-ocr page 1-

305

Vak 45

-ocr page 2-
-ocr page 3-

W, ■ •/.

J. M. J, F.

m iiFiiii

UB

124

IpORTIUNCULA

DOOR DEN

E. P. SIMON VAN BUSSIÈRES.

?ai

(nnnr ile scDcmle franscfic Kitgnnf)

❖——■$gt;

Sr. PAULUS-DRUKKERU, MAAS!

1884.

-ocr page 4-

GOEDGEKEURD

J. M. SCHOL TIS Pastoor-Deken.

ad hoc delegatus.

Galopiae hac 8 Maji 1884.

-ocr page 5-

fOETIÏÏIOÏÏLA.

Ik wil u allen naar het Paradijs brengen.

(Woorden van den H. Franciscus.)

Onder al de aflaten welke in de kerk kunnen worden verdiend, is een der kostbaarste die uit de schatten der goddelijke barmhartigheid geput zijn een, der beroemdsten, zoowel om zijne oudheid, om zijn wonderbaren oorsprong, als om de door de vijanden des geloofs (1) tegen hem gericht aanvallen, de aflaat die van Portiuncula genoemd wordt. Hij heeft aan hunne onbeschaamdste bespottingen blootgestaan; maar wat is er in de heilige Kerk door hen niet aangevallen! wat heeft hun lachlust niet opgewekt!

Wij bieden aan de vrome zielen een klein geschrift over dezen aflaat aandat heel kort, maar volledigis, zoools blijkt uit de inhoudsopgave.

li

(i) Albeitus (Erasmus) en Martinus Chemnies, Luthei-schen.

-ocr page 6-

^ERSTE jjEDEELTE

Geschiedenis van den aflaat van Portiuncula.

1. Wat is de aflaat van Portiuncula ?

2. Wat is de oorsprong van dien aflaat?

3. Is die aflaat niet zoo groot, dat hij onge-loofelijk schijnt?

4. Waarin bestaat zijne bijzondere uitstekendheid en welke ontelbare voordeelen levert hij ons op ?

5. Hebben de geloovigenten allen tijde veel ijver aan den dag gelegd, om dien aflaat te verdienen ?

6. Op welke voorwaarden kan men die genade verkrijgen ?

J'WEEDE JjEDEELTE.

Om de godsvrucht der geloovigen te hulp te komen, zullen wij een verzameling van gebeden aan de hand doen, geëigend voor de omstandigheden van den dag.

Geve God, dat dit geschrift vele zielen verlichte omtrent de waarde van dezen aflaat, ze met eene groote liefde voor de zondaars beziele, hun vertrouwen opwekke en aan anderen een nog grooter verlangen instorte, om aan zulk een kostbare genade deelachtig te worden!

-ocr page 7-

Geschiedenis van den aflaat van Portiuncula.

pERSTE pEDEELTE.

Samp; a|laat van Sottiuncuia ?

De aflaat van Portiuncula bestaat hierin, dat de geloovigen, na gebieclit en gecommuniceerd te hebben, zoovele volle ajlatm kunnen verdienen, als zij bezoeken brengen in eene Franciscaner kerk, van de eerste vespers van 1 Augustus af tot zonsondergang den 2 Augustus, mits zij volgens de meening van den Paus bidden. (1)

n.

3foe is 3e a|-Caat van ^oztiuncuia ontatacm?

De aflaat van Portiuncula bestaat sedert de dertiende eeuw: in 1221, dat wil zeggen zes eeuwen geleden, vreeg de H. Franciscus van Assisië dien aan Paus Honorius III. Het volgende gaf daartoe aanleiding.

Op ongeveer twee kilometers afstand van Assisië bevond zich een kerkje, Portiuncula of O. L. Vrouw der Engelen genaamd, omdat de hemelgeesten het met hunne menigvuldige verschijningen begunstigden. De heilige

(i) Zie meer bijzonderheden op bladz. 4.

-ocr page 8-

6

Fran cis cu s van Assisië had dit vervallen heiligdom hersteld en er de bakermat van zijne Orde gevestigd. Daar kwam hij dikwerf om zijne teedere godsvrucht voor Maria en voor de heilige Engelen, wier Koningin zij is, te voeden. Daar bad hij te midden van het liefelijk gezang der hemelgeesten; daar had hij het onuitsprekelijk geluk, zich met hen in vertrouwelijk verkeer te bevinden. (1) De H. Franciscus had drie groote Orden gesticht; de Orde der Minderbroeders, of Franciscanen, in 1209; die der Arme vrouwen, of Clarissen, in 1212, eindelijk de Orde van Boetvaardigheid of de Derde Orde, in 1221, ten einde den algemeenen ijver die de volkeren drong om hem na te volgen, te bevredigen. De Derde Orde had ten doel, om elke stad in een woonplaats van heiligen te veranderen, dewijl zij de zielen van goeden wil tot de christelijke volmaaktheid moet brengen. Een groot getal zondaars werden op het woord en het voorbeeld zijner leerlingen bekeerd; de kloosters der Arme vrouwen werden allerwege gesticht; Europa weerklonk van den naam van den H. Franciscus en van de faam zijner wonderen, zijne ziel was een oven brandend van liefde; zijn lichaam, het heldhaftig offer van eene voortdurende slachting; maar niets was voor zijn ijver nog genoeg. quot;Wanneer de liefde ons

(i) H. Bonaventura.

-ocr page 9-

7

aanspoort om te handelen, dan duldt zij geen vertoeven of traagheid; zij -wensclit altijd om nog grootere dingen te ondernemen. Zoo gebeurde het, dat Franciscus door de goddelijke liefde ontvlamd, nacht en dag in eenzaamheid en afzondering van verlangen verteerd werd om Gods glorie en de zaligheid zijner evennaasten te bevorderen.

In zekeren nacht werd de Seraphijnsche Patriarch door een nog heviger medelijden met de zondaren, dan hij gewoonlijk gevoelde, aangetast. Toen stortte hij stroomen van tranen , verscheurde zijn uitgeput lichaam, ten einde Gods hart te treffen, en smeekte Hem, dewijl Hij uit liefde tot de zondaars al zijn bloed vergoten had, zich te gewaardi-gen hun, door een overmaat zijner goddelijke barmhartigheid, nog het middel te verleenen om dit kostbaar Bloed op zich te kunnen toepassen, en zooveel folteringen om hunne zaligheid uitgestaan, niet nutteloos te doen zijn. Een Engel maande hem aan, zich naar Portiuncula te begeven, waar Jezus Christus en zijne Doorluchtige Moeder omstuwd door eene menigte Engelen, hem wachten. Op dit bericht door eene onuitsprekelijke vreugde vervoerd, staat de heilige onverwijld op en, met diepen eerbied de kapel binnentredende, valt hij met het aangezicht ter aarde, om de majesteit van den Zoon Gods te aanbidden.

-ocr page 10-

8

Ouze Heer Jezus Christus, een blik van goddelijke goedheid op hem slaande, sprak: Franciscus, de ijver dien gij en de uwen voor het heil der zielen hebt, is oorzaak dat het u wordt toegestaan om mij iets ten huwien gunste ter eere van mijn naam te vragen.

