-ocr page 1-

HIST. SEN. .Aquot; 3 8

-ocr page 2-

_______

-ocr page 3-

' aiHLtO'i iiEEh ^

~ ... , /

c, U rRECd

\

...........

t! 1 f ^ J

CONCEPT-REGLEMENT

VAN HET

HOOFDSTUK I.

Aard en bedoeling van het genootschap.

Art, 1.

Er wordt in Nederland een aardrijkskundig genootschap opgericht, gevestigd te Amsterdam.

Art. 2.

Het doel van het genootschap is:

a. opwekking van belangstelling voor de aardrijkskundige wetenschappen bij het Nederlandsche volk; h. aanwakkering van den ondernemingsgeest op het

76

RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT

0320 7

-ocr page 4-

2

gebied van den Nederlandschen handel, de Neder-landsche scheepvaart en industrie, door verspreiding van meerdere kennis aangaande landen en volken;

c. het bespreken van landen voor kolonisatie en emigratie geschikt;

d. ondersteuning van geografische expedities en reizigers, bij voorkeur Nederlandsche, en der uitgave hier te lande van belangrijke werken op geografisch en kar-tografisch gebied;

e. het vruchtbaar maken voor de geografische wetenschap van reizen, door Nederlandsche toeristen gedaan;

f. het bevorderen van een doelmatig geografisch onderwijs;

en in het algemeen alles wat strekken kan ter bevordering der geografische wetenschap.

Art. 3.

Ter bereiking van dat doel zullen worden aangewend de volgende middelen:

a. het jaarlijks houden van eenige algemeene vergaderingen, waarop mededeelingen gedaan, voordrachten gehouden en vraagpunten besproken zullen worden;

b. het uitgeven van een tijdschrift, waarin het verslag der zittingen wordt gepubliceerd en verdere wetenschappelijke opstellen en mededeelingen zullen opgenomen worden;

c. het verschaffen van inlichtingen aan Nederlandsche toeristen en het uitgeven van door henjspgestelde wetenschappelijke reisbeschrijvingen;

d. het zich in verbinding stellen van het genootschap met andere dergelijke genootschappen of met per-

-ocr page 5-

sonen en collegies, die de belangen van het genootschap kunnen bevorderen;

e. de vorming eener bibliotheek van kaarten en geografische werken, zoo door aankoop als door ruiling of schenking te verkrijgen en te vermeerderen;

f. het stichten van filiaal-vereenigingen daar, waar in de koloniën of in den vreemde een voldoend aantal Nederlanders gevestigd is;

zonder dat daarom eenig ander doelmatig middel uitgesloten wordt.

HOOFDSTUK II.

De Leden.

Art. 4

De leden worden verdeeld in eereleden, donateurs en gewone leden.

Art. 5.

Het eerelidmaatschap wordt op voordracht van het bestuur opgedragen door de algemeene vergadering. De eereleden deelen in al de rechten der gewone leden. Zij zijn vrij van alle contributie.

Den naam donateurs dragen zij, die jaarlijks f 25 of in eens /BOO in de kas van het Genootschap storten. Zij hebben alle rechten van de gewone leden.

Art. 6.

Als gewoon lid wordt ieder toegelaten, die zich voor het lidmaatschap bij een der secretarissen of een der

-ocr page 6-

4

andere leden van het bestuur aangeeft, en tegen wiens goedkeuring bij het bestuur geen bezwaar bestaat.

Bovendien kunnen jaarlijks eenige personen, die zich voor de beoefening der aardrijkskunde verdienstelijk hebben gemaakt, door het bestuur tot het lidmaatschap worden uitgenoodigd.

Art. 7.

De contributie der gewone leden bedraagt jaarlijks fb, tegen quitantie van den penningmeester in de maand Juni van het ingetreden jaar te innen.

Art. 8.

De leden hebben het recht de vergaderingen bij te wonen, aan de disoussien en stemmingen deel te nemen en gebruik te maken van de bibliotheek van kaarten en geografische werken, op voorwaarden, in de instructie van den bibliothecaris nader vast te stellen. Zij ontvangen gratis de verslagen der vergaderingen en tegen y3 van den prijs het in art. 3h genoemde tijdschrift.

Art. 9.

Het Genootschapsjaar vangt aan met 1°. Mei en eindigt met ultimo April.

Art. 10.

Zij, die voor hun lidmaatschap wenschen te bedanken, moeten daarvan vóór de maand Maart schriftelijk aan een der secretarissen kennis geven. Bij gebreke daarvan blijven zij aansprakelijk voor de contributie van het volgende jaar.

