CAMPAGNES BRIEVENBOEK.
V001{ HET
HUISELIJK EN MAATSCHAPPELIJK LEVEN
BEVATTEN ï) E ;
VOORBEELDEN VAN BRIEVEN ,
toepasselijk op alle mogelijke omstandigheden.
OPGAVE VAN AL DE WETTELIJKE BEPALINGEN
omtrent de brievenpost en den telegraafdienst.
VOORSCHRIFTEN VAN ACTEN EN OVEREENKOMSTEN
in burgerlijke en handelszaken.
EEN BEKNOPT KUNSTWOORDENBOEK,
of verklaring van vele vreemde woorden en spreekwijzen.
• - . - »
TIEL,
Een brief is een schriftelijke mededeeling aan een of meer personen, die men niet spreken kan of wil.
Een hooidvereischte bij het schrijven van een brief is voldoende taalkennis , want zonder deze baten zelfs de beste regels voor het schrijven van een brief niet. Daarenboven maken fouten in een brief steeds een slechten indruk. Men lette op een goede interpunctie , want dikwijls maakt een verkeerd geplaatst oi weggelaten leesteeken een geheelen brief onverstaanbaar. Dames behooren nooit het woordje Lat en heeren het woordjen Üm te vergeten. Het gebruik van vreemde, verouderde oJ gewestelijke woorden , van volzinnen in vreemde talen, enz., vermijde men, indien men niet stellig weet, dat men zonder moeite begrepen zal worden.
I51 e^en brief moet men geregeld en natuurlijk denken. Derhalve overdenke men eerst, wat men te schrijven heeft, waarna men een klad opmaakt. Voor men een brief in het net schrijft, overleze men het klad nog eenige malen om er de noodige verbeteringen in te brengen.
. Natuurlijke eenvoud en ongekunsteldheid geven met een juiste opvolging in de gedachten en met goed gekozen woorden aan een brief gewicht.
Het begin van een brief moet kort zijn en bij den inhoud passen. Bij veel brieven kan men zonder inleiding beginnen. Men mag nooit beginnen met Ik, of met: Ik neem de pen in de hand om U ie laten weten , dat ik nog frisch en gezond oen en ik hoop van U hetzelfde te mogen vernemen , of met: Ik zal eens even gaan zitten om U te schrijven. — Tijding aangaande gezondheid plaatst men het best met een onmerk-baren overgang midden in een brief.
Het slot van een brief zij kort en beleefd. Men sluite nooit met een vraag om geld of hulp, of met: Ik neem afscheid met de pen, maar niet met het hart.
Den eigenlijken brief zelf schrijve men, zooals elk beschaafd mensch zou spreken mei vermijding van alles, wat maay
1
2
eenio-sziris aanstoot kan geven , waarbij men bijzonder moet letten op den stand , het karakter, enz., van den persoon, aan wien men schrijft. De gewichtigste zaken worden natuurlijk het eerst geschreven, indien zij ten minste niet van dien aard zijn, dat men den lezer langzamerhand moet voorbereiden.
Men gebruikt voor een brief fijn en ongelijnd papier en goeden zwarten inkt. Men mag geen zand gebruiken en geen brief afzenden met kladden of vlakken, doorhalingen of vei -beteringen. Het schrift moet duidelijk en goed leesbaar zijn. Een goede hand is de beste aanbeveling.
Een brief behoort eigenlijk op quartopost, maar voor vrienden en kennissen neemt men gewoonlijk octavo; bij officiëele stukken gebruikt men gewoon schrijfpapier of een zegel, llouwbrieven vorderen een zwarten rand, terwijl nieuwjaars-en verjaarsbrieven , door kinderen geschreven, bont versierd mogen zijn. Andere brieven passen op gewoon papier zonder versiersel, maar altijd op een heel blad. Een brief naar verat-gelegen landen schrijft men best op mailpost.
Wit papier staat het netst, doch blauw (rosé voor minnebrieven) mag ook gebruikt worden , even als papier met ingedrukte lijnen of ruitjes. Een nette brief behoort altijd op wit quarto-post zonder lijnen of ruitjes. Een bricl op potloodlijnen moet schoongemaakt worden en wordt dan dikwijls gekreukt, men gebruike dus liever een transparant.
Elke brief begint met een aanspraak, die men 3 a 4. cM, onder den bovenrand des briefs midden op het papier zet. Achter de aanspraak plaatst men een komma. Tusechen de aanspraak en den eersten regel van den bnet Wt ook 3 a 4 cM. ruimte, terwijl men eiken regel minstens 2 cM. van den linkerkant moet beginnen. Elke nieuwe regel na een punt wordt nog iets meer ingetrokken. Men mag op het eind van een regel de letters niet kleiner maken of samendringen; het staat beter wat wit te laten en een nieuwen regel te beginnen. Elke nieuwe bladzijde moet even hoog begonnen worden als de eerste. Hoe grooter achting, hoe meer wit. Men teekent steeds met den vollen familienaam met of zonder de vooilet-ters van de doopnamen. Bij vertrouwelijke brieven en j minnebrieven mag men met den doopnaam aanspreken en ook teekenen. De onderteekening zij steeds duidelijk en leesbaar.
De dagteekening plaatst men boven op de eerste b adzijd( aan den rechterkant of links van den naam aan het slot var
3
den brief. De dagteekening voert steeds den naam van de maand voluit, dns niet afgekort of in cijfers. Aan den voet vaij de bladzijde j waarop men sluit, zet men ook dikwijls aan de linkerhand het adres van den persoon, aan wien de brief gericht is.
Men raag bij een brief geen Vliegend, In haast of een Posücriptum {P. S.) voegen.
Elke brief moet eigenhandig geschreven zijn. Alleen zij, die veel correspondeeren, mogen van dezen regel afwijken: zij onderteekenen alleen eigenhandig.
Len antwoord op een brief moet den gedachtenloop volgen van den ontvangen brief. Men antwoorde steeds zoodra mogelijk.
De aanspraak boven een brief schrijft men gewoonlijk duidelijk en met grooter letters dan de rest. Men gebruikt voor een keizer of koning Sire; voor den paus Heilige Vader; voor een prins Doorluchtige Vorst; voor de staten-generaal M ij n e H e e r e n ; voor een minister, gezant, staatsraad, generaal of luitenant-generaa! Excellentie; voor een bisschop Monseigneur; voor hoofdambtenaren en hoofdofficieren Hoog Edel Grestrenge Heer; voor leden van gerechtshoven en van de provinciale staten Edel Groot Achtbare Heer en; voor leden van den hoogen raad Edel Hoog Achtbare Heer; voor leden van een gemeenteraad en voor rechters Edel Achtbare Heer; voor hoogleeraars Wel Edel Hooggeleerde of Wel Eerwaarde Hooggeleerde Heer; voor geestelijken Wel Eerwaarde Heer; voor rechtsgeleerden Wel Edel Gestrenge Heer; voor doctoren Wel Edel Zeer Geleerde Heer; voor graven Hooggeboren Heer; voor barons Hoog Welgeboren Heer; voor jonkheeren Hoog Edelgeboren Heer; voor aanzienlijke personen Wel Edelgeboren of Wel Edele Heer en voor alle overigen M ij n h e e r.
Voor de koningin Doorluchtigste Vorstin; voor adellijke dames Hoog Edel Geboren Vrouwe; voor aanzienlijke dames Mevrouw en voor alle overige dames Mejuffrouw.
Hoe dwaas het gebruik van titels ook zijn moge, toch moet men ze bezigen, zoolang iedereen zich niet met Mijnheer of Mejufirouw tevreden wil stellen. Men geve dus ieder den titel, die hem volgens zijn stand toegekend wordt en men hoede zich vooral voor te lage titulatuur, indien men niet zeer ver-' trouwd is met den persoon, aan wien men schrijft.
In den brief zelf spreekt men den koning en de koningin
;onder moet ;n persoon, len. natuur-et van dien moet voor-
d papier en een en geen igen of ver-iesbaar zijn.
voor vrien-bij officiëele een zegel, nieirwjaars-ont versierd ipier zonder naar veraf-
voor minne-pier met in-altijd op wit )otloodlijnen s gekreukt;
3 a 4 cM. papier zet. Tusechen de 't ook 3 a 4 ;M. van den ia een punt iet eind van iringen; het ;el te begin-inen worden Men teek ent • de voorlet-even en bij ireken en ook n leesbaar, ste bladzijde het slot van
4
aan met Uwe Majesteit (U. M.); den paus met Uv. e Heiligheid (U. H.); een prins met Uwe Koninklijke Hoogheid (U. K. H.); een Excellentie met Uwe Excellentie (U. Exc.); een bisschop met Uwe Hoogwaardigheid (U. Hoogw.) en zoo verder steeds afgekort: UHEGestr., UWEGestr., UEGAchtb., UEHAchtb., UEAchtb., UWEHGel., UWEerw. , UWEGestr., UWEZGel., UHGeb., UHWGeb., UHEGeb., UWEd., Gij en U.
Men moet bij het gebruik dezer afkortingen consequent blijven, d. i., steeds den titel volgen , dien men het eerst gebruikt heeft. Behalve afkortingen van titels mag men in brieven slechts weinig afkortingen gebruiken en wel alleen de volgende : lo. Teekens voor namen van munten ; 2o. Namen uit het metriek stelsel en 80. Algemeen bekende afkortingen, zooals de volgende : Etc. of enz. voor Etcetera of en zoo voorts ; Jr. en Sr. voor Junior (de jongste) en Senior (de oudste); N. B. voor Nota bene (let wel); No. voor Numero (getal); pet. of % voor Procento (ten honderd); lo , 2o , 3o , enz., voor ten eerste, ten tweede, ten derde, enz.; b. v. voor bij voorbeeld ; d. i. voor dat is ; t. w. voor te weten ; 0. a. voor onder anderen ; j. 1. en 1. 1. voor jongstleden en laatstleden ; a. s. voor aanstaande; e. k. voor eerstkomende; li,. K. voor lloomsch Katholiek; P. G. voor Protestantsche Godsdienst; N., O., Z. en W. voor Noord, Oost, Zuid en West. In koopmansbrieven : Ao. voor Anno (in het jaar); Ao. Po. voor Anno passato (verleden jaar); c. a. voor Cum annexis (met hetgeen er bij behoort); c. s. voor Gum suis (met de zijnen) ; do. voor ij ito (op dezelfde wijze); ddo. voor I)e dato (op den dag van); id. of it. voor Idem of item (dezelfde of desgelijks); pr. voor Primo (ten of den eerste); med. voor Medio (den middelste oi' 16e van de maand); uit. voor Ultimo (den laatste van de maand) ; Cie. voor Compagnie (gemeenschap) en Co. voor Compagnon (deelgenoot). Aan het slot van een brief bezigt men ouder vrienden kortaf 1.1. voor ïotus tuus (geheel de Uwe). Anders sluit men met een der volgende formulieren : Met alle achting blijf ik Uw dienaar; met de meeste achting blijf ik Uw dienstwillige dienaar (Uw dw. dienaar), of Uw dienstvaardige dienaar (Uw dv. dienaar); met de grootste hoogachting blijf ik Uw onderdauigste dienaar of Uw Eerws., UWEHGebs. onderdanigste dienaar; of van Uwe Excellentie de ootmoedige dienaar, enz. quot;Van een koning noemt men zich: van U. M. de getrouwe onderdaan.
Men vouwt een brief gewoonlijk naar de enveloppe in drie, vier of zes deelen. De enveloppe moet zindelijk wezen. Het adres schrijve men vooral duidelijk en zonder fouten, den
5
persoonsnaam en den plaatsnaam met arroote letter. Bii veelvuldig voorkomende namen moet men het beroep van den persoon, die den brief ontvangt, ook op het adres vermelden en indien de geadresseerde in een groote stad woont, plaatst men de wijk , de straat en het huisnummer ook op het adres. Indien twee of meer plaatsen denzelfden naam voeren , moet op het adres nauwkeurig vermeld worden, welke van die plaat-seji men bedoelt en wel door bijvoeging van den naam van het land of de provincie , waarin , of van de rivier, waarbij de plaats ligt. Op een adres is het woord Spoed nutteloos. Ten gerieve van de postbeambten schrijft men de woonplaats rechts onder, niet boven op het adres. De titulatuur in den brief wijst den titel op het adres aan. Men schrijft dus: Aan Zijn Majesteit den Koning ; Aan Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken ; Aaii Monseigneur Snickers te Haarlem; Den Edel Hoog Achtbaren Heere Mr. J. D. W. Gap te 's H a g e ; Den Heere H. J a n s e n , mr. smid te N ij m e g e n , enz. De woorden Mr., Dr., Graaf, Baron, Jhr., Gravin , Barones , Freule en Douairière behooren ook op het adres, dat aldus gesteld wordt:
Mejuffrouw de Wed. D. Bruggeman, |
De Eerw. Zuster Antonina, |
Hartmanslaan tj e | |
Weeshuis te | |
Binnenweg No. 17 te | |
Rotterdam. |
Schiedam. |
Verblijft de geadresseerde ten huize van een ander, dan adresseert men aan den huisheer, doch onder het adres moet dan staan : Adres den Heere of Mejuffrouw N. N.
De gomenveloppes maken het gebruik van ouwels overbodig ; brieven met geldswaarde moeten met vijf lakken verzegeld zijn. Een brief naar de tropische gewesten mag niet met lak gesloten worden. Men mag geen geldstuk voor zegel gebruiken en elke brief moet gefrankeerd worden door den afzender, indien deze door zijn ambt geen vrijdom van port heeft.
(Bij deze soort van brieven moet de stijl los en n al, uur lijk zijn , zoodat aan bloedverwanten en vrienden zelfs schertsend gclukgewensclit mag worden. Aan voorname personen moet een heihvenseh zoo kort mogelijk zijn en vooral het vermoeden niet wekken , dat men een gift of gunst verwacht. Aan bloedverwanten of vrienden mag men in een brief van gelukwen-sching nog andere zaken behandelen , indien het zonder aanstoot kan gebeuren. Bij een heilwensch mag men vooral niet overdrijven. Men beantwoordt een gelukwensch met een dankbetuiging of een tegenwensch).
1. Aan Ouders.
Waarde Ouders ,
De laatste uren van het scheidende jaar herinneren mijn kinderhart aan een aangenamen plicht. U, waarde Ouders, moet ik mijn oprechten dank betuigen voor al het goede, dat ik steeds van U mocht genieten. Het nieuwe jaar wil ik ingaan met de beste wenschen voor Uw geluk. Moge de Hemel U , waarde Ouders , nog lang sparen en U den volsten overvloed Zijner zegeningen doen genieten, zoodat zorg en kommer U gespaard blijven. De grootste vreugde mijns levens zal steeds zijn TJ, waarde Ouders, genoegen te mogen bereiden. De verwachtingen , die Gij steeds van mi] gekoesterd hebt, zal ik niet beschamen en altijd zal ik mij Uw goedheid en Uw liefde waardig toonen. Dit zijn mijne vaste voornemens en ik smeek den Algoede , dat Hij mij de noodige kracht zal willen ver-leenen , opdat ik mijne voornemens kunne uitvoeren , zoodat ik U , waarde Ouders , niet alleen door woorden , maar ook door daden zal toonen , hoezeer ik ben
Tiel, Uw dankbare zoon ,
1 Januari 1879. Johannes.
(Indien Vader of Moeder dood is, vervangt men Ouders door Moeder of Vader. Een meisje teekent dochter.)
2. Aan Grootouders.
Hooggeachte Grootouders ,
Bij den aanvang van dit nieuwe jaar vooral herinnert zich
7
niijn dankbaar hart al de goedheid, dio Gij aan mij van mijn prilste jeugd tot heden hebt bewezen. Nooit, nooit zal ik Ü, goede Grootouders, vergeten ; geen tijd, geen afstand zal de herinnering aan U uit mijn geest kunnen wisschen , want Gij waart steeds zoo buitengewoon goed voor mij. Mijn erkentelijkheid voor alle bewijzen van TJw liefde voor mij kan ik nog slechts toonen door-mijn vlijt en door een goed gedrag; maar gelooft mij, hooggeachte Grootouders, dat ik steeds zal trachten U te overtuigen, hoezeer ik wensch , IJ door voortgang in mijn studiën en door braafheid genoegen te bereiden. Altijd zal ik mij Uw liefde waardig toonen en mijn vurigste gebed zal steeds wezen , dat God U nog een lange reeks van gelukkige levensjaren moge schenken en dat Hij quot;al Uw ondernemingen met den besten uitslag moge bekronen.
Aanvaardt deze wenschen van
Wamel, Uw dankbare(n) kleindochter (kleinzoon),
1 Januari 1879, J. de Groot.
3. Aan Oom en Tante.
Waarde Oom en Tante,
é Aanvaardt bij de nadering van dit nieuwe jaar de verzekering , dat ik U oprecht bemin en ten hoogste vereer. Gij schonkt mij zooveel bewijzen van liefde, Gij hielpt en steundet mij zoo dikwijls met raad en daad. dat ik wel in de hoogste mate ondankbaar zou moeten wezen , indien ik niet erkennen wilde, dat het voor mij een groot geluk is, Uw bloedverwant te zijn. Dientengevolge smeek ik den Almachtige dikwijls, dat Hij U, waarde Oom en Tante, onder Zijn wijze leiding een hoogen en gelukkigen ouderdom moge laten bereikenquot; opdat Gij nog veel vroolijke nieuwjaarsdagen zult kunnen vieren.
De oprechtste wenschen voor Uw welzijn zullen mij steeds bezielen en nooit zal ik ophouden met waren eerbied en met diepe erkentelijkheid te zijn
Leeuwen , Uw toegenegen neef (nicht) ,
1 Januari 1879. W. van Blanken.
4. Antwoord op No. 3.
Beste Neef,
Uw hartelijke nieuwjaarsbrief verheugde Tante en mij ten hoogste. Uw liefde en Uw dankbaarheid zullen wij ook dit jaar niet vergeten. Wees overtuigd, dat wij U steeds naar ons beste vermogen met raad en daad zullen steunen, maar ook Gij moet Van Uw kant natuurlijk medewerken om Uw eigen geluk
8
te bevorderen. Gedraag U steeds goed en blijf vooral vlijtig, dan zult Gij onze verwachtingen niet beschamen.
Indien Gij raad of bijstand noodig hebt, wend U dan genist aan Uw tante of aan
Eottcrdam, Uw oom,
3 Januari 1879. D. Janssen.
5. Aan een Weldoener.
WelEdele Heer,
De tallooze bewijzen van welwillendheid , die ik reeds zoolang en vooral tijdens mijn zware ziekte in het afgeloopen jaar van UWBd. mocht ontvangen, maken het mij tot een duren plicht, dat ik UWEd. bij de intrede van een nieuwen jaarkring met de diepste dankbaarheid nader om UWEd. to betuigen, wat mijn dankbaar hart voor UWEd. wenscht en gevoelt. Innige dankbaarheid voor UWEd. is het levendigst gevoel, dat mij thans bezielt en altijd bezielen zal; UWEds. welzijn is mijn hartelijkste wensch. In mijn dagelijksche gebeden wordt UWEd. nooit vergeten : steeds smeek ik den Barmhartige , dat Hij alles, wat UWEd. voor mij gedaan heeft, rijkelijk moge loonen. UWEds. loon zij aanhoudende gezondheid en het genot van alles , wat UWEd. voortdurend gelukkig kan maken.
Geloof, WelEdele Heer. dat niet de gewoonte, maar het hart mij deze wenschen voor UWEd. doet koesteren en met den grootsten eerbied beveelt zich verder in UWEds. welwil-lerMlheid aan
Druten , UWEds. onderdanige dienaar ,
1 Januari 1879. A. Jansen.
Dierbare Vriend ,
Steeds hadden wij gehoopt, dat Gij op dezen nieuwjaarsdag bij ons zoudt wezen, maar Uw laatste brief gaf ons de overtuiging, dat onze hoop ijdel is geweest. Van ganscher harte spijt het ons, dat wij U niet in ons midden kunnen zien. Zoo gaarne hadden wij U als deelgenoot gehad aan ons nieuwjaarsfeestje en nu wordt onze verwachting ter elfder ure nog verijdeld. Te meer spijt mij dit, omdat wij elkander toch al zelden genoeg kunnen zien en spreken. Hoe gaarne had ik met U bij het begin van dezen nieuwen jaarkring nog eens alks herdacht, wat wij sinds onze jeugd samen in lief en leed gedeeld hebben en nu moet ik mij tevreden stellen met de
9
koele schriftelijke betuiging, genegen ben. Ontvang mijn welzijn tijdens dit nieuwe jaar, en wees steeds de vriend van Afferden, 1 Januari 1879. |
dat ik U nog steeds van liarte innigsten lieilwenseh voor Uw Dat God U moge beschermen Uw vriend , B. Derks. |
7. Antwoord op No. 6.
Amice,
Hartelijk dank ik U voor Uw welgemeenden lieilwenseh Uw blijvende deelneming in alles, wat mij betreft, verheugt mij ten hoogste. In de maand Februari hoop ik een paar dagen )ij U te kunnen doorbrengen. Schrijf mij, wanneer Gij mij het k,lnt verwachten. Hoezeer ook ik mij reeds bij voorbaat op ons genoegelijk samenzijn verheug, zult Gij wel het best aan U ze Ir gewaar kunnen worden. Indien Gij voor de volgende maand met schrijft, moet Gij niet ontstellen, indien alsdan onverwacht in levenden lijve voor U zal staan
Amsterdam Uw trouwe vriend,
3 Januari 1879. cgt; Tennissen.
8. Aan een Vader.
Waarde Vader,
Hoe innig mijn gevoelens van vereering, van dankbaarheid en van liefde ook steeds mogen zijn , wanneer ik aan U denk, toch zijn zij op den dag van heden, nu Gij Uw geboortefeest viert, sterker en inniger dan ooit. Mijn beroepsplichten houden mij van U verwijderd, maar ook deze alleen kunnen mij heden )oeien , want buiten deze zou mij niets, zelfs geen ziekte , waarvan ik, Goddank! voortdurend verschoond blijf, hebben unnen beletten om naar U, waarde Vader, te snellen, ten ei e, u de gevoelens mijns harten, die ik onmogelijk in woorden naar waarde kan uitdrukken , te openbaren, n i j ?1-'11 dierbare' hooggeëerde Vader, heb ik immers a es e anken, wat mij het leven dierbaar en begeerens-waardig kan maken. Uw trouwe zorg voor mijn welzijn heeft t e gevaren der jeugd van mij afgewend en Uw verstandige en lietderijfce wijze van opvoeden. Uw onschatbare onderrichtingen vormden mij zoodanig, dat ik thans tot mijn grootste vreugd in de wereld goed vooruit kan komen. Gij, waarde ader, droegt zorg voor mijn gezondheid. Gij deedt mij mijn krachten kennen en goed gebruiken, Gij gaaft aan mijn wil
10
en aan mijn begeerten een uitmuntende richting , Gij opendet mijn hart voor den Godsdienst, den Heiligen Vriend der menschen, Gij leerdet mij de ondeugd vlieden , bidden en werken ; Uw voorbeeld was mij als een baken, wanneer mij de beoefening van mijn plicht moeielijk viel; Uw raad en Uw hulp waren mij steeds nabij en ondersteund door Uw onvermoeide goedheid, kon ik mijn tegenwoordig levenspad betreden, dat zoozeer naar mijn wensch is en nog dagelijks meer bevalt.
Moge de algoede Voorzienigheid U, geliefde Vader, rijkelijk vergelden , wat Uw liefde , Uw zorgvuldigheid en Uw wijsheid voor mij heeft gedaan. Daarvoor kan ik U niet loonen; maar wel kan ik U door liefde en dankbaarheid . docr eerbied en gehoorzaamheid bewijzen , dat ik steeds meer en meer de waarde van Uw weldaden in haar geheelen omvang tracht te schatten en dat ik bij het toenemen van mijne jaren steeds dieper zal gevoelen , wat ik aan U verplicht ben.
Mijn hartelijkste wensch is, dat U, waarde Vader, gezondheid en vroolijke levenslust aanhoudend ten deele mogen vallen tot aan den uitersten grens van den menschelijken leeftijd. Wie zou dat ook vuriger kunnen wenschen en mèt grooter verlangen van den Hemel kunnen afsmeeken dan ik ? Ja, de Algoede behoude U nog zeer lang voor deze wereld , waarin Gij zoo uitstekend en nuttig werkzaam zijt, voor Uw mede-menschen, voor wier welzijn Gij zoo aanhoudend bezig zijt en voor mij, die U nooit voldoende naar waarde zal kunnen schatten. Steeds zullen mij deze gedachten, gevoelens en wenschen bezighouden; zij zullen mij den dag van heden tot een waren feestdag maken, waarvan ik eiken terugkeer met een vroolijk dankend hart zal begroeten.
Vaarwel, dierbare Vader, en vergeet nooit
Uw dankbaren en gehoorzamen zoon,
Zutfen, 39 Mei 1879. August.
9. A a n e e n e Moeder.
Dierbaarste Moeder,
Hoe zou ik ooit den dag kunnen aanschouwen , die mij U, dierbaarste Moeder, schonk, zonder hem met de hartelijkste dankbaarheid te vieren. Ook heden deed ik dat en nog met te grooter aandoening, omdat ik niet bij U ben , omdat ik Uw stem niet hooren, Uw liefdevollen, goedigen blik niet zien kon.
Altiid _heb ik -yel gevgeld^ dat ik aan UwJ'e/dejk grootste weldaden en de reinste genoegens mijns levens te danken heb, maar thans, nu ik niet zoo gelukkig ben, dat ik in Uw na-
iha^ toeven, nu ik Uw wijze lessen en Uw vroolijlcen omgang: moet missen, geeoel ik het in dubbele mate. Alles, alles zou ik kunnen afstaan, indien ik maar een uurtje bij IJ kon zijn om mij te verheugen in Uw tegenwoordigheid. Maar, helaas! die vreugde kan ik thans niet genieten.
Mijn dankbaarheid kan ik U nog slechts door mijn wen-schen betuigen , maar mijn wenschen zijn stellig de oprechtste welke ooit door een dankbaar kinderhart werden gekoesterd. Eiken morgen en eiken avond smeek ik den Algoede, dat hij Uw leven, wat mij zoo onschatbaar is, nog lang spare en dat hij U, dierbare Moeder, voortdurend het zuiverste geluk doe smaken en dat Hij mij weldra in staat moge stellen U door mijn daden vol liefde en eerbied te kunnen bewijzen, dat ik aanhoudend zal wezen
Oudenbosch , Uw gehoorzame zoon ,
31 October 1878. Ferdinand.
T
Waarde Oom , (Tante)
Steeds was mij de dag van heden een feestdag , dien ik al menig jaar placht te herdenken. Ook dit jaar zal mij niet doen vergeten, dat ik U met een oprecht gemeenden heilwetisch moet verrassen. Aanvaard de verzekering, dat mij alles , wat Uw tijdelijk en eeuwig welzijn kan bevorderen, zoozeer ter harte gaat , dat ik niet kan nalaten U, waarde Oom (Tante) toe te wenschen , dat de goede God U nog een lange reeks van jaren het ongestoord genot moge laten smaken van een goede gezondheid en van de reinste levensvreugde, en dat Hij eenmaal U moge tooien met de gloriekroon, die Hij in een beter vaderland aan zijn uitverkorenen heeft beloofd. Innig en vurig smeek ik met de mijnen dagelijks des Hemels beste zegeningen over U af , als loon voor het vele goede , dat ik steeds van U mocht genieten en dat ik U nooit,' nooit, zal kunnen vergoeden. O, indien Gij eens wist, hoe gelukkig ik ben, nu de Algoede U weer een jaar gespaard heeft. Geloof, dat de bevordering van Uw levensgeluk steeds het streven zal wezen van
.... Roermond' Uw neef, (nicht),
Februari 1879. T. Janszoon.
Aan een Grootvader of Grootmoeder. Hooggeëerde Grootvader, (Grootmoeder)
Heden viert Gij Lw geboortefeest en een schare van bloedverwanten en vrienden zendt vrome wenschen en gebeden voor
13
TJ ten Hemel op al3 zooveel dankbetnigm^en voor Godes gunst, die U zoo lange jaren spaarde. Ook ik doe zulks met een oprecht gemoed, maar tevens gevoel ik mij ook verplicht om U op dezen heuglijken dag schriftelijk te verzekeren van de vereering en de liefde, die mijn hart voor TJ gevoelt. Ja, hooggeëerde Grootvader, (Grootmoeder) sinds mijne prilste jeugd heeft mij Uw gelaat met zijn grijze lokken en zijn vriendelijke trekken met liefde en eerbied voor U vervuld, terwijl alles, wat ik later van U gezien en ondervonden heb s deze gevoelens bij mij steeds sterker deed worden. Daarom is er naast mijn Ouders niemand op aarde , die aan mijn hart dierbaarder is dan Gij , en daarom koester ik naast den wensch, dat mijne dierbare Ouders nog lang en gelukkig mogen leven , geen vuriger eu welgemeender begeerte, dan dat ook Gij nog zeer lang gezond en in vroolijke rust mogen leven. Ten hoogste verheugt het mij, dat mij Uw gezondheid tegenwoordig de beste hoop doet koesteren voor de vervulling van dezen wensch en indien Gij U behoorlijk in acht neemt, zal mij het genot van zulk een dierbaren Grootvader (dierbare Grootmoeder) nog lang door den Hemel gegund kunnen worden, zoodat ik U uog menigmaal mondeling of schriftelijk geluk zal kunnen wenschen met de vermeerdering Uwer jaren.
Na mij voortdurend in Uw liefde en Uw welwillendheid te hebben aanbevolen, noem ik mij
Groningen , Uw kleinzoon, (kleindochter)
9 December 1878. T. Belin.
12. Aan een Minnaar.
Lieve Karei,
Het zou mij onbetaalbaar zijn , indien ik heden, op Uw verjaardag, met de vleugelen mijner liefde naar U koude komen. Deze gedachte zweeft mij reeds eenige dagen in het hoofd en al is het maar een gedachte, toch vervult ze mij met het grootste genoegen, want ik ben immers geheel en al de Uwe. Neen , lieve Karei, het is geen droom , geen zinsbegoocheling, dat ik in U alles heb, wat de wereld voor mij hebben kan ; neen , deze zalige overtuiging vervult mijn hart met de grootste vreugde en zij dwingt mij U mijn innigste heilwenschen voor Uw gezondheid en Uw geluk aan te bieden. Aanvaard tevens het klein geschenk , dat deze regels begeleidt. Eigenhandig heb ik het gemaakt. Het is maar een kleinigheid , maar Gij weet, lieve Karei, hoe beperkt mijn vrije tijd is en ik weet immers, dat U elke kleinigheid van mij nog dierbaarder is dan de gewichtigste zaak der wereld. God moge U gezond en gelukkig
13
houden, mijn dierbare Karei. In de hoop, dat ik U weldra weer zal zien , blijf ik
Winsen, 12 Mei 1879. Uw Lotje.
13. Antwoord op No. 13.
Liefste Lotje,
Hoe gaarne ik U mondeling ook danken zou yoor Uw lieve attentie, mij op mijn verjaardag bewezen, toch nopen mij mijn bezigheden van U verwijderd te blijven, zoodat ik mij door nood gedwongen gevoel U schriftelijk te betuigen, hoe aangenaam Gij mij verrast hebt. Hoewel er geen oogenblik voorbijgaat, waarin ik niet aan U denk, zoo is toch de tijd, gedurende welken ik aan U schrijf, de aangenaamste mijns levens. Hoe aangenaam zal het ons dan niet wezen , mijn allerliefste , als wij elkander weer spreken kunnen en als wij eenmaal voor eeuwig vereenigd zullen wezen.
Het kleine handwerk, dat Gij mij vereerdet op mijn verjaardag , was mij het lielst cadeau, dat ik nog ooit gekregen heb. Het ligt aanhoudend voor mij op mijn lessenaar en geloot stellig, dat het mij waarlijk mijn arbeid lichter maakt, w ant telkens als mijn blik erop valt, doet het mij aan U denken en de gedachte aan U is mij een spoorslag tot vlijtigen arbeid. W ant immers alleen door aanhoudenden arbeid kan ik zoo ver komen, dat ik aan een huwelijksverbintenis met U, mijn allerliefste , zal kunnen denken. Even als Gij zou dus ook ik over beperkten tijd kunnen spreken, maar hoe harder wij arbeiden , des te eer kunnen wij het huwelijksbootje!! instappen. Dus maar goeden moed en geloof mij steeds
JJreumel, 13 Mei 1879. Uw trouwe Karei.
14. Aan een Geestelijke.
WelEerwaarde Heer,
De weldaden , waarmede UWEerw. mij steeds overladen heeft, verplichten mij UWEerw. op dezen heuglijken dag de heil-wenschen aan te bieden , die ik voor UWEerws. tijdelijk en eeuwig geluk gaarne vervuld zoude zien.
Moge de Schenker van alle genaden UWEerws. leven, dat eên quot;aafihoUdcndS aaneenschakeling van weldaden is , nog lang doen duren. Hing het van mij af, dan zou UWEerws. loopbaan nog eeuwen lang verlengd worden. Maar zou dat ook
14
voor ÜWEerw een geluk zijn ? Neen. iiaarom wil ik liey.er voor UVVEerw. een recht vroolijken oudeu dag van de» lieven God al'smeeken.
Dewijl ik weet, dat UWEerw. van geen plichtplegingen houdt, zoo wil ik mijn dankbetuigingen, hoe oprecht ook gemeend, sparen ; maar mijn leven zal ÜWEerw. toonen, dat genoten weldaden aan geen ondankbare verspild zijn.
Met de diepste vereering noem ik mij van UwWelEerw aarde
de gehoorzame dienaar , Buren, 9 October 1878. F. van Winsen.
15. A;vn een Onderwijzer.
Mijnheer,
Veroorloof mij, dat ik U op Uw geboortedag melde, hoe aangenaam het mij is, dat de Hemel U weder een jaar in gezondheid en frisschen levensmoed behouden heeft. Gij immers hebt mij naast mijn Ouders het meeste goed gedaan; Gij hebt meer dan trouw Uw plicht betracht om mij tot een braaf mensch op te voeden ; Gij hebt geen moeite gespaard om deu omvang van mijn kennissen te vermeerdereu, om mij op al, wat nuttig is, opmerkzaam te maken en om mijn hart te gewennen aan trouwe plichtsvervulling. Om kort te gaan, aan U heb ik naast God en mijn Ouders het meest te danken eu hoeveel anderen , die het groot geluk mochten smaken U tot onderwijzer te hebben , danken met mij aan U het grootste gedeelte van alles, w:at zij geworden zijn. Daarom wensch ik welgemeend, dat Gij nog gedurende een lange reeks van jaren in üw nuttig beroep tevreden moogt leven en dat Gij nog dikwijls Uw verjaardag in de beste gezondheid moogt vieren. Blijf overigens verzekerd van dc toegenegenheid van
Uw gewezen leerling, ïiel, 29 Januari 1879. E. Thijssen.
16. Aan een hooggeplaatst persoon.
WelEdelGestrenge Heer,
Eerbiedig waag ik het UWEGestr. te naderen met de verzekering, dat UWEGestrs. ongestoord welzijn mijn geluk zoodanig bevordert, dat ik heden, nu allen met heilwenschen bereid zijn, onmogelijk vergeten kan UWEGestr. mijn beate wenschen aan te bieden met de hoogste achting en onder dankend quot;opzien*tot G?od, die mij in UWEGestr. zvdk een echten menschenvriend deed ontmoeten.
15
Moge UWEGestr. met al de Uwen nog lang ajle vreugde des levens ongestoord genieten. Moge mij nog lang en onafgebroken het geluk te beurt vallen UWEGestrs. dienaar te zijn , want UWEGestrs. welwillendheid maakt mij eiken dienst, aan UWEGestr. bewezen, aangenaam. Steeds zal ik mij beijveren om van UWEGestr. te zijn
de onderdanige dienaar, Buren, 8 Mei 1879. If. G. Hansen.
17. Aan een Voogd.
Hooggeëerde Voogd,
Gij gaaft mij steeds de grootste bewijzen van Uw oprechte welwillendheid. Zou ik mijzelf dan niet moeten beschuldigen van ondankbaarheid en onvergeeflijk verzuim, indien ik U op Uw verjaardag niet verraste met een hartelijken heilwensch ? Deze bevat echter maar woorden , doch zij komen uit een oprecht gemoed , dat geen huichelarij kent. U beschouw ik als den eenigsten vriend, die het recht vaderlijk met mij meent. Gij zorgt immers trouw en omzichtig voor mijn erfdeel en mijn opvoeding ; aan U zal ik het immers te danken hebben , dat ik eens een nuttig lid van de maatschappij kan worden. En wat kan ik nog meer begeeren ?
'loch kan ik U, mijn vaderlijke Vriend, nu nog maar met woorden danken , maar weldra zal ik U met daden kunnen bewijzen, dat Uw zorgen aan mij niet verspild zijn. Mijne onderwijzers zijn met mij tevreden en dit is mij een spoorslag voor de grootste vlijt. God spare U met de Uwen nog lange jaren in de beste gezondheid en in het vol genot van Uw krachten , opdat U nog zeer dikwijls met een vroolijk gemoed danken kunne
Uw dankbaar en gehoorzaam pleegkind, leuningen, 22 Juni 1878. K. ïeunissen.
Brieven van gelukwensching van ge-mengden inhoud.
18. Aan een Broeder, die getrouwd is.
Dierbare Broeder,
Gij zijt nu voor eeuwig met Uwe Amalia verbonden. Godes zegen zij met U en Uw echtgenoote. O, dierbare Broeder, kondet Gij eens in mijn hart lezen, hoezeer mij Uw geluk verheugt... Hier kon iedereen in mijn oogen de vreugde lezen,
16
waarmede mij de kennisgeving van Uw huwelijk vervulde en menige scherts heb ik daarover moeten hooren. Xon ik toch maar onmiddellijk naar U ijlen, om te zien, hoe gelukkig Gij zijt. Maar dat zal zoo spoedig nog niet gebeuren. Eerst na Nieuwjaar wil Mevrouw mij veertien dagen verlof geven en dewijl ik goed in mijn schik en tevreden met Mevrouw ben, zoo wil ik gaarne wat geduld oefenen om na Nieuwjaar des te meer genoegen te hebben. Dan hoop ik U en mijn nieuwe Zuster en misschien ook wel een neefjen of nichtje te omhelzen.
Yaarwel, dierbare Broeder, en vergeet aan de zijde van Uw jonge echtgenoote niet geheel en al
Bommel, 8 April 187-. Uw zuster Johanna.
19. Aan een Vriend bij de geboorte van een zoon.
W aarde Vriend ,
Met de geboorte van Uw flinken jongen wensch ik U geluk. De vermeerdering van een gezin is een zegen , dien God aan het huwelijk verleent en waarvoor men Hem danken moet, maar ik zal den Algoede smeeken, dat Hij Uw dierbare echtgenoote en haar geliefden zoon nog lang tot Uw geluk zal sparen. God moge den kleine zegenen , zoodat hij steeds toe-neme in jaren eu wijsheid. Dan zullen Uw vaderlijke zorgen, die voortdurend zwaarder worden, door zijn deugden en door zijn goed gedrag beloond -worden en dan zal hij eenmaal Uw steun en Uw troost wezen. De Algoede sehenke Uw gade weldra haar krachten weer, opdat Uw braaf kuisgezin nog verder door haar gezegend en vermeerderd worde. Met deze gevoelens blijf ik
Priel, Uw vriend ,
Ü Maart 1879. A. Buskes.
20. Antwoord op No. 19.
Waarde Vriend,
In Uw heilwensch voor den huiselijken zegen, dien de Schepper mij geschonken heeft, zie ik een nieuw bewijs van Uw hartelijke deelneming, waarvoor ik U bij dezen wil bedanken. Geve God , dat Uw wenschen vervuld mogen worden en dat ik weldra in de gelegenheid moge komen ook U een dergelij-ken gelukwensch te kunnen zenden.
Tot mijn genoegen kan ik U mededeelen, dat de moeder naar omstandigheden meer dan wel is. Het kind is vroolijk en vlug. Zondag a. s. hebben wij een klein teestje, waarop
17
wij U, waarde Vriend, stellig verwachten. Gij weet, dat Gij welkom zult wezen. In elk geval verwacht U weldra
llossum, 12 Maart 1879.
21. Aan Ouders bij een gouden bruiloft.
Waarde Ouders,
De dag van heden brengt mij in een ernstige, feestelijke stemming: een dag, dien een mensch zelden beleeft, terwijl Gij beiden nog krachtig en gezond en tot vreugd van al de Uwen nog ijverig werkzaam zijt. Gij, dierbare Vader, viert immers heden een schoon en zeldzaam feest, een jubileum : Uw vijftigjarige ambtsbeklecding en Uw gouden bruiloft. Mijn bewogen hart herinnert mij , dat ik aan U zoo oneindig veel te danken heb, wat ik nooit zal kunnen vergelden. Vooreerst schonkt Gij mij het leven en Gij, dierbare Moeder, waart immers reeds voor mijn geboorte zoo innig bezorgd voor mij, dat Gij mijn leven zelts hooger schattet dan het Uwe. Maar dit is slechts het begin van het vele, waarvoor ik U beiden nooit genoeg zal kunnen danken. Uw trouwe verpleging gedurende mijn kinderjaren, Uw steeds aangroeiende zorgen voor mijn opvoeding, de groote oiiers, die Gij met bereidwilligheid en liefde bracht om mij een stand in de maatschappij te bezorgen, hoe zal ik U daarvoor naar behooren kunnen danken? Mijn hartelijke liefde voor U beiden is het eenigste, waardoor ik U mijn dankbaarheid kan betuigen; aanvaardt ze dan op dezen heuglijken dag als een onvergankelijk geschenk. Deze liefde beveelt mij den Allerhoogste, den Bestuurder van ons lot, vurig te smeeken, dat Hij U en al de Uwen nog zeer lang, gezond en sterk doe blijven. Welk een onvergetelijke vreugde zou het voor mij wezen, indien ik heden bij U kon zijn in den vroolijken kring van Uwe overige kinderen en kleinkinderen, die nu stellig allen bij U zijn. Maar, helaas! ik moet mij in het onvermijdelijke schikken, doch weldra zal U na een lange scheiding weer kunnen omhelzen
Parijs, 1 Mei 1879.
Uw, U teeder minnende, Jan.
33. Aan een Vriend bij bevordering.
Hooggeachte Vriend,
Uw vriend , C. Donkers.
Tot mijn grootste genoegen heb ik vernomen, dat gij eindelijk, na lang wachten. Uw welverdiende bevordering gekregen hebt. Hoe gelukkig gij nu w-szen zult, gevoel ik zeer goed en ik hoop, dat de Hemel U de kracht zal geven om Uwe zwaarwichtige bezigheden nog lang onder het genot van een stalen
O
gezondheid te kunnen vervullen. Ongetwijfeld zult gij dan nog grooter loon voor Uwe talenten en Uw vlijt verwerven, want men heeft, naar mij uit zekere bronnen medegedeeld werd, den minister bijzonder op Uwe loffelijke hoedanigheden gewezen.
Vergun mij ook voortaan Uwe onschatbare vriendschap en blijf met mij eorrespondeeren, want in alles, wat U betreft, neemt hartelijk deel
Uw, U toegenegen, vriend, 'sHage, 1 Mei 1879. J. Bos.
23. Antwoord op No. 22.
Waarde Vriend,
Uw gelukwensch bij mijn bevordering is mij een aangenaam bewijs van Uwe blijvende vriendschap, waarvoor ik U bij dezen van ganscher harte dank. Uw vriendschap doet U echter mijn verdiensten veel te hoog schatten , dewijl ik weet, dat ik mijn tegenwoordige betrekking even goed verdien als elk ander mensch, zoodat ik mij door noeste vlijt steeds waardiger zal moeten maken. Mijn werkkring geeft mij nu meer vrijheid dan vroeger en ik hoop, dat mij de goede God nog lang de noodige kracht zal schenken om werkzaam te kunnen blijven. Ontvang mijn dank voor Uwe mededeeling aangaande den minister en wees verzekerd , dat ik altijd zal blijven
Arnhem , Uw trouwe vriend ,
8 Mei 1879. x T. Snel.
24. Aan eene Moeder na haar genezing.
Innig beminde Moeder,
Hoe onrustig maakte mij de tijding, dat Gij ziek waarten hoe moedeloos werd ik, toen Uw toestand steeds gevaarlijker werd. De gedachte, dat ik U, innig beminde Moeder, zou kunnen verliezen, maakte mij zoo troosteloos, dat mij mijn eigen leven bijna niets meer gold. Dagelijks smeekte ik God om Uw genezing en .... de Almachtige heeft mijn gebed verhoord. Vreugdetranen vergoot ik, toen ik hoorde, dat Gij weer beterdet en zoo treurig als ik vroeger alles zag, zoo vroolijk schijnt mij nu alles, wat mij omgeeft. Mijne bezigheden gaan mij nu ook weer ter harte en vlug van de hand.
Der Voorzienigheid zij dank , dat Zij mijne goede Moeder spaarde en vurig zal ik Haar smeeken, dat Zij U gezond en sterk doe blijven, opdat Gij niet meer instorten zult.
Spoedig hoopt'meer goede tijding van U te vernemen Groningen , * Uw quot;gEh'oOizame quot;zoon,* *
17 Juli 1879, Antoon,
19
Lieve Zoon,
Hoe blijde was ik met Uw heilweuseh voor mijn genezing, omdat er uit bleek , dat Gij nog een kinderlijk vroom gemoed hebt en mijn innigste wensch is , dat Gij zoo kinderlijk vroom moogt blijven. God heeft Uw gebeden verhoord en aan die gebeden heb ik stellig veel te danken , want de bekwaamste doctoren twijfelden aan mijn genezing. Zelfs professoren, die ik liet komen, gaven weinig hoop. Maar Godes zegen was met mij en deze deed, wnt dc kunst niet vermocht, zoodat ik den Eeuwige niet genoeg kan danken voor mijn genezing. Wel laat mijne zwakheid mij nog aan geen zaken denken , maar met des Hemels bijstand en door de goede verpleging, die ik geniet, hoop ik weldra mijn vorige krachten terug te hebben. Wees dus onbezorgd over mij en vergoed door dubbele vlijt alles, wat Gij nu in Uwe kinderlijke droefheid verzuimd moogt hebben.
Nog ben ik te zwak om U alles over mijn ziekte uitvoerig te schrijven, maar weldra hoop ik U meer te kunnen schrijven. quot;Vaarwel, mijn zoon. Steeds ben en blijf ik
Best, Uwe, U teeder minnende, moeder,
19 Juli 1878. Wed. A. Thoonssen, geb. Trip.
26. Aan eene Vriendin, die geërfd heeft.
Waarde Vriendin,
Met ware deelneming wensch ik U geluk , nu Gij door den dood Uwer tante zulk een groote erfenis hebt gekregen. Vooral verheug ik mij daarover, dewijl Gij nu voor allen nood en kommer veilig zijt. Daar ik al sinds lang bekommerd was over Uw minder goeden finautiëelen toestand en dewijl ik U met innig leedwezen een treurige toekomst te gemoet zag gaan , zult Gij wel beseffen, hoe blijde ik nu ben.
Laat mij U echter tevens een vriendscbappelijken raad geven: Neem U in acht, dat U geen slechte menschen benadeelen, nu Gij rijk geworden zijt. Gij hebt een goed hart en denkt gaarne van iedereen het beste; Gij zijt te openhartig en te onvoorzichtig, dus pas op, dat men U niet bedriegt. Wees daarom voortaan tegen iedereen , dien Gij niet zeer goed kent, op Uw hoede. Dit is de welgemeende raad van
's Bosch , Uw waren vriend ,
27 Februari 1879. M. Klein.
27. Aan een Broeder na een reis. Dierbare Broeder,
Met welk een bang hart ik Uw behouden terugkomst af-
20
wachtte, kan ik oumogelijk schrijven. Mijn angst werd nog grooter, toen ik uit Uw laatsten brief merkte, hoe gevaarlijk Uwe geheele reis was. Grij zult U gemakkelijk kunnen voorstellen , hoe innig mij de tijding verheugde van Uw behouden terugkomst, vooral omdat Gij, naar ik verneem , gezond zijt en tevreden over de vele voordeelen, die voor de toekomst deze reis voor U zal opleveren.
Binnen kort verwacht ik van U nadere tijding.
Uw, U liefhebbende, broeder, Hoorn, 11 December 1878. Dorus.
28. Aan een Neef, die verloofd is.
Waarde Neef,
Met het grootst genoegen hebben wij uit Uw laatste schrijven gezien, dat bij U de kogel door de kerk is , zoodat wij U voor goed en ofiiciëel mogen feliciteeren met Uw engagement. Gij weet, dat mij Uw keuze van den beginne goed was en Gij zult dus wel toegeven , dat ik hartelijk deelneem in Uw geluk. Dewijl Uw verloofde en Gij nog al gefortuneerd zijt en dewijl Gij een goeden post hebt, zoo verwacht ik stellig van U weldra nieuwe kennisgeving, waarin Gij meldt, dat er spijkers met koppen geslagen zullen worden , n. 1., dat Gij met trouwen zult beginnen.
Aanstaanden Zondag hoopt U en Uw verloofde m goeden welstand te ontmoeten
Beusichem, Uw neef,
14 October 1878. Jan-
29. A a n een Vriend na een examen.
Beste Vriend,
■ Sinds geruimen tijd was ik niet best tevreden over U. Gij schreeft mij steeds geregeld om de maand en nu is het al vier maanden geleden , dat ik geen taal of teeken van U ontving. Onmogelijk kon ik weten , wat er aan haperde. Wij wonen te ver van elkander om dikwijls visites te maken en daarbij geen brieven meer. Daarom was ik van plan U eens goed door den hekel te halen, maar mijn toorn is heden morgen als door een tooverslag verdwenen. Juist lees ik, dat Gij geslaagd zijt als hoofdonderwijzer. Gij hebt dus den laatsten tijd straf geblokt en aan geen correspondentie kunnen denken. In plaats van eeii boetpredikatie moet ik nu wat anders opdreunen. Wees van harte gefeliciteerd met Uw grooten sprong. Nu maar spoedig een goede plaats en daarna een rijk vrouw tje.
21
Als alles zóó marcheert, lt;raat liet U goed en dan hoopt nog veel vriendsehap van U te genieten
Avezaath , Uw vriend ,
20 October 1878. Z. Tennissen.
(Deze worden meestal aan bloedverwanten en vrienden , als antwoord op een kennisgeving geschreven. Men schrijft eerst, als de eerste hevigheid van de smart voorbij kan wezen. De treurige gebeurtenis zelf, het gezond verstand en kennis van het hart des persoons, aan wien men schrijft, moeten ons leeren, hoe te troosten. Dat men zelf troost noodig heeft, kan zeer goed den inhoud van een brief van rouwbeklag uitmaken. Met goed gevolg troosten eischt veel: voornamelijk hangt dit af van onze eigen stemming en van de mate onzer deelneming. Is een ongeluk onverdiend , zoo moet dit vooral in het rechte licht gesteld worden. In andere gevallen moet een brief van rouwbeklag zoo kort mogelijk zijn. Bij den dood van iemand, waaraan veel verloren wordt, heeft men geen troost dan dien , welken de Godsdienst, het geloof aan de onsterfelijkheid der ziel en aan een weerzien na den dood ons bieden : de wereld heeft dan geen troost.
Een brief van rouwbeklag wordt met een dankbetuiging beantwoord. Daarbij mag men over zijn eigen treurig lot nit-wijden en den trooster alle goeds wenschen.)
30. Aan een Vriend na den dood z ij ns vaders.
Dierbare Vriend ,
Hoezeer treur ik met U , want ook ik beminde Uw voor-treflclijken Vader , dien ik als een zoon vereerde. Hoe vroolijk was steeds en hoe gaarne gaf hij zijn levenswijsheid ten beste. Zijn aandenken zal mij steeds dierbaar wezen. De Godsdienst en de tijd zullen Uw droefheid wel langzamerhand lenigen, vooral dewijl Gij aan Uw dierbaren vader kunt blijven denken met het troostend bewustzijn , dat Gij hem nooit door lichtzinnigheid of ondankbaarheid krenktet. Indien zijn leven verlengd had kunnen worden door de vreugde, die hij aan zijn kinderen beleefde, hoe lang zou hij dan niet geleefd hebben.
Houd goeden moed, dierbare Vriend, en tracht Uw smart te boven te komen, opdat Gij welgemoed de plichten vervullet, die thans Uw jongere broeders en zusters van U eischen.
23
Vaarwel. Weldra hoop ik U te bezoeken om U dan te doen. weten , hoeveel medelijden ik met U gevoel. Eeken steeds op de vriendschap van
Warael, Uw toegenegen,
13 November 1878. J. Melis.
31. Aan een Vriend, diemeteenaanzienlijk gedeelte van zijn vermogen ook zijn zoon verloor.
Hooggeachte Vriend ,
Hoe onredelijk zou ik wezen, indien ik durfde beweren gt; dat Gij niet terecht bedroefd waart. Het verlies van een groot gedeelte van Uw vermogen , gepaard met het onherstelbaar verlies van Uw veelbelovenden zoon , is een bijna onverdrage-lijke slag. Moge God U naar evenredigheid van den opgelegden last ook de noodige kracht schenken. Hoevelen zonden reeds diep ongelukkig zijn bij het verlies van hun vermogen , maar Gij verdraagt dien slag met mannelijke standvastigheid. Doch over het verlies van Uw zoon klaagt Gij en waarlijk ik ben niet bij machte U over diens dood te troosten , want ik gevoel dien verpletterenden slag even diep als Gij , allerbeste vriend. Als wij echter bedenken, hoe groote gevaren de verleiding voor kinderen oplevert, zoodat de schoone verwachtingen, die Gij van Uw lieveling koesterdet, toch nog verijdeld hadden kunnen worden, dan moet het immers Uw smart verminderen, nu Gij den braven zoon bijna zeker veilig in Godes schoot geborgen kunt denken. Hij zal immers wel in een beter vaderland wezen, waarheen hij , de goede , onschuldige jongeling , getogen is ; hij zal wel als een engel bij God wezen. En zon hij dan niet van den Algoede afsmeeken , dat Uw zwaar kruis niet boven Uw krachten moge drukken ? De tijd heelt vele wonden, maar zoudt Gij , mijn wijze vriend , ook niet verstandig genoeg zijn om ook reeds nu de smart niet toomeloos te laten worden ? Zoek Uw heil in verdubbelde werkzaamheid en schrijf eens spoedig een langen brief, waarin Gij Uw gansohe hart kunt uitstorten aan
Zuilichem , Uw deelnemenden vriend,
4 September 1878. D. Brugman.
33. Aan een Broeder bij een mislukte sollicitatie.
Waarde Broeder,
Het spijt mij innig, dat Uw laatste sollicitatie weer vruchteloos geweest is. Geef echter geen moed verloren. Gij weet
23
immers ook bij ondervinding, hoe moeielijk een goede betrekking te krijgen is. Uw talenten, Uw deugden en de goede voorspraak , waarop Gij stellig rekenen kunt, konden U thans den voorrang niet schenken, maar blijf toch braaf en iiverig werkzaam, dan zult Gij immers vroeg of laat zeker goed geplaatst worden. De Voorzienigheid zal U wel een werkkring schenken, waarbij Uw talenten niet renteloos begraven behoeven te blijven. Doe intussehen zelfs in Uw mindere betrekking trouw Uw best, dan zal de hulp van mij en van mijn vrienden toch niet voortdurend nutteloos verspild kunnen worden. Steeds zal ik blijven
's Hage , Uw dienstwillige broeder,
10 Juli 1878. Nikolaas.
33. Aan een Zwager, wiens huis is afgebrand.
Waarde Zwager,
Diep, zeer diep heeft mij de tijding van Uw ongeluk ge-troffen. Och , wie kan zeggen , wat hem het naaste uur zal brengen ? Uw smart wil ik door mijn klachten niet vermeerderen. Gij zijt immers de schuld niet van Uw ongeluk en dat moet Uw leed kunnen verzachten. Hoop met vast vertrouwen, dat God, die U zulk een harde beproeving overzond , ook dit ongeluk ten Uwen beste zal doeu dienen. Maar ik maak mij zeer bezorgd , dat Uw onheil nadeeligen invloed op Uw gezondheid zou kunnen hebben. Treur U toch niet ziek ; Gij zijt echtgenoot en vader, de steun van een talrijk gezin. Houd goeden moed ; als de nood het hoogst is , is de hulp immers ook het moest nabij. Eeken op Uw vrienden en vooral op mij. Bereidwillig zal ik U helpen en onmiddellijk. Meld mij per omgaande , hoe ik U thans dienen kan. God schenkc U de noodige kalmte. Altijd ben en blijf ik
Zalt-Bommel, Uw ware vriend ,
3 Juni 1879. F. Gertseu.
34. Aan een Vriend b ij een k w ij n e n d e ziekte van z ij n vrouw.
Waarde Vriend ,
Werkelijk Uw lot is zeer hard. Gij hebt door liet langdurig ziekbed van Uw beste vrouw allerlei schade in Uw huishouding ; Gij mist door die ziekte veel vreugd en veel gemakkeu en daarenboven hoeveel smart moet Uw medelijdend gemoed niet dragen P Innig medelijden gevoel ik voor U, maar tevens roep ik U toe : Geen moed verloren! Gij moogt U tegenover Uw smart niet kleinmoedig maken! Vertrouw op de Voorzie -
24
nigheid ! Zij immers geeft aan elk den last, die juist past voor zijn schouderen.
Gij doet alles, wat tot genezing en verlichting van Uw beste gade kan dienen en aan U is dus geen schuld, indien niets baat of helpt Indien Gij daarover zoudt klagen of morren , zoudt Gij dan niet den. Algoede lasteren, die U in Zijn wijsheid met dit kruis sloeg. Blijf geduldig en neem een voorbeeld aan het zielsroerend geduld van de arme zieke, die voorzeker oneindig meer reden tot klagen en morren heeft dan Gij en toch , volgens Uw eigen woorden, steeds geduldig en gelaten blijft. Bedenk eindelijk, hoe treurig doze troost ook voor een minnend echtgenoot moge wezen , dat het zóó niet lang meer kan duren. Maar men mag immers verwachten, dat zulk een verstandig en vroom man , als Gij zijt, ook bij een noodlottig verloop van de ziekte niet radeloos zal worden. Onderwerp de beslissing over leven en dood van Uw gade aan de leiding van den Algoede, die alles immers steeds ten beste schikt. Wees verzekerd , dat ik van harte deelneem in al Uw lijden als
Grave , Uw oprechte vriend,
9 April 1879. A. Abels.
35. Aan een Vriend, wiens vader bij een doorbraak alles verliest.
Beste Vriend,
Tot mijn groote droefheid moet ik U heden een ongeluk melden , dat misschien reeds door losse geruchten ter Uwer kennis kwam, maar in dat geval stellig erger, dan het inderdaad is. Gisteren brak een kwartier uurs ten Oosten van ons dorp de Waaldijk door, juist tegenover Uws Vaders huis, dat met schuren en stallen , met wintervoorraad , oogst en meubels in weinig tijds een prooi der golven werd. Uw vader zelf verkeerde in het grootste levensgevaar , maar hij werd gered en is nu gezond en wel bij mij aan huis. Hij is kalm en tevreden en troost zich met de woorden van den godvreezenden Job; De Heer heeft gegeven , de Heer heeft genomen , Zijn naam zij geprezen! — Verdraag Gij , beste Vriend, dezen slag even Christelijk ; want hoe groot Uw verlies ook moge wezen, aan hulp zal het niet ontbreken. Reeds is de watersnoodcommissie werkzaam en mij en mijn vrienden met Uw en Uws Vaders vrienden zal het ongetwijfeld gelukken de geleden schade geheel-te doen herstellen. Blijf ondertussehen* kalm err gelaten en troost U met de gedachte, dat God zijn beste vrienden ten hunnen eigen beste het meest kastijdt. Weldra
35
hoop ik meer tc kunnen schrijven. Geloof mij intusselum voor altijd
Leeuwen , 2 Februari 1879. |
Uw trouwe vriend , B. Blijdenstein. |
36. Aan een Vriend i n 1) ij den dood van haar moede r.
Innig geliefde Vriendin ,
De grootte van het verlies , dat Gij door den dood van Uw onvergetelijke Moeder geleden hebt, doet mij twijfelen , of ik U wel zal kunnen troosten. Hoe kort is het nog geleden, dat ik de genoegelijkste dagen mijns levens bij U doorbraeht, en juist de dierbare overledene was het, die ons zooveel genoegen deed smaken. En nu is zij niet meer, tot mijn innigste droefheid moeten wij haar nu missen. Tereeht laat Gij thans Uw tranen vloeien , want zulk quot;een edele, brave vrouw is onze tranen waardig.
Maar, lieve Vriendin , konden wij haar altijd bij ons houden ? Heeft zij geen hoogen ouderdom mogen bereiken ? Heeft zij den avond van haar leven niet genoegelijk doorgebraeht en was haar laatste levensjaar geen onmerkbare overgang van het leven tot den dood ? Is haar geest niet steeds helder gebleven en heeft de Hemel niet al haar wensehen verhoord en vervuld ? — Zie, mijn beste, als Gij dat alles bedenkt, moet Gij stellig minder bedroefd worden.
Denk met een ootmoedig hart, dat Uw dierbare Moeder nu de henielsche zaligheid geniet. Dat is de laatste kinderlijke plicht, dien Gij haar nog kunt bewijzen. Droog Uw tranen en vergeet in Uw smart niet den Hemel te danken, dat Hij U buiten zooveel anderen zoo lang Uw dierbare Moeder liet behouden. Vergeet ook nooit het voorbeeldig leven van de brave afgestorvene eu denk vooral dikwijls aan haar zacht afsterven , het loon ongetwijfeld van haar braafheid. God geve U ook zulk een sterfbed ! Dit is de beste wenseh van
Delfshaven, Uw deelnemende
29 Januari 1879. Clara.
37. Aan eeh Vriend bij het afbreken van een. engagement.
l'ieve Vriend ,
Nu blijkt het toch , dat ik niet ongegrond bedenking koesterde aangaande het slechte van Uw keus, hoewel Gij zulks
26
altijd bestreedt. Maar ik wil U niet berispcfl over Uw te groot vertrouwen, want het spijt mij veel te zeer, dat Gij zulk een grootc teleurstelling moet beleven. Mij kwamen liet meisje met haar ouders nooit voor als menschen, die de liefde waardig waren van een man als Gij, hoezeer zij zich ook inspanden om uitwendig beier te schijnen , dan zij waren. Voor U beschouw ik het als een geluk , dat Uw engagement door toevallige omstandigheden werd verbroken , want door zulk een meisje zoudt Gij ten laatste diep ongelukkig geworden zijn. Dank God, dat Hij zoo trouw over IJ gewaakt heeft.
Steeds ben en blijf ik quot;Wijk bij Duuistede, Uw oprechte vriend,
12 Augustus 1878. D. Kraai.
38. Aan een Vriendin bij het afbreken van een engagement.
Dierbaarste Vriendin ,
Uw brief van 20 October heb ik ontvangen. Zijn inhoud heeft mij diep getrofl'en. Ook ik heb met U geweend en met U gevoeld, dat al Uw geluk thans in ongeluk verkeerd is, omdat Uw jeugdig minnend hart maar alleen zijn gewaand geluk dacht te kunnen vinden in het bezit van Uw minnaar. Neem mij niet kwalijk , dat ik gewaand geluk schrijf. Omdat ik zoo veel van U houd, wil ik U niet verbergen , hoe ik denk over Uw zoo plotseling afgebroken engagement, dewijl ik vermeen , dat mijn zienswijze , al is zij U ook minder aangenaam , heilzaam voor Uw gewond hart zal wezen. In Uw onschuld dweeptet Gij met het voorwerp van Uw eerste liefde zoodanig, dat de vervulling van Uw wensehen, hoe innig zij ook gemeend waren j een onmogelijkheid was. Gij bemindet geen zwakken menseh, maar een ideaal. Omdat Gij in Uw minnaar geen zwakheden wildet zien , was Hij U meer dan een God. Die zinsbegoocheling kon niet eeuwig duren. Eeeds lang zag ik het oogenblik naderen , waarin Uw waan vervliegen zou, waarin U de bittere kelk niet gespaard zou blijven, dien Gij nu ledigt, waarin Gij U bedrogen zoudt zien. Arm Naatje, Gij moogt gerust klagen. Gij moogt gerust weenen, maar Gij moogt niet onrechtvaardig worden tegen den Bestuurder van ons noodlot, want Hij weet immers best, wat voor U goed en nuttig is. Gij zijt immers door Uw zuivere liefde deugdzamer en beter geworden en zou deze aanwinst door U uiet geteld worden ? Uw gewond hart zal genezen ; Uw helder verstand zal over Uw zwakheid zegevieren en eenmaal zult Gij met Uw liefde nog een man gelukkig kunnen maken, die Uwer geheel en al waardig is. Maar thans
27
hebt Gij de grootste behoefte aan een medelijdend hart, waarin Gij het Uwe kunt uitstorten. Deel daarom onbevreesd al Uw klachten , al Uw kommer aan mij mede, want gedeelde smart is immers maar halve smart. Vergeet dus vooral niet, dat Gij een vriendin hebt, aan welke Gij alles gerust knnt toevertrouwen. In de hoop, dat ik weldra een geruststellenden brief van U ontvangen zal, blijf ik
Loon op Zand , Uw ware vriendin ,
29 October 1878. Theresia.
39. Aan een Vriendin bij den dood van haar man.
Waarde Vriendin ,
De dood van Uw man en Uw treurige toestand gaan mij zeer ter harte. Uiterst moeielijk valt het mij U te troosten, omdat ik zelf troost noodig heb, dewijl ik in Uw voortreffelijken echtgenoot mijn besten vrieud heb verloren.
Hoe onbegrijpelijk is de Voorzienigheid 1 Veel menschen zijn zich en anderen tot last, zoodat zij gaarne van deze aarde scheiden en sterven zouden; maar zij blijven leven en kunnen niet sterven. Zelfs het grootste lijden kan hen niet uit hun boeien ontslaan en anderen, wier dood schijnbaar voor velen een ongeluk is, worden weggemaaid!... Maar ook dit zal ons niet eeuwig een raadsel blijven. Wij kennen de toekomst niet, maar God kent die en eenmaal zullen wij Zijn voorbeschikkingen bewonderen en Hem danken , omdat wij dan eerst zullen begrijpen , hoe goed Hij alles gedaan heeft.
Sla Uw blik op den Vader der weduwen en weezen 1 Hoop op Hem, want Hij zal ü en Uw kinderen niet vergeten .. . De tijd zal Uw smart verminderen , zoodat Uw droefheid dan veranderen zal in een verlangen naar Uw geliefden echtgenoot. Gun hem rust van zijn arbeid , bevrijding van zijn lijden.
Omdat Gij in mij vertrouwen stelt, zal ik voor U doen , wat in mijn macht staat. Uw zoon kan bij mij komen ; ik wil zijn vader en hij zal mij als kind wezen. Voor U en voor Uw dochtertje zal God ook wel door trouwe vrienden zorgen. Houd goeden moed en blijf kalm ; verdraag Uw verlies met Christelijkcn moed.
Zwammerdam , XJw trouwe vriend ,
1 Maart 1879. J. Thoonen.
40. Aan een Vader bij het verlies van twee kinderen.
Mijnheer en Vriend ,
Matig Uw smart over het verlies van Uw geliefde kinderen,
28
want 7,ij verleidt U tot onrechtvaardige berisping over en tot bitterheid voor de beschikkingen van het Opperwezen , en wie kan den goeden God doorgronden ? Al handelt Hij ook tegen onze wenschen , toch mogen wij Hem nog niet onrechtvaardig noemen. Zou God niet steeds het beste en het wijste voor ons willen ? O, als wij den sluier konden opheffen , die de toekomst voor onzen blik verbergt, dan zouden wij quot;voorzeker aanbidden en danken, waar wij nu klagen en berispen en met wanhoop worstelen. Hoewel ik thans deze waarheid tegenover TJ niet kan bewijzen , zoo ben ik toih overtuigd, dat Gods wijsheid en goedheid stellig door den dood van Uw goede kinderen hun en Uw welzijn bevorderen wilde , want het zou immers strijden met onze begrippen van de verhevenheid des Opperwezens , indien Hij genoegen kon hebben in ons lijden , of wanneer Hij iets doen zoude, dat niet voor ons en het algemeen welzijn dient. God bemint immers de menschen als een liefhebbende Vader. Hij legt ons soms wel een last op , maar Hij ontneemt ons dien last ook weer , indien wij slechts kinderlijk op hem vertrouwen. Laat deze geruststellende waarheid op Uw vaderhart werken; zij zal U met troost vervullen, die voor U buitengewoon noodzakelijk is , omdat Uw diepe smart U vergeten doet, hoe wijs en goed God is en dat God vereerd moet worden , al komen Zijn wijze beschikkingen ook niet overeen met onze wenschen. Stellig ben ik overtuigd , dat Gij weldra ook weder de groote wijsheid en goedheid van de Voorzienigheid zult erkennen, wanneer Gij slechts een blik slaat op de gevaren des levens , die nu Uw goede kinderen onmogelijk meer kunnen treilen. In de toekomst zal U de Voorzienigheid ook wel vergoeding schenken voor lTw tegenwoordig verlies. Wees overigens verzekerd, dat ik in Uw smart en in alles, wat U aangaat, van ganscher harte deel als
Stavenisse , Uw oprechte vriend,
27 December 1878. C. Cornelissen.
41. Aan een Vriend, wiens zoon gesneuveld is.
Geëerde Vriend ,
De treurige tijding van den dood Uws zoons heeft mij ten hoogste verrast en zij heeft den diepsten indruk op mij gemaakt Een ieder, die een gevoelig hart bezit, moet U beklagen en Uw smart prijzen bij het verlies van zulk een veel-* belovenden jongeling. Moge de gedachte U troosten , dat er geen eervoller en schooner dood is dan te sterven voor het Vaderland. Uw brave zoon vergoot zijn bloed op het veld van
29
eer voor zijn koning en zijn medeburgers. Daarom moet hij ons onvergetelijk en eeuwig dierbaar wezen. Zij u nagedachtenis zal nog bij het nageslacht geëerd en geroemd worden. Wees gelaten in Uw lot en twijfel nooit aan de vriendschap en de liefde, waarmede ik steeds zal wezen
Rolde , Uw opreehte vriend,
22 November 1878. ,1. Evers.
42. A a n een Vriend, die uit de 1 o t e r ij getrokken heeft. (B o e r t e n d).
Arme Vriend,
Het is dus inderdaad waar, dat Gij ongelukkig geweest zijl. Nu Gij een vijfde van de honderd duizend getrokken hebt, moet ik mij haasten om U van ganscher harte mijn medelijden te betuigen en om U allen troost te bieden, dien mij mijn innige vriendschap voor U aan de hand geeft. Wel is het een zwaar lot, dat U getroffen heeft, maar indien Gij bedenkt, dat het maar een vijfde part is en dat U for tuna oven gemakkelijk de geheele kluts op den hals had kunnen schuiven , dan zult Gij Uw last wel even gelaten dragen , als alle wijzen de slagen van het noodlot torsen. Met leedwezen bedenk ik, hoeveel nood en verdriet Uw Mammon U bereiden zal. Gij zult nu veel vrienden krijgen , die Uw wijn komen opdrinken en Uw geld komen leenen ; Gij zult nu veel nieuwe ziekten leeren kennen, zooals: de watervrees, het kippevel, wanneer de effekten dalen , de kramp in de kin, wanneer Gij op vervelende soirées gaarne zoudt gapen en niet moogt, enz. Ten slotte breekt Gij misschien op een rijpaard den nek, of Gij krijgt het pootje en dan staat Gij onder dokters commando. Wanneer ik mij dit alles recht duidelijk voorstel, dan ben ik blij , dat het noodlot mij ten minste niet uitverkoren heeft voor zulk een lijdensrol. Maar mijn vriendschap voor U overtreft nog mijn égoismus, zoodat ik nog steeds voor U alles zou kunnen doen. Indien Gij , bij voorbeeld , eens zoo ver kwaamt, dat Gij den geheelen kraam recht moede werdt, indien Gij ooit den tijd weer terug zoudt wenschen, waarin Gij juist zooveel hadt als ik, dus niets, werp dan gerust Uw last op mijn schouderen, want ik geloof, dat ik U voor eeuwig daarvan zou kunnen bevrijden. Voor-loopig smeek ik U echter, dat Gij na Uw vergulding, zoo veel mogelijk, Uw vroegere vriendschappelijke gevoelens moogt behouden. Wij zijn ver genoeg van elkander verwijderd en behoeven dus niet te vreezen, dat mijn armoede Uw rijkdom zal hinderen, en daarenboven wil ik U plechtig verzekeren,
30
dat ik nooit lust zal hebben in Uw wijn of Uw geld. Liever stel ik mij tevreden met mij als vroeger te heeten
Haarlem, Uw goede vriend ,
31 October 1879. B. van Zwieten.
VERSCHILLENDE BRIEVEN AAN EAMILIE EN VRIENDEN.
(In deze brieven schrijft men , los en ongedwongen, wat het hart ingeeft, omdat alles , wat den schrijver betreft, belangstelling moet inboezemen.)
43. Een rekruut quot;meldt zijn wedervaren aan zijn Ouders.
Waarde Ouders ,
Wellicht zijt Gij ontevreden op mij, omdat ik ü drie weken zonder eeaige tijding van mij liet. Maar groote drukte en mijn geheel nieuwe toestand gunden mij geen oogenblikje rust. Van daag ben ik echter vrij van dienst en nu zal ik U eens schrijven, hoe het met mij is gegaan. Hoe het mij te moede was , toen ik ons dorp uit en van U en van al mijn vrienden af moest, kan ik U niet beschrijven. Steeds welt nog een traan in mijn oog op, als ik aan alles denk. Maar toen ik eenmaal met de overige rekruten een eind weg was,
ging de reis toch beter, dan ik mij voorgesteld had. Ik begreep, dat het zoo wezen moest en beet dus maar door een zuren appel heen. 's Avonds om half zes waren wij in Nijmegen,
waar wij den eersten nacht ingekwartierd werden. Ik trof een best Kwartier en met mijn lui mag ik de vriendschap aanhouden. Het zijn een paar oudjes , bij welke ik mijn vrijen tijd meestal doorbreng. iJat bevalt mij beter dan de nare kazerne.
Den volgenden morgen werden wij gekeurd, gepoetst, gekazerneerd en in het pak gestoken. Daarmee ging mijn eerste dienstdag om.
's Morgeus om vijf uur slaat de tamboer de reveille, dan heet het opstaan ; een kwartier later brengt de fourier ons brood ; van zeven tot negen moeten wij exerceeren ; om tien uur is de soep en om drie uur ons middageten klaar, dat gewoonlijk rats is; van vier tot zes exerceeren wij nogmaals; om tien uur is het visitatie en daarna onder de wol.
Zoo gaat de êeiie dag na den andere geregeld Voof bij'. Gezond ' quot; blijf ik er bij, want het traktement is te klein om kromme sprongen te maken, maar dat houdt mij ook braaf. Uw wyze
31
lessen en die van onzen goeden herder komen mij nn uitmuntend te stade, want menigmaal verbeeld ik mij te zitten als Daniël in den leeuwenkuil. Maar ik doe zooveel mogelijk mijn best en ik mijd zorgvuldig slechte kameraden. Hun vloeken en zuipen hindert mij al genoeg. Eidt toch vooral goed voor mij, dat ik even braaf tot U terug moge keeren, als ik van li heenging. Antwoordt eens spoedig
Nijmegen, Uw zoon,
16 Mei 1879. Jan.
44. Antwoord op No. 48.
Geliefde Zoon ,
Met groote blijdschap ontvingen wij Uw eersten brief, waaruit wij zagen , dat Gij met U w nieuwen stand tevreden zijt. Houd U' braaf en goed, want door Uw goed gedrag bereidt Gij ons de grootste vreugd. Geloof ons, dat Gij door Uw koning trouw te dienen een beter lid voor de maatschappij zult worden , dan wanneer Gij steeds op ons dorp gebleven waart. Gij krijgt nu ervaring en menschenkennis in ruimer mate, dan Gij hier kondt vinden. Maar hoed U vooral voor den drank; schuw hem als de pest en vertrouw niet te veel op Uw eigen krachten. Bid vooral, dat God U beware voor den eersten stap op de breede baan van de ondeugd..
Bijzonder nieuws is hier, als altijd , niet veel. Het vee blijft gezond ; de vruchten op den akker staan goed. Als ons de gedachte aan U soms niet treurig stemde, zouden wij altijd zijn
Dreumel, Uw tevreden ouders,
11 Mei 1879. G. Kemark en eehtgenoote.
45. Een zoon neemt schriftelijk afscheid van zijn Moeder.
Dierbare Moeder,
Hoe smartelijk was het mij , dierbare Moeder, toen ik het ouderlijk huis verlaten moest zonder afscheid van U te kunnen nemen. Maar liefde en zorg voor U en gehoorzaamheid aan mijn vader verplichtten mij U geen vaarwel te zeggen. Uw prikkelbaar gestel, dat door U w ziekelijkheid nog gevoeliger is geworden, dwong mij zonder liw zegen heen te gaan. Vergeef mij het verdriet, dat ik U daarmede aandeed, want dit geschiedde immers met een goede bedoeling. Vurig hoop ik, dat mijn heengaan U niet ontsteld heeft, want anders zou mij de scheiding van allen, die ik bemin en hoogschat, dubbel zwaar vallen.
32
Friscli en gezond kwam ik op de plaats mijner bestemming. Mijn lastige reis heeft mijn lichaam veeleer gebaat dan ontsteld. Dit laatste -ware stellig het geval geweest, indien Gij , dierbare Moeder, mij een weekelijke opvoeding hadt gegeven. Gij kunt dus over mij onbezorgd wezen. Al Uw wijze lessen vergezellen mij ; zij staan mij steeds voor ocgen en onuit-wischbaar diep zijn z' in mijn hart gegrift. Ledigheid en slecht gezelschap zal ilc mijden; steeds zal ik matig, bescheiden , waarheidslievend , vlijtig en ordelijk wezen. De laatste les van mijn vader: Wandel voor God en leef als de troost en de vreugd Uwer Ouders , zal mijn leiddraad , mijn richtsnoer bij al mijn handelingen zijn. Op Godes zegen vertrouw ik ; Hij zal mij weer in üw armen terugvoeren als een zoon, die Uwer liefde waardig is.
Aanvaard, dierbare Moeder, nogmaals voor alles, wat Gij aan mij gedaan hebt, mijn oprcchten kinderlijken dank. Nooit zal ik U genoeg erkentelijkheid kunnen bewijzen, maar stellig zal ik U tot mijn laatsten ademtoclit dankbaar blijven.
Vaarwel, dierbare Moeder, en zegen, al is hij ver van U verwijderd
JSew-York, Uw dankbaren zoon,
10 Februari 1879. Frederik.
■lö. Een vrouw aan haar afwezigen man.
Dierbare Frans ,
Uw langdurige afwezigheid baart mij veel smart. Nooit zou ik hebben kunnen gelooven , dat Gij , die zoo innig veel van mij houdt, zoo lang van mij verwijderd kondet blijven. Gij weet immers zelf ook zeer goed, dat mij niets vreugd kan verschatten , nu ik gescheiden moet leven van het dierbaarste, wat ik op aarde bezit.
En toch kan ik op U niet knorren, want waarlijk, ter-» wijl ik U verwijt, dat Gij zoo lang weg blijft, is het, als doe ik U onrecht. Er fluistert mij een stille stem toe, dat Gij , die steeds zoo liefderijk voor mij waart, onmogelijk langer , dan hoog noodig is , van mij verwijderd kunt blijven.
Maar van mijn twijfel, mijn angst en mijn zorg wil ik bevrijd wezen. Bewijs mij , dat Gij niet met voordacht te lang wegblijft en bevredig de gespannen verwachting en den harte-wensch van Uw liefdevolle gade door een spoedige terugkomst, opdat ik U , dierbare Frans, dan mondeling de teederste bewijzen mijner genegenheid kunne geven. Keeds te lang hebt Gij mij beroofd van het innig gewenscht-bezit va'n af mijn aardsch geluk. Want Gij weet immers , hoe pijnlijk mij Uw afwezigheid valt; mijn leven heeft voor mij slechts waarde,
33
als ik het met U kan deelen. Daarom hoop ik vurig, dat Gij, zelfs in weerwil van dringende zaken, aan mijn eenigsten wenseh zult voldoen. Deze wenseh zal U misschien een kleinigheid schijnen, maar hij is van het grootst gewicht voor
Schiedam , Uwe U liefhebbende
4 October 1878. Eliza.
47. Antwoord op No. 46.
Allerdierbaarste Eliza,
Uw lieven brief heb ik ontvangen en maar al te goed begrijp ik , hoezeer mijn langdurige afwezigheid U lastig moet vallen. En toch moet ik mij nog verontschuldigen , want een zeer onverwachte zaak dwingt mij nog eenigen tijd hier te blijven. Derhalve kan ik mijn dierbare gade nog niet verzekeren , wanneer ik haar weer in mijn armen zal kunnen drukken. Doch tevens smeek ik U mij een weinig genadiger te behandelen en mijn lang wegblijven niet meer toe te schrijven aan gebrek aan liefde voor U of aan eenige andere oorzaak , die immers voor ons beiden even onteerend zou wezen.
Wees integendeel verzekerd, mijn beste, dat ik U zoodra mogelijk de voldoening zal gunnen, waarna Gij zoo innig schijnt te verlangen, namelijk, dat ik U weldra in staat zal stellen mij mondeling zooveel zachte verwijtingen te geven , als Gij zelf maar zult verkiezen ; maar geloof tevens , dat niemand vuriger verlangt naar die zalige oogenblikken dan Londen, 8 October 1878. Uw getrouwe Frans.
48. Een broeder aan een anderen over een begrafenis, enz.
Waarde Broeder,
De tijding van den dood van onzen goeden Oom heeft mij zoodanig ontsteld , dat het mij de grootste moeite kost om U met de noodige kalmte te schrijven. Gij weet immers ook , hoeveel de dierbare overledene voor ons sinds onze kinderjaren was. Thans mag ik niet uitwijden over de tallooze bewijzen van zijne genegenheid en liefde voor ons , want dan zou mij de smart over zijn onherstelbaar verlies zoo sterk aantasten, dat ik onmogelijk verder zou kuunen schrijven Och, Broeder, al waren wij ook eenigszins voorbereid , toch treft ons deze slag hard. Hoe gaarne zou ik mijn eigen levensdagen geschonken ' liëbben , 'infiieti ik' da'armede hetquot; feveit van rflijif dierbaren Oom had kunnen rekken. En Gij toch voorzeker ook ? Maar wij kunnen de Voorzienigheid niet dwingen. God weet het waarom
3
34
van zijne handelingen, dat wij eerst hier boven zullen leeren kennen , waar geen dood en scheiding meer is.
Doch, lieve Broeder, ons rest nog een treurige plicht: wij moeten zorgen voor een deftige begrafenis van den onvergetelijke , wien wij , al is zijn stoffelijk omhulsel ook ontzield, niet te veel eer kunnen bewijzen. Eegel dus alles, want ik kan niet; maar regel het vooral zoodanig, dat de plechtigheid geen vertooning worde, als wilden wij met zijne nalatenschap pronken. Vermijd evenwel tevens, dat ons het verwijt zou kunnen treffen, van hardvochtige, blijde erfgenamen te zijn. Met alles , wat Gij doet, ben ik overigens tevreden. Laat onzen besten Oom naast onze goede Ouders begraven, dan rusten er drie brave menschen naast elkander, wier aandenken ons steeds heilig zal wezen. Zij rusten in vrede!
De kwestie over de nalatenschap van onzen goeden Oom zal volgens zijn testament geregeld moeten worden. Op deu vastgestelden tijd moeten wij zijn laatsten wil doen openen en alle legaten doen uitbetalen, welke de dierbare overledene gemaakt kan hebben. Indien hij misschien onverhoopt iemand uit zijne omgeving naar verdienste te weinig gemaakt of zelfs vergeten mocht hebben, dan geloof ik, dat wij verplicht zijn dat verzuim te herstellen, opdat niemand gelegenheid kunne hebben onzen dierbaren Oom nog na zijn dood te berispen. Volgaarne geef ik U volmacht om ook in deze alles te regelen , zooals Gij het noodig en goed oordeelt.
Met mijn hartclijksten broedergroet sluit ik, maar nogmaals smeek ik U , dat Gij toch niets verzuimen moogt, wat passend , rechtvaardig en billijk is.
's Gravenhage , Uw broeder,
12 Juli 1878. Petrus.
49. Een vriend, die zeer onverwacht geërfd heeft, aan een anderen.
Waarde Vriend,
Sinds eenige jaren reeds kon ik geregeld in eiken brief aan U een jeremiade richten. Steeds gingen mijn zaken achteruit; al deed ik mijn uiterste best, toch sloeg mij alles tegen. Hoe dikwijls was ik radeloos en wanhopig; doch Gij , waarde Vriend, wist mij steeds zoodanig op te beuren en aan te moedigen , dat ik onder vertrouwend opzien tot God overal doorgeworsteld ben en nu , op dit oogenblik , heeft mij een onverwachte erfenis uit allen nood geholpen. Gij waart steeds de eerste om mij te raden en te troosten , Gij zult ook de eerste zijn, die zich met mij in mijn geluk verheugt. Gij
85
kendet den ouden zonderling, die bij mij een kamer in huur had. Hoe dikwijls waanden wij den alleenstaanden man een vrek en toch voor mij alleen , voor mijn welzijn heeft hij gespaard. Alles, wat hij bezat, is nu. het mijne, omdat ik, trots rampspoed en ongeluk, braaf en werkzaam bleef. Hadt Gij mij niet zoo trouw geraden , dan zou dit niet het geval geweest zijn. Maar nu kan ik vooruit. Kan ik U nu met eenig kapitaal helpen , kom dan gerust bij
Wiehen , Uw dankbaren vriend ,
9 Maart 1879. J. Linzen.
50. Een zuster meldt aan haar zuster, dat de moeder gevaarlijk ziek is.
Lieve Zuster,
Onze goede moeder is, zooals Gij weet, al sinds eenigen tijd onpasselijk. Voor acht dagen kreeg zij koorts en dat maakt haar toestand zoodanig, dat wij ons terecht bezorgd beginnen te maken. ])e dokter komt geregeld tweemaal daags en vindt haar toestand ver van geruststellend. Het zou voor ons wezenlijk een verlichting en voor Uwe lieve Moeder een troost wezen, als Gij voor eenigen tijd bij ons kondet komen. Wij verlangen allen zoo naar U. Er gaat geen uur voorbij, of Moeder vraagt naar U ; of Gij wel weet, dat zij zoo ziek is en of zij U nog voor haar dood zal zien ? Wij hebben dan de grootste moeite om haar te troosten en gerust te stellen. Kom dus zoodra mogelijk en zie, hoe wij allen naar U verlangen, maar vooral
Utrecht, 12 Juni 1879. Uw Betje.
51. Bij het afzenden van een geschenk.
Waarde Neef,
Hecht hartelijk danken wij U voor Uw heerlijken kabeljauw , die ons, heibewoners , welke zoo zelden viscli en vooral zeevisch zien, buitengewoon goed te slade kwam met al de vastendagen. Wij hebben er heerlijk aan gesmuld. Dewijl oom Jansen voor zaken toevallig naar Amsterdam moet , zal ik hem tevens Uw ledige mand maar medegeven. Aan die mand hebt Gij evenwel bedroefd weinig; maar Gij zult U nog wel herinneren, dat er naast ons huis een bergamot staat. Die peren worden tegenwoordig rijp, want wij krijgen geen neefjes meer, die klimmen kunnen en mijne kleinen zijn ook zoover nog niet. Mijn vrouwtje zal de mand maar eens vullen en de
36
peren zullen U zeker even lekker smaken als ons de kabeljauw. Oom Jansen zal U wel meer vertellen van
Groesbeek, Uw neef,
8 October 1878. Tennissen.
52. Mededeeling van een aangename tijding.
Mejuffrouw en waarde Vriendin,
Bij het overlijden van mijn onvergetelijken echtgenoot toon* det Gij zooveel deelneming en tijdens Uw vierjarig verblijf alhier had ik zooveel hartelijke vriendschap van U, dat ik stellig vertrouw, dat Gij nog steeds belangstelling zult hebben voor alles , wat mij aangaat. Daarom zal het U ook wel genoegen doen , nu ik U kan melden, dc.t mijn oudste zoon Jan gisteren vrijgeloot is. Met den grootsten angst zag ik den dag te gemoet, maar, Goddank! mijn zorg verkeerde in vreugd.
Wat zou ik met mijn twee andere kinderen hebben moeten aanvangen, indien ik mijn braven zoon, onzen kostwinner, had moeten missen ? Onder zijne leiding gaan onze zaken goed ; ik kan hem onmogelijk missen en een plaatsvervanger of nummerverwisselaar kan er onmogelijk af. Kom ons weldra eens bezoeken en geloof mij steeds
Wamel, Uw dankbare vriendin,
20 Februari 1879. Wed. A. Jansen, geb. Pruim.
53. Aan een Zuster om in den winkel te assisteeren.
Waarde Zuster,
Eeeds sinds geruimen tijd hoordet of vernaamt Gij niets meer van mij, maar Gij moet waarlijk niet gelooven, dat ik onverschillig voor U ben geworden. Integendeel, drukke bezigheden veroorloven mij zelden de pen ter hand te nemen.
Vooreerst geeft mij mijn aangroeiende huishouding ruimschoots werk en daarbij gaat onze affaire zoo goed, dat mijn man en ik bijna geen oogenblik rust hebben. Wij moeten noodzakelijk nog iemand in huis nemen voor den winkel. Nu hebt Gij altijd zin gehad om winkeljuffrouw te worden en ons dunkt, dat wij allen geholpen waren, als Gij bij ons zoudt willen komen. Wilt Gij, schrijf het ons dan gauw en tevens, wanneer Gij komen zult. Over de voorwaarden zult Gij het dan wel eens worden met
Dordrecht, Uw zuster,
11 Mei 1879. JaIls-
37
54. Een vriend aan een anderen over verschillende zaken.
Lieve Vriend ,
Ongetwijfeld zijt Gij eenigszins boos op mij , vooral omdat Gij U mijn zwijgen niet hebt kunnen verklaren. Daarom wil ik maar beginnen met U te melden, dat het zwijgen mijne schuld niet geweest is , want een reis, die naar mijn oordeel geen acht dagen kon duren, heeft mij buiten verwachting ruim een maand uithuizig gehouden. Eerst gisteren avond kwam ik thuis, waar ik Uwe twee brieven vond, die ik nu onmiddellijk beantwoorden wil.
■Uw vragen naar mejuffrouw Jansen en Uw daaropvolgende halve bekentenis hebben mij niet verrast, want tijdens Uw verblijf alhier had ik al zoowat lont geroken, al waart Gij niet vertrouwelijk genoeg om mij deelgenoot van Uw geheim te maken. Nu kan ik U wel mededeelen, dat er hier niet bekend is, of deze dame al geëngageerd is of verloofd; maar pas op , het hinkend paard komt achteraan : zij heeft nog al veel aanbidders en wordt eenigszins coquet genoemd. Anders staat zij voor goed te boek. Dat zij een rijke opvoeding genoten heeft en daarom misschien een minder goede huisvrouw zou kunnen wezen, weet Gij zeker wel. Overigens hoop ik , dat Gij met Uwe huwelijksplannen in zooverre slaagt, da,t Gij eene goede keuze doet. Op reis heb ook ik een groot gedeelte van mijn hart verloren. Zoodra ik niet meer tusschen hoop en vrees zweef, zal ik U op de hoogte brengen. De God der liefde zal ons wel gunstig zijn, want wij willen hem immers onze gouden vrijheid ten oö'er brengen. Maar Gij zijt de oudste en moet dus het eerst naar Hymens altaren.
Doch terwijl ik nareken, dat Gij werkelijk zes maanden ouder zijt dan ik, begint mij een groot verzuim te kwellen. Tijdens mijn uithuizigheid waart Gij jarig en ik bleef U mijn felicitatie schuldig. Vergeef mij dat, waarde Vriend; mijn reis en mijn verloren hart hebben mij geheel en al buiten westen gebracht. Aanvaard nu mijn besten zegenwensch , al komt hij ook als mosterd na den eten ; maar voortaan zal ik beter op mijn tellen passen.
Uw ingesloten brief aan Tennissen is gisteren avond nog bezorgd , maar ik geloof, dat Gij monnikenwerk aan hem doet. Cornelissen leeft vroolijk en wel met zijn vrouwtje; griffier Jansen is verplaatst naar Zutfen en Thijssen is naar Amerika.
Nu ik Uw brieven beantwoord en Uw commissie gedaan heb , komt de beurt aan mij om U ook eens in te spannen. Vooreerst moet ik voor mijn tuin een sierplant hebben, liefst een heester, die groen blijft. Koop er één voor mij en stuur
38
ze franco over. De onkosten zal ik U per omgaande vergoeden. Ten tweede moet Gij met de ingesloten quitanties eenai naar den winkel van Bahlman gaan. Er schijnt een abuis te zijn , want driemaal werd ik over ac. p0. gemaand en wel voor posten , die volgens bijgaande stukken betaald zijn. — Tot weerdienst ben ik altijd bereid. De quitanties stuurt Gij natuurlijk terug.
Hoe blijde ik ook ben, dat wij geëngageerd zullen raken, toch wordt mijn vreugd nog «enigszins vergald. Mijn dierbare Vader wordt oud en zwak ; hij gaat zachtjes aan achteruit, zoodat ik mij voor hem bezorgd maak. Maar met al mijn liefde kan ik zijn dierbaar leven niet verlengen en er zal mij niets resten dan gelaten het onvermijdelijke te gemoet te zien ^ hoe smartelijk het mij ook vallen moge.
Schrijf mij nu eens gauw.
Brielle, t. t.
2 Juli 1878. J. Pauwels.
55. Een vriend aan een anderen, wien hij lang niet geschreven heeft.
Beste Oude Vriend,
Heden vierde ik mijn veertigsten geboortedag, niet zooala veel zijner voorgangers bij den wijn in vroolijk gezelschap, maar alleen met mijn herinneringen aan vroeger dagen en ik begin te gevoelen , dat mijn beste jaren voorbij zijn. Met vollen ernst hield mij het verleden bezig: mijne vroegere jaren liet ik alle de revue passeeren en al mijne lieve Vrienden en Vriendinnen kregen hun beurt en mijn hartelijksten groet. Vooral Gij hieldt mij lang bezig. Alles, wat wij saam in lief en leed genoten hebben, doorleefde ik nogmaals en helaas! te zeer gevoel ik nu, dat wij gescheiden zijn. Maar Gij zult ook nog wel aan mij denken , hoewel wij elkander al lang niet meer schreven. Niet eenmaal weet ik meer, wie onzer het laatst heeft geschreven. Maar dat schaadt aan onze vriendschap niet en het verleden met al zijn schoon voor ons beiden blijft ona immers onvergetelijk. De toekomst is mij te prozaïsch ; alles is bij. mij thans alledaagsch en kan U dus ook geen belang inboezemen. Kom liever zelf eens over om mij in al mijn huisbakkenheid te zien , dan zult Gij ondervinden, dat ik nog altijd geheel de Uwe ben. Maar Gij moet wat 'meer schrijven; ik natuurlijk ook. Veel verlang ik niet. Al schrijft Gij maar eens per jaar : Ik ben nog de oude, dan ben ik al tevreden. Maar dat moet Gij op Uw verjaardag doen; dan
vieren wij immers onze verjaardagen toch samen, tot de dood onze correspondentie afbreekt.
quot;Vaarwel en geef mij nog jaren lang kans om ü te doen weten , wanneer ik verjaar. Als altijd
Utrecht, 1 Mei 1879. Uw Frederik.
