-ocr page 1-

V A N

HET PALEIS VOOR VOLKSVLIJT

TE

AMSTERDAM.

BOEKDRUKKERIJ VAN GEBROEDERS BINGER,

AMSTERDAM. 1875.

£of- 56

-ocr page 2-

uioann 3»

li3lisj3aiunsytl:y jep deiiasuaiam^aiznyy jooa inn;!isu|

i !

t

r

■fik

-ocr page 3-

-

-

_:____

3042 420 8

-ocr page 4-
-ocr page 5-
-ocr page 6-

HET ORGEL IN HET PALEIS VOOR VOLKSVLIJT

GEBOUWD DOOR

ARISTIDE CAVA1LLÉ-COLL te Parijs.

-ocr page 7-

Oamp;c- -

HET ORGEL

V A N

HET PALEIS VOOR VOLKSVLIJT

TE

AMSTERDAM.

BOEKDRUKKERIJ VAN GEBROEDERS BINGER, AMSTERDAM, 1S75.

-ocr page 8-
-ocr page 9-

-quot;YAV^-

AANKOOP VAN HET ORGEL. TOT WELK DOEL. — KEUZE VAN DEN FABRIKANT.

Orgelmuziek, uit de opbrengst eener geldleening, groot ƒ 50,000 en eene gift van ƒ 1000, haar door den heer E. J. L. Koch vereerd; is afkomstig uit de beroemde fabriek van den heer Aristide Cavaillé-Coll te Parijs en wordt aan het Paleis voor Volksvlijt, tegen een jaarlijksebe aflossing, afgestaan.

Door die kostbare aanwinst wordt een tweeledig doel bereikt. Vooreerst worden daardoor de belangen van de orgelkunst, overeenkomstig de zinspreuk der Vereeniging, krachtig bevorderd. Vervolgens is het een eerste en beslissende stap tot de — stellig mogelijke — herschepping van Volksvlijt's grootsch gebouw tot eene der ruimste concertzalen van Europa; waarin niet, als in andere lokalen, eenige honderden opgepropt maar vele duizenden met gemak zullen vergaderd worden, tot genieting van het verhe-vénste, dat de heerlijke verbinding van een prachtig orgel met imposante instrumentale en vocale krachten kan opleveren. Zoo zal de machtige zeshonderdjarige Amstelstad eindelijk een harerwaar-digen kunsttempel erlangen, waar alles geévenredigd zal zijn aan de grootschheid der wonderwerken van Mendelssohn, van Haydn, van Haendel, van Bach; waarin ook, hopen we, de verheven Sancta Ccecilia — waardige voorgangster — gevolgd

KT Orgel in het Paleis voor Volksvlijt; aangekocht door

de Amsterdamsche Vereeniging ter bevordering van

-ocr page 10-

8

zal worden door een steeds toenemende rij van de schoone tponscheppingen, waarop Nederland niet rechtmatigcn trots kan wijzen.

Genoemde Vereeniging begreep het in haar gestelde vertrouwen niet beter te kunnen rechtvaardigen dan door hare keuze te vestigen op het volmaakste dat de kunst kon aanbieden. Op Nederlandschen bodem echter, waar in den loop der i8eeeuw zooveel schoone en voor dien tiid merkwaardige orgels tot stand kwamen, is men — zulks valt, helaas ! niet te ontkennen — vreemd gebleven aan de groote vorderingen, waarmede in de laatste vijftig jaar de kunst van orgelbouw in andere landen is verrijkt. Daarom moest de Vereeniging, hoe noode ook, zich getroosten naar buiten om te zien. Door haar werd de raad ingewonnen van de meest bevoegde mannen. Eenparig klonk ten antwoord, en wel met den uitbundigsten lof, de naam van Aristide Cavaillé-Coll.

De heer Gevaert, Directeur van het Koninklijk Conservatoire tc Brussel, schreef daaromtrent het volgende:

„Wat de orgels van Cavaille'-Coll betreft: — mijne mecning, „stellig eensluidend met het oordcel van al de voornaamste „kunstenaars, is, dat bedoelde instrumenten ontegenzeggelijk „volmaakter zijn dan al hetgeen op dit gebied in geheel Europa „wordt vervaardigd.quot;

De heer Alphonse Mailly, lecraar in het .orgelspel aan voornoemd Conservtitoire :

„Wat men ook zeggen moge, nooit zal er genoeg omtrent „Cuvaille-Coll gezegd kunnen worden. Cavaille'-Coll is le viaitrc „des maiires.quot;

De heer Best, de voornaamste organist van het orgellievende Engeland:

„Hierbij behoef ik te nauwernood tc voegen, dat Cavaille-„Coll overal als kunstenaar van den allereersten rang wordt „beschouwd.quot;

-ocr page 11-

De vermaarde parijschc organist A. Guilmant:

„Cavaille-Coll is ontegenzeggelijk de bekwaamste orgelmaker „van onzen tijd.quot;

De groote Lemmens, de hervormer van de orgelschool in gansch noord-oostelijk Europa, voorheen leeraar aan het Conservatoire te Brussel, thans te Londen;

„Naar mijne meening heeft Cavaille-Coll geen ernstigen mede-slinger. De orgelmakers van alle landen zien zich genoodzaakt „zijne prachtige uitvindingen over te nemen, die hij, als een kunstenaar van den echten stempel, steeds onbaatzuchtig aan het „publiek ten wille van de kunst overlaat.''

