ONSTERFEL IJKER GEDACHTENIS,
Gesproken te JIaarlem,
l'ASTCOR TE lïOVENlililUv, lUUDElt VAN DE EIlvENKUOON, ENZ.
amsterdam, C. L. VAN LANGENHUYSEN.
1878.
19
19
2074 7394
OYEI^
DOOR
P.ASTCOR TE BOVENKERK, RIDDER VAN DE EIKENKROON, ENZ,
---
C. n. V^.N' rjA-^TGrE^THUYSEN 1878.
Hoogwaarde, Zeer Eerwaarde, Weleerwaarde Heer en, Hooggeëerde Heer en Leden van het Bestuur,
Geëerde Hoor deren!
Op dezen dag, te Haarlem, als spreker op te treden, voor eene vergadering gelijk deze, in welker midden ik de eer heb mij te bevinden, reken ik mij tot een bizonder geluk.
Alvorens te beginnen met het onderwerp mijner spreekbeurt, eene katholieke Nederlandsche grondwettige stelling, niet zonder een geheel bizonder doel voor deze plaats, voor Haarlem, bestemd en bewaard, uiteen te zetten en te verdedigen, dringt mij de volheid des gemoeds tot hulde voor een naam, wiens liefde en wiens roem mijn hart vervullen, gelijk ze uwe Christen ziel, gelijk ze de katholieke wereld vervullen: een naam die, op den huldigen dag niet in uw midden mag worden gehoord, dan nadat alle Geëerde Hoorde-ren van hunne zitplaatsen zullen zijn opgerezen, ter betuiging van des harten diepsten eerbied en des geestes hoogste
waardeering en vereering.....
Ware ik begonnen met dien onsterfelijken naam uit mijn hart in deze zaal te laten weergalmen, gij zoudt allicht uit eigene beweging zijn opgerezen, maar mijner ziele wensch verlangt die hulde te zien voorafgaan, omdat bij de komst van den naderenden Koning de eere-stoet zoowel gedeeltelijk vooropgaat als gedeeltelijk volgt. En
Koning was hij, wiens naam in uwe zielen leeft.
Koning der waarheid Gods, te midden van de dwalingen der wereld;
Koning van het recht van God en van den mensch, dat
4
Hij heeft verdedigd, zooals niet één Vorst in Europa, niet slechts tegen den ruwen oploop der muitende menigte op straat, maar ook tegen het lijn gesponnen overleg der Machten van Staat;
Koning was hij, in de Kerkelijke Stalen, op den onafhan-kelijken Vorstentroon;
Koning was hij en is hij en blijft hij, in de Historie van het Menschdom en in de harten van zoo vele honderd mil-lioen zielen als er ware Katholieken op aarde zijn;
Koning in het hart van ieder onzer, omdat hij was
de Opvolger van den Prins der Apostelen, Pel rus;
omdat hij was
de Sledehouder van Christus, de Opperherder van Gods Kerk;
omdat hij was — het wordt te dezer dagen ontelbare mit-lioenen malen door alle landen en over alle stranden gehoord — omdat hij was — Pius IX.
Niet zelden wordt, vooral hier te lande, gezien, dat bij buitengewoon plechtige omstandigheden, hel woord, dat men wenscht te doen hooren, niet wordt gesproken , maar gelezen. Zoo lang ik U in mijn eerste gedeelte mag wijzen op Pius IX, zal ik dat meer solemneele landsgebruik trouw volgen. In het tweede gedeelte wensch ik vlugger voort te gaan, en in minder tijd veel af te spreken.
Dat God hem spare, nog lang beware, hem zalig make op aarde... opdat hij begeere wat God behaagt, en hetzelve met alle kracht volbrenge.
Niet met treurende blikken naar een graf gewend, maar het hoopvolle oog naar den Hemel gericht. Een sterveling is gestorven, en hoe ook gezegend in jaren, werd Hij ons nog onverwachts tot hoogere bekroning opgeroepen. Ofschoon ook wij nog zeer lang den grooten belijder van de goddelijke waarheid en van het maatschappelijk recht op aarde hadden willen behouden — ofschoon ook Hij nog bereid was om als zichtbaar Opperhoofd der strijdende Kerk, Gods wil te volbrengen op aarde, gelijk in den Hemel, niet zoo volmaak-telijk, maar zoo goed mogelijk, col tuo santo ajulo, met de hulp en den bijstand van den God des hemels en der aarde— ofschoon ook wij weder in onze heilwenschen voor den Heiligen Vader niet ongelijk waren aan de eerste Christenen ten opzichte van den eersten Paus — toch zijn onze blikken en onze harten niet naar het graf maar ten hemel gericht. Wij hebben den rouw der Kerk gevoeld; wij hebben het woord van droefheid, door onze Hoogeerw. Bisschoppen gesproken, met droefheid vernomen; wij hebben gebeden en zullen ïiog bidden; maar wij zullen niet treuren, omdat wij de strijdende Kerk nog niet hebben zien veranderen in eene zegepralende Kerk. Ja, de Christenen der XIX° eeuw zijn gelijk aan de Christenen der eerste eeuw.
Korten tijd nadat de Heiland door de menigte op straat en door het hoofd van den Staat was veroordeeld, werd Hij verheven, maar aan het Kruis. Alhoewel aan het kruis gestorven in het openbaar, werd Hij nog in het bezegeld stee-
6
nen graf door wachters omringd, en toen Hij uit het graf verrezen en ten hemel opgestegen was, werd natuurlijk Zijn Stedehouder, de herder, die de lammeren en ook de schapen had te weiden en te leiden, gevangen genomen. De vorst, Koning met verlof des Keizers, hooggevierd om zijne eigene liberale beginselen , en om de liberale richting van zijne Re-geering. Herodes Agrippa, wist aan de opgeklaardheid der volksopinie voldoening te schenken. Hij had pas eenen van 's Heeren Apostelen, Jacobus, laten om het leven brengen; en ziende dat het den Joden aangenaam was, zoo nam hij hel besluit, om, ten believe van het volk, ook nog Petrus ter dood te brengen. Hij liet. Petrus dan in verzekerde bewaring nemen en in boeien slaan. Dat toegeven der staatsmacht, dat behagen der straatmacht, was den Christenen der eerste eeuw evenmin onbekend als den Christenen der XIX° eeuw. Wat de Kerk toen deed, was niets anders dan een aanhoudend gebed richlcn lot. God voor Petrus. De woorden van haar gebed zijn ons niet letterlijk bekend, maar de zin er van was deze: dat God hem spare en hem beware en hem zalig make op aarde en hem niet overlate aan den wil zijner vijanden.
Die wil der vijanden, die volkswil, vergde den dood van Petrus.
In dien dood hadden zich ontelbare Joden reeds verheugd, want ziet, nu waren de dagen der ongezuurde broeden eindelijk voorbij; de laatste nacht was eindelijk begonnen, en vóór dat weer de avondschemering zou komen, zou de nacht des doods op Petrus zijn gevallen; zoo dacht het volk, zoo ook de vorst. Waren ons de nieuwsberichten van die dagen in bijzonderheden bekend gelijk die van onze dagen, wel zou ons blijken dat de eene of andere Joodsche pen reeds bij ^voorbaat, die gretig verwachte tijding had geschreven. Doch was het uur nog niet gekomen. Herodes Agrippa, de niet geheel onwaardige navolger van Herodes, den Groote zegt de wereld, den kindermoordenaar zegt de
7
waacheid, mocht zich reeds geluk wenschen met de zegepraal van den aanbrekenden dag.
De Kerk bad en bleef aan het bidden voor Petrus.
Petrus, vast geboeid aan twee ketenen, tusschen twee krijgsknechten, sliep: sliep zoo gerust als weleer de Goddelijke Meester, op het meer van Genezareth, toen hun scheepje door den storm werd overvallen. Wachters ook nog voor de deur bewaakten den kerker. Eensklaps staat een Engel des Heeren in den aardschen kerker, nu geworden eene si ede van he-melschen luister. De Godsbode, met zijne hand Petrus aan-stootonde, wekt hem en zegt: »sta op, spoedig.quot; En de ketenen vielen van zolven, de boeien der handen werden geslaakt. De Engel sprak: «omgord u, en bind uwe schoenzolen aanquot;. En Petrus omgordde zich en bond zijne voetzolen aan. De Engel sprak: «werp uwen mantel om, en volg mij.quot; Petrus wierp zijn mantel om en volgde.
Middelerwijl vleide zich Herodes in de hoop zijne kroon met de lauweren van den naderenden dag versierd te zien.