Te midden der wondervolle omgeving waarin hij zich bevond en die hem in verrukking bracht, deed de Heilige dit gebed; Onze allerheiligste Vader, schoon ik een ellendig zondaar ben, smeek ik u, de goedheid te willen hebben aan de menschen te vergunnen, dat al degenen, die deze kerk zullen bezoeken, een vollen ajiaat van hunne zonden zullen ontvangen, nadat zij die aan een priester zullen gebiecht hebben en ik smeek de Gelukzalige Maagd, uwe Moeder, de Voorspreekster van het menschlijkgeslacht, mij door hare voorbede die gunst wel te willen vewerven.

r De barmhartige Maagd verzocht haren Zoon, dat Franciscus mocht verkrijgen wat hij gevraagd had, en Jezus Christus sprak de volgende woorden;

Franciscus, wat gij vraagt is eene groote gunst, maar gij wilt noggrootere genadeti verkrijgen. Ik verleen u deze gunst; maar toch wil ik, dat gij u naar mijn plaatsbekleeder begeeft aan wien ik de macht heb verleend om te binden en te ontbinden, en gij hevt denzelfden ajiaat vraagt.

De gezellen van den Heilige, die in hunne

-ocr page 11-

9

cellen waren, hoorden die samenspraak tus-schen Jezus Christus en den H. Franciscus; zij zagen e-n groot getal Engelen en een groot licht dat de kerk vervulde, maar een eerbiedige angst belette hen te naderen.

Den volgenden dag vertrok Franciscus, door een zijner Broeders vergezeld, naar Perugia, waar Paus Honorius zich ophield. De Heilige, bij den Opperherder toegelaten, bracht hem het bevel over dat hij van Jezus Christus zeiven ontvangen had, en smeekte hem niet te weigeren wat den Zoon Gods behaagd had hem te verleenen.

„Maarquot;, zeide de Paus, „voor hoeveeljaren vraagt gij mij deyi aflaat?quot; — „Allerheiligste Vader,quot; antwoordde Franciscus, „het moge uwe Heiligheid behagen mij geen jaren, maar zielen te geven....quot; De Paus zeide hem dan: „Franciscus, gij vraagt mij iets groots] de Roomse he Curie heeft de gewoonte niet om zulk een aflaat te verleenen.quot; — „ Allerheiligste Vader,'' hernam Franciscus, „ié vraag u dien niet uit mij zeiven; Jezus Christus heeft mij gezonden, ik kom van zijnentwege.quot; Daarop sprak de Paus ten aanhoore van al de aanwezige drie maal: „Ik wil wel dat gij dien aflaat zult verkrijgend

De Kardinalen opperden verscheidene bezwaren ; maar Honorius, overtuigd dat het Gods wil gold, verleende met groote vrijgevigheid, geheel onvergolden en ten eeuwige

-ocr page 12-

10

dage, dezen aflaat, die met evenveel aandrang als nederigheid gevraagd was, maar slechts gedurende een natuurlijken dag, van den vorigen avond af, den nacht daaronder begrepen, tot Zonsondergang van den volgenden dag.

Toen Franciscus dit hoorde, boog hij nederig het hoofd. Dewijl hij wilde heengaan, vroeg de Paus hem; „ Waarom gaat gij nu heen, eenvoudige man ? Welk bewijs hebt gij voor hetgeen gij nu verkregen hebtf — „ Heilige Vaderquot;, antwoordde hij, ,.uw woord is mij genoeg.quot; indien deze aflaat Gods werk is, zal hij dien zelf openbaren. Jezus Christus, zijne H. Moeder en de Engelen mogen in dit geval tot notaris, oorkonde en getuigen dienen, ik vraag geen andere authentieke acte.quot; Dit was het gevolg van het groot vertrouwen, dat de waarheid der verschijning hem inboezemde.

Toen de aflaat van Portiuncula reeds twee jaren geleden, was verleend, had de Paus nog geen dag bepaald, waarop de geloovigen hem konden verdienen. Franciscus wachtte af. dat Jezus Christus, de eerste oorsprong van zulk eene kostbare genade, dien tijd zou bepalen.

Het gebeurde nu dat Franciscus zekeren nacht in zijne cel bezig was met bidden, toen de Bekoorder hem de gedachte ingaf om zijne boeteplegingen te verminderen. Gevoelende, hoe boosaardig de duivel was, gaat hij naar een bosch, valt geheel ongekleed in distelen en doornen, en maakt zijn geheele lichaam aan

-ocr page 13-

.......■'-•J......~

11

het bloeden. Een sterk licht omgeeft hem; hij ziet eene groote hoeveelheid witte en roode rozen, ofschoon het Januari was en de winter zee gestreng. God had de stekelige struiken in prachtige rozenstruiken veranderd, die altijd groen bleven, geen doornen hadden en beladen waren met fraaie witte en roode rozen. (1) — Engelen, die in grooten getale verschenen, spraken tot hem: „Franciscus spoedunaar de kerk. Jezus Christus bevindt zich daar met zijne heilige Moeder.quot; Terzelfder tijd werd hij met een zeer wit gewaad bekleed, en in de kerk gekomen zijnde, boog hij zich diep neder in aanbidding en sprak dit gebed- „Onze Vader, Allerheiligste Heelde s hemels en der aarde. Verlosser van het men-schelijk geslacht, gewaardig U door uwe groote barmhartigheid, den dag te bepalen voor den aflaat, dten Gij de goedheid hebt gehad te ver leenenquot; Onze Heer antwoordde hem, dat Hij wilde, dat het zou zijn van den avond van den dag waarop de heilige Apostel Petrus van zijne boeien ontslagen werd, tot den volgenden dag. Hij beval hem vervolgens, zich naar zijn Plaatsbekleeder te begeven, hem eenige witte en roode rozen te brengen ten einde de waarheid van het feit te bevestigen en eenigen zijner gezellen mede te

(l) Men ziet die rozen nog bij de heilige «Maria der Engelen.quot; Zij bloeien het geheele jaar en heeten: rozenstruiken van den H. Franciscus.

-ocr page 14-

12

nemen om getuigenis af te leggen van hetgeen zij gehoord hadden....

De Paus, overtuigd door zulke afdoende redenen bevestigde, in overeenstemming met de Kardinalen, dezen aflaat met al zijne voorrechten. Daarna ontbood hij de bisschoppen van Assisië, Perugia, Todi, Spoleto, enz. om op den eersten der maand in de heilige „Maria der Engelenquot; bijeen te komen, ten einde den aflaat plechtig af te kondigen.

Deze prelaten noodigden Franciscus uit om tot de van heinde en ver toegestroomde menigte het woord te richten. Hij deed het met evenveel zalving als nederigheid, en eindigde met de volgende op perkament geschreven woorden, dat hij in de hand hield :

tik wil u allen naar het Paradijs brengen. Ik kondig ulieden een vollen en eeuwigdurenden aflaat aan, dien ik van de goedheid des Hemel-schen Vaders en uit den mond van den Paus heb verkregen. Gij allen die hier vandaag met een berouwhebbend hart zijt gekomen, die goed gebiecht hebt en eene behoorlijke absolutie van een priester hebt verkregen, gij zult de geheele kwijtschelding verkrijgen van uwe sedert uw doopsel tot op dezen dag bedreven zonden, en dit zal ook geschieden voor allen, die onder dezelfde voorwaarden een dag hier zullen komen.

De bisschoppen wilden den aflaat tot tien jaren beperken; maar bij de afkondiging konden zij niet anders doen dan Franciscus nazeggen: „Ten eeuwigen dage.quot; Dat was een nieuw wonder om Gods wil te verklaren.