De beroemdste organist van Duitschland, Adolf Hesse, Hof-muziek-directeur te Berlijn, schreef in 1S62, na een volbrachte kunstreis door de meeste gewesten van Europa:

„Van al de door mij bezochte, bestudeerde en bespeelde instru-„menten acht ik mij verplicht het orgel van Saint-Sulpice (kort „te voren door Cavaille'-Coll voltooid) voor het volmaakste, het „welluidendste te verklaren en tevens het grootste dat er bestaat.quot;

Tot aanvulling van bovenstaande getuigenissen diene, dat Cavaille-Coll, gedurende zijn veertigjarige werkzaaamheid als orgelmaker, meer dan drie honderd meestal aanzienlijke orgels, niet alleen voor vele landen van Europa, maar ook voor verscheiden overzeesche gewesten heeft geleverd, waaronder uitmunten : het prachtige instrument van den Albcrt-Hall te Sheffield en vooral de reuzenwerken van Notre-Dame en van Saint-Sulpice te Parijs. Reeds als twee-en-twintig-jarig jongeling onderscheidde hij zich in 1S33 boven al de beroemdste meesters van dien tijd, bij een van regeeringswege uitgeschreven wedstrijd voor den bouw van het monumentale orgel in de koninklijke grafkerk van Saint-Denis. Dit eerste kunstgewrocht van Cavaille'-Coll veroorzaakte al dadelijk een zeer merkwaardige beweging in de muzi-calc wereld en bracht een geheelen ommekeer te weeg in de orgelbouwkunst. Van dat tijdstip af, ging hij steeds voort met

-ocr page 12-

10

nieuwe uitvindingen en verbeteringen aan te wenden, zoodat ieder groot instrument van zijne hand mag beschouwd worden als de afbakening van een belangrijk tijdperk in dc geschiedenis van het moderne orgel.

Alvorens tot den koop over te gaan, werden ten gehoore van een door de Vereeniging naar Parijs afgevaardigde Commissie verscheiden concerten gegeven, die op de schitterendste wijze de voortrefielijkheid van het thans in het Palcis voor Volksvlijt prijkende orgel deden uitkomen. De parijsche musicale drukpers sprak, bij die gelegenheid, met den meesten lol èn van het instrument èn van de concertgevers, de heeren C. M. Widor en A. Guilmant die, door eenige andere kunstenaars van naam bijgestaan, de eer mochten genieten den Graaf en dc Gravin van Parijs alsmede den Gezant der Nederlanden, te midden van uitgelezen vertegenwoordigers van kunst en wetenschap, onder hunne toehoorders te tellen.

S A M E N S T E L L I N G.

De dispositie of samenstelling van liet orgel is als volgt:

Het instrument van het Paleis voor Volksvlijt is een groot zestien-voets orgel, met twaalf voet in front, gedekte twee-en-dertig voet, zes-en-veertig stemmen, drie manualen, vrij pedaal en drie duizend-een-en-veertig pijpen.

Zie hier de opgave der stemmen, waarbij de oorspronkelijke benamingen, behoudens de noodige verklaringen*), onveranderd blijven:

*) .1 cn aanzien van de onderstaande benamingen gelieve men op te merken, dat montrc beantwoordt aan liet nederlandsch ƒront-/gt;ycsttiut; bombtivde aan va z/tin en c la if on aan trompet 4 vt. donhlrttc beteekent octaaf 2 vt. Het plein Jeu is een soort van mixtuur. De zoogenaamde jettx Jianuomques of jeu.x octaznants zijn stemmen, waarvan de pijpen over blazen, dat is: hunnen grondtoon niet doen hooren : maar ter wille van volheid en kracht, door sterker toevoer van wind en gepaste verdeeling van de luchtzuil tot voortbrenging van eene hoogere harmoniek, of 'partieelen toon gedreven worden.

-ocr page 13-

11

PEDAAL KLAVIER. (30 toetsen van C tot f.)

a.) Grondstemmen lade.

]. Sous-basse................32 voet

2. Contre-bassc..............16 ,,

3. Grosse flüte..............8 „

4. Violoncelle................8 „

5. Octave......................4 „

b.) Combinatie lade.