Terwijl Gods Engel tot Petrus sprak, waren, sprekend tot. God in vurige gebeden, vele Christenen vergaderd in het, huis van Maria, de Moeder van Joannes, die bijgenaamd is Marcus. Om het behoud van Petrus, die op den volgenden dag zou worden terechtgesteld, dat is, veroordeeld en omge-
| O ' 1 tj
bracht, werd door de aldaar vereenigde geloovigen ook de nacht aan het. gebed gewijd. Petrus volgt den Engel, de eerste wacht voorbij, de tweede wacht voorbij, lot aan de ijzeren poort, die naar de stad leidt. Gelijk de eerste en de tweede keten, opende zich ook van zelve de ijzeren poort. De twee dienaren Gods, de Engel des Heeren en de Herder der aarde, gingen te zamen uit; gingen nog ééne straat voort; en de Engel kon scheiden; het gebed der Kerk was verhoord; Petrus was gered uit de handen zijner vijanden. De Heer zou hem nog sparen, nog in leven bewaren, nog s vele, vele jaren lang. Naar Rome, de hoofdstad der wereld
I
zou Petrus gaan en daar Christus en zijn Kruis belijden nog vijf en twintig jaren. Toen werd weder de kerker ontsloten ; toen dreigde weder met den dood, niet een Koning, maar een Keizer, c/e Keizer; toen bad weer de Kerk, dat God Petrus zou sparen, nog lang in het leven zou bewaren; hem toch niet zou overlaten aan den wil zijner vijanden. Er daalde weer — mag ik zoo spreken, niet meer uit het boek des Gelools, maar uit het geloof des harten? — toen daalde weder een Engel neder, en Petrus overschreed weer den drempel des kerkers, om.... om niet slechts een oogenblik te slaan in den weerglans des hemels, die den Engel omstraalde, maar om zijnen Goddelijken Meesier zeiven meer gelijk te worden; om niet slechts voor een tijd te worden gered uit de macht van wie Christus en Zijnen Stedehouder haten, maar om voor goed te worden verheven, op aarde wel is waar aan een kruis, maar in Gods hemel op een troon.
Gelijk de Christenen in de eerste eeuw voor Petrus, zoo hebben ook de Christenen in de XIXe eeuw voor Pius gebeden. Ik meen geen onrecht te begaan jegens de voorgeslachten van de 18 vorige eeuwen, ik meen geen overdrijving der waarheid te plegen, als ik zeg, dat wellicht nooit zóó veel, zoo aanhoudend door de Kerk in alle talen en onder alle hemelstreken is gebeden geworden voor een Paus, als wel in onze XIXC eeuw voor Pius IX. En hoe glorievol werd ons gebed verhoord! God heeft Pius gespaard, in hel leven bewaard langer dan op Petrus' Stoel in eene reeks van achttien eeuwen één Paus in het leven werd gespaard. Gelijk zijne eerste dagen waren zijne laatste; dagen van onsterfelijke glorie en onuitspreekbare grootheid; maar de laatste glorie en laatste grootheid, gelijk wij hadden kunnen verwachten voor den Paus, die voor dat Hij nog was gekozen, al reeds werd aangeduid als Crux de Cruce, het Kruis van het Kruis; glorie en grootheid gelijk men had kunnen verwachten voor Hem, dien wij sedert zoo vele jaren beminden als
9
Crucem de Cmce, het Kruis van het Kruis. Maar juist die liefde was het, die uit lofwaardige dankbaarheid voor den edelmoedigste der kruisbelijders, dien titel van verdiensten alreeds nu op aarde had willen veranderd zien tot een erfdeel van beiooning. Die liefdevolle wenschen, hoogte prijzen, zij werden eerst uitgesproken als eene mogelijkheid, weldra als eene hoop, laler als ïene stellige verwachting. Waar ons alleen van de eerstvolgende toekomst werd gemeld als van het Lumen in ccclo, het liaht, de glans van den Hemel, hadden wij reeds Pius, die het Kruis van hel Kruis was, willen zien zegepralen als de glans der overwinning. Heeft Maria zelve dan niet Christus zien sterven, zien begraven worden, zijn graf zien bezegelen : zijne moordenaars hooren juichen en triomf vieren, al was hel met angst voor de toekomst? En wij? wij wenschten aan Christus' Stedehouder den Paasch-Zondag toe vóór den Vrij dag-a vond.
Niet met tranen in de oogen, niet met pijnigende, angstvolle droefheid in mijne woorden., spreek ik tot u over den pas ontslapen Pius. Al zou ik dal willen, nog zou ik het niet kunnen. Bij het graf van Pius IX spreek ik van heil en glorie, spreek ik van strijd en overwinning; spreek ik van het voorbeeld door Pius gegeven, omdat het voorbeeld van zijn verleden het Labarum onzer toekomst is.
Laten wij onze harlea verkwikken, onzen geest versterken, ons geloof verlevendigen, en, door dat grootsch verleden geleerd, den goeden strijd, die goed is begonnen, nog beter voortzetten.
Wat waren zij rijk aan schoonheid en glans, aan vreugde en zang de eerste zonnen van Pius, Paus en Koning! Werd er ooit een Paus, bij zijne verkiezing, met onuitspreke-lijker geestdrift door zijn volk begroet? Zou er ooit een Cesar, op zijn triomfwagen, het Gapitolium hebben bestegen, met meer oprechte toejuiching van geheel het volk? Werd de katholieke wereld er niet van zelve toegebracht,
10
om, na de inhuldiging van dezen Stedehouder van Christus in Rome, te denken aan den intocht van Christus in Jeruzalem, met palmen en olijven en Hosanna's gevierd? Zou er ooit in de geschiedenis der wereld, een Hosanna hebben weergalmd, te vergelijken aan dat wat Rome en Italië, twee jaren lang. Pias hebben toegezongen? Toen Hij slechts voor enkele dagen zijne hoofdstad had verlaten, en uit Al-bano naar Rome terugkeerde, snelde Hem toen niet eene lofzingende menigte van 40,000 zielen te gemoet, ongeduldig om weer den schier aanbeden Paus-Koning weer te aanschouwen? Hoogere vereering dan liet Romeinsche volk aan Pins IX betoonde, mag aan geen sterveling op aarde worden gebracht. De grond, waar Hij zijne sclireden zette, werd hun als heilig, en werd menigmaal, met den gloed van het italiaansche hart, als een heiligdom gekust, meer nog door de kinderen des volks als dooi de kinderen des kloosters. De zonen des volks, de zonen van adelijken bloede hebben de taak benijd van het moedig gespan, dat het rijtuig van den vader des volks mocht trekken. Het was op het plein van Colonna. Hoe langzaam da stoet ook voorwaarts toog door de met juichende scharei gevulde straten, het werd nu onmogelijk verder voort ie rijden. Eene menigte jongelingen, de knieën tot den grond gebogen, konden moeielijk en wilden nog minder plaats maken voor het trappelende hengstengespan. Wat zij vraagden, hoe zij er als een gunst op aandrongen — de vader wilde het niet toestaan: «neen, neen, riep de Paus-Koning, daar hij zag dal de paarden werden algespannen; neen, neen, gij zijt mijne kinderen.quot; Maar wat vermocht de gevangene der liefde! Lanczaam te midden der vreugdedronkene volksdrommen ging de zware pauselijke koets vooruit, gelrokken door ie mannelijke jeugd van Rome. Zoo loog het Romeinsche volk in triomf over den berg van Monte Cavallo, den weg op naar hel Quirinaal, (e midden van een bloemenregen, te
11
midden van een geknielde menigte, die juichend en wuivend hare armen tot Pius uitstrekte, hem toeroepende met die zangerige toonafwisseling den volke eigen: Viva il noslro bnon Papa Pio nono (leve onze goede Paus Pius ÏX.) Viva il padre del populo! (leve de vader van zijn volk!;
Wat kon hij doen, de gevangene der liefde, Pius tricm-phator, wat anders dan God bidden, en zijn volk zegenen ! Kon hij meer doen dan voltooien wat Hij drie dagen vroeger had begonnen?
Het was de 17quot; Juli, juist een maand nadat Pius voorden eersten keer op het Quirinaal was verschenen, dat er te Rome, bij het vallen van den avond, aan de hoeken van al de straten der stad, van wege de Regeering een groot Plakkaat, met twee kolommen druks, werd aangeplakt. Menigeen gin!^ voorbij zonder te gaan lezen wat men den volgenden dag beter zou kunnen zien, en wal, — voegen wij er bij, — men weldra zou van buiten leeren, zou uitgalmen, zou zingen. Doch één voorbijganger, door nieuwsgierigheid gedreven, wil van meer nabij zien wat het plakaat behelsde. Hij
meent te kunnen lezen dat____ Ja, hij leest nog eens,., hij
leest en slaakt een kreet, een kreet van blijdschap; het was de algemeens kwijtschelding en vergiffenis, het was de amnestie.
