-ocr page 1-
-ocr page 2-
-ocr page 3-
-ocr page 4-
-ocr page 5-
-ocr page 6-

■KsnsgnBss

-ocr page 7-

MAR1A-ÏEEST1 i HET KATHOLIEKE KERKJAAR.

iit (jet iimgiiuitïïrli

van

.v. tl xt tv o .v ic i.

DEEL 1.

\

WEEK i.

w I fe m

-ocr page 8-

COEDKEURIN G.

I M I'K I M A TU K.

J. If. Wensink. J■fner. prof. lihr. ccus.

Ultrajecti, Mart. 1872.

-ocr page 9-

INHOUD VAN DKKL I.

IIKI I KKST DKK UNHKVI.KK'i K ONTVANGKMS

Uctcekcnis en geschiedenis van dit feest , . . ,

liet gepaste van dit geheim........

Feestbloemkrans......... .

Eerwaardige getuigenissen aangaande het feestgehein

Een brief over dit geheim.........

Het overoude volksgeloof in Spanje.....

Vrome vereerders van dit geheim......

Visioenen van dit geheim.........

Vier openbaringen van Maria........

J)e plechtige afkondiging van deze geloofsleer . De afbeelding der onbevlekte ontvangenis . . , Wonderbeelden der onbevlekte ontvangenis .

Kerken en kapellen...........

De Orde der onbevlekte ontvangenis ....

I Iet scapulier.............

Eene Broederschap tut welzijn der armen

De medaille............

Merkwaardig anagram ma.........

Feestbeelden.............

Feestbeschouwing...... .....

r i;

HET l'KKST HER VERI.oVING VAN .N Beteekenis en geschiedenis van dit feest .... Verklaringen aangaande het huwelijk van Maria .

Visioen van het huwelijk van Maria.....

Visioen van de bruiloftskleeding van Maria . . . De bruidsring van Maria in den dom te Perugia . Het feest der tentoonstelling van Maria's bruidsring De afbeelding van het huwelijk van Maria . . .

Het huwelijk met Jesus Christus.......

De keuze der maagdelijkheid........

-ocr page 10-

vt

Hlad/,.

„Ik neem slechts een Koningszoonquot;............17;

De verstandige keus. . . . ..............175

De beloofde bruidegom.................177

HET FEEST VAN MARIA l.ICHT-MIS.

lieteekenis van het feest................. 7q

Geschiedenis van dit feest................1S5

Visioenen over de vertooning van Jesus . . •........1S7

Eene oude afbeelding van dc vertooning van Jesus.....quot; • '95

Eene nieuwere afbeelding van de vertooning van Jesus......196

Feestbeschouwing..................I(j^

De reliquiekast met den arm van den heiligen Simeon......201

Kerkelijke plechtigheden op dezen feestdag..........204

Gemoedelijke feestviering ...............209

De drievoudige beteekenis der kaarsen..... ..... 210

Gebuiik van het licht bij den godsdienst en bij eenige bijzondere

gelegenheden...................1 y

Vrome wensch bij het zien op den heiligen Simeon.......226

HET FEEST DER ZEVEN SMARTEN VAN MARIA.

Beteekenis en geschiedenis van dit feest...........227

Maria onder het kruis.................232

De voorstelling der smarten van Maria door de Kerk.......236

Verlangen naar het medelijden met Maria..........245

Passiebloemen ...................246

Vrome vereerders der smartvolle Moeder Gods ........251

In den dienst der smartvolle Moeder Gods..........257

Afbeeldingen van de smartvolle Moeder Gods.........271

Bedevaartsbeelden der smartvolle Moeder Gods........275

Kapellen der smartvolle Moeder Gods...........286

liet lied; „Stabat mater dolorosaquot;......■......2lt;js

De componist van het „Stabat muter dolorosaquot;.........306

Bloempje „Corona Christiquot;...............315

Dc bloem „Vergeet mij nietquot;..............315

HET FEEST VAN MARIA-1JOODSCIIAI'.

Beteekenis en geschiedenis van dit feest...........321

De engelengroet aan Maria...............324

Het „Fiat! Het geschiede!quot; in het Nieuwe Verbond......334

Het wonderbeeld te Florence..............342

De wijze van afbeelding der Boodschap............343

Eenige beelden van Maria-Boodschap ...........3 jS

-ocr page 11-

P

■ n-w

gt; 1 a

vn

Blamp;dr..

Nazareth, de plaats der Boodschap............354

Het heilige huis te Loretto...............373

Het Ave-Maria-gebed........•........399

Vrome bidders vau het Ave Maria............411

Het Ave-Maria-luiden.................415

I Iet Ave-Klokje te Bomhofen...............420

Het Ave-Maria-luiden 's morgens..............421

Het Ave-Maria-luiden 's middags..............42;

1 Iet Ave-Maria-luiden 's avonds..............^2!!

Het genoegelijke in liet Ave-Maria-luiden...........43^

Vrome waarneming van liet Ave-Maria-luiden.........433

Feestdag-bloemen ..................440

Geestelijke Orden „van Maria-Boodschapquot;.............

De Aartsbroederschap vun „Maria-Boodschapquot;.........446

i n-

I ■ amp;

jlMwS llfel

11 ■:

p ri;fiÉ:

m li llÉ'Équot;»

' if: r

mm

li' 'i'li i| :t - ^ if®® I

1 M/jKi

■ flvjf' ; '{i;'

iiftS'

Itifs ' si

mi i

mm

M MB

-ocr page 12-

t N S T 0 REND E D K tJ K F (1 U T E .V,

11 rc

jel 18 staat

wij tdt

s mij.

60

8 „

Koningen „

Koningin.

120 ,

16 ,,

1 lemelkoningcn ,,

Hemelkoningin.

186 ,

33 igt;

avond „

Advent.

23' .

16 „

aan „

van

254 ,

16 „

nauwkeurigheid ,,

met nauwkeuriglieid

272 ,

16 „

luipaard „

tabbaard.

275 .

16 „

bewekt ,,

bewerkt.

301 .

29

het „

hij.

338 ,

28 „

hand „

land.

344 ,

18 „

glans

glas.

9

21 „

dal ,,

hij.

430 gt;

'3 n

aan „

van.

-ocr page 13-

iliil l.r quot;f ifei

Het feest der Onbevlekte Oiityaiigems van Maria.

II=1

im

(liet wordt gevierd 8 decemdkr.)

Betcekcuis cn geschiedenis van dit feest.

PP?- . ,

l^cn tijde van koning assuerus bestond er m diens (0^ koniakrijlv een algeineen gebod, dat niemand ongeroe-'' vp pen J)ij don koning binnen mocht komen, cn wel op / straffe des doods. »Alle dienaren des konings cn alle landen, die onder zijne heerschappij staan, weten dat, wie hel, binnenhof des konings opgaat, zonder geroepen le zijn, hel zij man of vrouw, onverwijld dadelijk sterven moet.quot; Esther A ; i'1. En toch, tegen die zoo duidelijke woorden der wel in, waagde hel de koningin esther , omdat de uiterste nood van haar zwaar verdrukt volk dit. vereischte, dal anders geheel verloren zou zijn geweest. De Heilige Schrifl vcrliaalt: «Met een gelaat, overvloeiende van rozcgloed, cn niet liefelijk schitterende oogen trad estiier op de rij af door alle deuren en plaatste zich tegenover den koning, waar hij op zijn rijkstroon zal, met een koninklijk gewaad bekleed, schitterende van goud en kostbare slecnen, en schrikkelijk om aan te zien. En toen hij zijn gelaal verhief en de grimmigheid zijns harten met fonkelende oogen te kennen gaf, zonk de koningin neer, veranderde de rozekleur in bleekheid, cn liet zij het onmachtige hoofd op hare maagd zinken. Thans roerde God hel hart des konings lol zachtheid, hij sprong haastig en bevreesd van zijn troon,

A. Ilungan. Avc-Maria-Klokjc. I. \

5 , • •iWamp;KW. ïr-

iO1'' i

y I r t ' v. lt; ' J

IIIÜ M f' fi'

ppi i I |ff|;

TM'' 1 ft,

I i#;; 11

. -'Sj* -TA»

if | ■■

i ,(i I, tffl ï.

léf

' »taEY»Kiii •iwiii, ••1 ill v ■ ■ ï ')

iif:. f?

I

■•It'»:'1

m: ■■lm,

■k fffii

. (j, t •I gt;4 w . vi' ft - {

. ii ■

ii ^

-ocr page 14-

c2

hield haiu' in (ie armen, i old ai, zij weer bijkwam, en sickle haar gerust met lt;1(5 woorden: »Wat hebt gij, esther? Ik hen uw hrooder, vrees niet! Gij zult niet sterven; want deze wel is gemaakt voor allen, maar — niet voor uF'1 esther '15 : 8.

De almachtige God, de allerheiligste Koning van hemel aarde, liecft onzen eersten ouders adaji en eva eveneens het gebod gegeven: van den »hoom der kennis des goeds en des kwaadsquot; geene vrucht te eten, opdat zij den dood niet stierven. 1 Mos. 2:17. Doch ondanks de goddelijke wet, aten zij toch de verboden vrucht — en haalden zich en hunnen nakomelingen, door dezen Imnnen bewusten en vrijwilligen opstand tegen het nitdrukkelijke bevel des lleeren, Gods ongenade, den vloek, den eeuwigen dood op den hals. Nu moet ieder met koning david klagen: »ln zonden ben ik ontvangen, en in zonden beeft mijne moeder mij gebaard!quot; Psalm 50 : 7.

Doch maria, de van eeuwigheid voorbeschikte Moeder van den Godmensch jesus Christus, den Verlosser van zonde, dood en hel, komt heden in de wereld, ontvangen van de heilige anna — zal ook zij wel aan die algemeene wet der zonde, des doods en der verdoemenis onderworpen zijn? Wij kunnen dat nimmer gelooven, en spreken met assuerus: «Deze wet is gemaakt voor allen, waar niet voor U!quot; — niet voor maria, uit wie geboren zal worden jesus, de ééngeboren Zoon Gods, de Gezalfde des lleeren, de Heiland der wereld, de nieuwe adam. 1) Neen, maria was bij hare ontvangenis niet met de erfzonde besmet; de Moeder Gods is zelfs geen enkel oogenblik een kind van

') Dc h. paulus zegt: «De eerste menseh adam werd cene levende ziel, de laatste adam werd een levendmakende geest. Nu is het geestelijke niet het eerst, maar het dierlijke, daarna het geestelijke. De eerste menseh uit aarde is aardsch, de tweede menseh uit den hemel is hemelseh. Gelijk de aarsche was, zoo zijn ook dc aardsehen , en gelijk do hemelsehe is , zoo zijn ook dc hemelschcn. Gelijk wij dus het beeld des aardsehen gedragen hebben t laat ons zoo ook het beeld des hemelsehen dragen Iquot; 1 Cor. 15 : 47.

-ocr page 15-

O

don toorn Gods, eono slavin van den goesl der duislernis geweest! maiua, de allerzaligste Maagd, is onbevlekt ontvangen en geboren!

Wei zijn ecnige heiligen door de bijzondere genade Gods in den moederschoot van de erfzonde gereinigd geworden. Zoo lezen wij van den profeet jeremias: »llet woord des Hoeren geschiedde tot mij en sprak: «Eer ik u formeerde in het moederlichaam, kende ik u, en eer gij uit den moederschoot uitgingt, heiligde ik n!quot; Jes. I : 5. En van Joannes, den uitverkoren voorlooper en dooper des godde-lijkeh lleilands: «zaciiarias! uwe vromv zal een zoon baren, dien zult gij joannes heeten. ^ Gij zult vreugde en blijdschap hebben, en velen zullen zich over zijne ge-boortc verheugen, want liij zal groot zijn voor den Ilcer, en nog in zijns moeders lichaam zal hij met den Heiligen Geest vervuld worden!quot; Luk. i : 13. Maar niemand is zonder erfzonde ontvangen, dan alleen de Koningin aller heiligen — de nieuwe eva, de Maagd MARIA, die alle geslachtcn zalig prijzen. Dadelijk toen de eerste zonde door de arglistigheid der slang door onze stamouders bedreven was, sprak God tot de slang: »Ik zal vijandschap zetten tusscben u en de vrouw en tusschen uw zaad en liaar zaad; zij zal u den kop vertreden, en gij zult hare hielen belagen !quot; '1 Mos. 4 :15. Wie anders is die beloofde vrouw, dan Maria? En zij zou waarlijk dier helsche slang, den verleider en moordenaar van den beginne, den kop niet hebben kunnen vertreden, indien zij ook slechts een enkel oogenblik zelfs onder diens macht gestaan had en met de erfzonde besmet ware geweest!

Want zou Itct passen, dat de Verlosser, de mensch geworden Zoon Gods, negen maanden lang zijne woning gehad had in den schoot eener moeder, wier hart vroeger aan Satan, dien erfvijand Gods, lot woning had gediend.

*) Dat is //Geschenk Gods, het genadekind, de barmhartige, Godlicf, Goilhold.quot;

i*

-ocr page 16-

Zonder huivering kan men or niet aan denken, dal God ceno lijleigene van den helschen geest lol zijne Moeder zou gekozen hebben. Moet dan de geest des afgronds de eer hebben, dat hij vroeger in de arke des Nieuwen Verbonds gerust heeft, in welke later de ééngeboren Zoon Gods', de tweede persoon in de allerheiligste Drieëenheid, als Godmensch zoo langen lijd — van Zijne ontvangenis lot Zijne geboorte — zich heelt opgehouden? Dat is ongelooflijk! liet afgodsbeeld Dagon en dc arke des Ouden Verbonds konden niet eens in elkanders nabijheid slaan; Dagon stortte ter aarde en brak hoofd en handen; '1 Kon. i : 4, en in deze levende ark zou bij hebben mogen verwijlen? — Neen, zelfs geene minuut! Gij zijl zeer schoon, mijne vriendin, en cjeen gebrek is er aan u!quot; Iloogl. 4: 7. Dat beslist hier alles. — Als God de lieer toch de engelen en dc eerste menschen, de stamouders, in de hciligmakende genade geschapen heeft, waarom dan niet de Koningin der engelen cn Zijne eigen Moeder, die Hem naar hel vleesch baren zou?

En de verlossing van hel zondige menschengeslachl was van eeuwigheid in Gods allergoedertierenst raadsbesluit bepaald, cn om dc verdorven wereld Ie verlossen, verkoos Hij die Maagd eveneens vóór de grondvesting der wereld, welke den Zoon ontvangen cn baren zou, wiens naam zijn zal «emmanuel — God-met-ons! Isai. 7 : \h. En die Maagd is Maria, dc dochter der heilige echtelieden joacium en anna. ')

Deze hoogo waardigheid van maiua, haar uitsluitend eigen, dit haar boven alle van vrouwen geborenen uitstekend voorrecht was de reden, waarom de Katholieke Kerk van het begin af haar boven allen hoogvereerde en en haar, als reeds vóór hare geboorte, jaquot; van het eerste oogenblik baars bestaans door God begenadigd, verheerlijkte.

') Het Ilcbrccuwsch woord anna hetcekent naar zijn taaleigen «Genadequot; cn nBcdequot;, wijl de eerwaardige anna, even ala dc moeder van samuei , vele jaren met den heiligen joacium in onvruclitbaren echt geleefd en eerst op ver gevorderden leeftijd, na lang en vurig smeeken, maiiia, dc nieuwe i;va , de medehulp der verlossing dor mensehheid, ontvangen en gebaard heeft.

-ocr page 17-

Daarom klimt ook (Jc invoering van hel fcesl der On-bevlekle Ontvangenis van Maria ver, ja lol in den eersion tijd van de geschiedenis der Kerk op.

in het Oosten had hel reeds zeer vroeg plaats; want de heilige andreas van creta, die in de vierde eeuw geleefd lioefl, maakt melding van dit feest, dal men op den 9 December vierde, en wel onder den naam ygt;Ontvangenis der heilige anna, dat is, ter herinnering, dat de heilige anna de Moeder Gods ontvangen heell.

Ilelzcllde bericht ook het Typicon van den heiligen saüas, die in hel jaar 531 gestorven is.

george, bisschop van Nikomedië, in de zevende eeuw, onder heraclius (f641), spreekt er van als van een feest, dal al lang ingevoerd is.

De li. Joannes van damaskus zinspeelt in het jaar 721 in den marlelaars-almanak der Grieken, dien hij vervaardigde, op hol feest van .Maria-onlvangenis, en merk! aan, dat zij rein en onbevlekt geweest is. Hij zelf prijst maria als hel »Wonder der wonderen Gods,quot; en de Grieken noemden haar enkel de nvolslrekl Heilige.quot;

Van keizer leo vi, genaamd de «Wijze,quot; wiens regee-ring met het einde der negende eeuw begint, vind! men in eenige oude handschriften verschillende opstellen, die «ter eere der onbevlekte ontvangenis van mariaquot; geschreven zijn.

Toen in het jaar 11(50 keizer immanüel comnenus de viering van dil lees! uitdrukkelijk beval, bevestigde hij slechts met zijn aanzien eene oefening, die reeds lang te voren in de meeste deelen des lands in gebruik was.

De geleerde en beroemde Vicomte de walsii zegt daarom in zijne voorstelling der Ghrislelijke feesten: «Als men alles heeft gelezen en bestudeerd, wat over de invoering van hel leest der onbevlekte ontvangenis van maria geschreven werd, dan komt men lot de overtuiging, dat de oorsprong in het oosten te vinden is.quot;

In het Westen komen sporen van dil feesl voor

-ocr page 18-

0

in do zevende eeuw, on wel hel eerst in Spanje, waar de heilige ildepiionsus, aartsbisschop van Toledo (t öö?) het invoerde, gelijk zijn door de Benedictijnen beschreven leven vermeldt.

(Dok vindt men in de wetten der West-Gothen, dat koning erwia eene wet uitvaardigde, die de Joden noodzaakte, zich op Christelijke feestdagen van slaalschen arbeid te onthouden, en in de lijst daarvan komt ook het leest van Maria-ontvangenis voor.

In Napels vierde men dit genaderijke leest reeds in de negende eeuw.

In Engeland werd het door willem van noumandië , genaamd de Veroveraar (f 1087) het eerst ingevoerd. De heilige abt iielsim uit het klooster van liames was namelijk als zijn afgezant naar de Denen gezonden; op zijne terugreis overviel hem op de kusten van Normandië een geweldige storm, en hij beloofde der heilige Bloeder Gods de invoering van de feestviering harer onbevlekle ontvangenis, als hij gered werd. De gelukkig beschermde gaf ook he-riebt van zijne belofte aan den koning. Deze, gelijk bekend is, zelf een groot vereerder dor genaderijke Maagd, bevorderde met allen ijver de verplichtingen van zijn afgezant, en nog in hetzelfde jaar vierden op den 8 December de bisschoppen van zijn koninkrijk Engeland cn zijn schoon en rijk hertogdom Normandië hot feest, cn wel zoo eerbiedig, dat nog eeuwen lang dit feest onder den naam van «feest der Noormannonquot; bekend is geworden.

De heilige anselmus (-1- '1109), die het genoemde feest reeds in de door hom bestierde abdij Beek vierde, verbreidde het later, als aartsbisschop van Canterbury, ook in zijn Metropolitaan-korspel; van daar ging het in alle kerken van Engeland over. — Een en ander blijkt uit het getuigenis dor Vaders van hot Concilie van Londen van hot jaar 1328.

Do geschiedenis des kloosters van don heiligen lauren-tius vermeldt, dat hot feest roods omstreeks het jaar H10

-ocr page 19-

lo Luik, doch sleclils oji eenvoudige wijze, is ingevoerd geweest.

De Kerk van Lyon maakt voor ziel) aanspraak op de eerste eer der invoering van dit leest in Frankrijk; want liet werd door haar reeds in het jaar 1145 met veel ver-loon gevierd. De Kerk van Lyon toonde hierin een groolen ijver. En dit gaf aanleiding, dat de h. miiiNAunus den bekenden brief aan do kanunniken der Cathedraal uitvaardigde. De beroemde schrijver, die zelf een zoo groot vereerder der heilige Maagd was, gispt daarin niet het feest op zich zelf, maar enkel de Kerk, omdat zij het zonder de vooraf gevraagde goedkeuring des Heiligen Stoels had ingevoerd. Hoogst waarschijnlijk was aan die Kerk door hare eerste stichters, vooral door den heiligen pot mms, een leerling des heiligen polycarpus, die een leerling van den h. Apostel en Evangelist joannes geweest was, die bijzondere vereering overgeleverd, welke zij op zoo uitstekende wijze placht aan den dag te leggen.

Tc Rouaan, waar hel feest uil de abdij Beek moet gekomen zijn, werd het door bet gansche volk op hel vroo-lijkst gevierd, en men leest in de geschiedenis zijner oudheden: «Reeds len tijde der invoering van hel feest der onbevlekte ontvangenis van maiuv vormde zich eenc ver-eeniging uil de aanzienlijkste personen der stad, die weer jaarlijks uit hun midden een man kozen als inlendanl der vereeniging, om zinrijke en kostbare prijzen uit te reiken aan al die dichters, welke den lof der Maagd jiaiua aangaande bare onbevlekte ontvangenis door hymnen, oden, sonnetten, balladen, koningsliederen het schoonst, getrouwsl en de-gelijkst bezingen zouden. Men noemde dien kunststrijd rechtstreeks bet »Normandisehe feest.quot;

De grootste Fransche treurspel-dichter, peter corneille, wou den eersten prijs voor een gedicht ter cere van dit feeslgeheim bij den lyrischen wedstrijd, die in bel jaar 1033 plaats had. Hij zong:

: | ü I . il;

IlliS

Itllf

'l UI

ilf:

I 'hl!

iéfo Kak /JRa

»€1 ■ i

■l'w w' ''

, i K

ilM

Hl mi

m

|®!1 i i I

Wiï' WmÊamp;

(h;

.4 ;

-ocr page 20-

8

//Zie, zoon des stofs, naar eva en mama lienen,

En vergelijlt uw moeder niet die van den Heer!

Aan wie toch wilde God de hoogste gunst verleeneu; Wie deelde in Zijn gena, wie minder en wie meer?

Xauw ademt eva, en reeds waagt zij 't, God te tarten, Gehoorzaam neigt mama 't nederige hoofd';

Zoo brengt ons de eerste vloek, ellende en duizend smarten, Ue laatste schenkt ons weder 't heil, door God beloofd !

Heeft de eerste ons in de diepste duisternis begraven, Uo laatste brak de banden van dien zwarten nacht;

Bracht eva aan de slang haar hulde, hare gaven.

Dees' trad haar op den kop, vernietigde haar macht !

Terwijl ons eva aan den demon heeft gegeven.

Terbrak madia weer der vadren slavernij;

Door de eerste kwam de dood en door de laatste 't loven, Die stortte ons in den poel en deze maakte ons vrij !

Doch eva, die der helsche vlam ons eenmaal wijdde.

Mocht zonder vlek of smet der zonde in 't aanzijn treên, En zij, de boven vrouwen hoogst gebenedijde,

Die Maagd zou minder rein ontvangen wezen? Neenl

O neen ! onmogelijk! zoo lang wij immer leven,

A'ereenen we ons alom en altijd in dit lied:

Wat God de Heer der mcnsclienmoeder heeft gegeven , Dat weigerde Zijn gunst der Moeder Gods ook niet!quot;

Bij dezelfde gelegenheid ontving in liet jaar 1839 tic beroemcfe jacoiune pascal voor haar gedicht den prijs, en de laatste verzen van dal gedicht bevatten de vraag:

//Hoe zou ik kunnen denken, dat de heil'ge Moeder, Waar' zij een tempel der onzuiverheid geweest.

Zou tot een tempel Gods verheven zijn geworden?quot;

In het jaar 1270 iiel simon van busst, bisschop lo Parijs, voor de eerste maai in zijne kerk hel flficium der ontvangenis vieren, dat door zijn voorganger reinholu

-ocr page 21-

9

van noMüilÈRE gesticht was, welke lol dit dool diio honderd Parijzer franken nagelalen had.

ai.vahus pelagius (f 1340) bci'icht, dal liij op dil feest le Bonte in de Basilica Liberiana gepredikt heoll; even zoo bericht de Carmeliler bacon (f 1350), dal dit feest jaarlijks in de kerk zijner Orde door do kardinalen ton plechligsle gevierd werd. ')

In hel jaar des Hoeren 4394 voerde don ju an i, koning van Arragon, in al zijne Spaansche proviciën, die hel vreeselijke juk van den Islam onder aanroeping der voorbede van mauta hadden afgeworpen, hel feest der onbevlekte ontvangenis in; on de verordening steunt daarop, dal do koningen, zijne voorgangers, «wie de barmhartigheid van maiua had geholpen, hel reeds vóór hem plechtig gevierd hadden.quot;

Hel Concilie Ie Bazel van het jaar 1430, dal echler niel als algemeen beschouwd wordl, verklaarde, dal het geloof aan de onbevlekte ontvangenis van maiua Gode welgevallig en in overoenslemining is met 'den Cxdius der Kerk, het Kalholieko geloof, de gezonde rede en de Heilige Schrift; dal hel niemand veroorloofd is, het tegendeel le loeren, en dal haar feest naar hel gebruik der Roomscho Kerk gevierd mooi worden.

Paus sixïus iv beval bij zijne Bul van 1 Maart 1470 allen geloovigen, overal hol feest dor ontvangenis van jiaiiia, die hij «onbevlektquot; noemde, le vieren, en wel naaide volgende aanleiding; In hel begin van hel genoemde jaar veroorzaakte oen plotseling en buitengewoon smelten der sneeuw Ie Rome oene zoo vreeselijke o vorst rooming, dal men de terugkomst van den zondvloed meende te zien. Yorwoeslingen en ontzaglijke verliezen werden zoowel in de stad als op hel land beklaagd. Dit was echter slechts hel voorspel van nog andere goesels. De pest ver-

1) Het Concilium Cenomancnsc van het jaar 1247, en het Bajocense van het jaar 1300, noemen dit feest bij de anclere MAiUA-Jagcn, die «ex praeeeptoquot; gevierd worden.

A

-ocr page 22-

10

spreidde zich en maiikte binnen eenige dagen de gansche slad tot eeno schrikkelijke woesternlj. Door den sti'ooni der vluchtenden medegesleept, verliet ook de paus die woestijn. En 0111 dien gruwel voortaan ai' te wenden, voerde hij hij ecne Bid en door rijkelijke aflaten |)lcchlig in de gansche Kerk het feest der onbevlekte ontvangenis van maiua in. Hij liet ook door den presbyter van Verona, met name leonardus van nog argus, een bijzonder officie voor dit leest vervaardigen en schonk een aflaat aan allen, die het reciteercn zouden, nus v schalie het genoemde officie, dooi- veelvuldige redenen bewogen, al' en stelde een ander in deszelfs plaats.

Paus Clemens vu i (-J- in Maart 1605) verhief het feest der ontvangenis van Maria tot een sFestum duplex majus.'quot;

Paus Alexander vu heval in het jaar '1661, uit aanmerking: shoe de aandacht voor de onbevlekte ontvangenis van Maria algemeen in de Kerk Gods uit den innigslen liefdedrang plaats heeft,quot; dat dit feest allerwege zal gevierd en het ambt der heilige Mis gecelebreerd en de priesterlijke getijden gebeden worden.

Paus Clemens ix (f 9 December 1669) verordende het octaaf-feest er van.

Eindelijk bepaalde clemens xi (f 19 Mei 17^1), dat het den 8 December (die met den 8 September als de cjeboortedaij overeenstemt), in de gansche Christenheid als een hoofdfeest zou gevierd worden.

In Dailschland moet de heilige norbertus de ijverigste bevorderaar der invoering van dit feest geweest zijn.

De landgraaf hendrik van hessen gebiedt, luidens eene op St. Sylvester 1479 uitgevaardigde oorkonde, de viering van dit feest in zijne landen.

Keizer Ferdinand m verkoos den 18 Mei 1647 voor de provincie Oostenrijk de onbevlekt ontvangen Maagd maiua tot bijzondere Gebiedster en Schutsvrouw, en beloofde: dat de 8 December, van toen af, in de gansche provincie feestelijk zou gevierd worden.

-ocr page 23-

In liel overoude aartsstill Keulen is dil leesl liel hoofden schutsfeest van liet gansclie kerspel, en lt;lc Dom-kapil-lelhccrcn dragen als eercteeken op de borst het beeld der gebenedijde des lleeren mei het opschrift: ȟe zonder vlek ontvangen Maagd maria.quot;

Aldus söhonk men van de eerste Christelijke eeuwen af — tot oj) onze dagen toe — aan de onbevlekle ontvangenis van maria, de verheven Maagd, uit welke geboren werd jksus, Matth. 1 : 16, eene even teedere als hoogst innige vercering; want in de binnenste gedachten der geloovigen moest de overtuiging vast staan, dat de Maagd aller maagden, de Koningsdochter, de Moeder des Konings aller koningen, de Moeder van Gods Zoon, van den Onbevlekte, zelve ook als volstrekt onbevlekt te beschouwen is; en men vervulde daarmede hare eigen voorspelling op haar zelve, met welke zij in het huis van elisaueth j ubelde:

»Van nu af zullen wij zalig prijzen alle rjeslachlcn; icaiil (jroots heeft aan mij gedaan Hij, die inacldij is en wiens naam heilig is!quot; Luk. 1 : 48.

liet Gepaste van dit Geheim.

Uit «Do hocrlijkhcdcn van maria tloor den heiligen aiphonsus uguoui.

Onuitsprekelijk groot was de ellende, die de zonde bij den eersten inensch en door hem bij het gansche menschen-geslachl bewerkte. Want toen adam het ongeluk had, de genade Gods te verliezen, verloor hij levens alle andere goederen, met welke hij bij zijne schepping verrijkt was, en haalde hij zich, met de ongenade van God, ook alle andere kwalen op don hals. Maar die hooggebenedijde Maagd, die God lot Moeder van den tweeden adam, namelijk van den Godmenscb jesus ciiuisïus, bestemd had, welke hel kwade, door den eersten adam gepleegd, weer

-ocr page 24-

1-2

goed zou maken, verzoenen en de ganschc menschheid verlossen, werd door Gods heiligmakende genade van de algemeene ramp der zonde uitgezonderd. Want hel was ten luioijstc gepast, dat de drie goddelijke personen in de eene Godheid — maria voor de erfzonde bewaarden; het was namelijk gepast, dat de hemelsche Vader zijne Dochter, de ééngeboren Zoon Gods zijne Moeder en de Heilige (leest zijne Bruid onbevlekt in hot aanzijn lieten treden.

I. liet was gepast, dal de hemelsche Vader maiua , zijne Dodder, voor de erfzonde hcwaarde. maria, de eerstgeboren Dochter Gods, heeft dit (och zelve van zich betuigd met de woorden: »Ik ben uit den mond des Aller-hoogsten voortgekomen, het eerst geteeld vóór de geheele schepping!quot; Eccl. 24:9. Do schriftuitleggers, de iieilige Vaders, ja de Kerk zelve, komen bij liet feest der onbevlekte ontvangenis van maiua daarin overeen, dat zij die plaats op de goddelijke Moeder toepassen. Nu maiua de y)Eerstgeborene Godsquot; is, past het ook, dat maiua nooit eene slavin van Satan was, maar dat alleen baar aller-beiligste Schepper haar van bet begin af in eigendom bezat, gelijk zij zelve verkondigt: »l)e Heer bezat mij in het begin zijner wegen!quot; Spreuken Saloni. 8:22. Daarom kon de aartsbisschop dyonysius van alexandiué maiua met recht ))de eene en eenige Dochter des levensquot; noemen, oin haar daardoor van alle andere te onderscheiden, welke, wijl zij in de erfzonde geboren werden, »dochters des doodsquot; zijn.

Daarbij paste het ook nog, dat de eeuwige Vader maria in Zijne genade schiep, wijl Hij baar bestemd had om, als moeder van ciiiusïus en door de kracht van Zijne verdiensten, het bare bij te dragen tot de verlossing der wereld; want aldus getuigen van haar de heilige Vaders, en onder hen roept haar de h. joannes van damaskus toe: »0 hooggebenedijde Maagd, die geboren zijt, om tot de zaligheid der gansche wereld mede (e werken.quot; Daarom was, gelijk de h. hernaudus aanmerkt, de ark van noa eene voorbeelding van maiua; wan( even als de

-ocr page 25-

13

menschen door dio ark van den zondvloed bevrijd werden, zoo worden wij door de medehulp van maiua uil de schipbreuk der zonde gered, maar mei dil onderscheid, dal de ark slechls weinigen redde, mauia daarentegen aan het behoud van het gansche menschdom medewerkt.

Daarom ook noemt de h. athanasius mauia de «nieuwe eva;quot; wanl de eerste was de moeder des doods; maaide tweede, de allerzaligste Maagd, is de Moeder des levens. De h. tiieophanus, bisschop van Nicea, wendt zich met do volgende woorden tot maiua: «Wees gegroet, gij, die weggenomen hebt de treurigheid van eva!quot; en h. basiuus de GiiooTE juicht: »Vrede-middelares lusschen God en de menschen, wees gegroet!quot; terwijl de h. epiiiiem maria »de verzoenster van het 1100181quot; noemt.

En nu past het gewis niet, dal hij, die mede optreedt om den vrede te slichten, zeil' een vijand der beleedigde partij zij; ja, nog veel minder zal het passen, dal zoo iemand zich aan dezelfde misdaad heeft schuldig gemaakt, die de he-loediger gepleegd heeft. De h. gueoouius de guoote merkt aan, dal een vijand des rechters het nooit mag wagen, dezen zachter te willen stemmen; want hij zou, in plaats van hem zachter te stemmen, hein slechls meer vertoornen, En wijl |nu maria,| door de verdiensten en den wil van Christus, onze voorspraak tot vrede bij God zijn moest, zoo was hel ook volstrekt noodzakelijk, dat zij niet als eene zondares en vijandin van God zou verschijnen, maar dat zij, geheel rein van alle zonden, immer de vriendin des Ileeren geweest was.

En ook daarom moest God maria voor de erfzonde bewaren, wijl Hij haat' bestemd had, om der helsche slang den kop le vertreden, dier slang, welke daardoor, dat zij onze eerste ouders verleidde, den geestelijken en licha-melijken dood aller menschen bewerkte. En dat had de Heer van maria beloofd: «Ik zal vijandschap zetten lusschen u en de vrouw, lusschen uw zaad en haar zaad, en zij zal uwen kop vertreden!quot; Maar als maria

-ocr page 26-

die sterke vrouw is, welke in de wereld is gekomen, om den boozen vijand lo overwinnen, zoo paslc hel niet, ■ dat Satan haar vooral' overwonnen en tot zijne slavin gemaakt had; het strookte daarentegen veel meer met de rede, dat zij van alle vlekken der zonde en van alle dienstbaarheid aan Satan bevrijd bleef. Even als de hoovaardige vijand door zijn gift het gansche menschen-gesiacht verpest had, zoo zou hij ook gaarne de reinste ziel dezer heilige Maagd bevlekt Itebbon; doch eeuwige dank zij der goddelijke goedheid, die onze Moeder maiua met zoo veel genade toerustte, dat de erfzonde haar geheel niet aanraakte, en die daardoor den trols des boozen vijands kou verootmoedigen en nederbuigen!

Vooral intusschen paste liet, dat de eeuwige Vader deze Zijne geliefde Dochter van de zonde van ad am bewaarde, wijl Hij'haar tot Moeder van Zijn ééngeboren Zuon bestemd had. De h. «ernardinus van siëna roept uit; »In den geest Gods waart gij, o maiua, boven alle andere schepselen Gods vooraf bestemd, den mcnsch geworden God te baren!quot; Al bestond er ook geene andere reden, dan had de hemelsche Vader toch reeds enkel om zijn ééngeboren Zoon te eeren, die met Mem van gelijk goddelijk wezen is, diens Moeder geheel rein, zonder eenige vlek der zonde moeten scheppen. De h. thomas van aquiko zegt, «dat alle zaken, die ten dienste Gods bestemd zijn, heilig en zonder eenig gebrek moeten zijn.quot; Toen dus david bepaalde, met welke, den Heer toekomende pracht de tempel te Jerusalem gebouwd zou worden, sprak Hij; «Hetis eene groote onderneming; want niet voor een mensch wordt er eene woning bereid, maar voor God!quot; 1 Paral. 29 : 1. En hoe veel meer reden heeft men te gelooven, dat de allerhoogste Werkmeester, ioen Hij maiua tot Moeder van Zijn eigen Zoon bestemde, hare ziel met de heerlijkste gaven zal versierd hebben, gelijk dit de b. dionysius de Gartbuizer aanmerkt. Ja, de heilige Kerk zelve betuigt het ons in haar gebed «Omnipotens sempiterne Deus!quot; enz., dat God

-ocr page 27-

15

liet lichaam cn (Ie ziel van maria bijzonder onder medewerking van den Heiligen Geesl bereid lieel'l, opdat zij eenc ' waardige woning van Zijn ééngeboren Zoon op aarde zijn zou. Hel is, gelijk iedereen weet, do grootste eer voor kinderen, wanneer zij van voorname ouders afstammen. In de Heilige Schrift leesl men: »Do eer der kinderen zijn hunne ouders!quot; Spreuk. '17. Daarom duldt men in do wereld veel eer den smaad, voor arm en ongeleerd heschouwd te worden, dan dat men van gemeene afkomst is; want de arme kan door werkzaamheid rijk, de onwetende kan door het aanieeren der wetenschappen geleerd worden; wie daarentegen van lage afkomst is, die zal zich sleclils zelden tot een hooger standpunt verheffen; en al gelukle hem dit ook, dan kon men hem toch steeds de smet verwijlen, die door zijne afkomst aan hem kleeft. En is liet nu wel mogelijk, dal men zou wanen: God, die Zijn Zoon eenc doorluchtige Moeder geven kon, heeft Hem eenc door de zonde bevlekte Moeder willen geven; Hij heeft toegelaten, dat de duivel zijn goddelijken Zoon die schande kon verwijten, dat Hij uil eenc Moedor geboren was, welke vroeger zijne slavin, weJke eene vijandin Gods geweest was? Neen, dat heeft God niel veroorloofd ! Mij heeft voor de eer van Zijn ééngeboren Zoon zorg gedragen en bewerkt, dat diens Moeder altijd van elke zonde onbevlekt bleef, opdat zij de waardige Moeder van zulk een Zoon zou worden; gelijk dit ook de Grieksche Kerk leert, als zij betuigt: »dat de allerzaligste Maagd mauia door een bijzonder raadsbesluit van de goddelijke Voorzienigheid van het eerste begin liaars levens af die reinheid bezat, welke voor de Moeder van .iesus ciiristus paste.quot;

Ilel is eene grondstelling bij de theologen, dat aan geen der schepsels eene gave geschonken is, waarmede niet ook vooraf de allerzaligste Maagd is verrijkt geweest. De h. -tiiomas van villanova merkt met betrekking daarop aan, «dat nooit aan een heilige iets bewilligd is, wat niet in de gebenedijde Maagd maiua reeds in het begin

-ocr page 28-

Hi

van haar leven geschitterd heeft.quot; Zoo liet waar is, »dat er,quot; naar de bekende verklaring van)den h. joannes van damaskus, «een oneindige afstand bestaat tusschen drf Moeder Gods en do overige heiligen,quot; dan mag men, naar de uitdrukkelijke leer van den heiligenïiiOMAS van aquino, veronderstellen, »da( God Zijner Moeder meer voorrechten van allerlei aard zal geschonken hebben, dan Zijnen overigen dienaren.quot; En de b. ansklhus, die groote verdediger der onbevlekte ontvangenis van maria, stelt de vraag: »Indien dat nu het geval is, was dan de goddelijke wijsheid wel onvermogend, Haar Zoon eene geheel reine woning te bereiden, doordien Hij haar vrij hield van alle gebreken, waarmede het menschelijke geslacht bevlekt was? Zoo God de engelen des hemels voor het verderf kou bewaren, waarin zoo velen hunner stortten; zou Hij dan de Moeder Zijns Zoons, de Koningin der engelen, niet voor het bederf hebben kunnen bewaren, waartoe het ganscbe men-schengeslacht in adam vervallen was? God heeft locb dei-eerste eva de genade verleend, onbevlekt op de aarde te komen, en Hij zou dit der allerzaligste Maagd maiiia hebben kunnen weigeren?—Neen! neon! God heeft de allerzaligste Maagd maria voor de erfzonde kunnen bewaren, terwijl ook alle redenen voorhanden waren, dat die Maagd, aan wie God besloten had. Zijn ééngeboren Zoon te schenken, met zulk eene reinheid versierd was, dat zij niet slechts boven alle engelen en menschen uitstak , maar dat zij 'zelfs zoo hoog geplaatst was, dat men zich — na God — niets grooters denken kon.quot; En dit leert de h. joannes van damaskus nog duidelijker, als hij zegt; «Hij schonk dei' Maagd een lichaam en eene ziel, gelijk betaamde voor haar, die God in haar schoot zou opnemen; want daar Hij heilig is, kan Hij ook slechts in het heilige rusten.quot; Daarom kon ook de bemclsche Vader tot deze zijne geliefde Dochter zeggen: »Even als de lelie onder de doornen, is Mijne vriendin onder de dochteren; onder al Mijne andere dochters zult gij als eene lelie onder de

-ocr page 29-

17

doornen zijn; want de andere zijn alle door de zonde bevlekt geworden; maar gij alleen zijl immer onbevlekt, gij alleen waart immer Mijne vriendin 1quot;

2. liet was eveneens gepast, dat ook de ééngeboren Zoon Gods maiua. Zijne Moeder, voor alle zondenschuld bewaarde. — Alle andere zonen kunnen zich niet eene moeder kiezen, gelijk het hun behaagt; doch zoo die keus ooit aan een zoon vergund werd, zou deze wel, als hij eene koningin tot moeder mocht nemen, eene slavin kiezen? Zou hij wol, indien hij zich eene doorluchtige moeder mocht geven, eene dorpelinge, en in plaats van eene vriendin van God eene vijandin Gods kiezen? «Zoo dus,quot; merkt de h. dernardus aan, ))de ééngeboren Zoon Gods diegene kiezen kon, welke Hem hel best beviel, dan kan men overtuigd zijn, dat Hij er zulk eene gekozen heeft, die voor God paste.quot; En de h. bernardinus van siëna maakt daaruit de gevolgtrekking: ))Daar het nu voor God paste, dat Hij eene Moeder had* die vrij was van alle zonden-schuld, koos Hij zich gewis ook eene zoodanige tot Moeder.quot; De volgende woorden van den heiligen Apostel paulus bevestigen ons dit; hij betuigt namelijk in den brief aan de Hebreërs: ))Hel betaamde ons, dat wij zulk een Ilooge-priester hadden, die heilig was, schuldeloos, onbevlekt, afgescheiden van de zondaars!quot; Hebr. 7 : 20. Dus moet onze goddelijke Heiland niet slechts van de zonden, maar ook van de zondaars afgescheiden zijn. En zou men wel kunnen beweren, dat jesus van de zondaars afgescheiden is, als quot;ij eene zondares tot Moeder had?

De h. AMRROsius merkt aan: «Niet een aardsch vat, maar een hemelsch koos zich Christus, waarin Hij op aarde nederdaalde; Hij wijdde zich een tempel van heilige reinheid.quot; Met deze woorden beroept zich de heilige op de uitdrukking des Apostels: «De eerste mensch uit aarde is aardsch, de tweede mensch uil den hemel is hemelsch.quot; 1 Gor. 15 : 47. Ook noemt bij de goddelijke Moeder een hemelsch vat, niet omdat maria geene aardsche natuur

A. Ilunguri. Ave-Maria-Klokjo. I. Q

-ocr page 30-

18

gehad heeft, maar omdat zij door de genade Gods hemelsch was. De heilige joannks, de Evangelist, openbaarde eens aan de heilige brigitta: »dat mauia de engelen des hemelsch in reinheid overtroffen had, gelijk dat voor den Koning der eeuwige heerlijkheid paste, die in haar schoot wilde wonen.quot;

De Heilige Geest leert ons: «Eens menschcn eer bestaat in de eer zijns vaders, en een eerloos vader strekt den zoon tot schande!quot; Ecel. 3 : 13. «Daarom,quot; merkt de h. august1nus op, »bewaarde ook jesus het lichaam van Maria voor de ontbinding na haar dood; want het zou Zijne eer gekwetst hebben, indien dat maagdelijke lichaam, hetwelk Zijne heilige menschheid bekleed had, door tie ontbinding vernield ware geworden. En bleek het ecne schande voor jesus te zijn, van eene moeder al' te stammen, wier lichaam ter prooi van de verrotting des vlecsches geworden was: o, hoe veel groolere schande zou het blijken te zijn, eene moeder te Bezitten, wier ziel door de verrotting der zonde bevlekt ware geworden.quot; Overigens is het aan geen twijfel onderhevig, »dat het vleesch van jesus ook het vleesch van mauia is,quot; gelijk dc voornoemde heilige eveneens betoogt, «zoodat ook na de opstanding het vleesch des lleilands hetzelfde gebleven is, als dat, hetwelk Hij van Zijne Moeder ontvangen heeft;quot; waarom de h. Arnold van ciiarïres uitroept: «Het vleesch van jesus en het vleesch van maria is cén, en daarom geloof ik, dat dc Moeder de eer niet slechts met den Zoon deelt, maar dat het eene en dezelfde is.quot; En als dit, waar is, en als dc allerzaligste Maagd toch in de zonde ontvangen was, ofschoon haar Zoon geen deelhad kunnen hebben aan de vlek der zonde; zoo zou het altijd eene oneer voor Hem geweest zijn, zich zoo innig met een lichaam verbonden te hebben, dat, met de erfschuld belast, een onrein vat en onder de slavernij des boezen vijands had blijken te zijn.

maria was niet slechts de Moeder, zij was ook de

-ocr page 31-

1!)

waardige Moeder des Ileilands. Zoo noenaon haar alle heilige Kerkvaders. Do h. bernardus roepl haar toe: »Gi,j zijl alleen waardig' bevonden, opdat in uw maagdelijken schoot de Koning der koningen zich de eerste woning-koos.quot; De h. thomas van villanova jubelt: »Eer zij ontving, was zij al waardig, de Moeder Gods te zijn!quot; De heilige Kerk zelve leert het ons, dat maria de genade verdiend heeft, de Moeder van den Godmensch jesus curistus te worden: »Gujiis viscera meruerunt portare Christum Dominum.quot; (1 Noct. 2 in Nat. M.)

))En als nu maria eene waardige Moeder Gods was, welke voorrechten,quot; zegt de heilige tiiomas van villanova, «welke volmaaktheden zijn er alsdan voor haar noodig geweest!quot; De h. tiiomas van aquino leert ons, »dat, als God iemand tot eenige hooge waardigheid verheft, Hij hem ook daarvoor geschikt maakt; en daarom heeft God, nadat Hij maria lot Zijne Moeder gekozen had, haar ook door Zijne genade daartoe waardig gemaakt.quot; Hieruit trekt dan dezelfde heilige het gevolg, dat de allerzaligste Maagd nooit eene werkelijke zonde, zelfs geene dagelijksche bedreef; want anders ware zij toch geene waardige Moeder des Heeren geweest, daar de oneer der Moeder ook op den Zoon terugviel, als Hij namelijk eene zondares lot Moeder gehad had.quot; Zoo intusschen maria, om eene enkele dagelijksche zonde, door welke de ziel toch niet van de genade Gods beroofd wordt, niet tot de verheven waardigheid van Moeder Gods in staat geweest was; hoe veel te minder, als de erfzonde haar verontreinigde, waardoor toch God haar als Zijne vijandin en de booze vijand haar als zijne slavin had moeten erkennen. Dat bewoog dan ook den heiligen augustinus tot de verklaring, »dat, als hij van maria sprak, hij van geene zonde melding wilde maken, en wel uit eerbied voor dien Heer, wiens Moeder te worden zij verdiend had, en door wien zij de genade verkreeg, de zonde geheel en al tc overwinnen.quot;

-ocr page 32-

20

Daarom moeten wij hot met den heiligen petrus damiani en den heiligen proklus voor zeker houden, dal de rnenseli geworden Zoon Gods eene Moeder koos, die voor Hem geschikt was en over welke Hij zich niet behoefde te schamen. Hel was geene schande voor jesus, als Hem de Joden verachtelijk den Zoon van maria, eener behoeftige Moeder noemden. «Ilecl Zijne moeder niet maria?quot; Matth. 13 : 55; want Hij was op de aarde gekomen, om ons voorbeelden van nederigheid, van gehoorzaamheid en geduld te geven. Maar zeer zeker ware bet eene vernedering voor Hom geweest, zoo Satan Hem had kunnen betuigen: »Was Uwe Moeder niet eene zondares, was zij niol een tijd lang mijne slavin?quot; En daarbij, was het niet gepast geweest, dat jesus eene lichamelijk kreupele en misvormde Moeder gehad had; hoe veel te minder, zoo bare ziel een tijd lang door de erfzonde ware bevlekt geweest!

God, die de wijsheid zelve is, heeft bet goed verstaan, zich hier beneden eene woning te bereiden, gelijk zij voor Hem paste. »Dc wijsheid heeft zich een buis gebouwd.quot; Spreuk. 9 ; '1. »I)e Allerhoogste heiligde Zijne woning; 's morgens vroeg helpt haar God.quot; Psalm 45 : 5. God heiligde zich namelijk de woning in maria reeds met het eerste begin haar levens en bewerkte, dat zij waardig was. Hem op te nemen; daar bet toch ondenkbaar was, dat do allerheiligste God zich eene woning zou uitkiezen, die niet heilig was. «Uw huis, o Heer, moet heilig zijn!quot; Psalm 92 : 5. Als God zelf verklaart, dat Hij nooit in eene ziel zou wonen, die een boozen wil en een aan de zonde onderworpen lichaam bezit: »De wijsheid gaat niet in eene booze ziel in, en woont niet in een lichaam, dat zonden en ondeugden dient;quot; hoe kunnen wij dan denken, dat de ééngehoren Zoon Gods in de ziel en in het lichaam van Maria heeft willen wonen, zonder baar vooraf in haar eerste ontstaan te heiligen en voor alle vlekken der zonde te bewaren? «bijzonder daar,quot; gelijk dc h. tiiomas van aquino

-ocr page 33-

21

oprnei'kt, »hot eeuwige Woord niet slechts in de ziel, maar ook in het lichaam van maria wilde wonen.quot; De heilige Kerk bidt met de volgende woorden: »0 lieer, Gij hadt geen afschuw, in het lichaam der Maagd te wonen! Non horruisti Virginis uterum!quot; Gewis zon God een afschuw gehad hebben, in den schoot eener heilige acnes, eener heilige gertuudis of eener heilige tiieresia mensch te worden; want ofschoon die maagden heilig hebben geleefd, zoo waren zij toch een Lijd lang door de erfzonde bevlekt; maar Hij gevoelde geen afschuw, in den schoot van maria mensch te worden, wijl, juist door Zijne voorkomende genade, deze door hem innigst geliefde Maagd vrij bleef van alle vlekken der zonde en wijl de booze vijand baar dus nooit als eigendom kon beschouwen. Deswege bemerkt de h. augustinus: De Zoon Gods heeft zich nimmer een waardiger huis gebouwd dan maria, die nooit door den vijand gevangen genomen, nooit van haar sieraad beroofd geworden is.quot; En deh. cyryllus van alexandrië doet de vraag; «Wie heeft wel ooit gehoord, dat zich iemand cfen iiuis voor zijn eigen gebruik gebouwd, en het eerst zijn meest verbitterden vijand ten gebruike overgelaten heeft?quot;

Hij, die ons bevolen heeft,quot; zegt de h. metiiodius, vader en moeder te eeren, heeft, toen Hij mensch werd, niet willen nalaten, zelf die wet te vervullen, en daarom schonk Hij Zijner Moeder alle slechts mogelijke genade en eer.quot; En daarop vervolgt de h. augustinus : »Dit was ook de reden, waarom .iesus ciiuistus het lichaam van maria na haar dood voor ontbinding bewaarde; want had Hij dit niet gedaan, dan had Hij de wet niet vervuld, die, als zij beveelt, de moeder te eeren, ook elke onteering der moeder verbiedt.quot; Maar, hoe veel minder ware jesus op de ware eer Zijner Moeder bedacht geweest, indien Hij haar niet voor de zonde van adam bewaard had? Pater tiiomas van argenïina komt daarom tot de gevolgtrekking, ))dat een zoon, als hij zijne moeder voor de erfzonde bewaren kon en het toch niet deed, zondigen

-ocr page 34-

22

zou; en wal voor ons zonde zon zijn, dat, zou gewis den Zoon Gods niel gepast hebben, terwijl Hij, Zijne Moeder van alle zonde kunnende bevrijden, liaar locli aan de bevlekking der erfzonde prijs gegeven had.quot; En de kanselier der Universiteit van Parijs, joannes gerson, roept uil: «Neen, neen! zoo Gij, o hoogste Heer, cene Moeder verlangt te hebben, dan zijt Gij haar gewis alle eer scbul-dig! Maar nu zou het schijnen, dat Gij aan die wet niet genoegzaam beantwoordde!,, indien Gij toegestaan badt, dat zij, die een verblijf der grondreinheid worden zou, in in de afschuwelijke erfzonde ware gevallen!quot; En de kardinaal caesareo schrijft: «De andere menscben hadden een Verlosser, die ben van de zonde bevrijdde, waaraan zij zich hadden schuldig gemaakt; do allerheiligste Maagd daarentegen heeft een Verlosser, die, daar Hij baar Zoon was, haar er voor bevrijd lieeft, dat zij aan de zonde deelachtig werd.quot; En hugo de st. victor zegt na de verklaring, dat men aan de vruchten den boom kent: «Als bel schaapje onbevlekt was, dan moest ook zijne moeder onbevlekt zijn;quot; cn begroet dus maria: »0 Waardige des Waardigen, waardige Moeder eens waardigen Zoons!quot; waarmede hij wilde te kennen geven, dat geene andere dan maria waardig geweest was, de Moeder van zulk een Zoon te worden, cn dat geen ander dan jesus waardig geweest was, de Zoon van zulk cene Moeder te zijn;quot; daarna vervolgt hij: »0 Schoone des Scboonen, Verhevene des Vcr-hevenen. Moeder uws Gods!quot; Spreken wij dan aldus met den heiligen ildepiionsus tot de goddelijke Moeder: «Voed, o maria, uw Schepper, voed Hem, die u geschapen cn die u zoo rein en volkomen gemaakt heeft, opdat Hij in u dc menscbennatuur kunne aannemen!quot;

3. Zoo bet betaamde, dat de hemelschc Vader Zijne Dochter maria en dc ééngeboren Zoon Gods Zijne Moeder voor de erfzonde bewaarde, dan paste het ook gewis, dat de Heilige GeesL Zijne Bruid voor de o fzonde bewaarde. — «maria alleen ontving de genade,quot; zegt de heilige augüsïinus, dat

-ocr page 35-

23

zij de Moeder cn levens de Bruid Gods genoemd kan worden.quot; De h. anselmus leerl ons, dat de Heilige Geesl persoonlijk in Maria nederdaalde en, nadat Hij haar met meer genade dan alle andere schepselen verrijkte, in haar rustte en Zijne Bruid tot Koningin des hemels en dei-aarde verhief. «De Heilige Geest,quot; zegt iiij, «daalde werkelijk in haar neder, terwijl Hij in haar onbevlekten schoot het reinste lichaam van jesus vormde, gelijk haar de aartsengel gadriël verkondigd had: «De Heilige Geest zal over u komen!quot;quot; Luk. 1 : 35. «Daaromwordt ook maria,quot; naar de op heldering des heiligen tiiomas van aquino, «de tempel des Heeren en het heiligdom des Heiligen Geestes genoemd; wijl zij, door de werking van den Heiligen Geest, de Moeder van het mcnsch geworden Woord geworden is.quot;

Als een bekwaam schilder zich eene schoone ol' leelijke bruid kon kiezen, naardat hij zeil' haar in een portret zou voorstellen; o, welke moeite zou hij zich dan wel geven, om dat portret zoo schoon mogelijk te maken! Zou de Heilige Geest met maria wel anders gehandeld hebben'? zou de Heilige Geest wellicht, daar hij toch Zijne Bruid onbevlekt van de erl'zonde in het aanzijn had kunnen roepen en haar zoo heerlijk uitrusten, als voor hare verheven waardigheid paste, dit niet gedaan hebben? Maar Hij deed, wat betaamde; want de Heer zeil' leert het ons, als Hij van maria plechtig verkondigt: »Gij zijl zeer schoon, mijne Vriendin, en er is geen gebrek in u!quot; Hoogl. A : 7. Deze plaats der Heilige Schril't passen de heiligen rechtstreeks op de onbevlekte ontvangenis van maria toe, en onder hen jubelt dus de h. raymundus jordanus: «Gij zijt zeer schoon, roemrijkste Maagd! niet voor een ge-gedeelte maar geheel en al, en de vlek van geene zonde, noch van zware, noch van dagelijksche, noch ook van de erl'zonde is aan u, was het ooit en zal het ook ooit zijn; maar gij hebt alle genade der natuurlijke goederen, der goddelijke zalvingen, en der hemclsche gaven!quot;

Hetzelfde wil ons ook de Heilige Geest le kennen geven.

-ocr page 36-

-24

als Hij van maria, Zijne Bruid, openbaart: nEen gesloten tuin zijl gij, mijne Zuster, mijne Bruid, een gesloten luin, eene verzegelde Bron!quot; Iloogl. A: 12.

De h. niKRONiMus betuigt: «maria was die gesloten tuin, die verzegelde bron; want de vijanden vonden nooit den ingang tol haar, om baar te schaden; zij bleef immer aan lichaam en ziel ongekwetst.quot; Ook dch. rernardus spreekt tot de goddelijke Moeder: ))Gij, o Maagd, zijt een gesloten tuin, in welken nooit de hand des boezen vijands binnen drong om bladeren of bloemen af te plukken!quot; Dat de Rruid des Heiligen Geestes zonder erfzonde ontvangen was, blijkt ook uit deze plaats der Heilige Schrift: )•gt; Vele dochters hebben zich rijkdommen verzameld, maar Gij hebt ze allen overtroffen!quot; Spreuk. 3:1. En als nu maria allen in rijkdommen der genade overtroffen heeft, zoo moet zij ook der oorspronkelijke gerechtigheid deelachtig geweest zijn, welke reeds de engelen en adam en eva bezaten. Op eene andere plaats der Heilige Schrift lezen wij: «Jonge dochters zijn er talloos, maar ééne is mijne Duif, mijne Volmaakte (in het Hebreeuwsch staat: «mijne Onbevlektequot;), de eenige van hare moeder; «dat is: alle rechtvaardigen zijn dochters der goddelijke genade; maar onder deze was maria alleen eene Duif, die bevrijd was van de bitterheid der schuld; zij was de Volmaakte, zonder erfzonde, zij was de eenige, die in de genade Gods ontvangen is.

Daarom verklaarde ook de engel, eer nog maria de Moeder Gods was geworden, dat zij met genade vervuld was, en spreekt haar aan: «Wees gegroet, vol van genade!quot; Hieruit leeren wij, dat maria van hare ontvangenis af door den Heiligen Geest met de volheid der goddelijke genade verrijkt was; «want,quot; zegt petrus de celles, «de volheid der genade heeft zich in haar verzameld, wijl alle genaden Gods van hare ontvangenis af door den Heiligen Geest over haar uitgegoten zijn.quot;

De leer, dat maria nooit aandeel gehad heeft aan de zonde van adam, doet zich ook als zeker kennen uit de

-ocr page 37-

25

wolk van getuigen, van de Apostolische tijden af lot op onze dagen; en die getuigen zijn de Kerkvaders, de heiligen, de Orden1), de univers'Ueiten, de pausen. Het getuigenis van paus Alexander vii in zijne Bid, Sollicitudo omnium Ecclesiarumquot; toont zeer duidelijk, dat die vrome leer ook met de algemeene meeninrj der Katholieken overeenstemt. quot;Ü zegt namelijk over de onbevlekte ontvangenis van maria: «Deze vrome meening werd vermeerderd en verbreid, zoodat, nadat verscheidene hoogescholen haar aangenomen hadden, bijna alle Katholieken haar omvatten.quot;

Een nog grooter bewijs, dat maria van de erfzonde vrij gebleven is, bestaat daarin, dal de heilige Kerk het feest der onbevlekte ontvangenis overal verordend heeft. Want wij erkennen overigens ook de onmogelijkheid, dat de Kerk iets onheiligs vereert, gelijk dit de heilige paus leo en de heilige bisschop eusebius en alle godgeleerden beweren.

Eindelijk heeft, ten jare 1854, paus rius ix, onder loejuiching van geheel de Kerk, hel verklaard een geloofspunt te zijn, dal maria, door eene bijzondere genade Gods, van de smet der erfzonde volstrekt vrij is gebleven.

F!#fri # fi]

ï t' I

ÉBtef

smHi ®

lil

111 ■ 1 18» ■! |igt;' i ;v i| il; |jj :' ill .i # r W 'i'rfs |.S i

ÉIh ii

■■f ' i-1

l iv'vt

Feestbloemkrans.J)

1. Reeds in de Apostolische Schriften, bijv. in de liturgie van den h. jacobus den oudere en in die van de h. markus, wordt maria, de Moeder des Heeren, de nheiüge en onbevlekte Maagdquot; genoemd.

2. De heilige Apostel anureas, dien de Babyloniër ar-dias aanhaalt, drukt zich hierover op de navolgende wijze

^ p. aegidius bewijst, dat alle geestelijke Orden deze leer staande houden; en een nieuwere schrijver merkt op, dat, ofschoon onder de Dominicanen 92 er tegen geschreven, toch 130 onze meening verdedigd hebben.

I)e hier volgende verklaringen en eerbetuigingen zijn eene aanvulling van den feestbloemkrans in het Kerstklokje van denzclfdcn Schrijver.

mm

I:

-ocr page 38-

20 •

uit: «Gelijk de eerste adam uil de aarde geschapen is, eer zij gevloekt werd; zoo is de tweede adam uit eene maagdelijke aarde genomen, die nooit gevloekt is geweest!quot;

3. De h. KPiPiiANius betuigt: «mahia staat boven allen, God alleen uitgenomen; door hare natuur is zij schooner dan do Cherubim, dan de gansche hemelsche heerschaar, een schaapje zonder vlek, dat aan de wereld het Lam Christus schonk.quot;

4. De b. iiieronymus betuigt: «Er is geen twijfel aan, of de Moeder des Ileeren is rein van alle zonden geweest, wijl hare eer onafscheidelijk is van de eer des Zoons Gods, die geen gemeenschap met de zonde kan hebben. Gelijk de ark van noa bij den ondergang der menschen en aller schepselen op de wateren dreef, zoo was maria, wijl zij bestemd was, de vrucht des levens en den zegen der wereld te dragen, boven het algemeene verderf en boven alle zonden verheven.quot;

5. De b. AMiiRosius bidt in de volgende woorden lot God: sNecrn mij aan, o mijn God, niet uit de handen van sara, maar uit de handen van maria, die door de genade van alle vlekken der zonde bevrijd bleef!quot;

0. De b. AMPiiiLOCHius, in het jaar 375 tot bisschop van Iconium en tot metropolilaan van Lycaonië gekozen, betuigt: «God, die do eerste eva zonder bevlekking schiep, heeft de tweede (maria) zonder zonden en smetten geschapen; Hij heeft het verderf verre van haar gehouden en de zonde niet in dit heiligdom laten doordringen.

7. De h. fulgentius, in de zesde eeuw levende, zegt in zijne rede lol lof van maria : «Toen de engel maria «vol van genadequot; noemde, wilde hij daarmede te verslaan geven, dal met betrekking tot haar de eerste toorn Gods geheel opgeheven was.quot;

Vervolgens: «In de vrouw van den eersten mensch beeft de boosheid der slang de ziel verleid en bedorven; maar in de Moeder van den tweeden (ciiristus) heeft Gods genade zoowel de ziel als ook hel lichaam ongeschonden bewaard.quot;

-ocr page 39-

27

8. Dch. cimYsosTOMUs: «Zoo God eenige koningen uit hot liuis van juda verworpen lieei't en hen niet eens onder de voorouders van maria wilde geteld hebben, wijl zij slaven der zonde geweest waren; lioe zou Hij dan in Zijne Moeder eene zonde hebben kunnen dulden?quot;

9. De h. ildepiionsus, aartsbisschop van Toledo, bemerkt: «Ten onrechte wil men de Moeder Gods aan de wet der natuur onderworpen gelooven; liet is zeker, dal zij vrij was en uitgezonderd van alle erfzonde, en dat zij het vonnis der verdoemenis van eva ophief.quot;

10. De h. petrus damiani roept uit: »Mijne tong waagt niet uit te spreken en mijn gemoed wendt zich met afschuw van de enkele gedachte, dat Onze Lieve Vrouw, die door de almacht Gods zoo hoog verheven, door de wijsheid Gods met zooveel gaven verrijkt, door de barmhartigheid tot Moeder van den Verlosser der wereld gekozen was, in hare ontvangenis met den vloek, den dood der zonde zou belast geweest zijn, welke door den nijd des duivels in de wereld gekomen is.quot;

41. De b. Bruno: «maria is dat onverdorven aardrijk, dat de lieer zegende, en dal daarom van alle zondepesl bevrijd bleef.quot;

12. Deh. dernaudinus van siëna : «Hel is niet te denken, dal de ééngeboren Zoon Gods zou hebben willen geboren worden uil eene Maagd, die met de erfzonde bevlekt was geweest, en uil haar zijn lichaam aannemen!quot;

13. Deh. laurenïius justiniani : »Van hare ontvangenis af kwam God met genade de allerzaligste Maagd legen.quot;

14. Deh. bonaventura: «maria is er vooraf door Gods bijzondere genade voor bewaard geworden, zich de erfzonde op den hals te halen; zij werd in liet eersle oogenblik barer ontvangenis niet van de schuld bevrijd, die in haar was, maar van die, welke in haar zou geweest zijn, zoo niet de Heilige Geest met die nieuwe soort van heiliging-haar daarvan verlost had.quot;

15. De heilige r. franciscus suarez: «maria heeft in

V',i '

li

-11

ij* 'i #1

li

!•'•,' «

if,? 'fil;

W

'■In.'

m amp; .

Hr.

Iti

-ocr page 40-

28

het eerste oogenblik harer ontvangenis meer voorrechten en genaden ontvangen, dan alle zielen der heiligen, ja zelfs dan alle koren der engelen; wijl zij door God ook meer bemind werd, dan alle heiligen en hemelsche geesten.quot;

16. petrus van celle belijdt: «De watervallen des hemels en de bronnen der diepten zon ik ten dienste der Maagd maria liever openen dan sluiten; en zoo haar Zoon jesus iets aan de voorrechten der verhooging Zijner Moeder uitgelaten had, zou ik, een dienaar en slaaf, het wel niet met de daad, maar met de liefde aanvullen. Gewis, ik wilde liever geene tong hebben, dan iets tegen Onze Lieve Vrouw te zeggen!quot;

47. Zelfs de Islam verklaart zich voor de onbevlekte ontvangenis, en de Arabische uitleggers van den Koran hebben naar hunne aanschouwingswijze daarover hunne meening geuit. Zoo zegt bijv. cottada: «Ieder nakomeling van adam wordt, als hij ter wereld komt, door Satan aangeroerd; enkel jesus en Zijne Moeder moeten uitgezonderd worden; want God liet tusscben hen en Satan een sluier vallen, die hen voor elke onzalige aanraking bewaarde.quot;

Ecrwaardig'c getuigenissen aangaande het feestgeheim.

getuigenissen van geleerden.

1. De kardinaal en bisschop nikolaas van cusa (geb. 1401) schrijft: ))IIet dient lot lof van God en de Maagd en Moeder maria, dat zij, uit wie het leven vleesch zou aannemen, nimmer onder de heerschappij van den bewerker des doods geweest is. De Maagd had geen bevrijder noodig, die haar van het doemvonnis vrijsprak, dat ten gevolge van den vleeschelijken lust (ex voluptate carnis) over adam en diens nakomelingen uitgesproken was. Nooit lag zij er onder, wijl de erbarming vooraf de uitverkoren Moeder der barmhartigheid te hulp kwam. Wie als een vrije

-ocr page 41-

29

ontvangen en geboren wordt, heeft geen bevrijder van de slavernij noodig, in welke hij zich nooit bevonden heeft. De heilige Maagd maria had namelijk in ciiristus een vooral-bevrijder (praelibcratorem), gelijk alle anderen een bevrijder en nabevrijder (postlibcratorem). Zij alleen werd sedert den val van adam niet buiten, maar in en vol van de oorspronkelijke gerechtigheid geschapen, gelijk eva, ja nog veel meer; even als ciiuistus naar Zijne inenscbe-lijke natuur in de ganscbe volheid der gerechtigheid (in nog veel hoogeren graad dan adam) geschapen werd. Enkel der uitverkoren Moeder Gods was het gegeven, dat zij van het begin baars aanzijns af niet onder de slavernij des boozen vijands was. Van de glorierijkste Maagd alleen vindt men dus nooit, dat zij aan de erfzonde onderworpen geweest is. Hare geschapen ziel miste in haar donker lichaam uit adam nooit het licht des levens, dat veelmeer zonder uitstel op het rijkelijkste bij hare schepping aanwezig was (creatione coalluit). Maria is niet uitgestreken uit het boek des doods, van den vorst dos doods, wijl zij er nooit in opgeschreven is geweest; zij was veelmeer naar de eeuwige voorbeschikking reeds vóór hare ontvangenis in het boek des levens opgeschreven.quot;

2. j. n. rossuet, bisschop van Meaux (geb. 1627 te Dyon), dat «schild des geloofsquot; »nam op eene edele wijze de verdediging van dit geheim op zich. Hij zeide: »Dc meening der onbevlekte ontvangenis van maria heeft do vrome zielen overweldigd. Na de artikelen des geloofs zou ik niets weten, wat met meer vertrouwen beweerd kan worden. Daarom verwondert hel mij niet, dat de school der theologen van Parijs al hare kinderen verplicht, die leer te belijden. Ik van mijn kant stem vol vreugde in hare meening in. Nadat hare melk mij gevoed heeft, onderwerp ik mij aan hare beschikkingen dos te liever, hoe meer het, naar mij dunkt, de wil der Kerk is. Deze heelt eene zeer lofwaardige gezindheid met betrekking tot de onbevlekte ontvangenis. Zij verplicht ons niet, daaraan

-ocr page 42-

,-!()

te gelooven;') maar zij gccfl, ons te verstaan, dat haar dit. gelooi' aangenaam is. Er zijn zaken, die zij ons beveelt en waarbij wij onze gehoorzaamheid kunnen loonen; er zijn andere, die zij ons vrij stelt, waarbij wij onze liefde kunnen te kennen geven. Aan onze vroomheid betaamt het, als wij ware kinderen der Kerk willen zijn, niet slechts hare bevelen te gehoorzamen, maar ook aan het geringste teekon van den wil eener zoo goede en heilige Moeder te voldoen 1quot;

getuigenissen van verscheidene orden.

De Orde der Franciscanen, gesticht door den heiligen fra Nciscus van Assisi, dien Seraphijnsclien dienaar \an Maria, en algemeen bemind bij het Katholieke volk, predikte overal de onbevlekte ontvangenis van maria, en de afzonderlijke eerwaardige Broeders verlieten geen huis en geen hutje, zonder daarin in de harten der vrome bewoners deze bevallige maria-bloem geplant te hebben. Elke streek, waar zij werkten, vormde zich dus tot een zoet geurenden MARiA-tuin.

Toen montfaucon omsteeks hel jaar 1798 door Italië reisde, bezocht hij in de stad Pavia ook de bibliotheek des door zijne vroomheid beroemden ridders beleridus, en was zeer verbaasd over de onmetelijke boekverzameling van enkel verhandelingen, die de Paters Franciscanen ter verdediging der «onbevlekte ontvangenis van mariaquot; geschreven hadden. — Eene plaat vóór een dier boeken, door Fra al va vervaardigd, vertoonde de heilige Maagd op de wolken tronende ; daaronder was eene rondom van torens ingesloten ruimte, en in eiken toren keek een Franciscaner uit, die de tegenstanders van dat geheim bestreed.

2. Hel even zoo beroemde Gezelschap van jesus, ge-

') Destijds was de onbevlektheid van Maria's ontvangenis nog niet tot een geloofspunt verklaard.

-ocr page 43-

31

slicht, door den heiligen ignatius van loyola, trad met zijne bekende wijdselic geleerdheid voor de •wetenschappelijke staving en verdediging van dit geheim in het strijdperk en bracht het geloof daaraan in de paleizen der vorsten en in de woningen van de grooten dezer aarde.

Ten lijde, toen de groote algemeene Kerkvergadering te Trente gehouden werd, zond de paus den, Jesuit jakod lainez wegens zijne bijzondere scherpzinnigheid en zijne veelzijdige kennis daarheen. In deze door den Heiligen Geest geleide, hoogst eerwaardige vergadering werd ook over de erfzonde gehandeld en de vraag opgeworpen: «of mauia, de allerzaligste Maagd, zonder alle vlek dor erfzonde ontvangen, dan wel eerst na hare ontvangenis daarvan bevrijd en geheiligd was geworden?quot; Ook den nederigen lainez vroeg men naar zijne meening. Maar hij had juist de koorts en was zeer lijdend; dus verontschuldigde hij zich, dat hij niet zoo voldoende spreken kon, als de waardigheid en het gewicht des onderwerps vereischte. Toen stond hij op, van ziekte bleek en mat, en sprak over het geheim der onbevlekte ontvangenis Onzer Lieve Vrouw met zulk eene geestdrift on predikte drie nren lang zoo grondig daarvoor en onder een zoo machtigen indruk der gansche hooge vergadering, die met de meest gespannen opmerkzaamheid naar hem luisterde, dat de Vaders verklaarden: »liet was hun doel niet, in bet besluit, waarin over de erfzonde gehandeld werd, de heilige en onbevlekte Maagd mauia, de Moeder Gods mede te begrijpen.quot; jiaiiia beloonde dadelijk ook dezen dienst. Want buiten de krachten des liehaams, buiten de volheid van heerlijke gedachten, die zij hem inboezemde, buiten den gloed der vroolijkste opgeruimdheid, die zich toenmaals op zijn gelaat vertoonde, zoodat hij nog nooit zoo voortreffelijk gesproken had, als op dat plechtige oogenblik, werd hij van de koorts genezen , welke hem voortaan nooit meer bezocht.

3. Op dezelfde wijze werkte de Orde der Vergadering van den allerheiligsten Verlosser, gesticht door den heiligen

-ocr page 44-

32

ALPiioNsus van LiGuoRi. Die heilige bisschop en kinder-lijkste en trouwste dienaar der heilige Moeder Gods trachtte met den meest mogelijken ijver het geloof aan de onbevlekte ontvangenis door woord en schrift zegerijk onder het volk te verbreiden; hij zelf verklaarde zich bereid, zijn leven daarvoor op te offeren, en droeg zijnen vromen missie-priesters op, de glorie der onbevlekt ontvangen en altijd vlekkeloos gebleven Maagd bij elke gelegenheid aan het volk in heilige beschouwingen voor oogen te stellen. En zoo kwam hel, dat het geloof aan dit hooge voorrecht van maiua in bet hart van lioogeren cn lageren altoos diepere wortels schoot en zicii altoos algemeener verbreidde.

getuigenissen van universiteiten.

Uit: Katholieke Maria-vereering.

De beroemdste universiteiten der Katholieke Kerk hebben zich luide ten gunste der leer van de onbevlekte ontvangenis van Maria verklaard, wij noemen onder de uitste-kendste die van Palermo op Sicilië, van Salamanca, Se-villa, Valentin, Alcala, Saragassa in Spanje, van Coimbra in Portugal, van Keulen en Mainz in Duitschland, die zich bij eede verplicht hadden om dit genaderijke voorrecht der heilige Maagd te verdedigen en zeiven uil hun geest elke daartegen strijdende gedachte te verbannen. De universiteit te Weeneti had zich, nadat zij beloofd had, dit geheim te zullen verdedigen, ook nog verplicht, elk jaar op den vooravond van genoemden dag te vasten.

Doch vooral beloonde de universiteit te Parijs een be-wonderenswaardigen ijver voor de onbevlekte ontvangenis van maria; niet slechts beschouwde zij die als eene vrome meening van onaantastbare waarachtigheid; maar haar haar oordeel was de tegengestelde rneening valsch en in tegenspraak met de verheven waardigheid der Moeder Gods. Zij verplichtte zich zelve eindelijk, deze meening te zullen verdedigen.

-ocr page 45-

Do genoemde l)oslissin^ on verklaring is in do archieven der theologische faculteit bewaard, en men ziet daaruit , dat de doctoren drie algemeencn zittingen hielden: de eerste den 3, de tweede den ü, de derde den 9 Maart van het jaar '1496: en dat zij zich daarhij, nadat zij de heilige Mis dor onbevlekte ontvangenis van maria gelezen en een wijdschen en ernstigon raad gehouden hadden, mot een bijzonderen eed verplichtten, sdo vrome leer Ic verdedigen en staande te houden, welke zij sedert lang gelooid hebben en nog gelooven, waardoor bevestigd wordt, dal de heilige Maagd maria krachlens eene bijzondere genade Gods van de erfzonde is bewaard geworden.quot; Daarom bevelen zij: »Er zal voortaan niemand in hot Collogie opgenomen worden, die niet met een gelijken eed belooft, deze godsdienstige leor vast te houden, en haar steeds naar vermogen te verdedigen: en indien een onzer (wat God verhoede!) op do zijde der tegenstanders van deze vrome vereering der allerzaligste Maagd mocht treden en daardoor niet alleen bare macht, maar ook die van het Concilie (van Bazel) minaclitcn ou op welke wijze ook do verdediging dor tegengestelde meening op zich nemen, zullen wij hem van nlle eer beroofd verklaren, die hem toekomt; bom afzetten en uit onze Corporatie verwijderen.quot; De faculteit verordende daarop: ))dat hot besluit, om hot plechtiger te maken, openlijk zou voorgelezen worden in eene zitting, die door den rector dor universiteit, den aartsbisschop van liourgos, zeven bisschoppon, eene menigte hooggeplaatste personen, doctoren en baccalauren, en eone tallooze menigte studenten werd bijgewoond.quot;

Eindelijk besloten zij hunne verklaring met zich tot de bisschoppen en doctoren te wenden, die zij uitnoodigden, zich in gezindheid met bon te voreonigen, om haar te steunen en met macht te bokloeden; terwijl zij die hoogwaardigste prolalou dor Kerk van jksus ciiristus, hunne borders en hoofden, vermaanden, even als zij te gelooven:

A, Ilungari. Avc-Marla-Klokjo. I. 3

-ocr page 46-

M

«dal do allerzaligste en glorierijke Moeder Gods door eene bijzondere genade des Allerhoogsten van de erfzonde bewaard was,quot; het te prediken en allen, die het predikten, naar vermogen te ondersteunen. Zij bezwoeren hen bij de diepte der barmhartigheid van jesus Christus, en in den naam der genaderijke Maagd mauia , overeenkomstig hun plicht en do hun door God verleende macht, allen te weerstaan, welke die leer bestrijden, hen te straffen en uit hunne bisdommen te verdrijven, opdat de vereering, de liefde, de vroomheid en de godsdienstige zin van het Christelijke volk jegens de glorierijkste Moeder Gods, die eenige hoop van het menschelijke geslacht, van dag tot dag moge vermeerderen en immer levendiger ontbranden. «Gij zult daardoor,quot; zeggen zij, »een haar goddelijken Zoon, onzen lieer en Heiland jesus Christus, ongetwijfeld welgevallig, en voor het volk, dat aan uwe hoede is toevertrouwd, nuüig' werk verrichten.quot; — Gedaan te Parijs in bet jaar 1-490, den 3, 0 en 9 Maart. —

Hoe streng men zich aan dit besluit hield, daarvan getuige bet volgende: Toen jean de moncon, medelid der genoemde Corporatie, door eenige onbehoorlijke stellingen het voorrecht der genade van de onbevlekte ontvangenis van Maria in twijfel trok, ontstond er dadelijk onder zijne toehoorders een geweldig rumoer. Onmiddellijk vergaderde de faculteit en veroordeelde den bewerker van die ergernis. De bisschop van Parijs bevestigde haar vonnis, en om het plechtiger te maken, kondigde hij het vormelijk in de calhedraal af, in tegenwoordigheid eener lallooze menigte, welke tot dal doel vergaderd was. Intusschen beriep zich de vermetele professor, die zich meende te moeten rechtvaardigen, op den paus. Maar hij werd door den Heiligen Sloel veroordeeld, even als te Parijs, en wijl bij weigerde te herroepen, werd er eene Banbul tegen hem uitgevaardigd. Ook de wereldlijke macht verbond zich met de geestelijke; want zoodra koning karel vi van deze gebeurtenis gehoord had, beval hij: «dal wie

-ocr page 47-

85

ook in zijn rijk hot wagon zou, legen de onbevlekte ontvangenis van ma li ia te spreken ol' te schrijven, als een verstoorder der openbare rust en een vijand van Frankrijks godsdienst gestraft zou worden.quot;

getuigenissen der pausen.

1. In het jaar 1470 bewilligde sixtus iv niet slechts aflaten voor hen, die de vercering der onbevlekte ontvangenis bevorderden, maar bij schreef ook haar ter cere de heilige Mis en do getijden met bot gebed voor: »0 God, die door de onhevlokte ontvangenis der Maagd Uwen Zoon eono gepaste woning bereid hebt; geef, smeekon wij U, dat, gelijk Gij door bet vooruitzien van den dood Uws Zoons haar voor elke vlek bewaard hebt, wij ook door Zijne bemiddeling gereinigd tot U komen mogen!quot;

2. In hot jaar 1010 verbood paulus v, dat iemand in openlijke sermoenen en op leerstoelen de vermetelboid zou bobben te beweren: «dat de allerzaligste Maagd in de erfzonde ontvangen was.quot;

3. Paus pius v (f 1 Mei 1572), die al zijn vertrouwen op de voorbede van maria, de Hemelkoningin, gesteld had en baar ook den oorctitcl «Helpster der Christenenquot; gaf, bevestigde de uitspraak van bet Concilie van Trente, welke het in do zitting van 17 Juni 1540 met de woorden gedaan had: «Ecbtor verklaart de heilige vergadering, dat hot niet haar doel is, in dit besluit, waarin over do erfzonde gehandeld wordt, de zalige en onbevlekte Maagd maria, de Moeder Gods, mede te be-grijpon; maar dat deswege do verordeningen van paus sixtus iv, zaliger gedachtenis, onder do daarin vervatte straffen, welke zij vernieuwt, opgevolgd moeten worden.quot;

4. Paus gregorius xv bevestigde op nieuw in 1022 hel decreet van paulus v, en strekte hot ook uit tol do bijzondere geschriften en gesprokken; en daarmede

-ocr page 48-

36

werd daadwerkelijk do tegengestelde meening verworpen.

5. Paus'Alexander vu vernieuwde in 1 (Kil de consti-tutiën zijner voorgangers ten gunste van dit genaderijke geheim.

0. Paus BENEDicTus xiv (f fi Juli '1758) verklaart in zijn geschrift over de feesten der Kerk: »Als wij de ontvangenis van Maria onbevlekt noemen, willen wij niet van de daadwerkelijke ontvangenis spreken, dat is van de teling haars zaligen lichaams, daar enkel jesus ciiiusïus het voorrecht had, zonder medewerking des mans ontvangen te worden. Wij willen enkel van de lijdelijke ontvangenis spreken, en wij zeggen, dat de gezegende ziel der heilige Maagd, toen zij zich met het lichaam vereenigde, door de kracht der heiligende genade Gods, waarin zij geschapen was, volstrekt en geheel van de erfzonde bewaard werd. En wie zou willen betwijfelen, dat maiua dit verheven voorrecht ten deel viel?quot;

7. Paus nus vi heeft bij een rescript van 21 November '1793 aan allen een aflaat van honderd dagen toegestaan, die met godsvrucht en vermorzeling des harten een der hier volgende gebeden spreken:

«Gebenedijd zij do heilige en onbevlekte ontvangenis der allerzaligste Maagd maiua!quot;

«Gij zijt in Uwe ontvangenis onbevlekt geweest, Maagd mama : bid voor ons God den Vader, wiens Zoon jesus gij van den Heiligen Geest ontvangen en gebaard hebt!quot;

8. Paus GREGORius xvi (f 1 Juni 1840) voegde bij de litanie ter cere van maiua nog de volgende aanroeping: »0 Koningin, zonder de vlekken der erfzonde onvangen, bid voor ons!quot;

Een brief over dit geheim.

T)e zalige leonardus van porto maurizio richtte, van uit Rome, den 31 Maart '1740 aan den hoogwaardigsten

-ocr page 49-

.17

Monseigneur maucellus crescenzi, Aposlolischen nunlius ]jij den allorchiistelijkslen Koning te Parijs, het volgende schrijven:

))De genade des Heiligen Gcestes zij met Uw Hoogwaarde!

Bij uwe afreis van Rome was liet mij niet mogelijk, u van mijn kant eene gelukkige reis te wenschen; want ik bevond mij op den veldtocht in den strijd tegen de hel (missie). Toen ik echter van de goede ontvangst hoorde, die gij naar verdienste aan het hol' aldaar gevonden hebt, verheugde ik mij ten hoogste, en ik feliciteer dus Uw Hoogwaarde, maar wensch ook, dat gij daarvan een goed gebruik maakt, haar nuttig doel zijn voor den godsdienst, doordien gij hunne majesteiten, den Koning en de Koningin, in de goede gezindheden altijd meer versterkt, opdat de reinheid dos heiligen geloofs in dat rijk ongeschonden behouden blijve.

Maar bovenal, als gij gelegenheid hebt, met de Koningin bijzonder te spreken, beveel baar de vereering der onbevlekte ontvanjenis van Maria aan, en zeg haar: als zij hel rijk in welvaarl, den Koning, haar gemaal, gelukkig en de opvolging der koninklijke familie vereeuwigd wil zien, dat zij dan naar alle krachten de «onbevlekte ontvangenis van mariaquot; genegen zij. Druk haar ook de hoogst gewichtige aangelegenheid op het hart , dat zij bewerke, dat liet als geloofsstelling verklaard worde, te meer daar de zaak op goeden voet staat, en goed geregeld is. Reeds is de kroon van Spanje zeer werkzaam voor den goeden uitslag dezer zaak. Mocht toch ook die zoo vrome Koningin daarvoor haar best doen, en Frankrijk met Spanje samengaan en zich deze hoogst gewichtige zaak aantrekken, de grootste, die er ooit bestaan heeft, die ooit in cenig kabinet, op eenigen landdag der wereld behandeld is. Zeg haar, in mijn naam, dat zij in de gansche eeuwigheid zalig zal zijn, en die kroon, welke zij thans hier op aarde draagt, maar die, hoe kostbaar zij ook zijn moge, altijd slechts

-ocr page 50-

.quot;gt;8

eene kroon van stol' is, wijl zij vergankelijk is, in een diadeem van glorie zal veranderen, welke haar gelukkig zal maken door alle eeuwigheid.

Doe dezelfde slappen bij Z. Eminentie den kardinaal fleury en zeg hem: Als hij vóór zijn dood de wereld in rust, Frankrijk gehtkkij, de ketterijen vernietigd, en alle geschillen, die thans tusschen de mogendheden der gansche wereld hangende zijn, in orde gebracht wil zien; dat hij er dan met alle krachten naar streve, dat de «onbevlekte ontvangenisquot; als geloofsartikel verklaard worde. Doe hem ook opmerken, dat de zaak goed in gang is, en dat men, om een zoo groot voornemen gemakkelijker te maken, een algemeen Concilie zonder kosten bedacht heeft, zonder dat de bisschoppen hunne residentiën behoeven te verlaten; wanneer men er voor zorgt, dat alle bisschoppen, alle monarchen, alle universiteiten, alle oversten der Orden zich naar Rome tot den nieuwen paus wenden met het dringende verzoek om die genade. Zie, zoo wil het dan de gansche Kerk! — Waarlijk, indien de heer kardinaal zijn groot talent daarvoor aanwendt, ik zeg u, het zal het zoo zeer gewenschte goede gevolg hebben. Ja, dan zal Z Eminentie rustig kunnen slapen: want de Maagd in den hemel zal met eene polilick van het Paradijs de gansche wereld hier beneden in rust brengen en Z. Eminentie zal liet genoegen smaken, na het verkrijgen van een onsterfelijken roem hier op aarde, zich tot een der hoogste posten verheven te zien in den hemel.

Geve God, dat ik deze verheerlijking mijner groote Meesteres op aarde nog beleve; dan mag Hij mij laten sterven!

Intusschen moge Uw Hoogwaarde zijn ganschen geest inspannen en dit als de gewichtigste aangelegenheid beschouwen, die er hij deze uwe nuntiatuur te behandelen is, en niet gering zal het loon bij God zijn!

Van Uw Hoogwaarde de nederigste en dankbaarste,

fr. luonardus van porto-maur1zio,

Missionaris.quot;

-ocr page 51-

r39

Het overoude volsgeloof in Spauje.

(Uit: Slotwoord bij — Al de schriften van fernan caballero.)

Het Spaansche volk is Katholiek cn vertoont zich geheel als zoodanig ook vooral in zijne liederen, die tallooze malen over de heilige Mis, de biecht, de heiligen, het vagevuur, het rozekrans-bidden, de onoplosbaarheid van den echt en andere wezenlijk Katholieke gedachten handelen.

Het Katholicisme doodt de nationaliteit niet en vormt uit de verschillende volken, die het omvat, niet eene onafscheidelijke massa. Elke Katholieke natie heeft — ondanks haar algemeen, dat is Katholiek karakter — toch hare kerkelijke bijzonderheden, welke met haar natuurlijk nationaal wezen samenhangen; bijzonderheden, die zich daarin vertoonen, dat de verschillende Katholieke volken, het eene deze, het andere wederom eene andere zijde en richting van het Katholiek-kerkelijk en godsdienstig leven het sterkste nastreeft. Zoo zijn voor den DiUtschen Katholiek met zijne Duitsche, meer tol speculatie en intuïtie overhellende natuur, bovenal de soteriologische betrekkingen van het Katholieke geloof van gewicht; de Ililiaansche Katholiek maakt, bij de hoofdzakelijk artistische richting van zijn natuurlijk wezen, gaarne cultuspunten en dergelijke tot lievclingsvragen; de Fransche Katholiek geeft zich, naar zijn aangeboren politisch en jnristisch talent, gaarne aan de kerkelijk-politieke en kerkrechterlijke vragen over; — en de Spaansche Katholiek, de Spanjaard, naar zijn natuurlijk wezen in verheven zin monarchaal cn ridderlijk, gloeit voor de éénheid der Kerk en voor den dienst der allerzaligste Maagd en Moeder Gods maria.

De Maagd maria (en wel maria sin pecado concebida) is de Patrona de Espana y de las Indas; het dogma har er onbevlekte ontvangenis is in Spanje een onveranderlijk volksgeloof geweest, zelfs overgegaan in liet gewone begroetingsformulier. Komt de Spanjaard 's avonds in een huis, en groet hij iemand onder het avondluiden, dan

-ocr page 52-

AO

zegt liij: ))Ave maria purisima! Wees gegroet maria, dc allerreinste!quot; en hol, vaste antwoord is: »Sin pecado con-cebida, de zonder erfzonde ontvangene!quot; — Do beide doelen van dozen zin sluiten ineen, gelijk in do oudheid do beide deelon van den, ten toeken van blijvende gastvrijheid in twee gebroken stal', on verzekeren dikwijls den komende bescherming en toevlucht voor den nacht. — Zoll's de nachtwacht begint zijn uur met »Ave maria purisima !quot; Ie roepon. Mot dezelfde woorden begroeten elkander ook do landlieden bij hunne bezoeken. Het is eveneens in gansch Spanje het gebruik, dat do predikers altoos hunne voordracht met de woorden sluiten: «Geloofd en gebenedijd zij altijd hot allerheiligste Sacremont des Altaars on do onbevlekte ontvangenis van maria.quot; De biechtende, als hij in don rechterstoel der boete om vergeving zijner zonden smeekt, zegt, terwijl hij vóór een dienaar van het vrodeambt nederkniell : »Weos gegroet, maria, reinste der maagden!quot; en de priester antwoordt met dc woorden: «Die zonder erfzonde ontvangen zijl!quot; — De arme noodlijdende, die voor de deuren zijn dagelijkscb brood bedelt, bedient zich bij hot smeeken om do almoes van dezelfde woorden: »Wees gegroet, Maria, reinste der maagden!quot; en binnen in hot huis antwoordt men hom, onder het toereiken van eeno milde gave: »Dio zonder zonde ontvangen zijl !quot; — Ja zelfs de stervenden bepalen in hun testament oen zeker aantal heilige Missen, die ter eere der onbevlekte ontvangenis gelezen moeten worden, ten einde vergeving van de straffen hunner zonden te verkrijgen. — Zoor liefelijk klinkt ook aangaande dit geheim het oude volksliedje:

//De zwaluw heeft, gelijk men zegt,

een witte borst, dat is gewis;

En van mama zeg ik, dat

zij zonder zoude ontvangen is.quot;

Toon in het jaar '1854 do loer der onbevlekte onlvangonis

-ocr page 53-

41

' v I'tTi'-ii- '«■ i?» m lll|

van Maria als dogma der Kalholicke Kerk Ion plechligste afgekondigd werd, gevoelde zich wellicht geen ander deel der Katholieke Kerk reeds in zijn nationaal wezen zoo diep en blijde geroerd als Spanje. Wij hebben geen enkelen Spaanschen theoloog ontmoet, die niet overtuigd was, dat liet, van de thans als dogma vastgestelde leer afwijkende gevoelen aangaande de ontvangenis van maria , in de werken des in Spanje hoogvereerden tiiomas van aquino1) voorkomende, door den geest der school in de werken des grooten meesters ingelascht is, en oenige theologen des lands hebben zich beijverd, de waarheid dezer opvatting uit de handschriften te bewijzen.

iamp;IM; um

Vrome vereerders van dit geheim.

1. joh an duns , genaamd Scotus, wegens zijne scherpzinnigheid ))Doctor sublilis'1' genoemd, hoog beroemde scholastieker, vader des Scotisten, geboren te Dunston in Northumberland, Franciscaner, onderwees als zoodanig met grooten bijval de philosophic en theologie Ie Oxford. Van hier zond hem zijne Orde in dezelfde hoedanigheid om-streeks het jaar 1304 naar Parijs, waar hij spoedig het grootste opzien wekte. — Onder anderen had hij voor de doctoren der unuversiteit aldaar eene tiiesis over »het

SV'C :|

llv: \ ' I

I I

| ill

mm ; \;. -

II i' ■' quot;i'i l1, % '

É k ' t

•••Si, i i ■

'::i f:'-! • I

W}'-:

\ h f V.■ fa 'lil 5'P

b ; : X■*

I B

-Ir'., ;jf

■i'-M

ff ■*1®^'

^ Wel gipste du h. bernardus de domheeren van Lyon, toen zij het feest der onbevlekte ontvangenis, dat van ouds af in het oosten en ook reeds in vele kerken van bet westen gevierd werd, in hunne kerk invoerden, en hij beweerde: „dat maria op zich zelve met de erfzonde behept was geweest, maar dat zij in het eerste oogenblik van haar aanzijn door de voorkomende genade om de verdiensten des Verlossers nog vóór hare geboorte van de erfzonde gereinigd was.quot; — Bij die meening sloot zich later ook de h. tiiomas van aquino aan.—Maar beide mannen, die anders hartstochtelijke vereerders der allerzaligste Maagd waren, bestreden de onbevlekte ontvangenis van maria enkel, omdat de Kerk deze alom verbreide vrome meening nog niet als dogma Verkondigd had, en omdat zij daardoor wellicht vreesden, het geloof aan de algemeenheid der erfzonde te zullen schokken of op onbehoorlijke wijze maria met de heilige meuschhcid van jezus Christus gelijk te zullen stellen.

m

m

-ocr page 54-

42

voorrecht der onbevlekte ontvangenis van mariaquot; te verdedigen; waarom hij der goddelijke Moeder der genade vurig smeekte, hem de vereischte geestkracht te schenken, om dit haar voorrecht op eenc onomstootelijke wijze te doen gelden. Voor de voeten van een beeld der Madonna uitgestrekt, richtte hij met hel grootste vertrouwen op hare hulp deze korte aanroeping tot haar: «Verwaardig mij, u te loven, heilige Maagd; schenk mij kracht tegen uwe vijanden!quot; — Men verhaalt, dat het standbeeld der Hemelkoningin het hoold geneigd heeft, om hem te doen zien, hoe goed haar zijne bede beviel en om hem van haar bijstand te verzekeren. — Bij de openlijke verdediging wierp men tegen hem twee honderd ongemeen zware tegengronden op; maar hij vernietigde ze alle met zooveel helderheid en scherpzinnigheid, dat hij ten toeken der alge-meene erkenning den bijnaam »victor, de zegerijkequot; kreeg.

En het is ten gevolge zijner schitterende verdediging van die thesis ter eere dei' Moeder des Heeren, dat de Universiteit Parijs besloot, voortaan xgt;het leest der onbevlekte ontvangenis van mariaquot; te vieren. Ook schonk zij niemand den doctorshoed, die dit geheim niet erkende.

2. De heilige, petrus tiiomasius, patriarch der Latijnsdie Christenen te Konstantinopel (f te Famagusta in het jaar '13(Ui) beschouwde maria als zijne grootste weldoenster en liet niets na, wat lot hare verheerlijking kon strekken. Hij was een der voornaamste verdedigers van de onbevlekte ontvangenis van maria en schreef een bijzonder boekje over dit geheim.

3. In het jaar 1018 beloofden dc onderkoning van Napcis, zijn hof en zijne soldalen in de kerk Madonna la grande, de onbevlekte ontvangenis van maria te zullen gelooven en verdedigen.

4. In het jaar 1624 werd de Ridderorde des hertogs van Nevers onder den titel van ygt;Ridders der onbevlekte ontvangenis der glorierijke Maagd mariaquot; bevestigd.

5. Dc keurvorst karel albert van reierkn, later

-ocr page 55-

43

keizer karel vu, stichtte den 24 April 1729 de beroemde St. George-orde ter core der onbevlekte ontvangenis van maiiia.

0. Een decreet van keizer Ferdinand hi , van 26 Januari '1650, bepaalde, dat elk professor aan de Pragcr universiteit dadelijk bij bet aanvaarden van zijn leeraarsambt en verder jaarlijks op den 8 December den eed zou doen: «dat de allerzaligste Maagd mauia zonder de vlek der erfzonde ontvangen was.quot; Dat eedafleggen gescbiedde onder bepaalde ceremoniën in de Teynkerk, en de professoren van alle faculteiten moesten zicb naar bet decreet scbikken, totdat jozef ii bet in de vorige eeuw weer opbief.

In Bohème zijn ter eere ))dcr onbevlekte ontvangenis van mariaquot; uit beloofde giften tien kerken gebouwd en dertig zuilen (van lid jaar 1080 lot 1824) opgericht.

7. Nadat koning ferdinand de katholieke verscheidene jaren vergeefs met de belegering van Granada bad doorgebracht, wondde zich deze vrome heerscher, do ingeving der genade volgende, vol vertrouwen tot maria en beloofde: »ler eere barer onbevlekte ontvangenis eene prachtige kerk te bouwen.quot; Nauwelijks was die gelofte gedaan, of hij behaalde, met hulp van maria, de overwinning op zijne vijanden. En «it dankbaarheid bouwde liij te Granada de zoo heerlijke Domkerk ter eere van dit geheim.

8. filips iii, koning van Spanje, verwierf door zijn gezant van paus paulus v eene Bul, bij welke verboden werd, eene met de onbevlekte ontvangenis van maria strijdende meening openlijk te verdedigen. Die Bul werd met ongeduld verwacht, met geestdrift ontvangen. Men vierde dus een feest, dat eene gebeele maand duurde, van 8 October lot 8 November. Gedurende dien ganschen tijd scheen hel Spaansche volk, toenmaals zoo Christelijk, slechts ééne grooto familie uit te maken, wier Moeder maria was. Men sticht te eene broederschap ter eere der onbevlekte ontvangenis der heilige Moeder Gods, en de prinsen en de grooten des rijks waren de eersten, die er in traden. De vrome koning verklaarde luide, dat bij bereid was, te

-ocr page 56-

44

voel van Madrid naar Rome te trekken, als liij daardoor liopen kon, ceno nog gunstiger Bul van den Heiligen Stoel te verkrijgen. Zulk eene Bid werd werkelijk door grego-iuus xv aan zijn opvolger verleend. Deze verbood niet slechts openlijk, maar ook in liet bijzonder, tegen liet geheim der onbevlekte ontvangenis van maria le sproken.

ü. kakel li liet dit glorierijke geheim van maria op zijne vanen zetten, en in het testament van dezen vorst leesl men de woorden: »Ik heb altijd voor de allerzaligste Maagd maria de diepste vereering gevoed, waartoe ik in staat was; en ik hoop van hare goedheid, dat zij mij beschutten zal in alles, maar vooral op den scbrikkelijken dag mijns doods, ter wille van de bijzondere devotie, die ik mijn geheel leven door voor hare onbevlekte ontvangenis gehad heb, ter wier vormelijke verklaring ik alle stappen bij den Apostolischen stoel gedaan heb, die mij mogelijk zijn geweest; behalve de zorg, die ik ook aanwendde, om den eerbied voor dit geheim in mijn rijk uit te breiden, doordien ik het op mijne koninklijke vanen liel voorstellen in overeenstemming met datgeen, wat mijn koninklijke vader bepaald had.

10. FiLiPS iv, koning van Spanje, was een zoo groot vereerder der zonder erfzonde ontvangen Maagd maria, dat bij gecne grootere vreugde smaken kon, dan wanneer zijne kinderen voor de eersie maal de woorden konden uil-spreken: «Heilige maria, zonder zonde ontvangen!quot; En met blijdschap merkte dan de koning aan: «Dat, mijne kinderen, geloof ik ook!quot; Dezelfde monarch zeide eveneens dikwijls: hij zou eene bedevaart naar Home doen, als hij daardoor den Heiligen Vader bewegen kon, de onbevlekte ontvangenis der heilige Moeder Gods als geloofsartikel af te kondigen. Hij wenschte, dat de Kerk nog dit laatste woord zou uitspreken en, wat loch algemeen geloofd werd, algemeen te gelooven zou voorschrijven. — Ook stichtte hij te Madrid het klooster Santa Clara ter eere der onbevlekte ontvangenis van maria.

-ocr page 57-

/if)

11. BERNAiiDus de la Roche, bisschop van Montalban, reisde te paard door de Dauphiné, on kwam hij Embrun aan den oever der Durence, die liij moest overtrokken. Kene over de rivier geslagen brug scheen een gemakke-ii.jken overgang aan te bieden; ongelukkig was zij in bet midden gebroken, en juist op de plaats, waar in de lievigheid van den stroom het grootste gevaar lag. De bisschop voell op eens zijn paard zinken en schrik grijpt hem aan, toen hij bemerkt, dat hij er mede moet omkomen. Thans roept bij de allerzaligste Maagd mauia tot zijn bijstand aan cn belooft, als zij hem redt, «jaarlijks bet leest der onbevlekte ontvangenis Ie zullen vieren.quot; En zie! oi) hem onverklaarbare wijze, hoe bet geschiedde, bevond bij zich oogenblikkelijk met zijn paard goed en wel aan den anderen kant der brug. Den 21 April 1430 verhaalde de geleerde en vrome prelaat zelf dit wonder voor de Vaders van bet Concilie te Bazel en wel in de zitting, waarin men voor de eerste maal de onbevlekte ontvangenis besprak, en bij voegde er bij, dat bij zijne toenmalige gelofte getrouw placht te houden.

De heilige franciscus van sales stichtte, toen hij nog eerst sub-diaken was, reeds ter eere der onbevlekte ontvangenis van Maria eene «Broederschap van boetelingen.quot; Telkens bereidde bij zich door waken en bidden voor om het feest van dit geheim te vieren. Toen hij bisschop van Geneve werd, bewoog hem zijn ijver, gezegd feest over zijne geheele diocees als een geboden feestdag in te stellen. Om zijn geheel bisdom onder de bescherming der onbevlekte Maagd te plaatsen, had bij ook den 8 December tot den dag zijner wijding uitgekozen, en tijdens die roerende plechtigheid kwam hij in eene verrukking, waarin hij zag, hoe de allerheiligste Drievuldigheid in zijne ziel alles genaderijk werkte, wat de bisschoppen aan zijn lichaam door de wijding verrichtten. Ook bemerkte hij de heilige Maagd zelve, die beloofde, hem onder hare moederlijke bescherming te zullen nemen en over hem te waken.

-ocr page 58-

40

13. De heilige francisca van ciiantal had mei hare Ordezusters der Visilalie eene bijzondere voorliefde voor het verheven leest der onbevlekte ontvangenis van Maria. Ook gaf zij zich alle moeite om de viering er van overal verbreid te zien. Toen de diaken van Onze Lieve Yrouw te Nessy beloofde, dat hij bet in zijne kerk zon vieren en bet door de groote klok der plaats aankondigen, was zij zoo gelukkig, dat zij in haar klooster een vreugdevuur ontstak. Zij stelde bet zich ook tot regel, don rozekrans van do onbevlekte ontvangenis negen dagen vóór, en negen dagen na hel feest te bidden, en zij verzekerde, dat zij bereid was, baar leven ter verdediging van dat verbeven voorrecht van maria op te offeren. Zij vervaardigde ook een zinrijk gebed, dat zij op baar liart leide, en negen maanden lang dagelijks bad : tot aandenken aan den tijd, dien de onbevlekte Koningin der maagden in den schoot barer moeder doorgebracht bad.

14. De godzalige jongeling joiiannes derchmans, uit bel Gezelschap van jesus, koesterde een zeer grooten eerbied voor de onbevlekte ontvangenis van maria, die bij zich vóór het allerheiligste Sacrament des Altaars op de volgende wijze verplichtte voor eeuwig te verdedigen; »Ik joiiannes uerciimans, de onwaardigste zoon van bet Gezelschap van jesus, beloof u, maria, en uw goddelijken Zoon, dien ik bier tegenwoordig aanbid, dat ik altijd geloof en beweer, — dat gij zonder vlek ontvangen zijl, zoo niet de Kerk Gods iets anders mocht bevelen!quot; Die verplichting werd later den beroemden Kardinaal robert bellarmin overgegeven; en nadat bij zo gelezen had, riep de eerwaardige grijsaard onder tranen uit: »Wel eene verbeven zaak, wel eene liefelijke uitvinding, zijne trouw jegens de beilige Moeder Gods zoo te verpanden en schriftelijk op zich te nemen! Gewis boud ik het daarvoor, dat de goddelijke Moeder zelve dit haren geestelijken zoon heeft ingegeven, opdat bij voor bare eer strijde!quot;

15. Eens kwamen er verscheidene schilders in bet

-ocr page 59-

Al

klooster dor Seraphijnsche Orde der Minderbroeders-Conven-lualen lo Assisi en verklaarden don heiligen .iosef van capeutino, dien vromen vereerder der heilige Moeder Gods, dat zij in zijne kapel een beeld der onbevlekte ontvangenis van Maria wihlon schilderen. Zoodra hij dit hoorde, brak hij dadelijk onder hevig schudden van al de loden zijns lichaarns in de woorden los: »Wat? de ontvangenis van maria'? de onbevlekte ontvangenis van maria?quot; En nauwelijks had liij die woorden gesproken, of hij geraakte, tot de hoogste verbazing der schilders, geheel buiten zich zeiven en stond met uitgespreide armen en ten hemel gelieven oogen meer dan een hall' uur in stomme en de zoetste beschouwing van dit hoog verheven geheim.

Visioenen aang-aaiidc dit g-ehcini.

eerste visioen.

(Uit; De geestelijke stad Gods door mabia van jesus van Agreda.)

In het diep-geestelijke werk: «Wondervol en geheimvol leven en lijden van Christus en maria, geopenbaard aan de eerwaardige Moeder maria van jesus van Agreda, barvoeter-Clarissin in Spanje,quot; verhaalt de vrome zienster:

Nadat er reeds verscheidene duizend jaren verloopcn waren, in welke, na de schepping der wereld, de nakomelingschap van adam in groot aantal was uitgebreid, en reeds een uitgelezen volk gereed stond ter bediening dos Konings en dor Koningin aller creaturen; en loon tovons bet geschrei dor heiligen en rechtvaardigen om hunne verlossing onophoudelijk voor den mildrijken troon der barmhartigheid klonk, heeft het eindelijk, na zoo voel eeuwen, den Allerhoogste behaagd, de eerste toebereidselen tot de vleeschwording van Zijn goddelijken Zoon te maken.

Dns verwekte Zijne goddelijke Majesteit twee der recht-

-ocr page 60-

AS

vaardigste on heiligste menschen op de wereld, namelijk joachim en anna, genen te Nazareth, deze Ie Bethlehem, beiden door Zijne goddelijke goedheid mot vele gaven naar lichaam en ziel versierd. Toen deze een geschikten ouderdom, joaciiim namelijk het zes en veertigste, anna het vier en twintigste jaar bereikt hadden, zond God tot beiden den heiligen gahriel met het bericht, dut het de goddelijke wil was, dat zij elkander trouwen en in dien sland Zijne goddelijke Majesteit dienen zouden. Dadelijk gehoorzaamden zij aan het bericht des engels, en na de bruilol't leefden deze nieuwe echtelieden te Nazareth in een ongekrenkten vrede en groote volmaaktheid. Zij verdeelden jaarlijks hunne inkomsten in drie deelen: het eerste deel werd ten dienste Gods in den tempel ge-gebracht , hel tweede folder de armen verdeeld, en hunne huishouding onderhielden zij met het derde, dat dooiden lieer voordurend met tijdelijke goederen vermeerderd werd, wijl zij die mot zoo veel liefdé en mildheid uitdeelden; naardien hot krachtigste middel, om zijne goederen te vermeerderen, geen ander is, dan de milde uitdeeling er van onder do armen des Ileoren, die ook reeds in dit leven honderd voor één weet te vergelden.

Doch daar droefenis en lijdon voor de uitverkorenen eene onmisbare zaak zijn, zoo beschikte het do goddelijke Voorzienigheid, dal deze heilige echtelieden twintig jaren zonder kindoren bleven, botgoon destijds voor een der grootste ongelukkon gehouden werd. Vele en groote verachting ontsproot uit hunne onvruchtbaarheid. Ja, de heilige joaciiim werd zelfs in den tempel, toen hij eenmaal met anderen zijne geschenken en gaven wilde brengen, als een Gode ongevallig mensch mot zijne offers verworpen en uitgezet. Schaamrood ging de eerwaardige man heen, en begaf zich naar eene hofstede, waar hij uit hot binnenste van zijn hart lot God riep, en tevens zijne golol'te vernieuwde, dat hij, zoodra bij mot een kind gezegend zou worden, het den Hoer tot Zijnen goddelijken

-ocr page 61-

dienst in den tempel wilde offeren. Een zelfde gebed en gelofte verrichtte ook, op bevel eens haar verschijnenden engels, de heilige anna, en zoo verdienden eindelijk de bedroefde echtelieden na /00 vele, namelijk na twintig jaien, dat God hen verhoorde en beiden door GArnuÖL deed aankondigen: »dal de lieilige anna eene dochter ontvangen /on, die gebenedijd zou zijn onder de vrouwen, alsmede, dat God zelf haar den naam »maria geschonken had. Meer heeft de heilige aartsengel den heiligen joAcniM van de hoedanigheid zijner dochter niet geopenbaard, maar wel der heilige anna het gansche geheim onthuld, dat namelijk hare dochter maria de Moeder van den Messias worden zou, opdat zij zulk eene dochter met behoorlijke eer en zorg zonde voeden en opvoeden.

Even als .ioaciiim en anna zeer rechtvaardig, heilig en volmaakt waren, zoodat zich mei hen geen der toeraaals op aarde levende heiligen kon vergelijken, even zoo waren zij in de ontvangenis hunner allerzaligste dodder door de genade bestierd en van allen begeerlijken wellust zoo verre verwijderd, dat daarbij die van de erfzonde afstammende onvolmaaktheid geheel was uitgesloten, en alles dus rein en volmaakt gebleven is, wat de natuur gegeven heeft ter vorming van dat lichaampje, van hetwelk God zelf te zijner tijd het menschelijke wezen zou aannemen. Maar meer werkte hierin de genade dan de natuur, want de heilige anna had wegens hare natuurlijke ontvruchtbaar-heid zonder wonderwerk niet kunnen ontvangen.

De eersle ontvangenis van maria heeft plaats gehad op een Zondaj, en in de volgende zes dagen heeft de almacht en wijsheid des Allerhoogsten, naar onze wijze van sproken, zich met veel meer zorg bij de vorming van het allerreinste lichaampje van maria bezig gehouden, dan hij de schepping van hemel en aarde en al het overige. Op den zevenden dag, die met den Zaterdag invalt, was dit wonderwerk der goddelijke hand reeds vervaardigd, vol-

A. Hungun'. Ave-Marla-Klokje. T. /p

-ocr page 62-

50

komen, en dus toebereid, om mol de ziel het leven te kunnen ontvangen.

Duizend engelengeesten waren reeds tot lijfwacht en bescherming hunner Koningin besteld, toen de Almachtige op don zevenden dag na hare lichamelijke ontvangenis hare allerreinste ziel heen geschapen en in het kleine, in grootte op een bijtje gelijkende lichaampje geplaatst, en haar tevens met zulk een grooten overvloed van goddelijke genaden en gaven vervuld heeft, dal zij die van alle engelen en menschen te zamen te boven gaan, gelijk de hoogheid eener koningin den stand barer onderdanen overtreft,

Geene vlek der erfzonde kon maiua — als eene reeds vooraf tot Moeder Gods uitverkorene — aandoen, en geen oogenblik zon er kunnen genoemd worden, waarop maiua zich van het licht, de vriendschap en liefde baars Scheppers beroofd bevonden zou hebben. Dus vereischte het de welvoegelijkheid en het betaamde op alle wijze, dat de goddelijke Zoon Zijne aanstaande Moeder ook niet het geringste oogenblik in de zonde en bijgevolg in de macht Zijner en barer vijanden liet, ten einde zij zich later niet zouden kunnen beroemen, dat bet vleesch, hetwelk de Zoon Gods van Zijne Moeder ontvangen en met de Godheid vereenigd heeft, vroeger aan hen, dat is de vijanden, onderworpen en dienstbaar geweest was. Zoo kan ook van de goddelijke liefde zeker aangenomen worden, dat zij haar, die de Ileerscheres en Koningin van al bet geschapene zijn zou, van de algemeene wel barer eigen onderdanen zal uitgezonderd hebben, en dat de bemelsche Vader Zijner Dochter, de goddelijke Zoon Zijner incest geliefde Moeder, en de Heilige Geest Zijner uitverkoren Bruid zoo vele gaven zal verleend hebben, als immer mogelijk is en maiua in staat geweest is te ontvangen.

Daarbij stemde het volkomen met de billijkheid overeen, dat het goddelijke doel niet geheel mislukte, om menschen te scheppen on hun in de meest mogelijke

-ocr page 63-

volheid cn volmaaktheid Zich zelven benevens al Zijne goddelijke goederen mede te deelen. En nu zou de Schepper Zijn doel in geen ander zuiver schepsel bereikt hebben, zoo Hij niet maria van alle zonde en vlekken bevrijd, cn naar alle mogelijkheid cn betamelijkheid met genaden verrijkt en vervuld had.

tweede visioen.

(Uittreksel uit; leven dei' heilige Maagd maria. Naar de beschouwingen der godzalige anna oatharina emmericii. Opgeschreven door clemens drentano.

In ecne barer verbeven visioenen verkondigt de vrome, gestigmatiseerde Augustinerin des kloosters Agnetenberg tc Duimen, catiiaiuna emmericii, die don 9 Februari 18^4 in den geur van heiligheid gestorven is, — van de ouders der allerzaligste Maagd maria : joaciiim en anna beijverden zich door een Godc welgevallig leven dien zegen tot zich te trekken, naar welken alleen zij zoo vurig verlangden.

Ik zag hen beiden onder hunne kudden gaan cn deze in drie deelen, tusschen den tempel, de armen en zich zelven verdeden. Het beste, uitgelezen deel lieten zij naar den tempel drijven, een goed derde ontvingen de armen, en het slechtste deel behielden zij voor zich, en zoo deden zij met al het hunne. — Hun huis te Nazareth was vrij ruim, zij leefden en sliepen in afzonderlijke kamertjes, waar ik ben zeer dikwijls, elk alleen, met groote innigheid zag bidden. — Ik zag ben langen tijd zoo leven; zij gaven groote aalmoezen; cn hoe dikwijls ik hen ook hunne kudde en have zag deelen, zoo vermeerderde toch alles snel weer. Zij leefden zeer matig in bekrompenheid en onthouding. Ik zag ben ook wel bij bet gebed boctkleederen aandoen, dikwijls zag ik joaciiim ver af bij zijne kudden op dc weide tot God biddende...

K*

-ocr page 64-

52

Nadat anna eens con korten tijd geslapen had, zag- ik van boven een liehtglans tot haar neerdringen, die zich naast hare legerstede in de gedaante van een schitterenden jongeling samentrok. Het was de engel des Hecrcn, die tot liaar zeide: Zij zou een heilig kind ontvangen, en, de hand over haar uitstrekkende, groote, lichtende letters op don muur schreef, liet was de naam maria. De engel verdween nu weer, dooi dien hij zich in li.lit oploste. anna was in dien tusschentijd als in eene innerlijke blijde droombewegingj zij richtte zich, half ontwaakt, van hare legerstede op, bad met groote innigheid, en verzonk weer zonder helder bewustzijn in den slaap. Maar na middernacht ontwaakte zij vroolijk, als door een inwendigen aandrang, en nu zag zij met schrik cn blijdschap de letters op den muur. Het waren als roode, gouden, lichtende letters, groot en niet vele; maar zij staarde ze met onbeschrijfelijke blijdschap en vermorzeling aan, totdat zij bij het aanbreken van den dag verdwenen. Zij zag bet zoo duidelijk en hare blijdschap nam dermate toe, dat zij er geheel verjongd uitzag, loen zij opstond.

Op het oogenblik, toen het licht des engels met genade over haar gekomen was, zag ik onder haar hart een glans, en herkende in haar persoon de uitverkoren moeder, het

verlichte vat der naderende genade..... Ik zag, dat

anna door Gods genade voor den zegen (der vruchtbaarheid) onsloten was. Hoe wonderbaar ik dat herkende, is onuitsprekelijk; want ik herkende anna als de wieg van alle menschelijke zaligheid en tevens als eene ontsloten kerkelijke bewaarplaats, voor welke de voorhang teruggetrokken was.....

Ik zag omstreeks denzelfden tijd joaciiim bij zijne kudden aan den berg Ilermon over den Jordaan in bestendig gebed tot God oin verhooring smeeken. . . Als hij de jonge lammeren zoo vroolijk blatend om hunne moeders zag springen, werd bij uiterst bedroefd, dat hij geen kind had... Terwijl hij nu bad en beefde,... zag ik een

-ocr page 65-

emjel hem verschijnen, die hein beval: «gerust naar den tempel te reizen, zijn offer zou aangemomen en zijn gebed verhoord worden. Hij zou met zijne vrouw onder de gouden poort bijeen komenquot; .. . Terwijl het reukoffer verteerde, zag ik joaciiim verrukt (in ilo tempel) mot uil-gebreide armen op de knieën liggen. Ik zag bij hem, gelijk later bij zacharias tijdens do belofte des Doopers, een engel binnentreden.....

Ik zag den engel de arke des Verbonds naderen, eu hij scheen er iets uit te nemen. Ik zag nu, als hield hij joaciiim een lichtenden bol of een lichtkring voor, en als beval hij hem, er in te zien en er zijn adem te laten ingaan. En ik zag als ontstonden er uit den adem van joaciiim allerlei beelden in den lichtkring, cn als zag hij zo en als had zijn adem den kring uiet verduisterd en als zeide de engel tot hem; Even zoo rein, als deze bol van uw adem jebleven is, zal het hind van anna onvangen worden... . Er waren ook onder de beelden, die ik in den lichtbol zag, vele, welke ook in de Lauretanische litanie van de heilige Maagd uitgesproken zijn en die ik altijd zie en met diepe godsvrucht vereer, als ik die litanie bid !...

Ik zag nu, dat dc engel het voorhoofd van joaciiim met de punt van zijn duim en wijsvinger teckende en zalfde, en dal hij hem eene lichtende bete te eten en eene lichtende vloeistof te drinken gaf uit een schitterend bekertje, dat hij met twee vingers vast hield. Het had de gedaante van den avondmaalskelk, doch zonder voet. Die spijziging kwam mij zoo voor, als gaf liij hem cenc kleine lichtende tarwenaar cn een lichtend druifje in den mond, en ik herkende, dat hierop alle zondige lust en onreinheid van joaciiim verdwenen was.... Toen zag ik, dat de engel joaciiim den hoogsten graad, den heiligen bloesem van dien zegen verleende, dien God aan abraham geschonken had.... Mij werd geopenbaard, dat joacium met dien zegen de hoogste vrucht en de eigenlijke vervulling des zegens van

-ocr page 66-

abraham , den zegen van de. onbevlekte ontvangenis der aller-zaligste Maagd ontving, die der slang den kop vertrad. .. .

Joachim was op cone goddelijke vermaning naar het heiligdom gebracht, en werd nu op cone gelijksoortige aanwijzing in don «gehoiligden gangquot; gevoerd, die onder den vloer des tempels en onder de gouden poort heen liep. Ik meende, dat er eene godsdienstige plechtigheid van verzoening en van zegening voor onvruchtbaren met het gebruik van dien gang verbonden was, dat men langs dezen weg onder zekere omstandigheden lot reiniging, verzoening, vrijspraak enz. geleid werd.

Joachim werd door priesters dicht bij den voorhof deiquot; slachtoffers door eene kleine deur in dozen aanü'

g o

gebracht. De priesters gingen terug; maar joacium ging langs den weder dalenden weg verder.

anna was mot hare maagd, die de offerduiven in tralie-mandon droeg, ook naar den tempel gekomen. Zij had haar offer algegeven en aan een priester verklaard, dat haar door een engel bevolen was, onder de gouden poort haar man te ontmoeten. Ik zag nu ook, dat zij door priesters in gezelschap van eerwaardige vrouwen — ik meen, dat do profetes iianna er bij was — door een ingang aan don anderen kant in den geheiligden gang gevoerd werd, waarop haar geleide haar verliet. De muren des gangs schitterden van goud on groen en van boven drong oen rood-achtig licht naar binnen. Ik zag fraaie zuilon als gewonden kolommen on wijnstokken daarin.

Toen .igaciiim omstreeks hot derde deel van den gang doorgegaan was, kwam hij op eene plaats, in wier midden eene zuil stond, als een palmboom met neerhangende bladeren en vruchten gevormd, en hier trad hom anna, van vreugde schitterende, tegen.

Zij omarmden elkander in heilige vreugde cn doelden elkander bun geluk mode. Zij waren verrukt en van eene lichl-wolk omringd. Ik zag dat licht van eene groote schaar engelen uitgaan, die, het verschijnsel eens lichtenden torens

-ocr page 67-

5o

vertoonende, hoven anna en joaciiim ncderzweel'dcn. Die toren was , gelijk ik in beelden uit de Lauretanische litanie den toren Davids, den ivoren toren, enz. gevormd zie. Ik zag als verdween die toren tussehen anna en joaciiim, en zij waren omringd van eene glorie van licht.

ik herkende hierop dat, ton gevolge der hier gegeven genade, de ontvangenis van mania zoo rein was geworden, als elke ontvangenis zonder den zondeval zou geweest zijn. Ik had tevens een onuitsprekelijk vermoeden. De hemel ging boven hen open, ik zag de blijdschap der heilige Drie-vuldigheid en der engelen, en hunne deelneming in den hier aan de ouders van mama geschonken geheimzinnigen zegen.

anna en joaciiim gingen nu, God lovende, naar de gouden poort; de weg liep aau het einde weer naar boven. Zij kwamen onder een hoogen, fraaien boog als in eene soort van kapel, waar veel lichten brandden, naar buiten. Hier werden zij door de priester ontvangen, die bun uitgeleide deden.

In Nazareth weer aangekomen, hield joaciiim een blijden maaltijd, spijsde veel armen en gaf groote aalmoezen. Ik zag de blijdschap en innigheid en den vurigen dank dei-beide echtelieden jegens God, toen zij diens barmhartigheid jegens zich beschouwden; ik zag hen dikwijls in tranen samen biddende.

Ik kreeg bij deze gelegenheid nog de verklaring, dat de heilige Maagd in volkomen reinheid en heilige gehoorzaamheid door hare ouders geteeld was, welke daarop met bestendige onthouding, in de hoogste godsvrucht en godszaligheid samen geleefd hebben. Mij werd tevens duidelijk geleerd, hoe reinheid, kuiscbheid en onthouding der ouders en hun strijd , tegen onzuiverheid een onmete-lijken invloed op de heiligheid der kinderen heeft, die zij telen, en hoe alle onthouding na do ontvangenis vele kiemen der zonde van de vrucht afwendt. In het algemeen herkende ik immer in onmatigheid cn over vloed — den wortel van misvorming en zonde.

-ocr page 68-

51)

Vier openbaringen van Maria.

1. De heilige brigitta laai in cene harer openbaringen ]!. 4, C. 49, welke door de drie pausen urbanus v, gregorius xi en martinus v, als echt verklaard en goedgekeurd zijn, de alierzaligsle Maagd maria aldus spreken:

«Het is waar, dal ik zonder erfzonde ontvangen ben, terwijl, daar mijn Zoon en ik nimmer gezondigd hebben, er nooit eene echt-verbindtenis bestaan beeft, welke eerbaarder is geweest dan die, uit welke ik gesproten ben.quot;

Toen de heilige brigitta eens door een geleerde aangaande de onbevlekte ontvangenis ondervraagd werd, anl-woordde zij: «Indien bel der Moeder der barmhartigheid behaagt, zal ik haar over die zaak vragen, en wat zij mij alsdan antwoordt, dat wil ik mededeelen.quot;

De heilige hield hare gedane belofte, zij kwam in eene verrukking, en bad maria, haar te lalen weten, wat zij den vrager bierop antwoorden zou. En de allerzaligste Maagd zeide tot haar:

«Geloof, dochter, dal allen het rechte verstaan, die belijden en gelooven, dat ik voor elke vlek der erfzonde ben bewaard gebleven, en dat zij ongelijk hebben, die het tegendeel beweren, vooral met hardnekkigheid.quot;

2. In de Orde der Praemenstratensers van den heiligen norbertus bestaat eene overlevering, die zegt, dat de allerzaligste Maagd maria hem verschenen is en van hem geëischt heeft, ter eere harer onbevlekte ontvangenis een wit kleed te dragen.

3. De heilige alphonsus rodriguez, uit het Gezelschap van jesus. vereerde len ijverigste het geheim der onbevlekte ontvangenis, en wel zoo sterk, dat hij in vlammende geestrift geraakte, als bij met anderen over dat voorrecht van Maria sprak. Het was zijne zaligheid, de »kleine getijden van de onbevlekte ontvangenisquot; af te schrijven, en afschriften aan de leerlingen uit te deelen, waarbij hij hun verklaarde, dat die gebeden veel bijdroe-

-ocr page 69-

57

gen, om dc reinheid des harten le bewaren. Hij zelf had dagelijks de genoemde kleine getijden, en daarvoor open-haarde hem ook ma nu zelve, welk een groot welbehagen zij in die godsvruchtige oefening vond.

4. Don vromen pater martinus alberre, uit het Gezelschap van .iesus, openbaarde maria in eene hem vergunde genadige verschijning, hoc men haar in het mysterie barer onbevlekte ontvangenis moest voorstellen, doordien zij hem zeide : «Men moet mij met een wit gewaad en een blauwen mantel bekleoden; de handen moeten over de borst gevouwen zijn, ik moet de maan onder mijne voeten hebben en de eeuwige Vader, alsmede jesus Christus, Zijn en mijn Zoon, moeten dc een aan mijne rechter, de ander aan mijne linker hand voorgesteld worden, mij te zamen eene koningskroon op het hoofd plaatsende, boven welke, in de gedaante eener duif, dc Heilige Geest zweeft.quot;

De iileehtige afkondiging: van deze geloofsleer.

(Na.u : «Giornalo (li Kotnaquot; en «Univcrs van Parijs.quot;

1. De negentiende eeuw beeft een feest doen dagen, dat. het geloof barer Katholieke kinderen on hunne vereering voor dc Hemelkoningin maria alle ccr aandoet. Het aantal der den 8 December van het jaar der gratie i 854 te Rome vergaderde bisschoppen is hetzelfde als voortijds te Ephese. Het doel hunner samenkomst was eveneens een der glorierijkste voorrechten van maria, en wel van dal, hetwelk de grondsteen aller overige is, en zonder hetwelk haar de titel «Moeder Godsquot; door den Allerhoogste ongetwijfeld niet verleend zou zijn. lioe zon God tot zijne Moeder een schcpscl gekozen hebben, dat, al ware bet, slechts een oogen-blik, aan Satan onderworpen en de dochter der zonde kon zijn'? Aan het Christelijke volk ging niet minder de

-ocr page 70-

58

lilel ter harle, die der Koningin der maagden nu toegekend is; liij was sedert de eerste dagen der Kerk een onderwerp ties algemeenen geloofs, en alle eeuwen hebben naar de uitspraak gezucht, die de waarheid ervan onverbrekelijk waarborgt. Even als te Ephese was het volk in bange verwachting, terwijl het tot God smeekte, opdat zijne wenschen verhoord en maria rein en zonder smet der zonde en onbevlekt in hare ontvangenis verklaard mocht worden. Doch gelukkiger dan de heilige paus cüï-lestinus , kon rius ix zeil' in de vergadering zijner broeders, de kardinalen, patriarchen, aatsbisschoppen en bisschoppen van den gebeden aardbol, het voorzitterschap waarnemen. Hij behoefde geen zijner broeders in de bisschoppelijke waardigheid met den banvloek te treffen, en de trotsche nestoiuus had geen mededinger in de verheven vergadering te Home. De glorie van maria behoefde tegen niemand verdedigd te worden, en in die schitterende zege, die de Hemelkoningin behaalde, is enkel de goddeloosheid verwonnen; de hel alleen heelt gesidderd; de gansche Kerk heeft haar bijval geschonken en de geloofsstelling, die op 8 December in de Basilica van den vorst der Apostelen, door den zichtbaren plaatsbekleeder van den Godmensch .iesus Christus algekondigd is, was reeds vooraf door de stem aller bisschoppen en de gloeiende wenschen en gebeden aller geloovige kinderen der algemeene Kerk verkondigd.

Laat ons dus, zoo ver het mogelijk is, een feest beschrijven, waarnaar zooveel heiligen verlangd, dat zooveel eeuwen gewenscht hebben, dat zoo veel pausen aan de Kerk hadden willen geven en dat de Heer in Zijne oneindige barmhartigheid voor onze rampzalige dagen als hunne hoop en hunne hulpbron had voorbehouden.

Reeds in het begin der maand December waren, ter voorbereiding voor het hoogslgewichtige feesl der afkon-diging van de geloofsleer der onbevlekte ontvangenis van maria door den roemrijk regeerenden paus rius ix, de eerwaardigste reliquiën in de verschillende kerken van Rome

-ocr page 71-

Ier vereering der geloovigen ten toon gesteld; zoo in den St. Piotersdom liet heilige kruis van jesus ciiiustus, de heilige lans en den heiligen zweetdoek van vekoniga; in St. Maria Maggiore de heilige wieg (kribbe) van het goddelijke Christuskind, in St. Croce di Gerusalemebet opschrift van bet heilige kruis; in St. Pietro in Vinculis de keten, waarmede de vorst der Apostelen in de gevangenis geboeid was geweest.

Geheel Rome vertoonde eene vroolijke, inniL!; godsdienstige beweging, om zich tot de waardige viering' van' bet zoo nabijzijnde en zoo wonderbare leest in geest en in waarheid voor te bereiden.

Op den 2 December vaardigde de vicaris-generaal des heiligen Vaders, kardinaal patrizi, eene aankondiging' van het feest uit, die met name op den 7 December, als den dag van bet voorleest, een vasten- en onthoudingsdag voor-schreef, en daarentegen op den genadedag zeiven, op een Vrijdag invallende, niet slechts de vasten ophief, die te Rome op de Vrijdagen, ten tijde der heilige advent, wordt gehouden, maar ook het gebruik van vleescbspijzen veroorloofde; ook werd een volkomen aflaat geschonken aan hen, die — na voorafgaande rouwmoedige Biecht en waardig' ontvangen Communie — de heilige Mis van den paus in de St. Pieterskerk zouden bijwonen, gedurende welke de openlijke afkondiging van het decreet aangaande de onbevlekte ontvangenis van maria zou plaats hebben.

Op den vooravond van den 8 December werd, op een door een kanonschot van den Engelsbrug gegeven leekcn. het feest met alle klokken van Home een uur lang ingeluid.

2. Rein en helder, als op den schoonsten lentedag, straalde bet morgenrood van den 8 December; hoewel daags te voren de regen in stroomen nederstortte. De inwoners van alle standen, met de buitengewone hoeveelheid der aanwezige vreemdelingen, wendden bunne vroolijk-haastige schreden naar het Vatikaan.

Om BVa uur vergaderden alle kardinalen, aartsbisschop-

-ocr page 72-

(30

pen en bisschoppen in hunne pontificaal-kleeding, alsmede alle Collegiën der prclaluur in de Sixtrina.

[Iel leest te Rome is liet leest der gansche wereld, en aan het hoofd er van staat liet verheven Opperhoofd der Kerk. Twee honderd bisschoppen, die van alle deelen der aarde, tol uit de verre landstreken van China, uit de woes-ternijen van Amerika, van de afgelegenste eilanden des Oceaans bijeengekomen zijn, maken het hof des zichtbaren stadhouders ven .iesus cnmstus uit en omringen hem als eene stralende kroon, twee of drie honderd prelaten van eiken rang, eiken titel, elke dracht zijn zijn eeregevolg. Hoe heerlijk, dien wijdschen, onvergelijkclijken optocht — het kruis voorop, omstraald van zeven brandende kaarsen — den grooten keizerstrap van Gonstantijn te zien afkomen! Welke menigvuldigheid, welk een rijkdom in de heilige gewaden! Zes kardinaal-bisschoppen, zeven en dertig kardinaal-priesters, elf kardinaal-diakenen, één patriarch van het Oosten, twee en dertig aartsbisschoppen, honderd bisschoppen van eiken ritus, van elk land der wereld, stappen in twee majestueuze rijen voort, gekleed in de koorkap en met den mijter op het hoofd. De paus volgt hen in al den glans zijner pontifikaal-gewaden. Hel gezang der litanie van allo heiligen, in do Sixtijnsche kapel begonnen, wordt door de Koningszaal, over den trap van Gonstantijn, de galerij en door bet groote schip der Basilica voortgezet. Eene lallooze monschenmassa dringt nader om den trein der kerkherders te aanschouwen en den zegen van bun oppersten herder te ontvangen, die vol godsvrucht, biddende, en met blijdschap op de lippen en in de oogen voortstapt.

Vóór de kapel van hel allerheiligste Sacrament houdt de trein slil, en nadal men der in den tabernakel verborgen Godheid zijne aanbidding gebracht heeft, sluit de paus de litanie met het toepasselijke gebed; daarop beweegt zich de trein verder naar bel biechlaltaar, dal van kostbare pauskronen en bisschopsmutsen, van hel kruis cn de luchlers, reliquiën, kastjes, bloemen en lichlen schillen.

-ocr page 73-

(U

Hij gaat vóór het standbeeld van den eersten paus, dengeen, die van jesus chiustus zeiven de opperleitling der Kerk ontvangen heeft, don Rulsmau petrus, den visscher van Galilca, die opperste Keiidierder, de zichtbare plaats-beklecder van jesus Christus , liet opperhoofd der Katho-lieke Kerk geworden is; en deze eerste paus, wiens hoofd de kroon siert, wiens schouders de gouden koorkap dragen en die den «ring dos visschersquot; aan den vinger heeft, schijnt zijn twee honderd negen en vijftigsten opvolger, paus pius ix en diens roemrijke regeering, den erfgenaam zijner macht en zijner deugden, te groeten. — liet Gol-legie der twaalf Apostelen vindt en herkent zich in do twee honderd bisschoppen weer, die hun opperherder volgen, en de geestelijkheid en de geloovigen, die de ontzaglijke Basilica vervullen, zijn het getrouwe beeld der oorspronkelijke Kerk. Zoo voreenigden zich te Jerusalem de Apostelen onder voorzitterschap van den h. petrus, en de Heilige Geest was midden onder hen.

Toen de paus op zijn Iroon zit, komen de kardinalen, de aartsbisschoppen, de bisschoppen en prelaten op de rij af, om hem hunne onderworpenheid te betuigen en zijn eervvaardigen voet of zijne hand te kussen, aan welke de berdersring schittert, liet is de gansche Kerk, die ter eere van haar opperhoofd komt, van hem, van wien alle geestelijke macht en rechtsgebied uitgaat, van hem, die op den stoel van den h. petrus zit, en do herders zoowel als de schapen weidt, China hoeft hom één zijner Apostolische plaatshekleeders gezonden; Amerika verscheidene zijner aartshisschoppcn en bisschoppen; de verre in Australië verstrooide eilanden hebben hier hare vertegenwoordigers; Europa heeft bet grootste deel zijner bisschoppen afgevaardigd , Rome telt daarbij zestig bisschoppen, waaronder dertig kerkvorsten. De kerkelijke staat. Frankrijk, Oostenrijk, Spanje, de beide Sicilicn, Piemont, België, Beieren, alle Katholieke staten zijn hier in denzelfden eerbied en liefde versmolten, liet hoog-kerkelijko Engeland, hol cvan-

-ocr page 74-

gelische Pruisen, lid calvinistische Nederland hebben hier do hoofden hunner jonge hierarchic. De keizerrijken, de koninkrijken, de republieken reiken elkander hier de hand, en toen die tweehonderd bisschoppen, achter hen een eindeloos aantal prelaten, orde-generalen, priesters, monniken en geloovigen, en aan hun hoofd de roomsche bisschop, op hunne zetels plaats genomen hebben, kan men dan niet zeggen, dal de cjansche Kerk tegenwoordig is? Wat ontbreekt daarbij? Een bisschop uit Rusland? De geheele wereld is daar vergaderd, om den triumf der Hemelkoningin le vieren. Het rijk van den zelf heer scher, van hem, die bij uitstek op den titel van rcchtgeloovigheid aanspraak maakt, is het eenige, dat geen bisschop telt onder die groote vergadering, welke van de vier einden der wereld bijeen gekomen is en eiken Katholieken rilus vertegenwoordigt. — Laat ons hopen, dat zij,, van wie de Heilige schrift zingt, »dat zij sterk is als een krijgsheerquot; daaraan gedenken zal op den dag des grooten strijds!

3. Het gezang is ten einde, de huldiging afgeloopen en de vergadering heeft, indien wij ons van deze spreekwijs mogen bedienen, die uitdrukking aangenomen, welke wij op oude schilderijen cn platen bewonderen, waarop de vergaderingen van het Concilie van Trente en de overige groote zittingen der heilige Katholieke Kerk voorgesteld zijn, echter verhoogd met die majesteit en dat wijdsche karakter, dat haar door de tegenwoordigheid des verheven cn oppersten kerkherders geschonken wordt.

Het hoogheilige Misoffer begint en de hoogepriester des Nieuwen Vcrbonds, des Evangelies en der genade, treedt aan het altaar, om het aanbiddenswaardige Offer te brengen. Wij willen de schoonheid der ceremoniën, de welluidendheid der door eeuwen geheiligde gezangen en al die zoo wijdsche, zoo schitterende kerkgebruiken niet beschrijven, welke de heilige, door den paus zeiven verrichte handeling ornkleeden; die schildering zou ons te ver brengen, en wij zijn verlangend, aan het plechtige oogenblik, aan de

-ocr page 75-

63

voorlezing van dit besluit to komen, Ier wille waarvan al die pracht ontwikkeld is, al de bisschoppen uit zoo verre verte opgekomen zijn, en dat der allerzaUgsle Maagd Maria, het glorierijkste harer voorrechten en het reinste har er geheimen voor immer toekent.

liet Evangelie is in de beide talon gezongen, die door dc heilige liturgie geheiligd, en naar de beide riten, gelijk die voor dc pauselijke Missen voorgeschreven zijn, liet is het met zooveel ongeduld verwachte oogenblik, het uur, dat in de raadsbesluiten dos Allerhoogsten van alle eeuwigheid bestemd was. Aller oogen zijn op den troon dos pausen gericht; eenc allerplechtigsle stille ontstaat in do vergadering; allo harten verheffen zich ten hemel.

Do gansche Kerk zendt vijl' harer herders naar den troon dos stadhouders van jesus cmusTus, oin hem te verzoeken, eindelijk aan den vromen zin des Christelijken volks te voldoen en te bepalen: )-gt;dal het voor waar houden der onbevlekte ontvangenis van maria een artikel der Katholieke geloofsleer is.quot;

Z. Excellentie, do kardinaal-deken van het heilige Col-lo^io, vergezeld van don patriarch van Alexandrië, den Griekschcn aartsbisschop, een Latijnschen aartsbisschop en bisschop, heelt in last, do uitdrukking van het verlangen dor Kerk voor den pausclijkon troon te brengen cu hem haar dringend verzoek voor te dragon, hetwelk luidt:

«Heiligste Vader! de Katholieke Kerk wenscht er mot vurig verlangen, en sedert lang met onophoudelijk smeeken naar, dat Uw boog verheven en onlcilbaar oordeel over de onbevlekte ontvangenis der allerzaligste Maagd maria, de moeder Gods, eenc uitspraak doe, gelijk zij tot vermeerdering van haar lof, hare glorie cu hare voreering strekken moge! In den naam van het heilige Collogie, de kardinalen, de bisschoppen des Katholieken aardbeis en aller goloovigon smeeken wij ootmoedig cn dringend, dat de wenschon der gansche Kerk op dezen feestdag der ontvangenis van de allerzaligste Maagd vervuld worden. Moogt

-ocr page 76-

04

gij u dus, terwijl het hoogheilige Offer op de altaren van dezen, aan den vorst der Apostelen gewijden tempel gebracht wordt, in hel midden dezer hoogst plechtige vergadering, verwaardigen, heiligste Vader, uwe Apostolische stern te verheiTen en het dogmatische decreet van de onbe-vlekle ontvangenis van maiua te verkondigen, dat een onderwerp van vreugde voor den Hemel en van de levendigste blijdschap voor de aarde zijn zal!quot;

De stadhouder van .iksus Christus verhoort een verzoek, dat voor zijn hart even aangenaam, als overeenkomstig het verlangen van zijn eigen vromen zin is, en hij verklaart, dat hij nog eens om de voorlichting des Heiligen Geestes bidden en den goddelijken wil afvragen wil. Zonder zijn troon te verlaten, werpt liij zich op de knieën, de gansche Kerk knielt met hem, en hij heft het »Yeni Creator Spiritus!quot; aan, dat door de geestelijkheid en de ontzaglijke menigte geloovigen voortgezongen wordt. In de ruime Basilica stijgt een eenstemmig, gloeiend gebed van alle lippen en een alvermogend smeeken lot den troon des drieëenigen Gods op.

Na afloop van den hymnus slaat de stadhouder van jesus cimisTus op en zingt bel gebed; daarop begint hij voor de gansche Katholieke Kerk, die door vier en vijftig kardinalen, door een patriarch, door twee en veertig aartsbisschoppen, door honderd bisschoppen, door verscheidene duizenden priesters en ordesheeren van eiken ritus, uit alle landen, van alle Orden der verschillendste dracht, en ten minste vijftig duizend geloovigen van alle standen, uit alle landen vertegenwoordigd is, met de Tiara op het hoofd en in de bonding des boogsten kerkleeraars, die verplicht is, de godsdienstige uitspraken en de overleveringen te verklaren, en de leerstellingen des geloofs te verkondigen, de voorlezing van het besluit met die mannelijke, welluidende, weeke en majestueuze stem, die aan zijne woorden eene onbeschrijfelijke bekoorlijkheid verleent. Toen hij, na de aanroeping der heilige Aposlelen petrus

-ocr page 77-

05

en paulus, nan do plaal.s komt betrefTende de onbevlekte ontvangenis van mmua, luidende:

»ƒƒ('/, is een geloofsartikel, dal de allerzaligste Maagd Maria van hel eerste oogenblik barer ontvangenis af, door een privilegie en eene bijzondere genade Gods krachtens de verdiensten van jesus ciiristus, den Heiland der menschheid, bewaard en beschut is geworden voor elke vlek der erfzonde!quot;

wordt zijne stem nog weeker, tranen komen hem in de oogen, en onder hel uitspreken der sacrementcele woorden: «definiinus, decretamus et confirmamusquot; verstikt hem het woord onder zijne gemoedsaandoeningen en zijne tranen, en liij ziet zich genoodzaakt op tc houden en den tranenvloed te drogen, die uit zijne oogen opwelt. Evenwel ziet men, dat hij eene laatste poging doet om zijne ontroering te onderdrukken, en liij zet de voorlezing voort met die vaste en waardige slem, welke den rechter in geloofszaken past. Het hart komt hem op de lippen en men weet niet, of hij predikt of leest, zoo levendig, zoo gevoelvol is zijne slem, en men gevoelt: dal de Vader der Christenheid, de zelfopofferende Zoon van maria, de opperste Herder dei-Kerk en de onfeilbare Rechter op het (jebied des geloofs uit één mond spreken, of liever, dat de ))Heilige (ieesr hel is, die door zijn mond spreekt en mei de uitspraak van den Leeraar der waarheid de gevoelens van een der Hemelkoningin teeder toegedaan hart verbindt. Zijne gemoedsaandoening verheft zich weer, toen hij, na de verklaring ))dat het geloof aan de onbevlekle ontvangenis van maria ten allen tijde het geloof der Katholieke Kerk geweest is, dat hel bij gevolg door cd hare kinderen aangenomen moet wordenquot; en nadat hij de straffen, bepaald heeft, waaraan zij zich bloodstellen zouden, die vermetel genoeg zouden zijn, dit geloof te bestrijden, — op de uiteenzetting van de genaden terugkomt, die hij zelf belijdt, der allerzaligste Moeder Gods te danken te hebben, van de hoop, die hij mei betrekking lot de jammeren der maatschappij en der

A. Ilungari, Ave-Maria-IUokjo. I.

-ocr page 78-

(10

Kerk op hare voorspraak bouwt, en van hel geluk, dat hij gevoelt, de eer te kunnen vevhoogen van haar, die hij allijd zoo innig bemind lieefl en van wie alle goederen en alle gaven des hemels nitslroomen.

\Vie zciii niet de nadrukkelijke en levens zachte wijze bewonderen, waarop de stedehouder van jusus Christus de onfeilbare uitspraak heel't gedaan, die op het voorhoofd onzer groole Koningen en Gebiedster den glorierijken diadeem der onbevlekte ontvangenis plaatst? •— U, boe eerbiedwekkend was hel, Pius IX Ie zien, tranen van aandoening stortende, terwijl hij zijne geliefde Moeder kroonde! 0 kostbare tranen, door de engelen opgezameld en als diamanten schil lerende in de kroon, welke de Koningin der engelen voor den paus bestemt, die zich zoo plechtig voor het voorrecht barer zoo groole glorie heeft verklaard! Hoe eerbiedwekkend, die kardinalen, aarlshissclioppen on bisschoppen te zien, vol liefde het besluit vernemende, hetwelk de heerlijkheid van maria verkondigt; vol eerbied naar de woorden luisterende, die van de lippen des oppersten Kerkberders klonken en die zij over den ganschen aardbol, voor de geloovigen van China, voor de wilden van Amerika en de verst gelegen eilanden, in alle talen, in alle rijken, aan alle einden der wereld zullen herhalen! 0 verheven Senaat, der Katholieke Kerk, hoe gelukkig waart gij allen, zijne leden, zulk een wonderbaar feest Ie kunnen bijwonen! In welke rijke male zijn de vermoeienissen uwe verre reizen, uwer lange werkzaamheden vergolden door den glans, die op dezen dag aan den diadeem van de Koningin der Kerk is toegevoegd! Hoe gelukkig zullen uwe geloovige volkeren zijn, als zij nu van uwe lippen die woorden vernemen, welke gij zeiven van de onfeilbare lippen des oppersten herders gehoord hebt, en gij lol hen zult zeggen: «Wij waren te Rome, wij hebben gezien, wij hebben gehoord! Die kroon, welke op het voorhoofd uwer en onzer Moeder schittert, met onze medehulp is zij er op geplaatst!quot; — lioe eerbiedwekkend, die ijecslelijkheid van alle lagere rangen

-ocr page 79-

07

tier hiërarchie Ie zien, zich met liarc bisschoppen vcrecni-gendo om hol besluit le begroeten, en zich bereid too-nende, cm bet in de algelegenste plaatsen, in de meest verwijderde missiën, op de kansels der groote steden, zoowel als op die der geringste dorpen te verkondigen 1 — En gij, geloovigen van elk geslacbt, van elke» leeftijd, rang ea stand, die de ontzaglijke kerk van den vorst der Apostelen vervult, bebt gij ooit eene meer verbeven uitdrukking van de Katbolieke éénbeid gezien? — 0 hoe schoon was zij, hoe welgevallig was zij den lieer, die lallooze vergadering, waarin slechts één hart voor maria sloeg, waarin zich slechts één mond opende vooreerst, om in vereeniging met den heiligen Vader, de bisschoppen en de geestelijkheid om de verlichting van den Heiligen Geest te smeeken; ten tweede, om God te danken en de allerzaligste, met den diadeem der onbevlekte oiUvanyenis gekroonde Maagd maisia te groeten; want daarin ligt eene der roerendste en diep Kalbolieke eigenaardigheden van dit feest! — Nauwelijks is hel woord over de lippen des stedehouders van jezus Christus, of de aanroeping des Heiligen Geesten om verlichting en liefde is op aller lippen, en men kan zeggen, slechts ééne stem, ééne uit vijllig duizend stemmen samengestelde stem verheft zich ten hemel. Evenzoo had de paus nauwelijks het «Te Dcumquot; aangeheven, of het stroomde dooi' de gansche Basilica, en het was een oneindige lofzang van geroerde dankbaarheid, een enkele, onbegrensde, algemeene lofzang aan het glorierijke voorrecht van maria; een gloeiend, éénstemmig gebed, door de salvo's der artillerie en het gelui van alle klokken der stad ten hemel gedragen en voor den troon der onbevlekt ontvangen Maagd nedergelegd.

Maar moest er niet een zinnelijk leeken zijn, dat die schitterende kroon, door het woord des stedehouders van jezus Christus op het hoofd onzer Koningin en Gebiedster geplaatst, aanschouwelijk zou voorstellen en hel, aandenken er van aan de komende geslachten overleveren? — Pius IX

-ocr page 80-

08

liecCt, daaraan gedachl! — Ecne kroon van liet. fijnste goud, mol de kostbaarste edelgesteenten versierd, zal het hoofd der onbevlekte ontvangen Maagd tooien, welke de mozaïek in aeterninn boven het hoolclaUaar van de kapel der dom-lieeren voorgesteld heeft. Naliet «Te Deumquot; wordt die schitterende diadeem door den paus op liet altaar des 11. Petrus gewijd en de opperste Kerklierder draagt, zijn wijdsch en statig geleide volgende, in processie vóór do vereerde Moeder Gods — den door den vromen zin des kapittels van St. 1'ieter geofferden diadeem. Met zijne geheiligde handen zet hij de kostbare kroon op hel, voorhoofd van de glorierijke Koningin der Kerk, in tegenwoordigheid van het gansche hof der strijdende Kerk, zoowel als in tegenwoordigheid van het gansche hof der triumfeerende Kerk; want het is niet te betwijfelen, of de engelen des hemels woonden dit feest bij, en diegeen, welke haar vóór achttien en ecne halve eeuw mei de woorden had begroet: »Avc maria, gratia plena!quot; zal haar gewis heden begroet hebben met deze andere woorden: «Ave maria, sine labe originali concepta!quot; een tweeledige groet, die er echter slechts één is, wanl do laatste is de ontwikkeling, do kroon ties eersten.

lleersch dan voortaan, glorierijke Koningin, o geliefde Moeder, dubbel gekroonde, in den hemel door uw Zoon, die God is, op aarde door den stedehouder uws Zoons, den paus, door de gansche Kerk en al bet Christelijke volk! — /(■. Wij konden thans de Basilica vaneen heiligen petrus verlaten, waar hot geëindigde feest ook door een zichtbaar en onvergankelijk teekon aan de nawereld is overgegeven; maar wij moeten vooraf nog twee of drie gebeurtenissen verbalen, welke de weinige personen, die er getuigen van waren, in hoogen graad troffen.

Ziet gij, om half negen, die draagbaar, die zich naar hel altaar des II. Petrus beweegt en door de dienaren des heiligen Vaders zeiven, in de roode on schitterende livrei, gedragen wordt? Zij gaan voorzichtig en met alle teekenen van hoogachting; zij dragon een heiligen, oen geleerden bis-

-ocr page 81-

60

schop naar hel feest, dien do paus zelf lol. hel leest heefl geroepen, die op dc reis door cenc ziekte is aangetast, en die dc vermoeienissen oener verre reis en do gevaren eener verbolgen zee wilde trotseeren, en die geen stormen en zelfs den nabij zijnden dood niet meer kent: als bette doen is, om zich naar Rome te begeven, ten einde lot den diadeem der Hemelkoningin zijn steen bij le dragen, ten einde die door zijn gloeiend verlangen, zijn ijverig gebed, zijne wenschen als kcrkleeraar en bisschop vurig afgesmeekte geloofsstelling le booren afkondigen. Hij verneemt die uitspraak uit den onfeilbaren mond van den heiligen petrus, die door pius ix spreekt, en daarop gaal hij terug, geheel bevredigd en vol blijdschap; hij kan nu sterven, liij heefl hier beneden den triumf zijner gc-geliefde Moeder gezien. Toen bij dc kerk verlaat, ontmoet hem een zijner parochianen en betuigl hem zijn genoegen, dat bij hem ziel. »0ok ik,quot; antwoordt de vrome en zachte kerkvorst, «ben tevreden, ik heb gezien, waarnaar ik zoo zeer verlangde, en ben gekomen, 0111 hier te sterven.quot; — Dit was de vrome en moedige bisschop van .Mans, bouvier, die zich liever aan het gevaar blool-gesteld had, om op zee of op don weg door Frankrijk of Italic te sterven, dan dat hij de roepstem des pausen, de samenkomst ontweken zou zijn, die hem de allerzaligste Maagd zelve aanbood. •— Zóó weten onze bisschoppen jiaria te beminnen en voor hare verheerlijking le lijden en te sterven! — douvier stierf eenige dagen na bel feest, vol blijdschap en overladen met den zegen des oppersten Kerkherdcrs. —

En die eerwaardige, geheel in het wil gekleede grijsaard, die, op twee personen leunende, nadert en midden inden senaat der kardinalen gaat zitten, wie is bij quot;1 wat zoekt bij in deze vergadering, hij, dien de jaren hebben neergebogen, en die zich nauwelijks nog verder kan sleepen? Hij is een kerkvorst, die, hoewel zelf arm, in het hart der armen leeft, wier voorzienigheid hij is, de vriend van

-ocr page 82-

7(1

den overleden paus Gregorius XVI, het sieraad van hel heilige Collegie: hel is de kardinaal biancui; hij verlangde het leest bij te wonen, de voorlezing van hel hesluil aangaande de onbevlekte ontvangenis van maiua zeil' te hooren, dat zijne wenschen bekroont, den Iriumf van de Koningin der Kerk mede te vieren; en nadat hij door den stedehouder van jezus Christus de aan zijn hart als kardinaal en als lid der Orde zoo dierbare geloofsstelling heelt hooren afkondigen, gaat hij weer heen, gesteund door de armen, die hem tot bijstand dienen, en ongetwijfeld herhaalt hij in zijn hart het gezang van den grijzen simeon , die den lieer gezien had: «Laat Gij nu uw dienaar in vrede heengaan!quot; —

Terwijl daarna de paus zich van zijn geheiligden tooi ontdoet, komen twee Ordesheeren, twee hoofden der groote en vrome familie van den Seraph ij nschen heiligen franciscus van Assisi, de generaal der Convertualen en de generaal der Observanten. De een heeft een gouden lelieblad , de ander oen sneeuwit; zij brengen ze den heiligen Vader met verzoek, ze aan te nemen als cenc zwakke huldiging van de dankbaarheid der Franciscanen-familie, om der nieuwe glorie wil, die hij zoo even aan de Moeder der Christenheid, der bijzondere Beschermvrouw hunner Orde, geschonken lieeft, om der wettelijke en onfeilbare wijding wil, op eene overoude geloofsmeening gedrukt, die steeds het dierbaarste erfdeel hunner leeraars, hunner scholen en der talrijke heiligen geweest was, die zij der trium-feerende Kerk gegeven hadden. Onder tranen wordt die tol der liefde door de geestelijke zonen van den heiligen franciscus gebracht, onder tranen wordt hij door het opperhoofd der Kerk aangenomen.

5. Maar cr bestaat in de Katholieke Kerk geen schoon feest, zoo niet het volk er het hoofdsieraad van is. — Wij hebben van de vorsten der Kerk, van alle rangen der geestelijkheid gesproken; wij hebben de gansche eerwaardige hierarchic in bereidwilligheid en liefde zien wedijveren;

-ocr page 83-

71

maai' welk aandeel nemen de geloovigen, liet volk daaraan? Hun komt hel toe, er het ware karakter op te drukken. — Zijn hunne harten ook geroerd geweest? Is hel werkelijk eene volks-, eeno algemeenc gelools-meening, die men lot geloolsstelling verheit, en verlangen er de kinderen der Kerk zoo zeer naar, als men heweert, maiua den titel ^onbevlekt in hare onlvangenisquot; Ie zien geven'?

0, het antwoord op die vraag is hier gegeven, het is hier zeer levendig en zichtbaar.

Ziet die menigte, die reeds 's morgens om zeven uren zich naar de oude Basilica van den vorst der Apostelen beweegt, de grootc ruimten van haar schip en zell's de anders zoo ledige kapellen vuil, die zich verdringt en elk oogenblik toeneemt! Daar is een voortdurende eb en vloed. De groote ingangen der liasilica zijn niet meer voldoende voor die duizenden geloovigen, die ze letterlijk belegeren. Vijftig duizend menschen zijn, naar de verklaring der meest bevoegden, in de kerk bijeen, en do menigte, die van 's morgen zeven tol 's namiddags één uur bestendig in- en uitstroomt, bedraagt ten minste zestig duizend menschen, welke het feest bijgewoond hebben! Kn hoe is die menschen-massa geestelijk in zich gekeerd! Welk eene uitdrukking van tevredenheid. Met welk een godsdienstig liai't bidt zij! Hoe verheffen en roeren haar het «Veni Creator!quot; en het n.Te Dcum!quot; en met hoe veel geloof en liefde zingt zij hymnen der aanroeping, des lofs en des danks!

En hoe vult liet overige deel der bevolking de kerken der heilige stad, hoe beijvert zij zich, de illuminatie voor te bereiden, die den nacht van dezen genaderijken dag in een met sterren bezaaiden hemel moet veranderen! Hoe werpt zij zicli neer bij het gelui der klokken, die hel einde der verheven handeling aankondigen, en groet de onbevlekte Maagd! Hoeveel heilige liederen worden er in de kloosters, in de familiën, in de heiligdommen der harten lot haar gericht! Hoe wapperen tallooze vlaggen van alle balkons en bonte, kostbare tapijten uit alle vensters! Hoe

-ocr page 84-

is alles met bloemen cn groen en hciligenbusten en hei-ligenbeelden op het heerlijkst versierd! En hoeveelieesl-aalmoezon verbannen lieden eiken traan der armoede!

Do avond valt cn nu komen het gelooi' en de godsvrucht iles volks schitterend uit, en de gansche stad wordt een tor cere dor onbevlekt ontvangen Moeder Gods opgcrichte licht- en vunrtempcl. Reeds op den vóóravond begroetten, ondanks den regen en den stormachtigenhemel, millioenen licliijes het «morgenroodquot; van den volgenden dag ; maar op den leestavond zeiven is dc stad letterlijk eene vlam-menstad; geen balkon, geen venster, geen dakluik, ol' het hoeft zijn lichtje. Dc groote verbindingsaderen der stad, de Corso, de Pausstraat, Rizetto enz. zijn vunrstroomen; op dc openbare pleinen, dc monumenten en de kerken slaan vurige gebouwen. Het Capitool fonkelt en schittert in vuurzuilen. Dc muziekkoren begroeten in dc open luchl, in naam van het Uomcinschc volk, den triumf der Hemelkoningin, die ook dc Koningin der Katholieke Kerk en dc Koningin van Rome is. Overal prachtige transparenten. Madonnabeelden, opschriften ter cere der Gevierde, en tevens overal dc woorden: «Maria zonder erfzonde ontvangen!quot; Kene onmetelijke menschenmassa wandelt door de stad, do gansche bevolking is op de stralen, op de pleinen, vooral bi j den Sl. Pieters-dom, boven wiens koepel een stralende diadeem zich in de lucht verheft. Men zou kunnen zeggen, dat eene bijzondere Voorzienigheid gewaakt heeft, om aan deze illuminatie, wier grootschheid en schoonheid de grootste verbazing wekken, een buitengewonen glans te verlecnen. Eene zwarte wolk, de eenige aan den hemel, die als bet ware verscheen, om aan den regen, den storm van den vorigen dag cn den ganschen verloopcn nacht te herinneren, vormde achter den koepel een duisteren en zwarlcn achtergrond, op welken die vlammenkroon, door de eeuwige slad aan de Koningin des heelals als hulde gebracht, wonderbaar uitkwam.

0 verheven nacht, even schoon als de genaderijke dag!

-ocr page 85-

73

O vlaiimienpaviljoen, ontstoken om het feest onzer Moeder te verlichten! 0 Koningin des hemels, is de aarde in slaat, u eene schoonere kroon aan te bieden?

En de grootc klok van den St. Pieters-dom luidde het ))feest der onbevlekte ontvanjenis van maiuaquot; voor de gansche aarde in, want overal werden alle klokken in beweging-gebracht. En tot in de meest woeste streken der nieuwe wereld en de afgelegenste landen der oude klonk het woord des oppersten Kerkherders en werd aldaar blijde verkondigd en geloovig aangenomen. De gansche Katholieke wereld werd met hare feesten, die overal ten prachtigste gevierd werden, tot naklank van Rome's «Te Deumquot; op den 8 December 1854-.

Met dien wondervloed van feesten en plechtigheden, even verscheiden in hun uiterlijk, als gelijkvormig in hun innerlijk geloovig wezen, heeft men een geheel veld van gedenkteekenen, altaren, kapellen, kerken, standbeelden zien verrijzen, met het doel: het aandenken van de groole daad van den 8 December te vereeuwigen, en de oprichting der door piüs IX op het Spanjaardsplein te Rome geplaatste ))zuü van maiua van de onbevlekte onlvamjenisquot; was eveneens een machtig signaal, dat de wereld zich haastte, dooi' het oprichten van gelijksoortige monumenten le beantwoorden, waarmede zij zich uit vrije beweging zoo heerlijk bedekt heeft.

Ilil®

r;;j

fl Hi-tiiji?!»'.!

i;'!

' (Mr ' ' w r

m

'•i

|

■ lil H

; IJ

; VS

1; ||

ii

PI m

'''#1 i m

|l

r 1

i : if

-ocr page 86-

74

De afbeelding der onbevlekte ontvangenis.

Het symbolische in deze afbeelding.

]W'~ . .. . •

chrislelijke schidcrkunst stelt de heilige Maagd maria

¥^op zeer verschillende wijzen voor, al nfiardat zij de eene ol' andere deugd der Moeder Gods, cl' de eene of andere gebeurtenis uit haar leven wil doen uitkomen. Onder die vele afbeeldingen onderscheidt zich door belangrijkheid en volheid van gedachten vooral^op zeer verschillende wijzen voor, al nfiardat zij de eene ol' andere deugd der Moeder Gods, cl' de eene of andere gebeurtenis uit haar leven wil doen uitkomen. Onder die vele afbeeldingen onderscheidt zich door belangrijkheid en volheid van gedachten vooral die, welke »het beeld der onbevlekte ontvangenisquot; heet. leder kent dat beeld, maar niet ieder weet het te verklaren.

Beschouw bel beeld. Christelijke lezer.

»De heilige Maagd maria staat rechtop op den aardbol, die door eene slang omwonden is, welke een appel inden mond heeft. De eene voet van maria is op de slang, de andere op de maan geplaatst; het oog der Maagd staart naar den hemel; hare handen zijn tot het gebed gevouwen, ol' do rechter omvat een lelieschepter en de linker ligt op de borst; haar gewaad is wit, haar mantel rijk geplooid en van blauwe kleur, en haar hoofd is met twaalf sterren bekroond.quot;

Verneem nu ook de beteekenis van het beeld.

ma 111A staat op den aardbol. — Dit moet beteekenen, dat zij zelve wel van deze aarde, dat is, uit de mensch-heid ontsproten, maar toch, als onbevlekt ontvangene, de roem, het sieraad, de Koningin der aarde is. Niet de profeten in het oude Verbond alléén profeteerden van haar — als de maagdelijke Moeder en Wederbrengster des vredes; ook de bladen der heidensche sibyllen, ook de overoude boeken der Ghineezen, der Parsen en der Hindoes verkondigen haar, nu in schemerende, dan in heldere en duide-

-ocr page 87-

lijke trekken, als de maagdelijke Moederdes grooten Heiligen, des eeuwigen Konings. En als de lieilige Vaders leeren, dat om harenlwil de aarde en hel menschdorn bestaan, dan is dit wél gegrond, daar «ij als zoodanig juist de van het begin beloofde is, uit wie bet Hebt en leven der mensebbeid — in den persoon van dien Wonderbare en Macbtige, dien Vredevorst, voor deze wereld zou geboren worden, die bestemd was, der slang den kop te vertreden.

De aardbol is van eene slang omwonden, die een apjicl in den mond heeft. — Dit zinspeelt op bet gebeim van den zondeval der menscben en zijne gevolgen. Demenscli kwam rein uit de band Gods, zijns Scheppers; bij was rechtvaardig en heilig en leeide in bel paradijs zalig. Na een korten proeftijd zou bij van de aarde in den hemel opgenomen en met bet hoogste geluk, de aanschouwing Gods verwaardigd worden. Maar de duivel, die hem dit geluk misgunde, nam de gedaante eener slang aan en wist eva door de leugen: «Het eten van de door God verboden boomvrucht zal u aan God gelijk maken,quot; te verleiden, dal zij de vrucht nam en at. De verleide werd loon do verleidster van baar man. Van dat oogenblik af waren de menscben slaven des duivels geworden; deze heerschte over hen, doch niet alleen over apam en eva, ook over al hunne natuurlijke nakomelingen. «Door één mensch is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood, en de dood is op alle menscben overgegaan, wijl allen in hem gezondigd hebben.quot; Rom. 5 : 12. Die schrikkelijke waarheid, dat de duivel de wereld overwonnen en zich tot eigendom verworven heeft, wordt door den aardbol voorgesteld , van een slang omwonden.

De heilige Maagd slaaf, up den aardbol en Ircedt met den rechtervoet op de slang. — Zie, God ontfermde zich over do ongelukkige menschen; Hij sprak dadelijk na den zondeval tot de slang: »lk zal vijandschap zettentusschen 11 en de vrouw, tnsscben uw zaad en baar zaad; zij zal uw kop vertreden en gij zuil hare hielen belagen!quot; (1 Mos,

-ocr page 88-

3 : 15.) Dil woord werd vier duizend jaren later vervuld. In do volheid der lijden verscheen jezus ciiiustus, de Zoon Gods, geboren uil maiua, de Maagd, om de werken des duivels te vernietigen en hem de heerschappij over de wereld te ontrukken. De duivel wendde al zijne macht en al zijne list aan, om het verlossingswerk van den God-mensch te verijdelen'; hij vond gewillige werktuigen voor zijne plannen in de Joodsche hoogepriesters en zelfs in een der jongeren van jezus; maar zijne macht was onmacht voor Hem, die hemel en aarde geschapen heeft. Wat hij voor eene volkomen zege op den Messias hield, was zijne volslagen nederlaag: door den dood van Jesns aan het kruis, dat volgeldig ofTer der voldoening voor de zonden dei-wereld, verloor hij zijne heerschappij over de wereld, die nu in de handen van den Godmensch overging. Die groote waarheid wordt voorgesteld dooi' de heilige Maagd maiua , staande op den aardhol en den kop der slang vertredende.

De heilije maiua staal hoog boren den aarbol, de maan onder haar voel en op hel hoofd ccnc kroon viel twaalf sterren. — In dien trek van het heeld, die aan de Openbaring des heiligen Joannes ontleend is, waar hij zegt: «Er verscheen een groot teeken in den hemel: eene vrouw, met de zon bekleed, de maan onder hare voeten, en op bet hoofd eene kroon met twaalf sterren,quot; Openh, 12 : '1 , ziet gij de waardigheid van maiua voorgesteld. Als Dochter des goddelijken Vaders, als Bruid des Heiligen Gecstes en als Moeder des goddelijken Zoons is zij verheven boven de aarde en alles, wat veranderlijk is, gelijk de maan, en is zij de Koningin der Kerk, die zich uit de twaalf stammen Israels ontwikkelde en die gebouwd is op de grondveste der twaalf Apostelen. En ook de heiligheid van maiua ! Zij treedt do aarde, de maan, dat is al het veranderlijke, en de slang, dat is den duivel, met voeten en schittert in den glans der huaalf deugden, die in de ge-trouwste en vroomste leden der Kerk slechts gedeeld gevonden worden: in den glans van het geloof der patriar-

-ocr page 89-

77

chen, — van de knnnis der gclicimen Gods l)ij dc pro-feten, — van de liefde der apostelen, — van de standvastigheid der martelaars, — van dc wetenschap der zaligheid bij de leeraars, — van het geduld der biechtelingen, — van de godzaligheid der priesters, — van de beschouwing der kluizenaars, van dc nederigheid der monnikken, — van de onschuld der maagden, — van de onthouding der weduwen — cn van de vruchtbaarheid der gehuwden, Maria, aangedaan met oen wil kleed, draaijl een lelieslencjei in de hand. — Dc lelie verbeeldt hare onbevlekte ontvangenis, hare zuiverheid en hemelsche reinheid. Als de ark des Ouden Verbonds, welke diende ter bewaring der geschreven wet, aan den rand met leliën versierd was; dan past haar, die de Kerk in hare openlijke gebeden als «de levende Ark des Nieuwen Verbondsquot; groet, dien lelietooi des te meer, daar op haar alleen de woorden des Hooglieds toepasselijk zijn: «Als cene lelie onder dc doornen, zoo zijt gij onder dc dochteren adams ! Wij verceren in haaide nieuwe eva , de Moeder des Levens in hoogcre en geestelijke orde, in wie dc glans dor maagdelijke reinheid zich met de waardigheid eener moeder verecuigt, welke de hoogste cn op die wijze de ccnige is.

liet wille kleed verbeeldt dc deugd van baar onschuldigen windel, waarin wij allen haar moeten navolgen. Als ons schitterend voorbeeld roept /ij ons toe: »0 hoe schoon is een kuisch geslacht! Zijn aandenken is onsterfelijk; want het is God en den menschen bekend!quot;

De manlel der heilige maria is van blauwe kleur en mei rijke plooien. — Zie, hel blauwe gewaad verbeeldt de deugd der nederigheid, de grondslag cn de schutsmantcl van alle deugden, de deugd der nederigheid, welke de heilige Maagd in hare hoogste volmaaktheid in zich droeg. En de plooienrijkc mantel verkondigt, dat maria ook allen, die lot hare machtige voorbede bij God hunne tocvluchl nemen, tegen nood en droefenis onder den mantel barer liefde verbergt.

-ocr page 90-

78

Gij bemerkl, Christelijke lozor! hoe inhoudi-ijk hel. beeld der onbevlekte ontvangenis van maiua is. Hang het dus in uwe kamer op en beschouw het zeer dikwijls. — Ziet gij op den aardbol, van eene slang omwonden, sla dan op uwe borst en zeg: «lieer, wees mij zondaar genadig!quot; Ziet gij op de heilige Maagd, wier voel de slang vertreedt, prijs dan God, die in den rijkdom Zijner ontfermingen door Zijn en mauia's Zoon u van de zonde en haar verderf verlost beeft. — Ziet gij op de Maagd, die de aarde en de maan onder hare voeten heeft en wier hoofd met twaall sterren bekroond is, neem dan het besluit, met Gods genade ook de wereld en al het aardscbe en den duivel met al zijne pracht en al zijne werken Ie overwinnen en de kroon der deugd te verwerven. — Ziet gij op bet witte gewaad der heilige Maagd en op haar lelieschepter, doe dan afstand van de lusten des vleesches en word rein en kuisch, gelijk zij, die den leliestaf, als banier ten strijde tegen het vleesch, voor u uitdraagt. En ziet gij eindelijk op den ri jk geplooiden mantel van maria, spreek dan met diepen eerbied: »lleilige maria. Moeder Gods. Hulp der Christenen, Troosteres der bedroefden, bid voor mij nu en in het uur mijns doods!quot; Amen.

Eene vrome herinnering.

(üit; De glorie der allerzaligste Maagd, door een dorpspastoor.)

«Groote dingen heeft aan mij gedaan Hij, die machtig en wiens naam heilig islquot; Luk. 1 : 49.

Ik heb eens als kind eene zeer schoone, liefelijke godsdienst-oefening in eene kerk bijgewoond gedurende de «Octaaf der onbevlekte ontvangenis van de allerzaligste Maagd maria.quot; Mijne vrome moeder bracht mij daarheen. Op het hoogaltaar stond het prachtige beeld der lie-

-ocr page 91-

70

meikoningin. Een sneeuwwit, kleed omsloot hare hemelschc gestalte, ecne kroon van twaalf schitterende sterren stond op haar hoofd; in de rechter hand had zij een ruiker van leliën; hare voeten rustten op den aardbol; en met haar rechtervoet vertrad zij den kop eener afschuwelijke slang. Een stralenkrans van honderd en honderd kaarsen en lampen omringde liet beeld; als in eene lichtzee fonkelde het altaar. Ik kon mij niet verzadigen aan bet, gezicht van hel wonderscboone beeld, van het prachtige altaar. De gansche kerk was met geloovigen gevuld, en van het koor klonk in do schoonste lonen de lof der onbevlekte, reinste eri heiligste Maagd en Moeder Gods, maria. Mijne moeder weende van aandoening, ook ik weende mede.

Toen ik na afloop der godsdienst-oefening te buis kwam, was het eerste, wat ik mijner moeder vroeg, waarom toch wel do heilige Maagd de slang op den kop trad? Want. voor de eerste maal zag ik dal beeld en ik wist het, uiel te verklaren.

Mijne moeder opende haar gebedenboek, leide rnij daaruit een klein beeldje voor, dat er juist zoo uitzag als dat, op het, altaar in de kerk, en sprak: Beschouw dit heeld goed, het is de onbevlekte onlvancjenis van mauia. — Zie, bet witte kleed, dat de zaligste Maagd omsluit, beleekent bare engelachtige reinheid; de lelie in de hand, hare ongekrenkte maagdelijkheid; de slerrenkroon op haar hoofd, hare macht in den hemel en de oneindige genaden en hooge voorrechten, met welke de lieve God haar getooid en verrijkt heelt. De slang, die zich om den aardbol slingert, is Satan, dien de heilige joannes do «oude slangquot; noemt. Hij heeft de eerste menschen in de zonde gestort en al hunne nakomelingen in het verderf rnedegesleept. Zoo verkreeg hij macht over bet door de zonde bevlekte menschdoin, en daarom omslingert de slang den aardbol, op welken dc allerzaligste Maagd en Hemelkoningin staat. Maar met haar rechter voet vertreedt zij moedig den kop der slang. Zie! boe de slang zich windt en kromt, hoe zij den muil

-ocr page 92-

80

open spert en de landen laai zien; maar zij kan der genadevolle Maagd niet schaden met haar gift cn kwijl. God, de Almachlige en Algoede, heeft haar van de algemeene bevlekking door de erfzonde hewaard. Geen enkel oogen-hlik haars levens lieeil zij onder de macht van Satan gestaan; maar wel stond zij altijd hoven hem cn verpletterde hem, door de genadevolle geboorte haars goddelijken Zoons, den kop. — Dit dus, mijn kind, wordt onder dit bevallig beeld voorgesteld, dat men gewoonlijk »de onbevlekte ontvangenis1' noemt. En nu leerde mijne moeder mij dit schoone gebedje: »Door uwe onbevlekte ontvangenis, o reinste Maagd jiaria, bewaar mij voor elke vlek der zonde!quot;

Verder heeft mij toenmaals mijne goede moeder niets gezegd, ik zou betook toch niet begrepen hebben. Maar toen ik ter school ging cn den catechismus leerde, vernam ik met de grootste spanning uit den mond van den heer pastoor den zondeval der eerste menschen, en hoe alle menscben, ook ik, adams zonde erfden, kinderen dos loorns Gods werden cn onder de macht van Satan kwamen. «Doch ééne\ sprak de vrome pastoor, ééne onder alle nakomelingen van adam werd daarvan uitgezonderd, ééne werd nooit door de erfzonde bevlekt, ééne kwam nooit onder de macht van Satan: — maiua, de allerzaligste Maagd! Tusschen haar en de oude slang heeft God eeuwige vijandschap gesteld; zij, de onbevlekte Maagd, moest der slang den kop vertreden, haar dc macht over de inensch-heid ontrukken. Daarom mocht zij ook geen enkel oogen-blik onder de macht van Satan slaan; zij moest, van het allereerste oogenblik haars levens ai', van elke vlek der zonde rein zijn. — Dit is wel slechts cenc vrome meening en geene geloofsstelling der Katholieke Kerk; maar duizenden en duizenden geloovigen der Kerk wenschen: dal de onbevleklo ontvangenis der allerzaligste Maagd maria ook nog tot geloofsstelling moge verheven worden. Bidt dus, lieve kinderen, dat dit geschiede en daardoor de glorie onzer goedertierensle Moeder en onzer Lieve Vrouw

-ocr page 93-

81

volkomen worde!quot; — Aldus sprak de goede oude pastoor eu zag schitterend van blijdschap naar den hemel.

En wat de vrome pastoor zoo vurig wenschte, wat duizenden geloovige kinderen der Kerk reeds lang verlangd hebben, dat is in den laatsten tijd gebeurd. De heilige Vader te Rome, rius ix, de opperste herder der Kerk, heeft, door den Heiligen Geest verlicht, op den 8 December 1854 de plechtige uitspraak gedaan:

«Nadat wij onophoudelijk in ootmoed en vasten onze eigen en de openbare gebeden der Kerk God den Vader door zijn Zoon gebracht hebben, opdat Hij zich verwaardige door de kracht des Heiligen Geestes onzen zin te bestieren en te sterken; nadat wij ook de bescherming van het gansche hernolsche hol' hebben ingeroepen en in het bijzonder met zuchten den Heiligen Geest, den Trooster, gesmeekt, en onder Zijn bijstand — ter eere der heilige en ondeelbare Drievuldigheid, tot lol'en tot verheerlijking der heilige Maagd en Moeder Gods, ter verhooging van het Katholieke geloof en ter vermeerdering der Christelijke vroomheid, krachtens het gezag van onzen Heer jesus ciiniSTUS, van zijne heilige Apostelen petrus en paulus en krachtens onze eigen macht, verklaren, verkondigen en beslissen wij: Dal de leer, die slaande houdt, dal de allerzaligsle Maajd maria in hel eerste oojenblik harcr ontvangenis door eene bijzondere genade des almachligen Gods en een bijzonder voorrecht uit aanmerking der verdiensten van jezus Christus, den Verlosser der menschheid, van elke vlek der erfzonde v r ij i s b e w a a r d geworden, — eene van God geopenbaarde en das door alle geloovigen vast en standvastig le gelooven leer is.quot; — Nu is liet vurigste verlangen van zoo veel vrome bisschoppen en priesters, van zoo veel godgeleerden, zoo veel heilige Orden en duizenden geloovigen uit alle standen vervuld; nu straalt de sterrekroon der Hemelkoningin in haar volsten glans; nu mogen alle kinderen der heilige Moeder Gods in waarheid van haar uitroepen: vGij zijl

A. Hungari. Avc-Maria-Klokje. I. /•

-ocr page 94-

82

geheel schoon, mijne Vriendin, en geen gebrek is aan u!quot; Iloogl. A:l, en nu wordl eerst volkomen liet woord dei-profetie vervuld, eenmaal aan het hart der glorierijke Hemelkoningin zelve ontvloeid: »Van nu af zullen mij zalig prijzen alle geslachten!quot; Luk. '1 : 48.

Murillo's schilderij van de onbevlekte ontvangenis.

(Uit: De geur van Rome, door Louis Veuillot.)

Ik heb lang het edele beeld aanschouwd, dat men de Madonna van dc kerk Santa Maria Maggiore te Rome noemt. — Van alle voorstellingen, waarin de kunst zich beijverd heeft, de verheven gedachte der Kerk van de onbevlekt ontvangen Maagd maria, dc Moeder Gods, uit te drukken, is het, geloof ik, deze, die mij het best bevalt. Ik zonder dc Madonna van raphaël niet daarvan uit.

Ongetwijfeld zijn de Madonna's van lUniAia en anderen edele vrouwengestalten en dikwijls nog beminnelijke vrouwen. Er zijn er, die werkelijk bevallig zijn cn die de mode hardnekkig roemt. Ik erken, dat de meeste bij mij een waar mishagen veroorzaken. Ik aarzel geen oogenblik Ie zeggen, dat eenige zelfs tegenzin in mij opwekken.

De onbevlekte ontvangenis van maria door murtllo ') maakt hierop cenc uitzondering. Deze heeft, naar mij voorkomt, die gcdachte Gods geschilderd, welke —maria moest worden, die verwachting der profeten en heiligen, wier onbeschrijfelijke schoonheid, onbeschrijfelijke volmaaktheid, en als men bet kon zeggen, onbeschrijfelijke roeping op de aarde en in den Hemel nog niets in slaat was te schilderen.

De schilderij van murillo is een der groote werken van den menschelijken cn Christelijken geest. In de verten

') Bartolomko Estkhan Mürili.os, Je vorst dor school van Scvilla, en de uitstekendste colorist onder de schilders van Spanje, is in 1018 te Scvilla geboren.

-ocr page 95-

83

des lijfis, in (1(3 verton des hemels lieefl isaias zoo die Maagd moeien zien, welke den Godmensch jesus cimiSTUS, den Verlosser der wereld zou baren. Zoo moest, zij verschijnen, toen /ij, met len hemel geslagen oogen, van liefde, gehoorzaamheid en nederigheid stralende, op de aarde nederdaalde.

Dal is zij, de volmaakte ziel, die vrij van de erfzonde geweest en die immer van alle menselielijke bevlekking vrij gebleven is. Zij is op aarde gezonden door dien God, «die de wereld zoo zeer beeft liefgehad,quot; om met een volmaakt lichaam vereenigd te worden, dat door geene bevlekking zal worden bereikt: en in die dubbele volmaaktheid moet zij bet werktuig van bet ondoorgrondelijke geheim onzer zaligheid zijn.

Zij hezit do ganscbe reinheid van bestendige onscbuld, den vollen glans van eeuwige maagdelijkheid. Hare voeten zijn naakt, haar loshangend haar fladdert in de lucht, door welke nog geen menselielijke adem ging; haar gewaad is slechts een sluier, welks gebruik zij niet weet, want do broosheid en ellende der menselielijke natuur zijn haar nog onbekend.

Gedragen door de engelen in de stralen des goddelijken lichts daalt zij neer. De hemel viert een leest, want hij vermoedt, dat er een groot plan der goddelijke barmhartigheid nan het zondige geslacht hier beneden vervuld wordt, en dat de afgezantc des Scheppers weer zal opstijgen om legioenen heiligen naar zich te trekken. — Ontsluit u, gij eeuwige poorten.

Die engelen in kindergedaante, die haar omringen en wier zoo menschelijk uitzicht ik hoorde gispen, zijn de dichterlijke voorstelling der rijke oogsten van reine hloe-sems, die de aarde, van nu af met het water des heiligen Doops bevochtigd, voor den hemel zal voortbrengen. Van nu af zal de aarde den hemel niet slechts vruchten, zij zal hem ook bloesems geven.

Dat is de schilderij van den grooten Spaanschen mees-

G'

-ocr page 96-

u

ter, den waren zoon van dal theologische volk, dal zoo veel leeraars op hel gebied der Kerk lieert voortgebracht. Muhillo leefde in vertrouwelijken omgang met de kloostergeestelijken te midden van een volk, dat tot formulier van den hartelijksten groet cone belijdenis der onbevlekte ontvangenis van mauia had aangenomen.

Echter is de schilderij van müiullo slechts de idee van Maria, zij is Maria nog niet, zij is die verwachte Maagd, welke den door de volkeren vurig Gewenschte het leven zou geven; maar zij is niet de Moeder geworden en Maagd gebleven maria, de onvergelijkelijke, aan alle gaven des lïeili-ligen Geestcs rijke, van alle genaden vervulde en door alle smarten van hel allerbitterste martelaarschap getrolTen vrouw.

Moeder Gods, Moeder der smarten! — O hemel, welk eeno overdaad is er in dit enkele schepsel vereenigd! — Beschermvrouw der menschon, zegerijke Vijandin van Satan, Moeder der barmhartigheid en Spiegel der gerechtigheid, Lelie aller reinheid, Zee van alle wetenschap, Maagd van de krib des verborgen levens te Nazareth, der eetzaal op Sion, des Calvariehergs!

liet hemelsche schepsel, dat onder ons geleefd heeft in dit heilige en volmaakte lichaam, waaraan noch het leven, noch de blaam iets vernielen konden, dat zoo heilig is, dat zijne aanraking alleen do grafspelonk met zoetgeurende bloemen vult, zoo volmaakt en zoo geheel het goddelijke denkbeeld van schoonheid verwezenlijkende, dat God het niet aan de aarde wilde laten, maar het dus weer met zijne ziel vereenigde en met het gewaad der onsterfelijkheid bekleedde, zonder iets aan zijn sterfelijken vorm te veranderen En zoo als hot de menschon gezien hebben, zoo blijft het maagdelijke hulsel van maria voor die blikken, welke vlekken aan don Seraph vindon en voor welke de hernel niet rein genoeg is.

Dat ideaal heeft murii,i,o niet bereikt, en ongetwijfeld zal nooit eene menschelijke hand het bereiken. De reinste Madonnabeelden uil de lijden dor hoogsle vroom-

-ocr page 97-

85

iieid, die, welke (Joon iaden en gevoelen, dal de kunstenaar gebeden hecfl, die van heato fiësole zelfs stellen slechts eenige vluchtige trekken voor van het beeld, dat in het hart leeft.

JUhiaël, in plaats van hem nabij te komen, heeft integendeel den weg gebaand, op welken de kunst zich van de diep-geestelijke type verwijderd heeft, die in bet licht der heilige overlevering opgedaagd was. Hij heeft den weg der zinnelijke schoonheid ingeslagen en op dien weg is de kunst tot in het onzinnige en tot ceue parodie afgedaald.

Wat biedt zij ons thans aan?

Melancholische, bleeke, ziekelijke, droomerige liguren, dikwijls volkomen plompe en ook onbetamelijke figuren. Men vindt van deze laatste zelfs in de kerken. Ongelooviije schilders maken zulk prulwerk, dat door rechters wordt goedgekeurd, die te weinig waakzaam zijn.

Ycle Christelijke kunstenaars, die iets goeds willen leveren, meenen het doel bereikt te hebben, als zij de zachtaardige figuur van een jong meisje hebben voortgebracht, in wier armen zij een lief kind leggen. Het is eene of andere maagd, eene oudere zuster. Maar het is niet die Maagd, en nog minder die Moeder.

De slechte smaak van het publiek moedigt die laffe conception aan, gelijk hij van een anderen kant al de gebrekkige, van den geest der heilige Katholieke Kerk niet doordrongen Godsvereering onzes tijds, de zoogenaamd «kunstig gemaaktequot; aanmoedigt, die de vereering der heilige Maagd met valsche bloemen, met valsche verzen en met valscbe,- namelijk zinnelijk weelderige melodieën viert.

Van de hoogst verbeven Koningin des hemels maakt men — God vergeve ons de zaak en men vergeve ons het woord! — eene «goede mamaquot;,1) die bovendien op vele zoogenaamd Christelijke moeders gelijkt; eene goede mama, die van hare kinderen geen arbeid op den kruisweg noch

1

/ De schrijver spreekt hier vau de valsche richting des uieuwereu tijds.—

-ocr page 98-

80

deugd verlangt, on die alles vergeert , mils men haar maar liefkoost.

Ja, de heilige Maagd mauia is eene Moeder en eene zeer teedere Moeder ; en er zijn geen bewijzen van liefde, die zij haren aangenomen kinderen niet gegeven heefl. Voor Gods troon verheft zij haar gebod ten gunste van den rouwmoedigen zondaar; maar zij is niet de zwakke vrouw, die door eene lafhartig® liefde den roem van God, de allerheiligste Drievuldigheid, en de zielen der kinderen verraadt!

O gij Christelijke kunstenaars. Voor de eer van uwe kunst en ten einde uwe roeping naar Gods plannen te vervullen, wendl n lol hot onderrichl der Kerk: hoort naar hetgeen zij u van de allerzaligslo Maagd mauia verkondigt; werpt uwe ellendige conccptiën weg, want gij zijl in waarheid op den dwaalweg en voert anderen op den dwaalweg!

De heilige augustinus zegt, »dat maiua het werk van een eeuwig plan is,quot; Dal is, dat, zoo God, als wij, behoefte gehad had aan den tijd, om in zijn geest de idee tot een zoo edel en volmaakt wezen le ontwerpen, hij niet minder eene eeuwigheid daartoe noodig had. En de heilige Joannes damascenus sprak dit andere woord: «dal maiua do bekoorlijkheid der menschelijke natuur is.quot; Door hare afkomst alleen was zij de meest verlichte vrouw, die ooi! op aarde gezien is, de dochter eener lange reeks van patriarchen, heiligen en koningen. Maar haar gelaat straalde in den glans van zulk eene majesteit, dat de heilige diony-sius, de Areopagiet, haar voor de godheid zelve zou gehouden hebben, ware hem door den heiligen paulus de naam van den eenigen God niet bekend geworden!

Volgens de verklaring van den heiligen epipiianius overtrof zij. God uitgenomen, al het overige in schoonheid; maar, voegt de overlevering er bij, die schoonheid was een mengsel van zachtheid en majesteit, die den beschouwer dwong haar te beminnen en te vreczen, en zij had het bijzondere karakter, tot God le verheffen, heilige gedachten in le boezemen en heilige liefde le verwekken.

-ocr page 99-

87

Verged niel, kunstenaars, dat mauia aan den voel van hel kruis rechtop stond; vergeel niel, dat zij in de eetzaal de eereplaals had, en dal zij de Moeder van de heilige wetenschap, van de wetenschap dor wetenschappen is; vergeet niet, dal haar voet de slang vertreedt cn in haaide kracht woont, die alle ketterijen zal overwinnen!

Maria is de gotrouwslo Maagd, do ijverige Hoedster dos roerns cn der oer van haar Zoon, de onverzoenlijke vijandin van den boezen geest; hare oogen hobhen een afschuw van elke bevlekking der onreinheid, op welke de tranen dos berouws niet gevloeid hebben. Zij grijpt elke hand, die zich naar haar uitstrekt; maar men moot haar ook de hand reiken en zich willen redden.

liet is (bis tijd, dat men dien verwijfden stijl verlale, waarin do kunst zich verlaagt en lot vorradores wordt van de strenge schoonheid van mauia. Men moet lot do bronnen opklimmen, de schoone oude beelden besludeeren, die ons do voortijd beeft nagelaten en wier type ons do Maagd Santa-Maria Maggiore voor oogen stolt: zacht,aantrekkelijk cn eerbiedwekkend to gelijk.

Maria onder de dieren.

(Uit: Leven eu werken van albbecht dureu , door im. a. van eye.

Toen de eersle ouders nog rein en aan God gehoorzaam in het paradijs leefden, waren alle dieren ook hun gehoorzaam. — En omdat maria, de nieuwe eva, onbevlekt ontvangen, dus in den oorspronkelijk rcincn toestand der beide eerste menscbon is, zijn ook haai' de dieren gehoorzaam geweest.

Wij bezitten nu van albreciit durer oone zeer lieve handleckening, waarin hij een dag des geluks van hel nieuwe paradijs voorstelt, dat de tweede eva der wereld weder geschonken heeft.

-ocr page 100-

88

Eene met gras en schoonc bloemen begroeide zodenbank is de bevallige zitplaats voor maiua, en do verzorging van baar kind en tevens bet lezen in een boek hare bezigbeid. Het goddelijke Gbristnskind wendt zieb juist naar eene aardbeivruebt, die bet op de wijze der kinderen met beide handen tracht te plukken. De Moeder legt op hot oogenblik bot boek neer en houdt met den vinger do go-lezen bladen bijeen. Om baar heen is eene gansebe dierenwereld verzameld, die, vrij en onvrijwillig, met denzelfdon lust daar schijnt te verwijlen, wijl, in de nabijheid dor reinste en innigste liefde, elk deze huldigt en tevens zeker is, dal bet in zijne eigenaardigheid niet gestoord wordt. In eene opening van den planken wand, die de zodenbank bijeen houdt, en in een boomstomp daarnaast buizen eon paar uilen, een katuil en een steenuil, wier norscbe, ongezellige aard eene bevallige tegenstelling maakt met bun indringen in het gezelschap. Verscheidene kleine vogels van allerlei soort spelen, onbevreesd voor hunne vervolgers, op de bladeren der nabij staande stokroos, op den grond en een anderen boomstronk. Van een boomtak ziet een vos naar een balf geschoren leeuwhondje, dat in behaaglijke rust voor de voeten der Moeder Gods uitgestrekt ligt. Dit hondje krijgt veelvuldig bezoek en zijne gelijkmoedigheid wordt ecnigermate op de proef gesteld. Een vroolijke vlinder kruipt op zijn rug rond; een onbescheiden schalebijtor tracht zijne horens naar hem uit te steken; eone slak sluipt van achteren toe en oen schoenlapper legt eveneens zijn bezoek al. Aan den anderen kant der onbevlekte Maagd, onder een boog opgeschoten leliestam, zit een papegaai die, in beschouwing verzonken van het wonder om hem heen, zijne spraakzaamheid schijnt opgegeven te hebben. Ter rechter zijde vloeit eene beek, die niet minder levendig is. Een krab, een kikvorsch en eene watertor kruipen er juist uit, om ook van bun kant der Koningin dos Hemels on der aarde hunne hulde te brengen. In de verte zwemmen twee ganzen, nog zonder begrip van het heilige, en een

-ocr page 101-

8',)

ooievaar wandelt aan den oever, op buil loerende, rond. Waar eenc rivier is, daar is natuurlijk ook een molen, en waar die is, daar ontbreken de beladen ezels niet den drijver niet. Uit den molen komt juist de heilige josek terug, de trouwe verzorger, reeds in de verte den hoed in de hand houdende. De geurige achtergrond met bergen, hoornen, wateren, steden en gehuchten is, als het ware als herinneringsbeelden in het hoofd der peinzende maria, vol tooneelen uit liet naast verledene: de aankondiging des engels aan de herders en de aankomst der heilige drie koningen, die in drie prachtige treinen met groot gevolg-naderen en juist op het punt zijn, zich te vereenigen. Ue ster schittert nog hoven het hoofd der heilige Moeder Gods.1)

iiiï

l'iii i

'■M

'i :

Wonderbeelden der onbevlekte ontvangenis.

MARIA VAN PÖTSCII IN DE ST. STEPIIANUS-KERK TE WEENEN.

(Uit: Dc maru-vcrhalen in Oosteurijk, door j. p. kai.lenbach.)

Dit beeld, dat op eenc houten tafel eenvoudig met kleuren ontworpen was, werd in het palatinaat Szabolcs, gelijk men in het koninkrijk Hongarije zekere districten pleegt te noemen, in een dorp met name Putsch, en hier in de Grieksch-geünieerde kerk zeer weinig opgemerkt en vereerd, wijl die kerk in den drang der krijgsgevaren den bewoners meer tot berging hunner have, dan lot veelvuldige godsdienstoefeningen moest dienen. Maar toch vierde men op bepaalde tijden bet Misoffer, waarbij op een Zondag, die den k November 1090 inviel, onder de aanwezige godvruchtige parochianen een boer, met name michaël cöry, menigvuldige tranen uit de beide oogen der afgebeelde maagdelijke Moeder Gods helder en klaar zag uitvloeien.

Sh %

i ;■ 11

UM'' |üi'■ M • ■'!' ff ,,;i! ': ï

i i i ii I ( '

i

'j Die handtcckcning van aibrecht miuer is door af.gidius sauku.eh lot eeue bevallige gravure verwerkt.

; quot;ï?

-ocr page 102-

90

Met groote verwondering over die ongewone gebeurtenis verzocht hij ook anderen, op te zien en op te letten, oi' zij niet ook hetzelfde opmerkten, en die allen bevestigden de waarheid der helder en klaar afvloeiende tranen. 'Ier verdere bevestiging heelt genoemd beeld bijna veertien dagen lang onophoudelijk veelvuldige tranen uit de genaderijke oogen gestort, welke duidelijk door den vermelden boer bemerkt zijn. Ongetwijfeld op goddelijke ingeving is deze ook diezelfde geheele maand, en later nog in December dikwijls in dit godshuis verschenen, en heeft hij opgemerkt: dat het vermelde beeld wel de tranen voor een tijd inhield, maar daarop weder zoo rijkelijk stortte, dat zelfs een aan het beeld bevestigde linnen doek menigmaal bevochtigd en nat geworden is. Uit aanmerking daarvan en om zich van de waarheid van het weenen te verzekeren, heeft hij inzonderheid de gesteldheid der tranen willen onderzoeken, en na genoegzame zorg bevonden, dal zij zich, even als andere ware menschentranen, in het gelaat des beelds wit vertoonden, maar onder het afdruppelcn over het gansche beeld helder en doorschijnend de verschillende kleuren er van ontwierpen. En dit merkte de eenvoudige, en daarom ongetwijfeld van God en maiua beminde boer lol op hel hoog-heilije feest der onbcvleklc onlvanrjcnis van maria , zijnde don 8 December van genoemd jaar 1696, waarna hij niets meer bespeurd en gevoeld heeft.

De mare van deze zoo wonderbare gebeurtenis verbreidde zich spoedig door de gelieele streek, zoodal niet alleen een groot aantal inwoners toesnelde, om met eigen oogen te zien; maar ook velen de werkelijk afvloeiende tranen in zijden, linnen en andere doeken opvingen en eerbiedig als een ongemeen kostbaren schat medenamen. Onder dezen was ook graaf ,)oii\nn andreas van corbelli, keizerlijk generaal, met een groot gevolg van officieren en beambten, welke getuigt: »Ik, joiiannes andreAs graaf van corbelli, kamerheer van Zijne geheiligde K. K. Majesteit, generaal-veldmaarschalk-luitenant, overste van een regiment kurasiers

-ocr page 103-

01

ea iu het koninklijk Oppcr-Hongarije aan deze cn gene zijde der Theisz generaal-kommandant enz., maak allen, wie er aan gelegen is, op mijne Christelijke trouw en op den eed, waarmede ik mij aan Zijne geheiligde keizerlijke Majesteit verbonden heb, bekend en openbaar, dat ook ik, na vernomen te hebben, dat het beeld der zaligste Maagd Maria, in het Rutheensche kerkje van de plaats, Pötscli genoemd, tranen stort, uit eerbied om hel te zion, met eene menigte zoowel militaire officieren als burgerlijke bo-ainbten van het palatinaat Szaboles daarheen gegaan ben. Toen ik er kwam, belijd ik': dat ik met mijne oogen het beeld der zaligste Maagd mahia heb zien weenen, en wel dat het onder de laatste Mis bij de conseralie veelvuldige tranen stortte. Na het einde der Mis heb ik eigenhandig de aldruppelende tranen met een doekje afgeveegd, aan welk doekje zich nu nog de sporen der tranen vertoonen» En daarna heb ik, om allen twijfel weg te nemen, het genoemde beeld lalen afnemen en vóór alle aanwezenden, zoowel Katholieken als niet-Kalholieken, ten namvkcurigste onderzoeken, of er geen bedrog onder schuilde. Nadat dit onderzoek gedaan en niet de minste grond tot twijfeling gevonden was, heb ik het eerbiedig weer op zijne plaats gebracht, en allen, die aanwezig waren, hebben het een-stemniig als een groot wonder Gods erkend. En dit is gebeurd den 8 December, op hel feest der onbevlekte ontvangenis der zaligste Maagd jiaiha. Ter bevestiging hiervan heb ik dit mijn schriftelijk getuigenis gegeven. Tokai, den i Januari 1097.quot;

In het jaar 1097 werd hel wonderbeeld van Pötsch naaide keizerlijke Favorita Ie Weenen overgebracht, en van hier den 7 Juli in de hof-parochiekerk der Augustijnen geplaatst, waar het door hare Majesteit de lloomsche keizerin zeer kostbaar met diamanten cn edelgesteenten gelooid is. Later werd het in eene volkrijke processie naar de St. Stcphanus-domkerk overgeplaatst. Die processie hebben de beide keizerlijke Majesteiten met hunne kinderen bijgewoond, en

-ocr page 104-

het wonderbeeld werd bij (Jen heiligen stkpiianus op hel gereed gemaakte altaar naast de schatkamer ter openlijke vereering voor het volk ten toon gesteld.

i)k MADONNA 1MMACULATA TE NAPELS.

(Uit; Stemmen uit liomc vau do Bencdictijncn iu het St. 1'aulus-kioostcr.)

De heldere morgengroet dor klokken van Napels was nog niet weggestorven, toen een leekebroeder van het St. Severinus-gasthuis, waarin ik als Benedictijner monnik gastvrij was ontvangen, met een vromen zegenwensch in mijne cel trad en mij vriendelijk verzocht, in de kloosterkerk de vooral Zaterdags en Zondags veel bezochte vroegmis te lezen. Dit verblijdde mij te meer, wijl ik daardoor gelegenheid had, mijn uit de verte medegebrachtcn harte-vvensch te bevredigen en aan het beroemde vwonderaltaar der onbevlekte Maagd mariaquot; of der zoogenoemde »Immacolata di San Severinoquot; de Mis te bedienen.

Ik volgde dadelijk den trouwhartigen broeder door den stillen kloostergang naar de sacristie, die volkomen bij het prachtige gasthuis pastte, en, met de priesterlijke gewaden bekleed, naar het genoemde altaar, om hetwelk hel volk, dicht opeengedrongen, op de viering van het hoogheilige Offer wachtte. Het gezicht der ongeveinsde, innig geloovigc godsvrucht van de omstaande menigte, hot hooien der mij geheel nieuwe wijze van den heiligen rozekrans te zingen in regelmatige, levendige en bijna oostersche melodieën, maar bovenal het optreden voor dat, door lallooze wonderen verheerlijkte, ongemeen liefelijke wonderbeeld der onbevlekte Madonna met hel kindje jezus, moest aan mijne ziel vleugels verleenen en in haar onuilwischbaar verheven indrukken nalaten.

Aan do hooge vereering, welke de onbevlekt ontvangen Moeder Gods op deze plaats van vreemdelingen en inboorlingen geniet, schonk paus pius ix in hel jaar 1849

-ocr page 105-

daardoor ecnc vrome uildrnkking, dat liij zolf er eene bedevaart heen deed en liet wonderbeeld met eene kostbare zilveren kroon looide.

En met betrekking- tot de vele gunstbewijzen, met welke de lieer bet kinderlijke vertrouwen op Zijne goddelijke Moeder te dezer plaatse beloont, zij een treffend voorbeeld uit het jongst verledene voldoende.

Toor jaren iiad een algemeen geacht kapelmeester te Napels eene bedenkelijke oogkwaal gekregen, die ten laatste, alle geneeskundige pogingen trotseerende, de volkomen vernietiging der gezichtszenuw ten gevolge had. Na deze bezoeking leefde de blinde langen lijd in diepe smart, hoewel berustende in de geheime raadsbesluiten der goddelijke Yoorzienigheid. Nu voelde zich vóór omstreeks drie jaren de deelnemende en over bet lot van haar man ontroostbare vrouw op eens aangespoord om, vol vertrouwen op de iilhiljt der zieken quot; voor dat wonderbeeld een gebruikelijk gebed te verrichten. Terwijl nu nog vóór het einde der bepaalde bededagen de gade op een morgen voor bet wonderbeeld, naar Katholiek gebruik een kaarsje ofl'e-rende, bad, geschiedde het, dat de blinde vader le huis zijn klein dochtertje op don schoot nam en met bedrukte, weemoedige ziel in de woorden losbarstte: «Ach, dat het mij toch vergund ware, u , mijn dierbaar kind, nog eens met lichamelijke oogen te zien! O Madonna immacoiata!quot; vervolgde hij, «smeek dit voor mij van uw Zoon af!quot; Nauwelijks was de bede over zijne lippen, of er drukt hein iets, als wordt de akelige sluier door eene onzichtbare hand van zijn verduisterd oog weggetrokken; •— hij ziet, slaat de oogen op, aanschouwt zijn kind en, overmand van blijdschap en verrassing, zinkt hij onder een tranenvloed op de bevende knieën neer. De verrukking der terugkeerende gade kende geene grenzen, toen zij den blind acbtergelatene met weder bezielde, van blijdschap stralende oogen zonder gids naar zich zag toekomen en weenend aan hare borst vallen. De godvreezende kapelmeester wist in weinig dagen

-ocr page 106-

9/1-

de dcgelijlcstc muziekanten der hoofdstad, zijne oude vrienden, over te halen, en met ininnc hulp, onder den toevloed eener tallooze, diep geroerde volksmenigte eene waarlijk grootsche Dankmis uit te voeren.

de verzoening i!u de ontheiliging van een mauiakeeld.

(Uit het bovengenoemde werk.)

Daar hel ongeloof meestal zijn grond heeft in een verdorven hart en een onzedelijk leven, is het licht te begrijpen, waarom het datgeen, wat de Kerk van )-gt;de onbevlekte onl-vancjenisquot; en nde ongekrenkt maagdelijke reinheidquot; der heilige Moeder Gods leert, stuitend en onverdragelijk vindt — als een bestendig, voortdurend waarschuwend verwijt.

Is het dus te verwonderen, dat het tegen de Reine, aan wie de eene groote, wonderbare daad van genade der goddelijke wijshgid verwezenlijkt werd, met eene soort van duivelsche woede en dolheid strijd voert, dat hel haar met walgelijken spot tracht te onteeren, met vuilen smaad te beschimpen, met vuigen, onrcinen laster te bedekken.

Maar wat anders met woorden geschiedt, dat geschiedde Ie Ravenna in Italië met de daad; wat anders tegen den persoon der allerzaligste Maagd mar ia geschiedde, dat werd hier door de hand der ruwheid aan haar beeld gepleegd. Het werd met geweld misvormd, vuil gemaakt, ontheiligd!

Op bevel des aartsbisschops ciiiarissimo falconiëiu werd het beeld dadelijk afgenomen. De smart en ontzetting, de wrevel en toorn over eene zoo ongehoord vermetele euveldaad waren algemeen. De openbare ergernis, ten aanzien der stad en des bisdoms gegeven, mocht noch voor God, noch voor de menschen onverzoend blijven.

De kerkelijke verzoening nam de trouwe, onschuldige opperherder op zich, die genoeg grootheid van ziel bezat, om zich zeiven als verzoenend reinigingsoffer in de diepste nederigheid den Heer te brengen.

-ocr page 107-

95

Openlijk was de wandaad gepleegd, openlijk moest ook de afbede zijn.

Aan de gaasclie gemeente werden drie zoendagen voorgeschreven, onder streng vasten en onlliouding van vleesch-, eier- en melkspijzen, en cene processie door de hoofdstraten der stad verordend 011 uitgevoerd.

Een vreeselijk ernstige boetgang was het, gelijk hemde Kerk, sedert de dagen van den heiligen karel dorromaeus, den grooten aartsbisschop van Milaan, nauwelijks meer gezien had; de vrouwen in zwarte, de mannen in donkere kleeding, met betraande oogen, smartelijk naar den grond geslagen, nu in stille, dan in hall'luide gebeden hunne klachten ten hemel opzendende. In aller midden — de bisschop blootsvoets, als iemand, die in armoede en vernedering den lijdenden Heiland op den kruisweg volgt, in een harden boetzak, als een strenge boeteling voor de misdaad van anderen genoegdoende, mot den strik om den hals, zich als zondaar belijdende, die zijn leven verbeurd en verdiend heeft, aan den worgpaal te sterven. Hein omringen aan beide zijden de priesters, in de kerkelijke rouwgewaden, ernstig voortstappende, met treurig gelaat, met gebroken stem en diep weemoedigen toon rouwpsalmen zingende.

De indruk vermeerderde van dag tot dag.

Toen de rouwtrein op den derden morgen naar de hoofdkerk terugkeerde en de aartsbisschop zich voor de trappen dos altaars als zoenoffer nederwierp, was er niemand, die niet zijne oogen bedekte, niet met rouwmoedig hart de bitterste boottranen weende. De verzoening op den vollen dag, voor de oogen der stad, voor de gansche gemeente gebracht, verzoende en bevredigde Gods heilige stralge-rechtigbeid.

Maar des te wilder ontbrandde do onheilige toorn der goddeloozen.

Ook ditmaal had de schandelijke euveldaad, die het beeld en in het beeld het geheim der onbevlekte ontvan-

-ocr page 108-

or.

genis van maria toegedacht was, zich met hare gansche macht tegen de roekeloozen gekeerd; hel vuil, zorgvuldig van het beeld afgewasschen, droop op hen neer, do onreinheid bezoedelde hen, de walging en afschuw der wel-gezinden stortte zich op hen uit.

Dal duldde zij niet, do van God vervreemde, jonge beschaving; zij wrokte, knerste, schuimde; wraak zwerend beft zij de met vuil gevulde hand op nieuw op en strijkt er mede over een ander, in de nabijheid van het vroegere geplaatste Moeder Gods-beeld.

Dat verdroeg de aardsbisschop niet.

Op denzelfden morgen vergaderde hij de geestelijkheid en het volk en verklaarde: «dat hij het niet langer meer uithield, met zulke verdorvenheid samen te zijn — in dezelfde stad, binnen dezelfde muren, binnen dezelfde poorlen. Hij wilde bet bisdom verlaten, de gehoorzamen den lieer aanbevelende, de anderen, die niet naar zijne stem hoorden, aan het gerecht overlatende.

Toen de geloovigen die harde woorden hoorden, van welke zij wel merkten, dal zij geene ijdele bedreiging, maar het vaste, wel overlegde besluit uitdrukten, ontstond er onder hen een bidden en weenen, een smee-ken en snikken, dat ook wel een harder gemoed had moeten verwecken. Zijn heengaan toch zou wel eene straf zijn; maar die straf zou niet de schuldigen treffen, zij zon op hen vallen, op de onschuldigen. Den wolf zou het een lust zijn, eene kudde zonder herder, vluchtende en verstrooid, ten buit te vinden.

De bisschop, door die redenen, doch meer nog door de onweerstaanbare liefde verwonnen, kon niet anders, dan van zijn voornemen afzien; hij neigde zich diep ter aarde neer, den Heer onder heete tranen smeekende, dal hij den armen zondaar het geestelijke leven, cn hem, in diens plaats, den lichamelijken dood mocht geven!

-ocr page 109-

07

Kerken en kappellen.

dk schenking van een oratorium te cremona.

(Uit: Het geloot der heilige Kerkvaders aan mabia, de onbevlekt ontvangen Maagd, door pater aloys parodi.)

Slellige berichten uit do stad Cremona in Lombardije doen zien, dal in het jaar 780 de edele graaf uspinello van summo in cone plaats van zijn gebied, 1'ievc d'Ottoville genoemd, aan de grens van hel, bisdom Cremona, een «openlijk Oratorium der zaligste Maagd en Moeder Gods Maria zonder erfzonde ontvangenquot; gebouwd heef!.

Dit Oratorium verkreeg nieuwen glans door een nakomeling en erfgenaam van den stichter in het midden der elfde eeuw. Hij schonk namelijk aan de kapel een zijner landgoederen, welks opbrengst de noodzakelijke uitgaven van den godsdienst moest dekken, die daar in den door hem voorgeschreven vorm ter eere der onbevlekte Maagd zon gehouden worden. Aangaande die schenking schreef hij eene oorkonde, die een zoo schoon en schitterend gedenkteeken van het geloof onzer voorvaderen aan en hunne vereering van dit geheim is, dat men een heerlijker noch hopen, noch redelijker wijze verwachten kan.

De oorkonde der schenking, welke don kanunniken en der kerk van de heilige maria door hugo van summo gedaan werd, luidt in uittreksel: »ln den naam der heilige en ondeelbare Drievuldigheid! — In liet jaar der mensch-wording van onzen Heiland jesus Christus 1047, in de vijftiende indictie, in de maand December, op bet feest van do heilige en onbevlekte ontvangenis dor zalige Maagd maria en Moeder Gods onzos Iloeren jesus Christus.

Ik, hugo van summo, zoon van graaf uspinello, door do genade Gods eerste priester van den kardinaalsrang dor kerk van Santa maria en Moederkerk van Cremona, scholasticus en bibliothecaris, die erken van geboorte naar de wet der Longobarden te loven, hob door doze tegenwoordige

A- Ilungari. Ave-Maria-KIokje. 1* *7

-ocr page 110-

98

oorkonde lol dc aanwezen den gezegd: Terwijl de door God geschapen en door jezus ciiiustus verloste mensch op deze wereld leel't, is iiij gelukkig, indien hij zich uit de vergankelijke goederen dezes levens schallen voor het eeuwige leven verzamelt, en door aardsche zaken verdient, eene eeuwige belooning te verwerven, wanneer hel den lieer behaagt, hem tul deze wereld weg te nemen. Daarom ben ik, iiur.o van summo bovengenoemd, er op bedacht, ie gelasten en te bepalen: dal — van dit leest der heilige en onbevlekte ontvangenis der zalige Moeder Gods mama af — ten eeuwigen tijde mijn landgoed, benevens het huis, de tuin en de wijnberg met alle toebehooren, dal ik bezit, gelijk bekend is op de plaats en den grond, en hetwelk Borlenga heet, aan dc overzijde der Po — ten nutte en eigendom zijn en blijven zal van hel mij toebchoorende Oratorium, dat men ziet en dal gebouwd is op dc plaats en den grond, Pievo d'Otloville genaamd. Verder: het mij toebehoorende Oratorium zelf schenk ik en geef ik in eigendom, met recht en macht daarover,—uil mijne vroomheid en godsvrucht, tol zaligheid mijner ziel en lol gezegend aandenken aan mijne ouders, — aan mijne eerwaardige Broeders van den kardinaalstand der reeds genoemde Moederkerk dezer stad, zoodal het voor altijd met recht en en macht aan de bovengenoemde Moederkerk en hen toebehoort. -— ik wil bovendien, dat mijne reeds genoemde Broeders-kardinalen binnen den tijd van twee jaren, juist van dit feest afgerekend, uit onvergankelijk hout of marmer een uitstekend eu schoon standbeeld voor gezegd Oratorium laten vervaardigen, dat diezelfde heilige maria , onze Moeder, moet voorstellen •— met twaalf sterren gekroond, met de zon en dc maan onder haar ruimen mantel, met de oude slang aan hare voeten, tol welke God in hel aardsche paradijs gezegd heeft: »lk zal vijandschap zetten lusschen u en die vrouw, lusschen uwe nakomelingschap en hare nakomelingschap, zij zal u den kop vertreden en gij zult hare hielen belagen!quot; Ik wil: de slang zal zoo worden

-ocr page 111-

voorgesteld, dal men haar vergeefs haar onraachüg gift ziet uitspuwen en de zalige Maagd haar niet haar sterken voet den schandelijken kop vertreden, gelijk het haar betaamt, die door de genade haars Zoons vroeger dan dc overigen verlost en van de vlekken der erfzonde bewaard werd, en naar lichaam cn ziel altijd rein en onbevlekt is geweest. Nog bepaal ik: dat elk jaar op hot feest der onbevlekte ontvangenis der zalige Moeder Gods in betzelfde Oratorium bij de heilige Mis dc lampen zullen worden aangestoken, den ganschen dag twaalf kaarsen branden en het loflied zal worden gezongen.quot;—

De lofzang, in de bovenstaande schenkings-oorkonde voor genoemd hoog feest bestemd, luidt:

//Caudidissima uti lilia Salve aetemi Patris filia!

Salve mater lledemptoris,

Salvo sponsa Spiatoris:

Sine macula cöncepta.

Salve Triadis electa Salve mferni victrix as pi din Ejus expers sola euspidis Salve Triadis electa,

Sine macula concepta!quot;

//Leliereine Dochter des eeuwigen Vaders, wees gegroet! Moeder des Verlosser, wees gegroet!

Bruid des Heiligen Geestes, wees gegroet Onbevlekt ontvaugene, uitverkorene der Drieëenlieid, wees gegroet! O ver winnares der helsche slang, haar beet alleen ontkomen , wees

gegroet!

Onbevlekt ontvangene, uitverkorene der Drieëenlieid, wees

gegroet!quot;—

De bedevaart-kerk tc Ilardcubcr»;.

(Uit: Gcschicdenia van hot wonderbeeld te Hardenberg.)

Twee uren van de stad Elberfeld in Rijn-Pruisen ligt in een eenzaam, liefelijk dal het oude kasteel Hardenberg met zijne vier slottorens. Daarnaast staan kleine rijen huizen,

-ocr page 112-

400

cn onder deze de eerwaardige bedevaart-kerk van Onze Lieve Vrouw der onbevlekte ontvangenis cn het daarbij zicli verheffende kloostergebouw. Deels over den straatweg, deels langs eenzame paden stroomen, dikwijls na eene lange, vermoeiende reis, vrome scharen pelgrims met hóóg-fladderende vaandels onder gebed en gezang eerbiedig — jaar uit jaar in — naar die wonderplaats.

De kerk staat op een ruim plein, is lang cn hoog gewelfd, doch slechts van een kleinen klokketoren voorzien. Treedt men binnen, dan bemerkt men links eene zeer lieve kapel en op een schitterend marmeren allaar in veelvuldigen tooi, omringd van sierlijke lampen en zware offerkaarsen, liet miraculeuze wonderbeeld in eene prachtige lijst, maria is afgebeeld in hare onbevlekte ontvangenis. In onbeschrijfelijke godsvrucht, met gevouwen handen, de blikken ten hemel geslagen, staal zij op de maan, van welke eene slang dood bij hare voeten neerhangt. Op haar hoofd prijkt eene kroon van twaalf sterren. Vóór haar zitten op de wolken twee engelen, die haar leliën en rozen aanbieden, ten einde hare onbevlektheid en den geur barer deugden aan te duiden.

Hier is dus eene plaats, waar inzonderheid cn — zoo veel men weet •— voor de eerste maal in een wonderbeeld het geheim der onbevlekte ontvangenis van maria aan de Katholieke wereld ter vereering is voorgesteld, cn waar zooveel Christenen reeds door de voorbede Onzer Lieve Vrouw mood ontvangen hebben ter overwinning in hunne bekoringen en strijden, geruststelling in hunne angsten cn zorgen, troost in treurigheid, verzachting in lijden, hulp in hunne nooden en genezing van hunne ziekten.

Deze wonderkerk ter cere van het genaderijke geheim werd gebouwd door de vrome weduwe van den Katholiek geworden vrijheer skusmund van hardenbeiu;, en in het jaar 4070 werd zij ter eere der heilige moeder anna ingewijd. In het jaar 1680 bouwde hare dochter Isabella, gehuwd met den vrijheer van wendt, het Franciscaner klooster ter waarneming van den godsdienst. Maar nog bevond zich in de kerk niet het wonderbeeld.

