Het jaar heeft 12 maanden of 52 weken 1 dag en 6 uren, welk uitmaakt 365 dag-en én 6 aren. Tiermaal 6 uren geeft 1 dag, en dezo üag maakt alle vier jaren hot schrikkeljaar, welk lang is 36(5 dagen.

6EB0DENE VASTENDAGEN. Behalve do veertigdaagsehe Taste, zullen er nog gebodene vastendagen zijn: de nuator-temperdagon, de dag vóór Pinksteren, do Tigihedasen voor SS. Pietor en Paulus, voor „n '^{Hemo vaart}' Allerheiligen, Kersmis en eike woensdag en vrijdag in don Advent. Up 6. Marcus en de Kruisdagen is het

den middag?^eSC'^{1 te en te rasten tot}QUATERTEMPERDAGEN. Quatertemper wordt gehouden des woensdags, vrijdags en zaturdags na den derden zondag van den Advent, na den eersten zon-dag van de Vaste, na Pinksteren en na li. ■Kruisverheffing'.

Eerste en tweede Paaschdag. Eerste en tweede Pinksterdag. Kersmis. Besnijdenis. Duo Koningen. Hemelvaart dos Hoeren.

vn„ AÏ^ramCr^^Sda,f' ^Lichtmis- Be Boodschap lan Maria. Do Hemelvaart van Maria. De Geboorte van Maria. Onbevlekte Ontvangenis van Maria. Heilige Apostelen Petrus en Paulus. Allerheiligen. H. Stephanus. Do patroon der plaats of kerk.

20 fel). 13 april. I 1 juni. 18 feb. 5 april. 24 mei. lOfeb. 28 maart 16 mei. 1 maart 16 apr; 1. 4 j imi.

11 feb. 1 1 april. 20 mei. 6 maart 21 apri 1. | 9 juni. 20 feb. 13 april, i 1 juni. llt'bb. 128 maart 16 mei.

2maart , 17 april. 5 juni. 22 feb. 9 april. 28 mei. 7 feb. 25 maart 13 mei. 27 feb. 13 april. 1 juni.

18 feb. 5 april. 24 mei. lOmaart 25 april. 113 mei. 23 feb. 110 april. '29 mei. 15 feb. 1 1 apri'.. .20 mei.

lbss Philipp. en Jac.

2 cs Athanasius, b.

3 d H. Kruisvinding,

4 cs Monica, wed.

5 f s Pius V.

6gs Jan in de olie.

7 as Stanislaus, b.

8 b s Michiels openb.

9 c s Gerontius.

10 ds Job.

11 es Franc, de Hier. 12f s Pancratius.

13 gs Servatius. 1451 s JBonifacius, m. 15 b s Dymphna, m. 10 c s Johan. Nepom.

17 d s Paschal is JBayl.

18 es Venanti us.

19 f s Prudentiana.

20 gs Bernardiuus.

21 as Felix a Cant.

22 bs Julia.

23 c s Guibertus.

24 dO. L. V. Bijst.

25 e s M. Magd. de P.

26 fs Philipp. Nerius.

27 gs Johannes,Paus, 28as Germanus, b. 29bs Maximus.

80 c s Ferdinandus. 31 d s Petronilla.

les Pamphilius, m. 2f s Erasmus, b. 3gs Clotildi6,k. 4a s'Franc. Carr. 5bs Bonifacius, b. 6cs Norbertus,b. 7ds Paulus,biss. Se s Medarüus, b. 9f s Primus. 10gs Margaretha, k. Has Barnabas, ap. I2bs Johann. a S. F. 13 c s Ant. van Pad. 14ds Basilius, biss. locs Vitus, Mod. 16 f s Lutgardis, m. 17gs Alena, mart. 18as Marcus. 19 b s Gerv. en Prot. 20cs Silvcrius,p. 21 ds Aloys. de (toiiz 22es Paulinus, b. 23t'sEdeltrrudis. 24gs Johann. Bapt. 25a s Ladislaus. 26bs Johan. en Paul 27 c s Crescentius. 28dsLeo.

29 c ss Petrus en Paul, 30fs Martial is.

Verzuim nooit het morgengebed, al zendt gij ook slechts met weinige woorden en gedachten uw hart tot God verheffen. Het is eene algemeone voorbereiding tot al wat gij des daags verricht; het trekt den goddelij-ken zegen over al uwe werken.

UN Heer en mijn God! op den vroegen morgen verhef ik mijn hart tot U, en ik dank U uit het binnenste van mijne ziel voor de verkwikkende rust van dezen nacht; ik dank U dat Gij mij weder eenen nieuwen dag schenkt, om de bestemming, welke Gij mij gegeven hebt, steeds meer en meer te bereiken, en door het volbrengen van uwe geboden aan de eeuwige zaligheid deelachtig te worden. Uit

vaderlijke liefde voor mij, hebt gij mij tot nu toe in het leven bewaard, en zoo weldadig voor mij gezorgd; maar ik, ik heb U voor deze groote weldaden weinig dankbaarheid betoond. Barmhartige Vader, ontferm U mijner! Verlicht mij met het licht van uwe genade, opdat ik dezen gan-schen dag mijnen verlosser Jesus-Christus als een voorbeeld van ootmoedigheid, liefde, zachtmoedigheid, geduld en heiligheid voor oogen houde, er dat mijn hart, te midden van huiselijke bezigheden en de verstrooiing der wereldsche zorgen, in U alleen ruste, bij U alleen troost vinde.

Verwijder verre van mij alle haat, nijd en geveinsdheid, en geef mij eene oprechte en zuivere liefde voor mijnen naaste. Bewaar in 't bijzonder mijne tong, opdat ik door het spreken U niet mishage, en mijne zintuigen, opdat zij mij niet verleiden naar voorwerpen, welke mij tot zonde brengen. Bestuur al mijne schre-

den, opdat ik in al mijn doen en laten uwe geboden nimmer overtrede. gt;'v) Zegen, o God! de goede voornemens,

opdat ik het verhevene doel bereiken moge, ' ' waarvoor uwe oneindige goedheid mij ge- ( I schapen en verlost heeft. (;.))

Ik dank U uit geheel mijn hart, dat -.v;-( Gij mij zonder mijn toedoen of verdienste

verlost en geheiligd, en lot uwe heilige , katholieke Kerk geroepen hebt. Ik offer mij ootmoedig aan U op met al mijne ( krachten en vermogens, en ik vereenig (H) dit onwaardig offer met het allerheiligste ' ; offer van Jesus lichaam en bloed, zoo dikwijls als het U, hemelsche Vader! he- ! den wordt opgedragen. Maak mij in uwe barmhartigheid deelachtig aan al de gun- ^ sten, welke dit offer van uwe oneindige (■ goedheid verwerft.

cn geef mij uwen zegen! Laat mij vol vertrouwen op uwen bijstand mijne werkzaamheden beginnen; geef, dat ik in het uur der beproeving niet moedeloos worde, maar met overgeving in uwen heiligen wil het kruis, dat Gij mij oplegt, moge dragen, gesterkt door de gedachte, dat Gij, het onschuldig slachtoffer voor mijne zonden, ook troosteloos aan het kruis gehangen hebt.

Met U begin ik thans mijn werk; in uwen heiligen Naam en ter eere van de allerheiligste Drievuldigheid wil ik heden alles doen. Geef mij uwe genade, opdat ik mijn voornemen, om U te dienen, getrouw volbrenge.

Glorie zij den Vader en den Zoon en den H. Geest; glorie en eer aan de allerheiligste Drievuldigheid, nu en in eeuwigheid! Amen. — O allerheiligste Maagd Maria! altijd zuiver cn zonder vlek, tot u. Moeder van mijnen God cn alvenno-

gendc voorspreekster der zondaren, neem ik mijne toevlucht, vast vertrouwende, dat Gij mij, armen en ellendigen zondaar, in den schoot uwer barmhartigheid zult ontvangen, dewijl nooit iemand, die uwe voorspraak heeft ingeroepen, van u verlaten is geworden. Neem mij dan onder uwe bescherming dezen dag en al do dagen mijns levens, maar voornamelijk in het uur van mijnen dood! Amen.

Hetzij gij eet of drinkt, hetzij gij iets an-ders doet, doet alles tot eer van God. Wat gij ook doet, doet alles in den naam Tan den Heer Jesus-Christus. H. Apostel Paulüs. ,

Ja, hcmelsche Vader! ik stol mij voor om van daag alles tot uwe eer en in den naam van Jesus-Christus te doen. Slechts datgene wil ik denken en wenschen, wat en zoo als Jesus het in mijne plaats zoude gedacht en gcwenscht iiebben. Ik wil werken en bidden, al mijne werkzaamheden beginnen, voortzetten en voleinden, zoo als Jesus het in mijne plaats zoude gedaan hebben. — Vlies ter cere Gods! Naar dezen regel wil ik mijne go- , , dachten, woorden en werken schikken;

ik wil zoo denken, wenschen, handelen, verdragen, spreken en zwijgen, als het i 1 oenen leerling van Jesus-Christus be- i taamt. Vader! Gij geeft mi,; het verlangen.

geef mij ook dat ik M volbrengc; sterk mij, opdat ik aan dit vooniemcn getrouw blijve; leid mij, opdat ik onophoudelijk mijne kwade neigingen bestrijde, en mijnen bedorven' wil, welke zich tegen de vervulling van uwe geboden verzet, over-winne. Versterk mijnen zwakken en gebrekkigen wil, opdat ik onder de bekoringen der zonde niet bezwijke; bestuur mij in alles, opdat ik mij dezen avond oprecht verblijden en U danken moge, dat ik dezen dag zoo beleefd heb, als een ware christen, welke zijnen Heer en Verlosser navolgt, verplicht is te leven. Verleen mij uwe genade, o God! door denzelfden Jesus-Christus uwen Zoon. Amen.

hebt nagelaten. Help iiiij,_ opdat ik U zoo verre na-volge, als ik kan. Laat mij volgens uw voorbeeld enkel ter verlieeiiijking van mijnen liemelseheu Vader leven ; geef dat ik zaclitmoedig, nederig en zuiver van harte moge zijn, gelijk gij. Houd mij steeds uwe overgroote liefde jegens ons voor oogen, en verwijder alle afkeerig-hoid, afgunst, haat en nijd uit mijn hart.

Geef, dat ik bereidwillig en vergenoegd mijnen broeder belpe, wanneer ik daartoe in staat ben; dat ik gaarne mijne spijs

dceie met den hongerige on mijnen overvloed met den behoeftige; dat ik ook diegenen lief bebbe, welke mij niet beminnen. Breng mij steeds te binnen dat Gij zelfs voor uwe moordenaars gebeden, en tranen gestort hebt om het ondankbare Jeruzalem. Help mij, liefderijke Zaligmaker, om volkomen in den wil van God te berusten, ook dan, wanneer Hij mij met (.1) zware rampen beproeft. Vestig mijne oogen en mijn hart op hetgeen daarboven is, opdat ik in eene wereld, waar zoo veel kwaad is, mijn hart niet vastbechte aan do vergankelijke genoegens en goederen, maar met kinderlijk vertrouwen op U, en uit liefde tot U, eerst de he-melsche goederen — de deugd zoeke, en door werkzamen ijver, welken Gij on-getwijfeld zegenen zult, mij het overige

O goddelijk voorbeeld, naar 't welk wij moeten streven, geef mij kracht en konnis om U in alles na Ie volgen. De uren van mijn leven snellen voorbij — ik kom al nader bij het graf; leer mij toch de groote kunst, om eens gelukkig te sterven. O Jesus, help mij het goede doen en het kwade vermijden; opdat ik eens, in het uur van mijnen dood, met kinderlijke liefde en met de vreugd der rechtvaardigen mijne ziel in uwe handen overgevc! Amen.

Eeniggeborcn Zoon Gods! Gij waart in de heerlijkheid van God uwen Vader, ook voor dat de wereld geschapen werd, en toch werdt Gij een zwak mensch, om ons zondaars te verlossen. Gij hebt onder de lucnschen geleefd als vriend en wel-

doener, als redder en zaligmaker, aLs goddelijke leeraar, als hemelsehe geneesheer der zieken. En toch, o mensehge-worden God, geloofden weinigen aan uwe woorden, de meesten lasterden uwe hemelsehe leer, uwen onsehuldigen levenswandel, uwe heerlijke wonderen. Zij vervolgden U met den bittersten haat. Gij zijt aan den wil van uwen hemelsehen Vader gehoorzaam geworden, tot den dood des kruises. Gij wist al de omstandigheden van uw lijden vooruit; Gij hadt hetzelve kunnen afwenden. Maar gehoorzaamheid aan den wil van uwen hemel-schen Vader en uwe oneindige liefde jegens mij heeft U den wreedsten dood doen ondergaan. Gij zijt gestorven, omdat Gij wildet sterven. En opdat wij deze uwe onuitsprekelijke liefde niet zouden vergeten, hebt gij een onbloedig offer ingesteld als eene gedachtenis van dat bloedig offer, dat Gij voor onze zonden hebt op-

gedragen. — O Heer Jesus! laat mij bij dit heilig offer steeds aan uwe oneindige liefde denken; dat de overweging van dezelve dat goddelijk vuur van liefde in mijn liart ontstcke, hetwelk Gij op aarde gebracht hebt, en dat gij zoo vurig wenseht te zien ontbranden. O mocht ik voortaan alleen leven voor U, die voor mij eerst gestorven zijt! Ik zie hoe Gij beladen met de zonden der wereld in den hof Gethse-mani op uw aangezicht nedervalt, en door cenen doodelijken angst benauwd wordt. Ik hoor uw ootmoedig gebed ; Vader, dat niet mijn wil geschiede, maar de uwe. Ik zie uw bloedig zweet a's druppelen op den grond vallen en U troosten door cenen Engel, het werk uwer handen. Uw trouwlooze leerling nadert als de aanvoerder van uwe vijanden en geeft U den verraderlijken kus; maar Gij, zachtmoedige Verlosser! zegt hem : Vriend! waartoe zijt gij gekomen? Ach, hoe gaarne

zoude uwe onuitsprekelijke liefde den verblinden judas nog ontrukt hebben aan den afgrond van verderf, waarin hij zich ncderstortte! Nu geeft Gij U over in de handen van uwe vervolgers; zij voeren U als een boosdoener in boeien weg voor den rechterstoel; valsche getuigen spreken tegen U ; maar Gij zwijgt als een lam, hetwelk ter slachtbank wordt gevoerd. Zoodra het echter de waarheid en de eep van God betrof, toen zij U in den naam van God bezwoeren, beleedt Gij openlijk, dat Gij Gods Zoon waart. Na de verregaandste versmadingen en lasteringen, nadat de onmenschelijke beulen U bespuwd en geslagen hadden, hebt Gij den moordkreet gehoord ; kruisig hem! kruisig hem! Ik zie uwen rug doorkerfd van de geeselslagen en uw hoofd doorstoken met doornen, zoodat er aan uw ligchaam niets gezond blijft. — Ach! ziet den mensch. — Gij wordt achter eenen moor-

: plaats te midden van boosdoeners en zondaars; maar Gij Igdt het, o Josus, myn Verlosser! Gij nvijgt. — Men werpt U neder op den kruisbalk, uwe handen en voeten worden met nagels doorboord; ¥ ik hoor de hamerslagen, welke uwe leden ,1'.; uit elkander rukken; eindelijk wordt Gij aan het schandboot vastgeklonken, omhoog geheven. Gij hangt tussehen hemel

fen aarde, als het slachtoffer voor de zonden der menschen, en toch hoor ik uit A uwen mond geeno andere bede dan deze : v Vader! vergeef het hun, want zij weten y niet wat zij doen. Drie uren lang lijdt Gij onuitsprekelijke pijnen; zoodat Gij van allen troost beroofd uitroept : Mijn God! mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten? Eindelijk is het groote werk v, van onze verlossing volbracht. Thans kuut Gij zeggen : Het is volbracht; Vader,en aarde, als het slachtoffer voor de zonden der menschen, en toch hoor ik uit A uwen mond geeno andere bede dan deze : v Vader! vergeef het hun, want zij weten y niet wat zij doen. Drie uren lang lijdt Gij onuitsprekelijke pijnen; zoodat Gij van allen troost beroofd uitroept : Mijn God! mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten? Eindelijk is het groote werk v, van onze verlossing volbracht. Thans kuut Gij zeggen : Het is volbracht; Vader,

O hoe zoude ik U kunnen vergeten, barmhartige Verlosser! die mij door uw kostbaar bloed hebt vrijgekocht; prent voor altijd uw voorbeeld, uwe liefde en uw lijden in mijn geheugen! Geef dat ik mijn leven geheel en al naar het uwe in-richte! Gij zijt voor mij gestorven ; geef mij het leven uwer genade, opdat ik voor U alleen moge leven!

Goddelijke Zaligmaker, die U tot den dood des kruises toe vernederd hebt, om mij zalig te maken, verhoor mijn oot-

moedig gebed! Geef mij eene ware en np-rechtc ootmocdiglieid, zonder welke alle andere deugden vruchteloos zijn. Geef, dat ik nooit uit liet oog verlieze, hoe arm, zwak en behoeftig ik uit mij zelven ben, en dat ik al wat ik ben en heb, alleen aan uwe liefde en goedheid te danken heb, opdat ik mij nooit door trotschheid tegen U of boven anderen verheffe. Amen.

Uit liefde voor ons, o Jesus ! hebt Gij den dood ondergaan, en al wie uw leerling wil zijn, moet alle mensehen beminnen, zoo als gij ons bemind hebt; want daaraan wilt Gij onderscheiden, wie onder het getal van de uwen behoo-ren, dat wij elkander beminnen. Geef mij dan dat kenmerk van uwe leerlingen, opdat ik zonder nijd, haat of vreugde over het onheil, dat anderen overkomt.

aan iedereen van harte het zijne gunne; dat ik mij verblijde met de blijden, en niet de bedroefden treure. Goef, dat ik, zonder mijn eigen belang te zoeken, met raad en daad hulp aanbrenge, waar ik kan, dat ik mij, volgens mijn vermogen ontferme over alle noodlijdenden en de cllendigen verkwikke. O ! mocht ik toeh gelijkvormig worden aan U, die uwe zon schijnen en den regen vallen laat over goeden en kwaden! Amen.

Goddelijke Verlosser, uit ontelbare wonden hebt gij voor mij uw kostbaar bloed vergoten ! Voor mij zijt Gij aan bet kruis gestorven! Zoude ik dan ondankbaar genoeg kunnen zijn, om mij aan de lusten van het vleesch over te geven ? — Om mijne overtredingen zijt Gij gewond en geslagen, (Jij hebt mijne zonden aan

het kruishout in uw ligchaam gedragen, opdat ik den vrede zoude erlangen; hoe kan ik dan ongevoelig de waarde van uw bloed verachten, mijn ligchaam aan de slavernij der zonde overgeven, en mij zoo aan de verschrikkelijke straffen uwer gerechtigheid blootstellen? — Ach, liefderijke Verlosser! geef, dat ik aile zonden legen de zuiverheid met de grootste be-hoedzaamheid vluchte; laat niet toe, dat ik ooit vergete, dat mijne zie;, naar uw evenbeeld geschapen, en door uw kostbaar bloed is vrijgekocht, dat mijn ligchaam een tempel van den H. Geest is, welke door iedere zonde van mkuisch-heid ontheiligd wordt. — Versterk mij tegen de bekoringen, en red m:j uit allo gevaren, zoowel mijner eigene bedorvene natuur als uit die, waarin anderen door verleiding mij zouden kunnen brengen, opdat ik steeds zuiver en onbevlekt voor uw oog wandele. Amen. —Onze Vader, enz.

Goddelijke Verlosser! die in uwen brandenden dorst aan het kruis met azijn gelaafd zijt, ik bid U, verwijder van mij de schandelijke neiging tot onmatigheid. Geef dat ik wel bedenke, dat ik niet leef voor de voeding van het ligchaam, dat vergankelijk is, maar om het eeuwig geluk te bewerken van mijne onsterfelijke ziel. Geef mij cenen oprechten afschuw van de onteerende overdaad, welke den mensch, het edole schepsel uwer handen, diep onder het redelooze vee verlaagt.

Verleen mij al hetgeen ik tot behoud van mijn leven en van mijne gezondheid noo-dig heb; geef, dat ik dit mot dankbaarheid en tevredenheid geniete, en van den overvloed aan de armen en beboeftigen mededeele, opdat ik, in werkdadige liefde aan U gelijk, eens met U vereenigd worde

Uit liefde voor mij, goedertiercne Verlosser, hebt Gij toegelaten, dat onrechtvaardige en ondankhare menschen U miskenden, en eindelijk ter dood veroordeelden; geef mij uwe genade, opdat ik nooit liefdeloos en onrechtvaardig diegenen behandele, welke door U zijn verlost, en welke ik voor mijne broeders en zusters, voor medeerfgenamen dc.s eeuwigen levens erkennen moet. Geef, dat ik ten allen lijde do deugd, de eer en het eigendom van mijnen naaste eerbiedige; verleen mij eene liefderijke en vreedzame gezindheid, opdat ik liever iets van mijne rechten laat varen, dan mijnen broeder, voor wien Gij gestorven zijt, liefdeloos en

hardvochtig te bejegenen. Wanneer ik onrechtvaardig behandel word, stel mij dan, goddelijke Verlosser ! uw voorbeeld voor oogen; geef, dat ik dan met zachtmoedigheid dat onrecht verdrage, zoo als Gij de heleedigingen verdragen hebt. Amen.

Gij zijt gestorven, gocdertierene Josus! als een lam, dat ter slachtbank geleid wordt en zijnen mond niet opent om tc klagen. Verleen mij uwe genade, opdat ik er mij aanhoudend op toelegge, om in mijn hart de zachtmoedigheid en toegevendheid te bewaren. Geef, dat ik do onrechtvaardigheid en de heleedigingen van onwetende of slechte menschen, of wel met christelijke liefde van mij- afwende, of met gelatenheid en geduld ver-

Uit liefde voor mii, gocdertierene Verlosser, hebt Gij toegelaten, dat onrechtvaardige en ondankbare mensehen U miskenden, en eindelijk ter dood veroordeelden; geef mij uwe genade, opdat ik nooit liefdeloos en onrechtvaardig diegenen behandele, welke door ü zijn verlost, en welke ik voor mijne broeders en zusters, voor inedeêrfgenamen des eeuwigen levens erkennen moet. Geef, dat ik ten allen tijde de deugd, de eer en liet eigendom van mijnen naaste eerbiedige; verleen mij eene liefderijke en vreedzame gezindheid, opdat ik liever iets. van mijne rechten laat varen, dan mijnen broeder, voor wien Gij gestorven zijt, liefdeloos en

hardvochtig te bejegenen. Wanneer ik onrechtvaardig behandel word, stel mij dan, goddelijke Verlosser! uw voorbeeld voor oogen; geef, dat ik dan. met zachtmoedigheid dat onrecht verdrage, zoo als Gij de beleedigingen verdragen hebt. Amen.

Gij zijt gestorven, goedertierene Jesus ! als een lam, dat ter slachtbank geleid wordt en zijnen mond niet opent om to klagen. Verleen mij uwe genade, opdat ik er mij aanhoudend op toelegge, om in mijn hart de zachtmoedigheid en toegevendheid te bewaren. Geef, dat ik do onrechtvaardigheid en de beleedigingen van onwetende of slechte menschen, of wel met christelijke liefde van mij- afwende, of met gelatenheid en geduld ver-

drage; help mij, opdat ik aan mijne neiging tot gramschap of wraakzucht nimmer toegeve. Gij hebt uwen hcmelschen Vader vergeving gevraagd voor uwe ergste vijanden; houd mij dit verhe ven voorbeeld uwer liefde steeds voor oogen, en verwijder verre van mij het onchristelijk verlangen om kwaad met kwaad te vergelden. O Jesus! ik ben uw leerling, ik moet dus uw voorbeeld volgen, en doen, wat Gij gedaan hebt. Ondersteun mij met uwe genade, opdat ik bij iedere beleedi-ging, met oprechtheid en liefde, even als Gij moge bidden : Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Amen.

O goddelijke Verlosser! met oprechte liefde en erkentelijkheid dank ik U daarvoor, dat Gij op aarde gekomen zijt, om up te zoeken en te redder, hetgeen ver-

lorcn was. Gij hebt uw kostbaar bloed vergoten, cn uw leven ten beste gegeven, opdat wij, met Gods gerechtigheid verzoend, en verheven tot de waardigheid van kinderen Gods en erfgenamen van hot hcmelsche rijk, een nieuw leven zouden leiden. Ik bid U dus ootmoedig, schonk mij uwen bijstand, opdat ik al de plichten, welke ik als mensch en christen ten opzichte van U, mijnen God, en ten opzichte van; mijnen evenmensch vervullen moet, nauwgezet volbrenge. Maak door uwe genade, dat ik een genoegen vinde in het kwaad te mijden en het goede te doen; dat ik al mijne vermogens bestede om U te behagen en tot het eeuwig geluk van anderen mede te werken. Nu is het de tijd om te arbeiden cn te strijden, nu moet ik streven naar hetgeen daar boven is, cn schatten inzamelen voor de ecu-wigheid; met uwe genade wil ik den tijd van mijn leven wijselijk besteden, opdat

ik, oens verrijkt met onvergankelijke scliat-ten, in uwe vriendschap hetzelve eindige, om in te gaan in de vreugde van mijnen God. Amen.

Mijn Heer en mijn God! ik geloof in U. Ik geloof dat Gij één in wezen, maar drievuldig in personen zijt ; God de Vader, God de Zoon en God de II. Geest. Ik g'loof, dat Gij al het andere door uw woord geschapen hebt, dat (Jij alles bewaart en bestuurt. Ik geloof dat de mensch, uw

voorworp is van uw goddelijk mishagen, gt;; en zonder uwe bovennatuurlijke genade niet in staat is om tot de eeuwige zalig-■-V-' heid te geraken.

Ik geloof in U, o Jesus! als don mensch (i -,, geworden Zoon Gods. Gij hebt ons door uwen dood verlost, en ons de vergiffenis f , van onze zonden, alsook de bovennatuurlijke genade, om tot het eeuwig leven te komen, verworven.

¹ Ik iw'oof, dat Gij zeven 11. Sacramenten l' ) ; hebt ingesteld : den doop, waardoor wij ! ¹■ van de erfzonde gereinigd en kinderen

Gods worden; hot Vormsel, waardoor wij ¹, de genade van den H. Geest ontvangen; de Biecht tot vergiffenis van persoonlijk bedrevene zonden; het H. Sacrament des Altaars, om het geestelijk leven onzer zielen te onderhouden; het H. Oliesel,

voor het lichamelijke en geestelijke heil der zieken; het Prioslerschap en het Huwelijk, om bijzondere standen te heiligen.

Ik geloof aan dc wezenlijke en persoonlijke tegenwoordigheid van Jesus-Christus in het allerheiligste Sacrament des Altaars, onder de gedaante van brood en wijn; ik geloof, dat dc H. Mis, waarin dc verandering geschiedt, ecne ware offerande is, de onbloedige vernieuwing namelijk van Jesus kruisoffer als ecne heilzame herinnering aan zijnen dood, waardoor wij aan de verdiensten van denzelven volkomener deelachtig worden.

Ik geloof in U, o H. Geest! als den Geest van den Vader en van den Zoon, die te gelijk met den Vader en den Zoon wordt aangebeden en verheerlijkt, die na de hemelvaart des Zaligmakers als leeraar en heiligmaker van zijne Kerk zijt gezonden en met haar zult blijven tot het einde der dagen.

Ik geloof, dat onze Heer Jesus-Christus als rechter ten jongsten dage zal wederkomen, dal Hij dc uitverkorenen zal op-

als van zijne godheid en van de goddelijke ) ' 1 / zending der Apostelen, waaraan ik om _;^;

schuldig gemaakt; maar met ootmoedig ) i \ vertrouwen hoop ik op de oneindige ver- j

Zoo ik voor mijne tijdelijk»; welvaart «aar vermoge» werkzaam ben, en intus-sehen de zorg voor mijne zaligheid als het gewichtigste werk behartig, zult Gij mij in allen nood bijstaan; Gij zult hier op aarde alles wat mij overkomt, geluk en vreugde zoo wel als ongeluk en lijden, tot mijn lijdelijk en eeuwig welzijn beschikken.

l)it alles verwacht ik met volkomene gerustheid van U, o God! omdat Gij, die almachtig zijt, mij in alles kunt helpen; omdat Gij alles weet, en dus met al mijne beboetten bekend zijt; omdat (Jij oneindig goed zijt, en mij dus alle goed wilt geven; omdat Gij oneindig wijs zijt, en duarum beter dan ik weet, wat mij voordeelig is; en omdat Gij, o eeuwige Waarheid 1 in uwe overgroote liefde mij om de verdiensten van Jesus-Ghristus uwen bijstand en de eeuwige zaligheid beloofd hebt. — In deze hoop, o God, wil ik leven en sterven. — Heer! bevestig mijne hoop.

O God! iioe is het mogelijk, dat ik U niet uit geheel mijn hart cn uit al mijne krachten bemin! Waarom zoude ik U niet beminnen boven al, wat deze aarde mij aanbiedt. Neen! ik wil in niets anders behagen scheppen, dan om U en in U; U te beminnen, dit is mijn hoogste geluk, mijn eenig verlangen.

Gij hebt mij bemind, voor dat ik bestond ; ja, Gij hebt mij van alle eeuwigheid bemind, dewijl Gij van eeuwigheid uit enkele goedheid besloten hebt mij te scheppen en mij een onsterfdijk en zalig leven te schenken. Gij hebt mij geschapen naar uw evenbeeld, om deel te nemen aan uwe heerlijkheid en eeuwige gelukzaligheid.

Zoude ik U dan niet beminnen? Gij hebt mij zoo bemind, dat uw «eniggeboren en beminde Zoon voor mijne zaligheid

'W hebt uwen H. Geest afgezonden, om ons -fe- door de H. Kerk alle waarheid te leeren, (h) om in ons te wonen, ons te verlichten, ] te troosten en heilig te maken. Gij hebt [ j d- mij zoo dikwijls in het H. Sacrament van ■, /}', Boetvaardigheid mijne zonden vergeven en in uwe heiligmakende genade hersteld. quot;'Vf-' Uw eeniggeboren Zoon is zelf in het '

Mi¹ hebt Gij my bemind, zoo zeer bemint Gij U, 'il' mij nog; en zoude ik U mijne wederliefde

' ) weigeren ? Gij zijt het hoogste en volko- v ) 'fcy. menste goed, de oorsprong van al wat

Daarom bemin ik U ook boven alles om ^ U zeiven, uit geheel mijn bail , uit geheel

lufjnc ziel en uit al mijne krachten. Ik bemin ook mijnen naaste gelijk mij zeiven,

omdat Gij het mij gebiedt. Ik bemin alle mensehen, omdat zij allen naar uw evenbeeld geschapen, door uw kostbaar bloed ; i verlost en erfgenamen des Hemels zijn. — In deze liefde, o God! wil ik leven en sterven. — lieer! volmaak mijne liefde!

Ja, Heer, volmaak mijne liefde.! Tot nu toe heb ik U niet genoeg beaiind, Y maar dikwijls uwe liefde met onverschil-i ligheid en ondankbaarheid beantwoord; j ) ik heb U dikwijls beleedigd door mijne zonden. Uit is mij van harte leed, o God!

ik heb een diep berouw over al mijne zonden, omdat ik daardoor uwe oneindige heiligheid en goedheid vergramd en zoo

^: J de eeuwige straften d«r hel verdiend heb. J ) Hoe zwaar en menigvuldig echter mijne ] zonden ook zijn, ik hoop toch van uwe N

oneindige liefde en goedertierenheid ver-gifl'eiiis en kwijtschelding te ontvangen. Voortaan wil ik U boven alles beminnen, niet alleen met woorden, maar in waarheid en met de daad.

Ik wil uit ware liefde voor U niets met meer oplettendheid vermijden en met meer ernst verfoeien dan de zonde, en liever alles verliezen en lijden, dan U beleedigen. Uw welbehagen is mijn hoogste goed; iederen dag zal ik er mij op toeleggen, om U gelijkvormig te worden, en in al wat ik denk en zeg, in al inijiie woorden en handelingen , uwen heiligen Naam te verheerlijken. In dit berouw, o God! wil ik leven en sterven. — Heer! volmaak mijn berouw en geef dat ik mijn voornemen volbrenge!

O liefderijke Jesus! hoe liefelijk zijn uwe woorden! spreek dikwijls tot mijn hart, en geef dat ik uwe woorden beware en altijd in uwe liefde moge volharden!

O Jesus, mijn leven! laat mij alle wereldsehe zaken afsterven, om in uwe liefde alleen te leven!

Verheug u, mijne ziel! God is barmhartig en almachtig; Hij zal uwe zwakheid ondersteunen.

Barmhartige Jesus! help mij, om alle zwarigheden te overwinnen, welke mij beletten in het navolgen van uw goddelijk voorbeeld.

menigvuldig en zwaar mijne zonden zijn, en verleen mij uwe genade om ze te bo-weencn en door berouw en boetvaardigheid uit te wisschen.

Bedwing, o Heer! mijne bedorvene neigingen; want zonder uwe genade ben ik ( niet in staat om dezelve te overwinnen. (; ^ j^: Versterk mijnen wil en mijn geloof, j spi, opdat ik al de wederwaardigheden van dit /k

\Veos in alle omstandigheden van dit (-j) leven mijn leermeester, opdat ik in alles uwen wil volbrenge. Amen.

ITot avondijebod moot evenmin als hot morgengebed ooit vorzuinul worden. Door liet avondgebed danken wij God voor zijnon bijstand on wapenen wij ons tegen de beko-ringen des duivels.

iiARMiiARTiCF.God en Vader! 's bij het einde van dezen dag kniel ik neder, om U mijn dankbaar en ootmoe-

* ;•lt; dig gebed np te dragen. \'_r Uwe goedheid heeft mij tot ■ l'' ' hét begin van dezen dag laten komen; Gij hebt mij ook dezen dag bewaard en van al het nnrtdige voorzien. Veel grootere weldaden heb ik echter van U naar de ziel ontvangen ; Gij hebt mij uwen bijstand gegeven tot het volbrengen van mijne plichten; uw zegen heeft mij in mijne werkzaamheden omlersteuml. Gij hebt mij dooi'

Hoeveel gelegenheid om goed te doen en schatten voor de eeuwigheid te zanie- \©-len hebt (;i.j mij niet gegeven! Ik erken, ( i ' liefderijke Vader! dat al het goede, wat j

ik dezen dag genoten heb, van ü gekomen /ƒ„ '■ is, en ik dank L' daarvoor. De deugden, ( welke ik heb uitgeoefend; de overwinningen, welke ik op den duivel behaald heb; het gebed, dat ik met godsvrucht verricht f|i! '' heb; elke liefdedienst, welke ik bewezen ' j of ontvangen heb, het kleinste zoo wel A a's het grootste, ja iedere goede gedachte V is een geschenk van uwe liefde en goed- . ■ held.

Ik dank II ook voor de moeielijkheden • en onaangenaamheden, welke ik dezen dag fj-') heb moeten verdragen; want ik weet, dat er niets geschiedt, zonder uwe toelating, dat voor diegenen, welke U beminnen,

Maar, goedertierene Vader, hue heb ik uwe oneindige liefde beantwoord , welk ( ij gebruik heb ik van uwe tallooze weldaden , gemaakt ? Ben ik duurvour dankbaar geweest, of heb ik uwe liefde niet ondank-| baarheid, met beleedigingen vergolden? O Heer! verlicht mijnen geest, opdat ik mij hierover ernstig onderzotke! Geef, dat (',■) ik mij zeiven oordeele, opdat ik in U eenen genadigen rechter vinde, zoo Gij mij dezen nacht tot U roept.

(■ j Onilerzook nu uw gewoton. Doe u zeiven in 't bijzonder tlezc vragen : welke zonden heb ik van daag bedreven door gedachten, woorden en werken ?— Welke goede werken heb ik verzuimd, die ik had moeten verrichten .^J— Hoe heb ik mijne voornaamste geneigd-.v; heid tot het kwaad tegengewerkt? — Op welke wijze heb ik gezondigd togen de liefde, welke ik mijnen naaste verschuldigd ben? , — Welke gelegenheden hebben mij tot zonde verleid?

Liefderijke Vader! ook nu moet ik weder Itcsehaamd op mijne borst slaan on zeggen ; Heer! wees mij armen zondaar genadig! Ik moet bekennen, dal ik l' weder door mijne zonden vergramd hel). Hoe ondankbaar ben ik, dewijl uwe groote weldaden op mij zoo weinig uitwerken! Goede Jesus! (Jij hebt U aan zoo veel lijden, aan zoo vele moeielijkheden onderworpen, om mij van de slaverny der zonde Ie verlossen en in de beoefening der deugd en het bewerken mijner eeuwige zaligheid te ondersteunen, ik geef mij zoo weinig moeite, ik wil mij zoo zelden eenig genoegen ontzeggen om de zonde al meer en meer te vluehten. Ik heb zoo dikwijls in uwe heilige tegenwoordigheid voorgenomen en beloofd, mijn gedrag te verbeteren; (lij hebt mij zoo dikwijls mijne zonden vergeven, en toch ben ik weder in zonden gevallen, ik heh on nieuw mijne belofte geschonden en misbruik gemaakt van

uwe liefde en hiugmoedigheid. — Hoe heb ik toch zoo lichtzinnig en ondankbaar kunnen handelen, dat ik U, mijn opperste goed, den Volmaaktste en Beminnenswaardigste, zoo weinig geacht en zelfs beleedigd heb! — Ach! het is mij uit den grond mijns harten leed, dat ik U vergramd heb. O God! wees mij genadig en ontferm U over mij. Geef mij nog den tijd om boetvaardigheid te doen, en laat mij dezen nacht niet sterven! Wees ook in dezen nacht mijn vadei en beschermer !

Uewaar mij en allen , voor welke ik verplicht ben te bidden. Bewaar ons tegen alle kwaad, maar voornamelijk tegen de zonde. Ontferm U over alle menschcn, eu in 't bijzonder over de zieken en bedroefden. Bescherm al degenen , welke in dezen nacht tot zonde mochten bekoord worden. Geef ons uwen bijstand, opdat wij morgen op nieuw gesterkt, tot uwe

Verleen ook aan allen, welke Gij (lez«n nacht door den dood uit ons midden zult '

eluk Jesus-Christus de zijnen, cliein dewcrekl waren, steeds bemind had, zoo lie-minde Hij li(!n tot aan liet cindo toe, en, daar ITij wist, dat zijn tijd gekomen was, om nit deze -wereld naar don Vader te gaan (Joh. 13, 3), stelde Hij des avonds voor zijn lijden hij hot laatste Avondmaal, hetwelk Hij zoo vurig verlangde met zijne leerlingen te houden, het allerheiligste Offer van het Kieiiwe Yevbond in. — Do heilige Mis is de gedachtenis en vernieuwing van dat groote offer, hetwelk onze Verlosser .Tesus-Christus irji don Kalvarieberg aan het kruis voor ons

hoeft opgedragen. Hetgeen daar op cone bloedige wijze volbracht werd, wordt dagelijks onbloodiger wijze op onze altaren herhaald. — quot;Wij kunnen dus zeker geen werk verrichten, dat aan God zoo behaaglijk is, dan wanneer wij met de behoorlijke gemoedsgesteldheid deel nemen aan dit allerheiligsto werk, aan de onbloedige offerande van onzen Heer en Verlosser Jesus-Christus.

Om dit echter op eene behoorlijke wijze to doen, moeten wij onze meening(intentie) met die van den Priester vereenigen en met hem Jesus-Christus aan zijnen hemelschen Vader opdragen; of liever, wij moeten ons met Jesus vereenigen en ons met Jesus aan God den Vader als een offer opdragen.

Er gaat geen dag, ja bijna geen uur voorbij, zonder dat wij God ten minste in kleine zaken beleedigen en ons zoo aan de straffen zijner gerechtigheid schuldig maken. Wij hebben geen ander middel, om voor zoo vele zonden en voor de verdiende straffen aan Gods gerechtigheid te voldoen, dan dat wij Hem het bittere lijden en den dood van Jesus-Christus opdragen, en met denzelven onze geringe voldoening en onze gebeden vereenigen.

Al de werken van boetvaardigheid, welke de 1111. Belijders hebben uitgeoefend, do pij

non, wolko do HU. Martelaren voor do lielfl-donis des geloofs leden, zijn niet toereikend om zonder het H. Offer des krulses voor do minste onzer schulden te voldoen •— en do oneindige verdiensten van dit Oifer, hetwelk ' Jesus-Christus uit ovorgroote liefde voor ons ; ,' heeft opgedragen, worden door het allerhel- ; j ligsto Misoffer op ons toegepast. Het hangt 'i echter van onze eigene voorbereiding cn ( i^: godsvrucht af, in hoe verre wij aan hetzelve , deel nemen. ^

De gestrengste vonnissen van Gods recht- (.yy, vaardigheid zouden reeds ten onzen opzichte zijn uitgevoerd geworden, zoo niet Jesus-Christus, het onschuldige Offerlam, door ' zich voor ons aan den Vader op te dragen, do (vO: hand der goddelijke gerechtigheid weder-i houden en genade voor ons verworven haddc. ^l . — Terwijl onze zonden de goddelijke wraak ( van den Honiel roepen, roept het bloed van ,V-., Jesus-Christus voor ons om vergiffenis en

(j'h Erkennen wij echter wol hoe groot deze ^{weldaad is?Bewijzen wij daarvoor aan J.-C.,

onzen liefderijken Verlosser, de verschul- ' ( ' digde dankbaarheid?— O! hoeveel moeite gt; geeft men zich niet, om aan do grooten van 'K deze wereld zijne onderwerping en eerbied te bctoonon, cn onze Kerken staar, dikwerf ■

bevindt, om Jesus-Christus, onzen barmhar-tigen Verlosser, welke ons van den eeuwigen dood bevrijd heeft, in dit onuitsprekelijk geheim van zijne liefde te aanbidden en Hem f den verschuldigden eerbied te bewijzen!

Zoo gij het dan ernstig meent met het werk uwer eeuwige zaligheid, en daarbij uwe zwakheid en behoeftigheid gevoelt, maak V- dan het vaste besluit, om dagelijks, zoo het u H ^! - maar eenigzins mogelijk is, het allerheiligste ^ • Misoffer bij te wonen, en bij hetzelve altijd met zulke gevoelens van berouw en liefde, { j van eerbied en vertrouwen tegenwoordig te zijn, met welke gij het bloedige Offer dos kruisesop don Cal variebergzoudt aanschouwd ' . hebben.