Slad der Zeven Heuvelen, hebt gij ooit een blijderkreet hooren opgaan dan die welke in den avond weerklonk van straat tot straat, van wijk tot wijk, van de oevers des Tibers, over het Capitool, langs den triomboog van Titus en dien van Constantijn, tot over de muren en puinhoopen van het Coliseum? Dat woord, een woord van genade, dat als een zegekreet van den eenen drempel naar den anderen snelde, was een vreugdezang, die hier in klanken weergalmde en ginds in vreugdevuren begon te schitteren, in de huizen, langs de straten, op de pleinen. Gelijk in ons Noorden bij winteravond de ontluikende starren voor elk onzer blikken talrijker worden, zoo ontglommen te Rome, elk oogenblik talrijker vreugdestralend
12
Over geheel Rome ging als een hemel van lichtgewemel op, hier en daar door nog sterkere lichtstroomen dooraderd. Meer nog dan de vreugdevuren steeg in getal de menigte des volks dat te zamen stroomde, tot er eene stem opging: »naar Monte Cavallo!quot; d. w. z. naar het Quirinaal, het verblijf van den Paus-Koning. En daarheen nu bewoog zich die menschenzee in vrij geregelden vloed. Pius, in de stilte van de uitgestrekte tuinen van het Quirinaal, had reeds eenig gerucht uit de verte vernomen; zag reeds het meerdere licht; in toenemende klaarheid; Hij hoorde een onbepaald, dol', zwaar gegons naderen : zoo iets gaat immers talrijke drommen volks vooruit. Als het verre gebruis van een opkomenden vloed; al? een brommend rollen van den donder in verre wolken, stijgt het den heuvel op. Uit de baren dier levende zee stegen woorden, en gelijk in den golfslag elke der steigerende baren een straal der zon in haar top schijnt te dragen, zoo had hier elke stem in het bijzonder en die der vele duizenden van menschen te zamen één woord, één naam; de gezegende naam van den Paus-Koning, »Pio Nonoquot;. Men komt Hem zeggen dat zijn volk er is; dal het zijn Koning wenscht te zien; wenscht te danken. Pius gaf toe aan dat verlangen. Ik zal hier geenszins schetsen met welke uitbundige, vreug-dedronkene geestdrift zijn verschijnen voor het oog des volks werd toegejuicht. O zag ik rondom u in schitterende reiën geschaard de grootste genieën der dichtkunst, de edelste vernuften der tronen, de waarheidlievendste tolken der geschiedenis, allen in één woord, die ooit een triomf hebben genoten of een triomf weten te waardeeren, ik zou, met katholieke fierheid, wijzen op Pius daar slaande voor zijn volk en hun toeroepen: ecce Eegem, ziedaar een' Koning. En Rome's Koning, de eenige Koning der aarde die aldus zijn volk kan antwoorden — verhief zijne rechter hand en sprekende tot God in den hemel, gal aan zijn vreugdedronken volk den zegen des Pausen.
13
Geen uur later of een andere nog machtiger toevloed des volks wenschte zijn Koning te aanschouwen. En de gelukkigste der koningen, bracht door zijn verschijnen die vreugde tot een geestdrift, waarvan' het warmste bloed in ons koude Noorden geen besef kan hebben. Ook die zegen was nog niet de laatste van dien nacht der Hosanna's. Tegen elf ure riep geheel Rome, om nogmaals zijn Pio benedetto, te aanschouwen. En de Paus-Koning voor den derden maal verhief zijne zegenende band over een volk, wiens blijdschap bijna schrikwekkend werd.
En desniettemin was de wereld door herhaald, hoe een heilig man, nu reeds meer dan zeven honderd jaren geleden, dezen Paus had voorspeld en gekenmerkt als crux de cruce, kruis van het kruis.
Opdien nacht der Hosanna's, dien nacht van den -18quot; Juli 18.46, volgden de dagen en nachten van Midden-November 1848.
Hel was den ISquot; November. Bij het vallen van den avond, te midden van volksdrommen, werd er in Rome's stralen triomf gevierd, en werden zangen uitgestooten. Wie in triomf werd rondgedragen, was er een, wiens hand nog met bloed geverfd, den dolk verhief, die eenige uren geleden den moord had volbracht op den trouwen eersten Staats-Minister van Pius den Gezegende. Er ging een gezantschap uit die overwinnaars tot Pius, met het programma hunner eischen. Weldra spraken er ook stemmen daar buiten, op Monle-Cavallo, voor het Quirinaal, waar onlangs het eindeloos Hosanna weerklonk. Het waren de stemmen van moorddadige vuurwapens. Door hen getroffen zeeg in een der vertrekken van het Quirinaal dood neder een ander der trouwe dienaren van Pio benedello.
De Revolutie had haar masker afgeworpen, haar strijd begonnen en hare kanonnen tegen de hoofdpoorten des ver-blijfs van den Paus-Koning gericht. Zij sprak hare eischen,
en Hij gaf zijn antwoord; een antwoord dat Petrus te Jeruzalem had gesproken en dat ook nog de laatste Paus aan den laatsten eisch van den Geest des kwaads zal herhalen: no)i possumus. Koningen zullen gevallen, Keizerstronen bezweken zijn, als Pius dat woord nog zal herhalen, want ook voor hem is begonnen wat na vijf en twintig jaren nog niet zal zijn vervuld: crux de cruce.
Wij hebben gebeden dat God Hem zou sparen en bewaren , en zijn dan niet de gebeden der Kerk verhoord geworden, hooger dan de verwachting in 18 eeuwen ging? Laat ik u niet in herinnering brengen, want ik wil uwe harten niet bedroeven te dezer stonde, hoe Pius, minder om zijn eigen leven te redden, dan om aan ongelukkig verdoolden de misdaad van den vadermoord te sparen, bij het vallen van den avond, op het uur dat weleer de kreet opging van Amnestie, uit Rome moest vluchten, en in vlucht voortreed op dienzelfden weg van Alhano. En nu, ja ook nu zou ik willen uitroepen: ecce Regem, ziedaar den Koning: crux de cruce, het kruis van het kruis.
Aan het christelijk penseel, door de hand van het genie gehanteerd, zou ik willen zeggen: wees nieuw in uw werk en waar in uw voorstelling; ontwerp een paneel in drie la-fereelen. Het midden-tafereel is Rome, het Quirinaal, Pius IX en het volk in den avond van dien ISquot; Juli 1846.
De rechtervleugel van uw Triptikon zij Rome, het Quirinaal, Pius IX en het volk in dien avond van 24 November 1848..
De linkervleugel zij Rome, het Quirinaal, het volk, het leger, de Standaard van Piëmont, La Marmora en zijne omgeving, openbrekende de sloten van het Quirinaal. Laat gerust aanrukken de triomftocht met Victor Emanuel als held. Gij hebt dan twee triomfgenooten. De eene draagt den dolk van den sluipmoord, de andere de kroon van Koning van Italië. Schrijft gerust boven de twee tafereelen van Juli en
15
van No\emhe\: vox populi: de volksstem; en boven het hoofd van Pius, als ook boven het hoofd van Victor Emanuel: ecce Regem, ziehier een Koning. De eene is Koning door de genade Gods; de andere zou het zijn door de genade des volks.
Doch met levendiger kleuren dan het penseel zich kan scheppen, staat ons in van dankbaarheid tintelende trekken voor oogen de vervulling onzer bede, want God heeft Pius gespaard, heeft hem toen gered uit de handen zijner vijanden ; heeft hem teruggevoerd in zegepraal; heeft hem voortdurend bewaard als eenen Daniël inde leeuwenkuil, heeft hem zoo lang in het leven bewaard, dat zelfs overtroffen is geworden wat de eene eeuw aan de andere eeuw herhaalde, als eene onbereikbare toekomst: Pa,us van Rome, gij zult de jaren van Petrus niet bereiken. En wat in 18 eeuwen de wereld niet zag, dat hebben wij gezien. Pius IX, Paus van Rome, heeft te Rome, langer dan Petrus, den opperherderlijken staf, de sleutels van het rijk der hemelen gevoerd. Meer dan vijf jaren langer dan Petrus heeft Pius te Rome het kruis verheerlijkt.
Wij hebben gebeden , dat God Hem zou zalig maken op aarde, en heeft niet Hij den dag beleefd, dien zoo vele Koningen verlangd hadden te zien, en niet hebben gezien, den dag, waarom Hem alle geslachten zullen zalig prijzen, den dag waarop de God der Waarheid door zijn mond heeft gesproken , dat des Heilands Moeder, dat Maria is ontvangen zonder de smet der erfzonde? Wij hebben gebeden dat God Hem niet zou overlaten aan zijne vijanden, en heeft God Hem niet verheven boven alle zijne vijanden met Hem, waar Hij als Christus' Stedehouder, als Opperherder aan de gansche Christenheid Gods openbaring voorstelt in geloof- en zedenleer, te kronen tot onfeilbaren tolk des Allerhoog-sten? Heeft God hem niet verheven boven alle zijne vijanden, daar de vorsten der volkeren het allen eens zijn geworden om Hem te verlaten, en Hij alleen tegen de mach-
16
ten der aarde, legende machten der Hei, het woord van de waarheid, de wet van het recht, hel recht van de deugd en van den godsdienst heeft gehandhaafd? Grooter strijd, ik zeg niet van één man tegen heel een volk; maar van één man tegen Europa; van één man tegen de heerschzucht der vorsten en de muitzucht der volken ; van één man tegen de loochening van God, tegen de vergoding van de slof, legen de verheestelijking van hel menschwezen; van één man tegen de twijfelzucht van alle eeuwen, opgestapeld in den geest van het tegenwoordige geslacht, legende zedeloosheid onder de volkeren, verbreid onder alle leeftijden: zulk een strijd, zulk een man, heeft de wereld zelden aanschouwd. Het is als of op aarde in onze eeuw, in onze dagen, de strijd moest worden gestreden, de strijd moest worden hervat van Lucifer met al zijn aanhang van satans en van menschen, — niet dezen keer, legen een Aarts-Engel en aanvoerder van Engelen, maar tegen een mensch; niet tegen Michaël, maar tegen Pius. Wij hebben gebeden dal God Hem niet zou laten overleveren aan zijne vijanden; en gelijk de drie helden van Israël, te midden van den zevenmaal sterkeren gloed des brandenden ovens, bleef Pius bewaard, onverzwakt in zijn kracht, ongeknakt in zijn moed.