-ocr page 7-

5

Art. H.

Wanneer in eenig gedeelte van ons land minstens 10 leden zich daartoe vereenigen, kunnen zij een departement vormen. De betrekking tusschen de departementen en het genootschap zal nader geregeld worden.

HOOFDSTUK III.

Het Bestuur.

Art. 12.

Het bestuur van het aardrijkskundig genootschap is opgedragen aan een president, een eersten en tweeden secretaris en 9 andere leden, in de bijeenkomst van April door de vergadering te verkiezen.

Art. 13.

De zetel van het bestuur is gevestigd te Amsterdam. Een der beide secretarissen en de bibliothecaris moeten daar woonachtig zijn.

Art. 14,

Jaarlijks treden af 4 leden, volgens een door het bestuur op te maken rooster. Zij zijn met uitzondering van den president en de beide secretarissen gedurende óén jaar niet herkiesbaar.

Art. 15.

De voorzitter en de beide secretarissen worden op voorstel van het bestuur door de algemeene vergadering be-

-ocr page 8-

6

noemd. De overige betrekkingen, zooals die van penningmeester en van bibliothecaris, worden door het bestuur onderling bij huishoudelijk reglement geregeld.

Art. 16.

Vacatures, tusschentijds in het bestuur ontstaande, worden op de eerstkomende algemeene vergadering aangevuld.

HOOFDSTUK IV.

De algemeene vergadering.

Art. 17.

Er zullen jaarlijks minstens 3 algemeene vergaderingen gehouden worden, waarvan een in de maand April te Amsterdam; van de overige zullen plaats en tijd nader door het bestuur bepaald worden.

Art. 18.

Minstens 14 dagen te voren worden deze met de andere punten van beschrijving door het bestuur aan de leden medegedeeld.

Art. 19.

Behalve de in art. 3lt;quot; genoemde werkzaamheden zullen op de April-vergadering plaats hebben: «. de indiening der begrooting voor het volgende jaar, door de leden goed te

-ocr page 9-

7

keuren; h. de indiening door het bestuur van een verslag over den toestand en de werkzaamheden der vereeniging in het afgeloopen jaar.

Art. 20.

Commissiën worden ter algemeene vergadering benoemd door de vergadering of met haar verlof door den Voorzitter.

Art. 21.

Benoemingen van personen door de vergadering geschieden met gesloten briefjes, bij volstrekte meerderheid van stemmen. Als bij de eerste stemming de volstrekte meerderheid niet verkregen wordt, heeft een tweede vrije stemming plaats. Wordt deze ook dan niet verkregen, dan heeft er een herstemming plaats tusschen de twee personen, die alsdan de meeste stemmen hebben verkregen; wanneer de stemmen staken, beslist het lot. Over zaken wordt mondeling bij hoofdelijke oproeping naar volgorde der presentielijst gestemd.

Art. 22.

Buitengewone vergaderingen kunnen door het bestuur worden uitgeschreven, zoo dikwijls het dit noodig acht of wanneer minstens 15 leden het daartoe uitnoodigen; zij moeten minstens 14 dagen te voren ter kennis van de leden gebracht worden met opgave der te behandelen zaak op den beschrijvingsbrief.

-ocr page 10-

8

HOOFDSTUK V.

Slotbepalingen.

Art. 23.

De algemeene vergadering beslist over alle gevallen, waarin dit reglement niet voorziet.

Art. 24.

Wijzigingen in dit reglement of aanvullingen bij de bestaande artikelen kunnen alleen op de April-vergadering in behandeling komen; zij moeten door minstens '/3 der aanwezige leden worden goedgekeurd. Voorstellen, daarop betrekking hebbende, moeten uiterlijk vóór ultimo Februari bij het bestuur worden ingediend en worden op de punten van beschrijving gebracht.

Art. 25.

Ontbinding van het genootschap kan niet plaats hebben, zoo lang nog 1li der leden zich daartegen verklaren. De eigendommen en verzamelingen worden bij de ontbinding het eigendom van de koninklijke bibliotheek te 's Hage.

Art. 26.

De nieuwe leden ontvangen een exemplaar van deze wet en bekrachtigen door hunne handteekening het ter algemeene vergadering aanwezige exemplaar.

-ocr page 11-
-ocr page 12-

. :v.

' •- . ■• ■ quot; ■ '■ ' quot;

: . /fquot;

Um

é| ..v, , MÉÊ .......... 'Mk■ ■ -

;amp;a ■' ' ^

-ife'f;

quot;

]

V - -s

'*y

V-'