é
DE NEDERLANDSCHE BRIEFSTELL
T
BRIEVEN EN ANDERE OPSTELLEN OVER DE MEESTE ONDERWERPEN, DIE IN HET lïlAATSCHAP-PELIJK LEVEN GEMEENLIJK VOORKOMEN, MET VOOROPGAANDE BEPALINGEN OVER DE GESCHIKTSTE WIJZE VAN SAMENSTELLING EN INRICHTING DER BRIEVEN; BETITELINGEN EN OPSCHRIFTEN, BENEVENS ALLERLEI KOOPMANSBRIEVEN;
-A- L S nvr E H) Sr
VoorMchriften bij Cieboorte, Huwelijk en Overlijden ;
let» over Xentamvnten, Contracten van onderitcheiden aanl ; .tflinderjari{;hei(l en Voogdij,
Borgtocht, \ ulmachten. Caeldleeningen en Hypotheken, \V■ hmlt;■ I», Quitantiën ; let» betrekkelijk de Nationale .liilitie.
en Formulieren tot het inrichten van Scltrijfhoeken en Rekeningen. !gt;IodeIlen voor Telegrammen, Advertentiên, Aunplah- en Strooibiljetten.
Benevens eene Lijst der meest voo-komende verkortingen, TSTamen der . Maten en Gewichten met verkorte Sohrijfwijze en eene tabellarische Herleiding van de Nederlandsohe munt in onderscheidens vrec-mde munten.
' • P u-- T
ACHTSTE VEEL VERMEERDERDE DRUK.
/
VOOR DEN EERSTEN DRUK. Wet eeniqe bekorting.)
Er is in ons land behoefte aan eenen Briefsteller, of althans aan eene hekwame handleiding, die in alle opzichten de gaping aamnlt, welke lang genoeg is gevoeld, zoo lij het openhaar on-denoijs in de scholen, waarvan de hriefstijl een deel uitmaakt, als in de huisgezinnen, waar men elkander steeds afvraagt: hoe schrijft men aan dezen ? hoe aan genen ? zonder immer een voldoend antwoord te kunnen hekomen, zoodat men in het onzekere Uijft rondtasten, niet wetende of men, hetzij in vorm en stijl, hetzij in hctiteling, eene onheleefdheid of eene zotheid begaat.
Niet, dat het in onze uitmuntende scholen aan hehcame onderwijzers ontbreekt, wier eigen vernuft, kennis en goede smaak niet toereikend zouden roezen om hunnen leerlingen ook in dit voor de maatschappij zoo noodzakelijke onderwerp eene voldoende leiding te geven. Maar behalve dat zulks van geene algemeene toepassing kan zijn, mag men zich evenmin op eenvormigheid, regelmatigheid en eenen vasten, algemeen geldenden trant, en nog veel minder op echt Nederlandschen smaak, zuivere gedachten, taal en stijl beroemen.
Bewijzen hiervoor aan te voeren, zou overtollig wezen Wie eenige kennis en ondervinding heeft, zal gereedelijk hierin toestemmen, en de meeste onderwijzers, zoo in de steden als op het platte land, erkennen, dat dit hoogst noodzakelijke onderwerp bijna algemeen veronachtzaamd wordt. — Wilt (jij. Ouders of Voogden, overtuiging? — Onderzoekt het hij uwe kinderen en pupillen, of zij, hij al de gronden van taal- en rekenkunde, waarop zij tot op hun zestiende jaar hebben geblokt, en lij al die fraaie theoriën van den tegenwoordigen tijd, eenen dragelijken brief kunnen schrijven. Bij de middelbare klasse is dit althans zelden, hij de lagere, zoowel in de steden als op het land, indien anderszins het kind geen eigen aanleg heeft, bijkans nooit het geval.
VOORREDE.
Bit boek is derhalve besteuid, — om eene aanleiding tot briefschrijven in vorm en stijl te p:even.
Le eigenlijke briefstijl, kan, naar ons oordeel, aan geene vaste, algemeen? noch bijzondere regels, dan alleen voor zoo ver het uitwendige betreft, onderworpen worden. De briefstijl hanat af van den smaak, van de mode, evenals zoo vele andere zaken. Hij kenschetst onze gedachten en ons hart. Iemand die geregeld denkt, zal ook rijne gedachten zoodanig op het papier kunnen brengen. Nogtans is eene al ie zorgvuldige orde in het briefschrijven niet altoos het bevalligste. Naïveteit, geene slaaf.sche verknochtheid in de opvolging der zaken, die men behandelt, maar ongedwongen ternederstelling onzer invallen, zijn het, die de fraaiste brieven voortbrengen. De vrouwen schrijven over het algemeen de aangenaamste brieven, omdat zij meestal hare invallen natuurlijk, ongekunsteld, zonder overdachte regels ter neder stellen. Bij geleerde lieden treft men meer eenen stroeven stijl aan, omdat zij met schroomvalligheid aan eene geregelde opvolging van de onderwerpen en den tijd hangen. In beroepszaken moet men, dit spreekt van zelf, de aangenaamheid des stijls aan de kortste duidelijkheid des onderwerps ten offer biengen. Kortheid moet geene onverstaanbaarheid veroorzaken, of onzen brief een raadsel doen worden, evenmin als eene al te uilgebreide omschrijving en rekking van den stijl ons moet doen zoeken of raden naar de eigenlijke meening van den afzender.
Boch wij behoeven ons hij dit voorbericht niet onledig te houden met al de vereischten van een goeden gekuiscMen briefstijl te schetsen Be lezer zal, zoo wij vertrouwen, genoegzame voldoening vinden bij de inleiding en de daarop volgende afdeelingen.
TVat de inleiding betreft, zj behelst eene korte verhandeling over den briefstijl in het algemeen; zij loopt over de volgende onderwerpen: de behoorlijke samenstelling (redactie) en inrichting, waarbij hoofdzakelijk in aanmerking komt: de aanspraak of betiteling, de voordracht, het slot en de uitwendige vorm der brieven afzonderlijk.
Aan het hoofd van ieder bijzonder onderwerp staat, tot gemak bij het opzoeken, de korte inhoud.
Hoezeer de regels voor iedere soort van brieven, als eene meer klassieke verhandeling, op de inleiding hadden kunnen volgen, zoo is het ons, voor een meer algemeen gemakkelijk gebruik, doelmatiger voorgekomen, die bij ieder van deze te laten voorafgaan.
Mocht dit werk de goedkeuring van onze lan'lgenooten wegdragen en nut stichten, dan vinden wij daarin de belooning voor onzen arbeid; terwijl bescheidene kritiek onzen lust, om daarmede winst te doen, zal aanwakkeren.
de Schrijver.
6
Sedert lang met de bijzondere verdiensten van dezen Nederland-schen Brie'steller hekend, wan ik nauwelijks door aankoop eigenaar van het Kopierecht geworden, of ik droeg de herziening ervan op aan eeii voor zoodanige taak berekend persoon, ten einde den vijfden druk door een zesden te kunnen doen volgen. Die zesde druk ziet dan nu het licht, en wordt met eenig vertrouwen het Publiek aangeboden. Het zal toch iedereen, bij eene vergelijking van deze uitgave met de vorige, op het overtuigendst blijken, dat elke der menigvuldige rubrieken, daarin vervat, meer of min belangrijke verandering, icijziging, verbetering en uitbreiding heeft ondergaan; menige brief, die minder gepast scheen, werd uitgeworpen en door andere, betere vervangen; verschillende vroeger over 't hoofd geziene en toch niet zelden voorkomende ondenoerpen voor den briefschrijver werden thans behandeld en opgenomen. Het Aanhangsel inzonderheid, dat onder dien nederig en titel zooveel bruikbaars en onontbeerlijks voor het bedrijvige leven bevat, kreeg rijkelijk zijn deel aan de bovengemelde aanwinsten. Hetzelfde is 't geval met de Inleiding. Nog meendtü wij de Gebruikers van dezen Briefsteller te gerieven door hem te besluiten met eene Lijst der meest voorkomende Verkortingen, zoo in onze als in andere talen, en eene tabellarische Herleiding der Nederlandsohe munt in onderscheidene vreemde munten. — Om kort te gaan: men mag zich verzekerd honden, dat deze mijne uitgave in doelmatigheid, in volledigheid, in praktische bruikbaarheid, zijne voorgangers verre achter zich laat, en dat niemand zich zijne nadere kennismaking met dezen Briefsteller zal beklagen.
Hij trekke dan ter vervulling van zijne bestemming opnieuw het land door en vinde aïlerwege een minzaam onthaal!
Gouda, 1866.
DE UITGEVER,
De verwachting, die de uitgevers van dezen Nederlandschen Briefsteller in de Voorrede van den zesden en zevenden druk dezes icerks uitsprak, is geheel en al vervuld, want wederom, is een nieuwe druk van dit nuttige hoek noodzakelijk geworden, en heeft alzoo het publiek opnieuw omtrent de verdiensten van dit werk uitspraak gedaan. De uitgevers durven een gedeelte van dezen gelukkigen uitslag toeschrijven aan de aanmerkelijke veranderingen, vermeerderingen en wijzigingen, die in den zevenden druk zijti aangebracht, en dit heeft hen aangespoord, om het werk zelf nogmaals aan eene nauwkeurige herziening te onderwerpen, ten einde het meer en meer aan zijn doel te doen beantwoorden, dat namelijk, van eene algemeene, alles omvattende handleiding te zijn voor allerlei soort van brieven, akten en schrifturen, waarin de lezer nooit te vergeefs naar een geschikt model zoeken zal. Deze achtste druk onderscheidt zich dan ook weder aanmerkelijk van den vorigen, door talrijke uitbreidingen, wijzigingen en aatmdlin-gen van sommige hoofdstukken niet alleen, maar ook zijn er geheel nieuwe rubrieken in aangebracht, die in den vorigen druk ontbraken, en thans eene behoefte getoorden zijn; in het bijzonder heeft het Aanhangsel weder aanmerkelijk gewonnen, gelijk bij eene vergelijking met de vorige uitgaven dadelijk in het oog vallen zal. Kortom, de uitgevers meenen alles gedaan te hebben, wat strekken kan om dit werk steeds nuttiger, bruikbaarder te maken, en zij durven de volle verwachting koesteren, dat het Nederlandsche volk het meer en meer als zoodanig zal beschouwen, en een ruim debiet hun zal toonen, dat zij in deze niet mis gezien hebben.
Met deze hoop zenden zij dezen nieuwen druk de wereld in; mocht hij steeds meer en meer een gunstig onthaal vinden!
Gouda, 1874.
de Uitgevers, Gr. B. van aOOR ZONEN.
Over de behoorlijke samenstelling (reJaclie) en inricliting der brieven in
het algemeen.............ï;gt;
Over de inrichting der brieven..........28
Over den uitwendigen vorm der brieven ......34
I.
Brieven ter Iiiwiiin!ii!{ vaa Informatiën of liilirlitinjcen.
Algemeene Voorschriften...........41
I Verzoek om naricht wegens een persoon, die in langen tyd niets van zich liet hooren ... . ......41
2. Om bericht in te winnen omtrent eenen schuldenaar . . . . 42
4. Verzoek om naricht, en raad wegens eene plaats als klerk ... 43
3. Verzoek om naricht wegens eene dienstmaagd......44
0. Ander aanzoek om naricht aangaande eene dienstmaagd . . .44
9. Vraag aan eenen muziekmeester, of hij tijd en lust heeftom les te geven 4G
13. Verzoek om naricht bij een vriend, aan wien de invordering van eene
som pelds is opgedragen..........47
17. Men verzoekt inlichting en raad ten aanzien van een tuin . . . 49
18. Antwoord..............30 '
19. Verzoek aaneen vriend om ingelicht te worden wegens zijn long stilzwijgen 31
20. Een vader wenscht onderricht te worden aangaande een goede school
22 Verzoek om naricht te ontvangen over iemand, die zich als bediende In
een hotel heeft aangeboden..........33
—-.-'ÏÏJ
'
10 INHOUD. ■'
24 Verzoek aan eenen vriend om naricht wegens den persoon, die aanzoek
tot verkeering met een meisje gedaan heeft......54
26 Verzoek om naricht te ontvangen over den toestand van een geliefden
vriend in de laatste oogenbiikken van zijn leven.....36
II.
Brieven van Kaadple^ina;, Raadgeving en Waar»ehiiwins(.
Aigemeene Voorschriften...........51
27, Een werkman, dien een kapitaaltje ten deel is gevallen, vraagt zyn
voormaligen heer om raad, wat daarmede aan te vangen -58
■29. Een braaf man wordt door zijn petekind, dat een anderen stand wil
kiezen, om raad en ondersteuning gevraagd......«O
30. Antwoord....................61
31. Raad aan een nieuw-verloofde en wensch van een vaderlijken vriend . 62
34. Eene moeder geeft raad aan haren zoon, hoe hg zich in bet huis van
zyne weldoeners moet gedragen ... .64
35. Raad van eene moeder aan hare dienstbare dochter.....65
36. Waarschuwing aan eenen jongen vriend wegens onvoorzichtige taal . 66
37. Waarschuwing aan eene vriendin voor eenen verleider .... 6quot;
m.
( onunlssirn of'Opdrachten en Bestellingen.
Aigemeene Voorschriften...........69
38. Opdracht aan een ouden vriend, om voor eene uanzienlgke familie
eene gouvernante bij de kinderen te bezorgen......69
39. Bestelling by eenen schrijnwerker.........71
41. Opdracht aan eenen vriend, die op reis gaat......72
42. Antwoord .......................72
43. Opdracht voor het huren eener woning ......73
44. Opdracht om eene pianino te koopen........73
45. Opdracht aaneen postkantoor om de inkomende brieven te willen nazenden 74
46. Een kruidenier bestelt koflie..............74
47. Een schoenmaker bestelt leder bu een looier......75
48. Opdracht om vracht te nemen in een schip......75
49. Katoenbestelling............75
50. Aanvraag om laken uit een lakenwinkel.......76
51. Bestelling van blik.................76
54. Een zeepzieder bestelt talk . .........77
53. Bestelling van aardappelen bij eenen bouwman......77 ^
84. Verzoek van een handelsvriend om eene schuld in te vorderen. . . 78
i
INHOUD.
Berichtbrieven.
N».
55. Eene gehuwde dochter bericht hare moeder, na een hezoek in 't ouder
iijke huis te hebhen afgelegd, hare gelukkige tehuiskomst, enz . 36. Eene bruid geeft aan hare tante bericht van hare verloving
57. Antwoord..................
58. Kcricht van de beroeping eens jongen candidaats tot het ontvangers
ambt, en van zyn aanstaande huwelijksverbintenis
59. Antwoord..................
tiO. Bericht aan eenen vriend van de verloving eener dochter
(il. Antwoord.............
Een schoonzoon bericht aan de ouders van zijne echtgenoot hare ge
lukkige bevalling...........
«3. Antwoord.................
fli. Iemand bericht de bevalling zijner echtgenoot aan haren afwezigen broeder
lt;gt;S. Antwoord..........
«6. Van de broeder aan de kraamvrouw ....
«7. Van de kraamvrouw aan haren broeder
68. Bericht van eene bevalling aan eene dame van adel.
69. Brief van denzelfden inhoud aan eene vriendin .
70. Bericht van eene aanstelling......
71. Bericht van eene bevordering......
72 Bericht van de bevordering eens zoons.
73 Bericht van een diefstal aan den commissaris van politie 74. Bericht omtrent de oprichting van een winkel .
73. Antwoord .... .......
76. Bericht aan een broeder wegens de afzending zijner kleederen
77 Bericht van de niet-ontvangst eener somme gelds
78 Een schrijnwerker geeft bericht, dat het bestelde gereed is .
79 Bericht wegens bel bezorgen eener commissie ....
80. Bericht van eene ontvangene aanwijzing.....
81. Antwoord............
S2 Bericht wegens de ontvangst van een gedeelte eener vordering
83. Bericht van een hovenier aan zijnen heer over de verwoesting door
een onweder met zwaren hagel aangericht
84. Iemand meldt eenen vriend zijne afreis naar Amerika 83. Bericht van een logementhouder aan de familie van Iemand, die i
zijn huis ziek is geworden ....
86. Bericht van eene vrouw aan een geneesheer omtrent de ziekte vai
haren man.......
87. Bericht van de redding eens broeders, die in gevaar was te verdrinken
88. Antwoord..........
S9. Bericht aan een broeder wegens de zlekle en het herstel van zijn zoon
90. Bericht van het volkomen herstel ....
91. Bericht van den dood eener vriendin ...
92. Bericht van den dood eener bloedverwant .
93. Een zoon bericht den dood zijns vaders aan een van de vrienden des
overledenen............
11
Bh
80 81
83
84 8»
86
87
88 8«
90 9»
91
92
92
93
93
94 93
95
96 91
97
97
98 98
9»
1#«
10»
103
104 103 106
107
108 1(19
H
i
110
INHOUD.
94, Bericht van den dood eener zuster aan een vriend.....111
93. Bericht van den dood eener echtpenoot.......111
98. Hetzelfde onderwerp...........Ill
97. Bericht van den dood eens vriends........112
98. Bericht van het overlijden eens vaders aan zynen handelsvriend. . 112 99 Bericht van den dood eens broeders op het slagveld . . . .113
Brieven van (aelukwensching.
Algemeene Voorschriften..........114
100. Nieuwjaarswensch van een zoon aan zijne ouders.....115
101. Antwoord..............110
112. Zelfde onderwerp............116
103. Nieuwjaarswensch aan ouders, die in het afgeloopen jaar een zoon hehhen verloren............111
104. Nieuwjaarswensch van eene gehuwde dochter aan haren vader . . 118 103. Nieuwjaarswensch van een broeder aan eene zuster . . . .118
107. Nog een nieuwjaarswensch aan eene zuster......120
108. Op den verjaardag van eene gehuwde zuster met byvoeging van een klein geschenk............120
109. Op den verjaardag eener vader.........121
110 Verjaarbrief van een volwassen zoon aan zijne moeder . . .122
111. Antwoord..............123
112. F.ene moeder aan hare dochter op haar verjaardag met een geschenk . 124
113 Aan eene beminde op haren verjaardag.......125
114. Gelukwensch van eene vertrouwde vriendin aan eene verloofde . . 12fi
117. Gelukwensch van eenen vriend met een voorgenomen huwelijk . . 128
120. Gelukwensch met de geboorte van eene dochter.....130
121. Gelukwensch aan een vriend, die tot een hoogeren post Is benoemd . 130
123. Gelukwensch aan een vriend met zgne tehuiskomst ■ . • 132
VI.
Brieven van Deelneming, Troost en Rouwbeklag;.
Algemeene Voorschriften...........134
125. Aan een zoon over den dood van zijn vader......135
12
'l
126 Zelfde onilerwerp............136
127. Een zoon aan zijne moeder over den dood van zgn vader . 13«
128. By den dood van de moeder eens vriends.......13quot;;
129. Aan een vriend bij den dood zijner zuster......13S
131). Aan eenen vriend bij den dood van zijn kind......138
131. Aan eene vriendin bij den dood van een kind ...... 13,.gt;
132. Brief eener moeder aan bare dochter, die baar eenig kind beeft verioren ISO
133. Rouwbekiag bü den dood van een veeibelovenden zoon .... lts
134. Over de langdurige ziekte eener echtgenoot......152
135 Over den dood van een echtgenoot........143
136. Over den dood eener gade..........143
137. Over den dood van een neef, die in een geveebt sneuvelde, aan zijne moeder 141
138. Over de beenbreuk van eeno moeder........14»
139. Aan een vriend, wiens huis door de vlammen verteerd werd . . 145
VII.
Brieven ten geleide van een geschenk.
Algemeene Voorschriften...........147
140. Ten geleide van een nieuwjaarsgeschenk voor een onderwijzer . . 14S
141. Verjaarsgeschenk aan eenen broeder........149
142. Verjaarsgeschenk aan eene zuster........149
143. Verjaarsgeschenk aan eene gehuwde dochter......130
144. Verjaarsgeschenk aan eene moeder of grootmoeder.....131
143. Verjaarsgeschenk aan eene vriendin........132
146. Bü gelegenheid van het St Nicolaasfeest aun ouders . . . .133
147. Idem; Aan een gehuwde dochter (of zoon^, die kinderen beeft . . 134 148 Idem; Aan ouders voor kleinere broeders of zusters . . . .133
149. Idem; Aan eene vriendin..........156
150. Geldgeschenk aan verloofden.........137
151. Ten geleide van een bruiloftsgeschenk.......138
152. Aan jonggihuwden. Bij de toezending eener kanapé .... 139
153. Zelfde onderwerp. Bij de toezending van een koflleservies . . .139
154. Geschenk by een zilveren bruiloftsfeest.......160
135. By de toezending van een baas en een koppel patrijzen . .160
156. Bij een geschenk van muziek aan eene vriendin.....16!
157. Ten geleide van een geschenk voor bewezene diensten . . . ,162 ^ 158. Ten geleide van een geschenk aan een arts, wegens eene gelukkige
160. Aan eene kostschoolbouderes, by bet vertrek van eene barer leerlingen 163
161. Geschenk voor genoten onthaal.........164
162. Zelfde onderwerp............164
163. Geschenk voor betoonde hulp.........166
164. Hetzelfde onderwerp...........167
163. Geschenk aan eene behoeftige dienstmeid.......167
166. Geschenk aan eene nooddruftige weduwe.......168
INHOUD.
UMnoodigiii^sbrieveB.
Algemecne Voorschriften........- . . I6;i
167. Uitnoodiglng lot een bezoek op Let land.......109
168. Uitnoodiging tot deelneming aan eene reis......170
170. Uitnoodiglng tot eene bruiloft.........171
171. Uitnoodiging tot eene zilveren bruiloft.......172
173. Antwoord .............173
174. Uitnoodiging tot de bruiloft aan een beschermer.....174
175. Uitnoodiging tot de bruiloft aan een vriend.......174
177. Ander antwoord............176
178. Uitnoodiging tot overkomen bij ziekte, enz......17(:
179. Zelfde onderwerp............177
180. Zelfde onderwerp............178
181. Uilnoodiging tot eene begrafenis........178
182. Hetzelfde onderwerp aan een m:in van aanzien.....179
183 Uitnoodiglngen in of bij de woonplaats. Uitnoodiging ten eten . . 18n
184. Idem.....................18(r
187. Uitnoodiging tot een avondpartijtje........181
189 Uitnoodiging tot een muziekpartijtje........182
190. Hetzelfde onderwerp .................182
191. Hetzelfde onderwerp...........183
192. Uitnoodiging tot een jachtpartij.........184
193. Uitnoodiging om te gaan vissclien........185
IX.
Verzoekende Brieven.
Alge».eene Voorschriften .......186
194. Verzoek om uitstel ter afdoening van eene geleende som gelds . . 187
195. Verzoek om uitstel Ier afbetaling van verschuldigde pacht . . .187
196. Verzoek aan eenen vriend om geld ter leen......188
198. Weigerend antwoord...........189
199. . Maanbrief of verzoek om betaling ... .... 189
200. Zelfde onderwerp............190
201. Zelfde onderwerp............190
202 Zelfde onderwerp ... .......191
203. Verzoek om bericht wegens den verkoop van tabak . . .191
204 Verzoek om terugzending van geleende boeken en muziek . . 192
14
Nquot;. Blz. 805. Antwoord..............192
206. Verzoek van een vader aan een vriend om hem hehulpzaam te zijn,
ten einde zijn zoon in een groot handelsbuis geplaatst te krijgen . 193
Ï07. Antwoord...................194
208. Een onderwijzer verzoekt zijnen schoolopziener hem een hulponder-
wyzer te verschaffen....................19K
2fi9. Een hulpondei wijzer doet aanzoek om geplaatst te worden . . .195
210. Een vader doet onderzoek naar eene kostschool voor zijnen zoon . 1911
211. Verzoek tot het huren eener woning.......191
212. Zelfde onderwerp............19S
213. Verzoek tot hot nazien van een voor de drukpers gereed gemaakt werk 19!»
213. Een jongeling vraagt zijnen vriend om vergiffenis wegens eene beleediging 201
X.
Over d« brieven in welke men aanzoek om iets doet.
Algemeene Voorschriften.............. 203
21G. Aan een houtvester om als opzichter van de jacht te worden geplaatst 203
217. Verzoek aan eenen advocaat om terechtwijzing hü eene boedelscheiding 204
218. Dienstaanbieding aan een logementhouder......205
220. Weigerend antwoord...........20(i
221. Dienstaanbieding van een klerk aan een ontvanger .... 20(i
222. Een koopmanshedlende wenscht geplaatst te worden . .207
XI.
Huwelijksaanzoeken, Minnebrieven.
Algemeene Voorschriften..........208
223. Aarzoe- om de hand eener jonge dochter.......208
224. Antwoord..............209
225. Aan den vader der juffer..........210
226. Antwoord van den vader ... ......211
227. Ander huwelijksaanzoek . .....211
228. Hoopgevend antwoord...........213
229. Twijfelachtig antwoord...........214
230. Afwijzend antwoord...........216
231. Aanzoek lot een huwelijk bij eene jonge weduwe.....216
232. Antwoord..............217
233. 4nder antwoord ...........217
234. Huwelijksaanzoek van een weduwenaar ......218
236. Afwijzend antwoord...........220
237. Aanzoek van een ambachtsman om de hand van een meisje . 220
238. Antwoord..........................521
239. Huwelijksaanzoek van een neef voor den zoon van zijn vriend . . 222
15
INHOUD.
240. Een jong mensch verklaart aan een meisje zijne liefde .... 223
241. Antwoord van een meisje, Uat nog hare ouders beeft en wier Insluit
van deze afhangt............223
242. Antwoord van een onafhankelijk meisje.......223
243. Antwoord van een meisje, die het aanzoek van de hand wjjst . • iii
244. Een jongeling aan zgne verwijderde minnares......224
245. Een meisje aan den verafzgnden minnaar.......223
246. Klacht van een minnaar over en tegen zijne minnares.....220
247. Antwoord..............220
XII.
Brieven van aanbeveling;
Algemeene Voorschriften..........22S
248. Aanbeveling van een zoon op zijne reis aan een vriend.... 228
249. Adres van aanbeveling voor een reiziger.......2ïSgt;
250. Aanbeveling van een zoon, die naar de hoogeschoolgaat,aaneen vriend 230
251. Antwoord...................23)
252. Aanbeveling van een bediende bij een baron......232
254. Aanbeveling voor eenen tuinman.........233
XIII.
Brieven van (iankze^ing.
Algemeene Voorschriften......■ . . . 234
255 Dankbetuiging aan eene tante voor een geschenk.....233
256. Dankbetuiging van eene jonge vrouw voor de huwelükswenschen en
het bruiloftsgeschenk van eene bloedverwant......235
257. Dankbetuiging van eene getrouwde dochter voor een geschenk op haren verjaardag............236
258. Zelfde onderwerp van een schoonzoon........237
239. Zelfde onderwerp van een vriend........238
260. Dankbetuiging van een leerling aan zijnen onderwijzer . . . .238
261. Dankbetuiging en afscheid van een vader, die de stad verlaat, aan
den onderwijzer van zgne kinderen........239
262. Dankbetuiging voor het invorderen van geleende gelden. . . . 239
263. Dankbetuiging voor een voorschot in geld.......240
264. Dankzegging bg de terugbetaling eener geleende som . . . .240
265. Dankbetuiging voor eene bevordering........240
566. Zelfde onderwerp aan eene dame van adel.......241
267. Dankbetuiging aan een' vriend wegens zijn toezicht over een zoon . 242
268 Dankbetuiging voor de deelneming in een ongeluk.....242
269. Dankbetuiging wegens de mededeeling van een aangename zaak. . 243
XIV.
Brieven over Rekeningen.
1. Bij de aflevering van bestelde goederen.......214
2. Over het afgeloopen jaar, half jaar........244
16
INHOUD.
3. iNieuwe inzending van rekening................245
4 Op -verlangen van den debiteur................245
5 Over bet te booge bedrag der rekening.......245
6. Over posten die reeds betaald zijn........24«
7. Over posten die niet geleverd zijn.........240
9. Over het ontvangen van eene rekening, die reeds vroeger betaald is . 247
10. Verzoek tot betaling...........247
11. Dito met beleefden aandrang..........248
12. Maanbrief .............248
13. Dito met bedreiging. ..........248
14. Dito met kraehtige bedreiging.........249
15 Betaling op nntvangene herinnering........249
16. Betaling na het ontvangen van oen maanbrief......249
18. Weigering van betaling van eenen wissel.......250
19. Omdat de vervaltijd nog niet daar is........250
30. Toezending van kwitantie..........251
XV.
Algemeene Voorschriften. .........252
22. Verzoek om audiëntie aan Z M. den Koning......257
23. Verzoekschrift eener olliciersweduwe om toelating van haren zoon
op de Militaire Akadcmie . . .......258
24. Verzoekschrift van eenen landbouwer tot ontslag voor zijnen zoon uit
den militairen dienst........ . . 239
25. Verzoekschrift aan den Koning om te mogen trouwen met de zuster
zijner overledene vrouw ... ......259
26. Verzoekschrift om verlof tot het dragen van eene vreemde ridderorde 260
27. Verzoekschrifl aan den Koning van eene vrouw, om ontslag van haren
m. n uit het werk- of tuchthuis.........261
28. Verzoekschrift om eene betrekking........262
29. Verzoekschrift om eenen pas, om buitenslands te reizen. . , 263
30. Verzoek om eene buitengewone audiëntie bg den minister . . .263
31. Verzoekschrift van fabrikanten om vrijdom van uitgaande reebten, enz,
32. Verzoekschrift om vcrplaalslng.........205
33. Request om naturalisatie . ........260
34. Verzoek om een bewijs van inschrijving ter geboorte bij den Burgerlij
ken Stand, en van voldane dienslplichtigbeid bij do Nationale Militie. 207
35. Verzoekschrifl aan den Gemeenteraad om materialen op den Gemeen
tegrond te mogen lossen en te laten liggen......267
38. Verzoekschrift aan een Gemeenteraad, om verlenging van den aanne-
iningslermijn, op grond van ziekle........268
17
INHOUD.
37. Verzoek aan het Gemeentebestuur om pensioen......269
38. Verzoekschrift om eene fabriek te mogen oprichten.....270
39. Verzoekschrift aan den Gemeenteraad om in aanmerking te komen
\oor eene betrekking ......................271
40. Reclamatie wegens een te hoogen aanslag in de grondbelasting . 571
41. Reclamatie wegens een te hoogen aanslag in de personeele belasting . 272
42. Reclamatie wegens te hoogen aanslag voor patent.....27,1
43. Reclamatie om afschrijving..........273
44. Verzoek om afschrijving, door erfgenamen aan hel collegie van contro
leur en zetters gericht...........274
45. Verzoek om afschrijving, door den belastingschuldige zelve aan het
collegie van controleur en zetters gericht.......273
XVI.
Hoopmansbricvcii, Vrachtbrieven en Wisselzaken.
1 KOOPMANSBRIEVEN.
Algemeene Voorschriften...........27igt;
1. Van een bediende bg zgne vestiging als handelaar in het koloniale vak 279
2. De oprichting van een kantoor voor wissel- en commissiezaken wordt
3. De oprichting van een commissiehandel bij associatie wordt medegedeeld 280
4. Bericht omtrent de vestiging van een handelsagent.....281
5. Kennisgeving van het ophouden eener compagnieschap . . .282
6. Een koopman, welke zijne zaken nederlegt, doet den handel aan zijn
zoon ver en geeft daarvan kennis........282
7. Algemeene kennisgeving van den zoon, welke aan den vorige is toe
8. Bericht van den dood eens vennoots........283
9. Het aannemen van een vennoot in een reeds bestaand liandelshuls . 284
10. Ontbinding van eene vennootschap........284
11. Mededeeling van verleende volmacht........28;;
12. Mededeeling omtrent de verbetering eener zaak......28«
13. Bericht van de aanstaande komst eens reizigers.....280
II. BRIEVEN TER BEKOMING VAN INLICHTINGEN.
14. Onderzoek naar de soliditeit van een huis.......287
15. Antwoord op den voorgaanden brief. — Inlichting.....287
16. Navraag wegens de omstandigheden van een koopman .... 288
18. Ander antwoord............289
19. Navragen en antwoorden daarop, die als post-scripta in brieven, of als
afzonderlijk ingesloten briefjes voorkomen.......289
III. WEGENS ONDERNEMING VOOR GEMEENSCHAPPELIJKE REKENING
18
INHOUD.
IV. BRIEVEN OVER WAREN
23. Aanbieding van waren — Koloniale waren.......»!)s
Aanhiertin? van waren. — Laken.........29^
23. Antwoord op den vorigpn brief.........2lt;gt;3
2«. Commissie op luie............21)4
27 Marktbericht......... ... 2!(i
28. Idem . . ............2i)ti
30. Bestelling van koloniale waren . . ......300
31. Antwoord op den vorigen brief — toezending van bet bestelde . . 300
32. Bestelling aan een grossier door iemand, die zich pas gevestigd heefl . 301
3i. Commissie op zijde ............
3S Antwoord op den vorigen brief — uitvoering der commissie . . 30S
3fi. Toezending van rekening....... ... 302
37. Klacht over bet niet honoreeren van een wissel.....303
38. Klacht over de uitvoering ecner commissie.......303
V BRIEVEN OVER EXPEDITIEZAKEN.
39. Afzending van eene door een buis in Leipzig te Manchester bestelde
partij twist aan het opgegevene huis in Hamburg.....305
40 Bericht van den Hamburger hierover naar Leipzig, gelijk ook melding
van het bezorgen der assurantie . . .....30rgt;
41. Bericht van den Hamburger, dat de waren aangekomen en verder
over Luneburg verzonden zijn . .......305
42. Bericht van het I.üneburger buis aan het Leipziger huis over de
aankomst en de expeditie van bet twist, benevens opgave der verschotten en koslen.........• . . 3I1G
43. Het Leipziger buis dekt het Hamburger huls (in wissels) wegens de
traites van het Manchestersche huis op Hamburg.....jog
44. Antwoord op den vorigen brief: het Hamburger huis geelt bericht van
de ontvangst en den verkoop der wissels.......307
45. Het Engelscbe buis bericht het Hamburger huis, da! het op hetzelve
voor rekening van bet Leipziger huis getrokken heef . . . 307
40. Antwoord op den vorigen brief..... ... 308
47. Het Hamburger huis bericht het Leipziger huis de raitcs van bet
VI. BRIEVEN OVER HET VERZENDEN VAN WAREN EN INK AS SEERING VAN GELDEN.
50. Overzending van contanten, met korting.......31a
51. Toezending van een wissel ter inkasseering......310
52. Antwoord op den vorigen brief: bericht van de inkasseering. . . 310
53. Bericht van de afzending der gelden over eene vereffende rekening . 311
54. Verzoek om uitbetaling van een pensioen.......311
53. Antwoord op den vorigen hrief................3n
o*
19
INHOUD.
B/2.
37. Bericht van het overlijden eens vennoots.......312
VU. BRIEVEN OVER CREUIET EN WISSELZAKEN.
38 Briefwisseling over eeno credietzaak........
39 Brief zekerheidshalve geschreven.........314
60 Antwoord in dezelfde zaak..........3,0
01. Verklaring op liet antwoord..........3I^
62 Bericht van de trekking eens wissels........3!(i
64 Zelfde onderwerp............3,6
q| n
63. Zelfde onderwerp ............
66. Toezending van wissels of remisen voor ontvangene waren . . . 317
67. Antwoord op den vorigen brief; hericht dat het bedrag van den wissel
ontvangen is.....................318
68. Verzoek om een wissel...........318
69 Antwoord op den vorigen brief: toezending van den verlangden wissel
bonevens de nota .................aio
70. Antwoord op den vorigen brief; hericht, dat de wissel ontvangen is, — kennisgeving omtrent het trekken van een wissel (op crediet) en dus
gelüktijdige adviesbrief...........319
Antwoord op den vorigen brief.........
Last om voor rekening van den lastgever op een derde te trekken . 319 Bericht van den lastgever, voor wiens rekening wordt getrokken, aan
de betrokkenen wegens deze traite..... • ■ 320
Bericht van den gelastigde aan den lastgever omtrent den getrokken
iY'. 56.
320
321
321
78.
79.
322 322
wissel..........................'
Antwoord van het betrokkene huis aan den trekker van den wissel . Antwoord van het betrokkene huis aan den handelsvriend, voor wiens rekening getrokken wordt..........
VUL BRIEVEN IN FAILLISSEMENTEN.
Verzoek om ecne verschuldigde som te incasseeren, of tot eene minne-
lüke schikking te komen (by oen zoogenaamden slechten betaler) Antwoord op den vorigen brief: hericht dat de schuldenaar reeds failliet is
IX.. VRACHTBRIEVEN
323
324 324
80. Model . ........ • • •
81. Idem..............
82. Idem............. .....
83. Model van een vrachtbrief hetrcllende de overlading door een rivierschipper 324
84 Een ander modol . ....... '
83 Model van een bewijs, dat de gezondene goederen behoorlijk zijn over-
ii« •••••
gebracht ..........
DECLAHAT1ËS OF GELEIBRIEVEN' . .........
20
71. li
73.
74.
73.
70. 77.
INHOUD.
Oiiinerkinse» en ineilcilceliiisen hg eenige Imrarrlijkw liaiKScIiniscn van toepassiiisjt, waarvan de kenniH voor eiken burger onmisbaar i».
Rij eene geboorte.......
Bij overlijden
By huwelijk........
Iets over de minderjarigheid en de voogdij Handlichting en brieven van meerderjarig-verklarini
Eindiging van voogdij......
Model eener voogdijrekening.....
Acte van décharge.......
Som verschuldigd door een voogd hij het eindigen Som aan een voogd verschuldigd op do vooi;dijrekenini Rekening van gemeenschap ....
Olographiscb (eigenhandig) testament .
Geheim testament......
Iets over erfgenamen en erfenissen
Volmacht tot bet aanvaarden van eenc nalatenschap onde
van hoedelbeschrijving ....
Volmacht om eene nalatenschap te verwerpen Scheiding eener ouderlijke nalatenschap Scheiding met overbedeeling, waarbij een der deelg
Over bevoorrechte schulden.....
Over het pandrecht.......
Akte van onderpand voor geleende gelden .
Akte van in pand gegevene koopmanschappen .
Afstand van huishuur als pand ....
Akte van een tot pand gegeven rente-gevend effect
Over hypotheekrecht .....
Iets over geldleening ......
Iets over borgtocht .......
Eenvoudige borgtocht voor de betaling éener som
Solidaire borgtocht.......
Over betaling en kwijting.....
Koop en verkoop van onroerende goederen.
Verkoopakte van roerend goed ....
Verkoopakte van een huis.....
Verkoop van graanoogst......
Verkoop van tuinoogst......
Van bet recht van wederinkoop ....
Acte van wederinkoop......
21
voogd g ■
(l
echt
het
nooten inbrengt
INHOUD.
Van schepen en vaartuigen..............
Voorschrift eener akte tot verkoop van een schip......31S
Overdracht van renti!...............
Verkoop eener erfenis.........-..38«
Verkoop van oen servituut...........380
Ruiling..................
Ruiicontract van geigkwaardig onroerend goed.......382
Ruilcontract van ongelijkwaardig onroerend goed •......383
Bewaargeving enrleening...........384
Akte van bruikleen................
Akte van verbruikleen...............
In bewaringgeving van geld of goederen........386
In bewaargeving uit nood...........386
Vrijwillige sequestralie van waren.........387
Vrijwillige sequestratie van een onroerend goed......3S7
Ontslag van bewaargeving...........388
Huur en verbuur.............388
1. Huur van goederen............388
Huurcontract van een huis...........392
Contract van onderverhuring...........393
Overdracht van huur............393
Huurcontract van een bouwhof..........39i
Huurcontract van een landgoed..........396
Huurcontract van een molen...........397
Vrijwillige ontbinding van buur..........397
Contract van wederinhuring..............
Bewijs van ontvangen huurpenningen.........398
2. Huur van dienstboden en werklieden........39S
Contract van In-de-leerneming.............
Contract van een koopman met zijn bediende.......100
Contract van een fabrikant niet zijn opzichter .... . . ioo'
3 Aanneming van werk............401
Aanneming om iels te vervaardigen . . •......402
Contract met een fabrikant, die de ruwe stof levert......103
Contract van aanbesteding...........404
Van lastgeving, procuratie of volmacht........403
1. Lastgeving tot verkoop van een perceel vast goed.....iOO
■2. Lastgeving om zich te doen vertegenwoordigen in eenc nalatenschap . i06
3. Volmacht tot verwerping eener nalatenschap......407
3. Lastgeving om zich te deen vertegenwoordigen bij de verificatie van
schuldvorderingen in zake van faillissement......408
fi Volmacht om zich te doen vertegenwoordigen ter vergadering van ge-
erfden in zake van polderbesturen........408
Volmacht om eenen voogd rekening en verantwoording te doen geven . . 408
Volmacht tot het waarnemen van rechtszaken.......409
Algemeene volmacht.............410
22
INHOUD.
Biz.
Iets over vennootschap en compagnieschap.......413
Model eener akte van vennootschap onder eene tlrma.....414
Vrijwillige ontbinding van vennootschap........418
Verlenging eener vennootschap..........420
Afstand van een aandeel in eene naamiooze vennootschap .... 420
Van wisselbrieven ................. 421
Model van een wisselbrief op tüd...........422
Andere Modellen.............423
Model van een wisselbrief op of na zicht........423
Van assignatiën of aanwijzingen..........42S
Modellen van assignatiën...........427
Van orderbriefjes.............428
Van faillissement.............429
Zegels voor huurcedullen naar waarden........432
Tarief van het zegel ... .......433
Zegelrecht geëvenredigd aan de sommen en geldswaarden .... 434 Wetsbepalingen betrekkelijk het stellen van plaatsvervangers en nommer-
verwisselaars bij de nationale militie........431;
A. Fonnulier van een Dagboek..........439
B. Formulier van een inkoopboek.........440
€■ Formulier van een Verkoopboek.........441
D Formulier van een Kassa-boek . . ......442
E Formulier van een Grootboek..........443
F. Formulier van een schrijnwerkers-rekening.......444
G Formulier van een winkeliers rekening.......444
Aanplakbiljetten.............447
Strooibiljetten...................... 449
Adverlentiën . ............452
Het voornaamste uil de postwet..........483-
Bepalingen belrelTende het dienstnemen als vrijwilliger bij bet leger . . 456 Voorwaarden van toelating op de militaire scholen te Schoonhoven on
Kampen.................
Idem voor de kon. milit. akademie te Breda.......457
Idem voor het koninklijk instituut voor de marine te Willemsoord . . 459
Idem voor klerk bij de marine..........459
Idem voor de militaire geneeskundige school te Amsterdam .... 460
Idem voor de kweekscholen voor de zeevaart te Amsterdam, te Leiden, enz. enz. 461
23
INHOUD.
Idem voor de normaalscholen, ter opleiding van kweekelingen tol ondor-
wjjzers..............
Idem ter opleiding van volontairs bij de Mederlandsclie Handelmaatschappij. Idem tot toelating van volontairs bij den Nederlandschen Rhijnspoonveg
Idem als leerling-telegraphist...........
Idem als surnumerair bij de posterijen.........
Idem by de belastingen.................
Namen der Maten en Gewichten, die bü uitsluiting in het Rijk mogen gebruikt worden, volgens art 3 der w et van den T,equot; April 1869 (Staatsblad n». 37).............
Verkorte schrijfwijze voor de benamingen der metrieke maten en gewichten Herleiding dor INederlandsche munt in onderscheidene vreemde munten.
Vergelijkende lengtebepal ings-tafel..........
Vergelijkende tafel van den lijd op onderscheidene punten van Europa 570, Lijst der meest voorkomende verkortingen.......172-
24
OVER DE BEHOORLIJKE SAfflENSTELUNG (REDUCTIE) EN INRICHTING DER BRIEVEN IN HET ALGEMEEN.
Brieven zijn eigenlijk niets anders dan een schriflcigk onderhoud met afwezigen. ZU moeten daarom ook al dc eigenschappen van een aangenaam mondeling onderhoud lusschen welopgevoede, zedelijke personen hebben, en evenzoo wellevend als gemakkeiyk en ongedwongen zijn geschreven. Nogtans wordt by brieven meer keuze in de uitdrukkingen, meer samenhang in dc gedachten, meer overweging van alle omstandigheden, en over 't geheel meer zorg en vloeibaarheid in de voordracht verciscbt. Bij het mondeling onderhoud wordt meestal onvoorbereid gesproken; men is daarom geneigd, menig nalatig, onnauwkeurig, ja onbedachtzaam woord te verontschuldigen; menig woord verdwijnt ook langzamerhand uil hel geheugen Niet alzoo is het in brieven Het schrijven laat meer tijd toe om te overleggen; ieder woord kan door den schrijver opmerkzaam worden herlezen, overdacht, gewogen, door den correspondent getoetst, beoordeeld, bevit worden. De eer en in 't algemeen de belangen van den steller vereischen daarom, dat bij meer vlijt en nadenken aanwende dan bij een mondelinge voordracht, vooral bij de overweging, dat zijne brieven ook in vreemde handen komen en gelegenheid kunnen geven tot slecht gebruik en veel onaangenaamheden. Bijzondere voorzichtigheid vorderen de uitdrukkingen over derde personen, over staatszaken en andere gewichtige belangen
De vriend, dien wij beden ons vertrouwen schenken, kan mettertijd onze vijand worden: zulke brieven zijn dan gevaarlijke wapenen in zijne hand. De wereld is ook zeer geneisd om den geest, de meeningen, de inborst, de beschaafdheid van den mensch naar zijne brieven te beoordeelen; ze zijn dikwijls een blijvend gedenkstuk van zijne waarde, een gedenkstuk, dat ieder zich zeiven opricht; hoe eervoller bij het daar plaatst, des te heter is het.
In den persoonlijken omgang kan menig grievend woord, menige harde uitdrukking, menig gestreng oordeel door de buiging der stem, door de goedhartigheid, waarmede het wordt uitgesproken, en door andere omstandigheden worden verzacht; in brieven echter blijft de koude, doode letter staan, en niets verzwakt de uitwerking, die zij in bet gemoed van den lezer heeft teweeg gebracht. Ook deswege is voorzichtigheid noodzakelijk.
Het doel van alle brieven is: bij hem, aan wien zij gericht z(jn,den gewensch-ten indruk teweeg te brengen, en hem de voor te dragen gedachten zoo helder en bevattelijk voor te stellen, dat hij ze gewillig en zonder moeite in zijnen geest opneemt. Een goede brief moet daarom duidelijk, welgeordend, doeltrelfend zijn, en, zoo't wezen mag, met de inborst van den persoon, aan wien bij geschreven wordt, strooken Welvoegelijkheid en betamelijkheid moeten daarbij in acht genomen en een oordeelkundige schrijftrant niet veronachtzaamd worden
INLEIDING.