-ocr page 113-

101

En hoe hel (laar gekomen is, zal nu verhaald worden. Omstreeks het jaar 1680 leefde in het Franciscaner klooster te Dorsten een vroom priester, pater antonius schirley, vikaris des kloosters, geboren ie Haldern. Hij had in zijne cel een beeld, dat Onze Lieve Vrouw onder het geheim der onbevlekte ontvangenis voorstelde en daarom door hem recht innig bemind en vereerd werd. Reeds sedert ecnige jaren placht hij 's nachts voor en na het koorgezang voor dat beeld knielend zijn gebed tot de onbevlekte, zonder smet der erfzonde ontvangen Maagd Ie verrichten. — Het was in September lü80, toen hij, juist gedurende de stilte van den nacht vurig voor het beeld biddende, duidelijk de woorden hoorde: «Breng mij naar llardenberg, daar wil ik vereerd worden!quot; — In den volgenden nacht hoorde hij dezelfde aanmaning met de bijvoeging: «Binnen anderhalf jaar zal een groot vorst doodelijk ziek worden, en niet eer genezen, voordat hij eene gelofte naar llardenberg doet, en die zal mij daar een klooster bouwen; schrijf dat den pater, die thans den bouw begint!quot; — In den derden nacht, toen de monnik vol heiligen eerbied nog inniger bad, herhaalde dezelfde stem de reeds gegeven twee bevelen, cu gaf levens eene soort van godsdienstoefening op, die gehouden moest worden: «Gij zult mijne Novene beginnen, dat is op negen Zaterdagen God hel heilige Misoffer brengen tot dankzegging voor mijne onbevlekte onlvangenis!quot; — üe godzalige priester schreef nu aan pater kaspaii te llardenberg, dal hij toch wegens eene hoogst gewichtige aangelegenheid ten spoedigste naar Dorsten zou komen. Dit geschiedde ook, en zijne verbazing over de hem medegedeelde gebeurtenis was groot. De beide mannen beraadslaagden lang, wat hier gedaan moest worden. Zij meenden, dat de tijd nog niet gekomen was, om het beeld naar llardenberg te brengen; zij wilden vooral' nog recht innig bidden, om Gods raadsbesluit ter eere der onbevlekte Maagd nog beter te verstaan en in eene zoo gewichtige zaak niet te dwalen. Pater antonius begon nu de bevolen Novene

-ocr page 114-

tc verrichten. En paler kaspar vertrouwde op zijne terugreis het geheim aan meerdere hoog aanzienlijke personen, om later, als alles zou uitkomen, vertrouwde en geloofwaardige getuigen te hebben, die de gedane openbaring bevestigen konden.

Toen werd in het volgende jaar 1681 in de maand Juli op het residentieslot Nonhaus bij Paderborn de vorsl-hlsscJioji ferdinand van fuhstenderg ziek. Deze was een groot vorst, een waardig bisschop, een meester in geleerdheid; zijn roem weerklonk door alle landen. Na God beminde en vereerde bij zeer bijzonder Onze LieveVrouw; op hare voorbede stelde hij altijd zijn vertrouwen; tot haar sprak hij altijd als een zoon tot zijne Moeder, en op hare feestdagen reisde hij altijd naar Paderborn, om daar den godsdienst der Broederschap van maria bij te wonen. De ziekte, die hem getroflen had, was zoo gevaarlijk, dat men aan zijn herstel wanhoopte en hem reeds als aan den dood vervallen beschouwde. Op dien tijd was het, dat pater ANTONius het Mariabeeld naar Hardenberg zond met een brief aan pater kaspar, waarin hij schreef: «Thans is de tijd gekomen, dal God zijn icerk openbaar v.al maken, en het dikwijls verlangde beeld moge met den meest schuldigen eerbied bewaard worden.quot; Wijl de abt des kloosters te Werden, aan wien pater kaspar eveneens het geheim toevertrouwd had, het beeld vurig wenschte te zien, bracht genoemde pater het tot hem. Maar nauwelijks was het vermelde beeld naar Hardenberg teruggebracht, of het denkbeeld kwam bij den abt op: of niet de ernstig ziek geworden vorst-bisschop ferdinanü van furstenberg die vorst zou zijn, van wien de openbaring gezegd had, dat hij niet eer genezen zou, dan nadat hij eene gelofte naar Hardenberg deed en aldaar het klooster bouwde.

Met liet innige verlangen en de stellige hoop, dat hij een zoo hoogwaarden vorst en bisschop door de voorbede van Onze Lieuve Vrouw nog langer in het leven zou behouden, snelt hij van Werden naar de residentie Neuhaus,

-ocr page 115-

103

JJquot; w

If I:

krijgt daar audiëntie bij den vorst-bisschop, verhaalt hem, wat er met het beeld der onbevlekte ontvangenis van maria. is voorgevallen, cn hoe misschien de lieve God besluiten zal, op de afgebeden voorspraak der onbevlekt ontvangen cn altijd onbevlekt gebleven Maagd maria — hem het leven hier beneden nog te verlengen. Met groote opmerkzaamheid en diepe ontroering verneemt de vrome zieke deze blijde tijding en antwoordt: »Heer prelaat, wel heb ik reeds alle menscbeiijke en geestelijke middelen aangewend, doch vergeefs; maar nu lioop ik ojgt; do voorbede der onhe-vlekl onlvanjen Maagd en Moeder Gods maria gezond te worden. Als ik die genade werkelijk verkregen heb, dan zal ik ook de aan den priester gedane openbaring vervullen, alsmede het klooster te llardenberg laten bouwen,quot;

Reeds den 2 Augustus, die een Zaterdag was, werd cr mede begonnen, cn de eerste heilige Mis ter cere der onbevlekte ontvangenis voor den zieke gelezen. Toen nu de vorst-bisschop door een snelbode hiervan bericht kreeg, deed hij den 5 Augustus, op welken dag het feest «maria Ier sneeuwquot; gevierd wordt, in tegenwoordigheid van zijn biechtvader en verscheidene personen luide en schriftelijk de gelofte: )gt;na verkregen gezondheid naar llardenberg te zullen gaan om daar God en der heilige Maagd openlijk zijn dank Ie brengen.quot; Van dien tijd af werd hij beter; ja er volgde spoedig daarop eene volkomen genezing van dien vromen vorst-bisschop tot roem der goddelijke Majesteit, ter eero van maria en Ier grootere uitbreiding van het geloof aan het geheim der onbevlekte ontvangenis der Moeder van den Verlosser der wereld.

Door de milde voorspraak Onzer Lieve Vrouw van de onbevlekte ontvangenis te llardenberg was de vorst-bisschop

iiii

i ■Ipipt life if ■

BH j, Iiii ï l|amp;

iü 1 n .

Ferdinand van furstenrerg gezond geworden; maar het wonderbeeld zelf had men nog niet in de kerk aldaar geplaatst. Thans verscheen de tijd daartoe.

Van nabij en van verre weerklonk reeds de mare van het wonderbaar beeld, en nu schonk het hoogwaardigste

. ' af S;

' ' In- •' m mid1

'Villji. I'K

! li : lm.

-ocr page 116-

104

Ordinariaat van Keulen verlol': dal het Moeder Gods-beeld van de onbevlekte ontvangenis ter algemeene vcrcering te Hardcn-berrj mocht ten loon gesteld worden. — fie godvreezende abt van Werden wijdde hel beeld en plaatste hel, toen tol algemeene blijdschap op bet altaar. — En ook de volkomen genezen vorst-bisscbop draalde nu niet, zijne gelofte te vervullen. Den 25 October des jaars 1081, opeen Zaterdag, kwam hij 's morgens vroeg te Hardenberg, en op denzelfden dag verscheen aldaar ook de vrome hertog wilhelm van (ïulik-berg , om eveneens het wonderbeeld te vereeren. De vorst-bisscbop vierde eene plechtige Mis en verkondigde daarop luide in tegenwoordigheid van eene groote volksmenigte en verscheidene heeren: «dat hij ten gevolge van eene gelofte hierheen gekomen was, om onze lieve, onbevlekt ontvangen Vrouw en Moeder voor de gezondheid te danken, die zij met hare milde voorspraak bij God bewerkt had.quot; En eindelijk beval hij, dat op zijne kosten oen klooster te Hardenberg zou worden gebouwd.

En het volgende jaar deed do erfprins van Gulik-Berg met zijne gemalin cn het gansche bof eene bedevaart naar Hardenberg, en liet toon eene kapel in de kerk bouwen en een schoon altaar van marmer oprichten, waarop thans bet wonderbeeld prijkt; en de hertogin schonk op hetzelve eene uil goud en zilver rijk cn kunstig gedreven stolling of een kastje, waarin op hooge feestdagen ofbijbedevaart-proccssiën het wonderbeeld ter openlijke vereering ten toon zou worden gesteld.

Van dien tijd af namen de bedevaarten naar Hardenberg, zelfs uit ver gelegen streken, altijd meer toe. In het algemeen kunnen er in de eerste tijden elk jaar wel omstreeks 20,000 personen verschenen zijn.

In den laalsten tijd vermeerdert van jaar tol jaar de aandrang des volks; want groot is bet vertrouwen op de moederlijke voorbede der onbevlekt ontvangen Hemelkoningin maria , welk vertrouwen reeds zoo dikwijls op hel heerlijkst verhoord is.

-ocr page 117-

TWm

I or.

De kapel in liet Zillerdal.

(Uit: De pelgrim door Tirol.)

Nauwelijks een kwartier mirs gaans van Fügen in liet Zillerdal slaat op de hoogte van den zoogenaamden »Maria-bergquot; een bevallig rond kerkje —■ »ter cere der onbevlekte ontvangenis van maria.quot;

Het werd in het jaar 1730 door kakel ferdinand, graal' van Fieger, met ondersteuning uit de kas der Mijn-werkers-Broederschap gebouwd en van meerdere gefundeerde missen voorzien.

Eiken Zaterdag, en bovendien nog menigmaal in het jaar, worden daar heilige Missen ter viering van dit hoogheilige geheim gelezen cn bezoeken door vrome naburen algelegd.

f :■« , i Wil i

He Orde der Onbevlekte Oiitvaiigenis.

(Uit; De drievoudige kroon der zaligste Moeder Gods, door pater K. PolltÉ.)

Toen koningin Isabella met juan n, koning vanCastiliö, huwde; nam zij in hare hofhouding, onder meerdere dames en jonge dochters, ook de zuster van den godzaligen graaf amadeus, met name Beatrix op, eene maagd, die luiiteu hare hooge geboorte zulke zeldzame gaven van schoonheid naar lichaam en geest bezat, dat niemand haar zonder de grootste deelneming kon aanzien. In korten tijd maakte zij zulk een indruk op alle beambten aan het hof, dal do koning en de koningin daarover ongerust werden. Koningin isabella ging zoo ver, dal zij Beatrix in een zoo nauw vertrek deed opsluiten, dat zij bijna niet als mensch leven kon.

Toen nu Beatrix zich in dien onbeschrijfelijk treurigen toestand zag, nam zij in het gebed hare toevlucht lot maria, de Moeder der barmhartigheid, cn beloofde haar, dal, indien deze hare onschuld beschermde en haar uit

i |||li 'twl

llpl : kWt

-ocr page 118-

10(i

dit ongeluk bevrijdde, zij nooit een anderen echtgenoot wilde hebben, dun haai' innigst gelielden Zoon jezus Christus, dien zij in eeuwige maagdelijkheid dienen zou,

In den volgenden nacht vertoonde zich de heilige Maagd Maria aan haar, in een schoon, wit kleed onder haar grooten blauwen mantel, en beloofde der vrome lijderes haar bijstand.

Inderdaad, na drie dagen beval de koningin, haar in vrijheid te stellen, waarop reatrix haar te kennen gal': wdat zij Christus en zijner gebenedijde Moeder bestendige maagdelijkheid beloold had, en dat zij hare Majesteit om ontslag uit haar dienst verzochtquot; De koningin, inziende, hoe gevaarlijk hare schoonheid haar in de wereld worden kon, verheugde zich zeer over dit besluit en stond haar dadelijk haar zoo deugdzamen wensch toe.

Beatrix ging nu, reeds na drie dagen, in een klooster van den heiligen renedictus in de stad Toledo, waar zij veertig jaren doorbracht, zonder ooit een wereldlijk persoon te zien — buiten de koningin en de dochter van deze.

Zij vereerde zeer bijzonder )gt;dc onhevlehle oiUvanijenis van mariaquot; en had niets geringers op het oog, dan eenmaal eene Orde te stichten, wier eigenaardig doel het zijn zou, dat heilige geheim le vereeren. Zij deelde ook haar plan aan koningin Isabella mede, die er zooveel genoegen over betuigde, dat zij haar alle mogelijke ondersteuning-beloofde: slechts moest zij deze hoogst gewichtige zaak God en der genaderijke Maagd ten dringendste aanbevelen. Beatrix deed dit en ontving den zegen van hoven op hare onderneming. Op verzoek van koningin Isabella schonk paus innocentius viii zijne goedkeuring aan de Orde onder den titel nier Onbevlekte Ontvangenis van maria.quot;

Toen de koningin de pauselijke brieven ter stichting dezer nieuwe Orde en met name van het eerste klooster liet komen, wilde het ongeluk, dat hij, die ze bracht, ze inde zee liet vallen. Maar op het oogenblik, dat dit gebeurde, bladerde Beatrix in de papieren, die zij in hare

-ocr page 119-

1(17

kamer had, en zie! ondei' die papieren bevond zich de brief van den paus, dien hel water had medegevoerd. Dit vervulde niet alleen het huis, maar ook het hol' en de geheele slad met verbazing; zoodat de bisschop van Cadix, overeenkomstig het bevel, door den aartsbisschop van Toledo deswege gegeven, dien brief des pausen plechtig in het nieuwe huis liet brengen, dat koningin isaüella voor het nieuwe klooster geschonken en ingericht had.

Beatrix betrok dan in het jaar '148/i met twaalf maagden genoemd huis, om het leven naar de voorschriften van «de Orde der onbevlekte Ontvangenisquot; te beginnen. De heilige Maagd had haar het kleed getoond, waarvan zij zich bedienen moest, en deze droeg bet zelve, toen zij haar verscheen, liet waren een wit kleed, een wit scapulier en een blauwe mantel, waarover een beeld der heilige Maagd, die haar Zoon in de armen had, met sterren bekroond en van de zon omschenen was. Men gaf aan de nonnen ook een bijzonder getijdenboek, dat, buiten de Zon- en booge feestdagen, enkel het «Officie der onbevlekte ontvangenisquot; bevatte.

Tien dagen na bet aannemen van dit kleed ging Beatrix reeds naar de bemelscbe woning over, terwijl baar geopenbaard was; dat zij slechts zoo lang in dit leven gebleven was, om een zoo heilig plan uit te voeren.

Na haar dood verscheen Beatrix in aller oogen nog veel schooner, dan zij ooit geweest was. En wat de bevalligheid van haar engelachtig gelaat ongemeen verhoogde, was eeno gouden ster, die er boven verscheen, en rondom lichtende stralen, welke tot waarborg strekten van de reinheid harer ziel, die dit liefelijkste lichaam bestierd had. ■— De vaders van den heiligen dominicus verlangden dringend naar het bezit van haar eerwaardig lijk; maaide aartsbisschop van Toledo wilde niet veroorloven, dat zij van de plaats verwijderd zou worden, waar zij door ecne zoo buitengewone leiding der goddelijke Voorzienigheid gebracht was.

-ocr page 120-

108

Kort daarop namen dc twaalf zusters, door bewerking van kardinaal frans ximenes, den regel der heilige clara aan, dien zij lot heden ook altijd behouden hebben.

Het Scapulier')

(Uit; Bericht der eerwaarde Vaders Theatijnen over het blauwe scapulier.)

Naar de verklaring van den heiligen alphonsus van liguoiu bestaat een der schoonste middelen, om der glorierijke Maagd maria voor hare «onbevlekte ontvangenisquot; zijn eerbied te betoonen, daarin: dat men zich van hel onder dien naam bekende «scapulierquot; voorzie. De pauselijke aflaten schrijven namelijk voor: dit scapulier moet van linnen stol' in hemelsblauw zijn, met eene beeltenis dei-Madonna, zoo als zij het kind jesus in de armen draagt.

Aangaande den wonderbaren oorsprong van dit blauwe scapulier, dat met dc stichting van de »0rde der Onbevlekte Ontvangenisquot; nauw samenhangt, valt te berichten:

Het genoemde scapulier werd der eerwaarde dienares Gods, der zusier ursula benicasa, stichteres van de Orde der Oblaten en der ïheatijneressen, den 2 Februari 1017, op hel feest van Maria Lichtmis, geopenbaard.

In ijver voor de verheerlijking Gods en de zaligheid dei-zielen ontvlamd, verdiende deze vrome zuster, in eene barer verrukkingen de allerzaligste Maagd maria te aanschouwen — in een ivil gewaad onder een blauw hulsel, in de armen bet kindje jesus houdende, dat zich aan haar klemde, en van eene schaar maagden vergezeld, die in gewaden van dezelfde kleur verschenen. En de Hemelkoningin sprak lot hare getrouwe dienares: «Droog uwe tranen, ursula, en de jubel der reinste blijdschap trede van nu af in de plaats uwer zuchten! Luister aandachtig

') In het „Kcrstklokjequot; komt het bericht voor over „dc wondermcdaillcquot; on dat over „de goudon Kroon der Onbevlekte Ontvangenis.quot;

-ocr page 121-

109

naar hclgeen u mijn innig geliefd kind .iksus, dat gij toch ook ais uwe liefde uitverkoren hebt, zeggen zal!quot; Na deze troostrijke woorden der Moeder begon de Zoon Zijn wil te openbaren. Hij beval uesula, cene kluis te bouwen, en daarin dertig maagden te vereenigen, om er onder den titel der «onbevlekte ontvangenis van mariaquot; in een kloosterkleed van dezelfde kleur en denzelfden vorm, als het thans Zijne gebenedijde Moeder droeg, in alle eenzaamheid te leven. Met dit hevel verbond Hij de belofte van zeer bijzondere genaden voor allen, die de levenswijze van dit nieuwe klooster kiezen zouden.

ursui.a zag met eenige smart, dat die genaden toch slechts tot een zeer klein getal beperkt waren, en bad de goede Moeder maria innig en nederig; zij mocht ze toch ook tot diegenen helpen uitstrekken, welke, al hieven zij ook in de wereld leven, eene oprechte vereering voor de onbevlekte ontvangenis zouden beloven, de plichten van hun stand getrouw vervullen en een scapulier van blauwe kleur dragen. En zij zag, dat haar wensch vervuld werd; want haar visioen bleef nog voortduren en zij ontdekte een groot aanlal engelen, die ijverig bezig waren, overal op aarde cene menigte blauwe scapulieren uit te deelen.

Paus Clemens x schonk hij Apostolisch schrijven aan de reguliere Thealijncr priesters de volmacht en het recht, die scapulieren van blauwe klenr te wijden en te verspreiden, en Zijne Heiligheid mis ix heeft in het jaar 1851 den generaal-superieur der reguliere Theatijner priesters volmacht verleend, die macht weer aan eiken orde- of wereldlijken priester over te dragen. De geloovigen kunnen dus aan alle met het scapulier verbonden aflaten, genaden en privilegiën deel nemen, als zij het van een daartoe ge-gevolmachtigden orde- of wereldlijken priester krijgen.

liet hoofddoel, dat de dragers van dit scapulier voor oogen moeten hebben, bestaat in het volgende: 1° Da^ men daardoor in den dienst der altijd onbevlekte en allerreinste Maagd en Moeder Gods maria treedt, welke dienst

-ocr page 122-

'110

daarin beslaat, dal men eveneens in navolging van haar een reinen en onbevleklen wandel leide; 2° dal men deel neeinl aan do aflalen der Vereeniging van dit scapulier; 3° dat men aandeel heeft aan alle gebeden en goede werken der Tbeatijnen. —

Eene Itroederschiii) welzijn der anuen.

(Uit : De drievoudige kroon, door pater f. poirk.)

In hel jaar 1500 stichtte de groole kardinaal ximenes, aartsbisschop van Toledo, in diezelfde stad de Broederschap «van de Onbevlekte Ontvangenis der allerzaligste Maagd maria.quot; Hel hoofddoel er van is, ter eere van dit genaderijke geheim den bedrukten in alle openbare en bijzondere nooden hulp te verleenen. — Van hel Allerheiligenfeest af tot de maand April gaan eiken nacht twee leden dier Broederschap met brandende kaarsen door de straten, om armen op te zoeken. Vinden zij er een, dan brengen zij hem naar hel gasthuis en laten hem van alles voorzien, wal zijne hulpbehoevendheid maar eenigszins vereischt.

I)c medaille.

(Uit: De Maria-prediker, door lodewijk oemminqku.)

Hel was op hel einde des jaars 1839, loen in hel groole hospitaal te Dijon in Frankrijk een grijsaard van ruim zeventig jaren den dood nabij was. iiij had met ware hartevreugde de gansche bloedige Revolutie van Frankrijk in zijde jeugd bijgewoond, daarin zijn geloof afgezworen en, gelijk zijn hoogst beklagenswaardige levenswandel getuigde, zelfs van de menschelijke waardigheid afstand gedaan, daar hij door zijne ondeugden tot dier afgedaald

-ocr page 123-

was. Zoo wegkwijnende werd liij in lid hospitaal gebracht., om daar te sterven.

liijna alle priesters der stad hadden reeds beproefd hem op betere wegen te brengen; doch allen vergeefs! Ge-heele nachten doorwaakte de barmhartige zuster gadiuele, die door haar vast vertrouwen op de voorbede van maria reeds zoo menigen verstokten zondaar in dit hospitaal bekeerde, aan zijne legerstede; op hare knieën liggende cn met opgeheven handen smeekte zij hem vurig, zich toch te bekeeren; uren lang sprak zij hem toe, weende cn bad onophoudelijk, doch niels hielp! Hoe nader de dood kwam, des tc verstokter scheen de arme zondaar te worden.

Toen nam de vrome zuster hare toevlucht lot haar laatste middel; zij vatte eene medaille van de onbevlekte ontvnmjenis van maria, leide ze hem heimelijk onder het hoofdkussen en stortte haar hart op nieuw in de zachtste vermaningen cn beden uit. Doch ook dit baatte niet; hij werd als woedend en wierp onder vreeselijk vloeken de medaille op den grond.

Bitter weenende verliet üabriijle den zieke; doch eer zij ging, riep zij nog met de gansche kracht barer stem: «Ik ga, maar de Moeder Gods blijft bij u!quot; (Hier meende zij de Moeder Gods-medaille.)

Die woorden brandden intusschen als een bliksemstraal op de ziel des stervenden; zij waren het laatste aankloppen der genade Gods aan zijn hart! — «De Moeder Gods blijft, bij mij! De Moeder Gods blijft bij mij!quot; zoo riep hij onophoudelijk, zoo herhaalde hij telkens onder zacht glimlachen, totdat bij in een vasten slaap viel. — Toen hij na eenige uren ontwaakte, riep iiij om de barmhartige zuster en tevens om een priester; »want,quot; zeide iiij, »de heilige Moeder Gods verscheen mij in den slaap — daar stond zij, daar, zeer dicht bij mijn bed en zij weende; en toen ik vroeg, waarom? antwoordde zij: »Om u!quot; — en ik moest ook weenen, als een kind, en het viel mij als schillen van de oogen, ik zag mijne ellende en erkende

-ocr page 124-

'112

mijne zonden; help dus, zusier gabriele , help, help, op-dal. ik biechten kan!quot;

En met den geest der ware boete ontving hij de heilige Sacramenten en stierf kort daarop rustig en met God verzoend.

De heilige Moeder Gods is met hare voorbede bij hem gebleven tot aan zijn laatste uurtje! —

merkwaardig- anagram.

(Uit; Christelijk-Kalholick magazijn. Munster, 3flc deel.)

liet merkwaardigste anagram (dat is — de verplaatsing van een woord ol' zin tot het daarstellen van een ander zinrijk woord ol' een anderen zin, die den eersten om zoo te zeggen glorie bijzet) is ongetwijfeld dat, hetwelk vóór de fraaie gymnasiaal-kerk te Meppen in het hertogdom Arenberg-Meppen boven de ingangdeur onder een standbeeld der heilige Moeder Gods in steen gebeiteld is en algemeen bewonderd wordt. Het is het volgende:

Programma:

«Ave Maria, gratia plena, Dominus tecum!quot;

Anagamma:

«Inventa sum Deipara, ergo immaculata!quot;

Verplaatst men namelijk de letters van den groet des engels aan maria, zoo ver hij boven opgegeven is: «Wees gegroet maria, vol van genade, de lieer is met u!quot; dan ontstaat daaruit, zonder dat er eene letter te veel of te weinig is, de beteekenisvolle zin:

«Inventa sum Deipara, ergo immaculata!'' »bevonden ben ik als Moeder Gods, dus ben ik de onbevlekte!quot;

Welk een bewonderenswaardig anagram is dit! —

-ocr page 125-

11

FeestbccMen.

HET FEEST TE PALERMO.

(Naar: Palermo. Herinneringen van andreas oppermann 18C0.)

In de kerk San Franzesco d'Assisi bevindt zich een zilveren standbeeld der onbevlekte Maagd maria.

Op liet feest der onbevlekte ontvangenis van maria — der immacolata virgine — is dit beeld het middelpunt van bet godsdienstige feest. — En dat juist dit beeld tot Koningin van het leest uitgekozen weed, heeft zijne reden in ecne geschiedkundige daadzaak.

In dc zeventiende eeuw had ecne besmettelijke ziekte groote verwoestingen te Palermo aangericht, toen bij den senaat het denkbeeld opkwam, of men niet misschien met gebeden voor de zilveren Maagd bij dc Franciscanen en ter eere van het geheim der onbevlekte ontvangenis van maria , de moederlijke voorspraak van de heilige Moeder Gods en daardoor hulp zou kunnen verkrijgen. Men haalde het beeld uit de in het midden der stad gelegen kerk en stelde bet in de kathedraal — de «Moederkerkquot; — Ier vereering van het volk ten toon; ook beloofde men der gebenedijde Moeder der genade een jaarlijksch olïer van twintig onciën (omstreeks honderd twintig gulden), als zij bij God hulp wilde afsmeeken; en ziedaar! de Moeder des Ileeren, de onbevlekt ontvangene, bevrijdde de slad van de vreeselijke ziekte.

's Avonds vóór het feest der onbevlekte ontvangenis van maria is de kerk San Franzesco d'Assisi met omstreeks zes honderd kerkkronen verlicht.. Het zilveren standbeeld van maria slaat als midden iu ecne ware lichtzee. De architectuur der kerk is door de schikking en verdeeling van het licht in fijne lijnen weergegeven, zoodat hel geheel zich als een lichttempel voordoet.

Hel altaar staat onder een kolossalen troonhemel van doorschijnend wit gaas met gouden sterren geborduurd en

A. Hungari, Avc-Maria-Klokje. I. o

-ocr page 126-

114

met, blauwe en roodo zijde gedrapeerd. 13ij den lichtglans maakt dit een wonderbaren, bijna hemelsch-heerlijken indruk.

De kerk is dicht vol geloovigen; bijna allen zitten op kleine matten stoelen, en hoewel er veel menschen uit de geringe standen zijn, heerscht er toch eene orde en rust, die mij trof bij do anders zoo vrije wijze, waarop zich de vurig levendige Italiaan iu de kerk beweegt. De stemming des volks was godsvrucht.

Eene heerlijke groep — schoon om te schilderen — vormen aan het hoogaltaar de Franciscanen en hun prior; het zijn meestal mannen met ernstige, zelfverloochenende en vergeestelijkte gelaatsuitdrukking.

Nu begint een eigenaardig feestelijke marsch met helderen fluittoon. De senaat der stad in oud-Spaansche, zwarte Granden-dracht nadert en neemt de in hot midden dei-kerk geplaatste, hooge fluweelen zetelsin. Het zijn statige mannen; meestal jong, met vorsten en hertogen er onder, echt Siciliaanscli volbloed; de kleeding staat den zwart gebaarden mannen, die ze niet zonder zekere grandezza dragen, zeer uitstekend.

De burgemeester gaat naar het hoogaltaar en werpt het oude offer der stad voor de Moeder der genade in eene zilveren schaal.

Nadat daarop de geestelijken, met den prior aan hel hoofd, voor ieder der senatoren in het bijzonder hebben ceboaen, aaan deze naar het altaar. Op de rij af wordt

tj O ' O X u

hun een klein kostbaar Mariabeeldje voorgehouden, dat zij, op de knieën vallende, eerbiedig kussen.

Nadat met het allerheiligste de zegen is uitgedeeld, verlaat alles de kerk.

Eene lichttzee stroomt door de stad, waarin alles feestgejuich is. Vertrouwelijk zitten de menschen in de herbergen bijeen; er wordt gegeten en gedronken en een lied gezongen bij den klank van doedelzak en llageolet. Op de straten bewegen zich duizenden, en- wie slechts een ellendigen grein in den zak heeft, die laaft zich met drank

-ocr page 127-

1 I!

en spijs, welke hem overal gemakkelijk en gereed wordt aangeboden. Vreemdelingen genieten de hartelijkste gastvrijheid ter eere der onbevlekte Madonna en ten dank aan haar. Tot in den laten nacht klinkt hel bijengegons der vroolijk bewogen volksmassa.

De (iclilslc December is de eigenlijke dag van het feest.

Reeds vroeg is alles in feestdosch, op de balkons wordt alles gewasschen, geborsteld en versierd, en do leestdisch voor liet ontbijt gereed gemaakt. De kleinburger kleedt zich in zijn zondagsgewaad, waarop zich kostbare beelden in de bontste kleuren vertoonen. bijna schijnt het, als zijn er over die menschen veertig jaren zonder eenig spoor van mode voorbijgegaan. De aquajuolo stofTeert zijn winkel met rijkeren bloementooi en kleine vlaggetjes; de pizzicaruol schittert heden in sneeuwwitte kleeding, en zijne worsten en kazen stralen letterlijk in zilvertooi; visch en gevogelte wordt dapper aan het spit boven het met olie gevoede vuur gedraaid; aan de haven gaan reeds vroegtijdig visschers en landlieden inet vrouwen en kinderen wandelen. Alles is vroolijk, alles zingt en jubelt in de heilige blijdschap van den f eestdag.

Om tien uren wordt de plechtige hoogmis in de Franciscaner-kerk bediend.

De stadhouder treedt op dezen dag met alle lierinne-ringsteekenen aan bet oude koningschap op. Ook de uiterlijke pracht, met welke de stadhouder des konings van Napels op dit heerlijkste van alle Mariafeesten verschijnt, staat niets ten achtere bij de koninklijke; hij rijdt in een over en over vergulden kristalwagen met zes paarden, en de generaliteit schittert in de bontste uniformen van het zuiden.

Niet minder weelde ontwikkelen de senatoren der slad. Zij spreiden de oud-republiekeinsche pracht ten loon. Rij zessen zitten zi j in een enormen onderwetschen glazenwagen uit den tijd van bodewijk XIV, op de wijze der kroningsrijtuigen, die in weelde, hoewel niet in smaak, dien des stadhouders ver achter zich laai.

S'

:: ®

Ki ii

Ü

-ocr page 128-

liet volk op de stralen wordt talrijker.

Bont bezet met vrouwen is elk balkon, en op de galerijen boven de paleizen zijn vele honderden nonnen uil de versehillendste kloosters als toeschouwsters van den feesl-trein.

Alles wacht op de processie, die de onbevlekt ontvangen Maagd maria. in haar zilveren standbeeld uit de Franciscaner-kerk door den Gassaro naar de kathedraal moet brengen.

De menigte golft op de straten been en weer, door de duizend en nogmaals duizend stemmen ontstaat een onbeschrijfelijk gegons. De zon verlicht de paleizen, wier donkere steenen bijna als brons schijnen, en de van marmer sclii(terende kerken, wier torens en koepels hoog boven den bontsten klenrentooi der golvende menschen-massa in den diepblauwen hemel uilsteken.

Zonder overvloed van bloemen — geen feest; zoo ook heden geuren en zwellen kransen en guirlandes overal op de balkons, aan de vensters, bloemen in de handen en in de haarvlechten der vrouwen. Zij verhoogen den gloed en de vroolijkboid der kleuren, in welke Palermo heden prijkt.

En ziedaar, aan het einde van den Gassaro snellere beweging! liet zijn als de voorposten der processie. Nu wordt de straal in het midden van zelf vrij, zonder dat de politie er bij noodig is; enkel op de breede klinkerpaden aan beide zijden slaat de menigte dicht opeengedrongen.

Een enkele volkshoop komt daar aan. Hij wordt aangevoerd door een doedelzakspeler. Do jongens en mannen, waaruil hij beslaat, hebben hot hoofd met bloemen bekranst, jubelen en zingen en slaan de castagnetten. In elke kerk aan den weg gaan zij in en verrichten voor het aan de heilige Maagd maria gewijde altaar een kort gebed. Ook in de kerk klinkt de luide, eenvoudige toon van den doedelzak. Zoodra hel gebedje verricht is, staat de menigie

-ocr page 129-

■*. I

117

If, ïlili

op on licll ecn liod aan, hetwelk eindigt met licl in do jubelendste geestdrilt uitgeroepen: »Evviva! maria imma-eolata!quot; Dan trekt de hoop verder, om voor eene geheel gelijksoortige kleine schaar, die zich eene vlag improviseerde, plaats te maken. Zoo gaat hel voort, totdat zij aan het Domplein komen, waar zich het volk geposteerd heeft.

Thans komt er een troep, aangevoerd dooi' een sterk man, die eene enorme, lot aan de eerste verdiepingen

In laaie vlam verschijnt zij liet is een koornofier tereere

reikende koornschoof draagt

■ I i

|r

[ iHni

m ■ *

it

flpl fii

ü

1

i

liiüii

m

als eene reusachtige fakkel.

der onbevlekt ontvangen Maagd maria. Drie tot vier andere volkshoopen volgen met even zulke schoven; de geleiders hebben zich met bloemen getooid en ook de schoven gedeeltelijk daarmede omwonden.

Op het Domplein worden de overblijfselen van het koorn, die op den vrij langen weg nog niet verteerd zijn, op een hoop geworpen. De menigte staat luid jubelend om de hoog opilikkerende vlam met den eindeloozen kreet: «Leve do onbevlekte Maagd mak ia !quot;

Eindelijk ontwikkelt zich in oen langzamen trein de processie van uit de Franciscaner-kerk.

Vooraan gaan knapen, jongelingen, mannen, ver over de honderd, met zakvormige beffen van grijs linnen aan, waaraan op de borst eene groot e medaille met het beeld van maria hangt; zij gaan blootshoofds en blootsvoets en hebben stengels met palmtakken omwonden in de handen.

Onder de boetelingen is menige lieve, jonge gestalte op te merken, die door de uitdrukking van waarlijk zaligende vroomheid aan de vrome beelden des innig gods-dienstigen schilders fiësole herinneren.

Ken opmerkelijk contrast met die stil en biddend voortgaande boetelingen maakt de daarop volgende volkshoop, die ongeregeld hel door zestig man gedragen, verscheidene centenaars zware zilveren standbeeld van de Gebenedijde des lleeren omringt. Hunne oogen zijn enkel op hel

v' M

II-Ml iii

«till

V ï'

1 li; j!

ii

-ocr page 130-

118

beeld gericlit, mcl onbeschrijlelijke, vui'ige levendigheid roepen zij hun: «Leve de onbevlokle Maagd maria!quot; en onder dal roepen strekken zij de armen naar liet Moeder Gods-beeld uil, werpen bol kussen loo, ja velen dringen mei geweld nader, om met de hand hel houl der draagbaar aan le raken.

Onmiddellijk achter het Mariabeeld volgt dan de processie mei den aartsbisschop, boven wien niet een troonhemel, maar een rond, Chineesch scherm, mei kostbare edelgesteenten bezet, gedragen wordt, de geestelijkheid, den stadhouder, den generalen stal', de senatoren en beambten.

Bij de kathedraal aangekomen, gaal de processie die binnen. Daar wordt dicht bij hel hoogaltaar het beeld der onbevlekte ontvangenis van maiua acht dagen lang ter openlijke vereering ten toon gesteld. Talrijke biechten en communiën hebben er plaats, wanl er is met de viering van dit leesl een allaal verbonden.

Op den avond van den eigenlijken leesldag — na hel Ave-Maria-luiden — gaan velen den/.ell'den weg, dien de processie des daags heell afgelegd, biddende mei den rozekrans zevenmaal heen en terug; meer godsdienstigen ook wel blootvoels en met eerie doornenkroon op het hoofd. Onder die bedevaartgangers ziet men talrijke personen, die tot do hoogere en voornamere standen behooren. Die boetende gedaanten in de avondschemering le zien, is iels ongemeen treffends en schokkends.

Achl dagen na hel feest wordt hel. zilveren standbeeld weer in plechtige processie naar de Franciscaner-kerk teruggebracht. Van lijd lol lijd houdt de trein stil, en van kletterende castagnetten vergezeld, wordt de Sicili-aansche nalionaal-dans door jonge mannen uitgevoerd, terwijl verschillende dragers de vlaggen kunslmalig zwaaien.

Des avonds zijn de Mariabeelden in de verschillende stralen bijzonder helder verlicht. Voor elk beeld klinkt muziek, do doedelzak, de Huil, maar ook concert van snaarinstrumenten.

-ocr page 131-

119

Vóór de Franciscaner-kerk wordt een vuurwerk alge-stoken, in welks schijn haar portaal bijzonder schoon uitkomt.

Door de lioog in de lucht barstende vuurkogels worden de in den nacht hoog uitstekende torens der naaste kerken, de gevels der huizen magisch verlicht, en boven de heen en weer golvende menschenmassa fladderen in den rooden lakkelschijn de bonte vlaggen. liondom en midden onder de menigte knetteren raketten, zwermers en kanonschoten. Er heerseht cene onbeschrijfelijk opgeruimde stemming en vroolijke beweging onder het volk, maar — zonder eenige ruwheid of brutaliteit.

Aller zoo zodig gedrag doet den kreet des geloofs eer aan: ygt;Lcvc de onbevlekt ontvangen en ooi; atlijd onbevlekt jebleven Miiaijd maiua, de heilige Moeder Gods!quot;

het feest te lvon.

(Uil; Schatkistje voor ma ui a-kindcrcn, door Pater huüet.)

Lyon in Frankrijk is de »slad van Mariaquot; en het feest van den 8 December 1855 heeft daarvan een schitterend bewijs geleverd.

Maar hoe zou men die stad kunnen schilderen, wier omtrekken zich alle in lange vlammenreeksen afteekendenl Die met roodachtig licht, als door een grootcn brand, verlichte atmosfeer; die rivieren, wier golven, brekende, millioenen vonken, uit eene enkele gloedmassa ontspringende, schenen al' te zenden; dien heuvel, zoo bevallig in het daglicht, welke op verschillende kruinen van de kronkelingen eener gouden keten doorsneden scheen, wier laatste schakels verbonden waren met de kapel Fourièrre, het middelpunt dier wijdsche illuminatie, en die er het geheel van beheerschte; eindelijk dien klokketoren, als een reus op den heuvel uitstekende, die nu een rijken tooi van topazen

-ocr page 132-

lo20

deed schilleren, welke op elke lijn van zijn houw heves- \

ligd waren, dnn weder zich onder den invloed van hel 1

liengaalsch vuur met azimr ol' purper kleurde, de topaas-guirlandes, die nog zoo even op een hoog uitstekenden i

koepel gefonkeld hadden, in parelsnoeren veranderende cn de eerste slechts voor een oogenhlik alleggende, om er zich op nieuw mede te looien!

Daarna was het onze oude kathedraal, die hare ouder-wetsche torens, waaraan ontzaglijke standaards in blauwe kleuren wapperden, had verlicht en op haar door eeuwen gezwart gewelf een stralen den diadeem geplaatst. En gewis was het een goed voorrecht, dat deze oude getuige van do heerlijkheden onzer stad op haar voorhoofd eene vlam-menkroon gezet had, want — het feest der onhevlekte ontvangenis van maiua is voornamelijk aan deze kerk dierbaar, die het, ten minste in Frankrijk, her eerst vierde.

De verschillende doelen der stad hadden bij deze gelegenheid een edelen wedijver geopenbaard. Ook hel geringste huisje had niet in de schaduw willen slaan, maar door eenige teekenen van liefde de vereering zijner bewoners voor Maria willen uitdrukken.

De standbeelden der verheven Maagd waren overal Ie zien, en wel: in de nissen op de hoeken der stralen,

omwonden van helder schitterende bloemen; op de met lichten beladen en met den fijnsten smaak versierde balkous;

soms ook achter op een plein en op de verborgenste plaatsen. Magazijnen waren in kapellen veranderd, en de rijke voorlbrenselen onzer fabrieken dienden ter versiering dier voor hel verheven oogenhlik ingerichte tempels, in wier midden bet stralende beeld der Hemelkoningen zich verhief.

De menigte der lallooze wandelaars, die alle straten dei-stad vulden, bracht hare bewondering aan die scheppingen der kinderlijkste godsvrucht en der vindingrijkste vroomheid.

Zij las de treffende opschriften, de geloofsspreuken, ingegeven door tie teederste lielde voor de Moeder des Verlossers

-ocr page 133-

MI

van alle mcnschen, en zij trachltc die in hel getrouwe geheugen le prenten.

Bovenal trok één gebouw onder alle overige de blikken; met verrukking stond men voor de kazerne der gendarmerie stil, wier plein in een tempel veranderd was, waarin hel standbeeld dor zoete Moeder Gods van vlaggen en krijgswapenen omringd verscheen; dit herinnerde er aan, dat MAitu de, «Patrones van Frankrijkquot; is, en terwijl men haar om haar bijstand voor de zege onzer wapenen smeekte, looide men haar voor de vele overwinningen, die hare voorbede ons reeds bezorgd had.

De klank der klokken, de accoorden eener zacht golvende symphonie, de liefelijke gezangen, die door teedere kinderstemmen herhaald werden, bezielden dit feest nog meer, en drukten er een waarlijk godsdienstig karakter op. Midden in den nacht klonken de koralen en liederkoren van den eenen oever dei1 Saone tol den anderen, weerkaatst door do echo's der huizen, waarlangs deze rivier voorhij-glijdt, wier onzekere loop nog langzamer scheen te worden, om den glans van zulk eene wondervolle schilderij langer te kunnen weerspiegelen.

Dit zijn eenige trekken van hetgeen Lyon in den nacht van den genaderijken 8 December was, en wat wij in onze schildering sleclils even konden aanduiden.

Op die wijze nu viert de stad Lyon seder! jaren het feest der onbevlekte ontvangenis van maria door wijdsche illumi-natiën. Elk jaar schijnt zij hel, zich ten taak gesteld te hebben, den glans der vorige manifestatiën nog te overtreffen.

Doch niet Lyon alleen heeft met godsdienstige verheffing en ook aardsche pracht het juist besproken feest gevierd ; een vrij groot aantal dorpen in den omtrek en ook meerdere naburige steden hebben gelijksoortige betuigingen van hun vromen zin afgelegd. Vienne, St. Elieime, Villefranchc, Bellen enz. hebben zich door heerlyke illuminatiën eveneens roemvol onderscheiden.

Tc Marseille begon het feest 's morgens met de grond-

-ocr page 134-

sleenlegging- van een gedenkteeken Ier herinnering aan de afkondiging der geloofsstelling van de onbevlekte ontvangenis. Op den berg Notre-Dame de la Garde werd onder den blooten bemel de Hoogmis gevierd, waarop eene processie volgde, waarbij het beeld «Onzer Lieve Vrouw der Beschuttingquot; rondgedragen werd.

HET FEEST ÜI' HET ElLAiNÜ COUS1CA.

(Uit: De zaligste Maagd eu hare vereering.)

De Corsicanen onderscheiden zich door hunne ijverigste vereering voor maiua. Men ziet baar liefelijk beeld aan den ingang der dorpen, aan den rand der bronnen, op de hoogten van de voorgebergten en midden in de oranjewouden, die zich langs de kust uilstVekken.

Doch bet boofdfeest, dat ter eere der Koningin van alle heiligen op dit eiland inct de grootste plechtigheid gevierd wordt, is dat barer «onbevlekte ontvangenisquot;. Eene negen-daagsche voorbereiding gaat dit feest vooraf, gewijd door vrome gebeden, bet ontvangen der heilige Sacramenten en de oefening van goede werken in den geest der boete, liet gezamenlijke gelui van alle klokken, de donder der kanonnen en het kraken der morlieren kondigen bet feest zelf aan.

De schepen bijscben de wimpels, de straten worden met mirten bestrooid, en eene wijdsche prachtige processie, waarbij de «Broeders van de Onbevlekte Ontvangenisquot; in boetkleederen, eene brandende kaars in de hand, voor bet met eene zilveren kroon, met halsketenen en kostbare edelgesteenten en met gouden armbanden getooide Mariabeeld uit gaan, trekt onder geleide van eene ruiscbende krijgsmuziek door de stad. Alles bidt, alles zingt, alles jubelt, alles belijdt zijn geloof aan het geheim der onbevlekt ontvangen Moeder Gods, alles ademt, verrukt van godsvrucht, als reeds in den hemel.

-ocr page 135-

123

FeestbesclioHwiiift1.

(Door den heiligen ïiioius, bisschoi) van Valencia.)

1. De allerzaligste Maagd ma in a heell van God oene heerlijkheid boven alle mate ontvangen, en zij deelde allen daarvan mede, want allen wil zij daaraan deel geven, en gelijk Christus, onze God, die Zon der gerechtigheid, Zijn liclit laat opgaan en schijnen over goeden en hoozen; zoo laat ook die allerzaligste Maagd, als het nimmer afnemende en ondergaande licht, de tallooze stralen harer barmhartigheid op allen weldadig werken, toont zich jegens allen zonder uitzondering hoogst genegen om hunne beden aan te hooren, hoogst mild en deelnemend bij hunne wenschen en behoeften; ja, zij is allen alles geworden, eene schuldenares der wijzen en onwijzen in hare bovenmatige liefde, allen heeft zij den schoot harer goedheid en barmhartigheid geopend, zoodat allen uit hare volheid putten kunnen: de gebondene verlossing, de zieke genezing, de treurige troost, de zondaar vergeving, de rechtvaardige'genade, deengel blijdschap, eindelijk de gansche heilige Drievuldigheid verheerlijking, de persoon des ééngeboren Zoons Gods bet wezen der menschclijkc natunr !

2. O helder schijnend Licht, hoe talloos zijn zij, die Gij verblijd hebt, toen Gij, door goddelijken glans verheerlijkt, in den schoot uwer moeder zonder vlek der zonde verschenen zijt! Uwe ontvangenis, o maagdelijke Moeder Gods, heeft der gansche wereld blijdschap verkondigd! Met volle rechl zong reeds lang vóór uwe verschijning op aarde de heilige zanger uw geboortelied, toen hij verrukt uitriep: «Wie is zij, die daar heengaat, als het opkomende morgenrood, schoon als de maan, uitverkoren als de zon, schrikkelijk als een weltoegerust krijgsleger?quot; Gelijk het schemerende morgenrood zijt gij, o maiua, in de wereld verschenen, toen (jij, door den glans der ware Zon beslraald, bij u we onlvamjenis onbevlekt zijl gebleven; want Hij, de Zon der

-ocr page 136-

m

gerechtigheid, die uil u voortkomen moest, heeft uwe geboorte als met de stralen van het morgenrood doen voorafgaan, en den glans van Zijn licht in de rijkste volheid over ii uitgegoten, waardoor gij de machten der duisternis, die eva had opgeroepen, hebt op de vlucht gejaagd! — 3. Gij wordt oschoon als de niaa\quot; genoemd, en niet ten onrechte met baar vergeleken; want zij alleen van alle hemellichamen komt het meest met de zou overeen, uitstekend door glans en schijn, en straalt onder duizend voor God staande sterren met een ongemeen rein licht heerlijk aan den hemel! Gij zijt dus schoon als de maan, ja, veel schooner nog dan de maan, want gij zijt volmaakt schoon en ijceiw schaduw, noch. van de erfelijke, noch van een werkelijke zonde, is aan u Ic onldekken! ■— Gij zijt ook milverkomi als de zon!quot; die Zon, namelijk de Schepper der zon; Hij is de uitverkorene uit duizend mannen, gij de uitverkorene van bet vrouwelijke geslacht !1) — Gij zijt tevens )ischrikkelijk als een ■weUoetjerust krijyslejer!quot; 01 hoe? hebben niet de vorsten der duisternis gesidderd en gebeefd, toen zij, tegen alle vroegere verschijnselen, U onbevlekt ontvangen zagen, en u, toegerust met cene veel sterkere wapenrusting dan de hunne, tegen hen moesten zien oprukken? Ja, wij twijfelen zelfs niet in bet minst, of bij uwe ontvangenis is ceu wel toegerust leger van tallooze heilige engelen en krachten en heerschappijen afgezonden met oogmerk en doel, dat zij deze reinste legerstede van den goddelijken Salomo vlekkeloos zouden bewaren, opdat geen vreemde, onheilige gast de ter woning des eeuwigen Konings bestemde herberg zoude betreden!

') koenraad van megenberg in het «Bock der natuur, 1482. Col. 23quot;, vergelijkt de heilige INloeder Gods met de zou, wijl zij der gehecle wereld genade en zegen schenkt, alles verlicht, alles verwarmt, de wolken tot zich trekt en vruchtbaren regen uitstort (deu wil en rle goede werken dor vromen), de zaden in de aarde wekt (de deugden der gcloovigen) enz. — Ook in de oude kerkliederen wordt de goddelijke Moeder der genade maiua met de zegenrijke zon vergeleken.

-ocr page 137-

125

Aiuimerkinn' over het feest van Onzer Lieve Vrouwe Verwachting;

liet feest (Expectatio partus B. M. V.) van de //verwachting der bevalling van mamaquot; wordt, zooveel bekend is, eerst sedert GHEGOKius xni, die liet in liet jaar 1573 ingevoerd heeft, op den 18 IJeccmber algemeen gevierd.

Het valt in den heiligen Advent, en wel weinig dagen vóór Kerstmis, en bet moet recht duidelijk de nabijheid verkondigen van den genaderijken geboortedag van .te/,tjs ciijiistus, den goddel ijken Verlosser der wereld, en tevens vermanen, dat de geloovigen door eene waarlijk heiligende voorbereiding hem ook waardig vieren. — Daarbij staat genoemd feest in do nauwste betrekking tot //Maria-Boodschapquot;.

En daar do geheele viering van den A dvent in hot //Kerstklokjequot; omvangrijk is opgehelderd en //Maria-Eoodschapquot; in dit werk voorkomt, zoo is hier, om herhaling te vermijden, van de bijzondere behandeling des feestes van Onzer Lieve Vrouwe Verwachting afgezien.

Het feest der Verloving van Maria.

(met wordt den januaiu gevierd.)

iK,®

'}eE£'gt; 'o?;

Hi p •ü li,!i

S Pfl

II: | p

Bcteekenis en quot;'esciiiedenis van dit feest.

(Uit: liet leven van Christus, door Dr. joiiainn u. sepp.)

mM -

eerste lenigkomst der oude Joodscho ') P|,'es^ei''('assen ('e Bfbyl nische gevangenschap en hun toclil naar hel gebergte van Juda, om in de r nabijiieid der heilige stad Jerusalem, zoo ver men naar het zuiden nog de linnen des tempels bemerkt, even als vroeger hunne woonplaatsen op le slaan, waren ook eeniye afslammelimjen uil het koninklijke huis van david weder verschenen, en haddon zich onder hel nieuw opge-

ÊS; | ï ït

-ocr page 138-

'120

komen besluur te Betlilehem gevestigd. Zij behoorden misschien ook tot de 123 Bethlehemieten, die reeds onder zonoBAHEL den terugtocht aangenomen hebben. Esdra 2:21. Nehem. 7 ; 20.

Maar toen in iierodes een koning, vreemd aan hel volk, optrad en mot zwaard en strop hel gansche Makka-beesche vorstenhuis der Joden begon uit te delgen, toen esau zicli vermat, zoo wreed over jacob te heerschen: hadden de mliomeUncjen der bijna vergeten koning.ifamilie van davii), uit billijke vrees, zich uit de oogen des dwin-gelands naar het grensland Galilea begeven, en leefden sedert afgezonderd in de herrjslad Nazareth — als emigranten — van den arbeid hunner handen in armoede. ') (Zoo verhuisden vroeger, tengevolge van de gevaren des oorlogs, ook de ouders van deu heiligen Apostel paulus uit het land van den stam benjamin eerst naai' Giscbala in Galilea, en eindelijk naar Tharsus in Cilicië).

Omstreeks lien jaren later, of tegen dien tijd, toen de Idumeesche vorst den tempel te Jerusalem bouwde, werd in het huis te Nazareth uit het oud-beroemde geslacht eene koningsdochter geboren, mirjam ol' mabia (dat is de Meesteres, ol de Ster der zee, of de Zee der bitterheid) genoemd, uit den vader eu (of iieliakim of joachim), den zoon van mattiiat, uit davids lendenen ontsproten, maar door hare moeder anna uit aürons geslaclits, en daarom met elisabeth, de • vrouw' van den priester zacharias, verwant, liet was op den 8 September 733 (na het bouwen van de stad Rome), volgens de berekening van eenige sterrekundigen op denzelfden dag, waarop noa — vóór nu 2521 jaren — het eerst de weder gereinigde aarde

') Toch waren eenige oude leden van bet Koningshuis ook nog in de gevangenschap gebleven, want eerst honderd jaren voor de verwoesting van Jerusalem keerde hill el , uit het geslacht van david, naar hij zich beroemde, uit Babyion naar het oude vaderland terug, en zag zich spoedig door de Joden zoo geëerd, dat zij hem tot vorst van Israël, dat is, tot president van het Synedrium, verhieven.

-ocr page 139-

127

betrad; en naar overoude meening was de geboortedag-een Sabbat, 1) dus de tegenwoordige Zaterdag in de week des Christendoms.

Daar zacuarias nog kinderloos was, bad Inj de verre verwante aangenomen, en onder zijne \erzorging iiad de heilige maiua hare opname eu opvoeding in den tempel te Jerusalem gevonden. Heeds in de Hoeken van mozes (Exodus r)8:8), in de Ricbteren ('11 : .^il) en in het eerste Boek van sam.uel (2 : 22) vinden wij van zekere diakonessen melding gemaakt, die naar de opgaat' van den gescbied-sebrijver josepiius (Oudb. 5, 10. 1), naar bet schijnt, in vrij groot aantal, en door de gelofte van .maagdelijkheid verbonden, voor de deur van de tent der samenkomst den Heer dienden. Elke ephemerie of weekreeks bad bovendien te Jerusalem hare vaste vergadering van priesters, levieten en oudsten, welke, geheel Israël vertegenwoordigende, eene allijddurende gebedsvereeniging of geestelijke Hroedersehap vormden, en telkens vier dagen in de week vastten, als het lot vau den tempeldienst aan hen was. — Onder zulk eene hoede nu werd de heilige Moeder Gods als eene «heilige Maagdquot; (llierodnle) in den dienst des tempels opgevoed. 2)

Maar toen nu de tijd barer meerderjarigheid gekomen was, die bij de Joden toenmaals reeds met het einde van het twaalfde levensjaar begon, gaf zacuarias de Maagd weer aan hare ouders over naar het gebruik des volks, dat alles aan lichamelijke voortplanting hechtte, wijl alle zegen, elke belofte in het Oude Verbond op de afstamming gegrond was. Daarom moest, thans maiua , de erf dochter

') Dat Maria van elf, cn jesus uit koninklijk bloed afstamde, is ook in de beide Tahnuds te vinden.

J) Niet slechts de Joodsehe natie , maar ook de heidensehe oudheid had hare //heilige maagden,quot; zooals de Vestalinnen bij de Romeinen, de Pythia's en gewijde Isis-priesteressen bij de Grieken en Egyptenaren , of de Devaddsis, Godsdienaressen bij de Indianen , die van de jeugd af in den tempel opgevoed werden. Datzelfde moet men aannemen van de }ohn of profetische SihyUen en priesteressen, zoo bij de oude Duitschcrs , als bij alle overige volken.

-ocr page 140-

128

van david, naar de wel aan jozef, als haar naasten bloedverwant, de hand reiken; daar deze een zoon van Jacob, een broeder van cleopiia? was, 1) en eveneens uit de oude Bethlehemitisehe linie, maar die door salomo, even als maiua door nathan, van david afstamde. /00 werd 'tij te Nazareth in den stam Zahulon, eene der twee honderd steden en vlekken, die (naar flavius josephus) Galilea toenmaals telde, volgens de kerkelijke viering, den S.quot;] Jamiari 747 na de bouwing' van Home met jozef verloofd.

liij de Joden werd geen huwelijk zonder voorafgaande verloving gesloten 2); en eerst na eenigen tijd volgde bet huwelijk zelf. Intusschen kreeg' de bruidegom de bruid noch te zien, noch te spreken; maar toch gold de verlooide voor de wet als zijne vrouw. — Nu waren de beide hoofdtakken van davids geslacht, die in den loop der tijden tot zuiverbevvaring' van hun bloed reeds meermalen met elkander getrouwd waren, gelijk de stamregisters bewijzen, ten laatsten male verbonden, toen de eenc derzelve, lui de eenige slnmdoclder beperkl, juist dreigde te verdwijnen; en gelijk in'het Oude Verbond rutii met nooz, zoo werd maiua met jozef, als baar naasten stam-erfgenaam, door den verplichten echt verbonden.

Doch in het goddelijke raadsbesluit was het anders bepaald, en »de Maagd,quot; naar de belofte, welke op baar geslacht rustte, tol Bruid van den Allerhoogsle verkozen!

(Uit: Kcrk-lexicon der Katholieke Theologie, door g. j. wetzer enz.)

2. De kerkelijke viering dezer daadzaak werd op aansporing des beroemden kanseliers van de universiteit te

') Daarom heet maiua, de vrouw van cleophas , bij Joan 19:25 eene «zuster der heilige Maagd buriaquot; en jesus een broeder van jacoh, jozef , Simon en judas, hare kinderen.quot; Matth. 13:55,

•) Dr. j. f. allioli merkt op Matth. 1 : 18 aan: //Tusschen de verloving en de bruiloft verliepen bij de Joden tien tot twaalf maanden.quot;

-ocr page 141-

120

Parijs, Joannes ceuson, door do Franciscaner-Orde onder i'Aulus ui begonnen. Deze paus droeg den Dominicaan peter doré op, hel Officie to vervaardigen, en benedictus xiii strekte eindelijk, luidens eene Bid van 22 Augustus 1725, het leest tot de gansche Kerk uit. Welke hetee-kenis men overigens ook aan de gedachtenisviering toe-schrijve, die van „verlovingquot; (gelijk de uitdrukking der kerkelijke taal het aanduidt: Dcsponsatio B. M. V.) of van „huwelijk,quot; beide zijn van gewicht in de geschiedenis onzer zaligheid. En de eerste én do laatste moest, gelijk reeds de heilige icnatius de Marlelanr diepzinnig opmerkt, dienen om de maagdelijkheid en de maagdelijke bevalling van maria naar Gods plan in het geheim te hullen. Maar wat het huwelijk aangaat, zoo ligt er een grond meer tot gedachtenisviering in die daadzaak der bijzondere openbaring, welke (naar Matth. 1 : 20) daartoe aanleiding gaf 1), En dit diende, eer het geheim der incarnatie ontsluierd was, om jesus als zoon van josef vanNazarcLh .loan. 1:45, als dzooh van davidquot; — met dit eerste kenteeken der Messias-waardigheid — bij zijn volk in te leiden. —

Verklaringen aangaande hot huwelijk van Maria.

1. De heilige brigitta ontving van de allerzaligste Maagd

') Uc aangehaalde plaats luidt in het Evangelie:

»Met de geboorte van Christus ging het aldus; Toen Zijne Moeder maria met josep gehuwd was, bleek het, eer zij samenkwamen, dat zij ontvangen had van dm Heiligen Geest.

josef nu, haar man, wijl hij rechtvaardig was en haar niet openlijk wilde te schande maken, had plan, haar heimelijk te verlaten. En toen hij dat denkbeeld had opgevat, zie, daar verscheeu hem de Engel des Ileeren in den slaap en zeidet «josef, zoon davids , vrees niet, mama, uwe vrouw, tot u te nemen; want hetgeen in haar geteeld is, is van den Heiligen Geest. En zij zal een zoon haren, dien moet gij den naam jesus geven; want hij zal zijn volk verlossen van hunne zonden 1 En dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden, wat van den Heer gesproken is door den profeet, zeggende : I/Zie, de Maagd zal ontvangen , en een zoon baren, en zij zullen Hem drm naam emmanucl geven, hetgecu overgezet is: God met ons! 7; 14).quot;quot;

«Toen nu josef uit den slaap opstond, deed hij, gelijk hem de engel des Ileeren bevolen had, en nam zijne vronw tot zich.quot; Matth. I : 18 - 24.

A. Humrari, Ave-Maria-KIofcio. I. n

ï

-ocr page 142-

I.'IO

maria zelve aangaande deze gebeurtenis in haar leven de volgende opheldering:

»Gij moet voorzeker weten, dat josef , eer hij zich met mij verloofde, in den Heiligen Geest erkende, dat ik mijne maagdelijkheid aan God gewijd had en onbevlekt in gedachten, woorden en werken was. Hij verloofde zich met mij met het doel, om mij te dienen en mij tot zijne gebiedster, maar niet tot echtgenoote te hebben. Ook erkende hij in den Heiligen Geest ten zekerste, dat mijne maagdelijkheid bestendig ongekrenkt zou blijven, ofschoon ik naar Gods geheim raadsbesluit aan een man verloofd werd.quot; —

2. He eerwaardige margaretha van hel heilige Sacrament genoot vele hemelsche openbaringen aangaande den heiligen echt van liet onvergelijkelijke bruidspaar, en aangaande de ver-eeniging, welke do -allerheiligste Drievuldigheid in hunne harten bewerkte. Zij bericht:

»0p het oogenblik, toen de heilige josef aan de zaligste Maagd maria voorgesteld werd, erkende zij zijne gerechtigheid, en hij iets van de grootheid der Maagd, ofschoon hij hare algehecle volmaaktheid niet doorzag. Daar zij beiden, krachtens eenc bijzondere ingeving, die zij ontvangen hadden, de gelofte der maagdelijkheid hadden afgelegd, zoo lag er in hun hart geene menschelijke gedachte aangaande den echt; maar zij gaven zich met vertrouwen aan de goddelijke leiding over, welke hun wegens die zaak geopenbaard werd. Deze groole heilige werd door eenc volheid van genade lot de waardigheid van voedstervader, beschermer en gids van .tesus ciiristus voorbereid.

3. In zijn werk: «De Maagd maria naar de Evangeliënquot; roept de beroemde Fransche schrijver uit den nieuweren tijd, auguste Nicolas, met betrekking tot dit huwelijk uit:

»0 gelukkige echt, welks band de schaamachtigheid en welks sluier de genade des Heiligen Geestes was, die de beide echtelieden beschaduwde en beschermde; welks doel de hoede van ciiristus en de eer van maria was, welks schal in de deugden en welks huisraad in de geestelijke

-ocr page 143-

131

genaden bestond; welks vereering de meest kuische liefde uitmaakte, waarvan de engelen in den hemel ontgloeien en waarvan de drie goddelijke personen in de ééne Godheid ontvlamd zijn. De heilige tiiomas helijdt dus op diepzinnige wijze: »Met het hart en niet met het vleesch vereenigen zich die heilige echtgenooten makia en josef; zoo wordt de verbinding der gesternten niet naar het lichaam, maar naar het licht voltrokken; zoo verbinden de palmboomen niet hunne kruinen, niet hunne stammen, maar hunne takken!quot;

Visioen van llict huwelijk van Maria.

(Uit; Het leven der heilige Maagd Maria, door de godzalige ANNA CATirAIUNA KMMEIUCII.)

De heilige Maagd mauia leefde met verscheidene andere maagden in den tempel te Jerusalem onder toezicht van vrome matronen Die maagden hielden zich bezig met borduurwerk en allerlei andere versierselen aan tapijten en priesterkleederen, ook met het schoon maken van zulke kleederen en het tempelgereedschap. Zij hadden kleine cellen, uit welke zij in den tempel konden zien, waar zij baden en overdenkingen hielden. Als die maagden volwassen waren, werden zij uitgehuwelijkt. — Hare ouders hadden baar door de overgave aan den tempel geheel aan God geofferd en er heerschte daarbij onder de vrome, inniger Israëlieten sedert langen lijd een stil vermoeden: als zou zulk een echt eenmaal tot de komst van den beloofden Messias bijdragen.

Toen nu de heilige Maagd veertien jaren oud was, en met zeven andere meisjes ten huwelijk ontslagen zou worden, zag ik, dat hare moeder anna haar in den tempel was komen bezoeken, (Joachim leefde niet moer.) Maar toen men der Maagd aankondigde, dat zij nu den tempel verlaten en trouwen moest, zag ik de heilige Maagd — met een diep bewogen hart —den priesters verklaren: »zij verlangde

0'

-ocr page 144-

den tempel nooit le verlaten, zij had zich met God alleen verloofd en verlangde nioL Ie trouwen.quot; Maar toen werd haar gezegd, dat zij toch trouwen moest.

Hierop zag ik maru in hare bidcel God vurig smeeken. Ook herinner ik mij, opgemerkt te hebben, dat maria, in het gebed geheel van dorst versmacht, met haar kruikje naar eene bron of een waterbak ging, om water te scheppen, en dat zij daar zonder zichtbare verschijning eene stem hoorde, waarop zij eene openbaring had, die haar troost en kracht schonk om in hare uithuwelijking toe te stemmen.

Ik zag ook, dat een zeer oud priester, die niet meer gaan kon — hel was zeker de hoogepriester — door anderen op een stoel vóór het allerheiligste gedragen werd, en dat Wj, terwijl men een reukoffer ontstak, biddend las in eene perkamenten rol, die voor hem op eene stellage lag. En ik zag, dat hij, in den geest verrukt, eene verschijning had en dat hem zijne band met den wijsvinger op die plaats van den proleet isaias gelegd werd: )-gt;En er zal een takje uit den wortel van Jesse opgaan en eene bloem zal uit zijn tronk opstijgen, en op Hem zal de Geest des Heer en rusten!quot; Isai. '11:1. — Toen de oude priester weer lot zich zeiven kwam, las hij die plaats en begreep er iets uit.

Ik zag hierop, dat men boden in het land rondzond en alle ongehuwde mannen uit den stam davids naar den tempel ontbood. En toen velen hunner in plechtige kleeding in den tempel vergaderd waren, werd hun de heilige Maagd maria voorgesteld, cn ik zag een zeer vromen jongeling uit den omtrek van Bethlehem onder hen; ook hij had altoos met groote innigheid om de vervulling der belofte gebeden, en ik erkende in zijn hart een vurig verlangen, om de gemaal van maria te worden! — Doch deze ging weder in hare cel terug, stortte heilige tranen en was niet in staat te denken, dat zij niet maagd zou blijven.

Nu zag ik, dat de hoogepriester aan elk der aanwezige mannen naar het innerlijke onderricht, dat hij ontvangen had, een bijzonder takje overhandigde en hun beval: dal.

-ocr page 145-

133

ieder zijn takje mei zijn naam zou teckenen en liet gedurende hel gebed en het offer in de hand houden. — Toen zij dit gedaan hadden, werden de takjes van hen opgezameld en op een altaar vóór het allerheiligste gelegd en hun aangekondigd: dat diegene hunner, wiens takje bloeien zou, door den Heer bestemd was, met de Maagd maiua van Nazareth in het huwelijk te treden.

Terwijl de takjes vóór het allerheiligste lagen, werden offer en gebed voortgezet, en ik zag, hoe die jongeling ^ intusschon in een vertrek des tempels met uitgebreide armen hevig tot God riep, en dat hij in heote tranen uitbrak, toen hun allen na den bepaalden tijd hunne takken teruggegeven werden met de aankondiging: dal jeen derzelve gebloeid bad en dus niemand hunner de door God bepaalde bruidegom dezer Maagd was. — De mannen werden nu naar buis gezonden, maar die jongeling begaf zich naar den berg Carmel tot de sedert den tijd van klias aldaar eenzaam levende proleten-kinderen, waar hij van nu al' in bestendig gebed om de vervulling der belolle leelde.

Ik zag hierop, dat de priesters in den tempel op nieuw in de geslachtregisters zochten: ol' er niet een of ander nakomeling van david was, dien men had over het hoofd gezien. Daar zij nu zes broeders te Bethlehem opgegeven vonden, van welke een onbekend en verdwenen was, vorschten

1) Do heilige iiikiionymus heeft ons ecne oude overlevering nagelaten, welke in de geschiedenis van den berg Carmel bewaard is. — Die oude overlevering verhaalt: «dat elk aanzoeker om de hand der allerzaligste Maagd, nadat hij God den lieer had aangeroepen, 's avonds in don teinpel ecu stafje van een olijfboom had neergelegd, en dat 's morgens het dorre stafje van josef , don zoon van jacoh don zoon van mathan, groenen bloeiend gevonden werd, gelijk dat, waardoor vroeger aan do zonen van Aaron het prieaterschap verzekerd werd. Een jong man van voornaam geslacht, verwant met Jndea's aanzienlijke familicn en bezitter van oen groot vermogen , zon op bet gezicht doa groenen stafs in- do hand van den heiligen joskf zijn stafje gebroken hebben on naar elfaa' jongeren in de spelonken van don borg Carmel gevlucht zijn.

De traditie noemt dién jongeling aoabus, en in rapiiaci.s schilderij, „Spon-salitioquot; genoemd, is hij die jongeling, vvolke zijn staf tegen do knie breekt.

-ocr page 146-

IM

zij hel verblijf van josef uit cn ontdekten hem niet zeer ver van Samaria in eene plaats, die aan een klein riviertje lag, waar hij aan het water alleen woonde en voor een anderen baas werkte.

Op bevel van den hoogepriester kwam nu josef in zijne beste kleederen te Jerusalem in den tempel. Ook hij moest hier onder gebed en offer een takje in zijne hand houden, en toen hij dit op het altaar vóór het allerheiligste wilde leggen, bloeide er boven eene witte bloem als eene lelie uit, cn ik zag een lichtglans als den Heiligen Geest over hem komen. — Nu werd josef als de door God bestemde bruidegom der heilige Maagd maria erkend cn haar in tegenwoordigheid barer moeder door de priesters voorgesteld. maria, onderworpen aan den wil van God, nam hem als haar bruidegom nederig aan, want zij wist, dat alles mogelijk was bij God, die hare gelofte: «om Hem met lichaam cn ziel alleen loc te behooren,quot; bad aangenomen.

Visioen van de bruiloftskleedin^ van Maria.

(Van dc godzalige ANNA OATHARINA EMMKII1CU.)

De bruiloft van maria cn josef, die zeven tot acht dagen duurde; werd te Jerusalem op den berg Sion in een huis gehouden, dat dikwijls tot zulke feesten verhuurd werd. Er waren, bdialve dc onderwijzeressen en medeleerlingen van Maria uit dc tempclschool, vele verwanten van anna en joaciiim tegenwoordig, onder anderen eene familie uit Goplma met twee dochters. De bruiloft was zeer plechtig cn rijk. Er werden veel lammeren geslacht cn geofferd. Bijzonder was de brailoflskleeding der heilige Maagd zoo uitstekend schoon en feestelijk, dat de aanwezende vrouwen nog in haar ouderdom gaarne daarvan spraken. Zulk een gesprek werd mij in de overweging voorgesteld en ik vernam daaruit het volgende:

-ocr page 147-

135

«Ik heb MAiiiA in haar bruidskleed zeer duidelijk gezien. — Zij had een wolkleurig onderkleed zonder mouwen aan; de armen waren met do armsluiers van hel wilwol-len hemd omwikkeld, want de hemden hadden, in plaats van gesloten mouwen, toenmaals zulke sluiers. Nu deed zij over de horst tot aan den hals een kraag om met witte juweelen, paarlen en dergelijke gehorduurd. Hierop deed zij een zeer ruimen, van voren open iijlrok aan. Hij was van hoven tot beneden zoo ruim als een mantel, en hij had wijde mouwen. Dit kleed had een blauwen grond, en was overal geborduurd en doorwerkt met groote roode, witte en gele rozen en groene bladeren daartusschen, gelijk de misgewaden in den ouden, rijken tijd. De benedenzoon! eindigde in franjes en kwasten, en de bovenrand sloot aan de witte halsbedekking aan. — Over dit ruime kleed, nadat men het in de lengte in loodrechte plooien geschikt had, deed men haar eene soort van scapulier om, op dezelfde wijze, als het vele kloostergeestelijken, bijv. de Car-melieten, dragen. Dit klcedingstuk van witte zijde met gouden bloemen, ter breedte van eene halve el, was voor de borst met parelen en schitterende steenen bezet, en hing als eene enkele baan tot aan den zoom van het kleed af, welks voorste opening het bedekte. Van onderen eindigde het met franjes en knoopen. — Over den rug hing eene gelijksoortige baan af, en evenzoo kortere en smallere over de schouders en armen. Die vier banen vormden, om de halsopening uitgebreid, een kruis. — Dit scapulier was aan beide kanten van het bovenlijf onder de armen van het borststuk tot het rugstuk met gouden snoeren en ketentjes saamgetrokken, waardoor het ruime bovendeel van den lijfrok saamgebouden en het borststuk voor het bovenlijf aansluitend werd, zoodat de gebloemde stof van het kleed aan beide zijden tusschen de snoeren een weinig opbuilde. — De wijde mouwen, waarover de schou-derdeelen van het scapulier hingen, waren in het midden aan den boven- en den beneden arm met armbanden zacht

-ocr page 148-

136

aangesloten. Die armbanden, welke omstreeks twee vinger breed en met letters geteekend waren, hadden dwars gedraaide randen, en vormden, de wijde mouwen samenvattende, poffen om de schouders, ellebogen en handen, aan welke de mouwen met witte lobben, ik geloof van zijde of wol, eindigden. — Over dit alles droeg zij een langen hemelsblauwen mantel, die den vórm had van een grooten doek. Bovendien droegen de Joodsche vrouwen bij zekere kerkelijke ol' huiselijke gelegenheden ook eene soort van rouwmantels met mouwen, die in een van ouds gebruike-lijken vorm genaaid waren. De mantel of het hulsel van Maria, was boven de borst onder den hals met een juweel bevestigd, boven hetwelk eene witte lob als van vederen of vloszijde haar hals omsloot. De mantel viel over de beide schouders terug, maar kwam aan de beide zijden weer naar voren en viel dan in eene spitze sleep naar achteren. Hij was aan den rand met gouden bloemen geborduurd.

liet haar was onbeschrijfelijk kunstig versierd, liet was midden op het hoofd gescheiden, en ongevlochten in vele afzonderlijke fijne stralen verdeeld, die, door witte zijde en parelen kruiselings onder elkander verbonden, een groot net vormden, dat over de schouders naar achteren viel en den rug tot over bet midden van den mantel met een spits toeloopend weefsel bedekte. De einden van het haar waren naar binnen gerold, en om den geheelen rand van dat haarnet liep eene versiering van franjes en parelen, die het haarnet door de zwaarte naar beneden trokken en in behoorlijke orde hielden.

Op liet hoofd droeg zij onmiddellijk op het haar een krans van witte vloszijde of wol, die zich boven met drie linten van dezelfde stol' in een bundel sloot, en op dien krans rustte eene omstreeks handbreede, met juweelen versierde kroon, welke met drie naden zich boven den schedel tot een knoop verbond. De kroon was aan het voorhoofd met drie parels boven elkander en aan elke zijde niet eene parel getooid.

-ocr page 149-

137

lu de linker hand droeg zij oen kransje rozen van witte en roode zijde, in de rechter hand had zij als een sehepler een fraaien vergulden kandelaar zonder voet. De in het midden dikkere arm was hoven en beneden de omvattende hand van knoopen voorzien en eindigde hoven in een klein schaallje, waarop eene witte vlam brandde.

De schoenen hadden omstreeks twee vingers dikke zolen en waren achter en vóór met een belegstuk verhoogd. Die zolen waren geheel van groene stol', als stond de voet op graszoden, en twee groote gouden riemen sloten boven de wreef des naakten voets ineen, welks teenen,' gelijk bij alle beter geklceede vrouwen, met eene kleine klep bedekt waren, die aan den zool vastzat.

De maagden in den tempel maakten de kunstige haarvlechten van maria. Moeder anna had de fraaie kleederen gebracht ^ en maria was zoo nederig en wilde ze niet gaarne aandoen» Na het huwelijk werden haar de haarvlechten om het hoofd opgeslagen, de kroon afgenomen , een melkwitte sluier tot op het midden des arms overgehangen en de kroon over den sluier opgezet.

De heilige maagd maria had zeer rijk, rosachtig geel haar en zwarte, hooge, fijne wenkbraauwen, een zeer hoog voorhoofd, groote, neergeslagen oogen met zwarte wimpers, een fijnen vrij langen rechten neus, een zeer edelen, liefelijken mond, eene spitse kin, eene middelmatige lengte, en zij stapte zeer teeder, zedig en ernstig in haar rijken tooi voort.

m

ti 11 i itt

alp

11

i .3 li

I |y,-:

#1 ji^ I - M

|t|

i li | ■ i iK.ir %

' : 'ïKilf' f'

■!■ tffif }! |i| |:®J|

.li !! '

iliK

11 1 81 k'-.viV,- h

maria deed hij hare bruiloft later een ander gestreept, minder prachtig kleed aan, waarvan ik een stukje onder mijne reliquiön bezit. Zij droeg dat gestreepte kleed ook te Cana en hij andere heilige gelegenheden, liet bruiloftskleed droeg zij nog eenige malen in den tempel. — (Zeer

1) De zalige A. c, emmerioii verklaart (bladz. 112) deze zoo rijke kleeding van maria met de woorden; „De ouders van makia waren eigenlijk welgesteld , zij leefden slcehts arm om de afsterving cn de aalmoezen. Ik weet niet, hoe lang anna enkel koude spijzen at. Maar het gezin verzorgden zij rijk cn gaven liet uitzetten,quot;

-ocr page 150-

138

rijke lieden verwisselden bij de bruiloft drie- lot viermaal van kleederen. In die pronkkleederen zag er maria even zoo uit, als getooide vrouwen van veel lateren tijd, bijv. keizerin iielena, ja zelfs kunegundis , boe veel ook de gewone verhullende kleeding der Joodscbe vrouwen, die meer op de wijze der Romeinsche was, daarvan afweek. Op Sion, in den omtrek der eetzaal, woonden zeer veel wevers, die allerlei stoffen bereidden, betgeen ik bij gele-genbeid van deze kleederen opmerkte.)

jo se f bad een langen wijden, blauwgrijzcn rok aan, van de borst tot den zoom met snoeren en klampen of knoopen gesloten. De wijde mouwen waren aan de kanten ook met snoeren vastgemaakt; zij waren ver opgeslagen en van binnen als met zakken voorzien. Om den bals bad bij een bruinen kraag of liever eene breede stola geslagen, en op de borst bingen bem twee witte banen neer, gelijk ook onze priesters de befjes dragen, enkel dat zij veel langer zijn.

Toen bet bruiloftsfeest ten einde was, ging anna met bare familie naar Nazarclh terug, en ook maiua trok in gezelscbap van meerdere, met baar tegelijk uit den tempel ontslagen speelgenooten daarheen. Zij reisden in een feestelijken trein de stad uit. Ik weet niet, boe ver de meisjes haar uitgeleide deden. Zij hielden weer haar eerste nachtverblijf in de levietenschool te Betboron. maiua deed de terugreis te voet.

josef was na de bruiloft naar Belldehem gegaan, om daar nog eenige familiezaken te regelen; bij is eerst later te Nazareth gekomen. —

l)e bruidsring' van Maria in den dom te Perugia. gt;

(Uit: Stemmen uit Rome van de Benedictijnen in het St. Paulusldooster.)

i. liet staat onbetwistbaar vast, dat ringen bij echtverbintenissen als zinnebeeldige teekenen van bet onoplos-

-ocr page 151-

139

bare verbond niet ccrsL aan hot Clirislcndom hunne invoering- te danken hebben, maar reeds in de hooge oudheid bij de Europeesche (ik herinner sleehls aan den Romeinschen annulus pronubus, welken naam men nog bij TERTULLUNUS vindt), even als bij de Aziatische volkeren en later ook bij de Joden in gebruik waren. 1 Mos. 38:18; 2 Mos. 35:22. Enkel onderscheidde zich het toenmalige gebruik van het tegenwoordige daardoor, dat de ringen niet wederzijds gewisseld werden, maar enkel de bruidegom er een aan zijne bruid schonk, en wel reeds bij de verloving. ') Dit gebruik kon misschien wel bij de heidensche volkeren voldoende te verklaren zijn uit de wanverhouding, die rechtens tusschen de beide geslachten bestond en die de gering geachte, als slavin beschouwde vrouw wel tegenover den man, maar niet dezen tegenover gene tot trouw verplichtte; bij de Joden en de eerste Christenen, onder wie aan de vrouw hare edele roeping, hare zedelijk verheven stelling en hare geestelijke gelijkgerechtigdheid teruggeschonken waren, kan die verklaring natuurlijk niet gelden. Voor hen was de ring, die tevens tot zegelring diende, wederzijds, als zijnde gegeven en aangenomen, een symbool van onverbrekelijke trouw, maar hij had bij de Christenen bovendien nog de bijzondere bestemming om hel recht tot oppertoezicht.

1) Aangaande do beteakenis van den bruidsriny vindt men in het Corpus jui'is de volgende opheldering:

„Dat do bruid van den bruidegom een ring ontvangt, ia deels een teeken van wederzijdsehe trouw, deels en vooral gesehiedt het, opdat door dit pand hunne harten verbonden worden. Daarom wordt do ring ook aan den vierden vinger gestoken, wijl — naar het verhaal — van dien vierden vinger uit cene ader naar het hart moet gaan.

Maar oorspronkelijk is do beteekenis des bruidsriugs die van een zegel; de bruidegom geeft der bruid een ring ten teeken, dat de afspraak onverbrekelijk, zoo goed als voor God bezegeld is. Vandaar het rijm:

„Is de bruidsring aan de hand,

Dan is ook de trouw verpand.quot; —

Ringen wisselen is overigens een gebruik, dat eerst in den nieuweren tijd is opgekomen.

-ocr page 152-

140

lol bestuur in de huishouding en lot do uitgaven voor hot huisgezin voor te stellen, gelijk duidelijk blijkt uit do woorden van clemens van alexakdrië: «De man geeft der vrouw den gouden ring niet lot opschik, maar ter bezegeling van heigeen er aan waarde in huis is cn bewaard moet worden en wijl haar levens het oppertoezicht over de huishouding opgedragen wordt.quot; —

Niet minder is hel bekend, dal de bruidsringen noch doorgaans van dezelfde gedaante noch uil dezelfde slof vervaardigd waren, dal zij zich veelmeer én naar den graad van ontwikkeling én nanr de vermogens-omstandigheden, zoo der volkeren als der individu's richtten. Zoo bedienden zich de van metalen rijkelijk voorziene Europeanen hijna uilsluitend van erts, maar de daaraan armere Aziaten gewoonlijk van edele steenen. Bleef bij die heperking den meer welgestelden allijd nog eene niet geringe keus, de onvermogende moest zich daarentegen dikwijls lol eene enkele slof, de lichtst te verkrijgene en minst kostbare, bepalen.

Deze daadzaak, die door getuigenissen niet minder dan door overblijfselen uit de oudheid genoegzaam bevestigd wordt, is nu tevens geschikt om op de kostbare reliquie, waarvan wij hier spreken, een verrassend helder licht Ie werpen.

Gelijk bij de onbemiddelden in hel westen over hel algemeen ijzeren bruidsringen in gebruik waren, zoo overhandigde de behoeftige oosterling zijner bruid een gesneden rimj van agaat of marmer, gelijk die dooi' de handels-karavanen uil Arabic en de Aziatische binnenlanden in aanmerkelijke hoeveelheid ingevoerd werden. Nu gold voor een der gezoebtste en aanprijzenswaardigsle van die steenen in Syrië en Palestina de zoogenaamde band-agaat of oxyx, ^ die juist lol bruids- en zegelringen uitstekend

1) Dit woord komt van Let Crieksch 011 bcteekent „vingernagel;quot; wegens zijne heldere kleur en doorschijnendheid.

-ocr page 153-

Ui

geschikt scheen, niet slcclits omdat liij gemakkelijk te bewerken was, maar ook om zijne zeer verschillende kostbaarheid en kleuren.

En een oxyx is het ook, waaruit wij, naar het gebruik in het oosten, den ring der heilige Moeder Gods, de bescheiden bruidsgift des armen timmermans van Nazareth, gesneden zien.

Dat die treffende overeenstemming een gewichtig, voornaam punt uitmaakt om tot de echtheid van de veel vereerde reliqie te besluiten, wie zou dat willen betwisten.

Doch dringen wij dieper in de zeker grootendeels tradi-tioneele geschiedenis door, gelijk ze ons cenc oude kroniek van Perugia eenvoudig en onopgesmukt verhaalt.

2. Men kan wel als zeker aartnemen, dat der allerzaligste Moeder Gods, ook nadat haar maagdelijke bruidegom, de heilige josef, tot zijne vaderen verzameld was, de van hem ontvangen bruidsring boven alles lief en dierbaar geweest is. Immers was hij baar een zoet en heilig aandenken, dat haar zoowel aan het engelreine zieleverbond met den ncderigen patriarch, als aan de opofferende, trouwe bescherming herinnerde, die de deugdzame gemaal en voedstervader den aan zijne zorg toevertrouwden in nood, droefenis en vervolging verleend had. En toen eindelijk Maria glorierijk van de aarde scheidde , welk sterveling had toen wel grootere aanspraak op den kostbaren schat, dan hij, die sedert de onuitsprekelijk smartelijke kruisure op bevel des Heeren als het ware het ambt en den plicht van den heiligen josef had overgenomen — de lievelings-jonger joannes'? Geheel zoo doet zich dan ook de kroniekschrijver hooren.

Naar zijn verder bericht nam joannes, toen hij in het jaar 95 van onze tijdrekening naar de wereldstad trok, het heilige erfdeel mede en bereidde daardoor der Ghris-tengemeente te Home eene onuitsprekelijke blijdschap.

Doch maar al te spoedig trof den grijzen, veelgeëerden Apostel de bloedige vervolging, onlangs door keizer ijomi-

-ocr page 154-

142

ttanus bij con decreet voor den ganschcn omvang des Ro-meinschen rijks voorgeschreven. Gegrepen en van zijne v

bezittingen beroofd, werd hij in een ketel kokende olie gestoken, en nadat hij daar ongedeerd uitwas gekomen,

naar het woeste, onherbergzame eiland Pathmos verbannen.

Onder de geringe have des Apostels bevond zich toch een onschatbaar kleinood: de h'ilïje bruidsring, wiens hoogschatting door de Christenen den heidenschen vervolgers niet ontgaan was en hen op het vermoeden bracht, dat de hooge, bij de waardeloosheid anders onverklaarbare vereering gegrond moest zijn op eene geheime, in hem zittende magie of tooverkracht. Zoo kwam het kleinood als vermeende talisman aan het Romeinsche hof, waar het bijna zeventig jaren lang een voorwerp van bijgeloovige hoogschatting bleef.

Toen gebeurde het, dat onder de regeering van marcus aurelius eene keizerlijke verwante, met name mustiola,

hot geloof aan den Gekruisigde aannam en in haar barteleed — om de ontwijding van den kostbaren ring — het besluit nam, zich er van meester te maken en in geval van ontdekking zich door de vlucht aan de vervolgers te onttrekken. De aanslag, kalm en met mannenmoed uitgevoerd,

gelukte naar wensch. In het blijde bezit van den schat ontweek de cdelo maagd uit de misdadige, onlangs met stroomen Christelijk martelaarsbloed bevlekte keizersstad,

reisde haastig, meestal onder bescherming van den nacht,

naar Etrurië, en bereikte eindelijk, na vele vermoeienissen, de oeverheuvels van het Trasimeensche meer, van welke zij zich, aan allen onbekend, naar het nabijgelegen Clu-sium begaf.

In die stad, waar van ouds koning porsenna den zetel zijner macht en zijns roems, en later eeuwen lang zijn graf had, biocide reeds, jeugdig frisch, vroolijk gedijende,

eene Christelijke gemeente. Dadelijk snelt de vorstelijke maagd naar do broederlijke vergadering, openbaart de reden van hare heimelijke vlucht,quot; en hare woorden, zoowel

-ocr page 155-

als haar kleinood, worden mei de warmste liefde, met, de vroomste godsvrucht ontvangen.

Doch niet lang duurde het, of de ruwe, blind ijverende macht der ongeloovigen slingerde ook in die gemeente de brandfakkel der vervolging. Men drong, tuk op bloed on buit, in de vreedzame woningen der Christenen, en wat zich niet door de vluclit had kunnen redden, sleepte men gebonden, onder hoon en mishandelingen, naar de openbare gevangenissen. De heilige musïiola had wel het geluk, nogmaals aan de nasporingen der beulen te ontkomen; maar zij liet zich in haar gloeienden liefde-ijver niet weerhouden, vrijwillig en met eigen gevaar het lot harer broeders en zusters, zoo niet te deden, toch naar vermogen te verzachten. Zij wist zich toegang in de gevangenis te verschaffen en ondersteunde, troostte en bemoedigde hier de den dood wachtende belijders, hen door het ver Iconen van den brui d s r i n g bezielende mei de hoop op de naderende hemelsche bruiloflsvreugde. Zulk een heilige moed verhaastte ook voor haar de bloedige offerure en reikte haar onverwacht snel den vurig verlangden palm.

Bij een der nachtelijke bezoeken, die zij gewoon was den gevangenen Christenen te brengen, werd zij door de wachten gegrepen, en daar zij moedig het geloof aan Christus beleed, met looden kogels ter dood gegeesehl. Het verscheurde, met bloed bevlekte lijk der martelares, waaraan door wonderbare beschikking nog de hoogvereerde ring zat, werd door MAncus, een priester dier gemeente, des nachts naar cene verwijderde hoogte gebracht en daar, niet ver van den oever des meers, in cene verborgen grot begraven. En aan het stoffelijke hulsel der heilige liet hij ook de reliquie, in de hoop, dat hij ze zoo gedurende den storm het best tegen onteering zou beschermen en voor een beteren, een tijd van vrede bewaren. Om dien schat voor de nawereld te verzekeren, legde hij er cene sleenen plaat bij, waarop in hel Latijn het opschrift stond:

iid-yij

-ocr page 156-

iU

»Hier rust de martelares mustkh.a mei d e n b r u i d s r i n e

O

van m AUIA.quot; ')

De drie eeuwen van vervolging, dal in het purper- des marlelaarsbloeds gloeiende morgenrood van den Cliristelijken dag, en nog vele jaren gingen over Italië voorbij, zonder dat er van den bruidsring van maru meer dan eene van geslacht tot geslacht overgeërfde overlevering behouden bleef.

Omstreeks het jaar 800 eindelijk ontdekten eenige op de liooge dreven aan hel meer weidende herders de bovenvermelde grot, die óf met voordacht (ijdens de beproeving óf door natuurlijke gebeurtenissen met aarde en puin gevuld was. Na eenig graven stiel men op het lijk der bloedgetuige en op de bijliggende, nog volkomen leesbare plaat. Hel gerucht van die zeldzame vondst drong spoedig in bet naburig Clusium door, dat nu reeds Ciiiusi heette. Bij scharen trokken de bewoners dier plaats naar de plek, om van hel gebeente der heilige mustiola cn den onschatbaren ring bezit te nenem, beide onder luiden jubel naar de stad te brengen en aan hel kapittel der hoofdkerk ter bewaring over te geven.

Ruim vier honderd jaren lang verheugde zich dit kapittel in het eervolle wachtersambt.

Maar toen in de dertiende eeuw de Minderbroeders van den heiligen fuanciscus van assisi aldaar een huis stichtten, meende de magistraat niet te mogen aarzelen, den vromen Ordes-geestelijken ten bewijze zijner welwillendheid den heiligen ring toe te vertrouwen.

Was reeds vroeger de vereering der geloovigen voor deze reliquie aanzienlijk en veel verbreid, zij vermeerderde nu, onder de ijverige, onvermoeide zorg dier vaders tol een ongemeenen graad. — Als de reliquie elk jaar op den 30 Juli op het altaar ten toon gesteld werd, stroomden

'') Eerst onlangs zijn de Christelijke catacomben en grafsteden van het oude Clusium, die eerwaardige getuigen der vroegere vestiging van liet Christendom aldaar, ontdekt

-ocr page 157-

M5

pelgrims in menigte uit alle landen aan de bekoorlijke oevers van het Trasimeensche meer bijeen, cn niet zelden gebeurde het, dat zij hun vroom vertrouwen, vooral hij oogziekten, op wonderbare wijze beloond en bekroond zagen.

Geruimen tijd bleven zoo de bewoners van Chiusi in het vreedzame, onbetwiste bezit van den heiligen ring, totdat zij er op eens door eene roekelooze euveldaad van beroofd werden.

3. Er bevond zich namelijk omstreeks het midden der vijftiende eeuw onder de Franciscanen een zekere broeder wiNTEiuus, die, meer naar afkomst dan naar gezindheid een Duitscher, de buitendien niet onbevangen beoordeelde Germanen bij de Italianen in nog sterker oneer en discre-dict bracht. De schrijver der kroniek geeft van hem eene alles behalve aanbevelenswaardige schets, schildert hem als een sluw, doortrapt mensch, die bij de bewoners van het klooster zeer slecht aangeschreven stond. Dit berokkende hem, gelijk licht te begrijpen is, velerlei onaangenaamheden, soms ook zware en kwetsende krenkingen. Ten laatste werd hij zelfs door zijne Italiaansche broeders aangeklaagd, een Miskelk, dien men vermiste, ontvreemd te hebben, en op die geheel onbewezen verdenking door de schepenen der stad tot de pijnbank en lot eene strenge gevangenschap van veertig dagen veroordeeld.

Eene zoo harde beschimping aan lichaam en eer scheen echter te veel voor broeder winteh. Uitermate vertoornd, zwoer hij stad cn klooster wraak en vormde na lang broeden het vermetele cn goddelooze besluit: hen heimelijk van hun kleinood, den trouwring der hoilije Moeder Gods le berooven.

Door aldrukken in was viel het hem gemakkelijk, zich de noodige sleutels te verschaffen, cn zoo ging hij tot de uitvoering van zijn onzalig voornemen over. — Eiken nacht, terwijl de Broeders argeloos sliepen, sloop bij zacht uit zijne cel naar de eenzame kerk, opende dc door veelvuldige sluitingen zorgvuldig verzekerde kapel, in welke de

A ïlungari, Avc-Maria-Klokje. T. 10

-ocr page 158-

140

ring bewaard werd, en zelle met onverdroten volharding-zijn dievenbedrijf voort. Zoo gelukte het hem na veel inspanning, die hij vier weken lang aanhoudend volhield, met behulp zijner valsche sleutels en een scherp sterkwater het belemmerende ijzeren foudraal te openen en eindelijk, het was den 23 Juli des jaars 1473, ook het laatste omhulsel, eene sterke doos van massief zilver, met geweld los te breken. Met sidderende hand grijpt de tempelroover naar het begeerde heiligdom, wikkelt het in zijde, en brengt alles weer behoedzaam in orde en achter slot. nij heeft zelfs na volbrachte daad nog den moed, meerdere dagen met gehuichelde vriendelijkheid in den kring der door hem misdadig bedrogen medebroeders te verwijlen. Verder durfde hij echter zijne driestheid niet drijven; want reeds stond de dag der beslissing, het jaarlijks wederkeerende feest van de tentoonstelling des rings voor de deur, en daarmede voor hem het dreigendste gevaar, ontmaskerd en dan ongetwijfeld met den dood gestraft te worden. Geveinsdheid en list moesten hem dus nogmaals ter veilige vlucht, ja tot een eervol afscheid behulpzaam zijn. Het vurigste, door vrome verzekeringen ondersteunde smeeken verwierf hem van den gardiaan verlof om voor eenige dagen naar Assisi Ie gaan ter bijwoning van het nabijzijnde Portiuncula-feest.

De morgen van den 27 Juli zag met zijn helderen, alles verlichtenden zonneschijn vriendelijk op den eenzamen reiziger neer, die van eene hoogte nog eens een schuwen blik naar zijn in de verte verdwijnend klooster wierp, en toen in angstigen haast, met den geroofden schat op de borst, zijne reis over berg en dal vervolgde. In scherp contrast met de vroolijke, in het morgenrood schitterende natuur geleek de ziel des vluchtelings op een stormachti-gen, akeligen onweersnacht. Bij alle afdwaling was in broeder winter het zedelijk gevoel nog niet tot het vriespunt der verstoktheid gedaald, waarom zicli op zijn hart, als een berg, zwaarmoedigheid, angst en pijnlijke beklemdheid legerden.

-ocr page 159-

147

,'|vi 'l'fi if ij

Reeds begon de dag le dalen, toen, in liet goud der avondzon schitterende, van den hoogcn rotswand de torens van Perugia zichtbaar werden.

Vermoeid en uitgeput van de reis, trad de reiziger cene herberg vóór de stad binnen, waar hij ten minste voor één nacht rust naar lichaam en ziel hoopte te vinden. Maar rust, naar welke hij verlangde, vond de beklagenswaardige niet. Voor hem werd de legerstede tot bank van beschuldiging, van welke hij den vreeselijken rechterstoel bemerkte, waarop de menschelijkc en goddelijke straf-gerechtigheid plaats nam, streng, onverbiddelijk recht sprekende tegen den tempelschender. Peinzend liet hij het eene plan na het andere in zijn geest voorbijgaan, overwoog elk bedenkelijk gevaar, elk mogelijk redmiddel, en dacht na, ol' niet één van zijne vrienden te Perugia woonde. — Daar komt hem op eens het beeld van een ouden bekende te Perugia, een zekeren luga, voor den geest en een straal van hoop verheldert zijne verduisterde ziel.

En toen nu op de kruinen der Apennijnen het eerste morgenrood gloeit, staat hij op en snelt naar de Guellen-stad, zoekt den heilbelovenden vriend op en smeekt hem met kwalijk verborgen angst, hem naar den dom Ie volgen.

Hier brengt liij hem in een verborgen hoek tor zijde, laat hem hij eede streng stilzwijgen beloven en openbaart hem daarop met kloppend hart en stotterende long het ondraaglijk drukkend geheim.

Ontsteld, en zelf radeloos, gaat luca dadelijk naar den eersten senator der stad, deelt hem de zaak, eveneens onder het zegel des eeds, mede, en smeekt om raad in zulk eene bedenkelijke en gevaarlijke zaak.

De sluwe magistraat doet het masker der ongeloovigheid voor, raast dapper op den Franciscaner als een straf-waardigen bedrieger, en verlangt, dat hem de ring vertoond zal worden om diens echtheid dadelijk te bewijzen.

Onverwijld keert luca naar den dom terug, waar broe-

10 '

II j|

rfiüfl'i pi r' . #1 *

li ife'H

Iwü i

vil1

m

iiH ilf

Pli llll

fit

lamp;Wk'-t 'lm '

1!^: r'

mm

- - - ■

-ocr page 160-

148

der wiNTEii intussclicn in bange vrees gewacht, heeft, schildert de slechte, hoogst onvriendelijke ontvangst bij den senator, en eischt in elk geval dc uitlevering van de riliquie, om aan den onrechtvaardigen argwaan een einde Ie maken, liij dien eisch kwamen den armen, reeds door dc slagen van het geweten verweckten broeder de heldere tranen in dc oogen. Buiten slaat om slechts één woord uit tc brengen, haalt hij den zorgvuldig verborgen schat te voorschijn en geeft hem aan den dringenden vriend over.

En dc senator zag zich niet zoodra in het bezit van het kleinood, of hij zond, om zich van de nog altijd twijfelachtige echtheid te verzekeren, zonder uitstel een dienstman als bode naar Chiusi tot het naderende feest.

■4. Vroolijk klokgelui had in die stad het aanbreken van den 30 Juli aangekondigd en eene tallooze schaar van nabij en van verre naar het Franciscaner-klooster bijeengeroepen. Vol vroom ongeduld wachtten de pelgrims op het uur, dat men de kapel ontsluiten en den veclverecrden bruidsring ten toon slellcn zou.

Eindelijk naderde het gewensebte oogenblik.

Dc bisschop van Sicna trad met den voorzitter der stadsgemeente en dc oversten van het klooster, die naar oud recht dc drie hoofdsleutels van het heiligdom bewaarden, naar de kapel, op welke aller oogen vol verwachting gericht waren. Zij gingen, na het onlsluitcn der deur, in de plechtigste houding naar de kast, waarin zij voor een jaar het dierbare voorwerp ten zorgvuldigste weggesloten hadden. Spoedig is het drievoudige metalen omkleedsel, dat aan alle list en geweld weerstand moest bieden, met de sleutels geopend, en met toenemende spanning tast men naar de sierlijke, smaakvol gewerkte zilveren doos. liet deksel wordt opgelicht en — het verbaasde oog staart op een Icdifj reliquiekastje.

Ontsteltenis grijpt de naastslaanden aan en deelt zich dadelijk, daar de schrikmare niet verborgen gehouden kan worden en van mond tot mond door de menigte looptj,

-ocr page 161-

149

aan hot volk mede, zich in luide uitbarstingen van smart en wrevel lucht gevende. Men beschuldigt de ter trouwe hoedster aangestelde kloostergemeente, dat zij aan het openbare vertrouwen niet beantwoord, de heilige wacht snood verwaarloosd lieert.

Reeds werden er bedenkelijke uitdrukkingen en ernstige bedreigingen gehoord, toen op eens in duizendvoudige echo door de morrende verzameling de naam »Fra winterioquot; liep en als een bliksemalleider de vonken des toorns van de electrisch ontbrande menigte opving.

Snel komen senaat en volk bijeen, om ten spoedigste de geschikte maatregelen te nemen. De eerste schrik is geweken en heeft plaats gemaakt voor eene rustige bedaardheid, een krachtig handelen.

Na korte beraadslaging ziet men dienstmannen en gerechtsdienaars naar alle richtingen snellen, om den )gt;üuilschen broederquot; op te sporen, dien het eenstemmige oordeel, als na een wettig verhoor, als den ontwijfelbaren dader aanwijst. — Twee dier boden stormen mei overhaaste schreden naar Perugia, komen bijna ademloos in de slad aan, en verbaasd verneemt hun oor allerwege op de bont verlevendigde straten dc ^wondermare van den heiligen ring.'''

Weinig uren te voren was de bode, die naar Chmsi gezonden was, teruggekomen en de sluwe senator had niet gezuimd, den senaat van Perugia dadelijk tot eene buitengewone vergadering op te roepen, en in de zitting plechtig te verklaren: »De Gever van alle goede gave en deYader des lichts heeft mij van nacht op wonderbare wijze den gezegenden, wonderbaren Maria-ring geschonken, en ik heb bij het aanbreken van den dag met ongeduld naar het oogenbWk verlangd, dat ik hel onuitsprekelijk dierbare geschenk, gelijk hierbij wettig geschiedt — aan mijne geliefde vaderstad ter eeuwige en onvervreemdbare bezitting-kan toewijzen.

Met bliksemsnelheid liep bet blijde bericht door de gansche stad, en onder het vreugdedronken volk begon het dadelijk

-ocr page 162-

150

levendig te worden. En luiizen en paleizen waren spoedig met tapijten en guirlandes versierd, en oud en jong golfde door de straten heen en weer, jubelzangen aanheffende om het verkrijgen van zulk. een kostelijk kleinood.

Te midden van die vreugde verschenen bespiedend de boden van Chiusi en stonden als verstijfd, toen zij de oorzaak van de algemeene volksvreugde vernamen. Langzamerhand echter keerde het vertrouwen op hun heilig recht en daarmede frissche moed in hunne ziel terug. Beschuldigend traden zij voor den hoogen senaat, die zich echter met schijnbare deelneming incompencnt verklaarde en hen zonder verder naar dc volks-inslantie, dat is naar eene algemeene vergadering van allo stedelijke gilden verwees.

Binnen kort is het marktplein vol van de vroolijk wapperende vaantjes. Yan eene hooge tribune herhalen de boden nu, niet zonder tranen, in naam der diep bedroefde Chiusiners, himne rechtmatige bezwaren. Sedert meer dan zes eeuwen was Chiusi in het onbetwiste bezit der »reliquiequot; geweest, totdat onlangs vermetel en heiligschendend een vreemdeling dc hand aan het heilig erfdeel had geslagen, ten spijt van alle goddelijk en menschelijk recht. Een onbeschrijfelijke rouw had zich van de stad meester gemaakt en één smartkreet had zich doen hooren op de tijding van de ontzettende wandaad. De verontwaardiging over het geschonden recht en dc ijver, om het te verzoenen, hadden ook hunne schreden bevleugeld, ten einde het heilige voorwerp en den roekeloozen misdadiger machtig te worden, waar zij zich ook bevonden. Nu waren zij nauwelijks binnen Perugia's muren en in zijne met jubel vervulde straten gekomen, of dc moed en het vertrouwen waren weer in hunne verslagen harten teruggekeerd; onder tranen hadden zij God gedankt en zoowel zich als hunne vaderstad geluk gewenscht, dat de Voorzienigheid den verloren, heiligschendend ontvreemden schat juist aan de handen der edele Perugianen had toevertrouwd. Geringe oncenigbeden niet medegerekend, hadden deze sedert onheuglijke tijden met

-ocr page 163-

151

hen als buren in vriendschappelijken vrede geleelcl, cn sleeds het recht, waar het gevaar liep geschonden te worden, braaf cn ridderlijk beschermd. Ook liians zouden zij zich over de gelegenheid verheugen , grootmoedig het gekrenkte recht hunner zwakkere buren te kunnen beschermen en herstellen. Door hieraan te twijfelen, zou men hun naam onteeren, hun roem verkleinen. Dus aarzelden zij niet, vol van het vroolijkste vertrouwen de zeer eerbare vergadering ten dringendste op te wekken, dat zij zich door teruggave van den ring het roemvolle bewustzijn zou verzekeren, een schitterenden plicht van deugd en Christelijkheid vervuld en bovendien eene treurende cn ter neder gedrukte burgerij weer opgericht, getroost, tol onstcrfelijken dank verplicht te hebben.

Toen de bezielde redenaar zweeg, heerschte er eene poos de diepste stille, waarop spoedig een gonzend gemompel volgde. Eindelijk werd den verzoekers na eenige beraadslaging als wil en]^besluit des volks te kennen gegeven: dat niets den burgers van Perugia meer ter harte ging, dan met de edele buren de goede, vreedzame versland-houding te bewaren; maar wat den ring betrof, die door het genadig bestier der Voorzienigheid hun zoo wonderbaar geschonken was, daarvan mocht, in zooverre den Chiusiners de vriendschap van Perugia niet onverschillig-was, nooit sprake zijn; in bet tegengestelde geval zouden de burgers gezamenlijk niet aarzelen, de dierbare schenking zelfs met de wapenen te verdedigen.

Die woorden, waaraan de luide goedkeuring der toestemmende menigte nadruk schonk, waren een verpletterend en maar al te stellig antwoord, waarmede de boden, smartelijk getroflen, naar hunne vaderstad terugsnelden.

Nieuwe gezantschappen, nieuwe pogingen en gedeeltelijke inwilligingen hadden geen beter gevolg. En toen ook de zending des bisschops van Sicna vergeefsch bleef en hiermede alle hoop op eene vrijwillige teruggave verdwenen was, volgden er op de minnelijke onderhandelingen ernstige

-ocr page 164-

152

en betreurenswaardige gebeurtenissen. Ontroostbaar over het verlies van bun heiligen schat en ten uiterste verbitterd over do onrechtvaardige terughouding, gingen dc Chiusiners tot geweld over, wierpen weerlooze Perugianen, die zich binnen dc palen en grenzen der stad lieten betrappen, in dc gevangenis, en deden zelfs verwoestende strooptochten op het naburig gebied.

Dit was het begin cener verbitterde veetc, die de beide steden, elkander met boosaardigen lust aan personen en eigendom schadende, twaalf volle jaren onderhielden, cn dit geschiedde alles •— wegens den bruidsring van Onze Lieve Vrouw, die op den ganschen aardbol als «Koningin des vredesquot; en als »zoete Moeder der zachtheidquot; begroet wordt!!

5. De strijdende partijen kregen echter eindelijk dc overtuiging, dat op den ingeslagen weg noch de twist beslecht, noch eene beslissing verkregen kon worden, dat veelmeer eene pauselijke verklaring den wettigen uitslag moest geven.

Beide partijen wendden dus alles aan, om bij den Room-schen Stoel bare werkelijke of voorgewende rechten te doen gelden. Er heerschten toenmaals overal twisten, burgeroorlogen en partijschappen. ïc Ferrara, le Genua, te Milaan, te Florence woedden met al hunne verschrikkingen oproer, regeeringloosheid en opstand.

Die gebeurtenissen, alsmede de oorlogzuchtige overmoed der Yenelianen, waarbij nog de gelijktijdig dreigende invallen der Turken kwamen, die Tarente veroverd hadden, hoopten ook om bet scheepje van petrus hemelhoogc golven op en verwekten den hoogepricstcrlijken stuurman moeite en angstvolle dagen, welke onder sixtus iv (1471--1484) door opstanden te Rome en in den Kerkdijken Staat zclven des te donkerder werden.

Niet minder hoog ging de branding, toen innocentius vin (14,84—1/5.92) het roer van het schip der Kerk in handen had. Een onvermijdelijk gevolg van de politieke stormen was, dat de genoemde pausen al naar den golfslag van de

-ocr page 165-

153

gebeurtenissen des tijds hun zetel onophoudelijk veranderden.

Die omslandiglieid bracht ook de gezantschappen van Perugia en Clüusi iu de hoogst onaangename noodzakelijkheid, verscheidene jaren lang als op een reistocht bet onbestendige pauselijke hol' te moeten volgen; tot het eindelijk in het jaar l/tSü den onverdroten en toenmaals machtigen Penujianen gelukte, — ten koste van politieke verplichtingen — van miNOCENTius de wettige bevestiging van het bezitrecht te verkrijgen.

Hoewel zich de burgers van Chiusi gedwongen in deze beslissing schikten, bleef er toch lang een angel van bitteren wrok en wrevel over, cn hun rouw was even groot, als de jubel cn de triumf der Perugianen luide waren, die zich nu eerst in het ongestoorde bezit van hunne dierbare reliquie verheugden.

6. Maar hoe — zoo vraagt gewis niet zonder deelneming dc lezer, was het intusschen mei broeder winter, den schuldigen bewerker van al die verwarringen en vijandelijkheden gegaanl?

Nadat broeder winter zich onder smart en tranen, de voorboden van ernstiger berouw, van bel geliefde, maar ook vreeselijk verontrustend kleinood ontdaan had, aanvaardde hi j de reis weder en begaf zich naar de gebenedijde Portiuncula-kerk, dc lievelingskerk van den Vader zi jner Orde, den heiligen franciscus. Door dc goddelijke ontferming, die hem ook op zijn zondig pad liefderijk gevolgd was, verwonnen, keerde hij naar Perugia terug, waar hij cene reddende, door de dankbaarheid bereide schuilplaats hoopte te vinden.

Doch in die verwachting zou hij zich voor 's hands bitter teleur gesteld zien. Zijne Ordesbroeders in die stad wendden zich, gelijk te voorzien was, bepaald van hem, den tromve-looze, af, vermeden hem als een verbannene en gaven hem op zijn verzoek om huisvesting een kort, weigerend antwoord. Toen hij nu zoo hulp- en radeloos door de straten rondwandelde, werd hij door de mannen des kar-

-ocr page 166-

154

dinaal-aartsbisschops van Perugia opgepakt on naar diens slottoren gebracht, om naar de gestrengheid der wetten van staat en Kerk gevonnisd te worden.

Wat het berouw in hem begonnen had, dat moesten do nu volgende pijnlijke verhooren en het kerkerlijden voltooien : eene smartelijke en heilzame verzoening. Voor de rechters geroepen, verscheen hij doodsbleek, uitgeteerd van kommer en ellende en tot in den diepsten grond dor ziel vermorzeld. Toen men nu onder bedreiging met de pijnbank eene bekentenis van hem eischte, beleed hij, onder luid weenen en snikken, de gansche toedracht zijner misdaad. Doch op de verharde gemoederen zijner rechters maakte noch zijn beklagenswaardig, medelijden wekkend voorkomen, noch de oprechte, rouwmoedige zelfbeschuldiging eenigen indruk. Zijne verklaringen rechtstreeks betwijfelende, beschuldigden zij hem van leugen, arglist en veinzerij, en verzwaarden zijne kerkerstraf onder bedreiging van sterkere dwangmiddelen. Zoo wist zich door middel van den aardschen rechter de gekwetste eeuwige gerechtigheid eene tijdelijke verzoening, eene onvermijdelijke genoegdoening te verschaffen. Zij liet den ongelukkige juist in die stad lijden, die toch eerder tot elke andere zaak gerechtigd scheen, dan om hem straf te geven!

Eindelijk verhief zich toch, nadat hij achttien lange en smartelijke maanden in de gevangenis gesmacht had, in de harten der bevolking een gevoel van medelijden en berouw over eene zoo onverzoenlijke behandeling. Men verhiel luide klachten, trok in mdssa naar de vergaderplaats van den senaat en bewerkte vrijspraak en loslating voor den armen, jegens hunne stad zoo verdienstelijken Franciscaner. Ja, de hartstochtelijke dankbaarheid des volks vergenoegde zich niet met den zoo lang mishandelden weldoener van de banden te bevrijden en hem in triumf door de stad te leiden ; zij bewerkte bovendien een besluit van het stedelijk bestuur, waarbij, daar er aan eene wederopname in de gemeenschap der Orde niet wel te denken was, den Duit-

-ocr page 167-

155

schen broeder cene levenslange jaarwedde en eene bescheiden woning benevens eene kapel toegewezen werden. Hier leefde hij in ongestoorden vrede nog wel twintig jaren, in bestendig berouw over zijne afdwaling, bemind en geëerd door de dankbare burgerij.

In hel laalsl van zijn leven , legen hel einde der vijftiende en in het begin der zestiende eeuw, had hij nog bel genoegen, niet slechts gelijk ieder burger der stad, maar van meer nabij betrokken, boven Perugia dien glans der Umbrische schilderschool Ie zien opgaan, die spoedig den helderen, zonnigen hemel als het ware overstraalde en hel schoone schiereiland lol koningin in het rijk der kunst zou verheffen. Die woning, welkende gemeente aan broeder winter gegeven had, was namelijk geene andere, dan het tegenwoordige, door alle kunstminnaars bezochte Cambio (wisselbank), op welks muren en gewelven pietro peruüino, ingegno en de jeugdige rapiiaël onder het oog des Franciscaners hunne heerlijke schilderijen tooverden. — Zij, die ooit Perugia bezocht hebben, zullen ongetwijfeld erkennen, dat het »Cambioquot; en de aangrenzende St. Joannes-kapel met hunne meesterlijke fresco-schilderijen de liefelijkste en geurigste bladeren in den krans hunner herinneringen zijn. Want wie nog onverdorven zin en reinen kunstsmaak bezit, zal niet alleen het magische email van hel coloriet en de degelijke kracht in de antieke gestalten waardeeren, maar ook inden hoogslen graad de bovenaardsche uitdrukking, de onvergelijkelijke teederheid en schoonheid der vormen, en bovenal de diepe, uit Katholieke harten gevloeide godsvrucht en hemelsche bezieling der bijhelsche schilderijen met lof erkennen, en levendig gevoelen, boe hem die kunstscheppingen, onder welke hier slechts de «Kerstnachtquot; en de «Verheerlijking des lleerenquot; vermeld worden, met hare kleurenpracht eene waarlijk paradijsachtige, goddelijk zalige hemellucht tegenwaaien.

Eer die schilderijen nog voltooid waren, werd broeder winter, lot aan het einde zijns levens onbesproken en onberispelijk, in de woning des vredes overgevoerd en onder

-ocr page 168-

156

groote plechtigheden, waaraan alle overheden der stad deel namen, schitterend en eervol in de hoofdkerk begraven. Zijne doodkist werd in de kapel «aria's huwelijkquot; bijgezet, juist op de plaals, waar hij eenmaal het schuldije geheim aan den vriend bekende en met bloedend hart den heiligen schal overgaf.

Op het graf plaatste rnen een gedenksteen met een opschrift, dal ook aan de late nakomelingen het bericht moest geven van de dankbare gezindheid en de — zeker in den wortel niet zeer reine — edelmoedigheid der Perugianen.

7. Tegen het einde der vorige eeuw, toen de Fransche legers zich als troebele, alles vernielende vloeden over de vlakten van Italië verspreidden, vielen ook eenige teugellooze krijgsrotten bloedgierig op Perugia aan, plunderden de hoofdkerk en rukten met ongehoorde ruwheid zelfs lijken uit de graven. Bij die gelegenheid ontwijdden en verbrijzelden zij ook broeder winters vreedzaam, stil graf. Uit de kapel roofden zij, hoewel niet de kostbarereliquie, die men tijdig geborgen had, toch het prachtige, waarlijk onschatbare en niet te vergoeden altaarstuk, de schoone schilderij van rapiiaël, die het »huivelijk van josef met wariaquot; voorstelt. Naar Parijs gebracht, moest bet als krijgs-trophec in den triumftoebt figureeren. Ongeluk of verzuim waren, belaas, de oorzaak, dat met de overige weggenomen kunstwerken die roof niet teruggegeven werd.

8. Wat nu de vereering van den «heiligen ringquot; aangaat, die duurde onverminderd voort en schonk der stad Perugia bij elke terugkomst dei' openlijke tentoonstelling een ongemeen levendig en feestelijk vroolijk aanzien, wijl uit de meest verwijderde steden en plaatsen van Italië pelgrims toestroomden. Dat velen dier pelgrims hun geloovig vertrouwen wonderbaar gezegend zagen, daarvan getuigt een geheele bundel schriftelijke en verzegelde oorkonden in bet archief van den hoogen dom, uit welke wij er hier slechts ééne zullen aanhalen.

Een in een afgelegen deel van Italië resideerend vorst

-ocr page 169-

157

had het ongeluk, dal hem scherpe houtsplinters in hel oog drongen en zich in het binnenste van den oogappel vastzetten. De pogingen der bekwaamste geneesheeren, om ze weg Ie nemen of ook slechts te ontdekken, mislukten. De pijn nam zoodanig toe, dat men niet slechts voor ge-heele blindheid, maar zelfs voor den dood van den hoogen zieke vreesde. — liet bericht van de wonderbare gunstbewijzen, die bij dergelijke kwalen geloovige vereerders van den huwelijksring der heilige Moeder Gods genoten hadden, moedigt den vorst aan, om van de stad Perugia de gunst te verzoeken, dat zij de eerwaardige reliquie bij hem zou laten brengen. De burgers echter, ijverzuchtig bezorgd voor het kleinood, aarzelen, aan dien wensch te voldoen. Mogelijk, dat zij na zoo langen tijd toch nog eene wedervergelding van den kant der Chiusiners vreesden. De lijder ziet zich dus genoodzaakt, zelf naar Perugia te gaan. Met vast vertrouwen treedt hij vóór den onthulden ring, bidt ten vurigste tol. dé Moeder der goddelijke genade (Mater divinae gratiae), en zie! terwijl liij zijn gelaat naar de reliquie gericht houdt, vallen hem — door een wonder losgemaakt — de splinters uit de oogen.

De zieke was genezen.

In dankbare vroomheid wijdde bij aan de hoofdkerk juist het kostbare en heerlijke Ostensorium., waarin nog heden de eerwaardige reliquie bewaard en openlijk ten (oen gesteld wordt.

Het feest der tentoonstelling' van Maria's brunlsriu»'.

(Uit het bovengenoemde werk.)

Hoven het Seraphijnsche dal, den waarlijk paradijs-achtigen tuin van Umbriö, was helder en prachtig de eerste dag van Augustus 1857 opgegaan. Hoewel de zomertijd bijna regelmatig in de heuvel dalen en

-ocr page 170-

158

bergkelels geweldige stormen aanbrengt, was ditmaal het weder den ganschen dag helder gebleven. De heerlijke fraaie lucht lokte mij, het zal omstreeks vier uren 's namiddags geweest zijn, van dc werktafel een oogenblik naar hel bescheiden, open venster mijner cel. Bij de hooge ligging der oude en eerwaardige abdij van St. Petrus te Perugia, boven wier tinnen reeds duizend jaren zijn voorbij gegaan, ontrolde zich voor den blik een der bekoorlijkste, prachtigste panorama's, die het binnenland van Italië heeft aan te wijzen. Door zijne wonderbare grootaardigheid spot het met elke beschrijving en blijft het allen, die het ooit gezien hebben, onuitwischbaar ingeprent, vooral hem, die het beschouwde van uit het stille Benedictijner klooster, dat trotsch en statig op een in het dal uitstekenden heuvelrand slaat. Van uit do diepte lachte mij, als een lief kind uit de wieg, hot vruchtbare, bekoorlijke dal tegen. Op zijn achtergrond verhieven zich in altijd ernstiger en koenere vormen de kale hoogten der Apennijnen, hare rots-lijnen scherp in het doorschijnend saffier des hemels al-teekenende. Van de boschrijko hellingen der bergruggen wenkten in den liefelijksten zonnegloed de schilderachtige stadjes Assisi, Foligno en Spoleto, terwijl in de nader bij gelegen dalvlakte honderden verstrooide villa's en gehuchten tusschen het saprijke groen van wijngaarden, vijgeen olijl'boschjes helder schitterden, als een tooverachtige sterrenhemel, uit welks midden, als do maan, de Porti-uncula-kerk Santa Maria degli Angioli zacht en prachtig uitstraalt. Haar imposant opstijgende koepel, die onlangs nog eene ontzettende aardbeving trotseerde en, als door engelenhanden gedragen, boven de puinhoopen der ingestorte gebouwen uitstak, oefende heden op hart en oog meer dan anders zijne aantrekkingskracht uit. Hij scheen omsluierd van de teedere en liefelijke herinneringen aan den heiligen franciscus van assisi, dien Seraph in men-schengedaante, die hier den grond heeft gelegd lot eene aanzienlijke Orde, die hier in iiooge wonderkracht heeft

-ocr page 171-

159

bemind, gesproken, gewerkt, hier eindelijk zijn vaderlijk, lief oog lot den zachlen doodslaap heelt gesloten. Bij die blijde en opwekkende overwegingen kwam lieden nog het feestelijk-vroolijke aandenken aan eene gebeurtenis, die op den ganschen wijden aardbol, waarheen de naam en de jongerenschaar van den heiligen franciscus ook is doorgedrongen, bewonderd en gezegend wordt. De Kerk viert namelijk op dezen dag de gedachtenis aan de verschijning en de belofte der genade, welke de «jonger der armoedequot; in de Portiuncula-kapel van den goddelijken Meester ontving en wier gezegende vruchten in den loop der laatste zes eeuwen zoo vele millioenen met dank en blijdschap vervuld heeft.

Onafgewend rustte mijn blik op den omstreeks drie uren gaans verwijderden dom, naar de duizenden godvruchtige pelgrims ziende, die ter verkrijging der genade van den gran pardono of «Portiuncula-aflaatquot; jaarlijks daarheen stroomen. Mijne pogingen waren echter vergeefsch, daar de drukkende hitte van den dag, door den zwakken bergwind slechts weinig getemperd, een blauwen, nevelacbtigen sluier over het dal geworpen had. Daarentegen daagden spoedig op den voorgrond beweegbare gedaanten op, die in altijd dichtere, soms om een pelgrimswagen geschaarde treinen langs den rechtlijnigen, de vlakte door-snijdenden weg mij naderden, terwijl zij met de scherpe, gloeiende kleuren hunner notionaaldracht als een zich telkens nieuw vertoonend bont lint door den daltuin voorttrokken.

Dit kwam mij echter niet onverwacht.

Nadat namelijk de pelgrims bij de wieg van de Franciscaner-Orde aan den drang huns harten hebben voldaan, plegen zij, overeenkomstig een vroom gebruik, naar Pcnujia te gaan, dat van de hoogte uitnoodigend in het dal neerziet. Hier opent zich voor hunne geloovige harten eene nieuwe bron van zalige godsdienstvreugde. De bruidsring van Maria wordt in de hoofdkerk dezer stad bewaard en jaarlijks op dezen dag vóór zonsondergang ter openlijke vereering len loon gesteld.

-ocr page 172-

160

Door godsvrucht en ook wel door cene soort van vergeeflijke nieuwsgierigheid gedreven, sloot ik mij, in gezelschap van een Benedictijner, dadelijk aan de schaar dei-bedevaartgangers aan en spande mijne verwachtingen des te hoogcr, daar ik mij onlangs aangaande de gesteldheid en de geschiedenis dier merkwaardige reliqnie ten grondigste had kunnen onderrichten. Ik had namelijk het geluk, de daarop betrekkelijke oorkonden van het dom-archiefte kunnen inzien en bovendien een werk te lezen, dat van het standpunt der critiek bijzonder daarover geschreven is.1)

Van de abdij van St. Petrus daalden wij langs een steil bellend pad in den zuidwestelijken bollen weg af. Yan twee golfvormige bergreeksen ingesloten, breidt hij zich uit tot eene bloeiende, gezegende vlakte, terwijl hij, met bet uiterste einde tongvormig en zacht rijzende, op de massieve stadsmuren uitloopt. Perugia stak, van uit de dalvlakte beschouwd, als eene koene, uitdagende borstwering in statige majesteit boven ons uit.

Onze weg, tusschen steeds afwisselende dal- en berggezichten heen slingerende, liep naar de poort der citadel. Wij traden de hoofdstraat, den met menschen gevulde Corso in, waar op den achtergrond reeds vriendelijk ernstig de dom, het doel van onzen gang, ons begroette. Wij gingen ook het sCambio,quot; de vroegere woning van broeder winter, voorbij.

Weinig schreden nog, en wij stonden, van pelgrims omringd, dicht bij de beroemde bron, die onlangs door een bijzonder lithographisch prachtwerk eene waardige beschrijving verkregen heeft, liet is een werk van ciovanni pisano (omstreeks 1277), als bet ware een drievoudige diadeem, eene steen-tiara, die met de rijkste, ten deele voortreffelijk geconserveerde beelden als met juweelen getooid is. Waardig en weldoordacht vereenigen zich aan dit kunstwerk zoowel plannen en regeling, als ook de

1

De uitslag van dat onderzoek is de medcdecling op bliidz. 138.

-ocr page 173-

161

uitvoering. Men zou dit gewrocht des beitels eene in steen geschreven geschiedenis der kunst en zeden van oude, roemvolle tijden kunnen noemen, een steen-album met zinnebeeldige voorstellingen uit het godsdienstige, burgerlijke en beroepsleven der middeleeuwen. Ongemeen origineel en indrukwekkend verschijnen daar voor het oogde twaalf maanden des jaars met hunne veelvuldig afwisselende bezigheden, de hoofdtakken der kunsten en wetenschappen, zooals spraakkunst, rothorica, dialectica, meet- en geneeskunde, sterrekunde, wijsbegeerte en muziek; daarop als bijbelsche groepen de zondeval en zijne gevolgen, samson, davsd met goliath en de heilige Dooper joannes. Bovendien vier en twintig statuetten van heiligen en zinnebeeldige figuren, onder de laatste de Kerk, de vruchtbaarheid des lands cn de overvloed; eindelijk Perugia en zijne gilden, symbolische wapendieren en oud-Italiaansche helden. Dat alles bevindt zich op dat gedenk-teeken in zulk eene zonderlinge en toch niet onoverlegde mengeling, dat men wel niet zonder grond in die samenstelling eene geheime, geschiedkundig-politieke gedachte meent uitgesproken te zien.

Om den kant des doms wendden wij ons rechts naar hel hoofdportaal, dat van een statigen trap de »Piazza del Papaquot; overziet met haar bijna krijgshaftig ernstig metalen standbeeld van jumus IH van het jaar 1555.

.luist riep vroolijk-feestelijk klokgelui met diepe, klankvolle stem naar de heilige plaats.

Wij werden het wijdgeopende portaal ingedragen dooide machtig aangegroeide menschenmassa, welke in de ruimten der uitgebreide hoofdkerk dermate op de ^huwelijks-kaper aandrong, als wilde zij in stormloop haar ijzeren traliekerk verbreken. Wij kozen eene vrij afgelegen, aan het gedrang minder blootgestelde plaats, die ons een vrij overzicht over den golvenden menschendrom veroorloofde.

Op bet bepaalde uur zette zich van de sacristie af een plechtige trein in beweging, voor wien de vooruitgaande

A. Hungari. Avc-Maria-Klokjc. I. AA

-ocr page 174-

102

dom-Zwitsers slcchls met moeite een weg konden banen. Hij bestond uit den kardinaal-aartsbisschop, den pauselijken delegaat, de hoofden der municipaliteit en zoo veel prelaten, stiftsheeren en geestelijken, dat de vrij ruime kapel hen niet allen kon bevatten. Onder vrome spanning der aanwezenden werd eene boven het altaar ingemetselde ijzeren kast geopend, de reliquic — de heilige bruidsring van mauia, van de gebenedijde des lleeren — ontzegeld en in een fraai, kostbaar kristallen doosje hoog boven het volk in de hoogte gehouden.

Op dat oogenblik achtte men zich bijna in de St. Janu-arius-kapel te Napels verplaatst. Zoo luide, machtig cn onweerhouden brak het volk in een vromen vreugdekreet los, dat liij bruisend tegen dc hooge gewelven weerkaatste cn den schijn had, als wilden zelfs do steenen van het godsbuis in dou vroolijk bezielden kreet; »Leve maria! .Leve de Madonna!quot; duizendvoudig instemmen.

Wel een half uur verliep er, eer wij het waagden, dooide gedunde scharen de reliquic te naderen.

Een kleine trap voert naar de verhooging in het midden der kapel, waar, door priesters bewaakt, de gedenkwaardige bruidsring van Onze Lieve Vrouw plechtig ten toon gesteld wordt. Hij zweeft onbeweeglijk aan een zijden draad, dien men in de punt van het gouden Ostensorium heelt vast gemaakt, cn de vereeringskus der gcloovigcn mag slechts het beschuttende kristal aanraken.

Van binnen heeft dc ring de doorsnede van een matigen middelvinger, terwijl de buitenste doorsnede minstens een ouden duim bedragen zal. Hij is aan den cencn kant merkelijk afgeplat, ten einde een of ander symbool of een ze-gelwapen op te nemen, — eene omstandigheid, die men wél moet opmerken, daar zij een niet onbelangrijk bewijs voor de echtheid oplevert. Zoo onafgewerkt plachten namelijk de kooplieden de agaat-ringen in hunne magazijnen te koop te bieden, om er, indien neiging cn vermogen des koopers bet insnijden van een zegel vereisebten, de

-ocr page 175-

10.'$

laatste voltooiing aan te geven. Dat nu de »heilige ringquot; zulk eene afwerking geheel mist, levert niet slechts een bewijs voor de behoeftigheid en nederigheid des aankoopenden bruidegoms, het bewijst ook dc eerbiedige achting der vroegere Christelijke geslachten, die zich op geenerlei wijze tot eene voor dc hand liggende versiering lieten verleiden.

De godsvrucht, die op de vroolijke, frissche gezichten der brave landlieden schitterde, en zich door het. luide uitstorten van gebeden openbaarde, trof ons diep. — Maar meer nog doordrong het hart met vrome huivering de he-teekenis der »rcliquie,quot; die, vriendelijk met baar versluierden hernelsblamven schijn ons oog groetende, als het ware de betoovering der heilige woning cn werkplaats van Nazareth scheen uit te stroomen. In den vele ecuwen door behouden gebleven ring zag hel geestelijke oog een zinnebeeld van de rijke, reine moederliefde, waarvan het heiligste hart der Moeder Gods vervuld is voor dc heilige Katholieke Kerk en alle, haar onder het kruis geborene kinderen.

Onder die indrukken was liet voor hel hart even licht als natuurlijk, aan zijne gebeden dc uitdrukking te geven, dat het der «Moeder der schoone liefdequot; mochte behagen, ook ons met den ring der eeuwige trouw — aan zich cn den hemelschcn Bruidegom, den goddelijken Verlosser jesus enmsTus, te huwen. —

Reeds deed de avond zijne donkere schaduwen vallen, en wij snelden naar de abdij van St. Petrus terug, terwijl in het westen over den heuvel krans, die de oevers van het Trasimeensche meer omring ondergaande zon wegstierf. ^

Iffi lij®

'ill

§j: lili ■

5 11:

1

fk' I'

:: »

. , |||.t

Wl'-

i'm , ai

het laatste goud der

1) De vrome anna catiiauina kmmeiiicii liad ileu 3 Augustus 1821 liet volgende visioen:

„Ik heb,quot; seide zij, in de laatste dagen veel van dc geschiedenis dca rings van mauia gezien, maar wegens onrust «n pijn kan ik niet inecr samenhangend verhalen. Heden zag ik een feest in eene kerk in Italië, waar zich de trouwring bevindt. Hij kwam mij voor :ils in eene monstrans, die

11 ■

[

4: II

3(, » ?quot; ■ j

i, t f - ■ ^ I

É'lii

8

-ocr page 176-

104

Dc afbeelding van het huwelijk van Maria.

(Schilderij van sanzio baphaël )

I. In zijn werk: «Herfstmaanden in Opper-Italiëquot; schrijft adolf staim: De eerste schilderij, waar ik in do Brera te Milaan heen snelde, was Raphaels Sponsalizio, het huwelijk van Maria mot den heiligen jozef.

Raphael was zijn een en twintigste jaar ingetreden, toen hern in het jaar 150^ deze schilderij door dc geestelijken der kerk San Francesco in het eenige mijlen verwijderde stadje Gitta di Castcllo besteld werd, waar men hem reeds door een voor de kapel der familie gavari geschilderd altaarstuk, Christus aan het kruis, omringd van Maria, joannes en heiligen, als een degelijk kunstenaar had loeren kennen.

Gelijk bekend is ligt ten grondslag dier Sponsalizio eene schilderij van zijn moester tietro perugino, die deze acht jaren vroeger voor don dom te Perugia geschilderd had en die als een dor voornaamste stukken van dien voor-treffelijkon meester wijd en zijd beroemd was geworden, liet is dus zeer waarschijnlijk, dat do geestelijken der kerk San Francesco van don jongen kunstenaar eene voorstelling van hot onderworp verlangden, zooveel mogelijk overeenkomende met die schilderij; terwijl rapiiaël van zijn kant, bij do groote vereering, die hij voor zijn meestor koesterde, geene bedenking kon hebben, om aan dal verlangen te voldoen. Men had er destijds, evenmin als in de tijden dor antieke kunst, niets tegen, gelukkig bedachte composition, vooral bij godsdienstige voorstellingen, vast te houden

boven den tabcrnaltel stond, opgehangen. Er was daar een groot prachtig getooid altaar, men zag diep tusschen veel zilver in. Ik zag veel ringen de monstrans aanraken.

Ik zag gedurende het feest aan beide kanten van den ring maria en josef in hunne bruiloftskleedcren verschijnen, als stak de heilige josef der heilige Maagd maria den ring aan den vinger. Ik zag den ring hierbij licht geven en als bewoog hij zich.quot; —

-ocr page 177-

165

cn verder Ie volmaken. Zoo werd dan ook Raphaels Sponsalizio geenszins eene bloole kopie van die compositie zijns meesters. Eene vergelijking niet liet werk van den laatste (dat, in 180^ door de kunstroovende Franschen gestolen, zich thans in het museum tc Cacn bevindt), heelt getoond, met welke vrijheid en met welken schoonheidszin do jeugdige Raphael dn schepping van zijn meester in het geheel zoowel als in de bijzonderheden zijner schilderij heeft weten te volmaken; terwijl zij echter nog onmisken-baar den stempel der wijze cn kunst van pehugino draagt. Niet slechts dat hij de mannen- en vrouwengroepen op de tegengestelde zijde plaatste cn aan den tempel een lichteren en sierlijker vorm van eigen vinding gal'; ook in de bijzonderheden Loont zich de leerling reeds in vele opzichten boven den meester verheven. Uitdrukking en beweging zijn vrijer en levendiger, de toetsen der carnatie hebben zachtere overgangen, de drapeering beeft eene vrijere vlucht, cn de gestalte des rechts op den voorgrond zijn staf bre-kenden jongelings is, ofschoon aan eene kleine, door pehugino op den achtergrond geplaatste figuur ontleend, toch veel schooner dan de laatste. En over het geheel schitteren in het algemeen reeds de cei'ste morgenstralen der schoonheids-zon, die over alles, wat,rapiiaël sedert heeft voortgebracht, hare wonderbare bctoovering beeft uitgebreid.

Die bctoovering vertoont zich vooreerst in de eenvoudige, op den eersten blik duidelijk te begrijpen regeling der voorgestelde handeling. Zij berust op de liefelijke, door Clemens brentano in zijn »Leven der Maagd.mariaquot; verhaalde legende, volgens welke van de mededingers naar de band der Maagd diegeen den voorrang zou hebben, wiens staf, op het altaar gelegd, lot lelie zou opbloeien, Dc door dat wonder verkozene, de heilige josef, eene schoone, zachte mannengestalte, staat links van den hoogc-priestcr, die dc handen der verloofden ineenlegt. 11 ij beeft den staf met de wonderbloem aan bet uilcinde in zijne linkerhand , terwijl bij met de rechter op bet punt slaat, zijner

-ocr page 178-

im

bruid den verlovingsring aan de zacht aangeboden hand te steken. Den bruidegom omringen de gestalten der vijl' mededingers, van welke twee zeer opgewonden hunne staven breken, die niet bloeien wilden, terwijl de drie anderen dc hunne bedaarder rechtop dragen. Van dc eerste behoort dc bloeiend krachtige jongelinsgcstalte, die aan dc heftige beweging van zijn binnenste door het gewelddadig verbreken van den stal' eenc bartstochtelijk-gewichtige uitdrukking geeft, tot de schoonste figuren der schilderij, terwijl de tweede, achter hem staande, onmiskenbaar dc trekken der portretten van hapiiaël als jongeling draagt. Tegenover den bruidegom staat dc bruid, omringd van vijf tempelmaagden, die inct uitzondering van dc eene op den achtergrond zichtbare, enkel jeugdig bloeiende, slanke gestalten zijn. De hoogepricster met het zacht op zijde hellende hoofd cu den lang afhangenden Mosesbaard, op het punt dc handen der beide verloofden met bevallige waardigheid ineen Ie leggen, maakt het majestueuze middelpunt der heilige handeling- uit, waarvan de plechtigheid nog verhoogd wordt door hel teinpelgewelf, dat zich op zijn veeltrappigen zuilenvoet als een hoogen zestienhoek, omringd van eenc luchtig lichte zuilenzaal, verheft. De landelijke achtergrond in de vcrlc bestaat uit dc bosch-cn boomrijke heuvels van Umbrië, het geliefde vaderland van rapiiaël, die wij zoo dikwijls op zijne schilderijen ontmoeten. Hoven den middelsten hoog der tempelzaal leest men tegen dc kroonlijst het opschrift: «rapiiaèl uituiNAS mdiii, het eerste opschrift en jaartal, dat wij op een werk van uaphaël vinden. De schilderij, wier figuren een weinig minder dan ter halve levensgrootte zijn, sluit boven in een halfrond af. In dc uitdrukking ligt nog iets krampachtig geslotens, dat ons op roerend liefelijke wijze aan den toenmaals zelf nog half in den knop besloten bloei van Raphaels genie herinnert.

Fransche roofzucht verwijderde dc schilderij uit het heiligdom, welks sieraad zij twee honderd jaren lang ge-

-ocr page 179-

167

I

Sw!

vveesl was. — Zij werd later voor 53,000 Iranken voor de galerij de Brera aangekocht.

(Schilderij van l'ra oiovanni da riësoLE )

2. Dr. ernst forsten scinijll in de monogiaphie des genoemden schilders in de Monnikskap: In de kerk Santa Maria nnova te Florence ziel men ook onder de meesterstukken van fiësole het, «Huwelijk der Maagd maiua.quot; Het looneel is vóór een muur met een naar eene open deur oploopenden trap. De heilige josef, een krachtig grijsaard, staat rechts van den hoogepriester, die de verbinding sluit. Maria ziet er uit als een vijftienjarig meisje, zonder sluier, mantel en doek, met halflang, blond, gladgesneden haar, in een licht, rooskleurig kleed. Achter haar staan vier waardige, zeer nonachtig verhulde matronen, drie meisjes en een knaap met do uitdrukking van vrome deelneming; achter josef acht mannen, waaronder verscheidene oude; twee verbreken er hunne nuttelooze staven, twee slaan jalocrsch met vuisten op josef. Ook ontbreken er de bazuinblazers niet, om aan bet huwelijk de gebruikelijke plechtigheid bij te zetten.

Ook te Cortona bevindt zich van denzelfden meester een Huwelijk van maria. In eene van huizen en een zuilengang omringde ruimte heeft de heilige handeling plaats; de hoogepriester, het hoofd als een paus met eene drievoudige kroon bedekt, legt de handen der verloofden ineen, waarbij maria de linkerhand op de borst heeft. Achter den grijzen josef ziet men zes wonderschoone jongelingen, die op verschillende wijze meer of minder vertwijfeling over de mislukte hoop uitdrukken. De een laat de gesloten handen zinken, terwijl hij in het heengaan nog eenmaal naar de voor hem verloren bruid omziet; een ander steekt met gestrekte vingers de als verstijfde armen van bet lichaam af en naar beneden; anderen heffen de handen als dreigend op of als ter verzekering, dat zij ongehuwd willen blijven.

w pf

fer' iif

itii 11 I if

- ii'i •. * mr.

: li' |

|j, • lil'Ijl Li

i ^ E V'i; • .

ill -'Ifep

li'

■ r- IlSM Kamp;4 ij

-ocr page 180-

168

Gebroken dorre staven liggen op den grond, maar destaf van den heiligen josef bloeit.

Het huwelijk met Jezus Christus.

Gelijk de allerzaligste Maagd maiua. reeds bij hare o fierande in den tempel den stand der eeuwige maagdelijkheid verkoos en zich met God verloofde en in het huwelijk verbond, en deze hare gelofte ongekrenkt vervulde: op gelijksoortige wijze kiezen in het Christendom vrome maagden (en ook jongelingen) den stand der meest kuische maagdelijkheid, en verloven zich met jesus ciiiiisïus, den Godheiland en Zaligmaker, die zelf in den stand der heiligste maagdelijkheid heeft geleefd, en huwen met Hem, als hun ziele-hruidegom, en behooren llem met lichaam en ziel eenig en alleen toe en dienen hem tot den laatsten ademtocht.

Zij behartigen daarbij het het woord des lleeren zeiven in de parabel van de tien maagden (Matth. 25 : 1—14) en in die van den verstandigen koopman, waarin gezegd wordt; »llet hemelrijk is gelijk en koopman, die goede parelen zoekt; als bij eene kostbare parel gevonden beeft, gaat hij heen, verkoopt, wat hij heeft, en koopt ze.quot; (Matth. 13 : 45.)

Zij behartigen den raad van den Apostel paulus: »Eenc ongehuwde vrouw en eene maagd bedenkt, wat des lleeren is, opdat zij naar geest en lichaam heilig zij in Christus jesus onzen lieer!quot; 1 Gor. 7 : 34.

Zij behartigen onophoudelijk den jubelkreet van den psalmist: «Gelukzalig, die in onschuld daarheen gaan, die wandelen in de wet des lleeren!quot; Ps. 118 : 2.

En door de genade Gods getrokken en door de liefde en de vroomheid en wereldverlooche'ning gedrongen, begeven zij zich in eene door de Kerk goedgekeurde Orde. Zij slaan in den geest hare woonplaats onder het kruis op.1)

1

Den tegenstanders van don maagdelijkon stand dor Oidcu heeft reeds te

-ocr page 181-

109

Van deze Godsbruiden geelt de heilige franciscus van salks het heerlijke getuigenis:

»Zij zijn levende brandoffers, kostelijke slachtoffers van eene altoosdurende offerande, die zij op Golgatha aan God brengen, om onophoudelijk jesus ciikistus , den gekruisigde, haar eenigen Bruidegom, te dienen. Zij nemen aandeel aan den geest van zijn kruis, wijden zich aan de beschouwing zijner heilige voorbereidingen tot den marteldood, om te leeren, elk oogenblik zich zclven te kruisigen. Zij verloochen elke aandoening des harten, welke geen aandrang tot liefde voor haar Bruidegom is, hare tong gebruiken zij slechts om haar Bruidegom te loven; hare gedachten zijn er steeds op gericht, om llcm te aanbidden en zijne majesteit te bewonderen. Hare handen zijn slechts in beweging om aan den voet des kruises dc deugden van nederigheid en zachtmoedigheid en van eenvoudigheid te verzamelen, die daar groeien, besprengd met het bloed van haarvee!-geliefde, die in liare harten aan hel kruis hangt. Haar geest houdt zich eenig en alleen bezig met het leeren en begrijpen der goddelijke leer, zich zeiven te verloochenen, Zijn kruis te dragen en den gekruisigden Heiland, het Lam Gods, na te volgen: in verlatenheid en gebrek, bij onrecht en smaad, bij alle ander lijden en in den doodstrijd; daarbij beijveren zij zich, om zich te heiligen door de schoone deugden van gelijkmoedigheid, berusting, gehoorzaamheid, armoede en liel'dc, die alleen in de groote, op den Calvarieberg gegeven leer vervat zijn.

Dag en nacht houden zij beschouwingen over het heili'jc kruis, dat boek der goddelijke Voorzienigheid, op welks eerste blad geschreven staat: »Ik wil Uw wil doen, en Uwe wet moet in het midden mijns harten zijn!quot; De liefde drijft haar aan, dat kostelijke boek te nemen en te verslin-

zijncr tijd do heilige AMBBOSÏUS geantwoord : ,.Wilden uwe dochters een mcnsch beminnen , dan zouden zij naar de wetten kunnen kiezen , wien zij wilden. Daar het haar nu veroorloofd is , een mcnsch te kiezen: zou het haar dan ook niet vergund zijn , God te kienen ?quot;

-ocr page 182-

170

den, om daarmede geest en hart te voeden. Zij hebben de daarin besloten geheimen altijd voor hare oogen, om ze te beschouwen, en de daarin vervatte grondstellingen in hare handen, om ze in beoefening- te brengen, terwijl haar binnenste Gods verhevenheid onophoudelijk looit en prijst. Een beminnenswaardig boek, dat wel haar binnenste wat bitterheid bereidt, daar het haar tot volkomen dooding der eigenliefde aanspoort, maar dat ook veel zoeter dan honig voor den mond is, daar het een on verge) ijkclijken troost schenkt, de eigenliefde te dooden en in plaats daarvan de liefde Ic laten heerschen lot Hem, die uit liefde voor ons gestorven is!

En zoo is dan hare groote bitterheid op den liciligen berg Golgalha in de zoetheid van bovenmatigen vrede veranderd, die haar mol ware goederen overlaadt1) en in de smarten dor wonden haars Bruidegoms versterkt, waar zij oen afgrond van genade vinden, die haar in hare edelmoedige ondernemingen door de nabijheid van haar gekruisigden Koning kracht verleent, {haar onveranderlijk naar de ver-eeniging met hem aandrijft en haar de gelukkige ondervinding schenkt: dat één uur in die heilige afgel,rokkenheid beter is, dan duizend en duizend dagen in dc paleizen der vorsten, doordien Hij daar hel, hart verrukt. — Ach, zoo die Heiland zoo veel voor ons gedaan heeft, wat moesten wij dan niet voor hem doen?

Als hij zijn leven voor ons heeft gegeven, waarom zouden wij dan niet het onze geheel aan zijn dienst en zijne eer wijden?quot;

Van de vastheid, waarmede vrome maagden zich voor het huwelijk met jesus ciiuistus verklaren, mogen hier ecnige voorbeelden volgen.

1

Dc heilige hieronïmus schreef eertijds aau ccne Godsbruid: „Sedert dien tijd, waarop gij u aan de eeuwige maagdelijkheid hebt gewijd, is het uwe niet meer uw ot' liever eerst recht uw, wijl het ciieistus begon toe te behooren ! — Gij' hebt racer ontvangen, o maagd, dan gij gebracht hebt.quot;

Aan eene andere Godsbruid schreef hij; „Ingesloten binnen do nauwe grenzen cencr kluis, genoot zij dc breedte en wijdte van het Paradijs.quot;

-ocr page 183-

171

De keuze der maagdelijkheid.

(Uit: De pclgrimsruis ; door Pater j. n. stögAju.)

Een jong, door hare gcslallc en gunstige levensbetrekkingen uitstekend meisje had een man leeren kennen, wiens verbinding met haar de hoop scheen te wettigen, dat zij in den heiligen echtelijken stand dat geluk zou vinden, wat gewoonlijk, als ideaal van een stil familieleven of van een woelig leven in do wereld, het voornaamste onderwerp der jeugdige wenschen uitmaakt; een ideaal, waarvan het hart der maagden meestendeels vervuld is en waarop, naar den geest der wereld, zoowel moeders als dochters hare pogingen tijdens do opvoeding en den jeugdigen leeftijd plegen te richten.

liet bedoelde meisje was wel in de leer des geloofs goed onderricht, zij had meer dan eenmaal hooren spreken van do verscheidenheid en de meerdere en mindere waarde der aardsche levensbetrekkingen cn hoe zij ingrijpen in de eeuwigheid; zij wist, dat er ook in den hemel verscheidene graden van zaligheid zijn en dat ieder zich zelf zijne ol hare hemelkroon bereidt en naar de mate der liefde, dor offers en des lijdens eenmaal het loon uit de hand der eeuwige Liefde heeft te wachten. Doch zulke gedachten treden op don achtergrond, als de natuurlijke gewaarwordingen opgewekt zijn, als menschelijke neigingen hot hart hebben aangetast, als het om iets te doen is, dat ons tot nog toe als het hoogste doel van veeljarige wenschen heeft voortgezweefd.

liet uur was gekomen, dat de jonge man zijn aanzoek om de hand van het meisje luide en bepaald uitsprak. De ouders waren er vóór, doch stolden het antwoord voor een korten lijd uit.

Eindelijk werd er een dag bopaald, dat het jawoord gegeven , de verloving gevierd, de echtbelofte bezegeld zou worden.

Op den avond vóór dien dag was het hart der aanstaande bruid ongemeen aangedaan. Do gelofte van den echtelijken stand is do eerste stap tot oeno geheel nieuwe levensbetrekking. Is die brug eenmaal betreden, dan kan men

-ocr page 184-

172

mei eere niet meer terug, al is zij ook achter ons niet afgebroken, hetgeen eerst bij het werkelijk intreden in den echt geschiedt. Een verbond sluiten, dat enkel de dood scheidt, zich aan de opperheerschappij van een mensch onderwerpen, die, gelijk ieder, zijne gebreken en schaduwzijden lieel't, wiens neigingen dikwijls zeer snel afwisselen en wiens langere omgang maar al te licht de prozaïsche zijde van dit aardscbe leven dreigt te vertoonen; zulke gedachten maken dien stap altijd tot een ernstigen, en het is meer dan eens gebeurd, dat men in verzoeking kwam, den dag en bet uur te verwenschen, toen de eerste schakel werd vastgemaakt, waaraan zich de lange keten van een ongelukkig echtelijk leven onoplosbaar heeft aangesloten.

Al die bedenkingen waren echter spoedig verdwenen en het stond in het gemoed dier maagd vast, den volgenden dag haar jawoord te geven. Doch op eens verhief zich eene geheel andere soort van storm. De slaap ontvliedt hare oogen. liet Christendom en zijne verheven leer maakt het baar zoo helder als de dag, dal er in dit leven zoo veel trappen van adel in de navolging van jezus en maru zijn, wier gevolgen ingrijpen in de lange eeuwigheid. Da waarheid dor Evangelische raadgevingen treedt haar, als tegenstelling van het gewone Christenleven, als een schrikkelijk spooksel voor de oogen der ziel. Maagdelijkheid, edele maagdelijkheid, van u moet ik afstand doen, als ik de lelie met den bruidskrans verwissel! Ik weel wel, hoe heilig het echtverbond is; het moet een weerschijn zijn van het verbond der liefde tusschen ciiristus en zijne Kerk. Maar de Christelijke maagdelijkheid staat hooger nog dan het Christelijke moederschap; zoover de hemel boven dc aarde verheven is. Verder nog en hooger staal de maagdelijke tvaardiijheid boven de gewone levensbetrekkingen!quot;

En door zulke gedachten als een scheepje op de stormachtige zee geslingerd, kon zij den geheelen nacht geen oog sluiten, en voortdurend hoorde zij in bet binnenste barer ziel die geheimzinnige woorden uit dc Openbaring:

-ocr page 185-

173

»De maagden zullen het naast bij liet Lam zijn; zij zullen hot Lam volgen, waar Het ook gaat!quot; — En die stem hield niet op, den ganschen nacht door haar arm hart als te bestormen, totdat zij bij het aanbreken van den morgen tot het besluit kwam: »Maagdelijkheid, ik doe (jcen ai'stand vanu; indien ik eenmaal afstand van u deed, dan ware er geen herroepen mogelijk; ik doe rjcen afstand van u, edele, heilige, hemelsche maagdelijkheid!quot;

Dadelijk snelt zij naar hare moeder, verklaart haar, dat zij niet kan trouwen, dat het niet mogelijk is. — üe verloving heeft geen voortgang, en niet lang daarna treedt zij in de gemeenschap van de Orde der vrouwen van den goeden Herder en kiest voor dit korte aardsche leven: oene maagdelijke bruid des maagdelijken Bruidegoms te zijn.

»IK NEEM SLECHTS EEN KONINGSZOON!quot;

In lang verloopen tijden bloeide, als eene lentebloem, de jonge herlogin van Sandoval. Van den hoogsten adel, versierd met alle gaven van schoonheid en van geest, de rijke erfgename van haar hooggeplaatsten vader, was zij de gevierde van het hof. Bij zulke eigenschappen was het verklaarbaar, dat velen, ook uit de hoogste standen, naar hare hand dongen. Intusschen, de jonge hertogin bleef, in het bewustzijn barer voorrechten, bovenmatig trotsch; enkel aan een koningszoon hare hand te geven, dit verklaarde zij als haar vast besluit, alle andere levensbetrekkingen schenen haar te laag en le gering.

Een jonge heer, die niets onbeproefd liet, om de gunst der schoone en rijke dame te verwerven, wendde zich tot de kamenier met verzoek, zijne voorspraak in die zaak te willen zijn.

Toen nu deze kamenier eens in gesprek met de hertogin de edele eigenschappen des bedoelden jongelings aanprees en aanbeval, ging deze trotsch in de kamer op en neer, wees elke gedachte aan zulk eene verbintenis af en her-

-ocr page 186-

17//.

haalde telkens de woorden: »Niemand anders neem ik dan een koningszoon, dan een koningszoon!quot; — Terwijl zij zoo in trotsch zelfgevoel door de zaal op cn neer ging, viel haar blik op het beeld des Gekruisigden, dat, aan don muur hing, cn op dal oogenblik hoorde zij zeer duidelijk, dat eene luide inwendige slem tot haar de woorden sprak: »Neem Mij, ik ben de Zoon van een groot Koning!quot; ■— Gelijk hel vuur des hliksems plotseling een donkeren nacht verlicht, zoo vloog dil woord door de ziel der jonge hertogin. «Ja, voorwaar,quot; riep zij bij zich zelve uil, haar oog van hel beeld des Verlossers niet afwendende, «ja, voorwaar. Gij zijt een Koningszoon; Gij zijl zelf een Koning, en wel de Koning der eeuwige glorie, do Koning der onsterfelijkheid, aan wiens rijk geen einde zal zijn!quot; — En na kort nadenken riep zij met geestdrift uit: vIk neem U, zoo als Gij zijt!

Van dat oogenblik af deed de jonge hertogin afstand van de bedrieglijke en vergankelijke genoegens der wereld, wijdde haar hart, hare goederen en haar leven aan de liefde cn den dienst des gekruisigden jesus en werd eene gelukkige Godsbruid in den kloosterstand.

Mijn hart bniniul; een Koningszoon,

Het mint hem ganscli alleen;

Ook draagt Hij de allerhoogste kroon Van rooden edelsteen.

Een sneeuwwit kleed omsluit zijn leén , Een mantel, purpergloed ;

Do rozen bloeien om Hem heen ,

Op rozen staat Zijn voet.

Een ruiker prijkt hem op de borst,

Van rozen wit en rood;

Zijn liefde alleen leseht mijnen dorst,

Zijn afzijn waar' mijn dood.

Toch is mijn zin nog altijd te aardsch;

O jesus! sta mij bij.

-ocr page 187-

J 75

Trek mijne ziele hemelwaarts,

Sclienk liefde, liefde mij!

Schenk liefde, liefde tot den dood.

Schenk ijver mij en moed;

Met U trek ik door ramp en nood ,

Met U door vlam en gloed!

Wat zaligheden lachen me aan

Hij U! •— Aan Uwe zij

Kan 'k blij den laatsten strijd bestaan,

Gij staat ook daar mij bij.

Naar meloihor van diepenhrohk.

de vkrstandkie keuze.

.Ioiianna, de dochter van alpiionsus V van Portugal, was ccne maagd, ovon uitstekend door hare lichamelijke voorrechten, als door de deugden van haar geest. Daarom dongen ook de voornaamste vorsten dor geheele Christenheid destijds naar hare hand; onder deze waren lode-wijk XT, koning van Frankrijk, voor zijn zoon karel YIll, MAxiMiLiAAN, aartshertog van Oostenrijk, later Roomsch Keizer, en riciiard lil, koning van Engeland.

Haar koninklijke vader liet het zeer goed merken, lioe gaarne hij het zien zou, dat zij zich één dier drie machtigste aanzoekers tot gemaal koos.

En joiianna maakte eens van de gunstige gelegenheid gebruik en trad met eerbied en kinderlijk vertrouwen vóór haar vader — met do woorden: «Innigst geliefde vader, edele koning en heer! Machtige beerschers dingen naar mijne hand en verlangen mij tot gemalin. Onmetelijk zijn de schatten, die mij wachten, en heerlijk is de hoop, die zij mij aanbieden; ik weet bet, ik kan koningin, ik kan zelfs keizerin worden. Maar wat helpt mij goud en zilver, wat eer en een trotscbe titel? Dat is slechts een klank en een snel voorbijgaande glans, dien bet leven schenkt en de dood ontneemt! Daarom heb ik over die zaak ernstig

-ocr page 188-

170

nagedacht,. — Ik doorlas heden alle namen der groote vorsten, die mij de hand ten heiligen, onverbreekbaren echtverbond willen aanbieden; en terwijl ik nu zoo las, deed ik aan ieder de vraag: »IIoe, zult gij nooit mijn hart bedroeven?quot; Rn het kwam mij voor, als gaf mij ieder ten antwoord: »In het leven niet; maar wel daar, waar de dood, do gruwzame, onverbiddelijke, ons scheidden zal; in dat donkere uur zal uw hart bloeden en uw oog weenen, en zonder waarde worden met den dood al de schatten, die wij u ten bruidsgeschenk medebrengen!quot; — Eene vreeselijk duistere taal was dat voor mijn ernstig gestemd hart. — Op dat oogenblik meldt zich op eens een nieuwe mededinger aan en zegt tot mij: «Prinses, kies verstandig! Ook Ik bied u mijne hand aan, die koninkrijken draagt op hare vingers en kronen schenkt aan de koningen en vorsten der gansche aarde! Ik alleen hen het, die niet sterf, en eeuwig duurt Mijne heerschappij die Ik voer, eeuwirj zijn de schatten, die Ik u ten bruidsgeschenk aanbied!quot; — Dit zcide Hij, en verdween. — Spreek dus, vader! welke keuze moet uwe dochter nu doen? Spreek maar vrij op uit uw hart, zoo als do vaderliefde het u gebiedt!quot;

En alpiionsus antwoordde, zonder zich lang te bedenken: ))Joiianna , dierbaar kind! welaan, neem tot gemaal dien laatsten onder de mededingers, dengeen der koningen, die eeuwig is en wiens schatten eeuwig duren!quot;

Met blijdschap hoorde joiianna den schoonen vaderlijken raad, zoo geheel overeenstemmende met het verlangen, dat zij reeds lang in haar hart gekoesterd had. Zij trad in de Orde der Dominicanerinnen, om daar voor eeuwig de bruid te zijn van Hem, die zelf eeuwig is en eeuwig leeft en eeuwig blijft, en mei, eeuwige goederen beloont, en eeuwig zalig maakt allen, die Hem ten innigste liefhebben en Hein getrouw dienen, gelijk joiianna, de vrome, de voormalige vorstenbruid.

-ocr page 189-

177

de beloofde üruidegom.

Dc heilige iiiLARius, bisschop van Poiüers, was vroeger gehuwd, eer liij priester en bisschop werd. — Hij had eene dochter. — Toen hij door dc vervolgers der Kerk wegens zijne slandvastighcid in de belijdenis des gelooi's naar Azië verbannen werd, liet hij zijn dochtcrlje, dat nog in de kinderjaren was, bij eene Christelijke familie achter om opgevoed te worden.

Na eenige jaren dong een jongeling van goeden stand en vermogen naar de hand dezer met alle voorrechten der natuur versierde maagd, en wenschte haar ten huwelijk te nemen.

Maar de maagd, gedachtig aan het vierde gebod, wilde niet eerder hare toestemming geven, voordat zij de bewilliging en den zegen baars lieven afwezenden vaders verkregen had. Zij schreef hem dus naar dc plaats zijner ballingschap.

Do oude niLARius gal' haar daarop ten antwoord: »De bruidegom, die om uwe hand vraagt, is voor u van veel te geringen stand, hij is voor u niet schoon genoeg, hij is niet rijk genoeg, hij is niet wijs genoeg, hij is niet beminnelijk genoeg. Uw hart is ie edel, dan dat gij eene zoo lage verbintenis zoudt sluiten. Ik heb voor u een anderen lïruidegom uitgezocht; llij is een Koningszoon, en Zijne schoonheid en Zijne goedheid, Zijn rijkdom en Zijne macht overtreffen al uwe voorstellingen. Ik ben zeker, dat gij Hem beminnen zult, als gij Hem leert kennen, en door zijne liefde zult gij gelukkig zijn. Als ik binnen kort terug kom, gelijk ik hoop, dan breng ik u zijn portret mede, totdat Hij zelf komen zal, om met u te huwen. Indien gij dus den raad uws vaders wilt volgen, wijs dan den jongeling af, die naar uwe hand staat, cn heb wat geduld, totdat die Bruidegom komt, die uwer liefde waardig is!quot;

De maagd volgde den raad baars vaders; en toen iiilarius weder in Frankrijk terugkwam, toonde hij zijner dochter het beeld van den Godheiland jesus ciiiustus, den hemel-

A. Hungari. Ave-Maria-Klokjo. I. '| ^

-ocr page 190-

178

schcn Bruidegom van reine zielen. Rn zij was met die keuze tevreden en besloot, haar hart geheel en uitsluitend aan cle liefde lot jesus te wijden.

Niet lang daarna lag deze maagd in den schoonsten bloei liarer jeugd op het sterfbed. Hilauius stond zijne dochter met den troost des Evangelies bij; en toen hij haar jesus als teerkost in het allerheiligste Sacrament bracht, en haar het Lam Gods toonde, eer zij het in haar hart opnam, sprak hij met ontroering en geloovige blijdschap: «Zie, mijne dochter, de Bruidegom komt! Dat is die Koningszoon, met wicn ik u verloofd en gehuwd heb, dien gij uw hart en uwe liefde liebl geschonken! Ga in in de vreugde uws Ileeren, trek heen naar het hemelsche bruiloftsfeest , en wees gelukkig voor eeuwig door het verbond dor goddelijke liefde!quot;

«Zalig zij, die op het bruiloftsfeest des Lams genood igd zijn !quot; Openb. '19 : 0.

liet feest yan Maria-Liclitmis-')

(liet wokdï pen 2 FEBRUARI r.EVIERn.)

Itctcckcnis van het feest.

i^?o schoone krans van feesten, waarmede de Kerk den nieuwgeboren Godheiland jesus curistus in de rib te Bethlehem omwindt, is nu weder gereed, 'i eu met den tegenwoordigen feestdag wordt hem do laatste bloemruiker ingevlochten; want met den zesden Zondag na Driekoningen wordt de eerste feestkring van liet kerkelijke jaar, de zoo liefelijke Kersttijd, dien wij met recht den vreugdevollen noemen, gesloten.

De heilige Mis van dit feest begint met de woorden: «Wij hebben ontvangen, o God, Uwe barmhartigheid in het binnenste van Uw tempel!quot; Ps. 47 : 10. — Dat is dc

1) Men zie ook de voorstelling van dit feest in liet „Kerstklokje.'

-ocr page 191-

lil ill

7i)

dankzegging, welke de lieilige Moeder, de Kerk, in den naam van al hare kinderen aan God brengt; omdat Hij lieden zijn ééngeboren Zoon naar den tempel le Jerusalem gezonden heeft.

lieden werd toch bet Kind dor zaligheid en der genade, de zichtbaar geworden ontferming Gods, jesus ciiiusïus, de Heer des tempels, in den tempel gebracht, en wel door de handen van een anderen, meer waren tempel — van de maagdelijke Moeder maria, oin hel nu reeds — denhemelschen Vader als het Lam Gods offerwillig te vertoonen, gelijk Het zich eenmaal aan hel kruis op Golgatha uil gehoorzaamheid vertoonen zal lot volkomen verzoening voor de zonden der gansche wereld.

Maar deze feestelijke gebeurtenis is aan de herinnering van meerdere met elkander in verbinding staande daadzaken gewijd, gelijk die de geschiedenis van hel Evangelie nader aanwijst. Zij heeft dan ook verscheidene namen gekregen, al naardal men de cene of de andere der boven bedoelde daadzaken bijzonder deed uitkomen en in aanmerking nam bij de viering er van. Her heet dus: »feest der reiniging van mauiaquot;, — dfeest der vertooning van .1 iisus in den temper, — h feest der onlmoetingquot; en eindelijk »feest der Lichtmisquot; of mmLichtmis.quot;

Naar de Mosaïsche wet (3 Mos. 12 ; 2) was elke Moeder, die een zoon gebaard liad, veertig dagen onrein, en haar gedurende dien lijd de toegang tol den tempel verboden. Na verloop van dien lijd moest zij in hel voorhof des tempels verschijnen en een lam en eene jonge duif of tortelduif ten offer brengen; of, als zij arm was, twee tortelduiven of twee jonge duiven, en dan werd zij door den dienstdoenden priester voor rein verklaard. Aan die wel onderwierp zich nu ook maria (ofschoon zij dat niet noodig had, daar zij, do onbevlekt ontvangene en allijd onbevlekt gebleven Maagd], hel Christuskind door deneder-komst van den Heiligen Geest en de overschaduwing van de kracht des Allerhoogslen ontvangen liad, en met den

12*

li nil tm]

ï i

ill *111 ai

s lltl I

lil

1

üi

if 11

li

! 11

! || i ||j

11 lp ! P

-ocr page 192-

180

heiligen josef steeds in den meest kuischen ccht, als broeder en zusier, leefde); zij ging; naar Jerusalem en brachl uit gehoorzaamheid cu nederigheid het voorgeschreven offer, waarop dc rcinvcrklaring volgde. Hiervan heeft het feest den naam »reinigingquot;, en overeenkomstig den wettig bepaalden termijn van veertig dagen is het op den veertigsten dag na Kerstmis, als den dag der geboorte, dus op den 2 Februari bepaald.

De heilige Mis van dezen dag neemt overigens die omstandigheid der reiniging van maiua niet bovenal in aanmerking; enkel in het laatste gebed cr van wordt van dc Moeder des llecrcn gesproken, terwijl dc gehccle overige inhoud op het brengen van jesus in den tempel betrekking heeft. — Volgens cene andere Mosaïsche wet fiamclijk (2 Mos. 13 : 12) was ieder eerstgeborene lot aandenken aan het sparen der Israëlitische eerstgeborenen in Egypte aan den dienst des Ilceren gewijd, van welke verplichting hij, daar in het vervolg de bediening van den godsdienst aan den stam Levi werd opgedragen, voor geld vrij gekocht moest worden, 4 Mos. 18 ; 15. Aan die bepaling onderwierp zich dc heilige Maagd eveneens (Luk. 2 : 22 en 27) om met betrekking tol jesus aan alle cischen der wel te voldoen. Zij itracht dus jesus in den tempel cn kocht Hem vrij. Vandaar komt dit feest voor onder de benaming »de vertooning van jesus in den tempel.'quot; Die vertooning doel ook, gelijk reeds gezegd is, de heilige Mis van genoemd leest bijzonder uitkomen. Dc ingang , het-eerste gebed, de Epistel en Prefatie hebben betrekking daarop; want, dc Prefatie van Kerstmis en niet die van de maria-leesten, wordt gebeden of gezongen. Naar den inhoud is dc viering meer een feest des Ilceren dan een mauia-IccsI , en werd ook, gelijk nog betoogd wordt, oorspronkelijk in hel Oosten als zoodanig beschouwd en ingevoerd; terwijl men hel in het Westen voornamelijk als een maiua-feesl beschouwde. Niet ten onrechte zou men de viering van dezen dag als hel «Offertoriumquot; in de reeks der jaarlijksche feesten kunnen aanduiden, gewijd aan de voorloopige af-

-ocr page 193-

181

zondering on opoffering van jesus in don tempel door de geheiligde hand Zijner maagdelijke Moeder. — Hel oud-Hebreenwsche olTer was toch eene vooral'beclding der groole. Offerande van den Godmensch jesus ciiuistus, gelijk dan ook Lam en Duif Zijne zinnebeelden zijn. Een oud-lesta-mentiseh voorbeeld van die vertooning des Gristuskinds in den tempel is eveneens de vertooning van sajujei. door zijne moeder. Daarom worden zij beiden in de oude liiblia pauperurn naast elkander geplaatst.

Bij die vertooning des lleeren in den tempel gebeurde het, dat de vrome grijsaard simeon, wien de Heilige Geest beloofd had, ))dat hij den dood niet zou zien, vóórdat liij den Gezalfde des lleeren had aanschouwd,quot; op ingeving van den Heiligen Geest in den tempel kwam, en de heilige Maagd met het goddelijke Kind ontmoette. Hij erkende in dat Kind den vurig verlangden Messias der wereld, en het in de armen nemende, verkondigde hij: dat dit Kind de zaligheid was, die God bereid heeft voor hel aangezicht aller volkeren, als een Licht tot verlichting der heidenen, en ter verheerlijking van bet volk Israels. Naar die gebeurtenis wordt het feest van genoemden dag ook hel «feest der ontmoetingquot; of der «tegemoetkomingquot; of der «samenkomstquot; genoemd. In de Grieksche Kerk was de eerstgenoemde benaming de voorheerschende; do laatste benaming draagt dat feest ook in het Martelaarsboek van be da den Eerwaardige. Do grijze simon verschijnt hier als representant der priesterschap in het Oude Verbond in tegenslolling van die in hol Nieuwe Verbond in cuiustus jesus, don eeuwigen Hoogepriester, in zooverre in het oude Leviolendom eene voorafbeelding dor Christelijke Kerk gelogen was, die thans eerst vervuld werd. — Nabij ligt ook do vergelijking tussehen den ouden simeon, die eerst sterft, nadat hij den Hoer gezien heeft, en moses , die eerst sterft, nadat hij hot beloofde land gezien heeft.

De woorden van simeon, dat jesus hel «Licht is ter verlichting der heidenen,quot; kunnen do eigenlijke oorzaak

-ocr page 194-

m

geweest zijn, dat men, om die geestelijke verlichting te symboliseeren, het tegenwoordige leest reeds in de vroegste tijden door eene processie met brandende kaarsen vierde; ofschoon er ook eene andere reden zou kunnen beslaan, volgens welke weer de reiniging door de zuiverende kracht van het licht werd voorgesteld. Hoe dit ook zij: in elk geval komt van het gebruik der kaarsen ter verheerlijking van dit feest de benaming «Lichtmis.quot; —In eene oorkonde van karei, iv, van het jaar '1364, wordt het»Onzer Vrouwo-Lichtmisquot; genoemd; ook heet het «Kaarswijdingquot;; in het Latijn «Festum candclarum, Candelatioquot;, of «Dies Mariae Gerealis;quot; in Boheme zegt men rechtstreeks «Liehtdag.quot; — Zoeken wij de innerlijke beteekenis van het uiterlijke gebruik, dan zou men kunnen zeggenquot;; De, Lichtmis is het feest der verlichting van de wereld door de goddelijke waarheid, die in ciiristus der mensehheid verschenen is aan den eenen kant, en aan den anderen kant het feest der reiniging en heiliging van den innerlijken mensch dooide genade, die ons cnmsïus door zijn offerdood aan het kruis verworven heeft; beide voorgesteld door de lichtende en louterende vlam.

De geest en het doel van het feest zijn treffend verklaard in eene homilie van eligius vaji noyon uit de zevende eeuw; «Wij moeten hedenquot;, zegt hij, «terwijl wij met onze glorierijke Gebiedster, Zijne Moeder mahia, jijsus willen vertoonen, of met den zaligen simeon jesus opnemen, met kaarsen en lofzangen, door reinheid van zin en lichtende werken schitterend, in Zijne oogen godvruchtigdaarstaan, ons namelijk vlijtig herinnerende de heerlijkheid der ons weder beloofde, altoosdurende en gelukkige heerschappij des hcmelschen ri jks, dat alle uitverkorenen alsdan verkrijgen zullen, wanneer zij, naar de gelijkenis des Evangelies, met de fakkels der goede werken den onsterfelijken bruidegom tegemoet gaan, en, zeiven Zijne bruid geworden, liet bruidsvertrek Zijner hooge liefde betreden zullen!quot;

En ives van c ii ar th li s zegt in zijne tweede feestrede:

-ocr page 195-

183

I ml n:

i H11 li'

I Hi

«Kveri als maiua dc menschlicid van den ■Verlosser droeg, onder welk Imlsel, gelijk zij wist, de goddelijke Majesteit en dal hemelsche Liohl verborgen waren, dal onze dikke duisternis verliclitle; evenzoo houdt de geloovige in zijne hand cene kaars. Zij is een zinnebeeld van Zijn lichaam, en bare vlam verbeeldt dat hemelsche Licht, dat de duisternis onzer aardsche reize verlicht.

I

ill

ill

(iKSCIÜEDENlS VAN DIT KEEST.

Wat de (jeschieclenis van het leest «Maria-Lichtmisquot; aangaat, het is niet met zekerheid te bepalen, wanneer en hoe het ontstaan is en waar bet voor dc eerste maal gevierd word. Stellige berichten hierover ontbreken.

Dc Bollandisten bewijzen, dot men reeds vuur de vijfde eeuw het «leest Maria-Lichlmisquot; in Phenicië en Syrië, op Cyprus en hij de Kopten vierde.

Maar in elk geval schijnt het omstreeks bet midden dei-vijfde eeuw onder de regeering van keizer marcianus, en wel in het bisdom Jerusalem, opgekomen te zijn. Tot deze aanname leidt eone plaats van cvpuiixus van scvtiio-i'olis in do levensbeschrijving van den abl tueodosius, waarin dc opmerking voorkom! : Dc vrome matrone icelia heeft inzonderheid betoogd, dal men mol kaarsen «de ontmoeting van den Verlosser, onzen God, moet vieren.quot; Daaruit zou af te leiden zijn, dal genoemde dienares des llecren de aanleiding gegeven beeft, óf tol dc invoering van dit feest in het algemeen, of ten minste lot het gebruik der brandende kaarsen er bij. Iloogsl waarschijnlijk werd bet voor dc eerste maal te .iernsalcm kerkelijk in hel jaar 451 , op den 5 Januari, tijdens het Concilie van Calcedon gevierd. Men meent, dat op genoemden dag — de geboorte onzes llecren, de aankomst der drie wijzen, de vertooning van .iesus in den tempel en zijn doop in den Jordaan tc gelijk gevierd werden.

Andere kerken in den omtrek schijnen spoedig gevolgd

I

fiii,

I li ill

I ill s ill a

' 'if1! ll)

■' j

; f

fl f

iH

m

iWi 1

I

-ocr page 196-

184

te zijn, zoodat het feest eindelijk tot Anliocldë doordrong, waar men het eveneens liecft ingevoerd.

Toen kort daarop le Consluidinopd eene besmettelijke ziekte woedde en andere ongelukken hot volk troffen, beval Keizer justinianus, den 2 Februari het «leest der ontmoetingquot; plechtig te vieren: opdat de Verlosser, die simeon in den tempel tegemoet gekomen was, ook de bedrukten met zijne genade tegemoet mocht komen.quot;

Op die wijze werd liet Oud- cn Nieuw-Testamentische leest, dat vroeger slechts een lokaal-of particulier feest voor Jerusalem en Antiochië was, over de geheele Kerk uitgebreid, gelijk Nic npiioitus in zijne kerkelijke geschiedenis bericht.

Intusschen moet ook in de R mneinsche Kerk dat feest ingevoerd zijn, en wel, naaiquot; liet bericht van den kardinaal uaronius , door paus gelasius in het jaar 494, met liet doel: dc in Februari1) te Rome gebruikelijke lustratio- of reinigings-plechtigheden to doen verdwijnen, of liever in Christelijke te veranderen. Aangaande het laatste (zegt dc abt miüne in zijn handboek der Katholieke liturgie) zijn de liturgisten het niet eens.

Zeker vierden de Romeinen in de maand Februari twee feesten, den 5 dier maand de zoogenaamde »Lupercaliënquot; uit dankbaarheid jegens lupa, die homulus, den stichter der stad Rome, g'root gebracht heeft en dc vrouw van den herder faustülus was. — Op den morgen van dien dag besprengden de priesters de stad met reinigingswater, slachtten dan witte geiten, offerden ze, bedekten zich met hare vellen, liepen door de stad en gaven den vrouwen, die zij ontmoetten, zweepslagen tot verscheidene doeleinden. — In dezelfde maand vierden de Romeinen ook dc »Amburbaliënzij bestonden in plechtige optochten, bij

1

Februari, dc tweede maand, die numa pompilius aan den ouden Eomcin-sehen kalender toevoegde, heeft haar naam of van de godheid FKHRUUS of keurua, waaraan zij gewijd was, óf van de reinigings-offers, voor welke men te Rome den Inatsten tijd des jaars bezigde , om hot nieuwe jaar gelouterd in te treden. Zij is de «reinigingsmaand der Romeinenquot;, en fabrnarc- purgare beteekent reinigen.

-ocr page 197-

185

welke fakkels gedragen werden, om daardoor de blijdschap over dc overwinningen uit le drukken, die men op de natiën behaald had.

Dc heilige ildepiionsus, aartsbisschop van Toledo (f 067), is van meening, dat deze laatste ritus behouden is om die heidenen, die tot het Christendom overgingen, maar mot betrekking op de vereering der heilige Maagd: hierin vindt hij dc reden, waarom op dien dag de geestelijkheid cu het volk met brandende kaarsen in processie rondgaan cn gedurende dezelve loilicdcren op de heilige Moeder Gods zingen. — Tot die meening is ook paus bemedictus XIV toegetreden, cn deze voegt er bij: dat dc heilige paus gelasius de Lupcrcaliën afschafte, paus suuerus I in de plaats der Amburbaliën dc genoemde processie plaatste, die daarom dooi' het volk «Lichtmisquot; genoemd werd. Paus innocentius lil sluit zich aan die meening niet aan, maar beweert: dat de Christelijke processie in de plaats dier heidensche gekomen is, die men des nachts met fakkels ter cere der godin ceres hield. Gelijk bekend is, was deze godin over den roof barer dochter phoserpina dooi' fekruus of orkus (die ook pluto of dc god der benedenwereld genoemd werd) ontroostbaar, ontstak fakkels op den Etna, snelde door alle landen cn zocht dc geroofde. 1)

Doch hoe bet hiermede ook moge gelegen zijn, zooveel is zeker, dat dc processie op het feest Maria-Lichtmis geene navolging der heidensche gebruiken is, maar enkel in de plaats er van is gekomen, om den nieuw bekeerden de ware en echte blijdschap, dat is het geluk, recht te leeren

1

Pater mattuias fader verklaart deze heidensche gcbcurteuis in Christelijke opvatting, doordien hij zegt; „Wat is die door feuiujus uf oukus geroofde moSERPiNA anders, dan de door satan, of den helschen pluto, geroofde en te gronde gerichte menschclijke natuur? — Maar cüres, dat is dc goddelijke Voorzienigheid , heeft hare dochter niet opgegeven ; want zij heeft door de menschwording des ééngeboren Zoons Gods een licht ontstoken, Christus namelijk , en haar overal op ongebaande wegen gezocht. Daarom roept zij ook bij jeremias ; „lloe lang nog zult zij in ondeugden drijvei^ gij buitensporige dochter?!quot; Jer. 31 : 32.

-ocr page 198-

180

kennen, dat zij de oenigc waarheid en genade gevonden hebben, die in Christus jksus, hel Lieht der wereld, den Zoon van maria, allen menschen verschenen is, en hun levens de vermaning des Evangelies zichlbaar voor lo stellen, dal zij steeds als «kinderen des lichtsquot; moesten leven.

Bij de Grieken is Maria-Lichtmis een der hool'dleesten. Ook bij hen wordt eene plechtige processie gehouden. Volgens de opheldering van wilhelm duuaindus wordt daardoor de gang van josef cn maiua naar den tempel aangeduid.

In Duilscldand is dit leest wel reeds in do achtste eeuw opgenomen; want de statuten van den heiligen bonifacius en cimoDEGANG maken er melding van, alsmede die van Salzburg van het jaar 799, de leestlijst van Karei den Grooten cn het Concilie van Mainz van het jaar 813.

De op dezen dag gebruikelijke zegenimj der kaarsen schijnt van laleren oorsprong te zijn. alcuinus, die den Romeinschen Ürdo opheldert en de processie uitvoerig be-schrijl't, zegt slechts, dat de paus den bischoppen en kardinalen kaarsen aanbood. — Uit de beschrijving, die de heilige bernardus in zijne tweede feestrede van de processie met de kaarsen geelt, blijkt, dat niet de kaarsen zeiven bijzonder gewijd, maar dat zij enkel aan bet gewijde licht, de kerklamp, ontstoken werden. — De thans gebruikelijke bewoordingen bij hel zegenen der kaarsen kunnen wel uit de elfde eeuw zijn. — Ook thans nog worden op het leest Maria-Lichtmis aan alle aanwezende ge-loovigen gewijde kaarsen gegeven. Ieder neemt ze mede naar huis, bewaart ze zorgvuldig cn ontsteekt ze bij de toediening van den heiligen Doop en van het Sacrament der stervenden; den stervende geeft men ze in de handen eu laat ze schijnen bij zijn lijk; ook bedienen de geloovigen er zich van in de Rorate-Mis gedurende don heiligen avondtijd en bij het bezoek der graven op den Allerzielendag enz.')

1) liet wasverbrnik in do Kerk gaf aanleiding lot de grootste zorg voor

-ocr page 199-

187

Jamin zegt, in zijn werk «Geschiedenis der Kerkfeesten,quot; dal onder alle Mariadagen liet »leest der reinigingquot; het eerst even als een Zondag gevierd werd. Dit geschiedde reeds onder do regeering van pepijn; maar bij de Grieken wordt het van zijne invoering af tot op dezen dag onder de geboden feestdagen geteld. In de oostersche Kerk staat het mei den dag des Heeren gelijk; dit is ook naar do Ambrosiaansche liturgie het geval.

Visioenen over de vertoouing; van Jezns.

eerste visioen.

(Uit: De geestelijke stad Gods, door ai aria van jezus van agreda.

De allerzaligste Maagd mauia, verdiept in de eerbiedigste beschouwing van het goddelijke Christuskind, erkende diens onophoudelijk bidden en smeeken tol. Zijn hemelschen Vader voor de zaligheid der menschen; ook bemerkte zij Zijne

de bijenteelt. — In de middeleeuwen was de waslevering eeue bijzondere verplieh-ting, vooral der lijfeigeneu. liij het verlcenen van grond werd als grondrente mede was bepaald, en de vrijlating dor lijfeigenen gesehiedde gewoonlijk tegen verpliehtieg om was te leveren. Vandaar de hoeven op wasrente cn de lieden op wasrente.

De landman houdt Maria-Lichtmis voor een gewiehtigeu dag. Het is de eeuige dag in het jaar, waarop hij do zou niet wenseht te zien. De spreuk van daciise is bekend en bevat in hoofdzaak ;

Is 't Lichtmis heldre zonneschijn;

Dan zal 't een lange winter zijn Maar komt er storm cn sneeuw, voorwaar.

Dan is de lente spoedig daar.

Tegen Lichtmis troost men zich ook, dat nu de korte dagen ten einde zijn. De dag neemt namelijk, gelijk de boeren uitgerekend hebben, tot Nieuwjaar cene hancschredo, lol Driekoningen con mannotred, tot St. Sebastiaan (30 Jan.) een hertcsprong, tot Lichtmis een geheel uur toe.

Op dezeu dag zien do dorpelingen ook gaarne, als zij naar huis gaan, dat de leeuwerik hen zingend over het land vergezelt; want hij verkondigt dau een vruchtbaar jaar; maar verschijut bij eerst later, dan is er een onvrueht-baar jaar te vreezeu

-ocr page 200-

188

begeerte, om zich zeer spoedig voor hen in den tempel aan den Allerhoogste op le offeren. Mei deze erkenning-werd zij onderricht van het geheim der offering van jesus in den tempel te Jerusalem.

Toen dus de volheid dor dagen gekomen was en de heilige .1 osiii', de voedstervader, alles tot dien tocht gereed gemaakt had, namen zij afscheid van de gelukkige hut, die door de geboorte van den Heiland der wereld geheiligd was. Maria kuste den grond, dankte God voor alles, wat Hij op die plaats ter liefde van de menschen gewerkt had, en beval een heiligen engel, dat hij die plek altijd bewaren moest. Zij verzocht daarop den heiligen josef verlof, de voorgenomen reis blootsvoets te mogen doen; want anders gebruikte maria zekere sandalen, welke de voeten bedekten en als tol kousen dienden. De stof, waarvan die gemaakt werden, was een zeker gewas van wortels als hennep; zij werden grof en sterk ineen gevlochten, en waren wel eerbaar, doch gering en arm, gelijk ze de arme lieden toenmaals plachten te dragen. De heilige josef stond, om zijner gemalin gedeeltelijk Ier wille te zijn, die altijd bevolen wilde worden, toe, dal zij te voel ging; maar wegens de toenmalige koude wilde hij, dal zij de sandalen zou aan doen. Dadelijk voldeed de nederige en gehoorzame Maagd hieraan, en stelde haar eerbied bij do gehoorzaamheid aan en den wil van baar gemaal ten ach!ere. Daarop deed zij haar mantel om, nam den hcmelschen Schal in hare armen, hield Hem aan haar maagdelijk hart en beschermde Hem met groote zorg tegen de koude.

Toen zij nu reisvaardig waren, vroegen zij van hel goddelijke Kind den zegen, dien Zijne Majesteit ook zichtbaar gegeven heeft. Do heilige josef nam den ezel, dien hij van Nazareth medegebracht had. Op dezen had hij hel koffertje gepakt, waarin de windselen en kleorijcs, benevens een deel der gaven van de drie koningen geborgen waren, die ten offer in den tempel waren gewijd. Zoo toegerust aanvaardden de bedevaartgangers den weg in gezelschap van

-ocr page 201-

189

'He [Jen duizend engelen, welke nabij de geboorte geweest waren, benevens andere, die met, den naam »jezusquot; bij de besnijding van den hemel nedergedaald waren. Al die engelen gingen daarheen in zichtbare en menschelijke gedaante, zoo schoon en schillerend, dal in vergelijking met hen al hol kostelijke en schitterende der wereld minder is, dan hel slof der aarde.

Maar de vorst en de koude waren toen zeer hevig en spaarden dus dezen hun eigen, nu mensch geworden Schepper niet. Daarom begon hel teedere Kindje, als waar mensch, te sidderen en Ie weenen op de armen Zijner liofdcrijUsto Moeder, wier hart van medelijden zich als verdeelde. Na een weg van twee mijlen afgelegd te hebben, kwamen zij te Jerusalem aan, en werden door den huismeester des tempels dadelijk ontvangen en in eene fatsoenlijke woning gebracht, daar deze op bevel des ouden priesters simeon , die volkomen bericht eu openbaring van de aankomst van jesus, maria en josef had, bij de slads-poort naar den kant van Bethlehem, op hen gewacht had. De heilige josef bracht nog denzelfden avond in stille het gemelde offer der drie koningen naar den tempel, en kocht onder weg twee tortelduiven, om ze dos anderen daags met het kindje jesus le offeren.

Nadat de morgen aangebroken was, maakten zich maiua en josef gereed tol het voorgenomen offer in den tempel. De goddelijke Moeder nam op hare armen den Eéngeborene des hemelschen Vaders, en de heilige josef twee kaarsjes en twee tortelduifjes. Benevens do reeds meermaals vermelde tien duizend engelen waren er nog tallooze anderen, van den liemcl gezonden, tegenwoordig, welke den aller-heiligsten naam sjesiisquot;, in eene ongemeen sierlijke schelp geëmailleerd, mededroegen, en den Zoon van God cn maria, de Maagd, naar de offerande vergezelden.

De Hemelkoningin met haar allerhoogslen Schal kwam bij den tempel aan en begaf zich naar de plaats, waar andere vrouwen na de geboorte met hare kinderen plachten

-ocr page 202-

190

heen te gaan. Aldaar knielde zij neder en aanbad den Allerhoogste, op hare armen het Lam Gods houdende, dat gekomen is, oin geslacht l,c worden en de zonden der wereld weg te nemen. Dit vertoonde zich dus op het levende altaar, de armen zijner Moeder, ann den hemol-schen Vader, zoowel lot een danko/fer wegens Zijne schepping en vereeniging met de Godheid, als tot een brandoffer, om door Zijn lijden en sterven voldoening te geven voor de menschheid. Eveneens ofTerde maria aan God Zijn cn haar Kéngeborene voor de zaligheid der menschen en ter schuldige dankzegging, dat Hij haar tot Moeder van Zijn goddelijken Zoon uitverkoren heelt.

Intusschen snelden de hoogepriester simeon cn de profetes anna, als gewezen leermeesteres van maria, loe, die heiden, van den Heiligen Geest vervuld en verlicht, erkend hebben, wie zij waren, die ten offer in den tempel waren aangekomen. Daarom gingen zij tot maria , en zagen tol hunne groote verwondering, hoe de Moeder en haar goddelijk Kind van een grooten schijn van glorie omringd waren.

De oude, eerwaardige priester nam uit de handen der Moeder het Kind, hief de oogen ten hemel, offerde het den eeuwigen Vader op, en zeide, dat hij nu zeer gaarne en vroolijk sterven wilde, daar hij zijn Verlosser gezien had, wendde zicb daarop lot maria en sprak: «Ziel, Deze is gezel len val cn Ier zaligheid van velen, en ten leeken van groote tegenspraak, cn zelfs door uwe eigene ziel zal een zwaard gaan!quot; Tc gelijker tijd dat de hoogepriester simeon deze profetische woorden aangaande het lijden cn den dood van Christus sprak, welke onder den naam «zwaard cn teeken van tegenspraakquot; aangeduid werden, neigde het Kindje zijn hoofd, zich gehoorzaam betoonende cn die profetie als een vonnis van Zijn hemelschen Vader aannemende. Maar hel hart der liefderijkste Moeder werd op het hooren van zulke smartelijke geheimen, die haar Zoon te lijden zou hebben, tot in baar binnenste getroffen;

-ocr page 203-

'101

en die bitterheid is in haar zoo levendig vernieuwd, zoo dikwijls als zij haar goddelijken Zoon heelt aangezien.

Na den afloop dezer handeling kuste maiua de handen des priesters, verzocht om zijn zegen, ging, na het verrichten van een vroom gebed, met haar goddelijken Zoon en haar eerwaardigen gemaal uit den tempel en keerde weer naar hare herberg terug. Daar besloten zij , negen dagen te Jerusalem te blijven, dagelijks den tempel te bezoeken, en het allerhoogste en Gode aangenaamste offer te vernieuwen en te herbalen. In dien tijd spraken maria en simeon , als ook hare leermeesteres anna, dikwijls met elkander, en hebben die beiden openlijk getuigenis van de aankomst des Messias gegeven, maar kort daarop in hoogen ouderdom hun leven heilig geëindigd.

Maria en josef begonnen hunne Novene en gingen alle dagen in den tempel, altijd mede brongende en den Heer vertoonende het kostbaarste Offer, Zijn vleesch geworden Zoon, en volhardden aldus van 's morgens vroeg lot den avond in liet gebed. In dien tijd zeide eenmaal de goddelijke Moeder: «Ik vind mij verplicht, o allerhoogste God ! en door den stroom Uwer zegeningen gedrongen, U dankbaar te zijn. Maar hoe zal ik U voor de bewezen genade eene waardige vergelding kunnen geven? Niets anders heb ik Uwer allerhoogste Majesteit te offeren, dan den óéngeboren liefsten Zoon, welke door Uwe genade ook de de mijne is. Neem dezen op, o Vader, want Hij is zoo groot, dat Hij voldoende is tot eene beantwoording van hetgeen ik ontvangen heb. En wijl 11 ij door mij een menscb en dus een Broeder aller mensehen geworden is, zoo betaamt het mij, voor hunne zaligheid te bidden en hunne belangen in mijn hart op te nemen. Ik bid Tl dus, o God der ontfermingen! door Uw en mijn Zoon, ach! vergeef den zondaars, en stort uwe barmhartigheid over het gansche mensebdom uit!quot; Als eene aangenaamste gave nam de hemelsche Vader dit Offer en smeeken van maiua aan. Als eene troostrijke en blijde inwilliging van hare bede be-

-ocr page 204-

192

loofde God haar: dat zij alles, zoolang dc wereld zal slaan, verkrijgen en behouden zal, \fat. liaar behagen zal voor hare getrouwe dienaars te begceren; dat ook de groote zondaars, als zij tot hare voorbede hunne toevlucht nemen, genade zullen vinden. —

Toen Maria gedurende hare negendaagsche godsdienstoefening aan den vijfden dag gekomen was, en met het Kindje op den arm in den tempel versclienen was, zeide de Allerhoogste tot baar: «Mijne dochter! de negen dagen in uwe vereering kunt gij niet voltooien; want ik verlang, dat gij eene andere oefening hebben zult, namelijk om ter liefde van Mij te lijden. Ik wil, dat gij u opmaakt, en u tot behoud des levens van uw Zoon met Hem naar Egypte begeeft; want llerodes heelt voorgenomen. Hem te dooden. Zonder van haar stuk te geraken, antwoordde maria: «Mijn Heer en mijn God, bier is Uwe dienares, die ter wille van U met het bereidwilligste hart wil lijden en sterven!quot; Hierbij stond zij op, en hij de overweging van die ontberingen en pijnen, welke haar onschuldigst Kind op die vlucht te lijden zou hebben, werd haar het hart week, en onder het storten van veelvuldige tranen ging zij uit den tempel naar hare herberg terug. —

Tweede visioen.

(Uit: Leveu en openbaringen der heilige gkrtbudis.)

Op het feest van Ma) ia-!Acht mis sprak de heilige oektrudis bij den eersten klokke to on voor de Vroegmis, in den geest verheugd, tot den lieer: «Mijn hart en mijne ziel groeten ü, o liefderijkste Heiland! bij den klank dezer klok, die ons heden hel feest Uwer allerzaligste Moeder aankondigt!quot; waarop de Heer vriendelijk antwoordde: «Bij dienzelfden klokslag klopt mijne innigste goedheid voor u aan de poorten

-ocr page 205-

193

mijner goddelijke barmhartigheid, om de vernietiging van al uwe zonden te verkrijgen!quot;

Nadat het teeken voor de Vroegmis gegeven was, sprak de Heer, haar groei duizendvoudig vergeldende, lol haar: «Mijne ganscho Godheid groet u, o wellust Mijns harten, en ik zend u legen al de vruchten mijner menschheid, op-dal gij er u van kunt bedienen ter voorbereiding, om dit feesl op eeno mij welgevallige wijze te vieren.quot;

Toen GiïRTRUDis eenige oogenblikken daarna wenschle le hooren, wal men juist in het koor zong, sprak zij, bedroefd over hare ziekte, welke haar aan hel bed boeide, en als klagende: «O lieer, hoe zouden de woorden der Vroegmis mijne ziel om Uwentwil verheugen, indien ik niet door den grooten afstand helcl werd, ze te hooren !quot; — En de Heer antwoordde haar: «Mijne bruid, al kunt gij ook niet hooren, wal men thans zingt, wend u toch lot Mij, en gij zuil alles vinden, wal u verheugen kan!quot; En dadelijk bemerkte oeutrudis, dal de Heer alle godsdienstoefeningen, welke door de vrome zielen in de kerk geschiedden, gadesloeg en tol zich trachtte le trekken, ze in zich reinigde en volmaakte, en daarop der allerheiligste Drievuldigheid ten eeuwigen lof offerde; dal Hij vervolgens de ooklereere Gods verrichte goede werken lol zich trok, ze wonderbaar veredelde en cr de liQOgsle volmaaktheid aan schonk; en dal, ofschoon de goede werken, mei de leden van jesus cnmsTus verbonden, in de ziel onschatbaar goeds werken, toch die, welke Hij in zijn hart trok, de eerste in volmaaktheid en voortreffelijkheid even ver overtreffen, als een levend mensch een doode in waarde overtreft.

En toen gertkudis hierop zich nogmaals over de hinderpalen van hare ziekte beklaagde, sprak de lieer lol haar; »A.ls de gebreken uwer ziekte u beletten, naar hel koor le gaan, kom dan en ga met. mij naar den Calvarieberg, waar gij een reinen en u innigst minnenden mensch aan het. kruis uitgestrekt zult zien!quot;

Zij volgde dus den lieer in den geest, en nadat zij op

Agt; Hungari. Ave-Maria-Klokjc. I. 43

-ocr page 206-

194

den Calvarieberg was aangekomen, en hare ziel met groole godsvrucht vervuld was bij het aandenken aan Zijn lijden, kwam het haar voor: als ging zij door oene poort in het Oosten in en als trad zij in een pracldigen tempel, waar zij den heiligen simeon aan de trappen des altaars opmerkte, die in het gebed lol God de volgende woorden sprak: «Wanneer zal Hij komen'? Wanneer zal ik ITem eindelijk zien'.' Zal ik Zijne aankomst beleven'? Zal Hij mij nog levend aantreffen'?quot; Dergelijke woorden herhaalde de eerwaardige grijsaard voortdurend, waarop hij — in den geest ontbrand — op eens zich omwendde, en do heilige Maagd hauia vóór zich bemerkte, die den kleinen .lEsus, het schoonste aller menschenkinderen, op de armen droeg. Zoodra simeon zijne oogen op Hem gericht had, erkende hij, door den Heiligen Geest verlicht. Hem voor den Heiland der wereld, nam Hem hierop in zijne armen, zong het heerlijke gezang: »Laat nu Uw dienaar in vrede scheiden!quot; en bij de woorden: »Wijl mijne oogen de zaligheid hebben gezien!quot; kuste hij Hem teeder; maar bij de woorden: «Die Gij bereid hebt!quot; hief hij Hem voor de ark des altaars in de hoogte, en offerde Hem God don Vader op, als de aanslaande zaligheid ca het leven aller volkeren. Dadelijk schitterde de ark in het helderste licht, en hel. onvergelijkelijk schoone beeld van het kind jesus verscheen, van stralenglans omringd, ten teeken: dal Het de vervulling en voleinding was van alle offers des Ouden en Nieuwen Verbonds. En do goede grijsaard riep op dit gezicht in den ijver zijner liefde uit: »Een Licht ter verlichting der heidenen. Daarop gaf hij het kind jezus aan Zijne moeder terug en sprak tot haar: oI'Jeti zwaard zat u door de ziel yaan!quot;

Hierop offerde do allerzaligste Maagd voor hel goddelijke Kind twee geheel witte duiven: ten teeken van den on-schuldigen wandel der geloovigen, die zich in eenvoudigheid en ernstige beschouwing van al het kwade afwenden en tot het goede neigen, en zoo de voetstappen en merk-

-ocr page 207-

195

waardige voorbeelden der heiligen navolgen. En allen, die op zulk cene wijze leven, schijnen, om zoo te zeggen, den kleinen jesus le koopen, vooral wanneer zij vergoeden en voltooien, wat onze lieer den geloovigen uitdrukkelijk bevolen heeft te voltooien.

liciie oudere afbeeldin»; van de vertoouiug' vau Jesus.

(Schilderij vau jako» jokdaens, gcb. 1593 te Antwerpen.)

Eene ruime tempelzaal met open koepel en zuilengangen in den nieuw-Ronieinschen stijl omsluil de figurenrijko compositie.

Onder den koepel zelven, achter de weggeschoven gordijnen des door het gewelf gedragen troonhemels van de voorzaal staat op een hoog voetstuk een draagbaar offeraltaar in brand, terwijl onder den troonhemel een hoogst eerbiedig opziend priester met witten baard, in wien men Simeon wil herkennen, in ornaat, met kostbaar, over den priesterrok gehangen ambtsgewaad van goudlaken, liet hem door de Maagd maiua overgegeven Christuskindje op de armen draagt. De beide hem gevolgde ministranten, in witzijden, met goud geborduurde, met gouden franjes en kwasten bezette opperklcederen dragen op zware, gouden kandelaars hooge, brandende waskaarsen, terwijl de heilige josui'-, aan den anderen kant, naar den priester gewend knielende, juist de naast hem staande, van witte teenen gevlochten, kegelvormige kooi opent, om het wettig als offer bepaalde paar duifjes er uit te nemen. Rechts van den heiligen josek staal nieuwsgierig een knaap, die eene geit ten offer gebracht heeft, alsmede een tweede, die een paar duiven vrij in de handen draagt; terwijl eene vrouw met haar vroolijken zuigeling nieuwsgierig nadert, een meisje met eene duivenkooi op hel hoofd uit de rechter zijzaal komt, en nog meerdere andere mannen en vrouwen als toeschouwers achter do voorste hoofdgroep ver-

13 quot;

-ocr page 208-

190

schenen zijn. Tusschen den priester en de naar hem toegekeerde Maria ziet de oude profetes anna, zicii voorover buigende, door naar liet goddelijke Christuskind.

Eene nieuwere afbeelding van de vertooning van Jezus.

Uit: Rijnsche Rladen. .Taarg. 18fi3.

In een der zijvleugels van het groole schip des doms te Mainz bemerkt men de «vertooning van jesus in den tempel,quot; naar de opvatting en teekening van den directeur 1'ihlipp veit en uitgevoerd door den schilder lasinsky. In liet midden der groep bevindt zich hel kind jesus , wel in windsels gewikkeld, maar door zijn schitterend gelaal, en door de houding der omstanders dadelijk als den Zoon Gods te herkennen, wien de aanbiddende vereering gebracht wordl. Zoo geelt dan de grijze simeon met de hlijdste godsvrucht den Knaap aan de Moeder over; de eerste, in de priesterlijke kleeding des Ouden Testaments, overhandigt ten teeken, dat dit nu ophoudt en in hel. Nieuwe Verbond overgaat, bel Kindje aan de beilige Maagd maria, die de Kerk, liel nu beginnende groole godsrijk, voorstelt, waarop de door simeon gesproken woorden van hel onderschrift: »Lumen ad revelalionem gentium! Licht ter verlichting der beidenen!quot; heirekking hebben. — Naast de heilige Moeder knielt mei de lelie der reinheid nederig en aanbiddend de heilige josef en geeft, terwijl maria bel Christuskind ontvangt , het offer der twee duiven over, om de toewijding en vereering der volkeren aan te duiden. Naast simeon snelt anna toe, ondanks den ouderdom vol vuur, om de blijdschap baars harten te betuigen. — Tegenover den heiligen josef diep ter zijde slaat een bij het feest inden tempel dienende knaap met de brandende kaars — Maria-Lichtmis. De tegenstelling tusschen het wei eerwaardige, maar toch altijd slechts tot voorafbeelding dienend en vergankelijk karakter des Joden-

-ocr page 209-

197

doms cn het nieuwe, eeuwigdurende rijk van den Messias komt hoogst aanschouwelijk uit in de verheven, patriarchale gedaanten van den ouden simeon en de hoogbejaarde anna tegenover de teedere, rijke, l'rissche gestalten van het Christuskind, Zijne Moeder en Zijn voedstervader. — Geheel op den achtergrond, in onmetelijke verte, vertoont zich een deel van het oude Jerusalem, en de zalen des tempels met zijne trappen op den voorgrond er van. Maar de heilige familie is juist op het punt, het heiligdom des Ouden Verb on ds Ie verlaten.

Het geheel is eene ongemeen waardige, sprekende, aantrekkelijke groep. De schildering is in volkomen overeenstemming met het verheven onderwerp; zij is namelijk krachtig en forse!i in levendige en warme kleuren.

Fecstbescliouwiiin1.

(I it: Leven dur heilige Maagd maria, door den abt orsini.)

Veertig dagen na de geboorte des Verlossers begal' zich de heilige Maagd maria naar Jerusalem, om daar aan het voorschrift van leviticus te voldoen, dat de reiniging der moeder en het vrijkoopen der eerstgeboorte beveelt. Gewis was maria aan die wet niet vervallen, want wat heeft de reine Bruid des Heiligen Geestes met de bevlekking gemeen? Maar maria leide, ondanks haar hoog verstand, de wet niet uit; zij volgde ze op. Verre van aan de wereld het verbazende wonder barer reine maagdelijkheid te openbaren, bedekte zij zich met een drievoudigen sluier en wilde zich nederig onder de menigte verbergen; zij herinnerde zich hare plichten als dochter van Sion en deed, om die te vervullen, afstand van haar voorrecht als hemelsche Moeder.

Op betzelfde oogenblik, toen josef en maria met de zilveren sikkels tol den vrijkoop en met de duiven voor het offer op het gebied des tempels traden; kwam ook een heilige grijsaard, met name simeon, wien het door god-

-ocr page 210-

•198

(.lelijke openharing bekend was geworden dat hij niel sterven zou, eer hij den Gezalfde des Ileeren gezien liad, in den voorhof, waarheen hein eene ingeving des Heiligen Geestes gedreven had. Op het gezicht der heilige familie schitterde het oog des rechtvaardigen van heilige geestdrift; den Koning-Messias onder de armoedige windselen des Kinds uit het volk herkennende, nam hij Hel uit de armen Zijner Moeder, hief liet op tot aan zijn gelaat en beschouwde Hel met verrukking, terwijl vreugdetranen langs zijne eerwaardige wangen rolden. »Nn o lieer,quot; riep de vrome grijsaard, zijne met tranen bevochtigde oogen ten hemel slaande, »laat nu Uw dienaar in vrede sterven naar Uw woord, want mijne oogen hebben den Heiland der wereld gezien, dien Gij geelt in hot aangezicht aller volkeren, als een Liclil ter verlichting der heidenen en ter verheerlijking Uws volks Israels!quot; Nadat hij die woorden gesproken had, zegende hij do beide echt-genooteu plechtig en wendde zich toen tol. maria , tegen wie hij na eenig ernstig en treurig zwijgen zeide: «Zie, Deze is gezet ten val en ter opstanding van velen in Israël en als een teeken, dat men tegenspreken zal; en een zwaard zal door uwe eigene ziel ijaan!quot;

Bij dit onverwachte licht, dat eene duistere helderheid op de groote bestemming van ciiiustus wierp, openbaarden zich aan het zielsoog der heilige Maagd al de smaad, hel bittere lijden en de doodsnood van hel kruis. Zij liet haar hoofd bij siMEONs noodlotlige woorden zinken, als eene bloem in een onweersstorm, en in haar hart voelde zij martelend iets, als het gevoel, dat hel langzame indrukken van een gloeiend ijzer in het vleesch van gezonde ledematen veroorzaakt. Doch maria had geleerd, alles, wat van God kwam, zonder morren te verdragen, zij bracht den kelk van alsem en gal aan hare lippen cn dronk hem uil tot op den bodem; hare tranen weerhoudende zeide zij: «lieer, Uw wil geschiede!quot; Indien zij gekund had, merkt de heilige bonaventuha aan, zou zij de smarten cn den dood van ciiiustus ook op zich genomen hebben; maar uil gehoor-

i

-ocr page 211-

199

zaaniliciti aan God bracht zij llcm het groole offer haars aangebeden Zoons, de innigste leederlieid, die zij voor Hem had, hoewel onder onnoemelijke smarten, beheerschende.

Op datzelfde oogenblik trad ecne profetes, an na met name, de dochter van i'iivnuël, uit den stam Asser, toe. Deze vrome weduwe hield zich voortdurend in den tempel op, diende God dag en nacht in gebed en vasten. Op het gezicht van het goddelijke Kind begon zij den Heer te loven cn met allen, die op de verlossing van Israël wachtten, van Hem te spreken.

))Niet slechts,quot; zegt bij deze gelegenheid de heilige AMitnosius, «verkondigen de engelen, de profeten en de herders de geboorte des Heilands; ook de oudsten en de rechtvaardigen in Israël openbaren deze waarheid. Heide geslachten, jong en oud, bevestigen dit geloof, dat door zoo veel wonderen bevestigd wordt; Eene maagd is vrucht-haar, eene onvruchtbare baart, klisauutii voorspelt, de Magiër aanbidt, een in den moederschoot besloten kind geeft teekenen van vreugde, eene weduwe betuigt die wonderbare gebeurtenis en de rechtvaardige wacht er op!quot; Daar de hinnenste tempelhof niet betreden mocht worden, en het kind, mannelijk zijnde, aldaar aan den Heer moest worden vertoond, bracht josef zelf hel «in de zaal der eerstgeborenen,quot; zich afvragende of ook de tooneelen, die bij de binnenkomst van Jesus in het huis Gods plaats hadden, in den voorhof der Hebreeuwsche priesters herhaald werden. Maar niets verried het goddelijke Kind iu het voornamere deel van den tempel; alles bleef daar stom en stijf voor den aanbrekenden straal van de «jonge Zon der gerechtigheidquot; Een, aan josef onbekend, offerpriester nam verstrooid uit de vereelte handen des mans uit het volk de beschroomde dieren, welke de wet voorschrijfl, en verwaardigde den Gezalfde des IIeer en zelfs met geen blik. De liefde tot bet goud , die schandelijke afgodendienst, die zijne vereering in het duistere verrichl, al gevoelt bij ook nog zoo veel schaamte, de liefde tot het goud bad het

-ocr page 212-

200

bekrompen, vijandelijke, zeUzuclilige hart dor moeste vorsten van de synagoge in sleen veranderd. Zij lieten aan de eenvoudige Levieten liet voorrecht over, deugden to beoefenen en zich ontberingen op (e leggen; zij gingen den ellendige, die voor hun marmeren drempel zuchtte, den reiziger, die op bergpaden moorddadig- overvallen was en nu doodelijk gewond daar lag, voorbij, wendden het hoold onverschillig al' en hielden in don grond hunner ziel noch van God noch van menschen. Dat is het, wat onze lieer, Hij, die een priesterschap van liei'de gegrond beeft, hun met zoo veel ironie in do gelijkenis van den Samaritaan verwijt. Ook vervloekte God hunne zegeningen, gelijk MALAcniAS verkondigt, en wendde zijn aangezicht van den tempel dien Hij spoedig aan het vuur en het zwaard der Romeinen overgaf.

De aanwezigheid van den Messias, die het hart der jongeren op den weg naar Emaus deed ontbranden, nog eer zij hun Meester aan bet broodbrekon herkend haddon, ging spoorloos voorbij op de zielen der Aaronieden, even als de lentestraal der zon spoorloos voorbijgaat op de eeuwige sneeuw der steilste Alpenkruinen. Onopgemerkt ging het plechtige oogen-blik voor de «verduisterdequot; oogen der priesters en schriftgeleerden voorbij, het oogenblik, waarvoor de om God vergaderde koren verstomden en de blikken der bemelsche scharen zich op één pnnl der aarde richtten; het oogenblik, dat agoeüs verkondigt, als hij zegt: »dat do heerlijkheid des tweeden tempels die des eersten overtreffen zou. Niemand herkent het reine, onbevlekte offer van malaciiias. De vurig verlangde der volkeren. Hij, wiens weg de engelen bereidden, do zoo lang beloofde cn verwachte groote Verlosser was persoonlijk tegenwoordig in Zijn heilig huis, en niemand dacht er aan, palmen voor hem uit te strooien en van de tinnen dos tempels en op de daken van Jerusalera te juichen: »llosannab den Zoon nAvins!quot; Zij hadden een God noodig, ondergeschikt aan hunne bijzondere doeleinden, een dienstknecht van het sanhedrin, een God hadden

-ocr page 213-

201

die menschen noodig, bedekt met de bloedige lappen van

alexander!

Kn het goddelijke Kind, dat, toen het door Jerusalem gedragen werd, het tooneel der verlossing wel herkende, telde intusschen zijne beulen onder die deftige, vergulde schaar; ondor de muziekkoren, die bij harpenklank den lof des lloogsten zongen, onderscheidde de Gezalfde duidelijk de drieste en wilde stemmen, die later met hevig geschreeuw hun: d Kruid, kruist Hem!quot; lieten hooren.

Aarons trotsch geslacht, waar zijt gij nu'? -—■ De adem des Gekruisigden heeft u als stroohalmen naar alle rich-lingen des aardbols verwaaid; vermengd met die massa's, die (jij zoo verachttet, kennen u de metgezellen uwer vei -banning niet meer! Maar toenmaals brachten de Hebreeuwsche offerpriesters nog, onbekommerd om de toekomst, die zich boven hunne hooiden zwart samentrok, den God, die hen verwierp, de uitgezochte slachtoffers der grooten en des volks.

Een hunner nam dus de duiven van josef, ging de trappen van het zoenofferallaar op, en bracht den lieer dit eenvoudige, maar geringe offer.

»En toen zij alles naar de wet des Hoeren volbracht haddenquot;, zegt de heilige lukas, «keerden zij naar Galilea, naar hunne vaderstad Nazareth terug.quot;

De reliquiekast met den arm vun den heiligen Simeon.

(Uit: De rcliquieschat vau de Lieve Vrouwe-domkerk te Aken, dcor Ur. kk, uocr.)

In de Middeleeuwen hield men er van, de overblijfselen der heiligen te bewaren in kostbare kasten van zoodanige gedaante en vorm, dat haar uiterlijk dadelijk aanduidde, lol welk lichaamsdeel do ingesloten reliquie behoorde. Dus omsloot men de overblijfselen der hersenpan meestal met in bladgoud of bladzilver gedreven, liguren van hoofden of busten, die men «capita pectoralia, hermae of craniaquot; noemde. — Ter bewaring van grootere deelen des boven-

-ocr page 214-

202

of benedcnarms vervaardigde de goudsmid sierlijk in edele melalen gedreven reliquiekaslcn in den vorm van een arm-stuk met uitgestrekte hand.

Voor de bewaring naar de regelen der kunst van een deel der armen van den, heiligen simkon , dat de Lieve Vrouwe-domkerk Ie Aken zoo gelukkig is te bezitten,— had men volgens het gebruik der middcleeuwsehe kunst eveneens weer een «brachialequot; in den vorm van een arm moeten vervaardigen. Daar eehter in dc middeleeuwsche kerkschatten dergelijke reliquie-armen in groot aantal en in veelvuldige afwisseling van vorm aanwezig waren, schijnt men bij de insluiting van deze reliquie op een nieuwen vorm bedacht geweest te zijn, gelijk over het algemeen de middeleeuwsche kunst zich door hare hoogst geniale en naieve nieuwe scheppingen onderscheidt»

Opdat echter de uiterlijke gesteldheid van het reliquie-kastje aan don heiligen grijsaard simeon zou herinneren, vervaardigde men het kastje, dal bestemd was, een groot deel dier armen (ulnae) Ie bevatten, die den Heer hij Zijne verlooniwj in den lempel (jedraijen hadden, op geniale wijze als het ware als — altaarlafel, op welke dc opoffering van het goddelijke Chrisluskind in den tempel liguurlijk voorgesteld moest worden.

Deze rijk versierde kleine mensa als receplaeulum, waarin de reliquie van den heiligen simeon rust, verheft zich op vier ronde gedrongen zuiltjes met groole kapiteelen vol lofwerk. De bovenvlakte is in vijl' vlakke velden verdeeld, van welke het middelste langwerpige een fleschjo in onyx benevens emailleering bevat. De beide naastaanliggende vierzijdige velden stellen in zeer kostbaar doorschijnend email van den eenen kant dc heilige Moeder Gods maiua met het Kind, van den anderen kant een knielenden koning met heiligenschijn voor, die eene kostbare kleine, met roode kruisjes versierde kist ten olfer brengt. — Wegens deze voorstelling is men geneigd, aan een vorstelijken gever, wellicht aan den Duitschen keizer kabel vi, te denken. De

-ocr page 215-

203

beide buitenste velden zijn rond en bevatten perkament-opschriften in de Latijnsche laai van den volgenden inhoud: Ter zijde van maria »Arm van den rechtvaardigen Simeon ; —- van den sleutel des heiligen petrus ; tand van den heiligen anastasius; — van den heiligen hieronymiis.quot; Ter zijde van den heiligen simeon. «Reliquiën der heilige CERTUDis, der heilige lucia, dos heiligen marcelunus, des heiligen victorinus, des heiligen cyriacus.quot; De vier bovenzijden van de kist zijn gelijkmatig met een groot aantal kunstrijk ingevatte edelgesteenten en paarlen versierd, met kleine geëmailleerde blaadjes afwisselende, die op een gefigureerden ondergrond fantasierijke voorwerpen uit de dieren- on plantenwereld in veelkleurig email (email translucide) doen uitkomen. Zelfs de niet zichtbare be-nedenzijde der kleine kist is van een eenvoudig geciseleerd ornament voorzien.

Hetzelfde stelsel van versiering is op de rijke voet- en dekplaat behouden, op welke de juist beschreven altaarlalH bevestigd is. Hier bemerkt men eveneens een vrij groot aantal ongeslepen ingevatte edelgesteenten, die met voorstellingen van liguren en met emailleeringen afwisselen, en zoo de breede vlakte van het beneden-voetstuk verlevendigen, dat zich op vier geciseleerde standaards in den vorm van I eeuwen k I a u wen verheft.

Om den inhoud van de reliquiekast meer aanschouwelijk te maken, heeft de goudsmid in gedreven werk de ojiulfc-rincj in den tempel op de volgende wijze figuurlijk weergegeven :

Aan de eerezijde van het altaar rechls hemerkl men in plooienrijk, verguld gewaad de allerzaligste Maagd maria op het oogenblik, dat zij naar het voorschrift der wet op den dag der reiniging de gave der armen, — een paar tortelduiven, brengt; op de linker zijde der mensa staal het in zilver gedreven, vergulde standbeeld des grijzen simeons, gelijk hij, om zijn eerbied te betuigen, met bedekte handen den lang en vurig verlangden God-heiland op

-ocr page 216-

WA

zijne armen neemt, en liet verheven loflied aanheft: «l.aal nu lieer, Uw dienaar in vrede scheiden, wijl mijne oogen Uwe zaligheid gezien hebben!quot; Als aanvullend ornament heeft de kunstenaar doelmatig tusschen deze heide handelende figuren een sierlijk stuk midden op de oppervlakte der kleine kast bevestigd, dal, in den vorm van een fleschje van geslepen agaat, in een sponsje van de olie hevat, die uit eene reliquie der heilige martelares cathauina gevloeid is.1) Het fleschje is als bloempot voorgesteld, uit welken eene zilveren lelie met vele bloemen is opgegroeid.

Deze zoo kostbare reliquiekast schijnt, naar hare ge-heele conceptie te oordeelen, in het midden der veertiende eeuw vervaardigd te zijn.

En met zulke bereidwilligst aangeboden rijkdommen hebben onze vrome voorouders dien arm versierd, die met de genade verwaardigd werd, bet zoete kind .msus temogen dragen! Welk eene liefde, welk eene roerende liefde voor den God-heiland, Zijne gebenedijde Moeder en Zijn dienaar Simeon ligt in al die gaven en werken ten heerlijkste uitgedrukt?

Kerkelijke piechtig'Iiedeu op dezen feestdag:,

(Uit: Katholiek Zondagsblad. Mimcheu 1844.)

Pc Katholieke Kerk bedient zich bij den openlijken godsdienst van kaarsen niet alleen ter verhooging en versiering er van, maar dit gebruik is ook vol innerlijke, veelzijdige

1

Wij hebben in vele kerksehalten Van het westen — rcliquiën in rijke kastjen aangetroffen, die eene olie onder boveugenoemde opgave bevatten. In het vroegere stift te Grefrath bij Elberfeld, waar thans nog ccn vrij groot aantal kunstrijke reliqnie-kastjes bewaard worden, is eveneens ecu groot rat, dat met deze olie gevuld is; desgelijks ook in eene sierlijk gevormde monstranciola met een beentje der heilige catharina, waarvan ecue menigte oorkonden en ooggetuigen bevestigen ; dat die olie op verschillende tijden uit de reliquie gevloeid is.