6. Bombarde......... 16 voet

7. Trompette........ 8 „

8. Clairon........... 4 „


HOOFDMANUAAL (56 toetsen van C tot cf.)

a.) Grondstemmen lade.

1. Montrc......................16 voet

2. Bourdon....................16 „

3. Montre......................8 „

4. Flüte harmonique. . 8 „

5. Bourdon....................S

6. Salicional..................S „

7. Viole de Gambe. . 8 „

8. Prestant......................4 „

b.) Combinatie lade.

9.

Octave.......

• • 4

voet

10.

Plein-jeu.....

.. 3-6

sterk

I T.

Cornet......

5

sterk

12.

Bombarde . . . .

.. 16

voet

1 3-

Trompette.. . .

8

•n

14.

Clairon.......

4

ni


POSITIEF (56 toetsen van C tot £.)

a.) Grondstemmen lade.

1. Flüte traversière harmonique......................8 voet

2. Ouintaton....................8 ,,

3. Viole de Gambe.... 8 ,,

4. Voix cc'leste..............8 ,,

5. Flüte octaviante.... 4 ,,

6. Viole d'amour............4 „

b.) Combinatie lade.

1. Ouinte.......... 2-/0 voet

8. Octavin......... 2 ,,

9. Cornet harmonique S sterk to. Cor anglais...... 16 voet

11. Trompette....... 8 ,,

12. Clairon.......... 4 ,,


-ocr page 14-

12

RÉCIT MANUAAL (56 toetsen van C tot g.)

a.) Grondstemmen Iade. ■ b.) Combinatie lade.

7. Doublette...... 2 voet

8. Piccolo........

g. Plein-jeu harmo-

nique..........

10. Trompette.....

11. Basson hautbois

12. Clarinette......

Rij de bovenmanualen positief en récit *), behooren twee „nevenregisters,quot; bestemd om een aankoppeling' in de lagere octaaf te bewerken, of anders gezegd, om telkens bij de aangeslagen toets haar onderoctaaf te trekken.

Al het pijpwerk van de beide evengenoemde bovenmanualen is in twee afzonderlijke, aan alle kanten goed dicht getimmerde kasten geborgen. De voorzijde van die kasten bestaat geheel en al uit op een spil beweegbare paneeltjes (zoogenaamde „jalousiënquot;), zoodat het geluid beurtelings of in zijne volle kracht doorgelaten, of, door sluiting, tot een uiterst zacht pianissimo getemperd kan worden.

Boven het gewoon pedaalklavier bevinden zich, op eene rij, zeventien hulptreden, bestemd om den organist voor talrijke doeleinden ten dienste te staan; namelijk;

1. Effet d'orage f).

2. Aankoppeling van hoofdmanuaal op pedaal.

3- ,, van positief op pedaal.

4. „ van „récit'quot; op pedaal.

*) ^Solo manuaalquot;.

t) Aangenomen zijnde dat dondergebulder somtijds in het orgelspel mag voorkomen, is dergelijk toestelletje niet zonder eenig nut aangebracht.

I.

Bourdon........

. . 16

voet

2.

Principal........

. . 8

It

3-

Nachthoorn.....

. . 8

•n

4-

Unda maris.....

. . 8

li

5-

Flfite douce.....

• • 4

li

6.

Voix humaine. . .

. . 8

11

i „

5 sterk 8 voet 8 „ 8 „

-ocr page 15-

]oo

O

5. Aankoppeling van cigïn werk op hoü/'dmanuaal.

6. „ van [jositicf op hoofdnianuaal.

7. „ van „rccitquot; op hoofdnianuaal.

8. „ van „rccitquot; op positief.

9. Crescendo en diminuendo voor het positief.

10. „ voor het „récitquot; manuaal.

11. Algcmeene ontleroctaaf-koppeling op hoofdmanuaal.

12. „Combinatiequot;-trede voor het pedaal-klavier.

13. „ „ voor het Uoofdmanuaal.

14. „ „ voor het positief.

15. ,, „ voor het „rccitquot; manuaal. 16 Tremolo voor het positief.

17. „ voor het „rccitquot; manuaal.

De verdeeling volgens de stemsoorten is als volgt:

Grondstemmen......................................23

Moogere octaaf- en vulstemmen .... S

Tongwerken..........................................13

Jeux ondulants (golvende stemmen) 2

Totaal.... 46 stemmen.

De verdeeling volgens toonhoogte is de volgende:

Twee-en-dertig voets toon..................1 stem

Zestien-voets toon..............................7 stemmen

Achtvoets toon....................................21 ,,

Viervoets toon......................................9 „

Twecvoets toon....................................2 „

Eenvoets toon......................................1 stem

Twee-en-twee-derde voets toon..........1 „

Samengestelde vulstemmen..................4 stemmen

Te samen... 46 stemmen.