De duidelijkheid berust deels in het schrift, deels in de voordracht der gedachten. Vóór alle dingen hehoort de steller van eenen brief zich toe te leggen om, zoo al niet sierlijk, dan toch een goede, leesbare hand te schrijven. Bevallige lettertrekken en een aangename nette vorm des briefs zijn reeds op zich zeiven aantrekkelijk en wekken het welgevallen en de opmerkzaamheid. Iedereen Is daarentegen afkecrig van het ontraadsoien cener slechte, onleesbare hand: vele woorden, ook die, waarop somtijds alles aankomt, worden daardoor overgesprongen en maken veelal geheele volzinnen, ja den geteelen brief onverstaanbaar en vruchteloos. De briefsteller moet bijzonder opmerkzaam wezen bij het schrijven der eigennamen; deze vooral moeten duidelijk zijn, opdat hierdoor de samenhang zich niet late raden. Door nalatigheid in dit opzicht komen brieven ook dikwyls in verkeerde handen, waardoor vele onaangenaamheden ontstaan.
De duidelijkheid in de voordracht der gedachten is deels gelegen in eene gelukkige keuze der ware uitdrukkingen, deels in eene goede schikking en ontwikkeling der gedachten en in haar bevattelijken samenhang. Taalkennis, lectuur en oefening zijn hierbij noodzakelijk. Verouderde, dubbelzinnige, vreemde, gewestelijke en al te geleerde, met één woord alle min- of onverstaanbare uitdrukkingen moeten vermeden worden. Het gebruik der vreemde woorden is echter slechts dan af te keuren, wanneer zij het burgerrecht nog niet verkregen hebben, of door gelükbcteekenende en voor ieder verstaanbare Nederlandsche woorden licht kunnen vervangen worden
De duidelijkheid wordt ook veel door de vermijding van nuttelooze woorden, door verkorting, vereenvoudiging en afronding der volzinnen bevorderd. In oude schriften, en zelfs nog in sommige opstellen der tegenwoordige eeuw, treft men volzinnen aan, die halve, ja gebeele bladzijden beslaan, en die men noodzakelijk twee- of driemaal moet overlezen, wil men ze goed begrijpen
Door onnoodlge wijdlooplghoid en al te gedrongene kortheid w ordt de duidelijkheid ook zeer benadeeld Waar te veel woorden zijn, wordt de hoofdzaak dikwijls uit het oog verloren; men raakt den draad der gedachten kwijt, en weet aan het einde niet meer, wal men gelezen heeft, of wat de briefsclirijver eigeniijk bedoelt. Daarom is ook een al te broed uitweiden een gebrek. Al te gedrongen kortheid daarentegen laat den wenscb onbevredigd Vis van het slagveld van JVaterloo gemeld wordt; »De Franschen zijn geslagen; wij zijn overwinnaars,quot; dan wordt door deze weinige woorden do hoofdzaak wel medegedeeld, doch de nieuwsgierigheid naar uitvoeriger berichlen wordt slechts gespannen, niet bevredigd.
In een wolgcordenden brief moet de gebeele inhoud in een goeden, redeneer-kundigen samenhang slaan De eene stelling moet ongedwongen uit de andere voortvloeien of daarop volgen. Kan echter in gemengde brieven, in zulke namelijk, waarin verscheidene onderwerpen van verschillenden aard behandeld w orden, geen ongedwongen samenhang en overgang in de voordracht der stof plaats grijpen, dan moet ten minste mei ieder nieuw onderwerp ook een nieuwe regel worden begonnen-Het is echter nog niet genoeg, dat de voordracht in eenen brief duidelijk en wei geordend zij, zij moet tevens behagelijk wezen Men moet zich ook bevlijtigen, zijne gedachten gemakkelijk en aangenaam, natuurlijk en hartelijk voor ie dragen, haar eene goede wending te geven, ze desnoodig te kruiden, ze met kracht en warmte, waar dat pas geeft, uit Ie drukken, en zich steeds zorgvuldig van het gemeene en kruipende te onthouden. Men kan eeneriet gedachten op verschillende wijzen inkleeden; dienaangaande kunnen echter geen regels vastgesteld worden: rnen moet zijnen geest en smaak door bet lezen van goede geschriften zoe-
26
INLEIDING.
ken to vormen; dit is het eenige middel om juist te leeren denken en aangenaam te schrijven. Wie gemeen en alledaags denkt, die zal zich ook zoo uitdrukken.
De voordracht in de brieven moot ook overeenkomstig wezen met de inborst, de stemming, de omstandigheden van den persoon, aan wien zij gericht worden. Daarbij wordt derhalve menschenketmis, althans de kennis van hem, aan wien men schrijf!, ondersteld. Ieder mensch heeft zijn bijzondere zijde, aan welke hy het best te naderen is, cn waarvan men nut kan trekken, als men hem daar weet te trelTen Deze wil alleen door gronden overtuigd worden, daar zijne rede de macht over zijn hart met gestrengheid handhaaft; gene laat zich wegsleepen door zijn gevoel, zoodat hij, die zgn hart weet te trelTen, van hem alles gemakkelijk kau verkrijgen. De een is mild, vriendelijk, dienstvaardig; do ander is gierig, knorrig, baatzuchtig; hij wil gecne opoffering doen, geene beleefdheid bewijzen ; als men hem echter het uitzicht opent op een aanzienlijk voordeel, dan doet hy gewillig al, wat men van hem begeert. Sommigen willen gebeden zijn; anderen willen do verdienste hebben aiies uit eigen beweging le doen; de een laat zich gemakkelijk afvleien, wat men wil-, den anderen stuit iedere vleierij tegen de borst. Deze wil door ernst, gene door scherts, door eeno grap, door een geesligen inval gewonnen worden. Ook van de oogenblikkelijke gemoedsstemming der personen, aan wie de brieven gericht worden, hangt zeer veel af De toon des briefs moet steeds daarnaar gesteld worden. lien treurige wordt door vroolijkheid beleedigd; een vrooiijk man wil niet gaarne door neerslachtige brieven in een sombere stemming worden gebracht - Dit alles moet door den briefschrijver wel overwogen worden, wil hij hot dool van zijn schrijven bereiken
Men mag de welvoegeiijkheid en zedelijkheid nimmer uit het oog verliezen. Door niets moot men do achting krenken, die men aan zijnen correspondent en aan zich zeiven verschuldigd is. Vóór alle dingen moot men do betrekking wél overwegen, waarin men tot hem staat Het is niet geoorloofd aan onze meerderen, en in 't algemeen aan personen van hoogeren stand, op donzelfdon vertrou-weiijken voet als aan onze vrienlen le schrijven. De eerbied, dien wij aan hunnen rang of aan hunne persoonlijke verdiensten verschuldigd zijn, moet steeds ongezocht uiikomen Omtrent onbekenden moet de toon onzer brieven ongedwongen en beieetd, doch altijd met een zekere terughouding, die hij vrienden niet noodig is en ongepast zou zijn, aangegeven worden, .legeas geriiigeren is beleefdheid en goedwilligheid zooveel te meer plicht, dewijl hier liet gebrek aan behoorlijke oplettendheid zeer licht aan trotschen overmoed wordt toegeschreven en zwaar beleedigen kan Over 'talgemecn is trolschheidjegens den geringe tot nietsnut; zij verwekt immer wrevel; en als personen, die niets van zulke overmoedigheid te vreezen hebben, het voorwerp daarvan zijn wordt zij belachelijk eneischt vernedering. Niets is gemakkelijker, dan bij personen, die men niet behoeft le ontzien, onbeleefdheid mol onbeleefdheid lo beantwoorden. Doch ook bij liet uiten onzer beleefdheden, zoowel aan voornamen al? aan geringen, moet niets overdreven, maar hij alle dingen de middelweg gehouden worden. De achting, die wy aan ons zeiven en aan onze correspondenten verschuldigd zijn, wordt bijzonder ook door piaile, gemecne, lage volksuitdrukkingen, door nalatigheid in stijl en schrift benadeeld. Wie in gemeene uildrukkingen schrijft, kenteekent zich als e«n man uit de lagere klasse, als iemand zonder welgemanierdheid Door onze taal geven wij aan een ieder het recht om onzen omgang daarnaar te beoordee-len. De welopgevoede schrijft ais een beschaafd man en neemt zich zeer in acht iels te schrijven, dal hem in een valsch daglicht zou kunnen stellen Nalatigheid
27
INLEIDING.
in den stijl, of zeifs wel in de spelling, geef! annleiding tot een gestrenge en voor den schrijver zeer ongunstige lieoordecllng Men houdt lien, die zich daaraan schuldig maken voor onwetenden, wien het zelfs aan de eerste schoolkennis mangelt. Minachting hij allen, die zulke brieven lezen, is daarvan meestal het gevolg.
De eigenschappen van een goeden styi zijn; zuiverheid van taal, Juistheid van uitdrukking, schoonheid en waarheid der gedachten. De nalaligheid, die het meest in hel oog vall. bestaat in de te spoedig op elkander volgende herhaling van dezelfde uitdrukkingen, in de bijeenstclling van zulke woorden, die rijmen of dezelfde uitgangen liebhen, b v : «Tot zoover was ik gisteren met dezen brief gekomen; toen werd ik gestoord en kon niet weder aan het schrijven komen. Hier is bet woord komen tweemaal kort na elkander gebezigd, hetwelk een merkbaren wanklank veroorzaakt, In zulke gevallen moet dit woord eenmaal doereen ander vervangen of, zoo het kan, weggelaten worden, b v.; quot;Tot zoover was ik gisteren met mijnen brief, en kon sedert niet weder aan liet schrijven komen; of;
____gekomen, en kon mij sedert niet weder aan het schrijven zeilen ofbegeven,quot;
e.a. meer Rijmwoorden, gebezigd in den schrijftrant, die onrijm vordert, is steeds een misslag li v : »Ik had gaarne dit offer (jebracht, maar do omstandigheden stelden dit boven mijne macht: «ik vermoedde deze kwaadsprekeniheid, zij was het uitvloeisel der onwetendheid quot; Men gevoelt, hoe onaangenaam hier het kort op-elkander-volgen der rijmwoorden is
Voor't overige wordt de scbrijftranl verdeeld in verlieveii.newonenen lagen süjl. De gewone styi is alleen geschikt voor brieven Het zou niet belanielljk zijn, aan vrienden en beschermers zoo te schrijven, als een kanselredenaar of odendiChter zich uitdrukt: Evenwel zijn er vele omstandigheden, waarin de briefstijl meer verheven wordt b v bij troost- en rouwbrieven; of bij daalt ook,b. v bij brieven aan kinderen, handwerkslieden, dienstboden, landlieden Altijd echter moet hij edel zijn, vooral bij zulke lieden, die in een nauwe vriendschappelgke betrekking met ons staan; en zelfs bij onze beste kennissen mag hij niet, zooals reeds aangemerkt is, lot het lage, gemeene afdalen. De schrijver moet zich steeds zijne waarde herinneren en de verschuldigde achting van zijn correspondent gedachtig zijn Zijn gevoel, dat door het lezen der beste geschriften en door het goede verkeer opgescherpt is, zat hem zeggen, hoever hij gaan moet;
OVER DE INRICHTING DER BRIEVEN.
De brieven bestaan in eene aanspraak of betiteling, die ook vaak wegblijfl, in eene korte inleiding, in do voordracht en in hel slot.
Betiteling der brieven Het ware te wenschen, dat de Nederlanders in hunne betiteling zoo eenvoudig werden als de Franschen, en dat zij de Duitschers met hun zwerm van zotte titels niet langer navolgden. Moge er al te dezen opzichte in den jongsten tijd eenige verandering ten goede niet Ie miskennen zijn en men, althans in het lichaam der brieven, de voornaamwoorden: Cij, V, Uw in de plaats doen treden van hel U Iloogedelgeboren. UiüTf'eledelgestrenue, Uw Edethoogachtbare, enz, waardoor de beste stijl verlamd en ontsierd wordt, het is er nog verre af, dat die gewenschle vereenvoudiging algemeen zou wezen En toch, waarom zouden wij niet evenals de reeds genoemde Franschen—die wij anders zoo gaarne in hunne gebruiken en modes navolgen—even eenvoudig kunnen schrijven Mijnheer, Mevrouw. Mejuffrouw, of wel, met bijvoeging van de waardigheid. Mijnheer de Baron, Mevrouw de Gravin, enz.- Deze betiteling is korler, verstandiger en daarom beter dan Iloogedelgeboren, Hoogwelgeboren Heer, enz., want vnak moet
28
INLEIDING.
men deze titels gebruiken Lij personen, die nocb we!, noch edel, veel minder hooswelstehoren of lioogedelgeLoren zijn De geboorte Is de minste, ot veeleer in 't geheel geen verdienste, omdat zij slechts het werk des toevals is.
Hoe dit zij. hot valt niet te loochenen, dat wü nog bij menige gelegenheid de verkeerde belachelijke gebruiken der titulatuur dienen te volgen, willen we niet btf sommigen der weidsche-titelvoerders voor onbeleefd en lomp doorgaan en hunne ydelheid en eigenliefde op de teenen trappen In alle geval behoort men, om iedereen schoenen naar zijn voeten te kunnen passen, met de verschillende titels bekend te zijn, weshalve wij ze hier laten volgen Onder 1quot; geven wy den titel, die aan '1 hoofd van den brief komt te staan; onder 2'. de benaming, die men In 't lichaam van den brief gebruikt ; onder 3' het onderschrift, en onder 4quot;. bet opschrift of adres Men schrijft alzoo;
a»N PERSONEN UIT OEN KLEINEREN MIDDELSTAND, ONDERGESCHIKTE BEAMBTEN, WINKELIERS, WERKBAZEN, ENZ.
1'. Mynheer.
2quot;. U, of Uw Edele, verkort UEd
3-. Uw of UEd'. dienstwillige dienaar, verkort Uw L'IV Dr. i». Den Heer N. Donker,
Mr Smid te
rotterdam. (AVestwagestraat, n». 81).
AAN PERSONEN UIT DEN DEFTI5EN MIDDELSTAND, HANDELAARS, KUNSTENAARS, IN EENIG AANZIEN STAANDE BURGERS.
1quot;. fVeledele Heer.
•2'. Uw Weledele, verkort U 11'Ed, U.
3'. Uw JVeled'. dienstvaardige dienaar, verkort UJVEd DVDr.
Den Weledelen Heelden Heer P van Straten,
in Wynen te
Schoonhoven.
AAN ONGEHUWDE VROUWEN EN (VERKEERDELIJK) 0OK AAN GEHUWDE VROUWEN UIT DEN KLEINEN MIDDELSTAND.
1°. Mejuffrouw-■1 ■. UEd , U.
3' Utv dienstwillige dienaar, verkort Uw DfVDr. 4», Mejuffrouw Anna Runs,
Modemaakster te
Gouda.
AAN VROUWEN UIT DEN DEFT1GEN MIDDELSTAND EN AANZIENLIJKE VROUWEN ZONDER ADEL
t». Mevrouw.
i . Uw WelEdele. verkort UJVEd.
if. UWelEd-. gehoorzame dienaar.
. i'. Mevrouw C. V. van VViggelen - Zeters,
te
Amersfoort.
29
INLKIDING.
AAN ONGEHUWDE VROUWEN VAN AOEL, OF VAN HOOGEN RANG. 1°. Hooqmlqehoren of Wehdelxeboren Freule, iquot;. Uw Unoriwelqeboren of Uw ffcledelqeb.
3». Uw Hooawelfjeh'. of jyeleielqeb- nnderdanine dienaar. iquot;. De Itooowehieb (of IVcleielqeb.) Freule,
Freule A. I' van Zwanexsteix, op Zonder-Zorg bij
Armif.M
AAN VROUWEN VAN ADEL, OF VAN HOOGEN RANG.
1'. Hoofiwelyeboren of fVehdeUjeboren Vroxme of Mevrouw; onz
AAN EEN GRAAF
1°. Hooggeboren Heer.
Uw Hooggeboren verkort UHgeb.
3'. Uw Hooggeboreiv. (Hooggeb-) dienstvaardige dienaar. 4quot;- Den Hooggeboren Heer
1' ï. Grave vox Lynkehsiioek,
te
's Gravenhage
AAN EEN SARDN.
1quot;. Hoogwelgeboren Heer.
2». [7(0 Hoogwelgeboren, verkort UHfVGeb.
3°. Uw Hoogirelgeb' gehoorzame dienaar.
i°- Den Hoogwelgeboren Heer
U P C Baron van Dijkersloot tc
Dales.
AAN EEN JONKHEER.
1quot;. Hoogedelgeboren Heer.
3». Utv Hoogedelgeborene, verkort UHEdGeb.
3'. Uw Hoogedelgeb'. onderdanige dienaar.
Pen Hoogedelgeboren Heer A A P. Jonkheer vak Stempaoh.
te
Ameides.
AAN PERSONEN UIT DEN HOOGEN STAND, ZONOER ADELLIJKEN TITSt.
1quot;. Weledelgeboren Heer.
Jquot;. Uw Weledelgeboren, verkort VIVEdgeb 3°. Uw ffeledelgeb'. onderdanige dienaar, iquot;. Den Weledelgeboren Heel
den Heer C A. van Wukerveld,
te
Amsterdam.
30
INLEIDING.
AAN EEN PREDIKANT OF GEESTELIJKE,
1quot;. ireleerwaaidc lieer; enz
AAN EEN DOKTOR IN DE THEOLOGIE.
1°. Weleerwaarde Zeergeleerde Jlecr; enz
AAN DEN AAFiTSBISSCHOP.
1°. Doorluchtigsle IloofiwuurdUje lieer.
a0. Uw Doorluchiigsl Honywaarduje.
3°. Van Uwe Doorluchliriste Hooyw. de zeer ooimocdiqe dienaar. 4 '. slan Zijne Doorluchligute Hoogwaardigheid
den Aartsbisschop van
utrecht
AAN EEN BISSCHOP,
1quot;. Doorluchtig Hoogwaardig lieer; enz.
iquot;. Aan Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid
den Bisschop van
Haarlem.
AAN EEN DOKTOR IN DE GENEESKUNDE, IN DE LETTEREN, ENZ.
1°. Weledele Zeergeleerde Heer; enz.
AAN EEN HODGLEERAAR IN DE GODGELEERDHEID.
1quot; Hoogeerwaarde Hooggeleerde Heer; enz.
AAN EEN HDDGLEERAAR IN EEN DER ANDERE FACULTEITEN.
1quot;. JVeledele Hooqneleerde Heer; enz.
AAN EEN RECHTSGELEERDE OF ADVOCAAT.
1°. Weledelgestrenge Heer; enz.
Den JVeledelgestrengen Heer Den Heer Mr. g. Flipsesaaü Advocaat te
Alkmaar
Zoo ook. met uitzondering van den titel Mr. Weester', de grifliers en secretarissen der rechterlijke collegieii.
AAN EEN LID DER ARRONDISSEMENTS RECHTBANKEN, AAN EEN KANTONRECHTER
1°. Edelachtbare Heer; enz.
AAN EEN LID DER GERECHTSHOVEN.
1°. Edelgrootachtbare Heer; enz.
AAN EEN LID VAN DEN HOOGEN RAAD.
1°. Edelhoonachtbare Heer; enz.
AAN EEN BURGEMEESTER EN AAN IEDER LID VAN DEN STEOELIJKEN RAAD,
1quot;. Edelachtbare Heer; enz.
AAN EEN LID VAN DEN GEMEENTERAAD TEN PLATTELANDE.
lquot;. Meetedele Heer; enz.
31
INLEIDING.
AAN EEN LUITENANT EN KAPITEIN.
1quot;. fVdedelgeslreitge Heer; enz.
AAN EEN OFFICIER VAN GEZONDHEID, TEVENS DOKTOR IN OE MEDICIJNEN.
1 ■. WeleMge.itrenge Zeergeleerde Heer; enz.
AAN EEN MAJOOR EN VERDERE HOOFDOFFICIEREN.
1'. Hoogedelgestrenge Heer; enz.
AAN EEN LID OER PROVINCIALE EN GEDEPUTEERDE STATEN.
1 ■. Edelgrootachtbare Heer; enz.
AAN EEN GENERAAL, LUITENANT-GENERAAL, INSPECTEUR-GENERAAL, DISECTEÜR-GENERAAL, COmmiSSARIS DES KONINGS STAATSRAAD, SECRETARIS VAN SIAAT, MINISTER EN ANDERE HOOGE STAATSAMBTENAREN; OOK AAN OEM GOUVERNEUR-GENERAAL VAN NEDERLSNBSCH-1ND1E.
1quot;. Hoogedelgestrenge Heer.
2°. Uwe Excellentie of Uw Hoogedelgestrenge, verkort U.HEG. 3quot;. Van Uwe Excellentie de zeer gehoorzame dienaar. 4» Jan Zijne Excellentie
den Heer Minister van Binnenlandsche Zaken,
te
's Gravenhage.
AAN EEN AOSISTENT-RESIDENT OP JAVA.
1quot;. Weledelgestrenge Heer; enz
AAK EEN RESIDENT OP JAVA.
1'. Hoogedelgestrenge Heer; enz.
AAN DE STATEN-GENERAAL (l 'quot; EN 2quot; KAMER); AAN DE PROVINCIALE EN GEDEPUTEERDE STATEN, AAN DEN RAAD EENER GEMEENTE.
1quot;. Mijne Heeren (vroeger gaf men den leden der Staten-Generaal den titel
van Edelmogende Heeren).
AAN DEN KROONPRINS EN DE PRINSEN DER NEDERLANDEN
1». Doorluchtigste Prins, of Vorst.
2-. Uwe Koninklijke Hoogheid, of Hoogstdezelve.
3 . yan xjwe Koninklijke Hoogheid de gehoorzaamste en onderdanigste dienaar. 4, Jan Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins van Oranje,
Kroonprins der Nederlanden, enz ; of
Aan Zyne Koninklijke Hoogheid,
Prins.....der Nederlanden.
AAN DE KROONPRINSES EN DE PRIN.SESSEN DER NEDERLANDEN.
1quot;. Mevrouw
2quot;. Uwe Koninklijke Hoogheid, of Hoogstdezelve.
3 ■. Van Uwe Koninklijke Hoogheid de gehoorzaamste en onderdanigste dienaar.
Jan Hare Koninklijke Hoogheid,
Prinses M . . • • der Nederlanden.
32
INLEIDING.
1°. Sire.
ï '. Uwe Majesteit.
3°. Van Uwe Majesteit de gehoorzaamsle dienaar en getrouwe onderdaan.
4«. Jan Zijne Majesteit
den -Koning der Nederlanden. Men voegt er soms bij: Prins van Oranje-.Xassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz., of wel men vervat het adres in de woorden : Jan den Koning.
1». Mevrouw.
S', en 3quot;. als aan den Koning.
4°. Jan Hare Majesteit
de Koningin der Nederlanden.
Over de inleiding of den aanhef. De sloffe der inleiding kan, óf uit den aard der zaak waarover men schrgft, öt uit de betrekking, die men heeft tot den persoon, aan wien men schryft, genomen worden Is de brief gericht aan iemand, met wien men nog niet bekend is, zoo moet men, alvorens van iets anders te spreken, zich bekend maken, en wanneer men iets van hem verzoeken wil, zich verontschuldigen wegens de vrijheid, die men gebruikt met aan hem te schrijven-Dikwijls is ook een korte lofrede, een beleefde groet, een algemeene stelling, ja een spreekwoord voldoende tot inleiding. Het is altyd goed, dat de lezende door eene geschikte inleiding tot de voordracht worde voorbereid, inzonderheid als deze onaangename berichten beval; maar zij moet niet te lang wezen, ten einde van het geduld niet al te veel te vergen De inleiding is ook een zoo belangryke zaak des briefs, dat zij niet zou kunnen wegblijven. Met een weinig overleg zal men gomakkelijk iets vinden, waardoor zulk» gevoegelijk kan geschieden. — Dienstbrieven vereischen noch aanspraak, noch inleiding, noch slot; men begint dadelijk met de voordracht van het onderwerp
Over de voordracht. Hoezeer in dienstbrieven nooit meer dan een enkel onderwerp behandeld wordt, is men toch, builen ambtsbetrekkingen, ongehouden dezen regel te volgen. Zelden schrijft men over een enkele zaak; zelfs is het de gewoonte, met schryven te wachten tot men datgene, wal men te melden heeft, de kosten van 'l brievenport waardig acht.
Men begint den inhoud met hel onderwerp, dal men voorden correspondent het voornaamste acht, tenzij men te vreezen hadde, dal hem dit zoodanig kon treffen, dal by geen besef genoeg behield voor het overige gedeelte van den inhoud, waaraan toch ook veel kan gelegen zyn. Anders moeien de onderwerpen in ongekunstelde orde op elkander volgen Moet men een voorstel met gronden aandringen, dan doe men de zwakkere voorafgaan, en late de meer afdoende sterkere redenen volgen: zy worden zóó aan elkander gehangen, dat de eene de andere behoorlijk ondersteunt Ovér het slot. De afsluiting moet ongekunsteld wezen De Latijnen sloten al hunne brieven met hel woord Fale, Cura ul valeas. Do beste Fransche briefschrijvers volgen hen hierin na. Jdieu otjevous mi/rasse, zijn gewooniyk hunne slolvormen aan vrienden; aan hoogere personen: Jgréez mes respects, enz. Evenzoo kan het in 't Nederlandsch geschieden; «Vaarwel en denk aan mgquot;, of, »Met achting en genegenheid, geheel de uwequot;: dit ware genoeg bij vertrouwde vrienden; nik groet u met hoogachtingquot;, by anderen; »ik verzoek u de verzeko-' ing myner hoogachting aan Ie nemenquot;, bij voornamen
33
3
INLEIDING.
Daar ieder inlusschen nog niet gezind is deze eenvoudigheid te volgen, en sommigen van meening zijn meer omslag te moeten maken, zoo zal men bierna ruime keuze van slot-formulieren vinden.
OVER DEN UITWENDIGEN VORM DER BRIEVEN.
Ten aanzien van den uiterl(jken vorm der brieven merken wg omtrent de bestaande gebruiken aan, dat men uit achting voor dengenen aan wien wg schrijven, en vooral ten opzichte van onze betrekking tot hem, dien nimmer moet verwaarloozen. Een verzoekschrift, b v. aan eenige overheid, moet in uiterlijken vwm van een brief aan een vertrouwden vriend wel onderscheiden zijn.
Onderdanen schrijven aan regenten, aan vorstelijke en hooge personen, van welke zij iets verzoeken, nooit anders dan op geheele vellen papier, ook aan landelijke, gewestelijke en stedelijke besturen, in welk geval het papier daarenboven meestal gezegeld moet zgn
Als vorstelijke personen aan elkander schrijven, bedienen zij zich van het fijnste postpapier in klein folio of groot quarto.
Bijzondere brieven aan adellijke personen, zelfs aan staatsbeambten, kunnen op even zulk papier geschreven worden Minderen bedienen zich bij 't schrijven aan hunne meerderen van groot quarto; brieven, die gericht zijn aan goede kennissen, aan vriendenen vertrouwden, in 'talgemeen, aan personen, met wie men op een gemeenzamen voet staat, inzonderheid ook de brieven van vrouwenhand, kunnen op groot of klein octaaf geschreven worden In elk geval moet het papier behoorlijk afgesneden zijn; onafgesneden papier te gebruiken wordt voor eene onbeleefdheid jegens den ontvanger gehouden; zelfs ziet men ook naar de fijnheid van 't papier. Het op snede vergulde papier, vroeger vooral gebezigd om hoogachting en eerbied jegens den ontvanger des briefs aan den dag te leggen, inzonderheid ook voor gelukwenschen, is thans genoegzaam in onbruik geraakt, en wordt nu schier enkel voor zoogenaamde minnebrieven gebruikt. Voor rouwbrieven bedient men zich van papier met een zwarten rand
Men zal nauweiyks behoeven te herinneren, dat brieven, aan wie ook gericht, niet met inkt bespat of besmeerd mogen zijn; 'tis ook niet welvoeaelijk woorden door te halen of uit te krabben, vooral aan personen, wien men eerbied verschuldigd is. By zeer goede vrienden wordt dit natuurlijk niet zoo nauw in acht genomen; doch 'tis altijd goed zich voor schrycfouten te wachten, die in alle geval leelyk staan Heeft men zich in brieven aan meerderen en hooggeplaatste personen vergist, dan moeten zij overgeschreven worden. Bezit men de gave niet voor de vuist weg zyne brieven in 't net te brengen, dan moet men het opstel eerst op ander papier ontwerpen en daarna overscbrgven.
Men wachte zich, zooals reeds gezegd is, voor onleesbaar schrift, dewgl ondui-delgkheid en onverstaanbaarheid er het gevolg van zijn ; dit zou tevens de achting krenken, die wg den correspondent verschuldigd zyn Als wg zeiven de moeito ontzien om leesbaar te schrijven, hoe kunnen wg dan van hein de inspanning vorderen om ons slecht schrift te ontcijferen ? Is het geen beleediging, ook jegens de beste vrienden, zich zoodanig te haasten, dat niet eens de lettertrekken duide-Igk zyn? Een leesbare hand kan met recht van lederen briefschryver gevorderd worden Men moet daarom zyne aandacht op iedere letter vestigen; zich in het schrgven niet overhaasten; de woorden door oen merkbare ruimte van elkander plaatsen; de letters niet te nauw aaneenhechten, en niet berg-op en borg-af
34
INLEIDING.
gaan Men hediene zich altijd van goeden zwarten inkt en een welversneden of goede stalen pen.
Sommigen hebben de gewoonte, hun broddelw erk te rechtvaardigen door de aan 't slot geplaatste woorden: in haast Inderdaad kan men in enkele gevallen, om den postlyd niet te laten voorbijgaan, of wanneer de bezigheden het niet toelaten, haast hebben; de verontschuldiging deswege is echter niet altüd geldig, en kan alleen dan aangenomen worden, als de ontvanger anderszins de overtuiging heeft, dat de schryver zijne brieven met zorg behandelt. .
De naschriften, aangeduid door een P. S. (post-sdffptum) na het slot des briefs worden voor onvoegzaam en met de achting jegens anderen, vooral jegens hooger geplaatste personen, strijdig geacht En inderdaad, het betaamt dat men vooraf den inhoud van een te schrijven brief goed overwege, de slof behoorlijk rang-schikke en do volgorde wel in gedachten houde. Wie zou het echter eenen vriend kwalijk nemen, die toevallig iets vergeten had, of wien na de onderteeke-ning nog iets gewichtigs ingevallen ware, het in een P S onderaan te zetten^ Zou men van hem vergen Jen brief, uit hoofde van deze voor 't overige onbeduidende, alleen den vorm betrellende kleinigheid, over te schrijven, en daarmede z(jn kostbaren tijd onnoodig te verspillen' Het is ons immers onverschillig een belangrijk bericht boven of onder zijne handteekening te lezen Wü mogen daarom het naschrift niet zoo onbepaald verwerpen, doch alleen het misbruik daarvan afkeuren.
't Is ook niet betamelijk, dat men zijne brieven door een ander laat schrijven Er kunnen echter omstandigheden voorkomen, welke dit verontschuldigen, zooals 1). v. ziekten, gebrek aan de oogen, en andere meer. Personen, die een secretaris of schryver voor hunne briefwisseling houden, zaakvoerders, kooplieden, wier briefwisseling zoo uitgebreid is, dat zy dio onmogelijk alleen bezorgen kunnen, maken, zooals van zelf spreekt, eenc uitzondering op dezen regel. Evenwel voegt het aan hooge personen, die gewoonlijk door eenen secretaris bediend worden, wanneer zij aan lieden van geiyken of hoogeren stand schrijven, zulks eigenhandig te doen-, het zou anders zijn, alsof zy zich te goed achtten zeiven de pen te voeren
Het begin des briefs is de aanspraak of titel. Men plaatst die aanspraak op twee of moer vingerbreedten van den bovenrand en laat dezelfde open ruimte tusschen haaren den eersten regel Hoe hooger de persoon, aan wien de brief is gericht, in rang boven den schryver staat, des te grooter moet deze ruimte zijn, zoodat dikwijls de eerste regel des briefs in 't midden van 't blad valt. - Daarentegen mag men den brief aan vrienden reeds een duim breed onder de aanspraak beginnen Ook tusschen het slot van den brief en de onderteekening wordt een meer of minder aanzienlijke breedte naar denzelfden maatstaf gelaten, in welker midden men dan, by 't schrijven aan zijne meerderen, den bovenaan geplaatsten titel herbaalt, b v.
35
Met den meesten eerbied noem ik mij.
Weledelgeboren Heer,
Naarden, den H11'quot; Januari 1873. |
Uw gehoorzame dienaar, N. N. |
In vertrouweiyke brieven, ook in bedrijfs- en liandelsbriovon, zet men den naam van de plaats, uit welke men schrijft, de dagleekening en het jaartal boven aan
36 INLEIDING.
de rechterhellt Yan de eerste bladzijde, terwijl men zulks in brieven aan yoor-name personen liever ter linkerzijde onder aan den brief eene plaats geeft. In koopmansbrieven, en vaak ook in andere, zet men bovea aan ter linkerzyde eerst een opschrift, aanduidende den naam of den firma-naam van den geadresseerde, voorafgegaan van de woorden den Heer of den 11 eer en: vervolgens ter rechterzijde en Iets lager de plaats der afzending en den datum Ook tusschen de onderteeke-ning en den benedenrand van bet blad moet steeds eene ledige ruimte overblijven, in verhouding tot den rang der geadresseerden Mocht de grootte des briefs dat niet veroorlooven, dan is het beter het zoo aan te leggen, dat er ten minste twee of drie regels naar de volgende bladzijde gebracht worden: in 'geen geval mag op die volgende zyde alleen het onderschrift staan. Menigeen heeft de gewoonte, wanneer de eerste bladzijde zynen brief niet kan hevatten, rechts in den benedenhoek te schrgven t.s.v ftl-, dat is: lournez s'il vous plait (keerom als 't u belieft): dit is iets geheel overtolligs, tenware de keerzyde van een op de eerste bladzyde reeds onderteekenden brief een P S. mocht bevatten — Nog zorge men altyd een kleinen afstand tusschen den linkerraml van 't papier en den aanvang der regels te laten; terwijl het ook de netheid en duidelijkheid des briefs bevordert, als men tevens aan de rechterzyde op een welnlgje afstands van den rand biytt; aan de linkerzyde moet men evenwel nimmer meer dan het vierdo gedeelte van het blad wit of onbeschreven laten Tot opheldering van een en ander moge de onderstaande schels, waarbij de omgevende rand de groolte van het blad papier voorstelt, als model van een handelsbrief dienen.
è
Den Heere R. Vos en Cie te Amsterdam. Rotterdam, 25 Juli 18quot;:! | |
Mijne lieer en ^ | |
in uw . . . leveren wij . den Hoeren. . solldileit. . . bediening . . zullen geven . |
Wij nemen hiermede de vryheid....... |
veranderlijk hopen.... |
De................... Wy hebben de eer met achting te zijn Uw Dw. Dienaren, A. Vermeulen en Zn. |
INLEIDING.
Liefst vermijde men zünen brief met het woord - Ikquot; aan te vangen: door velen wordt dit als cene onbescheidenheid beschouwt; in de handels correspondentie eu in gemeenzame brieven neemt men het echter daarmede zoo nauw niet. Wanneer men echter op ontvangen brieven antwoordt, vermelde men allereerst die ontvangst; en schryft men aan iemand, va» wien men op een vorigen brief geen antwoord bekomen heeft, zoo make men in den aanhef van dat vroegere schrijven gewag; 'tis inzonderheid in handelszaken, dat het inachtnemen van deze voorschriften noodzakelijk is.
Over 't algemeen moet men eerst alles afhandelen wat den persoon betreft, aan wien men schrijft, en dan eerst van zijne eigen aangelegenheden beginnen te spreken; ook moet men den aanwezigen persoon steeds vóór zich zeiven noemen. In den loop des briefs, wanneer die vrij lang is, kan men den aan 't hoofd geplaatsten titel een- of meermalen herhalen. Men vermyde zooveel mogelijk alle-daagsche zegswijzen en onbeduidende formulieren, en ga niet tot een ander onderwerp of punt over, dan nadat men van 't voorgaande al het noodige kort en duidelijk heeft gezegd, ten einde niet genoodzaakt te zijn daarop later nog eens terug te komen In denzelfden toon, waarin men begonnen is te schrijven, moet men ook lot aan 't einde voorlgaan, en steeds in 'toog houden tot wien men 't woord richt, opdat men niet in een' vroolijken of schertsenden toon vervalle met Iemand, die juist in droefheid gedompeld is, of wien men eerbied is verschuldigd Ongepast zou 't wezen, aan een persoon, die in rang boven ons staat, vragen ter beantwoording voor te leggen; kan men dit soms niet vermijden, dan moet men ten minste een bevallige, aardige inkleeding aan de vraag weten te geven. Voor ongemanierd zou men doorgaan, als men by 't vermelden van een dor verwanten van den briefontvanger kortweg zeide: »Uw Vader, Uwe Moeder,quot; enz ; men zegge liever: quot;Mijnheer Uw Vader, Mevrouw Uwe Moedor,quot; of wel»Mynheer Uw hooggeachte Vader, Mevrouw Uwe waardige of geëerde Moederquot;; van zyne eigen verwanten echter gewaagt men zonder die vleiende toevoegsels- Men mag ook aan een persoon van hoogeren rang geene complimenten of groeten opdragen, en in geval zich dit niet wel laat vermijden, moet men om verschooning daarvoor vragen, of die opdracht in een naschrift aanbrengen Sluit men in een brief een anderen aan een derden persoon in, zoo behoort men dit in den brief te vermelden en zich deswege te verontschuldigen -, bij lieden van hoogeren rang raag dat insluiten in 't geheel niet plaats hebben
Wanneer de brief geheel is afgeschreven, late men hem behoorlijk droog worden alvorens hem dicht te maken, en bediene zich daarby niet van zand, opdat de ontvanger by het openen van den brief niet worde blootgesteld aan de onaangenaamheid zich met eene grooter of kleiner lading bestoven te zien.
Wat het samenvouwen der brieven betreft, het laat zich moeieiyk beschrijven hoe men daarby te werk moet gaan; het best is, dat men zich dat door iemand, die daarin ervaren is, late voordoen. Hier zy alleen aangemerkt, dat dit samenvouwen steeds op een eenvoudige wijze, zonder daarby van kunstjes gebruik te maken, moet geschieden, en wel zosdanig, dat de toegevouwen brief een netten, langwerpig vierkanten vorm bekome, en de inhoud niet zonder verbreking der sluiting kan gelezen worden. Is het vel papier aan alle zyden geheel of toch voor 'tgroolste gedeelte beschreven, of schryft men aan een voornaam persoon of aan deze of gene autoriteit, dan wordt er een brieven-couvert, enveloppe of omslag verelscht; tegenwoordig echter maakt men, gemakshalve, ook voor brieven van allerlei aard gebruik van couverts, die als kleptaschjes in verschil-
37
INLEIDING.
lend formaat tegen een gerinien prijs in alle boek- en papierwinkels te bekomen zyn.
Tot sluiting der brieven bedient men zich het gemakkelijkst van ouwels; by alle schrijven aan vrienden, bekenden en minderen, ook by de briefwisseling tus-schen kooplieden en allen die eenig bedryf uitoefenen, zijn witte ouwels het algemeen gebruikte middel van briefsluitingvoor brieven aan voorname personen, aan overheden, of aan dezulken, wienmen zekeren eerbied wil bewyzen. ook voor brieven, dien men op het postkantoor laat aanteekenen, bedient men zich van rood lak, terwyi zwart lak alleen gebezigd wordt voor rouwbrieven aan bloedverwanten en minderen, en gekleurd lak alleen mag gebruikt worden tusschen lieden, die gemeenzaam en vertrouwelijk met elkander omgaan Wie verzekerd wil zyn, dat een onbevoegde zijn toegelakten brief niet, of althans niet dan hoogst moei-lyk, zal kunnen openen zonder bat papier te schenden, zal eerst zynen brief met een ouwel moeten sluiten en daarna hem dicht lakken Men zal wgseiyk doen, zich steeds van fijn of best lak te bedienen, daar dit niet zoo licht by 't opbrengen den brief bezoedelt en den afdruk van den stempel netter enduideiyker doel uitkomen. Om een zuiver, noch te dik, noch te dun zegel voort te brengen, moet men noch te veel, noch te weinig van het brandende lak op het papier laten vallen, en de opgedropen stof terstond met de lakpijp zoolang roeren, totdat zy zich effen en helder voordoet, waarna men het cachet of den zegelstempel er rechtstandig, zuiver en in zyn geheel op afdrukt Ieder briefschrijver behoort zijn eigen cachet te hebben, waarin óf zyn wapen (zoo men er een heeft), óf zyn naamegfer, óf zyn naam voluit, óf ook de eene of andere willekeurige figuur gesneden is; eens anders cachet kan men nooit gebruiken, tenzij men daarmede een byzonder oogmerk mocht hebben
Dikwyis gebeurt het, dat een reeds verzegelde brief weder opengebroken moet worden, vóórdat hy op de post besteld wordt. Dit geschiedt zelden zonder dat men het papier beschadigt. Is het een omslag, dan worde deze weggedaan, en men neme een anderen ; met andere brieven is dit niet zoo gemakkelyk te verhelpen; het zal bgna altoos te zien wezen, dat de brief open geweest is; men zal derhalve wèl doen, met een woord daarvan in het P. S. gewag te maken. Dit mag evenwel niet geschieden by hooge personen; het eenigc middel om dit dan te verhelpen is dus overschrijven.
Adres of uikvendig opschrift. Het zal wel overbodig zijn te zeggen, dat het adres in zeer duidelijk schrift, op de voorzijde, van den gevouwen brief en nooit op de zyde waar hg gecacheteeid wordt, moet staan, endatde schrgver den brief zoodanig voor zich moet leggen, dat de smalle omgeslagen strook of het klepje van de achterzgde naar hem toegekeerd is, Zgne eersle zorg moet nu zyn, bet adres duidelyk en geregeld te ontwerpen. Hg schrgve dan eerst, iets hoogerdan het midden, met letters van gewone grootte, den titel, welken hij den persoon, aan wien de brief gericht is, wil of behoort te geven-, daaronder, met grootere en zwaardere letter, den naam des persoons, en wel zóó, dat er ter weèrszyde van dien naam evenveel wit blgft; vóór dezen naam schryft men vaak nog de woorden den Heer: doch dit behoort geen plaats te hebben, wanneer de geadresseerde een adellgken titel voert; —men kan ook den titel en den naam, indien de daartoe noodige ruimte het vergunt, op éénen regel stellen als wanneer de herhaling van het woord Heer weg valt. onder den naam, iets meer rechts, volge nu in gewoon schrift de waardigheid of het beroep van den geadresseerde, en daaronder eindelgk met nog grooter letters dan de naam, geheel aan
38
de recbterzyde, zyne woonplaats ot de plaats der bestemming van den brief, by ■voorbeeld
Den Weledelen Heer den Heer P. R. van Deventer, Notaris te
OUDEWATER
Den Hooggeboren Heer r. C. Graaf van Licema van Horst,
te
REIN DORP.
Den Weledelen Hger g. Raaf, Kostscboolbouder te
FRAMEKER.
Den Weledelgestrengen Heer J F. M. van de Wateringen,
Kapitein bij bet 1quot;quot; Bataljon van het V' Regement Infanterie te
BERGEN OP ZOOM.
Is de geadresseerde in zyne woonplaats niet algemeen bekend, of zijn aldaar meer personen, die denzelfden naam voeren als by, dan scbryft men, betzy onder, hetzij ter linkerhand van de plaats der bestemming, den naam van de straat of gracbt, ja ook het nommer van het huis. Is de plaats der bestemming niet de hoofdplaats van eene gemeente, dan Is het bovendien noodig den naam der gemeente, onder welke zy behoort, te vermelden. Zyn er meer plaatsen van denzelfden naam als die, waarheen de brief is gericht, dan moet die, welke men bedoelt, door eene of andere nadere bepaling duideiyk worden aangewezen -- Ein-deiyk, wanneer de brief voor het buitenland is bestemd, dan moet men tevens den naam van het land, zoo noodig ook de provincie, het departement, enz. waarin de plaats van bestemming ligt, opgeven, en dit vooral niet verzuimen, ingeval er meer plaatsen van denzelfden naam zijn. Ziehier nog eenlge voorbeelden Ier opheldering van 'teen en ander;
Den Heer Fkederik Verloren, Mr. Schoenmaker te
AMSTERDAM. Nieuwendijk, by de Kalksteeg, n» 812.
Mynheer den Heer R. Munwaard,
Landbouwer te
KORTENOORD, gem Nieuwerkerk op-den-IJssel.
39
Den Weledelgeboren Heer Den Heer P. C. van der Maadek,
te
proTincie Limburg. VALKENBURG.
Mevrouw
Mevrouw de Wed. G. C. vak Pecrses-Vos,
te
OUDERKERK aan den Amstel.
Den Heeren Gebr. Herklots, Commissionairs te
BERGEN, in Noorwegen
Het gebruik van sommige briefschrijvers, om onder den naam des persoons en onder dien der plaats een eenigszins dikke streep te trekken, verdient aanbeveling: de hoofdzaken, waarom het den postbeambten, die hem 'teerst in handen zullen krygen, te doen is, vallen daardoor te beter in 'toog. 'tlsom soortgelijke reden, dat eenigen de gewoonte hebben het adres aan te vangen met den «aam van de plaats der bestemming, aldus:
per Landmail, BATAVIA.
via Marseille.
De» Weledelen Heer den Heer A. van Wocdrichem, Wijnkooper.
Dat sommige lieden bü het adres nog somtijds do woorden voegen; met spoed, cito, of wel cilo cito, verdient afkeuring; immers de brief wordt ter wille van die toevoeging geen enkele minuut vroeger aan zijn adres bezorgd. De brieven echter, welke des avonds met den laatsten spoortrein aankomen en het woord spoed'op het adres dragen, worden in den regel nog dienzelfden avond bezorgd, hetgeen met andere brieven doorgaans 't geval niet is.
40
BRIEVEN TER INWINNING VAN INFOR-MATIEN OF INLICHTINGEN.
Algemeene Voorschriften,
Wanneer de brieven ter inwinning van inforraatiën gericht worden aan personen, met wie men weinig of niet bekend is, acht men het voegzaam, in den aanhef zich wegens de genomen vrijheid te verontschuldigen. Alle omstandigheden, dienstig ter aanduiding van den persoon of de zaak, over welke men naricht verlangt, worden, met de redenen van het belang, dat wij daarin stellen, nauwkeurig vermeld. En daar de persoon, tot wien wij ons wenden, bedenkingen zou kunnen maken om zich openhartig te verklaren, dewijl hij wellicht bezorgd is zich door zijne openhartigheid aan onaangenaamheden bloot te stellen, zoo belooft men hem plechtig, van zijne narichten het behoedzaamst gebruik te zullen maken. Dit is echter bij vrienden van oude dagteekening niet noodig.