De kroon van het Koningschap werd Hem van het hoofd gerukt, en schooner gloriekroon dan om zijn schedel straalde, heeft onze eeuw niet aanschouwd. De staf der Koningsmacht werd in zijn hand gebroken, en zoo groot eene heerschappij als Hij in alle landen, als Hij op alle stranden heeil gevoerd — niet op den arm van gedwongen regimenten, maar op den geest van vrije mannen, — heeft geen Koning, heeft geen Keizer zich ooit gedroomd. In den beginne dezer eeuw heelt één machtige Keizer getuigd, hoe hij zelf slechts heerschte over de lichamen, en die grijsaard van het Va-likaan, over de zielen. Doch op heden kunnen alle Koningen , en kunnen alle Keizers , en kunnen alle Presidenten
17
van Republieken niet dan slechts weifelend zeggen, dat zij nog heerschen over de lichamen, maar de grijsaard van het Yaticaan kan meer dan ooit, en luider dan ooit verkondigen, dat Hij, in des Heeren naam, col tuo santo ajuto, het G-odsgezag voert, en heerscht over de zielen.
Tweemaal in onze eeuw, twee malen onder één Paus, onder Pius IX, heeft vriend en vijand, dat boven alle men-schelijk gezag verhevene schouwspel aanschouwd : de Grijsaard van het Valikaan heeft gesproken, gesproken als Stedehouder van Christus, bepalend wat Christus heeft geopenbaard, en van den Noordpool lot den Zuidpool, van zonne-opgang tot zonneondergang, hebben ontelbare millioenen zielen, op het gebod van zijn stem, geantwoord: Credo.
Dat er uit den stam van Jesse eene bloem is gesproten , eene bloem waarover de Geest Gods is nedergedaald, wisten wij; dat er eene vrouwe is gezegend onder alle vrouwen, die aan het menschdom de vrucht des levens heeft gegeven, nadat de eerste vrouw de vrucht des doods ons gaf en aldus moet worden zalig geprezen door alle geslachten, wisten wij; dat die spruit van Jesse, dal die Maagd der maagden vóór zij werd ontvangen, door Christus' macht en verdiensten vooruit was bewaard en gespaard gebleven van alle toevloeiende smet, dat «Maria is ontvangen zonder smet der erfzonde,quot; dat — verkondigde ons Pius de onfeilbare tolk van Christus waarheid — en de ware Christen heeft geantwoord, en antwoordt nog op den tegenwoordigen dag, en zal antwoorden van eeuw tot eeuw, van geslacht lot geslacht: Credo.
En nogmaals heeft gesproken de Grijsaard van het Vaticaan.
Dat er een mensch is door God gekozen, tol herder om des Heeren lammeren en schapen te leiden en te weiden, wisten wij; dat aan dien eenigen Opperherder de bronnen der waarheid en het voedsel des levens zijn toevertrouwd , wisten wij; dat de Goede Herder die zijn leven voor zijne schapen gaf, aan hst kruis te Jeruzalem , een Sledehouder
18
heeft voor alle geslachten tot de voleinding der eeuwen, dat wisten wij; dat ook die eerste Sledehouder zijn leven voor zijne schapen gaf, aan het kruis te Rome, wisten wij; dat de jongste Stedehouder voor zijne schapen voortdurend zijn leven ten offer bereid hield te Rome, weten wij; dat — zoo sprak de Algemeene Kerkvergadering van hel Vaticaan — «de Paus van Rome, wanneer Hij zijn ambt van herderen leeraar aller Christenen vervullend, krachlens zijn opperste Apostolisch gezag de leer des geloofs of der zeden door de geheele Kerk te gelooven, voorstelt, door den Goddelijken bijstand, Hem in Pelrus beloofd, die onfeilbaarheid bezit, welke de Goddelijke Heiland aan Zijne Kerk in geloofs- en zedenleer heeft verzekerd,quot; weten wij nu met onfeilbare zekerheid , wanl; indien iemand, zoo klonk in onze eeuw van onafhankelijkheid en losbandigheid, het Woord van het Gezag dal gebiedt, dat beveelt en ook veroordeelt, «indien iemand het durfde le beslaan, deze onze geloofspuntbepa-ling legen te spreken, hij zij anathema F' en uit alle landen der wereld, uil alle volkeren der Christenheid, antwoordden die honderd millioenen en nogmaals honderd millioenen slem-men , elk voor zich en allen le zamen, in één woord van zielsgehoorzaamheid: Credo.
Onder de twaalf Apostelen liet God toe dat er één Judas was; nu heeft Christus Zijne Kerk zóó bijgestaan dat er op de twaalfhonderd priesters niet één is geweest; op de twaalfhonderd lecken is er niet één Thomas geweest. Gelijk de Christenen in de eerste eeuw slechts één hart en één ziel waren, zoo ook de Katholieken in de XIX* eeuw, slechts ééne stein in één Credo.
Was, huilen de Katholieke Kerk, de twijfelzucht ooit ^rooier dan thans ?
Was, in de Katholieke Kerk , ooit meer ontwijfelbaar aangewezen de mond der onfeilbaarheid dan thans ?
Was in de Katholieke Kerk , dat gebied dier onfeilbaar-
19
heid ooit meer bepaald dan nu ? Zóó heerscht over de zielen de Stedehouder van Christus. De eerste eeuw had gehoord uit den onleilbaren mond van het Ongeschapen Woord : »Gij zijt Petrus, steenrots, en op deze steenrots zal ik mijne Kerk houwen;quot; had gehoord: «voor u Petrus heb ik gebeden opdat uw geloof niet bezwijke; bevestig uwe broederenquot; ; had gehoord: Simon Petrus, bemint Gij mij meer dan deze mij beminnen ? hoed mijne lammeren, hoed mijne schapen: de XIXquot; eeuw heeft gehooi d uit den mond der Kerk, geschapen naar het beeld en de gelijkenis van den Onfeilbaren Christus, sprekende door de Algemeene Kerkvergadering van hel Vatikaan: Gij, Opperpriester van Rome, Gij zijt de Herder, Gij zijt de Leeraar van allen, die Christen zijn: U komt toe het opperste Apostolische Gezag: Credo. De onfeilbaarheid die God aan Zijne Kerk beloofd en gegeven heeft, komt toe aan TJ, Opperherder van Rome: Credo.
En tot 's werelds laatsten dag zal nog de laatste der ware volgelingen van Christus, gelijk wij, te dezer stonde, in onze ziel, neen, in luide woorden in deze zaal voor God en de menschen belijden; Credo. En in het licht van Kerkleer en Historie, zal lot des werelds jongsten dag de naam schilleren van Pius IX, door wiens mond bij herhaling lot het menschdom heeft gesproken de God der zonnen, de God der zielen.
Wij hebben gebeden dat God hem zou sparen, hem zou bewaren, hein zalig zou maken op aarde, hem niet zou overleveren aan zijne vijanden, en God heeft alle volkeren der beschaafde wereld als aan den voet van Pius' troon gebracht. En dit, op velerlei wijzen, langs allerlei wegen; als belijders of als bestrijders.
De belijders zijn gekomen, zoo menigwerf, tot den Paus der Jubileeën; tot den Paus van het XVIIP eeuwfeest van Petrus' en Paulus' marlelie op aarde en zegepraal in den hemel; lol den Paus der Heiligverklaringen, tot den Paus
20
van Maria's Onbevlekte-Ontvangenis, tot den Paus van het Vaticaansch Concilie: de belijders zijn gekomen in die ontelbare Adressen, door millioenen handteekeningen bekrachtigd; zijn gekomen in die vrijwillige Bijdragen, die den onttroonden Koning onuitpulbare schatten ten liefdeblijk brachten; liefdeblijken, die den van zijne Staten beroofden Vorst meer millioenen overlieten voor werken van barmhartigheid, dan er millioenen te kort schoten aan den Overwinnaar om zijne persoonlijke schuldeischers te betalen.
O, niet worde hier te kort gedaan aan andere gekroonde Hoofden, maar men doet den Paladijnen geen onrecht met Charlemagne te waardeeren. En dan nog, wien lust het, hij zij Koning of Keizer, om in het veld der liefdadigheid en der werken van barmhartigheid, met Pius IX in wedstrijd te treden , hij melde zijn naam! O de Paus der Jubileeën, wordt de Paus der Epopeeën. Verdichting is overtollig; aan de wezenlijkheid heeft men stoffe te veel. Groot is hij, die de schoonheden der waarheid weet te bereiken; hij, die den werken zijner kunst de ziel van liefde en beminnelijkheid en zachte majesteit weet in te ademen, die millioenen stervelingen in Pius' gelaat hebben aanschouwd, in zijne woorden hebben gehoord, in zijne werken hebben bewonderd.