-ocr page 16-

14

GOLVENDE STEMME N.

Dc hier tc lande vooralsnog weinig bekende jeux oudulants (golvende stemmen , vuix celeste en imda maris bestaan uit tee-der en fijn geintoneerd pijpwerk, dat wegens zijn eigenaardige stemming een zeer zachte en regelmatige golving bij het geluid der andere stemmen doet ontstaan. Deze uitwerking heeft, vooral in verband met het gebruik van de crescendo-toestellen, iets uiterst weeks en smeltends, dat soms naar de toonen der eolisclie harp zweemt, soms ook aan de levendige streeling van het strijkkwartet doet denken. Dergelijke stemmen bewijzen, in het bijzonder, groote diensten bij de begeleiding van solopartijen, daar zij de stijfheid van geluidvoering, die aan het orgel steeds in mindere of meerdere mate eigen is, voor een meer vleiende buigzaamheid doen plaats maken.

KEUS VAN DE STEMMEN

Weinig valt overigens aangaande de samenstelling van de stemmenlijst tc zeggen. Een oogopslag is voldoende om zich tc overtuigen hoe de verscheidenheid, die bij een concertorgel als hoofdvereischte moet gelden, bij de keus der stemmen is in acht genomen. Dc volheid en breedte van toon is overigens door de ruime voorziening met grondstemmen, de noodige kracht en klaarheid door den rijkdom van het tongwerkenkoor gewaarborgd ; terwijl het geheel door ettelijke vulstemmen matig wordt doorgloeid. 1) De hoedanigheden van het geluidgevend gedeelte

1

Onder clczc laatstgenoemde verdient bijzondere vermelding de quot;Cornet harmoniqnequot; die een rij van septime inhoudt, een door Cavaillé-Coll voor het eerst met den besten uitslag in het orgel van Nótre-Dame te Parijs ingevoerde nieuwigheid, die reeds in Duitschl «nd door den orgelmaker Ladegast is overgenomen.

-ocr page 17-

15

van een orgel kunnen rechtstreeks door de toehoorders gewaardeerd worden, en de roem van den heer Cavaillé-Coll is in dit opzicht genoegzaam gevestigd. Laat ons derhalve alleen wijzen op de verrassende duidelijkheid van het effekt die, ondanks de verbeteringen aan de zaai gebracht, zoo angstvallig en hardnekkig in twijfel werd getrokken.

Meer uitvoerige vermelding verdient dc mechanische samenstelling van het instrument.

A A N K O PTE LI N GS -MIDDELE N.

Blijkens het bovenstaande, gaat het orgel van Volksvlijt een middelmatigen omvang niet te boven. Geen hulpmiddel is er echter bij verzuimd om, uit een beperkt aantal stemmen, al hetgeen doenlijk was aan klankvermogen en aan verscheidenheid te winnen.

Zes gewone „koppelingenquot; dienen vooreerst om de manualen, zoo onderling als ook met pedaal, op alle mogelijke wijzen te vereenigen. Daarenboven echter treft men er een viertal hier te lande tot nog toe ongebruikte verbindingsmiddelen. Zoo als reeds gezegd is, zijn het „re'citquot; manuaal en het positief, ieder afzonderlijk, van een ,/koppelingquot; voorzien, die telkens het onderoctaaf tegelijk met de aangeslagen toets neerdrukt, zoodat, bij voorbeeld, als een gestreepte c, aangeslagen wordt, kleine c gelijktijdig ten gehoore wordt gebracht. Een dergelijke „koppelingquot; bestaat insgelijks voor het hoofdmanuaal. Worden intusschen, wanneer deze drie „koppelingenquot; aangezet zijn, de twee bovenmanualen op dc gewone wijze met het hoofdmanuaal vereenigd, dan strekt zich de verbinding, voor iedere aangeslagen toets van laatstgenoemd klavier, op drie van

-ocr page 18-

16

hunne toetstn uit en; aangezien op liet hoofdmanuaal twee toetsen reeds in plaats van ecnc zinken, zoo drukt een enkele vinger acht toetsen in het geheel neder. Drie verschillende octaven worden alsdan in eens op de bovenmanualen en twee op het hoofdmanuaal gehoord.

Zulk een middel dient blijkbaar niet dan met oordeelkundige, behoedzaamheid aangewend te worden; toch kan het, bij enkele groote accoorden, of bij octavenloopen, de macht van het instrument tot een allezins buitengewonen omvang verhoogen. De uitwerking van de zes-en-veertig stemmen wordt daardoor aan die van een honderdtal gelijk.