-ocr page 217-

205

beteekenis en daarom van overonrien lijd in de Kerk uit-geoelend. Reeds in hel Oude Teslament brandden, volgens goddelijke verordening, zeven lampen voor de ark des Verbonds ten teeken van inner lij ia; verlichting en vroolijk geloof, en als eene voorafbeelding van liet toekomstige Licht ter verlichting aller volkeren, die in de duisternis en in de schaduwen des doods zitten. Spaarzaam en gering licht verlichtte de onderaardsche ruimten, in welke de eerste Christenen de vroolijke viering van het hoogste geheim des geloofs, van het heilige Offer en maal der liefde, voor de grootste vervolgingen verbergen moesten. Toen echter langzamerhand het licht des Christendoms den nacht van het heiJensche weten en leven overwonnen, en het vuur des Heiligen Geestes staten en volkeren met frisch leven doordrongen had; toen vierde ook de openlijke godsdienst der Kerk dien triumf over ongeloof en dwaling met betamelijke pracht, en de kaarsen werden een belangrijk deel der verhoogde kerkelijke i'eeslen.

De ))Zon der (jerechligheidquot; schijnt reeds sedert achttien honderd jaren verwarmend on lie'/: ie lend, onheneveld en helder over den ganschen aardbol en, verlicht door dit over alle duisternis triuinfeerend licht., wenscht de heilige Katholieke Kerk alle aardbewoners doordrongen van het vmir des waren geloofs en ontbrand van de vlam van heilige liefde tol. ciiKiSTUS, en hoopt, dat hare geloovigen door Christelijken zin en wandel ter eere des Vaders in den hemel hun licht laten schijnen voor de gansche wereld. Dien wensch en die hoop geeft de Kerk op het feest van Lichtmis te kennen door de wijdhifi der kaarsen en dooi' de daarop volgende kaarsmproressie, gelijk in het algemeen doorliet gebruik van licht bij alle gewichtige kerkelijke fnnctiën.

De inhoud der wijdinrjsgebeden en de toepasselijke gezangen mogen verder de beteekenis van den dag verklaren.

Om genoemde wijding le verrichten, gaat de priester, gekleed in een blauw Misgewaad, omringd van de bedienden, die wierookvat en wijwater dragen, naar de Epistelzijde

-ocr page 218-

200

des allaars, en nadat ImJ den naam en de hulp des Hoeren, die hemel en aarde gemaakt heelt, aangeroepen, en de aanwezenden begroet heeft met de woorden: »De lieer zij met U!quot; bidt hij tot God den Almachtige, «op wiens bevel door de vlijt der bijen liet was ter vervaardiging der kaarsen is bijeengebracht, en die op dezen dag het verlangen des liéiligen simeons naar het Licht der wereld vervuld heeft: dat Hij dc kaarsen op de voorbede van Maria en alle heiligen zegenen en de gebeden der verlosten van Zijn Zoon, die ze Hem Ier eere in de handen dragen en door lofgezang Hem wenschen te prijzen, genadig gelieve te verhooren; opdat zij door het offer dezer, met het licht der hemelsche wijding ontstoken kaarsen, van liet heilige vuur der zoetste liefde ontbrand, waardig zijn, in den tempel der eeuwige heerlijkheid vertoond te worden... Gelijk deze 'kaarsen, met zichtbaar vuur ontstoken, de nachtelijke duisternis verdrijven; zoo mogen onze harten door het onzichtbare vuur des Heiligen Geestes van alle blindheid der zonde bevrijd worden: opdat wij met liet gereinigde oog des geestes zien kunnen, wat Gode welgevallig en bevorderlijk is tot onze ziiligiieid, om na de gevaren van dil leven tot hel. nooit verdoovende licht te komen!quot;

Daarop looft de priester in hel op de wijze der Prefatie zich bewegende gezang »God den Schepper aller creaturen, vvien lof te zingen en wiens mildheid onvermoeid te prijzen waarachtig waardig en rechtvaardig, billijk en heilzaam isquot; en bidt: «Zijne oneindige goedheid moge over de kaarsen de gave zijns zegens uitstorten, opdat allen, die ze tot aandenken aan Christus in de handen dragen, door de genade des Heiligen Geestes, waarmede simeon vervuld was, verlicht zijn mogen, en zij, van den Heiligen Geest geleerd, Christus waarlijk erkennen en getrouw beminnen en, het uitwendige licht ziende, hot innerlijke niet ontberen.quot;

Do kaarsen worden daarop bewierookten onder het teoken des heiligen kruises met wijwater besprengd, ter aandui -

-ocr page 219-

207

ding-: dal de boven haai' ten hemel opsüjgende gebeden der Kerk als de geur des wierooks Gode welgevallig cn den geloovigen Ier zaligheid rnogen zijn, en dal dooi' de verdiensle des Gekruisigden de dauw der reinigende en heiligende genade zich over allen moge uilslorlen, die voor hel inwen-diee lichl van cumsTus hunne harten niet sluiten.quot;

De wijding is nu volbracht, en dus hel'l de priester, eeiK! ontstoken kaars in de hand nemende, den lofzanfi aan: »Een Lichl Ier verlichting der heidenen en Ier verheerlijking Zijns volks Israels!quot; Het koor vervolgt afwisselend dil verheven gezang, onderwijl de kaarsen onder de aanwezenden verdeeld worden. Allen gevoelen in hunne harten de hooge blijdschap van den rechtvaardigen siiihon mede en danken God voor het oneindige geluk, den Heiland te zien, te ontvangen en eenmaal door Hem in zaligen vrede tot het eeuwige Licht over te gaan.

Na oen kort gebed om die genade steil zich de processie met dc kaarsen in beweging, terwijl het kruis, de vlaggen en het beeld der Moeder Gods voor haar uil worden gedragen. Zij is eene herinnering aan den opgang der heilige Maagd naar den tempel, om daar het voorgeschreven ofl'er te brengen, dus ook aan den eersten intocht van jusus in denzelvcn en aan die ontmoeting met den heiligen simeon. De daarbij gebruikelijke gezangen passen naar hun geestrijken inhoud geheel bij het feest.

Is de processie weer in het middelschip der kerk aangekomen, dan zingt zij voor het beeld der Moeder Gods (indien dal niet rondgedragen werd, anders voor hel altaar) in treffende en verheven melodie een lollied op de hooge, hemelsche waarde dor allerzaligste Moeder Gods en eindigt dan veelbeteekenend met den roem des drieëenigen Gods, wien alleen aanbidding en dankzegging toekomt.

Dit vurige en geestrijke gezang heeft nu op waardige wijze de spoedig beginnende Hoogmis ingeleid, en wal door de voorafgaande zinnebeeldige viering in hel gemoed der vergaderde Godsverecrders voorbereid is, dal wordt bij het

-ocr page 220-

208

heilige Misoffer vollooid. De godsvrucht wordt te inniger, hoe nader de heilige handeling bij het verhevenste oogen-blik der werkelijke tegenwoordigheid van Christus, het Licht der wereld, komt. Hier voelt de godvruchtige Christen het diep in zijn hart, dal hein een ongelijk grooter geluk is ten deel gevallen dan den godvreezenden simeon. Die «rechtvaardigequot; grijsaard ondervond ongemeene zaligheid, dat hij den Verlosser zag, toen deze zich op de armen van Maria aan den hemelschen Vader ten offer vertoonde; het was zijne zaligste blijdschap. Hem beminnend te omvatten en aan de heerlijke toekomst van het rijk Gods te gedenken. Zulk eene door hem vooraf verkondigde toekomst is altoosdurend in de Kerk levendig tegenwoordig, liet groote, bloedige Offer van chiiisïus aan het kruis ter verzoening der schuld van de ongehoorzaamheid der men-schen en Zijne verlossende verdienste' is op onbloedige wijze het kostbare eigendom der Kerk, en voor al hare leden stroomt uit die rijke bron goddelijk licht en leven. In do heilige Commiinie lot de innigste levensgemeenschap met Christus verbeven, hebben zij de belofte van aanstaande zalige heerlijkheid in het eeuwig licht des hemels.

De tot aan de heilige Communie onder de Hoogmis voort-brandende gewijde kaarsen worden na dezelve dadelijk uil-gebluschl. Daardoor wordt aangeduid: dat door den dood van .iesijs Zijn offer voor de menschheid volbracht is. Maar ciimsTUs dood werd ons licht en leven. Dus wordt ook weder door bel uitblusschen der kaarsen de wensch uitgesproken: dat de vlam der godsvrucht en liefde, welke op dezen dag bij de heilige Mis in de harten der godvreezenden helder opflikkerde, nu verder stil en nederig bij en na het aanhooren des goddelijken woords voortleven moge. Want, des Heeren woord is eene lamp voor onze voeten en ecu licht op onze wegen, en Hij spreekt: »Uwe lendenen moeten omgord zijn en brandende lampen in uwe handen! Weest gelijk menschen, die op den Heer wachten, als Hij van

-ocr page 221-

209

de bruiloft, lenigkomen zal; opdal, als Hij koml. cn aanklopt, zij Hem dadelijk kunnen opendoen!quot; Ps. 118 : 105; Luk. 1:2 : 35.

Oeinoedelijkc feestviering.

(Uit: iiEiNutcu suso's, gciiaiimd amandus , leven eu schriften.)

Uit dit. lieve boekje, dal de kardinaal en vorst-bisschop van Breslau, melciiior van üiepenbrock, op nieuw, doch in den oudervvetsehen spreektrant, liecll uitgegeven, ziel men, hoe kinderlijk gemoedelijk de zalige iieinrich suso dit feest, in den geest gevierd lieeft. Hij verhaalt:

Op Onzer Vrouwe-dag van Lichtmis bereidde hij drie dagen vooraf onder gebed eene kaars voor de hemelsche Moeder maiua ; en de kaars was gewonden in drie staven aldus: De eerste staaf om hare reine maagdelijke zuiverheid, de andere om hare grondelooze nederigheid, de derde om hare moederlijke waardigheid voor te stellen, welke drie zij alleen had boven allo inensehen. Deze geestelijke kaars bereidde hij vooraf eiken dag met drie «Magnificat!quot;

Zoodra de dag der kaarswijding kwam, vroeg, eer dat iemand ter kerk ging, ging hij vóór het dienstaltaar en wachtte daar in zijne beschouwing op de hooge Moeder, als zij zou komen met haar hemelsclien Beschermer (het kostelijke Christuskind), Toen zij de buitenste poort der stad naderde, liep hij in de begeerte zijns harten allen vooruit en snelde haar tegemoet met de schaar aller God minnende harten; hij liep in de straat voor baar uit en smeekte haar met haar trein eene poos stil te houden, totdat hij haar een lied gezongen had; toen hief hij aan en zong met geestelijk stillen klank, zoodat de mond ging en toch niemand het hoorde: «Inviolata! Onbevlekte! enz.quot; zoo liefelijk, als hij maar eenigszins kon; en hij neigde zich voor haar tot den grond, toen hij zong: »0 benigna, o benigna! O goedertierene! o goedertierene! enz.quot; en smeekte haar,

A. Iliingari. Avc-Maria-Klokje. I. .J ^

-ocr page 222-

210

dat zij hare milde goedheid zon betoonen aan een armen zondaar, en stond toen op en volgde haar met zijne geestelijke kaars, in den wensch, dat zij de brandende vlam des goddelijken lichts in hem nimmer zou laten uitgaan, — Daarna, toen hij bij de schaar aller minnende harten kwam, hiel' hij het gezang- aan; «Adorna thalamum! Tooi uw bruidsbed! enz.quot; en vermaande hen, dal zij den Heiland liefderijk zouden ontvangen en begeerig Zijne Moeder omvatten j cn geleidde hen aldus met lol'en gezang naar den tempel.

Vervolgens trad hij met hartelijke begeerte toe, eer de Moeder den Heiland aan den grijzen simeon gal', en knielde neder cn hiel' zijne oogen en zijne handen op en smeekte haar: dat zij hem het kind jesus zou toonen cn hem ook veroorloven liet te kussen: en toen zij Het hem goedgunstig aanbood, breidde bij zijne armen naar de eindelooze deelen der gansche wereld uit, en ontving en omvatte den Beminde in één uur wol duizendmaal; hij beschouwde Zijne fraaie oogjes, hij bezag Zijne kleine handjes, hij kusle Zijn teeder mondje, en al dc kinderlijke ledematen des hemelschen Beschermers doorzag hij, en hief toen zijne oogen op en schreeuwde van bewondering in zijn hart: dat de llemeldrager zoo groot cn zoo klein is, zoo schoon in het hemelrijk en zoo kinderlijk op het aardrijk, en verlustigde zich toen met Hetzelve, zoo als Het hem te doen gaf, met zingen en met weenen en met geestelijke oefeningen, en overhandigde Het toen weder aan zijne Moeder, en ging met haar naar binnen, totdat het alles volbracht was.

De drievondig'e beteekcuis der kaarsen.

(Uit: Predikatiën van Pater Matthias paber uit het Gezelschap van jesus.)

Onze Heer en Heiland jesus Christus is in deze wereld gekomen, gelijk dit Zijn eigen woord ons betuigt: om te zoeken en zalig te maken, wat verloren was.quot; Luk. '19 : 10. — Dil is ook aangeduid in de feestbelofte des heiligen simeons

-ocr page 223-

211

van heden, doordien hij met den innigslen dank aan God op liet gezicht van het Christuskind heeft uitgeroepen: »Gij hebt voor hot aangezirht alloi' volkeren een Lkltl bereid lot verlichting der heidenen!quot; — Dit bewijst ook die vrouw, welke hare drachme verloren had en daarom een licht opstak, waarmede zij het gansche huis doorzocht, totdat zij het muntstuk vond. Luk. 45. Die vrouwbetee-kent namelijk Gods voorzienigheid, die den vleesch geworden Christus als een Licht ontstak; »wanlgelijk de heilige Gregorius de Groote aanmerkt; «de lantaarn is ecu licht in een val; maar hel Licht der zaligheid in het vat is de Godheid in het vleesch.quot; Met deze lantaarn ol' fakkel nu wordt de rnensch overal en op alle plaatsen gezocht, waarom ook in hel heilige Evangelie zoo dikwijls van de lichten en hun glans gesproken wordt. Zoo omstraalde de herders op hel veld naar lukas (2) een groot licht. De drie wijzen werden door eene ster lot aan de krib geleid (Malth. 2); bij de verheerlijking schitterde het gelaal van curistus als de zon. En ook bij de opoffering van Christus op dezen dag is, naar de bewering des priesters TiMOTHEUs uit Jerusalem in zijne rede over sbieon, de zaligste Maagd maria van een goddelijkcu lichlglans omringd verschenen. En eindelijk zegt cintisïus zelfvan zich : «zoolang ik in de wereld ben, ben ik het Licht der wereld!quot; (Joan. 9 ; 5).

Daar nu maria do zaligste Maagd heden hel Licht der wereld op hare armen in den tempel gedragen heeft, zoo dragen ook wij heden een licht. Maar dit uiterlijke gebnüli der kaarsen beslaat daarom, wijl wij daardoor onze heilige blijdschap openlijk aan den dag leggen, en ze ons een drievoudig zinnebeeld voorstellen; want:

1. Üe gewijde kaars beteekent .iesus curistus zeiven; en die'vergelijking berust op een drievoudigen grond.

1. De kaars stelt in zeker opzicht de eeuwige yehooHe van Christus voor, krachtens welke hij de Zoon Gods is. De heilige basiuus zegt daarom in zijn tweede boek lot eunominus: »Gij moet de goddelijke teling door God als eene

1A-

-ocr page 224-

■2i'l

pijiüooze, buiten den lijd geschiede verstaan, als een van liet licht uitgaanden straal.quot; Wanl gelijk de straal door het licht ol' het licht door een lichtend lichaam in de lucht wordt voorgebracht, zonder eenige vermindering ol' verzwakking van het licht ol ook van de lucht, zoo wordt ook de Zoon Gods, die door den heiligen Apostel Paulus in zijn brief aan de llebreërs (1 : 3) «de weerschijn der heerlijkheid en het evenbeeld des wezens van Godquot; genoemd wordt, door den Vader zonder eenige verzwakking geteeld. •— Vervolgens, gelijk de glans met het licht gelijktijdig is (een voorbeeld hebben wij aan de zon: als de zon eeuwig geweest was, zou deze ook van eeuwigheid geschenen hebben): zoo is ook de Zoon even eeuwig als de Vader. — Eindelijk, gelijk het licht niet afneemt, ofschoon het uit zijn midden een nieuw licht voortbrengt, even als eene kaars daardoor, dat er eene andere aan wordt ontstoken, volstrekt niet verliest, maar de vlam dezelfde blijft, die zij was, eer uit haar en door haar eene andere ontstond; even zoo ontvangt ook de Zoon, die in de Niceensche geloofsbelijdenis »Licht van hel Lichtquot; genoemd wordt, Zijne gansche natuur zoodanig van den Vadei, dal Hij Dezen daardoor geheel niets ontneemt.

Eene andere dergelijke gelijkenis voert de heilige basilius aan. Hij neemt de mededeeling der kunst lol voorbeeld. »AI deelen de onderwijzers,quot; zegt hij,»den leerlingen hunne kunst ook geheel mede, zoo blijven de onderwijzers toch volmaakt in het bezit er van, en de leerlingen verkrijgen de volmaaktheid in de kunst oven als hunne meesters.quot; Zoo verhoudt het zich ook met de geboorte van Christus van eeuwigheid af. Hij is de eeuwige weerschijn des Vaders. — ■i. Maar de kaars is ook een zinnebeeld der lijdelijke tjeljoorle van ciiiustus; want gelijk bij eene kaars drie zaken zijn, die toch slechts ééne kaars uitmaken, namelijk het licht, het was en de pit: zoo maken ook de drie verschillende wezenheden in ciiiustus, namelijk zijne Godheid, zijn vleesch en zijne ziel, den éénen persoon Christus

-ocr page 225-

213

uil. •— Het licht o(' het vuur bcteckent zijne Godheid, overeenkomstig de woorden in het vijfde hock van mosks (4:24); »IIav God is een verterend vuur!''' Gelijk namelijk hel clement des vuurs alle elementen in helderheid, lijnheid, lichtheid, werkzaamheid en verhevenheid overlrel'l, zoo ook God al het geschapene, liet was beteekent liet vleesch van ciimsTLis; want gelijk het was door de bijen uit hel reinste sap, dat zij uit de welriekende bloemen hebben gezogen, zonder eenige bevlekking ol' ecnig nadeel derzelve bereid wordt: zoo werd ook hel vleesch van Christus uit het reinste bloed der Moeder Gods mauia zonder eenige beschadiging van haar gevormd, — De in hel was besloten pit eindelijk is het beeld der ziel van curistus. Even als de pit, wanneer zij vuur vat, juist daardoor vurig wordt en gloeit, maar niet zoo het was: zoo was ook de ziel van Christus sedert hare eersle ver-eeniging met de Godheid zalig en met de gaven der zaligheid gelooid, niet zoo echter het lichaam van ciimsTUS, uilgenomen na zijne opstanding.

3. Eindelijk duidt de waskaars ook hot leven en lijden van curistus aan; zijn leven: want gelijk de kaars verlicht, verwarmt, reinigt, ontsteekt, verteert en andere zaken in gloed verandert, voortdurend brandt en seliittcrt: zoo heelt ook curistus de blinden en onwetenden verlicht, de zielen verkwikt, de melaatschen gereinigd, de verkoelden in lielde doen ontbranden, de liefde tot de wereld woggenomen en die in liefde tol Hem veranderd; daarbij heeft Hij zich bij dagen nacht om onzentwil vermoeid en eindelijk allerwege geschitterd door den roem Zijner heiligheid en wonderen.— Zijn lijden duidt zij aan, wijl ciiiiistus niel slechts lichtte als de bol der zon of een schitterende robijn, die door zijn schitteren geen schade lijdt, maar ook brandde en door zijn branden verteerde, daar Hij zich dooi' zijn ijver voor de eer van God en de zaligheid der zielen met waken, vermoeienissen, honger, dorst enz, en eindelijk aan het kruis door zijn dood geheel opgeofferd heeft. Daarom

-ocr page 226-

2U

passen oollt; dc jongeren van cuiustus tlie profetie in Psalm 68: lö: ))De ijver voor Uw huis verteert Mij!quot; — op cur.isrus toe; want gelijk door hel vuur het was langzamerhand verteerd wordt en in de natuur van vuur veranderd , zoo werd oolc het leven van ciiristus door Zijn ijver verteerd, die van de liefde uitgaat, gelijk de hitte van liet vuur. Even als bovendien de vlam de pit, al is deze nog zoo wit, zwart maakt, zoo heeft ook de ijver van cuiustus niet slechts Zijn vleesch verteerd, maar daarbij ook het lagere gedeelte Zijner ziel verwond en in zekeren zin zwart gemaakt, daar hij Hem van alle blijdschap aan hel kruis beroofde, hetgeen ook de lieer met deze woorden betuigt: «Mijn God, Mijn God! waarom hebt Gij Mij verlaten?quot; —

II. Maar de gewijde kaars beteekent ook de allerzuligsle Maagd maiua.

Dc heidensche volkeren hadden, gelijk reeds aangemerkt is, in deze maand Februari eene plechtigheid, die gewoonlijk met het aansteken van fakkels gevierd werd; dit geschiedde tot aandenken aan en uit dankbaarheid voor lui'A, die noMULUS, den stichter der stad Rome, groot gebracht had en dc vrouw van den herder faustulus was. — Anderen beweren, dal dit feest Ier eere van juno gevierd werd, die daarom fedruata heette. Nu was juno de moeder van Mars, dien zij uil zich alleen en enkel door aanraking cn door den reuk van eene bloem ontvangen zou hebben. — Wal nu ook in deze zaak verdicht is: met recht heeft de Kerk dit feest aan lupa of juno, als aan twee onrechtvaardige bezitsters, ontnomen en op maiua dc Maagd overgedragen. Want zij is het, die ciiristus, den stichter der stad Gods, dal is der Kerk, aan hare heilige horsten gezoogd en Hem als onzen Krijgsgod mars, als den Bedwinger der hel en den Bcheerscher des aardbols enkel door den adem des Heiligen Gcestes uil zich alleen gebaard beeft.

Met recht dragen wij dus heden ter ecre van haar de

-ocr page 227-

brandende kaarsen en wel wegens hare drievoudige reinheid, en betuigen zoo, dal zij de wettige reiniging geenszins had noodig gehad.

Want 1. was mauu rein van de gevolgen der geboorte, die andere vrouwen bij de bevalling lijden; want dit beweren meer dan twee honderd Vaders op de synode van Tridia en anderen. Gelijk namelijk het vuur zonder eenig vuil den reinsten straal uitzendt, zoo heeft ook de zaligste Maagd jesus ciiuistus gebaard.

2. Was Maria naar de leer aller heilige Vaders en naaide uitspraak der heilige Kerk nooit van de geringste smet eener zonde bevlekt, waarom zij ook te reelil met het licht eener kaars vergeleken ol' door het vuur voorgesteld wordt, dat niets onreins duldt, maar veelmeer alles reinigt.

3. Was maria naar hel lichaam ongeschonden en Maagd — vóór, in en na hare geboorte. — Een beeld barer kuischheid is het was als het werk der bijen, die door geenerlei vermenging bevlekt worden, maar in maagdelijke werkzaamheid het was bereiden; waarom zij ook, gelijk de natuuronderzoekers beweren, zich niet eens op verwelkende bloemen of gestorven lichamen zetten.

Op gelijksoortige wijze heeft ook de Heilige Geest in den sclioot der allerzaligste Maagd maria als het ware als in een bijenkorf gelijk de meest kuische bij was en honig bereid, dat is Hij heeft met hare maagdelijkheid do vruchtbaarheid zonder eenige bevlekking lot stand gebracht.

Daarom dus dragen wij heden eene brandende kaars in onze handen, opdat wij de reinheid der Moeder Gods openlijk betuigen en legen al hare vijanden voor de wereld openbaar maken.

111. De gewijde kaars beteekent den Christelijk jelooviye en wel zijn drievoudig leven.

1. Zijn natuurlijh leven, dat als hel kaarslicht uil was, dat is uit een lichaam, uil eene pil, dal is uit eene ziel, en uit vuur, dat is uil de levenswarmte beslaat, indien

-ocr page 228-

quot;2IG

hel vuur des levens ons lichaam niet doordringt, vanwaar dan «de adem, die als een rook in onzen neus ademt?quot; (Wijsh. 2:2.) Toont die adem niet een in hel binnenste verborgen en onalgebroken glimmend vuur aan? Gelijk nu in hel vuur het was langzaam wegsmelt en dit eindelijk geheel verteerd wordt, zoo verdwijnt ook in den mensch langzamerhand de levenswarmte en met haar dooft ook het leven uit. «Dagelijks sterven wijquot;, zegt de heidensche wijsgeer seneca, «want dagelijks wordt ons een deel van ons leven ontnomen, ja zelfs daar, waar wij nog groeien, neemt het leven af. Eerst verdwijnen de kinderjaren, dan de jongelingsjaren, en zoo is dan alles aan ons voorbijgegaan lot op den dag van gisteren, en zelfs dezen dag, dien wij beleven, deelen wij met den dood!quot;

Gelijk bovendien de waskaars, als men er niet vlijtig op let en haar dikwijls snuit, licht uilgaan kan, eer zij nog verteerd is, zoo ook het leven des menschen. Ieder moest dus zijn leven als eene kaars beschouwen en do kortheid en broosheid van zijn aanzijn bedenken. Hij moest behartigen, waar hij staat en in welk gevaar hij zweeft. —Om dit te kunnen erkennen, bad david (Psalm 28 : 5) aldus: »Maak mij, o Heer, mijn einde bekend, en welk het getal mijner dagen is, opdat ik wete, wal mij nogonbreekt. Zie, eene maal zei Gij aan mijne dagen!quot; Do heilige chrvsostomus leest naar hel Hebreeuwsch deze plaats zoo: «Eene handbreed inaaktel Gij mijne dagen!quot; dat is omstreeks zoo lang als eene kaars duurt. Uit die overweging zult gij gemakkelijk leeren de aardsche schatten, eer enz. te verachten, daar zij zoo licht en snel vergaan zullen.

2. Het leven der genade. Hiervan zegt de Heer (bij Lukas 12 : 35): «Dal brandende lichten in uwe handen zijn!quot; Dit licht der genade wordt in ons ontstoken bij den heiligen Doop, waarom ook den peter eene brandende kaars in de hand gegeven wordt; maar hel moet ook onderhouden worden in hel verdere leven naar de woorden in het derde boek van moses (O : 13): «Dal is het eeuwige

-ocr page 229-

217

vuur, dal nimmer moei uilgaan op iiel altaar,quot; dal is: de genade in iiel harl; om dezen zin en dil doel aan le duiden, dragen wij ook heden brandende kaarsen. Eindelijk inoel dil licht van hel leven der genade naar hel bevel Gods zelven lol den dood bewaard worden, om mei die brandende lamp den komenden bruidegom tegemoet le gaan, gelijk ons dc gelijkenis van de wijze en dwaze maagden nader leert; van daar ook de gewoonte, dat den stervende cene kaars gegeven wordt.

Maar men moet ook op dit licht der genade te menig-vuldiger zijn oog richten, daar het veel lichter uitgaat, dan dat eerste, en men moet er veel zorgvuldiger mede omgaan, daar het veel edeler is, dan dat. Daarom zegt ook God de lieer zelfbij Lukas (11:35): «Zie wel toe, dal niet hel licht, dal in u is, duisternis zij!quot; En in de Openbaring van den heiligen joannes (8:1) lezen wij: »lk weel nu uw doen, gij hebt den naam, dat gij leeft, en gij zijl dood !quot; Ja, de lieer weet hel, maar wij welen bet niet: of ons licht der genade brandt of uitgegaan is.

Gelijk de kaars, ten minste als zij niet dikwijls gereinigd wordt, slechts duister schijnt en soms zelfs uilgaal, zoo ook het licht der genade, indien wij hel niet dikwijls door liet ontvangen der heilige Sacramenten en door uitroeiing, zoo der dagelijksche als der zware zonden, vernieuwen. De dagelijksche zonden verminderen voor het minst hel vuur der liefde en blusschen hel soms geheel uit, doordien zij lot doodzonden leiden.

Eindelijk moei men dit licht der genade ook voorzichtig dragen, opdat men het niet doe uitgaan. Dit heeft ons reeds gedeon in het boek der Rechleren geleerd (7.), die de lichten in kruiken liet verbergen, welke hij in de handen van ieder der soldalen gaf en welke zij tijdens den strijd tegen elkander moesten .slaan, opdat het licht lot schrik van den vijand zou verschijnen. Zoo sluiten ook wij dc genade en de deugden in eene kruik, als wij den wind des ijdelen roems er van verwijderd houden, opdat

-ocr page 230-

218

de glans cr van voor ons bewaard blijvc lot den dag onzes doods, om daarmede de booze geesten op de vluchl te jagen.

3. Het leven der glorie, dat met liet eeuwige licht der hemelsche heerlijkheid verworven en in bezit genomen wordt.

Gelijk de zielen der verdoemden gewoonlijk in duistere lichamen verschijnen, zoo de zielen der heiligen in licht-vollen glorieschijn. Want het vuur stelt de eigenschappen der zaligen zeer gepast voor. Aan het vuur is namelijk glans, fijnheid en vlugheid eigen, gelijk dit aan den bliksem te zien is. Ook heeft het eenigermate eenc ongevoeligheid, wijl het ongemeen werkzaam is en over de andere elementen heerscht. Hiervan bezit het tegenwoordige leven niets, maar het is veelmeer donker en duister, hel is zwaar en lastig, langzaam en verdrietig, ellendig en kommerlijk. Daarom klaagt hierover lercchl tobias, als hij zegt: «Welke vreugde zal de mijne zijn, daar ik in hel duistere zit en hel licht des hemels niet zie ?quot; (Tob. 5: 12). — Gelijk daarentegen de vogeltjes des morgens zich verheugen en hun loflied zingen, zoo ook de van het licht dier zaligende glorie doorschenen zielen der uitverkorenen. En «alsdan zalquot;, gelijk de proleet isaias zegt (58 : 8), uw licht doorbreken als de morgen!quot; En op eeneandere plaats (60 : 5) lezen wij: «Dan zult gij de volheid zien, en uw hart zal zich verwonderen en verruimen, wijl uw licht gekomen en de heerlijkheid des lleeren over u opgegaan is! En wij zullen wandelen in Zijn licht!quot;

Daar nu de kaars, gelijk wij gezien hebben, ons voornamelijk jksus en Maria voorstelt, zoo willen wij deze in hel hart en in den mond dragen, gelijk dit tmeodosius canisius, een broeder des beroemden petrus canisius, gedaan heeft. Toen namelijk deze, over het bericht van den dood zijns broeders ontsteld, eene beroerte kreeg en hierdoor geheel én van zijne spraak én van zijn geheugen beroofd werd, behield hij nog slechts die twee heilzame namen: jesus en maria in het geheugen. Deze kon hij gemakkelijk spreken, en noemde ze ook dikwijls, vooral

-ocr page 231-

210

legen zijn einde. — Maar loen hij eindelijk niet meer in slaat was, beide nil te spreken, sprak hij nog slechts den laatsten uit; en toen hij ten gevolge zijner altijd meer verlamde tong ook den naam miariaquot; niet meer geheel kon zeggen, begon hij dien naam driemaal, totdat hij eindelijk sprakeloos overleed. Mogen zoo ook deze namen onze kernspreuk zijn tot aan ons sterfuur! Amen.

Gebruik van het licht bij den godsdienst eii bij eeuig'c bijzondere gelegenheden.

(Uit: Nathanael, een godsdienstig tijdschrift.)

Het gebruik des lichts bij den, godsdienst is zoo oud, als de Kerk Gods zelve. De eerste Christenen, door de wreedheid der heidenen naar nachtelijke holen en onder-aardsche gangen gedrongen, hadden bij de duisternis der plaats telkens lichten noodig. Nadat de woede der vervolging wat verminderd was, behielden zij bij hnnne avondvergaderingen ook daarom het licht, ten einde door eene heldere verlichting den argwaan der heidenen te voorkomen , dat de Christenen een »lichtschmv genootschapquot; zouden zijn en werken der duisternis en der ontucht plegen. De oude Christenen waren vooral vrienden des licht. Niet alleen bij het heilige Avondmaal en de overige godsdienstige verrichtingen werden lichten gebruikt, zij werden ook altijd op het altaar geplaatst. Dit gebruik bleef in onze Kerk, en dat terecht, want er is een zeer verheffende zin mede verbonden.

Vooreerst, beteekent het licht jesus ciiristus zeiven, die, naar simeons belofte, als veen Licht ter verlichting der heidenenquot; kwam, om te verlichten eiken mensch, die in deze wereld komt; die kwam in hel midden der duisternis, maar de duisternissen hebben Hem niet begrepen; die kwam, om door het licht Zijner leer te verdringen de donkerheid en den nacht des bijgeloofs, des ongcloofs en

-ocr page 232-

2^20

der afgoderij, Onder hel beeld van hel liehainelijk licht wordl dal Lichl voorgesleld, waarvan in de Psalmen gezegd wordl: »U\v woord is do lamp van mijn voet oneen licht op mijn weg!quot; — en dat ons, gelijk de heilige petrus zegt, door hel geloof »uiL de duisternis lol hol wonderbare Licht heeft geroepen.quot; Daaróm verheugen wij ons, en al schijnt de zon ook nog zoo helder, wij ontsteken in de kerk kaarsen, niet om de duisternis ie verdrijven, maar om een teeken van dio blijdschap le geven; terwijl wij ook zoo jioses navolgen, die op Gods hevel een kandelaar met zeven armen voor den tabamakel liot vervaardigen, en salomon, die aan elke zijde des altaars vóór het allerheiligste zes kandelaars van massief goud liet plaatsen.

Toch wil ons het licht in de kerk niet. alleen tol betuiging onzer blijdschap, het wil ons ook lol ernstige vermaning en tot leering dienen. De vlam der kaars, die naar den hemel opstijgt en hare omgeving verlicht, wil ons berin-neren, dat in onze harten ook zoo de vlam der liefde tol God en den naaste opllikkere en werken voortbrenge, die do menschen verlichten en ben tot dergelijke daden en lol verheerlijking van God aanzetten moeten. In dien zin werd den Apostelen de opwekking gegeven: «Laat uwe lendenen omgord zijn en uwe kandelaars aangestoken in uwe banden!quot; en »Uw licht schijne voor de menschen, opdat, zij uwe goede werken zien en uw Vader prijzen, die inden hemel is!quot; Daarom slaat er van joannesden dooper geschreven: »11 ij was een brandend en scliijneml licht.quot; Daarom hadden ook die wijze maajden den Evangelies, die den hemelschcn Bruidegom verwachtten, steeds brandende lampen, en van de heiligen wordl gezegd, dal zij helderder schijnen dan de lichten des hemels.

De brandende kaarsen in de kerk roepen ons dus inliet algemeen altijd met den Apostel toe: ))Legt af de werken der duisternis en doel aan de wapenen des lichls, want gij waart vroeger duister nis, maar nu licht in den lieer;

-ocr page 233-

221

ziel Ine, dal (jij ook wandelt als zonen des lichts T Nadrukkelijker roepen ons deze vermaning bijzondere kaarsen bij bijzondere gelegenheden in bet hart. En wel:

1 DU DOOPKAARS.

Groot en veelbeteekcnend zijnde plecbtigbeden der Kerk l)ij den heiligen Doop, en wij moesten op onzen leeftijd dikwijls bedenken, wat er door wordt aangeduid. Uit de armen der moederliefde werden wij naar den tempel des Heeren gebracht, waar de priester in naam van Christus en Zijne Kerk ons driemaal de gewichtige vraag deed: of wij van Satan, al zijne hoovaardij en al zijne pracht, of wij van dien vorst der duisternis en zijne nachtelijke werken afstand doen?quot; En nadat ons het groote gebod der liefde ten richtsnoer van ons leven gegeven was, wij met bet zout der wijsheid gespijsd, door het water der wedergeboorte in don hoogheiligen naam Gods, des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes van de aangeërfde zonden gewasschen, lol kinderen des Allerhoogsten en erfgenamen des Hemels aangenomen, met do Heilige olie'gezalfd en met het kleed der reinheid gesierd waren, gaf ons eindelijk de priester de brandende Doopkaars en sprak de diep treffende woorden: »Neem het licht der blijdschap, een beeld des waren Lichts, dat gij eenmaal zien moget eeuwiglijk ! Neem bet brandende licht, bewaar uwe Doopgelofte onberispelijk en houd de geboden Gods, opdat, wanneer bij ter eeuwige bruiloft komt, gij Hem kunt tegemoet gaan met alle engelen en heiligen en het eeuwige leven hebbetlquot; Een zinnebeeld van het eeuwige Licht is dus de üoopkaars en zij wijst op .1 Esus ciiristus, het eeuwige Licht van het eeuwige Licht, dal de duisternissen dezer wereld verliclij, en buiten hetwelk alles op aarde dwaallicht en duisternis is.

2 DE EERSTE-COMMUNIE-KAARS.

Als het aan de Kerk, aan het rijk van jesus gewijde

-ocr page 234-

222

kind groot geworden is, niet zoozeer in kracht des lichaams , ais veelmeer in kennis en wetenschap der zaligheid en in volheid der genade; zoodal de pastoor, die geestelijke vader der gemeente, het waardig keurt, het voor de eerste maal door de heilige Communie deel te laten nemen aan het offer-maal des voor ons geslachten Lams; dan verschijnt het — op den bepaalden dag — in een bruidskleed met eene brandende kaars in de hand voor het altaar. Het wil loch jesus, den Bruidegom der zielen, in het Allerheiligste Sacrament tegemoet gaan. De brandende kaars in zijne hand wijst op de deugden, waarmede hel gesierd moet zijn, op het licht des geloofs, dat zijn geest verlicht, op de reine vlam der liefde, die zijn hart geheel ontbrandt en al het aardsche en onedele er in verteert; oj) de goede werken des lichts: der gerechtigheid en der waarheid , met welke het zich, anderen, de gansche gemeente Gods verlichten moet.

3. DE BRUIDSKAARS.

Als nu de jonge mensch zijn leven zoo ver gebracht heeft, dat hij de zorg voor zich en de leiding van zich zeiven moet op zich nemen, dat hij eene eigen huishouding beginnen moet; als de jongeling naar eene helpster in de lasten des ernstigen levens, naar eene medegenoote in de mannelijke dagen, naar eene verzorgster zijner huishouding moet omzien; als de maagd, wier door ouderdom verzwakte ouders langzamerhand het graf naderen, een steun, eene verzorging voor bare toekomstige dagen noodig becfl en zich door God geroepen voelt tol de hooge, heilige plichten eener gade, huisvrouw en opvoedster van kinderen, en nu twee gelijk gestemde en voor elkander geschapen harten in christus jesus samenkomen: dan treden zij, om zich, gelijk de Apostel zegt, ))in de vreeze des Ileeren en uit liefde tot de nakomelingschap te vereenigenquot; en hun echt door den priester, den uitdeeler dei-goddelijke genaden, te laten inzegenen, vóór de trappen

-ocr page 235-

223

des altaars. Voor hen uitgedragen wordt de witte, brandende braidskaars.1)

(Ook den nieuw gewijden priester, die, in navolging-van onzen Heer en Meester jesus ciiiustus mot de Kerk Gods huwde, wordt bij zijne viering der eerste heilige Mis de met bloemen zeer bevallig getooide bruidskaars ter zijde, en eenmaal bij zijne doodkist vooruit gedragen.)

Indien door het brandende licht christus, de Heer, aangeduid wordt, zoo willen Christelijke verloofden dooide bruidskaars verklaren, dat zij niet in den echt willen treden zonder jesus, dien zij op hunne bruiloftnoodigen: opdat, gelijk dien van Cana in Galilea, ook hun niet de wijn des goddelijken zegens ontbreke. Ook wijst het rein brandende licht op de reinheid hunner gezindheden; want zonder reinheid zou de zegen der genade, zelfs hun tijdelijk geluk niet kunnen voortleven, gelijk ook een door onreine olie of vuil was gevoed licht spoedig uitgaat, üok worden do verloofden door de naar boven wijzende lichtvlam vermaand: bij al hunne zorgen en moeiten naar boven te zien, op God te vertrouwen, die met zijn licht de donkerheid dor aardsche wegen voor hen verlichten wil.

A. de stekkkaars.

W'

fafM-

KlM

SHW

KSBtsw ,

ifft 1

Iff

■è. fM

II; M

È if ui

li li

■ R

II

De laatste der kaarsen, met welke de goedheid des ontfermenden Gods ons door het leven licht, is de sterf kaars. Soms staat zij reeds dicht naast de Doopkaars, soms sluit zij zich aan de Communie-kaars aan, soms neemt zij zelfs de plaats in van de gehoopte bruidskaars; want dagelijks zien wij, hoe grijsaards en kinderen, jongelingen en maagden uit het leven scheiden. Aan ieder onzer is de levens-ruimte toegemeten; de almachtige lieer des levens spreekt:

li

1

In de Griehdie Kerk dragi-n bruid en bruidegom kaarsen, die «ij voor het altaar aan elkander aansteken, nadat van eene aan de heilige lamp het licht ontstoken is. Dat beteekent: hunne wederzijdsehc lietdc, de mensche-lijke mott hare hougere wijding van de Christelijke ontvangen.

-ocr page 236-

m

nu

»Tol liior loc en niel. verder!quot; en de stervende volgt den alver-mogenden roep. Moge ook de zinnelijke mensch, die liet licht der genade in zich uitdoofde en reeds lang in do schaduwen des geestelijken doods wandelt, voor dien roep verschrikken: de vrome Christen /iet het scheidingsuur hoopvol tegen. Ziel iiij in zijn verleden ook gebreken, waaraan hij zich schuldig maakte: diep in zijne ziel klinkt, als liel'elijke muziek, door de stem des machthebbonden priesters de genade der vergeving van zonden van het kruis af: «Wees getroost, uwe zonden zijn u vergeven!quot; Ook ziet iiij in het verledcne veel lijden, maar hel is doorgestaan en gedragen; hij ziet vele bekoringen, die dikwijls en hevig lol de ondeugd aanspoorden, doch zij zijn met Gods genade overwonnen; hij ziet ook zijne met innerlijke zelfverloochening en reinen wil volbrachte goede werken, en dat sterkt hein met heilig vertrouwen voor de eeuwigheid. Mij weet, dat de dood de poort is, door welke hij lol zijn Heer ingaat; hij voelt door alle diepten zijns harlcn, dat zijn geloof in aanschouwen, zijn hopen in bezit, zijne liefde in eeuwig genot veranderen zal. Nadat hij in minnend geloof de heilige Sacramenten ontvangen en zich zoo, om de kroon der overwinning te verwerven, lot den laalslen strijd toegerust beeft; hoe geruststellend klinken hem dan de woorden in het hart, als de priester hem de sterf kaars overhandigt en zegl: »0 lieer, het wil avond worden bij dezen stervende! Verlicht, o Jesus, Licht dor wereld, de oogen zijner ziel, opdat liij niet in den eeuwigen dood onlslape! Jesus, Evenbeeld des eeuwigen Vaders, Zonder gerechtigheid, onderhoud in dezen stervende het licht Uwer kennis! Laai zijne ziel, die Gij met Uw bloed gekocht hebl, niet in de duisternis cn de schaduwen des doods komen, laat voor hem schijnen het eeuwige licht en voer hem in Uw rijk in!quot; Zoo is den zieke de sterfkaars als een steunende staf lot den gang naar de Vaderwoning in de hand gegeven; zachte troost en hemelsch vertrouwen werpt zij in bet stervende hart, cn hare vlam scbiltcrt

-ocr page 237-

hem als de morgenster des eeuwigen dags in hel brekende oog.

Is de Christelijke broeder overgegaan in liet land der eeuwige vergelding, dan steken wij voor hem de doodakaars aan. .la, verscheidene lichten plaatsen wij bij de uitvaart om zijne doodbare. sliet eeuwige licht,quot; dat wij den gestorvene wenschen cn waarom wij voor hem bidden, als ook het gezelschap der engelen en heiligen in den hemel, die als lichtende sterren schitteren en in wier zalige koren wij den ontslapene hopen, wordt aangeduid door de brandende kaarsen, welke ons tevens de goede werken herinneren, met welke de overleden Christen ons voorgelicht beeft, die ook hem als werken des lichts in de andere wereld tot voor den troon der gerechtigheid tot zijne eeuwige zaligheid gevolgd zijn. Ook de beidenen kenden eene doodskaars; maar deze was de omgekeerde, uitgebluschte, welke hunne belijdenis van den eeuwigen nacht zonder hoop op een toekomstig leven duidelijk genoeg te kennen gal'. Doch de Christelijke Kerk stelt niet den dood, zij stelt het leven voor. De fakkel en de kaars bij het graf en de doodbare der geloovigen, dier erfgenamen van de opstanding en een eeuwig leven, is niet omgekeerd cn uitgebbischt, zi j is opgericht, brandende en schijnende. Met den priester wil zij ons levenden toeroepen: »Sursum corda !quot; de harten naar boven! «want wij treuren niet,quot; naar de woorden des Apostels, «als zij, die geen hoop hebben.quot; Gelijk de brandende kaars de duisternis overwint, zoo is zij ons een teeken der overwinning op den dood, der vereeniging met Christus; zij is ons eene «bruidskaars voor de eeuwige bruiloft des Lams.quot; —

Ziet, welken diepen zin, welke rijke beteekenis ook de schijnbaar kleine zaken bij onzen godsdienst hebben Dat moet ons leeren, ook het geringste in de Kerk hoog te

A. Iluugari. Ave-Maria-Klokje. 1. , /| ^

-ocr page 238-

schatten. Zeggen wij niet met de ongeloovigen: »God heeft dat idles voor Zijnen dienst niet noodig!quot; Eens morden ook de Apostelen, dal. men de kostbare zalf zoo verkwistte; doch zij werden door de vermaning des Ileeren terecht gewezen, giihistus had de zalf niet noodig, en toch heeft mahia Hem gezalfd, om Hem te eeren, en hare godsvrucht is niet versmaad geworden; zoo heeft ook God de lichten niet noodig, en toch zullen wij van hun vroom gebruik zegen hebben. Doen wij dus datgeen, waartoe de brandende kaarsen ons vermanen! Laat onze harten van brandende liefde tot God en den naaste ontstoken worden en in goede werken schijnen. Blijde in den Heiligen Geest, gelijk Simeon , zullen dan ook wij in onze harten kunnen uitroepen, wanneer men voor ons de sterfkaars aansteekt: »Nu, o lieer, iaat Uw dienaar in vrede varen, want mijne oogen hebben Uwe zaligheid gezien, een Licht ter verlichting der heidenen en ter verheerlijking Uws volks Israels!quot; —

Vrome weusch bij liet zien op den lieili«'c Simeon.

iNiiar juuijs sturm.)

ü dreef de (xoest. met moeden tred, doch sterk Ju hoop, te nadreu de gewijde hallen;

Een heerlijk lot is u ten deel gevallen.

Gelukkig grijsaard, aan des levens perk!

De schoonste doodsboo kondigde n toch aan.

Toen gij den Heiland zeiven mocht aanschouwen, Dat gij in vrede en met het volst vertrouwen Op de eeuw'ge vreugde hemelwaarts mocht gaan. —

Moog zoo mijn lichaam eens vergaan tot stof,

In de armen 't Kind, tot 's menschen heil geboren, quot;En op de lippen dank en prijs en lof;

-ocr page 239-

^27

En niets meer ziende (liui den Vredevorst, Den Koning, die ook mij lieef't uitverkoren. Mij koestert voor den hemel aan Zijn borst! --

liet feest der zeven smarten van Maria.

( het wordt op vrijdag na den vijfden zondag in de vasten gevierd.)

Hctcekenis en geschiedenis van dit feest.

1. %||n con boekje: quot;Verocring der zaligste Maagdquot; zegl mi de eerwaardige paler iiuguet: »Even als hel lijden van onzen Heer on Heiland jesus christus, zoo is ©fo ook dal zijner gebenedijde Moeder in den slat lo Belblebem begonnen, om aan hol kruis op Golgallia le eindigen. Do Heilige Schrifl, in welke maria onopiioiidelijk las en overwoog, bad baar»blik voor de lookomsl verlicbt, en do lijdende en slervonde Verlosser der wereld, kaar Zoon in hel marlelaarschap, bleef allijd tegenwoordig voor liaar geest. In de voorspelling van suieon, bij do verlooning van het goddelijke Ghrisluskind in den tempel te Jerusalem, word ook ten duidelijkste bol zwaard getoond, dal bij do offering en slacbling van bol Lam Gods h aar door bel bart zon gaan, daar zij locli aan diens smart en wee — als de Nieuwe eva en do modovorlosseres dor mensebbeid — bet innigste aandeel moest nemen. Sedert dat oogenblik zweefde dal duistere beeld van bloed en wonden steeds voor bare ziel. Alles wal het geluk en don troost der andere moeders uitmaakt, veranderde bij haar, als de «mater dolorosa,quot; in smart. Als jesus zijne onschuldige bandjes naar baar uitstrekte, meende zij ze reeds mol keienen beladen of van de stompe spijkers doorboord le zien, die zo aan de schandelijke kruisgalg moesten bechlen. Als Hij zijne Moeder toelachte, als Hij zijne teedere blikken op haar richtte, stelde zij zich zijne in den dood brekende

15'

-ocr page 240-

oogen, Zijn met bloed on snood speeksel verontreinigt gelaat, Zijn verscheurd lichaam voor, waaraan geene gestalte en geene schoonheid meer was. Dit was eene kwelling, die zich elk oogenblik hernieuwde, en welke te verdragen enkel de liefde en de nederigste gehoorzaamheid door de genade des lleeren mogelijk maakten. De zekere verwachting en het vooruitzien van een onvermijdelijk kwaad is een kruis, dat bijna moeielijker te dragen is dan het kwaad zeil.

En dan nog maria's geestelijke mede gekruisigd worden op Golgatha met de werkelijke kruisiging van jeslsChristus! Hoe zij toen te moede was, toen zij den plicht van haar hoo-gepriesterschap vervulde in de overgave van haar Zoon, dat kunnen slechts de heiligen aanduiden. »O ware Zoon Gods,quot; laai, de heilige bernardus haar uitroepen, »Gij waart mij Zoon, Gij waart mij Vader, Gij waart mij Bruidegom, Gij waart mijne ziel en mijn alles! Nu ben ik van den Zoon beroofd, weeze van den Vader, weduwe van den Bruidegom, nu heb ik mijne ziel en mijn alles verloren!quot; — De heilige iiERNARDiNUs van siëna getuigt: «Oneindige malen ware maria, als zij gekund had, voor haar Zoon in den dood gegaan!quot; — En weder merkt de heilige üernardus aan: «Zij stierf levend en leefde stervend, en kon uiel leven en niet sterven, wijl zij levend dood was! Want kon Hij /laar het lichaam sterven, hoe had zij in het hart niet mede kunnen sterven?quot; — De heilige fulgentius maakt daaruit de gevolgtrekking: »Waarlijk, hare ziel had de Moedermaagd met het lichaam baars Zoons willen laten begraven!quot; — De heilige anselmus belijdt : «Ik geloof niet, dat Gij, o Meesteres, den angel zulker smarten zoudt kunnen verduren, zonder het leven te verliezen, zoo niet de geest uws Zoons in u gebleven was en u gesterkt had!quot; — «Want alle smarten der wereld te zamenquot; besluit de heilige üernardus, «waren niet zoo groot, als de smart der maagdelijke Moeder alleen!quot;1)

1

Te Valencia bevindt zich een woudcrbaar beeld der kruisiging van cuius l\;s

-ocr page 241-

229

Mel den blik op dit alles — is ook dc vereermg der smartvolle Moeder Gods een der oudste eu roerendste in de Kerk, deze zelve vergelijkt maiua met de verwoeste stad Jerusalem, die over hare in slavernij smachtende kinderen jammert, slloe eenzaam zit dp stadquot; klaagt de profeet, sdie nog even te voren rijk aan volk was! Als eene weduwe is de gebiedster dei' volkeren! Zij weent, weenl in den nacht, en hare tranen staan op hare wangen; niemand is er, die haar troosten kan, van al hare geliefden!quot; Klaagl. 1 :1. Die vereering is ook eenc bron des rijk sten troostes en zegens van boven, en gerechtvaardigd door de grootste wonderen. Maar ook de kunst der vrome Christenen, zoowel poëzie als muziek, schilderkunst en beeldhouwkunst, wedijverde, om niet hare verhevenste voortbrengselen de Moeder der smarte te verheerlijken, en haar leed in lied en melodie, schilderstuk en standbeeld voor dc geloovigen altoos eerwaardiger te maken. — En wie telt de milde stichtingen en dc aalmoezen, die ter wille van het door smart verscheurde Moederhart ooit zijn gegrond en gegeven '?!

ill HhSi- liil l!f ■■wils 1!

# I-' l1'-ifi

é I u iü ,; ji' 1 ï t

2. Het feest der smarlvolle Moeder Gods werd ingevoerd door de provinciale synode, gehouden te Keulen in hel jaar '1413 onder den aartsbisschop ïiieodouicii aldaar, en wol onder don titel: «Commemoratio dolorum bealae Mariae virginis, (jcdachlenis der smarten van de zaligste Maagd Maria , en moest als beschermmiddel dionon togen do woede der Hussieten, die op de vermetelste wijze dc beelden dos lijdenden lleilands en zijner smartvolle Moeder verminkten en daarna geheel afrukten. Tor viering van dit leest bepaalde men den Vrijdag na den Zondag «Jubilatequot;, in geval

van een onbekenden Spaanschen meester. — Beneden Golgatha met zijne drie kruisen zit de heilige Maagd maiua, het zwaard in het hart, eenzaam neer eu houdt met de rechterhand oj) haar schoot ceu doodssehcdcl, terwijl oneindige smart haar op het gelaat zetelt. Het is do schedel van adam. maiua schijnt hem tot haar troost opgenomen te hebben, al gaat het wee, dat zij lijden moot, om de schuld van adam tc zoeneu, haar als een zwaard door dc ziel.

-ocr page 242-

230

er geene andere plechtigheid op dien dag inviel.1) Een volledig Officie mei de eerste en Uveede vespers werd er voor vervaardigd, en de reciteering er van voor liet bisdom Keulen verplichtend gemaakl.. Nadat paus sixtus eene eigene Mis daarvoor verordend had, breidde uenudictus xih het tol de geheele Kerk uil en het draagt nu in den Room-schen ritus den naam: «Festuin septem dolorum B. M. V., feest van de zeven sniarten der heiligste Maagd maiua.quot; 2)

De naam steven marlen vnn maiuaquot; mag wel daar vandaan komen, wijl men aannam, dat men alles, wat maria voor haar goddelijken Zoon van Zijne vroegste kindsheid al' tot o[) zijn oflerdood aan het kruis leed, tot zeven hoofdpunten kon brengen, waarom men de heilige Moeder Gods soms — met zeven zwaarden de borst doorboord — vindt afgebeeld. — Men wil ook door het getal der zeven smarten aan de zeven laatste woorden dos lleeren vóór Zijn verscheiden herinneren; — benkdictus xiv wil het zevental der smarten van de zeven stichters der Servielen-Orde afleiden. Toen deze vrome mannen namelijk over hunne verheven schutspatrones nadachten, ontdekten zij aanhaar zeven smarten, van welke eenige in de heilige Evangeliën bepaald, andere met waarschijnlijkheid opgegeven zijn.

I'aus uenedicïus xm erkende, gelijk reeds bemerkt is, dit feest door eene den 22 Augustus 1725 uitgevaardigde breve en verplaatste het, voor elk jaar, op den Vrijdag

1

In dezelfde Syuodc werd ook verordend, dal eiken Vrijdag in alle kerken 's middags om 12 uren tot aandcukcn aan het lijden des Heercn, en nazons ondergang tot aandenken aan het medelijden der Moeder des lleeren geluid zon worden.

2

Ook komen de benamingen voor: „makia's medelijdenquot; eu „mauia van de onmacht.quot; — De legende verhaalt namelijk, dat de heilige Moeder van smart ineen gezonken was, toen zij haar kruisdragendeu Zoon op den lijdensweg te Jerusalem ontmoette. Dien steen, op welken mauia neergezonken was leide men op het altaar der kapel, die do heilige helena tot aandenken aan deze gebeurtenis op de martelplaats liet bouwen. Men noemde de kapel „makia van de onmaeht.quot;

De benaming; Festum spasmi B. M. V-., „of makia's kramp!quot; kan wel betrekking hebben op het bijzondere smartgevoel van mauia bij de afneming des lijks van jesus van het kruis.

-ocr page 243-

231

na den Passie-Zondag; hel lelijke marlelaaischap der vKoninyin der nuuiolaarsquot; adelde,

schouwing voor oogen slellen. Die Vrijdag heel daarom in de volkstaal de Vrijday der smurlen. — Hel leesl van de smarlen der Moeder vall dus lussehen den 1'assie-Zon-dag van de sleeniging des Zoons en den goeden Vrijdag Zijner Ier dood brenging op Golgalba!

Wel is hel leesl zeil' geen geboden feesldag; maar onder alle Marialeeslen, die niet door eene uilerlijke plechtigheid onderscheiden zijn, wordl aan dil door vrome geloovigen de grootste opmerkzaamheid geschonken. — Wie zou kunnen berekenen, van welk een weldadigen invloed hel opzien was en is lol maria, die stacd onder hel kruis van liaar onder zulke groote beloften ontvangen eu onder liet engelen-Gloria geboren, nu aan spijkers doorboorden, onnoembaar schrikkelijk lijdenden Zoon op Golgallia ? Hoe oneindig veel leering, lerechlwijzing, vertroosting, moesten en moeten de geloovigen te allen tijde en in hel bijzonder op den Vrijdag der

moet vooral hel gansche gees-Moedei' Gods, dal liaar lol

be-

1

aau do geloovige

ï:

iti

. ;

«1

erfzonde ontvangen

smarten daarin vinden: dat de zonder en altijd rein van zonden

ZIJ

l::i I

■ J

turn

des Zoons Gods dat beleven moest, wal zij beleefde!

Ook bestond reeds in bet midden der veertiende eeuw de dBroederschap Onzer Lieve Vrouw van do :eve)i, .smar-leii. — In het jaar 1373 lieten zich fkudinani), koning van Portugal, met zijne eerste hofbeambten en het grootste deel des volks, later hendrik, koning van Castilië, imotuus iv, koning van Aragonië, in genoemde Mroederschap inschrijven. — Hel koninkrijk Portugal stempelt op zijne gouden micado's den naam »mariaquot; met eene kroon daarboven, en van twee lauriertakken omringd; op de andere zijde slaat een kruis met hel opschrift: sin hoe signo vinces! lu dit teeken zult gij overwinnen.quot; De kruisweg is toch de bemelweg, de kruissland de genadesland! Achter Golgalba schiltert de paaschmorgen!

gebleven Moeder

Sli:

-ocr page 244-

282

Maria onder het kruis.

(Uit: Het salve Ilegiua, door simon knom,.)

1. Nadal koning farao, door de vele op Gods gebod door moses verrichte wonderen, vooral door den dood aller eerstgeborenen in zijn land bewogen, de kinderen Israëls uit Egypte had laten trekken, nam God hen onder Zijne vaderlijke bescherming. «De lieer ging voor iien uit, om den weg te wijzen, des daags in eene wolkzuil. en des nachts in eene vuurzuil; zoodat Hij hun gids was bij dc reize op beide tijden.quot; 2 Mos. 13 : 21; 14 : 20.

En wat aan het volk Israëls in de wolk- en vuurzuil ten deel viel, dat bevindt zich in de hoogste betrekkingen uitdrukking in het leven der allerzaligste Maagd en Moeder Gods maria, die, uit het volk der Joden voortgekomen, door dit tranendal als door eene woestijn voort-reisde.

Daar ontbrak'het niet aan zonnige, vreugdevolle dagen; want maria droeg altijd in zich het getuigenis van het goede geweten: immer aan God getrouw te zijn gebleven; met haar was de Heilige Geest met Zijne rijkste genadegaven; zij was de onbevlekte maagdelijke Moeder des Zoons Gods en 'putte uit dit moederschap eene volheid van lie-melsch geluk en zaligheid, gelijk geen ander moederhart die gevoeld heeft. — Doch dit alles wat niet in staal, de diep-donkere wolk te verdrijven, die haar op al hare levenswegen vergezelde, maria was toch dc Moeder des ieu zoenoffer aan het kruis bestemden Heilands: daarom moest ook zij op het altaar baars harten — als de medeverlos-seres — het offer des medelijdens brengen, en gelijk het leven van den Godmensch op aarde een lijdensgang geweest is, zoo moest ook boven de levensdagen der heilige Maagd de wolk van het bitterste lijden en de droefenis liggen; daarom had haar de grijze simeom in den proletisclien geest reeds, toen zij haar Kind in den tempel opofferde, vooraf ver-

-ocr page 245-

233

kondigd: ygt;Eu een zwaard zal door uwe eigene ziel (jaanlquot; Luk. 2 ; 35.

Dal. lijden der Maagd ontwaakte reeds inet liet begin harer moederschap, toen zij den knagenden kommer en de bange zorg, den duisteren argwaan vau den heiligen josef zag, en in vertrouwen op de goddelijke Voorzienigheid stilzwijgend van boven de oplossing der twijlelingen verwachtte. — liet ging voort bij de geboorte, toen zij haar goddelijk Kind, zoo lielcloos van alle deuren der Bethle-hcmielen algewezen, uit armoede in de krib des stals leide; het vermeerderde, toen de bloeddorstige uerodes naar het leven des Kinds stond. — Welk een angst overweldigde de ziel van maria, toen zij het Christuskind te Jerusalem verloor en eerst na drie dagen wedervond! — Welke benauwdheid doortintelde haar hart, toen jesüs bij zijn openlijk optreden door de schriftgeleerden en farizeërs bestreden en vervolgd werd! — Hoe groot was haar rouw, toen zij na de hemelvaart van baar goddelijken Zoon eenzaam en verlaten als arme weduwe op aarde moest achterblijven ! — Maar het toppunt bereikte haar lijden in dien noodlotligen tijd, van welken de Heiland tot Zijne vervolgers gesproken had: «Dit is uwe ure en de macht der duisternis!quot; Luk. 24:53. -la, toen kon de heilige Maagd zich van de woorden bedienen: »0 let op on ziet, of ééne smart met de mijne gelijkt komt?quot; Klaagl.'1 :12, welke de profeet haar in den mond gelegd heeft. — Maar in al die duisternissen scheen voor de heilige Maagd de vuurzuil des geloofs, om haar door de dorste woestijnen op te voeren tot — onder hel kruis van den Godmensch .iesijs Christus op Golgatha.

2. Ten tijde, toen het. heidendom nog hel overblijfsel zijner krachten aanwendde, om door elk zingenot zijne aanhangers te boeien, toen de afgodendienst in zijn eigen afschuwelijk verval begon weg te zinken, stonden iu dr Katholieke Kerk die wonderen van verzaking en zelfverloochening op, die ons onder den naam «Zuilenstaandersquot;

-ocr page 246-

234

bekend zijn, nn die een niel genoog te waardeeren invloed op hunne raedewereld uiloelcnden. — Een dier boetelingen, de heilige aupius, had zijne moederstad Adrianopel in alle stilte verlaten, zocht eene dorre, eenzame streek op en besteeg eene hooge zuil, waar hij, aan zonnegloed, storm en plasregens prijsgegeven, in de grootste alzondering bij karig voedsel voor zijne godsdienstige oefeningen leefde. De moeder van den heilige was door zijne verwijdering niet gekrenkt en belecdigd, daar zij zijne vrome gezindheid kende; doch liou zeer zij ook zijne geheele overgave aan God achtte, en hoe weinig zij aanspraak maakte, om hem als den steun van haar ouderdom te bezitten: zoo kon zij liet toch niet van zich verkrijgen, geheel van hem ge-scheidon te leven en zonder bericht van zijn leven en lijden te blijven. Zij verliet dus hare woonplaats en begaf zich eveneens op weg, om haar zoon op te zoeken; en toen zij eindelijk na vele vermoeiende reizen zijn verblijf gevonden had, viel zij hem niet met smeeken en bezweren lastig, dat liij afstijgen en naar zijn ouderlijk huis terngkeeren zou; zij liet veelmeer aan den voet der zuil eene kleine hut voor zich bouwen, waar zij van nu af hare woning nam, om in de nabijheid van haar zoon te blijven, hem de weinige voedingsmiddelen, die hij noodig had, aan te reiken, van zijn gebed, zijne afsterving, zijne ruwe levenswijze en van de groote zegeningen, die zijn woord en voorbeeld hij vele verwilderde inenschen stichtte, getuige te z i jn en zelve door zijn voorbeeld opgebouwd te worden.

Ziehier in deze weinige trekken eene navolging van die olferwiilïgiioid der heilige Moeder der smarten maiiia, van wie in het Evangelie gezegd wordt: «En bij liet kruis van .iesus stonden Zijne Moeder, en de zuster (verwante) Zijner Moeder, maria, de vrouw van cleoimias , en maiua magda-LEfs'A.quot; Joan. 19:25. — Christus de Heer besteeg als onschuldig Offerlam, om boetende het, volgeldig offer der genoegdoening voor de zonden der gansche wereld aan den hemelschen Vader te brengen, do zuil van hel heilige

-ocr page 247-

235

kruis; on aan den voel van dat kruis had maria hare standplaats gekozen: zij wilde geinige zijn van Zijn boven-ixienschelijk geduld en Zijne zachtmoedigheid, van de overmacht Zijner pijnen, van Zijn hoogepriesterlijk gebed en Zijn verzoenenden offerdood; doch niet alleen getuige, maar ook innigste deelneemster aan Zijn bitier lijden on sterven wilde zij zijn!

Hoe bitter haar ook hol hartverscheurende gezicht van haar stervenden Zoon was, zij stemde toch niet mol den roep der .loden in, die verlangden: «Als Gij Gods Zoon zijl, kom van hol kruis af!quot; Joan. '19:25; want zij erkende in het lichl dos geloofs de noodzakelijkheid van dat lijden tol verlossing der wereld — naar het eeuwige raadsbesluit der liefde Gods — en vergat gaarne zich zelve eu bare eigen wenschen, offerde in liefde tol ons arme zondaars haar ééngeboren Zoon op, om door Zijn dood ons allen het loven to geven.

En willen wij ons van de grootte van dit ofl'or en van de zwaarte der smarten, dio bet maria kostte, slechts eenigs-zins eene voorstelling vormen, dan moeten wij in ons go-moed de grootte der liefde van maria voor jksus cimiisïus, baar goddelijkon Zoon, nagaan; want — de gootle dor liefde is ook de maal der smarten, maria beminde Jiosrs, haar Zoon, als Moeder. En wat is er machtiger in den hemel en op aarde, dan de moederliefde'? God zelf weet ons zijne ontfermende liefde voor do menscben niet gepaster en doelmatiger aan te duiden, dan dooi' haar met de liefde eener moeder le vergelijken. »Kan ook eene vrouw haar kindje vergeten, dat zij zich niet ontfermde over den zoon van haar schoot! En al vergat zij dien ook, zoo zul Ik u toch niet vergelen!quot; Isai. 19:15.

Is nu maria de eenigo bodem, uil wolken de heilige menscbheid van jesus ciiristus ontsproten is, zoodat zij voor baar Zoon, naar do uitdrukking der oudere Iheologen, Vader on Moeder te gelijk was: welke liefde moest dan haar hart beheerschenVquot; liet kind, het eonige kind eener

-ocr page 248-

236

moeder sterft, zij hoort, de hamerslagen, die zijne kist toeslaan: is het niet, alsof de spijkers haar door het eigen hart gedreven werden? En maria hoort de hamerslagen, die haar Zoon wreed aan het kruis slaan! Waarlijk:

//(leen kind zoo lief, geen smart zoo groot, Als .tksus op der Moeder selioot!quot;

i

He voorstelliu»- der smarten van Maria door dc Kerk.

(Uit; Dg voet des kruiscs of de smarteu van mauia, Jour l)iltcr F. w. KAMER.)

uk wijze van voorstelling.

*

De Kerk stelt ons de smarten van maria voor als een deel des Evangelies, als eeno der daadzaken van liet Evangelie en als een onderwerp van bijzondere vereering.

Dc schrijver marchese in zijn Diario di Maria spreekt van een oud volksverhaal, dat de vercering van de smar-len der Moeder Gods lot de apostolische tijden terugbrengt. — Kenige jaren na hare opname in den hemel, terwijl de heilige joannes de Evangelist nog over zijn verlies treurde en verlangde, haar gelaat nog eenmaal te zien, behaagde het onzen lieer, hem in een visioen in gezelschap Zijner Moeder te verschijnen. Dc smarten van mauia te gelijk met hare veelvuldige bezoeken aan de heilige lijdensplaatsen waren natuurlijk een bestendig onderwerp van vrome beschouwing voor den Evangelist, die over de laatste jaren baars levens gewaakt had, cn als ter belooning voor die bestendige overdenkingen hoorde hij haar jesus verzoeken; «Dengenen cene bijzondere genade te verleenen, die hare smarten in bet geheugen zouden houden.quot; Onze Heer antwoordde: ))llij zou allen, welke die vereering beoelenen zouden, vier bijzondere genaden verleenen. — De eerste genade is een volkomen berouw over al hunne zonden cenigen tijd vóór

-ocr page 249-

-287

den dood; de tweede is oene bijzondere bescherming in het doodsuur; de derde is, de geheimen der passie diep inde ziel te prenten, en de vierde zou eene bijzondere macht der voorbede van maiua ten bunnen gunste zijn.quot;

De lieilige urigitta verhaalt in het zevende boek barer openbaringen, dat zij in een visioen in de kerk van Santa Maria Maggiore te lïome de onmetelijke waarde zag, die men in den hemel aan de smarten van maiua hechtte.

Aan de godzalige Dominicanerin bknvenuta was het verleend, in bare ziel de smart te gevoelen, welke maria leed in de drie dagen, toen zij jbsus als knaap verloren had. Ue godzalige veronica van vinasco bad verscheidene openbaringen aangaande die vereering. In eene dezer betuigde onze lieer: «dal tranen over de smarten Zijner Moeder vergoten. Hem aangenamer zijn, dan die, welke over Zijn eigen lijden gestort worden.quot; — Op gelijke wijze bericht cianius in zijne geschiedenis der Servieten, dat bij, toen innocentius IV op den Aposlolischen Stoel verbeven werd , eenige onrust gevoelde voor de nieuwe Orde der «Dienaren van maiua.quot; Er waren namelijk verscheidene valsche en onechte Orden, die de Kerk toenmaals verontrustten, bijv. «de Armen van Lyon,quot; de zoogenaamde «Apostolische Menschen,quot; de «Flagellanten en de aanhangers van willem van sï. amour;quot; en den paus was er veel aan gelegen, zich te vergewissen, ol' de onlangs in de nabijheid van Florence ingevoerde «Servietenquot; niet misschien van dezelfde soort waren, als deze. Hij gelastte dus den heiligen petrus martyrus, een Dominicaner, de zaak te onderzoeken. De Moeder des Heeren verscheen nu den inquisiteur in een visioen. Hij zag een hoogen berg met bloemen bedekt en in lichtglans drijvende, en op de kruin er van zat de Hemelkoningin als op een troon, terwijl engelen haar bloemkransen aanboden. Daarna brachten zij baar zeven ongemeen witte leliën, die zij een oogenblik aan hare borst drukte en toen als een diadeem om haar hoofd vlocht. «Die zeven leliën waren,quot; gelijk maiua in het visioen aan

-ocr page 250-

-238

petrus verklaarde, sdo zeven slichlers der Servieten, wie zij zelve ingegeven had, do nieuwe Orch Ier eere haver smarten te stichten, welke zij bij hel bitter lijden en sterven van jesus leed.quot; — Toen de heilige catiiatuna van bologna eens bitter over de smarten van maiua weende, zag zij op eens zeven engelen in hare nabijheid ook wee-non en hunne tranen met do hare vermengen. — Het zou niet moeiolijk zijn, een geheel boek van openbaringen en visioenen over do smarten van maria bijeen le brengen. 1)

En die vereoring heeft ook do f/oedkenrhifi der Kerk verkregen; want zij beeft zoowel in het iMissaal als in bol Brevier ingang gevonden. — Twee bijzondere feesten zijn lor eere dier smarten bestemd; bet. eene valt op Vrijdag vóór do heilige week en hol andere op don derden Zondag-in September. — De »roze krans der zeven smarten,quot; even als meerdere andere voreeringon, zijn rijkelijk van aflaten voorzien. Onder deze voreeringon verdient zoor bijzondere vermelding de hymne «Stabat Maler dolorosa;quot; — vorder een uur, dat ten eenigon tijde dos jaars mot de overdenking van hare smarten doorgebracht wordt; — eene godsdienstoefening ter eere der zeven smarten van haar smartvol hart, zeven Ave's met het )iSancta Mater istud agas,quot; — eene andere vereering voor do laatste zeven dagen van den vastonavondtijd — en oen gebed van één of een half uur op goeden Vrijdag en op andere Vrijdagen. — Er onlbreekt dus aan do goedkeuring dier vereering niets, on de Kerk heeft geeno middelen gespaard, om er bare kinderen loo op te wekken.

Zij beeft echter zeven van de smarten van maria voor onze bijzondere vereoring uitgekozen. Zij beeft ze door middel van Antiphons in het Brevier ingevoegd en zo tot de «zeven geheimen van den smarlvollen rozokransquot; gemaakt. Hot zijn de volgende: »1. simeons voorspellinfi.—

1

Bijv.: hot werk van aiNisciiAlcm, den Orafoman: «Martelaarschap des harten van maeia.quot;

-ocr page 251-

-239

2. De vlucht naar Egyp'e. — 3. Hel verlies van den jon-(jeling jesüs in de drie dagen. — h. De onlmoeling van jesus mei het In-ais. — 5. De kruisiging van jesus. — 0. De afneming van het kruis. — 7. De begrafenis van jesus/' — Aldus bchooren er, naar do, eene wijze van indeeling, drie tot de kindsheid van onzen Heer en vier lol Zijn lijden; of eene enkele sinarl in zeven bijzondere pijnigingen belrell geheel zijn leven; of do eene steil ons al do drie en dorlig'jaren voor, Iwee hel. kind jesus, twee den lijdenden jesus en Iwee den gestorven jesus. — Deze zeven zijn gehoimvollo voorbeelden der vele andore smarten van MAiiiA en daarin konden wel de loonhoelden van allo menschelijke smarten lo vindon zijn.

DE GEEST DER godsdienstigheid.

Deze verheven, bij hel volk zeer geliefde godsdienstigheid verwekt in de ziel eene ongemeen teedere liefde tol, onzen Hoer, verbonden mei, den diepslen eerbied. Jesus verlangt als Gods ééngeboren Zoon van ons de aanbidding, iiij verlangt ons ontwijfelbaar geloof aan Zijne trouw en aan don overvloed Zijnor verlossende genade. Hij verwacht van ons eene verstandige overtuiging, dat geheel ons vertrouwen op hora gesteld is, en dal wij bij gevolg onze plichten jegens Hem zullen vervullen on Zijnon geboden gehoorzamen; maar Hij verlangt nog voel meer dan dit; iels ligt Hem nog veel nader aan het hart. Hij reikhalst naar onze teedere liefde; Hij wenscht ons altijd met onze harten in do handen vóór zich te zien. Hij zou ons gaarne voor zich winnen en ons met zich door de bandon der innigste en vertrouwelijksto genegenheid verbinden. Hij wil, dat wij onze neigingen in Hem vereenigen. De gedacblo aan Hem moest onze oogen mei tranen vullen en onze harten van liefde doen ontbranden. Zijn naam moest do zoetste muziek zijn, die wij kennen. Zijne woorden de wetten van geheel ons leven. Hij wil, dal wij steeds

I HI

i; m

'!lr

feil

?' l: 'fl

to 4

feS;' |||

iMf fel

-ocr page 252-

uo

bereidwillig, innig on in overvloed de gevoelens van liefde op Hem richten, en niet, alsof liel leven des geloofs een geest van handel, de weegschaal der gerechtigheid,de tol der dankbaarheid of de wijze berekening der eigenbaat ware. — Wij moeten ons aan Hem vastklemmen, gelijk een kind zich aan zijne moeder hecht. Wij moeten llcm aanhangen als eenen vriend, wiens afwezigheid wij niet kunnen verdragen. Wij moeten Hem teeder in onze gedachten houden als het zoetste memento, waarin hel gansche geluk en de rust onzes levens verborgen is.

En de wijze, waarop de smarlen van maiua ons /ijn lijden bestendig vertegenwoordigen, heeft eene bijzondere kracht, om die teedere liefde in ons voort Ie brengen. — Wij beminnen Hem, die in elk opzicht oneindig te beminnen is, op eene eigenaardige wijze, wanneer Hij zich in liet hart zijner Moeder afspiegelt; en hoewel het volstrekt noodzakelijk voor ons is, bestendig Zijn lijden in al de naaktheid der hartverscheurende omstnndigheden en in al den stuitenden smaad er van te beschouwen, — want anders zullen wij nooit een begrip van de afschuwelijkheid der zonde krijgen! — zoo ligt er toch iets in hel lijden van Jesus, wanneer wij het door maiua heen beschouwen, wat bewerkt, dat wij ons zeiven vergeten, en wat in ons de grootste teederheid en de liefdevolste deelneming voor onzen Heer opwekt. De gevoelens, die door liet lijden zelf ontstaan, zijn veelvuldig en ontvlammend, terwijl door de beschouwing der smarten van maiua de geest van teedere liefde ocnig en uitsluitend in ons heerschend wordt.

Maar uit die teedere liefde ontspringt ook een groote haat tegen de zonde. Indien God ons de keus liet, welke van de verheven en buitengewone gaven, die Hij aan Zijne heiligen heeft verleend, ons zeiven medegedeeld zoude worden; dan konden wij niets beters doen, dan om dien diepen haat tegen de zonde bidden, dien zij bezeten hebben. Het is eene gave, die ten grondslag ligt van alle volmaaktheid, en de bovennalunrlijke drijfveer van allo volharding. Het

-ocr page 253-

u\

is tevens de zekerste en werkzapmslc van pilo bijzondere genaden. De eerbied voor de smarten onzer goddeUjke Moeder is een zegenrijk hulpmiddel, om don luial tegen do zonde tol gewoonte te maken, en ook — hem als eene genade te verdienen. De droefenis, die door de zonde in hel hart der zondelooze Moedor bewerkt werd, en de gedaclile, dal hare smarten vereenigd waren mei de smarten van jusus , welke de verlossing dor wereld zijn, vervullen ons mei al-schuw, mol medelijden, mei misnoegen en verwijten jegens ons zeiven. Niels kan ons van deze godaehlo all rokken, gelijk dit ook bij hot ofler onzes Hoeren hel geval is, die op deze wijze Zijn eigen groot work volbrengt, aan de gerechtigheid Zijns hemelschen Vaders genoegdoening schenkt, do verhooging Zijner heilige menschheid verdient on zeil' de Vader cenor lallooze monigle uitverkorenen wordt. Kol hart der Moeder bloedt eenvoudig daarom, wijl zij Zijne Moeder is, en onze zouden zijn hel, die het zoo wreed doen blooden. Wij zijn zolvon een dool der schaduw van die duistere wolk, die zoo donker over haar vlekkeloos leven heenlrekl. Wij kunnen nooit nalaten aan do zonde Ie donken, zoo lang wij die zeven zwaarden als oen sohrikkelijkon bundel uil hel binnenste heiligdom van haar gebroken hart zien uitkomen.

ïoch ligt er ook iels in do smarten en zelfs in dien alschuw van de zonde, wal maakt, dat wij ons zeiven vergeten, zonder daardoor onze nederigheid in het minst in gevaar te brengen. Wij verheffen ons van do beschouwing er van met. een vurig verlangen — naar do bekeering der zondaars. Wijl de Koningin dor apostelen onder smarten de zondaars ton leven baarde, vervullen zij onze barton geheel met apostolische neigingen. Moge dit eeno ver-horgen genade zijn, of een natuurlijk gevolg van hel onderwerp dor beschouwing, zooveel is zeker: dat hel een lievelingsgebed is voor allo zielen , wie do bokoering der zondaars ter harte gaal. De vrees, jesus te verliezen, do ondraaglijke smart eener ook nog zoo korte scheiding van Hem, de donkerheid en de de kommer, die ontstaan, waar Hij niet

A, Uungai-i Ave-Slaria-Klokje. 1. U)

-ocr page 254-

242

is, dal zijn (]c meest uitkomende karaktertrekken bij elko dier zeven geheimvolle smarten. — Hoe ver van jesus staan zondaars, ongeloovigen, heidenen! Hoe ver van het gezicht des Calvariebergs zijn zij afgedwaald! Hoe talrijk en hoe dierbaar in menig opzicht zijn de afgedwaalde reizigers! Welk eene ondoorgrondelijke ellende is de zonde! Rn welk een kommer zijn voor ons die vroolijke stemmen en opgeruimde. gezichten, welke zich niet om die ellende bekommeren , maar zingend huns weegs gaan, eene donkere eeuwigheid Ie gemoet, als ging het Ier bruiloft ! Wie kan eene zoo groote ellende zien en zou niet verlangen, die te genezen? — De zonde veroorzaakte verder al dat lijden onzes Heeren, al die smarten. Wellicht vergeet eene ziel zich zelve in den ijver der liefde en denkt voor het oogenblik, dal zij door verhoeding eener zonde onzen Heer eene pijn besparen kan. En is dit zoo geheel eene dwaling, is het slechts verbeelding? In elk geval zal zij zich met de qenocgdoeninri bezig houden, en er gaal geene genoegdoening boven de bekeering van een zondaar. De verloren schapen zullen aan de voeten van maria gelegd worden, en zij zal ze zacht opheffen en in de uitgestrekte armen dos gelukkigen goeden Herders leggen. En wij zullen nederzil ten en weenen van blijdschap, dal wij voor jesus en maria iets doen mochten; wij zullen om geene genade voor ons bidden, maar enkel roem en eer en liefde voor hen zoeken.

DE MACHT DüZIiR GODSVRUCHT.

Wie in godsvrucht voor de heilige Moeder Gods toeneemt, neemt toe in al het goede. Zijn tijd kan niet beter besteed, zijne zalige eeuwigheid niet onfeilbaardcr verzekerd worden. Maar godsvrucht is over het geheel moer een toenemen in liefde, dan eene vereering, ofschoon zij van vereering niet gescheiden is; en wat ons in onze goddelijke Moeder het krachtigst tot liefde aanspoort, dat zijn hare smarten. De beschouwing van deze schenkt ons altijd

-ocr page 255-

nieuwe begaafdheden oin Ie beminnen, en al onze liefde, zoo de oude als de nieuwere, vereenigt zich om baar in haar lijdensstrijd aan den voel van jesus kruis. De liefde lol haar groeil daar hel snelsl aan.

Hel is onze geboorleplaals. Wij werden op Golgalba hare kinderen. Zij leed dil alles om ons. De zondeloosheid deelen wij niel met onze Moedor, maar de smart; het is bel eenige, wal wij met baar deelen, bel eenige, wal wij met elkander gemeen hebben. Wij willen dus mei haar nederzillen en met haar treuren; dan zullen wij altijd meer toenemen in liefde, zonder daarbij bare grootheid le vergeten, — o gewis nooit! — Maar de herinnering aan baar onuitsprekelijk martelaarschap willen wij met de teedersle voorliefde in ons hart prenten!

Want deze godsvrucht is tevens ook ceno macht. — Wij mogen niel uilsluitend bij de geestelijke werkingen er van verwijlen, die zij op ons uitoefent, zonder ons ook hare werkelijke macht bij God tc herinneren. In dit opzicht kan de eene godsvrucht van de andere verschillen. De eene kan God aangenamer zijn, zelfs waar allo aangenaam zijn. Hij kan aan de eene bijzondere genaden beloven, die hij aan eene andere niel beloofd heeft. En nu zijn er weinig soorten van godsvrucht, aan welke onze Hoer meer beloofd heeft dan aan deze. Er rust eene ware wolk van visioenen en openbaringen op en bijgevolg ook van voorbeelden der heiligen. Bovendien liggen er redenen, dat dit zoo is, in de natuur der godsvrucht zelve. Wij welen, welk machtig genademiddel onze gebenedijde Moedor is, en onze godsvrucht voor baar moet grooiendeels hare gedaante óf van hare smarten óf van hare vreugden aannemen, «Doch in. hare vreugden isquot;, gelijk de heilige sopiiiionius betuigt, »Maria eenvoudig eene schuldenares van haar Zoon, terwijl in hare smarten Hij in zekeren zin haar schuldenaar is. De heilige martelaar mutiioduis geelt dezelfde bewering. Daarom heeft zij, als wij de woorden mogen gebruiken, welke heilige schrijvers reeds vóór ons gebezigd hebben,

16'

-ocr page 256-

2M

door hare smarten onzen Heer jesüs als hel ware eene verplichting' opgelegd, die haar recht en macht schenkt om dalgeen te verkrijgen, waarom zij bidt. Toch kunnen wij, als wij aan het heiligste hart van jesus donken, aan de onmetelijkheid Zijner Helde tot haria en aan het groote aandeel van het lijden, dat Hij gevoelde, omdat Hij haar zoo zag lijden, geen oogenhlik doorbrengen, zonder dal wij aan eene verplichting donken, noch den buitengewonen invloed betwijfelen, dien de godsvrucht voor hare smarten op Hem heei't; eene godsvrucht, die Hij zelf begon, eene godsvrucht, die werkelijk een bijzonder deel van Zijn gebenedijd lijden uitmaakte. Wij trekken .iesus lot ons, zoodra wij beginnen der smarten Zijner Moeder Ie gedenken. Hij voorkomt, gelijk de heilige anselmus betuigt, ieder, die godvruchtig de smarten Zijner Moeder beschouwt. En hebben wij geene macht in den hemel noodig? Welk eene groote taak hebben wij aan onze ziel te vervullen, en hoe weinig is eerst daarvan verricht! Hoe gering is de indruk, dien wij op onzen heerschenden bartslocht, op onze lievelingszonde hebben gemaakt! Hoe oppervlakkig is onze geest des gebeds, hoe kinderachtig bevreesd de geest onzer boete, hoe voorbijgaande zijn onze oogenblikken van vereeniging met God. Wij hebben kracht, vastberadenheid, standvastigheid, vastheid en een koener streven naar het hemelsche noodig; kortom, ons geestelijk leven heeft eene macht noodig. En hier is eene godsvrucht, zoo kernachtig en werkzaam , dat zij in don hoogsten graad berekend is om ons die machl te verleenen, zoowel door de mannelijke besluiten, die zij in do ziel voortbrengt, als door den werkelijken invloed op het allergoedertierensle hart onzes goddeiijken Verlossers. Wie, die de heiligen goed beschouwt en verneemt, wal deze godsvrucht voor hen gedaan heeft, zal niet zijn best doen, om ze zeer zorgvuldig in zijn hart te plegen?

-ocr page 257-

2/(5

Verlangen naar het medelijden met Maria.

(Uit; Aansporing tot liefde, door den heiligen bonaventura),

In hel bovengenoemde boekje, een vail de meesterwerken des heiligen kerkleeraars bonavenïiira , wil hij ons in de verhevensle geheimen van hel bitter lijden on zes Heil a mis inwijden; maar op den weg naar den Calvarieberg ontmoet hem de Moeder van jesus, en zij stelt zich aan hem voor, verzonken in dien afgrond van bitterheid, welks diepte God alleen kan peilen. Hij kan niet voortgaan, zonder haar zijn medelijden te betoonen, zonder haar Ie bidden, dat zij hem mede late lijden in de kwalen, door welke zij gedrukt wordt.

«Naast hel kruis van jesusquot;, zegt hij, ))stond Zijne Moeder. — O, mijne Koningin, waar waart gij? Misschien slechts naast het kruis? Neen, neen, maar (tan het kruis niet uw Zoon. Daaraan waart gij met Hem geslagen, Hij naar Zijn lichaam, gij met mv hart; Zijne wonden waren over Zijn gansche lichaam verstrooid, en in uw hart waren zij vereenigd! Daar, o Koningin, werd dit hart meidoornen gekroond; daar met hoon, beschuldigingen, beschimpingen overladen; daar met azijn en gal gedrenkt; daar met de lans doorboord! O Koningin, waarom wildet gij u voor ons opolïbren? Was dan het lijden des Zoons niet genoeg, zoo niet de Moeder met Hem gekruisigd werd? 0 hart, vol van lielde, waarom hebt gij u in een bol van martelingen veranderd? O mijne Koningin, ik tracht uw hart te beschouwen, en wat ik zie, is niet dat hart, maar — myrrhe, alsem en gal! Ik zoek de Moeder mijns Gods, cn ik vind slechts speeksel, geesel-slagen en wonden; want gij bestaat uit dit alles!

O Koningin, doorboor onze harten; vernieuw in deze harten uw lijden en hel lijden mos Zoons. Vcreenig met onze harten uw van wonden doorboord hart, opdat ook wij met dezelfde wonden doorboord worden! — Waarom heb ik niet ten minste uw hart in bezit, opdat ik, waarheen ik ook ga, onophoudelijk u met uw Zoon gekruisigd zou kunnen be-

-ocr page 258-

u246

schouwen. Zoo ^ij mij uw gekruisigden Zoon niet geven wilt, zoo gij mij uw van de pijlen des lijdens van Christus doorboord hart. weigert; dan bezweer ik u: sta mij ten minste de wonden toe diens gcliolden Zoons, de beschimpingen, de bespottingen, de bcsciiuldigingen, die Hij leed, en alles, wal gij zelve ondervonden hebt! — Veroorloof aan mijne diepe onwaardigheid, zich met die mishandelingen te vereenigen, en zich, ais een troost in uwe kwellingen, aan u en aan uw Zoon te hechten! 0, hoe groot zou mijne gelukzaligheid zijn, als ik slechts met u in uwe kwellingen vereenigd kon zijn! Wat is er inderdaad wenschenswaar-diger, Meesteres, dan zijn hart met uw hart en met het doorboorde lichaam uws Zoons vereenigd te hebben! — Ik begeer noch de stralenglorie der zon, noch den glans der sterren; ik wensch slechts wonden! — 01'ontneem mij het leven des lichaams, óf verwond mijn hart; want schaamte bedekt mij, als ik mijnen Heer jksus geheel verbrijzeld, en u, mijne Meesteres, met Zijne smarten verwond aanschouw, en ik mij, den onwaardigste uwer knechten, zonder de geringste pijn bemerk. — Ja, ik weet, wat ik doen zal; voor uwe voeten uitgestrekt zul ik onophoudelijk bidden, onder zuchten en met tranen; ik zal de stem verheffen, en mijne indringendheid zal zoo groot zijn, dat gij mij eindelijk verhoeren zult!quot;

l'assieltlociueii.

1. De heilige alpiionsus van ligüori zegt; «Heden moeten wij eene nieuwe soort van martelaarschap beschouwen; wij bemerken namelijk eene Moeder, die bestemd is den dood bij te wonen van haar schuldeloozen Zoon, welke als een misdadiger aan het schandelijke kruis op Golgatha ter dood gebracht wordt. Die Moeder is maria , welke door de heilige Kerk met volkomen recht de »Koninijin der Martelarenquot;, genoemd wordt; daar zij bij den dood van jesus curistus een smartelijker martelaarschap te lijden

-ocr page 259-

UI

had, dan alle andere martelaars, üc Heilige Schrift zegl: »En naast het kruis van jesus stond Zijne Moeder.quot; Joan. 19 : 25. Het kruis was het harde bed, waarop haar Zoon tot aan Zijn dood uitgestrekt lag. Maria wendde niet den blik van haar jesus af; zij zag, iioe Zijn heilig lichaam door de geeselslagen, door de doornenkroon en door de spijkers geheel verscheurd was; het is dezelfde Zoon, die haar van eeuwigheid tot Zijne Moeder gekozen heelt, die haar meer heeft bemind, dan alle menschen en alle engelen des hemels, een Zoon, die zoo schoon, zoo heilig, zoo beminnelijk is, een Zoon, die altijd zoo gehoorzaam jegens haar is geweest en die zich betoont als het eenige voorwerp barer liefde, wijl Hij haar Zoon entevens haar God is. Toen zij zag, dat haar arme Zoon aan de drie ijzeren spijkers, waaraan Hij hing, geen rust vond, zou zij Hem zoo gaarne verzachting verschaft hebben, zij zou hem zoo gaarne in hare armen hebben zien sterven; maar alles werd haar geweigerd. gt;^0 wreed kruis, liep zij uit, »geef mij mijn Zoon weer, gij zijt toch slechts voor misdadigers bestemd en mijn jesus is de Allerreinste en de Allerheiligste!quot; — Stel u gerust, smartvolle Moeder, want hot is Gods wil, dat bet kruis u dan eerst uw Zoon zal teruggeven, wanneer Hij het verlossingswerk volbracht en Zijn geest in de banden Zijns hemelschen Vaders gegeven zal hebben!quot;

«Het martelaarschap van maiua was onvergelijkelijk. Dal bemerken wij uit de woorden van den profeet Jereinias: »Waarmede zal ik dit vergelijken'? Of wien zal ik u gelijk achten. Dochter Jerusalems? Want groot als de zee is uwe smart, wie kan u genezen'.'quot; Klaagl. 02 : 18. Men kan de bitterheid der smarten van maiua niet met de pijnen der overige martelaars vergelijken. iNiet door het zwaard des beuls, maar door de bittere smart des harten is maiua gemarteld. De overige martelaars moesten aan hun lichaam lijden; de smart van maiua daarentegen trof haar hart, hare ziel, zoodat bij haar de voorspelling van simeon vervuld werd : »Een zwaard zal door uwe eigen ziel gaan!quot; Luk. 2 :35.

-ocr page 260-

248

Ook is aan haar bewaarheid de tranen wekkende belofte van den proleet Isaias: »Gotl zal u met eene kroon van droefenis kronen!quot; quot;

Arnold van chartkes: »Op den Calvarieberg bemerkt men twee offeraltaren: liet eene is het lichaam van jesi.'s , het andere is het hart van maria; want ten zelfden tijde, toen de Zoon Zijn lichaam opofferde, bracht ook maria , door haar medelijden met het martelaarschap baars Zoons, hare ziel Gode ten offer.quot;

3. De zalige amadeijs : sliet lijden baars Zoons veroorzaakte der goddelijke Moeder veel grootere pijnen, dan dat zij zelve de martelingen had moeten ondergaan; want zij beminde haar Zoon veel meer dan zich zelve. — Zij vereenigde toch in haar hart de natuurlijke liefde voor haar Zoon met de bovennatuurlijke, die zij Hem als haar God schuldig was.quot;

4. De geleerde schrijver pinamonte: «Om de soort van dood aan te duiden, dien de overige martelaars te lijden hadden, stelt men hen met de werktuigen van bun lijden voor; maria daarentegen stelt men voor met haar dooden Zoon in de armen; want baar Zoon alleen was bet werktuig barer martelingen, wijl het medelijden met het Lam Gods haar lol Koningin der martelaars gestempeld beeft.quot;

5. De heilige rernardus: maria werd lol martelares der innigste liefde voor jesus; doch niet door het zwaard des beuls, maar door de vreeselijke smart barer ziel, die haar niet éénmaal, maar duizend en duizendmaal verwondde; zoodat men beweren kan, dat haar leven een langzame dood voor jesus ciiristus geweest is.quot;

6. De heilige bonaventura: «Alle wonden, die men op het lichaam des Zoons verstrooid zag, bevonden zich ver-eenigd in het hart Zijner Moeder.quot;

7. De heilige laurentius justiniam: «liet hart van maria gelijkt op een spiegel, in welken men alle pijnen van jesus weer aanschouwt.quot;

8. De heilige augustinus roept haar toe: »0 smartvolle Moeder, o heilige, godvreezende Maagd maria, wel erkennen

-ocr page 261-

m

wij, hoe groot uwe smart en uw angst zijn; want gij ziel uw ééngeboren Zoon gekruisigd. In joannes krijgt gij wel een anderen zoon; maar toch in plaats van den Meester slechts een jonger, in plaats van den lieer een dienaar, en in plaats van den Almachtige slechts een onniachlig schepsel! Waarlijk, de spijkers uws Zoons doorboren ook uw hart, de punten der doornen verscheuren ook uw gemoed, en het bittere gezicht martelt uw binnenste.quot;

9, De heilige brigitta: «Aan het kruis was de wil van ciinisTiis en maria één wil, beiden brachten God hetzelfde offer: Hij in het bloed zijns lichaams, zij in het bloed van haar hart. Hare smart was Zijne smart; want Zijn hart was haar hart, Even als adam en eva voor één appel de wereld verkochten, zoo kochten haar Zoon en zij de wereld als het ware met één hart!quot;

'10. De heilige franciscus van sales: «Als een getrouw dienaar in waarheid pleegt te zeggen, dat hij geen ander leven heeft,dan hel leven zijns heeren; hoeveel gloeiender moest maria dan uitroepen: )gt;Ik heb geen ander leven dan het leven mijns Zoons!quot; Want niet slechts volmaakte verecniging, maar éénheid van hart, van ziel en van leven heeft er tusschen deze Moeder en dezen Zoon plaats. — En leefde deze Moeder het leven baars Zoons, dan stierf zij ook den dood baars Zoons; want gelijk het leven, zoo is ook de dood ! Het hart van jesus en het hart van maria waren zoo innigst mot elkander ver-eenigd, dal men het eene niet wonden kon, zonder dal het andere de diepste smarten daarbij gevoelde. Inlusschen zocht dit moederlijke hart, dat zoozeer door liefde en leed gewond was, niet slechts geene genezing van die wonden, maar meer dan alle genezing beminde zij hare wonden, en als kleinodiën bewaarde zij de pijlen, waarmede de liefde haar hart getroffen had. Onophoudelijk wenschte zij daaraan le sterven; wijl haar Zoon er aan gestorven was, dio, gelijk de gansche Heilige Schrift en allo Yaders der Kerk opmerken, in de vlammen der liefde, als een volmaakt brandoffer voor alle zonden der wereld gestorven is.quot;

-ocr page 262-

250

11. De heilige antonius: «Terwijl de Christelijke martelaars hun eigen leven aan God opofferden, leed maiua daardoor haar martelaarschap, dat zij het leven haars Zoons, hetwelk haar onuitsprekelijk dierbaarder geweest is, dan haar eigen leven, Gode moest opofferen. Daarom was hel ook, dat de smarten van maria alle andere smarten overtreffen, die een sterfelijk inensch ooit hier beneden heeft, moeten lijden.

12. De heilige üasilius de üroote: «Even als het licht der zon den glans aller andere sterren verre overtreft, zoo overtreffen de smarten van maria de smarten van alle overige martelaars.quot;

13. De heilige bernardidus van siëna; «Zoo gloeiend was de liefde van maria voor den Godmensch, dat zij, indien het mogelijk geweest ware, duizendmaal voor haar veelgeliefden Zoon zou gestorven zijn; want — verlangde koning david voor zijn zoon te sterven, hoeveel meer die meest beminnende van alle moeders voor haar goddelijk Kind'? Gevoeglijker dan gene kon zij dus het woord der diepste smarl zuchten: «Wie geeft mij, dat ik voor t sterf, mijn Zoon ! ?quot;

De smart van maria bij het kruis is zoo groot geweest, dat, als men ze onder alle schepselen wilde verdeden, deze dadelijk van smart zouden omkomen.quot;

'14 De heilige chrisostomus: »0, als wij reeds medelijden met een dier, de leeuwin, hebben, die jammert, wijl men haar jong gedood heeft, wie zou dan niet deelnemen aan de smarten van maria over liaar aan het kruis gestorven Zoon; opdat, doordien wij haar een deel van haar lijden ontnemen, zij ten minste eenige verzachting mochte gevoelen ?quot;

-ocr page 263-

Vrome vereerders van de smartvolle Moeder Gods.

1. De stichter van de Congregatie der ongeschoeide geestelijken van het het heilige kruis en liet lijden van jesus Christus ol' der I'assioniston, p. i'aulus van het kruis, droeg niet alleen in zijne vrome ziel steeds het myrrhen-strnikje van het aandenken aan het bitter lijden en sterven zijns goddclijken Heilands, maar wijdde ook zijne beschouwingen aan de Nieuwe eva aan den voet van het kruis, de smartvolle Moeder Gods. Maria was toch met de kruis-marteling van haar Zoon zoo innigst vereenigd, «datquot;, gelijk de heilige bernardus en de heilige uonaventura zich uitdrukten, »zij met de gansche ziel en het gansche hart met Hem aan hel kruis geslagen was;quot; ol' gelijk de heilige augusïinus van deze onze inedeverlosseres betuigt: »Allc smarten des lichaatns van den gekruisigden jesus waren in maria's hart vereenigd.quot; Aan dal lijden en medelijden van maria beantwoordt dus ook de eene beteekenis van haar naam; »Zee van bitterheid.quot; — De blik op de Mater dolorosa onder en verzuchtende tol het Lam Gods aan hel kruis werd voor den eerwaardigen paulus allijd lol bron van hel innigste medelijden en tot grond van zijn vertrouwen, daar hij placht te zeggen: dal al zijne hoop op het lijden des Zoons en op de smarten Zijner Moeder berustte; en dit was ook het veelvuldige onderwerp zijner openlijke redevoeringen en bijzondere gesprekken. Men bemerkte, dat hij nooit van dit hoogheilige geheim sprak, zonder dat hij iets nieuws zeide; daarom was het gevoel, waarmede hij sprak, allijd Irisch, en daarom waren de aandoening, hel vveenen en snikken der toehoorders altijd zeer groot. Vele zielen werden tot de oprechtste boete en tot getrouwe navolging van jesus en maria opgewekt. «Aan den voet des kruises groeit de passiebloem der boete het bestquot;, placht hij te zeggen, wwant hier bedauwen haar toch het bloed van jesus en de tranen van de Moeder dei-smarten 1quot;

-ocr page 264-

2. De heilige maagd veronica juliani, kloostervoogdes der Capucijneiinnen in liet klooster der heilige clara te Citta di Castello, was reeds van de dagen barer kindsheid af door do innige vereering der heilige Moeder Gods om zoo te zeggen een MAniA-kind; en door al hare, latere levensuren voelde zij steeds het diepste medelijden met hare bittere smarten; zij bleven het onderwerp barer veelvuldige beschouwingen en gesprekken, eu wel vergezeld van zulk eene aandoening, dat men de tranen niet weerhouden kon, als men haar over dat geestelijk lijden hoorde spreken; zij zelve scheen dan een beeld der smartvolle goddelijke Moeder te zijn.

Om de harten harer kloosterlingen tot die godsvrucht te ontvlammen, deed zij in het koor een standbeeld oprichten , dat de heilige Moeder der smarten, die Koningin der martelaars, recht levendig voorstelde, en voerde haar Ier eere op eiken derden Zondag der maand een gods-dienstigen biddag in hel klooster in, die lot op dezen dag aldaar nog gehouden wordt.

Toen veronica tot kloostervoogdes gekozen was, en volgens de gewoonte de sleutels, de Ordesregelen en het zegel des kloosters ontvangen had, bracht zij dit alles eerst vóór het allerheiligste Sacrament; toen wierp zij zich voor bet standbeeld der smartvolle Moeder, dat men op de plaats der kloostervoogdes geplaatst had, op de knieën neder, en bood haar de sleutels, de regelen en het zegel aan, met verzoek, «dat zij in hare plaats voogdes van dit klooster zou willen zijn.quot; Eiken avond, eer zij ging slapen, herhaalde zij die godvruchtige huldiging en overgave der sleutels aan de voogdes.

Dal die vereering harer dienares aan maria aangenaam geweest is, blijkt niet slechts uit bare moederlijke tee-derheid voor veronica, maar ook uit de belijdenis van deze, dal haar de allerzaligste Maagd met lielderijk gelaal beval: wegens haar ambt onbekommerd te zijn, daar zij zelve hare plaats bekleeden zou. — En in het proces der

-ocr page 265-

heiligverklaring van deze verzekerden de getuigen eenstemmig, dal men, zoolang vehonica klooslervoogdes geweest was, blijkbaar en handtastelijk had ondervonden, dal de zaligste Maagd de hool'dbesluurderes was en door den mond van veronica sprak. Dit werd bevestigd, zoowel door den troffenden indruk liarer woorden in het kapittel en de wonderbare orde en onbesch rij lelijke eendracht, welke gedurende hare regeering in die geestelijke ge-meente heerschte, als ook door de veelvuldige bijdragen in geld en levensmiddelen, welke van alle kanten zoo rijkelijk inkwamen, dat daarvan nog genoegzaam overbleel' lol verbeterde inrichting en vergrooting van het kloostergebouw; en opdat allen nog duidelijker de moederlijke hand van marlv zouden erkennen, uit welke zulk eene groote mildheid en zoo veel hulpmiddelen vloeiden, geschiedde dit, gelijk men nauwkeurigheid had waargenomen, altijd bij de nadering of bij de werkelijke viering van een hoog leest der goddelijke Moeder. Yan daar ontstond onder de kloosterzusters het spreekwoord: »üe hemelsche Voogdes belcudt ons het feest!quot; en veronica noemde maria niet slechts «voogdes,quot; maar ook »//0/-meesleres en verzorgster van het klooster.'quot;

Behalve de overvloedige geschenken, die door bemiddeling van maria naar hel klooster stroomden, verwaardigde zich de groote Hemelkoningin niet zelden met ongemeene inschikkelijkheid, veronica in haar moeiclijken arbeid te helpen, dien zij ook als Voogdes niet wilde nalaten. Dit werd eens door de medezusters opgemerkt, toen vehonica met haar aan de gemeenschappelijke bron de linnen doeken des kloosters wiesch; zij bemerkten namelijk bij haar eene wonderbare behendigheid en nauwkeurigheid, waarover zij verbaasd stonden; want zij wiesch in korten lijd volkomen, waartoe anderen in langeren tijd en met grootere inspanning niet in staal waren; zij hoorden baar ook dikwijls onder dit werk bij zich zelve aldus spreken: «Zaligste Maagd maria! wilt gij dan alles doen? Wilt gij geheel

-ocr page 266-

254

niels voor mij overlaten'? Rij hel aanliooren dier woorden verwonderden zij zicli over hel werk, en nog meer, doordien zij van den eenen kanl de inschikkelijkheid van maria en van den anderen kanl de verdienste van veronica in nederigheid overwogen, waardoor zij met zulk eeno hooge eer verwaardigd werd.

En inderdaad, de smarten der groote Koningin der martelaars maakten op veronica's maagdelijk harl oen zoodanigen en steeds dieperen indruk, dat men daarin na haar dood zeven zwaarden, hel zinneheeld der zeven smarten van maria, gevonden heeft.

3. De groote Orde-vader, de heilige ignatius van loyola , was een bijzondere vereerder der «smartvolle Moeder Gods.quot;

Toen hij, gekleed met hel gewaad der hoelo, zich in de grot te Manresa afzonderde, hing hij zich het beeld des Gekruisigden naast het beeld dor smartvolle Moeder met de zeven zwaarden, als zinnebeelden harer zeven hoogste en diepste smarten, om den hals.

Ignatius droeg ook, nadat hij het Gezelschap van jesus gesticht had, nog vele jaren dal beeld bij zich. Hiertoe nam hij zijne toevlucht in allo aangelegenheden der ziel en des lichaams. In bet bijzonder bad hij hol sleeds voor oogen, loon bij de bewonderenswaardige regelen voor zijn Gezelschap en de wegens hare heerlijke vruchten voor den geosl beroemd geworden «Geestelijkeoefeningenquot; (Exercitiën) schreef. Daarom sprak paus paulijs m, toen hij de stellingen van het zoo roemwaardig geworden Gezelschap van jesus gelezen trad, de gedenkwaardige woorden: »Dat is de vimier Gods!'1 Hij had eveneens kunnen zeggen: dal met den vinger Gods ook de hand der smartvolle Moeder maria tegenwoordig geweest was; want ignatius, in wiens borst eene vlammende liefde voor den gekruisigden Heiland, den Nieuwen ad am, brandde, was een even groot vereerder van maria, de Nieuwe eva, die als «de Koningin der martelaarsquot; onder het kruis stond.

-ocr page 267-

Ignatius zou zich ook nooil van beeld gescheiden hebben, zoo niet Pater antoniüs araoz, zijn bloedverwant, eer bij naar Spanje afreisde, bem dringend daarom gebeden had, ten einde bij de scheiding van den geliefden vader der Orde toch iets te bezitten, dat hein tot troost en tot herinnering aan hem dienen kon. De heilige ignatius nam hel. beeld van den hals en gal' het hem met bloedend hart en de aanmerking: «bet loch niemand anders te geven, daar juist dit beeld zooveel jaren lang zijn eenig kleinood geweest was.quot;

Later kwam dit beeld in de banden ecner nicht van den heiligen ignatius, en van deze in liet collegio des Gezelscbaps van jissus te Saragossa. — Te Rome en in Duitscbland werden afbeeldingen daarvan gemaakt mol het opscbrilt: maria van hel luni.quot;

anna catiiartina gonzaga trad na den dood baars gemaals feudinand i, aartshertog van Oostenrijk, in de Servieten-Orde, die aan den dienst der smartvolle Moeder Gods gewijd is. Zij liet zich een rozekrans vervaardigen, op wiens bolletjes de smarten der heilige Maagd gegraveerd waren en verklaarde: »Yoor deze kroon doe ik afstand van alle kronen der aarde.quot; — Inderdaad weigerde zij, do gemalin van keizer rudolpii n te worden. En toen men haar later berichtte, dat nu bare zuster als keizerin gekroond was, antwoordde zij: »Mijne zuster moge zich verheugen, de keizerskroon te dragen; maar ik schat dit kleed, dat ik Ier eere der smarten van maria draag en waarmede mijne Meesteres mij getooid beeft, duizendmaal hooger! — En zij bracht geheel haar loven in de stille kloostermuren slechts op Golgatha bij maria onder het kruis door.

5. Hel was in het jaar 15i22, toen het eiland Rbodus in do macht der Turken viel. De dappere villiers de l'isle adam, laatste grootmeester van Hhodus en eerste van Maltha, wien paus clemens vii don eeretitel van »Ge: trouw strijder van Christusquot; geschonken heeft, bad dezen voormuur dor Christelijke wereld vele maanden verdedigd.

-ocr page 268-

250

waarbij sultan soliman meer dan honderd duizend krijgslieden verloor; eindelijk door verraad en overmacht tol, den aftocht genoodzaakl, stevende hij niet het treurige overblijfsel zijner vloot eerst naar Candia, en toen naar Messina, waar hij met eerbiedige en tranenrijke deelneming ontvangen word. Toen hij hier landde, had hij een enkel zeil gespannen, dat met eene Piëta, dat is, een beeld der mater dolorora met het lijk baars Zoons, getooid was, waaronder de woorden stonden: »In ongeluk en droefenis de eenige Iroost!quot; *) Jf*

Inderdaad, indien maria, Gods geneimzinnig raadsbesluit aanbiddende, zwijgend bij het lijk baars Zoons zat: welke kommer kon dan zoo duister en drukkend zijn, dat het gezicht op deze heerlijke deugd en geloofskracht haar geene verzachting' zou brengen? Met recht wordt de Maagd maria als «de oorzaak onzer blijdschapquot; door de Kerk gegroet, en zoo luidt ook eon harer gebeden tot den eeuwigen Vader: dat wij door Christus verdienste en de voorspraak Zijner heilige Moeder, van alle tegenwoordige treurigheid bevrijd, tot de eeuwige blijdschap mogen ingaan.

6. De heilige alphonsus van liguori verhaalt: »Een groot zondaar bad eens weenend zijn Heiland voor een crucifix, waarvoor hij nedergeknield was, hem toch een teeken te geven, dat flij hem zijne zonden vergeven had. Daar dit echter niet geschiedde, wendde hij zich tot de smartvolle Moeder Gods, die hem hierop in een zeer troostrijk gezicht verscheen. Do boeteling zag namelijk, hoe maria zijne tranen aan haren Zoon aanbood met de treilende woorden: »0 mijn Zoon! zouden dan deze tranen verloren gaan?quot; — Toen erkende de boeteling , dat het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, hem vergeven had, en hij leefde van nu af hoiligrnatig.

7. clotilde van frankrijk, koningin van Sardinië, die aan bet hof het voorbeeld van alle Christelijke deugden

1) Afilictis spes unica rebiu

-ocr page 269-

257

gal, werd door paus pius VII heilig verklaard. — Hel aandenken aan de smarten van maria bij den dood haars Zoons was genoegzaam, om al de billerheden Ie verzoeten , waarmede haar hart door de vele wederwaardigheden der wereld vervuld was. In de oogenblikken, waarin zij het zwaarst leed, richtte zij steeds hare blikken op maria aan den voet des kruises, en zij verheugde zich dan, geroepen te zijn om in haar lijden te deelen; terwijl zij alsdan nieuwe kracht kreeg, om den drukkenden last van al hare droefenissen te dragen, placht zij juichend uit te roepen: »Welk een geluk voor u, clotilde, dat jij eenige gelijkheid met de smartvolle Moeder hebt, en met luiar jesus op den Calvarieberg volgen kunt!quot; •—

8. In een boekje der kluizenares engelbirn van augsrurg, 'geschreven omstreeks hel jaar 1200, leest men de volgende, tot de smartvolle Moeder Gods gerichte, kinderlijke ontboezeming :

Lieve Moeder maria, heb onzen Heer lief en laat de wonden nooit meer heelen in uw hart, waarmede u onze Heer in zijne min gewond heeft! Want de heilige Gre-gerius zegt: 5)I)ie mensch is lot den dood genezen, in wien deze wonden geheeld zijn.quot; — Lieve Moeder, twijfel niet aan mij en weet voorwaar, dat mijn hart en mijne ziel immer met u gebonden moeten zijn! Want zoo onze min verdween, dat zou den grooten Heer niet passen, die ze in ons gewerkt beeft.

Iii ilcn dienst der smartvolle Moeder (Sods.

dageujkscii gebed te rome.

(Uit: Rome in zijne drie gedaanten, door nr. J. oaume.)

Alle dagen des jaars wordt te Rome in de kerkêh Si. Marcellus en St. Maria in Via liet gebed van de kroon der zeven smarten van de heilige Maagd maria gebeden. —

A. Hnngari. Avc-Maria-KIokje. I. A*]

-ocr page 270-

ordk dhr dienaars van de smartvolle moeder gods.

(Uit ile jaarboeken eter Servieten-Orde.)

De vereering der zaligste Maagd als Moeder der smarten was vooral in dc '13 eeuw ver verbreid en lileel van toen al' in bestendigen bloei. De zeven zalige Yaders, de stichters der Servieten-Orde ol' der Dienaars van maria , hadden ze door hoogere verlichting ingevoerd, en onvermoeid gearbeid, om dc liefde tot en het vertrouwen op dc smartvolle Moeder Gods te wekken. Juist op het feest van de geboorte der zaligste Maagd, den 8 September 1233, trokken de zeven voorname en rijke patriciërs in alle stilte uit de stad Florence en vestigen zich in cene geringe hut in liet dorp Camarzia. Hier richtten zij het eerst een altaar op, dal zij met het beeld der goddelijke Moeder versierden, leiden toen het wereldlijk kleed af en deden een armoedig , ruw, aschgrauw gewaad aan; ook deden zij met alle bepaaldheid afstand van dc wereld en hare genoegens en verklaarden een bestendigen oorlog aan de eigen hartstochten en begeerlijkheden, alsmede aan de bekoringen van den vader der leugen. Negen maanden later betrokken zij den woesten berg Senari, om daar een van de wereld geheel afgezonderd, aan de strengste boete gewijd leven te leiden. Uier was het, dat eene verschijning der goddelijkclt; Moeder aan hun leven de bijzondere richting gaf, dienaars der smartvolle Moeder te worden. Op goeden Vrijdag des jaars 1239 , die op den 28 Maart inviel, dus op het feest van maria-Boodschap, waren zij met al den gloed van heilige godsvrucht verzonken in de beschouwing des kostbaren doods van Christus en der smarten van zijne Moeder, toen op eens een lichtstraal hen omsloot en maria in onbeschrijfelijke schoonheid, schitterender dan de zon, omringd van scharen engelen hun verscheen. Eenige der engelen droegen de geheimen en werktuigen des lijdens van Christus, anderen zwarte kleederen in hunne handen; een had een ge-

-ocr page 271-

250

opend boek, bevallende de regelen van den heiligen augu-stinus; een ander bad in de reebterband den mol, gouden letters gescbreven titel: »Dienaars van maiua,quot; — in dc linkerhand zwaaide bij een groenen palmtak. De zaligste Maagd zelve overhandigde bun een rouwkleed en noodigde ben uit, dat uit hare handen te ontvangen. Het was bel «zwarte scapulier.'.'

Terwijl de vrome Vaders, in zoete verrukking verzonken, de Koningin des hemels vereerden, hoorden zij de volgende woorden uit haar mond: »])aar ben ik, mijne uitverkoren dienaars, om u in uwe herhaalde beden te troosten. Ziet. daar de kleeding, welke ik u geef, om die voortaan Ic dragen. De rouwkleur er van moet bestendig het aandenken aan die smarten in u opwekken, die ik op dezen day hij den kruisdood van mijn ééngeboren Zoon gevoelde. De regel van Augusïinus zij u ten richtsnoer van uw godsdienstig leven, en de palm, dien gij hier ziet, verkondige u dc heerlijkheid, welke in den hemel u wacht, zoo gij als mijne ware, getrouwe dienaars op aarde zult leven.quot;

Van nu al' wijdden zich de zeven heilige Vaders in hel bijzonder aan den dienst der smartvolle Moeder, en zeer spoedig waren Italië, Frankrijk en Duitschland door hunne bemoeiingen vol vereerders van do Moeder der smarten, daar zich duizenden in de opgerichte smartvolle Broederschap lieten opnemen.

DE l'AASCIIGAVEN AAN de MATER DOLOROSA.

(Uit; Schilderachtige reis in Spanje, door ai.exandkr du i.aboiidk.

Te Talavera de la Reyna viert men alle jaren na Paschen ter eere der heilige Maagd maria des Padro de zoogenaamde Mondas ol' offeringen, welke beroemd zijn. De bewoners der naburige dorpen trekken op dien dag, opeenvolgend, in plechtige optochten daarheen,; voor eiken trein gaateene groote waskaars vooruit, die met linten en bloemen versierd is, en die men, als een kruis, in dc hoogtedraagl;

17'

-ocr page 272-

2G0

ook heeft men daarbij eene groote machine, in den vorm van een kelk, die zich boven aan een langen staaf bevindt; zij is met bloemen versierd, die op verschillende wijzen gewerkt en geschikt zijn; zij bevat een deel der offers, die men der heilige Maagd wil brengen; men ziel daarbij draagbaren, door mannen gedragen, en wagens, door slieren getrokken; beide zijn ook met bloemen en met linten versierd , en op beide bemerkt men eveneens offergaven opgehoopt, die in voortbrengselen van den grond, namelijk n wijn, olie, vruchten, bloemen, koorn, ja zelfs in hout beslaan — en naar den goeden wil en de godsdienstige gezindheid van ieder in het bijzonder uitgekozen zijn. Soms ziet men ook dieren, bij voorbeeld lammeren, schapen, paarden, ezels, zwijnen, welke tot offergaven moeten dienen. Alle treinen pelgrims met hunne offergaven treden de kapel binnen, en de draagbaren, wagens en dieren, alles wordt tot aan het altaar gebracht.

De paaschgeschenken moeten, als bescheiden liefdegaven, der smartvolle Moeder Gods eenige vergoeding bieden voor al het lijden, dat zij onder het kruis van het Lam Gods op Golgatha vroeger in het diepste van haar hart bitterlijk ondervonden heeft.

Zoodra die opoffering geschied is, worden, na het gebed, in den naam van maria, al die gaven onder de armen verdeeld.

DE PROCESSIE TER EERE DER MAAGD MARIA DE VERLATENE.

(Uit: Twee jaren in Spanje en Portugal, door moritz wilkomm.)

Op het feest der hemelvaart van jesus ciiristus wordt te Valencia in Spanje Ier eere der Maagd maria , de verlatene (Nuestra Senora de los desamparados) eeno groote processie gehouden, lleeds daags vóór het feest, zag men eene menigte kramen opslaan op het Constitutie-plein, welks eene zijde de kapel dezer Madonna beslaat, en op Hemelvaartsdag was dit beperkte plein de algemeene verzamel-

-ocr page 273-

mmta I t

mïk r

L ; 'M

m

plaats der bewoners van Yalentia en den omtrek, wijl hier deels eene menigte speelgoed, platen, zoet gebak en duizenderlei kleinigheden te koop aangeboden werden, deels natio-naal-dansen en andere openbare vermaken plaats hadden.

Des namiddags werden alle balkons in de hooldstraten der stad met bonte tapijten en zijden doeken behangen, en spoedig waren die vol getooide dames, welke vanhier naar de processie wilden zien, die tegen vijl' uren van de kapel der heilige Maagd uitging en, na de hooldstraten der stad doorgetrokken te zijn, de hoofdkerk intrad, wier binnenste' van duizend kaarsen straalde, liet gelui aller klokken verkondigde het begin der processie. De trein werd geopend door een troep muziekanten in Moorsche kleeding, die geene andere instrumenten bespeelden dan dedulzaïna, de guitar en den tambourin. Op dezen volgde een aantal Zigeuners van beiderlei kunne in Valenciaansche dracht, welke eigenaardige dansen op de muziek der voorafgaande Mooren uitvoerden, de maat met de geliefkoosde castagnetten slaande. Achter hen kwamen verscheidene personen met pelgrimsstaven in de hand, aan wier boveneinden eene menigte bonte zijden linten bevestigd waren. Op dezen volgden honderden kerkdienaren en tot de lagere geestelijkheid behoorende personen in zwarten tabbaard met de alba en het hoofd met do baret gedekt, die brandende waskaarsen droegen en in wier midden eene menigte vlaggen, heiligenbeelden en reliquien medegedragen werden. Ten laatste kwam het vereerde Mariabeeld, Nueslra Senora de los Desamparados, onder een troonhemel, welks draagstokken door vier der voornaamste inwoners van de stad gehouden werden; waarop de hooge fungeerende geestelijkheid in het schitterendste ornaat volgde, omringd van een aantal misbedienden met wierookvaten, waaraan zich de burgerlijke en militaire overheden der provincie aansloten. De processie werd besloten door een bataillofi infanterie met een sterk muziekkoor, dat de luidste marschen en de vroolijkste walsen van strausz speelde.

f Ir

PI;

iy li

f. m

ïm

! 11

mm

-ocr page 274-

262

Deze ontzaglijk lange cn schitterende processie, verbonden met de bonte, golvende volksmenigte, waarmede de stralen gevuld waren, vertoonde eene zeer rijke en aantrekkelijke schilderij.

Hot karakter van dezen hoogheerlijken feesttrein wordt geheel door de vroolijke melodieën der muziek en der nationaal-dansen aangeduid, want hij moet den troost voor-stellen, dien het vrome volk der heilige Maagd makia, der door de hemelvaarl van jesus verlatene, brengt met verwijzing — op het blijde en glorierijke wederzien baars ge-lici'dcn Zoons jesus Christus in den hemel daar boven.

De vereering der smartvolle Maagd jiauia, de verlatene, is zoo groot bij de Spanjaarden, dat zelfs de bedelaars, om de harten dergenen, van wie zij vragen, dadelijk tot cenc milde gaven op te wekken, in haar naam vragen. Zoo begon een arme knaap smeekend te vragen en riep jammerlijk, onze knieën omvattende: )gt;Een kwart, mijne hoeren, om der heilige Maagd makia , der verlatene wil! Mijne moeder is dood en veel armoede te huis!quot; De arme jongen wist zoo roerend in den naam der Madonna te vragen, dat wij niet konden nalaten, hem ieder een zilveren reaal te geven.

het achtste zwaard in maria's borst.

Kou vroom jongeling had de gewoonte, dagelijks een beeld van Maria in de nabijzijnde woudkapel te bezoeken, dat de goddelijke Moeder — met de zeven zwaarden in de borst— do roerende zinnebeelden van hare zeven smarten — voor-stolde. Doch eens, togen den avond, had hij het ongeluk, ocne doodzonde te begaan. Hij bezocht hierop, en wel reeds den volgenden morgen, het beeld weer, en zie! hij bemerkte op de borst van mauia niet zeven, maar acht zwaarden. Hij stond pntstcld en dacht na over dat zeldzame verschijnsel en de mogelijke betoekonis er van. En hij hoorde eene stom, die hem toeriep: «Dit achtste zwaard is uwe dood-

-ocr page 275-

zonde; en mei dil achlsle zwaard liclil. j-ij de smaiivolle, Moeder Gods, die ook uwe goede Moeder is, eene nieuwe pijn veroorzaakt!quot;

Geschokt en geroerd, gevoelde hij dadelijk een oprecht berouw, biechtte zijne zonde en beloofde eenc ernstige verbetering en riep vurig de Moeder der goddelijke genade om haar bijstand aan, opdat zijn weg voortaan de kruisweg der wereldverloochening mocht zijn. — En den volgenden morgen bezoclit hij op nieuw zijn geliefd beeld, en liet had weer in de borst slechts zeven zwaarden.

tranen ondek het kruis.

Een buitenlandscli kloosterabt bezocht eens den heiligen abt pastor. Hij klopte zacht aan diens hut met den kloos-tergroet: »Geloofd zij jesus ciiristus en maria!quot; maar van binnen kwam geen antwoord. Mij opende do deur en zag den heilige biddend op de knieën liggen, verzonken in eenc verrukking. Tranen schitterden in zijne oogen en ook de grond rondom was nat van tranen. De vreemdeling vroeg nu den vromen pastoü , toen hij weder bijgekomen was, »wat hem overkomen was?quot; En pastoü, na lang aarzelen, antwoordde eindelijk zijn onophoudelijk bij hem aandringenden vriend;

»Ik was in den geest met de Moeder des lleeren aan den voet des kruises; konde ik toch altijd zoo weenen!quot;

eene moeder uit den adel.

Do zalige biunda stamde af van het voorname geslacht der fosciii te Verruculo, een stadje in het landschap Emilië, bisdom Rimini. Zij werd Christelijk opgevoed, en schitterde spoedig door hare uitstekende schoonheid, en nog meer door do reinheid en onschuld van zoden. Het kon dus niet missen, of vele voorname en rijke hoeren zouden zich gelukkig geacht hebben, haar als bruid naar huis te kunnen voeren. Eindelijk besloot

-ocr page 276-

26/*

zij, mi dier aanzockers hare hand Ie reiken. Zij leefde met hem in een gelukkigen, maar zeer korten edit; want weinig jaren na het huwelijk stieiT haar echtgenoot en liet haar slechts één zoon na, den erfgenaam van beider deugden.

In dien tijd was geene nog zoo kleine stad vrij van partijschappen en tweedracht. De burgers bestreden elkander met den bittersten wrok. Zoo had ook de familie Fosciii hare vijanden, die slechts op eenc gelegenheid loerden, om aan hunne wraakzucht bot te vieren.

Zoolang de vader der zalige jjiunda en haar gemaal leefden, waagden het de vijanden niet, hun haat door daden van geweld te kennen te geven. Maar nadat beide gestorven waren, stortten zij al het gilt der vijandschap op de jonge weduwe, als dc laatste spruit der familie msciu, uit. Om aan haar moederlijk hart de bitterste smart te bereiden, vermoordden zij haar onschuldig kind.

Voor liiUNiu was nauwelijks de rouwtijd over den dood ties geliefden echtgenoots ten einde, ol' het lijk baars gewelddadig gedooden zoons werd haar vertoond. Zij was anders cene vrouw van uitstekende deugd ; maar het afschuwelijke gezicht van den vermoorden zoon, de eenige blijdschap haars levens, verbitterde hare gansche natuur, en vervulde haar met de kwellendste gedachten van wraak en vergelding. Drie dagen cn nachten, die zij slapeloos en in dc hevigste onrust doorbracht, peinsde zij enkel op middelen, om den dood van haar zoon te wreken. In-tusschen dreven de vijanden van haar huis den haat tegen de moeder tot den hoogstcn graad van onnatuurlijkheid en onmenschelijkheid. Zij openden het lichaam van het vermoorde kind, rukten het hart er uit, lieten dit even als cene andere spijs koken cn der moeder, o ontzei lende wreedheid ! ten jniddagmaal voorzetten. In hare hevige opgewondenheid , in dc bitterheid van haar hart kon iuunda niet onderscheiden, wat zij gebruikte. Zij stak werktuigelijk de hand naar de aangeboden spijs uit, namen at van

-ocr page 277-

265

li et li a rt h a a r s — zoons!! ■— Daarop liadden die bai'baarscho menschen geloerd; en nu traden zij te voorschijn , om met woeste blikken zich te weiden aan den jammer der moeder, aan wie zij nu de gansche wreedheid van hun onmenschelijk hart ontdekten, toen zij haar vroegen, hoe het hart van haar .eigen zoon gesmaakt had ?

Men kan begrijpen, welk een afschuw van do woestaards het hart der moeder moet vervuld hebben op liet hooren dier wreedheid! Wie zou het der moeder ten kwade duiden, indien zij in den eersten aanval der verwarring barer gedachten in de hevigste verwenscbingen legen hare vijanden uitgebroken was'?

Maar wie kan de raadsbesluiten des Ileeren doorgronden, als Hij de Zijnen tol zich wil trekken? .luist die laatste onnatuurlijke daad harer vijanden, die haar het hart moest breken, wekte haar op tol nieuwe geestelijke kracht. Als verdwenen waren op eens alle vroegere gedachten, om den dood des vermoorden zoons te wreken. Het opzien tot God, den Yader van weduwen en weezen, en de blik op de smartvolle Moeder Gods onder bet kruis op Golgatha — ontvonkte in baar de vlam der liefde tot de vijanden. Zij vergaf van harte al haren vijanden, wenschte hun alles goeds, bad lol God voor de moordenaars van haar zoon, en overlaadde hen met weldaden, gedachtig aan de woorden des goddelijken Verlossers: «Hebt uwe vijanden lief, en doet wel dengenen, die u halen!quot; —

Welk eene hooge zege der genade over de opwellingen van een ten bitterste gekrenkt gemoed!

Wat zou nu uiuniia, de zoo diep gekrenkte moeder, doen, thans, nu zij mei de genade des Ileeren zich zelve overwonnen had? Niets was natuurlijker, dan dat ook zij onder de bescherming dier Moeder snelde, welke bij bel lijden en sterven baars eenig geliefden Zoons de bitterste smarten ondervonden had. Zij offerde nu de geleden kwellingen des harten aan de Moeder der smarten op, en smeekte de goddelijke Maagd, voor haar van Jezus de

-ocr page 278-

266

noodige kracht Ic vragen, om in geduld en vergeving tol hel einde standvastig te kunnen volharden.

Deze groote zelfoverwinning, mot welke zij haren vijanden van ganscher harte vergaf, was ook den Heer zoo welgevallig, dat Hij zich verwaardigde, door hemelsche gezichten Zijne getrouwe dienares te troosten. De goddelijke Heiland verscheen haar met Zijne Moeder mauia , staarde haar wonderliefelijk aan, wendde zich toen lot mauia, en noodigde haar uit, even als hij aan hel kruis haar den jonger joannes had aanbevolen, nu ook hiunda »als hare dochterquot; aan te nemen.

Het hart vol troost en blijdschap over dit hernelsclie gezicht, meende biunda , dal zij zich niet beter onder de bescherming van maria, de Moeder der smarten, kon stellen, dan wanneer ook zij hel zwarte rouwkleed der Servieten-Orde aannam. Zij begaf zich dus onverwijld lot den hoofdbestuurder des kloosters te Verruculo, openbaarde hem haar genomen besluit, en werd na veel ootmoedig smeeken met hel, heilige rouwgewaad bekleed en onder do zusters der derde Orde aangenomen.

Aldaar toonde nu biunda, dat zij eene ware pleegdochter van de Moeder der smarten was; want zij wijdde den ganschen lijd aan het teedere aandenken aan de smarten van mauia, die zij had uitgestaan, toen men haai' godde-lijken Zoon aan liet kruis sloeg, en werd, bij de beschouwing er van, door het diepste medegevoel aangegrepen, tol tranen geroerd. Daarbij kastijdde zij haar lichaam met geeselslagen, streng vasten, bestendig waken, scherpe boetkleedcren, om in zich elke liefde lot de wereld, elke opwelling der hartstochten te verstikken, en daarvoor enkel in liefde tol .iesus en maria toe te nemen.

Üe Heer Verwaardigde zich ook, Zijne getrouwe dienares door wonderleekenen te verheerlijken, om der wereld te openbaren, hoe lief en aangenaam de zelfverloochening en een leven van bestendige boete hem waren. Eene vrouw was reeds langen tijd geheel blind en wenschte niets vuriger

-ocr page 279-

267

;

dan het onschatbare licht dcc oogen weder te krijgen. Menschclijke hulp was er niet mogelijk, daar alle aangewende middelen de kwaal niet verhielpen. Zij beval zich nu in de voorbede der zalige biunda aan, en toen deze over haar den naam van maria had uitgesproken, kreeg zij dadelijk het verloren licht der oogen weer.

Rijk aan verdiensten voor de eeuwigheid, en schitterend mei wonderteekenen stierf eindelijk de zalige biunda den dood der rechtvaardigen op den 2 September 1M '1. — Haar lijk, bij hetwelk vele zieken in de verschillendsle gebreken troostrijke hulp vonden, werd in do kerk der Orde plechtig bijgezet. —

bk afgesmeekte sterfdag.

De heilige joaciiim piccolomini uit de Orde der Dienaars van maria, een groot vereerder der allerzaligste Maagd maria, placht driemaal des daags een beeld der smartvolle Moeder Gods, dat zich in eene kerk bevond, te bezoeken en ter cere van de Koningin der martelaars op eiken Zaterdag zich van spijs te onthouden; ja, bij deed nog meer, want hij stond zelfs midden in den nacht op, om de smarten van de goddelijke Moeder der genade Ie beschouwen. — Daar verscheen hem de Heilige aan het einde zijns levens met twee kronen in de hand; de eene was van robijnen en moest het loon voor zijn medelijden met hare smarten zijn; de andere was van parelen en moest bet loon zijn voor de onbevlekte reinheid, die hij maria ten offer had gebracht. Hij smeekte nu de Koningin der martelaars om de genade: omstreeks op denzelfden dag te kunnen sterven, op welken haar Zoon aan het kruis gestorven was. En maria troostte hem met de woorden; «Bereid u voor tot den dood, want daar het morgen Vrijdag is, zoo zult gij naar uw wenscb terstofid sterven en bij mijn Zoon en mij zalig in den hemel zijn!quot; — Zoo geschiedde het ook; want toen men in de kerk de passie

: 'M|i

i: M /■; .fe. il?ff

|r|M

' l f li'l li'j lipi

i ïfi.

H 1 ht

iiffl

Éllil

|| Mi ■m ||i

[li

§

, r'

ïrl;

-ocr page 280-

268

naar den heiligen Joannes zong en aan de woorden kwam; «En Hij neigde Zijn hoofd en gaf den geest,quot; gaf ook joachim zijn geesl aan den Heer over, waarop dc kerk van cene wonderbare glorie en mei den liefelijksten geur vervuld werd. —

Het lieu van de smartvolle Moeder Gods — oi'

het sterfbed verlangd.

De godzalige Jozef Oriolo, de zoon eens burgers te Barcelona in Spanje, bracht als priester geheel zijn leven in de beoefening der Christelijke deugden en in den offer-willigsten dienst der naastenliefde, bijzonder inde ondersteuning der armen en in de verpleging der zieken door.

Toen hij bemerkte, dat hij spoedig sterven zou, ging hij in het huis van een behoeftigen, maar vromen handwerksman, dien hij goed kende, en sprak: »Lieve vriend, wees zoo goed, leen mij een bed, opdat ik kunne gaan liggen, want ik zal binnen kort sterven!quot;

Hij ging op hel geleende bed liggen en werd ziender oogen zwakker. De naburige bewoners bezochten hem en weenden over zijne ziekte. Maar hij jubelde en zeide lot hen; «Lieve vrienden! weest toch slechts goedsmoeds, want God zal mij in Zijn rijk opnemen; daar zal ik eeuwig Zijn naam en dion Zijner glorierijke Moeder prijzen en eeuwig Hem en haar blijde liederen van dank toejuichen!quot; —

Maar om recht in den geest der boelsmarl over zijne zonden en in hel vertrouwen op de milde voorspraak van Maria de eeuwigheid in te gaan, verlangde hij zes uren vóór zijn dood; dat men hem hel lied van de smartvolle Moeder Gods zingen zou, om zoo met innige roering — zich den stervenden Heiland en de smarten Zijner heilige Moeder onder hel kruis te herinneren. Vier koorknapen zongen düs met begeleiding der harp deze hartschokkende treur-bymne der Kerk: «Slahal mater dolorosaquot; enz.

Bij dit gezang vloeiden er tranen van het innigste

-ocr page 281-

269

medelijden uit, zijne oogen. Soms sprak hij onder hel gezang uit de diepte van zijn godvruchtig hart woorden, dio zijne vlammende liefde voor Jesus en diens smartvolle Moeder uitdrukten. Dan sloeg hij zijn blik onafgewend op het crucifix, dat hij in de handen had, en gaf zoo in heilige verecniging der liefde met Jesus en maria zijne ziel in de handen des hemelschen Vaders terug. quot;ij stierf den 22, Maart in liet jaar 1792. —

lied in de lente.

Als tranen op een gouw Vol bloemen glanst de dauw ;

En, Moeder vol genade.

Uw oog in tranen baadde!

Zoodat de dauw op 't veld,

Uw tranen mij vermeldt,

O Mater dolorosa!

Het bloempje, rood als bloed,

Toont, in zijn purpergloed,

Het bloed, dat, sterk iu 't strijden En vol van moed in 't lijden ,

Uw Zoon, zoo mild, zoo groot,

Voor ons aan 't kruis vergoot,

O Mater dolorosa!

Hot duifje leliewit,

Dat ginds te kirren zit,

Doet me in geloofsvertrouwen Do zaligheid aanschouwen,

Die eens door Jesus macht Der wereld is gebracht,

O Mater dolorosa!

't Kruissnaveltje op dien tak,

Beschut door 't looverdak ,

Komt mijn geloof vermeeren;

Aan 't lijdenskruis des Heeren,

'irt ïüi

• w

fe; jf 1|

■ S Wj

wM ILm

- ■ 4: f

: il

-ocr page 282-

270

Om Christus •weer te ontslaan,

Greep het den spijker aan,

O Mater dolorosa !

In lijden parelt heet Op menig voorhoofd 't zweet;

Ach, welke droppels moeten,

Om onze schuld te hoeten,

Geleekt zijn van Diens hoofd,

Aan wien nu 't al gelooft,

O Mater dolorosa!

O Moeder vol genii,

U en uw Kindje ga,

Op vrome, blijde wijzen ,

Luid mijne ziele prijzen ;

Voorspreekster hij den Heer,

Ik zing, verhef uwe eer,

O Mater dolorosa!

En zoo, gedrukt door smart, Bit aardsehgezinde hart Van 'tpad ooit af mocht dwalen.

Wil 't met uw licht bestralen,

Verlaat, in dit verdriet,

Den aardschen pelgrim niet,

O Mater dolorosa!

Verheven Hemelvrouw,

Die 'k in den geest aanschouw,

Laat mij toch niet verderven In leven noch in sterven !

Sluit eens de dood mij 'toog,

Mijn loflied rijze omhoog,

O Mater dolorosa!

naar w constant.

-ocr page 283-

271

Afbeeldingen van de smartvolle Moeder Gods.

(Solulilorij van nooER van dub wkude , f 1404 te Brussel.)

i. Deze met ongemeene, het oog weemoedig aandoende natuurwaarheid uitgevoerde compositie stelt den inhoud der oude heerlijke hymne «Slahal mater dolorosaquot; op de treffendste wijze voor. De heilige Maagd mauia is na het «Dum emisil spirilinn /''den stam van liet Kruis omvattende, van smart overweldigd, neergezonken. Achter haar slaat de heilige joannes, de Evangelist, door den dood zijns goddelijken Meesters cn vriends diep geschokt, doch levens ook als troostende zoon van de gebogen Moeder der smarten, liet hoofd des Gekruisigden, evenals dat der Mater dolorosa, is van gouden stralen omringd. De tranenrijke marfa in haar ruim, hlauw gewaad, heeft hel hoofd met den witten sluier omhuld. De links van het kruis in de hoogste droefheid op een steen zittende hoe-telinge maiua magdalena is daarentegen mei een rood onderkleed , mei lichtgrijze, nauwsluitende kap benevens lijfje, op de wijze der Zusters van de Cel, oneen ruimen, don-kergrijzen mantel bekleed, die achter haar terug geworpen ligt, terwijl haar hoofd met een op de wijze der Jodinnen uit de Middeleeuwen gewonden tulband bedekt is. De heilige Joannes is op de wijze der Nederlandsche bedelmonniken met een laankleurigen kiel cn eene op de schouders dichtgeknoopte monnikskap (Aumucé) bekleed. — Op den voorgrond links ligt, als aanduiding van de plaats dei-kruisiging, een schedel.

Het met veel nelheid uitgevoerde landschap, dal door eene ruime, met gletschers begrensde verte afgesloten is, vertoont zeker den stempel van de teederste kindsheid der landschapschildering. Een regenboog staal aan den helderen hemel, en de linnen schort des Gekruisigden fladdert in den wind.

-ocr page 284-

272

(Schilderij uit het jaar 1650 van dicqo coekea.)

2. IIcL met sleenen omlegde kruis slaal op eene hoogte, wier achtergrond geen plantengroei o!' verwijderde gebouwen, gelijk gewoonlijk, maar enkel lucht vertoont. Een doods-schedel en een kakebeen liggen op den grond. De reeds overleden cnmsTus, wiens hoofd van een dubbelen gloriekrans omringd is en op wiens stijve leden en vreedzaam gelaat zich de dood met zijne huiveringen gedrukt heeft, is met drie spijkers gekruisigd, en aan den kop van het kruis bevindt zich 'een bord met het opschrift »J, N. li. J.quot; Ter rechter zijde staat de bijna geheel in eene groene, van eene over het hoofd getrokken kap voorziene pij gewikkelde, door geen gloriekrans onderscheiden maria, met van smart krampachtig geopenden mond en verweende oogen, terwijl zij de voor de borst opgeheven, handen vouwt. Links slaat daarentegen de in een grijzen tulbaard bonevens rooden mantel gekleede heilige joannes, wiens gelaat eveneens de diepst gevoelde smart aanduidt: —

(Schilderij van guido ueni.)

S. In haar werk ïllaliaansch beeldenboekquot; van het jaar ■1840 schrijft fanny lewald: »Nadat wij 's avonds de stad bologna in verschillende richtingen doorgegaan waren, gold onze eerste gang des morgens de Academie en in deze Raphaels cecilia, de heilige.

De compositie is door voortreffelijke copieën zoo volmaakt bekend, dal men ze niet behoeft te beschrijven; de idee der drievoudige muziek, der profane, kerk- en sferen-muziek is diep en schoon aangeduid; de uitdrukking in de verheerlijkste gelaatstrekken der heilige is de'zaligste verrukking, als van iemand, die onverwachts de langgewenschte stem van een innig geliefden vriend hoort klinken.

Maar wat mij dadelijk bij het intreden in de zaal geweldig boeide, mij eindelijk geheel van de heilige cecilia aftrok, was een beeld van guido reni : eene treurende maiua hij hel lijk des Heüands. Hier trok mij de diepte

-ocr page 285-

273

en mannelijke kracht des schilders mei magneliscli geweld aan.

liet beeld, wel twintig voel hoog en omstreeks tien voet breed, is in drie afdeelingen van ongelijke grootte verdeeld.

De kleinste afdeeling beneden bevat een gezicht op de stad Bologna met de beide scheeve torens, beschut door twee bevallige, leliedragende engelen. — Daarboven verheft zich de tweede aldeeling, de vijf beschermheiligen van Bologna. In het midden een knielende kardinaal, het crucifix in de handen. Een monnik in zwart gewaad, achter hem slaande., bladert ernstig in een getijboek; de heilige Franciscus, de schoone, bekende Tiguur, knielt rechts van den kardinaal, in vurig gebed verzonken. Een krijgsman, in mannelijke kracht en schoonheid, rijk in wapendosch, staat, geheel rechts op den voorgrond, voor wien links een bisschop met myter en geelbruinen broca-demantel tot tegenstuk dient. — Doch zelfs de schoonheid dier gestalten, de karakteristieke uitdrukking dier mannen-hoofden verdwijnt voor de bovenste groep; men ziet enkel deze en erkent daaraan de kracht des schilders; die in staat was tot deze toeneming van het schoone, tot dit concentreeren der geestdrift in zich zelve.

Christus ligt dood op eenc legerstede van geelbruine lakens, met een rood lluweelen kussen onder de donker bruine lokken, liet hoofd is links van den beschouwer; liet lichaam rust vlak uitgestrekt, de rechterarm valt slap neer, de linker hand sluit zich met gebogen arm vast tegen de linker heup, als had zij daar een zwaard gevoerd; want als een uitrustend strijder ligt Christus daar, een schoon, edel, statig groot manslichaam, met een geelachtigen doek om de heupen gewikkeld. Geen spoor van doodstrijd, geene huiveringwekkende magerheid, geene van bloed druipende wonden, enkel zacht aangeduid de merkteekenen der spijkers aan handen en voeten en de zwaardsteek van den lansknecht.

De heiligste vrede ligt over de gansche gestalte verspreid.

A. llungari. Avc-Marla-Klokjc. I. J ü

-ocr page 286-

274

De borsL, die slechts voor het hoogste , namelijk voor de eer des hemelschen Vaders en de zaligheid der verlossing behoevende menschlieid, zich verhief, is nog verheven, het spoor der goddelijke gedachte troont nog op het voorhoofd, het idealisme der heiligheid en gerechtigheid blinkt nog in den dood uit, de zege des geestes verkondigende over de stof.

En daarachter, midden hij den sarkophaag, staat de Madonna, in grijsblauw gewaad onder een bruinaphtigen mantel gedeeltelijk verborgen, cene verheven, krachtig vrije vrouwengestalte, rechtop in de smart. Do armen hangen neder, de handen zijn hevig samengedrukt, de diepe smart concentreerende, als -weerhield zij zich slechts met moeite om den aangebeden doode in Zijn vrede te storen. Het oog heeft zich van het lange aanschouwen des geliefden Zoons langzaam en zwaar naar den hemel verheven en zoekt, of haar niet van daar de straal van liefde ontroost in de ziel zal vallen, die haar vroeger mot Zijne blikken leven, blijdschap, verheffing en hemelsche zaligheid schonk. Maar de hemel schittert in helder blauw rustig hoven haar hoofd en de nooit te bevatten jammer van het «voorbij!quot; rijst met zijne ontzetting voor haar ziele-oog op.

Twee liefelijke engelen vveenen boven haar — en wie zou niet om deze smart weenen! ?--

Ik kon geen andei' beeld meer beschouwen en verliet de academie, in de ernstigste en weemoedigste gedachten verzonken.1)

1

K. PRiEDBicil scnotLEii maakt in zijne uReis door Italiëquot; de opmerking aangaande dit verheven kunstwerk;

«Een ongemeen groot beeld, vroeger het sieraad der kerk de Mendieanti te Bologna, thaus in de galerij , is de Moeder van jesus bij Zijn lijk. De zeven mannen — petuonius , hunciscus , dominicus , puoclus, ixorianus , Ignatius van i.oïöi.A en FUANOiscus xavehius, zijn zeer krachtige gestalten. maar men ziet ze licht voorbij op het gezieht der Lijdensmoeder mauia hoven hen. Noch vroeger noch later zagen wij een werk van guiüo reni, dat wij in waarheid, in diepte, in verheven grootheid der uitdrukking met deze «Koningin der smartenquot; zomien willen vergelijken. Zóó als zij voor den

-ocr page 287-

275

Bcdevaartsbeeldcn der smartvolle Moeder Gods.

HET STANDBEELD IN HET HERTOGELIJKE GASTHUIS TE MUNCIIEN.

(Naar: Oude geschiedenissen van Munchen, door Lipowsky.)

Hertog Albert V van Beieren bouwde in het jaar IDTS de kerk van liet hertogelijke gasthuis te Munchen. In het jaar -1051 werd het door den beeldhouwer tobias baadeu vervaardigde wonderbeeld der smartvolle Moeder Gods onder bet kruis in dit godshuis geplaatst. Op het gelaat der Moeder van jesus ziet men de uitdrukking dei-grootste smart, cn niemand kan het beeld godsdienstig beschouwen, zonder dal [in zijn binnenste het gevoel van medelijden opkomt met haar, die smart en wee in hunne diepste diepten gevoeld heeft.

De vereering van dit wonderbeeld word vooral vÉ'hoogd door het groote wonder der oogenwending, dat Gods almacht er in het jaar 1090 aan bewekt beell.1) liet wonder

i f ylj

■ Éi

i N..JM

■ -Bi

dooden Zoon de armen uitbreidt, is hot: of zij hemel cn aarde wil omvatten in hare groote smart. Het leed verstoort de rust harer trekken niet: want liet is te overweldigend; zij schijnt in steen veranderd; cu toch doordringt haar niet alleen de smart, maar, gelijk de moederlijke liefde, zoo ook de volste berusting in den wil des eeuwigen Vaders.

Wel weten do Bologneezeu, wat zij in dit werk bezitten, daarom schonken zij het als de eeroplaats der ganschc galerij , die tegen den achtermuur der zaal, waar men hot verscheidene zalen ver in het oog heeft, cn waar het licht, van boven invallende, al zijne schoonheden doet uitkomen.quot; —

^Terwijl op den 21 Januari 1G90 de i/Lauretaanache litaniequot; in de kerk van het hertogelijke gasthuis gezongen werd, wendde het wonderbeeld de oogen— nu boven zich naar dcu gekruisigden Heiland, dan onder zich naar den grond, tevens ook naar beide kanten cn naar het dicht daarbij staande kribbetje. Dit verschijnsel word het eerst bemerkt door een vroom tienjarig meisje, en vervolgens, toen het zich uog dikwijls herhaalde, door zeer veel personen uit alle standen.

Daar die zaak veel opzien verwekte, achtte zich de toenmalige bisschop van Freising, josef clemens, verplicht aan zijne radon cn andere geleerde mannen hot onderzoek dier gebeurtenis op te dragon. Na afloop van een met zorg verricht onderzoek vaardigde hij op den Vrijdag der zeven smarten, den C April 1691, e;.'ne bijzondere gocdkcurings-oorkonde uit, waarin gezegd wordt: «dat dio wonderbare ojpgenweuding van hot beeld Onzer Lieve Vrouw

•;'1 Mji ijlil

fill

ItMr

Mïv

: O.

48'

-ocr page 288-

276

is door cone aartsbisschoppelijke orclinariaats-commissie regelmatig cn nauwkeurig onderzocht, waarvan de processtukken bij het hoogwaardigste ordinariaat Munchen-Freising bewaard worden, cn door vijf andere voorname wonderbare genezingen, die op liel vertrouwende gebed tol de smartvolle Moeder in hel hertogelijke gasthuis volgden, ter voltooiing van het bewijs buiten allen twijfel gesteld. Is het dan niet natuurlijk, dat de smartvolle Moeder in het hertogelijke gasthuis voor dc bewoners van Munchen een voorwerp van bijzondere vereering werd, cn dal voornamen en geringen van alle kanlen bedevaarten daarheen deden.

De godsvrucht der keurvorsten van Beieren voor dit wonderbeeld was zoo groot, dal zij alle Zaterdagen, zij mochten te Munchen zijn of zich le Nymphenburg of te Schleisheim ophouden, ecne heilige Mis bij hetzelve bijwoonden. Dil geschiedde nog door den keurvorst karel tiikodoor; en ook thans nog ziel men de Katholieke vorstinnen van Beieren aldaar hare gebeden verrichten.

Toen in hel jaar 1777 keurvorst Maximiliaan 111, de «Veelgeliefde,quot; op het sterfbed lag en het geheele Ileiersche volk om hem treurde cn voor zijne genezing bad, liet hij zich hel wonderdadige wonderbeeld der smartvolle Moeder voor zijn ziekbed brengen. Alle stralen, door welke de plechtige processie zich bewoog, waren vol weenenden, die op de knieën lagen en de gebenedijde Moeder met. van tranen vochtige oogen en handenwringend om genezing-van den goeden vorst en vader des volks smeekten. Toen eindelijk de stervende het heilige beeld in het gezicht kreeg, richtte hij zich met moeite op in het bed, staarde de Moeder der smarten weemoedig in het gelaat en smeekte baar:

in het hertogelijke gasthuis te Munchen cn do anJere (laarop volgende wonderen (van ziekengeuezing enz.) mot recht als overeenkomstig du waarheid cn als van de wonderdadige hand Gods en de voorbede Zijner waarde Moeder komende teekenen van genade aan dc Christelijk-geloovigcn voorgehouden en door ieder zeker geloofd kunneu worden.quot;

-ocr page 289-

277

genezing voor hem of een gelukzaligen overgang in het hernelsche vaderland te bewerken. — Nog denzeli'dendag, den 30 December, vergezelde hem maiua, gelijk hij ge-wenscht had, naar het betere vaderland. —

En hoe zeer de godsvrucht en liefde voor de smartvolle Moeder Gods geschikt is, in alle behoeften en nooden met den geest der boele en der vermorzeling te vervullen en aan het beklemde hart troost te schenken, bewijzen de vele borden met geloften, door dankbare vereerders der smartvolle Moeder Gods in het hertogelijke gasthuis le Munchen opgehangen. —

het beeld te telc1te.

(Uit: Katholiek Zondagsblad. Munster.)

Het beeld der smartvolle Moeder Gods le TcUjlc in West-falen, waarheen vele eeuwen door vrome pelgrims uit alle streken bedevaarten deden, is uit een zeer ouden tijd; doch het is niet nauwkeurig te bepalen, vanwaar en op welken tijd het te Telgte gekomen is. Een brand, die de kerk en een groot deel der stad in de asch legde, heeft ons alle nadere bepaalde historische berichten ontnomen. Maar van den vroegsten tijd af werd door de vrome geloovigen te Telgte de Moeder Gods vereerd als troosteres der bedroefden. cimiSTOFFEL lirrnari) van galgn , de vorstbisschop van Munsterland, beroemd door zijne wijsheid en vroomheid , had een zoo groot vertrouwen op de Moeder Gods, dat hij niets wilde ondernemen, zonder zich bijzonder in hare vooi'bedc aanbevolen te hebben. Toen hem dus hel commando over het rijksleger opgedragen werd en hij tegen de Turken te velde zou trekken, wilde hij niel afreizen, eer hij naar Telgte gegaan was en zich bijzonder aan de bescherming der heilige Moeder Gods had toevertrouwd. Ja, hij meende aan zijn hoog vorst-bisschoppelijk ambt

-ocr page 290-

278

niet te voldoen, zoo hij niet al zijne onderdanen aanspoorde, de heilige Moeder Gods als bijzondere Beschermvrouw van het hoogstift Munster ten innigste te vereeren. Daarom bepaalde hij in het jaar 4054 op het feest van maru-visitatie eene plechtige processie naar Telgte, meteene pracht, gelijk zij vroeger niet gezien was. Hij zelf bestierde de processie en bracht met het wierookvat in de hand openlijk en plechtig met al zijne onderdanen zijne hulde aan de heilige Moeder Gods. — De keurvorst clemkns augustus , die honderd jaren later leefde, deed dikwijls zelf te voet eene bedevaart van Munster naar Telgte, tooide het beeld der Moeder Gods met een nieuw, waarlijk koninklijk gewaad, schonk aan de kapel eene zilveren lamp, bepaalde, dat aldaar steeds een licht zou branden, en opdat de vereering der Moeder Gods overal verbreid en vermeerderd zou worden, vaardigde hij in 4754 eene ordonnantie door liet geheele land uit en bepaalde: dat er een jubilee zou gehouden worden tot aandenken aan de plechtige processie, die cnuiSTOFFEL Bernard in '105-4 naar ïelgte geleid had. liet jubilee werd uiterst plechtig gevierd, liet feest duurde 44 dagen. Reeds op den eersten dag kwamen 40,000 menschen aan. Dag en nacht werd er gebeden en gezongen. Alle priesters uit Munster moesten komen, om de biecht te hooren. Sedert ciiristoffel behnard en vóór hem was de bedevaart naar Telgte bekend en beroemd; en al was zij ook op sommige tijden niet zoo aanmerkelijk, zoo is toch de bedevaart zelve, zoowel als de processie op maria-visitatie tot op onze dagen niet alleen behouden gebleven, maar heeft juist in den laatsten tijd zeer gewonnen in blijde deelneming. Men ga voort, de heilige Moeder Gods innig en kinderlijk Ie vereeren — zij zal én voor Munster en voor ieder eene goede, hulprijke en liefdevolle Moeder zijn! —

-ocr page 291-

279

HET BEELD TE G1UNADA.

(Uit: Reisschetsen uit Spanje , door Dr. Frans Lorinser.)

Wij bezochten Ic Granada dc fraaie kerk Sanla Maria de las Ancjuslias. Ongemeen veel prachtig marmer en, helaas! nog' meer rococostijl. Hier wordt een wonderdadig Moeder Gods-beeld der «Mater dolorosaquot; vereerd, van welks oorsprong het verhaal luidt:

Waar thans de kerk zich verheft, heeft in oude lijden eene posada gestaan. Eens waren er reizigers in aangekomen, die voorgaven, door roovers uitgeplunderd te zijn, en dus om Gods wil opneming verzochten. De milddadige waard had ze verleend, en daardoor zich den zegen in huis gebracht. Dc reizigers waren engelen geweest, die gekomen waren, om zijne milddadigheid op de proef te stellen. Daar deze den volgenden morgen hunne kamer niet openden, was men nieuwsgierig geworden en had door eene reet van de deur bemerkt, dat zij vanongewonen, bovennatuurlijken glans vervuld was; en toen men de deur opende, had men niemand gevonden, maar wel in een hoek der kamer een wonderschoon beeld der smartvolle Moeder Gods, dat den wonderbaren glans uitstraalde.

II |

HET BEELD TE JEDLERSDOIiK.

(Uit: Dc Maria-verhalen iu Oostenrijk, door J. P. Kaltonbiick.)

Een bewoner van Jedlersdorf kocht zich als vroom pelgrim te Mariataf er l een beeld van dc Moeder der smarten — eene geringe plaat op een klein octavoblad — en vereerde het met stille godsvrucht in zijn buis. Toen er nu in bet jaar 17^5 een brand ontstond, die, ondanks de ijverigste pogingen, een groot deel der plaats in den asch legde, stelden verscheidene bewoners van het dorp vertrouwen in do voorbede der Moeder Gods en kwamen met den

i

-ocr page 292-

280

vromen pelgrim op de gedachte: liet genoemde beeld in den brand te werpen, om zoo, naar hunne meening, de vlammen te stuilcn.

De gedachte rijpte tot daad, en werkelijk werd de brand bij hetzelfde huis, waar men het beeld aan de verterende vlammen prijs gal, gelukkig tegengehouden. Aan het we-dervinden van het beeld was menschelijkerwijzc niet meer te denken; maar toen men zich bezig hield met het wegruimen der verbrande voorwerpen, vertoonde zich, midden onder deze, onverbrand hel geofferde kleinood, dat eerst bij het opruimen der brandplaats mot een ijzeren liaak een steek kreeg, waarvan men hel teeken hij nadere bezichtiging nog vindt.

Door deze wonderbare gebeurtenis kreeg nu dit beeld bij de bewoners der plaats zulk een groot aanzien, dat het als in triumf in de na den brand nieuw gebouwde kapel werd gebracht, en van toen al' niet slechts door de bewoners aldaar, maar door allen, die van de gebeurtenis hoorden, als een »wonderbeeldquot; hoog vereerd werd.

Eene bijzondere waarde verkreeg hel nog in het jaar 1809, toen na den vijandelijken inval de inwoners hunne huizen en hun heiligdom geheel beroofd en verwoest vonden. Voor altijd verloren waanden zij hun dierbaar, heilig erfgoed; doch ook zij vonden thans, even als hunne voorouders in 17/i-5, hel wonderbeeld ongeschonden onder hel puin, terwijl toch al hel overige verbrand en verloren was. Maar daar tie kerk verwoest en de gemeente zonder herder was, als zijnde deze, uit gebrek eener woning, naar de naburige pastorie van Jedlersee getrokken, bewaarde men dezen wedergevonden schat bij eene, naasl de kerk wonende weduwe, bij wie de vrome voor en na terugkomende bewoners der plaats en andere pelgrims uit Weenen hel bezochten cn vereerden.

Onder die omstandigheden slopen er echter spoedig wanordelijkheden cn misbruiken in, en daarom liet de toenmalige vorst-bisschop dit beeld vooreerst naar Weenen bij

-ocr page 293-

28!

de Carmelielen in de Leopoldslad brengen. Maar locn de gemeente hare kerk weer hersteld had, en deze nu van een zelfstandigen zielzorger voorzien was, verzocht zij om teruggave van de slechts tijdelijk in bewaring gegeven heilige erfenis. Haar verzoek werd ook toegestaan; en nu vereert zij sedert den 23 December 1814 in hare parochie-kerk weder het wonderbeeld met verlrouwen en godsvrucht. —

het üeeld te mau1aschein.

(Uit; m.uua-predikaticu van Pater josiii' nowak.)

In eene ongemeen lieve streek van noordelijk Bohème, dicht hij den voel van het Erzgebergte, ligt de veelbezochte bedevaartplaats «Mariascheinquot; , waar een wonderbeeld vereerd wordt, dat in de eerste helft der vijftiende eeuw gevonden werd.

Terwijl namelijk eene meid onder cene oude linde gras maaide, sprong eene slang vóór haar op en slingerde zich om haar blooten arm. Angstig riep het meisje om hulp tol de allerzaligste Maagd mauia, de Moeder des Heeren. Daar straalde een wonderbare glans van de linde af, de slang hief sissend den kop op en viel dadelijk dood op don grond neer.

Deze gebeurtenis werd in den geheelen omtrek bekend ; men onderzocht, den boom en vond in den hollen slam een beeld, eigenlijk een klein standbeeld van dc smartvolle Moeder Gods.

Nieuwe wonderen, die God op deze plaats met dc dooide geloovigen afgesmeekte voorspraak van maria bewerkte, versterkten het vertrouwen des volks, om zich hier meer in hel bijzonder in de bescherming der heilige Maagd aan le bevelen. Sedert dien lijd gaan er jaarlijks veel duizenden naar »Mariaschein;quot; Duilschers en Slaven komen er, om door de voorbede der smartvolle Moeder troost en hulp in hunne nooden le vinden.

-ocr page 294-

282

De oude linde slaat niet meer, in hare plaats kwam eene prachtige kerk, in welke het dierbare wonderbeeld nu bewaard wordt. Maar in de kerk groent en geurt en verkwikt de geestelijke lindeboom der kinderlijkste godsvrucht tot en des vertrouwens op maria. —

het iieroofde vesperdeeld.

(Uit: de pelgrim door Tirol.)

In de parochiekerk te Sand Pauls op den Eppan, (zoo heet in Tirol die volkrijke en met vele kasteden en adellijke verblijven bebouwde bergstreek, westelijk van Bozen, aan de overzijde der Etsch) bevindt zich een beeld der smartvolle Moeder Gods, dat door de handen von vrome bedevaartgangers met een rijken tooi versierd is.

Een daar voorbijtrekkend reiziger bemerkte den tooi van Maria, en daar hij zich alleen in de kerk zag, roofde hij hem en snelde heen, door geen menschenoog gezien.

Maar nauwelijks had hij een eind wegs, omstreeks van een half kwartier uurs, afgelegd, of op den weg tusschen Sanct Pauls en ünterrain, in de zoogenaamde «Tschigatl,quot; kon hij niet verder en bleef hij als vastgenageld slaan.

Daar kwam een voerman met zijn wagen aan, zag met verbazing de onbeweeglijke vaslhechting van den mensch aan den grond en wilde hem uit den weg helpen. Toen hem de mensch bekende, dat hem het verder gaan onmogelijk was, omdat hij de smartvolle Moeder Gods te Sanct Pauls van haar tooi beroofd had, ried hem de voerman aan, den terugweg te beproeven. Hij volgde dien raad, en zie, hij stapte nu zonder tegenstand voort; hij keerde dus boetvaardig in zich zeiven in droeg onder gebed en tranen hel geroofde naar de geheiligde plaats en gaf bet aan het eerwaardige beeld terug. —

Tot getuigenis van deze gebeurtenis heeft men op die plaats, waar den dief volstekt niet verder kon, een kapel

-ocr page 295-

283

gebouwd, die tol, op dezen tijd in goeden toestand gebleven is.

een zeldzaam beeld.

(Uit: Duitschc Alpenvcrhalcn, door jolt. n. Ridder van ali'EKBueq.)

Tussehen Nicderdorf en Foblach in liet, Puslerclal op de zuidelijke hoogte Aufkirchen staat sedert 1340 eene bedevaartskerk, die door paus Paulus II met vele*aflaten begenadigd is.

Het voorwerp der vrome vereering is een overoud, zeldzaam beeld der smartvolle Maagd maria met zeven hoofden. — Rondom de kerk heeft zich do gemeente Aufkirchen met een geestelijke der plaats ter oppassing gevestigd.

De zeven hoofden moeten stellig de ))zeven smarten van mariaquot; beteekenen. — Niet onmogelijk is het ook, dat de oude kunstenaar met dil beeld eene Christelijk symbolische tegenstelling tot bet dier met de zeven hoofden uit de Apocalypsis (Openbaring 13) wilde voorstellen, de zaligende verschijning des Christendoms dooi' de genaderijke Moeder Gods, tegenover den heidenschen gruwel of den godslastenaar, dien het dier met de zeven hoofden uit de Apocalypsis verzinnelijkt.

het wonderbeeld op het küppele bij würzburg.

(Uit: Sprookjesboek der Beiersehc landen, door Dr. A. sciioppmer.)

Op den »Klessbergquot;, ook «Nikolaasbergquot; genoemd, bij Würzburg, verheft zich eene maria-kapel met een Capucijner-gasthuis, gewoonlijk slechts het »Kappelequot; goheeten. In deze kapel is een wonderdadig vesperbeeld, zonder bijzondere kunst uit hout gesneden, i/i- duim hoog en door ouderdom bruin. Het stelt de smartvolle Moeder Gods voor, die het lijk baars goddelijken Zoons op den schoot

-ocr page 296-

284

draagt. Dit beeld stond vóór 200 jaren op hel midden van den berg, boven, waar de nauwe weg tussehen de elzen en de wijnbergen lieen liep, in een uit ruwen steen kunsteloos opgemetseld huisje. Maar het beeld bleef op de luchtige hoogte in zijne stille eenzaamheid niet onopgemerkt; de veldwachters, de wijnboeren, alsmede de slagersjongens, die in tie nabijheid het vee hoedden, bezochten het gaarne, cn zeer dikwijls zag men het met ruikers en kransen versierd, ol' ook in den berst met de eerstelingen der druiven behangen. Toen verscheidene menschen, die lam geweest waren, weer voor het houten beeld gezond waren geworden, werd er eene kapel gebouwd. Later hadden er zeven wondervolle verschijningen plaats, die in de oorkonden der parochie te Sanct Burkard opge-teekend zijn.

De eerste verschijning, welke de wachtposten en officieren van hel tegenover liggend bergslot Mariënberg verzekerden waargenomen te hebben, geschiedde den 21 Maart 1085, toen Ie middernacht om 12 uren en daarop in de vroegte om 4 uren een kwartier uurs lang een klokje van de kapel klonk. — Het tweede teeken werd gezien in den nacht van 20 Juni 1087, toen rle slotwachters de geheele kapel in vuur zagen staan en tegen den morgen de klok als tot den Engelengroet hoorden luiden. — De derde verschijning, die op den 20 December 1088 van den Yrouwenberg werd waargenomen, verwekte groot opzien. Wilhelm borniiag (zegt het protokol), slotbewaarder op de vesting alhier, verklaart, dat hij Maandag na den laatsten gulden Zondag vroeg vóór 5 uren, toen hij opgestaan was, bij de kapel op den Klessberg eene reeks van vele brandende fakkels gezien heeft, welke tegen 0 uren langzamerhand weer verdwenen, uitgenomen twee, die den berg wilden afgaan; maar toen zij in het midden kwamen, was de eene blijven staan en de andere weder terug naar boven gegaan en gebleven tot 0 uren. Dat had ook zijne vrouw gezien. Eveneens had hij reeds dikwijls in de kapel bijna drie uren lang

-ocr page 297-

285

door do vcnslcrs lichten gezien. Nola. Op den boven-gemelden tijd was het regenachtig weder geweest. — Eene vierde wondervolle gebeurtenis werd den 5 April 1089 door de soldaten en den onderkoinmandant der vesting opgemerkt en bevestigd, 's Avonds tegen 8 uren kwamen uit de kapel eene groote menigte brandende fakkels te voorschijn en wandelden na elkander den berg af tot op het aan den voet van den Klessbcrg gelegen timmerplein, waar zij zich in een kring samentrokken. Na een kwartier nnrs verdwenen zij, maar spoedig schitterde haar licht op nieuw, en die verschijning herbaalde zich nog tweemaal in denzelfden nacht. — De vijfde verschijning iiad plaats op den 11 September van hetzelfde jaar 1089. Yan —8 uren 's avonds en den volgenden morgen van 2—4 uren bemerkte men brandend licht in de kapel zelve, en vroeg om 2 uren hoorde men een kwartier uurs lang den klank der beide kapelklokjes. — De zesde verschijning volgde den /(■ October 1092, toen men vroeg van 4—5 uren weer brandende fakkels om het kerkje zag rondwandelen. — Maar de zevende en laatste verschijning was de opvallendste en werd door verscheidene, zoowel geestelijke als wereldlijke personen der stad Würzburg opgemerkt. Op den 25 Juli 1093, des avonds om 8 uren, zag men uit het torentje der kapel eene vuurmassa opvlammen, zoodat men elk oogenblik vreesde, dat de uitgebrande kerk zou instorten. Men snelde, om te blusschen, den berg op; maar toen men op de plaats kwam, was er noch vuur noch eenige brand-schade te ontdekken.

Deze verschijningen zijn in bronsaclitig gekleurde, van goud fonkelende schilderijen in de kapel voorgesteld. ')

1) De in het jaar 1835 overleden kloostervoogd der Capueijners, pater JOiiANN NEPOMUK KEILBERT, die in het jaar 1800, gedurende de beschieting der vesting van dezen berg door de Fransehen, het Küppele niet verliet , verhaalde dikwijls met weenende oogen, welken angst cn bezorgdheid hij toen voor de bedreigde fraaie kerk had uitgestaan; in het bijzonder merkte hij aan, dat een officier, die over het aldaar geplaatste piket het bevel voerde p

-ocr page 298-

280

Kapellen der smartvolle Moeder Gods.

DE KAPEL BIJ WÜRZBURG.

(Uit: Katholiek Volksblad voor alle standen, door piuns sausen.)

Wie ooit Ie Würzburg- is geweest, zal gewis nicl nagelaten hebben, ook zijne schreden naar liet lieve kerkje te richten, waarin zich het beeld der heilige smartvolle Moeder Gods bevindt, dat door vele wonderen beroemd geworden is en waaraan nog beden zoo menige ziel troost en hulp te danken heeft.

Midden op den Nikolaashcry, daar waar zich de genoemde kapel bevindt, stond reeds in den oudsten lijd het beeld der smartvolle Moeder Gods, dat men onder de andere beelden der heiligen, die men op den berg bad opgericht, het meest onderscheidde. De vrome zin der inwoners van Würzburg en den omtrek trachtte bet inderdaad op elke wijze zijne vereering te betuigen, en reeds in IMjaar 4050 gelukte bet, op deszell's plaats een kerkje te bouwen en bet vereerde Mariabeeld daarin te plaatsen. Van nu af werd het kerkje door het godvruchtige volk als bedevaartplaats dikwijls bezocht, en vooral op den hoogheiligen Pinkstertijd zag men er eene groote menigte vrome pelgrims in verzameld. — De volharding en voorliefde, waarmede dit bezoek voortgezet werd, bewoog den toenmaligen vorstbisschop wilhelm van we un au het te vergrooten, daar zijne ruimte te klein voor de bedevaartgangers bleek te zijn. Door de vele geconstateerde wonderen, die later bij hel beeld der smartvolle Moeder Gods plaats hadden, werden het bezoek van de wonderplaats en de godsvrucht des volks er voor van dag lot dag grooter, zoodat men eene nieuwe uitbreiding van het kerkje noodig achtte. Maar opdat nu ook de godsdienst onalgebroken er in voortgezet en aan de behoeften der geloovigen aan hulp elk uur voldaan kon

een fijn beschaafde jonge Nederlander, hem dikwijls had verhaald, hoe hij eene vrouw gezien had, die met een witten sluier de kogels had opgevangen.

-ocr page 299-

287

worden, bouwde de vorstbisschop filips van greifenklau vlak in de nabijheid een gasthuis en droeg al de werkzaamheden als zielzorgers aan de Vaders uit het klooster der Capucijnen op. De huiveringwekkende revolutie van Frankrijk, welke in dien tijd uitbrak en over geheel Duitseh-land onnoemelijk verderf verbreidde, verstoorde echter hunne werkzaamheid, die zich tot dien tijd in een gelukkig gevolg kon verheugen, zeer aanmerkelijk, .la het kerkje zelf liep wegens de nabijzijnde vesting Marienberg langen lijd gevaar, vernietigd te worden. Maai' God had hot anders besloten — het bleef onbeschadigd. Nadat men nu later ook voor de inwendige versiering gezorgd had en deze voltooid was, werd liet in het jaar 1824 door den bisschop fredeiuk van gross tot fuockau plechtig ingewijd.

De gewone weg, waarlangs men bij de kapel komt , is door de St. Burchardspoort. Buiten deze komt men op een van een muur omringden weg, aan welks einde men eene voorstelling van den Olijfberg opmerkt, een inderdaad ernstig en godsvmehtwekkend werk, dat door den heitel van achtenswaardige kunstenaars uit verschillende tijden is vervaardigd. In westelijke richting van daar verder gaande , komt men van trap tot trap, nadat men twee jonge , door linde- en acaciaboomen gevormde lanen doorgegaan is, bij de veertien slaliën omes Verlossers, die, in een hal ven kring en trapsgewijze oprijzende, tegen den berg opgericht zijn. Aan de laatste dezer treffend schoone en verheven voorstellingen in beeldhouwwerk aangekomen, bemerkt de pelgrim reeds in de verte de torens der kapel, die zich spoedig rjeheel aan hem zal vertoonen. Nog eene kleine inspanning, en hij heeft zijn doel bereikt. Nu ligt zij voor hem, bescheiden cn zedig, een heiligdom der godsvrucht, der genade en der zalige rust. Stil ziel zij in het dal neer, op de oud-eerwaardige Frankenstad, haar ten teeken, dal bier boven eene liefdevolle Moeder woont en troont, die hare kinderen gaarne om zich verzameld ziet, en hun als toewenkt: dal zij met al hunne moeiten cn zorgen uil het

-ocr page 300-

288

«tranendalquot; lol, haar /uilen opstijgen en daar verzachlenden balsem van troost vinden. Kapel en klooster zijn dicht aanéén gebouwd; heide.zijn van een fraai vrij plein omringd, dat weder door een steenen muur is ingesloten, van waar men het heerlijkste vergezicht op den beneden voorhijstroomenden Main en den omtrek heeft, die meestal met wijngaarden beplant is. Boven den ingang der kapel is een standbeeld der zaligste Maagd, die het kind .iesus op den arm draagt, zinrijk geplaatst; twee haar omzwevende engelen reiken haar een blad toe met het opschrift:

„Consolatrix afflictorum!

Troosteres der bedroefden!

Eefugium peccatorum!

Toevlucht der zondaars!quot;

Treden wij nu binnen, dan wordt de vrome stemming, die zich reeds van onze ziel heeft meester gemaakt, nog grooter; wij zijn toch op de plaats gekomen, waar God zelf zijne woning heeft en waar Zijne geliefde Moedor door hare machtige hulp ons zoo nabij is. En inderdaad, on-uitwischbaar zal bij den bezoeker de indruk blijven, dien deze eerwaardige plaats op hem gemaakt heeft. Wel wordt het oog niet door de schoone vormen van een kunstwerk verkwikt; maar overal, waarheen het ziet, ontmoet het den zin van ware vroomheid, dien echt Katholieken geest, die slechts in een vast geloof kan wortelen. Links van het hoogaltaar nu bemerken wij in eene glazen kast, die eenvoudig en edel gewerkt en van smaakvolle versieringen omringd is, het wonderbeeld zeil', de smartvolle Moeder Gods, zoo als zij het lijk baars Zoons op den schoot draagt. Haar omringen honderden borden met geloften, die alle getuigenis geven van de wonderbare hulp, die Maria haren kinderen verleent. — Op elk uur van den dag zien wij vrome vereerders voor het beeld knielen; maar bijzonder druk is het bezoek van dit wonderbeeld des Vrijdags. O hoe verheffend en slichtend is het dan, als men de goede lieden

-ocr page 301-

!289

TV 4'

Um

r. ■ If'' l?! ii

zoo talrijk hier verzameld ziet, hoc jongen oud, arm en rijk vol vertrouwen op de Moeder der smarten, op de Koningin der martelaars, op de Moeder vol genade, bidt! Noch het slechte weder, noch de steile weg weerhoudt hen; neen, zij willen ook een olTer brengen voor maria, die hunne liefde is. En dat zij, de Moeder, wederom voor elke moeite en inspanning barer kinderen hun genadig is, dat bewijst de ondervinding op de overtuigendste wijze.

Komt gij dus, vriendelijke lezer, eens in het scboone Frankenland, te Würzlntnj, verzuim dan niet, deze won-derplaats van maria te bezoeken — zij zal u onvergetelijk blijven.

\q 4

rfH

til

in . ^

m

$$ ■ fH ; |! li

ki.' ijjA-l' lï-fi1!

I # 1*

de kapel te gent.

(Uit: lleis-herinneringen uit lielgië, door louise van plünnies.)

»Te Gent bevindt zich eene kapel dor Lieve Vrouw van den Schreiboom, die in de veertiende eeuw gesticht werd. Zij is aan «Onze LieveVrouw van de zeven smarten gewijd, en nog altijd worden een aantal arme vrouwen in haar hospitaal gespijsd. De kapel ziet men met fraaie kinderbedden gevuld, welke de moeders aan de heilige Maagd maria offeren, als haar een gezond kind geschonken werd. Zij laten dan het kind tot hel achtste jaar altijd enkel kleederen van witte en blauwe kleur dragen, verbeeldende de onschuld en de nederigheid — van de Moeder des lleeren.quot; —

n

v,- t

m

|ill

i i|| ill

m

l

r

:,i

DE KAPEL DEti ELLENDE VAN EMBACII.

(Naverteld door a. j. iiamhert.k.)

In den Salzburgschen Pinzgau, op eene, hoogliggende streek, ligt aan den ingang in het fraaie dal Uauris cu liucheben het dorpje Embach. En met de bedevaarts-kapel aldaar — recht bcteekenisvol »kapel der Ellendequot; genoemd, is een

A. ITungari. A ve-Maila-K lokje. T. (j

li 11 iv.ii

-ocr page 302-

290

zeer liefelijk volksverhaal verbonden; terwijl floor parochie-aclen en een legen don muur der kapel slaanden grafsteen van hel jaar l iSO mol den naam uhsula penninger te Penningberg, geboren heil, do geschiedkundige waarheid er van boven allen twijfel verheven schijnt.

Omstreeks dien tijd leefde dus op de zoogenaamde Penninghoeve, die nog beden aan den Geschwandnerberg te Taxenbacb slaat, de weduwe ursuia penning. Haarman, ulricii, Salzburgsch kamerboer, met wien zij eeno lange reeks van jaren in vrcedzamen cchl geleefd had, stierf en liet haar een eenig kind na, eene dochter, die van de geboorte af blind en zwak van verstand geweest was Dit was voor de ouders zeker een groot kruis, maar zij namen bet in Gods naam zoo aan, als het hun de lieer had opgelegd; en wat men in bet leven zoo dikwijls ziet, dat een kind, boe gebrekkiger en bchoeftiger het door do natuur is toegerust, des le meer door de ouders bemind wordt, dal. was ook bij uusula's kind het geval. Want de ouders beminden en pleegden het als bun oogappel. —

Sedert den dood baars mans leefde de weduwe geheel afgezonderd op hare hoeve, deed in stilte zeer veel goeds en diende nu met onverdeelden zin den lieven God. Daarom beloonde de lieer dien vromen zin en wandel ook reeds in dit leven; want toen de moeder eens om eene dringende zaak naar een naburig dorp moest, en eerst na verscheidene uren terug kwam, was het meisje nergens te vinden. Angstig zocht de moeder in alle vertrekken, op alle plaatsen, waar zich het kind anders placht op te houden, maar vergeefs, het was nergens te vinden. In de hoogste benauwdheid zond nu de vrouw naar alle kanten boden en nam in dezen pijnlijken nood, gelijk gewoonlijk, bare toevlucht tot de smartvolle Moeder Gods, die toch ook in vreeselijken angst des harten drie dagen lang haar godde-lijken Zoon gezocht had, en beloofde: »haar ter eere op die plaats eene kapel te zullen bouwen, waar het kind gevonden werd.quot;

-ocr page 303-

291

En zie, spoedig kwam een der uitgezonden lieden terug met liet blijde bericht, »dat het meisje bij eene herders-kapel (waar zich nog altijd eene steenen kapel verheft) gevonden was; — het had Iham op wonderbare wijze de schoonste heldere oogen, sprak met groot verstand en zou dadelijk nakomen.quot; Toen ging de deur open en de dochter vloog, van blijdschap luid snikkende, in de armen barer moeder. Deze bemerkte vol innige zaligheid de heldere blauwe oogen van het meisje, ontwaarde het verstand, dat zich op al hare trekken, uit ieder barer woorden openbaarde, en prees luide de machtige llemelmoeder, die zulke wonderbare dingen voor baar kind van God had afgebeden. Daarop begon hot meisje te vertellen, hoe het zich had toegedragen. »Mij dreef, lieve moeder,quot; sprak hel meisje, »toen gij weg waart, een onverklaarbaar iels van huis weg, altijd verder en verder het bosch in, totdat ik op eene plaats kwam, waar mij de slaap overmande, waar illt; ging zitten en ook dadelijk vast. insliep. Toen verscheen mij in den slaap eene vrouw in een blauwen, met sterren bezaaiden mantel en met eene kroon op het hoofd. Zij lachle mij onuitsprekelijk vriendelijk toe en gaf mij met de opgeheven rechter hand den zegen. Daarop ontwaakte ik; or trok iets als een floers van mijne oogen en van mijn geest af, en ik zag voor het eerst in mijn leven hel groene woud, de heerlijke zon, de hooge bergen en het bevallige dal. Daarop bemerkte ik vóór mij in eene eenvoudige kapel hot beeld van mijne verschijning; ik wierp er mij in onuitsprekelijke verrukking'voor neer en zong luid snikkend hel Salve Regina. In dien tusschen-tijd kwamen uwe boden, en nu ben ik hier, om u, lieve moeder, die groote vreugde te verkondigen en u te zeggen, hoe oneindig gelukkig ik mij gevoel.quot; Zoo sprak het meisje; nogmaals zonken de aanwezigen vol eerbied op de knieën en dankten met luide stem den almacbligen God en de goddelijke Moeder der genade voor hel wonder, dal aan bel kind geschied was. —

19quot;

-ocr page 304-

292

Kort na de wonderbare gebeurtenis verhief zich overeen-komstig- de gelofte niel ver van die plaats, waar dit meisje genezing gevonden had, de thans nog staande heerlijke »kapel der Ellendequot; met het beeld dev smartvolle Moeder Gods; — en duizenden bij duizenden reisden er reeds sedert eeuwen heen, vonden hulp en de schillen vielen hun van de oogen des geestes, zoodat zij erkenden: dat het Katholieke Christendom alleen de ware godsdienst en ons tegenwoordig leven slechts bestemd is, om onzen geest en ons hart naar de Christelijke waarheden te vormen, ten einde eenmaal, in het betere leven, de eeuwige majesteit van den drieëenigen God te aanschouwen en de glorie der allerzaligste Maagd maria, die hier beneden op den kruisweg de smartvolste aller moeders geweest is. -—

het med: stabat mater dolorosa.quot; ')

Stabat mater doloi-osa Justa crucem lacrymosa Dum pendebat lilius;

Cujiis auimam gementem, Oontristatam et dolentem.

Pertransivit gladius!

O quam iristis et afflicta Puit illa benedieta Mater TJnigeniti!

Quae moerebat, et dolebat, Pia mater dum videbat, Nati poenaa inclyti!

Quis est homo, qui nou fleret, Matrem Cliristi si videret

Ziet de Moeder vol van smarte. Ziet haar niet gebroken harte Aan liet kruis van jesus staan ; Ziet haar droef de handen wringen, 't Diepste wee haar hart doordringen ,

Door de ziel een zwaard haar gaan!

O hoe treurig, van ter zijde. Staat de hoog Gebenedijde, Gransch verzonken in 't verdriet! Ziet haar siddren en versagen, Om haar Eóngeboorne klagen. Dien zij zoo zeer lijden ziet!

Wie zou daar niet mede klagen, Ziet hij al die smarten dragen


') Dit zoo heerlijke Mislicd wordt niet slechts op het feest der zeven smarten van Maria, maar ook in vele kerken alle Vrijdagen gedurende de veertigdangsehe vasten bij den avondgodsdienst gezongen. — Op den avond van witten Donderdag wordt dit treffende lied ook in de kapel gezongen , waarin zich het heilige graf bevindt, eu dus op den Goeden Vrijdag voornitgeloopen.

-ocr page 305-

293

In tanto supplicio ?

Quis non posset contristari Christi Matrem contemplari , Dolen lom cum filïo ?

Pro peccatis suae gcntis Vidit Jesum in tormentis Et flagollis subditum ;

Vidit suum dulcem Natum Moriendo desolatum, Dum emisit spiritum!

Eja, Mater, fons amoris, Me sentire vim doloris Eac ut tecum lugeain! I'ac ut ardeat cor nieum In amando Christum Deum, Ut sibi complacoam!

Sancta mater, istud agas, Crucifixi iigc plagas Cordi meo valide;

Tui Nati vulnerati,

Tarn dignati pro mo pati, Foenas inecum divide!

I'ac mo tecum pie flere, Crucifixo condolere,

Donee ego vixero;

Juxta crucem tecum stare, Et me tibi sociare In planctu desidero!

Virgo virgimim praeclara, Milii jam non sia am am; Eac mo tecum plangere; Eac utportem Christi mortem, Passionis fac consorteni, Et plagas recolero!

Eac mc plagis vulnerari, Eac me truce inebriari

Door de Moeder van zijn God ? Wie ziet niet den Zoon haar lijden, En zou niet een traan haar wijden. Zou niet treuren om haar lot ?

Voor der menscben zware zonden Ziet zij jusvs diep verwonden, Ziet Zijn lichaam als ontvleescht, Ziet Zijn hart als opgereten, Ziet Hem, als van God vergeten, Stil uitademen Zijn geest!

Doe mij diep in 't harte dringen, Bron van liefde, uw folteringen; Dat uw rouw ook in mij woon! Moge ik enkel voor Hem leven. Die voor mijne sclmld wou sneven; Leer mij liefde tot uw Zoon!

Heil'ge Moeder, druk de wonden. Die voor mij zijn ondervonden Door uw Zoon, mij diep in 'thart; Ach, het bloed, door Hem vergoten, Is voor mij daarheen gevloten; Doe mij decleu in Zijn smart!

Doe mij innig met u wecnen. Mij door 't kruis met u vereenen Tot des levens laatste grens; Onder 't kruis met u te toeven , Daar met u mij te bedroeven, Dit, dit is mijn hartewensch!

Eoem der maagden. die u 'tlijden Van uw dierb'ren Zoon wondt Doe mij deelenin uw pijn; (wijden. Laat met Hem Zijndond m ijdmgon. Zijne wonden , Zijne plagen Te allen tijd gedachtig zijn!

Pijnig mij met Zijne kwalen, Doe op mij dc smart ook dalen


-ocr page 306-

294

Et cvuore filii!

riarninis ue iirar succcnsus,

Per te, virgo, sim dofensus In die judicii'

Christe, cum sit hiue exiro, Da per Matrem me venire Ad palmam victoriae! Quando corpus morietur, Eac ut animae donetur Paradisi gloria! Amen.

En liet kruis aan uwen Zoon! Maagd, moogt gij in liefde ontbranden ,

TJ voor mij als borg verpanden, Treed ik voor des Rechters troon!

Christus, op der Moeder bedo Zij, na Uwen doodstrijd, mede Mij de zegepalm bereid!

En moet eens mijn lichaam sterven, Doe dan mijne ziel verwerven 's Hemels hoogste zaligheid! Amen.


Dr. F» A. staudenmaier zegt in zijn beroemd werk: ))De geest des Christendomsquot; aangaande het bovenstaande lied;

»Is dit gedicht van jAcoro benedeïïi da todi, genaamd «giacoponequot; innig, leeder, vroom en kinderlijk, dan is het de muziek van pergolese niet minder. Die jongeling bezat een hemelsch zacht en liefelijk gemoed. In zijne muziek voor hel «Slahal Mater dolorosaquot; is karakteristiek de liefelijkheid van den weemoed te midden der smarten, ja zoo recht in de diepte er van, liet glimlachen onder tranen, de goddelijke troost in den hartverscheurenden kommer, de kinderlijkheid, die ons een blik vergunt in den hemel. Het Amen klinkt lang en in zich zeil' na, de aandoening wil nieL eindigen, er schijnt in de lonen cene eeuwigheid le heerschen, en men begrijpt zelf niet, hoe hel eindelijk kan ophouden. Ja, het is do grondelooze smart zelve, die zich in dit lied doel hooren, en zij doel zich hooren in hare diepste, oorspronkelijkste lonen. Die diep klagende lonen slingeren zich alloos inniger, allijd krachtiger dooreen, en schokken met inwendige krachl alle gemoederen. Hel is de klacht in hare ware en reinste uil-drukking, de kommer in zijne vcrborgensle, geheimzinnigsle harmonie. Zoo dus zijn die lonen slechls een weerklank, een echo van hel treurende harl, van hel innigsle wezen, zij schijnen uil de verwonde borst der heilige Moeder le

-ocr page 307-

295

komen, en allen, die ze hooren, meenen hel diepe geheim van haar lijden onthuld te zien en le verstaan.quot; —

DE DIC11TKU VAN HET »STAI!AT MATER DOLOROSA.quot;

(Uit: Fcostdagpredikatiön van Dr. sebastiaan brunneh.)

1. Daar, waar het riviertje Naja in den Tiber valt, vooraan in Uinbrië, ligt op een heuvel, van een dricduh-helen muur omringd, de stad Tutli. Zij was in de middeleeuwen van groot belang, haar leger bestond uit 30,000 man voetvolk en 10,000 ruiters; zij bezat veertien burgen in den omtrek.

Kort voor 1250 werd iu het adellijke huis Benedelli te Todi een knaap geboren, die bij den heiligen Doop den naam jacor kreeg. Hij werd door zijne moeder teeder bemind en verzorgd — eiken naeht kwam zij meermalen met de lamp aan zijne wieg en boog zich iu liel'devollen angst over de wieg van haar kind. l)c knaap groeide op en werd wild en weerspannig, dikwijls moest de vader met de roede in de hand hem noodzaken naar school te gaan — want spel en grapjes op straat met de kinderen van zijn leeftijd zouden hem veel liever geweest zijn. De knaap rijpte tot jongeling en werd naar de toenmaals wereldberoemde universiteit te Bologna gezonden, aan welke zich destijds niet minder dan '10,000 jongeren der wetenschap bevonden. Schoone kleederen en leesten, smulpartijen en uitspanningen maakten daar zijne zaligheid uit, en het geld uit zijns vaders huis kan hem wel te weinig geweest zijn. Daarbij legde hij zich echter met zijn groot talent op de studie van het recht toe, hij werd doctor, en reed, nadat hij als zoodanig was uitgeroepen, trotsch, naar liet toenmalig gebruik niet een rooden mantel om, door de stad — vier universiteits-trompetters openden met vroolijke fanfaren den pleclitigen trein. De doctoren in de beide rechten stonden toenmaals in Italië in

-ocr page 308-

296

het hoogste aanzien. De vorsten maakten hen tot hunne kanseliers en raadslieden, de gemeenten kozen hen tot stads-opperhoofden. De Italianen van den toenmaligen tijd waren win- cn proceszuchtig als de oude Eomeinen, on men zag- in die dagen geen rechtsgeleerde van eenigen naam, wien niet cene menigte zijner elienten op de straten en wegen volgde. —

Doctor Jacob henedetti streefde bij de terugkomst in zijne vaderstad naar rechtszaken en winst, cn hij verkreeg beide in ruime male. Do rechlsgelecrdo wilde nu zijn aardsch geluk vorhoogen, hij huwdeoene maagd, uitstekend in schoonheid cn deugd, in rijkdom en afkomst. Eerst kort was .iacob benedetti gehuwd, toen do stad Todi in het jaar 1208 een barer openlijke spelen vierde, gelijk zij toen in gebruik waren. De gemalin van benedetti bad hare zitplaats op cene voor do adellijke vrouwen der stad bestemde stelling ingenomen; wegens hare schoonheid gold zij voor het sieraad der gansche stad. Toen het spel nauwelijks begonnen was, zakte de stolling ineen, Benedetti hoort, door het kraken en leven van het instortende houtwerk heen, den doordringenden kreet zijner gemalin — hij vliegt toe, ziet onder de offers ook zijne vrouw, en draagt de onder doodsmarten steunende naar eene eenzame plaats. Zij gaf den geest — toen men haar juist van hare kostbare kleederen wilde ontdoen; — zi j droeg builen welen van haar gemaal op haar lichaam een haren, ruw boelldeed. Toen nu de rechtsgeleerde bij den vreeselijken slag, die hem getroffen had, ook nog vernam — dat hij in zijne overleden gade een engel van vroomheid verloren had; toen hij, naar zijne eigen verklaring, de zekerheid gekregen had, dat dit boetkleed door de in allo weelde des rijkdoms opgevoede vrouw enkol tor verzoening zijner zonden ge-dragon werd, toen zonk hij, als door oene boogere macht getroffen, ineen.

Nadat hij nu oenigc dagen in sprakoloozo verstijving had doorgebracht, verkocht hij zijne have, deelde ze don armen

-ocr page 309-

207

uil, en men vond hem in kerken en oj» de stralen in lompen en armoedige klcederen gehuld, — len s})Ol dot' kinderen, die hem, den beroemden doctor jacopo benedeïti , llians »r.r\goponedal is den «mallen .iacobquot; noemden. — '

(Wij moeien deze geheurtenis in hel licht van dien lijd heschouwen. Hel was toen een onstuimige, huilengewone, opgewonden, geweldige tijd — do ondeugden de hoete hadden een scherpen, zichtbaren stempel; do karakters waren lol aan de uiterste punten ontwikkeld en gevormd — niets was vereffend, afgeschaald, afgerond, verborgen on bedekt, gelijk wij gewoon zijn dit aan een afgeleefd, krachteloos geslacht te zien, dat zich van den eenen kant aan het geruischlooze, stille verval, van den andoren kant, echter voor een zeer gering gedeelte, aan ccne verborgen doch niet uit bescheidenheid en nederigheid, mafsr uil valsche schaamte verborgen, zoogenoemde vroomheid overgeeft.)

In hel begin waren, zou men kunnen zeggen, heidensche wanhoop en rouw mol Christelijke boete in strijd — en door dien strijd waren die krachtige, opzien wekkende daden te voorschijn geroepen. De gedachte aan den dood, die hem op eens in de dagen van zijn hoogst aardsch geluk — alles verwoestend en vernietigend — vreesclijk voor de ziel was getreden — verontrustte hem dag en nacht; hij zocht nu troost en vrede in de Heilige Schrift en las die van hot begin tol hel einde door. Dal lezen bracht hem tol het besluit van vrijwillige armoede en — verootmoediging, en den spot dor kinderen ontving hij nu als boete voor do eerbewijzingen, die liij in do wereld gezocht had, en voor de achting en huldiging, die hem vroeger gebracht waren. Had hij voorheen do macht zijner rede dikwijls gebruikt om het onrecht Ie verdedigen en het recht te ondermijnen, thans wilde hij met daden getuigenis geven van de innigheid zijner boete. Half naakt, op handen en voeten kruipende zag men lieru soms op do straten, den spot, het gelach, de verachting trolseerende

-ocr page 310-

208

van hen, in wier oogcn liij vroeger zoo lioog geslaan, zoo veel gegolden had. — Een zijner bloedverwanten had op de markt een paar kippen gekocht en dacht wellicht, toen hij juist giagopone zag: «Dien hindert het niet, als hij ze voor mij naar huis brengt!quot; en verzocht hem, ze naar zijne woning te brengen. Maar giacopone bracht zo naar de kerk van den heiligen fortunatus, waar zich de be-graafplaats van dien edelman bevond, en leide ze daar op de zerken neer. Na cenigen tijd kwam de andere toornig bij giacoi'one — wijl hij Ie huis zijne kippen niet zag. Deze antwoordde bedaard: »llebt gij mij niet verzocht, zenaar uwe woning te brengen? Welke andere woning hebt gij dan, behalve die, waarin gij voor altijd zijn zult? David heeft gezegd: Uwe graven zullen uwe huizen voor de eeuwigheid worden!quot; — In dien tijd waren zulke symbolische daden, die op de vergankelijkheid wezen, van be-teekenis; zij schokten, zij gingen van mond tot mond, en gaven stol' tot de indringendste lessen. —

2. giacopone Irad nu in de derde Orde des heiligen Franciscus van Assisi. De leden daarvan kunnen, gelijk bekend is, als leeken leven, maar zij leggen de gelofte van armoede en kuischheid af. Ook verdiepte zich giacopone in de studie der theologie — en het is te denken, dat hij het hierin ver gebracht heeft bij zijn uitstekend talent, dat hij reeds als rechtsgeleerde had aan den dag gelegd. Zoo leidde giacopone tieu jaren lang een leven in den geest der boete, der onthouding en der zelfverloochening.

Nu kon wel die machtige geest ingezien hebben, dat, hij ook in zijne boete dikwijls te geweldig, te hartstochtelijk, te grillig gehandeld had, en dat hij zich niet bevrijden kon van de onrust en de wisselvalligheid des levens in de wereld. Hij besloot thans, zich in do Orde van den heiligen fiungiscus, en wel in een klooster der «Fratrum minorum, der mindere Broeders,quot; gelijk zij genoemd werden, te laten opnemen. Deze waren in het eerst wegens zijn verlangen radeloos en onzeker — een

-ocr page 311-

'200

mcnscli, die zoo veelvuldig door buitengewone daden lol hel gesprek der slad en den omlrek geworden, eenmensch, wien de spolnaam van ^mallenquot; door den plompen volksmond in zijn naam ingeweven was — in hel klooster op le nemen, aehllen zij ■— en men kan hun niet geheel ongelijk geven ■— eene gevaarlijke, bedenkelijke zaak, een gewaagd stuk. Zij paaiden hem een lijd lang met lioop. Doch hij kwam mei zijn verzoek telkens op nieuw terug; en daar hij vermoedde, dal er bedenkingen aangaande den loesland van zijn geest konden gerezen zijn, bracht hij twee gedichten in het klooster, een in het llaliaansch — beide zijn voor de nawereld bewaard gebleven. Nu begrepen de kloosterbroeders, dal zij bier met geen krankzinnige ie doen liadden, maar dat giacopone een door God bezield en hoogst begaafd dichter was — de kloosterpoorten gingen open, en de broeders erkenden spoedig, dal de dwaasheid van giacopone overeenstemde mei die van den heiligen sliebler hunner Orde fraisciscus; want ook deze werd bij het begin zijner boete op de stralen van Assisi met sleenen geworpen, en men vond hem dikwijls op het vrije veld, stroomen van bittere tranen stortende, als hij aan het lijden van cniusTus daehl. Zoo was ook de rechtsgeleerde van Todi door hoscb en veld rondgetrokken, den Schepper bewonderende in Zijne werken, psidmen zingende lot Gods lol', Aveenende en snikkende en, vroeg men hem naar de reden zijner tranen, antwoordende: «Ach, ik ween, omdat de hielde niet bemind wordt.quot; ■— Als men lol hem zeidc, dal hij zou verklaren, waaraan men weten kon, dat een Christen werkelijk zijn God beminde, gal' liij ten antwoord: »lk heb hel teeken der Ghrislelijke liefde; zoo ik God om iels bid en God hel mij toch niet schenkt, bemin ik Hem daarom te meer; en doet God juist het tegendeel, dan bemin ik Hem dubbel zoo zeer!quot; —• Deze man, die, ingewijd in ramilielwisten en lang verjaarden wrok, de menscbheid in haar haal bij zijne processen rijkelijk had leeren kennen, sprak nu: «Daaraan erken ik

-ocr page 312-

300

de linCdf! lot mijn broeder, dat ik hem niet minder bemin, wijl liij mij beleedigd heelt!quot;

En die Christelijke liefde schonk hem ook al hare gaven — zij verleende hem een hemelsch geduld. Men zond hem eens over eene zaak naar Rome in gezelschap van eenige Ordesbroeders. Zij, die de zaken van het Roomsche hol' behandelen moesten, betoonden zich traag, en reeds begon het geduld der geleiders van giacopone Ie dalen. Toen zij hem vroegen, of hij dan niet moede werd, met zulke menschen te onderhandelen, antwoordde hij: )) Het verbaast mij zelfs, dat zij mij verdragen en niet wegjagen als een duivel!quot;

liet gevoelsleven trachtte hij niet geheel uit Ie roeien noch de menschelijke natuur Ie dooden, gelijk het den mystici van dien tijd dikwijls verweten wordt — zijne taak was, zooals hij zelf verklaarde, de zinnen onder de heerschappij der wet Ie brengen. Hij verhaalde deswege eene gelijkenit, die van zijn dichterlijken geest getuigt; zij luidt: Een jong meisje van volmaakte schoonheid, die een edelgesteente van de hoogste waarde bezat, had vijf broeders, welke zonder wereldsche goederen waren. De eerste was luil-speler, de tweede schilder, de derde koopman in reukwerken, de vierde kok en de vijfde oefende een schandelijk bedrijf uit. Nu kwam de muziekant, door den nood gedrongen, bij het meisje en sprak: »Gij weet, lieve zuster, dat ik arm ben; geef mij uw edelgesteente en ik wil daarvoor mijne luit stemmen en u mijne schoonste liederen voorzingen!quot; De zuster gaf ten antwoord: »En als de klank der liederen weggestorven is, waarvan zal ik dan leven? Neen, ik verkoop mijn edelgesteente niet, maar wil het behouden, totdat hot mij een echtgenoot verschaft, die mij fatsoenlijk onderhoudt!quot; Daarop kwamen de schilder en de overige broeders, van wie ieder het kleinood verlangde en ter vergelding zijne diensten aanbood. Maaide zuster zond hen met hetzelfde antwoord heen. Eindelijk kwam er een machtig koning, die ook naar het bezit van

-ocr page 313-

301

11

hel cdelgesteonte dong. Dezen antwoordde hel meisje: «Weel, heer, dal ik niets op aarde bezit, dan dit kleinood; en als ik het u vereer, wat geeft gij mij er voor?quot; En de koning beloofde, haar lot gemalin te zullen nemen, en haar als zijne hooge meesteres Ie beschouwen, en haar eeuwig leven met overvloed aan alles te verzekeren. Daarop antwoordde zij: »IIcer, uwe beloften zijn zoo groot, dal ik ii dit geschenk niet weigeren kan, ik geef hot u gaarne!quot; En dit zeggende gaf zij hem het edelgesteente. — Het jonge meisje beteckenl nu de ziel van den mensch, hel edelgesteente den vrijen wil, het eenige goed, waarover zij onbeperkt beschikt, de vijf broeders verbeelden de vijf zinnen, en de koning is God zelf, aan wien de zfel zich overgeeft, en die haar tot eiken prijs gaarne zijne gemalin noemt. —

Naast zijne gaven als dichter stond hij, de boeteling, ook op de hoogte der wetenschap van zijn tijd, hij kende de Christelijke en heidensche schrijvers even goed — als hom vroeger de kennis der wetten van justinianus eigen was.

Hij zou de heilige priesterwijding ontvangen, maar wees die, als eene waardigheid, welke hij niet verdiende, met de woorden af: «Ik wil leekebroeder blijven en voortdurend de laagste luiisdicnsten verrichten lquot; In don regel was enkel water en brood of de grofste spijzen zijn voedsel. — Men zegt van hem, dat hij zich eens midden in zijne, vasten de kostbare gastmalen herinnerde, waaraan bij in zijn vroegeren stand deel nam en die hij ook zelf menigmaal aan zijne vrienden gaf. Daar de bekoring, om het gebod der vasten te breken, hem overviel, nam het een stuk van bloed druipend vleesch, hing het in zijne cel op en pijnigde zich door den reuk van de verrotting er van. Toen sprak hij tot zijne zinnen: nDal is het voedsel, waarnaar gij verlangd hebt, geniet het thans!quot; Doch de bederllucht trok door het geheele klooster. De cellen werden doorzocht en bij ciacopone vond men het rottende vleesch. Hij werd aangeklaagd de kloostertucht verbroken te hebben en in da

I

§1!

m

I

-ocr page 314-

302

sleclitsle plaats van het liuis opgesloten. Verre was liel van hem, dal, hij opheldering zon geven, wat dit vleesch bij hem had moeten beteekenen — hij was blijde, weer eene vernedering, een lijden gevonden Ie hebben, en vervaardigde in zijne gevangenis een heerlijk jubellied op de goddelijke Lielde. —

3. giacopone had in liet klooster vrede gezocht — maar de twisten, die in de wereld heerschen, vinden hun weg dikwijls ook over de kloosterdrempels. De Orde was toenmaals, helaas! in twee partijen verdeeld — de eene was voor do strengere Ordetncht — onder deze de ongemeen strenge boeteling giacopone, de andere voor de lichtere; zij zeide: «De strenge regel is meer voor engelen, dan voor mensclien geschreven.quot; Toen werd in hel jaar 121)4, nadat de pauselijke stoel twee jaren en drie maanden ledig gestaan had, tot Opperhoofd de kluizenaar petrus van moiiiione gekozen; uit een arm hol in het gebergte der Abruzzen, gekleed in het ruwe, haren gewaad, werd de heilige grijsaard tol den pauselijken stoel geroepen en nam den naam coelestinus v aan. Mij, die zijn leven in de strengste vroomheid had doorgebracht, deed in den twist der Orde uitspraak ten voordcele der strengere Observanten. giacopone maakte op den paus een lofgedicht — vermengd met vele ernstige waarschuwingen. De paus vernam die waarschuwingen en werd er te meer dooi' getroffen, daar zijne nieuwe stelling boven de hooggaande golven aller opgewonden hartstochten van een hoogst onstuimigen tijd hem met hare ontzaglijke verantwoordelijkheid verschrikte. Eeeds na vijf maanden legde coelestinus de hoogste waardigheid der Christenheid neer en ging op nieuw naar zijn hol in de Abruzzen, om zijne nog overige levensdagen in armoede en gebed door te brengen, gelijk hij vroeger gewoon was geweest.

Nadat bonifacius vin gekozen was, trad eene partij op vijandig aan dit Opperhoofd der Kerk (gebeurtenissen, gelijk zij in die verwarde, gewelddadige lijden dikwijls plaats

-ocr page 315-

.■gt;():!

hadden) — cn lol die partij behoorde ook hel le Rome maohlige huis colonna. De Franciscaners hadden dcslijds ook een klooster te Palestrina, cn Palestrina was een leen der colonna's cn iiunne iioordsterkle. Drie maanden lang verwijlde giacopone in dat klooster. — Door hel krijgsvolk der colonna's afgesneden van all(f hcrichten van huilen — dachten die edellieden, zal de begaafde geest tc lichter le misleiden zijn en le gemakkelijker voor hunne plannen te winnen, jacob en peter colonna stelden in eene oorkonde een protest op tegen de keus van üonifacius vin , cn noemden hem een onrechtvaardigcn bezitter van den Heiligen Stoel.

giacopone werd om den tuin geleid, alle gebcnrlonissen werden hem onjuist voorgesteld — en hij liet zich overhalen, op die oorkonde als getuige Le teekenen. De oude rechlskundige en godgeleerde was hier tot zijne vernedering en boete in den strik geloopen, hij had zich laten mis-Iciden en moest bitter daarvoor lijden. De banvloek, die de colonna's trol, trof ook allen, welke als getuigen op die oorkonde stonden ■—• daarbij had giacopone ook een hevig, gispend gedicht op den paus vervaardigd, waarvan de colonna's zich lot hunne doeleinden bedienden. Dit is in hel boetleven van giacopone de treurigste geheurlenis; maar wij moeien bedenken.-—• dal de misleide tegen den onrechlinaligen bezitter van den Heiligen Sloel, cn niet legen hel wetlige Opperhoofd der Kerk meende op le treden.

Nu bracht giacopone vijfjaren lang in den kerker door. Hij zelf schilderde de onderaardsche plaats, waarin hij als een leeuw opgesloten was; op den sleenen vloer rainnieldcn dc ketenen, de cipier liet hem in eene mand zijn dagelijksch brood naar beneden, en hij moest zich naar de monding van eene buis buigen, om zijn dorst te lesschen. Bij die gestrengheid glimlachte de oude boeteling; hij placht te zeggen, dal men hein niet meer leed kon aandoen, dan hij zich zeiven loewenschle, sedert dertig jaren had hij

-ocr page 316-

304

God gebeden, hom te straffen; dus was hij blijde, dat hij zich nu veihoord zag, en onder liet rammelen der kelenen klonken zijne lofliederen lot God.

In hel jaar 1303 werd hij door paus benedicïus xi van den ban vrijgesproken en werd de over hem gevelde straf opgeheven. Nu begaf hij zich naar het Franciscaner-klooster te Collazone — dit was eindelijk zijne rustplaats voor do nog overige levensjaren en de plaats van zijn dood. —

■4. Wij zien aldaar die onstuimige natuur — na lange strijden tol vrede gekomen en gezegend met de hooge blijdschap van ware liefde tol God en hare zuster, de ware, Gode welgevallige menschenliefde. — Eene innige, edele vriendschap verbond hem met den broeder joiun van alverina, een man, in wien de geest des heiligen franciscus leefde.

Tegen het einde van jaar 1300 werd giacopone zieken zag zijn einde nabij. De broeders noodigen hem uil, de Sacramenten der heilige Kerk te ontvangen, en verwonderen zich, dat hij niet zelf de begeerte daarnaar heeft te kennen gegeven. Maar hij antwoordt: »lk verwacht mijn vriend johan van alveuina; uit zijne handen zal ik bet lichaam des lleeren ontvangen.quot; De monniken ontstelden — want de I ijd was reeds te kort, om den ver af zijnden vriend nog tijdig te halen. Maar de stervende zeide de geloofsbelijdenis op en richtte zich, als hoorde hij zijne broeders niet, in de hoogte — een door hem zelf vervaardigd godsdienstig lied aanheffende. Nauwelijks was dat lied ten einde, of de broeders zagen twee leden hunner Orde over hel veld aankomen — de een was joiian van alverina. Een onweerstaanbaar vermoeden bracht hem bij het sterfbed zijns vriends — beide vrienden waren toch in een hooger levens-verkeer met God omsloten, joiian gaf giacopone den vredekus en diende hem de heilige Sacramenten toe, waarop deze versterkt en blijde het door hem vervaardigde lied aanhief;

//Lieve .tesus, ons vertrouwen,

Uwe hoop mialeidt ons niet!quot;

-ocr page 317-

305

Toen heL lied uilgezongen is, roept hij zijnen broeders toe, in heiligheid en deugd te wandelen, hefl handen en oogen ten hemel en sterft met de woorden: «Heer, in Uwe handen beveel ik mijn geest!quot;

Zijne broeders spraken: »Nict de ziekte, maar de overmaat van goddelijke liefde heeft hem het harl gebroken!quot;

De zalige stierf in den Kerstnacht op het oogenhlik, toen de priester in de aangrenzende kloosterkerk dc Vroegmis begon en het »Gloria in excelsis Deo!quot; aanhief. — Hij vverd zalig gesproken. De armen drongen om zijn graf. •— Hij was een volksvriend in den echt Christelijken zin des woords. Hij dichtte niet zooveel heilige liederen in de Latijnsche en Italiaansche schrijltaal, die hem toch, gelijk de stukken bewijzen, even volkomen als den eersten dichters van Italië ten dienste stonden. Hij dichtte meestal volksliederen, die de hergvolkeren van Urnbrië ten troost, vrede cn ter onderworpenheid strekten.

Bisschop anghlo cksi verzamelde in het jaar '159(1 het gebeente des boetelings, zette het in de kloosterklerk des heiligen fortunatus te Todi bij, liet een gedenktceken oprichten, waarop de woorden stonden: »Dit is het gebeente van den zaligen giacopone de denedetti, uit Todi, van de Orde der Mindere Broeders, die, zich uit liefde tot Christus door cene nieuwe kunstgreep krankzinnig houdende, de wereld misleidde en den hemel verwierf.quot;

5. De heilige Katholieke Kerk zeil erkent in giacopone da todi een der grootste, innigste en meest begaafde vereerders van maiiia — cn verhief hem lot den eersten en hoogst bezielden bezinger van haar lof. Slaan wij het Missaal, hel Misboek der heilige Katholieke Kerk open — enkel bij ééne maria-MIs vinden wij daarin een lied — en dat lied is van giacopone — dat lied is het wonderbare »Slabal mater dolorosa,quot; dat sedert eeuwen op den ganschen aardbol gezongen wordt. Maar hij is ook ecu der meest beroemde en verst verbreide dichters der wereld. Gaan wij naar Indië, naar Nieuw Holland, naar Japan, naar

A. ITungavi. Ave-Maria-Klokje. ^ 20

-ocr page 318-

300

China, naar Midden-Afrika — overal vinden wij Katholieke Misboeken, overal Katholieke tempels, en overal het »Stabat mater dolorosa,quot; — Zoekt op duizend plaatsen, waar het «Slahal mater dolorosaquot; hekendis, of gij daar een iiomehus, een viitGiuus, een shahespeare, een göthe, een schiller vindt — het zal vergeefsche moeite zijn! En dns moet men zeggen: «Niet slechts het eeuwige leven voor eiken mensch — ook de aardsehe onsterfelijkheid kan de Kerk aan door God bezielde zangers schenken!' En dit is ons ook een teeken van de grootheid en verhevenheid der heilige Katholieke Kerk: zij vergeet eene misdaad van ongehoorzaamheid zelfs jegens het Opperhoofd der Kerk. Wijl de zondaar door hoete den Hemel verzoend heeft, schenkt hem ook de Kerk op aarde verzoening; open en plechtig erkent zij zijn boetvaardig leven, zijn heilig, goddelijk, bezield lied.

de componist van het ))stadat mater dolohosa.quot; uit pubgoi-ese's jongklinosjaren.

(Naar: Leven van Giovanni battista peroolese.)

Op den heiligen Goeden Vrijdag wordt in vele godshuizen, en wel in alle wereldstreken, het lied van de smartvolle Moeder Gods «Slahal mater dolorosaquot; gezongen, dat, op de toehoorders den treffendsten en godvruchtigslen indruk maakt. Dit even melodieuze als roerende meesler-sl.uk is de compositie van Giovanni battista pergolese.

Hij is in hel jaar 1710 le Jesi hij Napels, eene kleine stad van Italië geboren, werd vroegtijdig door zijne ouders naar Napels gebracht, welke daar spoedig in de grootste ellende stierven. Men nam hem in hel «Conservatorium der armen van jesus Christusquot; op. Dit was eene weldadige inrichting voor vondelingen en ronddolende kinderen. Men leerde hun lezen, schrijven, rekenen, Latijn, maar

-ocr page 319-

307

vooral muziek, met behulp waarvan zij spoedig ia slaat waren, hun levensonderhoud tc verdienen.

pergolese was twaall' jaren oud, loen hij in deze woningvoor ongelukkigen en verwaarloosden opgenomen werd. — Hij zijne komst in de inrichting leerde liij het eerst de viool onder een goeden meester, met name matteis. liet kind maakte snelle vorderingen.

I^ens, toen hij op de slaapzaal alleen gebleven was, terwijl zijne makkers in den tuin rondsprongen, begon hij 'zulke moeieiijke en tevens zulke roerende passages te spelen, dat de dolle troep midden in zijn spel ophield en zich om bet venster groepeerde, waaruit de (eedere accoorden klonken. Vervolgens liepen alle kweekelingen, de kleinsten zoowel als de grootsten, den trap op, als dooi' eene onweerstaanbare macht aangetrokken, slieten de deur der slaapzaal open en vormden een opmerkzamen en verrukten kring om den jongen mnziekant. Men stelle zich den armen kleinen jongen voor met zijn bleek en treurig gelaat, zijne groole blauwe oogen, vol zachtheid in de uitdrukking, zijne kale kleederen, tegen bel venster leunende, want hij ging wat mank, den blik op het tegenover hem hangende beeld der smartvolle Moeder Gods gericht, en omringd van al de jonge blonde en bruine hoofden, die godsdienstig en vol geestdrift naar hem luisterden. Een zonnestraal verlichtte den boek van dit een coitHEGio waardige beeld. — Toen de knaap zijne triller-arpeggio's en zijne cbromatisclie loopers geëindigd bad, verscheen ook zijn onderwijzer op de viool. Hij hoorde hel einde van hel stuk, streek hem over de wang en sprak: «Bravo! maar kunt gij mij ook opschrijven, wal gij zoo even gespeeld hebt?quot; Een diepe blos vloog over pergolese's gelaat, want bij was ongemeen bescheiden en beschroomd; hij beloofde echter, dat bij zijn best zou doen.

Den volgenden dag bracht bij zijn muziekstuk zoo zuiver geschreven, dal de oude professor, onuitsprekelijk verbaasd en niet kunnende begrijpen, boe de knaap reeds zoo bekwaam was, het voorhoofd fronste. De knaap, die hem

20quot;

-ocr page 320-

308

meende geërgerd te hebben, maakte eene beweging om weg te loopen; maar de onderwijzer had hem spoedig ingehaald. Zonder iels Ie zeggen, trok hij hem door twee of drie gangen, ging eene verdieping lager en klopte aan eene deur. »Binnen!quot; riep men in de kamer, pergolese was meer dood dan levend; hij was bang, dat men hem eene voorbeeldige straf wilde geven, want het was de kamer van den directeur. Deze, een streng en duister man, droeg een zwarten slaaprok met kleine bloemen, die er van verre als spreuken uitzagen en hem het voorkomen van een toovenaar gaven, gelijk men die in de sprookjes pleegt te schilderen. Op zijn ontzaglijk hoofd had hij eene slaapmuts met een dreigenden strik. Die directeur was de beroemde gaëtano r.nEco, een der uitstekendste componisten van die eeuw. «Mijn lieve directeur,quot; zeide de oude MATTEis op een eigenaardigen toon, waarin tevredenheid en wrevel vermengd waren, «ik breng u hier een knaap, die reeds meer weet dan ik. liet kost mij overwinning, dit te erkennen, maar het is waar; ja, hij speelt de viool veel beter dan ik. Als hij zoo voortgaat, wordt hij een grooter muziekant dan wij! Maar daartoe is hel noodig, dat gij hem in uwe klasse neemt, waar enkel de bekwaamsten zijn!quot; De directeur richtte zijne oogen op hem en zeide: allebt gij lust om te werken?quot; — ».la! ja!quot; stotterde peugolese met sidderende stem. — «Nu, dan wil ik u van morgen af bij het werk zien.quot; — De knaap, door eenige vriendelijke woorden gerust gesteld, ging nog den-zelfden avond aan het werk. Ilij toonde zoo veel geschiktheid en aanleg, dat de directeur hem als zijn zoon lief had.

pergolese overtrof spoedig alle muziekanten van zijn tijd in de behandeling van zijn instrument, maar vooral in de compositie. Niemand schreef zulke zuivere, teedere en bovenal vrome melodieën, niemand zulke rijke en afwisselende accompagnementen.

pergolese had het Conservatorium nog niet verlaten, toen de stad Napels, midden in de vermaken van den

-ocr page 321-

309

carnaval, door cene vrocselijke aardbeving uit haar zwijmel gewekt werd. De geheele stad zwom in tranen van rouw; het volk, dat in de straten op de knieën lag, sliet een jammerkreet uit en riep onder angst en vrees hot medelijden en de ontferming Gods in. Do aartsbisschop beval openlijke gebeden, die drie dagen en drie nachten moesten duren. Men droeg den jongen pergolese op, eene Mis voor twee orkesten te schrijven. De jonge man rechtvaardigde de keus, welke men bij die plechtige en ernstigste gelegenheid gedaan had, en onder het volk stond algemeen het geiooiquot; vast, dat de godsvruchtigste en roerende innigheid zijner hemelsche melodieën den toorn Gods en Zijne stralgerech-tigheid hadden bevredigd.