Die belijders zijn tot hem gekomen over de bergen, over de zeeën. De Alpen, die weleer hebben gezucht onder de legerdrommen der Keizers, hebben gejuicht onder de talrijke voetstappen van hen, die aan Pius' voeten, in één oogenblik, genoeg liefde en kracht hebben gevonden, om hem hun leven lang te beminnen, te belijden, te roemen: die belijders zijn gekomen uit de verre landen in de verre oceanen, waar vóór Pius' Pausschap nog geen Missionaris woorden van heil en verlossing had gesproken, en waar nu, in talen waarin onze Heiland nog nooit was aanbeden, des Heeren Moeder nog nooit was geprezen, de lof van het Kruis wordt gezongen en de naam van Pius wordt gemeld: die belijders,
21
ze hebben hunne stemmen verheven en den naam van Pius geschreven, gepenseeld, gebeiteld, gegoten, gelezen, her-zegd, gesproken, gezongen, meer dan ooit een vorsten-naam, sinds er menschen bestaan, op aarde werd gehoord. Geen Koning, geen Keizer heeft ooit op zich vereenigd een duizendste der stemmen, die zich voor Pius en Zijn recht hebben verklaard.
Wij kennen de zelfmisleiding van onzen tijd, de zelfverheffing des volks, zijn opperste heilmiddel wanend te vinden in een stemrecht van de lagere schichten des menschdoms.
Die uitspraak kan zijn de stem van het getal, kan zijn de macht, maar de macht is nog niet het recht. Dit onderscheid te erkennen, leerde ons de rede; dit in onze werken te betrachten leerde ons het geweten; dit in woorden te belijden leerde ons het geloof, maar dit te verkondigen, te verkondigen van de daken al, te verkondigen aan het volk zonder het Placet des vorsten die onrecht pleegt, dut heeft ons vooral Pius geleerd, geleerd door zijne woorden, door zijne werken, met liefde gesproken, met kracht volbracht. Ja, daar hebben wij immers om gebeden, opdat Pius zou begee-ren hetgeen God behaagt, en dat begeerend ook met alle kracht zou volbrengen. Dat heeft hij begeerd met Gods genade; dat heeft hij volbracht met Gods bijstand. Koning in het bezit zijner Staten, in het bezit van zijne macht heeft hij den vrede begeerd, en den oorlog geweigerd, geweigerd deel te nemen aan den oorlog van Noordelijk Italië tegen Oostenrijk. Ook zijn volk vlamde op dien oorlog, want in den boezem des volks loeide als de lavastroom in den vulkaan haat tegen den Duitscher: morteai Tudeschi; de Duitschei- was den Italiaan een gruwel. In den band der liefde wilde Rome's Koning de volkeren tot broederlijke toenadering brengen. Dit handhaven der rechtvaardigheid werd voor het misleide volk de heillooze beweegreden van de eerste beroeringen tegen Pius, den vredevorst. Maar wat hij voor
2-2
God begeerde, heeft hij met kracht volbracht. En later, toen de muren zijner hoofdstad waren gevallen, toen zijn klein leger slechts vruchteloos het bloed zijner helden zou hebben vergoten, en aan Pius stem gehoorzaam werd tot den dood, neen, veel meer, gehoorzaam tot de overgave der stad, toen was des Konings macht overwonnen, maar niet des Konings moed, noch des Konings recht: en dat recht heeft Pias verdedigd zoo als geen vorst ter wereld zulks vermocht. Koning zonder Staten, Koning zonder leger, bleef, waar Rome bezweek, Pius staan. Op het plekjen gronds dat Hem rest, zag men Hem den strijd voor hel Recht, thans niet meer met het zoeavenwapen maar met hel Pausenwoord gevoerd, nooit verzaken. De legerscharen van den Overwinnaar hebben zich rondom Hem gelegerd, doch hij heelt zijne Sla-ten niet verlaten, zijn Kroon niet neergelegd, zijn rechls-eisch niet gestaakt, maar zijne slem verheven, zijn oordeel gesproken, zijn vonnis geveld, in hel openbaar ten aanhoore der wereld, legen zijn overwinnaar, die Hem in zijne macht had. Wie den vrede beminde als hel bloed zijner kinderen in Christus, heeft den hem verklaarden oorlog legen recht en waarheid voortgezel tol zijn laalslen adem. Daar Hij van geen overgave wilde welen en Koning bleef, heeft Hij zich beschouwd als een oorlogsgevangene.
Van alle kanten ingesloten door des vijands legerscharen; de noodzakelijke verdediging niet kunnende voortzetten, en de handhaving van het heiligste recht niet willende opgeven, moest hij zich beschouwen als eenen Gevangene te midden zijner overwinnaars. Ol' zou Napoleon I niet een gevangene geweest zijn op hel eiland Elba? Er zijn gevangenen van verschillende gestallen; er zijn kerkers van verschillenden aard; wachters en bewaarders van velerhande soort. De hermelijn worde slechts omringd met eenbreeden kring van modder en vuilnis; en hij zal zich beschouwen als gevangen: en geen punt gronds betreden dan binnen dien
23
engen kring. FTem zegt de grondwet der natuur: net of niet. Een hond daarentegen voegt ketting en kot. De Looswicht van het lagere volk kent geen gevangenis dan door cipiers bewaakt, door tralie en slot en grendel verzekerd: de man van hoogen zielsadel heeft geen wacht noch muren noodig: zijn woord van eer heeft hij gegeven, dat bindt meer dan ijzer en slaal; dat is machtiger dan heel een drom van cipiers! Niet minder dan het woord van eer de hand des Ridders bindt, den voet des Ridders kluistert, sluit ook de kreits van plichtgevoel den Christen op. Kon het prachtige Wil-helmshöhe eene gevangenis zijn voor den raadsman vsn Cavour, voor den Keizer die den Paus verried en Rome verliet om naar Sedan te spoeden, ook kon voor een Paus, als Pius den Groote, het Vaticaan een kerker zijn: een kerker, niet voor de karakterloosheid van pygmeeën, maar voor wie beseft wat een Koning is; wat een Paus-Koning is; wat een Pius IX is. Een paleis kan meer een kerker zijn voor eenen Koning door het zegevierend onrecht beroofd van land en volk, dan voor den man van lagen stand een vunzig hok met een leger van stroo. Voor Pius IX was het paleis van hel Vaticaan een kerker. Hij was er als een krijgsgevangen, maar die van geen overgeven wil welen.
Te midden van het veroverd kamp hield hij zijn standaard geplant en van daar zal Hij, de Vorst, telkens den trompetklank van zijn recht, de eenige legermacht die Hem resi, over de vijandelijke legerscharen doen weergalmen. Geen bondgenoot komt Hem te hulp, en toch zet Hij den strijd voort. Eindeloos verder dan hel horengeschal van Ronceval weerklinkt Zijn woord; en al komen geen Paladijnen te hulp, al nadert geen Charlemagne, Hij blijft zijn recht handhaven, tegen alle vijandelijke Mogendheden van Europa.
Immers zijn ook lot Hem gekomen bestrijders, groot in getal, groot in sluwheid van Staatkunde, en niet klein in euvelmoed.
24
Het drama der wereldgeschiedenis, sinds Pius Petrus' Stoel bekleedde, speelde meer aan de voeten van 's Pausen troon dan aan de voeten van den machtigsten Keizerstroon. Geen land heeft er ontbroken; soms zag men er vele landen, vele vorsten, vele diplomaten, vele drama's te gelijk. Nu gold het godsdienst en Hiërarchie; dan concordaat en politiek; dan de eischen der moderne beschaving; dan de beginsellooze vrijheid eener valsche wetenschap; dan de onafhankelijkheid van het individu; dan de belangen van een kind.
Maar het belang van dat kind was het belang eener ziel.