Niet minder opmerkenswaardig is de sub 5 cursief vermelde verbinding: ^ Eigen werk op hei hoofdmanuaal.quot; Met behulp daarvan, kan al het geluid aan het hoofdmanuaal eigen, zonder zelfs een enkel register in- of uit te schuiven, in eens te niet gedaan of wederom te voorschijn geroepen worden. Het staat derhalve den organist volkomen vrij dit hoofdmanuaal, bij wijze van neutraal klavier te gebruiken, om beide andere manualen daarop te vereenigen; terwijl deze laatste toch steeds van elkander onafhankelijk en ieder op zich zelf te bespelen blijven.

C O M P. I N A T T E quot; T R E D E N.

Jiij de oudere orgels staan gewoonlijk al de stemmen van ieder manuaal op een enkele windlade vereenigd. Bij vele stemmen, bij de tongwerken vooral, werkt zulks zeer nadeelig ten aanzien èn van de juistheid in de stemming en van de vastheid in de toonkleur. Op zich zelf of met slechts weinig andere verbonden, spreekt alsdan wel is waar iedere stem zooals het behoort. Worden daarentegen vele stemmen bijeen in het spel ge-

-ocr page 19-

17

trokken, dan ziet men allicht de kracht van den wind, door toeneming van afvoer verminderen. Glans, juistheid en duidelijkheid worden terstond daardoor zeer benadeeld, frischheid en levendigheid verdwijnen uit het geluid en er treedt iet.:; tot vermoeienis toe onbestemds in de harmonie. Buitendien vereischen al de orgelstemmen en soms ook wel al de verschillende onder-deelen van een enkele stem lang niet dezelfde windkracht in de lade, om ten voordeeligste voor te komen. Daarom worden, in de orgels van nieuweren bouwtrant, de stemmen van ieder klavier onder verschillende laden verdeeld en aan iedere van die laden wordt de wind, onder de meest gepaste drukking, toegediend.

Van die verdeeling heeft men tevens partij weten te trekken om nog een kostelijk middel van verscheidenheid te scheppen. Door de werking van eene trede, ^combinatie trede' genaamd, wordt, naar verkiezing, de wind van iedere lade onderschept of toegelaten. Is hem de weg versperd, dan zwijgen al de stemmen van de lade, al zijn ook de registers geopend. Ondertusschen kan men toch steeds het klavier met de stemmen van eene andere lade in gebruik houden en, terwijl zulks geschiedt, mogen, op de zwijgende lade, al de gewenschte verbindingen van stemmen ongemerkt voorbereid worden. Wordt daarna de wind door neerdrukking van de trede toegelaten, dan komt terstond al hetgeen zoo voorbereid is geworden, in verband met de geluiden, die reeds op het klavier staan, te voorschijn en, aangezien de trede even gemakkelijk gehoorzaamt als een gewone pedaal-toets, zoo kunnen niet alleen zeer indrukwekkende afwisselingen, maar zelfs eigenaardige rythmische bewerkingen voortgebracht worden.

Zulk een inrichting geeft een buitengemeen rijk middel tot verscheidenheid aan de hand. Iedere „combinatie tredequot; werkt bij de manualen van het Orgel van Volksvlijt op zes verschillende stemmen. Op ieder manuaal kunnen daardoor niet minder

-ocr page 20-

IS

dan 63 verschillende verbindingen van stemmen in gereedheid worden gehouden om, op een gegeven oogenblik en zonder dat de hand het klavier behoeft te verlaten, in werking te treden. Daarbij behooren nog zeven verbindingen als aandeel van de „combinatie tredequot; op liet pedaal-klavier. Zoo verkrijgt men in liet geheel de aanzienlijke hoeveelheid van 196 veranderingen, door dit middel in het spel te brengen.

„CRESCENDOquot; TOESTELLEN.

Weinig in zwang zijn ook tot nog toe hier te lande de crescendo toestellen of zoogenaamde hambres d'expression quot; waarmede de rijkste schakeringen in de kracht en den glans der orgel-toonen kunnen worden gebracht, zoodat de sterkste geluiden als het ware in eene onmetelijke verte en in een nauwelijks hoorbaar ruischen gaan wegsmelten. Bij het Orgel van Volksvlijt zijn twee dergelijke toestellen gevoegd, die, onafhankelijk van elkander werkende, niet alleen de keurigste hulpmiddelen voor een fijne en buigzame begeleiding van zangstemmen of instrumenten opleveren, maar ook het zelfstandig orgelspel ten hoogste sieren en, tegelijkertijd in tegenovergestelde richting gebruikt wordende, eigenaardige inwisselingen van toonkleur doen ontstaan. lerwijl, bij voorbeeld, ^fluit of viool zachtjens hare toonen door de ruimte doet ruischen, vervormt zich allengskens het gehoor en gaat in clarinet- of hobotoonen ongemerkt over, zonder dat eenig bepaald oogenblik van overgang gemerkt kan worden. Zoo versmelt ook, onbeschrijfelijk indrukwekkend, een geheimzinnig harpengeritsel in een zich in de verste verte verliezend stemmenkoor: iets dat voor het oor overeenkomt met hetgeen de „dissolving viewsquot; aan het oog bieden.