Het spreekt van zelf, dal het antwoord op zulke brieven den toets der waarheid steeds moet kunnen doorstaan. Het vertrouwen, dat onze vrienden, onze kennissen, zelfs vreemde personen in ons stellen, vereischt, dat wij geene omstandigheden verzwijgen, waaraan hun gelegen kan zijn. Er kunnen zekerlijk gevallen voorkomen, dat wij hem, van wien naricht verlangd wordt, niet gaarne zouden willen benadeelen; in zoodanig geval is het beter, zich wegens het antwoord te verschoonen.
Als het gevraagde naricht eene zaak betreft, die ons zeiven aangaat, b. v. raad in zekere omstandigheid, dan moeten de punten, over welke wij opheldering verlangen, nauwkeurig worden opgegeven, en evenzoo behooren die in dezelfde orde te worden beantwoord.
1. Verzoek om naricht wegens een persoon, die in langen tijd niets van zich liet hooren.
S...... den.....
Zeer geachte Heer en Neef,
Op uitnoodiging van eenen vriend neem ik de vrijheid, U te verzoeken de goedheid te willen hebben mij omtrent het volgende eenige inlichting mede te deelen.
42
In het jaar 1846 leefde te N. zekere heer H. Hij was leeraar aan de Latijnsche school aldaar, en, zooveel ons bekend is, te R. geboren. Van dien tijd af' zijn de brieven van mijn vriend aan hem onbeantwoord gebleven; hij weet dus niet of die heer zich nog aldaar bevindt, dan of hij elders, misschien wel naar de andere wereld, vertrokken is.
Dit is het, wat mijn vriend, die nog iets van gezegden heer te vorderen heeft, wensehte te weten. Ik meende, door uwe erkende bereidwilligheid jegens mij, het spoedigst aan zijn verlangen te kunnen voldoen, en ik vlei mij al spoedig te ervaren, dat mijne meening juist was.
Na mij en mijne echtgenoot in uwe vriendschappelijke herinnering te hebben aanbevolen, verblijf ik met ware toegenegenheid
Uw dienstwillige dienaar en neef, P. Loos.
2. Om bericht in te winnen omtrent eenen schuldenaar.
IS .....den.....
Waarde Vriend,
Vergun mij een kleinen vriendschaprdienst van ü
te vragen.
Daar ik van den boekbinder T. in uwe stad eene som van twaalf gulden te vorderen heb, en niettegenstaande alle aangewende moeite geen betaling kan krijgen, zoo verzoek ik U bij dezen, de goedheid te willen hebben mij eens Ie schrijven, in welke omstandigheden deze man zich bevindt, en hoe ik het wel zou moeten aanleggen om hem te noodzaken mij eindelijk te voldoen.
Kan ik U eenen wederdienst bewijzen, beschik dan vrijelijk over mij.
Uw toegenegen vriend, H. Foster.
3. Antwoord.
S...... den.....
Uw vereerend schrijven, waardste Vriend, is mij wel geworden. Het spijt mij, dat ik het niet naar uw genoegen kan beantwoorden.
De boekbinder T., naar wien gij vraagt, is een zeer slecht mensch, die sinds tien jaren enkel van bedriegerij leeft en reeds in het verbeterhuis heeft gezeten. Reeds sedert
43
lang heeft hij zijn beroep verwaarloosd en zijne zinnen en niet geringe bekwaamheden op andere voorwerpen gesteld.
Tot nu toe was hij schrijver bij den kommandant te dezer stede; naar hetgeen ik echter zoo even verneem, is hij niet meer hier, maar heeft zich bij een reizenden troep tooneel-spelers gevoegd.
Wees verheugd, dat hij U niet meer dan 12 gulden schuldig is. Het betalen was nooit zijn zwak. Ik zelf heb bij de 150 gulden aan hem verloren.
Vaarwel, en houd in uw vriendschappelijk aandenken Uwen U achtenden vriend, J. Macht.
4. Verzoek om naricht en raad wegens eene plaats als klerk.
N...... den.....
Hooggeachte Heer en Neef,
Na in geruimen tijd U niet geschreven te hebben, kom ik thans onverwachts met het volgende verzoek voor den dag. Daar ik van den heer T. heb vernomen, dat de heer G. te B. een jong mensch zoekt, dien hij in zijn bedrijf van landen waterwerken met vrucht zou kunnen gebruiken, zoo dacht ik aan August, den jongsten zoon van den Predikant L). te A., dien gij zeer wel kent, naardien hij reeds verscheidene jaren op het stadhuis aldaar werkzaam geweest is. Het komt mij voor, dat hij ten volle de bekwaamheid voor zulk een post bezit; doch van meer belang is wellicht de vraag, of deze post voor-deelig genoeg voor hem zou wezen.
Ik verzoek U dus de goedheid te hebben, mij, zoodra mogelijk, te melden, wat gij naar uwe kennis van de zaak daarover denkt, b. v., of G. een braaf man is, op wien men zich verlaten kan; wal wel de vereischten zijn, die hij in zulk een jong mensch vordert; welke voorwaarden hij zou willen maken, en of het raadzaam ware, dat August zich bij hem aanbood of liet aanbieden.
Te A. weet men van deze zaak nog niets, zelfs ■ niet dat ik er over schrijf, omdat ik nog geene gelegenheid heb gehad, mijnen vriend aldaar er kennis van te geven.
Verschoon mijne vrijheid, als ook den verzochten spoed, terwijl ik mij nu nog slechts veroorloof mij en de mijnen in uw vriendschappelijk aandenken aan te bevelen.
T. T.
P. Nardus,
6. Verzoek om naricht wegens eene dienstmaagd.
Hooggeëerde Vrouwe,
Gisteren heeft zich bij mij eea dienstmeisje aangeboden, dat, volgens hare opgaaf, een jaar in uwen dienst geweest is, gelijk zulks ook blijkt u't het door Mijnheer uw hoog-geachten echtgenoot afgegeven schriftelijk bewijs. Haar naam is Elsje Sours, geboren te R. in de provincie Overijssel.
Bij ondervinding weet ik, dat de schriftelijke getuigenissen zelden getrouw zijn, dewijl men dikwijls uit meêwa-righeid de vertrekkende dienstboden in haar voortkomen niet wil in den weg staan, en deswege, of om andere oorzaken, veel gebreken en ondeugden van haar verzwijgt. Daar er mij echter zeer veel aan gelegen is een getrouwe, werkzame en zedelijke dienstmeid in mijn huis op te nemen, zoo veroorloof ik mij de vrijheid, U bij dezen minzaam te verzoeken, mij geheel in vertrouwen onbewimpeld te willen raededeelen, wat ik van deze dienstmeid te verwachten heb, en ook in het bijzonder, of zij goed in de keuken te gebruiken is en het werk haar gemakkelijk van de hand gaat. Daar wy een groot gezin en nog bovendien kostgangers hebben, zoo is een langzame, trage of ook niet stipt eerlijke dienstmeid voor ons huis geheel ongeschikt.
Ik beloof U, Mevrouw, van al wat mij te dezen opzichte door U mocht worden aanvertrouwd, een behoedzaam gebruik te maken, en zal ü daarvoor steeds mijn oprechten dank verschuldigd zijn.
Kan ik in het toekomende de goedwilligheid, waarom ik U verzoek, met een of anderen wederdienst vergelden, zoo zal ik de gelegenheid daartoe met vreugde aangrijpen.
Ontvang de betuiging der hoogachting van Uwe onderdanige dienaresse, W, 26 April 1872. A. K.ETELD.
6. Ander aanzoek om naricht aangaande eene dienstmeid.
Zeer geachte vriend.
Gisteren heb ik zekere Magdalena Hoorn als dienstmeid gehuurd. Haar uiterlijk voorkomen, en wat zij van hare geschiktheid tot keuken- en allerlei vrouwelijk werk, als ook van de tevredenheid harer heeren en vrouwen in vorige diensten opgaf, waarvan zij tevens attesten overleide, dat alles beviel mij zeer wel. Doch nadat ik haar reeds den godspenning gegeven had, vernam ik eerst, dat zij ook een vierendeel jaars bij U gewoond heeft.
45
Had ze mij dit vooraf gezegd, zoo zou ik my dadelijk tol U gewend hebben om eenig naricht; doch het is misschien nog niet te laat. Ik Terzoek U 'daarom de goedheid te willen hebben, mij ten eerste te melden, hoe gij over dit meisje denkt, en of gij gelooft dat ze voor mij geschikt zal zijn.
In afwachting van nw vriendelijk antwoord blijf ik
uj !IUI5• .o-. Uwe onderd. dienaresse,
den Oden September 18/2 ^ LANG
7. Antwoord.
Zeer geachte Vriendin,
Uw vriendschappelijk verzoek wegens het bewuste dienstmeisje heb ik ontvangen. Zij heeft inderdaad een vierendeel jaar bij ons gediend, en wij waren, over 't geheel genomen, zeer wel met baar tevreden, en zouden haar nog langer gehouden hebben, zoo niet een ongemak aan den voet haar voor eenigen tijd builen slaat had gesteld om haar werk te verrichten.
Zij is zeer geschikt voor het keukenwerk, en ook tamelijk in vrouwelijke handwerken ervaren, ook hebben wij nooit reden gehad aan hare eerlijkheid te twijfelen. liet eenig gebrek, dat wij in haar moesten misprijzen, is, dat ze bij het doen van boodschappen dikwijls een half uur lang over den daartoe noo-digen tijd uitbleef. De oorzaak hiervan gelooven wij te moeten toeschrijven aan een goede kennis, die zij toen had en dikwijls steelsgewijs bezocht. Gij ziet, haar gebrek is nog al niet van de leelijkste; intusschen kunt gij van den wenk proliteeren.
Met achting.
Van huis, Uw dw. dienaar en vriend,
den (id»n September 1872 qor
Daar ik, hooggeachte Vriendin! geloof, dat de voor Uwen dienst bedoelde persoon U in geenen deele past, dewijl zij vlijtig noch trouw is en geen goede opvoeding heeft genoten, zoo vind ik mij verplicht, U hiervan kennis te geven en U tevens aan te raden, den godspenning er aan te geven en alle accoord met haar te verbreken. Ik behoud mij voor, U eerlang mondeling meer dienaangaande mede te deelen. Intusschen ben ik, als altijd,
Vax huis. Uw dienstvaard. dienaar en vriend,
den 7deii September 1873. (J. Los.
46
9. Vraag aan eenen muziekmeester, of hij tijd en lust heeft om les te geven.
Weledele Heer,
Kennis dragende van uwe menigvuldige bezigheden, raaak ik bedenking ü met een bezoek lastig te vallen, en neem derhalve de vrijheid U schriftelijk mijne voordracht te doen.
Ken nieuwe kostleerling, die sedert kort uil W. is gekomen en aldaar een half jaar ninziekonderrichf op de fluit heeft gehad, wenschte dit onder de leiding van een bekwaam meester voort te zetten.
Nu is mijn verzoek, of Gij U met de voortzetting van dat onderricht zoudt willen belasten. Zoo Gij hiertoe mocht genegen zijn, heb dan de goedheid een uur te bepalen, wanneer ik U ongestoord kan spreken, om daaromtrent nader samen te beraadslagen.
Met achting.
Van huis, Uw dion^ür
den Islen Juli 1873. uv\ u'ei^ai»
J. D. Losbrïg.
Weledele Heer,
Uw vereerend verzoek aangaande het muziekonderwijs van uw nieuwen kostleerling heb ik dezen morgen ontvangen.
Gaarne wil ik zijn verdere vorming op mij nemen, zoo wij elkander over het uur, b. v. van 10 tot 11 des voormiddags, kunnen verstaan.
Een kort mondeling onderhoud zal dus voldoende zijn om onze overeenkomst te treffen. Mijne bezigheden leiden mij dezen avond ten 5 ure voorbij uwe woning; ik zal dan de eer hebben bij U aan te komen. Ik hoop U op dit uur te huis te zullen aantreffen, zoo niet, dan bevind ik mij morgen tus-schen 10 en 11 uren zeker ten mijnent.
Met hoogachting,
den Isten quot;Slf 1873. Uw We!ed'- on(Jer^quot;ige dienaar.
J. Reinhart.
11. Om te vernemen naar de kosten van het onderricht.
Weledele Heer,
Daar ik, wegens mijne bezigheden, niet de eer kan hebben U op het aangegeven uur te spreken, ?.oo verzoek
47
ik U mij de kosten van uw muziekonderricht aan mijn nieuwen leerling per les schriftelijk te willen opgeven. Hij zal wekelijks zes lessen nemen; het door U bepaalde lesuur is zeer goed, dewijl hij alsdan vrij is.
Met achting,
v. H. g Juli 1872. uwi
J. D. Losbrig
12. Verzoek om naricht wegens een afgezonden doos.
H . . ., den 6den December 1872.
Weledelgeboren Heer,
Reeds onder dagteekening van 1 Nov. II. zond ik ÜWEGeb. met den voerman Beckers, in een goed toegemaakte doos de bestelde vijf pond chocolade.
Daar ÜWEGeb. mij tot nu toe de ontvangst daarvan niet berichtte, ben ik deswege ongerust, en wenschte weldra te vernemen of genoemde doos door ÜWEGeb. al of niet ontvangen is.
Ik heb de eer met hoogachting te zijn Weledelgeboren Heer,
Uw Weledelgeb'. onderd. dienaar,
P. Karsten, kruidenier.
13. Verzoek om naricht bij een vriend, aan wien de invordering van eene som gelds is opgedragen.
Hooggeachte Vriend,
Met den hartelijken wensch, dat gij ü, benevens Mevrouw uwe echtgenoot, in den besten welstand moogt bevinden, neem ik de vrijheid ü dezen te zenden, om weder eens te vernemen, of Gij intusschen zoo gelukkig z'yt geweest, eenig geld van den Heer Schote te ontvangen. Het zou mij aangenaam zijn, als ik de kleine rest bekomen kon; en gij zult mij wel ten goede willen houden, dat ik u nogmaals vriendelijk verzoek, uwe goede diensten daartoe voor mij te willen aanwenden.
Het gaat mij hier tamelijk wel, en het voornaamste is, dat mijne geheele familie eene goede gezondheid geniet.
Ontvang, onder verzekering onzer hoogachting, de hartelijke groeten van mijne vrouw en van
üwen ü hoogachtenden vriend, R., den 2don January 1873. Jji BeSKIND.
48
14. Verzoek om naricht wegens den staat van een rechtsgeding,
n. . . den 19den December 1873.
Weledelgestrenge Heer,
UWEGestr. had onlangs de goedheid, mij als zeker te melden, dat tegen den heer van Bergstein, in de bewuste schuldzaak, dadelijk na afloop van den gestelden termijn om executie was aangevraagd; intusschen zijn sedert dien tijd reeds verscheidene maanden verloopen, zonder dat er, zoover ik weet, verder iels op gevolgd is.
Diensvolgens zie ik mij genoodzaakt, bij UWEGestr. thans naar die zaak te vernemen; gaarne wenschte ik te weten hoe z'y staat, en verzoek UWEGestr. dringend, de betaling zoo spoedig mogelijk te bewerkstelligen. Tweehonderd gulden is toch zulk een groote som niet, dat een man als de Heer van Bekgstein, wanneer hem getoond wordt, dat het ernst is, die niet bijeen zou kunnen brengen.
In afwachting van een spoedig en aangenaam bericht, ben ik met ware hoogachting
Uw Weled.gestr'. dienstwillige dienaar, R. Milvus.
15. Men verzoekt onderricht te worden waar men
de brieven moet adresseeren.
N.....den 5den Augustus 1873.
Weledelgeboren Heer,
Gelief het te verschoonen, dat ik U met dit schrijven lastig moet vallen.
Vóór drie dagen had ik het genoegen, een langen, zeer merkwaardigen brief van Mijnheer uw zoon te ontvangen, in welken hij mij verzoekt. ZEd, binnen den kortst mogelijken tijd te antwoorden. Daar ik nu voornemens ben, zijn wensch nog vóór mijne afreize naar Brussel, die op den I2den dezer maand bepaald is, te vervullen, zoo wend ik mij tot UWEGeb., met verzoek, de goedheid te willen hebben mij te schrijven bij wien ik mijne brieven moet bestellen, en hoe UWEGeb. zelf uwe adressen gewoonlijk inricht.
Dit is hetgene ik zeer spoedig wenschte te vernemen, ten einde nog in de aanslaande weck aan mijn jongen vriend te kunnen schrijven.
49
Aan al uwe geliefde betrekkingen, bijzonder aan Mevrouw uwe echtgenoot, verzoek ik ü .nij aan te bevelen, en de verzekering der hoogachting welwillend aan te nemen van
Louise van Lichtenhorst Hoogenfels.
16 Antwoord.
N. . . den S Augustus 18 . .
Hoogwelfjeboren Vrouwe,
Tot antwoord op het door UHWGeb. verlangde bericht omtrent het adres der brieven aan mijn zoon, heb ik de eer UHWGeb. te melden, dat ze hem goed zullen geworden onder dat van; Hand lung shaus Engelhart und Compagnie in Hamburg.
Ik schrijf gewoonlijk mijne adressen in hetFransch: Messieurs Engelhart cl C0., Banquiers; pour remettre a Monsr. Charles Dekker d Hambourg.
Het is mij zeer aangenaam, UHWGeb. bij deze gelegenheid op nieuw van mijne ware hoogachting te verzekeren, met welke ik steeds de eer heb te zijn,
Hoogiuelgeboren Vrouwe,
Uw HWGeb'. zeer onderdanige dienaar, L. Bekker.
17. Men verzoekt inlichting en raad ten aanzien van een tuin.
Weledelgeboren Heer,
Vergun mij, UWEGeb. bij dezen met een verzoek lastig te vallen.
Naardien mij de tuin van Fijma alhier onlangs te koop is aangeboden, heb ik hem bezichtigd, en ben over 't geheel genomen met den aanleg en hetgeen er in is tamelijk wel tevreden. Ook komt mij de gevraagde koopprijs niet onbillijk voor, zoodat ik wel genegen ben den koop aan te gaan.
Alvorens mij evenwel met verdere onderhandelingen in te laten, acht ik het noodzakelijk, het onpartijdig oordeel over dezen tuin in te winnen van UWEGeb,, die hem gedurende 4 jaren in pacht gehad hebt, en alzoo nauwkeurig bekend zijt met de waarde van den grond, den aard en de hoeveelheid van de opbrengst der boomen, de jaarlljksche uitgaven voor onderhoud, en de som welke men rekenen mag er van te kunnen maken. In den tegenwoordigen wintertijd kan ik met geen mo-
4
50
gelijkheid daarover oordeelen, en moet mij derhalve op de ondervinding van anderen verlaten. Daarom waag ik het U te verzoeken, mij openhartig te willen mededeelen, wat U van dezen tuin weet, on hoe U daarover denkt, alsmede of hij de gevraagde som van 800 gulden wel waard is.
Ik stel mijn volle vertrouwen in uwe oprechtheid, en zie een onpartijdig antwoord met verlangen te gemoet, terwijl ik onder de verzekering van mijne hoogachting de eer heb te zijn
Weledelgeboren Heer,
Uw Weledelgeb'. onderdanige dienaar, W., den I8den December 18 . . g. JAKOBSON.
Woudbeek den SOsten December 18 . .
Hooggeachte Heer,
Bij (Jwe missive van den 18den dezer ben ik door U uitgenoodigd tot het geven van inlichting en het mede-deelen van mijn oordeel omtrent de tuin van Fijma, dien men U te koop heeft aangeboden. Ten volle ben ik bereid, U mijn gevoelen deswege, dat op een vierjarige ervaring berust, met al die oprechtheid mede te deelen, welke ik aan het door U in mij gestelde vertrouwen verschuldigd ben.
Gemelde tuin moet hoofdzakelijk als boomgaard beschouwd worden; want de opbrengst van den grond is zoo onbeduidend, dat hij nauwelijks de kosten van bewerking goed maakt. De reden hiervan is, dat de zonnestralen en regen door de dicht gebladerde boomen niet tot op den grond kunnen doordringen, zoodat de moeskruiden daaronder in 't geheel niet, ten minste zeer slecht gelukken.
De voornaamste opbrengst komt dus van de hoornen, die waarlijk schoon zijn en zeer heerlijk ooft opleveren. Zoolang ik den tuin in pacht had, bracht hij in goede jaren dikwijls van 100 tot 120 gulden op, en bovendien had ik nog zooveel over, als tot gebruik van mijne huishouding noodig was. Verreweg de meeste boomen staan in 't najaar met de edelste vruchten zwaar beladen, en sommige zijn zóó vruchtbaar, dat ik er in één jaar wel 2000 schoone appelen van liet plukken. Ook de St. Jans- en kruisbessestruiken zijn zeer vruchtbaar, zoodat zij nog al geld opbrengen. Daarentegen had ik ook één jaar, dat ik uit den geheelen tuin niet meer dan een paar manden peren kon inzamelen
Pacht, werkloon en bemesting, welke laatste ge-
51
noegzaam 36 gulden bedroeg, waren dan verloren. Maar men moet, zioals bij alle boomgaarden, het eene jaar door het andere rekenen, dan dekken de goede jaren de slechte, en men heeft dan toch nog een batig slot, dat den interest van 800 gulden tegen 5 per cent ruimschoots goed maakt. Ik geloof derhalve, dat U de koop tot dezen prijs niet zal berouwen.
Met hoogachting heb ik de eer te zijn
UWEd. Dv. Dienaar, N. Nomen.
19. Verzoek aan een vriend om ingelicht te worden wegens zijn lang stilzwijgen.
S . . , 14 Augustus is . .
Hoe komt het, mijn Vriend! dat ik in 't geheel niets meer van U verneem? Ik heb u reeds voor vier weken twee aanwijzingen op Rotterdam, ieder groot 130 gl., overgemaakt en tot dusverre geen antwoord bekomen. Beiden waren zoo goed als baar geld. Later zond ik u met de diligence een pak boeken, benevens een brief over zaken, waarop ik evenzeer Uw antwoord met ongeduld inwacht.
Ik verzoek ü zeer dringend, mij met omgaande post te schrijven. Ik ben beducht, dat gij ziek zijt, en deze gedachte maakt mij y.eer ongerust.
üe uitzichten in onze zaken worden steeds droeviger, en de gevolgen der laatste jaren zouden wel eens treurig kunnen zijn. Door klagen intusschcn wordt niets gewonnen. Geduld en moed zijn de beste wapens tegens den onspoed. Wij willen vreugde en leed met elkander deelen. Bij elke wisseling der dingen zal hel mij tot een onuitsprekelijk genoegen verstrekken, U bewijzen van oprechte vriendschap te kunnen geven.
Hartelijk druk ik U de hand, en ben altijd
Uw Vriend,
W. Sinceer.
20. Een vader wenscht onderricht te worden aangaande een goede school voor zijn zoon.
Den Heer P. van Balen, Burgemeester te Gouda.
Utrecbt, 7 Juni 18 .
Weledelachtbare Heer,
In het volle vertrouwen, dat dit schrijven ten goede zal worden opgenomen, veroorloof ik mij de vrijheid. Uw Weled.achtb. zonder bedenking te raadplegen over eene zaak, die mij zeer na
4*
52
ter harte gaal. Ik heb te mijner verontschuldiging niets aan te voeren dan de bewijzen, die uwe welwillendheid mij vroeger heeft gegeven, in de overtuiging, dat mij in dit belang niemand oprechter de hand zal bieden, dan Uw Weledelachtbare.
Ik wcnschte namelijk mijn oudsten zoon Hendrik, die tot nu toe door een huisonderwijzer is opgeleid, op een goede school verder in de noodige wetenschappelijke kennis tot de academische studiën te doen voorbereiden.
Ten aanzien van verscheidene omstandigheden komt mij het opvoedingsgesticht in uwe plaats als het geschiktste voor. Ik wenschte er echter vooraf meer van te weten, bepaaldelijk of de jonge lieden daar, onder een goed opzicht, de behoorlijke opleiding erlangen zoo ten aanzien van hun' natuurlijken en zedelijken aanleg, als iiunne wetenschappelijke vorming; verder, hoe hoog de prijs voor kost, inwoning en bewasschen gesteld is, en hoeveel er voor 't onderwijs in 't geheel per jaar betaald wordt.
Ten hoogste zou Uw Weied.achtb. mij aan zich verplichten, door mij omtrent een en ander het noodige mede te deelen, en mij Uwen raad, waarvan mijn besluit zal afhangen, niet te onthouden.
Mocht ik eenmaal in de gelegenheid gesteld worden, Uwe te nemen moeite met wederdienst te beantwoorden, ik zou mij dit ten vereerenden en aangenamen plicht rekenen.
Ontvang de betuiging mijner ware hoogachting.
Uw Weledel achtb'. zeer dienstwillige dienaar, F. J. Best.
Den Heer F. J, Best, Advokaat te Utrecht.
Gouda, 16 Juni 18 . .
Weledelgestrenge. Heer,
Onder dankbetuiging voor het in uwe vereerende letteren van 12 dezer in mij gestelde vertrouwen is het mij aangenaam. Uw Weledelgestr. het volgende aangaande den toestand van ons opvoedingsgesticht Ie kunnen mededeelen.
Bij het gesticht is sedert verleden jaar een opvoeder aangesteld, die door zijne talenten, geschiktheid en onvermoeide pogingen de geheele inrichting, die door velerlei omstandigheden in verval geraakt was, als quot;t ware geheel herschapen heeft. Het oog van den wakkeren Crusius waakt over alles, zoowel in de hoogste als in de laagste klasse. Overal heerscht vlijt, orde en de beste overeenstemming tusschen leerlingen en onder-
53
wijzers. De stok, die, niettegenstaande alle wettelijk verbod, vóór zijne komst alhier nog steeds een zoo merkwaardige rol speelde, werd aanstonds verworpen en maakte plaats voor eene oordeelkundige, zachte behandeling. Om kort te gaan, ik kan Uw Weled.gestr. met volle overtuiging de verzekering geven, dat de jonge heer uw zoon in alle opzichten thans alhier uitmuntend bezorgd zal wezen.
Voor kost, inwoning en bewasschen wordt jaarlijks / 400,— en voor het gezamenlijk onderwijs mede /' 200,— betaald, terwijl het onderhoud van kleeding en schoeisel, alsmede het zakgeld, welk laatste niet meer dan slechts fib— per Jaar mag bedragen en wekelijks door een der klasse onderwijzers aan de jonge lieden wordt uitbetaald, voor bijzondere rekening der ouders blijft. Men zal inderdaad moeten erkennen, dat de kosten, bij eene inrichting van dezen aard, welke de geheele opleiding van een kweekeling uit de eerste standen der maat-sciiappij omvat, zeer gering zijn.
Indien Uw Weled.gestr. uw zoon, waaraan ik niet twijfel, zelf herwaarts mocht geleiden, zal het mij eene eer zijn. Uw Weled.gestr. gedurende Uw verblijf alhier mijn huis en tafel te mogen aanbieden.
Na mij bij voortduring in uw aandenken te hebben aanbevolen, blijf ik, onder verzekering mijner ware achting, Weledelgestrenge Heer,
Uw Weledelgestr'. onderdanige dienaar, P. van Balen.
22. Verzoek om naricht te ontvangen over iemand, die zich als bediende in een hotel heeft aangeboden.
Weledele Heer,
Uw bediende, Johan Rozenstruik, heeft zich gisteren schriftelijk bij mij aangeboden om in mijnen dienst over te gaan. Naar zijne verzekering is dit met uwe voorkennis. Hij beroept zich ten aanzien van zijn gedrag op uwe getuigenis, en geeft voor, alleen uwen dienst te verlaten' om eenigen tijd in eene groote stad te wonen.
Diensvolgens zie ik mij genoopt, de vrijheid te nemen bij UEd. te onderzoeken, of dit alles overeenkomstig de waarheid is, en of UEd. met dezen jongen mensch zoo tevreden zijt, dat gij hem mij kunt aanraden. Er is mij veel aan gelegen, in mijn hotel een getrouw en verstandig man te hebben, die op mijne zaken acht geeft; daarom wil ik niemand zonder borgstelling (hetgeen ook wel het geval bij u geweest zal zijn)
54
aannemen; waarom ik ÜEd. verzoek, de goedheid te willen hebben, mij omtrent dit een en ander in te lichten en mij uwen raad mede ie deelen. Van uw antwoord zal mijne beslissing afhangen.
In afwachting daarvan ben ik met bijzondere
achting,
Weledele Heer,
Uw zeer onderdanisre dienaar, N, den 7den Juni 18 . . j Groots
23. Antwoord.
Geachte Heer,
Al het opgegevene van mijn bediende Johan Rozenstruik is overeenkomstig de waarheid. Deze knappe jcnge raensch is reeds vier jaar in mijnen dienst, en ik kan U op mijn woord verzekeren, dat ik al dien tijd alle redenen van tevredenheid over zijne trouw, dienstvaardigheid en zorgvuldigheid gehad heb. Ik vind derhalve geene bedenking, hem bij U gunstig aan te bevelen, ü zult bezwaarlijk een beter bediende vinden. Ik zou hem dan ook niet uit mijn dienst ontslagen hebben, ware het niet zijn wensch geweest, ook in een groote stad in de verkeering met menschen ondervinding op te doen.
Bij zijne komst ten mijnent heeft hij mij eene som van 200 gulden in klinkende munt tot onderpand gegeven, die hij bij zijn vertrek terug ontvangt met een interest van 40/o 's jaars. Zoo U dit begeert, zal hij die ook in uwe handen stellen.
Hiermede aan Uw verlangen, zoo 'k meen, voldaan hebbende, noem ik mij gaarne
UEd dw. dienaar, B., den 9dcn Juni 18 . . j gTIp
24. Verzoek aan eenen vriend om naricht wegens den persoon, die aanzoek tot verkeering met een meisje gedaan heeft.
B____den
Zeer Geachte Vriend,
Het vertrouwen op uwe vjiendschap spoort mij aan, ü om inlichting te verzoeken omtrent eene zaak, die mij zeer aan het harte ligt, omdat het de gelukkige verzorging van mijn kind betreft.
Zekere heer B. namelijk, vroeger huisonderwijzer bij U ter stede, die thans een ambt bij het stedelijke bestuur te R. bekleedt, doet aanzoek om de hand van mijne
55
oudste dochter. Over de inborst, de denk- en leefwijze van dezen man wenschte ik getrouwe en voldoende berichten te hebben, te meer daar die, welke ik van andere vrienden te R. ontvangen heb, mij eenigszins dubbelzinnig voorkomen Sta mij derhalve toe, U hierom met belangstelling te verzoeken, en gelief mij onder het zegel der geheimhouding oprecht mede te deelen, wat U van dezen man bekend is, in welken naam hij in uwe stad gestaan, in welke betrekking hij aldaar geleefd heeft, en hoe er zijn gedrag geweest is.
Zijn uitwendig voorkomen schijnt mijne dochter niet te mishagen; en hoewel het mij bekend is, dat hij geen vermogen heeft, zoo ben ik toch niet ongenegen mijne toestemming tot deze echtvereeniging te geven, indien ik met grond onderstellen mocht, dat hij een rechtschapen mensch is en een goed echtgenoot voor mijne Augusta zou zijn, en zulks te meer, daar het inkomen van zijn ambt toereikend schijnt te wezen om hen voor kwellende levenszorgen te behoeden.
Met verlangen zie ik uw antwoord te ge-moet. Hoe openhartiger, des Ie aangenamer zal 't mij zijn, lerwijl ik ü plechtig verzeker, dat ik in geen geval van uw vertrouwen misbruik zal maken. Verheug alzoo spoedig met dat antwoord
Uwen U hoogachtenden vriend, J. Grimmer.
IN, . . ., den
Waarde Vriend,
Aan uwe vriendschappelijke uitnoodiging beantwoord ik met zooveel te meer genoegen, daar ik het in mij gestelde vertrouwen met het aangenaamste bericht kan vergelden.
De heer B. namelijk is hier, over 't algemeen, als een oprecht, zeer geschikt en weldenkend man bekend. Zijn gedrag was tot dusverre onberispelijk, en door de onbaatzuchtige vriendelijkheid, waarmede hij ieder bejegende, verwierf hij zich genegenheid en vertrouwen. Hij had daarom ook toegang tot de beste gezelschappen, en nooit konden slechte menschen zich beroemen, met hem omgang te hebben gehad. In alle opzichten was zijn gedrag voorbeeldig.
Na dit alles kan ik u en Mejuffrouw uwe dochter gelukwenschen wegens de aanstaande verbintenis met dezen man. 't Is echter niet onmogelijk, ja veeleer waarschijnlijk, dat hij gebreken heeft; welk menschenkind toch is daar geheel vrij van ? Doch ik kon moeilijk gelooven, dat ze van zoodanigen
56
aard zouden zijn om invloed op uwe toestemming tot zijn verkeer met uwe dochter te hebben.
Voor 't overige zal het mij zeer verheugen, als ik door deze mijn geringe bemoeiing ook een weinig tot bevordering van het geluk uwer lieve Augusta heb bijgedragen.
Ik beveel mij in uw en in haar gunstig aandenken, en verzoek U beiden verzekerd te zijn van de beste wenschen van
Uw oprechten vriend C. WlNSCH.
26. Verzoek om naricht te ontvangen over den toestand van een geliefden vriend in de laatste
oogenblikken van zijn leven.
P . . den
Geëerde Vriendin !
Verschoon, bid ik U, met uwe mij vaak gebleken goedheid, dat ik U met deze regels lastig val. Mijn innig verlangen om iets te vernemen omtrent de laatste oogenblikken van onzen dierbaren ontslapen vriend N. noopt mij, om nwe goedwilligheid hierin tot mijn troost in te roepen.
0! de treurige waarheid, dat hij van ons en van de aarde gescheiden is, kan ik nauwelijks gelooven noch beseffen.
Misschien verlang ik te veel van U; doch de bewustheid, dat ik door geen ander, tot wien ik mij met dit verzoek zou mogen wenden, zoo goed kan begrepen worden dan door U, dat geen ander de drijfveer daartoe beter kan beoor-deelen dan gij, doet mij over elke bedenking heen stappen. En ik durf mij vleien, dat bij haar, die mijn ontslapen vriend van nabij heeft gekend en hem wist te waardeeren, mijne bede om een eenigszins omstandig verslag van zijn verscheiden een open oor zal vinden.
Het valt mij even moeielijk als smartelijk, mij aan het denkbeeld te gewennen, dat mijn rechtschapen, trouwe, hartelijke Bernard reeds sluimert in het graf, en mijn stoffelijk oog hem nimmer, nimmer zal weerzien. Mijn dierbaarfte harte-vriend werd in hem begraven.
Groet al uwe dierbaren van mij, en toon weldra uwe goedwillige genegenheid aan
Uwen U hoogachtenden F. Brander.
^•^AWVAAAAAA/WV^ ■'
BRIEVEN VAN RAADPLEGING, RAADGEVING EN WAARSCHUWING.
Algemeene Voorschriften.
Onder de brieven om Informatie komen reeds enkele voor, die raadplegingen en raadgevingen betreffen. Onder deze afdee-ling zal men geen andere dan dezulke aantreffen.
Even gemakkelijk als het doorgaans valt raad te vragen, even moeilijk is het niet zelden raad — natuurlijk goeden raad — te geven. In 't eerste geval komt het er voornamelijk op aan, dat men zich wete te wenden tot iemand, die aan goeden wil en rechtschapenheid ook de bevoegdheid, de vereischte zaakkennis en het heldere doorzicht paart om den gevraagden raad te geven. Veel meer bezwaar heeft het uit zijn aard in, iemand naar eisch van raad te dienen, inzonderheid als 't een ingewikkeld onderwerp, eene zaak van hoog belang geldt. Daarbij komt nog, dat sommige lieden hunnen vrienden om raad vragen alleen in de hoop van daardoor in het reeds door hen genomen besluit versterkt te worden. Raadt men hun in zulke gevallen juist hetgeen zij wenschen, dan oogst men daarvoor aanTijnkelijk dank in ; maar daarentegen haalt men zich lichtelijk het verwijt van kortzichtigheid, gebrek aan doorzicht of aan goedwilligheid en wat dies meer zij op den hals, wanneer de medegedeelde raad niet strookt met de wenschen en gevormde plannen des raadvragers, terwijl men bovendien, wanneer de gegeven raad opgevolgd mocht worden en later tot kwade gevolgen leidt, zich met eene zekere verantwoordelijkheid ziet bezwaard. Kortom, het raadgeven, men moge er van zeggen wat men wil, blijft een moeilijke, netelige zaak. Men doet vaak het best, wanneer men de gronden zijner meening over een voorgesteld geval krachtig en gematigd voordraagt, doch zijnen raad aan niemand opdringt. Er is nog bijzondere voorzichtigheid noodig, zoo de raadvrager eenig eigenbelang kon vermoeden. Betreft de raad het gedrag en de leefwijze van iemand, dan behoort hij vooral met liefde, hartelijkheid en verschooning medegedeeld te worden, omdat hij in dit geval veel beter ingang zal vinden, dan wanneer gestrengheid zijn kenmerk is of wel met verwijtingen vergezeld gaat. Men wijke echter nimmer een
58
haarbreed van de waarheid af, en vermijde steeds dubbelzinnige woorden en bedoelingen met de grootste zorgvuldigheid. — Wat de waarschuwende brieven betreft, de schrijver moet eerst en voor alles de bevoegdheid bezitten om zijne waarschuwende stem te doen hooren. Hartelijke belangstelling in 't welzijn van den persoon aan wien men schrijft, moet van zoodanige brieven de grondtoon wezen, zoodat de ontvanger des briefs tot de overtuiging komt, dat alleen warme deelneming en vriendschap de pen gevoerd hebben.
26. Een werkman, dien een kapitaaltje ten deel is gevallen, vraagt zijn voormaligon Heer om raad, wat daarmede aan te vangen.
Hoofjgmchle Heer Baron,
Toen ik uwen dienst verliet, waart U zoo vriendelijk tot mij te zeggen : «Nu, Frits, als ge later eens raad of hulp mocht noodig hebben, dan kunje vrij bij me aankloppen.quot; Onverwachts kreeg ik aanleiding om mij uwe vriendelijke woorden te herinneren, want zie. daar trek ik me, zoo waar ik leef, een twintigje van de honderd duizend gulden uit de loterij. Na aftrek van een en ander, houd ik een goede vier duizend gulden over, maar weet niet wat daarmee nu aan te vangen. Wel weet ik, dat men met geld op velerlei wijzen geld kan winnen, maar op wal wijs ik dat doen moet, weet ik niet. Mijne vrienden en kennissen, die met mijn fortuintje bekend zijn, hebben mij al de een zus de andere zoo geraden; »je moet er effecten, Amerikanen voor koopen, dan kanje geld als water verdienen ; — je moet een ferme kruinierswinkel opzetten ; — je moet er huisjes voor koopen, die je bij de week verhuurt, enz., enz.,— de ooren hebben mo er van getuit; maar ik liet ze schoon uitpraten en dacht bij me zeivee: ik zal zoo vrij wezen en teens aan mijn ouden Heer en Meester vragen ; die zal me dat niet kwalijk nemen en me stellig van goeden raad dienen.
Nog altijd ben ik hier werkzaam in de fabriek der heeren van VI. . . . Zoo zoetjes aan ben ik, door hard werken en oppassen, al zeg ik 't zelf' van 5 gulden 's weeks tot 10 gl. opgeklommen, en een van de heeren heeft me onlangs in vertrouwen gezegd, dat ik, als ik me op den duur zoo ferm bleef houden, bij de eerste gelegenheid tot onder-opzichter zou bevorderd worden. Als dat gebeurt, ben ik er glad uit: dan krijg ik 700 gl. 'sjaars, en daarvan, dunkt me, kan ik wel een vrouw met wat er bij kan komen onderhouden. Althans, ik heb alvast mijn oogen zoo eens rond laten gaan, en die zijn gevallen op een allerknapst, braaf meisje, de dochter van een niet onbemid-
59
deld meubelmaker alhier, wiens winkel druk beklant is. Met het meisje ben ik 't al zoo tamelijk eens, en ben ik eenmaal onder-opzichter, dan, geloof ik, zal de vader mij ook geen steenen in den weg leggen.
Neem mij niet kwalijk. Mijnheer, dat ik U zoolang met mij zeiven bezig houd: ik dacht, dat U nog wel graag wat zoudt weten omtrent uw voormaligen dienaar, die nimmer vergeten zal hoe goed U altijd voor hem zijt geweest.
In de hoop, dat U mij spoedig met eenig antwoord, bevattende uwen raad in het bovenstaande geval, zult vereeren, ben ik met de meeste hoogachting
UHWGeb. onderdanige dienaar, A . . ., IS Januari IS . . FbEDERIK IlOUTlNG.
adres; Amsterdam.
Kattenlmreerslraat,
Wijk . . N». . .
28. Antwoord.
R......11 Januari 18 . .
Wakkere Frits,
Ofschoon overkropt met bezigheden, wil ik toch in der haast uw brief van 15 dezer beantwoorden. Met genoegen zie ik, dat gij vooruitkomt en een goed uitzicht in de toekomst hebt. Wat het buitenkansje uit de loterij betreft, ik weet haast niet of ik u daarmee filiciteeren of condoleeren zal: meer dan eens toch zag ik in mijn leven, dat juist zulk een onverwacht fortuintje, als U nu ten deel viel, voor den dus begunstigde de weg naar 't gasthuis werd. Maar neen, dat zal 't voor u niet wezen : althans zoo ge mijn raad, dien ge inroept, wilt volgen. Ik ken van zeer nabij den heer S. E. . . . , Notaris te Amsterdam; die heer weet groote en kleine kapitalen even voordeelig als sekuur te plaatsen; uw geld zal in zijne handen volkomen veilig zijn: daar blijf ik u borg voor. Gij kunt hem zeggen, dat gij op mijn raad en aanbeveling u lot hem wendt. Op vaste tijden ontvangt gij dan een billijken interest van uw geld, dat altijd te uwer beschikking blijft. En als u dan, na korter of langer tijd, het in 't vooruitzicht gestelde onder-opzichterschap, en daarmee tevens een lief vrouwtje ten deel valt, dan kan uw kapitaaltje U wellicht dienstig zijn om de meubelaffaire van den niet onhemiddelden schoonvader over te nemen. Enfin, dat kunt ge later zien. Maar wat ik U bidden mag, jongen, koop geen effecten, en geen weekhmir-huisjes: van die dingen liebje geen verstand; en bovenal. Frits, Iaat u het loterij-fortuintje niet verlokken om langs dien weg nog meer te verwerven. Zoek alleen
60
in vlijt en oppassendheid het middel om vooruit in de wereld te komen: dat is de rechte weg en anders geen.
Ket zal mij lief zijn, later nog eens wat van u te hooren en daarbij te vernemen, dat hel u wel gaat. Adieu.
J. P. Baron van Zittern.
29. Een braaf man wordt door zijn petekind, dat een anderen stand wil kiezen, om raad en ondersteuning gevraagd.
Hooggeachte Heer Peetoom,
Uw wijze raad en liefderijke leiding hebben mij reeds zoo dikwerf uit de verlegenheid gered, dat ik geloof, mij over een zoo gewichtig voornemen als mij thans aan het hart ligt, met alle vertrouwen tot U fe mogen wenden, en U te verzoeken, mij welwillend uwe gedachten daaromtrent te willen mededeelen.
Ik heb namelijk, zoo ik mij vleien mag, de winkelbediening, waartoe mijn overleden vader mij bestemde, zoo wèl geleerd, dat ik geloof mij over mijne kennis en vaardigheid in dezen voor niemand te moeten schamen ; doch het komt mij voor, dat er in mijn vak weinig vooruitzicht is op een voortdurend zeker bestaan. Hoe het daarmede in de laatste jaren ging, is genoeg bekend. Daarbij komt nog — want ik mag U niets verhelen — dat ik meen tot iets meer degelijks bruikbaar te zijn, dan om mijn leven lang achter de toonbank te staan. Dientengevolge is reeds sedert geruimen tijd het plan bij mij opgekomen, om mijn tegenwoordig bedrijf te laten varen, en mij geheel aan den groothandel te wijden ; en dit plan is het. Hooggeachte Heer Peetoom, waarover ik uw vaderlijken raad inroep.
Tot de uitvoering van mijn wensch doet zich thans eene gelegenheid op, zooals die wellicht nimmer weer voorkomt. Een koopman uit Hamburg, de heer Liebrecht namelijk, die mij toevallig leerde kennen, heeft gemeend den noo-digen aanleg voor den handel in mij te bespeuren : hij heeft mijn schrift met goedkeuring beschouwd, en mij bij zijn vertrek eene plaats op zijn kantoor aangeboden ; zoo ik aan zijne verwachting beantwoord, zal hij mij evenals zijne andere bedienden bezoldigen en tot mijn verder voortkomen behulpzaam zijn; doch hij begeert, dat ik het eerste jaar, zonder toelage, in mijne eigen behoeften voorzie, en — ziedaar het groote struikelblok — hiertoe ontbreken mij de noodige middelen.
Wat iemand met eenigen aanleg, aanhoudende vlijt en den besten wil vermag, dat hoop ik, met Gods hulp, in den
mij geopenden werkkring te doen. Maar hoe dien werkkring ingetreden ? Die voorwaarden van het eerste jaar versperren mij den weg. Driehonderd gulden zouden voldoende wezen, maar over die geringe som kan ik niet beschikken. Misschien echter wil uwe goedheid ze mij verschallen, indien het ook uwe meening is, dat mij langs dezen weg een goed uitzicht in de toekomst wordt ontsloten.
Ik verzoek U derhalve, even eerbiedig als dringend, de zaak in rijp beraad te nemen, mij uwe inzichten mede te deelen, en, ingeval die met de mijne mochten overeenstemmen, bij de uitvoering van een zoo gewichtige onderneming mij vaderlijk bij te staan. Als ik door uwe liefderijke bemiddeling het benoodigde voorschot mocht ontvangen, zou ik al mijne krachten inspannen, om kapitaal met interest zoodra mogelijk terug te geven. Gelijk ik vertrouw, zal U mijne eerlijke wijze te dezen aanzien geen twijfel overlaten.
Ik zie uw antwoord rnet ongeduld te gemoet. Hoedanig het ook moge wezen, zoolang ik leef, zal ik met alle aan U verschuldigde liefde en dankbaarheid zijn
Uw hoogachtend petekind, N.....8 Mei 18 - ■ B. wllkens.
R......10 Mei 18. .
Lieve Bernard,
Uwen brief van den 8sten dezer heb ik wel ontvangen; ik dank u voor het kinderlijk vertrouwen, waarmede gij betrekkelijk uw voornemen u tot mij wendt.
