ocr page 27-

hoofd nog cenen anderen tijtel in het Duitsch
Staatsrecht dienen uitgedacht te worden, en zoo
konde men in llede van Keizer en Keurvorften,
Vorften en Stenden, gevoeglijker de benaming in-
voeren van Keizer, Proteftor cn kleine gemeenc
Stenden.

Dit woord wns langen tijd bekendt in ^ het
ftaatkundig woordenbook -^-dcx—JMogenhcdcn van
den eerften rang.
Engeland, Oostenrijk, Rus-
land,
maar bovenal Frankrijk fpeelden de rol
van Mediateurs. Een
Pruisfisch Mediateur zou
voor vijftig jaren • een zoo groot opzien gebaart
hebben , als onder
l o d e w ij k XIV, de
van
Genua in Parijs verwekte; en evenwel fpe-
len wij thans die rol, cn zulks onder de alge-
meene
applauju (toejuiching), van de Rijksvor-
ften des
Duitfchen - Rijks ; doclj indedaad meest
alleen onder de algemeene direftie der Natio-
nale Conventie. Deze reddeden wij van hongers-
nood, uit dankbaarheid bezorgde zij ons de rol
van Mediateur in het
Duitfche Rijk; en dat 'er,
na de rol van Protedror, welke wij fints eenigen
tijd in des Rijks-gefteltheid aangenomen hebben,
van Rijksmediateur tot Rijksdesppot geen groo-
ter ftap zij, kunnen wij ons alleen in vertrou-
B 5 .nbsp;ven

-ocr page 28-

wen zeggen. Om ondertusfchen de zaak niet
200 duidelijk tc maken, zult gij weldoen u, in
ftede van de benaming van mediatcur of media-
tic, van het van ons nieuw gefchapen woord,
mcde-afvvcnder te bedienen, dewijl door dat
•woord nog een ft^iijn van vooronderftelling over-
blijft, dat wij het zogenaamde woord Rijksop-
perhoöfd niet bedoelen.

ag)BfcKijiatiang torgg.

Zulk een corps wierd voor dezen fiiam gebragt
alleen tot het gadcflaan vau ccncn verklaarden
vijand of van eenen twijvelachtigcn vriend. De-
ze gcdagte kwam ons nogthans te gemeen voor.
Om^ derhalven oorfprongklijk te zijn, trokken
wij langs onze Linie van Demarcatie cén obfer-
tions corps te famen om onze vrienden cn bond-
genoten te obfcrvcercn of in het oog te houden.

^tt^tinhu^ink.

of overwigt.

De Franfchen hetben ons ftaatkundig woor-
denboek met dit woord verrijkt, dewijl de Na-
tionale Conventie openlijk zegt: dat zij ons in
het
Duitfche Rijk de prcponderantie of het over-
wigt wil vcrfchalll'n. Zoo dit geen
Framch com-

pli-

-ocr page 29-

pliment zij, dan moet dc Nationale Conventie de
goedheid. hebben inenige fchoone Provintie van
't
Dititfche Rijk in onzc fchaal te leggen, waar
door wij dan cigentlijk het overwigt bekomen
konden. Inmiddels kundt gij u, uit het enkele
woord Prcpondcrantie, of overwigt, genoegzaam
overtuigt houden, dat evcnwigt niets anders dan
cen hersfenfchim is j want zoo haast 'er een ovcr-
gewigt plaats heeft, houdt het evcnwigt op.

Een oud woord, waar door men pleeg te ver-
ftaan, trouw en vertrouwen, dcugdlijkheid, eer-
lijkheid, oprechtheid, verbondsplicht cn zoo
voords, gelijks zulks nog in dc woordenboe-
ken der oude eerlijke
Diiitfche Vorften tc zien
is. Bij ons gebruiken wij het ten hoogden
als zand, het welk wij, als 't ons convenieert,
de wereld in de oogen werpen.

föElmïiiti'e.