«niet berouwen : Gij zijt Priester in eeu-f ) « wigheid volgens de orde van Melchisedech.» /ii. Psalm 109.

« Van den opgang der zon tot aan haren « ondergang toe wordt mijn naam onder de « Heidenen verheerlijkt, en overal wordt mij « een zuiver offer opgedragen. » Malachi 1.

Ik erken met grootc dankbaarheid, o God! dat deze voorzeggingen vervuld zijn door de aanbiddelijke offerande van het ,

lithuiim en bloed van Josus-Wiristus , under de gedaante van brood en wjju. Verleen mij, dat ik dit offer dikwijls met v (.('ii zuiver hart moge bijwonen, en dat ik mij uit vrijwillige gehoorzaamheid met hetzelve aan U opdrage, gelijk Jesus-C^!' Christus uit liefde voor mij zich aan U heeft opgeofferd, om mij zalig te maken. Amen.

Met den diepslen eerbied, en niet vast f vertrouwen op uwe goedheid, koiij ik Iiier, r almaclilige en barmhartige (lod! om U f mijne dankzegging en mijne smeeking op te dragen , om deel te nemen aan het allerheiligste en hoogwaardige Offer, hetwelk ter gedaehtenis van het bittere lijden (i ) en sterven van Jesus-Christus, uwen eeniggeboren Zoon , mijnon Verlosser , /■ is ingesteld. Geef mij uwe genade, opdat

ik met oprei'htc aandacht en godsvrucht moge bidden , en duoi' de aandachtige overweging van uwe liefde troost en sterkte ontvange, om in alles en altijd nwen heiligen wil te volbrengen. Verleen mij deze genade door Jesus-Christus onzen lieer. Amen.

Oordeel over mij , o God! en beslis mijne zaak tegen een onheilig volk; bewaar mij voor de valschheid en boosheid der menschen.

Want Gij zijt mijne sterkte, o God waarom hebt Gij mij verstooten, en waarom moet ik bedroefd daar henen-mijn vijand benauwt?

opdat zij mij geleiden en voeren naar uwen heiligen berg en naar uwe woonplaats.

Stel uw betrouwen op God, want ik zal ''i. Hem nog langer prijzen; Hij is de Zaligmaker, welke mijn uog verblijdt; Hij is mijn God.

Glorie zij den Vader, en den Zoon, en ' den H. Geest : gelijk het wash; het be- _fVf ' gin, en nu en altijd, en in eeuwigheid!

voor de H. Maria, altijd Maagd, voor den 11. Aartsengel Michael, den H. Johannes den Dooper, de H. Apostelen Petrus en Paulus en voor alle Heiligen, dat ik zeer ' ' gezondigd heb door gedachten, woorden en werken , door mijne schuld, mijne schuld, mijne allergrootste schuld. Daarom bid ik de II. Maria, altijd maagd, den ,1' H. Aartsengel Michael, den H. Johannes ^ den Dooper, de H. Apostelen Petrus en T' Paulus en alle Heiligen, dat zij voor mij bij God, onzen Heer, bidden. (_i ;j

De almachtige God ontferme zich over {r.'., ons. Hij vergeve ons onze zonden, en brenge ons tot het eeuwige leven. Amen. ¹De almachtige, barmhartige God ver-• I leene ons vergiffenis, ontslag en kwijtschelding van onze zonden. Amen.

(•JV; Keer ü tot ons, o God! en geef ons het (gj) leven, en uw volk zal zich in U verblijden.

Wij bidden U, o Heer! neem onze zonden van ons weg, opdat wij waardig mogen worden, om in het allerheiligste met een zuiver hart binnen te gaan. Door Jesus-Christus, onzen Heer. Amen.

Wij bidden U, o Heer! om de verdiensten van uwe Heiligen, van welke hier de overblijlseleu bewaard worden, on van allo andere Heiligen, dat (lij ons al onze zonden genadig wilt vergeven. Amen.

Gij ontfermt U over allen, o God! en Gij haat niets van al hetgeen Gij geseha-pen hebt.

Gij vergeeft do zonden der menschen om de boetvaardigheid; en Gij spaart hen, lieer, onze God!

Glorie zy aan God in den Hemel en vrede op aarde aan de menschen, die van goeden wil zijn ! Wij loven U, wij prijzen f, wij aanliidden l', wij verheerlijken U. Wij danken U wegens uwe gróote heerlijkheid, Heer, God, hemelsche Koning! God, almachtige Vader, Heer, eeniggebo-ren Zoon, Jesus-Ghristus, Heere God, Lam (!ods, Zoon des Vaders, die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer! Die wegneemt de zonden der wereld, ontvang ons gebed! Die zit aan do rechterhand van den Vader, ontferin 1quot; onzer! Want Cn alleen zijl heilig; (Ui

alleen do Heer; Gij allee» de Allerhoogste, Jesus-Christus met den H. Geest In de heerlijkheid van God den Vader. Amen,

Heer, toon ons uwe onuitsprekelijke barmhartigheid! Zuiver ons van onze zonden, en wend genadig van ons de straffen af, welke wij door dezelve verdiend hebben. Door Jesus-Christus, uwen Zoon, onzen Heer, welke met U leert en heerscht in de eenheid van God den H. Geest, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Goede God, wanneer ik er aan denk, wat ik voor uw aanschijn ben; als ik rijpelijk overweeg, dat ik een menseh, uw schepsel en uw kind ben, dan moet ik mij

over uwe goedheiden mijn geluk oprecht j-Ta verblijden. Nog meer dankbaarheid ben ik

ik het onschatbaar geluk heb, om ee« h©-leerling van Jesus-Christus te zijn en

Hij met de bewaring van zijne heilige leer f en met de uitdeeling zijner hemelsche gaven belast heelt. Ja, Heer, dit is het

eeuwige leven, dit is de zekere weg, welke ons tot de eeuwige zaligheid voert, dat wij ' ' U kennen en Jesus-Christus, dien Gij ( ) gezonden hebt. Al ben ik arm en behoeftig K_rnaar de wereld, ik ben toch door U niet -? j een groot voorrecht boven anderen geze-gend, omdat ik in uwe ware Kerk geboren ben, welke de middelen ter zaligheid aanbiedt. Verblijd u hierover, mijne ziel! en prijs den Heer, welke zoo genadig op U heeft nedergezien; erken zijne groote (iy weldaden en bedenk van hoe groote waarde uwe ziel in zijne oogen is.

O (Suil, welk een groot gohik is mij Ic beurt gevallen, dewijl Gij mij door uwe H. Kerk met de leer der zaligheid hebt bekend gemaakt. Daardoor bel) ik l , mijnen God, mijnen Sehepper en liewaar-der, mijnen lielderyken V ader lecren kennen. Nu weet ik, dat ik U onderwerping en gehoorzaamheid sehuldig beu , omdat ik door li geschapen ben en van Ij alleen afhang, dat ik mij ten allen tijde aan U moet houden, en mij in al mijne behoeften tot U moet wenden, om bijstand on genade te ontvangen. Ik weet, dat er geen kwaad voor mij te vreezen is, zoo ik uwen heiligen wil volbreng, dewijl alles door U besehikt wordt en ten goede medewerkt voor allen, welke ü beminnen. Ik ) weet, dat uwe geboden gemakkelijk te .■:CV onderhouden zijn, dewijl Gij van ons geene j groote opofferingen vordert, maar alleen, , dat wij er ons met ernst en aanhoudend op toeleggen, om steeds beter en eindelijk

volmaakt in ilo deugd te worden, zoo als Cij, hemelsche Vader! volmaakt zijt. Dit is uw heilige wil, welken wij door de hulp uwer genade gemakkelijk kunnen volbrengen. Gij zijt goedertieren en lang-moedig, en bereid om te vergeven aan diegenen, welke in zonden gevallen zijn. maar door boetvaardigheid en berouw tot L' wederkeeren, en het oprechte voornemen hebben U in het vervolg niet meer te beleedigen. Gij zijt altijd barmhartig en vol van liefde voor diegenen, welke naar , uwe stem niet luisteren en van U afdwalen ; Gij ontvangt hen weder en geeft hun uwe hciligmakende genade terug, zoodra zij met berouw en vertrouwen op uwe goedheid tot U wederkeeren. Want .lesus-Christus, uw eenlggeboren Zoon, is in deze wereld gekomen om te zoeken en te redden hetgeen verloren was.

O (inil, welk een groot geluk is mij le beurt gevallen, dewijl Gij mij door uwe H. Kerk niet de leer der zaligheid helit liekend gemaakt. Daardoor heli ik l' , mijnen God, mijnen Scliepper en Itewaar-der, mijnen liel'derüken \ ader leeren kennen. Nu weet ik, dat ik U onderwerping en gehoorzaamheid schuldig ben , omdat ik door L' geschapen ben en van U alleen afhang, dat ik mij ten allen tijde aan U moet houden, en mij in al mijne behoeften tot U moet wenden, om bijstand en genade te ontvangen. Ik woet, dat er geen kwaad voor mij ie vreezen is, zoo ik uwen heiligen wil volbreng, dewijl alles door U beschikt wordt en ten goede medewerkt voor allen, welke II beminnen. Ik weet, dat uwe geboden gemakkelijk te

.•Hv onderhouden zijn, dewijl Gij van ons geene ) groolo. opofferingen vordert, maar alleen, ,^;K dat wij er ons met ernst en r.anhoudend op toeleggen, om steeds beter en eindelijk

volmaakt in ile deugd te worden, zoo als Gij, hemelsche Vader! volmaakt zijt. Dit is uw heilige wil, welken wij door de, hulp uwer genade gemakkelijk kunnen volbrengen. Gij zijt goedertieren en laug-moedig, en bereid om te vergeven aan diegenen, welke in zonden gevallen zijn, maar door boetvaardigheid en berouw tot U wederkeeren, en het oprechte voornemen hebben U in het vervolg niet meer te beleedigen. Gij zijt altijd barmhartig en vol van liefde voor diegenen, welke naar uwe stem niet luisteren en van U afdwalen ; Gij ontvangt hen weder en geeft hun uwe heiligmakende genade terug, zoodra zij met berouw en vertrouwen op uwe goedheid tot U wederkeeren. Want Jesus-Christus, uw eeniggeboren Zoon, is in deze wereld gekomen om te zoeken en te redden hetgeen verloren was.

nood met vast vertrouwen Coil, mijnen Vader, mag bidden. Deze weldaad moet mij tot oprechte en werkzame wederliefde ainsporen. Ik wil uit dankbaarlieid voor uwe oneindige liefde jegens mij, o God! de bekoringen tot zonde en mijne bedor-vene neigingen aanhoudend bestrijden en aan de verbetering van mijn leven, liet werk mijner eeuwige zaligheid, onvermoeid arbeiden. Ik wil steeds bedenken, dat ik voor uwe oogen wandel, dat Gij de alwetende en ouMlrieglijke getuige van al mijn doen en laten zijt. Jesas! geef mij uwe genade om hierin uw voorbeeld te volgen. Ik wil zoo zoo denken en bandelen, als Gij gedaeht en gehandeld licht, om eens daar te komen, waar Gij zit aan de rechterhand van God uwen Vader, om voor ons te bidden en ons cene plaats in uw rijk tcquot; bereiden. Amen.

Ik geloof in cénen Gud, den aluijichtigcn Vader, Schepper van hemel en aarde, van al de zichtbare en onzichtbare dingen. En in éénen Heer Jesus-Christus, den eeniggeboren Zoon van God, welke voor alle eeuwigheid uit den Vader geboren is; God van God, licht van licht, waarachtig God van den waarachligeu God; geboren, niet gemaakt, medezelfstandig met den Vader, en door wien alles gemaakt is. ---AVelke om ons nienschen en om onze zaligheid van den Hemel is afgedaald, het vlecsch heeft aangenomen door den heiligen Geest uit de Maagd Maria, en mensch geworden is. Welke ook voor ons gekruisigd is onder Pontius-Pilatus; Hij heeft geleden en is begraven, en ten derden dage is Hij volgens de Schriftuur verrezen, en Hij is opgeklommen ten Hemel; Hij zit m de rechterhand zijns Vaders. En lilj

zal wederkomen om te oordeelen levenden endooden; zijn rijk zal geen einde hebben. — En in den H. Geest, den Heer, welke levend maakt, welke van den Vader en van den Zoon voortkomt, welke gesproken heeft door de Profeten. En ééne, heilige, katholieke en apostolicke Kerk. Ik belijd één doopsel tot vergeving der zonden, en ik verwacht de verrijzenis der dooden en een eeuwig toekomstig leven. Amen.

Ontvang, heilige Vader, almachtige eeuwige God, dit onbevlekte offer, hetwelk ik, uw onwaardige dienaar, ü, mijnen levenden en waren God, opdraag, voor mijne ontelbare zonden, beleedigingen en nalatigheden, en voor alle aanwezigen, alsmede voor alle geloovigen, zoowel levenden als afgestorvenen, opdat het mij

God, die de waardigheid der mensche-lijke natuur op eene wonderbare wijze geschapen en door nog grooter wonder (van uwe liefde) hersteld hebt, verleen ons door liet geheim van dit water en dezen wijn, dat wij deelachtig worden aan de goddelijke heerlijkheid van Hem, welke zich verwaardigd heeft deel te nemen aan onze menschelijke natuur, Jesus-Christus, uwen Zoon, welke met U leeft en heerscht In de eenheid van den heiligen Geest, God in alle eeuwen der eeuwen.

Wij offeren U, o Heer! den kolk des heils, en bidden uwe goedertierenheid, dat Gij denzelven voor het aanschijn uwer goddelijke Majesteit voor onze zaligheid en voor die der gansehe wereld, in den liefelijken geur van uw welbehagen laat opgaan.

Ontvang, Heere! dit offer, hetwelk wij U in den geest van oolmocdigheid en met een vermorzeld hart opdragen, en geef dat het welbehaaglijk zij in uwe oogen.

Kom, Heiligmaker, almachtige, eeuwige God! en zegen dit oiïer, hetwelk tot verheerlijking van uwen naam bereid is.

Met de onschuldigen wil ik mijne handen wasschen, en voor uw altaar staan, » God! om de lofzangen te hooren en al uwe wonderen te verhalen.

Heer! ik bemin den luister van uw huis, en de plaats, waar uwe heerlijkheid woont.

Stort mijne ziel niet met de goddeloozen in het verderf, en straf mij niet met de bloeddorstigen.

Ontvang, 11. Drievuldigheid! dit offer, hetwelk wij U opdragen Ier gedachtenis van het lijden, de verrijzenis en de heme -vaart van Jesus-Ghristus, onzen Heer, en tot eer van de H. Maria, altijd maagd, en van alle Heiligen, updat het hun tot eere cn ons tot zaligheid verstrekke, en opdat diegenen, van welke wij op aarde de gedachtenis vieren, «nze vooisprekers zijn wogen in den Hemel. Door Christus , onzen Heer. Amen.

De Heer ontvange dit offer genadig, tot lof en verheerlijking van zijnen naam, U.t ons welzijn en tot voordeel van geheel zijne 11. Kerk. Amen.

- 75 —

PREFATIE.

Verheit uwe harten tot God, en prijst Hem met dankbaarheid.

liet is inderdaad rechtvaardig en overeenkomstig, billijk en heilzaam, dat wij U, o God! overal en ten allen lijde onzen dank betuigen dooi' Jesus-Christus, onzen Heer.

Dooi- Hem prijzen de Engelen uwe Majesteit, aanbidden U de Heerschappijen en sidderen de Machten. De Hemelen en de Krachten der Hemelen, en Je gelukzalige Seralijnen prijzen U eenpariglijk door Hem. Met deze vereenigen ook wij onze stemmen en smeeken wij U ons gebed te verhooreu, terwijl wij ootmoedig zeggen :

Heilig, heilig, heilig is de Heer, de (iod der Heerkrachten! Hemel en aarde zijn vol van zijne heerlijkheid. Gezegend is Hij, die komt in den naam des Hoeren'.

Wij tiiddeii en vragen U dan ootmoedig, o goedei'tierensle Vader! door Jesus-Christus, uwen Zoon, onzen Heer, dat Gij deze geschenken, deze gaven, dit heilig en onbevlekt offer wilt ontvangen en zegenen. Wij dragen U hetzelve voornamelijk op voor uwe H. katholieke Kerk, opdat Gij haar in vrede moogt bewaren, vereenigen en besturen over de geheelc aarde, te gelijk met uwen dienaar, onzen l'ausX., en alle rechtgeloovigen en belijders van het katholieke en apostolieke Geloof.

Gedenk, o Heer! aan uwe dienaren en dienaressen N. N. en aan alle aanwezigen, welker geloof en godsvrucht U bekend zijn, voor welke wij U dit offer opdragen, of welke hetzelve aan U opdragen voor zich zeiven en voor al de hunnen, ter verlossing van hunne zielen, voor hun behoud en welzijn, terwijl zij U,

Wij vereenigen ons met de Heiligen en verecrcn het aandenken, voornamelijk van de altijd glorierijke Maagd Maria, de Moeder van onzen Heer en God, Jesus-Christus; alsook van uwe zalige Apostelen en Martelaren en van al uwe Heiligen, opdat Gij ons duor hunne verdiensten on gebeden verleent, dat wij in alles door uwe hulp en bescherming bewaard worden. Door denzelfden Jesus-Christus , onzen Meer. Amen.

Nu (loot do Priester, als dienaar, hetzelfdo wat Jesus-Christus lu hot laatste avouJmaal Iiij du instolliiii? van doze H. Offerande gedaan heeft. Hij neemt het brood ia zij nc handen, slaat zijno oogen op naar don lloniol, dankt God, zegont hot brood on spreekt dezelfde woorden, welke Christus toen gesproken heeft. Insgelijks doet hij niet den

O allerheiligste Offerande! alleen bekwaam om God met den menscli te verzoenen! O onbegrijpelijk wonder, door hetwelk de allerhoogste Majesteit zich met onze zwakheid vereenigt! O Jesus, mijn Zaligmaker! ik wil , om deze uwe over-gi'oote liefde voor mij, alleen voor U leven.

O hemelsehe Vader! zie genadig neder op het dierbaar bloed van uwen Zoon, voor ons allen aan het kruis vergoten, don prijs onzer verlossing en de voldoening voor onze zonden.

geel' dat ik uwen bitteren kruisdood zoo gedenke, dat ik aan de verdiensten van denzelveu deelachtig worde. Amen.

Zoo houden wij, uwe onwaardige dienaren! o God! de gedachtenis van het heilige lijden, van de verrijzenis en glorierijke hemelyaart van Christus, uwen Zoon, onzen Heer, en wij dragen aan uwe allerhoogste Majesteit, van uwe geschenken en gaven, een heilig, onbevlekt en zuiver ofl'er op, de spijs des eeuwigen evens en den kelk der eeuwige zaligheid. Verwaardig U, op hetzelve niet een genadig oog neder te zien; ontvang hetzelve, zoo als Gij de offeranden van uwen rechtvaardigen dienaar Abel en van onzen aartsvader Abraham ontvangen hebt; gelijk ook dat offer, hetwelk uw hoogepries-ter Melchisedech U heeft opgedragen tot

altaar, in het aanschijn uwer goddelijke Majesteit, opdat wij allen, die van dit altaar deel nemen aan het allerheiligste { lichaam en bloed van uwen Zoon, met den zegen des Hemels en uwe genade vervuld worden. Door denzelfden Christus,

Geef ook aan ons, zondaren, uwe dienaren, welke op uwe groote barmhartigheid vertrouwen, het geluk van uwe zalige Apostelen, Marlelarcn en alle Heiligen; maak ons deelaehtig aan hunne zaligheid, en oordeel ons niet naar onze verdiensten, maar geel' ons kwijtschelding door Christus, onzen Heer, door wien (Jij al dit goede daarstelt, heiligt, levendig maakt, zegent en aan ons verleent. Door Hem, en in Hem, en met Hem zij l'. God, almachtige V ader! in de eenheid van den heiligen Geest, alle eer en glorie door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Door uwe heilzame voorschriften opgewekt en door goddelijke leering onderwezen, durven wij tot U zeggen : Onze Vilder, enz.

tegenwoordig 011 toekomstig kwaad, on geef ons genadig den vrede, om dc voorspraak van de altijd zalige en glorierijke Maagd Maria, Moeder Gods, en van alle Heiligen, opdat wij, door don bijstand (' uwer barmhartigheid geholpen, altijd voor de zonde bewaard worden en tegen allo ^ onheilen beveiligd blijven, door denzelfden Jesus-Cbristus, uwen Zoon, onzen Heer, die met L' leell en heerseht in de eenheid van den 11. Geest, God in alle eeuwen dor f '1 eeuwen. Amen. ( j

Ilccr Jcsus-Christus, die aan uwe Apostelen hebt gezeiil: Ik laat U den vrede na; Ik geef U mijnen vrede! zie niet op mijne zonden, maar op het geloof van uwe Kerk, en geef haar, volgens uwen wil, vrede en eendracht, die leeft en heerscht. God door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Ueere Jesus-Christus! Zoon vtn den levenden God, die volgens den wil van uwen Vader, onder medewerking van den H. Geest, door uwen dood aan de wereld het leven helit wedergegeven, bevrijd mij door uw allerheiligst lichaam en bloed van al mijne zonden en van alle kwaad; Iaat nooit toe, dat ik van U gescheiden worde. Amen.

De nuttiging van uw lichaam, Ileere Jcsus-Christus, aan hetwelk ik, onwaardige, deel durf nemen, strekke mij niet tot oordeel en verdoemenis; maar geef.

volgens uwe barmhartigheid, dat hetzelve ,quot; _jmijne ziel en mijn lichaam beware en voor mij oen geneesmiddel zij. Die leeft cn heerscht met God uwen Vader in de eenheid van don H. heest door alle eeuwen der ecuwon. Amen.

Heer! ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt; maar spreek slechts een woord , en mijne ziel zal gezond worden.

Heer! ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt; maar spreek slechts een woord, cn mijne zie! zal gezond worden.

Heer! ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt; maar spreek slechts een woord, on mijne ziel zal gezond worden.

Hot lichaam van onzen Hoor Josus-Cliristus beware mijne ziol ton eeuwigen loven. Anion.

al hetgeen Hij mij gegeven heeft? Ik zal den kelk der zaligheid nemen en den naam des Hoeren aanroepen, en ik zal beveiligd worden tegen mijne vijanden.

Geef, Heere! dat wij met een zuiver hart ontvangen, hetgeen wij thans genoten hebben, opdat de gaven, welke Gij ons thans schenkt, voor ons middelen worden ter eeuwige zaligheid. Amen.

Laat, Heere! uw lichaam, hetwelk ik ontvangen heb, en uw bloed, hetwelk ik gedronken heb, altijd met mij vereenigd blijven, opdat er geene vlek van zonde in mij gevonden worde, nadat ik met uw allerheiligste Sacrament gevoed ben. Die leeft en heerscht in eeuwigheid. Amen.

Ziet on smaakt, hoc liefelijk de Heer is! Zalig is de menscli, welke op Hem vertrouwt, en zijne geboden volbrengt.

Almachtige, eeuwige God, die ons geschapen hebt, zie genadig neder op ons gebed, en ontvang goedertieren het offer, hetwelk wij aan uwen allerbeiligsten naam ter verheerlijking hebben opgedragen, opdat wij. met uwe genade vervuld, om de verdiensten van uwen Zoon Jesus-Christus, onzen Heer, eens deel mogen nemen aan de eeuwige zaligheid, door denzelfden Jesus-Christus, die niet U leeft en heerscht in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Ontvang, allerheiligste Drievuldigheid, dit offer van mijne ootmoedige onderwerping, en geef, dat de offerande, welke ik, hoewel onwaardig, voor de. oogen van uwe Majesteit, met den Priester, uwen dienaar, heb opgedragen, U welgevallig zij; opdat dezelve voor mij en voor allen.

voor welke ik het opgeofferd heb, door uwe liarmluiitigheid, tot verzoening strekte. Door Christus, onzen Heer. Amen.

In den beginne was het Woord, en het Woord was hij God ; en God was het Woord. Dit was in den beginne bij God. Alles is door hetzelve gemaakt, en zonder hetzelve is niets gemaakt, wat gemaakt is. In hetzelve was het leven ; en het leven was het licht der mensehen; en het licht scheen in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen. Er was een mensch door God gezonden, wiens naam Johannes was; deze kwam tot getuigenis, om getuigenis te geven van het licht, opdat allen door hem zouden gelooven. Hij was het licht niet, maar om getuigenis te geven van het licht. Het was het ware licht, dat eiken mensch

wvlictit, welke iu deze wereld komt. Het was in dc wereld, en dc wereld is door hetzelve gemaakt, en de wereld heeft Hem niet erkend. Hij kwam'in zijn eigendom, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen. Maar aan allen, die Hem aangenomen hebben, heeft Hij dc macht gegeven om kinderen Gods te worden; aan diegenen, welke in zijnen naam ge-looven, die niet uit bloed, noch door den wil des vleesehes, noch door den wil des mans, maar uit (iod geboren zijn. En het Woord is vlecsch geworden, en het heelt onder ons gewoond; en wij hebben zijne heerlijkheid gezien, eene heerlijkheid als van den ceniggeboren Zoon des Vaders, vol van genade en waarheid.

O God: ik dank U uit geheel mijn hart, dat Gij mij hebt laten deel nemen aan dit

allerheiligste offer en aan de verdiensten van uwen Zoon Jesus-Ghristus. Vergeef mij de zonden, welke ik hierbij duor verstrooiingen en nalatigheid bedreven heb. Ik maak voor uw heilig aanschijn liet vaste besluit, om uwen heiligen wil in alles te volbrengen, om zoo met uwe genade gelijkvormig te worden aan uwen Zoon en eens de vruchten van dit 'allerheiligste olfer te genieten. Geef mij uwe genade om aan dit voornemen getrouw te blijven. Door denzelfden Jesus-Ghristus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

welke geen sterveling konde bewerken, op U genomen en ( ons door uwen dood aan het kruis weder den weg geopend naar de eeuwige zalig-

wereld f)ij ons te blijven, heM (lij ons uw allerlieiligstc liduiam en liloed onder de gedaanten van brood eu wijn nagelaten a!s de levende ofierande van het quot;Nieuwe Verliond, welke dagelijks door uwe dienaven, de Priesters, aan uwen Vader wordt opgedragen lot vergiffenis van onze zonden. In dit 11. Saeranient IdijllGij, eeuwige Zoon des eeuwigen Vaders, altijd Mj ons,

als middelaar en voorspreker; Gij geelt lietzelve aan ons als een heilig en onbevlekt olier, hetwelk al onze zonden en schulden Kan uilwissehen, en ons ceno ouuitsprekelijke bron van zegen en he-melsche genade opent. Onze zonden, o God! zijn nienigvuldig en zwaar; maar nog grooler is uwe barmhartigheid, welke ons van do zonden, uwe vijanden, verlost

ons door de verdiensten van dit allerher-ligste offer, hetwelk de Priester nu zal

AUerlieiligste Drievuldigheid! met diepe ootmoedigheid durf ik f naderen om niet. een oprecht berouw mijne zonden te he-

lijden. Ik heb mij door de aanlokselen der zonde laten verleiden, om van den weg uwer geboden al' te wijken, en U,

doch in vertrouwen op uwe liefde en op de oneindige verdiensten van Jesus-C.bristus, nwen Zoon, vraag ik om genade en vergeving. Met een vermorzeld hart en diep berouw belijd ik voor U , mijnen Vader, en voor alle Engelen en Heiligen,

mijne schuld, mijne grootste schuld. quot;i Mijne zonden zijn mij van harte leed. Zie niet op mijne ondankbaarheid, maar op

uwe oneindige barmhartigheid, cn necnt mij wcdci' aan onder liet gelai uwer kinderen; verwerp mij niet van uw aanschijn,

Verheug U, mijne ziel! van God komt verlossing cn zaligheid; vereenig U met den lofzang der Engelen : glorie zij aan God in den Hemel, en op aarde vrede aan de menschen, die van goeden wille zijn. — Ik dank U, eeuwige Vader, dat Gij op de ellende van uw schepsel hebt nedergezien, terwijl G ons door uwen lieven Zoon Jesus-Ghristus van den eeu-

(C. wigen dood verlost hebt. Uwe liefde heeft ons dengenen geschonken, welke het voorwerp van uw welbehagen en ons eenig licht cn leven is.

Ik dank U, Jc.sus-Chnstus, eeniggeborcn Zoon des eeuwigen Vaders, dat Gij goko-men zijt om te zoeken en te redden, hetgeen verloren was, en om allen, die in de duisternis des doods zaten, te verlichten. Gij hebt ons vrede, vergeving

onzer zonden aangebracht. Gij zijt alleen de Allerhoogste, alleen de Heer met don H. Geest, in de heerlijkheid des Vaders.

Wij bidden U, God! verlicht ons met hot licht van uwe genade en sterk onzen ; wil om uwe geboden te volbrengen. Geef,

dat wij niet een zuiver geweten voor U leven, om eens deelachtig te worden aan de eeuwige zaligheid. O Heer! zuiver ons van alle zonden, bescherm ons tegen de (;!■gt;-bekoringen en de verleiding dezer wereld,

liiilden wij L' din de oneindige verdiensten van Jesiis-Chnstiis, uwen Zoon, onzen lieer, door do voorspraak van de H. Maria altijd Maagd, en van alle Heiligen.

O God! Gij helit vroeger in het Oude Verbond tot do mensehen gesproken dooide Aartsvaders en Profeten; maar in het Kicuwe Verbond van uwe genade en liefde hebt (jij ons onderwezen door uwen Zoon Jesus-Chrlstus. Ik geloof aan uw heilig woord, hetwelk Gij mij door uwe H. Kerk bekend maakt, omdat het mijn licht en mijn leven is.

Josus-Christus! Gij zijt hot levende (i woord des Vaders; Gij leert ons door uwe H. Kerk lot aan het einde dezer wereld;

Oaatcn ondcnvijst alle volkeren, en leert hun alles onderliouden, wat Ik L' bevolen heb, en Ik zal met u zijn tot aan het einde der wereld. Gij hebt 'ook gezegd :

die u hoort, hoort Mij, die de Kerk niet hoort, moet beschouwd worden als een ¹heiden en tollenaar. Ik wil daarom van de Kerk alleen de waarheden leeren, welke ( 1 Gij veropenbaard hebt, omdat Gij het mij gebiedt.

H. Geest! zuiver mijn hart en versterk mij met uwe genade, opdat ik mij met een vast geloof onderwerpe aan de leer 'lt;•'/ der H. Kerk, welke door U bestuurd ! ■ j wordt. Geef mij, dat ik deze leer altijd volge en er mijn leven geheel en al naar ; , inrichtc. Amen.

geloof in U, hcmclsche Vader; Gij hebt door uw almachtig woord llemel en aarde cn alle zichtbare en onzichtbare dineen geschapen. Ik geloof in U, eeniggeboren Zoon des Vaders, Jesus-Christus, die van den Vader voortgebracht en niet geschapen zijt. Door U heeft de Vader alles geschapen, want Gij komt eeuwig van den Vader voort als zijn licht, woord cn leven ; Gij zijt een met den Vader. — Ik geloof, dat Gij van den dood verrezen cn'

(i ) ten Hemel gevaren zijt, om aan c'e rechterband van uwen Vader eeuwig Ie heer-scbcn; dat Gij eens zult wederkomen om tc oordeelen levenden en dooden. Ik geloof in ü. God H. Geest, die van den Vader cn den Zoon voortkomt en met beiden verheerlijkt wordt. Gij leert ons door de ééne, heilige, kalholickc en apos-tolieke Kerk. Aan deze Kerk geloof ik '

vastelijk; in haar is de gemeenschap der Heiligen, de vergiffenis der zonden cn de

bediening der heilige Sacramenten. Ik gelouf ouk do verrijzenis van het vleeseh en het eeuwige leven na dit leven. Amen.

Barmhartige God! Gij w ilt den dood dos zondaars niet, maar dat hij zich hekecre en leve. Ofschoon wij met do erfzonde als kinderen van gramschap geboren worden, j zijn wij toch door uwe liefde van den dood tot hot leven opgestaan, dewijl uw eeniggeboren Zoon Josus-Christus voor onze zaligheid den dood heeft willen ' ondergaan. Hij is het heilige en onbevlekte oflerlam, dat wegneemt de zonden der wereld en ons genade geeft om der zonde af te sterven en voor U te loven.

Geef dan, Heer! dat ik bij dit heilig offer, waarin de bloedige offerande van uwen Zoon onbloedig vernieuwd wordt, tegen-

woordig moge zijn, dat ik aan de vruditeii van zijn lijden cn dood dcclachtii; worde.

Zuiver mij, o God! van allo zonden, opdat ik mij in vereeniging met dit allerheiligste offer aan U moge opdragen. Bekleed mij met liet kleed der onsclmld, en laat niet toe, dat uw kostbaar bloed voor mijne ziel vruchteloos vergoten zij. Amen.

Liefderijke Vader! zie met genade neder op het heilige offer, hetwelk uw dienaar II opdraagt ter verheerlijking von uwen H. Naam, tot vergeving van onze zonden, tot heil van levenden en dooden. Wij vereenigen onze harten met dit offer en maken het vaste voornemen om geheel en al volgens uwen wil te leven, door Jesus-Christus, onzen Heer. Amen.

en hoclit u niet langer aan de aardsche dingen. De barmhartige God zal afdalen van den troon zijner Majesteit, onze middelaar Jesus-Christus zal zieh voor onze zaligheid aan den Vader opdragen. Door zijne almacht zal Hij het brood en den wijn in zijn liehaam en bloed veranderen. Mijne ziel! aanbid met den diepsten eerbied dit geheim der goddelijke liefde; begeef u voor den troon zijner Majesteit en vereenig u met den lofzang der Engelen en Heiligen : Heilig, heilig, heilig is de Heer der heerkraehten! Hemol en aarde zijn vol van zijne heerlijkheid. Gezegend is Hij die komt in den naam dos Hoeren.

Hoe heilzaam is de gemeenschap der Heiligen, en hoe groot zijn de weldaden, welke Gij ons door dezelve schenkt, mijn God! Zij bestaat in do ware Kerk van

.lesus-Christus, in de katholieke Kerk, welke de zaligen in den Hemel, de ge-loovigcn op aarde en diegenen, welke in den Heer ontslapen zijn, maar nog om hunne zonden in de plaats ner zuivering lijden, tot een lichaam in Christus veree-nigt, in don band der christelijke liefde. De verdiensten en de voorspraak der Heiligen zijn voor ons, die nog strijden, voor-deelig; de levenden kunnen elkander en do afgestorven geloovigen door hunne gebeden en goede werken helpen, om de verdiensten van Jesus-Christus, welke zich voor ons aan den Vader heeft opgedragen.

Kom dan, o Jesus! op dit altaar om onze zielen te voeden en te verkwikken; opperste herder der geloovigen! vereenig hen door den band uwer liefde, geef ons door dit H. Sacrament den voorsmaak der eeuwige zaligheid.

Jesus-Christus, uwen Zoon, ontvang ons ootmoedig gebed in vereeniging niet do voorspraak van al uwe Heiligen om do verdiensten van het allerheiligste offer, hetwelk U zal worden opgedragen. Geef, dat het eene bron van zegen en zaligheid zij voor allen, welke bij deze offerande tegenwoordig zijn en voor alle gcloovigen. Verleen aan uwe H. Kerk vrede en eensgezindheid ; bewaar uwen dienaar den Opperherder van uwe H. Kerk, bestuur de vorsten en overheden met uwe wijsheid, en geef aan mijne bloedverwanten en vrienden, aan allen, voor welke ik verplicht ben of voorgenomen heb te bidden, uwe genade. Laat onze dagen in vrede voorbij gaan, bewaar ons voor den eeuwigen dood en verecnig ons eindelijk met het gezelschap der Heiligen. Dit bidden wij L' om de verdienste van Jesus-Chris-

Jesus-Cliristus, mijn Verlosser! voed en verzadig mijne ziel met uw allerheiligste lichaam en bloed. O brood des eeuwigen levens, o liefelijk manna vol van hemelschc zoetigheid, en onuitsprekelijk geheim der goddelijke liefde! ontferm U over mij, o Jesus! terwijl Gij tegenwoordig zijt onder dc gedaante van brood.

Allerheiligste bloed van Jesus-Christus, wasch mij af van mijne zonden en versterk mijne ziel ten eeuwigen leven. Ontferm U over mij, o Jesus terwijl Gij tegenwoordig zijt onder de gedaante van wijn.

Goddelijke Zaligmaker! ik geloof vaste-lijk, dat Gij hier tegenwoordig zijt, omdat Gij, oneindige waarheid, mij dit door uwe heilige Kerk voorstelt te gelooven. — Ik hoop door dc verdiensten van uw lichaam en bloed te verkrijgen het eeuwige leven.

O Jesus-Christus , mijn Zaligmaker! thans zijt (lij op dit altaar tegenwoordig onder de gedaanten van brood en wijn met uwe goddelijke en mensehelijke natuur, om ons uwe liefde en goedheid te toonen. O bron van alle genade, van allo zegen en troost, hoe zal ik U genoeg bedanken voor de groote liefde en barmhartigheid, welke Gij mij, onwaardigffn zondaar, in dit 1!. Sacrament, door deze aanbiddelijke offerande bewijst! In eeu-wigheid zal ik uwe goedheid prijzen. Ik wil altijd door uwe heiligmakende genade met ü vereenigd blijven, en de kleinste beleediging uwer goedheid zorgvuldig ver-

Goddelijke Verlosser, barmhartige Zaligmaker , die , nadat het offer van uw lijden en dood volbracht was, de afgestorvene rechtvaardigen van het Oude Verbond met het licht uwer liefde verlicht en vertroost hebt, ontferm U ook over de zielen van onze afgestorvene bloedverwanten en vrienden en van alle overledenen, en geef hun de eeuwige rust. Hemelsche Vader, zie genadig neder op dit welbehaaglijk ofTer en ontferm ü, om de verdiensten van Jesus-Christus, uwen Zoon, over alle , overledene geloovigen. Wij bidden U ,/ voornamelijk voor de zielen van onze bloedverwanten, vrienden, weldoeners en voor allen, welke wij verplicht zijn met onze gebeden te helpen.

Heer! wij stellen al ons vertrouwen op uwe oneindige liefde en op de rijkdommen van uwe barmhartigheid. Niet om onze

verdiensten, maar om uwe oneindige verdiensten vragen wij don bijstand uwer genade en de eeuwige zaligheid. Wij ver-oenigen onze dankzeggingen en smeekin-gen met die van uwe Heiligen. Geef ons door hunne voorspraak om de verdiensten van Jesus-Christus liet eeuwige leven. Amen.

God! hoe ellendig is de zondaar, welke op uwe barmhartigheid niet vertrouw t en van U den vrede niet vraagt, welken ons de wereld niet kan geven. Door uwen Zoon Jesus-Christus geeft Gij ons de vergiffenis der zonden, den waren vrede des harten; door Hem mogen wij tot U naderen. In zijnen naam bidden wij U met kinderlijk vertrouwen: Onze Vader, enz.

welken Gij ons door uw lijdon en dood verworven hebt. Verleen ons eenheid in hot geloof, eene vaste hoop en eene volmaakte liefde. Amen.

Josus-Christus, mol oen diep gevoel van mijne grooto schuld, sla ik op mijne borst. O Heer! ik ben niet wcardig, dat Gij onder mijn dak komt, maar spreek slechts één woord, en mijne ziel zal gc zond worden.

Hoe zal ik, zondig mensch, stof en asch, liet wagen om U, den almachtigen God en Schepper van Hemel en aarde, den Allerheiligste, voor wien de Engelen in aanbidding nedorvallen, in mijn binnenste te ontvangen! Zog dan tot mij dat almachtig woord : word gezond, en ik zal van mijne zonden gezuiverd en van mijne zwakheden genezen worden. Gij hebt ge:egd ; ik ben

hot levon, die mijn vleesch eet en mijn bloed drinkt, zal het leven in zich hehhon. Gij alleen zijt mijn waarachtig leven, hot leven mijner onsterfelijke ziel., O zuiver dan mijne ziel door het vuur uwer goddelijke liefde, opdat ik U ten minste door de begeerte van mijn hart op eene geestelijke wijze waardig ontvange en met U door de liefde vcreenigd worde. Gij roept ons toe : komt allen tot Mij, die belast en beladen zijt, en Ik zal u verkwikken, en gij zult rust vinden voor uwe zielen. Heer! ik hen nu niet zoodanig voorbereid, dat ik U wezenlijk in dit H. Sacrament kan ontvangen, maar geef mij uwe genade, dat ik door een oprecht verlangen naar uwe heilige tegenwoordigheid met U vcreenigd worde.

O .lesus! ik geloof al hetgeen Gij mij door uwe H. Kerk mij voorstelt te geloo-ven. Daarom geloof ik aan uwe waarachtige tegenwoordigheid in dit 11. Sacra-

inent. Ofschoon mijne oogen U niet zien, erken ik L' toch met het oog des geloofs onder de gedaanten van brood en wijn. Geef mij uw heilig lichaam en hloed als een onderpand des eeuwigen levens. Ik bemin U uit geheel mijne ziel, en het is mij van harte leed, dal ik U, mijn opperste goed, door de zonde beleedigd heb.

Zie niet op mijne onwaardigheid, maar op mijne zwakheid en ellende en uwe oneindige liefde. Heilige spijs, voed mij! Levend brood, versterk mij! Kostbaar bloed van Jesus, zuiver mij van mijne zonden. O Jesus! voor U wil ik leven; in uwe liefde wil ik sterven. Ik ben uw eigendom, o Jesus! in leven en dood. Amen.

Ontvang, hemelsehe Vader! deze heilige olTerande, de gedachtenis van het lijden en sterven onzes Zaligmakers Jcsus-Christus uwen Zoon, en geef ons om zijne oneindige

Zegen ons, almachtige God, Vader, Zoon en H. Geest! Zegen ons met den zegen uwer liefde ! Zegen onzen arbeid en onze ondernemingen! Zegen ons naar. lichaam en ziel, en geef ons door den zegen des Priesters uwen bijstand en de schatten uwer genade. Amen.