56. Antwoord op No. 55.
Onverbeterlijke Droomer ,
Al wordt Gij honderd jaar, toch blijft Gij dezelfde. In-tusschen deed mij Uw brief recht veel genoegén en ik zou met Vader van Alphen willen zeggen : »l)ie perzik smaakt naar meer,quot; want Gij zijt schuld, dat wij elkander zoo weinig schrijven. Mijne twee laatste brieven bleven onbeantwoord. Maar nu weet ik toch, dat Gij de oude klant nog zijt met al zijn luimen en grillen. Daarom geef ik U fiat op Uw voorslag: Eens per jaar en kort op den geboortedag. Dat is anders wel wat schraaltjes voor oude vrienden en Gij zijt de plank glad mis, als Gij beweert, dat mij Uw tegenwoordig leven geen belang zou inboezemen. Yan U verlang ik meer dan een herinnering aan vroeger dagen. Doe als ik en leef meer voor de toekomst. Gij zijt nog te jong om als in een glazen kastjen op spiritus gezet te worden ; leef frischweg en werkzaam, zoolang Gij kunt. Dat doe ik ook en het beste bewijs daarvoor zal U mijn ingesloten photographic, die ik expres voor U liet maken, leveren. Dus nogmaals, mijn oude jongen, frisch, vroolijk eu blij, zoo moet het gaan. Droom wat minder en schrijf wat meer aan
Leeuwarden, 3 Mei 1879. Uw Karei.
57. Een ongelukkige broeder aanzijn onderen Broeder.
Waarde Broeder,
Eindelijk ben ik teruggekeerd van mijn buitenlandsche reis; doch, belaas ! mijn vrees was maar al te zeer gegrond : het faillissement van het huis Eöderer heeft mij het grootst gedeelte van mijn vermogen gekost. Gelukkig blijft mij echter zooveel, dat ik nog fatsoenlijk kan leven , hoewel op minder ruimen voet dan vroeger. Dus behoeft Gij U niet al te bezorgd over mij te maken en zelf zou ik de zorg ook nog ai kunnen dragen, iTidiên de quot;slepSnde* ziekte *vaft mijVie ouflste' dochter mij het verlies van mijn fortuin niet dubbel deed voelen. Tot heden kon ik mijn kranke lieveling alles geven , wat zij maar verlangde; maar nu zal ook zij zich moeten
40
leeren inkrimpen en het zal mij zoo hard vallen , als ik haar eenig genot moet ontzeggen. Maar ik durf hopen, dat zij met haar buitengewoon zacht karakter zich zal weten te schikken. Kom eens spoedig over om mij te troosten en om haar te doen begrijpen, dat zij met geringer eischen zal moeten optreden. Ook wenschte ik U te hooren over de toekomst mijner kinderen. Voor mijzelf verlang ik niets van U, maar die arme bloeden moeten geholpen worden, al is het voor tijd en wijl. Alphons is, zooals Gij weet, op de akademie; nog twee studiejaren en hij kan meester in de rechten zijn. Bernard ging verleden jaar naar de militaire akademie. Nu zullen beiden wat geholpen moeten worden en dat kunt Gij en wilt Gij zeker ook. Hun uitmuntend gedrag en hun vlijt zijn U waarborgen , dat alles, wat Gij voor hen uitschieten zult, goed besteed is. Mijn Trees wenschte ik nu voor een zaak op te leiden. Als Gij komt, kunnen wij overleggen, waar en hoe zij het best geplaatst kan worden. Maar kom spoedig en help mij voor mijn kinderen, die toch geen schuld zijn aan het ongeluk, dat mij miju onvoorzichtigheid berokkende. Maar gedane zaken nemen geen keer. Vergeef mij, dat ik niet naar Uw zoo dikwijls gegeven raad geluisterd heb, dat ik Uw zoo welgemeende waarschuwingen in den wind sloeg.
Vergeef het mij en wees voortaan als vroeger do trouwe helper en raadsman van
Lobith, 1 Juli 1879. Uw ongelukkigen Jacobus.
(Deze worden dikwijls geschreven en zijn voor hem, die aanbevolen wordt, van het grootst gewicht. Men schrijft ze voor bloedverwanten , vrienden en voor iedereen, dien men een aanbeveling waardig keurt. Men moet den persoon, dien men aanbeveelt, goed kennen en vooral weten, of hij de aanbeveling verdient. Beveel vooral getrouw naar waarheid aan. In den regel schrijft een meerdere de aanbeveling van een mindere.
De verplichting tot aanbeveling , het verzoek om een plaats of betrekking en de gronden voor de aanbeveling vormen den inhoud van aanbevelingsbrieven).
41
58. Aanbeveling van een bloedverwant voor eene betrekking.
Hooggeschatte Yriend,
Reeds dikwijls hebt Gij bewezen , lioe gaarne Gij de wen-schen van Uwe vrienden vervult. Daarom zult Gij het mij niet kwalijk nemen , dat ik U bij dezen voor een bloedverwant van mij iets wil verzoeken, namelijk voor den jongen Lambrechts, een braaf en geschikt jongmensch. Deze zou gaarne geheimschrijver bij graaf van Buren worden en dewijl Lambrechts weet, dat Gij bij ZHGeb. zeer veel invloed hebt, zoo heeft hij mij verzocht, dat ik U om Uw voorspraak voor hem zou verzoeken. Dat doe ik dus bij dezen en ik kan U verzekeren , dat Lambrechts door zijn karakter en zijn talenten Uw voorspraak en de vacante plaats volkomen waardig is. Hij heeft zich bij mij zoo verdienstelijk gemaakt, dat ik alles, wat Gij voor hem zult doen , beschouwen zal als aan mij gedaan en als een nieuw bewijs van Uw onschatbare vriendschap. Omdat ik overtuigd ben, dat het Uw grootst genoegen is, wanneer Gij anderen gelukkig kunt maken, zoo hoop ik ook stellig, dat Gij aan mijn verzoek zult voldoen. Daarvoor zal de jonge Lambrechts U even hartelijk dankbaar zijn als
Haarlem , Uw, U toegenegen, vriend ,
24 April 1879. A. Hummel.
59. Aanbeveling van een reizend persoon.
Waarde Oom ,
Veroorloof mij, beste Oom, dat ik heden een vreemdeling in Uw welwillendheid aanbeveel. Mijnheer Jansen, de brenger dezes, is openbaar onderwijzer alhier. Wij kennen hem als iemand, die gerust aanbevolen kan worden. Zijne uitgebreide kennis en zijne goede manieren maken hem alom gaarne gezien. Nu wil hij naar Amsterdam en mijn goede Moeder heeft mij belast U dat te melden en U tevens te verzoeken , dat Gij hem Amsterdam eens goed zult doen bezien. Onbeschroomd verzoek ik U dat, want wij weten immers bij ondervinding, hoe gaarne Gij een beschaafd en goed mensch een dienst bewijst. Jansen zal U dus stellig welkom zijn. Ontvang de groeten van ons allen en geloof, dat wij volgaarne tot wederdienst bereid zullen wezen.
Met .alle achting ben ik
Schijndel, * Üw ,* U' toegenegen , neef,
15 Augustus 1878. Piet.
42
60. Aanbeveling van een knecht.
Mijnheer,
Brenger dezes is de zoon van een smid alhier. Hij leerde bij mij het schrijmverken en kent zijn vak in den grond. Nu wil hij van huis om onder vreemden eens te zien, wat er zoo al in zijn vak omgaat. Het meest zal hij te Parijs nog kunnen leeren en volgens mijn raad trekt hij derwaarts. Nu zou ik gaarne zien, dat Gij hem op Uw ateliers plaatstet. Kan dat niet, zoo bezorg hem bij een anderen goeden schrijnwerker. Dat zal U met Uwe vele connexiën niet lastig vallen. Doch zorg vooral het jonge mensch ordelijk te houden en er geen looper of drinker van te laten groeien. Want ik stel er een eer in , dat mijn gewezen knechts zich ook op den vreemde goed gedragen en dat ze bij mij als bruikbare personen terug kunnen komen.
Tot wederdienst bereid ben ik
Nijmegen , Uw dienstwillige dienaar,
27 April 1879. F. Stemker.
61. Aanbeveling van een leerjongen.
Waarde Vriend ,
Onze langdurige vriendschap doet mij hopen , dat Gij mij helpen zult. Een veelbelovenden knaap wilde ik U aanbevelen. Hij wenscht koopman te worden en zijn vader, boekbinder Schuurmans, zou hem gaarne naar behooren het doel van zijn vurigste wenschen doen bereiken. De man heeft met zijn schrale verdiensten zijn zoon toch een goede en doelmatige opvoeding en opleiding weten te geven, zoodat vader en zoon de achting en de liefde van alle rechtschapen menschen waardig zijn.
De jongen is nu zestien jaar, goed van hoofd en hart en voor zijn leeftijd buitengewoon ontwikkeld. Hij was steeds een van de beste leerlingen onzer hoogere burgerschool.
Nu weet ik, dat Gij in Uw zaak een leerjongen noodig hebt en ook namens den vader verzoek ik U , of Gij dezen knaap in Uw zaak zondt willen nemen, waarbij hij onder üw leiding de beste gelegenheid kan hebben om zich verder theoretisch en practisch te bekwamen. De vader kan echter onmogelijk leergeld betaien. Maar ik weet, dat Gij daarop niet zien zult, want de trouw en de dienstvaardigheid van den jongen zullen U veel aangenamer zijn en U veel meer bevoor-deelen in Uw zaken dan een handvol guldens.
43
Vast ben ik overtuigd, dat mijn jongen U steeds met de grootste trouw zal dienen en dat hij U als zijn grootsten weldoener met kinderlijke liefde zal vereeren, terwijl Gij zijn braven vader tot eeuwigdurende dankbaarheid zult verplichten, indien Gij den zoon in TJw zaak neemt.
Doe mijn groeten aan de Uwen en wees verzekerd , dat ik vurig wensch zeer spoedig de gelegenheid te mogen hebben van Uwe vriendelijke voorkomendheid met een wederdienst te kunnen beantwoorden, waardoor ik U zal kunnen overtuigen van mijne dankbaarheid en van de hoogachting en vriendschap^ waarmede ik steeds ben
Zalt-Bommel, Uw oprechte vriend ,
28 October 1878. A. van Wijk.
62. Aanbeveling van een gouverneur.
Beste Vriend ,
Volgens een advertentie in de Oprechte Haarlemsche zoekt Mr. Scheidius ten Uwent een gouverneur interne. Een hulponderwijzer alhier met drie bijactes voor levende talen zou gaarne die betrekking hebben, dewijl zijn gezondheid hem niet veroorlooft aan een talrijke klasse onderwijs te geven. De man is mij zeer goed bekend; op zijn gedrag en zijne manieren is niets aan te merken , zijn voorkomen is gunstig en hij is een rechte kindervriend. Nu wilde ik U in den arm nemen, want Gij zult mijn kandidaat zeker kunnen helpen, dewijl Gij steeds zoo innig bevriend met de familie Scheidius waart. Help mijn man eens vooruit; stellig weet ik , dat het U nooit rouwen zal. In de hoop op een gunstigen uitslag door Uw tusschenkomst noem ik mij
Nieuwediep, Uw getrouwe vriend,
26 April 1879. T. Blair.
63. Antwoord op No. 63.
Waarde Vriend,
Tot mijn leedwezen moet ik U melden , dat ik Uw hulponderwijzer onmogelijk kan helpen. Sinds drie maanden leef ik gespannen met de familie Scheidius en wel zoo gespannen, dat mijn tusschenkomst voor Uw kandidaat schadelijk zou wezen. Evenwel wil ik U op een anderen helper wijzen. Zijt Gij nog intiem met den ouden van Veen alhier? Zoo jai schrijf hem dan over Uw zaakquot;. 'Hij' en* Mr. Scheidius zijn twee dikke maatjes. Zoek dus bij hem heul, indien Gij wilt. Maar spoed U, want naar ik vernomen heb , zal heden over
44
acbt dagen een beslissing genomen worden aangaande een sollicitant, die al een wit voetje schijnt te hebben.
Met alle achting overigens Soestdijk , Uw dienstwillige ,
37 April 1878. L. Pruim.
64. Aanbeveling van eengepasporteerd militair.
Neefje,
Juist komt mij Toon Smit met de deur in huis vallen. Zooals Gij weet, is hij achttien jaar in Oost-Indië geweest. De oorlog op Atjeh deed hem naar Nederland terugkeer en en hij heeft nu als gepasporteerd korporaal-schrijver een pensioen van ongeveer een gulden daags. Dat is wat weinig en dewijl hij pas veertig jaar en daarbij gezond, sterk en vrij van lichaamsgebreken is , zoo wenschte hij eenig baantje te hebben , hetzij als portier, als magazijnmeester of als klerk, mits het zoowat ƒ 150 per jaar geeft. Hier op ons dorp kan ik hem niet helpen , maar Gij zit in Rotterdam en daar zal wel eens zoo iets open komen. Waarschuw mij dan onmiddellijk en doe intussehen Uw best voor hem. Hij verdient het. Zijn papieren zijn goed in orde en zijn strafregister is bijna blanco, zoodat ik wel niet zal behoeven te schrijven, dat hij vrij van sterken drank is. Gedurende zijn diensttijd leerde hij administratie genoeg kennen en schrijven doet hij mooi, zonder fouten. Indien het noodig is, zal hij gaarne overkomen. Help ons nu eens, want wie is daarvoor nader dan familie? Groet Uw vrouwtje van
Lent, Uw neef,
1 November 1878. F. Pereboom.
65. Aanbeveling van twee firma's.
HoogEdelGeboren Vrouwe,
UHEGebs. vraag naar goede ambachtslieden voor den bouw van UHEGebs. kasteel hoop ik bij dezen te kunnen beantwoorden. In UHEGebs. belang kan ik de gebroeders Glans alhier als timmerman en verwer gerust aanbevelen. Voor hun respectieve vakken hebben zij in hun magazijnen een ruimen voorraad van de beste grondstoffen ; hun werkvolk staat in onze stad voor uitmuntend bekend en zij leveren uitsluitend goed werk. Maar met het smidswerk zal UHEGeb. niemand beter kunnen belasten dan A. Verwen te Groningen. Deze levert goedkooper en beter werk dan eenige smid alhier. Tengevolge daarvan heeft die firma het wel zeer druk, maar een werk zooals dat van UHEGeb. laat men niet licht schieten.
45
Tevens zou ik UHEGeb., indien de firma's Glans en Verwen het werk moeten leveren , geen aanbesteding aanraden, want hun soliditeit waarborgt een goede behandeling.
Met ware hoogachting heb ik de eer te zijn van Uw HoogEdelGeboren
de onderdanige dienaar Amsterdam, 12 Maart 1878. T. Kwint.
66. Aanbeveling van een dienstmaagd.
Lieve Amalia,
Gij zult mij toch wel veroorloven, dat ik mij nu eens tot U wend met een verzoek van iemand, die U vreemd is en wel van zekere Johanna Martens , een braaf meisje, dat voor eenigen tijd haar ouders binnen drie weken verloor. Het waren nette luidjes, maar de nalatenschap is gelijk nul. Nu moet het meisje gaan dienen , waarvoor zij sterk genoeg en ook bedreven genoeg is in alles, wat een flinke huishouding vordert. Daarom zou zij wel een goeden dienst kunnen vinden , maar ik zou haar graag een besten dienst gunnen. Het zou mij eeuwig spijten, als zij in verkeerde handen kwam, en nu dacht ik, dat het juist een meisje voor ü zou wezen. Hebt Gij werk voor haar, neem xe dan , mijn lieve, want Johanna zou ook zoo graag bij U wezen. Bij niemand dient zij liever dan bij L'. Daarom zal zij eerst Uw antwoord afwachten , voor zij iemand anders aanspreekt. O, hoe gaarne zou ik hebben, dat Uw antwoord gunstig was! Laat daarop niet te lang wachten
Woudrichem , 13 Maart 1878. Uw Jansje.
67. Aanbeveling van een klerk.
Mijnheer en Vriend ,
Mij is ter core gekomen , dat UEd. een vluggen klerk zoekt voor UEds. kantoorwerk. Indien UEd. daarvoor niet reeds een geschikt mensch gevonden heeft , dan zou ik UEd. zoo iemand kunnen aanbevelen , die zelfs de beste bewijzen van bekwaamheid en bruikbaarheid kan produceeren. Hij schrijft vlug , net en zonder fouten en is met de Fransche, Hoog-duitsche en Engelsche koopmanscorrespondentie zeer goed op de hoogte. Eeeds geruimen tijd hield hij alhier op eenige kantoren de boeken bij ; zijn zuur verdiend loon diende hem vooral om ziju oude moeder een genoegelijken ouden dag te bezorgen. Jaren lang ken ik hem ; steeds heeft hij zich uitmuntend gedragen en zijn groote bescheidenheid maakt hem bij iedereen bemind. Ongetwijfeld zal hij door vlijt en nauw-
gezetheid UEds. welwillendheid weten te verwerven. Voor verdere bekwaming zou hij bij UEd. ook uitmuntende gelegenheid vinden, zoodat UEd. de grondlegger van zijn geluk zou kunnen worden, terwijl zijn oude moeder alsdan een onbezorgd en ouden dag te gemoet zal kunnen zien. Tevens zou UEd. de ware hoogachting vermeerderen, waarmede ik de eer heb te zijn
Gorinchem, UEd. dienstv. dienaar en vriend,
1 Juli 1879. P. Schuld.
68. Een vader beveelt zijn zoon aan een vriend in de universiteitsstad aan.
Hooggeachte Vriend,
De brenger van dezen brief is mijn zoon. Christiaan, die van het gymnasium alhier naar de hoogeschool gepromoveerd is, waar hij nu in de rechten zal studeeren. Hij is een goede jongen, die mij zelden verdriet of zorgen baarde, maar hij bezit nog weinig menschenkennis, omdat hij zelden buiten mijn opzicht kwam; daarom zou ik zeer gaarne hebben , dat hij bij U in huis en onder Uw opzicht kon komen. Indien Gij evenwel aan dit verzoek van een ouden vriend niet kunt voldoen, dan wilde ik U verzoeken, of Gij voor een goed kosthuis en voor een paar kamers zoudt kunnen zorgen bij andere fatsoenlijke menschen. De toegang tot Uw huis zal hem natuurlijk wel vrij staan. Help hem tevens met raad en daad en houd een waakzaam oog over zijn gedrag.
Maar mijn verzoek zult Gij, hooggeachte Vriend, wel niet afslaan, want mijn grootste zorg is nu het welzijn van mijn kind, dat de wereld ingaat.
Met de meeste achting blijf ik
Arnhem , Uw dienstwillige vriend,
1 October 1878. T. Lijssen.
69. Antwoord op No. 68.
Waarde Vriend ,
Hoe blijde ben ik, dat ik na gelegenheid heb U een dienst te bewijzen. Gij hielpt mij zoo dikwijls, zelfs in groote en gewichtige zaken, dat ik met het grootste genoegen geheel en al bereid ben U thans voor goed van dienst te zijn.
Volgens Uw verzoek heb ik Uw zoon bij mij in huis genomen. Eeeds bij de eerste ontmoeting had h:j mij geheel en al voor 'zich itlgenonien en nadere ' kennisimtking' hfteft* ntijquot; overtuigd, dat hij in alle opzichten de liefde waardig is, die Gij voor hem koestert.
47
Bij allen , waarmede hij moet omgaan en bij de professoren li eb ik hem ten warmsten aanbevolen. Steeds zal ik hem overal trouw helpen en ik hoop, dat ik U spoedig van'zijn voortgang in de studie een gunstig verslag zal kunnen sturen.
Aanvaard de verzekering, dat ik altijd zal blijven
Groningen, Uw dienstvaardige vriend,
3 October 1878. H. Hanzen.
(Deze handelen over misstappen en worden alleen geschreven door personen , welke door familiebetrekking of door andere omstandigheden recht tot vermanen hebben. Hij , die uit onbedachtzaamheid een misstap deed, moet anders behandeld worden dan de lichtzinnige en deze weer anders dan de slechte. Men vermane steeds voorzichtig volgens het karakter van hem , die vermaand wordt, met vriendelijke toespraak en vriendelijke voorstellingen , of met strengen ernst. Men schrijve steeds bedaard, bezonnen en waardig, want onbehoorlijke taal past een edelen mensch niet, al is hij toornig. Hij, die beleedigingen en scheldwoorden bezigt, is de man niet, die een ander mag vermanen: die medicijnmeester moet zichzelf eerst genezen. — Bij de beantwoording van een vermaning bekent men openhartig den misstap, of men rechtvaardigt zich bescheiden, maar niet bang en vooral bedaard. Daarom beantw oorde men een vermaning niet te gauw. Eerst na eenige dagen bedaard overleg zal men den juisten toon voor zulk een antwoord kunnen treffen.)
70. Een vader ve rmaant zijn zoon, die in slecht gezelschap is geraakt.
Mijn Zoon,
In u dacht ik den troost en de vreugde van mijn ouden dag te zullen vinden en nu moet ik tot mijn groote droefheid ondervinden, dat deze, mijn schoonste verwachting ijdel is geweest. De treurigste tijdingen krijg ik over uw gedrag. Gij hebt den dienst van den braven Heer Jansen verlaten en tevens zijt gij zedeloos geworden. Spelen en nachtloopen in gezelschap van beruchte persoonlijkheden zijn uw werk geworden. Dat moet een vader, wien niets nader aan het hart ligt dan het welzijn van zijn kinderen, diep krenken en vroegtijdig grafwaarts voeren. Maar nog rest mij de hoop, dat gij u beteren zult. Uw hart zal nog wel niet zoo bedorven zijn, dat het ongevoelig zal wezen voor deze vermaning van
48
uw vader , die zulke groote offers voor u heeft gebracht. Mocht het evenwel reeds, zoo ver met u gekomen zijn , dan zal ik mijn weldaden ook niet langer aan u verkwisten, omdat ik daardoor mijn plichten zou vergeten tegenover mijn andere kinderen en omdat ten slotte elk mijner weldaden dan toch ten uwen nadeele zou blijken te wezen.
Van u hangt het thans af, of gij nog langer aan mij een vader wilt hebben. Indien gij u niet betert, noem ik mij stellig voor de laatste maal
Rumpt, Uw vader.
1 October 1879. A. Fransen.
71. Klacht over het lange zwijgen van een vriend.
Waarde Jan ,
Nu is het reeds langer dan twee maanden geleden, sinds ik de laatste letteren van U zag. Waarlijk ik weet niet, wat ik van U moet denken: vooral omdat Gij begrijpen zult, met welk een spanning ik een spoedig antwoord op mijn laatsten brief van U verwachtte. Wat beteekent Uw lang zwijgen toch ? Zijt Gij ziek. of hebt Ge mij geheel en al vergeten , of gunnen U verstrooiing en genoegens geen tijd meer om te schrijven ? Per omgaande verwacht ik stellig een goede verklaring van Uw raadselachtig gedrag en wanneer Gij U niet behoorlijk verontschuldigen kunt, zal U eens scherp de les gelezen worden door
Tiel, 7 Juni 1878. Uw Frits.
72. Antwoord op No. 71.
Beste Frits ,
Zeven weken lang lag ik gevaarlijk ziek aan een heete koorts. Nu ben ik , Goddank! buiien gevaar en , zooals Gij ziet, reeds zoover hersteld, dat ik U weer kan schrijven.
Vergeef mij , dat ik U geen tijding stuurde. In den beginne telde ik mijn ziekte niet gevaarlijk en weldra was ik geheel buiten westen. Gij hebt nu geen angst over mij uitgestaan , hoewel ik zeer veel geleden heb.
In plaats dat Ge mij scherp de les zult lezen, verwacht ik nu stellig iets anders van U en wel, dat Gij zoodra mogelijk overkomt. Dan zal ik U mondeling op Uw laatste schrijven antwoorden. , , ,
Woudrichem, Geheel Uw
8 Juni 1878. Jan
49
73. Een Vriend waarscliuwt een anderen voor een slecht befaamde familie.
Waarde Vriend,
Tot mijn vreugd zag ik in Uw laatsten brief, dat Gij tijdens Uw kort verblijf ta Amsterdam reeds veel goede kennismakingen hebt aangeknoopt. Maar hebt Gij ook bedacht, of al Uw kennismakingen zoodanig zijn, dat Uw goede vrienden zich daarover mogen verheugen? Met één van de families , die Ge mij hebt genoemd, is dat stellig het geval niet en daarom acht ik mij verplicht U voor naderen omgang met dat gezin te waarschuwen. Ik meen de familie H. . .. , die U overigens, naar mij toeschijnt, nog al belang schijnt in te boezemen. Dit verwondert mij trouwens geenszins en is zelfs natuurlijk. Maar wilt Gij weten , wat Gij in die menschen zult vinden ? In den vader een alom slecht befaamd intrigant; in de moeder een vrouw, die steeds veel amouretten gehad heeft en door niemand geprezen wordt, en in de schoone dochters, volleerde coquettes, die voor eiken rijken jonkman haar netten uitspreiden. Meer mag ik U niet schrijven , maar nogmaals smeek ik U zeer voorzichtig te zijn. Gij weet trouwens , dat in een groote stad vooral de voorzichtigheid de moeder van de wijsheid is.
Na hartelijke groete Steenbergen, Uw ware vriend,
13 Augustus 1878. H. IJsseldijk.
74. Een Vriend aan een anderen wegens misbruik van vertrouwen.
Mijnheer,
Gij zult wel begrijpen, waarom ik U niet meer als vriend aanspreek, zoo als vroeger mijn gewoonte was. Bijna moet ik gelooven, dat U geen vriendschap meer heilig is, want anders zoudt Gij U wel gewacht hebben de geschiedenis van den Heer S., die ik U onder belofte van geheimhouding toevertrouwde , zoo onbedachtzaam publiek te maken, dat zij nu als een loopend vuur op ieders lippen is. Dit is mij ten hoogsten onaangenaam , maar nog smartelijker, omdat ik mij zoo schrikkelijk bedrogen vind in de goede meening, die ik van U koesterde. Indien. Gij slechts op één plaats die geschiedenis hadt verhaald, dan zou ik dat nog aan overijlde onvoorzichtigheid kunnen toeschrijven; maar Gij verriedt ons geheim aan ieder, die 'üatu' Ü luistewn wilde cn dat doet mij bepaald aan kwaadwilligheid denken. Daarenboven verkeerde ik met mijn verhaal in groote dwaling. Met mijnheer S. heb ik nu zelf gesproken:
4
50
Hij is met mij verzoend en liet spijt hem van harte , dat er van mijn vertrouwen zulk een schroomlijk misbruik is gemaakt, Bij dezen vorder ik van U , mijnheer, dat Gij overal, waar (rij Uw verhaal bekend gemaakt hebt, het onmiddellijk zult herroepen als onwaar en ongerijmd. Eechtvaardigheid en billijkheid vorderen , dat Gij dit onverwijld doet, want in het tegenovergesteld geval zal ik met mijnheer S. gerechtelijk genoegdoening zien te verkrijgen.
Winschoten, 12 Juli 1878. T. Bern.
75. Antwoord op No. 74.
Voorbarige Vriend ,
Dewijl mij Uw voortvarendheid te goed bekend is, neem ik U volstrekt niet kwalijk, dat Ge mij een ongepasten brief hebt geschreven, die mij anders ten hoogste vertoornd zou hebben.
Waar is het, dat Gij de geschiedenis van mijnheer S. aan mij toevertrouwdet als een geheim en dat die geschiedenis nu op ieders tong is; maar wie zegt U, dat zulks mijn schuld is? Gij zijt zelf de schender van het vertrouwen, ten minste uit de tweede hand. Niet ik heb geklapt, maar Uw weggejaagde knecht, die ook onder Uw vertrouwelingen schijnt gehoord te hebben, heeft gepraat, misschien uit wraak over zijn wegjaging. Neem U dus niet voor Uw vrienden , maar voor Uw dienstboden 'in acht, indien U voortaan geheimen heilig zullen blijven.
Van U vorder ik , dat Gij een nauwlettend onderzoek zult instellen, want Gij moet U overtuigen van mijn onschuld en van de verongelijking, die Ge mij hebt aangedaan. Onder die voorwaarde vergeef ik U alles en blijf ik als vroeger
Winschoten , Uw ware vriend ,
15 Juli 1878. •- S. Snijder.
76. Een Baas klaagt over een leerjongen b ij diens vader.
Waarde Heer,
Tot mijn leedwezen moet ik U een onaangename tijding mededeelen. Uw zoon past niet meer zoo goed op als vroeger. Hij is minder vlijtig, hij wordt slordig en schijnt mij en mijn echtgenoote te wantrouwen. Eeeds eenige malen kwam hij laat en half dronken thuis en ik vrees niet zonder grond, dat hij nog grovere uitspattingen zal begaan. Het zou mij ten zeerste spijten, indien hij met zijn voortrdïelij-ken aanleg Inet'zijn goed hart op een dwaalweg kwam. In weerwil van mijn waarschuwingen blijft hij met lichtzinnige jongelieden omgaan.
51
Gij kent mij als een ordelijk en braaf man : Indien Uw zoon onordelijk en slecht wil wezen, dan kan ik hem in mijn huis niet meer dulden. Vermaau Gij hem dus eens ernstig. Mijn vurigste wensch is, dat Uw vermaningen meer indruk op hem zullen maken dan de mijne.
Met alle achting Delfzijl, Uw vriend en dienaar,
3 November 1878. J. Vink.
77. Antwoord op No. 76.
Mijnheer en Vriend ,
Tot mijn groote droefheid verneem ik van U , dat Gij ontevreden zijt over het gedrag van mijn zoon. Dezen heb ik nu dringend vermaand en daarbij heb ik hem tevens geschreven , wat hij te verwachten heeft, indien hij zich niet betert. Naar ik hoop, zullen mijn vermaningen niet vruchteloos zijn en in dat geval verzoek ik U, dat ook Gij hem vergiü'enis zult schenken. Gun hem dan Uw vertrouwen en Uw liefde ook weer en waak vooral over hem, dat hij niet meer in slecht gezelschap kome, omdat hij anders in den grond bedorven zou worden. Gaarne erken ik, dat ik zeer veel van U vorder, maar ik vertrouw op Uw braaf hart en ik weet, dat Gij mij in deze niets weigeren zult, als ik U verzeker, dat ik buiten U niemand ken , aan wien ik mijn lichtzinnigen zoon gerust durf toevertrouwen. Mijn zoon en ik, wij zullen U eeuwig dankbaar zijn, want ook mijn jongen zal na bedaard overleg ook U moeten vereeren als zijn ware weldoener. Nooit ten minste zal ik ophouden hem voor te stellen, hoe gelukkig een jongeling is, die door zulk een ervaren, verstandig en welmeenend leermeester gevormd en opgevoed wordt voor de wereld en voor zijn toekomstige bestemming. De Hemel moge alles , wat Gij voor mij en mijn zoon doet, aan U en Uw gezin met duizendvoudigen zegen vergelden. Wees verzekerd , dat ik volgaarne elke gelegenheid zal aangrijpen om U te toonen , hoe oprecht ik ben
Dockum, Uw, U toegenegen, dienaar,
4 November 1878. ï. Eees.
78. De Vader vermaant den leerjongen.
Mijn Zoon ,
Uw baas klaagt ov^r U. Ge zijt iriet quot;bimf-eir oppassend . meer, Gij zoekt slecht gezelschap en Gij maakt U zelfs aan uitspattingen schuldig. Dat zijn treurige tijdingen voor ons!
52
Zijn dat de vruchten van de moeite en de kosten, die ik opgeofferd heb voor Uw opvoeding en Uw onderwijs ? Vervult Gij aldus onze hoop en onze verwachtingen ? Vergeldt Gij aldus de liefde van Uw beste, teedere Moeder, die zooveel duizenden moeitevolle en slapelooze uren voor Uw welzijn over had ? De slechte tijdingen over U doorboorden haar hart. Zij riep ; //Groote God, haal mij toch weldra uit een wereld, die geen vreugde meer voor mij kan opleveren , indien mijn Frits een slechtaard wordt!quot; Luister toch, mijn Zoon, naar de stem van de rede en naar Uw ouders. Keer terug op het pad van de deugd, opdat wij weldra goede tijding van U mogen vernemen. Tot heden was de naam van onze familie onbevlekt; wij allen waren rechtschapen en braaf en zoudt Gij nu de eerste moeten zijn , over wien wij ons te schamen zullen hebben ?
Indien Gij aan mijn vaderlijke vermaningen geen gehoor wilt schenken, indien Gij koel blijft voor het leed van Uw dierbare Moeder, indien Gij Uw liederlijk leven niet vaarwel zegt, zal ik U niet meer voor mijn zoon erkennen. Indien Uw baas U dan wegjaagt, moet Gij maar zien, hoe Gij de wereld door komt, want nooit moogt Gij dan het huis meer betreden van
Uw bedroefden en terecht vertoornden vader,
Dockum , 4 November 1878. ï. liees.
79. Antwoord op No. 78.
Allerbeste Vader,
Uw laatste brief ' heeft mij zeer diep getroffen , zoodat ik bijna niet weet, wat ik U antwoorden moet. Neen , waarde Vader, zulke harde verwijten en zulke verschrikkelijke bedreigingen heb ik waarlijk niet verdiend. Doch ik wil mij niet beklagen en U liever ootmoedig om vergiffenis smeeken. Misstappen heb ik in elk geval begaan , maar mijnheer Vink oordeelt te gestreng. Een- of tweemaal was ik te laat uitgebleven en daarbij had ik in een vroolijk gezelschap een glas wijn te veel gedronken , maar aan uitspattingen heb ik mij nooit schuldig gemaakt. Doch ik wil mijnheer Vink niet tegenspreken , omdat ik overtuigd ben , dat hij het goed met mij meent, want die vroolijke gezelschappen zouden een pest voor mij geworden zijn. — U smeek ik voortaan gunstiger over mijn gedrag te denken en mij nu alles nog eens te vergeven. De gedachte, dat Gij thans zooveel kommer hebt en vooral mijn lieve Moeder, die zich mijn misstappen zoo erg aantrekt, laten mij rust noch duur. U beloof ik stellig, dat Gij weldra weer goede tijding van mij zult krijgen. Mijnheer Vink zal geen reden tot
53
klagen meer krijgen en U zal ik nooit, nooit meer beleedigen. Hoe zou het ook mogelijk zijn, dat ik mijn lust en mijn liefde verloor voor deugd en rechtschapenheid, die mij Uw voorbeelden en vooral Uw lessen steeds ingeprent hebben. Vertrouw op mijn beloften en bemin ook voortaan
Delfzijl, Uw berenwli ebbenden
6 November 1878. Frits.
80. Vermaning aan een Vriend wegens slordigheid op geleende boeken.
quot;Waarde Vriend ,
//Hofdijks Voorgeslachtdat ik U geleend heb, kreeg ik wel terug , maar , helaas ! niet zoo , als Gij het ontvangen hebt. En toch verzocht ik U dringend, dat Gij goed op dat dure werk zoudt passen, dat Gij er voorzichtig mede zoudt wezen. Nu stuurt Gij het zóó terug , dat ik bijna niet kan gelooven, dat het mijn boeken zijn , die ik gaarne zindelijk en netjes heb , want ik lees ongaarne in een vuil boek.
Dat ik U de thans gevraagde boeken onmogelijk kan sturen , zult Gijzelf ook wel begrijpen. Maar indien ik U' op een andere wijze van dienst kan zijn , beschik dan vrij over
Loehem , Uw dienstwilligen vriend ,
10 Januari 1879. A. Brunis.
81. Afbreking van een engagement.
Mijnheer,
Uit ware liefde en in de hoop , dat ik een goede huisvrouw zoude krijgen, hield ik bij U aan om de hand van Uw dochter ; maar tot mijn leedwezen vind ik mij in mijn hoop teleurgesteld , zoodat ik mijn liefde het zwijgen zal moeten opleggen. Wat moet ik van Uw dochter denken, die , terwijl ik met haar verloofd ben , met den jongen H. blijft verkeeren , welke verkeering reeds van oude dagteekening moet zijn. Dit laatste kan voor mij geen reden tot misnoegen opleveren , maar de voortzetting van die verkeering is niet te verontschuldigen. Daarenboven gedraagt zich Uw dochter steeds als een groote , rijke dame, die volstrekt geen genoegen schijnt te zullen kunnen vinden in de omstandigheden, waarin zij als mijn echt-genoote zou moeten leven. Keeds dikwijls liet ze mij onomwonden gevoelen, dat mijn stand haar te gering was en dat ik haar welwiflendifeid 9ls ben zeer'gn.ote gr nst nwest beschouwen. Dientengevolge moet ik tot mijn spijt verklaren , dat ik de eer van Uw schoonzoon te worden onmogelijk zal kunnen genieten en dat
54
ik zal moeten omzien naar een andere , huiselijke , bedaarde en ingetogen persoon , die mijn huishouding met orde, trouw en liefde kan voeren.
Overigens ben ik met alle achting
Amsterdam , Uw dienaar ,
9 Februari 1879. B- Flink.
83. Afbreking van een engagement.
Den Heere F. Gut,
Tijdens onze verkeering hebt Gij U tot mijn groote droefheid zoodanig doen kennen , als ik nooit van U verwacht kon hebben. Daardoor zult Gij natuurlijk in iedereens achting zeer veel gedaald zijn, wat met mij eveneens het geval zou worden, indien ik' langer met U geëngageerd bleef. Gij dwingt mij dus zelf tot een onaangenamen stap , tot het afbreken van ons engagement. Indien Gij U daarover ongunstig wilt uitlaten, zal ik het geduldig moeten verdragen. Maar dat kan mij trouwens onverschillig zijn , want alle kwaads , dat Gij van mij vertellen zult, kan natuurlijk iedereen, die mij kent, slechts als een lofspraak op mij beschouwen.
Hoe zwaar mij deze brief ook gevallen moge zijn, toch was ik aan mijzelf en aan mijn goeden naam verplicht dien te schrijven , hoewel ik U overigens daarmede kwetsen noch benadeelen wil.
Wieringen, 2 Juni 1879. T. Gort.
83. Afbreking van een engagement.
Mejuffrouw,
Sinds geruimen tijd sloeg ik U stilzwijgend gade, waarbij ik U niet het minst stoorde in Uw vrijheid van handelen. Maar nu mag ik niet langer zwijgen. Vooreerst om U te doen weten, dat mij Uw doen eu Uw drijven zeer goed bekend is en ten tweede om mijzelf te beveiligen voor stellig nadeel. Een nadere uiteenzetting zal wel noodeloos zijn , dewijl daardoor toch niets aan de zaak veranderd wordt. Maar ten minste wil ik U rondweg verklaren, dat Gij een huwelijk met mij slechts beschouwdet als een middel om U aan Uw voogdij te onttrekken ; terwijl Gij anders de mijne niet zoudt geworden zijn, hoe dikwijls Uw mond mij dat ook met de schoonste woorden verzekerde. Doch tot mijn geluk werden Uw bedriegerijen nog Jajdjg voor, ipij. „ontmaskpr.d. Sinds, het begin, yjin onze verkeering heb ik U bemind met al den gloed van mijn harte en hoezeer mij mijn ontgoocheling nu ook treffen moge, toch
55
dank ik de goede Voorzienigheid voor Haar wijs bestuur. Ons engagement beschouw ik bij dezen als afgebroken. Vaarwel. Druten, 11 November 1878. T. Vink.
84. Een Voogd aan zijn pleegzoon, een verkwister.
Waarde Eeinier,
Met het volste vertrouwen durf ik hopen, dat Gij mijn hart en mijn goede bedoelingen voor U kent en daarom zult Ge mij de volgende ernstige woorden, die ik U schrijven moet, ook wel niet kwalijk nemen. Eeeds weder schrijft Ge mij om geld, hoewel ik U voor vier weken ruimschoots genoeg heb gezonden om Uw uitgaven voor geruimen tijd te dekken en Uw loopende schulden te betalen. Volgens Uw manier van leven en volgens vroegere ondervinding hadt Gij ruim vier maanden toe moeten komen. Gij weet zelf zeer goed, hoe groot Uw vermogen is en daarom behoef ik U ook geenszins te herinneren , dat Uw fortuin spoedig zal gaan krimpen, indien Gij op zulk een ruimen voet blijft leven als tegenwoordig. Daarenboven vernam ik verschillende dingen , die U volstrekt niet tot eer verstrekken en ik hoop van Uw karakter, dat zoo voortreffelijk is, dat Gij zulks voortaan vermijden zult. Uw eigen welzijn ligt mij daarvoor te na aan mijn hart. Uw Vader beval U kort voor zijn dood zoo nadrukkelijk aan mij aan, dat ik aan alles, wat U betreft, evenveel aandeel neem, als waart Ge mijn eigen zoon. Daarom vertrouw ik, dat Ge mijn welgemeenden raad even goed zult aannemen, als den raad van een vader. Zoodoende zoudt Ge mij groot genoegen aandoen en Uzelf ten zeerste bevoordeelen.
Wadenoijen, Uw voogd en oprechte vriend,
12 Juni 1879. I). Prik.
85. Antwoord op No. 84.
Dierb?xre Oom ,
Geheel en al zou ik van gevoel ontbloot en Uwer goedheid onwaardig moeien zijn , indien Uw vermaningen , die Ge mij steeds geeft onder bewoordingen , welke getuigen van Uw bijzondere liefde en Uw groote genegenheid voor mij , niet den levendigsten indruk op mij gemaakt hadden. Opciliartigbeken ik , dat ik sinds geruimen tijd niet al te best met mijn geld ben omgesprongen. Gebrek aan gepast ^overleg en slechte eerzucht, die mij aanzette om rijk te schijnen, hebben mij verleid tot zeer veel uitgaven, die in elk geval noodeloos waren.
56
Met weemoed erken ik nu, dat daardoor in miin vermogen een groote bres geslagen is, maar thans heb ik het vaste besluit genomen , dat ik voortaan uiterst spaarzaam zal wezen. Maar al het overige , wat men ten mijnen nadeele gezegd kan Lebben, durf ik volmondig tegenspreken, terwijl ik U tevens kan verzekeren , dat het stellig onwaar is. Het spijt mij , dat zulke geruchten op ü een slechten indruk hebben gemaakt.
Na mij voortdurend aanbevolen te hebben in Üw liefde en. Uw zorgen , noem ik mij
Kossum, Uw gehoorzame pleegzoon,
16 Juni 1879. Eeinicr.
86. Een Vriend aan een andeien wegens laster.
Lieve Jan ,
Wat voor kwaad heb ik ü toch gedaan? Waardoor heb ik Uw liefde verloren ? Want verloren moet ik die hebben, anders zoudt Gij in een groot gezelschap geen kwaad van mij hebben gesproken. Dat spijt mij diep , veel dieper , dan ik U schrijven kan. Zeer goed weet ik , dat ik fouten heb en ik kan onmogelijk beletten, dat men er over spreekt, maar ik had verwacht, dat Gij mijn verdediger en voorspreker, doch niet mijn aanklager en rechter zoudt wezen. Zie, lieve Jan , wat ik zelf graag heb , verwacht ik ook van mijn vrienden. Gij zijt zonder twijfel bekwamer en beter dan ik, maar fouten en zwakheden hebt Gij ook , omdat Gij een mensch zijt. Wanneer echter iemand U belasteren zou in mijn tegenwoordigheid, dan zou hij zijn man in mij vinden. I'an zou ik U rechtvaardigen of U ten minste verontschuldigen. Dat hebt Gij echter niet gedaan, Gij hebt.... maar daarover wil ik niet meer schrijven. Uw eigen hart zal U wel zeggen, hoezeer Ge mij gekrenkt hebt. Denk daar eens over na, lieve Jan. Erken Uw misstap en gedraag U voortaan anders tegenover mij. Laat mij ten minste toch weten, waardoor ik Uw vriendschap verloren heb en hoe ik Uw vriend weer kan worden , want steeds was ik er trotsch op, dat ik mocht wezen
Haarlem , Uw getrouwe vriend ,
31 Januari 1879. J. Faassen.
87. Ouders raden hun zoon een engagement af.
Lieve Zoon , * -■
Uw beide laatste brieven hebben wij ontvangen , maar wij
57
kunnen ons over Uw schrijven onmogelijk verheugen, al maakt Gij het ook zeer goed. Want Gij meldt ons Uw engagement en dat stemt ons treurig. Wij kennen Uw geliefde niet en daarom zullen wij over haar geen oordeel vellen ; maar ons schijnt Uw stap voorbarig en onbegonnen, omdat Gij nog geen gevestigd bestaan hebt, dat wij U ook liever dichter in onze buurt gunden. Wij begrijpen niet, hoe Gij nu reeds aan een verkeering kunt denken en wij vreezen, dat Uw engagement U later rouwen zal, indien Gij het niet afbreekt. Waar zijt Gij toch met Uw gezond verstand gebleven? Al zij t Gij reeds vierentwintig, toch kunnen U zinnelijkheid en hoop nog op een dwaalspoor brengen. Onze woorden zult Gij misschien hard vinden, maar Gij zijt en blijft ons kind, zoodat wij , Uw ouders , het recht hsbben, U onze meening te zeggen en wel vooral nog, omdat wij volgens ons vermogen zeer veel voor U hebben gedaan. Wij vreezen , dat valsclie vrienden en raadgevers IJ een verkeerd spoor hebben gewezen. Steeds verwachtten wij Uw brieven met een vroolijk hart, maar de twee laatste hebben Uw moeder en mij zoo verdrietig gestemd , dat wij ons haast zouden beklagen , nu Gij onze zoon zijt; want wij durven niet verwachten , dat Gij van plan veranderen zult. Daarom hadden wij ook al besloten , dat wij U niets afraden zouden en dat wij U Uw eigen weg zouden lnten gaan; maar ons ouderlijk hart verbood ons werkeloos te blijven. Nu kunt Gij ons Uw ongeluk niet wijten , indien Gij onzen raad niet wilt volgen. Wij ontraden U dit engagement, omdat wij het inderdaad goed met U meenen en blijven U intusscben als vroeger met ouderlijke liefde beminnen.
Brielle , Uw vader ,
27 November 187S. H. Sachs.
88. Een Moeder vermaant haar zoon.
Lieve Willem ,
Sinds eenigen tijd hoorde ik, dat Gij miuder goed oppast, omdat Gij U aangesloten hebt bij een gezelschap van lichtzinnige jonge lieden. quot;Dat kan ik niet onopgemerkt laten voorbijgaan , lieve Zoon , omdat mij als moeder Uw tegenwoordig en toekomstig heil zoo na aan het harte ligt. Sinds Uw Vader van ons gescheiden is door den dood , moet ik alleen ook over U waken. Wel vertrouw ik de geruchten niet, omdat de booze wereld alles steeds vergroot, maar ik wil er niet over zwijgen, • omdat ik U *zoo kimg 'Kef hol). Nooit zijt Gij lichtzinnig..geweest en altijd luisterdet Gij gewillig naar goede , welgemeende vermaningen : Dat is mijn troost en daarom hoop ik nu, dat
58
de zaak veel slimmer gemaakt wordt, dan zij inderdaad is. Mijn goede Willem , hartelijk verzoek ik U steeds ijverig en braaf te blijven en vooral slechte gezelschappen te mijden. Deze zijn wel verleidelijk en aanlokkend , maar zij vergiftigen Uw geheele leven. Op U stel ik al mijn hoop voor de vreugde, welke mij de wereld nog kan geven. Bedenk ook, dat de geest van Uw Vader U blijft omzweven. Gij moogt nooit vergeten , dat zijn laatste zegen op U rust en dat ik verwacht, dat Gij al Uw krachten zult inspannen om vooruit te komen in de wereld. Gij moet echter geenszins denken , dat Gij U overwerken en meer doen moet, dan Gij kunt. Werk en handel als vroeger en tot mijn grootste vreugde zult Gij ongetwijfeld een knap man en een bruikbaar lid van de maatschappij worden. Neem deze vermaningen wel ter harte; zij komen van Steenwijk, Uw moeder,
17 October 1878. Wed A. Tuk, geb. Tromp.
89. Een Moeder vermaant haar dochter, die overeen strengen dienst klaagt.
Beste Grietje,
Uw brief heb ik ontvangen, waarin Gij steen en been klaagt over de strengheid en de onbillijkheid van Uw heer en van Uw mevrouw, die Gij het nooit recht naar den zin kunt maken, hoewel Gij U alle moeite geeft om hun te bevallen. Als Uw klachten gegrond zijn , spijt mij dat van harte. Maar toch kan ik het niet goedkeuren , dat Gij van plan zijt Uw dienst buitentijds te verlaten en dat moet ik U volstrekt afraden. Uien Uw tijd geduldig uit, want de lieve God wil, dat wij niet alleen goede en zachte, maar ook wondere en strenge heeren zullen gehoorzamen. Volgaarne vertrouw ik, dat Gij U niet aan verzuimen of ongeregeldheden schuldig maakt, want dan kan men terecht ontevreden met en kwaad op U zijn. Maar vermoedelijk wil men alles goed , stipt en zonder fouten hebben. Dan kan het wel voorkomen, dat iets, al denkt Gij het zeer goed gedaan te hebben , nog veel beter kan zijn , eer het volmaakt is. En dewijl Mevrouw zich de moeite getroost, dat zij U alles goed wijst, zoo kan het U nooit ten nadeele strekken, dat zij U op de vingers ziel en geen fout onopgemerkt laat doorslippen, want daardoor wordt Gij des te bekwamer en gewoon aan werk en aan orde, wat U in de toekomst zeer goed te pas zal komen.
Maar indien U al eens bij toeval onverdiend één verwijt treft, damp;n zulleu-U •wellioJit -sen Uentai verdiende vrwijten ge-, spaard zijn gebleven. Dienstboden mogen daarenboven tegenover hun meesters, indien deze het overigens goed met hen
59
meenen, niet alles te nauw afmeten. Uw stand maakt lankmoedig verdragen en toegeven tot plicht. Bij de zorgen voor de huishouding en den kost, bij de vele verdrietelijkheden, die het beroep medebrengt, bij den veelvuldigen en meestal groeten kommer, dien huisvaders en moeders bijna onafgebroken hebben, kunnen deze niet altijd opgeruimd zijn. Dienstboden gevoelen dat niet en daarom moeten zij hun meesters, indien zij door zorg en kommer slechtgeluimd zijn, beklagen en bedaard alles dulden, wat dezen in nijpende zorg ontschiet. Maar pas Gij vooral op, dat Gij hun toorn niet prikkelt door onbescheiden tegenspraak of door weerbarstigheid. De meeste dienstboden hinken aan dat pootje en Gij zult wel geen uitzondering zijn. Blijf dus altijd bedaard en ten langen laatste zult Gij stellig op de liefde kunnen rekenen van quot;üw meesters. In elk geval zal het U nooit spijten , indien Gij mijn moederlijken raad volgt en dan zal ik altijd gaarne zijn
Herwijnen, Uw, U beminnende, moeder
17 Februari 1879. T. Pluk, geb. Stuk.
90. Een oudere Broeder vermaant een jongeren, die voor zijn ambacht de wereld ingaat.
Dierbare Broeder,
Dewijl ik ouder ben dan Gij, dewijl ik de wereld ook gezien heb en dus mensehenkennis bezit, dewijl ik de gevaren ken , waarin een jonkman zoo licht geraakt, wanneer hij zonder vriend , gids of raadgever hot ouderlijk huis verlaat, dat Gij nog maar alleen kent en waarin Gij liefdevol geleid werdt en dewijl Ge mij steeds Uw volle vertrouwen hebt geschonken, zoo twijfel ik geenszins, of Gij zult de volgende raadgevingen, die ik voor U ter neer schreef, goedgunstig aannemen.
Verlies nooit uit het oog, waarom Gij ons verliet. Uw doel moet zijn U in Uw ambacht te volmaken, indien Gij later ruimschoots den kost verdienen en een onbezorgd leven leiden wilt. Zoek daarom vooral de plaatsen op , waar Gij het meeste leeren en het meeste nieuws zien kunt. Blijf dus ook niet al te lang op één plaats. Tracht door vlijt, door trouw en door Uw goed gedrag het vertrouwen en de liefde van Uw bazen te winnen. Deze zullen dan in hun vak ook geen geheimen voor U hebben. Zij zullen U dan als een lid van hun gezin beschouwen en U ook ten beste aanbevelen , indien Gij hen verlaat om U elders te gaan bekwamen. Avondscholen en ZoÖdagscholen voor ambachtslieden moet Gij trouw bezoeken , want Gij kunt daar nog altijd iets nieuws zien , hooren en
60
leeren. Zorg Uw nitgaven naar Uw inkomsten te regelen, en bewaar tevens altijd een appeltje voor den dorst; wees dus spaarzaam, ordelievend en zindelijk. Geen fatsoenlijk mensch en geen verstandige baas neemt een smerigen, liave-loozen knecht in dienst. Wees vooral voorziclitig in Uw spreken en in den omgang. Kwaad gezelschap bederft goede zeden en doet ons iedereens vertrouwen verliezen. Wees zelf redelijk voor iedereen , maar verwacht geenszins, dat iedereen redelijk voor U zij. Behoud ook een zekere mate van wantrouwen, opdat Gij de prooi niet wordet van slimme bedriegers. Weesvroolijk met de vroolijken, maar kom nergens, waar woeste en wilde gelagen gevierd worden. Indien Gij dat niet geheel en al vermijden kunt zonder voor een zonderling gehouden te worden, zoo blijf vooral matig in het gebruiken. Steek U nooit in twist of strijd; vermijd het spel om de winst; wees niet te gevoelig en neem elke scherts of kortswijl niet kwalijk.
Spreek van Uw makkers achter hun rug geen kwaad. Zeg hun liever vriendelijk en openhartig, wat Gij gaarne anders zoudt zien. igt;at zullen zij liever van Uzelf dan door tusschenkomst van anderen hooren. Wees beleefd tegen iedereen , zelfs tegen hen, die Gij niet kunt liefhebben of achten. Beleefdheid behoeft geen vertrouwelijkheid te zijn. Vergeet God nooit en bid dikwijls , want dat zal voor Uw hart de beste beveiliging tegen alle bekoringen wezen. Verzuim het kerkgaan nooit, waar Gij ook moogt wezen. Schrijf dikwijls aan Uw ouders, want dat verwekt en onderhoudt goede voornemens en het zal U deze gemakkelijker doen uitvoeren.
Indien Gij Uw leven naar mijn vermaningen inricht, kunnen wij allen hopen , dal;. Gij eenmaal tot ons terug zult keeren als een bekwaam werkman met een krachtig lichaam en een gezonde ziel.
Vol broederlijke liefde
Sneek, 39 Mei 1879. Uw Karei.
91. Uitsluiting \iit een gesloten gezelschap.
Mijnheer,
Dewijl Gij U bij een onschuldige scherts zoodanig kondet vergeten , dat Gij een vermeende beleediging met Uw vuisten zocht te wreken en dewijl Gij daardoor een groote verstoring bracht in een gezelschap, waarin, zooals Uzelf zeer goed bewust is, rust en orde moeten heersehen , zoo vind ik mij met algempene, toestemming .van .de^ gezamelijke medeleden, die zicli ten hoogste beleedigd achten door Uw onverantwoordelijk gedrag, genoodzaakt U te verzoeken voortaan ons ge-
61
zeischap, waarin slechts vrede en eendracht moeten hecrsehen, niet meer met Uw bezoek te vereeren.
Namens het bestuur van Concordia,
Nijmegen, De Secretaris,
17 October 1878. A. Jansen.
93. Een Oom aan zijn neef, een echtbreker.
Beklagenswaardige Neef,
Dat, wat ik lang gevreesd heb, is bewaarheid geworden. In de drie jaren , gedurende welke Gij getrouwd zijt, had ik reeds dikwijls gelegenheid te bemerken , dat Gij lichtzinnig, erg lichtzinnig waart; maar dat Gij zoo lichtzinnig zijn en U zoodanig vergeten kondet, dat Gij Uw huwelijkstrouw breken en een Uwer nichten verleiden zoudt, had ik nooit durven gelooven. Wat zal Uw arme Gato , mijn nicht, wel daarvan zeggen , als zij het hoort ? De geheelc stad is vol van U, men veroordeelt Uw handelwijze vreeselijk en noemt z'op zijn zachtst uiterst gemeen. Juist was ik van plan bij U te komen , maar nu kan ik U niet meer zien. Wat zou ik ook in een huis doen , waar tweedracht en onaangenaamheden moeten heerschen ? Daarom zal ik mijn reisplan ook veranderen. Moge God U beteren, opdat Uw echtgenoote van U niets dergelijks en vooral niets slimmers meer beleve.
In de hoop, dat ik spoedig iets beters van U moge hoo-ren, opdat ik niet meer vertoornd op CJ zal behoeven te wezen, noem ik mij
Ulst, Uw zielsbedroefde oom,
25 December 1878. IJ. IJkma.
93. Antwoord op No. 92.
Lieve Oom ,
Rouwmoedig ga ik aan mijn schrijftafel zitten , omdat ik de zonde, die Gij mij voorhoudt, werkelijk bedreef De grootste schuld dragen mijn lichtzinnigheid en een oogenblik van zinnelijkheid , die door het genot van sterken drank nog geprikkeld was, toen de gelegenheid ons ten val bracht. En deze misstap is zoo verschrikkelijk in zijn gevolgen ; hij zou mijn beste Cato het leven kunnen kosten , want mijn echtgenoote en Louisa moeten kort na elkander bevallen. Zelf durfde ik mijn schuld aan mijn gade niet bekennen ; op mijn verzoek deelde een vriend haar alles mede, terwijl ik haar tevens vèfgiirbnis liet Vraquot;gci1. Zij was- grootn.oeeiig genoeg mij te vergeven en ik hoop, dat Gij het ook zult doen, want mijn
63
lichtzinnigheid is nu voor eeuwig geweken, zoodat Gij nooit meer iets slechts van mij zult hooren. Zoo ongerust en terneergeslagen ben ik, dat ik nauwelijks de straat op durf; ik schaam mij onder de mensehen te komen. Spaar mij dus voortaan Uw verwijten, want mijn eigen geweten verwijt mij genoeg, maar vervul een verzoek, dat mijn lieve Cato en ik U doen : wees namelijk als vroeger onze goede Oom.
Assen, Uw berouwhebbende neef,
29 December 1878. Z. IJkma.
94. Verwijt aan een schoenmaker, die slecht leder voor de laarzen gebruikt heeft.
Mijnheer ,
De nieuwe laarzen, die Gij mij voor drie weken stuurdet, krijgt Gij bijgaande weer terug, omdat er nu al nieuwe voorschoenen op moeten. Maar tweemaal had ik de laarzen aan en nu is het bovenleer al kort en klein. Indien de reparatie, die er nu aan gedaan moet worden, even slecht uitvalt, zal dit werk het laatste zijn, dat Gij van mij krijgt, want ik wil mijn geld niet op straat werpen. Gij moet als schoenmaker weten, of het leder goed of slecht is. In het laatste geval moogt Gij het niet verwerken , maar dan moet Gij het terugsturen.
In de hoop , dat Gij dezen keer mij beter zult bedienen , teeken ik mij
IJlst, 39 Mei 1879. H. Jansen.
95. Vermaning aan een rentmeester.
Mijnheer,
Gij misbruikt mijn goedheid zoodanig, dat het Uw hart en Uw verstand tot oneer strekt. Uw hart moest U doen gevoelen , dat Gij U tegenover mij aan de zwartste ondankbaarheid schuldig maakt en Uw verstand moest U zeggen , dat de weg, dien Gij betreden hebt, leiden moet tot vernietiging van Uw toekomst, tot de grootste ellende. Hoe kan iemand met zulk een goed karakter , hoe kan de zoon van zulke brave Ouders in zulk een kort tijdsverloop zoo slecht worden , als Gij werdt ? Indien Gij even snel voorwaarts gestreefd waart op het pad der deugd, hoedanig zoudt Gij Uw beste Ouders dan verheugd hebben en hoe hooggeacht zoudt Gij nu worden door alle brave mensehen, voor welke Gij nu een voorwerp van diepe verachting zijt. Gij hebt de U toevertrouwde goederen nalatig en gewetenloos bestuurd ; Gij hebt Uw dagen en Uw nachten met zedelooze jonge lieden in liederlijke uit-
63
spattingen doorgebracht en zoodoende Uw gezondheid en UV goeden naam verloren. De smeekbeden Uwer Ouders, die ik om Uwentwil beklaag , hebben mij nog maar alleen weerhouden , anders hadt Gij bij dezen Uw ontslag bekomen. Mijnheer Barends, de brenger van dezen brief, moet Uw rentmeesterschap revideeren : Onmiddellijk moet Gij hem Uw kas en al Uw papieren voorleggen en hem de nauwkeftirigste rekenschap van al Uw doen en laten als mijn rentmeester geven. Hoe ik verder met U handelen zal, behoud ik mij voor tot na den afloop van deze revisie.
Haarlem, 12 Juli 1878.
J. F. H. L. Baron van Wijk tot Wijk.
06. Een Vader verw ij tz ij n zoon verkwisting.
Lieve Karei,
Toen Ge mij verliet, beloofdet Ge mij , dat Gij U zoodanig zoudt gedragen , dat ik de grootste vreugde van U beleven zou. Uw brieven vloeien trouwens ook altijd over van Uw vlijt en Uw werkzaamheid , maar tot mijn verbazing ondervind ik, dat Gij in Uw leven minder solide zijt dan in Uw brieven. Leefdet Gij inderdaad zoo ingetogen, als Gij schrijft, dan zoudt Gij wel minder geld uitgeven, dan Gij thans noodig hebt. En nog slimmer is het, dat Gij schulden gemaakt hebt, wat ik nooit van CJ verwacht had. Nog gisteren kreeg ik een brief van zekeren Schuier uit Uw woonplaats, waarbij een rekening van f 60 was, die Gij hem schuldig waart voor wijn en andere noodelooze zaken. Heden schrijf ik ook aan Uw principaal, opdat hij mij eens goed op de hoogte brenge aangaande U en Uw leven.
Weldra hoop ik van U voldoende opheldering te zullen ontvangen , want anders zou U niet meer zijn lieven Zoon kunnen noemen
Breda , Uw vader,
21 Maart 1879. T. Veerssen.
97. Antwoord op No. 96.
Lieve , beste Vader ,
Gisteren ontving ik Uw brief, maar de verwijten en beschuldigingen , die Gij mij schrijft, begrijp ik in het geheel niet, omdat ik geen mijnheer Schuier ken en dus geen wijn bij hem kan hebben gedronken , of op eenige andere wijze schuld bij hem gemaakt kan hebben. Steeds betaal ik volgens mijn vaste gewoonte alles, wat ik noodig heb, contant. Wend U aan? gaande mijn gedrag, mijn lemi en mijn vlijt gerust aan mijn
64
principaal, -want hij kan geen ander dan een goed getuigenis van mij geven. De geheele schuldvordering kan slechts berusten op een vergissing, wat den persoon aangaat; of het is oplichterij Een brief van U aan dien mijnheer Schuier zal alles voldoende ophelderen en nog liever had ik, dat Gij persoonlijk naar hem toegingt. Gij znlt mij toch wel niet van leugentaal verdenken.
In de hoop , dat in Uw volgenden brief deze onaangename zaak voldoende opgehelderd zal wezen , noem ik mij
Rotterdam, 23 Maart 1879. Uw Karei.
BRIEVEN VAN VEEONTSCïïüLDIGINft.
(Deze dienen ter verontschuldiging of ter rechtvaardiging. Een verontschuldiging stelt een beganen misstap in een zachter licht; een rechtvaardiging maakt opgevatte verdenking krachteloos. Men schrijve vrijmoedig, oprecht en naar waarheid. Koele verontschuldigingen en verdichte rechtvaardigingen verergeren den misstap. Weigert men in een verontschuldiging een dienst, zoo geve men de redenen op voor de weigering. Beleedigende brieven beantwoorde men eerst, nadat men bedaard is geworden).
98. Bij weder aanknooping van vriendschap.
Hooggeëerde Vriend,
Sedert den twist, dien wij, drie weken geleden, ten Uwent hadden , schijnt Gij nog altijd boos op mij te zijn en mij dientengevolge te mijden. Wie van ons beiden gelijk had, zal het onderwerp van dezen brief niet zijn; want ik vermeen, dat wij door overeenstemming in onze beginselen en door onze langdurige vriendschap veel te nauw verbonden zijn om ons door zulke kleinigheden te laten scheiden. Voorzeker is ook U de manier, waarop wij nu met elkander omgaan, hoogst onaangenaam en daarom doe ik U den volgenden voorslag: Kom aanstaanden Zondag te drie ure bij van Leeuwen te Lent. Daar kunnen wij bedaard onzen twist uit de wereld helpen, waarna wij met onze vrienden Jansen en Faassen den wrangen nasmaak van ons mengsel, uit misverstand en teergevoeligheid gebrouwd , eens onder een glas wijn zullen wegspoelen. Dat Gij dezen voorslag zult aannemen, verwacht stellig
Nijmegen , Uw oprechte vriend .
10 Juli' 1878. - - ' ' - • • * D. Troost.
65
99. Antwoord op No. 98.
Dierbare Vriend,
Met het grootst genoegen neem ik Uw voorslag aan, want mij is ook niets onaangenamer dan een gespannen verhouding met een Vriend. Thans zie ik maar al te goed in, dat de grootste schuld aan mij is, zoowel bij onzen twist als tijdens onze oneenigheid en reeds lang zou ik den eersten stap tot verzoening gedaan hebben, indien juist het bewustzijn van mijn schuld mij dat niet moeilijk gemaakt had. Hoogst dankbaar ben ik U, dat Ge mij zoo voorkomend de vriendenhand weer hebt geboden. Gij kunt er stellig op rekenen, dat ik aanstaanden Zondag om drie uur tegenwoordig zal wezen. On ze twist is nu de wereld al uit, daarvoor behoeft dus niet meer gezorgd te worden. quot;Willen anderen dat strijdpunt in ons bijzijn in het reine brengen, dat zou mij niet onaangenaam wezen. Op Uw avondpartijtje is stellig tegenwoordig
Eist, Uw vriend ,
11 Juli 1878. H. Uerks.
100. Verontschuldiging wegens niet nakoming van een invitatie.
Waarde Keef,
Zeer blijde was ik over Uw vriendelijke nitnoodiging op Uw kermis en snel had ik besloten om te komen. Maar toen mijn vrouw en ik gereed stonden voor de reis naar IJ, kwam er een brief van mijn Moeder met de treurige tijding, dat zij erg ziek geworden was, zoodat ik onverwijld derwaarts ijlen moest. Daarom kan ik nu het genoegen niet hebben van met U kermis te vieren; maar ik denk U weldra te bezoeken, waarbij ik deze schade weer in halen kan en nog wel met winst, want dan kunnen wij elkander ongestoord alleen onder ons eens recht verheugen, indien mijn goede Moeder maar betert.
Vaarwel en wees vroolijk. Dit wenscht Oosterhout, Uw vriend ,
17 Augustus 1878. D. Jacht.
101. Verontschuldiging wegens niet genomen afscheid.
Waarde Oom,
Morgen ga ik naar Londen, waar ik mijn fortuin denk te maken. Gaarne was ik bij U nog afscheid komen nemen, maar • mijn tijd «n af dere, omstandigheden Jieten ,dat niet toe. Het spijt mij innig, dat ik U niet mondeling kan'danken voor'de
5
66
vele weldaden, die Gij mij hebt bewezen en voor de goede lessen, die Gij mij hebt gegeven. God moge ü dat vergelden en U met Uw gezin duizendvoudig daarvoor zegenen. Waarschijnlijk zie ik U binnen kort toch nog eens, omdat ik binnen een halfjaar nog eenige zaken in ons land moet komen regelen. Dus roep ik U tot dien tijd met Uw gezin een hartelijk vaarwel toe en na mij in Uw welwillendheid te hebben aanbevolen noem ik mij
Rotterdam, Uw neef,
aan boord van de Zeenimf, Thomas.
5 Februari 1879.
102. Verontschuldiging wegens opgevatte kwade vermoedens.
WelEdele Heer ,
Wegens een ongepast gesprek, dat ik gevoerd zou hebben over UWEds. handelwijze, zijt Gij boos op mij , maar Gij zijt te vriendelijk en te rechtvaardig om iemand, die zich jaren lang UWEds. toegenegenheid waardig toonde, ongehoord te veroordeelen. Veroorloof mij derhalve een vrijmoedige bekentenis. Dat ik met mijnheer Dounis gesproken heb over UWEds. handelwijze in zake mijnheer Sim, loochen ik niet, maar niet welk doel en onder welke bewoordingen schijnt mijnheer Dounis UWEd. uit misverstand of met voordacht geheel verkeerd aangebracht te hebben. Het ongelukkig lot van Sim, die zich door zijn lichtzinnigheid heeft laten medesleepen, heb tk betreurd en tevens beweerde ik, dat zijn misstappen geen gevolg waren van zijn slecht karakter; maar geenszins heb ik gezegd, dat aan hem onrecht werd gepleegd. Even goed als ik zal UWEd. overtuigd zijn , dat ik naar waarheid heb gesproken. Mijnheer Jansen, die bij ons gesprek tegenwoordig was en alles woordelijk gehoord heeft, wat ik tegen mijnheer Dounis zei , kan ook betuigen , dat ik UWEd. de zuivere waarheid schrijf. Voor mij is deze zaak uiterst gewichtig , zoodat ik mij met deze eenvoudige verklaring van de zuivere waarheid onmogelijk tevreden kan stellen en daarom verzoek ik UWEd., dat Gijzelf bij mijnheer Dounis alles nauwkeurig zult onderzoeken. Deze zal mij zeker vrijspreken van de onbezonnenheid, waarvan UWEd. mij beschuldigt , zoodat ik dan weer zeker zal zijn van UWEds. hooggeschatte genegenheid. Laat mij gerechtigheid wedervaren, daarom smeek ik dringend met verzekering , dat ik het als een groot geluk beschouw , indien ik UWEd. steeds de ongehuichelde hoogachting «al mogen bewijzen, waarmede ik de eer heb te zijn
Leiden, UWEds. Dienstv. dienaar,
21 November 1578. quot; ' quot;F.quot; Leith. '
67
103. Verontschuldiging wegens te late betaling van geleend geld.
Hooggeachte Heer,
Met den grootsten dank erken ik Uw goedheid en Uw lankmoedigheid. Daarom offer ik ook volgaarne veel op , omdat ik den schijn wil vermijden, als verzuimde ik mijn schuld te voldoen. Dewijl het mij onmogelijk is dit uit eigen middelen te doen, zoo heb ik mij bijgaande som door een vriend doen voorschieten, zoodat Gij overtuigd zult zijn, dat ik geenszins misbruik van Uw goedheid wil maken. Wees zoo goed mij de noodige quitanlie over te zenden en blijf verzekerd , dat ik met de meeste hoogachting ben
Dreumel, Uw onderdanige dienaar,
10 Juli 1878. A. Smal.
104. Verontschuldiging wegens te late
uitvoering eener commissie.
Waarde Heer ,
Dat ik Uw commissie thans eerst heb uitgevoerd , zult Ge mij wel willen vergeven , want dringende bezigheden noodzaakten mij tegen mijn zin daarmede langer te wachten , dan ik van plan was. Daarenboven moest ik bij de uitvoering Uwer commissie onverwachte hinderpalen uit den weg ruimen. Het spijt mij , dat ik U thans niet volgens Uw wensch heb kunnen bedienen, maar ik hoop , dat ik voortaan het geluk zal mogen smaken van U gewichtiger diensten te bewijzen , dan mij nu onder de gegeven omstandigheden mogelijk was. Steeds zal het mij hoogst aangenaam zijn, wanneer ik U in. eenige zaak behulpzaam kan wezen.
Schiedam , Uw bereidwillige dienaar ,
3 rebruari 1879. D. Cunti.
105. Verontschuldiging wegens weige
ring van een betrekking.
Dierbare Oom ,
Onlangs hadt Gij de goedheid mij mede te deel en , dat baron van Heel een gouverneur zocht, terwijl Gij tevens wensch-tet, dat ik daarvoor solliciteeren zou. Maar tegelijkertijd bracht Ge mij onder het oog , dat ik rijpelijk en nauwkeurig moest overwegen , of die betrekking naar mijn zin zou wezen. Voor dit nieuw bewijs van Uw liefde en Uw zorg betuig ik U mijn hartelijksten dank. Volgens Uw wensch heb ik alles, wat voor en tegen deze betrekking is , gewikt en gewogen en nu wil ik U openhartig bekennen , dat mijn Besluit is voor
68
deze betrekking geen moeite te doen, omdat ze mij te veel bezwaren zon opleveren.
Weliswaar zou ik als gouverneur voor eenige jaren geborgen zijn, maar dewijl ik bij baron van Heel geen vooruitzicht kan hebben om vooruit te komen , zoo zou ik voor de toekomst dezelfde zorg houden, die mij nu kwelt, waarbij ik dan nog alles zou moeten opgeven, wat voor mijn geluk bevorderlijk zou kunnen wezen. Wel zou ik, terwijl ik met elèves in het buitenland op reis was, mijn kennis met menige nieuwe ervaring kunnen verrijken, maar ik geloof niet, dat zulks mij, als alleenstaand persoon , zeer veel zou kunnen baten. Misschien zou ik buitenslands mijn fortuin ook kunnen vinden, maar Gij houdt zeker te veel van mij, dierbare Oom , dan dat Gij zoudt verlangen, dat ik mijn toekomstig geluk aan een onzeker misschien waagde. Daarenboven gebiedt mij mijn kinderlijke plicht, dat ik vooral mijn oude goede Moeder niet -vergeet. Zij is uitgeleefd en zwak en het zou mij zeer smartelijk vallen, indien ik langen tijd zoo ver van haar verwijderd moest blijven, dat ik haar waarschijnlijk nooit meer zou zien. Gij weet, hoe teeder Uw zuster haar zoon bemint en hoezeer zij voor hem bezorgd is. Als ik ver van haar zou wezen , werd haar zorg nog grooter en terecht zou zij mij kunnen verwijten , dat ik haar levensvreugd verbitterd en haar dagen verkort had. Al scheen mij de toekomst, gunstiger, dan deze betrekking het belooft, dan zou het mij uit liefde voor mijn moeder nog moeilijk vallen mijn vaderland vaarwel te zeggen.
Bovenstaande redenen vooral verplichten mij Uw goedgemeend aanbod af te slaan. Gij zult mij dat wel niet kwalijk nemen, want zelfs indien mijn besluit niet overeenstemt met Uw bedoelingen , dan verwacht ik nog, dat Gij weldra in een volgenden brief iets beters voor mij gevonden zult hebben.
Gouda , Uw , U vereerende , neef,
S Augustus 1878. P. Kunst.
106. Verontschuldiging aan een Baas, diamp; om zijn rekening heeft gemaand.
Mijnheer,
Ingesloten zend ik U een orderbriefje groot f102. Ga daarmede naar den bankier Oppenheim en deze zal U onmiddellijk Uw geld uitbetalen. Het spijt mij zeer, dat Gij zoo lang op. Uw betaling hebt moeten wachten, vooral omdat Gij door mijn nalatigheid zelf in ongelegenheid geraaktet. Van mijn kant heerschte er abuis: mijn zaken dwongen mij onverwachts tot.
69
«en buitenlandsclie reis en in der haast regelde ik nog veel vooraf, waarbij toevallig Uw rekening vergeten werd. Intus-schen hoop ik, dat Gij wegens mijn verzuim mijn volgende commissiën niet zult doen lijden, maar dat Ge mij even goed en solide als vroeger zult behandelen. Ik ben
Woerden, Uw dienaar,
5 Juli 1878. T). Groen.
107. Een vriendin verzoekt een andere haar te gaan verontschuldigen.
Beste Kaatje,
Louisa heeft mij gezegd, dat Gij heden middag met Uw kinderen naar Fransen gaat en daarom wil ik verzoeken , of Ge mij bij die beste vrienden van ons wilt verontschuldigen , omdat ik ze onlangs zoo lang te vergeefs op mij heb laten wachten. Tot heden had ik geen gelegenheid mijzelf te verontschuldigen. Gij weet, welke treurige reden mij verhinderde hen te bezoeken en deze reden zal mij bij die goede mensehen ook stellig voldoende verschoonen.
Tot mijn genoegen kan ik U ook mededeelen, dat het met mijn lieve kleine Anna iets beter gaat en dat er gegronde hoop is, dat zij weldra geheel genezen zal zijn. U zal ik wel niet behoeven te melden, hoezeer mij dat verheugt, want mij a kinderen zijn mij alles. Verontschuldig mij vooral goed bij mijn vrienden en wees hartelijk gegroet van
Van huis, 19 Juli 1878. Uw Grietje.
108. Verontschuldiging wegens een aangedane beleediging.
Goede , Beste Jan ,
Op de partij, die gisteren bij onzen vriend Flipsen gegeven werd, heb ik ü tot mijn groot leedwezen zeer onvriendelijk behandeld en zelfs onverdiend beleedigd. Thans gevoel ik tot mijn spijt, dat ik ongelijk heb gehad en dat ik U zeer onbillijk en ongepast heb behandeld. Hoezeer schaam ik mij, dat ik mij door mijn onbesuisde drift zoodanig heb laten be-heerschen.
Zoadt Gij , beste Jan , met Uw algemeen bekende vriendelijkheid en inschikkelijkheid mij geen vergiffenis willen schenken ? Als Gij wist, hoe ik het mij aantrek en hoe vast ik besloten heb U nooit meer te beleedigen, zoudt Gij dat wel onmiddellijk doen. Volgaarne-herroep ik , als het poodig is, voor het geheele gezelschap van gisteren avond alles, wat ik
70
ten Uwen nadeele gezegd heb. Vordert Gij nog meer ter vergoeding van mijn verongelijking, zeg dat gerust, want niets zal mij te moeilijk zijn , indien ik daardoor maar het genoe» gen kan hebben van te mogen zijn
Veendam, 17 December 1878. Uw Frans.
(Deze volgen op ontvangen weldaden, op bewezen diensten» op hulp in onze zaken , op deelneming in ons lot of op beleefdheden , die men ons onverplicht bewijst. Deze brieven moeten fijngevoelig , maar zonder huichelarij geschreven worden , waarbij vooral gelet moet worden op de verhouding tus-schen den schrijver en den weldoener. Men zij voorzichtig met, het beloven van wederdienst of vergoeding, want daardoor zou men laten blyken , dat de gever vol eigenbaat is , of dat men niet gaarne een weldaad ontvangt. Een dankbetuiging mag nooit uitgesteld worden en vordert geen antwoord.)
109. Bij terugbetaling van geleend geld.
WelEdele Heer,
Tot mijn grootste vreugde kan ik UWEd. eindelijk de mij zoo goedgunstig geleende duizend gulden terug betalen. Dewijl ik mijn belofte van teruggave te laat vervul, zoo gevoel ik zeer goed , dat ik daarvoor de grootste verwijten zou verdienen en dat ik het aan UWEds. goedheid en menschlie-vendheid te danken heb, nu Gij zoolang toegevendheid met mij hebt gehad. In den strijd met mijn hard lot verloor ik den moed geenszins en eindelijk daagt voor mij na een lang jaar van smartelijk en zwaar lijden een gelukkiger tijd , zoodat ik mij haasten kan UWEd. te betalen en tevens verschooning te vragen voor den tijd, dien ik UWEd. moest laten wachten.
Hoe zal ik ooit in staat zijn UWEds. goedheid te vergelden? Wat had ik moeten beginnen , indien Gij mij in mijn grootsten nood niet zoo grootmoedig hadt geholpen ? En niet eenmaal had ik UWEd. om hulp aangesproken 1 Gij verloort vooreerst den interest van UWEds. kapitaal en daarbij stel-det Gij het geheele kapitaal nog in de waagschaal, toen Gij het aan de eerlijkheid van iemand toevertrouwdet, die UWEd. bijna geheel vreemd was. Onmogelijk is het mij het gevoel van- danb uit te drukken, dat mijn geheel hart vervult. Nooit, nooit zal mijn dankbaarheid jegens UWEd. verminderen.
71
Schenk mij ook voortaan UWEds. onschatbare genegenheid en aanvaard de verzekering van de grenzelooze hoogachting, met welke ik blijf
's Grarenhage , UWEds. onderdanige dienaar,
19 November 1878. T. Bijmen.
110. Voor verleende hulp.
Hooggeachte Yriend ,
Onmogelijk kan ik U de gevoelens mededeelen, die mij vervullen bij de gedachte aan de teedere zorgvuldigheid, waarmede Gij mij in mijn nood te hulp ijldet. U dank ik en ü zegen ik , omdat ik niets anders kan doen. Het is mijn geluk en mijn trots , nu ik zeggen kan , dat ik een trouwen, beproefden vriend heb ; want een ware Yriend is een groote schat, dien maar weinigen bezitten.
God moge u de weldaad, welke Gij mij zoo edelmoedig en menschlievend beweest, vergelden en geloof, dat ik nooit zal ophouden U innig te beminnen en levenslang te vereeren als
Groenlo , Uw dankbare vriend ,
15 April 1879. K. Krul.
111. Van iemand, die voor trouwen dienst een geschenk gekregen heeft.
Mijnheer,
Dat ik trouw en eerlijk in Uw dienst was, beval mij mijn plicht. Omdat ik U gaarne mijn bereidwilligheid wilde bewijzen , werkte ik ijverig en mijn beste loon was , dat ik met goed gevolg werkte. Nu zult Gij wel kunnen beoordeelen, hoezeer mij de bijlage van Uw brief verraste en nauwelijks durf ik een geschenk aannemen , dat volgens recht niet verdiend is. Uw tevredenheid over alles , wat ik gedaan heb , was voor mij al genoeg ; maar de wijze, waarop Gij mij Uw geschenk aanbiedt, doet mij besluiten het aan te nemen als een teeken van Uw bijzondere genegenheid voor mij. Ontvang daarvoor mijn oprechten dank en wees verzekerd, dat het steeds mijn grootste vreugde zal zijn, indien ik U voortaan nog nuttig en van dienst kan wezen.
Hellevoetsluis , Uw onderdanige dienaar,
7 Mei 1879, T. Wager.
112. Voor hulp tot Let verkrijgen van een betrekking.
HoogEdelGeboren Heer,
Met den grootsten spoed neem ik de vrijheid UHEGeb. bij dezen te melden, dat mijn verzoek aan baron Thijssen met het beste gevolg bekroond is geworden. Zonder eenige moeilijkheid werd mij de gevraagde betrekking geschonken met genot van de volle jaarwedde. Zonder de goedwillige tussehen-komst van UHEGeb. had ik dat nooit mogen verwachten. Dit vervult mij met den innigsten dank voor UHEGeb., waarvan mijn geheele leven voortaan stellig getuigenis zal geven. Indien ik UHEGeb. ooit in eenig opzicht van dienst zou kunnen wezen, dan zal het mij uiterst gelukkig maken , indien UHEGeb. alsdan zijn recht op mij zal doen gelden.
Van Uw HoogEdelGeboren Huize Loevestins , de onderdanigste dienaar ,
9 Juni 1879. J. Notte.
118. Voor een bruiloftsgeschenk.
Mijnheer en Vriend,
De innigste gevoelens van dank werden reeds in mij en mijn echtgenoote gewekt door de groote mate van deelneming, die UEd. toonde bij de voltrekking van ons huwelijk, hoewel wij die deelneming verwacht hadden; maar het rijke geschenk, dat den felicitatie-brief begeleidde, heeft onze verwachting nog ver overtroffen. Het zal ons een altijddurende herinnering blijven aan UEds. vriendschap en het zal ons steeds aansporen UEds. vriendschap waardig te blijven. In de hoop, dat deze zwakke uitdrukkingen van onze gevoelens UEd. een maatstaf zullen wezen van onze onbegrensde hoogachting, noem ik mij Stavenisse , Uw , U toegenegen , rriend ,
3 Mei 1879. J. Jenssen.
114. Aan een Doctor.
WelEdelZeerGeleerde Heer,
Tijdens mijn zware ziekte, waarvan ik nu, Gode zij dank ! weer genezen ben, heeft UWEZGel. mij zoo zorgvuldig en trouw bijgestaan, dat ik mij tot eeuwigen dank verplicht gevoel, want UWEZGel. is mijn levensredder geweest en elk genot, dat mij het leven nog kan schenken , moet ik beschouwen als door UWEZGel. geschonken. Nooit kan ik UWEZGel. voldoende vergelding geven, maar toch smeek ik UWEZGel. het bijgaande niet te versmaden en als een gering bf.wije-mijaer-onuitputtelijke erkentelijkheid te aanvaarden.
73
Aanvaard tevens de verzekering , dat ik nooit zal ophouden met de diepste hoogachting te zijn Van UwWelEdelZeerGeleerde
Zierikzee, de allerdankbaarste dienaar,
33 November 1878. T. Loods.
115. Voor verleende ondersteuning.
Wel Eerwaarde Heer,
Door de liefderijke ondersteuning, die ik door UWEerws. tusschenkomst van zoo vele zijden mocht genieten, bewees UWEerw. mij zulk een groote weldaad, dat ik mij door al, wat mij heilig is , verplicht gevoel UWEerw. mijn vurigsten dank te betuigen.
Dewijl UWEerws. menschlievendheid niet alleen voor mijn eigen welzijn, maar ook voor het welzijn van al de mijnen den gezegendsten invloed heeft gehad, zoo zal de Eeuwige UWEerw. stellig met Zijn ruimsten zegen vergelding schenken voor het geluk van een geheel gezin, dat rijk aan gevoel, maar arm in woorden en niet in staat is om zijn dankbaarheid uit te drukken naar de grootte van de ontvangen weldaden. Ja, de vurigste dankbaarheid voor UWEerw. vervult ons aller harten en wij allen smeeken en hopen, dat God UWE crw. rijkelijk moge vergelden, wat UWEerw. zoo edel aan ons heeft gedaan.
Van UwWelEerwaarde
Lithoyen , de gehoorzame en dankbare dienaar,
10 October 1878. F. Fruin.
116. Voor gedane commissies.
Amice ,
Gij waart zoo goed , dat Gij al mijn commissies naar wensch hebt uitgevoerd. Daarvoor ben ik U zeer verplicht. Gij hebt niet alleen gezorgd, dat alles in de beste orde was, maar ook de prijzen vallen mij ten hoogste mede. Zeer goed schijnt Gij te weten, waar men in Amsterdam het beste en het goedkoopste terecht kan. Het zal mij bijzonder groot genoegen doen, indien ik voor U, als wederdienst, ook eens eenige commissies kan doen. Hartelijk gegroet.
Hilversum, t. t.
20 December 1878. A. Top.
117. Voor een aanbeveling.
. , , , WglEdeKJestrenge JIee.r,. . , . .
De Heer Scholten nam de vrijheid bij UWEGestr. naar
74
mij te informeeren en ik -weet, dat UWEGestr. de goedheid had op die aanvraag buitengewoon loffelijk van mij te getuigen, zoodat niets dan mijn goede eigenschappen gewicht in de schaal gelegd hebben, tengevolge waarvan ik nu ook geagreëerd klerk ben geworden. Daarom gevoel ik mij verplicht UWEdGestr. onderdanigst te danken en UWEdGestr. te verzekeren, dat UWEdGestr. steeds op mij zal kunnen rekenen. Indien UWEdGestr. ooit in mijn tegenwoordige woonplaats iets te verrichten heeft, dan verzoek ik mij dat te laten doen en in het algemeen gerust over mij te beschikken, waarbij ik steeds alles zal doen , wat in mijn vermogen staat.
ïtadat ik UWEGestr. nogmaals verzekerd heb , dat ik tot eeuwigdurenden dank ben verplicht, teekeu ik mij met de grootste hoogachting
van UwWelEdelGestrenge Tiel, de gehoorzaamste dienaar,
3 November 1878. E. Asten.
118. Van een onderwijzer voor een anker w ij n.
Hooggeachte Heer,
De liefde, die mij door UEd. en door de overige Ouders van de kinderen, welke aan mijn leiding zijn toevertrouwd, bewezen is geworden, zal mij steeds een spoorslag zijn om Voor de kleinen alles te doen , wat in mijn vermogen is.
Mijn warmsten dank betnig ik UEd. voor het schoon cadeau, dat ik op Uw aller welzijn zal ledigen , waarbij het mij ten hoogste zal verheugen , indien het mij kracht en sterkte schenkt voor aanhoudende werkzaamheid in mijn beroep.
Terwijl ik UEd. nogmaals dank , ben ik Nieuwediep , Uw dienstwillige dienaar ,
3 Augustus 1878. B. Brown.
119. Voor een goed onthaal.
Lieve Vriend ,
Verleden Maandag ben ik gezond en wel thuis gekomen, en nadat ik nu een weinig uitgerust ben van de vermoeienissen van de reis, haast ik mij U mijn dank te betuigen voor het vele goede, dat ik van U mocht genieten. Gij hebt mij zoo vriendelijk in Uw huisgezin opgenomen, mij zoo goed onthaald e.n.mij zoovee! genoegen aangedaan ^dat ik.het.nociit zal kunnen vergetenquot; en dal de' Sagen , dié ik tij U mocht doorbrengen , tot de aangenaamste dagen van mijn leven zul-
75
len behooren. Bij U had ik het zoo goed , dat het mij zelfs moeilijk zal vallen weer aan mijn oude levenswijze gewend te raken. Daarom gevoel ik mij ook zoodanig aan U verplicht, dat ik niet weet, hoe ik levendig en duidelijk genoeg mijn dank uiten en U te kennen geven zal. Maar ik hoop, dat Ge mij ook weldra met een bezoek zult vereeren en dan zult Gij in mij eveneens een besten gastheer vinden, hoewel ik vrees, dat iK ver bij U in de schaduw zal moeten staan. Doch alsdan zult Gij toch wel niet aan mijn goeden wil twijfelen. De Hemel houde U en al de Uwen, die ik bij dezen tevens hartelijk groet, gezond en wel.
Met achting en dankbaarheid blijf ik Veenhuizen , Uw vriend ,
7 Augustus 1878. Karei.
120. Voor huisvesting en verzorging van een student.
WelEdele Heer,
Toen ik mijn zoon naar Leiden bracht en mij daarbij als vader bezorgd maakte, omdat ik niets meer kon bijdragen tot zijn toekomstig geluk, druktet Gij mij de hand en zeidet Gij, dat ik mijn vertrouwen op God moest stellen. Sedert zijn vier jaren vervlogen en ik kende de onzichtbare hand niet, die mijn zoon zoo weldadig en goed ondersteunde tijdens zijn studietijd, tot hij een man geworden is en de vruchten van zijn vlijt kan oogsten. Nu eerst verneem ik , WelEdele Heer, hoe verbazend groot UW Eds. goedheid is geweest. Het geluk van mijn zoon was UWEds. werk en als loon daarvoor zal dagelijks mijn vurig dankgebed voor UWEd., voor UWEds. tevredenheid en voor UWEds. welzijn ten Hemel opstijgen. Alles, wat een vaderhart kan gevoelen, dat voor een zoon vervuld is met kommer en zorg, heeft mijn hart gevoeld. Oordeel nu, quot;WelEdele Heer, oordeel nu, mijn weldoener, hoe mijn hart overvloeien moet van dank en zegenwenschen , omdat door UWEds. goedheid mij alle zorg en alle kommer is ontnomen. Gij hebt mij een tweede leven geschonken en aan UWEd. heb ik de vreugde te danken , die ik beleef, nu mijn zoon zoo spoedig een uiterst voordeelige betrekking heeft. De God, op wien Gij mij zeidet te vertrouwen en dien Gij door UWEds. weldadigheid navolgt, zal, indien mijn vurigste wen-schen vervuld^ worden , voor UWEds. goedheid een tal van bronnen van aardsch geluk dóen vióCien 'en UWEd.* by Kei' genot van inwendigen vrede en van alle mogelijke welvaart
76
een groot getal van jaren doen bereiken. Maar ik, ik zal nooit ophouden met dankbare toegenegenheid en met de grootste hoogachting te zijn
van Uw quot;WelEdele Beek , de gehoorzame dienaar ,
17 Januari 1879. H. Hulst.
(Even als bij alle brieven , waarin het gevoel spreekt, is vooral bij minnebrieven het voornaamste, dat men het hart late spreken en alles vermijde , wat onnatuurlijk, overdreven en geaffecteerd is. Een levendig gevoel zal van zelf ook een bezielde taal weten te vinden. Men zij bij de schildering van dat, wat het hart gevoelt, niet terughoudend uit valsche schaamte, maar men vervalle ook niet in gezwollen stijl, die nooit een goeden indruk kan maken , hoewel bij minnebrieven volgens hun aard en vooral bij jonge lieden een zekere mate van hartstocht en van dichterlijk gevoel mag heer-schen. Bedaagde lieden moeten natuurlijk zoo gematigd mogelijk, meer innig dan vurig, meer teeder dan indringend schrijven. Dames moeten teeder schrijven, vooral bij weigerend antwoord, waarbij , zoo mogelijk , nooit vergeten mag worden, dat men den vrager naar behooren hoogacht en dat men zijn vertrouwen met de noodige bescheidenheid zal vereeren. Bij brieven aan ouders of personen , die invloed kunnen uitoefenen en wier toestemming dus van gewicht is, moet niet alleen het gevoel uitgedrukt, maar ook alles gemeld worden , wat noodig kan wezen om hinderpalen weg te ruimen).
121. Aan een Meisje, dat men maar eenige malen heeft gezien.
Mejuffrouw,
Misschien zult Gij U verwonderen , dat iemand, die maar eenige malen het geluk had vluchtig met U in gezelschap te mogen wezen, de vrijheid neemt U te schrijven; maar het is mij onmogelijk zulks niet te doeij. Gij zult ongetwijfeld wel niet behoeven te vragen , met welke bedoeling ik mij tot U wend, want dat moet Gij voorzeker al weten. Dat moet U mijn oog bij den eersten blik, dien het op U sloeg, reeds gezegd hebben ; dat moet U reeds gebleken zijn bij het eerste woord , dat ik tot •U-mocht spreken. U bemin ik , dierbare Anna ,* ■ ik bemin U met al den gloed van een eerste liefde en daarom
77
kan ik het onmogelijk verdragen , dat ik U zal moeten zien, afreizen , zonder ü eerst mijn liefde gemeld en zonder uit Uw mond het oordeel gehoord te hebben , dat mij tot den gelukkigsten of den ongelukkigste der stervelingen zal maken. In bange onzekerheid zie ik het gewichtig oogenblik te gemoet, dat mij Uw beslissing zal brengen. Nu eens is het hoop, die mijn hart vervult en bezielt, wanneer ik denk aan Uw lieven glimlach, aan Uw vriendelijke scherts en aan Uw wezen, dat niets dan liefde ademt; dan wederom gevoel ik vrees met al haar schrikbeelden , wanneer ik bedenk , hoe weinig recht ik hebben kan op Uw liefde. Maar mij wordt geen keus gelaten. Mij is het leven verbitterd en vergald, indien ik niet weet, of ik hoop kan voeden, of ik Uw wederliefde zal kunnen, verwerven en of ik U eens de mijne zal mogen noemen. Ach, laat mij toch niet te lang tusschen leven en dood zweven. Voor eeuwig
Sliedrecht, Uw minnaar,
10 Juli 1878. T. Stuit.
122. Aan een Meisje, dat men al lang kent.
Allerdierbaarste Louiza ,
Eeeds dikwijls was ik voornemens U te spreken over dat, wat mij op het harte ligt; maar hoe dikwijls ik ook daarmede beginnen wilde, toch kon ik nooit een aanvang maken. Nu eens kwam er geen gunstige gelegenheid tot spreken, dan weer ontzonk mij de moed, als er een gunstige gelegenheid was. Daarom wil ik heden schrijven om U dat bekend te maken, wat ik U moet doen weten , want mondeling zal ik het U niet kunnen mededeelen. Begrijpt Gij, allerdierbaarste Louiza, nog niet, wat het is ? Dat ik U bemin , dat ik U sinds jaar en dag zoo hartelijk en zoo innig bemin, dat ik slechts in U leef, slechts aan U denk en mij slechts bij U waarlijk gelukkig gevoel. Zonder U te moeten leven is mij onmogelijk en daarom is mijn eenigst verlangen, dat ik Uw hand en Uw hart zal mogen verwerven. Gij kent mij en mijn geheelen toestand nauwkeurig genoeg om te kunnen weten, of Gij mij zult kunnen beminnen en of Gij met mij gelukkig zult kunnen wezen of niet. Beslis daarom, allerdierbaarste Louiza, of ik bij Uw geachten Vader om Uw hand zal mogen vragen. Hoedanig Uw beslissing ook moge uitvallen, toch zal ik nooit ophouden te zijn
Gorinchem , Uw trouwste vereerder, * * 12 Juli 1878. '........... T. Trtia'ü.'quot; '
78
123. Aan een Weduwe.
Mevrouw,
Gij schoukt mij steeds zooveel bewijzen van vertrouwen en vriendschap, dat ik durf wagen U een wenscli te openbaren, dien ik reeds lang gekoesterd heb , die van dag tot dag levendiger in mij wordt en dien Gij alleen kunt vervullen. Deze wenseh betreft niets meer of minder dan het bezit van Uw dierbare persoonlijkheid , waarna het verlangen reeds in mijn hart gewekt werd, toen wij elkander de eerste maal ontmoetten. Tot heden legde mij mijn finantiëele toestand het zwijgen op, omdat ik uit beginsel niet wil huwen , voor ik een inkomen heb, dat mij beveiligen kan voor geldelijke zorgen. Maar thans zijn door een gelukkigen samenloop van omstandigheden mijn zaken zoodanig gesteld, dat ik vrij en frank een eeht-genoote kan nemen ea daarom neem ik nu de vrijheid U, Mevrouw, mijn hart en mijn hand aan te bieden. Stellig hoop en vertrouw ik , dat wij gelukkig met elkander zullen leven , omdat ik weet, dat ik in U alleen eigenschappen zal vinden, die ik mij in een gade kan wenschen, namelijk: huiselijkheid, orde, spaarzaamheid en een zacht en toegevend karakter. Wat mij zelf aangaat, zoo denk ik, dat een vrouw, die geen jeugdigen , vurigen minnaar, maar een verstandigen man begeert te hebben , zeer goed niet mij tevreden kan zijn. Indien Gij dus niet tegen een tweede huwelijk opziet en indien mijn persoon U behagen kan , schenk mij dan Uw hand en wees verzekerd, dat ik alles zal doen , wat in mijn vermogen is , om U in mijn huis een aangenaam lot te bereiden. Terwijl ik verlangend Uw gunstig antwoord te gemoet zie, blijf ik met oprechte genegenheid
Beerta , Uw trouwe vereerder,
17 Augustus 1878. A. Eluit.
124. Een weduwnaar vraagt de hand van een Meisje.
Mejuffrouw ,
Van Uw voortreffelijk hart en van Uw voorbeeldig leven heb ik zooveel gehoord, dat het behagen, hetwelk Uw eerste aanblik in mij wekte, thans met de hoogste achting vergezeld gaat, zoodat mij een nadere verbintenis met U wenschens-waard schijnt. Daarom vraag ik U openhartig, of Gij zoudt kunnen besluiten de gezellin mijns levens en de moeder van mijn kindje te worden, dus om kort te gaan, of Gij Uw *■ * lof onverbïêkelijk met het mijne zoudt willen verbinden ?
