liJLMRIUJK EN DE VACCINE.
J'
Of weet gij niet dat uwlieder ligchaam een tempel is
Heiligen Geestes........soo verheerlijkt dan God
«w ligchaam en in mven geest, welke Godes zijn. 1 Cor. VI.
Dr. Capadose , zijne studiën volbracht hebbende in 1818, is te Amsterdam komen praktiseeren en was in dien tijd een voorstander der Vaccine: hij heeft dan ook vele honderden gevaccineerd, wel niet met groote ingenomenheid of uit wetenschappelijke overtuiging van de deugdelijkheid dier kunstbewerking, maar, gelijk het bij verreweg de meeste jonge Doctoren althans van dien tijd, plaats had, par routine en zonder er ooit een gegronde studie van gemaakt te hebben, ja meenende dat haar waarde boven allen twijfel verheven was. Wel was het hem daarbij soms vreemd, als men den vrij algemeen heerschenden weerzin der moeders en
6
bij d' eenvoudigste burgers, hetgeen hij toen ook met den naam van Vooroordeel bestempelde, moest overwinnen, eer zij hare kinderen ter vaccinatie overgaven ; hij bleef evenwel zijne gewoonte volgen; — maar toen het den Almachtigen God behaagde zijn hart en leven eene andere richting te geven en den
O O
Christus Gods te doen erkennen, toen begreep hij zijne vorige studie te moeten herzie n en zijn Praktijk onder hoogere wijding te moeten uitoefenen.
Onder die zaken dan, die hem bijzonder bezig hielden, behoorde de Vaccine, waarvan hij bij een hoog ernstig en biddend onderzoek den aard en het wezen wilde kennen, voor hem dubbel gewichtig als zijnde een verschijnsel eenig in zijn soort in geheel de geschiedenis der geneeskunde; zonder een eenig mensch daarvan kennis te geven, heeft hij zich nagenoeg onafgebroken gedurende een gantsch jaar in de eenzaamheid dagen en soms nachten daarmede onledig gehouden, zoodat hij zonder eenigen grootspraak zeggen mag, meer dan een zijner toenmalige collega's dit gewichtig onderwerp van alle zijden te hebben onderzocht: de onloochenbaarste bewijzen van valschheid en leugen
7
oerst ter doordrijving der Inoculatie en naderhand der Vaccine, de voor den wetenschappelijken en ge-moedelijken geneesheer onhoudbaarste gronden (1) ter aanprijzing stout in het midden gebracht, brachten hem weldra tot de volkomene overtuiging, zoowel van het nadeelige uit een geneeskundig oogpunt, als van de den man des geloofs onwaardigen praktijk. Hij besloot dan ook voortaan niet meer te vaccineeren — maar wat gebeurt? Juist een dag na die beslissing ontvangt hij een briefje van zijn oom, den vermaarden Anister-damschen Doctor Capadose , waarin deze hem, en let wel voor het eerst na zijn ontvangen Christelijken Doop, weder eenige patiënten verzocht voor hem te bezoeken, daar hij zelve wat ongesteld was, iets dat den jongen Doctor zeer welkom was. Onder de opge-gevene kranken was eene dame, die eene eenvoudige febris tertian a had. Maar voor dat hij heen zou gaan, sprak zij hem aldus aan: „Ik ben blijde, dat
Zoodat soms dezelfde schrijver hetgeen hij in vorige wetenschappelijke werken voorstond, nu waar 't de verdediging der Vaccine gold, ontkende en andersom, 't geen aanleiding gegeven heeft tot dc door hem uitgegeven brochure Dr. Ontijd's JA en NEEN.