-ocr page 21-

19

BARKER'S TOESTELLEN.

Het Orgel van Volksvlijt is rijkelijk met Barker's toestellen (leviers pnewnaiiqucs) voorzien. Die geniale uitvinding, latei-door Cavaille'-Coll tot een groote volmaaktheid cn uitgebreidheid van toepassing gebracht en waaraan de kunst van den orgelmaker hare belangrijkste vorderingen te danken heeft, bereikt een tweeledig doel. Vooreerst schenkt zij aan de toetsen een, door al de verbindingen van klavieren heen, steeds onveranderlijke lichtheid van aanslag Al wordt ook het geheele werk op het hoofdmanuaal vereenigd, nooit vordert, in het Orgel van Volksvlijt, eene toets meer dan 217 wigtjes kracht om neêrgedrukt te worden; een lichtheid van aanslag, die het nog van een gewoon seraphine-orgel afwint; terwijl de diepgang van het klavier niet meer dan elf millimeters bedraagt. Wie ooit de hand op een gewoon orgel legde, kan gynoeg beseffen, wat zulk een verbetering inderdaad heeft te beteekenen.

Een tweede niet minder onschatbaar voordeel van Barker's toestel is de bestendigheid, die door zijne toepassing aan de gansche mekanische regeling van het werk gewaarborgd wordt. Nauwelijks kreeg ons orgel zijne bestemming naar het vochtige Nederland en naar de woelige zaal van Volksvlijt, of de Heer Cavaille-Coll — wiens ondervinding daaromtrent stellig gelden kan, daar hij voor de meest tegenovergestelde luchtstreken gewerkt heeft — haastte zich, bij de reeds in liet instrument bestaande, twee nieuwe Barker's toestellen, ten behoeve van dc bovenmanualen te voegen. Het is niet doenlijk hier een beschrijving te geven van den „levier pneumatique.quot; Men wete alleen dat door bemiddeling van dit toestel, de zwakke en noodzakelijk, wat ruimte van beweging betreft, zeer beperkte aanslag van den vinger op de toets door een sterke en ruim werkende, door ontspanning van lucht verschafte kracht vervan»

-ocr page 22-

20

gen wordt. Alles kan daardoor in de samenstelling van de beweegbare deelen veel steviger en tevens ook in zekere mate ruimer aangelegd worden, waardoor meerdere ongevoeligheid voor uitwendige stoornissen ontstaat. Barker's toestel alleen kon inderdaad den weg banen tot die bewonderenswaardige veree-niging van reusaclitige afmetingen met echte kunstvolmaaktheid, die zoo treffend bij de moderne meesterstukken wordt aangetroffen. Parijs, Londen, Liverpool, Ulm en meer andere steden tellen instrumenten met een honderdtal stemmen en vijf manualen voorzien en die toch even licht en naauwkeurig van bespeling zijn als een goede concert-vleugel.

Terwijl die schoone uitvinding overal elders steeds meer en meer praktische ontwikkeling verkrijgt — want Cavaille-Coll heeft haar bij zijn grootere instrumenten ook voor het bewegen der registers toegepast — schijnt hier te lande een hardnekkig vooroordeel tegen haar ingeworteld te blijven.

Laat ons hopen dat het voorbeeld, door Cavaille-Coll alhier in Volksvlijt's orgel gegeven, verandering zal brengen in dien achterlijken toestand, waaraan de reeds door ons aangestipte stilstand van de Nederlandsche orgelbouwkunst voorzeker groo-tendeels te wijten is. Zonder den „levier pnéumatiquequot; blijft toch een groot orgel steeds een macJiinc. De „levier pneumatiquequot; alleen verheft het tot een echt muziek-instrument, waarop de toonkunstenaar niet meer zuerkeu moet, maar spelen kan; waaraan inwendige kracht, die naauwkeurige juistheid van uitwerking, dat fijne gehoorzaamheidsvermogen schenkt, welke onmisbaar zijn voor een vrije en onverminkte vertolking van de kunstbezieling.

DE WIND TOE STEL.

Om in -de behoeften van een zoo aanzienlijk geheel als het Orgel van Volksvlijt te voorzien, was een zeer ontwikkeld wind-

-ocr page 23-

21

toestel noodig. Reeds hebben we gezien hoe de krachtontwikkeling daarin kan opgevoerd worden tot een uitwerking, gelijk staande met die van een honderdtal stemmen. Ook moet er voor de voeding van drie Barker's toestellen gezorgd worden, die den balgentreder alles doen misgelden, wat ten gunste van den organist aan krachtsinspanning wordt bespaard.