De jaren, waarin men bij zulk een gelegenheid als deze
79
der dames veel corapliraenten pleegt te maken , zijn voor mij al lang vervlogen ea zoudt Gij zelf het ook niet laf vinden , indien een man van mijn leeftijd zich als een verliefde dwaas voordeed ? Toch meen ik U te moeten verzekeren , dat ik voor U de innigste neiging gevoel. Mijn zaken en mijn toestand zijn U welbekend , zoodat ik daarover niet behoef uit te wijden. Maar toch moet ik U verzoeken eens rijpelijk na te denken , of Gij voor mijn kind een goede moeder zoudt kunnen wezen. Want onomwonden beken ik, dat ik zelfs met de teederste echtgenoote ongelukkig zou wezen , indien mijn kind, mijn dierbaarste en mijn alles , geen zorgvuldige en liefderijke moeder vond en wanneer een vrouw ziet , dat haar man ongelukkig is, dan kan zijzelf ook niet gelukkig wezen.
Dat ik U beleedigen zou door mijn oprechtheid, die ik als mijn plicht beschouw, geloof ik geenszins; dus behoef ik U daarvoor geen verschooning te vragen , maar wel verzoek ik U om een even oprechte verklaring. Al zou deze ook niet naar mijn wensch uitvallen , toch zal ik nooit ophouden U te eeren en hoog te achtcn als
Zierikzee , Uw onderdanige vriend,
7 November 1878. H. Tick.
125. Men vraagt een Vader om de hand z ij n e r D o c h t e r.
Zeer waarde Heer,
Kuira een jaar geleden begon ik alhier mijn zaken en naar waarheid kan ik zeggen, dat ik ruimschoots reden heb tot tevredenheid, zoodat ik mij verplicht gevoel mijzelf te ont-heft'en van opzicht over mijn huishouding , dewijl mijn zaken mij geheel en al in beslag nemen. Nu kan ik mijn huishouding niet langer uitsluitend aan dienstboden overlaten , omdat mij dit te groote schade veroorzaakt en daarom moet ik wel naar een brave echtgenoote omzien. Voor eenigen tijd had ik de eer Uw oudste dochter Marie bij den Heer Jansen te lee-ren kennen en sedert hoorde ik zooveel goeds van ha-ir, dat ik het wagen durf U openhartig te vragen, of het mij geoorloofd zou wezen met haar een verkeering aan te knoopen. Eijkdommen bezit ik niet; miju huis, mijn zaak en een goed ingerichte huishouding, ziedaar alles, wat ik heb ; maar het is vrij van schuld en dus mijn zuiver eigendom. Indien Gij voor Uw dochter een man wenscht, van een onbesproken karakter en die huiselijkheid en vlijt boven alles stelt, dan behoef ik zonder zelfverheffing voor niemand te wijken, die zich als schoonzoon bij U aanbiedt. Het spreekt natuurlijk van zelf,
80
dat Uw dochter de noodige vrijheid in haar keuze gelaten moet worden en daarom verzoek ik U maar alleen mij te doen weten , of Rij het gaarne zondt zien , dat zij mij tot echtgenoot zou kiezen. In de hoop, dat ik een gunstig antwoord van U zal ontvangen, teeken ik mij met gepaste hoogachting
Goes, Uw dienstwillige dienaar ,
2 December 1878. A. Prik.
126. Weigerend antwoord op No. 125.
Waarde Heer,
Voor ongeveer zes weken zou mij Uw vraag om de hand van mijn oudste dochter zeer gewenscht zijn geweest. Door iedereen wordt Gij hooggeschat als een braaf, vlij tig en rechtschapen mensch en Gij zoudt mij als mijn schoonzoon lief en dierbaar geweest zijn. Maar met Uw vraag, die voor mij ten hoogste vereeren cl was, kwaamt Gij tot mijn leedwezen te laat; want verleden maand is mijn dochter verloofd onder mijn toestemming met den heer Praal uit Delft en deze verloving zal binnen kort tot een huwelijk voeren. Uw geëerde brief blijft stipt geheim, niemand buiten mij, zelfs mijn dochter niet, zal hem ooit te zien krijgen. Word, nu Gij mijn schoonzoon niet kunt worden, ten minste mijn vriend. Dat vraagt
Goes , Uw , U toegenegen , dienaar ,
14 December 1878. A. Breed.
127. Liefdesverklaring aan een meisje.
Mejuffrouw,
Uw edel karakter, dat mij zoo goed bekend is , geeft mij den moed deze letteren, die uit een zuiver hart voortkomen, tot U te richten. Sinds ik het geluk had van kennis met U te maken en sinds ik U in den omgang nog nader leerde kennen, zegt mij mijn hart, dat ik in U, in U alleen de levensgezellin zal kunnen vinden, zooals ik die zoek. U w goede eigenschappen , die ik met alle aandacht kon gadeslaan , hebben geen vluchtige zinnelijke begeerte, maar een voortdurende oprechte neiging voor ü in mijn hart doen ontstaan. Dewijl mij nu echter niet alleen deze neiging, maar ook mijn huishouding dwingt een levensgezellin te zoeken, die mij trouw en verstandig ter zijde kan staan, zoo mag ik niet langer dralen om mij zekerheid te verschaffen aangaande mijn toekomstig lot en daarom vraag ik U oprecht en welgemeend, of Gij mijn neiging zoudt kunnen beantwoorden. Zooals Gij weet, ben ik goed gefortuneerd en gezeten en tevens heb ik het vaste voornemen Uquot; gelukkig te maken, indien Gij beslui-
81
ten kunt mij Uw hart en Uw hand te schenken. Wees dus zoo goed en verklaar U openhartig, opdat ik aan mijn kwellende onzekerheid ontrukt worde. Even onomwonden als ik U met een oprechte meening en met ongeveinsde liefde schrijf, ben ik ook overtuigd , dat Gij mij ook een rijpelijk overwogen beslissing zult schenken. Hoe deze ook moge zijn, steeds zal ik U hoogachten en indien mij Uw wederliefde ten deel valt, dan zal ik daarin een geluk erkennen, dat door zijn onmetelijkheid zelfs mijn stoutste verwachtingen overtreft. Vergeef het aan mijn schuchterheid , dat ik U per brief meld, wat ik U had moeten zeggen. Terwijl ik Uw antwoord met het grootste verlangen te gemoet zie , noem ik mij
Alkmaar , Uw getrouwe vriend ,
38- Januari 1879. A. de Hoog.
138. Antwoord op No. 137. (Uitstel).
Mijnheer,
Hoewel mij Uw openhartige verklaring aangenaam verrast heeft en hoewel ik gevoel, dat naast U een vrouw stellig gelukkig kan zijn , toch kan ik niet onmiddellijk een bepaald en beslissend antwoord geven. Gij kent mij stellig goed genoeg , dat ik U de redenen voor mijn aarzeling wel niet zal behoeven te melden, maar dewijl ik niet lichtzinnig ben, zoo mag ik geen uitspraak doen over den gewichtigsten stap des levens buiten weten mijner Ouders, hoewel ik evenmin mijn neiging lichtzinnig en zonder nauwgezet onderzoek op-ofl'eren zou ten nadeele van mijn zelfstandigheid. Indien derhalve uw neiging welgemeend en niet voorbijgaand is, waaraan ik geenszins twijfel, dan zult Gij mij gaarne veertien dagen bedenktijd gunnen, opdat ik met mijn Ouders en met mijzelf te rade zal kunnen gaan , voor ik met een beslissend Ja of Neen antwoord. Veroorloof mij echter, dat ik U met oprechte hoogachting noem
Alkmaar , Uw vriendin ,
31 Januari 1879. G. Kruis.
139. Antwoord op No. 137 (Weigerend).
Mijnheer,
Hoezeer mij de verklaring van Uw oprechte neiging ook verheugt, toch gevoel ik mij door omstandigheden, die U niet onbekend kunnen zijn, gedwongen te bedanken voor het geluk, dat mij een huwelijk met U ongetwijfeld zou schenken. Omdat ik de eenigste steun ben van mijn bejaarde en zieke-
S3
lijke Moeder, beschouw ik het als een heilige plicht aan haar zijde te blijven, zoo lang zij leeft. Indien Gij over deze reden voor mijn weigering bedaard nadenkt, zult Gij mij voorzeker geen ongelijk kunnen geven. Overigens zon ik volgaarne met IJ als gezellin langs des levens paden gaan. Al valt mij ook deze weigering zwaar , omdat mijn geluk door ons huwelijk gewaarborgd kon wezen en omdat ik U hoogacht, zoo gebiedt mij evenwel mijn kinderlijke plicht te weigeren, waarbij mij het bewustzijn , dat ik een heiligen plicht te vervullen heb, zal moeten troosten.
Met de meeste hoogachting
Alkmaar, Uw dienaresse ,
31 Januari 1879. C. Kruis.
130. Antwoord op No. 137. (Goedkeurend).
Mijnheer,
Sinds ik het geluk heb U nader te kennen, vond ik in U een man, wiens goede eigenschappen gerust den toets kunnen doorstaan , zelfs van de strengste en kieskeurigste vorderingen van haar, die Uw uitverkorene moet worden. Uw vraag geeft mij moed tot een openhartige bekentenis; Uw omgang verschafte mij steeds zooveel genoegen, dat ik onmogelijk onverschillig voor U kon blijven. Ü moest ik hoogachten ; uit die hoogachting ontsproot genegenheid en uit die genegenheid, — nu mag ik het U schrijven, — liefde. Steeds waren de uren, die ik in Uw bijzijn doorbracht, de aangenaamste uren mijns levens en derhalve zal ik U wel niet behoeven te verzekeren , dat Uw vraag door mijn eigen neiging beantwoord wordt. Uw persoonlijkheid is mij een waarborg voor mijn levensgeluk, zoodat ik niet de minste bedenking heb om U mijn hart en mijn hand te schenken, ten einde steeds voor U een trouwe en liefdevolle levensgezellin te zijn en te kunnen blijven.
In de hoop , dat ik U weldra persoonlijk zal zien, ben ik Alkmaar, Uw eeuwig getrouwe,
31 Januari 1879. C. Kruis.
131. Antwoord op No. 127. (Weigerend).
Mijnheer,
Hoewel Uw liefdesverklaring voor mij zeer vleiend is, toch zou ik mij ten Uwen en ten mijnen nadeele veel te hoog schatten, indien ik mij beschouwde als de persoon, die zou faiitiien' beittloWüürifen' afan datgenfe, Vat'GKj teitcht vaa Uw toekomstige levensgezellin verwacht en vordert. Daarvoor ben
83
ik nog te jong en daarenboven werd ik in een stillen huise-lijken kring eenvoudig opgevoed, zoodat ik vooral niet in de groote wereld kan leven , waarin Uw uitverkorene zich toeh zal moeten bewegen , indien zij zioh achting wil verschaften in de kringen, welke voor U openstaan. Nadat ik vooraf alle mogelijke gevolgen rijpelijk overwogen heb van het gewichtig besluit, dat ik thans neem , gevoel ik mij gedrongen , indien ik niet met ijdele onbezonnenheid wil handelen, U een weigerend antwoord te geven , al stel ik zeer grooten prijs op de eer, die Gij mij bewezen hebt en op het vertrouwen, dat Gij in mij hebt gesteld.
Met ware hoogachting Alkmaar , Uw dienaresse ,
31 Januari 1879. C. Kruis.
132. Aan een Meisje, dat men sinds lang kent.
Dierbare Trees ,
Uw stil en huiselijk leven en de bescheiden beminnenswaardigheid van Uw edel karakter deden reeds lang mijn aandacht o|^ U vallen. Maar sinds mij de toegang in Uw familiekring vergund werd, is mijn aandacht in hoogachting veranderd, welke eindelijk in een onoverwinnelijke hartelijke neiging overging. Zeer streng heb ik mijzelf onderzocht om te weten, of mij misschien alleen een vluchtig zinnelijk gevoel in het hart geslopen was, dat met den tijd ook weer zou vervliegen , maar tijdens mijn zeer gestreng onderzoek is mijn neiging voor U veranderd in de zuiverste liefde. Vergeef mij , mijn allerdierbaarste , dat ik U mijn gevoelens vrijmoedig en onomwonden beken. Mijn liefde voor U is even zuiver en oprecht, als mijn woorden het zijn. Alleen de hoop, dat Gij ook niet geheel en al zonder neiging voor mij zult zijn, gaf mij den moed om U openhartig mijn liefde te bekennen. Mij zijn de latte manieren van overdreven fijngevoeligheid even vreemd als liet spelen met gewaanden geestdrift; maar des te inniger zijn mijn neiging en mijn liefde voor U en deze voeren mij naar een wezen, dat voor mij het uitzicht heeft geopend op een vreugdevolle toekomst. Echter weet ik waarlijk niet, of mijn persoonlijkheid voor U ook belooft dat te zijn, wat ik in de hoop op een gunstige beslissing van U, allerdierbaarste, vooronderstellen moet. Ondertusschen troost mij te dien opzichte een gedachte namelijk , dat mijnquot; zVakh'èden noch mijn goede eigenschappen aau Uw scherpzinnigen blik ontgaan kun-
nen zijn, zoodat ik gerust op Uw beslissend oordeel durf vertrouwen.
Met ware liefde en hoogachting noem ik mij
Nijkerk , Uw getrouwe minnaar,
7 Februari 1879. K. Ring.
133. Antwoord op No. 133.
Waarde Heer,
Uw geëerde brief was mij zeer onverwacht, want ik vermoedde geenszins , dat Gij mij verholen gadesloegt, omdat Gij daarbij Uw eigen gevoel zoo goed wist te verbergen. Derhalve verrast Gij mij inderdaad zoodanig , dat ik geheel onvoorbereid tot een beslissing ben , al moet ik ook bekennen, dat Gij mij niet onverschillig zijt. Openhartig wil ik U tevens bekennen, dat Uw bedaardheid mijn hoogachting voor U steeds heeft doen stijgen en daarom zult Gij mij stellig wel acht dagen willen gunnen om bij mij zelf grondig te overwegen ,. of ik U met Ja dan Neen zal antwoorden. Veroorloof mij tot dien tijd te zijn
Nijkerk , Uw vriendin ,
8 Februari 1879. Trees.
13-li. Antwoord op No. 132. (Goedkeurend).
Hooggeëerde Vriend,
Den man vereer ik, die mij zijn edel hart wil schenken en daarbij geen weifelenden hartstocht met al zijn valsche en onechte sieraden , maar de ondubbelzinnige taal van een zuiver en onuitputtelijk gemoed doet hooren. Hoe zou ik nu tegenover U onverschillig kunnen zijn ? Al was ik het eenigst meisjen op aarde, dan zou mij dat nog onmogelijk wezen, zoodra ik de waarde en de voortreffelijkheid van een echten man naar waarde zou hebben leeren schatten bij vergelijking met karakterlooze vleiers. Waarheid en vleierij zijn elkander vijandig van nature en het gevoel van de verstandigsten en besten uit mijn geslacht spreekt luide voor den ernstigen man, die vol waardigheid versmaadt op een verleidelijke wijze te spelen met het klatergoud van schoonklinkende, maar holle woorden. Uw volle ernst trok mij steeds aan en bevredigde mij ; derhalve werd mijn gevoel voor U steeds inniger, tot eindelijk in mij de verholen vlam van de zuiverste en heiligste liefde • -ontbrasiddê. Cefze zal notüt ,• nooit uitgebluecht vorflen en mijn tart zal eeuwig aan U gewijd zijn. Eeeds verheug ik mij op
85
het oogenblik, waarin ik U zal kunnen betuigen door een Nijkerk , 8 Februari 1879. |
mijn opreelite en trouwe liefde termen handdruk en een zoen. Uw, U teeder beminnende , Trees. |
135. Aan een jonge Weduwe.
Hooggeëerde Vriendin ,
Hoewel ik U omgeven zie door een zwerm van mededingers, toch waag ik het U te naderen om U te betuigen , hoezeer mijn hart U genegen is. Voor mij is dat een moeilijke stap, maar ik kan onmogelijk langer weerstand bieden aan mijn verwond harte. Naar U vergezelt mij de hoop, die mij belooft, dat zij bij U een vriendelijke smeekbede voor mij zal doen hooren. Bij de hoop voegt zich als gezellin de overtuiging , dat Gij, hooggeachte Vriendin , da bedoelingen van al Uw minnaars zult weten te raden en zoodoende het kaf van het koren zult kunnen scheiden. Daarvoor blijft mij Uw verleden borg , dat U zoo menige gelegenheid voor ondervinding bood. Ongetwijfeld zult Gij beseffen, dat mijn eenvoudige woorden oprecht en waar zijn; want oprechte liefde, die steeds trouw door eenvoud begeleid wordt, zal U uit mijn woorden voldoende blijken.
Mijn geheele toestand is U bekend en daarover kan ik dus zwijgen, terwijl ik U verzoek om een beslissing ten mijnen opzichte.
Aanvaard de meest oprechte verzekering van de hoogachting van
Elburg , Uw trouwen ,
1 April 1879. C. Fink.
136. Antwoord op JST o. 135. (Goedkeurend).
Dierbare Vriend ,
Volgaarne wil ik U bij dezen het bewijs leveren , dat er volstrekt geen vleierij noodig is om tot mijn hart te spreken en daarom zend ik U per omgaande mijn antwoord. Slechts op de eenvoudige taal der waarheid pleeg ik acht te geven en Uw geheele persoonlijkheid is mij een waarborg voor oprechte waarheid, zoodat Uw persoon voor mij een voorwerp van innige hoogachting is geworden. Daarom kan nu mijn beslissing zoo snel genomen worden. Gij hebt geen mededinger te vreezen , al was hun getal nog tienmaal grooter . dan thans het geval is, A an vaar4 lieiser bij dezcii dg v.erzekgringj)at ik, na . het tijdsverloop, hetwelk ik aan het aandenken van mijn
86
overleden echtgenoot welstandshalve moet wijden, mijn toekomstig wel en wee vol vertrouwen in Uw handen zal stellen, terwijl het van mijn kant mijn schoonste levenstaak zal wezen, indien ik Uw leven schooner en aangenamer kan maken.
Elburg , Uw oprechte vriendin ,
2 April 1879- Wed. A. Muizer, geb. Toors.
137. Verwijt aan een Minnaar, die niet op tijd op een partijtje is gekomen.
Goede , beste Karei ,
Eecht boos zou ik op U kunnen zijn , indien ik mijn hart, dat van liefde voor U gloeit, slechts kon beheerschen ; want Gij verdient waarlijk geduchte straf. Hoe hebt Gij het over U kunnen verkrijgen, dat Gij geen gevolg gaaft aan mijn uitnoodiging, zoodat Gij Uw verloofde in den pijnlijksten angst en in de grootste onrust hebt gebracht ? O , Gij booze, booze Karei! Het is een groot geluk voor U, dat Gij U nog juist op tijd verontschuldigd hebt in den brief, dien ik heden ontving en dat Gij tevens berouw bekent en beterschap belooft. Wel schijnt Gij Uw gronden ter verontschuldiging overal met Uw sluw verstand saamgesprokkeld te hebben, want er hapert veel aan Uw verschooning; maar laat dit zijn , zooals het wil, toch zal ik U , mijn Minnaar, geloof schenken en tevens vergiffenis , omdat mijn hart te luid ten Uwen voordeele pleit. Maar Gij kunt toch wel denken , welke angstige zorg mij Uw wegblijven veroorzaakte, tot mij Uw brief geruststelde. Eenige dagen gingen nu treurig voor mij voorbij , terwijl ik deze, indien Gij gekomen waart, vroolijk en hoopvol had kunnen slijten. Uw brief heeft mij weer goeden moed gegeven , maar nu moet Gij Uw belofte ook stellig houden en vooral op den door U bepaalden dag en op het vastgestelde uur te Arnhem zijn , waar mijn broeder en ik U zullen verwachten. Daardoor kunt Gij dan tevens het bewijs leveren, dat Uw beloofde beterschap oprecht gemeend is geweest.
Met het grootst verlangen verwacht U Elden, 27 Augustus 1878. Uw Geertrui.
138. Aan een verafwonenden Minnaar.
Lieve, goede Willem ,
Nog nooit gevoelde ik zoo duidelijk , hoe hartelijk en innig ik U bemin , nog nooit was ik zoo grondig overtuigd, dat ik zonder U onmogelijk kan leven , als tegenwoordig. Sedert Uw vertrek ben ik zoo treurig, alsof de geheele wereld voor mij
87
gestorven ware. Eentoonig en langzaam gaat mij de tijd voorbij en niets geeft mij genoegen. Zelfs mijn bloemen schijnen haar glans en haar geur verloren te hebben, sinds Gij er niet meer zijt om mij te helpen bij haar verpleging en om ze te bewonderen. En nu zijt Gij zoo ver weg, dat mij de tranen in mijn oogen komen en dat ik bang word, wanneer ik mii dien grooten afstand duidelijk wil voorstellen. EHc oogenblik van den dag ben ik met mijn gedachten om en bij U; telkens vraag ik mij af, waarmede Gij wel bezig zoudt wezen en honderden malen wensch ik dan , dat een mededoogende too-vergodin mij even veranderen kon in een vogel. een wolk of een tochtje ; hoe spoedig zou ik dan bij U zijn en mij ongemerkt verheugen in quot;Uw bijzijn.
■Schrijf mij nu weer eens spoedig en schrijf mij dikwijls , opdat ik nooit zal kunnen denken, dat Gij mij minder trouw bemint, nu er zoo'n groote afstand tusschen ons ligt. Uw brieven zijn immers mijn eenigste vreugd; ik lees en herlees z'aanhoudend en de plaatsen, waar Gij mij Uw trouwe liefde verzekert, zoen ik duizenden malen. O, kon ik het toch niet woorden uitdrukken, hoezeer ik U bemin. Geen tijd en geen afstand, zelfs geen eeuwigheid zal mijn liefde kunnen doen verminderen.
Vaarwel, mijn lieve Willem en denk vooral, dat ik geen vroolijk oogenblik meer ken , voor ik weer een brief van U ontvang.
Bolsward, Uw getrouwe,
10 December 1878. Elsje.
139. Liefdesverklaring aan een Meisje.
Geliefde Emma ,
Stil Gij toch den storm in mijn ziel en zeg mij , wat ik hopen of vreezen moet, want onzekerheid is mij een allerpijnlijkste foltering. Of zou Uw han niet voor wederliefde geschapen en mijn hart alleen voor liefde toegankelijk zijn? O, hebt Gij geen deernis met mij ! Want indien Gij medelijden met mij hadt, dan zoudt Gij wel een woord van troost hebben voor hem , wiens misdaad slechts daarin bestaat, dat hij het gewaagd heeft U te beminnen.
Laat mij toch niet troosteloos! Gij immers alleen wonddet mijn hart. Gij ontroofdet mij mijn bezinning, o , genees mijn hart en geef mij mijn bezinning weer. Leer mij spreken en handelen naar Uw genoegen en dan zult Gij mij ten minste het ongeluk sparen van U te mishagen. O, dat ik U toch met minder vrees durfde naderen. Vergeef het mij , dat ik
thaiis mijn gevoel uit en wees vooral daarover niet vertoornd. Vol liefde en vertrouwen verwacht van U een spoedig antwoord
Dockum , Uw eeuwig getrouwe ,
14 October 1878. A. Drager.
140. Een Minnaar houdt aan na een a f w ij z i n g.
Mejuffrouw,
Gij wijst mij af en Gij tracht mij door gestrengheid af te schrikken ; ik bemerk dat Gij mij alle hoop wilt ontrooven , maar toch durf ik TJ nos: melden , dat voorshands Uw doel nog niet bereikt is ; want nog tracht ik mij te overreden, dat Gij mij eenmaal Uw wederliefde zult schenken. Want een liefde , die zoo groot en innig is als de mijne, kan niet aanhoudend met ondank beloond worden en mijn bestendigheid en mijn geduld zijn groot genoeg om zelfs over tienmaal groo-ter twijfelzucht, dan de Uwe is, te zegevieren. Eenmaal zult Gijzelf niet kunnen begrijpen , waarom Gij mij niet vroeger recht liet wedervaren. Beschuldigt Gij mij misschien van te groote ingenomenheid met mijzelf, of denkt Gij misschien, dat mijn hoop op mijn verdienstelijkheid is gegrond ? Maar ook dan zijt Gij onrechtvaardig, als in alles. Enkel en alleen geloof ik , dat Gij, zoodra Gij de grootte en de innigheid van mijn liefde zult erkennen , ook geen andere liefde meer zult kunnen smaken dan de mijne. Al zou mij Uw bezit ook tien van mijn levensjaren kosten , nooit zou ik die terug verlangen en zij zouden mij niet verloren schijnen, want geen tijd van mijn leven ware dan nuttiger eu beter besteed. Och , mocht mijn hardnekkigheid U slechts zoodanig afmatten , dat U geen ander red- en hulpmiddel overbleef dan mij Uw hand te reiken, welke ik met de diepste en vurigste genegenheid zou aanvaarden.
Met een vast vertrouwen , dat Gij nooit zult kunnen vernietigen , ben en blijf ik
Eist, Uw trouwste minnaar en vriend ,
7 September 1878. T. de Klein.
141. Weigerend antwoord van een minderjarig Meisje.
Mijnheer ,
Tot mijn groote verbazing wendt Gij U tot mij met een vraag, die, zooals Jf stellig zeei; goed. bewuft zal zijn,, a^n „ mijn Ouders gericht had moeten wezen. Zij zijn de aangewezen personen om in deze zaak te beslissen, want mijn leeftijd
89
veroorlooft mij geenszins naar eigen ■willekeur en verkiezing te handelen. In mijn Ouders gaf mij God een paar uitmuntende leidslieden, die ik volgen moet in alles, wat mijn persoon betreft.
Gij zult mij wel veroorlooven , dat ik U ten slotte beleefd verzoek voortaan niets opzichtens mij te ondernemen of te wagen , alvorens Gij mijn Ouders daarvan kennis hebt gegeven.
Met alle achting Leerdam , Uw dienaresse,
3 Augustus 1878. B. de Grood.
(Deze kunnen offieiëel of vriendschappelijk zijn. Vriendschappelijke uitnoodigingen aan personen uit onze woonplaats geschieden door middel van kaarten of billctten, die men in een enveloppe en verzegeld afzendt. Schrijft men echter een brief ■ van uitnoodiging, waarin men de oorzaak van de uit-noodiging ontvouwt, dan moet zulk een brief zeer vertrouwelijk zijn. Een scherts is dan ook geoorloofd. Voorname personen noodigt men echter zeer eerbiedig uit.
Men begint met de aanleiding tot de uitnoodiging ; daarop volgt de uitnoodiging zelf, waarna men het genoegen schildert , dat men zich voorstelt, indien de uitnoodiging wordt aangenomen. De bedenkingen, die geopperd zouden kunnen worden , beantwoordt men vooraf door alles 700 licht mogelijk voor te stellen en men schildert het leed , dat men gevoelen zou, indien het verzoek niet wordt vervuld. Men neemt een uitnoodiging aan of men weigert ze, maar steeds zij het antwoord bescheiden en beleefd).
143. Op een bruiloft.
Waarde Vriend ,
Uw nieuwjaarswenseh zal weldra vervuld worden , want ik ben thans bruidegom en heden over acht dagen zal ik door het huwelijk met mijn Wilhelmina voor eeuwig verbonden worden. De bruiloft zullen wij te Rozendaal vieren en wij verwachten stellig, dat Gij bij ons huwelijk als getuige tegenwoordig zult wezen ora daarna onze bruiloft mede te vieren. Verontschuldigingen worden niet aangenomen, want Uw tegenwoordigheid is dringend noodig, omdat wij anders zeer veel genoegen zullen missen. Daarom reken ik stellig op U en ik zal ü met Uw Eüza in een gesloten rijtuig laten afhalen te Arnhem. Goede reis wenscht U
Dieren , vriend ,• •
25 April 1879. A. de Bruin.
90
143. Antwoord op No. l-iS.
quot;VVaavde Vriend ,
Gij verzoekt mij op Uw bruiloft en komen zal ik, maar onder de voorwaarde, dat Gij U om mijnentwegen volstrekt geen last aandoet of moeite veroorzaakt. Want ik kom niet als een patertje goedleven en nog minder als iemand, die zich wil laten kijken. Liefst was ik met ons vieren alleen en de ontvangst kan broederlijk zijn. Maak dus te Eozendaal geen buitengewone drukte en verzoek niet te veel vrienden en vreemden, want dan moet Gij U zoodanig verdeelen en U zoo onder een groot gezelschap mengen , dat ik van mijn waarden Vriend maar een heel klein gedeelte zal kunnen genieten. Indien Gij U onderwerpt aan mijn voorwaarde , dan kon ik. Vaarwel.
Eessen , Uw vriend ,
26 April 1879. A. Brans.
144. Op een danspartijtje.
Beste Vriend,
Nu zit ik wezenlijk tot over mijn ooren in de zorg, want mijn buis is vol jonge meisjes , die niets in haar hoofd hebben dan zingen en springen en waarmede ik als een oude vrijer waarlijk niet weet, wat te beginnen. Daarom heb ik besloten aanstaanden Zondag een klein danspartijtje te geven, waarop ik alle vroolijke en danslustige luidjes verzoek , die ik ken. Natuurlijk moogt Gij niet wegblijven en dringend verzoek ik U bij deze, dat Gij aanstaanden Zondag om zes uur bij mij zult wezen met een paar ferme onderdanen.
Doetinehem , Uw vriend en dienaar,
13 December 1878. E. Frunk.
145. Antwoord op No. 144.
Beste Vriend,
Gij weet, dat ik steeds met de grootste bereidwilligheid ten Uwen dienste sta. Het doet mij zeer veel genoegen, dat Gij mij deel laat nemen aan Uw partijtje en ik kan U verzekeren , dat ik mijn uiterste best zal doen om mijn onderdanen aanstaanden Zondag ferm en vooral onvermoeibaar mede te brengen.
Doetinehem , Uw gehoorzame dienaar,
13 December 1878. B. Nagel.
146. Op een kermis.
Lieve Vriend ,
Hoe dikwijls hebt Gij mij al beloofd , dat Gij mij op mijn
91
buitengoed eens zoudt bezoeken en nog nooit hebt Gij Uw woord gehouden. Seeds menigen Zondag bleef ik uren lang aan mijn venster gekluisterd, waarbij ik geen oog van de straat wendde, die CJ herwaarts moest voeren , terwijl ik mij al verheugde, als er een rijtuig kwam aanrollen , maar steeds werd ik teleurgesteld. Doch nu moet en zult Gij het stadsgewoel verlaten, want Zondag aanstaande is het hier kermis en die wil ik gevierd hebben. Daar verzoek ik U op en geen verontschuldiging wordt er door mij aangenomen, want Gij moet nu eindelijk Uw reeds lang gedane belofte vervullen. Het gezelschap , dat Gij bij mij vinden zult, zal U stellig bevallen en al brengt Gij ook een scheepslading vrienden mede, zij allen zullen mij welkom wezen.
Met het grootste verlangen wacht ü Hees bij Nijmegen , Uw vriend ,
4 Augustus 1878. C. Sars.
147. Een zieke Vriend wordt uitgenoodigd buiten te komen.
Dierbare Vriend,
Tot mijn groot genoegen ontving ik de tijding, dat Gij weldra geheel genezen denkt te zijn en ik hoop innig, dat Gij zeer lang van alle ernstige ziekten verschoond zult mogen blijven. Nu is al mijn angst en al mijn zorg voor ü verdwenen en in plaats daarvan koester ik nu de aangename verwachting, dat ik U weldra bij mij zal zien ; want nu mag ik U niet alleen herinneren aan Uw gedane belofte, dat Gij eenigen tijd bij mij buiten zoudt komen doorbrengen , maar nu moet ik U schrijven, dat Gij thans wel degelijk verplicht zijt Uw belofte te vervullen. Het is immers thans uw zwaarste plicht , dat Gij alles moet doen , wat mogelijk is, om Uw geschokte gezondheid weer te herstellen en daartoe zal Uw reis herwaarts en Uw verblijf op mijn buiten zeer veel bijdragen. Kom dus , zoodra Uw dokter het veroorlooft, herwaarts, waar Gij te midden van de verjongde natuur weer nieuwen moed en nieuwe krachten kunt inademen. Met hartelijk verlangen verwacht ik Uw antwoord en ik groet U intusschen als Huize Hoogstein bij Velp , Uw vriend,
12 Mei 1879. A. Krol.
148. A a n een Vriendin om buiten te komen. Beste Vriendin,
Het spijt mij innig, nu Gij Uw belofte niet houdt, zoodat Gij mij in mijn eenzaamheid niet komt bezoeken. Waarlijk,
92
ik weet niet, -wat ik van U moet denken. Zijt Gij misscliien boos op mij ? . . . Maar dat kunt Gij onmogelijk zijn , omdat ik U naar mijn beste weten niet beleedigd lieb ; of zijn er andere gewiclitige oorzaken, die TJ beletten mij te bezoeken? Kom, bieckt eens trouw op, mijn beste, en verlos mij uit een onrust, die mij hoe langer hoe pijnlijker wordt. Is het U echter maar eenigszins mogelijk , dan moet Gij eens zeer spoedig naar buiten komen, want het is bepaald noodzakelijk , dat wij weer eens vertrouwelijk met elkander praten.
Met smachtend verlangen verwacht U
Yught, 32 Juli 1878.
Uw oprechte vriendin , A. Wage.
149. Antwoord op No. 148.
Waarde Vriendin,
Het zou onvergeeflijk wezen, indien ik mijn belofte, dat ik U weldra zou komen bezoeken , lichtzinnig had vergeten. Integendeel , zeer gewichtige redenen hebben mij belet deze belofte te vervullen De volgende week echter kunt Gij er stellig op rekenen , dat ik kom en dan denk ik mij bij U volkomen te rechtvaardigen wegens het aanhoudend verschuiven van mijn bezoek.
Als altijd ben ik
Heusden, Uw eeuwige vriendin,
23 Juli 1878. Aaltje de Jong.
ISO. Uitnoodiging voor een uitstapje.
Waarde Vriend ,
Gaarne zou ik zien, dat Gij morgen met mij naar mijn Ouders, naar Zeist reedt. Misschien vindt Gij dat wel een wonderen inval, maar dit doet niets ter zake: Wij hebben vacantie en dus weet ik , dat Gij al den tijd hebt. Mijn knecht zal ü morgen vroeg om vier uur ten bedde komen uithalen en U daarna per as verder bevorderen. Later kunt Gij dan bij mijn Ouders voor goed uitslapen, want bij hen zult Gij alle gemakken bereid vinden , tot zelfs een half dozijn mooie meisjes , die even goed als ik alles zullen doen, wat kan dienen om Uw genoegen te bevorderen , waarbij ons niets, geen rijtuiggerol of pianino-gehamer, geen onaangenaam bezoeker of lastige beer zal komen hinderen. TV ij zullen dus eenige dagen recht vroolijk het buitenleven kunnen genieten , dat mij zonder Uw aangenaam bijzijn niet zeer aangenaam zou wezen.
Zoek dus geen uitvluchten, maar maak U cito voor de reis gereed. Dit vraagt
Utrecht, Uw vriend,
17 Augustus 1878. C. Carol.
93
151. Antwoord op No. 150.
Waarde Vriend ,
Uw uitnoodiging komt mij zeer goed gelegen, want tijdens deze vacantie heb ik niets om handen en gaarne verwijl ik buiten, als ik niets te doen heb. Stellig zal ik morgen vroeg klaar zijn met nog twee van mijn vrienden, die reeds nu uiterst begeerig zijn om nadere kennis te maken met U , met Uw dames en met Uw wijn. Morgen mondeling meer van Utrecht, Uw vriend ,
17 Augustus 1878. D. Durer.
153. Om peter te worden.
Dierbare Vriend,
Wensch mïj maar gerust geluk, want sinds gisteren ben ik vader. De Hemel schonk mij een zoon, een welgeschapen , gezonden jongen, dien God moge sparen. Gij zult stellig wel deelnemen aan mijn vreugd en daarom wil ik U maar voor peter nemen. Uw toestemming zal het schoonste bewijs zijn van Uw vriendschap voor
Sneek , Uw , U toegenegen , vriend ,
27 October 1873. D. Droog.
153. Op een zilveren bruiloft.
Hooggeachte Heer en Vriend ,
Mijn goede Ouders zullen den dertigsten van deze maand hun zilveren bruiloft vieren. Mijn echtgenoot en ik zijn van plan dien dag ten onzen huize feestelijk te vieren. Bij dat feest moet de oudste en trouwste Vriend van onze Ouders tegen-woordig zijn en wij naasten ons dus U te verzoeken. Dewijl wij stellig op Uw komst rekenen , zoo neem ik de vrijheid U te melden, dat het diner te 4 ure zal beginnen en tevens verzoek ik U , dat Gij mijn Ouders van ons feestje niets moogt laten merken, omdat wij ze verrassen willen.
Na hartelijke groete van mijn echtgenoot teeken ik mij Grave , Uw dienaresse ,
17 Augustus 1878. L. van Wel, geb. Lam.
154. Aan een Geneesheer.
WelEdelZeerGeleerde Heer,
Sinds UWEZGels. laatste visite is de toestand van mijn - zuster veel-bedenkelijke»- gewonden zoodat ik mij verplicht gevoel UWEZGel. te verzoeken zoo spoedig mogelijk weer bij
9-i
ons te komen , omdat ik het ergste vrees voor het leven van mijn dierbare zuster.
Van UwWelEdelZeerGeleerde Boreulo , de onderdanige dienaar,
10 [Juni 1879. ï. Smir.
Korte uitnoodigingen op kaarten.
155. Op een trouwplechtigheid.
Mijnheer en Mevrouw Jansen worden beleefd verzocht de sluiting van ons huwelijk, dat Woensdag a. s. te 11 ure voltrokken zal worden in de Augustijner kerk alhier, met hun tegenwoordigheid te willen vereeren.
Utrecht, ï. de Graaf.
30 April 1879. J. Jurgens.
156. Op een begrafenis.
Mijnheer Deriek wordt beleefd verzocht de begrafenis van mijn Vader, op Woensdag a. s. te half tien, met zijn tegenwoordigheid te willen vereeren.
Bommel, 10 ^Februari 1879. H. Saverij.
157. Op een diner of souper.
Mijnheer, Mevrouw en Mejuffrouw Ball worden door den ondergeteekende verzocht, of zij hem de eer willen bewijzen den 20 dezer ten zij neut deel te nemen aan een diner (souper) te half vier.
Druten , 17 December 1878. B. Brall.
158. Antwoord op No. 157.
Gij hadt de eer ons ten eten te vragen. Volgaarne nemen wij Uw invitatie aan en wij zullen op het vastgestelde uur tegenwoordig zijn.
Druten, 18 December 1878. C. Ball.
95
BEIEVEN, WAAËIN IETS VERZOCHT WORDT.
(Men kan een vriend in een gewichtige zaak om raad , of hooggeplaatste personen om een weldaad of een dienst verzoeken , enz. Bij vrienden verzoekt men zonder plichtplegingen; maar bij personen, met welke men niet vertrouwelijk kan omgaan, moet men te kennen geven, dat men hen het meest geschikt oordeelt om ons te raden of te helpen. Vraagt men ondersteuning , zoo schrijft men, indien zulks mogelijk is , dat het algemeen bekend is, met welke goedheid de persoon , aan wien men schrijft, steeds zijn hart voor allen open heeft, enz. Verzoekt men iets van een mindere, dan verzoekt men kortaf en men schrijft, dat hij door de vervulling van het verzoek een dienst zal bewijzen. Zeer voorzichtig zij men in brieven, waarin men iets verzoekt, dat geen gunstige meening kan wekken, hoewel men daarbij geen angst mag verraden. Men beantwoordt een verzoek volgens den ontvangen brief: goedkeurend of weigerend, maar steeds beleefd).
139. Een verarmde dame aan een rijke Mevrouw.
Mevrouw ,
Eeeds zoo tallooze bewijzen van welwillendheid gaf UEd. mij , dat ik volgaarne er maar alleen op bedacht zou willen wezen, hoe ik UEd. mijn dankbaarheid voor de genoten weldaden zou kunnen bewijzen en toch dwingt mij de uiterste nood nogmaals hulp bij U te zoeken. Al mijn kinderen liggen ziek en het jongste zal wel sterven. De arme schepseltjes kreunen om hulp en verkwikking en God weet, hoe het mijn hart verscheurt, dat ik hun niets kan geven. Alles , wat ik had, heeft de langdurige ziekte van mijn echtgenoot verslonden en nauwelijks kan ik zorgen voor de noodzakelijkste oppassing van mijn arme lijdende kinderen, omdat mij alle wegen voor ondersteuning versperd zijn. Daarenboven hebben mij zorg, kommer en nachtwaken zoodanig uitgeput, dat ik onmogelijk veel kan werken. O, hoe groot is mijn armoede ! Geen man en geen kostwinner, geen cent geld in huis en niets, waarvan ik nog geld zou kunnen maken en daarbij geen mogelijkheid om met werken iets te verdienen! Wat moet ik toch beginnen ? Tot wien moet ik mij wenden ? Aan wien zal ik mijn nood klagen ? Och , misschien zou mij nie-inand geloovcn, als ik het van mij kon verkrijgen een bercep te doen op iemands mededoogen.
Tot UEd. echter. Mevrouw, tot UEd. neem ik mijn toe-
SG
vlucht, tot UEd. drijft mij mijn hart, dat al zoo dikwijls UEds. goedheid ondervond. Gij zijt de eenigste op aarde, met welke ik zonder blozen openhartig kan wezen. O, weldadige Vriendin , ontferm UEd. nog eenmaal over mijn ellende. Of zou ik moeten vreezen, dat UEd. mij te lastig en te vrij vindt ? Geloof mij, dat het mij innig spijt, hoewel ik UEds. goed hart ken , nu ik UEd. zoo dikwijls lastig moet vallen. Och, het is mijn innigste wensch , dat ik UEd. nog eens hier op aarde door daden zal kunnen danken. Geef mij daartoe skchts gelegenheid en wees verzekerd, dat ik met het grootste genoegen alles , zelfs het zwaarste en moeilijkste, voor UEd. zal doen, indien ik aan UEd. een bewijs van mijn dankbaarheid zal kunnen geven. En indien ik UEd. ook alles niet kan vergelden , dan wil ik toch voor UEd. eu voor UEds. gezin van God alle heil en allen zegen afsmeeken.
Amsterdam , UEds. onderdanigste dienares ,
10 December 1878. Wed. A. Aarsen, geb. Doos.
160. Een fabrikant vraagt geld te leen.
WelEdele Heer ,
Reeds zooveel goeds heb ik aan UWEd. te danken, dat ik de vrijheid durf nemen UWEd. nogmaals met een verzoek lastig te vallen.
Zooals UWEd. bekend is , heb ik onlangs een huis gekocht. Nu ben ik zonder geld en dientengevolge kan ik een partij waren, welke ik juist zeer voordeelig zou kunnen koopen, niet inslaan. Daarvoor kom ik f 4000 te kort. En toch mag ik in het belang van mijn zaken geen goede gelegenheid laten voorbij gaan, door welke ik mijn handel voordeelig kan uitbreiden. Daarom verzoek ik UWEd., of mij bovengenoemde somma door UWEd. tegen goed onderpand voor een half jaar 'voorgeschoten zou kunnen worden. Na dien tijd zal ik UWEd. met allen dank het kapitaal met den noodigen ' interest teruggeven.
Dewijl UWEd. voldoende overtuigd kan zijn van mijn trouw aan mijn woord en dewijl UWEd. bovendien door een obligatie op mijn vaste goederen voldoende zekerheid kan hebben tegen verlies van het kapitaal, zoo hoop ik, dat UWEd. mijn verzoek zal toestaan. Terwijl ik UWEds. aanhoudende goedheid met den warmsten dank erken, blijf ik in afwachting Alkmaar, Uw dienstwillige dienaar,
2 Novembfir 1878.. T. Trouw^ ^
97
161. Goedkeurend antwoord op No. 160.
Mijnheer en Vriend..,
Het doet mij zeer veel genoegen , nu ik de gelegenheid weer eens heb ü een bewijs van mijn vriendschap te kunnen geven. Gij kunt de gevraagde som zoodra mogelijk hebben, want zij ligt ter Uwer dispositie, zoodat Gijzelt' maar moet zien , hoe Gij daarover wilt beschikken. Een obligatie op onderpand zou ik van ü niet vorderen, omdat ik geenszins aan Uw goede trouw en aan Uw soliditeit twijfel, maar de mogelijkheid van een plotselingen dood, waarvoor God ons beiden bewaren moge, maakt eenig bewijs zelfs onder de vertrouwdste vrienden niet alleen raadzaam, maar ook noodzakelijk.
Mijn beste wensch is, dat mijn kapitaal vooral dienen moge om Uw zaken vooruit te zetten en gaarne zal ik U ook met grooter sommen helpen, indien Gij ze noodig mocht hebben.
Eotterdam , Uw oprechte vriend,
3 November 1878. P. Pauwels.
162. Men verzoekt om een betrekking.
HoogEdelGeboren Heer ,
Juist vernam ik, dat voor acht dagen een van UHEGebs. rentmeesters is gestorven. Indien zijn plaats nog open is, neem ik de vrijheid mij bij UHEGeb. voor die betrekking onderdanigst aan te bevelen. Reeds zes jaren was ik rentmeester van de HoogWelGeboren Vrouwe Douairière T. van Santen geb. van der Linde. Naar ik mij vleien durf, diende ik HHWGeb. tot HHWGcbs. grootste tevredenheid, zoodat ik er op durf rekenen, dat HHWGeb. mij volgaarne een goed getuigschrift zal willen geven.
Dewijl ik zeer gaarne drukkere bezigheden zou hebben, zoo zoude ik mij ten hoogste gélukkig achten, indien ik in UHEGebs. dienst een ruimeren werkkring kon vinden, waarbij ik tevens onder UHEGebs. leiding mijn administratieve kennis zou kunnen vermeerderen.
In afwachting van UHEGebs. antwoord blijf ik met den diepsten eerbied
van UwIIoogEdelGeboren Bloemendaal, de onderdanige dienaar ,
2 April 1879. 1). Punt.
7
163. Men verzoekt een koopman iemandals leerling aan te nemen.
Mijnheer,
Mijn zoon heeft grooten lust om koopman te worden en ik keur het ten hoogste goed , dat hij zulk een beroep kiest, omdat daarin iemand met een open verstand , zooals hij heeft , al zeer spoedig den kost kan verdienen. Evenwel wensch ik , dat tij gelegenheid zal hebben om zich tot een echt, verstandig koopman , niet tot een slenteraar te kunnen vormen. Geen huis ken ik, dat degelijker opleiding voor het vak geeft dan het Uwe, zoodat het mij bijzonder veel genoegen zou doen, indien Gij zoo goed zoudt willen zijn mijn zoon als leerling aan te nemen.
Hij is nu vijftien jaar, gezond en niet weekelijk opgevoed. Hij schrijft duidelijk en loopend, hij rekent vlug en heeft vier jaren de hoogere burgerschool alhier bezocht. Volgens getuigenis van leeraars en onderwijzers is hij dan ook goed beslagen in Fransch, Duitsch en Engelsch, terwijl hij van aardrijkskunde, natuurkunde, enz., voor zijn vak genoeg schijnt te kennen. Met zijn zedelijke eigenschappen vertrouw ik , dat Gij zeer goed tevreden zult kunnen zijn; ten minste kan ik borg staan voor zijn gehoorzaamheid, zijn trouw, zijn ordelievendheid en zijn vlijt.
Indien Uw omstandigheden U thans veroorloven mijn voorstel aan te nemen, zoo vraag ik U verlof om mijn zoon. bij U voor te stellen en persoonlijk de voorwaarden te hooreu, waaronder Gij hem kunt aannemen. In afwachting van een spoedig antwoord blijf ik met alle achting
Zalt-Bommel, Uw dienstwillige dienaar ,
15 April 1879. A- Brosch.
164. Verzoek om voorspraak.
WelEdele Heer,
De welwillendheid, die UWEd. mijn Vader tot aan zijn dood heeft bewezen, geeft mij den moed aan UWEd. een verzoek te doen, waarvan de vervulling voor mij van. het grootste gewicht kan zijn.
UWEd. weet, dat ik vroegtijdig een wees werd en dat ik van mijn Ouders zoo weinig erfde, dat ik mijn studiën niet zou hebben kunnen voortzetten zonder de hulp van edele mettsehenviiendeir. Omdat ik deze niet langer tot last wil vrezen en omdat ik hun door mijn ijver om van het geleerde een nuttig gebruik te maken bewijzen van mijn dankbaarheid wil geven, zoo heb ik gevraagd om een gouverneursbetrekking bij
99
den heer Franssen te Leeuwarden. Hoewel ik mij vlei, dat ik alle eigenschappen bezit, welke die betrekking vordert, toch heb ik weinig hoop op aanstelling, omdat er veel sollicitanten zijn en omdat ik in Leeuwarden geheel en al onbekend ben.
Daarom verzoek ik UWEd. beleefd, of UWEd. voor mij geen goede voorspreker zou kunnen zijn. Kaardoor zon UWEd. den grondslag leggen van mijn toekomstig geluk en UWEd. kan overtuigd zijn , dat ik mij de voorspraak niet onwaardig zal maken. Geve God, dat ik UWEd. niet te vergeefs om hulp vraag. Met den diepsten eerbied blijf ik van UwWelEdele Huissen , de dienstvaardige dienaar,
27 Juli 1878. B. Carlsen.
165. Verzoek om prolongatie van een wisseL Mijnheer,
Gij zoudt mij een grooten dienst bewijzen, indien Gij de goedheid wildet hebben, mijn wissel, die op den vijftienden dezer vervalt, nog zes maanden te prolongeeren. Dan eerst zal het mij mogelijk zijn met mijn eigen geld te betalen ^er-wijl ik nu door een ongelukkigen samenloop van omstandigheden nieuwe schuld zou moeten maken om oude schuld af te doen. Indien Gij dus geen tegenbedenkingen hebt of niet dringend om geld verlegen zit, zal ik maar hopen , dat Gij in mijn verzoek toestemt. Ingesloten ontvangt Gij tevens f 5-1-als interest voor het ingaande halfjaar prolongatie.
Geef mij, s. v. p., per omgaande antwoord en ik noem mij in de hoop, dat Gij mijn verzoek zult vervullen, met bijzondere achting
Zaandam , UWEds. dienstw. dienaar,
9 October 1878. D. Drooge.
O
166. Een vriend vraagt geld ter leen. Dierbare Vriend,
Eeeds heb ik het genoegen gehad U te melden, dat ik te Amsterdam als eerste klerk op de sekretarie aangesteld beu op een traktement van f 1200. Hoewel ik daarmede uiterst gelukkig ben, toch brengt het mij nu in groote ongelegenheid , omdat ik binnen acht dagen moet overhuizen; want het gering inkomen, dat ik tot heden trok, veroorloofde mij niet (jen appeltje voor den dorst over te leggen. Nu heb ik voor reis- en verhuiskosten , alsmede voor mijn eerste vestiging in Amsterdam f 600 noodig en ik zou moeten vreezen, dat ik
100
•nergens dit voorschot kon krijgen, indien ik aan U niet zulk een goeden , getrouwen Vriend had. Vergeef het mij daarom, dat ik U verzoek mij , zoo mogelijk, voor een jaar f 60Ü te leenen. Van mijn traktement kan ik U dan per kwartaal f150 terug betalen, -wat mij, een ongehuwd man, niet bezwaarlijk kan vallen, want tot heden heb ik wel met f400 per jaar moeten rondkomen. Gij bewijst mij een grooten dienst, indien Gij mijn verzoek vervult. Hoedanig Uw antwoord ook moge wezen , geloof, dat het geenszins de achting en de vriendschap verminderen zal, waarmede ik steeds zal wezen
Eavestein, Uw trouwe vriend, 23 April 1879. _ H. Knos.
167. Weigerend antwoord op No. 166.
Beste Vriend,
Ten hoogste spijt het mij , dat ik U aan de gevraagde som niet kan helpen. Toevallig heb ik nu maar weinig liggend geld en dat kan ik onmogelijk missen, omdat ik binnen eenige dagen familie uit Arnhem verwacht, wat mij nog al eenige buitengewone uitgaven zal geven. Hoewel ik niet vrees, dat Gij mij van onwil zult beschuldigen , toch wensch ik , dat Gij mij weldra weer eens gelegenheid zult schenken om U metterdaad te bewijzen, hoezeer ik ben
Nijmegen , Uw dienstwillige vriend,.
24 April 1879. E. Lam.
168. Antwoord op No. 166.
Waarde Vriend ,
Misschien zult Gij al denken, dat ik U en Uw verzoek vergeten ben, maar zoo is het niet. De zaken mijner vrienden liggen mij even na aan het harte als mijn eigen zaken. Tot mijn leedwezen verhinderde mij in het beantwoorden een omstandigheid , die voor U ook onaangenaam zal wezen: Ik kan U namelijk de gevraagde som niet leenen. Belangrijke inkoopen hebben juist op dit oogenblik mijn kassa zoo geducht doen ebben, dat ik maar f 300 kan missen. Indien Gij daarmede geholpen kunt zijn, zal ik z' U overmorgen zenden. Wel heb ik getracht bij één mijner vrienden geld voor U te krijgen , maar al mijn moeite was vergeefs, terwijl daarenboven mijn antwoord daardoor zooveel te langer op zich heeft doen wachten. Wees voor dezen keer met de halve daad en met den heelen goeden wil tevreden en wees verzekerd , dat -steeds1 dö vriendschappelijkete «geroaleus voor U gekoesterd gorden door
Nijmegen , Uw trouwen vriend ,
29 April 1879. E. Faassen.
101
169. Een slechte zoon vraagt voorspraak bij zijn vertoornden Vader.
Waarde Heer ,
Wanneer ooit iemand, die door eigen schuld ongelukkig is geworden , nog eenige aanspraak kan hebben op de deel-neming en het medelijden van een menschenvriend , dan ben ik zeker, dat Gij mij helpen en voorspreken zult. Misschien kent Gij mij , doch alleen door slechte geruchten, welke de onbarmhartige kwaadsprekendheid of de vleiende kwezelarij van menschen zonder gebreken of deugden zoo gaarne uitstrooit om een ongelukkige geheel en al in het verderf te storten. Maar indien Gij van zulke menschen hoort, wat ik nu ben, dan bezweer ik ü bij Uw edel karakter, dat Gij U door de weinigen, die onpartijdig kunnen oordeelen, laat zeggen, wat ik was. ... Een goedhartig en onbesproken jongeling, de hoop en de vreugd mijns Vaders. Deze bekentenis maakt mijn fouten nog grooter. Moet ik U mededeelen, langs welk een, rampzaligen weg ik aan den rand des afgronds ben gekomen, waar ik nu radeloos en hulpeloos sta? Ach! Gij kent het menschelijk hart met al zijn zwakheid , Gij kent de toover-macht van de verleiding en de aanstekelijkheid van het slechte voorbeeld. De geschiedenis van tallooze jongelieden is ook de mijne! In den draaikolk van woeste zinsbegoocheling verachtte ik de waarschuwende stem van mijn geweten en luisterde ik niet naar den raad van mij n vrienden , tot mij de akelige , bittere oudervinding weer tot bezinning bracht, maar, helaas! bijna te laat.
Nu, o God! nu heeft mij eindelijk de ondervinding geleerd, dat men nooit op zichzelf kan vertrouwen , dat men nooit de waarschuwende stem van het geweten mag verachten , dat men nooit den strengen vriend vlieden of diens raad in den wind mag slaan. Met een uitgeput lichaam, hulpeloos, zonder vrienden , zonder beschermer en tot overmaat van ramp door mijn Vader verstooten, smacht ik naar hulp, die ik niet verdien. Indien Gij mij verlaat, kan ik op geen redding meer hopen. . .. Mag ik tot mijn verschooning iets schrijven; mag ik mijn verzoek aan ü duidelijker ontvouwen? Gij, de oudsteen vertrouwdste Vriend van mijn vertoornden Vader, Gij vermoogt allea bij hem. Gij alleen kunt de tranen van een rouwraoedigen zoon bij hem doen gelden; Gij alleen kunt de slapende en verdoofde stem van de natuur wekken ; Gij alleen kunt hem herinneren aan het zalige , dat er in vergiffenis ligt en aan -de 'wretd ieïct, die ket vtraiïea* ven. mijn misdaden volgens het , strengste recht bevat. Wanneer Gij mij schildert als een ongelukkige, wiens leven en dood in zijn handen, in de handen.
102
eens Vaders liggen ; als een zoon , die slechts leven kan, zoodra zijn Vader het wil en die de overige levensdagen zijns Vaders vil veraangenamen door onbeperkte gehoorzaamheid en door een gedrag, dat alles, wat er geschied is, zal logenstraffen ; wanneer Gij mij zoodanig aan mijn Vader voorstelt,, dan, zegt mij mijn hart, dan wordt hij stellig zachter gestemd. Ook Gij hebt een zoon ,hij is nu al Uw vreugd en zal het eeuwig zijn. En vraag U thans als Vader, niet als rechter af, of Gij hem geen vergiffenis zoudt schenken-, indien hij in mijn plaats ware. . . . Misschien zult Gij vragen, wie U en mijn Vader borg zal staan voor mijn verbetering. Mijn ondeugden en mijn verstand zullen mijn borgen zijn, indien Gij niet op mijn hart vertrouwt. Mijn ondeugden maakten mij zoo ongelukkig, dat ik nooit tot hen , mijn slimste vijanden, wil terugkeeren en mijn verstand is nog helder genoeg om mij een vast besluit te doen nemen in de keuze van mijn geluk of mijn ongeluk. Uw antwoord kan mij gelukkig of voor eeuwig rampzalig maken.
Geloof, dat ik met bijzondere hoogachting ben Rotterdam , Uw bedrukte dienaar ,
12 December 1878. A. Onzee.
170. Een arm gezin vraagt ondersteuning» WelEdele Heer,
Iedereen erkent, dat UWEd. tot het klein getal dergenen, behoort, die met oprechten ijver voor de ware armoede en voor de onderdrukte onschuld steeds werkzaam zijn en die het goede slechts doen , omdat het goed is. Daarom waag ik, die waarlijk ongelukkig ben, UWEd. in mijn grooten nood om ondersteuning te verzoeken. Door een samenloop van treurige omstandigheden heb ik een goeden dienst verloren, maar tot heden kon ik voor mijn vrouw en mijn vier bloeden van kinderen door copiëerwerk met groote moeite den kost verdienen. Thans evenwel word ik door gebrek aan werk en door de aanhoudende ziekelijkheid van mijn echtgenoote gedwongen de hulp in te roepen van goede menschen, omdat ik zonder hun bijstand met al de mijnen van gebrek zal moeten omkomen. Het zal wel onnoodig zijn , dat ik iemand als UWEd., die zooveel mededoogen voor armoede en ellende heeft en die zoo gaarne helpt, nog meer schrijf; want ik weet, dat UWEd. bij wezenlijken nood op de eerste aanvraag gaarne helpt. Voor mij zou in mijn tegenwoordigen jammervollen toestand een kleine som gelds een groote weldaad zijn, tot mij de goede God weer werk gunt, waardoor ik mij en de mijnen weer zelf zal kunnen onderhouden.
103
Met het grootste vertrouwen op IJWEds. ondersteuning heb ik de eer UWEd. te verzekeren, dat mijn dankbaarheid en mijn hoogachting voor UWEd. nooit zullen verminderen of uitgedoofd worden. Steeds zal ik blijven van UwWelEdele
de onderdanigste dienaar, K. Humer.
171. Men vraagt vergiffenis voor een beleediging.
Mijnheer,
Het spijt mij ten zeerste, dat Gij mij eergisteren van zulk een hatelijke zijde moest leeren kennen. De edelmoedige bedaardheid, waarmede Gij mijn dwazen toorn en drift verdroegt en nog meer de grootmoedigheid, waarmede Gij mij zelfs trachttet te verontschuldigen bij de getuigen van mijn onbehoorlijk gedrag , vernederen mij zoo zeer, dat ik van schaamte bijna radeloos ben.
Het stelt mij geenszins gerust, al beken ik berouwvol mijn misslag en al vraag ik U daarom oprecht vergiffenis, waarbij ik U alle mogelijke voldoening zal schenken. Neen , Gij zult met Uw edele en waardige gevoelens mijn Vriend moeten worden. Help mij door Uw omgang mijn hartstocht, den opvliegenden toorn, beteugelen, zoodat ik door Uw zachtmoedigheid mijn onstuimige heftigheid zal kunnen beheerschen. Dat is het eenigste middel, waardoor Gij mij zult kunnen overtuigen, dat Gij mij geheel en al vergeven hebt, want anders kan ik nooit geen vrede meer met mijzelf hebben. Van Uw edel gemoed verwacht ik stellig vergiffenis met te grooter vertrouwen, omdat mij bekend is, dat Gij tegenover een vriend voor geen offer terugdeinst, zoodat ik geen wantrouwen mag koesteren aangaande de oprechtheid van Uw gemoed. Steeds zal ik, dit beloof ik U, met de trouwste toegenegenheid zijn
Eindhoven, 2 Juli 1878.
Uw onderdanige vriend , L. Louwer.
172. Verzoek om verlof.
WelEdelGestrenge Heer,
Gisteren ontving ik per telegram de treurige tijding, dat mijn Vader bedenkelijk ziek ligt en dat hij zeer verlangde mij eens te zien en te spreken. Daarom verzoek ik UWEGestr. onderdanigst, of mij voor drie weken verlof zou kunnen ge-schonken -gorden, naar .m^jn vaderstad Groningen, opdat ik den wensch van mijn ouden Vader kunne vervullen en tevens mijn gemoed voldoening kunne schenken.
Lithoijen, 10 October 1878.
104
In het vertrouwen, dat mijn verzoek toegestaan zal worden, noem ik mij met de grootste hoogacliting
Arnhem, 12 Januari 1879. Luitenant Braam.
Aan den HoogEdelGestrengen Heer , den Kolonel-Eegiments-Commandant te
Arnhem.
173. Verzoek om eenig handwerk.
Waarde Yriendin,
Gij zult IJ nog wel herinneren , dat mijn Moeder Uw nieuwe pantoffels, die Gij aan hadt, toen Gij verleden zomer bijous waart, zoo beeldig mooi vond. Nu is zij over twee maanden jarig en gaarne zou ik haar op dien verjaardag zulk een paar pantoffels present geven. Maar ik heb geen enkel patroon en daarom wil ik U vragen , of Gij mij het patroon van de Uwe zoudt willen sturen; liefst morgen met den bode. Geef hem dan ook de noodige wol mede; ik weet niet juist, welke kleuren en hoeveel ik noodig zal hebben. Zeg of schrijf tevens, hoeveel Gij voor mij hebt uitgeschoten; dan zal ik U onmiddellijk Uw voorschot oversturen. Na hartelijke groeten aan Uw geëerde Ouders noem ik mij
Wichen, t. t.
10 October 1878. Carolina Clausz.
174. Men verzoekt inlieh'tingen over een persoon.
Mijnheer,
Een Uwer bedienden , H. de Zomer , heeft zich bij mij als bediende in mijn zaak aanbevolen. Na is mij dat jongmensch geheel en al onbekend en daarom wenschte ik gaarne van U eenige inlichtingen te ontvangen aangaande hem, zijn gedrag, zijn bekwaamheid en zijn ijver. quot;Voor mijn zaak heb ik een soliden en vluggen jongeling noodig, die alles alleen na moet kunnen gaan, omdat ik dikwijls uithuizig moet wezen. Yan U verwacht ik natuurlijk de beste inlichtingen en nadat ik mij tot wederdienst bereid verklaard heb, noem ik mij met alle achting
Amersfoort, Uw dienstwillige,
13 Juli 1878. H. G. Koopmans.
175. Men verzoekt inlichtingen over een aangeboden zaak.
WelEdele Heer,
Omdat wij vroeger nog al vriendschappelijk met elkander
305
omgingen , zoo durf ik de vrijheid nemen mij tot UWEd. te wenden met beleefd verzoek, of UWEd. mij eenige inlichtingen zoudt kunnen geven omtrent de zoutziederij van de firma Assult en Oie. a oosti, welke zoutziederij ter overname wordt aangeboden.
Eeeds lang zocht ik naar zulk een zaak en volgaarne zou ik mij in UW Eds. woonplaats vestigen. Maar voor ik rechtstreeks onderhandelingen aanknoop met den aanbieder, zou ik gaarne eenigszins op de hoogte ziju van den toestand en de waarde van de gebouwen, den omvang en liet debiet van de zaak.
Misschien zult Gijzelf moeielijk daarnaar kunnen onderzoeken ; maar doe mij dan het genoegen daarmede een deskundige te belasten, waarvoor ik de onkosten zal betalen.
In de hoop, dat UWEd. mij met TJWEds. gewone welwillendheid dezen dienst zal bewijzen , heb ik de eer met hoogachting te zijn
Bolsward , UWEds. dienstw. dienaar,
9 Augustus 1878. Y. Ispema.
176. Verzoek om officiëele stukken.
Gennep, 13 April 1879.
WelEdele Heer,
Dewijl ik voornemens ben weldra in het huwelijk te treden, zoo neem ik de vrijheid UWEd. Ie verzoeken mij twee stukken te willen overzenden , die ik noodig zal hebben en welke niet in mijn bezit zijn, namelijk : Mijn geboorte-acte en de dood-acte mijns Vaders. Vriendelijk verzoek ik UWEd. mij deze twee stukken zoodra mogelijk te zenden ; hetzij aan mijn adres, hetzij aan de Secretarie alhier.
Tot UWEds. gemak diene, dat ik Willem Jan quot;Derks heet en geboren ben te Venlo 18 Mei 184lt;9 , terwijl mijn vader Cornells Derks, geboren te Maastricht 7 Augustus 1794 , overleden is te Venlo 9 December 1870.
Hoogachtend ben ik inmiddels, na UWEd. opgave verzocht te hebben van onkosten en voorschotten , die ik UWEd. dan per omgaande zal toezenden
UWEds Dw. dienaar, J. W. Derks.
Den Heere Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te
'Verilo.'
106
177. Verzoek om hypotheek.
Mijnheer,
Voor eenige dagen stond in de Tielsche Courant geadverteerd, dat er een kapitaal van f 5000 op hypotheek te krijgen was. Bij nader onderzoek vernam ik van de Eedactie, dat Gij het zijt, die genoemde som wenscht te plaatsen.
Dewijl juist nu een dergelijk kapitaal, dat op mijn huis en tuin als eerste hypotheek staat, opgezegd werd, zoo zoude het mij zeer aangenaam wezen, indien ik van U de f 5000 als eerste hypotheek kon krijgen a 5° n, waarbij mijn huis en tuin, die volgens notariëele schatting ruim f 8000 waard zijn, als onderpand kunnen dienen. Op stipte betaling van den interest kunt Gij rekenen, zooals U blijken kan uit quitantiën van mijn vorigen geldschieter, welke quitantiën ik TJ, zoo noodig, zal toonen. Indien Gij mijn voorslag aanneemt, blijven mij de kosten van een tusschenpersoon gespaard. Terwijl ik een gunstig antwoord te gemoet zie, ben ik
Drumpt, Uw dienstvaardige dienaar,
27 September 1878. Z. Soeten.
178. Verzoek om vermindering van pacht.
WelEdele Heer,
De hagelslag, die, zooals UWEd. bekend zal wezen, in de vorige maand onze streek heeft geteisterd, spaarde ook de landerijen , die ik van UWEd. in pacht heb, geenszins. Bijna alles , wat te velde stond , ging verloren en ik vrees, dat ik zelfs 'gebrek zal krijgen aan het noodige veevoeder.
Keeds verleden jaar had ik, zooals UWEd. bekend is, al met misgewas te kampen en defhalve neem ik thans de vrijheid UWEd. onderdanig te verzoeken om mij met het oog op deze treurige omstandigheden de halve pachtsom te schenken, of mij ten minste voor die halve pachtsom uitstel van be-talinf te verkenen. Eenmaal toch zal er wel weer een beter iaar quot;komen en dan zal ik U ten minste zeker een gedeelte van de pacht, die voor dit jaar geschonken werd, kunnen betalen.
In de hoop, dat ik thans voor de laatste maal een beroep moet doen op Uw goedheid en Uw toegevendheid, teeken ik mij met alle achting en met allen eerbied
Leerdam , UWEds. onderdanige dienaar,.
, .12 .Augustus 1878 . , ..... .A. Eugel.
107
179. Antwoord op No. 178.
Mijnheer,
Eeeds voor ik Uw brief in handen kreeg, was mij het on-gelnk bekend , dat U getroflen heeft en waarover ik U bij dezen mijn hartelijkste deelneming betuig. Sinds Gij mijn pachter zijt, hadt Gij steeds buiten Uw schuld met ongelukken te kampen en daarom heb ik besloten U voor dit jaar de halve pachtsom te schenken en U voor de wederhelft zoolang uitstel te verleenen , tot Gij in betere omstandigheden zult gekomen zijn. Maar voortaan moet Gij bepaald Uw veldvruchten verzekeren , opdat Gij bij een voorkomend ongeluk niet zoo zwaar getroflen zult kunnen worden. Zend mij daarom de noodige opgaven en papieren , dan zal ik onmiddellijk bij een assurantie-compagnie alhier de noodige stappen voor U doen. Terwijl ik weldra betere tijdingen van U hoop te vernemen, ben ik Botterdam, 14 Augustus 1878. Uw dw. dr. C. Druif.
180. Een Vader vraagt raad over de toekomst van zijn zoon.
Mijnheer en Vriend,
Uw rijpe ondervinding en Uw groote mcnschen- en wereldkennis doen mij zulk een groot vertrouwen in U stellen, dat ik de vrijheid durf nemen U om raad te vragen nopens een zaak, waarover ikzelf niet tot een vast besluit kan komen.
Zooals Gij weet, heb ik maar één kind, een zoon, die nu nog op het gymnasium is. Het was mijn plan hem er af te nemen en hem, dewijl hij nu zeventien jaar is, voor mijn eigen vak , voor notaris , op te leiden , omdat het een vader veel gemakkelijker valt zijn zoon in het eigen vak dan in een vreemd voort te helpen. Maar nu wil de jongen absoluut verder studeeren ; de getuigenissen van zijn onderwijzers aangaande zijn aanleg, zijn vlijt en zijn reeds verworven kennissen zijn ook zoo goed en vleiend , dat ik begin te vreezen , dat hij , indien ik hem in zijn neiging weerstreef, in plaats van een voortreflelijk mensch , dat hij worden kan , als hij zijn neiging volgt, een onbruikbaar of ten minsten een ongelukkig man in mijn eigen vak zal worden. Zijn wensch om voort te studeeren kan ik des te gemakkelijker inwilligen , omdat ik , Goddank ! zoo welgesteld ben , dat mij de kosten, die aan het studentenleven verbonden zijn , niet zwaar kunnen drukken. Maar nu kan ik niet tot een besluit komen, of mijn zoon zich wijden zal ..aaR de rechtsgelaendheid, de* geneeskuntle*of Tie God?gt; • leerdheid, omdat hij voor geen van die drie vakken eenige bijzondere voorliefde toont.
108
Nu kunt Gij zeker nauwkeurig en volledig welen , welke voordeelen en bezwaren aan elk van de genoemde vakken verbonden zijn en voor mij zou het een groot voorrecht wezen , indien Gij mij in mijn keus wildet leiden door Uw verstan-digen raad. Mij is bekend, dat Gij reeds met de grootste bereidwilligheid aan velen in versohillende omstandigheden Uw heilzamen raad niet geweigerd hebt, welke raad steeds met het beste gevolg werd gekroond en ik vertrouw, dat Gij ook aan mijn verzoek gevolg zult willen geven, want van Uw raad hangt mijn gemoedsrust en mijn vertrouwen op de gelukkige toekomst van mijn zoon af.
Met de meeste achting heb ik de eer te zijn
Uzendijke, Uw dienaar en vriend,
17 Januari 1879. J. Kwak.
181. Aan een Vriend ten behoeve van door brand geteisterde n.
Hooggeachte Vriend,
Stellig hebt ook Gij reeds van den sehrikkelijken brand gehoord, die ons lief Enschedé bijna geheel en al in een puinhoop heeft veranderd. Met bevende handen grijp ik naar de pen en het valt mij zwaar geregeld te denken. Nog slaan er gedurig rook en vonken en vlammen op en nog dagelijks wordt liet getal ongelukkigen grooter, wier jammerkreten de lucht vervullen. Mensohen, die eergisteren welgesteld mochten heeten, zien nu met angst de akeligste toekomst te geraoet.
Hier staan vaders, die hun snikkende kinderen aan hun harten drukken en vragen : Hoe zullen wij aan brood komen ? Hoe zullen wij U voeden en groot brengen? Daar weenen moeders wanhopige tranen bij haar zuigelingen en zij weten niet, waarmede zij ze dekken zullen ; zij leggen de bloedjes vol vertrouwen aan haar borst en worden sidderend gewaar, dat haar ongeluk den kleinen ook het voedsel heeft ontroofd.
Veel inwoners, die een schoon en ruim huis en een geregelde huishouding hadden, danken God, indien zij nu maar een onderkomen kunnen vinden. Zij verdragen de grootste ongemakken met onuitputtelijk geduld en zijn blij , als zij met vrouw en kinderen één kamertje met anderen mogen deelen, waarbij zij natuurlijk niet bedenken , hoe nadeelig zulk een verandering voor hun gezondheid zal worden.
Velen, die vroeger hun lijdende medebroeders met het grootst genoegen ondersteunden , moeten nu bouwen op de weldadig-hêid Van -ed'.lmtietligè TnenschenVrieitdeit . . . Maar is het, noodig, dat ik U met Uw voortreffelijk hart dit alles schildere ? Gij zult U den ellendigen toestand wel kunnen voorstellen.
109
Ook ik was reeds uit mijn huis en alles, wat ik met de mijnen kon redden , was geborgen, want volgens allen schijn zou ook mijn huis een prooi der vlammen worden, die rondom ons woedden. Maar de hand des Heeren heeft mij gespaard en hoewel ik, zooals Gij wel denken kunt, ook groote schade heb geleden , toch ben ik nu in een oneindig beteren toestand dan het grootste gedeelte van mijn medeburgers, met welke ik gulhartig alles heb gedeeld, wat mij nog overgebleven was. Doch nu ben ik ook bijna van alles ontbloot. Vergeef het mij dus, edelmoedige Vriend , dat ik mij tot U wend en U in naam van de lijdende menschheid smeek om Uw medeburgers, wier gevoelige harten ik ken en die de Voorzienigheid zoo zeer boven ons gezegend heeft, tot mededoogen te stemmen en hen te verzoeken, dat zij , zoo ruimschoots als in hun vermogen staat, zullen bijdragen om het onmetelijk ongeluk van onschuldig lijdenden te verzachten. quot;Daarenboven hebt Gij kennissen , die veel invloed bezitten ; hun bijstand zal ook niet zonder gevolg blijven.
Met vurige tranen van dankbaarheid zullen wij allen zelfs de kleinste weldaad zegenen en God zal ü voor alles, wat Gij aan en voor ons doet, ruimschoots zegenen. Alles , wat Gij inzamelt, kunt Gij wel aan mij zenden ; dan kan ik het volgens mijn geweten en wel vooreerst aan hen uitdeelen, die de grootste behoefte hebben aan spoedige hulp. Geve God, dat Uw milddadigheid, waarop ik stellig reken , met het schoonste gevolg bekroond worde. In elk geval zult Gij door Uw bijstand verplichten
Enschedé, Uw oprechten vriend,
datum postmerk.' T. de Helee.
(Volgens de Grondwet heeft ieder ingezetene het recht re-questen in te dienen aan de bevoegde macht, mits zij persoonlijk geteekend zijn. Alleen corporatiën, die wettelijk erkend zijn, mogen uit naam van meer personen teekenen ; maar dan moet het request bepaald loopen over zaken , die tot den eigen-aardigen werkkring van de corporatie behooren.
Men zorge vooral, dat men zich tot de macht wendt, die bevoegd is op het request te antwoorden, omdat men anders stellig een afwijzend antwoord bekomt met bijvoeging, dat de gea^resSeerde niet geroepen is over den inhoud van het request te beslissen. Wil men in twijfelachtige gevallen weten, tot wien men zich te wenden heeft, dan winne men den raad in
110
van een rechtsgeleerde of van iemand, die goed bekend is met de macht en den werkkring van den koning, de minis-teriëele departementen en alle overige ambtenaren).
De koning beschikt op requesten , waarin gevraagd wordt om pensioen, om gratie 1), om dispensatie, om het aannemen van bnitenlandsche ridderorden, titels ol' waardigheden en om beroep in het hoogst ressort.
Verzoek om particuliere audiëntie.
Wil iemand bij Z. M. den inhoud van een request breedvoeriger uiteenzetten of persoonlijk op zijn verzoek aandringen, dan kan hij dat op een publieke audiëntie doen ; of hij kan bij den dienstdoenden kamerheer een bijzondere andiëntie aanvragen. Hiertoe kan het volgende formulier dienen:
De ondergeteekende, Johannes Janssen uit Nijmegen, wenscht een particuliere audiëntie bij den Koning om Z. M. persoonlijk een request te overhandigen , dat belangen van den adressant zelf betreft.
De ondergeteekende neemt de vrijheid UHWGeb. te verzoeken, of er morgen te twaalf ure antwoord op dit schrijven kan gehaald worden en heeft de eer zich te noemen van UwHoogWelGeboren
de dienstwillige dienaar , 's Gravenhage , 1 Mei 1878. J. Janssen.
Aan
den HoogWelGeboren Heer J. H. G. Baron van Hoogeuhüize,
Kamerheer van Z. M. den Koning.
Alle requesten moeten op gezegeld papier geschreven worden. Men zorge vooral het zegel ongeschonden te houden.
1) Requesten om gratie moeten binnen acht dagen na de uitspraak ongesloten worden ingeleverd ter griffie van het rechterlijk coliegie , ■dat het vonnis heeft geveld.
Ill
Yolgens de grootte van het request heeft men :
Oroot requesten papier a f 1,00 met 38 opcenten f 1,38
Eeq nesten n // 0,75 // // u 1,031/0
Gewoon schrijf u n 0,50 // // n 0,69
Half n n n 0,25 // // // 0,34' 2
Klein // // // 0,15 // // // 0,21 Aan den Koning en aan de Staten-Generaal schrijft men nooit op klein papier.
Aan deze reqnestreert men: l». tot aanprijzing of tot bestrijding van een voorgedragen wet in haar geheel of gedeeltelijk ; 2°. tot het voordragen van een wet; 3tot het klagen over schennis van de Grondwet. Deze requesten, gewoonlijk petitiën genoemd, worden in den regel door rechtsgeleerden gesteld, zoodat het onnoodig is daarvan modellen te geven in ons brievenboek. Zij worden persoonlijk onderteekend en meestal stuurt men aan elk der leden van de kamers een gedrukte copie. Men wendt zich eerst tot de tweede kamer, daarna , indien het request niet heeft gebaat, tot de eerste en eindelijk in laatste ressort tot den konin'-'.
d
Indien men aan een minister reqnestreert, kan het dikwijls goed zijn, dat men den referendaris van het betrokken ministerie over het request gaat spreken, alvorens men op audiëntie bij den minister gaat.
182. Aan den Koning om gratie.
Aan Z. M. den Koning.
Sire,
Geeft met den diepsten eerbied te kennen Nicolaas Evers , van beroep schipper, wonende te Milling en ; dat hij, suppliant, in de meening, dat zijn zoon Antonius Johannes een jaar jonger was, dan inderdaad het geval is, verzuimd heeft dezen, zijn zoon, tijdig te doen inschrijven voor ■de nationale militie, lichting van 1879 , in de gemeente Millingen ;
dat hij echter, zoodra er eenigszins twijfel bij hem ontstond , of zijn zoon voornoemd ook misschien den vereischten ouderdom zou kunnen hebben , zich gehaast heeft aan de voorzegde inschrijving te voldoen, dat echter bleek twee dagen te laat te zijn ;
1L2
dat dientengevolge suppliant zich schuldig gemaakt heeft aan overtreding van de wet van 30 Augustus 1861 (Staatsblad no. 73) en door de Arrondissements-Rechtbank te Arnhem bij vonnis van 25 Maart 1878 veroordeeld is tot een maand gevangenisstraf of 25 gulden boete ;
dat suppliant deze laatste, Sire , niet kan voldoen ; de behoeftige omstandigheden, waarin hij met een gezin van tien personen verkeert en de geringe verdiensten van zijn beroep stellen hem daartoe buiten staat; zoodat hij, hoe noode ook, zich zal moeten onderwerpen aan een onteerende gevangenisstraf , indien Uw Koninklijke Genade, Sire, hem daarvan geen kwijtschelding verleent;
dat suppliant nog nooit tot eenige straf veroordeeld is en zich nog nooit aan eenig misdrijf heeft schuldig gemaakt, zoodat hem die straf dubbel hard treft, vooral omdat hij zich op een tijdstip , nu er na een zoo nijpenden winter op nieuw eenig vooruitzicht is op verdienste, weer voor een geheele maand daaraan en aan het verzorgen van zijn gezin onttrokken zou zien ;
dat suppliant zich daarom eerbiedig tot U. M. wendt met de ootmoedige bede, dat het Haar behagen moge hem kwijtschelding te verleenen van de straf, tot welke hij is veroordeeld , dewijl toch in geen geval ontduiking van de wet aanleiding tot het voorzegde verzuim heeft kunnen geven, daar suppliants zoon , in kwestie Antonius Johannes, vrij van dienst is door de dienstplichtigheid van zijn ouderen broeder.
Hetwelk doende, enz. Van U. M. de zeer getrouwe onderdaan,
Millingen, 29 Maart 1878. N. Evers.
183. Aan den Koning om burgerlijk pensioen.
Aan Z. M. den Koning.
Sire,
Geeft met den diepsten eerbied te kennen Johannes Fbanken , leeraar aan 's Eijks Hoogere Burgerschool to Zalt-Bomrnel:
dat hij , requestant, zich gedrongen voelt door ouderdom en lichaamsgebreken aan U. M. eerbiedig te verzoeken;
dat op hem mogen worden toegepast de bepalingen, geldig voor het pensioneeren van burgerlijke ambtenaren, volgens de wet van 9 Mei 1846 (Staatsblad no. 24), gewijzigd bij de wetten van 3 Mei 1857 (Staatsblad no. 49) en van 24 December 1863 (Staatsblad no. 166);
dat ingevolge Art. 3, litt. a van genoemde wet adressant bijgaande overlegt:
113
1. Een uittreksel uit het register van den burgerlijken stand te Nijmegen, waaruit blijkt, dat hij aldaar geboren is 7 Januari 1812, zoodat hij dus meer dan 65 jaar oud is;
2. Een aanstelling als hulponderwijzer aan de openbare school te Druten dd. 1 Mei 1828 en een bewijs van eervol ontslag uit die betrekking dd. 1 Januari 1834;
8. Een aanstelling als hoofdonderwijzer aan een openbare school te Arnhem dd. 1 Januari 1834 en een bewijs van eervol ontslag uit die betrekking dd. 1 Juli 1866 ;
4. Een aanstelling als leeraar aan 's Eijks Hoogere Burgerschool dd. 1 Juli 1866; uit welke stukken blijkt, dat adressant den Staat langer dan 40 jaren heeft gediend ;
5. Een attest van een geneesheer, behoorlijk gelegaliseerd , waarin bevestigd wordt, dat adressant wegens ouderdom en lichaamsgebreken zijn werkzaamheden niet meer naar behooren kan vervullen ;
dat adressant dus met het volste recht ten zijnen behoeve de toepassing meent te mogen verzoeken van de bepalingen der boven aangehaalde wet;
weshalve adressant eerbiedig aan U. M. verzoekt, dat hem volgens zijn tegenwoordige jaarwedde, groot f 1800, worde toegekend een vast jaarlijksch pensioen.
Hetwelk doende, enz.
Van U. M. de getrouwe onderdaan,
Zalt-Bommel, 1 Juli 1878. J. Franken.
184. Aan den Koning om militair pensioen.
Aan Z. M. den Koning.
Sire,
Geeft met den diepsten eerbied te kennen Cabolus de Jongh,
sergeant-majoor bij het regiment grenadiers en jagers te
,i Gravenkage
dat hij als volontair in dienst is getreden 2 Maart 1838 en dus meer dan veertig dienstjaren telt;
dat hij volgens bijgaand uittreksel uit den burgerlijken stand te sG-ravenhage geboren is 9 Juli 1823 ;
dat hij volgens bijgaand attest van den eerstaanwezenden officier van gezondheid des garnizoens wegens rheumatisme niet meer aan zijn verplichtingen ran militair kan voldoen;
dat hij bijgevolg eervol ontslag uit den dienst van U. M. moet vragen;
weshalve adressant zich eerbiedig tot U. M. wendt met ver-
8
114
zoek om eervol ontslag onder toepassing van de bepalingen der militaire pensioenwet op den adressant.
Hetwelk doende , enz.
Van U. M. de getrouwe onderdaan,
's Gravenhage , 12 Augustus 1878. C. de Jongh.
185. Aan den Koning om dispensatie van ouderdom voor het huwelijk.
Aan Z. M. den Koning.
Sire,
(reeft met den diepsten eerbied te kennen Coenbaudus Smid , van beroep koopman te Bemmel:
dat hij volgens bijgaand uittreksel uit het register van den burgerlijken stand van Bemmel is geboren 13 Juni 1861 en alzoo thans den ouderdom van zeventien jaren nog niet heeft bereikt;
dat hij zich in het huwelijk wil begeven met Anna Helena van Veen, alhier geboren 7 Augustus 1856;
dat Art. 86 van liet burgerlijk wetboek niet toelaat, dat een jongeling beneden de achttien jaren in liet huwelijk treedt, indien U. M. geen dispensatie verleent;
dat requestrant vermeent van TJ. M. gemelde dispensatie te mogen vragen, dewijl hij voor zijn drukke nering, een erfenis van een oom, een wakkere huisvrouw noodig heeft, omdat anders zijn geheele zaak zou verloopen;
weshalve adressant eerbiedig verzoekt, dat hem TJ. M. dispensatie wille verleenen tot het aangaan vaneen huwelijk met bovengenoemde Anna Helena van Veen.
Hetwelk doende, enz.
Van U. M. de trouwe onderdaan,
Bemmel, 1 Maart 1878. C. Smid.
186. Aan den Koning om verlof tot het drageil van een buitenlandsche ridderorde.
Aan Z. M. den Koning.
Sire,
Geeft met den diepsten eerbied te kennen Petrus Paültjs Begue, fabrikant te Maastricht:
dat het Z. H. den Paus behaagd heeft adressant te begiftigen met het Kommandeurskruis van' de Orde van den H. Gregorius, zooals blijkt uit bijgaande oftioiëele bescheiden en stukken; dat adressant zich nu volgens voorschrift van de Grondwet
115
•eerbiedig tot U. M. wendt met verzoek hem te vergunnen de ouuerscheidingsteekens van het Koraraandeursschap dier orde te mogen aannemen en dragen.
„ Hetwelk doende, enz.
Van U. M. de trouwe onderdaan,
Maastricht, 12 April 1879. p. p. Begue.
187. Aan een Minister voor het aflegggeu
van een examen.
Aan Zijne Exc. den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid.
Excellentie,
Geeft met gepasten eerbied te kennen Fuedekik Antoon Hermans , zonder beroep te Grave :
dat hij zich bij dezen tot Uw Exc. wendt met verzoek om toegelaten te worden tot het examen voor leerling-telegrafist • dat hij dientengevolge bijgaande overlegt:
1. Zijn geboorteacte, waaruit blijkt, dat hij geboren is te Grave 17 Januari 1861 ;
T-i2- ljewijs val1 goed gedrag, afgegeven door het Dage-
lijksch Bestuur van de Gemeente Grave, behoorlijk gereois-treerd en a
3. Een attest van den geneesheer Christiaan te Grave be-loor ij gelegaliseerd, waaruit blijkt, dat adressant vrij is van lichaamsgebreken, die storend voor den telegrafischen dienst zouden kunnen wezen;
dat adressant hiermede voldaan heeft aan de voorwaarden van oproeping, vermeld in de Staats-Courant van 13 April 1878-weshalve adressant Uw Exc. verzoekt om toelatinquot;- tot bovengemeld examen.
,7 TT Hetwelk doende, enz. Van Lw Exc. de ootmoedige dienaar Grave, 23 April 1878._ E. A. Hermans.
188. Aan een Minister om verplaatsing.
Aan Zijne Exc. den Minister van Financiën.
Excellentie ,
Geeft met gepasten eerbied te kennen Lambertüs Viemen t Kommies 3e klasse, standplaats £/l;
dat hij sinds het jaar 1869 den Staat trouw als ambtenaar gediend heeft op de verschillende standplaatsen, hem bij minis-teneele aanschrijving aangewezen •
dat echter zijn vader in den loop van dezen zomer overleden is, tengevolge waarvan familiebelangen het voor adressant
116
hoogst noodzakelijk maken te Wamel bij zijn moeder, wier eenige steun en hulp liij nu is, te kunnen inwonen;
dat volgens nevensgaande bijlage de kommies 3e klasse Boitwens te Wamel genegen is met adressant van standplaats te verwisselen ;
weshalve adressant de vrijheid neemt zich tot Uw Exc. te wenden met eerbiedig verzoek hem te verplaatsen naar Wamel.
Hetwelk doende, enz. van Uw Exc. de ootmoedige dienaar,
Ell, 28 Juli 1878. L. Virment.
189. Aan een Minister om vrijstelling van dienst.
Aan Zijne Exc. den Minister van Oorlog.
Excellentie,
Geeft met gepasten eerbied te kennen Lambehtus Linssek, van beroep metselaar te Groesbeck;
dat adressant, geboren 18 Januari 1854, dit jaar volgens oproeping in verschillende dagbladen voor zes weken onder de wapens zal moeten treden;
dat adressant steeds voldaan heeft aan alle verplichtingen, hem opgelegd door de Wet op de nationale militie van 30 Augustus 1861 (Staatsblad no. 72);
dat echter in den loop van dit jaar beide ouders van adressant overleden zijn, tengevolge waarvan hij thans de kostwinner is van zeven nog onmondige kinderen;
dat, indien adressant verder aan zijn verplichtingen voorde nationale militie voldoet, hij daardoor groote schade in zijn beroep zal lijden, waardoor tevens de zijnen onverdiend aan armoede worden prijs gegeven ;
weshalve adressant de vrijheid neemt Uw Exc. eerbiedig te verzoeken, dat hij , adressant, ontslagen moge worden van de nog op hem rustende verplichtingen ingevolge de Wet op de nationale militie.
Hetwelk doende, enz. van Uw Exc. de ootmoedige dienaar,
Groesbeck, 12 Mei 1878. L. Linsseru
117
190. Aan d e n G-e m e e n t e r a a d o m a f s t a n d
van grond.
Aan den Baad van de Gemeente Oss.
EdelAclitbare Heeren ,
(reeft met den verschnldigden eerbied te kennen : Cobnelis van Tüh,, mr. timmerman alhier;
dat adressant vernomen heeft, dat er een besluit genomen zal worden aangaande het afbreken van de sehutskooi alhier, welke sehutskooi, grenzende aan adressants erf, in haar teo-en-woordigen toestand onbruikbaar en een misstand is voor den openbaren weg en voor adressants erf, terwijl haar plaats in een volkrijke buurt den inwoners veel onaangenaams, vooral gedurende den nacht, geeft;
dat adressant derhalve de vrijheid neemt UwEAchtb. te vragen , of hij afstand zou kunnen krijgen van den grond, waarop thans de sehutskooi staat: een hoekje voor de gemeente van geen en voor den adressant ter afronding van zijn erf van groot belang ;
dat adressant, indien hem die grond kosteloos vergund wordt, bereid is voor zijn rekening de oude sehutskooi af te breken, het vrijvallend terrein behoorlijk te omrasteren en de nieuwe sehutskooi te sceüen op de daartoe aangewezen plaats met gebruik van de materialen, die nog in goeden staat van de oude sehutskooi vrij vallen;
dat adressant bovengenoemd voorstel liever aangenomen zoude zien, dan afstand tegen geldelijke vergoeding en dat hij gaarne, zoo noodig, borg wil stellen voor de uitvoering van datgene, waartoe hij verplicht zal worden;
weshalve adressant UwEAchtb. beleefdelijk verzoekt te besluiten , dat hem de ondergrond van de sehutskooi in eigendom moge gegeven worden onder de voorwaarden, door adres-t?11^ l8'este'lt;;' gt; 0f onder zoodanige voorwaarden, als liet UwEAchtb. zal believen te stellen.
Hetwelk doende, enz. vi»n UwEAchtb. de onderdanige dienaar Oss, 29 October 1878. C. van Tuil.
(Deze kan men oader -de volgende quot;rubriekefi bfengfen;' Circulaires, Onderzoek naar de soliditeit van een huis,' Vragen om aanknooping van zaken , Handelsbrieven, Expe-
118
ditiehrieven , Brieven over geldleeningen en inkasseeringen» Brieven over faillissementen en Verschillende formulieren , diamp; in één onzer laatste afdeelingen gevonden kunnen worden.
Koopmansbrieven zijn steeds van groot gewicht en vorderen een bedreven schrijver, die zuiver en nauwkeurig, volledig en duidelijk, maar kort weet te stellen, zonder de beleefdheid uit het oog te verliezen. Koopmansbrieven dienen overgebracht te worden in een kopieboek en de antwoorden worden gewoonlijk in geregelde volgorde bewaard , in maandelijksehe of jaarlijksche pakketten
De aanspraak is steeds Mijnheer of Mijne Heer en).
191. Circulaire over de vestiging van een.
's Gravenhage, 1 Mei 1879.
Mijnheer,
Bij deze neem ik de vrijheid U te berichten, dat ik mij hier ter stede. Westeinde D no. 118, als ornament-en spiegel-fabrikant heb gevestigd.
Het zal mijn streven zijn om ten spoedigste te voldoen aan elke aanvraag of order, die betrekking heeft op mijn vak. Te dien einde heb ik mij in connexie gesteld en verbintenissen aangeknoopt met veel huizen, zoowel binnen- als buiten-landsche. Mijn magazijn zal op den duur ruimschoots voorzien zijn van de grootst mogelijke verscheidenheid van artikelen , in allerlei kwaliteit, die bij mij tot de billijkste prijzen verkrijgbaar zullen wezen, waarbij ik niets hoop te verzuimen om mij in allen deele het vertrouwen en de begunstiging waardig te toonen, waartoe ik mijn werkplaats en mijn magazijn in Uw welwillendheid aanbeveel.