Hel «Slahal mater dolorosa,quot; dat hij korten lijd daarna componeerde, is zijn hoofdwerk. — Iets godsdienstig kla-genders, hartverscheurenders, schokkenders, nederbuiganders en weder balsamiek verkwik tenders, gerustslellenders, troos-tenders en verhelVendcrs, dan het in de wonderbare tonen dezes lieds van de smartvolle Moeder Gods klinkt, zal er wel anders nergens meer te boeren zijn!

pergolese stierf kort na de voltooiing van het «Slahal maler.quot; Buitendien ziekelijk, werd hij door eene horstkwaal aangetast, en aan deze stierf hij in hel jaar 1 739 te Torre del Greco, aan den voet van den Vesuvius, waarheen hij zich tol zijn herstel begeven had. Mij stierf in zijn negen en twintigste levensjaar. — Zijn leven was kort, maar vroom en rein, zoo als weinige, en de luidste roem sierde de slapen des overledenen, wiens werken thans nog elk gevoelig hart met do godvruchtigste gewaarwordingen vervullen.

Naar het algemeene oordeel der Italianen heeft hem in muziekale uitdrukking niemand overtroffen, eenigen noemen hem den «dominicuinoquot; of zelfs wel den »raimiaelquot; inde muziek. —

-ocr page 322-

310 Het offer.

(Naar; Muzickale novellen van euse poi.ko.)

Diclil bij de stad Napels, aan de zachte helling vaneen hloeicnden heuvel, verborgen achter een welig groeiend hoschjc van prachtige laurierrozen, overschaduwd van platanen en olijlboornen, half overgroeid en bedekt door kostelijke magnolia's en sierlijke ranken, stond een oud stecnon heiligenbeeld: het was een hoog crucifix met de treurende Madonna aan de voeten. — Misschien hadden wonderbare lotgevallen die groep daar gebracht, en bad vroom geloof getracht liet kleinood togen vernieling te beschutten, door bet naar die stille schuilplaats te voeren; want het werk was van uitstekende, treffende schoonheid en had wel zijne plaats in eene der schoonste kerken verdiend. In allo vormen dor levensgrooto gestalten vertoonde zich die meesterhand, welke den harden steen in eene weeke massa verandert en hem wonderbaar bezieling en leven schenkt; bet was de overwinnaar des levens, wiens gestalte daar hoven aan het kruis hing, niot de gemartelde stervende; de verheven trekken des gelaats, heilig, rustig, bijna reeds verheerlijkt, toonden nergens meer een spoor van lijden en strijd. — Maar maria, do «mater dolorosa/' welk oen gezicht! Eene heerlijke gestalte, ter neder gedrukt, niet gezonken onder den last des jammers, een wondervol gelaat, waarop do ontzaglijkste smart versteend lag, bet beeld van oen lijden, dut nooit on nimmer wil eindigen. Stoonen tranendroppels hingen, o, zoo ontzettend zwaar! aan do wimpers, on om don mond trilde een wee, dat als bet smartelijkste verschijnt, wat ooit eene moeder ondervonden beeft. Medelijdend hadden frissche groene bladeren zich aan het gewaad der lijderes gehecht, en zoete bloemen, dicht naast bel lichaam des Gekruisigden ontsproten, dokten zacht de teekenen der wonden. Zelden gebeurde het, dat een voorbijtrekkend reiziger dit beeld ontdekte, zelden boog zich eene knie voor dit kruis.

-ocr page 323-

3H

Doch op een schit terenden Oclobennorgen desjaars 1738 geschiedde het, dat een jong bleek man zich vooi1 liet eenzame heiligenbeeld nederwierp; ziek en ernstig was zijn gelaat, moede en treurig hel donkere oog, zwak en ge-hogen de hooge gestalte: diep zuchtend staarde hij op den Gekruisigde. Eene huivering der vurigste godsvrucht overviel hem; hij zag de maagdelijke trekken der heilige Moeder Gods, zag het namelooze leed op haar gelaat, en beefde terug voor de uitdrukking van zulk een onmetelijk wee. Een oneindig medelijden doordrong zijne ziel; het was, als moest hij ze met geweld los maken, die zwaarden, welke de gekwelde horst doorboorden; het was hem, als riepen de steencn tranen aan de wimpers luide om ontferming. De pijn van eene zware borstkwaal, die hem naar de zachte lucht van Napels gebracht had, en in eenzame, troost behoevende uren hierheen, verdween voor de reuzengrootte van dien stommen jammer, alle krachten werden in dat volle hart teruggedrongen, hij vergat de knagende pijnen zijner borst en neigde ootmoedig het hoofd.

Daar klonk een helder zoet »Aw-maria!quot; door dc lucht, gezongen door twee vrouwenstemmen. Een paar zusters, wier zieke moeder door de voorbede der Madonna genadig genezen was, kwamen daar aan, om dei' Hemelkoningin het dagclijksche dankoffer van l'rissche bloemen te brengen. De beide stille, zachte gestalten legden geurige kransen aan de voeten van bet crucifix neer, baden zaclit cn gingen toen verder.

Nu zag de jonge man op en bad met roerende stem: «Madonna, ontferm u mijner, opdat ik met geduld cn onderwerping aan God de smarten mijner zieke borst verdrage en dat ik eenmaal zalig met jesus ciiiustus, uw Zoon, afsterve! Zeg, ja zeg, wat ik voor u doen moet, om u mijne kinderlijke, mijne innigste liefde te kennen te geven!quot;

Toen was het, als scheurde ei' een sluier van voor zijne smeekende oogen; het Mariabeeld scheen zich te bewegen, een blik des levens schoot door het gelaat der smartvolle

-ocr page 324-

312

Moeder, en de sleenen mond sprak: «Breng mijner onmetelijke smart een waardig offer; neem deze vreeselijke stijve tranen van mij weg, verweek ze, opdat zij zacht heenvloeien en mijn gemarteld linrt verlichten; laat mijne verstijfde wonden zoet bloeden, en uw gebed om geduld cn onderwerping ami God, en om een zalig afsterven in mijn Zoon zal verhoord worden!quot;

Toen de bedwelmde weer tot helderheid van gedachten gekomen was, schoot de middagzon reeds hare gloeiende stralen, en al wat leefde, verborg zich schuw voor haar heeten, verzengenden adem. Enkel de weder bijgekomene lette er niet op; zijne wangen gloeiden, zijne oogen schitterden, een zalig lachje speelde om zijne lippen; haastig snelde hij terug naar Napels.

En den volgenden morgen kwamen weer in de heldere morgenzon de beide zusters; en zoo kwamen zij dagelijks en zongen haar kinderlijk vroom Aw-maiua! waarbij de zilverheldere sopraan der eene verrukkelijk contrasteerde met den vollen alt der andere.

De zieke verwijderde zich telkens bescheiden, als deze bidsters kwamen, en verborg zich in de nabijzijnde struiken, om naar hare liederen te luisteren.

En weder eens vonden de zusters aan het heiligenbeeld den jongen man met de bruine lokken en het peinzende voorhoofd; maar ditmaal knielde hij niet, gelijk anders, voor het kruis; hij lag aan de helling des heuvels, liet de bezielde blikken heen en weer gaan, had een blad in de hand en schreef er met een stift allerlei zonderlinge figuren op; daarbij schitterde zijn gelaat als in hemelsche heerlijkheid.

Zoo zagen de zieke en de zusters elkander dikwijls, zonder een woord samen te spreken; zij stoorden elkander niet.

En zoo ging de winter voorbij, en zoo kwam de Maart aan, die wonderzoete maand in Italië, met hare frissche knoppen, heldere bladeren en zoele lucht.

-ocr page 325-

313

De zusters bemerkten niet, dat de gestalte des jongen mans ondanks den verlevendigenden adem der lente altijd meer verviel, zijn tred zwaar en zi jne wangen holler werden; want een bedrieglijk, licht rood rustte als een waas op zijn edel gelaat, en de donkere oogen schitterden van een bovenaardsch vuur.

Daar naderde bij op een dag voor de eerste maal de zusters, de zoo gemoedelijke zangeressen, en vroeg, in vroom opzien tot het crucifix en do smartvolle Madonna: »Mag ik u morgen wel een gezang brengen, een lofzang op de heilige Moeder Gods? En wilt gij het voor mij zingen met uwe zuivere, schoone stemmen, en mij zoo een ufj'or helpen brengen. Madonna heelt zulk een olïer begeerd, en heelt mij iets zeer heerlijks tot loon beloofd! O, hoe verlang ik naar de vervulling! Helpt mij, helpt mij mijne gelofte volbrengen! Zingt aanstaanden Zondag mijn gezang aan de voeten van dit crucifix, en gij zult getuigen zijn van de wonderen, die Madonna aan mij doet!quot;

De zusters knikten vriendelijk, ten teeken van toestemming, den verzoeker toe. —

liet was den 10 Maart, op een Zondag avond, toen de drie gestalten weer bij het heiligenbeeld aankwamen. De meisjes brachten weer de geurige bloemkransen. Hel crucifix zag ernstig op de groep neer. De uitgeputte jongeling stortte neder, hiel' de wasbleeke handen op en riep diep bewogen en onder boete tranenstroomen: ))Heilige Moeder der smaden, neem mijn offer aan!quot;

En naast hem verhieven zich, als klinkende oflergeur, de beide vrouwenstemmen wonderbaar zuiver, ernstig en verheven; zij zongen de woorden:

//Stabiit mater dolorosa Juxta crucem lacrymosa Dum pendebat filius!quot;

Geen lenteluchtje suisde door de bladeren der hoornen, geen geluid werd rondom geboord; hel was eene heilige

-ocr page 326-

3U

slille, een verstommen der natuur voor de groolschheid en ware heiligheid van die melodie, van dat gezang. Een diepe, zachte weemoed sidderde in de vrouwenstemmen ca droop neer in clken toon.

De bidder scheen in verrukking weg le smelten. Onal-gewend, in onbeschrijfelijke opgewondenheid, in verlerenden angst, in koortsachtige verwachting hingen zijne trekken aan de trekken der smartvolle Moeder Gods, en toen de woorden nederzweefden:

//Quia est homo, qui nou fleret,

Christi matrem si videret In tanto supplicio?quot;

toen de tooverachtig zoele tonen, vol van hel verhevenste medegevoel, van de lippen der bezielde zangeressen vloeiden, zie! toen heelde het strakke gelaat der Mater dolorosa onder het crucifix: de onnoembaarste smart loste zich op, ecne hemelsche aandoening schitterde om den schoonen mond; de drukkende steenen tranen werden week, smolten weg; de wonden der mei zwaarden doorboorde bord bloedden ; heele droppels vielen neer op hel hoofd van den o f f e rend e.

Toen verstomden de knagende pijnen van zijn afgemat lichaam, toen verhief zich met vollen, vrijen adem de vroeger zoo door angst benauwde, zieke borst, eenewonderzoete afmatting overviel hem, hij strekte in vurig verlangen de armen naar het heiligenbeeld uit, zag vroolijk op naar den hemel, en een glimlach vloog, als een zonnestraal, over het gelaat des neerzinkenden; dekreet: »jesus en maria!quot; verstierf op de bevende lippen; — Giovanni i1attista pergolese was dood! —

liet wonderbeeld der treurende Madonna staat al lang niet racer op deze eenzame, liefelijke, tot gebed opwekkende plaats, die nu met jasmijnslruiken en aloë-boschjes bedekt is, en het lijk van den met roem bekroonden meester, wiens geloovige ziel het heerlijke Stabat mater zong, rust

-ocr page 327-

1 i:r

315

I. 1

in den koelon dom van Yescoralo; cn moge onder dc zware schreden des tijds zijn lijk en dien dom vervallen, des zangers lied van de smartvolle Moeder Gods zal in do Kerk Gods immer, dal is onslerlelijk blijven! —

Kloemiijc «corona ciiuisti.quot;

Onder den naam «Corona Clirisliquot; ol' in onze moedertaal «Doornenkroon van Christusquot; verstaat men eene bekende klaversoort, welke de smartvolle Moeder Gods onder het heilige kruis van haar Zoon in bloei moet hebben gevonden. Op dit bloempje heeft de Duitsche dichter eduard mörike een lief gedichtje vervaardigd, waarvan hier eene vertaling:

//Der Moeder eigen vnu den Zoon,

Wijst gij den glans der kleuren af:

Gij tooit u met de doornenkroon,

Die des Verlossers hoofd omgaf!

Verborgen leed brengt gij tot rust,

Miskende liefde, heil'ge smart;

Gij zijt der oogen schoonste lust Voor een getrouw, godvreezend hart!quot;

MM

De bloem „vergeet mij niet.quot;

(Uit: Do maru-predikcr, door ludwig gemminokr.)

Voor den tiran antiochus stond eene heldhaftige moeder met zeven zonen en zag niet slechts tien eencn na den anderen om het gelooi' in de wreedste pijnen sterven, maar zij moedigde ook allen aan tot do vroolijkste volharding. «Terwijl zij naar allen zag,quot; zegt dc heilige augusïinus, «leed zij van allen in haro ziel, wat deze in hun lichaam leden, wijl zij toch allen beminde; als eene moeder van zeven bloedgetuigen — is zij zelve eene zevenvoudige martelares geworden!quot;

Zien wij nu naar den martelpaal op Golgatha op, daar

: Sn

-ocr page 328-

316

staat de moeder van een cenigen Zoon, maria. «En Zijne moeder stond naast het kruis.quot; joan. 19 : 25.

Zij ziet den Godmensch, den Heiland, voor hare oogen lijden en sterven; en al overtreflen ook de smarten, die zij gevoelt, alle aardsche lijden te zamen genomen, zij wordt toch gewoonlijk als zevenvoudige martelares vereerd, doordien men van alle droefenissen van haar veelbeproefd leven «zeven smartenquot; voornamelijk pleegt te vieren en haar dus met het zevenvoudige lijdenszwaard voor te stellen.

Een diep geheim is de smart, die onder hel kruis dooide ziel van maria drong. Dus kunnen wij hare grootte niet gissen. «Wilt gij weten, hoe groot de smart van maria geweest is,quot; zegt de vrome schriftuitlegger cornelius a lapide, «bedenk dan, hoe groot hare liel'de was!quot;

En de lielde van maria voor jesus Christus, den Verlosser, is tevens ook hare liefde voor ons, de verlosten; want door den goddelijken Middelaar aan bet kruis zijn wij allen in .ioannks, den lievelingsjonger des Heeren, aan haar als hare kinderen overgegeven.

0 vergelen wij dus nooit de smarten onzer goddelijke Moeder der genade, en zij zal ook ons nooit vergeten.

Daartoe diene het volgende verhaal!

In het jaar 1809 was er in het toenmaals te Straatsburg in garnizoen liggend 12 regiment van linie oen korporaal met name peter mois uit Morvan in Dourgondië. Hij was de dapperste soldaat in hei gansche leger, de eerste op het slagveld en de laatste bij hel verlaten er van. — Toen dit regiment nu eenige maanden later, nadat hel op de slagvelden aan Wagram rijken roem had ingeoogsl, zijn zegevierenden intocht in Straatsburg hield, bracht men ook dien soldaat, niet gewond, maar geboeid in de stad, want hij was vóór den slag gedeserteerd. Do krijgsraad kwam bijeen: »lloe is het mogelijk,quot; riep men hem toe, «dat gij, een zoo dapper soldaat, met het kruis van het legioen van eer op do borst, het leger zoo schandelijk kondet verlaten?quot; Doch die verwondering steeg nog hooger, toen

-ocr page 329-

317

piTOis antwoordde: sliet berouwt mij nielV' — Hij werd ter dood veroordeeld en naar do gevangenis gebracht.

Midden in den nacht ging de kerkerdeur open; een officier trad binnen, ging naar hem toe en nam hem bij de hand. «Ik zag u vechten,quot; riep hij, »in den slag bij Austerlilz, kreeg u liet en kom nu in uw laatste uur als vriend lot u. Open mij uw hart. Hebt gij mij niets te zeggen?quot; Kn peteu antwoordde: »Ncen!quot; — «Geen vaarwel voor uw vader, uwe zuster?quot; — »Mijn vader is gestorven! Kene zuster heb ik nonii gehad!quot; — Voor uwe moederT' vroeg de vreemdeling verder. «Ach, spreek dien naam niet uit,quot; riep peter opspringend; «zoo dikwijls ik hem hoor, is het mij, als moest ik weenen, en weenon mag toch een man niet!quot; — «Gij zijl te streng,quot; antwoordde de officier; «hij het aandenken aan mijne moeder zou ik mij de tranen niet schamen!quot; — «Hoe. gij bemint, uwe moeder? 0, dan wil ik u alles zeggen! Hoor!

Sedert ik op de wereld ben, heb ik slechts één wezen bemind, mijne moeder. Maar die beminde ik, gelijk gewone menschen niet welen to beminnen, met alles, wat kracht en leven in mij is; zij was mijn één en mijn alles. Toen ik soldaat moest worden, bracht mij de gedachte der scheiding van haar bijna tot wanhoop. Maar zij riep: «Mijn zoon, als gij mij liefhebt, doe dan uw plicht!quot; — Ik ging, dat woord in bet hart houdende tot op dit uur. De plicht van den soldaat is gehoorzaamheid; ik deed hem en vocht als een leeuw; en wie mij zoo de kogels zag tegensnellen, placht wol te zeggen: Dat is oen man van plicht- en eergevoel! Met meer grond zou hij echter hebben kunnen zeggen: Dal is een zoon, die zijne moeder oprecht bemint! — Daar kwam een brief, dat mijne bierbare moeder ziek was. Ik verzocht verlof, maar kreeg het niet! Ik weende. Toen dacht ik aan dat woord: «Mijn zoon, als gij mij liefhebt, doe dan uw plicht!quot; en ik wischte mijne tranen af. Kort daarop vernam ik, dat zij gestorven was; toen verloor ik het hoofd. Ik verliet hol

-ocr page 330-

318

regiment, om do plaals Ie zien, waar mijne moeder begraven ligt. Dien drang mijns harten kon ik niet overwinnen; — doch waarom'? — Hoor!

Wij boeren in do gebergten van Opper-Bourgondië zijn geringe, eenvoudige menschen; wij missen het onderwijs en do welonscbap der stodeiingen; in plaats daarvan bobben wij een zeker kinderlijk gelooi', dat de stedelingen bijgeloof noemen. Zulk oen geloof is onder anderen ook dd; dat de eerste op don grafheuvel van oen overledene ontspruitende bloem de kracht bezit, dat, wie baar plukt, zeker kan zijn — dal hij den doodc nooil zal vergelen en door hem nooit vergelen worden. Die bloem heb ik op het gr al mijner moeder willen plukken. Na een moeielijken tocht naar mijne geboorteplaats on na weken lang wachten zag ik eindelijk, toen juist de eerste zonnestralen van oen schoonen lentedag zich vertoonden, oen klein bloempje van hemelsblauwe kleur zich openen. Het was eone ver ge et-mij niet. Ik plukte het, en snelde been, om inij bij het regiment in arrest te geven, want nu bleef mij niets meer te wenscbon over!quot;

Nadat pitois don welwillenden vriend alles verhaald had, sprak hij nog lot hem: »l)aar ik nu sterven moet, verzoek ik u nog, mij een liefdedienst te bewijzen. — Die bloem, welke ik op bel graf mijner moeder geplukt heb met gevaar van mijn leven, rust mgenaaid op mijne borst. 11e-loof mij, dat men ze niet van mijn lichaam zal nomen! Zij is de band, die mij aan mijne moeder bindt, en moest ik vreezen, dat die band verscheurd zou worden, dan zou ik moedeloos sterven!quot;

De onbekende vriend beloofde het hem en nam afscheid.

Toen peter pitois den volgenden dag reeds op de gerechtsplaats aangekomen en ook reeds het — doodvonnis voorgelezen was, deed zich op eens een dof gemompel en daarop een luid geschreeuw in de gelederen der soldaten hooren: »De keizer! Het is do keizer!quot; — Hij wenkte van hel paard met de hand, pitois werd van zijne banden

-ocr page 331-

319

bevrijd, en in den keizer zijn vriend in den kerker herkennende, wierp hij zich weenend voor zijne voelen neer. «Voor uw misslag,quot; sprak de keizer, «hcbl gij genoeg geboet ! Jk schenk u de vrijheid, omdat gij uwe moeder zoo hebt lief gehad, en benoem u tot officier mijner garde;

want een goed zoon is altijd ook een goed soldaat.quot; _

Luid jubelde de menigte, de soldaten schreeuwden en juichten, en elk hart was diep geroerd van vreugde.

Weinige jaren later viel peter pitois, die brave krijgsman, in den slag bij Waterloo en stierf op het veld van eer een schoonen heldendood.

Toepassing:

O brandden wij toch allen van zulk eene innige liefde voor onze geestelijke Moeder maria,.als deze vrome soldaat voor zijne aardscbe moeder!

Wel is ook in ons hart de wensch ontwaakt, om eveneens die wonderbare bloem te plukken, die de kracht bezit, (jeen dcuj onzen levens maria te ven/eten, en dan ook nooit van haar vergeten te worden!quot; — Ach, reizen wij slechts in den geest naar den Calvarieberg! Aan hel kruis hangt haar Zoon, Zijn hart is van eene lans doorboord, en aan Zijne voeten staal de smartvolle Moeder «Mater dolorosa!quot; — Doch waar is de bloem? — Ach, de bloem is hel zevenvoudig doorboorde hart van maria! Dat is do bloem, de vergeetmijniet, die ons minnend toeroept; «Vergeet niet mijne smarten, en ik zal ook u niet vergeten!quot;

Ter trouwe bewaring van deze vergeetmijniet willen wij ook voor al den lijd onzes levens, gelijk die soldaat, welke de grafbloem bij zich droeg, de vergeetmijniet van maria óf in eene medaille der smartvolle Moeder Gods aan den hals of aan den rozekrans, óf als beeldje in het gebedenboek steeds met ons dragen: om hel aandenken bestendig versch in ons te houden, welke smarten maria, als de nieuwe eva en Medeverlosseres, om onzer zonden wil uitgestaan heeft. Maar wij moeten ook volharden in die godsvrucht, gelijk die soldaat in de liefde voor zijne moeder.

-ocr page 332-

'• n1.

320

En wij moeien ook op dezelfde wijze vreezen, de godsvrucht voor de smartvolle Moeder Gods te verliezen, als hij vreesde, van zijne bloem gescheiden te worden. Hij was vast overtuigd, dat hij zonder die bloem moedeloos zou sterven, wij moeten vast overtuigd zijn, dal de liefde tot dit zevenvoudig doorboorde hart ons eveneens een gelukkig sterfuur verschaffen zal. Wanl nooit zal de Moeder marta ons vergelen, als wij steeds liefhebbend aan haar gedenken en bestendig godvruchtig en met ernstige boete hare pijnen en kwalen overwegen. In de heilige Kerk Gods wordt er van maria gezegd: »Wie mij vindt, vindt het leven en pul de zaligheid uil den Heer.quot; Ja, maria bewerkt voor ons — genaden in hel leven — genaden in hef sterven!

))Wie mijne smarten beschouwt en berouw betoont over zijne zonden,quot; sprak eenmaal maria in een hemelsch ■ visioen tol de zalige veronica van vinasco, »dicn zal ik nooil vergeten; ik zal voor hem lallooze genaden bewerken! genaden: om vast te staan in hel goede; genaden: om geduldig te zijn in het lijden; genaden: om elke bekoring-moedig te kunnen overwinnen!quot; —

«Groot als de zee is uwe smart!quot; Klaag). 2:13.

H-

-ocr page 333-

321

liet feest van Maria-Boodscliap.

(het wordt hen 25 MAART gevierd.)

Iteteekcnis en «cscliiedcuis van dit feest.

..

liuidige feestdag draagt den naam: vFecsl der aan-

¥kondi(jin{ikondi(jin{iof » Feest der ontvangenis van den Heer en lieet ook »Maria-Boodschap— want op dien 1 dag is do ontvangenis van ciiristus aim do allerzaligste Maagd maria Ie Nazareth aangekondigd en in haar ook hewerkL Op do boodschap des engels heefl maria , dooide werking des Heiligen Geesles, het Woord Gods, hetwelk in haar mensch werd, ontvangen.

Dus blijkt deze feestdag een dubbel l'eesl Ie zijn: een feest van hel eeuwige Woord, dat in maiua, de beloofde Maagd en Slangenvertreedsler, vleesch is geworden, dus een feest van ciinistus, den lieer, en een feest van maria, de tot Moeder Gods ingewijde Maagd.

Aangaande dit dubbele feestgoheim roepl de heilige bernardus nit: ))In u alleen, o Maagd maria, heeft die rijke en overrijke Koning zich verzaakt, do Verhevene zich vernederd, de Onmetelijke zich beperkt en zicli geringer gemaakt dan de engelen: de ware God namelijk en Gods Zoon heelt bel vleesch aangenomen! — Maar lot welk doeleinde? — Opdat, wij allen door Zijne armoede verrijkt, door Zijne vernedering verhoogd, door Zijne vernietiging groot gemaakt worden, en dat wij door middel van Zijne vleeschwording — God aanhangende, één geesl, met Hem beginnen te zijn.quot;

viCTORiNus van 1'ettaij, die op hel einde der derde eeuw een werk over de »wereldvormingquot; schreef, en daarin eene zeer uitgewerkte vergelijking ontwikkelt tusschen de hoofd-

A. Uungari. Ave-Mar ia-K lokje. I. CM

-ocr page 334-

322

gebeurlcnissen uit hel leven van den Verlosser der wereld en de scheppingsweek, zegl onder anderen ook: dat maria door de kracht des Allcrhoogsten, om binnen kort het ■»Licht der wereld''' (Joan 8 : '12) te baren, op cm Zondag overschaduwd is, als denzelfden dag, op welken God de lieer vroeger het licht der wereld geschapen liad.

Gelijk men — naar den kalender van .iulius cesar — algemeen den dag der lenteëvening als den dag van de schepping der wereld en des licht aanneemt, dat is den 25 Maart: zoo wordt ook de 25 Maart als de dag der genaderijke ontvangenis van don Godmensch .iesus ciihistus geacht; rekent rnen, van dien dag af, nog negen maanden verder, dan blijkt het ook, dat, volgens de overlevering, gelijk de lieiligc aucustunus opmerkt, de 25 December do dag der zichtbare verschijning van den Verlosser dor wereld, de geboortedag van hot Christuskind is, op welken, luidens de voorspelling van den profeet, de zon der rjerech-ticjheid zal opgaan voor bon, die den naam des Heeren vreezen.quot; Ma lach. 4-: 2.

En wijl met den 25 Maart de ontvangenis en met baar de menschwording van don ééngeboren Zoon Gods ter verlossing, heiliging en eeuwige zaligheid der zondige menscb-hoid begonnen is, daarom beet de 25 Maart de teerste dag der wereld quot; want met hem begint de geestelijke lente der verlossingboboevende menscbheid. —

liet boofdgebcim, dat dus dezen dag lol feesdag der Kerk verbel't, is het geheim dor incarnatie ol' der vleescb-wording van bel Woord in de Maagd maria; daarom, als in hol boogambt der Mis bij hel Credo de woorden gezongen worden: vEt inca mat m est de spirit\i sancto ex Maria virgine! Die vleesch geworden is van den Heiligen Geest uit maria de Maagd lquot; slaat de geestelijkheid van hare zitplaatsen op, gaat naar de laagste trede des altaars en werpt zich op de knieën — om diep gebogen te aanbidden.

Bij de Kerkvaders der eerste eeuwen wordt niet slechts dikwijls van dit geheim gesproken, maar ook van de wijze.

-ocr page 335-

328

waarop liet aandenken er van behouden cn gevierd werd. Ue opvatting is dus niet ongegrond, dat genoemd feest lot in de lijden der Apostelen terug gaat. Het sacramen-tarinm van den heiligen gelasius bewijst, dat het reeds vóór het midden der vijfde eeuw gevierd werd, en die viering kon slechts op eene traditie der voorgaande eeuwen berusten. — Ofschoon de lijd harer invoering niet nauwkeurig te bepalen is, zoo is toch de waarschijnlijkste meening, dat zij in de Grieksche Kerk reeds legen het einde der vierde, en in de hatijnsche wal later, misschien reeds in het begin der vijfde eeuw, heeft plaats gehad; want proclus, een tijdgenoot van den heiligen cimvsos-tomus, en sedert 484 patriarch van Conslanlinopel, heeft verschillende redevoeringen op dien dag gehouden, en wel éene reeds vóór 43i. Ook spreken de in hel jaar 050 op het Concilie le Toledo vergaderde Vaders, en op de zoogenaamde Trullaansche synode Ie Conslanlinopel in 692 de Oostersche bisschoppen van dit feest als van eene lang bekende zaak.

In de Romeinsche Kerk werd reeds sedert de vijfde eeuw als dcuj der vierhui van het fcesl, met betrekking op de geboorte van den lieer in den stal le Bethlehem, de 25 Maart bepaald. — Thans geldt de regel, dat het, als het in de goede week valt, op den Maandag na lieloken Paschen verplaatst wordt. 1)

Gelijk reeds aangemerkt is, is genoemd feest niel alleen het feest der menschwording van den ééngehoren Zoon Gods, maar ook levens het focst der waardigheid van maria als Moeder Gods. Naardal men mi op verschillende lijden de eene of de andere hetcekenis meer deed uitkomen, droeg het ook onderscheidene benamingen, als:

21*

1

Vroeger placht men, vooral in Italië, /id burgerlijke jaar viel dan 25 Maart te beginnen; en in het land van Trier, waar men eveneens die gewoonte ingevoerd had, werd in de gerechtelijke aeten eerst onder den keurvorst Caspar vandeulyen, die in 1g52 den keurvorstelijken stoel beklom en in 107G stierf, het begin des jaars op den 1 Januari verplaatst.

-ocr page 336-

324

Amumlialio Christi of Domini. — Aankondiging van ciiuistus of den Heer. —

Festum conceplionis Chrisli. — Feest der ontvangenis van ciiristus. —

Festum incarnationis Domini. —■ Feest van de raenscli-wording des Ileeren, of naar oude Duitsche oorkonden, feest der bekleeding van Onze Lieve Vrouw. •—

Dies Salutationis. — Dag der groete. —

Annunciatie angeli ad Mariam. — Boodschap des engels aan maria. —

Annunciatio B. M. V. — Boodschap der zaligste Maagd

maria. —

Festum evangelesimi. — Feest der vreugderijke boodschap. —

Principium redemptionis. — Begin der verlossing. — maria in de vasten, naar oude Duitsche kalenders. — Maar uit de liturgie der heilige Mis en do priesterlijke getijden blijkt, dat de Boomsche Kerk het feest, vanmaria-Boodschap van het hoogheilige Kerstfeest, daardoor onderscheidt: dat bij het laatste de menschgeworden God heteenige voorwerp van het feest is, terwijl bij het eerste ook maria bedacht moet worden, die zeer nederig en gehoorzaam hare toestemming — tot de menschelijke bemiddeling der incarnatie van het eeuwige Woord heefl gegeven. ■—

De engclcngToet aau Maria.

(Uit; Het geloof der heilige Kerkvaders, door alovs parodi.)

MARIA, VOL VAN GENADE.

Toen cauriël, de hemelsche bode, bij de reine Maagd maria van Nazareth ims binnengetreden, begroette hij haar niet de woorden: dAvc! Wees gegroet. Genadevolle, de lieer is met u, gij zijt gebenedijd (gezegend) onder de

-ocr page 337-

vrouwen!quot; Luk. 1 : 28. 1) Zoodra hij zag', dal zij bij den zonderlingen groet en de eervolle benaming ontstelde, verzekerde hij haar: »Vrees niet, o maria, want gij hehl genade gevonden bij God /quot; En Gods groeten zijn niet als der mensehen groeten. Met de laatste worden de menschen maar al te dikwijls door een geveinsd groetende bedrogen, of zij zijn zeiven leugenaars door de begroeting van een ander, die den groet niet verdient. Doch de lofspraken, met welke het God behaagt, zijne schepselen te vereeren, zijn nooit ijdele titels zonder gehalte, gelijk de eeretilels, waarop zeer dikwijls de ijdclheid der menschen zich beroemt. Zoo als God de zaken noemt, die Hij geschapen heelt, zoo zijn zij ook; wijl liet spreken van God een handelen is en wijl de naam der zaken, die er door den mond des Scheppers zeiven aan is gegeven, bun waar en eigenlijk wezen uitdrukt, abuam (vader), door God abraham (vader der volkeren) genoemd, wordt «vader aller geloo-vigen;quot; simon jona, door Christus petrus (rots) genoemd, wordt de »grondsteen des levenden tempel Gods.quot;

Zoo dus de aartsengel gabriël op last van God, door wien hij als bode gezonden is, de Maagd maria begroet: ))Genadei'oüe, met God verbondene, gezegende onder alle vrouwen, als die, welke genade bij den Heer gevonden heeft,quot; dan is bet ontwijfelbaar, dat in volle waarheid de Maagd maria zoodanig is, als God het door den engel verkondigt, en dat wij dit gelooven en haar dienovereenkomstig vereeren moeten. — Krachtens dezen engelengroet moeten wij het niet. slechts voor zeker houden, dat maria in waarheid deze lofspraken toekomen: «Genadevolle, met God verbondene, gezegende onder de vrouwen;quot; maar wij moeten ook gelooven, dat de genoemde lofspraken op zeer bijzondere wijze haar eigen zijn, of ten minste gewis als eeretitels bij uitnemendheid haar toekomen en baar niet gemeenschappelijk met anderen toebehooren, en dat zij

1

„Avequot; in het Ilebreeuwsch „Chave! leve! — het omgekeerde „Eva.quot;

-ocr page 338-

326

dus als ecnig in liarc soort genadevol, als cenig in hare soort incl God verbonden, als ecnig in liare soort en hij-zonder gezegend lo beschouwen is. Zooveel eischt de nieuwheid en eigenaardigheid van dien groet, die noch vroeger noch later ooit gehoord werd en de nederigste nederigheid der Maagd met schrik moest vervullen.

))Yol vreesachtigheid schrikte zijquot;, merkt de heilige AMBROsius aan, «en vol wijsheid verwonderde zij zich over de nieuwe zegenspreking, die nog nooit geschreven stond, nog nooit vroeger geboord was. Voor map,ia alleen was die groet bewaard. Wel wordt zij alleen genoemd «vol van genade;quot; want zij alleen verkreeg de genade, die aan geenc andere vrouw geschonken werd, om in haar schoot den Oorsprong der genade te dragen.quot; — En in waarheid, deze eerste lilel van den engelengroet »vol van genadequot; is enkel en alleen aan mauia eigen. Nergens leest men, dat God daarmede ooit een zijnor getrouwe dienaren onder de menschen oi' de engelen vereerd heeft.

«Gebenedijde ouder de vrouwenquot; wordt wel is waar eene beroemde vrouw vóór maiua genoemd; maar hel is juist die kuische en zegerijke juditü, in wie de Kerk een vooral-bcelding der over den helscben vijand triumfeerende Maagd Maria ziet. Daarom begroet de Kerk mauia in de heilige Mis (Epistel) ter eere harer /even smarten met denzelfden toeroep, waarmede het volk van Betbulia zijne onoverwonnen bevrijderes judith begroet heeft. «Gezegend zijt gij, o Dochter, van den Heer, den' hoogslen God, boven alle vrouwen op de aarde, daar gij uw leven niet gespaard hebt wegens den nood en de bedruktheid uws volks!quot; Judith 13 : 23. Dezen toeroep herbaalt de Kerk telkens in de getijden harer onbevlekte ontvangenis en harer glorierijke opneming in den hemel. Daarom moet ook die titel «Gebenedijde! Gezegende!quot; in den groet des engels geheel bijzonder maiua alleen eigenaardig toebe-hooren en eene zeer uitstekende zegening uitdrukken, welke geen ander schepsel in dien graad toekomt.

-ocr page 339-

327

Dc derde lofspraak ndc Heer is viel u!quot; lieel'l zij wel ook met anderen gemeen in de Heilige Sclinll. cedeon werd zoo door den engel begroeit »Dc Heer is mei u, gij dapperste onder de mannen!quot; Richt. 6:12. Maar dc verbinding er van met dc beide andere lofspraken, die gewis enkel cn alleen maria toekomen: «Vol van genade en gezegend onder de vrouwenverder dc wet van dc overeenstemming der afzonderlijke deden met liet geheel, dat is de betrekkelijke waarde, welke de drie van elkander verschillende, in den éénen groet van gadiuël vervatte groeten hebben moeten — dat alles bewijst, dat ook dc titel »verecnigd met Godquot; als bijzonder der heilige Maagd eigen moet beschouwd worden.

Dit bewijs, dat aan de maria bijzonder toekomende be-tcekenis van den engelengroet ontleend is, is verder en aanschouwelijker bevestigd door de gewichtige uitlegging der Kerkvaders, die in hunne lolreden op maria niet ophouden, haar tc noemen: »alleen vol van genade, alleen met God verbonden, alleen gezegend onder dc vrouwen,quot; dat is zoo veel als in eene haar alleen eigene mate met alle genaden vervuld, met God verbonden, door God onder alle vrouwen gezegend. Om dc kortheid zij liet hier voldoende de gebeden van den heiligen diaken eimirem en van keizer leo aan Ie halen, in welke maria herhaalde malen genoemd wordt: ))Ecnig onder de vrouwen Gezegende, boven allen Godc Aangename en door God Beminde: overvol van genaden; eenig door God gemaakt, geheel gelijk zij is een tempel der gansche volheid van de genade des Heiligen Gcestes, der volheid van alle genaden der Dric-ëenighcid; Bruid Gods, Vat der Godheid, geheel onbevlekte goddelijke Troon der Godheid, Tent der goddelijke Zon, als het ware na. God in de tweede plaats de hoogste eer genietende.quot;

13e Maagd maria is dus door den ongel begroet als waarachtig en eenig Genadevolle, waarachtig en eenig met God verbondene, waarachtig en eenig Gezegende onder alle

-ocr page 340-

.quot;gt;28

vrouwen, [iidicii rrn dc zaligste Maagd ook slechls een lijd lang leilig en ontbloot van genade geweest was, namelijk in den tijd tusschen haie ontfangenis en hare heiliging, indien zij niet zonder zonde onlvanyen ware, indien er een lijd was, waarin maria van do genade berooid en ledig van genade geweest was. hoe kan men dan zeggen volslrekl vol, jeheel zou ais zij is vol, op (jansch bijzondere en eenige wijze vervuld van genade. En indien van de genaden, welke God zijnen schepselen verleend heelt, werkelijk eene enkele aan maria ontbrak, bijv. de heiligheid der engelen, ol' de oorspronkelijke gerechtigheid der stamouders: — hoe zou men dan nog met waarheid kunnen beweren: «dat maria een tempel der gansche volheid van genaden des Heiligen Geestesquot;, ja de »volheid aller genaden der Drieëenigheidquot; was? Indien dus de aartsengel maria begroette als, vol van cjenadenquot;, dan begroette hij haar als altoos heilig, Gode welgevallig door de genade van haar oorsprong al', onbevlekt van het begin harer ontvangenis. — Evenzoo, indien maria niel allocs mei God vereenigd tvas, maar indien er een tijd was geweest, waarop God niet met haar was, gelijk dit met allo kinderen van adam geschiedt, welke als skinderen des toorns Gods, dus als vijanden van God, op de wereld komen — hoe kan bet dan waar zijn, dat zij vóór hare verheffing tol dc waardigheid van Moeder Gods (toen de engel haar begroette: ygt;Do Heer is mei «/quot;), dat zij — met God op zeer bijzondere en eenige wijze verbonden, en dat God met haar was, gelijk Hij niet met een anderen heilige is, niet eens met dien, met welken Hij door de genade verbonden is geweest, toen haar nog bet moederlichaam omsloten hield? Inderdaad, indien maria van God voor eenigen lijd gescheiden was, zoo schijnt het niet, dat zij — eer hel eeuwige Woord in haar schoot vleesch aannam — genoemd kon worden eene mei God in bijzondere en eigenaardige vereenijing verbondene, verschillend van andere heiligen. Maar zoo wordt zij gegroet door den waarheid-

-ocr page 341-

320

lievenden bode des waarachtiger! Gods; bij gevolg moet in dezen groet te verstaan zijn — eene altoosdurende verbinding Gods met de Maagd, zoo dat zij alioos met God vereenigd en nimmer met de zonde verbonden is geweest.

De zegen eindelijk, dien maiua hoven alle vrouwen verkreeg, laat zich niet scheiden van het voorrecht der oorspronkelijke gerechtigheid. Hoe ook zouden eene zeer bijzondere zegening der genade en de gemeenschappelijke vloek der erfzonde zich met elkander kunnen verdragen?

Maria, «Ie slangeiivertreedster.

Bovendien hlijkt uit den groet des aartsengels oabriël aan de zaligste Maagd jiahia , dal zij de nUverlwrene vrouw is, door wie de vloek een einde zou nemen, dien de zonde der eerste vrouw over de aarde gebracht heelt, door wie vervuld zou worden de groote voorspelling van de vijandschap, welke God tusschen de slang, de Vrouw en haar Zoon gesteld had.

De heilige irenaeus, bisschop van Lyon en martelaar, die den heiligen polykarpus, leerling van den heiligen Apostel en Evangelist joannes, tot onderwijzer had, schrijft: «Gelijk eva door de woorden van den boozen geest zich liet bedriegen en verleiden tot verwijdering van God en tot overtreding Zijns gebods ; zoo liet maria zich door den goeden engel overtuigen en geloofde, dat zij Moeder Gods zou worden, doordien zij hare toestemming gaf aan de heraelsche boodschap, Op deze wijze werd maria, de wijze Maagd, de voorspraak der dwaze maagd eva. Gelijk het menschdom in het net des doods verstrikt werd door eene maagd, zoo werd het er ook uit bevrijd door eene Maagd, doordien de gehoorzaamheid der eene de ongehoorzaamheid der andere vergoedde.quot; —En eveneens schrijft hij: «Gelijk gene door de woorden des (boozen) engels verleid werd.

-ocr page 342-

330

om God le ontvlieden en Zijn woord ongehoorzaam te worden; zoo werd aan deze door de woorden des (goeden) engels aangekondigd, dat zij God moest dragen, en zij gehoorzaamde zijn woord. Gelijk gene zich liet verleiden, om God le ontvlieden, zoo liet deze zich overreden, Hem te volgen; zoodal de Maagd maria de beschermster der maagd eva werd. En gelijk do menschheid met de boeien des doods gebonden werd door eene maagd, zoo wordt zij verlost door eene Maagd: vergoed de maagdelijke ongehoorzaamheid door de maagdelijke gehoovzaamheid.quot; — En hij schrijn ten derde male: «Gelijk eva door hare on-gehoorzaamheid do oorzaak des doods voor zich zelve en de gansche menschheid was, zoo was maria door hare gehoorzaamheid voor zich en het gansche menschdom de oorzaak des levens; en op die wijze werden de boeien der ongehoorzaamheid van eva verbroken door dc gehoorzaam-hcid van maria. Wat de maagd eva gebonden heelt door haar ongelool', dat heeft de Maagd maria los gemaakt door haar geloof.quot;

De heilige justinus de martelaar, de beroemde wijsgeer en glorierijke verdediger der Kerk in de tweede eeuw, drukt in zijne samenspraak met den .lood ïrypiion dezelfde gedachte in gelijksoortige woorden uit; hij zegt: »1.1 et door den Vader geteelde Woord werd mensch in den schoot der Maagd, opdat de ongehoorzaamheid, die door de vervloekte slang in de wereld kwam, langs denzelfden weg opgeheven zou worden, langs welken hij gekomen was. Want eva, (oen zij nog maagd en onbedorven was, hoorde de woorden der slang aan en baarde de ongehoorzaamheid en den dood; maar maiïia, dc Maagd, ontving het geloof en dc blijdschap en antwoordde OAiiRiiór, op de blijde boodschap, dat de Geest des Heeren over haar zou komen en de kracht des Allerhoogsten haar zou overschaduwen: «Mij geschiede naar uw woord!quot; —

Zoo bad vroeger tertullianus geschreven: ))Iiij de nog maagdelijke eva had het woord des doods ingang ge-

-ocr page 343-

m

vonden. Bij eene andere Maagd zou liet woord des levens gehoor vinden, opdat door liet vrouwelijke geslacht tot Zaligheid gekeerd wierde, wat door datzelfde geslacht in het verderf gestort was. eva had aan de slang geloof geschonken: Maria geloofde den heiligen gaciuël; eva zondigde door haar geloof: maria vernietigde door haar geloof de zonde van eva.quot; —

De heilige petrus ciirysoiogus leert: «Daarom wordt de Maagd maria Gezegende onder de vrouwen genoemd, wijl zij in alle zaken gezegend word, in welke eva vervloekt was geworden. Daarom verdiende zij de genade, den Zoon Gods te ontvangen, en verscheen grooter dan de hemel, sterker dan de aarde en ruimer dan de geheele wereld.quot; —

De eerwaardige reda roept lol maria op: «Niet slechts gij Gezegende onder de vrouwen, maar gij onder alle gezegende vrouwen door den grootsten zegen bijzonder uitstekende! Gezegend is de Vrucht uws lichaams; doch ook niet op do algemeene wijze der heiligen gezegend, maar gelijk de Apostel getuigt: «De vaders, uit welke curisïus naar hel vleesch afstamt, die is boven alles gezegend. God in eeuwigheid!quot; Rom. 9: 5. Gij zijt gezegend onder de vrouwen, daar door uwe maagdelijke geboorte de vloek der eerste moeder van de uit vrouwen geborenen weggenomen werd!quot; —

De heilige theodotus, bisschop van Ancyru, spreekt niet met minder veelbeteekenende woorden de Maagd maria aan: «Om n hebben do ellenden van eva opgehouden, door u zijn de rampen weggenomen, door u is de dwaling verdwenen, de vloek opgeheven, door n is eva verlost! Want het Heilige, dat uit de Heilige geboren werd, is de Heer der heeren en de Schenker dei' heiligheid. Verheven is, wat uit de Verhevene geboren werd. Onuitsprekelijk, wat uit de Onuitsprekelijke voortkomt; de Zoon des Hoogsten, die van do Hoogste aller schepselen afstamt!quot; —

De heilige maximus, bisschop van Turijn, spreekt van

-ocr page 344-

332

de tegenstelling tusschen maria on eva : «Dc Moeder onzes Hoeren jesus Christus is reeds in die vrouw beloofd. Deze is tegenover de vijandschap der slang geplaatst. »lk wil stellen zegt Hij, «vijandschap tusschen u en do vrouw;quot; Hij zegt niet »lk stel,quot; opdat men niet zou moonen, dat hel op eva betrekking zou hebben. Hel is een woord dor belofte, dat op de toekomst wijst. »Ik wil vijandschap stellen tusschen u en de vrouw!quot; zogt Hij: namelijk die vrouw, welke den Verlosser, niet die, welke den broe-dormoorder baren zal! »Ik wil vijandschap stellen tusschen u en de vrouw!quot; dal is: Ik zal oene vrouw verwekken, dio, de lichtgeloovigheid verachtende, niot slechts niet naar u hooren, maar van gabriël zelvon rekenschap aangaande de nieuwheid zijner belofte verlangen zal.

Oe heilige augustinus betuigt: »De ongehoorzaamheid van eva werd gctrafl, do gehoorzaamheid van maria vond genade. De eerste proefde het verbodeno en werd vervloekt; do laatste geloofde den engel en werd begenadigd. Zaliger is maria door haar geloof aan giiristus, dan door hare ontvangenis van chuistus!quot;

Het blijft dus waar, dal de zegenyroel des engels lol maria in haar de vervulling der goddelijke uilspraak open-haaii, welke verkond ijl: een ander maal zal Satan door eene vrouw beslredm en door eene vrouw zal de mensch-heid weer gezegend en mei God verzoend worden; en die zogengroot bewijst: dat maria die bovenal Gezegende is, in wie en door wie de vlook dor stammoeder verdwijnt, de door den val van eva veroorzaakte schade goed gemaakt, do vriendschap on verbinding met don duivel verbroken wordt. — Doch daar het niol te begrijpen is, hoe de Maagd als bevrijdster van de zonde van eva, als wederbrengster dos zegens begroet worden, on toch zelve aan dezelfde schuld, denzelfden vloek deelachtig zijn kan; wijl het onverklaarbaar is, hoe de Maagd de vriendschap en verbinding van den monsch met Satan verbroken bobben, en toch zelve met den duivel in vriendschap verbondon geweest

-ocr page 345-

333

zijn zou: — is daarmede ook bewezen, dat do zegening van Maria boven alle vrouwen het voorrechl dor oorspronkelijke heiligheid in zich beval en vercischl.

Uil, dat alles blijkt, met welk rcelil de schrijver eener beroemde rede, die men aan don heiligen fülgentius toeschrijft, beweerde: «Toen de engel sprak «vol van genade!quot; toonde hij aan, dat de toorn dos eersten vloeks volkomen verdwenen en de volle zegen der genade weer hersteld was.quot; — Daarom moeten wij in de Maagd de lot de aarde teruggekeerde oorspronkelijke onschuld, gerechtigheid en heiligheid erkennen.

De heilige albertus de groote verklaart: liet Ave des engels «Wees gegroet, maria!quot; bewijst, dat in de Maagd geheel niets te vinden is van het vele wee, dat door de zonde der stamouders over de monschelijke natuur kwam. «ij haar vindt geen plaats het wee der sir af, namelijk de begeerlijkheid, de smarten der geboorte, der bederving. Dat heeft maria nooit ondervonden. Hij haar is geen wee der schuld, dor dood- of der dagelijkseho zonde. Van dat alles bleef maria geheel onaangeroerd, liet wee dor schuld is drievoudig, dat der erfzonde en der werkelijke zonde, namelijk der dood- en der dagelijkseho zonde; de zaligste Maagd was zonder dit drievoudig wee.quot; —

De eerwaardige kardinaal reli.armin loert mol volle waarheid in zijn door do pausen clemens Ylll, drranus Ylll en benedictijs XIV plechtig goedgekeurden cathechismus, waar hij de beteekonis van don engolengroel »vol van genade!quot; opheldert: ))De r/enade brengt in de ziel drie hoofdwerkingen voort: zij wischt de zonden uit, die als vlekken do ziel verontreinigen; zij tooit de ziel met de deugd, en schenkt eindelijk kracht, om verdienstelijke onder goddelijke Majesteit welgevallige werken te verrichten. — De Moedor Gods is vol van genade met betrekking tot de eerste werking; zij heeft nooit de vlek eeniger zonde aan zich gehad, noch der erfzonde, noch der dood- of der da-gelijksche zonde. Wat do tweede aangaat, heeft zij alle

-ocr page 346-

334

dong-dcn en gaven des Heiligen Geesl.es in den hoogsten graad bezeten. Met betrekking tot de derde beeft zij zoo veel üode welgevallige en verdienstelijke werken verricht., dat zij waardig geacht werd, naar lichaam en ziel boven alle koren der engelen verbeven te worden.quot; —

Daarom noemt de heilige eimirem de allerzaligste Maagd mauia: «De Verzoenster der menschen met God, de Bevrijdster der menschen uit de slavernij des duivels, de Wreekster van eva; de Voorspreekster des menschdoms, en na den goddelijken Middelaar jesus Christus de Middelares der gansche wereld.quot; —

En de heilige Kalholieke Kerk laat de geloovigen lot mauia bidden; «Wees gegroet, o Koningin. Tot u roepen wij, verbannen kinderen eva's; tot n zuchten wij treurend en weenend in dit dal der tranen ! Ach, onze Voorspreekster, wend uwe barmhartige oogen tot ons!quot; —

En de Kerk zingt op gelijke wijze:

//Gij sclicnkt, wat eva's schuld ons stal.

Ons weder door uw lieven Zoon!

Gij roept ons uit hot tranendal.

Geleidt ons voor des Vaders troon!quot;

Het „Fiat! Het geschiedeIquot; in het Nieuwe Verbond.

(Uit; Cliristologisclic predikatiën, door Dr. j. Tit. i.aurent.)

1. Hij de eerste zonde in bet paradijs hadden man cn vrouw gemeenschappelijk gehandeld; en was die ook door den man voltooid en tot algemeene zonde van het mensch-dom geworden, zij was toch door de vrouw begonnen cn den man voorgeslagen.

Gelijk nu de verlossing der menschen de bestrijding en het tegendeel van den zondeval is, zoo moesten ook man en vrouw aan der verlossing de zondige menschheid deel

-ocr page 347-

335

nomen. De Nieuwe adam — jesus Christus en de Nieuwe eva — Maria nioeslen den Ouden adam en de Oude eva weer herstellen, mauia raoesl dus ook niet alleen vrij van de zonde van adam, do erfzonde, maar ook rein van de zonde van eva, de werkelijke zonde, zijn, om tot Helpster van don Zondcndolgor geschikt lo zijn.

Dat is do loer van allo Kerkvaders, die do laatste er van, de heilige uernardus, samenvat door te zeggen: «Geweldig hebben ons een man en oeno vrouw geschaad; maar God zij dank! door oen man en ecne vrouw is ons ook alles weer vergood, en mei rijke rente van genade. Wel kon Christus (do ééngoboren Zoon Gods, dio voor ons mensch is geworden) alléén voldoen, want ook thans is al onze kracht uit Hem; maai' het was ons niet good, dat do man alleen Ijleel', gepaster was het, dat elk dor bolde geslachten aan de herstelling deel nam. Dus verschijnt de onder do vrouwen gebenedijde Vrouw niet werkeloos, maar zij heeft hare aangewezen plaats in hel verzoeningswerk. Want wij hadden bij don Middelaar Christus oene Middelares noodig, en wij kondon er geene betere vinden dan mauia. Eene zeer wreede middelares was eva geweest, door wie do oude slang hol doodsgift ook don man instortte; maar eono trouwe Middelares is maria, die mannen en vrouwen hot tegengilt der zaligheid aanbrengt; eva was do middelares der verleiding, maria is do Middelares der verzoening; eva heeft do overtreding bewerkt, mauia heefl do verlossing mogelijk gemaakt.quot;

En die bemiddeling heeft maria begonnen uit lo voeren door hare. maagdelijke Moederschap; deze alleen schonk don Zoon Gods eene reine en heilige plaats tot hot binnentreden in ons geslacht en maakte dus alleen onze verlossing bestaanbaar. — «Geef mij con stand- en stounpout buiten do aarde, en ik wil ze uit hare hengsels lichten!quot; had oen oud onderzoeker gezegd, maar hij ware nooit in slaat geweest, woord te houden, wijl hem altoos do kracht tot hot ophelïen van zulk een last zou ontbro-

-ocr page 348-

330

ken hebben. Dit stand- en steunpunt buiten de zondige wereld vond de Godmenscb in de maagdelijke Mocderscbajj der onbevlekt ontvangen maria, van waar uil bij deze zondige wereld — niet uil liare hengsels lichtte, veelmeer de uit hare door God voorgeschreven baan gewekene en onhoudbaar ronddwalende weder in het spoor bracht. —

quot;2. Op die maagdelijke Moederschap was door de eerste belofte en vele voorspellingen, van welke wij sleclils de schoonste aanhalen, uitzicht gegeven. —

Toen voor den goddelijken Rechter in liet paradijs de man de schuld op de vrouw, de vrouw de schuld op de slang wierp, en do slang hare schuld niet ontkennen kon noch wilde, maar zich veelmeer trolsch verheugde; dat zij de vrouw en door de vrouw den man en hare .ganscbe nakomelingschap bedrogen en voor Gods doel bedorven had; toen verbitterde God de vreugde des vijands over zijne zege, en troostte de menschen over hunne nederlaag door één woord, dat voor den vijand eene verschrikkelijke bedreiging, voor de menschen eene hoopvolle belofte was. God bedreigde de slang: aan baar de vergiftiging en verwonding, die zij op dc eerste vrouw had gepleegd, te zullen wreken door eene andere vrouw en dier zaad, die beiden haar den kop met den voet zouden verpletteren, terwijl zij hun enkel de hielen zou kunnen belagen. Sleclils van eene vrouw en haar zaad, slechts van eene Moeder en haar Zoon, niet — van een vader en echtgenoot wordt er in de belofte gesproken.

Toen hel huis davids onder de regeering van een zekerlijk onwaardigen afstammeling eens den ondergang nabij scheen Ie zijn, en daarmede het geheele rijk van Juda , wekte de lieer bet tot hoop op, doordien de profeet Isaias het op de aan david beloofde spruit in nog ver verwijderden lijd wees, die de Zoon der Maagd zou zijn; zoodat, zoolang de Zoon der Maagd nog niet gekomen was, davids huis en het rijk van Juda den ondergang niet te vreezen hadden, gelijk ook dc patriarch jacoü voorspeld had:

-ocr page 349-

337

)gt;De schepter zal van juda niet wijken, noch de hcerschor uit zijne landen, totdat do verwachte der volkeren gekomen is.quot; En do voorspelling van Isaias luidde: «Zie, de Maagd zal ontvangen en een Zoon baren, wiens naam zal zijn; emmanuül, dat is. God-met-ons!quot; Is. 7 ; 44 Eene Maagd zonder man, gelijk de llebreeuwsche naam «Almaquot; op deze plaats beteekent, moest dus tot wonderteekon de Moeder zijn van den kmmanukl, den ygt;God-mel-onsquot;, den Godmonscb, die onze natuur met de goddelijke vercenigen zou in zijn persoon en als Zoon der Maagd uit haar kuischon schoot voortkomen.

Dat wondervolle bericht, dat nog andere malen in do door God voorgelichte profetie van israkl klonk, drong zoo diep ook onder de heidensche volkeren, dat het zelfs bij hunne sybillen en dichters veelvuldigen naklank gevonden beeft; op vele plaatsen ontmoeten wij de verwachting eener maagdelijke moeder, die den beldbaftigen redder der menscbheid ter wereld moot brengen.

Dat bericht was door de gansche oude wereld verbreid, maar de daadzaak had nergens anders plaats dan le Nazareth in Gal ilea.

3. De ééngeboren Zoon Gods wilde dus Zijne intrede in bet menschdom, die grootmoedige daad Gods in den tijd, door een groot, ja bet allergrootste wonder der wereld aanduiden en vieren. Dikwijls bad Gods almacht onvruchtbare echtelingen met wonderbaren kinderzegen verheugd, en »de onvruchtbare in bot buis tot moeder veler kindoren gemaakt;quot; Ps. 112:8; dikwijls had God dooden ten loven opgewekt, stervenden bet leven verlengd, ongeneeslijke zieken doen genezen. Maar zoo lang de wereld slaat, beeft bij eene enkele maal aan eene maagd, namelijk aan de door Hem beloofde Maagd, oen Zoon gegeven, en die is Zijn eigen, Zijn ééngeboren Zoon, »Zulk eone geboortequot;, zegt de heilige bernardus, «paste der Maagd, dat zij slechts God baarde; en zulk eene geboorte paste God, dat bij slechts uit de Maagd geboren werd.quot;

A. Hungari. Avc-Maria-Klokje. I. QC)

-ocr page 350-

338

En waardoor geschiedde dit wonder der menscluvording Gods in de Maagd'? Door de inwilliging-, dal zij den Zoon Gods door de overschaduwing van de kracht des Aller-hoogsten en do nederdaling des Heiligen Geestes ontvangen zon, doordien zij op het berielit van dit genaderijke geheim tot den aartsengel Gabriël sprak: «Zie ik hen eene diensl-maacjd des Heeren, mij geschiede naar dit woord!quot;1) üe menschheid wachtte sedert den zondeval op dit «Fiat!quot; Maar daarop wachtte ook de Godheid sedert den zondeval der menschen. De schepping der wereld volgde op Gods: »Fiat! Er worde!quot; Hij sprak: «Er worde licht!quot; en er werd licht; de herstelling en voltooiing liet Hij al'hangen van maria's «Fiat! Het geschiede!quot; dal de heilige bernah-uus zoo verklaart: «Mij geschiede naar uw woord, en het worde mij niet het door n, den engel, maar door God gesproken woord; het Woord, dat in het begin was en God was, worde vleesch van mijn vleesch; het worde mij niet slechts een gehoord woord, dat vergaat, maar een

') Het toonbcclil aller dieustmnagden in de wereld is maria , als de nDiensl-maagd des Heeren quot; in welke eigenschap zij hoofdzakelijk bij de l)oodscha|) verschijnt. Eerst door deze nederigheid der Dienstmaagd wordt zij waardig geacht, Koningin des hemels te worden. Het maagdelijke is hier ten innigste met de nederigheid der dienstmaagd verbonden, gelijk in het woord wmaagdjequot; ook werkelijk beide begrippen bijeen komen, Want:

ma ui a belijdt zich als «Dienstmaagd des Heeren dat is naar de beteekenis des woords zooveel als de machtige, de onverzwakte, bijgevolg als de Maagd, daar zij geen man erkende en er ook geen erkennen wilde; — naar de beteekenis des Hebrceuwschcn woords is het de Gevangene des Heeren, daar zij zich door de gelofte der reinheid aan den hemel gevangen gegeven had ; naaide Grieksche uitdrukking beteckent het de nederige en onderworpen dienares en lijder es des Allerhoogsten. —

Ook vele eerwaardige maagden hebbhen zich in het Christendom onderscheiden door hare deugden in den harden maagdendienst. Als patrones der dienstmaagden wordt de heilige notburga gehouden , die zelve haar leven lang eene dienstmaagd, maar zoo rein was, dat haar de natuur gehoorzaamde, als aan hare Koningin; eens, toen zij des Zondags op het veld moest arbeiden, hing zij haar sikkel aan een zonnestraal op , ten bewijze, dat men des Zondags niet werken mocht. — De heilige Christina werd als slavin in een vreemd hand verkocht, maar bekeerde hare meesters en het geheele land. — De heilige euphemia en margaretha van iionoarije waren koningsdochters, die in de verbanning vroom als dienstmaagdcu dienden. —

-ocr page 351-

339

ontvangen, dat blijft; hel worde niet enkel voor mijne ooren hoorbaar, maar ook zichtbaar voor mijne oogen, lastbaar voor mijne handen, draagbaar voor mijne armen; hel worde mij niet slerlits ingevormd, maar ingeademd, ingevleescht, ingelijfd !quot; — Toen de Maagd maiua haar woord gesproken had, werd do lange verwachting der wereld en des lierncls vervuld; luen kwam dc Heilige Geesl als Godskrnchl op haar neer, luen werd in haar hel * Woord Gods vleesclt. en woonde in liaar,quot; toen was zij eerst recht vol van genade bij God den Vader, wiens van eeuwigheid geliefde Zoon haar Zoon geworden was; »loen had God Zijn Zoon gezonden, geworden uil dc Vrouw.quot; Gal. 4:4 Toen was maiua de Moeder Gods! —

De Macttjd maiua is de moeder Gods: dat is de ge-loolsbclijdenis der Kalliolieke Kerk. -— Ongegrond en zinneloos is de tegenwerping dor ketterij: »daar Christus naar Zijne goddelijke naluur toch niel uil maria geboren kon worden, kan zij ook niet Moeder Gods heelen.quot; Dienvolgens zouden wij ook onze moeder niel moeder mogen noemen, onzen vader niet vader, daar zij ons ook slechts naar liet lichaam, niel naar de ziel geteeld'hebben. Doch lichaam en ziel maken een persoon uit, en de men-schelijke persoon stamt van vader en moeder af. Zoo zijn ook de goddelijke en de menschelijke naluur van jesus cniiisTUs slechts één godrnenschelijke persoon, en die godrnenschelijke persoon is door maria dc Maagd onl-\angen en gebaard. Daarom heet met recht en is in waarheid maria de »Moeder Gods;quot; de Zoon Gods is de Zoon van maria, en de Zoon van maria is de Zoon Gods. liij deze daad van de menschwording Gods, Zijne ontvangenis van den Heiligen Geesl in dc Maagd maria, vertoont zich genoegzaam hel dubbele goddelijk-menschelijke karakter des geheims.

Kn dalzellde karakter onlbreekl ook hij de verdere ontwikkeling des geheims niel. — Van uit den hemel gekomen, nam de ééngehoren Zoon Gods den menschel ijken

22'

-ocr page 352-

340

geest cn hel menschelijke lichaam aan , die llem de TIeilige Geest in den schoot der onbevlekte maagd bereid bad: doch negen maanden woonde Hij in bet moederlijkc beilig-dom, gelijk alle kinderen van eva in hun kerker. In haastigen gang bracht maria het hemelsche pand naar het gebergte van juda; cn daar beloonde hel Zijne Godsmachl door do voorlicldinrj van Elisabeth cn de heilijing van Joannes. Do heilige josef werd op bet geziclit der zwijgende bruid getroflen en ontsteld ; maar door hemelsche openbaring aamjaande den oorsprong har er vrucht ingelicht en getroost. In den stal te Bethlebem bracht de maagdelijke Moeder baar Zoon ter wereld; docb niet kwetste Hij, maar Hij bezegelde hare zuiverheid, niet kwetste Hij, maar Hij verlrischlo bare kracht. Zij leide Hem in doeken gewikkeld in de krib tusscben os en ezel neer; docb boven zijn hoofd verschenen cn zongen de geesten des hemels. De dieren ademden om Hem; maar de herders aanbaden Hem. iierodes en Jerusalem wisten niet van Hem; maar de wijzen uit het oosten werden door eene ster lot Hem gebracht. In den tempel verscbecn maiua met het Kind even als andere moeders; maar de Heilige Geest ver-licblte daar profeten, dat zij in dit Kind het licht en de zaligheid der wereld erkenden cn in Zijne Moeder de deel-genoole Zijner bestemming. De tiran trachtte bet Kind naar bet leven; maar Gods engelen waakten tot Zijne veiligheid. Zoo vermengt cn vereenzelvigt zich overal in Zijne kindsheid zoowel als in geheel Zijn leven het wonder en de genade met, de natuur en de geschiedenis, en geeft getuigenis van de verborgen Godheid in de verschijnende menscliheid, en tevens van de waardigheid der Maagd maiua als Moeder Gods.

Door die waardigheid van maiua als Moeder Gods is nu bet oorspronkelijke raadsbesluit van God tot volmaking Zijner schepping uitgevoerd: in den Godmensch is het schepsel me God persoonlijk vereenigd, en maiua, de Genadevolle, is de eerste trede tot de kruin aller ere-

-ocr page 353-

341

aturen. — Door de waardigheid als Moeder Gods der Maagd maiua is nu ook het tweede raadsbesluit van God tot herstelling en verheffing zijner schepping uitgevoerd: de Godmcnsch is de Verlosser en Heiland der zondige wereld, en maiua is Zijne Helpster tot dal werk. Is de Godmensch gekomen', om zich als het Lam Gods te offeren lor verzoening onzer zonden , dan is de Moeder Gods de Duif, die met het Lam Gods len zoenoffer voor onze zonden aan het martelaarschap wordt overgegeven. Is de Godmensch gekomen , om den vijand Gods en der menschen te overwinnen, ons aan de heerschappij des duivels Ie ontrukken en ons tot de vrijheid der kinderen Gods Ie brengen: dan is de Moeder Gods de sterke Vrouw, die zelve der oude slang den kop vertrapt, en dien Zoon draagt, welke met het kruis den kop des draaks verplettert. Is do Godmcnsch gekomen, om de onzichtbare Godheid in Zijno menschheid te openbaren; zoo is de Moeder Gods het middel tot die openbaring geweest, terwijl zij Hem Zijuo menschheid geschonken heeft. Is de Godmensch gekomen, om de menschen lot God te voeren en le verheffen door Zijno leer, door Zijn wandel, door Zijne zaligheid; zoo is de Moeder Gods de Middelares en de Voorspraak, die voor ons alle goddelijke genaden der verlichting, der sterking en der genezing verwerft. Is de Godmensch gekomen, om onze Helper en Beschermer en Redder in leven en in sterven le zijn; zoo is de Moeder Gods ook onze Moeder, die ons arme zondaars bijstaat en voor ons bidt thans en in het uur onzes doods! Is de Godsmensch gekomen, om voor ons de vreeselijke Majesteit Gods vertrouwd en liefelijk te maken door de aanminnigheid Zijner menschheid , vooral Zijner kindsheid; zoo is het de Moeder Gods, die ons hot goddelijke Kind gebaard en geschonken heeft. — 0 moge zij Hel ons geven en ons bewaren in alle eeuwigheid! Amen. —

-ocr page 354-

342

Het wonderbeeld te Florence.

(Uit; Spiegel tier UlAIUA-dougdcn.)

De zalige donfilius , de eerste der zeven slichters van de «Orde der dienaars Van maria,quot; hegon in ,1254 den bouw van een klooster en eene groole kerk ter eere Onzer Lieve Vrouw. Om zijne dankbaarheid aan de goddelijke Moeder te betuigen, die zich verwaardigd had, hem met zijne metgezellen onder den naam van hare dienaars te roepen, 'alsmede om ten allen tijde aan de nederigheid, de voornaamste aller deugden van maria, herinnerd te worden, en aan den zoetsten troost, die ons door hare toestemming in de goddelijke moederschap is ten deel gevallen, •— wilde hij de allerzaligste Maagd maria in genoemde kerk door een groot beeld lalon voorstellen: gelijk zij, door den engel als de Moeder Gods begroet, zich in de diepste nederigheid scene dienstmaagd des lleerenquot; noemt.

Hiertoe verzocht hij den beroemdsten schilder van Florence , Fra uartiiolomeo genoemd, zulk een beeld te schilderen.

Met alle inspanning der kunst had uautiiolomeo reeds de engelen geschilderd cn was ook gereed met de figuur der allerzaligste Maagd, uitgenomen bet gelaat. Maar hieraan de hand te slaan, daartoe kon hij niet besluiten, wijl bij de hemelscho reinheid en zachtheid, de bovennatuurlijke bevalligheid en liefelijkheid niet wist uit te drukken. Dikwijls bad hij reeds het penseel opgenomen, maar telkens weer weggelegd, en hij had al besloten, bet beeld onvoltooid te laten. Doch nogmaals beproefde hij het, zich godsdienstig in den geest voor Ie stellen, hoe hij het zoetste gelaat der Hemelkoningin zou kunnen schilderen. — Daar overviel hem eene zachte sluimering, die hem in eene soort van verrukking bracht. Toen hij ontwaakte, zag hij tot zijne hoogste verwondering het gelaat der genadevolle Maagd vol van eene onvergelijkelijke bevalligheid en liefelijkheid met bovenmenschelijke kunst geschilderd. Slechts

-ocr page 355-

eenc engelcnliand kon zoo schilderen. Medegeslcepl door dit gezicht riep liij uit: «Wonder! wonder!quot; — Dadelijk snelde bonfiluis met zijne broeders toe, en nllen, die hel gelaat Onzer Lieuve Vrouw zagen, bekenden: «Dat is het werk van een engel en niet van een mensch!quot; —

Dit is hot beroemde wonderbeeld, dat nog heden in de prachtige kerk »Annauzialaquot; te Florence vereerd wordt, dat beeld, voor hetwelk jaarlijks vele duizenden bedevaartgangers samenstroomen, om troost en rust voor hunne bedrukte ziel te vinden. —

Dc wijze van afbeeldin», der Boodschap.

(Naar: Christelijke symboliek, door Dr. wolfgang mknzel.)

Met mahia-lloodschap, gelijk zij tallooze malen op kerkbeelden geschilderd is, is buitengemeen veel symboliek verbonden.

Maria zelve is hier bij voorkeur do «Dienstmaagd des lleeren, ancilla Domini,quot; hare uitdrukking dus de diepste en vroomste nederigheid bij de helderste maagdelijke onschuld. Die uitdrukking hebben de oude schilders beter getroffen, dan de nieuwere, die gaarne le veel zelfbewustzijn in de Maagd legden, of haar te veel lieten verbazen en verschrikken,, ja zelfs in onmacht vallen. De maagdelijke nederigheid wordt het best uitgedrukt door de over de borst gekruiste handen, het oude oostersche teeken van onvoorwaardelijke toewijding, in het westen kwam op de beelden meer het gewone gebaar des gebeds op. maiua kniel! en verheft de gevouwen handen. Vele schilders geven haar ook een gebedenboek. Zij laat gewoonlijk het haar lang afhangen, want dat was de dracht der maagden. Haar kleed is meestal blauw (kleur des hemels, waaraan de nieuwe Zon moet opgaan), maar dikwijls ook wit, om de reine Maagd als zoodanig aan le duiden. — Eén beeld vertoont haar ook in het witte onderkleed met den purperen mantel,

-ocr page 356-

344

waardoor zinnebeeldig; de koninklijke waardigheid wordt voorgesteld, die hare onschuld omkleedt. — Soms is haar kleed groen, en duidt de hoop der wereld op de zoo na-bijzijnde verlossing aan.

Volgens het apocryphische Voor-Evangelie van den heiligen jacodus, alsmede in hel Evangelie van de geboorte van maria en de kindsheid van jesus, verrast de engel de Maagd, terwijl zij juist purperzijde (zinnebeeld van hol, verzoeningsbloed van jesus) voor den tempel weeft. —

Een bijzonder attribuut der Maagd op afbeeldingen der Boodschap is de lelie, als zinnebeeld der onschuld, dat is maagdelijkheid en reinheid van ziel. — De engel gabriëi, draagt, terwijl hij der eerwaardige Maagd de zaligheid aankondigt, doorgaande op kerkelijke beelden een leliestengel. Op oud-Duitsche beelden is ook dikwijls naast de Gebenedijde oen glas met eon leliestengel geplaatst, zoodat men dóór het glas steel en bladeren zien kan; een zinnebeeld, dat zich ook herhaalt in don zonnestraal, die door glans dringt, zonder het te kwetsen, en de ongekwetste maagdelijkheid beteekent. Ook hoeft men de plaats van het Hooglied: »Als eene lelie onder do doornen is mijne Vrienden onder de dochteren!quot; op de onbevlekte ontvangenis van jesus in Maria toegepast.

Bijzondere beroemdheid als maria-symbolon verkregen de drie lelie-wonderen des heiligen aegidius.

Hij leefde in de zevende eeuw een tijd lang als tuinman (in Frankrijk wordt hij onder den naam St. gilles vereerd) en kweekte zeer zorgvuldig do bloemen. Daar kwam een monnik bij hem, die aan de mogelijkheid twijfelde, dat de Maagd maria na de ontvangenis Maagd had kunnen blijven. Maar aegidius schreef drie vragen in het. zand: of do heilige Maagd vóór, in en na de ontvangenis even maagdelijk gebleven was, en elke vraag word gepast mot eene witte lelie beantwoord, die op eens uit het dorre zand ontsproot. —

Op oud-Duitsche beelden heeft de Boodschap soms in

-ocr page 357-

845

den «gesloten tuinquot; ol' ten minste in cene kamer plaats, die onmiddelijk aan den rondom door een muur ingesloten, bloemrijken tuin grenst. Die tuin is het symbool der maagdelijkheid van maria cn der onbevlekte ontvangenis van den Godmenseh je sus ciiristus.

GArmiËL, de engel der Boodschap, verschijnt gewoonlijk in een wit kleed, waarmede de hemelsche reinheid wordt uitgedrukt. Dikwijls gaven hem de schilders een gouden levietenkleed, lu het algemeen heeft hij een leliestengel in de hand. Dikwijls verheft bij de rechter hand ten zegen. Zijne houding is die van een Godsgezant, waardig, ernstig, rustig. Niet zelden wordt hij knielend geschilderd, oven als de Maagd zelve, beiden iu de diepste godsvrucht verzonken. Zoo op het beeld van garofalo op het Kapitool; hier is de engel nog door een bloemkrans en door een rijk hruiloftskleed onderscheiden. Ook mco-i,aas van pisa schilderde hem op zijn beeld te Ofviëto knielend. — jan van eyck gaf hem pauwevleugels, wier vele oogen zekerden sterrenhemel heteekenden; doch het zijn vleugels van een witten pauw: de engel zelf zweelt licht en majestueus neder. —

Op het beeld van hans baldung in do domkerk te Freiburg heeft de engel daarentegen cone hevige bewegingen het, haar staal hem overeinde, waardoor de verhevenheid zijner zending, hot overweldigende van zijn allerheiligst ambt uitgedrukt is. Op een oud beeld te Graudenz draagt, op de naiciste wijze, de engel een brief.

Om nog duidelijker te maken, wat de engel boodschapt, valt op de beelden gewoonlijk door liet venster een heldere zonnestraal op de Maagd. Op oude heelden gaat die straal van de hand Gods uit, die uit de wolken uitsteekt. Zeer dikwijls zweeft onder de hand nog de Heilige Geest als duif, en weder onder dezen, eveneens in den straal, een klein kind. Dit laatste heeft men geheel verkeerd begrepen, als zou dat hel vleeschelijke Christuskind zijn, daar het toch slechts de ziel van den Zoon beduidt, die van

-ocr page 358-

346

den hemel komt, nog eer zij vleesch heel't aangenomen. Soms hecl'l dat kind in don lichtstraal, ter nadere ophel-dcring, een kruis bij zich. In zoo verre ciinisTüs liet »Woordquot; is, richt zich de van den hemel komende straal op eenige oude beelden naar het oor der Maagd. ') Op een beeld te Bamberg- ademt, de Vader op dc Duif, deze en het Christuskind ademen beiden weer op de Maagd. — Te Kenthcim in het Zwartswald staal een boom met drie takken,.als zinnebeeld der allerheiligste Drievuldigheid, naast bet tooneel der lioodschap.

Sedert dc Christelijke kunst opbloeide, behoorde hel tol. hare hoogste laak, in het beeld van maria die eenheid van hel onbevlekt maagdelijke en moederlijke uil Ic drukken, hetgeen echter slechts den idealislischen, naar ziels-uitdrukking zoekenden kunstenaars bij benadering gelukte,

1) Do zon, als oorsprong van alle zinnelijk o)) te merken licht, is het zinnebeeld van dien oorsprong, van waar alle geestelijk licht komt, het zinnebeeld van God. God is Zon en Schild. Ps. 48; 12. Dc zon verheldert alle duisternissen en wekt overal leven. Zij schijnt over goeden en boozen: omnibus idem. Zoo ook de Schepper en Onderhouder van alle wezens. Zij is te sterk van licht, dan dat een mcnschclijk oog haar glans zou kunnen verdragen; suo se lumine condit. Als zij opgaat, verdwijnen alle sterren; extingnit lumiue lumen. Zij heel't soms twee nevenzonnen ; est tamen unus. De eene God in drie personen

De werking der zon is ook het oudste en voornaamste zinnebeeld des ge-heims, dat de ontvangenis van mauia bij do Boodschap hare maagdelijkheid niet bevlekt heeft. Gelijk dc zonnestraal door glas dringt, zonder het te breken, zoo bevrucht God het lichaam van maria, zonder schade voor hare maagdelijkheid; transit, non frangit — non vi sed virtute. Gelijk de zonnewarmte in de aarde niets verwoest, maar ze met kruiden en bloemen siert, zoo tooide God do Maagd met de ontvangenis van het goddelijke Kind; nou gravat et gravitat — ornat non ornerat. — Daarom schilderdc raphael zijne beroemde Madonna van l'oligno met het Christuskind in eene zon. wier schijn over de aarde valt. Volgens de apocryphen had ook eene sibyl op dat uur, toen christus ontvangen werd, een visioen, waarin zij Moeder en Zoon in eene zon zag. — Eene oude gravure vertoont Moeder en Kind in eene drie-vuudige zon met betrekking op de allerheiligste Drievuldigheid.

Merkwaardig is ook dc «Engelengroetquot; voor het portaal der in het jaar 1377 voltooide maria-kapel aan de markt tc Wiirzburg. In een straal, die uit den mond van God den Vader op dc Maagd maria neerschiet, drijft het Christuskind met ecu kruis. —

-ocr page 359-

Vil

niet. den naturalistischen. Hoe onmogelijker hot sciieen, hier door nabootsingen hel oorspronkelijke beeld te bereiken, des te meer nam men zijne toevlucht tot vergelijkingen en zinnebeelden. Keeds in do Grieksche Kerk en in de westerscbe der middeleeuwen hield men er van, de door de ontvangenis van den Godmensch onbevlekt gebleven maagdelijkheid door profetische voorafbeeldingen uit het Oude Testament aan te duiden. Zoodanig waren: het brandende en toch ongeschonden gebleven doornbosch, uil hetwelk jehova tot moses sprak; — de stalquot; van Aaron, uit wiens dor hout bloesems ontsproten; — de huid van Gideon, die midden in den dauw droog bleef; — de gesloten poort bij Ezechiël, door welke God doorging, zonder haar te openen. (Deze zinnebeelden vindt men ver-eenigd op een schoon beeld van van evck te Brussel.) Daarbij komt nog de gesloten tuin, de gesloten bron en de verzegelde bron uit het Hooglied, : i^.

Ook bevindt zich dikwijls de zondeval der beide eerste menschen adam en eva als kleine muurschildering op beelden der «Boodschap,quot; om aan te duiden, vaarop de geboorte van den Verlosser betrekking moet hebben.

Op een beeld van koning tiené (zoo bericht van quandt in zijne reis in zuidelijk Frankrijk), waarop een engel aan moses in het vurige doornhosch de heilige Maagd maru met het Christuskind vertoont, draagt deengel denzonde-val in eene kleine caméc als haak des mantels.

Om de zaligheid, die uit het verlossingswerk voortspruit, wordt zell's de zondeval zelf, zonder welken er geene verlossing geweest ware, geprezen. Zoo bezigt de heilige augustinus de uitdrukking: »Felix culpa! Gelukzalige schuld!quot; en notker de oudere zingt: »0 culpa nimium beata, qua redemta est natural 0 zoete, heilige schuld, uit welke voor de wereld verlossing kwam!quot; -—

-ocr page 360-

348

Ecnige beelden van IHaria-Boodschap.

ee ne overoude schilderij.

(Uit: Romaanscho stijlproevcn uit Brcslau, door Dr. II. fuchs.)

Op een allaarsluk uit de sacristie van rlen dom Ie Brqslau, dat oen product van Silezische schilderkunst onder zichtbaren invloed van dc Vlaamsche school is, en wel in het jaar '1408 gereed kan gekomen zijn, ziet men «maria-Hoodschapquot; op dc volgende wijze algebeeld:

Links op hel beeld bemerkt men den aartsengel garriël mot gebogen knieën en den ingclegden vloer nauwelijks aanrakende. In de rechter hand heell hij een schepter, de uitge-slrekte linkerhand vergezelt zijne in den boven hem zweven-den spreukband slaande, met gele verf op donkeren grond geplaatste woorden: »Avo gratia plena dominus tecum!quot; Zijn schoon, blond gelokt bool'd is met eeno rijke, van goud omwonden parelkroon getooid. Over bet witte, aan de heupen met een gordel gesloten, in het bruine spelende, zeer lange gewaad hangt een van voren open, eveneens witten mantel met bruin-violette voering, die van een broeden rand met schetsen ingesloten is en door een groo-ten haak van edelgestecnen op de borst saamgebouden wordt. Aan den hals komt een borstdoek te voorschijn. De groote vleugels zijn blauw-groen.

Rechts knielt de heilige Maagd maria , om het bloote bool'd met lang afhangend, glad, bruin baar eene groote gouden glorie, naar den engel gekeerd, voor haar eenvou-tligen bidlessenaar, uit welks zijdeopening twee koorden half afhangen. In het gebed verzonken, wordt zij dooide Boodschap gestoord. Met de eene hand in hel boek zacht bladerende, maakt zij met dc andere eene beweging, welke met haar ter zijde naar den grond gekeerden, pein-zenden blik meer slechts een luisteren, dan een bijzonder levendig gevoel schijnt uit te drukken. Haar lang kleed

-ocr page 361-

m

is donkerrood mei. gele randen, haar mantel blauw inel {.^ele strepen van voren.

De omgeving der beide gestalten verplaatst ons in de maagdelijke woonkamer, van welke men twee muren opmerkt. De ingelegde bruine vloer is hier en daar met allerlei zinrijke leekens beschilderd. Achter maria staat een in Gothische vormen gesneden, met een blauw kussen belegden zetel.

Verderop ziet men, op den achtergrond zich schuins verdiepende,' eene soort van wandkast oC uis, met ronde bogen, die op romeinsrhe zuiltjes rusten, llior staat een kandelaar met eene hall' afgebrande waskaars, eene slanke flesch en eene lage, breede schaal niet deksel. Door het open venster in den hoofdmuur, op welks bank een grooten bloempot met een boomachtig gewas staat, ziet men op een ruim landschap uit. boven dringen gouden stralen naar het hoofd der Maagd naar binnen. God de Vader, met uitgebreide armen, met een kruisnimbus en op wolken zwevende, zendt ze af. Midden er in zweeft een naakt Christuskind met gouden stralen om het boofd en met. een groot rood kruis, en, het hoofd der Maagd bijna aanrakende, eene duif, liet teeken des Heiligen Geestes, naar beneden. De kamer is van eene hrnine balkenzolde-ring voorzien. —

de afdeeldingen van verschillende meesters,

i. In de kerk Sanla Maria nuova te Perugia bevindt zich bel beroemde beeld van nicolo alunno — de liood-scbap. Men bemerkt in bet midden de Madonna aan een bidlessenaar, voor haar de engelhode, daarboven God den Vader met zingende en muziceerende engelen, onder een aantal heiligen. De stille, zachte, kuische uitdrukking in het gelaat der heilige Maagd is iets wonderbaar bevalligs. Hoogst gelukt is ook de stempel van eerbiedigen schroom, met welken de engel der Hoodschap de uitver-

-ocr page 362-

350

koren Bruid Gods nadert. — Deze voor do Boodschap des engels nederig- lerugdcinzcnde Madonna is hel symbool der schoonheid, onschuld en godsvrnchl, welke in haar binnenste heelt voor do volheid der hoogste goddelijke genade, die haar iu dit verheven oogenhlik ten deel zal vallen.

2. De schilderij van jan van kyck stelt eene lioog ge-welfde, maar huiselijk beperkte, smalle kamer voor, een vreedzaam heiligdom. Op den voorgrond er van knielt aan den hidlessenaar de Godgewijde Maagd. In wijde plooien valt het donkerblauwe gewaad op den grond al'. Stille majesteit rust op de ernstige, maar met onbeschrijfelijke lieflijkheid overtrokken gelaatstrekken der in bevallige maagdelijkheid bloeiende dienstmaagd des lleeren. liet belderlichte haar is glad boven het voorhoofd gescheiden en hangt in kleine golfjes op de schouders af. In nederige hoogheid schittert de geheele gestalte. Met onbeschrijfelijke onschuld wendt mam ia het hoofd naar den engel, meisjesachtig slaat zij den zedigen blik naar den grond, terwijl zij de hooge Boodschap aanhoort. Maar in hare Godbewuste kracht is zij zonder vrees; want mot hemelscbc gestalten schijnt zij sedert langen tijd als met speelmakkers der kindsheid vertrouwd te zijn. He engel der Boodschap gagriël is een heerlijk jongeling; in een wit gewaad en met machtige vleugels van witte pauwevederen zweeft hij voor de Maagd over den grond heen, terwijl hij haar die verheven Bood-sohap brengt. In de hand heeft hij een gouden schepter, een kruis vormende met den zonnestraal, die den Heiligen Geest binnendraagt in de geslalte eener duif door een hoog vensier, dat geopend staat: eene zinrijke aanduiding van do thans beginnende verlossing der wereld, en in nauwen samenhang met den zondeval der eerste ouders, die in sierlijk snijwerk op den bidstoel der Maagd afgebeeld is.

3. Van Fra giovanm angeuco da fiësole bevindt zich in de sacristie der kerk San Domenico te Perugia in het gevelveld de Boodschap. De engel met den palm in de linker hand, de rechter zegenend opgeheven, knielt op

-ocr page 363-

351

eenc wolk, cene boven alle mate cn beschijving hemelsche verschijning, maria zit op een lagen divan, in welks weeke kussens zij diep ingezonken is. Fijn van leekening, is liare uitdrukking de meest beschroomde godsvrucht en tevens de onschuldigste toewijding, terwijl zij stamelt: »Zie , ik ben de dienstmaagd des Heeren!quot; —

Van denzelfden meesier bezit de Dominicaner-kerk lo Gortona eene Boodschap in bijna levensgroote gestalten. maria zit met een sluier over het opgestoken haar, een gouden tapijt achter zich, in een open zuilengang; van de linker zijde is de engel lot haar gekomen en verricht met lichte kniebuiging de Boodschap, welke zij, met de liandcn over de borst gekruist en met de nederigste neiging des hoofds aanhoort. Eigenaardig is de beweging der handen bij den engel, die met de opgeheven linkerhand tot op-merkzaamheid aanspoort, en met de rechter te kennen geel'i dat zij de door God uitverkoren Moeder des Verlosser is. -—- Boven den tuin op den achtergrond bemerkt mei, de verdrijving der eerste ouders uit het paradijs.

Gaan wij nu Ie Florence in het St. MarkuskLooster naar den bovengang, dan schittert ons, als wij de bovenste treden van den trap bereikt hebben, een beeld legen, dat in zijne hooge eenvoudigheid en in den zachten lichtglans zijner kleuren alles schijnt te overlreffen, wat deze schilder aan hemelsche schoonheid tol heden geleverd heelt. Hij verplaatst de Boodschap in cene ruimte, gelijk zij zich in zijn klooster zelf kon bevinden. De door eene houten schutting ingesloten bloemweide-tuin, aan welken weer een tuin met hooge hoornen grenst, de zuilengang met de zuilen en gewelven van San Murko, de aangrenzende cel: alles moest de vrome bewoners des kloosters aantrekken, gelijk het tevens voor de voorstelling ongemeen gunstig werkt. In dien zuilengang, voor hare open celdeur, zit op eenc ongemeen onopgesierde voetenbank de heilige Maagd; de van de schouders al'vallende donkerblauwe mantel bedekt den schoot en de voelen; een nauwsluitend kleed omhult bo-

-ocr page 364-

352

venlijf en armen; het Monde, golvende haar Icgl, zich om den hals. De engel, die haar, blijkbaar verassend, van links nadert, verricht mei lichte kniebuiging zijne 13ood-schap en legt zijne armen eerbiedig voor de Gebenedijde kruiswijzc over do borst, eenc beweging, die de Maagd mauia, van een gelijk gevoel van eerbied doordrongen, onbewust namaakt. — In die schijnbare armoede aan motieven ligt bij dit beeld die aantrekkende kracht, welke aan alle naïviteit eigen is, en voor welke alle eischcn van schoonheid, menigvuldigheid enz. verdwijnen. Dit geldt eveneens van de geheele verschijning der Maagd, die ons enkel boeit dooide uitdrukking van verrassing, van nederigheid en eenvoudigheid des harten, maar volstrekt niet door schoonheid. Daarentegen schittert de goddelijke zendeling in de volle schoonheid en liefelijkheid van het zachte gelaat, en zijne glorie wordt verhoogd door het wit, schitterende, doorwerkte gewaad en door de kapelkleurige, als goud glinsterende vleugels. —

K. De lioodschap in den dom Ie Mainz, door piiilipp veit bedacht en geteekend, en door settegast geschilderd, is niet, als gewoonlijk, opgevat om de nederigheid of de vrees, of de stille godsvrucht der zalige Maagd uit te drukken; maar de hoofdinhoud der handeling, de smensch-wording van Gods Zoon,quot; wordt ons voor oogen gesteld. Daarom wijst de engel naar hoven, van waar de Heilige Geest neerzweeft. En de Maagd, op een bidstoel knielende , vouwt de handen kruisvormig over schoot en borst, en keert zich op de eenvoudigste, edelste wijze — met een gelaat vol hemelschc rust en zaligheid naar den beschouwer, als het ware en hem het opschrift van hel beeld; «Et verbum caro factum est! En het Woord is vleesch geworden!quot; toe Ie roepen. Beide figuren vertoonen dooide verscheidenheid der stelling in het algemeen, de beweging des gelaats en der handen eene groote veelvuldigheid. De heilige Maagd treedt, maar op zeer bescheiden wijze, op den voorgrond; hare bekleeding is ongemeen

-ocr page 365-

853

waardig en loch uiterst eenvoudig behandeld, en het blauw des mantels wordt door den witten sluier liefelijk getemperd. De engel vertoont zich in zijne teedere gestalte en in hel lichte nederzweven te midden der wolken als een bovenaardsch wezen, een hemelschen geest. De wolken en het goud van den achtergrond — als hemel — zijn verlevendigd door eenvoudige gewelven, en aan de eene zijde, tegenover den engel, hangt een gordijn in donker groene, rustige plooien neer, om eene gepaste afsluiting te vormen en de gestalte der heilige Maagd meer te doen uitkomen. Een tapijt in zachte, dolïe kleuren bedekt den vloer, zoodat er op den voorgrond eene rustige veol-vuldigheid heerscht. — De edele, eenvoudige houding der figuren, de harmonie der kleuren en de teedere, smeltende schildering stemmen volkomen overeen met het, wonderbare geheim, dat, voor zoo verre menschelijke kunst vermag, figuurlijk moest worden voorgesteld.

HET STANnCEELD van maria-lioodschap TE flohence.

(Uit: Kunstenaars-gcscliicdcnisscn , door august hagen.)

In de heilige kruiskerk te Florence bevindt zich van donatello, den hersteller der beeldhouwkunst in Italië (geboren te Florence '1883), een wonderbaar stichtelijk standbeeld van ïmaria-Boodschapquot; uil zandsteen vervaardigd, en wordt genoemd «Nunziala di pielra di macigno.quot;

Men ziet hier de «Boodschap,quot; die duizendmaal op oude beelden is voorgesteld, maar hoe geheel anders dan hier.

De heilige Maagd maria verschrikt en onlslell niet, als ware de engel, als een geest der benedenwereld, in bliksem en donder verschenen; en de engel ziet er niet uit, als legde hij een feestelijk bezoek af en als deed hij haar voorstellen als minnaar. In heiligheid is hier gadriëls geheel wezen opgelost en onwillekeurig zinkt hij voor de Uitverkorene op de knie. Zij wendt zich zacht af vol ne-

A. Hungari, Ave-Maria-Klokje. I.

-ocr page 366-

354

derige onschuld. In de linker hand heeft zij hel psalmboek, waaruil zij Gods beloften leerde kennen; de rechter drukt zij tegen het hart, dat haar een getuigenis van hare onwaarde geeft, en haar gelaat drukt duidelijk uit; «Hoe groot! Hoe klein!quot; •

Slaart gij lang op liet beeld, dan meent gij maria's blos niet te miskennen, want bij langer aanschouwen verkrijgt de steen met hét leven ook kleur en verwekt godsvrucht en bewondering. —

Nazareth, de plaats «Ier Boodschap.

het stadje nazareth. gt;)

(Uit; Huisboek vooi- Christelijk onJerliouil, door Dr. lodewijk lano.)

In Zuid-Galilea, drie uren ten noorden van den won-derberg Tabor, aan de westzijde eener smalle langwerpige dalvlakte, van witte kalkrotsen omringd, door bergen ingesloten en van de wereld afgescheiden, ligt Nazareth, de dBloemenstadthans en Nasirah geheeten, in eenc altijd groenende streek, die liefelijken helder, als eene speelplaats der vroolijke, onschuldige kindsheid, den reiziger opneemt, en met haar zoeten vrede zoo recht voor de plaats van het wonderbaarste aller geheimen geschapen schijnt te zijn. De gloeiende wind der woestijn koelt zich daar af en wordt tot weldadig verwarmenden luchtstroom, die het purper der granaatappelen vroeger wekt en de volheid der oranjeappelen, des wijnstoks en des olijfbooms vervoegt. De kleine grijze huizen en huisjes van het stadje staan aan den rand des heuvels, die er westwaarts ver bovenuit steekt, en herbergen omstreeks 3000 inwoners, van welke de meeste Grieksche en Roomsche Katholieken zijn.

') Nazareth ligt amphitheatersehgewijze in de dalvlakte en wordt dooi-1500-—If.OO voet hooge bergen omringd; daarentegen verheft het zich omstreeks 300—350 voet op het brcedc bergterras boven liet dal Esdrelon.

-ocr page 367-

355

Even zacht en liefelijk als de omstreken, zijn ook de herinneringen, die aan den naam Nazareth verbonden zijn. Deze plaats kan geen aandeel in de oudere geschiedenis des lands aantoonen, geen der boeken ven hel Oude Verbond spreekt er van, en zelfs in den mond des volks wordt het nauwelijks genoemd. Ais eeno ongerepte maagd trad Nazareth eerst met de volheid des tijds uit zijn duister le voorschijn, waardig een heeld zoowel, als ook do geboorte- en woonplaats dier heerlijke Maagd le zijn, welke de zaligheid der wereld heeft doen tot stand komen.

Hier dus is de ivonderplaals, waar de Nieuwe eva, de allerzaligste Maagd maiua , geboren werd; van hier uit bracht men het Wonderkind in den tempel der slad Sions, in welken liet onder gebed en arbeid, in bestendig verkeer met de engelen des Ueeren, door het hemelbrood gespijsd, tot Maagd opbloeide.

Meerderjarig geworden on met don eerwaardigen josef verloofd, kwam maiua uit de Koningstad naar Nazareth terne;. Vader- en moederloos staat zij enkel onder de be-

D w

scherming van den almachtigen Vader der weezen, die haar nog aan den drempel der kindsheid tol do waardigheid eener Moeder van alle geloovigen verheft. Eenzaam in hel vaderlijke huis in den stillen middernacht, bezig met een werk voor don tempel, verneemt zij don groet des engels, en op dat oogenblik, loen in het geheim der menschwor-dincj van den ééngeboren Zoon Gods oude en nieuwe tijd zich scheiden, geeft hot volksverhaal den naam Nazareth, van het morgenrood des opscheraerenden verlossingsdags omstraald, aan de geschiedenis over.

Eenige jaren nog (namelijk na do terugkomst der heilige familie uit Egypte), en do Bloemenstad heeft don Koning-der koningen, den lieer dor wereld binnen hare muren, is de gelukkige getuige van de spelen des goddolijken Kinds, merkt in benijdenswaardige rust, ongestoord van het rumoer en de beweging der menschen buiten, dc ademhalingen van den sluimerende, den groei van Zijn geest en lichaam

23'

-ocr page 368-

356

op, ziet Ilcra de studie zoowel als den handenarbeid door Zijne eigen deelneming heiligen, ziet Hem met den grijzen vader in do werkplaats bezig en met de beminnende Moeder 's avonds naar de bloemen uitgaan, van welke ceva zingt; «Midden in de vlakte was eene bron, waar onder de overige vrouwen dikwijls de schoonste der moeders in den zilverspiegel des waters het linnen des Knaaps placht te wasschen, op het groene gras uit te spreiden en dan in de reine lucht te drogen.quot;

Hier rijpte het kind jesus tot jongeling en man, steeds het hart bij God, Zijn hemelschen Vader, en de hand bij den arbeid; hier bereidde Hij zich voor tot de prediking des Evangelies en tot den bloedigen Offerdood aan het kruis; hier drukte Hij Zijn heiligen voedstervader bij het sterven de oogen toe. —

De laatste jaren des wandcls van jesus op aarde belmoren tot de geschiedenis. Uit de schemering van de verborgenheid der wereld treedt Hij te voorschijn, even als de zon 's morgens opgaat als rustigheid, die zijne loopbaan begint. Van den Jordaan door de woestijn komt Hij als overwinnaar van Satan in Zijne vaderstad terug, en Hij opent hier den sti'ijd met Zijne tegenstanders, die eerst na drie jaren voor Hem met den bloedigen, bitteren kruisdood eindigen zou, maar voor Zijne Bruid, de Kerk, tot op dezen dag nog niet geëindigd is. De eerste wolk verduistert den zonneschijn , die tot heden over Nazareth gestraald beeft. Eene schaar dweepers heeft den Heiland in het midden en stoot Hem de stad uit, om Hem van den heuvel in de diepte te storten. En Nazareth staal niet op, om Hem te beschermen: enkel de deelneming der nieuwsgierigen volgt Hem op den weg, die Zijn doodsweg had moeten worden, indien Hij niet God en Gods Zoon geweest was. En hij schudde het stof der vaderstad van de voeten en zag haar niet meer; niet eens haar naam wordt meer genoemd, zoo men niet wellicht spottend der geboorteplaats van den messias gedenkt, en enkel nog aan het kruis, boven het hoofd des Verlossers, neemt hij de eereplaats in.

-ocr page 369-

357

Toen coNSTANTUN de Groote en zijne heilige moeder Helena wedijverden, 0111 de plaatsen der verlossing uit den driehonderdjarigen smaad en vervolging voor de oogcn der gansche wereld ilol nooit geziene heerlijkheid te verheffen , werd ook te Nazareth eene prachtige kerk ter eere van maria-hoodschap gebouwd en op haar altaar het opschrift geplaatst: »Dit is het altaar, waarop het eerst dc grond tot dc zaligheid der menschheid gelegd werd.quot; Deze tempel omsloot het heilige huis, waarin het Woord vlcesch was geworden, totdat de ongeloovigen Palestina aan de Christenen ontrukten. Toen droegen de engelen het huis van Maria naar het westen; maar naar de oorspronkelijke plaats er van deden dc pelgrims uit alle streken der wereld voor en na bedevaarten.

Toen verder in dc roemrijke dagen van den eersten kruistocht de koene en vrome tancredo vorst van Galilca werd, kreeg Nazareth weer een bisschop, en de volgreeks zijner opvolgers werd zeli's na den voor dc heerschappij der Christenen in het oosten noodlottigen slag bij Ilittin (1187) niet afgebroken. Maar de volgende eeuw, locn dc Sara-cenen weder dc overhand kregen, cn bun sultan uibars te vuur en tc zwaard tegen de Christenen woedde, bracht zwaar lijden over dc kleine stad, zoowel als over het gansche heilige Land, cn zij daalde langzamerhand tot een opeenstapeling van puinhoopen af, tusschen welke nu slechts een armoedig dorp bleef staan.

In de vijftiende eeuw werd Nazareth door een reiziger zoo geschilderd: »IIet heeft twee Iraaie stroomendcbronnen. Wij lagen 'snachts in dc kapel, waar dc engel aan Onze Lieve Vrouw den groet gebracht heeft. Het volk aldaar had in lang geen Duitschers gezien, liep ons dus van schrede tot schrede na en bekeek ons, als waren wij zee-wonderen; wij moesten een heiden geld geven, opdat hij de nieuwsgierigen van ons af dreef. Er is daar eene zeer fraaie kerk geweest, maar zij is geheel vernield; enkel eene kapel onder den grond is er nog over gebleven.quot;

-ocr page 370-

358

In dc jaren 1610—'1025 had de gruwel der verwoesting zijn hoogste toppunt bereikt, maar zij was toen ook ten einde Met veel moeite bouwden dc Franciscanen de onder duurs in het jaar i 203 geheel vernielde kerk van Maria-Bood-schap weer op, in het jaar '1730 herstelden zij het klooster weer, waarna zich langzamerhand nog andere gebouwen uit het puin verhieven. Toen in het jaar 1837 geheel Palestina door eene schrikkelijke aardbeving geteisterd werd, stortten ook Ie Nazareth huizen en kerken in, en het pelgrimshuis aldaar werd een puinhoop. Sedert 1845 verhief zich een nieuw, bijna prachtiger gebouw in de plaats van het oude.

Wat in de geschiedenis de gewichtigste plaats in het stadje Nazareth was, dat is het ook in het tegenwoordige dorp. En die plaats ligt binnen dc kerk van »Maria-Boocl-schap,quot; die in een groot klooster is ingesloten. Onder het Hoogaltaar, in het midden dier iraaie en rijkversierde kerk, ligt Nazarcths groot heiligdom, dat de oostersche Christenen slechts met bloote voeten wagen 1c betreden, dc plaats, waar dc heilige Maagd den groet des engels ontving, aangeduid door een van zilveren lampen verlicht altaar en door het op een marmerblad in goud prijkend opschrift; «Verbum hie caro factum est! Hier is hel Woord vleesch geworden!

Achter dit altaar vertoont men twee grotten, die met het door de engelen weggevoerde huis van maiua in verbinding gestaan en haar tot huiselijk gebruik gediend moeten hebben. Verder westwaarts van het- klooster, in het dorp zelf, staat eene kapel, vroeger de werkplaats van den heiligen jüsuf, dus ook het verblijf der heilige familie; buiten het dorp, ten zuidwesten staat in eene rotskapel eene matig groote en ronde steenen tafel, de «tafel van ciimsTusquot; genoemd, waaraan de Heer met zijne jongeren dikwijls gegeten moet hebben. In de nabijheid dei-kapel, aan het einde des dals, moet. ook de synagoge gestaan hebben, uit welke de Heer verdreven werd. Einde-

-ocr page 371-

.^50

lijk ccn klein kwartier uurs van Nazareth is bij het klooster der sehismatischo Grieken eene bron, gt;ule bron van maiuaquot; genoemd, wijl hier de heilige Maagd water geput moet hebben. —

BEZOEK TE NAZAREïll.

(Uit; licis in het Heilige Land, door josepii schiperlk. 1851.)

Wij reden langen tijd langs eene kleine hoogvlakte, aan het noordelijke einde der juist thans rijk besproeide vlakte Esdrelon ol' Jezraël voort, in het voortdurende gezicht van een bekoorlijk, vruchtbaar landschap, van beroemde bergen omgeven, door den Tabor, llermon en Gilboa, door den Karmel en de gebergten van Samaria ingesloten. Hij het dorp Japhia verlieten wij dit een ruim uitzicht schenkend pad, en wendden ons naar het noorden. Wij (rokken meer dan een uur door eene nauwe bergkloof. Nu ging het naar boven, dan naar beneden, op elke hoogte dachten wij Nazareth te zuilen zien. — De verwachting, het verlangen klom met elke scbredo, met elke minuut; — op eens zien wij naar beneden in een stillen bergketel, en daarin bemerken wij vele kleine steenen, witgrijze huisjes, ampbiteaterschgewijze tegen den westelijken heuvel gebouwd, en nu klonk het vroolijk en jubelend uit alle Arabische kelen: dEh Nasirah! en Nasirah!— Nazareth! Nazareth !

's Namiddags 3 uren den 22 Maaart stapten wij voor het nieuw gebouwde, fraaie en zindelijke pelgrimshuis af, tegenover het Franciscaner-klooster. Dadelijk liep ccn knaap het klooster in met het bericht, dat er een pelgrimstrein was aangekomen. Oogenblikkelijk verscheen een zeer vriendelijke Frater, opende het gesloten pelgrimshuis cn wees ons eene lieve kamer aan. — Naar het lichaam vermoeid on uitgeput, vol honger en dorst —■ maar waarlijk zalig in den geest — leggen wij ons op bet gereed gemaakte bed neer, rusten eenige oogenblikkcn en kunnen nauwelijks de

-ocr page 372-

360

grootte van ons geluk bevatten. Wederzijds roepen wij elkander toe: «Goddank! Goddank! wij hebben weer een doel onzer reis, wij hebben Nazareth bereikt! Bijna twij-lelend mochten wij uitroepen; »ls het dan mogelijk?— Zijn wij dan werkelijk te Nazareth ? ol' droomen wij slechts ?!quot; — O! het geluk, de blijdschap is te groot, bijna kunnen wij ze zeiven niet gelooven, niet bevatten! — 0 Parijs en Londen, Weenen en Berlijn, Bome en Napels, o gij alle schitterende hoofdsteden van Europa! wat zijt gij toch tegen dit arme, vuile, verachte, in een rotsachtigen boek der wereld verborgen gelegen Nazareth! — Dit ellendige stadje heeft u allen overwonnen! Het is onsierlijk, en toch heerlijker, bekoorlijker en duizendmaal beminnelijker en aantrekkelijker, dan alle prachtige steden van Europa; — even als zijn aangebeden Zoon, de Nazarener, die Salomon in al zijne pracht en wijsheid, en alle groote geesten aller tijden en aller volken en landen oneindig ver overtroffen beeft! — O welk een onderscheid tusschen natuur en genade, — tusschen het schoonste natuur-landschap eneene arme, maar heilige plaats, waaraan de Heer der heerlijkheid, en de Heiligste der heiligen, eene bovennatuurlijke, onvergankelijke schoonheid en onsterfelijke bekoorlijkheid geschonken heeft! Wij zijn waarlijk verzadigd van blijdschap des geestes, ofschoon het lichaam slechts in olie gekookte vastendagspijze krijgt, en armzalig ontberen moet, tevreden met de reine, gezonde, versterkende lucht en met zijn aandeel aan den overstroornenden lust des geestes. Waarlijk! wij ondervinden het, de mensch leeft niet alleen van spijs, van gewoon voedsel, maar ook van den geest, van de genade, van de reine lucht, van de innerlijke gelukzaligheid; — want wij zijn ook lichamelijk doorgezond en wel, verzadigd en tevreden bij alle ontberingen.

Heden nog zullen wij Nazareths heilige plaatsen bezoeken, en morgen ons bericht afzenden. — Heden willen wij voor de eerste maal te Nazareth slapen, frisch en gezond en zielstevreden, bijna gelijk de heilige geesten, die

-ocr page 373-

V

361

hier opstegen en al'daalden en de heilige lamilie bewaakten.

Nazareth, den 23 Maart, 's middags.

2 Toen wij heden vroeg, op een Zondag, ontwaakten, zagen wij reeds om 5 uren, bij hel eerste aanbreken van den dag, de Christelijke Nazareners naar de kerk snellen.— Om 7 uren zou er parochidmis zijn en in het Arabisch — de landstaal, gepredikt worden. Om de kostelijke morgenlucht in te ademen, en ons in de liefelijke morgenstilte en eenzaamheid ook geestelijk te verkwikken, en Nazareth aan den oostkant te kunnen beschouwen, gingen wij vroeg, vóór zonsopgang naar de schoone, stille, bloemrijke, met groote cactushagen en met olijfboomen beplante, ooslelijk gelegen dalvlakte. —

Daar ligt Nazareth schilderachtig vóór ons, legen de westelijke hoogte eener stille dalvlakte, die omstreeks tien minuten breed en een half uur lang zich van hel noorden naar het zuiden uitstrekt; witte kalkrotsen omringen het. Rondom ziet men zich in deze dalvlakte van bergen ingesloten, en als van de gansche wereld afgesneden en gescheiden, terwijl slechts tegen het zuiden zich eenc nauwe klove naar het groote dal Esdrelon voortslingerl. —

En dezen onbekenden, vergeten, afgescheiden, stillen hoek der wereld heeft de goddelijke Voorzienigheid voor zich uitverkoren en hemj bestemd om van daar de zaligheid te doen uitgaan, om bier in dit eenzame, stille dal de Heiligste en Genadevolle te doen wonen en Moeder van den Verlosser der wereld worden, om hier den Heiland der wereld in de diepste verborgenheid de jaren Zijner jeugd te doen doorbrengen. — Dit dal ligt 821 voet: hoven de Middellandsche zee, en de bergen, die hel omringen, bereiken eene hoogte van '1500—'1600 voet en geven uitzicht tot op de zee en de besneeuwde kruinen van den Libanon.

Nazareth, dat is de «Bloemenstadquot; (want uit haar onl-

-ocr page 374-

362

sprool dc bloem uit den stam davids) was in het oude Verbond eene onbekende en ongenoemde stad, en juist deze zou de woonplaats worden van haria en .iosi-: f en den Verlosser der wereld. Naar deze stad en naar bet huis eener arme Maagd werd een der eerste engelen met den verbevensten groet en de aankondiging van dc monseb-wording dos Zoons Gods gezonden. Naar deze stad werden de Christenen langen lijd »Nazarcnersquot; genoemd, en nog wordt bun door de Arabieren dezen naam «Nusrany,quot; gegeven. — De heilige Helena liet boven bet huis van MAitiA, waar de engel aan deze verschenen was, dc prachtige kerk »maiua-Boodschapquot; bouwen. — In de dertiende eeuw onderging Nazareth van de woeste Saraccnen eene gruwelijke verwoesting, nadat bet vooral' in dc dagen, toen de dappere ïancredo in de lijdcfi der kruistochten Galilea verkregen bad, de zetel van een bisschop geworden was. —■ Na dc verwoestingen van sultan iurars (1203) daalde Nazareth langzamerhand tot een dorp en puinhoopen al'. Met veel moeite bouwden dc Franciscaner-monniken ia 1020 de menigwerf, vooral in 1263, geheel vernielde kerk maria-ISoodschap weer op. In bet jaar'1730 werd ook het klooster weer hersteld, waarop zich langzamerhand ook andere gehouwen uit bet puin verhieven. — Ook napoleon kwam op zijne Aziatische veldtochten bier, en joeg twee uren ten zuiden van Nazareth met slechts 3000 Franscben bet gansche Turksche, veel grootere leger van 25,000 man O]) de vlucht,

In het jaar 1837 werd geheel Palestina, voornamelijk ook Nazareth, door eene schirkkelijke en verwoestende aardbeving getroffen. Huizen en kerken stortten in, en vele menscbenlevcns gingen onder de puinhoopen verloren. Ook het pelgrimshuis alhier viel in; maar reeds in 1845 verhief zich bet tegenwoordige, fraaie, ja prachtige in de plaats van het oude. — Vriend! gij moogt u verbeugen in deze herberg, indien gij ooit het geluk hebt, te Nazareth te moeten logeeren en overnachten. Er zijn veel

-ocr page 375-

363

logeerkamers, en daarenboven is er eene gemeenschappelijke eetzaal voor de pelgrims aanwezig. — Hel tegenwoordige Nazareth is geene stad naar onze begrippen en verwachtingen, maar eer een groot dorp ol' vlek, door omstreeks 1000 Turkenen 2000 Christenen (Kalholiekcn, Maronieten, en Grieken) bewoond. Stadsmuren, poorten, bestrating, fraaie en rechte straten, zindelijkheid — dat alles ontbreekt. Ongeregeld staan de kleine, grijze, steenen buizen en buisjes en holen tegen de helling des bergs, die zich westwaarts boven de slad verheft en er ver boven uitsteekt. — Enkel de genade, de geest, de godsdienst, de geschiedenis schenken aan deze plaats al haar roem, bare boogere waarde en schoonheid. —

3. Het belangrijkste gebouw van het stadje is en blijft het klooster en daarin de kerk »MAiiiA.-Boodschap.quot; — Door een zeer nauw poortje — opdat er niet te veel men-scben of roovers op eens kunnen binnendringen — komt men op het ruime plein van het als vesting gebouwde klooster. Links ziet men twee slaapkamers, waar de Arabische Christelijke jongens en meisjes van een vriendelijken onderwijzer en eene onderwijzeres het noodige schooion-denvijs krijgen, ja zells kost en verpleging, alles op kosten van het klooster. Hierop komt men iu de kleine, maar fraaie kerk. Hare geringe lengte staat met hare groote breedte in eene onaangename onevenredigheid. iNiet de paters, niet de bouwmeester dragen de schuld van die onevenredigheid, maar de hebzucht cn geldgierigheid der Turken, welke slechts voor groote, bovenmatige geldsommen eene grootere lengte willen toestaan. ■— Dadelijk bij het binnentreden bemerkten wij onder bet hooldaltaar in het midden der kerk in eene verdieping eene grot, eene soort van onderaardsche, door verscheidene brandende lampen plechtig verlichte kapel. •— Eene heilige huivering en diepe eerbied grijpen ons aan, en ons binnenste zegt ons: hier is het groote heiligdom van Nazareth, hier stond het

I

huis van maru , hier is de

baar verschenen. De

engel

-ocr page 376-

364.

oostersche Christenen doen hunne schoenen uit en zetten hun tulband af, en slechts met bloote voeten en ontbloot hooi'cl gaan zij den breeden, l'raaien marmeren trap van vele treden af naar de «grot MAiuA-Boodschap.quot; Onmiddellijk aan het einde van den trap vertoont men de ruimte , waarop het huis van maria stond, dat, gelijk de legende verhaalt, door engelenhanden het eerst naar Dalmatie en later naar Loretto gedragen werd, om het aan de ontheiliging en vernieling der woeste Saracenen te onttrekken. Hier op deze geheiligde plaats, waar de verbaasde Maagd den groet des engels hoorde, verheft zich een altaar, bestendig door meerdere zilveren lampen verlicht, en daaronder, op den l'raaien marmergrond, leest men de met gouden letters ingegrifte woorden:

//Verbum liic caro factum est.

Hier is liet Woord vleesch geworden.quot;

Hier dus, op deze heilige plaats, op deze stille, eenvoudige, rondom geheel verlichte plek was het groote wonder van de Verlossing der wereld en de menschwor-ding des Zoons Gods begonnen, hier had de tweede nederige en gehoorzame eva den engelengroet ontvangen: «Wees gegroet, maria, vol van genade, de lieer is met u, gij zijt gebenedijd onder de vrouwen! De kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom zal ook het Heilige, dat uit u geboren zal worden, Gods Zoon genaamd worden. Bij God is geen ding onmogelijk!quot; (Luk. 28 : 35—37.) Hier antwoordde do gehoorzame tweede eva, instemmende in Gods plannen en zich onvoorwaardelijk onderwerpende: «Ik hen eene dienstmaagd des Heeren, mij geschiede naar uw woord.quot;

Op dit altaar wordt altoos de Mis gelezen (de Annun-tiatione h. M. v., van mauia-l5oodschap). Ook ik had het geluk, hier op deze heilige plek des Zondags de Mis te bedienen. Ik werd bij de heilige handeling zeer getroffen. — De plaats scheen mij te heilig — de hemelingen nabij en

-ocr page 377-

365

tegenwoordig — daarom durft men op zulke plaatsen nauwelijks te spreken oi' te gaan. Heilige eerbied doordringt het gansche wezen des geloovigen. Het verledene wordt geheel tot tegenwoordige. Men meent nog de woorden des engels en van maiua te hooren, en de heiligsten uit den voortijd hier te zien wandelen. Eene nieuwe, innerlijke, geestelijke menschwording van den ééngeboren Zoon Gods, — eene verbinding en gemeenschap van den gescheiden en gevallen, maar nu verlosten mensch met God en Zijne engelenwereld, — eene hartelijke verbroedering der engelen en menschen tol eene zalige familie Gods schijnt mij hier steeds in de lieilige Mis en heilige Com-nmnie verwezenlijkt en vernieuwd te worden. —

Ook dit huis van maiua is eene verzamolplaals van alle eva's kinderen geworden. Daar knielen en weencn en bidden en danken en loven God alle gedoopte volkeren der aarde voor de genade der verlossing. Daar knielen rijken en armen, Engelschen, halfnaakte Bedouinen en rijke, aanzienlijke heeren en dames, Franschen, Spanjaarden, Italianen, Duitschers, Polen, Russen, Grieken, Egyptenaren, Arabieren, Chaldeërs, Perzen, Syriers, zelfs Amerikanen enz. en van alle kleuren en drachten en spraken zijn hier te zien, — zeer ongelijksoortige kinderen van ééne en dezelfde Moeder. Terwijl de Europeesehe Christenen hier stil en peinzend hun godsdienst verrichten, kunnen de oostersche Christenen niet nalaten, hunne godsvrucht, hunne gedachten en gewaarwordingen op hunne wijze ook luide te kennen te geven en te openbaren. Zij kussen herhaald den steenen vloer, raken met mond en voorhoofd de heilige plaats aan, slaan dikwijls en luide op de borst, maken verscheidene malen bet teeken des kruises, en vooral op het oogenblik der heilige Consecratie storten zij hunne zuchten en hunne gebeden en hunne gedachten luide uit.

Achter het altaar vertoont men nog twee in rotsen uitgehouwen kamers, als tol bet huis van maiua behoorende. In de eene moet zij gekookt, in de andere geslapen hebben.

!{•-]

ill:

-ocr page 378-

■lor.

Wij gingen uit deze eerwaardige rotskapel weer den marmeren trap op de bovenste kerk in. Onmiddellijk boven de kapel »mania-Boodschapquot; slaat hel fraaie hoofdaltaar der kerk en daaraebler het. koor der vaders. Tegen den muur van dit eenigszins donkere koor bemerkte ik eene groote, zeer fraaie schilderij in olieverf, voorstellende: maria-Boodsehap en de verschijning des engels. — Fraaie schilderijen zijn in het Oosten eene zeldzaamheid, want de kunst is hier in hare kindsheid, en nog zeer onvolmaakt. De schilderijen der Grieken en Armeniers zijn meestal hoogst ellendig en smakeloos.

Bij een zijaltaar werd juist de parachicmis gelezen. Op den grond knielende of zittende; -—■ want sloclen en banken ontbreken in alle kerken van het Oosten, — bier de mannen, ginds de vrouwen met witten sluier en mantel, hoorden zij de heilige Mis aiin. liet Evangelie las in Arabische taal de ministrant luide aan het volk voor. Hierop begon de celebrant, een oude pater, van voor het altaar in de Arabische taal eene zeer ernstige predikatie vol vuur en leven. Dat de predikatie den Arabischen Christenen ter harte ging en hen aangreep, merkte ik zeer duidelijk aan hunne gelaatstrekken, het slaan op hunne borst en hunne luide zuchten en woorden, waarmede zij verbetering beloofden.

liet brevier baden de paters zeer langzaam en plechtig, even als de Carmelieten op den Carmel. Maar het vroo-lijke gelui van den Carmel hoorden wij hier niet,. De Turken dulden slechts kort aanslaan der klokken, niet een eigenlijk luiden.

Nadat wij Nazaretbs eerste en gewichtigste heiligdom bezocht hadden, bracht ons een knaap naar andere historisch merkwaardige plaatsen, welke eveneens in kapellen veranderd zijn en door de pelgrims plegen bezocht te worden. Zij zijn:

a. De werkplaats van den heiligen josef, — zijne voormalige woning, eenigszins westwaarts van bet klooster gelegen, vroeger eene aanzienlijke kerk, van welke slechts

-ocr page 379-

367

een gedeelte der halfrotundc des presbyteries aan de Turksche vernielingswoede ontsnapte, waaraan zich nu eene kapel ilit den nieuweren tijd aansluit. Hoven het arme, eenvoudige altaar, waarop dagelijks het Misoffer gebraclit wordt, bevindt zich oen beeld van den heiligen josef, den voedstervader, den timineman voorstellende in zijne beroepsbezigheid, bijgestaan door zijn Pleegzoon.

b. In de zuid-westzijde der slad vertoont men bij eene bergkloof in eene rotskapel eene ronde tafel, op een kalksteen gelijkende, van SVi voet boog en 39 voet in omvang, die nog thans de yilafel van ciiristusquot; genoemd wordt, wijl naar de voortgezette traditie de lieer met zijne jongeren hier dikwijls moet gegeten hebben, waarbij Hem de rondo rotsplaat tot natuurlijke tafel diende. — Ter zijde staal een eenvoudig altaar, waarop eveneens dienst gedaan wordt. — In de nabijheid vertoont men ook de Synagoge, dat is de plaats, waar de oude synagoge gestaan moet hebben, in welke do Heiland eerst liefderijke, daarna ernstige woorden lot Zijne landslieden sprak, en daardoor hun haat op zich laadde, zootlat zij hem van den berg wilden werpen. — Aan het einde des dais van Nazareth, naar den kant der vlakte van .lezraël, vertoont men de rotshelling, van welke de Nazareners ciiristus wilden werpen.

Onder de bezichtiging dier plaatsen is het middag geworden. De zon schijnt reeds beet aan den blauwen, wolkeloozen hemel. Feestelijk gekleed trekken de Nazareners ons pelgrimshuis voorbij en beschouwen nieuwsgierig ons vreemdelingen. Wij maken ons gereed tot een allerliefst uitstapje op den steilen, boogen berg Tabor, die ons een oneindig edeler vermaak verschaffen zal, dan alle Europeesche gezelschappen, theaters, concerten en alle plaatsen van uitspanning en soorten van vermaak te zamen van A tot Z.

De weg van bier naar den Tabor bedraagt slechts twee uren. Hij rnoel onveilig zijn. Wilde dieren, luipaarden, wolven, evers huizen in zijn laag houtgewas, en wildere

-ocr page 380-

308

menschcn, Dcdouincn, zwermen er omheen. Voor geld heeft een Bedouin zelf zich aangeboden, onze gids en beschermer te zijn. — Alles is gereed lol hel belangrijksle uilslapje. — Gelukkige reis! — Gode bevolen! — Mei ons zij jesus, Maria en .iosef — drie namen en personen, over welke menig verlichle in Europa zich schaaml, maar wij geenszins, vooral hier in deze sliile bergen en dalen niel, die alle ons loeroepen: «Ook mij hebben zij gezien, ook mij betraden de drie heiligste personen jesus, mauia en josef !quot; —Nu dan, mogen zij met ons zijn als bestendige geleiders en beschermers in elk gevaar van nabij en van verre, vooral op hun eigen geboortegrond, waar zij eertijds in de dagen hunner aardsche pelgrimsreis eveneens wandelden! •—

herinneringen aan nazareth.

(Uit: Bezoek bij seji, cham en japhet, door Dr. ai.BAN STOLZ.)

Freiburg in Breisgau, den 8 December.

1. Mij overvalt soms eene zachte vreugde, vreemd aan alle overweging, als ik bedenk, dal siaria altijd rein van zonde geweest is. Ik zou de gewaarwording kunnen vergelijken met die, welke wordt opgewekt, als men in een wolkeloozen nacht de maansikkel ziet schijnen en daarboven de morgenster schitteren. Enkel is dat aanschouwen dei' steeds Onbevlekte en het zalig gevoel daarvan zuiver geestelijk en dus als hot ware fijner. Het zal dan ook wel gepast zijn, dezen feestdag daarmede te vieren, dat ik in den geest terugga naar die lieve plaats, waar maria geleefd heeft, naar Nazareth, en naar een schoon oogenblik, dat ook ik daar beleefd heb.

Wij waren eens 's namiddags onder geleide van onzen Duitschen Franciscaner naar den rolsachligen bergwand gegaan, waar de inwoners van Nazareth eenmaal den Heer

-ocr page 381-

369

wilden afwerpen. Daar is liet gebergte, waarop Nazareth ligt, naar den kant der groote vlakte, van waar wij gekomen waren, steil afloopende, zoodat tot een vreeselijken val van de hoogte niet meer noodig was dan een enkele stoot. Zoo dit werkelijk de plaats was, waarheen de Joden den Heer van uit dc synagoge van Nazareth met geweld brachten, dan getuigt deze plek recht scherp van dc verbittering cn laaie volharding des Joodschen looms; want men heeft niet slechts een hall' uur noodig, om van Nazareth daar te komen, maar de plaats is ook moeielijk, ja bijna gevaarlijk te bestijgen.

Het was al avond geworden, toen wij op onzen terugweg in het dal kwamen, legen welks bergwand Nazareth opstijgend gebouwd is. Toen wij nu door de groene dalvlakte naar huis gingen, luidde van de kloosterkerk de hidklah. Wij bleven slaan, namen de hoeden af en baden den engelengroet: «De engel des Ileeren bracht mar ia de boodschap, dat zij van den Heiligen geest ontving, maria sprak: Ik ben eene dienstmaagd des Heeren, mij geschiede naar mv woord. En liet Woord is vleesch geworden en heeft onder ons gewoond. Wees gegroet, maria, gij zijl vol van genade, dc Heer is met u, gij zijt gebenedijd onder dc vrouwen en gebenedijd is de Vrucht uws licliaams jesus! Heilige maria. Moeder Gods', bid voor ons arme zondaars, nu en in het uur onzes doods. Amen.quot;

De geleerde beschouwt met groote belangstelling de plaats, waar in de oudheid eene of andere werkwaardige daad moet gebeurd zijn of een beroemd man geleefd beeft. En toch betreft dit aandenken slechts het afgeleefde; maar reeds de omstandigheid, dat de plaats nu werkelijk voor de oogen staat, die tot heden slechts uit het boek eene zwakke schaduw in den geest heeft geworpen, verwekteen eigenaardig gevoel, als beleefde men eene poëzie, als werden de gedachten tot in den dicpsten grond waar. Ongelijk booger slaan de stemming en gewaarwording, die wij in het dal van Nazareth beleefden. Wij baden den ouden

A. Ilungari. Avc-Maria-KIokje. T. QA

-ocr page 382-

370

groet, dien wij niet als de plaats uit een klassieker in de school verklaard hadden, maar welken te bidden wij van de vroegste kindsheid af gewoon zijn, gelijk alle Katholieken, en hadden voor ons gezicht de plaats, waar datgene gebeurd is, wat wij baden; en de klok, dis ons tot dat gebed riep, luidde van die kerk, welke gebouwd is boven de woonplaats van maria , hoven de plaats van den engelengroet. Op dat oogenblik was ons de godsdienstige waarheid als het ware ook vlecsch geworden en heeft onder ons gewoond; was ook de lijd voorbij, zoo stond toch de plaats nu voor onze oogen, en maria , de engel, de Heilige Geest en het Woord zijn bovendien nooit voorbij, maar blijven eeuwig tegenwoordig voor elke godvruchtige Christenziel.

2. Toen ik beden bij de Hoogmis, waarhij ter eere van het feest eene Mis van beethoven uitgevoerd werd, na de Consecratie het »Bcnediclusquot; hoorde, waarin de zoetste lonen, die eene rnenschenzicl slechts bedenken en gevoelen kan, den Heiland, het Lam Gods, op het altaar begroeten: toen voerde die muziek op nieuw mijn gemoed en geest terug naar Nazareth en verhaalde mij van het wonderbare leven, dat de heilige familie daar geleid moet hebben — hoe maria in al de blijdschap en liefde, die slechts eene moeder in haar volwassen kind kan hebben, liare zaligheid vond, en hoe zij tevens van verbazing en een veel dieperen eerbied en aanbidding voor het Kind doordrongen moest zijn, dan wij zijn bij do Consecratie of anders vóór het heilige Sacrament. Want liet geloof in de van zonden reine Maagd en Moeder des Heeren was niet zwak en duister gelijk het onze; ja haar geloof zweefden in helderheid en gloed naar het aanschouwen der hemelingen. Wij kunnen het niet eens vermoeden, hoe de wonderbaarste muziek aller hemelsche gevoelens en toch ook weer onmetelijke smart en klacht onophoudelijk in steeds nieuwe melodieën do ziel der heilige maria vervulden, zoo dikwijls zij het Kind aanzag, haar Zoon, de Vrucht Iiaars lichaains en tevens haar

-ocr page 383-

.quot;571

God — en als zij de armoede zag, die zij liaren Zoon en lieer kon aanbieden, en aan liel kruis dacht, waaraan Hij sterven zou. Ja het mag wel voor hare oogen gebeurd zijn, wat in eene oude schilderij afgebeeld is, dat namelijk de knaap jesus spelende naast zijn voedstervader josef, den timmerman, een klein kruis timmerde, gelijk andere kinderen in de keuze van hun speelgoed ook aanduiden, waartoe zij later bestemd kunnen zijn.

Nazareth is het tweede paradijs! Want sedert de schepping van adam en eva en sedert hunne zonde en verdrijving uit bet paradijs waren er nooit en nergens meer op aarde menscben te vindon, die geheel onschuldig en zonder zonden waren, gelijk oorspronkelijk adam en eva. Voor de eerste maal na 4000 jaren gebeurde liet, dat jaren lang te Nazareth eene vrouw woonde, van bare onbevlekte ontvangenis af en haar ganscbe leven door volkomen heilig en rein van alle zonde; daarom wordt zij door de Kerk de tweede, betere eva genoemd. En daar leefde de Zoon dier vrouw, niet slechts oneindig heilig, maar de bron van alle zondendclging en heiligheid, door wien alle menscben van de zonde verlost kunnen worden, gelijk door adam alle mensclien — de twee heiligen te Nazareth uitgezonderd •— in de zonde gebracht zijn. Daarom wordt Hij do tweede adam genoemd. Indien dus Nazareth en zijne omgeving rnet recht een ))tweede paradijsquot; genoemd rnoet worden, doordien onze betere voorouders, de stamouders van onzen geest en van de wedergeboorte aldaar woonden, zoo bestaat er echter de tegenstelling; in bet eerste paradijs was volheid van allen lust en daarop de zondenval; in bet tweede paradijs is geen bijzondere aardscbe lust, maar onverzettelijke heilige trouw aan God.

Toch heeft de ligging van Nazareth ook in bet zichtbare iets eigenaardigs, wat voor het paradijs van godzalige zielen wel geschikt is. Op aanmerkelijke hoogte in het gebergte opent zich een groen dal, rondom ingesloten van verder opstijgende bergwanden, gelijk men het dikwijls in

24*

-ocr page 384-

372

het Zwartswald ziet, slechts met dit onderscheid, dat er op de hoogten rondom heen geen naaldhout le zien is. Zoo leven nu de menschen hier van de wereld afgesloten; het stuk gronds, dat zij zien, is klein, en wil de blik verder zweven, dan glijdt hij langs den nabijzijnden bergwand heen en naar de eenige zichtbare opening op, naar den hemel. Het hooge dal van Nazareth is eene pateen, een spijskelk, opgehouden naar den hemel, en daarin de levende hostie jesus ciiuistus. Ilier hadden Zijne jeugd en Zijn stil leven de rechte wieg en den rechten overgang, nog verder van de aarde, nog nader bij den hemel.

Maar als men eene der omliggende hoogten bestijgt, krijgt men een van de schoonste vergezichten der wereld. Naar het zuiden ligt de groote, vele uren lange weidevlakte van Ephraïm, naar het oosten de edele, eenzame ïahor, naar hel noorden het ernstige hooggebergte des Libanons met donker woud en zilverwitte sneeuw, naar het westen het profetengebergte de Carmcl en onderaan de donkerblauwe zee. Hoe veel wonderbaars moet er in de ziel des Hecren opgekomen zijn, wanneer Hij als jongeling op den Sabbat eenzaam die hoogten opging! Zijne menschennatuur gevoelde zich bewogen door de schoonheid, die de Schepper over deze streek heeft uitgestort — maar Zijne goddelijke natuur zag oneindig dieper en alomvattend, zij zag zelfs het geringste grasje, dat eerst gisteren uitgesproten was, en onder loofwerk en kruiden verborgen, nauwelijks licht en lucht kon ademen — en zij zag in de diepte der aarde, in hare geheimen van water, vuur en steenen — en zij zag den wonderbaren weefstoel van onzichtbaar werkende natuurwetten en onzichtbare zelfstandigheden. — Ja, wie slechts eene enkele minuut, in welke jesus op zulk eene hoogte stond en naar de aarde en den hemel zag, wie den inhoud dezer enkele minuut, de volheid der gedachten, der 'gewaarwordingen, der godsvrucht zijner menschheid voor den Schepper, voor den Vader en zich zeiven erkende, — die zou op eens den ganschen hemel

-ocr page 385-

373

cn de gansche aarde verheerlijkt zien door ecne goddelijke krislalziel.

Het heilige huis te Loretto.

op de reis naar lohetïo.

(Uit; üe gezamcDlijkc werken van frans vrijheer van gaudy.)

Slcil bergop loopt de weg naar het hoogliggende Heca-nali, eene fraaie stad met breede, zindelijke straten en aanzienlijke paleizen. — Tegen den muur van liet stadhuis is de kolossale afbeelding van de vlucht der Casa Santa naar Loretto op brons aangebracht. De heilige Maagd zit mot het kind jesus in den arm op hot dak van hot huis, waarmede do engelen door de lucht zweven. Het bestuur van Recanati wijdde, volgons het opschrift, dit gedenktoeken aan de Madonna, uit dankbaarheid: dat zij het gebied van Recanati bij voorkeur tot hare nedordaling verkozen had.— Boven do naar Loretto voerende poort staat hot standbeeld van paus paulus vu.

Van uit liet dal gezien, maakt Loretto een machtigen indruk door zijne koepols, uitgebreide kloosters, semina-riön en ouderwetscho, kasteelvonnige vestingwerken. —

de overbrenging van het heilige huis van nazareth naar loretto.

(Uit: Geschiedenis van het heilige huis, door vincent muriu.)

1. Dat reeds de Apostelen en eerste Christenen de woning van Maria Ie Nazareth- ton kinderlijkste vereerd, en daarin op een door don heiligen petrus, den vorst dei-Apostelen, gewijd altaar hof. heilige OITer gebracht hebben, is eene, hoewel dan niet Ion stelligste gewaarborgde, toch niet zeer ongelooflijk klinkende maening; daar er toch geone heiliger plaats in het goheele land was, dan juist deze

-ocr page 386-

374

woning, waai' hrl eeuwige Woord vleesch werd, om onder ons le wonen. Toen In het jaar IA na ciiristus Nazareth door tiïus, den zoon des Uomeinschen keizers vespasi-anus, streng getuchtigd word, had Gods wijze voorzienigheid niet toegelaten, dat dit huisje door de ruwe solda-tenhand aangetast werd. Onder meerdere andere huizen der bijna geheel verwoeste slad bleef liet behouden, lot-dat do in liot goddelijke raadsbesluil bepaalde tijd naderde, waarop het voor de openlijke vereering aller volkeren zou ontsloten worden.

Dit geschiedde onder keizer constantyn den Grooten. Toen namelijk onder de glorierijke vaan des krnises de Kerk na lange onderdrukking eindelijk de heldere lucht des vredes ademde; toen begaf zich omstreeks het jaar 325 iielena, de keizerin, constantvns moeder, ter bedevaart naar Palestina's heilige plaatsen. Nadat zij Bethlehem's krib, Gol-gatha's hoogten en de spelonk van het heilige graf godvruchtig vereerd en van de uit helsche wraak daarop geplaatste afgodsbeelden van adonis, venus en juriTEU bevrijd had, ging zij naar Nazareth, in Galilea. Maar hier ontmoette zij geen spoor van afgodendienst en ontheiliging. Dat die plaats geschonden werd, waar de verlossing der zondige mcnschbeid begonnen was, dat zou deAlmachlige niet hebben toegelaten. Door Gods hand geleid, vond zij spoedig onder de ruinen der verwoeste stad de plaats, waar het huisje der heilige Maagd bi aki a zich bevond. Aan de armoedige, naakte muren, aan den kleinen haard, aan do weinige overblijfselen van eenvoudig huisraad, maar meer nog aan het in het buisje staande altaar en cencn eigen-aardigen welriekcndcn geur, dien zij aldaar inademde, erkende zij spoedig: dal dit hei ware huis ivas, waar jesus , maiua en .iosek rjewüond hadden. Zij besloot dadelijk, hot in dien eenvoudigen toestand to laten, en het altaar, waarop, gelijk zij vermoeden kon, reeds de Apostelen het heilige Offer gevierd hadden, weer te herstellen. Doch daarbij moest bet niet blijven. Ook een prachtigen tempel het zij

-ocr page 387-

375

over cn om hol huisje houwen en voor dezen, op eene marmeren plaat, do woorden graveeren: )gt;llaec esl ara, in qua primo jaclum esl Immanae salulis lundamenlum. Dil is het altaar, waarop het eerst de grond tot de men-schelijke zaligheid gelegd is.quot; (Vergel. nicepiiorus 1 : '12.)

De mare, dat maiua's huis Ie Nazareth in een prachtigen tempel veranderd was, verbreidde zich spoedig over de geheele wereld, en duizenden Christenen hegaven zich op weg, om hel huis der Hemelkoningin, de wieg des Christendoms, te bezoeken. Door geboorte niet minder, dan door heiligen wandel achtenswaardige personen, vorsten en koningen rekenden hel niet beneden hunne waardigheid, als Christelijke pelgrims naar Nazareth te trekken. Onder veel anderen kwamen daar een heilige uieuonymus, eene heilige paula met hare heilige dochter eustochium enz. (Vergel. hieron. brieven 27 en 28.) Toen nu later Nazareth in de handen der ruwe Saracenen viel, besloot i.odewuk de H('ili(je, koning van Frankrijk, deze heilige plaats te redden. Hoewel zijne onderneming mislukte, hij zelfs door den emir melig saleh, sultan en koning van Egypte, gevangen genomen werd, zoo liet toch God toe, dat hij zijne vrijheid herkreeg. Juist den 25 Maart 1252, op het feest van maria-Doodschap, kwam hij Ie Nazareth aan; tot aller stichting ging hij le voet als boeteling gekleed, van den berg Tabor afkomende. Op de heilige plaats aangekomen, waar maria gewoond had, viel hij ootmoedig neer en weenend kuste hij den grond, woonde toen de heilige Mis bij cn ontving de heilige Eucharistie, odo van tusculum, apostolisch legaat van den Heiligen stoel, vierde daarop in tegenwoordigheid des konings eene Pontificaal-mis.

o. Toen laler, in het jaar 1291, sultan kalil zich van Calilea meester maakte, 25,000 Christenen liet vermoorden en 200,000 anderen in slavernij brengen, en met de verovering der vaste sterkte l'tolemaïs (St. Jean d' Acre) aan de Christelijke heerschappij over Syrië een einde maakte, toen waren de heilige plaatsen van Palestina weer in de

-ocr page 388-

370

handen van barbaarsche willekeur overgegeven, en treurend zou Nazarelh hebben moeten zien, dat zijne prachtige kerk, en met haar het huis van mari.v in verval kwam. Doch zie daai1! de almachtige God, wonderbaar en onbegrijpelijk in Zijne toelatingen, redt het huis Zijner Moeder. Dooiden dienst Zijner engelen laat hij het, van zijne fondamenten los gemaakt, geheel en ongedeerd aan het zeestrand van Dalmatië plaatsen. Dit blijkbare en ongehoorde wonder geschiedde in liet jaar 1291 onder het ponlilicaat van Ni-colaas iv. De plaats, waar het dit zijn eerste standpunt nam, ligt lusschen Tersallo en Fiume. Nooit had aldaar een huis of ook slechts cenc herdershut gestaan. Hoe opvallend dus voor do bewoners dier streek, hier op eens een huisje te zien! Doch nog opvallender was het, toen zij in het zonder fondamenten daarstaande, op vreemde, oostersche wijze gebouwde huisje binnentraden en daarin het kleine altaar, het Grieksche kruisbeeld, het standbeeld der heilige Maagd met het kindje op de armen bemerkten! Ten zelfden tijde was alexandeu, de pastoor van Tersatto, zwaar ziek geworden. Daar verscheen hem op een nacht in den droom de zaligste Maagd en zeide tot hem; dat dit naar Tersatto gekomen huis haar waar huis van Nazareth was; tor bevestiging van hare verklaring wilde zij hem dadelijk zijne verloren gezondheid weergeven. Hij ontwaakt en is volkomen gezond. Dadelijk snelde hij naar de plaats, waar zich de kapel bevond, om aldaar zijne goedertieren redster te danken. Welk eene blijdschap het voor de bevolking van Tersatto was, haar van eene doodelijke ziekte opgestanen lieven herder tegen alle verwachting weer te zien, en van de genade, die mauia hem bewezen, en van alles, wat zij hem beloofd had, te hooren spreken, is licht Ie begrijpen!

Om zich van de waarheid dezer wonderbare zaken nog meer te overtuigen, besloot men eenstemmig, den prefect van Croatië, Dalmatic en Istrië, den ridder nicolaas fran-gipani te verzoeken, vier beproefde mannen naar Nazarelh

-ocr page 389-

377

Ie zonden, om zich viin de waarheid te vergewissen. Dit geschiedde. Volgens eene in hel archief van Tersatto aanwezige, door pater pasconius opgestelde aclc waren hel onder anderen sigismundus orsich en joiiannes gregoruziu, twee zoowel door geboorte als kennis en deugd uitstekende mannen, die met den weer geheel herstelden pastoor Alexander de reis naar Nazareth ondernamen. Met de grootste voorzichtigheid onderzochten zij de plaats, waar het verdwenen huis gestaan had. Weenend antwoordden hun de Christenen te Nazareth, dat men niet wist, wat er van hel huis geworden was. De fondamenten waren er nog, hel huis was weg. Alles, zonder de geringste afwijking, stemde overeen met hetgeen zij te Tersatto gezien hadden. De maat was dezelfde, de sleenen waren dezelfde als die, welke zij in de fondamenten te Nazareth vonden. Zij schreven hun getuigenis op en bevestigden het met cede. Van nu af bepaalde de prefect des lands, frangipani, dat er een bestendige wachter bij het huis zou wonen, en de keus viel op den waardigen priester jouan van grobkicii.

3. In korten lijd was hel bericht der aankomst van hel heilige huis algemeen bekend, en reeds begon men van alle kanten naar Tersalto te trokken, reeds dacht de prefect des lands er aan, het huis op de waardigste wijze leversieren, reeds bad hij het, naar landsgebruik aldaar, mei bout omringd en met geschenken overladen; doch ziedaar! 3 jaren en 7 maanden na zijne aankomst is hel op eens weer verdwenen. Aan de overzijde der Adriatische zee staal hel midden in een laurierboschje in hel gebied van Recanali. De bevreemding en do troosteloosheid der Dal-maliërs en vooral der Tersallen te beschrijven, is onmogelijk. Hot zij genoeg op te merken, dal bijna zes eeuwen nog niet toereikend zijn geweest, om hen geheel le troosten. Men ziel toch boden nog gansche scharen pelgrims uit die strook naar Lorclto komen, om de muren te kussen, die eenmaal op hun gebied gestaan bebbon; gehoole nachten ziel men hen geknield on biddende voor de deur dor kerk

-ocr page 390-

'578

liggen en voortdurend hoorl men hen jammeren: «Keer terug lol ons, maria, keer lerug naar Tersalto, maria! maria! maria!quot;

Om de treurende gemoederen van de inwoners zijns lands te troosten, alsmede om hel aandenken aan hun vroeger geluk te behouden, liet frangipani later op dezelfde plaats, waar hel huis geslaan had, eene kapel houwen van dezelfde groolte en dezelfde gedaante, als de verdwenene, en daarin het volgende opschrift plaatsen: »Hie est locus, in quo olim fuil sanctissima domus bealae virginis de Laurello, quae in Recanali parlibus colelur. Hier is de plaats, waar vroeger hel heilige huis der zalige Maagd van Lorei to stond, dal in de streek van Recanali vereerd wordt.quot;

Die verplaatsing van het huis uil Dalmatië naar hel land der Piceners, in de tegenwoordige zoogenaamde Mark, had plaats onder do glorierijke regeering van den h. paus Ccelesti-nusV, den 10 December 1204, De plaats, waar het weergevonden werd, behoorde aan eene vrome en rijke dame, met name laureta , vanwaar waarschijnlijk de tegenwoordige naam der stad Leretto zijn oorsprong hoeft.

En dit geschiedde op de volgende wijze:

Op hel uur, toen hel huis aankwam, lagen alle menschen in diepen slaap gedompeld; arme en eenvoudige herders, die naar gewoonte des nachts bij hunne kudde waakten, waren tegenwoordig om hel allereerst hel heilige huis te zien, juist zoo als de herders te Bethlehem de eersten waren, die bij de krib des Ileeren kwamen. Een ongewoon licht, dal zij naar dien kant bemerkten, waar het huis zich bevond, wekte in hen het verlangen op, om zich daarheen te begeven en zich van de oorzaak te overtuigen. Zij stonden niet weinig verbaasd bij de gedachte, dal toch in die streek van hel woud nooit een huis gestaan had. Toen nu meerderen van alle kanten, door dcnzelfdenlichtglans aangelokt, bijeengekomen waren, begaven zij zich moedig naar de plaats en bemerkten spoedig, dat het nieuwe

-ocr page 391-

.170

huisje daar meer dan iels gewoons uioesl. zijn. Eerbiedig gingen zij er in en brachten hot overige gedeelte van den nacht aldaar in gebed door. Doch nauwelijks was de morgen aangebroken, of zij begaven zich in ongeduldige haast op weg, om hunnen heeren in de stad hel zondci-linge bericht le brengen van hetgeen zij gezien hadden. Hoe ongelooflijk de verklaringen der arme herders in hel begin ook luidden, zoo besloten de burgers toch ten laatste, op de onverschrokken, volhardende verzekeringen der eenvoudige en argelooze lieden, mede le gaan, te zien cn te onderzoeken. Het geschiedde. De vreemde bouwtrant, de oude structuur, het vaststaan zonder londainenl op ongelijken grond, het kleine altaar, hel Grieksche kruis, de beeltenis van maiua, alles was onverklaarbaar. De een zag verwonderd den ander aan, en in een toestand van blijdschap, verwarring en vrees stegen er zuchten uil hunne harten op en vloeiden er tranen uil hunnen oogen. Allen kwamen daarin overeen, dat de hand Gods hier in het spel, dat dil kleine huisje meer dan iets, zij wisten niet wat groots, goddelijks, eigenaardigs zijn moest. —

Doch nog wist niemand, wal het was, van waar, hoe, op welke wijze en waarom hel daar was. Intusschen do goddelijke Moeder .draalde niet, ook dien Iwijlel weg le nemen Gelijk den pastoor alexander te lersallo, zoo was zij in denzellclen nacbl, toen het huis in hel woud verplaatst was, aan twee van hare dienaren verschonen, beiden ontdekkende, dat dil haar huis van Nazareth met behulp der engelen overgedragen was, om met een zoo verheven geschenk de Kerk in haar groolen nood gelukkig le maken. De eerste was de heilige nicülaas van ïolen-ïino , een der verlichtsle mannen van de Orde der Augus-stijner-eremielen, die toenmaals le Recanali woonde. De andere was broeder paui.us van het woud, dieniel ver van daar op een heuvel, met name Montorsa, zijne kluis had. Spoedig was het gerucht, dal in zulke zaken sneller dan de wind is, naar alle kanten verbreid, en in de naburige

-ocr page 392-

380

sleden rondom heen hoorde men van niets anders spreken, dan van hel woud van laureta en hel heilige huis van Nazarelh. Bij dag en hi j nacht waren de stralen vol wandelaars van eiken stand en leeftijd en geslacht, allen begeerig, om hunne blikken te weiden aan dal gezegende huis, en men hoorde niets dan lof- en dankliederen, gebeden en gezangen.

Intusschen de oude vijand des mcnschdoms slaapt niet. Afgunstig op het vele goede, dat reeds llians geschiedde, en nog meer op hel grootere goede, dat zulk een begin voor de toekomst beloofde, wendde hij al zijne krachlaan, om den samenloop en de godsvrucht aldaar te verijdelen. Daar de plaats in hel midden des wouds, in de eenzaamste streek van veel struikgewas omringd lag, bestond er voor geweienlooze, geldgierige menschen geene schoonere gelegenheid om op roof uit te gaan, dan hier in het woud van laureta. Spoedig bad duivelscbe list eene schaar van zulk uitvaagsel der rnenschheid bijeengebracht, die daarop nu hier dan daar de pelgrims aanhielden en berooiden. Eiken dag hoorde men van aanvallen, en zoo begon de samenloop spoedig te verminderen, zoodat het niet lang duurde, of het heilige buis stond geheel eenzaam daar. Doch dat geschiedde niet zonder goddelijke beschikking.

Nadat op die wijze de plaats, waar het heilige buis geplaatst was, allen bekend was geworden, zou het door een tweede wonder, door eene nieuwe verplaatsing, zijn zonderling aanwezen nog meer bevestigen. Want ziedaar! Het huis is uit hel woud verdwenen en verplaatst op het bevallige landgoed van hvee broeders bij Recanati. Dadelijk begon weer de toeloop, ja hij was nu nog grooter. Doch de oude vijand rustte niet. Door de vele geschenken verleid, die de vrome pelgrims in het heilige huis achterlieten, begonnen die broeders zich daaruit eene bron van inkomsten te scheppen. En daardoor werd bun hart allengs zoo verdorven, dat het weinig scheelde, of er was broederbic cd gevloeid in de nabijheid van dat huis, waar toch alle menschelijke

-ocr page 393-

381

I

boosheid zwijgen, waar alle haat in liefde veranderen moest.

Hierover vertoornd, doch ook om nogmaals het wonderbare aanwezen van het huis te bekrachtigen, liet de Almachtige het ten vierden male wegdragen, naar een anderen bevalligen heuvel, buiten het eigendom dier broeders , doch nauwelijks een boogschot van de oude plaats verwijderd, midden op dm openharen wey. Daar staal, het tot heden. Die laatste overbrenging had plaats daags vóór het feest van maria-Geboorte, den 7 September 1295.

Op beide vroeger genoemde plaatsen , waar nog de sporen behouden zijn, waar het huis gestaan heeft, zijn tot aandenken kleine kapellen gebouwd, met bel beeld der zaligste Maagd.

i. Veertien adellijke burgers uit Recanali en de Mark begaven zich daarop in 1296, gelijk vroeger de vier Dal-matiërs, naar Palestina, om nogmaals de maat te vergelijken met de daar gebleven fondamenten. Deze, alsmede drie eere-kamerheeren van paus clemens vu, die met hetzelfde doel daarheen gezonden werden, kwamen terug met de verklaring; dat alles nauwkeurig overeenstemde, en zij bezwoeren hel met een eed.

Reeds in het jubeljaar 1300, onder het pontificaat van bonifacius vin, werd de plaats, waar het heiligdom nog staat, door de burgers van Recanati met muren omringd , om het tegen stormen en omweders te beschutten; ook herbergen werden er opgericht tot opneming der pelgrims, die van dag tot dag daarheen stroomden, alsmede eindelijk woningen voor de priesters, die in de heilige kapel de diensten verrichtten. 14-0 jaren later legde paus paulus ii den grondsteen tot den bouw der Basilica, die onder sixths v voltooid werd on tol heden nog een waardig sieraad van hel. heilige huis is. —

5. Sedert het huis eene blijvende plaats luid gevonden, werd het eene bron van onmetelijke cjenaden. Ketters, Joden en ongeloovigen zagen daar het. vriendelijke licht des

-ocr page 394-

382

geloofs schijnen cn werden uil de duisternis des ongeloofs in nooit gekende hemelsche sferen verplaatst. Allerlei zieken kregen daar hunne gezondheid, stommen de spraak , dooven liet gehoor, blinden hel gezicht weer. De ver-sloklsle zondaars keerden tol zich in cn de lauwen werden ijverig en geloovig. Bewijzen hiervan leveren de duizend cn nogmaals duizend gelolïen, die als welspekende getuigen aan de nawereld verkondigen, hoe zeer God van de eersle tijden af den roem Zijner Moeder cn in haar den roem Zijns goddelijken Zoons erkend en bekroond heeft.

Geen wonder dus, dal zelfs pausen zich op weg hegaven, om deze woning der zaligste Maagd persoonlijk Ie hezoo-ken, gelijk dit een paus nicolaas v, in 144ü, vervolgens clemens VII, '15^3 , paulus III, i 53/p, clemens VIII, 1592,

urdanus vin, 1023, Pius vi, 1775, pius vu, 1814 en oregorius xvi. 1840 deden. Doch nog meer. — Ecne menigte hunner, die door de Kerk thans als dheiligen of zaligen of eerwaardigenquot; vereerd worden, kwamen naai' Lorelto, om het heilige luiis te bezoeken. Onder anderen willen wij noemen: een heiligen ignatius van loyola, een heiligen jacorus van der mark, een heiligen sera-piiicus van monte granaro, een heiligen frangiscus van sales, in wiens leven men leest: dat hij de gelofle der eeuwige maagdelijkheid, die hij reeds le Parijs had afgelegd, in de Laurelaansche kapel weer vernieuwde; een heiligen frangiscus lioruiiAs, een heiligen frangiscus xaverius, den apostel van Indië, een heiligen alovsius van gonzaga, een heiligen ignatius van tione en een heiligen huncisgus van paula enz. Boven alle anderen moet ook vermeld worden de heilige garolus boruomaeus, die te voel naar Lorelto reisde, toen, op hel fecsl van Maria-Gehoorle aldaar aangekomen, nadat hij hel verheven Oller volbracht had, met eigen hand al hel volk, dal tol hel feest gekomen was, melde heilige Eucharistie spijsde, daarop lol al-gemeene slichling predikte, en ten laatste verlof vroeg, om den gansehen nacht door in hel heilige huis opgesloten

-ocr page 395-

383

te mogen blijven, ten einde aldaar te bidden. Zoo kon wel tot waarheid worden, wat eenmaal de heilige josef van Cupertino op den weg naar Osiëno, omstreeks vier uren van Loretto verwijderd, in eene verrukking aanschouwde. »llij zag de zalige geesten van den hemel op- en afstijgen op het huis van Loretto, sommige droegen gebeden naar den troon van God, andere brachten genaden naar beneden aan die geloovigen, welke binnen het heilige huis baden.quot;

Ook niet weinig konimjen en vorsten eindelijk verlieten hunne rijken, om zich persoonlijk naar Loretto te begeven en de door mar ia geheiligde woning aldaar te bezoeken; zoo een Johannes paleologus, keizer van Constantinopel in hel jaar J/iüG; karei, iv, Roomsch keizer, benevens zijne gemalin on kinderen; evenzoo de keizers frederik m en karel v met maria, de zuster van piiilippus n, koning van Spanje; de koning van Spanje ferdinand vi ; verder, om vele anderen voorbij te gaan en slechts de laatste bezoeken te vermelden: maria theresia, josepiiina, de koningin van Sardinië, henevens hare koninklijke kinderen marianna, Carolina, pia, de voormalige keizerin van Oostenrijk, en maria Christina Carolina , de reeds overleden koningin der beide Siciiiën; maria isadella van Spanje, de koningin van Denemarken en de prinses van Anhalt-Götbeu, de dochter van Z. M. den overleden koning van Pruisen; ferdinand ii, de koning van Napels, benevens zijne gemalin; eindelijk de prinses auüustina amalia van Beieren, met haar zoon, prins maximiliaan, hertog van Leuchtenberg, en meerdere andere doorluchtige personen uit bijna alle landen van Europa. -— Zoo veel over de geschiedenis van het heilige buis, welke getrokken is uil, geloofwaardige schrijvers en authentieke documenten.

Onder de geleerde onderzoekers, die over het heilige huis geschreven hebben, en er zijn er meer dan 150 uit alle landen en standen — mogen hier genoemd worden: mari-

annus. aucustinus. turl annus , na tal is . alexander.

-ocr page 396-

m

ÜENEDICTUS XIV, PETRUS CANIS1US , CAKONIUS, GERSONCIl

makatori. Hel volledigst is: mortarelu Iheatrum domus Lauretanae cn tursellinus, historia Lauretana.

0. Er blijft ons nog over, de ajlalen te noemen, welke do pausen verleend hebben aan allen, die godvruchtig naar Loretto trekken.

paulus ii verleende aan alle geloovigen, die na geldige Biecht en Communie het heilige huis van Loretto be/oe-ken, op de feesten van maiua-Geboorte en MAiuA-lIemel-vaart, alsmede op alle Zondagen 7 jaren en even zooveel maal veertig dagen allaat. julius u voegde er een volkomen aflaat bij, die op het feest van maru-Boodschap te verdienen is. — leo x voegde er eveneens een volkomen aflaat bij, die op den heiligen Kerstdag gewonnen kon worden. — gregorius xiii stond denzelfden volkomen aflaat toe voor alle dagen dor goede week, voor allo feesten des Ileeren cn voor alle feesten der zaligste Maagd maiua, alsmede in de daartoe behoorende Octaven.—clemens vm veroorloofde, dat de pelgrims, alsmede alle vrome reizigers, die zich naar Loretto begeven om het heilige buis te bezoeken, op eiken dag aldaar een volkomen aflaat verdienen kunnen, clemens ix bevestigde bij Apostolische Breve den 26 September 1701 die bepaling van zijn voorganger en voegde er bij, dat de volkomen aflaten ook op de afgestorvenen konden overgebracht worden. — i'ius vu schonk, krachtens eene Apostolische Breve van 19 December 1800, den custos van het heilige huis de volmacht: kruisen en medailles te zegenen met de aflaten in articulo mortis en rozekransen met dezelfde aflaten, welke de «rozekransen onder den naam der heilige rrigittaquot; hebben; doch de gezegende zaken moeten aangeroerd zijn aan het schoteltje der zaligste Maagd. Ook den bewoners van Loretto schonk pius vn een volkomen aflaat, op eiken dag te verdienen, als zij na voorafgaande Biecht en Communie het heilig huis bezoeken, liet laatsle hij Apostolische Breve van 29 Augustus 1815. —

-ocr page 397-

385

Zooveel aangaande de aflaten van liet heilige huis te Loretto. — Moge hel hu ook ieder mensch vrij staan, aan hetgeen de geschiedenis er van zegi ie gelooven ol niet te gelooven; zoo staal het toch ook eiken geloovigen Christen vrij, zoolang er geene bewijsgronden tegen de echtheid van de toedracht der zaak zijn, overeenkomstig de woorden des engels: «Bij God is geen ding onmogelijk!quot; nederig te gelooven, dat het zoo is. Millioenen Christenen van alle natiën, waaronder pausen en vorsten, namen het aan. Honderden van God verlichte mannen, een heilige fran-ciscus van sales, een heilige karel borromaeus, een heilige franciscus xaverius, hielden hot daarvoor, dat het 'techte huis is! Zoo ergens, dan wordt te Loretto tot op dezen dag vervuld hel woord der nederige Maagd: »Van nn af zullen mij zalig prijzen alle (jcslachlen! Wat mij aangaat, ik eindig met do woorden van een edelen Katholiek , die in hel jaar 1814- den 29 Mei Loretto bezocht; ik bedoel den graaf markies vain ueaukorï, die in zijne herinneringen aan Italië aldus spreekt: Zekere lieden glimlachen, als men hun zegt, dat de Santa casa bet huis is, waarin Maria , de Moeder van den Verlosser der wereld, geboren, en dat door de engelen eerst naar Dalmatië en later naar Loretto gebracht is. Evenzoo gaat het dikwijls met de waarheden des geloofs; wereldlingen trekken een nauwen kring en willen alsdan der oneindige liefde en wijsheid Gods niet veroorloven, zicli daar buiten te openbaren. Een door de Kerk erkend wonder nemen zij aan, een ander verwerpen zij, en toch komt aannemen en verwerpen alleen der Kerk toe. Gelijk zij zeggen, stuit het hen deze of gene buitengewone zaak te gelooven. Enkel de arme lieden moeten met eene ongemeene fijngevoeligheid begaafd zijn! Wat mij, een gehoorzamen zoon, aangaat, ik neem met blijdschap alles aan, wat mijne Moeder, aan wie mijne gansche ziel gewijd is, mij ter verecring voorstelt; en wat nu het heilige huis van Loretto aangaat, de pausen hebben den godsdienst aldaar onophoudelijk geëerd en verheerlijkt,

A. llungari. Ave-Maria-Klokjc. I.

m

'11

i Jvyt ri

j lira

!IH 1

i «i

,

'

11' i

lil

m i

Si, 'TÏiïï

ril K

v,-.

tl '

iiiiiÉfl ■Wil

lii '$£■ ^11 mm

-ocr page 398-

380

alsmcdo tie heerlijkste allalen er aan verbonden!quot; — lïal is volkomen voldoende! —

SCIIILDEniNCi VAN HET HEILIGE HUIS TE LOHETTO.

(Uit: dc Eremiet van Sabina.

1. Het was den 7 December 1843, daags vóór het feest der Onbevlekte Ontvangenis van maria , dat wij de onverdiende genade zouden hebben, in het eerwaardige, wereldberoemde heilige huis van Loretto binnen te gaan, het met onze oogen le zien, met onze handen aan te raken. Door bemiddeling van den Duitschen poenitentiaris casa-piccola kreeg ik als priester verlof, gedurende de vier dagen van ons verblijf te Loretto dagelijks aan het altaar binnen het heilige huis dc heilige Mis te mogen vieren; eene genade, die te kostbaarder was, wijl juist in die dagen, namelijk den 1U December, het grootste leest, dat onmiddellijk op liet heilige huis betrekking heeft, den verjaardag-van de aankomst er van (la venuta della sanla casa — translatie domus Lauretanae) gevierd wordt, liet gelukkige halve uur, toen ik daar het eerste heilige Ofler bracht, en naar een aan het altaar des huizes verleend privilegie do gevoteerde Mis van de allerzaligste Maagd las, waarin dc op deze plaats zoo gepaste Epistel van hot tecken van Achaz voorkomt, ))dat de Maagd ontvangen, en een Zoon haren zal, wiens naam emmanuel is.quot; Isaias 7 : 10—15; waarin verder hel eveneens op deze plaats zoo gepaste Evangelie van de zending van gabriël naar Nazareth voorkomt, ging maar al te spoedig voorbij.

Wal is het toch, dat aan die plaats eene zoo beloove-rende aantrekkingskracht verleent? Wat anders dan het bewustzijn, zich in hehelfde huis te bevinden, waarin eenmaal de engel gabriël aan maria, de nederige dienstmaagd des lleeren, dc blijde boodschap bracht, dal. zij dc Moeder des Allerhoogsten zou worden; ja wat anders ver-

-ocr page 399-

.-187

leenl nan dio plaats cenc zoo mar.liligc aantrekkingskracht, don het bewustzijn zich op die plaats te bevinden, waar liet werk der verlossing van het rnensebdom een begin nam, waar eva's trots door maru's nederigheid overwonnen , waar de kop der slang door het zaad der vrouw vertreden werd; waar mauia sprak: «Zie, ik ben eenc dienstmaagd des Ileeren, bet geschiede naar uw woord !quot; waar bet Woord loen vleesch werd, om onder ons te wonen; waar dit ||eescb geworden Woord, jesus , de ééngeboren Zoon van God, den langsten tijd Zijns levens heeft doorgebracht; waar Hij uit- en inging, al en dronk en sliep; waar Hij, die voormaals de wereld schiep, en millioenen nieuwe werelden scheppen kan, josef, een armen timmerman, bij het werk hielp; «waar Hij toenam, gelijk in jaren, zoo ook in wijsheid en welbehagen voor God en de menschen.quot; En was hot niet dezelfde Zoon Gods, welke eenmaal bier woonde, die bij het heilige Offer wederom in geheel Zijn wezen als God en raensob met lichaam en ziel, met. vleescb en bloed tegenwoordig was onder de gedaanten van bet brood en den wijn ?

Waarlijk, wie te Loretto geweest is, zal geen oogenblik kunnen twijfelen aan het geen canisius verhaalt, dat namelijk menschen, die in ondeugden verzonken waren, hier in kinderen Gods veranderd, van dwaalgeloovigen rechl-geloovigen, van wolven schapen worden. Ik geloof niet, zegt eveneens ma-ui an us augustus in zijne Trophaeis Mariae, dat eenig mensch ooit zoo goddeloos en verdorven geweest is, noch ook zijn zal, wien het gezicht der allcrzaligsle Maagd Ie Loretto niet ecne of andere vrome gezindheid zou ingeboezemd hebben. Maar als men nu zoo gaarne op zulke plaatsen verwijld uil aanmerking van de heiligheid der personen, die eenmaal daar woonden en dezelfde sleenen zagen en aanraakten, welke men in zijne onwaardigheid nu ook mag zien en aanraken; als men uit aanmerking der wonderbare gebeurtenissen, die daar plaats badden, meer dan gewoonlijk opgewekt is tot gebed en beschou-

ü'^l

25*

-ocr page 400-

388

wing: hoe liefelijk, hoe aanlokkend moeien dan wel de eeuwige woningen des hemels zijn, waar men al de aan hel Christenhart zoo dierbare personen van aangezicht tot aangezicht zal aanschouwen; hoe geneigd lot lol' en dank aan den Allerhoogste moet daar niet de ziel zijn, waar die reine en zalige gevoelens en gewaarwordingen door geene verstrooiing meer afgebroken, door geen vijand gestoord , dooi' geen lijden meer verduisterd kunnen worden ? —

Nog denzelfden morgen bekeken wij aan de zijde van den pocnitenliares de kapel nauwkeuriger, hetgeen de volgende dagen wegens den aandrang des volks onmogelijk zou zijn geweest.

Bemerken wij bet eerst hel gepaste opschrift boven de noordelijke injangdeur:

//lllotus timeat quicunque intrare sacellum;

In terris nullum sanctius orbis habet.

Wie gij ook zijt, waag het niet, dit luns onrein te betreden ;

Eene heiligere plaats heeft de wereld nog niet gehad.quot;

Even als in de eerwaardige Portiuncula-kapel des heiligen franciscus te Assisi zijn de muren binnen in het buis ongedekt, en niet van baksteen, maar van roodachligen gehouwen steen vervaardigd; de scheuren, die men hier en daar opmerkt, getuigen van de oudheid der plaats. Delengte van bel buis bedraagt 29 voet 8 duim, de breedte 12 voel 8 duim, en do boogie 13 voel 3 duim, de dikte der muren 1 voel 2 duim. Op enkele plaatsen van den muur bemerkt men de overblijfselen-van oude schilderijen, die op kalk geschilderd waren; onder anderen eene, die op den heiligen lodewuk betrekking heeft. De oorspronkelijke hoofdingang aan den noordkant is thans dicht gemetseld, en wel met de steenen, die op twee andere plaatsen uitgenomen zijn, om twee nieuwe ingangen te openen, den naar bet achterste gedeelte leidenden, van welken wij later spreken zullen, enden naast den ouden hoofdingang aangebrachtcA kleinen ingang. Reclil tegenover dezen laalsten bevindt zich in den zuidmuur

-ocr page 401-

380

dc injang, die naar twee andero kamers voerde, welke thans den pelgrims le Nazareth no^ geloond worden.

liet huis te Lorctlo moet namelijk, om dit in hel voorbijgaan le vermelden, niet als hel geheele huis, maar slechts als voorhuis beschouwd worden, dal, gelijk ook thans nog meerdere woningen le Nazareth ingericht zijn, tegen hel dc stad als de wanden van een ketel omringende gebergte zoo gebouwd was, dat men er uil in twee of drie het gebergte inloopendc donkere holen kwam, waarin men zich waarschijnlijk slechts des nachts ophield, terwijl men des daags meestal in hel voorhuis, of, gelijk bet ook llians in bel ooslen nog dc gewoonte is, in de open lucht voor dc deur placht te verblijven. Op de plaals, waar dal nu te Lorctlo zich bevindende huis stond, waarin dc heilige lamilie zich dus waarschijnlijk des daags ophield, slaat llians, gelijk schrijver dezes uil eigen aanscliouwing be-ricblcn kan, eene marmeren kapel met twee allaren, en wel op de nog voorbanden fondamenten van bel weggedragen huis. Uil die kapel komt men dan in de eersle gcbergtckamer, die door het in het midden slaande altaar in twee afdeelingen verdeeld is. In de voorste afdeeling slaan onder hel altaar dc beteekenisvolle en treffende woorden: »Ilic verbum caro factum est! Hier is het Woord vleesch gemorden F' In de tweede afdeeling slaan op de achterzijde van dit allaar dc niet minder gepaste, en vooral doer dc jeugd niel genoeg le behartigen woorden: »llic erat subdilus illis. Hier was Hij hun onderdanig.quot; Uil deze eerste gebergtekamer komt men vervolgens door eene nauwe opening in een tweede zeer donker hol, dal de slaapkamer des n. josef genoemd wordt, doch llians zoo vocht en ongezond is, dat gecnerlei versiering noch een allaar er in kan geplaatst worden.

Keercn wij na deze opheldering weer tol de Laure-taansche kapel terug. Als wij vooreerst bier op bet allaar dezelfde woorden met letters geplaatst zien: »llic verbum care factum est,quot; die eveneens onder hel allaar le Naza-

-ocr page 402-

300

rclli slaan, dan mag dit geenszins bevreemden, beide plaatsen waren Locli kamers van een en hetzelfde liuis. 01quot; nu Maria tijdens de verschijning des engels zich in tie voor- ol' achterkamer bevonden heelt, zal niemand kunnen uitmaken; genoeg dat beide plaatsen tot een en hetzcllde huis behoorden, om op beide het treilende »Ilierquot; te kunnen toepassen. De vensteropening, in den westelijken muur, en voor welke thans buiten de kapel een altaar ter eere des aartsengel gabriël slaat, is iu den vorm van een vierkant h voet hoog, /(■ voet breed, en bijna !) voet van den grond. Boven dit venster staat een in Griekschen stijl geschilderd kruis, dat, naar men zegt, er reeds bij bet overdragen in aanwezig was. De langste balk van bet kruis is 5 voet, de kortste 2 voet lang.

Wenden wij ons nu naar den oostelijken mnur tegenover dit venster, dan ziet men aan eene in dien miuir gehouwen nis nog duidelijk de plaats, die lot kookbaard diende» Zij is k voet 3 duim boog, 2 voet 2 duim breed en G duim diep. Door bet omstreeks 5—(3 voet van dien muur verwijderde altaar is dit deel van bet huis thans van de overige ruimte gescheiden. Doch dit altaar is niet betzelfde, dat men tijdens bet overdragen van hel huis daarin vond. liet laatste, dat bij den zuidelijken muur omstreeks tegenover den thans dicht gemetselden oorspronkelijken hoofdingang stond, werd later afgebroken cn als kostbare reliquie in het binnenste des nieuwen altaars besloten.4

De door dit nieuwe altaar afgesloten achterste ruimte zou ik hel geheimvolste deel van het huis willen noemen, liet is toch, als boorde men hier duidelijk bet zachte lluisteren der maagdelijke genadestem, en zelden gebeurt bet, dat men bij bet hier geplaatste bidbankje niet den een of anderen godvruchtige in het gebod aantreft. Doch er is ook nog eene andere reden, waarom de pelgrim op deze plaats zoo bijzonder gaarne zijne gebeden verricht, boven den genoemden haard (santo camina) bevindt zich namelijk dat beroemde, van cederhout vervaardigde, rijk versierde

-ocr page 403-

391 lt;

niirnculeuze Madonnabeeld, dal bij de ooslersche Christenen reeds in hooge vereering geslaan iiecfl en naar de Iradilie door den II. lukas vervaardigd moet zijn. Hel slandbeeld der Moeder is 2 voel 8 duim lang, dal van hel goddelijke Kind , hetwelk op de armen der Moeder rust, 1 voel 2 duim. Daarbij bewaart men in dit gedeelte van het huis ook twee oude aarden schoteltjes, die eveneens bij bel overdragen aanwezig waren, en naar de overlevering van de heilige l'amilie al'koinstig zijn. Al de gebenedijde rozekransen eu medailles pleegt men vooral' in die scboleljes te leggen, om dan later de zoete herinnering te hebben, dat die zaken met een voorwerp in aanraking geweest zijn, dal dooi' jesus en maria zeiven gebruikt en door dat gebruik go-hciligd is. — Opmerkenswaardig zijn ook de in cene kast iu den noordelijken muur naasl bel nieuwe altaar bcwaai'de sleenen. liet zijn namelijk zulke, die door vrorne pelgrims, iu de meening, dat dergelijke diefstallen veroorloofd zijn, heimelijk uit don muur gebroken cn als aandenken naar buis medegenomen waren, doch later, toen die vrome dieven geen rust noch duur meer vonden, ziek werden of in ongelukkige omstandigheden kwamen, voor en na weer teruggezonden werden. Zoo vertoont men onder anderen zelfs de aulentiekc copie van een brief, dien .ioiian suarez, bisschop vauCoimbra, graaf van Algaguil, geschreven beeft eu waarin bij zegt, dal hij sedert den lijd, dal bij in het bezit is geweest van een hem bij Apostolische Breve van i1 au lus ui geschonken, dus rechtmatig verkregen steen van het heilige buis, geen vroolijken dag racer beleefd heeft, ten laatste zelfs zwaar ziek is geworden; maar hoe bij, zoodra hij den steen had teruggezonden, dadelijk de ge-zondheid berkregen bad.

2. Van de vele rijke geschenken, die hier ter eere der Hemelkoningin gebracht zijn, wil ik cr slecht eenige vermelden.

Vijftien zilveren lampen, die dag en nacht branden, twee zilveren borstbeelden, hel eene de ll. anna, het andere

M

i il fóSa

s

-ocr page 404-

392

den II. JOSK voorstellende; eenc van tien groote brillanlen omringde gouden medaille, op wier cene zijde de woorden slaan: sfrederik august albert, 23 April '1828, een gcschenk des konings van Saksen. Twee oorbellen uiet brillanlen, een geschenk, dat do koningin-weduwe van Spanje, maria Christina, in eigen persoon den 10 Maart 1841 aan de kapel vereerde. Merkwaardig is ook een naast bet altaar tegen den muur hangenden kanonskogel, liet is die, welke bij de belegering der slad Mirandola in 1505 den toenmaligen paus julius n trof, zonder hom te kwetsen. Ter eeuwige herinnering aan die redding, die de paus aan de voorspraak der heilige Maagd toeschreef, is die kogel hier opgehangen.

Duizend andere vrome geschenken, bestaande in gouden en zilveren medailles, harten, halsketenen, kronen, kruisjes en ringen in paarlen, sleenen en andere kostbaarbeden, bewaart men in de zoogenaamde schatkamer naast do sacristie, wie waarde, ondanks het onberekenbare verlies, dat de kapel tijdens den Franschen inval in Februari 1 707 geleden hoert, nog meer dan een half millioon franks moet bedragen. Van 69 kasten waren er omstreeks 20 \an hare vrome gaven beroofd. — Onder anderen bewaart men aldaar een diadeem, dio uil 9 van de zuiverste amethysten, 17 robijnen on '198 diamanten bestaal, een geschenk van maria aloysia van Panna, koningin van Spanje, gemalin van karel iv, geschonken don 14 Februari 1810.

Onder de vele kelken en monstransen, dio men hieraan MARIA, do Moedor des Hoeren, ten geschenke gebracht hoeft, verdient vermeld te worden het geschenk, dat pi us vu, roemrijker nagedachlenis, na zijne terugkomst uit Frankrijk don 15 Mei 1814 bij een persoonlijk bezoek aan bet heilige huis achterliet, liet beslaat uit een kostbaren zilveren Miskelk, onder welks voet do volgende merkwaardige woorden gegraveerd zijn: nus vu. P. M. liberlato donatus feslo die B. M. Y. ab angelo salulalae Romamquo a Gallis rodions Laur. in aede sacris Doo dicatis, boe dovoli gra-

-ocr page 405-

39.quot;')

lique animi monumentum dono dedit pignus obtulit.quot; Dat is: »pius vu, op hel fcesl van MhRW-Boodschap in vrijheid gesteld, gaf, uit Gallic naar Rome terugkcerende, nadat liij in hel huis van Lorctto de heilige geheimen gevierd had, dit tot gedenktceken zijner dankbaarheid als geschenk en onderpand!quot;

Een andere uit zuiver schenk van nus vm, roemrijker gedachtenis. Ook deze kelk getuigt van hooge vereering en groote dankbaarheid jegens de heiligste Maagd. «Mariae Virg. lieatiss. Dei ge-nitrici,,' zoo leest men onder den voet er van, »pius vm P. M. [jicenus calicem aureum oiïert ob praeclara beneficia sibi in aede s. Lanretana conlata Pont, sni anno l.quot; Dat is: Der zaligste Maagd mama, der Moeder Gods schenkt nus vm, uit het Piceensche, een gouden kelk, om de bijzondere weldaden, die hem in het Lauretaansche huis ten deel gevallen zijn. In het eerste jaar van zijn pontificaat'quot; —

3. Wat eindelijk de huilen cm het huis aangebrachte prachtige en met de schoonste beeldhouwwerken versierde marmer-insluitingen aangaat, over de meesterlijke uitvoering van dit werk heerscht maar ééne stem, en de waarde er van wordt op meer dan 300,000 franks begroot. Standbeelden van sybillen en profeten, die van de zaligste Maagd hebben geprofeteerd, benevens dier woorden, wisselen af met voorstellingen uit de geschiedenis der kindsheid van Jesus, en bieden den kunstkenner menige genotrijke beschouwing aan.

De eerste, die het plan tot deze bekleeding, welke echter, gelijk men door een aan de deur bestaanden scheur, door middel van een brandend licht bemerkt, ten minste drie vinger breed van de muren des heiligen huizes verwijderd gehouden is, en dus niet tot steun er van dient, dooiden beroemden i!I!Andoute van xjrbino deed ontwerpen, was paus julius ii , in 1510. Toch werd de bouw eerst onder zijn opvolger leo x begonnen, onder clemens vu

goud bestaande kelk is een ge-gedachtenis.

i i i

i

B.\lt;1

ii?' v

-ocr page 406-

3M

voortgezet, en onder paulüs iii voltooid door den Flo-rentijncr andreas sarsoyino.

Verwijlen wij nu ten laatsle nog cenigo oogenbiikken voor de aan den oostkant dezer insluiting aangebrachte marmeren plaat. Lezen cn behartigen wij, wat daarop, niet in geheimschrift, maar in de gewone Latijnsche taal tot ieders inzicht en begrip in weinige bondige woorden verhaald wordt. Moge het hier in getrouwe vertaling zijne plaats vindon:

«Christelijke pelgrim, die uit godsvrucht of wegens ecne gelofte hier gekomen zijt, wat gij hier voor oogen ziet, is het LauretaanscJie huis, door goddelijke geheimen en beroemde wonderen geëerd in de ganscbe wereld. Hier werd geboren maria, de allerzaligste Moedor Gods. Hier werd zij door den engel begroot. Hier werd vleesch het Woord des eeuwigen Gods. Dit huis droegen do engelen van Dalmatië naar het kasteel van Toresalto over in het jaar 1291, onder paus nicolaas iv. Drie jaren later, hij het begin van het pontificaat van ucnifacius vim , werd het door dezelfde engelenhanden overgedragen naar het Piceensche, in de nabijheid der stad Rencanati, on opeen heuvel van dat woud geplaatst, van waar bet, nadat het in den loop van een jaar driemaal van plaats veranderd was, zich len laatste hier vestigde. Van stonden afkwam dit heilige huis op het bericht van zulk eone zeldzame gebeurtenis, die de naburige volkeren .verbaasde, alsmede om de menigte wonderen, waardoor bot naar allo zijden bekend werd, in hooge vereering. Do muren er van staan, volstrekt door geen fondamenten ondersteund, na verloop van zoo veel eeuwen, nog gohool ongedeerd. Paus clemens vu bekleedde dit huis van allo kanten mot een tooi van marmer in het jaar 1525. clemens vtii wilde, dat de korte geschiedenis van hot wonderbare overdragen op dezen steen gegraveerd werd in het jaar 4595. an ton marta gallo, kardinaal-priester der heilige Roonische Kerk, his-schop van Osieno en protector van hot heilige huis, droeg

-ocr page 407-

I

395

zorg, dat lid gebeurde. — Gij, o reiziger, vereer hier de Koningin der engelen en de Moeder der genaden in diepe godsvrucht, opdat zij door hare verdienste en voorspraak bij haar lieven Zoon, de Bron des levens, vergeving ver-werve voor uwe zonden; gezondheid des lichaams en onmetelijk welzijn!quot; —

4. Wat eindelijk den prachtigen en wijdschen Impel aangaat, in welks midden zich het heilige huis bevindt, deze heeft het voorrecht, de ecnigc kerk der plaats te zijn, waarom de verschillende kloosters der stad geen bijzondere kerken, maar slechts oratoriën bezitten, en alle ordesgeestelijken benevens de beneficiaten de Mis inde hoofdkerk moeten vieren. Het aantal heilige Missen, die hier eiken dag gelezen worden, beloopt dus meer dan honderd, liet aantal altaren, van welke bijna ieder zijne kostbare onvergankelijke mozaïek-schilderij vertoont, kan wol twintig bedragen. Het hoofdaltaar, waarin het Allerheiligste zich bevindt, is aan den oostkant, zoodat men van daar op de van bovengenoemd opschrift voorziene zijde van hel heilige huis ziet. De bouw dier kerk met haar majestueuzen koepel begon onder nus v en eindigde onder sixths v in het jaar 1587, die op het niet minder prachlige front des tempels het volgende opschrilt met gouden letters in zwarten marmersteen liet graveeren: «Deiparae Domus; in qua verbum earo factum est. Ihl huis der Moeder Gods, ivaarin het Woord vleesch werd.quot; Een bronzen standbeeld, sixTus v voorstellende, versiert bet voorplein der kerk. Ook de bronzen deuren van den hooldingang zijn bezienswaardig, op welke voorstellingen uit de bijbelsche geschiedenis aangebracht, zijn, die door kunstkenners als meesterstukken bewonderd worden.

-ocr page 408-

396

DE HERTOG VAN DEIEDEN, WILHELM V, TE LORETTO.

(Uit: Pvcdikaticn van SEBASTIAAN WINKKLIIOFEItJ

Men lell jaarlijks wel over dc honderd duizend pelgrims naar het keilije huis le Loretlo; in ééne maand, vooral in dc maand September, beloopt, dikwijls do menigte der communikanten honderd en vijftien duizend. Op dc plechtige Moeder Gods-dagen worden bij dc vierhonderd heilige Missen in dc kerk aldaar gelezen.

Dc heerlijke offers, die doorvorsten, koningen en keizers en andere vrome weldoeners aldaar vereerd zijn, maken een onmelclijken schat uit. Tot die hoogo vereerders behoort vooral hertog wilhelm v van Beiereu, die, wonderbaar verheugd over de genezing van zijn neef, den markgraaf van liaden, waarlijk koninklijke gcschcnkcn naar Loretto deels zond, deels zelf bracht. Onder dc overge-zondene gaven bevond zich oen paard van hel edelste ras en eene in ebbenhout gevatte zilveren plaat, waarop do zaligste Maagd maria met. het, kind jesus op don schoot en met josef, haar geleider, op dc vlucht naar Egypte afgebeeld was. Vervolgens een zware en kunstig bearbeide zilveren kroonkandclaar, tachtig pond zwaar, met veertig armen kunstig en fraai geordend, zoodat zij, op gepastcn afstand van elkander, even zoo veel waskaarsen dragen. Die kroonkandclaar hangt nog allijd in dc kapel der Maagd voor hare beeltenis — een edel geschenk van een lieier, te edeler, wijl liet ook met eene uitstekende schenking aankwam. Deze schenking bestond in eene stichting des hertogs ter aanschaffing van waskaarsen, die jaarlijks gedurende veertig feestdagen voor de zaligste Maagd op de veertig armen schijnen. In het jaar 4585 volgde de hertog zelf zijne geschenken, en kwam in alle stilte tc Loretto aan, slechts van vier personen vergezeld. Door het uitstekend bescheiden gedrag van dien vorst verscheen zijn godsdienstige zin in een tc helderder licht. Aardsche vermaken versmadende, om des te reiner dc goddelijke ge-

-ocr page 409-

397

noogcns le genieten, verkoos Iiij een geringe burgerwoning boven bel openbare, lol onlvangsl voor vorsten beslemde praebtige gebouw. Hel woelige en scbitlerende hofleven moede, en naar godsdienslige stille verlangende, keerde dal bij de vaders van hel Gezelscliap van jezus, aan wier Orde hij groote weldaden bewezen bad, als een vriend bij zijne vrienden in, en verwijlde daar, met gemeene spijs en bediening tevreden, meerdere dagen. Echter kon de groote en deugdzame vorst niet lang onbekend blijven. Nauwelijks kreeg de bestuurder van bet vorstelijk gasthuis bericht van de aankomst des hertog van Beieren, ol' hij snelt dadelijk naar hem toe, noodigl hem op hel eerbiedigst uit, en smeekt hem dringend en vurig. Eerst toen hij merkt, dat de vorst volstrekt niet van zijn besluit af le brengen, maar standvastig is, gaat bij been. Even als in de woning, zoo vertoonde zich in do kerk de nederigheid van den hertog. Daar was een bidbankje om le knielen en een zetel om te zitten van bijna koninklijke pracht voor hem gereed gezet. Maar hij verwaardigde die zaken niet eens met een blik, omdat bij in dc Lauretaansche kapel geen pracht, maar godzaligheid zocht. In de heilige kapel der maagd mauia schitterden zijne Christelijke nederigheid en godzaligheid in zulk een verheven glans, dat zij den annvvezenden als een wonder voorkwamen. Want hij bad in zulk eene nederige geestgesteldheid eu lichaamshouding, dat men in hem iemand uil bet midden des volks meende le zien. Hij zag in zijn gemoed den Zoon üods, die, olschoon Hij in de gestalte van God was, zich daar openbaarde en dc gedaante van een dienstknecht aannam. Zijn smeeken vol nederigheid was zoo lang aanhoudend, dat liij in hel huis der zaligste Maagd scheen le wonen. Maar even als zijne godzaligheid, zoo vertoonde zich ook hij deze gelegenheid zijne ongemeene mildheid. Een voornaam geschenk van hem was een boekje uit gedegen goud, dat, in drie doelen afgedeeld, als op vier bladen dubbele zegels en uitgezochte beelden bevat. De band, ongemeen

I ■ f

m

i

amp;

-ocr page 410-

398

kunstig nil goud cn de koslbaarsle parelen en edelgesteenten vervaardigd, hangt aan drie gouden ketentjes, die boven aan een gouden ring, en beneden aan den band aan een ongemeen grooten salïicr zijn vastgemaakt. Dit geschenk wordt gewoonlijk op acht duizend goudgulden geschat, en bijna geen kunstwerk onder de schatten der kerk Ie Loretto wordt door pelgrims zoo gaarne en zoo gretig beschouwd als dit; /00 zeer trekt niet alleen de uiterlijke sierlijkheid, maar ook de uitnemende schoonheid dor beelden cn zegels er in de oogen der beschouwers lol zich, daar de kunst met den rijkdom wedijvert. Hij offerde ook een gouden Christus in die gedaante, in welke Hij, op nieuw in bet leven gekomen, uil bet gral' opslaat, en het graf schittert heerlijk van diamanten en karbonkels.

Ook de zoon van wilhelm-v, maximiliaan i, zond verscheidene geschenken naar Lorello en maakte daar eone stichting, volgens welke dagelijks Iwec priesters len eeuwigen tijde het heilige Misoffer moeten brengen.

dk kleine bedevaautgangsteh naar loretto.

(Uit: Gcscliiüilenis Onzer Lieve Vrouw van Loretto, door houatius torsellinus.)

De. scliijvcr verhaal!, dal een jong meisje uil de mark Ancona, met name Alexandra, door de heilige Maagd Maria met eene zeer bijzondere genade gezegend is.

alexandra was namelijk nog geen zeven jaren oud, toen zij de kudden baars vaders hoedde. En loch wist zij bij die bezigheid eiken dag nieuwe vorderingen op den weg der vroomheid Ie maken. Moe diende baar alles in de natuur lot leering en als trap lol verheffing naar den hemel. Hoe sprak alles rondom van de grootheid, almacht en voorzienigheid Gods! Hoe goed verstond zij hel, de gebenedijde Moeder des Verlossers in al de bevallige zinnebeelden le ontdekken, welke haar in de aardsche wereld verkondigen, in de morgensier, in den opgang van bel.

-ocr page 411-

300

morgenrood, in den regenboog, in het nederige viooltje, in do vlam der roos, in de sneeuw der lelie! Hoe gaarne plukte zij de schoonste bloemen voor die goddelijke Moeder op de helling des heuvels en in do laagten des dals, aan den rand der boomen en te midden der braaklanden; en hoe gelukkig gevoelde zij zich, als zij der goedertieren Hemelkoningin ('rissche kransen en guirlandes vlechten en ze dan naar de geliefde kapel brengen kon.

Zulk eene lieide en godsvrucht op zoo teederen leeftijd en bij een zoo rein hart moest ook een heerlijk loon onl-vangen; maru verwaardigde zich, aan dien engel in onschuld en vroomheid te verschijnen, en zij zelve reisde met het kind meer dan dertig mijlen van de plaats, waar hare kudde weidde, naar de kerk van Loretto, waarheen eene bedevaart te doen, altijd de vurigste wensch der kleine herderin geweest was. Toen zij daarop haar innig gebed hier verricht en hare bloemguirlande op het altaar had neergelegd, werd zij door maru weer naar bare kudde teruggeleid, die zij intusschen aan de bescherming van God had aanbevolen.

Onmogelijk is hel de heilige, hemelsche tevredenheid le schilderen, die deze verschijning in het hart der kleine herderin achterliet; want zij herinnerde zich die haar gan-schc leven door, en putte daaruit den grond tot volharding in de navolging van maria en in de zuiverste godsvrucht voor de allerzaligste Maagd.

Het Ave-Maria-gebcd.

OPEMiARINO VAN MARIA AANGAANDE DEN ENGELENGROET. (Uit: Het bock der geestelijke genaden.)

Op den Zaterdag, waarop gezongen wordt: »Wees ge-groot, heilige Moeder, die gebaard hebt den Koning, welke narde en hemel regeert in eeuwigheid dor eeuwigbeden!quot;

-ocr page 412-

400

sprak do heilige meciitiiildis tol de Maagd maria; «Ja, als ilv u sleehls, o allerzoetste Koningin der hemelen, groeten kon met een groet, dien een menschelijk hart nog niet bedacht heelt, dat zou ik het liefst doen!quot;-

En dadelijk verscheen haar de roemwaardige Maagd maria en droeg op hare borst met gouden letters geschreven den •tgt; Engelengroel.quot;

Zij sprak:

»Boven dezen groet is nooit een mensch gekomen. Ook mag mij geen mensch zoeter groeten, dan hij, die mij groet met den eerbied, iu welken mij God de Vader gegroet heeft door het woord )gt;Avc!quot; terwijl Hij mij door Zijne almacht uitkoos en bevestigde, dat ik vrij van alle wee der schuld en straf zijn zou.

Ook heeft mij de ééngeboren Zoon Gods met Zijne goddelijke wijsheid zoo doorlicht, dat ik eene helder schitterende ster ben, door welke hemel en aarde verlicht worden; en dit is aangeduid door den naam «maria,quot; dat is »Ster der zee.quot; Ook de Heilige Geest heeft mij met zijne goddelijke zoetheid doordrongen en mij met Zijne genade zoo rijk gemaakt, dat ieder genade vindt, die haar door mij zoekt; dit sluit in zich het woord »Genadevolle.quot; In de woorden: ))l)e Heer is mei u!quot; word ik aan de onuitsprekelijke vereeniging Gods herinnerd en aan het geheim, dat in mij de gansche Drievuldigheid volbracht heeft, doordien Zij het wezen van mijn vleesch met de goddelijke natuur in één persoon vereenigde en Godmensch geworden is. Welke blijdschtip en zaligheid ik in dal uur ondervonden heb, kan geen mensch gevoelen. Door de woorden: »Gij zijl fjebenedijd onder de vrouwen!quot; erkent en betuigt alle creatuur met verwondering, dat ik gezegend en verhoogd ben hoven alle schepselen, boven hemelsche en aardsche. Dooide woorden: »Gebenedijd is de Vruclü uws lichaamsf' wordt geprezen en verheven de hoogheerlijke Vrucht mijns lichaams, die levend maakt, heiligt en in alle eeuwigheid zegent alle creaturen.quot;

-ocr page 413-

401

BE IIOOGE WAARDK VAN HET AVE-MARIA-GEBED.

(Uit: De oneindige groet, door hr. alban stoi.z )

Op eenc mijner reizen in heilige Land, nadat ikeenigcn tijd tusschen dorre, door de zon verschroeide bergiiooglen voortgegaan was, weken de bergwanden zijwaarts terug en het dal verruimde zich meer en meer en werd geheel groen, en men zag tegen eene oprijzende hoogte eenc kleine stad; de huizen zijn zoo tegen de rots gebouwd, dat deze den achtermuur uitmaakt, ja soms gaal er van het huis nog eenc gansche kamer achter in de uitgeholde rots in.

In die slad wonen Turken en Christenen onder elkander en ook een Franciscaner-klooster is er in. In de fraaie kloosterkerk gaat men eenige treden af en komt dan in eene rotskamer, waar veel lampen branden en in groote stilte en eerbied mannen en vrouwen knielen; ik zag een man, die zeli's zijne schoenen vooral' uilgctrokken had en voor de grotkapel builen liet slaan, wijl hem de plaats zoo bijzonder heilig was; en er gaal wel geen mensch in of uil, zonder dat hij zich ter aarde werpt en eerbiedig en hartelijk den grond kust. En van verre, bijna uil alle we-relddeelen, reizen de Christenen naar deze plaats en kunnen daar bidden met eene roering en innigheid, gelijk velen hel nog nooit en nergens anders in de wereld ondervonden hebben.

Maar wal is er dan zoo bijzonders op die plaats gebeurd? Wal denkt gij wel? — Voor niet veel minder dan twee duizend jaren heeft hier eenc reine Maagd gewoond. Toen zij eens geheel alleen was, heeft zij op eens een hemelschen geest zien binnen komen, een engel. Die plaats, waarde engel gestaan moet hebben, is in de heilige kamer met eene zuil aangeduid. En de engel sprak: »Wees gegroet, maiua !''

Dit zachte woord, gesproken door den engel GABiuia te Nazareth in Azië, is intusschen luide geworden, zoodal hel over de geheele wereld klinkt, als eene klok van den hemel, en dag en nacht nooit en nimmer stil wordt!

Sedert de'engel des lleeren zoo gesproken heeft, hebben

A. lliingari Avc-Maria-Klokje 1. QP

-ocr page 414-

m

hol reeds fluizend millioenen menschentongen minnend en eerbiedig nagesproken; ja er gaat geene enkele slingeringt van uw uurwerk voorbij, zonder dal die groei ergens op aarde juist gesproken wordt.

En gelijk ieder oogenbiik op aarde eene ziel een stervend menscbenlichaam verlaat, om naar hel boogere vaderland te trekken, zoo rijst ook ieder oogenbiik een Ave-Maria-groel van menscbenlippen naar boven.

Als in Katholieke landen een kind ten doop gebracht wordt en de dooppeters bet Christelijke geloof in zijn naam beloven, spreken zij in naam des kinds ook na bet Onze Vader »Wees gegroet, maria!quot; — En als hel kind begint te pralen, leert men bet dadelijk bidden: »Wees geyroel, mama!quot; en hel kind groeit op en wordt groot en bidt alle dagen een paar maal zoo — en is de menscb eenmaal oud, dan heeft hij bet vele honderdduizend malen in zijn leven gebeden — en als hij sterft, boort bij nog met verdoovend oor, hoe men om hem bidt: »Wees gegroet, maria!quot; en als bij dood is, bidden de vrome verwanten en buren nog dien groei om zijn lijk, en bidden voor hem in den rozekrans, wanneer zij hem ten grave dragen: »Wees gegroet, maria!quot; En zoo zal men bidden, zoolang de Katholieke Kerk staat, — dal is tot aan bet einde der wereld — en als reeds het wereldgebouw uit zijne bengels wil vallen, en het teeken van den Zoon des mensebenaan den hemel verschijnt, en als de wereldlingen vol angst en wanhoop roepen zullen: «Valt op ons, bergen! bedekt ons, heuvels!quot; ook dan zal men uil den mond van lallooze vrome Gliristenen nog de woorden booren: »Wees gegroel, maria !quot;

Wie moet dan diegene zijn, die zoo veelmaal gegroet wordt, als er bladeren in het woud, als er grasjes opbel veld, als er dauwdruppels aan de grasjes zijn, of als er sneeuwvlokken in den ganschen langen winter over de wijde aarde gestrooid worden ?

Zij is de heilige Maagd en Moeder Gods, de Moederdes Jleeren!

-ocr page 415-

/lt;03

HET AYE-MAniA IN EENR DORPSKERK (Uit: Levensbeelden uit Tirol, door herman dhf.ter.)

Als goud vlamde in dc stralen der morgenzon hel kruis uit den slanken punt toren der kerk van Rodau. Ik na-dorde liet godshuis, om dc Vroegmis bij te wonen, en hel genot van het heerlijke uitzicht, dat zich romdom aan mijne blikken vertoonde, was eene waardige voorbereiding voor de intrede in de gewijde ruimten. Aan beide zijden van groene elzcnboschjes omzoomd, golfde de breede Inn-stroom verder, flikkerend en blinkend; een groot eind ver kon ik zijn onstuimigen loop nagaan, eu aan den overkant rezen hooge bergen naar den blauwen hemel op, die, met akkers, weiden en bosschen bedekt, met dorpen en al-zondorlijk staande hoeven bezaaid waren. De kerk staat wal ter zijde van het dorp, midden op het kerkhol'. Nadat ik mij in het vergezicht verlustigd had, wandelde ik tus-schen de graven rond, die met kruisen, eenvoudige monumenten, met rozen en leliën versierd waren.

Van den toren klonk klokgelui. Ik greep een kwast, die naast het wijwalcrketeltje van een der kruisen hing en besprengde de graven met wijwater. Toen trad ik de kerk binnen en voegde mij bij de godvruchtigcn.

Ik liet mijne blikken over hen zweven en ecne diepe ontroering overviel mij. — Hier knielde de jongeling, met den krnllebol gebogen, dien bij anders zoo rechtop wist te dragen, en door dc vingers der krachtige band, die nog gisteren den dorschvlegel gezwaaid, ol' de bijl gevoerd, of den knots der schraag opgeheven had, gingen de parelen van den rozekrans. — Ginds ligt de tachtigjarige grijsaard, wit haar omringt de kale plek, dc bcenige, magere linker hand siddert, die bet versleten gebedenboek vasthoudt, dal misschien reeds den knaap diende en waarom dc rozekrans gewonden is. — De matrone, het hoofd bijna begraven in de hooge hoofdbedekking van zwarte wol; de maagd

26*

-ocr page 416-

404

mei liet lieve, donkere stroohocdje, de rozige knaap, het vroolijke meisje; oud en jong, man en vrouw, /ij allen liggen in aanbidding verzonken voor den almachligen God-lieiland, die bij hel heilige Misoffer op het altaar onder de nederige gedaante van brood verschijnt, zij allen bidden daar met bun geestelijke één en dezelfde gebeden, worden niet moede, ze telkens weer op te zeggen, en het kleine meisje op den arm der moeder stamelt, de handjes gevouwen, mei de overigen: »Wees gegroet, maria, gij zijt vol van genade!quot;

»Wees gegroet, maria, gij zijl vol van genade!quot;— Hoe komt hot, dat deze woorden, dat het »Ave maria!quot; dooiden Katholieken Christen zoo gaarne gebeden wordt, dal hij uit dit gebed dezelfde kracht, denzelfden troost put, als uit het gebed des Heeren, het Onze Vader?

Wijl hem daarin de verlossing door den Godmensch jesus Christus, de grond- en hoeksteen des waren Cliris-tendoms, op de helderste en schoonste wijze lot bewustheid gebracht wordt en het gebed zelf zoo natuurlijk, zoo door en door menschelijk is. Tol de moeder vlucht bet kind het eerst, ais het iets op het hart heeft, opdat zij zijne voorspraak zij bij den stengeren vader; en zoo smeekt ook de Katholieke Christen de heiligen Maagd maria om voorspraak bij den almachligen cn rechtvaardigen Drie-ëenigen God, en zeer bijzonder bij den Zoon Gods, den menschgewordcne, die eenmaal stervend aan hel kruis op Qolgalha maria allen menschen lot Moeder gaf, toen Hij haar als zoodanig aan .ioannes schonk. Maar de Godmensch jesus Christus, in wien zich de heerlijkste gedachten en gevoelens, welke ooit de menschenborst koesleren kan, lot den volmaaktslen bloei ontsloten, welks geur ons nog thans, als wij in de Heilige Schrift lezen, met huiveringen van blijdschap en verrukking vervullen : Hij zou niet ook de liefdevolste Zoon zijn en met innige vreugde luisteren naar de voorbede van haar, die Hem in haar schoot droeg, aan bare borsten voedde, en wie Hij, toen Hij nog

-ocr page 417-

405

op aarde wandelde, liet billcrsle zwaard der smart in liet hart boren, die Hij lallooze lieelc tranen moest doen wecnen? — En zou de gebenedijde Maagd oor en hart sluiten voor hen, die haar om bare voorbede geloovig aan roepen? De lieveling des Zoons is ook de lieveling der Moeder. De inensehen, die door den Zoon zoo van ganscber harte bemind werden, dat Hij al hunne schuld op zich nam on voor hen den pijnlijksten dood leed , zijn ook der heilige Moeder waard en dierbaar.

a ve-m aria-lof.

(Naar: Godsvrucht voor do zaligste Maagd, door [latw iiuget.)

Het eerste «Ave mauia!quot; dat door den aartsengel ua-uiuël gesproken werd; heeft het grootste en ongemeenste wonder voortgebracht, en was de bron der zaligheid voor de gansche zondige menschheid; en dankbaar nagesproken, moet het ook in onze zielen jusus ciiiustus tot geestelijken kiem brengen.

liet «Ave maria!quot; met vuur gesproken, is de tegenstander der oude slang, jaagt haar op de vlucht en vertreedt haar den kop.

Het vrome «Ave maria!quot; is de heiliging der ziel, de blijdschap der engelen, de melodie der uitverkorenen; het is de lofzang des Nieuwen Testaments, de jubel vanmaiua en de verheerlijking der allerheiligste Drievuldigheid.

Het innige «Ave maiua!quot; is de hemelsclie dauw; die de ziel lot bet rechte leven cn vruchtdragen in de navolging des Heeren verfrischt.

Het liefdevolle «Ave maria!quot; is de zilverlichte lelie, die men maria uit Nazarerh brengt; bet is eene kostbare parel, die men haar schenkt; het is de prachtigste lofrede, die men haar Ier eere houden kan; de hemelsclie behoorlijkheid , waarvan het vol is, noodzaken als bet ware baar hart, ons te beminnen, indien wij het slechts bidden als met engelen-godsvrucht.

-ocr page 418-

406

Het is geheel zeker, betuigt een zeer trouw dienaar van maiua, dat dit gebed nooit ton hemel stijgt, zonder eenigen hieuwen zegen Ie verwerven; want die teederste Moeder begroet ons gaarne met eene tegengave, als wij daar met quot; liet «Avequot; huldigen. — Zoo beloofde de Gebenedijde aan de II. geutrudis even zooveel genaden voor haar sterfuur, als zij dan »Avequot; gebeden zou hebben.

Een ander groot dienaar dier onbevlekte Maagd betuigde van zich, dat telkens, als hij de woorden uitsprak: »Wccs gegroet, maiua!quot; de wereld in zijn oog alle bevalligheid verloor, zijn hart van heilige liefde dronken was, zijne godsvrucht toenam, zijne hoop vermeerderde, zijne blijdschap verhoogd werd, geheel zijn wezen zich vernieuwde en zich in de deugd bevestigde.

Laat ons gelukkig en trotsch zijn, zegt een vroom schrijver, het «Avequot; te bidden na den engel, na de Apostelen, na de martelaars, en na alle Christelijke eeuwen. Zoet zij het onzen lippen, zoeter nog aan ons hart!

Verheven genade-, vrede- en levenswoord, dat de Hemel naar de aarde heeft neergezonden, en dat de dankbare aarde weder zoo dikwijls naar den Hemel opzendt!

liet «Avc-maria!quot; is het gebed der gansche wereld. Nauwelijks begint het kind te stamelen, of men ziet liet reeds op de knieën en met gevouwen handen den groet des engels bidden. Het «Avc-maiua 1quot; is het lievelingsgebed aller vrome zielen op eiken leeftijd. — Is de grijsaard door gebrekkelijkheid en ziekte zoo zeer uitgeput, dat hij bijna geen ander gebed meer verrichten kan; welaan! hij zal nog de kracht en den troost hebben, het sAvc-maria!quot; te lluisteren. — En het is ook bet gebed der zondaars, en misschien hun eenig gebed nog! Onder hen zijn er, helaas ! velen, die hunne andere gebeden vergeten hebben, of ten minste nalaten ze te verrichten; maar zij kennen nog hun «Avc-maria!quot; en bidden het!!! Ach, te midden der schipbreuk van de andere gebeden en dn andere godsdienstoefeningen drijft het «Avc-maiua!quot; nog boven, voor hen

-ocr page 419-

407

cenc reddingsplank. — Hoc veel, ja hoeveel arme schipbreukelingen zijn door deze koslelijkc plank in de haven der boele cn der begenadiging teruggevoerd!!!

Dli innige aandacht Ü1J het ave-imauia-tiUUEU.

De vrome pastoor en zendeling martin marckauo sprak aan het einde eencr maria-predikatie:

«Geliefden! de woorden des groeten wereldapostels paulus in zijn Brief aan de Romeinen : »Groet maria!quot; Hom. 10:0, roep ik u toe. Ja, groet haar immer en altoos met den engelengroet; want dat is welgevallig bij maria, dat is heilzaam voor u zeiven; maar bidt dien engelengroet met kinderlijke nederigheid en eerbied, met een vroom harten rein geweten.

Gij vooral. Christelijke vaders en moeders, huisliceren en huisvrouwen! bevordert bij uwe kinderen, dienstboden en overige huisgenooten het oude en eerwaardige Katholieke gebruik, bij het teeken der kerkklok den engelengroet te bidden; want dat behoort mede tot het kenteeken van een waarlijk Katholiek buis. Gaat zeiven met uw goed voorbeeld voor, en vermaant ook de uwen recht vlijtig: bij het drievoudig teeken'der klok 's morgens, 's middags en 's avonds met het werk ol het quot;gesprek op te houden om, op den vriendelijk en verheven waarschuwenden moederroep der kerk, maria geluk te wenschen met de hoogc waardigheid van Moeder Gods; God te danken voor de genaderijke menschwording des ééngeboren Zoons Gods, en met de innigste godsvrucht het vlecschgeworden Woord te aanbidden.

Begroet 's morgens met de drie Ave maria's de onbevlekt Ontvangene als de Dochter des hemelschen Vaders, als dc Moeder des goddelijken Zoons en als de Bruid des Heiligen Geestes.

Begroet 's middags met de drie Ave maria's de gebenc-

-ocr page 420-

m

dijde Moeder des Ileeren als de onverzwakte Maagd vóór, iii en na de geboorte van den Godmensch jesus ciiihstus.

Hegeerl 's avonds, in liet begroeten met de drie Ave mahia's, van de genaderijke Hemelkoningin drie bijzondere genaden, namelijk de reinheid van ma ui a , de nederigheid van Maria en de gehoorzaamheid van maiua.

Op die wijze zal uw groet maiua recht welgevallig en ii recht heilzaam zijn; gij zult verkrijgen, waarom gij de Koningin aller heiligen in eiken engelengroet smeekt, na-melijk: dal zij voor u bidden moge thans en in het stervensuur. De h. iteiinardus, die groote dienaar van Maria, verzekert ons toch stellig; «Zoo dikwijls wij mauia mei den engelengroet begroeien, zoo dikwijls hegroel zij ons weder met de moederlijke genaden.quot;

waardige verrichting van iieï ave-maria-gerei).

De kardinaal iiugo schrijft: ))\Vilt gij waardiglijk met den engel des Ileeren maria begroeten, dan moet gij zeil een engel zijn. — En lol een engel maakt u nederigheid en reinheid.quot;

Uit den mond eens zondaars,quot; zoo betuigt ons de Heilige Geest zelf, »is de lol' niet schoon!quot; Eccl. 15:9,

Dit moge het volgende verhaal bewijzen;

Een jongeling, die maria ijverig vereerde, had de gewoonte, ter eere der vijftien geheimen onzer verlossing dagelijks vijftienmaal den engelengroet Ie spreken, en hij had daarvoor vele en veelvuldige genaden van God en de allerzaligste Maagd ontvangen. — Nu had hij eens liet ongeluk, in eene zware zonde tegen de reinheid te vervallen, en verdwaalde kort daarop gedurende eene reis in het bosch en leed grooten honger. In dien toestand verdubbelde hij zijne gewone Godsvrucht, om uit den nood gered te worden; maar hij werd niet verhoord; het scheen, als hadden God en maria de ooren voor hem gesloten. Met bedrukt

-ocr page 421-

409

hart spreekt de jongeling zijne Patrones in het gebed aldus aan: »01'gij zijt anders geworden, óf mijn gebed walgt u!quot;

(iU

Nauwelijks had hij die woorden gesproken; ol'een engel stond vóór hem, die hem de schoonste vruchten bracht, doch in ccn zeer onrein vat, en sprak: »Neem en eet, wat ii dc heilige Moeder Gods zendt!quot; De jongeling antwoordde: «Do vruchten bevallen mij wol zeer goed, maar het onreine vat, waarin zij liggen, walgt mij!quot; Toen hernam de engel: «Zie, zoo bevalt der heilige Moeder Gods ook uwe godsvrucht; maar wijl uwe ziel met eene doodzonde verontreinigd is, daarom mishaagt haar uw gebed en wordt het niet verhoord!quot; De jongeling deed ernstig boete en keerde op den weg van het heilige kruis terug, en die oprechte verbetering was het zoetstgeurende Ave, dat hij nu uit rein hart MARIA bracht. «

l®l ïl

HID IIET AVE-MARIA RECHT GODSVRUCHTIG.

(Uit: Legenden, door l th. kosegahtkn.)

Er was eene non, die heette eülalia en diende de lieiligo Moeder Gods zeer ijverig. Toen deze eens in hare cel op do knieën lag en bad, verscheen haar de hooggeprezen Maagd en sprak: »eulalia , mijn lieve dochter! bidt gij'?quot; En zij herkende dadelijk, dal het onze Lieve Vrouw was en sprak: »0 gebenedijde Moeder Gods, wat wilt gij, dat gij tot mij arme zondares gekomen zijt?quot; en zij was zeer bang.

Toen sprak Onze Lieve Vrouw tot haar: «Mijne lieve dochter, wees niet bang voor uwe Moeder, die gij allijd dient; maar wilt gij, dat uw dienst gepast voor mij zijn zal en u nuttig, zoo spreek het «Ave maria!quot; niet zoo haastig, maar neem er tijd toe; en als gij mij groet en vooral de woorden spreekt: »Igt;e Heer is met u/'' spreek die dan vrij langzaam en zeer godvruchtig; want ik heb ccn bijzonder genoegen in die woorden; het is mij, als ik die

Kill

quot;■ nwCi

-ocr page 422-

MO

woorden hoor, niet anders Ie moede, dan toen de engel Gods mij met die woorden begroelle, en toen mijn lieve Zoon, de ééngeboren Zoon Gods, in mij de menschelijke naLuur aannam.quot;

Toen EULALiA dat hoorde, werd zij zeer blijde en dankte de Moeder Gods, dat zij haar «dochterquot; genoemd had, en Onze Lieve Vrouw voer weder in een helder licht ten hemel.

Maar de non bleef hare woorden gedachtig en volgde de ontvangen les zeer zorgvuldig en godvruchtig.

En uit die zorgvuldigheid en godsvrucht ontsproot voor haar altijd de zoetste troost en waarlijk bemelsche verkwikking. Het was haar, als ademde zij leliegeur in en als woeien de engelenvleugels van den h. gabriël om haar.

IIICT KLIS lil) I)KU MOE DU li UODS.

(Lcgemte.)

\

De schemering had reeds berg en dal omsluierd en bet Ave-Maria-klokje in het torentje der kluizenaarshut zijn vreedzaam «Goeden nacht!quot; in het donker allen vermoeiden en beladenen toegeroepen. Ook de kluizenaar had zijn gebed verricht en wilde zich met opzien tot jesus en maiiia, juist op ziju bosje stroo ter rust leggen. Daar werd bet op eens en op wonderbare wijze zeer licht en schil terend in zijne cel. maiua, de heilige Moeder Gods, verlichtte met de glorie barer hemelheerlijkhe.id den middernacht. Zij had een mantel aan, die overal, als met gouden sterren, met de in goud geschreven woorden «Ave maiua!quot; bezaaid was.

Dat verwonderde den godvruchtigen man zeer.

En Maria opende den zoeten mond en sprak; «Zie, aan dezen mantel schonkt gij het bevallige versiersel! Uw heilige beschermengel schreef bier met gouden letters eiken Ave-Maria-groet in, met welken uwe kinderlijke godsvrucht

-ocr page 423-

//11

mij vereerd hcel'l. Spoedig is de looi van tlil mijn kleed voleind en dan wacht u eeuwig loon!quot;

maiiia verdween, de kluizenaar zonk op do knieën, hiel' de armen juichend op en riep;

Ific'f

//mauia denkt aan elk, die vroed Eu vroom liaar met liet Ave groet!quot;

■■ 'i n

])I5 HOK 1' DKIl NACHTWACHTKliS IN SI'AN.IK.

Valenlia is de eerste stad in Spanje, waar de dienst der nachtwachters ingevoerd werd. leder draagt eenelanlaarn in de hand en een hellebaard en moet het uur, alsmede den toestand van het weder aankondigen. De nachtwachters roepen de uren van 's avonds elf lol 's morgens vier uren op hoogen, hall' zingenden toon. De gewone roe]) is bi jv. om elf uren: dAvc maiua ! liet heeft elf geslagen; heldere hemel!quot;

iiff

Vrome bidders van het Ave Maria.

De legende des 11. thomas van aquino, dal. groote licht der Kerk, bericht, dat die geestelijke man nog als klein kind een stukje papier gevonden had, waarop de engelengroet geschreven stond; dil had hij met zijne vingers zoo vast gehouden, dat het er slechts met moeite uil genomen kon worden; eindelijk had hij dil, papier naar den mond gebracht en het tot aller verwondering ingoslokl. — Hieruit kon wel zijne meer dan menschelijke geleerdheid en zijne bijna engelachtige reinheid van ziel ontsproten zijn.

2. De godzalige tiiomas van kempen placht telkens vóór het bidden van den «engelengroetquot; maria toe te roepen:

»Met ootmoed en .eerbied, met godsvrucbl en vertrouwen kom ik, om u den groet des engels te brengen. 0 maria!

«

I IP I i||

s il

. il

, i|

m4 p

féM

11

I

-ocr page 424-

412

hier ben ik diep gebogen en mot licl'clevol hart, en wenscli, dal alle zalige geesten hem n tailooze malen — voor mij — mogen brengen. Wanl wat kan ik zoeters offeren, dan dezen groet'? De hemel jubelt en de aarde slaat verbaasd, Satan vlucht cn de hel beert, als ik zeg: »Wees (jegruel, Maria !quot; — De treurigheid verdwijnt en de blijdschap glimlacht, de smart vergaat en de liefde ontwaakt, als ik zeg: Wees gegroet, maria!quot; De godsvrucht neemt toe en de vermorzeling wordt levendig, de hoop verrijst cn de troost vermeerdert, als ik zeg: »Wees gegroet, jiaru !quot; — Zoo groot is de zoetheid en zoo diep de zin van dezen groet, dat geen schepsel in slaat is, de eeno Ie schilderen, noch den anderen ie begrijpen. — Daarom buig ik onwaardige in allen ootmoed mijne knieën voor u en zeg: »Wees gegroet, maria 1quot; nederig biddende, dat gij dien groet en mij — door hem — genadig will aannemen!quot; —

o. Pater fuans suarez, een der geleerdste theologen der Kerk, die tevens een wonder van wetenschap cn vroomheid was, placht te zoggen: »Ik wilde liever al mijne kennis verliezen, dan dal ik de verdienste van een enkel Ave maiiia zou verliezen!quot; —

4. De h. alphonsus van i.iGUoiu sprak dikwijls onder de uitdrukking van groole blijdschap des geloofs: Eén Ave maria is mij liever, dan de gansche wereld!quot; En hij had den engel des Hoeren steeds zoo stipt, dal hij zeli's op den openbaren weg nederknielde en alle gesprekken zeli's met de voornaamste lieden afbrak, als lot hel «Angelus Dominiquot; de klok het liefelijke leeken gaf.

5. De h. catharina van siüna had de gewoonte, maiua met den engelengroet Ie vereeren. Zoo dikwijls zij een Mariabeeld zag, of wanneer zij van de eene bezigheid aan eene andere ging, herbaalde zij den groet des engels; en als zij een trap op inocsl, hield zij op elke trede stil en bad een Ave maria. — Daarvoor sierde haar God met de gave der maagdelijkheid lol in den dood.

G. De godzalige alberï, monnik des kloosters Sl. Grepin,

-ocr page 425-

m

die omstreeks 11//O leefde, wensclite niets vuriger, dan der Koningin der engelen, zijner goede Moeder, zeer dikwijls en godsvruchtig eene kleine huldiging te brengen, daarom vond hij ook vele middelen uit, om dit op eene waardige wijze te doen. Onder anderen hoog hij de knieën honderdmaal op eiken dag en wierp zich vijftigmaal lankuil op den grond en bracht maria den groet des engels.

7. De h. MAiiGARETiiA, koningin van Hongarije, vond, zoodra zij tot jaren van onderscheid gekomen was, nooit een beeld der allerzaligste Maagd mauia, zonder zich da-in allen eerbied neer te werpen en het groelgebcd

m

4i

des engels te,verrichten. En dit deed zij duizendmaal op eiken dag vóór liare hoofdfeesten.

8. anna Juliana, aartshertogin van Oostenrijk en hertogin van Montferat, bad, van het feest van maiiia-bood-schap af tot liet hoogheilige Kerstfeest, dagelijks vier en twintigmaal den «engelengroet,quot; tot aandenken aan al die uren, welke zich het vleesch geworden Woord verwaardigd liad, in den onbevlekten schoot van j/aria te rusten.

9. De zalige columba van riez, uit de Dominikaner-Orde, koos van haar vijfde jaai af maria, de genaderijke Moeder des AUerhoogsten en de beminnenswaardige Moeder der Christenlieid, lot hare bijzondere Meesteres en Voorspreekster hij God, en liet nooit na, van dat oogenblik af, dagelijks een zeker aantal «Ave maria'squot; tot haar te richten. Ter belooning van deze vroomheid verscheen haar maria en bewerkte voor haar de genade, door innerlijke aanschouwing het gansche geheim der aanbiddenswaardige geboorte van jesus Christus te mogen opmerken, alsmede den lofzang der engelen te vernemen, dien zij hoven de krib des moses van het Nieuwe Verbond eertijds in den Kerstnacht aangeheven hadden.