Als kenmerk en als tweede uitgangspunt van den strijd der wereldmachten en van nog andere machten in het midden der XIX» eeuw, zal de vinger der Historie wijzen op alle de saamgespannen Mogendheden van moderne Staatkunde en moderne vrijheid en moderne , wetenschap en XIX eeuwsche dagbladpers om aan een kind, hetwelk niet Christen was en nu Christus tot zijn deel had gekozen, dat deel te ontrukken; maar dit kind werd beschermd door een Paus, en die Paus heet Pius IX, dat wil zeggen, dat Europa vergeefs heeft gestreden en dat Pius de vrijheid van die ziel heeft gehandhaafd: Col luo santo ajuto, gelijk de goede Herder die bereid is Zijn leven te geven voor Zijne schapen, Zijn leven te geven op welke wijze God zulks beschikke oftoelate. En dit boven menschelijk schouwspel — col luo sanlo ajuto — heeft de wereld gedurende de laalste dertig jaren voortdurend kunnen aanschouwen: een Opperherder, die in zijn hart als op zijne lippen, in zijne woorden als in zijne werken de levende eenheid was der zachtmoedigheid van het lam en van den moed des leeuws van Juda: een Opperherder die — col luo sanlo ajulo — dc onwrikbaarheid van de rots bezat met de vlucht van den Arend, en in zich vereenigde het geloof van Petrus met de liefde van Joannes; een Opperherder die eiken dag bereid stond om als Joannes den kelk der belijdenis, het martelaars-bad der ziedende olie, te aanvaar-
25
den; eiken dag bereid stond, gedurende zoo vele jaren als Petrus te Rome de herder van Christus Kerk was, om daar op dien berg van het Vaticaan gelijk Petrus, aan het Kruis te sterven, opdat het ook heden, nogmaals aan de wereld moge blijken, wte de Stedehouder is van den God gekruisigd op den berg van Golgotha, ivie van den mensch gekruisigd op den heuvel van het Vaticaan; to aar de opvolger is van Petrus, waar de Stedehouder is van Christus. Ja, Hij die machtig is, het Woord des Vaders die de hemelen en de aarde heeft geschapen, en de machten der XIX' eeuw, even als de slaven van Nero, zal oordeelen bij een eeuwige zegepraal van het Kruis, heelt aan Pius grootere wonderen gedaan dan aan Petrus. Ik spreek hier in waarheid van gedachten en in beeldspraak van woorden; men overschatte niet het beeld, men vermindere niet het gedachte: den Almachtige heeft het behaagd groote dingen te doen. Tot voetstuk van het kruis heeft Hij een troon gekozen: op den oudsten troon der wereld heeft hij het nieuwe kruis geplant. En de vorst der wereld heeft gezegd in zijn hart: laten wij den troon vernietigen en bet kruis zal vallen; laten wij dien overheerscher der zielen alle recht ontzeggen over het lichaam , en overal het geestelijke scheiden van het tijdelijke, de Kerk scheiden van den Staat, de Staatkunde scheiden van den Godsdienst, de wereld scheiden van God: laten wij uitroepen als hoogste gebod van den Sinaï der moderne wereld, les droits de l'homme, de rechten van den mensch, de rechten van het volk, de rechten der meerderheid. Haar wil is het opperste gebod, is het heiligste orakel. Daaraan zullen zich onderwerpen de Koningen en Keizers en alle gebieders der aarde, ook hij daar, die Priester van het Vaticaan. En de Koningen en de Keizers hebben zich onderworpen, zij zijn mandatarissen geworden van de volken; zij hebben den meerderheidswil tot wet verheven: zij zeiven, de vorsten, hebben hunne kronen geneigd links of rechts, volgens het geroep van het volk; hebben hunne
26
schepters hervormd tot werktuigen van begunstiging of vervolging, volgens het wenken of het dreigen van het heer-schende volk.
Slechts één Gebieder is er gebleven in de volheid van zijn recht, in den glans van zijn gezag. Geene nieuwe machten heeft hij ingeroepen, hij noemt zich nog, gelijk zijne voorgangers, servus servorum Dei, de dienaar der dienaren Gods; hij spreekt nog, gelijk zijne voorgangers, van de eeuwige rechten van God, van de door alle eeuwen durende plichten van den mensch; hij verkondigt nog, gelijk zijne voorgangers , dat hij zich onwaardig kent om den Sinaï te beklimmen, en ons te spreken in den naam van God die hem riep en hem gebiedt: dat hij alles wat hij is, is, niet door de genade der volkeren, maar door de genade Gods: dat hij, in dien naam van God, gebiedt aan de volkeren, gebiedt aan de vorsten, om knie en kroon te buigen voor den wil van God, voor de Tafelen der wet, voor het kruis van Christus, van Christus! qui vindt, r eg nat, imperat, die overwint, die regeert, die gebiedt. En ziet, tegen dat gebieden in Christus' naam zijn trots en ongeloof tot protest opgestaan, hebben de wetgevers op nieuwe middelen van verzet bezonnen, hebben de koningen geheime onderhandelingen aangeknoopt, hebben de aanvoerders der natiën openbare congressen belegd , adv er sus Dominum et adv er sus Christum ejus, tegen den Heer en tegen zijnen Gezalfde. In het geheim werd er gezegd: d faites, mais faites vite1): doel het, maar spoedig.quot; En spoedig werd een deel van des Pausen troon, zetel van het Kruis des Kruises, ondermijnd en geroofd. Maar toch, spoediger nog dan die troon des Priesters zou die troon des Keizers verzinken, verzinken in schande, en helaas ! in bloed. De wapenen van den Pruis zouden juist daar, waar die raad aan Cavour werd gegeven, bij de Vogezen, rechts en links.
Napoleon aan Cavour.
27
geheel andere plannen uitvoeren, en met een geheel anderen spoed dan te Plombières kon worden gedacht of geducht. De zon, die reeds sinds jaren opging over het graf van Ca-vour, zou ondergaan over Sedan, het graf zonder eer van Napoleon's macht. Slechts één gebieder is er gebleven in de volheid van zijn recht, in den steeds steigerenden glans van zijn gezag; en die gebieder is niet de moordenaar van Cas-tel-Fidardo, .noch de overweldiger van de poorten vnn Rome, is ook niet de gekroonde inbezitnemer van Petrus' erfdeel; die gebieder, is niet de Koning, die door angsten gedreven, niet éénen nacht durfde verwijlen in het Puleis van het Quirinaal.
Neen, niet Victor Emmanuel was gebieder, die was dienaar en knecht van de meerderheid; die werd geleid waar hij niet wilde gaan: die was, — zoo zal de geschiedenis der waarheid aan de nageslachten getuigen —, die was slaaf, slaaf van de driften daar buiten op straat, slaaf van de driften daarbinnen in het bloed; hij werd gedreven waar hij niet wilde komen. Wel had hij zelf bekend, andrémo al fondo, wij zullen doorgaan tot waar men niet verder gaan kan. Hij is gegaan, zijns ondanks, waar hem de wril van anderen verwachtte, tot op het Quirinaal. Daar heeft hij niet bevolen , maar gehoorzaamd; gehoorzaamd aan den dood, die hem aangreep enzeide: «andrémo al fondoquot;; gehoorzaamd —dit willen wij hopen in onze christelijke liefde — aan zijne gewetenswroegingen; gehoorzaamd aan de stem van den Gebieder in Christus' naam, aan den Vader van het Vaticaan, want alleen de gehoorzaamheid aan dien Overwonnene kon dezen overwinnaar redden uit den opgespalkten afgrond, op welks boorden hem ten doodendans verwachtte een stoet van geesten en van zielen, vroeger medeplichtigen aan het spoedige werk, die hem nu als grijnzend en knarsetantend toeriepen: «andrémo al fondoquot;. Beter vooruitzicht late ons de christelijke hoop, bouwend op des Konings oprechte berouw, nog open, zoo dat
28
ons christen geloof de onfeilbare waarheid niet behoeft uit te spreken: wie aldus heeft geleefd, aldus het recht heeft verkracht, aldus het gebied van Petrus' Stoel heeft overweldigd; en zoo zou zijn gestorven, hij is gegaan al fondo: hem heeft verzwolgen de afgrond waar in eeuwigheid geene redding zal dagen. De rechten van den mensch, de wil van de meerderheid, de aspiratiën van het volk, de souvereiniteit van de publieke opinie hebben grootere heerschers overwonnen, hebben de fierste karakters, hebben de edelste harten zien bezwijken op hunne tronen of onder de puinhoopen van hun rijk, of op hunne zetels der Republiek, wie bleef gelijk Pius ook nadat zijne Staten waren ovemeldigd, Vorst en Gebieder, bleef Koning, bleef in de edele fierheid van zijn karakter en zijne waardigheid, boven allen verheven, zich zeiven gelijk en zette niet één voet dan op den berg waar hij Koning was?
Maar zijne stem der waarheid, kwam dikwijls van dien heiligen berg, geheiligd door het kruis van Petrus, geheiligd ook nu door het lijden van Pius, sprak lot de volken die in Christus gelooven; en Israëls zonen, aan den voet van den Sinaï, hebben niet beter de stem der ratelende donders om Sinaï's bergtop gehoord, dan de Christenen hebben vernomen tot aan de grenzen der aarde de stem van Pius, van Pius den Paus van Rome, en ook den Koning van Rome; de stem van Pius het Geestelijk Opperhoofd der Katholieke Kerk, en het wereldlijk Opperhoofd der Kerkelijke Staten. Dat was hij in zijn leven; van het eerste oogen-blik, toen hij op de plechtige vraag: »Acceplasne electionem de te faclam in summum Pontificem; tot Paus zijt Gij gekozen, aanvaardt Gij die verkiezing? geantwoord had met nederige bevestiging, tot dat hij sprak met zwakke stem zijne laatste woorden, die het groote geheim van zijn wondervol leven openbaren, die van geslacht tot geslacht mogen worden herhaald, die alleszins de laatste mochten zijn van den gehei-
29
ligden mond, die twee waarheden van Gods Openbaring onfeilbaar heeft verkondigd; die woorden dan ook zijn niet gericht tot de aarde; waren geene woorden van bezorgdheid voor de Kerk, Hem driemaal heilig dierbaar; maar waren woorden gericht tot den hemel, waren woorden eener samenspraak van Pius met God of met der Hemelen Koninginne; col tuo santo ajuto, met uwen heiligen bijstand.
Zoo sprak Pins IX een uur voor zijn dood.