Almachtige God! liefderijke Vader! ik dank U voor de groote liefde, welke Gij mij bewijst door mij, onwaardigen zondaar, met het kostbaar lichaam en bloed van Jesus-Christus, uwen Zoon, op eene geestelijke wijze te voeden. Geef mij door dit allerheiligste ofl'er vergeving van mijne

zonden, on de genade om vast te staan in het geloof en in alles uwen heiligen wil te volbrengen. O Jesus! zuiver mij van alle zonden en bedwing door uwe heilige tegenwoordigheid de bedorvenc lusten , welke mij zoo dikwijls verleid hebben, om U te beleedigen. Vermeerder in mij t'c liefde, de ootmoedigheid, het geduld, de gehoorzaamheid en alle deugden. Bewaar mij voor de listen van al mijne zichtbare en onzichtbare vijanden, vereenig mij steeds nauwer met L', mijn hoogste goed, en geef mij eencn zaligen dood. Jesus. laat mij, armen zondaar, eens deel nemen aan de onuitsprekelijke vreugde, waarmede Gij uwe uitverkorenen verzadigt. Amen.

et vast vertrouwen op uwe oneindige goedheid, oGod! wil ik deze heilise offerande bijwonen, om U te bidden voor de rust van uwen dienaar (dienares), welken Gij, Heer van leven en dood! uit dit leven in de eeuwigheid geroepen hebt. — Ik aanbid uwen heiligen wil en oneindige wijsheid; met kinderlijk vertrouwen en ootmoedige onderwerping wil ik dit verlies

dragen; bij L' alleen wil ik troost zoeken. Mijn Heer en mijn God! mijne ziel is diep bedroefden mijn hart is met zorgen kommer beladen. Ik wil echter niet morren en vragen, waarom Gij dit gedaan hebt; Gij zijt de eeuwige en onveranderlijke goedheid, die alles met wijsheid beschikt en zoo wel door lijden als door geluk den mensch zegent. (Jij zijt de Vader der barmhartigheid; daarom smeek ik U, verhoor mijn gebed en verleen aan alle overledene geloovigen, en in 't bijzonder aan N. N., voor welke ik dit heilig offer wil opdragen, de eeuwige rust, om de verdiensten van onzen Zaligmaker Jesus-Christus, \Nelke voor ons den dood heeft willen ondergaan, om ons hel leven te schenken.

Introïtus op bladz. 57, waarbij men echter in de mis dor overledenen de woorden : oordeel over mij, enz. tot « onze hulp is » uitlaat.

Heer! geef aan de zielen der overledene geloovigen de eeuwige rust, en het eeuwig licht verlichte hen! — Geef hun de eeuwige zaligheid in het gezelschap uwer Heiligen, om de verdiensten van Jesus-Christus, uwen Zoon, onzen Heer, welke hen met zijn kostbaar bloed verlost heeft.

Heer, ontferm U over hen! Christus, ontferm U over hen! Heer, ontferm U over hen!

God! Schepper en Verlosser van alle geloovigen! verleen aan de zielen van uwe dienaren en dienaressen vergiffenis van hunne zonden, opdat zij de kwijtschelding, naar welke zij altijd verlangd hebben, door onze godvruchtige gebeden mogen verwerven ; die leeft en heerscht met God den

Wij bidden U, o Heer! ontsla de ziel van uwen dienaar (dienares) van de banden der zonden, opdat bij (zij) deze wereld verlaten hebbende, voor U leve;en vergeef door uwe oneindige barmhartigheid de zonden , welke hij (zij) in dit leven uit niensebelijke zwakheid bedreven heeft. Door Jesus-Christus, onzen Heer, enz.

Broeders! wij willen u niet onwetend laten aangaande de overledenen, opdat gij u niet bedroeft gelijk de anderen, die geene hoop hebben. Want indien w ij ge-looven, dat Jesus gestorven en verrezen is, dan zal God ook degenen, die in Christus gestorven zijn, niet Hem opwekken. Want dit zeggen wij u op het Woord des lleeren, dal wij, die leven en over zullen

blijven tot de komst des Hecren, diegenen niet zullen voorkomen, welke gestorven zijn. Want op het bevel en op de roepstem des Aartsengels, en op de bazuin van God, zal de Heer zelfvan den Hemel afdalen, en degenen, welke in Christus gestorven zijn, zullen het eerst verrijzen. Daarna zullen ook wij, die leven en overgebleven zijn, te zamen met hen opgevoerd worden in de wolken en Christus ontmoeten in de lucht, en zoo zullen wij altijd met den Heer zijn. \ ertroost derhalve elkander met deze woorden : Heer! geef hun de eeuwige rust, en het eeuwig licht verlichte hen.

In dien tijd zeide Martha tot Jesns : Heer! waart (Jij hier geweest, dan zoude, mijn broeder niet gestorven zijn. Maar ook nu weet ik, dat Cod L' alles zal geven.

Vat G;j van Hem vraagt. Jesus zeide tot haar uw broeder zal verrijzen. Martha zcide tot Hom : ik weet dat hij verrijzen zal bij de verrijzenis op den jongsten dag. Jesus zeide tot haar ; Ik ben de verrijzenis on het leven : die in Mij gelooft, zal leven, al ware hij ook gestorven. En al die leotl en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Celooft gij dit? Ja zeker. Heer! ik geloof, dat Gij de Christus zijt, de Zoon van den levenden God, die in deze wereld gekomen zijt.

Heer Jesus-Christus, Koning der glorie! verlos de zielen aller afgestorvene geloo-vigen van de straffen hunner zonden; do H. Aartsengel Michaël geleide hen naar het eeuwige licht , hetwelk Gij aan Abraham oh zijne, nakomelingen beloofd hoW.

Hoore! wij dragen U dit heilig offer en onze gebeden op; neem dezelve aan voor de zielen van degenen, van welke wij heden de gedachtenis houden. Laat lien,o Heer! van den dood tot dat leven overgaan, hetwelk Gij aan Abraham en zijne nakomelingen beloofd hebt. Amen.

Het eeuwige licht vertrooste de zielen der overledenen, o Heer! en vereenigc hen met uwe Heiligen. Dit smeeken wij l^T, omdat Gij oneindigbarmharlig zijt. Heer! geef hun de eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte hen met uwe Heiligen, omdat Gij oneindig barmhartig zijt.

en L' te ontfermen, wij bidden U ootmoedig voor de ziel van uwen dienaar (dienares), welken Gij uit deze wereld genomen hebt; geef haar niet over aan het geweld des vij-ands,eii vergeet haar niet voor altijd, maar gebiedt uwe H. Engelen haar te ontvangen en naar het hemelsch vaderland te geleiden, opdat zij, die in U geloofd en op U betrouwd heeft, niet verwezen worde tot de eeuwige pijnen, maar de eeuwigdurende vreugde geniete, dooi' onzen Heer Jesus-Christus, die met II leeft, enz

O (lod! ik dank U voor de groote weldaad, welke Gij mij bewezen hebt door mij deel te laten nemen aan dit allerheiligste offer van uwen beminden Zoon, Jesus-Christus. Vergeef om de verdiensten van hetzelve de zonden van onze afgestorvene broeders en zusters, zoo zij aan uwe

goddelijke rechtvaardigheid nog niet voldaan hebben. Nog eenmaal smeek ik U voor hen om kwijtschelding en barmhartigheid. Geef hun het eeuwige leven voor de weldaden, welke zij mij in hun leven bewezen hebben.

O liefderijke Verlosser Jesus-Christus! ik hid U, verleen aan deze mijne vrienden, welke Gij door uw dierbaar bloed hebt verlost, vergeving van hunne zonden en kwijtschelding van alle straffen, opdat zij het eeuwig leven mogen genieten, naar hetwelk zij altijd verlangd hebben. Amen.

K wil opstaan en naar mijnen Vader gaan, en Hem zeggen ; Vader ik heb gezondigd tegen den Hemel en tegen U; ik ben niet meer waardig, uw zoon genoemd te worden.

Ja, barmhartige Vader, ik kom in uwe heilige tegenwoordigheid, om mij als uwen strafwaardigen zondaar aan te klagen ; maar ook, om door een oprecht berouw mijne zonden te verfoeien en van U deze troostvolle woorden te hooren : Ga heen, uwe zonden zijn u vergeven! Ik moet op nieuw toevlucht nemer tot uwe

barmhartigheid; want ik heb op nieuw mijne belollen niet gehouden, ik ben aan mijne voornemens ongetrouw geworden en weder in zonde gevallen. O hoe groot is uwe liefde, welke mij, niettegenstaande mijne groote ondankbaarheid, weder tijd geeft om boetvaardigheid te doen, en mij daartoe door de knagingen van mijn geweten aanspoort. Ja, Heer'. ik kom weder tot U terug, om met U door eene oprechte boetvaardigheid verzoend te worden. Gij hebt tot vergeving van de zonden in uw e H. Kerk een Sacrament ingesteld. Tot deze bron van genade neem ik mijne toevlucht, om gezuiverd te worden van de vlekken der zonde, en door uwe barmhartigheid, o God! weder een nieuw leven te ontvangen. Mijn hart is rusteloos, tot dat liet in ü ruste.

uwen H. Geest; zonder dezen bijstand kan ik het getal en de afschuwelijkheid van mijne overtredingen niet kennen, en over dezelve geen waar berouw hebben.

Kom dan, o H. Geest, oorsprong van alle goed 1 Verlicht mijne ziel en verdrijf de duisternissen mijns gewetens, opdat ik mij door het licht uwer genade naar waarheid moge aanschouweu. Bewaar mij bij het onderzoeken van mijn geweten voor liet zelfbedrog der eigenliefde, en laat niet toe, dat ik mij aan eene valsche gerustheid overgeve. Kom, H. Geest! in mijn hart, en verdrijf alle onvcschillig-heid en lauwheid, opdat ik de schandelijkheid van mijne zonden diep moge gevoelen en met een oprecht berouw do zonden verfoeie, waardoor ik mijnen God, mijn hoogste goed, beleedigd heb. Amen.

omstandigheden, waarin ieder mensch leeft, moet zijn ingerieht, geeft liet onderstaande slechts een denkbeeld van de orde, welke men daarbij volgen moet.

« Bemin God boven alles, en uwen naaste gelijk u zeiven » — dit is de inhoud van alle geboden.

Hoe heb ik mijne plichten jegens God volbracht? — Heb ik tegen de eei¹ van .God gehandeld? Door verzuim van de heilige diensten ? — Door vrijwillige verstrooiingen on oneerbiedigheid in do kerk? — Door verwaarloozing van het gebed, of door onaandachtig te bidden ? — Door oneerbiedige behandeling van heilige zaken? — Door ontevredenheid niet Gods beschikkingen? — Door wantrouwen op Gods voorzienigheid ? — Door ergerlijke gesprekken over heilige zaken? — Hoe heb ik de geboden der II. Kerk volbracht?

naaste volbracht ? — Heb ik ook gezun-digddoor ongegronde kwade vennoodens Door verachting van anderen? Door nijd, jiaat, wraakzucht, kwaadsprekendheid ? — Heb ik mij het goed van anderen ook onrechtvaardig toegeëigend door diefstal, bedrog, woeker? Hoe heb ik mij gedragen jegens noodlijdenden en armen? — Heb ik mij ook aan vreemie zonden schuldig gemaakt ?

Hoe heb ik mijne plichten jegens mij volbracht ? — Heb ik ook door overdaad in spijs en drank gezondigd? Door on-kuische gedachten, begeerten, woorden of werken? — Heb ik de gevaren en gelegenheden, om daardoor te zondigen, vermeden of niet?

Hoe heb ik de plichten tan mijnen staat volbracht? Als vader (als moeder), als kind, als dienstbode, als overheid?

mij ook lol cene gewoonte geworden?—. Heb ik de belojten volbracht, welke ik mijnen biechtvader de laatste maal gedaan heb?

Bedenk, mijne ziel! dat voor het oog van den alwetenden God niets verborgen is, dat Hij harten en nieren doorgrondt, Hij heeft de oprechte belijdenis der zonden tot voorwaarde van de vergeving gesteld. Wacht u dus van door uwe biecht don H. üeest voor te liegen, en u zoo een vreeselijk oordeel op den hals te halen.

Barmhartige God! met den verloren zoon werp ik mij voor uwe voeten neder, en belijd niet het diepste leedwezen : Vader! ik heb gezondigd tegen den Hemel en tegen U; ik hen niet meer waardig uw zoon genoemd te worden. Uit schaamte en berouw over mijne ondankbaarheid,

Heer, wees mij, armen zondaar, genadig! Ik beb zoo dikwijls uwe beilige geboden overtreden, zoo dikwijls uwe groote liefde met schandelijke ondankbaarheid beantwoord : ik heb dikwijls en grootelijks gezondigd. O heilige en gestrenge Rechter!

ik heb de grootste straffen verdiend. Maar ik bid U, sluit mij niet voor eeuwig buiten uw rijk, en verstoot mij niet met de duivelen in het eeuwige vuur! Ik vertrouw nog op uwe oneindige barmhartigheid,

welke mij kan redden. — Ik bemin ü als mijn hoogste goed, en daarom is het mij van harte leed, dat ik U door mijne zonden vergramd heb; dat ik uwe weldaden niet erkend, maar misbruikt heb; dat ik U,

mijn hoogste goed, beleedigd; heb'dat ik zelfs de straffen der hel niet gevreesd,

genade verloren; ik hen door do zonde een voorwerp van afkeer van uw goddelijk aanschijn geworden; ach, dit doet mij meer leed, dan wanneer ik alles in de wereld zoude verliezen. Wat haat mij do wereld, indien Gij, eeuwige liefde! mij niet bemint ; hoe ellendig ben ik, zoo ik van uwe vriendschap beroofd ben! Met om tijdelijk nadeel, maar omdat ik uwe liefde verloren heb, heb ik een oprecht berouw over al mijne zonden; ik wenschte, dat ik U nooit beleedigd hadde. Verwek en versterk, o God! dit berouw in mij door uwe genade! Gij zijt oneindig barmhartig, en bereid om do rouwmoedige zondaren in genade te ontvangen. Gij wilt niet, dat ik verloren ga; maar dat ik mij bekeere en leve. O Heer! ik bekeer mij lot U uit geheel mijn hart, en vervloek de zonde, omdat zij U mishaagt; een vermorzeld en ootmoedig hart zult Gij niet versmaden. Wat kan ik ook anders voor mijne zonden

doen, dan dezelve ootmoedig belijden, heweenen en U om vergeving bidden? Ja, Heer! ik bid U, verhoor mijn gebed en ontferm U over mijne ellende! Vergeef mij mijne zonden, om de verdiensten van Jesus-Christus, uwen Zoon. ik ben bereid, om nfütr mijn vermogen voor dezelve, boetvaardigheid te doen. Handel met mij naar uwe oneindige barmhartigheid, en niet naar mijne boosheid en zonden.

Ik wil voortaan den heiligen wil van God in alles volbrengen. Dit neem ik mij vastelijk voor, o God! in uwe tegenwoordigheid. Zoo groot het berouw is, hetwelk ik over mijne zonden heb, zoo vast is ook mijn voornemen, om van nu af aan uwe geboden nooit meer te overtreden, maar in heiligheid en met een zuiver geweten voor uw aanschijn te leven. Uwe vriend-

schap, welke ik thans door uwe barmhartigheid weder hoop te erlangen, wil ik nooit weder door de zonde verliezen. Uwe liefde alleen kan mij gelukkig maken; in U alleen vindt mijne ziel het ware leven; buiten U vind ik niets dan verderf e'n ellende.

Ik wil alle schadelijke gevolgen van mijne zonden, zoo veel ik kan, weder goed maken en voortaan met ijver aan bet werk mijner zaligheid arbeiden. Ik wil zorgvuldig alles vermijden, wat voor mij gevaarlijk is (welke gelegenheden en gevaren in 't bijzonder?); ik zal ook al de middelen aanwenden, welke noodig zijn om mij voor do zonde te bewaren (welke middelen in 't bijzonder?).

Dit voornemen wil ik stiptelijk volbrengen, omdat ik U, mijn God, boven alles bemin; maar, o God! wat vermag ik uit mij zeiven? Wat hen ik zonder uwe genade? Ik ben als een zwak riet, dat

door icdercn wind hoon en wcêr geslagou wordt; mijn geest is wel bereid, maar mijn vleesch is zeer zwak. O, help mij dan met uwe genade, ondersteun mijne zwakheid in den strijd togen de zonde, bewaar mij in do bekoringen en leid mij door de gevaren van dit levon naar hot eeuwige leven. Amen.

Nn ga ik dan, barmhartige Vader! doordrongen van con oprecht berouw, mot oen vast voornomen, in vertrouwen op uwe barmhartigheid, naar uwen dienaar, don Priester, om mijne zonden te belijden.

Ik weet dat hij in uwe plaats over mij zal oordeelen; Gij [hebt hom zelf do macht gegeven, om do zonden te vergeven of niet to vergeven. Geef mij, dat ik even oprecht en openhartig tot hom sproke, als of ik aan U zelvcn, alwetende God! mijno

zonden beleed. Bewaar mij voor eene val-sche en verderfelijke seliaamte! — Al hetgeen uw dienaar mij zal zeggen, hetzij aangenaam of onaangenaam, wil ik ootmoedig aannemen, omdat hij tot mij spreekt-in uwen naam.

« Betrouw, mijn zoon, uwe zonden zijn u vergeven. — Uw geloof heeft u gezond gemaakt, ga in vrede! »

God heeft in zijne barmhartigheid op mij nedcrgezien, en mij weder in zijne vriendschap aangenomen. Loof, mijne ziel, den Heer, en al wat in mij is, prijze zijnen heiligen naam! Ja, ik aanbid, ik dank en prijs U, barmhartige, liefderijke Aader! Gij hebt mijn berouw niet versmaad, Gij hebt mij weder met vaderlijke 9

Ja, mijne zonden zijn mij vergeven; de boeien, welke mij in slavernij gekluisterd hielden, zijn verbroken; ik ben weder in de vrijheid van uwe kinderen en in de hoop der eeuwige zaligheid hersteld.

O God! ik heb deze genade niet verdiend. Maar Gij hebt mijne ondankbaarheid langmoedig verdragen, en mij door uwe genade tot boetvaardigheid aangespoord; en nu, nadat ik raet ecR oprecht berouw mijne zonden voor U beleden heb, hebt Gij U over mij ontfermd en mij uit den afgrond gered, waarin ik mij door mijne zonden had neergestort. O eeuwige liefde! doordring mijne ziel en ontsteek mijn hart, opdat ik U als mijn hoogste goed voortaan beminne, en uit liefde voor U elke, ook de geringste zonde bate cn vermijde.

men. Van nu af aan wil ik U uit geheel mijne ziel, uit geheel mijn hart, uit al mijne krachten beminnen. Door ijver in het goede, door kinderlijke gehoorzaamheid aan uwen heiligen wil, door aanhoudend aan ü te denken en over mijne zinnen te waken, zal ik de dankbaarheid toonen, welke ik U voor deze groote weldaad verschuldigd ben.

Heer! Gij ziet in mijn hart ; niets is U verborgen; Gij weet dat ik U bemin en dat ik het vaste voornemen heb om mijn gedrag te verbeteren en in heiligheid des levens voor uw aanschijn te wandelen. Ik bid U dan, kom mijne zwakheid te bulp, geef mij uwe genade, opdat ik alle moeielijkheden te boven kome en alle gevaren overwinne. O onuitputtelijke bron van alle goede gaven ! geef mij volharding in de deugd, opdat ik altijd door de heiligmakendo genade met U vereenigd blijve. Amen.

Maria, H. Engelbewaarder en allo Heiligen Gods! bidt voor mij voor den troon Gods, opdat mijne smeekingen verhoord mogen worden, en vraagt voor mij de genade, dat ik door de getrouwe naleving van den goddelijken wil eens met U de eeuwige zaligheid moge genieten. Amen.

Waimeer do penitentie, welke de Priester heeft opgelegd, ineen ofiinder gebed bestaar,, is het raadzaam dezelve aanstonds te volbrengen, na dat mon God voor de vergeving der zonde bedankt heeft. Do verdere voldoening, welke God van dón hoetvaardigen zondaar verdort, bestaat daarin, dat hij zich gewillig ondenverpo aan die moeielijkhedon en opofferingen, aan die waakzaamheid over zich zeiven, -welke noodig is, zoo men het ernstig met do verbetering van zijn gedrag meent; in het geduldig verdragen van alle rampen, welke God ons toezendt, en in werken van verstorving en barmhartigheid, welke men vrijwillig verricht.

IEFDEUIJKE Zaligmaker, Je-sus-Christus, die in uwe oneindige barmhartigheid ons tot uwe heilige Tafel roept, om ons mot uw allerheiligste vleeseh en Moed te verzadigen , die allen tot U roept, om allen te verkwikken, ik volg uwe stem en kom met een oprecht verlangen tot U, om aan uwen heiligen maaltijd deel te nemen, en door deze hemelsche spijs gesterkt te worden ten eeuwigen leven. Want wie kan een brandend vuur naderen, zonder ten minste eenige warmte te gevoelen? Wie kan tot

U Komen, oorsprong van alle heiligheid, zonder door uwe tegenwoordigheid geheiligd te worden?

O Jesus! geef dat ik mijne gedachten op U alleen vestige, bewaar mij voor alle verstrooiingen, opdat ik uwe wonderbare liefde jegens mij alleen overdenke en uwe goedheid prijze, welke zich over onze zwakheid en ellende zoo liefderijk ontfermt ; Gij hebt U zoo diep vernederd, om ons zoo hoog te verheffen, dat Gij ons zelfs voedt met uw allerheiligste lichaam, opdat wij, één met ü geworden, een nieuw leven in U zouden leiden en in dit H. Sacrament het onderpand des eeuwigen levens zouden ontvangen.

Eeuwige beminnaar der zielen, die door uwen bitteren dood ons tot het leven hebt opgewekt, bereid mijn hart door uwe genade voor, om U waardig te ontvangen, en versier mij met het zuivere bruiloftskleed uwer goddelijke liefde, zonder het-

welk ik U niet kan behagen. !k ben bi'-lioeftig en arm aan deugden; bij U alleen kan ik hulp en sterkte vinden, om waardig voor U tc verschijnen.

O goedertierene Jesus! zie genadig op. mijn verlangen neder; ik wenschte wel dat ik U met dienzelfden eerbied en liefde konde ontvangen, waarmede de Heiligen tot U in dit 11. Sacrament naderden; maar Gij kent mijne zwakheid en ellende; kom mij door uwe genade te hulp, ontsteek in mij het vuur uwer liefde, en reinig mij van alle vlekken der zonde, ü hoe groot is uwe liefde jegens den zondaar! Gij luddet ons kunnen veroordee-len, maar Gij hebt ons liever willen redden. Wij waren schuldig, en Gij, onschuldige, hebt de straf ondergaan, om ons te verlossen. Uit liefde voor ons zijt. Gij d: u mensch geworden : en toen Gij eindelijk uit deze wereld tot uwen Vader wederkeerde!, hebt Gij tot een bewijs van uwe

overgroote liefde dit H. Sacrament ingesteld, om op cene geheel nieuwe en wonderbare wijze altijd bij ons te blijven, dewijl het uw vermaak is, met de kinderen der menschen te wonen. O Jesus ! ik bon dfcze groote liefde niet waardig. Hoe zal ik tot U durven naderen ? Zijt Gij niet mijn Heer en God, mijn Schepper en Verlosser, de Koning van lleinel en aarde? Maar wie ben ik? Een ellendige aardworm, stof en ascb, een ondankbare zondaar, die U zoo dikwijls bcleedigd heeft. — Keen, Heer! ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt; maar spreek slechts een woord, en mijne ziel zal gezond worden. Gedenk, dat Gij uit liefde voor ons de gedaante van eenen dienstknecht hebt aangenomen, om voor ons tot den dood des kruises gehoorzaam te worden aan den wil van uwen heinelschen Vader. Ik bid U om deze groote liefde, verstoot mij, ellendigen zondaar, niet van uw aan-

O Jesus! ik geef mij geheel en al over aan uwen heiligen wil, ik stel mijne hoop op uwe oneindige goedheid. Geef, dat ik met een oprecht beromv over mijne zonden , met ootmoedig verlangen en met heilige liefde, U in dit H. Sacrament ont-vange tot verheerlijking van uwen naam en lot mijne eeuwige zaligheid, opdat ik met uwen Apostel moge zeggen : « ik leef wel, doch niet ik, maar Christus leeft in mij! »

Mijn Heer en mijn God! trek mijn hart af van al hetgeen huiten U is, omdat het niets is dan ijdelheid en bedrieglijk geluk. Vereenig mij met U, en laat mij in uwe liefde rusten : want Gij zijt mijn schat, mijn waar geluk, mijne eeuwige zaligheid.

uwe togcnwooi'dighcid is, opdat ik buiten U niets zoeke om mij tc verblijden; bij 1! vind ik ware vreugde; Gij zijt mijn aandeel, o God! in eeuwigheid.

Gij zijt de geneesheer mijner ziel, dewijl Gij mijne zwakheden hebt gedragen aan het kruis. Ik ben de zieke, om welken te genezen Gij van den Hemel zijt afgedaald. Ik bid U, genees mijne ziel, wam, ik heb zeer zwaar gezondigd.

Gij zijt de goede Herder, die uw leven ten beste geeft voor uwe schapen. Ik ben het afgedwaalde schaap; maar ik kom tot L' terug, vertrouwende op uwe oneindige liefde, en ik bid U, voed mij met uw heilig lichaam en bloed. Wat zult Gij mij weigeren, wanneer Gij mij U zeiven geeft'? O waarachtig licht, dat eiken mensch verlicht, die iu deze wereld komt, verlicht mij in de duisternis der zondige begeerlijkheid en leid mij langs den weg uwer geboden tut de eeuwige zaligheid.

O vuur, dat altijd brandt en nooit verflauwt, ik ben koud en ongevoelig: ontsteek in mij liet vuur der goddelijke liefde. Gij hebt dit vuur op aarde gebracht; wat wilt Gij anders, dan dat het ontbrande ? .

O Koning van Hemel en aarde! zie, ik ben arm en behoeftig. Gij weet, waaraan ik het grootste gebrek heb. Gij alleen kunt mij helpen en met deugden verrijken.

Mijn Heer en mijn God! ik ben uw dienaar; geef mij verstand en sterkte, om uwen wil te kennen en te volbrengen.

Lam Góds, dat wegneemt de zonden der wereld, neem van mij weg al hetgeen U mishaagt en voor mij schadelijk is, en geef mij al wat U behaagt en voor mij zalig is. Amen.

liet is beter, na de H. Communie eenigo oogenblikken deze grooto weldaad in stilte te overwegen, dan dadelijk een gebed to lezen. Uw eigen hart legt u dan woorden van dankbaarheid in den mond, en gij zult ondervinden, dat geenp woorden toereikend zijn, om uwe liefde uit te drukken. God ziet op het hart, niet op de woorden.

O minnelijke Jesus! doordring m jne ziel niet dankbaarheid cn liefde, voor de onschatbare weldaad, voor de onbegrijpelijke liefde , welke Gij mij nu bewexen hebt; laat mij levendig gevoelen, boe groot uwe barmhartigheid jegens mij is, opdat ik U uit geheel mijne ziel boven alles beminne cn bereidwillig alles vul-brenge, wat Gij van mij verlangt; opdat ik geenen anderen wensch meer hebbe, dan met U te zijn in eeuwigheid. Vervul

mij met een heilig verlangen naar U, oorsprong des eeuwigen levens, opdat ik U getrouw diene, alle bekoringen over-winne, in alles U alleen zoeke, om eens met U, mijn hoogste goed, vereenigd te worden in den Hemel. Amen.

Barmhartige Zaligmaker! Gij heht dit 11. Sacrament uwer liefde ingesteld tot eene altijddurende gedachtenis van uw lijden, van uwen bitteren dood aan het kruis. Gij wilt , dat wij telkens bij het naderen tot deze H. Tafel, de groote weldaden overdenken, welke wij van U ontvangen hebben. Neem dan mijne oprechte dankzegging genadig aan, welke ik ü opdraag voor uwe oneindige liefde en barmhartigheid, welke U van den Hemel op aarde heeft doen nederdalen, om als het

slachtoffer voor onze zonden te sterven, cn onze Iccraar on leidsman te worden. Ik dank U uit geheel mijn hart voor alles, wat Gij gedaan hebt om mij zalig te maken, voor uwe heilige onderwijzingen en wonderwerken ; voor do smarten en versmadingen , welke Gij voor mij hebt ondergaan, toen Gij in uwen doodsangst, door den last onzer zonden gedrukt, bloed gezweet hebt, toen Gij van uwe leerlingen verlaten en van uwe vijanden door de sehandelijkste bespottingen zijt gehoond geworden; voor uwe allerpijnlijkste gee-seling en kroning; voor do volkouene verlatenheid, waarin Gij aan het kruis hingt; voor het kostbaar bloed, dat Gij voor mijne zonden vergoten hebt, en voor uwen dood, welke mij het leven geschonken heeft. O Jesus, laat de vrucht van eze overvloedige verlossing aan mij niet verloren gaan, maar maak mij door deze H. Communie op nieuw deelachtig aan de

vruchten van uwen dood, en geef mij uwe genade om alle bekoringen en aanvallen van den vijand te overwinnen. Anion.

Ik dank U, almachtige God, dat Gij mij, uwen onwaardigen dienaar, zonder dat ik het eenigzins verdiende, lit enkele barmhartigheid, gevoed hebt met het allerheiligste lichaam en bloed van uwen Zoon, onzen Heer Jesus-Cbristus. Ik bid U, laat deze H. Communie mij niet tot schuld en oordeel strekken, maar tot vergeving en zaligheid. Versterk door dezelve mijn geloof, en bevestig mijnen goeden wil. Verwijder door uwe heilige tegenwoordigheid mijne gebreken, beteugel mijne begeerlijkheid en bedorvene lusten, vermeerder in mij de ootmoedigheid en het geduld, de liefde en de gehoorzaamheid en alle deugden. Bescherm mij tegen alle listen van zichtbare en onzichtbare vijanden,

bedwing mijne ongeregelde driften, cn vereenig mij onafscheidelijk met U, mijn eenig en hoogste goed. Ik bid ü, verleen mij cenen zaligen dood en geleid mij door de gevaren van dit leven naar dien eeuwigen maaltijd, waar Gij met uwen Zoon en den H. Geest voor uwe Heiligen het ware licht, de volkomene verzadiging cn de eeuwige blijdschap zijt. Amen.

i. O Jesus, die allen helpt, welke op U betrouwen, ik bid U, verlaat mij niet, maar blijf bij mij door uwe genade. Gij hebt mij geroepen tot uwen heiligen maaltijd; maak mij ook deelachtig aan de eeuwigdurende vruchten van dit heilig Sacrament. ■— Mijn God! geef, dat ik U meer en meer moge kennen en beminnen cn geen vermaak vinde dan in uwe liefde.

2. Waaraan denkt gij, mijne ziel! zoo gij niet aan Jesus denkt? — Alle schepselen zullen u eens verlaten, Jesus hlijll U bij in eeuwigheid. Hij, dien gij nu ontvangen hebt, zal u eens in de eeuwige woonstede ontvangen.

5. O liefderijke Jesus, mijne hoop en toevlucht! Gij zijt de eenige vreugde van mijn hart en het leven mijner ziel. Geef, dat ik voortaan enkel in U leve, en cm uwen heiligen wil te volbrengen. Ik wenschte, dat ik uwe weldaden nooit misbruikt hadde. Hoe ver zoude ik reeds op den weg der volmaaktheid gevorderd zijn, zoo ik altijd aan uwe genade had beantwoord !

i. O God van mijn hart, ik wil U geheel en al toebehooren. Ik draag al wat ik ben en heb aan uwe oneindige Majesteit op; doe met mij wat gij wilt, nu en in eeuwigheid!

5. 0 Jesus! hoe zoude ik U weder door de zonde kunnen verlaten — om van uwe liefde beroofd in ellende te leven! Ontferm U over mijne zwakheid! Geef aan mijne oogen tranen, om onophoudelijk die dagen te beweenen, welke ik in de zonde heb doorgebracht. Ik heb uwe weldaden misbruikt en uwe liefde me: schandelijke ondankbaarheid beantwoord; maar uwe barmhartigheid is grooter dan mijne zonden, en aan uwe ontferming is geen einde.

6. O Jesus, mijn God en Zaligmaker! uw heilig Sacrament is het onderpand van uwe liefde en de gedachtenis van uw bitter lijden en dood. Waarmede zal ik de oneindige barmhartigheid vergelden, welke Gij mij bewezen hebt? Gij weet, dat ik U bemin en dat ik liever alles wil verliezen, dan U door eene doodzonde bjleedigen.

wanneer ik zonder U leef, ben ik dood; laat mij door dit H. Sacrament van uw lichaam en bloed altijd in uwe genade leven, om eens door uwe barmhartigheid deelachtig te worden aan het eeuwige leven. — Gij hebt gezegd : « Die mij eet, zal leven in eeuwigheid! »

8. Verblijd u, mijne ziel! en dank God voor dit kostbaar bewijs zijner liefde, voor deze buitengewone vertróósting, welke Hij u in dit tranendal heeft nagelaten. — Jesus! wat kan ik buiten U op deze aarde verlangen ? Gij zijt mijn aandeel in eeuwigheid.

« Verontrust u niet! Gij gelooft in God, gelooft dan ook in Mij. Ik ben de weg, do waarheid en het leven; niemand komt tot den Vader dan door Mij. Hij, die mijne geboden onderhoudt, is het, die mij bemint; al wie Mij bemint, zal ook door mijnen Vader bemind worden ; en ik zal

Gij zijt nu wol bedroefd, maar Ik zal u wederzien, cn gij zult u verblijden cn niemand zal n die blijdschap onlrooven. llidt, en gij zult verkrijgen, opdat uwo vreugde volkomen zij, Vader! ik wil, dat diegenen, welke Gij Mij gegeven hebt, daar met Mij zijn, waar Ik bon. »

Jösüs-Christüsj welke in ilczc wereld po-lïonion is lt;1111 uilen zalig te maken en om voor onze ieiulen aan ilegoddelyke gerechtigheid geheel en al te voldoen, heeft tot dat einde aan zijne TT. Kerk de sleutels vaiï liet rijk def Hemelen toelietrouwd,on daarhij do lielofte gevoegd : dat al hetgeen zij op aarde zoüden hinden of ontliinden, ook in don Hemel gebonden of ontbonden zoude' zijn. Met deze woorden heeft Hij dan ook aan zijne Kerk de macht gegeven om aflaten te verleenen, dat wil zeggen; om de tijdelijke straffen, welke na do vergeving van de zonden nog overblijven, aan diegenen} welke oprecht boetvaardig zijn, kWijt te schelden;

Hieruit blijkt reeds hetgeen de H. Kerk-vergadering van Trente leert : — dat de aflaten zeer heilzaam zijn.

Wanneer echter deze liefderijke Moeder do schatten van genade opent, welke haar zijn tochetromvd, en hare kinderen eenen vollen aflaat aanbiedt, dan vordert zij van hen, dat zij, na alvorens gebiecht te hebben, do H. Communie ontvangen en zoo door boetvaardigheid met God verzoend, bidden — voor het welzijn der H. Kerk en hare uitbreiding op aarde —om de uitroeiing van het heidendom en de ketterijen — en om bewaring van den vrede en eendracht onder de christen vorsten.

Zoo gij dus de eerste voorwaarde volbracht hebt, door de HH. Sacramenten waardig te ontvangen, laat dan niet na, het werk uwer zaligheid te voleinden. Tracht door het vervullen van de andere voorwaarde den vollen aflaat te verdienen, welken de heilige Kerk u zoo dikwijls aanbiedt, om door de overvloedige verdiensten van Jesus-Christus de gebrekkigheid van uwe voldoening en boetvaardige werken te vergoeden. De vol- , gende gebeden kunnen hiertoe dienen.

Almachtige, eeuwige God! door uwe barmhartigheid hoop ik de vergiffenis mijner zonden en de kwijtschelding der

eeuwige straffen hekomen te hebben, ofschoon ik nog tijdelijke straffen voor dezelve te lijden heb. Daar echter mijnt) werken niet voor deze kunnen voldoen, neem ik mijne toevlucht tot de oneindige verdiensten van uwen Zoon, onzen Heer Jesus-Christus, en tot de verdiensten der Heiligen, U biddende, dat Gij door dezen overvloedigen schat mijne zwakheid en behoeftigheid wilt te hulp komen. Ik ben bereidwillig, om al hetgeen daartoe ver-eischt wordt te volbrengen. Ontvang mijne gebeden. Vader van barmhartigheid! in verecniging niet het lijden en den dood van Jesus-Christus, uwen Zoon, en maak mij, ofschoon ik deze gunst niet verdien, deelachtig aan dezen vollen aflaat. Amen.

Zoon, poer aan uwe H. Krik don vrede. Vermeerder hare kinderen, en ontwapen hare vijanden; verneder hen en breng hen terug in haren schoot. Verhefbaar als de bruid van uwen eeniggeboren Zoon, voor welke Hij zijn bloed vergoten heeft, door den luister van heiligheid, door de schatten uwer genade, door de uitbreiding van uw erfdeel. Zie genadig neder op allen, welke haar als hunne moeder erkennen, en geef dat zij allen II, Cod den Vader en Jesus-Chrislus, dien Gij gezonden hebt, tegelijk met den II, Geest, door een levendig geloof belijden, met eene vaste hoop aanroepen en met eene volmaakte liefde beminnen. Amen.

gen, onkiitMicken en zondaren ilonr U voortgebracht en naar uw beeld en gelijkenis gcscliapen zijn. Zie, Heer, Uten hóón wordt de hel daarmede vervuld! Gedenk, dat uw Zoon, onze Heer Jesus-CHrislus, voor hare zaligheid den allcr-wreedsten dood lleeft willen ondergaan; gedoog, bid ik U, niet langer, dat uw eeniggeboren Zoon door ongeloovigen, on-kalholieken en zondaren versmaad worde, maar verzoend door de gebeden der Kerk, de allerheiligste bruid van uwen Zoon, wees uwer barmhartigheid indachtig, en vergetende hunne afgoderij, wederspan-nigheid en boosheid, geef dal zij ook nog eens mogen kennen, vreezen en beminnen onzen Heer Jesus-Christus, dien Gij ge-zwulen hebt, die onze zaligheid, ons leven en onze opstanding is, door wien wij zalig gemaakt en verlost zijn, aan wien zij heerlijkheid door alle eeuwen der eeuwen. Am.

O God van vrede en liefde! die zoo vele en verschillende volken in de eenheid des geloofs verccnigd hebt, verleen aan allen christen vorsten, en aan hunne raadgevers, den overvloed van uwe genade, en prent in hunne harten het nieuwe gebod der lielde, hetwelk Gij aan uwe leerlingen gegeven hebt, opdat iedereen daaraan erkennc, dat zij onder hot getal uwer kinderen behooren, en den naam van christenen waardig zijn. Laat niet toe, dat zij door eenige ongeregelde begeerte verleid worden, om iets te ondernemen, dat met de verheerlijking van uwen naam en met de verhefling van uwe H. Kerk strijdig is; maar geef dat zij hunne onderdanen zoo besturen, dat zij eens met hen in het verblijf van den eeuwigen vrede mogen ingaan. Amen.

Opperste cn eeuwige Herder, Jesus-Christus, ik liid L' \oor onzen H. Vader, uwen plaatsbekleederop aarde, den Paus ,^l-'N. Sterk hem met den geest van wijsheid v, en kracht, verhoor zijne gebeden cn zegen zijne ondernemingen voor de uit-Itreiding en verhelïing van uwe 11. Kerk. O goede Herder, die uw leven ten beste hebt gegeven voor uwe schapen, bescherm uwe kudde, cn bewaar haar tegen het geweld en de listen van diegenen, welke

daad grijpende wolven zijn. Geef, dat allen éénen herder erkennen cn tot éénen schaapstal behooren. Blijf met ons, Hecre!

omdat Gij gezegd hebt: ziet. Ik ben met u alle dagen tot aan het einde der wereld

(oe. Toon, dat uwe Kerk gebouwd is op oene onbeweeglijke rots, en dat de poorten der hel tegen haar niets vermogen. Amen.

roote God' ik val voor U in het stof nedci' en aanbid U als mijnen Opperheer. Heilig en zuiver mijn liart , opdat ik li waardig moge prijzen, en in uwe heilige tegenwoordigheid godvruchtig, met eerbied en liel'de moge bidden. — Geloofd zijt Gij, Vader van onzen Heer Jesus-Christus, dat Gij mij tot op dezen stond door uwe goedheid bewaard hebt. Ontsla mij van alle banden der aardsche begeerten, opdat ik enkel denke

aan uwe ovcrgroote barmhartigheid en mij met de zalige geesten vereenige, om U voor dezelve te danken.

Geloofd zijt Gij, Jesus-Christus, liefderijke Zaligmaker, in dit H. Sacrament! Zegen mijn gebed, zoo als Gij ten Hemel varende, uwe leerlingen gezegend hebt.

Ik vereenig mijne onwaardige gebeden met de dankzeggingen, welke Gij op aarde aan uwen hemelsehen Vader hebt opgedragen.

Glorie zij den Vader, en den Zoon en den H. Geest, gelijk het. was in het begin, nu en altijd en in eeuwigheid der eeuwigheden. Amen.

l)e Heer zal den sehepter uwer maetit van Sion doen uitgaan : heersch in het midden uwer vijanden.

Met U is de heerschappij op den dag uwer overwinning in den luister der Heiligen ; voor den morgenstond heb ik U uit den schoot voortgebracht.

De Heer heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen : Gij zijt Priester in eeuwigheid volgens de orde van Melchise-dech.

De Heer is aan uwe rechterhand : Hij zal op den dag zijner gramschap de koningen verpletteren.

Hij zal de volkeren oordeelen en verwoestingen aanrichten ; Hij zal velen van de aarde verdelgen.

Heer! ik zal U uit geheel mijn huil, prijzen, in de vergadering en du hijeen-kumst der rechtvaardigen.

Groot zijn de werken des Hecren, en «ensehelijk voor allen die dezelve overdenken.

Zijn werk is heerlijk en voorlreflelijk, en zijne gerechtigheid blijft in eeuwigheid.

I)e barmhartige en ontfermende God heeft eeue gedachtenis van zijne wonderen daargesteld ; Hij heeft eene spijs gegeven aan degenen, die Hem vreezen.