10. De b. franciscus van Assisi riep dikwijls hoogstzalig uit: »Als ik zeg: Ave maria! dan glimlacht de hernel, de engelen verblijden zich, de wereld jubelt, de hel siddert en de duivelen vluchten!quot;

Ü

'Ml

1 I*

ii s 'k

; iSl il li

' 'h

i ¥i

-ocr page 426-

414

11. De zalige simon rogas, uit de Orde der heilige Drievuldigheid, had eene Broederschap opgericht onder den bijzonderen titel «Ave makia,quot; die zich in Frankrijk, Italië, Spanje en lot in Indië uitbreidde. Die eerwaardige monnik had eene groote voorliefde voor het »Ave iuaria ,quot; hij herhaalde hel dikwijls en bediende er zich van om de zieken te genezen en de kwade geesten uil te drijven, ook hcel't hij nooit in den naam van maiua iets van God afgesmeekt, zonder het dadelijk te verkrijgen.

12. De h. Stephanie van sojncino behoorde tol de derde Orde des h. düminicus en was dus op zeer bijzondere wijze der vereering der heilige Maagd toegedaan. Reeds van hare kindsheid al' vond zij hel «Ave maiuaquot; zoo zoel, dat zij hel op één dag bijna twee honderdmaal herhaalde. Op zevenjarigen leeftijd legde zij, met het vurigste verlangen naar den dienst en de navolging van maiua, de gelofte van eeuwige kuischheid af. Dit onschuldige Avc-Maria-offer was God zoo aangenaam, pat jesus ciiiustüs zelf aan het vrome kind verscheen — in gezelschap Zijner gebenedijde Moeder, den h. dominicus, den h. tiiomas van aquino en de h. catiiarina van siëna, en haar de eer bewees, haar lot Zijne bruid (e kiezen en haar, als onderpand dier verbintenis een ring van groote waarde en onbeschrijfelijke schoonheid schonk.

'1 o. Dc h, cathaiuna, (locliter der h. buigitta, vluchtte bij alles, wal zij deed, tot mauia en begroette haar met bet Ave des engels; en als anderen haar in geestelijke zaken om raad vroegen, wilde zij niet antwoorden dan nadat zij maiua vooraf deswege aangeroepen en in stilte een «Ave maiuaquot; gebeden had. Zoo gebeurde hel, dat eenige personen, die van aanvechtingen des kwaden geestes veel te lijden hadden, mol deze heilige, in een vroom Ave, maria om hare voorbede aanriepen, en van die bekoringen bevrijd werden.

14. Omstreeks hel jaar 1513 leefde in Bretagne een arm man, met name salaür. Hij was zwak van versland en

-ocr page 427-

415

had zich in oen woud teruggetrokken, waar liij bij eene bron omstreeks veertig jaren doorbracht, een steen lol kussen, een boom tot dak nemende.

Hij verscheen zomer en winter door in lompen en bar-voets en bedelde in den omtrek, geene andere woorden uitbrengende dan: «Ave maria !quot; en: ;gt;sai,aüii ivenschl brood!quot; Als bet sterk vroor, hing hij zich, om zich te verwarmen, aan twee lakken van zijn boom. slingerde zich in do lucht en zong oen lied Ier oero van de gebenedijde Maagd mauia.

Hij stierf aan zijne bron en werd bier ook begraven. Uil zijn graf groeide een zeer scboone lelie op, op wier bladeren met gouden lettors stond: oAve maria!quot;

Men bouwde op die plaats eene kerk ter core Onzoi' Lieve Vrouw van Folgoal, die door groote wonderen beroemd word.

HUT AVK-MARIA-LUIDUN.

(Uit: Augsburgcr Paatoraalblad.)

Heeds in do dertiende eeuw vinden wij het uil Engeland ook op bol vasteland overgekomen gebruik, om bij bol begin van den nacht oen leokon mol do kerkklok Ie geven. Do tijd van bot klokkotookon boelle i/jniletjiam of couvrefeu, dat is do tijd, dat men hel vuur onder op den baard (oedekl, dus omslreeks den »avond-rusttijd.quot; Hol luiden zelf bleef behouden in het zoogenaamde avondhdden, dat lot boden nog in vele streken in gebruik, maar van hol avondgebed-luiden ondorscbcidon is. Het ignilegium vindt zijne verklaring in hel vóór dc uilvinding dor zwavelstokken bij de Duitsohers in westelijk Hongarije en ook wel in vole andere streken hoorscbonde gebruik: dat bij hel begin van den nacht, nadat men 's avonds gegeten, bol kenkengerecdscbap gereinigd en de voordeur gegrendeld bad, de gloed op den baard zorgvuldig met ascb toegedekt word, opdat men don volgenden morgen gemakkelijker vuur kou maken. Als bel

-ocr page 428-

416

klokketeeken lol hel ignilegium gegeven was, mocht niemand meer uil hel huis gaan, cn dil voorschrifl gold lol in den laalslen lijd nog in Hongarije.

1'aus Joannes XXII moei in het jaar 1327 bepaald hebben : dal men tijdens het avondluiden drie Ave mama's zou bidden, en allen, die dit gebed deden, een aflaat hebben verleend. De synode te Parijs in bet jaar 1340 scherpte den geloovigen in, dal zij do bepaling van paus joannes nauwkeurig opvolgen zouden, en de narisbisschop van Sens schonk den geloovigen, die daarbij nog een Onze Vader en drie Ave mama's om bet behoud des vredes van Kerk en Slaat zouden bidden, nog verderen aflaat. Toenmaals eindigde hol Ave aiama nog met de woorden : »En gebenedijd is de Vrucht uws licbaams jesus chmstus. Amen!quot; De woorden: «Heilige mama, bid voor ons arme zondaars nu en in bel uur onzes doods!quot; werden eerst in den loop der zestiende eeuw aan den Engelengroet toegevoegd.

In Duitscliland bepaalde reeds in het jaar 1331 de synode le Ijieslau, dat in allo parochiekerken des bisdoms 'savonds bij hel begin der schemering een klokketeeken in drie afdeelin-gen zou gegeven en daarbij met gebogen knieën voor het behoud des vredes gebeden worden. De bisschop schonk daarvoor 40 dagen aflaat.

Bij bet avondluiden kwam spoedig ook bel lalden des morrjens. — Reeds in het jaar 1308 droeg de synode van Lavaur (Frankrijk) don pastoors op strafTe van excommunicatie op, loc te zien: dal, even als tol beden 'savonds, zoo nu ook 's morgens een kfokketeeken lol liet gebed gegeven werd. Als gebod des morgens werden 5 Onze Vaders ter eere der lieiligc 5 wonden van chmstus, en 7 Ave mama's Ier eere der 7 vreugden van mama, voorgeschreven, om vrede en geluk voor Kerk cn Staal af le smee-llt;on, en don bidders een allaal van telkens 30 dagen verleend. — In liet jaar 1300 bepaalde de synode te Beziers (Frankrijk), dal tijdens het morgenrood driemaal een klokketeeken gegeven zou worden en daarbij 3 Onze Vaders

f

-ocr page 429-

417

en Ave mabia's gebeden, waarvoor 20 dagen aflaat, geschonken werd.

Sedert liet begin der vijftiende eeuw bepaalden ook Duitscbe synoden licl gebedluiden 's morgens en wel bij zonsopgang, liet aantal gebeden was in de bepalingen der afzonderlijke synoden verschillend, nu eons één Onze Vader en drie Ave maiua's, dan slechts drie Ave's.

üe Straatsburger synode in het jaar 1540 noemde het morgen- en avondluiden reeds bet »Iceke» van den en-fjelengroer en vermaande de geloovigen, zich daarbij dankbaar hel geheim der' menschwording van Gods Zoon te herinneren.

De vrome gewoonte, ook 'smiddags door een klokke-teeken lot het gebed aan te sporen, schijnt van Frankrijk uitgegaan Ie zijn. Wij ontmoeten ze daar het eerst inhei, begin der zestiende ^ceuvv bij de Garthuizers. — Van de Duitscbe synoden is die van Brixen in bot jaar 1003 de eerste, welke het middagluiden voorschreef. — In bet bisdom Eichstiitt werd hol in liet jaar 1022 door don bisschop op aansporing van hertog maximiliaan van Beieren ingevoerd, die in een brief aan den bisschop uitdrukkelijk aanmerkte, dat men wel lot heden om 11 uren geluid had, maar dit door don gemeenon man sleohls als een toeken werd beschouwd, om hot werk te staken en te gaan eten; daarom moest er dagelijks om 12 uren lor liefde en core Gods en dor allerzaligste Moedor Gods maria geluid worden. Doch hot doel van dit gebed was nog niet gelijkmatig bepaald. Tijdens don Turkschcn oorlog smeekte men bij don engelengroet zeer bijzonder om de overwinning op de Turken, waarom de Angelushlok hier en daar do »Tur-kenkloliquot; heette. Doch hot meest word het gebod als he-jroeling der allenaligsle Maagd aangeduid. —In vele streken schijnt men zich bij het morgenluidon onkel de opstanding van chrisïus en de verschijning van den Opgestane,'s middags de smarten van maria onder hel kruis en 's avonds do menschwording des Zoons Gods herinnerd te hebben.

A. Hungari. Ave-Maria-Klokjc. I. C)'7

-ocr page 430-

/(■18

Do drie Ave's van de woorden: »De engel des IT eer en hntehi Maria de boodschap, en zij onirinrj van den Heiligen Geestquot; en «mauia sprak: 'Lie ik hen eene dienstmaagd des Heer en, mij geschiede naar mv woord /'' en »11 el woord is vleesch geworden, en heeft onder ons gewoond!quot; te doen voorafgaan, werd reeds in het jaar 1005 dooi de synode te Praag als «van ouds gebruikelijkquot; bestempeld. Doorgaans verlangen de synoden, dat de bedoelde gebeden knielend verricht worden, en dat hel klokketceken met eene groolere klok en in drie tempo's gegeven worde.

Hel dagelijks driemaal gebedluiden was al lang in de gansche Katholieke wereld ingevoerd, toen paus benedicïus xiii in bet jaar 1724 allen een volkomen allaat schonk, die op een willekeurigen dag der maand na waardige ontvangst der heilige Sacramenten óf's morgens, óf's middags, óf 'savonds bij het klokketeckcn driemaal knielend den engelengroet zouden bidden en God om éénheid der Chris-lelijke vorsten, om uitroeiing der ketterij en om verhooging der Kerk smeeken. Bovendien verleende bij ieder die, o|) welken dag des jaars ook, den engelengroet met vermorzeld hart zou bidden, een aflaat van 100 dagen.

In het nauwste verband met het gebedluiden staat het armc-zielenluiden (het Ave sjarü der dooden), dal enkel 's avonds geschiedt. Dit werd bet eerst door de Salzburger synode in liet jaar 101(3 voorgeschreven; de Keulscbe synode bepaalde in het jaar 1(327, dal met eene andere klok tot hel gebed voor de arme zielen zou geroepen worden. In 1730 werd hun, die bij bet klokkeleeken voor de overledenen den psalm do profundis of een Onze Vader en Ave maria en het versje: »lieer, geef bun de eeuwige rustquot; enz. bidden, voor eiken keer een allaat van 100 dagen verleend; en wie dit gebed hel gansche jaar verricht,verdient ééns in het jaar onder de gewone voorwaarden (biecht, communie en allaalgebed) een volkomen allaat.

Uil de aangehaalde kerkelijke bepalingen blijkt, dal de engelengroet, en bel gched voor de afgestorvenen knielend

-ocr page 431-

44 O

on wel onder hel lulden verricht moet worden, als men do daarmede verbonden allaien verdienen wil, en dal. hel. klokketeeken 's morgens tijdens het morgenrood, 's avonds bij het vallen van den nacht gegeven wordt. Hel ware dus Ie wenschen, dat in elk bisdom op alle plaatsen op één en hetzelidc uur geluid wierde. — Paus benedicïüs xiv had met bijzondere betrekking op het Aiigelusluiden eene zeer nauwkeurige label laten vervaardigen, op welke voor alle afzonderlijke deelen des jaars de tijd van het morgenrood, den middag enz. opgegeven was, en die in elke sacrislie moest opgehangen zijn, opdat men zich bij hel Mislezen (wijl vóór het morgenrood niet gecelebreed mag worden), bij hel Angelusluiden enz. daarnaar richten kon. Op hel land, waar de klokken zeldzaam zijn, zou voor de boeren eene nauwkeurige waarneming des tijds van hel gebedluiden groote waarde hebben. Verder beslaat hel voorsclirift, dal hel Augelusluiden in drie tempo's zal geschieden. Dal o[) zon- en feestdagen mei eene groolere klok lol het Ave waria geluid wordt, is een overoud gebruik. ')

Deze eerwaardige Godsvereering, driemaal daags vernieuwd, maakt de aarde gelijkvormig aan hel hemelsche .leruzalem, waar de lof des Lams, vermengd met de Verheerlijking van Maria, onophoudelijk klinkt en in vloeden van harmonie zich over de ganscho heilige stad uitstort. — Van de majestueuze St. Pieterskerk te Home af tot de geringste kapelletjes in de oorspronkelijke wouden van Amerika — komen alle klokken der Katholieke wereld in beweging en roepen elkander de heerlijkheid en de voorrechlen van MAMA toe.

De Kerk op de aarde vereenigl zich met de Kerk in den hemel; zij herhaalt in den verheven klank der Angelusklok

') Als curiositeit moge hier nog vermeld worden, dat de beroemde Fransclie sterrekuudige arbago in oen zijner schriften uit boosheid of domheid beweert; „liet Angeluslniden is door paus calixtus iii in het jaar 1450 ingevoerd legen de toenmalige komeet, die bij zelfs in den ban gedaan beeft!!quot; —

27quot;

-ocr page 432-

m

dfin hemelschen lofzang der menschwording van God, die de engelen nicl Jubel bezingen. En daar de zon allijd in een deel der wereld den mor (jen, — den middaij, — den avond aanbrengt: zoo vercenigen zich milliocnen harten en stemmen in heilige, bernelsche harmonie mcl de gewijde, metalen tongen, om onophoudelijk den lot' en roem van de Koningin des hemels en der aarde huldigend Ie berhalen.

MKT AVE-KLOK,IE TR BORNIIOKEN. (Naar (ieukon van dkr heide.)

Lieflijk over berg en dal KHulit met Godgewijden schal, Klnkjen , uw groet;

Breng dan ook der Moeder mijn Boven aller sterren schijn Mede mijn groet!

Zeker, vol genade is zij; Aarde en liemel moeten blij Danken den Heer! (moet 'k Wil haar klokje ook zijn, dus Ik mij wijden tot haar groet. Waar ik verkeer!

I leiligatc Drievuldigheid, (rij hebt reeds haar loon bereid , Zijt haar nabij ;

Koningin op 's hemels troon, Midd'lares bij uwen Zoon, Bid ook voor mij!

Gij zijt hoogst gebenedijd, Daar gij zonder zonde zijt, Moeder van God;

Zalig zijt ge om uwe trouw, Zaliger dan een'ge vrouw, Heerlijk uw lot!

Draagt mijn stil gebed omhoog, Luchtjes , naar den hemelboog, Tot voor Gods troon; O MARIA , sta mij bij ,

Levend, stervend wachte mij 't Heilrijkste loon!

Klokje rein, welks klank ik min. Luid mij zoo ten hemel in , Als thans ter rust;

Eu zoo als 'k u heden groet, Moeder, zend mé uw wedergroet, 'k Sterf dan gerust!


-ocr page 433-

liet Avc-Maria-luideu 's morgens.

(Uit: Dc geur van l!omc, door louis veuillot.)

Op de reis naar Rome bevonden wij ons per spoorweg in de nabijheid der stad Valencia. Eene kleine lialle deed ons don morgen-Angelus hooren. De wind voerde hem ons toe van een voor onze blikken verborgen kerktoren. Eene vrouw en een kind, die naar den trein keken, knielden neer, maakten liet teeken des kruises en baden den engelengroet.

«Waarom maken die liet teeken des kruises bij ons voorbijrijden?quot; vroeg coquelet, mijn reisgenoot, die een ongeloovige was; «houden zij den trein ol ons voor den duivel T

«Nocli den trein, nocli mij, noch u, coquelet, hoe boosaardig gij ook zijt! De vrouw en het kind denken niet aan den duivel, maar aan God en maiua.

Zij hebben ten Angelus hooren luiden en bidden nu. Hoort gij de verheffende, teedere klanken? Hel is de tele-graphische taal der Kerk, die reeds lang uitgevonden en aan alle Christen-volken bekend is.quot;

«Wat zegt zij?quot; vroeg coquelet

»Zij spreekt van eene zaak, die oneindig hoog boven u en elke polytechnische instelling slaat, maar welke. God zij dank ! die kleinen nog verstaan.

zegt, dat dc engel des lleeren aan maiua de boodschap bracht, dat zij de Moeder van den Verlosser der wereld zou worden; dat maiua den engel antwoordde: «Ik ben de dienstmaagd des lleeren, mij geschiede naar uw woord;quot; dat maiua door den Heiligen Geest overschaduwd werd; dat het Woord vleesch is geworden en onder ons heelt gewoond.

Bij dit heilige verhaal, deze geloofsbelijdenis, voegt de klok nog het gebed der Kerk: »Heilige maiua, Moeder Gods, bid voor ons arme zondaars nu en in het uur onzes doods!quot;

-ocr page 434-

m

Bal is het, wal die arme lieden mol de klok spreken.— Hel Woord Gods is vlcesch geworden en heefl onder ons gewoond!

Eertijds, coquelet, liievcn zich alleen in de landen, die onder den schepter des h. lodewijks. Koning van Frankrijk en opperleenheer van Engeland, stonden, vijl'lien-niaal honderd duizend, met het kruis van jesus gekroonde klokketorens naar den hemel op. Geen mensch kon de oogen opslaan, zonder het toeken der verlossing te zien. liet vleesch geworden Woord heeft onder ons gewoond en is voor ons aan liet kruis gestorven! —

Van dio torens klonk bijna ieder uur des daags en des nachts het gebed der klok. Het had voor eiken godsdienst zijne eigene wijzen. Het luidde des morgens ten offer en des avonds ten lofzangen. — Het Woord Gods is vleesch geworden: Het is in den dood gegaan, om ons weer ten leven te koopen: Het heeft ons lief gehad tot in den dood, ja lot in den dood aan het kruis!

Die welklinkende klokkesletn des gebeds verbreidde zich over de velden, beklom de bergen, zonk in de verborgen dalen, drong in de diepe wouden, klonk boven alle inen-schelijk geruisch uil — die stem van troost, van hoop, van liefde, van zaligheid! —- Hij heefl ons liefgehad, ons vergevenj Hij is gestorven, om ons te verwerven; Hij regeert over ons !

Zij sprak onophoudelijk, men hoorde haar overal. Onophoudelijk en overal riep zij de menschen bijeen, om zich to vereenigen door hetzelfde gebed, in dezelfde liefde. Zij herinnerde hen: dal zij koningen, zonen Gods, erfgenamen des hemels zijn en de hemel hun als belooning voor hun geloof, hunne hoop en hunne liefde ten deel zal vallen. — Heilige maiua. Moeder Gods, bid voor ons arme zondaars!

De machtige klokkestem versmaadde het ook niet, van de menschen te spreken, nadat zij van God gesproken had. Zij verkondigde den doop, hel huwelijk, den dood; zij vroeg

-ocr page 435-

vu» du incnschcn gebeden voor den brocdei', (li(; in liet leven trad, ol' op het punt stond, voor den rechterstoel Gods te verschijnen; zij vroeg gebeden van hen voor de verloofden, die juist den priesterlijken cchtzegen aan liet altaar ontvingen. Toenmaals kende men in de menschc-lijke familie noch de zelfzuchtige afgeslotenheid, noch de liefdelooze verstooting.

Aldus snelde de melodische telegraphie dooi de rnimto en vervulde de lucht, bracht de menschen onder elkander 011 met God in verbinding en sprak met hen over de verhe-venstc geheimen en de heiligste gedachten. Zij sprak van God met de gansche aarde, en door haar sprak de gansche aarde met God. Nog spreekt zij zoo en de armen en een-vondigen verstaan haar; maar de rijken en geleerden ver-staan liaar niet meer!

liet is mij niet bekend, waar de klokken uitgevonden zijn, maar een paus voerde ze in en heiligde haar gebruik. Home heeft ons dus die melodische stem en hare hernclsche taal geschonken. Home was het, die do klokken doopte en ze wijdde, opdat liet gebed als een vloed van zegen in volle ionen van den hemel in de zielen zou neerruischen.

0 Rome, Moeder der deugd. Moeder des lichts en der hoop. Moeder van allen troost, alle blijdschap, alle poëzie! 0 Rome, ja tjij zijt vol van Gods Geest, opdat gij de ellende des menschel ij ken harten door versterkende vreugde ophelderet!

En de zoon der klok was de toren. Voor die metalen zangster der lucht, van wier wijs en kostbaar lied berg en dal weerkaatst, schiep de kunst die slanke vogelkooi, die zich rank ten hemel verheft. De steen neemt vleugels aan en zweeft, met boernen bekranst, naar de wolken, om het kruis ten troon te dienen, opdat oog en oor be-tooverd, geest en hart hemels bevredigd worden.

Maar heb ik dien wonderbouw, het luchtige huis des geTleugeldcn gebeds, den troon des de vrijheid brengenden kruises, hel meesterstuk van hooge kunst en diepe weten-

-ocr page 436-

m

schap, die zich hier Ier aanbidding van God cn Ier vereering der allerzaligste Maagd en aller lieve heiligen ver-ecnigen, genoegzaam verklaard cn geteekend ? Neen, bij dat alles kwam nog iels: dal wonderwerk was vooral hel gedenkteeken der dankbaarheid en der liefde!

liet gaf getuigenis, dat hel menschdom door den God-inensch jesus ciiuistus verlosl werd, dat hel dil erkende, cn dal hot jksus Christus en diens gebenedijde Moeder loebehooren wilde, jesus ciiuistus heeft gestreden, om ons uil de hel te bevrijden, cn Hij heeft overwonnen, Hij regeere. Hij gebiede. Hij neme ons, Zijn volk, in Zijne bescherming tegen alle kwaad en legen elke onderdrukking! En wel geschiede dil door de milde voorspraak van maria !

Zijn vleesch, dal zich aan ons allen mededeelt, beschutte onze zielen legen dc zwakheden van ons vleesch, het behoede ons voor lafhartigheid, die ons in dc macht van den geest der duisternis stort cn ons tol slaven maakt van hen, die de werken van Satan verrichlen, Getrouw aan God, willen wij liever in den dood gaan, dan leven, om den menschcn lol werktuigen tegen God te dienen!

Zoo was het gedenkteeken der dankbaarheid en der liefde ook dal der vrijheid geworden, en zoodanig waren de gedachten , die de klok cn haar toren met nog groolcre snelheid, dan die des bliksemslraals, door de landen ronddroegen! Daarom spreekt de telegraphic der Kerk van zaken, waarvan de gemeene cn lompe palen des eleclrischen le-legraafs nooil spreken zullen.

Slechts spijl het mij, dal hel gedruis der machines en hel geschreeuw der dagbladen den volkeren niet meer toelaten, te vernemen, dal hel Woord vleesch geworden is en onder ons gewoond heeft, en dal dc kinderen van ciiuistus geboren zijn, om kinderen des lichts en der vrijheid in God te zijn!quot; —

De Ave-klok luidt vroeg cu laat,

Brengt ons aller groet naar boven;

,t Hart, dat voor .mauia slaat,

-ocr page 437-

425

Spreekt dan vroom, om haar to loven:

Wees gegroet, itabia!

AVaar een roosje staat en gloeit,

Van de takken, van de twijgen,

En waar slechts een bloempje bloeit,

Muistert alles, 't kan niet zwijgen:

Wees gegroet, mama.

AVaar een bron is, klinkt het luid.

Waar wij slechts een vogel schouwen.

Roept hij snel haar glorie uit.

Zingt hij innig, yol vertrouwen:

Wees gegroet, mahia!

Zoo brengt alles haar zijn groot,

Zoo komt alles mij verkonden.

Dat 'k mijn stem ook mengen moet Jn dien lof uit aller monden:

Wees gegroet, maiua!

Naar august clkvjju.

Het Ave-niarift-luideii 's middags.

(Uit: Katholiek volksblad voor alle standen, door 1'It an a sausen.)

1. Een vroom pelgrim schreef in het jaar 18(52 onder anderen:

Napels, prachtig aan den rand der majestueuze goll'gelegen, rechts door den Vesuvuis bestreken, links in den arm des Posilippus besloten, van den reinsten, blauw ge-kleurden hemel ovorweiïd, die zich evenzoo in de zee afspiegelt, van ceno zachte balsamieke lucht overstroomd, wier hitte in den zomer door de zee getemperd wordt, is eene der heerlijkste steden, met betrekking der ligging de eerste van de aarde: »Men zegge, verbale, scbildere, wat men wil: hier is meer dan alles!quot; zegt de üuitsche dichter Goethe in zijne Italiaansche reis.

Deze stad bezit 122 kerken, 130 kapellen en 500,000

-ocr page 438-

m

inwoners, .luist had ik nog cenc kerk bezocht, waar dag aan dag liet allerheiligste Sacrament des altaars ten loon gesteld is, — met welke godsvrucht verwijlt toch hetIta-liaansche volk voor het Allerheiligste! Daar ligt rijk en arm uren lang op de harde mannersteenen (want knielbanken zijn hier niet) cn aanbidt zijn in de nederige gedaante van brood waarachtig tegenwoordigen God: als hel owA'i uren den »engel des Heer enquot; luidl. Ik stapte over het groote vrije plein — Largo dclle Ligne — naar het koninklijke museum. En hoe groot was mijne verbazing, toen bij den eersten toon des Angelus allen — de arme laz-zaroni zoowel als de rijke nobile, dc matroos en de soldaat cn zelfs de Garibaldiaan met zijn grooten baard, zijn hoofd ontbloot, zich bekruist en bidt. Ginds in de Sacramentskerk de aanbidding van jesus Christus cn hier dc vereering Zijner Moeder op eene wijze, als men ze niet licht in een ander land vindt. En wat ik te Rome zag, vond ik hier weer. Daar is geen huis, geen winkel, waarin niet op den achtergrond eene lamp voor een Madonnabeeld schijn!, en geene straat, waar niet op eene in het oogvallende plaats een beeld ter eere van maiua geplaatst is en bijna dagelijks op nieuw getooid wordt. Ja, wie godsvrucht en godsijver zien wil, die kome te Napels. Zie, hoe talrijk zij in de kerken of ook in de langs dc straten gebouwde kapelletjes knielen en dikwijls overluid den lieven God at hunne belangen zeggen, of den h. gennaro cn dc Moeder Gods bidden, liet in hun naam te doen. Dat is waar! en het gezicht dier godsdienstigheid, die ik te Napels geheel niet verwachtte, verdreef in mij alle vrees, waarmede ik de stad genaderd was. En de kerken zijn alle zoo zindelijk cn sierlijk, dat men zeggen moet: Volk en priesters handelen naar de woorden, die zij alle dagen in dc heilige Mis bidden: »0 lieer, ik heb den tooi van uw huis lief gehad!quot; —

Werkdadig Christendom, diepe godsdienstigheid cn vrije, open belijdenis van zijn geloof vond ik nergens grooler

-ocr page 439-

427

dan in Ilaliö; en hel ongeloof, dit is mijne meesl vaste overtuiging, zal hier nooit een vruchtbaar veld vinden.

2. In zijn boekje: «Rondblik op kerkelijk levensgebied schrijft ,). ii. SALFiNGEu, een Katholiek priester in Oostenrijk, in het jaar 184.'! uit Parijs:

«liet is stichtelijk, nadat men, bijv., de champs Elysées doorgewandeld heeft, buiten de barrière van verscheidene grootendeels nieuw en eenvoudig gebouwde huizen, boven welke zich gewoonlijk een klein torentje verheft, het Ave-Maria-klokje te hooren en eene schaar kinderen, die toevallig in den tuin zijn, te zien, godsdienstig ncderknielende om het kruis te maken en te bidden. — Die huizen, welke er uiet weinige zijn, zijn kostscholen van vrome vrouwen-veree-nigingen, en de kinderen de baar toevertrouwde kweeke-lingen. —

3. Een Duilsch' dichlcr, protestant, schreef op het Lago-maggiore omstreeks het volgende:

Cypresseu wieg'lun hunne kronen Ginds boven droomend heen en weer. Citroenen, geel als goud, vertoonen Hun heldren gloed aan 'tstrand van 'tineer.

Van al do bergen, uit de kloven Komt klokkenklank zacht naar beneên, Als stierf' hij in do lucht daar boven Als verre zwanenzangen heen.

En als de tonen van de klokken Zich laten hooren op den vloed,

J);yi neemt van zijne zwarte lokkeu De stuurman dadelijk den hoed.

Men hoort het fluist'ren zijner lippen,

't Ave MARIA spreekt zijn mond, En knielend voor de steile klippen,

Maakt hij het kruis ter zelfder stond.

-ocr page 440-

428

Want op die klippen staat verhevou 't Madonnabeeld, van eenen kring Van gouden stralen zacht omgeven, En zegenend den schepeling.

't Verguldsel en de brandverf glansen Aan hare kroon tot aan den top,

Eu om haar voeten sliugreu kransen üer groene ranken van klimop.

liet meer weerspiegelt in zijn baren Do zegenend verheven hand,

De kroon, waarop de blikken staren,

Eu van de rots den bruinen wand.

Mijn harte beeft, als in de vloeden liet beeld der 1 lemelkoningin ,

Terwijl wij over 't water spoeden Eu varen snel Italië in.

Naar j'iia Nrs vuijuebii vak OAunr.

Het Ave-Maria-luiden 's avonds.

(Schilderij van chuistiaan kuden uit Tirol.)

I. Avond is het! Dc zon is ondergegaan: de al'gelegon bergen drijven nog in haar naglans en spiegelen zicii helder in de reine, gladde vlakte des meers. Dc smalle sikkel der maan vertoont zich aan den onbewolkten hemel met zacht licht, liet verre klooster aan het meer rust reeds in de schemering gehuld. Zacht glijdt cene boot over de rustige vlakte en voert den vromen monnik uit dc vermoeienissen van den zendeling-dienst en het gewoel der wereld naar den vrede zijner kloostercel terjjg. Schipper en schippersvrouw roeien ijverig en verdienen een Godsloon aan den armen broeder. — Daar klinkt door de heldere lucht bet vesperklokje zacht als de stem eens engels uil dc boogie. De roeispaan zinkt; de handen der schippersvrouw vouwen zich van zeil' ten gebed en «Ave maiu.vquot;

-ocr page 441-

m

lispelt, het innig van liare lippen. Do ernstige monnik, van de vrouw algcwcnd, verzinkt in stille godsvrucht en vereering van dc Gebenedijde des Heeren, de heilige Moeder Gods. En ook de krachtige schipper, wien gewis het moeitevolle leven reeds menigen storm bereid heeft, staat met ontbloot hoofd aan het roer en luistert naar den zoet-sten klank, die ook aan zijne gestaalde borst niet vergeefs aanklopt en zijne ziel den hemel nader voert.

Eene onuitsprekelijk verheven bevalligheid ligt er in het looneel en in de kleuren van dit beeld. Het is, als zweeft de Geest Gods over het water en groet de plaats en de drie vrome zielen in het eenzame scheepje mot den groet des vredes. Dc menschen, bet water, het slille klooster en de afgelegen bergen; alles is zoo helder, zoo zuiver, zoo innig harmonisch, als een gemoed, waarin de heilige familie, jesus, maria en josef, geestelijk hare woonplaats opgeslagen heeft!

In het protestantsche tijdschrift: «Dladen voor de jeugdquot; (jaarg. '1854) verhaalt een reiziger.

Op het boofdplein eener bevolkte stad van Spanje is, vooral 's avonds, alles vol leven. Dan golft, oud en jong, handwerkslieden en lediggangers, mannen en vrouwen, bont door elkander, maar dc meesten, om een uurtje aangenaam te praten cn na de warme namiddaguren de vrije lucht te genieten, liet gonst, het joelt, het schreeuwt, het praat, het lacht, bet zingt, het danst, het is een geweldig leven.

Daar hoort men opeens klokketonen, zeven in regelmatige tusschcnpoozcn; dan weer zeven, en hierop nogmaals zeven; dat is het Angelus-Domini-luiden! — Stil! — Het is dal oogenblik, waarop zich gansch Spanje voor God ter vereering van ■ maria op den grond werpt cn den groet des engels bidt!

Midden onder het luidste gewoel is ieder op eens als vastgeworteld op de plaats, waar hij stond; de luidste twist, het bevalligste lied, het hartelijkste gelach is in een oogwenk verstomd; dc roep des kramers besterft hem op

-ocr page 442-

m

de lippen, on lid zaclilslc woord wordt lussclicn do cone lollorgTcop on do andore afgebroken; allo liaristochlelijk-heid in hot loopen en jagen is voorbij, do golioele stad is als uitgestorven.

Maar na eene poos, die toereikend is, om godvruchtig don engelengroet to bidden on tweemaal het kruis te maken, is do stad weer levendig, het gepraat, hel zingen en dansen gaat voort, do kramer tolt vorder, do omroeper schreeuwt, bot afgebroken gelach klinkt ton einde.

Die plotsoliuue herinnering aan den hemel en aan do boodschap des engels van do menschwording des éónge-boron Zoons Gods en aan Zijne gebenedijde Moeder maiua, een dor schoonste momenten aan hot Katholicisme, wordt nergens zoo heilig gehouden als in Spanje!

3. In hot boekje »Do Maagd maria on do heiligen in llaliöquot; staat te lezen: Als men in Yenoliö 's avonds do Avo-Maria-klok luidt, hooit er op eens stilstand plaats. Op hot goruisch, op de gezangen on gesprekken volgt godsdienstig zwijgen. Er klinkt een tromgeroffol bij de poorten der oude basilica van don h. Markus; do post prosonteorl hot geweer; men zou moenon, dat een heorscher, eene koningin voorbij trekt; en werkelijk trekt bot aandenken aan do verhoven Hemelkoningin door allo harten.

Ziet op: ziet gij niet in die nis tusschen twee kleine zuilen boven een der zijportalen der St. Markus dat boval-ligst verlichte Madonnabeeld? Daarop richten zich alle blikken.

De klok met den zilverklank hocl't het toekon ten Angelus gegeven en allo stommen wonden zich tot de Koningin dos hemels, om met den engel tot haar te spraken: »Wees gegroet, maiua, vol van genade'?quot; — Is dan bet gebed ten einde, dan vervangt volksrumoer weer het zwijgen op do piazotta, don havondam en do lagunedammen; ieder gaat op nieuw zijn gang als vroeger en hel handelsverkeer en do gesprokken worden vroolijk voortgezet.

4 Betrekkelijk hel Ave-luiden in hot Romeinsche gebied schildert Dr. .). gaume bij zijne reis naar Ferciilim liet

-ocr page 443-

m

volgende avonrltooncel: ))üc dag liep Ion einde; loon wij van den berg kwamen, ontmoet ten wij de vrouwen der stad, die aan eene bron water putten, welke aan den ingang van een klein dal ontsprong. Hare dracbt is on-geineen schilderachtig, en hare koperen kruiken hebben nog denzelfden vorm als ten tijde der oude Uomeincn. — Op dit tooneel, dat aan de patriarchale zeden herinnerde, volgde spoedig een ander van hooger belang. De landbouwers en herders keerden van het land terug; do laatsten geleidden hunne kudden, de eersten droegen op luinne schouders hun veldgereedschap, het houweel en de spade; allen praatten vroolijk en voelden zich gelukkig bij de gedachte aan hun haard, en den slaap, die voor den landman zoo zoet is, nadat liij, in kinderlijk vertrouwen op Gods zegen, den last en de hitte des daags verdragen heeft, Op eens kondigde de zilvertoon van verscheidene klokken het Ancjelm aan, en al die wakkere lieden, jongelingen, kinderen en grijsaards, namen hunne vilten hoeden al', knielden op den weg neer en groetten gezamenlijk de heilige Maagd maiua , wier zoete naam nog meer in het hart des armen dan des rijken — geduld, vertrouwen en vrede druppelt. —Waarom stellen onze kunstenaars niet zulke even schilderachtige als roerende tooneelen voor?

5. De Duitsche dichter Dr. guido görues schrijft: Wil men zich een echt Ihiersch landschap voorstellen, gelijk de reiziger die liier bij elke schrede ontmoet, men denke zich een klein, groen dal. Een slechts weinig begane weg loopt or door; zijne bergwanden zijn met donkere dennen begroeid, zijn van eene beek doorsneden bodem is half bouwland, hall weide; hier en daar slaan met half dorre takken, de getuigen van verloopen eeuwen, overoude, in den wind krakende eiken met wit bemoste bast. Doch midden in die eenzaamheid, van een kleinen tuin eneenige vruchtboomen omringd, ligt de hoeve des boers; een slanke, met »een boschquot; bonte linten getooide kerkwijdingsboom steekt er hoog boven uit en groet don reiziger reeds

-ocr page 444-

in de verte; tegenover de voordeur is eene bron heider water; daarnaast staal een li oog, oud crucifix van liout, frissche bloemen versieren do voelen des lleilands, een bidsloel staal daaronder. Niet ver van daar in de weide, door een dier oude eiken beschaduwd, staal eene kleine witte kapel met een klokje, en dicht voor hel huis zeil loopt eene lange kegelbaan; de zware bal en de kruik helder krachtig bier gaan van hand lol hand; een kastanjeboom beschaduwt de spelers; op de houten galerij van het huis slaan eenige anjelieren, daarachter tegen den muur hangen drie van tnlloozc kogels doorboorde schijven van lang verbleekte kleur; door bel open venster van hel huis hoort men den helderen, weemoedigen klank der citer; men ziet de knapen, eene veder en bloemen op den hoed, met stampende voeten en klappende handen en tongen, in hun vroolijk zondagsgewaad om de lachende meisjes dansen. Daarlusschen hoort men eene krachtige stem op vroolijke wijze zingen. Zoo wordt er gedanst en gezongen, gedronken en gekegeld, de muziek wordt luider, wilder; daar hlinhl op ééns het klokje in de kleine weidekapel, het laidi ten Ave maiua ; thans wordt op eens alles stil, de muziek zwijgt, de kegels rusten, dansers, zangers, drinkers en spelers en schutters, allen ontblooten het hool'd en bidden bij den eenzaam luidenden klank der klok den maagdelijken groet.

Uc zon neigt reeds tei ondergang, de klank Van de Ave-klok maant tot gebed en dank,

En daalt de dagvorstin ter kimme neer,

Dan ook herhaalt die vrome toon zich weer.

Eer nog die klank verstomd is in dit oord.

Wordt elders reeds de klok op nieuw gehoord. Voortdurend trekt dat luiden, waar wij gaan,

De zon na, die zich voortspoedt op haar baan.

Gelijk deze aarde langzaam wentelt, zet Do klok haar tonen voort, roept tot gebed.

Zoo snoert de Kerk met Godgewijde hand Om de aarde met gelui een gordelband.

Naar tkodoor t.öwh.

-ocr page 445-

/m

liet «'euoeg'lijko in het Ave-Maria-liiiden.

(Naar; Gcschicdenisscn uit de bergen, door j. f. leutnek.)

'1. Thans breng ik u, lieve lezer, in een van de slad Innsbrück in Tirol vrij ver verwijderd benkenwoud. Donkergroene schaduwen, boven welke de zon om de wilaeh-lige naaldkroon speelt, en de kracblige woudgenr zullen n dc horsl verfrisschen. Gij kunt ook een vroom »Valequot; spreken en Gods gunst afbidden op de lieve boomen; want ook hier staat aan eene open weidevlakte naast hel voetpad een vreedzaam en vroolijk, met duizend namen beschreven kerkje van «Onze Lieve Vrouw in den Lork,quot; dat is «lorkenboom.quot;

Spoedig ligt de stille eenzaamheid des bergwouds achter ons, wij gaan dalwaarts. Tusschen de laatste boomen uitkomende, zien wij Terl'ens voor ons, bet uiterste van de wonderlieve dorpen, aan den voet van het „Genadewoudquot; liggende, als vleiende kinderen, als moest het zijne armen over hen uitbreiden ter beschutting tegen de woeste noorderbergen.

li'

lil

ii ï||

l|:#| ipé ë I Mi ilÉ

Laat ons nog eens terugzien naar do doorgetrokken woudstreek. Verbeeld u e 'ii herl'stavond. De warmste stralenbundels der ondergaande zon zijn uitgestrooid over de veelvuldige woudgronden, srnaragdenpracht is over de smalle weiden verbreid, dc bladerentooi der beuken verandert in robijnen en topazen, diamantvonken sidderen op elk blaadje; de nacht van hoogstannnigc dennen doorsnijdt hel scheidende •licht, dat, als eene liefhebbende moeder, elke insluimerende bloem, elk vogellje in het nest den goedennachtkus op bet voorhoofd ademt. Zie door de openingen in de meidoornhaag, hoe het verre gebergte altijd donker en donkerder wordt en de hemel opheldert — en hoor! in het naaste dorpje luidt het Ave-Maria-klokje. Hoe zacht, hoe verheven zijn zijne lonen; zij klinken vrede, den zoet-sten vrede, den jesus- en maru-vrede in bet hart des reizigers! Alles bidt rondom en zendt den laatsten gods-

T:i' % l

II

|VM ^

pi

Hf#.

1

28

A. Hungari. Avc-Maria-Klokje.

i.'

ü

-ocr page 446-

AU

dionsl groot, ann do Mooder dos Hoeren en bevoelt zioli voor lt;lon naclit, in hare voorhodo hij God aan.

(Naar: Italiaansch beeldenboek, door fanny lewald.1

2. Op den weg naar Baveno aan don oever van hel Lago maggiore onlslolen zich voor mij de sclioonhodcn van Italië hel eerst. De lucht was zeer zacht, en week, een sterke plantengeur vervulde ze. Hij kon ten deele van de hloei-ondo liennepvelden komen, doch er vermengde zich nog ecu ander aroma mede. De witte huizen met de platte daken schitterden goudgeel in het licht der ondergaande zon. Maïsvelden, moerbezie- en kastanjeb oomon liepen langs den weg. Tot in de hoogste takken der hoornen liepen de wijngaardranken op on slingerden zich in festoenen, in welke de rijpende druiven hingen, van boom tot boom. Hel, zager zoo feestelijk uit, als moesten de heilige scbnts-patronen hun zegetocht houden door dit land. Aan beide kanten van den weg en op alle hoogten zag men landhuizen on kwamen arbeiders den berg af naar luiis. Zij droegen groote manden vol gras en wijngaardbladeren, die men lol voeder bezigt, op de hoofden. Dal zag er fraai en schilderachtig uit. Vrachtwagens met muilezels, achter elkander aangespannen, trokken langzaam voorbij. Enkele geestelijken reden op ezels of zaten op de straatsteenen aan den weg cn praatten vertrouwelijk met de landlieden. Daarlvsschen luidden de avondklokken hei Ave Maria als zegenend over de zachte stille des lands.

3. Wij bevinden ons te Hume op de wandeling van den Monte 1'incio. — Eene waarlijk Babyloniscbe spraakverwarring dringt in ons oor. Engelsch en Duilsch, Russisch, Fransch en Italiaansch door elkander pralen de scharen van vroolijko, hout en rijk getooide kinderen, die hier Inmne verschillende spelen uitvoeren op een doel der Passeg-giata , dat voor rijtuigen beveiligd is. Elegante equipages, woeste ruilers, schoone vrouwen en mannen trekken ons-

-ocr page 447-

w,indelend voorbij, terwijl de /.on ondergaal. Waarheen men /iel, leven en vrooüjkheid.

En voor ons liggen, diep op den achlergrond des dals aan onze voelen, de groote hnizenmassa's van liet Valicaan, boven welke de koepels der St. I'iclerskcrk en deronsacli-lige Engelenburg in diepe stille nitsleken. De Monle .Mario mei de wonderbare linnen der villa Pamlili, die zich als donkere Iroonliemels aan den horizont atleekenen, drijll in den gouden schijn van hel avondrood, welks licht rosé wolkjes zich lot hoog aan het zenilh des blauwen liemels verhefTen, zoodal de sterren als tusschen rozen schitteren; en hoe dieixn' de zon daalt , des te gloeiender worden de kleurscbakeeringcn, des Ie grooter verschijnen de donkere Imizenuiassa's en moimmenlen der wereldstad aan onze voeten. De zuilen van amonixus , van thajanus, dc koepel van het Pantheon, de dnistere toren van neuo met zijne eenzame linne, steken ten laatste nog alleen uil, wanneer de zon achter dc Sl. Pieterskoepel verdwijnt en de Ilaliauen , als door hetoovering getroffen , de wandeling verlaten.

Langzamerhand volgen dc andere natiën, want dc lucht moet tegen zonsondergang ongezond zijn. Enkel de Duilschcrs en voornamelijk dc kunstenaars, die tijdens hel. daglicht aan Imn werk geboeid zijn geweest, blijven achter en genieten liet zachte schemciiiclit, tenvijl van nllc hcrlicn der slad hel (jelui der klokhen, de uvundrnsl aanhund'iyende, inzaehle hlanhen door de hield trilt mei hel zoete, liefelijhe «Are Maria r

Vrome Maarnciuing van het Ave-Maria-luideii.

de herderin op tiet veld.

De zalige cermana cousin, herderin van liibrac in het l)isd,)in Toulouse, koesterde altoos een groote godsvrucht voor de verheven Moeder Gods. Hare feesten vieren, hare. lofliederen zingen, zich godsdienstig voor al hare beelden

28'

-ocr page 448-

430

neerwerpen, alle dagen Lol, haar bidden, dal waren de zoetste bezigheden barer ziel. — Men verbaal!,, dat, wanneer 's middags bet Angelus-gelui van bet kerkbof baars dorps klonk , oen onbeschrijfelijk gevoel van heilige blijdschap zich van baar hart meester maakte; op eens verliet zij spinrok en wiel, om zich op de knieën te werpen en met woorden den engelengroet aan maria. te brengen. -— Niets kon hel, vuur barer godsvrucht weerhouden; of de grond met sneeuw bedekt was, of de regen in stroomen viel, of zij zich midden in het vuil dor straten bevond, om het even: hare godsvrucht voor maiua en de eerste klank der Angclus-klok duidden die plaats oogenblikkelijk aan, waar haar gebed tot de Koningin der maagden ten hemel zou stijgen.

t)e hertog en zijne familie in den tuin.

Do geleerde Franschman mignard verhaalt in de door bom gcscbrcven «Cbrislolijke moraalquot; bel volgende: ik zelf, hcluigl bij, zag den hcrlorj van Monlmunmcy mol zijne lamilio en een bediende hij den klank der Angolus-klok, die 's middags luidde, (en gebed nederknielen. Kil plocbtigo en roerende tooneel had plaats in oen luin, tegenover bet lazuurblauwe meer van Hour gel, Ie Aix in Savoye. —- Eonige schreden daarvan verwijderd, op dezelfde plaats, knielden vier jonge meisjes, door bot voorbeeld , of vechneer door die teederc vroomheid modegosloepl, welke in bet onschuldige kinderbarl woonl. Een eerwaardig grijsaard van den boogslen stand aan do eene, de beminnelijke, bevallige en levendige jeugd aan de andere zijde, knielden daar, in hclzclfde gebed verzonken. — Dil beeld zal mij onvergclclijk blijven!

-ocr page 449-

«7

ÜE VROME PASÏOOU IN CEZELSGIIAP.

IGNATIUS VALENTINUS 1IEGCELIN, vroeger paslOOl' ill het

grafelijk Stadionschc marklvlck VVarlliausen, een man naar Gods iiart, iiet zich door niets van het opvolgen der kerkelijke voorschriilen lonijihouden en Loonde daarin een strengen, bepaalden ernst.

Eens was er een aanzienlijk gezelschap hij hem, en dit was mei hem juist in een belangrijk gesprek.—Daar luidde men do gebod klok tol, herinnering aan den groet des engels en aan de menschwording van den ééngeboren Zoon Gods. HEGGHLiN brak het gesprek oogenblikkelijk afen zeide niet de hem eigen energie: «Daar thans mijne gansche gemeente op de knieën ligt en bidt, zoo zou het slechl zijn, indien de pastoor alleen van andere dingen wilde spreken. Iloo be-langrijk deze gesprekken zijn mogen, over vijf minuien is er ook nog tijd toe!quot; — Hij bad daarop in slilte, en al de aanwezenden baden mede.

DE UITNOOIMGING 01' HET IvlNDEIiTOÜNEEL.

giiiiistori'etj van sgiijiid verhaall in zijne lierinneringen: In de rijksstad Kaul'beuern speelde men ter eere van den hoogwaardigen lieer joiian mighael sailer (toenmaals nog professor der theologie te Dillingen) een kindertooneel, liet gordijn werd opgetrokken. Men meisje van omstreeks lien jaren, die de hoofdrol had, Irad voor. Alles zweeg. Daar hoorde men juist van den kerktoren de Ave-Maria-klok ter herinnering aan de menschwording des ééngeboren Zoons Gods luiden. Het meisje zeide: «Willen wij niet, eer wij beginnen, den engelengroet bidden'?quot; Zij knielde neer, maakte het, tecken des kruises en bad luide het dooide Kerk voorgeschreven gebed. Eenige toeschouwers, wier binnenste van God vervreemd was, konden zich nauwelijks van lachen onthouden. Maar sailer werd innig geroerd. Na het tooneel riep hij de kleine, die voortrcü'elijk gespeeld

-ocr page 450-

m

had cm veel loegcjiiiclit was, l)ij zich en zeido lol, haar: «Lid' kind, gij hcbl uwe zaak goed verricht: maar dal u aan liet gebed meer gelegen is, dan aan hel tooneel, dal verdient, den groolslcn lof! dit behaagt God en menschen! lllijl' altijd zoo vroom en God zal met u zijn, cn gij zult gelukkig worden!quot; sailer schonk haar, daar hare ouders arm waren, een grootcn daalder.

Deze kleine gebeurtenis vertelde sailer dikwijls en maakte dan steeds de opmerking: »Bij de opvoeding is het voorbeeld dor ouders cn het aanwennen van liet goede de hoofdzaak, liet gewichtigste, zonder dat helpt alle onderwijs cn alle toespraak uicls!quot;

de voorspelling in den kloostertl'in.

Uit: Napoleon ju cn zijn hof, door lucianus iikubkut.)

eugenie van montijo, gravin van Thcha,1) was eens als nieisje met haar oom velasco de gaston cn hare lanle emanuela tiiera langs den bekoorlijken Darro naar het klooster Annunzlala tol de vrome nonnen gci'cdcn, om daar de bekleeding vaneene barer verwanten veriucca d'azeonda bij te wonen.

In het klooster zelf was cene bijna honderd jaren oude non, zuster gabriëla, welke niet slechts in den geur van heiligheid stond, maar van wie men ook zeidc, dat God haar de gave verleend had, het lot der mensclicn vooruit te zien cn hen zoo voor schade te behoeden.

Nadat op den dag der bekleeding do groote vesper was afgeloopcn, begaf zich eugenie tegen den avond naar den kloostertuin, die op cene hoogvlakke aan den voet van

') De keizerin dei' Fi-ansolien leidt hare afkomst eensdeels af van monte-zumagt; koning van Mexico tijdens de Spaansche annexatie, cn anderdeels van kikkpatrik, den wapenbroeder van rohert van schotland. Van monthzuma moeten de ouzmans — cn euoenie is eene gusman — in reclitc lijn afstammen.

-ocr page 451-

139

cuii lak dei' Sierra Nevada ligl, om zicli van do hille dos daags Ie herstellen. — Daar klonk op eens de Ave-Mai'ia-kl.uk, en eugenie zonk op de knieën, om voor een in eene nis des kloostermnurs geplaatst beeld der heilige Moeder Gods haar gebed te verrichten. Toon zij opstond, verbaasde zij zich niet weinig, achter zich de gestalte der oude non gabiuëla te zien, die haar vriendelijk toewenkte en haar wegens hare godsvrucht prees. Granada is op zich zeil' reeds een paradijs; een der heerlijkste punlen in dij paradijs is echter die kloostertuin, en op een schoonen zomeravond na don plechtigen indruk eenor bekloeding zich aldaar tegenover eene den hemel meer genaderde gestalte te zien, zal een jong, voor al liet heilige en Gode welgevallige ontvankelijk wezen, gelijk eugeniu toenmaals was, in eene zeer eigenaardige stemming gebrachl hebben. Zoo kwam liet ook, dal zij haastig door de gedachte werd aangegrepen, hoe aangenaam hot zijn moest, hier, in dit klooster, zich als non Ic laten bekieeden, waar zij dan altijd in dezen tuin in den vrede Gods als bruid des Gekruisigden kon wandelen. Zij vergat hare verwanten, vergat, dat destijds de hertog van ossuna, een der rijkste Grandes van Spanje, om hare hand, do hand van een hall kind, gevraagd had. Zij verklaarde der non (iAinuiii.A liaar snol govat besluit en verzocht haar., dat zij het dadelijk in liet klooster zou mododeelen.

Doch de non trad eene schrede terug, verhiel zich mol eerbiedwekkende waardigheid en zag met een majesliieiizon blik eugenie aan, zeggende: «Kind, zie al' van uw voornemen; gij begaat geen don Hemel weggevallig werk; gij zijt niet bestemd uw leven achter kloostermuren door te hrengen; wijs ook den dertog van ossuna met zijne aanzoeken af; (/ij zijl voor den Iroon bestemd; een groot land, dat achter die bergen ligt, zal u als hoerschores begroeten; gij zult gelukkig worden, verban slechts elke gedachtc aan hot klooster!quot;

Deze woorden der eerwaardige grijze non, met stijgende

M:

mm

ira

Mi

m\

W'M

i|

-ocr page 452-

440

gee si drill gesproken, bleven onuitwisbaar in eugenie's geheugen gegril'l. Geheel veranderd keerde zij van het be-klcedingslcest terug en wees ook de hand des hertogs van ossuna af', hetgeen toenmaals ook niemand wist te verklaren.

Den gt;)0 Januari 1853 liuwde eugenie met den keizer der Franschen lodewijk napoleon ui.

Feest(la«-l)loemeii

het gebed en ije blijde boodschappen.

De h. epiiem, de Syriër, schrijft: »\Vat deed wel de reinste Maagd Ie Nazareth, toen de gezant Gods gaiuuül, tol liaar nedervloog? •—■ Gewis bemerkte hij haar in het gebed; want ook aan uaniël verscheen tijdens zijn gebed de aartsengel; ■— liet gebed en de blijde boodsehap moeten elkander wederzijds als verwanten verblijden. Alle blijde boodschappen loopen in de haven des geheds binnen; —• daarom vond ook de blijdste aller boodschappen, de oorzaak van alle blijdschap, maria in het gebed verdiept.quot;

de st. GABniËLS-bebg in ierland.

Van de machtige rotsbolwerken der Zuidwestkust van Ierland, die grijs en steil en kaal, met geen plekje van het anders bijna overal in Ierland te vinden veen, met geen plaatsje aarde, geen helder streepje groen, borst en ribben onverzettelijk en onbuigzaam legen den aandrang en hel woeden des Oceaans verzetten, van die bergketen van steenrotsen verheft zich het hoogst de St. Gahriëlshery, ook wel genoemd vBerg des Fuels.quot;

Daarvan zegt het volksverhaal:

Do engel gabiuël zag, toen bij naar den hemel terug vloog, nadat hij de boodschap der genade aan de onbe-

-ocr page 453-

Ml

vlekte Maagd maria gebracht had, Ierland onder zich; en daar liij vooruit wist, dat dit wakkere eiland eenmaal, als het door de prediking- des h. patricujs het Christendom aangenomen had, nimmer van zijne, der allerzaligste Moeder Gods toekomende vcreering en de navolging ha rei' deugden zou afzien — hesloot hij het eens te beschouwen. Hij vloog dus naar beneden en zette zicii op de westelijke kruin dezes bergs, en tot op dit uur ziet men nog liet merkteeken op die plaats, waar hij gestaan heei't; ja zijne tien teenen zijn nog zeer duidelijk in den steen afgedrukt.

En juist onder dat teeken is een «juweel van een meer,quot; en daarin wemelt het van forellen! en kleine eilandjes zijn er in het meer, die heen en weer drijven, naar het oosten, noorden en zuiden; maar op eiken MAiiiA-dag komen zij naar de westelijke punt drijven cn blijven daar onder do klip liggen, die het voetspoor dos engels draagt.

het feestspel in belgië.

De Boodschap, die ook den naam yiUMUK-cnyeUp-oel voert, werd vroeger in do meeste kerken van uelgië liguurlijk voorgesteld, en was vooral voor de kinderen (e Leuven eone met ongeduld verwachte feestelijkheid. Zij mochten dan allen limine ouders naar do schoone St. Pieterskerk vergezellen, waar het beeld der heilige Maagd maria in het koor geplaatst was, met een koorknaap daarachter verborgen, die voor do Moedor Gods sprak. Als nu do engel garriël, dien een andere als engel vorkleede koorknaap voorstelde, aan een touw uit de in het gewelf der kerk gemaakte opening neergelaten werd , om do heilige Maagd met eeuo diepe buiging Ie kunnen begroeten en haar zijne boodschap te brengen, lieten do Moeders op het oogen-blik, dat bare kinderen onafgewend naar den noderzweven-den ongel keken, hun zeer slillcljes koekjes en ander suikergoed op den schoot vallen, opdat zij zouden gelooven, dat do ongel hun goschcnkon gebracht had.quot;

-ocr page 454-

.U2

Uil. I'ccslgohi'iiik hccll zich eeuwen lang als eenederhe-valligsle MAaiA-ljIoemen onlwikkold en Ijlijdscliap en vrede in de kinderlijke gemoederen geslorl.

l'eestgeloften.

1 De li. aloysius g on zag a, de hertogszoon, legde op zijn negende levensjaar voor een beeld van mauia-lioodschap de gelofte van maagdelijkheid al'; en Onze Lieve Vrouw hehield hein altijd zoo rein, dal hij, gelijk de proees-aclen zijner heiligverklaring aanloonen, nooil den prikkel des vleesches gevoelde en ook geene enkele onreine gedachle had.

i2. Ue zalige iiaptista vuiiana, uit de Orde des h. fran-ciscus, luisterde met gespannen oplettendheid naar de prediking op dozen dag. Toen zij van de lielde hoorde spreken, die ma li ia bij de menschwording van den ééngeboren Zoon Gods gevoelde, werd zij doordoor zoo bewogen, dat zij voor het beeld der Lieve Vrouw de gelolte allegde, dat zij al hare zinnen rein en onbevlekt wilde bewaren, als zij slechts éénc vonk van de Melde der Maagd van Xazareth mochl ontvangen. — Zij volhardde in die bede den gan-schen nacht door, en verkreeg ook van de heilige Moeder Gods die genade.

ije werkende zusters van nazaueïu.

Sedert verscheidene jaren bestaat er in Frankrijk — ter eere der gebenedijde Maagd jiaria — een godsdienstig genootschap, dat zich »Werkende Zaders van Nazarelh' noemt en zich de werksters in de zijdefabrieken aantrekt, daarin het opzicht over het werk houdt en onderwijs geeft in den catechismus, in het lezen, schrijven, rekenen eu naai n.

-ocr page 455-

Ë i®

Hol, gcnoolsdiup workl mei een zoo gimslig gevolg, dal in vele lnlji'ickon /ulko zusters voor den MAiiiA-dicnsl verlangd worden.

DU MOEDER-GODS- VOOE LS.

In gansch Tirol heel hel in don mond des volks :

«MAiiiA-Hoodschap, de zwaluwen komen weerom.quot;

De zwaluwen zijn, even als de ooievaars, lenteboden, en, als zoodanig, overal welkome gasten. MARiA-liood-schap brengt de geestelijke lente aan de ziel des menschen, en de zwaluwen vliegen de aankomst der aardsche lenle vooruit. Ook worden zij in bet volksgeloof nog altijd voor heilig en geluk aanbrengend gehouden. 1) Hare tegenwoordigheid maakt een dorp rijk; het huis, waarin zij nestelen, is van God gezegend; en wie een zwaluwennest vernielt, of zeli's zwaluwen doodt, dien treft zwaar ongeluk. Daarom zijn de zwaluwen, ofschoon zij door hare nesten tol last zijn of de huizen verontreinigen, van do grootste bescherming zeker; en in vele streken laten de menschen enkel daarom dag en nacht de vensters open, om dien geluksvogels het binnenkomen niel zijn tocli de lieve »Moeder-God.s-voiiel-i.quot; —

mat

is

te beletten, het In liel Opperden Vader den

liindal zegt men zelfs; «Zij hebben God hemel helpen bouwen.quot;

DU GESTliAl'TE FEESÏONTWIJDElt.

Iloheme werd de. 25 Maart in alle kronieken Mestuin

*) Wij herhalen hier, tot juist verstand van dit volksgeloof, de zwaluwen-legende. — Naar het volksgeloof der Zweden kweelden de zwaluwen vol deelneming bij de kruisiging des Heilands: «Hugswala, svvalaswala, hom! Troost, verkoel) verkoel Hem !quot; Daarom hebben zij den naam //zwaluwen.quot; En MARIA zegende ze om hare medelijdende daad, en daarom zijn zij den volke heilig.

-ocr page 456-

4U

Mariae magnac, leest van maria tie verhevenequot; genoemd, en naar een volksverhaal, vóór lijden zoo streng' gevierd , dat zelfs de vogels moesten rusten en niets in hunne nesten mochten indragen.

Toen dus de koekoek geheel alleen van alle vogels op dien dag vlijtiger dan ooit inzamelde , werd hij vervloekt: »om voortaan nergens meer rust ol' duur, ja niet eens een eigen nest te hebben.quot;—

fjlcestclijkc Orden „van llaria-Iioodscliap.quot;

(Naar; Statistiek der Katholieke Kerk, door pater kakel van sï. aioys.)

Twee vrouwelijke godsdienstige Orden voeren den titel ))van aiAiUA-Boodscliapquot; of )•gt;Annunciadesquot; (evenzoo ccnc wereldlijke Sardinische hooge lUdderorde.) Van de eerstgenoemde heeft do eenc haar oorsprong in Frankrijk, de andere in Noordelijk Italië.

1. De Fransche Annunciades werden gesticht door jo-hanna van vALOis, de dochter van koning lodewuk xi van Frankrijk. Zij was gehuwd met hertog lodewuk van Orleans. Maar toen deze na den dood baars broeders karel vin den koningstroon beklom, liet hij zich van baar scheiden om de weduwe van karel vin te kunnen trouwen. lodewuk zwoer: haar broeder, koning kakel, had hem met geweld genoodzaakt, joiianna te trouwen, en nooit bad bij zelfs den huwelijksplicht vervuld.quot; Op deze verklaring ontbond paus alexasdeu vi den naar de kerkwetten niet rechtens bestaanden echt. De deugdzame joiianna trok zich nu naar Bourges in vrome eenzaamheid terug en stichtte hier in hel jaar '1500 de Orde wan de Hen deugden Onzer Lieve Vromvquot; ot ))van MXni\-Boodschap.quot; De lien deugden der Gebenedijde des üeeren , die de nieuwe nonnen, enkel onberispelijke adellijke jonge dochters, vooral moesten navolgen, zijn: kuischhcid, verstand, nederigheid, geloof, gebed, gehoorzaamheid, armoede, geduid.

-ocr page 457-

U5

godsvrucht, medelijden. Aan al die deugden werden de nonnen door hare eigenaardige Uleeding en levenswijze herinnerd; aan de nederigheid bijv. daardoor, dal dc he-sl,ierster der Orde «ancilla, dicmtrnaaijd^ heette. —Paus Alexander schonk in liet jaar 1501 de voorloopige , en led x in 1517 dc vaste Ijekraclitininc,' der nienwc Orde, die hij onder dc geestelijke leiding der Franciscaners stelde. — De Revolutie hecl't ook de Annunciade-kloosters verwoest.

2. Dc ItaliaanscJie Annunciades hehben den bijnaam — de Tthemdschequot; cn werden geslicht door map.ia victoria fornaiu uit Genua, geboren in het jaar -1502. Reeds als meisje wilde zij den sluier aannemen, maar uit gehoorzaamheid aan hare ouders huwde zij den adellijken angelo strato, wien zij in een negenjarigen echt meerdere kinderen schonk. Doch nadat baar man gestorven en hare kinderen in het klooster gegaan waren, richtte zij in'1004 in verbinding met cene rijke vriendin, vincentina lomel-lini , een klooster bij Genua op, dat de strengste afzondering als vierde gelofte aannam en den nonnen tevens vronwelijken handenarbeid , voornamelijk vervaardiging van kerkdoeken voor arme kerken, ten plicht maakte. Spoedig werden dergelijke kloosters ook elders gesticht, cn zoo ontstond de nieuwe Orde, die in haar besten lijd omstreeks 50 kloosters, meestal in Italië, eenige ook in Frankrijk en Duitscbland, bezal. —- Daar de meeste kleedingsrakken dier nonnen «hemelsblauwquot; moesten zijn, om liaar bestendig aan hare roeping voor den hemel te herinneren, kregen zij den gemoedelijkcn naam ))hemelseiw Annunciades.'quot; — Te Rome heeten zij Turchines, dat is de »Yiolclkleurigen.quot; — De Orde bestaal nog thans cn heeft haar hoofdklooster Ie Genua. In Frankrijk is zij door dc Revolutie eveneens verdwenen, maar in den laatsten tijd weer ontstaan, zoo te Boulogne sur mer cn tc Villeneuve in het bisebdom A gen.

-ocr page 458-

A Ait

l»e Aartsbroederschap van „Uaria-Boodscliap.quot;

(Uit; Rome in zijne drie gedaanten, door Dr. j. GAUME.)

Dc Aartsbroederschap ter eere van hel geheim van »maiua-Boodschopquot; te Rome heeft tol haar hoofddoel gekozen: aan zedige meisjes een uitzet tot haar huwelijk to geven. Vrome mauia-zin en daardoor dc ware naaslenliefde hoei'l dooi' rijke legaten tot stichting en onderhond deze harm-harlige gilde bijgedragen. Ei' worden jaarlijks 400 meisjes met 20,000 seudi (05,000 gulden) bescbonken. Daarvoor wordt verlangd: «dat het incisj(( lioomsch, in den echt geboren, arm, van goeden naam is en geen omgang heeft met verdachle personen.quot; De weezen hebben de voorkeur boven alle overige, cn zijn deze vreemd, dan beschouwl men ze enkel om hare verlatenheid als Romeinsche meisjes. — Ten einde do ouders to noodzaken, krachldadig over hunne dochter te waken on haar van alle verdachte bezigheden verre te houden, sluit de Hroederschap diegenen uit, welke in herbergen leven, bij den wijnoogst werken, hout vellen enz. Op haar vijftiende jaar kunnen zij, bij wie geene reden tot uitsluiting beslaat, hare getuigschriften aan de Aartsbroederschap inleveren. Do uit de verstandigste en rechtschapenste mannen des genootschaps gekozen onderzoekers verzekeren zich in bet huis zelf van hare armoede en haar gedrag. Na eenc bewaking en beproeving van drie jaren, krijgen zij haar uitzet. Dit opzicht over de meisjes werkt ongemeen zegenrijk op de openbare zedelijkheid , en de bewaarde deugdzaamheid zoo veler meisjes noemt men rechtstreeks den smaiua-uoodsciiai'-zegen.quot;

Op het feest van Maria-Boodsehap overhandigt men het uitzet-diploma; en men moet erkennen, het is eene ware vreugde des harten, op dien dag te Rome te zijn. 's Morgens gaat dc paus naar de Kerk van Minerva, en woont hier, omringd van het heilige Collegie, de viering der heilige Mis bij, die door een kardinaal gecelebreerd wordt. De zeer ruime kerk is dicht mei menschen gevuld; op de

-ocr page 459-

U7

Rf .'-.li

JWvFall

ccroplaalsen zijn allo meisjes in wille kleederen aanwezig. Na de mis verooriooll (1(! iieiligo Vader aan cenige dier meisjes den voetkus. Igt;il geschiedl, echlcr enkel door haar, die zich aan iiel kloosterleven wijden en voor dit geestelijke huwelijk met jesus cnmstus eveneens haar uitzet krijgen. Alle meisjes vieren gsfneensehappelijk de heilige Communie en vormen dan de l'eest-processie. Hierna scheiden zij ; cenige om in den vrede der echtclijko huiselijkheid over te gaan, de andere om in de eerwaardige schaduw eens kloosters haar leven geheel ■— aan jesus en mmu.v op te oHeren. — Vele tranen vloeien uit de oogen der kinderen, der verwanten en der toeschouwers. Scheiden zij inlusschen, zoo scheiden zi j toch niet voor immer. De twee jonge geslachten, dl., nog slechts voor één oogenblik des lovens hier vereenigd geweest zijn, zullen voortgaan, elkander wederzijds te ondersteunen: het eene zal op den berg der wereld verloochening hidden, terwijl hel andere hencden in de vlakte in het laniilieleven strijdt, tot dal die plechtige dag komt, waarop zij, op nieuw voor den God der eeuwigheid vereenigd, dezelfde, maar in verschillende strijden hevochlen, kroon des hemels door de moederlijke voorspraak van maiiia verwerven zullen! —

iM

einde van het eekste deel.

-ocr page 460-
-ocr page 461-

' so»

AVE-MA IU A-KL OK J li.

-ocr page 462-

• •' ■ ■

.'u,;gt;-.

■ ■ -. .. ; .... ---------- .. - , 4^..; ■.,: ,,

' .....

M^SKhmK^''''- - ^^lijlfiWiKiFtfa'J

.

• • ^

.... .... ■...,... .,..-... .... liNwÉ^pv ■' •• •■'='• •• -

• .

, ..

-

■S i'.

•-

•quot; -*■/lt;?quot; ---

i-SKü ■

^ppw^wmlwi '1i~-:

... .-■ ...

ëiïk ■-■:• ïiM

'' ' mÊm

-ocr page 463-

MAM-FEESTEM ill IT KATHOLIEKE KERKJAAR

èlit lift inngöuitnrli

van

.V. 11 I IN lt;i A 84 I.

DEEL II.

WEHKI,

-ocr page 464-

G O E D K E U R I M G.

I M PR 1 MAT UK.

j. II. Wensink. Emcr. /n oj'. libr. eens.

I 'Urajecti, Mart. 1S72

-ocr page 465-

INHOUD VAN I)KI',I, II.

HUT KHF.s r VAN ONZK I.IEVE \ llt;OI U VAN i;Ol!

Maria van goeden raad in hot klootster Slams , ,

I)c drie helpers in den nood........

De juiste wegwijzing.........

De gordelprocessie..........

I1K MARIA-MKI.

Oorsprong eu viering der Mei-vereering.....

T )e Maria-Mei te Rome ....

DK.N RAAD.

9 Ki

De Maria-Mei in de MinoritcnlA tc l'arijs......... rS

De Maria-Mei in lielgiö.........

r)e Maria-Mei te Lnxembnrir ....

36

37

44

53

54

»4

s7

89

quot;J

Ilhl ]'KK.ST 111-'.K /.IA I N \'Kj'.I liIJKN \ ,\N MARIA.

Geschiedenis van dit feest.....

Maria onze vreugde.....

HET KEEST „MARIA, DK HULI' DER CHRISTENEN.quot;

Geschiedenis van dit feest........

Wonderbaar ontvangen hulp.....

De Broederschap Maria-help.....

He Maria-bloem.......

De dronk uit de wonderbron.....

De doove aar ......

Geloften .en dankzeggingen.......

Maria-help-wonderbeelden en kapellen.......

HET FEEST VAN MAKIA-VISITATTK De feeslgebeurtenis.......

De mystische zijde der Visitatie........

Maria-bloemen......

De ruinen der kerk Maria-Visitatie ie Hebron

Geschiedenis van dit feeu............f .

De zaligprijzing van Maria........................gS

De bedevaarten

10;

-ocr page 466-

w

11 KT KKKST I )KK II Kil, KIK MAAGD MARIA VAN DKN HKRt 'r CAKMEK.

Blad/..

Gcschicdcnis van dit feest...............120

De geestelijke voordeden van het scapulier .........12(-gt;

De Broederschap van het scapulier............I30

Rondblik op den berg Carmel .............'i2

liet feest van Santa Maria del Carmine te Napels 145

HET FEEST MARIA TER SNEEUW.

Beteekenis en geschiedenis van dit feest ..........'49

De kerk Saneta Maria Maggiore tc Rome..........'53

Merkwaardigheden van Sancta Maria Maggiore........163

HET FEEST DER HEMELVAART VAN MARIA.

Feestbericlit en feestvreugde...............171

De Hemelkoningin met het Kind.............173

Geschiedenis van dit feest...............'74

Lievelings-legende der Palermitanen............

1 )e dood van Maria........ • .....1 ^

De afbeelding van Maria in het sterven ..........19'^

Visioen van de hemelkroon van Maria...........202

Maria in den hemel .................201-

De afbeelding der iiemelvaart van Maria...........207

De kroning van Maria in den hemel............21 ()

liet graf der heilige Maagd Maria..............'7

De kruidenwijding..................221

Mariabloemen . ..................227

M arialied.....................■

Feestvieringen ...................2

ITet feestdag-Evangelie.................235

MKT FEEST VAN HET UNBEVELKTE HART VAN MARIA TOT HKK F.KR INC. DER ZONDAARS.

Geschiedenis van dit feest...............240

HKT FF,EST DER GKBOORTE VAN MARIA.

Maria's geboortedag is een heilige vreugdedag.........244

Feestbericlit....................24'5

Geschiedenis van dit fce.^t...............24x

De verheven beteekenis van Maria............

Oud volksverhaal van Joachim en Anna...........255

Visioenen op den geboortedag uan Maria.....257

HET FEEST VAN DEN HEILIGEN NAAM „MARIA.quot;

Geschiedenis van dit feest...............200

De beteekenis van den naam „Mariaquot;...........2f:gt;3

-ocr page 467-

VII

iiiuaz.

De vijf letters in den naam Maria ............

Feestbloemen....................2quot;'

Zoete verkwikking uit den naam „Mariaquot;..........279

De naam „Mariaquot; in Spanje ..............2X0

De naam „Mariaquot; aan «Ie moskee.............2fil

Het kleed der Dienaars van Maria.............2!iJ

HET 1'KKST ONZER LIEVE VBOUW VAN DE VEltl.OSSINO DF.U OEVANGKNEW.

Geschiedenis van dit feest...............2^4

HET FEEST VAN DEN HEM.UIEN ROZENKRANS. SAN'CTA MARIA TER ZEGE.

Maria de geestelijke roos ... ............'-9°

Het trapswijze ontstaan van den Ho/,enkrans, . . *......291

Heilige ...................................

Hooge waarde van het Rozenkransgebed ...........298

Vrome bidders van den heiligen Rozenkrans..........309

De heilige Rozenkrans te Rome..............3'

Jong gewend, oud gedaan!................''3

De Muziekant Christoffel (iluck en de heilige Rozenkrans.....3(4

1) zonderlinge verschijning.................7

De heilige Rozenkrans onder de negers...........3'9

Kene verdediging van den Rozenkrans in den kerker........320

Toevlucht tot het Rozenkransgebed.............320

De Rozenkrans op de brug...............322

Bid den Rozenkrans recht godvruchtig............324

Het vinden van een kostbaren Rozenkrans . t.........324

De stichting van een Rozenkransgebed. ...........321'

De groote Rozenkrans op den Heiligen Berg bij Varese in het Milaucesche. 327

Ontstaan van het Rozenkransfeest........... • 335

Maria ter zege....................34°

Dankzeggingen voor de door Maria bewerkte overwinningen .... 344

] )e Rozenkrans-Broederschap te Müunerètad..........35^

HET PEEST VAN MARIA UESCIIEUMVROUW.

(ieschiedenis en beteekenis van dit feest...........353

HET FEEST VAN ONZER LIEVE VROUWEN-OI'DIUCHT IN I)15N TEMPEI..

Oude legende van Onzer Lieve Vrouwen-Opdracbt. .......359

Meteekenis en geschiedenis van dit feest...........3quot;1

-ocr page 468-

ZINS T O R K N D E D R U K' KOUT K

12 regel

22

staat

broem rijke le

bloemrijke

42 „

'7

het

hij.

64 „

29

saldo

salvo.

118 ,,

'4

linten

linnen.

'23 „

quot;7

gt;gt;

Na

Nu.

'44 gt;,

i'

hen

hem.

l6l ,5

2y

uitgenoodigt

nitnoodigt.

'5

»5

a vend

dag.

292 ,gt;

G

met

niet.

-ocr page 469-

Het feest van Onze Lieve Vrouw van goeden raad.

(liet wordt den 6 april gevierd.)

Maria van g'oerten raad in het klooster Stams.

(Uit: De pelgrim door tirol.)

dal hartelijke bruiloftsfeest Ie Cana in Galilea de allerzaligste Maagd maria den aldaar geplaatsten bedienden den rjoeden raad gal': »Wal jesus uzcgl, ï doet dal!quot; en onze lieer en Heiland, bewogen door bare genadige voorzorg en baar nederig vertrouwen op Hem, Zijn eerste wonder verricbtte en Zijne goddelijke beiligbeid openbaarde (Joan. 2:1 —!/(.), noemen de gel oovigen bimne lieve Hemelkoningin recbtstreeks: »Onze Lieve Vrouw van goeden raad.'quot;

En millioenen en millioenen Cbristenen, die sedert meer dan aebttienbonderd jaren als maria-kinderen in vrome toewijding maria's goeden raad voor zich afsmeekten, hebben hem ook tot hunne geruststelling en zaliging ontvangen. En elke raad der Moeder Gods, dien men kinderlijk opvolgde, bewerkte nog altijd eene daad van zegen! —

Maar n-ij zuil ook, Christelijke lezer! gewis al dikwijls een beeld van Onze Lieve Vrouw gezien hebben met het kindje jesus op de armen/getooid met een liefelijken regenboog boven hel hoofd — dal is de »Moeder Gods van goeden raadquot; in hel klooster Slams in Tirol. In hel jaar 'KGü hebben dc Turken de hoofdstad van Albanië, Scwtori, veroverd. Naast dc stad was eene kerk, legen wier muur

a. ilungari. avc-mai ia-klokje. ii. 1

-ocr page 470-

2

vnn binnen oenc beellenis geschilderd was, die de zaligste Maagd, «van liet Paradijsquot; bijgenaamd, met een regenboog gekroond, voorstelde. Toen nu genoemde stad mei den ondergang bedreigd werd, kregen twee broeders, ciorgi en sci.avis, in den slaap der raad, dat zij »mauia van bel Paradijs,quot; die nu wegtrok, zouden vergezellen. Werkelijk werd bet, beeld door eene geheimzinnige kracht van den muur gescheiden, en door de lucht naar Italië tot naar Home gedragen, liet beeld zweefde in de wolken, omringd van een heerlijken regenboog, waarhij zich 's nachts eene vurige en des daags eene helder verlichte wolk had laten zien, om den beiden broeders, die het beeld volgden, don weg te wijzen.

Tc Home verdween hel beeld der «zaligste Maagd mauia van het Paradijsquot; weer; en toen zij het overal zochten, vernamen zij eindelijk, dal het beeld te Genazano, vijl mijlen van de eeuwige stad, aangekomen was, en daar in de vrije lucht in de kerk der Augustijner-monniken zweefde. — Die tempel was reeds vroeger aan de «heilige Moeder Gods van goeden raadquot; gewijd. — Op het bericht dier wondervolle aankomst van het beeld, stroomden tallooze menschen uit alle streken toe, en de «zaligste Maagd mauia van hel Paradijsquot; kreeg nu den naam * Moeder van goeden raad.quot;

Zeer veel wonderen geschiedden, en de pausen sixtus iv , urbanus vin en iNNOCENTius ix beijverden zich, de ver-eering der «Moeder van goeden raadquot; le bevorderen.

Inlusschen verbreidden zich ook afbeeldingen van dit wonderbeeld in alle landen, andueas bacci, domheer van de sr. maukus en ijverig beverderaar der mauia-vereering, had in het jaar 1752 reeds meer dan 500,000 zulke beelden uitgedeeld.

Ten tijde nu, toen de abt uoceuius sailer bet stift Slams in Tirol bestierde, werd den genoemden domheer UAcci verzocht; «hij zou eene nauwkeurige afbeelding van de Moeder der genade te Genazano laten vervaardigen en aan het wonderbeeld zelf aanraken en daarop naar Stams

-ocr page 471-

3

zenden. Beide geschiedde. Den 15 Mei des jaars 1757 kwam liet beeld te Stains. Eerst werd het op het Hoogaltaar der kloosterkerk geplaatst, daarop werd het tegelijk met het kostbare bloed, dat in die kerk vereerd wordt, in processie rondgedragen. Toen men 's morgens om acht uren met het heilige beeld de kerk uit trok, vertoonde zich een dubbele regenboog van zulk eene grootte, breedte en kleurenpracht, dat niemand zich herinnerde, ooiteen dergelijken gezien te hebben.

Yan de vele lichamelijke en geestelijke weldaden, die den geloovigen vereerders van dit wonderbeeld door de voorbede der ))Moeder van fjoeden raadquot; sedert len deel zijn gevallen , getuigen aldaar de vele offers van geloftetafelen en dankgeschenken. Zelfs de groote keizerin maiua tiierksia offerde aldaar een volkomen, ongemeen kostbaar Mis-ornaat.

De Broederschap onder den litel de »Moeder van goeden raadquot; is te Staws in het jaar 4757 opgericht en met die t-e Genazano vereenigd. l'aus BENEDicTus xiv beeft haar van overvloedige aflaten en privilegiën voorzien.

ll ï

msi

1»: 11

De drie helpers ia den nood.

De h. guegoiuijs van Tours verhaalt:

Onder de prachtige godshuizen, die keizer constantijn i, met den bijnaam «de Groote,quot; in liet gansche rijk ter eere des drieëenigen Gods en onder aanroeping der allerzaligste Maagd maria liet bouwen, is er ook eene, die in het jaar 324 in Gallic opgericht zou worden, liet was een gedenk-teeken even waardig den vorst, die den goddelijken bouw ondernam, als der heilige Moeder Gods, aan wier aandenken men nog in het bijzonder dien tempel wijdde, Men bracht daartoe zuilen bijeen, die dadelijk in de steenmijnen behouwen waren. Doch daar zij ongemeen zwaar waren, kon men ze, toen men ze op de plaats had, niet oprichten. Vergeefs beproefde men bet verscheidene dagen achteieen

a s.

'4 $, ||

i fm

w

'iï*

-ocr page 472-

alle inspanningen bleven geheel vruchteloos en alle moeite scheen verloren.

De bouwmeester vooral was zeer ontsteld over deze moeielijkheid. Maar in een nacht, toen hij zuchtend en biddend daarover nadacht, had hij een vizioen en daarin verscheen hem do heilige Maagd maria en zcide tot hem: »IIoud op, treurig te zijn; ik wil n tooncn, wat gij doen moet, om de zuilen op te richten.quot; Hierop wees zij hem aan, hoe hij de machines gebruiken en de touwen ver-deelen en de behoorlijke stelling daarbij innemen moest. Toen voegde zij er nog bij; »Neem drie schoolkinderen mede, want gij zult tot uwe gansche onderneming niemand anders noodig hebben; met hen alleen, wees daarvan verzekerd, zal het u gelukken.quot;

Toen hij ontwaakte, herinnerde hij zich zijn droom ; hij overwoog, wat hem mar ia had aamjemden, en nadat hij zijne windassen, touwen en rollen, kortom alle machines zoo voorbereid had, als hom was voorgeschreven, riep bij drie kinderen uit do naaste school. Nauwelijks hadden deze met den bouwmeester do handen aan het werk geslagen, ol' de zuilen werden met wonderbaar gemak opgericht.

Al het volk kon getuige zijn van dit, wonder en zien, hoe aan drie kleine kinderen van do geringste kracht dalgeen gelukte, wat duizend krachtige armen niet uitvoeren ko'nden.

De juiste wcgwijziii»'.

De godzalige tiiomas van kemims bericht:

Er was bij ons in hel klooster oen leek, met name egbeutus, een grijsaard van reeds hooge jaren, die God ijverig diende, de allerzaligste Maagd maria godvruchtig vereerde en een ijverig vriend der heilige armoede was. Deze verrichttc naar zijne krachten zwaar werk; want hij

-ocr page 473-

5

'fo'. M '. : 9 w 1 y;, K |

■i. v ;• rr ;■ I u K

■r m

Bn

I

■WVi. Jft!.® : ,

t'lt; 'i irfi ■

spitte den grond, diende als voerman en stelde zich onder den druk on last des werks steeds het bittere lijden des Hoeren godsdienstig' voor den geest. Voelde hij zich zeer vermoeid, dan versterkte hij zich door aanhoudend gebod.

Doch de booze vijand bekoorde langen tijd dien man, zoodat hij den geheimen drang gevoelde, — het klooster te verlaten en in de wereld Ie gaan bedelen; en hij meende, dat dit Gode meer welgevallig was, wijl hij hier in het klooster veel gemakken had, die hij niet waardig was. —-Intusschen werd hij door den raad des priors en de vermaningen der broeders van dat voornemen leruggebouden; zoodat hij zich niet in het gevaar begaf, door ronddwalen in de wereld ten laatste een slecht einde te vinden. Want dikwijls misleidt de arglistige verleider, onder den schijn eener grootere volmaaktheid, de nederigs ten, en leidt hen van het begonnen goede al' door verandering van plaats, totdat hij hen langzamerhand in onbestendigheid des gomoods stort.

Daar egbertus echter altijd nog niet recht heslolen was te blijven, en het toch ook niet waagde, onbezonnen en builen toestemming der superieuren been te gaan, nam hij, tusschen dergelijke bekoringen aarzelende, zijne toevlucht lot de allerzaligste Maagd maria , en riep haar om haar heiligen raad aan.

Toen hij nu eens, van den arbeid vermoeid, gelijk bij dikwijls gewoon was, naast zijne kar tol het gebed knielde, den naam van .iesus en do gebenedijde Maagd maria aanriep, en zoo alleen mei het aangezicht ter aarde gebogen lag, viel hij in den lieer in eene zachte sluimering. En daar bemerkte hij eene zeer eerwaardige Matrone, die naast hem stond, en die hem met vriendelijke vermaning dezen raad gaf: «Blijf op deze plaats, eouert , en doe, wat de prior u raadt en zegt!quot; — na welke woorden zij dadelijk verdwenen was. En hij ontwaakte en stortte, toen bij tot zich zeiven gekomen was, overvloedige tranen. Vervolgens ging hij haastig naar den prior, en verhaalde hem onder zuchten en tranen geregeld, wat hij gezien en gehoord

-ocr page 474-

6

had. — Toen antwoordde hem de prior, als een goed herder zijn schaapje troostende: «Ongemeen bevalt mij dit, lieve egbeiiï! Blijf hij ons, gelijk Onze Lieve Vrouw u nu geraden en getoond heelt!quot; —

Hij leel'de hierop ook niet lang meer; maar, daar hij voor korten arbeid eeuwige belooningen ontvangen zou, ontsliep hij, nadat hij met veel geduld en gehoorzaamheid volhard had, tot een goed einde — in de Octaaf des h. Apostels en Evangelisten joannes — tijdens de Vroegmis in den lieer.

De gordelprocessie,

(Uit: Verschijningen der Maagd Maria, door paul sausseret.)

Omstreeks het jaar '1008 werd de stad Valenciennes in het graafschap Artois door eene vreeselijke pest verwoest. Ue dood hoopte offers op offers, lijken op lijken, toen op 6 September zich de allerzaligste Maagd maiua aan een kluizenaar vertoonde, die eene eenzame plaats in den omtrek bewoonde. Zij gaf hem den raad'. ■— op haar last — den inwoners der stad voor den volgenden dag vasten, bidden en andere vrome werken aan te hevelen, met de verzekering, dat zij spoedig daarop bewijzen harer macht en goedheid ontvangen zouden.

De kluizenaar volgde dien raad; de gansche stad zag van haar kant in hem een bode des hemels en alles stortte zich in het gebed uit, hield de strengste vasten en de aalmoezen vloeiden rijkelijker dan ooit.

Toen eindelijk de dag der vurigste gebeden en zware boetedoeningen voorbij was, wachtte het volk van de eene minuut tot de andere op de beloofde hulp; daar zagen al de bewoners der stad 's avonds, tijdens zij op de wallen rondwandelden, om frissche lucht te scheppen, de heilige Maagd Maria midden in eene groote helderheid, en omringd van een talrijk gevolg van engelen en hcili'gen, uit den hemel

-ocr page 475-

7

nederdalen. Zij omsloot de slad met een jordel, die minstens twee mijlen lang was, en wendde zich loen tot den kluizenaar, dien zij ried: zich op nieuw naar de stad tot burgemeester en raadsheeren te begeven, en van hen te eischen, dat zij ook den volgenden dag — den 8 September, het leest van maria-geboorte — in werken van vroomheid doorbrengen en eene processie binnen den door den gordel aangeduiden omtrek houden zouden, waarbij zij hem verzekerde, dat, als men alles naar haar raad verrichtte, de pest zou ophouden.

En zoo geschiedde het ook werkelijk. — Tot aandenken aan de weldaad van tlc:cgt;i goeden raad wordt te Valenciennes jaarlijks daags vóór het leest van mamA-geboorte eene algemeene processie gehouden, die acht dagen lang dagelijks door het achtste deel van dim omtrek gaat, welke vroeger door de heilige Moeder Gods met dien gordel werd aangeduid. De gordel zelf wordt nog altijd onder de kostbaarste reliquieën der kerk te Valenciennes bewaard.

Men leest ten dezen opzichte in een later werk van adriaan eguon, dal len titel heeft: ȟe dienst der heilige Maagd maria,quot; hel volgende:

))De godsdienstige processie, genoemd «van Onze Lieve Vrouw van den gordel,quot; die te Valenciennes, in het departement du Nord in Frankrijk, tot aandenken aan de pest in het jaar 1008 gesticht is, wijl de slad, volgens eene vrome overlevering, van die pesl bevrijd werd door de insluiting met een wonderbaren gordel, die om hare muren verscheen, heeft op Zondag den IA September 184! na alloop der Hoogmis plaats gehad. Die processie, uit de drie parochieën der stad bestaande en waarbij men een groot aantal maagden in witte sluiers het beeld des heiligen gordels zag vergezellen, is door de gansche slad getrokken; hierop begaf men zich ook builen de muren, om die plaatsen Ie bezoeken, welke de wonderbare gordel in het jaar 1008 had aangeraakt. Overal, waar hij voorbij kwam, ontving' de vrome trein van de talrijk toege-

-ocr page 476-

8

stroomde aanschouwers bewijzen van deelneming en vereering.

Men ziel hieruit, hoe levendig do dankbaarheid des Christens is. Hij vergeet, ondanks alle staatkundige omkeeringen, nooit eene door bemiddelenden raad en voorspraak der heilige Maagd maria ontvangen genade j het aandenken daaraan plant zich van geslacht tot geslacht voort, en de godsdienstige bewoners der stad, die aan de vrome processie deel nemen en zich de zware bezoeking herinneren, waarvan hunne voorouders bewaard werden, verheugen zich des te meer in de hun geschonken beveiliging, en smeeken vurig tot de heilige Moeder Gods, hen door hare madhtige voorspraak voor den terugkeer van een zoo vreesdijk hevigen geesel te bewaren.

Nog heden — en misschien is dit sedert het jaar 1008 — ziet men hoven de naar Laon voerende stadspoort van Yalen-ciennes, genaamd la Fère, de heilige Maagd met het kind jesus in steen uitgehouwen. Daaronder slaan de verzen:

//8i 1'amour de Marie en ton coeur est gravé.

Passant, ue t'oubly de lui dire un ave! —

Zoo de liefde lot maria in uw hart gegrilt is, voorbijganger, vergeet dan nooit, haar met een «Avequot; te begroeten.quot;

-ocr page 477-

9

De Maria-Mei.

Oorspioiig; en viering; der Mei-vereering;. ')

(Naar: De MARlA-vereering in ite Katholieke Kerk.)

ÊÊW

1. j^^cuc dor schoonste cn liefelijksle MAniA-oelcningcn is wel de Mei-vereering. Het begin der lente, het L^3 groene, bloeiende, zoetgeurende cn door liederen verlevendigde ontwaken der natuur wordt aan de maagdelijke Moeder Gods maria gewijd. Gewis zeer zinrijk! Im-mers ontwaakte ook de menschhcid tot nieuw leven, toen in de Gebenedijde des lleeren de voorspellingen des Ouden Verbonds vervuld werden.

De schrijvers zijn het over den oorsprong van deze roerende vereering niet eens. Meerdere geleerden schrijven haar toe aan den b. piiilippus neiu , die zoo bezorgd was voor het heil der zielen, cn zoo ijverig, om den dienst der verheven Moeder Gods overal te verbreiden. Deze heilige, die vooral van de jeugd hield, bad bemerkt, dat de Meimaand voor de jonge lieden de gevaarlijkste maand des jaaÊrs was. Ontroostbaar, dat bij het vuur hunner hartstochten niet in toom kon houden, beschouwde hij hen met ontroering, de oogen vol tranen. Eindelijk kwam hij op de heilige gedachte, zijne toevlucht tot dc Koningin der maagden te nemen en den jeugdigen leeftijd gedurende dc maand Mei onder bare moederlijke bescherming te plaatsen. Met dat doel schreef hij den jongen lieden regelen van

') Mei is een oud Duitsch stamwoord en drukt uit — het schooue, bevallige, reine, maagdelijke; cn dezeu stempel heeft de natuur iu den lentetijd.

-ocr page 478-

10

gedrag voor, hoc zij deze sclioone, voor hunne onschuld zoo gevaarlijke maand heilig konden doorbrengen. Hij beval hun aan, der Moeder Gods voor hare afbeeldingen, standbeelden en altaren vrome huldigingen Ie brengen, en beprfalde dagelijksche godsdienstoefeningen, onafgebroken bezoek van de licilige Mis en het Christelijke onderwijs, veelvuldig gebed in verbinding met beoefening van deugd en godzalige werken, eindelijk eene algemeene of bijzondere Communie in den loop of op het einde der maand en toewijding aan de allerzaligste Maagd. De gelukkigste gevolgen bekroonden zijne vrome pogingen, en die maand, die anders zoo gevaarlijk was, voornamelijk in Italië , werd eene maand van zegen, die bloesems en vruchten dei' zaligheid droeg, welke de Kerk verblijdden.

In Italië dus, dat bevoorrechte land, waar de godsdienst zijn troon heeft en waar de verheven Moeder Gods de roerendste huldigingen ontvangt, heeft de uauia-vereering in de Meimaand, waardoor de schoonste maand des jaars aan het beste en schoonste schepsel gewijd is, haar ooi-sprong genomen.

Hetzelfde gevoel, dat de kinderen der allerzaligste Maagd Maria bewoog, haar eiken Zaterdag des jaars te wijdenen liaar driemaal daags te vereeren, heelt bun de heilzame gedachte ingegeven, haar ook eene gansche maand te wijden; en daar men lot liefdegave aan iemand, dien men bemint en vereert, het beste en aangenaamste moet uitkiezen; zoo hebben zij de schoone Meimaand gekozen, die door de vernieuwing dei- natuur en door de liefelijke veelvuldigheid der bloemen, waarmede de aarde zich bedekt, de ziel schijnt uit te noodigen, om ook voor de genade herboren te worden en zich met hooge deugden te tooien, ten einde daaruit ids eene kroon te winden voor de Koningin des heelals.

De Mei-vereering verbindt door bevallige liederen de bloemrijkste, liefelijkste maand des jaars met het liefelijkste, toegevendste, voor onze zwakheid toegankelijkste, wat de

-ocr page 479-

11

hemel na God bezit, en met het onscliuldigsle cn rcinslc, wat tic aarde aanbiedt. Zij is een der jeugd aangeboden zoel genot, om haar door de bekoorlijkheid van heilige feestelijkheden en melodische geestelijke gezangen van de uitgelalen genoegens en onzedelijke liederen af te houden.

Deze teedere vereering van maria is voor de trouwe harten eene reine en overrijke bron van genaden en gunstbewijzen; zij heiligt het schoonc jaargetijde en houdt de vrome ziel te midden der verstrooiingen, die haar omringen , in eene heilige stemming.

Deze verecring, in zwang gekomen door de vruchten van genade en zaligheid, die zij ten rijkelijkste beeft voortgebracht, is de zeeën overgetrokken, cn is thans, onder de bescherming der Kerk, die haar door talrijke allaten heeft bevorderd, algemeen, dus — Katholiek geworden.

De Mci-vereering bestaat niet slechts in Spanje, Portugal, Frankrijk, België, Duitschland, Engeland, Ierland, Rome, Napels en alle deelen van Italië; zij wordt ook aan de uiterste grenzen des aarbols onderhouden cn gevierd. De Laplander aan de ijspool, de Indiaan in zijne oorspronkelijke wouden, de Arabier onder de tent in dc woestijn, zijn niet vreemd aan de viering dezer aan maiua gewijde maand; in alle vijf werelddeelen heeft de onbevlekte Moeder Gods kinderen, die aan haar denken cn hunne handen naar haar genadetroon uitstrekken. Er is niemand, van den visscher, die aan den oever des meers ronddoolt, tot den Indiaanschen jager, die op dc eenzame rotspunt zit, welke in deze schoone maand niet zijn gebed tot haar richt. De scheepsjongen op de stormachtige zee heelt hare witte banier ontrold; de wilde, in de diepste wouden verdwaald, heeft aan den voet des booms, waaronder hij beschutting heeft gevonden, hel wonderbare beeld der Moeder Gods geplaatst; cn zoo hebben zij dc woorden des heiligen lofzangs vervuld: »Alle geslachten zullen mij zalig roemen! Beatam me dicent omnes generationcs!quot; Klein en groot, de onwetende en dc geleerde, de herders cn dc koningen,

-ocr page 480-

liet. kind aan de moederborst en de grijsaard aan den rand des grafs, allen hebben van lijd lot tijd dc werkingen harer barmhartigheid ondervonden, cl misericordia ejus a progenic in progeniem; allen zullen zij komen, om hunne gebeden aan dc voelen te leggen van haar, die alle eeuwen share Moederquot; genoemd hebben. De een zal haar altaar met hare drievoudige bloemkroon sieren; dc ander zal een traan van liefde en dankbaarheid er op laten vallen; dc jonge bruid zal haar bruidsring, de lecdere moeder hel aandenken aan haar overleden kind, dc jonge soldaat hel don vijand ontweldigde vaandel daar neerleggen!

De Meimaand is de maand der heilige blijdschap; zij is de maand, waarin de natuur voor maria den kelk harer schoonste bloemen ontsluit; voor haar ontwikkelen zich dc purperen rozen, dc leliën onzer dalen, do vruchtbare wijnstok. Üe meisjes looien in deze maand hare altaren met seringeruikers en bloeiende mcidoornlakkon.

In hol dal naasl dc oude rots, aan don oever van het heldere beekje, heei'l de vrome herderin voor de Koningin der maagden haar landelijk altaar opgericht; gij ziel daaraan geen marmerzuilen, geen verguld schrijnwerk, maar wel vindt gij broemrijke dreven, bladerrijke boomen, die hel aangenamer beschaduwen dan onze schitterendste tempels; gij boorl daar niet de welluidende muziek onzer groole steden, maar gij geniet de landelijke rust, gij zuil hij hel aanbreken van den dag hel gekweel der vogels en den lofzang dor gelukkige herderin aan de Morgenster hooron !

In hol dorpje hebben de jonge landmeisjes haar leesltooi aangedaan. Dc processie der maiaa-maand begint. De klok roept de schaar der geloovigen naar de kerk; de wijngaardenier komt den heuvel af, de landbouwer snelt uil de vlakte toe, de houthakker verlaat het woud, de moeders sluiten hare hullen: om hel feest der Meimaand bij te wonen. Spoedig ziet men de geestelijkheid, de lange rijen jonge meisjes verschijnen; de trein stelt zich in beweging en het gezang weerklinkt: «Mijne ziel prijst hoog den Heer

-ocr page 481-

13

on mijn geest jubelt, in God, mijn Redder; Hij heeft neergezien op de nederigheid Zijner dienstmaagd! — Hij heeft groots aan haar gedaan door de macht Zijns arms! — De hoovaardigen heeft Hij verstrooid, de nederigen heeft Hij verhoogd! — De banier der heiligen, het kruis, de eenige hoop onzer zaligheid opent de processie, dan komt het beeld der onbevlekte Maagd maria, op een met loofwerk versierden troon zittende, en door vier jonge meisjes gedragen; haar eeregevolg bestaat uit hare meest kuische kinderen. De dorpsbewoners volgen ondereen, men overschrijdt de grens des dorps en trekt langs de bloeiende meidoornhagen, in welke de nachtegaal zijn liedje neuriet; de hoornen zijn met bloemen bedekt of met jong groen gesierd. De wouden, de dalen, de beken, de rotsen hooren afwisselend de liefde-hymnen aan maria, en ten slotte zendt do maan haar zacht licht van den hemel op dit geliefd feest, dat de liefelijkste maand van elk jaar ons terugbrengt.

2. ïïcwijzenu, waarop die vereering geschiedt, is gewoonlijk de volgende: Daags voor don eersten Mei brengt men don schoonsten bloementooi bijeen, om hot Christelijke feest dei- lente lo verheerlijken en een Moodei'-Godsaltaar te versieren. Den eersten Mei 'savonds, op bet bepaalde uur, cn zoo alle dagen der maand, wordt na een gegevenklok-keteokon hot Hoogwaardigste Goed van het Hoogaltaar naar het in lichtglans stralend, van geurige bloemen omringde Mei- en Moodcr-Gods-altaar gedragen en daar de heilige zegen gegeven. Hierop volgt oono korte voordracht, die een beschouwings-thema uit het leven van maria, eene gebeurtenis, waarin hare macht en genade zich opvallend vertoond heeft, eono barer vele deugden of eene Christelijke geloofsleer in verbinding met haar leven behandelt. Heeft do prediker geëindigd, dan wordt do Laurotaansche litanie geboden of gezongen. Op de litanie met hare ge-heden volgt op vele plaatsen nog een langer of korter Marialied. Ton slollo dor vereering wordt de zegen met

5gt;ȕ

lil

$ §:'P;

III'ff

ifH pïfsii %

P

tl tfef t 1 an

H'/f) i- lp'®»

■Mi

-ocr page 482-

u

hel. Allerheiligste gegeven, eerst van het Mei- en dan van het Hoogaltaar. — In de huizen wordt eveneens het heeld der heilige Maagd ol een klein huisaltaar versierd, en 's avonds de heilige rozekrans of de Lauretaansche litanie gebeden. — In Frankrijk en Italië worden er bovendien gedurende deze lieve maand plechtige processies gehouden en in het algemeen alles gedaan, om de Mei-vereering op de waardigste en meest gepaste wijze te verrichten. De toeloop naai' de kerken bij dit feest is daar ook ongemeen groot. Talloozen verecnigcn zich met hun Heiland in het heilige Sacrament des altaars en zenden in gemeenschap met de glorierijke Meikoningin hun vurig smeeken voor de alge-meine en bijzondere belangen der Christenheid tot den goddelijken troon op. En komt dan het einde der vereering, dan zien mannen, vrouwen en kinderen, stedelingen en landlieden weemoedig deze lieve maand afscheid nemen; de herinnering daaraan werkt verheffend en verblijdend door bet overige van het jaar, en geruimen tijd vooraf verheugt zich oud en jong weer op de terugkomst der Meimaand. Maar ook in België, waar die vereering nu inheemsch geworden is, en in vele steden en plaatsen van Oostenrijk, gelijk bijv. te Innsbruck, Linz, Salzburg en in talrijke steden en dorpen van het overige Duitschland, vindt die vereering, die alle andere in teederheid en bevalligheid overtreft, groote deelneming en wordt op het prachtigst en roerendst gevierd.

Overigens bestaat de Imlujincj der Meimaand wezenlijk in de volgende punten:

1, Eiken morgen offert men alle handelingen van den dag aan do maagdelijke Moeder en door haar aan haar goddelijken Zoon op, en men beijvert zich, die heilig en volmaakt te verrichten. 2. Dagelijks woont men, als het geschieden kan, bot heilige Misoffer en den openlijken Meigodsdienst bij ; doch do laatste kan ook in liet bijzonder en te huis gehouden werden. 3. Men bidt dikwijls óf alleen óf met de huisgenooten den heiligen rozekrans en de

-ocr page 483-

15

Lauretaanschc lilanic. //■. Men reinigt dadelijk in liet begin zijne ziel door eene rouwmoedige bieclit en ontvangt de heilige Communie; ten minste geschiedt dit eenmaal in den loop der maand. 5. Men werkt de maand dooi- onvermoeid aan het afleggen van een gebrek, alsmede aan hel loeëi-genen eener deugd, en bevlijtigt zich in liet algemeen, der goddelijke Moeder door de reinheid des harten Ie behagen. 0. Eindelijk tracht men de vereering van maria ook bij anderen te bevorderen en werkt, waar men kan, lot bekeering van een zondaar.

De Kerk heelt deze wijze van vereering door hel schenken van rijke allalen goedgekeurd en alle geloovigen tot vlijtige deelneming opgewekt. In de aflaat-bulle des heiligen Vaders nus vu slaat: «Allen geloovigen, die openlijk in de kerk of te huis in den kring der hunnen gedurende de maand Mei do heilige Maagd door huldiging, gebeden en andere deugdoefeningen zullen eeren, zij voor eiken dag dier maand een allaat van 300 dagen, en éénmaal in de maand, opdien dag namelijk, waarop zij het heilige Sacrament der Boete en des Altaars ontvangen en voor de belangen dei-Kerk naar de meening Zijner Heiligheid bidden, een volkomen allaat verleend, welke aflaten ook op de zielen in liet vagevuur kunnen overgedragen worden.quot; Die aflaten zijn door denzelfden paus bij besluit van de Congregatie der aflaten den 18 Juni 18^2 ten eeuwigen dage bekrachtigd.

Vraagt men, wat en hoeveel het Christelijke leven door dit Meifeest van maria wint, daarop is licht antwoord te geven. De ondervinding heeft tot heden altijd getoond, dat hot op alle plaatsen, waar het ingevoerd werd en levendige deelneming vond, verbazende vruchten droeg. Hol kan ook niet anders; want hoe zou de vereeniging van zooveel kinderen om de maagdelijke Moeder, die haar

B

11

üf.,

sir i

allen het offer der liefde brengen en haar ijverig- om hare voorspraak bij God smeeken, geenc groote, genaderijke beschikkingen voor personen , voor stad en land verwerven kunnen? Daarbij mogen wij ook overtuigd zijn, dat zulk

m

,' ■ gt;•gt; l

m

-ocr page 484-

16

een kinderlijk feest ter eere der vlekkelooze Maagd een onuitwischbaren indruk op de gemoederen maakt en ze al-loos meer met geestdrift voor deugd en onschuld vervult.

De Maria-lUei te Rome

(Uit: Katholiek Missie-blad. Duimen, 18G0.)

De Mei-godsdienst ter bijzondere vereering der heilige Moeder Gods heeft te Rome eiken dag plaats, in sommige kerken's voormiddags, in andere's namiddags. De kerken, waarin hij gehouden wordt, zijn de geheele maand door met roode, witte en gele draperieën met lange franjes versierd, welke dooreen gemengd als groote gordijnen tusschen de zuilen of pilaren des middelschips en voor de gewelfbogen des koors hangen , maar achter hel iïoogallaar lol bijna op den grond vallen. Aan hel Hoogaltaar bemerkt men een schoon, door engelen gedragen Moeder-Gods-heeld, dat eiken dag, na adoop der godsdienstoefening, in dc meeste kerken bedekt wordt mei een doek, waarop dc naam maiua geschreven slaat. Dit altaar is van boven lol heneden geheel met lichten bezet, en bovendien hangen ter weerszijde er van, van de punt des altaars tot aan den uilgang van het koor, en wel telkens dieper naar beneden, vele glazen kroonkandelaars.

Dc dienst begint eiken dag met eene predikatie, die in dezelfde kerk dc geheele maand door steeds door denzelfden priester gehouden wordt. Na de predikatie geeft de prediker den toehoorders uit hol handhoekje voor dien dag eene deugdoefening — fiorello , dal is «Bloempje op het altaar der allerzaligste Maagd,quot; op, die meestal eene afsterving vereischl, verder eene bijzondere loewijdings-betuiging aan de Moeder Gods — en een schietgebedje , welk laatste voornamelijk bij de alsdan gehoorde predikatie past cn dat aanbevolen wordt, op dien dag zoo dikwijls mogelijk te gebruiken. Daarop verzoekt hij eenigc Ave maria's Ie bidden voor de bekeering van verslok te zondaars

-ocr page 485-

17

of dwaalgeloovigen, cn soms wekt hij oolv op lol ccno aalmoes voor den looi des altaars. Eenmaal beval de prediker in al Jesa, oene groote, prachtige Jesuitenkerk, eene tachtigjarige, verstokte zondares, die bovendien den dood nabij was, in het gebed zijner toehoorders aan; en ik zag en hoorde met verbazing, hoe op hetzelfde oogenblik de zeer bedrukte verzameling van schrik beefde en sidderde en door een dof gemompel hare ontsteltenis zoowel als haar medelijden te kennen gaf. Voorwaar, een zoo krachtig getuigenis van een levendig geloof in eene gansche verzameling is mij nog nooit voorgekomen! — Na de predikatie komt er een priester bij het altaar, zet het Hoogwaardigste Goed uit en bidt drie Weesgegroet, mauia ! mei een Eere zij den Vader enz. of een ander gepast gebed. Daarop wordt onder orgel-accompagnement door een bij het orgel geplaatst mannenkoor, afwisselend met het gansche volk, in het Latijn de Lauretaansche litanie gezongen.

Om ook den handwerkslieden, daglooners en anderen, die op den dag niet komen kunnen, hel genot dezes even schoonen, als heilzamen Meidiensles te schenken, wordt hij in eenige kerken 's avonds na zonsondergang — waarmede te Home ook plotselinge duisternis invall — gehouden. Doch tol die avonddiensten hebben eiiivd mannen den toegang. Tweemaal, in het midden dei' maand cn op den eersten Zondag in Juni, worden in de gebezigde kerken alle geloovigen ter biecht cn Communie opgeroepen, welke laatste op een bepaald uur voor allen gemeenschappelijk plaats heeft. Tegen den avond des eersten Zondags in Juni, der tweede gemeenschappelijke Communie, houdt de prediker voor eene uiterst talrijke verzameling eene heerlijke slotrede, waarin hij de geloovigen lol bewaring en vermeerdering hunner godsvrucht voor de Moeder Gods opwekt, cn hun lot dal. doel korte en lichte oefeningen oplegt, en ten laatste met een kinderlijk, tot maria gewend verzoek zich cn al zijne toehoorders in hare liefderijke voorzorg aanbeveelt. Na die slotrede wordt de geheele

A. Ilungaii. Avc-Mariu-Klokjc. TT. C)

-ocr page 486-

18

MddiensL geëindigd, even ais op do afzonderlijke dagen , doeli met nog groolere plechtigheid. En bij hot uitgaan uit dc kerk kan men bij allen opmerken, dat die dienst hun een blij en zegenrijk genot is geweest en blijven zal, en dat zij verlangen naar de terugkomst van dien genaderijken tijd.

Die Meidienst ter vereering der allerzaligste Maagd wordt ook door hel krijgsvolk gehouden, dat met zijne officieren hem even nederig en kinderlijk viert, als hij onder het volk plaats heeft.

iJe kinderen beijveren zich nog op eene bijzondere wijze hunne vereering voor dc Moeder Gods aan den dag te leggen, daar zij op straat op eene kleine, met een witten doek bedekte tafel een altaartje oprichten met een groot Madonnabeeld in het midden en andere kleinere beelden tusschen twee kleine kaarsen. Tot daarstelling en versiering er van vragen zij vriendelijk de voorbijgangers met een zakje in de hand om eene almoes. Wat zij krijgen, besteden zij ook eerlijk ter eerc der Moeder Gods. Ik hoorde eens onder mijn venster de gansche Lauretaansche litanie afwisselend zingen, en zag tot mijne blijdschap en verwondering, dat de zangsiers twee kleine meisjes waren, die de gansche litanie van buiten kenden. Mocht die even aantrekkelijke als heilzame vereering toch ook altoos meer in ons land algemeen verbreid worden! —

De Maria-Mei in de MinoritenKerk te Parijs.

(T'it; 1'it het Katholieke leven des tegenwoordigen tijds, iloor AUGUST LBWAI.D.)

1. Aan het einde der nauwe en vuile straat dc la Vir-loire te Parijs, die van het Beursplein naar dal der Overwinning loopt, staal de kerk der Minor Hen (petits pères of pères mineurs), anders ook »Onzo Liove Vrouw ter zegequot; (Nol re dame des Vicloires) genoemd. In die kerk

-ocr page 487-

19

slrnall in den onafgebroken glans van kaarsen on lampen liel wonderbeeld der heilige Moeder Gods, dal aan de daarvoor biddenden tallooze wonderen verrieht heell. De op-schrillen op marmerplaten, die de muren lol aan het gewelf volkomen bedekken, betuigen dit. liet zijn hier niet de gewone beloofde beenen en armen, de kinderen in luiers, de krukken, de oogen, die ook wel in staat zijn, het gemoed der Christenen troostrijk te treffen; maar het zijn duidelijke, voor allen verstaanbare woorden, die zoowel lot het hart als lot het verstand spreken.

Hier is het eeno gade, die maiua voor de terugkomst van haar echtgenoot dankt; ginds danken ouders voor den verbeterden zoon; broeders en zusters danken na langen twist voor hunne verzoening; eene scheepsbemanning dankt voor de redding uit den storm; soldaten beloven eeuwige dankbaarheid, dat zij gelukkig aan de krijgsgevaren ontkomen zijn enz.

Het wonderbeeld in de Minoritenkerk is aan het onbevlekte hart van maiua gewijd. Ten allen tijde zijn op deze plaats wonderen gebeurd. Dit beeld bekeerde den Israëliet alphonsus hatisbonne en den virtuoos iiehmann, die thans in het ordeskleed der predikmonniken op zoo vurige, indringende wijze tot boete en bekeering van anderen werkt. Dit is het Moeder-Gods-beeld, uit welks hand de stralen van zegen uitschieten, gelijk wij hel op de medaille afgebeeld zien, die op de borst van zoo veel duizenden Katholieken rust. Op alle uren is de kerk met godvruch-tigen gevuld, die voor liet altaar dos h. josef en van hel onbevlekte hart van maria hun gebed verrichten. Daarbij bemerkt men een bestendig komen en gaan in die hallen.— In de groole Sacristie is een geregeld bureau georganiseerd, waar de certificaten wegens de opneming in do «Aartsbroederschap van het onbevlekte Hartquot; worden nitgedeold. Aan de overzijde verdringt men zich, om allerlei kaarsen le koopen en ze voor het beeld van de Moeder der genade aan te sleken. Vóór den ingang zijn medailles, beelden

2quot;

-ocr page 488-

20

en beschrijvingen le koop. liet is een leven vol geloof, gelijk inen hel steeds op hedevnai'Lplaalsen opmerkt, cn daarbij zou niets bijzonder opmerkelijks zijn, zoo men er niet aan dacht, dat dit verschijnsel te Parijs plaats heeft, en wel juist in het midden tusschen hel. Palais-Royal en den Boulevard, slechts honderd schreden van het théatre des Vaudevilles, het onzinnigste tooneel der wereld, en de beurs, bet kolossaalste en verderfelijkste speelhuis der wereld, verwijderd.

2. In dc tweede belli van April werden ontzaglijke stellages in de kapel van bet wonderbeeld opgeslagen; de standbeelden der Apostelen aan den ingang werden van hunne plaatsen genomen, de biechtstoelen verwijderd, de lampen uitgebbischt, en het beeld op het allaar, met de zoo strenge cn toch zoo minnende uitdrukking, dat den goddelijken Knaap, op den aardbol staande, omvat houdt, en de daaronder in eenc glazen kast rustende reliquieën der h. aurelia, cn de beide schilderijen naast het altaar werden zorgvuldig behangen. Enkel op de kaarsroede brandden de talloozc offerkaarsen voort, doch zij werd buiten het bereik der kapel gebracht. Er zou eenc doortastende, versierende herstelling plaats hebben, om den nabijzijnden Meidiensl des te prachtiger te vieren. Eiken dag zag men meermaals den eerwaardigen grijzen pastoor der kerk, den abt desgenettes, die nu overleden is, bij de werklieden komen, om ben aan te sporen en het opzicht over bet werk te houden. Met de laatste dagen van April was alles algeloopen, en op den vooravond van den eersten Mei werd de eerste dienst gehouden, gelijk het ook in andere kerken van Parijs, als bijv. in Notre Dame dc Loretto en la Madelaine met grooten glans het geval is.

Onze kerk Notre Dame des Victoires was reeds vóór den tijd overvol, en wie ten laatste niet den weg door de groote sacristie ingeslagen had, zou niet meer in de kerk hebben kunnen doordringen.

Hoe schoon was bier alles! Hoe schitterden do nieuwe

-ocr page 489-

21

verguldsels en do Irisschc kleuren hij hol kaai'sliclil! Aiui allo pilaren hingen reusachtige standaards van violetkleurig fluweel met gouden borduurwerk, waarin do naam van Maria bevallig schitterde, en in welks midden zich een steeds afwisselend beeld vertoonde, dat eenemerkwaardige gebeurtenis uil hel leven der heilige Maagd voorstelde. Het altaar was met kaarsen bezaaid, en daartusschen verhieven zich hooge bouquetlen van witte rozen, witte pas-siebloemen en leliën. Aan het gouden traliehek, dat hel altaar omringde, hadden vrome handen hare gebrachte bloemgeschenken gehecht, die in hun veelvoudig kleurenspel met den wilschitlerenden looi des altaars een schil-derachtig contrast vormden en hel beeld als eene sierlijke lijst insloten.

In het hooge koor, voor het kleine orgel, waren de zangers vergaderd en hieven hunne heerlijke hymnen aan: schoone stemmen, vooral de hooge discant der knapen, van uitstekenden klank. Met innige vreugde luisterde hel oor, terwijl de borst zich sterker verhiel', het oog vol tranen kwam, en gemoed en zin naar den hemel zweefden. Een uitmuntend prediker hield, gedurende de gansche maand, de predikatie. Het feest duurde van half acht lot half tien uren. Het vroolijkst en mijn hart in liet binnenste roerend en bewegend, klonk mij steeds een oud lied aan de allerzaligste Maagd, dat bij hel begin en liet einde van den dienst door de zangers werd aangeheven, nu krachtig zwellend, dan zacht wegvloeiend, dat zich voor altijd in mijn geheugen heelt geprent.

llllii ■

De Maria-Mci in België.

(Uit: Dc Katholiek, ecu godsdienstig tijdschrift. Jaarg. 1851.)

(laat yij in de laatste dagen van April door de stralen der sleden in België, en treedt gij in de kerken, dan ziel gij eene vroolijke bedrijvigheid, gelijk anders zelden of

i IPl

■ïii'wl f

Éï

mi ti#9

lal

W'.i il

pil m,,.

■ te A

-ocr page 490-

22

nooit; ccnc veel grootcre en schoonere zoudt gij gewis kunnen zien, indien j^ij met engeienschredon onzichtbaar in de huizon kondet dringen en inet engclcnoogen in de harten zien. In de kerken klopt en hamert men, zoodra de morgengodsdienst voorbij is; timinerlieden, behangers en tuinlieden werken don ganschen dag en onophoudelijk gaat de deur open en toe achter grijsaards en kinderen, mannen en vrouwen, die sommigen dit, anderen dat brengen tot versiering van het heilige huis, vroolijk en ijverig als de engelen, die jagou in den droom de homelladdor zag op- en afstijgen.

Aldus nadert de laatste April, 's Avonds luiden alle klokken cn voor dien plechtigen roep zwijgt alle geruisch des levens, do handwerksman logt zijn gereedschap weg, de straten worden levendig, oud en jong stroomt naar de kerk. Uier heelt zich uit den chaos, die ze in de laatste dagen vulde, een zeer heerlijk en zinrijk plan ontwikkeld. In het midden van het kruis vóór het koor verheft het zich in wonderbare kleurenpracht. Hoog boven aan het gewelf zweeft een rijke troon van kostbare stollen, van welks troonhemel lange einden tot den grond afhangen; hem dragen dienondo engelen, in hot goud der verheerlijking schitterende, andere houden, lager zwevend, de einden met bloemketenen terug. Een rijke hloomontooi omringt den troonhemel, bloemen schijnen van hem af te druppelen, bloemen omringen en bedekken de naaste pilaren, en van den grond onder don troon rijst een bloembeuvol op, schooner dan ooit uw oog zag. Alle hemelstreken vereenigen daar hare prachtigste gaven; én het noorden én het zuiden bobben er toe bijgedragen. Vooral bloeien er de rozen in zeldzame schoonheid en lallooze menigte op, naar de kruin dringen zij zich altoos dichter, totdat bloem aan bloem staat; doch do Bloem aller bloemen, de Koningin des troons, waar is zij ?

De lichten op het altaar worden ontstoken, uit den bloemheuvel verrijst, als glirnwonnpjes uit het bedauwde

-ocr page 491-

23

gras, hel ccnc licht na hol andero, op de zijaltaren voor de heiligenbeelden wordt, hel helder en helderder, totdal do gansche kerk slechts ééne lichlzee schijul. Onder de klanken van loosleiijkc muziek treedt de geestelijkheid, mot den bisschop aan hel hoofd, naar hel altaar en hol volk ontvangt, op de knieën liggende, don sacranienteelen zegen. Na den avonddienst vormt zich de leesttroin. De schooljeugd met brandende kaarsen volgt het kruis, achter haar komen de lirocderschappen mot hare prachtige zijden vanen, in welke de levensgroote beelden der heilige Patrones fraai geschilderd zijn, allen dragen brandende waskaarsen; daarop volgt met rijke vanen het koor der zangers, die in verheven hymnen de Wonderbare, Genadevolle vieren, en ton slotte do geestelijkheid met den bisschop; zoo trekt men naar het Moeder-Gods-altaar, waarop gewoonlijk het wonderbeeld staat; dit wordt er afgenomen on op cone inel fraai snijwerk versierde, wit-goiulen draagbaar geplaatst. «Salve Regina, wees gegroet. Koningin!quot; zingen koor en volk ; zes meisjes in witte kleederen en niet witte kaarsen, rozen in het haar en op de wangen, echte bloesems vol onschuld en onbezwalkte reinheid, verheffen do baar met het heilige beeld, on zoo zweeft hel, hoog hoven al hel volk, in zegetocht door de hallen der kerk. Het maakt een wonderbaar machtigen indruk, uit eone stille zijkapel den trein met het oog te volgen, gelijk hij zich langzaam cn plechtig, door heilige melodieën omruischt, voortbe-weegt, als oen stroom bovenaardsche lichten, die, dooi dc Moeder der genade uitgezonden, door de dichle rijen des volks schijnt te vloeien. En waarlijk, er gaat daar een stroom van genade van haar uit; dit zoggen u de oogen der vrome bidders, die van begoerto lot heilige gods-vruchl overvloeien, de lippen, die zich in het. zacht gebed bewegen of van helle, blijde gezangen overvloeien! Hoe ver ligt voor deze allen in zulke oogenblikken de aarde en hoe nabij de hemel; hoe helderziend wordt in hen de in aardsche boeien geklonken geest, helderziend én door

1 i }

■ tel gt;■ gt;:

l': iil' ^

ff ^ 1

' 'Éfei !

■ ^-;-i 1

: i

J

-ocr page 492-

24

de liefde, die dan hare vlucht hooger dan ooit verhief, cn door hel geloof, dat machtiger en sterker geheel het binnenste doordrong! »Nu spreke mij niemand meer van de uiterlijkheden in het Catholicismezoidc een Prolcdanl, dien ik eens naar dit feest medenam, »ik heb slechts innerlijkheid gezien cn gevoeld!quot;

Eindelijk houdt de trein voor den bloemheuvel stil cn het beeld, de heilige «Rosa mystica,quot; wordt op denbloei-enden rozentroon verheven. Een laatst lied groet de heilige Moeder eu de dag eindigt met den sacramcnteelen zegen.

De gansche maand Mei is nu eene feestmaand; eiken dag is er plechtige Hoogmis, vesper en avonddienst cn op vele plaatsen ook predikatie. Wie nu recht wil opmerken, hoe diep de vereering der goddelijke Moeder in de harten des volks wortelt, die ga in een stillen hoek dicht bij het heilige beeld. Geen oogenblik van den dag zijn daar de knielbanken ledig en er is geen stand en geen rang, die cr niet in vertegenwoordigd wordt, die er niet zijne bidders in levert. Maar wie zou met ledige handen baar Iroon willen naderen, wie zich slechts met het innerlijke offer des gebeds vergenoegen? Niet alleen de mond kan overvloeien van datgeen, waarvan het hart vol is, ook de hand wil het; in de veelvuldigstc gaven beijvert zich het geloovige gemoed, zijne liefde en vereering uit te drukken, en dan blijft de armste niet achter. Naast de groote, zware en rijk versierde waskaarsen komt hel kleine was-lichtje van twee cenliines met een blauw, gebedeld linlje getooid; het is één vuur, dat ze ontsteekt, gelijk het slechts écne liefde is, die ze brengt.' liet ruikertje van veldbloemen geurt hier niet minder vol cn is niet geringer, dan de camelia's en azalia's, de oleanders en mirten, die uit de broeikasten gebracht worden. 1) De gouden,

M In hare //Reis-hcrinneriugen uit Belgiëquot; schrijft louise van plönnies:

//Het liefelijkst verschijnt de maria-cuUus in België in de maand Mei, de maand der heilige Maagd Maria. Dan wordt de Hemelkoningin, «de mys-tische Roos,quot; met tallooze rozen versierd; dan gaat er geene oude vrouw en

-ocr page 493-

25

*

met diamanten rijk bezette kroon, door de vrome koningin aan de gebenedijde Maagd geschonken, overstraalt, niet en verdonkert niet het kleine wassen hart der arme bedelares. En hoe schoon, dat ieder zijne gave brengt, dat niemand ze zendt, dat ieder open en vrij belijdt, tot de vaan der heilige te behooren; dat schenkt juist aan de gaven hare rechte en echte waarde.

Hoe menig diep treffend looneel vloeit nil dien dege-lijken geloofsmoed voort! •— Er kwam eens, toen ik in de kerk Notre Dame de la Yictoire te Brussel knielde, eene moeder met het kleinste kind op den arm, hot groo-tere aan de hand; zij wilde haar bloempotje voor het beeld plaatsen, maar de kinderen reikten er beide naar, geen van beide wilde zonder offer zijn. Om aan de sclioone ijverzucht een einde te maken , wilde de moeder de bloemen tusschen de kinderen verdeden, zij zette den pot neer om ze af te plukken, doch zij aarzelde, het struikje zou geheel geschonden geweest zijn; toen kwam er in haar een denkbeeld op, snel greep zij de handjes van het oudste kind en plaatste die onder deïi pot, die van het jongste moest zij er op houden, en zoo schonken zij vereenigd het struikje. — Daar kwam een bruidstrein, het bruidspaar voorop, beiden droegen twee volkomen op elkander gelijkende bloemstruiken, elk met drie bloesems, cu elk versierd met eene gouden snoer, waaraan een zilveren hart hing, de zinrijke beelden hunner innigheid en liefde; zij offerden alles onder tranen van roering, baden een poosje en gingen toen opgeruimd en met schitterend oog naar het altaar, om het heilige Sacrament Ie ontvangen. — Een frissche wilde knaap springt het voorportaal der kerk in, rukt zijn mutsje af en treedt snel cn met lachend oog voor hel beeld, waar hij hel van zijn speelgeld gekochte kaarsje aansteekt cn zich op de knieën in zijn licht ver-

gecne maagd en geen kiml naar de kerk, zonder der heilige Maagdoen l)loci-enden tak aan de voeten te leggen; dan vernieuwt elke morgen dc geurige pracht,quot; —

-ocr page 494-

%

*

heugt, totdat het opgebrand is, gelijk de h. herman josek zicli in den roeden appel verheugde, dien hij het kind .iesus schonk. En hoe veel bedrukte harten naderen niet den troon der Maagd, hoeveel zuchten van jammer stijgen tot haar op; maar zie de lijdenden, als zij de kerk verlaten, gij zult /e bijna niet meer herkennen , zulk een vrede ligt er op hunne trekken, zoo groot is de blijdschap, waarmede zij nieuw leed tegengaan.

Doch bijzonder zijn het de Conjegaliën der heilige Moeder van jesüs, die zich beijveren, de maiua-raaand recht en op elke wijze le vieren. Gelijk bekend is, ontstonden die gezelschappen in het jaar 1503 te Rome en hebben wij daaraan de instandhouding des heiligen geloofs in zeer veel gemeenten le danken. Een Belgisch Jesuit is haar stichter; hij verzamelde eenige jonge lieden om zich tot eene vrome verecniging, die spoedig zulk een naam van vroomheid en heilig leven le Rome verkreeg, dat de toetreding door den paus aanbevolen werd, »als een krachtig middel tot bewaring der onschuld, lot versterking in het geloof, tol onderhouding en voeding van den geest der Christelijke liefde en lot opwekking der vereering van, des vertrouwens op en der liefde voor de allerzaligste Moeder Gods in de harten aller geloovigen!quot; Onder de andere lantlon van Europa zag Itelgië het eerst de Congregatiën in zijn schoot bloeien; spoedig verbreidden zij zich ook elders en alle standen ijverden, zich er in te laten opnemen, de heiligste mannen deden hun best, haarleden aan le brengen (zoo de h. franciscus van sales, aloy-sius van gonzaga en anderen), en dc pausen gregorius xiii lol rius vi beschonken haar met rijke aflaten. In gansch België bloeien nog heden de Congregatiën, terwijl zij elders meestal verdwenen; en men behoe'ft slechts eens hare vergaderingen te bezoeken, hetzij de kerkelijke of andere, die eenvoudig aan schoone vermaken gewijd zijn, om zich van den degelijken geest te overtuigen, welke die vereeni-gingen hezielt. Gelijk voor bijna drie honderd jaren de

-ocr page 495-

27

Jesuilen haar vestigden, zoo zijn zij ook nu weer hare lei-dors; dal. alleen zou reeds genoeg zijn, om ons gewichtige resultaten te waarborgen. Een van de leden der Orde is gewoonlijk directeur der Congregatie; hem ter zijde staat een prefect met twee assistenten, een secretaris en zes tot twaalf raden. Deze gansche bestieringsraad (de directeur natuurlijk uitgezonderd) moet minstens alle acht, a veertien dagen ter biecht en Communie gaan, de leden ten minste éénmaal in de maand, bovendien op de feesten des Ileeren en der allerzaligste Maagd, op de feestdagen des h. joan-nes den Dooper, dor h. Apostelen pktrus en i'AULUs en aller heiligen. Tweemaal por maand vergaderen de leden lot vrome oefeningen in hunne kapel, zij verplichten zich, eiken dag, zoo mogelijk, eene heilige Mis te hooren en tot zekere gebeden 's morgens en 's avonds. Bovendien leggen zij bij do plechlige opneming de gelofte af, zich meer dan anderen aan don dienst dor heilige Moeder le wijden, meer dan anderen goede werken te verrichten, doch dit nooit, zonder zoo mogelijk voor elk afzonderlijk geval den raad en do goedkeuring huns biechtvaders ingewonnen le hebben. Nalatigheid in het bezoek dor vergaderingen of de ontvangst der heilige Sacramenten wordt, even als elk ander zwaar vergrijp, met gedeeltelijke of geheele uitsluiting uit do vereeniging gestraft, een geval, dat overigens hoogst zelden moot voorkomen. Dat do waardige viering der mania-maand een bijzonder voorwerp harer zorg en haars ijvers is, heb ik roods vroeger opgemerkt. Het zieke lid wordt door allen bezocht, daarvoor wordt door allen gebeden, voor de overledenen wordt eene zielmis gehouden, die allen bijwonen. Reizende leden krijgen eene soort van pas, waarmede zij overal tot de vergaderingen der Congregatiën toegang hebben. Zoo vor-loonen deze vereenigingen het volmaaktste beeld van liefde, vrede, godsvrucht, frisch en ernstig streven naar volmaking.

Doch ik keer lot de MARiA-maand terug. Zij verloopt

-ocr page 496-

28

in licilige blijdschap en haar laaide day is bijna een dag van rouw. Mel dezelfde plechliglieid wordt 's avonds van den 31 Mei na een plechtig Te Deum het wonderbeeld weer naar zijne oude plaats teruggebracht, van waar het op den bloementroon verheven werd.

Don volgenden morgen wordt het zeer levendig voor de kerkdeuren, want er is ver hooping. Onder de vele wegen, die de vrome zin van burgers en edelen kiest, om der kerk kleine ondersteuningen in geld te doen toevloeien, behooren deze en alle dergelijke verkoopingen lot de zinrijkste en schoonste, lieden worden namelijk de bloemen le koop geboden, die de kerk tijdens de MAim-maand versierden, op het land hel gansche jaar door zeer dikwijls een stuk boter, een brood, eene handvol vlas, de eerstelingen van hel gewonnene. Er ontwikkelt zich een vrome wedstrijd, ieder wil een bloempot, een ruiker hebben; schertsend drijl'l men ze lol betrekkelijk hooge sommen op en geeft, blijde in hel bezit, nog meer dan de geboden som bedraagt; zoo zag ik eenvoudige kleine rozestruiken met verscheidene guldens betalen, een veldbloemruiker met drie francs. Maar de armen? O die gaan niet ledig heen, dal duit de liefde niet; ik zag le Geul eene welgekleede burgervrouw eene geheele mand vol ruikers en kleine potten koopen en de armeren wenken, die haar in menigte volgden. Zij begon nu op eigen band eene gratis-verloting, waarbij, daar zij de groole ruikers nog in meerdere kleine scheidde en verdeelde, niet slechts niemand ledig heenging, maar nog over bleef. — Indien gij zien wilt, hoe vindingrijk de vroomheid is, ga dan naar België, daar kunt gij leeren.

-ocr page 497-

29

l)c Mam-Mei tc Luxemburg'.

(Uit: Ue volksverhalen van Luxemburg, iloor n. steffkn,)

i. Dc lenle, dat heerlijke jaargetijde, is er weer; dc liefelijkste Meimaand is begonnen en overal staat alles in nieuwverjongde pracht en heerlijkheid. Tailooze geurige bloemen versieren in den bevaliigsten kieurendosch de dalen en hoogten. De hicht weerklinkt van het duizendsteminigo gezang der vroolijke vogeltjes, en nieuwe lust, nieuwe blijdschap trekt de harten der menschen binnen.

Maar dubbel verheugt zich de gemoedelijke LuMmburgcr in den liefelijken Mei; want is die niet ook de «maiiia-maandquot; en valt daarin niet het heerlijke, jubelrijkeacht-daagsche maria-feest, het nationale feest van ons land? —

Van nabij en van verre stroomen tijdens dc feestelijke Octaaf de vrome pelgrims in gansche scharen naar de stad Luxemburg; lalloozc processiën trekken, voorop het teekeu der verlossing, met wapperende, gewijde vanen en onder vrome gebeden en gezangen dagelijks den weg op naai' de zegen verspreidende plaats der genade. De kerken, de straten der stad kunnen dc menigte pelgrims niet bevatten; en altijd en altijd stroomen nieuwe treinen toe, hoog hoven de menigte verheft zich nog altijd het kruis, gevolgd van tailooze wapperende, bonte vanen, en voortdurend klinken de gebeden en liederen der godvruchtige bedevaartgangers.

Met van vreugde stralenden blik staat de Luxemburger en staart het grootsche, verheffende schouwspel aan. Tranen van aandoening ontvloeien liet oog bij de openbaring van zulk een diep en innig geloof en vertrouwen op God van den kant eens ganschen volks. Zelfs de ongeloo-vige staat verbaasd en bewondert in zijn hart den roerenden, kinderlijk vromen zin der bewoners van het groot-hertogdom Luxemburg

En dit alles zijn slechts zwakke voortonen der viering van den eigenlijken feest-Zondag. Die heerlijke, vreugde-

-ocr page 498-

30

rijke dag' is als do lichlzce, waarin dc afzonderlijke liclil-stroomen der gansche Octaaf samenvloeien. In plechligen jubel kiinken in de vroegte de klokken van alle torens der stad en verkondigen het aanbreken van den feestelijken dag. En dadelijk verlaat dc burger zijn bed en met blij dankgevoel voor zijn Schepper, die hem op nieuw den schoonen dag heelt doen beleven, snelt hij naar buiten tot zijne buren, om in gemeenschap met ben aan den feestelijken tooi der stad te arbeiden. Als door hetoovering verheiïen zich langs de straten frissche groene boompjes; bloem- en loofguirlandes slingeren zich , als door onzichtbare hand geweven, op eens dwars er over been, en daaraan hangen liefelijke zinnebeelden met het kunstig doorvlochten naamcijfer der gevierde Hemelkoningin, nette bloemenmandjes, of uit mos en bloemen zinrijk gewerkte kronen. Schilderijen, tapijten, vlaggen en vlaggetjes, kransen van loof, bloemen en mos, versieren dc huizen en schenken aan de straten een ongemeen bezield, vroolijk, feestelijk aanzien.

Maar waarom versiert men dan beden zoo bijzonder heerlijk huizen en straten in Luxemburg? waartoe het groen, de kransen, dc vlaggen, dc bloemguirlandes ? waartoe de fraai versierde altaren, die men daar op de openbare straten opricht ?

0 vreemdeling! heb slechts een winig geduld, en er zal zich een schouwspel aan uw oog voordoen, gelijk het slechts bij vroom geloovige, kinderlijk vertrouwende volkeren van het Katholieke geloof zoo heerlijk, zoo verhclTend en tevens zoo roerend te zien is! — Nog slechts weinig uren en gij zult zien, boe onder het jubelend luiden der klokken, onder den donder der kanonnen, onder den plechtigen klank der muziek, onder het verheffende gezang veler kinder-, mannen- en priesterkoren en onder luid, hartelijk, godvruchtig gebed een geloovig volk: kinderen, jongelingen en maagden, mannen en vrouwen, broederschappen en gilden, priesiers en leeken, in eindeloozen, onafzienbaren

-ocr page 499-

31

trein door do feestelijk versierde slralen Irekken. Eene pracht, eene heerlijkheid, gelijk gij die wcilichl nooil go-zien hebt, zal u tegenslralen; honderden banieren, vlag-geljcs, vlaggen en uithangborden, scharen van hemelsei) getooide, engelachtige kinderen met bloemenmandjes, bloemkransen, fluweelen met goud doorwerkte kussens, sneeuwwitte waskaarsen, vlaggen en kruisjes; tallooze priestersin feestelijk ornaat, wierookvaten zwaaiende, gewijde kaarsen dragende en den lol' der hoogc Hemelkoningin bezingende; het stedelijk bestuur, de leeraars van het atheneum en vele andere hooge beambten, a'len in feestdoch, zult gij voorbij zien gaan voor een hoogen, beerlijken troonhemel, waaronder, stralende in goud en edelgesteenten, het beeld der allerzalüjsle Maagd maria, de schutspatrones des lands, door vier geestelijken wordt gedragen. Genaderijk schijnt l.i de hooge Hemelkoningin op de onoverzienbaar golvende menigte barer beschermelingen neer Ie zien, en, liefdevol zegenend, de biddenden toe te lachen.

Onophoudelijk klinkt het jubelend gelui der klokken ; voortdurend klinkt do muziek, het gezang; uit de verte dreunt de donder der kanonnen.

Op de knieën zinkt het volk en neigt aanbiddend hot hoofd ter aarde: hot Hoogwaardigste Goed, het Allerheiligste |l Sacrament des Altaars, nadert, en als eene stralende, zegon verspreidende zon verschijnt hel, door het opperhoofd van de priesterschap des lands onder een troonhemel gedragen, boven den voorttrekkenden trein. Reine, heldere zilver-klank van vele klokjes, door lieve jongentjes en door wit gekleede koorknapen gezwaaid, verkondigt de nadering or van. Bij elk der opgerichte altaren treedt de priester met de monstrans onder den troonhemel te voorschijn, en ondor plechtig lofgezang, ouder liet machtige luiden aller klokken en onder den verdubbelden donder der kanonnen verheft

liij zegenend hel. Sacrament boven het sprakeloos knielende volk.

Eene onafzienbare, dicht gedrongen, luid biddende men-

-ocr page 500-

schenraassa stuit den grootschen, geweldigen, plechtigen trein.

Zie, vreemdeling! dat is do pleclilige processie, die jaarlijks te Luxemburg ter eere der allerzaligste Maagd maru , de Sclmtspatrones des lands, op een der Zondagen van de liefelijke »ii\MX-maandquot; gehouden wordt.

Sedert oniieuglijke tijden wordt de iiooge Hemelkoningin in liet geheele groot-hertogdom Luxemburg als Schutspatrones vereerd en aangeroepen, en nooit heelt zij het gebed en liet smeeken barer vroom vertrouwende beschermelingen Ie schande doen worden.

2. liij lalloozc gelegenheden beeft maru den Luxemburgers hare moederlijke genade en goedheid bewezen, cn ook beden nog verhoort zij gaarne hun vertrouwend, kinderlijk gebed. Haar beeld prijkt heerlijk op het hoofdaltaar der Lieve-Vrouwe-kerk te Luxemburg, en vrome, liefelijke volksverhalen, die overal in den mond des volks in Luxemburg leven, geven ons bericht van deszelfs wonderwerken en huldebetooningen.

Als voorbeelden mogen eenige dier verhalen bier volgen:

Tijdens nog de keizerlijke banier van Oostenrijk op de lorens van Luxemburg wapperde, toen de stroom der Fransche vernielengswocde nog niet zijne dijken bad doorgebroken , en met zijn woest, slijkerig water nog niet al het schoone, al hel heilige, al bet goddelijke had overstroomd, verhief zich vóór de Nieuwe poort, slechts weinig honderd schreden van de stad verwijderd, een lief, vroom kerkje, dat aan de allerzaligste Maagd gewijd was, en waarin zoo gaarne de geloovige menigte de genaderijke Moeder Gods vereerde en om bijstand aanriep. Wijd en zijd stond bet kerkje in hoogen roep, en van verre en nabij stroomden de vrome pelgrims toe, om deel te nemen aan de vele en groote genaden, die de booge Hemelkoningin dagelijks en ieder uur op het heilige buis liet af-druppelen.

liet MARiA-beeld in hel kerkje — zoo luidt het verhaal —

-ocr page 501-

33

wns vroeger door de heilige engelen van don hemel aan een vromen en godzaligen] kluizenaar in do nabijheid, gebracht; en die kluizenaar moet dezelfde geweest zijn, die de kluis van het heilige Kruis gesticht hoeft, welke een latere schijnheilige booswicht gewaagd hoeft, door ontzettende euveldaden, door moord en doodslag, te ontwijden.

Een wonderbeeld als dat in liet MARU-korkje vóór do Nieuwe poort was er wijd en zijd niet. Alom vertelden do menschon elkander zijne vele en heerlijke wondoren , en nooit, zoo zegt men, had oen hulpbehoevende er zijne toevlucht vergeefs toe genomen.

Daarom trokken ook do inwoners van Luxemburg jaarlijks ééns in plechtige processie, mot kruis en vlag en onder godsdienstig gebed en gezang, naar buiten, om hunne geliefde stad aan de genaderijke Moedor Gods aan ie bevelen, en beschutting en genade voor hare inwoners af te smeokon. En zie, onder do genadige bescherming eenor zoo machtige en goedertieren Moeder bloeide de welvaart dor goede stad dagelijks heerlijker, en hare rechtschapen bewoners loofden zoo tevreden en gelukkig als weinigen.

Spoedig was het gebruikelijk, jaarlijks ééns hot heilige wonderbeeld van het MARiA-kerkjo ondor hot gelui aller klokken on ondor plechtige gezangen en gebeden naar de hoofdkerk dor stad te brengen, om hot bier acht dagen tor vorcering en ter aanroeping voor al de inwoners ten toon to stellen; na verloop dor Octaaf word het in plechtige processie naar hot kerkje voor do Nieuwe poort teruggobracht.

Zoo ontstond de Moeder-Gods-Octaaf en de na alloop daarvan plechtig gehouden processie, die wij boven getracht hobbon te beschrijven, en die nog tol. op dezen dag jaarlijks te Luxemburg gehouden wordt.

Doch nu gebeurde hot eens, dat hel op den voor de MAiuA-processio bepaalden dag zeer sterk en aanhoudend regende. Do goede burgers meenden, dat het bij zulk weder, zoo niet. rechtstreeks oinnogeiijk, toch hoogst onge-

A ITungarl Avc-Mam KloUJe II.

i

a

1: 'If

ij w

üt.vl

: i»;

-ocr page 502-

34.

schikt was de proccssie lc houden, en dadelijk bepaalden zij daarvoor een anderen, schooneren dag.

Maar — o wonder! — toen men den volgenden dag in alle vroegte in de St. Pieterskerk (thans Lieve-Vrouwe-kerk) kwam, was er het wondervolle beeld niet meer; het was in den nacht hij regen en wind geheel alleen nitgegaan naar zijn geliefd kerkje voor de Nieuwe poort cn met doornatte en van modder bespal te kleederen stond het, als altijd lachende, op zijne oude plaats. Dit zwijgende, maar hoogst gewichtige verwijt namen de wakkere burgers van Luxemburg wel ter harte, en van dien tijd af iiad de processie telkens op den bepaalden dag plaats, ook al zon het spiesen hebben geregend.

Yelc jaren waren er sedert die wonderbare gebeurtenis verloopen. De Fransche revolutie van'1793 was uitgebroken, en de teugeliooze scharen van do mannen des schriks vielen verwoestend en vernielend in België, cn kort daarop ook in Luxemburg. Vrees en schrik gingen voor hen uit; roof, moord en verwoesting vergezelden hen; nood, ellende en wanhoop volgden hen na. — Al het betere, hoogere vluchtte voor hen, al het heilige cn goddelijke werd door hen ontwijd en geschonden.

Ook het MAniA-kerkje voor de Nieuwe poort werd door hunne roekelooze hand uitgeplunderd cn verwoest; het vreedzame, stille Godshuis werd iu den eigenlijken ziu des woords — gelijk een heilig man het lang voorspeld had —■ in een slachthuis veranderd; want vóór het van allen tooi beroofde altaar werd door de hcillooze sans-culollcs bet vee geslacht, en stroomen bloeds vloeiden op de eenmaal zoo hoog vereerde plaats van genade.

liet wonderdadige MARiA-beeld hadden de goddelooze soldeniers van het altaar gerukt, en het onder ontzettenden spot cn gelach mede naar de stad en de wacht gesleept. Hier hadden zij het van zijn kostbaren tooi beroofd en het daarvoor vuile, met bloed bezoedelde soldatenkleederen omgehangen; voor de stralende gouden kroon hadden zij het ccnc walgelijke vrijheidsmuts opgezet, en onder scliet-

-ocr page 503-

lei'omlcn spollach knielden zij (zoo hadden hol eenmaal de Joden voor jesus gedaan)eroin heen om de «nieuw ingewijde Liberie.quot;

Doch zie! op eens staal hel beeld in slralend iiobl. — Leven schijnl hel le doorslroomen. — Zijne oogen bewegen zicii en groole traandruppels rollen de wangen af. Een verwijlenden, weemoedigen blik op bel verslijfde rol werpende, stapt bel tusschen hen door de deur uit, en dooide straten der stad tol aan do poort. Krakend vliegt deze open en naar builen treedt bet beeld, zacht als de maan schijnende, verder en verder slapt hel tol naar bel geliefde kerkje vóór do Nieuwe poort. Engelen hebben hel heilige Inns van de sporen der euveldaad gereinigd, een hcmclscbe lichtglans slraall er uit, en naar binnen treedt hel wondervolle beeld eu wordt door de engelenscharen eerbiedig weer op zijne vroegere plaats verheven.

De Franscben wachtten zich wel, bel weer van de plaats le verwijderen; en van dat iiui' af slachtten zij hun vee niet meer in bel Godgewijde kerkje, maar ervoor. Want het wonder, dal in dc wacbtkainer met het heilige maria-beeld gebeurd was, kon niet geheim gehouden worden. Uil den in oud der poorlwacht vernam het spoedig deze en gene, en weldra verbreidde zich het bericht er van niet alleen in de ganscbo stad, maar door hel ganschc land, en nieuwen moed, nieuwe hoop krijgende, sloegen de harten der goede Luxemburgers verlrouwender dau ooit tol de zaligste Maagd, hunne moederlijke Schutspatrones, op.

liet maria-kcrkje voor de Nieuwe poort is wel lang lol op den laalslen puinhoop van de aarde verdwenen; maar nog lol op dezen dag doet de vrome pelgrim bedevaarten naar hel wonderdadige wonderbeeld, en vindt, even als vroeger, bij hetzelve hulp en troost. Verhoven en liefelijk straalt hel heden van hel Hoogaltaar der Lieve-Vrouwe-kerk le Luxemhurg, en lallooze rijke geschenken van goud en zilver getuigen hier van de dankbaarheid der velen, die zich iu hare bescherming en •hulp verblijd hebben.

-ocr page 504-

30

Het feest der zeven vreugden van Maria.

(llet wordt den 7 mei gevierd.)

|)ï*(| aquot;crza'ipslG Maagd

Geschiedenis van dit feest.

/aardige overlevering was licl de Maria zelve, die aan de h. MECii-tiuldis in oen visioen openbaarde, dal hel liaar een ^ zeer aangename diensl zijn zou, zoo men hare vroeger op aarde gesmaakte vreugden met innige godsvrucht en onder dankzeggingen aan God , den Gever aller ware vreugde, behartigde. Zij zelve duidde als - zulke vreugden in God de volgende zeven aan:

1. «De vreugde, toen zij de boodschap van den aartsengel gaüriël ontving, dat zij de Moeder van den VerIosquot;ser der wereld zou worden. — 2. liij de geboorte van jesus in den slal te Betldeheni. — 3. bij de aanbidding van het Christuskind door de h. drie koningen. — /k Bij liet wedervinden van den knaap jesus in den tempel te .leru-salem. — 5. Bij de glorierijke opstanding des lleeren op den derden dag; — 0. Bij Zijne wonderbare hemelvaart. •—■ 7. Bij de zending des Heiligen Geestes op het Pinks Ier-feest.'' —

Vele heiligen Gods prezen deze zinrijke vereering en wekten de geloovigen tot de viering er van op.

iielderrand jodocüs, bisschop van Sitten, voerde in do door hem in het jaar'1028 gehouden bisschoppelijke synode voor zijn bisdom het »Festum septem gaudiorum Mariae, feest der zeven vreugden van mariaquot; in.

liet feest zelf, dat echter de Kerk noch in hel heilige Misoffer, noch door priesterlijke getijden viert, werd door paus renedictus xiv in het jaar 1745 gesticlit, en wel

-ocr page 505-

37

iiil

op verlangen van joan v, koning van Portugal. — Paus Clemens x schonk den vromen vereerders dezer »zeven vreugden van mak iaquot; een allaat.

Maria onze vreugde.

(Uit: I)c makia-prcdikcr, door ludwiq gemsiingkk.)

«Zoo dikwijls ik aan maria denk,quot; betuigt de li. iiEn-NEiiDusgevoel ik een genoegen, dat alle aardsehe genoegens ver overtreft en alle smarten der aarde verzoet.quot; — Er is dus geen beter middel, om de treurigheid Ic verdrijven en de droefenis Ie verbannen, dan de berinnering aan maria, die de Kerk in de Laurelaanscbe lilanie de yiOorzaal; onzer Blijdsehcipquot; en de h. Joannes Damaseenus eene »onuitputtelijke zee van bli jdschapquot;' noemt. — In de Heilige Schrilt slaat geschreven, ndal God een hlijdan gever liejheeflendaar het leven der heilige Maagd op aarde niets anders was, dan eene enkele grootc overgave aan God, een onherroepelijk geschenk voor den lieer, een bestendig oiïerleven; zoo kunnen wij niet meer twijfelen, of maria is steeds opgeruimd en blijde geweest, daar zij, als de getrouwste volgster des godde-lijken wils, bare gaven en oilers met opgeruimd hart gebracht heelt. 0)11 die reden beweren ook eenige Vaders, «dat de blijdschap, die maria onder het kruis over de voleinding des offerdoods van ciirisïus voor de zaligheid der wereld gevoelde, gven groot geweest was, als de smart, welke toenmaals bare ziel doordrong.quot; De blijdschap des harten, die maria haar gansche leven door bezielde, drukte zij bel duidelijkst in dat danklied uit, dal bij hel bezoek aan Elisabeth aan hare ziel ontstroomde; in dat Maynifi.-cat, dat de heilige Kerk zoo hoog in eere h nult en dal de h. the re si a met volle recht eens eener diep bedroefde en ter nedergeslagen medezuster te zingen opgaf met de woorden: «Wees stellig overtuigd, dit lied zal u gewis de blijdschap wederbrengen. In dal lied heet het: «Mijn

11

V» vé'

iiil

W

1

i

i

i

-ocr page 506-

M

geest jubelt in God mijne zaligheid!quot; De Heer was dus de reden der blijdschap van maria en ook de oorzaal; onzer blijdschap is maria, dus zij aan hare blijdschap en onze blijdschap eene korlc ])escliouwing gewijd.

Toen koning sai l beloofde, zijne dochter aan david ter gemalin te zullen geven, schatte deze het zoo boog, dat hij tot den koning zeide: »\Vie ben ik, ol' wat is mijn leven ol' wat is mijn geslacht in Israël, dat ik de schoonzoon des konings zal worden?quot; En tot de hoeren van het hol' zeide hij: «Denkt gij, dat het weinig is, des konings schoonzoon te zijn?quot; — Indien nu david de bloedverwantschap met de grooten dezer aarde, die dan toch slechts slerlelijkstc menschen zijn, zoo hoog schatte; boe moet zich niet maria verblijd hebben, dat zij door de genade des Allerboogsten lot Moeder van Zijn ééngeboren Zoon uitverkoren werd? De Heer was de reden harer blijdschap.

De Heilige Geest kwam op hot Pinksterfeest niet slechts over de Apostelen, maar ook op maria, die zich in bun midden bevond. En daar, naar de woorden des b. taulus, ook de blijdschap eene vrucht des Heiligen Geestes is, lioc vol blijdschap zal dan niet maria, de tempel des Heiligen Geestes, geweest zijn, daar zij vol van den Heiligen Geest was!

ast1ages, koning van Medië, droomde, dat uit zijne dochter een wijnstok opgegroeid was, welks ranken geheel Azië omvatten. Zijne wijzen, die hij naar de uitlegging des drooms vroeg, verklaarden: »Dc zoon uwer dochter zal heer over geheel Azië zijn,quot; hetgeen ook geschiedde; want zij werd de moeder van cyrus, die gansch Azië onder zijn schepter bracht. — Nu wist de allerzaligste Maagd maria niet uit een droom, maar uit den mond des aartsengels garrikl, dat zij een Zoon zou baren, die van zich zelf zegt: «Ik hen de ware Wijnstok, die met Zijneranken niet slechts een volk, een land, een koninkrijk, maar de gansche wereld, ja hemel en aarde omvatten en welks rijk geen einde nemen zal!quot; Zou dit geen reden genoeg zijn, om het teedere, maagdelijke hart van maria met blijdschap

-ocr page 507-

30

ipK

lij Ui

to vervullen en haar geest in God te doen juielien, daar zij bovendien wist, dat zij nog eene onbevlekte Maagd was, orsclioon zij Moeder was geworden; dat zij Dien onder haar hart droeg, welke ten doel had, de wereld van zonden te verlossen en alle menschen zalig temaken'? — Daarom jubelde zij en juichte, daarom verheugde zij zicli in God, wijl de lieer de oorzaak barer blijdschap was.

ü'ï

11 ij

TJÏ ■ Ij

mmÊ

i!

i,

'

En wie van ons, geliefde Christenen, deze blijdschap der Moeder (jlods aandachtig beschouwt, die zal ze gewis ook eenigermate ondervinden en deelachtig worden, die zal gewis ook de waarheid der uitspraak van den heiligen uonaventura gevoelen: »maiüa is God onze ccnige blijdschap!quot; — De heiligen waren van deze waarheid geheel doordrongen en de zalige Cistercienzer arnuli'H overdacht dagelijks de vreugden, die maria op aarde gedurende baar leven had. — »Ten eer sic de vreugde, die zij ondervond, loon de engel haar de menschwording van ciiuistus boodschapte en zij van den Heiligen Geest ontvangen heelt; — len tweede de vreugde, die zij had bij den groet der li. klisabetii; — len derde de vreugde, toen zij zonder smarten haar goddelijk Kind, onzen Heiland, gebaard heelt cn Maagd vóór, in en na de geboorte gebleven is; — len

i

li|k I yip l

i

11 m tl M « K

®i||

tie

Ï:1 i

li 'i i fe';

vierde de

toen de drie koningen kwamen en baar Zoon aanbaden; — len vijfde de vreugde, toen zij haar je sus in den tempel opoll'erde en de grijsaard'suieon Hem in zijne armen nam en voorspelde; — len zesde de vreugde, toen zij baar Zoon van den dood opgestaan zag; — len zevende de vreugde, toen zij Hem aanschouwde, terwijl Hij ten hemel opvoer.quot; — Die zeven vreugden ovei;dacbl hi j dagelijks en vond daarin zijne eigen zoetste vreugde.— En de allerzaligste Maagd wilde die vreugde baars dienaars )iog verhoogen. Kens, toen bij in de ziekekamer was, verscheen zij hem en sprak: «Waarom, mijn geliefde, overdenkt gij dagelijks die vreugden, welke ik op aarde zoo zoel ondervond? Gedenk ook die, welke ik in den hemel heb en die ongelijk grooter zijnquot; Hierop onderrichtte zij hemen

-ocr page 508-

AO

zcidc: » Ten eersle verheug ik mij, tlat mij, toen ik in den hemel opgenomen werd, eene grooterc glorie bereid is, dan ik slechts hopen cl' denken kon, ja zeggen oi' waar-deeren kan. — Ten tweede verheug ik mij daarover, dat, gelijk de dag dooi' de zon, zoo het hemelsdie hol', door mijne heerlijkheid verlicht, zich nog veel meer verheugt. ■— Ten derde verheug ik mij, dat de hemelburgers mij gehoorzamen en mij als de Moeder huns Konings eeren. -— Ten vierde verheug ik mij, dat de wil der allerhoogste Majesteit Gods en de mijne geheel één zijn en in alles, wat mijn wil behaagt, de allerheiligste Drievuldigheid met de goedertierenste genade instemt. — Ten vijfde verheug ik mij, dat mijne dienaars, naar mijn wensch, in dit en in het andere leven vergelding ontvangen. — Ten zesde verheug ik mij, dat ik boven alle engelen verheven en door een bijzonder voorrecht de naaste aan den troon des drie-öenigen Gods ben en het zalige gezelschap aller heiligen geniet. — Ten zevende verheug ik mij, dat ik met volle zekerheid weel, dat mijne glorie nimmer meer afneemt.quot;— 2. En het is de eigenschap van een goed hart, dal het zich verheurjt in de vreuyde van anderen; als ons hart dus mari.v oprecht lielhecl't, dan moet hel hare vreugde mede ondervinden en hare blijdschap mede gevoelen, dan moet maiua zelve, die de h. joannes damascenus eene «onuitputtelijke Zee van vreugdequot; noemt, het voorwerp onzer vreugde zijn, gelijk zij de grond en de oorzaak er van is. Om slechts eenige druppels uit die Zee van vreugde Ie pullen, zoo veroorzaakt ons de waarheid, dat maiua ons de zaligheid der wereld gehaard heeft, jesus ciiristus, zonder wien wij volstrekt niet konden zalig worden; zoo veroorzaakt ons de gedachte, dat maiua door God tot onze Moeder bestemd is; zoo veroorzaakt ons de daadzaak, dat maria, een schepsel als wij, al onze zwakheden, nooden en hulpeloosheid kent; zoo veroorzaakt ons de herinnering, dat maria een hart vol. liefde en ontferming heeft en zelve alle lijden en smarten van dil tranendal heeft onder-

-ocr page 509-

/(1

quot;'-If li ff™

ir

ilf

■ '

i quot;fi I ^ |

11

fl m

'lil

- h i» s»

■ gt;' f'

■ «tl

' ^flll . I

pil

1

vonden on dus meer rrieclclijden mei, hare iirnic kinderen gevoelt, — eenc vreugde, die ons medesleepen, eene vreugde die ons met gcesLdril't vervullen moot, die ons telkens en leikens weer dringt, uit den grond onzes harten te roepen: ïmaria, mijne vreujde/quot;

Slechts éénmaal was de goddelijke Heiland hij een opou-baar leest, op de bruiloft te Cana; maar Hij had Zijne Moeder hij zich, om te toonen, gelijk de h. ammionsus zoo schoon zegt, dat zij do oorzaak onzer vreugde is. »Mei MAitiA lust ou hlijdschap,quot; belijdt de zalige iienduik suso, ))zonder maria trcurighoid en smart!quot; Roep de heilige Maagd op uwe feesten, dan worden zij ware vreugdefeesten in den lieer; want zij heiligt en verheerlijkt niet slechts de vreugde, zij maakt ze ook volkomen. —- xllet is wonderbaar, hoe reeds de herinnering aan m\ria op zich zelf,quot; zeg! de h. ignatius van i.oyola, »het hart tot vreugde beweegt;quot; de innerlijke grond daarvan ligt in do tallooze vreugden, waarmede jesus het hart Zijner Moeder verheugde, zoodat haar heilig gelaat als van eenc vreugdezon omstraald is, wier glans zich ook aan ons mededeelt en eiken nacht van droefenis en treurigheid verbant. Wie zou de genoegens willen tollen, waarmede bet heilige hart Uwer roemwaardige Moedor, o goddelijke Heiland, onophoudelijk overstroomd is! — Hot vriondolijko liefkozen (nsscben deze heilige Moeder en baar veelgeliefden Zoon, de vreugde dier hooggebenedijde Moeder, toen jesus als kind op baar schoot rustte en zij Hom met duizend kussen van liefde bedekte, tijdens Hij als knaap met baar had en werkte; toon Hij op raannolijken leeftijd haar leerde en deel liet nemen aan Zijne zegenrijke reizen doorbel Joodscbo land; loon zij zich te Nazareth en Hetblohem, in Egypte en te Jerusalem ophield , wie wilde al die vreugden voldoende uitspreken en beschrij ven! Men mag vrijuit beweren, dat, zoo iemand later ook dc minste onder alle vreugden ondervinden kon, die de heilige Maagd destijds ondervonden beeft, hem alle andore vreugden en genietingen vergaan zouden! — Daarom is

-ocr page 510-

4.2

Maria ccnc tweede saiuii, tlio uitriep: «Mijn God lieelt mij eene vreugde bereid; wie liet maar immer hooren zal, zal zich met mij verheugen!quot; —

De h. franciscus solan paste dc zieken in de gasthuizen op. Waren zij treurig, versaagd en neerslachtig, dan had hij een bijzonder middel, om hen op te vroolijkcn. Hij nam zijne viool en zong hun met lielelijke stem de schoonste maiiia-liederen voor, en immer werd daardoor hun hart van den zoetsten troost vervuld. Toen eenmaal zijn superieur ziek lay en in een nacht door zeer treurige gedachten gekweld werd, trad 0111 tien uren 's nachts franciscus in zijne cel en vroeg den lijder, wat hem zoo zeer deed? De zieke zweeg. Maar franciscus zeide: »lk weet alles! Ik wil zingen!quot; — En dadelijk greep bij de viool en begon vóór het beeld der allerzaligste Maagd met zeer zoete stem le zingen: »mauia, mijne vreugde!quot; — Nadat bij geëindigd had, sloop liet slil weg. En van den zieke was alk; treurigheid geweken, en vrede en vreugde waren tn zijn hart ingekeerd,

liet feest „Maria, de hulp dei- Christenen.quot;

(het WORDT DEN 34. MEI GEVXEllü.)

Geschiedenis van dit feest.

MWquot;

e ééngeboren Zoon Gods heelt uit oneindige ontler-(amp;)$amp;)niiig zich verwaardigd, iu Zijne genaderijkemensch-C^J wording onze Hroeder te worden; Zijne Moeder mar ia 1 is dus ook onze Moeder; cn voor allen, die Hem trouw liefhebben, gelijk de h. joannes, geldt het woord, dat Hij van liet kruis tot dezen jonger sprak: »Zic uwe Moeder!quot;

-ocr page 511-

48

Daarom heel'l dan ook do Kerk ten allen lijdo , als dc vijanden van christus' kruis zich tegen haar verhieven, hare toevlucht tot maria genomen, om hen onder hare beschutting Ie overwinnen. Haar vertrouwen op deze moederlijke bescherming van mama is ook niet beschaamd geworden; want zij heeft de hulp dezer machtige Beschermster zeer dikwijls op wonderbare wijze ondervonden. Daarom voegde in het jaar 1571 paus pius v bij de eeretitels van MAiuA in dc Lauretaanschc litanie ook nog dezen: ))Iliilp lt;lcr Christenen /quot;

Staat maria met hare voorspraak bij God de gansche Kerk bij, niet minder eiken afzonderlijken Clnisten, die met kinderlijk vertrouwen in nood en dood haar aanroept. Lelie maria bij de bruiloft te Cana op de kleine verlegenheid van het bruidspaar, op het gebrek aan wijn, die toch niet tot de onvermijdelijk noodzakelijke levensbehoeften behoort; hoe veel meer zal zij in den hemel, waar hare macht zoowel als bare Helde tot de menschen nog vermeerderde, zich in nog veel gewichtiger zaken dc Chrislencii aantrekken! Wie zou er nog aan kunnen twijfelen, dat wij in MAiiiA de »hulp der Christenen'quot; bezitten, en dat het in zeker opzicht hare bijzondere vreugde is, bij God voor de Christenen als liefhebbende Middelares te verschijnen en hen in nlle (jevaren der ziel en des ticlumms bij te staan'? «Daar, waar buiten God niemand meer helpen kan, sucll maria te hulp,quot; verzekert de h. ronaventura. En een geestelijk vroom man spreekt maria, dc hulp der Chris-slencn, aldus aan: «Zalige Maagd, haast u, om u over de ongelukkigen te ontfermen. Want die ongelukkigcn hebben u zalig gemaakt; help dus ook de ongelukkigen zalig maken, wier schuld u zalig gemaakt heeft!quot;

De hulp van maria ondervond ook, onder lalloozen,de zwaar beproefde en vervolgde paus pius vii, roemrijkst aandenken, dien keizer napoleon i, om zijn vasthouden aan de heilige rechten en stellingen der Katholieke Kerk, met geweld van wapenen van zijn zetel verdreven en meer

-ocr page 512-

u

dan vijfjaren lang in nauwe gevangenschap gehouden liccfL Toenmaals word die vrome en moedige lijder niet zelden met boosaardige vreugde in openlijke bladen en boeken — niet nijs vu, maar snus de laalslequot; genoemd. Doch op ecne opvallend wonderbare wijze werd deze spot lot verbazing der wereld te schande gemaakt, rius vu, die in de allerbitterste beproevingen steeds in liet gebed en met het vroolijkstc opzien zijne toevlucht tot de Koningin des hemels nam, hield onder den jr.bel der volkeren den 14 Mei 1814, na doorgestaan veeljarig lijden, zijn intocht te lioine. Vroeger had hij de gelofte gedaan: «het beeld der heilige Maagd mama , dat te Savona onder den titel »Moeder der barmli(iyliijlicid'n vereerd wordt, met eenc gouden kroon te tooien.quot; Nadat hij nu de vervulling dier gelolte, waarvan hein do gevangenschap tot nog toe weerhouden had, eigenhandig had verricht, wilde hij ook eene gedachtenis dier wonderbare bevrijding stichten. Hij schreef dien omkeer der zaken enkel aan de machtige hulp der heilige Maagd en Moeder Gods toe; want niet alleen had hij voor de vrijheid der Kerk hare hulp steeds ingeroepen, maar ook, zooveel hij kon, zorg gedragen, dat zijne treurende kudde met hem hare toevlucht tot maeia nam. Daarom bepaalde hij bij decreet van 10 Septemher '18l(i voor alle toekomstige tijden een jaarlijksch gedachtenisfeest op 24 Mei, waaraan hij den naam gaf «Auxilium Christi-anorum, maeia, de hulp der Christenenopdi.it een liepaahl en voortdurend, dankbaar aandenken aan zulk eene weldaad iu de Kerk zou bewaard blijven. ^

Woiulerbaar ontvangcu hul)).

hulp tegen (oen vijand van jesus ohuistus.

Keizer julianus, de Afvallige, had der Kerk den onder-

dc eerwaarde paulus van het kruis had al zijne hoop — na jesus — op maria's hulprijke voorspraak gesteld, en trachtte ook anderen dit vertrouwen diep in te prenten. En wien ook immer eene zware droefenis trof, dien placht hij met de kinderlijke woorden tc troosten; uDaarvooi' helpt maria!quot;

i

-ocr page 513-

4-5

gang gezworen. Overal beijverde hij zich, hol aandenken aan den goddeiijken Heiland te vernietigen, liet leeken der verlossing, het heilige kruis, moest weer een voorwerp van den diepsten smaad worden.

Nu ondernam hij een veldtocht legen de Perzen. Zijne afgodspriesters beloofden hem de overwinning. De gansche Kerk Gods smeekte j;aria om hare voorbede, dal de lieer eindelijk aan de ontzettende pogingen van dien afvallige een perk wilde stellen. Zoo bad ook de h. basilius de ohoote 9 bisschop van Cesarea.

liet was diep nacht, en de bisschop lag nog in het gebed. Uier had hij een hcmelsch visioen. Hij zag, hoe de Koningin des hemels, omringd van engelenscharen, nederdaalde in zijne kerk, waarin het lijk van een Christelijk soldaat hegraven was, dien julianus om zijn geloof had laten dooden. Ook zijne wapenen waren in de kerk opgehangen. Deze martelaar beetle meucuuius. De Koningin der engelen wendde zich tol de hemelsche heerscharen en sprak: «Wie zal mij wreken op dien julianus , die voortdurend lasteringen uilspreekl legen mijn Zoon en mij?quot; —• Alles zweeg. — Thans verhief de Moeder des lleeren hare slem en riep: »lïrcngl mij mercuuius hier!quot; Toen deze van den dood opgestaan en naar haar toegegaan was, beval zij hem , zijne wapen-rnsling aan lc doen, zich naar hel heerleger te begeven en

131 •

I) ^

i ill ■ ■ fc S:

li- v'

tei

Ij' |||1 ilSi t!

ill

! ; ■ :f «msbri ....

pH

1

aan de misdaden des afvalligen julianus een einde te maken.

Na dil visioen ontwaakle basilius, ging haastig naar zijne kerk, vond noch het lijk des martelaars in zijn graf, noch diens wapenen op hunne plaats.

Toen hij vervolgens 's morgens vroeg in de kerk kwam, was het lijk des heiligen weer op zijne plaats, en de wapenen hingen daar, waar men zo opgehangen bad. Do heilige bisschop erkende daaruit, dat hot visioen geen verbeelding, maar waarheid geweest was.

Weinig dagen later verbreidde zieli algemeen hel bericht : Keizer julianus is in den slrijd door een soldaat, gedood , dien noch vóór noch na iemand gezien hooft. Ook ver-

-ocr page 514-

u

clan vijl'jaren lang in nauwe gevangenschap gehouden licei'l. Toenmaals werd die vrome en moedige lijder niet zelden mei boosaardige vreugde in openlijke bladen en boeken — niet piijS vu, maar «pius de laalslcquot; genoemd. Doch op eene opvallend wonderbare wijze werd deze spol tol verbazing der wereld le schande gemaakl. i'ius vu, die in de allerlnllersle beproevingen steeds in hel gebed en mei het. vroolijksle opzien zijne toevluchl lol de Koningin des hemels nam, hield onder den jubel der volkeren den 14 Mei 1814, na doorgestaan veeljarig lijden, zijn inlocht le lioine. Vroeger had hij de gelofte gedaan: «hel beeld der heilige Maagd mauia , dal le Savona onder den lilel »Moeder der barmliarlujheidquot; vereerd wordl, mei eene gouden kroon le looien.quot; Nadat hij nu de vervulling dier gelolle, waarvan hem de gevangenschap lol nog toe weórhouden had, eigenhandig had verrichl, wilde hij ook eene gedachtenis dier wonderbare bevrijding slichten. Hij schreel' dien omkeer der zaken enkel aan de machtige hulp der heilige Maagd en Moeder Gods loc; want niel alleen had iiij voor de vrijheid der Kerk hare hulp steeds ingeroepen, maar ook, zooveel hij kon, zorg gedragen, dal zijne Ireu-rende kudde met hem hare toevlucht lol maiua nam. Daarom bepaalde hij bij decreet van 10 Septemher '18111 voor alle toekomstige lijden een jaarlijksch gedachtenisieest o]) 24 Mei, waaraan hij den naam gal' »Auxiliiim Christi-anorum, mauia, de rfer C/tralt;ehe«i,quot; opdat een bepaald en voortdurend, dankbaar aandenken aan zulk eene weldaad in de Kerk zou bewaard blijven. 1)

Wonderbaar ontvang'eii hulp.

hulp tegen ken vijand van jesus ohuistus.

Keizer julianus, de Afvallige, had der Kerk den onder-

Dc eerwaarde paulus van het kruis had al zijne hoop — na jesus — op maria's hulprijke voorspraak gesteld, en trachtte ook anderen dit vertrouwen diep in te prenten. En wien ook immer eene zware droefenis trof, dien placht hij met de kinderlijke woorden te troosten; nDaarvoor helpt maria!quot;

-ocr page 515-

li I

45

gang gezworen. Overal beijverde hij zicli, liet aandenken aan den goddelijken Heiland te vernietigen. Hot teeken der verlossing, het heilige kruis, moest weer een voorwerp van den diepsten smaad worden.

Nu ondernam hij een veldtocht tegen de Perzen. Zijne afgodspriesters beloofden hem de overwinning. Ue gansche Kerk Gods smeekte varia om hare voorbede, dat de Heer eindelijk aan de ontzettende pogingen van dien afvallige een perk wilde stellen. Zoo had ook de li. basilius de oroote, bisschop van Cesarea.

Het was diep nacht, en de bisschop lag nog in het gebed. Hier had hij een hemelsch visioen. Hij zag, hoe do Koningin des hemels, omringd van engelenscharen, nederdaalde in zijne kerk, waarin het lijk van een Christelijk soldaat begraven was, dien julianus om zijn geloof had laten dooden. Ook zijne wapenen waren in de kerk opgehangen. Deze martelaar heette mercurius. De Koningin der engelen wendde zich tot de hemelsche heerscharen en sprak : «Wie zal mij wreken op dien julianus, die voortdurend lasteringen uitspreekt tegen mijn Zoon en mij?quot; — Alles zweeg. — Thans verhief de Moeder des Heeren hare stem en riep: »ijrcngt mi j mercurius hier!quot; Toen deze van den dood opgestaan en naar haar toegegaan was, beval zij hem, zijne wapenrusting aan te doen, zich naar het heerleger te begeven en aan de misdaden des afvalligen julianus een einde te maken.

Na dit visioen ontwaakle basilius, ging haastig naar zijne kerk, vond noch het lijk des martelaars in zijn graf, noch diens wapenen op hunne plaats.

Toen bij vervolgens 's morgens vroeg in de kerk kwam, was het lijk des heiligen weer op zijne plaats, en de wapenen hingen daar, waar men ze opgehangen had. De heilige bisschop erkende daaruit, dat het visioen geen verbeelding, maar waarheid geweest was.

Weinig dagen later verbreidde zich algemeen het bericht:

Keizer julianus is in den strijd door een soldaat gedood , dien noch vóór noch na iemand gezien heeft. Ook ver-

iBibi

I

H li

11;

i ■ 'r^l

? i pil i rill

l ,■ v '• y

Mïm. - yi|

■« mm

m

n#

.1

-ocr page 516-

AC,

liaalcle men, dal de keizer liel nil zijne wonden nitslroo-mende bloed in zijne iiolle hand iiad genomen en naar den hernel geslingerd met de woorden: «Gij iiebl overwonnen, Galileër, gij hebt overwonnen!quot; —

HET BELOOFDE VEI!GETEN.

(Üit: M.BEUTUS MAGNUS, door ./OACHIJt SIGHAKÏ )

De b. alhkutus de GiiooTE had reeds als knaap eene wonderbare godsvrucht voor de maagdelijke Moeder Gods

MAiiiA, en verrichtte dagelijks zekere gebeden baar ter eere. Op bare voorbede en onder bare bescheniiing trad bij ook op zijn zestiende jaar in de Orde des li. hominicus. In zijne jeugd (zoo bericht de kroniek der Doininicancn) was zijn versland vrij stomp en weinig geschikt, om te stu-deeren. —

Toen hij nu zag, «lat zijne talrijke medeleerlingen voortreffelijke en scherpzinnige verslandsgaven bezaten, werd bij zoo beschaamd en kleinmoedig, en de bekoring drong hem zoo en bracht hem zoo in gevaar, dal bij op het punt slond, bet Ordeskleed al' te leggen.

Terwijl hij nu angstig met deze gedachte rondliep , werd bij door een wonderbaar gezicht lol bet blijven in den kloosterlijken stand versterkt. Want op een nacht kwam het hem onder den slaap voor, als zette hij eene ladder tegen den kloostermuur, om dien op te klimmen en weg te loopen. Doch nauwelijks was bij op de ladder, zie! daar bemerkte hij ver in de hoogte vier eerwaardige matronen, onder welke eene zich vooral scheen to onderscheiden. Toen bij nader tot haar opklom, greep de eene hem aan , stiet hem de ladder al' en belette hem, bet klooster uil Ie gaan. Hij begon weer naar boven te klimmen, doch de andere matrone verwelkomde hem op dezelfde wijze als de vorige. Toen hij nu de derde poging deed om naar boven te klimmen, vroeg hem de derde matrone, waarom

-ocr page 517-

/«.7

«I

hij heimelijk het klooster verlaten wilde? Schaamrood in liet gelaat gal' hij ten antwoord: »0 vrouw, omdat ik zie, dat mijne medeleerlingen in de studie Acviilulosopluc groote vorderingen maken, maar ik mij vergeefs al'tol), om liel-zellde te doen. De beschaming, die ik daarover gevoel, is de reden, dal ik de Orde verlaat.quot; Hierop zeide de matrone: vDie vrouw (zij wees op de vierde), welke gij ziet, is de heilige Moeder Gods en de Koningin des liemels; wij drie zijn hare dienaressen ;• beveel u bij haar aan; want wij zuilen u bij haar ondersteunen en haan smceken, dat zij Voorbidster bij haar gebenedijdsten Zoon zij, en voor u een leerzaam verstand verkrijge, waardoor gij in de studie en de wetenschappen verder kunt komen.quot; Broeder albertus werd door die aanspraak en belofte ongemeen verkwikt en door die derde matrone bij de Moeder van den Verlosser der wereld gebracht. Zij ontving hem genadig en vroeg hem, wal hij dan zoo vurig verlangde? Hij antwoordde: «Gebiedster, ik verlang de pliilosop/üsclie tvelenschap.quot; De Koningin der heiligen beval hem goedsmoeds te zijn en zich zeer ijverig op de studie der philosophie toe te leggen, want hij zou zich met den lijd zeer daarin onderscheiden. »Maar opdat gij,quot; merkte zij aan, »wetet, dat ik voor u deze genade van voorspoedige vorderingen bij mijn Zoon bewerkt heb, en zij niel aan uwe scherpzinnigheid mogen worden toegeschreven; zoo zal u eenigen lijd vóór uw dood , terwijl gij openlijk in de school onderwijzen zuil, op eens eene vergetelheid overvallen van alles, wat gij weet!quot; —

albertus ontwaakte, maar het droomgezicht bevleugelde zijn strijden en streven in de philosophie en later ook in de theologie zoodanuj, dat hij zeer groote vorderingen maakte, en dal zijne werken en geschriften, die hij der wereld heelt nagelaten, het heerlijkste getuigenis daarvan geven. —

Maar ook de belofte, hem door de heilige Maagd maria gedaan, zou vervuld worden; want driejaren vóór zijn dood, toen hij eens te Keulen aan den Rijn op den catheder

t ;-

ü

SS»

li

Pm ïlll

S Mi

amp;

1 ■: ki-.' |

[v fS|

-ocr page 518-

48

slond cn juist voordroeg, verloor hij op eens het geheugen en herinnerde zir.li niets meer van alles, wat hij geleerd had. Toen verhaalde hij aan geheel zijn auditorium het visioen, dat hij in zijne jeugd gehad had; hij beleed daarop zijn geloof aan alle Katholieke leerstellingen cn zijne toewijding aan do Christelijke waarheden, en verklaarde, hoe hij zoowel nu als toekomstig zich geheel in den wil van God schikken en als nederige cn gehoorzame zoon van mus Christus sterven wilde. Daarop verliet hij den leerstoel. Zijne lecrlingcu omarmden hem met tranen in de oogen en vergezelden hem naar huis.

En in zijne drie laatste levensjaren vertoonde zich in hem slechts die cdclc eenvoudigheid, welke de kindsheid kenmerkt en haar sieraad is; hij had alles vergeten, uitgenomen den Ordesregel, dien hij in alle punten met de strengste zorg waarnam.

Uit dankbaarheid voor do genaden, die hij door de voorspraak der heilige Moeder Gods ontvangen had, schreef de h. albertos de GiiooTE ter eerc der Gebenedijde des llceren een aanmerkelijk aantal werken, aan wier hoofd zijn Mariale tc plaatsen is; het heelt het Evangelie Missus est ten onderwerp cn bevat twee honderd dertig tot lof en verheerlijking-van Maria opgeloste vragen; verder kan vermeld worden de iiMUA-bijbd, waarin hij naar bijbelschc volgorde alle teksten, spraakfiguren, zinnebeelden cn metapboren verzameld heeft, die op dc heilige Maagd betrekking hebben; daarna zijne redevoering over hel Maymfical en zijne ver-Idnringen der verschillende Evangeliën, in welke over de heilige Maagd gesproken wordt; en eindelijk deprediknllön, lofzangen cn gebeden en nog talrijke andere werken, die de vroomheid dezes grooten en uitstekenden godgeleerden cn zijne vereering voor de goddelijke Moeder der genade luide verkondigen. —

-ocr page 519-

49

de slag op 1115t hoofd.

(Uit; hauia-predilcatiën, door antonio vieiea, in do voorrede.)

antonio viEiRA, een der beroemdste predikers van Portugal en als missionaris genoemd »de Apostel van Brazilië kon, toen hij in liet collegie des Gezelscliaps van jesus le Hochia uit de lagere scholen naar de iioogere ging, niel de vereisehte vorderingen in de wetenschappelijke ontwikkeling' maken, gelijk zijne overige medeleerlingen. Kene diclilc wolk verduisterde zijn verstand. Doch midden in dien nacht leerde hem de lieve God de bron der zon zoeken. Do weg naar het Jesuitcn-collegie voerde den vromen jongeling voorbijquot; eene kerk. Daar ging hij nu dikwijls in, om er vóór het wonderbeeld Onzer Lieve Vrouw te bidden.

Toen hij hier nu eens weer zijn gebed verrichtte, en, door de vurige begeerte naar hooge beschaving ontvlamd, de heilige Moeder Gods had, dat zij door hare moederlijke voorspraak verlichting voor hem bij haar Zoon mocht bewerken, gaf hel hem op eens en onzichtbaar een geweldigen dag op het hoold (als wilde hem de ten deel gevallen genade Gods een voelbaar toeken van hemelsche verlichting geven) en op dat oogenhlik was hem een helder lichl opgegaan, dat de duisternis in zijn geest verstrooide. JiAitiA, de Hulp der Christenen en de Troosteres der he-droefden, had voor hem de vervulling zijner dringendste bede verworven; de donkere naciit zijns verstands was in den beldersten dag veranderd. Van nu al bezat de gelukkige jongeling die bewonderenswaardige scherpte van versland en een ongemeen grooten omvang van geheugen. —

De allerzaligste Maagd maria , tot wie antonia vieiua dagelijks zoo innig bad, was het ook, door wier voorbede de goedertieren God hem tol bet Gezelschap van jesus riep, hetgeen hij eveneens met eene korte aanduiding in zijn dagboek verklaart, als hij schrijft: »üen H April l()43 besloot ik, den heiligen Ordesstand le kiezen, juist toen ik de kerk Onzer Lieve Vrouw van Ajuda voorbijging.quot; —

A llungarl. Avc-Maria-Klokjc. II.

-ocr page 520-

50

Thans wedijverden de vlammen zijns goeden wils mol, liel licht, dal zijn versland ontvangen had; en hij bereidde uil dal licht een offer voor zijne milde Beschermster, de heilige Moeder Gods, wier glorierijken naam hij te water en le land verkondigde en hare vereering vermeerderde en verhoogde. Zijne werken roepen, als geloofwaardige getuigen, met luider stem ; het zi jn zijne verheven predikatiën op de feesten van mauia, en vooral die geurige, rijke krans zijner »rozenkrans-predikatiën.quot; Doch ook in al zijne overige werken, die als kristallen heken aan dezen berg der geleerdheid ontslroomcn, vinden wij den lof der Ilomel-koningin in zulk eene male uitgesproken, dal hel kinderlijk leedere gevoel van dank met den zonneglans en de onpeilbare diepte des geestes wedijvert — terwijl alles zich tol zulk eene hoogte verheft, als waar langs den gewonen weg het menschelijke hart en hel mcnschelijk versland niet kunnen komen.

engelen ministreeren.

(Uit; Katholiek exempelboek, dooi' f. iierbst).

De h. niEODEMiUiius, een priester naar Gods liarl, bleef steeds een ijverig en godsvruchtig vereerder van de allerzaligste Maagd maria; en voor haar, de «Geestelijke Hoos bloeide hij als ongeschonden lelie der onschuld en reinheid.

Hoe zeer der Gebenedijde des lleeren deze stille dienst beviel, blijkt uit de volgende zinrijke gebeurtenis.

Haar ter eere en aan haar altaar wilde ïheodemarius eens de beilige Mis vieren. Een voornaam jongeling echter, die juist in de kapel was, schaamde zich, ofschoon de heilige hem op bescheiden loon daarom vroeg, bij de Mis te dienen. Nu verschenen er op eens twee engelen, die met den grootsten eerbied en zorg voor den Godsman ministrcerden; ook zag men, hoe hij gedurende de ge-

-ocr page 521-

I,

i' 11

ü:

naderijke viering van hovon af dooiquot; ecno onzichtbare hand met eene schillerende kroon gekroond werd. —

I !lt

DE BESCIIENKING MET HET MONNIKSGEWAAD.

(1 it; De vcrschijiiingen van marfa door paul sausskukt.)

i 1

De zalige frank, ook grotïess geheeten, leefde eerst, op heilige wijze als kluizenaar, waarbij hij echter zware strijden tegen zijn eigen vleesch te voeren had.

Toen hij eens eene beslissende overwinning op de bekoring behaald had , verscheen hem de door hem kinderlijk vereerde Maagd maria. In de rechter hand bad zij een bloemkrans en in de linker een gewaad, gelijk het de Carmelieten plegen te dragen. Naar frank toegaande, sprak zij tol hem: «Mijn lieve zoon, van nu af moet gij mij in dit gewaad dienen, en in bet eeuwige leven zult gij eenmaal dezen krans ontvangen.quot;

Dadelijk verliet de vrome kluizenaar de eenzaamheid en

begaf zich naar Siëna, waar een Carmelieter-klooster was;

,

hij stelde zich daar voor cn begeerde als leekebroeder aangenomen te worden.

Hij werd in tegenwoordigheid van bet gansche klooster-gezelschap ontvangen; doch daar dit in de grootste armoede verkeerde, zeide de prior tot hem: «Geliefde broeder, gij behoort nu tot ons; maar ga eerst heen en koop u een kleed, want wij hebben de middelen niet om het u te ver-schallen !quot;

frank antwoordde dadelijk: ))0ok ik ben te arm, om een kleed voor mij te kunnen koopen!quot;

Nauwelijks had bij dit gezegd , of er verscheen een engel in de gedaante van een bevallig jongeling; hij had een kleed bij zich, dat bij den armen Carmeliet gal, waarop hij zich haastig weer verwijderde, den nederigen monnik,

zoowel als de gansche kloostergemeentc vol dankbaarheid

A*

1 Ir

■ 'SV

Hl

ill

-ocr page 522-

52

en bewondering voor do allerzaligste Maagd maiua acliler-lalcndo. —

DE ZICH SPTJJTENDE HOTS,

(Uit: Duitsohe Rijiiverhalcn, door joh. n. rtdber van alpenbubg.)

Van de bedevaarlkapel »hij den Klnofsleenquot; in Tirol wordt, verhaald, dat zij vroeger aan don anderen kant der beek gestaan heeft, maar door engelen naar de plaats is gedragen, waar zij nn slaat.

Daar versperde oorspronkelijk een ontzaglijk rotsblok den weg, en de vrome bedevaartgangers, die uit Beieren over de grens kwamen, om de bedevaart te doen, moesten een langen en moeielijken omweg maken om aan de plaats der genade te komen.

Daar verscheen eens een oud moedertje, die van zeer verre kwam en van vermoeidheid bijna niet verder kon. Zij zuchtte, leen zij het rotsblok zag en bedacht, dat zij nog een grooten omweg naar de toch zoo nabijzijnde kapel moest maken. »Ach, llooggebenedijde!quot; riep het moederlje, «ware ik toch maar bij u in uwe kapel, mijne arme voelen kunnen mij bijna niet meer dragen!quot; — Zie, daar zweefde op eens de hoogheilige Moeder aller genaden over het rotsblok, in hemelsblauw gewaad met zilveren sluier en stralende in bovenaardsche schoonheid. En locn de zoom des sluiers de rots aanraakte, sprong zij aan belde kanlcn uit elkander — de rots had zich »gekloofdquot; (naar Tirolsch taalgebruik, waar men klieven en gekloven in plaats van splijten en gespleten zegt) en het oude moederlje kon nu door de spleet der rots gaan en spoediger bij de kapel komen.

Zoodra zij dat wonder verhaald bad, noemde het volk de bedevaart-kapel zelve «bij den Kloofstecnquot; wegens de gekloven (gespleten) en open gebleven rotsspleet.

-ocr page 523-

53

HET GEBED DKll VERDWAALDEN.

(Uit: Gezamenlijke werken van tiiomas van kempis.)

Twee Ordes-broeders gingen cons Ie zamen nnar hel, Bovenland, met het vrome doel, hunne verwanlen en getrouwe vrienden in Christus Ie bezoeken.

Nu gebeurde het, dat zij van den rechten weg afraakten. En de oudste zcidc tot den jongsten: »Ik gclool', broeder, dat wij verdwaald zijn; koeren wij naar den groo-ton weg terug.quot; Zij gingen dus terug naar de vroegere plaats, en toon begon de oudste Ie bidden cn do allerzaligste Maagd maria aan te roepen, dat zij hun oen gids op den rechten weg' cn een vroom reisgezel mocht zenden.

Toen hij nu eenige geboden on hymnen tot de allerzaligste Maagd maria had opgezonden, zie! daar kwam oen man in polgrirasdracht naar lion too, die ccn stal in do hand cn oen reiszak op den rug had, waarin hij zijn rois-voorraad had. Deze, nadat hij de broeders gegroet had, zeide tot hen, dat hij op weg was naar het Dovenland naar de bedevaart-kerk dos h. quirinus, om aldaar den allaat te verdienen, cn dat hij zich gaarne aanbood om hen te vergezellen.

Toen erkende de oudste, dat do goddelijke hulp met hen geweest was, en hij beijverde zich. God cn dor allerzaligste Maagd van ganschcr harte te danken voor de leiding op don rocluen weg; gedachtig aan de uitspraak dos h. petrus; »Werpt al uwe bekommernis op llcm, want

1 Mr, 5.

lij zorgt voor u!'

lie Kroeriemhiip Maria-lielp.

(Uit; Schatkistje voor marta-kinderen,)

De ontsteltenis, waarin het Duitschc Rijk gebracht werd, toon onverwachts de Turken met een vreeselijk leger ter

:quot;!.j

in lil

-ocr page 524-

5/i.

belegering van Weenen oprukten, gaf aanleiding tol ile oprichting der «Broederschap maria-help.quot; — Een priester uit de Orde des h. jranciscus van Assisi, die met groote geestdrift in de St. Pieterskerk te Munchen predikte, vermaande de geloovigen op zeer indringende wijze, zich onder de bescherming van Onze. Lieve vrouw der hulp te stellen, die in genoemde stad reeds groote vereering genoot. De geloovigen verdubbelden hun vertrouwen op mama, en men vereenigde zich tot algemeene gebeden. — liet Christelijke leger versloeg dut der ongeloovigen, Weenen werd ontzet, en ten dank voor deze wonderbare hulp bewerkte maximiliaan, keurvorst van Beieren, die het bevel had gevoerd over een vleugel des Christelijken legers, bij inno-centius xii de oprichting der «Broederschap mama-help,quot; die in de eerste vijf jaren wan haar bestaan zulke snelle vorderingen maakte, dal zij meer dan dertig duizend leden telde, waaronder verscheidene vorsten en een groot aantal kardinalen, aartsbisschoppen en doorluchtige personen uit alle landen.

de mallia-bloem.

Paus clemeks xi bracht dikwijls langen tijd in hel Cu-pucijnerklooster aan het fraaie meer van Albano door, omdat daarin de zalige broeder ciuspinus van viteubo als leekebroeder leefde en allen stichtte en verheugde door den glans zijner heiligheid.

Eens was de Heilige Vader weer in het klooster en woonde de Mis bij, toen adkiani, een der pauselijke ka-merheeren, op eens door de cholera werd aangetast en de kerk moest verlaten. Hij ontmoette broeder ciuspinus, die, getroffen door zijne hevige smarten en pijnen, hem naar zijn altaar bracht, eene der aan de heilige Maagd ma ui a geofferde bloemen deed nemen en hem voor immer van zijne ziekte bevrijdde.

-ocr page 525-

Toen do pauselijke lijlarts van die genezing hoorde, zeide hij Lol crisi'ikus : «Uwe geneesmiddelen hebben meer kraciit dan de mijne!quot; — «Mijnheer, antwoordde dc vromeleeke-broeder, «gij zijl een bekwaam geneesheer en geheel Rome kent. u als zoodanig; maar de heilige .Maagd makia is nog bekwamer clan gij en alle seneesheeren der wereld !quot;

DE DRONK UIT DE WONDlillBROM.

Tc Cordova in Spanje leefde de wolspinner gonzalez g arc ja in de pijnlijkste behoefte en ellende. Zijne vrouw lag ziek aan de jicht en kon niets verdienen; zijne dochter was eveneens ziekelijk. Ofschoon zijn toestand garcia lol wanhoop kon brengen, verloor hij toch zijn vertrouwen op God niet, en vooral nam hij zijne toevlucht lot maiua , om de hulp barer voorspraak of te smeeken. — Vermoeid van het wecncn en bidden, sliep hij eens in eu in den droom zag bij de Hemelkoningin, die hem eene brun aanwees, wier water zijner vrouw gezondheid en hem tijdelijken welstand zou brengen: als hij haar beeld zou uitgraven, dal daar onder een ouden vijgeboom verborgen lag. — Toen hij ontwaakte, zocht bij de bron en vond ze spoedig; en toen hij en de zijnen daarvan gedronken hadden, keerden gezondheid en Gods rijkste zegen in de arme lamilie terug. ■— Nu deelde garcia de zaak aim den bisschop mede, en deze beval, onder den vijgeboom na te graven en — zuiver werd er een allerliefst Moeder-Godsbeeld gevonden. Ten hoogste daarover verheugd bouwden de bewoners van Cordova een kerkje op die plaats en stelden het beeld daarin, en jaarlijks trekken er duizenden heen en drinken uil de bron gezondheid naar lichaam en ziel.

Naar die wonderbron trok ook eens een jongeling. Hij wilde opgenomen worden in de Orde des li. ignatius van loyola, maar werd afgewezen, omdat hij stotterde. Treurig begaf bij zich naar «Onze Lieve Vrouw van de bronquot; en riep: «Ik zal niet van deze plaats gaan, eer gij mij verhoord

-ocr page 526-

SO

hebt, o map.ia !quot; Toen dronk hij van de bron cn zie! bij werd wonderbaar genezen cn verkreeg dadelijk de gezochle opneming in hel Gezelschap van jesus. Hij werd een der beroemdste mannen van zijn lijd, de gevierde godgeleerde tiiomas Sanchez, die door woord en schrifl jiauia vcrhccrlijklc.

de doove aak.

Aan hel uilersle einde van bot deparlement der Iscre cn op de grens van bel departement der Bovon-Alpen in Frankrijk ligi op eene hoogvlakte in een bock van bet ge-bergle de stad Corps mei 8500 inwoners. Hoog daarboven op een afstand van drie lol vier uren bevindt zich dehery La Saleite, op welks oppervlakte tien kleine gehuchten in onregelumligc lusschenruimlen verstrooid liggen en met de parochiekerk in liet midden de kleine parochie Salelte uitmaken.

Van bel gehucht La Salelle booger op groeien geen hoornen meer; men bemerkt nog slechts eenige ziekelijke beuken cn kleine oude en knoestige esschen. Met moeite naar boven gaande, komt men in een klein dal, dat links cn rechts in de richting van hel oosten naar hel westen door kleine heuvels omringd en in dezelfde richting van cenc kleine beek men name Rigiard doorsneden is. Van daaraf lot aan de kruinen der omliggende bergen is alles met een heerlijk groen bedekt en met blauwe bloemen geëmailleerd. Dit hergdal, omstreeks 0000 voel hoven de oppervlakte der zee, is de plaats, waarbeen sedert bel jaar 1840 een ontzaglijk aantal pelgrims uit alle deelcn der wereld stroomen; hier (op den '19 September '1846) in dit eenzame Alpendal verwaardigde zich de glorierijke Hemelkoningin, aan twee kleine herderskinderen, peteu maxim in gikatjd en riiANOiscA melanie mathieu, in vriendelijke majesteit te verschijnen, bun de toekomst te openbaren en bun, boe jong en onontwikkeld zij ook waren, lot bare ware cn geloofwaardige Apostelen aan haar geliefd volk te maken.

-ocr page 527-

57

Op de plaals der verschijning bevond zich oene uilge-droixjde bron, le Sézia, die nu rijkelijk l)cg'oii te vloeien cn wier water sedert dien tijd nooil ophield op te wellen. Het is frisch en helder, valt ter breedte van omstreeks drie voet over smalle rotsen naar beneden en de bron is thans met eene zeer schoone en open kapel uit marmer bedekt.

Het bericht van die bron verbreidde zich snel en bracht taliooze scharen naar den berg; in beweging, die niet slechts kwamen om de bron te zien, maar ook van haar water Ie drinken en er van mede naar huis te nemen. Spoedig volgden er wonderbare dingen. Het water genas verscheidene ziekten en bevrijdde pestkranken van hun lijden; ja de werking van hel wonderbare water strekte zich ook tot de ziel der drinkenden uit. Hier vertoont zich dus de Moeder der Heereu waarlijk als )gt;mauia-help,quot; namelijk als de bron der genaden en des troostes, als welke zij met den li. Joannes van Damascus door de gansche Kerk vertrouwend begroet wordt.

Yan de vele op den berg La Salette krachtens deze bron geschiede wonderen zal er hier slechts één verhaald worden:

Aan eene schaar bedevaartgangers, die uit eene naburige parochie kwamen, sloot zich ook een zedelijk ontaard meisje aan, dat tot nog toe barer laniilie de pijnlijkste schande bereidde en aan deze vele bittere tranen berokkende. Ook beden wordt zij van de gemeenschap der bedevaartgangers uitgestooten; doch zwijgend en diep beschaamd blijlt zij in de nabijiieid der laalstc pelgrims in den trein. Zij wandelt mede. Een onverklaarbare drang drijft haar aan. Even als de overigen wil zij ook uit de wonderbron drinken; maar toen zij ze nadert en het glas aan bare lippen wil brengen, bemerkt zij in het water drijvende eone — duove aar. Zij grijpt ze en verbergt ze haastig onder den over de borst gekruislen doek. Niemand bemerkt iets; maar nu ontvallen groolen traandroppels aan haar oog. Ja zij breekt in weenen en snikken uit, luide belijdt

ft

lï! |

lil

li si*'

ü

ift

li ■

ü

lil quot;: |i.|

.ifV 'Vs

KwIiS' iy

!:f mê, .j:;; i-liii

;ii|i ï§ï ilfi

-ocr page 528-

58

zij zich schitklig- cn ongelukkig; zij verlangt Ie biechten, want gereinigd van hare zonden wil zij den berg al' gaan cn eene waardije maagd van mauia worden. Zij deed liet onder het teeken der oprechtste vermorzeling.

In den naam van jesus cn makia teruggekeerd, verliet zij de onheilige levenswijze voor altoos cn leidde een zoo vromen wandel, dat allen, die haar kenden, daardoor ten hoogste geslicht werden. — De doove aar is door»makia.-helpquot; vruchlbaar lot haar heil geworden! —

Geloften en (lanKzeg'«'iii»'cii.

gelofte van een lofzang en eene kapel.

(Uit: Leven der heilige Maagd makia, door den abt ousini.'

Keizerin mathilda , cene kleindochter van willem den VEUGVEKAAii, ontving eens een treffend teeken van de machtige bescherming der allerzaligste Maagd mauia.

Tijdens den oorlog, dien deze werkzame en moedige vorstin voor haar zoon Hendrik tegen stephanus van blois voerde, zag zij zich bij zeer ongunstig weder, dat spoedig tol storm overging, genoodzaakt het kanaal over te steken. De onstuimige golven braken schuimend tegen de kust; zwart bedekten de huiveringwekkende wolkgevaarten den horizon cn de masten des schips neigden zich, door den noordewind gezweept, als riet iot op de golven neer. De Engelsche ridders, die toen nog goede Katholieken waren, bevalen zich in de bescherming van God en in de voorbede van mauia en zijner heiligen aan.

maïhilua was op het dek en sprak in dien doodsnood lol de reeds moedeloos geworden matrozen: «Weest maar goedsmoeds, vrienden, Onze Lieve Vrouw is goed en machtig, Onze Lieve Vrouw zal ons redden! Een uwer klimme maar in den mast, en zoodra hij hel land ontdekt, zal ik een lofzang ter eere der heilige Maagd zingen, en ik belool',

-ocr page 529-

50

dat ik haai' aan liet strand, waar wij zullen landen, eonc kapel zal laten bouwen!quot;

Nauwelijks had de vrome vorstin hare gelofte uitgesproken, of de golven bedaarden, de wind sloeg oin en een l'rissche oostewind dreef het schip snel naar de kusten van Normandië. Op eens doet de jubelend roepende stem van den stuurman zich van boven uit den grooten mast hooren: «Cante, Reine! vechi terre! Zing, koningin! hier is land!quot; — En do dochter van iiENunih i hief in zachte koraalvormige tonen een lofzang aan Ier eere der gebenedijde Maagd makia, dien de Engelsche baronnen niet gevouwen handen en ont-bloote hoofden herhaalden.

Spoedig wierp het voor do schipbreuk zoo wonderbaar beschermde schip de ankers uit in de kleine bocht van Equeurdreville in Neder-Normandië. — Toen de vorstin aan land kwam, was hare eerste zorg, de plaats te bepalen, waar hare MAiuA-kapel zou verrijzen, en eer zij dien oever verliet, legde zij eigenhandig den eersten steen tot den houw harer gelofte. —

Mathilda beleefde echter de voltooiing der beloofde kapel en der daarbij behoorende abdij niet meer; eerst haar zoon Hendrik ii deed het feest der inwijding vieren, dat

hij zelf bijwoonde.

GELOFTE DEK STICHTINÜ LENER RIDDEIIOKDE,

(Uit: ]Jc mabia-Maand, door micuaud.)

Koning kakel vi van Frankrijk placht in het bosch, van liouconne in de nabijheid van Toulouse met de edellieden van zijn hof ter jacht te gaan.

Eens vervolgde hij, van zijn gezelschap gescheiden, met overgroote drilt een wild, toen hem te midden van woeste landerijen en ongebaande woestenijen in het groote bosch, waarin wolven en wilde zwijnen huisden, de nacht overviel.

-ocr page 530-

m

Tol, overmaat van ramp nam dc duisternis altijd meer toe, en er scheen geene ster aan den hemel. Dc koning sidderde; zijn geest, van nature vreesachtig, stelde hem niets dan schrikbeelden voor. Vergeefs luisterde hij met de meest gespannen opmerkzaamheid: geen geluid gal' te kennen, dat zijn gevolg in de nabijheid was; liet eenige, wat hij hoorde, was van tijd tot tijd het huilen van wilde dieren.— In dien pijnlijken toestand, en omdat hij niet wist, welken weg hij zou inslaan, nam de vorst zijne toevlucht tot maria, dc hulp der Christenen. ■— Hij deed de gelofte: »dat, als Onze Lieve Vrouw van de hoop hem uit dit gevaar redde, hij haar ter cere eene Orde zou stichten. — Nauwelijks had karei, die gelofte gedaan, of een lichte wind verstrooide de wolken en eene schitterende ster vertoonde hem een gebaand voetpad, dat zij met hare stralen verlichtte. Hij dreef zijn paard dien weg op, die hem uit het hosch bracht, en spoedig hoorde hij den toon des horens, dien zijne lieden lieten klinken, om hem bericht Ie geven, op welke plaats hij hen vinden kon.

Den volgenden morgen wilde do koning, getrouw aan zijne gelofte, deze in do kapel van maria vervullen; hij stichtte daar de vOnle Onzer Lieve Vrouw van de hoop,quot; en hij beval, dat de leden dier Orde eene s/er zouden dragen tot aandenken aan het wonder, dat hem uit de gevaren van het bosch gered had.

gelol'tk in den kiu.icsnoüi).

(uit: ecestkalendcr uit bohème, cluor o. van iieinsdbrg-düringspei,d.)

Toen in het jaar 174-1 hel Beiersch-Fransche leger op den terugtocht van Ltudweis te Pizek rustte, waar het reeds in November op den marsch tegen Praag, eu later, na dc verovering dier stad, op den marsch naar Budweis was doorgekomen, verscheen op eens den ^28 December het

-ocr page 531-

01

keizerlijke leger van den kanl van Budweis voor Pizck. Daar de infanterie grootendeels in de slad lag, maar hel, overige leger mei de cavalerie dicht achter do brug op hel veld kampeerde, verwachtten de ongelukkige inwoners niets anders, dan dat de stad afgebrand en vernield zou worden. Het gerucht verspreidde zich zelfs; dal. do Oostonrijkors de stad 's avonds om acht uren stormenderhand wilden innemen, en liet vijandelijke leger maakte alle toebereidselen , om zich te verdedigen.

In dien nood en angst wendden zich de magistraat en de gansche burgerij met gebeden tot den Hemel en smeekten. de Maafjd ma nu om hulp, haar belovende: »als zijde stad uit bot gevaar wilde redden en voor alle schade behoeden, jaarlijks door cene plechtige godsdienstoefening hunne schuldige dankbaarheid aan den dag te zullen leggen.

Reeds den volgenden dag, den December, trok het keizerlijke leger weer van de slad terug, zonder dat deze eenige schade geleden had. Toon nu op den 8 Juni 17/i4 de last der Fransche inkwartiering eindelijk ophield, daar de '12,000 man sterke bezetting op dien dag door prins

KAKEL VAN LOTHARINGEN GVOl'ValllMl Oil Op WOilligO na , die

dooi' eeno overhaaste vlucht hun leven redden, neergesabeld werd, en Pizeh weer onder de heerschappij van keizerin marta TiiEREsiA kwam; besloot do uiagislraat, de gedane gelofte to vernieuwon en voor eeuwige lijdon elk jaar op den (S Juni oon dankfeest te vieren: «opdat God op de voorspraak der allerzaligste Maagd mama do stad ook verder voor dergelijken nood, benauwdheid en angst behoeden moge.quot;

En dit beloofde Maria-help-danlifeest wordt op genoemden dag nog jaarlijks met groole godsvrucht en blijdschap gevierd.

gelofte van den scheepskapitein.

(Uit; dc geur van Rome, door louis veuillot.)

De schrijver verbaalt: Wij waren op zoo, op reis naar Rome. Onze scJuepskajiilein, oen Franschman, zag er wakker

-ocr page 532-

02

uit on was krachtig en zacht. Hij gaf zijne hevelen, zonder dat er een vloek over zijne lippen kwam, en trof zijne maatregelen tegen het onweder zonder eenig leeken van ongeduld. In zijne kajuit hing het beeld der heilige Maagd

MARIA.

»Kapitein, wat denkt gij van het weder?quot;

«Het is een akelig weer, en het zal aanhouden; wij zullen een goll'dans maken! Misschien dwingt ons zelfs de dans, onderweg aan te leggen. Maar houd moed, het vaartuig is goed en zijn kapitein heeft geluk. Ik ben vijftig jaar oud en leef vijltig jaar op zee, daar ik op het schip ter wereld kwam. De zeevaart was van mijne vroegste kindsheid af mijne bezigheid; nooit heeft mij een aanmerkelijk ongeluk op reis naar Rome getroffen; van andere reizen kwam ik heelshuids terug.quot;

«In uwe kajuit, kapitein, heb ik een zeker beeld bemerkt. Is het de Beschermheilige van het schip?quot;

Hij glimlachte.

»I)c Maatschappij der keizerlijke postschepen heeft geen Beschermheiligen: het schip heet Lykurgus; kent gij dien heilige? Maar Onze Lieve Vrouw, van wie gij spreekt, is mijne persoonlijke Beschermheilige/'

wis zij het al lang?quot;

«Sedert een zekeren dag, het is al lang geleden; maaibij staat bij mij in frisch aandenken. — Op dien dag zag ik den bodem der zee van vrij nabij, ik en' eenige anderen , die, gelijk ik, niet al Ie dikwijls naar den hemel opzagen — ik bedoel den hemel, waar de lieve God woont. Zonder hoop, dat wij ooit weder het land zouden bereiken, vonden wij, dat wij vromer waren dan wij dachten: wij deden der heilige Maagd de la Garde 1) eene gelofte. Dadelijk nam zij ons op sleeptouw. Als door hare hand geleid, kwamen wij in de haven. Wij vervulden onze gelofte in scheeps-gevvaad en blootsvoets en zongen er onze litanie bij. De

1

Het beroemde wonderbeeld op eenc steile rots dicht bij de zeestad Marseille,

-ocr page 533-

O?)

i-jpl

mm

ip til

ill

fetfSÏ

11

zoo rustig

een tr1dtjum

iioiligc Maagd heeft hare bescherming goed uitgevoerd! Spoedig schonk zij mij ook eene vrouw, mijne vrouw schonk mij eenc dochter. Beide hielden voor mij. Zij staan op schildwacht voor Onze Lieve Vrouw de la Garde; hare gebeden vlammen als reine, witte waskaarsen. Zij bidden de heilige maagd maria, mij de genade te verleenen, dat ik eeniiiaal op mijn bed in goede orde en na goede biecht sterve. Zij doen uitkomen, dat wij op aarde bijna altoos van elkander gescheiden zijn en het dus niet ook in de eeuwigheid zouden wenschen te zijn. Ik reken erop, dat God haar gebed tot maiua verhooren, mijne dochter mij eenmaal de oogen toedrukken on mijn arm lichaam aan de aarde overgeven zal! — Dus, ga maar, in vertrouwen O}) Onze Lieve Vrouw, in uwe cel en als ik!quot; —

van gebed en dankzegging. 1)

(Uit: Leven dos zaligen leonakdus van pokto mauricio.)

In het jaar 'IVi.i richtte de pest in de dicht bij het groothertogdom Toskane gelegen provinciën eene vreeselijke verwoesting onder de dieren aan, en de daarop volgende droogte deed vreezen, dat op de pest een hongersnood zou volgen.

De groothertog verzocht dus den apostolischen missionaris uit de Franciscaner-Orde, leonaudus van porto-mau-ricio , dien onvermoeideu arbeider in den wijnberg des Ileeren, te Flo ren ze in den dom een triduum te houden.

lil i wi

ni- B|

De vruchten der boete waren hier zoo oprecht en zoo overvloedig, dat, ofschoon het godsdienstfeest slechts drie dagen duurde, veel vreemde priesters gevraagd moes-

lil) li|i

1

Triduum is een driedaagseh plechtig godsdienstfeest, hetzij als vóórfeest voor den feestdag van een grooten heilige, of als buitengewoon openlijk go Is-dienstfeest tot afwending van een kwaad, óf tot afsmeekïng van eene gena de, of ook als dankzegging voor eene verkregen genade, waarbij eens of tweemaal daags gepredikt wordt.

-ocr page 534-

(U

l.cn worden, om do biecht van het rouwmoedig in zicii gekeerde cn vermorzelde volk te iiooren. Alle vrees en angst voor de post verdween, en de groothertog cosimo m zag spoedig in, dat hij de groole weldaad aan de ingeroepen voorbode van mauia te danken iiad cn niet vergeefs zoo veel tot do heilige Moeder Gods had laten bidden. Daarom verzocht hij ook den missionaris leonardus, in liet vijl' mijlen van Klorcncc gelegen dorp dell' Imprunota een tweede triduüm, en wel lot dankzegging, te houden.

Het overoude, wonderdadige beeld der allerzaligste Maagd si ai! ia , dat zich aldaar bevindt, werd op de drie heilige Kerstdagen ten toon gesteld cn op den derden met groole praal naar den nabij gelegen Mariaberg gedragen. Do groothertog had door geheel zijn land eene uitnoodiging daartoe gezonden, cn zijne onderdanen even vriendelijk als dringend aangemaand, het heilige leest bij te wonen. — Dus was de toeloop van volk zoo groot, dat men het aantal aanwezigen op honderd duizend cn meer schatte; ook grootvorst joiian gaston, de doorluehtigstc prinsessen cn. de apostolische nuntius namen deel aan deze plechtigheid. Toen de processie o|) den berg aankwam, hield de missionaris leonaiidus eene vurige predikatie, die, zonder dat er hun ook slechts een enkel woord van verloren ging, zelfs door hen duidelijk verslaan werd, die om de menschenmassa meer dan twintig minuten van den redenaar verwijderd stonden. Na de predikatie werd do sacramenlecle zegen gegeven, cn op dat verheven oogenblik werden de kanonnen gelost. Dadelijk antwoordde een tweede saldo op dc naaste hoogte; een derde antwoordde van een verder gelegen berg op het tweede, cn zoo volgde salvo op salvo door het gansche land, ten einde op die wijze geheel Toscane op dcnzelfden lijd zou weten, wanneer dc zegen gegeven werd cn alsdan ieder kon neder-kniclen, waar hij zich ook bevond, orn hem te ontvangen. Op genoemden dag werden stroomen tranen van godsvrucht gestort; ongemeen groot waren dc roering, de vermorzeling

-ocr page 535-

05

I

I ;

i;;X

Ui

en vroomheid des volks, en hel geheel bracht in allen eene groole winst voor de ziel voort, namelijk eene inniger liefde tot God en een waarlijk kinderlijk vertrouwen op de moederliefde en moederzorg van maiua , de Gebenedijde des Ileeren, — Ten slotte volgde de plechtige terugbrenging des eerwaardigen wonderbeelds van maria naai' de Kerk dell' Impruneta. —

REDDING EN DANKZEGGING VAN EEN KIND.

Zeer dikwijls zag men den knaap leonardus van porto maurizio in gezelschap van andere kinderen blootsvoets naar de kerk der Madonna dei Piani gaan, dio omstreeks twee mijlen van Porto-Maurizio verwijderd stond.

Hier was het, dal hij zeer bijzonder in die dagen van schrik, toen eene aardbevimi de stad Napels in vrees en angst bracht, voor het 'Moeder-Gods-beeld op de knieën lag en met bet innigste vuur lot haar smeekte: dal de heilige Maagd met hare moederlijke voorspraak zulk eene ramp van zijne vaderstad verwijderd mocht houden. — In gezelschap van dezelfde jeugdige speelmakkers bezocht hij ook nog andere kerken, en op die wandelingen was het, dal, hij deze kinderen van zijn leeftijd die treffende vereering voor de Gebenedijde des Ileeren trachtte in te boezemen, die hij diep in het reine hart droeg. Had hij verschillende gebeden met hen opgezegd, dan onderrichtte hij hen, zoo goed hij het maar verstond, in de Christelijke leer, maar daarbij sprak hij telkens ook weer van de Madonna San-lissima. Terwijl hij hen op die wijze bezighield, weerhield hij hen van menige gelegenheid lot zonde.

Toen hij eens van Onerjüa terugkwam en met zijne speelmakkers langs het zeestrand wandelde, ontmoetten zij een scheepskapitein, die daar met zijn vaartuig geland was en juist aan wal kwam. Zoodra deze den knaap Paul IIiero-nymus (zoo heette Leonard vroeger'», die tien jaren oud

A. Hungari Ave-Maria-Klokje II. ri

, ■ ^ • •

m

m

mm

1!:

fl

ir 1

i'i

! 5:

-ocr page 536-

GO

was, cn zijn gezelschap zag, trachllc hij eerst met zoete woorden en geschenken de kinderen tot zich te lokken; toen kwam de booswiciit voor den dag met het schandelijke, dat in zijn hart broedde: hij wilde hen tot ontucht verleiden. Verrast door zulk eene onverwachte gebeurtenis en door billijke vrees getroffen, toen zij zich op zulk eene eenzame plaats, waar zij enkel van God hulp en bijstand konden verwachten, als teedere lammetjes in de klauwen van dit wilde roofdier zagen, begaven deze onschuldigen zich dadelijk op de vlucht, het beste middel om in dergelijke gevallen en gevaren overwinnaars te blijven. De eerste, nadat hij de kinderen gewenkt had, hem te volgen, was de kleine Paul Hieronymus. Men gehoorzaamde hem dadelijk , en snel als de bliksem stormden allen weg. De schandelijke kapitein, door blinde woede ontvlamd, trekt den degen cn snelt de kinderen na, die in het loopen vurig de heilige Moeder Gods om hare voorbede aanriepen, met den angstkreet: «Maria help.quot; En, hoe hij ook zijn best mocht doen, de kapitein kon ze niet inhalen. Ademloos hijgend, doch gelukkig gered, kwamen zij allen bij de voorstad aan den zeekant van Porto-Maurizio aan.

Zich op die wijze gered te zien, vereischte dank. En het goede kind ging dus naar de kerk, om den Heer zijn dank te brengen voor de genadige bevrijding uit een zoo groot gevaar; toen deed hij zijne schoenen uit en ging blootsvoets naaide, gelijk reeds gezegd is, bijna twee mijlen van de stad verwijderde Lieve-Vrouwc-kerk bij l'iani, om ook daar voor de hem op de voorbede van Maria ten deel gevallen weldaad zijne erkentelijkheid te betuigen.

troostvol opzien der zeelieden.

Havannah, eene der grootste en rijkste handelssteden der wereld, is de hoofdstad van Cuba, het grootste onder de West-Indischs eilanden, die in do golf van Mexico lig-

-ocr page 537-

07

gen. Dit eiland wordt ook de «Parel der Antiliesquot; genoemd, wijl de rijkdom aan allerlei kostbare producten, die het voortbrengt, alles overtreft, wal men in die streken bewondert.

Maar wat het eiland en de stad Ilavannali den reiziger meer waard maakt dan eene \)i\vc\ ,h hel tvonderbedd Onzer Lieve Vrouw, dat zich op de vesting der stad, den zooge-naamden Moro, bevindt, die de zeehaven van Ilavannali bestrij kt.

Zoo dikwijls een schip van deze haven uitvoer, om de verre reis over den Oceaan naar Europa te doen, werd er boven op de hoogte des bergs door de vestingbewoners met het hoogvereerde Moeder-Gods-beeld eene processie om de muren gehouden, ten einde eene gelukkige zeevaart ai' te smeeken. Tevens hield men voor de schepelingen het wonderbeeld naar beneden; opdat ook zij hunne gebeden en geloften vereenigen konden met hen, die boven waren. Maria is toch, na Christus , de hulp der Christenen, waarom de II. Andreas van Greta haar een nvast, onwrikbaar anker noemt.

Maria- lielp-wonderbeelden eu kapellen.

HET BEETjU „MARIA-HELPquot; IN DE ST. JAKOBSKEUK TE INNSBRUCK .

(Uit: studiëu cn beelden uit Zuid-Duitschland cn zijn volk, door Fkiedrich Buinkmann. 1803).

i. De schrijver zegt: Te Innsbrück werd ik hijzonder geboeid door een onaanzienlijk klein ding, dat de reiziger licht over hel hoofd kan zien, cn dal de meeste bezoekers dezer stad inderdaad geheel onopgemerkt laten.