Ook in dit opzicht heeft de Heer Cavaillé-Coll alles op ruime schaal ingericht

De wind wordt aan het instrument verstrekt door acht pomp-balgen die, paarsgewijze vercenigd, door vier mannen op een zeer doelmatige wijze in beweging worden gebracht.

Het gewicht van het lichaam en de kracht der beenen worden daartoe gebruikt, terwijl de treder noch van plaats, noch van houding behoeft te veranderen. Hij behoeft ook niet den rug te buigen en de ademhalingswerktuigen blijven volkomen onbelemmerd, terwijl de armen tot niets anders dienen dan om een gemakkelijken steun te verschaffen. Zoo kan, niettegenstaande de hooge drukking van veertien centimeter waters, de aanzienlijke hoeveelheid van ongeveer vier honderd teerling-decimeters lucht per seconde aan het orgel verstrekt worden.

Uit de pompbalgen komende, treedt vooreerst de geperste lucht in twee égalisatairs, van omstreeks vijf vierkante meter oppervlakte, door spiraalveeren gedrukt, en bestemd om al dadelijk iederen schok, door de werking der pompen veroorzaakt, te doen verdwijnen.

Vervolgens wordt de lucht opgevangen door de eigenlijke voedingsbalgen, die ook twee in getal en vijf vierkante meter groot zijn. Negen andere blaasbalgen, automatisch de lucht uit de voedingsbalgen scheppende en in de twee verdiepingen van het orgel onmiddelijk bij de windladen geplaatst, dienen om tevens voor het laatst een onberispelijke gelijkheid aan den wind te verzekeren en daaraan de bijzondere drukking te geven, die voor ieder gedeelte van het orgel ten voordeeligste dienen kan.

-ocr page 24-

22

Om een juist evenwicht tusschen de bas, liet medium en den discant te verkrijgen, (een hoedanigheid die trouwens bij Cavaillé-Coll's orgels in de hoogste mate wordt aangetroffen), alsook om de eigenaardige toonkleur der verschillende stemmen te bevorderen, verschilt inderdaad de persing in de afzonderlijke deelen van den windtoestel, van af de oorspronkelijke drukking van veertien, tot op ongeveer negen centimeter waters. Al de blaasbalgen hebben evenwijdige bladen en zijn met omgekeerde vouwen, volgens het stelsel van Cummins, door Cavaillé-Coll verbeterd, voorzien. Talrijke zoogenaamde anli-sccousws (schok-werende toestellen) in al de deelen van hot orgel, hetzij onder de windladen, hetzij in de nabijheid van de levicrs pnen-matiqucs, gevoegd, sluiten eindelijk de rij van al de voorzorgsmaatregelen, ten wille van de volmaakte gelijkheid in den wind aangewend, iets waarvan het nut blijken zal, wanneer men bedenkt dat de geringste onregelmatigheid in dit opzicht al genoeg is om aan het orgelspel alle nauwkeurige juistheid en derhalve alle frischheid en kunstwaarde te ontnemen. De orgels van vroegeren tijd laten in het algemeen op dit punt veel te wen-schen over.

De gesainenlijke inhoud der blaasbalgen kan op ongeveer zes en een half teerling-meter, of zes duizend vijf honderd liter, geschat worden.

B E W K R K I N G.

Wat echter de waarde van alles in liet orgel van Volksvlijt bovenmate verhoogt, is niet alleen de onberispelijke, maar ook allerkeurigste fijnheid^ ja zelfs sierlijkheid van al het werk tot in tie geringste deelen. Het mechanische gedeelte kan, wat dit aangaat, gelijk worden gesteld met dat van een fijn bewerkte piano. Moeite noch onkosten zijn er inderdaad gespaard, om overal het incest

-ocr page 25-

23

uitgezochte materiaal met de doelmatigste inrichting te vereenigen. Ook het pijpwerk munt in liet bijzonder uit door de keuze der grondstoffen en de zorgvuldige bewerking. De tongwerken zijn meesterlijk behandeld en de kleinste pijpen er van met hare bijna microscopische onderdeelen ^de „claironquot;' van het positief spreekt tot in de vier gestreepte g,) kunnen voor echte juweeltjes in het vak doorgaan.

UITERLIJK VAN HET ORGEL.

Het front, volgens de teekening van den heer Alphonse Simil te Parijs uitgevoerd, paart rijkdom aan sierlijke rijzigheid en strookt tamelijk met de bouworde van de zaal. Wel had men meer monumentale afmetingen gewenscht. Daar echter het orgel reeds voltooid werd aangekocht en een vernieuwing van het front niet zonder aanzienlijke kosten kon geschieden, daar overigens zulk eene vervorming de inwijding van het instrument op den dag van de feestelijke herdenking van Amsterdam's zes-honderd-jarig bestaan onmogelijk zou gemaakt hebben, oordeelde men het raadzamer op de voortreffelijkheid van den inhoud meer dan op den uiterlijken vorm te letten.