Intussehen heb ik de eer te zijn
Uw dienstwillige dienaar, C. J. Muijskens.
192. Circulaire over den dood van een Compagnon.
Amsterdam, 12 Juni 1879.
Mijnheer,
Weemoedig vervullen wij bij deze een trcurigen plicht. Wij moeten U namelijk kennis geven , dat onze vriend en compagnon Johan Edge den zevenden dezer is overleden, waardoor de naam van onze firma voortaan Adam en Harris zal wezen.
De omvang van onze zaken zal evenwel niet verminderen en het zal voortdurend ons doel zijn alles, wat onzen handel
119
betreft, op denzelfden voet te houden. Te gelegener tijd zullen wij U nader bekend maken met de uitvoering van onze tegenwoordige plannen , terwijl wij thans alleen verzoeken, dat er van Uw kant geen staking in onze correspondentie moge komen, omdat wij er hoogen prijs op stellen, dat wij met elkander , even als reeds zoo lange jaren , in connexie blijven.
Ontvang de verzekering van onze hooachting.
Adam en Harris.
193. Circulaire over overgave en aanvaarding van een zaak.
Botterdam, 1 Augustus 1878.
Mijnheer,
Sinds veertig jaren stond ik onafgebroken aan het hoofd van mijn zaak en thans wil ik mijn overige levensdagen aan rust wijden om de vruchten van mijn arbeid te kunnen genieten. Daarom heb ik op heden mijn geheele zaak met al haar activa en passiva aan mijn zoon August Stroom overgedaan, die mij reeds tien jaren lang trouw en goed in de leiding mijner zaken heeft bijgestaan. Terwijl ik U mijn oprechten dank betuig voor de vele bewijzen van vriendschap en toegenegenheid, die Gij mij zoo veelvuldig schonkt, verzoek ik TJ tevens, dat Gij mijn zoon even welwillend zult gelieven te behandelen, nu hij de zaak zonder verandering van firma of van artikelen voor zijn rekening overneemt, waarvan hijzelf U bijgaande kennis geeft.
Met oprechte hoogachting,
G. Stroom.
Eotterdam, 1 Augustus 1878.
Mijnheer,
Tengevolge van bovenstaande circulaire mijns Vaders veroorloof ik mij U kennis te geven, dat ik op heden zijn geheele zaak heb overgenomen voor mijn eigen rekening met allen voorraad van goederen, met alle rekeningen en nog uitstaande sommen, waarbij door mij geen verandering in de firma gebracht zal worden. Voortaan zal ik mijn werkzaamheid ook wijden aan ons kassiers-kantoor, terwijl ik mij ook aanbeveel voor expeditie, enz. Wees verzekerd, dat ik van mijn kant niets zal verzuimen om een waardig opvolger van mijn Vader te wezen en om mijn firma het eervol standpunt te doen be-h ouden, waarop zij door de zorgen van mijn Vader is gekomen.
Terwijl ik daarom verzoek om Uw verdere goedgunstige orders, neem ik tevens de vrijheid Uw aandacht te vestigen
120
op mijn onderstaande firmale handteekening. Na mij in UV gunst te hebben aanbevolen, blijf ik
Uw dienstwillige, A. Stroom,
die als firmant zal teekenen G. Stroom. ,
194. Antwoord op No. 193.
Mijnbeer,
Gisteren ontvingen wij üw circulaire dd. 1 Augustus j.1. en wij zijn volgaarne bereid met U in connexie te blijven , vooral omdat wij steeds van Uw geachte firma de meest soliede behandeling mochten ondervinden.
Zend ons s. v. p. per omgaande de gewone prijscouranten. Wij hopen, dat Gij voor Uw kassiers- en expeditiekantoor volgaarne voor ons de vroeger gestelde voorwaarde zult laten continueeren en noemen ons met alle achting
Nijmegen, '6 Augustus 1878. ï. Mark en Cie.
195. Men vraagt naar de soliditeit van een huis.
Arnhem, 15 September 1878.
Mijnheer,
Dewijl ik in Uw bescheidenheid en in de vriendschap , die Gij mij steeds beweest, een zeer groot vertrouwen stel, veroorloof ik mij U met een vraag lastig te vallen.
De Heer A. Peters uit Uw woonplaats deed aan mijn reiziger een bestelling ten bedrage van flSOO onder voorwaarde, dat hij de halve som onmiddellijk na ontvangst van de goederen en de tweede helft over 3 maanden zal betalen. Dewijl ik nu dien heer in het geheel niet ken en dewijl ik ongaarne zaken doe, indien ik niet weet, of ik met een solied huis te doen heb, zoo vraag ik U als Vriend, of Gij mij naar waarheid wilt mededeelen, of ik zonder gevaar voor zulk een bedrag aan den heer A. Peters kan afzenden.
In elk geval zal ik met de afzending wachten, tot ik Uw antwoord in handen heb, dat ik dus in elk geval zoodra mogelijk verwacht. Dat ik van Uw antwoord misbruik zou kunnen maken, zult Gij wel niet vreezen , vooral als ik U de verzekering geef, dat Gij op mijn stipte geheimhouding kunt rekenen. Tot wederdienst bereid
Uw dienstvaardige,
' quot; • ' N.' Sijbei. '
131
196. Antwoord op No. 195.
Zwolle, 17 September 1878.
In antwoord op Uw geëerden van 15 dezer kan ik U tot mijn genoegen mededeelen, dat de Heer A. Peters, die sinds • twee jaren alhier gevestigd is, algemeen het volste vertrouwen geniet en dat ik hem zonder eenige bedenking voor zulk een bedrag, als hij bij U besteld heeft, zou orediteereu. Hij staat als een rechtschapen man bekend en alle zaken, die hij tot nu toe dreef, toonen in hem een voorzichtig en bemiddeld koopman.
Van deze mededeeling kunt Gij overigens naar Uw eigen ver-Kiezing gebruik maken, indien er voor mij geen nadeel uit kan voortspruiten. Wees overigens verzekerd van de dienstwilligheid, waarmede ik ben
Uw dienaar, 1). Trift.
197. Ander antwoord op No. 195.
Zwolle, 16 September 1878.
Mijnheer,
De fiima, naar welke Gij bij ons onderzocht, is moeilijk te beoordeelen. Door gewaagde speculatiën moet zij , naar men zegt, een groot gedeelte van haar vermogen verloren hebben ,* zoodat zij thans alles, wat mogelijk is, zou moeten aanwenden om haar krediet staande te houden. Voorzichtigheid schijnt raadzaam. Wij schrijven U dit natuurlijk in vertrouwen.
Uw dienstwilligen, A. Bruin en Cie.
198. Bestelling van goederen.
Den Heeren Stephenson en Cie. te Leeds.
Schiedam, 11 Januari 1879.
Mijne Heeren,
Dewijl de Heer B. Johnson te Leeds volgens zijn aan mij gedane toezegging in zijn brief van 8 Januari 1.1. U reeds meer dan voldoende bekend zal hebben gemaakt met den stand van mijn zaken en andere omstandigheden, neem ik de vrijheid mij op die aanbeveling te beroepen en heb ik de eer U te verzoeken mij zoodra mogelijk te willen berichten, of ik een leverantie van 300 stuiken Jc^tosn in, gaijgbare dessins en van kwaliteit alsquot; bijgaand monster vóór 1 Juli e. k. zou kunnen te gemoet zien.
Mijn vroegere leveranciers leverden mij aanhoudend katoenen
122
goederen , die voor mijn firma minder geschikt waren , omdat ik er den smaak van het publiek onmogelijk mede kon bevredigen. Doch op aanbeveling van mijn handelsvrienden durf ik niet langer aarzelen en vend ik mij met vol vertrouwen tot TJ in de stellige overtuiging, dat ik mij thans in betrekking stel met een van de beste bronnen voor mijn veelvuldige behoeften en dat de kwaliteit Uwer goederen steeds zal beantwoorden aan den goeden naam, dien Uw firma sinds tal van jaren op de katoenmarkt wist te verkrijgen en te behouden.
Indien Gij genegen mocht wezen aan deze mijn eerste bestelling gevolg te geven, dan zou ik gaarne, althans voor de helft een crediet van zes maanden willen gemeten , dewijl ik anders in het vervullen van mijn overige handelsverpliehtingen eenige beletselen zou moeten ondervinden.
Met de meeste achting heb ik de eer te zijn
Uw dienstv. dienaar, A. Simon.
199. Antwoord op No. 198.
Den Heere A. Simon te Schiedam.
Leeds, 16 Januari 1879.
Mijnheer,
» Bij dezen melden wij U de ontvangst van Uw geëerde letteren van 11 Januari j.1. De inlichtingen, ous door de firma B. Johnson alhier aangaande Uw persoon en Uw zaken verstrekt, waren tot ons genoegen van zulk een aard , dat wij ons ten zeerste kunnen haasten om U te doen weten, dat wij volgaarne met U in handelsbetrekking zullen treden.
Dientengevolge zullen wij naar Uw eerste bestelling achtereenvolgens aan Uw adres leveren maand voor maand, ingaande op 1 Februari en sluitende 28 Juni a. s., vijftig stuUken katoen in de nieuwste dessins, die wij U, indien wij de kwaliteit van Uw monster houden, a 28 ets. den meter kunnen leveren. Bericht ons dus per omgaande, of Gij U vereenigen kunt met onze voorwaarde van afzending en met onzen prijs, dien wij met het oog op dessins en kwaliteit zoo civiel mogelijk hebben gesteld.
In den regel geven wij zes maanden crediet, terwijl wij voor vervroegde betaling 0/|| *s maands korten. Wordt onze oft'erte aangenomen, zoo zullen wij U natiArlijk ook zes maanden krediet geven, waarbij wij maand voor maand over een termijn, zullen disposoeren, zootl^t onze eerste „trajte bctaajbaar_ zal wezen 1 Augustus e. k. Gij ontvangt daarna dus eiken eerste van de maand een dergelijke traite, terwijl de laatste zal vervallen op 28 December a. s.
123
In de hoop, dat Gij genoegen zult nemen met onze wijze van handelen en in het vertrouwen, dat deze aanknooping van relatiën voor de toekomst voor ons de beste gevolgen zal hebben, blijven wij, na ons voortdurend in Uw gunst te hebben aanbevolen, met alle achting:
' o
Uw dw. dienaars, Stephenson en Cie.
300. Antwoord op No. 199.
Den Heeren Stephenson en Cie. te Leeds.
Schiedam , 22 Januari 1879.
Uit Uw geëerden dd. 16 Januari blijkt mij, dat de katoenen stoften, bij U nog al in prijs verschillen met die van andere huizen. Yoor de door mij gevraagde kwaliteit betaalde ik nooit meer dan 26 ets. den meter. Hoewel Uw huis, zooals mij bekend is , in katoenen stoffen het voornaamste Engelsche huis is, zoo geeft toch een verhooging van 2 ets. op den meter een te groot verschil, zoodat ik aan dien prijs onmogelijk zou kunnen concurreeren. Volgens den loop, dien de katoenmarkt quot;ogenschijnlijk dit jaar zal hebben, kan ik niet meer besteden dan 27 ets. per meter voor het mooiste in de kwaliteit, door mij gevraagd. Kunt Gij mij dus voor dien prijs bedienen, dan vereenig ik mij volgaarne met Uw wijze van levering, die mij in staat stelt om comptant met U te handelen, zoodat bij eventueele aanneming van mijn aanbod er niet door U gedisponeerd zal behoeven te worden. Het bedrag Uwer facturen zal onmiddellijk na ontvangst van de goederen, die ongetwijfeld naar genoegen zullen zijn , onder korting van l1 pet. voor eomptante betaling door mij overgemaakt worden.
In de hoop, dat ik Uw eerste bezending a 27 ets. den meter in het begin van Februari zal kunnen ontvangen, noem ik mij 0
Uw dw. dienaar , A. Simon.
201. Aanbieding van goederen.
Leiden , 7 Juli 1878.
Mijnheer,
Door tnsschenkomst van eenige mijner handelsvrienden heb ik vernomen , dat Gij een ruimen omzet in lakens hebt. De-vijl^ik nu een .ruim assoriimqjit van dit artikel, heb, .zoo vlei ik mij , dat ik U daarmede volkomen naar eisch zal kunnen bedienen en daarom neem ik de vrijheid mij voor het vak van lakens in Uw gunst aan te bevelen. Het zou mij hoogst aan-
124
genaam zijn , indien ik door TJ vereerd werd met een eerste bestelling op proef, waarbij ik niet ongenegen zou wezen om voor het bedrag van mijn rekening bij U zijde in te ruilen , indien Gij mij naar evenredigheid ten minsten even billijke prijzen wilt stellen , als ik ze U voor mijn goederen stel.
In de hoop, dat ik een gunstig antwoord van U zalmogen ontvangen, waarop dan spoedig een wederzijdsche bestelling kan volgen, waardoor de grondslag gelegd zal worden voor een nadere connexie met Uw geëerde firma, noem ik mij in afwachting
Uw dienaar, W, Wagner.
202. Antwoord op No. 201.
Amsterdam, 9 Juli 1878.
Mijnheer,
Zeer vereerd gevoel ik mij door het heusehe aanbod van Uw lakens, in Uw geëerden van 7 dezer. Mijn omzet in lakens is in elk geval niet onaanzienlijk en met het grootste genoegen zou ik ü een bestelling op proef geven, indien mij de kwaliteit van Uw lakens maar eenigzins nader bekend was. Uw aanbieding komt mij nog des te aannemelijker voor, omdat Gij genegen zijt Uw omzet in zijde bij mij door Uw levering van lakens te dekken. Bijgaande zend ik U daarom mijn jongste prijscourant en staalboek, terwijl ik verwacht, dat Gij mij weldra ook op de hoogte zult brengen van Uw monsters en Uw prijzen. Indien deze, naar ik hoop, volgens mijn verwachting en concurreerend zijn, dan kunt Gij verzekerd wezen, dat ik weldra een eerste bestelling op proef zal doen, welke dan , indien zij naar wensch uitvalt, door grooter bestellingen gevolgd kan worden.
In afwachting van nader bericht blijf ik
Uw dv. dienaar, M. Groen.
203. M a r k b e r i c h t.
Bordeaux, 17 September 1878.
In antwoord op Uw geëerden van 10 dezer hebben wij de eer het volgende te kunnen melden.
Sinds. eemge dagen if bet wQ^er voor pnzen wijnoogst zeer ^ ^ ongunstig. Het regent aanhoudend en is daarbij koud, zo'oaat alles maar langzaam aanrijpt. Tot nu toe is er nog geen groote schade aangericht, maar als de regen blijft aanhouden, zal er
125
zeer veel verloren gaan. Wij zullen in geen geval zulk een rijken oogst hebben, als wij ons aanvankelijk voorstelden, zoodat wij nog minder zullen kelderen dan verleden jaar. Over de kwaliteit laat zich nog niet veel zeggen, maar men twijfelt, of de oogst met dien van verleden jaar zal gelijkstaan.
l)e spiritualiën zijn dalende; de ^ staan op 5 fr. 221/o tot 5 fr. 25 ; voor levering in October of November 5 fr. 10 ; voor de vier eerste maanden van het volgende jaar 5 fr De Armagnac-brandewijnen gelden 180 fr. Onlangs is hier' een lading van 10000 gallons rum aangekomen en hoogstwaarschijnlijk zal zij onze prijzen een weinig drukken; de laatste koopen zijn nog gesloten a 7 fr. 2 5 en 7 fr. 50 voor waar van 20 a 25 graden , die zeer zuiver van smaak en hoogst aangenaam van reuk was. 0
In peper, die langzaam schijnt te rijzen, is het nu zeer stil; voor het binnenland is geen vraag en uit het buitenland komen geen commissies; ondertusschen resten ons nog 20000 centenaars zware en halfzware, terwijl men ons bovendien verzekerd heeft, dat er te Havre weldra twee scheepsladingen zullen aankomen. Volgens onze meening is het op dit oogen-blik niet raadzaam in dit artikel te doen. Het is wel in zeer goede handen, maar men weet er geen weg mede, omdat de binnenlandsche markt nog overladen is. Zware geldt thans 90 c. en halfzware 80 c.
In pruimen hebben wij nog niet gedaan, omdat wij geloo-yen,' dat de prijzen weldra zullen dalen. Indien dat het geval is, zullen wij 500 a 1000 centenaars koopen , want als men deze vrucht tegen billijken prijs kan inslaan , geeft zii nooit verlies.
Suiker en koffie zijn flauw en doorloopend zonder omzet. Onder volgt de lijst van de aangekomen schepen. Indien er onder den invoer eenige waren zijn, geschikt voor een affaire tusschen ons beiden , dan kunt Gij verzekerd zijn, dat wij Uw belangen met den noodigen spoed zullen bevorderen. Gij kent onze voorzichtigheid ongetwijfeld meer dan goed genoequot;-om overtuigd te zijn , dat wij nooit aan eenige affaire beo-in-nen , zonder dat wij er goed over nagedacht en alle voor- of nadeelen er van nauwlettend gewikt en gewogen hebben. 2*1 a vriendschappelijke groete
J. C. Duval en Cie.
Drie schepen importeerden uit Martinique en Guadeloupe: 1600 okshoofden rietsuiker, 10000 gallons rum, 14. vaten koffie en een partij hout.
Drie schepen uit de Zuidzee importeerden :
8500 centenaars salpeter, 450 Seronen Konings-China,
126
250 Seronen ronde dito, 250 Seronen Nathania dito , 6000 huiden, 575 blokken Peruaanscli tin, 450 centenaars koper (in blokken), 150 centenaars oud koper en 40 centenaars paarlemoer.
204. Een huis staakt zijn betalingen.
Amsterdam, 12 October 1878.
Mijnheer,
Nadat ik onder het genot van de algemeene achting mijner collega's onafgebroken werkzaam geweest ben in mijn zaak , zie ik mij tot mijn groot leedwezen genoodzaakt U bij dezen te melden, dat het mij oogenblikkelijk onmogelijk is mijn verplichtingen na te komen , die ik voor het einde van deze mnand op mij nam.
In Uw belang oordeelde ik U hiervan kennis te moeten geven en tevens Uw aandacht te vestigen op den treurigen stand mijner zaken, die evenwel niet reddeloos is , indien er slechts tusschen mijn schuldeischers en mij , met noeste vlijt aan den eenen en met edelmoedig vertrouwen aan den anderen kant, een vriendschappelijk accoord gelrofl'en kan worden, dat, terwijl het Uw belangen geheel en al zal waarborgen, mij zal veroorloven mij geheel te wijden aan de vermindering van de te lijden verliezen.
De llussisch-ïurksche oorlog met de geldcrisis , die hij veroorzaakt , deed, zooals Gij weet, menig groot huis vallen, waarbij ik aanzienlijke geldsommen verloor, terwijl ik van den anderen kant thans zoo groote betalingen binnen een kort tijdsverloop moet doen, dat het mij totaal onmogelijk is daaraan te voldoen, hoewel mijn nood slechts tijdelijk kan wezen.
Hoe hard het mij ook vallen moge , toch moet ik U verzoeken , of Gij persoonlijk of door een gevolmachtigde een samenkomst van mijn schuldeischers zult bijwonen, die 20 a. s. bij de Heeren Tennissen en Sanders gehouden zal worden, welke, hoewel zijzelf voor een aanzienlijk bedrag mijn schuldeischers zijn, mij toch hun achting en vriendschap blijven schenken , dewijl mijn ongeluk buiten mijn schuld door hoogere machten werd veroorzaakt. In deze samenkomst zal ik al mijn hulpbronnen en mijn geheelen stand van zaken openbaren en Gij kunt overtuigd zijn, dat ik alles zal doen , wat menschelijke krachten vermogen, om de schade te verminderen, die ik U zal veroorzaken. Zonder eenig voorbehoud zal ik daartoe mijn uiterste best doen met de grootste opofleringen en ik zal mij
, buitengpwoon geji'jckig.achtra,.indien^ik U eenmaal door mijn vlijt en mijn werkzaamheid geheel en al schadeloos zal kunnen stellen.
137
*
Met het oog op onze langjarige vriendschap durf ik eeniger-mate hopen, dat Gij zult toegeven aan mijn dringend verzoek, waardoor Gij mij tot de grootste dankbaarheid zoudt verplichten.
A. Legrand.
205. Antwoord op No. 204.
Mijnheer,
Onmogelijk kan ik U melden, hoezeer ik verbaasd stond bij de lezing van Uw brief van gisteren , die mij een tijding bracht, welke ik in de verste verte niet kon vermoeden. Ten zeerste neem iK deel in Uw ongeluk en volgaarne wil ik hopen , dat mijn deelneming U het bittere leed, dat Gij thans gevoelt, zal helpen verzachten. De benadeeling in mijn eigen belang vermdert geenszins mijn meening aangaande Uw persoon en ik haast mij U mede te deelen, dat Gij mijn achting niet verliest, al hebt Gij Uw vermogen ook verloren. Steeds beschouwde ik U als een rechtschapen handelsman en ik ben overtuigd, dat een man met een karakter als het Uwe wel ongelukkig, maar nooit slecht of onbruikbaar kan worden. Ten bewijze, dat Gij mijn vol vertrouwen nog bezit, schrijf ik U, dat ik besloten heb, U aan het hoofd van Uw zaken te laten, omdat Gij dan het beste ten onzen voordeele met Uw bezit zult kunnen werken en wees overtuigd, dat het niet aan mij zal liggen, indieu op de samenkomst, die ik zelf zal bijwonen , niet alle andere schuldeischers mijn voorbeeld volgen en U in Uw benarde omstandigheden niet dezelfde mate van vertrouwen schenken , welke Gij volgens mijn denkwijze ten volle waardig zijt. Wapen U met vastberadenheid en vergeet vooral niet, dat nog veel anderen en misschien beteren dan Gij gewankeld hebben, die echter ook later weer gelukkig alles te boven zijn gekomen.
Onder vernieuwing van de verzekering mijner oprechte vriendschap,
Kotterdam, 13 October 1878, Pelissier,
206, Vertrouwelijke mededeelingdateen huis zal failleeren,
Dordrecht, 15 Januari 1879.
Mijnheer en Vriend,
Onze menigvuldige handelsrelatiën en de voortdurende blijken van vriendschap en welwillendheid, die ik steeds van U mocht genieten, dwingen mij, hoewel ik er volstrekt geen belang bij heb, Uw aandacht bij dezen te vestigen op den ver-
138
warden toestand van de zaken der firma Stoppel alhier. Reeds lang voorspelde men haar naderenden val en ik geloof, dat die thans zeer nabij is, waarbij ik geenszins eenig vertrouwen wil schenken aan de tallooze loopende geruchten, maar U alleen meen te moeten melden, dat er sedert drie maanden geen enkele traite meer door die firma gehonoreerd is geworden. Steeds verschuift zij haar betalingen en men mompelt, dat zij van haar goederen een groot gedeelte verduisterd of beneden inkoopsprijs omgezet heeft, zoodat er stellig een faillissement op handen moet zijn.
Nu zou ik het ten hoogste betreuren, indien er van Uw vordering teu laste van gemelde firma, die nog al vrij groot moet zijn, naar mij bekend is, weinig of niets terecht zou komen. Indien Gij spoedig en dreigend optreedt, waarbij persoonlijke overkomst wenschelijk zou wezen, zoudt Gij misschien nog geheele of gedeeltelijke betaling kunnen verkrijgen, maar wellicht komt Gij te laat.
Deze vertrouwelijke mededeeling, die geheel en al in Uw eio-en belang is, moet mijn naam natuurlijk buiten spel laten blijven, maar dat verwacht ik ook met het volste vertrouwen. Inmiddels blijf ik met ware hoogachting en vriendschap
Uw dv. dien. en vriend, A. den Droge.
207. Gevolg van No. 206. Opdracht tot in-casseering of tot sluiting van een a c c o o r d.
Amsterdam, 16 Januari 1879.
Mijnheer ,
Bij dezen neem ik de vrijheid Uw hulp in te roepen om betaling te erlangen van de firma Stoppel ten Uwent, waarbij Gij ongetwijfeld wel tot eenig goed resultaat zult weten te komen. Mijn geheele vordering bedraagt f 2000 N. C. Op bijgaande nota zult Gij zien, welke waren door mij voor die som werden geleverd, die ik van tijd tot tijd aan de firma Stoppel tegen bedongen prijzen afstond, terwijl daarenboven genoemde firma in twee bijgaande brieven erkent mijn schuldenaar te zijn voor bovengemelde som. Indien het mogelijk is , moet Gij zorgen , dat U onverwijld ' de geheele som worde uitbetaald, of de helft, terwijl de-tweede helft over zes maanden op een acceptatie zal kunnen voldaan worden. Indien Gij echter bevindt, dat er weinig te: verwachten of te krijgen is, sluit dan in Gods naam maar
129
zoodra mogelijk eenig accoord, al was het ook a 10 pit. Span alle klachten in om te krijgen, wat Gij zonder procedure kunt hebben , want een proces geeft maar groote kosten en weinig baten. Alles, wat Gij in deze zaak overigens noodzakelijk en noodig oordeelt, keur ik bij voorbaat geheel en al goed, terwijl Gij mij tevens door krachtig optreden een grooten dienst zult bewijzen.
Met de meeste achting verblijf ik
A. Ditma.
208. Antwoord op No. 207. Het huis is reeds failliet.
Dordrecht, 18 Januari 1879.
Mijnheer,
Tot mijn leedwezen ben ik niet in staat U in zake de firma Stoppel te dienen , zoodat ik Uw geëerde opdracht, vervat in Uw geachten van 16 dezer, onmogelijk kan uitvoeren. Uw brief kwam mij te laat in handen, want juist op 16 Januari verklaarde zich de firma Stoppel in staat van faillissement , zoodat er geen accoord hoegenaamd door mij meer getroffen kon worden. Er bleef mij dus niets over dan het indienen Uwer schuldvordering , wat ik trouwens onmiddellijk heb gedaan. Indien Gij nu mijn verdere bemiddeling in deze zaak verlangt, zoo verzoek ik U mij behoorlijk te volmachten en Gij kunt overtuigd zijn, dat ik Uw belangen zal voorstaan , alsof het de mijne waren.
Na mij in Uw welwillendheid te hebben aanbevolen , blijf ik met alle achting
Uw dienstwillige dienaar, T. Pluk.
209. Vraag om monsters en crediet.
Eotterdam, 12 Mei 1879.
Mijnheer,
Onder verwijzing naar onze circulaire dd. 1 April 1.1. verzoeken wij U, of Gij ons per omgaande ook monsters zoudt kunnen toezenden van zwart en gekleurd fluweel met opgave van de billijkste prijzen.
Dewijl de oprichting van mijn zaak nog al beduidende geldsommen heeft gevorderd , zoo zoude het ons zeer aangenaam zijn, indien wij ten minste voor de helft van het bedrag onzer bestellingen bij U een crediet van zes maanden konden hebben.
9
130
Terwijl wij geenszins twijfelen, aan Uw goedgunstig antwoord, blijven wij na verzekering onzer hoogachting
Uw dienstwillige dienaars, F. Hoog en Cie.
210. Goedkeurend antwoord op No. 209.
Verviers , 16 Mei 1879.
Mijne Heeren ,
In antwoord op Uw geëerd schrijven van 12 Mei wenschen wij U van harte geluk met Uw nieuwe onderneming. Bijgaande zult Gij stalen vinden van de gevraagde fluweelen. De gekleurde leveren wij U a f 2.10 en de zwe.rte a f 2.70 den M. met 2 pet. korting voor comptante betaling. Tevens sturen wij U eenige stalen Manchester. De gekleurde kunnen wij U onder bovenstaande voorwaarden ii 80 en de zwarte ii 60 ets. den M. leveren.
Volgaarne nemen wij Uw voorstel aangaande de betaling aan, maar onder voorwaarde, dat Gij ons voor het bedrag van de factuur een acceptatie zult gelieven te geven, betaalbaar over zes maanden.
In de hoop, dat wij weldra door U vereerd zullen worden met een goede bestelling, noemen wij ons met de meeste hoogachting
Uw dienstvaardige dienaars Degen eu Colman.
311. Bestelling na ontvangst van No. 210.
Den Heeren Degen en Colman te Verviers.
Botterdam, 20 Mei 1879.
Mijne Heeren,
Voor het vertrouwen, dat Gij volgens Uw geëerde letteren van 16 j. 1. in ons stelt, zijn wij U ten hoogste dankbaar en wij zullen van onzen kant steeds trachten ons dat vertrouwen waardig te maken door nauwgezette en stipte vervulling onzer verbintenissen.
Onder de stalen, die Gij ons stuurdet, kozen wij de onderstaande qualiteiten. Gelieve deze ons zoodra mogelijk per spoor toe te zenden.
4 stukken glad fluweel No. 10, olijfkleurig,
12 n gestreept // . n 17 , ^in ^verschillende kleuren,
18 n zwart u n 20,
allen juist volgens de gestuurde stalen.
Onze verwachting, dat wij alles prima qualiteit van U
131
zullen gestuurd krijgen , zal wel vervuld worden ; vooral omdat een ander huis ons fluweelen gepresenteerd heeft billijker -dan de Uwe.
Met de meeste achting blijven wij
Uw dw. dienaars, F. Hoog en Cie.
(Men mane steeds bescheiden en beleefd , want gewoonlijk bereikt men door goedheid en beleefdheid eer zijn doel dan door drift en beleedigingen. Schrijft men aan hooggeplaatste personen, dan mane men indirect, alsof de aanmaning niet het doel van ons schrijven was. Bij vrienden of kennissen , waarvan men zeker weet, dat zij de aanmaning niet kwalijk zullen nemen, kan men vrijmoediger schrijven. Moet men dringend manen, dan blijve men toch beleefd en bedaard. Een mondelinge aanvraag om betaling is altijd beter dan een schriftelijke. Het beste antwoord op een maanbrief is voldoening of betaling. Indien men niet betalen kan, moet men zich verontschuldigen.)
212. Eerste aanmaning om een schuld.
Mijnheer,
Voor eenigen tijd moest ik de inrichting van mijn huis en mijn huishouding veranderen, zoodat ik mij tal van uitgaven moest getroosten , die ik thans nog niet alle heb kunnen bestrijden. Uw algemeen bekende verstandige manier van denken zal deze omstandigheid voldoende achten te mijner verontschuldiging , nu ik bij dezen de vrijheid neem U te verzoeken , of Gij mij niet zoudt kunnen helpen door mij bij gelegenheid het kleine bedrag mijner rekening aan U over a0. p0 te willen overzenden.
In de stellige verwachting, dat Gij mij dit verzoek niet kwalijk zult nemen, waag ik het tevens U te verzekeren, dat ik het mij steeds tot een eere zal rekenen Uw geachte com missies, als vroeger, stipt te mogen uitvoeren.
Met de verschuldigde hoogachting ben ik
Lochem , Uw onderdanige dienaar,
17 Augustus 1878. A. Schrijn.
132
213. Antwoord op No. 212.
Mijnheer,
Eeeds eenigen tijd verwachtte ik de betaling van een groote som , die 1 Augustus vervallen is; maar tot mijn leedwezen heb ik dat bedrag heden nog niet gebeurd. Daarom neem ik de vrijheid U beleefd te verzoeken, of Gij zoudt kunnen wachten tot het einde van deze maand. Alsdan zal ik U stellig tevreden kunnen stellen. In de hoop, dat ik dusdoende Lw geduld niet op een te harde proef stel, noem ik mij
Lochem , Uw dienstwillige dienaar,
18 Augustus 1878. A. Sils.
214. Herhaalde aanmaning om een schuld.
Mynheer,
Op mijn laatsten brief, waarin ik U vriendschappelijk herinnerde , dat het toch eindelijk meer dan tijd was om mij de f500 terug te betalen, welke ik U geleend heb, antwoorddet Gij in het geheel niet. In gemoede moet ik U verzekeren, dat mij Uw zwijgen ten zeerste verdriet; want mij blijkt nu, dat Gij den vriendschappelijken dienst, welken ik U bewezen heb , al zeer weinig telt. Hoogst ongaarne schrijf ik Ü dit en met leedwezen moet ik U nogmaals manen; maar in mijn vorio-en brief heb ik U immers reeds geschreven, dat mijn toestand op het oogenblik zoodanig is, dat ik dringend geld
noodig heb. , , . t . tt
Indien Gij nu niet wilt, dat ik gelooven moet, (lat U aan
mijn vriendschap niets meer gelegen is, zoo zend mij onmiddellijk mijn geld na ontvangst van dit schrijven, dat in elk geval mijn laatste vriendelijke aanmaning zal wezen.
In de stellige verwachting, dat Gij mij niet zult noodzaken gerechtelijke hulp te laat te moeten nemen, ben ik met achting
Goes (lienaargt;
10 Juli 1878. A- Arous-
215. Antwoord op No. 214.
Mijnheer,
Met de grootste dankbaarheid erken ik bij dezen den ge-wichtigen dienst, dien Gij mij bewezen hebt door üw voor-cchot van f 500 ; maar tevens moet ik mij verontschuldigen wegetis* mijn stikwijgeir. Ydgaarne zou ik ,U stipt op, den beloofden tijd betaald hebben , maar het was mij onmogelijk genoemde som biieen te krijgen. Eenigen mijner vrienden, bij welke ik om quot;hulp aanklopte, scheepten mij af met een.
133
quot;weigering eu hieldeu mij tot heden in afwachting van hun hulp. Juist ontving ik Uw laatst dringend schrijven, toen het mij gelukt was de f 500 met de grootste moeite bijeen te krijgen. De veelvuldige teleurstellingen, welke ik daarbij telkens ondervond, deden mij de wellevendheid zooverre vergeten , dat ik Uw geëerde letteren onbeantwoord liet; want ik wilde U niet antwoorden dan met terugzending van het U komend bedrag. Aan nonchalance of aan minachting van Uw mij zoo nuttige en noodige vriendschap lag derhalve de schuld niet. Vergeef mij dus mijn uitstellen en mijn onbeleefdheid; want waarlijk, ik durfde U geen teleurstellend antwoord sturen. Blijf dus, ik smeek er U om, ook nog voortaan mijn vriend. Nooit, nooit zal ik U kunnen vergelden, wat Gij mij door Uw weldaad, door Uw ruim voorschot hebt aangedaan en het spijt en grieft mij innig, dat ik U daardoor thans in een minder aangenamê positie voor eenigen tijd moest laten.
Geloof mij voor altijd Bergen op Zoom, Uw dankbare en onderdanige dienaar,
11 Juli 1878. _ P. Slof.
316. Maanbrief aan iemand uit den burgers tand.
Mijnheer,
Zonder twijfel is mijn rekening aan U over 1876 vermist; of zoudt Gij dien openstaanden post in mijn boek vergeten zijn? In het laatste geval meen ik U daaraan te moeten herinneren en om U van vermissing te overtuigen, neem ik de vrijheid U nogmaals bijgaande bedoelde rekening te zenden. Denk toch, als Gij kunt, aan betaling; want binnen veertien dagen moet ik aan eenigen mijner leveranciers een groote som uitbetalen, terwijl ik thans zeer slecht bij kas ben, zoodat mij de nood dringt U met deze kleine herinnering lastig te vallen.
Overtuigd, dat Gij mij dezen stap niet ku'alijk zult nemen en hopend, dat Gij mij ook verder met Uw gunst zult vereeren , noem ik mij met alle achting
Alkmaar, Uw dienstwillige,
33 Juli 1878. P. Pronk.
317. Antwoord op No. 316.
Mijnheer, ..
Uw schrijven van heden bevreemdde mij ten hoogste, want vooreerst is bij mij geen kans op vermissing van eenige rekening, omdat het mijn vaste gewoonte is onmiddellijk na ont-
134
Vangst van zulk een document het te doen betalen en ten tweede maakt Gij daarop geen uitzondering, zoodat de openstaande post in Uw boek stellig op een misverstand of abuis moet berusten. Om U te overtuigen, dat zulks zeker het geval moet zijn , neem ik de vrijheid U bijgaande Uw gequiteerde rekeningen over 1876 en 1877 te zenden, welke ik natuurlijk met brenger dezes terug verwacht.
Het spreekt van zelf, dat ik nu niet lastig meer gevallen denk te zullen worden over reeds betaalde zaken cn dat Gij thans het abuis in Uw boek zult herstellen door Uw openstaande vordering over 1876 en 1877 ook aldaar als voldaan te noteeren. Dewijl evenwel abuizen bij iedereen mogelijk zijn , zoo vermeen ik volstrekt geen recht ce hebben tot ontevredenheid op U wegens een aanmaning, welke U volgens Uw schrijven slechts door noodzakelijkheid geboden werd. Wees ook voortaan van mijn begunstiging verzekerd.
Alkmaar, Uw dienaar,
22 Juli 1878. C. Ante.
218. Beleefde aanmaning aan een aanzienlijk persoon.
WelEdele Heer,
Volgens het uitdrukkelijk bevel van UWEd. zond ik ruim drie maanden geleden mijn rekening wegens voor TJWEd. verrichte werkzaamheden en gedane leverantiën. Nu was ik steeds gewoon van UWEd. onmiddellijk betaling te krijgen ; maar thans vond ik mij daarin van week tot week teleurgesteld , zoodat ik begin te gelooven dat mijn rekening niet in UWEds. handen is gekomen. Daarom neem ik bij dezen de vrijheid UWEd. nogmaals die rekening te zenden en mij tevens voor de toekomst in UWEds. gunst aan te bevelen.
Inmiddels heb ik de eer met den grootsten eerbied te blijven van Uw WelEdele Zuilichem, de onderdanige dienaar,
27 Mei 1879. N. Nobel.
219. Dringende aanmaning aan een aanzienlijk persoon.
WelEdele Heer,
Bij UWEds. vertrek van hier naar Nijmegen gaf UWEd. mij de stellige verzekering, dat er gedacht zou worden aan de voldoening van mijn vordering ten laste van UWEd., zoodra UWEd. slechts eenigermate voor goed in Nijmegen gevestigd zou wezen. Zoozeer ben ik overtuigd van UWEds. stiptheid, dat ik onmogelijk eenigen twijfel zou kunnen koesteren
135
aangaande de vervulling van UWEds. belofte ; maar mijn te-gemvoordige toestand maakt het hoogst noodig voor mij thans stellig te weten, wanneer ik op UWEds. betaling zal kunnen rekenen. Zou UWEd. daarom zoo goed willen zijn mij zoodra mogelijk te doen weten, wanneer ik over het mij toekomend bedrag zal kunnen beschikken; of zoo het mogelijk ware, zou het mij hoogst aangenaam wezen, onmiddellijk betaling van UWEd. te mogen verkrijgen. Het schijnt, dat (JWEd. niet weet , hoe moeilijk het voor een handwerksman is om tegenwoordig zijn crediet te behouden, want anders zou UWEd. evenmin als zooveel andere rijke heeren mij niet zoo lang laten wachten op de betaling van sommen, die voor mij inderdaad zeer groot zijn. Maar nu twijfel ik er geenszins aan, of UWEd. vooreerst mijn dringend verzoek zal verontschuldigen en mij daarna zoo spoedig mogelijk zal doen weten , wanneer en hoe UWEd. mij denkt te betalen.
Indien UWEd. mij ook voortaan nog met UWEds. vertrouwen of met commissies wilt vereeren, dan zal het mij steeds een genoegen zijn UWEd. zoo spoedig mogelijk te bedienen , zoodat UWEd. als vroeger steeds opperbest tevreden zal kunnen zijn met mijn ijver om UWEd. van dienst te wezen.
Met de meeste hoogachting heb ik de eer te zijn van UwWelEdele Arnhem , de dienstwillige dienaar,
17 Augustus 1878. A. van der Bilt.
220. Aanmaning wegens achterstalligen i uterest.
Mijnheer en Vriend,
Aanstaande week moet ik aan mijnheer Jansen te Arnhem een aanzienlijke som gelds betalen, waarvoor ik de noo-dige contanten niet bijeen kan krijgen. Dewijl Gij nu reeds twee jaren in achterstand zijt met de interesten van het kapitaal , dat ik aan U geleend heb , welke interesten Gij toch volgens Uw schuldbekentenis per halfjaar zoudt moeten betalen, zoo verzoek ik U mij in den loop van deze week het mij toekomend bedrag te willen overmaken. Omdat ik weet, dat Gij een stipt man van zaken zijt en omdat ik vroeger het geld niet noodig had , zoo wilde ik U niet aan Uw achterstand herinneren , maar nu hoop ik ook stellig en vast, dat Gij mijn verzoek onverwijld zult vervullen.
In deze hoop teeken ik mij met achting
Grave , Uw dienaar en vriend,
10 September 1878. J. Pool.
136
321. Herinnering aan een rekening zonder vordering van betaling.
Weesp, 17 Augustus 1878.
Mijnheer,
Vroeger achtte ik mij inderdaad gelukkig, dat Gij met het werk , wat ik U mocht leveren , zoo hoogst tevreden waart eu tegenwoordig ben ik er waarlijk zelf verlegen mede, dat ik sinds den aanvang van dit jaar van U geen enkel bewijs mocht ontvangen , dat mij overtuigen kon van den voortduur Uwer welwillendheid , hoewel ik de stellige overtuiging koester, dat ik van mijn kant alles gedaan heb , wat mij mogelijk was om U steeds tevreden te stellen eu daarom kan ik mij ook niet verklaren, waaraan het liggen moet, dat ik dit jaar voor U geen werk meer behoefde te leveren. Misschien zult Gij mij nu weldra mondeling of schriftelijk dit raadsel oplossen. Ten minste verzoek ik U daarom beleefd eu ik geef U gaarne do verzekering, dat ik steeds met de diepste hoogachting zal wezen
Uw dienstwillige, D. Duijm.
223. Herhaalde herinnering aan een rekening.
Mijnheer,
Dit is nu de zesde brief, dien ik aan ü schrijf wegens mijn vordering van flOO ten Uwen laste. Steeds leiddet Gij mij om den tuin met uitvluchten, praatjes , valsche beloften en zelfs dreeft Gij ten langen laatste Uw driestheid zoo ver, dat Gij mij niet eens meer antwoorddet. Indien ik met mijn eigen schuldeischers ook zoo handelde, dan zou het er weldra zeer slecht met mij uitzien. Hoe kan ik echter mijn schulden betalen, indien ik steeds teleurgesteld word door hen, die mij betaling schuldig zijn ? Daarenboven hoor of zie ik van U sinds jaar en dag geen steek werk meer, zoodat Gij nu bij anderen waarschijnlijk ook een groote rekening maakt, die door U niet betaald zal worden. Zulks moet mij onverschillig zijn en dat zou ook stellig het geval wezen, indien Gij mij maar betaald hadt. Als Gij nu met kontante penningen een ander de voordeelen gunt, welke mij wegens de goedgunstige behandeling, die Gij steeds van mij mocht genieten, zouden toekomen, dan is Üw handelwijs des te slechter. Het grootste gedeelte van mijn rekening bestaat daarenboven uit voorschotten , die ik meestal eomptant heb moeten betalen, zoo dat
137
slecht» een zeer klein gedeelte van de honderd gulden uit zuiver verdiend loon bestaat.
Voortaan zal ik U niet meer schrijven, want stellig verwacht ik Uw betaling. Indien deze binnen veertien dagen niet volgt, dan zal ik mij genoodzaakt zien U tot betaling te dwingen op een wijze, die U geenszins tot bijzondere eer zal strekken.
Wageningen, 2 Mei 1879. B. Bruiste.
223. Aanmaning wegens verschenen huur.
Gorinchem, 1 Juli 1878.
Mijnheer ,
Grij zult het mij wel niet ten kwade duiden, indien ik het waag U bij dezen eens ernstig te herinneren aan de betaling van Uwe mij verschuldigde huishuur. Gij zult zelf de billijkheid van mijn vordering wel beseffen, want andere verhuurders vorderen steeds de huur in halfjaarlijksche termijnen bij vooruitbetaling, terwijl ik mijn huur slechts vorder, als men mijn kwartieren reeds een halfjaar heeft bewoond. Nu twijfel ik echter geenszins aan Uw goedwilligheid, maar ik heb thans zeer dringend geld noodig, zoodat Gij mij ten hoogste zoudt verplichten met de betaling van de verstreken termijnen binnen de eerstvolgende acht dagen. Zooals Gij weten zult, zijt Gij mij thans een vol jaar huur schuldig en reeds spoedt de derde halfjaarlijksche termijn ten einde, zoodat mij Uw langzame betaling bijna aan zorgeloosheid zou doen denken.
Maar Gij zoudt mij immers niet willen dwingen , dat ik tot mijn leedwezen mijn toevlucht tot andere maatregelen zou moeten nemen en daarom verwacht ik thans stellig van U betaling.
Uw dienaar, A. van Elk.
32-i. Aanmaning voor geleend geld.
Leerdam, 12 Augustus 1878.
Mijnheer ,
Tot heden geloofde ik met het volst vertrouwen aan Uw belofte, dat Gij mij op 1 Augustus stellig de som zoudt terugbetalen, welke Gij mij sinds jaar en dag reeds schuldig zijt. Maar het tijdstip van betaling , dat ik Uzelf liet stellen, is weer verstreken, zonder dat Gij van Uw kant iets hebt gedaan om mij tevreden te stellen. Hoe ik het met U heb en wat ik van U moet denken , weet ik thans waarlijk niet meer.
138
Onmogelijk kunt Gij mij kwalijk nemen , dat ik bij dezen U nogmaals herinner aan de terugbetaling van Uw schulc1, want Uw onverantwoordelijk uitstellen zou mij tot heel andere maatregelen zeer veel recht geven, terwijl tevens mijn eigen zaken mij dwingen tot verdere stappen, indien deze mijne aanmaning onverhoopt nog zonder gevolg mocht blijven. De tegenwoordige geldcrisis en de stremming van zaken, welke zij tengevolge heeft, hebben ook mijn voorraad kontanten zoodanig doen verminderen , dat ik mijn invorderbare achterstallige schulden moet zien teMcrijgen.
Bij U ligt ongetwijfeld het uitstellen slechts aan Uw eigen wil en ik vertrouw , dat mijn herinnering meer dan voldoende zal wezen om U tot mijne bevrediging te doen handelen. Daarenboven wantrouw ik niet aan Uw goeden wil en daarom verwacht ik weldra, dat Gij mij tevreden zult stellen.
Uw dienaar,
T. ten Eik.
225. Antwoord op No. 234.
Bodegraven , 14 Augustus 1878.
Mijnheer,
Tot mijn leedwezen herinnert Gij mij aan mijn schuld , terwijl ik in een toestand verkeer , waarin het mij uiterst moeilijk valt als eerlijk man te blijven leven. Het ontbreekt mij niet aan goeden wil om U de som terug te betalen, welke Gij mij zoo vriendschappelijk hebt geleend, maar waarlijk ik kan U onmogelijk voldoen. Ook mij treffen de ongunstige tijdsomstandigheden zoodanig in mijn zaken, dat ik mijn uiterste best moet doen , indien ik staande wil blijven, waarbij in het geheel niet aan eenige overwinst gedacht kan worden. Slechts de noodzakelijkste levensbehoeften heb ik , sedert Gij mij geholpen hebt , kunnen verdienen en nog wel met de grootste en aanhoudendste inspanning. Indien er wat meer verdiend had kunnen worden, indien ik iets had kunnen overleggen, dan was voorzeker mijn eerste gedachte geweest, dat ik U moest tevreden stellen ; want geloof stellig, dat ik voor Uw belangen in mijn eigen binnenste den lastigsteu aan-maner bezit. En bedenk daarenboven, dat ik als huisvader verplicht ben voor de mijnen te zorgen , die ik , helaas! in weerwil van de grootste vlijt slechts zorg en kommer kan Ijiedenin plaats 'van ze bêhoörlijb te künrten quot;Voeflen ên kleeden. Hoe rechtvaardig en billijk Uw aanmaning ook zij , toch moet ik nogmaals een beroep doen op Uw goed, mensch-lievend hart, bij hetwelk toch mijn verzoek om verschooning
139
en vernieuwd uitstel niet onverhoord zal blijven. Heb nog eenigen tijd geduld en God zal mij met mijn lust tot arbeid stellig den weg wijzen en de middelen aan de hand doen om het zoover te brengen, dat ik met inspanning van al mijn krachten een eerlijk man zal kunnen blijven. Wel is er weinig winst te behalen wegens de drukkende tijdsomstandigheden, wel biedt de toekomst mij nog een donker vooruitzicht, maar alle hoop is mij nog niet ontnomen en het vertrouwen op God is immers de kracht van den brave.
Met een herhaalde bede om uitstel en toegevendheid sluit ik dezen en ik geef U plechtig de verzekering, dat de gedachte aan mijn schuld bij U mijn grootste, mijn zwaarste zorg is en wezen zal, tot ik U met de grootste dankbaarheid geheel en al zal hebben kunnen voldoen.
Geloof mij steeds
Uw onderdanigste dienaar, P. Dorens.
236. Aanmaning aan een slechten betaler voor een oude schuld.
Zwammerdam, 12 Maart 1879.
Mijnheer,
Het schijnt stellig Uw plan te wezen om eens te zien, tot hoever mijn geduld kan gaan , want nog nooit werd dit door iemand zoo hard op de proef gesteld als door U. Eeeds gedurende drie jaren steldet Gij mij aanhoudend te leur. Nu eens onder dit, dan weer onder dat looze voorwendsel wist Gij de betaling mijner vordering aan U, ten bedrage van f 500 , te verschuiven, zoodat ik U al tallooze malen te vergeefs gemaand heb. Toch kan het U niet onbekend zijn , dat ik een talrijk huisgezin niet kan onderhouden met het schrijven van aanmaningen en met vergeefsehe pogingen om mijn geld te krijgen , wat mij daarenboven nog een aardig sommetje aan onkosten gekost heeft. Of begrijpt Gij niet, dat ik, die bijna dag en nacht moet zwoegen, om de mijnen geen gebrek te laten lijden, ongaarne mijn tijd nutteloos verspil en dat ik nog minder gaarne noodelooze uitgaven doe ? Eondweg moet ik U bekennen, dat ik nooit zou hebben kunnen gelooven, dat iemand uit Uw stand met zulk een groot inkomen . als Gij heb^, een ander zoodanig zou durven of witlen behandelen. Er kunnen gevallen zijn, waarbij iemand, die crediet gegeven heeft, op geen prompte betaling kan rekenen, maar dan is over het algemeen een ongeluk de schuld daarvan , zoodat men dit betieuren kan, zonder dat
140
men zich daardoor ter neder behoeft te laten slaan. Maar Gij bezit in hooge mate de knust om iemand allen levensmoed te benemen en om den burger, die op een eerlijke manier zijn brood wil verdienen , op een krenkende wijze in de algemeene achting te doen dalen.
Nogmaals , maar stellig voor de laatste maal, verzoek ik U ■mijn vordering binnen den tijd van een maand te voldoen; want anders zoudt Gij mij dwingen tot een ouaangenamen stap, tot de overgave van miju vordering aan het gerecht, waarna ik , hoe ongaarne ook, volstrekt geen acht meer zal kunnen slaan op de achting, die men overigens aan Uw stand verschuldigd zou wezen, zoodat ik dan niet meer met hoogachting zou zijn
Uw dienaar, O. Zwier.
227. Aanmaning tot levering van aangenomen werk.
Megen, 17 September 1878.
Mijnheer,
Toen Gij mondeling tegenover mij de verplichting op U naamt, dat Gij mij binnen een vierendeeljaars al het huisraad zoudt leveren, dat ik noodig had, vertrouwde ik op U als een man van Uw woord. Ondertusschen zijn de drie maanden reeds lang verstreken en mijn huisraad heb ik niet; zelfs stuurdet Gij mij niet eens eenige tijding, hoe het er mede stond. Gij hebt niets meer van U laten hooren. Nu bevind ik mij echter in de grootste verlegenheid, want het bestelde heb ik dringend noodig, dewijl ik de volgende week na de sluiting van mijn huwelijk mijn nieuwe woning moet betrekken. Daarom verzoek ik U mij per omgaande te laten weten, of ik stellig rekenen kan op de aflevering van Uw werk uiterlijk binnen zes dagen. Indien ik in dat tijdsverloop van U geen antwoord of geen goederen zou krijgen , zal ik verplicht zijn mij tot een anderen schrijnwerker te wenden.
Uw dienaar, T. Muiskers.
228. Verzoek om teruggave van geleend geld.
Waarde Vriend ,
Na het overlijden van Jan Goeds alhier heb ik van zijn erfgenamen eenige akkers land gekocht, die juist aan mijn bezittingen grensden en mij dus zeer gelegen waren. Tengevolge van dien aankoop zie ik mij genoodzaakt mijn uitstaande ka*
141
pitalen op te vorderen, omdat ik anders zelf niet behoorlijk op tijd zal kunnen betalen. Dus zult Gij het mij wel niet kwalijk nemen, indien ik U bij dezen verzoek, of Gij mij binnen drie maanden de f 400 terug zoudt kunnen geven, die ik U twee jaar geleden voor een onbepaalden tijd heb geleend.
Indien ik bovengemeld land niet gekocht had , dan zou ik ook thans mijn geld niet terug verzoeken , omdat het bij U in zeei goede handen is ; maar nu kan ik, indien ikzelf geeu geld wil opnemen , niets anders dan mijn kapitalen opzeggen en invorderen. Het zal U, naar mij dunkt, trouwens ook niet moeilijk vallen om hier of daar weer eenig geld geleend te krijgen , want aanhoudend wordt er immers thans in de couranten geld op hypotheek of borgtocht aangeboden. Ongetwijfeld zult Gij dus wel zorgen , dat Gij mij op den bepaalden tijd met mijn verzoek niet te leur stelt. Overigens blijf ik
Uw dienstwillige vriend,
Mook , 10 Februari 1879. T. Kluiten.
229. Een Vriend verzoekt een voorschot terug.
Lieve Vriend ,
Het deed mij inderdaad genoegen, toen ik U ruim drie maanden geleden uit de oogenblikkelijke verlegenheid redden mocht, waarin Gij toevallig en buiten Uw schuld onverwacht gekomen waart. In die verlegenheid wilde ik U niet laten en daarom schoot ik U toen zooveel voor, als Gij zeidet noodig te hebben, namelijk tien gulden. Maar nu schijnt Gij niet te bedenken, dat ikzelf niet rijk ben en dat ik met tien gulden niet roekeloos spelen mag, want zij zijn waarlijk voor mij een heel kapitaal, terwijl ik U daarenboven nog gezegd heb, dat ik toevallig die geldsom gereed had liggen , omdat ik daarmede binnen eenigen tijd een betaling moest doen. Zelfs gaf ik U streng naar waarheid aan, wanneer ik betalen moest en Gij beloofdet mij, dat Gij mij de tien gulden tegen dien tijd en zelfs nog wel een dag of wat te vroeg zoudt teruggeven. En toch schijnt Gij dat vergeten te zijn, want overmorgen reeds moet ik betalen. Gisteren ben ik tweemaal aan Uw huis geweest, maar telkens trof ik U niet, zoodat ik U schriftelijk moet verzoeken , dat Gij mij niet in den steek moogt laten.
Omdat ik niet weet, wanneer ik U treffen kan en omdat mijn vrije tijd overigens zeer beperkt is , zoo kunt Gij niet beter doen dan morgen in de vroegte , wanneer Gij uitgaat, eens even bij mij aan te stappen om onze zaak in het reine te brengen. Of zoudt Gij mij misschien het geld nog liever voor
142
dien tijd zenden? Tot 8 uur zal ik morgen vroeg op U TV'ach-ten. Na hartelijke groete
Soest, Uw oprechte vriend,
28 April 1879. N. Naber.
230. Herhaalde vraag om teruggave van , geleende boeken.
Wamel, 8 Juli 1878.
Mijnheer,
Weinig vermoedde ik, toen ik U, die mij geheel vreemd waart, alleen op aanbeveling van mijn vriend Pars een zestal boeken leende voor Uw studie, dat ik U zoo dikwijls te vergeefs zou moeten vragen om teruggave. Gij beloof-det mij op 1 April mijn zestal papieren kinderen terug; nu schrijven wij 8 Juli en nog zijn zij niet te mijnent. Daarenboven schijnt Gij ze te willen houden. Driemaal was ik persoonlijk in Alphen om z'af te halen, maar telkens hieldt Gij U tijdens mijn oponthoud aldaar schuil, zooals mij van geachte zijde verzekerd werd. Aan die verzekering twijfel ik geenszins, want mijn viertal brieven aan U liet Gij onbeantwoord en wanneer Gij 's Maandags ons dorp passeert, of wanneer Gij mij toevallig treft, ontwijkt Gij mij , alsof ik een booze hond ware. Uw manier van doen is ver van fatsoenlijk of beleefd en mijn geduld is nu ten einde. De werken, die ik U leende, heb ik thans zelf hoog noodig en per omgaande verwacht ik ze terug. Of zoudt Gij mij misschien tot andere maatregelen willen noodzaken? Denkt Gij , dat mij geen middelen ten dienste zouden staan om U tot teruggave te dwingen en nog wel op een zeer onaangename wijze voor U ? Dus per omgaande verwacht ik van U :
Thomé, Dierkunde,
Koodhuijzen , Pedagogische schetsen ,
Wijnne , Algemeene geschiedenis ,
Steijn Parvé , Natuurkunde ,
Hofdijk, Ons voorgeslacht, 6 dln. en Bosman en Erhatz, Ons verleden, 3e druk.
Opdat Gij niet zoudt kunnen beweren dezen niet ontvangen te hebben , waag ik er de kosten voor een aangeteekenden brief aan. In de hoop , dat Gij mij geen last of kosten meer zult aandoen of veroorzaken, noem ik mij
Uw dienaar, . -van Dijk;- - •
143
(Bij deze behooren alleen zaken medegedeeld te worden, die voor den ontvangenden persoon gewichtig zijn. Men schrijve duidelijk en kort en hale geen zaken door elkander: de hoofdzaken gaan voor en kunnen uitvoeriger behandeld worden dan de volgende bijzaken. Geregeld, duidelijk en niet te breedvoerig berichte men elke zaak op haar plaats. Moet men onaangename zaken mededeelen, zoo doe men dit zoo zacht mogelijk, na den lezer yoorzichtig voorbereid te hebben. Meestal verzoekt men een derden persoon om mondeling de onaangename tijding mede te deelen. Bij aangename tijding mag men aan een vriend ook schertsend schrijven. Men beantwoordt een rapport door zijn meening daarover te zeggen , een kennisgeving met een heilwensch of een brief van rouwbeklag).
231. Een rentmeester rapporteert over een brand, door onweder veroorzaakt.
WelEdelGestrenge Heer ,
Tot mijn leed-wezen moet ik UWEGestr. bij dezen kennis geven van een ongeluk, dat verleden nacht op UWEGestrs. goederen plaats gehad heeft. Bijna zou ik verlegen zijn over de keuze van mijn woorden bij de mededeeling van zulk een treurige tijding, maar de ondervinding heeft mij geleerd, dat UWEGestr. ook onaangename tijdingen met bedaardheid kan verdragen.
Gisteren maakte ons een onweder, dat in den omtrek kwam opzetten, den geheelen dag bezorgd. Eeeds geloofden wij, dat het afdreef en dat ons dorp gespaard zou blijven, maar 's nachts voerde een hevige storm het over onze hoofden henen. Volgens voorschrift van UWEGestr. liet ik onmiddellijk alle noodige voorzorgsmaatregelen nemen ; het geheele dorp was op de been om te waken. Maar te spoedig bleek ons, helaas! hoe noodig onze voorzichtigheid was.
Tegen middernacht sloeg het onweer in UWEGestrs. hoeve, aan J. Hop verpacht en voor de arme pachters van hun eersten schrik bekomen waren, stond alles reeds in lichtelaaie vlam. Onmiddellijk ijlden wij ter hulpe, maar al onze moeite en de grootste inspanning baatte niets bij de blussching van den brand, want de hevige storm was ons te sterk en hij verijdelde al onze pogingen. Voor dat onze spuiten en die uit de naburige dorpen water konden geven, lag reeds het grootste gedeelte van de pachthoeve in de asch en het gevaar werd nu nog grooter, omdat de vlammen de groote schuur reeds hadden aangetast. Nog kon het aan alle vereenigde krachten niet gelukken de
144
■woede van het vuur te betengelen en ook de schuur werd een roof der vlammen. Te nauwernood konden -wij het aangrenzende huis , UWEGestrs. eigendom, aan Leupen verpacht, redden , -waarbij ons het boomgewas rondom de woning zeer goed te stade kwam.
Zonder die boomen zou UWEGestrs. ongeluk stellig veel grooter geweest zijn.
Hoewel er dus reden is om God te danken , dat Hij ons voor grooter ongelukken gespaard heeft, toch is de ongelukkige Hop ten hoogste beklagenswaardig, omdat hij maar zeer ■weinig van zijn have en goed heeft kunnen redden. Vol vertrouwen op UWEGestrs. mensclilievend hart stelt hij thans zijn eenigste hoop op UWEGestrs. bijstand, omdat hij zich anders onmogelijk helpen of redden kan.
Voorloopig heb ik hem met zijn ongelukkig gezin in het ■waschhuis van UWEGestrs. buitenplaats opgenomen en in afwachting van UWEGestrs. nadere bevelen blijf ik met de grootste achting
van Uw WelEdelGestrenge
Hemmen , de onderdanige dienaar ,
11 Juli 1878. P. van Kempen.
232. Eapport van een pachter aan zijn Heer.
WelEdele Heer,
Na afloop van den oogst verlangt UWEd. bericht aangaande den stand van zaken op UWEds. pachthoeve. De oogst is, Gode zij lof! goed binnengekomen en hij was zoo ruim, dat ik hem niet geheel in de schuren kon bergen. Nog ongeveer tachtig vim konden niet ondergebracht worden. Dewijl ik deze nu ongaarne in een mijt op het vrije veld liet, blootgesteld aan regen, sneeuw en vorst, waarbij het koren nog al veel in waarde vermindert, zoo heb ik in den tuin achter de schuur een bergplaats laten opslaan, waarin nu alles geborgen is. Wel vielen daarop eenige onkosten voor dagloon aan den timmerman en aan den dekker, wel heb ik eenig stroo verbruikt, maar deze uitgaven winnen wij stellig weer uit aan het koren. Het stroo is ook nog niet verloren , want na afbraak van de bergplaats kan het weer als mest dienen. Maar volgens mijn inzien zou het beter zijn de bergplaats niet meer af te breken. Met voordacht koos ik de plaats zoo-. dan-ig , 'dat- er geen hinder en g^en* schade dodr ontstaan Ifan, zoodat ik hoop , dat Gij mijn plan niet zult afkeuren, want het is nog meer in Uw dan in mijn voordeel en hout is er genoeg voorhanden.
145
Tevens ben ik bij dezen zoo vrij Uw aandacht te vestigen op den grooten vijver, die zijn water uit de beek ontvangt, maar niet genoeg , zoodat hij gewoonlijk des zomers uitdroogt. Daarom zou ik het beter achten van die plek gronds meer nut te trekken door geheele drooglegging en bezaaiing met gras en klaver, waardoor wij een uitmuntend weideveld dicht bij huis zouden krijgen , hoewel de opbrengst de eerste drie jaren niet zeer groot zou wezen. In deze zaak verwacht ik dus UWEds. goedkeuring, waarna ik onmiddellijk de voorbereidende maatregelen zal nemen om zoo spoedig mogelijk met de drooglegging te kunnen beginnen.
Aangaande de opbrengst van zomerkoren en andere gewassen, die nog buiten staan, kan ik thaus nog niets stelligs berichten, maar het schijnt, dat zij ook een ruim beschot zullen geven. Zoodra alles binnen is, zal ik UWEd. ook dienaangaande rapporteeren,,
Nog een andere zaak moet ik UWEd. voorstellen. De aankoop van drie werkpaarden is dringend noodzakelijk, want de drie oude paarden kunnen onmogelijk alles meer afdoen. Indien UWEd. dus goedkeurt, dat er drie nieuwe paarden gekocht kunnen worden, dan zal ik in den herfst de markten eens afgaan, waar ik dan zelf een ruime en goede keus kan hebben, want op een paardenkoopman is niet te vertrouwen. De prijs van een goed, sterk werkpaard zonder gebreken zal wel van 3 tot 400 gulden zijn. Twee van de oude paarden kunnen dan verkocht worden, terwijl het derde voor lichte vrachten en kleinigheden kan worden aangehouden, waarvoor wij dan bij dringende zaken en vooral in den zomer geen goed paard behoeven te missen. Onder toezegging, dat ik UWEd. na afloop van het zomerwerk een vollediger rapport zal toezenden, blijf ik met eerbied en hoogachting
van UwWelEdele Beek, Huize Hoogendaal, de onderdanige dienaar,
29 Augustus 1878. T. Jansen.
233. Tegen rapport van een deskundige.
WelEdele Heer,
Bij dezen neem ik de vrijheid UWEd. Jansen's rapport in dato 29 Augustus j.1. terug te zenden onder begeleiding van mijn tegenrapport, dat ik na nauwkeurige opname gesteld heb.
De bouw van de noodschuur of bergplaats is ten hoogste goed-te keuren, zotdat, ik OW Ed! in gefnoedè raden zou te * * besluiten ze voortdurend op Uw bezittingen in stand te houden. De aankoop van nieuwe paarden is ook noodzakelijk; maar opzichtens de drooglegging van den vijver moet mijn tegen-
10
. 146
rapport ongunstig zijn, want om verschillende redenen beschouw ik die drooglegging als ondoelmatig en nadeelig, al is Jansen s bewering aangaande den geringen waterstand in den vijvei ook ten volle waar. Vooreerst moet ik UVv' lids, aandacht a es-tigen op de ligging van den vijver in een laagte tusschen twee heuvels. Bij regen en bij dooi vloeit dus natuurlijk al het overtollige water van de hoogten in den dieperliggenden vijver. Wordt deze nu tot weide gemaakt, dan kan men toch onmogelijk beletten, dat zij een verzamelplaats wordt voor overtollig regen- en sneeuwwater, zoodat de weide slechts een moeras zou wezen, dat wellicht door naschuiyend zand nog minder goed zou worden en in geen geval eenig gras van aanbelang zou opleveren. Daarom zie ik geen voordeel in de droog egging. Wel zou het goed en doelmatig zijn, indien rondom den plas een twee- of driedubbele rij loofhout geplant kon worden en wel elzen, beuken en eiken , waardoor op den duur de vijvei beschut zou wezen tegen den verdrogenden zonnegloed des zomers en waardoor tevens het water minder aal1 ® el onderhevig zou wezen. Bij een gepaste verzorging gee aar enboven dat hout zekere rente, terwijl bovendien het grasgewas minder van verzenging te lijden zul hebben, zoo het vee zelf er beter mede gebaat zal zijn dan met drooglegging. Nog een andere omstandigheid, die vooral me uit het oog verloren mag worden, pleit ten sterkste voor iet behoud van den plas, namelijk, dat er buiten c en V1JV^' geen water te krijgen is , indien er op UWEds. buitenplaats brand uitbreekt, wat voor UWEds. eigen belang nog al bedenkelijk zou wezen. Ook daarom zou ik aanraden den vijver me hout te laten omplanten, want dan kan UWEd. bijna zeker zijn , dat er nooit gebrek aan water te vreezen kan wezen.
Met nauwgezette inachtneming van allé gunstige en on gunstige omstandigheden heb ik dit rapport voor L WEd. op gemaakt en met hoogachting verblijf ik van UwWelEdele Nijmegen , de dienstvaardige dienaar ,
6 September 1878. ^ink.
234. Eapport aan een Geneesheer.
WelEdelZeerGeleerde Heer ,
Deelneming in het lot van een arme zieke , die nog eemgs-zins met mij verwant is, geeft mij aanleiding tot het inroepen v^n» U-WEZGds. geneeskundige hulp. De zieke is de weduwe van den smid Schaar. Zij is nu 50 jaar en sinds 8 jaar we uwe, zij verdiende sinds den dood van haar man den kos me naaiwerk. In haar jeugd was zij steeds goed gezond. Jgt; e iaat
147
t
eenentwintigste jaar huwde zij en in acht moeilijke bevallingen heeft zij veel geleden. Sinds haar veertigste jaar kreeg zij een korte ademhaling en een kuchhoest; zij begon er zwakker uit te zien en was dikwijls terneergeslagen. Nu ligt zij ernstig ziek. Eeeds eenige weken lang klaagde zij over groote vermoeienis , pijn in de heup , gebrek aan eetlust, doorloop en huiverigheid, maar zij durfde geen geneeskundige hulp inroepen , omdat haar middelen haar dat niet veroorloofden. Heden voor acht dagen werd zij des avonds plotseling duizelig, waarop braking van groenachtig, taai slijm volgde; daarna bleef zij wel een uur lang ijskoud. Hierop volgde gloeiende hitte, gepaard met hevig zweeten. Des nachts sliep zij zeer onvast; zij ijlde dikwijls, schrikte soms hevig en was den volgenden morgen bewusteloos. Sinds is zij bedlegerig. Zij ziet er bleek en afgevallen uit; zij heeft blauwe kringen om haar oogen en houdt de oogleden half geloken, hoewel zij niet slaapt. Haar blik is starend, haar mond hangt open, haar lippen zijn met een bruine korst bedekt, haar tong is geelachtig bruin en vocht, haar tanden zijn.met een geel, taai slijm bedekt. Haar adem gaat nu eens snel, dan weer langzaam , soms diep en zuchtend. De pols is zwak en zeer snel. Het voorhoofd is met koud, kleverig zweet bedekt, terwijl overigens het lichaam droog en gloeiend heet is. De voeten zijn tot aan de kuit ijskoud. De zieke blijft bedaard op haar rug liggen , maar pluist dikwijls aan de dekens , terwijl zij somtijds krampachtig schijnt te wezen. Zij verlangt in het geheel niets, zij klaagt over geen pijn en wanneer men haar eten geeft, gebruikt zij iets, maar zonder bewustzijn. Soms drinkt zij zeer veel. Zij mompelt meestal onverstaanbaar en schijnt doof geworden te zijn , omdat zij op geen toespraak antwoordt. Dagelijks gaat zij twee- of driemaal zeer dun af, maar zij bemerkt daar niets van, zoodat er van de urine ook niets gemeld kan worden. De zieke heeft nog geen geneesmiddelen gebruikt; slechts nu en dan neemt zij een weinig wijn. 2ij ligt in een droog en tamelijk zindelijk kamertje.
Zeer veel personen liggen er hier aan een dergelijke ziekte. Doktor Vincent uit Druten verklaart, dat het galkoortsen zijn. Bij de meeste zieken heeft hij braakmiddelen voorgeschreven , maar zeer velen zijn op of voor den twaalfden dag gestorven. Eenige andere zieken , die op eigen doordrijven adergelaten werden, beleefden den achtsten dag niet, terwijl anderen, die geen geneesmiddelen maar wel wijn gebruikt hebben , na verloop van vier a vijf weken genazen.
Nu ik UWEZGel. uitvoerig op de hoogte gebracht heb, betwijfel ik geenszins, dat UWEZGel. morgen te mijnent zal wezen om de arme zieke de noodige geneeskundige hulp te
148
verleen en. Neem voor mijn rekening gerust een rijtuig, dat ik bij UWEZGels. komst alhier onmiddellijk zal betalen, zoodat alle voorschotten zoodra mogelijk gedekt zullen zijn.
Met alle achting
van UwWelEdelZeerGeleerde Leeuwen , de dienstwillige dienaar,
10 Augustus 1878. T. de Bidder.
235. Aan een Vriend over een procedure.
Arnhem, 20 Februari 1879.
Waarde Vriend,
Zoodra ik Uw geëerden van 18 dezer gelezen had, ben ik onmiddellijk over Uw rechtszaak gaan spreken niet ad-vokaat Eomsee, waarna de aanklacht door dien rechtsgeleerde aanhangig is gemaakt. Tot mijn genoegen kan ik U mededeelen, dat alles voor U buitengewoon gunstig is, dat de zaak weldra voor zal komen en dat zij zoo spoedig mogelijk beslist zal worden.
Nog minder twijfel ik er aan, dat Gij Uw procedure zult winnen en steeds zult winnen, omdat de listen, waarmede Uw tegenpartij de rechters zoekt te verschalken, haar niets zullen 'baten , dewijl Uw goed recht te klaarblijkelijk is en dewijl de kunstgrepen daarentegen , hoe sluw overigens ook, den stempel van valschheid en bedrog op het voorhoofd dragen.
daarom verwacht ik stellig , dat ik U weldra met het grootste genoegen zal kunnen mededeelen , dat Gij Uw zaak gewonnen hebt, zoodat Gij dan bevrijd zult wezen van de zorgen, waarin zulk een onaangename geschiedenis U stellig gewikkeld moet hebben. Het verheugt mij ten zeerste, nu ik U bij deze gelegenheid kan toonen, dat ik in waarheid ben
Uw dienstwillige vriend, T. Stulp.
236. Aan een Vriend over een reis.
Beste Frits,
Nu ik reeds drie dagen in Botterdam zit en dus wat bij adem gekomen kan zijn, haast ik mij U mijn wedervaren op de reis en mijn bevindingen alhier , al zijn deze laatste ook nog niet zeer gewichtig, mede te deelen.
Dewijl .G.e mü te Nijmegen .rp de Eeederijbopt bracht, zoo weet Gij , dat ik mijn reis gezond en vroolijk begon en ik heb tot nu geen reden gevonden om ziek of kniezerig te ziju. Op de boot verruilde ik spoedig mijn plaatskaartje tweede klas voor een dito eerste, want in het vooronder was het zulk een pan-
149
netje , dat een mensch met nog eetiig fatsoen het er onmogelijk kon houden. Daarenboven was liet verschil in prijs maar een kleinigheid, wat nog ruimschoots opgewogen werd door de veelvuldige gemakken, de elegante inrichting ea het deftige gezelschap, waarvan men op de eerste klasse kan genieten. Den meesten tijd sleet ik in de glazeti tent boven op , waar ik, een timmermansknecht, weldra zat te domineeren met drie andere heerschappen , waarbij het mij zeer goed te stade kwam, dat mijn Vader altijd stipt op fatsoen en beleefdheid stond; want zouden anders rijke lui en dat waren zij stellig, wel een halven dag met mij hebben willen omgaan? Dus als men zich maar net en fatsoenlijk houdt, kan men overal komen en is men alom geteld en gezien. De reis leverde overigens niet veel buitengewoons op. Toen wij te Bommel onder de spoorbrug moesten doorvaren, kon ik mij niet voorstellen, dat het lukken zou. Zulk een sterk gezichtsbedrog was mij een onmogelijkheid. Van Gorinchem tot Botterdam boeiden de vele booten en werven, alsmede de zeeschepen vooral mijn aandacht. Die zeeschepen! verbeeld ü driemasters, zoo groot, ja, zoo groot als tien van onze Waalschepen, al neemt gij ook de grootste. Een half uurtje buiten Rotterdam zag ik een hoog, rond gebouw staan met een torentje daarop. Een kerk kon het niet zijn, want het stond vlak aan de Maas en heel alleen. Een mijner medespelers zeide mij, dat het gebouw voor de waterleiding in Botterdam diende en dat er nog twee zulke gebouwen daarvoor waren. Tot zelfs in de hoogste vUering van Botterdam kan men nu tegen geringe vergoeding zooveel goed drink- en waschwater hebben , als men maar verkiest, waarbij men den zoogenoemden Eotterdammer niet meer behoeft te vreezen. Van de steden en dorpen langs de rivier krijgt men weinig te zien, maar de, aankomst te Botterdam is mooi, veel mooier dan te Nijmegen of te Arnhem. Het is mij nog een raadsel, hoe wij aan wal konden komen tusschen zulk een grooten doolhof van schepen en booten. Met spelen had ik onderweg mijn hooger reiskosten en daarenboven mijn verteering op de boot verdiend.
Oom Jan en tante Kee stonden aan de boot om mij af te halen, zoodat ik gemakkelijk bij hen aan huis kwam. Dat had mij anders maar één dubbeltje behoeven te kosten, want de pakjesdragers kunnen U hier niet afzetten en nog minder maken zij het U iastig. Zij blijven bedaard staan wachten , tot men ze roept of aanspreekt en zij mogen voor. elke bood- . t schap maar een dubbeltje nemen. Zij hebben een nummer op de pet en dat nummer geeft men maar aan de politie op , als men reden tot klagen heeft. Zondag middag heb ik al wat van Botterdam gezien. Oom en Tante zijn met mij rond ge-
150
■«•eest tot twaalf uur 's nachts. Dan gaan de fatsoenlijke lui huis-•waarts. Nu moet Gij echter niet denken, dat men hier langer uitgaan kan dan elders, want voor tienen heb ik door de week geen kans om een kijkje te gaan nemen. De beurs, het nieuwe post- en telegraafkantoor, de stations, de spoor door de stad, de spoorwegbrug over de Maas en honderden andere reusachtige gebouwen zijn mijn aandacht niet ontgaan, maar die kan ik ü onmogelijk beschrijven. Kom zelf maar eens kijken , wat er hier is. Vooral zal U de verbazende drukte opvallen. In de Hoogstraat, een straat van een half uur lang, vol met de prachtigste winkels, kan men 's avonds haast niet passeeren. Daar loopt het nog wut drukker dan bij ons in de Burgstraat. Uitgaan is hier cok veel duurder dan in Nijmegen, maar men kan ook meer van zijn geld hebben.
Bij Oom kan ik in den kost blijven en op mijn winkel heb ik het zeer druk. Men geeft hoog loon , maar er moet ook hard gewerkt worden en lang: üeeds meende ik een volslagen timmerman 'te zijn, maar nu heb ik al gezien , dat ik er hier nog veel bij leeren kan en moet, voor ik mij als meester in mijn vak kan beschouwen. Alles valt mij hier dus mede en ik kan U gerust aanraden mijn voorbeeld te volgen. Kom ook zoodra mogelijk hier voor Uw ambacht, dan kunt Gij tevens de vriendschap aanhouden met
Botterdam, Uw vriend,
4 Mei 1879. Jan Mulder.
237. Rapport over de studie van een zoon.
Mevrouw,
Verleden week heb ik met den Heer Fromand gesproken over de vlijt en het gedrag van Uw zoon. Mij werd verzekerd, dat het jonge mensch uitmuntende geestesgaven bezit en dat hij buitengewoon vlijtig is. Zijn gedrag is van dien aard, dat hij steeds als voorbeeld ter navolging voor zijn medeleerlingen kan dienen. Volgens den raad van den Heer Fromand heb ik eergisteren eenige nieuwe boeken voor Uw zoon gekocht, welke voor zijn studie, waaraan hij zelfs veel van zijn vrije uren wijdt, dringend noodig waren. Zoodra zij ingebonden zijn, want volgens mijn meening moet een studieboek een stevigen band hebben , zal ik U de nota's oversturen.
Het zijn een Duitsch en een Engelsch woordenboek, eenige wiskundige en een paar letterkundige werken met uitspan-ningslectuuft 3ij zult oogeiwijfeid mijn hnmk-lwijze wel.goedkeuren. Uw zoon was zeer blijde, toen hij vernam , dat hij deze boeken zou krijgen en dit geeft mij de alleszins gegronde hoop , dat hij voortaan nog vlijtiger zal studeeren, zoodat hij
151
stellig eenmaal een algemeen ontwikkeld en braaf mensch zal worden. Hierop kan men met te meer zekerheid rekenen, omdat hij niet erg verzot is op de uitspanningen, waarmede zijn medescholieren de schoonste uren van den dag plegen te verkwisten. Hij stelt zich in den regel voor zijn uitspanning met een flinke wandeling tevreden , waarbij hij de gewoonte heeft alles flink op te merken, zoodat zelfs zijn spelen nog leeren is. Dus kunt Gij , Mevrouw, alle reden hebben om U te verheugen , dat Gij de moeder zijt van zulk een hoop vollen zoon en geloof stellig, dat ik in Uw vreugd een levendig aandeel neem.
Met de meeste hoogachting blijf ik
Kerkrade , Uw onderdanige dienaar ,
17 November 1878. T. de Geiter.
338. Kapport van een rentmeester.
HoogWelGeboren Heer.
Nauwelijks zijn wij hier eenigszins bekomen van de treurige ramp, welke de watervloed in Februari veroorzaakte, of ons treft een nieuwe, zeer zware slag. Een ijzingwekkende storm, welke met onweder gepaard ging en met een hagelslag, zoo geducht, dat zelfs de oudste menschen alhier zich niet kunnen herinneren ooit zulk een noodweer te hebben bijgewoond, heeft bijna onzen geheelen oogst vernield , zoodat de te veld staande gewassen haast niets meer waard zijn. De tabak en het koren zijn totaal vernield ; de akkers liggen als bezaaid met korrels, de meeste aren zijn leeg, het stroo is geknakt en van den tabak zijn nog maar flarden over. Hoe gegrond onze hoop ook was, dat wij dit jaar een buitengewoon ruimen oogst zouden hebben , nu is onze hoop vervlogen. Nog lang geen halven oogst zullen wij binnen kunnen halen en naar wij ter loops kunnen berekenen, zal de schade buitengewoon groot zijn , terwijl er maar zeer weinig door assurantie is gedekt. Onder den boerenstand, bij gegoeden en armeren, heerscht dan ook algemeene verslagenheid. Velen hunner, die landerijen van UHWGeb. in pacht hebben , behooren onder de zwaarst getroffenen. Bij de meesten heb ik de schade reeds opgenomen en zij bedraagt nog meer dan drie vierden van de vermoedelijke opbrengst, zoodat zij van hetgeen, dat zij van hun akkers huiswaarts kunnen voeren , nog lang de verschuldigde pachtpenningen niet zullen kunnen betalep. .Eerstdaags zal ikM alle*schade van UHfïebs. pachters met nog twee deskundigen opnemen , waarna ik UHGeb. de volledige opgave daarvan zal zenden. Ondertusschen ben ik zoo diep bewogen met den toestand van deze lieden , dat ik niet kan nalaten reeds nu aan
153
UHGeb. voor te stellen om voor dit jaar vermindering of ten minste uitstel van pacht te verleenen naar evenrediglieid van de seliade, die er volgens mijn opgaaf geleden is. Eeeds zoo lang mocht ik mij verheugen in U HGebs. vertrouwen, dat ik het mij een eere zal rekenen, indien het mij vergund zal worden in deze zaak de belangen van UHWGeb. en van de pachters op een redelijke en gemoedelijke manier te mogen behartigen.
Met ware hoogachting heb ik inmiddels de eer te zijn
van UwHoogWelGeboron Leeuwen , de dienstvaardige dienaar,
19 Juli 1878. J. de Boer.
239. Eapport over een bouwvallig huis.
Waalwijk, 9 Januari 1879.
Waarde Neef,
Ingevolge Uw schrijven van 37 December des vorigen jaars heb ik onderzocht naar den staat van Uw huis, waarbij ik mij door twee deskundigen, een timmerman en een metselaar, heb doen assisteeren. De uitslag van ons onderzoek was verre van bevredigend. Terecht mag Uw huis een bouwvallige woning genoemd worden en de veelvuldige klachten van den huurder zijn meer dan gegrond. Het muurwerk is op vele plaatsen erg gescheurd en ontzakt: een gevolg van slechte fondamenten en van den weeken ondergrond. Er had geheid moeten wezen, maar bij den vorigen eigenaar heeft de zuinigheid de wijsheid in deze bedrogen. Datzelfde bedrog heeft ook met de houtsoorten plaats gehad. Al het hout, zoowel binnen- als buitenwerk, is van de geringste qualiteit geweest en thans bijna vergaan, waartoe voor het binnenwerk de schuld ligt aan zwam, dat alle vloeren beneden aangetast heeft en vernield. Lapwerk zal niet helpen, want al komt er een beste plank in de vloeren , toch is zij weldra vergaan. Ook de kap van de woning is uiterst slecht. Ons advies moet zijn, dat er met reparatiën niets te winnen is. Alles zal omvergehaald en met de noodige voorzorgen zal er, indien Gij een huizing in deze gemeente wilt houden, een geheel nieuwe woning gezet moeten worden. Indien Gij een soliede behandeling verkiest en in denzelfden bouwtrant vervalt, die nu gebezigd is, worden de kosten geraamd op f 9000. Gij zult trouwens, indien de raming juist is, nog altijd 4 pet. van Uw geld kunnen maken. Maar volgens onze manier van zien zou het voor U voordeeliger zijn eenvoudig het huis en erf in publieke veiling te brengen. Laat dan een ander zich doodbouwen. Indien Gij besluiten kondt tot afbraak en verpachting van het vrij-
153
vallend terrein met het overige erf, dan geloof ik, dat Gij nog voordeeliger zoudt doen. Gij hebt dus de keus tusschen afbraak en nieuwen aanbouw, verkoop van alles, zooals het reilt en zeilt, of afbraak en verpachting. Kies en geloof, dat ik steeds, hoedanig Uw keuze ook moge uitvallen. Uw belangen naar mijn beste vermogen zal behartigen. Ware mij de keus gelaten, ik zou mij tot verpachting, dus tot No. 3 bepalen. Maar Gij zijt oud en wijs genoeg voor eigen keuze ; ga dus naar eigen zin te werk en geloof mij steeds
Uw dienstvaardige oom, J. Benda.
240. Een zoon meldt zijn Ouders, dat hij een engagement wil sluiten.
Waarde Ouders,
De liefde, die Gij steeds voor mij gevoed en de zorg , die Gij steeds voor mij gedragen hebt en waaraan ik alles te danken heb, wat ik ben en wat ik bezit, maken het mij tot een heiligen plicht U kennis te geven van een stap, die den grondslag zal moeten leggen voor al mijn toekomstig geluk en waartoe mij rijp en langdurig overleg de overtuiging heeft gegeven. Het zou lichtzinnig en ondankbaar tevens zijn, indien ik zulk een gewichtigen stap deed zonder Uw toestemming en het is volstrekt mijn plan niet mij aan lichtzinnigheid of ondankbaarheid schuldig te maken, vooral omdat Gij dan maar terecht zeer ontevreden op mij zoudt kunnen wezen.
Het hoogste levensgeluk bestaat, naar mij Uw voorbeeld heeft geleerd , in den huiselijken vrede en in het vereenigd zijn door den huwelijksband van twee zielen, die elkander verstaan, zoodat ik reeds zeer dikwijls innig gewenscht heb ook dat geluk te mogen smaken. Maar tot heden was mijn toestand zoodanig, dat de keuze van ecu echtgenoot voor mij te vroegtijdig zou geweest zijn, terwijl daarenboven mijn hart nog geen voorwerp had gevonden , waaraan het zich zou hebben kunnen overgeven.
Tegenwoordig zijn beide bezwaren opgeheven. Bij een verstandige regeling van mijn uitgaven kan ik een huishouding fatsoenlijk voeren en ik heb kennis aangeknoopt met een meisje, dat alle eigenschappen in zich vereenigt om een goede echtgenoote, een zorgvuldige huisvrouw en een teedere moeder te worden. Het is een dochter van den Heer Brans. Weldra zal zij haar eenentwintigste jaar ingaan. Zij heeft een goede opvoeding genoten, is huiselijk en zedig en bedreven in alles , wat aan een vrouw in onzen stand nuttig kan wezen of tot sieraad kan strekken. De natuur heeft haar een
154.
bekoorlijk uiterlijk verleend, zoodat zij zelfs door hen, die haar met geen minnend oog beschouwen, schoon genoemd wordt. De ouders hebben een goeden naam en zijn welgesteld genoeg , zoodat zij hun dochter nu niet alleen een zeer goeden uitzet kunnen geven, maar dat zij ook in de toekomst, indien het noodig mocht wezen , ons hulp en steun zullen kunnen verkenen.
Maar dit alles zou mij evenwel nog niet hebben doen besluiten om voor mijn geheele leven een vereeniging met haar te wenschen, indien ik geen onweerstaaubare neiging voor haar gevoelde, welke door haar ook oprecht beantwoord wordt.
Wel heb ik nog niet voor goed om haar hand gevraagd , maar ik weet zeker, dat ik , wanneer ik er om vraag, noch van mijn geliefde, noch van haar ouders een weigerend antwoord zal ontvangen. Maar ik wil niet vragen , voor ik van U , geliefde Ouders, daartoe verlof heb gekregen. Om dat verlof smeek ik U nu als een gehoorzame zoon en tevens om Uw zegen , want de ouderlijke zegen is de beste grondslag voor het huis van de kinderen.
Hoe gelukkig zal ik wezen , indien ik U beiden weldra een minnende en gehoorzame dochter in mijn echtgenoote zal doen vinden , die mijn kinderlijke gevoelens zal deelen en U volgaarne zal bewijzen , hoezeer Gij door haar wordt hooggeschat.
Met het brandend ongeduld van een minnend hart verwacht van II weldra een goedgunstig antwoord
Purmerend , CJw gehoorzame zoon ,
10 Maart 1879. Jan.
241. Een vriend geeft een anderen kennis van zijn voorgenomen hnwelijk.
Montfoort, 12 April 1879.
Beste Vriend ,
Bijna kan ik mij niet voorstellen, hoe verbaasd Gij wel zult zijn, nu gij hier, onmiddellijk volgend, zwart op wit kunt zien , dat eindelijk een vrouwelijk wezen aan mij , dien men reeds lang overal als een eeuwigen ouden vrijer bestempelde , een plek gevonden heeft, waar ik niet kogelvast was en dat zij onmiddellijk daarna een spoedig einde gemaakt heeft aan mijn alleenheerschappij over mijn eigen persoontje. Gisteren kreeg ik den eersten roep en over drie weken ben ik , naar ik gerust mag hopen , een gelukkige echtgenoot.
Mijn beminnenswaardige bruid en haar geheele familie zijn Ü zeer wel bekend, maar ik zal TJ geen namen noemen, omdat ik voor Ü een groote verrassing in petto heb , name-
155
lijk , dat ik U bij dezen voor goed en wel uitnoodig om stellig Uw verschijning te maken op mijn bruiloft, die 3 Mei gevierd zal worden.
Als Gij eerst maar eens weet, wie de meesteresse mijns harten is, dan ben ik overtuigd, dat het U in het geheel niet meer verwonderen zal, hoe het haar heeft kunnen gelukken mij den schepter te ontwringen, waarmede ik tot heden zoo gestreng over mijn hart gebood.
Hoe nieuwsgieriger ik U thans gemaakt heb , des te liever zal het mij wezen, want dan volgt Gij stellig de volgende invitatie: Kom op mijn bruiloft, maar een paar dagen te vroeg. Alles is voor Uw ontvangst bereid. Met het grootst verlangen zie ik een spoedig antwoord te gemoet, waarbij ik dan natuurlijk ook hoop te vernemen , op welken datum Gij zult komen. Dan kan zich bij voorbaat al op Uw hartelijke omarming verheugen
Uw oprechte vriend , J. Meier.
242. Kennisgeving van een bevalling.
Assen, 10 Januari 1879.
Waarde Oom en Tante,
In mijn huis heerscht thans niets dan vreugde; alles lacht, alles zingt en springt, want mij is een ferme, gezonde jongen geboren. Wij zullen U beiden voor onzen eersteling maar als Peter en Meter nemen en den jongen dus naar U , waarde Oom , Willem doen heeten. Als er nu maar een flink mensch uit groeit, zal hij Uw naam wel geen oneer aandoen, hoewel ik U met een uiterst bedenkelijk gezicht meen te zien zeggen: //Ja, ja, er zal wel juist zulk een driftige, haastige bol uit groeien , als zijn vadertjen is!quot; — Maar dat zou mij juist naar den zin vezen en Gij zoudt U dat ook nog wel laten welgevallen ; want Gij hebt toch altijd zeer veel van mij gehouden , al was ik ook driftig en haastig.
Nu moet Gij eens spoedig overkomen, Oom en Tante vooral ook , want van haar kan mijn vrouwtje thans zeer veel genot hebben. Naar den kleinen spruit van Uw neef moet Gij absoluut eens gauw komen kijken. Uw achterneef schijnt reeds vlug en vroolijk de wereld in te zien. Wie weet, wat dat nog te beduiden heeft! Mijn vrouw is buitengewoon wel en laat U recht hartelijk groeten, maar voegt er bij , dat Gij beiden zoodra mogelijk moet overkomen.
Met verlangen wordt Gij dus door haar verwacht en niet minder door
' Uw blijden neef,
Teunis.
156
24'3. Kennisgeving wegens gedane commissies.
Rotterdam, 37 Augustus 1878.
Mijnheer ,
Bij' dezen heb ik de eer UEd. kennis te geven, dat de commissies, waarmede UEd. mij geliefde te belasten in UEds. schrijven van 29 Juli j.1., door mij thans geheel uitgevoerd zijn.
Voor ik de zijden en wollen stoffen ingekocht heb, ben ik eerst de voornaamste winkels alhier eens afgegaan om mij te overtuigen , waar ik de gevraagde goederen het best kon krijgen en daarna heb ik ze, zooals bijgaande rekening toont , gekocht bij Hofman en Cie. , die naar mijn inzien de beste specialiteiten in gemelde goederen zijn.
Bij het inkoopen van de meubels handelde ik op dezelfde wijze. De grootste meubelmagazijnen alhier ben ik rond geweest en daarbij heb ik bevonden, dat in het magazijn van den Heer Dufour de gevorderde meubelstukken niet alleen volgens den keurigsten en nieuwsten smaak, maar ook naar evenredigheid van het werk, tegen de billijkste prijzen te krijgen zijn. Van alle zaken, die ik voor UEd. ingekocht heb , zend ik UEd. ingesloten de lijst met alle daarbij belioorende voldane rekeningen.
Alles heb ik zorgvuldig laten inpakken, waarna ik het droog en goed geconditionneerd aan den expediteur P. Lant ter verdere verzending en bezorging heb doen sturen. Morgen zal deze alles afzenden, zoodat UEd. uiterlijk 31 Augustus de goederen kan hebben.
De suiker zal ik UEd. eerst eenige dagen later kunnen zenden, dewijl mij grossier Hoef verzekerd heeft, dat er de volgende week bijzonder schoone waar in veiling zal komen, waarmede door ons nog al eer te behalen zou wezen.
In de hoop , dat alle goederen aan UEds. verwachting zullen beantwoorden, verzoek ik UEd. mij voortaan ook met UEds. commissies te vereeren. Door de nauwgezetste opvolging en de stipste uitvoering van UEds. geëerde orders zal ik steeds trachten UEd. te toonen, dat het mij een eer zal blijven van mij te mogen noemen
UEds. Dw. Dienaar, P. Pint.
244. Kennisgeving van behouden aankomst.
San-Fra,ncesco,, 14 October 1.878.
Innig geliefde Ouders ,
Eeeds zijn er zes maanden voorbijgegaan , sinds ik U en Europa verliet om hier in het verre Westen mijn fortuin te
157
zoeken en in al dien tijd heb ik U geen tijding van mij kunnen sturen , hoewel ik mij zeer gemakkelijk kan voorstellen, dat Gij aanhoudend om mijnentwil bezorgd waart, temeer, dewijl ik U bij mijn afvaart uit Rotterdam beloofde, dat ik U op zijn minst eenmaal per maand zou schrijven , al was het maar om U te laten weten , waar ik gestoven of gevlogen was. En toch zou ik ü zoo gaarne die zorg gespaard hebben! Maar ik kon nergens , noch te New-York, noch te Boston, noch elders werk krijgen en daarom was ik steeds gedwongen tot voortdoolen, voor ik tegenwoordig alhier een vaste betrekking kreeg. Te Chicago alleen ben ik drie weken stil geweest, omdat mij de koorts aan mijn leger kluisterde. Maar ook dit wilde ik U niet schrijven , omdat ik U niet noodeloos verontrusten mocht en daarenboven zou Uw brief mij op mijn zwerftocht zeer moeilijk hebben kunnen vinden, want het was bij mij : Heden hier , morgen daar. Nauwelijks was ik voor goed aan de beterhand, of ik zette langzaam mijn reis en mijn zoeken om werk voort, wat mij niet veel baatte, omdat de koorts mij te veel verzwakt had. Maar God verhoorde mijn gebeden en bij veel medelijdende en weldadige bazen vond ik hulp om vooruit te komen , terwijl ze mij aan niets gebrek lieten lijden , zoolang ik bij hen vertoefde, hoewel zij mij geen werk konden geven. Op die manier ben ik tot San-Francesco voortgesukkeld, waar ik nu een goeden, bekwamen baas met brave knechts gevonden heb, die mij thans voor goed als meesterknecht geëngageerd heeft. Wij zijn allen Hollanders bijeen en slijten onze dagen recht tevreden. Vooral de Zondagen zijn ons onbetaalbaar.