Ik had reeds sedert verscheidene weken bemerkt, dal zich één en hetzelfde Madonnabeeld, van eene zeer liefelijke conceptie, als sieraad der huizen op de verschillende plaat-

-ocr page 538-

08

sen, sleden en dorpen, vertoonde; enkel in nu kleinere dan grootere afmetingen; nu zuiverder uitgevoerd, bijna een kunstwerk, dan slechts de ruwe kopie van een dorpsschilder, nu op den voorgevel van het huis als fresco geschilderd, vooral boven of naast dc voordeur, dan in olieverf of als houtgravure ter versiering der kamer gebezigd. Het had mij vergezeld door het Opper-Inndal, door de Vintschgau, in Meran en den omtrek, naar Bozen, door het Pustcrdal, door het Eisackdal tot boven op den Brenner , door het Benedcn-Wippdal, en ten laatste door de straten van Innsbruck. Later heb ik het weer gevonden in het Deneden-Inndal (vooral dikwijls te Schwatz), in het Zillerdal tot boven in bet Duxerdal, door do gansche Pinzgau tot naar Gastein, en daarop door geheel Opper-Oostenrijk, het Salz-burgsche en de oostelijke, aan de Salzach grenzende declen van Beieren, terwijl het in andere streken van laatstgenoemd land ook hier en daar voorkomt, maar niet in zulk eene hoeveelheid, als in die landen, zelfs niet in het zoo nabij Tirol gelegen Beiersche gebergte,

Daar ik het op mijn weg tol. Innsbrück reeds zoo oneindig veelmaal had opgemerkt, kan men nagaan, dat ik elke ge-legenbeid had aangegrepen, om ecnige opheldering aangaande dit zonderlinge verschijnsel te verkrijgen. Maar opmerkelijk : niemand kon mij die geven. Men wist mij nicls anders te zeggen, dan dat dit beeld de Madonna d Mar ia-helpquot; genoemd werd, dat bet volk er eene bijzondere wonderkracht aan toeschreef, en dat het dus op de meeste bedevaartskerken geplaatst was. Die inlichtingen waren door hare gebrekkigheid juist recht geschikt, om mijne nieuwsgierigheid nog te doen toenemen.

Toen ik nu te Innsbrück aangekomen was en door dc straten ging, en mij van zoo veel huizen, vooral in de oude stad, aan den linkeroever der Inn, altijd weer hetzelfde beeld aanstaarde als een raadsel , dat opgelost wilde worden, had mijn ongeduld inderdaad een bedenkelijken graad bereikt. Daar trad ik in dc mij nog onbekende St. Jakobs-

-ocr page 539-

00

fill

lii

■ gt; ii1

i ii

■V i i Ij:

II fli'll ■ 1: r

parochiekerk. Maar welke verrassing wachlle mij liier! Ik naderde hel lloogallaar, om het boi'oemde kleine Mariabeeld van luk as cranach, dat het middelstuk des altaars aldaar uitmaakt, te leeren kennen, en ziedaar! ik had het voorbeeld van al die beelden voor mij, die mij lot nog toe op mijne reizen door Tirol zoo verblijd en zoo — gekweld hadden.

Opheldering aangaande dit beeld geeft het volgende verhaal :

(Uit: Tirol en de reformatie, door Bcda Wcbor.)

li

it 'i

H

I

%

lil;

2. Onder de regering van den aartshertog leopold v (iiij

was in liet jaar '1580 geboren en een broeder van keizer Ferdinand ii, uit de Stiermarksche linie) ontbrandde de dertigjarige oorlog in lelie en huiveringwekkende vernie-lingswoede, en in Tirol, mot zijn vorst aan het hool'd, hield zich alles vast aan Home en bet Katholieke gelool'. En de landsheer zelf had in zijn paleis een eigen heiligdom, waartoe bij in dien trcurigen tijd zijne toevlucht nam.

LEOPOLD had namelijk in vroeger dagen den keurvorst joiian geokü van Saksen bezocht, en deze liet hem uit zijne verzameling van schilderijen de keuze van een beeld tol aandenken. Hij koos eene madonna, door den ouderen lukas cuanacii op hout geschilderd, kreeg bet oneindig lief, plaatste bet in zijne huiskapel en beschouwde bet als den grootsten schat zijner vorstenkroon.

De vrome gezindheid des volks in Tirol en het naburige Italië begroette dit zinnebeeld der heilige Moeder Gods met een aanmerkelijken jubel: — als ware in het beeld de Katholieke godsdienst zelf uil de macht van de vijanden des geloofs gered door de godsvrucht en vereering van den Katholieke landsvorst van Tirol, een zoet onderpand van de overwinning der Katholieke Kerk op de dwaalleer, een waarborg der vrijheid in het gebergte tegen de verschrikkingen van den godsdienstoorlog, daarom als uitéén mond »maiua-/te/pquot; genoemd.

''

iiliP

Ë

II

ril li

Hli f'

iï§l:

-ocr page 540-

70

Do geloofsmanncn van Italië, met slormendc haasl lict strijdgewoel instortende, gesteund op het vaste punt des vorstenhofs te Innsbrück, namen van dit beeld hunne wijding voor den strijd, hunne hemelsche roeping op leven en dood vaor de Kerk Gods. In het gansche land ontstonden kopieën, mattiieus küskl verbreidde het in koperdruk in talloozc exemplaren, en overal vereenigden zich de gemoederen bij dit zinnebeeld tot Katholieke eenheid en aansluiting in den strijd voor den Katholieken godsdienst des lands. Van de altaren des lands schitterde smaria-helpquot; in het hart der Alpenbewoners en ontvlamde den schuttersmoed, de kracht van den Tirolschen landstorm, met vroolijke hoop op do zege, tegen den aandrang der Zweden, tegen alle invloeden van het gewapende Protestantisme. De nationale beweging werd door het kerkelijke leven, gelijk leopold en zijne gemalin claudia dit uit alle kracht bevorderden, in zeker opzicht zelfstandig, eene onmetelijke macht, den landstoim zeiven staande houdende en medesleependc, voor de eerste maal den strijdlust van het Tirolsche volk heiligend als godsdienst, de gevallenen als martelaars der Katholieke Kerk wijdende, alle godsdienstige gildon en instellingen als met toovcrkracht in hot bloeiendste leven roepende; en deze godsdienstige, op lovon en dood voor de Katholieke Kerk opgevatte gezindheid dos land hooit de Tiroler Alpen voor alle stormen des dertigjarigen oorlogs gesloten.

Toon leopold in 1032 vroegtijdig te Schwatz overleed, nam zijne gemalin claudia do regeering in don mooiolijkstcn tijd mot groot gemak waar als voogdes over haar zoon Ferdinand ka rel , ondersteund door het gansche volk van Tirol, dat voor zijn oud geloof en zijn goed recht in massa was opgestaan met die taaie, vreeselijke, onoverwinnelijke kracht, die bereid is voor do bedreigde godsdienstige orde des lands te staan en te vallen.

Ferdinand karel, na de voogdijschap zijner moeder in het jaar 10-40 als zelfstandig heerschor in Tirol optredende, had het geluk, door don twee jaren daarop volgenden

-ocr page 541-

71

»Westfaalschen vredequot; do rust van Duilschland hcrsleldcn de Kalholicke Kerk gered le zien. — Tol bijzonderen dank schonk liij de Madonna zijns vaders uit de hofkapel aan de parochiekerk van Innsbrück, een eigen kapelaan werd er aan toegevoegd en eene door den geheimraad baron Frans van core th rijkelijk begiftigde »maria-help-Broeder-schapquot; opgericht. Kostbare offers verrijkten de nieuwe plaats der allerzaligste Maagd maria, en de godsvrucht van Tirol was zoo innig-hartelijk en zoo vast in het geloof, dat zij door wonderbare verhooringen beloond werd.

De Tirolsche landstenden bouwden de sMARiA-Zie/^-to'/iquot; aan de overzijde der Innbrug ten dank voor het eindigen van den nood der Europeesche volkeren. — Het blad van het Hoogaltaar der nieuwe kerk, naar hot wonderbare Madonnabeeld in de parochiekerk, van den schilder paul schor, vertoonde de vier standen van Tirol, opziende naar hel «maria-holp-beeld,quot; naar de heilige Maagd maria, die in goede en in slechte dagen de zoetste hoop des Tirolers is. liet gansche land antwoordde: «Amen!quot; met duizend kleinere ))maria-help kerkjesquot; en »maiua-help-kapollen,quot; overal de eer van maria verbreidende, de genaderijke Beschermvrouw van alle volkskracht in het gebergte, de lloedsler des Katholieken geloofs en der deugd in Tirol prijzende.

Zoo had de dertigjarige oorlog in het Tirolsche vaderland , onder de affjesmeekte hulp der voorspraak van maria bij God en onder de hoede van Katholieke vorsten, die slechts op Home steunden, hel nationaal gevoel lot godsdienstig zelfbewustzijn gebracht, en den Katholieken godsdienst onuitroeibaar in het hart der Tirolers geplant.

HET MAllIA-HELP-KERKJK HIJ COBLENZ. (Uit; Gedenkwaardige cn nuttige llijnsche Antiquarius.)

\. Slaande onder het glacis van den Pelersberj, dal, onder zijne dichte boomgroepen begraven, van de Moezel

-ocr page 542-

70

Do geloofsmanncn van Italië, met stormende haast liet, strijdgewoel instortende, gesteund op het vaste punt des vorstenhols te Innsbrück, namen van dit beeld hunne wijding voor den strijd, hunne hemelsche roeping op loven en dood veor de Kerk Gods. Inhetgansche land ontstonden kopieën, mattiieus küsel verbreidde het in koperdruk in tailooze exemplaren, en overal vereenigden zich de gemoederen bij dit zinnebeeld tot Katholieke eenheid en aansluiting in den strijd voor den Katholieken godsdienst des lands. Van de altaren des lands schitterde smaria-helpquot; in het hart der Alpenbewoners en ontvlamde den schuttersmoed, de kracht van den Tirolschen landstorm, mot vrooiijke hoop op de zege, tegen den aandrang der Zweden, tegen alle invloeden van het gewapende Protestantisme. De nationale beweging werd door hot kerkelijke leven, gelijk leopold en zijne gemalin claudia dit uit alle kracht bevorderden, in zeker opzicht zelfstandig, eene onmetelijke macht, den landstorm zeiven staande houdende en medesleepende, voor do eerste maal den strijdlust van het ïirolscho volk heiligend als godsdienst, de gevallenen als martelaars der Katholieke Kerk wijdende, alle godsdienstige gildon en instellingen als mot tooverkracht in hot bloeiendste leven roepende; en deze godsdienstige, op leven on dood voor do Katholieke Kerk opgevatte gezindheid des land hooft de Tiroler Alpen voor alle stormen des dertigjarigon oorlogs gesloten.

Toen leopold in 1632 vroegtijdig te Schvvatz overleed, nam zijne gemalin claudia do regoering in don moeielijksten tijd met groot gemak waar als voogdes over haar zoon Ferdinand kakel, ondersteund door het ganscho volk van Tirol, dat voor zijn oud geloof en zijn goed recht in massa was opgestaan met die taaie, vreeselijke, onoverwinnelijke kracht, die bereid is voor de bedreigde godsdienstige orde des lands te staan en te vallen.

Ferdinand karel, na de voogdijschap zijner moeder in het jaar 1046 als zelfstandig heerscher in Tirol optredende, had hot geluk, door den twee jaren daarop volgenden

-ocr page 543-

71

«Westfaalschen vredequot; do rusl van Duilschland hersteld en dc Kalholiekc Kerk gered le zien. — Tol bijzonderen dank schonk hij de Madonna zijns vaders uit de hofkapel aan dc parochiekerk van Innsbrück, een eigen kapelaan werd er aan toegevoegd en eeno door den geheimraad baron frans van coretii rijkelijk begiftigde »maria-help-l!roeder-schapquot; opgericht. Kostbare offers verrijkten dc nieuwe plaats der allerzaligste Maagd maria, en de godsvrucht van Tirol was zoo innig-hartelijk en zoo vast in bet geloof, dat zij door wonderbare vcrliooringen beloond werd.

Dc Tirolscbc landstenden bouwden dc »iixm\-hdj)-kerk'quot; aan dc overzijde der Innbrug ten dank voor het eindigen van den nood der Europecsche volkeren. — liet blad van het Hoogaltaar der nieuwe kerk, naar liet wonderbare Madonnabeeld in dc parochiekerk, van den schilder paul schor, vertoonde de vier standen van Tirol, opziende naar hot «maria-help-bccld,quot; naar dc heilige Maagd maria, die in goede en in slcchle dagen de zoetste hoop des Tirolers is. liet gansebc land antwoordde: «Amen!quot; met duizend kleinere » maria-help kerkjesquot; en »maria-help-kapellcn,quot; overal de eer van maria verbreidende, de genaderijke Beschermvrouw van alle volkskracht in het gebergte, dc Hoedster des Katholieken geloofs cn der deugd in Tirol prijzende.

Zoo had dc dertigjarige oorlog in het Tirolscbc vaderland, onder dc afgesmeekte hulp dor voorspraak van maria bij God en onder de hoede van Katholieke vorsten, die slechts op Home stcuuden, het nationaal gevoel tot godsdienstig zelfbewustzijn gebracht, en den Katholieken godsdienst onuitroeibaar in bet hart der Tirolers geplant.

het maeia-hell'-keekje hij coblenz. (uit; gedcnkwaanligo cn nuttige Rijnsche Anliquarius.)

'I. Staande onder bet 'glacis van den Pelersberrj, dat, onder zijne dichte boomgroepen begraven, van dc Moezel

-ocr page 544-

72

door dc nicl mindei' welige groepen langs de rivier gescheiden is, heel'l het kerkje ook aan de andere zijden, wegens hel zeer zacht oploopend plateau , geen ver uitzicht. Toch is de blik op de hoogten, die, van de Moezelhergen uitgaande, met het voorgebergte, do Bnbenheimer hoogte, in den Rijn uitloopen, ol' op dc veeltijds met een nevelsluier hedekte bergen aan den overkant des Rijns, en ook op het spaarzaam met boomen bezette plateau aantrekkelijk, en het geheel wekt door eene zekere mystische stilte tot beschouwing, tot godsdienstigheid op. De eerste stichter van het kerkje moet, naar het verhaal, een reiziger geweest zijn, die, onder roevers geraakt, op deze plaats aan hunne handen ontrukt werd en, om zijne dankbaarheid aan de hemelsche Maagd te betooncn, die hij in den nood had aangeroepen, aldaar een bedehuis liet bouwen. Vlijtig door vromen bezocht, wegens het. daar vereerde MAuu-beeld, overleefde het gedenkteeken de stormachtige tijden van 1794-1796 en de Fransche legers, door welke meermalen de vlakte ingenomen werd. Hel kon bijna als een wonder beschouwd worden, dat het onaanzienlijke bedehuisje aan de woede der laatste beeldstormers ontkomen was, en die omstandigheid is misschien niet zonder invloed gebleven op den vermeerderden toeloop der bidders, zoodra het bezoek niet meer met persoonlijk gevaar verbonden was.

Die toeloop, eene godsdienstige reactie, die zich in het algemeen op onderscheidene punten vertoonde, mishaagde der overheid, en bij besluit der prefectuur van het jaar 1808 werd bevolen al dc kapellen om Coblenz af te breken, \oor zoo verre de overstrooming van en de verwoes

tingen des legers die overgelaten hadden. Het bedehuisje Heilig Kruis ontkwam de verwoesting, maar werd voorde bedevaartgangers ontoegankelijk gemaakt, het Marker beeldje en M:\RiA-help vervielen in puin, ten spijt van allo vromen. Zes volle jaren blecl MAiuA-help ecu puinhoop, echter beschut door do hooge notcboomcn, die toen nog de plaats versierden, en niet zelden kwamen daar godvruchtige ver-

-ocr page 545-

73

eerders van maria, hel bedroefde hart boven de puinhoopen vciiiellcnde, om de Troosteres der bedrukten aan te roepen. In het jaar 1814 veroorloofde liet Pruisische gouvernement van den Beneden-Rijn den herbouw. Om dien te bekostigen vereenigden zich verscheidene weldoeners, onder welke de ijverigste waren vrouw Billig, bezitster der eenc helft van de vroegere herberg de Kidder, en de heer joiiann Matthias uittel; in den loop des jaars '1815 stond hel werk voltooid, zoodanig, dat bij het vroegere bedehuis eenc voorzaal ter opname der bidders gevoegd en deze met eene houten poort gesloten was. Maar het wonderbeeld, dat pastoor lang in 1808 in veiligheid gebracht en tc Neuendorf in de parochiekerk geplaatst had, kwam niot terug; in deszelfs plaats werd eene door de familie van umdscheiden geschonken schilderij in olieverf gesteld, maria-help voorstellende, totdat de opvolger van lang , pastoor herüert, in 1835 het eigenlijke wonderbeeld, de heilige Maagd met het kind jesus op den arrn, in hout gesneden, teruggaf. Voor de vele bedevaartgangers werd spoedig de vergroote kapel te klein; er moest in 1840 een nieuwe aanbouw, de buitenste voorzaal, worden bijgevoegd, in welk jaar er ook het torentje op is geplaatst.

Een klein kwartier uurs van de stad verwijderd, door een zijweg van 150 pas lengte met den straatweg op Trier verbonden, is maria-help van buiten omsloten door traliewerk, waarbinnen in de rondte zitbanken zijn aangebracht. Naast de ijzeren traliepoort in het voorfront geleidt ook eene zijdeur naar de binnenste voorzaal. Het wonderbeeld troont in eene nis, die de ruimte van het vroegere bedehuis inneemt. Boven de nis staat geschreven: «Onder uwe beschutting en bescherming vluchten wij, o heilige Moeder Gods! Versmaad niet ons gebed in onze nooden, maar verlos ons altijd van alle gevaren! 0 roemwaardige en gebenedijde Maagd, onze Meesteres, onze Middelares, onze Voorspraak, verzoen ons met uw Zoon, beveel ons aan bij uw Zoon, stel ons uwen Zoon voor!quot; Tegen den buitenmuur der

Pi1#

1

,i:; IlliÉ

'■fj

'• i; M

r i' tevf

;t

«ll

iifl 11 Bi

-ocr page 546-

7,4

nis is Jesus aan liol kruis afgebeeld, aan Zijne voelen maiua en Joannes, daaronder in beeldhouwwerk: hel ontzielde lijk des lleiiands, gedragen door Zijne leerlingen. Aan Zijne voeten de smartvolle Moeder, naast haar maria mag-dalena: tegenover den jonger, dien jesus liefhad. Rechts een engel, een schild dragende, waarin het overwinnende kruis, links een tweede engel, in wiens schild de folter-werktuigen afgebeeld zijn.

Nauwelijks wordt liet ochtendgelui, in den zomer om half vijf, gehoord, of de kleine tempel komt vol bidders, op wie onafgebroken andere volgen, zoodat het voorwaar eene zeldzaamheid is, wanneer in den loop van zeventien uren het kerkje slechts voor een oogenblik ledig blijft. En het is geenszins de bevolking der stad alleen, of der omliggende plaatsen, uit welke de scharen der godsvruchtigen aangevuld worden; uit het Nassausche, van de Eifel, van den llundsrück, van den Rijn, uit verre streken, van '15 tot 20 uren afstands worden zij geroepen door de velerlei verhalen van de wonderbare genezingen, die hier op maiua's voorbede van den Heer zijn afgesmeekt, van redding uil, dringend levensgevaar en anderen nood. Deels zijn het enkele per-sonen, die naar de bedevaartplaats trekken, deels scharen zij zich tot geheele processiën, gelijk er bijv. regelmatig van llildesheiin, van Bornheim en Brenig aan het Voorgebergte enz. verschijnen. Gelijk overal is ook hier in den eigenlijken bedevaartstijd, van maria-hemelvaart tot maria-geboorte, en gedurende de Oclaaf, de aandrang het grootst.

2. Over eene hier gebeurde wonderbare genezing handelt een bijzonder gedenkschrift: Hel gebed lol MMUK-he/p of de wonderbare rjeneiinrj van maria magdalena rittel le Coblenz. In Februari 1818. kl 8° bladz. 8. Ik ontleen aan het werkje het volgende verhaal:

»maria magdalena, de negenjarige dochter van den voerman mattiieus iutïel , te Coblenz woonachtig, leed sedert langer dan een jaar aan altijd toenemende zwakheid des lichaams en aller leden; zij moest al dien tijd als een

-ocr page 547-

75

zuigeling gedragen cn mei veel mocilc van de eene plaats naar de andere gebracht worden. Geene inspanning cn kosten, gecnc zorg en oppassing werden gepaard; maar alle en iedere moeite om haar lijden te verzachten cn haar kracht tc schenken, waren vergeefsch. Geneeskundige hulp kon de ziekte niet wegnemen; geduldig leed de arme cn verdroeg het haar opgelegde kruis met berusting in den wil des hemelschen Vaders. De ouders, eerlijke, goede en vrome lieden, baden dagelijks vurig tot God, om redding voor het geliefde lijdende kind al' te smeeken. De Albarmharlige verhoorde hun gebed en hun smeeken.

In het tijdsverloop van 7 tot 9 Februari '181H, nadat het kind 5 dagen en 5 nachten bijna onafgebroken aan sluipen geleden had, die zich in 2/(' uren lot 30 maal herhaalden, zoodat dc ouders dikwijls reeds meenden, dat haar einde naderde , daar menigmaal koud doodzweet haar voorhoofd bedekte, bedaarde die toestand weer; hierop viel zij in eene zachtc sluimering, die verscheidene uren aanhield. Bij haar ontwaken scheen zij sterker te zijn, en zij zeide tot de bij haar slaande cn angstig wachtende moeder, dal zij nu van haar lijden kon geholpen en weder gezond worden. Op de vraag der moeder, hoe en op welke wijze'? antwoorde zij: ik heb God en de heilige Maagd gezien; mij werd gezegd, dat zeven kinderen naar u\ni\-lielp gaan cn daar voor mij bidden moesten.quot; De ouders (welke vader cn moeder zouden het niet gedaan hebben?) brachten 7 onschuldige meisjes bijeen; deze gingen tc zamen naariiARiA-help, op den 7 dier maand, en baden om hulp en redding-voor dc lijdende medezuster, die aan dc ouders gevraagd had naar MAiuA-help gebracht tc worden, om haar gebed met de andere te vereenigen, hetgeen echter dc ouders bij de zwakheid van het kind cn zonder toestemming des genees-heers niet deden. De 7 kinderen gingen ook dc tweede maal naar MARiA-hclp, om te bidden; cn daar het kind altijd gezonder en krachtiger werd, en dringender begeerde, zelve mede naar MARiA-help te gaan, brachten zij er haar

mi spi

i . .quot;•l i

|f ,'I

t:f fiif lip feMvyê:!

ilii

• „jbi 'l

11

; Él

^ gt;1

■llf illif

;:i,: , , i

-ocr page 548-

7fi

op maandag den 9 derzclfdc maand in een rijtuig heen. Daar deed zij in gemeenschap met de zeven haar vroom, kinderJijk onschuldig gebed. God verhoorde liet smeeken der onschuldigen, en nadat zij het gebed gedaan hadden, keerden de kleinen met dc (jenezen zuster ie voet naar huis terug. Sedert dien dag jjaal hel kind dagelijks naar maiua-help, om daar üod en der heilige Maagd den dank te brengen, dien hare redding cn genezing haar ten plicht maken.quot;

Dc kleine rittel is in haar echt moeder van vijf kinderen geworden en heeft in den loop van 38 jaren ook niet de minste ongesteldheid door te staan gehad, zoodal dus bewaarheid werd dc (naar het verhaal) in dat nachtelijke gezicht door haar gehoorde belofte: «Gij zult nooit meer ziek worden.quot;

3. Groot opzien verwekte niet minder de genezing van den lienjarigen knaap muller uil Monlabaur, die ten gevolge eener verkorting van hel schenkelbeen mank was geworden en zich van cene kruk bediende. Toen hij nauwelijks dc bedevaartsplaats betreden had, verlengde en rekte zich het heen zoodanig, dal de knaap zijne kleine kruk op de plaats, waar hij genezen was, achterlaten en vrij en frank naar de stad gaan kon.

4. Doch van de treffendste omstandigheden ging de genezing van josepii reichert uit Vallendar, geboren den 10 November 1795, vergezeld. Leerling bij een lakenwever, leed hij reeds toemaals zeer dikwijls aan bloeding, een gevolg, gelijk later bleek, van eene keel- en neuspolyp. In hel jaar -1810 werd hij door den kreitschirurgijn kraus te Vallendar geopereerd, en de keelpolyp, 7 lood zwaar, er uit gehaald. Dc neuspolyp verdween hierop langzamerhand, maar overigens beschouwde de chirurgijn den lijder ais iemand, die niet verder te helpen was. Inderdaad schijnt de polyp zich op nieuw gevormd te hebben; de bloedingen herhaalden zich, de moeielijkheid bij het ademenhalcn werd gedurig grooter, een algemeen verval maakte snelle vorderingen. —

-ocr page 549-

77

In dien treurigen toestand liet reiciiert zicli op Maria-boodschap, den Maart 1821, in gezelschap van simon KRiiMER, bij Neuendorf overzetten. Met luider stem den rozekrans biddende, kwam bij bij maria-Ac^; hij bracht ccn klein olTer , knielde voor het wonderbeeld, bad een half uur lang in stilte, viel in onmacht en ontwaakte met den kreet: »0 maria. 1quot; Hij werd opgenomen, naar buiten gebracht en verhaalde; «de Moeder Gods was hem verschenen, als uit liet beeld komende en naar hem toe zwevende, in wit gewaad, van glans omringd, en het had de duidelijk gehoorde woorden gesproken: ygt;Ga heen, uw gebed is verhoord /quot; Hij werd verschillende malen met wijn gewasschen, sloeg na een kwartier uurs de oogen op, maar bedekte ze dadelijk met beide handen weer en zeide: »Nu ben ik geholpen, de heilige Moeder Gods heelt mij geholpen, dat ik het brood van mijner handen arbeid weer eten kan!quot; Zonder eenigen bijstand stond hij van den grond op, den hem aangeboden stok wees hij af met de woorden: »Ik heb hem niet meer noodiglquot; ging in de kapel terug en bad knielend, met zeer duidelijke stem, doch verschillende malen door weenen afgebroken, den rozekrans, en dien baden met hem alle aanwezenden, cenige honderd menschen. Hij ging naar Wallendar terug, en daar werd zijn geheel veranderd uitzicht, de tegen de vroegere gebrekkigheid zoo opvallende krachtige houding met verwondering opgemerkt dooi' verscheidene personen, die niet het minste vermoeden hadden van hetgeen er met hem was voorgevallen. Den volgenden dag ging hij al zijne weldoeners bedanken voor de hem lot dien lijd geschonken ondersteuning, met hijvoeging, dal hij ze voorlaan niet meer noodig zou hebben; den 27 Maart werkte hij op daghuur van 's morgens tot laat in den avond, en dat heeft hij van toen af onophoudelijk voortgezet. Want volkomen was de kwaal van hem geweken. In het ambtelijk bericht van den kreitsgenees-lieer van 5 September 1821, dal ook aangaande de moraliteit en godsdienstigheid van reiciiert het voordeeligste

ï#

Mil

Wm

•f. f

mr

In*-

|l|; |||

i Iplij

r' •, ||i|

II

! ilill ! ï' ■ 8*

-ocr page 550-

78

getuigenis geeft, komt voor: «Mevrouw van uleul zoido tot mij: wat liegen is, weet reicheut niet.quot; Onafgebroken werkzaam, heeft nEiciiEnx, verscheidene jaren na zijne genezing , eene vrouw genomen en met haar is hij ook hand aan hand in den dood gegaan. Vreedzaam rustten de beide echtelieden naast elkander, de man rookte vergenoegd eene pijp. Toevallig zag hij naar zijne vrouw; zij was dood. Hij leide de pijp weg, keerde zich om, en was niet meer. Dat kan in 1853 gebeurd zijn.

De stad Coblenz heeft boven het portaal barer hoofdkerk het volgende rijm gegraveerd:

//Dir o Maria Jungfrau rein,

Lasz Coblenz anbefohlen sein!quot;

Dat is: U, o maiua, reine Maagd, zij Coblenz aanbevolen.

HET MOEDEU-GODSBEELD AAN DEN HEILIGEN BOOM.

Uit; Duitsche Alpcnverhalcn , door jou. ridder van alpenburq.

Achter de Gotbiscbc parochiekerk te Landeck in Tirol stond tot het jaar '1822 een overoude pijnboom, die werd de «heilige boomquot; genoemd en was in de oudheid hoog vereerd. Die boom stond oudtijds in het duistere woud, want destijds bestond Landeck nog niet; enkel cenige eenzame boerderijen stondeü in de groene woudvlakte. En aan den heiligen boom bevond zich eens op wonderbare wijze een Moeder-Gods-beeld, bij hetwelk spoedig zulke genaden ontvangen werden, dat ieder, die het kon, er eene bedevaart heen deed,

liet was in het jaar 1205, toen de twee vrome echtge-nooten van de eenzame hoeve, die op Trams ob Landeck stond, en iiendrik en eva heetten, van den veldarbeid naar buis gingen, maar bet ontzettende bericht uit den mond der meid boorden, aan wie de zorg voor hunne kinderen

-ocr page 551-

70

was toevertrouwd: dal zij door wilde dieren, het eene door een wolf, hel andere dooi' een beer, gerooid waren.

Zij beslierven hel bijna van smart en snelden in hun groolen nood naar den heiligen boom en baden — voor de goede Moeder Gods knielende — om raad en hulp.

En ziedaar! de heilige Maagd hielp dadelijk op wonderbare wijze: de wolf en de beer kwamen mei de vermiste kinderen in den muil en leiden ze levend en welbehouden vóór liet wonderbeeld aan de voelen der ouders.

Uit dankbaarheid cn ter herinnering aan deze gebeurtenis werd naast den heiligen boom eerst een klein kerkje Dvan de Moeder Gods in hel duistere ivoudquot; gebouwd en hel wonderbeeld daarbij geplaatst. De bouw was in hel jaar 1470 voltooid, maar de kerk werd van lijd tot tijd vergroot, en wel zoo, dat thans datzelfde kleine kerkje het presbyterie der parochiekerk van Landeck uitmaakt.

Deze gebeurtenis is op den muur der kerk geschilderd te zien.

DE VOOKSVEIXENDE CELAATSKLEUIl.

(Tlit: Scliat van vevhalpu uit Thuringen, door nr. ludwio üeoiistein.)

Tc Frankenhausen was een beroemd Cistercienzer-non-nenkloosler van St. George; daarin was een wonderbeeld der heilige Maagd geplaatst, dal groote vereering ontving, en waarvan (allooze wonderen verhaald werden.

liet grootste dier wonderen was dit: dat hel beeld bij het naderen van blijde lijden en gebeurtenissen bloosde en in liefelijke gelaatskleur straalde; maar wanneer er een treurige tijd nabij cn voorhanden was, clan veranderde de kleur van het beeld en werd bleek en altijd blecker.

-ocr page 552-

80

MAUI A-ZORG.

(Uit: llemelsclio nalezing, door Dr. joiian emmanuel vhitii.)

Op eenc der hoogvlakten van hel Erzgchergte, op dc grens van Saksen, bijna drieduizend voel boven de zee, »waar het drie vierden van liet jaar winter is en één vierde koud,quot; waar de menschen groenten uit de moerasweiden halen (de jonge bladeren van den slangenwortel of het ad-derkruid), en waar zelfs de gewone distel nooit gedijen wil: daar, in het vaderland des gebreks, tusschen woud en veen, verheft zich een verweerd, veelbezocht kerkje. Het is aan de allerzaligste Maagd gewijd en draagt den naam MAniA-zouG.

Wel een schoone en diep gevoelde naam, want daar Maria, gelijk de h. ïiiomas van villanova aanmerkt, geene Stiefmoeder, maar eene echte Moeder der menschen is, zoo voedt zij ook liefde voor allen. En daar zij in hare voorspraak bij God machtiger is, dan al de overige heiligen, zoo overtreft zij, gelijk de h. augtjstinus leert, deze ook door hare moederlijke vounorg. Gelijk haar goddelijke Zoon de goede Herder van alle menschen is, zoo is zij de goede Herderin van allen.

0PSCI1 KIFTEN OP KEUKl'OUTALEN (Uit; Dc Muze, door Dr. drüxler-manprisd.)

Op de Maria-kerk te Scharnitz in Tirol leest men het opschrift:

//Maria, liclp, uw Moederhand Bescherm' Tirol, ons vaderland!quot;

liet lieve kerkje te Maria-help in Tirol heeft tol opschrift:

//Maria, help in allen nood,

In leven en ia dood !quot;

-ocr page 553-

81

IP

Het feest van Maria-Visitatie.

(HEÏ WORDT DEN 2 JULI GEVIERD.)

I

li

$ m

W'

in

■Hl 1 1

11® lil'

quot; ilfit-l I'

m ii i i

t

De feestgebeurtenis.

(Uit: Het leven van ciiniSTUS, door Dr. joii.vn tt. sepp.)

6^5

Maria l,e Nazareth den Zoon des Allerhoogsten ontvangen had, begaf zij zich denzelfden dag op weg om in de genade, die harcr grijze nichtelizabetii wedervaren was, heL teeken harcr eigen begenadiging te erkennen, en zij ging in haast1) over hel gebergte. »In haastquot; zegt de Evangelist, want liet was eener lle-breenwsche maagd niet veroorloofd langzaam haar weg le gaan of op de markt le slaan. Nu ging zij naar eene stad van Juda; de naaste weg daarheen was over hel gebergte Epbraims of Akrabatene, den hoogen weg, waar men van den berg de zee bij Joppe en de schepen, die daarheen varen, opmerkt. Maar de h. lukas wil ons door deze bijzondere opmerking le verslaan geven, dal de heilige Maagd niet langs den grooten weg, maar verre van het gewoel der menschen langs zijwegen en ruwe voetpaden ongezien daarheen reisde. En zie! do slcv, aan welke de verwachting van den Messias zich bij alle volken verbond, gtng heerlijk op in het Oosten!

De plaats, waar maria naar loc snelde, om hare verwanten le bezoeken, is, naar de overlevering,/Mmi, de oude

! i;: I li

.L

1

De vrome bisschop van Meaux, benionus bossuet, merkt aangaande dezen haast op: „Als men van Christus jesus vervuld is, dan is men tevens Vul van liefde, van een heiligen ijver, van verheven gevoelens en de uitvoering duldt geen uitstel. MAnrA, die niet den in haar vleesch geworden Zoon Gods de genade, in haar schoot draagt, wordt door eene goddelijke aandrift bewogen , haar ook in het huis van zaciiarias verbreiden, waar joahnes de dooper reeds ontvangen was.quot;

A. Ilungari. Ave-Maria-Klokje. IX. (;

-ocr page 554-

8-2

priesterstad van den stam Aaron, in de Koningsalpen van Juda, vijl'uren len zuiden van Jerusalem, en omstreeks vijf en twintig uren (90 tot iOÜ Kom. million) van Nazareth verwijderd. — Hebron dus, de stad van enak, zeven jaren vóór Zoan of Tanis in Egypte, en volgens josepiius vóór Memphis gebouwd, die door de oosterlingen ook Kiriath Arba, ol de »stad der vier Mannen,quot; genoemd was, wijl aldaar, naar de geschiedenis, abraham, isaak en jakoü benevens hunne vrouwen saka , rêbekka en lia , en de Egyptische josEi'' begraven liggen; Hebron, waar ijavid later zeven jaar regeerde en natijan, de profeet, begraven ligt, word thans — als de yeboorkplaals van den groolslen onder de kluizenaars en profeten — met het bezoek der uitverkoren Godsbruid verwaardigd. — (Volgens anderen is het jutiia , een stadje bij Hebron en in de nabijheid van het bosch Mamre, waar de drie engelen aan abraham verschenen, en dat geheel door priestcrlamiliën bewoond was, waarheen Maria thans over het gebergte ging.) Gewis waren de ouders der heilige Maagd reeds gestorven; daarom snelde zij, door de verschijning des engels verrast, naar hare verwanten, die bij haar de plaats van tweede ouders bekleed hadden, om hun gabriëls boodschap te openbaren en het buitengewone geheim toe te vertrouwen.

En zij kwam bij elisaüetii, die, eene andere sara, door God in haar ouderdom begenadigd, zich reeds in de zesde maand moeder gevoelde. En toen zij nu bij de begroeting reeds do verzekering der hemelsche genade ontving, die aan haar lichaam geschied was: toen hief de Maagd jubelend den verheven lofzang, het »Magnificatquot; aan en loofde God om de wonderen der barmhartigheid, die hij aan haar gedaan had, zij beleed in hare profetische geestvervoering; » Van nu al zullen mij zalig spreken alle geslachten!quot; gelijk dit in de Katholieke Kerk ook altijd is vervuld geworden.

»En zij bleef aldaar drie maandenquot; — dus tot aan de geboorte van den zoon der belofte, den lateren voorlooper, wegbereider en dooper des lleeren, den h. Joannes, op den

-ocr page 555-

Ov)

oil

24 Juni; doch meer nog om van de vervulling des wonders, dal in haar liad plaals gehad, dc zekerheid af Ie wachten •— want driemaanden of negentig dagen golden bij de Joden als hel tijdpunt tot erkenning der moederschap.

En na dien tijd keerde de Maagd mahia , nu geheel overtuigd van de groole genade, die aan haar, even als aan ELisAnETir, geschied was, daar zij de Gezegende onder de vrouwen geworden was, weer naar Nazareth terug, en kwam zoo voor de eerste maal na hare onlvangenis met josef, haar bruidegom, h'jeen. «Toen bleek het, eer zij samenkwamen, dat zij van den Heiligen Geest ontvangen had.quot; — Doch daar jozef een oprecht man was en — ofschoon natuurlijk argwaan opvattende, — haar toch niet in een kwaden naam wilde brengen, dacht hij er over, haar een schei-dingsbrief Ier hand te stellen — hetgeen naar Joodsch recht voor twee getuigen geschiedde — en haar heimelijk en zonder opzien weg te zenden. Hij wilde dit uil edelmoedigheid doen om haar le sparen, zonder zelfs dc reden zijner scheiding schriftelijk op te geven; wanl het hing bij de Joden van den echlgenoot af, of hij een geval, gelijk hier het vermoeden nabij lag, aan het gerecht wilde aangeven en op de wettige steeniging van de verloofde en haar vermoedelijken verleider aandringen, of niet. Maar door (joddelijh onderricht in oen droomgezichlgeleerd, nain liij haar als zijne vrouw tot zich, en bracbl haar in zijn huis over; eene handeling, die altijd met zekere plechtigheden verbonden was, om haar zoo voor de wereld tegen allen laster le beveiligen; en bleef voortaan als getrouw, door God gekozen metgezel — pleegvader on onderhouder, in heiligen schroom aan de Godsbruid, die hare reinheid aan den hemel verloofd had, toegevoegd. Maar voor het volk gold zij als zijne, wellige vrouw '). (Hel Evangelische verhaal is le vinden op bladz. '129.)

') Dit voorbeeld van echtelijke maagdelijkheid liceft ook celfs op den troon vcelvulilige navolging gevonden, gelijk kei/,er iiundrik de Heilige met zijne

G*

-ocr page 556-

84.

De mystische zijde der Visitatie.

(Uit; Christelijke symboliek, door Dr. ■wot.fqans menzel.)

Het bezoek van maria bij elisabtii heeft, met betrekking lot hel verlossingswerk, hootdzakelijk eene fiyslische

In zoo verre de éóngeboren Zoon Gods in het .loodsche volk vleesch werd en do zaligheid des Christendoms als eene goddelijke vlam op het huisaltaar des Jodendoms ontstoken werd, was het niet voldoende, dien samenhang enkel physiscb door de genealogie van maria en hare afstamming uit het geslacht van david uit te drukken; ook de geest der oude Mosaïsche wel moest in eene waardige personificatie reeds aan den nog ongeboren geest, des Nieuwen Verbonds de eerste hulde brengen. Aan hel Jodendom kwam hierin den voorrang boven het Heidendom toe; en indien dit laatste in dc personificatie der drie wijzen uil het oosten later den juist geboren Godheiland huldigde , zoo was aan hel Jodendom die huldiging nog vroeger vergund in den persoon van eusabetii. Want de Messias-idée, die door hel gansche Oude Testament loopt, was gelijk aan den nog ongeboren Christus, en in haar huldigde hel Jodendom hel aanslaande Christendom. Deze verhouding nu wordt uitgedrukt, doordien elisabetii in het gezegende lichaam barer jonge vriendin den Messias erkent, cn doordien zij dc eerste onder alle stervelingen is, die II e m aanbidt, eer Hij nog in hel licht der wereld getreden is.

elisabetii erkende in den Heiligen Geest, dat maria's school, den Heiland der wereld in zich bevatte, en sym-patelisch sprong haar eigen kind in het lichaam vanblijd-

gemalin kunigunde; — koning coloman van Galicië, de broeder der h. elisabetii van Thuriugen, met zijne gemalin salome van Polen; — herfoy nolk-slav ds Kuische van Polen met kinüa of kunigunde, de nicht der h. elisabetii ; — de h. pal/graaf justinus en nog vele anderen. —

-ocr page 557-

85

schap op (of knielde, volgens latere legenden, in het lichaam der moeder neer en aanbad hel Kind Gods), eli-sabetii zcide lot de nederig beschroomde: «Gebenedijd zijl gij onder de vrouwen, en gebenedijd is de vrucht uvvs lichaams! Zalig zijl gij, die geloofd hebt!quot; 1) En de kommer van Maria ging op eens in blijdschap over, en hare nederigheid verhief zich tol den verheven jubel: «Van nu af zullen mij zalig prijzen alle geslachten, want de lieer beeft groote dingen aan mij gedaan!quot; Yoor baar geest worden op eens al de beloften duidelijk, die God den kinderen abrahams gegeven bad, en zij schittert in den glorieschijn der hemelsche openbaring. De vrome Maagd verschijnt verheven in de koninklijke glorie van den stam davids, en reeds ligt in deze verrukking hel voorgevoel der Hemelkoningin.

De Kerk heeft in hel «Magnificat!quot; dezen heerlijken lofzang der Maagd tot dien rang in de kerkmuziek verheven, die er aan toekomt.

Enkel uit deze mystische betrekking der beide Testamenten op elkander door de Messias-idce is ook al hel anders raadselachtige iu hel karakter des Doopers joannes te verklaren, waarop wij laler nog terugkomen. — elisa-betii moet opgeval worden als het overoude geloof in het Jodendom, haar man zaciiabias als de ziekelijkheid des volks, bij hetwelk hel geloof afgestorven was. Beide zijn reeds hoog bejaard, waardoor de ouderdom van hel volk over bel algemeen moet uitgedrukt worden. Zij hebben geen kinderen, en dit duidt den toestand der .loden aan onder de Romeinen, zonder hoop op de toekomst.

Daar belooft God de lieer aan zaciiabias nog in diens ouderdom een zoon, gelijk vroeger aan abraham, waaruit

') uenionus bossukt zegt hier tot opheldering. »Ue gelukzaligheid is aan het geloof verbonden. Gij hebt geloofd, gij zult zien! Gij hebt op Gods beloften vertrouwd, gij zult Zijne belooningen ontvangen. Gij hebt God door het geloof gezocht, gij zult Hein vinden in zalig aansehouwen! — Laat ook mis dus ons geluk in het geloof vinden!quot;

-ocr page 558-

80

do plaatsvervangende beteekenis van joannes voor Aiiru-iiams volk nog- bepaalder blijkt. Doch ditmaal moet de late geboorte niet in physischen, maar in geestelijken zin worden opgevat; want de beloofde zoon is niet als isaak de physiscbe grondlegger van oen nieuw volk, maar hij is de Doopcr joannes, door wien bot volk op geestelijke wijze tot don lang beloofden en eindelijk verschenen Messias zal gebracht worden, joannes vertegenwoordigt bet Joodsche volk in zijne eindelijke verheffing tot de Christelijke kracht.

zacuaiuas geloofde aan de goddelijke belofte niet, dat is de .loden waren zoo afgeleefd, dat zij aan den Messias, dien zij zoo dikwijls verlangd hadden, toen Mij werkelijk kwam, geheel niet meer gelooven wilden. Hij verlangde een teeken; toen maakte God hem stom en liet hem niet meer spreken, vóórdat hij den naam zijns zoons zon nil-spreken. i\laar eusabetii geloofde en was blijde over het kind, dat zij onder het hart droeg. Zij had het zes maanden vroeger ontvangen, dan maiua het hare. Daarom heeft do geboorte van joannes den Dooper juist een half jaar vroeger plaats, dan die des Hollands; do eerste op St. Jan in den zomerzonnestand, de laatste op Kerstmis in den winter-zonnestand. Op St. Jan heeft de zon haar hoogsten loop volbracht en daalt van nu af weer. Bij al de heidonsche volken gold die dag als «dood der zon.quot; Maar mot Kerstmis begint de nieuwe zon des jaars; dat was bij allo Heidenen do «geboortedag der zon.quot; De natuur wordt hier tot beeld der geschiedenis. Do zin is, dat in den Dooper joannes, als don laalslen grooton profeet, hot Jodendom voleindigde, om in curistus jesus voor het Nieuwe Vee-bond der genade den weg te bereiden.

Op beelden der Visilulie beeft maiua gewoonli jk een groen kleed in de kleur dor hoop. •—• Nog bepaalder is de kleu-ron-symboliek op het schoone altaarbeeld van hans noi.-dung in den dom te Freiburg, daar de Maagd hier een wit kleed met groenen mantel draagt, de kleuren der onschuld en der hoop. — Op een beroemd beeld van uapiiael

-ocr page 559-

mm

87

lc Madrid spicyclL zich hel groen ook in dc naluur al; rondom de beide vrouwen is het lente, een — nieuw paradijs.

Een gewoon attribuut van maria. op Visitatie-beelden is ook haar stroo- of reishoed en een reisstaf.

In het verheven bezoek van jiaria bij elisadeth is ook nog op bevallige wijze de heilijincj van de bezoeken der vriendschap uitgedrukt. Daarom zegt van dc rechte soort van deze de vrome bisschop van Regensburg, Dr. j. m. saileu: »Naar hot voorbeeld van maria en elisauetii is bij het bezoek der vrienden — godzaligheid hun hoogste doel, godzaligheid hun voornaamste onderhoud, en godzaligheid de schoonste vrucht, rijpende na het bezoek.quot;

\

1

p: jflr

il jfcfl

ülaria-bloeineii.

UK DIUK J.IEVELINSHLOKMEN DKR ENGELEN.

(Vcrliaald door a. fousteneiciinkkJ

Eens trad de aartsengel gahriël, door God gezonden, iu een armoedig huis tc Nazareth voor de Maagd maria cn sprak: «Wees gegroet, maria, vol van genade! Zie, gij zult een Zoon baren, diens naam zuil gij .msus noemen !quot;

Kort na dezen groet ging dc Moeder Gods met het Magnificat in het hart naar hare nicht elisauetii. Do weg liep over het gebergte; het was zeer ruw cn steenachtig, en de kale wanden weerkaatsten de zonnestralen nog warmer. — Dat ging den engclljes daar boven in den hemel zeer ter harte, dat hunne Koningin zulk een slechten weg had. Zij maakten zich nu op en verzamelden op de hcmelvlakte hunne drie lievelingsbloemen. Uit het edelwil vervaardigden zij een wit fluweelen tapijt en leiden het op den weg: dc kale wanden bedekten zij met een behangsel van enkel Aipcn-rozeslruiken, waarachter de zonnestralen werden afgesloten;

•1 iMfi ■

' »1 lltt

I J: i illl

ifr-m

-ocr page 560-

8H

en op lapijl cn behangsel strooiden zij wierookkorrels, dat zijn de brunellen, die in den zonnegloed ontbranden en verdampen.

Sedert groeien die bloemen op ruwe, steenachtige gebergten, tegen kale wanden, en zij roepen ons toe: «Gij kunt jesus, den Zoon van maria, en Zijner gebenedijde Moeder geen grooter genoegen doen, dan als gij op den ruwen, steenachtigen kruisweg, dien Hij gegaan is, om u de sleutels des hemels te halen, de schoonste bloemen der deugd legt — onschuld, gebed en liefde lol God!quot;

JiLOEM ARTHENITA.

Bij bare reis in het gebergte zocht maria, die vrome schrijvers de »gouden Roosquot; en de Kerk do «geestelijke Roosquot; genoemd hebben, die eenvoudige veldbloemen, met welke haar Koning Salomon in zijn geheimzinnig Hooglied vergelijkt.

Eens (zoo verhalen Perzische schriftgeleerden, aan wie wij deze overlevering te danken hebben) leide de lofwaardige Maagd hare hand op eene bloem, welke de Arabieren «Arthenilaquot; noemen, en de aanraking der maagdelijke hand deelde dadelijk aan de plant een zeer zoeten geur mede, dien zij sedert ook behield. Het is diegene onder de planten, welke als ^welriekend Cyclamenquot; overal gezocht is.

moeder- gods- pantoffeltjes.

(Naar g. r. k, daumer.)

Op het gebergte groeien kleine bloemen

Vereerd door vromen wijd en zijd,

En die //pantoffeltjes der Moeder Godsquot; ze noemen;

quot;Waut alle jaren, ten bestemden tijd.

Ontspruiten zij in rijke mate uit de aarde,

Als door magie des hemels voortgebracht.

-ocr page 561-

89

En wat dien bloempjes scheukt een hoog're waarde,

Is dat ze ontspruiten, bloeien door do kracht Van haar, de Moeder aller creaturen.

Die telkens om dien tijd liet bergpad gaat; Als waarop ied'ro maal, na weinig uren,

Haar spoor vol ran die lieve bloenipjes staat.

■ii

Il :

De ruinen der Kerk Maria-Visitatie te Hebron.

(Uit; Ecis in het Heilige Land, door Joseph schifkkle. 1851.)

Toen wij den 8 April 1851 Bethlehem verlieten en na eenigen lijd de weg- een dal in liep, en hel genaderijke geboortestadje onzes lleercn en lleilands aan onze blikken, misschien voor eeuwig, onttrokken zou worden; stond ik stil, — lang stil, onafgewend en met diepen weemoed le-rugziende naar de dierbare plek, — zeide haar vaarwel, een tijdelijk vaarwel, met hel stille vermoeden en den geheimen wensch, haar na eenige jaren nogmaals en langer Ie zien. Ik keerde mij om, — er vloeide een traan, — vervolgens eenige schreden vooruit hel dal in, en Bethle-liem was verdwenen!

Ik snelde mijne vooruitgegane metgezellen na. — Peinzend, stil stapten wij verder. De zon brandde heel, de zonnedaken werden uitgespannen en onder de schaduw van een ontzaglijken terpenl ijnboom werd ergerusl. —De bergen, die wij voorbij gingen, waren meestal kaal; de weinige dorpen ooslersch ellendig, toch ontmoetten wij ook rozentuinen, terpentijn- en olijl'boomen, zell's vijgeboomen en wijnstokken. De weg was steenachtig en sl||hl; wij moesten , in zweel badende, stijgen en klimmen, bergop en bergaf. Eindelijk op de laatste hoogte aangekomen, zagen wij beneden in het dal, lusschen bergen ingesloten, een vast, heerlijk, vierkant, wilglinslerend gebouw, omringd van een schoenen tuin en vele lage huisjes, -— het was hel ^klooster Sl. Jan,quot; schilderachtig schoon in het

lili i

,

1.1

.L

-ocr page 562-

90

heerlijke dal gelegen. Wél ging het bergaf naar hel ge-wenschte vaderland, want elk klooster is voor den Christen in dit woeste Turksche rijk een dierbaar vaderland, waar hij zich onder die gastvrije monniken als te huis gevoelt. Jubelend stapten wij met de avondkoelte het St. .lanskloos-ter binnen, na de hitle on den last dos daags rijkelijk schadeloos gestold door vriendelijke opname en geestelijk genot, dat zulk cone plaats en zijn nog merkwaardiger omtrek aan de geloovige ziel verschaft.

Het tegenwoordige Turksche dorpje, in welks midden, prachtig als oen kaastcel, in den vorm van een vierkant het schoonc klooster van don h. joannes slaat, heet »A in Kar int.quot; Hier, in deze voormalige stad van Judoa, woonden vroeger do h. priester zachaiuas en elisaueth, hior werd do laatste en grootste der profeten geboren. In hot midden des kloosters staat eonc Iraaie, ruime kerk op dc plaats, waar vroeger hel huis van zachaiuas moet geslaan bobben. — lioods de h. iielena liet hior oene fraaie kerk bouwen, doch do dweepzieke Mohamodanon vernielden ze; lodewuk xiv, koning van Frankrijk, liet ze prachtig weer opbouwen. Zij is ceno der fraaiste kerken van hot Oosten. Langs oen broeden, pracliligen marmeren trap daalt men neer naar liet waardig versierde altaar des h. joannes ; onder hetwelk op eene marmerplaat het opschrift te lezen is :

//Hic praecursor Domini natus ost.

Hier is de voorlooper des Heeren geboren.quot;

Dag en nacht branden bij dit altaar liefelijk schijnende lampen, waar hij geboren werd, die voor dc opgaande Zon dor genade, bot Licht der wereld, don weg zou bereiden in bel van duisternis omsloten monschenhart. Hier werd ook het geestdriftvolle en profetische »Bonodiclus!quot; gezongen door den gelukkigen en van God vervulden profeten-vader zaciiarias. — Eene fraaie schilderij, ■—• don h. joannes en zijne geschiedenis voorstellende, —• en oen voortreffelijk orgel versieren de smaakvolle kerk. Eiken avond wordt

-ocr page 563-

01

er ecno processie naar de geboorleplaats des li. joannes gehouden, waarbij licl orgel majestueus klinkt, en de paters en de schoolkinderen, met den onderwijzer aan het hoofd, zeer liefelijk en vroolijk zingen. — O wat doen orgelspel en kindergezang goed in een land, waar enkel nog Katholieken orgels en Europeesch gezang hebben en buiten hunne kloosters niets dergelijks meer te liooren is!

Na den afloop der avondgodsdienstoefening bezochten wij den fraaien, dicht begroeiden kloostertuin, en gingen toen, gelijk overal, naar de schoonste plek van het huis, naar het hoogo, platte, zindelijke dak-terras. Do avond was ongemeen fraai — liet uitzicht even zoo. In liet zuiden, dadelijk bij de helling des nabijzijnden bergs, zien de wuïnen der Kerk Maria- Visitaiiaquot; neer. In het westen ligt het vruchtbare terpentijndal. Beneden in dit dal waren de Israëlieten en de Philistijnen tegenover 'elkander gelegerd. Hierheen werd van Bethlehem de dappere, op God vertrouwende, jonge uavid tot zijne broeders in het leger gezonden. Daar hoorde hij de lastering van den reus goliath — trok in de wapenrusting des geloofs den snoever tegen, nam uit de bedding der beek steenon op en slingerde ze zoo behendig en krachtig den reus tegen het voorhoofd, dat de sterke dood neerzonk, — overwonnen door oen knaap, met wien hij gespot had. —• Zoo kan dikwijls hot zwakke en verachte door de macht der genade het geweldige overwinnen, en ongeloofelijke zaken verrichten. Do wereld-en kerkgeschiedenis levert hiervan zeer vole trefiendo voorbeelden.

Beneden in het dorpje gaat hot zeer levendig toe. De Arabische jeugd verheugt zich in liet leven, spoelt en tiert bij een nachtelijk vuur, dat dikwijls op bet midden van hot voorplein hoog opvlamt, en waar de zorgvuldige huisvrouw kookt, stooft en braadt. De borders drijven hunne bonte kudden van geiten, bokken, schapen en ezels naar huis, even als ten tijde van samuel, loon zeer veel ezels verdwaald waren en lang door saul gezocht moesten worden. — Vóór do huizen zitten do Moslemin op

-ocr page 564-

02

den grond, babbelen, rookcn en drinken koffie. — Van boven zien wij dal alles een tijd lang mede aan, totdat de sterren aan den hemel schitteren en ons tot nachtelijke rust uitnoodigen.

In gedachten wandel ik nog eenigen tijd heen en weer, en zou willen vragen: »Waar zijn toch zaciiarias, eli-sabetii en het profetenkind, de jeugdige joannes? — waar is de bezoekende Moeder des Messias maria ? — Ach, zij zijn weg — overgegaan naar eene andere wereld, waar al de heilige zielen elkander in liefde vinden! — Uier beneden zijn slechts nog ruïnen en reliquiën, slechts dierbare herinneringen van hen voorhanden; — zij zelvcn zijn daarheen gegaan, waar de eeuwige Waarheid en Liefde woont, waar het waarachtig heilige en zalige land alle pelgrims verecnigt, die uit alle natiën en landen der wijde Christenwereld naai' het Jerusalem daar boven stroomen. Het heilige Land en zijne heilige plaatsen komen mij dikwijls voor als een overoud, eerwaardig gebouw. De grondmuren van het gebouw staan nog, sommige kamers zijn goed in orde en dragen geheel den stempel van den voortijd, andere zijn wat veranderd en opgeschilderd. Men vertoont nog de plaatsen, waar zij, de lieve, dierbare, oude huisbewoners vroeger gesproken, gerust, gehandeld en geleden, gejubeld of getreurd hebben; — maarzij zeiven zijn er niet meer, zij zijn vertrokken, — en een geheel ander, vreemdsoortig geslacht bewoont thans hun huis. Wilde Arabieren en luie Turken, hatelijke Moslemin, en niet zelden geestelooze, bijgeloovige Christenen (schis-matiekers en ketters) huizen op de plaatsen, waar vroeger de eerwaardigste Israëlieten, de grootste profeten, de godzaligste Maagd en dc Heer aller heeren stil gewandeld hebben. — Deze tegenspraak, dit opvallende contrast van het ontwijde, joelende, profane tegenwoordige met het stille, heilige verleden vervult dikwijls het hart des pelgrims met weemoed en smart en drijft hem naar buiten naar stille, afgelegen plaatsen, waar hij zich te nader voult

-ocr page 565-

93

111 ■

bij hel heilige vcrledene, hoe verder hij is van het profane, godsdiensllooze en geruischvolle tegenwoordige. — Zooging-hei ons dikwijls te Nazareth, te Jerusalem, te Bethlehem, en zoo ook hier in het St. Jansklooster.

Daags na onze aankomst las ik de heilige iMis op het prachtig met marmer en kostbare stoffen versierde altaar des h. joannes, en toen snelden wij dadelijk naar buiten naar de op eene hoogte, een kwartier uurs zuidwaarts staande yiKerk Maria-Visilali'0' Dat was een plaatsje voor mij. Ik doorleefde daar eenige der genaderijkste uren mijns ganschen levens, eenige van de gelukkigste mijner gansclie reis. Hier slond het landhuis, als'tware het zomerhuis van zaciiarias, schilderachtig fraai op eene bevallige berghelling. Hier ging hij des zomers heen, als de hille beneden in het dal sterk brandde en eene verkoelende lucht, gelijk ook thans nog, hier boven het verblijf zeer liefelijk maakte. Uier boven, in dit tweede huis van zaciiaiuas, dat nu nog »liel huis aan het veldquot; genoemd wordt, bevond zich elisabeth, toen maria, van Nazareth komende, hare verwanten bezoeken wilde en deze in het eerste huis in het stadje niet gevonden had. Uier werd elisabetii door de heilige Maagd gevonden en bezocht, de gezegende Maagd door de verlichte elisabetii als it Moeder des Heer enquot; begroet. Hier sprak de mond der nederige Dienstmaagd des Heeren in profetische geestdrift het verheven »Magnificat.quot;

De h. Helena liet op deze plaats de wijdsche »Kerk der Vis dal ie'' bouwen. Nog staan er Iraaie, vaste ruïnen dezer door Sarazenen vernielde kerk en des daarmede verbonden kloosters. De voorhof van tempel en klooster is nog van muren omringd, en op dat ruime voorplein slaan nog drie olijlboomen. Rondom groeit en bloeit alles en vele vijge-boomen staan vóór de ruïnen, die plechtig en schilderachtig schoon in het dal neerzien, als wilden zij luide aan elk geslacht verkondigen: Komt tot ons naar boven, hier is hel goed rusten, deze plaats is eeuwig schoon en liefelijk , want hier doorleefden de gelukkigste en reinste zielen

lil I

li!

I||

i

li

ïïi ft

i Ü

hII

J (jrN'jli 'li1 ij IH

ii II ï 11

•!

-ocr page 566-

iU

de schoonsle, hoopvolste uren Itaars levens!quot; Ook llians nog gaan de pators van het kloostei' jaarlijks op liet vfeesl Mar ia-Visitaiiequot; naar boven en houden in de half ingestorte hallen der kerk godsdienst. Daar mag wel het «Magnificat anima mea Dominum!quot; door do heldere stemmen der Latijnen gezongen, verheen klinken en het hart hemelsch vorhougen!

Ik ging op de steenen bank zitten onder den schaduwrijken olijfboom dicht voor den tempelnmur in den stillen voorhof. Spoedig wandelde ik onder de bloemen on hoo-men buiten voor de ruïnen van het heiligdom rond, staarde naar beneden in het bekoorlijke, rijk besproeide, welige dal van St. Jan, en rechtuit naar het nicl ver afgelegen Einaus, — en naar hoven naar hot hooge Modin, de begraafplaats der dappere Maccahoërs. liet weder was heerlijk, Eene paradijsachtig verkoelende lucht omringde mij op deze liefelijke hoogte. Ik gevoelde mij lichamelijk en geestelijk opgebeurd en onuitsprekelijk gelukkig.

Ik was alleen, — geheel alleen, — en toch niet alleen. Wij waren uiteengegaan en ieder onzer had een eenzaam plekje opgezocht, om ongestoord, met de Heilige Schrift in do hand, do hier gebeurde daden van don voorlijd te kunnen lezen en overwegen, zaciiarias, klisabetii , joan-nes, de zaligste Maagd maria, het «Benedictus!quot; hot »i\lag-nificat!quot; hielden mij zoo zeer bezig, dal uren als minuten vervlogen en wij bijna vergaten, van dit kleine Tabor van Jndoa naar benoden te gaan en naar bet klooster terug te koeren. Een zoor fraai rood bloempje plukte ik mij lol eeuwig aandenken aan de «plaats der Visitatie cn des Magnificats.quot;

Zelfs do Mohamodanen vereeren deze plaats on brengen olie en lampen, om joannes te eeren. ')

') In zijn reisboek //scm, Chom en Japliet*' schrijft Dr. alban stolz : „Wij gingen vooreerst naar de ruïnen der Kerk van maria Visitatie. — zachauias moet namelijk een kwartier uurs van zijne gewone woning verwijderd een land-huis gehad hebben; daar moet zich juist elisabetii hebben bevouden, toen

-ocr page 567-

05

Geschicilenis van dit feest.

De viering van hel, bezoek van maria (Yisilatio bealae Mariae virginis) in de Kerk Gods is de gedachtenis aan eene der belangrijkste en gewichtigste gebeurtenissen uit het leven der zaligste Moeder Gods. liet geheim van haar bezoek verbindt zich onmiddellijk aan liet geheim der Roodschap: in het laatste werd haar do waardigheid van Moeder Gods geschonken, in het eerste heeCl zich deze het eerst bevestigd. En hoe moest deze zich anders bevestigen dan door de mededeeling dier volheid der genade aan hare medemenschen, welke haar zelve daardoor was ton deel gevallen? Deze eerste mededeeling betrof inet recht ben, die den Heer en Zijnor Moedor niet alleen dooi' bloedverwantschap het naast stonden, maar ook op Zijn verlossingswerk de naaste betrekking hadden. Gelijk siaiua den Verlosser der wereld, zoo zou elisabetii diens Voorlooper baren: de eerste stap van maria sedert hare wondervolle moederschap was dus een bezoek aan eusaretji: lor heiliging van joannes door christus. De voorkomende groot van maria aan elisaretii verleende aan joAnnes en zijne moeder den zegen van Christus en de vervulling met den Heiligen Geest. Thans, nadal hare waardigheid als Moedor Gods door de eerste genadewerking bevestigd was, dankte maiua voor deze God den Heer en verkondigde haar

mauiA aankwam, om haar te bezoeken; daar zon dns de oorsprong zijn van den groet van elisaiietm en der eeuwige hymne Magnificat! —Hier staan nu de ruïnen eencr lang vernielde Kerk en eens kloosters, midden daartusschen zijn reeds machtige olijfbeomen opgegroeid; tocli staat er nog zooveel, dat er eene soort van kapel in het overgebleven muurwerk is ingericht, waar de Franciscaners het /«feest maria Visitatiequot; met eene heilige Mis vieren.

Deze eenzame ruïne aan de helling des bergs, door boom en struik en geurige kruiden liefelijk getooid, maakte op mij een ongemeen aangenamen indruk. Gelijk een zacht, eenvoudig lied het kind in de wieg troost en rustig maakt, zoo maakte deze gansche omgeving do ziel rustig en stil, deed al het walgelijke en wereldlijke luide inslapen en wekte een zacht gepeins, dat in het binnenste als opborrelde, gelijk eene kleine bron tegen de zuider berghelling, — Ook anderen verklaarden, hoe gaarne zij hier nog recht lang zouden willen verwijlen.

-ocr page 568-

90

aan de wereld door haar lofgezang «Magnificat! Hoog prijst mijne ziel den Heer en mijn Geest juicht in God, mijne zaligheid!quot; dat de Kerk voor immer bij dc openlijke gebeden harer priesters en Godgewijde vrouwen heeft gevoegd, dat in do Vespermis met bijzondere plechtigheid van gezang en bewierooking van het altaar gezongen wordt, dat een lievelingsgebed der geloovigen is. 1)

Doch het feest zelf is geen der eerste en oudste Maria-feesten in de Kerk. Het wordt voor de eerste maal inde tweede feestlijst van het Concilie te ie Mans in Frankrijk in het jaar 1247 en wel als een leest «van nieuwe instellingquot; vermeld. —■ Vooral krachtig werkte voor de verbreiding er van de groote en trouwe maiua-vereerder, dc h. üonaveintura , die in de ten jare 120^ gehouden algemeene vergadering zijner Orde voorstelde, het overal door de Franciscaner-Orde ie doen vieren. Van de Franciscaners ging bet langzamerhand in verscheidene bisdommen over, bijv. Keulen, Salzburg, Brixen enz.

Als algemeen kerkfeest werd het in de veertiende eeuw door de pausen urbanus vi en donifacius ix voorgeschreven, en wel om voor de Kerk in de zware verdrukkingen dier tijden bel hulprijke bezoek der Moeder Gods te verkrijgen.

De algemeene viering van dit feest werd daarop in 1441 door het Concilie van Bazel op den 2 Juli 2) geplaatst en

1

') De abt migne merkt in zijne liturgie aan. «Meerdere womleren ^escliieddcn bij het bezoek der heilige Maagd te Hebron. — Zoo sprong joannes Z)öo/)e;' in het lichaam zijner moeder op, toen hij in makia de Moeder des vlceseh geworden Woords herkende. — Daarna werd elisabeth van den Heiligen Geest vervuld en profeteerde. — En juist die Heilige Geest vervulde ook maria en zij hief den hoogheerlijken lofzang «Magnificatquot; aan — En zaciiarias openbaarde korten tijd na de geboorte zijns zoons de ingevingen des Heiligen Geestes door hot «Benedictus Iquot;

2

) Aangaande den iijd der viering van het feest quot;Maria-Visitaticquot; schrijft Dr. BiNTERnr; «Uitliet gcsehicdkundig-bljhelsch oogpunt beschouwd, kon aan dit feest geen geschiktere dag worden aangewezen dan linnen dc Octaaf der geboorte van den h. joannes, met wiens geschiedenis het in het nauwste verband staat. De Visitatie geschiedde wel vóór de geboorte van joannes, maar de Kerk pleegt meer den uitslag en de voleinding eener geschiedenis in aanmerking te nemen, dau het begin. Hot bciock van maria bij eusahetii

-ocr page 569-

97

op nieuw ingescherpt, on wel met verwijzing' op de politieke verwarringen en de kerkelijke scheuringen van dien tijd. »Wijl in deze dagen quot; zegt het Concilie, «de Christenheid overal beangstigd is en allerwege oorlog en kerkelijke scheidingen woeden, cn dus de strijdende Kerk op velerlei wijze gedrukt wordt: zoo acht liet dc heilige Vergadering een plicht, dat het leest, »de Visüalie der heilige Maagdquot; genoemd, in alle kerken gevierd worde, opdat de Moeder der genade, als zij door vrome gemoederen waarlijk vereerd wordt, haar gebenedijden Zoon door hare voorbode verzoene, cn zoo de vrede zich weer over do goloovigen uitstorte.quot; 1)

Dit feest is dus met het ongemeen verheven doel ingesteld: dat het maiua vals der Koningin des vredesquot; lot verheerlijking strekke. — Ook bidt dc Kerk in de heilige Mis van dezen dag, dat de viering van dit vrome feest aan hare gemeenschap den vrede moge schenken: »Pacis tribuat incremontum!quot;

Het officie van dezen dag heeft tiiomas van corcellls op last der liazelor Kerkvergadering vervaardigd, maar daartoe van dc reeds onder konifacius ix door atu , kardinaal van Engeland, opgestelde getijden gebruik gemaakt.

Om zich voor dergelijke visitatie en hulp dankbaar te betoonen, heelt de thans roemrijk regoerende paus nus ix, na de terugkomst van zijne vlucht te Rome, dat juist op het feest Maria-Yisitatio van hot juk der opstandelingen door de Katholieke wapenen bevrijd werd, dit feest tot oen hoo-

Juurde ongetwijfeld nog eenigc weken na de bevalling der laatste. Daar men nu noch het begin, uoch het einde des bezoeks zeker bc])alcn kon, koos meu het middelpunt, en zoo rechtvaardigt zich deze dag ook in chronologisch opzicht.

') Naar het bericht van paus benedictus xiv, — zegt joachim hildebiund, een heterodox schrijver; «dat het Concilie te Uazel dit feest heeft ingevoerd, om de allerzaligste Maagd te bidden; dat zij met hare voeten de vermetele Turken, die toenmaals groote venvotstigen aanrichtten, even zoo voor den grond zou treden, als zij bij het bezoek harer nicht eiisabetii de gebergteu onder de voeten trad, die zij bestijgen moestquot;

A. llungari. Avc-Maiia-Kloltje. It. n

-ocr page 570-

98

geren rilus verheven en zoo met de andere Mariafeesten gelijk gesteld. 1)

Met het oog op de in het Evangelie zelf verhaalde geschiedenis van het leest, waarin zich de goedheid en macht der zaligste Moeder Gods op de liefelijkste en krachtigste wijze openbaart, heeft de verlichte h. franoiscus van sales onder alle geheimen uit het leven van maria hare quot;Visitatie uitgekozen, om daarnaar dc nieuwe bespiegelend-werkzame Vrouwen-orde Maria Visitatie te stichten en zoo door haar naam reeds haar tot bestendige beschouwing en ijverige navolging van dit geheim op te wekken.

Bidden wij dan op dezen dag voor den vrede der Kerk en voor den vrede der (jansche wereld, ons recht bewust blijvende, dat de allerzaligste Maagd maria de »Koningin des vredesquot; is! Hidden wij eveneens den vrede over ome familièn en den vrede over ons zeiven door hare mildste voorspraak af! Smeeken wij bovenal der goddelijke Moeder, dat zij ook ons bezoeke met hare genade en ons de gave boven alle gaven moge brengen met de vervulling der verzuchting van ons vurigste verlangen: «Bezoek ons met uwe zaligheid! Yisita nos in salutari tuo!quot; Ps. 105 :-4. 2)

De zaligprijzing van Maria.

de glorie van de moeder des iieeren. (Uit: Geschiedenis van den h. bonaventuha, door den abt bertiiaumieb.)

1. De vereering der allerzaligste Maagd en Moeder Gods maria — beginnende rnet den groet des aartsengels ga-

') Op denzelfden 2 Juli vieren colt de Grieken een feest --ter herinnering, dat in de kerk te Constantinopel het kleed en de gordel der heilige Maagd j1akia werden in bewaring gegeven.

5) Als regel voor hel weder geldt de dag van „Maria-Visitatiequot; bij de landlieden. Als het namelijk op dien dag regent, dan houdt het regenachtige weder nog volle veertig dagen aan , zoodanig, dat er biuneu dien tijd geen drie dagen zonder regen mogen blijven. Daarom wordt ook de 3 Juli Maria-in-druppelinga-dag oi' „Marta-dropjcof „Moeder Gods-droppelquot; genoemd.

-ocr page 571-

09

1,1;} iill'ïli |v' |||^|

|

lig

is r

11

WtÊ

i'i i lüamp;iiyi

II B

'i-' h ''1:

jfêm

S. ■ réiSi |

...... hIquot;''1

li

, n

|ii

IP

Mm

11 ]. ''■uillllS 1 '

li 1 BI 1

iiigt; I I

lijkste met de den Verlosser gebrachte Godsvereering verbondon, heelt zich bij alle Christelijke volkeren van eeuw tot eeuw levendiger ontwikkeld en tevens dieper in de harten gegrift. Als een onbeschrijfelijk aangename geur is hare bevallige liefelijkheid ook daarheen gedrongen, waar smarten te verzachten, bitterheden te verzoeten, hoop te verlevendigen, groote besluiten le versterken, ver reikende gevolgen le verzekeren waren. Alle groote mannen der Christenheid hebben een vertrouwenden blik tot MAiiiA verheven en, door haar gezegend, hebben zij onder de reusachtige ondernemingen van hun ijver voort gewandeld.

Doch vooral in de middeleeuwen is die teedere on weldadige cultus in zijn vollen glans uitgekomen. De natiën schijnen zich op maria als op een onwrikbaren steun te leunen; de bestuurders der Kloosterorden plaatsen hunne vrome fainiliën onder haar; de Kerkleeraars brengen baai-als hulde de vruchten hunner kennis; de heiligen beschou-fwen baar als hunne onfeilbare Geleidster; de verdedigers der waarheid bouwen op haar hunne triumfen; de koningen wijden haar hunne kronen; de sleden richlen haar overal groote Bastilica's en lempels op, in welke de vroomheid zich door eene onvergelijkelijke groolaardigheid der kunst openbaart; de dorpen wijden haar een kapelletje of eene beeldzuil; de band des armsten pelgrims plukt haar een

rriël: «Wees gegroet, maria., vol van genade, de Heer is met u!quot; — voortgezet door elisabrïii, die, van den Heiligen Geest vervuld, haar toejuichte; «Gebenedijd zijt gij onder de vrouwen, en gebenedijd is de vrucht uws lichaams!quot; — en bezegeld door haar zelve in haar hoogheerlijk Magnificat; «Hoog prijst mijne ziel den lieer, en mijn geest juicht in God, mijne zaligheid! Want Ilij heeft de nederigheid zijner dienstmaagd aangezien; zie, van nu af zullen mij zalig prijzen alle geslachten; loanl groots heeft aan mij gedaan Hij, die machtig is, en wiens naam hei

Luk. 1: /i7 — werd ten innigste en onafscheide-

• •• .

7*

-ocr page 572-

-100

ruikertje; de vrome herder op de hoogste Alpen zingt haar een liedje; de gansche aarde schijnt voor maria te ademen! Waar maria's naam niet geschreven staat, waar haar bijstand niet ingeroepen, en hare heerlijkheid niet verkondigd wordt, schijnt het leven opgehouden te hebben; die eeuwen, zoo vol van levendige en verheven godsdienstigheid, willen overal onder de vaan der Moeder Gods strijden, en de verlichtste schrijver dier gelukkige tijden ontziet zich niet te beweren: «dat het de wil des Heeren geweest, dat ons al Zijne schatten door de bemiddeling der Maagd maria zouden geschonken worden.quot;

(Uit: Herderlijke brieven, door Or. Joseph othmab rauschek.)

2. De kardinaal en aartsbisschop van Weenen zegt: «Gelijk de heilige Vaders leeren, behaagde het den Almachtige, één der engelen, die de eerstelingen van Zijn schcp-penden wil waren, boven alle andere met rijke gaven te tooien. Maar de glans, die hem omgaf, werd hem ten val; hij wilde niets boven zich erkennen, niet eens Hem, door wien hij was, en hij zonk in den nacht des afgronds. — Alles, wat de onzalige verloor, wat de Almacht in den schat barer genade vond, werd aan maria, de dienstmaagd dos Heeren, verleend, en eene dochter van adam werd aan het hoold van bet geschapene geplaatst. Even als de lieer aan den wolkenhemel, dien ilij boven onze hoofden uitspande, de koninklijke zon geplaatst heeft, (als een reus slapt zij door hare baan, — jubelend in hare heerlijkheid, en voor haar verbleekt het tallooze heir der sterren), zoo heeft Hij boven allen, die in Zijn hemelsch rijk schitteren, de «wonderbare dochter Zijner genadequot; verheven, en onder,, de geschapenen is er niemand, die haar gelijk komt; zij is verhoogd boven alles, wat gemaakt is, enkel die meu-schelijke natuur uitgenomen, welke het eeuwige Woord in haar schoot aannam. Daarom is ook elke smet der schuld van haar zoo verre, als smart en tranen van het hemelsche Jerusalem, en zij schittert in eene reinheid, gelijk zij aan

-ocr page 573-

104

datgene, wal niel God is, niel, grooter zijn kan. — Geen van allen, die de Ileev tot zendboden van Zijn Evangelie, tot de verbreiders Zijner Kerk uitkoos, stond der Moeder des Ileeren tijdens baar wandel op aarde zoo nabij, als Joannes, de geliefde jonger, tot wien de stervende Heiland sprak: ))Zie uwe Moeder!quot; Het was hem vergund, de Gebenedijde onder de vrouwen in zijn buis te brengen, en zij nam van hem alle diensten eens getrouwen zoons aan. Daarom was het hem ook gegeven, terwijl hij nog in dit lichaam des doods wandelde, een weerschijn van die heerlijkheid te aanschouwen, in welke zij ingegaan is. Hij zelf verkondigt ons het gezicht, dat hij op Pathmos, de plaats zijner groote Openbaring, bad, en zegt: Een groot teeken verscheen aan den hemel, eene vrouw, met de zon bekleed; de maan was onder hare voeten, en op haar hoofd eene kroon van twaalf sterren.quot; De zon, het licht des daags, en de sterren des hemels vereenigen zich, om de Moeder des Scheppers te tooien en aan het menschelijke oog een vermoeden van hare hoogheid te schenken; maar de maan, die aan de baan der aarde gebonden is en, even als de aardsche heerlijkheid, met geleenden, veranderlijken schijn pronkt, is diep onder haar; want, wat de wereld aan goederen heeft aan te bieden, is voor haar te klein en de vorst dezer wereld heeft, even als aan baar Zoon, zoo aanhaar ook geen deel.

En wat de h. joan.nes zag, dat leerde de Kerk en schreef het in de harten barer kinderen.

de vereering van maria te rome.

i. Dr. j. th. Laurent schrijft: De door Gods Zoon bepaalde stelling des bisschops van Rome aan het hoofd de Katholieke Kerk, of het bezit des Roomschen bisscbops-stoels door hem, dien de Godmensch tolalgemeenen Vader der Christenheid bestemd heeft — schenkt a»n de Kerk van Home, de geestelijkheid en de geloovigen dier stad aan-

-ocr page 574-

102

deel aan do macht, en dc voorrechten, waarmede jksus Christus Zijn stadhouder op aarde lot zijn hoog amht heeft toegerust.

In liet bijzonder heeft dc onfeilbaarheid in de geloofsleer, den oppersten leeraar der geloovigen door den lieer toegezegd — do Roomsche Kerk altijd voor afval van het geloof, ja voor alle onzekerheid en dwaling in hel geloof bewaard, en aan hare gansche godsdienstoefening de hooge bcteekenis geschonken, wijl zij het eerst uil de oorspronkelijke bronnen des geloofs ontsprongen is, om van de zuiverheid en echtheid er van het volkomenste getuigenis te geven.

Daarom heeft dc le Rome sedert den lijd der apostelen heerschende Mariu-verearing voor de gansche Kerk het gewicht van een onomstootelijk bewijs harcr innigste gezindheid en meening; en in zooverre in deze hel geloof aan dc waardigheid, heiligheid en macht der maagdelijke Moeder Gods wortelt, moet noodwendig dc Maria-verccring te Rome een vaststaand karakter van den cultus zijn.

Zoo is het dan ook inderdaad.

Ofschoon Rome bovenal de stad der apostelen, der heiligen is, waar de aposlelvorsten leefden en den marteldood stierven; waar de grond gedrenkt is met het bloed en gevuld met de gebeenten van gansche geslachten van martelaars; waar de grootste heiligen aller ecuwen gewoond en verwijld hebben; zoo viert Rome toch hoog boven alle heiligen de «Koninginquot; der apostelen, der martelaars, der heiligen , die alleen hen ter rechter hand plaatst van den Hemelkoning, van wien zij weder alle heiligen en engelen ten geleide en als gevolg ontvangt. Al is Rome ook de ernstige priesterstad, waar, naar het voorschrift des apostels , de vrouwen moeten zwijgen; zoo klinkt toch in Rome onophoudelijk de naam der Gebenedijde onder de vrouwen, zoo is Rome toch geheel doordrongen en overstroo-mend van liefde en eer der maagdelijke Moeder. — Is Rome de stad van godsvereering en cultus, wier hoofdaangclegen-

-ocr page 575-

103

heid de godsdienst; ivier levensloop een eemvige feestdag is, zoo is voor haar — na de aanbidding van den Godmensch in Zijn hoogheilig' Sacrament, de vereering Zijner allerzaligste Moeder het voornaamste onderwerp en inbegrip harer feesten en plechtigheden. — Hoe zeer het gansche godsdienstige leven te Rome van den Maria-cultus doortrokken is, dat betuigen aldaar de Mariakerken, de Mariabeelden, de Mariafeesten, de MariaBroederschappen en de Mariaorden.

2. Dr. j. gaume schrijft: Onder de vele godsdienstige middelen, welke Rome, de hoofdstad der Christenheid, dagelijks aanwendt, om de liefde tot een heiligmatig leven in het hart zijner kinderen op te wekken en ook zorgvuldig tot de beste ontwikkeling te brengen, en daartoe de vooral noodzakelijke genade Gods in te roepen, is er één zeer machtig en o:n zoo te zeggen bestendig middel, namelijk de vereer hij van Maria.

De vereering der onbevlekt ontvangen, glorierijke Maagd maria, de Dochter, Bruid en Moeder Gods, alsmede de Zuster van het menschengeslacht, de nieuwe eva , is de groote eerdienst der gansche Katholieke wereld. En als voorbeeld van allen onderscheidt zich Rome hierin boven alle sleden en natiën. Boekdeelen zouden niet voldoende zijn, om van de vele openbaringen zijner liefde lot en zijns vertrouwens op maria te spreken. Men diene te weten, dat er geene straat, geen plein, geen winkel is, ja bijna geen enkel buis in de eeuwige stad, waar het oog des pelgrims niet een beeld der gebenedijde Maagd ontmoet; terwijl de beeldhouwwerken, de basreliefs, de verguldingen, de sierlijke lichten, de liefelijke of trlumfeerende opschriften, die men er bij ziet, en de teekens van eerbied van de voorbijgaande menigte luide de vroomheid te Rome vermelden.

Verder zijn op de hoeken der straten zeer dikwijls kapellen aan Onze Lieve Vrouw gewijd, waar de bewoners op hunne kosten waskaarsen en lampen laten branden en voor welke men bijna op ieder uur van den dag en den avond bidders ontmoet.

-ocr page 576-

104.

Eindelijk tell Rome niet minder dan zes en zestig kei-ken aan mauia gewijd.' Eiken dag hebben er in vele, in andere onderscheidene malen in de week ol' in de maand talrijke vrome oefeningen haar ter eere plaats, zooals; plechtige litanieën, negendaagsche of driedaagsche gebeden, prachtige vespers enz. Al die feesten, een onderwerp van openlijke blijdschap, worden met ware geestdrift gevierd, ïot alle bereiden zich duizenden van eiken stand en geslacht met de ernstigste inspanning van geest voor. En kan men zich nu verwonderen, dat zeer veel genaden de kostelijke vrucht van deze kinderlijke vroomheid zijn?

Maar daarentegen betoont ook Home eene dankbaarheid aan mauia, die geen tijd in staat is te verzwakken. — Weenen, door de Turken belegerd, werd door sobiesky bevrijd. Eenstemmig verklaart de Katholieke wereld met den Poolschen krijgsman, dat do eer deze wonderbare overwinning aan do vurig ingeroepen voorbede van maiua toekomt. Om haar voor die weldaad te danken, werd door paus Innocentius XI in het jaar '1084 eenc Broederschap opgericht. Sedert dien lijd heeft het vrome gezelschap nooit opgehouden in naam van geheel Europa de schuld af te doen. Jaarlijks ziet men op den stichtingsdag de talrijke vergadering van de Kerk des «Heiligen Naams van maiuaquot; naar het forum van Keizer trajanus gaan en zich in processie naar de Kerk «St. maiua ter zegequot; begeven, om daar do Katholieke hymne des triumfs en der dankzegging te zingen. De heilige Vader woont altoos dit vrome, edele werk bij. En hoogst plechtig is dan ook dat oogen-blik, als de Broederschap bij het Quirinaal komt en van den paus den zegen ontvangt.

Heelt dc dankbaarheid aanspraak op nieuwe weldaden, dan kunnen de vele (jenaden en schitterende wonderen geen verbazing wekken, waarmede ook maiua hare geliefde stad beschenkt. — In het jaar 1842 smeekte een arme, aan beide voelen verlamde en als aeneas van Jerusalem in de gansche stad bekende bedelaar voor het Madonnabeeld van

-ocr page 577-

105

het palcis «Cinciquot; om genezing. Daar zijn gebed langen lijd niets hielp, zeide hij op een dag tot zijne goddelijke Moeder maria: szie, reeds zoo lang bid ik, en ik ben nog altijd niet genezen; nu — zoo zij het lieden voor de laatste maal; wacht, ziedaar mijne krukken; ik wil er mij niet meer van bedienen, cn ik blij!' hier, totdat gij mij mijne beenen weergeeft! liet gebed des kinderlijken geloofs drong in den hemel door. De zieke werd genezen, hij sprong hoog op en jubelde on was buiten zich van blijdschap. De menigte omringt hem, men weent, men zingt; er hecrscht eene algemcene geestdrift eu zaligheid, liet Madonnabeeld wordt bekranst en verlicht, en drie dagen en drie nachten lang vierde men den lof van haar, die men nooit vergeefs aanroept.

Eiken dag van het jaar is er te Rome in »St. Maria des Vredesquot; eene gefundeerde Mis der allerheiligste Drievuldigheid — als dankzegging voor de voorrechten, welke door elk der drie allerheiligste Personen aan maria geschonken worden.

De bedevaarten.

De feestgebeurtenis «Maria-Visitatiequot; is ook nog daardoor merkwaardig, dat daarin dc eerste bedevaart ^ der heilige Maagd naar elisabetii vermeldt wordt: zij gaat met het eerwaardigste doel naar het gebergte, om in het huis van zacharias met hare Godsmoederschap vreugde en zaligheid te verbreiden. Dit huis is dus door maria een ))huis der t/cnadequot; geworden.

Sedert do vrijheid der Kerk, dat zij, niet meer gekweld door dc vervolgingen des Heidendoms, uit de wouden en catacomben voor den dag kwam, deden nu ook dc Christenen bedevaarten naar de «heilige plaatsenquot; van jezus Christus in Palestina, naar de graven Zijner apostelen en

') Eene bedevaart 13 eene godsdienstige reis of een pelgrimstocht naar vreemde, verre oorden.

-ocr page 578-

106

martelaars, en eveneens naar verscheidene andere bedevaartsplaatsen, aan de allerzaligste Maagd maria gewijd. Men bezoekt Maria niet alleen geestelijk in den hemel, maar ook hier beneden in hare kapellen en bij hare beelden enz. De vrome kinderen doen bedevaarten naar hunne Lieve Moeder, brengen haar de boetedoeningen van den weg, lichamelijke kastijdingen, gebeden, beschouwingen, geloften en andere offers, en bidden haar tevens in al hunne aangelegenheden om hulp en bijstand door hare machtige voorspraak bij God.

1. Dr. Conrad martin, bisschop van Padcrborn, schrijft: «De bedevaarten (perigrinationes sacrae) zijn godsdienstige, door alzonderlijke personen of geheele gezelschappen ondernomen bezoeken aan zulke plaatsen, welke het tooneel van godsdienstige gebeurtenissen en bijzondere genadewerkingen waren, de zoogenaamde »loca thaumaturga.quot; — Dat de bedevaarten, in den rechten zin uitgevoerd, lot opwekking en bezieling des godsdienstigen levens bijdragen, kan wel niet betwijfeld worden. Op die voorwaarde werken zij reeds daarom weldadig, wijl zij den mensch van dc benauwende boeien des alledaagschen, dikwijls zoo terneder drukkenden levens en der gewone huiselijke zorgen ten minste voor een korten tijd bevrijden en hem veroorloven, zich onverdeeld met de aangelegenheden zijner ziel en met God bezig te houden. En eene door het gebed van zoo veel duizenden en door zoo veel wonderbare gebeds-verhooringen ingewijde plaats, welken indruk deelt die niet van zelf aan eiken godsdienstig gezinden, gevoeligen mensch mede! Wat de dichter zegt

//De plaats, die een goed mensch betreden heeft,

Is ingewijd, na honderd jaren klinkt

Zijn woord en zijne daad nog voor den naneef!quot;

geldt in een veel hoogeren zin gewis juist hier.

In dezen zin werden dan ook dc bedevaarten reeds in de oudste tijden der Kerk (want de bedevaarten klimmen tol dc wieg der Christelijke Kerk op, ja zij waren reeds lang vóór hel Christendom onder de Joden in gebruik ca

-ocr page 579-

407

wetlig' voorgeschreven) tegen onbevoegde berispers door de leeraars der Kerk in bescherming' genomen, gelijk dit vooral van don h. augustinus bekend is, welke (in het jaar'M 0-4) twee zijner leerlingen, om hunne bekeering te voltooien, naar het graf van den b. fklix zond met de opmerking: «dal God wel overal kon aangebeden worden, doch dat men ook niet in staat was te doorgronden, waarom Hij op de ecne plaats meer, op de andere minder genade schonk.quot; — En wil men de bedevaarten geheel afschaffen, omdat wellicht hier en daar misbruiken van onheilig gezinde pelgrims plaats hebben, dan behoeft men in dit opzicht op de bedevaarten slechts den ouden regel te herhalen: »Tol-latur abusus, maneat usus! liet misbruik worde verwijderd, maar liet gebruik blijve!quot;

2. pakisis, bisschop van Boulogne, verklaart in een herderlijken brief: «Onze Heer en Heiland heeft beloofd, de wereld te verhoogen, terwijl Ilij niet Zijn leven, maar Zijn dood tot steunpunt nam: »Als Ik verhoogd ben van de aarde, dan zal Ik alles tot Mij trekken!quot; Joan. 12: 32. Dat wil zeggen: «Zijne genade moet onmiddellijk op de zielen inwerken, opdat geen mensch zich voor Hem be-roeme,quot; 1 Cor. 1 : 20, en «opdat de kracht Zijns kruises openbaar worde.quot; '1 Gor. 1 : '17.

En hoe heeft de goddelijke Heiland door de prediking Zijner apostelen, ondanks hunne persoonlijke zwakheid, alles tot zich getrokken! En het heeft God ook behaagd, die geheimzinnige macht der aantrekking niet enkel aan bet redelijke wezen, maar zelfs aan geheel levenlooze zaken, aan plaatsen, tempels en beelden te verbinden.

En die onverklaarbare macht heeft God door eene vrije keuze Zijner mildheid bij voorkeur — aan onderscheidene aan maria gewijde heiligdommen veileend, die als hare geprivilegieerde paleizen zijn, wijl zij Koningin is; «de Koningin staat aan Uwe rechter hand in een gouden kleed, in bont gewaad!quot; Ps. M : '10, en wijl van haar de profeet heelt uitgeroepen: »Trek mij, dan willen wij U na-

-ocr page 580-

10«

loopen, den geur Uwer zalven na!quot; Ilooge i : 3. Daar is geen geweld, geene menschelijke berekening, geene aanlokking de zinnen, maar een zekere geestelijke geur, waarvan niemand in staat is zich rekenschap te geven, en dien men toch bij zich proeft, en wiens onverklaarbare macht den bijzonderen mensch en de volkeren tot zich trekt. — Dit is het bijzondere geheim der genade, dat zich sedert eeuwen op vele door maria geliefde plaatsen werkzaam en heilzaam beloont!quot;

3. paulus sauckret zegt: «Vragen, waarom God zich op zekere plaatsen1) met Zijne genadegaven milder betoont, dan op de overige aarde, — dat is vragen: waarom jesus Christus niet op alle punten van den aardbol geboren is, waarom Hij Judea boven de overige landen verkozen heeft, om het tot tooneel van Zijn leven en Zijn dood te wijden; — dat is vragen: waarom in het menschelijke lichaam liet hoofd de organen en begaafdheden heeft, welke de andere deelen niet hebben; — dat is vragen; waarom in een staat niet alle steden en marktvlekken de hoofdstad zijn en er de voordeden van bezitten; — dat is, in één woord, eene hoogst ongerijmde vraag opwerpen. En als nu God zelf eene uitnemende voorliefde voor eenige bijzondere plaatsen openbaard, als alle volken in bijna alle hemelstreken geloofd hebben, dal Zijn oor bovenal opmerkzaam, Zijn hart bovenal open is voor de op zulke plaatsen lol Hem gerichte gebeden, welke Hij als eerstgeborene kinderen zegent; mag hel ons dan verwonderen, dat de

') Pater h. d. laoordaiee uit do Orde der Predikheeren merkt aan; «Waaneer God, die zich steeds met de zaligheid der mensehen bezig houdt; groote dingen wil volbrengen, dan predestineert hij een mcnsch en tevens ook eene plaats; een mensch. die handelen, eene plaats, die het tooneel der handeling zijn moet. Zoo waren adam en Eden, abraham en Palestina, moses en Sinaï, david en Sion, de h. petrus eu Rome, de h. antonius en ïhebaïs, de h, fiENEDiCTus en Monte Cassino , dc h. FRANCtsous van assisi en de bergen van XJmbrië gepredestineerd; mensehen en plaatsen, die in den echo der geschiedenis antwoorden, en door de onderlinge betrekking hunner hooge roeping elkander wederzijds verheerlijkeu.

-ocr page 581-

109

Maagd mauia, die Hij boven alle schepselen verheven heeft, ook op aarde bevoorrechte plaatsen bézit? En daar er vele en groote wonderen door hare bemiddeling geschied zijn; mag het ons dan bevreemden, als de vroomheid der ge-loovigen ook bijzonder van de tempels, de heiligdommen en kapellen en de stille, vreedzame plaatsen houdt en die vereert, waar maiua hare koninklijke macht en hare moederlijke genade bijzonder geopenbaard heeft?

Ach, dat wij hier niet al de bevallige en naïeve legenden knnnen herhalen, welke den oorsprong van de meeste bedevaartsplaatsen der heilige Moeder Gods vermelden; dat wij den leederen geur des ouden geloofs niet kunnen weergeven, welken al die berichten ademen, die eene koele critiek en een strenge eigenwaan verwerpen, maar waarvan een waarlijk vroom en vooral maiua toegedaan hart niet nalaten kan te houden en ze met vermaak op nieuw te lezen!

O gij liefelijke legenden, gij gedenkteekenen van de nederigheid onzer vaderen en van hun sterk geloof; gij zijt bevallig, als de bloemen der heuvels en dalen, onder welke gij ontstaan zijt; gij zijt onopgesierd, als de eeuwen, die u hebben uitgevonden; gij zijt eenvoudig, als de zeden, waarmede gij zoo trouw overeenstemt, ja gij zijt,kinderlijk, als de volkeren, die u opgenomen hebben! Maar uwe eenvoudigheid is schoon en verrukkelijk; zij verkwikt onze zielen, daar zij ons tot nog teederder liefde voor maria ontvlamt; en naast de liefde tot God, wat is er dan zoeters, dan de liefde tot maria?quot;

4 Jakob mislin zegt in zijne pelgrimsreis naar Jerusalem : «Ilecds lang meende men de bedevaarlen in naam der zedelijkheid , des belangs en der rede te kunnen afkeuren; maar zij zullen zoolang voortduren, als onze harten behoefte hebben aan verlichting, en als er geloof in onze zielen woont, üe pelgrimstochten zijn de reizen der armen en kruisdragers onder de Christenen. Mag dan ook niet de arme en de ongelukkige zijne genoegens, zijne reizen en zijne ontspanningen hebben? Per geluk vertoonen niet onze groote steden bekoorlijkheid voor hem, maar kapellen in

-ocr page 582-

110

de eenzaamheid der wouden, grotten op bergkruinen, het graf van een heilige aan de overzijde der zeeën. Lange jaren door berooft zich de pelgrim van de helftzijns geringen voed seis; maar juist die berooving is voor zijne oogenblikkelijke ellende eene verzachting — wegens de beilig-zoetste blijdschap , die hij zich van zijne reize belooft. Op den bepaalden tijd verdraagt hij gaarne hitte, koude, regen en stormen; en als hij zijn gvbed op de «bedevaartsplaatsquot; verricht heeft, waarheen hem zijn hart en zijn geloof riepen, dan keert bij in God en Zijne lieve heiligen vergenoegd naar zijn vorigen nood en arbeid terug; hij heeft de heilzaamste verkwikkingen voor geheel zijn leven uit de goddelijke bron des godsdienstes en zijner vertroostingen geput. Men vergelijke de menschen , die bedevaarten doen, met ben, die er mede spotten, en men zegge; of de laatsten rijker, deugdzamer en gelukkiger zijn. — Wat hebben onze volkeren in geluk gewonnen, sedert zij hunne vertroostingen bij huns gelijken of bij de goden des Heidendoms zoeken? Vraagt aan het kind, dat de eerste bloemen der lente op het mania-altaar heeft gelegd; der weduwe, die hare smarten naar een vereerd kruis, of naar de smartvolle Moeder Gods gebracht heeft; hem, die aan de zee ontkomen is en nu zijne kleederen tegen de muren der kapel aan den oever ophangt; vraagt hun, of zij niet het loon bunner vroomheid hebben ontvangen? «De philosopbie kan bare bladen met pralende woorden vullen,quot; zegt graaf august van ciiaïeaobriand ; «maar wij twijfelen, of de ongelukkigen ooit hunne kleederen in bun tempel ophangen.quot;

5. Zien wij nu ook nog lot onze stichting op eenige bede-vaarlgangers! Nadat de h. paula met hare dochter de heilige plaatsen van Jerusalem bezocht had, riep zij vol geestdrilt uit: ))Nu, geliefde eustociiium, vergeet de vermoeienissen der zeereis en de scheiding van douwen; nu, geliefd kind, ween u zat van zaligheid en vergiet tranen van vreugde; want door zoo veel genaden bedauwd, blijft ons geen andere wensch, dan God en maria te beminnen en spoedig te sterven!quot;

-ocr page 583-

111

Toen de h. vincentius van paulo in zijne jeugd eene bedevaart deed naar de heilige Moeder Gods van Roe-Ama-dour in zu.delijk Frankrijk, viel hij neder op zijne knieën, loen hij van verre de in de rols gehouwen kapel der Moeder Gods op den berg opmerkte, langs welks voetdeLau-zon vloeit. Hij viel neder en met tranen in de oogen riep hij: »0 gelukkige bergen, o gelukkige rivier, o gelukkige plaats, boe benijd ik u, daar gij zoo nabij deze bron van genade moogt zijn; en gij menschen, die aan den troonquot; der heilige Moeder Gods woont, ik bid u, neemt mij op in uwe huizen, om bij maiua te leven en bij haar te sterven, om in hare nabijheid mijne woning en mijn graf te vinden 1quot; — En loen hij met zijne metgezellen weder van de bedevaart naar huis ging, kuste hij den vloer der bedevaartskerk, en zoolang hij nog de Moeder-Gods-kerk zien kon, keek hij terug en weende bitterlijk.— Daaruit ziet men, hoe de heiligen die plaatsen hoogschatten en vereerden, waar maria haar troon had opgeslagen eu hen met hare liefde, niet hare genade, met hare wonderen bezocht, zooals de bedevaartsplaats Roc-Amadour.

0. De missionaris pater lavaleïte schrijft van de wilden der Rolsgebergten en der llnronrivier, dat hij eens zijner jonge Christengemeente verhaalde van de bedevaartsplaatsen zijns vaderlands Frankrijk, hoe daar maria haar genadetroon opgericht heeft, boe honderdduizenden jaarlijks tot haar komen en hoe niemand ongetroost en hulpeloos van haar terugkeert. Toen werden de wilden, die in een kring om hem heen zaten, altijd stiller, en eindelijk begonnen zij zoo luid te weenen, dat de missionaris zijn eigen woord niet meer verstond. «Ach,quot; riepen zij, «waarom heeft ons de heilige Moeder Gods minder lief, dat zij niet ook tot ons komt en zoo genaderijk bij ons troont; wij zouden haar nooit verlaten, wij zouden immer en eiuwig bij haar blijven, en de eerste tranen onzer nieuwgeboren kinderen en de laatste zuchten onzer stervende broeders moesten haar loven en prijzen! O hoe gelukkig zijn de blanken,

-ocr page 584-

112

die zulke bedevaartsplaatsen bezitten!quot; — En de eerwaardige missionaris voegt er bij: «Hoort bet, allen, die Europa bewoont — de tranen dier arme wilden zullen op den dag des oordeels rekenschap van u eiscben, of gij van de genaden der bedevaartsplaatsen , van de beilige nabijheid der Moeder Gods gebruik bebt gemaakt, of niet /quot;

Welaan dan, kinderen van maria; minstens éénmaal in den loop dezer vluchtige maand, die men ))Ievcnquot; noemt, maakt u los van de uwen, verwijdert u uit hel gcruiscb der wereld, staakt uwe bezigheden en belreeVlt den weg naar eene of andere bedevaartsplaats! Dringt in bet duistere woud binnen, daalt af in het vreedzame dal, bezoekt bet onbekende dorp, beklimt de steile rotspunt, waarop het wonderbeeld van maria staat of de vreedzame bedevaartskapel wenkt! Vele andere pelgrims, rechtvaardigen of onrechtvaardigen, rijken ol' armen, geleerden of onge-leerden, gelukkigen of ongelukkigen, jeugd of ouderdom, hebben hier vóór u de sporen hunner schreden nagelaten. Doet als zij en hen na eene bedevaart naar de van de wereld afgezonderde kapel en u geschiede daar naar uwe wenschen! Keert dan terug met blijdschap in het hart en den vrede in de ziel, terwijl gij God hartelijk dankt en maria ten innigste benedijt.

De pelgrims naar de bedevaartsplaats.

(Uit: Nieuw theologisch tijdschrift, door Dr. josepii pletz.)

Uit het jaar 1833 verhaalt joiiann, ratiiausky, priester, van het aartsbisdom Weenen, het volgende: Het was tegen den middag en drukkend warm, toen ik den berg opging, van welken men duidelijk het aanzienlijke marktvlek Z..., eene beroemde bedevaartsplaats, zien kan

Rechts aan den weg, in de koele schaduw der hoornen, legerde eene schaar pelgrims; zij vormden een hal ven kring om een bejaard man, naar wiens woorden zij aandachtig luisterden. Begeerig om iets te hooren, versnelde

-ocr page 585-

113

ik mijne haastige schreden. Doch loen ik dichter bijkwam , stierven juist de laatste woorden des redenaars weg, en de toehoorders verstrooiden zicii en vormden verschillende groepen. Ik mengde mij ongemerkt onder hen, en de grijsaard, die juist gesproken had, trok mijne gansche opmerkzaamheid. Hij zat eenzaam op een sleen te rusten. Zijne kleeding was armoedig. Den hals had hij bloot, daar zijn halsdoek achteloos over zijne borst hing ; zijn wit haar was naar achteren gestreken en reikte bijna tot op de schouders. Met beide handen leunde bij op zijn pelgrimsstaf, zijn hoofd stak vooruit en zijn blik was verlangend naar dien kant gericht, waar de bedevaartsplaats lag. Hij scheen zeer in gedachten verdiept. Ongaarne stoorde ik hem in zijne beschouwing; maar mijne nieuwsgierigheid behaalde de overhand, ik maakte geruisch met mijn slok, en toen bij opzag, groette ik hem vriendelijk, en vroeg, na eene korte inleiding, wat hij zoo ernstig tot dc bedevaartgangers gesproken had.

Hij. nVan bier krijgen wij voor de eerste maal op onze reis de bedevaartsplaats in het oog; wij houden hier gewoonlijk ons rustuur, en ik pleeg altijd den pelgrims in weinige woorden uit te leggen, met welke gedachten en in welke stemming zij de bedevaartsplaats moeten binnentreden.quot;

Ik. »Naar uw voorkomen te oordeelen, komt gij zeker van verre?quot;

Ilij. »Uit de stad F. . ., die vier dagreizen van hier verwijderd ligt.quot;

Ik. «Hoe, van zooverre komt gij, en ik zie er zoovelen onder u, die zware bundels dragen en daarbij van een tcederen leeftijd zijn?quot;

Ibj. «Wat vrijwillig en offerwillig geschiedt, dat valt juist niet hard. Yelen der omstanders zijn uit aanzienlijke, welgestelde familiën, die aan mijn opzicht zijn toevertrouwd, en die met alle gemak naar de bedevaartsplaats zouden kunnen reizen; maar zij gelooven, dat eene bedevaart, zal

A Ilungari Avo-Mavia-Klokje II. ^

11 j ^ *11^1 - :i ïtfpj il l'lfei;

1 iia

,■•'3 i'iSj f'j /1

- lt; Ma

mm

lii-sMifir

\:gv

ill

Kil:1

-ocr page 586-

1-1//.

zij God cn der heilige Maagd maria aangenaam zijn, en zullen wij ons daardoor de voorbede van de goddelijke Moeder der genade waardig maken, moeielijh moet zijn. Wij willen den algoeden God en der Gebenedijde des Hoeren bewijzen, dal wij Ier liefde van Hem ook iets lijden kunnen — zonder lijden ijeen liefde!quot;

Ik. ïln dat opzicht hebt gij, eerwaardige oude, wel gelijk; maar ik bemerk onder u veel armen, en ik heb dikwijls gehoord, dat door de bedevaarten veel tijd verzuimd en veel geld verspild wordt, terwijl men toch ook te huis lijden, God dienen, en maria om hare voorspraak aanroepen kan.quot;

Hij. ))Hoe dikwijls reeds heb ook ik dergelijke woorden gehoord — vooral van hen, die voornamer willen zijn dan wij. Maar ik kan niet begrijpen, boe z ij zich om ons bekommeren, daar wij er niet aan denken, hen te berispen; — wijl z ij kostbare reizen ondernemen en hun geld aan ijdele vermaken verspillen! Waarom wil men ons armen lieden dus ook niet de blijdschap gunnen, een pelgrimgs-tocht naar die bedevaartsplaats te ondernemen, die reeds onze voorouders bezocht, cn waar zij op de voorspraak van maria voor haar wonderbeeld rust en hulp gevonden hebben? — Denk toch niet, dat zulk eene bedevaart van meerdere dagen ons huishouden benadeelt of ook den armste arm maakt! Wij doen de bedevaart op een tijd in de lente of den herfst, als het werk niet zoo dringend is, en als er op het veld minder te doen valt. De kosten der reis zijn zeer gering; want wij leven zeer matig, wij beoefenen de Christelijke afsterving en de meesten dragen hun teerkost in hunne bundels. De beeldjes en andere kleinigheden, die wij op de bedevaartsplaats tot aandenken voor onze vrienden koopen, zijn wel de aanmerkelijkste uil gaven. En wat zijn die weinige kosten tegen de verheven , reine vreugde, die ons zulk eene bedevaart bereidt! Weken lang vooraf is zulk eene bedevaart het eenige onderwerp der gesprekken; ieder is vol van verschillende, maar toch altijd heilige verwachtingen, en stolt zich alles voor,

-ocr page 587-

115

gelijk het hem hel gelukkigst maakt. Nauwelijks kunnen wij de afreis afwachten. Verscheidene jaren lang ben ik reeds de gids. De ouders vertrouwen hunne zonen en dochters aan mijne hoede, en ik kan betuigen, dal er geene wanorde voorgevallen is en er zelden cenc kleine wanorde voorkomt. In velen is de vrome zin opgewekt, velen hebben op de bedevaartsplaats goede voornemens opgeval, allen zijn altijd in God vergenoegd en getroost naar huis gekeerd. En welk eene blijdschap wacht ons nog te huis! Een groot eind weegs snellen ons de te huis gebleven vrienden legen. Onder hel vooruilgedragen kruis en de vlaggen begroeten wij elkander met hel hartelijkste welkom, als had onze afwezigheid jaren lang geduurd. Wij reiken hun de hand en geven hun een of ander aandenken van de bedevaartsplaats met de woorden; «Innigst gegroet van Onze Lieve Vrouw!quot; en zij denken daarbij met heilige blijdschap aan de geliefde en gezegende bedevaartsplaats, en worden door onuitsprekelijke aandoening aangegrepen. Nu is er geen einde aan hel vragen en verhalen, hoe de bedevaart is afgeloopen, of er op de bedevaartsplaats niets is veranderd, hoe de kerk en hel wonderbeeld bevallen zijn, kortom, alles wordt tot hel geringste uitgevraagd en beschreven. Ja, nog lang naderhand worden op die wijze de ledige uren, wanneer men anders slechls grappen en onkiesche woorden hoorde, aangenaam en voor de ziel heilzaam aangevuld, en in allen wordt het verlangen gevoed, de pelgrimsreis spoedig weer te beginnen. Ziet gij,quot; — hier schitterde een traan in hel oog des grijsaards, — »sedert dertig jaren heb ik reeds die verre reis gedaan; mijne levensdagen naderen hun einde, en enkel met groote inspanning kan ik een zoo verren weg nog alleggen; maar — als de tijd komt, dat de onzen zich voor de bedevaart gereed maken, grijpt mij zulk een verlangen naar de dierbare bedevaartsplaats aan, ik gevoel mij zoo verjongd en gesterkt, del ik telkens op nieuw medega, loldal ik in hel eeuwige vaderland zal binnengaan.quot;

8'

-ocr page 588-

110

Hier stond de oude op, zeide mij vertrouwelijk vaarwel en gaf het teeken tot vertrek. De vaandel- en kruisdragers plaatsten zich voorop, alle pelgrims vormden een plech-tigen trein, en hun oude gids zong hun, hoewel met sidderende stem, met grooten ijver voor.

Lang luisterde ik naar het vrome gezang der hedevaart-gangers en volgde ik hen met mijne blikken, totdat de tonen van hun gezang wegstierven en zij in de verte achter woudheuvels verdwenen.

liet was mij, als waren de pelgrims op de reize naar het eeuwige vaderland, en in mij werd de gedachte eerst weer recht levendig, dat de mensch hier een vreemdeling is cn de toekomstige plaats zoekt. Moge hij zich op aarde eene vaste woning bouwen, schijnbaar voor eeuwige tijden : hel naamlooze iets, waarvoor de taal nog geene rechte aanduiding heeft, dringt onophoudelijk het menschelijke hart voort naar het hemelsche doel. Hoe treedt dit peinzen cn trachten overal te voorschijn in het heimwee — het verlangen naar de woningen des eeuwigen levens, hoe vertoont het zich overal in het jagen naar gelukzaligheid en in het grijpen naar idealen; hoe openbaart liet zich overal, zonder dat men er zelfs aan denkt, onder velerlei gedaanten en verschijnselen ! Maar verheft zich het hart niet met jesus Christus , Maria en alle lieve heiligen ten hemel: dan zoekt en dwaalt het hier beneden onbestendig rond cn mat het zich vergeefs af; want het ware vaderland en zijn geluk worden slechts gevonden aan de overzijde in God, de allerheiligste Drievuldigheid.

Dit hoogere, heilige verlangen was het gewis ook, dat het hart der verder trekkende bedevaartgangers op hunne pelgrimsreis hemelsche zaligheid schonk.

Wie zou het ook den vromen pelgrims kwalijk nemen, als zij in het vurigste verlangen naar het eeuwige vaderland bedevaarten doen daarheen, waar zij den goddelijker! Heiland .tesus christus en Zijne genaderijke Moeder in het eenvoudige wonderbeeld aanschouwen, dien zij eenmaal in

-ocr page 589-

117

den hemul in liet eeuwige lichl gelukzalig iiopoii le aanschouwen van aangezicht lot aangezicht? De beschaafde en de onbeschaafde, zij kunnen zich toch slechts doorliet zichtbare tot het onzichtbare, door het aardsche tol het bovcnaardsche, door het zinnelijke tot het geestelijke ver-heffen; en onlncemt men den mensch het beeld, dan ontneemt men hem ook rechtstreeks de vleugels, om uit het eindige tot het oneindige naar boven te zweven.

Indrukken van cene Maria-bedevaart.

(Uit: Kardinaal en vorst-bisschop van diepenbrock. Een levensbeeld, door zijn opvolger op den bissehoppelijken stoel.)

De hoogwaardigste vorst-bisschop van Breslau Dr. hein-lucn forsteu, verhaalt: Schoon en blijvend waren de indrukken, die MELCiiiou van diepenbrock van eene vormreis uit Friedek, in Oostenrijksch Silczië, medebracht. — liet bevallige stadje, in het bezit van aartshertog alureciit, ligt in een ongemeen rijk en liefelijk landschap. Naar het zuiden verheffen zich, in de blauwe verte, de belangwekkende bergkruinen der Karpathen, wier naaste zijtakken eene bekoorlijke bergketen: de Silezische Beskiden met haar hoogte punt, de Sissahora, uitmaken. Terwijl hare golf-vormige hoogten de eene helft der streek insluiten, wordt zij aan den anderen kant door de bosehrijke Moravisch-Silezische heuvelreeksen begrensd. Het nu eens uitloopende, dan zich vernauwende dal met zijne groene weiden, zijne rijke koornvelden, zijne schaduwrijke boschjes is schilderachtig met vroolijke vlekken en oude en nieuwe kasteelen en landhuizen bezet. Bij elke schrede, die de reiziger doet; bij eiken blik, dien hij rondwerpt, verandert het heerlijke panorama, dat voor hem uitgebreid ligt. Tegenover de hoogte, van welke het door den vorst-bisschop bewoonde aartshertogelijke kasteel den omtrek bestrijkt, ligt een andere heuvel, op welken, omringd van het loofdak eens dubbelen krings van linden, de Manakerk, eene veelbe-

-ocr page 590-

118

zoclite bedevaartsplaats, zich verheft, liet was in de Octaaf van het feest «maiua-Visitatie,quot; en zoowel de feestweek, als de aanwezigheid van den vorst-bisschop, die gekomen was, om het heilige Sacrament der Vorming toe te dienen, dat den reiziger versterkt op zijn weg naar het beloofde land, lokten ditmaal bijzonder talrijke scharen pelgrims. Zij trokken in lange, welgeregelde rijen van alle kanten door dc slad en het dal, vergezeld van hunne zielzorgers , met het zegeteeken der verlossing en de hoog in de lucht fladderende vaandels vooraan. Arm, maar zindelijk gekleed, droegen zij hun mondvoorraad op den rug, roggebrood cn gedroogd fruit, waartoe dc frissche bronnen in het dal Imn den lavenden drank aanboden, lilootshoolds dc mannen, in wit linten gehuld de vrouwen, zagen zij noch rechts noch links, hielden blikken en harten alleen op de bergkerk, het doel hunner reis, gericht, dat hun vreedzaam en vriendelijk, als een groet der heilige Maagd, van de hoogte tegenschitterdc. Ilunnc liederen en litanieën in de frissche, vroolijke zangwijzen der Polen cn Moraviërs klonken verheen door de stille streek.

melciiiou van diepenbrock werd niet moede, uit dc vensters van het kasteel naar die treinen reizigers te zien, terwijl zij langzaam en plechtig den groenen heugel op trokken. Lang weggestorven tonen uit het eigen zwervend leven zijner jeugd en dc Alpcntochtcn zijner latere jaren ontwaakten in hem. »\Vij zijn allen pelgrims cn vreemdelingen op aarde,quot; — sprak hij met den apostel, — «ach, en dat onze weg altijd naar boven liepe cn wij daarbij zoo weinig noodig hadden van het aardsche, hoeveel rijker zouden wij zijn aan het hemelsche, hoeveel minder getroffen door al den jammer en de oneenigheid, die ons leven vergallen, bederven en vernielen!quot; — En toen het nu avond werd en de scharen pelgrims zich om den berg legerden, hem bedekten om den nacht daar te doorwaken in het gebed, en de maan zich helder en vol aan den diep-blauwen hemel verhief, cn de sterren als

-ocr page 591-

119

millioenen cngelenoogen uil de ocuwighoid op hel slillc landschap ncderzagen, cn dc bergkerk zich mei liaar loofdak in de zuiverste omtrekken boven de gelegerde groepen verhief, en de laatste tonen der vogels in den nabijzijnden slottuin verstomden, maar niel dc vrome liederen, die uit de verte klonken ; toen kon onze MELCHion hel in de kamer niel meer uithouden, hij moest naar buiten in de zachte, zoele avondlucht, naar dc vrome bidders op den burg, naar de kerk, uit welke de brandende kaarsen als spattende vonken door hel donker schitterden. En toen de pelgrims in dc hooge, edele geslalle, die door hunne rijen ging, den vereerden kerkvorst herkenden en meloen ver klinkend «Geloofd zij jesus Christus!quot; vroolijk begroeUen, cn, altijd vertrouwelijker hem omringende, hein handen en kleederen kusten, toen had hij veel moeite om dc kruin des bergs te bereiken; bijna gedragen kwam hij in de kerk, terwijl dc volksstroom hem nadrong, om den bisschop aan het altaar te zien en zijn zegen te ontvangen.

«Dal zijn nu,quot; sprak hij op den terugweg lot zijne geleiders, — )nlal zijn nu de in onzen verlichten tijd zou verachte bedevaarten, die men gevolgen van dc domheid des volks en van den Katholieken lediggang noemt. Daar trekken zij jaar in jaar uit naar hunne baden, naar hunne nijverheicls-tenloonstellingen, naar hunne vergaderingen, zoo niet zelfs naar de speelholen! Hij scharen trekken zij heen, voornamen en geringen, mannen cn vrouwen, wie de middelen heeft, per stoom te land en te water, als hadden zij een privilegie voor hunne tochten door dc wereld, die niets anders zijn dan pelgrimsreizen, slechts geenc biddende, en daarbij stellen zij zich aan, als ware dc arme tol heerendienst veroordeeld bij dag en nacht, een slaaf aan het molenwiel der eigenbaat en der hebzucht, zelfs zonder zondagsrust cn verpoozing. Maanden, jaren lang trekken zij door de wereld en verkwisten dikwijls, wat zij gemakkelijk of geheel niet verdiend hebben, in ijverigen, drukken lediggang. En de land- on handwerksman, die in

fil

lm

IP

i m

m

„Jk

tei'

' lil

ii

: liS

Cï«pl

11£9

lil

iifi

ti

Éi

1

-ocr page 592-

120

liet zweel zijn aanschijns zijn brood cel, mag geen twee ol' drie dagen over hebben, op welken bij biddend en zingend door boscb cn veld trekt naar de heilige eenzaamheid, en na het zwoegende dagelijksche leven eens geheel zich zeiven behoort cn zijn God. Ligt de aandrift om te reizen niet diep cn onuitroeibaar in de menschelijke natuur? Drijft zij hem niet onophoudelijk verder, hoe schoon liet dal ook zijn mag, waarin hij zijne haardstede heeft, en hoe liefelijk bet woud, in welks schaduw hij uitrust? Ligt niet in dit onbevredigde verlangen een bewijs te meer, dat verre boven de bergen en dalen dezer aarde, dat boven het graf eerst de Thabor zich verheft, waar in den glans der heerlijkheid ons vaderland wenkt cn wij met de rust der zaligen kunnen zeggen: «Hier is het goed zijn, hier willen wij onze hutten bouwen!?quot; leder volgt dien geest, die hem drijft. De een wordt naar de politische volksvergaderingen, naar publieke maaltijden en gelagen gedreven; de ander naar de godshuizen op de bergen cn in de dalengten. Uit hannc vruchten zult (jij ze hennen!quot;

Het feest der heilige Maagd Maria van den berg Carmel.

(HET WORDT DEN 16 JULI GEVIEUD.)

Geschiedenis van dit feest.

)aar den oorsprong van dit feest kreeg het in de 105Christenheid twee bijzondere benamingen, namelijk:

»Feest. Onzer Lieve Vroww van den benj Carmelquot; en ^ )) Feest van het Scapulier.quot;

Betrekkelijk den eersten naam verbaalt onze heilige Kerk zelve in dc tweede Nocturn der «priesterlijke getijdenquot;

-ocr page 593-

121

op dit feest het volgende: «Toen de apostelen op het heilige Pinksterfeest, van den Heiligen Geest vervuld, in verschillende talen spraken en onder aanroeping des verheven naams jesus vele buitengewone wonderen verrichtten, namen, gelijk verhaald wordt, meerdere mannen, die op de wijze der heilige profeten elias en eliseüs hun leven hadden ingericht en door de prediking des h. joannes den Dooper op de aankomst van ciiiustus voorbereid waren, nadat zij de waarheid der gebeurtenissen onderzocht en bevestigd bevonden hadden, dadelijk het Christelijke geloof aan, en richtten hunne bijzondere liefde en vereering' op de allerzaligste Maagd maria, met wier naderen omgangen gesprekken zij zoo gelukkig waren verwaardigd te worden, en zij bouwden toen ter eere der reinste Maagd een tempel, op die plaats van den berg Camel, waar elias vroeger eene nevelwolk gezien had, welke de voorafbeelding dier Maagd was geweest. — In dien nieuwen tempel vergaderden zij dagelijks dikwijls en vereerden door vrome gebruiken, gebeden en lofprijzingen de gebenedijde Maagd (ds de bijzondere Beschermster van hun genootschap; en zoo gebeurde het dan, dat men do leden er van overal ^Dienaren van Maria van den berg Carmelquot; noemde; en dien naam bevestigden niet slechts de pansen, maar zij schonken ook bijzondere allaten aan allen, die óf dit genootschap ól de afzonderlijke leden er van met dien eernaam aanduidden. En de allerzaligste Maagd Maria vereerde deze Orde niet slechts met haar naam en hare bescherming, maar overhandigde ook den generaal dier Orde, den En-gelschman simon, in een gezicht (visioen) het scapulier, om door dit heilige gewaad de Orde te onderscheiden, en beloofde allen haai' hijzonderen hijstand , die bij een godzalig leven dit gewaad als een teeken harer vereering zouden dragen. — Toen deze Orde, wier bestaan in Europa onbekend was gebleven, op veelvuldig aanzoek bij paus llonorius III, in gevaar verkeerde ontbonden te worden, verscheen de allerzaligste Maagd aan dezen paus en bcva

-ocr page 594-

1-2-2

hem; dat hij hel ongestoorde bestaan dier Orde zou uitspreken en hare leden met bijzondere liefde omvatten. — En de allerzaligste Maagd betoonde zich niet alleen in dit aardsche leven de machtige Voorspraak en Beschermster dezer haar zoo welgevallige Orde, maar ook in het andere leven; want zij is en blijft overal de barmhartige en machtige Helpster der verlosten , daar zij hare voorname vereerders, die het )■gt;scapulier'quot; liier beneden gedragen en de voorgeschreven, uiterst geringe onthouding beoefend, en de korte, daarmede verbonden gebeden verricht, en naar de betrekking van hun stand en hunne roeping de kuisch-lieid bewaard hebben, met moederlijke liefde in het vagevuur getroost, en door hare krachtige voorspraak bij den Heiland na korte zuivering uit deze plaats der pijnen verlost beeft. Wegens de uitstekende verdiensten van dit genootschap werd der Katholieke Kerk ook bevolen, jaarlijks een feest te vieren, waarop de liefde en macht der allerzaligste Maagd tot hare verheerlijking bedacht moet worden.quot;

Betrekkelijk den tweeden naam verhaalt de legende; Den zaligen simon stock, een geboren Engelschman, heeft men de invoering van het vrome dragen des «scapuliersquot; en de oprichting dor «Broederschap van het scapulierquot; le danken. — Op zijn twaalfde jaar werd hij door den geest Gods in de woestijn gevoerd, waar hij zijne woning in een grooten hollen eik nam, waarvan hij den bijnaam »stockquot; kreeg; want »stockquot; beteekent in het Engelsch «boomstam.quot; Daar leefde hij in voortdurende gebedsoefening; hij kastijdde zijn lichaam door vasten en allerlei afsterving; hij dronk enkel water en at slechts wortels van kruiden en wilde vruchten; en de tecdcre vereering, die hij van kindsbeen af voor de heilige Moeder Gods koesterde , nam van dag tot dag met zijn ijver in de boetedoeningen toe. Beeds twintig jaren had simon op die wijze geleefd, toen eenige kluizenaars van den benj Car mei zich in Engeland vestigden, om hunne Orde daar in te voeren. Hij werd door het boetvaardig leven dier nieuwe monniken

-ocr page 595-

123

cn door hunne vereering' der heilige Maagd maria zoo gesticht, dat hij zich bij hen aansloot en spoedig een voorbeeld van de strengste waarneming der regelen en van de innigste godsvrucht werd. Toen iiij eenige jaren later tot generaal der Carmelieter-Orde verkozen was, stelde hij het zich zeer bijzonder ten taak, de vereering der heilige Maagd maria onder zijne Ordesbroeders cn onder de geloovigen weer op te wekken, en hij bad haar zeer dikwijls, als een teeken barer bescherming, dat zij hem toch te kennen zou geven, hoe hij haar zou laten eeren.

De Kerk zingt thans nog een der gebeden, dat deze vrome dienaar van maria zeer dikwijls tot haar richtte: «Bloem van Camel, bloeiende Wijnstok, Glorie des hemels, vruchtbaar geworden Maagd, zoete Moeder, en toch altoos Maagd, — schonk den kinderen van den berg Carmel een teeken uwer bescherming, gij die de Ster der zee zijt!quot;

Na had simon stock eens — het was den 10 Juli — een visioen, dat hij zeil' op de volgende wijze duidelijk beschreven heelt. «Toen ik,quot; zoo verhaalt hij, ))die niets dan stof en asch ben, mijne ziel voor God uitstortte en maria, mijne goddelijke Meesteres, bezwoer, dat zij, na aan onze Orde veroorloofd te hebben, zich met den titel «Broeders der allerzaligste Maagdquot; te tooien, ook nog zoo genadig mocht zijn, zich door cenig zichtbaar teeken barer gunst als onze Moeder te openbaren; en toen ik dus mijn gebed, verzegeld van zuchten, tot haar richtte, is zij mij eindelijk verschenen; omringd van eene schaar engelen, en met een scapulier 1) in de handen, zeide zij tot mij;

') De abt migne merkt in zijne liturgie aan: Het woord scapulier stamt af van het Latijnsche a.scapularf'J en beteekeut een «schouderdoek.quot;

Oorspronkelijk bestond het uit een streep laken, dat men op de schouders leide, om zware lasten gemakkelijk te kunnen dragen. Het eenc einde hing van voren, het andere over den rug. De monniken, die lichamelijke werkzaamheden moesten verrichten, bedienden zich er van.

Nu, en wel sedert het visioen van den zaligen simon stock, bestaat het «scapulier van mauiaquot; uit twee stukjes zijden stof, waarop zich het beeld der heilige Maagd bevindt. Door middel van een snoer, dat aan beide einden is aangebracht, draagt men het aan den hals.quot;

-ocr page 596-

m

«Ontvang, lieve zoon, het scapulier uwer Orde als een voorrecht voor u en alle kinderen van Carrael, als een bijzonder kenleeken uwer Broederschap, als een onderpand des vredes en des hondgenootschaps voor eeuwig! Dit is een tceken der zaligheid, eene beschutting cn bescherming in gevaren. Wie sterft, met dit heilige kleed bekleed, zal niet in het eeuwige vuur verstootcn worden.

(De zin dezer belofte is, dat de heilige Maagd voor de stervende medebroeders der Carmelieter-Orde cn de boetvaardige dragers van het scapulier de genade verwerft: dat zij in den staat der doodzonde niet door den dood overvallen worden.)

Dezelfde openbaring aangaande de zegeningen van het scapulier viel ook Paus joannes xxii ten deel. Hij beschreef het visioen en duidde de waarde aan van het Moe-der-Gods-teeken in het scapulier in eene Bul van het jaar '1316, die met de woorden begint: »Sacratissimo calmine.quot; Daarin vermeldt hij ook eene duidelijke belofte, door maria hem zoo troostvol gegeven. ))Ik,quot; sprak die liefderijke Beschermster cn Bevrijdster der zielen in het vagevuur. Dik, die de Moeder der barmhartigheid ben, ik zal 's Zaterdags na uw dood nederdalen en allen bevrijden, die ik in het vagevuur zal vinden, cn ik zal hen geleiden naar den heiligen berg des eeuwigen levens! — Diezelfde Bul werd door denzelfden paus in het jaar 1322 vernieuwd en in beide schildert hij zeer nauwkeurig de verschijning en de omstandigheden, onder welke het visioen plaats had, waarmede maria zoo genadig geweest was hem tc vereeren, om hem tc bevelen, dat hij haar titel als )•gt;Bevrijdster der zielen harer dienaars uit het ww/ewmwquot; bekend zou maken.— In het vervolg van tijd is dezelfde Bul na elkander door

alexander v, nicolaas v, sixïus iv, julius ii, clemens vii, paulus iii, i'aulus iv, pius v, gregorius xiii, six-ïus v, gregorius xiv, clemens viii, paulus v, gregorius xv, urranus viii, alexander vii, clemens x, innocen-ïius xi, benedictus xiii cn clemems xii openbaar ge-

-ocr page 597-

125

maakt. — En gewis zouden geen Iwinlig pausen de Bul huns voorgangers .loanncs XXII bevestigd hebben, indien zij niet geloofd hadden, dat de verschijning der heilige Maagd maria, die hij daarin beschrijft, onbetwistbaar geweest was.

Toen de vurigste wensch van simon stock door het van maria's gunst ontvangen scapulier vervuld was, strekte zijn denken en streven, om het zoo heilzame gebruik er van door de gansche Christelijke wereld te verbreiden. Yorsten en volkeren, door de zoo troostrijke beloften van maria aangetrokken , stroomden van alle kanten naar de heilige monniken, aan wie zij het kleinood ter bewaring had toevertrouwd. Ja, het, scapulier heeft de borst der vroomste, edelste en dapperste mannen versierd. De h. eduard, koning van Engeland, en de h. lodewijk ix , koning van Frankrijk, hendrik iv, lodewijk xiii en lodewuk xiv, lodewijk xv, de koningin maria leczinska, de dauphin, vader van lodewijk xvi, paus clemens viii, de kardinalen rar-

uerini, aluani, rorgiiese , colonna, odescalchi, de li. laurentius justiniani, de li. karel rorromaeus, rel-sunce van Marseille en de welsprekende fleciiier, bisschop van Nismes, de keizers Ferdinand 11 en ferdinand iii , de koningen van Spanje en Portugal en alle prinsen en prinsessen aan hun hof hebben bet scapulier onder den koninklijken mantel, onder de tiara, onder liet Roomsche purper gedragen. Het scapulier is op den troon van Europa gestegen, en in Frankrijk zijn iiendrik iv, lodewijk xiii en lodewijk xiv er mede ten strijde en ter zege gegaan. Maar ook het Christelijke volk nam aandeel aan het dragen van bet eenvoudige kleed der dienaren van maria, bet scapulier, zoodat alle schrijvers van den toeu-maligen tijd, welke van deze vereering spreken, eenstemmig betuigen, dal er geene was, die meer opzien verwekt heeft, en geene, die in de gansche Christenheid zoo zeer verbreid was.

De viering van het feest zelf werd in het jaar 4587

||||||

laRiiÉI iisi

'i/Hl l

1 'gt; •! rn''| fl

til

fc .r f: •• I \

I;::||

-ocr page 598-

120

door paus sixtus v aan do Carmelieter-Orde veroorloofd; paulus v vermeerderde er het Oiïicie van voor dezelfde Orde ; later strekten meerdere pausen die feestelijkheid slechts tot enkele streken der Christenheid uit, totdat eindelijk benedictus xiv in hot jaar 1720 haar aan de gansche Kerk als algemeen feest voorschreef ; en den 10 Jh/ï als den dag-der feestviering voorschreef. — Als nu de 10 Juli geen Zondag is, dan wordt hel feest op den naastvolgenden Zondag verplaatst.

Uit het verhaalde blijkt, dat het scapulier dat kleed van maiua is, waarmede zij de Christenen bekleedt, en waaraan zij ons als hare kinderen en hare dienaars herkennen wil.

Moge dan het kleed des scapuliers allen, die bet dragen, hier heneden een kleed der Christelijke gerechtigheid zijn, dat eenmaal in de eeuwigheid in het kleed der he-melsche heerlijkheid voor hen verandert!

Halen wij hier nog een trek aan uit het leven van paus Clemens vin. — Toen bij zijne verheffing op den pauselijken Stoel de beambte, die hem de kardinaalskleeding uitdeed, hem ook het scapulier wilde afnemen, zeggende, dat de pauselijke kleeding in uitstekenden graad de kracht aller andere kleedingstukken in zich beval,te, stond dit de vrome paus niet toe, maar hij zeide: ))Laal mij maiua, anders mocht maiua mij eens vertalen!quot;

De «ecstelijke voonleelen van het scapulier.

(Uit ecne fcest-predicatie, door Dr. geoug Joseph safpenreutek.)

1. Carmel beteekent in onze taal »Guds tuin.quot; En waarom die berg zoo genoemd werd, blijkt, als men bedenkt, hoe laurier- en olijfboomen zijn voet beschaduwden, hoe meloenhoschjes en wijngaarden op zijne hoogten prijkten, hoe eiken en dennen zijne kruinen omsloten, hoe eene gansche zee van geur uit de millioenen bloem- en vooral hyacinthkelken nederstroornde. Overvloedige bron-

-ocr page 599-

127

ncn, die op den berg onlsprongen, stroomden zilverhelder door de volle weiden, de rijke dreven en braken de geheimzinnige slille der bevallige dalen en olijfbossclien ol. Een verrukkelijk uilzichl raaakle dezen berg geheel tot. hetgeen zijn naam zegt — tot een »tuin Gods.quot;

Intusschen heerlijker en bevalliger nog, dan genoemd paradijs, waren zijne bewoners.. Hier riep de vurige ziel van een elias den brandstraat van den hemel overliet met water begoten olï'er; hier verwijlde eliseüs in heilige overdenking; hier verzamelde zich langzamerhand een groote schaar vereerders dier beide groote profeten; en meer dan duizend holen, vroeger door zulke vrome mannen bewoond, toonen, dat de Heer een nieuw Israël hierheen heeft gevoerd, opdat het hier zijne ziel weide, en door het zien op de heerlijkheid van dezen berg het hemelsche paradijs steeds voor oogen liebbe. Had elias de olie in de kruik der weduwe te Sarepta niet meer laten eindigen; gewis was hot zijne bijzondere zorg, bij zijne geestelijke planting op dezen berg de olie dos geestes en der godsvrucht Ie onderhouden, opdat het woord van den psalmist bij hen niet verloren zou gaan: «Zij zijn als vruchtdragende olijven in het huis des Heeren!quot;

In de eerste Christelijke eeuwen bezaten hier de kluizenaars rèeds eene kerk ter eere der zaligste Maagd maria, en daar zich de geur der vroomheid van deze mannen spoedig sterker en verder verbreidde, dan die der hoornen en bloemen dezes bergs; zoo kan het niet missen, of ook takken dezer Congregatie verbreidden zich verder en maak- ' ten langzamerhand de eerwaardige Carmelieter-Orde aan de wereld meer bekend.

2. In deze Orde was het nu (gelijk reeds bericht is), dat hel gebruik des scapuliers eene zeer bijzondere opneming en verbreiding vond.

En daar nu de allerzaligste Maagd maiiia zelve het scapulier, als het kleed haver dienaren, geslicht, en daar de Kerk het dragen er van herhaalde malen heeft aanbevolen

-ocr page 600-

128

on jaarlijks door de viering van een bijzonder feest bij de geloovigen sleeds in herinnering brengt, en de Broederscbap van het Scapulier met vele allaten begenadigd heeft; zoo kan het niet ongepast zijn, ook over de voordeden van het scapulier voor het geestelijke leven te spreken.

Het eerste voordeel des scapuliers van maria is nu, dat wij er sleeds door aan den hemclschen Vader en de hemel-sche Moeder maria en juist daardoor herinnerd worden, dat wij kinderen Gods zijn en ook als zoodanig leven en werken moeten. — Het scapulier is een Ordeskleed der Kerk, op welks gezicht liefde en moed in ons ontbranden, daar het ons het beeld eener Moeder toont, die zich legen al onze gevaren als onwrikbare «Toren Davidsquot; verzet, die als «ivoren Torenquot; een sterke steun van een maagdelijken zin en wandel is; die in haar Zoon jesus Christus als «gouden Huisquot; alle middelen in voorraad heeft, om ons alle schatten in het, hemelsche vaderland te schenken; die als «Morgensterquot; voor allen opgaat, welke in de duisternis en in de stormen des lijdens zijn, en als «Ark des Ver-bondsquot; den Wetgever der liefde in zich heeft gedragen. — Ja, niet lang kan het beeld van maria op onze horst rusten; want dragen wij het in godsvrucht, dan zal het spoedig in ons hart met onuitdelgbare trekken geteekend zijn! — Neigt gij dus tot de zonde, zie dan snel op het beeld uwer Moeder, dat gij aan het hart draagt; zij is de «Toevlucht der zondaars!quot; — Hebt gij raad noodig, zie op uw scapulier; hier draagt gij het beeld der «Moeder van den besten raad! — Hebt gij behoefte aan onderrichting, beschouw het scapulier; vcrgeels draagt gij niet het beeld van maria , den Zetel der wijsheid!quot; — Welke genade gij ook ooit behoeft, zie op uw scapulier; hier is zij afgebeeld, tot wie de aartsengel gezegd heeft, «dal zij vol van genade is!quot; — Beschouwen wij dus slechts ons scapulier, en wij gaan moedig en zeker van de overwinning in onvermijdelijke gevaren, zegevieren in het lijden, zegevieren over alle radeloosheid , zegevieren over dwaling, onwetendheid en zonde!

-ocr page 601-

Hel scapulier als schouderkleed herinnert ons ook aan liet (jednldig opnemen van hel kruis, waarbij ons steeds de gedachte moet bezielen: »U\v kruis is in vergelijking met het kruis van Jesus en Zijne smartvolle Moeder maria slechts een licht scapulier, dat zacht op uwe schouders rust, en u nooit ter aarde drukt; ja, juist omgekeerd, u aan de genade Gods zoo vastknoopt door de hulprijke voorspraak van maria, dat gij niet nederzinkt, ja, waardoor gij, als gij gevallen mocht zijn, weer wordt opgericht!quot;

Het scapulier herinnert ons ook, daar hel de vrome monniken vroeger bij hunne zware arbeiden gebruikten, aan de vervulling des goddelijken rjehods: «In het zweet uws aangezichls zult gij uw hrood eten!quot; en herinnert ons aan de groote verdiensten der kloosters ook mot betrekking-tot de ondersteuning der armen, en spoort ons aan, jegens de kloosters steeds dankbaar te zijn.

Het scapulier is ons eveneens nuttig, daar het ons het rein houden van hel Doopkleed, het kleed der onschuld, tot eersten plicht maakt; want nimmer kan ons bet kleed van maria sieren, als het kleed van jesus Christus, hel door den heiligen Doop verkregen kleed der onschuld, bevlekt is!

Daamp;r de wetten der Broederschap van hel Scapulier ook eenig vasten, meerdere (jcbeden en kuischheid overeenkomstig den stand voorschrijven; zoo blijkt hieruit eveneens het gebruik van het scapulier, wijl de beoefening dier drie deugden den lust der oogen, don lust des vleesches en de hoovaardij des levens beteugelen.

Eindelijk is het de wijding, welke aan het scapulier ten deel valt, die ons genoemd kleed zoo bijzonder eerwaardig maakt, en ons aanclrijlt, de wijding steeds aan onze ziel en aan ons lichaam te verrichten. Daarop wijzen ook al onze wijdingsgebeden, en daarom wijdt de Kerk beelden, munlen, kruiden en dergelijke. Niet als hadden benoemde zaken eene kracht in zich; de kracht ligt in de wijding, en zelfs deze werkt niet door zich zelve, want anders ware

A. Hungari. Ave-Maria-KIokj e. II. O

-ocr page 602-

1.quot;!()

zij een Sacrament, maar zij werkt enkel, wanneer geloof en levenswandel van hem, die gewijde scapulieren, beelden, munten enz. gebruikt, de kracht der Kerkelijke wijdingsgebeden niet tegenwerken.

Dragen wij dan het scapulier, dat ons tot maria , onze hemelsche Moeder, en door haar tot den Zoon, en door Hem tot den Vader voert! — Tot den Camel — tot den «tuin Godsquot; moeten wij opstijgen; God wil Israël naar huis, naar Zijne woning brengen, opdat wij onder laurieren en olijven, onder druiven en hyacinthen weiden! Doch wij zeiven moeten een Carmel, — een «tuin Godsquot; zijn, waarin God wandelt; laurieren van bevochten overwinningen op ons zelven, olijven der godsvrucht, druiven van geduld en hyacinthengeur van goede werken moeten in ons hart geene buitenlandsche planten zijn! God zal dan de zilverbeken Zijner genade door dien tuin laten stroomen; hier zal dan het schoonste uitzicht in hot ware paradijs zijn; gaarne zullen dc heilige zielen hier verwijlen, en maria zal bet niet versmaden, «Koningin van dezen nieuwen Carmelquot; te hecten!

Igt;e Broederschap van het Scapulier.

(Uit; Weener Zondagsbliul, 1860.)

Onder alle Broederschappen der Katholieke Kerk is die van het heilige Scapulier de oudste en na de Uozekrans-broederschap dc meest verbreide. De leden er van ontvangen liet gewijde scapulier uit dc handen des daartoe gevolmachtigden, die er de kerkelijk voorgeschreven gebeden over uitspreekt; zij verplichten zich, het geheel hun leven door om den hals te dragen als een teeken: dat zij trouwe dienaars van maria en ijverige navolgers van hare deugden willen zijn. Buiten deze hebben de leden geene bijzondere verplichtingen. Deze Broederschap is dus eene vereeniging, waarin ieder Katholiek gemakkelijk en onder alle omstan-

-ocr page 603-

131

dighedcn kan toetreden. Ondanks do zoo lichle verplichtingen hebben do leden (och zeer grooto geestelijke voordcelen , gelijk reeds aangetoond is in do geschiedenis van dit feesl.

Ofschoon in de verdiensten van jesus al onze hoop berust, en wij zeer wel welen, dat enkel het vloesch geworden Woord des Vaders ons verlossen en van hot eeuwige verderf redden kon; zoo mogen wij ons loch ook lol Zijne heilige Moeder wenden. Ja, wie een ochl leerling van jesus zijn wil, moet ook een trouw zoon van maiua zijn; en omgekeerd, wie een trouw zoon van maria zijn wil, inoel ook een echt leerling van jesus Christus zijn. Deze beide konteokenen zijn zoo nauw mei elkander verbonden, dal hel eene zonder hol andere geheel niet bestaan kan. Als wij ons dus geheel aan don dienst van maria wijdon, vervullen wij liet gebod onzes goddelijken loermooslors, die ons duidelijk bevoelt, zonen en dochters van maria te zijn. Tol dien MARudiensl schenkt ons de ISroodorsdiap van het scapulier eene zeer schoono gelegenheid. Van hol oogonblik af, dal wij ons met het scapulier bekleeden, kunnen wij ons meer bijzonder als kinderen van maria bescliouwon, en maria zal niet ophouden bij haar goddelijken Zoon voor ons lo bidden.

Bovendien zijn aan de loden veel aflaten verleend, en men heeft als lid dezer Broederschap aandeel aan allo verdiensten en goede werken dor geheele Carmclieter-Ordo. iie-denkt men den hoogen ouderdom en de grooto verbreiding dezer jegens de Kerk zoo hoogst verdienstelijke Orde, die zoo veel heiligen gevormd hoeft; bedenkt men delalloozo, vurige gebeden, die dag cn nacht uil de cellen der Car-molieler-monniken cn nonnen ten hemel oprijzen; bedenkl men verder hot boetvaardige, afgestorven leven, dat doze leidon, dan zal men gemakkelijk de waarde des aandoels aan die verheven verdiensten welen lo schalten. Onze vrome voorvaders hebben ook die hooge waarde recht goed erkend ; want in vroeger tijd was or bijna geen huis, ja geenc

9*

-ocr page 604-

132

Katholieke familie, waarin niet meerdere leden der Broederschap van hel scapulier le vinden waren. Pausen en bisschoppen, keizers, koningen en vorsten rekenden hel zich lol eer, met hel scapulier bekleed le zijn. Onder de mililaire waardisheidsbekleeders vinden wij den dapperen eugrnius van Savoye en den aartshertog joiian van Oos-lenrijk als leden ingeschreven.

Uoiulblik op den bcr»* Carniel.

(Uit; De heilige plaatsen, door jacob misi.in.)

'1. Wij naderden den berg Carmel. Hij verschilt ze ir veel van de bergen van Galilea, die wij aan onze linker hand hadden: deze zijn naakt en witachtig, de berg Carmel donker en met hoornen begroeid; hel zijn echter geene voorl-loopende wouden, maar veel meer afzonderlijkeboomen op een rotsgrond.

De berg Carmel strekt zich van hel zuid-oosten naar het noord-westen omstreeks vijf uren ver uil en eindigt in een zeer merkwaardig voorgebergte, aan welks punt hel beroemde klooster der Carmelieten op ccne hoogte van 582 voet ligt. In hel westen gaal hij lol de vlakte Esdrelon; daarop loopt hij naar hel zuiden, wordt lager en vorml, nadat hij zijn naam verloren heeft, de heuvels en de dalen van Samaria; zijne hoogste kruin bereikt nog geen 2000 voel.

De berg heeft geene andere bewoners meer dan de in de dalen verstrooide Druzen, eenige Bedonincn, en vele jakhalzen.

Er is nog één berg Carmel ten zuiden van Jerusalem, van welken in hel eerste boek der Koningen gesproken wordt; maar de eerste is de meest bekende; bij heette vroeger de «Carmel der zee.quot; (Jos. 19 : 29).

Keeds in de vroegste tijden beschouwde men dezen berg als een heiligen tempel, waar men God aanbad. Jamüli-c:us verhaalt ons, dal de heidensche wijsgeer imtüagoius

-ocr page 605-

dikwijls naar den tempel ging, die destijds daar was. Ue Romeinsche keizer Vespasianus besteeg den Carmel, om een priester, met name basilides, om raad te vragen; er was toen noch een tempel, noch een standbeeld, maar slechts een altaar op de heilige plaats.

Ook Suetonius, de Romeinsche geschiedschrijver, spreekt van het orakel des Garmels. «Vespasianus,quot; zegt hij, «vroeg bet orakel van den berg Carmel om raad, en dit beloofde hem een gelukkigen uitslag op al zijne ondernemingen, hoe groot zij ook zijn mochten.

Plünius, de Grieksche schrijver, spreekt van het voorgebergte des Garmels en van ecne stad van denzelfden naam, die op den berg lag.

Maar den roem des Garmels moet men in de Heilige Schril't zoeken; hij wordt in de profeten altoos als eenc plaats vol schoonheid, vruchtbaarheid en genoegen aangeduid; zijn naam beteekent ))luinquot; oï nluslhofquot; o[ vwijnberfj Gods;quot; hij was met olijfboomen, wijngaarden, struiken, welriekende kruiden cn vruchtboomen versierd. Daarom wordt in het Hooglied het getooide hoofd der bruid met den Carmel vergeleken. »Uw hoofd is als de Carmel, en (!(.' haren uws hoofds zijn als koningspurper in plooien gebonden!quot; (Iloogi. 7:5). Isaias belooft: «dat de heerlijkheid des Libanons en het sieraad des Garmels aan de Kerk zal geschonken worden.quot; (Is. 35 : 2).

De profeten elias en kliseüs kwamen niet alleen onder zekere omstandigheden daar, maar zij woonden er ook, en het volk bad hier reeds God aan.

Wij weten, dat op den Carmel God de priesters van Baal door den profeet elias vernietigd heeft. Na dit wonder «besteeg elias de kruin des Garmels en bukte zich ter aarde. En hij sprak tot zijn jongen: «Ga op en zie naar de zee!quot; En hij ging op en zag, en sprak: «Er is niets!quot; En bij sprak op nieuw tot hem: «Ga weer been, zevenmaal!quot; En de zevende maal, zie! daar kwam een klein wolkje, als een mans voetstap van de zee op; en hij sprak:

-ocr page 606-

134

«Ga op, on zeg lol Achab: Span uw wagen aan en rijd af, dal ii do regen niel oplioude!quot; En loon liij zicli heen en weer wendde, zie! loen werd de liemel duisler van wolken en wind, en er kwam een sterke regen.quot; (3 Kon. 18).

Nadat elias in een vurigen wagen opgevaren was, ging zijn leerling eliseüs naar den berg Carmel. (-4 Kon. 2). Hij was op dien berg, loen liein de Sunainielische le voel viel en lol liem zeide, dal haar zoon geslorven was. eliseüs ging mei haar, bad lol den lieer, en gaf dil kind levend aan zijne moeder lenig (4 Kon. 4).

Naar hel voorbeeld dezer proleten, die zoo dikwijls op de eenzame plaatsen des Carmels hunne ziel in gedachten aan God versterken, beschouwden andere anachorelen de eeuwige waarheden op dezen merkwaardigen berg, en vernamen, shoe schoon de rust en de eenzaamheid is, gelijk de Carmel van elias leert.quot;

In de kloven des Carmels zijn moer dan twee duizend grotten; hel waren natuurlijke woningen, die zich tot het gebed en de afzondering van godvruchtige mannen aanboden. Bronnen ontspringen uit de rotsen, welriekende planten groeien overal; eene reine lucht, de zee, hel gezicht des hemels — wal beeft men meer noodig om gelukkig le zijn?

Men leest in het Officie der Carmielicler-Orde, dal zich reeds in do eerste eeuw vrome mannen, die het leven der profeten elias en eliseüs en des li. joannes den Dooper wilden navolgen, naar dezen berg begaven, en dat zij, bezield van innige godsvrucht voor de heilige Maagd maria , welke zij het geluk gehad hadden le zien en te liooren, eene kapel onder hare aanroeping bouwden, waarin zij menigmaal daags vergaderden, om God te bidden. Oude schrijvers verzekeren ook, dat de berg Carmel eene van (lie plaatsen was, waar de h. iielena eene kerk liet bouwen.

Zeker is het, dat van de oudste tijden af op den berg Carmel kluizenaars waren, die den profeet elias als hun voorbeeld beschouwden; loen een hunner, mei name ukk-

-ocr page 607-

135

TUOLD, lien (oL een genootschap vereenigde. — In hel jaar 4200 wendde zich uiiocard, die toen hun prior was, lot den h. albert, patriarch van Jerusalem, die hun een regel vol wijsheid gal'. Veelvuldige gebeden in de kerk en in hunne cellen, vasten op eiken dag, uitgenomen's Zondags, onthouding van vleesch van de verhooging des heiligen kruises lol Paschen, handenarbeid, zwijgen gedurende een gedeelte van den dag, dal zijn de' hoofdstellingen van den rerjel der »Broeders der heilige Maagd van den hen/ Car-mel,quot; welke met de door den Heiligen Sloel verordende wijzigingen nog bestaan.

Deze Orde verbreidde zich snel in Europa, en vooral in Engeland, waar altoos zooveel vroomheid bestond, en waar het Katholieke leven — vóór de misdaden on de vervolgingen van HENDRIK vin — zoo diep geworteld was.

Toen de li. simon stock uit Kent generaal der Orde geworden was, richtte hij de Broederschap van het Scapulier op, om dooi' vrome oefeningen allen in een enkelen hond te vereenigen, die de heilige Maagd maria bijzonder wilden vereeren; eduaisd i, koning van Engeland, en de h. i,odewijk, koning van Frankrijk, traden in deze Broederschap.

In Frankrijk, in Italië, in Spanje zag men midden in de wouden, tegen de helling der heuvels, aan den rand der afgronden fraaie kluizen zich verheffen, die men als sieraad van Europa had moeten onderhouden, toen men ze niet meer als scholen der goede zeden wilde bewaren. De h. THEREsiA van Jesus, die aan al het reine, heilige, ijverige en beminnelijke in het kloosterleven herinnert, was van de Carmelietor-Orde. Men ziet heden ten dage liever hoogovens dan kloosters, smeden dan Carmeüeten, en men laat al onze oude godsdienstige gedenkteekenen verdwijnen!!

De Turken deden hetzelfde op den berg Carmel. In het jaar 1821 vernielde addallah, de beruchte pacha van St. Jean d'Acre, onder voorwendsel, dat dit punt door zijne vijanden kon ingenomen en bevestigd worden (het ontbreekt nooit aan voorwendsels, als men de kloosters ver-

11 l'i '•i.l

, ' - :$( |

ii.,1 ,,

) Jjj'

^ li ü ü - ' (Vil

::n

l

• v.S |. ; , ' :

-■'\y

f, 'V'^ i

.■v

11rl

it

amp; mi

m m

'■ ii ,gt;/ïf

11

i

-ocr page 608-

136

niclen wil), de kerk en het klooster des bergs Carmel geheel en al en bouwde met het materieel een paleis er naast, waar hij in den zomer de koelte zocht.

Zoo stonden de zaken voor eenige jaren; zien wij nu, wat er sedert gebeurd is.

2. Broeder jgan baptist van Frascati werd door zijne oversten van Rome naar het Oosten gezonden; hij kwam op den berg Carmel aan, om getuige van het Vandalisme van ahdallaii pacha Ie zijn en om op den laatsten steen zijns kloosters naast de grot van den profeet elias te weenon, die als eenig toevluchtsoord voor de monnikenen de pelgrims van het Belool'de Land op dezen vereerden berg overbleef. Gelijk elias wierp hij zich op zijn gelaat en keerde naar Europa terug.

Het betrof niets minder, dan het gedrag van een almach-tigen pacha door den Grootcn Heer te doen afkeuren, eene daad van gerechtigheid van de porie te doen verkrijgen, in ons Europa, dat zijne eigen kloosters vernielt; onmete-telijke sommen te verzamelen, om er een in Azië weer te bouwen, een bouwmeester, allerlei werklieden, bouwstee-nen, materieel, houl, water op een berg te vinden, waar niets is,. ..

Nu, dit wonder is toch op den Carmel heiver ld ; dal alles is geschied, en bestaat, gelijk ieder weet.

Op den eisch van Frankrijk herstelde de sultan de Car-melielen in hunne oude rechten; hij beval zelfs abdallaii, hun klooster op zijne kosten weer op Ie bouwen; dat was van een pacha le veel gecischt. Overigens had broeder Joan baptist andere bronnen; hij trok door Europa. Even als alle Italianen, verstond hij slechts ééne taal; daarmede ging hij naar Parijs, naar Londen, naar Weenen, naar Berlijn; hij werd aan alle hoven, bij de groolen en bij de armen ontvangen , inet vriendelijkheid en geschenken overladen; gewis, broeder joan baptist was de «Leeuw van den dag!quot; Voor hem maakten de dichters verzen, de eerste kunstenaars schilderijen, de componisten nieuwe

-ocr page 609-

137

stukken, de romanschrijvers aanbevelende artikelen; de dames borduurden, regelden loterijen en concerten; voor hem zag' men zelfs een gevallen minister bij een dienst-doenden minister een verzoek indienen, ik heb zijne intee-kenlijst gezien, waarop men na elkander den keizer van Oostenrijk en den koning van Frankrijk, lodewijk filips, de koningin van Engeland en den koning van Pruisen, den heer van Rothschild en den primaat van Hongarije, een kardinaal en een dorpspastoor, den aartsbisschop van l'arijs en resciiid pacha vond: alle landen, alle standen, alle godsdiensten waren vertegenwoordigd, J)e koning van Pruisen had zelfs bevolen, dat «broeder jgan baptist eene vrijplaats op de diligences en de spoorwegen zou hebben, opdat hij in den ganschen omvang zijner staten naar believen kon inzamelen;quot; en, opmerkelijk! een Carmeliet konde in bet monnikskleed ongehinderd Protestansche en Katholieke landen doorreizen.

Toen hij zag, dat God Zijn werk in het Westen zegende, koos hij een medearbeider, broeder karel, om bet voort Ie zetten: en hij keerde naar bet Oosten terug, om daar grootere moeielijkheden te overwinnen, in Europa kan men licht bouwen, als men er de middelen toe heelt; doch in de woestijn heeft men meer noodig dan geld, men moet geduld en eene ongcloofelijke wliskracht hebben. Broeder joan baptist werd bouwmeester, metselaar, steenhouwer; hij vormde werklieden, die nooil iets gedaan, iels gezien hadden; hij groef regenbakken in harde rotsen. Zes maanden lang regent hel niet: men moet water van den voet des bergs naar boven balen, vlld water,quot; zeide hij mij, ))kosllc uiis meer dan de wijn!quot; ^

Men stelle zich voor, welke moeite, doorzicht en geluk er noodig waren, om een zoo verrassend, zoo kolossaal werk lot een goed einde te brengen, als het tegenwoordige

') Gelijk bekend is, heeft men den L'ocldelijken Heiland aan hel kruis i/orst laten lijden; daarom is er nu iu Palestina groot gebrek aan regen en bronnen. {

-ocr page 610-

138

klooster van den berg Carmel is, hetwelk kerk, klooster, gasthuis, vesting, lazareth tegelijk is, dat een orgel, cene apotheek, eene bibliotheek bezit. De pelgrims worden daar bediend als in Europa ; men vindt porseleinen en kristallen, sopha's, schilderijen, landkaarten en duizend andere zaken, die wij bestendig voor oogen hebben, en wier waarde wij eerst loeren schatten, als wij ze missen moeten. Elke spijker van deze onmetelijke inrichting komt uit Europa; als men een glas breekt, oi'een mes wegmaakt, moet men er acht honderd uren ver om schrijven.

Het klooster van don berg Carmel is thans stellig het grootste en schoonste gebouw in Syrië en Palestina. ))llct is ontzaglijk groot,quot; zegt de maarschalk maumont , »zeer goed gebouwd en geschikt ter verdediging. Men zou er ecne belegering in kunnen uithouden; en als men slechts een weinig weerstand wilde bieden, was het oninneembaar voor menschen, die hel zonder zwaar geschut aantastten. De deuren zijn met ijzer bekleed en worden door flanken kruisvuur verdedigd; tinnen en kanteelen zijn naar alle kanten open en het terras wordt door de hoogten beveiligd, die het bestrijken quot;

3. Ik heb te Weenen broeder joan baptist gezien en ik was zoo gelukkig, hem eenige geringe diensten te kunnen bewijzen. Wij hadden elkander voor eenige jaren als twee broeders verlaten, die elkander hier beneden niet weer dachten te zien. »Tol wederziem daar boven!quot; had hij lot mij gezegd, terwijl hij mij omarmde, en ik had er bij gevoegd: ygt; Vooraf nocj op den hert/ Carmel!quot; zonder te weten, dal ik de waarheid sprak.

Nauwelijks was ik aangekomen, of ik verlangde den broeder le zien; men zeido mij, dat hij de koorts had; hij lag op zijn gewoon bed. «Ik breng u een bezoek,quot; sprak ik lot hem. Hij sprong van zijn bed op, om zich te verzekeren, of zijne oogen hem niet bedrogen; toen zeide hij; «God is altijd goed voor broeder joan baptist! Kom en geel mij bericht van al mijne weldoeners lquot; — «Ach,

-ocr page 611-

139

zij zijn allen op do vlucht!quot; — »Op de vlucht'? maar als allo brave menschon op de vlucht zijn, wat blijft er dan over?.... God is rechtvaardig: dat zal niet blijven!quot; Nadat hij lang over den toestand van Europa gesproken had, dien hij zeer onvolkomen kende, haalde hij ecne Ilesch Malaga en vertoonde ze mij met de woorden: «Zie, dit zegel (hel was van den keizerlijken keldenmeester), het is de laatste; de keizerlijke familie, welke God zegene! heeft ons veel goeds gedaan; hij hel middagmaal zullen wij dezen wijn op onze gezondheid drinken/' — »En de koorts?'' — »Zij gelde voor de koorts des danks; die heeft nooit iemand gedood!quot; Ik sprak met hem over zijn klooster. — De goede God,quot; hernam hij, «heelt alles gedaan, en de goede menschen!quot;

Broeder ,ioan baptist heelt verschillende malen Europa doorgereisd, om hulp te zoeken en zich alles Ie verschaffen, wat hij noodig had. Maar hij heeft er zich niet toe bepaald , zich tot de naastenliefde te wenden, hij heeft zijne toevlucht ook tot de kunstvlijt genomen. Toon hij de eerste maal op den Carmel kwam, bezocht hij, nadat hij zijne tranen gestort en zijne geboden verricht had, den omtrek en vond op den weg naar Nazareth een waterval. De grond behoorde aan een Turk; de broeder loonde hem, welk voordeel men daarvan hebben kon; zij sloten een verdrag, de Turk gaf geld, do monnik zijn talent, en fraaie molens leveren thans voor do gansche streek meel, en voor de ondernemers eene fatsoenlijke winst.

Maar wat is er van de beroemde kiosk van aiidallau geworden, die zich dreigend op do hoogste punt van den Carmel, honderd schreden van het klooster, verhief? 0 mijn God! wol er altijd van do werken dor misdaad wordt: hot paleis van den pacha is verlaten. De Grieken, die zich overal in het Oosten daar verloonon, waar men de Katholieken benadcelen kan, wilden zich van den buit van abdallaii meesier maken, die met zooveel recht aan de paters Garmelielen behoorde; meermaals trachtten zij

-ocr page 612-

140

zich aldaar tc vestigen; eens bijv. kwamen zij 00 lol 80 man sterk, om er eindelijk liozil. van te nemen. De monniken wilden zich verzetten door hun te bewijzen, dat de grond en de sleenen voor den bouw hun toebehoorden; maar de Grieken hadden de overmacht, de bewijsgronden verbitterden hen slechts, de monniken moesten de wijk nemen en gaven daarvan kennis aan broeder joan baptist, die ziek was. Hij kwam en riep reeds van verre: sin norn de Dio, canaglia!quot; . ... De proleet elias zou nauwelijks meer uitwerking voortgebracht hebben; de Grieken vluchtten over rotsen, kloven en afgronden; zij stroomden weg als de regen der woudvloeden; er bleef geen enkele achier. Om aan zulke bezoeken hel laatste voorwendsel te ontnemen, kocht broeder joan baptist hel paleis van den pacha, dat llians tot gasthuis der Levan-lijnen dient.

De aan de heiluje Maand maria rjeivijde kerk van den berg Carmel is, ofschoon eenvoudig, zeer fraai. Achter in het schip is de Grol van den profeet elias; het koor is er hoven gebouwd; eene schilderij, den dood des h. lode-wijks voorstellende, versiert hel; zij werd door den heer van parlset gezonden. Men daalt langs eenige treden in de grol af ; zij wordt zeer vereerd , door de Turken en de Druzen, door de Grieken en de Katholieken. Hel klooster omsluit de kerk van alle kanten, zoodat men van buiten enkel den koepel ziet, die er boven uitsteekt.

Op hel hoofdaltaar bevindt zich het schoone en beroemde standbeeld der heilije Maagd maria, dat ieder kent. Het standbeeld van den profeet elias is in de grol daaronder; niet ver van de kerk is de r/rot des profeels eliseüs, en de plaats, naar men meent, waar de Sunamitische den man Gods opzocht.

Vóór liet klooster is een terrasvormige tuin; in hel midden verheft zich, in afwachting van een gepast monument, eene geringe pyramide; men heelt hier vele Fransche soldaten begraven, die in '1799 op den berg Carmel go-

r

-ocr page 613-

UI

slorven zijn. Op dien lijd was hel, klooster in een hospitaal voor de gewonden en de pestzieken veranderd.

Napoleon ging eens na liet opbreken van liet beleg van St. .lean d'Acre naar boven; hij ging die ongelukkigen maar zonder hen aan (f3 raken, iioewel men zoo k'ijls die daad gevierd heeft, die overigens even nutteloos als onverstandig geweest zou zijn. Na den terugtocht van het Fransche leger maakten de Turken allen af en lieten hunne gebeeenten op den berg verstrooid liggen. Toen de palers Carmelieten hun klooster weer kregen, verzamelden zij ze, brachten ze eerbiedig in het graf, dat zij hun bereid hadden, en hielden voor deze offers eens dubbelen geesels een plechtigen lijkdienst.

In de nabijheid ziet men eenige ruïnen: het zijn waarschijnlijk de overblijfsels eener kleine, door de Tempel-heeren in 1217 gebouwde vesting.

De grot, die de ygt; School der prof denquot; heet, is aan den voet des bergs en wordt door een MuzehnanscJien monnik bewoond. De beer de lamartïne zegt van deze school; »De plaats was zeer goed gekozen, en de stern van den ouden profeet, den leeraar van een talloos geslacht van profeten, moest majestueus in den hollen schoot des bergs weerklinken, dien bij met vele wonderen kenmerkte, en aan welken hij zijn naam gaf!quot;

Daarboven ziet men meerdere grotten, die blijkbaar op een anderen tijd bewoond zijn geweest; de monniken zeggen, dal dit hun oud klooster is.

De monniken zijn zeer gastvrij. Ik heb er pelgrims naar gevraagd, die ik in Palestina ontmoette; zij waren zeer goed behandeld en onderhouden, en wel kosteloos drie dagen lang; eenige, die ziek waren, bleven tot hunne genezing en kregen goede verpleging en goede geneesmiddelen.

Men vraagt, wal die monniken op den Carrnel doen? Wat doen zij dan in alle gebouwen, die de godsdienst in onherbergzame streken, op bergen vol sneeuw geplaatst

lij

iM

ife® |

aWtfi

m

lli!

iw

-ocr page 614-

'142

heeft, waai- zieli de speculatiegeest nooit vestigen zal? lleel't men ooit gevraagd, wat de monniken op den St, Bernard deden. Een hoop wilden kon zich wel met de eeuwige schande bedekken, hen van de plaatsen te verdrijven, waar zooveel reizigers aan den dood ontrukt zijn, en het erfdeel der armen stolen; maar zij hebben ten minste het gevoel van menschelijkheid niet in twijfel getrokken, dat die oilers hunner toewijding midden in de ijsstreek riep: als men-schen zonder godsdienst wilden zij eene godsdienstige inrichting vernietigen. Koelbloedig .vragen, wat die monniken daar doen, is misschien nog hatelijker. In het Oosten kan niet ieder als vorst reizen, wat zou er van de arme pelgrims worden, zoo zij niet hunne bepaalde steunpunten in de woestijnen van Palestina hadden in de kloosters der Carmelieten en Franciscaners? liet gebeurt zelfs dagelijks, dat de bedillers dier monniken maar al te gelukkig-zijn, van hunne gastvrijheid gebruik te kunnen maken. Hoe ver moeten wij gekomen zijn, als de naastenliefde zelfs niet meer begrepen wordt!

Overigens spreek ik daar slechts van beklagenswaardige uitzonderingen; de ijver, waarmede het gansche Katholieke en Protestantsche Europa tot de herstelling des kloosters op don berg Carmel bijgedragen heeft, toont genoegzaam, dat men het Christelijke werk dier goede monniken overal begrepen heeft!

De berc/ Carmel heeft, hoewel grootendeels beroofd van zijne wouden, wijnbergen en ontginning, die hem vroeger sierden, toch nog fraaie overblijfselen van zijn ouden glans, boomen bekronen zijne kruinen en zeldzame en welriekende planten geuren op zijne hellingen. De boomen staan wel veel uiteen, rotsen steken boven het loofwerk der struiken uit; maar in Palestina heeft het kleinste groene boschje zijne waarde. De monniken verzamelen die planten, waaruit zij eene zeer goede likeur bereiden, die als geneesmiddel in verschillende ziekten hoog geschat wordt. Hunne kleine apotheek is goed voorzien, en de Arabieren komen

-ocr page 615-

143

van verre, om geneesmiddelen te lialon. Hijna in alle kloosters is een broeder, die eenige begrippen van de geneeskunde heeft; zoo lii.j a! niet altijd de doctorwaardigheid verkregen heeft, dan heeft bij toch in de school der Christelijke liefde gestudeerd; hjj behandelt zijne zieken met genegenheid en opoffering en bidt voor hen; de goede God doet het overige: «Wie in zegen zaait, zal ook in zegen oogsten.quot; In afzondering leven als elias, bidden op den berg als moses, de vreemdelingen opnemen als tobias, de zieken verplegen als de goede Samaritaan, het kwade vermijden en bet goede doen; dan aan het einde dezes levens met ootmoed en vertrouwen de ontfermingen des lleeren aanroepen — dat doen die monniken op den Carmel, en anders niets!

Thans zijn er twaalf: zes priesters en zes leekebrocders.

De beroemdste pelgrim, die op den berg Carmel geweest is, was de h. l ome wijk , koning van Frankrijk; hij wilde in Palestina geen heiligdom welen, zonder bet een bewijs van zijne tegenwoordigheid te geven, en-zonder het ook door zijn gebod te heiligen.

5. Ik bezocht den voel des bergs, en verzamelde verschillende soorten van schelpen, waarmede de kust bedekt is.

Deze landpunt is gevaarlijk, een Engelsch schip ging hier vóór niet zeer veel tijd te gronde. Een andere soort van schipbreukeling strandde op deze kust: een arm mechanicus uit den Elzas, een Protestant , zooveel ik mij herinner. Nadat hij Europa en Azië doorgereisd had, om zich zijn onderhoud te verschaffen; nadat hij ouders en vrienden in het Vaderland, en zijne geringe spaarpenningen bij de Turkomanen verloren had, klopte hij aan do deur des kloosters. In zijne ontblooting goed ontvangen, was hij er op bedacht, zijne schuld dankbaar te betalen. Eens, toen hij op eene rots zat, en er over nadacht, hoe hij zich nuttig kon maken, zag hij de kiel van het Engelsche schip halfweg in het zand verzonken ; alle stukken van het schip, van fraai Indisch hout, liet hij op den berg brengen.

-ocr page 616-

iU

Onze mechanicus wilde eersl een windmolen maken. Hij lieL een toren op de lioogslc punt der rots bouwen en hield zich met het raderwerk bezig; daar niemand noch zijn talent, noch zijne taal verstond, kon hem niemand helpen; hij ondernam dus ecu langwijlig, maar ook een liefdewerk. Ik zag hem in ecne der lage zalen van hot palcis van au-dallah werken, waar hij mij zijn geheel voornemen verklaarde, vol blijdschap, dat li ij iemand vond, die wat Duitsch kon spreken: vóór zijn dood wil hij een gedenkleeken op den berg Garmel achterlaten, dien hij tot zijn vaderland gekozen heeft. Ik wensch aan dat bescheiden monument den duur der pyrarnidcn; wij zien er zoo vele, die de trots heeft opgericht, en zoo zelden een, dat de dankbaarheid in het aanzijn riep !

Van den Garmel, dien door den hemel beminden berg, geniet men een heerlijk uitzicht; niets is zoo liefelijk, als een avond godsdienstig op dezen heiligen berg doorgebracht. Ik bracht vele uren in het gezicht dier groote zee door, en dacht aan hen, die aan den anderen oever aan een armen pelgrim denkeu en, even als hij, een zachten traan in het oog hebben.

Om niets te vergelen, wat op den berg Garmel betrekking heeft, merk ik aan, dat, volgens sommige schrijvers op dezen berg lamech kaïn gedood heeft.

Ik moest eindelijk afscheid nemen van broeder joan baptist, »Ditmaal,quot; zeide hij tot mij, »is het ernst; ik tel een en zeventig jaren; mijne reizen zijn afgeloopen.... er blijft er mij nog slechts ééne over.... deze zal plaats hebben, als de goede God het hebben wil. Hier of daar bidden wij voor elkander.quot; Ik was te zeer aangedaan , om hen te antwoorden. Ik drukte den pater gardiaan, broeder karel en broeder clemens de hand, die mij zoo hartelijk gediend hadden en bezig waren , al onze zakken met voorraad voor de reis te vullen. Na een laatste bezoek bij de heilige Maagd maria stapte ik te paard , en wij reden langs de zijde tegenover Gaipha den berg af.

-ocr page 617-

145

Moge de genaderijke Maagd en Moeder Gods immer dezen berg, de lieve kloosterbewoners en de vrome pelgrims naaiden Camel in hare lieve, lieve bescherming nemen!

Het feest van Santa Maria del Cariiiinc te Napels.

(Naar ccne Schildering van emma van niendoiif 1853.)

Reeds twee dagen vóór het feest der Madonna del Carmine, bij de terugkomst van Gamaldoli, knalden de salvo's in ons oor, schitterden bont vele daken en galerijen. In menige nis met de heilige Moeder Gods brandden helder de kaarsen onder bloemen. Daarboven builen de maan met haar zachten, verheven schijn; zij is zoo blauw, dat zij als Bengaalsch vuur verlicht. Naar den kant der straat Foria was het als enkel zwevende feeëntuinen; bont fonkelt liet in de lucht als met enkel kleurenrijke guirlandes in l'abelacliligo perspectieven, als vliegende woudzalen van elfen en glimwormen gevormd, krans aan krans. Met phan-tastische bevalligheid, als eene Arabische feeëngeschiedenis, staart het naar beneden in de lichlrijen der bruisende, gonzende Toledostraat.

Toen wij aan de door de maan beschenen haven kwamen, straalde de toren Santa Maria del Carmine als een kroontje boven de blauwe wateren, als een droom der kindsheid en jeugd. Nog om middernacht beschreef de toren zijne bonte lamplijnen op het blauwe email des eters. Vroolijk kraakten de salvo's, en de klokken, luide en helder, klonken er tusschen, als ware de hemel reeds veroverd, het eeuwige Sion reeds gewonnen en bemachtigd.

Op den dag van het feest zelf, den IG Juli, reed vroeger de koning «in galaquot; langs de haven, over de Marinella naar Santa Maria del Carmine om de plechtige godsdienst-oelening bij te wonen, liet zag er karakteristiek uit, men kon zich in den lijd van lodewuk xiv terug verplaatsen; want een dozijn staliewagens met zes paarden, voorafge-

A. Hungari, Avc-Maria-Klokje. II. 10

Plll

Ipff

«li

mm

IB '

i

41

iüi

sfiBÉ : W t :||| |

; J'tel

iilfi

1

|

»iy ■ i

1

I

i I

-ocr page 618-

140

gaan-^n gevolgd van eenigo rael vier paarden; voor en achter elk der eerste een aantal rijk gegalonneerde huzaren te paard; rechts en links officieren van de lijlwacht met hunne driekante hoeden en stijve laarzen; envenzoo de koetsiers, die met roode leidsel van den bok af menden. Stalmeesters reden, lakeien gingen naast het portier, buiten die, welke achter op het rijtuig stonden; voor de koets des konings huppelden vier loopers, geheel in het witgekleed. Links van den koning zat cie koningin en schitterde in een kleed van wit atlas met goud galon. De gansche familie, alle prinsen enz., volgden.

Men zag in de rijtuigen niets dan galons van uniformen en Crachats. Op een der laatste, niet geëscorteerde statie-koetsen met vier paarden stond naast de andere lakeien ook een lijfhuzaar ol' mamelük, van wiens roode muts eene trotsche veder neerhing.

De menschen op de balkons keken den langen trein op het fijne, gele zand, dat men gestrooid had, na, en de Lazzaroni, de matrozen aan den weg namen eerbiedig de mutsen af. Toen het voorbij was, vloog een vloed van cabriotels, carricoli, wagens, ruiters, ezeldrijvers enz., eene gansche volksverhuizing, haastig als in wedren, achterna.

Na het Avc-maria , op den terugweg van Portici, vonden wij de geheele Marinella met hare schipperstooneelen, hare dorpjes van booten aan de lichte zee geïllumineerd. Alle lijnen der vensters, daken enz., alle winkels, deaquarolen, de meloenwinkels, waren met lichten, ruikertjes en guirlandes allerliefst versierd. Voor den hemelsblauwen waterspiegel, waarop zich do menschen als zwarte silhouetten profileerden, brandden lantaarns rechts en links voor het geschilderde ciiRiSTUS-beeld, dat aan het kruis hing, dicht bij op het van menschen weraelende, gonzende plein voor Santa-maria del Carmine. Maar het schoonst was de toren in den hemel, wiens omtrekken zich als met enkel guirlandes van kleurenrijke, fonkelende bloempjes in de lucht afteekenden. De voorgevel vlamde als een tooverkasteel. Thans klonk de

-ocr page 619-

U7

volle, luide klokkestem des torens er ook tusschiHi, als een Te Deum tot lol' voor alle zegeningen, die de voorspraak der Madonna bij God ooit over de stad en het land afgesmeekt heeft. Elk steegje, dat men inkeek, gelijk El-fenperspectieven; elke vensterreeks op de met vurige guirlandes omkranste piazza weer anders versierd, hier bloem-pyramieden, ginds kransen enz. Niemand weet zoo goed te illumineeren, als de Napolitanen; niets dan die kleine lampjes, die bonte lantaarntjes; maar met hoe veel gratie, hoe tooverachtig! Dit volk heeft er een aangeboren genie voor. Aan dal volk is toch, om zoo te zeggen, de kin-derlijkste godsvrucht voor de genaderijke Moeder des llee-ren aangeboren, en deze weet juist zoo wonderbaar te illumineeren. Zoo wierp Napels zijn schitterend licht op de droomerige, in het maanlicht trillende zee. — Nog lang beschouwde ik de weerkaatsing in bet kristalheldere water en den door witte en roode vlammcnbloesems omwonden toren.

En weder eens in de Novene, de negendaagscbe viering van dit feest, bereikten wij de piazza del Mercato, van welke de ruimte voor de kerk slechts eene kleine bocht uitmaakt. Van den fraaien rosé en grijzen Carmine-Mag ■ giore-toren lachte boven den ingang eene in steen gehouwen Maagd met het kind jesus in den arm als zegenend de jongens toe, die, vóór de deur, op de straat aan de klokketouwen trokken. Bij den weiluidenden klank der Campanile snelde veel volk naar den tempel, boven welks portaal eene geschilderde Moeder Gods neerziet, terwijl men de kerktrappen op tot aan de binnenpoort door eene reeks tentvormige, witte winkelkasten gaat, die vol kleine Madonnabeeldjes hangen, duizend en duizend, altijd dezellde Madonna del Carmine, slechts houtsnede , maar op hel liefelijkst versierd: met wol, met zijde geborduurd; buiten omheen^als eene lijst, araberken of miniatuur-strikboor-den in veelvuldige afwisseling, of op amaranth-bladertjes enz. Overal vroolijke en godvruchtige koopers dier zinrijke beeldjes.

10quot;

-ocr page 620-

148

Niets bevalliger, niots feestelijker dan de kerk van binnen. Daartegen zijn dc Basilica's van Rome in feestdosch ernstig en del'lig. De marmeren mozaiek-muren dezes tempels waren geheel bedekt met licht neerhangende, frisch bloeiende draperieën van werkelijk rijke bevalligheid; enkel bonte wolken, een gansche hemel; de sierlijkste perspectieven, eene overdaad van zilver, goud, rood, wit, hemelsblauw, in dc liefelijkste samenstelling — het moest wel de glorie der Koningin aller heiligen in den hemel aanduiden. De menigte biddend op de knieën; velen met het gelaat geheel op dc stcencn; anderen kusten den grond ; liet hoogaltaar dreef in wierookgeur, door welken eene massa kaarsen schitterde, waartusschen priesters en levieten in witte gewaden de Hoogmis celebreerden. Achter bet hoogaltaar straalde de nis der Madonna del Carmine als eene zee van licht, de «bruine Madonna,quot; met hare liefelijke lijst van enkel gouden en zilveren harten, zoodat de gehcele nis als van goud en zilver scheen, waarin zich honderdvoudig kaarsen en lampen spiegelden, die aan zilveren kettingen van het dak neerhingen.

Na alloop der Hoogmis gingen de geestelijken in plcch-tigen optocht heen, die in harmonie was met het geheel oostersche karakter der tentvorming getooide kerk; want zij droegen hoven hunne kostbaar met zilver en goud en bonte zijde geborduurde sneeuwwitte atlasklecdcren, het hooid op oostersche wijze met witte doeken omwonden.

Ik ging nu weder naar buiten op de Marina, waar dc haar verlichtende lantaarns in den vorm van leliën aan de geofferde palen brandden, naast purperen oleanderstruiken, naar den kant der zee, der hemelsblauwe zee, boven welke de rookwolk des Vesuvius dreigt; de groote schepen prijkten, ter eere der Madonna, in witte zeilen en heerlijke bloemguirlandes.

-ocr page 621-

i.r

149

Het feest Maria ter sneeuw-

(HET WORDT DEN 5 AUGUSTUS GEVIERD.)

■'wlifi Ij $]'. '■{*

■ si

Ij rgt;quot;••• S'| '■

i t quot; iif . Ji:/

wM.

lil1 f|

Inif

Betcekenis cu geschiedenis van dit feest.

pgndcr tic meer dan vier honderd kerken, welke, de kapellen en oraloriën niet mede gerekend, Rome, de moederstad der Christenheid, versieren, zijn er tus-i schen de zestig en zeventig aan de heilige Moeder Gods gewijd. Wie van den noordkant door do hoofdpoort Rome binnenkomt, die staat dadelijk aan den ingang tus-schen drie fraaie Maria-kerken, welke hem als het ware aankondigen, dat hij in de «stad der heilige Moeder Godsquot; binnengetreden is. — Onder de vier groote patriarchaal-Basilica's, de eigenlijke kerken van den paus, bij welke hij zijn zetel heeft en die alle kerken der stad en der wereld in rang en waardigheid overtreffen, is de eerste zeker de kerk det Ileilands in het Lateraan, maar de tweede de groote Mariakerk »Maria ter sneeuw,quot; wier inwijding heden gevierd wordt; en eerst op deze volgt de St. Pieterskerk in het Vatieaan, en ten vierde de St. Panluskerk buiten de muren.

En het wonder, dat aanleiding gaf tot het ontstaan van deze kerk »Maria ter sneeuwquot; (Maria ad nives), en waardoor de gebenedijde des lleeren zelve zich die uit hare hemelsche glorie bestelde en toeeigende, wordt in het Roomsche brevier aldus verhaald:

))0ndcr paus liherius bad de patriciër joannes, uit een der doorluchtigste huizen te Rome gesproten, mei toestemming zijner nj^L minder edele gade, die even als bij de tecderste godsvrucht, voor de allerzaligste Maagd marlv in het bart droeg, besloten, wijl beiden kinderloos en zonder erfgenamen

fcf

f.' prtyf-y quot;f-if ■

' 'a

'i Mk

-ocr page 622-

150

waren, de maagdelijke Moeder des Ileeren tot erfgename hunner rijkdommen te benoemen. Beide eehtgenoolen volhardden nu in het gebed en gaven rijke aalmoezen met het doel: den wil der hoog gebenedijde Maagd te vernemen, die ook de bede en wenschen barer dienaars liefderijk verhoorde, en die verbooring door bet volgende wonder bevestigde.

Maria verscheen ieder afzonderlijk in den slaap en openbaarde baar welbehagen in dat vrome voornemen; zij toonde hun een heuvel, den «Esquilijnschenquot; genoemd, op welken zij, naar den wil baars Zoons en den haren eene kerk baar ter eere moesten bouwen. Zij voegde er bij: dat zij de plaats zelve, waar genoemde kerk moest gebouwd worden, met sneeuw bedekt zouden vinden.

Toen den volgenden morgen beide dezen droom wederzijds aan elkander vertelden, werden zij met grooten troost vervuld en gaven hem paus liberius te kennen, die betuigde, in denzelfden nacht dezellde verschijning te hebben gehad.

Verbaasd over dit wonder, in het midden van Augustus, wanneer te Rome de grootste hitte pleegt te beersohen, liet de paus dadelijk de geestelijkheid bijeenkomen, en begaf zich toen zelf, vergezeld van deze en eene groote volksmenigte in plechtigen optocht naar dien heuvel, waar zij de aangeduide plaats me.t sneeuw bedekt vonden en in lofgezangen aan God en de wonderbare Maagd losbraken Hierop werd bet plan voor de kerk afgebakend, die de patriciër daarop met alle pracht liet oprichten.

En de Heer, die de vereering, aan Zijne heilige Moeder bewezen, met welgevallen beschouwt, verheerlijkte haar door vele wonderbare genaden, welke Hij aldaar op hare voorbede aan de geloovigen schonk.quot;

Deze wonderbare gebeurtenis uit bet jaar 352 bevindt

1) Het volksgeloof verhaalt eveueens: Nauwelijks was het volk aan de met sneeuw bedekte plaats aangekomen, of er geschiedde een nieuw wonder: de sneeuw verdeelde zieh in groote lijneui zoodat zij het volkomen plan van eeu gebouw op den grond afteekoude.

-ocr page 623-

151

zich ook in ccnigc zeer oude perkamenten brevieren, van welke het eene der kerk te Panna, het andere den kluizenaars van den h. augusïinus ten gebruike diende. Ook zeer oude manuscripten, die in de Roomsche archieven bewaard worden, maken gewag- van die gebeurtenis, welke niet slechts door schrijvers, bijv. baronius, fulvius den Romein, siconius enz., maar ook door de pausen nico-laas iv, GREGOiuus ix en pius ii als ware daadzaak vermeld wordt.

Het feesl, dat eerst slechts in deze kerk op den 5 Augustus jaarlijks gevierd werd en eigenlijk het inwijdingsfeest er van is, werd later tot de gausche stad Home uitgebreid enten laatste door nus v tot een algemeen feest voor de gansche Christenheid verheven.

De Kerk zelve draagt verscheidene namen. — Vooral heet zij, wijl zij op de plaats van het sneeuw wond er is opgericht: «maria ad nives, maria ter sneeuw;'quot; —vervolgens de ))Liberiaansche Basilica,quot; wijl zij onder paus lirerius gebouwd werd, dan do yiSixlijnsche Basilica, wijl paus six-tus in haar omstreeks het jaar .432 restaureerde en ter eere der «waardigheid van maria als Moeder Godsquot; versierde; — ook maria Maggiore, maria de Grontere,quot; wijl zij onder de overige, aan de glorierijke Hemelkoningin gewijde kerken van Rome het hoofdsieraad, of, gelijk petrus de Eerwaardige aanmerkt, wijl zij na den tempel des h. Joannes van het Laleraan «de eerste kerk der wereldquot; is; — eindelijk «maria Ier kribbe des Heer en,quot; wijl de krib van het goddelijke cimiSTUskind door paus theodorus daarin geplaatst werd.

Ook moet men bij deze wonderbare gebeurtenis de symboliek nog in aanmerking nemen.

De sneeuw is, om hare reine, wil te kleur, en tevens om hare koude, het zinnebeeld der maagdelijke reinheid en kuischheid, vooral van maria, de Maagd aller maagden. Zoo wordt de sneeuw verklaard in oud-Duitsche maria-liederen, bijv. in de «Gouden Smidsequot; van koenraad van

mm quot;l'-fifo''''-1 1

LiK:

1

I

I

■ ■■

' ■ |

;■ j

|

Ét lii ¥ï\. ilfet

m

.

-ocr page 624-

11

1.%

würzbürg 1). Ook valt de sneeuw van den hoogen hemel, vandaar de Maria-deviezen: «Mihi candor ab altolquot; cl: »Meus est ab origine candor!quot;

Tegenover het wonder der sneeuw midden in den zomer slaat het groeien en bloeien midden in den winter, en heeft eveneens betrekking op maiua en vooral op de genaderijke geboorte van het Christuskind; want in het uur der geboorte van den goddelijken Heiland, in den gebenedijden Kerstnacht, is, gelijk een overoude logende verhaalt, de geheele natuur groen geweest, heeft gebloeid en liefelijken geur verspreid!

Het zinnebeeld der aren en druiven in de sneeuw moot men op gelijke wijze op de genaderijke geboorte van het cuiusTuskind uit den schoot der meest kuische Maagd toepassen. — Ilct zinnebeeld eener roos heeft daarentegen betrekking op de heilige Maagd zelve, in zooverre zij uit don kuischen echt der lang onvruchtbaar gebleven heilige anna ontsproten is.

II I I

p I

'

i

nu

Het geheim van dit feest «Maria ter sneeuw,quot; in het Fransch »Notre Dame aux neiges,quot; was ook hoofdzakeliji. geschikt voor kapellen in hooge Alpcnslrekcn, vandaar ook hare vereering op den Rirji in Zwitserland 2). De noordelijkste kust van de goddelijke Moeder der genade,die men

V

1

In zijn werk: „Het kerkelijk jaarquot; doet Dr strausz opmerken, dat op het koude en sneeuwrijke jaargetijde tusschen den G eu 17 Januari zoo veel dagen van heilige kluizenaars vallen en doet daarop hun streng vroom leven betrekking hebben. Dat stemt geheel met de sneeuw in de makia-liederen

2

In een bergdal, maar nog 4300 voet boven de zee, op den Uigi (lle-gina montium , Koningin der bergen), uitstekend door de ver lieven pracht van een onmetelijk uitzicht, bouwde iu het jaar 1689 een vroom man, sebastiaan say, een kerkje ter eere der heilige Moeder Gods, genanmd ..mauia Hij deed het, opdat de herders, die aan dit gebergte drie tot vierduizend stuks vee in de Alpen weiden, hier hun godsdienst zouden kunnen verrichten. Ook een kloostertje voor eenige Capucijners voegde hij er bij, die aldaar zorg voor den godsdienst zouden dragen, zomer en winter. Naar het wonderdadige Mariabeeld aldaar trekken jaaruit jaarin talrijke bedevaartgangers, vooral sedert in het jaar 1696 de Heilige Vader te Home rijkelijke aflaten daaraan verbonden heeft.

-ocr page 625-

153

«i IfSï

kent, ligt diep in do sneeuw van Siberië te Abalak, niet ver van Tobolsk. Hier bevindt zich een wonderdadig beeld van baar, naar hetwelk men van zeer verre bedevaarten doel.

De kerk Sancta Maria Maggiore te Rome.

(Uil: Rome in zijne drie gedaanten, door Dr. J. gaume.)

1. Wij bevonden ons 's morgens vóór tien uren op het culmunatiepunt van liet Quirinaal, waar vier groote wegen elkander rechthoekig snijden. De fontein van moses maakt het hooi'd uit; de fontein en de reuzenpaarden van het Quirinaal zijn do basis van dit lange Latijnsche kruis, welks armen door de fraaie kerken van de Drievuldigheid der Bergen en Sancta Maria Macjgiore begrensd worden; de laalslc was het doel van onzen pelgrimstocht.

Aan den voet des heuvels, waarop de Liberiaansche Basilica staat, bevallig en rein als de Maagd, die men er in vereert, verheft zich eene Egyptische ohetisk. Staande vóór het ronde plein der kerk, spreekt de honderdjarige cicerone van de verhevenheid barer dubbele bestemming en kondigt den pelgrims de roerende wonderen aan, die zij spoedig voor oogen zullen hebben. Keizer augustus had uit Egypte twee steenen gedenkteekenen laten komen van omstreeks 80 voet hoog, om ze, het eene in den grooten circus, hot andere op het veld van Mars te plaatsen. IJdelheid der menschen en hunner voornemens! De dood verraste den monarch, en die twee gedenkteekenen, bestemd om den roem zijner regeering te verhoogen, dienden slechts om het prachtige getuigenis van zijn niets tot den hemel te verhefien. Opgericht door keizer clauöius naast het. mausoleum van augustus, bleven zij daar, toldat de barbaren hunne puinhoopen bij zoovele andere voegden. In het jaar 1587 werd het eene der beide door sixtus v weer hersteld en op de plaats gebracht, waar het nog heden ten dage is.

Een der opschriften van de obelisk luidt:

I m ■ m f

I, ■

I -Hff!

'mm

: «)V| ij

-ocr page 626-

154

«Christi dei in aeternum vivcnlis cunabnla laetissime colo qui morluo scpulcro Augusti trislis serviebam.quot;

»Ik eer met de meeste blijdschap het graf van Christus, den eeuwig levenden God, terwijl ik treurig diende, om het graf des overledenen augustus te versieren.quot;

Als zij ciiiusTus aanbidt, volgt de obelisk het voorbeeld van augustus na , zij zegt met de volgende op de tegengestelde zijde gegrifte woorden:

))Quem augustus de virgine nasciturum vivens adoravit seq. deinceps dominum did vetuit adoro.quot;

»lk aanbid Hem, dien augustus in het leven aanbad, eer Hij uit de Maagd geboren werd, en dien hij in het vervolg verbood, den naam God te geven.quot;

Dit opschrift, dat ons zeer verraste, herinnert aan eene zeer oude traditie, volgens welke augustus zoowel van de aankomst des Messias, als van Zijne geboorte uil eene Maagd kennis gehad zon hebben

De Zoon der Maagd is God; Hij is als zoodanig erkend; do obelisk zegt het; wat blijft haar nog over, dan de uitlegster der wenscben van de wedergeboren wereld te worden? En haar gebed, in het graniet gegrift, schittert op den kant, die naar de kerk uitziet.

dcuristus per invictum crucem populo pacem praebeat qui Augusti pace in praesepe nasoi voluit.quot;

«Moge ciiuistus door Zijn onoverwinnelijk kruis der wereld den vrede geven. Hij, die tijdens den vrede van augustus in een stal wilde geboren worden.quot;

En inderdaad, het kruis, zegerijk over den Gesar, de wereld en de hel, kroont de obelisk! Wij begroetten hel met eerbied en traden, haastig de breede treden van een prachtigen trap opgaande, in de kerk Sancta mar ia Mag-(jiorc. De beroemde patriarchaalkerk neeml de plaats van het Marcellum Liviae in, een beroemd slachthuis, omringd van marmeren zuilenhallen, waar aan de gretige Romeinen

1) Men herinuere zich — de «Kerk Ara coeliquot; in het Kerstklohje.

-ocr page 627-

155

TV

de zeldzaanisle voortbrengselen der gansche wereld verkocht werden. Dit gebouw moest ongemeen prachtig zijn, wijl ïiberius het aan zijne moeder livia wijdde. In de eerste tijden van liet Evangelie werd het hoogst eerwaardig door het bloedbad der Christenen, waartoe het als schouwplaats diende. In de nabijzijnde kerk St. Vitus bewaart men nog een steen, op welken, volgens de overlevering, eene menigte geloovigen als onschuldige lammeren geslacht werden. Dus verheft zich overeenkomstig eene dier harmonieën, welke Rome bij elke schrede aanbiedt, op dezelfde plaats, die aan eene openbaar ontuchtige vrouw gewijd was,maar door het bloed der martelaren gereinigd werd, thans de schoonste kerk van de «Koningin der Maagden.quot;

Sancta maria Maggiore heelt hare stichting aan het reeds verhaalde wonder der sneeuw te danken.

iÉiÉii: i|

ymm

De pausen en in het algemeen het Romeinsche volk konden in hun onafgebroken ijver voor den dienst van maria niet nalaten, haar hoofdtempel met eene bijzondere mildheid te tooien. Zoo is dan Sancta maria Maggiore onder alle kerken van Rome schoon en rijk. Is men dooide hoofdpoort 1) aan den oostkant binnen gekomen, dan bevindt men zich vóór drie groote schepen vol harmonie cn door zes en dertig schitterend witte marmerzuilen gedragen, die uit den naburigen tempel van jung lucina kwamen. Kapiteelen in Dorischen stijl met kornissen in mozaïek, rijk aan wijnranken en arabesken, kronen de dubbele zuilenreeks en vermengen hunne liefelijke teekeningen met de rijke versieringen des plalons. Men herinnert zich met genoegen, dat dit plafon met prachtige afdeelingen met het eerste uit Amerika gekomen goud verguld is. Toen het Spaansche hof dit uit handen van christopiiorus columrus ontving, wilde het maria er mede huldigen en

■ ■

lliiiiliif lii!

ïlf I

•, ■

■ ! w, . • • H ■

.-'V m

ifll'ji vl' |

I

tii . • 'V«!- '

, ' . ' -i.. '• I

V:fc ::.j | I

l'1 f'y ijf

1

Onder den zuilengang dezer kerk bevindt zich een kolossaal koperen j standbeeld, philips ui, koning van Spanje, voorstellende. De koningen van | Spanje verheugen zich in den titel en het voorrecht van „Eersten kanunnik van Sancta Maria Maggiorc.quot;

-ocr page 628-

156

zond hel naar Rome, om de schoonste, aan de «Ster der zeequot; gewijde kerk er mede te tooien. Dit was juist zoo, als het behoorde; want het schip, dat columbus betrad, toen hij op zijne onsterfelijke ontdekking uitging, heette SanLa Maria. Vier zuilen van figyptisch graniet dragen de twee groote bogen des schips; en schenken aan het bevallig perspectief een weidsch karakter. Rechls en links bij den ingang zijn de prachtige graven van clemens iv en den h. pius v, wiens lichaam in eene fraaie urn van groen marmer met verguld erts verrijkt rust.

liet hoogaltaar, op elf treden boven den vloer opgericht, heeft de gedaante eener groote antieke urn van porfier; het deksel van wit en zwart marmer, door vier engelen uil verguld erts gehouden, dient (ot tafel voor het Offer. Men meent, dal deze urn het graf van den patriciër Joannes en zijne gemalin geweest is. De troonhemel, een prachtig geschenk van cenedictus xiv, rust op vier heerlijke zuilen van porfier, omringd van gouden palmen, en boven welke vier engelen uit marmer uitkomen, die eene triumfkroon in de liand houden. Op elke zijde des altaars zijn de twee kapellen van sixtus v en de familie borghese. Hare pracht overtrclt alles, wat men zich voorstellen kan. Bij het bezoek der laatste herinnerden wij ons mot aandoening, dal zij onlangs geopend werd, om het sterfelijk hulsel der jonge vorstin borghese op te nemen, wier aandenken als een balsemgeur van heiligheid verspreidt door het paleis, dat zij te Rome bewoonde, en de aardsche kapel, waarin zij met hare jonge kinderen rust. Boven het altaar is de Madonna van den heiligen lukas, op een grond van lazuursteen staande, fonkelend van kostbare steenen en gedragen door vier engelen uit verguld erts, vier zuilen van ooslersrh jaspis, voetstukken van verguld erts, een fries van agaat, eindelijk een prachtig basreliëf, hel »wonder der sneeuwquot; voorstellende; dat zijn de hoofdsieraden van het altaar-Onnavolgbare fresco's van guiüo reni voltooien de rijkdom-

-ocr page 629-

157

men des door de Koningin der maagden geliefden lieiligdoms.

2. Onder de groote herinneringen aan do Saneta mauia. Maggiore is er eeno, die niet vergeten mag worden. Op den Iriumfboog, die het sclii|) van hel gewelf scheidt, en het presbyterie kroont, bevinden zich rnosalcken van liet iioogste belang, liet Nestorianisme, dat aan dc gansche Kerk groote ergernis heeft gegeven, werd op het Concilie te Ephesus in 431 veroordeeld. Om de herinnering aan deze nieuwe overwinning des geloofs op de ketterij te vereeuwigen, liet de li. paus sixths in het gewelf van Saneta Maria Maggiore met schilderijen in mosaïek versieren. ') De geheimen der goddelijke moederschap van dc iieilige Maagd en der Godheid van onzen lieer zijn daar op zulke innige wijze uitgedrukt, dat

ai

ill

Pi

M'-M

ifcJli «;f'!

zij geen twijfel aangaande het geloof der Kerk toelaten. Zoo heeft de schilder, om zich naar de bedoeling van den paus Ic richten, hoewel liij daardoor de regelen der kunst schond, liet Kind van Bethlehem voorgesteld zittende op een stoel, die veel meer de gedaante van een troon dan van eene wieg heelt. Men ziet blijkbaar, dat het doel des kunstenaars was; de Godheid des Verlossers door den door-schijnenden sluier der menschelijke natuur te laten doorschemeren. Op andere schilderijen ontvangt dit Kind huldigingen, die slechts aan God toekomen. Overigens zijn ook de Boodschap en alle omstandigheden der goddelijke moederschap van maria eveneens met een karakter beschreven, dat het onverkorte Katholieke dogma in zijne gansche

Voegen wij er bij, dat die eer-

heerlijkheid vertoont.1)

1

Aan den oorsprong vrn dit heerlijke werk wordt in een schoon opschrift fan den grooten boog des gewclfa herinnerd ; „Sextns plebi dei, sixtus can het volk Gods.quot;

-ocr page 630-

158

waardige schilderijen de eer gehad hebben, op het, tweede Concilie te Nicea ais een onweerlegbaar bewijs van do vereering der beelden aangehaald te worden.

Dal zijn niet de eenige rijkdommen van Sancta maria Mag-giore. In haar dierbaren tempel wordt de Koningin der engelen en der menschen ook van een glorieryk geleide, van eene menigte heiligen omringd, wier verheerlijkte zielen reeds haar hof in den hemel uitmaken. In den eersten rang dier schitterende hierarchic zijn de b apostelen petrus,

paiilus, andreas, jacorus , phil1ppus, thomas, en de overige leden des apostolischen Collegies, aanwezig ineen deel hunner reliquiën. Onder het pauselijke altaar rusten de lichamen des h. apostels mathias en des h. epapiiras, den metgezel des h. paulus. Het hoofd des h. lukas, den geschiedschrijver van maria , is in de kapel van bet crucifix. In den tweeden rang verschijnen de martelaars van eiken leeftijd en eik geslacht: het hoofd der h. ririana een arm des h. julianus en des h. cosmas, een deel des arms van den h. abrondius; twee vingers van de h. ana-tolia, een deel des arms, des gevvaads en des bloedigen koorkleeds van den h. tiiomas van Canterbury , de hoofden der hh. amandus, cvprianus, florentinus; eene rib der h. petronilla, een vinger der h. cecilia en der h. agnes, uitstekende reliquiën der hh. serastianus, laurentius,

blasius , cati1arina , eupiiemia, appoi.lonia , felicitas ch

veler anderen, dat zijn de eerwaardige gezanten, die de Orde der martelaars vertegenwoordigen. Dan komen de hisschoppen. Sancta maria Maggiore bezit het lichaam van pius v, het geliefde kind der heilige Maagd, die hem de roemrijke overwinning te Lepanto verschafte. Om dit lichaam ziet men ten minste in een deel hunner kostbare overblijfselen de h. pausen oregoriüs, sylvester, urranus, sixtus,

an1cetus, cal1xtus, melciiiades , stefanus , damasus , sim-

plicianus cn fabianus; eene schitterende kroon van robijnen, die het verheven voorhoofd van de Koningin der bisschoppen en martelaars omgordt; cn eene eerbiedwek-

-ocr page 631-

159

kende wolk van getuigen, wier bloed en schriften aan alle geslachten de onsterfelijkheid des geloofs en de macht dergene verkondigen, welke over alle ketterijen triumfeert!

Nadat wij onze hoofden voor die gansche verheven verzameling geneigd en onze personen, onze vrienden en ons vaderland aanbevolen hadden, begaven wij ons naar de ))heilige poort.quot;

3. Als men in St. Pieter, in St. Joannes Lateraan, in St. Paulus buiten de muren en in Sanela maüia Maggiore binnentreedt, ziet men rechts eene dicht gemetselde poort, 0]) welke de in gouden letters geschreven namen schitteren: »Clemens, uhdanus, iienedictus opende mij in dat jaar; innocentius, Leo sloot mij in dit jaar. »Vraagt men, wat dit voor eene poort is, dan krijgt men ten antwoord: «Dit is de heilirje poorl.quot; Daartoe bepaalt zich gewoonlijk de nieuwsgierigheid der reizigers en de wetenschap der ciceronen, en men gaat, zonder er iels van te begrijpen, een der schoonste gebruiken van hel Christelijke Rome voorbij. Dit is een verlies, dat wij onzen lezers besparen willen.

Men moet dus welen, dal de vier groole basilica's of de vier hoofdkerken van Rome behalve hare gewone poorten nog eene andere hebben, de »heiligequot; genoemd. Men moet verder weten, dal alle vijf en twintig jaren, op den lioogheiligen Kerstavond, den jaardag van den Verlosser der wereld, de paus het jubel- of heilige jaar plechtig opent. De dag begint met eene prachtige processie; des avonds op hel uur der vespers verlaat de sledehouder van JEsus Christus zijn paleis, vergezeld van de kardinalen en prelaten, om zich naar St. Pieter te begeven. Allen vormen een schitterenden kring om den Opperherder, die voor de dichtgemetselde poort stil houdt. Een der omstanders overhandigt den heiligen Vader een kleinen zilveren hamer, waarmede Zijne Heiligheid driemaal op de poort slaat. Hij spreekt tevens gebeden, die aan de liefde, de barmhartigheid, dc macht der drie personen van de

1

i

| i-sf'f %

quot;L :• ■: i ?

1

I

. ■ ft ■■ J',-- !

mmi

FÜI :V . , i.

ilM-aj • quot;'.i

-ocr page 632-

160

3=5-15-

allerheiligste Drievuldigheid herinneren; troostrijke attributen, wier bezitter de plaalsbekleeder van jesl's ciiristus is. Na volbrachte ceremonie breken de werklieden den muur af, en de heilige poort blijft geheel open. Zij wordt dadelijk door de penitentiarissen in priesterkleeding met wijwater gewasschen. Na de wassching treedt de paus, gevolgd van zijn geheel geleide, over den drempel, blijde liederen zingende, en de vespers beginnen. Terwijl deze ceremonie in St. Pieter plaats heeft, verrichten haar drie kardinalen, door den heiligen vader afgevaardigd, in St. Joannes Laleraan, in St. Paulus en in Sancta Maria Majjiore. liet heilige jaar is begonnen.

Reeds op zich zelve schoon, is deze plechligheid hel nog veel meer door haar geheimvollen zin. De heilige poort is rechts, do doopvont links in de kerk; dat zijn de twee ingangen, den mensch geopend, om in den hemel te komen. De Doop is de eerste, maar die geschiedt slechts éénmaal; de poort der boete is de tweede, en, dank der goddelijke barmhartigheid, nooit is zij onherroepelijk gesloten. Op Kerstdag, den dag, die vooral de dag des allaats en der vergeving is, wordt de heilige poort geopend. Den paus, als vertegenwoordiger des Verlossers, is het voorrecht voorbehouden, haar te openen, en de eer, er liet eerst door te gaan; ecno aardsche ceremonie, een levendig beeld van het in den hemel vervulde geheim der verzoening. Maar waarom wordt zij opengebroken? Waarom een banier en niet een sleutel? Men ziet hier de hoogste macht des stedehouders van den God mensch. De poorten kunnen op twee wijzen geopend worden; met de sleutels, en dit geschiedt in de gewone gevallen; maar de met den sleutel geopende poort bestaat altoos; zij kan weer gesloten worden; met den hamer geopend, is zij afgebroken, en ieder kan ongehinderd en zonder vrees binnentreden. Men bezigt dit laatste middel in de buitengewone, plechtige gevalen, als de menigte onmetelijk is. Zoo had het oude Rome op den dag zijner triumfen de gewoonte, een deel zijner muren

-ocr page 633-

101

al' te breken, om óf door tic nieuwheid dc geestdrift des volks te verhoogen, óf don overwinnaar en zijn (alrijk gevolg van met boeien beladen gevangenen cn met lauweren bekranste soldaten vrijen doorgang te laten.

liet Christelijk Rome behoudt deze gebruiken, die veredeld worden door den gebeimvollen zin, welken het Christendom er aan schenkt. Alle natiën tot den grooten triumf der boete uitnoodigend, waar do overwonnen hartstochten, waar dc verzoende zonden aan de wagens der triumfators gebonden moeten worden, vergenoegt het zich niet met zijne sleutels, om de heilige poort te openen, do poort des triumfs; het bezigt den hamer, het verbreekt ze, om te kennen te geven, dat zij voor allen geopend is, dat zij voor niemand gesloten wordt. In het oude Rome was de «Triumfpoortquot; met Woed en tranen besproeid, in het Christelijk liomc wordt dc »heillfje pooiiquot; met het wijwater gewasschen. En dc Christen erkent, dat de reiniging zijns harten door de Iranen des berouws en door het aanbiddens-waardige bloed, vergoten voor zijne ziel in den rechterstoel der verzoening cn aan de Nachtmaalstafel, de onmisbare voorwaarde is van zijne intrede op liet pad des hemels, waartoe dc heilige poort het begin uitmaakt. Aan de vier hoeken der stad worden tevens de vier groote Basilica's geopend; hare heilige poorten vallen onder den hamer der bisschoppen. Kon Rome eene welsprekender ceremonie bezigen, om te zeggen, dat het als koninign en moeder der wereld alle in de vier winden verstrooide mensclien in haar schoot roept? dat het hen met eene gelijke liefde uitgenoodigt, te komen, om uit den onuitputtelijkcnschat van genaden en barmhartigheid te putten, welke zich voor hen zonder onderscheid der volken en der stammen opent ?

4'» Onze blikken, van de iieiligc poort afgewend, verwijlden ook nog op de prachtige, (jejr oef de zuil van wit marmer, die zich voor het. front der Sancta mar ia Mag-giorc verheft. Dit^ antieke sieraad van den tempel des

A. Ilungari, Ave-Maria-Klokje. II. .j j

1 l

ii

1

.v; W ^ f

' 'i

1

f. ■' v : !'»|l

■PP, „v, i „

IH: rffc

m-w

i'Wi' 1

mi1

■i. mt.

Bw

| 1

-ocr page 634-

102

vredes op hel forum werd op dezo plaats gebracht door paus paulus v, die haar met een standbeeld der heilige Maagd maiua kroonde. Aan de basis is een opschrift, waarvan het slot is:

»Pax unde vera est consecravit virgini.quot;

«Hij wijdde haar der Maagd, der bron des ivaren vredes.quot; Zoo bezingt de obelisk van augustus, op hot ronde plein der Basilica geplaatst, de heerlijkheid van het goddelijke Kind, zoo verkondigt de witte zuil des forums de voorrechten der zachte Maagd maiua. Zijne Moeder. Men zou kunnen zeggen, .hier wordt eene lier door de hand der engelen bespeeld* luisteren wij naar hare accoorden:

slmpura falsi templa quondam numinis jubente incerta suslinebam caesare nunc lacta veri perferens Matrem Dei te Paule nullis obtacebo seclis.quot;

«Eenmaal droeg ik op bevel van Gesar treurig de onreine tempels eener valsche godheid; Hums wil ik, blijde de Moeder des waren Gods te mogen dragen, door alle eeuwen van uwe glorie spreken, o paulus!quot;

Daarbij duidt zij de reden harer blijdschap aan , doordien zij de voortreffelijkheid der verheven Maagd verkondigt:

»Ignis columna praetulit lumen piis deserta noctu ui permearent invia seeuri ad arces haec recludit igneas mon-strante ah alla sede callem virgine.quot;

«De vuurzuil, schitterend van licht, ging den rechtvaardigen vooruit, opdat zij den nachtelijken weg der woestijn zouden kunnen gaan; deze voert de stad des lichts zelve in, eene Maagd toont van den hemel af den weg aan!quot;

Eere den Roomschen pausen, die in eene poëtische laai zulke prachtige vergelijkingen wisten te verheerlijken! Eerc Home, welks gedenkteekenen alle de onsterfelijke dogma's des Ghristendoms op erts en marmer gegrift vertoonen!

5. Ik wil Sancta Maria Maggiore niet verlaten, zonder aan nog iels te herinneren. Eiken avond lang na het «Ave-Maria,quot; wanneer Rome in zijne gewone rust slaapt, hoort men van den Esquilijnschen beraden doordringenden

-ocr page 635-

103

1

toon ccnor klok, die met alle macht luidt, liet is niet de avondklok; het is eene daad van dankbaarheid en voor-zorgende liefde. Voor, ik weet niet hoeveel eeuwen verdwaalde een door 'den nacht overvallen reiziger in de Romein-sohe vlakte. Uit vrees, dat hij in eene der vele openingen zou vallen, die, zich uit de diepten der catacomben verheffende, dc oppervlakte des gronds bedekken, waagt de pelgrim geen slap (e doen; hij beveelt zijne ziel aan God en zijn lot »aan dc voorzorg van du »Moeder der geloovigen en schikt er zich in, midden in de slille woestenij den nacht door te brengen, wellicht te stèren. Dc volgende dag was aan de heilige Maagd gewijd. Bij gelegenheid van het feest luidt men in Sancia Maria Maggiore; de klok wordt gehoord; de reiziger oriënteert zich; hij vindt zijn weg weer en ontkomt wonderbaar het gevaar. Uit dankbaarheid maakt hij eene eeuwige slichting, opdat eiken avond de Dreddingsklokquot; geluid worde ter wille van hen, die aan hetzelfde lot mochten blootgesteld zijn.

Merliwaardin'iiedeii van Saiicta Maria Maggiore.

(liit: Dc pelgrim, een godsdienstig tijdschrift, Einsiedcln, 1842.)

lt; :i ■■h'. 1 fJf.

êim

, Tv;-

S® t:'T ■■

1

IK;;!'

■«illlliffil

'dwm IM

Irii» f};»

M p»|«|| y;. '■ |

illi

I

•A:m

i ' ' i;A .■fa, !• .

:!,! ■■'M h I

Doch wat is al de uiterlijke glans dezer kerk in vergelijking met de kostbare schatten, voor welke de gcloo-vige zich nederwerpt,, naar welke zijn oog met het iieiligste verlangen staart, en voor welke biddende hij zich overvloedige genaden verwerft! Wal is al het goud en zilver, wat dc menigte der heerlijlste kunstwerken in vergelijking met de heilige schallen, die sedert eeuwen dc blijdschap van Rome, bet voorwerp der diepste vereering voor priesters en volk, voor koningen cn gcringen, en de troost der vrome pelgrims waren! Die schatten zijn 1 , de krib van Onzen lieer en Heiland en 2, het door den h. lukas geschilderde beeld der heilige Maagd.

..

11'

-ocr page 636-

104

de krib van onzen goddeujken heiland.

Met recht wordt de heilige krib, waarin de nicuwgcboron Heiland gelegen heeft, als de eerste schat dezer kerk beschouwd; daarom werd zij ook »maria ter kribbequot; genoemd. Zij bevindt zich rechts van het hoofdaltaar in de Sixtijnschc kapel. In het midden dier kapel verheft zich onder ecu majestueuzen koepel een prachtig altaar, en boven dat altaar oen uit verguld erts vervaardigden tabernakel, gedragen door vier engelen. Daar rust het hoogwaardigste Goed: dag en nacht vimmen er fakkels voor, waardige zinnebeelden der goddelijke liefde, waarvan alle harten moeten gloeien. Onder dit altaar bevindt zich ter eere der geboorte van jesus christus een onderaardsch altaar, waar de hci-li(je krib bewaard wordt. Zij bestaat uit verschillende stukken vrij ongevormd hout, die in een heerlijk, geheel zichtbaar kastje, door eene koningin van Spanje geschonken, bijeen zijn. Slecht op Kerstmis en gedurende de Octaof er van wordt zij ter vereering der gcloovigen ten toon gesteld. Dan snellen Romeinen en vreemdelingen toe, om dit kostbare gedenkteeken van onzen lieer, die daarin Zijne goddelijke Majesteit als vernietigen wilde, te eeren. lloc menig hart ontgloeit dan van liefde voor den Heiland! Hoe menig geloovige roept dan met den heiligen dernardus uit: »0 mijn Heiland! Hoe kleiner Gij U in Uwe mensch-heid betoondet, des te grooter beloont Gij U in de liefde; en hoe meer Gij U om mij verlaagdet, des te meer zijl Gij mijne liefde waardig!quot; Dit zilveren kastje heeft dc gedaante eener urn, wier benedendeel de geheimen der kindsheid van jesus in verheven werk voorstelt; het bovendeel is met kristallen versierd, die het voor het oog des pelgrims mogelijk maken, de heilige krib te zien. Boven op de urn is het kind jesus, zittende op gouden stroo, met een gouden wereldbol in de hand. Zoodra dc dagen der heilige Kerstmis voorbij zijn, wordt dit heiligdom in de onderaardsche kapel gebracht en daar zorgvuldig bewaard.

-ocr page 637-

165

l«iï

t WÊM'mS^

In deze zell'de kerk rust ook hel gebeente van RONYJius, dien grooten kerkleeraar, die een zijns levens te Betidehem doorbracht. Hoe wijs en goed leidt de goddelijke Voorzienigheid alles, in het bijzonder alles, wat betrekking heeft op de verheerlijking barer lievelingen ! In het leven wilde die beroemde heilige niet van de heilige krib gescheiden zijn; ook in den dood is hij niet van haar gescheiden, want zijn heilig lichaam woont zeer nabij haar.

Pater maria josepii van geramd, uit de Orde der Trappisten , schrijft in Zijne, «bedevaart naar Romequot; het volgende:

»Er zijn tempels, die eene zekere huivering verwekken, on in welke men niet nalaten kan, te sidderen, als stond men voor den rechterstoel des allerhoogsten Rechters. Doch het nederdrukkende, wat in deze gedachte voor onze zwakheden ligt; wordt hier verzacht door het troostvolste en zoetste, wat de godsdienst beeft. Men is in hel huis van maria en vindt daarin de Krib des Verlossers weer. liet eerste, wat ik deed, toen ik de kerk was binnengetreden, was, dat ik mij op de knieën neerwierp voor de kapel, waarin de krib van het goddelijke Christuskind je bewaard wordt. Ik dacht aan Bclhlehetn en herinnerde mij de dagen, die ik aldaar had doorgebracht, en ik waande mij een oogenblik op de plek verplaatst, waar je sus geboren werd, in die roemrijke grot, die ik zoo dikwijls met mijne tranen besproeid bad. Ja, ik weende op nieuw, maar ik

den li. iiiK-

groolcn tijd

quot; \

lÉlii '■'v-''■'''-li

iïral

gevoelde

gelukkig.

mij zoo

weende van vreugde, want ik

En nadat ik mij een tijd lang aan gedachten vol zaligheid had overgegeven, keerde ik weer in mij zelf terug, cn uit mijn geprangd hart welde een diepe zucht op, »]Ict is nu zes jaren geleden,quot; sprak ik bij mij zelven, «dat gij op het marmer des heiligdoms te Bethlehem uwe van dankbaarheid en liefde brandende lippen drukte!! — Zes jaren! — Gij wist, dat de Christen, vooral de godsdienstige, eiken dag naar grootere volmaaktheid moet streven. Gij wist bet; en nu, werp eens den blik achter u, en zie, welke

V:l.

't 'mI; '

5 ifi!

::.i3r .

• ■- ril

fi

tl fe.r / j ^

iiv'll

Jé

'1

-ocr page 638-

! Oö

vorderingen gij sedert gemaakt licht! — Zijl gij beter geworden?quot; Ik antwoordde niet op deze vraag; ik vreesde, dat de heiliye krib mij mocht hoorcnl Ik stond op, op mijne horst slaande, cn rijkelijker vloeiden mijne tranen; maar het waren niet meer dezelfde tranen.

Wil men Suncla Maria Maggiore in al hare pracht zien, dan moot men haai' om Kerstmis bezoeken. Op dien feestdag wordt do glans des gouds, dat in deze kerk verkwistend is aangebracht, door den weerschijn dor aan alle kanten ontstoken kaarsen veel vcrhlindender, on naar de nhcitije kribquot; komen alsdan, gelijk vroeger naar Bethlehem, herders en koningen, cn vallen er voor op de knieën neer, om in don geest hol goddelijke Christuskind aan te bidden.

het door den 1ieiuüen lukas geschilderde beeld van maria.

Tegenover de kapel dos heiligen Sacraments bevindt zich de Borghesischc of de door paulus v gebouwde kapel, waarin het beroemde beeld der zaligste Maagd maiua aan de openlijke vereering ten loon gestold Is. Eene vrome overlevering, steunende op gewichtige getuigenissen, zegt: dit heilige beeld is door den h. lukas, den Evangelist, geschilderd, te Jerusalem hel eerst vereerd, later wegens zijne beroemdheid door de h. helena, de moeder van keizer constantijn den Grooten, naar Rome gebracht en aldaar eindelijk aan paus liberiiis overgegeven, die, om eene in hare gronding zoo beroemde kerk met een buitengewoon heiligdom lo looien, het bij hare inwijding lor vereering liet ten toon stollen.