-ocr page 15-

13

Be aflaat van Portiuncula was weldra over de geheele wereld bekend, en de wonderen welke men telken jare in de kerk van de heilige „Maria der Engelenquot; zag voorvallen, wekte de godsvrucht der geloovigen op om dien aflaat te verdienen. Dewijl echter de meesten daarin verhinderd waren, omdat zij daarvoor eene verre reis inoesten ondernemen, wilden de Pausen Bcnedictus XI, Benedictus XII, SixtusIV en de H. Pius V het hun gemakkelijk maken en breidden den aflaat uit tot al de kerken der Minderbroeders en der Arme Vrouwen van de H. Clara,

In zijne Bul Splendor patemae gloriae, van 4 Jui 1622, hernieuwde Gregorius XV deze concessies, die Urbanus VIII uitstrekte tot de kerken der mannelijke en vrouwelijke Religieuzen van de drie Seraphijnsche Orden, die de drie kloostergeloften afleggen. (1) In 1608 verleende Paulus V hem, voor slechts tien jaren, aan de kerken derEE.PP. Capucijnen; maar in 1627 gaf Gregorius XV hun dien aflaat ten eeuwigen dage.

Innocentius XII heeft een vollen aflaat verleend op al de dagen des jaars, aan diegenen, die de kerk van de heilige „Maria der Engelenquot; bezoeken (Bul van 18 Augtistus 1695.) en die dagelij ksche aflaat is vernieuwd

(l) De kapellen die in de kloosters gelegen zijn, genieten het privilegie niet, tenzij bij bijzonder Indult H. C. 16 Juni i8i9(Analecta, 2, s. col. 2324.)

-ocr page 16-

14

door Benedictus XIV. Maar deze aflaat verschilt van dien van Portiuncula, gelijk de Congregatie der Aflaten het verklaard heeft bij decreet van 16 Februari 1739 enbevestigd door Clemens XII.

De openbare kappellen van de seculiere Derde Orde (1) ook dan wanneer die kapellen deel uitmaken van eene parochiekerk, genieten door me de dee ling het voorrecht van den aflaat van Portiuncula, met dit onderscheid dat, in de kerken der Orde, de religieuzen en de geloovigen zonder onderscheid, den aflaat kunnen verdienen, tewijl in de kerken van de Derde Orde de Tertiarissen alleen dien aflaat kunnen deelachtig worden, tenzij een bijzonder privilegie daaromtrent anders bepaalt. Zóó heeft de heilige Vergadering der Aflaten het meer dan eens verklaard, met name den 31 Maart 1856 {Analecta 2de reeks, col. 2716.)

Maar bij zijne Breve Exposition est nobis, van den 20 Mei 1859, heeft Pius IX goedgevonden voor den tijd van tien jaren, dat al de geloovigen, zonder onderscheid, op de plaatsen, waar geen klooster van mannelijke of vrouwelijke religieuzen der Orde bestaat den aflaat van Portiuncula zullen kunnen ver-

(l) »Wie ook Directeur moge zijn, mits de bevoegdheid wettig verkregen hebbende om Vergaderingen van Franciscaner Tertiarissen op te richten en te besturen.quot; (Maurel.)

Maar als de Vergadering niet is opgericht, geniet de

-ocr page 17-

15

dienen, wanneer zij de openbare kerken of kapellen voor de seculiere Derde Orde zullen bezoeken. (Analecta, 7de reeks, col. 1126.)

Den 11 December 1868 is dezelfde Breve, die tijdelijk dien aflaat verleende, vernieuwd voor tien jaren.

Vele oude kerken van mannelijke of vrouwelijke religieuzen van den H. Franciscns in Frankrijk hebben, bij Indult van Pius Vil den aflaat van Portiuncula op denZondag, volgende op 2 Augustus, wanneer die zelf niet op Zondag valt. In dit geval kan men de aflaten verdienen den 2 Augustus in de tegenwoordige Franciscaner kerken en nog eens op den volgenden Zondag in de oude kerken der Orde.

kerk of de kapel den aflaat niet voor de Tertiarissen die geen leden eener Congregatie zijn.

Derhalve verdienen de Tertiarissen, die zich op plaatsen bevinden waar geen kerk den aflaat van Portiuncula geniet, dezen niet als zij hunne parochiekerk bezoeken, maar alleen een aflaat als voor de andere feesten der Orde.

-ocr page 18-

16

III.

ScPiij-nt 3ic aflaat niit onyeioojctijk om3at -fvij. iamp;oo lt;j.toot -1» ?

De echtheid van dezen aflaat is onweder-spreekbaar.Benedictus XIV zegt daarover in zijn Verhandeling over de Diocesaan Synode boek III, hoofdstuk XVIII, n. 5, het volgende ; „De opmerking vindt hier hare geschikte plaats, dat er aflaten bestaan die men niet in twijfel kan trekken, zonder zich aan vermetelheid schuldig te maken, wanneer zij op eene oude en onveranderlijke overlevering steunen, en door de Roomsche Pausen stilzwijgend of uitdrukkelijk zijn goedgekeurd. Een dier aflaten, bijvoorbeeld, is de aflaat van Por-tiunada, die zijn naam ontleent aan het kleine heiligdom bij Assisië gelegen, welke de abt van Monte Sublaco aan den ïï. Franciscus, Stichter der Minderbroeders — orde had geschonken....quot;

De apostolische lector, zes Doctoren der Faculteit van Leuven drukken zich volgenderwijs uit in hunne goedkeuring van de critische geschiedenis van den aflaat van Porti-tincula door P. Matthias.

„De schrijver bewijst, door onwraakbare getuigenissen en door de overlevering van vijf eeuwen, dat de aflaat van de H. Maria

-ocr page 19-

der Engelen, Portiuncula genaamd, (1) door Jezus Christus zeiven is verleend, erkend door zijn Plaatsbekleeder, Paus Honorius, en op geaag van dienzelfden Paus afgekondigd.quot; Men kan de onwraakbare getuigenissen vinden in liet Leven 7!an den H. Franciscus, door P. Clialippe. 1. 111.

Hoe buitengewoon en onaannemelijk deze aflaat bij oppervlakkige beschouwing ons moge toeschijnen, wij zien hem bevestigd en aanbevolen door een groot getal Pausen: Alexander IV, Bonifacius VIII, Clemens V, Joannes XXII, Benedictus XI, Benedictus XII, Sixtus IV, Leo X, Paulus V, Urbanus VIII, Innocentius XI, Clemons XIV, enz.

Beroemde mannen zooals de H. Antonius, de H. Bernardinus van Siena, de doorluchtige Bellarminus, en eene menigte anderen hebben dezen aflaat verdedigd en dien bij verschillende gelegenheden afgekondigd.

Wanneer men ten slotte ziet, dat zulk een groot getal geloovigen in alle landen en in eiken rang den aflaat van Portiuncula zulk eene groote achting toedragen, dan kunnen wij niet nalaten te zeggen: „Gods vinger vertoont zich hier, dezen aflaat hebben wij waarlijk uit den Hemel verkregen!quot;

Indien de Pausen zooveel Bullen ten gunste van dien aflaat gegeven hebben en indien de geloovigen zooveel ijver hebben aan den dag

(l) Portiuncula, waar de H. Franciscus gewoonlijk verbleef.

2

-ocr page 20-

18

gelegd om hem te verdienen, dan moet dit hieraan worden toegeschreven, dat zij daarin eene wezenlijke en overvloedige bron van genaden gezien hebben.

Ofschoon de H. Pranciscus geen Bul heeft willen ontvangen, die aan het nageslacht de waarheid der concessie kon bewijzen, is die Aflaat toch over de geheele wereld bekend gemaakt; zeer zeker een degelijk bewijs, dat hij komt van Grod, wiens werken, als voortkomende uit de wezenlijke waarheid, de getuigenis der menschen niet behoeven.