Dit woord zullen wij cen gouden eerzuil op-
rigtcn. Zonder de Revolutie in de
Vereenigds.
Nederlanden,
zouden wij onzc Oßicicrcn en
Soldaten , dien wij ter hcritelling van de rust

aldaar

-ocr page 30-

aldaar een rijken buit beloofden, zoo als zij
dan met dien buit ook tot ons zijn te rug ge-
kcert, niet gretig gemaakt hebben, voor ons bij
alle Revolutien een voornaame rol te fpelen.
Zonder de
Franfche Revolutie zouden wij dc
beste
Poolfche Landfchappen niet tcn. buit ver-
kregen hebben. In troebel water is 't goed vis-
fchen, is een gemeen fpreekwoord, doch het
welk op eene voortrelTelijke wijze ons ftaatkun-
dig gedrag uitdrukt. Zo menigmalcn gij dan in
het toekomende uw net naar vreemde landen
jnecndt uit te werpen, moet gij voor al dc gees-
ten dier landen oproerig, dat is, het water .al-
daar troebel maken. De wijze nu op welke
men onlusten in vreemde Staten kan llokcn cn
onderhouden, daar van hebben wij heerlijke voor-
beelden in ons gedrag bij den opftand dér
Oos-
teurijhfchz Nederlanden, van Luik en van Ilon-
garyen. — Dat het des ftceds uwe ftudie zij
den geest van twecdragt, ongenoegen en onrust
in de naburige Staten te verweldcen en leven-
dig tc houden; want daar wij zoo vast gehegc
zijn aan de
Franfche Revolutie, welke naar dc
wijze van
ma hom kt den fakkel der dweep-
zucht en het zwaard des gcwclds over al met
zich voerd en alomme
Ptofel'.ten maalct, is het
gewis voor de overige Mogendheden de gcvaar-
lijkfte tijd onzer ftaatkunde.

-ocr page 31-

Nadcmaal wij met dc vijanden van 't Rijk
ccnen afzonderlijken vrede gefloten hebben ; na-
dcmaal wij geen contingent meer leveren en
zelfs andere Rijks-ftandcn door onze Linie van
Demarcatie het leveren van het hunne belet-
ten; nadcmaal wij ons al mede van alle Rijks-
ftandigc verplichting losgerukt en ons formeel
van 't Rijk losgemaakt hebben; zoo kundt gij
zelf wel bevroecleri daf wi)^ntt-vari-.hef woord
Rijks - opperhoofd enkel volgens de Diplomatic
fche fpreckwijzc bedienen. Doch di: v/oord kan,
naar de omftandigheden, als een fpotwoord^ge-
bruikt worden, cn om het huis van
Oostenrijk
in moeilijke verplichtingen tc wikkelen kan bet
ten eenigen tijde van groot nut zijn. Indien het
derhalven u tc doen zij den Keizer in een haat-
lijk licht tc ftellen, moogt gij hem met den
ftcrkftcn nadruk nog ftceds het Rijks - opper-
hoofd noemen.

Wanneer iemand fchavcrgoeding begeert, moet
het voor af bewezen zijn dat hij werkelijk , (cn
wel buiten zijn fchuld fchadc heeft geleden)

zo-

-ocr page 32-

zoodanig was het zedelijk begrip der oude tij-
den. Voor onze fhiatkunde zou dergelijke uit-
legging gedeeltelijk zwaar, gedeeltelijk kleinmoe-
dig zijn.^ Wij hebben ons derhalven eenen
eigen weg gebaant, en vorderen fchavergoeding
daar wij niets verloren, maar daarentegen ge-
wonnen hebben. Wij laten ons van dc
En-
gelfchen
Milloenen betalen om de gemeenfchap-
lijke onderneming der aanval linie, welke toen-
maals van de
Nederlanden tot aan Zmtzerland
reikte, volgens een te voren bepaalt plan, tc on-
dcrfteuncn. Dan, daar wij 'er onze rekening
niet bij vonden, maakten wij zwarigheden we-
gens de pkiats waar wij moesten ageeren,. we-
gens den zin hoe verre wij uit hoofde dier fub-
lidie verbonden waren medetewcrkcn; cn daar
eindelijk de
Engehchman dc onbefchaamdheid
had dc 62000 man te willen zien , die hij be-
taalde, en die wij, daar 't ons convenabelst
fcheen niets te verrigten, voor de proteftic
van 't Rijk en ter vergoeding van het contin-
gent cn plaats vervulling van andere Rijksftan-
den, of ingevolge het
Engelsch fubfidie traftaat
voor het krijgsleger der coalitie of geallieerden
deden doorgaan, zoo lieten wij den onbefchei-
dcn coRNWALLES mooitjes wandelen en ver-
klaarden: dat v/ij ons in de Coalitie niet lieten
, voorichrijven wat doen moesten. Daar door
fpatte het ganfche Operations plan des
Oosten-