Hij zal in eeuwigheid aan zijn verbond denken, en aan zijn volk de kracht zijner werken toonen.

Om hun het erfdeel der heidenen te geven ; waarheid en recht zijn de werken zijner handen.

cn voor eeuwig vastgesteld; zij worden naar waarheid en rechtvaardigheid voltrokken.

Hij heeft zijn volk verlossing toegezonden , en voor eeuwig zijn verbond bekrachtigd.

Heilig en ontzaglijk is zijn naam; de vrees des Heeren is het beginsel der wijsheid.

Do ware wijsheid hebben allen, die daarnaar handelen; zijn lof blijft in eeuwigheid.

Zijn geslacht zal machtig zijn op aarde ; de nakomelingschap der deugdzamen wordt gezegend.

In dn duisternis is oen licht opgegaan voor de dcugdzamen : de barmhartige cn ontfermende en rechtvaardige.

Gelukkig hij, die zich ontfermt en uitleent : hij zal zijne woorden met wijsheid regelen; want hij zal in eeuwigheid niet wankelen.

De rechtvaardige zal eeuwig in gedachtenis hlijven; hij vreest niet voor een kwaad gerucht.

Zijn hart is bereid om op (l gt;n Heer tc hopen cn vul vertrouwen; hij zal niet wankelen tot dat hij zijne vijaulen verachte.

Hij geeft en deelt den armen uit: het loon zijner deugd is eeuwigdurend; zijne macht verheft zich met heerlijkheid.

De zondaar zal het zien en toornig worden; hij zal op zijne tanden knarsen cn verhleeken : het verlangen der zonda-r n wordt verijdeld.

Van den opgang der zon fot haren ondergang moet de naam dos Heeren geprezen worden.

Wie is gelijk aan don Heer nnzon Gmi, die in den Homol woont en op hot geringe nederziot in den Hemel en op aarde?

Hij richt den arme van do aardo op en heft den hehooftigo uit hot slof omhoog, om hem to plaatsen onder do vorston, onder de vorsten van zijn volk.

Hij laat do onvruchtbare in haar huis wonen als de blijde moeder van vele kinderen.

De aarde sidderde voor bet aanschijn des Heeren, voor bet aanschijn van Jacobs God.

Niet aan ons, Heere! niet aan ons : maar geef de glorie aan uwen Naam, om uwe barmhartigbeid en waarheid ; opdat

De afgodsbeelden der Heidenen zijn van zilver en goud, werken van mensehen-handen.

Zij hebben handen en voelen niet; zij hebben voeten en wandelen niet; zij geven geen geluid met hunne keel.

Die den Heer vreezen, stellen hun vertrouwen op Hem; Hij is hun helper en beschermer.

Hij heeft het huis van Israël gezegend; Hij heeft liet huis van Aaron gezegend.

De hoogste der Hemelen is des Heeren zetel; maar de aarde heeft Hij aan de kinderen der menschen gegeven.

Ue dooden zullen U niet prijzen, Heere! noch een van allen, die ter helle dalen.

Omdat Hij heeft nedergezien op de nederigheid van zijne dienstmaagd; want ziet, van nu af aan zullen alle geslachten mij zalig noemen.

Omdat Hij, die madilig is, groote dingen aan mij gedaan heelt; zijn naam is heilig.

En zijne barmhartigheid gaat van geslacht tot geslacht over degenen, die Hem vreezen.

Zijn arm heeft groote dingen gedaan; Hij heeft do verwachting der trotschen verijdeld.

Hij heeft zijnen dienaar, Israël, opgenomen, omdat Hij zijner barmhartigheid indachtig was.

Zoo als Hij beloofd heeft onzen vaderen. Abraham en zijn geslacht in eeuwigheid.

Wees gegroet. Koningin, Moeder van barmhartigheid, ons leven, onze troost en onze hoop. Tot u roepen wij, ballingen, kinderen van Eva. Tot u verheffen wij onze stem, zuchtende en weenende in dit tranendal. Sla dan, barmhartige voorspreekster, uw oog oji ons, en toon ons na deze ballingschap, Jesus-Christus, cie gezegende vrucht uws lichaams; o goe-dertierene, o barmhartige, o minnelijke Maagd Maria!

Almachtige, eeuwige God, die het lichaam en de ziel van do glorierijke Maagd un Moeder Maria, door de kracht van den H. Geest, tot eene waardige woonplaats van uwen Zoon hebt voorbereid , geef ons, dat wij, hare gedachtenis met blijdschap vierende, door bare liefderijke voorspraak van bet tegenwoordige kwaad en van den eeuwigen dood bevrijd worden. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.

Heer, oiitrcrm U onzer. Christus, hoor ons. Christus, verhoor ons. God de Vader, uit wieii alle dingen zijn, ontferm U onzer.

gen zijn, ontferm U onzer. God H. Geest, in wien alle dingen zijn, ontferm U onzer.

Wiens Majesteit de aarde vervult, | God, wien alleen alle eer en glorie r-toekomt.

Die zijt, en waart en komen zult. Rechtvaardig en verschrikkelijk in uw oordeel.

Eeuwige Vader, ontferm U onzer, Eeniggcboren Zoon, ontferm U onzer. H. Geest, die van beiden voortkomt, ontferm U onzer.

Wij, zondaars, wij bidden U, verhoor ons. • Dal (iij ons de genade wilt verlcenen, om altijd en overal te belijden, dat (iij do ware God zijt, wij bidden U, verhoor ons. Dat Gij ons de genade wilt verleenen, om U te eeren, éénen God in Drievuldigheid van personen, en de Drievuldigheid in de eenheid van uw J. wezen te aanbidden, H

Dat (iij ons de genade wilt verleenen, o om ü uit geheel ons hart te bemin- r-nen, g

Dat Gij het volk, hetwelk uwen naam =-is toegeheiligd, wilt behouden en ? zalig maken, g

Dat Gij den dwalenden genade wilt verleenen, om op den rechten weg terug te keeren.

Dat Gij U verwaardigt, aan de overledene gclonvigen de eeuwige rust te geven, wij bidden U, verhoor ons.

wij hidden U, verhoor ons. O H. Drievuldigheid, verlos ons. O H. Drievuldigheid, maak ons zalig, ü 11. Drievuldigheid, geef ons het leven. Onze Vader, enz.

Almachtige, eeuwige God, die ons, uwe dienaren, de genade verleend licht, om in het licht des geloofs de heerlijkheid van de eeuwige Drievuldigheid te konnen, en in uwe heilige Majesteit de eenheid te aanbidden, geef ons de genade, dat wij door dit vaste geloof in alle omstandigheden aan uwen wil getrouw blijven en door niets van uwe liefde gescheiden worden. Amen.

Geest van godsvrucht en goeden raad, g Geest van kennis en vrees des Heeren, Geest van liefde en goedheid,

Geest van genade en barmhartigheid, Geest, die onze zwakheid helpt, en aan onzen geest getuigt, dat wij kinderen Gods zijn,

Geest van oordeel en blijdschap, 5; Geest van getrouwheid en godsdien- b stigen ijver, ^

Van alle boosaardigheid en kwade gewoonte, 2 Van het benijden der broederlijke g liefde, | Van onboetvaardigheid in ons uiterste, quot; Door uwe eeuwige voortkonist van den

Door het bijzonder voorrecht, waardoor Gij do heilige Maagd Maria, van den eersten stond harer ontvangenis, van alle vlek der erfzonde bewaard hebt,

Door de onuitsprekelijke goedheid, 3 waarmede Gij de Kerk bestuurt, de r-Opperhoofdenverecnigt, de Martela-ren versterkt, de Leeraars verlicht, r-en de geestelijke Orden instelt. Wij, zondaars, wij bidden U, verhoor ons.

Dat wij naar don geest mogen wande- ^ len, en de begeerten van het vlecsch s; niet opvolgen, amp;

Dat Gij alle rangen dor Kerk in de heilige Godsdienst en den waren 5-geest wilt bewaren, S

l)at Gij ons de volheid van alle deugden wilt geven, wij bidden U, verhoor ons. Dat Gij U verwaardigt ons te verhoeren,

wereld, stort uwen H. Geest in ons. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, zend ons den beloofden Getst des Vaders.

O God, die de geloovigen door de verlichting van den II. Geest onderwezen hebt, geef ons dal wij in dien zelfden

Geest de ware wijsheid bezitten en nns altijd in zijne vertroosting verheugen mogen. Door Christus, onzen Heer Amen.

De gave Gods, de bron des levens. Het reine vuur, de liefdegloed. En geestelijke zalving tevens.

Van zijn beloften 't dierbaar toeken, L'w zeven gaven doen de tong De taal von alle volken spreken.

Stort uwe liefde in onze harten; Versterk, door uwe kracht, ons vleesch, In zielsverzocking en in smarten.

Die, met den Zoon, voor ons verrezen. En den vertrooster heirgen Geest, In eeuwigheid geloofd moet wezen.

Jesus, schitterend licht des Vaders, 2 Jesus, glans van het eeuwige licht, 3 Jesus, koning der heerlijkheid,

Van allo zonde, verlos ons, Jesus. Van uwe gramschap, verlos ons, Jesus. Van den geest van onkuischheid, verlos ons, Jesus.

Heer Jcsus-Christus, die gezeid hebt; Vraagt, en irij zult verkrijgen; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en er zal u opengedaan worden, wij bidden U, verleen ons op onze smeekingen het gevoelen uwer aller-goddelijkste liefde, opdat wij U. uit gansch ons hart, door woorden en werken mogen beminnen en nimmer ophouden van U te loven.

Maak, o Heer, dat wij te zamen de vrees en de liefde van uwen heiligen Naam in der eeuwigheid mogen bezitten, omdat Gij nooit van uwe bestiering berooft ahvie (lij l' gewaardigt in de kracht uwer liefde tc vestigen. Door onzen Heer, enz.

11. Maagd der maagden, hid voor ons. II. Michaél, die altijd do beschermer van Gods volk geweest zijt, bid voor ons.

11. Michael, die Lucifer met zijnen weer-spannigen aanhang uit den Hemel verdreven hebt, bid voor ons.

II. Michael, die den beschuldiger onzer broeders in den afgrond der hel geworpen hebt,

H. Gabriel, die aan Daniël goddelijke openbaringen bekend hebt gemaakt, H. Gabrièl, die aan Zacharias de geboorte en de bediening van Johannes den Dooper voorzegd hebt,

H. Gabriel, die door God aan Maria ~ le Nazareth gezonden zijl, om de ° menschwording van het goddelijk § Woord aan te kondigen,

Die Christus, als Hij komen zal om ü te oordeelen, met het kruis zult § voorafgaan, 2

rechtvaardigen zult verwijderen, Die onze gebeden aan God opdraagt, Die door Gods kracht wonderen werkt, Die de zielen der rechtvaardigen, van alle vlekken gezuiverd, in den Hemel brengt,

Die dooi^- God gezonden wordt ten dienste van degenen, die de erfenis dei' zaligheid zullen bekomen, bidt voor ons.

Almatlitige God , onuitsprekelijk lirf-dei'ijke Vader! die U verwaardigt uwe Engelen ten dienste van ons, zondige menschen, neder te zenden! geef dat wij, ten allen tijde, hunne bescherming en hij-stand, het vermogen on do kracht van lumne voorhidding ontwaren, en eenmaal, door do vordienston van Jesus-Christus, in hunne zalige gemeenschap, U, on uwen veolheniindon Zoon, altoos on eeuwig dankbaar verheerlijken. Anion.

Verborgen God en Zaligmaker onder de zichthare gedaante van brood en wijn. Tarwe der uitverkorenen,

Zoenoffer voor levenden en dooden, Wondei der goddelijke liefde. Allerheiligste gedachtenis van het lijden des Heeren,

Krachtige spijs ter onsterfelijheid. Aanbiddelijk en levendmakend Sacrament, O Onbloedige offerande, g Verhevene maaltijd, waarbij de Enge- = len tegenwoordig zijn en dienen, ^GTeeken van genade, | Band van liefde.

ten opzichte van dit H. Sacrament, ^ Vim alle zonden en gebroken, die de p vruchten van dit H. Sacrament ver- s minderen en beletten, ^

Om do groete begeerte, welke Gij gehad hebt, om dit Paaschlam met uwe leerlingen te eten.

Om de diepe ootmoedigheid, waarmede Gij do voeten van uwe loorlingea gewasschen hebt,

Om de ovcrgroote liofdo, waarmede Gij dit H. Sacrament hebt ingesteld, verlos ons, Heer.

Om de vijf wonden, welke Gij voor ons i» uw allerheiligste lichaam ontvangen hebt, verlos ons. Heer.

Dat het ü believe, het geloof, de eerbiedigheid en de liefde voor dit wonderbaar Sacrament in ons te vermeerderen en te bewaren, wij bidden U, verhoor ons.

Dat het U believe, ons door cene oprechte boetvaardigheid over onze zonden tot bet dikwijls nuttigen |; van deze heilige spijs voor te berei- % den, p

Dat het U believe, de hemelsche vruch- ? ten van dit II. Sacrament overvloedig f over ons uit te storten,

Dat wij alle zonden en wcreldsche gezindheden vaarwel zeggen, om matig, rechtvaardig en godvruchtig te leven, wij bidden U, verhoor ons.

Dat het U believe, ons in het uur van onzen dood met deze hemelsche teerspijs te versterken en te beschermen, wij bidden U, verhoor ons.

O God, die ons onder dit wonderbaar Sacrament de gedachtenis van uw lijden hebt nagelaten ! wij bidden U, geef ons, dat wij de heilige geheimen van uw lichaam cn bloed zoo eerbiedig vereeren, dat wij de vruchten van uwe verlossing in ons gedurig mogen ontwaren. Die met den Vaderen den H. Geest leeft en heersehtin alle eeuwigheid. Amen.

Jesus, die door dc levendige voorstelling van uw lijden benauwd en tot den dood toe bedroefd zijt geworden.

Jesus, die ü aan den wil des Vaders geheel en al onderworpen hebt, ontferm U onzer.

Jesus, die in uwen doodstrijd water en' Moed gezweet hebt en door eenen Kngel gesterkt zijt,

Jesus, die om de getuigenis der waarheid als een godslasteraar ter dood veroordeeld zijt,

gezonden en dooi¹ hem bespot zijt, Jesus, die achter üarrabas gesteld zijt, Jesus, die op de allerwreedste wijze

Jesus, die uit spotternij met eenen s purperen mantel omhangen zijt, amp; Jesus, die met doornen gekroond zijt, -Jesns, die in uwe hand een riet tot ₀schepter ontvangen hebt, g

Jesus, die door Pilatus lot den sehan- '' delijken dood des kruises veroordeeld en aan den wil der joden zijt overgegeven,

Jesus, die den boetvaardigen moorde- ; naar in genade aangenomen en liet : Paradijs beloofd hebt,

Jesus, die aan het kruis geroepen bebt: mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten ?

Jesus, die stervende uwen iteest in de liiinden van uwen Vader bevolen hebt, ontferm U onzer.

luid geroep den geest gegeven hebt, Jesus, wiens zijde met eene lans doorboord is,

Dat (iij ons aan de vruchten van uwen kruisdood wilt deelachtig maken, wij bidden U, verhoor ons, Jesus.

lijden en dnoil dikwijls met dankbaar heid te overdenken, wij bidden U, ver boor ons, Josus.

Dat wij eens, van de zonde afgewas-scbcn, U niet weder kruisigen en ^ tot spot en scbande stellen, ^

Dat wij altijd onze boop mogen stellen g op de oneindige verdiensten van uw = lijden en sterven,

Dat wij ons dikwijls uw lijden voor g. oogen stollen en uw voorbeeld vol- § gen.

Did wij uit uw lijden leeren kennen, boe afscbuwclijk en strafwaardig de zonde is.

Dat Gij ons om uwe verdiensten de eeuwige zaligheid wilt geven, wij bidden L^T, verhoor ons, Jesus.

Laat, o Heer Jesus-Christus! al de zegeningen van uw lijden en sterven over ons komen. Verwek in ons den levendig-sten afkeer tegen de zonden. Verleen ons

uwe genade, dat wij de zonden, welke ons zoo diep verlagen, den Hemel ontrooven, en van U scheiden, die uw Idoed voor ons vergoten hebt, in ons geheelen al uitroeien. Verleen ons het vertrouwen, dat onze zonden, om uwen wille, die tot onze verzoening zijt gestorven, genadig zijn vergeven. Schenk ons uwe hulp, opdat wij heilig worden; maak ons getrouw, en steri ons in alle beproevingen van dit vergankelijk leven ; geef rust en verkwikking aai, ons hart in dagen van droefheid en lijden. — O Gij, die ons tot uw eigendom gekocht hebt, wees ons genadig; en daar Gij zelf, goddelijke, dierbare Verlosser! met den dood geworsteld hebt, zoo verlaat ons niet in ons sterfuur. Amen.

Hart van Jcsus, oneindig in majesteit, Hart van Jcsus, voorwerp van alle liefde,

Ootmoedigste Hart van Jcsus, Allerzuiverste Hart van Jesus, Allerminnclijkste Hart van Jesus,

Hart van Jesus, vol van zegen en genade, ë Hart van Jesus, wellust van Hemel en Hf aarde, ® Hart van Jcsus, licht van geheel do c'

Hart van Jesus, allen lof en eerwaardig, Hart van Jesus, wicn alle aanbidding-toekomt.

Hart van Jesus, fontein dor wateren, g die tot hot eeuwige leven springen, ? Hart van Jesus, verzoening der zonden, -

Heer Jesus, die door eene nieuwe weidaad U gewaardigd liebt aan uwe Kerk de onuitsprekelijke rijkdommen van uw goddelijk hart te openen, geef dat wij aan de liefde van dit allerheiligste Hart mogen beantwoorden, en de versmadingen, aan hetzelve door de ondankhaarheid der men-schen aangedaan, door waardige diensthe-wijzingen vergoeden. Dit vragen wij U, die leeft en heerscht met den Vader en den H. Geest, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Heer Jesus, die door eene nieuwe weldaad U gewaardigd hebt aan uwe Kerk de onuitsprekelijke rijkdommen van irw go.1-delijk hart te openen, geef dat wij aan de liefde van dit allerheiligste Hart mogen beantwoorden, en de versmadingen, aan hetzelve door de ondankbaarheid der men-schen aangedaan, door waardige dienstbc-wijzingen vergoeden. Uit vragen wij U, die leeft en heerseht met den Vader en den H. Geest, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Om dozo lit.niio niet meer oplottemllioiil on vrucht to kumicn bitlden, is Jiot zeer nuttig, tic verhovene beteckenis van som-mige duistere uitdrukkingen, welke in de-wdve voorkomen, te verstaan.—

Maria is lt;lo Moeder dei' goddclijhc 'jeiiiuh', omdat zij Moeder van Jesus-Christns is, welke ons de goddelijke genade verworven heeft. — Zfj is eone wonderbare Moeder, omdat God in haar het grootste wonder dor genade, (Ie menschwording van zijn Woord, heelt nitgewertt. —■ Zij wordt genoemd maeluige Mamjil; want zal de voorspraak van de Moeder bijquot; haren goddelijken Zoon niet alios kunnen verwerven? •— Maria is de spieget der (lererhtiijheid, de «/ei der wijsheid, omdat zij ons eon verheven voorbeeld van ehriste-

lijke heiligheid en wijsheid pegeven heeft. Zij is de oorzaak van ome vreugde; want zij heeft Dengenen gebaard, welke ons vrede en blijdschap heeft aangebracht. — Zij is een geestelijk, eerwaardig vat, een u'itslekend vat van godsvrucht; want in haar was de volheid van alle geestelijke gaven, en van den Geest Gods, een volmaakte eerbied en liefde voor God. — Zij is eene geheimzinnige, verborgene roos; want, gelijk do roos hare liefelijke geuren uitwasemt, zoo verspreidt ook de allerheiligste Maagd allerwege den geur van hare voortreffelijke deugden. — Zij is een toren van David, een toren van ivoor; want zij was van Davids geslacht, en was onwankelbaar en standvastig in de liefde Gods, gelijk een onverwinnelijke toren ; zij was kuisch en onbevlekt als liet witte ivoor. — Wij noemen haar gulden huis, omdat zjf met het goud der goddelijke liefde versierd, gelijk was aan een prachtig huis, hetwelk God uitkoos tot eene woonplaats van zijnen Zoon. — Zij is eene ark des verhonds, want even als de ark dos vorbonds het heiligste bevatte, zoo ontving zij ook in haren schoot den ITeilige der Tleiligen, welke het nieuwe verbond gesticht heeft. Door hare voorspraak hebben wij eenen toegang tot Jesus-Christus, en daarom wordt zij mot recht

(leur des Hemels genoemd. Gelijk do morgenster don naderenden dag aankondigt, zon heeft zij ook door hare ontvangenis do op handen zijnde verlossing dor wereld bekend gemaakt. — He overige namen, welke aan do allerheiligste Maagd in deze Litanie ge-govon worden, drukken de groote genade uit, welke zij van God ontvangen heeft en de kracht van hare voorspraak hij God.

Moeder van Christus, bid voor ons. Moeder der goddelijke genade. Allerzuiverste Moeder, AUerkuischste Moedeiquot;,

Koningin zonder vlek ontvangen. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons. Heer.

O Heer God! wij hidden U, stort uwe gratie In onze harten, opdat wij, die door de boodschap des Engels do Meuschwor-dlng van Christus uwen Zoon gekend hebben, door zijn lijden en kruis worden gebracht lot de glorie der verrijzenis. Door denzelfden Jesus-Christus, onzen Heer. Amen.

EN mag veronderstellen, dat ieder katholieke, welke dezen naam verdient, do verhevene heteekenis van de feesten der H. Kerk kont, en de hooje waarde weet te schatten van die dagen, welke door haar zijn ingesteld ter gedachtenis van de groote wonderen der goddelijke liefde, van weldaden, welke ons door Jesus-Chris-tus ton doel zijn geworden. Hij weet, dat deze dagen ons aan dié groote gebeurtenissen herinneren, waarop de waarheid en goddelijkheid van het chris-Iondom berusten, en welke den grondslag

uitmaken van ons geloof, onze hoop en onzo liefde. Do H. Kerk heeft die dagen ingesteld, om ons door de herinnering aan die weldaden tot wederliefde en dankbaarheid voor dezelve op te wekken. Mocht toch ieder christen er zich op toeleggen om meer en meer in deze heilige kennis te vorderen, ten einde zoo in ruimere mate deelachtig te worden aan de overvloedige zegeningen, die zoo nauw verhonden zijn met het waardig vieren van deze feestdagen, volgens den wil en den geest der H. Kerk I Tot dit einde kunnen de volgende oefeningen en gebeden dienen. — Be plaatsen der H. Schrift, enz., zijn genomen uit de getijden en Misgebeden, welke tie H. Kerk voor icderen dag bepaald heeft.

Gebed der II. Kerk. Vertoon ons uwe nuicht, o God! en daal neder tot ons, opdat wij door uwen bijstand verlost mogen worden van het gevaar, hetwelk ons om onze zonden bedreigt, en door uwe liarinhartigheid de zaligheld mogen erlangen; die met (Jod den Vader en den

« Verheug u, dochter van Sion! en verblijd u, Jerusalem! Zie, de Heer zal komen, en al zijne Heiligen met Hem; op dien dag zal er een groot licht verschijnen. »

« Wij venvachten den Verlosser Jesus-Christus, welke ons vergankelijk lichaam vernieuwen en gelijk zal maken aan zijn verheerlijkt lichaam. Laat ons dan malig, rechtvaardig en godvruchtig leven , in verwachting van die zalige hoop en van Gods heerlijke komst. »

« Hij, die komen moet, zal komen en niet uitblijven; Hij zal onze zonden wegnemen en ze in de diepte der zee werpen. »

« Broeders! wij weten, dat nu de tijd gekomen is, om uit den slaap op te staan ; want nu is de zaligheid nader bij ons,

dan toen wij eerst geloovig werden. De nacht is voorbij; de dag breekt aan. Laat ons dan de werken der duisternis verfoeien en de wapenrusting van het geloof aantrekken. Laat ons betamelijk wandelen, zoo als de dag het vordert; niet 'in brasserijen en dronkenschap; niet in slaapkamers en onzuiverheid; niet in twist en afgunst; maar trekt aan den Heer Jesus-Christus! »

Almachtige, eeuwige God, Vader van barmhartigheid! stort uwe genade in mijn hart, opdat ik mijne diepe ellende moge inzien; geef mij eene ware kennis en een oprecht berouw van mijne zonden, opdat ik waardige vruchten van boetvaardigheid drage en mijnen goddelijken Verlosser eene waardige woonplaats voorbereide. — O Jesus! zuiver mijn bait 15

van allo zonden, en vommig mij met U door oom! oprci'litc liefde, opdat ik U getmuw moge dienen, mijne bcdorvene lusten niet opvolge, maar een zuiver en matig leven leide. Geef mij dat oprechte verlangen en die vurige begeerte, waarmode de godvruehtige Aartsvaders en Profeten van het oude verhond uwe komst afgesmeekt hehhen, en bereid mij door uwe genade voor, om U in het II. Sacrament uwer liefde waardig te ontvangen. Amen.

Gebed der II. Kerk. O God! die dezen heiligen nacht verlicht hebt door den luister van het waarachtig licht , geef ons, dat wij in den Hemel de heerlijkheid

oens gcnifiten van Dengenen, wiens heilige geheimenissen wij op de aarde vieren. Die met L' leeft en lieerscht in do eenheid van den II. Geest, God in eeuwigheid. Amen.

Wij hidden U, almachtige God! dat de nieuwe gehonrte van uwen Zoon in het vleesch ons de vrijheid temggeve, nadat wij zoo lang in de slavernij der zonde gezucht hebhen. Amen.

« Alle grenzen der aarde hebben den goddelijken Zaligmaker gezien. Verheugt u voor God, alle landen, de Heer heelt zijnen Zaligmaker getoond, voor het oog der heidenen heelt Hij zijne lichtvaardigheid geopenbaard. De geheiligde dag is aangekomen; komt, volken, en aanbidt den Heer! want er is een groot licht op aarde verschenen. ».

« Nadat God eertijds menigmaal op verscliillende wijzen tot on/.e voorvaders door de Profeten gesproken had, heelt Hij in deze laatste lijden tot ons gesproken door zijnen Zoon, wien Hij tot erfgenaam van alles gemaakt, door wien Hij ook de wereld geschapen hooft; die de luister van zijne glorie en het afbeeldsel van zijn wezen is, die alles bewaart door zijn machtig woord en zit in den Hemel aan de reehterhand van de opperste Majesteit, nadat Hij de zonden heeft uitgewischt, zijnde zoo ver verheven boven de Engelen, als Hij cenen meer uitstekenden naam voor hen geerfd heelt. Want lot wien der Engelen heeft God ooit gezegd ; Gij zijt mijn Zoon, heden heli ik U voortgebracht! En op eene andere plaats ; ik zal zijn Vader wezen, er Hij zal mijn Zoon zijn! En als Hij weder zijnen

eeniggcboren Zoon in do wereld brengt, zegt Hij : dat al de Engelen Gods Hem aanbidden. Van de Engelen wordt immers gezegd, dat Hij van de geesten zijne gezanten maakt, en vurige vlammen tot zijne dienst gebruikt. Maar tot den Zoon zegt Hij : uw troon, o God! blijft in alle eeuwigheid; de schepter van uw rijk is een schepter van gerechtigheid. Gij bemint de rechtvaardigheid en Gij haat de ongerechtigheid. Daarom heeft God, uw God, U gezalfd met de olie der blijdschap boven al uwe deelgenooten. En verder : Gij, o Heer! hebt van het begin de aarde gegrondvest, en de Hemelen zijn het werk uwer handen. Zij zullen vergaan, maar Gij blijft altijd. Zij zullen als een kleed verslijten, en Gij zult ze veranderen als een gewaad, en zij zullen veranderd worden ; maar Gij zijt altijd dezelfde, en uwe jaren zullen nimmer ophouden. »

Goddelijke Zaligmaker, Jesus-Chnstus! wij vieren heden het feest van uwe heilige geboorte, waardoor Gij verschenen zijt aan de wereld, welke zoo verlangend naar uwe komst uitzag. Met oprechte vreugde cu doordrongen van liefde voor uwe oneindige goedheid, herinneren wij ons dat uur van geluk en genade, hetwelk zelfs de Hemelen met aanbiddende bewondering vervulde, en wij vereenigen onze dankzegging met den lofzang der Engelen ; Glorie zij God in den Hemel en op aarde, vrede den menschen, die van goeden wil zijn. — Liefderijke Jesus! ook om mij te verlossen, hebt Gij den troon uwer glorie verlaten en ü uit gehoorzaamheid aan den wil des Vaders vernederd tot lijden en armoede en alle moeielijkhcden van dit leven. O hoe zal ik uwe oneindige liefde prijzen, hoe kan

ik U daarvoor ooit voldoende dankbaarheid bctoonen! Wat zal ik doen om U mijne wederliefde te toonen voor al hetgeen Gij mij gedaan hebt! Ik kniel niet den diepsten eerbied voor uwe kribbe, neder, o genaderijke Emmanuel! God melons! en ik aanbidU met die liefde, met welke de herders U aanbaden, toen zij het geluk hadden, U in den stal te zien en als den Zaligmaker der wereld te erkennen. Ik dank U voor die eerste tranen , welke Gij voor mijne zonden gestort hebt, en voor het lijden waarmede Gij van hetoogenblik uwer geboorte af het werk mijner verlossing begonnen hebt.

O Jesus! leer mij door de vernedering, waarin Gij geboren wordt, en dooi' do armoede , welke U omringt, de hooge waarde van de ootmoedigheid kennen. Van uwe geboorte af aan lijien en gebrek

onderworpen, toont (Jij mij den weg van boetvaardijsheid als den weg der zaligheid aan. Ik verlang uit geheel mijn hart uw voorbeeld te volgen, en door gehoorzaamheid aan uwen heiligen wil het kruis te dragen, hetwelk Gij mij oplegt. Ik wil ootmoedig en zachtmoedig van harte zijn, en in al de moeielijkheden van dit leven slechts bij ü verkwikking en rust voor mijne ziel zoeken.

« Het Woord is vleesch geworden en het heeft onder ons gewoond, en wij hebben zijne heerlijkheid gezien. )■

O Jesus, laat mij eens uwe heerlijkheid aanschouwen in den Hemel, en maak mij deelachtig aan de vruchten van uwe heilige Menschwording. Amen.

J.)ct fast mm Sen 1). Stcpljiiniic, ccrotcn mactclaar, uiaarop floh ie jcliacbtciiis movit gcl)outiciumn aüc i). iHartclaars!

Gebed der H. Kerk. Wij bidden U, Heer ! geef ons dat wij navolgen hetgeen wij vereeren, opdat wij ouk onze vijanden leeren beminnen, terwijl wij het feest vieren van dengenen, die voor zijne vijanden bad bij onzen Heer Jesus-Christus, uwen Zoon, die niet U leeft en heerscht in de eenheid van den H. Geest, God in alle eeuwigheid. Amen.

O God! die ons door de jaarlijksche gedachtenis van uwe H. Martelaren verblijdt, verleen ons genadig, dat wij aan hunne verdiensten deel nemen en door hun voorbeeld opgewekt worden : door onzen Heer, uwen Zoon, Jesus-Christus. Amen.

« Zalig zijn degenen, wier wandel onbevlekt is, die in de wet des Heeren wandelen. »

« Die overwint, zal met witte klee-dereii gekleed worden, en ik zal zijnen naam niet uitwissclien uit liet bock des levens. »

« O, hoe heerlijk is hot rijk, waarin de Heiligen zich met Christus verblijden! L'itgedoscbt in witte kleederen, volgen zij het Lam, overal waar het zie!) heen begeert. De Heiligen zullen zich in de heerlijkheid verblijden, en juichen in do woningen des Hemels. »

O God! Gij vordert van mij, dat ik door een christelijk leven mijn geloof bolijdo, dat ik mijne bcdorvene neigiu-gon zal overwinnen en mij door niets

Ier wereld late verleiden, om uwen heiligen wil te overtreden. Ik loef door uwe genade wel niet meer in eenen tijd, waarin die belijdenis het leven moet kosten ; maar uwe heilige leer vordert evenwel van mij veel strijd en zelfverloochening, om aan uwen wil getrouw te blijven. Het blijft ook nu nog voor mij waai', wat uw H. Woord zegt : Het rijk der Hemelen lijdt geweld, en slechts degenen die zich geweld aandoen, zullen er deel aan hebben. — O, geef mij dan uwe genade, om dien strijd gelukkig te voeren ; vervul mij met den geest van liefde, zachtmoedigheid en geduld; zuiver mijn hart van alle verkeerde neigingen en ondersteun mij, zoo als Gij de H. Martelaren in den harden strijd ondersteund hebt; geef, dat ik, even als zij, uwe voetstappen volge en mij zoo als uw leerling gedrage, dat ik eens, na de voleinding van den strijd dezes levens, met heu de kroon der

eeuwige zaligheid ontvange. Bid voor tins, H. Stephanus, opdat wij deelachtig worden aan de beloften van Christus. Amen.

Het feest van den H. Naam Jesus wordt op den tweeden zondag na Drie-Koningen gevierd.

Gebed der heilige Kerk. Almachtige, eeuwige God ! bestuur ons en ai onze werken naar uw welbehagen, opdat wij onze plichten volbrengen in don naam van uwen Zoon Jesus-Christus, en vruchtbaar worden in goede werken. Door Jesus-Christus, onzen Heer. Amen.

O God, die aan het menschelijk geslacht do belooning der eeuwige zaligheid geschonken hebt, door de vruchtbare maagdelijkheid van de allerzaligste maagd Maria; maak ons deelachtig aan de voorspraak

van deze heilige Moeder, door welke wij den oorsprong van liet leven hebben ontvangen, onzen Heer Jesus-Christus, die met U in de eenheid van den heiligen Geest leeft en heerscht. God in alle, eeuwigheid. Aiiien.

« Gij zult Hem Jesus (dat is : Zaligmaker:) noemen, want Hij zal zijn volk vrij maken van hunne zonden. »

« lu den naam van Jesus moeten zich alle knieën buigen van die in den Hemel, op de aarde of onder do aarde zijn. — In niemand anders is heil te vinden ; want er is aan de menschen geen andere naam gegeven, waarin zij zalig kunnen worden.»

« Allen, die uwen naam kennen, moeten op U hopen; want Gij verlaat nooit degenen die U zoeken. Kom, Heer, en verlos ons om uwen H. Naam. »

Hemd boven de aarde verheven is, Iaat Hij zijne barmhartigheid gaan over allen die Hem vreezen. »

« Zie, ik kom spoedig cn mijne belooning met mij; blijf getrouw tot in den dood, en ik zal ii de kroon des levens geven. »

« O wonderbaar geheim , hetwelk heden geopenbaard wordt 1 de natuir wordt veranderd, God is menscb geworden. Hetgeen Hij was, is Hij gebleven, e:i hetgeen Hij niet was, heeft Hij aangenomen, zonder vermenging of verdeeling te ondergaan. »

O eeuwige God, bij wien geene verandering of sehaduw van verwisseling is, zegen bet begin van dit nieuwe jaar. Gij bent den dag en den nacht en alle tijden gemaakt; ook dit jaar beginnen wij door eene weldaad van uwe goedheid. Wij treden hetzelve in, zonder te weten wat ons gedurende deszelfs loop zal weder-

vai'fii, Wat zal ons in dit jaar gcgevpii, wal ontiimncn worden? Wij weten tiet niet —- maar U, alwetende God, is het hekend. Voor U is de duisternis licht, en duizend jaren zijn voor uw aanschijn als tón dag. Al de veranderingen van ons leven zijn U hekend, en de toekomst ligt voor U open. Gij bepaalt het begin en het einde van ons leven, en leidt ons door deze wereld tot het eeuwige leven. O, mochten wij altijd uwe leiding volgen en ons aan nwe vaderlijke zorg overgeven ! Wij weten wel niet wat ons gedurende dit jaar overkomen zal, maar hiervan zijn wij toch door uwe verzekering overtuigd, dat alles ten goede werkt voor hen, die ü beminnen en uwen wil met liel'de en gehoorzaamheid volbrengen. Zoo wij U oprecht beminnen en in uwe beiligmakeude genade volharden, zal ons alle bitterheid aangenaam, alle gebrek dragelijk en elke moeielijkheid ecne verkwikking w orden ; dan worden de

tranen van droefheid voor ons bronnen van vertroosting. Want voor degenen die U beminnen, werkt alles mede ten goede. Die dit gelooft en naar dit geloof leeft, vindt rust bij ü, ook in de moeielijkste omstandigheden des levens.

O God! geef mij uwe genade, om dit jaar volgens uwen heiligen wil te beginnen en altijd in uwe liefde te blijven. Ik bemin U uit geheel mijne ziel, met geheel mijn hart, uit al mijne krachten. Geef mij uwe genade, om U boven alles te beminnen, en doe met mij wat Gij wilt, nu en in eeuwigheid. Amen.

ccnc ster aan rtc Heidenen hebt hekend gemaakt, verleen ons genadig, dat wij, die U reeds door het geloof kennen, tot de aanschouwing uwer onuitsprekelijke glorie verheven worden; door denzelfden Heer Jesus-Christus, die met 1! in de eenheid van den heiligen Geest leeft en lieerscht. God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

« Waar is de Koning der Joden, die, geboren is'? Wij hebben zijne ster gezien on zijn gekomen om Hem te aanbidden. » « Heden is de Heer, onze Verlosser, die voor den morgenstond en voor alle tijden is voortgebracht, aan de were.u verschenen. Jerusalem ! uw licht is gekomen ; de heerlijkheid Gods is over u opgegaan en de Heidenen zullen in den glans van uw licht w andelen. »

it Ziet, Hij komt, en in zijne bami is feet rijk en de macht en de heerschappij 1b

« Het zijn drie groiife gesclicnkcn, welke do Wijzen heden aan den Heer lieblien opgedragen ; zij beteekencn een goddelijk geheim. Het goud verbeeldt de macht van den Koning, die geboren is ; de wierook beduidt de priesterlijke waardigheid van Christus; de myrrhe is een zinnebeeld van de begrafenis en zoo van de mcnsdielijke natuur des Zaligmakers. Reeds in de kribbe hebben deze Wijzen d 'ii oorsprong onzer zaligheid aangebeden en Hem hunne gaven opgedragen. »

« Dit is het eeuwig leven, dit zij U, den eenigen, waren God, kennen, en Jesus-Ohristus, dien Gij gezonden hebt. »

God van liefde en barmhartigheid ! heden hebt Gij liet groote wonder uwer liefde bekend gemaakt, waardoor alle volken der aarde zouden gezegend worden; heden hebt Gij uwe geboorte aan de Drie

Koningen geopenbaard cn hen up eene wondervolle wijze tot U geroepen. Vol eerbied knielen zij voor U ne'der, dragen U hunne geheimzinnige offers op en erkennen U voor hunnen God, voor hunnen Heer.en Koning.

Ook ons, o God ! hebt Gij tot het licht des waren geloofs aan U en aan Jesus-Christus, dien Gij gezonden hebt, geroepen. Ontelbaar zijn de weldaden en genadebewijzen, welke Gij mij door de belijdenis van dit geloof en door uwe H. Kerk verleent. Hoe zal ik U voor deze onbegrijpelijke genade en barmhartigheid ooit waardig danken ! — Ach, ik heb uwe liefde dikwijls met ondankbaarheid beantwoord en door mijne zonden het geloof verloochend, waarin ik door uwe goedheid geboren bon. Goddelijke Zaligmaker! ik bid U, straf mij niet volgens mijne ongerechtigheid en ga niet in het oordeel met uwen dienaar; maar prent

heden op nieuw het geloof in mijn hart, verlicht ons altijd met het licht uwer genade, opdat wij de zonde verlaten en verfoeien, de grondregels van deze wereld niet opvolgen, maar U alleen door al onze werken trachten te behagen. Geef, dat wij uwe heilige leer en wet altijd zonder schaamte voor de mcnschen belijden , om ook eens in den Hemel door U eikend te worden en van U de kroon der onsterfelijkheid, de eeuwige zaligheid te ontvangen, welke Gij aan uwe getrouwe dienaren beloofd hebt. Amen.

Gebed der II. Kerk. O God! die door de boetvaardigheid verzoend wordt cn U ontfermt over allen, welke zich voor U verootmoedigen, verhoor onze gebede.i en stort uwe genade eu uwen zegen uit over

mvc dienaren, wier hoofden met deze gewijde ascli geteekend worden. Geef ons allen den geest van berouw en boetvaardigheid, en verleen ons, dat wij door de vaste en onthouding ons waardig tot dén christelijkon strijd voorbereiden , door Jcsus-Christus, onzen Heer. Amen.

« Ontwaak uit uwen slaap en bekeer u tot God ; laat ons door boetvaardigheid voldoen voor hetgeen wij misdaan hebben, opdat w'j niet onverwacht van den dood verrast worden en geen tijd meer hebben om boetvaardigheid te doen. Zie op ons. Heer 1 en ontferm U over ons, want wij hebben gezondigd tegen U! »

« Zoo iemand Mij wil navolgen, dan moot hij zieh zeiven verloochenen, zijn kruis opnemen cn Mij volgen. » ■ « liekeert u tot Mij uit geheel uw hart.

door vasten, weenen en liidden ; scheurt uwe harten, niet uwe kleederen. Keert terug tot uwen Heer en uwen God : want Hij is genadig, hannhartig en langmoedig, rijk in goedertierenheid en mild in 't vergeven van do zonden. — Breekt den hongerige uw brood, brengt den behoeftige in uw huis, en zoo gij eenen naakte ziet, kleedt hem. Dit is eene vaste, welke Mij behaagt, zegt de Heer. »

O God ! Gij geeft ons weder eenen tijd van zaligheid en een middel om uwe genade te erlangen, om de zondige lusten te dooden en op deu weg naar het eeuwige leven te vorderen. Hoe ondankbaar zoude ik ziju, indien ik uwe goedheid verachtte en met versmading van den rijkdom uwer genade voor tging in mijue lauwheid en traagheid, iu de verkeerde gerustheid wegens mijn eeuwig geluk. O bewaar mij

voor dit groote onheil, voor deze verachting vaii uwe liefde. Gij leert ons door de gewijde aseh, dat wij stof zijn en dat wij na dit leven tot het stof, waaruit (lij ons, gemaakt hebt, zullen wederkeeren; door het gebod van de vaste wekt (lij ons op om in dezen tijd in de verstrooiingen der wereld niet te deelen, maar dooi- werken van boetvaardigheid en de godvruchtige overweging van uw lijden en sterven, ons tot uwe komst en tot de verbetering van ons leven voor te bereiden. — Geef mij uwe genade, o God ! opilat ik dezen tijd volgens uwen wil gebruike, vergeef mij mijne zonden en ontferm L' over mijne zwakheid 1 Amen.