Om U eenig denkbeeld van Amerika te geven en van alles, wat ik gezien en ondervonden heb , stuur ik U met dezelfde gelegenheid, waarmede deze brief weggaat, een honderdtal photographiën van de grootste merkwaardigheden langs mijn dwaalweg. Zij zijn in een kistje van inlandsch hout, waarop ik mijn uiterste zorg besteedde. Geen cent vracht komt daarbij voor Uw kosten ; ik heb alles gedekt en dewijl Gij mijn brief een dag vroeger ontvangt dan mijn kistje , zoo kunt Gij onmogelijk afgezet worden.
Tegenwoordig ben ik weer zoo gezond als een visch; maar, lieve Ouders, ik smeek U, dat Gij Uw gebeden toch bij de mijne zult voegen , opdat God U en mij de beste gezondheid moge blijven schenken, want door vlijt en braafheid kan ik hier gemakkelijk zooveel overleggen, dat ik U uit dankbaarheid voor al het goede, dat Gij van mijn prilste jeugd aan mij bewezen quot;hebt, een zorgeloozen oü'den dag kan doen* genieten. Ten bewijze daarvan stuur ik U ingesloten vooreerst honderd dollars.
158
Leef onder de bescherming van den Allerhoogste nog zeer lang en tevreden ! Met kinderlijken eerbied blijf ik, na U iu den geest duizendmaal omhelsd te hebben,
Uw dankbare zoon, Jan.
345. Kennisgeving van de ziekte van een knecht.
Amsterdam, 13 Juli 1878.
Mijnheer en Vriend,
Yolgaarne zou ik U steeds vroolijke tijdingen willen mede-deelen over Uw zoon , maar thans ben ik verplicht het tegendeel te doen. Reeds zes dagen ligt Uw zoon met een heete koorts plat te bed. Dewijl de geneesheer er geen aanstekelijke ziekte in ziet en vooral dewijl ik zeer veel van U en van den zieke houd , zal ik hem maar in mijn huis houden en niet naar een ziekenhuis laten brengen. Hij heeft mij zoo trouw gediend en Gij zijt mij zoo lang bevriend en bekend, dat ik zou meenen aan mijn Christelijken plicht te kort te doen, indien ik nu den goeden jongen in vreemde handen gaf.
Zoodra Uw zoon ziek is geworden , heb ik onzen huisdokter , een zeer bekwaam man, laten ontbieden en deze geeft thans alle hoop, dat de zieke bij goede verzorging en zorgvuldige verpleging weldra zal beginnen te beteren. Nu, aan ons zal het niet liggen ; als wij hem met moeite en opotterin-gen kunnen helpen, zal er niets aan hem gespaard worden.
Dat de zieke vurig verlangt naar Uw spoedige overkomst, zult Gij wel begrijpen. Ook wij zouden U gaarne hier zien ; want Gij, die den jongen van meet af kent, Gij kunt ons nu met raad en daad zeer goed dienen. Al doen wij ons uiterste best, toch zouden wij iets kunnen vergeten, waarop hij gesteld zou kunnen wezen. Ue dokter meent daarenboven, dat Uw bezoek een zeer weldadigen invloed zal hebben.
Terwijl ik U dus stellig weldra verwacht, blijf ik
Uw dienaar, J. Goedbloed.
346. Aan een Baas wegens ziekte van een leerjongen.
Slijk Ewijk, 12 Mei 1879.
Mijnheer,
Zeker zult Gij' verwacht hebben, dat mij'n zoon volgensquot; afspraak en afgegeven woord Donderdag j. 1. weer bij U geweest zoude zijn. Hij was ook stellig van plan zoo tijdig van hier te
159
gaan, dat hij op den bepaalden tijd weer met zijn werkzaamheden zou kunnen beginnen. Maar tot ons leedwezen werd hij plotseling zoo ongesteld, dat er onmogelijk kans was op zijn vertrek. Daarenboven kunnen wij nog niet zeggen, wanneer hij zal kunnen afreizen, omdat zijn ziekte nog geenszins geweken is, hoewel wij onmiddellijk geneeskundige hulp hebben ingeroepen, waarbij wij als Ouders natuarlijk niets aan verzorging en verpleging laten ontbreken. Volgens de verzekering van den dokter hopen wij evenwel, dat de zieke binnen veertien dagen weer hersteld zal wezen, maar God alleen weet zeker, of dat het geval zal zijn. Zou het dus gevonden kunnen worden, dat mijn zoon, zoodra hij weer beter is, bij U terug kan komen ? Nu ik U volgens mijn plicht gewaarschuwd heb, geloof ik niet, dat er bezwaar gemaakt kan worden , vooral omdat er van mijn kant geen reden tot wegblijven is gegeven. Geloof mij intusschen
Uw bedroefde dienaar, A. Aarssen.
347. Kennisgeving van den dood eener echtgénoote.
Venlo, 14 September 1878.
Waarde Vriend,
Eindelijk heeft mij , helaas ! de treurige slag getroffen , die mij reeds zoo lang dreigde. Oe trouwe gezellin door het beste deel van mijn leven heb ik verloren. Eergisteren heeft de dood mij haar ontrukt. Maar het was een zacht scheiden, een sluimering zonder ontwaken ,.. een sterven , zooals zij liet steeds gewenscht heeft, zooals zij het sinds vele weken , maanden lang met verlangen gehoopt en blijmoedig verwacht heeft, want reeds lang had zij alle hoop op herstel opgegeven en telkens merkte zij eiken stap , die haar nader voerde tot het einde van haar lijden. En zulk een veelvoudig, aanhoudend en smartelijk lijden! Wat zou de menseh toch wezen , indien hij in zulk een toestand niet de hoop op een beter leven had ? Maar zij bezat die hoop en deze schonk haar de kracht tot lijden en geduldig verdragen en mengde nog menig opgeruimd oogenblik in haar treurige uren. Thans geniet zij de rust, die zij hier niet meer kon vinden en God zij geprezen voor haar verlossing! Dikwijls hebben wij met heete tranen gebeden om verkorting van haar lijden en God heeft ons nu verhoord, want volgens de meening van den geneesheer zoude zij nog wel eenige weken hebben moeten lijden. Haar oog heeft ons allen in dat opzicht bedrogen, want haar blik bleef vroolijk en helder tot haar doodstrijd.
160
Hoe eenzaam gevoel ik mij nu , waarde Vriend! Mijn woning , die ik nog onlangs geheel ten hare gerieve liet inrichten , komt mij zoo ledig voor. Telkens doorloop ik ze, telkens ga ik de eene kamer in, de andere uit, maar nergens vind ik haar , nergens kan ik rusten.
Gij , mijn Vriend, Gij zult het mij wel niet euvel duiden, dat ik zoo teergevoelig ben en dat ik mijn tranen nog laat vloeien , terwijl ik U schrijf. Tegen de Voorzienigheid mor ik niet; Haar beschikkingen aanbid ik als de beschikkingen van een alwijzen en algoeden Vader, wien ik zelfs dank verschuldigd ben, omdat Hij mijn echtgenoot naar een beter oord heeft overgevoerd. Maar voor mij is zij toch verdwenen! En haar vroolijken omgang, haar wijzen raad, haar waakzame zorg , haar opgeruimd hart, haar fijnen smaak en haar oprechte liefde , die heb en die geniet ik niet meer. Nog elk oogenblik verbeeld ik mij, dat ik haar iets te zeggen of te vragen heb , of dat ik haar iets wil mededeelen ; alle plechtigheden van de begrafenis, alle condoléance-bezoeken, alle troostende toespraak meen ik haar nog te moeten mededeelen om te weten, hoe zij daarover denkt. Hoe moeilijk valt het, als men niet meer doen kan, wat men langer dan eenentwintig jaren en zoo gaarne gedaan heeft. Hoe geheel anders was het voor twee jaar , toen wij samen op reis waren, toen zij nog meer zweefde dan ging en slechts vroolijkheid en vreugde scheen te ademen. Hoe goed is het toch, dat men de toekomst niet vooruit kan weten. Want dan zoude zij toen nog zooveel niet genoten hebben en mij is het nu een troost, dat ik haar toen dat genot nog heb verschaft en dat ik het met haar heb gesmaakt. Langzamerhand zullea in mijn hart ook wel weer stilte en vrede beginnen te heersehen en mijn geest, die door haar lijden bijna uitgeput was, zal zich wel weer oprichten , want de vriendschap vermag veel bij mij. Eeeds nu , na een paar allertreurigste dagen gevoel ik mij veel kalmer. Vooral troost het mij, nu ik heden avond aan II schrijf, waarbij ik mij levendig voorstel, hoeveel deel Gij met Uw brave Moeder aan mijn si»art neemt. Ook Gij zult voorzeker de gedachtenis van de dierbare overledene met een vriendschappelijken traan vereeren; maar nog liever zou ik U hier aan mijn zijde hebben, omdat ik dan ruimschoots troost in U beiden zou vinden. Doch nu kan ik U maar in den geest omhelzen. Moge God U toch een lijden als het mijne sparen en U de baan des levens tot aan haar einde gladder en aangenamer doen vinden, dan zij voor mijn lieve echtgenoo'i, is-geweest» Bemin-steeds als vroeger
Uw bedroefden vriend, T. Timmer.
161
248. Verzoek aan een Vriend, dat hij z ij n Zuster kennis zal geven van den dood liaars Zoons.
IJselstein , 29 Januari 1879.
Hooggeachte Vriend ,
Bij dezen moet ik aan U, in plaats van aan Uw hooggeschatte Zuster, een treurige tijding mededeelen. Haar zoon , die in mijn huis woonde , is niet meer en tot overmaat van ramp behoort zijn dood onder de treurigste sterfgevallen, die men zich kan denken. Het ellendig vooroordeel aangaande het punt van eer, dat reeds voor zoo menigen hoopvollen jongeling de rampzaligste gevolgen had, heeft ook hem het leven gekost.
Twee dagen geleden kreeg hij onder het biljartspelen in een koffiehuis twist met een luitenant en deze twist eindigde met een uitdaging op het pistool. Tot mijn leedwezen wist ik niets van dit voorval, want anders had ik maatregelen kunnen nemen om alles bij te leggen. Maar nu ging alles den gewonen gang en de twist, een onbeduidende kleinigheid, had juist hier een schrikkelijk einde. Alles werd met do grootste geheimhouding behandeld. Een afgelegen hoek van het Stadspark was de kampplaats en daar viel, helaas! Uw veelbelovende Neef. Men bracht hem gisteren avond met een rijtuig stervend in mijn huis ; het schot was hem door de borst gegaan. Alle mogelijke middelen tot redding en behoud werden te vergeefs aangewend ; de ongelukkige gaf na eenige uren den geest. Als hij mijn eigen zoon geweest was, kon mijn droefheid niet grooter wezen.
Zeer goed kan ik mij voorstellen, hoe schrikkelijk deze tijding voor de Moeder zal wezen, want het harde noodlot ontrukt haar nu haar eenigen zoon , de vreugd van haar leven, den steun en den troost van haar ouderdom. Daarom smeek ik U dringend, of Gij haar dit ongeluk zult mededeelen op zulk een wijze, als Gij volgens haar toestand noodig zult oordeelen. De moordenaar is gevlucht, maar wordt door de justitie nagespoord.
Met de meeste hoogachting ben ik
Uw deelnemende vriend, H. Stein.
249. Kennisgeving aan een Vriend, dat men op bezoek zal komen.
Lieve , goede Gustaaf,
Gij weet, dat ik verleden jaar dolgraag een dag of acht bij
162
ü doorgebracht zou hebben , maar Gij weet ook , dat het mij toen wegens treurige omstandigheden bepaald onmogelijk was naar U te komen. Dit jaar evenwel zal ik alles zoodanig schikken en plooien, dat ik op zijn minst de Pinksterdagen bij U kan doorbrengen. Al valt de hemel dan ook omlaag, toch zal ik komen. Keeds nu verheug ik mij , hoe ik die dagen weer eens zal slijten in Godes vrije natuur, in Uw huis, aan Uw disch. Dat ik bij U welkom ben , weet ik van ouds , maar bij Uw vrouwtje ? Mocht ik voor haar ongelegen komen , waarschuw mij dan bijtijds en meld mij tevens, wanneer Gij mij dan beter verwachten kunt. Want mij is het onverschillig', wanneer ik bij U kom, als wij maar goed weer hebben, dat wij veel kunnen wandelen ; want, zooals U bekend is, wandelingen in de vrije natuur zijn voor mij het grootste genot, omdat ik altijd binnen de duffe stadsmuren beklemd zit.
Na U en al de Uwen recht hartelijk gegroet te hebben, noem ik mij
Amsterdam , Uw trouwe vriend , 19 Maart 1879. __Karei.
250. Een Vader meldt den dood van zijn Zoon.
Zeer waarde Vriend,
Een ontzettend zware slag heeft mij gisteren getroffen. Mijn geliefde oudste zoon, mijn beste Maurits , is overleden. \ oor ongeveer veertien dagen begon hij te klagen over matheid en pijn in de borst. Toch bleef hij zijn gewone werkzaamheden nog verrichten; maar drie, vier dagen later werd hem dat onmogelijk en hij moest het bed houden. Daarna werd hij steeds zieker, hoewel onze ijverige dokter zijn beste zorgen aan hem wijdde en gisteren morgen omstreeks half twaalf blies hij den laatsten. adem uit. Gij zult wel kunnen beseffen, hoe groot onze droefheid en onze radeloosheid is, omdat Gij, waarde Vriend, den braven jongeling in zijn deugdzamen handel en wandel kendet en omdat Gij weet, wat hij voor mij en de mijnen was.
God moge U steeds sparen voor zulk een smartelijk verlies en mij moge Hij de noodige kracht verleenen , opdat ik onder dezen ontzettenden slag niet bezwijke, want mijn jongere kinderen hebben nu dubbel mijn volle kracht en mijn vaderlijke zorg noodig. m • i
Heerenyeer , , Uw diepbedroefde vriend, t
15 December 1878. B. Barends.
163
251. Antwoord op No. 250.
Meppel , 17 December 1878.
Geachte Vriend,
Gisteren ontving ik Uw brief met de treurige tijding, dat Uw dierbare, onvergetelijke zoon overleden is en deze treur-ïnare heeft mij zoodanig getroifen, dat ik heden nog bijna niet in staat ben U te antwoorden. Onmogelijk kan ik het mij voorstellen , dat Uw lieve jongen , Uw brave Maurits , dood moet wezen. Aanhoudend meen ik hem nog voor mij te zien met zijn blozend en opgeruimd gelaat, waarbij ik dan gedurig moet denken aan zijn vriendelijke welwillendheid, aan zijn voorbeeldelooze naarstigheid. Voor U was hij , als het ware, een rechterhand en voor de toekomst beloofde hij immers alles, wat een vaderhart maar kan wenschen. Maar God heeft daarover in Zijn alwijsheid nu anders beschikt en Hij weet immers beter dan wij , wat voor ons allen goed en nuttig is. Waarom zouden wij dan ook niet met onderworpenheid berusten in zijn aanbiddelijken , ondoorgrondelijken wil ? Laat ons derhalve gelaten de harde beproeving verdragen , waaraan hij ons en vooral U onderwerpt.
Onmogelijk zou ik U naar behooren kunnen troosten, want ik ben zelf te innig bedroefd. Maar ons rest toch de gegronde hoop, dat wij in een ander , beter leven met onzen dierbaren ontslapene hereenigd zullen worden. Zijn geheele leven is ons daarvoor een vaste waarborg.
De goede God moge ü en Uw overige lievelingen nog lang in gezondheid sparen en Uw aller leven tot de uiterste grens van den menschelijken leeftijd verlengen , opdat Gij aan Uw andere kinderen zooveel vreugde zult kunnen beleven, dat U daardoor eenigermate het gemis vergoed worde van Uw beminden Maurits.
Dit is de vurigste wensch van
Uw deelnemenden en bedroefden vriend , G. Voets.
252. Aflevering van werk.
Zwolle ,19 April 1879.
WelEdele Heer,
Ter voldoening aan UWEds. zeer geëerde orders van 16 Maart 1.1. heb ik de eer en het genoegen UWEd. bijgaande te zenden 12 stoelen en 1 fauteuil njet de rekening daarvan, • ten-bedrage van f 135: ■ • • -
De solide en smaakvolle bewerking zal, daarvan ben ik vast overtuigd, UWEds. volledige goedkeuring wegdragen, ter-.
164.
■wijl daarenboven de prijs zoo civiel mogelijk is berekend.
Dewijl ik quot;UWEd. voor de toekomst een even vlugge als goede bediening kan waarborgen , zoo neem ik bij dezen tevens de vrijheid mij voortdurend in UWEds. gunst aan te bevelen waarbij ik de eer heb met de meeste achting te zijn
UWEds. Dv. dienaar, P. de Draaier.
253. Kennisgeving van en uitnoodiging-tot een uitstapje.
Ubbergen , 10 April 1879.
Amice,
Eindelijk zullen mij mijn bezigheden dit jaar toch eens veroorloven om voor goed te beginnen aan de uitvoering van ons laiiCT beraamd plan tot een uitstapje langs den Rijn. De eerste helft van de volgende maand kan ik geheel van huis. Eeeds sinds drie maanden heb ik Baedeker en andere bronnen bestudeerd om een vast reisplan te maken, waarvan ik U ingesloten kopie zend. Het dingetje ziet er klem en onnoo-zel genoeg uit; men zou er niet aan verraden, dat mij de samenstelling gedurende een kwartaal al mijn vrijen tijd beeft o-ekost. Alles, wat -wezenlijk gezien moet worden, staat er trouwens ook op benevens de vervoermiddelen , waarvan wij ons bedienen zullen, met den vrachtprijs; de hotels waar wii wat gebruiken en logeeren zullen, met de uitgaven daaraan verbonden en de tijd is er zoodanig op aangewezen, dat Uw vrouwtje, als Gij haar ook een afschrift geeft, dag voor dag op de minuut af kan zien, waar wij zijn. Komt er dus iets dringends voor in onze afwezigheid , dan kan zij U dat onmiddellijk schrijven en daarmede is één van haar bezwaren al bii voorbaat opgeheven. Het finantiëel bezwaar, een zeventig gulden , moet Gij maar met Uw wederhelft zien te plooien.
Gaarne geloof ik , dat Gij mede zult willen ; maar willen en kunnen zijn tweg. Als Gij kunt, kom dan ultimo bij mij en een derde man , b. v. Uw neef Koos , zal mij als reisge-
zel niet onwelkom wezen. ^ o- n i-
Meld mij dus nog binnen acht dagen, ot Gij alleen ot
met uw tweeën mede gaat.
Klasser.
165
254. Een zoon meldt zijn Ouders, dat liij van stand wil veranderen.
Dierbare Ouders,
Weldra zal er een vol jaar verloopen zijn , sinds ik het tuis van mijn goede Ouders en mijn vaderstad verliet om alhier tot koopman opgeleid te worden onder toezicht en leiding van den Heer Molle. Het was Uw wensoh en ook de mijne, dat ik mij aan dat beroep zou wijden; maar nadat ik den handel heb leeren kennen en naar waarde schatten, gevoel ik, dat het voor mij beter zou wezen-, indien ik nu, terwijl ik nog niet te veel tijd verspild heb, een ander levensberoep mocht kiezen. Of ik als koopman wel op mijn rechte plaats zal wezen , betwijfel ik ; want hoewel ik vlijtig en gewillig genoeg ben om mij alle kennis eigen te maken, die een koopman moet bezitten, toch vrees ik, dat er in mijn karakter geen voldoende ondernemingsgeest ligt en dat mijn blik in handelszaken niet scherp en vlug genoeg mag heeten. Mijn patroon verzekert ook , dat iemand met bekrompen ondernemingsgeest, met bekrompen blik en met bekrompen kapitaal zeer moeilijk een zelfstandig koopman , die zijn kost zal kunnen verdienen, kan worden en ten volle ben ik overtuigd , dat mijn patroon gelijk heeft.
In den laatsten tijd heb ik hier kennis aangeknoopt met den zoon van een horlogemaker. Hij is bij een werktuigkundige als leerling en heeft in mij de begeerte doen ontstaan om mij ook aan dat vak te wijden, waarvoor ik roeping meen te gevoelen. Daarom waag ik het om U, dierbare Ouders, bij dezen kennis te geven van de verandering in mijn zin en mijn neiging en ik smeek U dringend, dat Gij mijn beweegredenen daartoe eens in overweging zult believen te nemen ; wanneer Gij oordeelt, dat mijn lust tot verandering gegrond is, zoudt Gij mij dan verlof willen geven, dat ik mijn besluit mededeel aan mijn geachten patroon?
Indien ik evenwel door verandering een lievelingswenscli van mijn goede Ouders , aan welke ik zoo oneindig veel te danken heb en die ik slechts door kinderlijke gehoorzaamheid kan beloonen , zou verijdelen, dan ben ik gaarne bereid tot het volgen van Uw wil, al zou daarvan mijn geheele levensgeluk ook afhangen.
Na mij in Uw ouderlijke toegenegenheid te hebben aanbevolen en na mijn Broeders en Zusters hartelijk te hebben ge. groet, blijf ik
Uw dankbare en quot;onderdarfige zoon , quot; Haarlem, 20 April 1879. Piet.
166
255. Een r ij ken Zwager wordt de dood zijns Broeders gemeld.
Asperen , 10 October 1878.
Beminde Zwager ,
De zwaarste slag , die mij gedurende mijn leven kon treffen,, is , helaas! gevallen. Gij hebt geen broeder meer; ik ben een weduwe en mijn kinderen zijn weezen geworden. Gisteren avond omstreeks half twaalf blies mijn onvergetelijke echtgenoot den laatsten adem uit. Kalm en zacht was zijn uiteinde. Omdat hijzelf overtuigd was, dat hij van zijn ziekte niet meer zou opkomen , gevoelde hij zijn naderend einde. Nog weinige uren voor zijn dood liet hij onze dieibare kinderen voor zijn bed komen ; hij sprak z'allen gezaiuelijk en ook nog afzonderlijk aan en hij vermaande ze, dat zij nu dubbel op den goeden God moesten vertrouwen, omdat zij voortaan zijn vaderlijke zorg zouden moeten missen.
Ook met U zou hij gaarne nog gesproken hebben , hoewel Gij eergisteren reeds afscheid van elkander hadt genomen. Zorg en vrees voor onze toekomst maakten hem alleen het sterven zwaar. In zijn laatste oogenblikken verlangde hij naar zijn portefeuille , waaruit hij een brief nam, dien ik TJ moest overhandigen of zenden. Deze belofte, door mij aan den stervende gedaan , vervul ik bij dezen, dewijl ik dien brief in den mijnen insluit. Nadat mijn echtgenoot mij dat schrijven ter hand gesteld had, scheen hij verlichting te gevoelen. Hij vatte mij bij de hand , waarna hij mijn hand aan zijn lippen bracht en stervende stamelde hij nog met afgebroken woorden:'/Mina, de goede God zal U wel verder helpen, want Broeder Jan zal woord houden.quot; Dit waren zijn laatste woorden ; weldra kon hij niet meer, hij had opgehouden te leven. Ook ik kan thans niet meer ; zorg, kommer, nachtwaken en ellende hebben mij geheel uitgeput. Ik kan niet meer werken , niet meer denken; alleen kan ik nog mijn onherstelbaar verlies betreuren. Maar naast God is al onze hoop , al het vertrouwen van mij en mijn kinderen op U, waarde Zwager, gevestigd. Kom dus. vooral spoedig , ik smeek het U dringend, bij
Uw diepbedroefde zuster, A. Jansen, wed. Krol.
256. Antwoord op No. 255.
Gouda, 11 October 1878.
. . ., ZeQ'- geliefde Zuster^ . ..... « . .
Sedert ik U verliet, verwachtte ik elke minuut de treurmare Van het overlijden van mijn onvergetelijken Broeder en toch trof
167
mij Uw bericht nog zeer gevoelig, omdat ikzelf in hem ook veel verlies ; ook overtreft Uw verlies oneindig het mijne. Maar het is Godes wijze beschikking en wij moeten ons gelaten onderwerpen aan Zijn aanbiddelijken wijzen wil. Wij kunnen Hem niet dankbaar genoeg wezen, dat Hij mij in staat heeft gesteld om bij Uw kinderen de plaats van hun dierbaren Vader te kunnen bekleeden. Hoe bezorgd was die goede Piet steeds voor U en voor het lot van zijn kinderen ! Elke letter van den brief, dien Gij mij stuurdet , getuigt van zijn onuitputtelijke liefde, van zijn aanhoudende zorg voor U allen, voor zijn dierbaar huisgezin. Mijn oog wordt steeds vochtig, als ik dien roerenden brief lees. Maar, lieve Antonia, wees Gij maar gerust ; mijn gegeven woord zal ik houden , daar kunt Gij zeker van zijn. Van daag nog zal ik hier alles regelen ; dan kan ik een dag of wat van huis en morgen ben ik zoo vroeg mogelijk bij U. Als het Uw goedkeuring kan wegdragen , zal ik mijn petekind, Uw kleinen Jan , voor goed bij mij nemen om hem in mijn zaak op te leiden. Dan hebben mijn vrouw en ik ook een zoon, waar wij trouw voor werken en waken zullen. T)e rest zullen wij mondeling afdoen.
God , die nimmer weduwen en weezen verlaat, zal U ook de noodige sterkte wel schenken om den zwaren slag te boven te komen ; Hij zal als een liefderijk Vader over U en Uw kinderen waken. Houd maar goeden moed en bedenk vooral, dat Gij voortaan de eenige hoop en de steun moet zijn van Uw lieve kleinen. Vaarwel, geliefde Zuster. Tot mor;en.
Uw bedroefde en deelnemende zwager , C. Jansen.
257. K e n n i s g e v i n g aan een aanzienlijk persoon, die een buitengoed wil koopen.
HoogWelGeboren Heer,
Ingevolge den vereerenden last, dien UHWGeb. mij reeds verscheiden malen geliefde op te dragen, kan ik nu, waarlijk tot mijn grootst genoegen, aan UHWGeb. berichten, dat er weldra te Velp een zeer aangenaam gelegen buitengoed, Oranjestein , te koop zal worden aangeboden : publiek of uit de hand. Het ligt vlak aan den Velpschen straatweg. De familie Geertsema, die het bewoond heeft en voor een tiental jaren liet bouwen , zal onze gemeente voor goed verlaten en zich in het buitenland vestigen.
Het huis is dus nog bijna nieuw en zeer goed onderhouden. Het is gebouwd Stylt Louis XIV en bevat beneden een suite met twee zijkamers , keuken , bergplaats en nog een vertrek , dat tot allerhande gebruik kan dienen. Boven zijn er drie
168
slaapkamers , een logeerkamer, meiden- en provisiekamers en nog een ruimen, goed beschoten zolder. Het geheele erf, dus huizing met tuin, die zeer fraai aangelegd en ruimschoots van de fijnste vruchtboomen is voorzien, beslaat volgens het kadaster 63.5 A., zoodat er nog zeer goed gelegenheid is om er een koetshuis bij te bouwen , dat tevens voor waschhuis, enz., zou kunnen dienen.
Mocht UHWGeb. nu eenige nadere bijzonderheden willen vernemen aangaande den gevraagden prijs of andere zaken, die op den aankoop betrekking hebben , dan zal ik volgaarne bereid zijn daarnaar , zoo noodig, grondig te onderzoeken. Met de grootste hoogachting heb ik inmiddels de eer te zijn van UwlIoogWelQ-ebo ren
de zeer dienstvaardige dienaar, Velp, 10 September 1878. T. Tak, mr. timmerman.
358. Kennisgeving aan een Notaris van den dood een er Tante, met verzoek om kopie van het testament.
WelEdelGestrenge heer.
Volgens een advertentie, voorkomende in de Oprechte Haar-lemsche van 17 Juli j.1. zou mijn Tante , Mejufl'rouw de Weduwe A. van Bruggen, geb. Bruggeman, te Leerdam overleden zijn. Bij informatie, ter sekretarie aldaar, werd mij gemeld, dat zij overleden is 16 Juli 1.1. en dat ik mij om nadere informatie aangaande haar nalatenschap aan UWEGestr. kon wenden. Waarschijnlijk heeft de overledene een testament nagelaten , dat onder UWEGestrs. berusting zal wezen. Dewijl zij in eerste huwelijk getrouwd is geweest met een broeder mijner schoonmoeder; dewijl zij in haar eerste, noch in haar tweede huwelijk kinderen heeft gehad en dewijl haar tweede man al geruimen tijd overleden is, zoo geloof ik, dat mijn schoonmoeder eenig recht zou kunnen doen gelden op een gedeelte der nalatenschap. Dientengevolge neem ik de vrijheid UWEGestr. namens mijn schoonmoeder , Mejuffrouw de Weduwe J. van de Gevel, geb. Bruggeman, te verzoeken mij van gezegd testament , indien het bestaat, een kopie te laten vervaardigen en mij die kopie te zenden , waarvan ik UWEGestr. volgaarne de kosten zal vergoeden. Mocht er evenwel geen testament zijn, zou UWEGestr. dan de goedheid willen hebben aan mij mede te deelen , hoedanig de overledene, waarmede wij weinig correspondentie hielden ,• oVer haar riaiatensblulp' 'heeft bescKikl.
In de hoop, dat UWEGestr. het mij niet ten kwade duiden zal, dat ik zoodra mogelijk in het bezit van het gevraagde
169
zou willen zijn, lieb ik de eer met de meeste hooojaehtingr te blijven
van UwWelEdelGestrenge
de dienstwillige dienaar, Delfzijl, 7 Augustus 1878. N. Mjs.
259. Formulier voor e'en huwelijksaankondiging.
(Het hoofd verschilt naar den persoon , aan wien men zich adresseert. Deze aankondigingen worden meestal gedrukt. Alleen bij Verwanten en Vrienden , van welke men verwacht, dat zij schriftelijk hun deelneming zullen betuigen, onderteekenen de bruidegom en de bruid eigenhandig; maar in dat geval doet men nog beter een geheel geschreven kennisgeving te zenden, dewijl deze minder kost dan een gedrukte, hartelijker kan wezen en evenveel porto vordert als een gedrukte met geschreven onderteekening. Ditzelfde geldt bij een aankondiging van overlijden. Gedrukte stukken mogen niet gesloten afgezonden worden. Huwelijksaankondigingen worden op fijn quarto of folio post zonder eenig sieraad gedrukt. Aankondigingen van overlijden op folio of quarto rouwpost.)
Mijnheer,
Onder verwachting van 's Hemels zegen zijn wij voornemens een huwelijk aan te gaan, waarvan de eerste afkondiging zal plaats hebben op Zondag, 5 Mei 1879.
Dewijl Gij voor alles , wat ons betreft, steeds de hartelijkste deelneming hebt getoond, zoo rekenen wij ons verplicht U kennis te geven van dezen gewichtigen stap , waarna wij met de grootste hoogachting blijven
Uw dienaar en dienaresse,
Elden, } „ M . E. Hoogvelt.
Wageningen, ( 2 Mel 1879- H. Eikers.
260. Formulier voor een aankondiging van o v e r 1 ij d e n.
Mijnheer,
Het heeft den Almachtige behaagd heden nacht omstreeks half drie mijn dierbaren Vader tot zich te roepen na een kortstondige, weinig «martelijko ziekte in. den ouderdom van tweeëntachtig jaar.
Berustend in Godes ondoorgrondelijke raadsbesluiten en met het vertrouwen , dat wij den braven overledene, die tijdig van
170
de laatste H.H. Sacramenten was voorzien , eenmaal in betere gewesten zullen mogen terugvinden, noem ik mij met alle achting
Uw bedroefde dienaar,
Venraij , 13 Juli 1878. T. de Best.
EENJGE INLEIDINGEN YOOR MINNEBEIEVEN.
(Menigeen zit dikwijls erg in verlegenheid , wanneer hij een minnebrief moet beginnen. Daarom volgen hier eenige inleidingsformulieren , die natuurlijk naar gelang van zaken veranderd kunnen worden.)
1. De herinnering aan de schoone dagen, die ik bij U mocht doorbrengen, is tegenwoordig mijn eenigst geluk. Nog altijd geloof ik , dat Gij bij mij zijt, dat ik U omarm en dat ik met U spreek ; nog altijd verbeeld ik mij, dat Uw hand in de mijne rust, dat ik Uw handdruk voel, enz.
2. Mijn hart dwingt mij U te schrijven, dat ik U nog altijd even vurig bemin als vroeger en dat de groote afstand, die ons scheidt, geen invloed op mijn gevoelens uitoefent. Dewijl ik de vaste overtuiging heb, dat U de gedachte aan mij ook niet onverschillig is, zoo smeek ik U mij daarvan weldra eens de schriftelijke verzekering te geven, want minnende harten en vrienden hooren dag voor dag steeds met het grootste genoegen één en dezelfde zaak herhalen, namelijk, enz.
3. Bij het begin van een nieuwen jaarkring wil ik beproeven , of ik in Uw geheugen, mijn allerdierbaarste, de herinnering kan wekken aan de vele vroolijke en gelukkige uren , die wij in het afgeloopen jaar samen mochten beleven. Die herinnering moge U wezen als een schoone rozenstruik, die U haar pracht van bloemen, vriendelijk groetend, biedt, enz.
4. Alles, wat U mijn oogen bekennen moesten, wat U mijn gedrag reeds lang liet raden , maar wat U mijn mond toch niet durfde zeggen , moge U deze brief bekend maken, enz.
5. Dewijl ik nimmer gelegenheid kon vinden , hoeveel moeite ik er ook voor deed , om U ongestoord te kunnen spreken , eoo neem ik de vrijheid U met eenige letteren van mij lastig te vallen. Zeer gaarne zou ik U zeggen, hoe lief en hoe dierbaar Gij mij zijt, hoe oneindig gelukkig ik mij zou gevoelen, enz.
6. Schrijf het toe, dierbaarste Vriendin , aan Uw bekoorlijkheid en aan Uw zacht karakter, dat ik het waag U bij dezen onomwonden mijn vurige liefde voor U te bekennen. Sedert ik zoo gelukkig was,,dat ik U-mooht-zien-en sprekeH, • zweeft mij aanhoudend Uw lieflijk beeld voor oogen en vast is bij mij de overtuiging geworteld , dat op Uw liefde alleen mijn geluk voortaan duurzaam gegrondvest kan wezen, enz.
171
7. Tot mijn genoegen haast ik mij U te bewijzen , dat er volstrekt geen vleierij noodig is om tot mijn hart te spreken en om het te winnen. Dat kan alleen de sprake der waarheid en deze vind ik zoo onverholen in Uw geëerd schrijven , dat de genegenheid, die ik reeds voor U koesterde, voor wij nader met elkander omgingen , enz.
8. Uw geachte brief heeft mij waarlijk in het eerst zoodanig verrast, dat ik inderdaad in mijn verlegenheid haast niet wist, welk antwoord ik U zoude geven. Voor Uw openhartigheid moet ik U ten hoogste danken. Gij toont, dat Gij mij hoogacht en met vertrouwen wacht Gij om de beslissing over Uw lot van mij te vernemen , enz.
9. Alvorens ik een beslissing neem aangaande Uw aanzoek, komt het mij wensehelijk voor, dat ik eerst nauwgezet onderzoek , of ik ook aan de eischen zal kunnen voldoen, welke Gij voor Uw levensgezellin stelt, enz.
10. Eeeds lang hadt Gij door Uw persoon en door Uw beminnenswaardige hoedanigheden mijn achting verwonnen. Met genoegen kan ik nu bekennen , dat mijn nadere omgang met U deze achting deed veranderen in de innigste neiging, enz.
(Deze vorderen, onverschillig waarover zij loopen, een vrijmoedige bekentenis en een duidelijke voorstelling van de zuivere waarheid en mogen niet meer of minder bevatten, dan er behoort tot de zaak, waarvoor zij gevraagd worden. Loopen zij over het gedrag van personen, dan mogen lichte fouten verzwegen worden , maar grove misslagen mag men niet over het hoofd zien. Men weigere liever een getuigschrift, als men groote fouten moet melden. De naam en de ouderdom, soms ook de geboorteplaats van den persoon , voor wien men een attest afgeeft, moeten daarop vermeld worden. Daarop volgt, hoelang de persoon bij hem , die het attest afgeeft, gediend heeft met den aard van den dienst; vervolgens de naam en de woonplaats van hem, die getuigt, met den datum van afgifte.)
a. quot;Voor een koetsier.
•Dat Johannes van Dam , geboren te Lent , thans 30 jaren oud en ongehuwd, zes jaren lang bij mij als koetsier heeft gediend en gedurende dien tijd zeer trouw, fatsoenlijk en vlijtig is geweest en zich daarbij geheel vrij van sterken drank
172
heeft getoond, betuig ik hiermede volgens waarheid. Zijn omgang met paarden en rijtuig was steeds uitstekend. Deze getuigenis wordt door mij afgegeven aan gemelden Johannes van Dam, opdat hij er gebruik van make, wanneer en waar hem zulks goed zal dunken.
Arnhem , 27 Januari 1879.
J. G. H. Baron van Salang.
b. Voor een knecht.
Toonder dezes , Mathijs van Houten, geboren te Valburg , 37 jaar - oud en ongehuwd, heeft sinds drie jaren, van 1 Mei 1876 tot 1 Mei 1879 , bij mij ondergeteekende als knecht gediend en is gedurende dat tijdsverloop steeds dienstvaardig, gewillig, vlijtig, gehoorzaam , trouw en eerlijk geweest, zoodat ik altijd uiterst tevreden over hem was en hem nu zeer noode uit mijn dienst laat vertrekken. Dewijl hij echter een beteren dienst wil zoeken , kan ik niet nalaten hem dit attest, naar waarheid en plicht, te overhandigen.
Nijmegen, 30 April 1879.
T. H. Jhr. de Muur.
c. Voor een dienstbode.
Dat Maria Twijn uit Kekerdom van Paschen 1874 tot 1 Mei 1879 bij mij als keukenmeid gediend en zich vooral onderscheiden heeft door bekwaamheid , ijver, kennis en goed gedrag, maar nu wegens een slepende ziekte harer moeder mijn dienst moet verlaten , getuigt volgens de zuivere waarheid
A. Bruinsma,
Sneek , 1 Mei 1879. Burgemeester.
Of:
Toonster dezes, Dora Groep uit Leuth, heeft sinds 1 Mei 1878 bij mij als keukenmeid gediend en is vlijtig, bekwaam en trouw , maar daarbij zoo praatziek en vuil, dat ik haar op heden uit mijn dienst binnentijds moet ontslaan.
Elburg 12 Juli 1878. Dr. Adolf Heinrichs.
d. Voor een klerk, op wiens gedrag aanmerkingen zijn. De ondergeteetende, koopman' tè Botterdam , getuigt cfat de Heer August Staal sinds anderhalf jaar bij hem als klerk gediend heeft en daarbij uitmuntende bewijzen van kennis eu
173
bekwaamheid gaf; maar tevens moet getuigd worden, dat zijn gedrag niet zeer best was, tengevolge waarvan liij dan ook eindelijk door mij ontslagen moest worden.
Eotterdam, 1 November 1878. A. de Vlieg.
e. Voor een meesterknecht, wegens dronkenschap ontslagen.
Dat de Heer Arnold de Hoog uit Antwerpen sinds twee jaar en drie maanden in mijn fabriek als meesterknecht gewerkt heeft, maar zich gedurende de laatste drie maanden zoodanig aan dronkenschap overgaf, dat er voor mijn fabriek de grootste nadeelen uit ontstaan zouden zijn, wordt door mij ondergeteekende hiermede betuigd.
Tilburg, 1 Augustus 1878. J. Jeket.
261. Aan een zieke Vriendin die de pokken heeft gehad.
Lieve Anna,
Lange, bange dagen verkeerde ik wegens U in de grootste onrust. Steeds sidderde ik voor Uw leven, dat mij even dierbaar is als mijn eigen leven. Dagelijks vroeg ik den geneesheer , die over U ging, den oppasser, die U bewaakte en de dienstboden, die bij U uit- en ingingen, naar U en thans heeft men mij verzekerd, dat Gij aan de beterhand zijt. Daarom ijlde ik reeds naar Uw woning, omdat ik hoopte, dat ik mijzelf zou mogen overtuigen van Uw vooruitgang, waarbij ik dan het schoonste loon voor mijn lange en bange vrees meende te zullen vinden in Uw aanblik. Maar ik werd gruwelijk teleurgesteld , want men liet mij niet binnen en men scheepte mij af met de nare boodschap , dat Gij niemand be-liefdet te zien. Vol smart ging ik heen, maar toen trof ik Uw jongst dienstmeisje, Julia, en deze had medelijden met mij. Zij deelde mij iets mede, waarvan ik in de verste verte geen voorgevoel konde hebben, namelijk, dat Gij de pokken hadt gehad.
O, lieve Anna , hoe slecht kent Gij de gevoelens van vriendschap en liefde , die mij aan U boeien, omdat Gij hebt kunnen gelooven, dat mijn gevoelens niet bestand zouden zijn tegen eenige verandering in Uw gelaatstrekken. Hoewel •rota mg gezegd-heeft •? dat de-gevreesde niekte U nog al geschonden moet hebben, zoodat (Jij nooit meer Uw vroegere schoonheid terug zult krijgen , toch moet Gij U niet verbeelden , dat ik daarom minder liefde voor U zou gevoelen en
174
voor mij moogt Gij U deswege niet schamen. Gij weet, dat ik voor een misvormd gelaat niet bang ben ; of vreest Gij misschien, dat ik zoo weinig menschenkennis zou hebben, dat ik U dat ongeluk zou kunnen laten voelen ? Zet die vrees maar gerust ter zijde en blijf als vroeger mijn zielsvriendin en mijn trouwe gezellin. Heden over acht dagen kom ik weer aan Uw huis en dan laat ik mij niet meer afwijzen. Zien en spreken moet U dan
Van huis, 2 Mei 1879. Uw Christina.
263. Aanvraag om een agentschap.
Venlo, 12 Juli 1878.
Mijnheer ,
Niet ongaarne zou ik mij met eenig goed agentschap belast zien. Dewijl ik als vaste klerk bij den notaris Haltman alhier nog al veel vrijen tijd disponibel heb en dewijl ik door mijn betrekking nog al met veel menschen in aanraking kom, geloof ik, dat ik juist daardoor zeer goed als agent zou kunnen ageeren. Tengevolge van Uw advertentie in ons weekblad van 8 dezer, neem ik dan ook de vrijheid mij tot U te wenden om te vragen, of het agentschap in die advertentie aangeboden van dien aard is, dat het door mij waargenomen zou kunnen worden. Zoo ja , gelieve mij dan op de hoogte te brengen aangaande den aard van dat agentschap en den omvang van de werkzaamheden , die er aan verbonden zijn. Tevens zou ik dan de hoegrootheid willen weten van den borgtocht, die waarschijnlijk geëischt zal worden.
Mijn patroon kan U aangaande mijn persoon en mijn soliditeit , alsmede aangaande mijn manier van werken voldoende informaties geven , terwijl tevens, indien zulks noodig mocht wezen , door mij de beste getuigschriften van zeer achtingswaardige personen geproduceerd kunnen worden.
In afwachting heb ik de eer te zijn
Uw dienstwillige dienaar, A. van Belle.
263. Dienstaanbieding.
Harderwijk, 10 Augustus 1878.
Mijnheer,
Mijn tegenwoordige patroon , de Heer Jansen alhier, maakte mij heden opmerkzaam op een aanvraag om een bediende in, een kmidenierswinkel, waarbij tevens eenigo kennis van het' boekhouden gevorderd wordt, welke aanvraag voorkomt iu het Handelsblad vau gisteren.
175
Daarom neem ik bij dezen de vrijheid mij voor die betrekking bij UEd. aan te bieden. Ter TJEds. informatie moge strekken , dat ik thans tweeëntwintig jaar oud en ruim zes jaar in het vak van kruidenierswaren bij genoemden Heer Jansen werkzaam ben, waarbij ik steeds door mijn gedrag en mijn geschiktheid, alsmede door mijn omgang met onze kalanten het vol vertrouwen van mijn patroon mocht verdienen en genieten.
Indien UEd. genegen mocht zijn om met mij in nadere onderhandeling te treden, dan zal het mij hoogst aangenaam wezen, wanneer ik weldra UEds. voorwaarden en den ge-wenschten tijd van indiensttreding zal mogen vernemen, opdat ik vooraf met mijn Ouders over mijn voorgenomen verwisseling van standplaats zal kunnen raadplegen.
Met de meeste achting verblijf ik inmiddels
UEd. Dw. dienaar, T. de Winkel.
364. Een Vader verzoekt een garnizoenscommandant om zijn zoon in het werk te hebben.
HoogEdelGestrenge Heer,
Voor mij was het een zeer groot verlies, toen ik mijn zoon Cornelis bij zijn indeeling als miliciën bij het 6e regement, 8e compagnie infanterie , die alhier in garnizoen ligt, moest missen. Maar ik droeg dat verlies geduldig, omdat ik mij aanhoudend vleide met de hoop , dat mijn zoon gelukkig genoeg zoude zijn om bij de loting, welke onlangs plaats heeft gehad, zulk een nummer te trekken, dat hij met 1 October a.s. huiswaarts mocht keeren. Maar tot mijn leedwezen heeft zich die hoop niet verwezenlijkt.
Dewijl mij echter van bevoegde zijde verzekerd is , dat mijn zoon meer dan genoeg ervaren is in de militaire oefeningen van de infanterie , zoodat hij deze niet meer behoeft bij te wonen en dewijl ik, die een talrijk gezin te mijnen laste heb, zijn hulp in mijn vak van kleermaken, waarjn mijn zoon zeer bedreven is , ten hoogste noodig heb om een knecht te sparen, die mij veel kost en daarbij nog maar een knecht, geen volslagen werkman is, zoo neem ik de vrijheid UHEGestr. bij dezen eerbiedig en beleefd te verzoeken, of mijn zoon , Cornelis van den Ham , niet met 1 October a.s. ontslagen zou * kflnnenquot; wordên van* den'krijgsdienst* door hem dé vergunning te schenken, dat hij mij gedurende den dag in mijn bedrijf mag komen steunen, waardoor hij mij kan helpen voorzien in
de behoeften van mijn gezin, dat uit elf personen bestaat.
Indien TJHEGestr. mijn toestand in aanmerking neemt, dan geloof ik , dat er niets onbillijks in mijn verzoek ügt, zoodat ik UHEGestr. ootmoedig verzoek mijn vraag in te -willigen, terwijl ik de eer heb met de meeste hoogachting te zijn van Uw HoogEdelGestrenge Utrecht, de zeer dienstvaardige dienaar ,
31 September 1878. P. van den Ham.
365. Aan een Burgemeester om vrij te zijn van inkwartiering.
Lienden, 13 Augustus 1878.
WelEdelAchtbare Heer,
Volgens berichten , die in verschillende dagbladen voorkomen en volgens het algemeen gerucht, dat, naar mij verzekerd werd , bepaald waarheid moet bevatten , zullen de troepen , welke weldra in deze gemeente gedurende ee,inge weken zullen komen kampeeren , bij de ingezetenen worden ingekwartierd.
Steeds heb ik in gewone omstandigheden aan deze verplichting voldaan, die volgens de wet op eiken Nederlander rust, zoodat ik het aantal krijgslieden , dat mij aangewezen werd , altijd heb geherbergd. Maar thans dwingt mij de treurige toestand, waarin ik mij bevind tengevolge van de langdurige, bedenkelijke en zorgbehoevende ziekte mijner echtgenoote , dat ik mij tot UWEAchtb. wend met het beleefd verzoek, of ik voor dezen keer verschoond moge blijven van eenige inkwartiering , welke dan ook, omdat het mij onmogelijk is zelf vreemden te .herbergen , of die bij anderen, zooals in steden kan gebeuren, voor geld en goede woorden uit te besteden. Yolgaarne wil ik bij volgende gelegenheden , wanneer ik in minder drukkende omstandigheden verkeer en indien het noo-dig mocht wezen , zoolang een dubbel aantal militairen huisvesten , tot ik geheel voldaan zal hebben aan de verplichting, welke mij de wet thans oplegt.
Met de meeste onderscheiding heb ik de eer te zijn van UwWelEdelAchtbare
de gehoorzame dienaar, T. in de Betuw.
366. Men verzoekt een Vriend een woning te huren.
............... A™ hem.. 1 April 1879.
Beste Vriend,
Zooals Gij reeds uit de courant gezien zult hebben , ben ik
177
telegrafist eerste klasse geworden en daarbij overgeplaatst naar Amsterdam , waar ik 1 Mei aanstaande in functie moet wezen. Die overplaatsing geeft mij nu zooveel overvloedige en groote drukte, dat het mij onmogelijk zal wezen er een paar dagen uit te breken om in Amsterdam vóór primo van de volgende maand een woning te gaan huren. Daarenboven ben ik met Amsterdam en met Amsterdamsehe toestanden vrij slecht op de hoogte. Zoudt Gij mij daarom eens van dienst willen zijn en voor mij een woning huren, liefst in de nabijheid van het telegraafkantoor ?
Gij weet, dat ik getrouwd ben en drie kinderen heb. Daarom zal ik de volgende appartementen moeten hebben : een huiskamer , twee slaapkamers, een salon , een studeerkamer, een optrekje voor de meid, een keuken en als het kan , gebruik van zolder en kelder. Zorg vooral, dat ik een droge huizing en liefst een onderhuis krijg, want aan trappenklimmen heb ik een broertje dood. Dewijl het ongemeubileerde vertrekken moeten zijn, geloof ik, dat er met f 800 of op zijn hoogst met f 1000 al zeer veel gedaan zal kunnen worden.
Indien Gij voor 1 Mei niet gehuurd hebt, kunt Gij er zeker van zijn , dat wij met ons allen Uw woning , ten minste gedeeltelijk, want een minimum huizing zult Gij toch zelf moeten houden , maar in beslag nemen, tot wij samen iets naar mijn gading hebben gevonden. Doe dus Uw best maar eens om voor mij wat te vinden , want anders zult Gij zelf de nadeelige gevolgen moeten dragen van Uw ongedienstigheid. Eeeds verheug ik er mij op, dat ik U weldra de vriendenhand zal mogen drukken. Geloof mij steeds tot eiken wederdienst bereid en wees overtuigd, dat ik nog altijd ben
Uw trouwe vriend, A. Kist.
267. Antwoord op No. 366.
Amsterdam, 27 April 1879.
Waarde Vriend ,
Het doet mij innig genoegen , dat ik U, al is het ook wat laat, feliciteeren mag met Uw bevordering. Hoewel ik U reeds een kaartje stuurde en er ook één retour ontving, toch kan ik niet nalaten U bij dezen, mijn eersten brief na Uw welverdiende bevordering, mijn welgemeende vreugde te betuigen over den grooten stap, dien Gij daardoor op Uw ambtenaarsloopbaan hebt vooruitgezet.. Nog grooter genoegen doet het mij , dat Gij thans in Amsterdam zult komen, want ik heb hier weinig vrienden en mijn conversatie is dus zeer beperkt, zoo-
12
178
dat ik mij van onzen vriendschappelijkon omgang zeer veel voorstel. Tot mijn leedwezen evenwel heb ik niet kunnen slagen met het huren van een woning, hoewel ik geen moeite gespaard heb. De eene was te klein , de andere te ruim en de enkele benedenhuizen, die U zouden kunnen lijken, kwamen zoo duur in prijs , dat ik niet durfde huren. Thans zijn er bij Uw kantoor nog drie woningen open, maar bij allen is een maar, dat ik niet - op mijn verantwoording durf nemen. Intusschen blijven zij tot na primo Mei open en dan kunt Gijzelf zien en Uw eigen keuze doen. Zeer gaarne zal ik mijn huis ter Uwer beschikking stellen, zoolang Gij niet ingespannen zijt. Mijn vrouwtjen is wat in haar sohik, dat zij nu eens drie kleinen in huis krijgt. Misschien koopt zij er nog wel één van U, want een kinderloos huwelijk is ook niet alles. Maar daar is weinig aan te doen ; men moet dat maar nemen, zooals het komt.
Telegrafeer ons met welken trein Gij komt, dan zullen wij U afhalen. In afwachting daarvan
geheel de Uwe , B. Nikkels.
268. Verzoek om klandizie.
Eoermond, 1 Mei 1879.
WelEdele Heer,
Veertien dagen geleden overleed alhier de schoenmaker Tennissen , die de eer had voor UWEd. te mogen werken en naar ik met zekerheid weet, zal de affaire niet door de Weduwe worden voortgezet. Daarom zal UWEd. het mij wel niet ten kwade duiden , indien ik bij dezen de vrijheid durf nemen mij in UWEds. gunst aan te bevelen, waarbij de toekomst en UWEds. goedgunstig vertrouwen zullen moeten leeren, in hoeverre ik UWEds. gunst waardig zal kunnen wezen. Maar eenigszins durf ik mij met het oog op mijn talrijke cliëntele uit den aanzienlijksten stand, voor welke ik al jaren lang naar genoegen werkzaam mocht wezen , vleien , dat ik ook wel in staat zal wezen om UWEds. geëerde orders naar wensch uittevoeren.
Door een snelle en solide bediening, door smaakvol werk naar de laatste modellen en door billijke prijzen hoop ik UWEd. te mogen overtuigen , dat ik UWEds. gunst waardig ■kan-weEéü , terwijl ik*inmiddels Inét de^rootSte hoogachting blijf
UWEds. Dv. dienaar, T. van Draai.
179
269. Verzoek om behoud van klandizie.* Wageningen, 12 Augustus 1878.
Mevrouw,
Met den diepsten weemoed meld ik UWEd. bij dezen, dat mijn geliefde echtgenoot, Jacobus Stijl, mr. kleermaker alhier, heden voor acht dagen het tijdelijke met het eemvige verwisseld heeft. Hoe zwaar mij die slag ook moge treffen, toch meen ik de gegronde hoop te mogen koesteren, dat de geëerde begunstigers van den overledene mij voortaan nog met hun gunst zullen blijven vereeren , omdat mij , weduwe met vijf kinderen, anders het brood ontnomen zou worden. Mijn oudste zoon , die reeds lang de rechterhand van zijn onvergetelijken Vader was en hem zeer trouw bij don arbeid ter zijde stond, zal nu met assistentie van een zeer bekwamen coupeur de ge-heele leiding van onze zaak op zich nemen , zoodat hij met inspanning van zijn krachten in staat zal wezen om alles op den ouden voet te houden en zijn talrijke klanten even solide en civiel zal kunnen behandelen, als tijdens het leven van mijn echtgenoot het geval is geweest. Dewijl er dus van mijn kant geen doorslaande verandering plaats grijpt, zoo meen ik mij te mogen vleien met de aangename verwachting, dat mijn verzoek om behoud van UWEds. gunst en recommandatie een gunstig gehoor zal mogen vinden , zoodat ik mij voortaan zal mogen blijven noemen
UWEds. dienstwillige dienaresse .
Wed. S. Stijl, geb. Klamp.
270. Informatie naar een meisje, waarmede men verkeering wenscht aan te knoopen.
's Hertogenbosch , 10 Augustus 1878.
Mijn vaderlijke Vriend,
Dewijl Gij mij reeds sinds mijn prilste jeugd kent en dewijl Gij mij , vooral na den dood mijner Ouders , aanhoudend en belangeloos met raad en daad ter zijde stondt, zoo geloof ik mij niet aan onbescheidenheid schuldig te maken, indien ik U bij dezen om raad durf vragen aangaande een stap, die voor mij voor tijd en eeuwigheid de gewichtigste 'gevolgen kan hebben. Dat van weerszijden de noodige discretie betracht moet worden , zal ik U wel niet behoeven te herinneren. De zaak .isT dezö: * ■* • - . •-« . .v.,.
Sinds 1 Mei logeerde alhier bij Mevrouw Spoor een Nij-meegsch meisje, Jetje Heerman. Gisteren is zij weer naar haar Ouders teruggekeerd. Tijdens haar verblijf alhier had ik ruim-
180
schoots gelegenheid haar te spreken en met haar om te gaan r waarbij mij haar geheele wezen , haar manier van doen zoodanig beviel en aantrok, dat ik waarlijk verliefd denk te zijn.. Dit gevoel heb ik evenwel zooveel mogelijk verborgen gehouden, want, hoewel ik meen gemerkt te hebben , dat zij mij niet onverschillig is , toch oordeelde ik , dat ik geen stappen mocht wagen, die misschien haar gemoedsrust konden verstoren , of die haar en mij tijdens haar verblijf alhier onaangenaam konden stemmen. Maar een huwelijk is voor mij , nu ik aan het hoofd van een zaak sta, dringend noodzakelijk en daar ik nu een persoon naar mijn hart meen gevonden te hebben , zoo wilde ik van U weten, of er ook hinderpalen zijn of beletselen , die voor mij de aanknooping van dit engagement onmogelijk zouden maken. Is zij misschien al geëngageerd ? Zoo niet, is zij dan een vrouwtje voor mijn doen ? Geld is bij mij geen hoofdzaak ; mijn affaire gaat goed genoeg, zoodat ik zelfs een onbemiddeld meisje zou kunnen huwen. Maar nu zoudt Gij , beste Vriend , mij wel kunnen inlichten , of zij misschien ook te gefortuneerd is, of het hart te hoog draagt voor een koopman. Een nuf kan ik volstrekt niet hebben en hoewel zij op mij den indruk gemaakt heeft van een vroolijke, cordate, werkzame ziel te zijn, toch kan ik mij in haar bedriegen. Gij, als geboren Nijmegenaar , kunt misschien haar karakter grondig kennen. Licht mij dienaangaande dan ook eens goed in, voor ik mijn aanzoek bij haar doe.
Dit is nu mijn geheele zaak , waarde quot;Vriend. Mijn vertrouwen , dat Gij mij goeden en welgemeenden raad zult geven , zal door U wel niet beschaamd worden. Uw langdurige vriendschap , Uw gezond oordeel en Uw rijpe ondervinding blijven mij daarvoor borg. Geef nüj volgens Uw geweten raad en geloof , dat Uw raadgevingen, hetzij deze in een goedkeurenden of afkeurenden zin gegeven worden, steeds gevolgd zullen worden door
Uw , U toegenegen vriend , T. Spoor.
271. Verontschuldiging wegens een tegengevallen leverantie.
Vlaardingen, 27 Maart 1879.
WelEdele Heer,
Tot mijn leedwezen verneem ik, dat de goederen, welke ik onlangs de eer had aan UWEd. te leveren , niet voldoen aan de verwachting, welke UWEd. dienaangaande gekoesterd had. Temeer spijt mij dit, dewijl ik stellig verwacht had, met deze
T
181
leverantie nog al eer te zullen inleggen. Geheel onbegrijpelijk ia het mij , hoe er geklaagd kan worden over mindere kleurvastheid en over tegenvallen in het dragen van de geleverde goederen, dewijl de fabriek, waaruit ik mijn voorraad opdoe, steeds solide werk levert en vooral om haar vaste kleuren algemeen bekend en beroemd is. Stellig kan ik UWEd. verzekeren, dat mij buiten UWEds. klacht nog nooit eenige klacht ter ooren is gekomen aangaande goederen uit die fabriek , welke door mij werden afgeleverd. Toch ben ik evenwel bereid mijn leverantie, zooverre mogelijk, terug te nemen en UWEds. reclame aan mijn leverancier met de stukken ten bewijze op mijn kosten toe te zenden om zoodoende redres te krijgen en vergoeding van de schade, die anders UWEd. of mijn persoon zou moeten dragen. Dan zal er wel geen sprake meer kunnen zijn van ontevredenheid; want ik ben overtuigd , dat UWEd. mij dan wel zal verontschuldigen voor een misslag, die volstrekt niet in mijn bedoeling lag en dien ik niet kon voorkomen. Daarenboven geeft mij de stellige overtuiging, dat ik UWEd. sinds lange jaren steeds zeer goed heb mogen bedienen, de vaste hoop, dat UWEd. mij voor ditmaal wel vergiffenis zal willen schenken, zoodat ook voor de toekomst mij UWEds. vertrouwen niet ontnomen zal worden , waarbij door mij dan voorzeker de uiterste pogingen zullen aangewend worden om UWEds. tevredenheid voortdurend te blijven verdienen.
Met de meeste achting heb ik de eer te zijn
UWEds. Dv. dienaar, A. Aarons.
272. Verontschuldiging wegens te late aflevering van werk,
Tilburg , 19 October 1878.
WelEdele Heer,
Bij dezen moet ik UWEd. beleefd om verschooning verzoeken wegens de late aflevering van de bijgaande goederen. Het vertrouwen, waarmede UWEd. mij reeds vele jaren geliefde te vereeren , verplicht mij tevens nader te omschrijven, waarom ik mijn werk onmogelijk op den bepaalden tijd kon afleveren.
Korten tijd na de ontvangst van UWEds. geëerde orders werd ik zoo ernstig ongesteld, dat ik niet alleen een volle maand mijn kamer en mijn bed moest houden , maar dat ik mijzelf ook onmogelijk met zaken kon bezighouden, hoe ernstig of dringend zij ook mochten wezen. Hoewel toen de uitvoering van UWEds. geëerde orders gevoegelijk aan een knecht zou hebben opgedragen kunnen worden, toch Ijegreep ik, dat ik
182
aan XJWEds. nauwgezetheid en aan mijn eenmaal als goecï gevestigden naam verschuldigd was zelf de leiding van de •werkzaamheden aan TJWEds. goederen te moeten voeren. Thans is alles zoodanig afgewerkt, dat zelfs de meest kieskeurige deskundige geen enkele fout zou kunnen aanwijzen, want in dat geval verlaat geen enkel stuk mijn winkel; maar daarentegen moet UWEd. mij versehoonen , dat ik wegens ernstige ziekte eerst laat aan UWEds. goederen heb kunnen beginnen.
Ongetwijfeld zal al mijn werk, als vroeger ,■ volkomen UWEds. goedkeuring wegdragen en voortaan zal ik steeds mijn uiterste best doen om UWEds. geëerde orders steeds op den bestemden tijd uitgevoerd te hebben. Na mij dus voor de toekomst voortdurend in ü WEds. gunst te hebben aanbevolen v blijf ik met de grootste hoogachting
UWEds. Dienstwillige dienaar, A. van Zanten.
273. Aan een Vriend, wiens echtgenoote bevallen is van een dood kind.
Franeker, 17 Juni 1878.
Beste Vriend,
Tot mijn leedwezen vernam ik uit Uw geëerd schrijven van gisteren, dat Uw dierbare Echtgenoote bevallen is van een doodgeboren aoon. Hoe blijde kon ik mijzelf al maken in den laatsten tijd , als ik dacht. hoeveel vreugde Gij smaken zoudt, als Gij voor de tweede maal Vader zoudt worden en dat had ik stellig verwacht, omdat Uw echtgenoote voortdurend veel beter was dan tijdens haar eerste zwangerschap. Dat hebt Gij mij immers zoo dikwijls verzekerd en nu is zoo onverwacht al onze hoop verijdeld. Maar wij mogen God nog danken , dat Hij voor U , al is het kind verloren , de moeder nog heeft behouden , want haar leven heeft immers ook ernstig gevaar geloopen. Van ganscher harte hoop ik, dat zij weldra weer haar vorige krachten terug zal hebben, zoodat ik haar bij mijn overkomst, heden over drie weken, als geheel genezen zal kunnen begroeten. Daarenboven staat Gij beiden in de fleur des levens , zoodat er gegronde hoop gekoesterd mag worden , dat Gij weldra Uw geleden verlies, dat trouwens meer dan smartelijk is, weer zult kunnen herstellen. En Uw eerste spruit geeft ü immers thans al een onuitputtelijken schat van de reinste vreugde. Als die maar gespaard blijft, dan kunt Gij van Uw eerstgeborene nog oneindig veel genoegen beleven en onder Uw verstandige en goede leiding zal hij een even
183
goed en bruikbaar lid van de maatschappij worden , als Gij nu zijt.
Vaarwel, tot na drie weken. Groet Uw ega en wensch Laar spoedige beterschap van
Uw vriend, A. Kuiten.
274. Een vriendin aan een andere.
Grave, 2 Februari 1879.
Beste Anna,
Hartelijken dank voor Uw welgemeende nieuwjaarswenschen , hoewel het jaar '79 zich maar duister voor mij instelt met een bevalling, die mij alle dagen te wachten staat en waarvan natuurlijk niemand den afloop vooruit kan zeggen. Te meer vrees ik thans , dewijl ik voor de eerste maal geheel alleen, aan vreemden ben overgegeven , omdat ik verleden winter naar hier verhuizen moest, zoodat mij van huis thans geen hulp meer geboden kan worden, wat vroeger voor mij een groot genot en een onschatbare weldaad was. Deze gedachte vervult mij thans aanhoudend met angst en er rest mij niets dan gelaten den wil van God af te wachten, die mijn eenige steun en troost moet zijn. Met genoegen vernam ik de bevalling van Uw zuster en nog wel van een meisje. Wat zal zij gelukkig wezen! Feliciteer haar van mij en wees verzekerd , dat ik U denzelfden voorspoed toewensch.
Yerleden Maandag is mijn zuster Maria vertrokken; Frits kwam haar halen, maar had geen bijzonder nieuws uit Steenbergen. Thuis zijn z'allen gezond , hoewel Papa en Mama beiden hun kamer nog moeten houden , dewijl zij zwaar verkouden zijn geweest; zoodat er volstrekt geen plan kan zijn om Mama naar Grave te laten komen. Sinds November is zij niet meer in de kerk geweest. Aan mijn zuster Jans heb ik in mijn omstandigheden niet veel en daarbij zijn wij zoo akelig klein gehuisd, dat ik bijna niemand hebben of bergen kan. Als zij komt, zal mijn man beneden moeten slapen en daar zal hij veel bezwaren tegen hebben. Nu blijft hij in de logeerkamer en ik blijf met de baker op mijn eigen kamer. Dat geeft dus een heele verandering, maar, in Gods naam I als ik maar van mijn pakjen af ben.
Mijn zuster Marie zal Meter en August Heeren Peter worden. Gij behoeft niet bang te zijn , dat die twee ooit samen zullen trouwen , want Marie zou mijnheer Kam nog voor geen honderd pond klontjes een blauwtje geven.
184
Met de meiden ben ik weer gesteld, maar wie weet voor hoe lang? Doortje heeft gevraagd en gesmeekt, of zij toch weer blijven mocht en omdat zij nog al goed voor de kinderen is en omdat er veel drukte op handen komt, nu er weer zulk een presentjen in aantocht is, zoo zijn wij maar besloten om haar te houden. Verleden week heb ik een keukenmeid uit Eavestein gehuurd. Tot mijn troost dient nog al, dat ik het niet alleen ben, die zoo met de meiden sukkelt. Annette zoekt nog een keukenmeid, Mathilda heeft er sinds verleden week een, maar zoekt nu nog een kindermeid en een werkmeid en Jet zoekt nog twee boden. Zoo is het overal wat en daarom is het maar het beste, dat ieder zijn eigen kruis draagt. Nieuws nit Grave kau ik U niet mededeelen , omdat er in dit nare gat nooit nieuws is. Pietje Koppe gaat morgen trouwen; zij trouwt bij haar moeder in. Hij is een timmermansknecht en begint nu voor eigen rekening als baas. Maar ik vrees ten zeerste, dat zijn timmermansschap in dit armoedig Grave zeer weinig zal opnemen.
Nu, Anna , houd U maar goed. Veel complimenten van al onze kinderen, die het zeer goed maken. Ontvang ook de onze van
L. van Wijle, geb. Deraar.
(Op eerstgenoemde schrijve men slechts zaken , die iedereen gerust lezen mag. Een brief verdient altijd de voorkeur. De stijl van briefkaarten en telegrammen veroorlooft weglating van alle complimenten. Men mag daarom een briefkaart gerust adresseeren op de volgende wijze: Aan J. Sandees , rentenier te Arnhem. Omdat het adres op een briefkaart nog al eens vergeten wordt, is het raadzaam dit het eerst te schrijven. Bij telegrammen laat men alle overtollige woorden weg, om voor het zakelijke van het bericht, dat per woord betaald en op de kantoren op een gereedliggend formulier ingevuld wordt, plaats te winnen.)
Briefkaart.
Amice,
Komt Gij, of niet? Gelukzalig Nieuwjaar met al de Uwen. Hier is alles wel. Is de partij rogge afgezonden en tot welken prijs? Hoe is de rest van de markt. Meld mij in Uw district aan als lid van Eigen iïulpquot;. ■ ' '
Datum postmerk. Jansen.
185
Telegrammen.
Verbouw , Molenstraat, Nijmegen. Vader hoogst bedenkelijk. Overkomst zeer gewenscht. Oom Toon kennisgeven. Mees inkasseeren.
Verbouw.
Zuidam , Leuvenhaven , Eotterdam. Varkens 29 : rijzend. Aardappelen 370 : stilstaand. Appels 500. Peren 700. Zend morgen Koophandel 500 bloemkoolen.
Janssen.
I. Binnenland.
Binnenlan dsche brieven zijn die, welke verzonden zijn van en bestemd zijn voor een plaats in het Koninkrijk der Nederlanden. Indien het gewicht niet meer dan 15 grammen bedraagt en zij gefrankeerd ter post worden besteld, wordt er een port voor geheven
■troi-i Ci nontc»
van 5 cents;
boven 15 tot 50 grammen 10 cent.
Pakketten met brieven of papieren worden tot geen hooger gewicht dan 1 K.G. ter verzending aangenomen.
Ongef rank eerd e brieven worden, onverschillig hun gewicht, met 5 cents boven het bedrag der gefrankeerden bezwaard.
Ongenoegzaam getranke erde brieven worden met het port van ongefrankeerde brieven gelijkgesteld , na aftrek van het bedrag der gebezigde postzegels en met aanvulling der breuken tot het volle bedrag van 5 cents.
Frankeerzegels (Postzegels) zijn op alle post- en hulpkantoren te bekomen van 250 , 50 , 25 , 20, 15, 12^, 10 en 5 cents voor brieven en van 2l/j,2, 1 en l/2 cents meer bepaaldelijk voor drukwerk.
Briefomslagen zijn verkrijgbaar op alle post- en hulpkantoren, voorzien van een poststempel van 5 cents voor 5l/2 en van 12i/J cent voor 13 cents.
Expresse bestelling kan verlangd worden, waarvoor 15 cents boven het gewone briefport betaald wordt, wanneer de geadresseerde binnen den gewonen kring der bestelling van het postkantoor woont; voor elke 2,5 kilometer (of gedeelte daarvan) buiten dien kring, telkens 15 cents meer. Op het adres van een brief of briefkaart, van gedrukte stukken of monsters van koopwaren moet aangeduid worden, wanneer expresse bestelling verlangd wordt. Expresse-loon moet vooruit betaald worden.
Aanteekening van brieven kan geschieden met of zonder aangifte van waarde. Zonder aangifte van waarde geeft het bij verlies van hét' aangeteêkende stuk recht op een vergóËdln'g Vafi f25'.-^. Voor aanteekengeld wordt een vast recht van 10 cents geheven. Bij aanteekening met vermelding van geldswaarde is boven het gewone briefport een recht verschuldigd van 10 cents en voorts van 5 ct. voor elke flOO.— of gedeelte daarvan. Zulke brieven worden op de
187
ostkantoren tot geen hooger bedrag dan f6,000. — en op de huip-antoren tot geen hooger bedrag dan f5ü0.— ter verzending aangenomen. Port- en aauteekengeld moeten vooruit betaald worden.
Brieven met geld of kostbaarheden zijn aan verplichte aan-teekening onderworpen.
Dagbladen en gedrukte st ukken. Dag- of weekbladen, hetzij met of zonder bijvoegsels, beneden de 25 grammen betalen l/j cent, boven de 25 grammen 1 cent per nommer. Het port van bijvoegsels, die afzonderlijk worden verzonden, wordt naar het gewicht berekend, n.I. l/j cent voor elk bijvoegsel, wanneer het gewicht daarvan 25 G. of minder bedraagt en 1 cent bij hooger gewicht.
Boek-, steen- of plaatdrukwerk, of photographisch vermenigvuldigde stukken, met inbegripvan ingenaaide en ingebonden boeken, betalen 1 cent voor elk gewicht van 25 ram of gedeelte daarvan, tot een gewicht van 400 grammen; daar-oven voor elke lOO grammen ot gedeelte daarvan 2 cents. Vooruitbetaling van het port is verplichtend. Bij ontoereikende frankeering worden zij met een port ten bedrage van 3 maal de ontbrekende som belast.
Drukproeven mogen, behalve de verbetering van den tekst, ook schriftelijke aantcekeningen van den corrector, kennelijk tot de proef betrekking hebbende, bevatten, alsmede aanwijzingen voor den drukker of den zetter. De kopieën of manuscripten kunnen tegelijk met de proeven, waartoe zij behooren, onder dezelfde strook verzonden worden.
Prijscouranten, beursberichten en circulaires mogen de schriftelijke onderteekening bevatten van de leden der firma, de invulling dér prijzen, de verandering der prijsopgaven, de opgave van den naam van den handelsreiziger of de veranderde naamsop-gave van dien reiziger, alsmede aanwijzingen van het tijdstip, waarop een handelsreiziger zich bij den geadresseerde zal aanmelden.
Boeken, tijd- en vlngschrilten, plaat- en muziekwerken mogen op den omslag van een der eerste bladzijden bevatten den naarn des zenders en dien van den persoon, voor wien zij bestemd zijn. Ook mogen daarbij tegelijkertijd verzonden worden de daartoe betrekkelijke facturen, zoowel den naam van den geadresseerde als de titels en de prijzen der werken schriftelijk vermeldende. Voorts mogen ook drukfouten in een reeds afgedrukt werk aangeteekend, alsmede de woorden «Present-exemplaar van den schrijverquot; ot dergelijke er in geschreven zijn.
Best el k aarten voor boek-, plaa t-, mu z iek wer k en, d ag-en weekbladen en tijdschriften worden, open verzonden, op den voet van gedrukte stukken toegelaten met schriflelijke bijvoegingen en veranderingen, doorhalingen en onderstreepingen. Het navolgende is daarbij in acht te nemen: a. de afmetingen moeten zijn niet minder dan 9 cM. in de breedte, en 12 cM. in de lengte én niet meer dan 13 cM. in de breedte, en 18 cM. in de lengte; b. het papier van niet minder stevigheid dan dat der briefkaarten; c. de kaarten zijn aan den voorkant voorzien van het opschrift «Bestelkaart voor boekwerken, enz.quot;; en bevat daar overigens niet anders dan het adres; d. aan de achterzijde is de bestelling te plaatsen; het formulier der bestelling moet geheel of gedeeltelijk gedrukt zijn; e. de schriftelijke bijvoegingen, veranderingen, doorhalingen of onderstreepingen zijn beperkt tot den titel, het getal en den prijs van het bestelde, opgave, ol het werk gebonden, ingenaaid of los is'af te levei en en aanduiding der wijze van verzending. De schriftelijke vermelding van de plaats der aXzendjng,.de .dagtee^eniog, en^den n^am of de Jjrma der afzenders is mede geoorloofd.
Prijscouranten, aankondigingen van allerlei aard, naam- of visite- en adreskaarten, op kaartpapier gediukt, geen meerdere oppervlakte hebbende dan 18 cM. m de lengte en 13 cM. in de breedte en niet. minder dan 9 cM. lang en G cM. breed
188
(= '/j van een briefkaart) kunnen geheel open, zonder omslagen, verzonden en met i cent gefrankeerd -worden. Het adres mag dan op den achterkant worden gesclireven. Van alle andere afmetingen moeten zij van een kruisband voorzien zijn en worden dan als drukwerk voor 1 cent verzonden.
Gedrukte ot daarmede gel ijkgestelde stukken, afzonderlijk ot samen in een pakket vereenigd, znlien het gewicht van 3 KG. of de afmeting van 45 cM. in de lengte, breedte of hoogte niet te boven mogen gaan.
Alle fr ank ee ringen met post 7, egels moeten door de afzenders geschieden; vooruitbetaling met gereed geld in handen van postambtenaren kan niet meer geschieden.
Briefkaarten kosten 3 cents, met antwoord (dubbele) 6 cents.
Monsters of stalen van koopwaren. Hiervan is het port 21/, cents voor elke 75 G. of gedeelte daarvan. Boven het gewicht van 300 grammen ot eene afmeting van 30 cM. lengte, hoogteen breedte worden zij niet ter verzending aangenoitien. Bij ontoereikende frankeering worden zij met driemaal de ontbrekende som belast. Er mag geen brief of eenige andere schriltelijke of gedrukte mededeeling worden bijgevoegd dan alleen het adres.
Postwissels. Voor verzending van geld zijn aan alle post- en hulpkantoren te verkrijgen formulieren tegen betaling van l/j cent. Voor het over te maken bedrag wordt 5 cents voor elke som Van f 12.50 of gedeelte van die som gevorderd; de postwissels worden alleen op postkantoren algegeven , doch er bestaat ook gelegenheid tot het verzenden en ontvangen van geld per postwissel door tus-schenkomst der hulpkantoren.
Telegrafische postwissels worden voor geen hooger bedrag dan f2,500.— afgegeven, alleen tusschen postkantoren en plaatsen in het Wijk, waar een rijkstelegraal kantoor is gevestigd. Het gewoon recht van 5 cents per 112,50 ot gedeelte van die som wordt geheven, benevens 30 cents voor elke telcgi-ara van 20 woorden, ot fl.— voor ■een «dringendequot; telegram.
Invordering van gelden op quitantiën, de f150.— niet te bovengaande, geschiedt door- postkantoren legen een recht van 10 cents voor elke flO.— of gedeelte van die som. Quitantiën van hooger bedrag dan flO— moeten op gezegeld papier zijn geschreven.
Vrijstelling van briefport wordt niet erkend dan die bij een koninklijk besluit is verleend.
Brieven aan den Koning en de leden der koninklijke familie, aan lt;te hoofden der ministeriëele departementen, mits in deze hun qualiteitj zijn vrijgesteld.
Dienstbrieven van de departementen van algemeen bestuur, de provinciale besturen en verdere hooge collegiën en autoriteiten zijn van port vrijgesteld, mits op het atTres door den afzender gestempeld , o! van het contraseign van den afzender voorzien.
Voor ambtelijke mededeelingen tusschen ambtenaren en autoriteiten, die voor hun ondei linge briefwisseling portvrij genieten, maar uitsluitend tusschen deze, kan worden gebruik gemaakt van open kaarten, geheel of gedeeltelijk gesehreven ol gedrukt
De ahnetingen dier kaarten mogenniet minder zijn dan 9 cM. breedte en 12 cM. lengte en niet meer dan 13 cM. breedte en 18 cM. lengte. Zij mogen van niet minder stevig papier zijn dan de briefkaarten.
Dienstbrieven aan port onderworpen, van departementen en collegiën van openbaar bestuur en openbare autoriteiten afkomstig, zijn, ongefrankeerd, aan geen verhooging van port onderworpen , mits zij, vóór zij ter post bezorgd worden , voorzien zijn van een merk als bovenvermeld.
Bestelling op de beurs te Amsterdam, te Rotterdam of te Schiedam verlangd wordende, moet dil verlangen op het adres worden uitgedrukt.
189
Brieven poste-restante worden, zooveel mogelijk, ook buiten de uren, dat het postkantoor geopend is, afgegeven, nadat de beambten zich van de identiteit des persoons, die zich aanmeldt, overtuigd heeft.
Afhalen van brieven kan geschieden, wanneer men zich daartoe bij het postkantoor, tegen betaling van het daarvoor verschuldigde, abonneert.
Spaarbanken. Er bestaat gelegenheid om, door tusschenkomst van alle post- en hulpkantoren, gelden aan spaarbanken over te maken en terugbetaling daarvan te erlangen.
Ue belanghebbenden kunnen op elk kahtoor vernemen, met welke spaarbanken het in betrekking staat en daaruit een keuze doen.
Wie een eerste inlage in een spaarbank wil doen, zendt het bedrag dier inlage aan haar toe per postwissel, vergezeld van een aanvrage om als inlegger te worden toegelaten.
Voor deze aanvrage is, zonder verdere betaling dan het wegens den postwissel verschuldigde recht, gebruik te maken van de strook, waarmede de postwissel is voorzien.
Het bestuur der spaarbank , de toelating verleenende, zendt aan den inlegger een spaarbankboekje volgens model , waarin het overgemaakte bedrag als inlage is ingeschreven, onder aftrek van de kosten van het Doekje en van het voor de verzending daarvan verschuldigde frankeergeld, voor zooveel een en ander door het bestuur der spaarbank in rekening wordt gebracht.
Door het bestuur der spaarbank worden de boekjes van een volg-nommer voorzien.
Dit volgnommer wordt door den inlegger steeds vermeld, wanneer hij betrekkelijk zijn inlagen eenige mededeeling heeft te doen of inlichting te vragen.
Verdere inlagen worden mede per postwissel aan de spaarbank overgemaakt.
Bij de storting van het bedrag legt de belanghebbende zijn boekje aau het post- of hulpkantoor over. Het gestorte bedrag wordt daarin op dat kantoor bijgeschreven en deze aanteekening door den postbeambte, onder vermelding der dagteekening, met zijn handteekening en den poststempel van zijn kantoor gewaarmerkt.'
Het bestuur der spaarbank zendt, zoodra mogelijk na ontvangst van den postwissel, een gefrankeerd bewijs van den ontvang der ingelegde som rechtstreeks aan den belanghebbende toe.
Indien de inlegger niet binnen veertien dagen na de verzending van den postwissel, hetzij, wanneer het een eerste inlage betreft, het boekje, hetzij, bij verdere inlagen, het ontvangbewijs heeft ontvangen, geeft hij daarvan rechtstreeks kennis aan het lioofdbestuur der posterijen. Die kennisgeving kan ongefrankeerd met de post worden verzonden.
De inlegger, die eenig op een boekje ingeschreven bedrag wenscht terug te ontvangen, zendt een daartoe strekkende gefrankeerde aanvrage aan het bestuur der spaarbank.
Deze aanvrage gaat vergezeld van een formulier-postwissel ;n blanco, waarop de belanghebbende vooraf heeft vast te hechten zoodanige waarde aan postzeguls, als het verschuldigd recht voor de overmaking der som, die terug verlangd wordt, bedraagt.
Het bestuur der spaarbank doet, zoo de stand der rekening van den inlegger zulks toelaat, zoo noodig na verloop van den bij haar statuten of reglementen vastgestelden termijn van opzegging, het gevraagde bedrag per postwissel, — waartoe is gebruik te maken van het toegezonden formulier, — aan den belangheobende toekomen.
Bij de uitbetaling legt de belanghebbende, nevens den voor voldaan geteekenden postwissel, aan het post-of hulpkantoor zijn boekje over, waarin het terugbetaalde bedrag aldaar wordtafgescfireven en deze aanteekening, onder vermelding der dagteekening, door den postbeambte met zijn handteekening cn den poststempel van het kantoor gewaarmerkt.
190
Bij geheele afbetaling van het boekje wordt dit ingehouden en door liet post- of' hulpkantoor aan liet bestuur der spaarbank teruggezonden. De kosten, op die terugzending vallende, zijn voor rekening van den belanghebbende.
Het tijdstip, waarop elk boekje, eens in het jaar ter bijschrijving van rente naar de spaarbank moet worden opgezonden, wordt door het bestuur der spaarbank op den omslag vermeld. De opzending geschiedt onder kruisband en gefrankeerd.
De formulieren van postwissels en die van aanvrage om terugbetaling zijn, tegen betaling van een halve cent per stuk, verkrijgbaar op 'alle post- en hulpkantoren.
Het recht voor postwissels, die uitsluitend strekken tot het beleggen van gelden in spaarbanken of tot terugbetaling van ingelegde geiden, wordt vastgesteld op 2'/j ct. per f 12.50 of gedeelte daarvan.
II. Buitenland.
Brieven met gemunt goud of zilver, edelgesteenten of kostbaarheden worden niet aangenomen.
Briefkaarten naar al de landen der Postvereeniging, deNeder-landscho Koloniën in Oost- en West-Indië, zijn verkrijgbaar voor 51/j ct., waarbij in postzegels het verder verschuldigde port moet aangevuld worden.
Aangegeven geldswaarde wordt vervoerd naar België, Duitscnland, Üostenrijk-Hongarijë, Frankrijk en Zwitserland. Behalve het gewone portis verschuldigd: naar België S'/j ets. per f50.—, doch in geen geval minder dan 20 ets.; maximum der -waarde f5,000,—. Naar Diutschland, O ost enrij k-11 ongarijë en Zwitserland (van het laatste land bovendien het Zwitsersche port en recht) van elke f500.— of gedeelte daarvan, 25 c. — Naar Frankrijk tot en met 100. frs. 25 ets., en vervolgens voor elke 100 frs. meer 5 ets. tot 800 frs.: van 800 tot 900 frs. 671/j ct. en vervolgens van elke 100 fr. (of gedeelte daarvan) 7l/j ct. meer, tot een maximum van fr. 10,000. Behalve voor België en Frankrijk mogen voor genoemde landen de brieven met aangegeven waarde het gewicht van 250 gram niet overschrijden. Wegens brieven van aangegeven geldswaarde wordt, ingeval van verlies of andere schade,volledige vergoeding verleend, mits de reclame voor België en Frankrijk binnen 6 maanden, voor de overige genoemde landen binnen 1 jaar geschied zij.
Monsters en stalen van koopwaren worden aangenomen tot een maximum gewicht van 250 gram en mogen geen.grooter afmeting hebben dan'25 cM. in de lengte, 21 cM. in de breedte en 15 cM. in de hoogte. Ontoereikend gefrankeerd worden zij in de landen van de Postvereeniging onderworpen aan het port van ongefrankeerde brieven, voor Oost- en West-Indië aan een port van driemaal de ontoereikende som.
Nieuwspapieren en andere gedrukte stukken worden tot een maximum gewicht van 1,000 gram. (voor Nederl. Oost- en West-Indië tot 5,000 gram) aangenomen. Pakketten voor de Nederland-sche Bezittingen mogen niet grooter zijn dan 45 cM. in de lengte, 25 cM. in de breedte en 25 cM. in de hoogte. O ngef rankeerd of ongenoegzaam gefrankeerd worden zij niet verzonden. Voor Nederlandsch Oost- en West-Indië worden zij aan ongefrankeerde brieven gelijkgesteld en, ongenoegzaam gefrankeerd, met driemaal het ontbrekende port belast.
Aangeteekende brieven worden voor meest alle landen aangenomen legen gedwongen frankeering.
Expresse bestelling, alleen voor brieven en andere stukken, niet anders dan naar Belgie, Duitschland, Oostenrij k-Hon-garije en Luxemburg. Voor de drie eerste landen bedraagt het -exprêsseloon 15 ets.
191
Internationale postwissels worden Naar Ne d erlandsch-Indië tot een bedrag van f150 — ééns in de acht dagen van denzelfden persoon ten behoeve van denzelfden persoon — tegen een recht van 20 ets. voor elke f 40.— of gedeelte van die som. Naar België en Zwitserland tot een bedrag van frs. 500, tegen een recht van 12'/, ct. per f 12,50 of gedeelte van die som. Naar Duitschland tof een bedrag van 300 Reichsmark, tegen een recht van 25 c. voor sommen tot f43.75 : 50 lt;;. voor sommen van f43.75 tot f87.50 ; 75 c. voor sommen boven f 87.50. Naar Constantinopel tot een bedrag van 16 Turksche ponden, tegen een recht van 371/, ct. voor sommen tot f43.75 en 75 voor sommen boven (43.75 tot f87.50; f 127i/j voor sommen boven f87.50 tot f 179,65 en hooger, tot het maximum. Naar de vereenigde Staten van Noord-Amenka tot een bedrag van 49 doll. 70 ct., tegen een recht van f0.30 voor sommen tot f 12.58; f 0.60 voor sommen boven f 12.58 tot en met f25.15; fl.20 voor sommen boven ('25.15 tot f50.30; f 1.8i) voor sommen boven f 50.30 tot ( 75.45; f2.40 voor sommen boven 175.45 tot f 100.61; |
afgegeven aan alle postkantoren. f3.— voor sommen boven f 100.61 tot (125.76. Naar Frankrijk en Algerië tot een bedrag van frs. 350 tegen een recht van 15 ets. voor elke f10.— of gedeelte van die som. Naar Groot Brittannië tot een bedrag van pSt. 10.— tegen een recht van 15 ets. voor elke f 10. — of gedeelte van die som. Naar Luxemburg tot een bedrag van frs. 500, tegen een recht van 5 ets. voor elke ('5.— of gedeelte van die som. Naar Italië, Alexandriëin Egypte en Tunis, tot een be-dra» van frs. 500. — tegen een recht van li'/j ct. voor elke f 12.50 of gedeelte van die som. Naar Britsch Indië, nl. naar alle plaatsen van Voor-Indië, doch met nitzondering van Ceylon, voorts naar Birma, tot een bedrag van pSt. 10.— , tegen een recht van 25 ets. voor elke f 12.50 of gedeelte van die som. Breuken van een penny mogen niet in de wissels voorkomen. Het over te maken bedrag moet in de munt van het land van bestemming worden opgegeven. De betaling alhier geschiedt volgens voor iedere munt vastgestelden maatstaf. |
Koninklijk Besluit van 12 December 1875 , (Stbl. no. 240).
Telegrammen kunnen aan het telegraafkantoor geschreven worden. Voor iederen Staat moet de landstaalquot;, als bij voorkeur voor het verkeer geschikt, worden beschouwd. Nevens de landstaal worden aanbevolen: voor België het Duitsch en Vlaamsch: voor Griekenland het Fransch; voor Groot-Brittannië en Ierland het Nederlandsch, Fransch en Duitsch; voor Britsch-Indië en verder gelegen bestemmingen in Indië, China, Japan, enz. en ook voor Malta het Engelsoh; voor Nederland het Fransch, Duitsch en En-gelsch; voor het Duitsche Rijk, Italië en Rusland het Fransch; voor üo st e nrij k-H ongarij'e het Romaansch en Slavisch; voor Perzië hetEngelsch; voor Europeesch en Aziatisch Turkije het Fransch, Duitsch, Engelsch en Italiaansch.
Telegrammen moeten geschreven zijn in letters of teekens. die door den telegraaf kunnen worden ove'rgebracht. Zij mogen geheel of gedeeltelijk in geheim, d. i. cijfer- of onverstaanbaar letterschrift worden gesteld. Het gebruik van geheim schrift, toegelaten in het verkeer binnen Europa en met de Staten buiten Europa, welka tot het internationaal telegraafreglement zijn toegetreden, is verboden voor deberichtenwisselingmet Perzie, Rouraanië, Servië en voorloopig ook in het verkeer met Croatië, Dalmatië, Montenegro, Slavonië, Spanje, Turkije en Zuidelijk Honga-
193
rijë, alsmede voor het bijzonder verkeer met Rritsch-Xndië en langs de liinen der Eastern-Extension, de (jreat-Northern-en Indo-European-Telegraph-Company.
Als het woord «dringendquot; op 't adres gesteld is, wordt de telegram vóór anderen van denzeifden rang overgeseind, vooralsnog echter alleen voor Nederland, België, Duitschland, Luxemburg, Rumanië, Rusland, Spanje en Portugal (beide laatsten over België en Frankrijk), Algerië, Corsika en Tunis inbegrepen, doch met uitzondering der Fransche spoorwegkantoren, Griekenland (over Italië), Helgoland, Italië (over België en Frankrijk of over Duitschland en Zwitserland) Cochin-China (over Rusland en P. Arnur).
Men kan verlangen het collationeeren van een telegram, de kennisgeving van ontvang, het naseinen, de bezorging buiten de lijn, bureau- of poste-restant.
Kaarttelegrammen kunnen gebruikt worden voor het binnen-landsch verkeer en vooralsnog, wat het buitenland betreft, voor België, Frankrijk en Luxemburg (over België), Oostenrij k (over België, Frankrijk en Zwitserland,) Rusland (over België, Frankrijk, Oostenrijk en Zwitserland,) Spanje en Portugal (over België en Frankrijk).
Voor het verkeer binnen Europa wordt een telegram van niet meer dan '20 woorden als enkelvoudige telegram beschouwd. Voor dat met kantoren in andere werelddeelen geschiedt de berekening, zoo als bij de tarieven is aangegeven.
In den regel wordt de prijs, bepaald voor het overbrengen van enkelvoudige telegrammen, met de helft verhoogd voor een tiental woorden boven de eerste 20; zoo het aantal woorden niet door 10 deelbaar is, wordt het overschot voor een vol tiental berekend.
Een kaarttelegram bevat niet meer dan 10 woorden en mag noch in geheim schrift, noch in overeengekomen taal worden gesteld. Getallen moeten voluit in letters geschreven worden.
Om als één woord geteld te worden, mag een woord voor het verkeer binnen Europa uit niet meer dan 15, en in dat met kantoren in andere werelddeelen uit niet meer dan 10 letters bestaan. Bij langere woorden geldt ieder 15- of lOtal letters, alsmede het overschot, voor één woord. Ch, a (ae), ö (oe) worden bij deze telling als één letter aangemerkt.
Vijf cijfers worden voor één woord gerekend. Bij getallen van meer dan 5 cijfers geldt elk 5tal cijfers, alsmede het overschot, voor één woord. Dezelfde regel geldt voor de berekening van lettergroepen.
Op zich zelf staande letters of cijfers worden voor één woord geteld; zoo ook de onderstreping van iedere uitdrukking.
Met de taal strijdige samenvoeging van woorden is niet geoorloofd.
Kosteloos worden alleen diensttelegrammen overgeseind.
Telegrafische postwissels, ingevoerd bij Koninklijk Besluit van 31 Mei 1SF76 (Stbl. no. 110). Tusscnen postkantoren in plaatsen, waar rijkstelegraafkantoren zijn gevestiga, kunnen gelden worden overgemaakt door middel van telegrafische postwissels, tot geen hooger bedrag evenwel dan van f2,500.—.
De kosten bedragen het recht van 5 cents voor elke som van f 12.50 of gedeelte daarvan, verhoogd met de kosten van het telegram, dat, desverlangd, op den voet van dringend telegram behandeld wordt.
Telegram-zegels. Ingevoerd bij Koninklijk Besluit van 14 Augustus 1876 (Stbl. no. 172). Ter vooruitbetaling van de overbrengings-kosten voor binnenlandsche telegrammen of van buiten-la n d s c h e, met bestemming binnen Europa, bestaan er telegramzegels van 121/j, 15, 20 , 30, 50 en 60 ets. fl.— en f2.—. Zij zijn zeshoekig; de guldens-cijfers zijn rood, de cents-cijfers zwart gedrukt.
193
B innenlandsch verkeer:
Enkelvoudig telegram (20 woorden).........f Ü.3Ü.
Enkelvoudig telegram «dringendquot;...........» 1._.
Voor het verkeer met het buitenland is de prijs van een dringend telegram het drievoud van den gewonen prijs en kost de kaarttelegram drievijfden van den gewonen kaarttelegram.
Kaarttelegrammen (10 woorden)...........» 0.20.
Bij verzending over Belgie kost oen gewoon telegram 55 cents; een kaarttelegram 35 cents; oen dringend telegram 1' 1.75; bij verzending over Duitschland een gewoon telegram f 1.80 en een dringend telegram (5.50. Kaarttelegrammen worden op de duit-sche lijnen niet toegelaten.
Aanwijzing van den verzendingsweg. Voor telegrammen naar het buitenland kan de afzender den weg voorschrijven, langs welken hij de overbrenging verlangt. Hij doet daarvan dan aanwijzing aan den voet van net telegram. Zonder desbetrelfende aanwijzing worden de prijzen naar den minst kostbaren van de beschikbare wegen tusschen de plaatsen van afzending en bestemming berekend.
13
YOOESCEEIFTEN YAN ACTEN M OVEEEEN-EMSTEN IN BÜEGEELIJKE EN HANDELSZAKEN.
A.cte van magtiging door den man op de vrouw, tot zekere handeling.
De ondergeteekende . .. (naam, voornaam, beroep en woonplaats) verklaart bij deze te magtigen zijne echtgenoote, vrouwe... (naam, voornaam), om .. . (hier de handeling in te vullen), de deswege ver-eischte acten te teekenen, en verder alles te dier zake meerder te doen en te verrigten, wat noodig en nuttig geoordeeld mogt worden.
Gedaan te . . . den . ..
Naamteekening.
Aanmerkingen, üe vrouw kan, zonder bijstand of magtiging van haren man, geene overeenkomsten aangaan, zelfs niet al raakt het hare eigene goederen, dan in zeer bijzondere gevallen: de bovenstaande magtiging kan in de plaats van dien bijstand treden. Zij moet minstens op zegel van 15 ets. worden geschreven, en tegen 80 ets. worden geregistreerd.
quot;V erbindtenis der vrouw, uit kracht van vorenstaande magtiging.