Toen de H. Brigitta zich te Assisië bevond en zich tot Jezus Christus wendde met betrekking tot de door den H. Franciscus verkregen aflaten, sprak zij: „Ik verontrust mij, omdat sommige lieden beweren, dat die aflaten valsch zijn en dat die Heilige slechts heeft vermeend, ze gekregen te hebben.quot; En onze Heer gaf haar het volgende ten antwoord;

„De valschheid wordt niet daar gevonden waar de waarheid en het vuur der goddelijke liefde woont. Mijn vriend had de waarheid in zich, en wat hij gezegd heeft, is waar. De lauwheid der menschen voor God en hunne begeerlijkheid voor de wereld ziende, vroeg hij mij een teeken mijner goedheid om in hen het vuur der begeerlijkheid te blusschen, en dat der liefde te ontsteken. Het teeken dat ik, die de liefde zelve ben, hem gal, was dat allen, die ledig op de plaats zijner woning

-ocr page 21-

19

zouden komen, vervuld zouden worden van mijne zegeningen en de geheele kwijtschelding hunner zonden zouden ontvangen.quot;

(Openb. h. LXX.)

IV.

QVaatin -Gedtaat 9« igt;ijamp;onde.zi uiincmcnd-■fviid va-n. dcamp;cn a|laat cn welke voozdectcn iiedt -fiij, ono aanquot;?

Al de aflaten zijn geestelijke schatten, welke de Kerk in de overvloedige verdiensten van Jezus Christus en van de Heiligen put, om ze aan de geloovigen uit te deelen; zij verdienen al onzen eerbied, als prijs van de bloeddruppelen onzes Heeren, en een heiligen ijver om ze op ons toe te passen. De aflaat van Portiuncula evenwel moet in onze oogen eene bijzondere waarde bezitten en in hooge-re mate door ons in eere worden gehouden; want, zooals wij gezien hebben, de H. Franciscus heeft dien aflaat van Jezus Christus zeiven ontvangen.— Pausen hebben zonder twijfel vrije beschikking over de verdiensten van Jezus Christus, en wanneer zij een aflaat verleenen, keurt onze Heer die vergunning altijd goed. Dit neemt niet

-ocr page 22-

20

weg dat de aflaat die Jezus Christus zelf Ter-leent, zooals die van Portiuncula, eengoddelijken oorsprong schijnt te bezitten. De Pausen hebben dien dan ook zoozeer geëerbiedigd, dat zij hem nooit hebben geschorst, gelijk met al de andere aflaten het geval is, bij de Bul voor een jubilé.

„Onder al de aflaten, zegt Bourdaloue, is die van Portiuncula een der zekerste en echtste, die er in de Kerk bestaan, omdat die aflaat onmiddellijk door Jezus Christus is verleend, een voorrecht dat deze alleen bezit; omdat die aflaat onder het geheele Christen volk verspreid is, en gepaard gaat met een wonderbaren vooruitgang der zielen en eene zeer merkbare toeneming van godsvrucht.

„Een aflaat, die rechtstreeks en bijzonderlijk door Jezus Christus is verleend, moet onfeilbaar zijn, want die God-Mensch kent immers de geheele uigestrektheid van zijn macht, handelt altijd volgens de regelen der eeuwigheid. Dewijl Hij overigens de volstrekte meester is van zijne genaden, is hij ook in hare uitdeeling boven elke wet, en kan hij daarover naar go edvinden beschikken.

„Dit nu is het eerste voordeel van den besproken aflaat : Jezus Christus in persoon yer-leende dien aan den H. Franciscus.

„Deze aflaat is verspreid in al de wereld-deelen, en wie kan de heilzame en gelukkige veranderingen opnoemen, welke hij gewrocht

-ocr page 23-

21

heeft? De volken hebben hem met eerbied ontvangen, met vurigen ijver getracht te verdienen, zij hebben hem gebruikt om hunne zeden te hervormen en te heiligen. Hoevele zondaars hebben hnn voordeel met deze gave Gods gedaan, niet alleen om hunne vroegere schulden te kwijten, maar om zich tegen de toekomst te behoeden en te versterken, om eene misdadige gewoonte die hen beheerschte te overwinnen, om het vuur van een blinde begeerlijkheid en zinnelijken hartstocht, dat hen verteerde, uit te dooven, om den weg ter zaligheid, dien zij hadden verlaten, weder op te gaan, en dien met vasten tred te bewandelen? Hoevele flauwe en lauwe Christenen hebben zich aan den voet van het altaar, waar zij gekomen waren om zich in dit heilig bad te reinigen en dien kostbaren schat te verzamelen, niet plotseling bezield, opgewekt, verrukt gevoeld, en het besluit genomen om een nieuw leven te beginnen ? Koud en onverschillig als zij waren, zijn zij vol ijver weggegaan en met een vurigheid die hen hun geheele leven niet meer heeft verlaten. Hoevele rechtvaardigen hebben in deze goddelijke en nooit opdrogende bron het helderste licht ontleend om hen te verlichten, overvloedige rijkdommen, welke zij bewaard, vermenigvuldigd, honderdvoudig hebben doen aangroeien voor de eeuwigheid. Dit heeft men zoo dikwijls gezien, zoo dik-

-ocr page 24-

22

wijls bewonderd; zoo dikwijls heeft liet ons doen uitroepen; digitus Dei est hic, de vinger Gods is hier.quot;

Aan den aflaat van Portiuncula is nog deze bijzonderheid verbonden, dat men hem ban verdienen toties quoties, dat wil zeggen, zoovele malen als men de kerk bezoekt waaraan hij gehecht is, zooals de heilige Vergadering van het Concilie het op 7 Juli 1700 en 4 Dec. 1723 verklaard heeft. Wat meer is, de heilige Vergadering der Aflaten heeft het toties quoties bij Decreet van 22 Februari 1847 bevestigd en men kan dit privilegie genieten van den 1 Augustus omstreeks twee uren naden middag tot zonsondergang van den volgenden dag.

Het woord toties quoties, zegt Pater Maurel, moet in den letterlijken zin verstaan worden; dit is het algemeen gevoelen van al de geloo-vigen van Rome, zonder uitzondering.

Daar zijn er die willen, dat er een vrij langen tijd moet verloopen tusschen twee bezoeken; anderen vinden het belachelijk, dat men de gepriviligieerde kerk meermalen binnengaat, zonder eenig tijdverloop tusschen een bezoek en het volgend. De eersten vorderen die tusschenruimte zonder eenigen grond; men moet hen beklagen en zich de woorden van Jezus Christus herinneren: „Mijn Vader, Gij hebt deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen, en hebt die den kinder kens geopenbaard.'' (Mattk., XI, 25.)

-ocr page 25-

23

Men mag dus ook slechts eene kleine tijdruimte laten verloopen tnsschen een bezoek en ket volgende. Intusschen moeten wij doen opmerken, dat het in- en uitgaan behoort te geschieden met ernst, zedigheid, godsvrucht met stichting voor den evenmensch, en in voortdurende vereeniging met het H. Hart van Jezus.

Faber en Bonifacius VII zeggen, dat het een zeer vroom gebruik is om dezen aflaat verscheidene malen voor zich zeiven te verdienen; want ofschoon, wanneer men een vollen aflaat eenmaal verdient, de straf is kwijtgescholden, ontvangt men, als men tracht dien nog eens deelachtig te worden, eene vermeerdering van genade en glorie, welke al onze goede werken kroont,

Men kan aflaten voor levenden verdienen aangeduid bij wijze \iu\ afdoening, van voldoening, mits deze zich in staat van genade bevinden. Het is niet noodig dat zij daarvan kennis dragen, dat zij het gevraagd hebben of tegenwoordig zijn. (1)

Door zijne Bul van 12 .lanuari 1G87, heeft Paus Innocentius XI toegestaan, den aflaat bij wijze van suffragium, aan de zielen van het vagevuur toe te voegen.