Palmzondag: voorkomt, dikwijs te lozen rn te overwegen. Want, zal do vaste en do onthouding van spijzen ons in der daad tot eon middel dor christelijke volmaaktheid strekken, dan moeten wij ons aan dezelve onderwerpen in don geest van boetvaardigheid en versterving, ten einde door de onthonding van genoegens, dio anders geoorloofd zijn, en door vrijwillige gehoorzaamheid aan de H. Kr-rk , meer sterkte en genmk te erlangen in het beteugelen van onze ongeregolde en zondige lusten , en den wil van ai ons doen en laten als eenig richtsnoer te volgen. Dit kunnen wij echt er niet zonderde genade Gods, welke wij door het gebed moeten afsmeek en.

Gebed van de II. Kerk. O Heor! verhoor ons ootmoedig gebed, en verleen ons dal wij dezen heiligen vastetijd, welke tot heil van ziel en lichaam ingesteld is, door gehoorzaamheid aan uwen wil waardig beleven; door Jesus-Christus, onzen Heer. Amen.

vrachten, opdat de lichamelijke onthouding ons tot genezing en verkwikking van de ziel strekke; door Jesus-Christns uwen Zoon. onzen Heer, die met U leeft en heerscht, God in de eenheid van den II. Geest, in alle eeuwigheid. Amen.

« Heer! ik hen niet waardig, dat ik mijne oogen tot U opheffe ; mijne zonden drukken mij als een zware last. — Ik wil al de jaren mijns levens overdenken in de bitterheid van mijne ziel. »

« Handel niet met ons, o God! naar onze zonden, maar volgens uwe oneindige barmhartigheid 1 Wie kan het getal van zijne zonden kennen ? Ga toch niet in het oordeel met uwen dienaar , want voor uw aanschijn kan geen sterveling gerechtvaardigd worden. »

«Hoort, Hemel en aarde ! Ik heb kinderen opgevoed en hoog verheven ; maar zij hebben Mij veracht. »

« Ik ben gekomen om te zoeken en zalig te maken hetgeen verloren was; Ik wil den dood des zondaars niet, maar dat hij zich bekeere en leve. »

« Niemand heeft grootere liefde, dan dat hij zijn leven ten beste geeft voor zijne vrienden. »

« Er is een middelaar tusschen God en de menschen, Jesus-Christus, de rechtvaardige ; door zijn bloed hebben wij de vergeving onzer zonden. »

Vader van barmhartigheid en gever van alle goed! Gij wilt dat wij boetvaardigheid doen voor onze zonden, en door de onthouding van geoorloofde vermaken de zonde gemakkelijker loeren vluchten en

onze ongeregelde driften aan uwe heilige wet onderwerpen. Dit is het heilzame doel van uwe H. Kerk, welke ons de vaste voorschrijft. Laat niet too, o God! dat ik deze heilige bedoeling ooit raiskenne door de versterving te verachten of hij de nauw gezette vervulling van dit gebod, de verbetering van mijn gedrag te verwaarloo-zen. Geef ons uwe genade, opdat wij dezen tijd goed gebruiken en aan het werk onzer zaligheid besteden. Zuiver onze begeerten van alle onedele bedoelingen, en laat ons de goederen van deze wereld zoo gebruiken, dat wij van uwe geboden nimmer afwijken en de verleiding van de zonde overwinnen. Vervul ons met eenen geest van ware boetvaardigheid, en maak ons deelachtig aan de verdiensten van Jesus-Christus, uwen Zoon. Amen.

Gebed der II. Kerk. O God, die uwen Zomi Jesus-Chi'istus, onzen Heer, om aan liet menschelijk geslacht oen voorbeeld van ootmoedigheid te geven, hel; vleesch hebt doen aannemen en aan het kruis sterven, verleen ons genadig, datwij zijn geduld en lijdzaamheid navolgen om eens deel te hebben aan zijne verrijzenis.

Pc flcocliicbcniö liiiu l)cf lijticn ïcsjjitlti)-timkcrs in gt;c imn piilmjontiuo.

Toen Jesus den lofzang geëindigd had, ging hij met zijne leerlingen volgens gewoonte over de beek Cedron naar den Olijfberg. Judas, welke Hem zoude verraden, kende die plaats ook, omdat Jesus

dikwijls met zijne leerlingen daarheen ging. Middelerwijl zeide Jesns tot zijne leerlingen : gij allen zult dezen nacht in mij geërgerd worden; want er staat geschreven : ik zal den Herder slaan, en de schapen zullen verstrooid worden ; maar nadat ik zal verrezen zijn, zal ik u voorafgaan naar Galilea. Petrus antwoordde en zeide ; al werden allen in U geërgerd, ik zal niet geërgerd worden. Jesus zeide tot hem : voorwaar, ik zeg u, in dezen nacht, eer de haan tweemaal kraait, zult gij mij driemaal verloochenen. En Petrus zeide weder Lit Jesus : al moet ik ook met U sterven, ik zal U niet verloochenen. Zoo spraken ook aide leerlingen.

Toen kwam Jesus niet hen op eene plaats, Gethsemani genaamd, waar een hof was, in welken Hij niet zijne, leerlingen ging. En Hij zeide tot hen : zit hier neder, terwijl ik ga om te hidden; waakt en bidt, opdat gij niet in bekoring vall.

En Hij vcnvijderdc zich van hen op den afstand van eencn steenworp met Petrus, Jacobus en Johannes, en Hij begon zeer benauwd en beangstigd te worden. Toen zeidc Hij tot hen : mijne ziel is bedroefd tot den dood toe; wacht hier en waakt met mij. En een weinig verder voortgaande, viel Hij op zijn aangezicht neder en bad aldus : Vader! laat toch dezen kelk van mij gaan, zoo het mogelijk is, nogtans niet gelijk ik wil, maar gelijk Gij wilt. En toen Hij van het gebed opstond en bij zijne leerlingen kwam, vond Hij hen slapende van droefheid, en Hij zeide tot Petrus : Simon, slaapt gij? Kunt gij dan niet één uur met mij waken ? Waakt en bidt, opdat gij niet in bekoring valt; de geest is wel gewillig; tiaar het vleesch is zwak. Toen ging Hij voor de tweede maal bidden en zeidc : mijn Vader! mag deze kelk niet voorbijgaan, tenzij ik den-zelven drinke, dat uw wil geschiede I

En terugkomende vond Hij hen weder slapende : want hunne oogen waren bezwaard. En Hij liet hen daar, ging voor de derdemaal hidden, en zeide dezelfde woorden. Toen verscheen Hem een engel van den hemel, die Hem versterkte; en Hij kwam in eenen doodstrijd en had nog langer. En zijn zweet werd als hloed-druppels, die op de aarde vielen. En Hij kwam voor de derdemaal hij zijne leerlingen en zeide tot hen: slaapt nu en rust: het is genoeg. Ziet, het uur nadert, dat de Zoon des menschen zal overgeleverd worden in de handen der zondaren. Staat op, laat ons gaan : ziedaar, hij die mij verraden zal, is nahij.

En terwijl Hij nog sprak, kwam Judas de Isearioter, een van de twaalf, daar aan en veel volk met hem, met zwaarden en stokken, van wege de opperpriesters, en de schriftgeleerden en ouderlingen. Zijn verrader had hun een teeken gegeven.

En Hij verwijderde zich van hen op den afstand van cenen steenworp niet Petrus, Jacobus en Johannes, en Hij begon zeer benauwd en beangstigd te worden. Toen zeide Hij tot hen : mijne ziel is bedroefd tot don dood toe; wacht hier en waakt niet mij. En een weinig verder voortgaande, viel Hij op zijn aangezicht neder en bad aldus : Vader! laat toch dezen kelk van mij gaan, zoo het mogelijk is, nogtans niet gelijk ik wil, maar gelijk Gij wilt. En toen Hij van het gebed opstond en bij zijne leerlingen kwam, vond Hij hen slapende van droefheid, en Hij zeidc tot Petrus: Simon, slaapt gij'' Kunt gij dan niet een uur met mij waken ? Waakt en bidt, opdat gij niet in bekoring valt; de geest is wel gewillig; tiaar bot vleesch is zwak. Toen ging Hij voor de tweede maal bidden en zeidc ; mijn Vader! mag deze kelk niet voorbijgaan, tenzij ik den-zelven drinke, dat uw wil geschiede I

En terugkomende vond Hij hen weder slapende : want hunne oogen waren bezwaard. Eu Hij liet hen daar, ging voor de derdemaal hidden, en zeide dezelfde woorden. Toen verscheen Hem een engel van don hemel, die Hem versterkte; en Ilij kwam in oenen doodstrijd en bad nog langer. En zijn zweet werd als bloeddruppels, die op de aarde vielen. Eu Hij kwam voor de derdemaal bij zijne leerlingen en zeide tot hou: slaapt nu en rust: het is genoeg. Ziet, het uur nadert, dat de Zoon des menschon zal overgeleverd worden in do handen dor zondaren. Staat op, laat ons gaan : ziedaar, hij die mij verraden zal, is nabij.

En terwijl Hij nog sprak, kwam Judas de Iscarioter, een van de twaalf, daar aan en veel volk met hom, met zwaarden en stokken, van wege de opperpriesters, en de schriftgeleerden en ouderlingen. Zijn verrader had hun een teeken gegeven.

zeggende : wien ik zal kussen, die is het; grijpt Hem aan, en leidt Hem voorzichtig. En zoodra hij daar kwam, ging hij naar Jesus en zeide : wees gegroet, Meester!

en hij kuste Hem. En Jesus zeide tot hem : vriend, waartoe zijt gij gekomen? Judas! verraadt gij zoo den Zoon des menschen met eenen kus? — Jesus dan wetende al hetgeen Hem zoude overkomen, ging hen te gemoet en zeide tot hen: wien zoekt gij? Zij antwoordden Hem : Jesus van Nazareth. Jesus zeide hun : ik ben hat. En Judas, zijn verrader, stond daar ook met hen. Zoodra Hij hun dan gezegd had ; ik ben hot, weken zij achteruit en vielen ter aarde neder. Toen vroeg Hij hen op nieuw : wien zoekt gij? En zij zeiden ; Jesus van Nazareth. Jesus antwoordde : ik heb het u gezegd, dat ik het ben. Indien gij mij dan zoekt, zo» laat deze gaan, — opdat vervuld zoude worden, hetgeen Hij gezegd had : ik heb

liu'iiiaml verloren van degenen, die (iij Inij gegeven hebt. Toen traden sij toe, sloegen de handen aan Jesus en namen Mem gevangen. En die bij Hem waren, \vel ziende wat el' gebeuren zoude, vroegen Hem : Heer! zullen wij er ook met bet zwaard op inbouwen? —Simon Petrus dan, een zwaard hebbende, trok het uit, sloeg den knecht van deu hoogepriester en hieuw hem het rechteroor af. En de naam van den knecht was Maldlus. Jlaar Jesus zeide tot hen : laat het hierbij blijven ! En Hij raakte zijn oor aan en genas hem. lesus zeide da» tot Petrus • stfek uw zwaard in de scheede : want allen die bet zwaard gebruiken, zullen door he zwaard omkomen. Zul ik dan den kelk, dien de Vader Mij gegeven heelt, niet drinken'! Of meent gij dat ik mijnen Vader niet kan bidden, en dat Hij niet terstond meer dan twaalf legioenen engelen zoude zenden 'I Hoe zal dan de

Te gelijker tijd zeide Jesus lot hel volk : gij komt hier met zwaarden en slokken ■lis lot eenen moordenaar. Ik was dagelijks I'Ü ii in den tempel, en gij liehl geene hand aan Mij geslagen ; maar dit is het uur en de maehl der duisternis. Dit alles geschiede echter, opdat de schriften der Profeten volbracht zonden worden Toen grepen de soldaten en de hoofdman en de dienaars der joden Jesus aan en lionden Hem. Toen verlieten Hem al zijne leerlingen en zf| vluchtten weg. Ken zeker jongeling volgde Hem, hehhende slechts een linnen kleed aan; en zij grepen hem : maar hij liet het linnen kleed achter en is hun naakt ontvlucht.

Kn zij brachten .(esns naar Annas, dewijl deze de schoonvader was van Caiphas , welke dat jaar hoogfpriester was. Deze Gaïphas was hel, die aan de

joden don raad gogevon had, dat hot mi(-tig was. dat or één monsch voor hot volk stioi'f. En Annas zond Jesus gobondon naar lt;;aïphas, hoogopriostoi', hij wion do sohriftgcloordon en oudei'lingon vorgadord waren.

En Petrus volgde Hem van verre met nog oenen anderen leerling. Deze leerling was den hooge|iriester bekend, en ging met Jesus in do zaal des hoogepriesters; maar Petrus hleeflmiten staan. Die andere leerling dan, welke den lioogcpriester bekend was, ging naar buiten en sprak met de deurwachtster, welke Petrus binnen liet. Die dienstmaagd nu, welke de deur bewaarde, zoide tot Petrus : zijl gij niet een van de leerlingen van dezen Jlensch '! Hij antwoordde: ik ben hel niet. En de knechten en gerechtsdienaars slmi-den bij een kolenvuur en warmden zich ; want het was koud. En Petrus stond daar ook bij hen, zich warmende, en hij uin;{

De hoogcpricster ondervroeg Jesus dan wegens zijne leerlingen en zijne leer. .lesus antwoordde hem : Ik heb openlijk voor do gansche wereld gesproken : Ik heb altijd in de vergadering geleerd en in den tempel, waar allo Joden vergaderen, en Ik heb niets in liet geheim gesproken. Wat vraagt gij Mij'! Vraag degenen die 't gehoord hebben wat Ik hun gezegd heb Ziet, deze weten wat Ik gezegd heb. Maai' zoodra Hij dit gezegd had, gaf een van do dienaars, die er bij stond, Jesus eenen kaakslag, zeggende : zult Gij den hoogepviester zoo antwoorden? Jesus antwoordde hem : indien Ik kwalijk gesproken heb, geef dan getuigenis van het kwaad; maar heb Ik wél gesproken, waarom slaat gij Mij dan ? Nu, de opperpriester en de goheele raad zochten valsehe getuigenissen tegen Jesus, om Hem ter dood te brengen; doch zij

vonden er gccne : want vele gaven valscho getuigenissen tegen Hem ; maar hunne getuigenissen kwamen niet overeen. Maar eindelijk kwamen er twee valsche getuigen en zeiden : Deze heeft gezegd : Ik kan den tempel Gods omver werpen eu denzelven na drie dagen weder opbouwen; doch hunne getuigenis was ook niet overeenstemmend. En de hoogepriester stond op in het midden en vroeg Jesus, zeggende ; antwoordt Gij niet op hetgeen deze tegen U getuigen ? Maar Hij zweeg stil en antwoordde niets. De hoogepriester vroeg Hem weder en zeide tot Hem : ik bezweer U bij den levenden God, dat Gij ons zegt of Gij de Christus, de Zoon van God, de gezegende zijt ? Jesus antwoordde hem : gij hebt het gezegd; Ik ben het. Doch Ik zeg u, gij zult den Zoon des menschen eens zien zitten aan de rechterhand van de kracht Gods en komen op de wolken des hemels. Toen scheurde de hoogepriester

zijne klecilorcn, zeggende : Hij heeft gelasterd : waartoe hebben wij nog getuigen noodig? (lij hebt daar nu zijne godslastering gehoord; wat dunkt u? En zij antwoordden, zeggende ; Hij is den dood schuldig. Toen sloegen zij Hem in het aangezieht en sloegen Hem niet vuisten; en anderen bedekten zijn aangezicht en gaven Hem kaakslagen, zeggende : profeteer ons, Christus, wie is het, die U geslagen heell ? en vele andere lasteringen welke zij Hem zeiden. Intusschen zat Petrus op tiet voorplein, waar hij zich warmde ; en eenc andere dienstmaagd zeide tot degenen die daar w iren : deze was ook met Jesns den Nazarecr. Maar hij loochende liet in tegenwoordigheid van allen, zeggende ; vrouw, ik weet niet wat gij zegt ;ik ken Hem niet. En toen hij nn van het voorplein naar buiten ging, kraaide de haan. En een weinig daarna zeiden degenen die daar stonden, weder

tot Petrus ; voorzeker, gij zijt van (hit volk : want nij zijt een Gallilecr en uwe uitspraak maakt u bekend. I jl een van (le knechten des hoogepriesters, een neef van dengenen, wlen Petrus hi t oor afgehouwen had, zeide liem : heb ik u niet in den hof gezien V Toen begon bij te vloeken eu te zweren : ik keu dien Man niet, van wien gij spreekt. Kn tersUmd kraaide de haan voor de tweede maal. En de Heer, zich omkeerende, zag Petrus aan. En Petrus daeht aan het woord des Heeren, hoe Hij hem gezegd had : eer de baan tweemaal zal kraaien, zult gij JIij drieniaat verloochenen. En hij ging naar buiten en weende bitterlijk.

Als nu de morgenstond gekomen was, hielden al de opperpriesters en de ouderlingen van het volk raad tegen Jesus, om Hem ter dood te brengen ; en zij lieten Hem voor hunnen raad brengen en zeiden; zoo Gij de Christus zijt, zeg het ons dan.

Hij antwoordde hun : gij zult Mij niet jrelonven, al zeg Ik liet u. En al vraag Jk H ook iets, zoo zult gij Mij toch niet'antwoorden , noch vrij laten gaan, Maar voortaan zal do Zoon des menschen zitten aan de rechterhand der kracht Gods. Zij vroegen Hem dan allen : zijl Gij de Zoon Gods'! Hij antwoordde : gij zegt het: want Ik ben het. Toen zeiden zij ; waartoe hebben wij nog getuigen noodig, daar wij zelvcn het uit zijnen mond g'hoord hebben ?

Toen kreeg Judas, die hein verraden had , ziende dat Hij veroordeeld was , berouw en bracht d« dertig zilverlingen terug aan den opperpriester en de ouderlingen, zeggende : ik heb gezondigd, omdat ik het onschuldig bloed verraden heb. Maar zij antwoordden : wat raakt dat ons? gij kunt toezien. Rn hij wierp de zilverlingen in den tempel, ging henen en verhing zich niet eenen ttrop. Doch

de opperpriesters namen de zilverlingen op en zeiden ; wij mogen zo niet in de offerkist werpen : want het is bloedgeld. En zij hielden raad, on kochten er den akker van een pottebakker voor, tot etno begraafplaats voor vreenidelingen. Daarom wordt die akker tot op den huldigen dag Haeeldama, dat is : bloedakker, genoemd. Toen is volbracht hetgeen door den profeet Jeremias zoo voorzegd is ; En zij namen de dertig zilverlingen, den prijs van dengenen die «p eenen prijs gesteld was, welken zij van de kinderen van Israel gekocht hadden, en zij gaven zo voor den akker van eenen pottebakker, gelijk de Heer mij bevolen heeft.

En de geheole vergadering stond op; en zij brachten Jesus van Oaïphas naar Pila-tus in het rechtliuis. Het was 's morgens vroeg; en zij gingen niot in het rechthuis, opdat zij niet besmet zouden worden en het paaschlam zouden mogen eten.

l'ilutns ging (Jail naar liuiton bij hen on zeule : wi'lke Ijcsclmldiging liebt gij tegen dezen Mcnscli in te lirengen ? Zij ant-woordden en zeiden tot hem : indien liet geen liflosdoener was, zouden wij Hem aan u niet overleveren. Toen zeide Pilatus (ut hen : neemt gij Hem zeiven, en vonnist Hem volgens uwe wet. Maar de Joden antwoordden hem ; het staat ons niet vrij, iemand ter dood te brengen; — opdat de woorden van Jesus volbracht ïoudon worden , welke Hij gesproken liad, toen Hij te kennen gaf welken dood Hij' zoude sterven. En zij begonnen Hem fe besebuldigen, zeggende : wij hebben bevonden dat Hij ons volk misleidt en verbiedt den keizer schatting te belalen, zeggende dat Hij Christus, de koning is. ('ilatus ging dan in liet rechthuis binnen, en riep Jesus en zeide tot Hem ; zijt Gij de koning der Joden? Jesus antwoordde : zegt gij dit uit u zeiven , of hebben

anderen het u van Mij gezegd? I'üatus' zei de hierop : ben ik dan een Jood 'I uw eigen- volk en de opperpriesters hehhen U aan mij overgeleverd : wat helit Gij gedaan V Jesus antwoordde ; mijn rijk'is niet van deze wereld : zoo mijn rijk van deze wereld was, dan zoude mijn volk wel voor Mij strijden, opdat Ik aan de Joden niet werd overgeleverd, maar nu is het zoo, dat mijn rijk van hier niet is. Pilatus zeide dan tot Hem ; Gij zijl dan toch koning ? Jesus antwoordde : gij zegt het; Ik hen koning. Daarvoor hen Ik geboren, en daarvoor ben Ik in de wereld gekomen, opdat ik voor de waarheid zoude getuigen. Al wie uit de waarheid is, boort mijne stem. Pilatus zeide Hem ; wat is de waarheid? — En toen bij dit gezegd had, ging hij weder buiten naar de Joden en zeide tot de opperpriesters en de vergaderde menigte : ik vind geene schuld in Hem. En de opperpriesters beschuldigdeu

Hem \an vele dingen : en toen Hij van do opperpriesters en de ouderlingen beschuldigd werd, antwoordde Hij niets. Toen zeido Pilatus tot Hem ; hoort Gij niet welke getuigenissen zij tegen U inbrengen ? Maar Hij antwoordde hem op geen zijner woorden, zuodat de landvoogd zeer verwonderd was. Docli zij hielden nog sterker aan en zeiden : Hij maakt oproer onder het volk en leert door geheel Judca, van Galilea al', waar Hij begonnen is, tot hier toe, Toen Pilatus van Galilea hoorde spreken, vroeg hij of het een man van Galilea was, en verneme.ide dat Hij uit het gebied van Herodes was, zond hij Hem naai' Herodes, welke ook in die dagen te Jerusalem was.

Toen Herodes Jesus zag, was hij zeer verblijd : want hij had reeds langen tijd gewenscht Hem te zien, omdat hij veel van Hem gehoord had, en hoopte dat hij Hem een wonder zoude zien doen. Hij

ondervroeg Hem dan met vele woorden ; maar Jesus antwoordde hem niets. Intus-sthen stonden daar de opperpriesters en scliriftgcleerdon, die Hem onophoudelijk beschuldigden. Maar Herodes met zijn hofgezin versmaadden Hem, en Hem een wit kleed aandoende, bespotte hij Hem en zond Hem weder naar Pilatus. En op denzelfden dag zijn Herodcs en Pilatus vrienden geworden , daar zij te voren vijanden waren.

Pilatus riep dan de opperpriesters, de overheden en het volk te zamen en zeide hun : gij hebt mij dezen Man overgeleverd als iemand die het volk oproerig maakt: en toch, als ik Hem in uwe tegenwoordigheid ondervraag, vind ik geene schuld in dien Man, aan datgene waarvan gij Hem beschuldigt. Noch ook Herodes; want ik heb ti tot Hem gezonden, en zie. Hem is niets wedervaren, als of Hij des doods schuldig Was. Ik zal Hem dan kastijden en laten gaan.

De landvoogd was echicr gewoon op den lioogon feestdag voor tiet volk oenen gevangene tos te laten dien zij begeerden. En liij had toen eenen bernchten gevangene, liarrahas genaamd, die in een oproer, lietwelk hij met anderen in de stad had aangelegd, eenen moord had begaan. Toen dan het volk opgekouen was, begonnen zij te verzoeken om hetgeen hij altijd gewoon was voor hen te doen. Pilatns antwoordde hun en zeidc : wilt gij dat ik u den Koning der Joden loslate ? wien wilt gij dat ik loslate, li: rrahas, of Jesus die Christus genoemd wordt ? Want hij wist wel, dat de opperpriesters Hem uit nijdigheid overgeleverd hadden. Maar do opperpriesters ruiden het volk op, om Ie verzoeken, dat hij hun liever Uarrabas zoude loslaten en Jesus ter dood brengen. En do gansohe menigte riep oenpariglijk ; maak dezen van kant en laat ons liarrahas

Terwijl Pilatiis op (Ion rocWci'stdol z;i(, liet zijne huisvrouw licni zeggen ; bemoei ii toch niet niet lüon OnscluiUligc ; want ik hel) heden, in den droom, veel om Hem geleden. Pilalus wilde Jesns nu loslaten en zeide tot de Joden : wat wilt gij dat ik den Koning der Joden doen zal ? /ij riepen weder : kruisig lieiu 1 Hij zeide dan voor do dorde maal: maar wal kwaad hoeft lli.i toeh gedaan ? Ik vind in Hom geeno sohuld die don dood verdient; ik zal Hem dus kastijdon en laten gaan. Maar zij drongen aan met groot geroep, oischemle dat men Hom zoude kruisigen , en zij maakten een geweldig gosdiroouw. Toen nam l'ilatus .lesus en geoseldo Hom.

Do soldaten van den landvoogd namen Jesus dan in hot reehllmis en vergaderden di¹ gansohe bendo om Hom. lui zij ontkleedden Hom, hingen Hom oenen purperen mantel om, vlochten oone kroon van doornen en z.eü.'dou deze op zijn

hoofd, terwijl zij Hom ccnen rictstok in de i'cchtoi'hand gaven. Toen knielden zij vooi' Hem ncdei' en bespotteden Hem aldus ; wees gegroet, Koning der Joden • Zij sloegen Hem ook met den rictstok op het hoofd, bespuwden Hem en gaven Hem kinnebakslagen.

Toen ging Pilatus nog eens naar Imiten en zeide tot de Joden : ziet, ik breng Hem ii hier buiten, om u te doen weten dat ik geene schuld in Hem vind.

Jesus kwam dan naar buiten, dragende de doornen kroon en het purperen kleed, en Pilatus zeide tot ben : ziet den Mensch ! Maar toen do opperpriesters en de dienaars Hem zagen, riepen zij uit : kruisig Hem ! kruisig Hem 1 Pilatus zeide hun ; neemt gij Hein en kruisigt Hem; want ik vind geene schuld in Hem. Dc Joden antwoordden hem : wij hebben eene Wet, en volgens deze wet moet Hij sterven, omdat Hij zich zeiven Gods Zoon genoemd

hoeft. Toon Pilatus deze woanlcii hodnio, werd hij nog meer bevreesd. En weder in het rechthuis gaande, zeidu liij tflt Jesus ; van waar zijt Gij'! Maar Jesus gaf hem geen antwoord. Toen zeide Pilatus tot Hem : waarom spreekt Gij niet tot mij ? Weet Gij niet dat ik de macht heb om U te kruisigen, en onk om U los te laten ? Jesus antwoordde : tegen Mij zoiult gij geene macht hebben, tenzij u dezelve van boven gegeven ware; daarom heeft degene, die Mij aan u heeft overgeleverd, grooter zonde begaan. Van toen af aan zocht Pilatus Hem los te laten. Maar de Joden riepen ; indien gij dezen Mensch loslaat, dan zijt gij de vriend des keizers niet; want al wie zich zeiven koning maakt, verzet zich tegen den keizer. Toen Pilatus deze woorden gehoord had, bracht hij Jesus naar buiten en ging in den rechterstoel zitten ter plaatse genaamd Lithos-trolos, en in 't hebreeuwsdi: Gabhatl a.

liet was de dag der voorbereiding van I'aschen, omtrent het zesde uur ; en hij zei de tot de Joden : ziet uwen Koning ! Maar zij riepen : weg, weg niet Hem, kruisig Hem! Piiatus zeide hun ; zal ik dan uwen Koning kruisigen ? De opper-priesters antwoordden : wij hebben gcenen koning dan den keizer. 1'ilatus dan, ziende dat hij niets vorderde, maar liet oproer toenam, wasehte zijne handen voor het volk, en zeide : ik hen onschuldig aan het bloed van dezen Rechtvaardige : gij kunt toezien. Kn al het volk antwoordde hierop: zijn bloed kome over ons en over onze kinderen. Piiatus stond dan toe, dat men het volk bevredigde. Hij liet hun Barrabas los, dengene dien zij eisebten, welke om oproer en moord in den kerker geworpen was, en gaf Jesus over om gekruisigd te worden. Zij namen Jesus dan, en nadat zij Hem bespot hadden, Irokken zij Hem den Hiautc! af, deden Hem zijne: kleederen aan,

on leidden Hem weg om Hom te kruisigen. En toen zij hoen gingen vonden zij eenen man van Gyrene, Simon genaamd, die daar voorbij ging en van het land kwam, den vader van Alexander Rufiis ; en zij dwongen hem, om het kruis achter Jesus te dragen.

En Hem volgde eene groote menigte van volk en vrouwen, die Hem beklaagden en beweenden. Maar Jesus wendde zich tot haar en zeide ; dochters van Jerusalem, weent niet over Mij, maar weent over u zelve en over uwe kinderen ; want weldra zullen de dagen komen dat men zeggen zal : zalig zijn de onvruchtbaren, en de lichamen die niet gebaard, en de borsten die niet gezoogd hebben. Dan zullen zij tot de bergen beginnen te zeggen ; valt op ons! en tot de heuvelen : bedekt ons ! want, doen zij dit met het groene hout, wat zal er dan met het dorre geschieden ? — Daar werden ook met Hem

lwee anderen, misdadigers, heen geleid om tor dood gebracht te worden. Eu toen zij gekomen waren op Golgotha, dat is te zeggen ; de plaats der doodshoofden, gaven zij Hem wijn met mirrhe gemengd te drinken : en toen Hij het geproefd had, wilde Hij het niet drinken. En zij hebben Hem en do misdadigors gekruisigd, den eenen aan zijne rechterhand en den anderen aan zijne linkerhand. Toen werd de Schrilluur volbracht, welke zegt: en Hij is gerekend onder de booswichten. I'ilatus had ook een opschrift geschreven en hoven aan het kruis geplaatst, waar geschreven stond ; Jusus van Xazaiietii, Koning der Jodun. Velen van de Joden lazen dit opschrift; want de plaats waar Jesus gekruisigd werd , was nabij do stad, en het was in 't hebreeuwsch, in 'tgrieksch en in't latijn geschreven. De opperpriesters zeiden dan tot I'ilatus ; gij badt niet moeten schrijven : Koning der

Joden; maar, dat Hij gezegd heeft : ik hen de Koning der Joden. Pilatus antwoordde, : wal ik geschreven hel), heb ik geschreven.

En nadat de soldaten Hem gekruisigd hadden, namen zij zijne kleederen, en maakten er vier deelen van , voor elk der soldaten een deel, en ook den rok; doch, dewijl de rok zonder naad en van hoven af aan tot een stuk geweven was, zeiden zij tot elkander : laat ons den-zelven niet snijden; maar laat er ons om loten, wie denzelven hebben zal; opdat de Seliriltuur zoude volbracht worden, welke zegt ; zij hebben mijne kleederen onder elkander gedeeld, en over mijn kleed hebben zij het lot geworpen. Dit deden dan de soldaten. En het volk stond daar en zag het aan; en de oversten benevens hen besehimpten Hem, schuddeden hunne hoofden en zeiden dan : welaan. Gij, die den tempel Gods afbreekt en in

twee amlci'cn, misdadigers, heen geleid om tor dood gebracht te worden. En toen zij gekomen waren op Golgotha, dat is te zeggen : do plaats der doodshoofden, gaven zij Hem wijn met mirrhe gemengd te drinken ; en toen Hij het geproefd had, wilde Hij het niet drinken. En zij hebben Hem en de misdadigers gekruisigd, den eenen aan zijne rechterhand en den andoren aan zijne linkerhand. Toen werd de Schriftuur volbracht, welke zegt: cn Hij is gerekend onder de booswichten. 1'ilalus had ook een opschrift geschreven cn boven aan het kruis geplaatst, waar geschreven stond : Jesus van Nazareth, Komng der Jouex. Velen van de Joden lazen dit opschrift; want de plaats waar Jesus gekruisigd werd , was nabij de stad, en het was in quot;t hebreeuwsch, in 'tgrieksch en in't latijn geschreven. De opperpriesters zeiden dan tot Pilatus : gij liadt niet moeten schrijven : Koning der

Joden; maar, dat Hij gezegd hoeft : ik ben de Koning der Joden. Pilatus antwoordde : wal ik geschreven heb, heb ik geschreven.

En nadat de soldaten Hem gekruisigd luidden, namen zij zijne kleederen, en maakten er vier doelen van , voor elk der soldaten een deel, en ook den rok; doch, dewijl do rok zonder naad en van boven af aan tot eon stuk geweven was, zeiden zij tot elkaiidor : laat ons ilen-zelvon niet snijden; maar laat er ons om loten, wie deuzelven hebben zal; opdat de Schriftuur zoude volbracht worden, welke zegt : zij hebben mijne kleederen onder elkander gedeeld, en over mijn kleed bobben zij bet lot geworpen. Dit doden dan do soldaten. En het volk stond daar en zag het aan; en do oversten be-nevons hen beschimpten Hom.schuddedon hunne hoofden en zeiden dan : welaan. Gij, die den tempel Gods afbreekt en in

drie dagen weder opbouwt, verlos U zeiven; indien Gij Gods Zoon zijt, kom dan af van het kruis. Insgelijks beschimpten Hem ook de opperpriesters niet do schriftgeleerden en ouderlingen, zeggende ; anderen heeft Hij verlost, en zich zeiven kan Hij niet verlossen. Zoo Hij de Koning van Israel is, dat Hij dan nu van het kruis afkome, en wij zullen Hem gelooven. Hij betrouwt op God; dat Hij Hem nu verlosse, indien — Hij Hem genegen is : want Hij hee'l gezegd : ik ben Gods Zoon. Het krijgsvolk bespotte Hem ook; en zij kwamen Hem azijn aanbieden, zeggende : zijt Gij de Koning dei-Joden, verlos dan L' zeiven ! Ook beschimpten Hem degenen, die met Hem gekruisigd waren. EnJesus zeide ; Vaikr, vergeef het hun : want zij iveten niet, wat zij doen!

indien Gij de Christus zijr, help dan l) zclven en ons! — maar do andere daarentegen berispte Uom en zeide ; vreest gij dan ook God niet, ofsclition gij dezelfde straf ondergaat? En wij wel met recht, want wij ontvangen den loon van onze werken ; maar deze heeft geen kwaa l gedaan. Toen zeiJe hij tot Jesus : Heer, wees mijner gedachtig wanneer Gij in uw rijk zult komen ! Jesus antwoordde hem ; Ik zeg u, voorwaar, heden zuil (lij met Mij in het Paradijs zijn.

Ondertussehen stonden liij het kruis van Jcsus zijne Moeder en de zuster van zijne Moeder, Maria Kleopha en Maria Magda-lena. Toen Jesus nu zijne Moeder en den leerling, dien Hij licl' had, zag staan, zeide Hij tot zijne Moeder : Vrouw, zie daar uwen zoon! Daarna zeide Hij tot den leerling ; zie daar uwe Moeder! Kil van dien tijd al' heeft de leerling haar t«t zich genomen.

Kil er k\v;ini cene iluisfeniis over do gansclie aai'de van het zesde tot het' iiepcnde uui' toe. De zon werd verduisterd, en omtrent liet negende nur riep Jesus met luider stem : mijn Cocl! mijn Cod.' waarom richt Gij Mij vertalm? Kn eenigen, die daar sfonden en liet hoorden, zeiden : ziet. Hij roept Elias, en de anderen zeiden : wariit, laat ons zien of Klias zal komen om Hem te verlossen.

Dewijl Jesus nu wist dat alles volhraelit was, zeide Hij, opdat de SihriOuur vervuld zoude worden : Ik heb dorst. En daar was een vat vol azijn geplaatst. Toen liep er een en ging cene spons duopen in den azijn, stak dezelve op eenen rietslok en gaf Hem te drinken. Als Jesus nu den azijn genomen had, zeide Hij : het in rolhnicht!

mijnen geest! on toen Hij (lil gezegd Iük?, liuog Hij zijn lioofil on gaf don geest.

En ziet, het \ooi'Iiangsel van den tom-pol scliourde in (wee stukken van boven lot benoden, do aarde beefde en de steenrotsen barstten. De graven gingen opon, en vele licbamen van Heiligen, die onl-slapon waren, zijn opgeslaan;on uit d^ gi'avon gaande, na zijne verrijzenis, kwamen zij in do heilige stad en vor-sclioiu'ii aan veto niensobon. linde boofd-nian, die er togen over stond, ziende, dat Hij zoo roepende den geest gegeven bad, en al Iiotgoen er gebeurd was, en allen die zieli bij boni bevonden, om Jesus to bewaren, worden bevreesd en verlieerlijklon God, zeggende : waarlijk, dil was de Zoon van God! Kn allen, die bij dit scbouwspel tegenwoordig waren en opmerkten, wat er gebeurde, sloegen al terug koerende op bunne borst.

die Hem uit Galilca gevolgd waren, stonden van verve en zagen alles aan. Onder deze was Maria Magdalena en Maria, de moeder van Jacobus en Joseph , en de moeder der kinderen van'Zebedeus en vele anderen die met Hem naar Jerusalem gekomen waren.

Daar het nu do dag der voorbereiding was, verzochten de Joden van Pilatus, dat hunne beenen gebroken en zij weggenomen werden, opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op den Sabbatdag (want die Sabbatdag was een hooge dag). De soldaten kwamen derhalve en braken de boenen van den eersten, alsook van den anderen, die met Hem gekruisigd waren ; maar toen zij by Jesus kwamen, en zagen dat Hij reeds gestorven was , braken zij zijne beSnen niet, doch een der soldaten doorstak zijne zijde met eene lans, en terstond kwam er bloed en water uit.

En hij, die het gezien heeft, geeft er getuigenis van , en zijne getuigenis is waarachtig : en hij weet dat hij de waarheid zegt, opdat gij het ook zoudt geloo-ven. Want deze dingen zijn geschied, opdat do Schriftuur volbracht zoude woj-den : geen van zijne beenderen zult gij breken. En wederom zegt eene andere schriftuurplaats : zij zullen Hem zien, dien zij doorstoken hebben.

Toen het nu avond geworden was, kwam er een rijk man van Arimathea, Joseph genaamd, een aanzienlijk raadsheer , een goed en rechtvaardig man, welke in hunnen aanslag niet had toegestemd, cu die ook het rijk Gods verwachtte, omdat hij een leerling van Jesus was, hoewel in quot;t geheim, uit vrees voor de Joden ; en hij begaf zich onbeschroomd naar I'ilatus en vroeg het lichaam van Jesus. Doch het bevreemdde 1'ilalus dat Hij reeds gestorven zoude zijn ; hij ont-

Imoil don hoofdinaii, en vrootr hem of Jrsus ;il gestorven was. En toen liij dit van den hoofdman vernam, gaf hij liet lichaam aan Joseph.

En Joseph, die een lijn lijnwaad gekocht had, nam Hem af; Mcodemns, die vroeger des nachts hij Jesus gekomen was, kwam ook en hracht een mengsel van inirrhe en aloe. Zij namen dan het lichaam van Jesus en wonden het in doeken met zalfkmiden, zoo als het hij de Joden de gewoonte is te begraven. Op de plaats nu, waar Hij gekruisigd is, vas een hof, en in dien hof een nieuw grif, hetwelk in eene steenrots was uitgehouwen en waarin nog niemand gelegd was. En zij legden Hem in het graf, en Joseph wentelde eenen steen voor den ingang van het graf.

En do vrouwen , die met Jesus uit (ialilea gokomen waren, hezagen hot graf, en hoo zijn lichaam daar gelogd word.

Den volgenden dag, den dag namelijk na de voorbereiding, kwamen ile opperpriesters en Farizeên gezamenlijk hij Pilatus en zeiden : Mijnlieer ! wij zijn indachtig geworden dat deze Verleider, toon Hij nog leelile, gezegd lieell ; na drie dagen zal Ik verrijzen. Gebied derhalve dat men het gral' tot den derden dag toe bewake, opdat zijne leerlingen Hem niet komen stelen, en dan aan het volk zeggen : Hij is verrezen van den dood ! •— Want deze laatste dwaling zal erger zijn dan de eerste. Pilatus antwoordde hun : gij hebt eene waeht; gaat dan heen en bewaakt het graf zoo als gij het goed vindt. Zij gingen dan heen, hezetteden het gral' met eene wacht en verzegelden den steen.

barmliartighoid, die ons in Jcsus-Chris-tus, uwen Zoon, het volmaaktste voor-beeld van ootmoedigheid, van liefde en zachtmoedigheid gegeven, en ons door zijn lijden en dood verlost hebt, verleen ons uwe genade om dit voorbeeld na te volgen en aan zijne verdiensten deelachtig te worden. Geef dat wij de plichten, welke Gij ons hebt opgelegd, met denzelfden ijver en met die volko-mene gehoorzaamheid volbrengen, waarmede Jesus-Christus zieh aan uwen wil heeft onderworpen ; dat wij alles, waartoe uwe wijze voorzienigheid ons bestemd heelt, even als Jesus met bereidwilligheid en vertrouwen op uwen bijstand ondernemen. — Hij werd door geene moeielijkbeid ter neer geslagen, door geene vernedering afgeschrikt; de verregaande ondankbaarheid koude zijn hart niet verbitteren, noch zijne weldaden verminderen. 1» den nederigen stand.

waarin Hij voor onze zaligheid geboren werd, leefde Hij te vreden. Hij verdroog met geduld de bespotting, do tegenspraak en de verachting van zijne vijanden. Zoo wil ik ook in vertrouwen op uwe genade U beminnen als mijn hoogste goed, en mijnen evennaaste , omdat Gij het mij gebiedt. Verleen mij deze genade , om de verdiensten van Jesus-Cbristus, uwen Zoon, die niet U leeft en heersebt in de eenheid van den H. Geest, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Deze week is voornamelijk toegewijd aan de herinneringen van de laatste dagen, welke Jesus op aarde doorbracht. Do heilige Kerk wil dat wij gedurende dezelvo het lijden en den dood des Zaligmakers overwegen, om daardoor opgewekt te worden tot dankbaarheid en wederliefde voor onze verlossing, welke Hij toen volbracht. Vooral moeten wij de laatste dagen iu

godvruchtige overdenkingen l)ij liet graf vau onzen Verlosser doorbrengen en door de betrachting van zijne liefde en barm-hartigheid, oprechte gevoelens van berouw on heilige voornemens verwekken, om waardij hot H. Paaschfeest te vieren en aan de Tafel des Heeren deel to nemen.