Ik moet bekennen, dat ik van den beginne af zeer ongaarne heb gezien, dat uw vader u een beroep liet lee-ren, dat in dezen tijd zoo weinig uitzicht op een vast beslaan in de toekomst oplevert. Ik geloof ook, dat gij, met uw gelukkigen aanleg, en met de moeite, die gij hebt aangewend om u te bekwamen, tot iets beters geschikt zou wezen. Wij moeten het daarom als een wenk des Hemels beschouwen, dat gij zoo onverwacht in aanraking zijt gekomen met iemand, die U zoo welwillend en onbaatzuchtig de hand reikt tot een beter lot. Daar wij evenwelden heer Liebrecht nog niet van nabij kennen, zoo eischt de voorzichtigheid van ons, eerst naar Hamburg te schrijven, ten einde naar zijne omstandigheden, levenswijs, enz. te vernemen. Voldoet het antwoord aan onzen wensch, dan zal de kleine som, die gij het eerste jaar denkt noodig te hebben, ook wel gevonden worden. Ik schrijf u over deze gewichtige zaak nu niet wijdloopiger, omdat ik hoop u binnen kort te spre-
62
ken. Dit strekke vooreerst tot uwe geruststelling en tot eon bewijs, hoe na uw welzijn mij (er harte gaat.
Wees intusscheii zeer hartelijk gegroet van Üw belangstellenden Vriend, B. Ganning.
31. Raad aan een nieuw-verloofde en wensch van een vaderlijken vriend.
Zoo vroeg reeds, dierbare vriend, will gij een huwelijk, een zoo gewichtig verbond, waarvan liet geluk des gan-schen levens afhangt, aangaan? —- Doch ik stel vertrouwen in uwe bezonnenheid, en mag gelooven, dat gij U in uwe keuze niet overijld zult hebben.
Ja, lieve Brand, ik geloof even zeker als gij, dat het ware geluk op aarde alleen in de nauwste verbintenis van twee eenstemmig denkende harten gevonden wordt. De liefde op zich zelve maakt echter niet volkomen gelukkig, wanneer zij niet op achting en vriendschap gegrond is. Daarom, wees van het begin af de trouwe, hartelijke, achtenswaardige vriend uwer jonge echtgenoot, en blijf dat ook dan, wanneer de vlam der eerste liefde is verflauwd. Ik zeg: van het begin af: want de ondervinding leert, dat van de wijze, waarop twee jonge echtelingen in het eerste jaar met elkander omgaan, meestal hun welzijn in de volgende jaren afhangt.
Gewent u beiden, van den eersten dag af, elkaar met achting, voorkomende vriendelijkheid, vertrouwen en liefderijke verschooning te behandelen; leert elkander genoeg zijn ; het aeluk binnen en niet buiten uw eigen huis te zoeken: dan
s ö
zullen de zalige gevolgen van deze vroegtijdig aangenomen gewoonte uw gansche leven door uw deel zijn; uw huis zal u weldra boven alle andere bevallen. En als gij, mijn vriend, het eenmaal zoo ver hebt gebracht, sla ik u borg voor het geluk uwer overige dagen. Dan zal er geen ledig in uw hart ontstaan ; gij zult geene genoegens willen najagen, die reeds iederen morgen bij het ontwaken in den boezem van uw eigen huisgezin op u wachten.
Dit, vriend, zijn mijne gedachten over hel geluk des huwelijks. Thans staal het nog in uwe macht, hel te verwerven; later zoudt ge misschien le vergeefs daarop hopen. Ik voor mij zegen nog heden den dag van mijne echtvereeniging; mocht ook gij, na vijfentwintig jaren, met een vroolijk hart het uur loven, waarin de bevoegde macht de hand van Eliza in de uwe leide! Dit is de oprechte wensch van
Uw vaderlijken vriend, w.....,6 Augustus 18 . . m. ÉnGFX.
63
32. Baad aan eenen vriend om van een post,
dien hij begeerd had, af te zien.
Waarde Vriend,
Gij weet, dat de post, op welken gij vroeger een gegrond uitzicht had, thans bepaald aan den jongen oe ÏjLINK is toegezegd. Staak derhalve alle verdere pogingen : zij zouden nu afkeuring verdienen en niet geschikt zijn om ü raeer in gunst te brengen bij de hooger geplaatste personen, van wie
«ij uwe bevorderinir verwacht. Smoor uwe wellicht ueyronde
11 ö ^ lt; ö ö
klachten over miskenning en achterstelling in uw eigen borst, en toon door onverdroten dienstijver, dnor stipte plichtsbetrachting, door een onberispelijk gedrag, dat gij een booger betrekking waardig zijt. Ik durf gelooven, dat de Minister, ingeval hij U zoo goed als den beer dr Blink gekend had, de benoeming op U zou uitgebracht hebben. Poog dat óók te gelooven, en dan znl het U niet zwaar vallen, zoowel voor hem, die Ü werd voorgetrokken, als voor hem, die U thans achterstelde, de zelfde te blijven, die gij tot dusverre waart, zonder eenigen wrok of wrevel aan den dag te leggen. Op zoodanige wijze kunt gij, naar mijn inzien, U alleen den weg tot uw aanslaand fortuin banen. Onderwerping, geduld en standvastigheid zijn alles, wat ik u vooreerst aanraad. Wat ik overigens ter vervulling uwer wenschen mocht kunnen bijdragen, zal voorzeker geschieden. Denk vaak aan mij en vaarwel.
Uw toegenegen, K . . ., 6 Mei 18 . . L. RlMME.
;J3. Raad aan een meisje om van eene verbintenis tegen haar zin af te zien.
Dierbare Vriendin,
Alzoo is het dan zeker, dat gij uw jawoord uitgesproken hebt? — Neem het om 's Hemels wil, als bet nog tijd is, weder terug. Uw hart voelt niets voor den man, wien gij uwe hand wilt geven. Uwe rechtmatige verontwaardiging over een trouweloozen vriend beeft n tot een overhaasten stap verleid; doch misschien is 't nog tijd om terug te treden. Bedenk, lieve Sophie, en verberg het u zelve niet, dat gij eene echtverbintenis uit wrevel gaat sluiten. Hoe kunt ge daarvan iets goeds verwachten? Moogt gij het geluk van uw geheele leven aan een oogenblik, waarin bittere teleurstelling en spijt uw hart vermeesterd hadden, opofferen?
Gij bemint nog altijd uwen Lichtenberg, niette-
64
genstaande zijne ontrouw. Ware hij uw man geworden, die getoond heeft, geen liefde voor U gehad te hebben, wie weet na hoe weinig tijds gij niet meer voor hem zoudt gevoelen, wat gij nu gewaar wordt. Het ongeluk echter, waarin gij u nu schier met zekerheid wilt gaan storten, strekt zich over uw geheelen leeftijd uit, en gij zult een bitter berouw gevoelen, dat gij uw aardsche welzijn aan eeu snel voorbijgaande, hartstochtelijke opwelling ten offer hebt gebracht.
Ik bezweer u bij al wat heilig is, maak u los van uwe belofte. Landout is in 't geheel geen man voor u. Hij is-weduwnaar; hij heeft kinderen, en gij geeft hem klaarblijkelijk slechts uwe hand, omdat gij in een koortsachtige opgewondenheid, die alle bezonnenheid rooft, niet recht meer weet, wat gij doet. In zulk een toestand, lieve vriendin,, is het raadzaam tot niets te besluiten, den wrok in 't hart te laten uitgisten en alles aan te wenden om aan het verstand zijne verloren rechten weder te geven. In minder dan een half Jaar volgt dan altoos zeker een zeer merkwaardige verandering in en om ons.
Het doet mij zeer leed, mijne Dierbare, dat ik niet bij u kan wezen, om u, met al de welsprekendheid, die de liefde tot u mij gewisselijk zou verleenen, dit huwelijk af te raden. Ik ben overtuigd, dat allen, die het eerlijk met u mee-nen, evenzoo denken, en u eenparig zullen zeggen, wat ik u thans schrijf. Vaarwel, en geloof aan de oprechte en welmee-nende raadgeving van
n.....24 Mei t8.. Uwe Emilia.
34. Eeno moeder geeft raad aan haren zoon, hoe hij zich in het huis van zijne weldoeners moet gedragen.
h...... c Juli.
Lieve Hendrik,
Uw brief verheugde mij om de liefde, waarmede gij toont aan uwe moeder te denken. Laat deze nimmer in uw hart verkoelen, en ik zal gelukkig zijn.
Mevrouw Lansberg schrijft mij, dat zij u gezamenlijk met hare zonen laat onderwijzen. Ik erken deze goedheid met innige dankbaarheid aan God, die mijn onvermogen, om groote kosten voor uwe opvoeding te maken, zoo vaderlijk te hulp komt. Wees ook gij daarvoor dankbaar, mijn Zoon, jegens uwe weldoeners, en tracht hunne edele gezindheid met al uw vermogens te gemoet te komen. Door vlijt en een goed gedrag kunt gij het zekerst hunne liefde winnen. Breng geen oogen-
65
blik nutteloos door, want verloren uren komen nimmer terug. Hoe zou ik mij verheugen, als ik u eens, uitmuntend gevormd en met veel nuttige kennis begaafd, weer in mijne armen mocht sluiten; hoeveel te meer genoegen zou ik dan in uw omgang smaken ? Deze hoop matigt mijne smart over uw afzijn ; doch ook u, beste Hendrik, moet zij versterken. Ofschoon het nu ook de beschikking des Hemels is, dat wij gescheiden zijn, zoo hindert ons toch niets elkander in de verte te beminnen en brieven samen te wisselen.
Vaarwel, mijn kind, leef vroolijk en opgeruimd, vergeet echter door uwe vermaken uwe plichten niet, en geef steeds gewensclue narichten van u aan
Uwe liefhebbende moeder, P. Kroon—Vos.
35. Raad van eene moeder aan hare dienstbare dochter.
f.....,10 October 18 . .
Lieve Dochter,
Met neef Timmermans heb ik uwen brief ontvangen, en daaruil met leedwezen vernomen, dat gij in uw tegen-woordigen dienst niet tevreden zijt. Gij klaagt over de onvriendelijkheid van uwe mevrouw, over de knorrigheid en eigenzinnigheid van uw heer, enz.
Als gij in dit huis waarlijk zoo ongelukkig zijt en gelooft, dat gij 't in een ander beter zoudt hebben, zoo staat het u immers vrij, dat te beproeven; doch verlaat uwen dienst niet vóór den tijd; want uw heer zou u dan door het gerecht weder kunnen terugvorderen, en gij zoudt u niets dan nadeel op den hals halen.
Hoezeer gij ook over uw heer en mevrouw moogt klagen, zoo heb ik toch door onpartijdige lieden nog veel goeds van hen vernomen. Het is daarom de vraag, of gij u de kwade behandeling, waarover gij klaagt, niet min of meer zelve door eigen schuld veroorzaakt. In dit geval zoudt gij met eene verandering niets winnen, want ongehoorzaamheid, onbescheiden tegenspraak en een norsch gezicht wil niemand van zijne dienstboden dulden. Dat gij met deze gebreken behept zijt, weet ik, helaas, uit eigen ondervinding, en gij zult u wel herinneren, hoe dikwijls ik u daarvoor gewaarschuwd en u de gevolgen daarvan voorgesteld heb. Ik wil wel gelooven, dat uwe mevrouw somtijds iets van u eischt, dat u onbillijk voorkomt; doch als zij zeer gesteld mocht wezen op zindelijkheid, orde in de huishouding, stipte plichtsbetrachting en zorgvuldige bestelling der keu-
66
ken, zoo kunt gij haar dit niet kwalijk nemen; daarentegen moet gij u bevlijtigen om alles zeer nauwgezet naar haren zin te doen, want dit strekt immers tot uw eigen best; terwijl het mijn innige wensch is, u eens gevormd te zien tot eene zeer ordelijke, propere, geschikte en arbeidzame huisvrouw.
Het kan zijn, dal uw heer en mevrouw u somtijds zonder reden hard en knorrig behandelen; dit moet gij echter weten te verdragen en daarbij bedenken, dat huiselijke zorgen, geheime kommer en allerlei verdrietelijkheden, van welke gij niets verneemt, bij hen kwade luimen kunnen veroorzaken. Wildet gij in zulke gevallen op denzelfden toon antwourden en door weerspannigheid aanleiding tot toorn geven, zoo zou daaruit niets goeds ontstaan. Bedwing u liever, en zwijg stil; wees verdraagzaam, toegevend en zachtzinnig. Zoodoende zal, ik sta er u voor in, het onweder spoedig overdrijven.
Niemand, lieve dochter, meent het beter met u dan uwe moeder. Als gij mijn raad volgt, uw best doet om beleefd, vriendelijk en gehoorzaam te wezen; als gij hebt leeren verdragen en zwijgen, zooals ik in mijne langdurige dienstjaren, dan zult gij gelukkiger en tevredener leven, niet slechts in dit, maar ook in ieder ander huis; en als u eens een man beschoren is, moogt gij van deze deugden ook een gelukkigen echt verwachten.
Dit, lieve Anna, tot antwoord op uwen brief. Als gij op mijn moederlijken raad acht geeft, zoodat gij mij weldra met wenschelijke berichten kunt verheugen, dan zal dat eene blijde tijding wezen voor mij, die altoos ben
Uwe getrouwe moeder,
Ulrica Meiwan.
36. Waarschuwing aan eenen jongen vriend wegens onvoorzichtige taal.
a.....,5 Februari 18 . .
Waarde Vriend,
Als een oud vriend van uw wakkeren vader vermeen ik mij te mogen veroorloven, U waarschuwend en raadgevend te naderen, wanneer ik u door gevaren zie bedreigd. Gij zijt in uwe uitdrukkingen hoogst onvoorzichtig, en ontziet zelfs die personen niet, welke op uw vooruitkomen in de wereld een beslissenden invloed kunnen hebben. Nog in een gezelschap van gisteren hebt ge ü op eene hoogst onbezonnen wijze over den lieer N uitgelaten, en toch hebt gij aan dien heer voor een goed gedeelte uwe tegenwoordige vrij voordeelige betrekking te danken. Men heeft moeite om te begrijpen, hoe gij dusdanig
67
tegen uw eigen belang kunt handelen. Een edel raensch legt de zwakheden en gebreken zijner rnedemenschen niet bloot, om daardoor zich zeiven te verheffen. Spreken is eene kunst, zwy-gen is een veel grootere.
Ik hoop, dat gij deze mijne welgemeende waarschuwing ter harte zult nemen en ze houden zult voor het uitvloeisel van mijne wanne belangstelling in uw lot. — Vaarwel 1
Uw vaderlijken vriend, Van huis 12 Juli 18 . . R. vagt; Balen.
37. Waarschuwing aan eene vriendin voor eenen verleider.
A.....,5 Februari 18 .
Dierbaarste Vriendin,
Zeer dankbaar ben ik U voor het vele nieuws, dat ge mij in uw laatsten brief hebt willen schrijven: er is niet weinig daaronder, dat mij tot innig genoegen strekt; jammer, jammer maar, dat juist het gewichtigste nieuws onder dat alles voor mij eene jobstijding wezen en al mijne vreugde bederven moest. Het doet mij in de ziel leed, dat ik uwe aangename gemoedsstemming moet gaan storen; maar de zorg voor het geluk mijner lieve vriendin maakt het mij ten plicht, U opmerkzaam te maken op een gevaar, dat al uw levensgeluk dreigt te ondermijnen. De warme lofspraak, die gij in zoo ruime mate den heer X toedeelt, bevreemdt mij niet, want ik had gelegenheid hem te leeren kennen; maar ik schrikte er van, toen ik vernam, hoe weinig bij den lichtzinnige de goede naam en de rust van een edel meisje gelden, hoe licht zij die beide opoffert, waar 'top de bevrediging van zijne ijdelheid, van de begeerten zijner bedorven natuur aankomt. Maar gij, lieve vriendin, gij zult, gij moogt zijn offer niet worden.
'tls mogelijk, dat gij U in dit oogenblik onvriendelijk van mij afwendt, omdat ik U zoo onzacht uit een zoeten droom wakker schud; maar later zult ge er gewis uw getrouwe vriendin dank voor zeggen. De heer X behoort tot die mannen, die reeds menig braaf meisje de bittere smart der begoo-. cheling deden voelen, en gelukkig mag men haar noemen, die tijdig genoeg zijne valstrikken wisten te ontkomen. Ik heb hem persoonlijk leeren kennen, toen hij zich hier ophield, en den toegang had tot vele familiën, die het nimmer zullen vergeten, hoe jammerlijk zij zich in hern bedrogen hebben 'tls waar, de vlugheid van zijnen geest, de helderheid van zijn verstand, zoo ook zijne hoogst beschaafde manieren zijn eigenschappen, die
68
hetn allerwegen bemind en gezocht maken. Ik wraak het in U niet, wanneer deze beminnenswaardige hoedanigheden uwe opmerkzaamheid geboeid hebben; ook wil ik niet gelooven, dat zijn hart zóó bedorven is, dat die innemende buitenzijde altijd alleen moet dienen om de kunstgrepen zijner verleiding te verbergen. Maar, lieve vriendin, den man, die eenmaal in een zoo dubbelzinnig licht is opgetreden, mogen wij geen onbepaald vertrouwen schenken. Wij moeten met te meer argwaan op onze hoede wezen, hoe meer' wij ons geneigd gevoelen zijne vleierijen ▼oor waarheid te houden. Wees voor 't overige verzekerd, dat ik geenerlei persoonlijk belang bij de zaak heb, en dat niets anders dan mijne vriendschap voor U en de zorg voor uw welzijn mij hebben bewogen om U deze ervaringen mede te ileelen. Mochten zij vrucht bij U dragen, hoe hartelijk zou mij dat verblijden ! Mochten zij echter geheel onnoodig en overbodig wezen, welnu, ook dan zal zich gelukkig rekenen
Uwe U hartelijk liefhebbende Vriendin, Emma Verhagen.
111.
COMMISSIËN OF OPDRACHTEN EN BESTELLINGEN.
Iemand iets op te dragen, dat veel moeite veroorzaakt of voorschotten vereischt, is zeer onbescheiden. Ofschoon het niet altijd in onze macht staat, het eerste te verhoeden, zoo kunnen wij echter dienstvaardige vrienden wel verschoonen van het bezwaar om voorschotten te doen. Doen wij dit niet, zoo hebben wij ook geene reden om ons te beklagen, als onze bestellingen vertraging lijden of achterwege blijven.
Bij quot;iedere opdracht moet nauwkeurig bepaald worden, wat men begeert, en waar en hoe het op de gemakkelijkste en zekerste wijze te verkrijgen is, waar het bezorgd of langs welken weg het verzonden moet worden. Aan bijzondere vrienden, en nog meer aan hen, welke wij slechts als kennissen kunnen aanmerken, moet men, zooveel mogelijk, moeite en tijd besparen. Bij de laatsten moeten wij ons daarenboven nog verontschuldigen, en hun voor hunne vriendelijke bereidvaardigheid onzen wederdienst aanbieden ; wij moeten hen geheel en al van onaangename opdrachten verschoonen, en, zoo mogelijk, zelfs onze beste vrienden er niet mede belasten.
Als een brief eene bestelling betreft, bij welke de ontvanger voordeel heeft, b. v. een koopman bij wien men waren neemt, dan behoeft men zoo veel omslag niet te maken als bij een ander; doch ook hier moeten de regelen der welvoegelijkheid worden in acht genomen. Men kan toch van eenen koopman, met wien wij onbekend zijn, niet vergen, dat hij ons waren op crediet zal toevertrouwen. De bestellingen moeten daarom wegblijven, als men niet het gereede geld er bij voegt, of zich op den borgtocht van een vertrouwden persoon kan beroepen.
38. Opdracht aan een ouden vriend, om voor eene aanzienlijke familie eene gouvernante bij de kinderen te bezorgen.
Zeer Geachte Vriend,
Mocht ik in tien jaren het genoegen niet smaken, U te zien, zoo strekt deze orn U te overtuigen dat de oprecht-
70
heid mijner vriendschap in al dien tijd niet verminderd is, terwijl ik er niet aan twijfel, dat ik wederkeerig nog in uw aandenken leef en ü nog even waard ben als toen.
Daar mijn vertrouwen op uwe standvastige vriendschap zeer groot is, zoo schroom ik niet, onze zoo lang gestaakte briefwisseling al dadelijk meteen verzoek te hernieuwen.
Eene aanzienlijke vrouw in mijne nabuurschap, van welke men zeer veel goeds kan zeggen, wenscht eene ongehuwde juffrouw te hebben, die goed Fransch, doch inzonderheid zeer goed hare- moedertaal (het Nederlandsch) spreekt en schrijft, redelijk ervaren is in de aardrijkskunde en geschiedenis, een weinig kan rekenen, en voor het overige met die vrouwelijke handwerken bekend is, welke vooral goede huismoeders niet kunnen ontberen; een voornaam vereischte is ook, dat zij, behalve goede zeden, tevens zuivere begrippen van den godsdienst bezit, en daarvan in haar handel en wandel blijken geeft.
Aan eene jufvrouw, die met deze gaven is toegerust, wenscht men de opleiding van twee lieve jonge meisjes toe te vertrouwen. De moeder van deze kinderen is eene zeer oprechte, edeldenkende dame, een waar voorbeeld der vrouwen; zij zal de gezochte juffrouw zeker als eene vriendin behandelen, zoo deze aan hare verwachting beantwoordt. De voorwaarden zal men onverwijld aan haar mededeelen, zoodra zij zich zal hebben bekend gemaakt.
Daar ik met deze achtbare vrouw in vriendschappelijke betrekkingen sta, en met hare edele denkwijze nauwkeurig bekend ben, zoo kan ik met overtuiging iedere juffrouw, welke deze betrekking als opvoedster aanneemt, geluk wenschen. En daar er mij veel aan gelegen is, tot bereiking van dit oogmerk bevorderlijk te zijn en de kinderen onder een goed opzicht te brengen, zoo heb ik mij gaarne met deze commissie willen belasten. Daarbij heb ik echter vooral op de medewerking van mijn waardigen vriend gerekend, en ik wend mij dus tot U met het vriendelijk verzoek, in uwe stad naar zulk eene juffrouw te willen uitzien. Overtuigd, dat uwe pogingen het gewenschte gevolg zullen hebben, zal het mij aangenaam wezen, zoo spoedig mogelijk naricht daarvan te ontvangen. Volgens uw verlicht oordeel en erkende kunde zult gij het best kunnen beoordeelen, wie tot ons oogmerk geschikt is.
Wees niet boos, geachte Vriend! over mijn lastigen aandrang. Mocht gij onverhoopt aan mijn verzoek niet voldoen kunnen, dan zult gij wel de goedheid hebben, mij zulks met omgaande post te melden, ten einde wij ons elders kunnen vervoegen ; want. er is der gezegde dame zeer veel aan gelegen, zoo spoedig mogelijk eene goede opvoedster bij hare kinderen te hebben.
71
De vervulling van mijn verzoek en de daarbij aangewende moeite zal ik met den innigsten dank erkennen.
Ik eindig met den wensch, dat deze gelegenheid eene aanleiding moge zijn om onze oude vriendschappelijke betrekkingen weder nauwer aan te knoopen. Altijd zal ik het mij tot een aangenamen plicht rekenen, U te bewijzen hoezeer ik ben
Uw zeer hoogachtende vriend, O. . . den isten Mei 18 . . p GRAVER
39. Bestelling bij eenen schrijnwerker.
Driebergen den 8sten Mei 18 . .
Mijnheer,
Daar mijne dochter zich binnen eene maand in het huwelijk begeeft, heeft zij nog tot de bemeubeling van haar huis noodig: twee commodes en eene ronde tafel van wagenschot met mahoniehout opgelegd. Deze moeten passen bij de onlangs door u geleverde canapé en stoelen, en behooren evenals deze, hoewel sterk, naar den laatsten smaak te zijn. Het blad der talél, op éénen voet gedragen, moet vijftien palm middellijn hebben. Men zorge vooral voor een goede lijming en gladde politoer. Ik verzoek u vriendelijk, deze stukken uiterlijk op den 15den der volgende maand af te leveren; en mocht drukte u dit wellicht niet toelaten, zoo gelief mij dit met omgaande post te melden, ten einde ik nog bijtijds elders kunne uitzien. Zeker ware mij de arbeid van uwe hand aangenamer.
Ik vlei mij, dat u deze meubelen zeker op den bepaalden tijd zult bezorgen, of die bestelling rechtstreeks afzeggen, opdat ik niet door een ijdele belofte misleid en in verlegenheid gebracht worde.
In afwachting van uw bereidwillig antwoord ben
ik met achting
Uw dienaar. L. Merkus.
N.....den 9den Mei 18 . .
Weledele Heer,
Hoezeer ik het tegenwoordig tamelijk volhandig heb, zullen echter de twee commodes en de tafel, die er nog tot de stoffeering van het huis uwer dochter benoodigd zijn, met zekerheid op den bepaalden tijd door mij geleverd worden.
72
Ik verzoek UWEd. mij slechts de lengte en breedte, alsmede het aantal laden dezer beide stukken te willen opgeven, en daarbij te melden, of de sloten der commodes met verschillende sleutels moeten zijn.
Uw WelEd'. zeer onderdanige dienaar, B. Verkerk.
41. Opdracht aan eenen vriend, die op reis gaat.
Geachte Vriend,
Daar ik vernomen heb, dat gij voornemens zijt aanstaande week naar R. te gaan, zoo veroorloof ik mij ü eene kleine commissie op te dragen. Ik wenschte namelijk een dozijn chemische vuurtuigjes te hebben. Heb de goedheid, die mede te brengen: ze zijn in de meeste Neurenberger winkels te bekomen. Het voorschot kan niet groot wezen, zoodat ik deswege bij ü, dien ik zoo grondig ken, geene verontschuldigingen zal maken. Niels zal mij aangenamer zijn, dan het U bij de eerste gelegenheid de beste in dank terug te geven.
Ik vlei mij, dat gij aan dit verzoek vriendschappelijk zult voldoen, en ben in voorkomende gevallen U gaarne weder van dienst.
Ik wensch U goede reis en ben
Valkenburg, Uw dw- d*naar e,n ™end'
den nden December 18 . . ». van T nOF.
Ontvang hierbij, geachte Vriend! de bestelde vuur-tuigjes, met de verzekering, dat ik deze commissie gaarne voor U heb volbracht. Kan ik U in gewichtiger zaken van dienst zijn, zoo hebt ge vrij over mij tc beschikken.
Mijne reis was zeer gelukkig en, bij het tegenwoordige schoone weder, tevens aangenaam. Ik ben eerst gisteren t'huis gekomen. Gaarne schreef ik ü meer, doch de bezigheden hebben zich in mijne afwezigheid opgehoopt, zoodat ik niet veel meer tijd heb, dan om U te verzekeren, dat ik steeds met achting blijf
Kortzicht. IJw oprechte vriend,
den 29sten December 18. . li. VAN ZANT.
P. S. Mijn verschot beloopt f I.SS5. We zullen dat samen wel eens bij gelegenheid vinden.
73
43. Opdracht voor het huren eener woning.
V.....,7 October 18 . .
Geachte Vriend,
Dqor mijne benoeming tot Secretaris van den gemeenteraad ten uwent, ben ik genoodzaakt mij metterwoon in uwe stad neer te zetten. Er ligt mij veel aan gelegen eene recht aangename en tevens voor mijn toekomstigen werkkring goed gelegen woning te bekomen. Verschoon het, dat ik mij deswege tot ü wend met het beleefd, maar dringend verzoek, voorloopig een zoodanige voor mij te huren. Voor de behoeften van mijn gezin worden minstens 3 a 4 eenigszins ruime kamers, benevens keuken, kelder, droogzolder, enz. vereischt. De hoofdvoorwaarden zijn, dat het huis zuiver en droog is en op een goeden stand staat. Wat den huurprijs betreft, ik zou ongaarne meer dan ƒ 300 a 350 verwonen.
Met primo Juli eerstkomende moet ik mijn nieuwe betrekking aanvaarden. Ik verheug mij reeds bij voorraad met de aangename uren, die ik in uwe nabijheid hoop door te brengen. Gelief mij dus zoo spoedig mogelijk bericht te zenden, of gij een goed onderkomen voor ons hebt gevonden. Vaarwel en vergeet niet
Uw trouwen Vriend. P. Stoijer.
44. Opdracht om eene pianino te koopen,
W.....den 7den Augustus 18 . .
Waarde Vriend,
Zoudt ge wel de goedheid willen hebben, mij den gewichtigen dienst te bewijzen, te Neurenberg, alwaar gij u thans toch bevindt, eene pianino ten gebruike voor mijne dochter Loüise te koopen? Aan niemand toch zou ik veiliger deze zaak kunnen opdragen, dan aan U, die niet alleen het schoone talent der toonkunst, maar ook vooral de niet gering te achten kennis van verschillende muziekinstrumenten bezit. Dit ontslaat mij alzoo van de moeite om U opmerkzaam te maken op het getal octaven, een goeden zuiveren toon, juiste hoogte, ook of het stuk van een goeden meester, van zuiver en goed hout gewerkt, goed in de kast is, enz. Omtrent den prijs maak ik evenmin een vaste bepaling: gij kunt over /'500 tot /quot;1000 beschikken; doch het spreekt van zelf, dat de koopman moet instaan voor alle schade der verzending.
Van uwe bereidwilligheid en belangstelling houd
74
ik mij overtuigd, en U is het bekend, dat gij eveneens over raij kunt beschikken. In afwachting van uw gunstig bericht, blijf ik
Uw hoogachtende vriend, G. Spalling.
45, Opdracht aan een postkantoor om de inkomende brieven te willen nazenden.
Weledele Heer,
Ik denk morgen deze stad te verlaten om voor een geruimen lijd naar Weenen te gaan. Daar er hoogst waarschijnlijk in mijne afwezigheid brieven of andere voorwerpen aan mijn adres hier zullen aankomen, verzoek ik U ten vriendelijkste, al wat aan mij gericht is te willen opzenden naar rafin nieuw verblijf, en wel voorshands poste restante, daar ik voor het tegenwoordige mijn adres aldaar nog niet juist kan opgeven.
Met de inwilliging van dit verzoek zal zich zeer verplicht gevoelen.
Weledele Heer,
Uweled'. Dw. Dienaar, R...... ^ Maart 18 . . p. van Vaelst.
46. Een kruidenier bestelt koffie.
Weledele Heer,
Daar mijn voorraad van koffie bijna uitgeput is, zoo neem ik de vrijheid U te verzoeken, mij in het begin der aanstaande week met de stoomboot Concordia honderd (100) pond andere, goede Levantsche te willen doen toekomen. Ik wensch niets anders, dan dat de Loonen, evenals de vorige, recht frisch, groenachtig, van middelbare grootte en volmaakt goed zijn; vooral mogen zij geen muffen reuk hebben.
Mocht echter uwe Levantsche koffie op zijn. dan zal het mij even aangenaam wezen, goede Martinique of Suri-naamsche tegen billijken prijs te ontvangen.
Gelief mij bij de factuur ook op te geven den prijs van uwe gemeene, witte en farina-suiker.
Ik ben in afwachting
UEd. dienstw. dienaar, 7,.....den 22sten September 18. . W_ pg Moer.
To
47. Een schoenmaker bestelt leder bij een looier.
M . . den 30sten Augustus 18 . .
Weledele Heer,
Brenger dezes is opgedragen, het hieronder vermelde leder, tegen gereede betaling, bij U in ontvangst te nemen.
Echter moet ik U nadrukkelijk verzoeken, mij ditmaal met betere waar dan den vorigen keer te voorzien; want het debiet — dat bij den schoenmaker voornamelijk van de deugdelijkheid van 't leder afhangt — zou ik niet wenschen te verliezen. U moest daarop wel acht geven, en in het bijzonder prijs stellen op diegenen uwer klanten, welke boven andere de voorkeur van waar verdienen, dewijl ze met haar geld ter markt komen.
Ik meen derhalve te mogen verwachten, dat ü mij nu en steeds met welbereid, houdbaar leder zult voorzien.
Met achting,
Uw dienstw. dienaar, 50 pond zooileder, J. Doornik.
2 dozijn kalfsvellen,
8 geitevellen, en 4 lamsvellen.
48. Opdracht om vracht te nemen in een schip.
Den Heer P v.......Scbiedam 33 Juni 18 . .
te Dordrecht.
Weledele Heer,
l
Ik neem de vrijheid, mij tot UEd. te wenden, met vriendelijk verzoek om in het schip, dat te Dordrecht in lading naar Batavia ligt, voor mijne rekening te nemen: vijf en twintig ton scheepsruimte voor likeuren, en tevens de goedheid te hebben, mij met omgaande post deswege te berichten. Met achting,
UEd'. dw. dienaar, M. Stolker,
Aalst, 17 Maart 18 . .
Weledele Heer,
Naar ik vernomen heb, doet U aanzienlijke zaken in Cyprisch en Macedonisch katoen. Dientengevolge ben ik te
76
rade geworden, bij U aan te vragen tot welke prijzen en onder welke voorwaarden U mij daarvan zoudt kunnen voorzien. In mijne kousenfabriek wordt jaarlijks over de 1500 pond katoen verwerkt. U kunt derhalve, bij een billijke behandeling, een aanzienlijk debiet door mij verkrijgen. Voor liet tegenwoordige wenschte ik echter alleen een kleine proef te nemen Gelief mij alzoo slechts een enkel baaltje van iedere soort Ie zenden, en mij van uwe voorwaarden te onderrichten. — Over het bedrag dezer afzending kunt U disponeeren op
UEd'. dw. dienaar, J. Langbeen.
SO. Aanvraag om laken uit een lakenwinkel.
Zierikhove, den Islen Januari 18 . .
Mijnheer,
Daar een mijner vrienden onlangs uit uwen winkel laken heeft medegebracht, hetwelk mij in kleur en hoedanigheid zeer bevalt, en waarvan ik hierbij een staal overleg, zoo verzoek ik U, indien er van hetzelfde stuk ot van een ander van dezelfde soort nog voorraad is, de goedheid te willen hebben, morgen met de diligence zes el aan mij over te maken, waarvoor U, volgens den door mij vernomen prijs van 10 gulden de el, hierbij eene aanwijzing ontvangt, groot / 60, op den heer bankier Mijndert, betaalbaar op zicht. Mocht ü onverhoopt niet meer van hetzelfde laken over hebben, zoo gelief mij, daar ik geen ander begeer, de aanwijzing terug te zenden; ik verwacht anders met de afzending van de factuur ook bericht van de ontvangst dezer gelden.
Met achting,
UEd'. dw. dienaar, C. J. Droste.
51. Bestelling van Blik.
ü...... den lidon Juni 18 . .
Mijnheer,
Den voerman Verbecke heb ik opgedragen, uit uw winkel eene hoeveelheid ijzerblik en plaatkoper, volgens de door hem aan U te vertoonen schriftelijke opgaaf, af te halen, en U in mijn naam f 20 op goede rekening ter hand te stellen. Daar ik zelf de keuze niet doen kan, zoo verzoek ik U wel te willen toezien, dat ik goede, bruikbare waar bekom. Ik houd mij overtuigd, dat mijn vertrouwen door U in geenen deele zal
77
misbruikt worden, en dat alles even zoo goed bezorgd zal worden, alsof ik zelf tegenwoordig ware.
In deze verwachting ben ik
UEd'. dw. dienaar, G. Ketelhof.
62. Een Zeepzieder bestelt talk.
Weledele Heer,
Zoo even heb ik van een mijner vrienden vernomen, dat U weder een aanzienlijken voorraad van nieuwe Pool-sche talk hebt bekomen, en ze tegen /'34 de 100 pond aflevert. Zeer gaarne zou ik daarvan een monster ontvangen. Onze voerman Hendrik Breergo, die U dezen zal ter hand stellen, heeft tevens in last, dit mede te brengen, en u tegen quitantie te voldoen. Van een vaatje is hij voorzien. Is de talk wezenlijk versch en goed, zooals men verzekert, dan zal ik weldra een aanzienlijke bestelling doen.
Ik beveel mij in uwe billijke behandeling aan, en
UEd'. dw. dienaar, J. Smazen.
Zeepzieder.
ben met alle achting
Velthuizen,
den 2den Februari 18. .
53. Bestelling van aardappelen bij eenen bouwman.
Naar ik vernomen heb, is bij U dit jaar weder een groote hoeveelheid aardappelen verbouwd, waarvan ge voornemens zijt een goede partij af te zetten: de gele kleiaardappe-len tegen /' 2,40 en de roode tegen f 2,00 het mud. Zoo dit gegrond is, en ü genegen mocht zijn 5 pet. voor prompte betaling te laten korten, zoo kunt gij zoo spoedig mogelijk, althans eer de vorst invalt, 300 mud, van iedere soort de helft, afleveren aan mijnen kelder bij de haven.
Onder inwachting van uw spoedig antwoord hierop, ben ik met achting
Uw dienaar,
W. . ., den 7den October 18 . .
Logementhnuder.
78
54. Verzoek van een handelsvriend om eene schuld in te vorderen.
Rotterdam, den 6den Juni 18 . .
Weledele Heer,
Daar ik van den Heer L. Sander a costi geene betaling kan erlangen, moet ik mijne toevlucht nemen tot de welwillende tusschenkomst van U, die in dit geval wel een gun-stigen uitweg zult weten te vinden. Mijn geheele vordering bedraagt /quot;300, zonder berekening van renten Onderstaande nota is een specifieke opgave der geleverde goederen, genoteerd tot de bedongen prijzen, zooals ik ze genoemden Heer van tijd tot tijd heb toegezonden. U vindt vervolgens hierbij twee brieven, waarin hij zich voor dit bedrag als mijn crediteur erkent.
Wees zoo goed zorg te dragen, dat hij U, hetzij de geheele som, of ten minste de helft daarvan, uitbetale, terwijl U hem voor de andere helft een uitstel van nog zes maanden zoudt kunnen verleenen. Mocht u echter bevinden, zonals ik, helaas! vernomen heb, dat er weinig goeds van hem te wachten is, tracht dan met hem te transigeeren, desnoods met een verlies van 25 pet.; in één woord, tracht zooveel te krijgen als mogelijk is, zonder met hem in proces te komen, hetwelk altijd groote kosten en weinig voordeel oplevert.
Wees verzekerd, dat al hetgeen U in deze zaak zult vermeenen dienstig te zijn, volkomen door mij zal goedgekeurd worden, terwijl U daardoor tevens ten hoogste zult verplichten, die zich met de meeste hoogachting noemt
UWEd'. dw. dienaar en vriend, J. Rausch
IV.
Dewijl er een groote verscheidenheid in den aard der berichtbrieven is, zoo hebben zij aangename of onaangename, gewichtige of onbelangrijke stoffen tot onderwerp: nu eens betreffen zij ons zeiven, dan weer anderen. Naar deze verscheidenheid wordt de toon des briefs gestemd. Zijn zij van een genoeglijken inhoud voor onzen correspondent, zoo is het betamelijk, onze verheugde deelneming er in uit te drukken; want koude onverschilligheid zou hem leed doen en ons hart bij hem in verdenking brengen. Als zulk een bericht ons zei ven aangaat, zoo zal van zelf ons genoegen in woorden uitgedrukt worden.
Onaangename berichten, welke degenen betreffen, die de brieven ontvangen, moeten steeds met zachte verschooning en betamelijke ontboezeming eener hartelijke deelneming voorgedragen worden, zelfs ook wanneer zij slechts onbekende personen mochten betreffen. Men verplaatse zich met een ontwaakt gevoel in zijnen zielstoestand, dan zal men zelden missen de rechte snaar te roeren. Nooit komt de taal der lichtzinnigheid meer te onpas, dan in zulke gevallen. Moet men aan iemand hef overlijden van een naasten bloedverwant, dien hij op een groo-ten afstand verloren heeft, mededeelen, dan is het raadzaam, den brief niet rechtstreeks aan hem te richten, maar aan een geineenschappelijken vriend, ten einde hij het treffende bericht niet geheel onvoorbereid ontvange. Betreft het een sterfgeval in onze eigen familie, dan schildert de brief ongekunsteld met weinige woorden onze gewaarwording, want de ware zielesmart is niet woordenrijk. Eene koude, niet belangstellende taal zal in zulke brieven steeds aanstootelijk zijn en eene slechte gedachte van onze gezindheid jegens den afgestorvene en de zijnen veroorzaken. Evenmin voere men eene taal gelijk die in de couranten: wat uit het hart komt, heeft weder ingang tot het hart. Aan vreemden, die men alleen uit beleefdheid van een sterfgeval kennis geeft, moet de toon des briefs ten minste ernstig en welvoegelijk zijn. In een rouwbrief onverschillige zaken te laten
80
invloeien is niet welvoegelijk. Men onderstelle, dat de persoon, aan wien de rouwbrief gericht is, zoo geheel met zijne smart doordrongen is, dat hij geen lust voor andere dingen heeft.
Over 't algemeen moet in alle berichtbrieven een goede orde heerschen, zoodat men niet eerst aan het einde leest, wat vooraf had behooren vermeld te zijn; ook mogen er geen belangrijke omstandigheden overgeslagen worden, opdat niets duister blijve, vooral wanneer de zaak voor den correspondent van gewicht is.
In berichten over staats- en krijgszaken moet men groote omzichtigheid in acht nemen, ten einde zich geen onaangenaamheden op den hals te halen. Hoe menig onschuldige maakte zich verdacht als verspieder, door onbedachtzame uitdrukkingen in brieven, die onderschept werden, en moest daarvoor zwaar boeten ! Is men van eene zaak niet geheel zeker, dan zijn er toch vele gevallen, in welke het raadzaam is zijn oordeel achterwege te laten, om het kwade gebruik, dat er van gemaakt kan worden, te ontwijken.
Maar wie overdenkt altijd dit alles? Wordt men niet dikwijls genoeg weggesleept door het belang van de zaak, door de gemeenschappelijke deelneming van afzender en ontvanger? Het geleden verlies ontwringt ons eene ontboezeming van vreugde, van smart, van pijn en van wanhoop; het legt uitdrukkingen in onze pen, waarin wel het hart deelt, doch waaraan onze daden vreemd kunnen zijn.
Het is waar; doch juist omdat ons hart, bij de ontbranding van een teederen hartstocht, overvloeit en welsprekend is, en deze taal der gedachte dikwijls voor die der uitvoering kan gehouden worden, moet onze pen, dat is ons hoofd, bedachtzaam zijn, opdat ons Argus, die nimmer goed denkt, geen poets spele.
De berichtbrieven bestaan ook in mededeelingen van geboorten en doopplechtigheden, uitnoodigingen ter bijwoning der laatste, gelukwenschen en dankzeggingen.
55. Eena gehuwde dochter bericht hare moeder, na een bezoek in 't ouderlijke huis te hebben afgelegd, hare gelukkige tehuiskomst, enz.
N...... den 12den Augustus 18 . .
Lieve moeder,
Gisteren kwam ik met mijne Emma. gelukkig en weibehouden alhier terug, trof mijn lieven man in den besten welstand aan, en bracht in het midden der mijnen onder de aangenaamste gesprekken den avond door.
81
Onze Emma is vroolijk en gezond, maar schijnt al eenkennig te worden.
Nogmaals zeg ik U, mijn goeden vader en mijne zuster Amalia hartelijk dank voor het goede onthaal, dat mij en mijn kind bij U le beurt viel, en voor al de liefde, die gij mij opnieuw hebt bewezen. De drie weken, die ik na eene zoo lange scheiding weder in het ouderlijke huis doorbracht, zuilen mij altijd in het geheugen blijven. Ik was zoo tevreden, zoo zalig, als ik het zonder den man mijner lietde ooit wezen kan.
Mij verecnigt zich met mij, om U ook voor het aan Emma of liever aan mij geschonken kleedje, dat haar zoo allerliefst staat, hartelijk te danken.
Wees duizendmaal gegroet van mijn lieven man en van mijne Mathilde. Ik schrijf U later wijdloopiger; thans heb ik nog nauwelijks den tijd om u te zeggen, dat ik niet zal ophouden met kinderlijke liefde te zijn
Uw dankbare dochter, WlLHELMINE.
56. Eene bruid geeft aan hare tante bericht van hare verloving.
B......den Ssten Juni 18 . .
Dierbare Tante,
Zekerlijk zult gij U over deze letteren moederlijk verheugen. Uwe Julia is sedert gisteren de gelukkige bruid van een edelen jongeling, die haar reeds sedert lang bemint. Gij weet mijne kennis met Wachtek. Hij had mij, in zijn hart, reeds sedert lang tot zijne levensgezellin verkozen; echter waren er omstandigheden, die onze nauwere vereeniging vertraagden, doch welke nu, door zijne benoeming tot den post van.....
te W., uit den weg geruimd zijn. Gisteren had dientengevolge onze verloving plaats, en na drie weken zal onze echtvereeniging voor het altaar worden ingezegend.
Ook om uwen zegen, dierbare Tante! bid ik. Schenk aan uwe Julia, ook als vrouw, die trouwe liefde, die gij haar als meisje hebt toegedragen; schenk die ook aan denman, wiens hand haar liefderijk door dit leven zal leiden. Deel gij toch in onze vreugde, in ons leed; leer gij ons de beproevingen, die de Voorzienigheid wellicht ons toezendt, met standvastigheid dragen, en het geluk met ingetogenheid genieten. Wees echter van onzen kant verzekerd, dat wij U altijd met kinderlijke liefde blijven aanhangen, en U als eene tweede moeder eeren zullen.
6
82
O, beste Tante! verheug U met ons. Uwe Julia erkent, dankbaar jegens God, dat haar een benijdenswaardig geluk is te beurt gevallen. Niet ieder meisje valt het lot ten deel, den man, dien haar hart in stilte bemint, haren echige-noot te mogen noemen, allhans niet onder zulke gewensidite omstandigheden. Mijn Wachter heeft van zijn ambt jaarlijks l^OO gulden, en daar hij van zich zeiven ook niet zonder vermogen is, zoo kunnen wij, onder den zegen des Al vermogenden, de toekomst zonder vrees voor drukkende levenszorgen te ge-moet gaan.
Ik zal U, beste Tante! op een anderen keer nog meer daarover schrijven; heden iaat de tijd zulks niet toe. Ontvang, bid ik U, een kns van kinderlijke teedeiheid, en de verzekering der ware hoogachting van
Uwe Julia.
IS...... den llde» Juli 18 . .
Lieve Julia,
Hoe hebt ge mij door uwe hartelijke letteren van den 28sten der vorige maand verheugd! Zoo zal dan nog mijn innigste wensch, u gelukkig verzorgd te zien. in ieder opzicht vervuld worden! Ja, mijn zegen ruste in volle mate op uwe verbintenis. Moge een onwankelbaar geluk, eene ongestoorde vreugde, aan de hand van uw braven echtvriend a! uwe huwelijksdagen vervroolijken ! De goede God neme u beiden iu Zijne heilige hoede; hij onderhoude in uwe harten het koesterende vuur uwer wederzijdsche liefde, zoodat gij beiden nog in den hoogslen ouderdom den dag uwer vereeniging moogt zegenen.