Wij hadden Hem zoo gaarne langer zien leven; Hem zoo gaarne weer op zijn troon hersteld, in de volheid zijner macht, in den glans zijner onafhankelijkheid begroet. Dat is waarheid. Maar dan ook waren minder bovenmenschelijk grootsch geweest de laatste daden van Pius, het Kruis van het Kruis. Onder die laatste daden van den Paus-Koning worde gemeld zijn optreden tegen den zoon van den Subalpijnschen Koning, tegen Humbert, die zich Koning van Italië noemend, de Kerkelijke Staten zich aanmatigt: onder die laatste daden zij gemeld, in betrekking tot de vorstenmacht buiten Italië, de daad van helden-fierheid en helden-moed, ik zeg te weinig, die daad van koninklijk zelfbewustzijn en koninklijke waardigheid; ik zeg te weinig, het juiste woord faalt nog aan mijne lippen; ik moet mijn toevlucht nemen tot eene omschrijving: er is een Keizer, de machtigste van alle vorsten in Europa en tevens de machtigste van alle vorsten in Azië; hij heeft tot vriend, en ware het noodig, tot bondgenoot, het machtigste rijk van Midden-Europa: (in deze oogenblikken heeft hij overwinningen behaald, die sinds eeuwen zijn begeerd, doch slechts nu erlangd; die Keizer is de Heerscher van Rusland en Siberië , thans overwinnaar van Plevna, op weg naar Constan-tinopel.) Er was ook een Koning, wiens Staten overweldigd, wiens leger verslagen, wiens Hoofdstad ingenomen en bij des overwinnaars Staten ingelijfd zijn. Maar die Koning was de Koning van Rome, de Paus-Koning, was Pius IX. Alexander, Keizer van Rusland, had door zijne regeering, de do-
30
cumenten van klacht, door Pius gesteld tol herstel van rechten door Rusland gekrenkt, niet behandeld gelijk eer en recht verlangen, en Pius, door zijn Minister, ontzegt den drempel zijner woning aan den Keizer van Rusland, in zijn ambassadeur.
Zoo handelt, ter handhaving van eer en recht, een Paus, Pius IX, tegenover een Alexander II, Keizer van R.usland en Siberië. En die Paus was, zullen de harpen der Dichtkunst aan de verste nageslachten melden, die Paus was Pius de Groote.
Col tuo santo ajuto, met uwen heiligen bijstand, zoo spreken zijne stervende lippen, en die woorden zullen in onze harten worden bewaard; zullen in onze zielen leven, zullen op onze lippen spreken, zullen in onze daden werken. Laat ons die woorden als een heilig erfdeel, ja als het Testament van den Heiligen Vader zijn. Telkens als wij den strijd des geloofs hebben te strijden, zullen wij dien aanvaarden, col tuo santo ajuto:
telkens als wij het recht van Gods Kerk hebben te verdedigen, zullen wij, uil eigen beweging, die verdediging op ons nemen, col tuo santo ajuto:
telkens als wij Gods waarheid en ons recht, de. rechten onzer ziel hebben te handhaven, zullen wij die handhaven, col tuo santo ajuto:
tegenover de bekoringen der wetenschap: col tuo santo ajuto :
tegenover de aanmatigingen der staatkunde, col tuo santo ajuto ;
tegenover de hinderlagen eener onware vaderlandsliefde, col tuo santo ajuto.
Tegenover de misleiding eener onbegrensde vrijheid,
eener volstrekte valsche onafhankelijkheid,
eener volslagen zelfvergoding, zidlen wij spreken, zullen wij bidden, zullen wij strijden, col tuo santo ajuto.
Met dien heiligen bijstand heelt Pius den goeden strijd
31
gestreden tot dea laatsten dag zijns levens. Zoo immer is het heerlijker voor een held, dat hij, niet van het slagveld verwond wordt gedragen en buiten den strijd nog dagen van kwijnen gaat doorbrengen, maar dat hij in het barnen van den strijd, een laatsten slag slaat, die de wereld van verwondering doet trillen, en niet ophoude te strijden dan a!s hij ophoudt te leven.
Een held zóó te zien sterven is schoon, zóó is gestorven Pius IX, Pius de Groote.
Nog had de Grijsaard stervende krachten genoeg om den dood uren en uren werk te geven, alvorens de taak was volbracht. En toen in Rome het Angelus-klokje klepte: in zoo menige ziel, in zoo menig huis, door geheel Piorne het Ave Maria weergalmde, toen is in dien gezegenden oogen-blik, de ziel van Pius van haar lichaam gescheiden.
In het Vaticaan hoorde men de woorden:
Requiem ccternam dom ei Domine, Heere; geef Hem de eeuwige rust: et lux perpelua luceat ei: en het eeuwige licht verschijne Hem.
En weergalmend klonk door de eenvoudige vertrekken van hel grootsche Paleis het hoopvolle
Amen.
En die woorden, gesproken op de hoogte waar de Paus-Koning stierf, op de hoogte van waar Pius IX, de trouwe dienaar Gods, de vreugde des Heeren binnen ging, vonden een weerklank in ontelbare millioenen zielen, werden met eer en eerbied herhaald tot aan de grenzen der aard. »Dat het eeuwige licht Hem verschijnequot;, zoo weergalmde de heilbede des geloofs onder alle hemelstreken, in alle talen der wereld. Geen oceaan rolt zijne golven langs een strand door men-schen bewoond, of hij heeft gehoord in plechtig gezang, in breede stroomen voortrollen: «het eeuwige licht verschijne Hem.quot; Geen hoofdstad van Keizerrijk of Koningrijk of Republiek die niet vernomen hebbe, die niet aanschouwd hebbe
32
in keizerlijke pracht, met koninklijke plechtigheid te midden van geheel vrijwillig toegestroomde volksscharen, dat er op aarde niet één gevierd man was noch is, niet één gekroond Hoofd, wiens lijkstatie vergeleken bij die van den Paus-Koning, meer zou zijn dan.... doch neen, er worde hier geene vergelijking gezocht: Keizers en Koningen hebben den luister hunner Kroon verhoogd met plechtig hunne hulde te brengen aan den heldhaftigsten verdediger zijner troonrech-len. Andere helden mochten zeggen, te midden van den kogelregen tegen hun standpunt gericht; sj'y suis, j'y reste,quot; ik sta er, ik blijf er; maar dal fiere woord, dien ridderlijken moed, die onwrikbare standvastigheid, te midden van den alge-meenen wereldstrijd, op het brandendste punt van het slagveld, gedurende meer dan achttien jaren 1) lang vol Ie houden., dat deed slechts Pius IX, altijd met, denzelfden moed, vereenigend met do fierheid die den Koning past de nederigheid die den Paus betaamt; vereenigend de onbreekbare kracht die Petrus Opvolger eigen is met de zachtmoedigheid die Mastaï eigen was. Zulk een man mag dan ook waarlijk het voorwerp van vereering en hulde ontvangen van ieder die nog besef heeft van ware vorstengrootheid, van waren zielenadel, van ware Christendeugd. Ook kan de geschiedenis der vorige eeuwen niet op één graf wijzen dat met zulke triomfeesten werd geëerd als het graf van den grooten strijder, den Paus-Koning, Pius den Groote. Van het kleinste dorpskerkje tol de grootste Kathedraal, te Turijn gelijk te Rome; te Berlijn gelijk te Marpingen; te St. Petersburg gelijk in Posen, te Constan-tinopel gelijk te Jerusalem; te Londen gelijk te Pekin; in de Noordpool-Missiën als in de Zuidpoollanden; in het zo-merrijke Oosten als in hel thans wintergure Westen; aan
In 1859, den 18 Maart, decreteerde Victor Emanuel de amnestie ^an de Romagne; den 26 Maart werd door Pius IX de Bulle van excommunicatie den ban uitgesproken tegen de overweldigers en de in bezitnemers dei-Kerkelijke Staten.
S:]
de boorden van de dierbare Maas a!s op de boorden der Seine, op de oevers van den Menzanares en den Tajo als van den Ganges en den Nijl; van den Donau als van den Mississippi; van de Kaap de Goede Hoop tol de Kaap Fare-welle: in één woord, overal waar Christus op het altaar wordt aanbeden, werd voor Christus Stedehouder, werd voor Pins IX de dood een ware zegepraal.
O mijn gemoed kon in de stonde der uitvaartplechtigheden niet het woord onderdrukken: nbi est, o mors, victoria tua; Waar is, o Dood, waar is hier uwe overwinning, waar is hier uw zegepraal?