« Ziet, wij zagen Hem zonder schoonheid en bevalligheid; zijn gelaat was mis-vormtl; Hij heeft onze zonden gedragen en voor ons geboet. Om onze misdaden is Hij gewond geworden. Zijne wonden hebben ons genezing en heil aangebracht. Waarlijk, Hij heeft onze zonden op zich genomen en de straf van onze schuld gedragen ! »

« Al mijne vrienden hebben Mij verlaten ! hij, dien Ik liefhad, heeft Mij verraden ! mijne oogen zijn door bet weenen verzwakt! Ziet, volkeren, of wel eene smart gelijk is aan mijne smart! »

« Hij werd als een schaap ter slacblliank geleid, en Hij opende zijnen monü niet.

toen Hij mishandeld werd. Hij werd ter dood gebracht, om voor zijn volk het leven en de zaligheid te verwerven.

« Sta op, Jerusalem, leg uw feestkleederen af en hul u in treurgewaad! Bedek uw hoofd met asch en laat' uwe tranen dag en nacht als beken vloeien : want hij u is de Verlosser van Israël ter dood gebracht! »

God, wij vereenigen ons in deze dagen meermalen in uwen heiligen tempel, om die gedachten en gevoelens hij ons op te wekken , welke ons tot eene waardige deelneming aan uwe H. Tafel en aan het feest van uwe verrijzenis moeten voorbereiden. — Hoe verheven zijn de geheimen uwer liefde, waaraan deze heilige tijd ons herinnert! O hoe ondankbaar en eevocHoos zouden wij zijn , zoo wij ' 1'J

nnvprscliiliig en koud bleven liij de overdenking van uwe overgroote liefde! In dez.e overdenking vinden wij alles, wat ons troosten , versterken en verblijden kan: licht in onze onwetendheid, kracht bij het gevoel van onze zwakheid, bemoediging in het lijden en hoop bij den dood. O dat wij steeds het voorbeeld, dat Gij ons door uw lijden en sterven gegeven hebt, voor oogen hielden! Prent uwe laatste woorden en daden diep in ons hart, (gt;11 geef dat zij overvloedige vruchten voortbrengen, door ons leven te verboteren en onze deugd te volmaken.

Gezegend zij ons de gedachtenis van onzen goddelijken Leeraar! Hij heeft ons uit de duisternissen des doods tot liet rijk des eeuwigen lichts overgebracht, en ons in de waarheden der zaligheid onderricht. Door Hem kennen wij U, o God! als onzen liefderijken Vader, welke de zondaren, zoo zij met berouw terugkeeren.

in genade ontvangt. Door Hem kennen wij den weg, welke ons naar 1 , ons hoogste goed, geleidt; Hij heeft ons dien weg getoond, en Is ons op dcnzelven voorgegaan; door zijn lijden en zijnen dood heeft Hij ons de genade verworven om zijn voorbeeld te volgen.

Gezegend zij ons de gedachtenis van den onsehuldigen en heiligen Jesus, In wiens mond geen bedrog gevonden werd; die, toen Hij belasterd werd, niet weder schold, en ook zijne vijanden beminde. Hij ging voorbij onder weldoen. Zijne woorden waren enkel waarheid en wijsheid ; zijn vermaak bestond in het volbrengen van den wil zijns hemelschun Vaders.

Help ons, o God! opdat wij dit voorbeeld steeds naderbij komen en gelijkvormig worden aan uwen Zoon, om eens met Hem verheerlijkt te worden!

uit liefde voor ons vergeet Gij U zeiven en het lijden, dat U wacht, om uwe be-drocfdc leerlingen te hemoedigen en hen niet de eeuwige vreugde in het iinis van uwen hemelschen Vader te troosten; om hen nauwer met U en onder elkander te vereenigen, stelt Gij een onuitsprekelyk geheim uwer liefde in, hetwelk ons door uwe heilige tegenwoordigheid aan uwe overgroote liefde herinnert en waaraan Gij allen wilt deelachtig maken, om hun een onderpand der eeuwige zaligheid te geven. Wat mogen wij dan nu niet ver-wachten van U, daer Gij nu in eeuwigheid leeft en heerseht, en ons met U zeiven alles gegeven hcM 1 Geef ons de genade, dat wij U uit geheel onze ziel, uit al onze krachten, met geheel ons hart beminnen en nooit dan met oprechte gevoelens van dankbaarheid en wederliefde aan het allerheiligste Sacrament van uw lichaam en Moed deel nemen.

Met gelatenheid en onderwerping aan den wil van uwen Vader, ondergaat Gij het smartelijkste lijden en den schandelijken dood des kruises. De bitterste spotternijen, de verregaandste mishandelingen en de hevigste pijnen kunnen uwe zachtmoedigheid en uw geduld niet verminderen. Gij bidt voor uwe vijanden om vergeving, en aan den boetvaardigen moordenaar belooft Gij het Paradijs. Zoo bevestigt Gij door uwen dood , hetgeen Gij door uw woord geleerd hadt, en toont ons door uw voorbeeld aan het kruis, hoe wij zachtmoedig en nederig van harte moeten zijn.

() barmhartige Verlosser, Gij geeft alles voor onze zaligheld ten beste; Gij sterft, om ons te doen leven en ons tot uw volk te heiligen, hetwelk, als uw heiligdom, zich ijverig toelegt op allerlei goede werken. Uw lijden en sterven is voor ons het zekerste onderpand, dat Gij niet den

dood des zondaars, maai' zijn behoud cn eeuwige zaligheid verlangt. Gij zijt voor allen, die in U gelooven, eene bron van ecuwig heil geworden, omdat Gij ons door uw kostbaar bloed uit de slavernij der zonde hebt vrijgekocht.

Daarom, o Jesus! wil ik alleen op uw kruis roemen cn der wereld afsterven, om met U te leven; ja, het is billijk dat ik U uit dankbaarheid boven alles bemin, dewijl Gij eerst uit liefde voor mij gestorven zijl. Niemand heeft grootere liefde, dan hij die zijn leven opoffert voor zijne vrienden, cn Gij hebt het gedaan voor uwe vijanden, voor mij, nadat ik U door de zoude beleedigd had. Laat niet toe, dat ik deze liefde ooit vergete; maar verleen mij uwe genade, om voor U alleen te leven en in uwe liefde te sterven. Amen.

Gebed der H. Kerk. O Goil, die ons op dezen dai:, door de zegepraal, welke uw eeniggeboren Zoon op den dood-behaalde, den toegang hebt geopend tot de eeuwige zaligheid , volbreng door uwe hulp de wenschen, welke uwe genade ons ingeeft: door denzelfden Jesus-Christus, uwen Zoon, onzen Heer, die met L' leeft en heerscht. God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

O God! stort in ons den geest uwer liefde, opdat wij allen, die gedurende dezen li. tijd in uw heilig Sacrament met een en hetzelfde hemelsch brood gevoed worden, dour uwe genade één hart en céne ziel mogen zijn. Amen.

« De Heer is waarlijk verrezen; alleluia! Hij, die voor ons aan 't kruis gestorven is, is uit het graf opgestaan; alleluia.

« Dit is de dag, dien de Heer gegeven heeft; komt, laat ons juiehen en vroolijk zijnl Looft den Heer; want Hij is goed, en zijne barmhartigheid blijft in eeuwigheid ; alleluia! »

« Ik ben de verrijzenis en het leven; al wie in Slij gelooft, zal leven, al ware hij ook gestorven; en al wie leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven. » « Uedenkt, dat Christus van den dood verrezen is; hot is eene vaste waarheid : zoo wij met Hem sterven, zullen wij ook met Hem leven; en zoo wij met Hem lijden, zullen wij ook met Hem verheerlijkt worden. »

« (iij gelooft, omdat Gij mij gezien hebt; zalig zijn degenen, die niet zien en toch gelooven ! »

« Wij weten, dat Christus, nu Hij van den dood verrezen is, niet meer sterft; de (loo;l heeft geene macht meer over Hem. Want toen Hij gestorven is, stierf Hij

eenmaal voor de zonde; maar nu Hij leeft, leeft Hij voor God. Insgelijks dan gij ; beschouwt u zeiven als dezulken, die der zonde afgestorven zijn, maar voor God leven in Jesus-Christus, onzen Heer. »

« Aan hem, die overwint, zal Ik ver-leenen, dat hij met Jlij op mijnen troon zitte, gelijk ik overwonnen heb en met mijnen Vader op den troon zit. »

Goddelijke Zaligmaker, zegevierende Verlosser.! heden hebt Gij de zonde, den dood en de hel overwonnen en ons de poorten des Hemels geopend. Het grooto werk uwer liefde en barmhartigheid — de verlossing van het gevallen nienschelijk geslacht — is voltooid; glorierijk zijt Gij uit het graf opgestaan, gelijk Gij voorzegd hadt; hierdoor hebt Gij ons het

krachtigste bewijs van waarheid uwer goddelijke leer gegeven, en ons geloof op een' onwankelbaren grondslag gevestigd.

O eeuwige liefdequot; ik juich bij uwe overwinning; liefderijke Jesus! ik verblijd mij met uwe II. Kerk over uwe verrijzenis ; Gij hebt mij van de zonde en van den eeuwigen dood verlost, en weder nieuwe hoop op de eeuwige zaligheid gegeven. Hoe zal ik U hiervoor waardig danken; wat zal ik U geven voor alles, wat Gij mij gedaan hebt? Waardoor kan ik U anders mijne wederliefde tooncn, dan door de navolging van uw^: aanbiddenswaardig voorbeeld? O Jesus , geef mij lot dit einde uwe genade! Uit al mijne krachten wil ik tegen de zonde strijden, om het leven te behouden, hetwelk Gij mij door uw lijden en dood verworven hebt; ik wil mijne zondige neigingen en begeerten overwinnen, en niet U tot een nieuw en heilig leven op-

staan. Do dag van heden spoort mij op nieuw aan tot het volbrengen van dezen plicht, en mijne hoop op de overwinning wordt gesterkt door het vertrouwen op uwe genade, terwijl Gij, zegevierende Verlosser, de zonde en den dood overwonnen en ons aan uwe zegepraal deelachtig hebt gemaakt.

Ik hid U dan met kinderlijk vertrouwen, sterk mij in het voornemen, hetwelk ik heden in uwe heilige tegenwoordigheid vernieuw : geef mij uwe genade om alle bekoringen cu listen van de vijanden mijner zaligheid te wederstaan, opdat ik eenen goeden strijd strijde en eens de kroon der gerechtigheid ontvange in den Hemel, waarheen Gij mij door uw lijden en en sterven en door uwe glorierijke verrijzenis den weg hebt voorbereid. Amen.

Het heerlijk koor der Apostelen, De roemrijke schaar der Profeten, Het schitterend heer der Martelaren prijst U;

Gij hebt den schoot eencr maagd niet geschroomd, om ter verlossing van den mensch de menschheid aan te nemen.

Gij hebt den prikkel des doods overwonnen en voordo geloovigen het rijk der hemelen geopend.

Wij (dit zegge men knielende) bidden U dan ; help uwe dienaren, welke Gij door uw dierbaar bloed verlost hebt!

Goof, dat zij in de eeuwige heerlijkheid omler het getal uwer Heiligen gerekend worden.

Laat,o Heerl uwe barmhartigheid over ons komen, zoo als wij op U gehoopt liehhen.

Op U, o Heer! heb ik mijn vertrouwen gesteld; in eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden.

machtige God, dat wij, die in tegenspoed op uwe barmhartigheid vertrouwen, door uwe bescherming tegen alle wederwaardigheden beveiligd worden, door onzen Heer Jesus-Christus, uwen Zoon, die met l! leeft en heerseht in de eenheid van den H. Geest.

O Heer, ontvang onze gebeden in genade en geef, dat wij uwe milde gaven in den geest van boetvaardigheid gebruiken, opdat wij door uwe genade vertroost worden, en in uwe liefde gedurig toenemen. Amen.

« Allerliefsten, bidt voor elkander, opdat gij moogt zalig worden : want bet aanhoudend gebed van den rechtvaardige vermag veel. Elias was een sterfelijk mensch, gelijk wij zijn ; doch hij bad met ijver, dat bet op de aarde niet zoude regenen; en in drie jaren en zes maanden regende het niet. Hij bad weder ; en de

hemel gaf regen, en de aarde liraclit vruchten voort. Mijne broeders, indien iemand uwer van do waarheid is afgedwaald, en een ander hem terecht hrengt, deze moot weten, dat hij, die oenen zondaar van zijnen dwaalweg terug hrengt, eeno ziel van den dood verlost en eone menigte van zonden bedekken zal. »

« Vraagt, en gij zult ontvangen, opdat uwe vreugde volkomen zij : want de Vader zelf bemint n, omdat gij Mij bemind en in Mij geloofd hebt. gt;

In dien tijd zeidc Jesus tot zijne leerlingen : zoo iemand van u eenon vriend had en zich midden in den nacht naar hem begaf on zoide : loon mij drie broo-don : want mijn vriend is van de reis bij mij gokomon, en ik heb niets, dat ik hem

vooi7.eUcn k:in : cn hij dan van binnen antwoordde, val mij niet lastig; de deur is reeds gesloten, en mijne kinderen zijn met mij te lied; ik kan niet opstaan, om ze it te geven. Zoo hij dan blijft kloppen, zeg ik n, al zoude hij niet opstaan, om hem dezelve te geven , dewijl hij zijn vriend is, zal hij evenwel opstaan, omdat hij volhoudt, en hem zoo veel geven, als hij er noodig heeft. En ik zeg u : vraagt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal geopend worden. Want al wie vraagt, ontvangt, en al wie zoekt, vindt, en voor hem, die klopt, wordt opengedaan. Welke vader is er immers onder u, die zijnen zoon eenen steen zal geven, als deze brood van hem vraagt? of eone slang, als hij om viseh verzoekt, of eenen schorpioen, wanneer hij eene ei verlangt? Zoo gij nu goede dingen aan uwe kindwen geeft, hoewel gij hoosaardig zijt, hoeveel te meer zal dan uw -20

Uannliartige God, Vader van alle nien-selien! Alles, wat mij overkomt, wordt door U lieschikt of toegelaten; ik erken iu allrs uwe wijsheid en ik onderwerp mij volkomen aan nwen heiligen wil. Ik prijs en aanhid uwe goddelijke voorzienigheid, welke alles ten goede beschikt voor hen, die l' beminnen. Ik bid U, heschenn mij door uwe goddelijke almacht, spaar mij om uwe oneiiulige barmhartigheid, en leid mij volgens uwe liefde en wijsheid, (jij kuut mij in alle omstandigheden helpen, en Gij wilt mij helpen, zoo het mij zalig is. Zou ik soms volgens dit geloof niet gedacht en gehandeld, en niet met vast vertrouwen tot ü mijne toevlucht genomen heb, is mij dit van harte leed.

ii ^v Geef, dat ik in het vervolg voorspoeden geluk met ecu dankbaar en ootmoedig hart van U geniete, en mij in tegenspoed en wederwaardigheden tevreden onder-werpe aan uwen heiligen wil in den geest van boetvaardigheid. Verleen mij uwe genade om altijd vast te, vertrouwen op uwe oneindige goedheid en liefde, en leid mij door dit wisselvallig en onzeker leven naar het verblijf der eeuwige zaligheid. Amen.

Gebed van de II. Kerk. Geel', bidden wij U, almachtige God, dat wij, die ge-looven, dat heden uw eeniggeboren Zoon, onze Zaligmaker, ten Hemel opgevaren is, ook met ons hart in den Hemel wonen; door denzelfden Jesus-Cbristus , onzen Heer, die mei L' leeft en hocrsehl in de

« Ik ga naar mijnen Vader en uwen Vader ; naar mijnen God en uwen God; alleluia! »

O Koning der glorie, God der lieer-kracliten, die lieden als overwinnaar ten Hemel zijt gevaren , verlaat ons niet; maar zend ons den geest der waarheid, den beloofden des Vaders! »

(i Vader, het uur is gekomen; verheerlijk uwen Zoon, opdat uw Zoon II ook verheerlijkc, gelijk Gij Hem macht gegeven hebt over alle menschen, om aan allen, welke Gij Hem gegeven hebt, het eeuwige leven te schenken. Uit is het eeuwige leven, dat zij U, den eeuigen waren God kennen, en Jesus-Christus, dien Gij gezonden hebt. Ik heb U op aarde verheerlijkt , en het werk voltrokken , dal Gij mij hadt opgelegd. O Vader! geel' mij

a ü(' Vader heeft Hom in den Hemel verheven aan zijne rechterhand boven alle vorstendommen en machten, en hoven alles, wat eenen naam heeft, niet slechts' in dezen tijd, maar ook voor de toekomst. Hij heeft alles aan Hem onderworpen en Hem aangesteld tot hoofd van zijne Kerk.»

« Ik ga heen, om u eene jilaals te bereiden : ik kom terug om u tot Mij te nemen, en gij zult zijn, waar Ik ben. »

Met oprechte vreugde en godvruchtige blijdschap aanbid ik U, goddelijke Heiland, die, na do zonde en den dood te hebben ovt/wonnen, glorierijk ten Hemel zijt opgevaren. Ik dank U, dat Gij deze aarde verlaten hebt, om voor ons, zondaars, den Hemel te openen en eene woon-

plaats te bereiden voor allen, welke in U gelooven en uwen heiligen wil volbrengen. Dal alle schepselen U loven en danken, dewijl (iij nog voor ons den Vader bidt, opdat wij na deze vreemdelingschap deel-achtig mogen worden aan de eeuwige zaligheid, ons eigenlijk vaderland. Dit is onze bestemming; niet hier o? aarde, maar bij U, o God ! vinden wij liet waar geluk, de bron der eeuwige vreugde. Gij hebt ons voor U geschapen, en ons hart is ongerust, tot dat het in ü ruste. Geel ons uwe genade om onvermoeid te strijden togen de zonde en tot hot einde toe in uwe liefde te volharden, opdat wij eens, gelijk Gij, bet werk, dat ons opgelegd is, volbrengen en liet eeuwige leven hebben. Hiervan is uwe glorierijke hemelvaart de zekerste waarborg.

O hoe barmhartig en liefderijk zijt Gij, dewijl (iij ons in deze hoop door woorden en werken zoo overvloedig bevestigt, op-

dat on zo zwakheid niet wankelen en «ns geloof niet bezwijken zoude. Uwe liefde kent geene maat en uwe bannliartiglieid is zonder einde.

Om deze groote goedheid en om uwe oneindige verdiensten bid ik U, wees mij genadig, wanneer Gij eens met macht en majesteit zult wederkomen lt;ini te oordcelen levenden en dooden. Help ons met uwe genade, opdat wij dan onder de zaligen geteld worden.

Geef ons uwen zegen, goddelijke Verlosser! zoo als Gij bij uwe hemelvaart uwe leerlingen gezegend hebt, en vervul ons met uwen H. Geest, opdat wij U eens in den Hemel eeuwig danken en verheerlijken. Amen.

hot liftit van don H. Goest hebt onderwezen, geef dat wij door denzelfden Geest het goede beminnen en ons altijd in zijne vertroosting mogen verheugen; door Jc-sus-Christus, uwen Zoon, onzen Heer, die niet U leeft en heerscht in de eenheid van denzelfden H. Geest, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

(i Zoo gij mij bemint, onderhoudt dan mijne geboden! Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u oenen anderen trooster zenden, welke altijd bij u blijven zal; den Geest der waarheid, dien de wereld niet ontvangen kan, omdat zij Hem niet kent en ziet. Maar gij zult Hem kennen, want Hij zal bij u blijven en in u zijn. Ik zal u niet als weezen achterlaten. »

« De goddelijke liefde is in onze harten uitgestort door den H. Geest, die ons gegeven is. »

« Ontvang den H. Geest, wier zonden gij vergeven zult, aan die worden zij vergeven, alleluia! »

« Zoo heeft God de wereld bemind, dat Hij zijnen ('eniggeboren Zoon gaf, opdat elk, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar het eeuwige leven hebbe, alleluia! »

Barmhartige God, die op dezen dag door Jesus-Christus uwen H. Geest over de Apostelen hebt uitgestort, ook aan ons hebt Gij dezen H. Geest beloofd en gegeven. Wij weten, dat wij zonder zijnen bijstand niets vermogen en zelfs geene goede gedachte kunnen hebben. Hoe gemakkelijk vervallen wij tot traagheid in uwe heilige dienst, en door de bekoring tot de zonde, indien uw H. Geest ons geene krachten

geelt,om dezelve te ovenvinnen en onze plichten tc volbrengen. Wij bidden ü dan, geef ons in ruimere mate dezen Geest van wijsheid en kennis, van verstand en voorzichtigheid, van godsvrucht en sterkte, den Geest van uwe heilige vrees. Geef ons de genade, dat wij dooi' dezen Geest in ons de werken van het vleesch dooden, en onze lusten overwinnen, om eens tot. de volkomene vrijheid van kinderen Gods te geraken. Versterk ons in de bekoringen en in tegenspoed met dezen Geest van waarheid , en stort in onze harren den Geest der liefde, waardoor wij II boven alles beminnen en onzen naaste gelijk ons zeiven. Verleen ons een oprecht en kinderlijk vertrouwen , opdat wij nooit met vrees en angst, tot U naderen, maar in de gedachte aan U onze grootste vreugde vinden; dan zal ons geheele leven, dan zullen al onze woorden en werken doen zien, dat wij niet den geest van deze we-

veld, maar don Geest van Christus, niet den geest van slavernij, maar den Geest van Gods kinderen hebben.

Geheel van de //. Kerk. Almachtige, eeuwige God, die uwe dienaren door de belijdenis van het ware geloofde glorie der eeuwige Drievuldigheid hebt doen erkennen, om in de macht en majesteit de eenheid Ie aanbidden, wij bidden U, dat wij door de kracht van dit geloof tegen alle rampen beveiligd worden ; door onzen Heer Jesus-Christus, uwen Zoon, die met U leeft en heerscht in de eenheid van den H. Geest, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

« Di'ie zijn or, die getuigenis geven in den Hemel : de Vader, de Zoon en do H. Geest; en deze drie zijn één. »

« Mij is alle macht gegeven in den Hemel en op do aarde; gaat dan en leert alle volken, en doopt lien in den naam Hes Vaders, en des Zoons en des H. Geestes! »

« O diepte van de rijkdommen dor wijsheid en wetenschap Gods! Hoe onbegrijpelijk zijn zijne oordeelen, en hoe onna-spoorlijk zijne wegen! »

Ik dank U, almachtige Vader! voor de onuitsprekelijke goedheid, waarmede Gij mij uit het niet hebt voortgebracht, om mij na dit leven eene eeuwige zaligheid te schenken. Van alle eeuwigheid hebt Gij aan mij gedacht en voor mij de middelen beschikt, om tot het doel, waarvoor Gij mij geschapen hebt, te geraken. Tot op

dezen stond heeft uwe vaderlijke zorg mijn leven bewaard en mij al datgene gegeven, waaraan ik belioefte had, om door de vreemdelingschai) van dit leven het eeuwige leven te verwerven. Gij wilt ook, dat ik U mijnen Vader noeine, ondat ik ten allen tijde, in blijdschap en in droefheid, in voor- en tegenspoed, in het leven en bij den dood, op U zoude betrouwen.

Ik dank L', goddelijke Zaligmaker, Je-sus-Christus! voor de overgroote liefde, waarmede (lij tot ons gekomen zijt, om te zoeken en te redden, hetgeen verloren was. Gij hebt onze zwakke natuur aangenomen, om ons door uw woord den weg der zaligheid te toonen en door uw voorbeeld aan te wijzen, boe wij denzelvcn moeten bewandelen. Gij zijt gehoorzaam geworden aan di'ii wil uws hemelsehen Vaders tot den dood toe, ja lot den dood des kruises, 0111 ons van de slavernij des duivels en van den eeuwigen dood te ver-

lossen. Gij roppt tot U, allen die belast en heiaden zijn, om allen te verkwikken; Gij helpt allen, die L' navolgen, en verstoot niemand, die tot U komt.

Ik dank U, God H. Geest, die van den Vader en den Zoon voortkomt, voor de oneindige liarmluirtigheid, waarmede (lij mij om de verdiensten van Jesus-Christus geheiligd hebt. Door uwe genade is de goddelijke liefde in mijn hart uitgestort, ben ik een kind van God en medeërfge-naam van Jesus-Christus geworden, en is mij dc leer der zaligheid bekend gemaakt. Verleen mij uwen heiligen bijstand, versterk mij in de kennis der waarheid en in de gehoorzaamheid aan uwen heiligen wil, opdat ik eens deelachtig moge worden aan de eeuwige zaligheid, voor welke God dc N ader mij geschapen en God de Zoon mij verlost hoeft. Amen.

Gthed van de II. Kerk. O God, die ons in dit wonderbare Sacrament de gedachtenis van uw lijden hebt nagelaten, geef, bidden wij ü, dat wij de allerheiligste ge-beimenissen van uw lichaam en bloed zoo vereeren, dat wij de vruchten van onze verlossing in ons gedurig ontwaren.

O God, die hij de instelling van dit li. Sacrament het gebod gegeven licht ; he-raint elkander, zoo als Ik u bemind heb; wij bidden U, verleen ons deze liefde en de genade, om U met oprechten eerbied te aanbidden en te beminnen, en in deze liefde tot aan het einde toe te volharden, die met God den Voder en den H. Geest, leeft en heerscht. God in alle eeuwigheid der eeuwigheden. Amen.

Wees in blijdschap uitgestort. Want wat vreugd uij moogt bewijzen. Welkeen loflied Hem moog' prijzen. Hier schiet alle lof te kort.

't Helder licht verdrijft den duister, En de nacht wijkt voor den luister Van dit godlijk Sacrament.

Doet ditzelfde en denkt aan mij; En zie, duizende offeraren Doen nu 't zelfde op onze altaren En zijn dood gedenken zij

En de Kerk spreekt, als ze ons lecren Dat dan 't vlecsch en bloed des Heeren Waarlijk neerdaalt op dien disch; En wij houden 't voor waarachtig,

En liet brood np de offerschaal. Na de hcU'ying, Hem bevatten. Die zich ons, met al zijn schatten. Wegschenkt in dit liefdemaal.

Waarin zich de fiodmensch hult; 't Zij in 't eene, 't zij in beiden; Want Hij kan geen deeling lijden Ka de zuivring onzer schuld.

Met den wijn, of quot;t brood alleen; Wordt genuttigd, niet gehinderd. Wordt gebroken, niet verminderd, ülijft hier steeds geheel en een.

DiiliWon dood baart aan de kwaden; Maar in 't goede hart de zaden Weglegt ter onsterflijkheid.

Knielt dan voor dit hrood der englen Waarin God ons komt omstrenglcn, Mits wij gecne onreinheid mcnglen Met een disch, zoo godlijk rein. Kom voor 't strafzwaard u heschutten Christen, kom uw paaschlam nutten Pelgrim, kom u onderstutten.

En Gij, Jesus, hier verborgen, W il toch voor uw schapen zorgen, T)ic dc vijand zoekt te worgen.

Waar, aan die op hun versland Min, dan op uw woorden bouwen. Al uw woudreu zich ontvouwen, En we, in quot;t koor van uw getrouwen. Zonder hulsel L' aanschouwen In hel homelsch Vaderland !

O Jcsus, die ons tot aan het einde toe bemind hebt, Gij hebt op den avond voor uw lijden het allerheiligste Sacrament van uw lichaam en bloed onder de gedaanten van brood en wijn ingesteld, om ons eene blijvende gedachtenis te geven van uwe overgroote liefde voor ons, en om ons door dit aanbiddelijk geheim met U en onderling op het nauwste te vereenigen. Gij geeft ons hier hst voedsel onzer zielen en het onderpand des eeuwigen levens. Zoo dikwijls ik mij iii tegenwoordigheid van hetzelve bevind, zoo dikwijls ik het heilige Misoffer bijwoon, of door de heilige Communie tot U nader, wilt Gij, dat ik aan uwe liefde voor mij denken, en de goede voornemens, om aan die liefde met dankbaarheid te beantwoorden, vernieuwen zal. Geef mij uwe genade om aan riczen plicht altijd bereidwillig te voldoen,

O liefderijke Verlosser! ik wil voortaan deze groote weldaad hooger schatten en mijne oprechte dankbaarheid voor dezelve beter aan den dag leggen.

Ik maak een vast voornemen om bij de opdracht van dit heilig offer steeds de liefde te overwegen, waarmede Gij ü voor mijne zaligheid aan den wil des hemelschen Vaders onderworpen en uw leven ten beste gegeven hebt.

Ik wil uw getrouwe navolger zijn en als lid van het huisgezin, waarvan Gij het hoofd zijt, uwe voetstappen drukken, door mijnen evennaaste te beminnen gelijk mij zelven. In de wederwaardigheden welke mij overkomen, zal ik mijn oog vestigen op den Hemel en ook de moeie-lijkste plichten volbrengen in de hoop des eeuwigen levens, waarvan Gij mij in dit heilig Sacrament een zoo kostbaar onderpand geeft. O Jesus, kom tot mij, neem uw verblijf in mij, vereenig U met mij,

verstork mijne ziel dooi' uwe heilige tegenwoordigheid en bewaai' mij ten eeuwigen leven!

Gelijk de Vader het leven in zich zeiven heeft, zoo hebt Gij ook het leven in U zeiven; geef mij dan het ware leven in U, opdat ik voor U alleen leve en buiten U niets beminne, nan omdat Gij het gebiedt. Vervul mij met uwen H, Geest, opdat mijn wil aan uwen wil, en mijn leven aan uw leven gelijkvormig worde. Laat niet toe, dat ik ooit door de zonde uwe heilige tegenwoordigheid verlicze, maar laU mij liever met U lijden, opdat ik eens met U en door U verheerlijkt worde. Amen.

I) allorhciligstc Sacrament des Altaars, wonderlnire ark des verbonds, waarin geenc tafelen der wet, maar de wetgever zelf, niet het nianna der woestijn, maar Jesus-Cliristns, het ware brood des Hemels, niet de staf van Aaron, maar Christus, de ware hoogepriestor naar de orde van Melchisedech, wezenlijk en waarachtig tegenwoordig is! O kostbaar heiligdom, waarin de Koning der koningen woont en zijn vermaak vindt om met de kinderen der mensehen te zijn! 11c aanbid U, o Jesus, en ik verootmoedig mij voor uwe goddelijke Majesteit. Gij hebt ons geroepen om heilig en onbevlekt voor uw aanschijn te leven, en door goede werken onze roeping zeker te maken. Ik bid ü, verleen mij volgens den rijkdom

uwer goedheid, dat ik door uwen H. Geest naar den inneiiijken menseh versterkt worde, om door het geloof en de liefde altijd met U vereenigd te blijven. Geef ons uwu genade om naar uwen wil te leven in ootmoedigheid, zachtmoedigheid en geduld, opdat wij elkander in liefde verdragen en zorgvuldig dc eendracht door don hand des vredes bewaren. Want wij allen, die aan uwe wezenlijke tegenwoordigheid onder ons geloovcn, van een en hetzelfde brood eten en door do liefde met U vereenigd zijn, wij allen zijn één lichaam en één geest, wij allen hebben één geloof en ééne roeping. Gcddclijke Zaligmaker, heilig ons dan allen, in waarheid, opdat wij de oude en zondige lusten van den bedorven mensch afleggen en den nieuwen mensch aantrekken, die naar het beeld van God in heiligheid en gerechtigheid geschapen is. Ondersteun onze zwakheid met uwen krachiigen bij,-

stand, opiiat wij U boven alles beminnen, dewijl Gij ons bemind en U zeiven voor ons aan uwen hemelschen Vader tot een zoenoffer hebt opgedragen. O God van barmhartigheid, verhoor mijn ootmoedig gebed, hetwelk ik met vast vertrouwen op uwe oneindige liefde voor den troon uwer genade opdraag! Geef, dat ik alles verachte en verfoeie, wat mij van uwe heiligma-kende genade berooven kan, en alles vol-brenge, wat uwe heilige wet en uwe liefde van mij vordert. Amen.

O allerliefste Jesus, geluk van mijne ziel! wanneer zal ik ü dan in alles en door alles behagen, wanneer zal ik uit liefde voor U mij zeiven en allen schepselen afsterven ? Ontferm U mijner, Hccre,

en help mij! ik verschijn voor uwe goddelijke Majesteit, mijn Zaligmaker; en ik vereer in den geest uwe heilige wonden. Eeuwige liefde, verberg mij in dezelve, (ipilat ik daar volkomen gezuiverd en geheiligd worde! Barmhartige Jesus, mijn verlangen , mijne hoop , mijne lafenis , wond mijn hart door uwe liefde ! Geef, dat mijne ziel geheel en al ontstoken worde door uwe liefde , wek door dit goddelijk vuur mijne traagheid op, en verander mijne lauwheid in eenen hran-denden ijver, om U getrouw te dienen.

O Jesus! ik verlang naar II, ik draag tnij zeiven geheel en al aan U op. ik wil niets huilen ü, ik verlang niets dan uwe heilige tegenwoordigheid, want (iij alleen liunt mij tevreden stellen; Gij zijt mijn koning, mijn leidsman, mijn Vader : Gij zijl alles voor mij. Gij zijt zeer he-minnelijk, harmhartig en getrouw. Gij verstoot niemand, die lot U komtj maar

Gij gaat allen, die U zoeken, te gcmuel, om hen te geleiden op den rechten weg. Ja, waarlijk, Gij toont, dat het uw vermaak is, onder de kinderen dor mensehen te wonen. Ik dank U, o God I vóór deze overgroote liel'ile, want wat zijn wij toch anders, dan zondige en ellendige mensehen, en niettemin wilt Gij tot aan het einde der wereld hij ons Wijven. Het was U niet genoeg, voor ons te sterven, zoo vele heilige Sacramenten in te stellen eu uwe Engelen met onze bewaring te heiasten ; Gij zelf. God van oneindige Majesteit! Gij zeil'wiit onder de geringe gedaanten van brood en wijn in ons midden wonen. — O vuur, dat mij ontvlamt, o liefde, die mij doordringt, o liefde, die altijd brandt en nooit verflauwt ! Wie kan zich in uwe tegenwoordigheid bevinden, zonder iels van die warmte te ge-yoelen? Wanneer zal ik ü toch volmaakt beminnen? Wanneer zal ik U met geheel

mijne ziel, met geheel mijn hart, uit alle krachten lief hebben? Wanneer zal ik om U alles verlaten, om U alleen te beminnen? Wanneer zal ik al mijne krachten en vermogens tot uwe dienst alleen besteden? —

O leven mijner ziel, Jesus, die gestorven zijt, opdat ik zoude leven, en door uw sterven den dood overwonnen hebt, dood in mij alle zondige lusten en kwade begeerten, mijn eigen wil en alles wat mij hindert, om voor U alleen te leven; en wek mij dan op tot een nieuw leven in U, hetwelk door gehoorzaamheid en liefde onderhouden wordt. Geel', dat ik altijd uwe geboden en de geboden van degenen, aan welke Gij mij onderworpen hebt, getrouw volbrenge, dat ik de zonden, waardoor ik U, mijn hoogste goed, be-leedigd heb, verfoeie en door boetvaardigheid mij zeiven straffe. Laat mij niets doen, dan om U te verheerlijken en U te

behagen. Heilig mijn verstand, mijn geheugen, mijnen wil, al mijne woorden en Werken. Amen.

God hemelsche Vader, die uit liefde voor ons uwen eenigen Zoon niet gespaard, maar Hem voor ons overgegeven hebt, ontferm U mijner, opdat ik dit werk uwer liefde met een dankbaar hart ge-denke en de gedachtenis van hetzelve in dit H. Sacrament waardig moge vieren!

God Zoon, Verlosser der wereld, die op aarde gekomen zijt, om te zoeken en te redden, hetgene verloren was, ontferm U mijner, opdat uw heilig lichaam en bloed mij niet tot oordeel en verdoemenis, maar tot eeuwige zaligheid strekke!

God II. Ceesf, die oji eono wondervolle wijze het geheim van de menschwording des goiidelijken woords volbracht en den schoot der H. Maagd Maria tot cene waardige woonstede van den Zoon Gods geheiligd licht, ontferm U mijner, opdat ook mijne ziel een waardig verblijf worde van mijnen Zaligmaker Jesus-Christus!

//. Drievuldigheid, één God , céno kracht, cene wijsheid, éénc liefde, die alles met wijsheid schept en met liefde bestuurt, ontferm l! mijner, opdat ik L' door geloof, hoop en liefde diene, en door dit heilig Sacrament van liefde steeds nauwer met U vereen igd worde 1

Goede Jesus, die gezegd hebt : komt tot Mij allen, die belast en beladen zijt, en Ik zal u verkwikken, ontferm L' mijner, opdat ik ontslagen worde van den last der zonde, en verkwik mijne ziel, oie naar U verlangt!

medelijden met het volk, dat l;ij U Idecl' en niets te eten had, allen op eene wdii-doHijke wijze verzadigd hebt, ontfenii U mijner, opdat ik in dit vreemd en behoeftig land niet van honger onikome; geef mij altijd dat brood, hetwelk het hart van den menseh versterkt, en laat mij door de woestijn van dit leven komen tot uwen heiligen berg!

Liefderijke Je sim, die ons het brood der-Engelen geelt, dat alle kraeht en zoetigheid in zich bevat, ontferm ü mijner, opdat mijn hart niet verflauwe, en sterk mijne ziel ten eeuwigen leven !

Almachlige Jem, die ons bobt geboden deze spijs te nuttigen, zeggende ; mijn vleesch is waarlijk spijs, en mijn bloed is waarlijk drank; en : zoo gij het vleesch van den Zoon des menschen niet eet en zijn bloed niet drinkt, zult gij het leven niet in u hebben : ontferm (J mijner en laat mij altijd waardig tot uwe 11. Tafel naderen I

Gocdcrlierene Jesus, dien Zachciïs met blijdschap in zijn huis ontving, en dien de hoofdman uit eerbied niet onder zijn dak durlile noodigen, ontferm U mijner, cn doordring mijne ziel met liefde en eerbied, opdat ik U met de vereischte gesteldheid in mijn hart ontvange!

Ootmoedige Jesus, die de tollenaars en zondaars vriendelijk bejegend, en U verwaardigd hebt met hen te eten, ontferm U mijner en verwaardig U, bij mij, onwaardige)! zondaar, uw verblijf te nemen en mij tot uwe H. Tafel toe te laten, opdat mijne ziel gezond worde !

Jesus, wonderbare koning, die, om de heerlijkheid van uw rijk te toonen, een groot gastmaal aangericht, en hiertoe al uwe onderdanen liefderijk genoodigd hebt, ontferm U mijner, opdat ik bereidwillig uwe stem volge, maar niet dan met het bruiloftskleed versierd voor ü verschijne.

langen dit Paaschlam met uwe leciiingcn verlangd hebt te eten, ontlerni U mijner, opdat ik, even als een dorstige hert naar de waterbronnen, naar ü in dit H. Sacrament verlange!

Jem, hron van heiligheid, die voor de instelling van dit H. Sacrament de voeten uwer leerlingen gewasschen hebt, tot oen teekcn van do zuiverheid, waarmede wij hetzelve moeten ontvangen, ontferm U mijner, en waseh mij meer en meer van mijne ongerechtigheid; zuiver mij van mijne zonden, opdat ik met een onbevlekt geweten uw heilig lichaam en bloed moge nuttigen!

Jesus, oneindige goedheid, die dit heilig Sacrament in uwe Kerk als eenen boo m des levens geplant hebt, tegen alle krankheden van de ziel en als redmiddel van den eeuwigen dood, ontferm U mijner en maak mij deelachtig aan die vrucht des 'evens en Jer uiiblerlelijkheid!

Jesus, onze Zaligmaker, die U zelvcn geheel en al voor ons ten beste hebt gegeven, geboren als onze broeder, levende om onze spijs tc zijn, stervende om ons met nwen Vader te verzoenen, en verheerlijkt om ons eeno woonplaats te ic-reiden, ontferm U mijner, opdat mijne ziel ü altijd pi'ijze voor deze groote weldaden, en dat alles, wat in mij is, uwen heiligen naam love!

Jesus, eeuwige waarheid, die gezegd hebt ; dit is mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt, dit is mijn bloed, dat voor u vergoten wordt, — ontferm U mijner, o] d it ik nimmer wankele in het geloof aan uwe heilige tegenwoordigheid, maar steeds bedenke, dat (lij do woorden des eeuwigen levens hebt!

Jesus, onze rijkdom, die dezen rijken schat hebt nagelaten als eene kostbare ge-dachteuis van uwe onbegrensde liefde, ontferm U mijner, opdat ik uvc oncindigo

nijicht, wijsheid en goedheid, welke in dit H. Sacramciit zoo heerlijk schitteren, eer-biedigaanbiddeen uwe liefde nooit vergetc!

Zachtmoedige Jesus, die het geknakte riet niet breekt en het ronkende lemmet niet uitdooft, ontferm U mijner, en laat niet toe, dat ik ooit door eene onwaardige Comniunie schuldig worde aan uw heilig lichaam en bloed!

üaiihbare Jesus, die bij de instelling van dit hoogwaardig geheim uwen bemelschen Vader gedankt hebt, ontferm U mijner, opdat ik mij nooit met een ondankbaar hart van uwe tafel verwijdere, maar door godvruchtige overweging van eene zoo groote weldaad meer en meer in liefde voorU ontbrande!

Jesus, eeuwige hoogepriester, goede herder, die U zeiven op bet altaar des kruises voor mij geslachtofferd en uw leven voor uwe schapen ten beste gegeven hebt, entferm L' mijiicr, opdat ik de onbloedige

vci'uieuvniig van dat offei' altijd godvruchtig bijwone, en breng mij, wanneer ik afdwaal, terug naar de overvloedige weide, waarin Gij mij geplaatst hebt!

Genadige Jesus, die als vreemdeling uwe leerlingen, naar Emmalis gaande, vergezeldet en eerst door het breken des broods hunne oogen opendet, om U te kennen, ontferm L' mijner, opdat ik U, onder de gedaante van brood en wijn, er-kenne en uwe heilige tegenwoordigheid in dit Sacrament vast geloove en aanbidde!