Gij noodigt mij wel niet op uwe bruiloft, maar dat zal mij niet beleiten loch te komen; en naast uwe ouders zal zich geen der gasten hartelijker dan ik in uw geluk verheugen, en u met meer deelneming naar liet trouwallaar geleiden.
Ook van uwrn vader heb ik eenen brief ontvangen, die mij met alle omstandigheden nader bekend maakt. Alles is Ltoed. Naar menschelijke uiizichten zijt gij gelukkig. Meer blijft ons niet te wenschen, dan dat alles, wat wij op goede gronden kunnen hopen, zijne vervulling erlange.
Vaarwel, lieve Bruid! Groet den man uwer liefde hartelijk met eenen kus van mij; omarm uwe goede ouders, en wees verzekerd van de hartelijkheid
Uwer liefhebbende Tante, Sophia Wilkes.
83
58. Bericht van de beroeping eens jongen candi-daats tot het ontvangersambt, en van zijn aanstaande huwelijksverbintenis.
ÏN......den ndeu A.pril 18 . .
Dierbare Zuster,
Zoo zijn dan eindelijk de wenschen van onze jonge verloofden vervuld! Do knappe Eikknhorst is zoo gelukkig geweest, uit het drietal tot rijksontvanger in de zoo aanzienlijke en rijke gemeente G..... benoemd te worden, welk
ambt hij binnen vier weken zal aanvaarden.
Welke vreugde dit bericht bij al onze bloedverwanten veroorzaakt, kunt gij licht denken; want nu is hef oogenblik gekomen, waarop zijne getrouwe liefde door de hand van mijne Fredkkika zal worden beloond. Zoo het waar is, dat de zegen der ouders den kinderen huizen bouwt, zoo zal het hun aan niets ontbreken, want zij verdienen den mijnen in volle mate; Frederika was altijd een goed, zacht gemoedelijk wezen; het lijdt geen twijfel, dat zij den man, wien wij haar aanvertrouwen, zoo gelukkig maken, als zij, naar ik mag verwachten, het door hem worden zal.
Wij houden ons verzekerd, dal gij hartelijk in ons aller vreugde deelt, en bevelen reeds het aanstaande paar in uwe voortdurende belangstelling en toegenegenheid aan.
Alvorens ICikenh(;RST naar de plaats zijner bestemming vertrekt, zal de bruiloft hier gevierd worden ; echter is de dag nog niet bepaald, ik moet mij voorbehouden, U daarover nader te schrijven, en U in behoorlijken vorm uit te noodigen.
Alle handen zijn nu druk bezig om het uitzet ia orde te brengen. Frederika alleen is daarbij als het ware werkeloos. Hare verstrooiingen en de brieven van haren bruidegom, die dagelijks aankomen en beantwoord moeten worden, laten haar geen tijd tot andere zaken over; doch zooveel te vlijtiger zijn hare zusters en vriendinnen.
Binnen kort zal ook zij aan U schrijven, en zich met haren verloofde in uwe gunst aanbevelen ; heden kan zij dit echter niet, omdat het bijna posttijd is. Intusschen drukt zij U in gedachten liefdevol aan haar hart; zoo doen ook hare zusters en mijne vrouw, terwijl ik mij met onveranderde broederlijke teedcrheid noem
Uw broeder, ï. de wltth.
84
Hamburg, den 24sten April 18 . .
Lieve Broeder,
Geen heugelijker tijding hadl ge mij kunnen me-dedeelen dan die van het aanstaande huwelijk uwer Frederika, en van de aanzienlijke ontvangersplaats, die haar aanstaanden echtgenoot is te beurt gevallen. Ja, dierbare Broeder! de vreugde van al onze bloedverwanten en vrienden in deze stad is zeer groot. Alzoo heeft dan God uwe trouwe vaderlijke zorgen voor de opvoeding en vorming uwer dochter zoo spoedig en zoo schoon beloond. Hij wilde, dat de oudste aan de hand van een braven man ook het eerst gelukkig zou worden; de anderen zullen ook gewis op zijn tijd hare beurt krijgen. Uit geheel mijn hart paar ik mijnen zegen aan den uwen, en wensch, dat zij beiden in hun aanstaanden echt des Hemels zegen in ruime mate ervaren mogen.
Tevens vertrouw ik ook van uwe lieve Frederika, dat zij zich van nu af met allen ijver zal toeleggen om alles te leeren, wat haar nog ontbreekt, en huiselijke vlijt met zuinigheid zal trachten te vereenigen; want zal een huwelijk op den duur gelukkig wezen, dan is 't een voornaam vereischte, dat de vrouw des huizes voor den inwendigen welstand weten te waken door goede inrichting en wijze berekening der uitgaven naar de ontvangsten, De zorgen voor levensonderhoud toch zijn de klippen, op welke dikwijls het huwelijkshulkje verongelukt; die te vermijden, moet het onophoudelijk streven van een verstandige vrouw wezen. Hoe zou het mij verblijden, indien onze Frederika als huismoeder ook van deze zijde zich naar mijnen wensch gedroeg!
Tot een voorloopig bewijs mijner moederlijke gezindheid jegens haar zult gij als een kleine bijdrage tot haar uitzet met de eerste diligence twee stukjes eigengereed linnen tot hemden en een stukje damast-tafelgoed ontvangen. Nog zullen eenige andere zaken, die ik voor haar bestemd heb, en waartoe ook een volledig bed behoort, spoedig volgen.
Ontvangt, dierbare Broeder en Nicht, alles in liefde, en denkt daarbij met goedheid des harten aan eene zuster en tante, wier eenige wensch het is, u gelukkig te zien, en die gaarne daartoe, wat zij vermag, wil bijdragen.
Vaarwel, Broeder, en meld mij spoedig den vroo-lijken dag, waarop de liefde onzer jonge verloofden, die ik in den geest aan mijn hart druk, bekroond zal worden. — Dat ik, zoo er geen gewichtige beletselen in den weg treden, op de
85
bruiloft zal komen, lijdt ge-itie bedenking; want ik verlang niets vuriger dan het geluk, dat ü allen en daardoor ook mij wacht, met volle teugen te genieten.
Bij voortduring
Uwe liefhebbende zuster,
JULIE.
60. Bericht aan eenen vriend van de verloving eener dochter.
Baarn, 2 Mei 18 . .
Hooggeachte Vriend,
Daar gij in mijn lot en in alles, wat onze familie wedervaart, steeds zooveel belang gesteld hebt, zult gij niet onverschillig zijn omtrent den inhoud van dezen briet
Weet dan, dat ik de vreugde beleefd heb, mijne dochter Willemina, geheel naar den wensch van haar hart, aan een braven jonkman, den heer Westhof te N., te verloven.
Zijne oprerhte liefde voor mijne dochter, zijn voortreffelijke inborst, een niet onbeduidend vermogen, een voordeelige post en het uitzicht op een nog aanzienlijker ambt — dat alles waarborgt mij het geluk mijner dochter, zoo anderszins de Goddelijke Voorzienigheid niet besloten heeft zijne beproevingen in de andere weegschaal te leggen; doch dit moeten wij afwachten.
Intusschen geven wij ons billijker wijze aan de vreugde over, die ons de vereeniging verschaft. Reeds over zes weken zal het huwelijk voltrokken worden flet ongeduld des bruidegoms vergunt ons geen verder uitstel, hoezeer ook mijne vrouw dit om verscheidene redenen wensciite.
Ik beveel het jonge paar in uwe genegenheid en vriendschap aan. Wees gij voor mijne Willemina en haren aanstaanden echtgenoot, wat gij gedurende zoo vele jaren voor haren vader waart, en wees verzekerd, dat mijn oude vriend door hen evenzoo hooggeschat wordt, als door hem, die niet ophoudt met ware hoogachting te zijn
Uw oprechte vriend, N. Hooghart.
Dalum, 10 Mei 18 . .
Hooggeschatte Vriend,
Uwe geëerde letteren van den 2den dezer vervulden mijn hart met de innigste vreugde; en wanneer ik U deze
86
gewaarwordingen later te kennen geef, dan ik had kunnen of moeten doen, zoo zult gij toch de oorzaak dezer vertraging niet berispelijk vinden, als ik U onderricht, dat die gelegen is in het veranderen van woning, waarmede ik juist bezig was, toen uw verblijdende brief mij ter hand werd gesteld.
Ik neem inderdaad het hartelijkste deel in de verbintenis van uwe beminnenswaardige Wiilemine. De goede God doe ii verder de vreugde van een gelukkigen Vader in tie ruimste mate genieten, en Zijn zegen verheldere den avond van uw edel en werkzaam leven.
Verzeker het jonge paar van de beste gezindheden uws vriends, die hen beiden, wanneer zij voor het trouwaltaar zullen staan, met zijne zegewenschen zal vergezellen, en zich steeds vaderlijk over hun geluk verheugen. — Ik verzoek hen om hunne vriendschap en 7eg hun uit grond van mijn hart de mijne toe.
Alhoewel ik U, dierbare Vriend, nog vele onverschillige zaken te meklen heb, zoo wil ik echter dezen brief, die aan de uitboezeming van de gewaarwordingen mijns harten alleen toegewijd moet wezen, daarmede niet ontheiligen, en verschuif die alzoo tot een anderen tijd,
Vaarwel! God zegene U en behoude U nog lang voor uwe geachte familie, en ook voor uwen
U oprecht liefhebbenden Liedeman.
62. Een schoonzoon bericht aan de ouders van zijne echtgenoot hare gelukkige bevalling.
v.....,14 Juli 18 ..
Hooggeachte Vader, zeer beminde Moeder,
Gelukkig is, door den bijstand van den ^Igoede, het moeilijke uur der bevalling doorgestaan. Mijne dierbare vrouw is, sedert gisteren avond omstreeks 8 uren, de blijde moeder van een gezond en welgeschapen meisje, dat reeds in het eerste uur na hare geboorte de borst barer moeder met graagte zoog. — Tante Wagenrop heeft mijne lieve eega in de hach-lijke stonde met de trouwste liefde en verstandigste zorgen ter zijde gestaan, en zich een blijvende aanspraak op onze dankbaarheid verworven.
Alzoo ben ik dan een onbeschrijfelijk gelukkig Vader! En al mijn geluk, al dit nieuwe gevoel van innerlijke blijdschap, dat zich niet laat beschrijven, aan wie heb ik dit, naast God en mijne Agatha, anders te danken dan aan u, beminde Ouders, die mij uwe dochter aanvertrouwdet? Waar zou
87
ik nu woorden vinden, om U mijne gewaarwordint; uit te drukken, U mijn innigslen dank te belnigen.
Het eerste wat ik nu doe is, U met de deftige namen van grootvader en grootmoeder Ie begroeien, en U in deze uwe nieuwe qualiteil, ook uit naarn mijner beminde vrouw te verzoeken om, ingevolge uwe vroeger gedane belofte, als peten over onze kleine te willen staan.
Gij, dierbare Ouders, moet het voorbeeld zijn, waarop wij de lieve kleine bij haar opwassen steeds met overtuiging des gemoeds kunnen wijzen, en de overdracht van uwe namen op haar moet ons een waarborg zijn voor de deu.id van uwe kleindochter.
Welk een vreugdefeest zal het voor ons allen zijn, als gij het lieve kind voor het eerst aan uvven boezem zult drukken! Gij, lieve moeder, hebt ons reeds beloofd, ons te zullen bezoeken; doch ik behoud mij \oor, U aanstaanden zondag zelf te komen afhalen.
Wij verzoeken U intnsschen, de goedheid te willen hebben, dit heuchlijke nieuws aan onze vrienden, als : Herfstad, Heldwuk, Fuanken, Bouman, enz. mede Ie deelen.
Dezen morgen bevindt zich mijne geliefde Agatha zeer wel en is zoo opgeruimd in haar bed, alsoi' er niets met haar voorgevallen ware. — God neme gade en kind verder in Zijne hoede, en doe U, dierbare Ouders! door uwe kleindochter, die wij aan uwe liefde niet behoeven aar. te bevelen, zeer veel vreugde ondervinden.
Wij omhelzen U beide in den geest met de hartelijkste kinderliefde en oprechtste hoogschatting.
Uw gelukkige zoon M. Slotenmaker.
a.....,16 Juli 18 . .
Waarde Zoon,
Uw bericht van de voorspoedige bevalling onzer Agatha maakt ons onuitsprekelijk gelukkig. Nu eerst durf ik er voor uitkomen, met welke groote ongerustheid wij het beslissende oogenblik Ie gemoet zagen, en met welke beklemming des gemoeds ik, bij onze laatste samenkomst, den afscheidskus op de lippen der beminde dochter drukte, die het bedenkelijk uur veel standvastiger Ie gemoet zag dan hare ouders. De gedachte, dat ik haar misschien voor het laatst in mijne armen sloot, liet een allerpijnlijkst gevoel in mijne ziel achter. Doch de Algoede
88
strekte Zijne beschermende hand over haar uit, en deed haar alle gevaren te boven komen, waarvoor Hem lof en dank zij toegebracht, terwijl wij Hem ootmoedig smeeken, dat Hij moeder en kind tot ons aller vreugde behouden en sterken moge; Hij geve, dat wij vreugde en eer aan het wicht beleven, opdat wij nog inden hoogsten ouderdom hef uur van hare geboorte zegenen.
Het opgedragene peetschap nemen wij met genoegen aan.
Ofschoon gij aanbiodt, waarde Zoon! om mijne vrouw aanstaanden zondag af te halen, zoo moet ik U zeggen, dat het ongeduld om moeder en kind te zien, haar ieder oogen-blik tot eenen dag maakt, waarom zij hier een rijtuig zal nemen en reeds overmorgen ten uwent zal verschijnen, om Tante Wagknrop, aan wie wij zeer veel dank verschuldigd zijn en die wij hartelijk groeten, af te lossen. Uwe Agatha zal gewis van hare moeder de getrouwste en zorgvuldigste oppassing hebben.
Vaar intusschan wel! omhels voor ons duizendmaal de lieve kraamvrouw en hare kleine; weldra hopen wij haar zelve in onze arraen te sluiten en haar te zeggen, hoe zeer zij bemind wordt door haren
U liefhebbenden vader, P. Reinhart.
64. Iemand bericht de bevalling zijner echtgenoot
aan haren afwezigen broeder.
Leiden, den lOden Augustus is . .
Beste Karei,
Op donderdag den !2den dezer, 's avonds ten 5 ure, is mijne goede vrouw gelukkig bevallen van eene welgeschapen dochter, die wij de namen Maria Louisa gegeven hebben. Met stille gelatenheid en moed, die van mijne Fkederika te verwachten waren, stond zij het hachelijk oogenblik door, en nu heeft zij ook geen ander gevoel dan van dankbaarheid en liefde. Ik wenschte, dal gij haar zaagt, hoe zij, vriendelijk en opgeruimd gelijk altoos, thans met het zalige bewustzijn van moeder te wezen hare kleine aan den boezem drukt. Gij moest haar zien, de gelukkige zoogster, met een blik vol leven en een gelaat vol zachtmoedigheid.
Ik haast mij dus, lieve Broeder, U dit blijde nieuws mede te deelen als een bewijs van mijne innige liefde voor U. — En van wien kunnen wij een hartelijker deelneming in ons geluk verwachten dan van U, die mijner steeds met warme vriendschap gedenkt, en uwe genegenheid ongetwijfeld op ons doch-
89
tertje zult overdragen. Het is jammer, dat gij bij den doop niet in ons midden kunt zijn en wij uwe tegenwoordigheid moeten missen; maar bij de vele vrome wenschen, die er op dien dag gewis voor mijne lieve vrouw en het kind ten Hemel zullen opgezonden worden, willen we ook uwer gedachtig zijn, en ook op U, op uw welzijn en op den gelukkigen uitslag uwer ondernemingen de gevulde glazen in het rond doen klinken. Wellicht wordt dan ook, als eene vergelding daarvoor, in uw eersten feestelijken krans aan ons en onze kleine Emma het lo vivat ons toegebracht.
Met ware broederliefde ben ik steeds
Uw Lodewijk.
65. Antwoord.
Duizendmaal dank, dierbare Broeder! voor het gelukkige nieuws, waarmede ge mij verheugd hebt.
Ik beken, dat ik het bedenkelijke uur, hetwelk uwe goede Frkdeiiika verbeidde, met een beklemd hart te gemoet zag. Zij had zulke hooge gedachten van den moederstaat; zij verheugde zich zoo bovenmate over het vooruitzicht van een kind te bezitten, het aan haren boezem te zoogen en op te kwee-ken, dat het mij soms bang om het hart werd ; want ik deinsde terug bij de gedachte, dat het oogenblik, waarvan zij zooveel zaligheid verwachtte, misschien al hare hoop vernietigen en wellicht den teederen band der liefde, die u samenbindt, voor geheel dit aardsche leven verbreken zoude.
Doch, geloofd zij God! mijn angst is in vreugde verkeerd; alle gevaar is voorbij, alle bekommeringen zijn verdwenen. Mij blijft nu alleen de hartelijke wensch over, dat U de Algoede veel vreugde van dit uw dochtertje doe beleven, haar met gezondheid zegene, en U en hare moeder tot in een hoogen ouderdom voor haar behouden moge!
Niemand, beste Broeder! kan een inniger deel in uwe oudervreugde nemen dan ik. Mocht het mij toch weldra vergund wezen, dat kind uwer liefde aan mijn hart te drukken, het Ie kussen en te liefkoozen; maar ach! de verre afstand, die ons scheidt, geeft mij, althans in de eerste jaren, nog weinig hoop hierop. Mijn geest zal evenwel dikwijls bij ü zijn en getuige van uw verhoogd huiselijk geluk wezen.
Vaarwel, lieve Broeder! Ik sluit voor uwe Frede-rik\ hierbij een bijzonder briefje in. Kus voor mij duizendmaal uwe lieve kleine.
H......den 30slen Augustus 18 . . T. T.
Karel N.
90
66. Van den broeder aan de kraamvrouw.
Geliefde Zusier, goede Frederika,
Kon ik toch aan dezen brief vleugelen hechten, om spoediger de groote ruinite, die ü van mij scheidt, te doorklieven !
Voor eenige minuten zat ik nog geheel eenzaam cn treurig aan mijne tafel, doch weidra veranderde leed in vreugde. Onze langbeenige voelpost overhandigde mij, met het onverschilligste gezicht van de wereld, den zoo gewichtigen brief van uw lieven man, die mij uwe gelukkige verlossing meldde.
Ach, goede Frederika! in dezen oogenblik voelde ik meer dan ooit, hoe lief ik U heb, en welk een angst mij folterde, zoo lang het gewichtige oogenblik nng niet voorbij was. Ik had immers gezegd: »Het zal een meisje wezen, omdat door de meisjes al het geluk in de wereld komt.quot; Gij weet toch, hoe schoon Schiller haren lof bezongen heeft.
Wanneer de goede wenschen van een broeder, die U en uwen echtgenoot zoo zeer bemint, iets vermogen, dan wordt gij zeer gelukkige ouders en gij zult zeer groote vreugde aan uwe kinderen beleven.
Ik ben zondanig verheugd, dat ik noch met orde denken, noch behoorlijk schrijven kan. Ik stel mij in de plaats van uwen man en onze geliefde ouders: welke zalige gewaarwordingen voor allen! Schatten heeft mij de (lemel niet gegeven; doch rijk ben ik in vreugde, rijk in vriendschap en liefde.
Schrijf mij toch spoedig, en verhaal mij omstandig, wal gij dacht, wat een ieder gezegd heeft, en hoe gelukkig gij nu zijl. Dezen avond nog ga ik naar Louise cn naar de andere vrienden, die gij hier hebt, en vertel hun alles.
En nu, vaarwel, beminde Zuster! Deze brief is geheel en alleen voor U; aan uwen goeden man schrijf ik afzonderlijk.
Bemin steeds met dezelfde teederheid als tot nu toe b.....,30 Augustus is. . Uwen Karel.
67. Van de kraamvrouw aan haren broeder.
Leiden, 8 September 18 . .
Lieve, goede Broeder,
Het is nu reeds vier weken, sinds ik moeder ben, en eerst heden verneemt gij dit door mijne hand.
O, beste Karel! hoe zou ik u mijne gewaarwordingen, het onuitsprekelijke genoegen, dat ik smaak, kunnen
91
beschrijven, als ik mijn kind aan de minnende borst druk! Tevergeefs zoek ik woorden, om u in flauwe trekken te schilderen welk gevoel mijn hart doorlinlelt, hoe grenzeloos teeder ik mij gehecht gevoel aan d( ze kleine lieveling, die ik, wil liet God, gedurende mijn gansche leven de mijne zal mogen noemen ; die van mij voedsel voor haar noti zwak lichaam en daarna ook voor haar versland en hart verwacht. — De liefde tot mynen Lodewijk, den beminden man en vader, en de innigste, warmste dankbaarheid aan den Gever van alles goeds, dit is het wat mij, bij iederen blik op mijn kind, als wordt toegefluisterd, ü, mijn Kabel! God heeft groole dingen aan ons gedaan; daarom zal mijn hoogste streven zijn, mijn kind zóó op te voeden, dat de goeden er zich over verheugen zullen, en de Hemel welgevallen in haar heeft.
0, dat gij haar zaagt, die lieve kleine, met hare schoone, helderblauwe oogjes en haar rnnd gezichtje, hoe vergenoegd zij in de wereld kijkt! O, tracht toch zoo spoedig mogelijk in onze armen te snellen, en hel kind uwer gelukkige zuster voor de eerste maal kussend aan uwe borst te drukken.
Op den doopdag van onze Emma waren wij allen recht vroolijk en opgeruimd. Onze gasten waren de geliefde
ouders, enz., enz De eerw. Deer L..... hield eene toespraak,
die niet slechts ouders en grootouders, maar ook alle aanwezigen diep trof. De vrouwen sleten op velerlei wijze den middag met gesprekken en het nuttigen van lekkernijen. Des avonds hadden wij een koude tafel, en de beker der vreugde, die vooral mijnen Lodewijk zoo zeer tot vroolijkheid stemde, ging dikwerf in het rond, zoodat onze gasten ons eerst tegen middernacht verlieten. Dikwijls klonken de glazen op do gezondheid van onze afwezige geliefden, en in het bijzonder op die van den dierbaren broeder, die ons zoo na aan het hart ligt. ü! het was een schoone feestdag, waaraan niets anders ontbrak, dan dat wij U en ecnige andere vrienden niet in ons midden konden zien.
Vaarwel, beste Broeder! weldra schrijf ik U weder. Thans roept mij de lieve kleine. Met innige zusterliefde omarmt U
Uwe Frederika.
68. Bericht van eene bevalling aan eene dame van adel.
Hoogivelgeboren Vrouwe,
Wegens de vriendelijke deelneming, welke UwHWel-geb. in alle voorvallen des levens aan onze familie hebt gelieven te betoonen, reken ik mij verplicht, UwHWelgeb. onmiddellijk te melden, dat mijne echtgenoot gelukkig bevallen is van eenen
92
zoon. Moeder en kind bevinden zich, naar omstandigheden, vrij wel, en de eerste beveelt zich onderdanig in Uwe voortdurende toegenegenheid.
Moge ook ik UvvHWgeb. daarom verzoeken, en daarmede de verzekering der hoogachting vereenigen, met welke ik steeds de eer heb te zijn.
Hoogwelgeboren Vrouwe,
e......13 september 18 . . Uw HWgeb'. onderdanige dienaar,
69. Brief van denzelfden inhoud aan eene Vriendin.
N......den 2den December 18 . .
Geachte Vriendin,
Sedert ik de eer heb gehad, U te Z. te spreken, is er iets belangrijks voorgevallen, en wel, dat mijne zuster Bosser zondag morgen j. I. vati eene dochter is bevallen. Overtuigd van de vriendschappelijke belangstelling, die bij U dezlt;ï omstandigheid verwekt, heelt zij mij opgedragen U hiervan kennis te geven, welken dienst ik gaarne volbreng, onder betuiging van de onverminderde achting, met welke ik ben
Uw Dw. dienaar en vriend, W. Sterkman.
70. Bericht van eene aanstelling,
H . . ., den 12den November 18 . .
Zeer waarde Vriend,
Eindelijk zijn mijne bescheiden wenschen door mijne aanstelling tot opzichter der domeingoederen te A.....vervuld geworden.
Deze post is wel niet een der voordee-ligste ten aanzien van het vaste inkomen, hetwelk slechts /800 in het jaar bedraagt; doch vooreerst ben ik er mede tevreden, en in het vervolg zal er zich wel iets beters opdoen. Misschien maakt mij de goede Hemel ook gelukkig, door mij eene knappe, bemiddelde huisvrouw te schenken; alsdan ke.n ik door het aan-koopen van landerijen, door veefokkerij en andere middelen mijn inkomen aanzienlijk vermeerderen.
Ik verheug mij derhalve met mijn nieuwe betrekking, en wel te meer, dewijl mijn verblijf gevestigd zal zijn in een bekoorlijk oord, en ik mij tevens te midden van aangename voorwerpen bevinden zal. Dit alles behoort toch
93
ook tot een vroolijk genot van ons bestaan, want de mensch leeft niet bij brood alleen.
Overtuigd, dat gij, mijn waardste Vriend, een hartelijk belang stelt in mijnen toestand, verzoek ik U om de voortduring uwer vriendschap, terwijl ik U verzeker, dat de mijne onveranderlijk zal wezen. Zeer aangenaam zou het mij zijn, indien ik U weldra in mijn nieuwe verblijfplaats mocht zien verschijnen, ten einde U dan te kunnen bewijzen, dat ik nimmer ophoud te zijn
Uw hoogachtende vriend en dienaar,
71. Bericht van eene bevordering.
Waarde Vriend,
Het is mij een aangename plicht, ü te melden, dat ik gisteren de tijding heb ontvangen van mijne benoeming tot... . te.....
Hoezeer aan deze bevordering geen verhooging van traclement verbonden is, dewijl ik lot hiertoe reeds /■300 voorde voorloopige waarneming genool, zoo is zij toch in zooverre gewenscht voor mij, dat ze mij het voordeel verschaft, mij met de praktijk dezer betrekking gemeenzaam te maken. — En daar mijn geheele tegenwoordige leefwijze ook zeer practisch geworden is, ben ik op de mogelijke nadeelen van een toekomstige reorganisatie, ook ten opzichte van het huishoudelijke, voorbereid, en heb bovendien eene aanspraak te meer op verdere bevordering.
Overtuigd, dat gij in deze omstandigheden een vriendschappelijk belang stelt, zoo verheugt het mij, U die te kunnen mededeelen, terwijl ik onveranderlijk met achting verblijf
Z. 10 Augustus 18 . . Uw vriend en dienaar,
Georgius.
72. Bericht van de bevordering eens Zoons.
N......den lOden September 18 . !
Nu zult gij, beste Werner, wel bekennen, dat ik een gelukkig vader ben. Mocht ik aan mijne kinderen, van hunne teederste jeugd af, reeds zooveel genoegen beleven, thans mag ik ook nog de vreugde genieten, dat mijn Willem tot een vast bestaan gekomen is. Hij gaat als med. doctor naar het bekoorlijke Slroomvliet, een wel klein, doch zeer aangenaam dorpje niet verre van hier. Zoo als immer zijn wensch was.
94
is zijn voornemen a'daar in landelijke rust zijne studiën voort te zetten, en, gelijk hij zich uitdrukt, zich ongestoord aan de lijdende menschheid tc wyden. — En ik, ik gelukkige! zal van tijd tot tijd de gast van mijnen zoon, van mijnen Willem zijn, die zoo schoon de hoop vervult, welke ik wegens zijn goed hart en zijn heerlijken aanleg niet zoo veel grond mocht koesleren. — O Vriend, ik vermag n niet uit te drukken, hoe zalig ik mij bij deze gedachte gevoel: ik zal aan de tafel van mijn zoon eten, onder zijn dak slapen, in zijn tuin wandelen, — en ook misschien nog zijne kinderen aan mijne knieën zien huppelen.
Doch neen, deze vreugde zal ik misschien nog wel lang moeten ontberen, want de plaats is niet van dien aard, dat hij er al spoedig op zal kunnen huwen; doch het kan beter worden, en ik geef daarom de hoop niet op.
Verheug 11 alzoo mot mij, lieve Werner! Mijn zoon is geborgen; alle moeite, die aan zijne opvoeding besteed werd, is beloond; in zijne welvaart vind ik de mijne.
Ik beu er van overtuigd, beste Vriend! dat gij in ons beider geluk veel belang stelt eu het ons van harte gunt. Wees ons beiden altijd genegen, dit is de wensch van
Uwen U hoogachtenden vriend, T v. Lonsteren.
73. Bericht van een diefstal aan den Commissaris van Politie.
Weledelgestrenge Heer,
In de maand April dezes jaars werden mijne vrouw drie hoofdkussens uit eene kamer ontvreemd; daar wij echter volstrekt geen spoor van den dief hadden, zwegen wij stil en getroostten ons het verlies.
Naderhand misten wij nog onderscheidene voorwerpen, onder anderen twee koperen ketels, een theeketel, twee beddelakens, eenige servetten, drie hemden van mijne vrouw en vijf zilveren lepels.
Gisteren kwam bij toeval één der ontvreemde servetten in handen -mijner vrouw Zn zag het bij een barer kennissen, Mejuft. W., en herkende het terstond aan het naamcijfer en het gewerkte patroon voor hot hare. JnffV, VV. had het met nog twee andere ons toebehoorende van E. te K. gekocht.
Ik neem de vrijheid, bij UwWEdgestr. de verplichte aangifte te doen, met verzoek de zaak verder te willen navorschen, ten einde wij, zoo mogelijk, weder in 't bezit, van
95
ons eigendom mogen gesteld worden, en de schuldige zijne straf niet ontga.
Ik heb da eer met achting fe zijn, Weledelgestrenge Heer,
Van Huis, U WEdgestr'. DV Dienaar,
den t4den Febr. 18 . p Vefder
74. Bericht omtrent de oprichting van een winkel.
Weledele Heer,
Ik heb de eer U hiermede te berichten, dat ik in deze stad een nieuwen winkel van Fransche en andere zijden goederen heb opgericht.
Daar ik in een bijzondere betrekking sta mei de voornaamste fabrikanten te Lyon, Tours en andere Fransche fabriekplaatsen, alwaar ik vele jaren in de beste handelshuizen doorgubracht hub, ben ik in slaat, mijne begunstigers met dc schoonste en beste weren te bedienen, en ze hnn, daar ik ze uit de eerste hand ontvang, tegen de billijkste prijzen te leveren.
Het zou mij zeer aangenaam zijn, bijaldien ook ü mij met uwe bestellingen geliefdet te vereeren, en mij gelegenheid wildet geven, U te bewijzen, dat ik het mij tol eenen plicht gesteld heb, het vertrouwen van mijne klanten door de eerlijkste en zorgvuldigste volbrenging hnnnef bestellingen te verwezenIijke».
Ik verzoek U derhalve om uwa welwillende genegenheid, terwijl ik de eer heb met bijzondere hoogachting te zijn,
Uw Weled'. onderd. dienaar, R . . ., den Msten September 18 . M. GERHARDT.
Weledele Heer,
Uwe geachte letteren van den 20sfen dezer heb ik wel ontvangen, en bedank U voor het mij medegedeelde bericht van uw nieuwen winkel, waarmede ik U van harte geluk wensch. Volgaarne ï,a\ ik, zooveel mogelijk, het mijne bijdragen tot hei welslagen uwer onderneming.
Dientengevolge verzoek ik U, mij zoodra mogelijk de monsters van uwe voornaamste artikelen, met bijvoeging van de minsle prijzen, te willen overmaken. Ingeval zij, waaraan ik niet twijfel, mij vleien, zal ik binnen kort eene niet geringe bestelling bij U doen.
Indien U overeenkomstig uwe beloften uwe begunstigers met fraaie en deugdzame waren bedient en met eene
96
billijke winst tevreden zijt zoo zal het U gewis niet aan debiet ontbreken.
Ik heb de eer met achting te zijn Utrecht, UEdquot;. dienstw. dienaar,
den Msttn Sept. 18 . . J. GaSTMANN.
76. Bericht aan een broeder wegens de afzending zijner kleederen.
Sliedreclit, den l9den Mei 18 . .
Geliefde Broeder!
Alleen om U niet in ongerustheid wegens uwe goederen te laten, meld ik U kort, dat ze wegens het in-gevallene regenachtige weer niet vroeger konden afgezonden worden, doch dat gij ze aanstaanden donderdag met de schuit zult ontvangen. De vracht zal betaald zijn.
Als gij den koffer aanstonds kunt uitpakken en terug zenden, zal ons dit aangenaam zijn. Wij hopen, dat uw mantelzak nu groot genoeg zal wezen om al uwe kleederen te bevatten.
Heb de goedheid, beste Willem! mij met een paar woorden te melden, of die reiziger, welk mij, ik weet niet om welke reden, belangstelling heelt ingeboezemd, reeds terug is.
Ik omhels U recht zusterlijk in gedachten en ben Uw liefhebbende Zuster, Adelaide.
77. Bericht van de niet-ontvangst eener somme gelds.
Raveslein, 10 Mei 18 . .
Door de vereerende letteren van UwWeleerwaarde van den 27sten April jl. heb ik vernomen, dat de som van f 196,675 reeds op den Hden dier maand aan mij overgemaakt en per post verzonden is. Zij is echter tot op heden niet door mij ontvangen. Ik maak mij deswege ongerust, en verzoek Uw Weleerwaarde de goedheid te willen hebben, dienaangaande onderzoek te laten doen, ten einde de bezorging ten spoedigste moge geschieden.
Onder de verzekering mijner hoogachting heb ik
de eer te zijn,
Uw WelEerw'. gehoorzame dienaar, S. v. Pranger.
97
78. Een schrijnwerker geeft bericht, dat het bestelde gereed is.
Wagenvliel, den Men Maart 18 . .
Weledelgeboren Heer,
Mocht rnij voor drie weken de eer te benrt vallen, dat mij werd opgedragen om twee gepolitoerde commodes en eene schuiftafel voor U te vervaardigen, thans heb ik het genoegen te melden, dat deze drie stukken gereed zijn en afgehaald kunnen worden, wanneer het Uw Weledelgeb. zal believen. Het zou intusschen te wenschen zijn, dat deze stukken gedra gen, en niet met eenen wagen vervoerd werden; want hoe voorzichtig men hierbij ook te werk ga, zelden heeft dit zonder beschadiging plaats.
Ik hoop, dat UwWeledelgeb. dit mijn werk moge bevallen, en houd mij voorts aanbevolen.
Met alle hoogachting,
Uw Weledelgeb'. onderd. dienaar, P. van Xanten.
79. Bericht wegens het bezorgen eener commissie.
Hoogwelgeboren Vrouwe,
Onder dankbetuiging voor het groote vertrouwen, waarmede Uw HWelgeb. mij door uwen last hebt gelieven te vereeren, heb ik getracht naar mijn beste vermogen daaraan te voldoen, en heb ik de eer Uw HWelgeb. te melden, dat de kunstdraaier Dwars voor een raam, volgens de opgegevene grootte en naar het geteekende model, zonder glas, /quot;39,50, en de spiegelmaker voor iedere ruit allerbest ttngelsch glas / 3,75 als minsten prijs vordert. Geslepen glas zou veel hooger in prijs komen.
De behanger, wien ik over de gordijnen heb gesproken, zal, daar hij nog meer andere zaken in uwe streek te verrichten heeft, de eer hebben, zich aanstaanden zondag bij Uw HWelgeb. te vervoegen.
Van den kleermaker kan men niets verkrijgen dan beloften ! hij heeft mij nu weder opnieuw verzekerd, dat hij het werk zonder twijfel op aanstaanden donderdag zou afleveren ; daar echter die rnan bijkans nooit zijn woord houdt, kan men hierop geen rekening maken. Ik zal echter niet nalaten, hem dikwijls aan te manen, en alles aanwenden om het werk te bespoedigen.
7
98
In alles zal het mij steeds een aangename plicht zijn, Uw HWelgeb. bewijzen te geven van mijne dienstvaardigheid, en van de hoogachting, met welke ik de eer heb te zijn, Hoogwelgeboren Vrouwe,
Uw Hüosfweleeb'. onderd. dienaar,
Sliikbavon, n n o
den 28slon Maart 18 . . ts. L. SCHOOIEN.
80. Bericht van eene ontvangene aanwijzing.
Hoflust. den Isten Maart 18 . .
Weledele Heer.
Gisteren ontving ik per post van M. Spies te B. eene aanwijzing op Uw Weled.gestr., groot ƒ250.
Terwijl ik Uw Weled gestr. hiervan kennis geef, verzoek ik U de goedheid te willen hebben, mij te melden of Uw Weled gestr., waaraan ik niet twijfel, deze erkent, en wanneer ik over deze som zal kunnen beschikken.
Onder aanbevelmg, enz.
Uw Weled.gestr8. onderd. dienaar, H. Zeker.
Mijnheer,
In antwoord op uwe letteren van den Isten dezer dient, dat ik aan M. Spies niet meer schuldig ben dan ƒ24 7,455, en zoo veel ben ik bereid UEd. op behoorlijke aanwijzing met overlegging van quitantie, of aan uwe order, op vertoon te betalen.
Met achting,
Maasheuvel UEd'- dienstw- dienaar,
ITIdcloUdl t ui) «r j-v
den Sisten Maart 18 . . H. V. DUMONT.
Lt.
82. Bericht wegens de ontvangst van een gedeelte eener vordering.
's Heerenoord, den Isten Mei 18 . .
Weledelgestrenge Heer,
Door uwe missive van den 25sten der vorige maand ontving ik het bericht van de ophanden zijnde executie van den Heer van Grenswoud ; bijna gelijktijdig met uwen
99
brief verscheen, in naam des schuldenaars, zijn zaakbezorger, de Heer Dankert, bij mij, en betaalde mij duizend gulden, terwijl hij mij tevens zeer dringend verzocht, met de vordering van het overige nog drie weken te willen wachten, en de executie alzoo op te schorten, waarbij hij mij zijn woord gaf, dat alsdan het geheele kapitaal met de interessen en kosten, hetzij bij U of hier bij mij, zou worden voldaan. Hij zeide mij verder, dat de Hker van Grenswoud eenen deurwaarder te zijnen huize had, aan wien hij, behalve de opspraak, welke dit veroorzaakte, dagelijks f 2,50 betalen moest.
Ik liet mij door zijne redenen overhalen, de executie lot den 21 sten dezer maand op te houden, waarom ik mij haast. Uw Weledgestr. hiervan kennis te geven, met verzoek, allen rechterlijken dwang tot dien tijd op te heffen en uit ta stellen.
Ingeval de Heer v.\n Guenswoud op den vastge-slelden tijd in gebreke mocht blijven, bij Uw Weledgestr. volledige afdoening te bewerkstelligen, of daarvan met behoorlijke quitantie van mijne hand bij Uw Weledgestr bewijs te geven, zoo vsrzoek ik U, zonder verder oponthoud of verschooning met de executie voort te varen.
Ik heb de eer met hoogachting te zijn.
Weledelgestrenge Heer,
UWelEd.gestr'. Dw.Dienaar, P. S. Sardam.
83. Bericht van een hovenier aan zijnen Heer over de verwoesting door een onweder met zwaren hagel aangericht.
Hoogwelgeboren Heer Baron,
De achtste Juli, welke voor onze geheele landstreek een verschrikkelijke dag was, heeft tot mijne smart ook Uw HWelgeb. in de algemeene ramp doen deelen, en in den tuin aan de boomen en hoveniersgebouwen veel schade toegebracht.
Eergisteren namelijk kwam er tegen den avond een verschrikkelijk onweder op, hetwelk van het westen naar het oosten trok en reeds in de verte door zijne purperrroode wolken niets goeds voorspelde. Ik achtte het daarom raadzaam, bij de oranjerie en de kasten, waar het nog mogelijk scheen, voorzorgen te nemen. Nog was ik daarmede bezig, toen zich een huilende stormwind verhief, die na weinige minuten onzen schoonen groo-ten perehoom voor mijne oogen tot splinters sloeg, terwijl hij in zijnen val nog een nabij staanden kleineren boom geheel en al verbrijzelde. Nog drie andere aanzienlijke boomen werden op
100
gelijke wijze geheel verscheurd, en eene menigte andere stammen ncêrgeïbgen. Veel erger werd het, toen er ook hagelstee-nen, waarvan sommige zoo groot waren als een hoenderei, kwamen nedervallen, welke, door den storm voortgedreven, in minder dan tien minuten de betreurenswaardigste verwoesting aanrichtten. De tuin, die voor een uur nog zoo sierlijk prijkte, werd door den hagel geheel en al plat ter neder geslagen; geene bloem, geen kruid bleef overeind slaan, het loof der boomen lag gestrooid als in den herfst, en op sommige plaatsen lag de hagel een voet hoog. Aan de boomen bleef geene vrucht onbeschadigd ; zelfs de nog onrijpe kruisbessen lagen bij schepels onder het loof en den hagel, liet geweld des hagels was zoo groot, dat de stammen der jonge boomen, ja zelfs die der oudere, op de windzijde geheel afgeschild werden.
De schade aan de gebouwen is niet minder. Al de vensters, waarvan de luiken open stonden, werden verbrijzeld, terwijl eene groote menigte dakpannen afgeworpen werd. De daken zagen er uit als geheel nieuw, zoo waren zij door den hagel afgeschuurd. Naar de oostzijde moeten al de muren opnieuw gevoegd worden.
Al de dorpen en de geheele vlakte van onze landstreek zien er even betreurenswaardig uit als de tuin van Uw HWelgeb. Er is geen aar op haren halm gebleven ; alles werd door den hagelslag verpletterd. De geheele schoone oogst is verloren, en de landman gaat met tranen in de oogen over zijne verwoeste velden.
Ik verwacht van Uw Hoogwelgeb. bevelen ten aanzien der gebouwen. Wat den tuin aangaat, daartoe zal ik alles aanwenden, wat tot herstel noodig is. Vooreerst doe ik met de arbeiders nog niets anders dan opruimen.
Met den hartelijken wensch, dat ik in het toekomende meer verheugende berichten kunne geven, verblijf ik met ware hoogachting,
Hoogivelgeborcn Heer,
Uw Hoogwelgeb'. zeer onder-Vruchtlust, J • r
den 20sien Juli 18 . . danige dienaar,
Joseph Arkkls.
84. Iemand meldt eenen vriend zijne afreis naar Amerika.
Frankfort a/M., 20 Maart 18 . .
Waaide Vriend,
Groot nieuws! Aanstaande Mei ga ik naar Amerika om aldaar mijn fortuin te beproeven. Ik wil boer worden.
101
Hoe dit besluit in mij opgekomen en gerijpt is, ga ik U in de volgende regels kort vertellen.
Gij weet, dat ik mij aan het handelsvak moest wijden. Wel had ik niet veel neiging daarvoor, maar mijn vader wensclite mij eenmaal als opvolger m zijne zaak te zien, en als een gehoorzame zoon deed ik, wat hij verlangde. Ongelukkigerwijs kwam ik te land in een paar handelshuizen, waar mijn natuurlijke tegenzin in den koopmansstand maar al te veel voedsel kreeg. In 't eerste huis vond ik strijd en twist tusschen de leden der familie en een onverzadelijke hebzucht; in het tweede een tirannieke behandeling, die mij tegen de borst stiet. Daarbij kwam nog, dat ik eerlang vernam, hoe de handelszaak mijns vaders meer en meer achteruit ging, zoodat hij weldra genoodzaakt zou zijn haar op te geven. Ik verliet het tweede huis in misnoegde stemming en met mij zeiven in tweestrijd.
Mei den aanvang der mis kwam ik hier in de vaderlijke woning aan. Op de reis herwaarts maakte ik kennis met een jongen schranderen koopman, wiens boeken ik hield zoolang de mis duurde. Elke dag bracht mij met hem op ver-trou wel ijker voet, en eindelijk leide ik hem mijn toestand en mijn afkeer van 't koopmansbedrijf bloot. Hij verhaalde mij van zijnen broeder, die in Amerika als landbouwer leefde en zich daar gelukkig gevoelde. Dit wekte in mij den wensch op om zijn voorbeeld te volgen. Ik sprak met mijne ouders over mijn plan, en verwierf ten laatste met veel moeite hunne toestemming.
Den 2den Mei denk ik van hier af te reizen, ik ga over Mentz, Metz en Parijs naar Havre, alwaar ik den lOden scheep zal gaan. De gemeenschap tusschen Amerika en Europa heeft tegenwoordig zeer geregeld plaats, zoodat ik hoop, dat wij onze briefwisseling ook voortaan, als ik aan gene zijde des oceaans zal wezen, zullen voortzetten. Ik zal het mij ten minste tot een aangenamen plicht maken, U dadelijk na mijne aankomst te Nieuw-York tijding van mij te zenden en U mijn adres in de Nieuwe wereld te doen weten.
Vaar gij intusschen wel, beste Vriend, en vergeet
nimmer
Uwen oprechten Vriend Karel.
102
85. Bericht van een logementhouder aan de familie van iemand, die in zijn huis ziek is geworden.
Aan de familie van den Weledelgestr. Heer Advocaat S . . te H . . .
Aanmerkinq. Soortgelijke brieven als de onderstaande, of andere van nog treuriger aard, zooals herichten van overlijden, doet men beter, zoo mogelijk, door de hand van bekenden aan bekenden, of door die van den geneesheer aan den gewonen geneesheer van den lijder, of aan den geestelijke, welke in diens huis bekend is, te doen schrijven, len einde de familie feen plotselingen schrik leveroorzaken Slechts in het onmogelijke geval kan een bericht als het onderstaande rechtstreeks aan de familie gezonden worden.
Eergisteren avond kwam de Heer S .. , advocaat te G..., met de diligence van M .. . alhier aan en nam bij mij zijn intrek. Reeds bij zijne aankomst scheen hij zich niet wel te bevinden ; hij sprak en at zeer weinig, en begaf zich vroeg ter rust.
Den volgenden morgen, toen men het ontbijt op zijne kamer bracht, vond men hem in bedenkelijke omstandigheden. Hij had eene lichte beroerte gehad, en de linkerzijde was eenigszins verlamd. Ik liet een geschikten arts halen, die wel het toeval niet voor doodelijk, doch het herstel voor langzaam hield, en mij aanraadde, aan de familie zonder verzuim daarvan bericht te geven, ten einde van hare zijde de begeerde maatregelen zouden kunnen genomen worden.
Gelukkig was het, dat ik door de passagierslijst, die ieder herbergier verplicht is des avonds door de nachtpassanten te laten invullen, bekend was geworden met den naam, den stand en de vaste verblijfplaats van den Heer S., om aan dezen treurigen plicht onverwijld te kunnen voldoen.