Ton opzichte van dit beeld schreef paus donifacius ix in cone breve van Mei 1394: «Wij veroorloven, dht hel beeld dor zaligste Maagd maria, dat, gelijk men vroom cn algemeen gelooft, wonderbaar door den h. lukas geschilderd is, cn in de bovengenoemde kerk met don grootstcn eerbied bewaard wordt, alle dagen des jaars aan de godsvrucht on vereering der geloovigen zal ton toon gesteld

-ocr page 639-

107

zijn.quot; — Een sluier onttrekt het thans bestendig' aan ile blikken der geloovigen, uitgenomen op de Zaterdagen, op welke hel- bij zonsondergang, gedurende het zingen dei' litanie, onthuld wordt. — De schilderij is op hout, 3a voet hoog en voet breed en beslaat uit twee met elkander verbonden planken, die echter, helaas, door de lengte dos tijds zoo geleden hebben, dat de voeg van boven tot beneden licht, bemerkbaar is. Vooral verliest hel gelaat der Moeder Gods van zijne vroegere schoonheid, daar de voeg er bijna midden doorheen loopl. Desniettemin kan men in de nabijheid de edele trekken van den ganschen gelaats-vorm waarnemen. liet gelaat is wel ernstig, maar toch bescheiden en vriendelijk. Een blauwe sluier bedekt het hoofd en een deel des voorhoofds. Het goddelijke Kind, op den schoot der Moeder zittende, is verrukkelijk schoon. Met de linker hand schijnt liet een gesloten boek vast te houden, terwijl Het met de andere zegent. Zijne oogen zijn op de Moeder gericht.

Wie ooit deze schilderij gezien heel'l, bekent, een buitengewoon gevoel van vertrouwen en liefde ondervonden Ie hebben. Tol in de IGde eeuw was er geene afbeelding-van bekend; den h. kkanciscus van üoiigia, derden generaal des Gezelschaps van jesus, was hel voorbehouden, zich de eerste te verschaffen. Die groote heilige, onvermoeid in zijn streven om overal schoone voorstellingen van de zaligste Maagd te verbreiden, wendde zich herhaalde malen lot den h. paus puis v met het verzoek, deze schilderij te mogen laten namaken. Zijn verzoek werd hem toegestaan, en de vervaardigde afbeelding — als een rijke schat — le Home in die kamer opgehangen, waar de jonge heilige, stanislaus kostka, stierf. Later werd deze al-beelding in het oneindige vermenigvuldigd en eene menigte kerken werden er mede versierd.

Ter grootere verheerlijking der Moeder Gods liet paulus v voor dit heilige beeld eene kapel bouwen, die tot de prachtigste van Rome en het geheele aardrijk behoort. Het

isi

[fete f. 'Wl m I

W'

1

1 -ir-/ ..quot;ij*

iP?l

t illi I

ij. gMaian *

; i|' iiwif ■

. • .'-.•nf!'

ifii:1

.L

-ocr page 640-

168

daglicht ontvangt zij van boven door een heerlijken koepel, die een harer schoonste sieraden is. Goud, erts en marmer zijn daarin als verkwistend aangebracht. Vier zuilen van oostersch jaspis, met voetstukken en kapiteelen van verguld erts, sieren liet allaar der heilige Maagd. Eene nis van azuur, rondom met kostbare steenen bezaaid, omringt het heilige beeld, dat van goud en edelgesteenten schittert. Ue godsvrucht van het Romcinscho volk voor deze bedevaartsplaats is niet slechts niet verminderd, maar heelt sedert het verschijnen der cholera eene nieuwe vlucht genomen.

Hoe groot de liefde en eerbied der bewoners van Rome voor dit heilige beeld in het begin der zeventiende eeuw was, daarvoor diene als bewijs, dat, toen het in Januari 1013 in plechtige processie naar de heilige plaats gebracht zou worden, waar het thans rust, zij zich in zulk eene menigte naar den Esquilijnschen heuvel drongen, dat het overige gedeelte der stad als ontvolkt was.

wonderbaue uuddingen 1)001! de godsvrucht voor maria.

1. In het jaar 590 werd de stad Rome door eene vree-seljjke pest bezocht. Men nam zijne toevlucht tot het gebed, tot vasten, tot aalmoezen en tot alle goede werken, die de vroomheid en de vrees voor den nabij zijnden dood ingaf; maar alles scheen vergeefsch. Door het diepste medelijden getroffen wendde zich tie h. paus gregorius i tot Maria, richtte zijne blikken op de Libcriaansche kerk, waar haar heilig beeld zich bevond, wekte het volk op tot het levendigste vertrouwen op de genadevolle Maagd en beval eene plechtige processie naar die kerk. Zoodra het volk zich met hem daarheen had begeven, werd het heilige beeld weggenomen, om in de verschillende wijken der stad rondgedragen te worden. En zie! zoodra het heilige beeld in de straten verscheen, verdween tic pest; hoe ook kon de engel des doods de Moedor des levens weerstaan? Deze

-ocr page 641-

169

zelfde paus gregoiuus, genaamd de Groote, bericht, dat hij op het praalgraf van keizer adrianus ecu engel in menschengedaante gezien had , die het zwaard in de scheede slak. Tot eeuwig aandenken aan deze gebeurtenis heet dit praalgraf de »Engelenburgquot;, en is nu eene vesting van Rome. Een engel van erts, die op de hoogste punt van dien burg staal en het zwaard in do sclieedc steekt, bevestigt deze overlevering van het Romeinsche volk.

2. Niet minder opmerkelijk is het, hoe de heilige paus martinus i in deze kerk legen een gehuurden sluipmoordenaar beschermd werd. De dwaalgeloovig gezinde keizer constats, aanhanger van de sekte der Monotholielen, zocht gelegenheid om dezen heiligen paus, die de zaak Gods met bewonderenswaardigen moed verdedigde, uit den weg to ruimen. Hiertoe werd een man gebuurd, die op zich nam, den heiligen vader te vermoorden, tijdens hij de heilige geheimen in de kerk Maria Maggiore zou vieren. Maar nauwelijks had de sluipmoordenaar den drempel dier kerk betreden, ol' hij werd op eens met blindheid geslagen.

3. De kardinaal petrus colonna liet boven eene der groote zuilen dezer kerk eene schilderij ophangen, die voorstelt, hoe hij op zijne zeevaart naar Avignon in Frankrijk door een zoo geweldigen storm overvallen werd, dat hel schip spoedig begon te zinken. In dien uitersten nood richtte hij zijne gedachten op de bedevaartsplaats «.Maria Maggiore,quot; en riep de zaligste Maagd aan. Zijn vertrouwen werd wonderbaar beloond. Er volgde windstilte en het schip kwam gelukkig aan land.

4. Iedereen weet, hoe te Rome in hel jaar 1837 de cholera woedde, maar misschien is het niet velen bekend, hoe lol spoedige afwending van dien geesel Gods liet Romeinsche volk zich bijzonder tol «maria ter sneeumquot; wendde, en hoe het heilige beeld den 6 Augustus in plechlige processie van daar naar de kerk van jesus gedragen werd. Wel hield de cholera niet plolselijk op, maar hare woede werd zeer aanmerkelijk verzwakt. Hoe

-ocr page 642-

170

genaderijk zich maria bij deze gelegenheid jegens bel Ro-meinsche volk betoonde, kan niemand beter beoordeelen, dan het Opperhoofd der Katholieke Kerk, die tijdens de verwoesting door de cholera steeds te Rome was. Paus GREGomus xvi begaf zich dus in het jaar quot;1838, den 15 Augustus, als den dag van maria-hemelvaart, naar de kerk Maria Marjcjiorc, daar leide hij in tegenwoordigheid der kardinalen en veler andere prelaten, eene kostbare kroon op hot hoofd des beelds van de heilige Maagd en eene andere op dat des goddelijken Kinds. Waarom dit? — Uit dankbaarheid voor de bescherming, die het Romeinsche volk door de voorbede van maria ontvangen had gedurende den tijd, dat de cholera woedde.

de feestviering.

Aan het bovenstaande voegen wij toe, dat in dit heiligdom de godsdienst dagelijks zeer waardig gevierd wordt. Tot de grootste plechtigheden zijn de 5 en de 15 Augustus bestemd. De viering van den 5 Augustus heeft hot eigenaardige, dat, ter bestendige herinnering aan do in Augustus frisch gevallen sneeuw, met groote kunst gedurende de heilige Mis en de vesper van boven vau het gewelf jasmijnen en andere witte bloesems als het ware als in zach-ten regen afgeworpen worden. Is deze jaarlijksche plechtigheid eene schoone herinnering aan dc wondervolle gebeurtenis, die in de vierde eeuw plaats had; zij zij ons een treffend zinnebeold der vele gaven, welke door dc handen van maria aan hare dienaars geschonken worden. Hier is de troostrijke spreuk des h. bernardus van toepassing; »Zoeken wij de genade, maar zoeken wij ze door maria; want wie ze zoekt, vindt ze!quot;

-ocr page 643-

171

liet feest der hemelvaart van Maria.

(lIET WORDT DEN 15 AUGUSTUS GEVIERD.)

Feestbcriclit cu feestvreugde.

(Door den Jieiligcn Joannes van Damascus.)

JlQJ I IJl) c/V'^

1. ecnc oude eerwaardige overlevering ontvingen

(f)( jwij «liet bericht, dat tijdens het overlijden der C'^J zaligste Maagd mauia alle heilige apostelen, die liet gansehe aardrijk doorreisden tot zaligheid der volkeren, op èèn en denzelfden tijd met elkander op wonderbare wijze te Jerusalem verschenen; en hier, terwijl de zacht ontslapende Moeder Gods hare reine ziel in de handen liaars Scheppers aanbeval, met eene verschijning van engelen en met den lol'zang der hemelsche machten verwaardigd zijn geworden. En haar lichaam, dat op onuitsprekelijke wijze een tempel Gods is geweest, werd onder de jubelliederen der engelen on der apostelen opgeheven en bij Gethsemane begraven; hier duurde de lofzang der engelen nog de volgende drie dagen. ÏNa verloop daarvan, toen ook het loflied der engelen verstomd was, openden de apostelen — wijl thomas, die alleen afvvezend was geweest, op don derdon dag was aangekomen on aan hot lichaam, dat don Verlosser gebaard had, zijne laalste vor-eering wilde betuigen — het graf; maar hel heilige lijk honden zij nergens meer vinden. Daar zij echter alle doeken vonden, waarin hot gehuld was geweest, en hun een onbeschrijfelijk welriekende geur tegenkwam, sloten zij het graf. Door deze geheimvolle wondorgobourtenis van verbazing aangegrepen, konden zij enkel op hot denkbeeld komen, dat het Hem, die van de Maagd vloosch wilde

-ocr page 644-

17quot;2

aannemen en uit haar als menseh geboren worden, wijl Hij toch God, het Woord en tie Heer der Heerlijkheid is, die ook na de geboorte de maagdelijkheid zijner Moeder onbevlekt bewaarde, ook behaagd hccl't, het heilige, reine lichaam aan geen vertering' prijs te geven, maar reeds thans door de opname in den hemel te ceren — vóór de alge-mcenc opstanding. In het gezelschap der apostelen bevond zich ook toenmaals de h. timotiieüs de eerste bisschop der Ephesiërs, en uionysius be areopagiet, gelijk deze het betuigt van den zaligen hierotiieüs, die ook aldaar tegenwoordig geweest is, daar hij aan genoemden timotheüs schreel'; «Wij waren met vele van God bezielde apostelen en bisschoppen en andere heilige broeders 4egenwoordig en wilden het heilige lijk aanschouwen, dat ons den Schepper van alle leven gebaard had; met ons verschenen ook de broeders des Ileeren, jacobus en petrus, de eerste en hechtste zuilen der goddelijke leer, en nadat wij het heilige lijk aanschouwd hadden, voelde ieder zich aangespoord, naar vermogen de macht der goddelijke Goedheid te prijzen.quot;

2. lieden is het de feestelijke day, waarop de heilige en levende ark des levenden Gods, die in haar school haar eigen Schepper ontvangen heelt, in den tempel des Heeren uitrust, welke niet door menschenhanden gebouwd is. Davti), haar voorvader, jubelt, en met hem juichen alle heilige engelen, alle aartsengelen vieren, alle krachten des hemels verheerlijken haar, alle machten heffen jubeltonen aan, alle heerschappijen zingen haar lol', alle vorstendommen prijzen haar, alle tronen vieren feesten, alle Cherubijnen roemen haar hoog, cn alle Seraphijncn verkondigen hare glorie, lieden ontvangt het paradijs een nieuw schepsel, door hetwelk de vloek gelost, de boom des levens frisch geplant en onze naaktheid bedekt is! Heden is de onbevlekte Maagd , die nooit door aardsche hartstochten verontreinigd werd, maar steeds met haar geest in den hemel leefde, niet Lot de aarde, uit welke zij genomen was, teruggekeerd, maar, daar zij reeds hier beneden een levende hemel was, in

-ocr page 645-

178

den hemel opgenomen. Hoe kon zij ook de bitterheden des doods smaken, zij, nit wie voor ons allen het waarachtige leven ontsproten is'? Maar zij buigt zich gaarne onder de wet desgenen, dien zij gebaard heeft, en als dochter van den eersten adam wil zij ook het over dezen gevelde vonnis ondergaan; want ook haar Zoon, die het leven zeil' is, wilde dit vonnis over zich laten voltrekken. Doch als Moeder des levenden Gods wordt zij ook tot Hem, gelijk zij het verdiende, in den hemel verheven. Eva, die aan de inblazing der slang gehoor had gegeven, wordt tot de smarten der geboorte veroordeeld, en hoort het vonnis des doods, en staal, als aan de poort der hel door hare zonde. Maar hoe mocht de dood die Gelukzalige, die het oor leende aan het woord Gods, en door den Heiligen Geest overschaduwd werd, en na de begroeting des engels, in bestendige bewaring der reinste maagdelijkheid, den Zoon Gods ontving en zonder smarten-haarde, en zich geheel aan den lieer gewijd had; hoe mocht de dood haar verslinden, hoe de benedenwereld haar opnemen? Hoe mocht de vertering dat lichaam aanraken, waarin het leven'ontvangen was? Voor maiua werd een rechte, gelijke en gemakkelijke weg naar den hemel bereid; want indien, waar jesus is, ook zijn jonger zijn zal, gelijk Christus, liet leven en de waarheid zeil', verzekert: hoe zou niet vooral Zijne Moeder bij Hem zijn?

de hemelkoningin met het kind.

(Naar heinrich bonk.)

Maria sterft, van de aarde tot den Zoon Snelt ziel en lidbaam door de sterrenkringen, Bij 'tjuichend lied van alle hemellingen Ten hemel op en knielt daar voor Gods troon.

pi

ï;l

■ V.f'

ïquot; r:4

pquot;

iltei I lil

(iërs

Vi-f

■ I

«Pil ■ i.i i

éb\j' Si;-lil

.L

I

-ocr page 646-

\ 74

De hemelkroon zet Hij haar op het hoofd Eu zegt: //Sta op! wees Koiiingiu! uw wenken En wenschen zal ik, op uw beê, u schenken: Uit zij u tot in eeuwigheid beloofd!quot;

Altijd geknield spreekt zij tot haven Zoon; //Zal ik als Hemelkoningin regeeren,

Dat dan, wat steeds op aard was mijn begeeren , Ook hier mijn deel zij en mijn heerlijkst loon!

Dat weer mijn armen TT hier als mijn Kind Omsluiten en den menschenkindren toonen, Die deugd en godsvrucht immer wilt beloonen, Die zelfs den zondaar nog vergeeft en mint!quot;

Geschiedenis van dit feest.

1. Hel legenwoordige leest der glorierijke Hemelkoningin maria koml in de oude kerkelijke registers en Martelaarsboeken voor onder den naam pausatio, rust; — ontslapen ol verscheiden; — depositio, sterfdag; — transitus, overgang o(' heenvaart; assumtio, opname; — ascensus, opvaart enz. (iiij de Grieken heet liet metastase, licen-gang of overgang.) De drie eersle dezer benamingen be-teekencn in het «algemeen slechts den dood der heilige Maagd, Iransilns den overgang barer ziel in het betere leven, assumtio hare opneming in het hemelrijk, ascensio ascensus eindelijk hemelvaart of de opvaart barer ziel mei bet lichaam naar den hemel. — »Assumlio, opname in den hemer is de door de Kerk aangenomen benaming.

Aangaande de vrome meening, dat mauia op den derden dag na hare rust in bet graf door haren zoon jesus ciiristus weer ten leven opgewekt, ten hemel opgevaren en aldaar gekroond is, leest men in de kerkgeschiedenis van NicEPiicrus callisïus: «juvenalis, bisschop van Jerusalem, die met de overige bisschoppen van Palestina op de Synode te Chalcedon (in bet jaar 451) was, antwoordde aan keizer jurcianus, welke hem

-ocr page 647-

HBag

I /;gt;

met andere bisschoppen van Palestina naar Gonstanlino-pel had laten komen, oin hem te vragen: sof liet heilige lichaam der moeder Gods nog in Palestina inliet graflag, waarin het gelegd was; daar hij het dan naar dc nieuwe kerk wilde overbrengen, die zijne gemalin pulciieria to Constantinopel ter eere der heilige Maagd gebouwd en Blachernae genoemd liad:quot; — »In de Heilige Schrilt wordt wel van den dood van maria niets vermeld, maar naar ccnc oude en zeer vertrouwbare overlevering zijn de apostelen, toen dc dood van maria naderde, naar Jerusalem gekomen uit de verschillende landen, waarin zij verstrooid waren om het Evangelie te prediken, en haar Zoon jesus ctiristus is eveneens genaderd en heeft hare ziel opgenomen; ') en haar lichaam is te Gethsemane onder het gezang-der engelen on apostelen begraven; doch toen op den derden dag het graf weer geopend werd, is haar heilig lichaam niet meer gevonden, maar slechts hare lijkdoeken, die een onbe-schrijfelijk wclriekenden geur verbreidden; de apostelen hadden toen het graf weer verzegeld, en aangaande dit wonder gedacht: dat dc Heer het onbevlekte heilige lichaam van maria voor de algeinccnc opstanding van allen met dc onsterfelijkheid had vereerd en door engelen naar den hemel laten brengen.quot; Nadat .iuvenaus dit betuigd bad, hadden dc vorstelijke personen (marcianus en pulciieria) van hem verlangd, dal hij dit heilige graf, dat is de doodkist,1) met de heilige klecderen wél verzegeld hun naar Gonstan-tinopel zou zenden. Jüvenalis had dadelijk ook het heilige graf naar Constantinopel gezonden en het was in dc l!la-chernae-kerk naast, dc heilige tafel geplaatst. Maar het

mSM

Kïf

■ f'f#

ilf

MpWlMirïfi2li

il^il

iii'

iviii till ; .''..''-Jin'.'jlï; lij

! V- if 'W-1 ;Étl tli

.'•'■.■''vi:'1quot; .•/

m •; Éi

1

Dc doodkisten dar Joden ten tijde van maria waren ecne soort van bed, zoodat men het lijk gemakkelijk kon dragen. — Zoo beschrijft ixavius josk-Piius dc begrafenis van herodes den Grooten, zeggende; „Zijn bed was met kostbare stecnen versierd.quot;

2

De h. hieronymus schrijft; „De gansche hemclsehe heerschaar kwam Je Moeder Gods op het. oogeulililt van haar verscheiden tegen , liederen cn hymmen zingende, die door de gansche vergadering der aanwezigen gehoord werden.

-ocr page 648-

176

heilige kleed had men wat laler onder leo daarheen gebracht en in do ronde kerk neergelegd, die deze leo gebouwd heeft.quot;

De Grieksche vaders der zevende en achtste eeuw, zooals Andreas cretensis, germanus, patriarch van Gonstanti-nopel, Joannes demascenus enz. herhalen, dat de heilige Maagd maria gestorven en begraven, maar ten derden dage weer uit liet graf opgewekt en haar lichaam met de ziel vereenigd in den hemel opgenomen is. De oosicrschc Kerk heelt dit eindelijk zelve uilgesproken. Zoo werd op eene Synode der Armenische bisschoppen in het jaar 1342 verklaard: »Mcn moet. weten, dat de Kerk der Armeniërs gelooft cn vasthoudt, dat door de kracht van Christus de heilige Moeder Gods met het lichaam in den liomcl opgenomen is. ))En de Grieksche Kerk betuigt het eveneens in haar Martelaarsboek op den 15 Augustus en op hare Synode le Jerusalem, die zij onder den patriarch dositiieüs in het jaar 1072 tegen de Calvinisten gehouden heeft. Inde weslersche Kerk maakt cregorius van tours (f 595) in zijn boek van den roem der martelaars hel eerst melding van de bovengenoemde overlevering aangaande de lichamelijke opname van maria in den hemel. Hij schrijft namelijk: »Toen maria, de gelukzalige Moeder van Christus, die na hare wonderbare bevalling Maagd bleef, gelijk zij het vroeger was, hare sterfelijk loopbaan voltooid had, werd zij van de aarde in den hemel verheven, voorafgegaan door haar goddelijken Zoon en midden onder de jubelzangen aller heilige heerscharen. Op bevel des Allerhoogsten droeg eenc schitterende wolk haar maagdelijk lichaam in de hoogten van bet paradijs, waar het zich weder met hare schoone en reine ziel vereenigdc, wier tempel hel geweest was, en thans in gezelschap der uitverkorenen de goederen geniet, wier bezit den rechtvaardigen voor alle eeuwigheid gewaarborgd is.quot; — Ook zijn de aanzienlijksle theologen door de gansche middeleeuwen, en zoo verder, de meaning toegedaan geweest, dat de heilige Maagd

-ocr page 649-

77

f

Moeder Gods te ondersteunen. Bijvoorbeeld: de li. ilde-piionsus van Toledo uit de zevende eeuw, fulbertus,

de li. petrus damiani, petrus blesensis, hugo van st.

victor uit de tiende en de elfde eeuw, de li. tiiomas van aquino uit de dertiende, en na hem alle theologen der veertiende en dor vijftiende eeuw.

Godescard ondersteunt de lichamelijke hemelvaart van maria mei de onverwerpelijke daadzaak, die hij met de woorden opheldert: »Nocli de Latijnen, noch zelfs de Grieken, die toch voor reliquiën en legenden zoo lichtge-loovig zijn, geen volk, gecne stad, geen tempel heelt zich ooil beroemd : — de lichamelijke overblijfselen van de heilige Maagd maria, noch eenig deel van haar lichaam te bezitten.quot;

Pater petrus canisius, uil de zestiende eeuw, heeft in zijn groot werk over de Maagd maria de verschillende ge-heugenissen en bewijzen daarvoor bijeenverzameld en merkt aan: »De lichamelijke opneming van maria in den hemel is wel geen geloofsartikel, maar eene »vrome cn waarschijnlijke meeningquot; van welke af te gaan niet slechts ontslichtend en zondig, maar ook dwaas en onverstandig is.quot;

Baronius verklaart: »De Kerk belijdt, dat de heilige Maagd maria een natuurlijken dood is gestorven, maarzij schijnt meer lot de zijde over le hellen — dat maria ook met het lichaam in den hemel opgenomen is; wijl de Kerk juist bij de viering van genoemden dag die leerredenen der heilige Vaders laat lezen, waarin dit bevestigd wordt. En deze meening schijnt zoowel door liel aanzien der meeste theologen, als ook door de algemecne overeenstemming der geloovigen thans de aangenomene le zijn.quot;

Slotvraag en antwoord voor onze dagen: Indien God in het Oude Verbond beval, de ark des Ver bonds uil acacia-

A. Ilungari. Ave-Muriti-Klokje. II. j 0)

maria niet slechts naar hare ziel, maar ook (op den derden dag na haar dood) met haar lichaam in den hemel opgenomen is, en zij hebben getracht hunne meening door gronden uit de Heilige Schrift en uit de waardigheid dor

en altijd onbevlekt gebleven

-,gt;gt;. lt; m:Sf.-5'i i

M

ft' \ Ifc i

isi'

si

Jili

stellig onbevlekt

ontvangen

tiff ......a

i -'vH

I

P

' 1#!,, : illii

I SI

i

-ocr page 650-

178

hout te vervaardigen, waaraan geen worm knaagt en dal nooit verrot; indien Hij de tent Zijner heerlijkheid zoo hoog in eere hield: zal hij dan wel de ark des Nieuwen Verhonds, den tabernakel Zijns ééngeboren Zoons, denegen-inaandsche woning van den Verlosser der wereld, het waarachtige huis Gods, eene spijs der wonnen laten worden? Zal wel hot allerreinste lichaam van de «genadevollequot; Maagd, do Nieuwe eva, de Moeder der levenden, aan de vertering-zijn prijs gegeven'? — liet antwoord op deze vraag luidt Hums en voor alle toekomst: «Neen!quot; Want sedert het dogmatisch vaststaat: »Maiua is zonder erfzonde ontvangen!quot; volgt daaruit van zelf: dat de dood over haar niet dezellde macht lieel't kunnen uitoefenen, als over alle overige kinderen des ouden adams. Even als in de idee der menschwor-ding van den ééngeboren Zoon Gods de leer der onbevlekte ontvangenis van maria ligt, op dezelfde wijze ligt ook daarin dc gevolgtrekking: dat siaiiia, de heilige Moeder Gods, na haar dood niet ziel en lichaam glorierijk in den hemel opgenomen is.

Aangaande het sterfjaar van maria bestaat geene nauwkeurige geschiedkundige aanwijzing; nicephorus in zijne kerkgeschiedenis (II li. 21 K.) plaatst het in het jaar 45 van onze tijdrekening.

Als de plaats, waar maria stierf en uit haar graf ook naar hel lichaam in den hemel opgenomen werd, wijst dc overoude traditie de stad Jerusalem aan, op welke zich boven de bisschop juvenalis beroept; minder steekhoudend is bet vermoeden, dat deze geheimvolle, verheven gebeurtenis te Ephese zou hebben plaats gehad.

2. De viering van dit feest is eveneens overoud; ja het behoort lot de oudste Mariafeeslen, Wanneer en waar men het eerst bcgonneu is, het te vieren, is niet uit te maken. In het Oosten moet het na het Concilie van Ephesus (430) voorgeschreven zijn, namelijk in den tijd, toen de h. cv-rillés van alexandrië (f 444) zeer bijzonder de ver-eering der heilige Moeder Gods trachtte te bevorderen.

-ocr page 651-

In de westersche Kerk werden van ouds de sterfdag of de dag der begrafenis van de heilige Maagd den 18 Januari, en de dag harer hemelvaart den 15 Augustus gevierd. 1)

Maar de Kerk viert sedert de zesde eeuw het aandenken aan deze beide gebeurtenissen op slechts één dag, namelijk den 15 Augustus, en men meent, dat onder keizer justinianus of mauritius, ill wier (ijd de li. pailS gkegorius de Groote de Kerk regeerde, deze bepaling gemaakt is.— In het Saeramentarium van paus gelasius (-1- 4-90) komt het reeds uitdrukkelijk voor, — Paus sergius i (687—701) verhief het lot een hoofdfeest te Rome, dat met eene processie van uit de St. Uadriaanskerk gevierd werd en waaraan tevens het volk deel moest nemen; ook heiligde men het nog door eene vasten op den vorigen dag en door eene Feestmis op den vorigen avond. In de negende eeuw spreekt paus NicoLAAs i in zijn antwoord aan de Bulgaren van genoemde vasten met de Feestmis als van een reeds sedert langen l ijd bestaand gebruik. Door paus leo iv kreeg het feest in het jaar 847 ook eene Octaaf. In het feestboek van paus benedictus xiv wordt hiervan gezegd: «In hel begin des portifieaats van leo iv huisde zeer dicht bij de Sl. Lukaskerk in een duister hol een basilisk, die door zijn pestadem allen doodde, welke in zijne nabijheid kwamen. Op den dag van Maria-hemelvaart begaf zich de paus, bege-I leid van do gansche geestelijkheid en terwijl het beeld der allerzaligste Maagd werd vooruitgedragen, naar het hol

12*

1

De Coplen of Egyptische Christenen vieren genoemil feest ook ilen 15 . Augustus en zetten hot zelfs tot don 21 derzelfde maand voort. Ja nog meer, : Doordien zij den dood der heilige Maagd van hare opstanding onderscheiden, vieren zij twee feesten, het eene iu hun Januari, dat zij de „rust der Maagdquot; : noemen, het andere den 15 Augustus, ter gedachtenis „harer opneming in ] ilcn hemel.quot;

De Russen vieren den 15 Augustus het feest der „iegrafenit der heilige Moeder Godsquot; en op den 1 October verecrcn zij door een ander feest „hare \ honing in den hemel; want velen meencn. dat de heilige Maagd eerst 40 'Jagen na haar dood opgewekt en in den hemel geroepen is. gelijk jesus chuistus zelf eerst 40 dageu na Zijne opstanding uit het graf tot zijn hcmelschcn Vader : is teruggekeerd.

-ocr page 652-

180

van dit monslci', wierp zich hier met alle aamvezenden op de knieën en had. Zijn smeeken werd verhoord; want van dien dag oi' verdween hel monster en men hoorde verder niets meer van zulke ongelukken.quot;

Als hoofdfeest werd het ook reeds in de zosde eeuw in Frankrijk en Duitschland ') gevierd. Volgens de besluiten der Synoden le Ments 813 en te Aken 838 beval lodewijk de Vrome, dat het in het geheele Frankische rijk met veel plechtigheid gevierd zou worden. — In de wetten van koning Alfred was in Engeland de geheele weck des feest-dags lol eene »vrijequot; ol' «leestweekquot; verklaard. In Frankrijk kreeg genoemd leesl nieuw gewicht, sedert koning lodewijk xiü in hel jaar 1638 deze gedachlenisviering gekozen had, om zich en zijn rijk aan de heilige Maagd le wijden en van God een erfgenaam voor den Iroon af le smeeken. Daarom had ook keizer napoleon i zijn geboortedag op den 15 Augustus verplaatsl, om hem lot een grooten nalionalen feestdag te verheffen. 1)

Lieveliiigs-leg'eude der Palermitanen.

(Uit: Verzameling van legenden, door jacopus de boragine.)

4. Om hel Evangelie le prediken, waren de apostelen in verschillende werelddeelen verstrooid, enkel maiua leefde

1

Volgens een veel verbreid volksverhaal (waarvan ook de Anglicaanschc reiziger, ridder iucaut, die zich lang in Griekenland ophield, melding maakt) gelooven de Grieken, dat op den dag oMaria-hemelvaartquot; alle rivieren op de gansche aarde hun loop naar Egypte nemen) om den Nijl, hare koningin, te huldigen. Naar hunne meening zijn dc overstroomingen dezer rivier een zegen, dien de hemel daarom over Egypte uitstort, wijl het den Verlosser der wereld en Zijne gebenedijde Moeder tegen de vervolgingen des goddeloozen HEltODES beschermd heeft.

-ocr page 653-

181

in de geboorteplaats van jesus ciiristus en bewoonde een eenzaam van palmen overschaduwd huis in de nabijheid van den berg Sion. Zij bracht haar stil leven door met hel bezoek van al de plaatsen, die door den doop, hel vasten, het gebed, het bitter lijden, de begrafenis, de opstanding en hemelvaart van haar Zoon, den Godmensch, geheiligd en verheerlijkt waren. Zij was toenmaals zestig-jaren oud, want zij was veertien jaren, toen zij jesus wonderbaar ontving, zij baarde Hem op vijftienjarigen leeftijd, zij verkeerde met Hem drie en dertig jaren en leefde nog twaalf jaren na Zijne hemelvaart.

Eens brandde het hart van maria van verlangen om haar Zoon te zien; dat verlangen overmande haar al te zeer, zoodal zij bittere tranen moest weenen, want sedert haar Zoon van haar gescheiden was, was alle vreugde en alle troost van haar geweken.

Daar verscheen haar een schitterende engel, die sprak; »Gelukzalige Maagd, gebenedijd zijl gij, maar omvang nog den zegen van ïlem, die jakob gegroet heeft! Hier, o Meesteres, is een tak des palmbooms van hel paradijs. Indien gij het bevoelt, dan wordt hij voor uwe doodkist uitgedragen; want binnen drie dagen wordt gij uil uw lichaam weggenomen, om, van de hemelglorie omsloten, tol uw Zoon terug te keeren!quot;

maria antwoordde: »Naar uw woord geschiede mij! Maar ik ben verlangend, dal de apostelen, mijne broeders en vrienden, zich om mij verzamelen, opdat ik hen nog eens met deze lichamelijke oogen zie ; opdat ik hen opdat ik in hunne tegenwoordigheid God den Heer mijne ziel wedergeve en door hen begraven worde.quot;

Toen antwoordde haar de engel: »Dc lieer zal de apostelen om u verzamelen, genaderijke Moeder des Heilands!quot; — En de lucht helderde om den engel glanzend op, en hij steeg in eene zee van licht len hemel op, gelijk hij neder-gekomen was.

Intusschen schitterde de palm van hel paradijs, dien hij

-ocr page 654-

achtergelalen liad, in groolc helderheid; hij was groen, als een nalunrlijkc lak, en toch llikkerden zijne bladeren als de morgenster.

maru legde zich neer.

Terwijl de h. joannes te Ephosus predikte, donderde het op eens. Eene wille wolk greep den apostel aan, omhulde hem en bracht hem met wervelende snelheid vóór maria's groen omschaduwd huis. Hij klopte aan, trad binnen en groette zijne Moeder, die hij onder het kruis op Golgatha ontvangen had.

MARIA was zoo aangedaan bij het weerzien van den maagdelijken lieveling baars harten, dal zij hare vreugdetranen niet kon weerhouden.

»joannes, mijn Zoon!quot; zeide zij tot hem, «herinner u de woorden mvs goddelijken Meesters, waarmede hij mij aan u hecl'l overgegeven. God roept mij om te ontslapen. U geel' ik mijn lichaam over. Want de Joden wachten op den dood van haar, die jesus gedragen heeft, om baar lichaam te roeven en aan de vlammen over te geven. Laai dus dezen palm voor mijne doodkist uit dragen, als gij mij naar hel graf geleidt.quot;

joannes weende.

Daar donderde hel weer veraf over den hemel, en alle apostelen werden door wolken gedragen en voor het buis der allerzaligste Maagd neergezet.

joannes ging hen tegen en verhaalde hun, dal de heilige Maagd op sterven lag. Hij droogde zich dc tranen af en vermaande hen, den dood der Maagd niet zoo luide te beweenen, opdat hel volk niet oplettend zou worden en wellicht zeggen; «Ziel, deze prediken dc opstanding der dooden en vreezen en beklagen toch zeiven — den dood 1quot; Toen maria al de apostelen om zich verzameld zag, prees zij den Heer, deed hen plaats nemen inidden tusschen brandende lampen en lichten, loonde hun den schitterenden lak, deed een doodskleed aan en bereidde zich tot hel laatste uur voor.

-ocr page 655-

183

petrus stond aan hel hoofdeneinde van lid sterfbed, joanjnks aan hel voeteneinde, de anderen rondom en zij zongen liederen lot lol' des drieëenigen Gods.

Tegen drie uren in den nacht schokte een hevige donderslag het huis en op eens vervulde een welriekende geur de kamer, zoo kostbaar geurend, dat buiten de apostelen en de drie maagdon, die fakkels droegen, allen in een diepen slaap verzonken.

Daar verscheen jesus christus met de koren der engelen en sprak tot Zijne Moeder: «Kom, Mijne Uitverkorene, Ik plaats u op Mijn troon, want Mijne ziel verlangt naar uwe schoonheid!quot;

slleer!quot; antwoordde maria, «mijne ziel is bereid.quot;

ïoen zongen alle engelen, die met jesus gekomen waren, zacht, dat, het in den stillen nacht als geluid dei-sferen klonk, en maria zong zelve haar Magnificat: «Alle geslachten zullen mij zalig prijzen, want groots heeft aan mij gedaan Mij, die machtig is, en heilig is Zijn naam!quot;

Daarop hief de zanger aller zangers heerlijker dan allen aan: «Mijne Bruid kome van den Libanon, kom, want gij zult gekroond worden als Koningin des hemels!quot;

maria ontwoordde: »llier ben ik, en zalig verblijd ik mij in U, o mijn jesus!quot;

Op dat oogenblik vloog de ziel der heilige Maagd maria , nadat zij nogmaals de apostelen en de overigens nog aanwezige geloovigen gezegend en hun beloold had: vdat zij immer in liefde en voorzorg aan hen gedenken zou quot; in de armen van haar Zoon.

jesus zeide hierop tot de apostelen: «Brengt het lichaam Mijner Moeder eerbiedig naar het dal josapiiat, legt het in liet graf, dat voor haar bereid is, en wacht op Mij drie dagen!quot;

Toen omringden op eens de rozen en leliën der dalen, de martelaars cn belijders en de engelen deze ziel dei-onbevlekt ontvangen cn altijd onbevlekt gebleven Maagd en Moeder Gods, die, zoo wit als de sneeuw, door ciiristus gedragen werd, en stegen met haar ten hemel op.

-ocr page 656-

184

Dc heiligen, die in den hemel achtergebleven waren, werden aangetrokken door de melodieën van hen, die opwaarts stegen. Toen zij nu hun lieer en Koning zagen, terwijl Hij de ziel eener Maagd in Zijne eigen armen, tegen Zijne borst geleund droeg, werden zij wonderbaar getroffen en zeiden: «Wie is deze, die opstijgt uit do woestijn, vol zaligheid, leunende op haar Bruidegom?quot;

Toen antwoordden hare geleiders: «Gelijk gij haar vroeger gekend hebt onder de dochteren van Jerusalem, vol barmhartigheid en liefde, zoo zult gij haar nu op den troon der heerlijkheid zien zitten ter rechter hand haars Zoons!quot;

2. Thans ontwaakten beneden in het huis diegenen, welke sliepen, en toen zij het ontzielde lichaam aanschouwden, begonnen zij te weenen. De drie maagden, die de fakkels gedragen hadden, wilden maria's lijk ontkleeden, om het te wasschen, maar het werd door zulk een liclitglans overgoten, dat zij het wel konden aanzien, maar niet aanraken.

Toen namen de aposlelen vol eerbied die aardsche overblijfselen en legden ze in de doodkist. — joannes, die aan jesus' borst de liefdein stroomen gedronken, joannks, die zijn dorst aan de bron der eeuwige helderheid gestild had, droeg den schitterenden palm, petrus en taulus namen de kist op hunne schouders, petrus hief den psalm aan: »ln exitu Israël de Aegypto!quot; en do andere apostelen zongen zacht mede. En God hulde dc apostelen en de kist in cene wolk, zoodat men het gezang hoorde, zonder de zangers Ie zien. De engelen gingen twee aan twee met de aposlelen, zongen met hen en vervulden do aarde met wonderliefelijke tonen.

Al het volk van .lerusalem werd door het heerlijke gezang aangetrokken, kwam voor dc poort en vroeg, wat dit te beduiden had.

«maria is gestorven,quot; werd hun geantwoord, «en de jongeren van jesus dragen haar weg; hunne gezangen zijn het, die gij hoort!quot;

Toen liepen zij te wapen en er onlstond een opsland.

-ocr page 657-

185

»Laat ons,quot; riepen zij, »de jongeren dooden en het lichaam verbranden van haar, die den Verleider des volks gebaard heeft!quot;

De hoogepriester sidderde van woede cn greep naar de doodkist, die inlusschen op eens zichtbaar geworden was. Maar toen liij er de handen aan sloeg, verdroogden zij en bleven aan de kist vastzitten, zoodat hij onnoemelijke pijnen leed ; en het volk werd door de engelen met blindheid geslagen.

De hoogepriester riep: »Eerwaardige petrus, ontferm u mijner; gedenk, dat ik u geholpen heb, toen u de dienstmaagd aanklaagde!quot;

En petrus antwoordde: »Ik ben met den dienst Onzer Lieve Vrouw bezig; doch geloof aan den Godmensch .iesus ciiiiistus en aan haar, die Hem gebaard heelt!quot;

«Ik geloof!quot; riep de hoogepriester en kuste de kist. Toen werden zijne handen vrij en herkregen weer haar vroeger leven.

3. Toen nu de apostelen in het dal gekomen waren, legden zij het lichaam in een graf, gelijkvormig aan dat, waarin jesus Christus gelegen had; zij knielden er voor neer, weenden en zongen.

Op den derden dag daalde eene lichtende wolk op het graf neer, een zoele geur verbreidde zich er om heen, he-melsche stemmen klonken, jesus ciiiustus daalde, omringd van eene schitterende schaar engelen, naar de aarde neer. Hij groette Zijne jongeren met de woorden; »De vrede zij met u! Welke eer zal Ik, naar uwe meening. Mijner Moeder bewijzen?quot;

))IIecr,quot; antwoordden de apostelen, «wek haar op en plaats liaar lichaam aan Uwe zijde!quot;

Toen kwam de heilige michael, stelde de ziel van maria aan jesus voor en sprak tot haar: «Verhef 11, mijne Vriendin, Vat des levens. Tempel der heerlijkheid, opdat uw onbevlekt, maagdelijk rein lichaam van het gewormte des grafs onaangetast blijve!quot;

Thans keerde de ziel terug in hel lichaam van maria,

\ '1

:vv \ fel--5* O c

1 |

I

WÊÊm i

Saijv»'/, .

-ocr page 658-

186

die glorierijk en in de liefelijkste bevalligheid en schoonheid uit het graf opstond.

Zij vloog te midden eener engelenschaar hemelwaarts.

In den hemel werd zij door haar Zoon ontvangen, die haar den kus der minnendste vereering gaf en haar met allo glorie der eeuwige heerlijkheid omkranste.

Daar is zij nu omstuwd van de engelen, omringd van de aartsengelen, onizei van de tronen, omvloeid van den glans der heerschappijen, om liaar is de liefde der machten, zij wordt omarmd door de vorstendommen, geëerd door de krachten, geloofd door de Cherubijnen en geprezen door de Seraphijnen.

De allerheiligste Drievuldigheid verheugt zich in haar, de martelaars bidden tot haar, de belijders smeekenhaar, de maagden zingen haar roem, alle heiligen huldigen haar, de (jlonerijhe Koningin des hemels en der aarde, en zelfs de hel woedt van verbittering wegens hare bevalligheid en gelukzalige heerlijkheid.

Maar uit het diepste des harten jubelt over maria's verhooging de heilige Kerk Gods op aarde; want maiua blijlt toch in den hemel de moederlijke Voorbidster voor de trouwe kampvechters in de strijdende Kerk en voor de arme zielen in de lijdende Kerk; maiua wil al hare kinderen eenmaal gelukkig in den hemel zien!

De dood van Maria.

(Eenc beschouwing van dr. w. k reischi,.)

Op dezen glorierijken feestdag moeten wij beschouwen — den dood. Doch de lieer zij geloofd! wij hebben ditmaal te beschouwen een dood van geen schrik vergezeld, van geene duisternis omsloten, van geene ontbinding gevolgd; een dood, die schooner is dan ons leven, lichter dan de dag, vriendelijker dan de bevalligste Mei; een dood, die in de wereldgeschiedenis even eenig is als zij, die hein

-ocr page 659-

187

gestorven is — wij hebben Ie beschouwen den dood van Maria. En er zijn, daar dus ook maria, de Moeder Gods sleii't, drie vragen te beantwoorden: Wanneer? waarom? en hoe? neemt de gebenedijde des ilceren afscheid van deze aarde.

1. Reeds het antwoord op de eerste vraag: Wanneer sterft maria? vertoont ons een aanbiddenswaardig raadsbesluit der eeuwige wijsheid. De Kerk heeft de gewaarborgde overlevering, dat de allerzaligste Maagd omstreeks in het twaalfde jaar na de opstanding van haar Zoon, onzen lieer, gestorven is. Twaall jaren dus, zoo niet meer, overleeft de maagdelijke Moeder het aardsebe leven haars goddelijken Zoons. En toch, geliefden! had maria op den morgen dei-opstanding het eerst gezien, liet eerst van allen begroet den glorierijken jesus, den verheerlijkten, met eer en on-sterlclijkheid gekroonden Zoon. Waarom nam jesus deze reinste, deze heiligste ziel niet met den vredekus van Zijn eerste Pascha uit de wereld weg en opwaarts, als de Koningin en Kroon, in gemeenschap der heiligen, die hij uit de voorlid had opgevoerd, en die nu liet blijde trium-feerend geleide vormden van den overwinnaar op dood en hel tot aan de poorten van het eeuwige vaderland'?

En zoo niet reeds op den paaschinorgen, nu dan, (oen de poorten der hemelen zich voor Hem, den Koning der glorie, lichtend ontsloten, toen Hij opsteeg, de gevangenschap gevangen wegvoerende; waarom droeg Hij ook toen niet mede op in den schoot des eeuwigen Vaders de Moeder, de teedere, de Gebenedijde, wier schoot Hem hier beneden maagdelijk ontvangen en gedragen had, en waarom liet Hij in het tranendal achter de getrouwe Verpleegster Zijner kindsheid te Bethlehem en Nazareth, de zoo nederige en zoo sterke Vrouw, die moederlijk Zijne voetstappen hier beneden gevolgd had tot in hot martelaarschap barer ziel onder het kruis des Zoons op Golgatha? — Is de verheerlijkte jesus zonder liefde jegens de Moeder der schoone liefde? 01 hangt maria nog aan dit leven hier beneden,

fm

pll'f

m

m v-f ■ ii f||

!' ||

Mm 1$

*11

:|!|

liquot;'

li iiii

Sijl# i !l

i It lil

il mk ié» ®

Am

-ocr page 660-

1S8

terwijl de schal van haar reinst hart reeds hoven is in dc hemelen? Nimmermeer! Ach, mijne geliefden! die twaalf jaren des levens van maria, van don dag dor hemelvaart haars Zoons af tot liet uur haars eigen overgangs — zij omvatten nog een laatst, een lang offer harer gehoorzaamheid, een niet te doorgronden geheim harer zelfverloochening en tevens van de barmhartigheid des Hoeren.

Die levensavond van do Moeder Gods, — onze Moeder! — voor haar zelve een tijd der nederigste en smartelijkste onthouding en opolfering van haar even rechtvaardig als glooiend verlangen naar do opneming tot den lieer: — hij is een laatst, eerwaardigst en genadevol geschenk der goddelijke ontferming voor het le gronde gaande Israël, maar hij is ook do eerste Iroosl en de heiligste besclmttiny voor de nieuwgeboren en opbloeiende Kerk, voor het Israël des Nieuwen en eeuwigen Testaments.

Gelijk de ondergaande zon nogmaals vollen glans over hol firmament uitslort, om alles wal do dag in licht en schoonheid en in zogen en kracht aan de schepping geschonken heeft, als saam te vatten in één dank- en vredeoffer, gebracht voor het aangezicht dos Scheppers op het gouden altaar dos avondroods en achter de purperen sluiers dor schemuring; zóó moest het. latere leven van maria zijn stil, heilig, maagdelijk licht, uitstorten over Jerusalem, do stad harer koninklijke voorvaderen, en moest, wat in Israël nog voor genade vatbaar was, in vereeniging met het woord en de wonderen der apostelen, door den verheven glans der deugden van maria, door hare herinnering, door hare verdienste, door hare voorspraak onmoederlijke liefde en leiding nog verzameld, nog getrokken en nog gered worden voor den lieer, eer liet volle nacht word over Sion en eer de verpletterende donderslagen des Godsgerechts losbarstten over het ondankbare, trouwelooze, Godmoordende geslacht.

»Zie de Dienstmaagd dos Hoeren!quot; Dos Heeron wil hoeft haar geboden, dat na Zijn vertrek lot den Vader, zij —

-ocr page 661-

189

Zijne Moeder, de Bruid des heiligen Geestes, — nog twaalf jaren hier beneden zal wachten en verwijlen, als de wijze, goedertieren en getrouwe Maagd, als de Moeder der barmhartigheid, de Troosteres der bedroefden en de Toevlucht der zondaars, als het sieraad en de roem der jeugdige Kerk. maria! — van wie gc?c,breven staat: «Uitgegoten olie is uw naam, daarom hebben maagden u liel!quot; — maria verzamelt als Maagd der maagden uit de dochteren Sions de eerste gemeenschap der naar haar voorbeeld en onder hare leiding maagdelijk aan den Heer verloofden. — Die heilige vrouwen uit Galilea en Judea, welke met baar de wegen en reizen des gebenedijden lleilands gevolgd waren; de vrouwen en weduwen van .lerusalem, die op den iijdens-dag met haar om den kruisdragenden jusus hadden geweend; hoe dikwijls zullen ook zij raad en I roost gezocht en hoe zalig hem gevonden hebben bij de wonderbare en liefelijke Moeder, die niemand afwijst, welke tot haar zijne toevlucht genomen, hare hulp afgebeden, hare voorspraak aangeroepen beeft. —

En maria en de cjansche Kerk, hoe wondervol is haai' samenzijn, haar bijcenbebooren! Twaalf jaren lang heelt jesus Zijne kindsheid enkel en alleen aan de zorg van maria toevertrouwd. Zie, twaalf jaren lang steil Hij ook den kinderlijken leeftijd der Kerk, die Hij, aan het kruis stervende, ten leven heeft gebaard uit de open wonde Zijns harten, vooral onder de bescherming en beschutting der-zelfde zoete en trouwe Moeder — maiua. Wel veroorloolt de nederigheid der zaligste Maagd en Moeder haren vriend, den h. lukas, slechts eene enkele maal, in zijne Geschiedenis der Apostelen over bare tegenwoordigheid te midden der heilige gemeente van Jerusalem te spreken. Doch eene ongemeen merkwaardige daadzaak getuigt overvloedig, welke hulp en macht voor de jeugdige Kerk de Moeder des Heeren geweest is. In het vierde jaar reeds na de hemelvaart van jesus ciiristijs ontbrandt de gloeiende toorn der synagoge tegen de belijders Zijns naams in heldere

mm* OTi.

flM#

ilfei ■ Is.,

.R;

f v. . V

!®ïtf

if ^

HSi

i;v.-3niR

'»1

ii

i'S-

■ '{TiwlwS'

'V ü

li É1

i m

-ocr page 662-

10(1

vlammen, in eenc algemeeno vervolging der geloovigen. stepiianus, de diaken, sterft als de eerste der martelaars den dood der steeniging. saulus woedt. Talri jke discipelen en discipelinnen des Hoeren vluchten uit Jerusalem. Enkel de apostelen blijven achter; zij volharden standvastig — temidden van onverbiddelijke, wreede vijanden. En zie, jaar op jaar verloopt, en zoo lang maiua. leel't, waagt de synagoge het niet, het leven eens apostels aan te tasten. Bevreemd vraagt de geleerdheid: Waarom slaan de gezworen vijanden der Kerk dan niet het eerst en dadelijk dc hand aan haar grondsteen, aan het Collegie der heilige apostelen? Met dankbare overtuiging antwoordt op deze vraag dc Katholieke vroomheid: «Daarom blijven tot in het sterfjaar der Moeder des Heeren de heilige apostelen onaangetast cn ongedeerd, wijl jksus hen aan dc bescherming dezer Zijner .Moeder toevertrouwd, en wijl zij, de wijze en machtige Maagd, hare beschermende hand getrouw gehouden heeft over dc beginselen cn grondvesten der Kerk baars Zoons.quot; Zoo stort de boosheid, die anders voor niets terugschrikt, krachteloos ineen voor den duivenblik der onschuld en der heiligheid! Ja, o Maagd! zoo betoont gij u als de echte, hoogheerlijke Bruid, van wie Salomo's, uws voorvaders Hooglied zingt: «Geheel schoon zijt gij en zonder gebrek; maar ook schrikkelijk en vrecselijk, als een krijgsleger in slagorde!quot;

2. Doch ook Maria sterft. Zij, — aan wier hart het kinderhart der Kerk als sloeg, wier Moederoog over de eerste levensuitingen, de eerste genoegens der heilige gemeente van jesus waakte en die zegende, wier liefde, gebeden en vertroostingen dc tecderc volkplanting Gods staande hielden onder de eerste lijdensstormen, — ook maiua sterft. En waarom? — Dit tranendal hier beneden, — bet kan toch niet de woning zijn en bjijven van een zalige ziel. De woonplaats van de zaligste aller zielen , het vaderland der ziel van maiua, — enkel de zaligste, lichtste plaats der hemelen, enkel de plaats naast aan

-ocr page 663-

den troon der allerheiligste Drievuldigheid zal en kan hel zijn!

Maar waarom moet maria dan sterven? De uitspraak en vloek des doods, gelijk hij, van uit de poorten des verloren paradijs, de met smart beladen kinderen Eva's volgde, geldt nimmer voor maria, wijl de zonde aan haar geen deel heeft gekregen. Rein en vrij, als de eerste »moeder der levendenquot; nog in de onontwijde genaden van het paradijs, kan zeker maria, onze, der verlosten, Moeder, sterven, doch zij moei niet sterven. De vlammen der liefde Gods gloeien, intusschen slechts weerhouden door de nederigheid en de gehoorzaamheid van de «Dienstmaagd des Ileeren,quot; zoo machtig en zoo hevig in maiua's hart, dat zij, ook slechts één oogenblik vrijgelaten, dadelijk ziel en lichaam der zaligste Maagd te gelijk in den vollen glans der eeuwige heerlijkheid konden veranderen en tot de glorierijkste opvaart in den hemel in staal stellen, zonder eenige aanraking met de poorten des doods. Verlangend ook wachten de koren der engelen op het bevel van hun Heer, om met den jubel des triumfs de Bruid des Heiligen Geestes, de Moeder huns eeuwigen Konings en daarom de Koningin aller hemelen, op te dragen naar den troon, die haar bereid is door Gods raadsbesluit en verkiezing van de grondlegging der wereld af.

Doch maria sterft Uit het reinste lichaam scheidt de reinste ziel, hoewel slechts voor korten tijd. Onze Moeder sterft, niet omdat zij sterven moet, maar omdat zij sterven wil. Waarom wit maria sterven? liet volle antwoord op deze vraag is het geheim van jesus en maria. Wij kunnen het nauwelijks vermoeden; maar wij bidden aan en bewonderen het hooge raadsbesluit des Hoeren, die het zoo toegelaten heeft. De gronden, die wij bedenken en uitspreken kunnen, waarom maria van haar ontwijfelbaar voorrecht, om zonder dood in den hemel opgenomen te worden, afstand heeft gedaan, liggen misschien in de volgende waarheden.

Ji

fcv'f rf

T:; V*' ■)§

!f •

quot; gt; /V—V . fel

'li

■ $$••' mrquot; quot;/

■ ■..ii

mSi f

Élll! ijV' ;|

I

-iS'

;?V:%

1

IWV i ^ ^

'fm

-ocr page 664-

19'i

Het gansche levon der Moeder Gods was eene volkomen navolging van hel allerheillgsle leven haars eerst- en eenig-geboren Zoons jesus. Gelijkvormig aan Zijne nederigheid, Zijne gehoorzaamheid, Zijne oflerwiiligheid vloeide dat slille, heilige leven voort doorliet «tranendal,quot; in elk zijner oogen-hlikken en elke zijner opwellingen, gelijk de trillende golf der beek den zonneglans boven zieh indrinkt cn weerspiegelt, verlicht cn doorschenen van het licht des «Opgangs uit de lioogle,quot; van de zuivere tegenwoordigheid en kracht der heiligste Godiieid en menschheid, van het eeuwige Woord, dat, uit Maria ons geboren, ons gegeven, het eerst aan haar hart «onder ons gewoondquot; heeft. Maar jesus , de Oorsprong en de lieer des levens, heeft niet geweigerd, voor ons te sterven, en geil jk Zijn leven aller menschen leven overtrof en opwoog in bevalligheid, reinheid, heiligheid cn verdienste, zoo wilde Hij, dat de kelk Zijnslijdens en Zijns doods in schande, in treurigiieid en smart den angst en de pijn aller stervende menschen zou overtrelfen, zoowel in grootte, als in zegen voor lijd en eeuwigheid.

Heilige Moeder! Hem, wien gij leven gaafl uil uw leven, terwijl Hij zeil' van het begin lol het einde uws levens leven was, en hel eindeloos is tot namelooze zaligheid — Hem le gelijken. Hem te volgen ook in hel sterven, de zoele noodzakelijkheid, ook in de vrijheid, jesus lief le hebben, woonde des le marhliger in uwe ziel, hoe getrouwer elke afzonderlijke trek uil het leven en lijden des eenig Geliefden, des Zoons cn des Bruidegoms, bewaard was gebleven; en hoe uilsluilender Zijne liefde, eiken adem van onwaardige verstrooidheid verbannende, hel maagdelijk peinzen cn minnen in liet één brandpunt samentrok — gelijkvormigheid met jesus !

Doch zien wij nog op een hoogst eerwaardig geheim ! jesus lijdt cn sterft aan hel kruis! maiua lijdt, cn — toen Zij lijdt onder het kruis, het hoogste lijdt, wal een hart slechts lijden kan — toen sterft maiua niet. En weder! Toen maiua sterft — sterft zij zonder lijden en slerfl zeer

-ocr page 665-

193

blijde! — Hoe lossen wij dit geheim op? O, het is juist het geheim der scheiding tusschen den vloek van hel sler-ven en den zegen van het sterven, tusschen den dood als straf der zonde en den dood als voleinding der genade!

Jesus heeft onze schuld op zich genomen, heeft onzen vloek op Zijn hoofd geladen; — daarom bespaart Hem de gerechtigheid des Vaders geen angst, geene smart des stervons en druppelt de dood langzaam, maar onverbiddelijk, zijne uiterste bitlerheid in hel hart des aan hel kruis dorstenden, versmachtenden Heeren. Maria lijdt met dit lijden — eene Martelares in onvergelijkelijke pi jnen —- de smartvolle Moeder onder het kruis. Maar sterven mag maria niet met dit sterven. Want jesus wil, dat, nadat Hij den vloek dos stervens afgelost en de verschrikkingen des doods vernietigd heeft, de door Hem verworven volle zegen des stervens en de in hare soort zeker eenig-liefderijkste gedaante van een Christelijken dood het eerst, en heerlijkst werkzaam zou worden bevonden en openbaar in het. verscheiden van maria, de Uitverkorene, wier zondeloos leven zoo eenigaan genade, zoo eenig' aan, deugd en verdienste als eene morgenster opgegaan was in het midden van de duisternis dei-zonde boven de tot dien. tijd nog onverloste wereld.

Kn nu wij beschouwd hebben, waarom maria sterft, laat ons nu eerbiedig zien, hoe maria sterft.

3. Van eeuwigheid tot eeuwigheid vermelden de Hemelen Gods heerlijkheid en zien Zijne engelen uit de diepte Zijner helderheid als eeuwige zonnen oprijzen de gedachten Zijner onmetelijke wijsheid en liefde, en zien ze verwezenlijkt worden in wonderen Zijner almacht zonder perk en zonder tal. Oogcn Gods en oogen der engelen, wat zaagt gij wel op deze kleine aarde ontslaan en vergaan naar den wil en de toelating des Scheppers sedert de duizenden jaren barer grondvesting? Gedenken wij hier niet aan hetgeen menschen hier beneden volbracht en geleden hebben — ach! zoo dikwijls tegen Gods doel en recht; gedenken wij slechts aan de wonderen en ontfermingen des Heeren! Het

A. Ilungari. Ave-Maria-KIokje. II. /J ^

-ocr page 666-

■104

paradijs ontwikkcll zijne schoonheid; — Sinaï siddert cn gloeil onder de donders van de tegenwoordigheid des llec-ren ; — van Calvarië dringt door de treurig duistere schepping do roep eens stervenden lot in liet allerheiligste des hemels door en, het voor eeuwig verzoenende, lol, door het hart des eeuwigen Vaders; — de Paaschmorgeii stort de glorie der opstanding als oen gouden morgenrood over alle tijden en ruimten der aarde; ■— en helderder dan de prachl der geschapen sterren op ons neer, schittert hel wonder des allerheiligsten Sacraments uit deze onze diepte op lol in de hoogste koren en sfóren der hemelingen ; — was en is er nu toch nog iets nieuws, wat deze aarde nooit zag en vroeger nooit Ie aanschouwen gal', wat zij nooit weerzien, nooit weer aan bewonderende oogen vertoonen zal? O ja, mijne geliefden! er was en is voor de beschouwing dei-engelen en der inenschen nog zulk een nieuws en eonigs, en dal nieuwe en eenigc is de — dood van maria.

Allen, die ooit gestorven zijn en ooit sterven zullen, zij sterven, heiligen en lieiligsten niet uitgenomen, hoewei onlzondigd, loch onder de wet der zonde; ook de lieer aan hel kruis stierl' aldus, ofschoon Mij, niet gelijk wij, uil noodzakelijkheid, maar enkel naar vrije, barmhartige keus. Slechts toen maria sterft, sterft voor de eerste maal en voor de eenige maai oen kind dezer aarde den dood geheel vrij van elke wet der zonde, een dood dus, niet uit noodzakelijkheid om Ie sterven, maar als gebod dor lielde. Want sterven kan maiua , sterven vjü maria , maar moeien sterven doet maria niet!

lieschouwen wij dit scheiden nader; treden wij in den geest vol eerbied en liefde als het ware aan het sterfbed onzer Moeder!

Het is diepe stille in het huis van joannes markus te Jerusalem. Van hunne wegen uit Judea en Samaria treden, wonderbaar geleid, haastig en zeker de aldaar verstrooid geweest zijnde apostelen de heilige stad binnen en verzamelen zich om petrus, jacobus en joannes, welke tol

-ocr page 667-

195

dien lijd Jerusalem scderl de hcmelvaarL des Heercn niet op den duur verlaten hebben. Van Jezus' apostelen en jongeren omringd, in het heiligdom des huizes, rust maiua. Geene ziekte heeft haar getroffen, de gebreken des ouder-doms zijn verre van haar gebleven, over de vlekkelooze Lelie des dais mocht geen giftadem des doods gaan. En toch weet de heilige Maagd, dat hel uur haars verscheidens nabij is. Zij is onderricht aangaande het raadsbesluit des Heercn, en zalig haast zij zich. Zijn roep te volgen. Dadelijk beginnen de zegels der gehoorzaamheid weg te smelten, die tot nu toe de vlammen der liefde Gods en hel verlangen naar den hemel niet tot hunne volle kracht in maria's ziel deden komen, cn in den aldus vrij gelaten, lichten, zoeten gloed, die van oogenblik tot oogenblik toeneemt in macht, even als in zaligheid, lossen zich dan ook de banden lusschen lichaam en geest. De heilige Maagd wenkt. Petrus heeft haar verstaan. Kort daarop treedt hij in hoogepriesterlijk gewaad aan haar bed en reikt der stervende het brood, waarvan zij al den tijd sedert Jezus' hemelvaart geestelijk cn lichamelijk geleefd heeft, reikt haar voor de laatste maal op aarde het hemclbrood, hel allerheiligste Sacrament des Altaars.

En nu gij onder mijne geliefde tochocrders, die u eenmaal in den hemel verheugen zult, laat u daar door de gelukzalige getuigen dezes sterfuurs van maiua, uwe Koningin, verhalen; luisteren wij in den geest met de apos-tclcn naar het laatste gebed, de laatste woorden van maiua — de afscheidswoorden der liefelijkste Moeder van hare dierbaarste kinderen!

Weer wordt het stil, diepe, diep heilige stille! En daarop rnischt er een adem des winds, eenhemelsche, geheimzinnige adem. Jongeren cn apostelen vallen op de knieën. Zij zien Item niet, maar zij weten het — dal is de Heer! Hij komt tot Zijne Moeder, vergezeld van Zijne heiligen, Zijne engelen en aartsengelen. Onder de zoete huivering Zijner onzichtbare, maar majestueuze tegenwoordigheid diep on

13*

-ocr page 668-

190

dieper in aanbidding en liefde neigen de apostelen en alle aanwezigen het hoofd — en toen zij den blik weer verheffen, toen is het volbracht — dat was de dood van maiua.

Van hemollicht omschenen sluimert het Heilige lijk. Als vlam met vlam vereenigd, voor eeuwig verbonden, rust de heilige ziel aan bet bart van Jezus Christus in den school der allerheiligste Drieëenbeid,

Dat is de dood van maiua! — Kinderen, al kunnen wij ook niet sterven, yelijk maiua, bidden wij, dat wij niet s tbr ven zonder maiua ! Amen.

lied dkr van liefde stervende maria.

In den beroemden Latijnscben hyinnus: »Tandem audito me, Sionis flliae!quot; die, buiten eenige liederen des h. fran-ciscus van assisi , wel het gloeiendste liefdelied der Kerk is, wensebt de van verlangen stervende ziel van maiua op een brandstapel te sterven, die uit. niets dan cjcAiriije bloemen bestaat, ten einde als phoenix weer op te leven. In dien vuurdood den zoetsten geur der bloemen ademende, gevoelt zij zich te gelijk van den boogslen wellust cn do diepste srnarl vervuld; van daar de vraag: »Anamor dolor sit, an dolor amor sit, utrnmque nescio! Wij laten dil lied bier in de oorspronkelijke taal volgen, verbonden mei de vertaling naar a. w. van sciilegel. — Het luidt:

Tandem audito me, Sionis (il iao!

Aegram respicite, Dilecto dicite; Amove vulneror, Amore luueror!

Fulcito floribus Fessam languoribua: Stipate citreis Et malis auveis: Nimis edacibus Liquesco fn.cibus.

Sionitiunen , boort! Metgezellinnen, liooi-fc!

Troost me in mijn lijden, kom . Zegt mijnen Bruidegom: Liefde heeft mij gewond, Nooit word ik weer gezond!

Richt mijne wankle schreên, Steunt mijne kranke leun; Legt mij op bloemen neer. Koelt mij met geuren weer; Want in mij brandt een gloed, Die mij versmelten doet


-ocr page 669-

107

Hoopt mij dan lavende, Sluimring begavende Takken en stammen op,

Legt me er in vlammen op: Als phoenix sterf ik dan, Leven verwerf ik dan! ')

Of lieven lijden is.

Of lijden lieven is ? Die vragen weet ik niet!

Maar klagen doe ik niet!

Daar zoet liet lijden is, Als lijden lieven is!

Liefde, uwe smart is groot! Beter nog is do dood! Langzame marteling Stoort do vereeniging,

Maakt, bij hetgeen ik lij. Uren tot eeuwen mij !

Breek dan, o ziel, gezwind Wat u aan 't leven bindt! 't Vuur snelt naar boven voort. Niet in zijn loop gestoord , Tot aan des hemels rand : Daar is mijn vaderland.

Hue odoriferos Hue soporiferos Ramos depromite; Rogos componite: Ut phoenix inorior lu flammis orior

An amor dolor sit: An dolor amor sit ? TJtrumque neseio! Hoc unum sentio: Blandus hie dolor est, Qui meus amor est!

Quid amor crucias? Aufer indueias!

Suavis tyrannus est, Momentum annus est: ïam tarda funera Tua sunt vulnora!

Jam vitae ilumina Rumpe, o anima! Ignis ascendere Gestit, et tendero At coeli atria:

Haec mea patria!

1

1) Phoenix is hot zimiebeold dos opgestanen Heiliuids.— Kccds dc heideuaehe Grieken en Komeineu koesterden een grooteu eerbied voor dien faielachtiyen vo-(jel, maar vergeleken hem niet den immer zieh nieuw voortbrengenden tijd, in zoo verre zij geloofden: dat de vogel zich, als hij oud werd, in zijn eigen nest verbrandde, en daardoor weer jong en sehooner werd dan te voren, llnno-uoïus (2, 37.) schildert hem groot, als een arend, goudgeel en purperkleurig van voorkomen. Naar de natuurlijke historie van plinius (10, 2) maakt hij zieh een nest uit welriekende kruiden en verbrandt zich, om daarna verjongd uit de asch op te staan.

1 1

i

Natuurlijk was de zich zeiven opofferende eu verjongde purpervogel ten treffendste geschikt tot een zinnebeeld des zich voor de menschhcid opoffe-rendeu cn glorierijk opgestancn lleilands. Hij werd dus reeds in de eerste eeuwen der Christenheid in dezen zin opgevat, en dc h. epii'iianius (Auco-

.

-ocr page 670-

198

Dc afbecldiii»: v»ii Maria in het sterven.

(Schilderij van johannks van sciiouekl.)

1. Johanna schopeniiauer schildert liet meesterwerk van dezen bezielden en maagdelijken kunstenaar op de vol-gendo wijze: Wij treden aan het sterfbed der heilige Maagd niet in eene duistere en treurige, maar in eene vroo-lijke en zelfs feestelijk ingerichte kamer. Wat kon ook dc trouwe en minnende Moeder Gods beters bejegenen, dan heen te gaan, om zich voor eeuwig met Hem te vereenigen, in wiens leven bet hare was opgegaan? Daarom heerschl in die kamer geen andere rouw dan die, welke met de hoogere, heilige blijdschap één is. En die blijdschap zelve is niet luide, maar oneindig stil, vroom en roerend. En gelijk bet innerlijke, zoo is ook bet uiterlijke, de omgeving, de plaats, waar de verheven Maagd en Moeder zich lang reeds even zoo op dc tebuisreis voorbereid, als er zich vooraf in den geest op verheugd had. Hier was de hemel in zijn aardschen weerschijn reeds lang te buis, en in dezen voorhemel voert ons juist de schrandere kunstenaar in. Midden in de kamer slaat, het voeteneinde naar den aanschouwer gekeerd, het fraai versierde bed, waarop do Heilige rust. Wij zien baar vóór ons op het oogenblik, dat zij zacht voor dc andere wereld insluimert. Naar een vroom volksverbaal had dc tijd op dc gestalte der goddelijke Moeder geen macht kunnen uitoefenen; als Maagd bloeide zij voort in onverwelkbare schoonheid en jeugd. Zoo verscbijnl zij ook voor ons op het oogenblik baars doods. Haar gelaat is eene witte roos, waarover een rood-

rnt. c. 85, 11, 89) laat den Phoenix na drie dagen uit dc asch van het nest K'ccr opstaan, gelijk chkistus oi) den derden dag nit liet graf.

Met liet uit wierook cn mirrhe gevormde edele nest, in welks rcitie vlammen dc phoenix verjongd wordt, werd bij juiste gevolgtrekking dc allerzaligste Maagd maria vergeleken.

Op cjraven moet dc phoenix den begraven Christenen het eeuwige Icvcu beloven, dat zij door chkistus gewonnen hebben.

-ocr page 671-

199

achtige straal zweel't. Dal is hel morgenrood op het gelaat der hemelsche liruid, waarop nu spoedig de zon der eeuwige heerlijkheid volgen zal. Een stille, zalige glimlach speelt om den bevalli^en mond, on de gewelfde oogleden schijnen enkel gesloten, omdat het licht des hemel-schen rijks al begonnen is, in de oogen le schijnen, die zich echter eerst aan den bovenaardsehen straal moeten gewennen en zich daarom sluiten — sluiten voor deze nietige wereld, om in de andere in alle helderheid het onthulde goddelijke te aanschouwen, gelijk het is. Op den achtergrond, rechts van de legerstede, opent zich voor ons eene deur met uitzichl in de vrije natuur. Maar de blik verwijlt liever in de woning, die ons aan hot paradijs herinnert. Links van het bed slaat een altaar met de beelden van moses ca aauon. De profeet, die van haar Zoon zoo machtig getuigd heeft, heeft door Hem ook van haar getuigd als van de groote, heilige Vrouw, die den kop der slang vertreden zou. Door de stille kamer zijn in verschillende groepen de apostelen verdeeld. Eerbiedig zwijgen houdt hunne tongen geboeid. Hot is geen wrange, drukkende en pijnigende smart, die zich bij hen vertoont, maar die weemoed, welke bij al zijne diople toch dooi' eene zaligende gedachte opgebeurd, on door een machtigen straal van hoop zelfs midden onder tranen opgehelderd wordt. Dit is de hemelsche glimlach onder aardsche tranen. Twee der apostelen staan in rustige houding aan het venster; op hunne lippen zweeft zacht oen heilig gebed. De overigen omringen hel sterfbed. Aan het einde daarvan staat rechts petrus. Slechts weinig woorden schijnt hij tol de anderen gesproken te hebben, woorden, die ten doel hadden, het algemeene gevoel le verklaren. Joannes, de trouwe metgezel op don laatsten levensgang der heilige Moeder, staat in weemoed verzonken vóór ons. Een ander apostel zwaait het wierookvaat bij de voeten der Heilige. Niets is meer karakteristiek, dan de gestalten dier jongeren des Heeren, die in weemoedige houding sprakeloos op

-ocr page 672-

200

de Overledene staren; zij schijnen de laatste trekken des heiligen gelaats nog eens te willen verzamelen en zich inprenten, want deze gelijken toch in vele opzichten op de trekken des lang reeds van hen gescheiden goddelijken Meesters. En vermoeden de achtergeblevenen in den hemci-schen vrede, die op het gelaat der verheerlijke ligt, niet hun eigen uitgang uit den tijd, zelfs al mocht hun einde niet zoo zacht en rustig zijn, als het einde van maria was'?

(Overouclc schilderij van ccu onbekenden meester.)

2. Men leest in «Romantische stijlproeven uit Breslau, door Dr. II. fuchs,quot; liet volgende:

In het Allerheiligen-hospitaal te Breslau bevindt zich een overoud, zeer beschadigd steenen relief, dat den dood van MAiuA voorstelt. — Beneden op eene legerstede, die aan de lange zijden van sterke hoekstijlen voorzien is, ligt de juist overleden Maagd en Moeder Gods mahia onder een zachten, in sierlijke plooien afvallenden deken. Haar op een kussen rustend hoofd is met een zwachtel omwonden. Rechts en links staan de apostelen met schriftrollen of ontrolde spreukbanden in de handen en met de laatsle en het gelaat verwonderd naar boven wijzende. Allen dragen over het onderkleed (tunica) een rijken, meestal over den linker arm geslagen mantel. Midden boven zweeft Christus; Hij heeft de ziel Zijner Moeder, als kind voorgesteld, reeds in de armen, om haar naar de hemelsche hoogten op te voeren, van welke eene gevleugelde engelenschaar uit twee wolken aan heide zijden verbaasd en biddend haar te ge-moet snelt. Het kind is vast ingewikkeld. Het gewaad des Heilands gelijkt op dat der apostelen, enkel is hel rijker; het kleed wordt met een gordel om de heupen en door een borstband bijeengehouden.

(Schilderij van l'ra Giovanni angelico da ïiksole.)

ür. ernst förster schrijft; 5)In de galerij der Uffiziën te Florence bewondert men het beeld van tiésole, dal

-ocr page 673-

■aül

)gt;Maria in den doodquot; schildert, llcl lijk ligl in ceno doodkist, die dwars vóór op eene tafel is geplaatst, Christus staat er achter in lichtblauw goudgewaad en heeft tevens de blikken deelnemend op de doode gericht en hare kinderlijke ziel in den arm. Aan Zijne zijde staan biddend, zonder smart en zonder verzoek, drie apostelen; twee engelen zwaaien wierookvaten, twee andere houden kandelaars.

(Schilderij van vincenuk Joannes, f 1579 te Valencia.)

3. In het midden der kamer slaat in steile richting eene bodslede met een kersrooden, met gouden galons bezetten llmvee-len deken overhangen; aan het hoofdeneinde liggen twee kussens van goudstof op elkander, met zware kwasten aan de hoeken. De onlzielde Moeder Gods maria, met een grijs gewaad en een blauwachtigen mantel bekleed, alsmede met een wit linnen sluier oiti hoofd en schouders gehuld, ligt daarop uitgestrekt.

Achter haar hoofd staan vier apostelen, waarvan één een opgeheven, van ».). IT. S.quot; voorzienen kruisstaf draagt, terwijl een tweede, aan den door hem gehouden sleutel als de h. petrus kenbaar, de overledene beschouwende, zich over de kussens heenbuigt. Daarentegen staan vijf apostelen links van de bedstede, van welke de bovenaan slaande, jeugdigere joannes smartelijk weent, terwijl twee andere de handen wanhopig wringen, een vierde op de geliefde doode wijst en de vijfde, naar zijne gesticulatie te oordeelen, troostwoorden lot de overigen richt. Rechts in het midden ter zijde slaat een jonger met gevouwen banden, terwijl op den voorgrond een tweede, op een bankje zittende, hoogst godsdienstig in ecu hoek leest, en een derde links op don voorgrond eveneens lezend heeft plaats genomen. - Al de hoofden zijn van dubbele gloriekringen omringd. Boven de bedstede rechts hangt een teruggetrokken groen gordijn, terwijl links een boogvenster uitzicht geeft naar buiten, waar verre bergen, eene obelisk en py-ramiden zich vertoonen. De kleuring der kleederen is

-ocr page 674-

-202

grootcndccls glinsterend. Dc hoofden hebben een bruinen ondergrond en gedeeltelijk is dio ondergrond als diepste schaduw gebezigd.

Het beeld, dat zich in die koninklijke galerij van schilderijen te Dresden bevindt, maakt op den beschouwer een zeer diep weemoedigen indruk.

Visioen van de hcnielkroon van Maria.

(Uit; Opeiibaringen der heilige briuitta.)

Ik zag Maria, de Hemelkoningin, de Moeder Gods, die op haar hoofd eenc kostbare, onschatbare kroon droeg, en beur haar viel in wonderbare schoonheid op de schouders af. Zij droeg een gouden kleed, dat in onuitsprekclijken glans schitterde, en een mantel van de kleur des azuurs aan den helderen hemel.

Toen ik mij over dien verheven aanblik verwonderde en in die verwondering verzonken was, verscheen de h. .loANiNJcs de Dooper en sprak tot mij:

«Hoor oplettend, wat dit beteekent! Dc kroon duidt aan, dat maria de Koningin en Gebiedster, dc Moeder van den Koning der engelen is; bet afhangend haar, dat zij de reinste en onbevlekte Maagd is; dc hemelsblauwe man-lel, dat al bet tijdelijke voor haar als dood was. •— Hel gouden kleed beteekent, dat zij in goddelijke liefde innerlijk en uiterlijk brandde en gloeide.

In hare kroon heeft maria's Zoon zeven leliën gezet en tusschen die leliën zeven sleenen geplaatst.

De eerste lelie is de nederigheid; — de tweede de vrees; — de derde de gehoorzaamheid; — de vierde het geduld; — de vijfde de bestendigheid; — de zesde de mildheid, want mildheid bewijst zij allen smeekenden; — de zevende dc barmhartigheid in alle nooden; want in welken nood zich een mensch ook bevinden mag, bij zal gered worden, als hij haar van ganscher harte aanroept.

-ocr page 675-

'ion

Tusschen die leliën hcoll haar Zoon zeven sleenen gezel,.

De eersle steen boteekent hare uitstekende deugdzaamheid ; want er is geene deugd in eenigen geest ol' eenig lichaam, die niet op de volkomenste wijze haar eigen is geweest. — De tweede steen is hare volmaakte reinheid, wijl deze Koningin des hemels zoo rein was, dat men van hare eerste intrede in de wereld al' tot aan haar sterfdag nimmer eene enkele vlek der zonde aan haar vinden kon; zij is waarachtig gansch rein geweest. — De derde steen is hare schoonheid, wijl God om de schoonheid dezer Moeder door alle heiligen te zamen geprezen wordt en de blijdschap der heilige engelen en aller heilige zielen van hare schoonheid vervuld is. — De vierde kostelijke sleen is de wijsheid der Maagd, Zijner Moeder; want hoe getooid zij ook anders was, zij is toch vervuld geworden met alle goddelijke wijsheid bij God, en door haar wordt alle wijsheid vervuld en volkomen. — De vijfde steen is de sterkte; want zij is zoo sterk bij God, dal zij alles vernietigen kan, wat geschapen en gemaakt is.—De zesde steen is de helderheid, die zoo lichtend is, dat de engelen, wier oogen schitterender zijn dan hel licht, door haar verlicht worden, en de booze geesten het niet, wagen, hare helderheid te aanschouwen. — De zevende sleen is de volheid aller blijdschap en zoetheid, die in haar zoo volmaakt is, dal er geene blijdschap beslaat, die niet door haar verhoogd wordt, geen genoegen, dat niet door haar en haar zaligende aanblik in volheid en volmaaktheid wint; want zij is vol van genade boven alle heiligen.

Die ztven sleenen beert haar Zoon tusschen de zeven leliën geplaatst, welke zich in bare kroon bevinden. Vereer en loof dus maria van ganscher harte, wijl zij waarachtig allen lol' en alle eer waardig is!quot;

if til

r*

Müfl

A

-ocr page 676-

02O4

Maria in deu hemel.

(Uit; Dc hemelkroon, tloor pater johann n. stögeu.)

Wie de liefde kent voor eene dierbare, goede, trouwe moeder, wie de smart kent, van haar gescheiden te zijn, die kont ook de blijdschap van het weerzien; en die blijdschap is voor een minnend hart dubbel, tienvoudig zoo groot, als men de dierbare Moeder, die vroeger in ontbering leel'dc en in armoede en lijden, thans bij liet weerzien in het geluk en in de blijdschap en in den overvloed vindt. — Die waarheid zal aan ons vervuld worden, als dat zalige uur komt, dat wij maria in den hemel zien zullen. Wel ons, dat wij dc liefde tot de Moeder Gods, die ook onze Moeder is, als met de moedermelk ingezogen hebben! Wel ons, dat wij, gelukkige Christenen, dc waarde van maria op aarde erkennen, dat liare heldenmoedige deugden het voorbeeld zijn, waarnaar wij streven, dat ons hart haar met kinderlijke trouw aanhangt, dat wij de liefde van haar moederlijk hart, de kracht harer voorbede, de bescherming harer macht honderdmaal in het leven oudervinden; wel ons, dat maria geheel ons vertrouwen en onze teedere liefde bezit! Na jesus heeft maria in het Christenhart de eersle plaats. — Maar als de gedaante der wereld zal voorbij gegaan zijn, als wij den dood der rechtvaardigen gestorven zijn, als.wij het rijk des hemels verworven hebben, dan en dan echt zullen wij die Moeder der barmhartigheid en der genade loeren kennen, en hot zal eene eigenaardige en gewis eene groote hemelvreugde voor ons zijn, als wij daarboven maria niet meer als do »Diensbnaayd des llccrcnals do arme verlaten Moeder des Gekruisigden, maar als d verheer lij kle Moedor des verheerlijklen .iesiis, als Koningin des Hemelsquot; zullen opmerken, haar van aangezicht tot aangezicht zien en haar tevens »oHze Moederquot; mogen noemen. Ja, het gezicht en de erkenning van maria's heerlijkheid zal voor ons eene groote, gelukkige zaligheid zijn. — «Indien geen oog gezien, geen oor gehoord en

-ocr page 677-

205

geen liarl begrepen heeft, wat God lum bereid heeft, die Hem beminnen;quot; welk een troon van glorie moet God dan voor Maria hebben opgericht, die Hem meer beminde, dan alle heiligen en engelen, en die weder door God meer bemind en rijker begenadigd werd, dan alle andere geschapen wezens! Maria, die verwaardigd werd, de «Moeder Godsquot; te zijn, die aan genade, deugd en verdienste allo menschen en allo engelen overtrof, werd door God ook verheven boven allo koren der hemelbewoners. Haar troon is het naast bij Gods troon geplaatst. «Gelijk het licht der zon den glans der sterren overtreft, zoo overtreft de glorie der Moeder Gods die van alle andere zaligen,quot; zegt de h. BAsiLius de Groote; «en gelijk de sterren en de maan als verdwijnen, wanneer de zon opgaat, zoo wordt liet hemellicht del' heiligen en Engelen als verdonkerd door maria's heerlijkheidzegt de h. petrus damiani ; «en gelijk de maan en de planeten van den weerschijn der zon schitteren, zoo ontv;nigcn de zaligen van de aanschouwing van maria en van den weerschijn barer heerlijkheid ecne vermeerdering van plighe-i^i en blijdschap,quot; zegt de h. niiRNARDiNus van sii''NA- Daarom zal, naar de uitspraak der heilige Vaders, ju''0' c,i blijdschap het aandeel dergenen zijn , die maria in hei 'quot;l'n el licht aanschouwen.

De geliefde jonger (lcs Ileeren, de h. joannes, schildert in de Openbaring een r'oot wonder in den hemel, «eene Vrouw, die bekleed Wi s met de zon, aan hare voeten had zij de maan en op haör hoofd eene kroon van twaalf sterren.quot; (Openb. 12 : 1.) — O mijn God, hoe zwak is dit beeld bij de werkelijkheid! — üe kroon, waarmede de eeuwige Vader Zijne geliefde Dochter, de céngeboren Zoon Gods Zijne geliefde Moeder en de Heilige Geest Zijne geliefde Bruid getooid en verheerlijkt heeft, is duizendmaal schooner dan eene kroon uit kostbare steenen, uit schitterende sterren! Wat is het licht van den dag tegen do zon der gerechtigheid, van wier stralen maria omsloten is l In plaats van de maan zijn alle engelen en hemelscho gees-

■ ■ :

■ v ■„ 1

mm v--'

: 1

' w;

m

-ocr page 678-

'■i

i

206

len aan liarc voeten; want haar troon is heerlijker en verhevener, dan de tronen der Cherubijnen en Seraphijnen. Jesus zit ter rechter hand des hcmelschcn Vaders. Maria zit ter rechter hand haars goddelijken Zoons. Gelijk zij op aarde vol genade was en gebenedijd onder de vrouwen, zoo is zij in den hemel vol heerlijkheid en gebenedijd door alle koren der hemelscbe geesten, die een eeuwig Alleluja, een eeuwig lollied aanheflon, dal zij zulk eene Koningin, zulk eene Moeder hebben.

Doch, o maiua! hoe koud en hoe ellendig zijn mijne woorden, waarmede ik onze blijdschap en ons geluk zou willen uitdrukken over uwe heerlijkheid en uwe zaligheid in den hemel. Spreek gij tot ons hart, heilige Kerk, onderwijzeres der wijsheid; uwe taal schildere ons, hoe schoon, hoe gelukkig, hoe beminnelijk, hoe gf-oot en verheven, hoe heerlijk maria in den hemel is; en welk eene zaligheid hun wacht, die eenmaal ha?'' gelaat kunnen zien, aanhaar Moederhart uitrusten, aan harO hemelvreijgdc deel nemen ! — Mij dunkt, dat ik dien vvensch vervuld z;e) als wij in het gebed den geheimvollen zin willen peamp;choi|Wen van dien eerc-krans, dien de Kerk voor Onzè hieve. Vrouw le Lorello gevlochten heeft. In die beroemd6 en zoo zoete litanie zijn alle beelden en geheimen verzan!0'^ en bijeengevoegd, wier vervulling en wier onthulling ma'^'^s gansche hoogheidon heerlijkheid schildert. Hoe meer Wlvj daarvan verstaan, des te helderder wordt ons maria's ^'ootheid en ons geluk. De woorden der heiligen geven [getuigenis, hoe zich hel hart door de liefde verwarmt, als men de geheimvolle lofspraken van maria bedenkt, «.Moeder Gods, Moeder der goddelijke genade, wonderbare Moeder, wijze, beminnelijke Maagd, Spiegel der gerechtigheid. Ark des Verbonds, Gouden Huis, Morgensterquot; ----- welke beelden! welke toespeling op maria's onuitsprekelijke heerlijkheid en zaligheid in den hemel!

Ja, zoo God ons genadig is, zullen wij eenmaal alles helder en duidelijk verstaan, wat Gods Geest aan maria geopenbaard heeft. Wij zullen ons onder de schaar der

il i{

i;: 11 Ifquot;

it

li li

Hfl llfl il

li

-ocr page 679-

207

zaligen mengen en met, hen vereenigd een hemelschen lol-zang zingen: «Heil u, maria! zullen de maagden roepen, nvij zijn koninginnen (.les hemels, maar gij zijl onze Koningin ; want gij zijt de eerste, die ons liet voorbeeld hebt gegeven, om onze maagdelijkheid aan God te wijden; gij, o reinste Maagd, hebt ons onzen onsterlelijken llruidegom gegeven.quot; — »llcil u, mahia,quot; zullen de belijders roepen, «gij zijt onze Koningin; uw voorbeeld heeft ons alle deugden geleerd, door wier beoefening wij lot hot bezit des hemels gekomen zijn!quot; — «Heil u, mauia ,quot; zuilen de martelaars roepen, »gij zijt onze Koningin; uw heldenmoed in het lijden Iiccl't ons kracht gegeven, te sterven voor liet geloof, den hemel met ons hartebloed — niet te duur — te koopen!quot; — »IIeil u, maria,V' zullen da patriarchen, de profeten, de apostelen, alle /faUiyen en alle engelenkoren roepen, »gij z'jt onze Koniiigin, de Moeder onzes Ko-nings, de Gebenedijde onder de, vrouwen, vol van genade, de Heilige der he'ligen, dc Veelgeliefde Gods, de Onbevlekte, de Schoonste alle, schepselen! Gij zijt de blijdschap van ons vadei'and, d^ eer van ons allen, de heerlijkheid van het parac!'jsgt; eil( gij zijt Onze Vrouw, en gij zijt onze Moeder, maria, i;n gijvzult eeuwig onze Moeder zijn!quot;

lïe afbeelding ''^r hemelvaart van Maria.

(Houtsne^0*' van albrecht durek.)

• )'

i. Dr. a. van eye schrijft: Het blad, dat in het kunstwerk «Leven Onzer Lieve Vrouw in twintig houtsneden door alrreciit dureuquot; den dood der allerzaligste Maagd voorstelt, wordt door de kunstkenners als «volmaakt schoonquot; in do schikking verklaard en er tevens onder al de werken dos meesters eene der hoogste plaatsen aan toegewezen. — In het midden eener gewelfde ruimte en van het beeld is een groot ledekant, welks gordijnen opgerold of teruggeschoven zijn, ten einde den omstanders de nadering mogelijk

-ocr page 680-

208

lc maken. Op het leger rust, met het gelaat recht naar ons toegekeerd, de heilige Moeder Gods, juist op het punt om met do laatste ademtochten het leed dor aarde weg te ademen. De apostelen zijn om haar verzameld, do gebruiken naar het voorschrift der Kerk verrichtende. Joannes geefl van den linker kant ceno brandende kaars in de stervende hand. Petrus, reeds door de tiara onderscheiden, he sprengt de legerstede met gewijd water, waartoe een ander het vat vasthoudt. Een vierde apostel op den voorgrom zwaait het wierookvat en een vijfde houdt liet kruis opgericht. Aan den anderen kant zijn de overige apostelen in gebed verdiept, en één knielt er aan dcgt; legerstede der Maagd. — In do gansclie ruimte heerscht stille en vurige, weemoedige opmerkzaoiy'ieid op den wonderbaar verheven overgang van do Gebenedijde des Ileeren.

Aan den dood sluit zie!' onmiddellijk de hemelvaart van Maria aan. — De kunstenaar voert Ons dadelijk aan hel reeds weer geopende graf. Nog zijn er de apostelen om verzameld en nauwelijks bet'hen zij hunne heilige gebruiken voleindigd; eer hun gee81 1 '.l(' vindt, van rouw 1 vreugde over te gaan, zien z'.i ('c iiemelsch Verheerlijkte uit het steenen omhulsel ops',aan en zacht en mild zich boven de donkere aarde veii'10^011-) Schitterend neigt dc hemel zich neer en noemt zijnt' ^oriingin op. God Vader cn God Zoon, van engclenschart'n 0'ni'ingd, wachten reeds om haar de kroon op te zette;/1, — En hoe verschijnt Maria? Gelijk haar leven geweest; is, schuldeloos, hoogst aanvallig en bescheiden. De hoogste bestemming, het smartelijkste lot zijn over haar heengegaan en hebben haar wezen, het reine kristal van baar binnenste, niet veranderd, maar bet van bet laatste stof des aardscben rein gespoeld Gelijk het haar eigenaardig, oorspronkelijk wezen was, dat haar tot hare genaderijke roeping bestemd deed worden: zoo is het ook dit nu weer, wat haar het hoogste loon schenkt. Welken glans, welke waardigheid de hemelschc kroon haar ook verleent, wij vinden geen spoor van een

-ocr page 681-

200

^9® ffi! ; li

weerschijn er van, van eene aanmatiging op do trekken van haar gelaat. Zij laat ook dit, even als haar vroeger lot, als de nederige Dienstmaagd Gods over haar komen; wat haar eigenlijk gelukzalig maakt, is toch slechts het bewustzijn, da', nu dc zware aardsche strijd volstreden is, dat zij van nu af onvermengd zijn mag, wat haar aanzijn tot den hoog-sten graad van geluk heeft gebracht — de zaligste Moeder van het liefste Kind, van het goddelijke Christuskind!

Als zoodanig vinden wij de heilige Moeder Gods dan ook op het laatste blad der volgreeks, dat als de vereering van Maria door de heiligen wordt aangeduid. — De kunstenaar heeft bij het ontwerpen er van blijkbaar ten doel gehad, de nu verhoogde Ileerscheres dos hemels en der aarde in het binnenste van haar hemelsch paleis, in het dagelijksch verloop des beginnenden zaligen aanzijns voor te stellen. De ruimte, in welke wij dc verheerlijkte zien, is een zeldzaam mengsel van antieken tempel en burgelijke woonkamer. Maiua zit in het midden van het vertrek, maagdelijk , met ongedekt hoofd en lange, neerhangende lokken, met den koninklijken mantel om Zij draagt het kind jesus op den schoot en leest in een kostbaar gebonden preekenboek. Oin haar heen zijn, als een hofstoet, haar vereerende engelen en heiligen verzameld, liet dichtst bij haar links knielt de h. catharina, die, zelve vorstin, maagd, martelares, boven alle anderen bezig is, de waarde van haar verheven voorbeeld te erkennen. Achter deze bemerkt men den h. paulus en verder op den achtergrond geplaatst den h. antonius en den h. joannes den Dooper, allen aan hunne attributen kenbaar. Daarna rechts op den achtergrond den h. josef , die dc muts nederig in de hand houdt en met zalig oog op maiua en op het kind jesus ziet, voor wien hij op aarde een zoo trouw pleegvader geweest was. Verder naar voren bemerkt men een engel, die op dc harp speelt, en een ander schijnt zich juist met het goddelijke Kind bezig te houden. Op eene borstwering geheel op den voorgrond zijn leliën en Meiklokjes geplaatst

A. Uungari. Ave-Maria-Klokje. II. U

aar iml

;• 1c ken se n adc be-der

311 il

gein der ge, ven

van hel om mi-tol jklc zich I dc ider eds, lijnt ogsl nar-\vo-erd,

X'ld.

dal den; loon schc een

V: J

ill; /:

1P

ïlsirfl

Bil

mm «•jMBf' ' ''

iilil i ; 1

:

1

li-

:d m il

..

-ocr page 682-

210

en kleine vroolijke engelknapen vereeren de Koningin aller heiligen op hunne wijze. De een accompagneert den inu-siceerenden engel, doordien hij uit alle macht met een bos sleutels op een metalen schild slaat; een andere tracht een juist ontloopend haasje te vangen, ongetwijfeld om hel aan het kind jesus te schenken.

In het jaar 1518 vervaardigde ALniiECirr dukhii op een bijzonder blad nog de Ver keerlij kinci van maria. De tee-kcning is met ongewone oplettendheid vervaardigd. Alles er aan is voortreffelijk; de geheele schikking in hoogen graad keurig; de afzonderlijke figuren, vooral de hooiden, doorgaans uitstekend schoon, (hetgeen bij durer's beelden niet altijd het geval is, daar hij gewoonlijk meer naar het karakteristieke, dan naar hot ideale streefde), de plooiing in de nu eens fladderende, dan afhangende gewaden ongemeen doorwerkt. In het midden der hemelsche glorie troont maria, eene hooge en levens bevallige gestalte, het lokkige hoofd met een rozenkrans omwonden. Het Kind staat op haar schoot op een kussen; de Moeder houdt het in de rechter hand eene vrucht toe, doch Zijn oog wordt voor het oogenblik door een ander voorwerp aangetrokken. Dit is het spel van een aantal engelknamp;pen, die aan de voeten hunner Meesteres uit hare vereering in kinderlijke vroolijk-heid eene uitspanning voor zich zeiven maken. — In eene tweede rij, boven de knapen, omringen gevleugelde, schoongelokte jongelingen en maagden de Koningin, oplettender in haar dienst, musiceerend en vruchten brengende. Boven het hoofd dei' Gebenedijde zweven twee engelen, eene groote kroon houdende, onweersprekelijk de beval-ligstc gestalten, die de oudere Duitsche kunst heelt voortgebracht. Daarboven begint het lichte krullen der wolken en de hemel, welks zalige scharen door gevleugelde engc-lenhoofden aangeduid worden.

(Schilderij van bartolomeo esteban mukillos.)

2 j. (i. van quant schrijft in zijne »Reis door Spanjequot;

-ocr page 683-

quot;211

als volgt: Onvermoeid, om de geprezen meesterwerken der Spaanschc school op le zoeken, ging ik naar hcL klooster San .lorge (te Sevilla), genaamd hospitaal de la Caridad; daar zou ik het hoogste vinden, wat muiullo vervaardigd heeft. Hoe voelde ik mij getroffen, toen ik de kerk binnentrad, die thans tot beeldenzaal voor de schilderijen van grooten omvang dient. Onvoorbereid en zonder iets buitengewoons te verwachten, vielen mijne blikken het eerst op den muur, waar vroeger het altaar stond, en eene he-melsche verschijning vervulde mij zoo met verbazing, dat ik als vastgeworteld in diepe vereering stil en onbeweeglijk bleef staan.

De hemel was van een wonderbaar licht vervuld, en de volle maan drong rein door de wolken, die van de aarde opstegen, welke zoo diep onder mij lag, dat ik haar niet zag. Met den eencn voet op de maan, met de linker knie op eene wolk ruslende, stond in het witte, ruim geplooide I doodskleed maria voor mij. De hooge gestalte scheen dooiden storm, die haar blauwen mantel als een zeil golvend uitbreidde, gedragen le worden, en beur schoon haar fladderde ver rond, in lange goudstroomen opgelost. En zij zelve hield de handen vast tegen elkander gedrukt en op zijde gekeerd, als iemand, die bidt en terugschrikt. Met een blik, waarin zaligheid over de verlossing van de smarten des levens en het diepste medelijden wonderbaar vermengd zijn, ziet maria op de aarde neer, boven wier on-eindigen jammer zij nu hoog en vrij in de wijde ruimte des hemels zweeft. Tk weet het gevoel niet te noemen , dat ik nog nooit ondervonden had en dat mij diep schokte, — was het schrik, bewondering, godsvrucht, of dat alles in ééne verrukking? Dit beeld staat niet slechts hoog boven alle werken van murillo, maar overtreft alles, wal de kunst in Spanje voortgebracht heeft. Toch is deze gedachte door de vlucht, men zou kunnen zeggen, de kracht der bezieling, zoo geheel Spaansch, dat geen kunstenaar eener andere natie een beeld van die wegsleepende werking

iii %

' 'ÜI •

mm i

.•.vijl! M?'quot;

i.T,'

mm

iili

iiiï m

I/S®

v-u'

■ ■ jv

;\y':, ■ïi®;

iilp ; i

■'il f: mi

li

IV

-ocr page 684-

210

en kleine vroolijke engelknapen vereeren de Koningin aller heiligen op hunne wijze. De een accompagneert den mu-siceerenden engel, doordien hij uit alle macht met een bos sleutels op een metalen schild slaat; een andere tracht een juist ontloopend haasje te vangen, ongetwijleld om het aan het kind jesus te schenken.

In het jaar 1518 vervaardigde albrecht duuer op een bijzonder blad nog de Verheerlijkinij van maria. De tee-kening is met ongewone oplettendheid vervaardigd. Alles er aan is voortreffelijk; de geheele schikking in hoogen graad keurig; de afzonderlijke figuren, vooral de hoofden, doorgaans uitstekend schoon, (hetgeen bij düreu's beelden niet altijd het geval is, daar hij gewoonlijk meer naar het karakteristieke, dan naar het ideale streefde), de plooiing in de nu eens fladderende, dan afhangende gewaden ongemeen doorwerkt. In het midden der hemelsche glorie troont maria, eene hooge en tevens bevallige gestalte, bet lokkige hoofd met een rozenkrans omwonden, liet Kind staal op haar schoot op een kussen; de Moeder houdt het inde rechter hand eene vrucht toe, doch Zijn oog wordt voor het oogenblik door een ander voorwerp aangetrokken. Dit is het spel van een aantal engelknapen, die aan de voeten hunner Meesteres uit hare vereering' in kinderlijke vroolijk-heid eene uitspanning voor zich zeiven maken. — In eene tweede rij , boven de knapen, omringen gevleugelde, schoongelokte jongelingen en maagden de Koningin, oplettender in haar dienst, musiceerend en vruchten brengende. Doven het hoofd der Gebenedijde zweven twee engelen, eene groote kroon houdende, onweersprekelijk de beval-ligste gestalten, die de oudere Duitsche kunst heelt voortgebracht. Daarboven begint het lichte krullen der wolken on de hemel, welks zalige scharen door gevleugelde enge-lenhoofden aangeduid worden.

(Schilderij van baiiïolomeo esteban murillos.)

2 s. ü. van quant schrijft in zijne «Reis door Spanjequot;

-ocr page 685-

211

Hi

als volgt: Onvermoeid, om de geprezen meesterwerken der Spaansche school op te zoeken, ging ik naar hel klooster San Jorge (te Sevilla), genaamd hospitaal de la Garidad; daar zon ik het hoogste vinden, wat muuillo vervaardigd heeft. Hoe voelde ik mij getroffen, toen ik de kerk hin-nentrad, die thans lot beeldenzaal voor de schilderijen van grooten omvang dient. Onvoorbereid en zonder iets buitengewoons te verwachten, vielen mijne blikken het eerst op den muur, waar vroeger het altaar stond, en eene he-melsche verschijning vervulde mij zoo met verbazing, dat ik als vastgewortcld in diepe vereering stil en onbeweeglijk bleef staan.

De hemel was van een wonderbaar licht vervuld, en de volle maan drong rein door de wolken, die van de aarde opstegen, welke zoo diep onder mij lag, dat ik haar niet zag. Met den eenen voet op de maan, met de linker knie op eene wolk rustende, stond in het witte, ruim geplooide doodskleed maria voor mij. De hooge gestalte scheen door den storm, die haar blauwen inaniel als een zeil golvend uitbreidde, gedragen te worden, cn lieur schoon haar fladderde ver rond, in lange goudstroomen opgelost. En zij zelve hield de handen vast tegen elkander gedrukt en op zijde gekeerd, als iemand, die bidt en terugschrikt. Met een blik, waarin zaligheid over de verlossing van de smarten des levens en het diepste medelijden wonderbaar vermengd zijn, ziet maria op de aarde neer, boven wier on-eindigen jammer zij nu hoog en vrij in de wijde ruimte des hemels zweeft. Ik weet het gevoel niet te noemen, dat ik nog nooit ondervonden had en dat mij diep schokte, — was het schrik, bewondering, godsvrucht, of dat alles in ééne verrukking? Dit beeld staat niet slechts hoog boven alle werken van murillo, maar overtreft alles, wat de kunst in Spanje voortgebracht heeft. Toch is deze gedachte door de vlucht, men zou kunnen zeggen, de kracht der bezieling, zoo geheel Spaansch, dat geen kunstenaar eener andere natie een beeld van die wegsleepende werking

pw

fcilr

Hi: m

ikv-!v

mi

. ui ^

fp'

■iiiiif im

:.a.

lil

m

)ip

i'-mv-

ÜW

3

i4i

Ifi

'11 i .wi

jc.t

m

rm

''tVai

iw

li'Wt

sp

i /M

IV

-ocr page 686-

■212

voort kon brengen. Wij willen daardoor raphaël's van schoonheid doordrongen, tizian's van lioogc waarheid vervulde, angelo's verheven en gorreggio's bekoorlijke werken bij dit beeld niet achterstellen; maar de Spanjaard gevoelt levendiger, zoo al niet dieper, dan anderen. Dit beeld is zoo buitengewoon, dat wij zelfs murillo daarin niet herkennen. De schoonste engelkinderen, dio de Maagd vol blijde bewondering begroeten, zijn geheel in zijn op-geruimden, onschuldigen zin gedacht, want kinderen heeft geen schilder zoo geschilderd als murillo , en deze overtuigen ons, dat wij een werk zien, waarin hij zich verre overtrof. Waar zich deze schilderij vroeger bevond, weet ik niet te zeggen, want de Spanjaarden hebben zoo vele kostbare voorstellingen van die soort, dat men ze niet licht onderscheiden kan; toch geloof ik, dat bet dal is, hetwelk door murillo voor de Franciscanen geschilderd, maar door deze afgekeurd werd. Ik werd in dit vermoeden te meer versterkt, daar dit altaarblad op eene wijze geschilderd is, dat het eene hooge plaatsing vereischt, om zijne volle werking te doen. Tevens moet ik op de wijze schikking van dit beeld opmerkzaam maken. De kleur van den donkerblauwen mantel en het goudgeel van den achtergrond verhoogen elkander en op dezen krachtigen grond komt eenvoudig en ernstig de in het wit gekleede gestalte uit. Uit eene zedigheid, die murillo altijd in acht nam, als hij de heilige Maagd voorstelde, is de rechter voel, met welken zij op de maan slaat, bedekt, en doordien zij op den zoom van haar kleed treedt, is het te verklaren, waarom dit niet, gelijk de mantel en hel haar, in den storm waait; de plooien des gewaads worden daardoor echter gespannen en de edele vormen des lichaams zichtbaar, zoodat het beeld eene verbazende plastische werking doel. Tevens wordt dit vasle vooruittreden des rechter voets ook de aanleiding voor de wonderbare vlucht der lijn, die van den toon tot aan den schedel voorlloopl, aan de houding eene onbeschrijfelijke bevalligheid en aan

-ocr page 687-

alle deeleii zulk eenc veelvuldigheid van wendingen schenkt, dal elk lid schijnt te leven en zich werkelijk te bewegen. Van dien rechter voet uit ontvliedt de gansche gestalte en wijkt, van schrikt doortinteld, naar de andere zijde, en waarheen zij snelt, wijst nog bepaalder de richting der armen aan. Maar nu staart de Maagd over den rechter schouder op de aarde neer, en daardoor ontslaat ongedwongen, met volle vrijheid, zonder geweldige buigingen die spiraallijn in de houding, die onberekenbaar is en slechts naar een visioen opgevat, maar niet naar eenc houding, waarin een model geplaatst was, geteekend kon worden; en zoo heel't ook hier de blik des geestes juister getroffen, dan de meest bestudeerde kunst vermocht. — Dit beeld was met vele andere door do Franschen geroofd en in het meseum napoleon gebracht. Keizer alexandeu bood er den Spanjaarden, naar men zeide, vier honderd zestig duizend Reales do vellon voor; maar de Spanjaarden waren patriottisch genoeg, om die groote som le weigeren, en de keizer te verheven, om dit beeld bij den Parijschen vrede voor zich te bedingen.

(Schilderij van tiziano vecellio.)

3. In «Ilaliaansche Reisquot; van k. frederik scholler leest men: In den dom le Verona zagen wij dit beeld, ontegenzeglijk het voortreffelijkste, dal deze stad bezit en een der volmaaktste werken van den meester tiziano vecellio.

Treedt men eenige schreden van het altaar terug, dal hel versiert, dan meent men geene schilderij, maar eene levende groep le zien. Maria stijgt boven de apostelen, die om haar graf verzameld zijn, in een blauwen mantel zwevende, naai' de hemelsche glorie op. Zij ziel uil hare hoogte terug naar hen, die zij verlaten heeft. De groep der apostelen, die deels haar na in de wolken, deels in het graf staren, is eene der levendigste enkoensle, welke ooil door een schilder gevormd werden. Zij is met on-

-ocr page 688-

^l/l

uitpxittelijke kunst geordend. Al hare deelen staan in scherp evenwicht en bewerken, hij alle veelvuldigheid der stellingen, eeno met do volste bepaaldheid uitkomende eenheid. De karakters, waarop de stellingen berusten, zijn met onovertrefbare waarheid uitgedrukt. In de stelling van dien apostel, wiens lokkenrijk hoofd zich achterover buigt, om de goddelijke Maagd te kunnen nazien, kan wel op het gebied van sterke verkleiningen het uiterste geleverd zijn, wat zich in groote groepen met schoonheid en harmonie verdraagt. Daarin vermeed tizian met meesterhand do klip, waarop do kunst des groeten miciiaël angelo buonarotti zoo dikwijls strandde.

Hot beeld is bewonderenswaardig! liet wekt heimwee op naar het betere land en lokt de ziel hemelwaarts!

Van denzelfden moester bevindt zich eeno gelijksoortige schilderij Ie Venetië in de Koninklijke Academie. — maria vol heilig zaligheidsgevoel en blijde godsvrucht wordt in eeno glorie opgeheven; God do Vader in den lichten ether de armen uitbreidende, staart vol genade op haar neer. Twee rijen kleine Cherubijnen ziel men jubelend aan do beide zijden der opwaarts zwevende. Onder hare voeten zijn dichte wolken, tot de aarde behoorende. De apostelen, eerwaardige hoofden met welsprekende uitdrukking, staren vol verbazing naar boven. — liet beeld bestaat uit drie tooneolon boven elkander. Beneden ziet men de apostelen met verschillende teekonen van verwondering en warm verlangen in de trekken en gebaren. Op wolken zweeft, omringd van vele engelen, maria , naar den hemelschen Vader opziende. Deze verschijnt boven als grijsaard, terwijl Hem een engel den voor maria bestemden diadeem vertoont.

liet hoofd van maria is sterk teruggebogen. Heur baar valt in den open mantelkap terug. Haar gelaat is juist geenc ideale schoonheid, maar de uitdrukking er in, vooral in den blik naar boven, heeft iets oneindig zaligs. Ook de houding van armen en handen stemt daarmede overeen. De groepen dor engelen aan hare zijde, van welke eenige

-ocr page 689-

-215

muziekinstrumenten dragen, zijn vol veelvuldigheid en leven, en in de uitdrukking van geheel haar wezen spiegelt zich eene zachte, rein kinderlijke blijdschap. Dit weidsche beeld is de ware triumf van tizian's meesterschap.

(Schilderij van frkderik oveebkck.)

li' || 1^1 i

4 Aan het »Salzburger Kirchenblattquot; werd in het jaar 1855 uit Rome geschreven: In de werkplaats van overbeck is sedert ecnige dagen het lang verwachte altaarbeeld voor

I

Het beeld heelt, eene booste

SISp'

111#! -

■ fis

li

ÉI,

don Keulscben dom te zien.

van omstreeks achttien voet; smal en scherp gebogen vertoont het den grondvorm van het Gothische venster. In de bovenste afdeeling schittert in wit bemelgewaad — opziende, opzwevende, maria, met gevouwen bandon in loodrechte, plechtige houding, in ovale goudglorie, van engelen omringd, die door effectvolle bewegingen de verheven rust dor Hemelkoningin des te meer voelbacr maken en ten toeken van de volheid der zaligheid de acht zaligheden symbolisch vertegenwoordigen. De Koningin der heiligen zweeft reeds boven de koren der heiligen op. Deze verschijnen midden op hel beeld, den hemelschen intocht dor lang gewenschte Moeder Gods verheerlijkende. Ue groep rechts wordt geopend door abraham , die knielend bet offermes in de hoogte houdt en met jubel opziet lot haar, die beur Zoon inderdaad als offer gegeven heeft; naast den aartsvader staat de zoon isaak als jongman, opvallend door het Christus-type van zijn hoofd; achter hem jakob. adam en eva besluiten deze groep; adam, niet als de ideale stam-mensch, maar als de begenadigde vader dor zonde en des doods; eva — met aandoening opziende lot de ware eva, eene betrekking, door de blijkbaarste overeenkomst van hel gelaat nog bepaalder aangeduid. Tegenover de patriarchen zien wij de profeten: david aan hun hoofd, naast abraham knielende, de snaren bespelende, het gekroonde hoofd aanbiddend buigende. Boven hem steekt moses in hooge geslallc uit, achter beiden knielt isaias in feestge-

Ir

-ocr page 690-

216

waad; van ezechiel verschijnt hel bovenlijf, van daniel hel borslbeeld mei jeugdig, in zalig visioen geneigd, bevallig gelaal; mei bruin, ernslig gelaal staarl jerejiias van den rand uit, — Tusschen die beide groepen vol drastische werking verloonl zich een koor van vrouwen uil hel Oude Verbond, in perspectievische verte, saua achter abraham, de heldin Judith bij DAviD, tusschen beiden de gekroonde esther. ruth en abigaïl zijn ondergeschikt. Wonderschoone, in licht en glans zich rollende wolken scheiden de hemelingen van de aarde, die perspectievisch in de dieplo ligt, zee en land. In het midden omringen de dertien apostelen (want ook paulus is cr bij) hel ledige graf, in optische verkleining; de kerk links met eene naderende processie (die echter eerst nog geschilderd moet worden) symboliseert den Maria-dienst; rechts slaan de aartsbisschoppen droste-vischering en kardinaal v. geissel, als leiders van de Maria-vereering in hun dom. Dit diep liggende, schemerende tooneel op aarde contrasteert met de lichte hemelglorie op eene wijze, dat de woorden dooide ziel klinken: bedenkt wat boven is, niet wat op aarde is!quot;

De kroning- van Itlaria in den hemel.

(Schililorij van Fra oiovanm ai*gei.ico da ïiksolb.)

Dr. ernst föbster bericht: Dit beeld, dat fiésole voor de kerk Santa Maria nuova te Florence geschilderd heelt, bevindt , zich thans in de galerij der Uffiziën.

Gehuld in een met gouden sterren doorwerkten azuren mantel en een rozerood kleed, de handen zacht over de borst gekruist, gelaat en bovenlijf in ootmoed gebogen, zit Maria voorden Koning des hemels, die, eveneens gekleed als zij, een edelsteen in den krans schijnt te zetten, welke haar hoofd omringt. Een gouden stralenregen valt van boven van hel beeld over beiden neer en verlicht den ganschen hemel. Eene engelenrei omringt dansend den

-ocr page 691-

217

troon; eene tweede, in verderen kring, accompagneert ze met hot spel van veelvuldige snaai'- en blaasinstrumenten. Weder andere zijn in aanbidding neergezonken of prijzen lofzingend het hemelsehe paar. — Is over deze gestalten alle betoovering van onschuld, bevalligheid en zaligheid uitgestort; de vrome schilder slaagde er niet minder in, de werking dezer verschijning in de zielen van heilige mannen en vrouwen uit te drukken, die hij als getuigen der plechtige handeling in de benedenste al'deeling van hel | beeld plaatst. ') Uier zijn van den eenen kant de h.h.

nicolaas van i!aiu, egidius , dominicus, uieronymus , be-

nedictus, zelfs pausen, dan petrus en paulus enz.; van I den anderen kant de h.h. mahia magdalena, catiiarina en | vele andere vrouwelijke heiligen, waarbij de wijze maag-iden; onder haar van de mannelijke enkel de h. stephanus | en petrus de Martelaar.

Maakt men eene onderscheiding tusschen de hemelschil-| deringen van fiésole , dan behoort deze tot de allerbeste, j wijl bij de zuiverheid, liefelijkheid en schoonheid der gestalten ook eene bijzondere volmaaktheid van teekening en uitvoering komt.

Het graf der heilige Maagd Maria.

'1. Constantijn TisciiENDORF bericht uit het Heilige Land: » VVij wendden ons te Jeruzalem naar de St. Slephanus-yoort, aan wier buitenzijde twee paar leeuwen, in hall verheven werk in steen uitgehouwen en den oosterslen smaak verradende, de blikken tot zich trekken. Volgens eene overlevering zijn zij door soliman aangebracht, tol aandenken aan een gezicht, dal hem van de voorgenomen verdelging der

1) Met de tegenwoordigheid der genoemde heiligen uit den latercn tijd des Christendoms geeft ons de innig godvruchtige kunstenaar als het wave een profetischen voorsmaak, hoe hot eenmaal mede een deel der zaligheid van de verheerlijkten zal uitmaken, makia, de Kouingiu aller heiligen, in hare hemelsehe glorie te aauschouweu.

-ocr page 692-

218

heilige stad afschrikte. De opgegeven naam dor poort komt daarvandaan, dat de eerste Christelijke martelaar door deze ter steeniging moet uitgeleid zijn, waarvan het schouwtooneel niet ver van daar aan den weg getoond wordt, die naar het dal Josaphat afloopt.

Toen wij dien weg afgelegd hadden, kwamen wij in de diep naast den tuin Gethsemanc grotsgewijze aangelegde Grafkerk van maria. Men gaat langs zeven en veertig breede marmeren treden naar beneden.

Dat maria, de Moeder des lleeren, op deze plaats van het dal Josaphat haar graf, dat is een praalgraf bezit, is stellig reeds uit de hooge Christelijke oudheid overgeleverd, liet hoogvereerde graf zelf, in den vorm eener doodkist, gelijk alle graven, die men om Jerusalem bemerkt, in de rots gebouwen, bedekt met eene witte marmerplaat, bevindt zich in eene kleine vierkante kapel in het oostelijke deel der kruisvormige kerk, daar waar de muur door de natuurlijke rots gevormd wordt. Buiten dit worden ook de graven van joachim en anna, de ouders van maria, en dat van den h. josef in die kerk vereerd, namelijk in twee heilige nissen of kapellen, die ten oosten en ten westen der marmertrappen aangelegd zijn, omstreeks in bet midden. — Boven het graf der heilige Maagd branden 10 lampen.

De kerk met een fraai, in matigen puntboog gewelfd portaal, verraadt een vrocgtijdigen aanleg. In de zevende eeuw spreekt van haar bepaald de Fransche bisschop arculf; in hoe verre de nog vroegere vermeldingen van eene «kerk te Gethsemane,quot; waarvan de eerste reeds bij den b. Hiero-nymus gevonden wordt, op deze betrekking hebben, is twijfelachtig. Verwoestingen beeft zij bovendien sedert hare eerste stichting dikwijls ondergaan; het duurzaamst bleef de in de twaalfde eeuw door de Frankische koningin melesendis, de gemalin van balduin II, uitgevoerde bouw, en zelfs de tegenwoordige toestand schijnt grootendeels lot hem terug te gaan.

Maar wat aan de kerk eene bijzondere merkwaardigheid

-ocr page 693-

210

.....m

.si

v-if 1

schenkt, is de vereering, die haar ook door dc Moslemim gebracht wordt. Vóór verscheidene eeuwen hebben zij een deel er van zelfs tot moskee gewijd. Thans bezitten zij er ook nog wel eene bid-nis in; maar het schouwspel, dat men in hetzelfde heiligdom Christenen en Mohamedanen ziet bidden, is eene zeldzaamheid geworden.

2. Dr. Alban stolz schrijft in zijn «Bezoek bij Sem, Cham en Japhctquot; het volgende: sik ging te Jerusalem den lijdensweg (Via dolorosa) af, de poort uit, het dal in en naar de grot, waar ghristus bloed gezweet, moet hebben, en die nu lot eene kapel ingericht is. Vooraf trof het juist, dat de grolkerk, waarin het graf van maria vertoond wordt, open stond; dc Grieken bezitten het. Men moet opvallend diep nederdalen; de lamp-verlichting was voor mijn oog niet. voldoende, om alles nauwkeurig te zien. Maar de herinnering was mij schoon, dat ik onder alle Christelijk-hcilige plaatsen in Palestina het eerst aan die plaats kwam, die als de ^grafstede van mariaquot; vereerd wordt, want zij was de bodem, de tuin, uit welken de goddelijke kruisroos ontsproten is. Ik kwam zoo aan dc herinneringsplaats des eigenlijken begins van alle Christendom.

3. Wilhelm prtsac verhaalt; »Ucl graf van maria is eene grot, waarboven eene kerk gebouwd is, en in welke men langs een trap van 47 treden afdaalt.. Rechts van dien trap bemerkt men, omstreeks op dc helft der hoogte, de graven der bh. joaciiim en anna, daar tegenover het. graf des h. joskf , den voedstervader van ciiristus, en verder beneden in dc verdieping rechts — in eene bijzondere kapel — het graf der zaligste Maagd Maria, die, even als haar goddelijke Zoon, de ontbinding niet. zien zou, maar in plaats daarvan slechts bloemen cn linnen achterliet , waarin men de overledene gewikkeld had; terwijl zij weinig dagen na haar dood en hare begrafenis dadelijk in den hemel opgenomen cn zoo in den eigenlijken zin de «Moeder der levendenquot;' werd, de Nieuwe eva, in tegenstelling van de Oude eva , die, nadat zij hare bestemming gemist had,

i

;■ i

I

I

I

■ ■

ii

fffijUmnHWi |

I

I

il:

ïil

■ ttt amp;

1

-hH vrit

1 :i

¥

• m'-

Uil

ér

P

-ocr page 694-

m

de »Moeder des doodsquot; geworden is. — Het graf' der zaligste Maagd bevindt zich dicht bij, of liever onder de Doodsangstgrot van jesus, die ook nog daardoor merkwaardig is, dat zij den eersten ouders, nadat zij uit het paradijs verjaagd waren, een tijd lang tot toevlucht gediend heeft.quot;

4. Maria josef van geramu, uil. de Trappisten-Orde, meldt: »lk begaf mij bij het aanbreken van den dag naar het praalgraf van Maria. Ik begoot dit heilige gedenkteeken met rozenolie, ter herinnering aan de «Rosa mystica,quot; welke hier tot op den derden dag vóór hare lichamelijke opneming in den hemel gerust heeft. Ik bleef eenige oogenblikken alleen in de beschouwing van de verhevenheid, de deugden en de weldaden der heilige Moeder Gods, en vooral in de gedachte verdiept, dat zij zich van hier uit tot den troon des Allerhoogsten verheven had. In mijne verrukking meende ik bij de hemelvaart dezer gebenedijde Maagd zelve tegenwoordig te zijn; ja ik meende te zien, hoe zij glorierijk in den hemel opsteeg. Witte duiven zweefden boven de heilige grafkerk, toen ik weer buiten kwam; als waren het vredegroeten van de lieve Hemelkoningin, zoo lief en zacht klonken hare vleugelslagen!quot;

5. August graaf van chateaubriand knielde op een helderen morgen voor het, graf van Maria, dubbel verlicht — door de stralen der zon en het licht der gouden lampen. «Geenc smart,quot; schrijft hij, «die men anders bij graven gevoelt, geen rouw, gelijk men hem anders op begiaaf-plaatscn ondervindt, benauwde mijne borst. Blijdschap en vrede, troost, verlangen en liefde vervulden mijn hart; want ik dacht aan de laatste woorden van Maria: dat zij ons in den hemel niet zal vergeten!quot;

En de h. anselmus betuigt: «maria is de beste aller moeders!quot; en de h. epiirem zegt van haar; »iiaria is de zon des levens voor ons allen!quot;

-ocr page 695-

221

De Kruidemvijdiii!!.

BETEEKENIS DEll KRÜIDENWIJDING.

(Uit cene fcest-predilcatie van Dr. mauïin düx.)

De epistel van dezen feestdag nit. hel bock Ecclesiasl.es (K. 24) schildert de goddelijke wijsheid. Zij treedt zelve sprekend op en vergelijkt zich inet hoornen en gewassen, die verschillende vruchten en eigenschappen hebben. Alle kunnen zij ook als zinnebeelden dier Moeder maria beschouwd worden, die de eeuwige wijsheid gebaard heeft. De ceder-hoornen op den Libanon en de cypresboomen op den berg Hermon duiden hare hoogheid en waardigheid onder de vrouwen aan, de palmboomen te Cades, de rozestruiken te Jericho, en de olijlboornen betuigen hare schoonheid, hare kracht en vruchtbaarheid in alle deugd en de genade Gods. Van de hoornen gaat de feest-epistel over op de welriekende gewassen en zegt, dat zij eerr geur van zich gegeven hebben, als kaneel en kostelijke balsera, en een zoeten geur, als uitgezochte mirrhen. —En dit alles past ten volle op de kostelijke deugd-geuren der allerzaligste Maagd maria.

Nu is het duidelijk genoeg, in te zien, hoe zinrijk het de Kerk ingericht heelt, dat zij juist op het feest der opname van maria de kraidenwijding verricht. Veelvuldige kruiden worden heden naar de kerk gebracht, om door-het gebed der Kerk gezegend te worden.

Doch wat zijn kerkelijke zegeningen of benedictiën? Het zijn vvcnschen en gebeden der Kerk, uitgesproken over zekere voorwerpen, die ten gebruike der menschen dienen: «dat God de geloovigen, die er gebruik van maken, onder Zijne bijzondere hoede moge nemen, hun de zaken, die zij gebruiken, doen gedijen, en alles tot de welvaart huns lichaams en hunner zfel doen strekken.quot;

Het gebed ol de zegen nu, dien de Kerk over de kruiden uitspreekt, bestaat in het wezenlijke in het vurige gebed tot God, den hemelschen Vader: Hij, de Almachtige, die alles in den hemel en op aarde geschapen heeft en die

-ocr page 696-

22v2

over alle elementen gebiedt, zegene ook deze Zijne schepselen, de kruiden der aarde, die Hij tot voedsel en genezing, tot nu ten genoegen der mensehen geschapen, en zoo wonderbaar met kleuren, geur en smaak en genezende kracht toegerust heeft, — ook deze Zijne schepselen zegene en heilige de Algoe-detierene, gelijk Hij eenmaal de vijf brooden en dc twee visschen in de woestijn gezegend cn vijfduizend man er mede verzadigd heeft, — Hij zegene en heilige ook allen, die er van gebruiken, cn doe het hun voor ziel en lichaam gedijen; Hij wende van mensehen en dieren, die er van genieten, genadigst elk bederf, elke list en vervolging des duivels, e.ke verwoestende ziekte cn elke smart af.quot; Het is de kinderlijke bede tot den hemelschen Vader: Hij moge aan de kruiden, die op dezen feestdag der zaligste Maagd maria in den naam der allerheiligste Drievuldigheid gezegend worden, de hun door Gods scheppershand ingestorte geneeskracht, door de voorbede der zaligste Maagd map.ia, voor allen zich doen bevestigen, die aan het werk der verlossing gelooven, waartoe de reinste Moeder, de »Moeder der goddelijke genade,quot; zoo krachtig medegewerkt heeft, en die op hare voorbede vertrouwen! Het is het vurig verlangen der Kerk, dat de «Heer der genadenquot; de gemoederen barer geloovigen van deze aardsche kruiden en hare sterkende krachten moge verheffen lot Zijne bovennatuurlijke genade-planting in het rijk Zijner heilige Kerk, hen sterken door de genezende kracht Zijner heilige Sacramenten, hen vervullen met den geur aller Christelijke deugden, opdat zij zeiven een ))geur van Christusquot; worden, een geur, die zelfs de bederflucht des grafs overwint.

Dit is de inhoud cn bet doel der kerkelijke kruidenzegening.

Hoe aantrekkelijk cn tevens hoe verheffend voor ons geloof is dus de zegen der Kerk op dezen dag! — Niet slechts de mensch, maar ook dc natuur zucht onder de straf der zonde, die door de stammoeder eva in den lusthof bedreven is. Ook de natuur, en wat zij voortbrengt, smacht en zucht naar bevrijding van de snoode heerschappij

-ocr page 697-

223

|;;,j

des boozen, van de invloeden van Satan. Doch door den Verlosser wordt Satans duistere macht gebroken, doorliet gelooi' aan Hem kan geenerlei kwade inwerking over Gods schepselen de overmacht behouden. In den naam van jesüs worden dus de kruiden gezegend op dien dag, waarop de tweede eva. Zijne engelreine Moeder maria namelijk, ais eene welriekende Hemelbloem glorierijk lol haar Zoon terugkeert. Hoe gepast is dus reeds—volgens den lijd — die kruidenwijding! De eerste eva had aan den boom gezondigd, en juist op dien dag, waarop de tweede eva voor den hemel rijpt, wordt de zege van den kruisboom zeiven aan de levenlooze natuur zichtbaar voorgesteld dooiden zegen, dien de verloste Kerk aan de kruiden dei-aarde schenkt. Wij belijden daardoor, als kinderen dei-Kerk van jesüs, ons geloof aan de zege van chiusïus over het rijk des boezen; wij belijden ook ons gelooi' aan liet verderf der zonde, die den mensch niet slechts, die ook de gansche natuur doorgedrongen is en aangestoken lieel't en hare treurige gevolgen nog heden vertoont. — Wij belijden daardoor, dat wij zonder Gods genade een schadelijk onkruid zijn, dat slechts met zonde woekert, on dat wij enkel door do genade van ciiristus seen welriekend geneeskruidquot; kunnen worden, ■—- Wij belijden, eveneens daardoor ons geloof aan God, als den Heer der natuur, en dat ook wij eykcl van God het behoud van ons lichaam en leven, onze gezondheid en al het voedende en onderhoudende, wat ons de natuur schenkt, te verwachten hebben. — Wij belijden daardoor tevens ons geloot aan de kracht van het gebed der Kerk, door wier bemiddeling ons allo goddelijke genadestroomen heilzaam toevloeien

'iP

Si

;'U :.;/1

ffi l't-

li1

11

m

rWi:

, ^

ift ■: 4#

Ml

11

:É|

ÉP

ons Niet ;r do i den engt, appi,

1

Volgens dürand van mende worden op het feest Mam-Hemelvaart bloemen en kruiden gebenedijd, wijl de heilige Maagd maria in hare legende met eene roos en lelie vergeleken wordt.

En martin nönigsdoiifek ze^t in eene zijner feest-predikatiën; „Gelijk eenmaal het geloovige Joodsehe rolk bij den intoeht van ciiristus te Jerusalem palm- en andere takken van de boomen hieuw en op den weg strooide — ten teeken der liefde, die men ciiristus, als den Koning Israels , wilde

-ocr page 698-

224

HERINNERINGEN AAN DE KRUIDENWIJDING.

1. De professor in de theologie leBrixen, alois meszmek schreef in zijn werk: sReisbiaden, verzameld tusschen Weencn en Amsterdamquot; tijdens zijn verblijf in de mccsla door Protestanten bewoonde stad Neurenberg liet volgende

Des anderen daags was het feest )-gt;Maria-Hemelvaartquot; dal de teederste snaren van een Christelijk gemoed zoo innig treft. De Kerk beschouwt het als een feest van blijdschap in den hemel en op aarde. Alle schepselen worden uitge-noodigd, God te loven voor de bovenmatige volheid der genade en heerlijkheid, die der Uitverkorene ten deel ge vallen is. — Het is het feest der onsterfelijkheid en zaligheid; geen onderwerp wordt daarom op oude gedenkteekenen van graven liever en meer voorgesteld, dan — Jtfam-Kroning, Het is het feest der eeuwige schoonheid; want mauia stijgt toch op als het opgaande morgenrood, uitgelezen als dc zon, schoon als de maan, vreeselijk als een geordend krijgs-leger. — Daarom is het ook hot feest de/ heilige kunst en de oude meesters wisten hunner kunst niets verheveners en schooners ten taak te stullen, zoodat het gemakkelijk zou zijn, te Neurenberg alleen meer dan dertig, ja we

bewijzen; zoo draagt heden de vrorae Christenschaar kruiden en bloemen naai de kerk, om hare blijdschap te doen zien over den hoogheerlijken intocht, dien maeia, als Koningin aller engelen en heiligen, op dezen dag in het hemelsche Jerusalem gehouden heeft.

Men leest in den algemeenen Kerk-lexicon van Dr. j. aschuaoh; ,.IIct feest Maria-Hemelvaart heeft in Duitschland ook den naam „Kruidenwijding of „Wortelwijdingquot; of „Specerijwijding,quot; omdat d-- oude Duitsehers op dezen dag zekere kruiden verzamelden, waaraan zij eene looverkraeht toeschreven. — Om dit bijgeloof uit te delgen, lic' de Kerk ter eere der heilige MaagJ maria kruiden wijden, en zoo verkreeg datgene eene godsdienstige beteekenis wat vroeger aan tooverij werd toegeschreven.'

Dr. w. menzel merkt in zijne Christelijke symboliek aan: „De 15 Augustui beteekent deu tijd van den afgeloopen oogst. — Op denzclfden feestdag der Hemelvaart van maria had er eveneens op den Sneeuwkop, het hoogste puul van het Silezisehe Ueuzengebergte, een kruidcnfccst plaats, waarbij de velt zoogenaamde kruidenmanuen vergaderden, lieden, die uit dc heilzame kruiden van het gebergte geneesraiddeleu bereidden en verheen verzonden.quot;

-ocr page 699-

225

vijftig uitstekende voorstellingen van dit onderwerp in metaal, steen, hout en kleuren Ie tellen, die alle verwoestingen nog overleefd hebben. — Eindelijk is het ook een feest der natuur;

//Het midd'laarsambt voor alle wezens

Is aan Utu handen toevertrouwd!quot;

gelijk in een Marialied van a. w. v. sculegel slaat. — DU is bij ons te lande op teedere wijze daardoor uitgedrukt, dat op dezen dag de IniiMeimljdinij gehouden wordt. Dan wordt er verzameld wat op berg, op vlakte en in tuinen aan geurige geneeskruiden groeit; «Lieve-Vrouwebloesemquot; met de goudsterrige beziën; »oregoquot; met de violetdonkere, kruidige bloesems; »steen-en tuinruit,quot; vervolgens «Kerstkruid,quot; dat uit de broodkruimels der Kersttafels ontspruit, en vele andere. Er ligt reeds van nature geneeskracht in deze planten; maar door den zegen op Maria-Ilemelvaart worden zij dubbel geneeskrachtig voor mensclien en dieren. Ook geldt bij ons te huis (in Tirol) het vrome geloof onder de kinderen, dat op dezen dag alle gewassen des voids onder de bijzondere beschutting dor heilige Moeder Gods staan, en dal het zonde is, ook slechts een grasje uil te plukken.

Ik kwam op den morgen van het feest zelf op het schoone marktplein van Neurenberg voor «Onzer Lieve Yrouwe-zaal gelijk de Vrouwekerk van onds genoemd werd. De Protestanten hebben ons Mariafeesl nog wel in den almanak, maar niet meer in liet leven; de markt was wel met groen, moeskruiden en bloemen gevuld, doch niet lol wijding, maar ten verkoop. Ik moest door hel onheilig geveil heen in de kerk doordringen, waar zeker de Kalholieke gemeente feestdag hield en velen aan de tafel des Ueeren gingen. Hoe klein is toch thans hier het rijk van de Moeder «der schoone liefdequot; geworden! En zij staart toch nog uit oude tijden van tallooze hoeken der huizen zegenend in de stralen der stad neer en noodigt de voorbijgangers onder hare bescherming — maar hoe weinigen, die meer opzien!

A. Uuugari. Ave-Uoria-KIukje. H.

-ocr page 700-

220

2. In verscliillcnde streken van Beieren heet de 15 Augustus üllos-VrGUwedag.quot; De meisjes brengen talrijke en groote bossen bloemen en kruiden naar het altaar Onzer Lieve Vrouw en laten zo door den priester wijden. Uit den naam der verscliillcnde kruiden blijkt, dat zij alle tot maiiu in bi jzondere betrekking staan en als zinnebeelden zijn van tie bloemengarderobe en het huisraad der glorierijke Hemelkoningin. In het midden van den bos moet noodwendig het kruid shemelsbrandquot; liggen. Dat is de koningskaars, van welke in een ouden zegen gezegd wordt:

//Onze Lieve Vrouw gaat over 't land,

Heeft den hem el «brand in hare hand!quot;

.quot;5 In zijn werk «liet Beiersehe Hooglandquot; schrwt ludwic. sïeub zeer schoon: »0|) Maria-Ilernelvaart zendt elk huis een bos kruiden naar de kerk, die vóór de Hoogmis gewijd worden. Daarop verheugen zich reeds alle kruiden, en de bloemen bloeien dan het schoonst, onzen Lieve Vrouw-ter eer. In dezen lijd is de gansche natuur hel vriendelijkst jegens den mensch; de kruiden en wortels hebben de meeste kracht; de gillige dieren, adders, iltissen, vle-dermuizen, padden zijn thans (naar het volksgelool) niet giftig. — De op dit leest gewijde kruiden worden in de zoogenaamde »rooknacliten,quot; met St. thomas, vervolgens met Kerstmis, Nieuwjaar en Driekoningen, telkens in den vooravond met jeneverbessen en wierook in de gloeiende pan geworpen en daarmede de woonhuizen cn stallingen der dieren berookt.quot;

Bij onweders werpt men deelen der gewijde bossen op het haaidvuur, opdat de bliksem geen nadeel doe. — Op vele plaatsen wordt de asch bewaard en men bestrooit daarmede de stervenden in hun laatste uur. — Wat van de oude bossen overblijft, wordt op den volgenden 15 Augustus verbrand.

-ocr page 701-

Mariabloemen.

(Naar: Christelijke symboliek, door Dr. VOI/FQANQ MENZEL.)

Naar de legende werd, loen de licilige Maagd maria ge-slorven was, op den derden dag liaar lijk niet meer in hel. graf gevonden: hel was opgestaan en ten iicniel gevaren; maar in de doodkist groeiden — hloe.ncn ten bewijze van liet wonder en levens van hare maagdelijkheid.

liet feest der Hemelvaart van maiua is daarom eveneens dat der sKruidenwijdingdus een groot hlocmenfeest.

Een menigte namen van bloemen hebben op maria betrekking en worden wegens haar teederen vorm en kleur met de kleedingstnkken van deze vergeleken. Zoo de Mariahandsehoen; de Vrouweschoen of het Mariapantoffeltje; Lieve Vrouvvemantel; Mariavlas; Onze Lieve Vrouwe-bedstroo (bard hooi); Vrouwehaar; Mariagras, Mariadistel met witte spikkels, op welke de droppels van maiua 's melk moeten gevallen zijn; van do baagroos meent men, dat zij zoo goed riekt, omdat maria eens haar sluier daarop gelogd beeft.

Op een Fransch miniatuurbeeld groeit maria met het Kind in eene vlammende glorie uit eotv bloem op. —- Ook ALRREciiT durer vormde in eene randteekening de door een engel gekroonde maria op eene bloera slaande. — In het algemeen heet de heilige Maagd in de kerkliederen dikwijls «Hos florum, üloem der bloemen.quot; — De oude Spaansebe dichter gonzalo herceo vergelijkt de namenen deugden van maria met de tallooze bloemen der ruimste vlakte. — En reeds in koenraad van wurzuurg's gouden smidse wordt van maria gezegd:

//Gij zijt een. levend Paradijs Met vele en. ed'le bloemen!quot; 1)

1

Eeue zonderling fantastische droomvoorstelling van de sekte der droo-mende Maniche'èrs herkende in den genr der bloemen den luehttoelit van het paradijs, ja den adem des TIeilands zeiven. — De Manicheërs namelijk ge-looven, dat de in de duisternis der aarde begraven lichtkiemen slechts in de planten op kunnen groeien en dat Je sus palibilis, de ziel des lichts, aan het hout binnen de boomen lijdt en zijne opstanding viert door de bloesems en vruchten; daarom gebruiken ook de Manieheers, om zich ciiaisxus toe te eigenen, enkel plantenvoedsei (St. auousïinus, de morib. Manich. C. 1G.)

-ocr page 702-

228

MARIAL1ED.

(Naar justinijs kebneb.)

U, Maagd, die boven 't luchtruim zweeft. 1)1 o rein en lichtend zijt,

Die allen smart en vreugde geeft,

U zij mijn hart gewijd!

Geen lento bloeide me op deze aard,

Green bloemen bood zij me aan ;

Ik sloeg de blikken hemelwaart:

Daar zag ik ze eeuwig staan.

Daar zweefdet Gij in rein geneugt Op wolken helder licht,

Den Zoon in d'arrn, vol hemelvreugd Op 't lieflijk aangezicht.

Wat is deze aarde mij nog nu 'r'

Koud wentelt ze op haar baan;

Mijn hart trekt mij alleen tot U,

O zie mij vriend'lijk aan!

Feestvieringen.

HET FEEST IN V L A A N D E 11 E N.

(Uit; Historisck-politischc bladen.)

(n Vlaanderen, lid land van den stoedschen gildegeesl, ontstonden reeds vroeg talrijke Broederschappen tot gemeenschappelijke viering van godsdienstfeesten, tot wederzijdsche barmhartigheid en ter verheerlijking der Kerk door kunst en poëzie. Zoo wordt do oprichting der Confrérie de notre Dame du Puy (Onzer Lieve Vrouw van de bron) te Valenciennes, ter eere der Moeder Gods en ter wederzijdsche ondersteuning in den ouderdom en in nood, door den geschiedschrijver der stad reeds in het jaar 1229 geplaatst, en in 1426 werd zij vernieuwd. Hare vier bestierders, vorsten genoemd, waren verplicht, op het Broederschapsfeest voor drie »Menestreuxquot; (Ministreelen) en twee «Trompettesquot; te zorgen. Bij openlijke aanplakbiljetten moesten zij verder

-ocr page 703-

de dichters en redenaaars do»quot; stad uilnoodigen, door den lol der Hemelkoningin naar de prijzen der Broederschap te dingen. De leesldag van Maria-IIemelvaart was voor hen de »dag der groole gedachtenis,quot; dan werd liet beeld der heilige Maagd onder gezang door iwaalf daartoe gekozen en als apostelen geklcede mannen in processie rondgedragen, zingende kinderen, als engelen gekleed, vergezelden het. In het groole schip der kerk, waar zij het meest met schilderijen en beeldhouwwerken versierd was, werd voor het vereerde beeld van de Moeder der genaden eene stellage opgericht, waarboven een hemel straalde, en terwijl de speellieden uit de hoogte speelden, werd de hemelvaart der Maagd figuurlijk voorgesteld. Na den maaltijd zeide ieder, die de Koningin van hel leest door een gedichl had I willen verheerlijken, zijne rijmen op; die den eersten prijs :i behaalde, ontving van de broederschap eene zilveren kroon, de tweede een zilveren krans, alle overige dichters tul loon | van hun goeden wil en lot verkwikking des harten twee ! kruiken wijn. be prediker van den feestdag ontving tol dank bel vierde van een lam, de apostelen een schotel Imet vruchten en eene halve kruik wijn, de plechtig door ■ de Broederschap genoodigde Carmclielen en Domenicanen Ider stad, als gasten van hel leest, dubbelen klooslerkost; 1 eindelijk werden ook de armen en allen, die eenigszins tol Ihet leest hadden medegewerkt, met spijs en drank gelaafd. | Men zal wel moeielijk een schooner voorbeeld vinden, waar godsvrucht, barmhartigheid, poëzie en algemeene 1'eeslelijke vróolijkheid inniger verbroederd waren, dan bij dit Hemelvaarifeest der Broederschap van Valenciennes in de dagen der «duistere middeleeuwen.quot; En waarschijnlijk beperkten zich de feesldichlers van zulke Broederschappen niet slechts tol lofliederen, maar vervaardigden zij ook looneelspelen ter eere der gebenedijde Maagd; ten minste bezit de koninklijke bibliotheek van Parijs nog twee foliobanden, die geestelijke drama's van de wonderen Onzer Lieve Vrouw bevatten en naar het schrill vóór 1350 gesteld

-ocr page 704-

230

worden. De spelers gaan daarin len offer, gelijk de Broederschap aan haar feest; bij het begin, in het midden ol aan het einde zijn meerdere dier spelen van ecne predikatie vergezeld, die met het stuk zelf in volstrekt geen samenhang staat, wijl de prediker er den inhoud vooraf niet van kende; eindelijk volgt bij ecnigc een bekroond lollied en ten slotte in eenige verzen eene vermaning aan de bestierders: om de allerzaligste Maagd recht van ganscher harte te dienen. Nog is ook zulk een Ylaamsch geestelijk spel behouden, dat de lïroederschap des h. lukas te Antwerpen, die uit schilders, architecten, beeldhouwers, graveurs, glasschilders, tapijtwerkers enz. bestond, in de vijftiende eeuw len looneele voerde.

LANDELIJKE PROCESSIE IN TIROL.

(Uit: Levensbcchlen uit Tirol, door Hermann dreïeu.)

De schrijver bericht uit Rodau. lieden is het Maria-Hemelvaart. Naar eene vrome legende vond de apostel tiiomas, toen hij het graf der Moeder Gods bezocht, hol lijk verdwenen. Kostelijke geuren stegen uit het graf op, en ziel witte leliën, rozen en duizend andere bloemen lagen daar, waar het lichaam der heilige Maagd mama gerust had. — Het liefelijkste alleen is waardig, tot feesttooi te dienen, als de dagen feestelijk gevierd zullen worden, welke aan het aandenken der Madonna gewijd zijn. En wat is liefelijker, dan de kinderen van den zomer, de bloemen? Van oudsher pronken ruikers voor de Maria-altaren, leliën versieren dc wij water-bekkens en kleurenrijke guirlandes slingeren zich op dc Maria-dagen van zuil tot zuil. Dc kinderlijk vrome zin van liet Tiroler landvolk stelt op grond der bovenvermelde legende alles, wat groeit en bloeit, onder Maria's hoede; vrouwen en meisjes hebben zich heden voor de Kerk van Bodem geschaard, in feest kleederen, mei de geneeskrachtige arnica, de kruidige kamille en andere kruiden der bergen en dalen in de hand, opdat de priester den

-ocr page 705-

231

zegen daarover spreke. De pastoor verschijnl in priesterlijk ornaat, hij wijdt de ruikers en na dc kruidenwijding gaan allen hot Godshuis binnen.

Er wordt eene plechtige Hoogmis gevierd, orgeltonen ruischen door de kerk, violen en fluiten daartusschen, salvo's buiten op de hoogten. Alles zwijgt, sprakelooze stilte buiten en binnen. Luister! Van het koor klinkt eene enkele meisjesstem, rein en melodisch: zij zingt een wonder liel' lied tot lof der allerzaligste Maagd.

Na de Hoogmis en de predikatie begint de processie. De muziekanten in Tiroler dracht, roode en groene struisvederen op den hoed, openen den trein; op hen volgen do schutters, aan hun hoofd dc bejaarde hoofdman; pastoor en hulpgeestelijken in priesterlijke gewaden, de krans-maagdon, de schoolmeisjes in verblindend witte hemdsmouwen en boezelaars, onder opzicht van twee barmhartige zusters, hare onderwijzeressen, met hare ernstige, bleeke trekken naast de rozige lachende kindergezichten, hare eenvoudige nonnondracht naast den bonten feesttooi der jongens en meisjes, al de overige deelnemers aan de processie — welk een rijk, in de vorschillendste groepeeringen en verwikkelingen bestendig afwisselend beeld ! Knapen en kleine jongens dragen zware standaards on kruisen, Christus-, Madonna-en heiligenbeelden; vier statige meisjes, met bloemkransen in het haar, dragen op eene soort van baar, die mot een rood lapijl belegd is, het standbeeld der Hemelkoningin, met sterren omkranst, de lelie in de hand. — Onder gebed en gezang beweegt zich do trein langzaam door do hoofdstraten des dorps, dio door witte Tiroler huizen met balkons en vooruitspringende daken gevormd worden. Op vier verschillende plaatsen zijn altaren opgericht, met kandelaars, struiken, tafels en pyramidon bont versierd; do heilige Evangeliën worden gelezen, geweerschoten klinken, kanonnen knallen, do wierook dwartolt op naar het diepblauwe hemelgewoll, op do naast het dorp steil oprijzende kalkbergen vlammen en vuren der herders, ter eere van

v;

■■

-ocr page 706-

232

liet feest ontstoken. Zij mochten hunne kudden niet verlaten, om liet heilige Misoffer en de processie bij te wonen, en wilden toch ook Maria-IIemelvaart feestelijk vieren. Zie, de rols, die tot in den hemel reikt, is hun ofteraltaar, hunne offergave ontzaglijke takkebossen, telkens weer bijeengeraapt om do offervlam te voeden!

Toen de processie voorbij was, de schilderijen en standbeelden in do kerk leruggebracht waren en ten slotte de pastoor den zegen gegeven had, verstrooiden zich de schutters nog niet dadelijk, maar versterkten zich na den marsch van anderhalf uur in stof en zonnegloed bij den waard in den Steenbok builen voor het dorp. Ofschoon het aan kanon- en geweerschoten ter ecre van het feest waarlijk niet onlbroken bad, werd er nog menige knal gehoord, toen de jonge knapen naar huis gingen, en vroolijk klonk nog lang het blijde spel der muziekanten, die dooi' de straten des dorps trokken.

DE BEDEVAART KALWAUIA IN GAMCIË.

(Uit: Ueis door Oostenrijk door k. kohi,.)

Hoog boven het vrijsladje Kalwaria (bij Lanscorona) in Polen verheft zich schilderachtig een Dernhardijner klooster, dal in het bezit van een wonderdadig Mariabeeld is, welks roem van oudsher ver door de Poolsche vlakten liep en aanleiding gaf tol talrijke bedevaarten. De heilige Maria van Kalwaria is het beroemdste aller ten noorden der Karpalhen 1c vinden heiligenbeelden en Kalwaria zelf misschien de meeslbezochle van alle bcdcvaariplaalsen in alle Poolsche landen.

Hel feest, dal dc meeste menschen bier vercenigt, is Mariu-IlernelvaarL Uil Ooslonrijksch en Pruisisch Silezic, ja uil Moravië en Boheme, uit hel koninkrijk Galicië, uil Krakau en Russisch Polen, van het Talragebergte en uil Hongarije komen dan dc menschen toeslroomen, om der

-ocr page 707-

233

Moeder Gods hunne geboden, zuchten, dankoflers en geloften te brengen.

De menschenmassa bedraagt hier dan niet zelden dicht bij de honderd duizend zielen. De priesters kunnen de menigte naar liet aantal Gommuniep ecnigszins schatten. Een hunner verzekerde, dat er dikwijls meer dan tachtig duizend waren geweest. Den 13. en 14 Augustus hebben er groote, algemeene processiën naar de kapel des bergs plaats, en den 15., die de eigenlijke feestdag is, wordt een volkomen aflaat verleend. Do lieden vullen dan acht, dagen lang de kleine plaatsen Lanscorona en Kalwaria met eene bevolking, wier aanlal die van eene residentiestad waardig zou zi jn De edellieden wonen in de logementen en in het kloostergebouw. Het volk kampeert in de open lucht.

Wij waren niet weinig begeerig, dc plaats van zoo veel boete en gebed nader le beschouwen, en gingen eveneens den langzaam oploopenden berg van liet klooster op, van welken wij hier eene nadere beschrijving geven, deels om hemzelven, deels wijl in het algemeen wellicht weinig Poolsche bedevaar!plaatsen nader bekend en zoo opgemerkt zijn, als zij bet verdienen.

De gansche kloosterberg is van beneden, waar aan zijn voet vele vruchtbare koornveldcn oploopen, lol naar boven, waar zijn kruin zich in dennenwouden verliest, interessant. Op den eersten voorsprong komt nrien bij de ruïne van een oud kasteel, den zetel der zebrzydowski's. Verderop ligt bij eene nieuwe heerenwoning het klooster zelf, dat zeer ruim is en zich met vele nevengebouwen, kerken en

o '

torens uitstrekt, met een wondervol uitzicht op eene bergvlakte. Naar het klooster, even als hooger op, loopt, liet pad naar de bovenste kapel, bot hoofddoel der hierheen plaats hebbende bedevaarten. Dat pad is met kapellen en kruisen bezet , die de verschillende lijdensstatiën aanduiden, cn zelfs nog verderop in do hoogerc wouden moeten zich kapellen cn heilige plaatsen des gebeds bovinderi.

liet kasteel der oude boeren biedt thans weinig aan, des

-ocr page 708-

234

le meer het daaruil voortgekomen en door dezen gestichte klooster, dat zich met zijne voorpleinen, zijn prachtig ijzeren traliewerk, zijne verheen ziende standbeelden van buiten even imposant voordoet, als het zich van binnen, in zijne wijde hallen en in dc aan historische herinneringen rijke kerken ruim cn prachtig vertoont.

«De doorluchtige cn grootmachtige heer sebschedowski op sebsciiedow, Krakausch woywode cn veldheer, starosl van Sniatyn en Lanscorona, gestorven in het jaar 1(321, was de grootmoedige en vrome stichter van dit klooster.quot; Zoo luidt bet opschrift onder eene oude, zwart geworden schilderij in olieverf, die in eene der binnenste klooster-ballen hangt. Daarnaast glimlacht zijne vrome vrouw van den muur, de doorluchtige cn grootmachtige üouota iierbatow-zebrzvdowska , met alle titels van haar man getooid, gestorven in 1610. Even als baar man veldheer, woywode enz., wordt zij woywodin, starostin, generalin enz. genoemd. Naast hen hangen nog meerdere portretten van personen uit hunne familie en ook vele zartouyski's. «Dat zijn de beroemde zautorvski's uil Smutsch (Littbaucn), die zich nog beroemen van den ouden Litthauscben hertog gedemin af te stammen,quot; zegt de ons geleidende klapper.

Den rijkdom aan andere, door kunst uitstekende schilderijen in dit 1'oolschc klooster kan men niet genoeg bewonderen , vooral wanneer men aan dc gewone verbeelding lijdt dat over de Alpen en Karpathcn bel gebied der kunst ophoudt. Zoo hangt hier een zeer goed beeld der boetelinge mama magdalena van een Poolsclicn kunstenaar met name

lek sob ik i,

Niet slechts veel volk steeg van oudsher naar de kapel des dennenwouds van Kalwaria op de hooge kruin des bergs op, maar ook koningen en keizers mengden zicli steeds onder de pelgrims. Dc bezoeken dier hooge heeren zijn alle in de kerk op platen voorgesteld, bijv. i.adislaus iv, terwijl hij na de Chotimer overwinning op de Tur!

-ocr page 709-

P

ft

^.r

vervult; keizer feans ii, terwijl hij bij zijn daarzijn van tien ouden negentigjarigen abt des kloosters het heilige Avondmaal ontvangt enz.

De dennenwouden zijn in deze streek der Karpathcn overal wonderschoon, liet is vooral de edelden, eene schoone, sierlijke boomzuil met witte schors en donkergroen loofdak. En de kapel des kloosters van sebschedowski ligt onder de schaduw van bijzonder uitstekende stammen, en men zou de wonderdadige Heilige om haar eenzamen zetel op deze bergkruin midden onder de ruischende boomtoppen kunnen benijden. Op den ganschen berg tot aan de kapel hadden de voeten der vele duizend hier opstijgende pelgrims trappen ingetreden.

In het vorige jaar, zegt ons de klapper, is er eene ge-neraalsvrouw hier geweest, die de bedevaart enkel ondernomen had, om voor het heil haars zoons te bidden, dien men als soldaat in dienst genomen had. — Hoe veel I rekken van roerende vroomheid en liefde zou men nog wel ontdekken, als men al de redenen kon vernemen, die de arme bedrukten en de beangstigde dalbewoners dezen berg opvoeren! Daar hel Mariabeeld hier reeds sedert meer dan drie honderd jaren — zoo lang is het geleden, dat het in het naburige woud gevonden werd — geplaatst is, zoo is het licht mogelijk, dal reeds vijftien millioen bedrukten bedevaarten hierheen deden, al wilde men ook slechts vijftig duizend op elk jaar rekenen. — Gewis hebben allen met godvruchtigen geest en vol troost «Maria-Ilemel-vaartquot; hier gevierd en zijn met blijde gedachten aan den hemel weer huiswaarts gekeerd.

■ i

IS

li ire-v,.

i É: f

. If

in het jaar 1G21 zijne gelofte

Het feestdag-Evangelie.

BETIIANIË.

Het feest-Evangelic van dezen dag voert ons naar U el hurtle in het huis van lazarus, marïha en mama, die zalige

,

® iiifj H

IR?-■ft- lt;■*

lil# m

■Blil

1 ■ï.J

:

-ocr page 710-

236

familie, ilie jesus lief hadden en wier trouwe huisvriend hij geweest is. Het doel van dc dit Evangelie voor dezen dag-is, dat wij van maria aan de voeten des goddelijken Ilei-lands on in haar uiterst zorgvuldig luistcrennaar Zijn goddelijk woord leeren: — het céne, wat noodig ii, te behartigen, en dan ook, gelijk zij, liet beste deel, dc genade cn den hemel in chuisïus, (e kiezen.

Maar Bethanic's maria wijst ook op maria , de heilige Maagd van Nazareth, die door hare innigste toewijding aan jesus Christus niet alleen, cn wel in de allervolmaaktste betrekking, liet bcslc, maar ook het allerbeste deel gekozen had; zij koos toch liet kruis van het Lam Gods, en hiermede— hare hemelglorie en de vercering harer geloovigen, wier Moeder en Koningin zij is.

Bethanië betcckent naar zijn naam: »IIuLt der yehuor-zaamheidwant bij het vrome drietal gold boven alles de vervulling van het woord der Moeder van jesus op dc bruiloft te Cana: ))Wat Hij u zegt, doet dat!quot; — Of het betcckent: ))Hms dor droefheidquot; — want ter beproeving-des gcloofs van mahtha en maria aan jesus , die de opstanding cn het leven is, werd lazarus ziek en stierf, cn veroorzaakte dc bitterste droefheid aan het trouwe hart zijner geliefden. — Of het betcckent: »Ilnis des geschenks want Christus, de Paaschvorst, wekte lazarus van den dood op en schonk hem aan de zijnen weer. Dit was een hoogheerlijk Paaschgeschcnk. — De Turken noemen Betha-niö thans slechts «El Azirieh, plaats van lazarus,quot; lot gedachtenis aan hem, voor wien zij cene groote vercering koesteren.

Bethanië, vroeger eene kleine stad, tot den stam Benjamin behoorende, aan de oostelijke helling; van den Olijfberg op den weg van Jerusalem naar Jericho gelegen, Ins-schen bergen vol hoornen, vijgen en granaten, is ook thans nog een zeer lief, hoewel armoedig, Arabisch dorpje.

De godsdienstige merkwaardigheid van Bethanië is — behalve het graf van lazarus en dien steen, op welken

-ocr page 711-

237

i

■rM

' f ï-l '

■ i lil

'ïW'ilW

inKïi

lilt P

; -stó

i v - j

{■ fi

ilm

1 ■'

m

m

JU ■

:Ê|' f

jesüs zal, toen hem maiitha, van Zijne komst verwittigd, Icgcnsneldc — hei huis des heiligen drietals bruedcr en zusters.

Joseph schifeule schrijl't in zijne eerste reis naar het Heilige Land; «Wij gingen naar boven naar het zoogenoemde huis van lazarus, maiitha en mama. Maar wij vonden enkel ruïnen, sterke fondamenten, regenbakken, eenige enorme rotsblokken in de muren en twee smalle, hooguitstekende puiniioopen als overblijfselen van torens, welke ruïnen aan hel, eenvoudig dorpje een romantisch aanzien schenken. — Op deze eerwaardige ruïnen van een vroeger gewis schoon en vast gebouw rustende, staarden wij vergenoegd rond. Bethanië is werkelijk eene zeer lieve, bevallige, stille plaats, zoo uitnoodigend lol innerlijke rouwmoedigheid, tol de keuze van hel ééne noodigc en beste deel, lot een innig godsdienstig Maria-leven. —-Ter-wijl in het Oosten de dorheid der kale, gele bergwoeslijn tol dicht aan hel dorp voortloopt, schittert des te meer in schoon contrast hel dorpje Bethanië, van groene velden, statige hoornen, vijgen en granaten ingesloten. — Welk eene liefelijke plaats lot nachtverblijf moet Uelhanië in de dagen van zijn geluk en glans geweest zijn, — zoo nabij de hoofdstad, en toch zoo gelukkig afgescheiden aan den voel des Olijfbergs gelegen! Hierheen snelde de goddelijke Heiland des avonds, als Hij des daags te Jerusalem cn in den tempel zich afgewerkt en veel geweend had oin de blindheid en verstoktheid der menschen; hierheen snelde Hij, om bij Zijne geliefden uil te rusten en de verkwikking der vriendschap Ie genieten; hier ondervond Hij

de heilige liefde van maria en ma ut a a ; hier toonde Hij zich als vriend in den hoogsten nood, doordien Hij den overleden vriend lazarus opwekte en in het leven riep; hier werd Zijn lichaam door de dankbare maria met kos-telijken nardus gezalfd —als ingebalsemd ter voorbereiding van Zijn nabijzijnden Offerdood aan hel kruis! — Later woonden hier Christenen, verhieven zich kerken en kloos-

-ocr page 712-

m

Iers op dc plaats, waar de Heer door de daad van de opwekking eens dooden een hoofdbewijs gegeven had, dal Hij Gods Zoon was, en waar Hij hel geluk der goddelijke vriendschap en des beschouwenden levens had geheiligd en gerechlvaardigd. — Thans zijn kerken en klooslers verdwenen, en enkel de bevalligheid, dc liefelijkheid en de slille afgezonderdheid van het dorpje zijn gebleven. Moha-medanen. Arabieren leven en heerschen hier, en maken hel graf van la.zaeus lol een lak van winst; want slechts voor geld mogen dc Christenen hier godsdienst honden en slechts voor geld afdalen in de duistere grafspelonk!quot;

de blik naar betiianië.

In zijne »daguerreotypcn, opgenomen gedurende cene reis in hel Ooslen in de jaren 1840 en 184'1 ,quot; schrijft

f. w. hacklündek:

sAlloos nog stond ik op hel terras der kerk van het heilige graf te Jerusalem, legen den koepel des doms geleund, waar rondom de cellen der geloovige bidders zijn, en mijn oog was door hel groolsche gezicht bijna als ingeworteld. Geen woord kwam mij over de lippen ; ik moest zwijgen, wijl hel gewicht van dit oogenblik mij deed verstommen. Het oog overziet hier den Olijfberg — die span des bergs eene geschiedenis! Dicht bij den Olijfberg ligt Gelhscmane; beneden aan zijn voel hel graf van mama, en hoven op dc kruin dc Ihrnelvaarls-kerk! Staal de Sinaï in de woestijn als een berg des toorns, zoo is de Olijfberg met zijne boomen als een berg des vredes le beschouwen. Ik kon mijn oog bijna niet van de heilige heuvelen afwenden: slechts ongemerkt zweefde het mij nu en dan naar Bethanië over.

Na Bethlehem is Bethanië gewis hel liefelijkste dorpje, dat de reiziger wijd cn zijd vindt. En wrelke dierbare herinneringen verbinden zich aan die plaats. Hier heeft lazarus gewoond en maeia en martha; in hun kring heeft jesus uitgerust van den heiligen arbeid, om nieuwe krach-

-ocr page 713-

239

m

lt;f; Pill i,

ffmm

I

ten le verzamelen ter vervulling van de zware roeping , die Hij, gehoorzaam aan Zijn liemelschen Vader, op zicli genomen had; hier iieel'l de uil Jerusalem verstootene huisvesting, de zwerveling een le huis; de door Zijn volk als een misdadiger verachte — heilige liefde en eer gevonden. Belhanië zou ik de »plaals der stille liefdequot; wenschen le noemen; liet is zoo eenzaam, zoo bevallig tegen den berg gebouwd, rondom dooi' lommerrijke boomen, door groene velden ingesloten, dat men, al ziet men het slechts van verre, daarin zou wenschen le wonen, omringd van geliefde harten. — Nog heden trekken alle pelgrims bijzonder gaarne daarheen, en vele Christenen verwijlen aldaar, om zich in de herinnering aan die uren te verlustigen, loon jesüs in het huis van lazabus al den glans Zijner hemelsche liefde uitstraalde, en waarin de Geliefde liefde voor liefde ondervonden heelt. Ware het Oosten mij lot een nieuw Vaderland bestemd, zoo zou ik met die Christenen te Belhanië wenschen te wonen en dikwijls naar het huis van lazakus gaan en aan maktha gedenken on aan hare zuster maria, die bel beste deel koos. -— Lang rustic mijn blik op Belhanië, de woning dier zielen, die de lieer lief bad; en de ziel was mij bewogen van onbeschrijfelijke opwelling van liefde lot God!quot;

ua|i «R/

I

m

: W'-'S®

. -.jrf (j.v

lil

I

BH

Wijden wij dan, wij pelgrims naar hel paradijs des eeuwigen levens, van lieden af ons hart lol een nieuw, geestelijk Belhanië! Onze wil daarin zij sleeds mauia, die aan de voeten van jesus het ééne noodige, het vrome verlangen naar den hemel, en dus hel besle deel gekozen had! En dit geschiede onder de daartoe afgesmeekte voorspraak der glorierijke Moeder Gods en Hemelkoningin mauia !

1

-ocr page 714-

240

Het feest van liet onbevlekte hart van Maria tot bekeering der zondaars.

(het wordt op den tweeden zondag na maeia-

hemelvaart gevierd.)

li §

m '■i

ilf, li'

Gcscliiedenis van dit feest.

(Uit; Over Katholieke vereenigingen cu im-iehtingeu van weldadigheid.)

(^^cl hart van maiua is de volmaaktste spiegel, de levende a^i'uk van liet goddelijke hart van jesus, waarom beide met elkander in de innigste verbinding staan, Maria is de Moeder der schoone liefde, de toevlucht der zondaars, onze Middelares en voorspraak. Het hart van Maria is als de ingang lot het hart van jesus. Nooit bestond dus de godsvrucht voor het hart van jesus zonder de godsvrucht voor liet hart Zijner Moeder.

Daarom veroorloofde reeds in het jaar 10G8 de Heilige Stoel Ier eerc van het onbevlekte hart van maiua openlijke gebeden te doen en eene bijzondere godsdienstoefening te houden en zes jaren later stond hij toe, tot datzelfde doel eene Broederschap op te richten, die hij met verschillende allaten begunstigde.

Doch eerst in het jaar 1836 nain de Broederschap vau het onbevlekte hart van marta eene bijzondere vlucht en wel door de volgende gebeurtenis.

Midden in Parijs, in het middelpunt van handel en bedrijf, door komedies en plaatsen van uitspanning omringd, ligt de parochie vau «Onze Lieve Vrouw ter zege.quot; Hare ligging in deze stadswijk, waar win- en genotzucht de menschen bijna uitsluitend bezig houdt en de wellust haar hoofdzetel heeft, bracht het mede, dat zich hier de grootste onverschilligheid, geringschatting en tegenzin tegen

V

1

i i

I

m

la

1 11

-ocr page 715-

het geloof openbaarde. De kerk was zelfs op de hoogste feesten zeer spaarzaam bezocht en het ontvangen der heilige Sacramenten dikwijls zelfs bij stervenden buiten gebruik gekomen, hot gevoel voor godsdienst was als uitgestorven. Het hart van den vromen pastoor dier kerk, met name desgenettes, was bedoeld over den toestand zijner parochiekinderen en de vruchteloosheid van al zijne bemoeiingen en pogingen. Hij nam zijne toevlucht lot den goddelijken Heiland en diens ontfermingsvolle Moeder en smeekte onophoudelijk, vooral bij hot heilige Misoffer, recht vurig om opheffing van den beklagensvvaardigen toestand zijnor parochie.

Op den 3. December 1830 vierde hij het heilige Offer aan een altaar, dat aan hot onbevlekte hart van mama gewijd is; daar viel hem gedurende do heilige Mis in: zijne parochie aan het onbevlekte hart van mauia tc wijden, om op deze wijze de bekeering dor zondaars Ie bewerken. Vergeefs trachtte hij zich van dio gedachte te bevrijden; zij kwam telkens terug 011 greep hem vooral bij de dankzegging na do heilige Mis zoodanig aan, dat iiij besloot, haar te volgen, denkende; »AI blijlt mijne onderneming ook zonder het gewonsebte gevolg, zij is ten minste oen bewijs van eerbied voor de iieilige Maagd; oene poging wil ik doon.quot;

Don 11. December, als den derdon Advent-Zondag, kondigde hij vóór do Hoogmis eene avondgodsdienst-oeloning om zeven uren aan. Naar het aantal geloovigen bij do Hoogmis rekende hij op nauwelijks moer dan op 00 a 70 deelnemers, en dobberde gedurende don dag tusschon vrees en onrust en eenige stralen van hoop. En zie! om zeven uren waren er omstreeks 400 a 500 personen vergaderd, die nauwelijks op de feesten van Kerstmis ol'Paschen bijeen plachten te komen. Er waren vooral voel mannen aanwezig en de meesten wisten niet, waarom men bijeen gekomen was; maar de omstandigheid, dat men de kerk op zulk een buitengewonen tijd open zag, had hen overgehaald om er in te gaan.

A. Hungari. Ave-Maria-Klokjo. II. J

Ifc

•i «V m ■

'quot;t ■ ' j

J1f; '''li iM

S|

Miamp;

Is lift

ill

«il llif

mui ü

ïl

-ocr page 716-

242

De vesper ging rustig en onverschillig voorbij. Eene voordracht over het doel der vergadering vertoonde reeds deelneming van de vergaderden; want met gevoel en godsvrucht sprak men de gebeden der litamie, en die deelneming verdubbelde bij de aanroepingen cn de gebeden tot de Moeder Gods, aan wier voorbede en bescherming hij zijne paro-chickindoren aanbeval en haar onder anderen luide smeekte om hare bemiddeling ter bekeering van een zekeren heer N., uit wiens bekeering hij wenschte te erkennen, dat mauia zijn verbond aannam. Deze N. was een minister van lodewuk XVI; meer dan tachtig jaren oud, lag hij zwaar ziek te bed en was sedert verscheidene maanden blind, doch de krachten van zijn geest waren nog niet verminderd. Hij was een aanhanger van de philosofen der achttiende eeuw geweest en had zich in zijne jeugd niet in het minst om godsdienst bekommerd. Doch hij was een grondig jurist en raadgever \ van zeer veel familiën, wier zaken hij waarnam. Dikwijls reeds was het aanzoek des pastoors afgewezen, om aan S zijn ziekbed le mogen komen. Ook den volgenden dag, | den 12. December, wilde men hem afwijzen; maar de pastoor bleef er op aandringen, den zieke te mogen spreken, j hetgeen hem eindelijk toegestaan werd. Door do vriendelijke behandeling en het aanhouden des pastoors kwam het zoover, dat de zieke den zegen verlangde en zich later bewogen gevoelde, rouwmoedig cn godvruchtig de heilige Sacramenten te ontvangen. Hij leefde nog tol den 10. April ISSV en zijn geloof en vertrouwen op God, zijne liefde cn berusting in den goddel ij ken wil deden hem rustig zijne ontbinding tegengaan.

Deze bekecring was den pastoor een grondig bewijs der bescherming van Maria ter bekeering der zondaars en dal zijne onderneming God welgevallig was.

Hij had reeds het ontwerp van de statuten der Vcreenigingj van het onbevlekte hart van Maria vervaardigd en verlangde, naar den 12. Januari 1837, tegen welken dag hem dooi zijn aartsbisschop de openbaarmaking der statuten en hetl

-ocr page 717-

248

ne j begin der inschrijving in de Broederschap toegestaan was. ;ds | Reeds de eerste oefeningen der Vereeniging vertoonden eene is- f langzame verandering zijner parochie Do kerk werd meer ng ; bezocht, godsdienstige handelingen werden veelvuldigcr oe- | bijgewoond en liet aantal communicanten nam toe en de ro- l zedelijke toestand der parochiekinderen werd beter. Het kte 1 aantal communicanten was van het jaar 1835 tot 1838, op oen i zielental van dicht bij de 20,000, van 720 tot 12,000 zijn jaarlijks toegenomen en op den vooravond van hooge VI; feesten moest tot tegen middernacht de biecht gehoord en i worden. Er volgden wonderbare bekeeringen op elkander iten cn de genade der Vereeniging werkte zichtbaar. Verschei-een J dene bekeeringen iieeft pastoor Desgenettes openbaar ge-jesl maakt, en er zijn er eenige in de boekon der Broederschap enst | opgeteekend,

iver De werkingen der Broederschaps-oefeningen en de statuten (Vijls | der Vereeniging werden door desgenettes aan den Heiligen aan | Stoel bekend gemaakt. Hoogst verheugd, bevestigde de Heilige Stoel den 24. April 1838 niet slechts die Vereeniging te Parijs, maar hij verhief ze ook lot Aartsbroederschap voor de gansciie Cliristeiijke wereld, zoodat alle andere Broederschappen van dien naam van haar uitgaan en afhangen zouden, en verrijkte haar mot verscheidene atlaten.

Van dien tijd af verbreidde zich die Broederschap zeer snel. In het jaar 1840 telde de Parijzer Aartsbroederschap 58,962 leden, buiten de 187 ondergeschikte Broederschappen van Frankrijk. Thans is zij reeds in alle wereld-deelen verbreid

js der n datl

1' liet nadere aangaande deze Broederschap en hare uitkomsten kan men nalezen in het te Einsiedlen in 1841 verschenen en ver verspreide boekje der Aartsbroederschap van het heilige hart van Mabia tot bekeering der zondaars-

mgingl

langde . door]

in heli

lag, ■ de ken, mde-n het later ïilige April! 'de en! zijne

10

-ocr page 718-

244

Het feest der geboorte van Maria.

(het wordt dkn 8. september gevierd.)

Maria's geboortedag: is een heilige vreugdedag.

(Uit; De heilige geheimen van maria, door Dr. J. th. t.auhknt.)

ccr^s y van Maria-Hemelvaart heelt de Kerk de

heilige Moeder Gods naar boven vergezeld onder de

/j0 koren der engelen, die de hemelsehc geboorte hunner i Koningin ten eeuwigen leven vierden; kcden vergezellen de engelen de uitverkoren Maagd naar beneden in de Kerk, welke de geboorte der Moeder haars Ileeren ten tijdolijken leven viert. Was de Hemelvaart van maria een vreugdefeest voor den hemel, dan is de Geboorte van maria een vreugdefeest voor de aarde. En al is ook de eene zoowel als de andere vreugde den engelen en den menschen gemeen, even als beider Koning en Hoofd dezellde jesus christus, heider Koningin en Moeder maria is; zoo behoort toch de vreugde van dezen dag vooral aan de Kerk op de aarde, waar heden voor de eerste maal de Hooggcbenedijde verscheen, en waarheen zich de engelen begaven om haar te begroeten. Daarom zingt de Kerk voor het heden geboren kind het wiegelied: »Uwe fjoboorle, Maagd en Moeder Gods, heefl der gansche wereld blijdschap gebracht!quot;

Nu viert de Kerk des Nieuwen Verbonds niet den geboortedag, maar den sterfdag barer heiligen, dien zij wel hun «geboortedagquot; noemt, maar — ))ten hemelschen, eeuwigen leven;quot; en zoo is het ook niet het gebruik van do kinderen der Kerk, hun geboortedag te vieren, maar hun naamdag, dal is — den feestdag van dien heilige, wiens naam bij den heiligen Doop over hen aangeroepen werd. Doch slechts voor één menschenkind maakt de Kerk eene

-ocr page 719-

245

li

ïit?

nt'JS ■•'■/Si

m

i if ii n

uitzondering, de geboortedag van slechts één menschenkind is voor haar een vreugde- en feestdag; dal is do — r/e-hourteda/j der onbevlekt ontvangen Maagd maria ! — En al wordt ook de geboortedag des h. joannes den dogper gevierd, zoo is dat alleen aan de genaderijke tusschenkomst van maria te danken, en zijn geboortefeest is als het ware slechts cene voortzetting van het hare. Ja, dat wij ons ook slechts tijdelijk over de geboorte van eenig mensch kunnen verheugen, dat zijn wij aan de geboorte van maria de Maagd verschuldigd; wijl van deze de geboorte al hing van Hem, van wicn onze wedergeboorte lot een beter, lot het eeuwig-zalige leven is uitgegaan, en de Kerk met recht zingt: ))Nil nasci prosuit, nisi redimi proluisset! liet had ons niets gebaat, geboren te worden, ware ons niet de wedergeboorte lol zaligheid geworden!quot;

Op den geboortedag der Maagd maria verheugt zich dus de Kerk niet alleen in naam der gelukzalige ouders joachim en anna, !) aan wie heden dil gebenedijde Dochtertje geboren werd; maar zij jubelt, dal die geboorte dergansche wereld blijdschap gebracht heeft. Ja der gansche wereld heeft de geboorte van Maria blijdschap gebracht; [\c\, Onde Verbond heeft zich daarop verheugd in hoop; het Nieuwe Verbond verheugt zich in de genaderijke vervulling, want uit haar is toch de Messias, de Godmensch jesüs christus, onze Verlosser, Heiland, Middelaar en Zaligmaker geboren!

Feestbericht.

(Door den h. joannes van Damascus.)

1 ^ ^ .I

Ti,

||Im li1

quot;:3 m

Si

|P®li it |i

PI

«»

lli m-.

i

i

I. Toen de mensch naar hel raadsbesluit der oneindige j goedheid Gods in de wereld zou verschijnen, werd vooraf I de hemel geschapen, de aarde gevormd, de zee in haar

1

Om hier herhalingen te vermijfleii, herinnere men zich , betrekkelijk de eerwaardige ouders van maria, het oj) bladz. 125, deel I, reeds medegedeelde.

-ocr page 720-

246

bed beperkt, en toen al het overige, wat hemel, aarde en zee vervullen en bewonen zou, tot sieraad en tot ver-heeriijkiny van het gansche wereldgebouw, op eens in het aanzijn geroepen; ten laatste werd toen de mensch, met koninklijke heerlijkheid getooid, in het paradijs, als in eenc school der deugd, geplaatst; en hij zou, indien hij Gods gebod niet overtreden had, nooit van deze zalige plaats verdreven zijn; en daar hij niet eens kleederen zou noodig gehad hebben, indien hij niet tegen de goddelijke voorschriften had gehandeld: zoo zou bij gewis niet lot eenc aan zoo veel lijden blootgestelde verandering vervallen zijn, dal hij, in plaats van den oppersten Wereldbehecr-scher, meerdere goden aanhad. — Nadat nu alles, opdat ik mij kort uitdrukke, aan het verderf vervallen was, vormde God, in oneindige barmhartigheid, opdat de door Hem met eigen hand vervaardigde mensch niet weder in het niet zou terugzinken en geheel uitgeroeid worden, een nieuwen hemel, eene nieuwe aarde, eenc nieuwe zee, in welke Hij, naar genadiger raadsbesluit het menschelijke geslacht omvormende, ofschoon het heelal Hem niet kan bevatten, zelf opgenomen worden en verschijnen zou; en dit nieuwe scheppingswerk is de allerzaligste en ten hoogste te prijzen Maagd mauia!

2. O welk een wonder! Zij is een hemel, daar zij, als uit de diepste, verborgenste schallen barer maagdelijkheid de Zon der gerechtigheid voortbrengt; zij is eene aarde, daar zij uil hare onontwijde lendenen do Vrucht des levens doet ontspruiten; eindelijk eene zee, daar uit haar moederlijken schoot de geestelijke Parel te voorschijn komt. Nu dus verscheen de nieuwe woning van Hem, dien de gansche schepping- niet kan bevatten; hel koninklijke paleis van den Koning des heelals, de met rede begaafde herberg Desgenen, die onbegrijpelijk is, is nu bereid; en hoe heerlijk is die wereld! Hoe bewonderenswaardig is die schepping, die mei de hoornen aller deugden zoo lieflijk beplant is, die door den geur der kuischheid verrukt, door haar glans

en vai we

VOi nci de »vv dei zoc hei

c

har

Zijr

die

va II

en

ziet

wai

de

MAI'

Aaide heli km hevi Gen bez( de i zijn ged( gew gen en Sehi

-ocr page 721-

ia

lillil ' «■■■.

UI

cn schijn alle zinnen verkwikt, door de oneindige volheid van al het goede, al het genaderijke van geen gebrek iets weet! Dat is een Godsgebouw eindelijk, dat waardig is, voor den onder de menschen in hunne gedaante verschijnenden Zoon Gods tot woning te dienen. Maar indien reeds de eerste schepping zulk ecne groote verwondering wekt: Mvant toenmaals, toen de sterren geschapen werden, looiden Mij met luider stem en prezen Mij Mijne engelen!quot; — zoo was toch den lieer niets zoo lief en waard, als de heilige en boven alles lofwaardige Maagd mauia!

3. 0 welk eene inschikkelijkheid der goddelijke barmhartigheid ! Hij, die oneindig is, wilde gaarne Zoon van Zijn eigen schepsel heeten, verrukt van liefde voor haar, die heerlijker is dan alle schepselen; diegene teeder omvattende, die verheven is boven alle heinelsche krachten en waardigheden. Van haar sprak de wonderbaar begaafde ziener Zacharias: «Verheug u en juich, dochter Sions! want zie! Ik kom en wil in uw midden wonen, spreekt de Heer.quot; Maar ook de hoogstzalige joël schijnt mij van maeia aldus geprofeteerd te hebben: «Wees getroost, o Aarde! verheug u en juich; want heerlijke dingen heeft de Heer aan u gedaan!quot; Dai is de aarde, het land, met betrekking tot hetwelk de heilige man Gods moses bevel kreeg, de schoenen der schaduwwet tc ontbinden ter aanbeveling van de wet der genade; zij is de aarde, in welke Gene, door den Heiligen Geest als in het vleesch gevestigd, bezongen wordt, die de aarde in bare grondvesten grondde; de aarde, op welke nouit de doornen der zonde ontsproten zijn; maar door wier Spruit daarentegen alle onkruid uit-gedelgd is; de aarde, niet als de eerste, die vervloekt is geworden, die slechts distelen en doornen kon voortbrengen; maar de aarde, boven welke de zegen Gods zweefde, cn wier lichaamsvrucht gezegend is — gelijk de Heilige Schrift ons meldt.

»■ V i

.yij

'M

als hcid vdc, vcns jken dus ische van 'berg | icci-:hcp-1 pianl

• i w

-ocr page 722-

248

Gcscliiedenis van dit feest.

In hel begin der maand Tisri (8 September) de eerste in bel burgerlijke jaar der Joden, terwijl de rook der zoenoffers voor de zonden des volks ten bemel opsteeg, gebeurde liet, dal do tol hel verlossingswerk voorbestemde en uilverkoren Maagd maria hel licht der wereld aanschouwde , zij, in wier bloed jesus christüs de eerste zonde zou uitdelgen. Zij werd, even als haar goddelijke Zoon, niet juisl in schitterende omstandigheden geboren; hare ouders behoorden lol hel volk, ofschoon zij uil eene lange reeks van koninklijke voorvaderen gesproten waren, en leidden een stil, verborgen leven. Deze »myslische Roos,quot; die do h. joannes later van de stralen der zon als van een lichtgewaad omkleed zag, zou zich onder don druk der ontbering op een onaanzienlijk geworden stam ontwikkelen.

De wieg van de Koningin der engelen was niet met goud ingelegd, noch met kostbare geborduurde Egyptische tapijten overdekt, noch geurde zij, gelijk de wieg van Hebreeuwsche vorstenkinderen, van nardus, mirrhe en aloë. — De kinderen der Koningen zien, als zij nog in hunne purperen luiers liggen, de groolen des lands hunne trolsche hoofden voor zich huigen en worden reeds «lieerquot; genoemd. Hel kind maria, dal bestemd was, de Moeder Gods en de Nieuwe eva le worden, schonk baar eerste lachje aan arme vrouwen uit het volk, die misschien weemoedig onder elkander zeiden, gedachtig aan den druk der vreemde heerschappij: ))No(j eene slavin meer F' — Maar de heilige anna, de moeder van hel genadevolle kind, die, naar men zegt, door een engel aangaande de hooge waarde der onschatbare gift onderricht was, haar door Gods bijzondere goedheid geschonken, dankte luide den lieer onder lofgezang.

De Kerk, die de geboorte van maria als eene gebeurtenis beschouwt, die aan grootte en gewicht enkel voor de geboorte des goddelijken lleilands zelven moei wijken, laat

-ocr page 723-

m

daarom ook in hare tempels en kapellen den rieboortedny van mama feestelijk vieren. En de geboorte van maria is ook een waardig onderwerp van feestviering. Groot was de roem der voorouders en de geboorte-adel van deze dochter der patriarchen en koningen; maar grooter nog is de waardigheid barer moederschap en de glans barer deugden. Op beide betrekkingen wijst de Kerk in het Officie van dit feest. Het Evangelie eindigt, na optelling der stamvaders van maria, met jesus christus, om aan te duiden: dat IIij bet doel barer geboorte is, en dat zij Hem hare waardigheid te danken beeft, en dat, zoo anders wel de roem van de ouders op de kinderen overgaat, bier de heerlijkheid van het Kind op de Moeder terugstraalt. — Overeenkomstig deze betrekking van maria tot baar god-delijken Zoon en het gebeele verlossingwerk, was ook hare geboorte in zoo verre wonderbaar uitstekend, als zij zonder de smetten der erfzonde in het leven trad. Dus is haar geboortefeest ecne volkomen gegronde uitzondering op den kerkdijken regel, om enkel de sterfdagen der heiligen als bun geboortedag ten nieuwen onvergankelijken leven te vieren.

Reeds in de vierde eeuw werd de geboortedag des voor-loopers van christus gevierd, en dat om geene andere reden, dan omdat bij wel in de erfzonde ontvangen, maar reeds in bet moederlichaam geheiligd, dat is van de erfzonde gereinigd en er dus vrij van geboren werd. — Wat lag dus nader, dan ook aan de geboorte van de Moeder des Ileeren eene bijzondere feestelijkheid te wijden?

Zij werd in bet Oosten bet eerst gevierd, en wel in den tijd tusschen de algemeene Conciliën van Ephesus en Chalcedon (431—451). Uit de zevende eeuw hebben wij van den h. andrkas van creta eene redevoering en een gedicht, Idiomelon genoemd, op dit, gelijk bij aanvoert, toenmaals niet meer nieuwe, maar algemeen onder de Grieken bekende feest. — Uit bet Oosten kwam het naar het Westen over, en stellig was onder de westersche Kerken de Room-

-ocr page 724-

250

sche Kerk de eerste, in welke maria's geboorte gevierd werd; een zeker toeken voor genoemde feestviering vertoont reeds het Gelasiaansche en Gregoriaansclie Sacramen-tarium, en pans sergius i (087—700) heeft niet slechts het feest gekend, maar ook schikkingen aangaande de viering gemaakt, voornamelijk aangaande eene processie van de St. Adriaanskerk naar de Sancta Maria. — Wat de invoering in Frankrijk aangaat, reeds in de statuten van bisschop sonnatius van Rheims uit de zevende eeuw wordt er over gesproken, en in de statuten van waltiier van Orleans uit de negende eeuw, alsmede in diens kerkelijk register. — Voor Didtschland ontbreekt het nog in den feestkalender des h. bonifacius, die op zijn poeniten-tiaal volgt, en eveneens in dien des Concilies van Ments in het jaar 813. — Voor Spanje getuigt van deze feestviering de h. ildephonsus van Toledo in de zevende en voor Briltanje beda de Eerwaardige in de achtste eeuw.

Desniettemin klimt de algemeene viering van dit feest niet verder op dan lot hel begin der elfde eeuw. De h. petrus damiani is de eerste getuige voor de algemeenheid van dit feest in het Westen. — liet wordt van oudsher op den 8 September gevierd.

Aangaande de aanleiding lot de invoering der Octaaf van üaria's geboorte is het volgende geschiedkundig zeker. Toen namelijk na den dood van paus gregorius ix de door Keizer fkederik ii zwaar gedrukte kardinalen tot eene nieuwe pauskeus overgingen, namen zij hunne toevlucht tot de machtige voorbede van maria en verbonden zich bij gelofte; tot verhooging van haar geboortefeest — na gelukkig volbrachte keus — de invoering eener Octaaf te zullen voorschrijven. Doch de gekozen coelesïinus stierf reeds na achttien dagen. Zijn opvolger innocentiüs iv (1243— 1254) vervulde toen ook de gelofte, en de desbetrefiende bepaling werd overal met blijdschap ontvangen.

-ocr page 725-

251

l

if 11 lp I f

itif

!rd er-3n-lils de isie Vat ten | uw

IER

erin en-mls | ?st-en uw. 3esl

: h. I

icid ;her

laaf ker.

de 3ene ichl i bij luk-illen eeds ■3—

3nde

f

Si

\\:h

* ''quot;tó!

1 'S - f ivvip

ill

fiiiil' wm

t ÏS

; V'.:

I

i S5

ü

vi

lil

De verheven beteekeuis van Maria.

(Uit: Alle do werken van juan de avii,a , door Dr. J. schekmuk.)

Mama, het Morgenrood. — De engelen, die God immeiquot; van aangezicht lot aangezicht in den hemel aanschouwen, zinken voor Hem neer en belijden, dat zij niet in slaat zijn, de grootheid van dit gebenedijde Maagdje te erkennen, — vragen, of er iemand is, die hun dit beantwoordt: Wie is dit Maagdje, dat als hel morgenrood voortkomt uit den schoot barer moeder, die zoo scboon geboren wordt, als — de maan, als — de zon?

«Wie is zij, die als hel opkomend morgenrood verschijnt, schoon als de maan, uilverkoren als de zon?quot; Zoo welen wij dan reeds iets van maeia: zij is can Morgenrood, eene Maan, cene Zon.

\. Doch waarom, o gebenedijd Maagdje, zijl gij »een Morgenrood?quot; — Welaan, gelijk het morgenrood niets met den nacht gemeen heelt, zoo hebt gij, die uil den schoot uwer moeder voortkomt, niets met de zonde gemeen! Bij het opgaan van het morgenrood deed God koning piiakao met de zijnen verzinken; en door u, die geboren wordt als een morgenrood, deed God den duivel en de zonden verzinken.

0 gebenedijd Maagdje, boe zeker zijl gij, dal men u de hemelpoort niet zal sluiten, — met de woorden, door den Apostel gesproken: «Niets onreins zal in deze stad ingaan;'J die is geheel van louter goud, en veroorlooi't aan geene zonde, noch groote noch kleine, ooit den ingang. Voor ons, o Maagd, gelden die woorden, en zij vervullen ons met vrees en schrik; want wij zijn in de erfzonde ontvangen, en komen als zondaars uil den moederschoot!

Met recht verwonderen zich de engelen en de Kerk, als zij zien, dal gij als hel morgenrood geboren wordt; zij bemerken toch in u eene heiligheid, gelijk er nog geene geweest is, noch ooil eene zijn zal. liet Morgenrood gaat

-ocr page 726-

252

op; het roept niet het licht, dat het brengt; «Het is tijd! Staat op, gij, die slaapt!quot; Do hanen roepen en de vogeltjes. En de heilige Maagd, zij roept u op dezen geboortedag toe, dat gij moet opstaan van den slaap der zonde, en in haar licht wandelen, die u eene trouwe voorspraak zijn zal, en eene barmhartige Moeder.

Het morgenrood is de middelaar tusschen het donker van den nacht en het licht der zon; — en maria is de Middelares tusschen de zondaars, die in den nacht der zonde leven, en den Verlosser, de ware Zon. En gelijk wij door het morgenrood van het donker des nachts tol het zonlicht komen, zoo zou ook niemand — zonder maria van de erfzonde tot de genade komen.

God wilde ons in onze zwakheid troosten en sterken, en ons in onze vrees en angst opbeuren, doordien hij ons die Heilige Maagd schonk. Schept moed! Als gij mat en ziek zijt door de zonde, en als gij zoo treurig zijt in den nacht, waarin gij tot heden geleefd hebt — ziet, bij de stralen van het morgenrood voelen de zieken verzachting en verkwikking, en de vogelljes zingen, en er wordt nieuwe blijdschap geboren!

Laat ons God in eeuwigheid prijzen, dat Hij ons dooide vraag der engelen iets verklaarde van hetgeen deze Maagd is; zoo moeten wij haar voor iets houden, wat verre is van alle zonde, zuiver, bevallig en liefelijk, omstraald van het licht Gods.

2. Makia, de Maan. — Doch nu moeten wij er van spreken, »dat maria schoon, wit en zuiver is, als de maan.quot; Do maan is helder en rein, en maria is de reinste; de maan is de snelste onder de dwaalsterren, en maria is sneller dan elk ander schepsel tot den dienst van God bereid. De maan is de laagste onder de dwaalsterren en maria is de ootmoedigste, die er is in den hemel en op aarde. En even als de maan, — al schijnt zij ook soms met gering licht, al verschijnt zij een ander maal geheel niet en al schittert zij een ander maal in het volle licht,

-ocr page 727-

253

inderdaad de ecne maal even veel licht heeft als de andere maal (want enkel daarom, wijl dal deel, dat de zon verlicht, niet voor het menschonoog zichtbaar is, enkel daarom is het ons, als had zij soms minder licht), zoo ontvangt de heilige Maagd alle licht, dat zij heeft, van jesus Christus, de Zon der gerechtigheid.

En al doet zij ook veel, wat minder lichtvol is, bijv. eten, drinken, werken enz., zoo was toch hare ziel voortdurend naar de schitterendste Zon, naar God gewend, en zij volbracht met den gloeiendsten ijver, met de vurigste liefde en met vlammende geestdrift en brandend verlangen alle werken, lage en verhevene, lichamelijke en geestelijke. Alles is in haar mildheid, en wel niet alleen voor de rechtvaardigen, die in het licht wandelen; neen, zij schijnt als de volle maan, vol barmhartigheid ook voor hen, die in de duisternis wandelen, opdat zij niel verdwalen, maar langzamerhand lot het zonlicht komen.

Even als dc maan onder alle dwaalsterren het dichtst bij is, zoo is ons deze Maan, jiaria, tot ware Moeder gegeven, en zij is ons tot hulp en lot bijstand zoo nabij, dat onze ellende en onze nood geen ander schepsel — in den hemel en op aarde — zoo spoedig treffen, als deze Maagd met baar minnend hart, dat zoo rijk aan ontferming is, dat de Kerk haar de «Moeder der barmhartigheidquot; noemt. De maan heeft een ontzaglijken invloed op de zee, die onze bekommernissen voorstelt, en deze Maagd vol ontferming is door God uitverkoren tot bijstand der bedrukten.

Zoo belijden wij dan, o Maagd, gij zijt schoon, als de maan, ja duizendmaal schooner; want met betrekking tot de schoonheid, waarmede de Heilige Geest uwe ziel versierd heeft, — zal het de maan niet wagen, zich met u te vergelijken; gij overtreft de schoonste spiegels Gods, de zalige engelen! — Doch daarbij blijft do heiligheid dei-Maagd niet staan, a!s de maan te zijn en als hel morgenrood.

Wee ons, dat wij zoo spoedig tevreden zijn met onze nietige volmaaktheid! mauia volgt op, wat geschreven slaat:

-ocr page 728-

254

))De weg der rechtvaardigen is als een schitterend licht, gaat voort en wast tot op den vollen dag.quot; 0 welk eene zorgvuldigheid. Zij neemt toe van het licht des morgenroods tot aan het licht der maan en tot aan het licht — der zon.

3. Maria, de Zon. — Yan maria wordt ook gezegd: j)Zij is uitverkoren als de zon;quot; — een naam, dien haar goddelijke Zoon draagt; want Hij is de bron van alle geestelijk licht — in den hemel en op aarde, even als de zon de bron des lichts is voor de gansche wereld. Doch Hij, die maria deel liet nemen aan Zijne heiligheid, zal haar ook Zijn Zonlicht geven. Maria is die met de zon be-kleede vrouw, die de h. joannes gezien heeft. De zon heeft licht en warmte, beeft zulk eene volheid van licht, dal onze zwakke oogen niet in staal zijn, haar onafgewend aan te zien.

Wie zal ze tellen al de lichtstralen, die aan maria verleend werden, om al hare werken te beslieren en te leiden, om God te beschouwen. — Het is niet met woorden uil te spreken, hoe bel vuur der liefde, dal God op aarde ontstoken heeft, in liet hart van dit gebenedijde Kindje gloeide en brandde; zij beminde loch den Heer onvergelijkelijk en geheel haar leven was een licht, was een vuur, hetwelk ben, die hel aanstaarden, kon bewegen, dat zij God vereerden en Hem dienden.

»lieden,quot; zoo zingt de Kerk, »hedcn is het de geboortedag van maria, wier heilig leven alle Christenen voorlicht!quot; En olschoon dat do dag onzer zaligheid is, waarop Christus geboren werd, en ofschoon Zijne geboorte, in vergelijking met de geboorte van maria, de morgen heet; zoo wordt toch ook maria — in betrekking tot de schil-lerende volmaaktheid baars levens — de Zon genoemd, en de bron der blijdschap in de Kerk.

Hoe is hel dan een wonder, dal — indien de aardsche zon met bare stralen op de door den regen bevochtigde aarde schijnt en door bare warmte de dampen opbelt, — terwijl zij ze tot zich trekt en zoo tot opstijgen brengt; —

-ocr page 729-

255

hoe is het dan een wonder, dat jesus chrjstus, de ware Zon der gerechtigheid, de Schepper der aardsche zon, met de macht Zijner liefde de ziel, die met de genade bevochtigd is, opheft, en bewerkt, dat het met dauw bedekte hart zijne wenschen ten hemel doet opstijgen; en, als de ziel de lage aarde vergeten heeft, haar ontvlamt met brandende liefde voor de hemelsche woningen, en haar met den heiligen zanger doet uitroepen: »0 hoe zo.et, o lieer, zijn Uwe woningen!quot;

Oud volksverhaal van Joachim en Anna.

(Uit; Lof van Onze Lieve Vrouw, door Dr. Luowro lang.)

Te Sepphoris bij Nazareth leefde, toen de volheid der tijden naderde, een godvruchtig herder, joachim, afkomstig uit Davids koninklijk bloed. Eerlijk deelde hij zijn klein vermogen met weduwen en weezen, en slechts een derde deel behield hij voor zich. Maar daarvoor was ook zijne kudde gezegend, even als die van den aartsvader Jakob. Ook placht hij God dubbele offers te brengen, want hij meende, dat zijne grootere gave voor het gansche volk nuttig was en vergeving der zonden bewerkte.

Twintig jaren was hij reeds met zijne vrouw anna, eene dochter van achar uit het geslacht davids , kinderloos. Toen hij nu eens op het feest der tempelwijding te Jerusalem zijn dubbel wijdingsoffer bracht, wees uuben, de hoogepriester, het af', wijl God hem met den vloek der kinderloosheid beladen had. Diep bedroefd over dit verwijt, dat hem alleen onder alle offerenden trof, ging joachim met zijne herders het gebergte in, aan den stamvader abraham gedenkende, wien nog op Imogen ouderdom een zoon geboren werd. Yijf maanden bleef hij bij zijne kudden in het gebergte vasten en bidden. Eindelijk verkondigde hem een engel, dat God zijn smeeken verhoord had, en vermaande hem, naar huis terug te keeren. Dadelijk beloofde hij God een offer van twaalf lammeren, voor de priesters

-ocr page 730-

256

en oudsten twaalf kalveren, en honderd bokken voor hel 1 mai gansche volk 1 V00

Anna beweende inlusschen te huis haar man als doodf aari en beklaagde hare onvruchtbaarheid. Op een hoogen feest-i en dag vermaande haar hare dienstmaagd jüdiïh, de rouw-| rei11 kleederen uit en een feestgewaad aan te doen, en brachtj 0' ■ haar een hoofdtooi, dien zij van eene koopmansvrouw ge-l ' kregen had. Anna weigerde de gift, daar zij van een be-1 drieger kon komen, en zij geen deel aan eenig onrechtI nan wilde hebben. Hierover vertoornd, verweet haar judithI mao hare onvruchtbaarheid, en daardoor zwaar bedroefd, legdej ' anna hare rouwkleederen af, deed een feestgewaad aan, | quot;en ging den tuin in, plaatste zich onder een laurierboom en j ANN smeekte tol. God, dat Hij haar evenzoo zou zegenen als Uaai vroeger sara. inaa

Toen zij de oogen ophief, bemerkte zij een rnusschen-i Z01^ nest in den boom en riep weeklagend uit; »Wee mij, wie heeft mij geteeld en welke moeder heelt mij gebaard, dat ik onvruchtbaar geworden ben voor de zonen Israels! Zij beschimpen en verachten mij in den tempel mijn Gods! Wee mij! bij wie zal ik mij vergelijken'? De vogels onder den hemel en de dieren des velds zijn vruchtbaar, en dc aarde draagt hare vrucht!quot; Toen verscheen haar een encjel des Heeren en beloofde haar een kind, dat door de ge-heele wereld zou geprezen worden; en anna beloofde, hel I den Heer te zullen wijden. Ibade

Boden berichtten haar, dat joachim met de kudden terugJen '

■ i ^ f

kwam. Yol blijdschap wachtte zij hem aan de poort opl _■ omarmde hem en sprak: »lk heb vernomen, dat God ver-|wlJquot;c zoend is en mij begenadigd heeft; ik zal niet langer kin derloos zijn!quot; Toen joaciiim daarop zijn offer bracht, wer het door den priester niet meer afgewezen, en hij zad daaruit, dat zijne schuld van hem genomen was. Hel volk wenschte hem geluk en loofde den lieer. Anna onl-L vinK, en God schonk aan dc vrucht van haar lichaam eene .. '

• • 1K TT

ziel en Zijn Heiligen Geest met de zeven gaven. Na negen

roiin Ti

een leert het den. sche volk' Ei

-ocr page 731-

257

maanden, op den 8 September, op denzelfden dag, waarop voor derdehalf duizend jaren noaii de weder gereinigde aarde betreden had, baarde anna te Nazareth een Meisje en riep; «Mijne ziel viert dezen dag!quot; Na den tijd der reiniging noemde zij het kind dmaria dal is de Meesteres , of Ster der zee.

Het Kindje was zoo rein naar lichaam en zoo zedig in gebaren, dat allen zich verwonderden, die het zagen. Het nam toe en groeide van dag tol dag op, en toen na negen maanden de moeder hel op den grond zette, om te zien, of het rechtop stond, deed het geheel alleen negen schreden en keerde toen op den school der moeder terug. En anna beloofde, dat het niet eer weder op den grond zou gaan, voordal zij het in den tempel gebracht had. Zij maakte de legerstede van het Kindje lot een heiligdom en zorgde, dal haar niets gemeens en onreins naderde; zij koos reine dochters der Hebreërs, die haar verzorgden.

Toen hel Maagdje een jaar oud was, richtte joachim een statig gastmaal aan, noodigde de priesters, schriftgeleerden en oudsten des ganschen volks er op en bracht het Kind bij de priesters, opdat zij er over zouden bidden. Zij spraken: «God der vaderen! zegen dit Kind en schenk het een heerlijken naam in eeuwigheid voor alle volkeren!quot; Hel volk sprak: «Amen, het geschiede alzoo!quot;

En de vader bracht hel Kind tot de overpriesters en zij baden over haar. »Ileer des hemels, zie op dit Kind neer en zegen hel mei den besten zegen, die boven eiken anderen is!quot; De Moeder anna leide daarop liet Kind op de gewijde legerstede en hief een lof- en danklied aan.

Visioeuen op den geboorteda»; van Maria.

(üoov dc eerwaardige maagd marina van esoobau.)

1. Toen dit feest der heilige Maagd mauia naderde, zag ik met mijne geestelijke oogen die Vrouw in de gedaanle

A. llungari. Avo-Maria-KIokjc. II. 17

-ocr page 732-

-258

van een pasgeboren meisje; waaruil ik opmaakte, dal God mij eene genade bewijzen wilde. Want. twee dagen vóór hel. leest toonde Hij mij gouden kleinodiën, die met onuitsprekelijk sclioone edelgesteenten bezet waren. Daaronder zag ik ook een ongemeen kostbaar halssnoer, in welks midden een edelgesteente van zeer groote waarde blonk ter grootte en in de gedaante van een klein ei. Naaide kleur geleek het op den heldersten robijn en het wierp zulke schitterende stralen van zich, dat het meer scheen te fonkelen dan de helderste ster. Ik beschouwde met verwondering den vermeenden edelsteen en dacht na, wat hij beteekenen mocht. Na eene kleine poos sprak de goddelijke Majesteit lot mij: «Deze kleinodiën behooren der Pasgeborene en beteekenen de voorlrefielijksle en hoogste deugden, waarmede ik de ziel en hel allerreinste hart Mijner Moeder op haar geboortedag versierd en verrijkt heb.quot; — Toen ik dit. gehoord had, werd ik mei blijdschap vervuld over de voorlreflelijke deugden dier Vrouw, welke door de kostelijke kleinodiën aangeduid werden. Maar vooral verwonderde ik mij over de liefde tot God en den naaste, waarvan haar hart ontbrand was, en die door don boven vernielden robijn werd aangeduid.

2. Een ander maal, toen men de geboorte der allerza-zaligste Maagd weer vierde, zag ik haar als een pasgeboren Kindje op de armen der h. anna onder geleide van den h. joaciiim. —- Het Kindje weende zoo bitter, dat ik meende, dat het in tranen zou wegsmelten, en het wilde niet zwijgen. En de h. joacüim nam haar en betoonde er zich zeer liefderijk voor; doch hel Kindje werd niet stil, vóór het ingesluimerd was, en toen gaf hij het weer aan de h. anna over. — Het verwonderde mij, dal dit Kindje op zulk een blijden dag weende, en de oorzaak er van scheen haren ouders onbekend te zijn. Er waren ook nog meerdere voorname engelen tegenwoordig, van welke een mij de oorzaak van dit weenen ontdekte, door lol mij te zeggen; »dal dit Kindje kort na hare geboorte met het. gebruik

-ocr page 733-

259

-

iRt|j

der rede en met groote wijsheid begaafd, en bijzonder van God verliclit was, en hoe liaar de menschwording des eeuwigen Woords en Diens lijden voor het menschdom, alsmede de zonden en de ondankbaarheid der menschen duidelijk geopenbaard waren geworden. En,quot; aldus eindigde bij,quot; sis de reden van baar weenen.quot;

3. Op den geboortedag van Onze Lieve Vrouw in het jaar '1023 zag ik baar weer als pasgeboren Kindje, en wel ongemeen schoon en met ontelbare lintjes, die uit goud saam gevlochten waren, zeer schitterden en zich door de gansche wereld verbreidden, en in gezelschap van vele engelen. Naast bare Majesteit bevond zich eene talloozc menigte kostbare edelgesteenten, gouden kleinodiën en parelen, vele heldere zonnen en andere rijke schatten, hetgeen alles de hoogste deugden van bet pasgeboren Kind aanduidde. Achter maria bemerkte ik de drie goddelijke Personen en zij hielden in Hunne handen bet volgende opschrift: «Mijne Vriendin, gij zijl, geheel schoon en geen gebrek is in u!quot; Hierdoor werd hare allereinste ontvangenis aangeduid. — Intusscben vielen de bovengenoemde schatten , even alsof

O 7

er bagelsteenen vallen, dicht en in zeer groote menigte op de aarde. En twaalf engelen des Ileeren naderden zeer snel, om ze met groote zorg op te rapen en in den «Kerkschatquot; te brengen. Dit was namelijk de overvolheid der verdiensten, welke de allerzaligste Maagd op dien leeftijd bezat, en zij kwam mij grooter voor, dan die van alle andere heiligen te zamen genomen.

quot;ly- ;■ . •

llfel

I ï

•it

ill

iif

:l||: M

,

17'

-ocr page 734-

200

Het feest van den heiligen naam „Maria.quot;

(het woltuï ov den zondag gedukende de octaaf van

„maria-gebooutequot; gevierd.)

(ïescliiedeuis van dit feest.

1 UIS lot '0^ '^08 h00gheiligen naams

fe.^gt;)JESUsquot; con eigen foesl viert zoo wijdt zij, ook een bij--'-vp zonderen feestdag aan den naam der gebenedijde Moe-

\ der dos Hoeren, smaria.quot;

Do naamgeving is de eerste belangrijke gebeurtenis in des monschen loven, die dikwijls zijn lol voor do. toekomst aanduidt; gelijk ook ieder Christenkind dadelijk bij zijne geestelijke wedergeboorte door den heiligen Doop zijn naam krijgt, die het zijne stelling in bet rijk Gods aanwijsl. Want wat is de naam van don mensch in hel algemeen? De naam is des monschen geestelijk beeld, dat aan zijn persoon, zijn wezen, zijne eigenschappen, zijne daden herinnert, deze als met zich voort cn in zich sluit. Maar de namen, die God den menschen gegeven heelt, staan met dezen in een niet slechts uilerlijken en locvalligen, maar ook innerlijken en noodzakolijkon samenhang, boleekenon en beschrijven zijne eigenaardige gesteldheid, zijn als het ware een naklank dos schepponden woords uit den mond Gods, waardoor de mensch in het aanzijn is geroepen, zijn dus als des monschen evenbeeld en gelijkenis. Zoo do naam, dien God den eersten mensch, zoo de naam, dien adam op Gods ingeving en bevel aan eva gaf; zoo de namen, dien de moeders der patriarchen van het volk Israels aan hare zonen schonken. — Dit gewicht hebben de door God aan den mensch geschonken namen gemeen met do namen, die God zich zeiven heeft gegeven; de heilige naam

-ocr page 735-

0261

m

ill

Gods is als Gods hecld in den mcnschelijken geest, de inhoud Zijner eeuwige persoonlijkheid en oneindige volmaaktheid. Daarom wordt de naam van God overal in de Heilige Schrift voor God zeiven geplaatst; God aanbidden en eeren, heet daar —• Gods naam aanroepen en prijzen; alle veronteering Gods is ons verboden met de woorden: «Gij zult den naam Gods uws Ueeren niet ijdel gebruiken !quot; alle aanbidding van God is begrepen in de woorden: ))Gc-heiligd worde Uw naam!quot;

Na den naam van God is de heiligste en eerwaardigste de naam «jesus,quot; dien God zeil Zijn mensch geworden Zoon gegeven heeft, die boven alle namen is , voor welken zich alle knieën moeten buigen dergenen — die in den hemel en die op aarde en die onder de aarde zijn, in welken alleen wij zalig kunnen worden.

Maar met den naam jesus het nauwst verbonden, na hem de hoogste eer waardig is de naam der heilige Moeder Gods Maria. — De h. iiieronymus schrijft daarover: «De verheven naam maria, die aan de goddelijke Moeder werd

if,-

it

W. li;

gegeven, werd noch op aarde bedacht, noch door de willekeur der menschen geschonken en gekozen, gelijk dat anders pleegt te geschieden, wanneer iemand een naam ontvangt. De naam maria kwam van den hemel en werd der goddelijke Moeder op bevel des lleeren geschonken.quot;

De naam maria is het ook, aan welken alleen de Kerk naast den naam .iksus een hijzonder feest gewijd heeft. Het werd vroeger, daar Joodsche meisjes eerst op den vijftienden dag na de geboorte haar naam kregen: den ^9. September gevierd, terwijl men van den 8 dier maand, als haar geboortedag, af rekende. — liet eerste spoor van een feest van den naam maria vindt men in Spanje, waar het in de kerk te Cuenca uit de kinderlijke godsvrucht der ge-loovigen ontsproten en in het jaar lölS van uit Rome bevestigd is. — Paus joannes xi strekte het in het jaar 1683 tot de Christenheid uit en bepaalde tot viering er van den Zondaj in de Octaaf van Maria-Geboorle,

■ 'i ' l/

'ïissB

.■m

0 «P quot;f

mm

ÏSII

mmk ;;, ifl'j' ■ 'A'W

Jii Vv

'4'

M li

m

Sil.iili m d

lil ill »'1

-ocr page 736-

202

Uc aanleiding lol die laalslc bepaling, die levens een bewijs leverl van de wonderbare macht en krachl dezes boogsl eenvaardigen naams, is de volgende:

In hel jaar KiSS belegerden de Turken de slad Weenen. Hun krijgsleger was zoo lalrijk en hel geluk begunsligde dermate hunne wapenen, dal alle hoop voor de ongelukkige stad verloren scheen te zijn, en keizer leopold i zijne hoofdstad verliet en op de vlucht ging, — In dien dringenden nood nam men van alle kanten zijne toevlucht tot Maria. Overal riep men met eerbied en geesldnft den heiligen naam maria aan. Maar op den feestdag barer genaderijke geboorte bad men mei nog grooleren ijver. Burgers en soldaten smeekten met vereende godsvrucht om de hulp der Hemelkoningin, en — hun gebed werd verhoord; want op eens bemerkte men op de verre heuvels hoog in de lucht fladderende vanen. Hel was de vrome Poolsche held soiüeskv, die aan het hoofd zijner Polen aanrukte. Het krijgsleger was gering; maar de vroomheid des aanvoerders en der soldaten had er door de voorspraak van maria de bescherming des Allerhoogsten voor gewonnen. Op den 12 September boorde sodiesky eene heilige Mis, bij welke hij zelf dienen wilde, knielend en met over de borst gekruiste handen, en ontving de heilige Communie, waarna hij zich en zijne soldaten plechtig in de bescherming van maria aanbeval en den apostolischen zegen ontving. Daarop snelde hij alle gelederen door en riep met zeer luide slem: nLaat ons nu moedig voonvaatis gaan, want wij staan onder de bescherming der Moeder onzes Gods! Laat ons tol oorlogskreet den heiligen naam maria kiezen!quot; — Spoedig bemerkte men het leger der onge-loovigen, voor wier lallooze menigte en donderende kanonnen de Polen onwillekeurig terugschrikten cn bekenden: dat zij enkel van den hemöl de overwinning hopen konden. De strijd begon; maar de aanval der Christenen was zoo overgeweldig, dat de Khan der Tartaren angstig terug week en in zijne vlucht ook den groot-visier, die \an toorn

-ocr page 737-

263

schuimde, mede voortrukte; en in weinig uren zag men hel gansche vijandelijke leger verstrooid. De nederlaag was zoo groot, dat het geheele slagveld met heuvels lijken bedekt was. Wat zich door de vlucht wilde redden, vond den dood in het water des Donaus. De voorraad aan levensmiddelen , de artillerie, de vaandels, alles werd een buit dos overwinnaars; SOBIESKY trok zegevierend Weenen binnen en ging het eerst in de kerk, oin door een plechtig Te Deum, dat hij zelf aanhief, den Heer en mama to danken. — Sedert dien merkwaardigen slag droeg hij bij al zijne ondernemingen een beeld van de allerzaligste Maagd makia op de borst.

Om voor deze weldaad tevens een eeuwig gedenk!eeken van dankbaarheid te stichten, beval paus innocentius xi, dat in de gansche wereld op den eersten Zondag na Maria-Geboorte het fccsl des (jlorierijken naams van iiaria plechtig zou gevierd worden.

De l)eteekciiis van den naam „Mariaquot;.

Met de ontraadseling der belcekenis dezes naams hebben zich reeds de oudste Kerkleeraars bezig gehouden eu bij de verschillendste wijze van uitlegging altijd een diep geestelijken en stichtelijken zin er in gevonden.

\. Volgens den h. hibiionymus, gelijk bekend is, een groot taalkenner, beteekent makia — ,,Verlichle,} en,, Ver-lichlster.quot; En beide namen komen haar met volle recht toe. Makia moet de Verlichtende zijn, wijl zij als geen ander wezen goddelijk verlicht word, daar zij toch met jesus curistds, de Zon der gerechtigheid zelve, hier beneden bestendig vereenigd was, en thans ook in den hemel met Hem ten innigste verbonden is. Indien reeds moses in de veertig dagen, toen hij op vertrouwelijke wijze met God sprak, zeer sterk in lichtglans straalde, zoodat de kinderen Israels niet eens op zijn gelaat konden staren (2 Mos. 34:30.); wat moeten wij dan van makia gelooven, die dertig jaren met den lieer in hetzelfde huis en aan dezelfde tafel ten vertrouwelijkste omging, en thans onophoudelijk bij Hem

pp

ri ■

i^ir.

IfÉ ■

'm

«i

lil linnlr

'i ( i|i lil'

-ocr page 738-

m

in den llcmcl verwijlt? — En de Vcrlichtsler wordl uakia genoemd, omdat zij buiten eenigen twijfel dc apostelen en eerste Christenen, die met haar leefden, en door hen ook ons heeft onderwezen; daarom gelooft ook de h. anselmus, dat dc zaligste Maagd na chbistus om die reden nog zoo lang op do aarde achtergelaten is, opdat zij onderwijzeres der apostelen zou worden. Ook de h. ambrosius beweert, dat de h. Evangelist joannes, die,, zich boven alle overige Evangelisten onderscheidende, de geschiedenis des Ileeren zoo geheel als uit het leven beschreef, hierin door maiua , dc Moeder van jesus, onderricht is. Want hij zegt: Het verwondert mij niet, dat joannes meer dan dc overigen de goddelijke geheimen besproken heeft, daar toch dc woonplaats der homelsche geheimen zoo nabij hem was.quot; De h. bonaven-tutu betuigt: »Eene Verlichtende heteekent haar heilige naam waarlijk niet te vergeefs, want zij verlicht ook door het wonderbare voorbeeld iiaars godzaligen levens en verheldert de geestelijke nachten door den glans harcr deugden, gelijk eenmaal die vurige wolk dc nachten dos volks Israels verlichtte; om nog niets daarvan te zeggen, dat bet licht barer glorie de heilige engelen verlichtend verheugt.quot;

2. Anderen leiden het woord maiua af van «jiiiuam dat is «Bitterheid der zee;quot; zoo werd namelijk dc zuster van moses mirjasi genaamd, wijl zij juist geboren werd, toen piiarao begon, do pasgeboren Israclictischo knapen in Egypte te laten verdrinken; maar toen dc Israëlieten droogvoets door do Roode Zee gegaan waren, zou dc naam der zuster van moses van miiuam in maiua, dal is »Stcr der zee''' veranderd zijn. — Dc h. i)onaventuua heldert den naam van maiua in eerst genoemde betrekking op door te zeggen: )gt;Eene zee is maiua, wegens de overrijke stroomingen aan de volheid der genade, die zij ontving; »want alle rivieren storten zich in de zee uit,quot; betuigt de Heilige Schrift. En die rivieren zijn de gaven der liefde van den Heiligen Geest. En in die zee storten zich alle gaven der engelen

-ocr page 739-

265

cn mctischcn, der prlriarchen cn proleten, der belijders en maagden uil, waarom ook gevoeglijk de woorden op haar van toepassing zijn: »In mij is alle genade des wegs en der waarheid; in mij is alle hoop des levens en dor deugd!quot; (Eccl. 24). En bitter is die zee in het lijden haars Zoons, waar het zwaard der smarten door hare ziel drong, cn zij met nog veel meer waarheid dan nokmi zuchten kon: «Noemt mij niet noëmi (dal is de schoone), maar noemt mij mirjam (dat is de bittere); want de Almachtige heelt mij met bitterheid vervuld !quot; (Ruth 1 : 20.quot;)

3. Anderen vinden in den naam maria de beteekenis van ))Sler der zeequot;. — De h. bonaventura zegt met betrekking daarop : ))Eene Ster wordt maria genoemd; en wol is zij do reinste ster; «schooner dan de zon; hoven alle ordening der sterren, en reiner dan het licht!quot; (Wijsh. 7.) Want in reinheid cn waardigheid gaat zij de zonen alles, zclls dat geestelijk licht te boven, hetwelk van de duisternissen gescheiden werd; want uit haar ontstraalde het eeuwige licht, loon zij don Zoon Gods baarde. Zij is die Ster, van welke geschreven staat: «Eone Ster zal uit jacou opgaan!quot; (Num. 24.) En gelijk de straal, die van de ster uitgaat, hare heldorheid niet vermindert, evenzoo kwetste ook de Zoon, die uit haar ontsproot, nimmer hare maagdelijkheid. — O zalige Maagd, stralenrijke Ster! hoe hoogst verblijdend is uw licht, dat niet slechts de aarde, maar ook den hemel verlicht, ja zelfs in de diepten der hel drong, en hen verlichtte, die in de schaduwen des doods zalen! — En maria is ook cenc Ster der zee. Want gelijk do schippers naar de poolster zien , om hunne vaart te regelen, zoo zien ook vrome zielen, die in de golven der onstuimige zee dezes levens, óf in bet scheepje dor onschuld óf der boete varen, (ot maria op, opdat hun vaartuig blijde in de haven der eeuwige gelukzaligheid gevoerd worde.quot;

Daarom vermaant de h. bernarmis recht hartelijk ieder onzer: «Wie gij ook immer zijn moogt, die inziet, dal

-ocr page 740-

266

Hfi!

li

i

v.'v-

m

gij op den stroom dezer wereld meer door stoimen ca omvcders dobbert, dan op vasten grond staat; wond uw oog niet af van den glans dezer Ster, indien gij door de stormen niet wilt verslonden worden! — Waaien de winden der bekoringen, stoot gij op de klippen der droefenis: zie op naar de Ster, roep naar boven tot maria ! — Wordt gij door de golven des trots, door de baren der eerzucht, des lasters, der jaloezie rondgedreven: zie op naar de Ster, roep naar boven tot mama! — Stormen de toorn, de gierigheid, de aanlokking des vieesehes op het scheepje uws gemoeds los: roep naar boven tot makia! — Wordt gij van den gruwel uwer zonden, van den schrik des gewetens, van d» huivering voor het gerecht doordrongen ; ziet gij u door den afgrond der droefenis en der wanhoop verslonden: roep naar boven tot maria!quot; — In gevaren, in angst en nood, in twijfelachtige gevallen: denk aan maria en roep naar boven tot maiua. — Nimmer wijke zij uit uw mond, nimmer uit uw hart!quot; — En opdat de hulp barer voorbede u geworde: verwijder u nooit van de voorbeelden baars wandels! Haai' volgende, dwaalt gij nooit van den rechten weg af; tot haar smcekende, zult gij nooit wanhopen; houdt zij u, nimmer valt gij, beschut zij u, niets is u dan vreesdijk ; geleidt zij u, dan vermoeit gij niet; is zij u genegen, dan komt gij in de haven! En zoo zult gij in u zeiven ondervinden, hoe gepast de Evangelist zegt: nE)i de naam der Maagd was maria.quot;

4. Weder anderen leiden den naam maria van hot 11e-breeuwsche ygt;maraquot; af, zoodat het beteekenen zou: Mach-litje, Sterke, Verhevene, Vromv, Gebiedster, Meesteres, lieerscheres.quot; En die naam is voor de heilige Moedor Gods de meest gepaste, daar zij bijna in elke taal zoo genoemd wordt. De Italianen noemon haar: «Madonna,quot; de Fran-schen »Notre Dame,'' do Spanjaarden : «Nuestra Sennora;quot; hetgeen alles in het Nederlandsch beteekent: »Onze Lieve Vrouw.quot; Op gelijke wijze wordt maria in het Grieksch aangesproken, bijv. in de liturgie der h. jacobus,basilii?.