De ondergeteekende.. . (naam, voornaam der vrouw) tot het aan-
faan der volgende overeenkomst gemagtigd door haren echtgenoot, en heer... (naam, voornaam, beroep en woonplaats) bij onder-handsche acte van den... (dagteekening der acte van magtiging) verklaarde. . . (in te vullen de overeenkomst, die de vrouw aangaat).aan der volgende overeenkomst gemagtigd door haren echtgenoot, en heer... (naam, voornaam, beroep en woonplaats) bij onder-handsche acte van den... (dagteekening der acte van magtiging) verklaarde. . . (in te vullen de overeenkomst, die de vrouw aangaat).
Aanmerkingen. Het zegel en de registratie regelen zich naar de overeenkomst.
Acte, waarbij de vrouw zich verbindt zonder bijstand of magtiging van haren man.
De ondergeteekende. .. (naam en voornaam der vrouw) echtgenoote van. .. (naam, voornaam, beroep en woonplaats) als daartoe gemagtigd bij vonnis der Arrondissements-Regtbank te ... van den ... ten gevolge van de weigering van haren echtgenoot, om haar bij te staan bij het verlijden dezer acte, verklaart... (in te vullen de ov er-eenkomst, die de vrouw aangaat).
Aanmerkingen. Alleen dau, wanneer het de bijzondere belangen der vrouw raakt, dus wanneer het zaken of handelingen betreft, die haar persoonlijk raken, en de man weigert haar bij te staan, kan zij de magtiging tot het aangaan van overeenkomsten ot handelin -gen van de regtbank vragen: b. v. zij is buiten gemeenschap van goederen gehuwd, en erlangt eene erfenis, de man weigert zijnen bijstand bij de boedelbeschyjvins. ijeclm^ 0J wat ook^ in betrekking tbt die effèhis, of hij weigert zijne vrouw bij te staan bij denriood-zakelijken verkoop van eenig goed, haar toebehoorende. Het zegelen registratie-regt regelt zich naar de overeenkomst.
195
Magtiging van den man op de vrouw, om in region te verschijnen.
De ondergeteekende . . . (naam, voornaam, beroep en woonplaats ■•van den raan) verklaart te magtigen zijne echtgenoote, vrouwe... (naam en voornaam) om zonder zijnen bijstand in regten te verschijnen en te antwoorden op den eisch tegen haar ge laan, bij dagvaarding, beteekend door den deurwaarder___(naam en voornaam)
den... ten dien einde procureurs en advocaten te benoemen, eischen en weren te doen, vonnis te vragen, de voordeelige ten nitvoer te leggen, van de nadeelige in hooger beroep of cassatie te komen, borgstellingen aan te nemen of aan te bieden, of die te weigeren, executoriaal beslag te leggen op roerende en onroerende goederen, en dat beslag te vervolgen of op te heffen, kooppenningen te ontvangen, dadingen aan te gaan, en in het algemeen te dezer zake te doen •en te verrigten, hetwelk zij, lasthebster, nuttig en noodig zal oordeelen.
Gedaan te ... den .. .
Naamleekening.
Aanmerkingen. Deze magtiging komt alleen dan te pas, als de vrouw in regten over burgerlijke of koophandelszaken wordt aangesproken. In strafzaken behoeft zij den bijstand niet van haren man. De migtiging moet op zegel van 15 cents worden gesteld en tegen 80 cents wjrden geregistreerd.
Magtiging van den man op zijne vrouw, om koophandel te drijven.
De ondergeteekende. .. (naam, voornaam, beroep en woonplaats) verklaart bij deze te magtigen zijne echtgenoote, Mejufvrouw ... (voornaam en naam) bijzonder, om als openbare Koopvrouw handel te drijven in... en in al hetgeen tot dat handelsvak behoort, het daarvoor vereischt wordende patent op haren naam aan te vragen, wijders, ter zake van dien handel , alle verbindtenissen aan te gaan, goederen te koopen en te verknopen , legen dadelijke betaling of op crediet, deswege alle handelspapieren te teekenen, wissels te accepteren, te endosseren en te discompteren, betalingen te ontvangen endaar-voor kwijting te geven, de noodige boeken aan te leggen en te houden, daarvan rekeningen uit te geven, met een ieder rekeningen, haren handel betreffende, te sluiten, die te debatteren of goed te keuren, de saldo's in ontvangst te nemen en daarvoor te kwijten; en voor alle de aangeduide handelingen niet alleen hare persoonlijke goederen, maar ook die der huwehjks-gemeenschap te verbinden.
Wijders alle protesten, beteekeningen en vorderingen te doen, die ter zake van genoemden handel mogten worden gevorderd; in betrekking tot dien handel in regten te verschijnen zoo eischende, als verwerende, ten dieneinde gemagtigden, advocaten en procureurs aan te stellen, vonnissen te vragen, in dezelven te berusten of daarvan in hooger beroep te komen, de voordeelige ten uitvoer te leggen, arresten op personen en goederen te doen, die te vervolgen, of te ontslaan, dadingen aan te gaan en scheidslieden te benoemen, en wijders al dat meerdere te doen, wat genoemde echtgenoote , in het •belang van gezegden handel, mogt nuttig en noodig oordeelen.
Gedaan te . .. den ...
Naamteekening.
Aanmerkingen. De man kan deze magtiging ten allen tijde in-
trf kjtoii, duch zal. datgt;wa! gehoudearf kjtoii, duch zal. datgt;wa! gehoudea Z4jn,.di» inlralckiag. spejiUjt • ekend te maken. Zegel 15 ets. registratie 80 ets.
196
Magtiging, door de vrouw, om afstand te doen van de gemeenschap.
De onderseteekende ... (voornaam, naam, beroep eh woonplaats)-verklaart in wettige gemeenschap van goederen gehuwd te zijn geweest met. . ., overleden te . .., den.. . en dien ten gevolge Ie mag-ticen den heer. .. (voornaam, naam, beroep en woonplaats) om,, namens haar en in haren naam, zich te vervoegen ter griffie der regtbank te ... en daar, namens haar, ondergeteekende, te verklaren, dat zij afstand doet van de gemeenschap van goederen, tus-schen haar 'en wijlen genoemden haren echtgenoot bestaan hebbende, te dier zake de vereischte acte uit te brengen en te teeke-nen, conform de wet.
Gedaan te. .. den... .
Naamteekening.
Aanmerkingen. Het doenquot; van afstand der gemeenschap is dan voordeelig voor de vrouw, indien er meer schuld dan goed is; zij moet dien afstand doen binnen eene maand na de ontbinding van het huwelijk, en wordt daardoor ontslagen van de verpligting, om bij te dragen tot de schulden der gemeenschap. Deze acte moet op zegel van 15 ets. en tegen 80 cents geregistreerd worden.
Gelijke magtiging door de erfgenamen der vrouw.
De ondergeteekenden ... (voornamen, namen, beroepen en woonplaatsen der erfgenamen), erfgenamen van . .., in leven echtgenoote van, en in gemeenschap van goederen gehuwd geweest niet... (voornaam, naam, beroep en woonplaats van den man) verklaren te magtigen den Heer.., (voornaam, naam, beroep en woonplaats) srcciaal f om. namens hen, bij de griffie der regtbank te... te verklaren, dat zij afstand doen van de gemeenschap van goederen, tus-schen genoemde erflaatster en haren echtgenoot bestaan hebbende , te dier zake de vereischte acte uit te brengen en te teekenen conform de wet.
Gedaan te... den... ...
Naamteekening.
Aanmerkingen. Is de vrouw binnen eene maand na de ontbinding van haar huwelijk overleden, zonder acte van afstand te hebben uitgebragt, dan'kunnen hare erfgenamen dit doen mits binnen eene maand na haar overlijden. De eene erfgenaam kan het doen., de andere het nalaten. Zegel en registratie als boven.
Magtiging tot benoeming van eenen voogd of toezienden voogd.
De ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats),, neef (van moeders of vaders zijde) van na te noemen minderjarigen, verklaart te magtigen den heer... (naam, vooinaam, beroep en woonplaats) bijzonderlijk, om voor hem te verschijnen voor den Kantonregter te ... ten einde mede te werken tot benoeming van eenen voogd (of toezienden voogd) over... (voornamen der minderjarigen) minderjarige kinderen van wijlen... in huwelijk verwekt bijwijlen... eii namens hem, ondergeteekende, voor te dragen tot voogd (of toezienden voogd) den heer...
. , Cedaan ie. .. ✓'.ejw • .. .
Naamteekening.
Aanmerkingen. Niet de bloed- of aanverwanten van minderjarige kinderen benoemen bij meerderheid van stemmen eenen voogd of toezienden voogd , maar de kantonregter doet dit, na die verwan--
197
^ten gehoord te hebben. Opgeroepen, zijn zij gehouden te verschijnen, of eene volmagt, als de bovenstaande, quot;te verlijden. Men bedenke wel, dat elk der opgeroepene verwanten eenen amieren persoon, als gemagtigde, moet benoemen, dus b. v. niet den zelfden .gemagligde mogen benoemen. Zegel en registratie als boven.
Volmagt door eenen bloedverwant, die voor den Kanton-
regter moet verschijnen, om gehoord te worden
op eea verzoek om liandligting.
'■ De ondergeteekende. . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats), neef (ot oomj verklaart te magtigen den heer... (quot;oornaam, naam, beroep en woonplaats) speciaal, om voor hem te verschijnen voor den heer Kantonregter te .. . op den .. . ten einde gehoord te worden over liet verzoek van den minderjarigen.....(voornaam en
naam) om handligting te erlangen tot het drijven van handel in____
en aldaar, namens hem, lastgever, te verklaren, dat hij zich niet verzet tegen de verzochte handligting, maar die, in tegendeel, voor den minderjarige hoogst nuttig oordeelt.
Gedaan te . .. den . . .
Naamteekening.
Aanmerkingen. Is de minderjarige achttien jaren oud, dan kan hij bij den kantonregter handligting vragen, mits zijne ouders overleden zijn; daarbij kunnen hem bijzondere regten van meerderjarigen worden toegestaan. De voogden en bloedverwanten of aange-liuwden moeten echter, bevorens, door den Kantonregter worden
fehoord; zij zijn verpligt op te komen, doch kunnen zich, bij eenen evolmagtigde, laten vertegenwoordigen. De acte kan op zegel van 15 ets. worden geschreven en moet vóór de verschijning voor den regter, tegen 89 ets. worden geregistreerd.ehoord; zij zijn verpligt op te komen, doch kunnen zich, bij eenen evolmagtigde, laten vertegenwoordigen. De acte kan op zegel van 15 ets. worden geschreven en moet vóór de verschijning voor den regter, tegen 89 ets. worden geregistreerd.
Acte van vestiging van eene erfdienstbaarheid van uitzigt.
De ondergeteekende ... (voornaam, naam, beroep en woonplaats), eigenaar van een huis, erf en tuin, staande en gelegen te... bij het kadaster bekend in sectie... No.. ., contractant ter eenre en de mede-ondergeteekende ... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) eigenaar van oen huis en erve, staande gelegen te . . . bij het kadaster bekend in sectie .. . No..., belendende aan het eerste perceel, contractant ter andere zijde, verklaren te zijn overeengekomen als volgt;
De contractant 'ter eenre verklaart aan den contractant ter andere, dal aannemende, toe te staan het regt van uitzigt op den tuin van boven vermeld eerste perceel, en wel in dier voege, dat de contractant ter andere zijde zal geregtigd zijn, in den achtergevel van zijn, boven omschreven, huis te plaatsen of te doen plaatsen twee ramen, ter breedte van . . . vierkante palmen, en ter hoogte van . .. vierkante palmen, binnen de kozijnen; zullende het den contractant ter andere zijde vrijstaan, die ranien, in gezegd geval, te plaatsen op zulk eene hoogte van den beganen grond, als hij mogt goedvinden.
Deze erfdienstbaarheid verklaren de contractanten gevestigd te hebben ten laste van het perceel van den contractant ter eenre en ten behoeve van het perceel van den contractant ter andere zijde, zoodat dezelve zal blijven voortduren, ongeacht beide perceelen van eigenaren mogteri veranderen, en geheel geregeld zal moeten worden beschouwd conform de bepalingen der wet op de erfdienstbaarheden vjn jiitzigt. pontractanten verklaren, deze vestiging van erfdienstbaarheid te hebbéli atin^esfaalr tegeTi bdtaimgquot;, ioov den Qontracfant ter andere zijde, van eene som van..., die de contractant ter eenre erkent ontvangen te hebben.
Gedaan te ... den . ..
Naamtekeningen.
198
Aanmerkingen. Erfdienstbaarheid is een last, ivaarmede een erf is bezwaard, tot gebruik en ten nutte van een erf, aan een ander toebehoorende. Men verwarre die dus niet met beperkingen vaa eigendomsregten, b. v. om in zeker huis zekere affaire nirt te mogen uitoefenen, of iets dergelijks. De acte moet op zegel van minstens 25 cents worden gestéld,' binnen drie maanden worden geregistreerd tegen 4 ten honderd van de bedongen som, en daarna, ten kantore van hypotheken worden overgeschreven.
Vestiging van erfdienstbaarheid van overpad.
De ondergeteekende ... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) eigenaar van eene kamp weiland, gelegen in de gemeente... groot... bij het kadaster bekend in sectie... No... contractant ter eenre, en de mede-ondergeteekende. .. (voornaam, naam, beroepen woonplaats), eigenaar van een perceel weiland, grenzende aan het evengenoemde perceel, en gelegen te . . . groot... bij het kadaster bekend in sectie .. . No... contractant ter andere zijde.
En verklaart de contractant ter eenre aan den contractant ter andere zijde, zoo voor zich als voor alle zijne opvolgers in den eigendom van het tweede perceel weiland, te vergunnen en af te staan het regt van overpad over het eerste perceel, en wel langs de noordzijde van dat perceel, ter breedte van . .. palmen, tot den publieken weg, verklarende de contractant ter andere zijde dezen afstand aan te nemen.
De ondergeteekenden veiklaren wijders, dat de vestiging dezer erfdienstbaarheid is geschied voor eene som van . .. gulden, die de contractant ter eenre erkent uit handen van den contractant ter andere zijde te hebben ontvangen.
Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Zie hierboven.
Vestiging van het regt van opstal.
De ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart aan den medeondergeteekende . .. (voornaam, naam, beroep en woonplaats) in opstal te hebben afgestaan, terwijl deze erkent in opstal te hebben aangenomen, een stukje grond, gelegen te . . . groot ... bij het kadaster bekend in sectie . . . No. , . .
Contractanten zijn ten aanzien van dezen opstal overeengekomen , als volgt:
Het regt van opstal zal gerekend worden te zijn aangegaan voor eenen onbepaalden tijd (of voor . . . jaren).
De opstalier of zijne opvolgers zal ot zullen aan den eigenaar van den grond, jaarlijks vóór of op den . . . moeten betalen eene som van . . .
De opstalier zal den aangewezen grond niet mogen splitsen, en gehouden zijn daarop binnen den tijd van ... te stellen ... (in te vullen eenê beschrijving van het gebouw, werk of beplanting, dat gesteld moet worden).
Bij het eindigen van het regt van opstal zal de eigenaar van den grond gehouden zijn, de gebouwen, werken en beplantingen, zich daarop bevindende, over te nemen op taxatie van twee deskundigen , van weerszijden één te benoemen, terwijl in geval van verschil van gevoelen, deze het regt zullen hebben, zich eenen derden deskundige toe te voegen.
In geval de ondergeteekende . . . (naam van den tweeden onder-geteekende) of zijne_ opvolgej g ,in h^t regt .van opstak nalatig mogt quot;quot;Biijven in het voldoen der jaarlijksche uitkeering of in de nakoming der bedingen, hierboven gemaakt, zal de eigenaar van den grond eregtigd zijn, de vernietiging der overeenkomst te vragen, en de evoegdheid'hebben op de aangeduide wijze alsdan over te nemen,
199
de gebouwen, werken en beplantingen, die zich op den aangewezen grond mogten bevinden, terwijl bovendien de opstalier ot diens regt verkregen hebbenden gehouden zal ot zullen zijn tot betaling van alle de kosten, op de vernietiging der overeenkomst vallende.
Eindelijk verklaren de Contractanten, voor de ten uitvoerlegging dezer acte, woonplaats te kiezen ten raadhuize der gemeente . . .
Gedaan te . . . den . . .
Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Is het regt van opstal voor penen onbepaalden tijd verleend, dan kan de eigenaar van den grond dit eerst doen eindigen na dertig jaren, door eene opgave bij deurwaardersexploit j is net voor eenen bepaalden tijd aangegaan, ilan eindigt het regt bij verstrijken van dien tijd; in elk geval moet de eigenaar de gebouwen, werken of beplantingen, bij het eindigen van het regl aanwezig, tegen taxatie overnemen. Het contract moet minstens op zegel van 25 cents worden gesteld; de acte is aan geen gedwongen termijn van registratie onderworpen; voor de levering van net regt móet ze echter worden overgeschreven ten kantore van hypotheken, en dan bevorens zijn geregistreerd; het regt is i pet. over30 malen de jaarlijksche uitkeering, als de tijd onbepaald is, of'1 pet. over zoovele malen de jaarlijksche uitkeering, als de tijd bepaald is.
Acte van overdragt van. het regt van opstal.
De ondergeteekende , . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan den mede-onder-geteekende . . . (voornaam, naam . beroep en woonplaats) die erkent gekocht te hebben en over te nemen, het regt van opstal van een stukje grond , gelegen te . . . groot ... bij het kadaster bekend in sectie . . . No. . . . met de daarop gestelde gebouwen, werken en beplantingen , welk regt van opstal de eerst ondergeteekende heeft verkregen bij onilerbandsche acte (of notariele acte) van den . . . en bij welke acte dat regt is verleend voor eenen onbepaalden tijd (of voor eenen tijd van . . . jaren) te rekenen van af den ...
De eerst ondergeteekende verklaart, dat gezegd regt is vrij en onbezwaard.
Contractanten verklaren, dat deze overdragt is gedaan onder voorwaarden, dat de tweede ondergeteekende voor zijne rekening zal moeten nemen de jaarlijksche betaling aan den eigenaar van den grond, ten behoeve van ... en alle de verpligtingen, bij gezegde acte den opstalier opgelegd , terwijl de eerst ondergeteekende den tweeden ondergeteekende zal moeten vrijwaren, overeenkomstig de wet.
Eindelijk verklaren de Contractanten, dat deze overdragt is geschied voor eene som van ... die de eerst ondergeteekende erkent uit handen van den tweeden ondergeteekende te hebben ontvangen.
Gedaan te ... den ...
Naamteekeningen.;g;';|
Aanmerkingen. Het regt van opstal mag met hypotheek worden bezwaard, en worden overgedragen. Zegel minstens 25 cents. Voor registratie is verschuldigd 4 pCt. van den koopprijs en 1 pCt. van de jaarlijksche uitkeering over zoo vele jaren, als het regt van opstal nog duren kan. Neem b.v. dat er reeds 5 jaren zijn verloopen; dat er jaarlijks f20 moet worden betaald, de opstal voor eenen onbepaalden tijd is aangegaan, de koopsom b.v. bedraagt f 1000, dan is verschuldigd: 25 jaren a f20 — f oÓO a 1 pCt. f 5 Koopsom . . . b-IOOO a 4 pCt. f 40
te zamen . . . f 45
De acte moet binnen 3 maanden worden geregistreerd en ten kantore van hypotheken worden overgeschreven.
200
Acte, waarbij erfpacht wordt verleend.
De ondergeteekende ... (voornaam , naam , beroep en woonplaats) verklaart in erfpacht uitgegeven en afgestaan te hebben aan den mede-ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats), die erkent in erfpacht te hebben aangenomen eene uitgestrektheid woesten grond, gelegen te ... groot. .. bij het kadaster bekend in sectie.. . No. .. . welke grond üen eersten contractant in vollen en vrijen eigendom toebehoort.
Deze overeenkomst is aangegaan voor eenen onbepaalden tijd (of voor... jaren), gerekend wordende aanvang te nsmen den... en dat wel tegen eene som van ... 'sjaars, die de erfpachter zich verbindt, op den gestelden tijd, in handen van den eigenaar van den grond, diens erfgenamen of regtverkrijgenden, zonder eenige korting hoegenaamd te betalen.
Wijders verklaren de contractanten te zijn overeengekomen;
Artikel een. Dat de erfpachter of diens opvolgers in zijn regt den grond, fn erfpacht afgestaan, naar behooren in cultuur'zal moeten brengen, en wol in dier voege, dat na verloop van... jaren het ge-heele perceel in cultuur zal moeten zijn gebragt, en in dien staat zal moeten worden onderhouden.
Artikel twee. Dat de erfpachter of diens opvolgers in zijn regt den in erfpacht afgestanen grond niet bij gedeelten aan anderen zal mogen overdragen, anders dan bij wijze van verhuur, en bij overlijden of overdragt van het erfpacbts'regt', de opvolger in dat regt verpligt zal zijn, den eigenaar van den grond daarvan Kennis te geven.
Artikel drie. Dat de erfpachter of diens opvolger, onder geen voorwendsel hoegenaamd, vrijstelling of vermindering van den jaarlijkschen canon zal mogen vorderen, zelfs niet in de gevallen, bij de wet toegelaten.
Artikel vier. Dat, indien de eigenaar van den grond, bij het eindigen van den erfpacht, niet mogt verlangen, de op dien grond door den erfpacht gestelde gebouwen, werken of beplantingen over te nemen, de erfpachter gehouden zal zijn die voor het eindigen der erfpacht op te ruimen, en den grond in behoorlijken staat van bebouwing te leveren.
Artikel vijf. Dat, indien de erfpachter in de nakoming van zijne verpligtinge'n geheel of ten deele mogt nalatig zijn, de eigenaar van den grond, zonder eenige in verzuimstelling zal geregtigd zijn de vernietiging dezer overeenkomst te vragen met die vergoedingen, welke de wet gedoogt: zullende alsdan alle de kosten, op een en ander vallende, zijn voor rekening van den erfpachter.
Eindelijk verklaren de contractanten, voor de ten uitvoerlegging dezer acte, woonplaats te kiezen ten raadhuize der gemeente . . .
Gedaan te . . . den . . .
Naamteekeningen.
Aanmerkingen. 'De erfpacht heeft ten doei, bevordering van den landbouw, door ontginning, enz., en moet bij het contract eene 'jaarlijksche uitkeering, als erkenning van eigendom, worden bedongen , of er is geen erfpacht, maai' afstand om niet van het genot van grond gecontracteerd. De erfpachter, is dit bij de acte niet anders bepaald, kan met den grond handelen zoo als hij wil, mits dien niet in waarde verminderende. Mij kan, bovendien, zijn regt afstaan, bezwaren, zelfs met hypotheek; doch bezwaar en hypotheek vervallen bij het eindigen van zijn regt. Zegel en registratie, als hierboven vbor opstal is aangewezen.
Acte, houdende vestiging van vruchtgebruik'van onroerend goed.
De ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart verkocht te hebben aan den mede-ondergeteekende.. .
201
(voornaam, naam, beroep en woonplaats) die verklaart gekocht te hebben het vruchtgebruik van een huis en erve, staande en gelegen te ..., bij het kadaster bekend in sectie . .. No. ... , welk huis en erve de verkooper verklaart, dat hem in vollen en vrijen eigendom toebehoort en mot geene hypotheken is bezwaard.
JJezen koop en verkoop verklaren partijen te hebben aangegaan onder de volgende voorwaarden:
Artikel een. Ue kooper zal het verkochte, als een goed huisvader, naar deszelfs aard en bestemming moeten gebruiken, en in den te-genwoordigen staat van goed onderhoud moeten blijven onderhouden.
Artikel twee. De kooper zal op den... (of op heden) in het bezit en genot van het gekochte treden, en van af dat tijdstip alle lasten en belastingen, op het aangeduide perceel gelegd, ol te leggen, de buitengewone niet uitgezonderd, zoo lang zijn vruchtgebruik duren rnogt, moeten voldoen.
Artikel drie. De kooper zal liet vruchtgebruik van het aangewezen perceel genieten, gedurende zijn leven, en niet gehouden zijn tot zekerheidstelling.
Artikel vier. De kooper zal tot geene andere vrijwaring gehouden zijn, dan die van het rustig en ongestoord genot'van het afgestane vruchtgebruik.
Ten slotte verklaren partijen, dat deze koop en verkoop is geschied voor eene som van .. . die de verkooper erkent uit handen van den kooper te hebben ontvangen.
Gedaan te ... den ...
Hand teekeningen.
Aanmerkingen. Vruchtgebruik is het regt, om van eens anders goed de vruchten te trekken, alsof men zelf eigenaar was, mits zorgende, dat de zaak in stand blijve. De vruchtgebruiker mag dus de zaak aan een ander verhuren,'doch voor geen langeren tijd, dan het plaatselijk gebruik medebrengt, of bij gebreke daarvan huizen niet langer dan voor vier en landen niet 'langer dan voor zeven jaren; de vruchtgebruiker mag zijn vruchtgenot bezwaren, (voor den tijd dat het duurt) zelfs dat senot aan anderen afstaan, ten ware voor dit alles, of sommige handelingen, het tegendeel mogt bedongen zijn. De vruchtgebruiker blijft aansprakelijk voor alle de schaden, aan de zaak toegebragt. De groote reparatien, zooals van zware muren en gewelven, herstellingen van balken en geheele daken, ge-heele herstellingen van dijken, winterkaden, gemetselde waterwerken, steun- en scheidsmuren, zijn voor rekening van den eigenaar, ten ware het tegendeel bedongen mogt zijn. De acte moet op zegel van minstens 25 cents worden gesteld, binnen drie maanden worden geregistreerd tegen 4 pCt. van den koopprijs, en ten kantore van hypotheken binnen de volgende drie maanden worden overgeschreven.
Testament, waarbij een vader of eene moeder, een kind hebbende, beschikt, waarover hij beschikken mag.
De ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart te maken en te bespreken aan zijne echtgenoote , vrouwe... (voornaam en naam), de helft zijner nalatenschap.
Gedaan te ... den ...
Naamteekening.
• ■ Aanmerkingen. Drt testament moet door den testateur geheel eigenhandig worden geschreven, en bij eenen notaris ter bewaring worden aangeboden, wil het van kracht zijn. Indien men één wettig kind heeft, kan men, ten wiens behoeve men wil, over de helft van zijne nalatenschap beschikken, dus ook ten behoeve zijner vrouw, die niet, zoo als zoo dikwerf wordt gedacht, erfgename van den man is. Naar de wet
302
is men dan erfgenaam, als men een bloedverwant van den overledene is, en wel zijn naaste bloedverwant, of diens plaats vervullen mag.
Testament, waarbij een vader of moeder, twee kinderen hebbende, over bet beschikbaar deel der nalatenschap beschikt.
De ondergeteekende. .. (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart te benoemen tot erfgenaam van het beschikbaar deel zijner nalatenschap, zijne echtgenoole, vrouwe... (voornaam, naam).
Naamteekening.
Aanmerkingen. Zie die bij het vorig formulier. Heeft men twee kinderen, of nakomelingen quot;dier kinderen, dan kan man of vrouw over een derde gedeelte zijner of hareiquot; nalatenschap beschikken.
Testament van man of vrouw, drie kinderen hebbende.
De ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart tot erfgenaam van het beschikbaar deel zijner nalatenschap te benoemen... (voornaam, naam, beroep en woonplaats).
Gedaan te . .. den ...
Niiamteekening.
Aanmerkingen. Zie hierboven. Drie of meer kinderen hebbende, of derzelver nakomelingen nalatende, mag vader of moeder overeen vierde van zijne of hare nalatenschap, ten behoeve van wie ook, beschikken.
Testament van iemand, wiens beide ouders of een van beiden nog leven.
De ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart tot erfgenaam van het beschikbaar gedeelte zijner nalaterschap te benoemen . .. (voornaam, naam, beroep en woonplaats).
Gedaan te ... den ...
Naamteekening.
Aanmerkingen. Zie hierboven. Heeft de testateur vader en m oeder en een broeder of eene zuster of hunne wettige nakonnelingen nagelaten, dan erven vader ij'S, moeder 1/3, broeder I/B, en is de legitieme , waarover hij niet mag beschikken, voor vader 1/6, moeder 1/6, zoodat vrij, ten behoeve van wie ook, mag beschikt worden over 2/3.
Zijn er broeders en zusters, of twee broeders of twee zusters, ot hunne nakomelingen en vader en moeder in leven, dan erft vader 1/4, moeder 1/4, broeder 1/4, en deze broeder of zuster 1/4, en is de legitieme voor vader 1/8, voor moeder 1/8, zoodat vrij beschikt mag worden over 3/4. , . . ,
Zijn vader en moeder in leven , hunne legitieme blijft, al zijn er meer broeders en zusters, immer voor ieder 1/8.
Is vader of moeder vóór den testateur overleden, en laat hij een broeder of eene zuster na, dan erven zij elk 1/2, de jegitieme van den vader of de moeder is dan 1/i; over 3/4 mag vrij beschikt worden.
Is vader of moeder overleden, en ziju er twee broeders of zusters, ot derzelver r.akomelingen, dan erft vader of moeder 1/3, broeder l/o, zuster 113, de legitieme voor vader of moeder is 1/6; vrije beschikking 5/6.
Is vader of moeder overleden en zijn er drie of meer broeders of zusters, dan erft vader of moeder 1/4, de rest de broeders of zusters , de legitieme is dan 1/8; vrije beschikking over 7/8.
Laat de overledene vader en moeder geene broeders of zusters of hunne nakomelingen na, dan verkrijgen vader en moeder ieder 1/2, legitieme ieder 1/4, vrije beschikking over de helft.
203
Is vader of moeder in dat geval overleden, dan erft de overgeblevene de geheele nalatenschap, dus legitieme 1/2; vrije beschikking over de helft.
In al de gevallen, hier bedoeld, wordt verondersteld, dat de testateur geene nakomelingen heeft achtergelaten.
Testament van iemand, die geene nakomelingen, noch ouders, noch broeders en zusters, doch wel grootouders nalaat.
De ondergeteekende ... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart (ot erfgenaam van het beschikbaar deel zijner nalatenschap te benoemen. . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats).
Gedaan te . .. den ...
Aanmerkingen. Zie hierboven. Iemand laat na zijne ouderhike' grootouders. Zij krijgen elk 1/4, voor legitieme -it 1/8, vrije quot;beschikking over de helft.
Vaderlijke grootvader, moederlijke grootvader en grootmoeder, de vaderlijke grootvader erft 1/2, de moederlijke 1/4, de grootmoeder 1/4, de legitieme 1/4, 1/8 en 1/8 beschikking over de helft.
Vaderlijke en moederlijke grootvader of grootmoeder ieder 1'2/, legitieme ieder 1/4, vi ije'beschikking over de helft.
Alleen vaderlijke ot moederlijke grootvader of grootmoeder, en overigens verdere bloedverwanten in beide linien, de grootvader of grootmoeder 1/2, legitieme 1/4, vrije beschikking over 3/4.
Testament van iemand, die kinderen, of ouders of grootouders als erfgenamen nalaat, en legaten aan vreemden of derden maakt.
De ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart te legateren aan... (voornaam, naam, enz.) een bed, peluw en vier kussens, in zijnen boedel voorhanden; aan... (voornaam , enz.) twaalf zilveren lepels en vorken; aan .. . (voornaam, enz.) honderd gulden in geld, en eindelijk aan . . . (voornaam, enz.), gedurende zijn leven,'s weeks drie gulden , in te gaan in de week van het overlijden van den ondergeteekende; aan .. (voornaam, enz.) het vruchtgebruik van een zesde deel der nalatenschap van den ondergeteekende.
Gedaan te . . . den . . .
Naamteekening.
Aanmerkingen. Zie hierboven. Men zij wel indachtig, dat de legaten, ook het vruchtgebruik, alleen het beschikbaar deel der nalatenschap mogen bevatten: dat dus, zoodra zij liet wettelijk erfdeel der bloedverwanten in de regte lijn vei kortenquot;, die legaten moeten worden ingekort, als deze dit vorderen. Men bedenke daarbij wel, dat, als men zegt, zoo als hierboven van het bed, in mijnen boedel voorbanden, en het voorwerp, bij overlijden, niet meer aanwezig is, het legaat vei valt, doch als men zegt, zoo als bij de lepels en vorken, dat men eenvoudig zekere zaak legateert zonder aan te wijzen iets, dat men bezit, het legaat moet voldaan worden, onverschillig, of dit voorwerp wordt nagelaten of niet — in het laatste geval moeten de erfgenamen het aankoopen.
Testament van iemand, die wettige kinderen en een erkend natuurlijk kind nalaat.
De ondergeteekende . . . (voornaam , naam , beroep en woonplaats)
204
verklaart tot erfgenaam van het beschikbaar deel zijner nalatenschap te benoemen . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) lt;of te legateren, zie vorig formulier).
Gedaan te .. . den .. .
Naamteekening.
Aanmerkingen. Zie die hierboven. Heeftiemand wettige en erkende natuurlijke kinderen, dan zijn beiden zijne erfgenamen; men verstaat door erkende natuurlijke kinderen, kinderen, verwekt door ongehuwde personen, die nogtans met elkander hadden kunnen huwen , en die als zoodanig door vader of moeder of door beiden, wanneer dan ook, bij de acte van geboorte ot elke andere acte door eenen openbaren ambtenaar opgemaakt, zijn erkend. — Het natuurlijk kina, mits vóór het huwelijk van vader of moeder erkend, als er wettige kinderen zijn, heeft tot erfdeel het J van hetgeen het zoude gehad hebben, was het wettig geweest: dus één wettigen één erkend natuurlijk kind, erlangt het wettige kind 5/6, het natuurlijke l/ö, de legitieme van het wettig kind is dus 5712, van het natuurlijke 1/12, de vader heeft vrije beschikking over de helft zijner nalatenschap, doch niet ten behoeve van een der natuurlijke kinderen; om dus, als er wettige en erkende natuurlijke kinderen zijn, te berekenen hoeveel deze laatsten erven kunnen, als er geen testament is gemaakt, beschouwe men die kinderen als wettige en voegt men hun getal bij dat der wettige, deele tusschen allen de nalatenschap in gelijke deelen, dan neme men, voor elk natuurlijk kind, een derde van het deel, en men erlangt, wat het, volgens de wet verkrijgt; bijv. 3 wettige, 5 erkende natuurlijke kinderen, maakt acht kinderen; waren zij allen wettig, elk verkreeg l/S, de natuurlijke kinderen verkrijgen nu echter 1/3 van 1/8, dus elk 1/24, de wettige kinderen het overschot; de legitieme van elk erkend natuurlijk kind is de helft van wat het zoude gehad hebben volgens de wet, dus in dit geval voor elk 1/48; de legitieme van elk der wettige kinderen is 3/4 van hetgeen elk bij versterf zoude gehad hebben, zoodat op deze wijze de berekening gemakkelijk te maken is van hetgeen door den vader of de moeder, ten wiens behoeve ook, behalve ten behoeve der natuurlijke kinderen, mag beschikt worden.
Testament van iemand, die geene wettige kinderen , maar wel erkende natuurlijke kinderen, en ouders of grootouders, of broeders en zusters, of derzelver nakomelingen nalaat.
De ondergeteekende . .. (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart tot erfgenaam van het beschikbaar gedeelte zijner nalatenschap te benoemen (voornaam, naam, beroep en woonplaats), (of te legateren aan ....).
Gedaan te.. . den ...
Naamteekening.
Aanmerkingen. Zie hierboven. Een erkend natuurlijk kind erft in het onderhavige geval de helft der nalatenschap van zijnen vader of zijne moeder, en heeft dus aanspraak op een wettig deel voor een vierde; vader of moeder, als er geene bloedverwanten zijn in de regte lijn, mag alzoo vrij over 3/4 beschikken, dus als iemand, bijv. nalaat vader en moeder,,en dfie pr^emle. natuurlijke kinderen, dan erlan-quot;gen vader 1/4; moeder 1/4; elk der natuiTrlijke Kinderen 1/6:^ het wettig erfdeel van den vader is 1/8, van de móeder 1/8, van elk der kinderen 1/12, en kan alzoo vrij beschikt worden over de helft der nalatenschap.
205
Testament van iemand, die noch wettelijke nakomelingen, noch ouders, of grootouders, noch broeders of zusters, of derzelver nakomelingen, doch ooms en moeijen, en natuurlijke , erkende kinderen nalaat.
De ondergeleekende ... (voornaam, naam, beroep en -woonplaafs) verklaart tot erfgenaam van het beschikbaar deel zijner nalatenschap te benoemen. .. (voornaam, naam, beroep en woonplaats).
Gedaan ... den .. . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Zie hierboven. In dit geval erven de natuurlijke kinderen 3/4 der nalatenschap, de ooms en moeijen te zamen '1/4;. de natuurlijke kinderen hebben alzoo voor wettig erfdeel 3|8, er blijft dus vrij beschikbaar over 5/8.
Testament van iemand die noch nakomelingen, noch ouders of grootouders nalaat.
De ondergeteekende . .. (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart tot erlgenaam zijner nalatenschap te benoemen ... (voor-, naam, naam, beroep en woonplaats).
Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Zie hierboven. In dit geval, ongeacht of er broeders, of zusters of neven of nichten, of ooms en moeijen beslaan, kan men over geheel zijne nalatenschap beschikken, ten behoeve-van wie men wil.
Testament, houdende eene making over de hand.
De ondergeteekende . . . (voornaam , naam , beroep en woonplaats) verklaart tot erfgenamen zijner nalatenschap te benoemen, zijne broeders, genaamd . . . (voornamen en namen) en wel ieder voor een gelijk aandeel, doch echter met dien verstande, dat het aandeel, aan zijnen broeder . . . [voornaam en naamj ten deel zullende vallen, zal'moeten worden bewaard en worden uitgekeerd aan de kinderen van dien broeder, welke reeds geboren zijn of nog geboren mogten worden, willende ik, testateur, dat hét aandeel, hetwelk aan laatstgenoemden mijnen broeder uit mijne nalatenschap mogt opkomen, zal gesteld worden onder het beheer van . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats), dien ik als bewindvoerder over dat aandeel verklaar te benoemen met al zulke magt en last, als de wet voor bewindvoerders bepaald heeft.
Gedaan te . . . den . . . Naamteekening.
Aanmerkingen. De wet laat eene making, als hier hier boven aan dien eenen broeder, alleen toe aan ouders; ten aanzien hunner kinderen, of zijn die voor-overleden, ten aanzien hunner kleinkinderen, en dan nog alleen voor zooveel het beschikbaar gedeelte betreft; zij laat die ook nog toe aan broeders of zusters, en dan voor hun ge-heele erfdeel. Men ziet, dat deze makingen veelal plaats hebben ia de gevallen, dat men voor verspilling der erfgenamen vreest.
Testament, houdende making over de hand van hetgeen onverteerd en onvervreemd zal worden nagelaten.
De ondergeteekende . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart tot erfgename zijner geheele nalatenschap te benoemen, zijne echtgenoote, vrouwe... (voornaam en naam) en wel met dien verstande, dat alles wat zij onverteerd en onvervreemd van die na-
206
la'enschap mogt nalaten, zal verkregen worden door des onderge-teekenden wettige erfgenamen.
Gedaan te . . . den . . . Naamteekening.
Aanmerkingen. De vrouw of erfgenaam, onder dit bezwaar de nalajenschap geheel of ten deele verkrijgende, is verpligt, in bijzijn van andere belanghebbenden, eene behoorlijke boedelbeschrijving, binnen eene maand na het overlijden, te doen opmaken; zijn alle de belanghebbenden bij de boedelbeschrijving tegenwoordig, dan kan die onder de hand worden opgemaakt, doch dan moet die binnen veertien dagen ter griffie van de regtbank worden overge-bragti Men kan ook bij het testament bepalen , dat de benoemde erfgenaam de goederen der nalatenschap niet bij zijn leven zalmogen ■wegschenken; het spreekt vanzelf, dat de erfgenaam bij testament over de goederen der nalatenschap niet raag beschikken.
Testament, waarbij een executeur wordt benoemd.
De ondergeteekende . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart te legateren aan . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) eene som van . . . aan . . . enz. en voorts, onder den last van uitkeering der genoemde legaten, tot zijne erfgenamen te be-«oemen . . . (zie hierboven 1). Eindelijk verklaart de ondergeteekende tot uitvoerder van zijnen uitersten wil te benoemen den heer . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) en hem te legateeren eene som van . . .
Gedaan te . . . den . . . Naamteekening.
Aanmerkingen. De executeur of uitvoerder van den uitersten wil heeft, tengevolge van dit testament, geene meerdere raagt, dan om toe te zien en te zorgen, dat de legaten worden uitgekeerd; hij heeft dus geen regt, om den boedel onder zich te nemen en dien tot «llenheid te brengen.
Testament, waarbij een vroeger wordt herroepen en op nieuw wordt getestateerd.
De ondergeteekende . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart te herroepen alle uiterste wilsbeschikkingen, door hem vroeger gemaakt; en op nieuw over zijne nalatenschap beschikkende, •te legateren aan... enz. (Zie vorige formulieren).
Gedaan te ... den. . . Naamteekening.
Testament, dat aan geen notaris in bewaring behoeft gegeven te worden.
De ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart te legateren aan . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) alle zijne lakensche kleedingstukken ; aan ... (voornaam, enz.) zijne eikenhouten chiffonnière; aan... (voornaam, enz.) zijn gouden horologie. Voorts verklaart de ondergeteekende te verlangen, dat zijne begrafenis zal plaats hebben op... kerkhof, in de... klasse, en met... volgkoetsen. Eindelijk verklaart de ondergeteekende, tot uitvoerder van alle uiterste wilsbeschikkingen te benoemen den Heer... (voornaam, enz.).
Gedaan te . ilen... Nasmteekenmgen.
Aanmerkingen. Dit stuk moet door den erflater eigenhandig geschreven, gedagteekend en onderteekend zijn; hij raag hetzelve bewaren, mits het geene andere beschikkingen inlioude dan aanstellingen van executeurs, bestellingen van begrafenis of legaten van
207
kleederen, lijfstoebehooren, bepaalde lijfsieraden en bijzondere meubelen, dus geene legaten in geld, edecten of benoemmgen van erf-
fenamen. Isa overlijden moet dit stun aan den kantonregter, waar e erfenis is opengevallen, worden aangeboden.
Memorie van aangifte van de nalatenschap van een kind, dat niets bezat.
De ondergeleekende. .. [voornaam, naam en woonplaats] zoo voor zich en zijne ecbtgenoote, vrouwe .. . [voornaam, enz.] en in hoedanigheid als vader van; [voornamen] bij genoemde zijne ecbtgenoote, staande huwelijk verwekt, en allen nog minderjarig, ten zijnen woonhuize domicilium kiezende.
Verklaart:
dat op den ... te... alwaar hij domicilium had, is overleden zijn minderjarige zoon, bij gedachte zijne huisvrouw in echt verwekt; dat de eenige erfgenamen van dien overledene zijn zijne genoemde ouders, broeders en zusters; dat door den overledene niets is nagelaten, dat door den erllater geene onroerende zaken zijn nagelaten en hij geene goederen als bezwaarde erfgenaam of in vruchtgebruik bezat, en door zijn overlijden geene periodieke uitkeeringen bij opvolging zijn overgegaan of vervallen.
Gedaan te ... den ... Naamteekening.
Aanmerkingen. De memorie behoeft niet op zegel te worden gesteld; door de inlevering is de zaak afgeloopen. In het onderhavige geval behoeft men, des verkiezende, zelf geene aangifte te doen en moet de burgemeester van de plaats een certificaat afgeven, dat niets is nagelaten, welk certificaat men in plaats van de aangifte, bij den ontvanger indient.
Memorie van aangifte in de regte linie.
De ondergeteekenden;
1... . [voornaam, naam en woonplaats], als moeder en voogdesse over hare minderjarige kinderen, genaamd... [voornamen], bij na te noemen overledene in echt verwekt.
2---- [voornaam, naam en woonplaats] meerderjarige zoon van
genoemde echtelieden, te zamen domicilium kiezende ten sterfhuize van na te melden overledene,
verklaren:
dat op den . . . te . . . alwaar hij zijne laatste woonplaats had, is overleden . . . [voornaam en naam] nalatende tot zijne eenige erf-
fenamen zijne wettige kinderen, bovengenoemde minderjarigen en en tweeden aangever;enamen zijne wettige kinderen, bovengenoemde minderjarigen en en tweeden aangever;
dat door den overledene geene onroerende goederen zijn nagelaten, en hij geene goederen als bezwaarde erfgenaam of in vruchtgebruik bezat, en door zijn overlijden geene periodieke uitkeeringen bij opvolging zijn overgegaan of vervallen.
Gedaan te . . . den . . . Naamteekening.
Aanmerkingen. De memorie mag op ongezegeld papier worden gesteld; heelt de overledene onroerende goederen nagelaten, men zegge dan in de memorie, dat door den erllater is nagelaten het volgende onroerend goed, als: 1. een huis en erf, staande en gelegen te . . . sectie . . . No. 2. eene kamp weiland, gelegen te . . . sectie . .. No. . . . groot . . . Van de roerende goederen behoeft geene aangifte gedaan te worden en regten zijn niet verschuldigd.
208
Memorie van aangifte van de nalatenschap van man, (of vrouw) kinderen nalatende, en bij testament ten behoeve van den langstlevende beschikt hebbende.
De ondergeteekende . . . [voornaam, naam, beroep en woonplaats] zoo voor zich, als in hoedanighei'd van voogd over zijne minderjarige kinderen, genaamd . . . [voornamen], bij na te noemen erflaatster in huwelijk verwekt, domicilium kiezende ten zijnen woonhuize, verklaart:
Dat op den... ten zijnen woonhuize is overleden zijne huisvrouw ... [voornaam en naam], dat tot de nalatenschap van die overledene treene onroerende goederen behooren, [of de navolgende onroerende goederen behooren, als . . .], dat de overledene tot hare eenige erf-o-enamen, naar de wet heelt nagelaten hare bovengenoemde kinderen, doch bij testament, verleden voor . . . notaris te . . . den . . . Jen aangever heelt benoemd tot erfgenaam van het beschikbaar gedeelte harer nalatenschap.
Eindelijk verklaart de ondergeteekende, dat de erflater geene goederen als bezwaarde erfgenaam of in vruchtgebruik bezat, en door zijn overlijden geene periodieke uitkeeringen bij opvolging zijn overgegaan of vervallen. ...
Gedaan te . . . den . . . Naamteekemng.
Aanmerkingen. De memorie kan op ongezegeld papier worden gesteld; er zijn geene regten verschuldigd.
Memorie van aangifte, waarbij eene vroeger ingediende memorie wordt verbeterd.
De ondergeteekende . . . [voornaam en naam] wonende te . . . woonplaats kiezende als bij na te noemen memorie van aangifte heeft plaats gehad,
verklaart:
Dat bij de memorie van aangifte der nalatenschap van . . . [voornaam en naam] overleden te . . . den ... en ingeuiend ten kantore van successie te . . . den ... de daarin omschreven onroerende goederen niet Juist op hunne verkoopwaarde zijn gebragt, en bij de daarbij geschatte waarde verhoogt met........f lOOÜ.UO
Dat 'later is ontdekt dat genoemde erflater wegens geleend geld nog verschuldigd was aan . . . [voornaam en naam] „ „ wonende te ... blijkens schuldbewijs van den ... de som van - ütKJ.tK)
Weshalve het saldo per eerste aangifte nog moet worden verhoogd met een bedrag van............f 400.00
Gedaan te . . . den ... Naamteekemng.
Aanmerkingen. Deze memorie moet op gezegeld papier gesteld worden. De suppletoire regten moeten op de eerste aanmaning worden voldaan. Was alleen de schuld verzuimd aan te geven, dan was, zooals van zelf spreekt, het zuiver saldo der eerste aangifte te hoog geweest, en had men regt op teruggave van het dien ten gevolge te veel betaalde, mits die teruggave vorderende binnen twee jaren na de eerste aangifte.
. woonplaats] mede-onder-
Acte van pandgeving .door den schuldenaar, met onher roepefijke vbMiagt
De ondergeteekende . . . [voornaam, naam, beroep en verklaart wel en deugdelijk schuldig te zijn aan den i
203
geteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats), deze schuldbekentenis aannemende, eene som van.. . en zulks ter zake van zoo vele door den schuldenaar van den schuldeischer geleende en ontvangen gelden. De schuldenaar verbindt zich, om gemelde som van ... aan den schuldeischer, diens erven of regtverkrijgenden, terug te geven, op den ... en dat wel in grove Nederlandsche muntspecie, naar den koers van den dag. Tevens is tusschen partijen overeengekomen, dat de schuldenaar van de geleende som interessen zal voldoen, berekend tegen vijf ten honderd in het jaar, welke interessen zullen verschijnen, en moeten voldaan worden jaarlijks op den. . .
Tot zekerheid voor de behoorlijke voldoening van boven vermelde hoofdsom en interessen, verklaart de schuldenaar in pand te hebben gegeven en de schuldeischer in pand te hebben overgenomen; .... (hier omschrijven, wat in pand is gegeven, met schatting van de waarde).
Ten slotte verklaart de schuldenaar den schuldeischer, diens erven of regtverkrijgenden onherroepelijk te raagtigen, om wanneer hij, schuldenaar,' in gebreke mogt blijven in de behoorlijke voldoening van bovenvermelde hoofdsom en 'interessen, op tijd 'en wijze voormeld, acht dagen na de geregtelijke aanzegging tot aflossing der hoofdsom, de in pand gegeven goederen, in het openbaar, ten overstaan van eenen bevoegden ambtenaar te verkoopen, den eigendom dier goederen aan den kooper over te dragen, de kooppenningen te ontvangen, en daaruit zich zeiven te voldoen voor hoofdsom, interessen en kosten.
Aldus gedaan te... den . . .
(Naamteekeningen).
Goed voor . . . (bedrag der hoofdsom in schrijfletters).
(Naamteekening van den schuldenaar).
Aanmerkingen. Deze goedkeuring moet de schuldenaar zelf schrijven. De pandgeving geeft den schuldeischer het regt, om boven eiken anderen schuldeischer, uit het pand voldaan te worden: in geen geval mag hij zich echter het pand toeëigenen of het gebruiken , maar moet hij het pand bewaren, en heelt hij regt tot terughouding, totdat dé geheele schuld en de kosten, ook die tot behoud van het pand gemaakt, zijn voldaan. De acte moet minstens op een zegel van 25 cents worden gesteld, is aan geen gedwongen termijn van registratie onderworpen , doch ter verzekering van deszelfs dagteekening is de registratie raadzaam; het regt bedraagt een ten honderd der geleende som.
Acte van schuldbekentenis met pandgeving door eenen derden persoon.
De ondergeteekende . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart wel en deugdelijk schuldig te zijn aan den mede-onderge-teekende ... (voornaam, naam, beroep en woonplaats), deze schuldbekentenis aannemende, eene som van... wegens geleend geld. üe schuldenaar verbindt zich, om gemelde som aan den schuldeischer, diens erven of ragtverkrijgenaen terug te geven op den ... en inmiddels daarvan interessen te voldoen, berekend tegen vijf ten honderd in het jaar, welke interessen zullen verschijnen én voldaan zullen moeten worden op den...
^ En verklaart de merle-ondergeteekende . .. (voornaam, naam, beroep en woonplaats)'tof zekerheid ?ail dé beïloorlijké Voldoaning van bovengenoemde hoofdsom, renten en kosten, aan'den schuldeischer in pand te geven, terwijl deze laatste verklaart, in pand te hebben overgenomen:
204
... fOmschrijving der goederen in pand gegeven, met opgave der waarde].
Ten slotte verklaart de pandgever den schuldeischer onherroepelijk te raagtigen, om, indien de schuldenaar nalatig mogt blijven in de voldoening van bovengenoemde hoofdsom en intti-essen, de in pand gegeven goederen, in het openbaar, ten overstaan van eenen bevoegden ambtenaar, te verkoopen, de kooppenningen te ontvangen, en zich daaruit te voldoen voor hoofdsom, interessen en kosten.
Aldus gedaan te .. . den .. . Naamteekeningen.
Goed voor... (bedrag der hoofdsom in schrijfletters).
Naainteekening van den sclwldenaar.
Aanmerkingen. Zie hierboven. Registratie-regt een ten honderd der hoofdsom voor regt van schuldbekentenis en een half ten honderd, voor waarborg in roerende zaken, door eenen derde gesteld.
Acte van schuldvernieuwing , door het aangaan eener nieuwe schuldverbindtenis.
De ondergeteekende ... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart, dat hij bij acte van den... heelt schuldig beleden aan den mede-ondergeteekende. . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) eene som van. . . ter zake van geleend geld. Beide onderge -teekenden verklaren overeengekomen te zijn, om door het aangaan van eene nieuwe schuldverbindtenis, door den eerst ondergeteekende ...(voornaam en naam) ten behoeve van den mede-ondergeteekende .. . [quot;voornaam en naam] de bovenaangehaalde schuldbekentenis te met te willen doen. Dientengevolge verklaart de eerst ondergeteekende zich te verbinden, in plaats der door hem aan den mede-ondergeteekende schuldig beleden som van... en dei deswege verschuldigde renten aan dien mede-ondergeteekende te zullen leveren, op den ... [in te vullen de dagteekenir.g en dè zaken, die men zich verbindt te zullen leveren].
En verklaart de mede-ondergeteekende ... [voornaam en naam] deze schuldvernieuwing aan te nemen en mitsdien de schuldverbind-tenis, bij bovenvermelde acte aangegaan, geheel en volkomen te vernietigen, zonder eenig voorbehoud hoegenaamd.
Gedaan te ... den ... Naamteckening.
Aanmerkingen. Hier wordt eene oude schuld geheel te niet gedaan door inplaatsstelling eener nieuwe; het gevolg is, dat, zoo bij de oude schuld pand of borgtogt was gesteld, een of ander mede vervalt. De schuldenaar moet, heeft bij de acte niet zelf geschreven, er eigenhandig onder stellen : «Goed voor ...quot; [invullen de te leveren goederen); deze verklaring moet de schuldenaar onderteekenen. De acte moet op zegel van minstens 25 cents worden gesteld, is aan geen gedwongen termijn van registratie onderworpen; geregistreerd wordende, is er verschuldigd 2 pCt. van de waarde der te leveren goederen.
Acte van schuldvernieuwing door het geven van eenen anderen schuldenaar.
De ondergeteekende ... [voornaam, naam, beroep en woonplaats] verklaart den heer.. . [voornaam enz.] geheel en volkomen te ontslaan van de schuldvordering, die hij, eerst ondergeteekende ... is hebbende ten laste van den tweeden ondergeteekende ... blijkens acte van schuldbekentenis van den... en in plaats van genoemden « zijnen schuldenaar tot nieuwen schuldenaar voor gemelde schuld aan te nemen ... (voornaam, naam, beroep en woonplaats].
En verklaarde de tweede ondergeteekende . .. [voornaam, enz.] bovenvermeld ontslag van schuldverbindtenis aan te nemen.
205
Eindelijk verklaarde de ondergeteekende ... [voornaam enz. van den nieuwen schuldenaar] zich te verbinden tot nakoming van alle de verpligtingen, door den tweeden ondergeteekende bij bovenvermelde acte van schuldverbindtenis op zich genomen, en dien ten gevolge op zicli te nemen, om de, in die acte schuldig beleden , som van ... op tijd en wijze als bij die acte is bedongen, aan den eerst ondergeteekende te zullen voldoen, als eene eigene schuld.
Gedaan te ... den ...
(Naamteekeningen).
Goed voor . . . gulden.
(Naamteekening van den nieuwen schuldenaar).
Aanmerkingen. Zie hierboven. Zegel minstens 25 cents. De acte is aan geen gedwongen termijn van registratie onderworpen: is de eerste acte vin schuldverbindtenis geregistreerd, dan behoort dit vermeld te worden, en dan is op deze acte slechts 80 cents verschuldigd; is de eerste niet geregistreerd, dan is op de onderhavige 1 p(Jt. der schuld vorderbaar
Acte van verkoop van roerend goed.
De ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart verkocht te hebben aan den mede-ondergeteekende... (voornaam, enz.) die erkent in koop aan te nemen:
. . . (hier duidelijk de verkochte goederen omschrijven).
Deze koop en verüoop heeft plaats gehad voor eene som van... gulden, die de verkooper verklaart uit handen van den kooper te hebben ontvangen.
En verklaart de kooper het gekochte uit handen van den verkooper te hebben overgenomen.
Gedaan te... den . ..
(Naamteekeningen.)
Aanmerkingen. Zegel minstens 25 cents. De acte is aan geen gedwongen termijn van registratie onderworpen: geregistreerd wordende, is er 2 pCt. over den koopprijs verschuldigd.
Acte van verkoop van roerende goederen, in termijnen te leveren en te betalen.
De ondergeteekende..., (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart verkocht te hebben aan den mede-ondergeteekende .. . (voornaam enz.), die erkent gekocht te hebben... (omschrijving van de gekochte goederen).
Deze koop en verkoop is geschied voor eene som van... gulden, ■waarvan de verkooper erkent de helft uit handen van den kooper te hebben ontvangen, terwijl de kooper erkent de hellt der verkochte goederen, uit handen van den verkooper te hebben overgenomen.
Wijders is tusschen partijen overeengekomen, dat het restant der verkochte goederen aan den kooper zal moeten worden geleverd, en door dezen de restant kooppenningen zullen moeten worden voldaan te gelijk met de levering, op den...; zullende het echter den kooper vrijstaan, door vroegere voldoening van de restant koopsom, de levering van de overblijvende helft van het verkochte te gelijk met die betaling te vorderen.
Aldus gedaan te .. . den ... Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Als voren.
206
Acte van verkoop van roerend goed bij den hoop.
De ondergeteekende . . . [voornaam, naam, beroep en woonplaatsj verklaart verkocht te hebben aan den mede-ondergeteekende.... [voornaam enz.J, die erkent gekocht te hebben:
Eene lading grove Engelsche steenkolen, aangebragt door het schip genaamd . . gelost op het erf achter het woonhuis van den ver-kooper, en aldaar liggende in twee hoopen [of andere goederen].
Partijen geven te kennen, dat deze lading steenkolen noch gemeten J noch gewogen is, terwijl de kooper verklaart dezelve wel te kennen, en deswege noch meting, noch weging te verlangen.
Deze koop en verkoop is geschied voor . . . gulden, die de ver-kooper verklaart uit handen van den kooper te hebben ontvangen. Wijders is deze koop en verkoop aangegaan onder voorwaarde, dat de steenkolen liggen van af heden voor rekening van den kooper, die van den dag van heden eenen aanvang zal moeten maken met derzelver weghaling; en daarmede zoodanig zal moeten voortgaan,, dat de geheele lading vóór of op den ... zal moeten zijn weggehaald.
Aldus gedaan te . . . den . . . Naam'teekeningen.
Aanmerkingen. Als voren.
Acte van verkoop van roerend goed op de proef.
De ondergeteekende . . . [voornaam, naam, beroep en woonplaatsj' verklaart verkocht te hebben aan den mede-ondergeteekende . . .. [voornaam enz.J, die erkent gekocht te hebben-
Twintig vaten Maryland tabak [of andere goederenj, liggende in het pakhuis, genaamd . . . staande en gelegen in de . . . straat te Amsterdam, zijnde deze vaten gemerkt ... en wegende tezamen ... Nederlandsche ponden, van welken tabak de verkooper aan den kooper, dit erkennende, het monster of de proef heeft ter hand gesteld, welk monster of proefpartijen verklaren, wederzijdsbehoorlijk te hebben verzekerd, door verzegeling derzelve met beider gewoon cachet in twee afdrukken in rood lak.
Dezen koop en verkoop verklaren partijen te hebben aangegaan onder voorwaarde, dat de verkooper den kooper den tabak zal moeten leveren te diens huize te ... op den ... en wel vrachtvrij en vrij van alle belastingen, hoe ook genaamd, teJwijl alsdan de tabak geheel en volkomen zal moeten voldoen aan de boven omschreven proeven, zullende de kooper tol geen ontvang gehouden zijn, indien de levering niet op den bepaalden tijd mogt zijn gedaan, of de tabak niet aan de proeve voldoet.
Ten slotte verklaren partijen dezen koop en verkoop te hebben,
fcdaan voor eene som van . . . waarover de verkooper zal mogen eschikken bij wissel, drie maanden nadat de omschreven tabak door den kooper zal zijn in ontvang genomen.cdaan voor eene som van . . . waarover de verkooper zal mogen eschikken bij wissel, drie maanden nadat de omschreven tabak door den kooper zal zijn in ontvang genomen.
Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. De verkoop is onder opschortende voorwaarde;, zoo lang niet bewezen is, dat de zaak aan de proef voldoet, bestaat er geen verkoop, de zaak blijft dus lot aan de levering en in ontvang neming voor rekening van den verkooper. Zegel minstens 25 cents, de acte is aan geen gedwongen termijn van registratie onderworpen, het regt bedraagt 80 cents.
Acte van. verkoop van- roarcnd goed bij het gewigt-.- * -
De ondergeteekende . . . [voornaam, naam, beroep en woonplaatsj verklaart verkocht te hebben aan den mede-ondergeteekende . . . [voornaam enz.], die erkent in koop aan te nemen:
207
Twintig vaten Java-tabak, liggende in het pakhuis van den ver-Jtooper te . . . volgens verklaring van den verkooper te /.amen wegende . . . Nederlandsche ponden, zijnde de vaten gemerkt . . .
En verklaart de kooper den aangeduiden tabak wel te kennen, en zich van zijne hoedanigheid overtuigd te hebben.
Partijen verklaren deze overeenkomst van koop en verkoop te hebben aangegaan bij het gewigt, en wel voor eene som van . . . gulden per Nederlandsch pond, ot' te zamen voor eene som van . . . aie de verkooper erkent uit handen van den kooper te hebben ontvangen.
Wijders is tusschen partijen overeenkomen dat de verkooper het verkochte zal moeten leveren vrachtvrij, en zonder eenige lasten, op den... aan het pakhuis van den kooper, staande en gelegen te ,.. en alsdan gehouden zal zijn, den verkochten tabak den kooper voor te wegen met behoorlijk'geijkt gewigt en goede schalen, terwijl, indien bij die weging mogt blijken, dat de gemelde tabak een minder gewigt dan het opgegevene mogt hebben, de kooper aanspraak zal hebben op eene evenredige vermindering en terugvordering van den betaalden koopprijs, daar in geval mogt blijken, dat het verkochte een meerder gewigt, dan is gegeven, mogt hebben , de kooper gehouden zal zijn, in evenredigheid van den betaalden koopprijs, dit meerdere onmiddelijk te voldoen, onverschillig, ofhet minder ot' meerder gewigt meer dan een twintigste mogt bedragen.
Aldus gedaan te .. . den . .. Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Deze verkoop is onder ontbindende voorwaarde, de koop is dus volledig. Zegel minstens 25 cents. De registratie kan niet door den ontvanger gevorderd worden, het rest bedraagt 2 pCt. van den koopprijs.
Acte van verkoop van vruchten te veld.
De ondergeteekende ... (quot;voornaam, naam, beroep en woonplaats] verklaart verkocht te heboen aan den rnede-ondergeteekende . . . [voornaam, enz.], welke erkent gekocht te hebben, het te veld staande... [in te vullen den naam van de veldvrucht] op twee per-ceelen land, gelegen in de gemeente... bij het kadaster bekend in sectie ... Nommers ...
Deze koop en verkoop is aangegaan voor eene som van... die de verkooper erkent van den kooper te hebben ontvangen.
Wijders is tusschen partijen overeengekomen, dat de kooper het gekochte zal moeten maaijen vóór of op den... en gehouden zal zijn het gemaaide... dagen na de maaijing te vervoeren, en alsdan de aangeduide perceelen weder geheel 'ter beschikking van den kooper te stellen; terwijl al wat zich, na laatstgenoemde dagteekening, van het verkochte nog op het aangewezen land mogt bevinden, het eigendom van den verkooper zal zijn, zonder dat de kooper het regt zal hebben daarvoor eenige vergoeding te vorderen.
Aldus gedaan te . .. den . . . Naamteekeningen
Aanmerkingen. Zoo wel eigenaar als huurder van het land of liever
februiker van hetzelve, vermag deze overeenkomst aan te gaan. ergaat, na den verkoop, het veldgewas, zonder schuld van den verkooper, het vergaat voor rekening van den kooper. De acte moet gesteld worden op zegel van minstens 25 cents; behoeft dan alleen geregistreerd te worden, als men dit verlangt of het stuk in regten of bij eene notariele acte wil bezigen. Het regt bedraagt dan 2 p jt. van den koopprijs.ebruiker van hetzelve, vermag deze overeenkomst aan te gaan. ergaat, na den verkoop, het veldgewas, zonder schuld van den verkooper, het vergaat voor rekening van den kooper. De acte moet gesteld worden op zegel van minstens 25 cents; behoeft dan alleen geregistreerd te worden, als men dit verlangt of het stuk in regten of bij eene notariele acte wil bezigen. Het regt bedraagt dan 2 p jt. van den koopprijs.
^ite van verkoop van eenen oogst.
JJü ondergeteekende , .. j voornaam, naatn, beroep cii wuujiplaALaj,
208
■verklaart verkocht te hebben aan den mede-ondergeteekende . _ [voornaam enz.], die erkent gekocht Ie hebben:
den oogst van tien peiceelen bouwland, gelegen in de gemeente-.. . bij het kada.ster bekend in sectie. .. Nommers en wel den oogst van het loopende jaar.
Deze koop en verkoop heeft plaats gehad voor eene som van . . -
fulden, welke verkooper erkent uit handen van den kooper te heb-en ontvangen.
Ten aanzien van dezen koop en vei koop verklaren partijen te zijn overeengekomen, dat de kooper gehouden zal zijn, den gedachten oogst, volgens plaatselijk gebruik in te zamelen en te vervoeren zullende al, wat van denzelven, na den... nog op gedacht land aanwezig zijn mogt, zonder eenige vergoeding, het eigendom van den verkooper zijn.
Eindelijk verklaren partijen, dat de kooper, bij het geheel often deele vergaan van den oogst of bij misgewas, buiten schuld van den verkooper, geene teruggave van den koopprijs of een deel daarvan zal mogen vorderen.
Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Zegel 25 cents. De acte is aan geen gedwongen termijn van registratie onderworpen, regt 2 pCt. van den koopprijs
Acte van verkoop van boomvruchten.
De ondergeteekende . . . [voornaam, naam, beroep en woonplaats] verklaart verkocht te hebben aan den mede-ondergeteekende . . . [voornaam enz.j, die erkent gekocht te hebben;
De appelen, welke zijn appelei.-boomgaard, gelegen te . . . kadastraal sectie . . . Nommer ... dit jaar zal opleveren, voor eene som van ... die de verkooper erkent uit handen van den kooper te hebben ontvangen.
Deze koop en verkoop heeft plaats gehad onder voorwaarde, dat de kooper geene teruggave van ken koopprijs of een gedeelte daarvan zal kunnen vorderen bij het geheel of ten deele vergaan van den oogst, en gebonden zal zijn den pluk der appelen te bewerkstelligen vóór of op den ... en zulks zonder eenig nadeel aan de boomen te mogen toebrengen, op straffe van vergoeding van kosten en interessen.
Aldus gedaan tequot;, .quot;den . . . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Als boven.
Acte van verkoop van een stuk land.
De ondergeteekende . . . [voornaam, naam, beroep en woonplaats} verklaart verkocht te hebben aan den mede-ondergeteekende . . . [voornaam enz.], die erkent gekocht te hebben:
Een perceel weiland, gelegen te . . . bij het kadaster bekend in sectie . . . nommer ... en daarbij opgemeten voor . . . bunders.
Deze koop en verkoop heeft plaats gehad voor . . . gulden, die de verkooper erkent uit handen van den kooper te hebben ontvangen.
Wijders zijn partijen overeengekomen, dat de kooper op den . . . in het bezit en genot van het gekochte zal treden, en van af dat tijdstip alle de belastingen, van het verkochte geheven wordende K voor zijne rekening zal nemen;
dat de verkooper tot geene andere vrijwaring zal gehouden zijn, danquot; tot die van uitwinning;
dat de kosten, op den verkoop en de levering vallende, zullen zijn /oor rekening van den kooper.
Eindelijk verklaart de kooper, van den verkooper iè uêimcj» GV2~-
209
genomen al de bewijzen van eigendom van het verkochte, bij den verkooper voorhanden.
Aldus gedaan te . . . den . . . Naamfeekeningen.
Aanmerkingen. Door verkoop wordt de kooper geen eigenaar van het verkochte, hij wordt dat eerst na de overschrijving van de acte in de registers van den hypotheekbewaarder, onder wiens kantoor het goed gelegen is. Men ziet hieruit, dat de verkooper, al heeft hij het goed verkocht, nogmaals hetzelfde goed mag verkoopen, zonder van eene ongeoorloofde handeling, in strengen zin, beschuldigd te kunnen worden; weshalve het voor den kooper van het hoogste belang is, voor eene spoedige overschrijving te zorgen. De kosten van overschrijving zijn, volgens de wet, ten laste van den kooper: wil men dus het tegendeel bedingen, dan behoort men dit beding in de acte op te nemen. De bovenvermelde acte moet op zegel van minstens 25 cents worden gesteld, en binnen drie maanden na hare dagteekening, op straffe van dubbel regt, ter registratie worden aangeboden; het regt bedraagt 4 pCt. van den koopprijs. De overschrijving, ten kantore van hypotheken, moet plaats hebben binnen zes maanden na dagteekening der acte.
Verkoop van een huis, zonder dadelijke betaling der koopsom , met beding van hypotheek voor de kooppenningen.
De ondergeteekende . . . [voornaam, naam, beroep en woonplaats] verklaart verkocht te hebben aan den rnede-ondergeteekende . . . [woonplaats enz.j, die erkent gekocht te hebben:
Een huis en erve, staande en gelegen te ... en bij het kadaster bekend in sectie . . . nommer . . .
Deze koop en verkoop is geschied voor eene som van . . . gulden, die de kooper zich verbindt te voldoen op den . . . met bijbetaling eener rente, berekend tegen 5 pCt. in het jaar.
En is tusschen iiartljen overeengekomen:
• Art. i. Dat de kooper, onmiddellijk na de levering, den verkooper, voor de onbetaalde kooppenningen, hypotheek zal verleenen op het verkóchte huis, onder voorwaarde, dat hij, kooper, staande die hypotheek, het verbonden goed voor brandschade zal doen verzekeren, geene huurpenningen van hetzelve vooruit zal ontvangen of langer zal mogen verhuren dan voor . . . jaren, eft den verkooper de onherroepelijke volmagt zal verleenen, bij de wet te dezer zake bedoeld.
Art. 2. Dat de kooper onmiddellijk in het genot en bezit van het gekochte zal treden, en van af ... de lasten en belastingen, daarvan geheven wordende, zal voldoen.
Art. 3. Dat omniddellijk, ten koste van den kooper, deze acte ter registratie zal worden bezorgd en daarvan de overschrijving ten koste van den kooper zal moeten worden bewerkstelligd.
Art. 4. Dat binnen vijl dagen na de dagteekening dezer acte, dezelve ter overschrijving zal moeten zijn aangeboden, en de kooper gehouden zal zijn, den zesden dag,'bij acte, voor notaris te verlijden, de boven vermelde hypotheek te vestigen , terwijl bij nalatigheid de verkooper het regt zal hebben , ontbinding dezer overeenkomst te vorderen, met vergoeding van kosten, schulden en interessen.
Aldus gedaan te ... den ... Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Hypotheek kan alleen bij notariële acte worden gevestigd, doch bij onderhandsche worden bedongen; voor onbetaalde -kooppenningen,'mits (ie inschrijving Wnne» anht dagen plaats hebbe, heeft dezelve voorrang boven vroeger door den kooper toegestane inschrijvingen. Zie verder de aanmerkingen bij het vorige formulier.
210
Acte van verkoop van eeu huis, met voorbehoud van vruchtgebruik.
De ondergeteekende ... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart verkocht te hebben aan den raede-ondergeteèkende ... (voornaam, enz.), die erkent gekocht te hebben;
Een huis en erve, staande en gelegen te . .. bij het kadaster bekend in sectie ... nommer . ..
Deze verkoop is geschied voor eene som van.. . gulden, die de verkooper erkent uit handen van den kooper te hebben ontvangen. Wijders is tusschen partijen overeengekomen:
Art. 1. Dat de verkooper zijn leven lang het vruchtgebruik van het verkochte pand zal behouden , onder beding, van hetzelve in den tegenwoordigen toestand te moeten onderhouden, zonder het huls van aard of bestemming te mogen veranderen.
Art. 2. Dat de verkooper, zoo lang zijn vruchtgebruik duurt, de lasten en belastingen van net verkochte zal voldoen en gehouden zal zijn de kosten van reparatie voor zijne rekening te nemen.
Art. 3. Dat de verkooper tot geene andere vrijwaring gehouden zal zijn dan tot die van uitwinning.
Art. 4. Dat de kooper zich zeiven de levering van het verkochte zal kunnen verschaffen door het doen overschrijven dezer acte in de registers, mits aanteekening verzoekende van den last van bovengenoemd vruchtgebruik.
Art. 5. De kosten dezer acte en die van levering zullen zijn ten koste van den kooper.
Aldus gedaan te.. . den ... Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Zie hier boven. Het regt is verschuldigd over den koopprijs, na bijvoeging van de helft daarvan als last. Stel den koopprijs op f lüüü.OO, dan is het verschuldigde over f1500.00.
i Acte van verkoop met het regt van weder-inkoop.
De ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart te hebben verkocht aan den mede-ondergeteekende .. . (voornaam, enz.), die erkent gekocht te hebben;
Een huis en erve, staande en gelegen te... bij het kadaster bekend in sectie . .. Nommer ...
Deze koop en verkoop heeft plaats gehad voor eene som van . . . gulden, welke de verkooper verklaart van den kooper te hebben ontvangen.
Voorts zijn partijen overeengekomen;
Dat de verkooper bet verkochte zal kunnen aanvaarden op den ... en van af dat tijdstip alle de lasten en belastingen zal moeten voldoen.
Dat alle de kosten, op dezen verkoop en op de levering vallende, voor rekening van den kooper zullen zijn.
Dat de verkooper tot geene andere vrijwaring zal zijn gehouden dan tot die van uitwinning.
Eindelijk verklaren partijen te zijn overeengekomen, dat de verkooper, gedurende een tijdvak van vijfjaren, te rekenen van af de dagteekening dezer acte, het regt zal hebben het verkochte weder in te koopen, tegen betaling van bovenvermelden koopprijs enterug-gave van alle kosten, op dezen verkoop en de levering vallende, alsmede de kosten, op den weder-inkoop loopende.
Aldus gedaan te ... den . .. Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Men zij indachtig, dat de kooper, onder het beding van weder-inkoop, volkomen eigenaar wordt, doch, als de verkooper van het beding gebruik maakt, gehouden is de zaak terug te leveren , althans in geen minderen toestand, dan hij die ontving en vrij van alle bezwaren, door hem daarop gelegd. Onderhandsche acten verkrijgen, onder anderen, eene zekere dagteekening door
211
de registratie; daar in het onderhavige geval zoo veel van de dag-teekemng der acte afhangt, is eene spoedige registratie raadzaam. Op deze acte is het regt van zegel en registratie als voor eenen gewonen verkoop van onroerend goed verschuldigd: zie dus de aanmerking van het vorige formulier.
Acte van verkoop van eene inschuld.
De ondergeteekende .,. [voornaam, naam, beroep en woonplaats] verklaart verkocht te hebben aan den mede-ondergeteekende . . . [voornaam enz.], die erkent in koop aan te nemen ;
Eene schuldvordering van den eerst ondergeteekende, ten laste van ... van beroep ... wonende te ..., blijkens acte van schuldbekentenis van den ..., zijnde deze schuldvordering groot. . . gulden, en rentende vijf ten honderd in het jaar, tot zekerheid van welke schuldvordering de genoemde schuldenaar aan den eerst ondergeteekende heeft ten pand gegeven... [duidelijk de in pand gegeven goederen omschrijven].
Deze koop en verkoop heeft plaats gehad voor eene som van... gulden, die de verkooper verklaart van den kooper te hebben ontvangen.
Wijders is tusschen partijen overeengekomen:
dat de kooper, te rekenen van af den ... de renten van gezegde schuldvordering zal mogen genieten en ontvangen;
dat de verkooper tot geene andere vrijwaring zal gehouden zijn dan die van het aanwezen der vordering.
Eindelijk verklaart de kooper van den verkooper te hebben overgenomen de hier boven omschrevene in pand gegevene goederen.
Ten slotte verklaart de ondergeteekende... [voornaam, naam, beroep en woonplaats van den schuldenaar], kennis genomen te hebben van bovenstaande overeenkomst, en den vermelden kooper als zijnen nieuwen schuldeischer aan te nemen onder de bedingen en voorwaarden, bij boven omschreven acte van schuldbekentenis vermeld.
Aldus gedaan te . . . den ... Naamteekeningen.
Aanmerking. Het is niet noodzakelijk, dat de acte van schuldvordering vooraf geregistreerd zij of gelijktijdig geregistreerd worde. De schuldeischer aannemende, zoude de kooper gehouden zijn, de overdragt aan den schuldenaar te doen beteekenen. De acte moet minstens op zegel van 25 cents worden gesteld. Zij is niet aan een edwongen termijn van registratie onderworpen; geregistreerd wor-ende, is voor regt verschuldigd 1 pCt. over het bedrag vau de overgedragen vordering.
Acte van ruiling van onroerend goed.
De ondergeteekende ... [voornaam, naam, beroep en woonplaats] verklaart in vollen en vnjen eigendom af te staan aan den mede-ondergeteekende . . . [voornaam enz.], die erkent den afstand aan te nemen van een perceel land, gelegen te... bij het kadaster bekend in sectie .. . nommer ...; daarentegen verklaart de mede-ondergeteekende ... [voornaam enz.] aan den eerst ondergeteekende . . . [voornaam enz.], dit aannemende, in vollen en vrijen eigendom af te staan een stuk land, gelegen te.. . bij het kadaster bekend in sectie ., . nommer ..., groot. . . bunders.
Deze ruiling heeft plaats gehad onder de volgende voorwaarden : dat de tweede ondergeteekende... aan den eerst ondergeteekende ... zal moeten toegeven op den ... eene som .. . van ...;
dat de ondergeteekenden wederjijd,s anrolddellijk bij.de ondertae-kening dezer aete in het bezit en genot der aan ieder hunner afgestane perceelen land zullen treden, en van af heden de lasten en belastingen daarvan zullen voldoen;
212
dat de partijen wederzijds tot geene verdere vrijwaring zullen gehouden zijn, dan tot die van uitwinning;
dat de kosten dezer acte en die van levering, door de beide onder-geteekenden, ieder voor de helft, zullen moeten worden gedragen. Aldus gedaan te ... den . .. Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Zegel 25 cents. De acte moet binnen drie maanden worden geregistreerd en binnen zes maanden worden overgeschreven, de registratieregten worden berekend over '20 malen de onzuivere huurwaarde en wel tegen 2 pCt. van het kleinste kapitaal en 4 pCt. over het verschil. Stel b.v. de huurwaarde van het eene perceel op f 50.00 en van het tweede op f60.00, dan wordt het registratieregt berekend als volgt: perceel 1 huurwaarde f50 X f20 =f 1000.00 a 2 pCt. f20.00 » 2 » f 60 -f f 20 = I'1200.00
verschil . . . f 200.00 a 4 pCt. f 8.00
Te zamen . . . f28.00 Partijen zullen mitsdien, aan den voet der acte, bij eene getee-kende verklaring, de huurwaarde moeten opgeven.
De ondergeteekende . .. (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart verhuurd te hebben aan den mede-ondergeteekenue . . . (voornaam enz.), die erkent in huur aan te nemen:
i. . . . enz. (hier de verhuurde goederen omstandig en naauw-keurig te omschrijven).
Partijen verklaren deze huur en verhuur te hebben aangegaan onder de volgende voorwaarden;
Art. 1. Deze huur en verhuur is aangegaan voor den tijd van ... jaren, aanvang nemende van af den... en dus zullende eindigen den...
Art. i. De huurder zal voor huurprijs moeten betalen de som van . . . gulden, waarvan (in het jaar of in de maand) de eerste termijn zal verschijnen den . ..
Art. 3. De huurder zal het gehuurde behoorlijk moeten onderhouden en naar aard en bestemming moeten gebruiken, zullende het den verhuurder vrijstaan, zich, zoo dikwerf hij dit noodig acht, te overtui-
fen, of de huurder aan deze verpligtinj* voldoet, blijvende de verhuur-er dan geregtigd, om, indien het hem blijken mogt dat de huurder misbruik maakt van het gehuurde of een cler verhuurde voorwerpen niet meer in het bezit des huurders mogt zijn, onmiddelijk de vernietiging dezer overeenkomst te vorderen, met vergoeding van de waarde van het vermiste voorwerp en de schade, aan de overige goederen toegebragt. Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekeningen.en, of de huurder aan deze verpligtinj* voldoet, blijvende de verhuur-er dan geregtigd, om, indien het hem blijken mogt dat de huurder misbruik maakt van het gehuurde of een cler verhuurde voorwerpen niet meer in het bezit des huurders mogt zijn, onmiddelijk de vernietiging dezer overeenkomst te vorderen, met vergoeding van de waarde van het vermiste voorwerp en de schade, aan de overige goederen toegebragt. Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Zégel minstens 25 cents. De registratie wordt niet gevorderd. Men acht het noodig, in de acte de waarde der verhuurde goederen stuk voor stuk aan te wijzen, ten einde, bij vermissing van eenig voorwerp, geen verschil over de vergoeding te doen ontstaan.
Huur van een huis met beschrijving.
De ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart verhuurd te hebben aan den mede-ondergeteekende (voornaam, enz.), die erkent gehuurd te hebben een huis en erve, staande en gelegen te . .. bij het kadaster bekend in sectie .. . nommer . .. den verhuurder in eigendom toebehoorende. Welk huis de beide contractanten verklaren te zijn in den staat van behoorlijk onderhoud; de vensterglazen allen behoorlijk gaaf en ongeschonden; de
213
kamers alle behangen , en wel de beneden-kamers geheel nieuw; de bovenkamers, hoewel niet geheel nienw, evenwel ongeschonden; de kasten en deuren alle van goed werkende sloten en sleutels voorzien; de dakgoten en regenbakken schoongemaakt; desecreten behoorlijk geruimd; de pompen goed werkende; (hier verder op dezelfde wijze te laten volgen, wat beschreven behoort te worden).
Partijen 'verklaren deze huur-overeenkomst te hebben aangegaan voor den tijd van... jaren, te rekenen van af den... en voor eene som van .in het jaar, die de huurder zich verbindt in driemaan-delijksche termijnen ter somma van. . ., waarvan de eerste zal verschijnen den... te zullen betalen in handen van den verhuurder, of diens regt verkregen hebbenden.
Wijders zijn de ondergeteekende overeengekomen:
Art. I. dat'de huurder het gehuurde van genoegzame meubels zal voorzien, en hetzelve als een goed huisvader zal bewonen en gebruiken.
Art. 2. dat de huurder zijne huur noch geheel, noch ten deele aan anderen zal mogen afstaan of overdragen, zonder schriftelijke toestemming van den verhuurder.
Art. 3. dat de huurder het gehuurde, bij het eindigen van den huur-tijd, of hij ontruiming, weder zal moeten opleveren in den staat, waarin hij hetzelve, volgens bovenstaande beschrijving, heeft ontvangen, behoudens de gevolgen van ouderdom of toevallen, volgensde wet.
Art. 4. dat, de verhuurder den huurder het rustig en ongestoord genot van het gehuurde zal moeten blijven waarborgen, en verpligt zal zijn tot het doen of laten doen der noodige reparatien, volgens de wet.
Aldus gedaan te . .. den ...
(Naamteekenin gen).
Aanmerkingen. Zie voor het zegel, het tarief hierachter geplaatst. Indien de acte binnen drie maanden na hare dagteekening ter registratie wordt aangeboden, geschiedt die gratis, daarna tegen 3/t pCt. over de twee eerste en 3/t pCt. over de volgende jaren.
Verhuur door eenen vruchtgebruiker.
De ondergeteekende . . . [quot;voornaam, naam, beroep en woonplaatsj verklaart verhuurd te hebben aan den mede-ondergeteekende . . . [voornaam, enz.], die eikent gebuurd te hebben; Een huis, erve en tuin, staande en gelegen te . . . bij het kadaster bekend in sectie... nommer . . . van welk perceel de verhuurder het vruchtgebruik heelt gedurende zijn leven. Deze huur is aangegaan voor den tijd van . . . jaren, enz. [Zie de vorige en hierna te noemen formulieren].
Aanmerkingen. Vruchtgebruikers mogen niet langer verhuren, dan de aard en bestemming der zaak medebrengt en het plaatselijk gebruik aanwijst; bij gebreke van zoodanig gebruik mogen zij huizen voor niet langer dan vier en landerijen voor niet langer dan zeven jaren verhuren. Zie voorts de aanmerkingen hierboven.
De ondergeteekende ... [voornaam, naam, beroep en woonplaats] in hoedanigheid van algemeen gevolmagligde van den Heer . . . [voornaam enz.] verklaart verhuurd te hebben aan den mede-ondergeteekende... [voornaam enz.] die erkent gehuurd te hebben:
Een aan den lastgever van den eerst ondergeteekende toebehoo-rend huis, enz. [Zie vorige en volgende formulieren).
214
De ondergeteekende . . . [voornaam, naam, beroep en woonplaats] verklaart, in zijne hoedanigheid van voogd over de minderjarige kinderen van wijlen den Heer ... en diens overledene echtgenoote, vrouwe . . . verhuurd te hebben aan enz. [Zie de vorige en volgende formulieren].
Verhuur door eenea gehaudligten raiaderjarige.
De ondergeteekende . . . [voornaam, naam beroep en woonplaats] minderjarig, doch gehandligt tot de uitoefening van hetboerenbedrijr bij acte, verleden voor den kantonregter in het kanton . . . van den . . . verklaart verhuurd te hebben aan den mede-ondergetee-kende . . . [voornaam enz.], die erkent gehuurd te hebben: Een perceel land, enz. [Zie vorige en volgende formulieren].
Voorwaarde van vooruitbetaling van huur.
Zullende de huurder gehouden zijn vóór of op den dag van de aanvaarding van het verhuurde in genot zes maanden huur vooruit te betalen, en verpligt wezen met die vooruitbetaling voort te gaan van zes maanden tot zes maanden, zoo lang de huurtijd duurt, weshalve telkens zes maanden huur vooruit voldaan zal moeten zijn, bij
febreke waarvan het den verhuurder vrij zal staan, deze overeen-omst te doen ontbinden.ebreke waarvan het den verhuurder vrij zal staan, deze overeen-omst te doen ontbinden.
Voorwaarden van ontbinding van huur.
Niettegenstaande deze huur voor eenen bepaalden tijd is aangegaan, zal het zoo wel den verhuurder als huurder vrij staan, deze Kuur en verhuur ten allen tijde te doen eindigen, mits drie maanden bevorens daarvan opzage doende, in welk geval de huurder, van zijne zijde opzage doende, het ingetreden kwartaal zal moeten voldoen, terwijl, zoo de verhuurder de opzage mogt doen, de huurder niet gehouden zal zijn, het ingetreden kwartaal te betalen.
Vergunning, om de huur te mogen overdoen.
Eindelijk verklaart de verhuurder den huurder toe te staan, om voor zijne rekening het gehuurde, hetzij geheel, heizij ten deele, doch niet langer dan den tijd, voor deze overeenkomst bepaald, aan anderen te mogen verhuren, blijvende desniettemin de huurder voor den onderhuurder geheel aansprakelijk.
Voorwaarde van ontbinding van huur bij verkoop.
Eindelijk is tusschen partijen overeengekomen, dat, in geval de verhuurder het verhuurde goed mogt verkoopen, vóór dat de termijn, voor deze huurovereenkomst bepaald, verstreken zal zijn, de huurder gehouden zal wezen, het gehuurde te ontruimen binnen drie maanden na de daartoe aan hem gedane aanzegging, zonder aanspraak op eenige vergoeding te. mogen maken.
Aanmerkingen. Ddbr verkoop wordt de quot; huurovereenkomst niet ontbonden, ook niet door overlijden van verhuurder of huurder.
215
Voorwaarde van ontbinding van huur bij overlijden.
Eindelijk is tusschen partijen overeeogekomen, dat, in geval van overlijden van den verhuurder of huurder, vóór het verstrijken van den termijn bij deze overeenkomst bepaald, de huur en verhuur zal worden ontbonden binnen drie maanden, nadat de huurder of verhuurder kennis zal hebben gedragen van het overlijden der andere partij.
Verhnur van gemeubelde kamers.
De ondergeteekende . . . fvoornaam, naam, beroep en woonplaats] verklaart verhuurd te hebben aan den mede-ondergeteekende . . . [voornaam, enz.], die erkent gehuurd te hebben; de twee bovenkamers van het huis, door den verhuurder bewoond wordende, staande en gelegen te . . . kadastraal sectie . . . nommer ... en zulks met de meubels, zich in die kamers bevindende, bestaande, in de grootste voorkamer, in een grijs geruit vloerkleed, niet geheel nieuw, doch gaaf en ongeschonden, enz. [verder alle de meubels omschrijven].
Deze huur en verhuur is aangegaan onder de volgende voorwaarden:
Art. i. De huur zal gerekend worden eenen aanvang te nemen op den ... en te zullen eindigen den . . .
Art. 2. De huurder zal voor huurprijs betalen eene som van . . . ia het jaar, en verpligt zijn, op den eersten van elke maand den huurprijs voor een twaalfde gedeelte, in handen van den verhuurder te voldoen.
Art. 3. De huurder zal gehouden zijn het gehuurde net en zindelijk te bewonen en aansprakelijk wezen voor alle schaden daaraan toegebragt.
Art. 4. De verhuurder zal verpligt zijn, het verhuurde dagelijks te doen schoon maken en zindelijk houden, en wekelijks verschooning van het bedlinnen te verschaffen.
Art. 5. De verhuurder zal den huurder de noodige en in billijkheid gevorderd kunnende worden bediening en kokend drinkwater verschaffen.
Aldus gedaan te . . . den . . . [Naamteskeningenj.
Aanmerkingen. Zegel, zie de tarieven hier achter. Registratie, mits binnen drie maanden, gratis.
De ondergeteekende . . . [zie vorige formulieren]
Deze huur en verhuur is aangegaan voor den tijd van . . . aanvang nemende den ... en wel onder voorwaarde dat cie huurder de keuze zal hebben, om het aangeduide goed, na het eindigen dezer overeenkomst, voor nog . . . jaren in huur te houden voor den prijs en op de voorwaarden, bij deze overeenkomst bedongen, zonder dat het noodig zal zijn, een nieuw huurcontract aan te gaan, doch onder gehoudenheid aan de zijde van den huurder, om den verhuurder, drie maanden voor het verstrijken van den huurtijd, van zijn voornemen schriltelijk te doen blijken.
Wijders, enz. [Zie de vorige formulieren].
Aanmerkingen. Het zegelregt moet berekend worden over den bedongen huurtijd en de jaren opzigt te zamen.
De ondergeteekende . . . enz. [zie vorige formulieren].
Ten slotte-vérklaart'de ófidergsteekÊmdS. (voornaam, ön'zquot;.). ha inzage genomen te hebben van bovenstaande huurovereenkomst, zich te verbinden als borg voor den verhuurder, met afstanddoening van het regt van uitwinning.
216
Aanmerkingen. De borg heeft zich nu niet alleen tot borg gesteld voor den huurprijs, maar ook voor de schaden, die de huurder den verhuurder mogt berokkenen, door misbruik van het gehuurde. Wil men alleen borg voor den huurprijs blijven, dan moet dit uitdrukkelijk in de acte vermeld worden.
De ondergeteekende . .. (voornaam, naam, beroep en woonplaats) als verhuurder van... bij acte van den... eti de mede-onderge-teokende ... (voornaam enz ), als huurder, verklaren te zijn overeengekomen, om te ontbinden en te niet te doen, zonder eenige schadeloosstelling wederzijds, het bovengenoemde, tusschenhen aan-
tegane huurcontract. Dien tengevolge zal de huurder gehouden zijn, et bovenvermelde goed op den ... geheel ter beschikking van den verhuurder te stellen en alzoo te ontruimen, onder beding evenwel van de verschenen huur te voldoen en al de belastingen, bij de wet aan huurders opgelegd, ter wij 1 hij, huurder, tevens aansprakelijk zal blijven voor al de schaden, die, bij de we der-oplevering van het gehuurde, mogten blijken aan den verhuurder te zijn toegebragt. Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekeningen.egane huurcontract. Dien tengevolge zal de huurder gehouden zijn, et bovenvermelde goed op den ... geheel ter beschikking van den verhuurder te stellen en alzoo te ontruimen, onder beding evenwel van de verschenen huur te voldoen en al de belastingen, bij de wet aan huurders opgelegd, ter wij 1 hij, huurder, tevens aansprakelijk zal blijven voor al de schaden, die, bij de we der-oplevering van het gehuurde, mogten blijken aan den verhuurder te zijn toegebragt. Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Voor zegelregt is verschuldigd een regt gelijkstaande met dat, als of de huurder zijne huur, voor zoo verre die nog loopende was, aan eenen anderen had overgedaan. De registratie, mits binnen drie maanden, heeft gratis plaats.
De ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart met den mede-ondergeteekende.. . (voornaam, enz.), dit aannemende, te zijn overeengekomen, om de huur en verhuur van..., tusschen hén aangegaan bij onderhandsche acte van den... en zullende eindigen den'..., te 'vernieuwen voor den tijd van ... en tegen den huurprijs van . . . 's jaar-s, en dat wel op de voorwaarden, bij gezegd huurcontract bedongen.
Aldus gedaan te .. . den .. . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Zegel als voor een nieuw huurcontract, registratie .gratis, binnen drie maanden. De ontvanger mag niet vorderen, dat hem het oude huurcontract worde vertoond . al zegt hij, dat hij anders buiten staat is na te gaan, of er genoegzaam zegelregt is voldaan; hij moet de acte registreren, zoo als die ligt; is er fraude, hij bewijze die.
Kwitantie voor betaalde huurpenningen.
De ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) erkent ontvangen te hebben van... (voornaam , enz.) de som vati..., voor (drie maanden of een anderen termijn) huur, door den laatstgenoemde aan den ondergeteekende verschuldigd, blijkens huurcontract van den... welke huur verschenen was den . ..
Gedaan te . . . den . . , Naamteekening.
Aanmerkingen. Zegel minstens 15 cents. De kwitantie is aan geen gedwongen termijn van registratie onderworpen; geregistreerd wordende, is verschuldigd 1/, pCt. van de som, waarvoor gekwiteerd is. Men mag de kwitantie stellen op het huurcontract, in handen van den huurder, en bespaart, dus doende, de zegelregten.
217
Aanmaning van opzage van mondelinge huur.
De ondergeteekende . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) als verhuurder van . . . (voornaam enz.) van ... bij mondelinge overeenkomst, verklaart, dat door genoemden huurder, binnen den termijn, bij de wet bepaald, aan hem behoorlijke opzage van genoemde huur is gedaan , en hij , ondergeteekende , alzoo niet verlangt, dat die opzage bij deurwaarders-exploit worde bewezen, maar integendeel gezegden huurder, tegen den . . . ontlast van alle verbindtenis als huurder van meergemeld goed.
Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Zegel 15 cents. l)e registratie is alleen noodig, als het stuk in resten of bij een notaris moet worden voorgebragt; het regt bedraagt 80 cents.
De ondergeteekende . . . [voornaam, naam, beroep en woonplaats] verklaart m bewaring gegeven te hebben aan den mede-onderge-teekende . . . [voornaam, enz.], die erkent in bewaring genomen te hebben . . . [hier duidelijk omschrijven wat in bewaring is gegevenj.
Partijen verklaren deze bewaargeving te hebben aangegaan voor den tijd van . . . zullende het echter den bewaargever vrijstaan, het in bewaring gegevene vroeger terug te vorderen; wijders is tusschen hen overeengekomen, dat de bewaargever den bewaarder kost- en schadeloos zal houden voor alle de kosten, op de bewaring en het behoud der zaak vallende, terwijl de bewaarhebber verpligt zal zijn, het goed op te leveren ten huize en in handen van den bewaargever.
Aldus gedaan te . . . den . . . [Naamteekeningen].