„ De verdienste en de grootheid van dezen aflaat, zijn wel in staat, zegt Boudaloue, om al den nijd van de duivels tegen de menschen op te wekken, dewijl het eene waarheid is,

(i) Gury, d. II, 1059. Suarez. Lugo. Lacroix.

-ocr page 26-

24

dat een zondaar, al had hij al de misdaden gepleegd welke een oproerig schepsel kan bedenken, als hij don vollen aflaat geheel verdient, onmiddellijk geheel vrij is van. schuld voor God, er zich op kan beroemen niets meer aan Gods rechtvaardigheid schuldig te zijn, en even zuiver voor de oogen dezer opperste Majesteit te verschijnen als trad hij zoo aanstonds uit de wateren des doopsels; dat hij in dezelfde gesteldheid is om zonder eenige hindernis of uitstel te worden toegelaten tot de g'orie des hemels, als de Martelaren, wannee:- zij hun hloed hadden gestort.

Is er iets meernoodig, christenziel, om u aan te sporen tot liet verdienen van den aflaat van Portuincu!a ?

y.

©o «jsfooulg-itv -fisfi-teM- agt;ic ft- C| e3 uzc-ndc ai

3e CCU-WCfV 6ij i 13cr. 'Gcij-OCuC' OVH Bcamp;cvi

Q-^aat ti vacdicncn.

De ijver der geloovigen om dezen aflaat te verdienen, heeft gedurende de dertiende eeuw niet behoeven onder te doen voor den ijver der Pausen om hem te bevestigen, uit te breiden en daaraan een geheel eigenaardig karakter te geven. Zelfs ten tijde van den

-ocr page 27-

25

H. Franciscus trok men uit alle landen, zelfs de verwijderdste, met veel ijver naar Porti-uncula.

In 1309 ontmoette de Gelukzalige Joannes van Alverno een meer dan honderdjarigen man en vroeg hem hoe hij in zulk een hoogen leeftijd de reis naar Assisië had kunnen ondernemen. „Eerwaarde Pater, antwoordde de grijsaard, indien ik niet kon komen, zou ik mij laten brengen, ja zelfs voortslepen, om toch maar niet de vruchten van dezen groeten aflaat te verliezen. Op zekeren dag wilde de H Franciscus bij mijn vader komen rusten, bij wien hij dikwijls zijn intrek nam. Hij zeide ons, dat hij zich naar Perugia begaf om aan den Paus de bevestiging te vragen van dezen aflaat, dien hij van den Heer had ontvangen. Daarom zal ik mijn geheele leven lang niet nalaten elk jaar op deze plaats van kwijtschelding te verschijnen.quot;

J)e gelukzalige Angela van Foligno, te H. Maria ter Engelen gekomen, om den grooten aflaat te verdienen werd in verrukking gebracht bij het aanschouwen van de wonderen van barmhartigheid, welke Grod op dien dag wrochtte.... en zij verliet de kerk, gedragen op den stroom der vrome geloovigen: zoo talrijk en opeengedrongen was de menigte!

In 1321 houdt de vijandelijkheid tusschen de steden van Assisië en Ferugia geheel op,

-ocr page 28-

26

ten einde iedereen in staat te stellen om den aflaat te verdienen.

ïn 1427, Het jaar waarin de H. Bernar-dmus zich in Assisië bevond, was de toeloop zoo groot, dat een ooggetuige zeide: „voordat ik deze ontelbare schare zag, was het nimmer in mijne gedachte opgekomen, dat Italië zooveel bewoners telde,quot;

Donatns Bosio zegt, in zijn Kroniek van Milaan, dat in het jaar 1457, naar de gehouden volkstelling, honderd duizend menschen van allerwege den tweeden dag van Augustus, naar Assisië gekomen waren.

Wadding schrijft in 1625, dat op den dag van den aflaat gewoonlijk meer dan zestig duizend zielen Assisië bezoeken.

■éindelijk verzekert Pater Chalippe, een Minderbroeder-Becollect van de jongste eeuw, in zijn bewonderenswaardig Leven van den H. Iranciscus, dat in Vlaanderen, Polen, frankrijk, Italië, Spanje, enz. duizende ge-loovigen den 2 Augustus de Franciscaner Kerken bezoeken, menschen die allen inniquot;' overtuigd zijn, dat de aflaat van Portiuncula eene geheel bijzondere genade is, door onzen Heer Jezus Christus aan den H. Franciscus verleend.

Deze aflaat, die reeds zes eeuwen bestaat, is altijd nieuw en vol aantrekkelijkheid voor de vrome zielen. Ook nog iu onze dagen bezitten vele kerken en kapellen, dank zij der

-ocr page 29-

27

barmhartige welwillendheid der Pausen, dit uitstekend voorrecht, en zien wij desniettemin dat telken j are de menigte zich verdringt in de heiligdommen die dit Franciscaner privilegie genieten, als ware de aflaat nieuw en slechts in ééne enkele kerk op aarde te verdienen. Te Rome verdienen de Prelaten, de Kardinalen en de Paus hem met groote stichting, en toonen ons door hun voorbeeld, met welke blijdschap wij zulk een groote weldaad moeten gebruiken.

In Frankrijk stroomt de groote menigte der geloovigen ook van de omliggende parochiën naar de kerken en de kapellen der EE. Paters Franciscanen — op verscheidene plaatsen worden de geloovigen tot het vieren van dit feest door een triduum van predikatiën voorbereid. — Overal is het getal heilige biechten en communiën even talrijk als op de hooge feestdagen. — Overal ontmoet men denzelfden ijver om die kosbare aflaten te verdienen; zij, die door den dag verhinderd zijn, brengen hunne kerkbezoeken in den nacht.

quot;Wij hebben Christenen, die sedert lang verzuimd hadden om hun Paaschplicht te vervullen, op dien dag zich met God zien verzoenen, om den Aflaat van Portiuncula te kunnen deelachtig worden.

Grij allen, die deze regelen leest, overweegt eens dit. Indien gij de schaduw van den

-ocr page 30-

28

y ver Imdt. die den H. Franciscus voor liet heil der zielen en Gods glorie verslond, zondt gy de plechtigheid van het feest niet kunnen helpen vermeerderen en een grooter getal zielen aansporen om den onvvaardeerbaren schat van dezen aflaat te winnen ?

Is het niet, vrome zielen, alsof Onze Heer, u a egelegenheid aanbiedende om den aflaat van Portiuncula te verdienen, u deze woorden van het Evangelie toevoegde: „Indien iemand ^ dorst heeft, dat hij tot mij kome en dnnke. (Joan. 7.) of die van het Boek der Openbaring: „Dathij die wil, om niet het water neme, dat het leven geeft/' (Apocal.

iI / Gelijk een geneeskrachtig water, woidt ueze aflaat u om niet aangeboden. Ge-voext gij de behoefte niet in u, om zulk eene vrijgevige, treffende liefde met wederliefde te beantwoorden ?

Boezemt deze Aflaat u geen groote gevoelens van godsvrucht in en het verlangen om er c.e vrucht van te bewaren, niet in de zonde te hervallen, geene nieuwe schulden bij de goddelijke gerechtigheid op u te laden ?

Zult gij niet als uwe ziel, gelijk op den dag van uw H. Doopsel, zuiver en wit zal wezen meer ijver gevoelen in den dienst van vrod, meer moed om de hinderpalen tegen uwe heiligmaking te overwinnen f Met welk vertrouwen moet gij op dien dag u niet tot Maria wenden, tot de Moeder der barmhartigheid,

-ocr page 31-

29

de Toevlucht der zondaars, de Hulp der Chris-tenen, onze voorspreekster, onze ster, onze hoop, ons leven? Door hare tusschenkomst heeft de H. Franciscus den aflaat verkregen: wend u ook met vertrouwen tot den H. Franciscus.