rij-

-ocr page 33-

rijkers en des Brits, de gecombineerde Armée
wierd in de beide flanken door het vak, 't welk
wij bij
Trier openlieten, aangegrepen, dezelve
moest de
Nederlanden ruimen cn zich achter
den
Rhijn begeven. Inmiddels bekwamen wij
eenige vergoeding over
Hamburg en Bafel in
Louis d''ors. In Polen namen wij meer in pand
dan ons gansch
Silezien waardt is; wij wonnen
dus
Guinéas, Louis d'ors cn Overrhijnfche lan-
den. Nu blijft ons nog overig de rekening,
welke wij het Rijk, om fchaver'goeding, te ma-
ken hebben, voor 't ontzetten
^nrMcnrz, en zoo-
danige andere rekeningen van fchavergoeding als
wij het Rijk met hulp van
god en de Nationale
Conventie nog verder kunnen inleveren. •

j^Erfiïflartiig.

Dit woord geeft eene opheldering te kennsn
van iets dat duister is; want iets dat klaar
is behoeft geene opheldering. Daar nu onze
meeste Kabinets - verrichtingen met eene ver-
fchrikkclijke duisterheid omvangen zijn, moeten
er dikwijls gevallen voorkomen, waar in gij
cenc verklaring zult nqdig hebben,' ten einde
het een of ander gefchrift voor de wereld te-
rechtvccrdigcn, ten minflien te verontfchuldigen.
Hoe veel doorzicht ik nogthans in u bemerke

moet

-ocr page 34-

moct ik u cyenwcl aanbevcelcn nimmer dc
duisterheid door ■ eene verklaring weg tc ne-
men ; terwijl gij ligt begrijpen zult, dat het
ganfchc geheim daar in beftaat, over de duis-
terheid een zoo glimpend vernis van fchoone
woorden en draijen te ftrijkcn dat dc wereld,
door den fchittcrcnden glans daar van, het
duistere niet bemerke.

- Hier toe bcveelc ik u ten eeuwigen voor-
beelde onze verklaring, welke wij gaven we-
gens onzen afzondcriijkon vrede met
Frankrijk.

Heet eigenlijk een verbond tegen den Keizer
cn de oude Rijks-conftitutie tcn einde dc Kei-
zerlijke waardigheid ccn Protcftoraat toetevoe-
gen.

Dit woord is voor ons ftaatkundig woorden-
boek onontbeerlijk, daar wij volgens een grond-
wet van den Grooten
frederik ten minften
om de tien jaren onze naburen het oorlog
moeten aandoen, ten einde onze troepen in dc
rraktijk daar van tc onderhouden. Doch met

wien

-ocr page 35-

wien en wanneer eenen vrede te maken, daar
over moet gij raadplegen met uwe
convenientie.
Er is een roemvolle cn ontëercnde vreede, doch
die benamingen moet gij u weinig bekreunen.
In uwe oogen moet iedere vreede eerlijk zijn,
bij denzelven moet gij altoos uw voordeel vin-
den, en uit dat oogpunt befchouwt, is onze
afzonderlijke vreede de voordccligfte, welke ooit
op aarde gefloten werd, alhoewel dezelve regt-
Itreeks aanloopt tegen den inhoud cn het oog-
merk onzer te voren aangegane Alliantie.