Aanmerkingen. Men kan ook loon voor bewaring bedingen; in dit geval moet hiervan in de acte worden melding gemaakt. Het zegel-regt bedraagt minstens 25 cents. De acte is aan geen gedwongen termijn van registratie onderworpen; doet men die registreren, het regt bedraagt 80 cents, tenzij de in bewaring gegeven zaken geld mogten zijn, of loon bedongen mogt wezen, in welke gevallen 1 pCt. der in bewaring gegeven som, of van het bedongen loon verschuldigd is.
De ondergeteekende. . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart in bruikleen af te staan aan den mede-ondergeteekende .. . (voornaam enz.), die erkent in bruikleen ontvangen te hebben... (omstandige omschrijving der in bruikleen gegeven goederen).
Deze bruikleen is aangegaan voor den tija van ... onder voorwaarden, dat de leener het geleende, als een goed huisvader, naar aard en bestemming zal gebruiken, en aansprakelijk z l zijn voor elke vermindering van waarde, ten gevolge van toévallen, zelfs al waren die buiten schuld van den leener ontstaan, zoo deze door zijne eigene zaak te bezigen het toeval had kunnen voorkomen.
De uitleener zal het regt hebben, om, zoo hij het geleende zelf behoeft, na eene eenvoudige aanzegging, al is de tijd niet verstre-ken, bij deze overeenkomst bepaald , het geleende 'terug te vorderen; zullende in dat geval niet alleen, maar ook in elk geval, dat de leener tot teruggave van het geleende verpligt is, die teruggave moeten geschieden in handen en ten woonhuize van den uitleener.
Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Bruikleen is volstrekt om-niet; is er een prijs* bedongen, het contract wordt huur en verhuur; heeft de gebruiker, om van de geleende zaak gebruik te kunnen maken, on. kosten moeten maken, hij kan die niet terug vorderen; heeft hij
218
echter, tot behoud der zaak, buitengewone en nood-zakelijke onkosten moeten maken, dan zijn die voor rekening van den uitleener. Zegel minstens 25 cents. De registratie der acte kan niet gevorderd worden; verlangt men die, er is 80 cents verschuldigd — bruikleen tarilieert de registratie-wet niet in het bijzonder — het is raadzaam, de in bruikleen gegeven goederen in de acte te schatten, ter vermijding van latere moeijelijkheden; het spreekt van zelf, dat geld, en goederen, die onmiddelijk, door er gebruik van te maken , vergaan, geen onderwerp van deze overeenkomst kunnen uitmaken. — Veelal wordt deze overeenkomst aangegaan in den vorm van eenen verkoop van roerend goed, dat de kooper in bruikleen bij den verkooper laat; daarom geven wij van die overeenkomst hier een voorschrift.
Gewone schuldbekentenis wegens geleend geld.
De ondergeteekende . . . [voornaam, naam , beroep en woonplaats], verklaart deugdelijk schuldig te zijn aan . . . [voornaam, enz.] de som van . . . wegens geleende gelden, en zich te verbinden, qm die som, vóór of op den . . . aan den schuldenaar, ten zijnen huize, te zullen terug geven in goed, grof, Nederlandsch geld. quot;Verbindende zich de ondergeteekende, om inmiddels, en tot aan d« bedoelde teruggave, van de aangewezen som te zullen betalen eene rente, berekend tegen . . . ten honderd in het jaar, welke rente geacht zal worden te loopen van af den ... en telken jare zal moeten voldaan worden op den . . . |of zal moeten worden voldaan bij de teruggave van genoemde hoofdsom].
Gedaan te . . . den . . . [Naamteekening].
Aanmerkingen. Heeft de schuldenaar de obligatie niet zelf geschreven, dan stelle hij boven zijne handteekening: «goed voor...quot; Zegel minstens 15 cents, het stuk is aan geene gedwongene registratie onderworpen, de regten bedragen 1 pCt. der geleende som.
Geldleening door solidaire schuldenaren.
De ondergeteekenden . . . [voornamen, namen, beroepen en woonplaatsen van alle de schuldenaren) verklaren hoofdelijk en alzoo ieder voor het geheel, schuldig te zijn aan den mede-ondergeteekende. .. [voornaam enz.], eene som van . . . wegens geleend geld.
Deze geldleening is aangegaan onder de volgende voorwaarden, te weten:
Schuldenaren, zullen, hoofdelijk, gehouden zijn tot teruggave van het geleende, in handen van den schuldeischer, vóór of op den . . . en inmiddels verpligt wezen, jaarlijks vóór of op den . . . aan den schuldeischer te voldoen eene rente van . . . pCt. van de genoemde hoofdsom, en dat tot op den dag der geheele aflossing van dezelve.
Aldus gedaan te . . . den . . . [Naamteekeningen].
Aanmerkingen. Elk der schuldenaars zal gehouden zijn onder die acte te stellen: «Goed voor ...quot; [hoofdsom in schrijfletters] en die verklaring moeten teekenen. In het onderhavige geval kan de schuldeischer dien der schuldenaren voor het geheel aanspreken, welken hij verkiest; betaalt een hunner, dan zijn alle de andere ontslagen, eii heeft hij, die betaalde, regt van verhaal voor het betaalde, na aftrek van zijn aandeel op zijne medescliuldenaren, ieder voor zijn aandeel. Zegel minstens 15 cents; de acte is aan geene gedwongen registratie onderworpen, regt 1 pCt. der geleende som.
Geldleening met hoofdelijke schuldeisehers. De ondergeteekende . . . [voornaam, naam, beroep en woonplaats]
219
verklaart wel en deugdelijk schuldig te zijn aan . . . [voornaam enz. rier schuldeisehers], en wel aanelk hunner hoofdelijk, gelijk zij door inede-onderteekening erkennen:
Eene som van. . . wegens zoo vele van hen geleende gelden, onder voorwaarde, dat de genoemde som vóór of op den ... zal moeten worden teruggegeven, en de schuldenaar, inmiddels, zal gehouden zijn tot de betaling eener rente, gerekend tegen .- . . ten honderd in het jaar, welke rente, in handen van een der schuldeisehers zal moeten worden voldaan, jaarlijks vóór of op den ... en dat tot de geheele aflossing toe.
Aldus gedaan te. . . den . . . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Zie vorige formulieren. De schuldenaar kan nu aan dien zijner schuldeisehers de geheele schuld voldoen, welken hij verkiest; de betaling, aan een hunner gedaan, ontslaat hem van de overigen.
Schuldbekentenis cloor erfgenamen.
De ondergeteekenden. . . (voornamen, namen, beroepen en woonplaatsen), gezamenlijk erfgenamen van. . . overleden te... den... verklaren, dat genoemde erflater wel en deugdelijk schuldig is aan den mede-ondergeteekende . . . (voornamen, enz.'), deze schuldbekentenis aannemende; eene som van . . . wegens . . . (oorzaak der schuld), verbindende zich genoemde erfgenamen tot betaling van gezegde hoofdsom, elk voor zijn aandeel, aan en in handen van den schuldeischer, vóór of op den . . .
Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Zie hier boven.
Overeenkomst tot levering van goederen.
De ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart zich te verbinden, om vóór of op den ... te leveren aan den mede-ondergeteekende . . . (voornaam, enz.) deze verbindtenis aannemende : de volgende goederen ... [de goederen hier behoorlijk omschrijven].
Wijders is tusschen partijen overeengekomen,quot; dat de levering zal moeten geschieden ten huize van den tweeden ondergeteekende, in den staat hierboven omschreven, en tegen betaling aan den eerst ondergeteekende van eene som van . . .
Gedaan te . . . den . . . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Zegel minstens 25 cents. Ingeval men de acte wil doen registreren, is er voor regt verschuldigd 2 pCt. van den bedongen prijs.
Verleening van uitstel van betaling.
De ondergeteekende .. . [voornaam, naam, beroep en woonplaats], schuldeischer van ... [voornaam enz.], voor eene som van ... blijkens
acte van den ... welke vordering vervalt den___, verklaart genoemden
zijnen schuldenaar bij deze, voor de allossing van genoemde hoofdsom, een uitstel te verleenen tot den ... onder uitdrukkelijk beding, dat de renten bij genoemde acte bedongen, zullen blijven doorloopen tot aan de geheele aflossing van bovengenoemde hoofdsom, en bij wanbetaling, op de bedongen termijnen van de aangewezen interessen, de schuldeischer geregtigd zal zijn, de hoofdsom onmiddelijk op te vorderen, niettegenstaande het verleende uitstel.
Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekening.
Aanmerkingen. Wij hebben den schuldenaar niet laten medetee-kenen, dat onnoodig is en aanleiding, bij registratie, kan geven tot hefïing van het regt van 1 pCt. als de obligatie niet geregistreerd is. Zegel 15 cents, registratie-regt 80 cents.
15
320
Schuldbekentenis voor geleverde goederen.
De ondergeteekende ... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) erkent wel en deugdelijk schuldig te zijn aan den mede-onderge-teekende . . . (voornaam enz.), ueze verbindtenis aannemende: eene som van . . . wegens door den scliuldeischer aan den schuldenaar op den . . . verkochte en geleverde goederen.
Partijen zijn overeengekomen, dat de schuldeischer bovengenoemde som, ten allen tijde, zal mogen opvorderen, mits daarvan binnen... opzage doende, en de schuldenaar gehouden za! zijn, van meergenoemde som interessen te betalen, gerekend tegen . . . ten honderd m het jaar, te rekenen van af heden; welke betaling van interessen zal moeten plaats hebben jaarlijks op den ... en bij de allossing der hoofdsom.
Aldus gedaan te . . . den . . . Naarateekeningen.
Aanmerkingen. Zegel minstens 25 cents. Registratie, als men die mogt verlangen, 2 pCt. der hoofdsom.
Acte van kwijting van geleend geld, door den sohuldeischer.
De ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart ontvangen te hebben van den heer. .. (voornaam enz.), de som van..., welke deze hem heeft schuldig beleden bij onderhand-sche acte van den . . . , verklarende de ondergeteekende mitsdien genoemden heer . . . geheel en al te ontslaan van alle zijne ver-pligtingen, door hem bij genoemde acte op zich genomen.
Gedaan te . . . den . ' Naainteekeningen.
Aanmerkingen. Bestaat er zoo als hier boven eene schriftelijke verbindtenis van schuld, dan doet de schuldenaar het best, de schriftelijke obligatie terug te vorderen, door den schuldeischer op deze wijze gekwiteerd. »De ondergeteekende verklaart geheel voldaan te zijn door den in bovengemelde acte vermelden schuldenaar en hem tér zake van boven omschreven schuld volkomen te kwijten.quot;
te . . . den . . . Naamteekening.
Op de bovenstaande acte is verschuldigd een zegelregt van 15 cents. Zij is aan geene gedwongene registratie onderworpen, het regt bedraagt 1/2 pCt. der som, waarvoor gekwiteerd wordt.
Do ondergeteekende . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart van den mede-ondergeteekende . . . (voornaam enz.) in bewaring genomen te hebben . . . (de goederen naauwkeurig omschrijven). Deze overeenkomst is aangegaan onder de volgende voorwaarden; De bewaarhebber zal gehouden zijn, de omschreven goederen te bewaren als een goed huisvader tot den . . . en verpligt wezen, het in bewaring genomene te onderhouden in den staat, waarin het zich op het oogenblik der bewaargeving bevindt.
De bewaargever verbindt zich, den bewaarhebber koste- en schadeloos te houden voor alle kosten, op de bewaring en het onderhoud der goederen vallende.
Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Bewaargeving wordt geacht om niet te zijn aangegaan; wil de bewaarhebber loon voor zijne moeite, hij moet dat bedingen en in de acte opnemen. Zegel minstens 2ö cents, registratie, als men die verlangt, 80 cents.
Vestiging eener altijddurende rente. De ondergeteekende . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats)
221
^verklaart ontvangen te hebben van den mede-ondergeteekende . . , -{voornaam enz.), die erkent afgestaan te hebben; Eene som van . . . En verklaren partijen nog overeengekomen te zijn;
dat gemelde som nimmer zal mogen teruggevorderd worden, dan in de gevallen bij de wet bepaald, maar de eerst ondergeteekende, diens erfgenamen of regtverkrijgenden, jaarlijks, en wel op den . . . van elk jaar, zullen betalen eéne altijddurende rente van . .. 's jaars;
dat de eerstondergeteekende verpli'gt zal zijn, den mede-onderge-teekwnde, tot zekerheid van de rigtige betaling der aangeduide rente, hypotheek te verschaffen op zijne onroerende goederen en wel op dusdanig gedeelte derzelven, dat eene waarde vertegenwoordigt van minstens het dubbel der afgestane som.
Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. De renteschuldige stelle, schreef hij de acte niet, boven zijne handteekening; «Goed voor eene rente van . . . 's jaars.quot; ■Men zal'wel zelden deze overeenkomst willen aangaan, /,onder zekerheid voor de rente te bedingen, dat echter niet volstrekt vereischt wordt. Do renteschuldige kan ten allenlijde de rente allossen, ten ware bedongen is, dat dit niet zal mogen plaats hebben dan na verloop van eenige jaren, welk beding voor niet langer dan tien jaren mag worden aangegaan. Zegel minstens '25 cents. Registratie, als men die verlangt bewerkstelligd te zien, 2 pCt. van 20 malen de jaarlijksche rente.
Vestiging eener grondrente bij verkoop.
De ondergeteekende . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart verkocht te hebben aan den inede-ondergeteekende . . . (voornaam enz.), die erkent gekocht te hebben:
Een huis, erf en tuin, staande en gelegen te . . . sectie... No.... Deze koop en verkoop heeft plaats gehad voor eene som van . . . die de verkooper erkent van den kooper te hebben ontvangen. Wijders is deze verkoop en koop geschied voor eene grondrente, op het verkochte gevestigd zullende blijven, groot . . . gulden 's jaars. Tusschen partijen is overeengekomen, als volgt:
dat de kooper, of zijne opvolgers in den eigendom van het verkochte, gedachte grondrente, jaarlijks, op den ... zal moeten voldoen aan en in handen van den verkooper of diens regtverkrijgenden, en gezegde rente niet zal kunnen worden afgekocht dan na eene opzegging van drie maanden vóór de verschijning der rente;
dat de kooper dadelijk in het bezit en genot van het verkochte zal kunnen treden en de lasten van af hederi zal moeten voldoen;
dat de verkooper tot geene andere vrijwaring zal gehouden zijn dan tot die voor uitwinning.
Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. De rente kan nu telken jare worden afgekocht tegen een ^bedrag van twintig raaien de jaarlijksche rente. Zegel minstens 25 cents. Registratie binnen drie maanden, tegen 4 pCt. van de koopsom en van 2Ü malen de jaarlijksche rente. Overschrijving ten kantore van hypotheken, binnen zes rnaanden na de dagteekèning
De ondergeteekende . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) contractant ten eenre, verklaart ontvangen te hebben van den medo-ondergeteekende . . . (voornaam enz.), contractant ter andere zijde, die aan den contractant ter eenre verklaart te hebben afgestaan éene som van . . . gulden.
Er is tusschen partijen overeengekomen, dat de contractant ter andere zijde gezegde som nimmer zal mogen terugvorderen, terwijl de contractant ter eenre, ter zake van den afstand der aangeduide
222
Som, aan den contractant, ter andere zijde zal moeten voldoen eenerente van . . . gulden 's jaars, gevestigd op het lijf van den contractant ter andere zijde of diens regtverkrijgenden, jaarlijks vóór of op den . . . aanvang nemende den . . .
Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Zegel minstens 25 cents. Registratie, als men die verlangt, 2 pCt. van het afgestane kapitaal.
De ondergeteekende . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaatsgt; verklaart verkocht te hebben aan den mede-ondergeteekende . . ^ (voornaam enz.), die erkent gekocht te hebben:
Een huis en erve, staande en gelegen te . . . bij het kadaster bekend in sectie . . . No. . . .
Deze koop en verkoop heeft plaats gehad om en voor eene lijfrente,, groot . . . guldens 's jaars, gevestigd op het lijf van den kooper, en jaarlijks, te beginnen met den ... te voldoen aan en in handen van den verkooper.
Wijders is tusschen partijen overeengekomen, als volgt;
de kooper zal dadelijk na het onderteekenen dezer acte in het bezit en genot van hot verkochte kunnen treden, en de belastingen moeten voldoen van af heden;
de verkooper zal tot geene andere vrijwaring gehouden zijn dan tot die van uitwinning.
Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Zegel minstens 25 cents. Registratie binnen drie maanden tegen 4 pCt. van tien malen de lijfrente; overschrijving binnen 6 maanden.
De ondergeteekende .. . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart magtig te maken den heer... (voornaam enz.), speciaal, om voor en in naam van den lastgever . .. [hier in te vullen de bijzondere handeling, die men wil verrigt hebben].
En verbindt zich de ondergeteekende, om goed te keuren, alles, wat genoemde lasthebber, uit kracht dezer acte, zal hebben verrigt, met belofte van schadeloosstelling volgens de wet.
Aldus gedaan te .. . den ... Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Voor alle handelingen, niet bepaaldelijk daden van beheer betreffende, moet eene bijzondere volmagt worden verstrekt, waarin de handeling bepaald wordt uitgedrukt, weshalve algemeene bewoordingen, zooals; om alles te verrigten, wat noodig mogt bevonden worden, geen regt geven, om daden van eigendom, b.v. koop, geldleening, enz. te verrigten. De volmagt is om met, zoo geen loon bedongen is. De lasthebber kan, ook al is hij daartoe niet gemag-tigd, eenen ander in zijne plaats benoemen, doch blijft alsdan voor dezen aansprakelijk, dat de lasthebber trouwens evenzeer blijft, al wordt hem de magt verleend, een' ander in zijne plaats te benoemen; alleen als de lastgever eenen persoon aanwijst, om in de plaats te stellen, houdt die aansprakelijkheid op. Lastgeving is eene overeenkomst, doch alleen dan, als de lasthebber den last heeft aangenomen. Hij kan dit bij de volmagt zelve doen, of bij een ander geschrift, of stilzwijgend, door den last uit te voeren. De lastgever kan ten allen tijde den last herroepen, dat is; de volmagt intrekken, door een deurwaarders-exploit aan den lasthebber, of door later een a«ider persoon-voer deflelfde'zaak te magtigen. In het laatste
Êeval zal hij den eersten lasthebber van die tweede magtiging beooren kennis te geven.eval zal hij den eersten lasthebber van die tweede magtiging beooren kennis te geven.
223
Zegel 15 cents. Registratie 80 cents; al zijn verschillende personen lastgevers bij dezelfde acte, of verscliillende personen lastliebbers, ■er is nimmer 80 cents verschuldigd, ten ware verscheidene personen, bij eene en dezelfde acte, een of meer personen volmagtigden, om iets te verrigten, dat aan iederen lastgever geheel personeel is, 1). v. A. heeft van B. gelden te vorderen, C. van D. de levering van een huis, E. van F. een legaat; allen magtigen, bij dezelfde acte , eenen persoon, om die belangen waar te nemen; nu zijn er zoo vele regten van 80 cents verschuldigd, als er lastgevers zijn; doch al magtigen honderd mede-eigenaren, of mede-erfgenamen,' enz., honderd andere personen, om hunne belangen als zoodanig waar te nemen, er is maar 80 cents registratie-regt verschuldigd.
De ondergeteekende .. . [voornaam, naam, beroep en woonplaats], verklaart magtig te maken . .. [voornaam enz.J, speciaal, om voor hem en in zijnen naam in te vorderen van.. . [voornaam, enz.], de som van ,. ., welke de ondergeteekende van laatstgenoemden heer te vorderen heeft blijkens acte van den... [of wegens geleverde goederen, blijkens koopmansboek], deswege kwijting te verleenen, in geval van 'nalatigheia in de betaling, deze in regten te vorderen, deswege procureurs en advocaten aan te stellen, vonnis te vragen; daarin te berusten of van de uitspraken in hooger beroep te kotnen ; dadingen aan te gaan, of scheidslieden te benoemen, om uitspraak te doen, hetzij naar strikt regt, hetzij als goede mannen; beslag te leggen en dit te vervolgen; van nadeelige vonnissen in hooger beroep of cassatie te komen, woonplaats te kiezen, en alles meerder te doen, wat in het belang van den lastgever nuttig en noodig kan igeacht worden.
Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekening.
Aanmerkingen. Als voren.
Volmagt, om alle vorderingen te innen.
üe ondergeteekende . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart te volmagtigen . . . (voornaam enz.) speciaal, om voor en namens hem, lastgever, alle vorderingen, die hij, lastgever, ten laste van derden mogt hebben, in te vorderen hetzij in der minne, hetzij in regten; deswege kwijting te geven; procureurs en advocaten te benoemen; vonnissen te vragen; de voordeelige ten uitvoer te leg-
fen; m de nadeelige te berusten of daarvan in hooger beroep te omen; dadingen aan te gaan; scheidslieden te benoemen, ten einde uitspraak te doen, hetzij als goede lieden, hetzij naar strikt regt; beslag te leggen en dit te vervolgen; woonplaats te kiezen, en alles meerder te doen, wat de lasthebber, in het belang van den lastgever, nuttig en noodig mogt oordeelen.en; m de nadeelige te berusten of daarvan in hooger beroep te omen; dadingen aan te gaan; scheidslieden te benoemen, ten einde uitspraak te doen, hetzij als goede lieden, hetzij naar strikt regt; beslag te leggen en dit te vervolgen; woonplaats te kiezen, en alles meerder te doen, wat de lasthebber, in het belang van den lastgever, nuttig en noodig mogt oordeelen.
Gedaan te . . . den . . . Naamteekening.
Aanmerkingen. Als voren.
Volmagt, om bij een publieken verkoop te koopen.
Be ondergeteekende . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart magtig te maken... (voornaam, enz.) speciaal, om voor hem, lastgever, bij de publieke veiling van onroerende goederen, ge-houden^ullende worden door den notaris ... den... te koopen het alsdan te veilen huis en erve, staande en gelegen te ... No. ..., mits de prijs de som van . . . niet te boven gaat; de acte van inzet en veiling te teekenen, en daarbij den lastgever als kooper te verbinden onder de voorwaarden, bij die acte vermeld, en voorts al het
224
Weerdere te doen, wat ter dezer zake mogt gevorderd worden; alles, met belofte van goedkeuring en onder verband als volgens de wet. Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekening.
Aanmerkingen. Als voren.
Volmagt, om gelden op te nemen.
De ondergeteekende . . . (voornaam, naam, beroep en woonpIaals)r. verklaart te magtigen den heer... (voornaam, enz.), speciaal, om voor en ten beboeve van hem, lastgever, te leenen van den heer... (voornaam, enz.) eene som van . .. die gelden in ontvang te nemen, de deswege gevorderd wordende acte van schuldbekenlenis te verlijden, de betaling van interessen, ten beloope van . . . ten honderd in hot jaar, daarbij te beloven, de wijze en termijnen vau aflossing te bepalen, en verder alles meerder te doen en te ver», rigten, wat noodig en nuttig zal bevonden worden.
Gedaan te . . . den . . . Naamteekening.
Aanmerkingen. Als voren.
De ondergeteekende . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats)' verklaart te magtigen den heer... (voornaam enz.), speciaal, om namens hem, lastgever, te verhuren, voor den tijd van..., des lastgevers (huis of land, gelegen te. . . enz.) en zulks'voor eene som van minstens ... in het jaar; de huur- of pachtpenningen te ontvangen en daarvoor te kwiteren; de noodige reparatien te laten doen en de kosten derzelve te betalen; de voorwaarden van verhuring, met inachtneming der plaatselijke gebruiken, te bepalen; bij wanbetaling der huurpenningen, tot vervolgingen over te gaan of lot ontbinding der overeenkomst te procederen; de vonnissen, te dezer zake geslagen zullende worden, ten uitvoer te leggen , en voorts alles verder en meerder te doen, wat te dezer zake mogt vereischt worden, met belofte Van goedkeuring en onder verband als volgens de wet.
Gedaan te . . . den . . . Naamteekening.
Aanmerkingen. Als voren.
Volmagt, om zaken in ontvang te nemen.
De ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaals), verklaart magtig te maken... (voornaam, enz.), speciaal, om voor en in naam van hem, lastgever, van den heer... te ... in ontvang te nemen... (omschrijven de te ontvangen goederen), welke goederen genoemde heer .. . zich verbonden heeft, den lastgever fe zullen, leveren; die goederen vooraf te onderzoeken en te vergelijken met het gegeven (of de opgave van genoemden heer.. . ontvangen); bij, goedbevinding dier goederen, de rekening derzelven te sluiten, de noodige bewijzen van ontvang te geven en de vereischt wordende betalingen te doen, daarvoor kwijting te vorderen, en alles meerder te doen, ■wat de lastgever, zelf tegenwoordig zijnde, zoude mogen, kunnen o( moeten doen, met belofte van schadeloosstelling en verband volgens de wet.
Gedaan te . . . den . . . Maamteekening.
Aanmerkingen. Als voren.
De ondergeteekende . . . (voornaam, qaam, beroep en.waonf,laats] verklaart magtig te maken .. . [voornaam enz.*], speciaal, om voor en ïiamens hem, lastgever, hetzij in het openbaar, netzij uit de hand.
325
te verkoopen des lastgevers [huis of land , gelegen te . . .]■ de verkoopvoorwaarden te regelen; de noodige acten en schrifturen te teekenen ; het verkochte te leveren; de kooppenningen te ontvan-gen en daarvoor kwijting te geven; de voorhanden bewijzen van eigendom den kooper te overhandigen, woonplaats te kiezen en alles verder en meerder te doen, wat nuttig en noodig zal worden bevonden, onder belofte van goedkeuring en verband volgens de wet.
Gedaan te . . . den . . . Naamteekening.
Aanmerkingen. Als voren.
Volmagt, om bij boedelscheiding te vertegenwoordigen.
De ondergeteekende . . . [voornaam, naam, beroep en woonplaats] erfgenaam voor. . . gedeelte in de nalatenschap van . . ., overleden te . . . den . . . , verklaart magtig te maken . . . [voornaam enz.] speciaal, om hem te vertegenwoordigen bij de scheiding en deeling van gezegde nalatenschap, de vereischte kavelingen te helpen maken, des noodig de loten te regelen of in der minne de deeling te helpen bewerkstelligen, met of zonder overbedeeling; het deel, den lastgever te beurt zullende vallen, in ontvang te nemen; de vereischte vrijwaring te beloven of van vrijwaring af te zien; de noodige acte te teekenen en verder al dat meerdere te doen, wat noo-wor^n bevonden, alles onder verband als volgens de wet.
Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekening.
Aanmerkingen. Als voren.
De ondergeteekende . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart magtig te rnaken . . . (voornaam enz.), algemeen, om in des lastgevers naam, alle diens goederen te beheeren, te verhuren of te verpachten voor zoodanige prijzen en tijden, als noodig en nuttig mag worden geacht; de huur of'pachtpenningen te ontvancen en daarvoor kwijting te geven; de nalatige huurders te vervolgen in regten, te ageren tot beslag hunner roerende goederen ofontbindino-der overeenkomst; alle gelden en goederen, uit welken hoofde ookquot; hem lastgever, aankomende, in te vorderen of op te eischen, hetzii' in der minne, hetzij in regten, en daarvoor kwijting te geven-alle rekeningen te sluiten of te debatteren, de saldo's te ontvangen of uit te keeren; gelden te beleggen of op te nemen met of zonder zakelijke of persoonlijke zekerheids-stelling, en met of zonder beding van interessen, en op zoodanige voorwaarden, als hij, lasthebber, nuttig of noodig mogt oordeelen; roerende en onroerende goederen te koopen en den bedongen prijs te betalen, ofte verkoopen en de kooppenningen te ontvangen én daarvoor te kwiteren alles op zulke voorwaarden, als hij, lasthebber, mogt noodig of nuttig achten; alle acten en stukken te verlijden en te teekenen; legaten
en giften ten behoeve van den lastgever in ontvang te nemen en daarvoor te kwiteren; alle erfenissen, den lastgever opkomende te aanvaarden, hetzij zuiver of onder het voorregt van boedelbeschrii-ving; die te verwerpen, of regt van beraad aan te vragen, deswege de noodige verzegelingen en ontzegelingen te vorderen, met of zonder boedelbeschrijving; acten van scheiding en deeling aan te quot;aan de kavelingen of loten te helpen bepalen, lotingen en verwisselm^en van loten aan te gaan; de aandeelen, den lastgever opkomendequot;in ontvang te nemen; vrijwaringen te bedingen of daarvan afstand te
doen; memonen van aangifte voor het regt van successie op te maken, te teekenen en te beëedigen, de verschuldigde regten te voldoen-
uitstel van aangifte voor de successie te vragen, zich te verzetten tegen onregtmatige vorderingen van regten van successie, of terug-
226
cave van te veel betaalde regten te vragen en daarvoor kwijting te geven; voor den lastgever, in elk voorkomend geval, in regten op te treden, advocaten en procureurs te benoemen, eeden op te dragen en terug te wijzen, vonnissen te vragen; de voordeelige ten uitvoer te leggen, hetzij door pandbeslag of lijfsdwang; van de nadeelige 111 hooger beroep of cassatie te komen, en alle deswege vereischt wordende acten en stukken te teekenen; compromis aan te gaan, scheidslieden te benoemen, om uitspraak te doen, hetzij als goede mannen, hetzij naar regelen van strikt regt; woonplaats te kiezen, en in één woord alles verder en meerder te doen, wat de lastgever, zelr tegenwoordig zijnde, zoude moeten, kunnen of mogen doen, ondei verband, aan de zijde des lastgevers, als volgens de wet.
Gedaan te . . . den . . . Naamteekening.
Aanmerkingen. Als voren.
De ondergeteekende ... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart bij deze aan te nemen de op hem verstrekte lastgeving mj onderhandsche acte van den... door den heer (voornaam, enz.), zich mitsdien verbindende, om gezegden last uit te voeren.
Gedaan te ... den... Naamteekening.
Aanmerkingen.jZegel 15 cents; registratie, verlangt men die, 80 cents.
De ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart te herroepen en in te trekken de volmagt door hem verstrekt op den heer ... (voornaam, enz.) bij acte, verleden onder de hand den.. ., en dien ten gevolge zich met verbonden te achten door de handelingen, krachtens de aangeduide volmagt gedaan, nadat deze herroeping genoemden lasthebber zal bekend zijn.
Gedaan te .. . den ... Naamteekemngen.
Aanmerkingen. De herroeping moet den lasthebber worden bekend gemaakt. Zegel 15 cents, registratie 80 cents.
Borgtogt voor de voldoening eener geleende geldsom.
De ondergeteekende . .. (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart zich te stellen tot borg voor de rigtige nakoming door den heer... (.voornaam enz.) van de schuldverbmdtenis, door dezen aangegaan, ten behoeve van den heer... (voornaam enz)., bi) acte van den . .., en mitsdien zich te verbmden, om, zoo gedachte schuldenaar in gebreke mogt blijven de som, in de aangewezen acte schuldig beleden te votdoen, die som aan voormelden schuldeischer te betalen, met de alsdan tevens verschuldigde renten.
En verklaart de mede-ondergeteekende . .. (voornaam enz.), schuld-eischer bij boven omschreven acte, den hier gestelden ^oigt.o^t aan le nemen.
Gedaan te ... den ... Naamteekening.
Aanmerkingen. De borg stelle, boven zijne handteekemng, ))quot;oed voor... gufden,quot; althans zoo hi] de acte met zelf schreef. Zegel minstens 25 cents. Registratie, als partijen die verlangen, t P(jt-de som, waarvoor men borg bleef.
De borg kan, in het onderhavige geval, van het voorregt vaquot; uitquot; winning gebruik maken, dat wil zeggen me aanwijzing van goederen en voorschot der kosten, van den schuldeischer vorderen,dat deze den schuldenaar uitwinne, alvorens hem, borg aan te spreken.
227
Acte van dading, transactie.
De ondergeteekende . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats\ contractant ter eenre, ft
en de mede-ondergeteekende (voornaam, enz.), contractant ter andere zijde,
verklaren, dat do contractant ter eenre zich had verbonden aan dien ter andere zijde op den ... te leveren . . . tegen den prijs van . ; dat de contractant ter andere zijde beweert, bij den ontvang der gezegde koopwaren, ontdekt te hebben, dat dezelve niet van die hoedanigheid waren, als tusschen partijen was overeengekomen; en hij dezelve, dien ten gevolge, onder protest heeft aangenomen;, dat daarentegen de contractant ter eenre beweert, dat de geleverde waren juist van die kwaliteit waren, als hij gehouden was te leveren, dat beide contractanten dit geschil in der minne wen-scnen te beslechten, en dien ten gevolge zijn overeengekomen, dat het gezegd protest zal beschouwd worden als niet gedaan, waartegen de contractant ter andere zijde zich verbindt, om zich tevreden te hou-den met eene vermindering van den bedongen prijs, ten bedrage van ... Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekening.
Aanmerkingen. Zegel minstens 25 cents; registratie, als partijen uie verlangen, 2 pCt. van den verminderden prijs.
Benoeming van scheidslieden.
De ondergeteekende . . . (voornaam, naam, beroep en woonplaats) contractant ter eenre,
en de mede-ondergeteekende . . . (voornaam enz.), contractant ter andere zijde,
vei klaren, dat de contractant ter eenre zich verbonden had, om aan den contractant ter andere zijde op den . . . te leveren. ..tegen Va1n V 'i J'e levering op den bepaalden tijd lieeft plaats eevonden, .doch de contractant ter andere zijde, onder protest, dat , hoedanigheid van het geleverde onvoldoende was, die goederen neett in ontvang genomen; dat de contractant ter eenre beweert, , gezegde goederen geheel en volkomen aan de overeenkomst i ^ contractant ter andere zijde zich met het geleverde zal
hehooren tevreden te houden, en alzoo het gedaan protest zal inoe-ten beschouwd worden als nietig en van onwaarde;
dat, in dezen stand van zaken, contractanten zijn overeengekomen, hun geschil door scheidregters te doen beslissen; weshalve zij conti actanten als zoodanig benoemen de heeren ... fvoornamen, enz.1
en dat wel onder de vo'gende bepalingen, als:
i ■ Y6 contractant ter eenre zal gehouden zijn, vóór o! op den . . .
'i ■' ™emorie, te beteekenen aan dpn contractant ter an-rinl6] fn aan '?.eei'en scheidregters, zijne middelen van eisch van den bedongen prijs, voor te dragen.
2. De contractant ter andere zijde zal binnen.. . op ffelijke wijze zijne rmddelen van tegenspraak voordragen.
o. De contractant ter eenre zal binnen... dagen, op gelijke wijze, kunnen dienen van tegenspraak. o gt; / o j j ,
Paai'na zullen heeren scheidsregters zoodanige comparitien van Wquot; getui^en-verhooren kunnen bevelen, als zij nuttig en noodig zullen oordeelen, doch gehouden zijn vóór of op den.. . uitspraak te doen. .11
oii^' ^ten .P^Ü61} göbreke blijven, binnen den bepaalden tijd ™ ♦ vereischte stukken fn te dienen, dan zullen heeren scheids* dóen*5 worden geacht, 'op de ingediende stukken regt te
(3. Partijen verklaren, het vonnis van heeren scheidsregters te
238
zullen beschouwen als eene uitspraak in het hoogste ressort en alzoo afstand te doen van hun regt van hooger beroep.
7. Eindelijk verklaren partijen, dat die hunner, welke in het ongelijk mogt worden gesteld, gehouden zal zijn, alle de kosten dezer-procedure, en een honorarium van... gulden aan heeren scheids-regters te betalen, terwijl, zoo door die heeren de kosten mogten ■worden gecompenseerd, door elk der partijen ook dat honorarium naar evenredigheid zal moeten worden voldaan.
En verklaren de ondergeteekenden ... [voornamen, namen, beroe-
Sen en woonplaatsen der scheidslieden!, na kennis genomen te heb-en van bovenstaand compromis, den hun opgedragen last, onder de gestelde voorwaarden, aan te nemen.
Aldus gedaan te . .. den... Naamleekeningen.
Aanmerkingen. De scheidslieden moeten steeds in oneffen getale worden benoemd. Wil men van hunne uitspraak in hooger beroep fcnnnen komen, men stelle dit onder de voorwaarden. Zegel minstens 25 cents. Registratie, wordt die verlangd, 80 cents en 1 pCt. der som, aan scheidsregters toegezegd.
• Acte van vennootschap onder firma.
l)e ondergeteekenden;
1 . . . [voornaam, naam, beroep en woonplaats|.
2 . . . [voornaam enz.]
3 . . . idem
4 . . . idem
■verklaren te zijn overeengekomen , om met elkander eene vennootschap aan te gaan, ten einde handel te drijven in . . . [hier omstandig het onderwerp van den handel omschrijven] en dat wel onder de firma van . . . onder welke vennootschap de ondergeteekenden de volgende bepalingen verklaren vast te stellen:
Art. l De vennootschap zal gevestigd zijn te ...
Art. 2 De vennootsshap zal aanvangen den ... en gerekend worden te zijn aangegaan voor .. . jaren [of voor eenen onbepaalden tijdj.
\rt 3 Indien een der vennooten vóór de ontbinding der vennootschap' roogt komen te overlijden ot' in de onmogelijkheid geraken, zijne diensten aan de vennootschap te wijden, zal de vennootschap, volgens de voorschriften der wet, geacht worden vervallen te zijn, en mitsdien de erfgenamen ot regtverkrijgenden van dien vennoot niet verder geregtlgd wezen te deelen in latere voordeden, of gehouden zijn te dragen In de latere nadeelen der vennootschap, ontstaande uit, na het overlijden of onbekwaam worden gedane, ondernemingen. Zullende het échter aan de overblijvende vennooten vrijstaan, de vennootschap onder dezelfde firma voort te zetten, tegen uitkeering aan de erfgenamen of regtverkrijgenden van den uittre-denden vennoot van zijn aandeel in de vennootschap.
Art. 4. Het fonds der vennootschap zal bestaan uit eene som van... waartoe elk der vennooten voor een gelijk aandeel gehouden zal zijn bij te dragen, en wel in dezer voege; Vóór of bij den aanvang van de vennootschap zal door elk der vennooten in de kas der vennootschap moeten worden gestort de som van . . .; op den ... zal door elk hunner in die kas moeten worden gestort de som van . . terwijl het resterende van ieders aandeel in dezelfde kas zal moeten gestort worden den ...
Art. 5. Al de voordeelen', die de handel der vennootschap zal afwerpen, zullen gelijkelijk fusschen de vennooten worden gedeeld, terwijl al de nadeelen door hen voor gelijke deelen zullen worden gedragen.
Art. 6. De werkzaamheden der vennootschap zullen door de vennooten ' in déV niinne worden geregeld, verbindende elk hunner zich wel uitdrukkelijk, om al zijne vlijt aan te wenden in het belang der vennobt^chap.
Art. 7. Ieder der vennooten zal geregtigd zijn tot het teekenen der firma, en tot alle handelingen de vennootschap betreflende, onderuit-
229
drukkelijk beding echter, dat geen der vennooten zonder medewerking der overigen eeiuge gelden voor de firma zal mogen opnemen, of gelden der lirma aan derden zal mogen leenen, ol bezittingen der vennootschap zal mogen vervreemden of bezwaren.
Art. 8. De huur-contracten voor localen, benoodigd voor de vennoot-schap, zullen door de vennooten gezamentlljk moeten worden aangegaan Art. 9. Elk der vennooten zal geregtigd zijn, maandelijks, uit dó kas der vennooten, tegen kwitantie te nemen eene som van .. . waarvoor hij in de boeken der vennootschap zal worden gedebiteerd.
Art. 10. Bij bet einde van elk jaar, en dus op eiken laatsten December, zal alles, wat gerekend mag worden tot de vennootschap te behooren, naauwkeurig door de gezamentlijke vennooten worden opgenomen en beschreven, terwijl alsdan de boeken zullen worden afge-s oten en eene behoorlijke balans zal worden opgemaakt en door allen worden onderteekend; de verkregene winsten zullen alsdan worden gedeeld, terwijl, in geval van verliezen, het kapitaal der vennootschap weder zal moeten worden aangevuld, en wel door elk der vermooten voor een gelijk deel.
Art H. Ingeval van onverhoopte geschillen tusschen de vennooten onderling, zullen zij gehouden zijn die ie onderwerpen aas scheidslieden, door hen in der minne, of bij verschil van gevoelen, door den regter te benoemen.
Art. 12. Voor de ten uitvoerlegging dezer acte verklaren partijen woonplaats te kiezen ten kantore van den iongsten procureur bii de regtbank to . . . •'
Gedaan te ... den ... Naamteekeningen.
Aanmerkingen. De acte zelve, of een extract derzelve, door alle de yequot;nquot;°l;en onderteekend, waarbij men alleen mag weglaten de artikelen 4, ö, y, 10 en 11, moet worden overgeschreven ter griffie van het kanton-geregt rterp'aats, waar de vennootschap gevestigd is; zoo daar geene regtbank zitting houdt, ter griffie van de regtbank, waar anders de overschrijving moet plaats hebben. Zegel minstens 25 cents; laat men de acte overschrijven, dan moet die vooraf geregistreerd worden tegen f 2,40, anders het extract tegen 80 cents.
Vrijwillige en eenvoudige ontbinding eener vennootschap.
Deondergeteekenden.. . [voornamen, namen, beroepen en woon-plaatsenj te zamen deelgenooten der vennootschap onder de firma... opgengt bij onderhandsche acte van den... [of bij acte, verleden voor . . notaris te ... den ...] verklaren overeen gekomen te zijn tot ontbinding der aangeduide vennootschap en dien ten gevolge de zaken der vennootschap te hebben vereflend, op de wijze, bij de wet bepaald, alle de bezittingen der vennootschap te gelde tequot; hebben gemaakt, die gelden te hebben verdeeld en alzoo, uit hoofde van die vennootschap, geene vorderingen, hoe ook genaamd, meer tegen over elkander te hebben of zich voor te behouden.
Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. Zegel 25 cents. Registratie, wordt die verlangd f2,40.
Ontbinding van eene vennootschap zonder verdeeling.
De ondergeteekenden .. . [voornamen, namen, beroepen en woonplaatsen], te zamen de eenige deelhebbers in de vennootschap, opgengt onder de firma... bij onderhandsche acte van den... lof bii acte, verleden voor... notaris te . . . den . . .], verklaren overeen gekomen te zijn,.om -die vennootschap te orrtbinden, en dat wel onder de volgende bedingen;
Art. 1. De aangeduide vennootschap zal ontbonden en geacht wor-aen, opgehouden hebben te bestaan op den... zullende het, van af dit
I
230
tijdstip, aan geen der vennooten vrijstaan, eenige handeling, hoe ook genaamd, voor rekening der vennoolsbhap te vemgten; terwijl op den zeilden dag een aanvang zal worden gemaakt met de afsluiting der boeken en registers, nadat dezelve belioorlijk zullen zijn bijgewerkt.
Art. 2. Daarnaen wel vóór ofopden ... zal een aanvang worden gemaakt met het opmaken van eenen behoorlijken inventaris van alle de koopwaren, goederenen verdere bezittingen van de ontbonden vennootschap.
Art. 3. Dadelijk daarna zal door den gewezen vennoot. .. (voornaam, enz.), welke daartoe bij deze speciaal wordt gemagtigd, worden overgegaan tot de afdoening'van alle de openstaande en nog loopeude zaken der ontbonden vennootschap en wel onder de gewone handteekening van dien gemagtigde.
Art. 4. Ter bespoediging dier afdoening van zaken, zal onmiddellijk na de onderteekening dezer acte, door de gezamentlijke partijen aan alle de correspondentenen belanghebbenden bij de opgenoemde lirma, bij wijze van circulaire, worden kennisgegeven van de ontbinding der firma en van bovenvermelde lastgeving, terwijl tevens van dis ontbinding door aankondiging in de dagbladen de noodige kennis zal worden gegeven.
Art. 5. Na de afdoening der loopende zaken zal tusschen deonderge-teekenden worden overgegaan tot scheiding en deeling van alles, wat geacht kan worden hun gemeenschappelijk eigendom te zijn.
Aanmerkingen. Zegel 25 cents. Registratie, verlangt men die, 80 cents.
Verlenging van eene vennootschap.
De ondergeteekenden .. . [voornamen, namen, beroepen en woonplaatsen], vennooten onder de firma van... verklaren, dat de vennootschap, tusschen hen opgerigt bij onderhandsche acte van den .. . fof bij acte, verleden voor... notaris te... den...] op den... volgens die acte, zal moeten eindigen; dat zij ondergeteekenden echter zijn overeengekomen, de aangeduide vennootschap onder gelijke firma te verlengen, en dat wel voor... jaren, onder de voorwaarden en de bedingen, bij de acte, hierboven vermeld, vastgesteld. Geschiedende deze verlenging, zonder eenige verandering in de voorwaarden ol bedingen te maken [of onder beding, dat...] [hier de wijzigingen invullen].
Aldus gedaan te . . . den . . . Naamteèkemng.
Aanmerkingen. Deze acte, of een extract derzelve, moet ter griffie der regtbank of van het kantongeregt, waar de acte van vennootschap is overgeschreven, worden overgeschreven. Zegel 2o cents. Registratie, als men die verlangt, f 2.40.
Overeenkomst, om te koopen en te verkoopen voor gemeene rekening.
De ondergeteekenden... (voornamen, namen, beroepen en woonplaatsen) verklaren te zijn overeengekomen, voor gezamentlijke rekening te zullen aankoopen .. . (de waren duidelijk omschrijven), waartoe elk der ondergeteekenden eene gelijke som zal moeten bijdragen, en bij de levering der waren zal moeten voldoen; wijders is tusschen partijen overeen gekomen, dat dadelijk na ontvangst der gezegde waren beproefd zal worden, om dezelve met winst weder te verkoopen, welke verkoop echter niet zal mogen plaats hebben dan met toestemming der gezamentlijke partijen, terwijl de opbrengst van dezen verkoc.p tusschen hen gelijkelijk zal worden verdeeld.
Eindelijk verklaren partijen te bepalen, dat, zoo de aangeduide waren niet binnen . .. maand en met winst mogten afgezet kunnen worden, zij ter beurze, door tusschankomst van makelaars, zullen moeten worden verkocht en de opbrengst, na aftrek der kosten tusschen hen zal worden verdeeld.
Aldus gedaan te ... den ... Naamteekemngen.
231
Aanmerkingen. Deze acte vestigt geen vennootschap; de regelen, daarvoor vastgesteld, zijn alzoo op deze overeenkomst niet van toepassing. Zegel minstens 25 cents; registratie, verlangt men die, 80
Magtiging door eenen koopman, tot waarneming zijner handelszaak.
Ae, on^erJ'.?'e®^ende ... (voornaam, naam, beroep en woonplaats), verklaart bij deze te magtigen ... (voornaam enz.), speciaal, om al zijne belangen waar te nemen, in betrekking tot des onderge-teekenden handel in .. ., alle goederen rakende dien handel te koo-pen en te verkoopen, in te vorderen en te ontvangen al wat ter zake van dien handel aan den ondergeteekende mogt verschuldigd zijn, hetzij in of buiten regten, daarvoor te kwijten, betalingen quot;te doen, wissels en ander handelspapier af te geven en te teekenen ot in ontvang te nemen en te endosseren; goederen van expediteurs, voerlieden of schippers in ontvang te nemen of te weigeren, de verscnuldigde vrachtloonen te voldoen, en in het algemeen alles te doen en te verrigten wat in het belang van gezegden handel worden'1 01lderSeteeken()e zelven zoude kunnen of moeten gedaan
Aldus gedaan te... den ...
(Naamteekening).
Aanmerkingen. Bij intrekking der volmagt zal men veilig doen. daaraan bekendheid te geven. Zegel minstens 15 cents; registratie als men die verlangt, 80 cents. ' b
Andere magtiging door eenen koopman.
De ondergeteekende. .. (voornaam, naam, beroep en woonplaats) handel drijvende in . . . verklaart bij deze te magtigen den heer (voornaam enz.), speciaal, om vooi- hem en in zijnen naam te ontvangen van den heer . .. koopman te... de volgende koopwaren, als ... (de w-aren, alsmede het geyvigt of de maat duidelijk te omschrij-yen), de hoedanigheid, maat of gewigt nauwkeurig te onderzoeken m geval van gebreken in de hoedanigheid, of van over-of ondermaat of gewigt, de in ontvangneming te weigeren, bij accoord bevinding met de overeenkomst, tusschen genoemden heer en den ondergeteekende aangegaan, den bepaalden prijs te betalen, de ontvangen goederen op te slaan in de localen, die hij, lasthebber,voor rekening van den lastgever daarvoor zal gehumd hebben (of de ontvangen goederen behoorlijk in te pakken of Ie doen inpakkenen aan den ondergeteekende te verzenden), en wijders alles te doen wat noodig zal worden geacht.
Gedaan te ... den . ..
(Naamteekening).
Verbindtenis Tan de in de leer neming.
De ondergeteekende... (voornaam, naam, beroep en woonplaats) contractant ter eenre, en de mede-ondergeteekende ... (voornaam enzOoContractant ter andere zijde, verklaren te zijn overeengekomen
De contractant ter andere zijde verbindt zich den zoon van den contractant ter eenre, genaamd... gedurende den tijd van . te rekenen van af den... op te leiden in het door hem uitgeoefêncl ^.i Üu T van ... en te onderwijzen in alles, wat tot gezegd vak behoort, waartegen de contractant ter eenre zich verbindt aan
233
dien ter andere zijde te betalen eene som van ... in de drie maanden, te rekenen van af den ...
Ingeval de zoon van een contractant ter eenre, ten gevolge van ziekte, ongeschiktheid ol'welke reden ook, door den contractant ter eenre mogt worden teruggenomen, zal deze verpligt zijn, behalve het ingetreden kwartaal, nog een kwartaal bovendien aan den contractant ter andere zijde te voldoen.
Gedaan te . . . den .'.. Naamteekening.
Aanmerkingen. Zegel minstens 25 cents; registratie, indien men die verlangt, J pCt. over den bedongen prijs over al de jaren.
Bodemerijbrief door eenen schipper, hier te lande te huis behoorende.
Ue ondergeteekende . . . (voornaam en naam) , gezagvoerder van het Nederlandsclie brikschip , genaamd . . . liggende . . . toebehoo-rende aan . . . verklaart, als daartoe gemagtigd door den heer . . . eigenaar van genoemd vaartuig, bij volmagt, in handen van na te noemen geldschieter gesteld, geleend te hebben van den mede-on-dergeteekende . . . (voornaam, enz.), deze verklaring aannemende, eene som van . . . gulden en dat wel op bodemerij , onder verband van gedacht schip — verklarende partijen tevens, dat deze geldlee-ning is gedaan, voor eene reis, en wel voor de eerske reis, die gedacht schip, van Nederland naar Batavia, eiland Java, zal ondernemen. Verbindende gezegde gezagvoerder zich tot teruggave der geleende som en betaling eener premie van . . . aan genoemden heer ... of deszelfs order, binnen . . . dagen na zijne aankomst ter reede van Batavia.
Gedaan te . . . den . . , Naamteekening.
Aanmerkingen. Deze acte moet binnen acht dagen worden ingeschreven ter griffie van de regtbank der plaats van de uitrusting van het schip. Schreet de schipper de acte niet, hij stelle boven zijne handteekening: »Goed voor...quot; Zegel minstens 25 cents; Registratie, die vóór de inschrijving moet geschieden, ^ pCt. der geleende som.
Bodemerij door eenen vreemden schipper.
De ondergeteekenden .. . (voornamen en naam), gezagvoerder van liet Fransche brikschip, genaamd . . . liggende in de haven van ... bijgestaan door den heer . . . consul van Frankrijk te . . .
Verklaart geleend te hebben van den mede-ondergeteekende . . . (voornaam, enz.), die verklaring aannemende, eene som van . . . en dat wel op bodemerij onder verband van gezegd schip en lading, verklarende partijen dat deze leening is aangegaan voor eene reis en wel die van uit gezegde haven naar . . . verbindende zich gezegde gezagvoerder tot teruggave der geleende som en betaling eener premie van . . . aan den heer ... of order, binnen . . . dagen na zijne aankomst in de haver) van . . .
Gedaan te . . . den . . . Naamteekeningen.
Aanmerkingen. De inschrijving moet geschieden ter griffie der regtbank van de plaats, alwaar dc acte verleden is. Zie wijders de aanmerkingen hierboven.
233
H. . . . den . . .
Mijnheelquot;!
UEd. zult, zoo als tusschen ons is overeengekomen, vóór of op den ... ontvangen ... vaten Java suiker, gemerkt... wegende te zamen .. . Ned. pnd. Bruto, aan u verzonden op heden, door den schipper... wonende te...., waarvoor UJ£d., ingeval het verzon-uene in tijds en in goeden staat bij u ontvangen mogt zijn, voor vrachtloon zult betalen. .. en, ingeval de gedachte goederen niet op den bepaalden tijd inogten ontvangen worden, zult kunnen vorderen eene schadeloosstelling van ... voor eiken dac vertraging, alles volgens advies van •gt; amp; amp;gt;
UEd. Uw. Dienaar (Naamteekening.)
Den Heer ... te ...
Aanmerkingen. De vrachtbrief maakt de overeenkomst uit tusschen oen alzender en den voerman of schipper en moet behelzen, wat tusschen verkooper en kooper is overeengekomen in betrekking van uen Hld, binnen welken de vervoering moei volbragt zijn en de schadeloosstelling m geval van vertraging als anderzins.
1. De benaming en het gewigt of de maat der te vervoeren goe-ueren, benevens derzelver merken en getallen.
2. Den naam van dengene, aan wien het goed verzonden wordt.
, , j6'1 quot;aam en de woonplaats van den voerman of schipper.
4. Het bedrag van het vrachtloon.
o. De dagteekening.
rv quot;^e^eekemng van den afzender.
De vrachtbiiet behoeft niet op zegel gesteld te worden, en is aan geen gedwongen termijn van registratie onderworpen. De voerman ol schipper is voor de vertraging aansprakelijk, ten ware die door overmagl mogt veroorzaakt zijn: hij moet inslaan voor alle schade ?ai^ yiervoei'(le, uitgezonderd ingeval dit uit gebrek aan het goed zeil, ol door overmagl óf door schuld van den afzender of expediteur mogt veroorzaakt zijn. Zijn eenmaal de goederen in ontvangst genomen en is het vrachtloon betaald, dan vervalt alle regtsvorcle-nng tegen den voerman of schipper ter zake van beschadiging of vermindering , indien het gebrek uiterlijk zigtbaar was. Was dit niet net geval, dan kan eene geregteiijke bezigtiging der goederen ge-i ^lanij'0r. en,111la(Jat,zl.l. zijn aangenomen, onverschillig ol de vracht betaala of niet betaald is, mits die aangevraagd worde binnen twee-naai vier en twintig uren na de ontvangst en van de eenzelvigheid er goederen blijke. Die aanvrage geschiedt bij eenvoudig rekest den voorzUter der Regtbank, indien ter plaatse van ontvang etne regtbank zitting houdt, ol anders aan den kantonregter.
of verklaring van vele vreemde woorden en spreekwijzen.
Abandon, o. gmv. afstand, overgave; afstandsregt; verlatenheid, hulpelooze toestand.
Abandonneren, bw. gel. afstaan; de partij opgeven (in het schaakspel).
Abbreviatie, v. —ën, ver-, afkorting.
Abcès, o. —sen, etterbuil, ettersrezwel.
Abdicatie, v. —ën, afstand, vrijwillige aftreding, nederlegging eener waardigheid; afdanking; uitsluiting.
Abdiceren, Abdiqueren, bw. geU afstand doen, nederleggen (eene waardigheid).
Ab Intestato, bijw. zonder testament.
Abnorm, Abnormaal, bn. —er, —aler, —st, —aalst, tegen den regel, afwijkende van de vormen; misvormd, wanvormig, ziekelijk.
Abominabel, bn. —er, —st, afschuwelijk, verfoeijelijk.
Abondant, bn. —er, —st, overvloedig, rijkelijk, ruim voorhanden.
Abonnement, o. gmv. verbindtenis door inteekening.
Absent, bn. afwezig; (fig.) verstrooid van gedachten, verward; de—en, de afwezigen.
Absenteren (zich), ww. gel. zich verwijderen, heengaan, verlaten (eene vergadering enz.).
Absentie, v. gmv. afwezigheid; verstrooidheid (van gedachten).
Absolutie, v. gmv. (r. k.) vrijspraak, vergeving (van zonden), aflaat.
Absolveren, bw. gel. vrijspreken; ontbinden; voleinden.
Absorberen, bw. gel. inzuigen, in zich opnemen, opslorpen, verzwelgen; (ook flg.).
Abstract, bn. —er, —st, afgetrokken, op zich zelf beschouwd; de abstracte wetenschappen, wiskunde, sterrekunde enz.
Absurd, bn. -er, —st, ongerijmd, dwaas, zot, onverstandig, on-noozel; strijdig met de rede.
Acceptatie, v. —iën, (ook accept, o.) aanneming :handteekening (op een wissel) van den acceptant; wissel.
Accés, m. toegang.
Accéssit, o. —s, tweede prijs (op middelbare en hooge scholen, bij pr^jsuitschrijvingen enz.)
quot;Accident, o. —en, ongeval, ongeluk, uitwas, gezwel (op het ligchaam).
Acclamatie, v. gmv. vreugdegejuich; iets bij — (zonder stemming, met algemeene goedkeuring) aannemen.
Acclimatisering, Acclimatisatie, v. gmv. het gewennen aan een andere lucht en klimaat dan die van het geboorteland; het in-heemsch maken.
Accommoderen, bw. gel., in orde brengen; opmaken. Zich —, ■ww. een vergelijk treffen, overeenkomen.
Accompagneren, bw. gel., (muz.) begeleiden.
335
Accoucheur, m. —s, vroedmeester.
Accuraat, bn. ater, —st. naauwlceurig, stipt, zorgvuldig. Accuseren, bvv. gel., beschuldigen ,aanklagen; de ontvangst (van eenen brief) bengten.
Aconto, (kooph.) op rekening; in mindering; a conto nuovo, op nieuwe rekening.
A costi, aldaar, in uwe stad, ter uwer plaatse, ten uwent. Acrobaat, m. en v. —aten, koordedanser, —es; acrobatische kunsten, koordedanserskunsten.
Acteur, m. —s, tooneelspeler.
Activiteit, v.gmv. werkzaamheid, bedrijvigheid, leven, vuur,üver. Actrice, v. —s, tooneelspeelster.
Actualiteit, v. gmv. tegenwoordige toestand, werkeliikheid; gepastheid van het oogenblik. J '
Acustiek, v. gmv. gehoor-, geluid-, toon-, klankleer.
dutr,Usnei verioopequot;^' SCherP' SpitS' Snijdend: ^ k0Vl Van aiükelen'01166'' ^'^evoe®c'' toegevoegd; additionele regten; —
Gode aanbevolen.' vaarwel! God zij met u! Adjourneren, bw. gel., verdagen, verschuiven, schorsen (eene vergadering enz.).
ambtenaar''tweequot;n ran^' he,per' b^tander' toegevoegde
Administratie, v. —ën, bestuur, beheer, waarneming, toezigt; zorg voor de handhaving en naleving der beslaande wetten en verordeningen, laad van —, van maatschappijen, nijverheidsondernemingen enz. Admiratie, v. gmv. bewondering.
Admitteren, bw. gel., toelaten, toegang verleenen. Aumodieren, bw. gel., leenen, uitleenen, verpachten. Aa opteren, bw. gel., aannemen t als kind); beamen (eene meening). Adoreren, bw. gel., aanbidden, hartstogtelijk liefhebben. Advent, rn. gmv. (r. k.) lijd vóór kersmis.
Adviseren, bw. gel., bengt-, raad geven.
Aecf uaal, bn. gelijk, evenredig.
Aequator, m. gmv. evennachtslijn, evenaar, linie. lint6■ 0|' ,veioOO^S van gelijke waarde, scliadeloosstel-ting daartoi dienende.'^' ^01' a,geschalte blasting; andere belas-
Aerolithen, v. mv. lucht-, meteoorsteenen.
Aeromantie, v. gmv. luchtwaarzegkunst.
Aeronaut, m. —n, luchtreiziger.
geneesheer, geneeskunstoefenaar.
den smaak V' schoonheidsieergt; 'eer van het gevoel en
Aether, m. gmv. bovenlucht; (in de oudheid) door de goden in-SoorzigUge ybefstof. Jquot;e'' riekende en sterk smakende-,
'edrasinLpn16' V' gmV' ^emaakth., schijngevoeligh., gekunstelde
gedragingen.
V' gmv' senegenheid, gunst, welwillendheid, liefde. A''1.0'16! v- s,aangeplakt berigt;(toon.)rolverdeeling,progiamina. Affirmeren, bw. gel., bevestigen, bekrachtigen, beamen. Affronteren, bw. gel., lem. stout onder de oogen treden, trotseren; honen, beleedigen. quot; quot;quot;i
hnliSf v- ~ formulier-, ceremoniënboek; aanteeken-
boekje, zakboekje, lyst van hetgeen te verrigten is in eene vergade-ring, punten van beschrijving.
Aggregaat, o. vereeniging of ophooping van niet scheikundig fhjAquot; 0 ongelijksoortige deelen tot een geheel; aggregatie-toestand, (sclieik.) van den warmtegraad afhangende toestand lener stof. Agio, o. gmv., opgeleid; de nederlandsche munt doet —, is meer
236
waard dan de vreemde; het bankgeld doet —, is meer waard dan het kasgeld.
Agitatie, v. —ën, gemoedsbeweging, onrust, gisting, spanning.
Agiteren, bw. gel., aandoen, verontrusten, gisting-, spanning veroorzaken; opruijen, aanzetten, aansporen.
Agonie, v. gmv. zieltoging, doodstrijd; (lig.) digt ophanden vervaldag van eenen wissel. , s , ,
Agrarische wetten, v. mv. (rom. gesch.) akkerwetten.
Agricultuur, v. gmv. landbouw, akkerbouw.
Ajourneren, bw. gel., uitstellen, verdagen, aanhouden tot...
Akustiek, v. gmv. leer van het geluid, gehoorleer.
Albinos, m. mv. witlingen, kakkerlakken, witte negers.
Alcali, o. (scheik.) loogzout.
Alchimie, Alchemie, v. gmv. goudmakerij, het zoeken naaiden steen der wijzen, de voorgewende kunst om met behulp van zekere geheimzinnige chemische werkzaamheden, niet-edele metalen (b. v. lood) in edele (b. v. zilver) te kunnen doen overgaan, ol om een levens-elixer te bereiden.
Alderman, m. —men, oudste lid van een gemeentebestuur m
^'aHbi1) elders; (regt.) zijn — bewijzen, het bewijs leveren dat lem. van eene misdaad beschuldigd, op het oogenblik dat zij gepleegd werd, zich op eene andere plaats bevond dandle waar het feit geschiedde.
Aliënatie, v. —ën, vervreemding, verkoop, verpanding; afstand van grondgebied of van regten; verstandsverbijstering.
Alinea, v. —as, nieuwe regel; lid van een wetsartikel.
Allegro, bw. (muz.) vlug, haastig, vrolijk.
Alliantie, v. —ën, vereeniging, verbond, bondgenootschap; ver-maagschapping (door huwelijk).
A llopatuie, v. gmv. geneeswijze, waarbij men middelen toepast, die eene aan de kwaal tegenovergestelde werking voortbrengen.
Alluderen, bw. gel., toespelen, schertsen, spotten, bijtende zinspelingen maken.
Allure, v. gang, houding.
Alma mater , eerwaarde moeder, (eernaam voor de universiteiten.
Alter ego, m. (beï. ander ik) plaatsvervanger, (in den ruimsten zin des woords).
Altereren, bw. ow.gel. veranderen, vershmmeren, erger maken; verminken, snoeijen (muntstukken); verschrikken, ontroeren, ontstellen.
Alternatief, o. gmv. gedwongen keuze tusschen twee moeijelijke omstandigheden. —, bn. beurtelings, afwisselend.
Alterum tantum, het dubbele, eens zoo veel.
Amalgama, o. gmv. mengsel van metaal met kwik.
Amanuensis, m. -sen, klerk, kommies, schrijver.
Ambassadeur, m. —s, gezant, afgezant, vertegenwoordiger van eenen souverein bij het hot eens anderen.
Ambulance, v. —s, (bij het leger) ziekenwagen, veldhospitaal.
Amendement, o. —en, verbetering; wijziging, voorstel tot wijziging (van eene wet, een reglement enz.); sub—; amendement op een amendement.
Ameublement, o. gmv. huisraad.
Ammonia, v. kleurlooze gasvormige verbinding van waterstof met stikstof.
Ammoniak, o. vloeibare ammonia.
Ammunitie, v. gmv. voorwerpen noodig tot het voeren van een
00Aranistie, ckA Amnestie, v. gmv. kwijtschelding .van straf, vergiffenis voor politieke misdrijven.
Amorphismus, o. gmv. het missen van een regelmatigen vorm, struktuurloosheid.
Amortisatie, v. —en, schulddelging (door aflossing); ongeldig., verklaring.
237
A mphibie, o. —en, tweeslachtig dier (levende in het water en op het land).
Amphitheater, o. —s, (bij de ouden) de schouwburg; (thans) halfronde schouwplaats (tegenover het tooneel).
Amputatie, v. —ën, het afzetten van een ligchaamsdeel. Amulet, o. —ten, talisman, voorbehoedmiddel (tegen ziekten en gevaren].
Anachronismus, m. fout in de tijdrekening bij de vermelding van historische feiten.
Anagram, m. —men, letterkeer, wissel woord.
Analogie, v. gmv. overeenkomst, overeenstemming, gelijkvormigheid. J Analyseren, bw. gel., ontleden, ontbinden, oplossen, uiteenzetten. Anarchie, v. gmv. regeringloosheid, wettelooze toestand. Anathema, v. —ta, banvloek fin de r. k. kerkj, kerkban. Ancienneteit, v. gmv. ouderdom van rang, voorrang naar dienst-ouderdom.
Anglicisme, m. —n, engelsche vorm eener uitdrukking. Animositeit, v. gmv. vijandelijkheid, verbittering.
Annalen, v. mv. jaarboeken, geschiedboek.
Annonce, berigt, aankondiging, bekendmaking, advertentie. Annuïteiten, v. mv. jaarlijksche aflossingen eener schuld door rentebetaling; ie wijzen daarvan.
Anomalie , v. —ën, onregelmatigheid, uitzondering, afwijkinc van den regel.
Anoniem, Anonym, bn. naamloos, quot;ngenoemd.
Anorganisch, bil. onbewerktuigd; onbezield.
Antagonist, m. —en, tegenstander, tegenwerker, vijand, tecen-partij. ' 0
Antecedent, o. —en, vroeger gebeurde zaak, voorafgaand geval van gelijken aard; zijne —en, zijn verloopen leven, zijne handelingen van vroeger.
Anthologie, v. —ën, bloemlezing uit de werken van schrijvers en dichters.
Antichambre, v. —s, voorvertrek, zijkamer; iem. laten antichambreren, lang laten wachten alvorens' men tot iem. komt die zich heeft aangemeld.
Antichrist, ra. —en, bestrijder van het christendom. Anticiperen, bw. gel., vóór het vervallen van een bepaalden termijn iets ten uitvoer brengen, vooruit doen.
Antiek, bn. —er, —st, oud, uit de oudheid, ouderwetsch; de antieken, de kunststukken—, modellen der oudheid.
Antikritiek, v. gmv. tegenbeoordeeling.
Antipathie, v. natuurlijke afkeer, weerzin.
Antipoden, m. mv. (aandr.) tegenvoeters; (lig.) wederstrevers. Antirevolutionnair, bn. en bijw. tegen de omwenteling; de —en, voorstanders van een streng godsdienstbeginsel in de staats-aangelegenheden.
Apathie, v. gmv. gevoelloosheid, ontspanning.
Aphorismen, v. mv. korte, schijnbaar met zamenhangendc spreuken, stellingen, voorschriften of regels.
Apostaat, ra. —aten, afvallige, geloofsverzaker.
Apotheose, v. gmv. vergoding, verheerlijking.
Appendix, m. —ices, aanhangsel, toevoegsel.'
Applaudisseren, bw. gel., toejuichen, in de handen klappen Ajigointement, o. —^n, bezoldiging, regtsbescheid. Appreciëren, A p pre tier en' bw. gel., schatten, waarderen Approbatie, v. —ën, goedkeuring; vergunning; met kerkelijke —, (van de uitgave eens werks).
A prima vista, op het eerste gezigt.
A priori, van voren, vooraf.
A propos, van pas, juist ter snede, gelegen; eer ik 't vergeet.
238
Aquarium, o. —ia, glazen bekken waarin visschen, schelpdieren, water en planten bewaard worden.
Arabesken, v. rav. bouwsieraden; lofwerk (aan meubelen, gereedschappen enz.)
Arbiter, m. —s, scheidsman, regter.
Arcanum, o. —na, geheimenis, geheim geneesmiddel; toover-raiddel.
Aristocraat, m. —aten, voorstander der adelheerschappi].
Aroma, o. gmv. geur der planten en kruiden; bouquet of boeket (van wiin). , . , , , ^
Arrière-pensée, v. —s, bijoogmerk, nevenbedoeling; (ook) voorbehoud m gedachten, reservatie mental is.
Arrogant, bn. —er, —st, verwaand, trotsch, opgeblazen, laatdunkend, aanmatigend.
Arsenaal, o. —alen, tuighuis, wapenmagazijn.
Artificiëel, bn. en bijw. kunstmatig
Ascariden, m. mv. ingewandswormen.
Aspect, o. gmv. aanblik, voorkomen; voorteeken; uitzigt in do toekomst; (sterrew.) de —en, het elkander voorbijgaan of het juist tegen elkander verwijderd staan van twee hemelligchamen.
Asphyxie, v. gmv. hoogste graad van onmagt, schijndoode toestand, stikking—, bedwelming door kolendamp.
Aspireren, bw. gel., dingen —, staan —, streven naar iets; de letter doen klinken.
Assaut, m. aanval, bestorming; zekere schermoetening.
Assu meren, bijw. gel., toevoegen (eenen beambte, een of meer leden aan eene kommissie); aanmatigen, op zich nemen.
Astrolabium, m. —bia, graadboog; sterre-, poolshoogtemeter, graphometer.
Astroloog, m. —ogen, sterrewigchelaar.
Astronomie, v. gmv. sterrekunde.
Asyl, o. —en, toevlugtsoord, wijkplaats, verplegingsgesticht.
Atïieïsmus, o. Atheist er ij, v. gmv. godverzaking, godloochening.
Atmospheer, Atmosfeer, ra. —eren, dampkring.
Atome, Atoom, o. —n, stofdeeltje, zonnestofje.
Atropine, v. gmv. [nat.] verminderde of ongenoegzame voeding.
Attaqueren, bw. gel., aan-, overvallen, aantasten.
Attorney, m. —s, advokaat, praktizijn; — general, rijks-advo-kaat [in Engeland].
Attribuut, o. —uten, eigenschap, hoedanigheid, zinnebeeldig kenteeken; dit behoort niet tot mijne attributen |bemoeijingen].
Auctie, v. —ën, openbare verkooping, — veiling.
A u d i e n t i e, v. -ën, gehoor, gehoorverleening; ontvangst ten hove enz.
Auditorium, o. gmv. de toehoorders; het gehoor [ook] gehoorzaal.
Aurora, v. de dageraad [godin]; tig. het morgenrood.
Auspiciën, v. mv. voorteekens; voorgevoel: lig. bescherming.
Authenthiek, bn. —er, —st, geloofwaard: in regten geldig.
Automaat, m. —aten, schijnbaar zich zelf bewegend kunstwerk; lig. dom raensch, die niet in staat is uit eigen wilskracht te handelen , stroopop.
Automatisch, bn. zich zelf bewegend; werktuigelijk, onwillekeurig.
Autorisatie, v. —ën, volmagt, magtiging, vergunning.
Avance, v. winst; voorschot; —s maken, de eerste stappen doen [tot eene verzoening enz.]
Avantage, m. voordeel, winst; overhand.
Axioma, o. —as, ta, stelling [die geen bewijs behoeft], onom-stootelijke waarheid.
Azteken, m. mv. zekere volksstam, vroegste bewoners van Mexiko.
Badinage, v. gmv. scherts.
Bagno, o. —oos, tuchthuis, galei.
239
Balloteren, bw. gel., stemmen over iemand die tot lid eener vereeniging enz. is voorgesteld.
Bariton, m. [tnuz.] hooge bas.
Barometer, m. —s, lneht-zwaartemeter; de — wijst, wijst op.
Darrikade, v. —n, versperring [meest bij oproer).
Bascule, v. —s, brugbalans.
Basis, v. gmv. grondslag, ook fig.
Bastille, v. oudt. gevangen-hof, bijz. in het oude Parijs.
B e 11 e t r i s t, m. — en, minnaar —, lieoefenaar der t'raaijé letteren.
Benefice, v. ter—, ten voordode; — voorstelling.
Benefice, o. —ën, voordeel; [regt.J onder —, vnii inventaris, onder voordeel of voorregt van boedelbeschrijving.
Besogne, v. gmv. zaak, aangelegenheid; regt. in — zijn, waarvan besogneren, zaken behandelen.
Bigamie, v. gmv. tweewijverij; dubbel huwelijk, bij hot leven der eerste vrouw of van den eersten man.
Bigot, bn. —ter, —st, bijgeloovig.
B y o u, o. gmv. kleinoodook fig.
Binocle, v. —s, dubbele tooneelkijker.
Biologie, v. gmv. Iser des ievens', physiologic der wezens; beneveling—, misleiding van het zin- en denkvermogen.
Bistouri, v. fheelm.] scherp werktuig.
Bizar, bizarre, bn. wonderlijk, vreemd.
Botanie, v. gmv. planten —, kruidkunde.
Bracelet, m. —ten, armband.
Branche, v. —s, tak, afdeeling. zijlinie; wandluchter.
Brevet, o. —ten, geschrift, acte, houdende aanstelling, rnagti-ging tot het uitoefenen van eenig vak; (ook) patent, diploma; een — bekomen, — ligten; een — van uitvinding [oktrooi].
Brilleren, Briljeren, ow. gel. blinken, schitteren, ook lig. uitmunten.
Broche, v. —s, vrouwen doekspeld, borstnaald; eene diamanten —, met diamanten bezet.
Brochure, v. —s, vlugschrift, blaauwboekje.
Brouilleren, bw. gel. verwarren, oneenig maken; gebrouilleerd zijn, met elkander boos zijn.
Budget, o. s, —ten, begrooting finz. van's lands ontv. en uitgaven].
Bureaucratie, v. gmv. het gansche ligchaam-, onderlinge partijgeest der ambtenaren.
Burlesk, bn. en bijw. koddig; gemeen; op koddige wijze.
Cachenez, m. neusbedekker (grooto, dikke halsdoek of das), bouffante.
Cadaver, o. —s, dood ligchaam.
Caisson, v. —s, kistwagen, legerkist; proviand-, kruidwagen; kistje onder den bok van een rijtuig.
Calambour, Calembourg, m. —s, woordspeling.
Calamiteit, v. —en, algemeene nood, ramp, ellende, ongeluk, landpl.
C a 1 a n g e r e n, bw. gel., beboeten; aanhalen.
Calculeren, bw. gel. berekenen.
Calicots, mv. geweven katoenen stof.
Calligraphie, v. gmv. schoonschrijfkunst.
Calorifère, m. —n, warmtegeleider, kagchel.
Camarilla, v. gmv. hofpartij finz. in SpanjeJ; invloed der hovelingen.
Camée, v. —ën, gesneden edelgesteente; portret in eenen steen cleene schelp gesneden.
Canard, rn. —s, eend; [fig.J fopperij, opzettelijk uitgedachte logen.
Cantate, v. —s, soort zang-dichtstuk.
240
C a n t i n e, v. —s, bier- of wijnhuis in vestingen; tapperij in werken verbeterhuizen, — in een kamp.
Capabel, bn. —er. —st, bekwaam, geschikt, in staat [tot].
Capituleren, ow. gel., een verdrag aangaan; zich [op zekere voorwaarden] overgeven.
Caprice, v. —n, gril, luim, eigenzinnigheid; [lig.J vrijer, vrijster.
C a p t i e f, bn. gevangen; krijgsgevangen en tot slaaf' gemaakt.
Carambole, v. Ibilj.J de roode bal; [ook] het spel met één roo-den en twee witte ballen.
Carbonari, m. mv. kolenbranders; het genootschap der geheim politiek genootschap in Italië; [fig.] de — , vurige vrijheidsgezinden.
Cargadoor, m. —s! of cargo, scheepsmakelaar, scheepsbevrachter ; super-cargo, opzigter der lading.
Cancatuur, v. —uren, spotprent; bespottelijke overdrijving in de afbeelding van iets of iemand.
Carillon, o. gmv. klokkenspel.
Carrière, v. loopbaan, levensloop; ambtsbediening; volle ren (quot;van een paard].
Cascade, v. —n, waterval; [ook] soort vuurwerk.
Cassatie, v. gmv. vernietiging [van een vonnis enz.]; ontzetting f van een ambt]; in — gaan, zich in — voorzien; hof' van —, geregts-nof dat in hooger beroep uitspraak doet.
Castagnetten, v. mv. klaphoutjes, duimkleppers [bij zekeren dans]. ■ Castigeren, bw. gel., tuchtigen, kastijden.
Castratie, v. —ën, ontmanning, lubbing.
Casuistiek, Casuisterij, v. gmv. gewetensleer, wijsheidsleer.
Catacomben, mv. ondera'ardsche gangen [te Rome, Parijs enz.].
Catalogus, m. —gi, —sen, lijst-, register van voorwerpen [boeken enz.].
Catarrhaal, bn. zinkingachtig; catarrhale koorts, zinkingkoorts.
Categorie, v. —ën, klasse, rang. afdeeling.
Cathedraal, v. —alen, hoofd-, domkerk.
Catheter, rn. —s, buis tot aftapping der urine uit de blaas.
Cavalier, in. —en, ruiter; ridder, edelman, begeleider eener dame; (vestingb.) kat, walkat.
Cederen, bw. gel., afstaan, afstand doen van, overlaten; (lig.) toegeven; zwichten.
Ceintuur, v. —uren, gordel, band.
Celebreren, bw. gel., vieren, plngtig gedenken..
Celibaat, o. gmv. ongehuwde staat; het ^— der r. k. priesters.
Censuur, v. onderzoek en beoordeeling van staatswege van boekwerken (meestal vóór de uitgaal), ook van tooneelstukken (vóór de opvoering).
Census, m. gmv. cijns, belasting; maatstaf naar den belastingaanslag enz. om de staatsburgerregten uit te oefenen.
Gentri fugaal, bn. middelpuntschuwend.
Centripetaal, bn. middelpuntzoekend.
Ceremonieel, bn. plegtstatig. —, o. vastgesteld gebruik bij plegtigheden of feesten enz.
Certificaat, o. —aten, getuigschrift, verklaring, bewijs, attest.
Changeren, bw. ow. gel. veranderen, verwisselen; verschieten (van kleuren).
Charade, v. —s , lettergreepraadsel.
Charivari, o. ketel-, kattenmuziek, getier, geschreeuw, standje; verschillende kleinoodiën aan eenen horlogieketting.
Chaussée, v. —ën, straat-, steenweg, kunststraat.
C h e f d' o e u v r e, o. meesterstuk.
C h e m i e, C h y m i e, v. gmv. scheikunde.
Chicane, v. —s, regtsverdraaijing, haarkloverij; spitsvondigheid.
Chicfue, ook wel pique of bicho genoemd, m. zekere vloo (inde keerkringlanden). *—, bn. (fig.) dat staat zeer —, dat is zeer smaakvol, naar de laatste mode.
241
Chrestomathie, v. — ën, verzameling van uittreksels der werken van dichters en prozaschrijvers, bloemlezing.
Chronique scanrialeuse, v'. schandelijk stadspraatje.
Chronisch, bn. langdurig, slepend (van ziekten).
Chronologie, v. gmv. tijdrekenkunde, tijdleer.
Cicerone, m. —n, gids,'geleider, wegwijzer.
Circulaire, v. —s, rondgaande brief, rondschrijven.
Circu latie, v. (bloeds)omloop, (gelds)omloop.
Citatie, v. —ën, aanhaling, aangehaalde plaats [uit een geschrift], *—, v. —ën [regt.] dagvaarding, daging.
City, v. stad [meer bepaald de oude stad van Londen].
Clairvoyant, bn. helderziende.
Clandestien, bn. heimelijk, verboden; geheim.
Clausule, v. —n, voorwaarde, bepaling.
Clerezie, Clerezy, v. Clerus, m. gmv. geestelijkheid; de bisschoppelijke clerezy, het oud-roomsche kerkgenootschap, de jansenisten.
Cliënt, m. - en, beschermel.; iem. die zich door eenen advok. laat bedienen.
Climax, m. [red. en dichtk.f opklimming.
Coalitie, v. —ën, verbond,quot; vereeniging [b. v. van twee of meer mogendhedevi tegen eene andere].
Cocon, in. —s, tonnetje, weefsel —, pop van eenen zijdeworm.
Cognossement, Connossement, —en, (kooph.) zeevrachtbrief.
Collaborator, m. —s, medearbeider.
Collation, o. —s, maaltijd van koud vleesch, fruit, gebak enz.
Collationneren, bw. gel., nalezen, vergelijken (boeken geschriften met elkander.
Collecte, v. —n, inzameling van giften (voor de armen enz.); verkoop van loterij-loten.
Collisie, y. —en, botsing, strijd; lig. beklemdheid, nood.
Colloquium, o. —ia, zamenspraak, mondeling voorloopig onderzoek der protestantsche geestelijken.
Colporteur, m. —s, marskramer, straatkoopman; verspreider van boeken of geschriften, reiziger voor den boekhandel.
Combinatie, v. - ën, verbinding, zamenstelling (in gedachten); berekening; ontwerp; leer dei' combinatiën, (wisk.) leer der vereeniging van elementen; ook waarschijnlijkheidsleer.
Commanditair, m. en bn. —e deelgenoot; deelgenoot in een han-delsvereeniging; waar de een het geld schiet en de ander de zaak bestuurt, stille deelgenoot.
C o m ra e n s a a 1, v. -alen, inwoner (ten huize van iem.), kostganger.
Committent, m. -en, lastgever.
Commun, bn. en bw. gemeen; gemeenschappelijk.
Communie, v. gemeenschappelijk bezit; — leven; heilig avondmaal; [r. k.] opneming in de kerk.
Comparant, bn. verschijnende.
Comparatief, bn. en bijw. vergelijkend, vergelijkenderwijze.
Comparitie, v. —ën, verschijning [voor hetgereglj, vergadering; bijeenkomst [b. v. van schuldeischers].
Compendium, o. —dia, kort begrip eener wetenschap; beknopt uittreksel; handhoek.
Competent, bn. —er, —st, bevoegd, geregtigd; behoorlijk, regl-matig; de —e portie, (bij verdeelingen).
Compilatie, v. —ën, zamenflansingr werk uit brokstukken van andere werken bestaande.
Complot, o. —ten, zamenrotting, geheim verbond [met eene kwade bedoeling], zamenzwering; de zaamgezworenen.
Componist, m. —en, toonzetter, toondichter.
Compost, o. (landb.) raengselmest.
Compres, bn. vast, zamengedrukt; — gedrukt, digt ineengedrukt jvan boekdruk werk].
242
Concept, o. —en, ontwerp, schets, plan, opstel, minuut;begrip —wet, —reglement; uit zijn — gebragt worden, in den loop zijner gedachten gestoord worden.
'Concessie, v. —ën, vergunning |tot den aanleg van werken of diensten van openbaar nut onz.); gunning; inwilliging, bewilliging [het toegeven aan de eischen eens volks, eener partij enz.].
Concierge, m. en v. —s,bewaarder, bewaarster, cipier; opzigter, opzigtster; huisbewaarder.
Conclave, o. vergadering van kardinalen, [na 's pausen dood, ter verkiezing van eenen nieuwen paus].
Concordaat, o. —aten, verdrag, overeenkomst, traktaat; [mz. met den paus over de aangelegenheden der r. k. kerk].
Concordia, v. eendragt, overeenstemming; concordia res parvae crescunt, eendragt maakt magt (oud-hoil. spreuk, randschrift op de oud-holl. munten).
Concours, o. bijeenkomst der schuldeischers van eenen gerailleerde ter indiening hunner vorderingen; wedstrijd, het dingen naar een uitgeschreven prijs, konkoers.
Concurrentie, v. gmv. wedijver, mededinging.
Condemneren, bw. gel., veroordeeling, laken, afkeuren.
Condoleren, bw. gel., (iem.) rouwbeklag betuigen.
Confederatie, v. —ën, verbond, statenbond, bondstaat.
Confessie, v. —ën, belijdenis, bekentenis; geloofsbelijdenis; geloofspartij; de augsburgsche —, de helvetische —.
Confidentieel, bn. en bw. vertrouwelijk.
Confiscatie, v. —ën, geregtelijke inbeslagneming, verbeurdverklaring.
Conflic t, v. —, zamenstooting, botsing, strijd.
Confrontatie, v. —ën, tegen-elkander-stelling, tegenoverslelling (van twee personen.)
Congestie, v. —ën, aandrang, ophooping (b. v. van bloed naar het hoofd).
Congres, o. —sen, zamenkomst (van vorstelijke personen, o( hunne gezanten, ministers, diplomaten); vergadering (ter behandeling van wetenschappelijke en andere onderwerpen); wetgevende vergadering (b. v. in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika).
Con jura tie, (—On, zamenzwering, komplot.
Connexie, v. —ën, zamenhang , veibinding; invloedrijke kennissen , omgeving; handelsbetrekking.
Conscientie, v. geweten, bewustzijn; ik heb er — van, ik gevoel er berouw over.
Conscriptie, v. krijgsopschryving, inlijving en loting voor de militaire dienst.
Consequent, bn. en bw. —er, —st, in overeenstemming met (beginselen, daden enz.).
Considerans, v. —en, beweegreden, overweging (van eenc wet, een besluit enz.).
Consigne, v. —n, loswoord, parool, lastgeving; aanteekenbock der vrachtgoederen en geleibrieven.
C onsonant, bn. eenstemmig, eensluidend. '—, m. —en, taalk. medeklinker.
Conspiratie, v. —ën, zamenzwering, komplot.
C o n st a n t, bn. en bijw. —er, —st, onveranderlijk, bestendig; volhardend, vasthoudend; erkend, vasf, heerschend, zeker, gewis.
Consternatie, v. gmv. ontsteltenis, verslagenheid.
Constitutie, v. —ën, vaststelling, veroidenmg; staatsregelinp, grondwet; gestamp;l, gelondheidstoestancK -- '
Consult, o. —ën, C o n s u 11 a t i e, v.—ën, beraadslaging; consult houden (van geneesheeren over eenen lijder).
Consumeren, bw. gel., verteren, gebruiken.
Contact, o. gmv. aanraking; (fig.) botsing.
C ontagieus, bn. —zer, —st, besmettelijk.
243
Continent, o. gmv. vasteland.
Continueren, bw. ow. gel., voortgaan met, vervolgen, voortzetten; voortduren.
Contrariëren, bw. gel. dwarsbooihen, tegenwerken.
Contrast, o. —en, tegenstelling.
Contrebande, v. smokkelwaar , sluikgoederen; oorlogs—, voorwerpen wier vervoer gedurende eenen oorlog verboden is.
Contresearp, v. —en, (vest.) uiterste rand ot helling der gracht; tegenwal, bolwerk; bedekte weg met het glacis.
Contributie, v. —en, bijdrage jtot het onderhouden van ietsl; belasting.
Contuber na le n, m. mv. zamenwoners, mede-inwonende; kamergenooten.
Conventie, v. —en, overeenkomst, verdrag.
Conversatie, v. —ën, gesprek; omgang.
Conversie, v. —ën, omstempeling der munten; verandering der rente (eener staatsschuld); verwisseling der oude schuldbrieven tegen nieuwe; overgang tot eene andere godsdienst.
Convictie, v. overtuiging; intieme —, innige overtuiging.
Convocatie, v. —ën, zamenroeping, bijeenroeping eener vergadering.
Coquet, bn. en bijw. -ter, -st, behaagziek, ligtvaardig, pronklievend.
Cordiaal, bn. en bijw. -aler, -st, nartelijk; hartsterkend.
Cordon, o. —s, band, snoer; grensbezetting (door militairen); lijn van grensafsluiting [ter voorkoming van smokkelarij, ter wering van besmettelijke ziekten, enz.]; een — trekken.
Corporatie, v. —ën, al de leden van een gezelschap, genootschap enz.; gild, broederschap; gevestigd ligchaam.
Corpulent, bn. —er, —st, zwaarlijvig, gezet.
Correct, bn. en bijw. —er, —st, zuiver, zonder fouten.
Correctioneel, bn. en bijw. verbeterend; een —vonnis, vonnis waarbij geen onteerende straf is uitgesproken.
Corridor, m. —s, smalle gedekte gang tusschen twee rijen kamers; doorloop.
Corruptie, v. —ën, bederf, verdorvenh.; omkoop., verleiding, vervalsh.
Coryphee, v. —ën, (oudh.) aanvoerder eener rei of van een koor; (lig.) volksmenner, raddraaijer; eerste danser, - danseres (in een ballet).
Cosmetiek, v. gmv. verfraaijingskunst; middel tot verfraaijing van de huid of het haar.
Cosmographie, v. gmv. wereldbeschrijving.
Cosmopoliet, Cosmopolitaan, —en, wereldburger.
Cosmorama, o. —as, wereldschilderij, soort panorama.
Cotillon, m. —s, zekere dans; onderrok.
Coulant, bn. —er, —st, vloeijend van stijl of schrift; (fig.) toegevend, gedienstig.
Courage, m. moed.
Courtage, v. makelaarsloon.
Courtisan, m. —s, hoveling.
Courtoisie, v. gmv. hoffelijkheid, beleefdheid.
Covenant, Convenant, 'o. —en, verdrag; overeenkomst; fena. gesch.J vergadering der puriteinen tegen Karei I.
Creatuur, o. —uren, schepsel; gunsteling, afhangeling; [lig.] werktuig [van een aanzienlijk persoon]; gering-; gemeen persoon.
crediteren, bw. gel. op vertrouwen geven, borgen, leenen; te Soed schrijven, posten op de creditzijde boeken.
. Crisis, y. [crisis], beslissend oogenblik [eener zaak], keerpunt: hoogste punt eener ziekte. quot;
Crit iek, v. gmv. beoordeeling, toetsing; kunstbeoordeeling; beneden de —, niet waard beoordeeld te worden.
Croupier, m. —s, oppasser bij openlijke speelbanken fop badplaatsen enz.]: stille compagnon in een handelshuis.
17
244
Cultuur, v. aanbouw, veldbouw; beschaving, verstandsoefening, veredeling des geestes , vorming des harten.
Curatele, v. gtnv. voogdij, voogdijschap; curatorschap; onder — stellen, iem. het vrij beheer zijner zaken ontnemen.
Curie, de roomsche —, de pauselijke regering, het hot van Rome [inz. op kerkelijk gebied].
Custos, m. —odes, wachter, oppasser, bewaker; koster, kerke-knecht; [boekdr.] voorheen gebruikelijk vervolg- of merkteeken onder aan eene bladz.
Cyclus, m. —sen, kring, tijdkring [zeker aantal jaren na verloop waarvan dezelfde hemelverschijnselen zich weder in dezelfde orde voordoen].
Daguerreotype, v. —n, lichtbeeld [door middel der camera obscura verkregen afbeelding, naar den uitvinder Daguerre aldus genoemd].
Daltonismus, o. [ook chromatopseudopsie genoemd], gebrek aan het gezichtsvermogen van vele menschen, eenige kleuren [vooral rood en groen] met te kunnen onderscheiden.
Dandy, m. —s, poppe-, modegek.
Debarcadère, v. —s, aanlegplaats, steiger; los- en laadplaats aan de spoorwegstations.
Debatten, o. mv. beraadslagingen; behandeling [eener zaak voor de regtbank]; de — zijn gesloten.
Debouche, o. —s, engte, bergpas; geschikte plaats tot afzet van goederen; vertierweg.
D e b u t, D e b u u t, o. —en, eerst optreden [in het publiek, mz. op het tooneel]: aanvang; zijn — was niet gelukkig.
Décharge, v. ont-, oplieffing, vrijspreking; ontlading, losbranding van vuurwapenen: (regt.) handligting; getuige a —, die ter gunste van den aangeklaagde getuigt.
Décimaal, bn. tiendeelig; de decimale breuken; de decimale rekening; het — stelsel.
Declamatorium, o. —ia, vers dat met afwisselende begeleiding van muziek wordt opgezegd.
Deconfiture, v. tegenspoed. ., ,
Decorum, v. gmv. welvoegelijkheid, uiterlijke eerbaarheid, al wat welstaat; het — in acht nemen, zijn fatsoen ophouden.
Deductie, v. gmv. aftrekking, vermindering; afleiding, gevolgtrekking; de — daaruit te maken is deze.
D e fau t, m. in —, bij —, bij verstek, bij niet-verschijning.
Defect, o. —en, gebrek, —, bn. en bijw. onvoltallig; geschonden; het werk is —, er ontbreken bladen (of deelen) aan.
Deferentie, v. eerbied, ontzag; afvorderiug (van eenen eed).
De fielt, o. —s, te-kort, het ontbrekende; er is een —in de kas.
Definitie, v. —ën, bepaling, omschrijving, verklaring.
D e g o ü t, m. gmv. afkeer, walging.
Degradatie, v. —ën; verlaging, afzetting van eenen post; verlaging (van eenen militair).
Deleatur, o.-s, wisch uit, haal door (naam vaneenteekenopdrukpr.)
Delinquent, m. —en, dader, bedrijver, eener misdaad.
Delirium, o. waanzinnigheid, ijlende koorts; — tremens, waanzin uit dronkenschap, dronkaards ijlhoofdigheid.
Demagoog, m. -ogen, volksleider, -menner; valsche volksvriend.
Demarcatie, v. —ën, afbakening, grensscheiding, eene lijn van — trekken; —troepen, grenstroepen.
Démenti, o. gmv. logenstraffing, loochening; iemand een — geven, in het aangezigt van logen betichten; (ook) in iemands afwezigheid zijn onregt bewijzen.
243
Dé missie, v. —ën, ontslag, ontzetting, afdanking: zijne —. 'geven, — nemen, — krijgen.
Democraat, m. en v. —aten, aanhanger —, vriend der volks-■regering, in tegenst. van aristocraat.
Démocriet, m. naam van een ouden griekschen wijsgeer die ■om de dwaasheden der menschen lachte.
Densiteit, v. gmv. digtheid.
Deposito, geld a — geven; bij iem. geld op rente uitzetten.
Deroute, v. —s, nederlaag, wanordelijke vlugt.
Desastre, o. —s, ramp; tegenspoed.
Descriptie, v. —s, —ën, beschrijving.
Desertie, v. —ën, vlugt, het wegloopen, van eenen soldaat.
Desinfectie, —ér, —st; reiniging van smetstof.
Desolaat, bn. -ater,-st, wanhopig, berooid; de desolate boedelkame r.
Desperaat, bn. -ater, -st, wanhopig, radeloos.
Despoot, m. -oten, dwingeland; zelfheerscher.
Destin at ie, v. — ën, bestemming, lot; plaats van bestemming.
Destitutie, —ën, al-, ontzetting, afdanking.
Detail, o. —s, bijzonderheden (meest mv.); en gros et en — Sn het groot en klein.
Detentie, v. gmv. opsluiting; huls, plaats van —, gevangenis.
Determinismus, o. gmv. voorbeschikking.
Developperen, bw. gel. ^ontwikkelen , ontplooijen; lig . toonen, quot;verraden.
Devies, o. —zen, zinspreuk; leus; rijmpje, in ulevellen gewikkeld; (kooph.) wissel op het buitenland.
Devoot, bn. en bijw. —ster, —st, vroom, godsdienstig; de de-voten, de vromen, ook schijnheiligen.
Dextrine, v. [scheik.] zetmeelgom.
Diagn o se, ziekteleer naar kenteekenen.
Diameter, m. —s, middellijn, doorsnede, die eenen cirkel of bol in twee gelijke deelen verdeelt.
Dia pas o n, ra. gmv. muz. harmonie-akkoord; grondtoon; stemvork.
Diaphragma, o. —as, ontl. middenrif.
D i c t a a t, o, —ata, —ten, geschrift door een ander voorgezegd.
Dieet, o. gmv. levensregel; een streng — in acht nemen.
D 11 f i c u 11 e i t, v. —en, moeijelijkheid, bezwaar.
Dien it ar is, m. —sen, waardigheidsbekleeder.
D i 1 e m ra a, o. —as, toestand waarin tusschen twee wegen eene keuze moet worden gedaan, netelig vraagstuk.