gij in de plaats van mijnheer uw oom gekomen zijt, daar de goede oude man wat beverig is met de hand en ik wilde mijn kind laten vaccineeren; wilt gij nu zoo goed zijn, daar gij juist hier zijt, u daarmede nog heden te belasten.quot; Die gewoon is in de omstandigheden en. gebeurtenissen des dags geen toeval, maar een allesbestierende hand Gods te erkennen, zal zich een denkbeeld kunnen vormen van hetgeen de jonge Doctor op dat oogenblik moest ondervinden, daar hij als 't ware zich onverwachts gedwongen zag voor zijn gevoelen openlijk uit te komen. Diep ontroerd antwoordde hij dan ook, dat hij haar verzoek niet kon inwilligen, daar een grondig onderzoek hem tegen de Vaccine had ingenomen. — Nu gevoelde hij ook dadelijk dat de plicht op hem rustte het resultaat zijner onderzoekingen te moeten publiek maken, en na eenige maanden verscheen niet eene brochure, maar een boek van meer dan tweehonderd pagina's, waarvan verre het grootste deel zijne wetenschappelijke gronden behelst. In vervolg van tijd is tegen dit werk door negen Doctoren geschreven en drie Professoren, waaronder Prof. van der Breggen, die de Vaccine de physische wedergeboorte
9
noemt van het menschelijk geslacht! Niet een eenige van deze schriften is zonder wederlegging gebleven. Het eerste werk verscheen in 1823 en voert ten titel: Bestrijding der Vaccine of de Vaccine aan de beginselen der godsdienst, der rede en der ware geneeskunde getoetst. — Eeii Exemplaar werd den Heer Bilderdijk aangeboden, dat met het hier volgend vers beantwoord werd.
11
AAN DEN HEER zV. O -A.I^-A.13 O S E
OP ZIJNE BESTRIJDING DEK.
Heb dank, mijn Vriend, uit naam van godsdienst en geweten Voor 't opgeheven schild in d' onverzoenbren strijd
Ter weering van 't geweld, dat God — en — plicht vergeten, 't Onnoozel kroost in d' arm eens helschen molochs smijt.
De Hel had 't allen tijd door duizenden van vonden De menschheid aangetast, geteisterd en belaagd;
Maar weinig was 't een deel door vuur of zwaard verslonden Meer gruwzaam is een gift dat merg en beenders knaagt.
Geneeskunst, iu deze eeuw van laffe dwingelanden Vervallen van haar aard, tot werktuig van de Hel
Bestaat thands in Natuur vijandig aan te randen.
En 't Voorschrift dat zij geeft , werd strafloos moordbevel.
12
't Is thands Geneeskunsts werk, verradend om te brengen
Vergif verstrekt tot brood, vergif voor medicijn;
Doch wat is 't plant of erts ten gift bokaal te mengen? Verdierlijkt moet ge, 6 mensch, door dierlijk smetvenijn.
Verdierlijkt? ja geheel van uit uw rang verstoten.
Tot reedloos slachtvee zijn voor 's Aardverraders wrok; En, zijt ge uit dieren niet, gelijk hij leert, gesproten, Uw afkomst moet met d' Os voor eeuwig onder 't jok.
Kampzalig menschdom, beef! beeft, ouders, voor uw telgen!
Roept, roept d' onfeilbren Arts in dezen toestand aan; En eer gij 't Hel en vloek door de aderen in doet zwelgen. Hebt moed om voor uw bloed, het ijslijkst door te staan.
Ja, de Afgrond voert in 't eind de teugels van deze aarde.
Verzaakt uw Heiland thauds, dees wereld ten gevall' Of ziet waar Vrijheid zij, en recht en menschenwaarde Verkiest in 't nijpend uur, of God of Belial.
1823.
13
Als toevoegsel ija hierliij hel iiodslasleilijk Elo(jiiiiii
dook twee zeell beroemde vadeki.andsche geleerden toegezongen.
Jenueruin celebrant! Jeuuevo altaria ponunt
.Teunerum magni numinis instar habeut Sucerescens proles et postera turba per aevum Hmic merito Pat rem dixerit esse sunn.
De Hollandsche vertaling luidt aldus:
Voor .Tenner klinkt hun dank: Voor Jenner staan de altaren
Als vooü een weldoend God , door hen alom gesierd; Door 't kroost, dat nu ontluikt, door 't kroost van later jaren Wordt eeuwig Jenners uaam als Vadernaam gevierd!