Hier zou ik de penquot; iconncn -ncdcrleggen en
mijne erfbeflclling kunnen fluiten. Ik hebbe ü
in de geheimen onzer fl:aatkunde ingewijd en
tot in het binnenfte des heiligdoras gebragt.
Ik zoude echter den naam uwcs geleiders en
onderrigters niet verdienen, indien ik
u met
dezelfde oprechtheid en met dezelfde hand,
aan welke ik u tot hier geleidde, nu ik bui-
ten fchoots ben, niet openhartig beleed, dat
onze fliaatkunde , welke zoo gevaarlijk voor
vreemde Mogenheden is, ten langen lesten ook
vcrderflijk voor ons kan worden; en dat me-
nigmalen angfliige gewaarwordingen wegens het
toekomende, mijne vreugde over den door mij
zoo hoog verheven Colosfus onzer fl;aatkunde,
Hoorden. Hoe dikwijls zijn alreeds de mijnen
te rug gefprongcn, welke wij tegen den vijand
aangclegt hadden? In plaats van om het bran-

Cnbsp;den

-ocr page 36-

dende bosch eene affcheiding te graven, vul-
den wij door onzen afzonderlijken vreede de
tusfchen ruimte op, baanden de vlammen der
Revolutie den weg, om zich door den geest
van 't
Illuminatismus, over het tot vuurvatting
thans zoo toebereidde
Diiitschland, te verfprei-
den. Ik wil geen gewag maken van de brand-
ftolfen, welke deze vlammen, wanneer dc
Fran-
fche
Republiek eens door ons gevcstigt zal zijn,
in het flccht beftuur der kleenc Vorftcndommen
binnen 't Rijk, cn in- het juk onder het welk
het volk gaat, vinden zullen; maar op het
gansch verderf onzer zeden , op de toomloos-
heid onzer jeugd, op het door onze dagblad-
fchrijvers openlijk gepredikte ongeloof, cn daar
uit voortvloeijende verachting van wetten en
Opperhoofd; op de algemeene kracht, welke het
llluminatismus heeft bij Geleerden en Werk-
lieden; op het afftekcnde der Hofzeden met
den Nimbus (een wolk binnen welke de Hei-
denfche Goden op aarde nederdaalden) welke
men om de Vorsten trekken zal ; op den
geest onzer Militairen, welke de broederfchap
met onze nieuwe Vrienden, in 't Vaderland
te rug zal brengen. — Op dat alles, 't welk
zoo zeer tegen ons werkt, moet ik u opmerk-
faam maken, en wanneer gij u een volkomen
begrip gemaakt hebt van deze afbeelding zal
het u niet moeilijk vallen de mogelijkheid te

be-

-ocr page 37-

bevroeden, dat-de vlammë^dér Revolutie 2eer
ligt het eerst^'tot
dt Frtïisfifilie Staten zouden
konnen oyerflaan. Dan zal men gereedelijk:
erkennen,' ,daf men aan de zucht ora Zich
grooter te. maken, gt; zijn .gansch . aanwezen heeft
opgeoffert, en het doel van het verbond der
coalitie zal _ d_an eerst in volle kracht over-
wogen worden. Doch laten '|wij dit aan 't
noodlot over, 't welk anderfms alles beftuurt.
Indien immer het tijdvak van rampfpoed ons
bedreige , zoo is toch mijn roem (dewijl ik
Minister cn Geleerde ben) ten minsten aan
ééne zijde behouden. Het gebouw mijner ftaat-
kunde moge ónder de vervloekingen van 't
nagcflacht inftorten, het gebeente der Koningen
van
Pruisfen en der Markgraven van Bran-
denburg
moge. te famcn met alle de praal-
ftukken van 't Koningdom verbrand worden,
dc ccrcplaats , welke ik mij door mijne ge-
dcnkfchriften cn door mijne overige in de
Berlijnfche Akadémie met zoo veel toejuiching
voorgelezen verhandelingen , in den tempel
des vernufts verworven heb, blijft mij toch
verzekert. —

C

Zin»

-ocr page 38-

00265-lt;lt;3

3« STAATKUNDIG WOORDENBOEK.

• - * f »

il: In de tegenwoordige tijdsomftandigheden kat
-Truisfen geen andere zinfpreuk voeren, dan:

V f
(

■ i-,

•V 1 •

.■ !
gt; ■

-ocr page 39- -ocr page 40-
-ocr page 41-

t-- v. -

IR-
«

-à,

■r-y ■gt;'gt;■■■ r ■ ■•

I

ie«' ' -

-ocr page 42-

yamp;uiattLwiii

e

• \ '

\

-ocr page 43-

v. ' ^

■ , . \

-.0

-ocr page 44-