Jesus-Ghristus, mijn hoogste goed, wat kan ik buiten U op de aarde verlangen, en waar zal ik rust vinden, dan door de vereeniging met U in dit H. Sacrament? geef mij de genade, om de genoegens van deze wereld, welke mijne ziel niet kunnen verzadigen, te verachten en alleen naaide heilige spijs, welke Gij ons geeft, te

Gebed van delf. Kerk. Almachtige, eeuwige God, die liet lichaam en de ziel van de glorierijke Maagd Maria, door medewerking van den H. Geest, tot eene waardige woonstede van uwen Zoon hebt voorbereid, verleen ons, die hare gedachtenis met blijdschap vieren, dat wij door hare voorspraak van de rampen, welke ons bedreigen, en van den eeuwigen dood bevrijd worden; door denzelfden J.-C., enz.

Wij loven en aanbidden L', barmhartige God, omdat Gij zoo groote dingen gedaan hebt aan de allerheiligste Maagd Maria; (quot;.ij hebt genadig op haar neder gezien, en

door een wonder van uwe liefde in haar het groote werk volbracht, hetwelk hare ootmoedigheid niet durfde verwachten. Waarlijk, uwe barmhartigheid gaat van geslacht tot geslacht over aan allen, die U vreezen. Gij verheft de ootmoedigen; Gij overlaadt de behocftigen met uwe weldaden. Zalig zijn degenen, welke zich, door het geloof en het vertrouwen, ootmoedig aan uwen heiligen wil overgeven en in heiligheid met een zuiver geweten voor U wandelen! AUerbeilijste Maagd Maria, moeder van on/.cn Zaligmaker Jesus-Christus, met vreugde er, dankbaarheid herinneren wij ons de groote weldaden, welke God u bewezen heeft, en wij vereeren met heiligen eerbied de verhevene deugden, welke u, luister der maagden, versieren. Gij waart het meest gezegend, de heiligste onder de vrouwen; daarom zullen alle geslachten u zalig noemen; daarom zijt gij de koningin van alle

Engelen on Heiligen; daarom roepon wij zoo vaak lot u : wees gegroet, vol van genade, do Hoer is nut u. Verkrijg voor ons door uwe voorspraak by (Jod de genade, om uwe deugden na te volgen en de eeuwige zaligheid te erlangen. Bid voor ons uwen Zoon Jesus-Cliristus, onzen Hoor, opdat wij iu alles don goddo-lijkon wil gehoorzamen en Hom door oen levendig geloot', door oprechte ootmoedigheid, met een zuiver hart dienen ; want zoo zuilen wij u op cone waardige wijze vcreeron, en do verhooring onzer geboden mogen verwachtcn.

H. Maria, kom de ellondigon to hulp ; sta de kloinmoodigon liij; vertroost do bedroefden, bid voor het volk, spreek voor do gcestolijkhcid en voor hot godvruchtig vrouwelijk geslacht; laat allen, die uwe heilige gedachtenis vieren, uwen bijstand ondervinden.

gegroet, Maria! H. Maagd, ons leven en onze hoop! vei lioor, liefderijke Moeder, het gebed van uwe kinderen in dit tranendal en sla uwe medelijdende oogen op ons in onzen nood. Met een vast vertrouwen roepen wij uwe voorspraak in, dewijl alle geslachten u zalig noemen.

Vol van genade. Gelijk God u met groote voorrechten en met uitstekende gaven zijner genade had begiftigd, zoo rijk aan deugden, zoo behaaglijk was in het oog van God uw leven, zoo heerlijk was het voorbeeld, dat gij! allerheiligste Maagd, aan ons gegeven hebt.

De Heer is met n. Want Hij, die machtig is, heeft u groote dingen gedaan; Hij heeft gelet op de ootmoedigheid van zijne dienstmaagd en uwe onderwerping aan zijnen heiligen wil met de hoogste waardigheid beloond; Hij heeft u boven alle

Gezegend zijt yij onder de vrouwen. Do Zonn Guds heelt uit u het vleesch aange-nonion en onder ons gewoond. Hetgeen eeuwen te voren heloofd was, is aan'u, alk 'i'zuiversle Maagd! vervuld geworden, (iij zijt de dageraad van de zon der gerechtigheid, Jesus-C.hristus, onzen Zaligmaker.

En gezegend is de vrucht uwslichaams, Jesus! Ja, eer en aanbidding zij den eenig-geboren Zoon des Vaders, vol van genade en waarheid, die ons verlost heelt door zijn bloed! Hij worde geloofd in eeuwigheid!

II. Maria, Moeder Gods! O wonderbare Moeder, Hij, die Hemel en aarde geschapen heeft, kous u tot zijne Moeder; Hij diende u niet kinderlijken eerbied en gehoorzaamheid. Thans, nu Hij aan de rechterhand zijns henielschen Vaders zit en u met heerlijkheid gekroond heelt, verhoort Hij ongetwijfeld de gebeden , welke m

Bid voor ons, zondaars, die uwe voorspraak liij God zoo hoogolijks noodig hebben ; want wie heeft deze toeli meer noodig dan de zondaar, om zijn leven te verbeteren en niet le bezwijken onder de moeielijkheden en den strijd, welke niet zijne bekeering verbonden zijn. O Moeder van barmhartigheid, bid voor ons uwen Zoon, om de smarten, welke gij geleden hebt bij het kruis, toen een zevenvoudig zwaard nwe ziel doorboorde, en verkrijg voor ons de vergiffenis onzer zondih en de genade, om ons leven te beteren en ware boetvaardigheid te doen.

Nu en in het uur i'ffie onzen dood. Sta ons bij dooi¹ uwe voorspraak in alle omstandigheden dezes levens, in rampen, in bekoringen, in gevaren, maar bijzonder in het uur van onzen dood. Bid voor ons, opdat wij, gesterkt door de H. Sacramenten, in dezen laatsteu strijd ovjnvin-

nen, en toon ons na deze ballingschap de gezegende vrucht uws lichaanis, Jesus. Am.

Onder uwe bescherming nemen wij onze toevlucht, 11. Moeder Gods! Verstoot onze gebeden niet in onzen nood, maar verlos ons altijd van alle gevaren. O glorierijke en gezegende Maagd, onze voorspreekster, verzoen ons niet uwen Zoon, beveel ons aan uwen Zoon, vertoon ons aan uwen Zoon. Bid voor ons, H. Moeder Gods, opdat wij waardig worden der beloften van Christus. Amen.

Gehed der II. Kerk. Almachtige, eeuwige God, die ons de gunst verleent, om de verdiensten van al uwe Heiligen op éénen feestdag te vereeren, wij bidden U, dat wij de overvloedige ontferming, naar welke wij verlangen, door de gebeden van

« Gij zijt het, die met Mij gebleven zijt in de verdrukking; en Ik geef u het rijk, gelijk mijn Vader Mij hetzelve gegeven heelt; komt, gezegenden mijns Vaders, en bezit het rijk, dat voor u bereid is van de grondlegging der wereld af. »

« Zalig is de menseh, die de bepioeving uitstaat; want als hij deugdelijk betonden is, zal iiij de kroon des levens ontvangen, welke de Heer beloofd heeft aan degenen, welke Hem beminnen.»

« O hoe heerlijk is het rijk, waar met Christus al de Heiligen heerschen 1 In witte kleederen uitgedoseht, volgen zij het Lam, overal, waarheen het zich begeeft, üe Heiligen zullen in hunne glorie juichen en zich verblijden in de hemclsche woningen. »

nen, dat hij met Mij op mijnen troon zitie, gelijk ook Ik overwonnen lieh, en niet mijnen Vader op mijnen troon zit. »

God, hemelsehe Vader! met vreugde vieren wij heden het feest van al uwe Heiligen, welke ons als zegevierende overwinnaars van de wereld zijn voorgegaan, om U eeuwig te aanschouwen. Wij veree-ren tot verheerlijking van uwen naam de ontelbare schaar van Heiligen, welke voor den troon van het Lam staan, gekleed niet witte kleederen en palmtakken in de handen. — Ik dank U voor de overvloedige genade, welke Gij hun bewezen hebt, en voor al het goede, dat Gij door hen op aarde hebt uitgewerkt. Want Gij alleen zijt de oorsprong van al wat goed is, van alle deugd en heiligheid in Jesus-Christus, uwen beminden Zoon. Daarom vallen zij voor uwen troon neder, en roepen met

dankbaarheid U toe : niet aan ons, o Heer, niet aan ons, maar aan uwen naam zij de glorie! Want Gij alleen hebt alles geschapen, en door uwen wil bestaat alles. Gij zijt waardig, den lot', de eer en do verheerlijking te ontvangen ; want Gij hebt ons vrijgekoebt door uw bloed!

O God, de Heiligen, onze verheerlijkte broeders en zusters, hebben, evenals wij, op deze aarde als vreemdelingen geleefd; zij hebben voor uwen naam oenen harden strijd gestreden tegen de zonde, de wereld en den duivel. Zij werden veracht, vervolgd, mishandeld en ter do-jd gebracht, omdat zij niet van deze wereld waren, maar U toebehoorden. Zij bleven U getrouw en ondergingen blijmoedig liet lijden en den dood, alles verachtende om Christus te winnen. Nu zijn zij diiiir, waar droefheid noch geween is; Gij hebt hunne tranen afgedroogd en U zeiven aan hen tot overgroeien loon gegeven. Zij

hebhen uit mve hand de Kroon dor zaligheid ontvangen, om eeuwig met U te liecrschen.

Geef, dat de voorspraak en de gebeden van al uwe Heiligen, welke zij in vereeni-ging met de verdiensten van .lesusrCliris-tus, hunnen en onzen Heer, onophoudelijk voor den troon uwer goddelijke Majesteit opzenden, ons voordcelig mogen zijn, en verleen ons de genade, om hunne voorbeelden na te volgen, opdat wij, even als zij, de bekoringen van den duivel, de wereld en het vleeseh overwinnen, en het eeuwige leven verwerven.

En gij, verheerlijkte vrienden Gods, alle Heiligen, bidt voor ons, die nog in dit tranendal zuchten! Gij weet, hoe mneie-lijk en gevaarlijk ons leven op deze aarde is, dat wij zeer zwak en behoeftig zijn, en zonder den bijstand der goddelijke genade niets vermogen. (), bidt dan voor ons, opdat Gud zich ook over ons ontl'crme,

on door zijne maditigc gonaiio ons helpe in den strijd, om te overwinnen, lüdt voor ons, opdat « ij na de gevaren van dit ievon in de haven der eeuwige zaligheid aanlanden, om zijnen heiligen naam eeuwig met u te verheerlijken. Amen.

Alle H. Engelen en Aartsengelen Alle H. Koren der zalige Geesten II. Johannes de Dooper, II. Joseph,

es genadig, spaar ons, Heer. es genadig, verhoor ons, Heer. i alle kwaad, verlos ons, Heer.

Dal Gij U verwaardigt, den rooraschcn S Paus en de gelieelc geestelijkheid in ⁼de H. Godsdienst te bewaren.

Dat Gij U verwaardigt, aan de christen 2 koningen en vorsten vrede en ware ' eendracht te geven.

Dat Gij U verwaardigt, aan alle ehris-tene volken vrede en eenheid te verleenen.

IM Gij U verwaardigt, ons in uwe heilige dienst te versterken en te bewaren, wij hidden U, verhoor ons.

heraelsche hegeerten op te wekken. Dat Gij U verwaardigt, al onze weldoeners niet de hemelsehe goederen te heloonen.

Dat Gij U verwaardigt, onze zielen en === de zielen van onze broeders, vrien- g den en weldoeners voor do eeuwige § verdoemenis te behoeden,

Dat Gij U verwaardigt, aan alle over- o ledene geloovigen de eeuwige rust te quot; verleenen.

Dat zij terstond met schaamte terug-keeren die mij zeggen : ha, zeer wel I ha, zeer wel!

Dat zich in U verheugen en verblijden allen die U zoeken, en dat zij, die uw heil lieniinnen, altoos zeggen : de Heer zij liu-ven alles geprezen !

v. Heer, doe ons niet naar onze zonden. a. j ji vergeld ons niet naar onze boosheden.

v. Laat ons bidden voor onzen l'aus Nquot;. a. De Heer spare hem in bet leven, geve

hein voorspoed op aarde, en levere hem niet over aan den wil zijner vijanden, v. Laat ons bidden voor onze weldoeners. a. Heer, verwaardig L', allen die ons goed doen om uwen Naam, het eeuwige leven te geven.

tig lc zijn en te sparen, ontvang ons gebed, opdat nwe goedertierene barmhartigheid ons en al uwe dienaars, welke door de banden der zonde gebonden zijn, genadiglijk ontbinde.

Wij bidden U, Heer, verhoor onze ootmoedige gebeden, en spaar degenen, die hunne zonden belijden, opdat wij tevens vergiffenis en vrede van U verwerven.

Toon ons genadig. Heer, uwe onuitsprekelijke barmhartigheid, en verlos ons van alle zonden, zoowel als van de straffen, die wij door dezelve verdiend hebben.

O God, die door de zonde vergramd en door do boetvaardigheid verzoend wordt, ontvang genadig de gebeden van u.v volk, hetwelk zich voor uwe Majesteit neder-werpt, en wend van ons do geesels uwer verbolgenheid al', welke wij door onze misdaden verdienen.

uwe goedertierenheid op den weg des eeuwigen levens, opdat liij door uwe genade datgene begeere, wat U behaagt en hetzelve met alle kracht volbrenge.

O God, van wien de heilige begeerten, de goede voornemens en de rechtvaardige werken voortkomen, geel'aan uwe dienaren dien vrede, welken de wereld niet geven kan, opdat onze harten lot hol volbrengen uwer geboden genegen worden, en wij, van de vrees voor onze vijanden ontslagen zijnde, door uwe bescherming in rust mogen leven.

Ontsteek, lieer, onze harten en nieren door het vuur van uwen 11. Geest, opdat wij ü met een zuiver lichaam dienen en niet een onbevlekt hart behagen.

God, schepper en verlosser van alle geloovigen, schenk aan al uwe dienaren en dienaressen vergilfenis van al hunne zonden, opdat zij de genadige kwijtschelding, naar welke zij altoos verlangd heb-

Wij bidden L', Heer ! voorkom onze werken door den invloed van uwe genade, en voltrek dezelve door uwe medewerking, opdat al onze gebeden en werken altijd met L' beginnen, en, begonnen zijnde, door U voltrokken worden.

Almachtige, eeuwige God, die over levenden en dooden beersebt en U ontfermt over allen die Gij weet dat door het geloot' en de werken de uwen zullen zijn, wij bidden U ootmoedig dat zij, voor welke wij bidden, betzij dat zij nog leven of reeds overleden zijn, door de voorspraak van al uwe Heiligen en door uwe genade vergiffenis van al hunne zonden verwerven ; door Jesus-Christus, uwen Zoon, onzen Heer, die met U leeft en beersebt, in de eenheid van den H. Geest, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Gebod van de II. Kerk. O Gotl, Schepper cn Verlosser van alle geloovigen , geef aan de zielen van uwe dienaars en dienaressen do vergiffenis van hunne zonden, opdat zij de genadige kwijtschelding, naar welke zij altoos verlangd hebben, door onze ootmoedige gebeden mogen verwerven ; die leell en heerseht met God den Vader in de eenheid van den H. Geest, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

O God, die vergeving schenkt en naar de zaligheid van den mensch verlangt, wij bidden uwe goedertierenheid, dat Gij aan de zielen van onze broeders, vrienden en weldoeners, welke deze wereld verlaten hebben, door de voorspraak van de heilige Maria, altijd Maagd, en

AVij bidden U, Heer ! voorkom onze werken door den invloed van uwe genade, en voltrek dezelve door uwe medewerking, opdat al onze gebeden en werken altijd met U beginnen, en, begonnen zijnde, door U voltrokken worden.

Almachtige, eeuwige God, die over levenden en dooden heerscht en U ontfermt over allen die Gij weet dat door het geloof en de werken de uwen zullen zijn, wij bidden U ootmoedig dat zij, voor welke wij bidden, hetzij dat zij nog lever, of reeds overleden zijn, door de voorspraak van al uwe Heiligen en door uwe genade vergiffenis van al hunne zonden verwerven ; door Jesus-Christus, uwen Zoon, onzen Heer, die met U leeft en heerscht, in de eenheid van den H. Geest, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Gebed van de II. Kerk. (1 God, Schepper cn Verlosser van alle geloovigcn , geef aan de zielen van uwe dienaars en dienaressen de vergiffenis van hunne zonden, opdat zij de genadige kwijtschelding, naarwelke zij altoos verlangd hebben, door onze ootmoedige gebeden mogen verwerven ; die leelt en heersebt met God don Vader in de eenheid van den H. Geest, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

O God, die vergeving schenkt en naar de zaligheid van den mensch verlangt, wij bidden uwe goedertierenheid, dat Gij aan de zielen van onze broeders, vrienden en weldoeners, welke deze wereld verlaten hebben, dooi' de voorspraak van de heilige Maria, altijd Maagd, en

van al uwe Heiligen, liet genot der eeuwige zaligheid wilt verlccnen, door Jesus-Chris-lus, uwen Zoon, onzen Heer, enz.

« Ik ben de verrijzenis en liet leven; die in Mij gelooft, zal leven, al ware hij ook gestorven; en al wie leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven. »

(i Zalig zijn dc dooden die in den Heer sterven; zij zullen van hunnen arbeid uitrusten, en hunne werken volgen hen. »

« Het is eene heilige en heilzame gedachte, voor do overledenen te bidden, opdat zij van hunne zonden ontslagen worden. »

« Bid voor elkander, opdat gij de zaligheid moogt erlangen ; want het volhardend gebed van den rechtvaardige kan veel uitwerken. »

a Ontfermt u mijner, ontfermt u mijner, ten minste gij, mijne vrienden; want de hand des Hccrcn heeft mij gelroiïen. »

« Ontferm U over hen, o God ! en geef luin de eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte hen. »

Vader van liefde en barmhartigheid ! ik volg den wensch van uwe H. Kerk, welke ons heden tot U roept, om te bidden voor onze afgestorvene broeders en zusters, die wel in uwe liefde van deze wereld gescheiden, maar nog niet met U in den Hemel vereenigd zijn, omdat zij nog voor hunne zonden niet voldaan hebben. Ach, ik ben zelfs een met schulden beladen zondaar, die uwe genade niet verdien en voor mij zeiven moet sidderen. En toch wilt Gij dat wij voor elkander bidden, en bierdoor onze broederlijke liefde aan den dag leggen ; want wij zijn allen leden van hetzelfde lichaam, Jesus-Christus, en met elkander vereenigd door eenen band welken de dood niet kan verbreken. Onze

(lioi'barc ouders, vrienden en weldoeners, onze bloedverwanten zijn mede-erfgenamen van uw eeuwig rijk. Gij versmaadt dan ook het gebed niet, hetwelk Gij ons als plicht hebt opgelegd. — Zij hebben hun vreemdelingschap geëindigd en deze wereld in uwe liefde verlaten. Slechts kleine vlekken houden hen nog van uw goddelijk aanschijn verwijderd, dewijl niets, dat bevlekt is, in uw hetigdom kan binnengaan. O eeuwige liefde, zuiver hen en bewijs hun uwe oneindige barmhartigheid ! Gij kent hunne smarten en hun vurig verlangen naar uwe heilige tegenwoordigheid. Ontvang hen d:,n in uw eeuwig rijk, om de verdiensten vanjesus-Christus, welke hen door zijnen dood hoeft verlost, en reinig hen door het bloed van dit heilig zoenoffer van alle vlekken der zonde.

Doordring mij, o GimI 1 bij deze gedachte aan de overledenen, met een-: heilzame

viiees voor uwe st raffcndsrechtvaardigheid. Wie zal voor uw onbedrieglijk oordeel bestaan, zoo Gij al onze boosheden in aanmerking neemt'? En hoe zeer verschillen toch uwe oordeelen van de onze! Hoe geheel anders zal ik over mijn gedrag moeten denken, wanneer (Jij met uwen dienaar in het oordeel gaat 1 Hoe onvolmaakt zullen daar die deugden bevonden worden, welke ik thans meen te bezitten, wanneer Gij alles met onbedrieglijke wijsheid zult openleggen, om mijne onedele bedoelingen en mijne traagheid in het uil-oefenen van dezelve te veroordeelen ! — O God, geef mij dan nu deze gedachten over mij zeiven, nu het nog tijd is, om mijn leven te verbeteren en boetvaardigheid te doen ; geef mij de genade om nu al datgene te doen, wat ik anders eens vruchteloos zal wenschen gedaan te hebben. Heer ! geef bun de eeuwige rust, en het eeuwig licht verlichte hen.

Wij bidden U, Hoer, dat wij dooi¹ dc verdiensten vail den Bruidegom uwer allerheiligste Moeder geholpen worden, opdat wij door zijne voorspraak verkrijgen hetgene wij uit ons zeiven niet kunnen bekomen ; die leeft en lieerscht met God den Vader, in de eenheid van den H. Geest, God in alle eeuwen der eeuwen: Amen.

H. Joseph, gy waart de goede en getrouwe dienaar, aan wien God de zorg voor Maria en haren goddelijken Zoon toehetrouwde. Neem ook mij onder uwe bescherming en vraag voor mij van God de genade, dat ik uwe deugden steeds voor

oogcn houdc, cn dezelve zoo veel mogelijk navolge ; dat ik zoo kuiseh, zuo rechtvaardig, zoo ijverig in het vervullen van mijne boroepspliditon , zoo geduldig , dienstvaardig en liefderijk moge zijn als gij. llelp mij voornamelijk door uwe voorspraak in het uur van mijnen dood, en bid voor mij Jesus-Christus, dat Hij mij een genadige rechter moge ziju, wanneer ik na den dood voor Hem verschijnen moet om rekenschap van mijn leven at ie leggen. Om uwe voorspraak zal Hij mij genadig ontvangen en deelachtig maken aan die zaligheid, welke gij nu in eeuwigheid bij Hem geniet. Amen.

O God, die ons dezen dag dooi' de geboorte van den 11. Johannes gedenkwaardig hebt gemaakt, geel' aan uw volk

ceiien overvloed van geestelijke vreugde, en bestuur de harten van alle geloovigen op den weg der eeuwige zaligheid ; door onzen Hoer Jesus-Christus, uwen Zoon, die met U loeft en heerscht in de eenheid van den H. Geest, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Goddelijke Zaligmaker, Jesus-Christus, die den H. Johannes met den geest van ootmoedigheid, getrouwheid, sterkte en brandenden ijver voor de waarheid hebt uitgerust om uwen weg voor te bereiden, geef dat wij zijn voorbeeld vo.'gen en zijne woorden naleven, opdat wij eens geraken tot de zaligheid, welke hij heeft aangekondigd. Amen.

Petrus en Paulus, verleen aau uwe Kerk de genade om in alles de voorschriften te volgen van diegenen, door welke het waro geloof eenen aanvang heeft genomen, door Jesus-Christus, enz.

O Jesus, onzichtbare opperherder van uwe H. Kerk ! Gij hebt haar op eene rots gebouwd, zoodat zelfs do poorten der hel tegen haar niets vermogen. Wij bidden U, bewaar en bestuur uwen plaatsbekleeder, den Paus, opdat hij ons steeds volgens uwen H. Geest besture, en leid hem met al de geloovigen tot het eeuwige leven. Amen.

O God, die door eeue wonderbare beschikking uwe heilige Engelen afzendt om ons te bewaren, wij bidden U ootmoedig.

dat wij liicr door limine besdicrm'mg altijd beveiligd worden en ons in lum gezelschap eeuwig mogen verblijden; door onzen Heer Jesus-Cliristus, enz.

O getrouwe leidsman, die mij door Gijd als beschermer zijt toegezonden, hoeveel dankbaarheid ben ik u verschuldigd voor de getrouwheid en liefde, welke gij mij dagelijks bewijst! Als ik slaap,bewaakt gij mij; als ik bedroefd ben, troost gij mij; als ik zwak ben, versterkt gij mij. Clj helpt mij in gevaren en raadt mij in onzekerheid. Gij houdt mij terug van het kwaad, brengt mij tot het goede, vermaant mij tot boetvaardigheid en verzoent mij door uw gebed met mijnen Heer en God. Misschien ware ik reeds voor lang door de goddelijke rechtvaardigheid voor mijne zonden gestraft geworden, zoo gij door uwe voorspraak de gramschap van den oppersten Rechter van mij niet hadt afgewend. Ik bid u, verlaat mij nooit. Troost mij in

tegenspoed, bcschcrfu mij in gevaren en help mij in bekoringen, opdat ik door dezelve nooit overwonnen worde. Draag al mijne gebeden en goede werken voor Gods aanschijn op, en bid voor mij, opdat ik, na dit vergankelijk leven, het eeuwige moge bezitten.

O God, die ons alle jaren de wijding van deze Kerk laat vieren, om deel le nemen aan uwe heilige geheimen, verhoor genadig de gebeden van uw volk, en geef dat allen die dezen tempel binnentreden om uwe weldaden af te smeeken, zich in het genot van dezelve mogen verheugen, door Jesus-Christus, onzen Heer, enz.

et geloovig- gebed zal den zieken helpen , de Heer zal hem verlichting geven, en zoo hij in zonden is, zullen ze hem vergeven worden; bid voor elkander om zalig te worden, want het aanhoudend gebed van eenen rechtvaardige kan veel uitwerken. Jac. 5 : 14,16.

Waarom klaagt gij over uw lijden en over uwe smarten? Ik heb u dit toegezonden om uwe overtredingen; maar Ik zal u weder gezond maken en uwe wonden heelen, zegt de Hoer. Jerem. 30. 15.

Mijn zoon, acht het niet gering, wanneer gij ziek wordt, maar bid den Heer en Hij zal n genezen. Verfoei de zonde, en zuiver uw hart van alle misdaden. Eccii. 38.9,10.

Zalig zijn die dienaren, welke de Heer bij zijne komst wakende vindt! — Houdt n dan gereed, want de Heer zal komen op een uur dat gij er niet aan denkt. Lue. 12.37,40.

De mensch is zwak en broos; zijne gezondheid en zijne krachten verdwijnen spoedig; — dit ondervind ik nu In mijne ziekte ook. Maar ik dankü, o God, omdat ik tevens weet, dat Gij ons nooit boven onze krachten beproeft, dat Gij ons geen grooteren last oplegt dan wij kunnen dragen ; zoodat ons dezelve altijd tot zaligheid kan strekken. Waarom zou ik dan ongeduldig klagen en angstig vreezen ? Mijn God, ik ben geheel en al in uwe handen. Gij hebt mij tot nu toe met vaderlijke liefde bewaard en meer weldaden bewezen dan ik weet: ja. Gij hebt alles, wat mij smarten en lijden veroor-

zaakte, ton beste gescliikl. Ik erken dat ik U nooit genoeg kan danken voor de barin-hartigheid, welke Gij mij betoond hebt. Ook door deze ziekte zult Gij mijn eeuwig geluk bevorderen ; sterk mij in deze gevoelens van vertrouwen en overgeving aan uwen heiligen wil. Handel volgens denzelven met mij, zoo wel wat de moeie-lijkheden als het einde van deze ziekte betreft. Geef mij daarbij uwe genade, om dien weinigen tijd, welke mij missthien nog gegeven wordt, geheel en al aan uwe dienst te besteden. Ik wil nu met meer opmerkzaamheid over mijne vorige levensdagen nadenken, en deze ziekte uit boetvaardigheid voor mijne zonden geduldig dragen. Ook voor mij is hij ü vergeving to vinden ; maar het is ook zeker dat ik na dit leven datgene zal inoogsten, wat ik hier heb uitgezaaid. O laat mij dikwijls aan uwe woorden denken : zalig zijn de zuiveren, de vreedzamer., do zaehlmoedi-

goi\ : zalig zijn zij, die liongpr on dorst hebben naar de rechtvaardigheid, en een oprecht verlangen hebben om uwen wil te volbrengen. Daarom wil ik de gehechtheid aan de genoegens en de goederen van deze wereld afleggen ; ik wil zoo'veel goed doen als ik nog kan, om aan mijne Inüs-genooten, door geduld en overgeving aan uwen heiligen wil, een goed voorbeeld te geven. Dan zal ook deze ziekte voor mij een middel ter zaligheid zijn, uwe liefde zal mij troosten, en de dood zal voor mij zoo vreeselijk niet meer zijn.

Barmhartige, hemelsehe Vader 1 alles wat (lij doet, is wel gedaan ; uw wil geschiede ook met mij. Ik mag U evenwel ook om gezondheid en een langer loven bidden, wanneer ik mij hierin aan

uwen wil onderwerp. Ja, Gij wilt dat wij van U vragen, opdat Gij ons zoudt ver-liooren. Ik iiid U dan, met vast vertrouwen op uwe goedheid, neem dit lijden van mij weg, zoo het II behaagt. Gij kunt mij met eenen wenk uwer almacht van deze ziekte bevrijden. Daarom vraag ik U met Jesus-Christus in den hof van Geth-semani: Vader, als het mogelijk is, neem dezen kelk des lijdens van mij weg ; doch niet mijn, maar uw wil geschiede. Bevrijd mij van de gevaren des doods, en geef mij de gezondheid van het lieha.im weder, om U nog langer te dienen, or.i voor mijne zaligheid werkzaam te zijn, en om boetvaardigheid te doen voor mijne zonden. Ik wil mijn leven als een nieuw geschenk van uwe goedheid aannemen, en geheel eu al aan uwe dienst toewijden.

Goedertierene Zaligmaker! ook nu hebt Gij de macht om ziekten te genezen, welke Gij hier op aarde aan zoo vele lijdenden

bewezen hebt. Ik roep U met een vast geloof en onbeweeglijk vertrouwen; Jcsus, Zoon van David, ontferm II mijner! Gij behoeft slechts te willen, en ik zal weder gezond worden. Verhoor mijn gebed en geef mij, volgens uwe groote barmhartig-lieid, de gezondheid weder, opdat ik met vreugde en dankbaarheid weder uw heilig huis moge binnengaan, om U daar voor deze weldaad te danken.

Heer, uw wil geschiede! — Zoo ik leef, leef ik voor U1 Wanneer ik lijd, lijd ik met U ! — Wanneer ik sterf, sterf ik met U1 Amen.

Almachtige en liefderijke God, U alleen komt dankzegging en aanbidding toe; want Gij hebt groote dingen aan mij gedaan. Daarom verheugt mijne ziel zich in

T, dewijl Gij t' over ons ontfonnt en onze gchcden verhoort, wanneer de bijstaml der meuschen ons niet helpen kan. Al is de last van ons lijden ook nog zoo groot. Gij helpt ons om denzelven te dragen, en Gij ontslaat er ons van wanneer de tijd gekomen is. Gij hebt U ook over mij ontfermd en mij aan liet doodsgevaar ontrukt; Gij hebt mijn leven vernieuwden mij nieuwe krachten geschonken om voor mij en mijne naasten te werken en verdiensten te zamelen voor (ie eeuwigheid. — O God! neem dit ofl'er van dankbaarheid, hetwelk ik U opdraag, genadig aan. Ontvang mijne dankzegging voor deze onschatbare weldaad, welke ik pan uwe liefde alleen te danken heb. Laat niet toe dat ik uwe goedheid ooit vergete, of mij door eene zonde dit bewijs uwer liefde onwaardig make! Elk uur dat Gij mij nog verder geeft, wil ik aan uwe dienst toewijden ; geheel mijnen volgenden levenstijd wil ik

Wellicht heb ik voor mijne ziekte do waarde der gezondheid niet genoeg erkend of niet genoeg voordeel gedaan met de krachten welke Gij mij verleeudet. Geef mij dan de genade om nu in het'vervolg mijne vernieuwde gezondheid en krachten beter te gebruiken, door aanhoudend aan de onzekerheid van mijn leven te denken, en altijd zoo te handelen alsof mijn dood zeer nabij ware. Help mij, opdat ik in rechtvaardigheid en heiligheid voor uw aanschijn wandele, en het goede doe zoo lang ik daartoe nog tijd en krachten heb ; dan zal mijn herstel tot verheerlijking van uwen naam en mij tot zaligheid strekken. Dit bid ik U om de verdiensten van Jesus-Clnistus, onzen lieer. Amen.

wij z.uehtcn en klagen afperst. Mijn lijden is zwaai', doch ik wil niet ontevreden worden ; mijn Zaligmaker lieeft veel meer geleden, en ik heb door mijne zonden zijne pijnen dikwijls vermeerderd. Al is mijn lijden nog zoo bitter, liet komt over mij door den wil van God, mijnen liefderijken Vader; Jesus-Christus is mij door zijn voorbeeld in het lijden voorgegaan, o God, geef mij geduld om Hem in alles na Ie volgen! — Ja, Heer, brand hier, snijd hier, spaar mij in dit leven niet, opdat ik hier namaals bij U genade moge vinden. Zuiver mij hier van allo vlekken dei-zonde, opdat ik na dit leven door niets meer van de eeuwige zaligheid terug gehouden worde.

Hemelsche Vader, ontferm U mijner! Gij hebt mij geschapen ; ik ben het werk uwer handen ; leid mij dan ook tot dat eeuwig geluk, waarvoor Gij mij bestemd hehl. Laai niel loe dat mijne ziel verloren

God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U mijner! Uit liefde voor mij hebt Gij het grootste lijden en don bittersten dood ondergaan, opdat ik in den dood bij U mijnen troost en toevlucht zoude kunnen vinden. O Jesus, om deze overgroote liefde bid ik (J, sta mij bij in het uur van mijnen dood, welke misschien zeer nabij is; ontferm U over mijne ziel, welke Gij met uw dierbaar bloed hebt vrijgekocht. Geef mij de genade, om wel voorbereid en met volkomene overgeving aan uwen heiligen wil dit leven te verlaten, en even als Gij te kunnen zeggen ; Vader, in uwe handen beveel ik mijnen geest!

God H. Geest, ontferm U mijner! Gij zijt de sterkte der zwakken; versterk en vertroost mij door uwen machtigen bijstand, om in de heiligmakende genade te volharden en te sterven. Amen.

Josus-Chrislus, liefderijke Zaligmaker, die, om voor onze zonden te voldoen, alle pijnen en smarten in uw lichaam verdragen hebt; ik bid U om uwe liefde on om de verdiensten van uw lijden en sterven, ontferm U o-ver dezen zieke en kom hem te hulp door uwe genade! Verleen hem geduld en onderwerping in zijn lijden; versterk zijn geloof en zijn vertrouwen op L'; vervul zijn hart met eenc oprechte liefde tot U, eu laat deze ziekte strekken tot voldoening voor zijne zonden en tot vermeerdering van zijne verdiensten; herstel zijne gezondheid spoedig, zoo het met uwen heiligen wil overeenkomstig is.

Wilt Gij echter dat hij van deze ziekte niet weder opsta en dat. hij zich daardoor tot den dood voorbereide., verleen hem dan standvastigheid en overgeving aan

uwen wil. Maak hom doclaclitig aan de heilzame Sacramenten der stervenden, en ontvang zijnen geest in uwe handen, opdat hij na dit leven het eeuwig geluk liezitten mnge, hetwelk (Jij bereid helit voor allen die U hemiimen en tot den dood toell getrouw Wijven. Amen.

Ontferm U over mij, o God, volgens uwe groote harmhartigheid; zuiver mij meer en meer van mijne zonden, en wees mij genadig! Eeuwige liefde. Vader der harmhartigheid. Gij wilt allen, die op U vertrouwen, zalig maken; Heer, ik vertrouw np U, Gij zijt mijne toevlucht en mijne zaligheid; ik vertrouw op uwe harmhartigheid en op de verdiensten van .lesus-Christus. Zie genadig op mijne ellende neder, sehenk mij vergiffenis van al

mijne zonden; zuiver mij door liet Woed van uwen eeniggeboren Zoon, en geef dat ik waardig bevonden Worde om in liet uur des doods tot U te komen.

Uarinhartige God, Gij roept tot mij : vrees niet, want Ik ben bij u. Daarom beveel ik mijne ziel in uwe handen. Ik wil U getrouw blijven tot in den dood. Geelquot; mij de genade om te lijden en te sterven, zoo als Jesus-Cbristus gestorven is. Vader, in uwe banden beveel ik mijnen geest!

O God, ik geloof in U, want Gij zijt de eeuwige waarheid; ik hooi op U, omdat Gij oneindig goed en barnmrtig zijt; ik bemin U boven alles, omdat Gij het opperste goed zijt.

Ontferm U over mij en geef mij de zalige woonplaats, welke Gij voor mij in het huis van uwen Vader bereid hebt. Heer, verhoor mijn gebed en laat mijn geroep tot U komen.

H. Maria, Moeder Gods, mijne hoop en mijn troost, bid voor mij in het uur van mijnen dood. Alle Heiligen Gods, bidt voor mij, opdat ik zalig sterve en niet U do eeuwige heerlijkheid geniete. Amen.

welke men den stervende langzaam voorzeggen kan, voornamelijk wanneer de doodstrijd lang duurt.

Voorwaar, ik zeg u, heden znl( gij met Mij in het Paradijs zijn. (Luc. 2rgt;. iö.) God beeft den Heer Josus opgewekt.

Wanneer wij leven, leven wij voor den Heer, en zoo wij sterven, sterven wij voor den Heer; hetzij wij dan leven of sterven, wij behooren aan den lieer. (Kom. 11. S.)

Vrees niet, Ik hen liij n; wankel niet, want Ik ben uw Goil. Ik versterk u. Ik help u, Ik ondersteun u met mijne rechterband. (Isaias 11. II).)

Vader, Jk wil, dat daar, waar Ik ben, ook diegenen zijn, welke Gij Mij gegeven hebt, opdat zij mijne heerlijkheid zien.

Christus is mijn leven, en sterven is voor mij een gewin; ik verlang ontbonden te worden en met Christus te zijn.

Mijne ziel verlangt naar den Heer, naar den levenden God. Wanneer zal ik heengaan om Goils aanschijn te zien ?

Zalig zijn de dooileu, die m den Heer sterven; van nu af aan zullen zij van hunnen arbeid rusten; want hunne werken volgen hen. (Openb. l i. li.)

Ik zal L' beminnen, o God, mijne sterkte. De Heer is mijne kracht, mijne toevluelit en mijn verlosser. Hij is mijn God en jnijn helper; ik zal op Hem betrouwen.

(Ps 17. 1.2.) Wees mij genadig en ontferm U mijner, o God! want op U betrouwt mijne ziel. Wat kau ik buiten l in den Hemel of op aarde verlangen? Gij zijt mijn aandeel, o God! in eeuwigheid. Verhoor mij. God! want uwe barmhartigheid is goedertieren, en zie op mij neder om uwe overvloedige ontferming. (Ps. ?jü. 'i. G8.)

lu uwe handen beveel ik mijnen geest; Gij hebt mij verlost, o Heer! Gij zijt getrouw. (Ps. 50. (i.)

O Oud, Schcppei- en Verlosser van alle nicnschen, verleen aan de ziel van dezen overledene volkomene vergifl'enis en kwijtschelding van alle straffen der zonde, opdat zij, van de pijnen des vagevuurs \erlos(, U eeuwig moge aanschouwen en prijzen. Amen.

O God, wiens natuur liefde en goedheid is, verhoor het ootmoedig gebed, dat wij U voor de ziel van uwen dienaar (dienares) opdragen. Vergeef haar genadig alles, wat haar van uw aanschijn verwijderd houdt, breng haar ter plaatse van verkwikking in de rust der zaligen en verblijd haar met de glorie van uw aan-s hijn.

Hi't is cone hejllgo cn heilzame ^eilaclite voor de overledenen te l)i(lilen,opilat zij van bunne zonden ontslagen worden. 2. Math.12

O God van liefde, met een diep bedroefd hart kom ik tot U, om genade en ontferming te smeeken voor de ziel, welke Gij uit dit leven tot uw rijk van uwe heerlijkheid geroepen hebt. Barmhartige Vader, ontferm U over haar, zoo zij nog niet volkomen zuiver van zonden is, en geef haar kwijtschelding van de straffen, welke baar nog te voldoen overblijven. Verleen aan uwen dienaar (dienares) de plaats der verkwikking en de eeuwige rust. Zie niet op mijn onwaardig gebed, maar op de oneindige verdiensten van Jesus-Christus, uwen ceniggeboren Zoon ; neem dezelve genadig aan tot voldoening voor deze ziel, welke, ofschoon niet ge-

iuvl CM al zuiver, toch in uwe liefde uit •lil leven gcscheiden is. — Hemelsche ^:l(iel■, zij Iieoll in U geloofd en op U be-ti'ouwd; Gij weet, met hoeveel verlangen zij naar de aanschouwing uwer glorie liaakt, hoe dringend zij mij toeroept : untlerint 11 mijner, ontfermt u mijner, gij (en minste, mijne vrienden ; want de hand des Heeren heeft mij getroffen. Daarom Md ik U, in vereeniging met de voorspraak van de allerzaligste Maagd Maria en allo Heiligen, ontsla uwen dienaar {dienares) van de hoeien der zonde, en geef hem (haat') de eeuwige rust. Amen.

Wees genadig, verhoor ons. Heer. N an alle kwaad, verlos hen. Heer. Van uwe gramschap, verlos hen, Heer. \ an de gestrengheid uwer rechtvaardig beid, verlos hen. Heer.

Van de verschrikkelijke duisternissen. Van het schromelijk weenen en klagen. Door uwe wonderbare menschwor- g ding, g

Die de sleutels van dood en hel heht, Squot; Da! Gij onze ouders, vrienden en wol-doeners nit de verschrikkelijke vlam- ^ men wilt verlossen, =•

goene hij/.nndoiv voorbidders op doze wereld hebben, wij bidden' U, verhoor ons.

God, Schepper en Verlosser van alle geloovigen, verleen aan de zielen van uwe dienaren en dienaressen de vergiffenis van al hunne zonden, opd.it zij de kwijtschelding, naar welke zij altijd verlangd hebben, door godvruchtige gebeden mogen verwerven; die leeft en heerscht in allo eeuwen der eeuwen. Amen.

Tit af mij niet, Heer, in uwe verbolgenheid , en kastijd mij niet in uwe gramschap.

Ontferm U mijner, Heer, want ik ben krank; genees mij, Heer, want al mijne beenderen zijn geheel ontsteld.