Hoezeer ieder overtuigd is, en ik er mij eenigszins op beroemen mag, dat ik alle mogelijke zorg voor mijne gasten aanwend, zoodat het den heer S. aan niets zal ontbreken, zoo is het buiten allen twijfel, dat de lijder spoediger herstellen zal te zijnen huize, alwaar hij meer gemak en zorgvuldiger oppassing kan genieten dan in eene vreemde herberg. Buitendien raadt ook de arts een spoedig vervoer aan, alzoo men onzeker is of zoodanige toevallen zich zouden kunnen herhalen, of somtijds andere omstandigheden niet zonden toelaten den zieke te vervoeren.
Intusschen heb ik den koffer van den Heer S.....
nadat zijne brieventasch, de bij hem gevondene geschriften en alle dingen van waarde daarin waren gelegd, door den kantonrechter doen verzegelen, welke voorzorg mij, zoowel voor mij zelvcn als voor de familie, noodzakelijk toescheen.
103
Na verzekerd te hebben, dat ik oprecht deel neem in dit treurige geval, en dat den zieke, bij wien ik een ge-schikten persoon ter oppassing heb gesteld, zijn lot, zoolang hij te mijnen huize is, zoo dragelijk mogelijk zal worden gemaakt, noem ik mij met achting
M. Boncüeur Logemeuthouder in den Paradijsvogel.
86. Bericht van eene vrouw aan een Geneesheer omtrent de ziekte van haren man.
Weledelezeergeleerde Heer,
Daar mijn man, de rentmeester en opzichter der goederen van den Heer Graaf van Polstik, zich sedert eenige dagen ongesteld bevindt, en zijn toestand ons van dag tot dag meer en meer verontrust, zoo acht ik het noodig, U bij dezen om uwen raad en bijstand te verzoeken.
Reeds verleden maandag klaagde hij over duizelingen, verdooving en pijn in het hoofd. Hij dacht, dat eene aderlating hem verlichting zou aanbrengen, noch daar deze het gevvenschte gevolg niet. had, gebruikte hij bloedzuigers; ook hierbij echter vond hij geen baat; bij het laatste middel ontwikkelde zich integendeel do ziekte eerst recht door koortsachtige hitte en koude, ijlen en eindelijk een aanhoudenden stoelgang.
in dezen toestand bevindt hij zich nog heden (zondag), en de kwaal schijnt dagelijks te verergeren.
In deze verlegenheid verzoek ik U de goedheid te willen hebben, den lijder met een bezoek te vereeren, en te verordenen wat U dienstig zult oordeelen.
Ik zoude U bij dezen onmiddellijk een rijtuig gezonden hebben, als ik zeker ware geweest, dat ü te huis zoudt zijn en dadelijk na ontvangst dezer letteren kondt overkomen. Daar ik het inlusschen voor mogelijk moet houden, dat mijn wensch, om U heden nog hier te zien, door andere dringende zaken onvervuld zal blijven, zoo verzoek ik U ten dringendste, in afwachting van uwe overkomst, bij voorraad die geneesmiddelen voor te schrijven, welke U, volgens mijne vermelding van de kenteekenen der ziekte doelmatig zult oordeelen.
Mocht U echter, hetgeen ik als een groot geluk zou beschouwen, door niets verhinderd worden om ons dadelijk met een bezoek te verheugen, zoo verzoek ik U de goedheid te willen hebben, in de stad een rijtuig voor onze rekening te nemen. Uwe persoonlijke aanwezigheid zou, bij de ongerustheid, die mij drukt, voor mij een groote troost zijn, daar de geluk-
104
kige practijk, welke U hier in den omtrek achting en vertrouwen heeft verworven, ook mij, onder opzien tot den Allerhoogste, de hoop op een spoedig herstel, of althans op leniging der smarten van mijn man zou verschaffen.
Met angstvallige bekommering zie ik uwe overkomst te gemoet, en heb intusschen de eer met achting te zijn,
„ , v.. ,, UWeled.zeerarl'. onderd. dienares.
Rotseik bu Warmveld, s n i
den SOsten Mei 18 .. KaTHARINA VAN BaLEN-LEENS.
87. Bericht van de redding eens broeders, die in gevaar was te verdrinken.
K.....,11 Februari 18 .
Lieve Zuster,
Gij weet met welke vreugde wij de terugkomst van onzen jiilids in het vaderland na een zesjarige afwezigheid te gemoet zagen.
Verbeeld U dan onzen schrik, toen wij den 7den dezer, den dag waarop wij hem t'huis verwachtten, in plaats van hem zeiven, een brief van een vreemde hand ontvingen met het ontzettende bericht, dat bij het overvaren van den Rijn de pont, waarin hij zich met veie anderen begeven had, door de aandringende ijsschotsen water had geschept, dientengevolge gezonken was, en dat de zich daarin bevindende menschen eerst na een geruimen tijd voor dood waren opgevisclit.
Oogenblikkelijk waren van alle zijden op het vernemen der treurmare de mannen der kunst toegesneld, om, ware 't mogelijk, de slachtoffers der ramp door gepaste middelen in 't leven terug te roepen. Hunne volhardende pogingen werden echter slechts bij twee hunner met een goeden uitslag bekroond, en onder die twee geredden — o God! hoe kunnen we ooit U genoeg daarvoor danken en loven? — was ook onze julius.
Bij de afzending van bovengenoemden brief was hij nog zeer zwak : gisteren avond echter ontvingen wij eenige regels van zijne eigene hand. Wij zijn opgetogen van blijdschap. Moeder viel dankend en biddend op hare knieën en gaf zich met zulk eene hevigheid aan hare gewaarwordingen van moederlijk vreugdgevoel over, dat het ons bang om 't hart werd. En inderdaad, zij was door angst en blijdschap zoodanig uitgeput, dat zij naar bed moest gaan.
Hij zal dan nu komen, de zoolang teruggewenschte broeder en zoon! wij zullen hem met onze armen omvatten, hem met onze vreugdetranen besproeien! — O hoe ellendig zou-
405
den wij geweest zijn, indien we, in plaats van onze blikken aan den gezonden, krachtigen jongeling te laven, alleen zijn verstijfd lijk hadden weder gezien!
Zie, geliefde Zuster! zoo mocht dan onze naam-looze zielsangst zich in de zaligste blijdschap oplossen. De aan den dood ontrukte jülius is ons nu dierbaarder dan ooit. Ik behoef niet te gissen, welke gewaarwordingen deze brief in uw gevoelig hart zal opwekken. Laat ik hier alleen nog bijvoegen, dat wij den geredden drenkeling nog deze week in ons midden zullen zien. Dan ontvangt ge van mij, en gewis ook van hem, een meer breedvoerig verhaal.
Uw liefhebbende broeder, R.....
W....., den Hden Februari 18 . .
Dierbare Broeder,
Zoo even ontving ik uw bericht van den Hden dezer. Met angst sloeg ik hem open ; 't was of een zeker voorgevoel mij zeide, dat er met Jülius iets voorgevallen moest zijn. Niet te vergeefs was ik zoo bezorgd voor hem !
Bevend las ik uwe letteren, die mij bij de eerste regels reeds uit de handen vielen. Het duurde een geruime poos, eer ik weer moeds genoeg had om verder te lezen. Alles wat gij om den lieven broeder gevoeldet, ondervond ik mede in de hoogste mate. Angst en schrik deden mijne zenuwen trillen, totdat ik door de laatste helft van uwen brief weder gerustgesteld en verblijd werd.
God zij duizendmaal dank voor den gelukkigen keer van het ongeval! Ik wensch U allen en tnij zeiven en den goeden Julius met zijne redding geluk; niemand kan over zijne behouden tehuiskomst, die zoo vreeselijk bedreigd werd, meer verheugd zijn dan ik. Laat hem toch ook tot mij komen, zoodra gij u aan hem met liefkoozen verzadigd hebt, opdat ook ik hem zie en in mijne armen sluite. Ik hoop, dat hij bij de ontvangst van dezen brief reeds bij TJ zal zijn aangekomen. Is dit inderdaad zoo, zeg hem dan hoe ik God voor zijne redding dank en hoe vurig verlangend ik zijne komst alhier te gemoet zie.
Mijn liefdegroet aan allen.
Uwe liefhebbende zuster, Antonia.
89. Bericht aan een Broeder wegens de ziekte en het herstel van zijn Zoon.
Hamburg, den Sisten Juni 18 . .
Hartelijk geliefde Broeder,
Het moet u wel bevreemd hebben, dat ik u niet vroeger de ontvangst van uwen brief heb gemeld. Ik deed zulks dit maal opzettelijk, om u geen noodeloozen kommer te veroorzaken ; ik wilde het schrijven uitstellen, totdat ik u geruststellende berichten omtrent uw zoon kon mededeelen. En daar het oogenblik van hoop en troost nu eindelijk verschenen is, wil ik ook geene minuut langer wachten en vat derhalve de pen op.
Uw lieve August is namelijk gevaarlijk ziek hier aangekomen. Nadat ik hem reeds vijf dagen te vergeefs bad afgewacht, trad op den 1 Oden Mei zijn reismakker bij mij in de kamer. Gij kunt nagaan, hoe zeer ik ontstelde, toen hij mij dit te kennen gaf, en mij daarop verzocht dadelijk met hem te gaan, daar mijn neef op de plaats, waar zij over de Elbe gevaren waren, ziek in den wagen zat. Door schrik en angst gedreven liep ik meer dan ik ging. Ik zorgde, dat ik hem met allen spoed bij mij aan huis kreeg, om hem met krachtige soep en goeden wijn Ie verkwikken ; de hevige koorts, waarin hij lag, en een verstikkende hoest lieten hem echter niet toe iets te nuttigen. De vreugde van elkander weder te zien werd door dezen toestand niet weinig gematigd; doch bet bewustzijn, zich onder mijn dak te bevinden, strekte hem eenigermate tot troost.
De koorts en de verwarring in 't hoofd namen nog gedurig toe. Ik zond om een geneesheer, en deze verklaarde, dat do ziekte een gevaarlijke longontsteking was.
Niettegenstaande alle aangewende moeite en moederlijke zorg, waarmede ik hem steeds ter zijde stond, verergerde zijn toestand van dag tot dag. Het ergste voor mij was zijn menigvuldig ijlen ; verleden zondag, toen ik bij hem waakte, sprong hij in den nacht tweemaal uit het bed; hij wilde weg.— Op het laatst verviel hij in eene volslagen bewusteloosheid. Nu was ik bang, dat bet weldra met hem gedaan zou wezen. Doch dit was bet hoogste punt der ziekte, de crisis, zooals de geleerden dat noemen, geloof ik, en hij kwam die gelukkig te boven. Tot mijn onuitsprekelijke vreugde werd bij alras weder opgeruimd van geest, eu de zoo reikhalzend verwachte brief van zijne moeder voltooide zijn ontwaken tot een nieuw leven. Gisteren en beden heeft die hoopgevende toestand aangehouden, en nu verklaart de dokter den zieke buiten gevaar. Slechts in
107
enkele oogenblikken van zwakte ijlt hij soms nog. Eetlust heeft hij nog wel niet, doch hij nuttigt zonder tegenzin de krachtige soep, die ik zelve bereid en waarmede ik hein zoek te versterken. Hij heeft ook geen gebrek aan den besten wijn. Wees alzoo ten aanzien van zijne oppassing gerust: nergens kan hij beter verzorgd worden; ik ben dag en nacht bij hem; mijn hart gebiedt mij, hem als kind te behandelen.
Daar hij zelf nog niet schrijven kan, beveelt hij zich door mijne hand in uwe ouderlijke liefde. Met iederen postdag zal ik u bericht zenden. — Verschoon dezen vluchtigen brief: hoofd en hart zijn zoo vol, dat ik nauwlijks weet, wat ik doe.
Wees hartelijk gegroet, gij, uwe lieve vrouw en kinderen. Schrijf toch dikwijls aan uwen August, dewijl dit zijn herstel zal bevorderen.
Ik ben, als altijd.
Uwe liefhebbende zuster.
Martha.
90. Bericht van het volkomen herstel.
Hamburg, den 33ston Juli 18 . .
Hartelijk Geliefde Broeder,
Mocht gij ook in mijne verzekering- van het voortgaande herstel uws geliefdon zoons niet het volste vertrouwen gesteld hebben, thans zal u zijne eigene hand, waarmede hij den nevensgaanden brief geschreven heeft, van de waarheid overtuigen — Hij is hersteld, en wel zoo zeer, dat zijn buitengewoon groote eetlust mij wel eens voor schadelijke gevolgen bevreesd maakt; doch zijne krachten nemen in verhouding van het spijsgebruik ook zichtbaar toe. Aanstaande week zal hij, naar ik hoop, kunnen uitgaan.
Gij allen maakt veel te veel ophef van mijne moeite. Ik verdien zooveel dank niet, want ik heb slechts mijn zusterlijken plicht gedaan en de inspraak van mijn hart gevolgd. Mijn boste belooning is: het behoud van mijn lieven neef, dien ik om zijn voortreffelijke inborst steeds beminnen zal. Zeg, aan uwe lieve vrouw, dat ik volstrekt niet begeer, dat ze mij, gelijk ze zich uitdrukt, de voeten zal kussen; een recht hartelijke vriendschapskus zal mij, wanneer ik overkom, hoogst aangenaam zijn. Hoe onaangenaam ook deze ziekte voor den armen August moge geweest zijn, zoo dank ik toch het toeval, dat ik daardoor gelegenheid heb gehad, u allen een bewijs mijner liefde te kunnen geven.
108
Ik zie de Septembermaand met verlangen te ge-moet, dewijl ik dan eenige der gelukkigste dagen van mijn leven in uw midden hoop door te brengen. Intusschen, lieve Broeder 1 omhels ik U, uwe lieve vrouw en al wat ü dierbaar is duizendmaal in gedachte, met de verzekering, dat ik nimmer zal ophouden te zijn.
Uwe liefnebbende zuster, Martha,
91. Bericht van den dood eener Vriendin.
Geliefde Zusier,
Eene week van smart en droefheid, die ik met de mijnen heb doorgestaan, heeft mij belet U vroeger te schrijven. Een gevaarlijk toeval, dat onze getrouwe vriendin, Mevrouw de weduwe van Leeuwendam, trof, was voor mij de bron van onuitsprekelijken angst en tallooze zorgen. — Verleden dinsdag, den verjaardag van mijne Carolina, bracht zij nog eenige uren zeer vergenoegd bij ons door. Ook den volgenden woensdag verrichtte zij hare huiselijke werkzaamheden nog met hare gewone vroolijkheid. Doch tegen den avond werd zij op eens flauw en moest hevig overgeven. Ik werd geroepen, en vermoedde dadelijk, dat het eene beroerte zou zijn. Wij zonden oogenblikkelijk ora den geneesheer: hij kwam en verklaarde, dal de ziekte.....doodelijk was. — Dientengevolge werden zonder verwijl hare beide zonen gehaald, die ook nog in tijds aankwamen en het ziekbed niet meer verlieten. Carolina waakte met hen en verpleegde de goede, dierbare vrouw. Zij kwam niet weder bij, maar lag bewusteloos tot vrijdag morgen ten 5 ure, toen een zachte dood aan haar stil en edel leven een einde maakte. Zij wordt oprecht beweend door haar anders niet zeer gevoeligen man, en door allen, die haar gekend hebben.
Diep, zeer diep gevoel ik het verlies van deze laatste oude vriendin; weldra zal ik in de wereld geheel alleen staan. Gij kunt nauwelijks gelooven welk een smartelijk gevoel mijn hart heeft aangegrepen, vooral daar ik, wegens mijne ziekelijkheid, sedert verleden donderdag niet heb kunnen uitgaan, en zonder eenige verstrooiing altijd mijne kamer moet honden. Mevrouw R., die sedert eenige dagen terug is, bezoekt mij nog al dikwijls om mij te vervroolijken, en dit heb ik ook noodig, want alles herinnert mij de vroeger geledene, smartelijke verliezen.
Carolina verzoekt voor haar stilzwijgen verschooning. Zij heeft het tegenwoordig zoo volhandig, dat zij in het geheel niet naar huis kan gaan. Na de begrafenis, die op over-
109
morgen bepaald is, zal het rustiger worden. Intusschen belast ze mij met de hartelykste groeten, waarbij ook die van den Heer Leeuwendam en vau de beklagenswaardige zonen onzer vereeuwigde vriendin zijn ingesloten.
Groet van mijnentwege ook allen, die zich mijner in liefde herinneren, terwijl ik U in 't bijzonder nog de verzekering geef' van de onveranderlijkste genegenheid
Uwer U liefhebbende zuster, Rosa.
92. Bericht van den dood eener Bloedverwant.
ïs. . . den lOden Februarij 18 . .
Lieve, goede Oom,
Volgens de belofte van mijne moeder zoudt gij dikwerf bericht van onze zieke krijgen, doch wij konden er in de afgeloopene treurige week niet toe komen. De zwakheid van onze goede tante nam gedurig toe, en het gezwel werd hoe langer hoe grooler. Verleden zondag, den 9den dezer, had zij weder een nieuw toeval van koliek, zoo hevig, dat er eene ontsteking op volgde. Zij leed zeer veel, en — doch laat het u niet te zeer treffen — de laatste smarten deden de arme lijderes gisteren nacht omstreeks 11 uren bezwijken. Zij werd door den dood van alle tijdelijke ellende verlost, en sluimerde voor een betere toekomst zacht en kalm in mijne armen in.
0, beste Oom! gij gevoelt licht hoe smartelijk ons dit verlies treft, en toch moeten wij erkennen; God heeft het wel met ons gemaakt. Gelijk onze tante heeft wel niemand geleden ; gedurende de laatste acht dagen waren hare smarten eti zwakte zoo groot, dat wij haar tillen en dragen moesten; en daar het geheele lichaam zoozeer was gezwollen, waren drie men-schen daartoe nauwelijks in staat. Mijne moeder, Ulrica en ik verlieten haar des daags bijna nooit, en des nachts wisselden wij elkander af. Door vreemde handen wilde zij volstrekt niet geholpen worden. Den voorlaatsten nacht en den laatsten dag verliet ik haar geen oogenblik. Des avonds ten 7 ure klaagde zij over beklemming op de borst, en zeide toen voor de eerste maal, dat zij nu sterven zoude. Zij verzocht ons bij haar te blijven, en zeide, toen ik haar in mijne armen nam: »Züó sterf ik gaarne.quot; Dus hield ik haar drie volle uren, totdat zij geheel voleind had, en onder een vloed van tranen zei ik haar, zooals ook al de anderen deden, voor de laatste maal hartelijk dank voor al hare liefde en toegenegenheid.
110
Aaiibtaanden woensdag zal zij, na geopend fe zijn, ter aarde worden besteld.
Wij zijn door het smartelijk verlies allen zoo diep gelrofl'en, dat ge mij wel vergeven zult als mijn brief niet zoodanig is, als hij anders wel behoorde te zijn. Bij mij in het bijzonder rijt zulk een verlies allo oude wonden weder open. Wij verzoeken U aan de beide tantes de zaak met de hoogst mogelijke voorzicluigheid mede te deelen: in de tegenwoordige omstandigheden acht ik het ongeraden, rechtstreeks aan baar te schrijven. Ook verzoeken wij U, beste Oom! de aankondiging van het overlijden in de courant te laten zetten.
Voor heden moet ik sluiten. Zoodra de begrafenis heeft plaats gehad, zal ik of mijne moeder omstandiger schrijven. Intusschen hopen wij, dat de goede God U allen nog lang bij eene wenschelijko gezondheid bewaren en u troost en sterkte schenken moge. Terwijl ik TJ en alle leden der familie hartelijk in gedachten omhels, ben ik, gelijk altoos, met liefde,
Uwe Josephine.
93. Een Zoon bericht den dood zijns vaders aan een van de vrienden des overledenen.
Weledele Heer,
Ik vervul bij dezen een treurigen plicht, terwijl ik het treffende afster/en van mijn geliefden vader te uwer kennis breng. Gisteren namiddag ten 3 ure werd hij ons, zonder lang bedlegerig geweest te zijn, ten gevolge eener borstwaterzucht, in den nog krachtvollen leeftijd van 58 jaren, zeer onverwacht door den dood ontrukt. Hij had met ons nog het middagmaal gebruikt en vrij wel gegeten. INa den maaltijd wilde hij zijn gewoon slaapje nemen; nauwelijks echter lag hij eenige minuten op de canapé, toen wij hem hoorden rochelen. Wij snelden naar hem tos; tevergeefs! Na een oogenblik was zijne ziel overgegaan in een beter leven. Wij drukten een lijk in onze armen.
Diep bedroefd over dit zware verlies, het zwaarste dat eene familie kan treffen, rekenen wij op uwe vriendschappelijke deelneming, en met den hartelijken wensch, dat God ü en de uwen nog lang voor zulke smartelijke verliezen moge bewaren, bevelen wij ons bij voortduring in uwe vriendschap aan.
In ons aller naam,
Uw Weled'. onderd. dienaar, den 25sten juli 18 . . AlSTOON Kruider.
94. Bericht van den dood eener Zuster aan
een Vriend.
Dierbare Vriend,
Dit blad, door mijne tranen bevochtigd, meldt U het treurige nieuws van den vroegen dood mijner zuster Sophia.
Ach, Vriend, welk een verlies! Het schoone meisje, dat met den blos der gezondheid op de wangen scheen te kunnen rekenen op het langste leven, werd ons, na eene nauwelijks tiendaagsche bedlegerigheid, door een boosaardige koorts ontrukt. Denk ü zeiven in mijne plaats, in de plaats mijner ouders, en verbeeld U de hartverscheurende smart, die ons allen nederdrukt.
De schoone bloem is niet meer! — ik kan niet meer schrijven. Ach, vriend! mijne Sophia!
den 9den September 18 , . JüLlüS B00M-
95. Bericht van den dood eener Echtgenoot.
Zeer Geachte Vriend,
De smart, de zielesmart drukt mij neder. In mijne beminde, onvergetelijke gade verloDr ik gisteren avond ten 6 ure het hoogste goed, dat mij God hier op aarde gegeven had. Slechts 4 jaar smaakten wij het genot eener genoegelijke echtvereeniging, welke in den volsten zin des woords een band der liefde was. Door een ongelukkige verlossing, die ook aan het kind het leven kostte, werd deze schoone band voor eeuwig verbroken. Zeer onverwacht trof mij die slag, en ook zooveel te sterker gevoel ik hem. Ach, Vriend! waar is balsem voor een zoo diep gewond hart? Och, schenk, zoo gij 't vermoogt, eenige druppels verkwikking in den lijdensbeker van
Uwen hoogachtenden vriend, K.....,10 Mei 18 . . ]\
Waarde Vriend,
Het heeft God, den Heer van leven en dood, behaagd, mijne geliefde gade, na eene genoeglijke echtvereeniging van twaalf jaren, lot zich te nemen. Haar bestaan op aarde had reeds sedert lang voor haar geen waarde meer; zij zag zelve naar een spoedige ontbinding reikhalzend uit. — Een lange, uitterende borstkwaal, vergezeld van pijnlijk hoesten, rijpte haar allengskens voor het graf. lleeds sedert zeven maanden leed en klaagde zij. Eindelijk werden gisteren morgen ten zes ure de banden haars levens geslaakt, en haar verruimde geest ziel nu,
112
zoo wij vertrouwen, uit de oorden der onsterfelijkheid neder op ons, die bij haar hulsel weenen.
Ik ben, waarde Vriend, verzekerd van uwe hartelijke deelneming in mijn verlies. God behoede u, en behoudc u nog lang uwe geliefde gade, en in haar uwen kinderen eene leedere moeder. Wees verder onveranderlijk mijn vriend, gelijk ik niet ophoud te zijn
de Uwe,
G ..... den .... 18 . . R.
97. Bericht van den dood eens Vriends.
K...... den Oden Mei 18 . .
Lieve Frans.
Onze goede Valentun is niet meer. Gij hebt hern, den lieven, vriendelijken, goeden man, die zoo algemeen geacht en bemind werd, van nabij gekend. Sedert tien jaren mocht ik hem mijn vriend noemen, en altijd was hij dezelfde in lief en leed. Nimmer zal ik de ure vergeten, die ik in zijn omgang sleet. Vast, zeer vast was mijn Imt aan hem gehecht, maar des te smartelijker gevoelt het nu zijn verlies.
Een boosaardige zenuwkoorts rukte, in minder dan acht dagen, onzen Valentun weg; alle inspanning, alle kunst der geneesheeren was vruchteloos. — Zoo heeft dan onze stad weder een edelen burger, uw Helwig een vriend, en de wereld een eerwaardig man minder.
Morgen zal ik hem naar het graf geleiden: een moeilijke taak, waartoe mij echter mijne liefde tot den vereeuwigde verplicht. — O! in zulke oogenblikken des levens geeft de plaats, waar gescheiden vrienden elkander zuilen wederzien, een schoon, troostrijk vooruitzicht.
Vaarwel, beste Frans! de Hemel spare u nog lang voor uwe dierbare betrekkingen, en voor
Uw Helwig.
98. Bericht van het overlijden eens Vaders aan zijnen handelsvriend.
M...... den 6den Juni 18 . .
Weledele Heer,
Het is mij een treurige plicht, U te berichten, dal de vrijmachtige Heer van leven en dood beschikt heeft over de dagen van mijn geliefden Vader, uwen handelsvriend, Phiup Willem de Schutter, die op den 3den dezer maand aan de ge-
113
volgen van eene slijmberoerte in zijn üöste jaar overleden is, waardoor wij allen, zijne nageiatenen, in den diepsten rouw gedompeld zijn.
De handelszaken zullen intusschen onder zijn naam worden voortgezet. Wij verzoeken ü, ons huis met uw vertrouwen te blijven begunstigen, daar ü verzekerd kunt zijn, dat wij steeds alles, wat in ons vermogen is, zullen aanwenden, om het bij voortduring te verdienen.
Met den hartelijken wensch, dat de goede God U nog zeer lang bij een wenschelijke gezondheid en welvaart moge bewaren en voor treffende verliezen behoeden, ben ik met hoogachting
Weledel Heer,
Uw WEd' zeer onderdanige dienaar, Hendrik de Schutter.
99. Bericht van den dood eens Broeders op het slagveld.
M . . ., den ISden Juni 18 . .
Op de kwellendste onzekerheid volgt eindelijk, geliefde Tante, de schrikkelijkste waarheid. Wij hebben de zekere tijding ontvangen, dat ik geen broeder meer heb.
O, beste Tante! welk een slag voor ons allen! Thans voor het eerst voel ik recht, wat zielesmart is. Hoe koud komen mij alle uitdrukkingen voor om u onze aandoeningen te schilderen.
Voor veertien dagen ontvingen wij Karel's laatsten brief Het scheen, alsof hij van zijn treurig uiteinde een voorgevoel had: hij nam afscheid van ons. Ach! hij is gevallen! O, waarom gaf' hij geen gehoor aan de stem zijner moeder, zijner zuster, die hem niet van zich wilden laten gaan. Ik herinner mij den dag van zijn vertrek nog zoo levendig! Nog zie ik hem, toen wij hem naoogden, zich op het paard omkeeren en ons met de hand zijn vaarwel toewenken. Met een geprangd hart traden wij binnen. Ach, beste Tante! wij hadden hem voor de laatste maal gezien. Troosteloos slijten wij nu onze dagen, en onze tranen besproeien zijne brieven, waaraan wij ons niet verzadigen kunnen, omdat hij daarin nog schijnt te leven.
Gij, dierbare Tante! zult gewis deelen in onze smart, welke alleen de onderwerping aan Gods wijze beschikkingen eenigszins kan lenigen. Beklaag ons, doch laat ons het treurige genoegen van te vveenen!
Eeuwig
Uwe Louise.
8
Ook bij de brieven van gelukwensching moet, evenals bij het mededeelen van berichten, de behoorlijke achting en den welvoegelijken toon in acht genomen worden. Zij moeten steeds het kenmerk van ware deelneming dragen; waar dit inderdaad bestaat, zal altoos het hart tot het hart spreken. Het is immers zoo moeilijk niet zich in de plaats te stellen van dengenen, voor wien de brief bestemd is, en ons eigen gevoel at te vragen, wat wij in zijn geval gaarne of ongaarne zouden wenschen tie hooren
Wenscht iemand geluk bij het nieuwe jaar, zoo verheugt men zich met zijnen vriend over de gelukkige dagen, die wij in het afgeloopene hebben mogen beleven; jegens zijne ouders herinnert men zich alle ontvangene bewijzen van hunne liefde; men bedankt hen daarvoor; men wenscht hun gezondheid, vreugde, opgeruimdheid en ieder aardsch geluk; men belooft, zooveel in ons ■vermogen is, daartoe te zullen bijdragen; men smeekt hen om de voortduring van hunne liefde. — Evenzoo schrijtt men, met de noodige veranderingen, aan weldoeners en andere personen. — Zelden schrijft men tegenwoordig opzettelijk nog andere nieuwjaarsbrieven; moet men omtrent nieuwjaarstijd over dit of dat onderwerp aan bijzondere personen schrijven, dan begint men den aanhef des briefs met een korten wensch, of men sluit ook wel daarmede.
Gelukwenschingen op verjaardagen zijn reeds van meer belang voor ieder huisgezin in 't algemeen, en voor ieder lid in het bijzonder. Kinderen vieren den dag van hen, aan wie zij 't leven te danken hebben, van hunnen vader, hunne moeder, hunne grootste weldoeners, als zoo vele aardsche goden, aan wier behoud hun alles gelegen is. Hoezeer thans ook sommige lieden weinig of geen werk van hunne verjaardagen maken, ja ze vaak niet eens gedenken, zoo zijn er nog veel meer andere, die er grooten prijs op stellen. En inderdaad, de dag onzer geboorte, onzer intrede in 't leven, behoort toch wel tot die ge-
wichtige gebeurtenissen, welke der gedachtenisviering waardig zijn. Die gedachtenisviering verheft ons hart en stemt onzen geest tot verheven gewaarwordingen; onwillekeurig komen ze bij den briefschrijver op en worden van lieverlede in zoovele vurige wenschen voor het heil van onze dierbare beminden door onze pen in geschrift overgebracht. Zoo is het ook bij broeders en zusters; en waarom zou ook bij ouders de verjaardag hunner kinderen geen aangename herinnering in de ziel opwekken?
Bij gelukwenschen ter gelegenheid van huwelijken en bij die van geboorten, gelijk ook bij die van bevordering tot hooger ambt of hoogeren stand, beroept men zich, om de geuite blijdschap te staven, op de deelneming en het geluk zijner vrienden, hetgeen echter bij bloedverwanten en vertrouwde vrienden, wier hart men kent, overbodig is. Men roemt bij den bruidegom de voornaamste eigenschappen der bruid, men beroept zich op haar' bekenden goeden naam, als men haar niet persoonlijk kent; men stelt zich haar althans zóó voor, als men naar zijnen vriend toe-wenscht; men roert in allen gevalle het voordeel aan, dat hem deze vereeniging belooft; men werpt een blik in de toekomst, voorspelt kinderen, die de vreugde en het geluk van zijn leven zullen volmaken.
Is zulk een kind inderdaad op denzelfden tijd geboren, dan verheugt men zich over de gelukkige bevalling der kraamvrouw; men wenscht, dat zij weldra in krachten zal toenemen en geheel herstellen; dat God het jonggeboren wicht moge behouden, en haar en haren echtgenoot veel vreugde van het pand hunner liefde doen beleven.
Betreft de gelukwensch eene bevordering, zoo twijfelt men geenszins, men is zelfs zeker, dat de persoon werkelijk verdiensten bezit, en drukt de meening uit, dat door die bevordering zijne rechtschapenheid, vlijt en talenten op een gepaste wijze beloond zijn geworden; men ziet in 't verschiet nog nieuwe verhooging, eereposten, enz. voor dezen vriend open, men wenscht, dat zij hem eerlang ten deel zullen vallen, dat hij ze lang moge behouden en ons ook in zijne nieuwe, hoogere betrekkingen met zijne vriendschap en welwillendheid zal blijven vereeren, enz.
100. Nieuwjaarswensch van een Zoon aan zijne ouders.
Dierbare Ouders,
Het afgeloopen jaar herinnert mij al de bewijzen van hartelijke liefde, die ik daarin van U heb ontvangen, en spoort mij aan, ü daarvoor mijnen dank toe te brengen. Ont-
8*
116
vangt dien, geliefde Ouders! met den wensch, dat de goede God U zegene en ü aan mij, mijne broeders en zusters zeer veel vreugde late beleven. Hij doe gelukkige dagen voor U aanbreken, en beware en sterke uwe dierbare gezondheid tot ons aller heil! Al het goede, dat uwe kinderen ü wenschen, wen-schen zij eigenlijk zich zeiven, daar hun welzijn zoo onafscheidelijk aan het uwe verbonden is. Mogen toch nog vele jaren zoo gelukkig als het afgeloopene aan uwen leeftijd worden toegevoegd, en moge alles, wat menscben hier op aarde verheugen kan, uw levensgenot vermeerderen.
Vaarwel, dierbare Ouders! bewaart mij in uw liefderijk aandenken; groet mijne broeders en zusters onder hartelijke omhelzingen, en weest verzekerd, dat ik niet zal ophouden te zijn
Uw liefhebbende zoon,
Amsterdam,
den Sisten December 18 . . rREDERIh.
101. Antwoord.
Wij danken u hartelijk, lieve Frits, voor uwe goede wenschen en de kinderlijke gezindheid jegens uwe ouders bij den aanvang van dit nieuwe jaar. Ook u wenschen wij alle be denkelijke heil; God behoede en ondersteune u in alle loffelijke voornemens, en schenke u eene duurzame gezondheid. Gij kunt, miju lieve Zoon, tot ons geluk en de vervroolijking onzer levensdagen veel toebrengen door de vreugde, die wij van u hopen te smaken. Wandel altijd in de vreeze des Heeren en op hèt pad dér deugd; God zal u niet verlaten, indien gij Ifem voor oogen houdt; Hij zal u zegenen in uw ernstig streven om een braaf man te worden, en Zijne hand zal u leiden. Wij hebben tot nu toe voor uwe opvoeding geene kosten ontzien, en zijn bereid tot elke opoffering voor uwe verdere vorming, indien onze hoop maar verwezenlijkt wordt. God geve dit! Zijn oog wake over u, opdat gij van dag tot dag moogt toenemen in wijsheid en deugd, tot uw eigen heil en tot vreugde van
. Uw liefhebbende ouders,
Workum, . v„„ .
den Sisten December 18 . . A. dl VOGEL.
Dierbare Vader, Geliefde Moeder,
Zoo is dan weder een gelukkig, gezegend jaar voor ons allen voorbijgegaan! God heeft mijne ouders voor mij en mijne broeders en zusters behouden, met gezondheid geze-
117
gend en door geen ongeval hnnne blijde dagen bedroefd. Den Algoede breng ik mijn innigsten dank voor deze weldaden, en zend mijn vurige wenschen tot Hem op, dat het vervlogene blijde jaar het beeld moge zijn van uw ganschen levenstijd, en gij, eenmaal aan het einde (dat nog verre af zij!) gekomen, met ware tevredenheid op den afgelegden weg moogt terugzien! 0, beste der Vaders! kondet gij in mijn hart lezen, gij zoudt het zien overvloeien van de warmste liefde jegens U; mijne moeder zou ontwaren, dat iedere harleklop eene trilling van liefde door mijne aderen stuwt; mijne broeders en zusters zouden zich verheugen over mijne oprechte broederlijke gezindheid. God behoede ü voor mij, en mij voor U, opdat gij zeer vee! vreugde aan mij beleven moogt. Ik heb allhans vast voorgenomen, al mijne krachten in te spannen om daarnaar te streven, uwe tevredenheid te verdienen, en U nimmer reden te geven, dat gij over uwe goedheid jegens mij berouw kunt hebben.
Ik beveel mij in uwe ouderlijke liefde bij voortduring aan, en verzeker U, dat ik nimmer zal ophouden met kinderlijke hoogschatting en teederheid te zijn
Uw gehoorzame zoon, den SIstenD'ecember 18 . . ÏHEODOOR VERHEVENS.
103. Nieuwjaarswensch aan Ouders, die in het afgeloopen jaar een Zoon hebben verloren.
Dierbare Ouders,
Het afgeloopen jaar was een jaar van droefheid en rouw voor ons allen. De dood van mijn broeder heeft onze harten diep gewond, en niemand onzer zal immer den lOden Septemberdag vergeten. — Doch waarom eene nog niet geheelde wonde opnieusv opengereten! Als ik echter op den vervlogen tijd terugblik, dan komt mij dit treurige beeld steeds weder voor oogen, en mijne tranen vloeien opnieuw.
En nu is het de eerste dag van een nieuw jaar. Mocht het toch gelukkiger voor ons zijn, dan het geëindigde, en mochten wij allen daarin den troost vinden, dien alleen ons de tijd kan aanbrengen! Ik smeek den Almachtige met heete tranen, dat Hij U het geledene verlies door vele scho.one dagen vergoede. Hij sterke U, schenke U duurzame gezondheid, en doe U nimmer weder zulke zware beproevingen ondervinden ! — Verleent mij, verleent mijne zuster de geheele liefde, die gij onzen broeder toedroegt, en ontvangt den warmsten dank voor de duizendvoudige bewijzen uwer goedheid van
„ quot; Uwe liefhebbende dochter,
Rotterdam, d,_____
den Isten Januari 18 . . BERTHA.
104. Nieuwjaarswensch van eene gehuwde Dochter aan haren Vader.
Lieve, dierbare Vader,
Het is mij onmogelijk, het oude jaar geheel te laten eindigen, zonder ü te danken voor de liefde, waardoor gij mij zoo onuitsprekelijk gelukkig maakt, en U te bidden om hare voortduring voor mij en de mijnen.
Hoe gaarne had ik U, zoo het mij vergund ware, mijne heilwenschen op den eersten dag van het nieuwe jaar mondeling gebracht; hoe vurig wenschte ik dat nog als vroeger in de rij mijner broeders en zusters te kunnen doen ! — Het leven is zoo kort en onzeker, dat wij niet weten ot' wij aan het einde van den nu aanvangenden tijdkring elkander nog zien, nog omhelzen kunnen, nog bezitten zullen.
Laten we intusschen het beste hopen. Rijk aan vreugde en ongestoord door tegenheden moge het nieuwe jaar voor ü en de uwen daarheen vlieten. Dit, lieve Vader! is de wensch van mij en is ook de heilbede van mijn echlgenoot!
Wij zullen het uur, dat het begin van het nieuwe jaar aankondigt, in gezelschap van de goede familie Zevenhoeven, onder het drinken van een glas punsch verbeiden, en daarbij aan al onze beminden heilwenschend gedenken.
Ik hoop, dat Threesje mij weldra schrijven zal, hoe het bij U gegaan is. — En nu, lieve Vader! ontvang nogmaals de hartelijkste heilwenschen van
. t Uw dankbare dociite.
Waarden burg, „ ___
den Sisten Deccmber 18 . . rELICIE.
105. Nieuwjaarswensch van een Broeder aan eene Zuster.
W . . ., den Isten Januari 18 . .
Veel heil en zegen, geliefde Zuster! zij uw deel in dit nieuw begonnen jaar. God zij dank toegebracht, dat wij beiden het oude in gezondheid en met een vergenoegd hart mochten eindigen. Dat het nieuwe met even zooveel vreugde voor ons daarheen snelle! U vooral, beste Zuster! wensch ik allen bedenkelijken voorspoed. De Hemel schenke U zijn besten zegen, en doe U in dit nieuwe tijdperk van uw leven eene gelukkige loopbaan, vervrolijkt door gezondheid en een gerust en tevreden hart, beginnen en eindigen. Schenk mij, lieve Emilie ! steeds uwe zusterliefde, waarop ik zooveel prijs stel, en wees verzekerd, dat de mijne onveranderlijk is tot aan het graf.
Mogen anderen lachen met de gewoonte ora elkander bij den aanvang van het nieuwe jaar geluk te wenschen, mij is iedere gelegenheid welkom, om U te kunnen zeggen, dat ik U liefheb, dat mij uw geluk steeds ter harte gaat. Ik ben overtuigd, dat gij geene andere gezindheden jegens mij koestert.
De oudejaarsavond werd door mij met eenige oprechte vrienden onder een fijn glaasje, dat meer dan eens op uwe gezondheid werd aangestooten en ledig gedronken, zeer vergenoegd en vroolijk doorgebracht. Hebt gij dit niet aan uw hart gevoeld ? Schrijf mij toch, lieve Emilie ! wat gij toch op dien feestelijken avond hebt uitgericht. Zijt gij niet misschien dansende en als het ware onwetend het nieuwe jaar ingetreden?
Op een anderen keer beloof ik U meer te schrijven, nu herhaal ik nog slechts de verzekering, dat ik mijn gan-sche leven zijn zal
Uw Theodoor.
N. . . ., den Sden Januari 18 . .
Neen, geliefde Broeder! ik heb het oude jaar niet beuzelend uitgedanst; ik ben het nienwe met ernstiger overwegingen ingetreden. De jaarsverwisseling bracht ik blijde door in den kring van gemoedelijke vriendinnen, in dankbare herinnering aan al het goede, dat wij, door de genade des Aller-hoogsten, in den afgeloopen jaarkring zoo ruimschoots mochten genieten.
Ontvang ook gij, goede Theodoor, mijn zusterlijken dank voor uwe liefde jegens mij. God zegene u daarvoor in het nieuw begonnen jaar met alle wenschelijke vreugde, met alle zuiver genot, waarvoor goede menschen vatbaar zijn, en dat zij tevens verdienen. — Vervult de Algoede mijne wenschen, o! dan zal het U, mijn beste Broeder, wel gaan op deze onder-maansche wereld, waarop, volgens het gevoel van mijn hart, de beste mensch ook de gelukkigste zijn moet. Ik ken uw hart, en ik verzeker U, dat ik onder duizende zijne goede neigingen waardeer. Mochten die U immer bijblijven en niet het minst ook de hartelijke genegenheid, die gij steeds getoond hebt voor mij uwe zuster te koesteren.
Heden heb ik geen tijd om U meer te schrijven. De eerstvolgende zal echter eene lange ceêl over veel en allerlei zijn. — Vaar dan wel, beste Theodoor! en twijfel niet, dat ik steeds geheel en al zijn zal.
Uwe Emilie.
107. Nog een Nieuwjaarswens oh aan eene Zuster.
B......den Isten Jannari 18 . .
Lieve Zuster,
Ik heb u bij den aanvang van dit nieuwe jaar zeer veel te wenschen, maar ik vat al, wat ik u te zeggen heb, voor dezen keer samen in een kort sermoentje. In de eerste plaats wensch ik u meer vlijt in het briefschrijven; meer lust tot het naaikussen dan tot bals en concerten; meer orde, meer netheid, minder lichtzinnigheid; wat meer overleg bij de wasch en wat vlijtiger bezoek in de keuken; minder visites bij goede vriendinnen; — verder gezondheid, een lang leven en — als het de tijd is — een allerbesten, lieven man; doch niet knapper, niet beter dan gij hem door het bezit van alle huiselijke deugden verdient.
Bij al die uit de diepste diepte van mijn beminnend broederharte opwellende wenschen, zou ik er nog wel eentje willen voegen, en dat is, eens eventjes te kunnen zien in welken plooi gij uw lief gezichtje bij 't lezen van dezen mijnen epistel wel zetten zult. Hoe het zij, ik verwacht niet anders, dan dat gij mijn welgemeende wenschen met even goede of nog betere zult beantwoorden, en dan zult ge mij bereid vinden om ze naar mijn beste vermogen te vervullen. Meer verlang ik ook niet van u, en, wanneer wij beiden het maar wél met malkaar meenen, dan zullen we bij 't einde van dit nieuwe jaar zeker veel beter zijn dan nu bij den aanvang.
Ik beveel mij, dierbare Augusta.! in uwe liefde aan. Binnen kort schrijf ik u weder.
Uw broeder,
Frans.
108. Op den verjaardag van eene gehuwde Zuster met bijvoeging van een klein geschenk.
A . . ., den 6den IMei 18 . .
Geliefde Zuster,
Weder kan ik het genoegen niet smaken, U mondeling mijne gelukwenschen op uw verjaardag te komen brengen. Het is alsof dit nimmer geschieden mag, en toch had ik het niet één jaar zoo gaarne gewild als nu, daar de kleine Emma door hare tegenwoordigheid ons genoegen voorzeker nog verhoogd zou hebben. Het kan echter ditmaal niet plaats hebben, want eene vrouw, eene moeder moet, terwijl zij het hoogste ge-
121
luk geniet, van menig vermaak afzien. Ook gij zult dit eenmaal ondervinden, en dan nog wel eens aan mij denken.
Ontvang, goede Amalia, op dezen uwen verjaardag de oprechte wenschen van mijn man en mij voor uw geluk. Moge deze dag u steeds zoo vroolijk tegenlachen, ais tot heden; mocht gij hem nog dikwijls in den kring van al onze lieven vieren, opdat onze dierbare ouders niet zoo vroeg alleen staan, en zij den Gden Mei geene smart behoeven te gevoelen over de wisselvalligheid van het lot.
Het hierbij gevoegde hoedje moogt gij tot ons aandenken dragen, en zoo dikwerf gij daarmede zijt getooid of vroolijke oogenblikken geniet, denk dan aan onze liefde voor u. Ook de kleine Emma wenscht u op hare wijze veel geluk. Zij wordt een allerliefst popje, waardig, uwe nicht te wezen.
Nu, mijn waarde, ik hoop, dat gij dezen dag vroolijk moogt doorbrengen, en te midden van uwe vriendinnen ook nog eens denken zult aan
Uwe u oprecht liefhebbende zuster, Rosalie.
109. Op den verjaardag eener Vader.
Hazerswoudc, den Sisten Januari 18 . .
Dierbare Vader,
In de hoop, dat ik de mij beloofde berichten toch eenmaal ontvangen zou, verschoof ik het van dag tot dag aan U te schrijven tNu echter is het meer dan tijd om mijn brief te verzenden, indien hij den 29sten dezer bij U zal aankomen.
Zoo bestaat er dan op aarde inderdaad geen volmaakt geluk! Terwijl mijn broeders en zusters werkzaam zijn om uw vijftigste verjaarfeest voor te bereiden, zit ik hier eenzaam en als verlaten op het land, wel is waar zonder smart, doch ook zonder vreugde. Nooit gevoel ik hel drukkende van een lange afwezigheid sterker dan op zulke tijden, die der kinderlijke liefde tot feestviering en vreugde geschonken zijn, en welke als het ware zoovele aangename pleisterplaatsen op den weg door het leven zijn. Het beeld van een schoon, gelukkig verleden stelt mijne ziel zich daarbij levendiger voor dan bij ieder andere gelegenheid; en met smart ontwaar ik dan, dat de toenemende jaren wel wijzer, doch niet gelukkiger doen worden.