Welden mij, wel is waar tranen in de oogen, het waren geen tranen gelijk de droefheid ze weent bij het opene graf; het waren tranen van liefde, gewis; het waren ook tranen van dankbaarheid; van dankbaarheid jegens Pius IX voorzeker, maar vooral tranen van dankbare liefde tot God, die aan zijne Kerk, die aan onze eeuw, die aan ons een held geschonken heeft gelijk onze Heilige Vader, gelijk de Paus-Koning , Pius IX was. De onsterfelijke figuur die in de wereldgeschiedenis der XIXquot; eeuw op het edelste en hoogste standpunt zal worden aanschouwd is die van den Paus van Home, Pius IX. Boven alle kronen uit zal schitteren de Tiaar, de Driekroon van Pius IX. Een de profundis wilde mij nog zoo moeielijk uit hel hart! met de tranen in de oogen en een Te Dcum op de lippen, ja dat wore de uitdrukking mijner ziel geweest. Doch ook dien aandrang des geraoeds heb ik onderworpen aan de hemelsche wijsheid der Kerk, en in de gebeden over het graf heb ik het lied der hoop erkend en gezongen: lux oeierna luceat ei, hel lied der hoop is hel lied des lichts, is morgenzang van het eeuwige licht. Hel klonk reeds zoo blijde op mijne lippen, «het eeuwige licht worde Hem een kroon, een Driekroon van stralen aan den troon der Godheid ontscholenquot;. Lux oeterna luceat ei, zoo klonk het woord in hel Vatikaan, zoo ook in onze ziel, zoo
3
34
stijge hel tot God en vrage er liet licht, lol dat de gloriën der hemelen zullen opengaan bij het op onze bede door God bekrachtigde
Amen.
Aan Pius IX verschijne het eeuwige licht, Amen! en aan ons, aan Gods Kerk verschijne Ltmen de Coelo, het nieuwe Licht, van den Hemel. En dat Licht des Hemels begroeten wij te dezer stonde. Onze Acclamatie, onze hulde aan dien Leeuw van Juda! En dit ons woord worde reeds lol eene daad. Aan het Geëerd Bestuur dezer Vereeniging zij het voorstel onderworpen om een Adres van hulde te richten tot den nieuwen Petrus, den nieuwen Pius. Geoorloofd zij het mij aan de geëerde vergadering lezing te geven van dit mijn voorstel:
li um OER Kim DIM LIEFDE HDDtl PIUS IK EN LED Kill.
Pius IX, onsterfelijker gedachtenis, die aan de Kerk het voorbeeld der velerhande heldendeugden van Zijn leven, en aan de wereldgeschiedenis eenen der grootste en beminnenswaardigste namen die het menschdom tot eer en glorie verstrekken achterlaat, laat Zijnen Opvolger een Iweevoudig erfdeel na:
hel erfdeel van Sint-Petrus, de Kerkelijke Stalen, door goddelooze aanslagen, helaas! verminderd, ja, overweldigd, gelijk de boosheid der tijden zulks meer heeft gepleegd,
maar Pius IX laat ook Zijn Opvolger na hel erfdeel der katholieke liefde en toewijding aan het Pausschap, zoo groot als het nooit of nimmer was, zoo vermeerderd dat het even groot is als de Katholieke wereld.
Wij kunnen niet oogenblikkelijk Pius' Opvolger stellen in het geheele bezit van het eerste erfdeel, zijn erfdeel van Sinl Petrus; maar wij kunnen hem oogenblikkelijk stellen in het volle bezit van dat tweede erfdeel, zijn erfdeel van
35
Pius; onze vermeerderde liefde, onze offervaardigheid, onze toewijding tot den laatsten druppel van ons bloed. onze onvoorwaardelijke gehoorzaamheid tot het laatste woord van onze lippen, onze onwankelbare trouw tot de laatste ademhaling des levens. Gelijk wij Pius beminden zoo zullen wij ook Hem beminnen; gelijk wij Pius eerden, zullen wij ook Hem vereeren; gelijk wij Pius vierden zullen wij ook Hem vieren: want niet wij hechten aan een naam, maar aan een beoin-
«J 7 ö
sel; niet wij volgen de aantrekking des persoons, maar der waarheid, en voor ons, gelijk voor onze voorvaderen, kan Pius sterven, maar blijft Petrus leven, en Petrus' Opvolger is voor ons Christus' Stedehouder. Wat de Apostel der volkeren in hoogeren zin van zijne liefde tot God, tot Christus verkondigde, durven wij, col luo sanlo ajuto, verkondigen van onze gehechtheid aan Christus'Stedehouder; wat zal ons scheiden van Hem? Noch de hoogte, noch de diepte, noch de verheffing, noch de vernedering; noch de vervolging, noch de martelie; geene macht der aarde, geene macht der Hel zal ons scheiden op aarde van den Stedehouder van Christus. Hoe wij hem aanhangen, mochten wij getuigen, getuigen van stonde af dat wij uit Rome hebben gehoord: Habemus Ponüficem, wij hebben een Paus. Voorzeker, wanneer hij zal gewijd en gekroond worden, o dan zal er geen vlag in Nederland zijn, ten dienste van een Katholiek, of ze zal hare kleuren ontplooien ter eere van den nieuwen Pius; geen klok in een katholieken kerktoren of zij zal de blijde tijding door de Parochie verkondigen: en in alle kringen zal er vreugde en jubel heerschen.
Het is niet genoeg, o Broederschappen, o Katholieke Vereenigingen, o Corporatiën van welken aard en onder welken naam dan ook, dat Gij binnen de muren van uwe vergaderzalen, dal gij binnen de grenzen van ons Koninkrijk blijk geeft van des harten vreugde, van des geestes trouw; neen.
30
over de bergen moeien ze henen, de getuigenissen van ons geloof,
over de bergen henen de kreten van onze liefde;
over de bergen henen hel woord van onze gehoorzaamheid,
over de bergen henen de aanbieding van onze offervaardigheid; rukken wij op in heilig Bondgenootschap, in aaneengesloten gelederen van hel vredesleger der Katholieken van Nederland. Andere landen hebben ons kunnen overtreffen, verre overtreffen in prachtvolle viering der alles overtreffende lijkdiensten die ware triomffeesten zijn geworden, maaibij geen land zullen wij achterstaan in geestdrift en liefde en jubelgezangen voor Pius onder een anderen naam, voor Petrus onder een anderen naam , voor Petrus en Pius in Leo Voor Leo, Gloria in excelsis Deo!1)
Voor Leo, Benediclua qui venit in nomine Domini!quot;) Voor Leo, Hosanna in excelsis!2)
Voor Leo, onzen Paus, den onfeilbaren tolk van Gods
Openbaring in Geloof en Zedenleer: Eere zij God!
Voor Leo, onzen Opperherder, die voor ons, col tuo sanlo
ajuto, de woorden des levens heeft: Eere zij God!
Voor Leo, onzen Vader in den naam en in de plaats van Christus die ons nooit als weezen verlaat: Eere zij God! Voor Leo, Paus en Koning: Eere zij God en den men-
schen van goeden wille, zij vrede!
Voor Leo, den handhaver, als Pius, van het recht der kleine Staten;
Voor Leo, den Verdediger, als Pius, van het gezag der
wettige vorsten;
Aroor Leo, den Beschermer, als Pius, van de rechten des volks, van de rechten zi jner kinderen;
Eeve zij zijn God in den Hooge.
Hosanna, in den Hooge.
37
Voor Leo, belijder en strijder, als Pius voor de rechten van God;
\ oor Leo XII], Paus van Roine en Koning van den Ker-kelijken Staal.
Zal er een katholiek genootschap, eene katholieke vereeni-ging in Nederland zijn die niet hare stem zal verhellen om aan de inspraak der liefde lucht te geven in een Adres aan den nieuwen Pius? Zouden wijniet hoeren de stern der Vincen-tianen; niet hooren de vijftigduizend stemmen der Heilige Familie? gij zult hooren de stem der katholieke bladen , in één regiment geschaard; gij zult hooren den kreet der Zouaven-Broederschappen; gij zult hooren het Adres van de St. Jo-zefs-Gezellen-Vereenigingen; gij zult hooren het Adres der Pius-Vereenigingen; gij zult hooren de Adressen der Katholieke Kringen, der Katholieke Leesvereenigingen, en nog zoo vele andere stemmen: en zóó zal aan .de acclamatie in Nederland niet eene stem ontbreken, de nieuwe Pius onmiddellijk worden gesteld in het geheele erfdeel der liefde, in genade en waarheid veroverd door Pins.
De schatten van liefde, de bronnen van toewijding die Pius IX in onze harten heeft veroverd en vergaderd gedurende zijn eeuwig te prijzen Pausschap van 32 jaren, zullen geheel en al, o Leo XIII, uw erfdeel zijn van den eersten dag van uw Pausschap.
Wij spreken als burgers van een kleinen onafhankelijken Staat:
Wij spreken als trouwe onderdanen van Neèrlands Koningsschap :
Wij spreken als zonen der katholieke Kerk, die de eeuwige wel en het eeuwige recht eeuwig handhaaft en verdedigt.
En zij dit dan de eerste openbare hulde van Katholieken uit Nederland, uit Haarlem, gebracht aan den Paus-Koning Leo XIII. %
PS. Aan lie! pas vermelde voorstel werd onmiddellijk ad-haesie geschonken door Leden, Bestuur,en Zeer-Eervv. en Hoog-Eerw. Geestelijken die er tegenwoordig waren. Voor het tweede gedeelte der spreekbeurt waren reeds kolommen vol van handteekeningen.
Dat gebeurde op den ^2° Februari, feestdag van Sint-Petrus Stoei te Antiochië, in de Katholieke fieesvereeni-ging te Haarlem.