Onderzoek uw geweten; meent gij in de vriendschap Grods te zijn ? Bevindt gij u geheel vrij van alle schuld bij Grod? Zoudt gij, indien de dood u heden trof, niet verscheidene jarenlang tijdelijke straffen in het Vagevuur moeten ondergaan ?

Hebt gij van den anderen kant niets voor uwe bloedverwanten, uwe vrienden te vragen? Is het oogenblik niet daar, om hun de gehechtheid en de oprechtheid uwer liefde te bewijzen? Zie hoe groot Franciscus' liefde voor zijn evennaaste was!

Verplaatst u eindelijk met uwe gedachten in het Vagevuur. Hoe vele zielen zijn in het lijden gedompeld! Zij strekken hunne handen naar u uit en smeeken u, medelijden te hebben met hun ellendig lot: zult gij ongevoelig blijven? Zult gij haar niet de aalmoes van eenige aflaten brengen ? Gij kunt haar zoo gemakkelijk verlichting verschaffen I Aan de H. Margaretha van Cortona is geopenbaard, dat de zielen in het Vagevuur telken j are met groote vurigheid verlangen naar het feest van O. L. Vrouwe ter Engelen, omdat op dien dag een groot getal dier arme zielen verlost worden uit haar bitter lijden.

-ocr page 32-

30 VI.

WMc Mj.n 3e ?z*cti*cAe voozwaazden om den aflaat van Soztiuncufa te vetdicncn ?

«So^ootalX -

biechten0 w^nf om^ eequot; 'Jerouwvol hart moet men in staat van lufde^L? Vf,dienen' vrij van doodzonde zifn ' Zeg^en:

2. Men moet te Communie gaan.

tigf^PamdThi!8! fPtemh01-1862 mach-

vullen Dit^Ind ^T61quot;1^® voorwaarden ver-sonen uit ï ^ ^ ZOndert fo™eel de per-

Volgens dit Decreet meenen wij niet, dat

-ocr page 33-

31

men de Communie kan vervangen door andere goede werken voor de kinderen, die hunne eerste heilige Communie nog niet gedaan hebben.

Wij zullen doen opmerken:

1. Dat het in deze even als voor de andere aflaten, voldoende is, dat men binnen de acht dagen gebiecht heeft, mits men de gewoonte hebbe, elke week te biechten te gaan. (Clemens XII, Indult van 9 December 1763, Ana-lecta, 2de reeks, col. 2840.) In de bisdommen die het privilegie verkregen hebben van de biecht tweemaal in de maand, zal het voldoende zijn, binnen de veertien dagen gebiecht te hebben, indien men zich over niets verontrust.

2. Om een vollen aflaat in zijne ge hee le uitgestrektheid te verdienen, moet men geen genegenheid voor de zonde, zelfs niet voor de dage-lijksche hebben.

3. Het is niet noodig, dat men tot de heilige Tafel nadert in de kerk, die met den aflaat begunstigd is (H. V., 22 Februari 1847.)

4. Eene enkele H. Communie op een der beide dagen kan dienen om zooveel aflaten te verdienen als waaraan men gedurende de twee dagen zou willen deelachtig worden. Een Decreet van 6 October 1870 bepaalt, dat in elk geval de biecht en de H. Communie den dag voorafgaande aan dien waaraan de aflaat verbondenis, kunnen plaats h.ehhen.(Analecta)

5. De gebeden, welke men moet doen, zijn

-ocr page 34-

32

niet voorgeschreven; men kan den psalm Miserere, de Litanie van den Zoeten Naam van Jesus of van de H. Maagd, of vijfmaal het Unse Vader en het Wees gegroet bidden, ofwel eenige der gebeden welke wij in dit boekje hebben opgenomen en die in overeenstemming met den feestdag zijn, of andere gebeden van gelijken duur.

Bij elk kerkbezoek moet gij u vereenigen met de godsvrucht en den ijver van den H. Franciscus; moet gij in uw hart aankweeken zijne liefde voor de arme zondaars en zijn geest van boetvaardigheid; u doordringen van zijn geest van nederigheid en eenvoud; kniel op den grond neder en doe een groot getal kerkbezoeken zonder menschelijk opzicht.

-ocr page 35-

Jquot;WEEDE j^EDEELTE.

Gebeden voor twintig kerkbezoeken.

EERSTE BEZOEK.

Wed lol de Ja. üaagd.

O Maria, Moeder van God en van de men-schen, toevlucht der zondaars, ik kniel voor u neder en bid u, mij de genade te willen verkrijgen om dezen aflaat te verdienen. Ik erken, o Moeder van genade en van barmhartigheid, dat wij die groote gunst aan u te danken hebben; gij hebt ons die verkregen op de bede van een uwer getrouwste dienaren. O O. L. Vrouw ter Engelen! gedoog niet, dat zulk eene groote genade nutteloos voor mi] worde, geef dat zij in al hare uitgestrektheid op mij worde toegepast, en ik de geheele kwijtschelding moge verwerven van mijne zonde, de volharding ten einde toe, een heiligen dood, en het geluk van u gedurende de gansche eeuwigheid te zien en te beminnen, o mijne goede Moeder 1 Amen.

Negen maal het Wees gegroet ter eere van de HH. Engelen, die Maria bij hare verschijning te Portiuncula vergezelden.

3

-ocr page 36-

34

• TWEEDE BEZOEK.

uott i. % T. i^r Jlnge^n.

Heer, ontferm TJ onzer.

Jezus Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm tl onzer.

Jezus, hoor ons.

Jezus, verhoor ons.

God de Vader in den hemel, ontferm U onzer. God de Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God de H. Geest, ontferm U onzer. H. Drievuldigheid één God, ontferm TI onzer. Koningin der Engelen, bid voor ons. Koningin der Aartsengelen,

Koningin der Machten,

Koningin der Krachten, ^

Koningin der Vorstendommen, g;

Koningin der Heerschappijen, ■lt;

Koningin der Tronen, o

Koningin der Cherubijnen o

Koningin der Seraphijnen, S

Koningin van geheel het hemelsch hof. Koningin der Engelen, onbevlekt ontvangen,

Koningin der Engelen, Moeder van God

en van de menschen,

Koningin der Engelen, wier glorie en wonderen dagelijks toenemen,

-ocr page 37-

35

Koningin der Engelen, die de zieken geneest

en de verstoktste zondaars bekeert, Koningin der Engelen, beschermster der missiën,

Koningin der Engelen, die de bewondering uitmaakt van God, van zijne Engelen en zijne Heiligen,

Koningin der Engelen^ onze koop in de moei-

elijkste gevallen,

Koningin der Engelen, onze kuip in al

onze behoeften.

Koningin der Engelen, die hen, die tot u

hun toevlucht nemen, niet verlaat, j—

Koningin der Engelen, die de bedroefden pi vertroost, de zwakken versterkt en de lt; lauwen opwekt, °

Koningin der Engelen, beschermster der g kindschheid, jo

Koningin der Engelen, die gaarne onder

dien titel wordt aangeroepen,

Koningin der Engelen, die allerlei genaden

uitdeelt aan degenen die u aanroepen, Koningin der Engelen, die bij uwen godde-lijken Zoon op het verleenenvan den aflaat van Portiuncula, door den H. Franciscus van Assisië gevraagd, hebt aangedrongen, Koningin der Engelen, bewaardster der huisgezinnen,

Koningin der Engelen, de schrik der duivels. Koningin der Engelen, die de hinderpalen wegruimt voor degenen, die zich aan uwen goddelijken Zoon willen toewijden,

-ocr page 38-

36

Koningin der Engelen, beschermster der religieuze huizen,

Koningin der Engelen, de moed en de steun van degenen, die arbeiden aan het heil der zielen,

Koningin der Engelen, onze bevrijdster in

de bekoringen.