Ofschoon ook mijn gansche overig gevoel veel van zijne levendigheid verloren heeft, zoo blijft toch de liefde tot TJ, mijn beste Vader! steeds onverkoeld, en tijd noch af-
122
stand vermag daarop eenigen invloed uit te oefenen. Hoe streelt mij de gedachte, dat gij, wanneer ge heden op uw vijftigste geboortefeest, omringd van menschen, die u beminnen, aan de godinnen der vreugde en des huiselijken geluks offert, ook in liefde zult gedachtig zijn aan uwen ver afzijnden zoon, die God smeekt om ü gezondheid te schenken en de dagen van uw leven te vermenigvuldigen! Wie zaait, die zal ook oogsten en zich daarover verheugen, en wie, als gij, in het zweet van zijn aanschijn gezaaid heeft, die zal ook in zijn levensavond van zijnen oogst dubbele blijdschap smaken.
Ik bevind mij, Gode zij dank! nog steeds in goede gezondheid; de vrije lucht en de gedurige beweging hebben een weldadigen invloed op mijn gestel. Ik ga bijna dagelijks op de jacht, heb echter nog weinig of niets geschoten. Sedert mijne gezondheid beter wordt, gaat ook het werk vlugger van de hand. Ik sta des morgens ten 7 ure op en ben tot 's namiddags 3 ure bezig.
De brieven, die sedert eenige maanden te D. liggen, wenschte ik toch weldra eens te zien. Waarom wilt ge mij uitgaven besparen, daar ik mijn geld toch zoo gaarne tegen brieven verwissel?
Vaarwel, beste Vader! duizend zegenwenschen vergezellen dezen brief. Geef mijne geliefde moeder een teederen kus, en groet mijne broeders, zusters en tante hartelijk van mij. De vlijtige Agnes heeft zeker sedert September eene kwaal aan hare rechterhand? foe! dat ondeugend meisje!
Eeuwig
Uw liefhebbende zoon, Johannes.
IIO. Verjaarbrief van een volwassen Zoon aan zijne Moeder.
Geliefde Moeder,
De beantwoording van uw korten, maar hartelijken brief heb ik tot heden verschoven, om dezen juist op uw verjaardag, waarop zich toch ieder beijvert om TJ bewijzen van liefde en teederheid te geven, bij U te doen aankomen.
Hoe zou, dierbare Moeder! uw dankbare zoon, die U zoo hartelijk lief heeft, dezen schoonen dag ongemerkt kunnen voorbij laten gaan, daar de brieven van uwen Willem, zooals gij zegt, u altijd zooveel genoegen verschaffen; ik mag alzoo hopen, dat ook deze letteren iets tot de algemeene vreugde zullen bijdragen. O, hoe gaarne wenschte ik zelf hierbij tegen-
123
woordig te zijn! Doch de verre afstand, die ons scheidt, maakt dit onmogelijk, zoodat ik mij tevreden moet stellen met in de verte kransjes voor U te vlechten, en den goeden God te smee-ken, dat Hij U bestendig nabij zij en U overlade met zijne beste zegeningen. Hij beware TJ nog lang bij een onwankelbare gezondheid en doe ons de zoete vreugde van het wederzien nog dikwijls genieten.
In de laatste jaren ondervondt gij vele gelukkige gebeurtenissen en mocht veel genoegelijke uren tellen; en ofschoon tijdens mijn bezoek uwe blijdschap door zorgen getemperd werd, zoo zult gij toch op die dagen nog steeds met welgevallen terugzien. Hadt gij ooit kunnen denken, dat gij in hetzelfde jaar uwe beide zonen, die zoo lang van U gescheiden waren, aan uw hart drukken en een kleinzoon in uw schoot wiegen zoudt ? 't Is waar, uw hartewensch, ons alle vier eens weer bij elkander te zien, is tot heden nog niet vervuld, maar hij kan toch noch mettertijd verwezenlijkt worden. Neem U vooral in acht, lieve Moeder! spaar uwe krachten en uwe gezondheid, en zet ze niet, zooals ge soms wel eens doet, ja waarvan ik tijdens mijn laatste verblijf ten uwent nog getuige was, door al te veel ijver in uw huishouden op het spel.
Ik verzoek TJ, ons gelukkige Carolientje uit mijn naam hartelijk te bedanken voor haar lieven brief. Zeg ook veel goeds aan uwen Ferdinand. Als er heden geen tijd kan overschieten, dan schrijf ik hun toch binnen kort.
En, nu, dierbare Moeder! vaarwel, groet de goede tantes zeer hartelijk. In den geest omhelst U
Uw liefhebbende Willem.
iN.....
den 24sten Mei 18 . .
Lieve, goede Willem,
Ontvang voorshands mijn innigen dank voor uwe hartelijke, kinderlijke wenschen op de verjaring van mijn geboortedag. Tot verhooging van onze vreugde kwam uw brief nog in den avond van den feestelijken dag aan. God zegene U daarvoor, mijn Zoon! en doe alles, wat ge mij wensch, in dubbele mate ook op u zeiven nederkomen.
Ik was dan op dezen dag weder zeer gelukkig. Uw waarde Vader en uwe zuster Cornelia, gelijk ook de andere vrienden, beijverden zich om mij genoegen en vreugde te verschaffen. Bovenal verraste mij Keetje, toen ze mij een kleedje over mijn werktafeltje schonk. Het is van zeer fijn zwart laken, in welks midden een groote gestrikte ruiker van fraaie
124
rozen prijkt, de rand is een gestikte rozekrans, alles van haar eigen hand. Gij kunt nagaan, hoezeer dit geschenk, dat haar veel moeite gekost moet hebben, mij verheugde; nu zit ik nog wel eens zoo gaarne aan mijn tafeltje te werken.
O, hoe dikwijls dacht ik, bij zooveel bewijzen van toegenegenheid, ook aan n, mijn lieve Willem! Dat ge bij zulke gelegenheden niet bij mij zijt noch zijn kunt, vergalt mij altijd de beste vreugde. Wanneer zal de gelukkige tijd aanbreken, dat ik al mijne geliefde kinderen eens weór bij elkander mag zien?l God weet, ot' ik dit immer beleven zal! Doch ik wil mij niet zonder reden beangstigen; het zou gebrek aan vertrouwen op Gods vaderliefde verraden. Gij hebt welk gelijk, lieve Willem! de hemelsche Vader heeft reeds zoo veel goeds aan mij gedaan, en doet het nog dagelijks. Ik ben thans weder zoo gezond, dat zich een ieder over mijn welstand verwondert. Daarbij tracht ik meer en meer den vrede des gemoeds te bewaren, en op die wijze kan het nog wel eenige jaren voortgaan, vooral zoo God mij uw goeden vader laat behouden.
Uw broeder August maakt ons door zijne traagheid in het schrijven een weinig verdrietig. Indien gij soms brieven van hem mocht ontvangen hebben, dan verzoek ik U ons het voornaamste van den inhoud mede te deelen.
Verheng ons weldra weder met een brief, waaruit wij hopen te vernemen, dat gij eene goede gezondheid geniet en vele redenen tot tevredenheid in uw stand hebt. Dit zal ook mijne gezondheid schragen en sterken, en inij altijd nog gelukkiger maken.
Met de hartelijkste liefde N Uwe getrouwe moeder,
den 26sien Mei 18 . . CHRISTINA VANWiNSBERG DaLEN.
112. Eene Moeder aan hare Dochter op haar verjaardag met een geschenk.
Utrecht, den ïOsten Januari 18 . .
Lieve Julie,
Heden vieren wij voor de zestiende maal uw verjaringsfeest, doch ditmaal, helaas! ver van u, mijn lieve Kind! hoewel daarom niet minder hartelijk. Ja, Juultje! cr zijn nu 16 jaren voorbijgegaan, sedert de goede God ons door uwe geboorte gelukkig maakte. Hij spare u nog lang tot onze vreugde, en schenke u altijd die vroolijke, opgeruimde gemoedsgesteldheid, welke u tot dusverre de wereld als niet dan met de schoonste rozen prijkende deed aanschouwen. Gij hebt een zeer geluk-
425
kige kindsheid gehad; bijna al uwe wenschen werden bevredigd; en wanneer zich ook somtijds een wolkje aan den helderen hemel vertoonde, zoo trok het toch spoedig weer voorbij. Maar thans, nu gij uw maagdelijken leeftijd nadert, zou het wel eens kunnen veranderen. Velerlei hartstochten spelen hunne rol met het onschuldige hart; daarom hebben wij zooveel te meer reden, den Alrnachtigen te bidden, dat Hij het uwe sterke tegen alle verderfelijke indrukken, en het rein beware als het goud, dat ik in mijn en uw vaders naam hier tot een cadeautje bijvoeg. Ja, geliefde Julia! Gods oog wake over u en beware uwe onschuld, vervroolijke u en make u volmaakt gelukkig, zooals gij tot heden waart, zoodat wij steeds de rozen der gezondheid op uwe wangen mogen zien bloeien en ons over uw opgeruimd gemoed verheugen.
Vaarwel, lieve Julie! denk altyd aan ons, en schenk ons steeds uwe liefde; en hebt gij iets, dat u hindert, zoo verberg het niet voor mij, want bedenk, dat God u op aarde geen liefderijker en trouwer vriendin heeft geschonken dan
Uwe ii hartelijk liefhebbende moeder, J. Maats van Gelder.
113. Aan eene Beminde op haren Verjaardag.
Arnhem, 23 October t8 . .
Innig geliefde Sophie,
De dag is daar, waarop nu 20 jaren geleden het lieve wezen werd geboren, dal thans als meisje mijne toekomst met een kleed van rozen tooit, en weldra, wil het God! als gade mijne zijde zal sieren om als trouwe gezellin het levenspad met mij te bewandelen. Hoe zou ik dien dag kunnen voorbij laten gaan, zonder U met een paar regelen van mijne hand te toonen, dat ik hem gedachtig ben; zonder U te zeggen, dat uw feestdag ook de mijne is en ik de vurigste wenschen en beden voor TJ ten Hemel zend. Hoe gaarne zou ik aan die woorden, die daar zoo koud en zielloos op het papier staan, kracht en klem willen geven door ze U mondeling te zeggen en ze met een hartelijken kus op uwen rozemond te bezegelen! o, Sophie! moge dit de laatste maal wezen, dat ik U uit de verte op uw verjaardag als meisje begroet! Moge mij de naamlooze vreugde vergund worden heden over een jaar U als mijne lieve vrouw aan 't hart te drukken en 'tU in mijne van blijdschap tintelende oogen te laten lezen, met welke gevoelens uw feestdag mij vervult. God zij geloofd, dat er gegrond uitzicht op. dien wensch bestaat! Naar mij van goeder hand verzekerd wordt, mag ik met gerust-
126
heid binnen weinige maanden mijne aanstelling verwachten. En dus, een goede post, een eigen dak, een lieve vrouw — o, 't vooruitzicht alleen op zooveel heils maakt me als dronken van vreugde. — En welk eene werking doet het op U, mijn lieve? o schrijf me dat eens spoedig, en meld me dan tevens of bijgaande armband U past en of hij U als een blijk mijner liefde aangenaam is.
Adieu, mijn geliefde! Vier uw jaardag met de uwen in stille vreugde. Groet allen van mij en denk dikwijls aan
Uw liefhebbenden Willem.
114. Gelukwensch van eene vertrouwde Vriendin aan eene Verloofde.
Lieve Ulrica,
De gewaarwordingen, die mijn hart vervullen, in woorden uit te drukken, valt mij hoogst moeilijk. Ik wenschte liever, dat ik u mijn hartelyke deelneming in uw lot door vurige kussen bij een zusterlijke omarming kon doen gevoelen. Het spijt mij, dat, alvorens de gewichtige stap gedaan werd, ons de gelegenheid ontbrak om elkander te spreken en onze gedachten te wisselen. Ik ben nu te weinig met uw binnenste bekend, om te kunnen begrijpen, wat gij gevoeld moet hebben bij de aanvrage om uwe hand door dien braven jongeling, wiens eerste brieven ik wel eens wenschte te lezen.
Ik twijfel niet of gij vindt in deze vereeniging uw geluk, en daarover verheug ik mij zoo zeer, dat ik het nauwelijks kan uitdrukken. Rosberg is mij als een buitengewoon rechtschapen, verstandig en geschikt man bekend; hij bemint u, hij acht uwe brave ouders, bekleedt een eervollen post, is vroo-lijk en gelijkmoedig. Zoo juist moet de man wezen, die mijne Ulrica gelukkig kan maken; en nu vrees ik niet langer, daar zich weldra met de achting en vriendschap, die gij voor hem ontwaart, ook ware liefde zal vereenigen, die in de stormen des levens niet uitdooft.
Ik hoop, dat uw verloofde spoedig overkomen en onze landstreek niet weer verlaten zal, zonder ons met u te komen bezoeken. Dan zullen wij ons eens zat praten en, even als voorheen, onze harten voor elkander uitstorten. Kom dan bepaald, goede Ulrica! want ik verlang vurig naar uw bijzijn, en hunker naar het oogenblik, waarin ik u als een gelukkige bruid aan mijn hart zal drukken.
127
Ik kan mij de vreugde uwer moeder voorstellen. Wat kan geruststellender voor haar zijn, dan de gedachte, haar kind verzorgd te zien. Verzeker haar toch van mijn hartelijke deelneming.
Dat gij u zoo ver van ons gaat verwijderen, zijn zeker de doornen aan de roos; doch wij meisjes moeten toch den wenk van het lot volgen. Wie weet, waarheen het ook mij nog voert! Men zegt: aan de hand van een' goeden man valt alles goed uit.
Veel, zeer veel heb ik u nog te zeggen, doch het kan slechts mondeling geschieden. Verzuim daarom niet, tot ons over te komen. Vaar intusschen wel, denk aan mij zoowel nu, als wanneer gij volkomen gelukkig zult zijn, en bemin steeds
, , Uwe oprechte vriendin,
Frankendal, r
den 26sten October 18 . . JACOBA.
115. Gelukwensch van eenen Oom met een voorgenomen huwelijk aan den verloofde zijner nicht.
Weledelgeboren Heer,
Het was mij zeer aangenaam, door U zeiven het bericht te ontvangen van uwe verloving met mijne nicht Volraat. Ik verheug mij dubbel over deze verbintenis, dewijl ik niet alleen hartelijk deel in het geluk van ü en mijne goede Elize, maar bijzonder, omdat ook de nieuwe betrekking der verwantschap, waarin wij hierdoor geraken, geheel naar mijn wensch is. — Overtuigd, dat mijne nicht geene keus had kunnen doen, die ons allen meer kon verheugen, zoo bepaal ik mij thans tot den hartelijken wensch, dat gij met mijne nicht in de overeenstemming van Uw beider gevoelens al dat geluk moogt vinden, dat gij beiden U hebt voorgesteld. De goede God zegene den band, die U weldra samen zal vereenigen; Hij behoude U lang voor elkander, en schenke U het heil, dat wederzijdsche liefde, welvaart en gezondheid, met huiselijke vrede kunnen geven.
Gelief mij steeds met uw vriendschappelijk vertrouwen te vereeren, en wederkeerig de verzekering van achting aan te nemen, waarmede ik verblijve
üw Weledelgebquot;. zeer genegen R vriend en dienaar,
den SSsten Maart 18 . . L- STAMHORST.
1-28
116. Geiukwensch aan eene Dame van adel met de voltrekking van het huwelijk harer dochter.
Hoogwelgeboren Mevrouw,
Zoo even verneem ik uit de nieuwsbladen de heugelijke tijding van de voltrekking des huwelijks van de freule uwe dochter met den Hoogwelgeboren Heer Baron van Ravensbkrg. Uw HWGeb. veroorlove mij, mijn hartelijken geiukwensch tot dit huwelijk te uwer kennis te brengen. De algoede God doe er zijn beste zegeningen op rusten en Uw HWGeb. al de genoegens, die gij met recht van deze zoo schoone verbintenis moogt verwachten, nog een lange reeks van jaren genieten!
Ik heb de eer, mij in de voortduring uwer vermogende welwillendheid aan te bevelen, en verzoek Uw HWGeb. de verzekering der onveranderlijke hoogachting aan te nemen van Uw Hoogwelgeb'. gehoorzamen dienaar, W., den 7den Mei 18 . . de WOERD
117. Geiukwensch van eenen Vriend met een voorgenomen huwelijk.
Waardenburg, den aosten Januari 18 ..
Hartelijk dank, waarde Beukholt! voor de mij zoo genoeglijke mededeeling van uw voorgenomen huwelijk! Gij zijt een benijdenswaardig man. Ik heb de eer Uwe lieve bruid te kennen: schoonheid, lieftalligheid en verstand zijn in haar persoon vereenigd. Zij zal gewis U gelukkig maken en zelve gelukkig worden door de hand van mijn vriend, die hare waarde zal weten te schatten. Heb de goedheid, mij in de goede gezindheid van uwe Elize aan te bevelen, en zeg haar, dat ik, zoo vaak ik haar zag of aan haar dacht, den man voor gelukkig hield, die te eeniger tijd hare hand zou bezitten. Zij zal dan te beter inzien hoe 't mij een innig genoegen moet wezen, nu ik de zekerheid heb, dat mijn vriend Beukholt die gelukkige is.
Neem, waardige vriend! deze weinige regels thans voor lief; weldra schrijf ik u weder. Geef mij intusschen nu en dan van uwe zijde het bewijs, dat gij te midden van uw geluk niet geheel vergeet
Uw belangstellenden Vriend, P. van der Hulst.
129
118. Gelukwensch van een Vriend met zijn herstel uit eene zware ziekte.
L....., den Isten Mei 18 . .
Geachte Vriend,
Dank, duizendmaal dank en lof zij den Algoede toegebracht, die ü aan uwe troostelooze familie en vrienden heeft teruggegeven! Thans, nu ik volkomen van uwe genezing verzekerd ben, moet ik U ook bekennen, dat ik U reeds voor verloren hield. Uwe redding is inderdaad voor een wonder te houden, en daarom moeten wij ons zooveel te meer verheugen en God danken, dat gij ons wedergegeven zijt. Moge het ons vergund zijn, U op deze wereld nog lang, o gave de Hemel dit! nog zeer lang te bezitten en ons over uw welzijn te verheugen.
Niemand, mijn Waarde! kan naast uwe geachte geliefden zich hartelijker over uwe herstelling verheugen dan ik; niemand is er ook meer aan gelegen, dat gij u in acht neemt, en het hoogste goed des levens, eene duurzame gezondheid, zoekt te waardeeren. Ik bid u daarom zeer dringend, een strengen leefregel te volgen, en u niet te vroeg en in geen geval aan al te zwaren arbeid te v/agen. Laat uwe zaken liever een weinig slapper gaan, dan dat zij door een betreurenswaardige instorting geheel tot stilstand komen.
Zoo zegene en behoede u de goede God! Hij sterke u rnet nieuwe krachten, en doe u in een onafgebroken welstand de vreugde des levens tot in den hoogsten ouderdom genieten.
Dit zijn de hartelijke wenschen van
Uwen belangstellenden vriend, N. Wertbürg.
119. Zelfde onderwerp aan een Bloedverwant.
Gode zij dank, mijn goede Hendrik! dat de tijding van uwe ziekte ook met die van uw herstel verzeld ging. Hoeveel onrust is daardoor aan de geheele familie gespaard! welken angst zouden wij allen hebben doorgestaan, als wij geweten hadden, dat gij in levensgevaar waart! Wij bedanken U dus nogmaals voor uwe voorzichtigheid, en God, die de behoeder van al de zijnen is, voor den zegen van uw behoud. Hij strekke dien uit over al uwe levensdagen; Hij doe U weldra geheel herstellen, en schenke ü het voorrecht eener duurzame gezondheid, welke tot de voornaamste zegeningen behoort, welke dit leven schenkt.
9
130
Verheug mij zeer dikwijls met het bericht van uwen welstand, en wees verzekerd, dat ik met al uwe vrienden een hartelijk belang daarin stel. Ik ben
Geertruidenberg, Uw toegenegen
lö Sept. 18 .. H. Korst.
120. Gelukwensch met de geboorte van eene Dochter.
IJselstein, den Isten Maart 18 . .
Besle oude Vriend,
Zoo even heb ik uw geachten brief van den 27sten der vorige maand ontvangen, die mij de aangename tijding bracht van de gelukkige bevalling uwer echtgenoot.
Ik wensch u van harte geluk met de vermeerdering uwer familie. Zeer aangenaam zal het mij zijn, te mogen vernemen, dat gij met uwe geliefde gade, bij welke ik u verzoek de tolk mijner oprechte gevoelens van deelneming te zijn, nog zeer veel huiselijk geluk in den kring van uwe brave kinderen moogt genieten, en u in eene bestendige gezondheid moogt verheugen.
Ik bedank u, en passant, nogmaals voor de bezorging van mijne zaken bij den Heer Scheper.
Met hoogachtende vriendschap.
Uw getrouwe vriend, A. G. Tenkars.
121. Gelukwensch aan een vriend, die tot een hoogeren post is benoemd.
Texel, den 18den Dec. 18 . .
Beste Vriend,
Met een onbeschrijfelijk genoegen heb ik gelezen, welke eer ü wedervaart. Niemand kan meer en hartelijker deel nemen in dit uw geluk, dan ik. U dit ten spoedigste te betuigen is mij eene barlsbehoefte, al kan ik daartoe, aangezien het postuur bijna daar is, thans ook maar weinig woorden bezigen. Dezen middag zal ik met mijne vrouw en kinderen ter eere van Mijnheer den inspecteur Willibold hel glaasje hoog opheffen en daarbij uwe lieve gade, onze dierbare vriendin, niet vergeten, en dit aanstaanden zondag om 3 ure, als ^anneer gij dezen zult ontvangen hebben, herhalen, ten einde gij niet uwe dierbare op helzellde oogenblik het aandenken aan ons en onze
reeds zoo veeljarige vriendschap, die, gelijk ik hoop, nimmer zal eindigen, met ons op het plechtigst raoogt vernieuwen. Wy zeggen dan te gelijk, schoon van elkander verwijderd, met het glas omhoog en met een dankbaar gevoel aan God, den Gever van alle goede gaven: «Onze vriendschap leve! zij blijve onkreukbaar tot in den dood!quot;
Doch, geliefde Vriend ! waarom mogen toch onze bekers niet klinken, terwijl wij elkander van aangezicht tot aangezicht aanschouwen? Och! mocht mij toch nog eenmaal het geluk ten deel vallen, in uw bijzijn, in uw verkeer mijne dagen te slijten, dat zou de gelukkigste tijd van mijn leven zijn. Zóó nauw voel ik mij aan U verknocht, mijn trouwe Willibold ! Zóó voel ik mij één met U en de uwen.
Hecht hartelijk groet ik met de mijnen uwe geliefde eega.
Uw oprechte vriend, P. Frantzens.
122, Eene Tante betuigt hare belangstellende deelneming in de gelukkige terugkomst van haren Neef.
Loosdreclit, den 30sten Maart 18 . .
Geliefde Broeder,
Als gij mijne liefde tot uw zoon in haar geheelen omvang kent, dan zult gij kunnen beseffen, hoe groot mijne vreugde is over zijn gelukkigen terugkeer in 'net ouderlijke huis. Thans, daar ik weet, dat hij weder onder uw dak is gehuisvest, gevoelt mijn hart die ongerustheid niet meer, welke het zoozeer drukte; want ook mij baarde de guit van een jongen, door zijn eenwig lang stilzwijgen, ondragelijke zorgen Ik wist eindelijk wel, dat hij gelukkig te Londen was aangekomen, doch ook verder niets.
Evenmin als gij, geliefde Broeder! maak ik zwarigheid over de bestemming van uw zoon. Er ligt iets groots in hem, en als hij op de rechte plaats komt, dan kan' er een man van hem worden. Maar welke onzalige gedachten, al zijne heerlijke talenten in den ruwen militairen stand te willen begraven! !k zeg hegraven, dewijl ze van dien aard zijn, dat hij daarmede in dien stand niemand eenig nut zou aanbrengen. Neen, dat zou ik niet kunnen goedkenren!
Bij de hartelijke deelneming in zijn lot durf ik hopen, dat se mij niet onkundig zult laten van hetgeen er met
3*
132
hem gebeurt. Over het algemeen verheug ik mij altijd groote-lijks over uwe brieven. Schrijf daarom zeer dikwijls aan
Uwe liefhebbende zuster Laura.
123. Gelukwensch. aan een Vriend met zijne tehuiskomst.
Zwyndrecht, den 16den September 18 . .
Beste Karei,
Welkom, hartelijk welkom in het lieve Vaderland! Ik ben ongemeen verheugd, dat gij weder onder de vleugelen der liefde zijt teruggekeerd. Het was mij, alsot Hoogestein niet meer in zijn geheel bestond, wanneer ik er aan dacht ot er naar toe schreef. Ik zag het ledige, dat gij naliet, zoo duidelijk en klaar; ik zag geen spoor in den zandweg, zoodat ik menigmaal twijfelde, of er nog wel bewoners op het builengoed waren.
Beste Karel! ik had u wel een paar vellen vol te schrijven, om u dit en dat mee te deelen, oni u te prijzen, en om te klagen, maar ik heb heden geen tijd. Ten slotte dus nos; eens; welkom! hartelijk welkom! maar kom ook spoedig bij
Uw boezemvriend,
S. R. schalting.
124. Gelukwensch aan Ouders met de aankomst eens Broeders, die zelf overbrenger van den brief is.
Straatsburg, den liden April 18 . .
Dierbare Ouders,
Er is zeker geeu brief, of liever geen brievenbesteller, die U in al uw leven meer en aangenamer verrast heeft, dan deze. Ik heb Willem opgedragen, eerst lang na zijne aankomst, als gij uwe gretige oogen aan elkander verzadigd en aan uwe harten gelegenheid ter ontboezeming uwer vreugde ge-'geven hebt, met mijn brief voor den dag te komen, en U een paar woorden, welke U aan mij herinneren, te laten vernemen.
Die goede gelukkige Willem ! Hoe gaarne zou ik aan zijne zijde het schoone Zwitserland hebben doorwandeld, en nu met hem tevens den vaderlijken zegen gaan ontvangen, de zuster aan mijn hart drukken, de geheele familie en al de vrienden omarmen, en over oude tijden en over net tegenwoordige met hen keuvelen. Schoone, maar vergeefsche wenschen!
133
pia vota! Mijn lot kluistert mij aan deze plaats en teekent mij geheel andere wegen voor, op welke ik een lange reis zal hebben, om eenmaal weder binnen de ouderlijke woning fe treden. Doch ik schik mij gewillig in dit lot. Ik zie den goeden Willem gaarne een geluk te gemoet gaan, dat hij, door een zevenjarige afwezigheid, door vlijt en een onbevlekten, onbesproken levenswandel verdiend heeft. Zeker zal ik hier alleen en geheel eenzaam onder vreemde menschen wandelen,en alle vreugde, die gij in dit voorjaar genieten zult, slechts in droomen, in myne verbeelding met u kunnen deelen. Mijn uurtje zal intusschen ook eens slaan : deze hoop, die rust des harten, die zaligheid, welke de zekerheid, dat gij gelukkig zijt, mij verschaft, houdt mij staande en vroolijk. De stille wensch en de hoop, Willem weldra bij mij te hebben en met hem te leven, te arbeiden, te genieten, dit alles zal intusschen, zonder dat ik het schier merk, niet weinig tot troost in mijn gemis bijdragen. Geniet gij intusschen blijde met hem de snel henen vlietende weken en maanden; en als gij, in den huiselijken kring verzameld, de aangenaamste vreugde met volle leugen geniet, herinner u dan ook mijne afwezigheid.
Doch laat ik, na deze aangename inleiding, tot de beantwoording van uw brief overgaan, enz.
En nu zegene en behoede u de trouwe God, goede, teeder beminde Moeder! beste Vader! Stelt altijd een vol vertrouwen in uwe kinderen: gij zult nimmer bedrogen uitkomen. Verzadigt u met liefkoozingen aan uw Willem; zoo de goede God mijne vlijt zegent, zal het ook mij geoorloofd wezen, u eens weder te omhelzen. Reeds voel ik mijne gezondheid zeer versterkt. Ik reken op niets; maar het goede, dat mij te beurt valt, zal ik met dankbaarheid ontvangen, zooals ik besloten heb het kwade met geduld te dragen.
Eeuwig
Uw liefhebbende Otto.
BRIEVEN VAN DEELNEMING, TROOST EN ROUWBEKLAG.
Algemeene Voorschriften.
In brieven van deelneming, troost en rouwbeklag moet warrn gevoel kenbaar zijn, vooral wanneer wij met de personen, aan welke zij gericht worden, in een nauwe vriendschapsbetrekking slaan. Wanneer dit het geval niet is, dan is een brief van rouwbeklag weinig meer dan eene plichtpleging, evenwel moet daarin een ernstige, welvoegelijke, doch nimmer een min of meer lichtzinnige toon heerschen.
Schrijft men over een sterfgeval, dan verplaatst men zich in den smartelijken toestand der bloedverwanten; men erkent de grootte van het verlies; men betoont zijne deelneming daarin, hoezeer de overledene ook met ons in geene vriendschapsbetrekking stond ; men roemt zijne deugden, slaat een blik op zijn afgeloopen leven, en ontleent daaraan troostgronden ; men vindt ook geruststelling in de gedachte, dat de overledene de achting en liefde van alle weidenkenden verdiende en genoot. Men herinnert eindelijk den in rouw gedompelden al datgene, wat in zulke gevallen het verstand en de Godsdienst gebieden.
Moet men aan een vader of moeder over den dood van een kind schrijven, zoo betreurt men dien met de ouders; men kan het nauwelijks gelooven, het was een zoo schoon, zoo goed, zoo veel belovend kind. Doch het is niet voor altijd verloren; de nedergedrukle ouders zullen het eenmaal in een beter leven wederzien. God heeft het misschien vroeger tot zich genomen, om het vele beproevingen, veel bitter lijden op deze wereld le besparen. Men leidt de aandacht der weenenden op andere, nog veel ongelukkiger ouders, en put uit de vergelijking met deze zijne troostgronden. Immers de gedachte, niet de ongelukkigste te zijn, is zeer bemoedigend. Ieder lijdende heeft boven anderen zekere voorrechten, op welke men hem opmerkzaam maakt.
Deze zelfde aanmerkingen zijn gedeeltelijk ook van toepassing
135
bij brieven van vertroosting aan zieken en lijdenden, en aan dezulken, die groote verliezen in hun tijdelijk bestaan of vermogen geieden hebben.
Men moet zich in zulke brieven altoos schikken naar de denkwijze en de gemoedsgesteldheid dergenen, aan wie zij gericht worden. Deze is slechts vatbaar voor wijsgeerige, gene voor godsdienstige troostgronden; anderen weten zich zei ven zóó te troosten, dat er tot hunne geruststelling zeer weinig woorden noodig zijn.
Jammer, dat zoo dikwerf betuigingen van deelneming zaken der mode zijn, waarbij hij, die ze uit, zoo wel als hij, die ze ontvangt, in de noodzakelijkheid geplaatst wordt te veinzen.
125. Aan een Zoon over den dood van zijn Vader.
quot;VV, den 20sten Januari 18 . .
Waarde Vriend,
Met een smartelijk deelnemend gevoel heb ik het zoo zeer onverwachte bericht van het overlijden uws vaders gelezen. Ik besef, hoe zeer gij en uw geheele familie door dit onherstelbare verlies ter neder zijt gebogen. Intusschen gevoel ik toch, met welke dankbaarheid zich uw hart tot God kan verheffen, omdat Hij U zoo lang uw steun in hem heeft behouden. Nog veel zwaarder zou het verlies zijn geweest, indien Hij, die over leven en dood gebiedt, hem in uw teedere jeugd tot zich hadde opgeroepen. Nu zal wellicht zijn dood de in U sluimerende vermogens zooveel te sterker opwekken, zoodat gij een meer ernstig gebruik zult maken van den voortreflelijken aanleg, waarmee de Hemel u heelt toegerust. Ik ben er verre af, dat ik hieraan zou twijfelen, en alzoo is uwe familie gered ; want Mevrouw uwe moeder, uwe broeders en zusters zullen in U gewis een liefderijken verzorger vinden
Maar ik beschouw, hetgeen ik eigenlijk niet doen moest, dit sterfgeval uit het oogpunt van zelfbehoud. Hoe zeer moet niet uw hart, onaangezien de gevolgen van dit verlies voor uw toekomstig lot, geschokt zijn! Maar gij zijt christen en wijsgeer, en alzoo kan het U niet aan troostgronden ontbreken. De achting en liefde van alle weidenkenden vergezelden uw braven vader naar het graf: reeds dit moet u een groote troost geven. — En daar vroeg of laat voor ons allen het gewichtige uur zal slaan, en de verheerlijkte geene uitzondering op den algemeenen regel kon maken, zoo doen eenige jaren vroeger of later in den grond weinig ter zake.
136
Ik besluit met den wensch, dat God U allen een gerust leven en, nadat Hij uwe smarten over dit alleszins gewichtige verlies zal gelenigd hebben, nog veel vreugde hier op aarde moge schenken.
Ik ben onveranderlijk
Uw liefhebbende vriend, Joetson.
120. Zelfde Onderwerp.
N...... den Men Juli 18 . .
Weledele Heer,
Ik heb met zeer veel deelneming het bericht van het overlijden uws vaders vernomen. Schenke God, die Heer over leven en dood is, hem in eeuwige zaligheid het loon zijner oprechtheid en deugd. De weldadige hand des tijds storte den heelenden balsem in het diep gewonde hart van TJ en de overige achtergeblevenen, en make U allen zoo weder vatbaar voor levensgenot en vreugde. Dat is de oprechte wensch van
Uw onderdaniger! dienaar, P. Kortenaar.
127. Een zoon aan zijne Moeder over den dood van zijn vader.
Katwijk, den 20sten December 18 . .
Lieve, goede Moeder,
Wat zal ik u tot uwe opbeuring en vertroosting schrijven? Ach! ik zelt' heb daarna evenzoo groote behoefte. Ja, wij beiden hebben een verlies geleden, dat niet te herstellen is. Mijne oogen zijn reeds rood geweend; doch in niets vind ik leniging of troost dan in den godsdienst. Ja, ja, er is een God, die de menschen lief heeft, en hen nimmer verlaat. Op hem, op hem alleen wil ik vertrouwen. Hij zal ons krachten schenken, opdat wij niet geheel ter neder zinken onder den verschrikkelijken slag, en den dag der beproeving met standvastigheid en ootmoed doorleven. Heb geene zorg voor de toekomst, geliefde Moeder! Ik ben twintig jaren oud, en kan, God zij dank! reeds werken en genoeg verdienen om de vrucht van mijnen arbeid met u te deelen. — O, beste Moeder! bij deze gedachte voel ik mij zoo gelukkig; moge zij ook u moed geven! Stel vertrouwen in de Voorzienigheid en beschouw U niet als hulpeloos en verlaten, zoo lang God mij leven en krachten
137
geeft. Alles wat ik heb of ooit verwerven mocht, behoort U toe. Gelijk gij in mijne jeugd voor mij hebt gezorgd, zoo zal ik nu voor u zorgen, en u op uw ouden dag voor gebrek behoeden, opdat gij in uwe laatste stonde nog het uur mijner geboorte kunt zegenen. Ja, dit is mijn voornemen, steun hierop, en droog uw tranen. — Hij rustle zacht, mijn dierbare, goede Vader! God vergelde hem in ruime mate daarboven, wat hij hier aan ons heeft gedaan! Ik zal zijn aandenken zoo lang ik leef dankbaar zegenen, en de liefde, die hij mij toedroeg, en het vertrouwen, dat hij mij schonk, waardig trachten te worden.
Vaarwel, dierbare Moeder! ik omhels u in gedachte, en kus de tranen van uwe wangen. Nimmer, nimmer zal ik u verlaten.
Uw hartelijk liefhebbende zoon.
Willem.
128. Bij de dood van de Moeder eens Vriends.
M...... den 8slen Maart 18 . .
Waarde Vriend,
Voorzeker twijfelt gij niet, dat ik u innig beklaag over het verlies van uwe waardige moeder. Ook ik betreur in haar eene vriendin, die ik achtte en eerde, en wier aandenken mij eeuwig dierbaar zal wezen. Wie zou haar niet bemind hebben? Zij was immers de liefde en zachtmoedigheid zelve. 0, gij mist veel in haar; laat dan vrij uwe tranen vloeien; ik ween met u. Maar vergeet te midden uwer zielesmarte niet, hoeveel dank gij den Heer van leven en dood schuldig zijt voor den schat, dien Hij u in de thans ontslapen vrouw wilde schenken; bedenk dat he! den mensch gezet is eenmaal te sterven, en dat het sterflot haar, die gij betreurt, eerst na een langdurig en rijk gezegend leven te beurt viel. Zij zag kinderen en kleinkinderen om zich opwassen en bloeien, en beleefde veel vreugde aan hen. Bleef niet hare gezondheid tot in de laatste maanden baars levens ongestoord voortduren, terwijl zij nog tot in den hoogen ouderdom van 85 jaren het volle gebruik van hare geestvermogens behield. Zooveel geluk, beste Vriend! valt niet elk ten deel, en wij moeien met oprechte harten de goedheid van God dankbaar en kinderlijk loven, die het leven der geliefde moeder zoo lang voor ons spaarde. De natuur heeft eindelijk hare rechten ook bij haar gehandhaafd; laat dan ook nu de godsdienst en het verstand bij ons hunne kracht en invloed doen gelden en ons doen berusten in 't geloof, dat zij nu in 't verblijf der gezaligden een eeuwig, ongestoord genot deelachtig is
138
geworden. Zij is ons voorgegaan; wij zullen haar volgen en wederzien. Dit zij onze troost tot onze laatste ure, en God geve ons dan, gelijk wij liet van haar hopen, een zaligen overgang in het vaderland der ruste.
Ik zeg u, dierbare Vriend! niets meer. God beware u nog vele jaren, en geve u kracht naar kruis.
Uw oprechte Vriend, WlLMAR.
129. Aan een Vriend bij den dood zijner Zuster.
Geachte Vriend,
Hartelijk neem ik deel in het verlies van uwe geliefde zuster. Ik waardeerde in haar een haat vol edele gevoelens, en haar vroeg verscheiden van deze wereld vervult mij zoo veel te meer met weemoed, daar zij met haar i'risschen, jeugdigen blos op een lang en gelukkig leven scheen te kunnen rekenen. Waarom moest zij dan zoo vroeg weggerukt worden? ik weet, beste Vriend! geen ander antwoord op deze vraag te geven, dan dat de onnaspeurlijke wijsheid des eeuwigen Albestuurders altoos met heilige en goede oogmerken handelt. Laten wij in dit geloof berusten en de beproevingen van dit leven standvastig en gelaten verdragen.
Ik beveel mij bij voortduring in uwe geachte vriendschap aan, en blijf
„ , ... Uw hoosschaltende Vriend,
Noordwuk, ,,
den Men Juli 18 . . J- 'VARLE.
130. Aan eenen Vriend bij den dood van zijn Kind.
Beste Muller,
Met deze letteren vervul ik een zeer smartelijken vriendschapsplicht. Ik moet u schrijven en, kan het zijn, u troosten over den dood van uwe lieve, schoone Jetje, hoezeer ik zelf daarover ontroostbaar ben. Het was een zoo goed en veelbelovend kind, de vreugde van hare ouders en van geheel de buurt; en nu zullen hare vriendelijke oogen voor altijd gesloten zijn! O, ik kan het schier niet gelooven, en toch, het is maar al te waar: de lieve is niet meer. Hoe eenzaam moet het u zijn; hoe akelig moet alles, wat u omgeeft u voorkomen, en welk een ledig moet gij in uw hart gevoelen! Ieder voorwerp, dat gij aanschouwt, herinnert u de lieveling uwer ziel, en — zij is
139
niet meer! — Vergeef, dat ik, in plaats van u troostredenen toe te spreken, niet u ween. Doch laat ons niet hopeloos ter neder zitten; wij mogen vertrouwen den kleinen engel eens gezaligd weder te zien. Het uitzicht op een ander, beter leven is het eenige, wal diep gewonde harten kan heelen en het weemoedig klagen stillen. Zoo laten wij dan hopen en sterk zijn, totdat eens het uur des vvederzieus zal slaan.
Wat ik hier tot u zeg, geldt ook uwe lieve vrouw, met wie ik het innigste medelijden heb. Moge ook zij sterkte vinden in de troostrijke gedachte: mijn Jêtje is niet verloren; eenmaal zal zij, schooner en bloeiender dan ooit, hare moeder weer in de armen snellen.
God schenke u beiden christelijke gelatenheid. Dit is de hartewensch van
s Uwen deelnemenden Vriend,
den üden April 18 . . W. HOFFMAN.
131. Aan eene Vriendin bij den dood van een kind.
Lieue, dierbare Vriendin,
Het is met warme deelneming, dat ik den vroeg-tijdigen dood van uw geliefd kind heb vernomen.
Als ik mij in uwe plaats stel, dan gevoel ik, hoe diep uw moederlijk hart getrofl'en moet wezen. Doch de gewaarwordingen, die thans uw boezem verscheuren, zullen door godsdienstige berusting in uw lot stiller en dragelijker worden. Geef u dan niet te vee! aan uwe smarten over, en lijd met gelatenheid, wat gij niet veranderen kunt. Ik moet bekennen, dat uw toestand betreurenswaardig is; doch het ongeluk gaat hier ook met troost vergezeld. — Jn dezen oogenblik zal uw hart wel niet toegankelijk zijn voor deze troostgronden; indien gij echter den sluier, die voor de toekomst hangt, kondet wegschuiven, zoo zoudt gij wellicht het uur zegenen, waarin uwe lieveling tot een beter leven werd opgeroepen. Wie weet welke beproevingen uwe Emma, en gij zelve door haar, hadt moeten doorstaan! En hoe vele ouders verliezen niet hunne kinderen in een leeftijd, waarin zij reeds de vruchten hunner zorgen begonnen te oogsten! Ware u, beste Vriendin! dit veel harder lot ten deele gevallen, zoo zoudt gij uw verlies duizendmaal sterker gevoelen.
Zoo richt n dan op, mijne waarde! God weet, wat goed voor u is. Het zal u volmaakten troost schenken, uw bedroefd hart genezen, wellicht ook uw verlies aan de kinderen, die u nog toegelegd mochten zijn, door ongekrenkte vreugde vergoeden. Vertrouw op zijne goedheid.
140
En nu, vaarwel! en wees verzekerd, dat niemand hartelijker met u treurt dan
Uwe u liefhebbende
den Ï4sten Mei 18 . . ANTOINETTE.
132. Brief eener Moeder aan hare Dochter, die
haar eenig kind heeft verloren.
Beste Augusta,
Zoo is dan uw Hansje, uw eenige lieveling, een offer des doods geworden! Mijn hart bloedt met het uwe, en diep beklaag ik u. Ik weet bij ervaring, hoe weinig het moederhart toegankelijk is voor troost, wanneer een kostbaar liefdepand haar van den boezem wordt gescheurd. Maar, Augusta, gij moogt niet weenen en klagen als dezulken, die geen hope hebben. Er is balsem voor uwe diepe wond, zoo gij uwe oogen ten Hernel opheft en van daar verwacht, wat de wereld niet geven kan. ü, mijne Dochter! bij rampen als de uwe gevoelt men het voortreffelijke van onzen godsdienst eerst recht. Wat ver-raag ons krachtiger op te beuren dan het geloof aan een leven aan gene zijde van het graf, alwaar liefhebbende gescheiden elkander zullen wederzien. Ja, daar hopen wij ook uw Hansje schooner en reiner weer te aanschouwen. Deze verblijdende hoop moet diep wortel valten in uw hart. Wie weef, of gij later nog niet in omstandigheden geraken zult, waarin gij erkennen moet; God heeft het wel gemaakt! Uwe moeder mocht negen kinderen baren; vijf werden haar weder ontnomen, en met de vier overgeblevenen ondervond zij, na den dood van uw goeden vader, veel kornmer. Wat zou 't geweest zijn, indien deze allen in leven waren gebleven, en zij allen had moeten verzorgen ? Dat besefte ik natuurlijk in de eerste oogenblikken even zoomin, als gij dit thans nog doet: ik was in verzoeking, den Hemel van onrechtvaardigheid te beschuldigen; doch er kwam een tijd, dat ik Hem dankte. Geef gij u dan ook niet te zeer aan uwe smarten over, maar zoek sterkte in het geloof aan eene wijze Voorzienigheid. Dit geloof zal uw lijdend harte rust schenken, en u vatbaar maken voor nieuwe hoop en nieuwe vreugde. Wellicht zijn nog andere kinderen u weggelegd, die de ledige plaats, door Hansje's verscheiden in uw hart gelaten, weer zullen aanvullen. Wijd intusschen aan uw dierbaren echtgenoot al uwe zorgen, schenk hem steeds uw onbeperkt vertrouwen, uwe volle liefde. Schrijf mij dikwijls en veel; ontboezem geheel uw hart
141
voor mij, en houd u overtuigd, dat gij geene trouwer en deel-nemender vriendin hebt dan
Uwe u innig liefhebbende moeder, den iden December 18 . . ^AGEL DOORNIK.
133. Rouwbeklag bij den dood van een veel-belovenden Zoon.
Geertsbergen, 5 April 18 . .
Lieve, dierbare Vriend,
Met smart heb ik vernomen, welk een hartgrievend verlies g'y door den dood van uw veelbelovenden zoon hebt geleden. 0, hadde ik balsem voor zulk eene wond! Maar neen, die vermag niets te heelen dan de tijd en de hemelwaarts gerichte blik des geloofs aan eene Voorzienigheid, die met een wijze en goede hand de droefenis der menschen lenigt! Veel is hier beneden donker, wat eerst daar ginds in het helderste licht voor ons schitteren zal. Wie zou kunnen begrijpen, waarom kinderen, vol levenskracht, de vreugde en troost der ouders en de hoop des vaderlands, op eens van hunne zijde worden weggerukt, terwijl grijsaards, die reeds lang voor de wereld niet meer nuttig zijn, tevergeefs de ruste van het graf zoeken, naar welke zij, door gebrek en krankheid ter neder gebogen, reeds lang uitzagen. 0, Vriend! hierin is iets onnaspeurlijks, dat ons nimmer ontraadseld zal worden, zoo lang wij op aarde zijn — Doch wij hopen, en dit laat het hart niet geheel zonder troost. Wie weet, aan hoeveel bitter lijden uw Frans hier op aarde zou blootgesteld zijn geweest, hoeveel ongelukken hem nog hadden kunnen treffen. Werp, dierbare Vriend! een' blik op uw overleden vriend Muller; zijn zoon werd zwaar verminkt door een schot, en stierf onder vreeselijke smarten. Zijl gij in uw ongeluk niet veel gelukkiger dan hij ? En hoeveel vaders verliezen niet hun eenigen zoon, terwijl u nog twee andere veelbelovende kinderen overblijven. Door dezen kan God u zegenen en hen tot uw troost doen opgroeien. Schenk hun uwe volle liefde. Uw hart zal nog wel eenigen tijd den slag gevoelen; doch allengs zal de wonde heelen en uwe droefheid zich in blijde hoop oplossen. Eens, wanneer onze taak hier zal afgewerkt zijn, moogt gij de hoop voeden, uwen Frans daar, in het betere land, dankbaar te gemoet te gaan, om nimmer weer van hem te scheiden. Zijne bestemming hier beneden was vervuld; ook voor ons zal de tijd van deze vervulling komen. Laten wij elkander tot aan dien
stond liefhebben en in het geloof aan Gods voorzienigheid nimmer wankelen.