-ocr page 741-

267

! '''wil

mm

I '

chrysostomus. Immers had zelfs b. accados , do beroemdste geleerde der Hebreërs, die vóór de lijden des Messias leelde, voorspeld, dal de Moeder des Messias »IIeerscheresquot; moest genoemd worden. En dit met het volste recht; want indien de Koninginnen zich verheugen in de namen en voorrechten der koningen, waarom zou ook niet de Moeder van Christus in het voorrecht van haar Zoon deelen? En zoo deze door allen »lleerquot; wordt genoemd, waarom zou niet ook Zijne Moeder den naam «Heerscheresquot; verdienen? Ja, indien de lieer zelf haar onderdanig was, gelijk de h. Evangelist lucas (2:'1) getuigt: waarom zou zij niet »Heerscheres,quot; ja «Gebiedster van alle schepselenquot; genoemd worden ?

Saka heette, eer haar man abraham door God tol vader van vele volkeren bestemd werd, sauaï, dat is »Mijne heerscheresquot; o( «Vorstin.quot; Doch na die belolte of bepaling beval God aan abraham, dat hij haar niet meer sakaï, maar sara zou noemen, dat is rechtstreeks «Heerscheresquot; of «Koningin,quot; omdat zij namelijk vroeger slechts de heerscheres van één man en ééne familie was, maar later door isaak, dien zij baren zou, en uit wien weer christus, de Vader aller volkeren, geboren zou worden, de «heerscheres van zeer vele volkerenquot; werd. Saua was dus eenc voorafbeelding van maria; want gelijk gene naar het vleesch de heerscheres en koningin van alle volkeren was, zoo is bet iu geestelijke betrekking maria. En indien sara, die toch in zulk een verwijderden graad de stammoeder van christus was, om christus wil «Heerscheresquot; genoemd wordt: hoe veel te meer moet het dan Zijne lichamelijke Moeder mauia zijn! En nu was maria hier beneden slechts de Heerscheres eener armoedige familie; maar thans, nu zij in den hemel troont en boven alle engelen en heiligen geplaatst is, wordt zij met onbetwist recht als de yllccr-scheres en Koningin aller volkeren'' geprezen. De Kerk legt haar dus de woorden uit het Oude Testament in den mond: «De Heer heeft alle rijkdommen Zijner genaden in

. ■■■ /: ,1,

Iə1' Sllfi

mm

,, -.{/ ■' fi

Pil

4'! A'ti'l

1 ^Ü'

lil iiür

tii I j-, l*X ,

SP ■ •'il'!

ji

I;

11;

iiif

; 'lil

1 fiï ||

-ocr page 742-

268

mijne handen gelegd, opdat ik, die mij lief hebben, met dezelve verrijke!quot; Spr. 8.

De vijf letters in den naam Maria.

(Uit; Maria-predikatiën van antonio vieira, doo Dr. f. J. schermer.)

Laat ons nu, om Lot opsporing der geheimvolle helee-kenis van den naam mama. — volgens de afzonderlijke letters — over te gaan, zien, wat de vijf letters er van nauwkeurig aanduiden. — De h. anïonids vond, als een zoo zinrijk vereerder dos naams «maria,quot; in de vijf letters er van vijf algemeene voorrechten, waarin hij, naar het schijnt, dc macht en de geheimen zijner oneindig omvattende beteekenis samenstelde. liet zijn de volgende : «Moeder van allen; Schatkamer; Koningin des hemels; werpspies tegen do vijanden; Voorspreekster der zondaars.quot; ^ Doch de beteekenis des naams maria is zoo onmetelijk, dc beteekenis van elke zijner letters is zoo rijk aan vrucht, dat ik ■— om die vruchtbaarheid eenigszins aan te toonen, niet vijl' voorrechten uit zijne vijf letters wil afleiden, neen, uit elke derzelve het dubbele aantal allciden zal. En dan zal ik nog niet alles herhalen, wal de heiligen van Zijne beteekenis verklaard hebben, maar slechts een gedeelte daarvan. Laat ons letter voor letter nagaan!

li

1

M. Moeder Gods, AVaardige des Waardigen, Dcvallisc des Schoonen, Reine des Ongcschondenen, Verhevene des Vcrhevensten, zoo noemt haar richakdus van sï. victor.— maria, die uit den hemel neerkomt en met eene spijs, zoeter dan honig, de gansche wereld voedt; aldus de h. MAxiMus. — maria is de rechter hand van chrisïus , zegt een godgeleerde, die Hij uitstrekt, om de gevallenen op te beuren. — maria is eene onderwijzeres der leeraars,

li I-Pi

li

') M. Mater uniyersorum. A. Area tlicsaurorum. R. Regina coelorum. 1. Jaculum inimicorum. A, Advocata peccatorum. (S. Antonin )

1

-ocr page 743-

2G9

zegt de h. uüpertus ; immers was zij de onderwijzeres der apostelen. — Maria is de lioode zee, waarin de mystische piiarao, de vorst der hel, verdronk; aldus de h. joannes geometra. — maria is, naar de aanmerking-van denzelfden, een algemeen geneesmiddel legen al onze ziekten.

Maria, zegt de h. isaacius, is eene geestelijke tafel, op welke ons het levende brood des eeuwigen levens gereikt wordt. — Wij hebben, zegt de h. bernardus, een Middelaar bij den Middelaar noodig, en niemand is daartoe nuttiger, dan maria. — Maria is een berg, die zidi boven de kruinen aller bergen verheft; aldus de h. gregorius. — Maria is, naar de h. augustinus verzekert, de dood der zondaars en bet leven der rechtvaardigen — Maria is de mijn, waaruit de steen gegraven werd, die de gansche wereld vervulde en bedekte. — Maria is, gelijk de h. joannes damascenus zich uitdrukt, een wonder der wonderen, is het grootste van alle wonderen. — Maria is een onbeklimbare muur, eena veilige vesting der zaligheid. —Maria is, zegt de h. ansel-mus, eene wonderbaar zeldzame en eene zeldzaam wonderbare Vrouw, door wie de menschen lot de zaligheid komen en de engelen verkwikt worden.

A. Maria is de Boom des levens, die alleen waardig was, de Vrucht dor eeuwige zaligheid te dragen; aldus de h. donaventura. — Maria is de Helpster des Hoogsten, zegt de kardinaal iiugo ; want zij hielp en helpt cimisïus het mcnscli-dom verlossen; daarom slaat van haar in waarheid: «Laat ons Hem eene Helpster geven, die Hem gelijkvormig is!quot; — Maria, zegt de h. joannes damascenus, is de afgrond der genade.— Maria is, gelijk andreas van creta betuigt, een levend allaar, waarop het Lam, — ciiuistus, — als levend Offer op eene geestelijke wijze geofferd wordt. — Maria is de Ark des verbonds, waarin alle geheimen der Godheid besloten waren; aldus de h. ildepiionsus. — »Gijzijt,quot; xoo roept haaide h. rijpertus toe, »gij zijt het hemelsche Morgenrood op aarde; want even als bel morgenrood het einde van den nacht

i. ■: ii i

gt;' imm

kl 4

i •

v,i

I

J'

■'mm

-ocr page 744-

13!

270

en het begin van den dag is; zoo is, o Maagd, uwe geboorte het einde aller smarten en het begin van allen troost!quot;

Maria is,

albasten val der genade,

vloeit en naar de menscben stroomt; aldus de h. ber-nardiis. — Maria, zegl de h. ambrosius, is eene maagdelijke bij, die, gevoed met den hemelschen dauw, — de genade des Heiligen Gecstes, — den zoeten lionig van het Paradijs, jksus Christus, voortbracht. — Maria is, zoo verzekert de h. anseuius, het algemeene genadehof, waarin allen zondaars vergeving geschonken wordt.

gelijk de h. ampiiilociiius r.ich uitdrukl, liet onzei heiliging. — Maria

is de waterleiding wier stroom uit de horst des eeuwigen Vaders

R. Maria is eene Koningin, wier rijk op aarde gegrond en in den hemel voltooid werd, en heeft eene onoverwinnelijke macht; aldus andreas van creta. — Maria is, gelijk de h. bernardus verzekert, de eenige en gebcele grond van al onze lioop. — Maria is niet slechts de wortel der

eeuwige zaligheid, maar ook aller goederen dezes levens. Zij is voor alle bedroefden een voorwerp der krachtigste

verkwikking

zegt, de opstanding van adam, die door de ven is en door deze allen den dood bereidde. — Zij is, naaide verklaring des h. petrus damiani, de gouden toevluchtsoord, waar God — na den opstand der engelen — alleen rust gevonden heeft. — Zij is de verkwikkende dauw voor het vuur en de prikkeling aller zonden; aldus riciiardus van den h. laurentius.

Maria is, zoo verzekert georgius van nicomedië, eene toevlucht voor allen, die hare beschutting zoeken, en zij maakt hen tot burgers van het eene en het andere Jerusalem. — Door maria , zegt de h. ciirysologus , werd de val van eva weder goed gemaakt, zoodat, gelijk door deze do dood in de wereld is gekomen, door maria het leven weer hersteld werd. — Maria is de roos van het hemelsche Paradijs, zegt de h. gertrudis, en zij voegt er bij, dat

en verzachting. — Zij is, gelijk de h. epiirem

zonde gestor-

I

.•Ui-Ui

'W it?

-ocr page 745-

271

Maria lol haar gezegd heeft, dal zij haar mei dien naam zou aanroepen.

I. De vierde lelter in den naam maria is de I. Als ik u, maria. Beeld Gods noem, dan zijl gij dit waard, verklaart de h. augustinus. — Maria, zegt andreas van creta , is hel gelijkvormige beeld van hel oorspronkelijke goddelijke beeld. — Maria , betuigt zinrijk de li. antoninus , maria is de hemelsche regenboog, bel beeld des vredes en der barmhartigheid; wanl richt God op maria Zijne oogen, don ziel Hij, gelijk hij het met betrekking lol dien regenboog in den grijzen voorlijd beloofd heeft, van de straffen af, die de zonden verdienen. — Maria is een liefelijke tuin, waarin allerlei bloemen geplant worden, en zich de geuren van alle deugden verspreiden. ■— Maria is de Jordaan der Kerk, in welks reine vloeden de melaalsche Naaman, namelijk de verdorven natuur, de oorspronkelijke gezondheid terug krijgt; aldus richardus van den h. laurentius. — Maria, zegt de h. bernardus, is de verheven uitvindster der genade. — Zij is, gelijk de h. metiiodius zich uitdrukt, de eeuwige blijdschap des hemels en der aarde.

Maria is, zoo verzekert de h. petrus damiani, eene gebiedende Voorpreekster, die, daar zij niel slechts verzoekt — als eene dienstmaagd, maar beveelt — als eene heerscheres, alles, wal zij verlangt, van Gods troon krijgt. — Maria is, zoo verzekert de h. .ioainnes geomeïra, het bijzondere recht, waarnaar God alle rechlsaangelegenheden en klachten des menschdoms beslist. — Maria is, zegt de h. rrigitta, de sterkste magneet; gelijk de gewone magneet hel ijzer lot zich trekt (aldus spreekt maria zelve lot de heiligen) zoo trek ik die ijzerharde harten der zondaars tol God.

A. Maria is de ark van noaii; want gelijk de ark uil drie afdeelingen bestond, waarin zij alle levende schepselen opnam; zoo nam maria, toen zij de woning des Scheppers was, de gansche heiligste Drievuldigheid, — de drie goddelijke personen, in zich op. — Maria is, zoo zegt de h. greooiuus van nazianck zinrijk, mauia is de

-ocr page 746-

272

harp Davids, wier klanken bewerkten, dat de booze geest uit hel lichaam van Saul vlood; cn op gelijke wijze drijft hem de welluidende naam maria op de vlucbt — Maria is de adelaar van ezechiel, die naar den hemelschen Libanon vloog cn daar het merg der booge ceders, des Zoons van den eeuwigen Vader, haalde, volgens den b. tiio-mas van aquino. — maria is de koker Gods, waarin Hij dien uitgelezen pijl negen maanden lang verborgen hield, waarmede Hij de wereld, den dood en de zonde op eens — treffen en verpletterden zou. Isai. 49 : 2. — maria is bet tegengift des levens tegen bet gift van eva ; deze — is wreed; door baar stortte de slang baar gift ook op adam uit; maria — trouwhartig: zij bereidde bet tegengift der zaligheid voor mannen cn vrouwen, volgens den b. beunardus.

Maria is, gelijk de h. willem van Parijs aanmerkt, het arsenaal, waarin God zich met de wapenen der mensch-lieid toerustte, om den vorst der bel te overwinnen. Zij is de toevluebtoord Gods; want enkel in den schoot van maria was God beveiligd, om door zonden beschadigd te worden. — Maria is bet meest vaste anker van al onze hoop op de stormachtige zee dezer wereld. ■— Maria , zoo verzekert de h. fulgentius, maria is de zuil tusscben den hemel en de aarde; die zouden reeds lang ineengestort zijn, indien maria ze niet door bare voorbede steunde. — Maria waakt met duizend oogen, om ons lijden cn onze nooden te zien cn te voorkomen, zegt do b. epiphanius. —maria is eindelijk, naar den b. anïoninus, de verzamelplaats aller genaden — op zich. zelve en voor ons; want de verzamelplaats van alle wateren noemde God cn de verzamelplaats

van alle genaden — maria.

Feestbloemen.

1. De h. ambrosius zegt: «De naam maria betcekent: »God is van mijn jeslacht!quot; — Onbetwistbaar is deze uitlegging de verbcvenste, want zij omvat de gansc.bc boog-

-ocr page 747-

273

held cn waardigheid der heilige Maagd. — Daardoor, dal Gods ééngeboren Zoon uil mama mensch geworden is, dus de raenschelijke naluur aangenomen heelt, is hij in waarheid «van ons geslacht,,quot; waar mensch, een lid der menscli-heid, onze broeder. En die Maagd, die Hem ons gehaard heeft, »Moeder Godsquot; en haar naam is mama!quot;

2. Anagram van den naam der allerzaligste Maagd mama :

M. — Mater misericordiae, Moeder der barmhartigheid.

A. — Advocata afllictorum. Bijstand der bedrukten.

1«. — Refugium redeunlium. Toevlucht der boetelingen.

1. — Inventrix indulgentiae. Uitvindster der toegevendheid.

A. — Amica angelorum, quot;Vriendin der engelen.

3. De h. bernaudus betuigt: »Nooil spreekt gij vergeefs den naam maria nit, want zij antwoordt u telkens met eene genade \quot;

A. De h. AMBROsius roepl uil: «Bewerk, o machtige Koningin maria , dat wij zeer dikwijls met liefde cn vertrouwen uw naam noemen; want het is een leeken, dat men óf de genade Gods reeds bezit, óf haar ten minste spoedig deelachtig wordt, als men met liefde uiv naam uitspreekt 1quot;

5. De h. alphonsus hodiuouuz placht God nooit om iets te bidden, behalve bij den zoeten naam «maria,quot; en beval dit gebruik allen Ordesbroeders aan. «Als gij van God iels verwerven wilt,quot; zeide hij eens vol van bet kinderlijkste geloof, «zoo smeekt het met vertrouwen van do heilige Maagd, en woest overtuigd, dat gij hel verkrijgen zuil!quot;

0. De h. antonius van pa du a placht zeer dikwijls, bij dag en nacht, den heiligen naam maria uil te spreken, en hij gevoelde daarbij eene even groote liefelijkheid, als de h. bernardus bij den hoogheiligen naam jesus. Daarom riep hij dikwijls uil: «De naarn van maria brengt blijdschap in hel hart, honig in den mond en harmonie in de ooren van hen, die baar vereeren!quot;

7. De eerwaardige abt franconus leert: dal na den hoogheiligen naam jesus de naam maria zoo rijk in ge-

A. Ilungari. Ave-Maria-Klokje. II.

-ocr page 748-

274

naden en liefelijkheid is, dat er in den hemel en op aarde geen andere naam klinkt, welke den vromen zielen zooveel genade, hoop en zoetheid verschaft. Want de naam maiua bevat iets zoo wonderbaars, zoo zoets en zoo hemels, dat, als hij in een bevriend hart ingang vindt, hij er zoeten geur in verbreidt. En het wonderbaarste aan dien verheven naam is, dat, al hebben de vereerders van maiua hem ook duizendmaal gehoord, hij hun toch altijd nieuw voorkomt; want zij ondervinden, zoo dikwijls zij hem hoo-ren, altijd dezelfde zoetheid.quot;

8. De zalige hendrik suso verzekerde, dat, als hij den naam maiua noemde, zijn vertrouwen ongemeen toenam en hij tot ecne innige liefde aangevuurd werd; hij beweerde, dat die naam als honigzeem in den grond zijner ziel sciieen te smelten, en daarom riep hij vreugdedronken uil: »0 zoete naam, o maria, wat zult gij wel zelve zijn, als uw naam reeds zoo liefelijk en beminnelijk

9. De h. iiyacintha marescoïti zelve in zalige verrukking te verklaren:

mijns harten bestaat in het hooren, in het uitspreken van den heiligen naam maiua !quot;

10. De h. alpuonsus liguori deed der Maagd maiua de gelofte; «zoolang ik leef; wil ik uw zoeten naam ten minste elk uur godsdienstig uitspreken lquot;

11. De h. JosciGN, monnik der Benedictijner-Orde, die in het jaar '1178 stierf, bad alle dagen vijf psalmen; die met de vijf letters beginnen, waaruit de naam maria bestaat:

Magnificat.

Ad Dominum cum tribularer, clamavi.

Retribue servo tuo.

In convertendo.

Ad te levavi animam meam.

12. De h. fiiangiscus van paula jesus en maria zoo dikwijls op de lippen, dat vroeger de leden zijner Orde rechtstreeks de lürdeshecrcn .tesus en maiuaquot; genoemd werden.

is!?quot;

placht van zich «De gansche troost het gevoelen en in

allerzaligste

had de heilige namen

-ocr page 749-

275

I.1}. De h. carolus DonnoMEUS bepaalde in zijn bisdom Milaan: dal de priesters bij de viering van liel hoogheilige Misoffer en de overige godsdienstige verrichtingen, alsmede allen, die hen aan het altaar dienon zouden, zoo dikwijls zij den heiligen naam »mariaquot; uitspraken, hel hoold moesten neigen,

14: De eerwaardige pater paulus van het kruis voedde in zijn hart zulk eene liefde en vereering voor de genaderijke Moeder des Heeren en gevoelde zich voor de van haar ontvangen weldaden tot zulke innige dankbaarheid verplicht: dat hij den naam der allerzaligste Maagd mauia niet kon uitspreken — zonder het hoofd te ontblooten en met bij-zonderen eerbied te buigen, als had hij zich voor den troon van de Koningin des hemels zelve bevonden. — En hij verlangde, dat ook anderen dit doen zouden, wanneer men ook immer den naam maria uitsprak.

IT), De godzalige paschal van auragonië , lid der Orde van den h. franciscus van assisi, boog godsdienstig de knie, zoo dikwijls hij den verheven naam maria hoorde noemen.

10. Do zalige margaretha van Hongarije, dochter van koning bela iv, koesterde voor de allerzaligste Maagd en Moeder Gods maria ocne hartelijke godsvrucht; zij vereerde haar niet slechts vurig met den Engelengroet, maar voedde ook voor haar eene zoo brandende liefde, dat zij altijd haar hoofd diep ter aarde boog, zoo dikwijls zij den naam «mariaquot; uitsprak of ook stechts van anderen hoorde noemen. — Zij placht maria niet anders te noemen dan: »eene maagdelijke Moeder Gods, eene hoop der wereld, hare allerzaligste hoop.quot;

'17. tiieopii vlagt us verhaalt in de geschiedenis van keizer Mauritius, dal. deze zich steeds aan do Koningin dor engelen placht aan te bevelen. — Toen hij dus den oorlog tegen de Perzen ondernam, stelde hij zich onder hare bijzondere bescherming en de naam «mariaquot; diende zijnon soldalen lot wachtwoord.

i I

' yÉ;

ili i!

'1

ï

r/Ji

J i

I

■; 1

wiiaiP'

él

:i

lil

• §

m

18*

-ocr page 750-

270

18. Dc h. geriiardus, dc eerste martelaar in Hongarije, werd ten diepste geroerd, zoo dikwijls hij den naam maiua hoorde uitspreken. Hij weigerde daarom nooit, wat men in den naam van maria van hem verlangde, Het woordje, om maria's wil!quot; was als de weg tot zijn hart en ook tot zijne weldaden.

19. In het begin der elfde eeuw stichtte de h. ste-phanus, koning van Hongarije, de kerk »Onze Lieve Vrouw van Stoelweissenhurgquot; en legde zijne kroon aan de voeten der heilige Maagd maria neer, die hij tot Koningin van zijne staten verklaarde. — Van dien tijd af was er binnen dc grenzen van dit groote koninkrijk geen edele Hongaar, die niet, hoe voornaam ook zijne afkomst was, zijne knieën zou gebogen hebben, zoo dikwijls dc naam maria uitgesproken werd, ten teeken zijne onderworpenheid aan de hoogc Heerscheres.

20. Dc h. DENNO zag eens, hoe duiven uit vruchtkorrels den naam der allerzaligste Maagd maria samenstelden. — Op dezelfde plaats bouwde hij het klooster Altenzell.

21. Gelijk bekend is, begeven zich dc stadbewoners van Tirol tijdens de grootste hitte van den zomer verscheidene weken lang naar liet gebergte om aldaar de koelte te zoeken. Zoo komt men ook in de nabijheid van Oj)-per-Botsen, als men van Ritten afkomt, langs koele bosoh wegen aan fraaie zomerverblijven, die een ruim uitzicht hebben en zich in de aangenaamste zomerkoelte verheugen. Zij dragen alle den zoeten naam «maria,quot; zooals: »Mar ia-Sneeuw, Maria-Hemelvaart, Maria-Kluis enz.quot; En bijna geen andere naam zou ook voor die plaatsjes geschikt zijn. Er ligt in de natuur hier zoo veel vrouwelijks, zoo veel wal zich het best met dien naam laat schilderen, waaraan zich beelden hechten van den stilsten maagdelijken vrede op aarde, zoowel als van de ontrukking aan en de verheffing boven de aarde. Men viert daar cene zeer zalige rust bij maria, de Maagd der maagden, de Moeder van jesus Christus, de Koninjin des vredesl

-ocr page 751-

277

22. Dc h. petrus c1irysologus bclijdl: »MARIA is ccn wapen, waarmede wij altijd overwinnen!quot;

23. De h. EnniANius: «Als de hel makia in uw hart ziel. en haar naam van uwe lippen hoort; dan sluit zij liaar vlammenden afgrond, en alle booze geesten, die zij tot uw verderf afzond, keeren beschaamd terug!quot;

24. Pater paulus segneri roept ieder loc: «Strijd als een goed soldaat van jesus Christus ! Zulk een draagt geen ander wapen dan dc godsvrucht voor maria; zulk een voert geen ander zwaard dan het Avc-Maria, wijl hij zich dan eerst een soldaat van jesus ciiristus kan noemen, als hij diens Moeder hoog vereert cn bemint. Zijn helm is de naam maria, zijn pantser is dc liefde van maria , zijn schild is de voorbede van maria ; zoo gewapend zal hij eiken vijand overwinnen en in geen strijd bezwijken, cn hij kan aan het einde zijns levens met den h. Apostel i'Aulus juichen: »Ik heb een goeden strijd gestreden, daarom is mij de kroon der gerechtigheid weggelegd!quot;

25. De h. epiirem verklaart: «De naam maria is voor dengeen, die hem godvruchtig aanroept, de sleutel tot dc hemelpoort.quot;

2(3. Paus innocentius in stelde een ongemeen vertrouwen in den naam maria. Hij placht dikwijls te zeggen: «maria bcteekent de Ster, cn die Ster licht mij voor naar den hemel!quot; En hij voegde er bij: «Door deze twee, door het houten door de ster, kunnen de schepen onder zoo veel gevaren aan den oever komen, namelijk door het geloof des kruises en door de kracht des lichts, dat ons gebaard heeft maria, de Ster der zee!quot;

27. De. h. bonaventura beleed: «Zalig is hij, die uw naam liefheeft, o heilige Moeder Gods! Uw naam is zoo heerlijk en zoo wonderbaar, dal allen, die gedachtig zijn, hem in hun doodsuur aan te roepen, niet voor de aanvallen hunner vijanden behoeven te vreezen!quot;

28. De vrome piiilippa van geldern , koningin van Jerusalem cn Sicilië, hertogin van Lotharingen, die in het

-ocr page 752-

378

juar 1547, in den ouderdom van 105 jaren slierf, hccl'l in de negen laalsle dagen haars levens meer dan driedui-zendmaal: »jesus! maria.!quot; geroepen.

^29. De h. c AJiiLLUs lellis vermaande zijne Ordesbroeders, den stervenden te herinneren, dat zij recht dikwijls de namen jesus en maria zouden aanroepen, gelijk hij dit steeds placht te doen. Maar hij gal hun niet alleen dien raad, want hij volgde hem ook nauwkeurig op zijn eigen sterfbed. Hij hield de armen over de borst gekruist en ■ gal den geest, met de oogen gericht op twee beelden van jesus en maria , terwijl op zijn gelaat hemelschc blijdschap schitterde. Tot aan zijn laatslcn ademtocht stamelde hij godvruchtig: »jesus en maria!quot;

.'30. De h. petrus „ïiiomasius gedacht, zoo dikwijls hij had, ook den lol' der gebenedijde Maagd. Elk beeld, dat hij op den weg zag, groette hij eerbiedig. Als hij sprak, begon hij altijd met den naam bmaria;quot; eer hij aan tal'el ging, ontstroomden aan zijn mond allijd eenige lofspraken ter eere van maria. De spijzen behaagden hem niet, waren zij niet gekruid met de herinnering aan maria. In al zijne moeiten en nooden vluchtte hij naar het altaar van Onze Lieve Vrouw. De vervoljingen van den hooien vijand hield Inj altoos met het schild des naams van maria legen, en altoos was hem de hulp nabij. — Na zijn dood zag men den naam van maria in zijn hart gedrukt, gelijk vroeger in het hart des h. martelaars ignatius den naaiïi jesus.

31. De h. anselmus stelt de vraag: «Hoe koml hot, dat men dikwijls spoediger verhoord wordt, als men maria, dan als men jesus aanroept?quot; En hij antwoordt: «Dit geschiedt niet daarom, als ware de Moeder grooter en machtiger dan de Zoon; want zij is slechts door Hem machtig. Met de zaak is het aldus gelegen: Haar Zoon is de hoogste Rechter van alle menschen, die al onze verdiensten en overtredingen weet. Hoepen wij Zijn naam aan en Hij verhoort ons niet, wijl Hij streng Rechter is; dan handelt hij geheel naar Zijne gerechtigheid. Maar roept men den

-ocr page 753-

279

naam /ijncr Moeder aan, en verdienl hel dc biddende niol, dat hij om zijns ze U's wil verhoord wordt; dan verdient het toch dc Moeder, die voor hem bidt en hare verdiensten voor hem laat spreken, opdat hij verhoord worde.quot;

Zoete verkwikking' uit den naam „Maria.quot;

Uit; Legende van den zaligen herman josef , door Frans Kaulcu.)

Het is in dc Orde de h. noubertus gebruikelijk, dat telkens, als in liet koorgebed de allerzoetste naam van maria voorkomt, liet gansehc koor aan dien hoogheiligen naam de reverentie bewijst, en wel op (Je gewone dagen doorneder-knielen, maar als cr een feest is, door buiging des lichaarns, Nooit deed ook de lieve h. koster herman josek anders, wanneer hij in het koor was; want daar hij vol was van ; den rechten geest der Orde, verafschuwde li ij elke bijzon-; derheid, ook al dreef hem zijne godsvrucht tot wat grooters. Maar als hij zich buiten het koor bevond en meende alleen tc zijn, dan wierp hij zich bij elke noeming des gezegden allerbemmncnwaardigsten naams maria geheel op den grond en bleef liggen, zoo lang hij kon. En daar men hem menigmaal bij dat nederwerpen gezien had, onderhield de pater prior hem er over en begeerde de reden te weten. Nu antwoordde de lieve koster; »0 pater prior, gij moet weten, telkens, als ik mij bij het noemen van den zoeten naam Onzer Lieve Vrouw op den grond werp, dan komt mij dc geur van allerlei bloemen en kruiden met de volheid van zoo veel liefelijkheid tegen, dat ik, indien ik mocht, tot in eeuwigheid zou willen blijven liggen. En dus, wijl ik telkens bij het uitspreken van den allerlicfsten naam op zulke verkwikking hoop, werp ik mij zeer snel neer; doch daar ik mij slechts met moeite van zulke zoete verrukking kan losmaken, sta ik veel langzamer weer op.quot; Welk eene zoetheid, lieve lezer, denkt gij, dat het aan-

-ocr page 754-

denken aan de lieve Moeder Gods voor hel hart des h. ji af

herman josef wel geweest is, daar reeds de klank haars 1 do

naams hem zoo in verrukking bracht? Want wie het beeld i n£

van Maria in het hart draagt, voor dien is licht de ge- [ ce

dachte aan haar als eene volheid van geuren en als het | dc

werk der balsembereiders; en in eiken mond, waarin I en

maria's naam met godsvrucht wordt aangeroepen, is hij ' »5

zoeter dan honig, en maakt hij dronken van den wijn dor Cc

liefde; en waar men maria's schoonheid waardig prijst, | ]n

daar is hot als muziek bij een feestmaal en als bloeiende ge

rozen in lentedagen en als geurige wierook in de dagen : la.

des zomers; en zoo iemand aan zulke hemclschc schoon- i

heid dienstbaar wil worden, die kan zich nimmer in aard- | scben lust verheugen en wordt eenmaal door God verkwikt in de eeuwigheid!

Dc naam „Mariaquot; in Spanje.

(Uit; Al dc schriften van ferm an caballero.)

Een vrome Katholieke trek der Spaansche volksliederen is het daarin voorkomende gebruik van voornamen, die alle aan den Katholieken kalender ontleend zijn, en onder welke zich eene bijzondere voorliefde vooi'MANukl, josef en maria, dus voor de namen der heilige familie, vertoont. Van Manuel, verkleind manolito, zegt men rechtstreeks, dal hij die zoetste aller namen, en dat diegeen gelukkig is, wien hij bij den doop gegeven werd. Denamen .iosef ol josef-maria , (hij verkleining tepe, pepito, vrouwelijk pepita) zijn in Spanje talloos, en op den 19 Maart, den gedenkdag- van den h. josef, op welken allen, welke dien naam dragen, gefeliciteerd worden, is er geen einde aan de visites, kaartjes, brieven en geschenken.

De naam maria is veelvuldiger, dan het een buitenlander op hol eerste gezicht soms voorkomt, daar men ter onderscheiding gewoonlijk — in plaats van den naam — de nadere

-ocr page 755-

281

aanduiding cr van noemt, en bijv., in plaats van maria do los Dolores, Maria de la Concepcion, Maria de la Encar-naeion, Maria de los Lagrimas, eenvoudig Dolores, Concepcion, Encarnacion, Lagrimas zegt. Daarom zijn op den naam maria al de in Spanje zoo dikwijls voorkomende en slechts uit verkortingen van liet geheel ontstane namen: «Salud, Soledad, Consolacion, Augustias, Mercedes, Gracia, Carmel, Nieves, Settelilla, Montserrat, Beien, Pilar, Atocha, Inieste, Sagrario enz. terug te brengen. — Men kan zeggen: «Spanje is het door God gezegende, licl'elijke Maria-land!quot;

üc naam Maria aan de moskee.

(Uit: Katholieke troost in eenzaamheid.)

In een groot deel van het tegenwoordige Spanje, zoo vooral in het schoone Granada, heerschten vroeger verscheidene eeuwen lang de Mooren, dat is aanhangers van den valschen profeet moiiamed , gelijk heden nog de Turken. Door list en geweld hadden zij de landen aan de Christenen ontnomen. Maar de laatsten versterkten zich langzaam weer en hunne heerschers, de Katholieke koningen feudinand en isAuiiLLA begonnen eindelijk, die vijanden weer van den vaderlandschen grond te verdrijven en het kruis dos Verlossers te planten daar, waar de halve maan des proleets geheerscht had.

Zij belegerden de Moorsche stad Granada omstreeks het jaar i 4! 10 cn omringden ze met een wal. Maar do onge-loovigen verdedigden zich dapper en zoo kwam het, dat do belegering meerdere jaren duurde. In dien tusschontijd verrichtte een der Christelijke ridders, hernando van I'ULgar , eeno bijzonder koene en moedige daad, die ik hier wil verhalen.

In een nacht, dat niemand in de stad een aanval verwachtte , ronde hernando met slechts weinig manschappen

-ocr page 756-

quot;28-2

it f

op ccn dcr minder bewaakte kleinere poortjes des stads-muurs van Granada aan. Dadelijk stelde zich de Moorsche wachtpost Ie weer, men werd handgemeen en van beide zijden streed men dapper. Maai' terwijl de zijnen streden, beproefde iief.nando van puloar met zijn strijdros een koenen sprong door de gelederen der vijanden en kwam zoo door het poortje in de stad. Hoewel rechts en links, vóór en achier hem de vijand was, reed hij toch spoorslags naar de groote moskee (Turkschen tempel), die op het martplein stond. Fluks springt hij van hel paard, knielt neder en hecht met de punt zijns dolks aan de poort der moskee een briefje, waarop de woorden stonden : «Ave Maria!quot; In een oogwenk is hij weer op zijn paard, snelt door de stralen terug, zoodal de vonken spatten. Links en rechts stormen de verschrikte Mooren gewapend uil hunne huizen; maar op hetzelfde oogenblik is de koene ridder met zijn vliegend ros hun al uil hel gezicht. Zoo komt hij weer aan hel poortje, en een tweede koene sprong door de gelederen der strijdende Moorsche wachtposten brengt hem weibehouden bij de zijnen.

Van woede en schrik waren de ongeloovigcn builen zich, toen zij den volgenden dag den groet aan de hoog gebenedijde Moeder, den naam van de Beschermster der Christenen, Maria, aan de moskee huns valschen profeels gehecht lazen. Zij beschouwden dit wellicht als een voorteeken van hun spoedigen val; en inderdaad werd ook kort na dit voorval Granada door de Christenen veroverd; de moskee werd gesloopt en op de plaats, waar zij gestaan had, eene marmeren zuil mei het beeld der onbevlekte ontvangenis opgericht.

Ik trek uil deze geschiedenis eene geestelijke les, lieve lezer! Hoe dikwijls verovert niet ook heden nog debooze vijand eene stad, die vroeger aan Christus behoorde, en die stad is uwe ziel, die ciiristus wel in den heiligen doop opnam, maar later door de doodzonde verdreef. Hoe zal nu de vijand weer uit dit onrechtmatig bezit verdreven

I

1

I

i I

:i:

n if

I fell

mk

-ocr page 757-

283

[lil1 -r'i'ril';

worden? Ik weel voor u een goed, een ongemeen krachtig-, een door dc h. Vaders zoo dikwijls aanbevolen middel. Breng den naam smariaquot; koen en onbevreesd er in, en hecht hem vast midden in dc vijandelijke stad, en gij hebt schrik en verwarring gebracht midden in het leger der ongcloovigen zeiven. De stad moet, zij zal vidlen! — Weet gij eene ziel, die aldus gevangen ligt: breng ook haarden gebenedijden naam van des Heeren Moeder, moedig haar aan, dc Helpster der Christenen, dc Toevlucht dei-zondaars aan tc roepen en gij zult zien: de duivel houdt liet niet meer uit in liet leger, waarin dc naam van Maria wordt aangeroepen. Hij vlucht en Christus trekt weer binnen. Waar maria verschijnt, het Morgenrood, daar is de Zon der gerechtigheid, ciiristus, niet ver meer al'.

Het kleed der Dienaars van Maria

In Zuid-Amerika wordt bij hel alleggen van geloften, die op de zaligste Maagd betrekking hebben, eene eigenaardige gewoonte gevolgd. Heelt eene vrouw zich aan de heilige Maagd de Mercede, dat is van dc verlossing der gevangenen verloofd, dan draagt zij voor dien tijd het kleed van de Orde der Mercedadicrs, ten minste wat klucr en stof betreft; liceft zij zich bij hare gelofte tot de heilige Maagd der zeven smarten gewend, dan draagt zij een zwart kleed mei ccn hart van roodc stof op de linker zijde; doch zij, die 0. L. Vrouw van den berg Carmel hebben aangeroepen, vertoonen hare gelofte door een paarsch kleed met een medaillon op de linker zijde; en zij, die zich aan den naam van maria hebben gewijd, zijn in het wit gekleed.

Gewis vroom en zinrijk; maar liet kleed, waarmede gij der heilige Maagd altoos, zonder hetwelk gij haar nooil zult bevallen, is het kleed der heilige reinheid en onschuld.

i

m

, IH S! 1.1# lii

lil

ii mm

■ m

: kife' f ': tin i

: i

r1

r;; vM

11 ■1

. .

-ocr page 758-

284

Hebt gij uwe ziel ook slechts met kwade gedachten cn begeerten bevlekt, dan draagt gij het kleed der Dienaars van Maria niet meer.

Het feest Onzer Lieve Vrouw van de Verlossing der gevangenen.

(ilET WORDT DEN 27 SEFfEMBER GEVIERD.)

Geschiedenis van dit feest.

w '4^

et tegenwoordige feest, dai ook »feest der heiliye Maagd van de genade, jiaiua de mercedc,quot; en c^Tj «Maria van de barmhartigheid ter bevrijding van gevangene Christenenquot; heet, beeft zijn ontstaan aan de volgende gebeurtenis te danken.

In bet jaar '1222 werd Spanje door de Mooren wreed verwoest; die barbaren sloegen alle Christenen, die hun levend in banden vielen, in boeien, brachten hen in slavernij en behandelden hen als lastdieren, jacob i, koning van Arragonië, bestreed hen onophoudelijk met even groot gevolg als moed en ijver. Toch kon hij niet beletten, dat menigeen van zijne onderdanen in de macht der ongeloo-vigen viel; en bovendien smachtten reeds uit vroegeren tijd en uit alle door de halve maan veroverde landen een oneindig aantal Christenen onder bet juk der slavernij; het zegevierende zwaard des konings van Arragonië kon niet allen uit hunne schande bevrijden. Zijn vroom en week hart bloedde bij die gedachte; en toen hij in een nacht als trouw kweekeling van den h. petrus van nola zich vol vertrouwen tot de Hemelkoningin wendde, om haar zijn leed te klagen, dat hij niet in staat was, alle Christenen door het geweld der wapenen aan de slavernij Ie

-ocr page 759-

285

1

ontrukken , zag hij zicli op eens van een verblindenden glans omringd, die op het zonlicht des middags geleek en in welks midden hem de heilige Maagd maria verscheen. Zij betuigde hem, hoe welgevallig zijn ijver voor den godsdienst, zijn moed in den strijd tegen de vijanden van den Christelijken naam en zijn ongeduld om alle gevangenen te bevrijden, aan God was, en droeg hem bovendien op, onder den naam »Outer Lieve Vrouw van de genadequot; eene Orde de stichten, die uitdrukkelijk lot het vrijkoopen der gevangenen bestemd zou zijn, en die — als een bestendig werk — in de gansche Christenheid inzamelingen tot dat doel zou moeten doen.

Jacob van arragonië ontving dankbaar en met vreugdetranen de opdracht, die hem van God door maria gegeven werd; hij beloofde ze te vervullen en hield zich ook dadelijk met de uitvoering zijner gelofte bezig. Hij wist echter niet, lot wien hij zich in dit opzicht wenden ol'melwien hij zich vereenigen zou; doch ook deze besluilcloosheid nam de heilige Maagd weg, Zij verscheen (naar het Roomsche brevier) in denzellden nacht tevens aan hem, die den koning opgevoed en zijn hart voor de liefde lot God en den naaste gevormd had; dit was petrus van nola, een Fransch edelman, in Languedoe geboren, een rijk. machtig, wijs en bovenal een medelijdend man, wiens hart voor eiken ongelukkige, maar vooral voor de Christenen, geopend was, die in de kerkers en onder de tuchtroede der ongeloovigen zuchtten. Deze dienaar Gods had geheel zijn leven en een aanzienelijk deel zijner goederen ter verrichting van goede werken besteed ; zijn aanzijn was aan de heldenmoedigste liefde en de verzachting van alle, zoowel lichamelijk als geestelijk lijden zijner Christelijke medebroeders gewijd; niemand was bij gevolg meer geschikt, om Gods werktuig voor die onderneming te zijn. Maiüa vertoonde zich ook aan hom, gelijk zij zich aan zijn koninklijken vromen kwee-keling vertoond had, en begeerde van hem; alles, wat hem aan leven en vermogen nog overbleef, lot vrijkooping der

'M f

li

t i 1 i

■M

■:tlP

, .mihk l'

'ill

ill:

I'IK

f

■'p

fpl hl

-ocr page 760-

280

gevangenen ie besteden, hetgeen, naar zij hem verzekenle, Gods wil was; ook beloofde zij hem, dat hij zich daardoor de genade des Scheppers en Beheerschers van alle wezens verzekeren zou. Zij voegde er eindelijk nog bij, dat hij zich met meerdere medegenoolen van gelijken ijver verbinden moest, die hem in zijne barmhartige onderneming bijstonden. Petkus schrikte eerst van dit gezicht; hij herinnerde zich, dat de h. pauhjs den Christenen aanbeveelt, zich in de geesten niet te laten misleiden, maar nauwkeurig te onderscheiden, van waar zij kwamen, óf uit den hemel óf uit den afgrond: «Probate spiritus an ex Deo sint?' ' Hij vreesde de speelbal eener verblinding van den engel der duisternis geworden te zijn. Maar maria loste zijne twijfeling op, verscheen hem ten tweeden, male en sprak lot hem: «Ik ben de Moeder Gods, vrees niets; uwe zending komt van boven, en God, die ze u toevertrouwde, zal u bijstaan.quot; Door dit tweede gezicht gerustgesteld en bemoedigd, waren bij petrus nu spoedig alle twijfelingen ten einde; hij dacht dag en nacht slechts aan de uitvoering van het hem opgedragen werk; toch scheen hem die onderneming moeielijk en hij racende ze niet te mogen beginnen, zonder eerst met een vromen , verlichten en ijverigen man geraadpleegd te hebben.

Hij vond die eigenschappen vereenigd in een Dominicaan, met name raimund van pknnafort ; dit was de biechtvader van koning jacgij van arragonië , zoowel als van petrus van nola zclveu. Nadat hem de laatste dadelijk zijn visioen, zijne zending en zijn plan om er aan te voldoen , medegedeeld had , antwoordde de h. raimund ; dat ook hij een gelijksoortig visioen op hetzelfde uur en tot gelijk doel gehad had. Hij vermaande dus zijn vromen en ijverigen biechtzoon, den wil en de bevelen Gods en der heilige Maagd maria te gehoorzamen, en beloofde hem, dal hij hem met al zijn invloed en aanzien zou ondersteunen. petrus van nola aarzelde niet langer, hij sloeg de hand aan het werk; de koning gaf groote geschenken, begiftigde

in

-ocr page 761-

287

dc nieuwe stichting met cenige huizen, en zoo ontstond de Orde, die, gelijk de abl etienne georges in zijn boek: Fètes de la Vier ge Marie zegt: »in de weinige eeuwen van haar bestaan alleen der menschheid rneer diensten bewezen heelt, dan haar tot heden alle philantropen der wereld bewezen hebben of nog bewijzen zullen

2. De h. petrus nolascus begaf zich zelven als lid dei-Orde in een dier huizen. Spoedig kwamen vele ridderlijke heeren, sloten zich bij hem aan en traden in de nieuwe Orde. Buiten do drie geloften van armoede, kuischheid cn gehoorzaamheid, stelden zich die monniken nog eene vierde, die ons toont, hoe ver de godsdienst de liefde tot den naaste brengen kan. Zij beloofden namelijk, hun eigen persoon. Ie geven en in de slavernij bij de ongeloovigen le blijven, als hel ter bevrijding der gevangenen noodzakelijk mocht zijn.quot;

Aldus luidt het formulier dezer in de jaarboeken des Christendoms eenige verplichting: «ik N., ridder Onzer Lieve Vrouw van de barmhartm-heid en verlossins1 der tre-

' ' O p

vangenen, belijd cn beloof, gehoorzaamheid, armoede en kuischheid te zullen beoefenen, voor God te leven, den regel des h. renedictus te volgen, cn als het voor de bevrijding der geloovigen van jesus Christus noodzakelijk is, dan wil ik als gevangene bij de Sarazenen blijven.quot;

En inderdaad men heeft meerdere dier edele dienaars van Maria bij de ongeloovigen in slavernij zien blijven, om onderscheidene slaven vrij te koopen en gelegenheid te hebben, den Mohamedanen het Evangelie te prediken. — Onder hen was de h. raimund nonnat, die acht maanden in dc gevangenschap lag. llij had gedurende dien tijd ongehoorde kwellingen te verdragen, totdat hem eindelijk de ongeloovigen, daar zij hem het prediken anders niet onmogelijk konden maken, met een gloeiend ijzer de lippen doorboorden en hem een slot op den mond legden, om hem te doen verstommen.

Een ander, het was de h. petrus pascal, bisschop van

-ocr page 762-

288

.laön, ondernam, nadal hij geheel zijn inkomen aan de ondersteuning der armen en de bevrijding der gevangenen gewijd iiad, ook de bekeering der Mohamcdanen. ïïij werd dadelijk met boeien beladen en aan de vreeselijkste martelingen prijs gegeven. De geestelijkheid en bet volk van zijn bisdom zonden hem eene som gelds om zich vrij Ie koopen. Met grooten dank ontving hij het; maar in plaats van bel tot zijne eigen bevrijding te besteden, kocht hij er vele vrouwen en kinderen mede los, wier zwakheid hem deed vreezen, dat zij onder zulke zware verdrukkingen licht den Christelijken godsdienst zouden kunnen verlaten. En bij zelf bleef altoos in de slavernij der barbaren, die hem eindelijk de kroon des martelaarscbaps verschaften.

liet zou moeielijk zijn, al de slaven te tellen, die de monniken Onzer Lieve Vrouw gered aan hunne familiën weder gaven. — Op twee reizen, die de h. petrus nolascus naar de Mooren deed, bracht hij er meer dan -4000 terug. Zalig door de vele genaden, die bij door de barmhartigheid van Maria ontvangen had, en rijk aan Maria-deugden stierf de h. stichter der Orde in het jaar 1220, door allen in geliefd en gezegend aandenken gehouden.

3. Deze Orde der allerzaligste Maagd maria bestond in het begin uit tweeërlei leden; uit ridders, wier kleeding van de wereldsche in niets verschilde, dan dat zij een sjerp of een scapulier droegen; en uit broeders, die de heilige wijdingen der Kerk ontvangen hadden en den godsdienst verrichtten. De ridders bewaakten de kusten, om de invallen der Sarazenen af te weren, maar waren ook verplicht, bet koor bij te wonen, als zij niet juist in dienst stonden. De h. petrus nolascus zelf was nooit priester. Uit de ridders nam men, ofschoon hun aantal geringer was dan dat der broeders, de zeven eerste generalen of comthuren. De eerste priester, die deze waardigheid be-l zat, was raimunt Albert, die in 1317 gekozen werd. Toen de pausen clemens v en joannes xxii bevolen had-i den, dal alleen de priesters tot generaalspiaatsen mochten

-ocr page 763-

289

gekozen worden, lijlde men de ridders hij andere mili-taireOrden in. Deze instellirg- is bekend onder den lilel: «Koninklijke, militaire en godsdienstige Orde Onzer Lieve Vrouw voor hel vrijkoopen der gevangenen.quot; Zij bezit in Spanje zeer rijke comthurieën. la Amerika waren achl provinciën, drie in Spanje, ééne in het zuidelijk gedeelte van Frankrijk, die men de provincie Guienne noemt.

Genoemde Orde is door hare statuten lol geene strenge boete-oefeningen verbonden. Pater j. c. Gonzalez , die in 1018 gestorven is, heel'l eene verbetering harer statuten ingevoerd, die paus clemens vin hoeft goedgekeurd. Zij, die ze volgen, gaan blootsvoets, en leven in de strengste afzondering, nederigheid en onthouding.

jc 4. De Heilige Stoel bevestigde deze vereeniging door paus GUEGOitius ix, en in het jaar 1230 werd de Orde met hel feest onder den titel: «Maria van de rjenade ter verlossing der jevangenenquot; ingevoerd. — In het jaar 1600 beval paus innocentius xii, liet feest op den 24 September in de gansche Kerk te vieren — tol dankzegging voor de groole weldaden, die der Christenheid door deze vrome vereeniging is ten deel gevallen.

liet Kerkgebed op dezen feestdag wijst ons op eene nog gevaarlijkere gevangenschap, van welke ons de voorbede der machtige en liefdevolle Moeder des lleeren moge verlossen, het luidt:

7

Ii'ilfii-

■91

v h

-'U'Si

PIPi

ni|

liii

f

li

fli'J ^ *:

li m

»0 God, die U verwaardigd hebt, door de vereerens-en prijzenswaardigste Moeder Uws Zoons, ter bevrijding dei-ware geloovigen van de slavernij der heidenen Uwe Kerk met eene nieuwe vereeniging te verheerlijken; geef, bidden wij U, dat wij door de verdiensten en voorbede dier zaligste Maagd, die wij als Stichtster van dit zoo groole liefdewerk vereeren, van alle zonden, en de dienstbaarheid des hoozen vijands verlost mogen worden! Amen.quot;

19

A. Hungari. Avc-Mavia-Klukje. II.

-ocr page 764-

2!)0

Het feest van den heiligen Rozenkrans, Sancta Maria ter zege.

(li KT WORDT PEN EERSTKN ZONDAG IN OCTOBER GEVIERD.)

..

Maria «le geestelijke Roos.

(Door Dr. j. Tir. i.aurunt.)

de Lauretaansclie litanie wordt de allerzaligste Maagd f^^en Moedor Gods maiüa onder anderen ook mol de (^ lolspraak begroet: «llosa myslica, ora pro nobis!

i Geestelijke Hoos, bid voor ons!quot;

Waarom noemt de Kerk de maagdelijke Moeder Gods zelve de smystische, geestelijke, geheimvolle Roos?quot;

Antwoord:

Do roos is de koningin der bloemen, vooral door de pracht barer roode kleur, die de verzadiging en volmaking der kleuren is, de kleur des vuurs en des bloeds, de ware levensschijn. Deze bloed- cn vuurkleiir betoont zich als het zinnebeeld der heilige liefde, die als eene vlam het hart ten brandoffer in den dienst van God verteert. — De roos is de koningin der bloemen ook door de volheid van baar geur, die zich door kracht en zachtheid onderscheidt onder alle geuren, even doordringend als lavend. Deze geur beloont zich, naar de Heilige Schrift, als het zinnebeeld des gebeds, dat uit het hart des menschen als de geur uit een bloemkelk ol wierookvat ten hemel opstijgt en het hart Gods verheugt.

En boven alle menschenharten was bet hart van maria een altaar Gods, waarop de liefdevlam niet uitdoofde; was een bloemkelk, een wierookvat, waaruit onafgebroken de bloesemgeur, de rookwolk des gebeds opsteeg lol God, en wederom als genade-regen nederdaalde op de aarde.

-ocr page 765-

201

■; Daarom wordt mama »(lo myslische Hoosquot; genoemd, dat | is, de onafgebroken biddende Ziel, de groote Ridster, die . als eene bloeiende Hoos voortdurend haar geur tol God 1 opzendt, ja als de zevenkleurige Wolkenboog zich van de | aarde ten hemel verheft en van den hemel weer naar de ; aarde nederdaalt, ■

En aan haar gebed moeten wij ons gebed ontsteken, [ met het hare het onze verbinden; de heilige Moeder-roos moet zich in een onverwelkelijken bloei van dochlerrozen i voortplanten; het gebed van makia moet hel gebed der | ganscho Kerk als hel ware dragen en medenemen tot God; het gebed van jiaiua moet aan het onze kracht en bevalligheid voor God schenken.

Daarom wordt dan, naar het voorbeeld der biddende Moeder Gods, de biddende Kerk zelve lot «geestelijke Itoos,quot; hare gebeden lot de heilige Moeder Gods worden ook door haar met den naam «Hozenquot; aangeduid, en do bestendige herhalingen bijeenvoeging dier gebeden heelde «Rozenkrans.quot;

Het trapswijze ontstaan van den Rozenkrans.

1. Wal de wijze van bidden des heiligen üozenkvanses aangaat, wij ontmoeten de beginselen er van in de vroegste dagen der Christelijke lijdrekening; maai; de tegenwoordige inrichting is uil eene latere eeuw.

Reeds van den h. paulus van tiiebg , die in Ac. vierde eeuw leefde, wordt verhaald, dat hij dagelijks drie honderd Onze Vaders bad, en dat hij ze naar drie honderd steentjes of korrels, die hij op den school had liggen, aftelde,

In de zesde eeuw moeten de Renedictijner-monniken hunne gebeden bij hun arbeid verrichl hebben naar eene reeks kogeltjes, die aan een snoer ') geregen waren.

li Ook de Joden hebben ecno soort rozenkrans, Mcah-Beracot genoemd l'ü welks gebruik zij honderd lol'spreuken op God opzeggen.

Ook de Aziatische volken van den godsdienst van Lama en de IStohamedanen

19*

-ocr page 766-

202

In de levensbeschrijving der h. oerthudis, die in de zevende eeuw leefde, lezen wij, dat zij zich bij bare godsdienstoefeningen ter eerc der zaligste Maagd mama van eene soort rozenkrans bediend heeft.

In de penitentiaal-boeken der achtste eeuw wordt den boetelingen met zelden opgegeven; twintig tot vijftig Onze Vaders te bidden; en om zich in het aantal dor hun tot bidden opgelegde Onze Vaders niet te vergissen, berekenden zij ze naar bet getal aangeregen korrels.

In de negende eeuw heelt paus leo iv den soldaten toenmaals bevolen, als zij tegen do ongeloovigen streden, in de eene hand het wapen en in de andere den rozenkrans te dragen.

In de tiende en de elfde eeuw kwam de vereering der zaligste Maagd mahia ook bij het rozenkrans-gebed duidelijker uit, daar men er menigmaal den engelengroet bijvoegde, en langzamerhand het grootste gedeelte dezer wijze van bidden in den lof en de aanprijzing van de hooge eigenschappen van maria opging.

Een vrome schrijver meent de sporen dezer bijzondere richting van het rozenkrans-gebed in Engeland en in de Nederlanden ondekt te hebben.

LEOFRiK namelijk, graaf van Hereford, en zijne gemalin GODivA hadden om dien tijd het door koning knoet gebouwde nonnenklooster te Gonvrentiy met ongemeene praclit vergroot, zeer rijk beschonken en met monniken bezet. Godiva vooral, die al bare schatten daar opeenhoopte, schonk, toen zij stierf, aan het klooster een krans van edelgesteenten, aan een draad geregen, welks waarde men op honderd mark zilver schatte. Bij de aanraking van elk edelgesteente placht zij hare gebeden te tellen; en die krans

bedieneu zich van ecu snoer met bollen tot het tellen van hunne gebeden. Het snoer der Mohomedanen heeft 99 bolletjes, die zij bij hot gebed beurtelings naar beneden laten, terwijl zij de iu den koran voorkoinende 99 eigenschappen Gods uitspreken. Bij hen zijn de bolletjes gewoonlijk uit zooge-naamde heilige aarde van Mekka en Medina gevormd

-ocr page 767-

m

moest, naar de woorden van haar laatsten wil, hel standbeeld der altijd onbevlekte en zaligste Maagd maria , van wie zij eene trouw genegen dienares geweest was, om den bals worden gehangen.

In hel graalschap Ilennegau leefde om denzelfden tijd ada, de gamalin van Dietrich van Avesnes, die het Ave-Maria of den groet des engels aan de gebenedijde Maagd maria dagelijks zestigmaal bad, en de rijke genaden, die God haar in haar leven schonk, maakten op bare omgeving een zoo grooten indruk, dal dit gebed altijd meer onder de geloovigen verbreid werd.

Wal nu de benaming «Rosarium, Rozenkransquot; aangaat, zij is vermoedelijk ontstaan uit het gebruik der geloovigen, vooral in Spanje, om óf uit rozenboul óf uil gedroogde en gestampte rozebladeren dc daartoe vercischte kogeltjes te bereiden. Dikwijls waren die kogeltjes ook in den vorm van rozebloemen uitgesneden.

Piï i|

if

i;* l

. II

lil I

li

Niet onwaarschijnlijk kan deze benaming ook afgeleid worden uil den in de Kerk gebruikelijken eernaam van maria: «Rosa mystica, gecslelyke Roos!' ')

Als aanleiding tot deze benaming duiden eenigen ook de

1 I

h.

Rosalia aan.

In hare afzondering van de wereld droeg

') Dit gebed heeft ook van oiuls her nog do volgende zinrijke bcnumingen in de Christenheid:

Het heet vooreerst; uDe Rosenkrans der zaliysle Maagd jiahia,quot; wijl de dikwijls herhaalde geloofsgroeten, uit welke het bestaat, als even zoo veel geheimzinnige rozen zijn, die haar ten aangenaamsten geur gebracht worden.

Het heet ten tweede: «Het psalmboek der heilige Maagd makia,quot; wijl het in het aantal der begroetingen van maria eeue navolging van het psalingebed is, daar reeds in de grijze oudheid vrome Christenen dagelijks ter eere van Ood en maria do 150 psalmen van koning david plachten te bidden. — Zoo berieht de h. iiierontmus in zijn brief aan do h. paula, in welken hij haar tot eene reis naar Jerusalem uitnoodigt; «Zij zou in het Heilige Land den landman, die achter den ploeg gaat, de heilige psalmen hooren zingen.quot; Doch zij, welke die psalmen niet kenden, baden in plaats daarvan 150 Onze Vaders of Ave-Maria's.

Het heet ten derde: uDr. kroon der heilige Maagd,quot; wijl men haar, zoo dikwijls men dit gebed godvruchtig verricht, als cone nieuwe kroon van ver-eering op het hoofd zet.

ïiR te

lil

-ocr page 768-

294

zij aan de hand con snoei' inel Idcinc korrels, van welke zij zich gewis bij hare godsdienstoefeningen bediende, wijl er een kruisje aan hing. Ook vond mei hij de later verrichte opening van haar grai het genoemde snoer met do kleine korreltjes naast dc heilige maagd liggen. — Op do overoude afbeelding der h. hosalia, die nog op Sicilië j bestaat, ziet men, dal Onze Heer en Heiland jesus ! Christus, de hcmelsche liruidcgom, deze Zijne bruid mol oene van rozen en goud samengevlochten kroon siert. Mn zoo kunnen dan zeer licht de naam «hosaliaquot; en de haar door .iksus Christus overhandigde «krans van rozenquot; de ï benaming dezor wijze van bidden «rozenkransquot; veroorzaakt hebben.

2. En wal het ontslaan en de invoering dezer wijze 1 van hidden in de tegenwoordige gedaante aangaat; ? zoo wordt verhaald: De h. doriinicus had voor omstreeks liOO jaren langen lijd in zuidelijk Frankrijk legen de dwaalleer der Albigenzen gepredikt; doch vergeefs. Toen hij nu aan hel welslagen zijner popingen bijna meende Ie j moeten wanhopen, nam hij zijne toevlucht lol de voorspraak der beilige Moeder Gods en wilde met bidden en smeeken niel opbonden, totdat hij verhoord was. Hij verwijderde zich dus van Toulouse, begaf zich in een afgelegen woud en bad vol vuur tot God en tol dc hoogbegenadigde Maagd Maria om hulp tegen de vijanden des Ghrislelijken gelools. Drie dagen en drie nachten lang hield hi j zoo in bet gebod aan. Toon hij eindelijk afgemat neerzonk, verscheen hem in eene verrukking dc heilige Moeder Gods in groote pracht en heerlijkheid. Zij was omringd van drie koninginnen, en elke dier koninginnen had vijftig maagden als ter bediening bij zich. Dc eerste koningin was met baar gevolg-in het wil gekleed, de tweede in hel rood, de derde droeg een kleed mei fjoud doorweven. — De heilige Maagd maria verklaarde nu zelve den verbaasden dominicus den zin dezer verschijning, namelijk: Dc drie koninginnen stelden voor dc drie rozenkransen, de vijftig maagden, waaruit

-ocr page 769-

hel. gevolg van elke koningin bestond, de Vijllig »Avc-.Maria's!quot; van eiken rozenkrans, en de will e kleur der kleederen duidde op den vreugdevoUen, de roode op den smarlvoUen, de gouden op den glorievoUen rozenkrans. ))L)e geheimen der ontvangenis, der geboorte, des lijdens en stervens van mijn Zoon, alsmede Zijner opstanding en verheerlijking/' voegde de Moeder Gods er bij, «als door den engelengroet en hel gebod des lleeren, mijns Zoons, omsloten en ingeval, — deze zijn mijn rozenkrans, waarmede ik geëerd en verblijd wil worden. quot;Voer gij, mijn trouwe dienaar, dit gebed overal in, en de algedwaalden zullen zieh bekeeren, en de bekeerden zalig worden!quot; — (ieheel getroost, ja verrukt over deze verschijning keerde nu de b. DOMINIC us naar de stad Toulouse terug en hegal' zich naar de hoofdkerk aldaar. Intusschen begonnen, gelijk de legende verder verhaalt, de klokken dier kerk van zeil' te luiden. De inwoners verwonderden zich, op een zoo ongewoon uur liet klokgelui te hooren, snelden bij hoopen naar de kerk, en vroegen elkander, wat dit wel te betee-kenen had? — De h. dojiinicus trad nu op den kansel, en nadat hij voor het volk eenc treilende predicatie over Gods gerechtigheid gehouden had, verklaarde hij, dat er, om die strafgerechten te ontgaan, geen beter middel was, dan zijne toevlucht tot de Moeder der barmhartigheid te nemen, boete te doen en den heiligen rozenkrans te bidden. Hij verhaalde nu de heinelsche verschijning,% met welke hij begenadigd was, gal opheldering aangaande het hem opgedragen gebed, en bad toen luide voor. Spoedig vertoonde zich ook de werking van den heiligen rozenkrans. Velen legden hunne dwalingen af en keerden boetvaardig tot het Katholieke geloof terug.

3. Om nu het duurzame bestaan en de plechtigheid dezer wijze van bidden nog meer te verzekeren, vormde de h. DOMiNicus eene bijzondere Broederschap. ')

') Paus sixTus iv schonk allen, die tien heiligen rozenkrans godvruchtig bidden , een aflaat vau 5 jaren en 40 dagen.

-ocr page 770-

liet vrome denkbeeld des heiligen werd met het grootste alle gevolgen, met een waarlijk populaircn uitslag gezegend. Het Katholieke volk heeft er zich van eeuw tol eeuw met. ongelooflijke trouw aan overgegeven. De Broederschappen van den rozenkrans zijn tot. in het oneindige vermeerderd , en er leeft bijna geen waar Katholiek Christen op de wereld, die niet in zijn rozenkrans een brokstuk van dien door de geheele wereld voortloopcnden algemeenen rozenkrans bezit. Wie heeft niet 's avonds in de eenvoudige dorpskerken de diepe stemmen der landlieden in twee koren den engelengroet hooren bidden?quot; Wie heeft niet de processiën van bedevaartgangers ontmoet, die, in hunne vingers de koralen van den rozenkrans bewegende, zich den langen weg door het afwisselende herhalen van den naam kmauiaquot; verzoeten? Immer, als eene zaak duurzaam bestaat en algemeen wordt, bevat zij eene geheimvolle harmonie met de behoeften en lotgevallen der menschen. Dus moge de kortzichtige verstandsmensch glimlachen, als hem rijen menschen voorbijtrekken, die telkens één en hetzelfde woord uitspreken; maar hij, voor wien een helderder licht is opgegaan , begrijpt, dat de liefde slechts één woord heeften dat het geene herhaling is, als zij het telkens uitspreekt.

Deze godsvrucht werd in de veertiende eeuw afgebroken door de vreeselijke pest, die Europa verwoestte, maar in de volgende door een Franschen Dominicaan weer vernieuwd. En toen in het jaar 1571 de beroemde slag van Lepanto tegen de Turken onder een uit de Orde der Pre-dikheeren ontsproten paus gewonnen werd op denzelfden dag, waarop do Rozenkrans-Broederschappen te Rome en in de gansehe Christelijk-Katholieke wereld hare plechtige bedevaarten en bijzondere godsdienstoefeneningen om het verlecnen der overwinning op de ongeloovigen hielden, stelde paus gregorius xiu dat feest in, dat de Kerk jaarlijks op den eersten Zondag van October viert onder den naam van Rozenkrans-feest of onder den naam » Maria Ier zeye.quot;

-ocr page 771-

297

Heilige rozenkrans-beelden.

Hen vroom Jesuit heeft voor langen tijd een boekje uitgegeven onder den titel »llel kind .iesus,quot; en verhaalt daarin de volgende gebeurtenis:

Maria was eens met het kind .iesus en den h. joannes in het Paradijs. Daar kwam maria, omringd van liefelijk geurende rozestruiken in gesprek met den profeet elias , werd toen geheel in den geest verrukt en verloor zich in het aanschouwen van hemelsche zaken. Jesus en joannes dwaalden intusschen vroolijk door den schoonen tuin, praatten schertsend en plukten bloemen. Hen volgden bevallige engelen, die zich steeds bereid toonden, den wenk van jesuS te gehoorzamen. -— Daar beveelt hun de Heiland — rozen te plukken, die zij in de gouden manden leggen, witte, roode en gele,-daarbij ook leliën. Uit honderd vijftig rozen moesten zij thans een krans winden, zoodat er lelkens na tien rozen cenc lelie ingevlochten werd. Dit deden zij dan eerst met vijftig witte rozen, toen met vijftig roode en toen met vijftig gele rozen, die schitterden als zuiver goud. Jesus en joannes hielpen zelf» de engelen bij dit lieve werk. Toen gingen allen zeer vroolijk naar de Hemelkoningin, die aan den oever eener rivier zat. En de kleine jesus zelf zette Zijner heiligste Moeder do eene bloemenkroon na de andere op. O, hoe groot was de blijdschap der heiligste Maagd! haar gelaat kleurde als ecne roode roos. Driemaal trekt, daarop maria de kransen van het hoofd en omwindt er mede den Zoon Gods. Maar driemaal geeft jesus ze weer terug. Eindelijk neemt maria , rondom van rozen omkranst, het innig geliefde Kind op haar schoot, drukt het met alle moederlijke teederheid in de armen en weent en spreekt zulke liefelijke woorden, dat de zon zelve, had zij verstaan, wat do goddelijke Moeder sprak, aan den hemel gebleven zou zijn, om haar aan te hooren. Oe kleine joannes knielde neder, hief toen aanbiddend de kleine handen op, do engelen zweefden oai

-ocr page 772-

208

alle drie mei gevouwen handen, hen sül beschouwende, en liepen loen der glorierijke Moeder Gods juhelcnd den zoelen groei loe: «Geestelijke Hoos!quot;

Dc krans niet de vijltiy wi'le rozen nu is een zinnebeeld van den vrengdcvollen rozenkrans, waarin de reine, altijd vlekkeloozc Maagd maria aan de liemelsche genoegens herinnerd wordt, die op hare goddelijke nioederschap betrekking hebben.

De krans met de vijltig roode rozen is ons een zinnebeeld van den smarlvollcn rozenkrans, waarin dc reine en altijd vlekkelooze Maagd jiaria aan de bitterste pijnen herinnerd wordt, die zij bij het bloedige lijden baars Zoons, den Godmensch jesus christus , niet het innigste Moedor-medelijden ondervonden beel't.

De krans met dc vijftig goudgele rozen is ons een zinnebeeld van den (jlorievolLen rozenkrans, waarin de reine en altijd vlekkelooze Maagd maria aan de heerlijkheid herinnerd wordt, mei welke zij in triuml' door dc heilige engelen ten heincl is opgedragen en aldaar door de allerheiligste Drievuldigheid met de kroon des eeuwigen levens gekroond is.

Hoe liefelijk is dus deze rozenkrans zelf en de gebedsin-houd er van, waarin de eer der Moeder Gods en baars Zoons, den Verlosser der wereld, zoo innig saamgevloch-ten zijn !

Lieve lezer, vlecht ook gij hier beneden reeds vele en godvruchtige rozenkransen voor de Moeder aller geloovigcn, opdat gij ii daar boven in hare goedertierenste voorbede bij God moget verheugen!

Hoog'e waarde vaa liet rozeiikrans-gcbed.

(Uit: Predikatiën van pater oeorg patisz, uit liet Gezelschap van jesus.)

Indien het gansche menschdom met jammervolle blikken op zijne natuurlijke stammoeder eva terugziet, door wie

-ocr page 773-

299

WWI li-t I t

1

jfifr

H

IkjI ongelukkig geworden is; dan slaarl. hel met vreugde en jubel op maiua, op de »Moeder der genade,quot; van wie wij ellendige kinderen eva's in dit Iranendal alle hulp vcr-wachlen. Als zulk cene Moeder begroet de heilige Kerk maiua en roept haar toe: «Toon, dat gij onze Moeder zijt!quot; De heilige Kerk noemt maiua: »De Moeder der bariu-hartigheid, do Moeder vol zoelheid, vol mildheid, vol liefde,quot; en wil, dat wij tol maiua, als kinderen tot de Moedor, vol vertrouwen snellen in allo uren en gevaren dos levens.

Datzelfde hebben alle heiligen, allo leeraars en vaders der Kerk gedaan, en hel is hartvorholTcnd to hooren, hoe deze op do rij af door alle eeuwen been deze plechtige belijdenis uitspreken.

Ouigines bericht: «In alle zaken en te allen tijde nemen wij onze toevlucht onder uwe machtige bescherming, Ge-benodijde onder de vrouwen!quot;

De h. atiianAsius bad: «Bezig uw invloed bij den Heer voor ons, o heilige Maagd, Koningin en Iteheerscheres deraa'de!quot;

De h. epiirkm begrootte maiua: »Ik werp mij voo1'uwe voeten neer, om genade van u af to smeoken, die verheven zijt boven hemel en aarde, machtiger dan alle hemol-scho geesten?quot;

De li. cuiiVsosTOMUs drukte zijn gronzeuloos vertrouwen op Maria aldus uit: sliid God, dat Hij ons de eeuwige zaligheid schonke; want gij kunt voor ons de hoogste genade verwerven!quot;

De h. bernardus roept ons toe: «Kindertjes, ik snel tot maria; zij is mijn grootst vertrouwen, zij is do gansche grond mijner hoop!quot;

De h. bona VENTURA noemt Maria «do biddende Almacht, wijl zij door hare voorbode alles verwerven kan.quot;

De h. petrus da Mian i schrijft van de kracht der voorbode van maria: «Gij treedt voor don troon Gods, niet als eene smeekendo, maar als eene bevelende, niet als eene dienstmaagd, maar als eene gebiedster!quot;

f 11

, »•

■ pi

ii

■rbrv ■iTïi'i'i/;

llllt w

Mi

life ifiÉi

Éi

41.

n

njf i

-ocr page 774-

300

De h. metiiodius roepl tot maria op: »Gij hcbl Dien tol schuldenaar, die allen tot schuldenaars heeft!quot; —

De h. beunardinus van siëna betuigt: »God heeft gewild, dat wij niets anders zouden verkrijgen, dan wat door de handen van maria gegaan is.

Vragen wij de oude volkeren der gansche Katholieke wereld, dan vinden wij, dat de allerheiligste naam jesus uit geen mond klinkt, door welken niet ook tevens de zoete naam maria verheerlijkt wordt; en er is in de ware Kerk geen land en geene slad en geen huis, waarin niet de jubel des lofs van maria weergalmt. En dit alles geschiedt reeds sedert eeuwen; want de vereering van maria is zoo oud als do Kerk zelve, ja de gansche aardbol is als bezaaid met de heerlijkste gedenkteekenen der barmhartigheid en liefde van deze hemelsche Moeder voor ons, hare arme kinderen. Deze nu zijn de heerlijke en eervolle vruchten harer glorierijke verdiensten, die als welige bloesems altijd nieuwe vruchten doen ontstaan: sMijne bloesems zijn heerlijke en eervolle vruchten!quot; Eccl. 24:13. — En een van de schoonste dier gedenkteekenen, eene van de kostbaarste dier vruchten is — de heilige rozenkrans.

Dit bewijst bovenal de wonderbare en verheven oorsprony er van. Want beschouwen wij den heiligen rozenkrans als een geheel, dan heeft hij maria, de Hemelkoningin zelve, tot Maakster. Maria heeft hem aan don h. dominicus medegedeeld; maria heeft aan dien heilige opgedragen, deze gebedsoefening onder de volkeren te verbreiden; maria heeft hem uit deze godsvrucht de heerlijkste vruchten voor alle gcloovigcn beloofd; maria heeft die belofte met tallooze wonderen der genade bevestigd; maria heeft den heiligen rozenkrans als eene haar zeer aangename en barer geheel waardige vereering en verheerlijking verklaard; maria heeft hem als het meest geschikte, voor het Christelijke volk meest gepaste, voor de geloovigen heilzaamste, en Ier verzoening der goddelijke gerechtigheid, alsmede ter afwending aller rampen werkzaamste hulpmiddel aangeduid; want

-ocr page 775-

301

1

li

zoo sprak maria zelve tol, den zaligen allanus: «Deze wijze van bidden, die dadelijk bij de band en gemakkelijk is, is mij zeer aangenaam, Ier verkrijging der goddelijke onl-fermingen zeer geschikt, den volkeren zeer heilzaam , en tegen elk kwaad bet krachtigste ludpmiddel. Mijne bloesems zijn heerlijke en eervolle vruchten!quot; — Mijne Christenen, als gij den heiligen rozenkrans bidt, denkt aan die troostrijke belofte !

En over zulk eene belol'le zullen wij ons ook niet verwonderen, als wij den inhoud van den heiligen rozenkrans beschouwen. Want bij bestaat uit de Apostolische geloofsbelijdenis, uit bet gebed des Ileeren, uit den groet des aartsengels gabriël, uit den groet der h. elisauetii en uit bet gebed der heilige Kerk, en hij bevat tevens alle geheimen van onzen heiligen godsdienst. De afzonderlijke deelen van den rozenkrans hebben dus de heilige apostelen , een aartsengel, de heilige Kerk, den Heiligen Geest, ciiuistüs den Hoer zeiven tot vervaardigers. Door de geloofsbelijdenis oefenen wij eene daad van hot levendige geloof aan al de geopenbaarde waarheden des heiligen godsdienstes; in bet gebed des Ileeren smeelcen wij om alle mogelijke

i

1

ï::*;

I:

li

ill

•lil .f- i1:,:

mm

ïMi

viili Iffl

Jii

verheerlijking van God en om de bevrediging aller geestelijke en lichamelijke behoeften der menschen; door den engelengroet vereeren wij maria in hare heerlijkste voorrechten, en roepen wij haar aan om hulp in alle nooden dos levens, alsmede in de gevaren van het doodsuur; in de beschouwing der heilige geheimen doorloopt onze geest de verhevenste onderwerpen des godsdienstes, van de geboorte des Zoons Gods af, door Zijn leven en lijden, in Zijn dood , in Zijne opstanding, in Zijne hemelvaart, in de zending des Heiligen Geestes, tol op de glorierijke kroning Zijner booggebenedijde Moeder als Koningin des hemels en dei-aarde; onze ziel verheft zich bij die overweging uit bel stof der aarde lol den troon des Allerhoogsten, en doorloopt beschouwend en biddend het gansche gebied des heiligen geloofs. Mijne Ghristonen! kan men zich iets schooners, verhoveners, omvangrijkers en heiligers voor-

Si

■ ,ygt;ll , ,

Hl lil vvi

lli

-ocr page 776-

:m

slellen, dan hel gebed des heiligen rozenlcranses! 0 maiua! hoe waar zijn de woorden: «Mijne bloesems zijn heerlijke en eervolle vruchten!quot; Daarom, als gij den iieiligen rozenkrans bidl, denkt aan deze bezielende waarheid!

Maar nog heerlijker verschijnt ons de heilige rozenkrans, als wij diens inrichlini/ nauwkeuriger bedenken. Maar hier moet men zich in de schijnbaar kleinste bijzonderheden inlaten, wijl het juist dit punt is, dat de vijanden van den heiligen rozenkrans het meest bestrijden, met de grootste vermetelheid verachten, en, om met den apostel te spreken, aldus lasteren, wat zij niet verstaan, .lud. 10. In den heiligen rozenkrans wordt de engelengroet honderd vijftig maal herhaald, en vervangt dus de Psalmen Davids, die uit honderd vijftig psalmen bestaan. Daarom is de heilige rozenkrans voor de geloovigen datgeen, wat voor de priesters der Kerk het brevier of de kerkelijke getijden zijn. I)c rozenkrans is dus als 't ware het brevier der leeken en moest naar zijne bestemming hunne getijden uilmaken, gelijk dit in geestelijke corporation werkelijk geschiedt.

Dit Maria-psalmboek bestaat uit drie hoofddeeien, welke naar du geheimen, die zij bevatten, de vreiuj de volle, de smartvolle en de qlorievollc rozenkrans genoemd worden. Elke er van is in zich afgesloten en volmaakt, en toch vormen alle drie een volmaakt geheel; en zoo berinneren zij ons aan het hoogste geheim der allerheiligste Drieënheid.

Wegens de geheimen der verlossing, die deze drie deelen in zich bevatten, wordt ook het gansche gebed zeer be-leekenisvol «rozenkransquot; genoemd. Want aan de roos vinden wij groene bladeren, doornen en roode bladeren. De fjroene kleur herinnert ons aan de geheimen der hoop in de vreugdevolle menschwording, de doornen zijn het zinnebeeld des lijdens, en herinneren aan de smartvolle geheimen des Verlossers, en de rozekleur is de uitdrukking der blijdschap, en verzinnelijkt ons de glorievolle geheimen van de verhooging en verheerlijking des Heilands. Dit voortreffelijke gebed is dus een wonderbare krans van «geestelijke ro-

Jit

-ocr page 777-

30,quot;5

zen,quot; en wijl maria al die geheimen met haar god tl cl ij ken Zoon doorleefd heelt, noemt do heilige Kerk haar zelve eene «geestelijke Hoos;quot; cn hare schoonste vereering, die onder tille overige den voorrang heeft, gelijk de roos onder de andere bloemen, duidt zij als zoodanig aan met den naam »rozenkrans.quot; — Als gij dus den heiligen rozenkrans bidt, mijne Christenen! herinnert u den geheimvollen zin dei-woorden: «Mijne bloesems zijn heerlijke en eervolle vruchten!quot;

liovcndicn bevat elk dier drie hoolddeelen van don rozenkrans vijfmaal tien of vijftig ))Ave MaricCs,quot; on het getal vijft.iij verschijnt in do goddelijke hoeken als een geheimzinnig, heilig getal. Want elk vijftigste jaar was in hot Oude Verbond een juhdjaar, waarin men van allen arbeid uitrustte, waarin alle goederen, op welke wijze ook vervreemd, tot hunne eerste bezitters terugkwamen, waarin alle schulden kwijtgescholden worden, waarin allo slaven hunne vrijheid herkregen.

Wal wilde nu mania daardoor, dat wij don groet des engels vijftigmaal herhalen, anders aanduiden, dan dat wij door middel van hare vereering door don heiligen rozenkrans met behulp barer voorbede dezelfde genaden in geestelijk opzicht hopen en verkrijgen zouden? namelijk: de rust van een rein geweten: het herkrijgen van allo goederen der genade, die wij door onze overtredingen verloren hadden, de vergeving van alle schulden dor zonden bij do goddelijke gerechtigheid en do eindelijke bevrijding uit de slavernij der zonde en des duivels. —- Daarom, mijne Christenen! als gij den heilige rozenkrans bidt, herinnert u deze Iroost-rijke woorden: «Mijne bloesems zijn heerlijke en eervolle vruchten!quot;

En omdat dit alles onmiddellijk slechts door Cod en door do genade Gods geschieden kan; worden al deze geho-ilen ook onmiddellijk onder do begeleidende aanroeping van maria door hot f/ehed des Heer en op de bepaalde tus-ichenruimten afgebroken, en wol vijflien mao\, omdat ook üt getal een groot geheim bevat. Want in de Heilige

-ocr page 778-

neming des Evangelies, doordien zij de opstanding op den dag des Hoeren loochenden. Integendeel geven de dwaalleeraars MARCION en maniciieüs een deel acht, doordien zij het Evangelie aannemen; maar zij voegen bij dit deel niet de zeven, wijl zij de Oude Wet loochenen. Zeven en acht moeten dus hun deel krijgen;quot; ons geloof moet zich tol de openbaring des Ouden en des Nieuwen Verbonds uitstrekken, om een kind der zaligheid te worden, en dit is de beteckenis van het zeven- en achtmaal, of vijftienmaal herhaalde gebed des lleeren in den heiligen rozenkrans. Mijne Christenen! als gij den heiligen rozenkrans bidt, herinnert u toch dit even ernstige als heilzame geheim: «Mijne bloesems zijn heerlijke en eervolle vruchten!quot;

In den ouden tempel te Jerusalem waren twee voorhoven: een buitenste en een binnenste. Tot het eerste geleidden zeven trappen, lot bet laatste acht, gelijk de profeet ezechiel (Ezech. 40:22) verhaalt, en langs al die vijftien trappen moest men opklimmen, om in het heiligdom te komen, liet heiligdom, waarin God op de vleugelen der Cherubijnen troont, is de hemel, en de vijftien trappen om er in te komen zijn het geloof en de werkda-dige vereering van de vijftien groote geheimen der verlossing, die wij in den heiligen rozenkrans beschouwen. En verheit zich onze geest bij die beschouwing niet werkelijk van de aarde tot den hemel en tot in het allerheiligste des Heeren, van het eene geheim tol het andere voortgaande, als van trap lot trap, die het gebed des lleeren vormt, daar met zijne gedurige herhaling telkens een nieuw, hooger geheim begint? — Als gij dus den heiligen rozen-

Schrift lezen wij: «Geef een deel zeven en ook acht!quot;

Eccl. II: 2. Onder zeven verslaat de h. iueronymus de geschreven wet des Ouden Verbonds, en onder acht de wet der genade van het Nieuwe Verbond, en schrijft tegen de Joden en de dvvaalgeloovige Marcionieten en Manicheërs: «De Joden gaven een deel zeven, doordien zij aan den Sabbat geloofden; maar acht gaven zij niet door de aan-

. -i n _ i! i_____11___________ ,1^»« B UL

bii mi ge de; en de eer

ki te

VI

bi, W(

ooi

die

hei

hoe

van

eim

eenl

beg

en

trek

voir

voln

aan^

zede

vaar

verv

liet

om

lien

hel i

zegg(

A

-ocr page 779-

305

krans bidt, vergeel toch niet, mei uw geest dezen weg te volgen! — «Mijne bloesems zijn heerlijke en eervolle vruchten!quot;

Eindelijk heeft david vijftien psalmen vervaardigd, die bij het bestijgen dier trappen van den tempel gezongen werden, en daarom den naam vtrappenpsalmenquot; dragen. Wat doet de Katholieke Christen, als hij den heiligen rozenkrans bidt, anders, dan bij de beschouwing der vijftien geheimen dat psalmgezang navolgen, daar hij telkens bij het gebed des Ileeren, dat vijftienmaal weerkeert, op nieuw den tienvoudigen engelengroet aanheft, om mauia te loven en te prijzen! Welk een wonderbaar meesterwerk is toch de heilige rozenkrans! — »Mijne bloesems zijn heerlijke en eervolle vruchten!quot;

En daar het geheel zoo volmaakt en volkomen is, draagt ook het schijnbaar onbeduidendste deel er van den stempel dierzelfde volmaaktheid en volkomenheid, wat de schoonheid en bewonderenswaardigheid van het geheel nog verhoogt. Want daarom is de géheele rozenkrans in deelen van Hen Ave-Mana's afgedeeld, omdat hel gelal tien het einde en de volmaking aller getallen is. Men kan van de eenheid niet hooger opklimmen, dan tot tien, en na tien begint weer de eenheid. Tien sluit alle mogelijke getallen en alle mogelijke verplaatsingen, samenstellingen en betrekkingen der getallen in zich, daarom is tien het allervolmaaktste getal en dus ook het zinnebeeld der hoogste volmaaktheid. Als zoodanig wordt het door de Heilige Schrift aangeduid, en door God zeiven gebruikt. Want de hoogste zedelijke volmaaktheid des menschen, waardoor hij rechtvaardig, heilig en zalig wordt, is vervat in de strikte vervulling der geboden, en God heeft al die geboden in liet getal tien saamgovat. Toen abraham God smeekte om Sodoma te sparen, daalde hij tot het getal van lien rechtvaardigen af, en God antwoordde: »lk zal liet niet verwoesten om de tien!quot; Gen. '18:31. En nu zeggen de schriftuitleggers: «Tot op tien rechtvaardigen

A ITungari Ave-Maria-Klokjc TI. qa

-ocr page 780-

f500

daalde de vergeving, omdat God bereid was, de Sodo-mielen Ie sparen om dergenen wil, die de tien geboden Gods waarnemen.quot; Even zoo zegt ciiristus in de parabel van den huisvader, die arbeiders voor zijn wijnberg zocht, dat de eersten en de laatsten lien penningen lol, loon kregen, om daardoor aan te duiden, dat allen, die de tien geboden houden, met het eeuwige leven beloond worden, ook dan nog, als zij slechts aan den avond des levens in de gerechtigheid der tien geboden gevonden worden. Op die groote waarheid wijst ons maria door den tienmaal herhaalden groet des engels, en biedt zich door de daarbij gevoegde beden als Middelares aan —- «Mijne bloesems zijn heerlijke en eervolle vruchten!quot;

In den een en dertigsten psalm smeekt de mensch in Uen verzen om vergeving der zonden, alsmede om de hemelsche zaligheid; en in het elfde vers spreekt God zeil' de verhooring dier beden uit. Evenzoo roepen wij in den heiligen rozenkrans tienmaal tot maria: «Bid voor ons arme zondaars nu en in het uur onzes doods!quot; om door hare voorbede dezelfde genaden te verkrijgen. En in den twee en dertigsten psalm roept de profeet ons op, God den Heer te loven, met de woorden: «Juicht, rechtvaardigen, in den lieer, zingt zijn lof met de tiensnarige harplquot; Ps. 32 : 2. Even zoo loven wij in den heiligen rozenkrans maria tienmaal na elkander met den engelengroet, als op eene harp van tien zoo liefelijk klinkende snaren. Welk een heerlijk gebed! Hoe overeenkomstig den geest der Heilige Schrift in al zijne deelen! Hoe vol van de diepste beteekenissen, vol van de hoogste geheimen zelfs in de schijnbaar geringste bijzonderheden! — Mijne bloesems zijn heerlijke en eervolle vruchten!quot;

Zegt nu zeiven, mijne Christenen! is deze inrichting van den heiligen rozenkrans niet iets wonderbaars, bovenmen schelijks, waarlijk hemels, ja van de goddelijke Wijsheid zelve door maria gegeven, daar het zoo geheel den stempel van Gods werk draagt, die, gelijk de Heilige Schrift zegt:

))A en uit vol me nel des het zijn het aan geei het het in ( voo zali| en lt; N men roze geve zond Hjke van wore den, In zenk; een eene

i) i ceremo hei men last

-ocr page 781-

307

mm

li

! ::l if

»AIles naar maat en gewichtquot; (Wijsh. 11 : 21) gemaakt en ingericht heeft? Ja zelfs de malerieele rozenkrans, die uit steen of hout, uit ivoor of paarlen gemaakt is, dient volkomen tot het liooge doel van dit gebed; wijl de mensch, die uit geest en slof bestaat, ook iets zinnelijks moet hebben, om de godsvrucht en de vlucht des geestes te ondersteunen; wijl hot uiterlijke gezicht het innerlijke oog boeit, opdat het van hel onderwerp zijner beschouwing niet afdwale; wijl de aanwezigheid van het uiterlijke voorwerp tol de innerlijke vereering van maria aanspoort; wijl eindelijk zells het malerieele, dal aan het geestelijke herinnert, ons dierbaar en aangenaam is. Was liet niet een eigenaardige troost van zooveel heiligen, met het beeld des Gekruisigden en met den heiligen rozenkrans in de handen uit dit leven te scheiden, wijl aan deze beide voorwerpen de herinnering aan de onderpanden hunner zaligheid verbonden was? — »Mijne bloesems zijn heerlijke en eervolle vruchten!quot; ^

Nu kunt gij zeiven bcoordeelen, mijne Christenen! wat men van de meening dier tegen slanders van den heiligen rozenkrans te denken heeft, die ons verwijten: »dal het een gevoel- en zinloos gebed der lippen is, waarbij de mensch, zonder voedsel voor hart en geest, slechts aan hel stoffelijke blijft hangen; dat hel slechts een werktuiglijk opzeggen van woorden is, die zonder doei telkens op nieuw herhaald worden; dat hetgeen gebed is voor ontwikkelden, bescbaal-den, verlichten, bijgevolg ook niet meer voor onzen tijd!quot;

.li

't® (

sii

iil

m i#

lil #s|

iil;

li

li

Integendeel, juist voor onzen tijd is het gebed des heiligen ro-zenkranses zeer bijzonder noodzakelijk; want het is niet slechts een mondeling, maar ook een beschouwend (jehcd, en wel eene beschouwing van de eerste en grootste waarheden des

ll Even als bij den heiligen rozenkrans is het ook gesteld bij alle uiterlijke ceiemonien der Kerk. Ook zij zijn vol geest, vol beleekenis, vol van de geheimen, en op de Heilige Schrift gegrond. Enkel ioosheid of onwelendheid kan ~e lasteren.!

20'

-ocr page 782-

308

heiligen geloofs, ecne beschouwing van de eerste en hoogste geheimen des heiligen godsdienstes. En wat is voor onzen ongoloovigen en matericelen tijd meer noodig, dan juist deze beschouwing. Men zou dan duidelijk inzien, dat de zaligheid van elke menschelijke ziel iets hoogst gewichtigs is , daar de ééngeboren Zoon Gods zeil'om harentwil is mensch geworden; dat de zonde een kwaad boven alle kwaad is, daar de Oorsprong des levens en de lieer der heerlijkheid aan het kruis gestorven is, om haar uit te delgen; dat de taak dezer spanne tijds eene eeuwigheid geldt; dat de mensch niet voor den rijkdom, de eer cn de genoegens dezer wereld geschapen is, maar door onthouding cn zelfverloochening op den weg des kruises zijn Verlosser in den hemel moet volgen; dat de heilige Kerk, door den Geest Gods bestierd, de eenige goddelijke instelling ter zaligheid is, die de menschen voor tijd en eeuwigheid gelukkig kan maken, en dat dus, wie aon hare grondvesten schudt, eene oneindige misdaad jegens God en de gansche mcnsch-heid pleegt. Deze beschouwing zou den mensch tot bet inzicht brengen, dat ware verlichting, ware vrijheid, waar volksgeluk enkel in het levendige en werkdadige geloof te vinden is; dal ongeloof cn onwettigheid en onzedelijkheid vroeger of later zelfs de fondamenten der stalen verwoesten; en dal wetenschap en ontwikkeling, beschaving en kunsten — zonder kerkelijk leven — de krachtigste wapenen voor den socialen en zedelijken zelfmoord bereiden. De heilige rozenkrans biedt dus in die beschouwingen hel kort begrip van den fianschen heiligen godsdienst aan, cn zijn helder inzicht en hel uit die kennis geputte cn geregelde leven zou ware Christenen en ware burgers opvoeden. Tol dit doel werd deze gebedsoefening door maria der heilige Kerk aangeboden in een tijd, die voor Kerk en slaat even gevaarlijk was, als de onze. — «Mijne bloesems zijn heerlijke en eervolle vruchten!quot;

-ocr page 783-

ï.

301»

Vrome bidders van den heiligen rozenkrans.

1. Koning hendrik i van Portugal cn Ferdinand i, koning van Arragonië, baden vóór elke staatszaak den heiligen rozenkrans.

2. Keizer karel v bad dagelijks den rozenkrans. — Als hij nu in dit gebed verdiept was, en men wilde er hem om eene gewichtige staatszaak al' roepen, dan antwoordde hij bedaard; »Als ik mijn rozenkrans ten einde ben, zal de zaak onder handen worden genomen!quot; ')

3. Anne de monïmorekcy, pair, maarschalk en conne-table van Frankrijk, een van de grootste vcldheeren der zestiende eeuw, bad altijd den rozenkrans, als hij aan het hoofd zijns legers reed, om het in een gevecht aan te voeren. 1)

h. Keizer frederik m schreef met eigen hand zijn naam cn dien zijner gemalin eleonora en zijns zoons maximiliaan op de ))lijst der leden van de Rozenkrans-lirocderschapquot; le Keulen in.

5. De koningen van Frankrijk; iiendrik u, uendrik iv, frans ii cn karel ix, alsmede elisauetii van Spanje, claudine van Lotharingen en maugaretha van Navarra waren »leden der Rozenkrans-Broederschap,quot;

6. Petrus canisius uit het Gezelschap van jesus , de jcroemde schrijver van den Katholieken catechismus, placht dagelijks ter eere der heilige Moeder Gods den rozenkrans le bibden , en op zijn hoogen ouderdom legde hij hem bijna niet meer uit de hand.

7. De eerwaardige dienaar Gods, pater paulus van hel (ruis. ontving door de vurig afgesmeekte voorbeden van

i m i

lil

ifMa i

liÉ |

llll ïi

li

«•

li!

1

Eduaud iii , koning van Engeland , gaf zijn rijk met paarleu versierden •osenkrans aan den Fransehen ridder eustache de ribeumomt, die hem tweemaal uit den zadel gelicht had,

De Zwitsers vonden te Grandson in de tent van kaïim, den stouten zijn ro-icnkrans, waaraan de beeltenissen der apostelen iu massief goud hingen.

-ocr page 784-

MO

maiiia zeer veel genaden van God. Daarvoor wist hij zijner hooge Beschermster geenc andere schatting van dank te betalen, dan dat hij dagelijks, haar ter eere, met groote godsvrucht den heiligen rozenkrans bad. Van deze verheven oefening weerhield hem zelfs zijne ziekte niet en ook niet het gevaar des doods; hoezeer hem de bezwijmingen overvielen, hij voelde toch altoos als eene frissche kracht in zich op oogenblikken, wanneer hij den rozenkrans begon te bidden. — Hij bepaalde, gedurende zijne ziekte, zeil het uur voor het rozenkrans-gebed, en verrichtte het dagelijks 's avonds van zeven lot acht uren. — De ziekenoppasser getuigde van hem: Pater paulus had onder hel bedkussen den rozenkrans liggen, om hem te bidden; en eens zeide hij tot mij: »Ik wil hem bidden, zoolang ik kan!quot; -— En toen de zwakheden bij hem zoodanig toenamen, dat hij bijna geen woord meer hardop spreken kon, stamelde hij zacht: ))Nu, daar ik den heiligen rozenkrans niet meer met den mond bidden kan, zoo bid ik hem nog in het hart!quot;

En die godsvrucht voor maria moest ook bij de leden der door hem gestichte «Congregatie der Passionistenquot; wortel schieten. Daarom scherpte hij hun zeer dikwijls de regelen der instelling in en beval, dat zij hun dagwerk met het gebed tot maria zouden besluiten, doordien zij gemeenschappelijk den rozenkrans, de litanieën en de an-tiphon: «Gij zijt zeer schoon, maria!quot; zouden bidden, eer zij zich ter rust begaven. — Hij beval in het noviciaat eiken dag eene processie met het rozenkrans-gebed, opdat die tcedere planten eene goede aanwijzing ter godsdienstige vereering van de heilige Moeder Gods zonden krijgen.

8. De h. jongeling stanislaüs kostka betoonde zich immer als een trouw vereerder van maria en den heiligen rozenkrans, dien hij steeds om zijn arm gewonden bij zich droeg. — Toen hij in het noviciaat-gebouw des Gezelschaps van jesus te Rome zwaar ziek lag, en het met hem ook lot sterven kwam, had hij in de hand hel kruis, den ro-

-ocr page 785-

311

zenkrans en oen beeldje van de heilige Moeder Gods. «Maar wat doet gij toch met den rozekrans,quot; zeide een pater lot hem, sgij kunt hem immers toch niet bidden?quot; Sta-nislaüs glimlachte even en sprak met zachte stem: »Ilij is iets van mijne lieve Moeder Gods, en daarom vereer ik hem; ja, omdat hij van haar is, daarom schenkt hij mij een zoeten troost, als ik hem slechts aanschouw!quot;

9. Als de godzalige knaap jouannes berchmans uit de school te huis kwam en bij het eerste en tweede aankloppen niet binnen gelalen werd, dan raasde en sloeg hij niet, gelijk kinderen van dien leeftijd dikwijls plegen te doen; maar hij ging zeer zedig in de nabij gelegen kerk en bad eerbiedig den rozenkrans, totdat, na de terugkomst der huisgenooten, hem de deur geopend werd.

10. Terwijl in het Engelsche parlement te Londen de beroemdste staatsmannen van aangezicht lot aangezicht mei elkander streden, in dal vreeselijke oogenblik, waarvan lerlands vrijheid ol' slavernij al hing: toen stond de geweldige Katholieke volksman daniël o'connell zeer bedaard in een hoek der zaal en bad den rozenkrans, nadat hij vooral' reeds de emancipatie der Katholieken onder de bescherming der heilige Maagd maria gesteld had.

11. De godzalige priester clemens maria iiofuauer, het eerste Diiits:he lid der Redemptoristen-orde, bad voortdurend, als hij op straat ging, in stilte den rozenkrans. Hij noemde dien «zijne bibliotheek en zijn krachtigst middel ter bekeering der zondaars en vooral der stervenden.quot; — Hij placht le zeggen: «Als ik bij een zieke geroepen word, waar ik vooraf weet, dat hij lol de biecht niet voorbereid is of geheel niets van de biecht wil weten, en ik bid onderweg den rozenkrans, dan gaal alles naar wensch en wil, zoodra ik daar kom. Gelooft mij, de heilige Moeder Gods bewerkt alles en niemand wordt verlaten, die haar waarlijk om hare voorbede aanroep!.quot; — Eens kwam hij geheel afgemat uit eene voorstad van Weenen te huis en verhaalde, dal hij bij een zieke was geweest, die sedert

m

ii ii-

!1

'ar

ïi.

fi

ï

T 1

m

-ocr page 786-

312

zeventien jaren nicl meer gebiecht had, maar toch zeer rouwmoedig gestorven was. ))Ja,quot; zeide hij, «dan gaat het wei goed, als iemand ver in de voorstad woont, want dan heb ik onder weg tijd den rozenkrans te bidden en ik weet niet, dat één zondaar zich niet bekeerd heeft, als ik vooraf tijd heb gehad, om den rozenkrans te kunnen bidden!quot;

-12. De zalige alanus de uupe , uit de Orde des h. DOMiNicus, was een der voortreffelijkste verdedigers van de vereering der allerzaligste Maagd maria en een der ijverigste bevorderaars van liet heilige rozenkransgebed. Hij zelf bad dagelijks het gansche psalmboek dos rozenkran-ses. — Vóór zijne intrede in het klooster was hij soldaat. In een gevecht zag hij zich eens van vijanden rondom ingesloten; zijn dood was onvermijdelijk. Toon riep hij maria aan, en met machtige hand voerde zij hem ongedeerd door de gelederen dor vijanden. — Een ander maal ontrukte zij hem aan een zekeren dood in hot water. — Daarom had hij zich van harte aan maria overgegeven, geheel zijn loven aan haar dienst gewijd; en daar hij oen waarlijk heilig leven leidde, had zij ook het grootste welbehagen aan hem. — Maria verscheen hem eens, trok een ring van den vinger, die uit beur haar gevlochten was, stak hem ten onderpand van het geestelijke huwelijk met hem aan zijn vinger, en vervulde hem met zulk eenc he-melsche verrukking, dat doze hem tot aan zijn dood {\M5) niet meer verliet. — Na zijn dood schitterden zijn mond en zijne hand wegens het vele rozenkransbidden als het reinste kristal.

De heilige rozenkrans tc Rome.

Te Rome wordt eiken dag des jaars in de nagenoemde kerken openlijk de heilige rozenkrans gobedon en de zegen met bet Allerheiligste geschonken: — Sancta Maria della Minerva, Sanct Nicolaus dei Perfette, Sanct Cyrus, Sancta

-ocr page 787-

313

Maria del I'ianto, des SuftVagiums van Lorctlo; in Sancla Maria dei Monli, in Ara coeli, in Sanct Celsus, bi,) de heilige Schutsengelen, in Sanct Nicolaus in Carcere, Sanct Bartholoraeüs op het Eiland, in de Drievuldigheid der Pelgrims, in het Morte, Sanct Lorenzo in Damaso, Sancta Maria der Genaden, Porta Angelica, Sancta Maria di Monte I Santo, Sancla Maria der Engelen en bij de Vaders der Boete.

jong gewend, oud gedaan!

Eleonora van oostenuijk, gemalin des hertogs van Mantua, willem gonzaga iii, had geen beter middel gevonden, om de tranen van haar dochtertje anna ,)ulian\ te stillen, dan dat men haar een rozenkrans in de handjes gaf; dan liet het koraaltje voor koraalte door hare vingertjes glijden en bewoog de lippen zoo, als wilde het werkelijk den rozenkrans bidden. — Daaruit besloten hare ouders en de bedienden waarlijk niet ten onrechte, dat (it kind later eene bijzondere vereerster der goddelijke Moeder zou worden.

Anna juliana bleel' ook geheel haar leven door eene roote vereerster en vrome bidster van den heiligen rozen-rans. — Zoo liet zij, in verecniging met baar gemaal, den aartshertog kerdinand van oostenrijk, niet ver van lall in Tirol een kerkje ter eere der goddelijke Moeder jouwen, en wel geheel naar de plaatsing en grootte van het heilige buis te Loretto. Op den weg daarheen lieten zij vijftien steenen zuilen oprichten, elke met de voorsteling van een der vijftien geheimen van den rozenkrans versierd, en op zulk een afstand van elkander, dat intusschen jeer gemakkelijk telkens de daarmede overeenkomende af-eeling van den rozenkrans kon gebeden worden. — De vorstelijke personen bezochten zeer dikwijls te voet het oretto-kerkje bij Hall en baden onderweg den heiligen ozenkrans.

In het jaar 1595 stierf do aartshertog Ferdinand, Anna

-ocr page 788-

344

Juliana, eersl negen en twintig jaren oud, verdroeg met Christelijke gelatenheid in God de smart van deze bezoeking. Daar nu de dood de heilige banden van haar echt verscheurd had, wijdde zij zith geheel aan de werken van vroomheid, en den dienst des Heeren en zijner goddelijke Moeder, die zij van hare kindsheid ai' zoo innig placht te vereeren. — Zij leidde dus allen vorstelijken tooi al'en verscheen slechts in een eenvoudig zwart kleed, het hoofd met eene bedekking getooid als een nonnensluier. In plaats van een gouden keten deed zij een rozenkrans om den hals, versierd met de geheimen van het leven en lijden van jesus Christus en Zijne goddelijke Moeder, dien zij ook toen niet allegde, toen zij zelve in de Orde der Dienaressen van mauia trad. — Nu vroeg haar biechtvader haar eens: waarom zij den heiligen rozenkrans om den hals droeg? Toen gal' de vorstin hem ten antwoord: »Den heiligen rozenkrans heb ik al mijn leven gaarne bij mij willen hebben, en van de jeugd al' lief gehad. Deze is mij in de kindsheid een spel, in de jeugd eene godsvrucht, in den echt en in alle droe-lenis een troost geweest, nu in mijne weduwschap moet hij mij tot eer en sieraad zijn!quot;

De muziek an t Christoffel Gluck eu de heilige rozenkraus.

De muziek-onderwijzer der ongelukkige mauia Antoinette, gemalin van lodevvijk xvi, koning van Frankrijk, was een even goed Christen als muziekant; geboren uit niet welgestelde, maar rechtschapen ouders en vooral ijverige Katholieken, had hij het aan eene zeer toevallige omstandigheid te danken, dat hij in het geloof zijner familie volhardde, ondanks alle verleidingen van een hoog philosopheerend gezelschap te Parijs, in welks midden hem zijn verheven talent gedurende een lange en schitterende loopbaan had ingevoerd.

■■

Even als de meeste muziekanten, was gluck begonnen,

i

-ocr page 789-

315

zijne kunsl, onder de mystischo gewelven eener domkerk te leeren, en de stem van den jongen koorknaap was zoo schoon, zijne natuurlijke uitdrukking zoo bekoorlijk, dat liet aantal geloovigen telkens aanmerkelijk vermeerderde, als de kleine christoffel eene molette moest zingen. Niets is meer geschikt om in eene ijverige ziel liet godsdienstige gevoel te ontwikkelen, dan de beoel'cning der muziek te midden des heiligdoms; zoo stortte ook de knaap cluck telkens tranen van aandoening, als zijne blikken op de vensters van het koor vielen, zoodra het orgel met zijne edele en verheven harmonie de gewelven vervulde, en de zon hare laatste gouden stralen door het glas wierp, welks duizend kleuren in een reinen, wonderbaren glans straalden.

Eens, toen cluck van het koor kwam, waar hij juist op bewonderenswaardige wijze eene motette van den componist CLARi gezongen had, naderde hem een arm Ordesgeestelijke, sloot hem met nog vochtige oogen aan de borst en wenschte hem geluk met een zoo waar, zoo roerend talent. »Waarlijk, ik lieh niets, wat ik u als pand mijner verrukking zou kunnen geven, mijn kleine vriend!quot; zeide de geestelijke, 'gt;niets, dan deze rozenkrans-, maar bewaar hem tot aandenken aan broeder anselmus, en belool mij vooral, hem eiken avond éénmaal ter eereder allerzaligste Moeder Gods te bidden; deze oefening zal u geluk brengen, mijn jonge vriend! en als gij trouw daarbij blijft, ik heb er het zekere voorgevoel van, zal God door de voorbede Onzer Lieve Vrouw uwe inspanningen zegenen, gij zult groot worden voor de menschen en eenmaal waardig de hemelsche gezangen in het Paradijs!quot; — Ciiiusïoffel, verbaasd en geroerd door de woorden des broeders, nam eerbiedig den rozenkrans, hem door eene hand gereikt, die meer door godsdienstige gestrengheid, dan door ouderdom vermagerd was, en beloofde hem te bidden, zoo lang hij leefde.

Vijftien jaar oud geworden, had de jonge cluck zijnen ouders reeds bewijzen van een zoo rijp verstand gegeven,

-ocr page 790-

316

dat zijn vader, die eene talrijke familie te onderhouden had, slechts weinig weerstand bood, toen christofkel liet besluit nam, naar Rome te gaan, om daar zijne muzickale studiën voort tc zetten; maar hoe te reizen'? Hoe alleen en zonder hulp uit de hoofdstad van Oostenrijk in die der Christelijke wereld tc komen? Elk ander kind, dat niet zulk eene bestemming te gemoet ging, zou het voornemen opgegeven en onder zulke omstandigheden voor onuitvoerbaar gehouden hebben; maar hij liet zich niet afschrikken. Hij, die later de gunsteling van twee aardsche koninginnen worden zou, de muziekant, dien maria tiieresia en maria ANTioNETTE van Oostenrijk in haar paleis opnamen, bad nog slechts met meer ootmoed en vol vertrouwen op de bescherming der Maagd maria den engelengroet mot den geringen, maar schatbaren rozenkrans van broeder anselmus.

Op een avond, toen gluck naar zijne vrome gewoonte zich juist door het gebed van den heiligen rozenkrans gesterkt had , klopte men driftig aan de nederige woning zijner ouders; het was de kapelmeester der St. Stephanus-kerk te Weenen, die in last had, in Italië eene verzameling te maken van de kerkmuziek van Palestrina, en wien de aartsbisschop had opgedragen, den jongen ciiristoffel als zijn secretaris aan diens vader te vragen. — Men stelle zich de blijdschap van ciiristoffel voor! — De machtiging werd onder dankbare tranen gegeven, en eenige dagen later reed gluck op den weg van Triest met zijn goeden en bekwamen onderwijzer! — Dat was wel: »Maria heeft (je-holpen!quot;

Wij willen hier niet den grooten kunstenaar vergezellen gedurende de twintig jaren, die hij in Italië doorbracht, waar hij, altijd getrouw aan de belofte, die hij broeder anselmus gedaan had, geen enkelen dag naliet, zijn rozenkrans te bidden, zijn heiligen talisman, die hem nog meer dan eens beschermde; genoeg, wanneer wij zeggen, dat hij, bij zijn terugkeer naar Weenen en later aan het hol van Versailles met eerbewijzen overladen, zich aan de ge-

-ocr page 791-

317

noegens van een schitterend gastmaal of een aantrekkelijk gesprek wist te ontrukken, om in een van de hoeken der koninklijke salons, waar hij even als de hoogste personen toegang had, den rozenkrans te bidden, dien hij zeer treffend het «brevier des muziekants noemde.quot; — Inzulkeene godsdienstige stemming bracht gluck geheel zijn leven door, en zijne zangrijke hand, die zich vereeuwigd had, toen zij liet diepe bijbelsche «de profundisquot; schreef, hield den zoo goed gebruikten rozenkrans van broeder anselmus nog omsloten op dien dag, loen de onsterfelijke kunstenaar, door eene plotselinge beroerte verlamd, zijne ziel aan God overgaf.

De zouderliiiRe verschijning.

De h. ALPiioNsus van LiGuoRi heeft ons verhaald:

Er was te liome eene zeer booze vrouw, die men ca-thauina de schoone noemde. Zij hoorde eens de treffende en hartroerende predikatie van den h. dominicus over de godsvrucht des heiligen rozenkranses, en liet zich ook dadelijk in de Rozenkrans-Broederschap opschrijven. Haar naam stond nu wel in dit gouden boek, maar zij zelve deed geen afstand van haar vroegeren onzedelijken, alge-meene ergenis gevenden levenswandel.

Daar werd er op een avond aan liare deur geklopt, en een jongeling, die recht voornaam scheen te zijn, trad binnen. Zij ontving hem zeer vriendelijk en voorkomend en noodigde hem zelfs aan tafel. Toen nu beiden soupeerden, bemerkte catiiauina , dal telkens, als de jongeling brood sneed, bloeddroppels van zijne hand violen. Zij vroeg hem zeer verbaasd: van waar toch dit bloed kwam? En de jongeling antwoordde: dat een Christen geene spijs mocht nemen, eer men ze in het bloed van jhsus Christus had gedoopt en door de herinnering aan zijn bitter lijden en sterven aan hel kruis op Golgal ha gekruid.

-ocr page 792-

316

dat zijn vader, die eene talrijke lamilie te onderhouden had, slechts weinig weerstand bood, toen christoffel het besluit nam, naar Home te gaan, om daar zijne muziekaie studiën voort te zetten; maar hoe te reizen? Hoe alleen en zonder hulp uit de hoofdstad van Oostenrijk in die dor Christelijke wereld te komen? Elk ander kind, dal niet zulk eene bestemming te gemoet ging, zou het voornemen opgegeven en onder zulke omstandigheden voor onuitvoerbaar gehouden hebben; maar hij liet zich niet afschrikken. Hij, die later de gunsteling van twee aardsclic koninginnen worden zou, de muziekant, dien maria theresia en mauia antionette van Oostenrijk in haar paleis opnamen, bad nog slechts met meer ootmoed en vol vertrouwen op de bescherming der Maagd maria den engelengroet met den geringen, maar schatbaren rozenkrans van broeder anselmus.

Op een avond, toen gluck naar zijne vrome gewoonte zich juist door het gebed van den heiligen rozenkrans gesterkt had, klopte men driftig aan de nederige woning zijner ouders; het was de kapelmeester der St. Stephanus-kerk te Weenen, die in last had, in Italië eene verzameling te maken van de kerkmuziek van Palestrina, en wien de aartsbisschop had opgedragen, den jongen christoffel als zijn secretaris aan diens vader te vragen. — Men stelle zich de blijdschap van christoffel voor! — De machtiging-werd onder dankbare tranen gegeven, en eenige dagen later reed gluck op den weg van Triest met zijn goeden en bekwamen onderwijzer! — Dat was wel: »Maria heeft (je-Iloipen!quot;

Wij willen hier niet den grooten kunstenaar vergezellen gedurende de twintig jaren, die hij in Italië doorbracht, waar hij, altijd getrouw aan de belofte, die hij broeder anselmus gedaan had, geen enkelen dag naliet, zijn rozenkrans te bidden, zijn heiligen talisman, die hem nog meer dan eens beschermde; genoeg, wanneer wij zeggen, dal hij, bij zijn terugkeer naar Weenen en later aan het hol van Versailles met eerbewijzen overladen, zich aan de ge-

-ocr page 793-

317

nocgcns van een schilterend gastmaal of een aantrekkelijk gesprek wist te ontrukken, om in een van de hoeken der koninklijke salons, waar hij even als de hoogste personen toegang had, den rozenkrans te bidden, dien hij zeer treffend liet «brevier des muziekants noemde.quot; — Inzulkeene godsdienstige stemming bracht gluck geheel zijn leven door, en zijne zangrijke hand, die zich vereeuwigd had, toen zij het diepe bijbelsche «de profundisquot; schreef, hield den zoo goed gebruikten rozenkrans van broeder anselmus nog omsloten op dien dag, toen de onsterfelijke kunstenaar , door eene plotselinge beroerte verlamd, zijne ziel aan God overgaf.

De zoiiilcrliiiKe verschijning.

De h. alpiionsus van LiGuoui heeft ons verhaald:

Er was te liomc eene zeer booze vrouw, die men ca-THAniNA de scboone noemde. Zij hoorde eens de treffende en hartroerende predikatie van den h. dominicus over de godsvrucht des heiligen rozenkranses, en liet zich ook dadelijk in de Rozenkrans-Broederschap opschrijven. Haar naam stond nu wel in dit gouden boek, maar zij zelve deed geen afstand van haar vroegeren onzedelijken, alge-ineene ergenis gevenden levenswandel.

Daar werd er op een avond aan hare deur geklopt, en een jongeling, die recht voornaam scheen te zijn, trad binnen. Zij ontving hem zeer vriendelijk en voorkomend en noodigde hem zelfs aan tafel. Toen nu beiden soupeerden, bemerkte catiiarina , dal telkens, als de jongeling brood sneed, bloeddroppels van zijne hand vielen. Zij vroeg hem zeer verbaasd: van waar toch dit bloed kwam? En de jongeling antwoordde: dat een Christen geene spijs mocht nemen, eer men ze in het bloed van jusüs cnniSTüS had gedoopt en door de herinnering aan zijn bitter lijden en sterven aan het kruis op Golgalha gekruid.

-ocr page 794-

318

En nu vroeg de ongelukkige in het binnenste der ziel verschrikt, den jongeling — wie hij toch was?

«Gij zult het dadelijk vernemen,quot; antwoordde hij.

Op eens veranderde zich dc gestalte des jongelings in het beeld Ecce homo! jesus ciiristus, met de doornenkroon op liet hoofd en het gansche lichaam ontzettend gegceseld en verwond, stond voor haar en sprak met oneindige zachtheid; »Wilt gij nog weten, wie Ik ben, olquot; kent gij Mij niet? Zie, Ik ben uw Verlosser! catiimuna . kind van zulke vrome ouders! wanneer zult gij eens ophouden, Mij op nieuw te kruisigen? Zie maar, hoe veel martelingen Ik ook voor uw zieleheil geleden heb, die gij echter alle aan u vruchteloos maakt, wijl gij voortdurend zondigt! Ach, gij hebt Mij met uwe overtredingen tot heden genoeg gepijnigd; houd nu op, aan Mij, uw Heiland, die wreede pijnigingen voort te zetten! 0, verander toch uw tot heden zoo zondig leven in een boetvaardig en heilig leven!quot;

Op deze zuchten der Barmhartigheid Gods begon de arme zondares bitter te weenen.

Maar jesus bemoedigde haar zeer vriendelijk en zeide: »Welaan, catiiarina, bemin Mij thans even zeer door heiige deugden, die gij voortaan beoefent, als gij Mij tot heden door uwe zonden beleedigd hebt! Weet ook, dat gij deze genade van Mijn bezoek bij u — om den rozenkrans verdient, dien gij ter eere Mijner Moeder gebeden hebt!quot;

Dc verschijning verdween.

Den volgenden morgen legde catiiarina eene generale biecht bij den h. dominicus af, schonk al hare bezittingen aan de armen, cn leidde een zoo heiligen levenswandel, dat zij een zeer hoogen graad van Christelijke volmaakt- i beid bereikte.

.Iesus zelf openbaarde eens den h. dominicus, dat deze boetster Hem zeer welgevallig geworden was.

-ocr page 795-

310

De heilige rozenkrans onder lt;Ie negers.

In zijne in hel jaar 1801 verschenen reis-gedenkwaar-digheden, geliteld: Over Madera en de Anlillen naar Mid-den-Amerikaquot; bericht jegor van sivers:

senegita lelt maar een paar honderd inwoners, die, hetzij buitenslands als arbeiders tot het hakken van maho-niehout, vooral bij Yzabal en Belize in Guatemala en Britsch-Ilonduras, oi' ook wel binnenslands aan de kust |van den vrijstaat Honduras zich verhuren, of zich met visscherij en tuinbouw bezig houden, — toch schijnt de plaats vrij levendig. Alles beweegt zich op den drempel der deuren bij belommerd weder ol' tegen zonsondergang op de straat, liet volk schijnt een eeuwigen Zonda'g te vieren. Vroolijke gezichten, gezang, paukenmuziek en dans wisselen met het ruischen der boomen af. — Terwijl de op de Engelsche Anlillen en in Britsch Honduras levende zwarten tot verschillende Protestantsche sekten, ten minste voornamelijk Protestantsche behooren, zijn de Caraïben van Senegita , even als de overige bewoners des lands, goede Kalholicken, hetgeen zich ook vooral in de vereering hunner heiligen openbaart. — Terwijl ik langs de paden des dorps rondslenterde , klonk er eene van gezang vergezelde trom, die van een anderen kant door eene vrij aanzienlijke, op eene slede geplaatste klok beantwoord werd, en ik bemerkte spoedig, uit een schaduwrijk boschje te voorschijn tredende, een feesttrein, wien — van kruis, vliegende vanen en een wierookvat vergezeld — een Mariabeeld vooruitgedragen werd. De trein bewoog zich tot aan de kerk, eene palmhut, die zich van de overige uiterlijk door een op het dak geplaatst ruw kruis, inwendig door het gemis van alle gemakken onderscheidde. Het met bont goed en hel kruis versierde altaar was door de in den grond gesloken vetkaarsen verlicht — want de kerk had noch planken noch steenen vloer. — De meisjes en vrouwen en een grijze neger met wit hoofdhaar knielden neer. Een schor gezang klonk.

-ocr page 796-

320

de juist vermelde groole klok op de slede werd builen onafgebroken geluid en na hel lied begon hel rozenkrans-gebed.

Eene verdediging van den rozenkrans in den kerker.

Hel te Londen verschijnend weekblad »Weekly Regislerquot; verhaalt, van de bekeeringszucht der geeslelijken van de Engelsdie slaalskerk in de gevangenissen hel volgende voorbeeld:

Een Katholieke gevangene uil Ierland bad den rozenkrans. De Engelsche predikant koml in zijne cel, en toen hij hem hij dal gebed aantreft, ziel hij naar den hemel op, keert het wil zijner oogen naar builen en zegt: »0 mijn arme vriend: hoe gaal het mij ter harte, nu ik zie, dal gij lienmaal meer tol de Maagd bidl dan lot God!quot; — «Ach neen,quot; antwoordde de Ier, «begrijpt gij dan niel, dal één Onze Vader zoo veel waard is als tien Ave Maria's?quot;

Toevlucht tot het rozen krans-gebed.

Naar ; Eén jaar in Italië, door adow staiik.

De schrijver, een Protestant, schrijft uil Sorrente: In mijne waarden leer ik hel volk hier van de beminnelijkste zijde kennen. Oplellend, liefdevol, gastvrij en naïef, doen zij voor mij alles, wal zij mij aan de oogen kunnen zien, en daarbij zonder een spoor van zelfzucht en geldgierigheid Merken zij, dat ik in mijne eenzaamheid treurig ben, dan komt alles bij mij naar boven, om mij op te vroolijken; de tamburro wordt gespeeld, de tarantella gedanst en volksliederen gezongen. De dertienjarige zoon van signora rosa la magra is de vernufligste, zachtste, fatsoenlijkste knaap, en mijn dienaar, geleider, gids, raadgever en vriend op al mijne wegen en paden, zeker, trouw, bescheiden, on.

-ocr page 797-

321

baatzu'clilig en ongeloofelijk dienstvaardig. Hij is, helaas! ziekelijk en «zal wel eenmaal monnik worden,quot; gelijk de-moeder meent. De vader is Apparatore, dat is »Kerk versierderquot; bij de talrijke leesten, en de oudste zoon helpt hem in deze zaak. Zij zijn dikwijls halve weken lang afwezig, daar hunne bekwaamheid ook in den omtrek zeer gezocht is.

Gisteren avond van de wandeling terug komende, vond ik aan den trap vóór het beeld der Madonna alle huisge-nooten, groot en klein, bijeen, om dor Madonna den rosaria (rozenkrans) te zingen. De moeder, die mij wegens het lang uitblijven van brieven bekommerd gezien had, kwam naar mij loc en zcide; «Signor, wij willen heden der Madonna den rozario voor u zingen, opdat zij u spoedig goede berichten van dc uwen schenkel Wees verzekerd, dat zij u genadig zal zijn!quot; — Toen ik nu benedenkwam, vond ik de kleine altaarslijst vóór het beeld der Madonna, die hun een Duitsch schilder Al Fresco in de nis geschilderd had, met lantaarns van bont papier verlicht en met ruikers, klatergoud en kransen versierd. Nadat de gewijde kaars aangestoken was, begonnen zij het gezang. De in liet huis wonende oude petemoei diende als voorspreekster en voorzangster, doordien zij alle geheimen opzeide, waartusschen in dan zekere refreinen telkens herhaald gezongen werden, in welk gezang groot en klein op de luide, helderstemmige wijze onzer kindergezangen inviel:

//O Santa Maria,

Mad re de Dia,

Pregft per uoi peccat.ori

Adesso e al ora Delia nostra morte!quot;

Het was ecu kostelijk genrestuk, gelijk zij daar, alle lieden vullende, groot en klein, dooreen zaten, de voorzangster boven aan, de huisvader tegen de deur leunende, de jongste kinderen onder het ijverigste zingen met het

A. Ilungari. Ave-Maria-Klokje. 11. • ^

-ocr page 798-

katje spelende, de oudere meisjes uit het gebed dikwijls op eens met het vroolijkste gelaat lot mij opziende. Door liet open gewelf der kleine zaal, wier binnenste op eene kapel geleek, stroomde het licht der volle maan, geurden de oranje- en citroenboomen in den avondwind, die soms de bonte lantaarntjes voor het beeld van do Moeder der genade zacht heen en weer deed schommelen. — liet geheel duurde omstreeks een uur, toen staken de kinderen een vuurwerkje ter eere dor Madonne al', geheel als bij een groot kerld'eest.

En nu het beste tot besluit: Van namiddag vliegt de geheele familie met luiden jubelkreet tol mij naar boven: «Una lettera pel Signore!quot; Inderdaad, de schipper brengt het langgewenschte briefpaket van Meuricoffre.

De familie is verrukt, en de Madonna zal daarvoor van avond een nieuwen rosario, een «rosai'io van dankquot; ontvangen, waartoe ik eene kaars geef.

hc rozenkrans op de brug'.

(Uit: De Maria-prediker, door lodewijk oemminqeb.)

Voor eenige jaren stierf in eene Duitsche stad een hoog bejaard man, die zijne laatste jaren in groote vroomheid doorbracht en zijn leven met een zaligen dood eindigde.

De ouders, die hem en zijne zuster waarlijk vroom en Christelijk opgevoed hadden; waren gestorven en broeder en zuster leefden te zamen. — Een groot vermogen en de verleiding der wereld hadden den zoon spoedig van den rechten weg afgeleid en hij gaf zich over aan dien harls-tocht, die den mensch blind maakt en hem langzamerhand elk edel gevoel en ten laatste het geloof ontneemt. Do tranen zijner vrome zusier, die zich over zijne geestelijke ellende half blind weende, maakten geen indruk meer op hem; doch zij liet zich niet afschrikken; eiken dag 's morgens zeer vroeg snelde zij naar de kapel, die dicht bij de stad op een heuvel stond, om daar, voor het. wonder-

-ocr page 799-

3-23

beeld van maria , liaren altijd dieper zinkenden broeder aan de goddelijke Moeder aan l.e bevelen.

Zoo verliepen er vijftien jaren, vijftien lange jaren van zonde; hij bleef steeds de oude; maar in haar binnenste sprak onophoudelijk oene stem: «Hot is onmogelijk, het kan niet zijn, neen, het is onmogelijk: maria verlaat mij niet!quot;

De broeder, ten gevolge zijne verkwisting ook door tijdelijke behoeften gedrongen, greep eindelijk liet laatste middel van goddeloosheid aan en besloot, zich het leven te benemen. — In de morgenschemering ging hij naar de brug buiten de stad; reeds naderde hij de leuning, reeds beurde hij den eenen voet er over, om zich in de rivier te stor-icn, toen hij met den anderen tegen iets stiet. Eene onweerstaanbare macht noodzaakte hem, het op te nemen. Hij nam het op — hij beschouwde het, — hij bekeek het nauwkeuriger, het was een rozenkrans! — De zondaar bekeek den rozenkrans en als een bliksemstraal schoot de genade Gods door zijne ziel; geheel andere gedachten rezen nu in zijne ziel op ; hij dacht terug aan de zalige dagen zijner kindsheid, toen hij aan de zijde zijner vrome moeder zoo dikwijls het wonderbeeld van maria bezocht, aan den eenwig schoonen tijd zijner jeugd, toen hij nog geloofde en bad; en voor de eerste maal sedert vele, vele jaren bad hij weer, en aldus biddende en weenende kwam hij al verder en verder van de brug al' en eindelijk tot aan de kapel. Hij vloog naar binnen, knielde voor het beeld der Moeder Gods neer, en bitter weenende over zijne zonden, nam hij het vaste besluit, zijn leven te verbeteren en oefende oprechte boete tot aan zijn doodsuur.

Doch niet hij alléén weende in de kapel; zonder dat hij het bemerkte, was zijne zuster tot haar dagelijksch gebed aanwezig, en toen die hem zag en dadelijk ook zijne smart en zijne godsvrucht bemerkte, stiet zij een jubelkreet van blijdschap uit; zij kon niet meer knielen, niet meer bidden, luid klopte haar harl, in stroomen vloeiden hare tranen.

-21 *

-ocr page 800-

.m

»7.00 is het waar, zoo blijft het waar door alle eeuwigheid,quot; riep zij verrukt en juichend uit; «ongehoord is het, dat de genaderijke Hemelkoningin ma nu den mensch verlaat ! Alle tranen, die ik geweend heb, alle zuchten, die mij de smart heeft afgeperst, alle nachten, die ik slapeloos doorwaakt heb, al de vele bittere, kommervolle uren zullenk ten dank, ten lol', ten prijs worden, o Koningin der heerlijkheid, o Moeder der barmhartighaid! — O lieve ouders, die inliet graf rust, die ons beiden zoo vroom hebt opgevoed, verblijdt u, ja verblijdt u, want de broeder, dien de zonde en de afdwalingen van mij gescheiden hadden, is door de ontferming van maiua lot God gebracht en ook mij nu op nieuw terug gegeven; verhonden zijn wij nu weer door het geloof aan de allerheiligste Drievuldigheid en de liefde tot de goddelijke Moeder der genade! .la, broeder, leg wee-nend uw hoofd aan dit hart neer, want wat de zonde vroeger geroofd heefl, hier vindt gij alles door de begenadiging weer!quot;

Bid den rozenkrans recht amp;:odvruclitig:,

(Uit; De heerlijkheden van Maria, door den h. alphonsus van liouori.)

Drie vrome maagden baden eens, op raad baars biechtvaders, veertig dagen lang den geheelen rozenkrans, om zich op het leest van «Maria-Liclitmisquot; voor te bereiden — Op den vooravond van het feest verscheen de goddelijke Moeder aan de eerste dier maagden in een rijk met goud gestikt kleed, dankte haar voor de eer, haar bewezen, en gaf haar den zegen. Hierop verscheen maiua aan de andere maagd in een eenvoudig kleed en dankte haar eveneens. Nu vroeg deze maagd aan de goddelijke Moeder: «Zeg mij toch, mijne Koningin, waarom zijt gij aan mijne zus-Ier in een rijker kleed verschenen dan aan mij?quot; Maria antwoordde: «Daarom, wijl die mij rijker gekleed heeft dan

de derde

gij !quot;— Thans verscheen de goddelijke Moeder ook aan

d, doch in een kleed van zeer grof linnen,

-ocr page 801-

325

waarom die haar om vergeving smeeklc wegens hare lauwheid in haar dienst.

In lief volgende jaar bereidden zich dezellde drie maagden zeer goed op het feest van »Maria-Lichtniisquot; voor en baden met groote godsvrucht den lieiligen rozenkrans.— En zie! in den nacht vóór het leest verscheen haai' de Moeder Gods, en ditmaal in een prachtig schitterend gewaad gekleed en sprak: «lieroidt u voor, morgen tol mij in den lieinel te komen — En het geschiede den volgenden morgen, nadat de vrome maagden den biechtvader van deze belol'te bericht gegeven en de heilige Commune ontvangen hadden, dat allo drie in het uur van den avonddienst op nieuw de allerzaligste Maagd bemerkten, welke haar met zich medenam, zoodat de eene na de andere, terwijl engelen zoete liederen zongen, zacht in den vrede van God en maria ontsliep.

Het vinden van een kostbaren rozenkrans.

In Februari des jaars 1800 berichtten openlijke bladen uit Munchen: Eene zeer interessante vondst werd in de kleine kassa-kamer van het nieuwe universiteits-gehouw alhier gedaan. In eene lot lieden geheel onopgemerkt gebleven duh-bele houten kist vond men een kostbaren rozenkram uit liet jaar'1090 in goud gevat, met edelgesteenten bezet. liet kruis er van siert onder anderen een smaragd van zeldzarnen glans. — Dit kleinood werd, volgens een op geheel verbleekt papier geschreven en hij de vondst liggend bericht, op den vermelden tijd door den keurvorst max ii emma-nuel aan de lands-universiteit Inijolslad geschonken, en heelt dus van daar met de universiteit zelve den weg over Landshut hierheen al'gelegd, zonder dat men sedert van doszell's aanzijn meer wist dan bet vluchtigste gerucht, tiet genoemde schrirtelijke bericht slelt bovendien nog de toenmaals geschatte waarde van dit prachtstuk op 2300 gulden.

Hoe vroom moet de geest der universiteit Ingelstad wel

-ocr page 802-

326

gevveesl zijn, dat men haar een heiligen rozenkrans dorst schenken; en hoe groot moet de liefde voor deze godsdienst-oel'ening in het hart des edelen keurvorsten geweest zijn, dat hij zulk een kostbaren rozenkrans kon wegschenken!

De stichting van een rozenkrans-g'ebed.

(Uit: Vc vrome stichtingen der Wittelsbachcrs, door j. m. söltl.)

De keurvorst van Beieren, max emmanuel, die door de Turken gevreesde held en overwinnaar bij Mohacz, was bij de grootste dapperheid vol vertrouwen op God.

Maar zijne deelneming aan den Spaanschen successie-oorlog ten gunste van Frankrijk tegen Oostenrijk stortte hem en zijne Beieren in grenzenloos ongeluk. Land en waardigheid werden hem door de zegevierende Oostenrijkers betwist en werkelijk ontnomen. Beicrens zelfstandigheid scheen voor immer verloren. Doch de goddelijke Voorzienigheid schonk redding cn gal' het aan zijn oorspronkelijk vorstengeslacht terug.

Toen max emmanuel na jaren lange afwezigheid weder in Beieren terugkwam, in het erfdeel zijner vaderen, voor welks behoud zijne getrouwe Beieren zich in het vurigste gebed tot God en met de wapenen in de hand tegen Oostenrijk gewend hadden, stichtte hij in het jaar 1715 een heilig rozenkrans-gebed in do Onze-Lieve-Vrouwe-kerk te Munchen. »Want wij hebben,quot; zoo drukt hij zich uit, in onze ziel overwogen, welke groote en veelvuldige weldaden God ons sedert onze jonge jaren bewees; maar voornamelijk , dat Hij ons sedert de aanvaarding onzer regeering Zijne goedheid en Zijn machtigen bijstand door de voorbede der allerzaligste Hemelkoningin maria in vele gevallen genadig beloond heeft en bijzonder in de tegen den erfvijand des Christelijken naams gevoerde zware oorlogen en bij andere ondernemingen. Ook heeft Hij ons keurhuis met meerdere prinsen gezegend en ons bij verscheidene wederwaardigheden in goede gezondheid gespaard. Daarom nu

-ocr page 803-

327

is hel ouzo billijke plicht, der goddelijke Majesteit en der heilige Maagd maria onzen schuldigen dank openlijk te betuigen; en daar wij ook na de gelukkige herstelling in ons vorstendom vernomen hebben — hoe zeer velen van onze lieve en getrouwe onderdanen, geestelijken en wereldlijken, in het gansche land en bijzonder bier in de hoofdstad voor ons en ons keurhuis veel godzalige werken verricht en onder anderen ook het. heilige rozenkrans-yebed in de bisschoppelijke kerk dagelijks tot Onze Lieve Vrouw opgezonden hebben — terwijl men namelijk des avonds op een zeker uur dit heilige gebed na een hiertoe gegeven teeken der klok en bij gepaste verlichting met ten loon gesteld Hoogste Goed op des priesters voorbidden met heldere stem naspreekt: zoo willen wij God en der heilige maria tot lol', eer en dank voor de ontvangen veelvuldige genaden en de krachtige bescherming hetzelfde gebed in die bisschoppelijke kerk ten eeuwigen tijde doen houden.quot;

De groote rozenkrans op den Heiligen Berg bij Varese in liet Nilaneesche.

(Uil; Schetsen uit het Duitsche kcrklevcn, door ueda weiier.)

Wie eenmaal omstreeks Maria-llemelvaart te Milaan is geweest, ziet met bewondering gansche scharen van vermoeide landlieden op de marineren trappen der machtige domkerk uitrusten en van deze verhooging het bruisende leven der Lombardenstad beschouwen. Komt er toevallig een plasregen, dan vluchten zij in de ruimten der heerlijke domkerk, die het niet versmaadt, de armen en veriatenen in hare reuzenhallen op te nemen, terwijl de rijke graven en markiezen wel in de zuilengangen hunner paleizen kunnen wandelen. Hun dient de rijke zijde-oogst, de door kanalen ruim besproeide weidevlakte, de olijl' der heuvels aan het meer Conio, de rijkdom aan koren van bet vruchtbaarste land dei' wereld. De arme landlieden met hunne verbrande gezichten hebben van dat alles niets; slechts de

-ocr page 804-

kerk trckl zich luinncr belangeloos aan en verleent hun een vreedzaam dak vóór het allerheiligste Sacrament, hetwelk in grootte en kunst de machtigste koningspaleizen overtreft. En vraagt men den trekkenden scharen naar het doel hunner reis, dan roepen zij als uit één mond: »Tol de heilific Maagd naar Varese!quot; Rn alle oogen vlammen helderder op hij den toovorachtigen naam «Varese.quot; Men denkt op het gezicht van hel verrukte volk onwillekeurig aan een zalig eiland, dat duizend en duizend harten zoo onweerstaanbaar aantrekt.

Waar de uiterste helling der Zwitsersche en ïiroler Alpen in de Lombardische vlakten uitloopt, tusschen Monza en Luini, strekt zich aan den voet er van een wonderbaar, veelvormig, uiterst vruchtbaar heuvelland uit, dat bij eiken tred voor don reiziger nieuwe bekoorlijkheden ontwikkelt, gelijk bijna geen ander land in Europa kan aanwijzen. Tusschen de machtige heuvelreeksen hebben zich in diepe rotsbekkens eene tallooze menigte kleine en groote meren gevormd als verzamelplaatsen der wateren, die den grond van Lombardije, vooral de streek van Milaan, tot hot vruchtbaarste land van Italië maken. Deze heuvelreeks, omstreeks negen uren van Milaan, heet de Uflanza en omzoomt de zuidpunt der meren Coino, Lugano en van het La go Maggiorc, door de inboorlingen terecht «de tuin van het llaliaansche schiereilandquot; genoemd. Daar ziet men dal-kloven vol levende beekjes, in welke de reusachtige boom-groei de oevers der snelle wateren verkoelt en beteugelt, prachtige kasteden, die als arendshalzen trotsch in de lucht schitteren, witte kerktorens van antieken bouw, altoos aan de hoogste heuveltoppen. De olijfboom, de cypres, de pijnboom, de plataan en andere zuidelijke boomsoorten met de schoonste struiken verbreiden den nacht des wouds als een prachtgewaad over dal en heuvel en schenken aan het landschap eene verscheidenheid, eene bekoorlijkheid, eene schitterende volheid van kracht en vruchtbaarheid, zoodat elk hart zalig wordt in hel aanschouwen. Overal waar een

-ocr page 805-

voorgebergte hel meer inspringl, waar mi boschrijke beu-vel een scbillcrend uitzicht aanbiedt, waar bevallig stille laagten de moede gejaagde harten der stedelingen naar hare koclten noodigen, hebben de rijke Milancezen hunne villa's voor de zomerkoelte gebouwd, kunstige tuinen, oranjerieën, wandeldreven met alle mogelijke gemakken van een aangenaam landleven, reeds uit de lijden van plinius. — De arme landman mist ai die voordeelen des rijkdoins, des smaaks, der rust. Maar hij is een kind der heilige Katholieke Kerk, dier liefdevolle, alles vereffenende Moeder, die voor God geen onderscheid van standen en rijkdom kent. Deze heeft midden in de lirianza, waar zich de rijkdom des Lombardischen landlevens het prachligsl ontwikkeld beeft, van den Ihilitjcn Berg le Var esc gebruik gemaakt, om voor hel Lombardische landvolk eene kerkelijke zomerkoeltequot; le gronden, dïe wel eenig in hare soort genoemd kan worden.

De aartsbisschop van Milaan, fkdkrigo, een neef des h. kakel itcRROMEO, verhief in de jaren 1563 enz., om zoo te zeggen door eene wonderbare schepping, den Heiligen Berg te Varese lot eenheids- en verfrisschings-oord van hel volk der Lombardische en Piëmonteesche vlakten (in der aangrenzende Zwilsersche dalen, doordien hij aldaar eene reusachtige Christenleer uil wit manner liet oprichten, die elke zin begrijpen en zelden een menschelijk hart verkeerd verstaan kan. Een vrijstaande, bijna pyramidale heuvel verheft zich uit de vlakte des dorps Vareso, welke in ontzaglijke golvingen van bel meest frissche groen overdekt, in hel hooggebergte der Tessiner Alpen uitloopt, aan zijn voel met tallooze landhuizen, daarboven met velden en weiden vol van de grootste vruchtbaarheid, bovenaan met een heerlijk uitzicht op de ruime vlakte der Po en op de aangrenzende bergen. Een goed bestrate weg, aan beide zijden van een muur begrensd, loopt naar de kruin des heuvels op.

Is de reiziger uit het bereik der welige villa's en barer

-ocr page 806-

330

wouden in de vrije hoogte doorgedrongen, dan ontspringt er uit dc rots aan den weg eene koele, goed omheinde bron, voor den vermoeiden reiziger eene gewenschte lafenis. Dadelijk daarnaast welft zich over den weg een machtig, kunstig uit marmer gehouwd portaal en verkondigt door zijn Christelijken aanleg de inlrede in het gebied der heilige Maagd maria. Daarachter staan op matigen afstand vijf kapellen, meesterstukken der bbuwkunst, rondom met zuilengangen, door welke een ruiter gemakkelijk kan passee-ren, altijd op eene lieuvelpunt, waar het rijkste uitzicht op de eeuwig wisselende beelden eener rijke natuur het oog verrukt. Zij bevatten de uitvoerige voorstelling der vreuijdevolle geheimen van den heiligen rozenkrans met ori-gineele afbeeldingen, die uit eene aardsoort gebrand en met kleuren getrouw naar het leven beschilderd zijn. — Het begin stelt in de eerste kapel den engelengroet voor, een der liefelijkste beelden der Katholieke godsvrucht, zoo kunstig aangelegd, dat men de voorgestelde bijbelplaatsen niet beter in hel bewustzijn der menschen zon kunnen brengen. Maria is verrascht van hel bidbankje opgestaan, dc handen op de borst gedrukt, de oogen zedig neergeslagen, in lang afhangend gewaad tegenover den engel staande, die, aan den uitersten hoek der kamer, uit dc hemelsche hoogte neerzweeft en den groet meer aanduidt dan spreekt, liet geringe, maar blanke huisraad, bed, keuken, kookgereedschap, boekenkast, lot in de minste bijzonderheid , vormen een even natuurlijk als harmonieerend geheel, zoodat de waarnemer onwillekeurig in zijn hart denkt: »Ja, zoo moet het er in het huis der heilige Maagd maria uitgezien hebben!quot; Ons beviel vooral de onopgesierde, diepverstandige zin van hel geheel — zonder overdrijving, zonder spoor van gemeenheid, het goddelijke in den waardigsten menschelijken vorm weergevende. — lïen oud man van zeventig jaren zit aan do deur der kapel en verklaart met half gebroken stem voor eene kleine aalmoes den naderenden pelgrims de geheimen, in zijne wocr-

-ocr page 807-

331

loosheid en behoel'te een roerend gezicht, vooral met de rollende tranen over wangen en baard bij de woorden: »En gezegend is de vrucht uws lichaams jesus !quot; — Hierop ziet men in de eerstvolgende kapellen Maria-Visitatie, de geboorte van Christus, de vertooning van .iesus in den tempel en diens wedervinden onder de schriftgeleerden, wonderbare afbeeldingen van de teederste opvatting, dikwijls met waai' meesterschap lot een harmonisch en indrukwekkend geheel gegroepeerd.

Aan de vreugdevolle sluiten zich de smarivollc fjehcimen aan, op nieuw door een reusachlig portaal boven den weg geopend volgens denzelfden aanleg en dezelfde uitvoering, de heilige Olijfberg, de geeseiing ,'de doornenkroon, de kruisdraging en de kruisiging vol treffende waarheid en overtuiging. De kleinste bijzonderheden der Evangeliën zijn kostelijk uitgedrukt en wekken in hare kunstelooze aanwending den geleerde tot bewondering, den ongeleerde tot beter inzicht, alleu lot godsvrucht en behartiging op. Het diepe hartzeer van eiken goeden Christen bij het lijden van den Godmensch jesus cnniSTUS is in do opmerkelijkste beelden wondérbaar aanschouwelijk voorgesteld en soms tot den afschuw des kunstenaars voor de onmenschelijke pijnigers in groteske vormen verhoogd. — Vóór de kapel der kruisiging van Christus zijn de marmeren treden afgesleten door knielende bidders, en het spoor der tranen van heilige godsvrucht op den spiegel er van duidelijk te zien, uit die oogen, die zich lang reeds in den dood hebben gesloten; het getuigt van berouw en boete voor de zonden van een ongelukkig leven. — De oude invalide, die hier, op zijn stok leunende, den dood van ciiristus verklaart, heeft ons diep geschokt als treffend zinnebeeld van de mcnschelijke natuur, die na de schipbreuken in de stormachtige golven dezer wereld, naai' lichaam en ziel gebroken, eindelijk aanlandt aan het heilige kruis om de laatste tranenbron uit het matte hart aan den goddelijkeu Heiland te offeren.

Uit dit gebied der doodsmart treden wij opwaarts stij-

-ocr page 808-

gcnd (ioor eene derde poort in de lichte streek der (jlonc-rijke geheimen van de vei'lossing der menschen, waar in vier op eikander volgende kapellen de opstanding en lie-melvaart van ciiuistus, de zending van den Heiligen Geest en de opneming van maria in den hemel voorgesteld zijn. — De heuvel-pyramide is telkens slanker on luchtiger geworden; met de liehtrnassa's, die van alle zijden op ons ne-derscliieten, hebben zich de geuren en de koelte der overhangende Alpen gemengd, om onze ziel vroolijk te doen opade-men door de glorierijke daden van jesijs Christus, die den dood hebben gebroken en de hel overwonnen. Uuiine dalen met duistere wouden hebben zicii rondom onze reis naar boven opgedaan en onze verbeven stelling op eene bijna duizelingwekkende wijze in de lucht geïsoleerd. — Achter de vierde kapel loopt een steil terras naar boven naar eene armoedige groep huizen, die zich als zwaluwennesten om de kerk der heilige Maagd maria en bet met haar verbonden nonnenklooster heeft aangehecht, op de hoogste punt des heuvels, de voltooiing en de kroon der gansche bedevaart. De kerk is aan de «kroning der allerzaligste Maagd,quot; dus aan het laatste glorierijke geheim van den heiligen rozenkrans gewijd, in modernen bouwtrant, vol godvruchtige stilte en lielelijkheid, als afgescheiden van allen nood en hartstocht der wereld, eene vrijplaats even goed voor de biddende onschuld, als voor den boetvaardigen zucht des vermorzelden harten, wonderbaar doortinteld en doordrongen van de stemmen der eenzame nonnen, die hier op alle tijden van den dag en den nacht hare luide smeekliederen ten hemel zenden. Het bedevaartsbeeld troont op het Hoogaltaar, maria met de hemelsche kroon uit zwart marmer, slaande op een wit voetstuk, het kindje jesus in de hand. Hijk verguldsel aan de zoldering en kapiteelen der zuilen, zinrijk versierde, met kronen getooide biechtstoelen, helder

schitterende plafond-schilderingen in de stralen des rondom door alle vensters invallenden lichts, schenken aan de hei

lige ruimte eene eigenaardige, bijna verblindende werking |

-ocr page 809-

op het oog, en aan (]c ziol de zekerheid der nabijheid van God. Wie in lang niet meer van harte kon bidden, wordt op eens tot geesldril't opgewonden; de lang weerhouden stroomcn des ge veels breken uil het hart voort en lossen zieh op in tranen, berouw en vermorzeling. De viering eener heilige Mis op het Hoogaltaar, onder het beeld der genaderijke Maagd iu den vroegen morgen, bij bet doorbreken des eersten zonnestraals, vergezeld van de gezangen der koorvrouwen, behoort tot de verhevenste nitingen van Katholieke godsvrucht, liet snikken der boetelingen aan de bieclitstoolen, die dikwijls met het lichaam neergestrekt op don grond liggen, de tranen op de wangen van hen, die de heilige Communie ontvangen, de soms strakke uitdrukking van verrukte bidders, die onbeweeglijk als standbeelden in zich gekeerd den hemel op aarde genieten, maken zelfs koude Anglicanen week.

Vijl' geestelijken verrichten in de kerk den bedevaarts-d lenst en hebben het op J/flmt-feeslen vooral zeer druk. Komt men op zulke dagen uit de kerk op het hooge lerras, dan heel't men een gezicht, dat niet met woorden is te beschrijven. De Heilige Berg is van boven tot beneden met menschen bedekt, allen zalig en blijde in het gebied der «Hemelkoningin,quot; hier op marmei'trappen, ginds onder reusachtige hoornen gelegerd, door milddadige rijken liel'derijk gespijsd, nadat zij in de kroningszaal der heilige Maagd ma li ia de hemelspijs gebruikt hebben, rondom uitziende op de wonderheerlijke wereld, die eene onmetelijke vlakte, golvende meren, heerlijke bergen vertoont en als buigzaam genaderd is, om bet Evangelie onzes Heeren jesus ciiniSTUS in de prachtigste lijst te besluiten. De reuzenbouw van den dom te Milaaan en dc Borromeesche eilanden staren uil de verte als sterren van eeuwige boop vertroostend op het volksgewoel, dat zich als levende pyramide ten hemel opgebouwd heeft, zoodat men met waarheid zeggen kan : Alles, wat hart en stem op aarde heeft, licht en kleur, vrucht cu bloem, ueesl en natuur hebben zich te Varese

-ocr page 810-

vcreenigd om do openbaring Gods onder do menschen waar en werkelijk te maken!

Over den indruk, dien eene bedevaart naar Varese tot de heilige Maagd mahia maakt, kunnen wij ecne vrouw laten sproken, die bij de kapel der opstanding van christus in een kring jonge lieden onder anderen het volgende zeide: ))Ik ben hel leven, lijden, sterven en opslaan van jesus christus niet slechts doorgegaan, ik hol) hel. mede beleefd, mede geleden. De beelden er van staan helder in mijne ziel en zullen, naar ik lioop, ook le huis nooit weer verdwijnen. Zoo kan ik dag en nacht mijne ziel er aan vergasten; en ik gevoel het nauwelijks, dat ik in mijne jeugd geene school bezocht en geen lezen geleerd heb. Sedert mijn gehoor door mijne jaren merkelijk geleden heeft, kan ik ook de predikatie des pastoors niet meer verstaan. Mijn woord Gods staat te Varese in steen en marmer, zoodat bet niet verkeerd begrepen kan worden, liet is overgegaan en levend geworden in mijn binnenste. En mijne lieve kleinkinderen zullen juichen van blijdschap, als ik hun verbaal van den rijkdom der Madonna te Varese. De kinderen hebben hun beeldenboek; ik kan het thans verklaren zoo goed, zoo goed als de invalide aan de kapel. Zoo is hel gemakkelijk, den zoeten Heiland na te leven, die zich voor ons ten voorbeeld heeft gesteld. En hoe zoet heb ik uitgerust aan het hart mijns Ileilands, aan de voelen der heilige Moeder Gods, vergeten alle droelenis en aardschen nood! Vroolijk wandel ik naar huis en trotseer alle lijden in de kracht van christus!quot; — Toen nu een jong student uil Turijn zeide, dal het toch beter was, zijne godsvrucht in bel hart te besluiten, antwoordde de oude vrouw levendig: «Dal hebt gij slecht bestudeerd, jonge schoolgeleerde! De doodzonde gaat de wegen des geheims en der verborgenheid. Wal aan christus deel hoeft, jubelt luide in het ruischen en zingen der wereld, zoodal hel als oen lollied in de menschen dringt en christus predikt. De slem des woudstrooms zou ik wenschen te

-ocr page 811-

.135

hebben, de macht des donders, om allen le ze tijgen, hoe gelukkig ik mij gevoel in hel. genot van mijn Verlosser, wiens genade mij heeft gerechtvaardigd, wiens liefde mij voedt en draagt, liet Evangelie is toch eene boodschap, die luid klinken, met psalmen bezongen worden en harten overweldigen moet. Anders zijn wij zonder eenheid, dwalende schapen zonder herder!quot; — De levendige Italiaansche had door hare woorden zoo zeer de achting verworven, dat allen eerbiedig tot haar opzagen en (Je student lot zijne naaste omgeving zeide: ygt;Die heelt het gekregen van de Madonna des Heiligen Dergs van Yarese!quot; — God zegene u, gelukkige vrouw! Goede reis naar Arona naar uwe geboorteplaats! Gods engelen zullen u geleiden en de heilige Maagd zal beschermend over u en uw huis waken!

Ontstaan van liet rozeukrans-feest.

(maria ter zegk.)

Sultan selim u was na den dood zijns vaders nauwelijks in het rustig hezil zijns rijks, toen hij den vrede met de Venetianen verbrak, dien zijn vader bezworen en hij zelf bevestigd had. Mij wilde hun het eiland Cyprus ontnemen. Doch om hun zijn voornemen te verbergen, zond hij den Bassa aciimet met 00,000 man naar Albanië, au-hassa met 40 galeien naar hel eiland Chios, waar bij door den bei van Negropont versterkt werd; eindelijk den vreesdij ken MusTAPiiA naar Cyprus met meer dan 300 zeilen en een overeenkomstig aantal landingstroepen. Op bet geheeleeiland waren slechts twee verdedigbare plaatsen, midden in hel land Nicosia en dan de welbevestigde haven Famagosta. Nadat de Turken ongehinderd geland waren, trokken zij recht op Nicosia aan, belegerden het en namen hel na zes of zeven weken stormenderhand in. Zij brachten daarin meer dan 20,000 menschen, zonder onderscheed van geslacht, om het leven, maakten 15,000 slaven en een onmetelijkcn buit.

-ocr page 812-

336

In den tweeden veldlodil kregen zij ook Famagosla bij verdrag. De bewoners dezer stad waren door het lot van Nicosia verschrikt, en daar zij bovendien zwak en van allen krijgsvoorraad ontbloot waren, zag zich de moedige gouverneur uragadin genoodzaakt, na eene hinge en dappere verdediging te capituleeren. Maar juist dat, waardoor het bevreesde volk zich meende te redden, bevorderde zijn al-geheelen ondergang. De wreede mustapiia had namelijk wel alle punten der capitulatie aangenomen en ze zelfs bij eede bevestigd; maar toch liet hij de geheele bezettingen de voornaamsten der inwoners, die hem kwamen bezoeken, allen vermoorden. Den gouverneur dreigde hij driemaal met bet zwaard en kon hem toch niet schokken; eindelijk liet hij hem neus en ooren afsnijden, hem toen op den grond uitstrekken en bespotte hem zoo met de grootste onmenschelijkheid en goddeloosheid. «Waar is nu uw curistus,quot; sprak bij tot hem ; »als hij almachtig is, waarom bevrijdt hij-u dan niet uit mijne handen?quot; Xa twee dagen, toen zijne wonden nog bloedden, liet hij hem met eene mand vol aarde om den hals op den wal rondleiden en zoo dikwijls als hij den pacha ontmoette, dwong men hem zich voor dezen tol de aarde te buigen. Hierop werd hij op eene zeilstang gebonden, tot schrik van alle Christenen, die men op de schepen vasthield, naar welke zij zich in vertrouwen op liet bezworen vredesverdrag begeven hadden; en eindelijk werd hij onder den klank der trompetten en ti ommen naar een openbaar plein gebracht en levend gevild. Maar bij die schrikkelijke marteling vertoonde de Christelijke held eene standvastigheid, die enkel de godsdienst schenken kan. Hij hield niet eerder op, den Heiland aan te roepen, voordat hem de huid ter helft afgetrokken, zijn bloed bijna geheel weggevloeid en zijne ziel ontvloden was. Uit spijt over eene zoo eerwaardige geloofsbelijdenis liet mustapiia bet doode lichaam nog beschimpen, de huid met stroo opvullen, in de havens van Azië en Griekenland ten 'oon rondvoeren en eindelijk met de hoofden van een

-ocr page 813-

anderen nnAGADiN, een gueuini en martiningo , drie waardige krijgs- en geloofshelden, naar Ivonslantinopel brengen.

Door dien onmenschelijken haal ontbrandde dan toch de onwil der weslerschen, en de paus, de koning van Spanje en de republiek Venelië besloten, hunne krachten Ie ver-eenigen, om den trots der ongeloovigcn te breidelen en hen in het middelpunt huns rijks Ie beoorlogen. Dit groote voornemen ging hun zoo zeer ter harte, dat zij, aangespoord door de vermaningen van den paus, en door diens bijdragen ondersleund, meer dan ^00 galeien, 28 groote vrachtschepen en zes galeien zware artillerie in zee brachten. Don juan van Oostenrijk, natuurlijke broeder des konings van Spanje, werd als generalissimus over het geheele leger aangesteld, hoewel hij nauwelijks vier en twintig jaren oud was; maar als raadgevers werden hem andueas dohia , een der beroemdste zeesoldaten zijner eeuw, en lodewijk van REQUESENS toegevoegd, welke door zijn verstand het vertrouwen verdiende, dal, hem de koning tot gouverneur in de iNederlanden benoemde. De pauselijke vlooi had MARCUS antonius COLONNA lot bevelhebber, die, bij afwezigheid van don juan, plaatsvervanger van den generalissimus zijn zou. De edele Veneliaan barbarigo kommandeerde de viool der republiek. Overigens was bij dit leger de bloem des Ualiaanschen en een deel des Sp.ian-schen adels vereenigd, waaronder velen zich reeds door heldendaden onderscheiden hadden. De Christenen bevalen zich, op den vaderlijken raad van den heiligen paus nus v, in de voorspraak der heilige Moeder Gods aan en versierden met een gewijden rozenkrans de admiraal-vlag van don juan van Oostenrijk. De Ollomanische vloot, die door ALi-PACiiA gekommandeerd werd, was veel sterker, dan de Christelijke, en telde benevens 200 galeien nog 70 fregatten. De onwetende en koene barbaren verhieven zich zoo zeer op hunne macht, en schatten hun vijand zoo gering, dat zij meenden, dat hij zich niet eens voor henzon laten zien.

A. Ilungari. Ave-Maria-Klokje. II.

-ocr page 814-

338

Strijdlustig- stonden de beide legers tegenover elkander. Ginds in de golf van Korinthe, niet ver van Actium, waar eenmaal de beroemde slag lussehen marcus antonius en augustus geleverd werd, die over de heerschappij der wereld besliste, stieten de Christelijke en de ïurksche viool op elkander. Toen beide legers slechts twaalf mijlen van elkander verwijderd en in slagorde gesteld waren, beval ju an van Oostenrijk het van den paus ontvangen vaandel te hijschen, en terwijl hij in eene brigantijn door de rijen der schepen voer, vermaande hij de soldaten dapper te vechten en geen gevaar onder het vaandel van .iesus ciiristus te vreezen. Zoodra de Christelijke soldaten het vaandel zagen wapperen, waarop het beeld des Gekruisigden van goud en edelgesteenten schitterde, wierpen zij zich allen naar het voorbeeld hunner hevelliebbers op de knieën en zwoeren, tot op den laatsten droppel bloeds voor de eer des Verlossers te zullen strijden. Dit beloofden zij als vreedzame slachtoffers; maar nu verhieven zij zich als grimmige leeuwen, die geen ander gevaar kennen, dan het verlies huns buils. Don .iuain deed door een kanonschot het teeken tol den aanval geven, en beide legers stortten mei vreeselijk geraas op elkander, als twee ontzettende onweders. De Turken hadden eerst den wind mede, maar hij ging liggen, toen hel treffen begon. Na korte stille verhief hij zich weer in hel voordeel der Christenen, en dreef geheele wolken rook naar de Ollomanische viool, hetgeen de Christelijke soldalen als de cersle vrucht beschouwden van hun vertrouwen op Heir., die alleen de elementen gebieden en de overwinning schenken kan. In-lusschen bleef de overwinning vijf volle uren lang van beide kanten onzeker. Tegen hel einde van het derde uur scheen de linker vleugel der Christenen de overmacht te krijgen, doordien barbaiugo, de adellijke Yeneliaan, de galei van den kommandant smocn op den linker vleugel in den grond boorde. Sinocii verdedigde zich ten hardnekkigste cu boezemde zijnen lieden zeiven den heldenmoed

-ocr page 815-

in, waarmede hij vochl; maar zoodra hij gesneuveld was, verbreidde zich diepe Ireurigiieid over al zijne galeien en zij roeiden zoo haastig op de kusl aan, dal de meeslen or van strandden. Doch ook de dappere darbarigo werd door een pijl in het oog getroffen en slieri' den volgenden dag aan die wonde. Zijn neef contauini, die in zijne plaats trad, en guerini verloren eveneens in het gevecht hun leven.

Zoodra het gerucht der nederlaag van smocn het mid-delpunl des Christelijken legers bereikte, waar don juan tegenover den Turkschen admiraal stond, en reeds eenig voordeel behaald had, ontbrandden de Spanjaarden in ijverzucht, dal de Venetianen de overwinning beslist hadden, vergaten hunne gewone langzaamheid, en vuurden zoo hevig op den vijand, dal ali gedood werd, waarop zij de schepen met haken naar zich toetrokken; en toen don ,tuan de overwinning proclameerde, streden zij niet meer, maar sabelden zonder verschooning neer, en de bedwelmde Muselmannen lieten zich zonder tegenweer verworgen.

liet verlies der Turken was onmetelijk. 32000 Turken verloren het leven, 3500 werden gevangen genomen en levens 45000 Christelijke gevangenen bevrijd. De Christenen verloren omstreeks 8000 man, meestal Venetianen, waaronder veel officieren van hoogeren rang waren; doch de senaat beschouwde dit verlies niet als een ongeluk, maar als een benijdenswaardig lot en verbood dus allen rouw.

De dag van dit gevecht, de '1 October 1571, werd voor de dappere republiek een dag van blijdschap en algemeenen jubel, wiens aandenken zij beval jaarlijks te vieren. De h. paus pius v, aan wiens smeeken tol maria de gelukkige uitslag voornamelijk werd toegeschreven, bepaalde voor de gansche Kerk Ier eere der zegerijke Moeder des Hoeren een feestdag en voegde bij de Lauretaansche litanie nog bij: «Helpster der Christenen! bid voor ons!quot; — Twee jaren later stelde ook GiiEGORirs xui lot aandenken

22*

-ocr page 816-

340

aan deze gedenkwaardige zege het rozenkrans-feest in, en verplaatste de viering er van op den eersten Zondag in October. Pius v verzekerde, dat de overwinning aan den bijstand van maiua alleen te danken was en hij mag wol dienaangaande bovennatuurlijke inlichtingen gehad hebben.

Zijne levensbeschrijvers berichten ons ton minste, dal hij oj) den dag van het govechl en den voorgaanden nacht zijn gebed verdubbeld en bevolen had: «men zon in alle kerken den bijstand van, maiua voor de zege der Christelijke wapenen afsnieeken.quot; — Tijdons het gevecht, toen hij juist in het Consistorie was, stond hij op eens op, zag hot venster uit en staarde onafgewend naar don hemel, éindelijk deed hij liet venster weer dicht en zeide: «Laat ons den Heer danken voor de overwinning, die Hij Zijn volk door de voorspraak van maiua verleend heell !quot;

Uat is hot ontstaan van hot heilige liozonkrans-reosl.

Maria ter zege.

het mabia-vaandel.

In liet jaar 908, volgens anderen omstreeks 911, was het, dat in Frankrijk karel de eenvoudige regeerde on gancelin als zeven en veertigste bisschop op den bisschopsstoel van Charlres zat. — Toenmaals; overstroomde een zekere rollo (of raoul) , een woest on barbaarsch monscli nit het huis van Beieren en uit zijn land verdreven, Frankrijk met eone groote menigte dieven en zoeroovers, die zich op verschillende plaatsen aan hora hadden aangesloten. Hij wekte in zijne roofgenooton groote verwachtingen op van don te maken buit in de kerk van Onze Lieve Vrouw te Ghartres, dat zij toen besloten te belegeren. Zij waren werkelijk zeer ten ontijde voor de arme bewoners gekomen, daar deze geen raenschelijk middel ter hunner verdediging bezaten. Maar hunne vroomheid vluchtte tol do

-ocr page 817-

i

m

i

ii

ï

lil

goddelijke Moeder der genade, van wie zij een kleed ais schild en beschutting hunner stad bewaarden. Zij namen het uit de reliquiënkast en droegen het langs de wallen. Zoodra de vijanden het als vaandel ontplooid zagen, begonnen zij op eens, als door den razendsten waanzin geprikkeld , te lachen, te spotten en verscheidene pijlen er op al te schieten. Doch op hetzelfde oogenblik werden zij door zulk eene blindheid geslagen, dat het hun onmogelijk was, vooruit ol' terug te gaan. Hiervan maakten nu do belegerden gebruik, zij trokken uil, stortten zich in den naam van mania op dc vijandelijke scharen en sabelden zoo lang hunne tegenstanders neer, totdat alles rondom met bloed en lijken bedekt was. — De plaats, waar die vrecseiijke slachting heelt plaats gehad, heet nog heden dc ygt;weide der vcrslafjeuen.quot;

E ZKGE ül' 1)E SAUACENEN.

In het jaar '1^12 viel ma homed , koning der Saracenen, een gezworen vijand van den Ghristelijken naam, met een geweldig leger in het koninkrijk Granada in Spanje. Hij trad met zoo veel gedruis op, dat het scheen, als wilde hij de wereld uit hare hengsels rukken en alle belijders van den godsdienst des heiligen kruises vernietigen. — Koning au'iionsus vin, met den bijnaam de Goede, werd daarom door paus innocenïius ui met zeer groote allaten begenadigd; hij nam met de koningen van Arragonië en van Navarra bet kruis en begaf zich langs zelden betreden en slechte wegen naar Boëza, eene stad van Granada, geleid door een landman, dieti men later voor een engel hield; want hij verscheen van bet oogenblik af niet meer, dat hij zijn gevolg buiten gevaar had gebracht. — Den 16 Juli sloeg men den veldmarsch tegen den vijand, nadat de Katholieke soldaten zich vooraf van de wapenen der Ghristenen, van de heilige Sacramenten voorzien hadden en ten aanzien van het gansche leger de heilige Mis gevierd was. liet kruis

-ocr page 818-

342

ging voorop, cn midden op den koninklijken standaard was de h. Moeder Gods mei het kind jesus op den arm geschilderd. Alles smeekte m.vria om haar genadigen bijstand, en alléén reeds het gezicht harer beeltenis verrukte de strijders en verwekte in hen de koenste en zegen belovende geestdrift. Langen tijd streed men, zonder dat het aan een van beide kanten tot eene beslissing kwam. Nogmaals riep men mauia als Beschermvrouw luide cn krachtig aan, en met dat veldgeschrei stegen hun moed en hunne strijdwoede; maria vuurde hen aan tot volharding en verbreidde zulk een schrik in de legerplaats der vijanden, dat er meer dan tweemaal honderd duizend op de plaats bleven , zonder dat men meer dan vijl' en twintig tot dertig Christenen verloor.

Koning alphonsus zond aan paus innogentius een door hem eigenhandig geschreven bericht aangaande deze kostelijke overwinning, die zij stellig door de machtige voorspraak van maria bevochten hadden; en ook rodericu ximenes, aartsbisschop van Toledo, de trouwe dienaar van maria, die als de ziel van den strijd was, schreef de geschiedenis dezer overwinning en merkte onder anderen aan: dat zijn kruisdrager, die zich met het teekcu onzer zaligheid midden tusschen de Saracenen stortte, geheel niet gedeerd werd, hoewel de stat aan het kruis, dat hij droeg, stijf vol zat van pijlen, en hij zelf er geheel mede bedekt was.

De verloren sleutels der stadspoort.

In het jaar 1202 gebeurde hef , dat de burgemeester dei-stad Poitiers, die den naam heeft, in geheel Frankrijk het ijverigst in den dienst van maria te zijn, een zijner dienaars, die een zeer verstandig, maar ook arglistig man was, naar Perigueux zond, om daar eenige zaken te regelen. Toen de Engelschen, die Perigord in bezit hadden, vernamen, dal hij daar was, en zij ook wisten, dal hij in de sta*'

-ocr page 819-

m

Perigueux, zijne gebooi'tepluals, een zeer bekenden oom had, die niet hen in goede verslandhouding leefde, vleiden zij hem zoo zeer. dal hij voor de som van duizend livres beloofde, hun de slad 1'oiliers in iianden le spelen, liet was loen de vastentijd, en hij bepaalde hun den hoog heiligen Paaschdag lol uilvoering van hunne schandelijke onderneming, en wel op dien lijd, als de vrome burgers met de verrichting hunner gebeden bezig waren. De En-gelschen, die zich op hem verlieten, legden hun plan zoo goed aan, dal zij zich, zonder van iemand bemerkt te worden, omstreeks middernacht van den Zaterdag vóór paschen naar de poorten der slad begaven.

Daar de burgemeester sliep, kwam de Irouwelooze dienaar in zijne kamer en gaf zich alle moeite, om in het bezit der sladssleulels te komen, die zijn heer als gewoonlijk onder zi jn hoofdkussen gelegd had. Doch loen hij ze daar niet vond, ging hij op den muur, maakte zich aan de vijanden bekend en wierp een briefje naar beneden, waarin hij den Engelschen beloofde, hunne verwachting 's morgens om vier uren siellig te zullen bevredigen. Naeenigen lijd trad de valschaard weder in de kamer van zijn heer en meldde hem, dal de poortwachters op de sleulels der gracht wachtten, wijl een edelman in allerijl naar den koning moesl afreizen. De burgemeester geloofde de woorden des verraders en begon de sleulels le zoeken ; maar hij kon ze uiel vinden. En nu begon hij verraad le vermoeden. Hij sprong dus haastig uil zijn bed en beval, dal meerdere welgewapende burgers zich naar de poorten der slad en vooral naar die der gracht zouden begeven, die men voor de zwaarst bedreigde hield. En hij ging, vergezeld van eenigc raadshceren der slad, naar de kerk Onzer Lieve Vrouw de Groolere om alles aan God en zijne liefderijke Moeder aan te bevelen. Terwijl hij vurig voor hel allaar bidt, ziet hij op de armen van hel beeld der zalige Maagd Maria de sleulels der slad. Nu dankte hij God en de helpster der Christenen, die op wonderbare wijze die sleutels

-ocr page 820-

SU

in bewaring had genoinen, en zoo het schrikkelijkste gevaar van hen had afgewend, en snelde mei, haastige schreden naar de poort der gracht.

Intusschen had zich een onnoembare schrik, of liever eene van den hemel gekomen ontzetting in het leger der Engelschen verbreid, zoodat zij zeiven tegen elkander streden en elkander doodden. Het gerucht verbreidde zich in de slad en men luidde de stormklok, snelde van allo kanten naar de poort der gracht, beklom den muur en zag door de tinnen meer dan vijftien honderd Engelschen neergeveld, en men hoorde een vreeselijk geschrei van personen, welke in den strijd altijd vuriger werden.* Men ondernam een uitval op hen, doodde een gedeelte en hei -andere nam men gevangen. Toen deze in de stad gebracht werden, bekenden zij, dat zij om vier uren 's morgens op de stadsmuren eene koningin van de verhevenste majesteit met een bisschop en eene non (men meent, dat het de h. hilarius en de h. uadtgundk waren, wier reliquiën in de stad Poitiers bewaard worden) gezien hadden, welke een machtig leger aanvoerden; dit had zich op hen gestort en een gedeelte neergeveld; en de overigen, door den uitersten schrik aangegrepen, hadden zich zeiven en weer anderen hunne metgezellen gedood.

Toen de bewoners van Poitiers dit wonder zagen, vierden zij met de godvruchtigste en dankbaarste gevoelens hun Paaschfeest. Maar ook voor den volgenden tijd moest deze hunne dankbaarheid niet uitsterven voor de ontvangen bescherming van een zoo buitengewonen aard, want voortaan hield men alle jaren op den dag na Paschen eene plechtige processie om de muren der geheele slad.

Daukzelt;r{viiiquot;'eii voor Ue door Maria bewerkte overwinniiigTii.

vuoom ol'zlen tot maria.

'1. Keizer justinianus, de kinderlijke vereerder van maria, schreef dc overwinningen op de Vandalen, die hij

-ocr page 821-

.'US

uil Afrika verdreei', on op do Arianen, dio hij geweldig verzwakt had, enkel aan hare voorbiddende bemiddeling bij God toe. — Uit dankbaarheid voor die overwinningen bouwde hij in de stad Carthago eenc heerlijke Kerk tor eere der heilige Moeder Gods, beschonk haar met vele kostbaarheden en noemde haar naar zijn naam uustiniana.quot;

2. Toen in het jaar 971 de Russen, Bulgaren, Scythen en Turken hunne strijdkrachten vereenigden en meer dan driemaal honderd duizend strijders bijeengebracht haddon, trokken zij uit, om voor zich het Grieksche rijk te verwerven. — Maar keizer .ioannes zemisces verwachtte slechts dc snelste en werkzaamste hulp van do voorbeden der heilige Moeder Gods. Hij wondde zich dus in ootmoed tot haar, en smeekte haar ten innigste, hem in zulke zware strijden genadig te willen bijstaan. Toon trok hij onder de vanen der allerzaligste Maagd tegen do vijanden op met zoo voel moed, dat hij ze allen in wanorde bracht en op de vlucht dreef. — En zijne vroomheid gaf hem ook dadelijk de wijze van oen dank in den zin, die niet minder zijner grootheid als zijner vroomheid waardig was. Want hij liet een prachtigen triumftocht houden, waarbij hel beeld der Moeder Gods op den buit der vijanden in den Iriuml-wagen rustte, en hij zeil' volgde als eeregeleide met de zijnen, eenvoudig gekleed en op een wil paard rijdende.

3. Keizer joannes comnenus had in het jaar 1123, toen hem een beslissend gevecht wachtte, zijne toevlucht tol de voorspraak van mauia, de »llulp der Christenen,quot; genomen en werd ook in zijn kinderlijk vertrouwen niet teleur gestold; want hij behaalde eenc roemrijke overwinning. — Uil dankbaarheid liet hij het beeld den Gebenedijde in triumf op een zilveren en geheel met edelgesteenten bedekten wagen plaatsen. Zijne naaste verwanten gingen blootshoofds en te voel naast den wagen en menden de vier witte paarden, die hem trokken. En dc keizer zelf ging, eveneens blootshoofds, onmiddellijk den wagon vooruit en droeg in zijne handen het kruis, dat eertijds aan

-ocr page 822-

346

keizer constantijn als oen zeker tccken dor overwinning vertoond was.

h. Fiups augustus, koning van Frankrijk, stond in liet jaar 1213 in den slag bij Bouvines tegenover den zoo machtigen Duitschen keizer otto en diens dappere hertogen, • graven en ridders. In het hem dreigende gevaar van een zekeren ondergang wijdde hij zich aan do Koningin des hemels, do allerzaligste Maagd maria. Door hare bescherming behaalde hij spoedig de overwinning. — Om aan de nawereld te betuigen, welken dank hij der bcilige Moeder Gods schuldig was, stichtte hij de prachtige abdij bij de stad Senlis, die hij daarom «Onze Lieve Vrouw ter zegequot; noemde.

5. fiups de schoone, koning van Frankrijk, stond, plotseling bij Mons overvallen, in den strijd tegen deYia-mingers; deze, wijl zich hel bericht verbreidde, dat zijn leger dc oplossing nabij was, grepen hem dus onvoorziens aan; en in dien onverhoedschen en zoo gevaarlijken nood nam hij in het gebed zijne toevlucht tot Onze Lieve Vrouw van Chartres, en wel zoo ijverig en met zulk een zeker gevolg, dal hij zich op hetzelfde oogenblik van al zijne bataillons omringd zag. Vlij tastte met al zijne krachten den vijand aan en versloeg hem. filips maakte niet alleen vele gevangenen, maar er bleven nog zes en dertig duizend vijanden op het slagveld, terwijl hij zeil' slechts vijftien honderd van zijne strijders verloor. Deze gebeurtenis had plaats twee dagen na het feest der hemelvaart van dc glorierijke Maagd mauia , hetgeen hem nog meer in zijne meest vaste overtuiging versterkte, dat een zoo goede uitslag-slechts door den zegen van boven kon komen, eu dat dit een werk van de beschermende hand dor Moeder van dc goddelijke genade was. — Zoodra hij in Frankrijk teruggekeerd was, bracht hij een schuldig bezoek aan Onze Lieve Vrouw van chartres en schonk haar tot dank voor het ontvangen heil — «ten eeuwigen dagequot; — het land en de heerlijkheid Barres, stichtte een jaarlijkschen dienst lor

-ocr page 823-

UI

vereeuwiging der gedachtenis aan een zoo gelukkig gevecht, en schonk aan de kerk de gansche klecding en het harnas, die hij toen droeg.

Ter herinnering daaraan pleegt men alle jaren — op den dag dezer plechtigheid — aan den lessenaar van het schip genoemde kleeding te hangen, welke bestaat uil een vergulden en bekransten helm, een kuras, een pantserrok . een wapenrok van violet-karmozijnrood fluweel met zes leliën, drie voor en drie achter, een kamizool van hoogrood atlas, pantserschoenen, een zwaard met zijne kwasten en zijn gordel, armspangen en beenstukken.

6, In het jaar 1221 overwon alphonsus ix, met den bijnaam de «Adellijke,quot; welke tot dien lijd in zijn wapen slechts de torens van Gastilië en den leeuw van Leon voerde, in een groot gevecht de Mooren. — Deze heerlijke over-winning schreef men in geheel Spanje aan de bescherming der heilige Maagd maria toe. Reeds vloden de Spanjaarden en de halve Maan had de overhand — daar wordt de vaan der smartvolle Moeder Gods ontplooid en de dag behoort aan de Ghristenen. «Gij waart mijn schut en mijn scherm, o maria,quot; riep de zegevierende vorst, «daarom behoore ook u mijn gansche dank!quot;

7. Filips van valois werd in het jaar 1328, daags voor St. Bartholomeus, onvoorziens bij den berg Gassel door de Vlamingen overrompeld. Hij wendde zich tot de beschermster der koningen van Frankrijk, de Moed.er des lleeren, en bad haar ten dringendste, hem in zulk een groot gevaar de reddende hand te willen reiken. De vrome, vurige bede was nauwelijks uitgesproken, ol de Hemelkoningin stortte in het hart des konings en van geheel zijn leger zulk eenc buitengewone inwendige, moedige kracht, dat zij in weinig uren meer dan twintig duizend vijanden versloegen.

De koning vergat eene zoo genadige weldaad niet; want op den dag van den intocht in zijne goede slad Parijs, waar hij met een onbeschrijlclijken jubel ontvangen werd.

-ocr page 824-

O /. Q

o4o

bezocht hij dadelijk de kerk Onzer Lieve Vrouw en reed het gansche schip door tot aan het Crucifix, en gaf zijn paard en zijne wapenrusting aan de Opperbevelhebster van hel leger Gods over, van wie hij verzekerde, dat zij voor liem deze zege bewerkt iiad. — Hel standbeeld van dezen vorst le paard ziel men nog op een pilaar der kerk van Onze Lieve Vrouw, aan welke hij bovendien nog honderd pond inkomslen uil zijne heerlijkheid te Galinais ter eeuwige viering van dit aandenken loewees.

8. Don juan i, koning van Portugal, legerde zich, toen er vijandelijke troepen in hel koninkrijk waren gevallen, in hel district van Teiria, slechts van weinige, maar getrouwe en vastberaden aanhangers vergezeld. Zijn tegenstander, de koning van Gaslilië, plaatste zich mei alle strijdkrachten zijns koninkrijks tegenover hem, zoodat een gevecht onvermijdelijk was. Op den l/t Augustus 1385 kwam liet er werkelijk toe. Don juan vertrouwde zich aan de moederlijke bescherming van maiua toe en beloofde, indien hem de overwinning mocht ten deel vallen, een prachtig klooster haar ter eere le willen bouwen. Don juan behaalde de overwinning en deze scheen werkelijk door maria's hulp bevochten te zijn, want hij beschikte slechts over 6500 weerbare mannen, terwijl liel leger zijns vijands 33.000 man lelde. De koning vergal niet, zijne gelofte le vervullen, ofschoon er een geruime tijd verliep, eer hij bepaald had, voor welke Orde hij dit klooster wilde bestemmen. Eindelijk besliste hij voor de Dominicaner-Orde. Door de beroemdste bouwmeesters, die men uil vreemde landen had doen komen, werd hel plan ontworpen en het werk op den meest weidschen voet uitgevoerd, zoodal op des-zelfs gezicht de kardinaal vincentius justinianus uitriep: »Daar zien wij den tweeden tempel van Salomon!quot;

9. In hel jaar 1388 drong een leger Brabanders in het hertogdom Gelder en verwoestte daar alles le vuur en te zwaard. De hertog had noch volk noch geld, om den vijand terug te drijven. Zijne raadslieden waren v;in

-ocr page 825-

349

meening, dal hij zich in cene zijner vestingen moest insluiten. Wrevelig verwierp iiij zulk een eisch. «Niet in stad en kasteel wil ik mij insluiten en in mijn land laten zengen en branden,quot; riep hij; «liever sterf ik op het slagveld!quot; Na dit ridderlijke antwoord wapent zich de jonge hertog ten strijde. Doch eer hij Nijmegen verlaat, bidt hij nog godvruchtig voor het beeld der heilige Maagd Maria, op wie hij groot vertrouwen stelt, en laat zijne wapenen en die zijner ridders door haar zegenen. Na afloop van het gebed stijgt hij te paard, om met/(.(»00 lansen een leger van /lt;-0,000 man te gemoet te gaan. In het aangezicht des vijands trachtten de raadslieden van den Gelderschen vorst, verschrikt over de onevenredigheid van het aantal strijders, hem nog altijd van den strijd te weerhouden. Maar de hertog spreekt met de hand op het hart: »flier zegt mij iets, dat de dag voor mij is! Op dus, laai mijne banier wapperen, en wie mijn ridder zijn wil, trede vooruit — ik maak hem daartoe ter eere van God en Onze Lieve Vrouw? Aan hnar laai en geef ik mijne zaak over! Maria is mijn wapen! Voorwaar lx! voorwaarts T En do jonge hertog rende op den vijand in onder'den kreet: Onze Lieve Vrouw! Gelder!quot; — De Brabanders, geheel verslagen, verloren zeventien vaandels! «Gij kunt ze vinden,quot; sprak froissard, «vóór het beeld van maria van Nijmegen, opdat het ten eeuwigen aandenken zij!quot; — Na den strijd bekende de hertog: «Ik heb heden vóór den strijd aan Onze Lieve Vrouw van Nijmegen beloofd, dat onze eerste zorg zijn zal de dank, dien wij haar voor de overwinning schuldig zijn, en hij rende met zijne ridders voort, om der heilige Moeder Gods zijn dank te brengen en zijne schaardige wapenen en de gebroken wapenrusting in hare kapel op to hangen.

-ocr page 826-

350

De Rozenkrans-Broederschap te lUünnerstail.

(Een Frankisch geschiedverhaal, door lodewijk beciistein.)

Ten lijde, toen de dertigjarige oorlog door Duitschland woedde, ging liet overal erg toe met roof en plundering, brand en bloedvergieten; niemand was ook recht zeker van zijne have, noch van zijn leven; want het was een voortdurend heen en weer trekken der legers en de onstuimigheid en woestheid van het krijgsvolk was teugelloos, wegens het gebrek aan woning en geschikte voedingsmiddelen voor zich zelven en hun vee.

Op den 8 Juli 1639 stierf de hertog berniiard van saksen-weimar (tot de Proleslanlen behoorende) en dadelijk na zijn dood brak er veelvuldige twist onder de hoofden en aanvoerders van zijn leger uit, die tot splitsing en scheiding leidde.

Doch tien Weimarsche regimenten bleven den gunsteling huns hertogs, den veldoverste reiniiold von rozen, een Lijflander, dikwijls ook kortweg slechts itosA genoemd, getrouw, en deze deed hen, onder de vanen van Zweden, tegen de keizerlijken (de Katholieken) oprukken, van welke eene afdeeling, onder aanvoering van generaal gilli de iiAsi, in Frankenland tusschen het Turingerwoud en Würz-burg schrikkelijk huisde. Hosen, thans met den rang van generaal-majoor bekleed, huisde met zijn volk weinig heter.

Daar lag een overoud stadje, Münnenslad geheeten, aan den grooten weg tusschen Würzburgen Meiningen, Schwein-furt en Kissingen, rondom door een dubbelen muur ingesloten, die zeer goed van torens, tinnen en schietgaten voorzien was, doch vrij diep, in den dalgrond der Frankische Saaie, en zuidwaarts loopt de weg oen zeer stellen berg op, die den «Karelsbergquot; heet.

Op de verovering van dat stadje had het de generaal-majoor van Rosen gemunt, om daardoor den vijand afbreuk te doen. Want een groot deel der inwoners was nog Katholiek, en het stadje behoorde tot het bisdom

-ocr page 827-

85*

Würzburg. — Rozen licl op tien Karelsberg eenc ballerij oprijden en Münnerslad oen geheclon dag lang beschielen, zoodal hel slechls kanonskogels regende. Er had zeer veel schade aan alle gebouwen plaats, doch de mcnsehenlevens bleven vrij wel gespaard.

Nu bestond er sedert lang te Münnerslad eene Broederschap, die zich «van den heiligen rozenkransquot; noemde, en tot hare Beschermvrouw de allerzaligste Maagd maria, als ecne Helpster in alle nooden, had gekozen. Op deze Holp-slor stelde nu de Rozenkrans-Broederschap te Münnerslad geheel en al haar ver!rouwen, en vormde in vereeniging met nog vele andere inwoners der zwaar geteisterde stad eene processie, onder smeekgebeden lot haro Beschermvrouw: dat zij toch het stadje beschermen raocht en hel niet in des vijands handen lalen vallen.

Maar boven de poort naar hel zuiden met zijne hooge en sterke torens kraakte het voortdurend en was er geen einde aan hel schieten, en een dichte drom krijgsvolk stormde nu van den Karelsberg al met stormladders en pekkransen en wilde het arme stadje, wijl het zich nog altoos niet overgaf eu geen wit vaantje uitstak, maar nor/ altijd goed bisschoppelijk de roodc en wille Frankenvlag van den toren liet wapperen, bestormen en in de asch leggen.

Doch ziedaar! — op eens verscheen, van engelen omringd , de Hemelkoningin in hare glorie, in lang wit gewaad, van een hemelblauwen mantel omhuld, zwevende boven de linnen des muurs, en voor hare heerlijke verschijning zonk elke vijandelijke kogel neer, niet een trof er meer de muren of vloog er over heen in de slad, en na korten tijd verstomden ook de kanonnen op den Karelsberg, De soldaten, die het stadje bestormen moesten, weken verschrikt terug en waagden geen aanval; want eene bovenaardsche macht dreel hen terug van de poort en van de muren, en verlamde hun arm om de stormladders le slellen en de pekkransen le slingeren, ja de vlammen er van, die reeds ontstoken waren, gingen van zelf weer uil.

-ocr page 828-

352

Den volgenden dag was wijd en zijd op mijlen afslands van Münnerslad geen vijand meer le zien noch te hooren. Hozen had het, beleg opgebroken en was met, zijn volk naar hel Werra-dal getrokken, waar hij legen den keizerlijken generaal-veldmaarschalk gilli de iiasi slreed, die le vuur en le zwaard hel vorslelijke graafschap Ilennegau verwocslle»

De dankbaarheid der inwoners van hel stadje Münnerslad voor hel genaderijke wonder, dal de heilige Maagd ver-richl had, kende geene grenzen. Hel eerst, werd er een dankfeest bepaald, dal ten eeuwigen dage beslaan en steeds op den dag van sMaria-Geboorlequot; met hoogst plechligen godsdienst en feestelijke processie gevierd moest worden. Gedurende de processie moesten alle poorten der stad geslo-ten, en aan niemand het binnenkomen of uilgaan veroorlo ofd worden. De Rozenkrans-Broederschap nam hel beeld der heilige Maagd maria, gelijk zij beschermend boven de torens en linnen van den muur der slad zweeft, in haar zeyel op, en verzegelt daarmede nog heden, wijl zij altijd nog beslaat.

In de heerlijke Golhisehc, mei voortreffelijke oude glasschilderingen in de vensters van hel koor versierde parochiekerk werd naast het Vrouwenallaar een zeer schoon Mariabeeld met hel Christuskind opgericht en werden daarnaast eenige gedenkborden geplaatst en in hel midden daarvan een paar kanonskogels, om nog der late nawereld te herinneren, welk hoog wonder de verheven Beschermvrouw der Broederschap van den heiligen Rozenkrans verrichtte , en hoe zij in zworen krijgsnood bet stadje beschutte, behoedde en bevrijdde.

Op de gedenkborden liet de wijbisschop van Würzburg, Dr. joiiAN MELCiiioR sölneu, een geleerd en vroom heer, dien de vorsl-bisschop johan filips van scuönborn tot die waardigheid verheven had, in Duitsche en Lalijnsche rijmen de gebeurtenis vereeuwigen, waardoor hel kwam , dal ook de naam van het vijandelijk legerhoofd der Pro-

-ocr page 829-

teslanlcn, hosen , inedo genoemd werd; en er zal wel nauwelijks uil dien schrlkkelijkcn lijd des derligjarigen oorloge ten tweeden male de naam eens Zweeclschen generaals in eene Katholieke kerk voor de nawereld zijn bewaard gebleven.

De dicbter der Latijnscbe gedenk verzen, stellig de genoemde wijbisschop zeil', speelt, zeer bevallig met den naam des vijands van uosen , — den heUiyen Rozenkrans en de hemelsche Unas, gelijk in oude vrome aanroepingen de beilige Maagd maiua genoemd wordt, en die verzen luiden ten naastenbij in bet Nederlandsch vertaald:

//Hier week uosiox ontsteld; de gezegende Boze des hemels. Trad met. maagdlijken groet overwinnend den kop van do slang; Bozen strooiden dc scharen der engelen neer van den hemel; Vlied dan, Rosen, de plaatse, die zij, de verwinnares hoedt! /00 heeft de hemelsche Roze den aardsehen rosen verwonnen, /00 werd door 't vrome gebed dc hals van den trotsehe gekromd, lilooit dus nu Bozen, bloeit voort, in den Rozenkrans samen veree-

(uigd,

Want dor Bozen Boos beschermt ons voor 't bangste gevaar!quot;

Het feest van Mar La- Bes dier 111 v fou vv.

(hrt wordt den tweeden zondag in november r.evierd.)

Gcscliiedeiiis en bctcekeuis van dit feest.

(Uit; Uc heilige geheimen van m.vkia, door Dr. j. th. i.auuknt.)

-j ^^^e viering van het tegenwoordige feest, genoemd van MwHi-Ifachcnnvrauw, Pat rocininm Beatae Mariae Virginis,quot; was reeds vroeger bij pauselijke vergunning van li Mei 1079 aan het koninkrijk Spanje toegestaan, en wel op den tweeden Zondag in de maand November. — Tn het jarr 1725 werd hel door paus «ene-

A- Hungnrl Avc-Maria-Klokje II. 0)-)

-ocr page 830-

85/(.

DiCTUS xui algemeen ingevoenl lol dankbare lierinnering aan allo goddelijke genaden, die der gansclie Chrislcnlieid zoowel als den afzonderlijken Cliristen door de voorbede der allerzaligslc Maagd, mar ia ten deel gevallen zijn.

Uil fees! van Maria-Besehermvrouw behoort bijeen met liet feest van «Maria-llulpquot; en van »Maria-Troostquot; en dergelijke, die alle slechls verschillende gedaanten en werkingen des moederscbaps van maiua voor alle Christenen aanduiden. Doch eene bijzonder lieve gedaante en werking haars moederscbaps is voor ons de beschernJjiy, die zij haren kinderen verleent, en waarin de Christenwereld zich onopbondelijk aanbeveelt met het gebed der kerk: «Onder nwe beschutting en bescherming vlieden wij, heilige Moeder Gods!quot;

i'ln bescherming beteekent naar ons taalgebruik r/t*; hulp , welke ons een machtige zoowel in onze eigen onmacht en zwakheid als tegen vijandelijken overval en vervolging verleent. In de zaak der Godsvereering, het werk onzer zaligheid, zijn ook wij Christenen allen zwak en gedrukl. Onze zwakheid bestaat in de donkerheid onzer kennis van God, en in de matheid van onzen goeden wil, die beide door de erfzonde en in den strijd des levens achtergebleven zijn; en voor deze zwakheid is die verdrukking gevaarlijk, welke de booze vijand ons met zijne inwendige bekoringen en uitwendige aansporingen aandoet. Nu is wel bovenal »onze hulp in den naam des Ileeren,quot; die ons geschapen heeft; xin den naam van jesus,quot; die ons verlost heeft; in den naam des «Heiligen Geestes,quot; die ons uit den schal der verdiensten van Christus de hulp der genade verleent. Maai' zij is ook, vooraf en naderhand, gelegen in den bijstand of de bescherming der engelen en der heiligen, die bij God en door ciiuistus en in den Heiligen Geest machtig zijn. Zij ligt voornamelijk in de bescherming van Maria, de Moeder van den Godmensch jesus Christus, de Moeder aller kinderen Gods, de Koningin der engelen en der heiligen.

■i. Maria, de dienstmaagd des Ileeren, was toch in de

-ocr page 831-

gansche armoede en Inilphelioevciidhcid liaars aanlschon aanzljns reeds in slaal , linn le vergelden, ja hen le overtreffen, door wie zij beschermd werd. Ontvangen en geboren, opgevoed en onderhouden door hare ouders, heelt zij hun echt door de genade des Heiligen Geestos gelieiligd en hun huis met den zegen der bel ofte vervuld. Den prie-steren beeft zij hunne lessen en gaven, den gezellinnen in bot tempelgebouw bare liefde en diensten door den glans baars wandels, door den liefelijken geur baars omgangs duizendvoudig vergoed. Haren verwanten zagiiaiuas en elisaiietii heeft zij hunne gastvrijheid met de heiliging der moeder en des kinds beloond. Door josef behoed en onderhouden, heeft zij hem den naam voedstervader van ciiuistus geschonken en hem tot hoofd dor heilige familie gemaakt. Door den hernelschen Vader uitverkoren, heelt zij Hein Zijn Zoon gebaard; door den Heiligen Geest overschaduwd, heeft zij Hem Zijn Gezalfde voorgesteld; door hel. eeuwige Woord vervuld, beeft zij Het tot vrucht van haar lichaam gemaakt. Het vleesch van haar vleesch, been van haar gebeenle gegeven, liet gevoed met de melk barer borst, verwarmd aan haar hart, bewaakt mei hare oogen gepleegd met hare handen, gedragen op bare armen, gekleed met haar spinsel en weefsel, gespijsd en gedrenkt met hetgeen zij toebereid had. Heneden de apostelen staande bij den goddelijkeu Leeraar , heeft zij toch diens eerste wonder te voorschijn geroepen, dat baar gelooi' grondvestte; en met haar lichamelijk moederschap boven de aan cihusti's geloovigen geplaatst, heeft zij deze allen door de kracht en de oefening baars geloofs overtroffen. Werd baar Zoon haar door Zijn zelfgewilden offerdood ontnomen, zij heeft Hom door inedegewilde offering en medegedragen lijden overgegeven. Was Joannes haar een zoon, die baar tot zich in buis nam, dan was maria hem eene Moeder, die hem allo schatten des hemels bracht, lüj al de apostelen in de eetzaal verschenen, heeft zij voor hen den Heiligen Geest afgesmeekt, en bun de prediking des woords en den ge-

-ocr page 832-

loovigen de loekonen on woiuloron door de openbaring dei-in haar harl, bewaarde woorden des Hoeren en door de voorslelling dos in hare ziel verborgen ciiuistus beantwoord , allen hunne kinderlijke vereering mol trouwe moederzorg vergoed. Eindelijk door de apostelen van hel sterfbed naar bet graf gedragen , heeft zij hen uit hol ledige graf met bloemengeur en engelenzang verkwikt.

3. Was Maria zoo reeds tijdens haar verblijf op aarde machtig om Ie beschermen, hoe veel meer zal zij het nu in hare hmdsche heerlijkheid zijn! Hij, die uit haar schoot lichaam en leven beeft geput, heeft haar thans met lichaam en ziel in den schoot Zijner Godheid opgenomen; dien zij in de krib heelt gelegd, die heeft baar thans op den hemeltroon geplaatst; dien zij aan het kruis beeft bijgestaan, die beeft baar thans met glorie gekroond; dien zij boven alle menschen heeft bemind, die hoeft haar nu boven alle engelen en heiligen verhoogd. Uit het geheim van haar lichamelijk moederschap is nu bet geheim van baar geestelijk moederschap ontsproten, en wat zij bier den Zoon baars lichaams beeft gedaan, dat bewijst zij ginds den kinderen baars harten; gelijk zij llcm beschut beeft voor eiken vijand en elk gebrek, zoo beschut zij ons togen alle vijandelijk jeweld en tegen onze eigen zwakheid.

Het is ons bekend, boe maria, de Moeder Gods, de Kerk van Christus grondt, doordien zij de oude slang-overwint, en hoe maria, de Hemelkoningin, de gansche Kerk van Christus tegen den helledraak beschut, doordien zij haar met het gansche engelenheer te hulp komt in haar groot lijden en hare verdrukkingen. Maar wat zou het der Kerk baten in haar uiterlijken toestand als inrichting ter onderwijzing en ter zaligheid der mcnschbeid beschut en gesteund te worden, indien zij in hare afzonderlijke kinderen bezweek in den strijd, dien ieder tegen de hel heeft te voeren? Enkel doordien de waarheid en genade van Christus eiken Cbristen eigen gemaakt wordt, komt bet levende lichaam van Christus in al Zijne leden tot stand.

-ocr page 833-

357

En dil eigen maken geschiedt niet zonder den hcvigslen tegenstand van den boozen vijand. Voor elk afzonderlijk lid der Kerk dus niet minder dan voor de gansche Kerk zelve, is Maria de profetische Vrouw, die der slang den kop vertreedt; de apocalyptische Vrouw, die, nadat zij het kind gebaard heeft lot het leven der genade, het .met de zorgen en moeiten harer voorspraak hij God, levens ook door dc heschntling der engelen, over wie zij als Koningin gebiedt, te beschermen heeft tegen den draak, opdat hij het niet verslinde door snoode verleiding tot zonde, en het voor zijn hellevuur heeft te verbergen in Gods school door hel behouden der genade en het geleiden tol de glorie, alweder door hare voorbede en macht. Eik geloovige in hel bijzonder, even als de gansche Kerk, heelt dus in jiaiiia een vaslen burg ter toevlucht voor de hel en de wereld, den toren Davids, met wallen omhouwd en met krijgslieden bezet. lt;— Zoo hcschnl zi j ons legen den vijand van buiten.

Maar zij beschut ons ook tegen den vijand van binnen, onze eigen verraderlijke zwakheid, onze onwetendheid van God en onze begeerte tot hel kwaad. Gelijk de invloed van mabia, door den cultus der Kerk gedragen, de men-sthelijke maatschappij gevormd heeft, doordien hij de waarde der vrouwelijkheid en de eer der maagdelijkheid herstelde en daardoor de Christelijke familie grondde; gelijk hij de zeden der volkeren verbeterd heeft, doordien hij door hel algemeene moederschap do algemeenc broederschap tol bewustheid bracht, en in merg en bloed deed overgaan: zoo heeft ook de Christen voor zich zijne Christelijke beschaving en zedenverbelering grootendeels aan den invloed van maiua op zijn gemoed le danken. Uier wordt niet alleen de macht barer voorbede bedoeld, waardoor zij ons alle genaden verwerlt; niet alleen do kracht van haar voorbeeld, waardoor zij ons alle deugden leert; maar ook een onmiddellijker invloed van haar wezen, oen adem baars monds, de moederlijke omarming harer nabijhciil eu legenwoor-

-ocr page 834-

358

digheid, waardoor zij ons hart voor dc genade cn tic deu^d openl. Gelijk zij Christus in hel werk der verlossing loc-gevoegd was, zoo is zij ia hel werk der heiliging met den Heiligen Gecsl verbonden, beiden subsidiair. Het is niel mogelijk, haar naam aan tc roepen en haar aandenken le bewaren, haar groet tc spreken en haar lol' ie zingen, zonder dat men zich als verkwikt gevoelt van hcmclhicht cn doorschenen van stcrrclicht, als doordrongen van hoogcre levenskrachten en medegevoerd in dc stroomingen cencr betere wereld. In den geestelijken omgang met haar sterven de vleeschelijke lusten weg. verdwijnen dc nevelen der hel, vcrblecken de bekoorlijkheden der wereld, cn kuisdi-heid, ootmoed, onthouding en geduld bloeien; do liefde tol God en den naaste groeien op en versterken zich, heiligheid en volmaaktheid gedijen. Ilchl gij dat zelvcn nog niel ondervonden, vraagt dan slechts dc heiligen in dc Kerk! Vraagt den Orden, die zich dc volmaaktheid des Ghristelijken levens tot wet maken!

Dal is dan de werking der bescherming van maiua voor onze zaligheid. Daarom »vlieden wij onder uwe beschutting cn bescherming, o heilige Moeder Gods!quot; In al onze nooden en gevaren, het meest in die onzer zaligheid, willen wij deze uwe bescherming door ons gebed afsmceken, cn gij, gt;gt;versmaad niet ons gebed in onze nooden, maar verlos ons te allen tijde van alle gevaarlijkheid!quot; Doe uwe bescherming over ons vooral werken door dc medcdccling uwer genade cn deugd; »0 glorierijke en gebenedijde Maagd;quot; vervolgens ook door uwe macht, uwe tusschenkomst, uwe voorspraak bij God, «onze Meesteres, onze Middelares, onze Voorspreekster!quot; Breng ons door deze uwe bescherming in dc rechte en waardige, in de vaslc cn heilige, in dc eeuwige en zalige betrekking tot uw Zoon, onzen Heer en Heiland: «verzoen ons met uw Zoon, beveel ons aan bij uw Zoon , siel ons voor aan uw Zoon!quot; Amen.

-ocr page 835-

.j 5 O

Het feest van Onzer Lieve Vrouwen-Opdracht in den tempel.

(UHT WOUD 1' DEN 21 NOVEMDER (jliVIEUD.)

Oude legende van Onzer Lieve Vrouwen-Opdracht.

(Uit: Onzcv Lieve Vmiwe-lof, door Ur. j.oukwuk lanü.)

JRS)

Cd —

p hel einde van liet derde levensjaar werd hel kind door liare ouders .ioaciiim en an na onder ge-leidc van reine maagden, die aangesloken lampen i droegen, naar Jerusalem in den Icmpel gebraehl. Ondanks liare jeugd ging zij mei gemak do vijftien t rappen in den tempel op, van welke elk eene halve cl hoog was. De priesler onlving haar mol de gelukwenschende woorden: «God de lieer heei'l uw naam grool gernaakl voor alle volkeren, en door u zal aan hel einde dor dagen voor dc kinderen Israels de verlossing komen!quot; Toen plaatste hij haar op de derde Irede des altaars; zij offerde zonderden bijstand der moeder. Ue goddelijke genade bleef voorlaan haar deel, zoodal iedereen haar lie! had.

Nadat de ouders hun kind aan God den Meer hadden opgeofferd, verzoehlen zij den priesters, hol in de gemeen-sehap der lempelmaagden op te nemen, dio voor de versiering der altaren en de priesterlijke kloeding zorgden, lot gebed on een vroom leven werden opgeleid en in alles onderriebt, wal lol tuchl en eer en vrouwondeugd behoort. De ouders voedden inlussebon mauia in deugd en godsvrucht o|), totdat zij den lijd bereikte, waarop zij onder dc lempelmaagden kon opgenomen worden.

Toen mauia , het wonderliefelijke meisje, in den tempeldienst opgenomen was, begon hare eer op te gaan en werd deze verbeen erkend. Zij sehitlcrde in diou lijd als dc zon.

-ocr page 836-

yoo

Haar gelaal was /00 vol Jeugd, haar oog zoo zedig, liare go-haren zoo rein, dat niemand onder alle vrouwen zich hi j haar vergelijken kon. Kuisch was zij onveranderlijk, en reiner van harte, dan ooit een meisje geweest is. Nooit geraakte zij in toorn, met zachtmoedigheid was zij omgord, schelden en vloeken was haar vreemd. Hare huisgenooten versterkte zij in de liel'de Gods en leerde hun alle onrecht Ie vermijden. Het is onuitsprekelijk, hoe de edele, vrije dienstmaagd zich met deugd sierde, den heraelschen Heer ter eere.

De priesters plachten de vrouwelijke werkzaamheden voor den tempel door het lot onder de maagden te verdoelen. Zij, aan wie hel borduurwerk in goud en zijde ten deel viel, heelle de «koningin,quot; en dit lot trof do reine Maagd mmua. Door haar ijver in het loeren dor scliril'l verwierf zij den lof der priesters, door hare bekwaamheid in vrouwelijke werkzaamheden do bewondering en liefde haror gezellinnen, die haar eerden en dienden. Maar zij hielp dozo ook zusterlijk baar werk afmaken, als hot haar te moeielijk viel. Wat de andere in linnen en zijde werkten, was niet zoo veel, als wat dit kind vroolijk afmaakte; wat eenor vrouwe hand vermocht was baar alles bekend.

Des nachts stond mauia op en verhief zich in het gebed tot God. Ook bracht zij's morgens vroeg met grooien ijver in het gebed door tot aan het ontbijt; dan ging zij aan den weefstoel zitten en werkte tot dc negende ure. Van dat uur af lag zij weer voor het altaar tot aan de vesper, wanneer do zusters begonnen Ie zingen. Gevoed werd zij als eeno duif. Gadriël, de aartsengel, bracht haar dagelijks brood uit den hemel; wat men anders haar tot spijs gaf, zond de wijze dienstmaagd aan de armen en zieken in do stad. Maar bet waken en vasten maakte haar niet bleek en zwak; ja zij was zoo sterk, dat do zieken, die haar zagen, gezond van baar afgingen.

Maria was welgemaakt van lichaam, dc schoonste aller maagden. Zij was fraai wit on blank en van juiste grootte.

-ocr page 837-

361

iiool (ui goiullvioui'iy was licur haai', de haarvlcchlen lang en gind en netjes opgemaakt. Hare wenkbranwen waren bruin en smal, ook liet voorliooi'd welgevormd. Hare oogen scliitterden als het kaarslicht en waren niet te groot noch le klein, wel gelijk het edelgesteente, het salïicr, ol' dat, hetwelk hyacint heet. Het wit der oogen was melkkleurig', schitterend als het witte glas. Haar neus was recht en welgevormd, onberispelijk. Haar mond was bekoorlijk, het gansche gelaat aanminnig, hare lippen waren rood en rooskleurig, rein, ellen en zonder eenig gebrek. Hare tanden waren wit, recht, in elfen rijen en als het witte ivoor. Hare wangen waren leliewit, waaronder de kleur en glans van roode rozen gemengd was; daardoor zagen zij er uit, alsol men op een lelieblad een rozeblaadje gelegd had. Hare kin was rond en fraai en zonder eenig gebrek. Midden door de kin ging een kuiltje, waardoor zij nog sierlijker was. Ren zoo schoon lichaam als de reine Maagd Mauia, had niemand dan de Zoon Gods. Wit cu fraai waren hare handen en behendig in alle vrouwelijke werken, die haar pasten. Hare vingers waren lang en smal, de nagels er aan overal rein. Haar gang was rechtop, maar zij neigde hoofd en oogen , opdat zij niets zien zou, wat haar hart leed zou kunnen doen. Al hrre gebruiken en gebaren waren fraai en zedig, en allen die haar leven zagen, waren het daarover eens: dat tij bijzonder vol van do 'jc-iiadeu uil hef hemelrijk was.

Uetcekcnis en geschiedenis van dit feest.

1. Pater joannes van avila, zegt: lieden vier! de Kerk, onze Moeder, een feest der glorierijke Hemelkoningin, die in haar Magnificat uitriep: «Groots beeft aan mij gedaan Hij, die machtig is!quot; Luk. 1 : Ai). Wij vieren hel feest »har er of/erinj in den tempel. Festum praesentationis lgt;. M. Y.,' den dag, waarop haar, toen zij' nog een meisje van driejaren was, hare heilige ouders, joacium en anna ,

-ocr page 838-

:m

1,1 an don lernpel overgaven, om den Allerhoogste te dienen — in gemeenschap met de andere maagden, die Hem aldaar haar dienst wijdden. Daar plaatste men (gelijk thans in de kloosters) meisjes van stand, om zich den lieer te wijden, en om in de kennis on de vreoze Gods onderricht te worden, liet was een opvoedingsgesticht; nadat zij den vereischten ouderdom hereikl hadden, traden zij indenechl.

De reden, waarom joaciiim on anna de Maagd maria in het derde jaar haars levens in den tempel vertoonden, is: Toen zij nog kinderloos waren, beloofden zij: — ))ZOii God hun een kind schenken, den wilden zij liet Hem ten offer hrengen en tot aan iiet huwelijk in eenzame levenswijze doen volharden.quot;

Met het oog op deze verheven gebeurtenis roept de h. joannes van damascus uit: » ma ui a werd in hel vrome huis van joaciiim geboren, zij werd daarop in den tempel gebracht en als in dit huis Gods ingeplant; gevoed door den Heiligen Geest als een schoone en vruchtbare olijfboom, werd zij aldaar het heiligdom aller deugden, om later waardig te zijn; God in haar schoot te ontvangen!quot;

Maar bij deze olfering van mahia inden tempel door hare ouders, oHerde zij ook tevens zich zelve den Heer des tempels, en beloofde Hem, ten einde tot zijn lof bare onschuld voor altoos onbevlekt te behouden, de eeuwige iiuischheid.

Met het oog op deze gebeurtenis merkt de b. franciscus van sales aan: »Kr zijn tweeëi'lei bloemen, namelijk rozen en anjelieren, welke haar bevalligen geur op verschillende wijze doen uitstroomen; want de rozen rieken liefelijker des morgens en eer de zon de middaghoogte bereikt; de anjelieren geuren aangenamer des avonds en haar geur is dan veel zoeter. De glorierijke Maagd maria was als cene schoone roos onder doornen, en hoewel zij altoos baar gansehen levenstijd dooi1 den allerliefelijksten geur der deugden verbreidde; zoo stroomde zij toch reeds op den morgen barer heilige kindsheid een wonderbaar liefelijken geur van offer-vvilligheid voor Gods majesteit uil!quot;

-ocr page 839-

Kn tlo eerwaardige missionaris pater comdalot vermaaal: «l.aal ons hel roerende geheim der heilige kindsheid van Maria en hel reine en volmaakte offer overwegen, dal zij door zich zelve hracht, terwijl zij zich den Heer wijdde, bijna zoodra zij de wieg' verliet! liet onbevlekt ontvangen kind, de levende tabernakel der Godheid, komt, om zich aan den voet des vooralgcbeelden tabernakels met nieuwe rijkdommen te sieren; zij komt, om in den tempel des Gods harer vaderen eenc soort van plechtige en heilige inwijding te ontvangen, waarvan de inwijding des tempels van Salomon slechts een prol'elisch en geheimzinnig schaduwbeeld is!quot;

Op den leeftijd van drie jaren, dat is, op het oogenblik, waarop de teederheid der kinderen jegens hunne ouders inniger is, dan op ecnigen anderen tijd huns levens, over wint maria door een groot en smartelijk offer de dierbaarste en zoetste gewaarwordingen der natuur. God heelt tot baar gezegd: »Vergeet uw volk en het huis uws vaders!quot; (Ps. 44.) En, enkel naar God luisterende, onttrekt zich het gebenedijde Kind aan de omarmingen baars vaders ca do tranen harer moeder; zij snelt, zij vliegt naar de altaren, waar de God der heerscharen en der ontfermingen haar verwacht.

Welk een schoon en verrukkend toonbeeld voor ciw'jongelingen en maagden, die, om God te gehoorzamen, om de wereld Ie verloochenen en zich zonder terughouding aan den dienst van jesus curistus te wijden, strijden moeten tegen de liefde en teederheid hunner ouders, die zij toch, na God, boven alles in dc wereld beminnen!

Welke zware strijden heelt alsdan de genade met dc natuur te voeren! Maar dezelfde God, die gezegd heeft: «Eer vader en moeder!quot; (Exod. 20 : '12) heeft ook verklaard : Wie vader of moeder meer liefheeft dan Mij, is Mijns niet waardig; en wie den zoon of de dochter meer lief heeft clan Mij, is Mijns niet waardig!quot; Matth. 10:07.

Van de waarheid dezer woorden overtuigd, offeren de

-ocr page 840-

36/i.

uilverkoi'cn liarten, die (Jod door de innigste banden der lielde lol zich trekt, alles op om zich voor de eeuwige zaligheid in God te redden; gelijk de koopman, die, om de schipbreuk te ontgaan, de kostbaarste voorwerpen on dikwijls zijn geheel vermogen in de zee werpt!

En in den tempel, hoe waardig is daar maria, onze blikken tot zich te trekkenI Zij is daar als eene bloem, die open gaat, om als myrrhe en wierook de plaats des gebeds met aangenamen geur te vervullen! Zij is daar als eene lamp , die dag en nacht vóór de ark des verbonds brandt! Zij is daar als een gouden altaar, als een vat der eere, als eene l'onkclende ster voor de majesteit Gods! Zij oiïerl vrij- en bereidwillig den Heer bet goud, het zilver, het hyacint, hel purper en de kostbare edelgesteenten, de deugden van haar hart, dat schooner is dan de hemel! God ten allen tijde loven en Hem altoos zoeken; proeven, hoe liefelijk Hij is, en zich in Zijne blijdschap bedwelmen; de strengste en volmaaktste gerecbligheid oel'enen, de onschuld bewaren, hare ziel versieren met alle goeds, de schoonheid der heilige plaats liefhebben en verzorgen, de heilige boeken bestudeeren, door vurige gebeden den Messias der gansche menschheid inroepen, alle bij den tempeldienst gebezigde personen stichten — zie, dat deed maiua in ile schaduw en iu den vrede des heiligdoms!

2. Door hel vieren van het feest «Onzer Lieve Vrouwen-Opdrachtquot; wil de Kerk de heilige Maagd jiaisia zeer bijzonder eeren; wijl zij eenerzijds door hare ouders aan God in Zijn tempel werd voorgesteld en aan den dienst des Heeren gewijd; en anderzijds, wijl hel bevallige kind bij deze verheven gebeurtenis hare onschuld voor immer als onschendbaar aan den Allerhoogste beloofde.

In het Oosten bestond dil leest reeds sedert de negende eeuw, en wordt door do Grieken «Invoering der zaligste Maagd maria in den tempelquot; genoemd. — Der hooge kuischheid van maria gedenkt vooral het Concilie te Nicea 11, in het jaar 787, en schijnt daardoor op het tegenwoordige

-ocr page 841-

305

feest Ie duiden, dal, naar de getuigenis van simon meta-piirastes , in het jaar 7:10 te Konstantinopel gevierd en later door keizer emanuel comnenus, die in het jaar 1143 den troon besteeg, in de Oostersclie Kerk ais rijksfeest ingevoerd werd. In de verordening voor de waarneming der leeslfin, die hij uitvaardigde, is Onzer Lieve Vrouwen-Opdracht op den 21 November bepaald, en wel in die klasse van- feesten, welke een afbreken der gerechtelijke zaken en der slaafsche arbeiden vereischten. 1)

Doch in het Weden werd het eerst later ingevoerd. Aanleiding daartoe gaf een Franseh edelman, met name piiiuppe de MAiziERS, die kanselier van Cyprus was, toen hel, huis LUSifiNAN aldaar i'egeerde. Hij werd in het jaar 1372 door zijn vorst als gezant geplaatst bij paus gregoiuus XI, die zieh toenmaals te Avignon ophield, en verhaalde aan het op-perhoofd der Kerk, met welke pracht en godsvruehl de (iriekscbe Kerk het feest van Onzer Lieve Vrouwen-Opdracht of Offeringquot; vierde. Tevens overhandigde hij hem het Officie van genoemd feest, en na zorgvuldig onderzoek keurde giugt; Goums bel, goed en bepaalde: dal dil feest te Avignon den 21 November, dus op dien dag gevierd zou worden, waarop het reeds sedert eeuwen in bet Ooslen gevierd werd.

De koning van Frankrijk, Karei V, dien de geschiedenis den «Wijzenquot; genoemd heefl, voerde hel in '1274 in Frankrijk in. liet Collegie van Navarra, aan hetwelk de vrome vorst uit Mchm over de viering van dil feest geschreven had, was hel eerste, dal, het in zijne kerk tot een feest verhief. — Men beweert ook, dat de bisschop van Hennes, arselmüs van ciiANTEMEULE, hel in zijn bisdom reeds vóór het jaar 1389 ingevoerd heeft. — In Duitschland vond het

1

De Russen hebben dit feest van do Grieken aangenomen. — Le Copttn of Jacohieten van Egypte vieren het op een tijd , die met onzen 3 December overeenkomt; en van de meer dan dertig feesten , welke die volkeren, sedert hunne beklagenswaardige afscheuring, ter eere der allerzaligste Maagd vieren , zijn die der geboorte, der opdracht en der hemelvaavt de verhevenste en de eenige, die bepaald voorgeschreven zijn te vieren.

-ocr page 842-

300

vooral in Saksen ingang door hcrlog wiuielm. Hij verzoclil in een schrijven paus mus II, dal hij door zijn aanzien genoemd feest zou sanclionoeren, daar hel lol nu loe sleciils een bijzonder leesl was geweesl, enkel een «gelofle-dagquot;, waarmede eenige aflalen verbonden waren. De dood belelle j'ius II, aan dal vrome verzoek le voldoen; hel werd echler in hel jaar 1404 door zijn opvolger paulus 11 loegeslaan. Eersl legen hel einde der zesliende eeuw werd de Weslersche Kerk lol de viering van dil leesl verplichl, welke paus sixtus V in hel jaar 1585 voorschreef. Sedert dien lijd heeft hel niet opgehouden, le liome een feestdag le zijn. Spanje, zoowel als ook de Katholieke Nederlanden vieren «Onzer Lieve Vrouwen-Opdrachtquot; eveneens zeer plechtig.

Jegens de verlevendiging vau dit feest heeft pater fran-ciscus turuien, lid van hel Gezelschap van jesus, groole verdiensten verworven. Met veel ijver verwijderde dez(! monnik alle hinderpalen, die deszelfs invoering en verbreiding in den weg stonden. Hij schreef verschillende degelijke werken, wier hoofdinhoud dit feest is , en stierf, gelijk zijn levensbeschrijver bericht op den dag van «Onzer Lieve Vrouwen-Op d rachl.quot;

Sedert de zeventiende eeuw beslaan ook onder den naam «Opdracht Onzer Lieve Vrouw'' godsdienstige congregatiën.

3. In zijn boekje, dal den titel «Maria-kapelquot; voert, schrijft paulus sauceret; Het feest van heden is aan alle godsdienstige Genootschappen en Orden, aan de kloosters en seminariën, en aan al die zielen hoogst dierbaar, welke zeiven midden in de wereld, onder aanwending van al hunne krachten, naar de Ghristelijke volmaaktheid streven.

Op dezen dag vernieuwen, in het gevolg van maria , de Koningin eu Patrones der geestelijkheid, en hare lichtsporen navolgende, de dienaars des heiligdoms voor de altaren in de handen van den bisschop, hun geestelijken vader, de heilige gelofte hunner wijding.

Op dezen dag treden in de voetstappen der den lieer zich offerende maria al de vrome monniken, die de wereld

-ocr page 843-

mi

niel waardig is, de Gamalclidensers, do Garlliuisers, de Trappisten, de nederige Uroedcrs van de kindsiieid van .iesijs enz,, terwijl zij hun eed vernicuwoii, enkel God tot iiun erldeel te hebben, belijdende met koning d.vvid : «De lieer is mijn erl'deel en iniju kelk (lot); Gij zijl het, die mij mijn erldeel teriiggcefl ! liet lot is voor mij op het heerlijke gevallen, want een heerlijk erldeel is mij geworden!quot; Ps. 15:5.

Kindelijk zweren elk jaar op dezen dag, bij de uitwa-zeming der geuren van de «geestelijke Hoos,quot; ook die duizenden maagden, die zulke verschillende Ordesnamen, regelen, kleedingen en gehedsoereningen hebben: als engelen dos lleeren over de aarde te zidluii wandelen en hel onbevlekte Lam overal te volgen, waurheen Hel Zijne schreden zet.

Kn wij allen, welke ook onze leeftijd en onze stand in de Ghristelijke maatschappij zijn mag: laat ons daaraan gedenken, dat odI; wij vroeger aan God geoll'erd zijn, toen wij den heiligen Doop en mei hein do aanneming lot kinderen Gods ontvingen, en dal wij plechtig bij de ontvangst der eerste heilige Gominiinie onze toenmalige Doopgelol'te persoonlijk vernieuwd hebben! Laat ons onze verplichtingen gedenken, die wij op ons hebben genomen , en levens ook de goddelijke gaven, die ons loeninaals zijn geschonken; evenzoo de geloften, die wij hoocjst offerwilliij den lieer in de tegenwoordigheid Zijner heilige engelen hebben gedaan! Verinenwon wij den eed van ons hart onder de moederlijke bescherming van mauia, en sineeken wij door haar om den bijstand der goddelijke genade, dien steeds getrouw te blijven! heggen wij in bare handen den eed af der liefde en der gehoorzaamheid jegens onzen lieer en Heiland, die ons mot Zijn bloed aan het kruis op Golgatha duur gekocht heell, en die ons allen eenmaal in den tempel Zijner heinelsche heerlijkheid verwacht! Amen.

ALLES TEN GKOOTERE REDE GODS!

-ocr page 844-

' '

■ - Mi' ^

-

■ ■■ ...... ■ .

..... ■ - ■ ■

'

-ocr page 845-
-ocr page 846-
-ocr page 847-
-ocr page 848-
-ocr page 849-