Dilettant, m. —en, Dilettante, v. —n, liefhebber, liefhebster in de kunst; die eene kunst of wetenschap uit liefhebberij beoefent; kunstvriend.
Di opt riek, v. gmv. doorzlgtkunde.
Diorama, o. —as, schildering —, tafereel door beweegbaar licht beschenen.
Diploma, v. —ta, —as, bewijs van lidmaatschap, — aanstel-quot;ig; — benoeming, — abonnement.
Discant, o. —en, muz. boventoon.
Disconteren, Discomteren, bw. gel. afrekenen. aftrekken , verminderen [door het vroeger koopen of verkoopen dan op den vervaltijd van eenen wissel enz.]
Discussie, v. —ën, beraadslaging, overweging; woordentwist.
D i s p ach e, y. —s, contract wegens zeeschade.
Dispensatie, —ën, ontheffing, vrijstelling, van een wettelijk geood.
Dissenters, m. mv. andersdenkenden; afgescheidenen van de oud-episcopaalsche kerk in Engeland.
Distribuëren, bw. gel. uit-, rond-, verdeelen; lletteri.] de letters uit den vorra in de kast leggen.
Divan, m. —s; rijksraad; raad van state in Azië, Turkije enz.: soort lage stoel, sofa.
246
Divertissement, o. —en, vermaak, verlustiging: dansballet in teaenst van tooverballet. .
Dividend, o. —en , zuiver overschot, niet bepaalde wmst, op aandeelen.
D o 11 m e t s c h e r, m. —s, tolk. ... , •
Domicilie, o. -ën, wettig woonverblijf, huisvesting: regt.-kiezen ten huize van: - van onderstand, plaats waar men armlastig is.
Dosis, v. —sen, hoeveelheid; ook medlcinaalgilt: lig. eene goede — ftamelijk veel] hoogmoed.
Douairière, v. —s, adeliike weduwe.
Dragoman, m. —s, tolk, bij de Turken. .
Draineren, bw. gel. landb. droogleggen van landerijen; draineer-buizen, droogbuizen van gebakken aarde tot het afvoeren van water.
Drama, o.-as; tooneel, treurspel; ook lig. dit was een bloedig—.
Dualismus, o. gmv. dubbel beginsel, dubbele grondvorm (van goed en kwaad). „ , . , ,__
D u c d a If, Ducd'alve, m. —ven, twee of drie aanlegpalen, te zamen vereenigd.
Dupe, m. en v. —n, bedrogene, gefopte.
Duperen, bw. gel. bedriegen.
Dynamica, v. gmv. wisk. leer der beweging.
E carteren, bw. gei. verwijderen, verstrooijen; (spel) kaarten ter zijde leggen om ze door anderen te vervangen.
Echapperen, ow. gel. ontkomen (aan iets), ontvlugten.
Echec, o. gmv. schaak; stoot, slag, schade; nederlaag; m— houden, in bedwang houden (den vijand).
Eclair eur, m. —s, (mil.) veldontdekker, verkenner; scherp-SchuttGF.
Eclat, m. gmv. glans, luister; opzien,gedruisch, ruchtbaarheid;: — maken, opzien —, opschudding baren.
Economie, v. gmv. spaarzaamheid; bezuiniging; huishoudkunde;; landhuishoudkunde; (lig.) de geheele — der wet, de beginselen der wet zooals zij zijn toegepast in de artikelen.
Edict, o.' —en, landsvergadering, vorstelijk bevelschrift, plakaat; (gesch.) het eeuwig —, waarbij Willem III, prins van Oranje, werd uitgesloten van de waardigheid zijner voorouders; het — van Nantes, waarbij den protest, in Frankrijk vrijheid van geloof werd toegekend.
E göïsmus, o. gmv. zelfzucht, baatzucht.
Elastiek, Elastisch, bn. —er, —st, veerkrachtig.
Electriciteit, v. gmv. barnsteenkracht, kracht van den bliksem. „ , , .
Element, o. —en, hoofdstof, grondstof; levenstof,levensbeginsel; de —en, grondbeginselen (eener wetenschap of kunst); fig.: nu is hij in zijn —, nu is hij regt in zijnen schik; de jagt is zijn —, zijn geliefkoosde bezigheid; galvanisch —, toestel tot opwekking van electriciteit.
Email, o. smeltbaar glas, smeltglas, brandverl, glazuur.
Emancipatie, v. —ën, vrijverklaring, (van slaven, lijfeigenen enz.), toekenning van gelijke regten, gelijkstelling voor de wet; ontheffing van vroeger bestaande beperkende bepalingen.
Emballage, Embalering, v. verpakking, inpakking; pak-, bindloon.
Em b a rgo, o. beslag op schepen of liandelsartikelen, ju ven versperring.
Embryo, o. o. —os, bewerktuigd wezen nog in eene ei omsloten, onrijpe ligchaamsvrucht.
Emeritus, bn. rustend (van predikanten, hoogleeraren enz.)
Eminentie, v. verhevenheid; zijne —, titel der kardinalen.
347
Emolument, o. Emolumenten, mv. neven-inkomsten, buitenkansjes, verval, voordeeltjes.
Empiricus, m. —ci, man der ervaring; geleerde (inz. geneesheer) die zijne kennis alleen aan de ondervinding ontleent.
Empirisme, Empirismus, o. gtnv. leer dat ervaring de eenige bron is van alle kennis.
Encyclopédie, v. —en, het geheel, ook: woordenboek van alle kunsten en wetenschappen.
Endosseren, bw. gel. overdragen eenen wissel op een ander.
Engagement, o. —en, verbindtenis, verpligting, belofte van dienstverrigting; verloving.
Entameren, bw. gel. aanvangen, openingen doen (b. v. tot het voeren van onderhandelingen).
Entrepot, o. —s, pakhuis, magazijn, stapelplaats.
Ephemeriden, mv. (nat. hist.) dag-insekten; geschriften die voor een bepaald tijdvak geldig zijn; astronomische jaarboeken, — tafels; dagbladen, tijdschriften; vermelding van merkwaardige gebeurtenissen op eiken dag van het jaar (in eenen kalender).
Epidemie, v. —ëu, neerschende ziekte, landziekte, besmettelijke ziekte; vreemde van elders gekomen ziekte.
Epitome, v. kort uittreksel, kort begrip.
Epoque, o. —s, tijdstip; fig.: gedenkwaardige dag; — maken, groot opzien verwekken, (zich of zijnen tijd) beroemd maken.
Erotisch, bn. —e gedichten, minnedichten, Uefdettedichten.
Escamoteren, bw. gel. goochelk. doen; uit den zak rollen, wegmoffelen.
Escroguerie, v. —ën, opligting, fielterij, aftroggeling.
E s c u r i a a 1, o. naam van een koninklijk lustslot nabij Madrid.
Eskader, o. —s, smaldeel, vlootafdeeling.
Essayeur, m. —s, toetser.
Essentieel, bn. —eter, st, wezenlijk, volstrekt noodzakelijk.
Estaminet, n. —s, herberg, koffijliuis.
Etablissement, o. —en; vestiging (b. v. van een handelshuis); grondlegging; gesticht, inrigting; nederzetting.
Etage, v. —n, verdieping, van een gebouw.
Ethiek, Ethica, v. gmv. zedeleer, leer der deugden.
Etymolo gie, v. gmv. woordafleiding, woordvorsching.
Euphonie, v. gmv. welluidendheid.
Evenement, o. -en, gewigtig feit, merkwaardige gebeurtenis.
Exact, bn. -er, -st, stipt, naauwkeurig, volkomen.
Exaltatie, v. gmv. geestvervoering, overspanning.
Excentriciteit; v. —en, afwijking van het middelpunt; lig. dweeperij , eigenzinnigheid; de —en (eigenaardige manieren of handel) eens Engelschmans.
Exceptioneel, bn. en bijw. bij wijze van uitzondering, eene uitzondering bevattende.
Exclamatie, v. —ën, uitroep, uitroeping, geschreeuw.
Excommunicatie; v. —ën, kerkban.
Excursie, v. —ën, uitstapje, pleizieitogtje.
Executeren, bw. gel. uitvoeren, voltrekken; door regtsdwang noodzaken; te regt stellen; hij is geëxecuteerd, zijn inboedel is door zijne schuldeischers verkocht'; zich —, zich insolvent verklaren, zijne balans overleggen (in den elfectenhandel).
Executeur, m.—en, uitvoerder, volbrenger; — testamentair, uiterste wilsbeschikker.
E x h a 1 a t i e, v. -ën, uitdamping, uitwaseming.
E x i 1, E x H i u m /o. vepbasning ^ ballingschap.
Exorbitant, bn. •—er,—st, bovenmatig; overdreven, te*ver' gaande , te veel eischende.
Expectoratie, v. -ën, ontboezeming, uitstorting des ge« moeds.
Experiment, o. -en, proefneming.
248
E x p e r t, m. -s, zaakkundige, gezworene, die geroepen is uitspraak te doen of advies te geven.
Exploit, Exploot, o. -en, daad, heldenfeit; regt. dagvaarding en beteekening; bij deurwaarders —.
Exportatie, v. —ën. uitvoer van goederen.
Expositie, v. —ën, tentoonstelling; uiteenzetting.
Extemporeren, bw. gel. voor de vuist onvoorbereid spreken, in proza of poëzij, zingen; spelen enz.
Exterieur, o. het uiterlijke: de buitenzijde.
Extirpatie, v. —ën, het uitroeijen met wortel en tak.
Extravagant, bn. —er, —st, buitensporig.
Extremiteit, v. uiterste verlegenheid; laatste toevlugt; de-—n, de uiterste ledematen.
F a 5 a d e, v. —n, voorgevel.
Fac-simile, o. -es, naauwkeurig nagemaakt handschrift ge--woonlijk van beroemde personen.
F a c t o r ij, v. —en, kantoor, handelskantoor; magazijn (vooreene onderneming ergens gevestigd).
Factotum, m. -s, doe-al, algemeen zaakwaarnemer, vertegenwoordiger.
Facultatief, bn. bevoegd —, gematigd om te kiezen, tus-schen twee zaken.
Faeces, mv. uitwerpselen, drekstoffen ; ook : grondsop , moer» droesem; faecale stoffen.
Faillissement, o. —en, bankbreuk.
Falsaris, m. die valschheid in geschriften pleegt; opligter.
F anatiek, bn. en bijw. dweepzuchtig, geestdrijvend.
F anfare, v. —n , trompet, —geschal.
Fantasie, Fantaisie, v. —ën , verbeelding; kuur, geïmproviseerd muziekstuk.
Fantoom, o. —omen, spook.
Fashionabel, bn. en bijw. naar de mode, naar den smaak.
Fataal, bn. en bijw. —aler, —st, nootlottig, heilloos.
Fatige, Fatigue, y. —s, vermoeijenis.
Fatum, o. het Tot, noodlot [als god].
F a v e u r, v. —s, gunst.
Favorite, v. -n, begunstigde, lieveling; maitresse; bijzit van. eenen vorst; de sultane —, de meest begunstigde vrouw van het serail, wier zoon den sultan op den troon volgt.
Feriën, v. mv. rust-, vacantiedagen.
Festival, o. groot feest, volksfeest.
Feuilleton, o. -s, deel van een dagblad aan tooneel- of letterkundige beoordeelingen; verhalen enz. gewijd; — litteratuur.
F i a c r e, -s, huurkoets.
Fiducie, Fid ut ie, v. vertrouwen, geloof; ik heb geen — in iets of iemand.
Filiaal, bn. en bijw. kinderlijk; — kerk, tweede — of bijkerkj, —bank, bijbank, succursale.
Finale, v. gmv. slotstuk, einde; de — eener opera.
Firmament, o. uitspansel.
Fiscus, m. schatkist, rijks belastingen.
Flagrant, bn. daadwerkelijk, handtastelijk; dat is eene —amp; leugen; —i delicto, op heeterdaad.
F1 e-g m a, o. ^ray. Jcoudbloedigheid.
F o e tu s, m. ligchaamsvrucht nog in het begin der wording.
F on dam e n t, o. —en, grondslag, —vest.
Fossiliën, v. mv. delfstoffen inz. uit de voorwereld.
Foyer, m. en o. —s, koffijkamer in eenen schouwburg; verzamelplaats der tooneelspelers.
249
Fractie, v. —én, rek. breuk; fig. deel eener politieke partij; de liberale —; de liberale leden eener wetgevende vergadering.
F r a n Q a i s e , v. -s, fransche vrouw, zekere dans.
Franc-mafon, m. —s, vrijmetselaar.
Frequent, bn. en bijw. —er, —st, veelvuldig, sterk bezocht; eene —e straat, dit gebeurt —.
Fresco, bn. en bijw. al —, in —, met witten kalk; in — schilderen , eene — schilderij; muurschildering.
Fueros, mv. vuren, haardsteden; lig.: vrijheden, volksreg-ten in het noorden van Spanje.
F unctie, v. —ën, arabtsverrigting; ambtspligt; in — treden, eene betrekking aanvaarden; nog in — (dienst) zijn.
Fusie, v. —ën, smelting, gieting ; lig.: ineehsmelting van partijen , volksrassen, geslachten.
Gage, Gtagie, v. dienstloon, soldij; jaarwedde: pensioen.
Gallicisme, Gallicismus,m. fransch taaleigen.
Galvaniseren, bw. ow. gel. gen.: een ligchaam aan den gal-vanischen stroom onderwerpen, metaalprikkels aanwenden.
Garancine, v. gtnv. verfstof uit meekrap bereid.
Gar nisair, m. —en, soldaat bij eencn belastingschuldige ingelegerd, om dezen tot het voldoen van het achterstallige te dwingen.'
Garnituur, o. —uren, boordsel, omzooming, borduursel; volledig stel (diamanten enz., kleedingstukken, tafelgoed enz.).
Gastronomie, v. gmv. verfijnde kookkunst, lekkerbekkerij.
Geaffecteerd, bn. gemaakt, gekunsteld, onopregt.
Gealliëerden, m. mv. bondgenooten.
Geconsolideerden, mv. fondsen op schulden voor welker rentebedrag zekere staatsinkomsten zijn aangewezen, gevestigde schuld (inz. in Engel.).
Gedistingeerd, bn. onderscheiden; aanzienlijk, voornaam, zeer fatsoenlijk; een — publiek; een —e plaats.
Gedomicilieerd, bn. gehuisvest, woonachtig (te), eene bepaalde woonplaats hebbende.
Geëmancipeerd, bn. vrij gelaten, vrij gemaakt, yrij verklaard; gelijk gesteld (voor de wet); (fig.) hij heeft zich —, hij handelt reeds zelfstandig.
Gelatine, v. gmv. geleistof.
Genealogie, v. gmv. geslachtsrekenkunde; stamboom.
Genitaliën, mv. (ont.) teeldeelen.
Gentleman, m. (—men), voorn, heer; (lig.) edehnoed. —, vry-gevig mensch.
Geodesie, v. gmv. landmeetkunde.
Geognosie, Geognostiek, v. gmv. kennis van de zamenstelling der vaste aardkorst.
Gerant, m. (—en), beheerder; verantwoordelijk uitgever van een dagbl. enz.
Gestes, mv. gebaren.
Gletscher, m. (—s), bergijs,! ijsachtige vlakte of streep (in het gebergte), ij stop.
Glycerine, o. (scheik.) oliezoet.
Goniometrie, v. meetkunst der hoeken.
öra-direel,quot;quot;an.-enquot;oijw. Trapsgewijze, bij opkliramicg.. . .
Grandiose, bw. groot, grootsch, verheven, uitnemend.
Gratificatie, v. (—ën), geschenk, vereering, toelage.
Groom, m. (—s), bediende, rijknecht.
Guano, Huano, v. gmv. vogêlmest, peruaansche meststof.
Gueridon, m.(—s),soorthoogekandelaar,lichtknaap;hoektafeltje.
250
Guerillas, m. mv. ligtgewapende ongeregelde troepen (in de spaansche bergstreken); een guerilla-oorlog, van tijd tot tijd geleverde gevechten tusschen geregelde troepen en stróopende quot;benden.
Gymnastiek, v. kunst en leer der kunstmatige ligchaamsoefe-ningen.
Gyromantie, v. waarzeggerij uit getrokken kringen.
Gynaecocratie, v. vrouwenregering.
Habitué, m. (—s), gewoon bezoeker (in een koffijh., eenen scbouwb. enz.).
Haemorrhoïden, v. mv. aanbeijen.
Hallucinatie, v. (—en), vizioen.
Hausse, v. rijzing (der effekten enz.).
Hecatombe,' T. (oudh.), offer van 1Ü0 stieren, zoenoffer.
Hemispheer, v. (—eren), halfrond (der aarde, des hemels).
Heraldiek, v. gmv. wapenkunde.
Hermaphrodiet, m. env. (—en), tweeslachtig mensch; half man en haff vrouw, (fabelachtig wezen).
Hesiteren, ow. gel. aarzelen; wankelen.
Heterogeen, bn. ongelijksoortig, uit vreemde bestanddeelen zamengesteld; (lig.) uiteenloopend; heterogene bestanddeelen.
Hidalgo, m. (—es), spaansch edelman van minderen rang
Hilariteit, v. gmv. gelach, algemeene vrolijkheid.
Hippopotamus, m. rivier-, nijlpaard.
Homoepathie, v. geneeswijze' door hetgeen de kwaal zelve verwekt; het homoeopathiscne stelsel (door dr. Hahneman uitgevonden).
Holmo 1 oger en, bw. gel. bekrachtigen, goedkeuren; (regt.)een accoord van schuldeischers goedkeuren.
Honorarium, o. (—ria), bezoldiging, loon; welk — is daaraan verbonden ?
Hostie, v. (—ën), (r. k.) gewijde ouwel, avondmaalsbrood; de — toedienen.
Hostile, Hostiel, bn. en bijw. (—er, —st), vijandig, op vijandige-, oorlogzuchtige wijze.
'Humaniteit, v. gmv.'menschelijkheid: menschdom.
Humor, m. gmv. vocht, nat; (lig.) zinrijkheid (onder eenvoudige woorden); geestige —, zinrijke stijl.
Hydrophobie, v. watervrees.
Hygiëne, v. gezondheidsleer.
Hypochondrie, v. zwaarmoedigheid.
Hypothese, v. —n, als waarheid aangenomen stelling.
Ichthyologie, v. gmv. vischkunde, kennis der visscben.
Ideaal, o. —alen, denkbeeldige voorstelling van iets in den toestand van volkomenheid; droombeeld.
Identiteit, v. gmv. eenzelvigheid, volkomene overeenstemming , persoonsgelijkheid.
Idioot, m. —oten , halve krankzinnige, stompzinnige, iemand met een zwak hersengestel.
Ignoreren, bw. gel. niet weten, niet willen weten, zich onkundig (van iets) houden.
111 i c o, bijw. terstond , dadelijk.
J 11 u pi.i n e r e n, bw. gel. feestel.-verlichteaj kleurèn,inet kleu-* ren afzett. (kaart.).
Illusie, v.(—ën), verblinding, begoocheling; zinsbedrog, hersenschim; maak u geen illusiën, verwacht geen dingen die niet gebeuren kunnen.
Imaginair, bn. en bijw. denkbeeldig, hersenschimmig, ingebeeld, vermeend.
Imiteren, bw. gel. navolgen, nabootsen.
Immortellen, v. mv. zekere bloemen die eene langere duurzaamheid bezitten dan andere, stroobloemen.
Impediment, o. (—en), verhindering, hinderpaal, belemmering.
Impertinentie, v. —ën, onbetamelijkheid, onbeschoftheid,■ overmoed; ik laat mij van u geen impertinentiën zeggen (niet be-leedigen).
Imponeren, bw. ow. gel. opleggen (b. v. het stilzwijgen aan iem.); eerbied —, ontzag inboezemen.
Impotentie, v. gmv. mannelijk onvermogen; onbekwaamheid; onbevoegdheid; zwakte.
Improvisatie, v. (—ën), voor de vuist gemaakt dichtstuk , niet vooraf op schrift gestelde toespraak of redevoering.
Inanitie, v. uitputting, afmatting, krachteloosheid; hongerdood.
Inauguratie, v. (—ën), plegtige bevestiging in eene waardigheid; inwijding; — geschrift.
Incident, o. (—en). Incidentie, v. (—en), voorval, bijkomende omstandigheid, tusschenzaak.
Incognito, bijw. onder een vreemden naam; hij reist —.
Incompetent, bn. onbevoegd, ongeldig; zich —- verklaren.
Inconvenient, o. Inconvenientiev. ongelegenheid, zwarigheid, ongemak
Incunabelen, ra. mv. eerste beginselen; de eerste boeken na de uitvinding der boekdrukkunst gedrukt.
I n d ecent, bn. (-er, -st), onwelvoegel., onbetamelijk, zedekwetsend.
I n d e x, ra. wijsvinger; (boekdr.) register, bladwijzer,
inhoudsopgave; lijst der door de roomsche curie verboden boeken; deze werken zijn bp den — geplaatst.
IndigestieJ v. onverteerbaarheid; kolijk.
Indiscreet, bn. —eter, —st, onbescheiden, niet geheimhoudend.
Individu, m. en o. —s, ondeelbaar-, onscheidbaar geheel, ondee-lige, enkele; afzonderlijk gedacht of beschouwd wezen; persoon.
Infamie, v. eerloosheid, schandelijke daad.
1 n f a n t, m. —en , I n f a n t e, v. —s, prins —, prinses van den bloede (in Spanje, Portugal).
Influenceren, bw. gel. invloed hebben of uitoefenen op iemand of iets, van invloed zijn.
Inhalatie, u. -ën, inademing, inzuiging.
Initiatief, o. inleiding, opening; het — nemen, het eerst een voorstel tot iets doen, het eerst eene zaak op touw zetten; het regt van —, regt om voorstellen enz. te doen.
Insolent, bn. -er, -st, onbeschaamd, grof, lomp, onbescheiden.
Insolvent, bn. onvermogend om te betalen.
Insubordinatie, v. gmv. gebrek aan ondergeschiktheid, verzet in de dienst, weêrspannigheid.
Intact, bn. onaangeroerd; rein; onverlet; ongerept.
Integriteit, v. ongeschonden toestand, volledigheid; regtscha-penheid, onomkoopbaarheid.
Intellectueel, bn. en bijw. verstandig, tot het verstand be-treHking hebbende.
Intelligentie, v. gmv. verstand, doorzigt; fig.; ik heb — hiervan, dit is mij bekend.
Intentie, v. -en, oogmerk, bedoeling; voornemen.
, lt; Interdict, o. regt. ; verbod, ontzegging van regten ; groote pauselijke fferkban; een priester onder—.
Interludium, o. —ia, tusschenspel.'
Interventie, v. tusschenkomst, bemiddeling.
Intimidatie, v. -ën, het bevreesd maken, vreesaanjagine , ontmoediging.
252
Intrigue, Intrige, v. —s, verwikkeling; knoop, van eeigt; tooneelstuk enz.; kuiperij, listige streek; hij gaat met —s om , hij maakt gebruik van slinksche streken, — omwegen, — draaijerijen.
Introduceren, bw. gel. inleiden , ingang verschaffen; medebrengen eenen vreemdeling in een gezelschap enz.; voorstellen.
Inventaris, m. —sen, lijst van voorwerpen, aanwezig in een huis, op een schip enz.; zulk 'eene lijst door een bevoegd beambte opgemaakt; boedelbeschrijving; onder'benefice van —, onder voor-regt van boedelbeschrijving.
Inventie, v. —ën, uitvinding; vinding; kunstgreep; verdichtsel.
In vit eren, bw. gel. uitnoodigen, te gast vragen.
Ironie , v. spotternij, bedekte scherts, scherpe spot.
Irriteren, bw. gel. prikkelen; verbitteren, boosmaken, tergen.
Isoleren, bw. gel. afzonderen ; op zich zelf (zeiven, zelve) plaatsen, -beschouwen; nat. een ligchaam in zulk eenen toestand brengen dat het de daaraan medegedeelde electriciteit niet door geleiding kan verliezen.
Isthmus,m. landengte; oudt. de isthmische spelen, openbare kampspelen bij de landengte van Corinthe in Griekenland.
Iteratie, v. —ën, herhaling.
Itinerarium, o. —ia, reisboek, reisbeschrijving.
Jeremiade, v. —n, klaaglied, jammerklagt.
Jockey, m. —s, rijknecht, voorrijder, staljongen.
Jouïsseren, bw. ow. gel. genieten.
Journalism e, o.. Journalistiek, y. het dagbladschnjven en al wat er mede in verband staat; al de periodieke geschriften van een land.
Journalist, m.—en, dagbladschrijver.
J o v i a a 1, bn. —aler , —st, blijgeestig, lustig, opgeruimd, grappig; gemoedelijk.
Jubilarius, Jubilaris, m. —sen, iem. ter wiens eere een jubelfeest gevierd wordt.
Judiciëel, bn. regterlijk.
Junctie, v.—ën, vereeniging, verbinding.
Junta, v. —as, vergadering, raadsvergadering [in Spanje, Portugal , Zuid-Amerika enz.J; kommissie.
Juridisch, bn. overeenkomstig de leer van hetregt, regtskundig.
J u r y, m. en v. —s, regtbank van gezworenen, kommissie van beoordeeling, bij tentoonstellingen, prijsvragen enz.
Justificer'e n, Justifiëren, bw. gel. regtvaardigen, verdedigen, verontschuldigen.
Kakographie, v. — en. slecht-, onvoegzaam huwelijk.
Katafalk, v. —en, praalbed , voor dooden.
K ornak, m. —ken, geleider van eenen olifant.
Kranjang, v. —s, matwerk of gevlochten riet waarin suiker uit Oost-Indie verzonden wordt, baal.
K r u c i f ik s, o. —en, kruisbeeld, Christusbeeld.
i
Labirint, Labyrint, Labyrinth, m. B. o., —en, doolhof; [ook fig.[ verwarde zaak; [ontl.] een deel van het inwendige gehoorwerktuig.
Lactatie, v. voeding met melk, het zogen.
Lamentabel, bn.enbijw.—er,—st,erbarmelijk,beklagenswaard.
Latent, bn. onzigtbaar, verborgen; [nat.] —e warmte,nog niet vrij geworden warmte.
253
Lazaret, o. —ten, ziekenhuis, voor lijders aan besmettelijke Ziekten; [fig-l huis waar veel zieken zijn.
Legaal,' bn. —aler, st, wettig, wettelijk, regtmatig.
Legende, v. —n, levensbeschrijvingen te zamen; verhaal uit den alouden tijd; nationale overlevering; omschrift [van een muntstuk, van eenen gedenkpenning].
Lepra, v. melaatschheid, zek. huidziekte.
L e t h a a 1, bn. doodelijk.
Lethargie, v. gmv. slaapzucht; [Ilg.J zorgeloosheid, ongevoeligheid.
Lexicon, o. wetenschappelijk woordenboek.
Liaison, v. verbindtenis , hefdesbetrkking.
Libel, o. —len, schotschrift, blaauwboekje.
Libitum, Ad, naar welgevallen.
L i 11 i p u t, o. fabelachtig land van dwergen.
Limiet, v. —en, scheidpaal, grens; hoogste bod waartoe men, op eene verkooping gemagtigd is.
Liquide, bn. vloeibaar; helder; bewezen; uitgemaakt; deze schuld is —, kan ingevorderd worden.
L11 h o gr a p h i e, v. steendruk-, steenschrijf-, steenteekenkunst; [ookj steendrukkerij.
Litteratuur', v. gmv. voortbrengselen der letterkunde, geschriften , boekwerken; boekenkennis, letterkenner.
Liturgie, v. —ën, kerkgebruik, kerkformulier, orde der kerkdienst.
Lloyd of Lloyds, koflijhuis van Lloyd te Londen, vergaderplaats der scheeps- en zee-assurantie-makelaars; de Triëster —; de Nederlandsche —; —slijst; te Londen verschijnend nieuwsblad voor koophandel en zeevaart.
Locomobiel, bn. plaatsveranderend, bewegelijk.
Locomotief, v. —ven, stoomwagen , treintrekker.
Loup, Loupe, v. handvergrootglas.
Loyaal, bn. —aler, -st, regtmatig., eerlijk , getrouw, rondborstig.
Lucerne, v. zaairupsklaver, zek. gewas.
Lucide, bn. helder, klaar, onbevangen; -- oogenbhkken van eenen krankzinnige.
Lucratief, bn. -ver, -st, winstbelovend, winstgevend, voordeelig.
L u n a r i u ra, o. -ia, toestel ter aanschouwelijke voorstelling van den loop der maan om de aarde.
Lustrum, o. -ra, vijfjarig tijdvak.
Lyceum, o. school voor hooger onderwijs.
Macaroni, mv. meeli epen, deegdraden, volksvoedsel d. Napolitanen.
Mackintosh, -en, regenjas, waterdigte mantel.
M a f o n n e r i e, vrijmetselarij.
Magie, v. gmv. tooverk., toov'erij, geheime wetensch. zwarte kunst.
Magnetismus, Magnetisme, o. theorie der magneetkracht; magnetische kracht en hare toepassing; dierlijk — of levens—.
Malaise, v. onaangename gewaarw., gemelijkheid; landerigheid.
M ammou th, m. -en, soort olifant, ontzaggel. dier uit de voorwereld.
Mandataris, m. —sen, gevolmagtigde.
Manipulatie, v. —ën, kunstmatige behandeling (inzonderh. het betasten of bestrijken door den magnetiseur).
Manuscript, -en, handschrift, geschreven stuk , -boek.
Massacre, ra. -s, gruwelmoord, bloedbad.
Mast urbatie, v, zelfbevlekking,.
Materialismus, Materialisme, o. gmv. 16er dal; de? materie of de stof (d. i. de ligchamelijke zelfstandigh.) de eenige en eindoorzaak is van al wat bestaat.
M a t h ema t iek, v. gmv. wiskunde; de afgetrokken wetenschappen.
Mediocriteit, v. gmv. middelmatigheid.
254
Meditatie, v. —en, overpeinzing, bespiegeling.
Meeting, v. —s, vergadering, bijeenkomst, inz. openbare.
M elanc n(k)oli e , v. gmv. zwaarmoedigheid, droefgeestigheid. Melodrama, o. -as, tooneelsp.met begeleiding van muz. zonder zang. Memorandum, o. —da, herinnering- , gedenkboek ; diplomatieke nota.
' Mentie,v. melding, gewag, vermelding; - makea van.
Mercurialiën, Mercuriaalmiddelen, o. mv. (gen.) kwikmiddelen, geneesmiddelen met kwik zamengesteld.
Mésailliance, v. —s, ongelijk huwelijk, huwelijk beneden iemands stand. . .
Messagerie, v. postwagendienst, stoombootdienst tot het vervoer van reizigers en goederen; —s impériales in Frankrijk.
Metamorphose, Metamorphosis, v. gedaanteverwisseling. Metaphysica, v. gmv. bovennatuurkunde.
Methode, v. leerwijze; handelwijze, wijze van werken. Miasma, o. smetstof, in de lucht verspreide ziektestol.
M ik rok osmos, v. wereld in het klein, da mensch; menschenwereld. Mikroskoop, o. —open, vergrootglas.
Mineralogie, v. gmv. delfstofkunde.
Minutieus, bn. —zer, -st, onbeduidend, kleingeestig. Misanthroop, m. —open, menschenhater.
Miserére, o. (r.k.) hel kerkgezang, doodenzang; darmjicht. Miszpickel, o. zek. dellstof, waaruit arsenicum bereid wordt. Mixtuur, v. —uren, mengsel, artsenijmengsel.
Moderatie, v. gematigdheid, bezadigdheid.
Modern, bn. —er, -st, hedendaagsch, nieuwerwetsch. Momentaneel, bn. oogenblikkelijk, kortstondig, voorbijgaande, voor het oogenblik.
Monoc rat ie, v. alleenheerschappij.
Monogram, m. —men, naamvers, naamdicht; volzin waarin de aanvangletters van eenen naam zijn ineengevlochten; bij de ouden; elke eenvoudige omtrek.
Monomanie, v. gmv. soort waanzin.
Monopolie, o. —ën , alleenhandel; uitsluitend regt tot het ver-rigten van iets.
Moraal, v. gmv. zedeleer, zedeles.
M o r a 1 it e it, v. gmv. zedelijkheid, zedelijk gedrag.
Morganatisch, bn. een — huwelijk; huwelijk met de linkerhand [waarbij de vrouw niet deelt in al de regten aan den vorste-lijken of adellijken stand van den man verbonden].
Morphologie, v. vormleer, gedaanteleer.
Motiveren, bw. gel. met redenen omkleeden, staven; een gemotiveerd antwoord, besluit.
Alouchard, m. —s, verklikker, spion.
Mousseren, ow. gel. schuimen, opbruisen, b. v. van wijn. Municipaliteit, v. —en, gemeenteraad, gemeentebestuur; regtsgebied eener gemeente; gemeentehuis.
Mutatie, v. —ën, verandering, wijziging, plaatsverwisseling. Myopie, v. bijziendheid, kortzigtigheid.
Myriade, v. tienduizend; lig.: tallooze menigte.
M y t h o s , M y t h u s , m. volksoverlevering.
Najade, v. -n, ffab.] ^vater-, riviernimf; [plant.J zek. waterplant. ' Narcotischquot;, • bn. bedwelmend, krampstillend, slaapwekkend; een — middel.
Naturaliseren, bw. gel. inheemsch maken; aan eene vreemde luchtstreek gewennen [planten]; in eene taal opnemen [woorden]; opnemen als staatsburger; hij is genaturaliseerd Nederlander, hoewel
253
in een vreemd land geboren, is hij bij eene wet tot Nederl. verklaard..
Nautilus, m. zek. schelpvisch.
N avigatie, v. scheep-, zeevaart; ook: stuurmanskunst; —akte of akte van —, engelsche scheepvaartwet van Cromwell; — school, school voor de zeevaart.
Necrologie, v. levensbeschrijving van eenen overledene; ook: lijst van afgestorvenen.
N egatie, v. —ën, ontkenning, loochening.
N e o 1 o g i e, v. grav. invoering van nieuwigheden, inz. nieuwe woorden.
Nepotismus, o. gmv. neefschap, bloedverwantschap; (fig.) begunstiging van nabestaanden, familiegeest.
Nicotine, v. zek. aftreksel van tabak, sterk vergif.
Nihil, bijw. niets.
Nihilismus, o. het loochenen van het bestaande.
Nomenclatuur, v. gmv. leer van de beschrijving en de benoeming der voorwerpen uit het rijk der natuur.
Nominaal, bn. den naam betreft'ende, naar den naam;nominale waarde, waarde van eeue schuldbekentenis, of ander geldswaardig papier, zoo als zij bij de uitgifte is vastgesteld.
Nonactiviteit, v. officier op —, niet in werkelijke dienst en onder genot van minder soldij.
Nonchalance, v. nalatigheid, achteloosheid.
Nouvellist, m. —en, dagbladschrijver; nieuwsverteller.
Novice, m. en v. —n, nieuweling, proelleerling; die een proefjaar in een klooster doorbrengt.
Nuance, v. —s, schaduwing, schaduwverdeeling, kleurspeling, tint, schakering.
Numismatiek, v. munt-,penningkunde.
Obductie, v. —ën, geregtelijke lijkschouwing.
Object, o. —en, voorwerp, onderwerp, punt van behandeling.
Obscuriteit, o. duisterheid, onverstaanbaarheid.
Obscuur, bn. donker, (lig.) onbekend, niet beroemd.
Obstacle, m.—s, hindernis, hinderpaal, belemmering, tegenstand.
Obstinaat, bn. hardnekkig, halsstarrig.
Occasie, v. —ën, gelegenheid, geschikte tijd; bij —, of occasioneel, bijw. bij gelegenheid, ter gelegener tijd.
Occult, bn. verborgen, geheim, heimelijk.
Oculeren, bw. gel. enten door middel van een bot.
Oculist, m. —en, oogarts, oogheelkundige, oogmeester.
Oeconoom, m. —omen, landhuishoudk., wetenschappelijke landbouwer.
Offensief, v. —ver, —st, beleedigend, aanvallend; een of- en defensief, aanvallend en verdedigend , verbond.
Officieel, bn. en bijw. van ambtswege; (lig.) geloofwaard, echt;. — blad, het orgaan der regering, staatscourant.
Oleïne, v. (scheik.) olievet.
Olla podrida, o. mengelmoes, allerlei, poespas.
Omelet, v. —tenjeijerkoek, eijerstruif, pannekoek.
Omissie, v. —ën, uitlating, verzuim, iets dat vergeten is.
Onanie, v. zelfbevlekking.
Onereus, bn. drukkend; lastig, bezwarend; een — kontrakt.
Ontologie, v. gmv. leer van de eigenschappen der dingen; leer der onderwerpen van het menschelijk denkvermogen.
Oplithalmie, v. oogy'ekte,. uitwendige oogontsteking.
Opinie, v. —ën, moening, gevoelen'; deVl,hlielce —. — •
Opponeren, bw. gel, tegenstreven, zich verzetten; (reden.), bestrijden.
Opteren, bw. gel. kiezen; deze afgevaardigde moet —, hij moet
256
Verklaren welk der twee of moer kiesdistricten waar hij is gekozen hij wil vertegenwoordigen.
Optie, v. vrije keus; wij hebben dit huis gehuurd voor twee jaren en een jaar in —, wat het derde jaar betreft staat het aan ons al of niet te blijven. . ■ •
Optimist, m. —en belijder van de leer dat alles goed is, lem. die alles van de goede zijde beschouwt.
Optisch, bn. geziglkundig, tot de leer van het zien behoo-rende; — bedrog, oogbedrog, gezigtbedrog (door de breking of de terugkaatsing der lichtstralen ontstaande).
Opulentie, v. grav. groote rijkdom, aanzienlijk vermogen.
Oratorium, o. —ia, feestelijk zangstuk; bidvertrek.
Ordaliën, o. mv. godsoordeelen; vuur-, waterproeven (in de middeleeuwen]. .
Orgaan, o. —anen, werktuig, inz. van het dierlijk hgchaam; zintuig; hulpmiddel; persoon of dagblad enz. waarvan men zich bedient ter openbaarmaking of verspreiding van meeningen enz.; tolk.
Organismus, Organisme, o. gmv. organische bouw, zamen-hang der deelen van een geheel; inwendig zamenstel.
Orgeade, v. gmv. gerstedrank; amandelmelk.
Orgiën, v. mv. drinkgelagen, nachtelijke zwelgpartijen.
Oriëntalist, m. —en, kenner van oostersche talen.
Origineel, bn. en bijw. —eler, —st, oorspronkelijk; eigenaardig; aangeboren; [lig.] zonderling.
Ornithologie, v. gmv. vogelkunde, natuurlijke geschiedenis der vogelen.
Orthodox, bn. regtzinnig, streng, oud-geloovig; de —en, de regtgeloovigen. _
Orthographie, v. gmv. kunst om wél en juist te schrijven, spelkunst.
Ortli opaedie, v. gmv. kunst om de scheefgegroeide ligchaams-deelen, inz. van jonge kinderen, weder in den juisten vorm te brengen; een orthopaedisch instituut.
Ostentatie, v. praalzucht, het vertoon maken.
Ostracismus, o. [oudh] schervengerigt, wijze van verbanning bij de Atheners; [lig.] het streng weren (van iets of iera.).
Ouverture, v. —s, opening, aanvang; [muz.]-inleiding.
Ovatie, v. —ën, [rom. gesch.] zegevierende intogt [op mindere schaal dan een triumfj; eerbewijs; hulde.
Oxyderen, ow. gel. met zuurstof verbinden.
Pacificatie, v. —ën, bevrediging; (ned. gesch.) de —van Gent, (in 1576).
Paedagogie, v. zie pedagogie.
Palaeontologie, v. gmv. leer der voorwereldlijke dieren en gewassen.
Palliatief, o. —ven, verzachtend geneesmiddel; tijdelijke hulp.
Palpitatie, v. —ën, hartklopping, pols-, aderslag.
Panacea, v. mv. algemecne geneesmiddelen.
Pandekten, v. mv. verzameling van werken over het oud-ro-meinsche regt, wet van keizer Justmianus.
Paniek, v. gmv. algemeene angst; er heerschte heden eene — aan de beurs (inz. in den fondsenhandel), ieder zocht te verkoopen.
Pantheïsmus, o. gmv. algeloot, geloot dat de wereld zelve God is.
Pantomime, v. gmv. gebarenspel (zonder woorden); ballet.
Parabool, v. (wisk.) kegelsnede, brandsnede.
Paradox, bn. —er, meest —, Paradoxaal, —aler, —st, wonderspreukig, gezocht, gedwongen.
Parallel, v. —len, evenwijdte, plaatsing of stand van twee lijnen of vlakken die overal op gelijken afstand van elkander zijn;
357
■(aard.) berekening der graden ter noorder- of zuiderbreedte; (fig.) vergelijking; er is geen — te maken tusschen deze twee personen. Paralyseren, bw. gel. verlammen, ontzenuwen.
1 arasiet, m. —en, pannelikker, smarotser; tafelvriend; woekerplant, insekt.
Pari, al pari, van gelijke waarde, honderd ten honderd; de wissel staat —, de koersen wegen elkander op; de fondsen staan op ^al) — (staan op 100 pCt.); boven —, onder of beneden —.
Paria, in. en v. —as, uitgestootene, verworpeling (in Hindostan). Paroxysmus, ra. hoogste spanning (van pijn, koorts enz.). Participant, m. en v. —en, deelhebber, deelnemer.
Partisan, m. —s, partijganger.
Partituur, v. —uren,quot; volledig muziekwerk (eener opera enz.). Parvenu, m. —s, nieuweling, opkomeling (uit geringen stand tot aanzien ot rijkdom).
Paternoster, o. —s, [r. k.] onze vader, gebed, rozenkrans; handboei.
Pathetisch, bn. hoogdravend, treffend, roerend.
Pathos, o. gmv. vuur, hoogdravendheid [van stijl].
Patois, o. ongevormde volkstaal [aan enkele landstreken eigen], Pauperismus, o, gmv, armwezen;staat —, toestand der armen, P e c c a v i! ik heb gezondigd.
Pedaal, o. —alen, voetklavier (van een orgel of piano]. Pedagogiek, v, gmv, onderwijskunst.
Pedel, m, —len, voetstuk.
Penaliteit, v, strafbepaling; lijfstrafl'elijkheid,
P e n t a t e u c h u s, m, gmv, de vijfhoeken van Mozes. Perceptie, v. —ën, inning, ontvangst; heffing; [wijsb.J doorschouwing, waarneming, door het begrip; — kosten, kosten aan het innen [van belastingen] verbonden.
Percussie, v. —en, slag, stoot; (gen.) aanklopping.
Perikel, o. gevaar; periculum in mora, gevaar door uitstel. Periode, v. —n, tijdruimte, tijdvak; volzin, zinsnede. Permanent, bn. en bw. voortdurend, aanhoudend: zich — verklaren, niet uiteengaan, inz. van lands-, gewestelijke-, of gemeente-vergaderingen.
Permeabel, bn. doordringbaar (van stoffen die vocht doorlaten). Perpetueel, bn. en bw. altijddurend; levenslang; perpetuëlen, vroegere naam van zekere spaansche effecten.
Persifflage, v, —n, overdreven lof op bespotting doelende; geveinsde lof.
Pertinent, bn, tot de zaak behoorende, vast.
Pessimist, m, —ën, die alles en allen voor slecht houdt, die alles slecht inziet,
Phaenomen, Phaenomeen, o, —ena, luchtverschijnsel; (fig.) wonder.
Phantoma, v, schijnbeeld; (gen.) kunstmatig nagebootst lig--chaamsorgaan.
Phantasie, —ën, inbeelding, verbeelding; gril, kuur; soort 1 muziekwerk; —kleur, kleur die niet effen is.
Phantoorn, o. —omen, spook, geestverschijning, droombeeld. Philanthropie, v. gmv. menschlievendhéid.
Philippica, v. (gesch,) redevoering door Demosthenes tegen Philippus van Macedonië uitgesproken; (fig. straf- ofboetrede tegen... Philosophie, v. wijsbegeerte.
Phlegraatisch, bn. bedaard, kalm; het — temperament; (sterrew.) —e teekens, de Kreeft, de Schorpioen en de Tisschen.
Photograph ie, v. —ën, lichtteekening, lichtbeeld, lichttee-■kenkunst, eene verbetering in de daguerréotypie,
Phraséologie, v, —ën, verzameling van spreekwijzen. Phrenologie, v. gmv. schedelleer, hersenleer.
Physica, v. gmv. natuurleer, natuurknnde.
258
P h y s i o g n o m i e, v. -ën, gelaatstrekken; uiterlijk voorkomen
Vaphdyesioflognie, v. gmv. natuurleer; .leer van de verrigtingen der dieren en planten; (tig-) schets, beschrijving.
Piëdestal, m. —len, voetstuk.
P i ë t i s m u s, o. overdreven vroomheid, schijnvroomheid.
Pieus, bn. godvruchtig, vroom; —e instellingen; een e „Ut. Pirouette, v. —n, draai, wending, in de dans- en j
Pittoresk, bn. en bijw. —er, —st, sciiilderachtig, treffend,
''p^a'gia^t2,'8©. aten^ ïetterdieverif^gedachtenroof; [ook] men-
SCpeiaTtYsch, bn. aanschouwelijk door vormen; de —e kunsten. ^ P1 a u s'i b e 1 bn. en bw. aannemelijk, schijnschoon; onder -e redenen. Plebs, o. gmv. gemeene volksklasse, graauw.
m.'ialtijdenals straf opgelegd). Polemiek, v. gmv. pennestrijd, twistgeschrijf.
Poltron, m. —s, lafaard.
Polvsamie, v. veelwijverij. , , . ...
Polyp, Poliep, m. —en, (nat. gesch.) veelvoet, plantdier. Pontificaal, bw. priesterlijk, pauselijk. . , „p rinnr hpt
Pooulair, bn. —er, —st, volkhevend, bemind bij ot door het volk, een — vorst; verstaanbaar voor het volk, —e Y0°'^r?g'e^' Potpourri, o. —s, mengelmoes, allegaartje; muziekstuk uit
derscheidene themaas zamengesteld. Mnnrrt-
Prairie, v. —ën, weide, uitgestrekte glaswoestijn in Noord
Alpe/eadvies, o. —zen, voorafgaand uitgebragt gevoelen. Precipiteren, bw. gel. neerploffen , doen bezinken. Predestinatie, v. gmv. voorbeschikking; de,leer.fer „ Preferent, bn. preferabel; (regt.) voorafgaande; de —e schulden
(in eene failliete massa). ct„ii;n£r
Premissen, v. mv. (reden.) voorafgaande—, eerste stelling (eener sluitrede); voorafgaande bepalingen.
Prerogatief, o. —ven, voorregt; het — der kroon (van een
gerenden vorst.). , ,.....
Prestige, o. gmv. betoovering, toovermagt; hij is zijn (zijnen
ver klinkenden invloed} kwijt.
Pretext, o. —en, voorwendsel. , . n-
Principe, o. —s, grond, bron, beginsel; grondstelling. Probabel, bn. waarschijnlijk. . „..h,,.)
Probleem, o. —men, Problema, o. -ta, vraagstuk, raadsel. Proclamatie, v. —ën, afkondiging, bekendmaking. alIezinD (der geboden bij den ondertrouw). „ „n
Profaan, bn. en bijw. -aner, -st, oningewijd, ongewijd, onheilig, heiligschennend; niel.-bijbelsch; de profane sctmJy®r?quot; .
Progressie, v. —s, —en, voortgang; (rek. en wisk.) reeus, eene arithmetische, wiskundige —.
Project, o. —en, ontwerp; (ook (ig.). , , . .__. f
Proletariën, Proletariërs, m. mv. die tot het proletariaat
Própaedeutiek, v. voorbereidende kundigheden (tot eene wetenschap), voorbereidend onderwijs. , , , ,, Proseliet, m. —en, nieuwbekeerde (inz. in net geloor). Prospectus, m. —sen, voorloopig plan, bengt enz. van een te geven boekwerk, eener te vestigen inrigting enz.
Prostitutie, v. gmv. onteering,, ontuolit; Redeloosheid in höogs'ten graad; veilheid Van vrouwen.
Provenu, o. —s, opbrengst, bedrag.
Provocatie, v. —on, terging; uitdaging; (regt.) hooger Beroep.
259
Pseudoniem, m. —en, die een valschen naam draagt en daaronder schrijft; valsche naam. '
Puberteit, v. gmv. manbaarheid, huwbaarheid.
Pupil, m. en v. —len, onmondige die eenen voogd heeft, pleegzoon, dochter; (ontl.) oogappel.
Putrefactie, v. verrotting.
Qualiteit, v. —en, gesteldheid, eigenschap, hoedanigheid, aard; stand, betrekking in de maatschappij; titel.
Quantiteit, v. hoeveelheid, menigte; tijdduur der lettergrepen.
Quarantaine, v. ligdagen, proefdagen, vroeger 40 in getal, van schepen, reizigers of waren die uit vreemde plaatsen komen, waar besmettelijke ziekten heerschen of die daarvan verdacht gehouden worden; (ook) de inrigting-, de plaats waar zulke reizigers of voorwerpen gedurende die dagen zich moeten bevinden.
Quatertemper, m. —s, eerste dag van een vierendeeljaars; (r. k.) boete en vastendag (de eerste Vrijdag van ieder vierendeeljaars).
Queue, v. —n, staart, paardestaart; biljartstok; de laatste soldaten eener afdeeling (bij eenen marsch); de laatste menschen (bij eene optrekkende processie; een optogt, voorbijgaande stoet); (lig.) lange reeks rijtuigen, lange reeks of rij personen die op eene beurt staan te wacliten.
Quincaillerie, v. —ën, kleine galanteriewaren, kramerijen (inz. metalen voorwerpen).
Q u in que t, v. —ten, argansche lamp met dubbelen lichtstroom.
Quintescens, Quintessence, v. de keur of kern (van iets), het fijnste, edelste, krachtigste; (scheik.) vijfmaal overgehaalde geest eener vloeistof; de ware inhoud (van iets) in den minst omvangrijken vorm.
Quit ter en, bw. gel. als voldaan onderteekenen (eene rekening); eene quitantie afgeven; (ook) verlaten, afzien van, laten varen.
Quodlibet, o. —s, wat men belieft, mengelmoes, allerlei, van alles wat; laffe woordspeling; platte dubbelzinnigheid.
Quotiënt, o. —en, (rek.) uitkomst eener dueling.
Raderen, bw. gel. afschaven; uitkrabben; etsen.
Radicaal, bn. en bijw. —aler, —st, ingeworteld, diep, van den wortel af, uit den grond op, een — geneesmiddel, dat spoedige en volkomene genezing aanbrengt; (wisk.) —teeken, wortelieeken.
Radicalismus, o. de leer en grondstellingen der radicalen.
Ragout, m. gmv. mengelmoes; sterk gekruide en gesausde spijs.
Railway, Railroad, m. ijzeren spoorweg, spoorbaan.
Raillerie, v. scherts, boert.
Rancune, v. ingewortelde haat, wrok.
Rapsodie, v. zie Rhapsodie.
Ratafia, Rataffia, v. zek. fijne likeur.
Rationalismus, Rationalisme, o. gmv. toepassing der rede bij het beoordeelen der dingen, redegeloof, godsdienst der rede; leer die de onafhankelijkheid van 's menschen geest aanneemt.
Reactie, v. —ën, terug-, tegenwerking; het tegenwerken van de pogingen der vrienden van den vooruitgang (in politieke zaken en in godsdienstaan^elegen heden); nadeelige gevolgen van iets die zich later doen gevoelen; (nat.) tegenstand, tegendrukking.
Reagentia, o. mv. (scheik.) herkenningsmiddelen; terug-, tegenwerkende dingen ot middelen.
Realiseren, bw. gel. verwezenlijken, bewerkstelligen; te gelde maken, papiergeld voor klinkende munt inwisselen.
18
Rebel, m. -len, opstandeling, muiteling, muiter, weerspannige.
van den Lofdmhoud; verzamel.ng van Yan ontvangst;
quot;Reciprociteit, v. het wederkeerige, wederkeerige-, beurtel.
u e f erreaaa t,e'oT'-aten ' beCp vfiï vwslagge^r; verslag, berigt.
R éfusié' 'm' -J uitgamp;wekenèquot;fnz. om het geloof pf om politieke ge-voelend ie -s' in hél bifz. de gereformeerden die, na de herroeping van het edict van Nantes in 16®, Frankrijk, hun vaderland, verheten.
Resign^quot;q6levens-', eet'rege^stquot;atsb^sf.^regeringsstelsel; ancien-, mppnschaD verkeer; goede relatiën hebben; relalien aanknoopen.
,0 R^ nri^e'6-^!1 ui^telf vlrnfi^dering^koetshuis ; spel. kamp-op, beRest, onbeslist gebleven niet gewonnen en met verforen; kooph.
0 R^mTu c r e n!gbw. ggc1.0ten:Sndcn; weder ter hand stellen ;
tot de mabomedaansche leer is overgegaan. ju -j
Reeno0vmaUee,v!' ve^^e^g^hers\elling; lig. laatste
aaRe riu'm e'r a —ën^tTru^etali'ngfiüeuv^-^hèJvui^lde uitgave.
JR Tn 1 ie k v -en tegenantwoord ; tweede pleitrede. ReprésVuies, Rcpressaliën, v, mv. tegenmaatregel,
quot;ifrr-rnInfeTv.'-sfl.erispIng, scherp verw^.
Repndi a t i e, v. -ënt verstooting. echtscheiding.
r ör»ïitj»tip naam. faami soede naanij eer.
Requisitoir', o. -en, regt.eisch van het openb. ministerie.
261
Rescript, o. —ea, antwoord, sdiriftelijk bescheid op een schriftelijke vraag; pauselijke beschikking ol verordening als antwoord op eene 'theologische vraag; kabinetschrijven van eetien vorst.
Resolutie, v. —ën, besluit; vastberadenheid; voorstel in eene vergadering, gelonnuleerde motie.
Respirator, m. -s, ademhalmgswerktuig.
Responsabel, bn. —er, —st, verantwoordelijk, aansprakelijk. Ressort, o. —en, veer, drijfveer, veerkracht; spankracht; gebied, regtsgebied; uitgestrektheid eener bevoegdheid om te beslissen enz.; vak, gebied eener wetenschap enz.; werkkring.
Restauratie, v. —ën, herstelling, wedeiquot;opr:gting; verbetering; verfrissching; portionstafel, opentafel, gaarkeuken. Restorno, v. —s, kooph. herwissel.
Restrictie, v. —ën, bekorting voorbehoud.
Resultaat, o. -aten, uitslag, uitk.; gevolg; vrucht; opbrengst afloop. Retort, v. —en, scheik. vat met een krommen hals, kolfïïesch, kolfsglas, helm, kromhals.
Retraite, v.—s, af-, terugtogt; afzondering van de wereld ; wijk-, rustplaats; toevlugtsoord.
Revanche, Revange, v. gmv. genoegdoening, wraak, vergelding; (spel) nieuwe partij om het verlies der eerste te herstellen.
Revolutie, v. —ën, omwenteling inz. staatsomwenteling; omdraai-jing, omwending; fig. geheele verandering, volkomene vervorming. Rhapsodie, v. verzamelwerk, mengelmoes.
Rh ythmus, ra. klankmaat; gelijkmatige -, afgemeten beweging. Ridicuul, bn. —uier, —stbelagchelijk , bespottelijk. Rigoreus, Rigorfstisch, Rigoureus, bn. gestreng, scherp, onbarmhartig.
Risico, o. gevaar; waagstuk ; op - van; - loopen.
Ritus, rn.gebruik bij overlever.; kerkgebruik, wijze van eeredienst. Rivaliteit, v. ijverzucht, wedijver, wedstrijd.
Rotonde, Rotunde;v. -s, gebouw van binnen en van buiten rond. Roulade, v. cenig opgerold voorwerp, inzonderheid kalfsvlecsch; muz. toonval, toonlooper.
Roulette, v. -s, rolschrift; kansspel met balletjes.
Routine, v. gmv. vaardigheid; vlugheid; sleur, slenter; hij heeft er de — van, door gedurige oefening is hij er vlug in.
Sacrifice, v. —s, opoffering.
Salaris, o. -sen, vast loon; bezoldiging.
S a 1 d o , o.—os, kooph. overschot, rost, verschil, in debet of credit; per —, blijft.
Salubriteit, v. gmv. gezonde staat, gezonde eigenschap, van lucht, land, enz.
Salueren, bw. gel. groeten, begroeten.
Sarcasme, v.-n, honende spot, bittere uitval.
Sarcophaag, v. —agen, ledig grafteeken.
Satelliet, m. —en, wachler, trawant; de maan is de — der aarde; fig.: iemand die onophoudelijk een ander verzelt; ook; blind werktuig; do —en dor dwingelandij.
Satraap, in. -apen, landv. in het oude Perzië, fig. willek, heerscher. Scarificatio, v. -ën, heelk. het zetten van bloedige koppen. Sceptici smu s, o. leer-, stelsel der twijfelaars.
Scriba, ra. —as, schrijver, klerk.
Scrupuleus, bn. -zer, -st, naauwgezet, al te voorzigtig; zwaartillend. Sectie, v. —ën, heelk. insnijding, operatie; lijkopening; afdee-ling eener vergadering; wijk eener stad.
Seculariseren, bw. gel. wereldlijk maken, -verklaren; geestelijke goederen — intrekken, vervreemden.
Sedentair, bn. zittend; een — leven.
263
Sedes, m. zetel, woonplaats; ook: stoelgang.
Sediment, o. bezinksel.
Sekse, (B. Sexe), v.-n, kunne, geslacht; deschoone-, de vrouwen.
Semester, o. —s, halljaar. .
Senaat, m. —aten, raad, bij de oude volken; landsvergadering Eerste Kamer of Hoogerhuis, in Frankrijk en België; raad der oudste studenten aan eene hoogesohool.
Sensatie, v. gmv.algem.beweging, indruk; opzien, opschudding.
Sententie, v. -ën, vonnis, lijfstraff. vonnis; zedespreuk, kernspreuk.
Se par at is mus, o. gmv. geest-, zucht tot afzond, m godsd. en staatk.
Serail, o. -s, paleis, vrouwenverblijf van oostersche vorsten, harem.
Serieus, bn. en bw. —zer, —st, ernstig, ernstiglijk.
Serviel, bn. en bijw. -er, -st, slaafsch, kruipend; laag.
Sessie, v. —ën, zitting, inz. van landsvergaderingen en geregts-hoven; wij hadden eene lange —, wij zijn lang vergaderd geweest.
Sibylle, Sibille, v. -n, waarzegster; tooverheks.
Siesta, v. gmv. middagslaapje.
Silhouette, v. —n, schaduwomtrek, -beeld, -portret, naaiden uitvinder dus genoemd.
Sinecuur, v. —uren, winstgevend ambt, betrekking m naam zonder bezigheden. . „ , . .
Sirene, v. —n, fab. meermin, zeenimf; walvischachtig dier b. v. de zeekoe; iig. schoone verleidster. „ , . . ,
Sociaal, bn. en bijw. -aler,-st, maatschappel.; het - fonds, kapitaal, fonds dat aan eene vereeniging toebehoort, maatschappelijk kapitaal.
Socialismus, v. gmv. stelsel van hervorming der maatsch. op den grondslag van gemeensch. arbeid, zamenwoning, gelijke verdeel, enz.
Solidair, bn. en bijw. regt. één voor allen en allen voor een.
Solstitium, o. sterr. zonnestilstand.
Somnambule, m. en v. —n, slaapwandelaar, -ster.
Sophism e, o. —n, valsche sluitreden, drogreden.
Soubrette, v. —n, toon., de nuffige —, sluwe kamenier.
Specimen, o. proeve, plan; voorloopig model; wijze v. bewerking.
Spleen, o. en gmv. miltzucht, miltziekte, hypochondrie.
Spontaan, bn. en bijw. -aner, st, uit eigenbeweging: zonder dwang.
Square, v. —s, vierkant, beplante ruimte of plek in de meeste londensche wijken.
Stabiel, bn. -er, -st, duurzaam, bestendig.
Stagnatie, v.—ën, stilstand; staking.
Status quo, de toestand waarin iets zich bevindt, blijvende staat; het - handhaven, geene verandering in den stand der zaken brengen.
S t e n o g r a a p h, m. —aphen, snelschrijver.
Stereoscoop, m. —open, werktuig om door twee openingen (voor beide oogen) voorwerpen , beelden en plaatjes te zien.
Steriel, bn.— er, —st, dor, onvruchtbaar.
Stethoskoop, m. —open, borsthoorntuig, werktuig om de borstholte te onderzoeken.
Stimuleren, bw. gel. aansporen, prikkelen.
Stipuleren, bw. gel. bepalen, vaststellen; bedingen.
Storthing, v. —s , rijksdag, stendenvergadering in Noorwegen , landsvergadering.
Strategie, v gmv. oorlogskunst.
Subaltern, bn. ondergeschikt; de -en, de ondergeschikten, minderen.
Subliem, bn. en bijw. -er, st, zeer verheven, meer dan voortreffelijk.
Subordinatie, 'v. gmv. ondergeschiktheid; gehoorzamheid aan de krijgstucht.
S u b s i d i e, v. -ën, ondersteuning, tegemoetkoming, onderstandsgeld.
S.ubtiel., bn. -er,,-si, teer, bros, lig.; listig, sluw.
Superstitie, v. gmv. bijgeloof.
Suppliant, m. -en, smeekeling, verzoeker; onderteekenaar van een verzoekschrift; fig. een gemeene —, kerel.
Suppuratie, v. heelk. ettering.
363
Surnumerair, m. overtollige; die op de lijst staat om in geval eener vacature eenen post te krijgen.
Surprise, v. —s, verrassing; ook: geschenk; inz. meteen devis omwikkeld suikergoed.
Surrogaat, o. —aten, plaatsvervullend middel of produkt; [suikerij voor kofïij, varenvezels voor katoen enz.]
Surséance, v. gmv. regt, opschorting van betaling.
Suspect, bn. —er, —st, verdacht.
Symbool, o. —oleu , zinnebeeld; godsdienstleus; geheimzinnig herkenningsteeken.
Symmetrie, v. gmv. evenredigheid in vorm en zin, evenmaat. Sympathie, v. —ën, medegevoel, overeonsteming naar de ziel buiten de stoflfelijkheid; voor iern. — hebben, iem. genegen zijn. Symptoom, o. —omen, kenteeken, voorbeduidsel.
Synoniem, bn. taalk. gelijk beteekenend.
Systema, o. —as, stelsel.
Table d'hóte, v. open tafel, eethuis.
Tableau v i v a n t, o. levende schilderij, voorstelling van een tafereel door levende personen.
Taille, v. ligchaamsgestalte, vorm van het bovenlijf; snede. Talisman, m. -en toovermiddel, tooverring, tobverbeeld; voorbehoedmiddel tegen ongelukken eiu.
Talon, m. —s, spel; de overschietende kaarten , stok-, koopkaarten; bewijs waarop nieuwe coupons worden afgegeven.
Talud, Talus, o. helling, glooijing, schuinte.
Tampon, v. —s, tap, prop; heelk. stopsel van pluksel. Tartufe, m. -s, lig. huichelaar, schijnheilige.
Technologie, v. emv. kunstleer; beschrijving —, geschiedenis van kunsten en handwerken.
Teleskoop, v. —open, spiegel, verrekijker.
Temporiseren, ow. gel. dralen, tijd winnen.
Tendentie, v. -ën, strekking, neiging, rigting naar een doel. Terminologie, v. kunsttaal; kunstwoordenboek, verzameling van kunstwoorden; leer der kunstwoorden.
Terribel, bn. -er, -st, vreeselijk, ijselijk.
Terrorismus, o. schrikbewind inz. iri Frankrijk 1793 en 1794. Testimonium, o. —ia , getuigschrift.
Theïsmus, o. geloof aan één God.
Themis, v. godin dergeregtigheid; tempel van - paleis van justitie. Theocratie, v. gmv. godsheerscbappij; heerschappij der priesters. Theorema, o. -ta, zuiver bespiegelend voorstel.
Therapeut, m. -en, genaeskundige.
Therapeutiek, Therapie, v. geneeskunst, geneesleer. Thermen, v. mv. warme bronnen, -baden; badplaats. Thermometer, m. -s, warmtemeter, warmte-aanwijzer, [toestel]. Tierce ren, bw. gel. twee derde van iets afnemen.
Timiditeit, v. gmv. schroomachtigheid, schuchterheid. Tinctuur, v. aftreksel van kruiden.
Tirade, v. muz. eenige verbonden op- en afgaande nolen; uitweiding over iets in een opstel enz.; scherpe uitval tegen iemand; reeks verzen of volzinnen onafgebroken door iemand voorgedragen. Tolerant, bn. -er, -st, verdraagzaam inz. wat de godsdienst betreft. Tombola; v. zek. loterijspel.
Tontine, v. instelling ter bekoming van lijfrente, dus genoemd naar Tontl, don jiitvinder.. . . . , , . gt; .
Topographie, v. —ën, plaatsbeschrijving.
Torment, o. -en, plaag.
Tornooi, o. -jen, C. -en, ridderspel, krijgsspel, steekspel.
1 ory, m. zek.staatspartij m Engeland, hofpartij,dearistokraten.
264
Trad'itie','m.'-ëii/óirerïrengingvarle've^?ng. volkslegende , be-rigt bij monde overgegeven van geslacht op geslacht.
Transigeren, bw. gel. tot stand brengen; een vergeh,fe tref-^TV'an^ft^^'doig^,quot;doorvoer van waven; -handel, han-^V^nsp'affnffo^-en, beeld dat doorschijnt; blad met lijnen ^rTns^fefen, bw. gel. uitwasemen, zweeten; fig. rnchl-baar worden uitleUken. verandering van het brood
wijdige zijden; toestel bij de gymnasliscbe oefeningen
Travestie, koddige voorstelling van iets .
T r e p a a n, m. —anen, trepaneerboor, zeker heelmeestei swerktmg
0'tre schat, schatkamer.
TH^o^^'g^b^^^werf^fi^^a^tiwlluitend kleed om het ge-heole ligch'aam voor dansers, paardrijders; kunstenmakers enz. Trimester, o. -s, vier end eelj aars.
Triviaal'bn'^leralgemeen,plat,laag, alledaagsch onfatsoenlijk. Tropisch; bn tot df keerkringslanden beboerende , van daar afkomstig; de —e gewesten , planten. w„(r
Trottoir, m.-s, verhoogd voetpad, naast den njwe0.
Tumult, o. -en, opschudding, rumoer, volksoploop.
Typbomanie, v. gen. ijlhoofdigheid met wrdooving.
Tvphus, m. zek. gevaarlijke ziekte, zenuwkoorts.
Typographie, v. gmv. boekdrukkunst.
U k a s e, v. -n, bevelschrift, decreet van den russischen keizer. Illrer^tie. v. —ën, zwering, ettermg. .
Ultimatum, o. -s, laatst besluit, laatste verklaring, - aanzegging. Ultramontaan, -anen, m. die tot de overdreven , geestdrijvende katholieken behoort, hevig pausgezinde.
Unaniem, bn. -er, -st, eenstemmig, eensgezind.
^iVJi^rirrimr^edsche beschaving, - vorming; gepaste deftigheid , minzaamheid. .
Urgent, bn. en bijw. dringend; spoedeischend.
Urine, v. gmv. menschonwater, pis.
U rosk o op', m. -open, urinekijker.
Usurperen, bw. gel. overweldigen. onregtmatig bezit nemen. Utensiliën, v. mv. gereedschap, werktuigen.
Utopie, v. —ën, hersenschim, droombeeld. , ^
Utopist, m. —en , plannenmaker, die zich met droombeelden voedt of daarop stelsels bouwt.
V ac at i e, v. —ën , arbeid —, tijd (door regtspersonen en andere ambtenaren) aan iets besteed.
265
Vaccine, v. koepok-stof; ook koepok-inenting.
Vaccin erenow, gel. inenten m.koepok-stof, de koepokken inenten.
Va d e-m e c u m, o. -s, soort hand- of zakhoek over allerlei onderwerp.
Valideren, bw. ow. gel. geldig verklaren; geldig zijn; het zal u —, het zal u in rekening worden gecrediteerd.
Valuta, v. -as, waarde, in wissels, papier enz.
Varia, v. mv. mengelingen, allerlei.
Varicellen, v. mv. waterpokken, valsche pokken.
V atikaan, o. gmv. het paleis van den paus te Home; fig. de paus, de pauselijke regenng; de bliksem van het—, de pauselijke banvloek.
Vaudeville, o. —s, ontl. volks- of straatliedje; thans klein zangspel.
V auxhall, m. -s, verlichte lusttuin met muziek enz.
Vegeteren, ow. gel. een plantenleven leiden; geen genoegen
voor de zinnen of den geest smaken.
Vendetta, v. -as, erfvijandschap, familie-vete.
Venia aetatis, jarenvermindenng —, afslag van jaren aan minderjarigen; brieven van — [van meerderjarigheidJ.
V er an da, v. —s, bouwkunde: overdekte plaats voor den voor-of achtergevel.
Verifiëren, Verificeren, bw. gel. onderzoeken naar de echtheid; de echtheid van iets bekrachtigen.
Versificatie, v. -ën, versbouw.
Vesper, v. gmv. vroegavond; [r. k.] namiddagdienst, —gebed.
VestibuleJ v. —n , voorportaal.
Veterinair, m. —en, veearts, paardendokter; —e school, veeartsenijschool.
Veto, ik verbied; — het — op iets plaatsen, zijn — over iets uitspreken, iets verbieden.
Vexeren, bw. gel. plagen, kwellen ; spijlen; afpersen.
Viaduct, v. —en boogbrug over rivieren of bergen.
V i c t i m e, v. —s, slagtoffer.
Victorie, v. overwinning.
Victualie, v. —ën , levensmiddelen , scheepsbchoeften.
Villa, t. —as, lust-, buitenplaats ; lusthof.
V i o 1 e n t, bn. en bijw. —er, —st, geweldig, erg; gewelddadig.
Virginiteit, v. gmv. maagdelijkheid.
Virtuoos, m. —ozen , meester in de kunst, enz. in de muziek, volleerde kunstenaar.
Vis-a-vis, m. en v. die tegenover een ander zit; muz.; dubbel piano.
V isorium, o. -s , zek. letterzetfersgereedschap.
Visum repertum, o. verslag van [lijkjschouvving.
Vivaciteit, v. gmv. levendigheid', vlugheid.
V o 1 e , v. — maken, al de trekken halen, in het homberspel.
Volière, v. -s, duiventil, duivenslag; vogelvlngt.
Volontair, m. [—], vrijwilliger; onbezoldigd kantoorbediende;
leerling.
Volte, v. -n, rijsch.: wending, zwenking.
Volumen, o. —mina , boekdeel, rol, perkament enz.; zwaarte , inhoud , omvang.
Vulgata, v. gmv. gewone latijnsclie bijbelvertaling.
Vulkaan, m. fab.: de god des vuurs; ook volkaan.
Waggon, v. —s, rijtuig inz. op spoorwegen.
W erst, v. —ca, russische lengtemaat gel. ICGC ned. el.
Whig, m. de —s, zek. staatspartij in Engeland [tegenover de Tories] , de volksgezinden , vrijheidsvriénden, voorstanders van de beperking der koninklijke magt.
266
Whiskey, v- korenbrandewijn, jenever in Schotland en Ierland. Whist, v. zek. kaartspel; zek. drank zamengesteld uit: thee, suiker, citroensap en rooden wijn.
Xenocratie, v. gmv. heerschappij van vreemdelingen. Xenomanie, v. overdrevene zucht voor alles wat vreemd is. Xylo grap hie, v. het drukken met houten letters of platen;
zood. boekdruKkerij. .....
Xvlolatrie, v. aanbidding van houten beelden.
X y 1 o 1 o g i e, v. leer-, beschrijving der houtsoorten.
Y a c h t c 1 u b , v. zeil- en roei-vereeniging.
Yankee, m. spotnaam der noord-amerikanen.
Yard, m. engelsche el gel. ü.9144 nsd. el.
Ysop, v. zek. geneeskrachtige tuinplant; Bij Ij.: de kleinste plant.
Zeloot, ra. —oten, ijveraar inz. voor het gelool. Zelotismus, Zelotisme, o. gmv. leer en grondstellingen van eenen geloofsijveraar.
Zendavesta, v. wetboek van Zoroaster.
Zenith, o. kruin-, tops-, schedelpunt.
Zephyr, Zefir, m. koele-, zachte westewind, aangenaam koeltje. Z e r o , v. de nul.
Zigzag, in-, Z-vormig, kronkelend [van lijnenj.
Zoographie, v. gmv. beschrijving der dieren.
Zoölogie, v. gmv. leer-, kennis der dieren; dierkunde.
Blad/.
Inleiding
Brieven van gelnkwenscliing. Nieuwjaarsbrieven.
2. Aan Grootouders. ....... _
4. Antwoord op No. 3 ..... . _
6. Aan een Vriend ....... _
7- Antwoord op No. 6 ...... 9
V erj aarsbrie ven.
10. Aan Oom of Tante ...... 11
11. Aan een Grootvader of Grootmoeder . . . —
12. Aan een Minnaar ....... 12
13. Antwoord op No. 13 . . . . . .13
INHOUD.
Bladz.
14. Aan een Geestelijke ...... —
15. Aan een Onderwijzer......14
16. Aan een hooggeplaatst persoon . ... —
17. Aan een Voogd ....... 15
Brieven van gelukwenscMng van ge-mengden inhoud.
18. Aan een Broeder die getrouwd is . . . . —
19. Aan een Vriend bij de geboorte van een Zoon . 16
20. Antwoord op No. 19. . . . . . . — 31. Aan Onders bij een gouden bruiloft . . .17
23. Aan een Vriend bij bevordering . ... — 33. Antwoord op No. 32 . . . . - .18
24. Aan eene Moeder na haar genezing. . . . —
25. Antwoord op No. 34 . . - . • .19
26. Aan eene Vriendin , die geërfd heeft . . . —
27. Aan een Broeder na een reis. . ... —
28. Aan een Neef, die verloofd is . . . .30 39. Aan een Vriend na een examen . ... —
30. Aan een Vriend na den dood zijns vaders . . 31
31. Aan een Vriend, die met een aanzienlijk gedeelte
van zijn vermogen ook zijn zoon verloor . .22
32. Aan een Broeder bij een mislukte sollieitatie . . —
33. Aan een Zwager, wiens huis is afgebrand . . 33
34. Aan een Vriend bij een kwijnende ziekte van zijn
vrouw —
35. Aan een Vriend, wiens vader bij een doorbraak
alles verliest. . . . . . • .24
36. Aan een Vriendin bij den dood van haar moeder . 35
37. Aan een Vriend bij het afbreken van een engage-
• ment . ' . . . . • • • • —
38. Aan een Vriendin bij het afbreken van een enga
gement 26
39. Aan een Vriendin bij den dood van haar man . 37
40. Aan een Vader bij het verlies van twee kinderen. —
II
INHOUD.
Bladz.
'41. Aan een Vriend, wiens zoon gesneuveld is . . 28 42. Aan een Vriend , die uit de loterij getrokken heeft,
(Boertend) ........ 29
Verschillende brieven aan tamilie en vrienden.
43. Een rekruut meldt zijn wedervaren aan zijn Ouders 30
44. Antwoord op No. 43 . . . . . .31
45. Een zoon neemt schriftelijk afscheid van zijn Moeder —
46. Een vrouw aan haar afwezigen man . . .32
47. Antwoord op 46 . . . . . . .33
48. Een broeder aan een anderen over een begrafenis, enz. —
49. Een vriend, die zeer onverwacht geërfd heeft aan
een anderen ....... 34
50. Een zuster meldt aan haar zuster dat de moeder
gevaarlijk ziek is . . . . . .35
51. Bij het afzenden van een geschenk . . . —
52. Mededeeling van een aangename tijding . . 36
53. Aan een Zuster om in den winkel te assisteeren . —
54. Een vriend aan een anderen over verschillende zaken. 37
55. Een vriend aan een anderen, wien hij lang niet ge
schreven heeft . . . . . . .38
56. Antwoord op No. 55 . . . . . .39
57. Een ongelukkige Broeder aan zijn ouderen Broeder . —
5 8. Aanbeveling van een bloedverwant voor eene betrekking 41
59. Aanbeveling van een reizend persoon . . . —
60. Aanbeveling van een knecht .... .42
61. Aanbeveling van een leerjongen . . . . —
62. Aanbeveling van een gouverneur . . . .43
63. Antwoord op No. 62 . . . . . . —
64. Aanbeveling van een gepasporteerd militair . . 44
65. Aanbeveling van twee firma's . . . . •—
66. Aanbeveling van een dienstmaagd . , . .45
67. Aanbeveling van een klerk . . . . . —. ''68. Een vadSr bedeelt zijn zoon aan ee-a vricud in de
UI
ïr INHOUD.
Eladz.
universiteitsstad aan . . . . . . 4amp; 69. Antwoord op No. 68 . . . . . . —
7 0. Een vader vermaant zijn zoon , die in slecht gezelschap is geraakt . . . . . . .47 71. Klacht over het lange zwijgen van een vriend . 48. 7 2. Antwoord op No. 71 . • . • • • — 7 3. Een Vriend waarschuwt een anderen voor een slecht
befaamde familie....... 4amp;
74. Een Vriend aan een anderen wegens misbruik van
vertrouwen. . . . . . . . — 7 5. Antwoord op No. 74 . . . . . .50 7 6. Een Paas klaagt over een leerjongen bij diens vader — 7 7. Antwoord op No. 76 . . . . . .51 7 8. De Vader vermaant den leerjongen . . . . —
7 9. Antwoord op No. 78 . . . . . .52
8 0. Vermaning aan een Vriend wegens slordigheid op
geleende boeken .......5S.
81. Afbreking van een engagement . . . . — 8 2. Afbreking van een engagement . . . .54 8S. Afbreking van een engaeement . . . . — 84. Een Voogd aan zijn pleegzoon, een verkwister . 55 8 5. Antwoord op No. 84 . . . . . . — 8 6. Een Vriend aan een anderen wegens laster . . 56 8 7. Ouders raden hun zoon een engagement af . . —
88. Een Moeder vermaant haar zoon . . . .57
89. Een Moeder vermaant haar dochter, die over een
strengen dienst klaagt. .... .58
90. Een oudere Broeder vermaant een jongeren, die
voor zijn ambacht de wereld ingaat . . .59
9X. Uitsluiting uit een gesloten gezelschap . . .60
93. Een Oom aan zijn Neef, een echtbreker . . 61
93. Antwoord op No. 92 . . . • • — 94?. Verwijt aan een schoenmaker, die slecht leder voor
de laarzen gebruikt heeft . . . . .63
95. Vermaning aan een rentmeester . • . . —
96. Een Vader verwijt zijn zoon verkwisting . . 63. 97- Antwoord op No. 96...... —
INHOUD. T
Öladz,
Brieven van verontschuldiging.
M. Bij wederaanknoopin^ vaa vriendschap . . .64 99. Antvroord op No. 98 . . . . . .65 100. Verontschuldiging wegens niet nakoming van een invitatie
lül. Verontschuldiging wegens niet genomen afscheid' . —• 103. Verontschuldiging wegens opgevatte kwade vermoedens 66
103. Verontschuldiging wegens te late betaling van ge
leend geld ........ 67
104. Verontschuldiging wegens te late uitvoering eener
commissie
105. Verontschuldiging wegens weigering van een betrek
king
106. Verontschuldiging aan een Baas, die om zijn reke
ning heeft gemaand . . . . .. .68
107. Een vriendin verzoekt een andere haar te gaan ver
ontschuldigen ....... 69
108. Verontschuldiging wegens een aangedane beleediging —
lO'J. Bij terugbetaling van geleend geld . . .70
110. Voor verleênde hulp . . . . . .71
111. Van iemand, die voor trouwen dienst een geschenk
113. Voor hulp tot het verkrijgeu van een betrekking . 73
113. Voor een bruiloftsgeschenk . . . . . —
114. Aan een Doctor ....... —•
115. Voor verleende ondersteuning . . . .73
116. Voor gedane commissies . . . . . —■
117. Voor een aanbeveling ...... —-
118. Van een onderwijzer voor een anker wijn . . 74
119. Voor een goed onthaal ...... —
130. Voor huisvesting en verzorging van een student . 75
Minnebrieven.
4.21. Aan een Meisje, dat men maar eenige malen heeft gezien...... . .
VI INHOUD.
Hladz.
122- Aan een Meisje, dat men al lang kent
123. Aan een Wednwe ......
124. Een Dfedirwnaar vraagt de hand van een meisje
125. Men vraagt een Vader om de hand zijner Dochter
126. Weigerend antwoord op No. 125 .
127. Liefdesverklaring aan een meisje .
128. Antwoord op No. 127. (Uitstel)
129. Antwoord op No. 127 (Weigerend)
130. Antwoord op No. 127. (Goedkeurend) .
131. Antwoord op No. 127- (Weigerend).
132. Aan een Meisje, dat men sinds lang kent . 333. Antwoord op No. 132 .....
134. Antwoord op No. 133. (Goedkeurend) .
135. Aan een jonge Weduwe.....
136. Antwoord op No. 135. (Goedkeurend) .
137. Yerwijt aan een Minnaar, die niet op tijd op een
partijtje is gekomen.....
138. Aan een verafwonenden Minnaar .
139. Liefdesverklaring aan een Meisje .
140. Een Minnaar houdt aan na een afwijzing
141. Weigerend antwoord van een minderjarig Meisje
142. Op een bruiloft ....... 89
143. Antwoord op No. 142 ...... SO
144. Op een danspartijtje......—
145. Antwoord op No. 144.......—
146. Op een kermis . . . • _ ■ • • —1
147. Een zieke Vriend wordt uitgenoodigd buiten te komen 91
148. Aan een Vriendin om buiten te komen. . . —■
149. Antwoord op No. 148 ...... 92
150. Uitnoodiging voor een uitstapje . . ■ • —
151. Antwoord op No. 150......93
152. Om peter te worden ...... —
153. Op een zilveren bruiloft......—■
154. Aan een Geneesheer......—
Korte uitnoodigingen op kaarten.
155. Op een trouwplechtigheid.....94
vu Bladz.
156. Op een begrafenis .
157. Op een diner of souper.
158. Antwoord op No. 157 .
Brieven, waarin iets verzocht wordt.
155. Een verarmde dame aan een rijke Mevrouw . . 95
160. Een fabrikant vraagt geld te leen . . . .96
161. Goedkeurend antwoord op No. 160 . . .97 163. Men verzoekt om een betrekking . . . . —
163. Men verzoekt een koopman iemand als leerling aan
164. Verzoek om voorspraak . . . . . —
165. Verzoek om prolongatie van een wissel . . .99
166. Een vriend vraagt geld ter leen . . . . —
167. Weigerend antwoord op No. 166 .... 100
168. Antwoord op No. 166 ...... —
169. Een slechte zoon vraagt voorspraak bij zijn vertoorn
den Vader ........ 101
170. Een arm gezin vraagt ondersteuning . . . 102
171. Men vraagt vergiffenis voor een beleediging . .103
172. Verzoek om verlof ....... —
173. Verzoek om eenig handwerk ..... 104
174. Men verzoekt inlichtingen over een persoon . . —
175. Men verzoekt inlichtingen over een aangeboden zaak —
176. Verzoek om ofliciëele stukken . . . .105
177. Verzoek om hypotheek . . . . . .106
178. Verzoek om vermindering van pacht . . . —
179. Antwoord op No. 178 ...... 107
180. Een Vader vraagt raad over de toekomst van zijn zoon —
181. Aan een Vriend ten behoeve van door brand geteisterden 108
Macht des Konings.
Verzoek om particuliere audiëntie.
Zegels.
Staten-Generaal.
Ministers. .
182. Aan den Koning om gratie ... * . 111
INHOUD.
INHOUD.
Bladz-
183. Aan den Koning om burgerlijk pensioen . .113
184. Aan den Koning om militair pensioen . . .113
185. Aan den Koning om dispensatie van ouderdom voor
het huwelijk ....... 114
186. Aan den Koning om verlof tot het dragen van een
buitenlandsche ridderorde . . . . . —
187. Aan een Minister voor het afleggen van een examen 115
188. Aan een Minister om verplaatsing . . . . —
189. Aan een Minister om mjstelling van dienst . . 116
190. Aan den Gemeenteraad om afstand van grond . 117
118
119
120
121
122
123
124
126 127
128
129
130
191. Circulaire over de vestiging van een zaak
192. Circulaire over den dood van een Compagnon
193. Circulaire over overgave en aanvaarding van een zaak
194. Antwoord op No. 193 ....
195. Men vraagt naar de soliditeit van een huis
196. Antwoord op No. 195 .
197- Ander antwoord op No. 195 .
198. Bestelling van goederen
199. Antwoord op No. 198 .
200. Antwoord op No. 199 .
201. Aanbieding van goederen
202. Antwoord op No. 201 .
203. Marktbericht ....
204. Een huis staakt zijn betalingen
205. Antwoord op No. 204 .
206. Vertrouwelijke mededeeling dat een huis zal failleeren
207. Gevolg van No. 206. Opdracht tot incasseering of
tot sluiting van een accoord
208. Antwoord op No. 207. Het huis is reeds failliet
209. Vraag om monsters en crediet
210. Goedkeurend antwoord op No. 209
211. Bestelling na ontvangst van No. 210
212. Eerste aanmaning om een schuld .... 131
viir
INHOUD.
Bladz.
213. Antwoord op No. 212 . . . . , . 133
314. Herhaalde aanmaning om een schuld . . , —
315. Antwoord op No. 214 ...... —-
316. Maanbrief aan iemand uit den burgerstand . . 133
317. Antwoord op No. 216 . . . . . . —.
318. Beleefde aanmaning aan een aanzienlijk persoon . 134 219. Dringende aanmaning aan een aanzienlijk; persoon . — 330. Aanmaning wegens aehterstalligen interest . . 133 321. Herinnering aan een rekening zonder vordering van
betaling ........ 136
333. Herhaalde herinnering aan een rekening . . —
333. Aanmaning wegens verschenen huur . . . 137
334. Aanmaning voor geleend geld . . .
235. Antwoord op No. 224 ...... 133
336. Aanmaning aan een slechten betaler voor een oude
schuld....... . .139
337. Aanmaning tot levering van aangenomen werk . 140
338. Verzoek om teruggave van geleend geld. . . —
339. Een Vriend verzoekt een voorschot terug . . 141 330. Herhaalde vraag om teruggave van geleende boeken 142
331. Een rentmeester rapporteert over een brand, door
onweder veroorzaakt .' . . . . . 143 333. Rapport van een pachter aan zijn Heer. . . 144
333. ïegenrapport van een deskundige .... 145
334. Rapport aan een Geneesheer ..... 146 233. Aan een Vriend over een procedure . . . 14S 236. Aan een Vriend over een reis . . . . —•
337. Rapport over de studie van een zoon . . . 130
338. Rapport van een rentmeester ..... 151
339. Rapport over een bouwvallig huis .... 153
340. Een zoon meldt zijn Ouders , dat hij een engage
ment wil sluiten ....... 153
341. Een vriend geeft een anderen kennis van zijn voor
genomen huwelijk ...... 154
343. Kennisgeving van een bevalling .... 133
343. Kennisgeving wegens gedane commissies. ' . .153
344. Kennisgeving van behouden aankomst . . . —
345. Kennisgeving van de zieltë van een quot;knechf .' .quot; 158
346. Aan een Baas wegens ziekte van een leerjongen . —
IX
INHOUD.
Bladz.
247. Kennisgeving van den dood eener echtgenoote . 159
248. Verzoek aan een Vriend, dat hij zijn Zuster ken
nis zal geven van den dood haars Zoons . .161
249. Kennisgeving aan een Vriend, dat men op bezoek
zal komen ........
250. Een Vader meldt den dood van zijn Zoon . . 162
251. Antwoord op No. 250 ...... 16S
252. Aflevering van werk . . . • • _•
253. Kennisgeving van en uitnoodiging tot een uitstapje 164
254. Een zoon meldt zijn Ouders, dat hij van stand wil
veranderen . • • • • • • .165
255. Een rijken Zwager wordt de dood zijns Broeders
gemeld ...••••• 16®
256. Antwoord op No. 255 .
257. Kennisgeving aan een aanzienlijk persoon, die een
buitengoed wil koopen ..... 167
258. Kennisgeving aan een Notaris van den dood eener
Tante , met verzoek om kopie van het testament 168
259. Eormulier voor een huwelijksaankondiging . . 169
260. Formulier voor een aankondiging van overlijden . —
Eenige inleidingen voor minnebrieven.
Antwoorden i ■ l • • • -171
a. Voor een koetsier ...... 171
b. Voor een knecht ...••• 173
c. Voor een dienstbode . . . • • —
d. Voor een klerk, op wiens gedrag aanmerkingen zijn . . • • • • • • •
e. Voor een meesterknecht, wegens dronkenschap ontslagen........1'^
261. Aan een zieke Vriendin die de pokken heeft gehad 173
INHOUD.
Bladz.
262. Aanvraag om een agentschap.....174
263. Dienstaanbieding ....... —
264. Een Vader verzoekt een garnizoens-commandant om
zijn zoon in het werk te hebben . . .175
265. Aan een Burgemeester om vrij te zijn van inkwar
tiering ........176
266. Men verzoekt een Vriend een woning te huren . —
267. Antwoord op No. 266 ...... 177
268. Verzoek om klandizie ...... 178
269. Verzoek om behoud van klandizie . . . .179
270. Informatie naar een meisje, waarmede men verkee
ring wenseht aan te knoopen . . . . —
271. Verontschuldiging wegens een tegengevallen leverantie 180 273. Verontschuldiging wegens te late aflevering van weik 181 273. Aan een Vriend, wiens echtgenoote bevallen is van
een dood kind ....... 182
274. Een vriendin aan een andere..... 183
Briefkaart ......... 184
Telegrammen......... 185
Binnenland...... . . .186
Buitenland ......... 190
Telegraafdienst . . . . . . . .191 Tarieven ............193
Voorschriften van acten en overeenkomsten in burgerlijke en handelszaken.
Acte van magtiging door den man op de vrouw, tot zekere .handeling 194 Verbindtenis der vrouw, uit kracht van vorenstaande magtiging . ........—
XI
?
i
I
XII , INHOUD.
Bladz.
Acte, waarbij de vrouw zich verbindt zonder bijstand of
magtiging van haren man . . •
Magtiging van den man op de vrouw , om in regten te verschijnen . . • • • • ■ 1 ' Magtiging van den man op zijne vrouw, om koophandel
te drijven . . . • • • • • quot; Magtiging, door de vrouw , om afstand te doen Tan de gemeenschap
Gelijke magtiging door de erfgenamen der vrouw Magtiging tot benoeming van eenen voogd of toezienden
voogd.......* _r * ,
Volmagt door eenen bloedverwant, die voor den Kanton-regter moet verschijnen, om gehoord te worden opeen verzoek om handligting • • ■ '. '
Acte van vestiging van eene ertdienstbaarheid van uitzigt ^ Vestiging van erfdienstbaarheid van overpad . . • Vestiging van het regt van opstal . . • • ' -iqu Acte van overdragt van het regt van opstal . . ' «mv Acte, waarbij erfpacht wordt verleend . . • ■ 'iu(J Acte, houdende vestiging van vruchtgebruik van onroerend goed . . • • • • • quot; 1• j Testament, waarbij een vader of eene moeder, een kind
hebbende, beschikt, waarover hij beschikken mag ■ 2Ü1 Testament, waarbij een vader of moeder, twee kinderen hebbende, over het beschikbaar deel der nalatenschap
beschikt . . - . . • • 202
Testament van man of vrouw, drie kinderen kebbenue . Testament van iemand, wiens beide ouders of een van beiden nog leven . . • • quot;
Testament van iemand, die geene nakomelingen, noch ouders, noch broeders en zusters, doch wel grootouders
nalaat.....: / / /
Testament van iemand, die kinderen, of ouders ot grootouders als erfgenamen nalaat, en legaten aan vreemden of derden maakt ' Testament van iemand, die wettige kinderen en een erkend natuurlijk kind nalaat . • • ■ ' Testament van iemand, die geene wettige kinderen, maar wel erkende natuurlijke kinderen, en ouders of grootouders , of broeders en zusters, of derzelver nakomelingen nalaat . . • • • • • SO-t Testament van iemand, die noch wettelijke nakomelingen,
noch ouders, of grootouders , noch broeders of zusters, of derzelver naTtomelingea, doch ooms en moeijen, ea
INHOUD.
Bladz.
natuurlijke kinderen nalaat. ..... 205
Testament van iemand die noch nakomelingen, noch
ouders of grootouders nalaat . . , . . — Testament, houdende eene making over de hand . . — Testament, houdende eene making over de hand van hetgeen onverteerd en onvervreemd zal -worden nagelaten. — Testament, waarbij een executeur wordt benoemd . .206 Testament, waarbij een vroeger wordt herroepen en op nieuw wordt getestateerd ...... —
Testament, dat aan geen notaris in bewaring behoeft gegeven te worden ....... —
Memorie van aangifte van de nalatenschap van een kind, dat niets bezat ........ 207
Memorie van aangifte in de regte linie . . . . — Memorie van aangifte van de nalatenschap van man, (of vrouw) kinderen nalatende, en bij testament ten behoeve van den langstlevende beschikt hebbende . .208 Memorie van aangifte, waarbij eene vroeger ingediende memorie wordt verbeterd ..... . —
Acte van pandgeving door den schuldenaar, met onherroepelijke volmagt ....... —
Acte van schuldbekentenis met pandgeving door eenen derden persoon ........ 203
Acte van schuldvernieuwing, door het aangaan eener nieuwe schuldverbindtenis ...... 204
Acte van schuldvernieuwing door het geven van eenen anderen schuldenaar ....... —
Acte van verkoop van roerend goed . . . .205 Acte van verkoop van roerende goederen, in termijnen te
leveren en te betalen . . . . . . . — Acte van verkoop van roerend goed bij den hoop . . 206
Acte van. verkoop van roerend goed op de proef . .--
Acte van verkoop van roerend goed bij het gewigt . — Acte van verkoop van vruchten te veld . . . 207 Acte van verkoop van eenen oogst . . . . — Acte van verkoop van boomvruchten . . . .205 Acte van verkoop van een stuk land . . . . — Verkoop van een huis, zonder dadelijke betaling der koopsom,
met beding van hypotheek voor de kooppenningen . 209 Acte van verkoop van een huis, met voorbehoud van
vruchtgebruik...... . .210.
Acte van verkoop met het regt van weder-inkoop . . — Acte van verkoop van eene insehuld .... 2H ■Acte van ruiling van onroerend goed . . . , —
XIII
XIV
IN HOUD.
Bladz. 312
Huur van roerend goed • quot;
Huur van een huis met beschrijving Verhuur door eenen vruchtgebruiker quot;Verhuar door eenen beheerder Verhuur door eenen voogd .
Verhuur door eenen gehaniligten minderjarige Voorwaarde van vooruitbetaling van huur Voorwaarden van ontbinding van huur .
Vergunning, om de huur te mogen overdoen Voorwaarde van ontbinding van huur bij verkoop Voorwaarde van ontbinding van huur bij overhjde Verhuur van gemeubelde kamers .
Huur met jaren op zigt
Huur met borgtogt.....
Acte van ontbinding van huur Weder-inhuring . • • . •
Kwitantie voor betaalde huurpenningen Aanmaning vim opzage van mondelinge huur Acte van bewaargeving . . . •
Acte van bruikleen . . ' quot;
Gewone schuldbekentenis wegens geleend geld Geldleening door solidaire schuldenaren Geldleening met hoofdelijke schuldeischers Schuldbekentenis door erfgenamen .
Overeenkomst tot levering van goederen.
Verleening van uitstel van betaling Schuldbekentenis voor geleverde goederen .
Acte van kwijting van geleend geld, door den schuld
eischer . . • • •
Bewaargeving. • • • •
Vestiging eener altijddurende rente Vestiging eener grondrente bij verkoop . •
Vestiging van lijfrente . • • •
Verkoop tegen lijfrente . • • •
Bijzondere volmagt. . . • •
Volmagt, om gelden te innen Volmagt, om alle vorderingen te innen. . Volmagt, om bij een publieken verkoop te koop Volmagt, om gelden op te nemen.
Volmagt tot verhuren . • • • * Volmagt, om zaken in ontvang te nemen .
Volmagt tot verkoop ,t___
Volmagt, om bij boedelscheiding te vertegenwoordi0e
Algemeene volmagt . • • •
13 214
215
216
217
218
219
220
221 222
223
224 226