PRIJS VAN HET ORGEL.

De kosten van vervoer, de inkomende rechten en het opstellen in het Paleis, enz. niet medegerekend, iieeft het orgel, kant en klaar zooals het in de fabriek van den heer Cavaillé-Coll te bespelen stond, tachtig duizend francs (plus minus ƒ 38.000J gekost. Al is dit bedrag stellig niet gering, zoo staat het toch niet buiten vergelijking met de gewone prijzen van goede werken,

-ocr page 26-

vooral met liet oog op den omvang en rijkdom van het meclta-nisclie gedeelte. Hier te lande zelfs, waar toch de orgelmakers in het algemeen niet te ruim beloond worden, werden, eenige jaren geleden, werken van bijna gelijken omvang aan stemmen, maar veel kariger aan inwendig werk, twee- a drie-en-dertig duizend gulden betaald. In Engeland kostte verleden jaar een orgel, met twee stemmen meer en eenigszins grooter front, niet minder dan vier duizend pond sterling. Het is overigens billijk den zoo roemrijk gevestigden naam van den vervaardiger in rekening te brengen. Daarin vindt men wel stellig een degelijken waarborg. Waarom worden pianos van Erard, Pleyel of Blüthner met graagte vijftig percent duurder betaald dan die van andere fabrikanten? Behoeft de voortrefifelijkheid van een orgel, welks samenstelling oneindig uitvoeriger en moeielijker is dan van een piano, minder degelijke „garantiequot;? *)

Men bleef niet in gebreke, in dit opzicht, de handelingen van de Vereeniging te kritiseeren; maar, aardig genoeg, kwam het juist van den kant van hen, die zich bijna zouden schamen een inlandsche piano in hun huis te laten zien (ja soms een inlandsch hoedje op het hoofd van vrouw of dochter), en die overigens, toen de zaak in de. geboorte stond, niet de minste vooral „daadwerkelijkequot; belangstelling er in bewezen hebben. Men vergete niet: kunst geniet het internationaal burgerrecht. Indien milde koopers een fransch orgel nederlandsch maken, vereeren zich insgelijks Frankrijk en Engeland met de toeëige-ning der penseelgewrochten van voorname nederlandsche kunstschilders.

Nederland telt onloochenbaar zeer bekwame mannen op het

gebied van orgelbouw en orgelspel. Het schoon en edel instru-

(*) Nog in 'l bijzonder dient vermeld le worden, dat Cavaillc-Coll, nadal het orgel reeds aangekocht was, buiten bestek en voor eigen rekening vergrootingen en verbeteringen heeft aangebracht, ten bedrage van bijnayquot; 2000. —

-ocr page 27-

25

ment van Volksvlijt zal ongetwijfeld het zijne bijbrengen om vele hinderpalen uit hunne loopbaan weg te ruimen.

Ziedaar wat onlangs —- en beter dan daarmede kimnen wij uiet besluiten —- door een allezins bevoegde hand in de ,,Amsterdam,sche Courantquot; werd geschreven;

„Het kan ons niet anders dan aangenaam zijn, dat wij een „orgel zullen krijgen, waarin alle verbeteringen, alle uitvmdingen „die in de laatste vijftig jaren in tie orgelbouwkunde gemaakt „zijn, worden aangebragt.

„Het is te hopen dat het instrument van Cavaille'-Coll in ons „land een nieuwen weg zal aantoonen, zoowel voor den orgelbouwer als voor de organisten, onder welke laatsten vele man-„nen van groot talent zijn, doch die tot heden toe beroofd „waren van de buitengewone hulpmiddelen, die het moderne „orgel oplevert.quot;

En zoo zal de „Amsterdamschc Vereeniging ter Bevordering van Orgelmuziekquot; zich in het bereiken van haar doel kunnen verheugen.

Eubulus.

-ocr page 28-
-ocr page 29-
-ocr page 30-

Sous p r e s s e:

L'ORGUE DU PALAIS DE L'INDUSTRIE

a AMSTERDA M,

L'ORGUE MODERNE ET LA FACTURE D'ORGUES NÉERLANDAISE ANCIENNE ET CONTEMPORAINE.

Brochure format Grand Jesus. Ter perse:

HET ORGEL IN HET PALEIS VOOR VOLKSVLIJT

te AMSTERDAM,

HET MODERNE ORGEL EN DE VERVAARDIGING VAN ORGELS, IN DE NEDERLANDEN, IN DEN OUDEN TIJD EN ONZE DAGEN.

In Groot Imperiaal formaat.