Keer U tot mij. Hoer, en verlos mijne ziel; maak mij zalig om uwe barmhartigheid.

NVinit ci' is niemand in don dood, die U gedachtig is, cn wie zal U in het graf loven ?

Ik heb in mijne verzuchting gearbeid, ik zal alle nachten mijn bed wassehen; met mijne tranen zal ik mijne legerstede besproeien.

Mijn oog is van de verbolgenheid verslagen; ik ben verouderd onder al mijne vijanden.

Gaat weg van mij allen, die boosheid bedrijft, want de Heer heeft de stem van mijn smeeken verhoord.

Dat al mijne vijanden beschaamd en zeer ontsteld worden; dat zij terugkeeren cn spoedig beschaamd worden.

(jlorie zij den Vader, en den Zoon en den H. Geest; gelijk het was in den beginne , nu , altijd cn in eeuwigheid. Amen.

Zalig is de man, wien de Heer de zonde niet heeft toegerekend, en in wiens geest geen bedrog is.

Want dag en nacht heell uwe hand mij gedrukt; in mijne ellende heb ik mij tot U gewend, terwijl ik met doornen doorsloken werd.

Ik heb mijne misdaad aan U bekend gemaakt, en mijne ongerechtigheid niet verborgen.

Ik heb gezegd : ik zal mijne ongerechtigheid voor den Heer belijden, en Gij hebt de boosheid mijner zonden vergeven.

Daarom zal ieder Heilige tot U bidden ten bekwamen tijde; en als er grootc watervloeden zijn, zullen zij Hem niet naderen.

Gij ïijt mijne toevlucht tegen do ver-drukking, welke mij omgeven hecll; mijne blijdschap, verlos mij van degenen, die mij omringen.

Ik zal u verstand geven en u onderwijzen op den weg, welken gij bewandelen zult; ik zal mijne oogen op u gevestigd houden.

ant de geescls der zondaren zijn veelvuldig : maar hij, die op den Heer hoopt, zal barmhartigheid verwerven.

Verblijdt u in den Heer, en verheugt u, gij, rechtvaardigen; roemt Hem allen, die oprecht van harte z.ijt.

IL'er, straf mij niet in uwe verbolgenheid, en kastijd mij niet in u\ye gramschap.

Er isgeene gezondheid in mijn vleesch ter oorzake uwer gramschap; er is geen vrede in mijn gebeente om mijner zonden wille.

quot;Want mijne ongerechtigheden zijn boven mijn hoofd gewassen, 'en gelijk een zware last, zijn zij mij te zwaar geworden.

Ik ben ellendig geworden, en ten uiterste nedergobogen; den ganschen dag ging ik bedroefd daarhenen.

Want mijne lenden zijn met bedrieglijkheden vervuld, en er is gecnc gezondheid in mijn vleesch.

Ik ben verdrukt en linvon mate vernederd; en ik bricsditc van het gezucht mijns harten.

Mijn hart is ontroerd, mijne kracht heeft mij verlaten, en zelfs het licht mijner oogen is bij mij niet.

Mijne vrienden en mijne nabestaanden zijn tnt mij gekomen en tegen mij opgestaan.

En die bij mij waren, stonc.en van verre, en zij, die mijne ziel zochten, pleegden geweld.

Die kwaad tegen mij zochten, spraken ijdolhcden, en verzonnen den ganschen dag bedrog.

Maar ik, als een doove, hoorde niet, en deed, als een stomme, mijnen mond niet open.

\Yijl ik gezegd heb : dat mijne vijanden zich niet over mij verblijden; want, toen mijne voeten wankelden, spraken zij trotscheiijk tegen mij.

Maar mijne vijanden leven , en zijn machtig hoven mij, en die mij onrechtvaardig haatten, zijn tegen mij vermenigvuldigd.

Ontferm U mijner, o God, volgens uwe groote barmhartigheid, en wisch mijne boosheden uit, volgens de menigte uwer onHermingen.

Wasch mij meer en meei van mijne ongerechtigheden, en zuiver mij van mijne zonden.

Tegen ü alleen heb ik gezondigd en kwaad voor uw aanschijn bedreven : opdat Gij rechtvaardig zijt in uwe woorden, en overwint, als Gij geoordeeld wordt.

Want zie, in ongerechtigheid ben ik ontvangen, in zonden heeft mijne moeder mij ontvangen.

Besproei mij met hysop, en ik zal gezuiverd worden; wasch mij, pn ik zal witter worden dan sneeuw.

Geef vreugde en blijdschap aan mijn gehoor, en mijne vernederde beenderen zullen van blijdschap opspringen.

O God! schop in mijeen zuiver hart, en vernieuw den waren geest in mijn hin-nenste.

Geef mij weder de blijdschap van uwe zaligheid, en versterk mij met eeneu geest, welke mij leide.

Ik zal de boozen uwe wegen leeren, en de goddeioozen zullen zich tot U be-keeren.

(iod, God mijner zaligheid! on mijne tong zal met blijdschap uwen lof verkondigen.

Want zoo Gij een offer verlangd haddet, zoude ik het U zeker opgedragen hebben; maar in brandoffers schept Gij geen behagen.

Een rouwmoedige geest is voor God cene offerande; een vermorzeld en ootmoedig hart zult Gij, o God! niet versmaden.

Doe wel, Heer: volgens uwe goedgunstigheid aan Sion; opdat de muren van Jerusalem opgebouwd worden.

Dan zult Gij de verschuldigde offerande, de offers en brandoffers aannemen ; dan zullen zij op uw altaar kalveren leggen.

Keer uw aanschijn van mij niet al; op wat dag ik verdrukt worde, neig uw oor tot mij.

Want mijne dagen zijn verdwenen als ccn rook ; en mijne beenderen zijn verdord als een verdroogd hout.

Ik ben, als hooi, geslagen, en mijn hart is dor geworden, omdat ik vergeten heb mijn brood te eten.

Ik ben den pelikaan der wildernis gelijk geworden; ik ben gelijk geworden aan eene nachtraal'in het huis.

Den ganschen dag beschimpten mij mijne vijanden, en die mij prezen, zwoeren tegen mij.

Van het aanschouwen uwer gramschap en verbolgenheid; omdat (Jij mij opgeheven en nedergeworpen hebt.

Maar Gij, Heer, blijft in eeuwigheid; en uwe gedachtenis van geslacht lot geslacht.

(iij zult opstaan en U over Sion ontfermen ; want de tijd is daar, om U over hetzelve te ontfermen, de tijd is gekomen.

Want deszelfs steenen hebben uwen dienaren behaagd, en zij zullen zich over deszelfs slof ontfermen.

Want de Heer heeft Sion opgebouwd, en Hij zal in zijne heerlijkheid gezien worden.

Hij heeft op het gebed der ootmoedi-gen nedergezien, en hun verzoek niet versmaad.

Men schrijve deze dingen voor het volgend geslacht, en het volk, dat geschapen zal worden, zal den Heer loven.

Want Hij heeft van boven uit zijne heilige plaats nedergezien; de Heer heeft van den Hemel op de aarde nedergezien.

Om do zuchten dor gevangenen te hoo-ren; om do kinderen der gedooden te ontbinden.

Wanneer de volkeren te zamen zullen komen, en de koningen, om den Heer te dienen.

Neem mij toch niet weg in het midden mijner dagen; uwe jaren duren van geslacht tot geslacht.

In den beginne hebt Gij, Heer, de aarde gegrondvest, en de Hemelen zijn de werken uwer handen.

Zij zullen vergaan, maar Gij blijft altoos; zij zullen allen gelijk een kk'ed verouderen.

En gelijk een dekkleed zult Gij zc veranderen, en zij zullen veranderd worden; maar Gij blijft altoos dezelfde en uwe jaren zullen niet vergaan.

De kinderen uwer dienaren zullen woonplaatsen hebben, en lum zaad zal in eeuwigheid bestaan.

Jlijne ziel heeft op zijn woord gehoopt; mijne ziel heeft op don Ilcer betrouwd.

Heer, verhoor mijn gebed, neig uwe ooren naar mijne smeekingen om uwe waarheid; verhoor mij om uwe rechtvaardigheid.

Want de vijand heeft mijne ziel vervolgd ; hij heeft mijn leven ter aarde toe vernederd.

Hij heeft mij in de duisternissen gesteld, gelijk degenen, die dezer wereld waren afgestorven ; mijn geest is in mij beangstigd geweest; mijn hart is in mij ontsteld geworden.

Ik ben der oude dagen indachtig geweest; ik heb al uwe werken overdacht; ik bepeinsde de werken uwer handen.

Ik heb mijne handen tot ü uitgestrekt; mijne ziel is voor U alseene aarde zonder water.

Keer uw aanschijn van mij niet af, of ik zal gelijk zijn aan degenen, die ten grave dalen.

Maak mij den weg bekend, welken ik moet bewandelen; want tot U heb ik mijne ziel verheven.

Verlos mij van mijne vijanden, Heer, tot U heb ik mijne ioevluebt genomen ; leer mij uwen wil doen; want Gij zijt mijn God.

Uw goede geest zal mij op den reehlcn weg geleiden ; om uwen naam, Heer, zuit Gij mij levend maken door uwe gerechtigheid.

Gij zult mijne zie! van do verdrukking bevrijden, en door uwe barmhartigheid mijne vijanden verdelgen.

Heer, gedenk onze boosheden nul, noch die onzer ouders, en neem geciu.' wraak over onze zonden

Tot uwe meerdere eer en ter mijner zaligheid, ofler ik U deze heilige oefening op , ten einde al de aflaten te verdienen die er aan vergund zijn, zoo voor mij als voor de zielen in het vagevuur, bijzonderlijk voor de ziel van N...

v. Wij aanbidden en loven U, Christus! a. Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld verlost liebt.

O Jesus! mijne misdaden hebben het onrechtvaardige doodvonnis tegen U beroepen... Ik zou moeten van droefheid

Onze Vader. Wees gegroet, enz. Ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer. God, wees ons, zondaars genadig.

krnises op uwe verscheurde schouders hebt gewaardigd te nemen, verleen mij genade om met verduldigheid do kruisen te dragen, welke uwe Voorzienigheid mij overzendt.

O Jesus, die, heladen met den zwaren last mijner zonden, vermoeid onder uw kruis ter aarde zijt nedergevallen! ach, iaat niet toe, bid ik U, dat ik in dezelve nog hervalle.

0 allerbedrulststc Moeder! bekom mij van uwen lieven Zoon tranen van eene ware boetvaardigheid over mijne zonden, die de oorzaak van zijn en van uw lijden waren... S!a mij bij m al de ellenden van dit leven... Verlaat mij niet in bet uur des doods.

O Jesus ! geef mij sterkte om met liefde het kruis, mijns lijdens op te nemen en omII met kloekmoedigheid na te volgen... Ik zal mij gelukkig achten U in iets te gelijken en uwe smarten door de mijne te ecren.

O Jesus, druk de gedachtenis van uw smartelijkste lijden zoo levendig in mijn hart, dat ik hetzelve gedurig overwege, en aangemoedigd worde om uwe bloedige voetstappen op te volgen.

O Jesus, mijne hoovaardigheid heeft U onder den last des kruises nedergewor-pen... Ach, leer mij zoetaardigen ooimoedig van hart zijn. Ik wil allo verootmoedi-gingen en versmadingon verduldig lijden,

opdat ik, U navolgende in uwe vernederingen, niet U in de glorie moge deel hebben.

O Jesus, geef eene bron van tranen aan mijne oogen, opdat ik mijne zonden dag en nacht beweene... Aeh, gewaardig mijne ongereehtigheden meer en meer uit Ie wisschen, en mij van mijne zonden te reinigen.

ü Jesus, reik mij eene helpende hand ioe in liet midden der gevaren, aan welke ik ben blootgesteld, opdat ik niet in zonde valle... Verdedig mij tegen de vijanden mijner zaligheid, opdat ik niet onder het geweld hunner bekoringen bezwijke.

O Jesus, geef dat ik al mijne booze gewoonten uilegge, mijn hart van al wat aardscli en vergankelijk is onthechte, mijn dartel vleeseh kaslijde, mijne zinnen ver-sterve, en gaarne met U uit den bitteren Kelk des lijdens drinke.

O Jesus, hecht mij met ü aan het kruis; ik wil met ü, gelijk Gij en om U lijden, opdat ik in uwe liefde leve, lijdeen sterve, en eeuwig met U en door 11 moge gelukkig zijn.

O Jesus, door de bittere smarten, welke Gij voor mij aan het kruis hebt geleden, bijzonder als uwe ziel uit uw gezegend lichaam is gescheiden , ontferm U over mijne ziel, als zij van deze wereld zal scheiden.

O Maria, laat mij toe dat ik mijnen bekruisten Zaligmaker, uwen lieven Zoon, tusschen uwe armen aanbidde en mijne tranen met de uwe menge... Bewaar mij door uwe machtige voorspraak van het ongeluk, uwen Jesus door mijne zonden weder te kruisigen, en dus uw moederlijk hart met een nieuw zwaard te doorsteken.

Ik zal eens sterven en begraven worden gelijk Gij, o mijn Zaligmaker! Gewaardig U in mijn sterfuur mij door mven kruis-

dood te vertroosten, en mijn lichaam, wanneer Gij het weder zult opwekken, met uwe glorie te verheerlijken.

Vijfmaal het Onze Vader, vijfmaal het Wees gegroet, en zoo veel maal Glorie zij den Vader, ter eere van de vijf wonden van Jesus, en één Onze Vader en Wees gegroet met Glorie zij den Vader, ter meening van den Paus van Rome.

et wordt meer en meer erkend en gevoeld, dat het gebed quot;an den Kozen-Ivrans een der uitmnn-tendste gebeden is, een geestelijke krans van rozen, ter eere van onzen Verlosser er; zijne zegenrijke Moeder gevlochten; dat het is eene oefening om ons geloof te versterken, onze godsvrucht te vermeerderen en om ons de grootste geestelijke vrnohten te verwerven. Woroordeelen tegen het heilzame gebruik van den Rozenkrans, als zou eene gedurige herhaling der zelfde gebeden de aandacht verstrooien, of dat het meer eene oefening voor onwetenden ware, zien wij, Gode zij dank! door eene

De H. Kerk gebiedt, wel is waar, nergens den Rozenkrans te hidden — maar zij kent; ei onwaardeerbare verdiensten aan toe, waarom zij dit gebed dan ook uitdrukkelijk aanbeveelt en er zolfs de rijkste aflaten aan verleent.

Behoeven wij nog meer, om het heilzame der rozenkrans-oefening aan te bevelen ? Voorzeker, neen ! — maar laat ons nog zien hoe voortreffelijk de gebeden van den Rozenkrans zeiven zijn.

Wij beginnen mot eene belijdenis van ons geloof. Als ootmoedige kinderen verklaren wij te gelooven wat wij zien noch begrijpen kunnen : wij onderwerpen ons aan hetgeen God openbaarde, Christus zelf ons geleerd heeft en zijne Kerk ons voorstelt te gelooven.

Voorts bidden wij het Gebed des Heeren ; want Jesus sprak tot zijne leerlingen: Wanneer (jij bidt, zcrit dan : Onze Vader die in de Hemelen *1,7. Dit is immers do schoonste, do teedersto bede, van geen menschel ijk vernuft uitgegaan, maar ons door den Zoon Gods geleerd. Het bevat al wat wij tot God spreken, van Hem hidden mogen.

Dan bidden wij de Groete des Engels, l estaande vooreerst uit de hemelsche woor-

don, door don aartsencrel Gabriël op Gods bevel tot do H. Maagd Maria gesproken: ten andere uit die, waarmede Elisabeth hare hoven al gezegende nicht begroette, en ten dorde, uit hot gebed, hetwelk do Kerk er in later tijd heeft bijgevoegd. — O, met wolk eene liefde en eerbied moeten wij tot de allerheiligste Maagd doordrongen zijn, wanneer wij haar met de woorden begroeten, dio niet alleen voor haar, maar voor het goheele monschdora zoo gezegend waren.

Eindelijk besluiten wij olk tiental met Eei'e zij den Vader, em. .als eene uitboezeming tot lof der allerheiligste Drievuldigheid, die wij eenmaal in het koor der zalige Hemelingen hopen te verheerlijken.

Het is onnoodig over de zegeningen, welke uit het krachtvolle gebed van don Kozen-krans voortvloeien, verder uit to weiden. Elk Christen, die ook slechts eenige malen in teedere godsvrucht de Groeto des Engels heeft kunnen bidden, gevoelt zelf en weet hot, dat door het gebed van den Kozenkrans vele zondaren bekeerd, vele ongelukken voorkomen en vele overwinningen behaald werden, — kortom, dat er vele wonderen ten allen tijde door bewerkt zijn, die in do geschiedenis opgeteekend, dikwijls door de

Hoewel liet gebod van den Kozenkrans bestaat uit do geloofsbelijdenis en vijftien maal tien Wees gegroeten, elk tiental door een Onze Vader voorafgegaan, terwijl men daarbij iets nit het leven, lijden en de glorie van Jesus en van de allerheiligste Maagd Maria behoort te overdenken, zoo zal men hot als heilzaam en voordeelig erkennen, als men de overweging dor vijf blijde, droevige en glorierijke geheimen, volgens het bijgevoegde voorschrift overweegt; vooreerst, omdat velen tot eigen overwegingen geene geschiktheid bezitten, en die overwegingen, toch zoo noodzakelijk bij 't gebed van den Rozenkrans, anders niet zelden zouden worden nagelaten ; ook omdat men bij het herhaaldelijk lezen dier bespiegelingen minder in verstrooiing geraakt, en omdat ons het leven en lijden des Zaligmakers en de verhevene waardigheid zijner zegenrijke Moeder duidelijker voor den geest gebracht worden dan bij eene bloot uitwendige beschouwing.

Wie Jesus bemint, die moet Maria beminnen ; wie Maria teederlijk bemint, die zal alzoo geene moeielijkheid vinden, haar dagel ijks door eene zoo heilige oefening te

eoreii. Indien wij nu verlangen dat zij ons van haren Zoon de kroon van glo rie helpe bekomen, laten wij het ons dan vervolgens tot eenen plicht achten, haar deze soort van kroon aan te bieden, welke zij aan den H. Dominicns betuigde, dat haar het aangenaamste was.

Voor dat wij het Rozenkrans-gebed beginnen, moeten wij ons tot eene godsdienstige stemming trachten op tc wekken en ons in de tegenwoordigheid Gods plaatsen. Dan make men do intentie, waarmede men het gebed wenscht op te dragen.

3° Tot vereering der H. Moeder Gods, of om zich in hare bescherming of voorspraak aan te bevelen.

5° Om zekere gave of genade deelachtig te worden, of deze of gene deugd te verwerven.

te verhoeriijken. Zuiver mijn hart van allo ijdele en zondige gedachten. Verlicht mijn verstand en vervul mijn hart met uwe genade, opdat ik het Rozenkrans-gebed waardig, aandachtig en godvruchtig vol-brengc, opdat mijn smeeken verhoord worde voor 't aanschijn uwer goddelijke Majesteit, en deze oefening mij Ier zaligheid voordeelig zij. Door Christus, onzen Heer. Amen.

Heer Jesus, in vereeniging met het gevoel, waarmede Gij op aarde uwen hemelscheu Vader geloofd hebt, wensch ik de volgende gebeden op te dragen.

v. Gewaardigdat ik u love, o li. Maagd. a. Schenk mij sterkte tegen uwe vijanden, v. O God, let op te mijner hulpe.

a. Heer, spoed L' om mij te helpen, v. Eere zij den Vader, en den Zoon, en den 1! Geesf.

a. Gelijk liet was in den beginne, en nu, en aKijd, cn in alle eeuwigheid. Amen.

J. üe H. Drievuldigheid heeft toegestemd in do raenscliwordhig van Cliristus. Wees gegroet, enz.

7. De Engel zeide : « Vrees niet, S-Maria; want gij zult ontvangen van | den H. Geest! »

8. Maria zeide : « Zie de dienstmaagd des Heeren : mij geschiede naar uw woord. »

eeren. Indien wij nu verlangen dat zij ons van haren Zoon de kroon van glorie helpo bekomen, laten wij het ons dan vervolgens tot eenen plicht achten, haar deze soort van kroon aan te bieden, welke zij aan den H. Dominicus betuigde, dat haar het aangenaamste was.

Voor dat wij het Rozenkrans-gebed beginnen, moeten wij ons tot eene godsdienstige stemming trachten op te wekken en ons in de tegenwoordigheid Gods plaatsen. Dan make men de intentie, waarmede men het gebod wenscht op te dragen.

3° Tot vereering der H. Moeder Gods, of om zich in hare bescherming of voorspraak aan te bevelen.

5° Om zekere gave of genade deelachtig te worden, of deze of gene deugd te verwerven.

te verheerlijken. Zuiver mijn hart van alle ijilele en zondige gedachten. Verlicht mijn verstand en vervul mijn hart met uwe genade, opdat ik het Rozenkrans-gehed waardig, aandachtig en godvruchtig vol-lirenge, opdat mijn smeeken verhoord worde voor 't aanschijn uwer goddelijke Majesteit, en deze oefening mij ter zaligheid voordeelig zij. Door Christus, onzen lieer. Amen.

Heer Jesus, in vereeniging met het gevoel, waarmede Gij op aarde uwen hemelschen Vader geloofd hebt, wenscli ik de volgende gebeden op te dragen.

v. Gewaardigdat ik u love, o li. Maagd. a. Schenk mij sterkte tegen uwe vijanden, v. O God, let op te mijner hulpe.

a. Heer, spoed ü om mij te helpen, v. Eere zij den Vader, en den Zoon, en den 11 Geest

1. Dc H. Drievuldigheidlioeft toegestemd in de menschwordlng van Christus. Wees gegroet, onz.

7. De Engel zeide : « Vrees niet, Maria; want gij zult ontvangen van g den H. Geest! »

8. Maria zeide : « Zie dc dienstmaagd des Hceren ; mij geschiede naar uw woord. )i

1. Mariagaat uit ootmoedigheid hare nicht Elisabeth bezoeken. Wees gegroet, enz.

nicht Elisabeth ontvangen. 5. De H. Johannesisgezuiverdenvan g blijdschap opgesprongen in den o schoot zijner moeder. f

8. Eiisabeth zeide : « Welk een geluk geschiedt mij, dat de Moeder des 3: Hoeren tot mij komt! » • %,

2. Maria heeft Jesus in eonen stal gebaard en in doeken gewonden. Wees gegroet, enz.

8. De Engelen hebben gezongen : % «Eere zij God in den allerhoogsten, o en vrede op aarde den mensehen, r* die van goeden wil zijn. »

10. De drie Wijzen zijn het Kind komen aanbidden en hebben hunne giften geofferd.

10. Simeon zeide : « Heer, laaf nu uwen dienaar in vrede gaan volgens uw woord ! » Wees gegroet, enz.

De namen van Jesus en Maria zijn gezegend van nu af tot in eeuwigheid. 0;ize Vader, enz.

7. .Icsus, twaalf jaren oud zijiule, ondervraagt cn verbaast de leeraren. Wees gegroet, enz.

O Maria! allergoedertierenste Moeder, verkrijg voor mijn hart eene ware droefheid en voor mijne oogen tranen van berouw, om te beweenen dat ik Jesus zoo dikwerf door de zonden verloren heb; verwerf mij de genade dat ik Hem weder-vinden en altijd behouden moge. Amen.

■i. Jesus is bedroefd tot de i dood. Ti. Jesus zweet water en bloed. ^ G. Jesus stelt zijnen wil in den wil § van zijnen hemelschen Vader. 'g

gebonden en van den eenen rechter tot den anderen voortgesleurd. Wees gegroet, enz.

Zoo liet'heeft God den menseh gehad, dat Hij zijnci,! eenigen Zoon niet gespaard, maar Hem overgeleverd heeft tot den dood, ja tot den dood des kruises.

!. Jesus werd van de joden aan de heidenen overgeleverd. Weesgegroet, enz. 2. Jesus werd hij Pilatus valseh he- ^ schuldigd. §

i. Jesus, hoewel onschuldig verklaard zijnde, werd geleverd om gegeeseld p te worden.

-10. Pilatus hoeft Jesus aan 't volk vertoond, zeggende ; « Ziet don Mensch! »

wonde schouderen gedragen, ■i. Jcsus werd tussclien twee moordenaars heengeleid.

8. Jcsus zeide ; « Handelt men dus ' met het groene hout, wat zal dan met het dorre geschieden ? »

8. Jesus heeft uitgeroepen ; « Mijn God ! mijn God ! waarom hebt Gij Mij verlaten ? »

10. Jesus heeft den geest gegeven on zijn hart voor ons laten openen. Wees gegroet, enz.

O Jesus ! ik bid U door al uwe smarten en door uw hitteren dood, door uwe doornagelde handen en voeten, doorboorde zijde en door al uwe gezegende wonden, ontferm t' mijner en druk uw heilig lijden zoo diep in mijn hart, dat ik in niets behagen sciieppe dan in ü, mijn dierbare Jesus, die voor mij den kruisdood hebt ondergaan. Amen.

Goloofd on gezegend zij ten allen tijde het allerheiligst en goddelijk Sacrament des Altaars.

5. Jesus scheidde van zijne lieve vrienden. s: 4. Jesus beloofde met hen te zullen 55

9. Jesus toont zijne heilige wouden voor ons aan den heraelschen Vader. Wees gegroet, enz.

2. Jesus heeft den Trooster gezonden. ^ ö. Jesus heeft het vuur op de wereld g'

8. Maria zit bij haren lieven Zoon. quot;J 0. Maria is onze voorspraak in den S-

10. Maria is gekroond boven alle Engelen en Heiligen in den Hemel, gelijk do Moeder van God toekomt.

ging van al uwe deugden, verdiensten en volmaaktheden, deze geestelijke kroon vau gebeden en begroetingen. Gewaardig u haar te ontvangen met al do lofliederen, die op aarde en in den Hemel u ter eero worden aangeheven. Verwerf mij.cn allen, voor wie ik verplicht bon te bidden, van uwen teêrgeliefden Zoon do genade om godvruchtig te leven en zalig te sterven. Amen.

liidden wij voorts : één Onze Vader, tot dankbaarheid, dat God ons de genade licclt geschonken om den H. Ilozenkrans te lezen.

Ken Wees gegroet, dat Maria ons verstand aan den hemelschcn Vader opdrage, opdat wij eeuwig zijne banuhartigbeid mogen gedenken.

Keu Ween gegroet, dat Maria ons geheugen opoflere aan haren goddelijken Zoon, opdat wij onafgebroken zijn heilig lijden indachtig mogen zijn

F, mi Wees geyroet, dat Maria onzen wil gelieve toe te eigenen aan den II. Geest, opdat Hij gedurigin ons van liefde brande.

Vervolgens bidden wij : hot Geloof, opdat ons gebed aan God aangenaam zij, en dat het moge strekken ter zijner vei-lieerlijking, tot heil der Kerk, tot bekeering der zondaren en afvallige christenen en tut welzijn der geheele gemeente. Alsdan zegge men :

De almogendheid des Vaders beware ons, de wijsheid des Zoons leere ons en de liefde des II. Geestes ontsteke ons.

Benodictus XIII heeft door cene breve van l'-j april 17'26 verleend 100 dagen allaat, voor eiken (hu-c Vader en Wees gegroet, aan alle geloovige Christenen, die met een rouwmoedig hart den geheelen rozenkrans zulleu lidden, dat is de vijftien tientjes, of die er

het derde deel van zullen bidden, namelijk het zoogenaamde rozenhoedje van vijf tientjes ; en aan hen, die gedurende een jaar a.lo dagen, ten minste het derde deel zullen lezen, een vollen aflaat, op eenen dag naar verkiezing, mits men waardig gebiecht en gecom-numiceerd hebbe.

Om deze aflaten te winnen is het noodig ; 1° dat de rozenkrans gewijd zij door een Pater Predikheer of eenen daartoe gemachtigden Priester; 2° dat men onder het bidden van den rozenkrans de vijftien geheimen over-denke. Degenen, die hiertoe niet in staat zijn, volstaan met godvruchtig den rozenkrans alleen te bidden.

Behalve deze zijn er nog verscheidene aflaten verleend aan de leden der broederschap van den rozenkransen van denzoogenoemden levenden rozenkrans.

hxe ziel, aanbid hot allerheiligste Sacrament des Altaars in don diopston ootmoed. Hoer Josus-Christus! Gij, die het brood dos levens zijt, wij aanbidden U. Christus, onze Koning! die over alle volken heerscht, e i hen, die ü bezitten, sterkte des geestes geeft, mijne ziel aanbidt ü in den diopston ootmoed.

Aan U, mijn Jesus; levende God in het Altaargeheim, breng ik mijn otl'or van aanbidding, eerbied, liefde en dankzeg-

ging; ik hof met allo Iloiligon on Engelen in don Ilomol don lofzang aan ; Heilig, heilig, heilig is do Hoer, de almachtige God, do Hoer dor heerscharen ! Hemel en aarde zijn vol van uwe heerlijkheid! Eerc zij den Vader, en den Zoon on den H. Geest, nu en in eeuwighoid. Amen.

O God, onze Hoer! Hoe wonderbaar is uw naam op aarde; uwe heerlijkheid is liovon don Hemel verheven. Wat is de monsch, dat Gij U verwaardigt hem te bezoeken, en zelfs met het levend Hemel-brood te voeden? Slechts iets geringer dan de Engelen hebt Gij ons geschapen, met eer en heerlijkheid hebt Gij ons gekroond, lu U wil ik mij verheugen en verblijden; altijd zal ik mot dankbaarheid de wonderen uwer goedertiereno almacht verkondi-

UNE ziel, aanbid hot allcr-lioiligstc Sacrament des Altaars in den diepsten ootmoed. Heer Jesus-Cliristus! Gij, die liet brood des levens zijt, wij aanbidden U. Christus, onze Koning! die over alle volken heerseht, e i hen, die U bezitten, sterkte des geesles geeft, mijne ziel aanbidt U in den diepsten ootmoed.

Aan U, mijn Jesus! levende (!od in bof Altaargeheim, breng ik mijn ofl'er van aanbidding, eerbied, liefde en dankzeg-

ging; ik hof met alle Heiligen en Kngelen in den Hemel den lofzang aan ; Heilig, heilig, heilig is de Heer, de almachtige God, de Heer der heerscharen ! Hemel en aarde zijn vol van uwe heerlijkheid! Eerc zij den Vader, en den Zoon en den H. Geest, nu en in eeuwigheid. Amen.

O God, onze Heer! Hoe wonderbaar is uw naam op aarde; uwe heerlijkheid is lioven den Hemel verheven. Wat is de meusch, dat Gij U verwaardigt hem te bezoeken, en zelfs met het levend Hemel-brood te voedenSlechts iets geringer dan de Engelen hebt Gij ons geschapen, met eer en heerlijkheid hebt Gij ons gekroond. In U wil ik mij verheugen en verblijden; altijd zal ik met dankbaarheid de wonderen uwer goedertierene almacht verkondi-

gen. Loof, mijne ziel, uit al mvekrachten, uwen Heer en God! want niemand is Hom gelijk in genade en vaderlijke toegenegenheid. Vergeet de weldaden niet, welke gij sedert uwe kindsche dagen ontvangen hebt, en nog da^e'.ijks naar lichaam en ziel geniet. Hij redt u van het eeuwig verderf, vol van barmhartigheid vergeelt Hij ii de zonden ; Hij ontslaat u van derzelver straffen en geneest uwe wonden en gebreken ; Hij overlaadt u met zi.'ne goedheid, en schenkt u lust en kracht tot het goede; Hij geelt u op nieuw de schoonheid der onschuld en het verlorene paradijs terug. Ja, oneindig goed en barmhartig is de Heer, langmoedig en,geduldig jegens allen. Gelijk een vader zich ontfermt over zijn kind, zoo ontfermt Hij zich in zijne milde goedheid over ons. Hij weet het, dat wij, stol' en zwak zijnde als riet, spoedig het goede nalaten en het kwade doen. Hij is een toevlucht voor rouwmoc-

(lige zondaren, do steun der zwakken eu rechtvaardigen. Hij heelt ons den wil di s hemelsehen Vaders geopenbaard en den weg tot den Hemel aangewezen. Hier heeft Hij in ons midden den troon zijner genade opgericht; en daar, naast zijnen troon, voor ons eenc woning bereid. Heer, onze God! hoe wonderbaar en groot is uwe goedheid. Geen Engel , geen sterfelijk wezen kan dezelve bevatten. —■ Al wat ademt, loof den Hoer! verhef vol vreugde zijne goedheid en genade. Looft den Heer! gij Engelen en al zijne schepselen! mijne ziel en alles, wat in mij is, looft den Heer!

Gij, lafenis mijner ziel, licht mijner oo-gen, troost in mijne droefheden, eeuwige haven, waarnaSr mijne ziel verlangt, lusthof mijns harten, onderpand mijner zaligheid , geleider in mijne ballingschap.

geneesmiddel mijner wonden, goodertie-rene straflei' mijner zonden, ieei'aar mijner onwetendheid, leidsman op mijnen levensweg, aangename woonplaats, waar mijne ziel kan rusten, spiegel, waarin zij zieli afheeldt, stal', waarop zij steunt, en kostbare schat harer heerlijkheid ; Jcsus, alles voor allen; Jesus! voor wien alle knieën zich moeten buigen, in den Hemel, open onder de aarde; Jcsus! alle tongen prijzen U, en belijden dat Gij — de eeniggebcrene — de heerlijkheid van God den Vader zijt; Jesus! in de zalige vreugde van mijn beminnend hart noodig ik al uwe schepselen uit, om U, eeuwige, aanbiddenswaardige liefde in het allerheiligste Sacrament met mij te loven, te beminnen en te verheerlijken in eeuwigheid.

Jesus-Christus! Gij die de uwen ten einde toe bemind hebt; geheel uw leven was eene voortdurende liefde-oefening , en nog heden, in de heerlijkheid des

Hemels, zijt Gij onze barmhartige voorspreker bij den Vader en onze Zaligmaker. Ach, dat ik U toch uit geheel mijn hart konde beminnen 1 dat ik ü mogte navolgen op den weg, dien Gij ons zijt voorgegaan, en eindelijk de zaligheid des Hemels moge verkrijgen, welke Gij ons verworven hebt! Heer! Gij kent alle dingen, — Gij weet ook dal ik U bemin. Doordring geheel mijn wezen met het goddelijke vuur uwer liefde, opdat niets mij van uwe liefde scheide, opdat ik met en in U leve en sterve. Amen. — Onze Vader, enz. Geloofd zij Jesus-Christus in het allerheiligste Sacrament! enz.

Met innig gevoel, terwijl hij zijne vingeren in uwe handen en zijne hand in de wonden uwer zijde legde, zeide de H. Thomas tol U : « Mijn Heer en mijn God! »

Hij geloofde nadat hij gezien had! Ik zie niet, maar ik geloof dat Gij hier op dit altaar onder de gedaante van brood tegenwoordig zijt. Hoe onsehatbaar is het geluk van den christen! Velen weten niet,

dat wij U, die alleen de ware God zijt, kennen, en Jesus-Christus, dien*Gij gezonden hebt.

Aanbiddenswaardigste! Ik aanbidUmet den diepsten eerbied. Ik wil uwen heiligen naam loven. — Geheel de wereld is vol van uwe weldaden en wonderen, maar de grootste uwer weldaden en .iet verhe-venste uwer wonderen is, dat Gij zoo nabij ons, dat Gij in het H. Sacrament des Altaai's bij ons tegenwoordig zijt.

mijn God! verstoot mij niet van uw aan-gezicht. Laat mij hier de vruchten uwer liefde, en ginds, aan gene zijde des grafs,

de bcloouingcn genieten, welke Gij bereid hebt voor ben, die U in geest en waarheid aanbidden. O menscli geworden God voor uw aangeziebt ncêrgeknield, geloof ik vastelijk in U zonder U te-zien; op U stel ik al mijn vertrouwen, U bemin ik uit gebeel mijn bart; — neem alles weg van mij, wat aan uw beilig oog mishaagt, on geef mij alles, waardoor ik ü behaaglijk worde! Gij zijt het eeuwige vuur, dat op het allaar der liefde nooit uitdooft. O, laat dit liefdevuur uit uw hart ontspringen , en mijn koud hart ontvlammen! Stort dat heilig vuur over mij uit, opdat mijn hart als een aangenaam reukoffer voor U ontbrande, en wegsmelte als was. Geef mij, o Jesus, dat ik uwen heiligen wil kenne en volkomen vervullc. (iij hebt hier oj) aarde geleefd tot welgevallen van uwen Vader; laat ook mij slechts leven om U te behagen, tot dat ik U prijzen en aanbidden moge in het heuielsch Vader-

land, waar Gij mij eeuwig wilt verblijden met de aansehouwing van uw goddelijk Wezen in do volmaakte zaligheid.

Jesus-Chrlstus! vriend van berouw-hcbbendc zondaren, die in de wereld gekomen zijt om te zoeken en zalig te maken hetgeen verloren was; Gij weet, aan welke gevaren en bekoringen ik ben blootgesteld in den omgang met eene wereld, die haren God zoo weinig kent en bemint. Getrouwe herder! sta Gij mij bij in de veelvuldige bekoringen ; waak Gij over mij; vermaan mij; geleid en versterk mij door uwen H. Geest. Ameib

od Vader van alle men-schen! Gij weet, dat ik niets kosthaarders lieb dan mijne kinderen, en dat mij niets zoo zeer ter harte gaal, dan het eeuwig heil hunner zielen, welke Gij cetis uit mijne handen zult terug vorderen. Ik hid U, bc-scherm en bewaar hen; bestuur hen op den weg der deugd, en laat niet toe, dat zij II, het hoogste goed, door de zonde beleedigen en verliezen. Versterk hen met uwe heilige genade tegen do verleiding der wereld, opdat zij nooit door kwade voorbeelden overgehaald worden.

om don weg uwer geboden tc verlaten. Plant in hnnne harten een vast geloof aan de eeuwige waarheden, welke Gij ons door Jesus-Christus uwen Zoon hebt geopenbaard, en ontsteek in hen het vuur uwer heilige liefde. Zegen mijne pogingen, om hun liefde voor het gebed en ware godsvrucht in te prenten, opdat zij U vroeg leeren kennen en beminnen. Bewaar hen met uwe genade in de gevaren, welke hen omringen, en leid heu tot de eeuwige zaligheid, waarheen ik hun den weg moet aanwijzen. Ik geef hen met vast vertrouwen aan uwe wijsheid en liefde over. Geef hun eeuwig en tijdelijk welzijn, opdat ik eens in de vaste overtuiging sterve, dat zij U dienen, en dat ik geen verloren heb van die, welke Gij mij hebt gegeven. Amen.

goedheid. Gij licnt mij geboden en door uw voorbeeld geleerd, dat ik mijne ouders eere en beminne. Ik dank U dan, dat Gij mij zulke goede ouders gegeven hebt, welke niet slechts voor mijn lichamelijk onderhoud, maar ook voor mijne ziel, en voor mijn eeuwig heil, met zoo veel liefde zorgen. Laat niet toe, dat ik ooit hunne weldaden met ondankbaarheid vergelde, maar geef mij de genade om aan hunne zorgen te beantwoorden en hun tot vreugde te strekken. Verleen bun gezondheid en een lang leven, geluk in hunne ondernemingen en troost in tegenspoed en lijden. Bewaar hen voor alle rampen naar ziel eu lichaam, en beloon de liefde, welke zij mij bewijzen, met de eeuwige zaligheid. Amen.

ik sterven zal, vastgesteld. Met vast vertrouwen op uwe oneindige barmhartigheid bid ik U, dat uw heilige wil geschiede. Geef mij echter de genade, dat mij de dood niet overvalle, gelijk een dief in den nacht, maar dat hij mij voorbereid, biddende en wakende vinde. Roep mij niet voor uwen rechterstoel, voor dat ik mijne zonden door boetvaardigheid heb uitge-wischt; want het is vreeselijk, onvoorbereid en onboetvaardig in uwe handen te vallen. Laat mij nimmer vergeten, dat ik, om zalig te sterven, volgens uwe geboden moet leven, en verleen mij uwen bijstand, opdat ik mij door een heilig leven voorbereide tut dat beslissend uur, waarvan mijn eeuwig geluk afhangt. Barmhartige Vader, verleen mij een zalig sterfuur, laat mij dan met vast betrouwen op uwe oneindige verdiensten hopen, en geef, dat ik van ü moge hooren ; heden zult gij met Mij zijn in het paradijs.

H. Geest, verlielit mijn verstand en versterk mijnen wil, 0111 standvastig in ijet katholieke geloof te volharden en als een gehoorzaam kind van dc katholieke Kerk te sterven.

hulp der christenen en toevlucht der zondaren, bid voor mij, armen zondaar, voornamelijk in het uur van mijnen dood. Amen.

Het lijden van dezen tijd is niets iu vergelijking met de eeuwige zaligheid, welke ons geopenbaard zal worden, f)( wij weten, dat voor degenen, welke God beminnen, alles ten goede werkt.

Do korte rampen van dezen tijd bewerken voor ons eene onuitsprekelijke en eeti-wigdiTrende zaligheid. 2 Cor. -i. 17.

Die naar den wil van God lijden, kun-iifiTi Hem, den getrouwen Schepper, hunne zielen aanbevelen, want de oogen des Hoeren letton op de rechtvaardigen, en zijne ooren op hun gebed.

Zoo iemand uwer bedroefd is, dat bij bidde; bet gebed van eenen rechtvaardige kan veel uitwerken. Jac. 3. tö. )o.

Zoo gij den Heer zoekt, zult gij Hem vinden, indien gij Hem van ganscber harte zoekt in de treurigheid uwer ziel.

's Maandags (om ootmoedigbeid.) 's Dinsdags (om cbristelijke liefde), 's Woensdags (om zuiverbeid van bartc.

De geschiedenis van het lijden des Zaligmakers in de H. Mis van Palmzondag, volgens de vier heilige Evangelisten. id.

De Kruisdagen. 502 Het feest van Jesus-Christus Hemelvaart. 507 Het II. Pinksterfeest. 511 Feest van de allerheiligste Drievuldigheid. 515 H. Sacramentsdag. .519 Lofzang : Laudu Sion. 520

Litanie van het allerheiligste Sacrament. 555 De feestdagen van do heilige Maagd

GUNNING
7 A 16 —₁


1 ^ibi etAmi^isI 1




IO)0lt;1)- W.^.UEC.bDtN(J?