Koningin der Engelen, die degenen die uw

scapulier dragen, van de hel bevrijdt, Koningin der Engelen, zóó bemind door den

H. Franciscus van Assisië,

Koningin der Engelen, die zooveel

heiligen vormt.

Gij, die de geheele hemelsche krijgsmacht ££ aanvoert, ^

Gij, die zooveel wonderen wrocht, o

Grij, voor wie de Engelen nederknielen, quot;s Koningin der Engelen, alvermogend op g het Hart van uwen goddelijken Zoon, S0 verlos ons van de kwalen die ons bedreigen,

Koningin der Engelen, bescherm de heilige Kerk, den heiligen Vader en Nederland, Koningin der Engelen, volmaakte aanbidster van de Godheid, verkrijg ons de zuiverheid der Engelen en de liefde der Seraphijnen, Koningin der Engelen, meesterstuk van den H. Geest, geef aan onze harten eene volko-mene volgzaamheid voor zijne goddelijke ingevingen,

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, vergeef, ons Heer.

-ocr page 39-

37

Lam G-ods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer, Heer.

Jezus, hoor ons.

Jezus, verhoor ons.

Bid voor ons. Koningin der Engelen,

Opdat wij waardig mogen worden der beloften van Christus.

LHAT ONS BIDDEN.

O God, die alle macht in den hemel en op aarde aan de doorluchtige Koningin der Engelen hebt verleend, geef dat wij de uitwerkselen van hare goddelijke bescherming gevoelen, wanneer wij haar met dien glorievollen titel aanroepen. Wij smeeken u dit door Jezus Christus, onzen Heer. Amen.

DERDEBEZOEK.

xtanr jieb» fos Tagmtmjtjs.

O Heer Jezus, ik smeek U door het kostbaar Bloed, dat Gij hebt gestort in den hof van Olijven, verlos de zielen van het Vagevuur, in het bijzonder die van mijne, bloedverwanten, vrienden en weldoeners; geef dat deze aflaat in al zijne uitgestrektheid op haar worde toegepast, en geleid haar in uwe glorie waar zij U voor eeuwig zullen loven en zegenen. Amen.

-ocr page 40-

38

De Psalm Uit de diepte, mijntr ellenden (Be profundis) en tienmaal Heer, geef haar de eeuwige rust en het eeuwige licht verschijne haar.

Hetzelfde gebed moet gij herhalen bij vijf andere bezoeken en de daarin de volgende verandering brengen;

VIERDE BEZOEK.

.....in uwe geeseling.....de verlatens te ..,

VIJFDE BEZOEK.

.... in uwe doornekroning .... die het dichtst bij hare verlossing is ....

ZESDE BEZOEK.

.... langs de straten van Jerusalem.....de

zielen der religieuzen ....

ZEVENDE BEZOEK.

.... toen men u de handen en voeten doorboorde .... diegenen die het meest voor de zielen van het Vagevuur hebben gebeden ....

ACHTSTE BEZOEK.

toen men uwe zijde doorboordt.... die de meeste godsvrucht hebben gehad voor het Allerheiligst Sacrament en de H. Maagd....

-ocr page 41-

39

NEGENDE BEZOEK.

Qcamp;cd tot den 3C. SftaMcisc-HS,

0 SeraphijESche Patriach, groote navolger van Jezus Christus, uw hart was zoozeer ontvlamd van ijver voor het heil der zielen, dat gij bereid waart om alles te ondernemen, alles te lijden, om hen te hekeeren en zalig te maken. Het is de ijver die u van Jezus Christus den vollen aflaat van dezen dag heeft doen verkrijgen voor al de zondaars, die door de biecht waarlijk met Hem verzoend zijn. Gij, die zooveel macht bij God hadt, toen gij nog op aarde waart, welk moet niet uw vermogen zijn nu gij aan zijne glorie deelneemt! Ik smeek u, vraag hem voor mij een vonk van de liefde die u verteerde en de genade om dezen aflaat te verdienen, dien hij zich ge-waardigd heeft u te verleenen, met het geluk om in zijne heilige liefde te leven en te sterven. Amen.

Zeg vervolgens vijftig maal: //. Franciscus, bid voor ons, ter eere van de veertig jaren die de Seraphijnsche Patriarch op aarde heeft doorgebracht. Men kan dit schietgebed op de koralen van den Rozenkrans tellen.

-ocr page 42-

40

TIENDE BEZOEK.

SLndez gifted tot 'Sin X. cFzancioctw.

Grroote heilige, die door zulk eeue vurige liefde voor Jezus Christus en voor zijne heilige armoede verslonden werd, wek onder ons de vlam van dit hemelsche vuur weder op. Doe uit het verdorde hart van het tegenwoordig geslacht eenige dier brandende vonken springen, welke het de schoonheid en den ijver der oude dagen moge doen betreuren. Wek onder de jeugd een heiligen naijver van deugd op. Boózem haar eene groote walging in voor de voorbijgaande goederen dezer aarde en een vurig verlangen naar de onvergankelijke goederen. Open haar een tal van afgezonderde plaatsen waar zij, ver van de onstuimige baren der hartstochten, in de kalmte van het gebed, mogen begrijpen hoe zoet de Heer is, eu bij voorbaat de onuitsprekelijke vreugden der eeuwigheid genieten.

Bid vijfmaal het gebed ter eere van de wondteekenen van den Seraphijnschen Patriarch.

ELFDE BEZOEK.

Ter herinnering aan de twaalf witte rozen, die de H. Eranciscus, als een zinnebeeld van zijne zuiverheid, heeft geplukt, (zie blz. 11) twaalf maal bidden:

-ocr page 43-

41

O mijne Meesteresse, o mijne Moeder, gedenk dat ik de uwe ben, bewaar mij, bescherm mij, als uw goed en uwe bezitting

Wees gegroet enz.

(100 dagen aflaat)

Allerzniverste Maagd, bid voor ons. Zeer kuische Franciscus, bid voor ons.

TWAALFDE BEZOEK.

Ter berinnerig aan de twaalf roode rozen, zinnebeelden van liefde van den H. Franciscus, die ze in het midden van den winter op een struik plukte, (zie blz. 11 ) twaalf maal de volgende schietgebeden bidden;

Hart van Jezus, brandend van liefde tot ons, ontvlam ons hart in litfde tot U.

Zoet Hart van Jezus, wees mijne liefde.

DERTIENDE BEZOEK.

Sloamp;inkzayio van d-m.ee{t(je^)e9.

Op het kruis, bidt men eene oefening van herouw.

Op de groote koralen.' O Jezus mijn Verlosser, door uwe liefde en uwe barmhartigheid, pas op mij dien aflaat in al zijne uitgestrektheid toe en zuiver mijn hart, opdat ik voortaan U alleen beminne.

Op de kleine koralen; Mijn Jezus, barmhartigheid ! (100 dagen aflaat.)

-ocr page 44-

42

VEERTIENDE BEZOEK. V 2 a p i g sterren, cügn.

Eiken dag verschijnen meer dan TA CHTIG DUIZEND ZIELEN voor Gods rechterstoel. Hoe dringend is hare behoefte aan ons gebed! — Haasten wij ons haar te helpen, en bidden wij daarom:

Spaar, Heer, spaar uw volk, opdat gij niet in eeuwigheid op ons vergramd moget zijn.

O zeer barmhartige Jezus, Gij die van zulk eene vurige liefde voor de zielen brandt, ik smeek u door den doodstrijd van uw H. Hart, en door de smarten van uwe Onbevlekte Moeder, reinig in uw Bloed al de zondaar» der aarde, die op dit oogenblik in doodstrijd zijn en dezen dag moeten sterven. Amen.

Zieltogend Hart van Jezus, ontferm u over de stervenden 1

Herhaal dit gebed vijfmaal, voor de zielto-genden in de vijf werelddeelen.

VIJFTIENDE BEZOEK.

Herhaal twee-en-zeventig maal dit schietgebed: Zoet Hart van Maria, wees mijn heil (300 dagen aflaat) ter eere van de twee-en-zeventig jaren, die de H. Maagd op aarde heeft doorgebracht. Men kan die schietgebeden tellen op de koralen van den Franciscaner rozenkrans.

-ocr page 45-

43

ZESTIENDE BEZOEK.

Men kan zesmaal het Onze Vader, het Wees gegroet en Glorie zij den Vader enz. bidden, indien men lid is van de Derde Orde of het blauwe Schapulier draagt. Dan zal men, behalve den vollen aflaat die aan het kerkbezoek verbonden is, eens in de mand al de volle en gedeeltelijke aflaten verdienen, waaraan degenen deelachtig worden, die de statie-gebeden te Rome houden, of die Por-tiuncula, de heilige plaatsen te Jerusalem, en de kerk van den H. Apostel Jacobus te Compostella uit godsvrucht bezoeken.

ZEVENTIENDE BEZOEK.

GÈBED TOT OKZEN ^EER jfEZUS pHRISTUS, NA DE fi. pOM-MUNIE,

Ziel van Christus heilig mij. — Lichaam van Christus, maak mij zalig. — Bloed van Christus, maak mij dronken. — Water der zijde van Christus, wasch mij. — Lijden van Christus, versterk mij. — O goede Jezus, verhoor mij. — Binnen uwe wonden verberg mij. —Laat niet toe, dat ik van U gescheiden worde. — Tegen den boozen vijand bescherm mij.— In het uur van mijnen dood roep mij.—En beveel mij tot U te komen. — Opdat ik U met uwe heiligen love. ~ Door de eeuwen der eeuwen. Amen.

-ocr page 46-

44

Bid dit gebed vijfmaal ter eere van de vijf wonden.

Aflaat van driehonderd dagen, telken maal; van zeven jaren op de dagen dat men tot de H. Tafel genaderd is, en een vollen aflaat elke maand. (Pius IX., 1854.)

ACHTTIENDE BEZOEK.

Men kan, voor zich zeiven of voor de zielen van het Vagevuur een vollen aflaat verdienen telkenmaal als men de H. Communie heeft ontvangen en godvruchtig voor een kruisbeeld het volgend gebed zal doen;

„Het is noodig eenige gebeden ter intentie van de Kerk daar nj te voegen, bijvoorbeeld driemaal het Onze Vader en driemaal het Wees gegroet.quot; (Decreet van Pius IX 1858)

Zie mij hier, o goede en allerzoetste Jezus ; voor uw heilig aanschijn werp ik mij op mijne kniëen neder en smeek U met den grootsten aandrang mijner ziel, levendige gevoelens van Geloof, Hoop en Liefde, van waarachtig berouw over mijne zonden met een vast voornemen mij daarvan te beteren, in mijn hart te willen drukken, terwijl ik met groote liefde en droefheid uwe HH. vijf Wonden in den geest beschouw, en mij voor oogen stel, wat de Profeet David reeds van U, o goede Jezus, voorzegde: „Zij hebben mijne handen en voeten doorboord, zij hebben al mijne beenderen geteld. (Ps. 21. 17 en 18)

-ocr page 47-

45

NEGENTIENDE BEZOEK. GEBED TOT DE H. MAAGD.

Doorluchtige Koningin des hemels, opperste Meesteresse der Engelen, gij, die van den beginne af van God de macht en de zending hebt ontvangen om den kop van Satan te verpletten, wij smeeken u nederig, zend uwe heilige heerscharen af, opdat zij, onder uwe bevelen en door uwe macht de duivels vervolgen, ze overal bestrijden, hunne vermetelheid onschadelijk maken, en hen in den afgrond terugdringen.

Heilige Engelen en Aartsengelen, verdedigt ons, beschermt ons 1

Herhaal dit gebed negenmaal, ter eere van de negen koren der Engelen.

TWINTIGSTE BEZOEK.

Defy, doi de amp;. ftanciscns mei iet Hoofd iet aaide geamp;ogeu

deed, afs lij de Kcrlleit fnnnen itad.

Wij aanbidden U, allerheiligste Heer, hier en in al de kerken der wereld, en wij zegenen U, omdat gij de wereld door uw heilig Kruis hebt vrijgekocht.

Voeg daarbij een tiendje van den Rozenkrans.

-ocr page 48-

INHOUD.

Bladz.

Kerkelijke goedkeuring..........

Voorwoord................'3

EERSTE GEDEELTE.

I. Wat is de aflaat van Portiuncula ? . . 5

II. Hoe is de aflaat van Portiuncula ontstaan? 5

III. Schijnt die aflaat niet ongeloofelijk, omdat hij zoo groot is?.......16

IV. Waarin bestaat de bijzondere uitnemendheid van dezen aflaat en welke voordee-

len biedt hij ons aan?......19

V. De geloovigen hebben zich gedurende al de eeuwen bijzonder beijverd om dezen aflaat te verdienen.........34

VI. Welke zijn de practische voorwaarden om den aflaat van Portiuncula te verdienen? ........v .... 30

TWEEDE GEDEELTE.

Gebeden voor twintig kerkbezoeken. ... 33

-ocr page 49-
-ocr page 50-
-ocr page 51-

—-—

mm p S é^8

5,^lt;- -' •.; T: •'•.;•-• gt; ^Ky- ' ■ ^■ te öSS

^--T^r .. K.

7 - ë-r ïhjamp;iëamp;i ■ ^v' --

'• v- ■.................. quot;

V?':v:quot;i;

.. ■ ■-quot; -- ^ --.-'quot;a-'.'■ r '1.- • ' -■•■ - ^ ;'---f gt;

t 4,1

: ' ^ .i'- quot; '' ^

■ ^ : 4: '/

-Tw- ■- ■ s - • - lt;—■ .. . - ^ • ■.,( - — •gt; : gt;

. . ' •gt;gt; •- -5?% -T- ,-, v-, gt;- . , , ., ._ ■ • ' .-quot; Vi . .. • , -quot;v • , ,i _

^ ^ ' ■ *■' ' ^ '

; -

■-- •- T' - .-, -.r-^'r

'' quot; ■■■', -., -

t^.- ^-,ï

a - v ^ ^.;; --gt; . : r - -' . :„:

^v ..'.Y ;;

^^ ■ 'l 4-^ v'; ^

.;■-/ r ^ ^ .-'s - - x4.£gt;S

fv . ; . S •' ■■ . ; . ' -■ 'lt;■ƒ •quot;-. N v-r-- - • .-'tr - -

•/ - - i' '

-' '. - quot;' -. 1 _ .

--t ■ ^ '.quot;' i:' i' ■ s- .v- - vY;; ~^vv ^

\ ' - ^ ■ r -::

amp;v^^\JÊIÊÊÊKÊM

s'^ r quot;

^■^vgt;!:?K;,: -' :;v p-^'

Wi

mméMM . »tê m^Mnm

■' \'cl;'•' .■ ■' l '^N-'- ' '^ '■- ^ ■■■.. ' X - - quot;'*- !i-' —_lt;_____

■H

-ocr page 52-