Ik ben eeuwig
Uw hoogachtende vriend.
R. Meyer.
134. Over de langdurige ziekte eener Echtgenoot.
Batpnhurg, den Islen Augustus 18 . .
Waarde Vriend,
Het is niet te loochenen, dat de Voorzienigheid U, door de langdurige ziekte uwer gade, op een harde proef heeft gesteld; en ik kan nagaan, wat een hait als het uwe moet gevoelen bij het zien van zooveel lijden, dat geen menschelijke hulp meer wegnemen of lenigen kan. Verwijder echter van U de gedachte, dat gij de ongelukkigste aller stervelingen zijt, en laat het vertrouwen op God niet varen. Hoe langer uw treurige toestand geduurd heeft, des te nader zijt gij aan het einde. Derhalve nog maar een korte wijle geduld en gelatenheid! Het oogenblik, waarin gij weder vrijer ademen kunt, zal niet ver meer verwijdml zijn. Deze hoop, hoe treurig zij ook voor een minnenden echtgenoot moge wezen, moet U opbeuren. Immers reeds lang had de lijderes zelve begeerte om de eeuwigheid in te gaan. — Stel U in de plaats van zoo velen uwer stadgenoo-ten, op welke de hand van het lot nog zwaarder drukt dan op U, en gij zult u niet meer voor den ongelukkigste houden. Denk aan den braven Weber, wiens vrouw reeds sedert zes jaren aan alle leden verlamd en steeds bedlegerig is; of aan den armen Gold, wiens jonge vrouw in het kraambed haar verstand heeft verloren en misschien (hetgeen God iutussehen verhoede!) jaren lang in dien elleudigen toestand blijven zal. Hoeveel meer dan gij lijden niet deze mannen door den hopeloozen toestand hunner vrouwen, zoo door nadeel in hunne huishouding, als door ontbering van huiselijke vreugde en gemakken. Wapen u toch daarom, beste Vriend! ik bid het ü nogmaals met standvastig-heid! Het kan niet lang meer duren; de Memel zal zich over uwe lijdende gade ontfermen en baar naar eene andere wereld, tot een gelukkiger aanzijn, oproepen. Dan zal er ook voor U een nieuw leven opdagen, en het beeld van uwe verheerlijkte Elize zal weder schoon, zooals in hare jeugdige dagen van gezondheid, vonr uwe verbeelding zweven.
Kracht van boven, geduld en volharding wenscht U van ganscher harte
Uw deelnemende vriend, S. S. Wachter.
143
135. Over den dood van een Echtgenoot.
Zeer geachte Vriendin,
Zoo even las ik in de nieuwsbladen het overlijden van uw geliefden man, mijn onvergetelijken vriend.
Wij hebben dan, beste Vriendin! een smartelijk verlies geleden; gij in het bijzonder betreurt een eclitgenoot, met wien gij meer dan twintig jaar vereenigd waart, een edelen, goedhartigen leidsman, wien niets op aarde TJ kan vergoeden. Gij ziet, ik besef de grootte van uw verlies; doch verberg gij voor U zelve ook de troostgronden niet, welke U overblijven. Uwe beide kinderen zijn volwassen, weldra zullen zij verzorgd wezen; de goede God heüft ü daarenboven zoo ruim met de goederen der fortuin gezegend, dat gij geene bange zorgen voor de toekomst behoeft te hebben. En hebt gij geen rijke stof tot dankbaarheid, dat God ü den geliefden echtgenoot zoo veel jaren heeft laten behouden? Intnsschen zie ik in uw huis en in uw hart een smartelijk verlies, dat alleen de tijd in staat is aan te vullen. Doch, sla het oog op andere vrouwen en op haar lot, en gij zult U niet meer ongelukkig voelen. Voor weinige maanden verloor mijne nicht, een jonge brave vrouw, haar rechtschapen man, die, nadat zij jaren te zamen in een gelukkigen echt hadden geleefd, haar zes kinderen en geen vermogen naliet. Stel TJ in de plaats van deze beklagenswaardige vrouw, en vraag uw hart of gij in uw ongeluk niet veel gelukkiger zijt.
Doch ik wil uwen tranenvloed niet wraken; immers ook mijne tranen vloeien, als ik aan den goeden Wf.rner denk. Ik smeek God, dat Hij ü oprichtte in deze dagen des zielelijdens, opdat gij niet moogt bezwijken, maar als Christinne staan blijven: Voor het overige kunt gij verzekerd zijn, dat niemand aan uw verlies meer deel neemt dan quot;
Zwolle, Uw liefhebbende vriendin,
den Isten Dec. 18 . ^ q SLOTHOUWER.
136. Over den dood eener Gade.
Naarden. rten Men November 18 . .
Beste Vriend,
Het bericht van het vroegtijdig overlijden uwer dierbare gade heeft mij diep getroffen. Én hoeveel smartelijker
144
moet U zeiven dan dit verlies niet vallen! Ik wil het niet beproeven, den tijd vooruit te loopen en trachten U te troosten; ween, Vriend! ween, en zoek door tranen aan uw geprangden boezem lucht te geven. Nu zijn het zeker nog bittere tranen; doch zij zullen eenmaal zachter vloeien; en als gij eens terug zult denken aan de gelukkige dagen van uwe, hoewel voor deze aarde korte vereeniging met uwe Anna, dan zal tl die als een liefelijke droom voor oogen staan.
De almachtige God, in wiens hand al onze dagen zijn, zegene U met standvastigheid, opdat gij uw lot mannelijk moogt dragen, en Hij spare U uwe kinderen. De geest hunner verheerlijkte moeder ruste op hen, opdat zij opwassen tot vreugde en troost des vaders.
Met dezen wensch, uit een meewarig hart gevloeid,
verblijf ik
Uw deelnemende vriend, P. Galet.
137. Over den dood van een Neef, die in een gevecht sneuvelde, aan zijne Moeder.
0, Zuster, welke smart lijd ik thans nog in mijne oude dagen! Wij hebben hem verloren, en er is voor ons geene hoop meer! Arme Eduard! zoo moest dan uw heldenmoed uw dood zijn! Ach, beste Zuster! ik kan het mij niet vergeven, dat ik misschien door mijne redeneeringen hem deed besluiten eene zoo gevaarlijke loopbaan te kiezen. — Hetgene wij het liefst op de wereld hadden, is niet meer: er zijn oogenblikken, waarin mij het leven tot een last is. Ware het toch reeds geëindigd! Waarom moet ik nog onder de levenden wandelen, terwijl het kille graf onzen Eduard omsluit! Ik ben zijn vader niet; doch eenen vader kan het verlies van den geliefden zoon niet smartelijker vallen, dan mij dat van uwen zoon, die ook mij zoo recht kinderlijk genegen was. — Er is zeker geen roemrijker dood dan die voor het vaderland, en wij zouden ons ook moeten onderwerpen, indien hij zonder roem, b. v. door een heete koorts, weggerukt ware.- Doch luistert het hart, in zoodanige omstandigheid, naar de overreding van het verstand?
God trooste u, geliefde Zuster! Hij trooste ook mij, zoo 't mogelijk is! doch ik gevoel, dat ik onzen Eduard tot aan mijn dood beweenen zal.
R.....gt; Y. Reberg.
den inden Maart 18. .
145
138. Over de beenbreuk van eene Moeder.
M....., den eden April 18 . .
0, Vriend! welk eene tijding1 Welkeen ongeluk, aan Mevrouw uwe moeder overkomen! Doch ik wil steeds het beste hopen! Mijn vader had op zijn ouden dag ook nog zulk een ongeval. Zijn been genas echter, ondanks zijne hooge jaren, zeer spoedig, en ofschoon volgens uw schrijven bij Mevrouw uwe moeder de breuk op eene plaats is, waar de behandeling veel moeielijker valt en voor de lijderes pijnlijker moet zijn, kan en zal in dit geval onder bekwame handen de genezing met Gods hulp gelukken. De Hemel schenke de arme lijderes slechts geduld en vertrouwen.
Heb de goedheid, beste Vriend! mij dikwijls bericht van uwe geliefde moeder te geven; verzeker haar, dat mijn hart in haar lijden deelt, en dat ik hare spoedige herstelling vurig wensch.
Wees hartelijk gegroet van
Uw oprechten vriend, J. J. Denneman.
139. Aan een Vriend, wiens huis door de
Kavenstein, den Isten Mei 18 . .
Dierbare Vriend,
AI uwe vrienden werden met mij door het verontrustend bericht van het ongeluk, dat TJ getroffen heeft, allersmartelijkst aangedaan, ofschoon wij het nog geenszins in zijn geheelen omvang kennen. Is het dan waar, dat uw geheele zoo schoon huis, met alles wat zich daarin bevond, door de vlammen verteerd is? Ach, Vriend! zoo is er dikwijls tusschen geluk en ongeluk slechts één span? Dit hebt gij nu ook ervaren; doch, geloofd zij God! dat geen van uwe geliefden bij deze bedroevende ramp is omgekomen of eenig letsel heeft gekregen. Laat U derhalve door het geledene verlies niet al te zeer ter neder slaan ; dezelfde hand, die U de zoo diepe wonde toebracht, kan haar ook weder heelen. Het komt er nu maar op aan, U in de eerste oogenblikken van het onheil spoedig te helpen. Zoo ver mijn vermogen toelaat, ben ik daartoe bereid. Misschien kan ik u met bedden, met linnen, met huisraad bijstaan : meld mij ten eerste wat gij het meest noodig hebt. Ik wil ook, als gij het wenscht, uitzien naar geldelijke bijdragen tot herstel.
146
De eerste maanden zijn na zulk een ongeluk de moeilijkste; langzamerhand herstelt zich de mensch; hij leert zich in zijn lot schikken, en dan wordt alles weer beter. Ook deze waarheid zult gij nu ondervinden, en uwe bekende vlijt, gepaard met een vast vertrouwen op de Voorzienigheid, zal het overige doen.
Wees hartelijk gegroet met uw geliefd huisgezin, en geef mij weldra het verlangde bericht van uw werkelijk verlies, uw legenwoorctigen toestand en uw uitzicht in de toekomst.
Geheel de Uwe, F. Muller.
BRIEVEN TEN GELEIDE VAN EEN GESCHENK.
Geschenken worden met verschillende oogmerken gegeven : nu eens uit beleefdheid, uit zuivere welwillendheid, zonder baatzuchtige bijbedoelingen; dan eens uit dankbaarheid, ook wel uit weldadigheid: dan weder ter belooning van gedane diensten; maar niet zelden ook uit baatzucht. De brieven, welke de geschenken verzeilen, moeten derhalve ook naar deze verscheidenheid van doel ingericht worden.
In de eerst opgenoemde gevallen moet welgezindheid niet alleen bij het geschenk zichtbaar wezen, maar ook in den gehee-len loop des briefs doorstralen. Dikwijls verliezen geschenken hunne geheele waarde door de wijze, waarop zij gegeven worden, als namelijk de gever laat merken, dat hij die als eene weldaad, misschien zelfs als eene aalmoes beschouwd wil hebben, vooral, wanneer hij op de eene of andere wijze het eergevoel der begiftigde personen kwetst. In zulk een geval ware het beter, ze terug te houden; want beleedigen is veel erger dan niet-geven. Bovendien zijn alle kosten vergeefsch; men vergeldt geene verplichting of verdient geen dank, en dikwijls ontstaat daardoor nog vijandschap. Wie derhalve geven wil, doe zulks op eene aangename, gemoedelijke wijze.
Wil men gedane diensten beloonen, dan beschouwe men zich zeiven om zoo te zeggen als schuldenaar, en betuige, dat men met de toezending van het geschenk zich enkel van een plicht meent te kwijten. — Wil men daarentegen iemands gunst voor een toekomstigen dienst winnen, dan zij men hoogst bedachtzaam in de keus zijner uitdrukkingen, dewijl een geschenk in zoodanig geval allicht aló omkooping kan aangezien worden en zoodoende bij rechtschapen lieden juist het tegerdeel van hetgeen men beoogt ten gevolge zou hebben. — Geschenken, aan staatsbeambten ter bereiking van zekere oogmerken zijn inzonderheid zeer gevaarlijk, wanneer zij van brieven verzeld gaan. Zijn ze aan een man gericht, die strenge nauwgezetheid aan on-baatzuchligheid paart, zoo zal hij ze aanzien als eene beproeving om hem zijnen plicht te doen verzaken, en zijn beleédigd
148
eergevoel zal hem wellicht nopen, zoodanige geschenken met de brieven aan de overheid, ter bestraffing van den zender in te leveren. In sommige gevallen is de straf wegens orakooping zeer gestreng en de daad in allen gevalle als eene laagheid van den bedrijver, en als eene vernedering voor hem, aan wien zij gepleegd wordt, te beschouwen.
Van welken aard het geschenk ook wezen moge, men zal zich daarmede altoos naar de denkwijze van den persoon en naar onze betrekking tot hem, aan wien het gericht wordt, moeten schikken. Bij den eenen gaat geld en geldswaarde boven alles; bij den anderen zijn tooi, versierselen, boeken, prentwerk, begeerlijk. Evenzoo zal de stijl van onzen brief zich naar de zienswijze van dengene moeten richten, voor wien het geschenk bestemd is. Welwillende hartelijkheid zal echter in ieder geval en allerwegen den gewenschten ingang vinden.
Gave God, dat het in 't openbare leven nimmer noodig ware, tot zulk eene wijze van schrijven aan ambtenaren de toevlucht te nemen. Over het algemeen is het treurig, wanneer men langs den weg der gunst iets verkrijgen moet, waarop men volgens recht aanspraak kan maken. Deze brieven kunnen ten hoogste met den drang van zelfbehoud en van vertwijfeling over lang verijdelde hoop verontschuldigd, doch nimmer voor den rechterstoel der strenge zedeleer gerechtvaardigd worden.
140. Ten geleide van een Nieuwjaarsgeschenk voor een Onderwijzer.
Gent, den Isten Januari 18 . .
Zeer geachte Heer,
De buitengewone zorgen, door U bij het onderricht mijner kinderen aan den dag gelegd, kunnen u alleen beloond worden door het onwaardeerbare bewustzijn, hen tot goede menschen en nuttige leden der maatschappij gevormd te hebben. Ook de overtuiging, dat uwe verdiensten door ouders en leerlingen geschat worden, moet U gewis een streelende zelfvoldoening geven. Tot een klein bewijs, dat dit inderdaad met mij het geval is, verzoek ik U de hiernevensgaande kleinigheden niet af te wijzen. Aangenaam zou het mij zijn, zoo zich mijne krachten in een betere verhouding tot mijnen wil bevonden, om mijne dankbaarheid aan den opvoeder mijner kinderen volkomen te kunnen bewijzen; doch ü zult gewis ook dit weinige als een, hoewel zeer onvoldoend, bewijs van mijne achting en erkentelijkheid vriendschappelijk aannemen.
149
Vergun mij, mijne kinderen bij voortduring in uwe belangstellende vriendschap aan te bevelen, en zijt verzekerd, dat ik uwe getrouwe zorg steeds met warme dankbaarheid erkennen zal.
Onder de toewensching van Gods beste zegeningen bij dit nieuw begonnen jaar verblijf ik
Uw hoogachtende vriend, R. van Dissel.
141. Verjaarsgeschenk aan eenen Broeder.
Waardsle Broeder,
Ik zou mij zelve van onvergeeflijke nalatigheid moeten beschuldigen, indien ik den dag van heden, uwen verjaardag, liet voorbijgaan, zonder u eenige letteren geschreven te hebben, om u mijne zusterlijke gelukwenschen aan te bieden. GiJ weet, ik ben anders niet sterk in het brieven schrijven, maar toch moest ik nu wel de pen opvatten, om u te zeggen, dat ik bijzonder op dezen feestdag de hartelijkste en oprechtste wenschen voor uw welzijn koester. Beleef dezen dag nog zeer dikwijls in gezondheid en vreugde, en mochten al uwe redelijke wenschen vervuld worden ; mocht vooral spoedig U eene goede en voordeelige betrekking ten deele vallen, die u gelegenheid zal geven, om van uwe talenten een behoorlijk gebruik te maken, en die gt; algemeene achting te verwerven, welke gij zoozeer verdient.
Ik heb het genoegen, U bij dezen brief tevens een klein bewijs van mijne zusterlijke genegenheid aan te bieden, hopende en verwachtende, dat het door u zal aangenomen worden met dezelfde liefde en hartelijkheid, waarmede het gezonden wordt. Let niet op de geringe waarde van het geschenk, maar waardeer het naar de gevoelens van vriendschap en liefde, die uwe zuster u toedraagt.
Wees van harte gegroet en schrijf spoedig aan Amersfoort, Uw liefhebbende zuster,
den ïden Nov. 18 . . M. KbesseN.
142. Verjaarsgeschenk aan eene Zuster.
Hartelijk geliefde Zuster,
Reeds zijn er eenige weken verloopen, dat ik uwen lieven, hartelijken brief ontving, en nog heb ik dien niet beantwoord. Misschien zijt gij wel eenigszins misnoegd op mij; maar, lieve zuster, ik heb het zoo volhandig, dat ik waarlijk niet zoo-
150
veel schrijven kan als ik wel zou willen, en dat moet overigens mijne verontschuldiging zijn. Dat ik u echter niet vergeet, zal n uit dezen brief blijken, die, hoop ik, u weder in eene goede stemming zal brengen, wanneer gij een weinig op uwen afwezigen broeder verstoord mocht zijn Morgen is het de dag, dat gij uw achttiende geboortefeest vieren zult. Hoe gaarne zou ik bij u zijn, om mij met onze geliefde ouders en met alle vrienden en betrekkingen, die u alsdan hunne gelukwenschen zullen aanbieden, te vereenigen, en u op dien blijden dag mijne liefhebbende belangstelling uit te drukken. Maar gij weet, dat dit niet kan ; mijne betrekking houdt mij gebonden, en ik moet mij dus vergenoegen, met ii schriftelijk mijne oprechte deelneming in uw geluk, en mijne vurigste wenschen voor uw welzijn te doen kennen Beleef dezen dag nog zeer dikwijls in volmaakte gezondheid en ware vreugde, en blijf steeds, zooals tot op heden, door uwe lieftalligheid, zachtaardigheid en talrijke andere goede eigenschappen de liefde en de achting waardig van onze lieve ouders, van uwen u innig minnenden broeder en van allen, die u kennen. Ten einde u nog meer van de oprechtheid van dezen wensch ie overtuigen, neem ik de vrijheid, U het kleine nevensgaande verjaarsgeschenk toe te zenden, in de hoop, dat het U welkom zal zijn. Het zijn slechts een paar oorhangers, die ik evenwel zelf heb uitgezocht, en waarbij ik getracht heb, uwen smaak in het oog te houden. Schrijf mij nu eens of zij u bevallen, en zoo dit laatste het geval is, draag ze dan dikwijls en denk daarbij ook eens aan den zender, dien het leed doet, dat hij dit geschenk niet aanzienlijker maken kan.
Groet onze lieve ouders hartelijk van mij; zeg hun, dat ik gezond en wel te moede ben en hun morgen schrijven zal. Vaarwel, lief zusje; antwoord spoedig aan
Groningen, Uw liefhebbenden broeder,
den lOden Oct. 18 . . J_ WljTEMA.
148. Verjaarsgeschenk aan eene gehuwde Dochter.
Lieve Maria,
Het is met een gevoel van weemoed, maar tevens ook van innige blijdschap, dat ik u thans dezen brief zend. Het is heden uw geboortedag, maar ook de eerste, dien gij niet in het ouderlijke huis viert en waarop wij u bij uw geboortefeest niet aan ons hart drukken kunnen. Oit veroorzaakt ons een gevoel van ledigheid en leedwezen, hetwelk evenwel niet zoo sterk is, dat wij ons niet oprecht zouden verheugen in het geluk, dat gij in uwe nieuwe huishouding aan de zijde van eenen
151
door u geliefden echtgenoot geniet. Wij wisten immers, dat gij niet altijd bij ons kondet zijn, en het was steeds onze vurigste hoop, u eenmaal goed en volkomen naar uwen zin gehuwd te zien. al moesten wij dan ook uw bijzijn ontberen. Wij wenschen u en uwen echtgenoot thans wederom alle mogelijke heil toe, en wij bidden den Allerhoogste, dat Hij U voortdurend de beste gezondheid en lust en kracht schenke om uwe betrekking als echtgenoot en huismoeder waardig te vervullen. Mocht Zijn zegen steeds om u zweven, en mocht bij u het gevoel levendig blijven, dat gij alles alleen aan Zijne vaderlijke liefde verschuldigd zijt; dat gevoel zal waarachtige dankbaarheid bij u opwekken voor al het goede, hetwelk gij boven zoovele anderen geniet, en u den moed en den lust inboezemen om u van uwe plichten behoorlijk te kwijten.
Wij konden toch dezen dag niet laten voorbijgaan, zonder u eenig bewijs van onze liefde te geven, en voegen daarom het nevensgaande geschenk bij dezen brief. Wij hopen, dat het n van harte welkom zal zijn, gelijk het u met hartelijkheid wordt toegezonden. Uwe lieve moeder heeft het zelve voor u uitgezocht, meenende, dat dit u voor heden het beste in uw huishouden zou kunnen te pas komen. Maak er vlijtig gebruik van en laat het dan telkens de herinnering bij u opwekken, dat gij ouders hebt, die u hartelijk beminnen, en, hoewel verre van u verwijderd, onafgebroken met innige liefde aan u denken.
Groet uwen echtgenoot, onzen beminden schoonzoon, en zeg hem, dat ook hij op dezen dag hartelijk door ons gefelisiteerd wordt Ik doe u de groeten van moeder en verzoek u ons spoedig te antwoorden. Vaarwel.
Zutphen Uw liefhebbende Vader,
den Wen Maart 18 . . j. van Waudhuis.
144. Verjaarsgeschenk aan eene moeder of grootmoeder.
Geliefde moeder [of grootmoeder).
Den dag, waarop gij deze letteren ontvangen zult, heb ik reeds weken lang met verlangen te gemoet gezien, omdat het de tijd is, waarop gij uw geboortefeest te midden van al uwe dierbare bloedverwanten vieren zult. Ach, waarom kan ik daarbij niet tegenwoordig zijn, om in persoon u al mijne liefde en dankbaarheid uit te drukken en u te zeggen, hoezeer ik er mij in verheug, dat de goede God u tot op dezen dag in gezondheid voor onzen geliefden vader en voor ons, uwe dierbare kinderen, gespaard heeft. Maar, heeft het lot, of liever
152
de Goddelijke Voorzienigheid het zoo beschikt, dat ik voor de eerste maal mijns levens dezen dag ver van u verwijderd moet doorbrengen, zonder u te mogen zien en aan mijn hart te drukken, toch kan ik u schrijven, hoezeer ik u bemin en hoezeer ik God wil bidden, dat Hij uw leven nog vele, zeer' vele jaren verlenge, dat Hij Zijne zegeningen op inven verderen levensweg moge strooien, en U moge bewaren voor die rampen en wederwaardigheden, welke ons, arme stervelingen, zao dikwijls treffen. Ik wensch vurig, dat gij in de hartelijke en liefdevolle toegenegenheid van uwe kinderen en van allen, die u dierbaar zijn, de belooning zult vinden voor al de zorgen, die gij aan mij en aan hen besteed hebt en nog voortdurend aan hen besteedt; — dat een ongestoord geluk tot in den hoogsten ouderdom uw deel zij.
Vergun mij, lieve moeder (of grootmoeder), bij dezen wensch, die uit het diepste mijns harten komt, het hier nevensgaande kleine geschenk te voegen, dat ik zoo gaarne zelf u zou aangeboden hebben. Ik weet, dat gij het niet naar zijne geringe waarde zult beoordeelen, maar het zult beschouwen als een gering bewijs van mijne innige liefde tot u, en van mijne vurige begeerte om u te toonen, dat uw verjaardag ook voor mij een feestdag is en door mij in hooge eer wordt gehouden.
Ik groet en kus u in mijne gedachten. Denk morgen veel aan
Brielle, Uwen U liefhebbenden zoon (of kleinzoon),
deo 4den Aug. 18 . . p_ WlLMAN.
145. Verjaarsgeschenk aan eene Vriendin.
Lieve Marie,
Ontzettend spijt het mij, dat het mij onmogelijk is, om volgens afspraak bij gelegenheid van uw geboortefeest eenige dagen bij u te komen doorbrengen; gij moet weten, dat mijn broeder is overgekomen en slechts korten tijd in het ouderlijke huis zal vertoeven, voor hij voor goed de groote reis zal ondernemen, en nu mag ik toch niet wegloopen; gij weet immers, hoezeer ik dien lieven broeder bemin, en welk een vreugde het voor mij is, nog eenige dagen zijn bijzijn te mogen genieten. Ondertusschen berooft dit mij van het genoegen om u mondeling met uwen verjaardag te feliciteeren, u van mijne hartelijke vriendschap te verzekeren en u al het goede toe te wenschen, dat de mensch slechts genieten kan; daarom doe ik dat nu schriftelijk, en gebruik ik daartoe al niet veel woorden, gij zult toch van de oprfichtheid mijner wenschen overtuigd zijn.
153
Ik hoop, dat de hartelijke vriendschap, die tusschen ons reeds zoo lang bestaat, op dezen blijden dag opnieuw worde bezegeld, en dat de verjaardag, dien gij thans weder inoogt beleven, voor u de aanvang zij van een nieuw tijdvak, vol van 's hemels beste zegeningen, en vrij van alle onspoeden en wederwaardigheden des levens. Mochten al uwe wenschen vervuld worden en het leven voor u een onafgebroken reeks van genoegens zijn, niemand zou zich daarover meer verheugen, dan ik.
Als een klein bewijs van mijne innige vriendschap voeg ik het nevensgaande geschenk bij deze letteren. Ik hoop, dat gij het met liefde zult aannemen, al is de waarde niet groot; maar bedenk, dat ik reeds meer dan twee maanden daaraan gewerkt heb, en dat het zijne waarde ontleenen moet aan de liefde en vriendschap, waarmede ik daaraan arbeidde. Gaarne hadde ik zelve u dit overgegeven, maar dat kan nu niet; laat het u evenwel welkom zijn en draag het uit liefde tot mij.
Ik beloof u, het afgesprongen bezoek spoedig te zullen hervatten. Schrijf mij eens een hartelijken brief en wees steeds overtuigd, dat ik ben en immer blijven zal
Delft, Uwe oprechte Vriendin,
den 4den Nov. 18 . . jyj ^ Veldenaar.
146. Bij gelegenheid van het St. Nicolaasfeest aan Ouders.
Waarde Ouders,
Bij gelegenheid van het groote kinderfeest, dat ik in vroegere dagen met zooveel vreugde te gemoet zag, en waaraan wij nog zoo gaarne in latere dagen gedenken, kan ik niet nalaten, u de nevensgaande kleinigheid aan te bieden, al ware het alleen om U te doen zien, dat die gelukkige dag met al zijne aangename herinneringen nog levendig in mijn geheugen gebleven is, en dat ik daarbij aan mijne geliefde ouders denk, die mij als kind zoo dikwijls met hunne fraaie en welkome geschenken verrasten Ik wil hopen, dat mijn St. Nico-laasgeschenk, al beteekent het zooveel niet, u toch welkom zal zijn, omdat het komt van uw liefhebbenden zoon (of dochter), die het van harte betreurt, dat hij (of zij) thans niet bij U zijn kan, om dit geschenk in persoon aan te bieden.
Gij zult mij zeer verplichten, als gij mij spoedig de goede ontvangst wildet melden. Ik zal over eenige dagen u andermaal en uitvoeriger schrijven; thans is het mij ondoenlijk hierbij een grooteren brief te voegen, want ik ben zoo met werkzaamheden overladen, dat ik waarlijk op het oogenblik niet
154
weet, hoe ik er mg zal doorredden. Duidt het mij dan ook niet ten kwade, dat ik dezen eindig, met de heilbede voor uw voortdurend weizijn en met de hartelijke groete van
utrecht Uw liefhebbende zoon (of dochter),
den Men Dec. 18 . . J WINKELMAN.
147. Idem; Aan een gehuwde dochter (of zoon), die kinderen heeft.
Waarde Zoon [of Dochter),
Het jaarlijksche feest, dat wij als kinderen met zooveel vreugde te gemoet zagen, en hetwelk ons ook, toen wij reeds zeiven ouders geworden waren, steeds hoogst welkom was, omdat wij dan ook onzen kinderen een blijden dag konden bereiden, is weder aangekomen, en gij kunt derhalve niets anders van ons verwachten, dan dat wij wederom aan de oude gewoonte gehoorzamen, en U op het St. Nicolaasleest toonen, dat uwe ouders zich met blijdschap dezen dag herinneren. Gij hebt nu zelf kinderen en smaakt nu zelf de oudervreugde, die ons ten deele viel, toen wij onze kleine springers nog om ons hadden, en het is U immers een waarachtig genot, wanneer gij hen met schitterende oogen en gloeiende wangen de geschenken ziet beschouwen, die de goede St. INikolaas hun gebracht heeft.
Welnu, wij zenden u het nevensgaande voor de lieve kleinen, en hebben er nog iets bijgevoegd, dat voor U bestemd is, en ü, zoo wij hopen, niet ongevallig zijn zal; mij dunkt, dat gij dit in uwe huishouding best zult kunnen gebruiken, en zoo daaraan geene zoo dringende behoefte is, hetwelk ik van harte hoop, welnu koop er dan wat voor voor U en uwen geliefden man (of echtgenoot) en beschouw dit dan als ons St. Nicolaasgeschenk. In de nevensgaande doos zult gij vinden voor den kleinen Karei een groot prentenboek en eene fraaie bouwdoos; voor Jantje, een doosje met tinnen soldaatjes en een andere met een kegelspel, en voor het lieve Mietje een mooi gekleede pop en een doos niet Neurenberger tafelgereedschap. Bovendien bevat zij de naamletters van u en uw echtgenoot, eene flesch eau de cologne, een pond St. Nicolaas en wat suikergerei, dat gij zelf wel zult uitdeelen. Gij moet den kinderen zeggen, dat St. Nicolaas al dit moois voor hen bij hunne grootouders gebracht heeft, en dat dezen het hun toezenden, omdat zij zoo zoet en gehoorzaam zijn, en voeg er dan voor ieder een half dozijn kussen, natuurlijk uit onzen naam, bij.
Schrijf ons nu eens spoedig, of gij alles behoorlijk en ongeschonden ontvangen hebt, en of gij en de kinderen wel vaart. Onze gezondheid laat, den Hemel zij dank, niets te
155
wenschen over, en wij hopen dit ook van U en uwe kleinen te vernemen. Ik doe n de hartelijkste groeien van vader (moeder); wij beiden verlangen naar U, en verwachten, dat gij ten stelligste met kerstmis zult overkomen, om ons ten minste een paar dagen te schenken. Vergoed uwe afwezigheid nu eens met een langen, hartelijken brief en schrijf vooral veel over de kleinen; dit zal ons eene ware verkwikking zijn.
Vaarwel; nogmaals de groete en mijne beste heil-wenschen voor uw geluk.
Bommel, üw liefhebbende vader (moeder),
den Bden Dec. 18 . . g VbXTMAN.
148. Idem; Aan ouders voor kleinere broeders of zusters.
Lieve Ouders,
De maand December was in mijne kindsche jaren voor mij eene der aangenaamste van het jaar, en is mij nog altijd dierbaar om de vele aangename herinneringen, die zich aan haar verbinden, en welke mij zoo geheel en al terugvoeren in die onschuldige dagen, waarin ik met vurig verlangen de geschenken te gemoet zag, die deze maand mij brengen zoude. Thans is het St. Nicolaasfeest weder op handen; alles wat ik bij zulk eene gelegenheid gevoelde, staat mij weder levendig voor den geest, en ik kan zoo nagaan, hoe gij te zamen overlegt, wat gij den kleinen bij deze gelegenheid zult geven, en hoe grelig zij naar den dag mtzien, waarop St Nicolaas hen met rijke geschenken zal begiftigen. Ook van hunnen broeder (of zuster) verwachten zij stellig iets, en het spreekt van zelf, dat het niet in mijne gedachten opkomen konde, hen in hunne verwachting te leur te stellen; veeleer heb ik zelf een weinig ongeduldig naar den 6den December uitgezien, om hun een klein bewiis van mijne liefde voor hen te doen toekomen, en daarom zend ik u met blijdschap het nevensgaande koffertje, waarin het een en ander voor hen vervat is. Zeg hun, dat St. Nicolaas reeds bij voorbaat mij heeft opgedragen, om hun de bijgaande geschenken op zijnen feestdag te doen geworden als eene belooning voor hunne gehoorzaamheid en vlyt, en als eene aansporiug om in dit goede te volharden. Het koffertje bevat, behalve de noodige hoeveelheid suikergoed en St. INicolaas, dat gij van tijd lot tijd onder hen zult uitdeelen, een porte-monnaie en een fraai boek met platen voor Karei, die reeds iets meer dan de kleine kindergeschenken verlangt; — voor Pietje is de doos rnet soldaten en het kleine prentenboekje bsstemd, en voor Mietje de groote pop en de doos met keukengerei. Ik kan mij
156
zoo verbeelden, met welke vreugde zij die kleine gaven zullen ontvangen, en zou wel eens ora een hoekje willen staan, om getuige van hunne tevredenheid te zijn. Maar ook voor u, lieve Ouders, heb ik er eene kleine verrassing bijgevoegd en ik hoop, dat zij u niet ongevallig zijn zal Kust verder de kleinen hartelijk voor mij, en zegt hun, dat zij veel van mij moeten houden cn veel aan hunnen broeder (of zuster) moeten denken. Het zou mij zeer aangenaam zijn als Karei mij ook een klein briefje schrijven wilde, al ware het ook nog zoo gebrekkig; hij begint toch reeds aardig te schrijven.
Ontvangt gij, waarde Ouders, mijne innigste groeten, en de verzekering, dat ik wel vaar. Ik hoop, dat gij deze letteren in volmaakten welstand zult ontvangen, en verwacht spoedig een langen, hartelijken brief van u, waarin gij mij de ontvangst van het gezondene bericht. Vaarwel.
Arnhem, Uw liefhebbende zoon (of dochter),
den Sden Dec. 18 . . G. J. POLLENS.
Lieve Marie,
In den laatsten lieven brief, dien ik van u ontvangen heb, hebt gij mij zoo wat half en half het verwijt gedaan, dat ik U niet genoeg schreef en u scheen te willen vergeten ; maar, lieve Marie, dat was toch immers niet ernstig gemeend. Gij weet, dat ik het zeer volhandig heb, dat ik moeder veel in het huishouden moet helpen en dat mijn naaien borduurwerk toch ook moet afgemaakt worden. Een en ander maakt, dat ik niet zoo dikwijls en niet zoo veel schrijf, als ik wel zou willen; maar U te vergeten, TJ te veronachtzamen, dat is ondenkbaar, ja onmogelijk. Geloof mij, dat gij maar weinig uit mijne gedachten zijt en ik menigmalen zoo wel eens tot u zou willen overvliegen, om u te omhelzen, en althans eenige oogenblikken met u te kunnen keuvelen. Laat het nevensgaande presentje, dat ik U bij gelegenheid van het St. Nicolaasfeest overzend, u tot een klein bewijs verstrekken van mijne hartelijke vriendschap jegens u; ik hoop, dat het u niet ongevallig zal zijn, en dat gij meer op het goede hart, waarmede het geschonken wordt, dan wel op de waarde zult zien. Draag het dan tot mijne gedachtenis en herinner u telkens, wanneer gij het aanziet, dat gij eene getrouwe vriendin hebt, die steeds met liefde aan u denkt en alles zou willen opofferen, wanneer zij daarmede uw geluk kon koopen.
Hier in huis gaat alles vrij wel; mijn broeder
157
Karei is een weinig ongesteld geweest, maar nu weer beter. Hij vraagt steeds met de meeste belangstelling naar U, en heeft mij dringend de hartelijkste groeten aan u opgedragen. Ik weet het niet, die zaak komt mij een weinig verdacht voor; weet gij er ook iets van ? Ik heb, geloof ik, daar een uitmuntenden inval; kom met kerstmis eemge dagen bij ons logeeren, dan zullen wij eens recht samen keuvelen en elkander al onze kleine geheimen vertellen. Vader en moeder zullen het zeer gaarne zien, en als ik aan Karei zeg, dat gij aan mijnen wensch gehoor wilt geven, dan vrees ik, dat er met hem geen huis zal kunnen gehouden worden. Kom, Marie, doe het; gij hebt het toch zoo druk niet, of gij kunt wel eenige dagen van huis; het zal voor u eene uitspanning en voor mij een zeer groot genoegen zijn. Ik verwacht stellig, dat gij het doen zult, en schrijf mij nu maar eens spoedig, op welken dag gij denkt ie komen.
Ontvang mijne innigste en hartelijkste groeten en antwoord spoedig aan
Gouda, Uwe getrouwe Vriendin,
den Sden Dec. 18 . . C. GOEDHART.
150. Geldgeschenk aan Verloofden.
Waarde Neef,
Gisteren heb ik uwen vriendelijken brief ontvangen, waarin gij mij uwe ophanden zijnde echtverbindtenis met de lieve Carolina Meijer meldt. Het verheugt mij inderdaad, dat het er eindelijk toe gekomen is, want ik had het altijd gehoopt, en een mijner liefste wenschen is daardoor vervuld. Gij hadt geene betere keuze kunnen doen; de lieve, beminnelijke, zachtaardige en kundige Carolina zal voor U eene voortreffelijke huisvrouw zijn, en gij zult, hoop ik, gelukkige dagen met haar beleven. De Hemel schenke U beiden zijnen zegen. Gaarne zoude ik bij de huwelijksplechtigheid tegenwoordig zijn, maar ik kan helaas van uwe vriendelijke uitnoodiging geen gebruik maken. Nu zit ik reeds zoovele weken door mijne ziekelijkheid aan deze piaats gebonden, en ik kan niet zien, dat ik veel vooruit ga, ofschoon de dokter mij steeds moed inboezemt en mij verzekert, dat ik tegen het einde van het seizoen geheel hersteld naar huis zal keeren. Mocht dit zoo zijn, dan kom ik rechtslreeksch tot U en zal ik eenige dagen de gastvrijheid van U en uwe beminnelijke echtgenoot inroepen.
Daar ik nu tot mijn spijt niet bij u zijn kan, en ik dus ook niet kan weten, hoe gij uwe huishouding zult inrichten en wat u daarin nog mocht ontbreken, ben ik te rade
158
geworden, om u, in plaat? van een geschenk in uw huishouden, de beide nevensgaande bankbiljetten ais geschenk te zenden, opdat gij zelf' daarvoor zoudt kunnen koopen, waaraan gij op dit oogenblik nog de meeste behoefte hebt. ik hoop, dat gij en uwe bruid dezen maatregel zult goedkeuren; gij kunt dan naderhand mij toonen, wat gij u daarvoor aangeschaft hebt en ik zal het dan beschouwen, alsof ik zelf dit gekocht had.
Nu, neef, kus uwe lieve bruid voor mij. Breng aan uwe ouders mijne groete over, en geniet bij en in uw huwelijk zooveel geuobgens en zegeningen als de vurigste wenschen U slechts kunnen toebidden. Vaarwel.
Hamburg, Uw U liefhebbende Oom,
den SPsten Juli 18 • . ^ BlRKHOF
151. Ten geleide van een Bruiloftsgeschenk.
Hooggeachte Vriend,
Het smart mij meer dan ik U schrijven kan, dat ik mij het genoegen moet ontzeggen, op den dag uwer echtver-eeniging in persoon getuige van uw geluk te kunnen zijn, een genot, waarop ik mij zoozeer gespitst had; doch een niet uit den weg te ruimen beletsel maakt hef mij volstrekt onmogelijk. Mij bl:jft alzoo niets over dan u mijne wenschen uit de verte toe te roepen. Smaak dan aan de zijde van uwe uitverkorene eene reeks van jaren een ongestoord geluk ; alles wat uw huiselijk geluk zou kunnen storen, blijve ver van U verwijderd; en zoo de Hemel, gelijk ik U toebid, ook kroost aan uwen echt heeft beschoren, dan strekke dat om ü, kan het zijn, nog nauwer aan uwe gade te verbinden en uw beider levenspad met het geurigst gebloemte te bestrooien. Terwijl ik hoop mij steeds in de voortduring uwer vriendschap te mogen verblijden, beveel ik mij tevens aan in die uwer beminnelijke bruid, die ik zeer verlang persoonlijk te leeren kennen.
Het nevensgaande kleine geschenk strekke u tot aandenken aan uwen vriend. Ontvang het met liefde, terwijl ik mij verzekerd houd, dat de hand, van welke het komt, het ü niet onverschillig zal maken.
Op den feestelijken dag zal ik ü met mijne gedachten omzweven, het glas met de mijnen op uw welzijn doen klinken, en ü beiden van hier toeroepen, dat ik altijd zijn zal
Uw getrouwe vriend, den 9(len Mei 18 . . P. Hartman.
159
Zeer geachte Vriend,
Toen ik heden morgen ontwaakte herinnerde ik mij terstond met het aangenaamste gevoel het genoegen, dat ik gisteren in den kleinen kring uwer nieuwe huishouding mocht smaken. Ik gevoelde mij zoo geheel thuis bij u en uwe lieve jonge echtgenoot, waarmede gij nu reeds 6 dagen gehuwd zijt, en die nu eens ons genoegen door hare tegenwoordigheid ver-hoogende, dan eens hare oogen over de zaken der huishouding latende gaan, sprak en handelde, alsof zij reeds jaren lang die zaken bij de hand gehad had. Toen gij mij nu de inrichting van uwe woning toondet en met dankbaarheid op de geschenken weest, die belangstellende vrienden en bloedverwanten U bij gelegenheid van uw huwelijk hadden gezonden, meende ik, dat men toch iets vergeten had, en ik besloot dadelijk in dat gebrek te voorzien. Neem daarom, lieve vriend, de nevensgaande kanapé als een geschenk van mij aan ; zij zal goed staan in die fraaie zijkamer en door haren vorm en kleur juist pafsen bij de meubelstukken, die deze kamer versieren. Gebruik haar dikwijls, en wanneer gij met uw lief wijlje er soms op gezeten zijt, denk dan ook eens met liefde aan
den nden Oct 18 . . W. MOIX.
Bij de toezending van een Koffleaerviee.
Deventer, 17 Mei 18 . .
Waarde Vriend,
Terwyl ik de hartelijkste heilbeden voor uwen op gisteren voltrokken echt ten Hemel zend, geef ik mij het genoegen ü hierbij als een klein bewijs mijner vriendschap en als een aandenken aan dezen voor U zoo gewichtigen dag, een koffieservies te doen geworden. De rozen, waarmede de hand des kunstenaars ieder stuk versierd heelt, mogen ü mijne' wen-schen voor uw toekomstig geluk in aanvallige beeldspraak uitdrukken ; maar ook de broosheid der voorwerpen, waarop die rozen prijken, moge U steeds gedachtig doen zijn aan de vergankelijkheid van het aardsche geluk, en aan de teerheid eener echtvorbiiilenis, die van beide zijden steeds met wijze omzichtigheid moet behandeld worden.
160
Neetn welwillend aan, wat de vriendschap U opdraagt, en ontvang de verzekering, dat niemand zich inniger over uw geluk kan verheugen dan ik. Wil mij ook in de vriendschap uwer jonge gade aanbevelen en blijf gij steeds, ook als gehuwd man, dezelfde voor
Uw oprechten vriend, P. Filipson.
154, Geschenk bij een zilveren bruiloftsfeest.
Waarde Neef en Nicht,
Overmorgen is het vijfentwintig jaren, dat gij te zamen door den huwelijksband werdt verbonden, en gy noodigt ons uit om de viering van dit heugelijke feest te komen bijwonen. Maar, beste vrienden, tot onzen spijt moet ik het zeggen, dat is ons ondoenlijk; want eene lichte ongesteldheid mijner vrouw, zoowel als eenige andere huiselijke omstandigheden, waarvan ik u naderhand wel inlichting geven zal, dwingen ons te huis te blijven. Gelooft echter niet, dat dit uit mindere belangstelling in uw geluk voortvloeit; gij weet al te goed, hoeveel deel wij in uw lot nemen en hoe gaarne wij tegenwoordig zouden zijn, indien wij slechts konden. Wij wenschen u van harte een nog lang en gelukkig leven toe, en bidden den Allerhoogste, die U in uw huwelijksleven reeds zooveel goeds en heilrijks geschonken heeft, dat Hij U verder met zijne zegeningen zal overladen. Gedenkt aan ons op dit feest in liefde, en neemt het nevensgaande geschenk in zilver aan als een bewijs, dat ook wij iu vriendschap en liefde aan u denken. Wij hopen, dat gij er veel gebruik van zult maken, en zullen, zoodra wij beiden van huis kunnen, U een bezoek brengen, om ons daarvan met eigen oogen te overtuigen.
Met de hartelijkste groete ben ik
Uwe U liefhebbende Neef, Assen, den Isten Sept. 18 . . j. f. Mertens.
155. Bij de toezending van een Haas en een
koppel Patrijzen.
Weledelgestrenge Heer,
Met innige blijdschap denk ik nog aan de aangename uren, die ik in uw huis heb doorgebracht, en aan de vriendelijke behandeling, die ik in den kring uwer geliefde familie mocht ondervinden. Ook deed gisteren een flinke haas, dien ik geschoten had, mij opnieuw denken aan dien, welken wij toen
161
zoo vergenoegd te zamen aten. Dadelijk werd er besloten hem U toe te zenden, en zoo ontvangt U hem, benevens een koppel patrijzen, dat gisteren onder mijn schot viel, met den wensch, dat zij U gezamenlijk zoo wel mogen smaken, als mij destijds de haas bij U. De beste saus, een onderhoudend en vriendelijk tafelgezelschap, zooals ik het bij U vond, kan ik hierbij natuur-lijk niet overmaken; doch dit bezit U reeds in den kring uwer familie. Ik weet niet, of deze haas gedurende zijn leven in iets benijd is geworden : bij zijn dood wordt hij het echter door mij, dewijl hij in een huis komt, waarin ik mij zeiven terugwenschte. Doch niet altijd zal ik te vergeefs wenschen, en na langer of korter tijd zal mij het geluk wedervaren, U en uwe geliefde huisgenooten, bij wie ik mij met vriendschapsgroeten aanbeveel, in persoon te kunnen zeggen, hoezeer ik met achting ben
Eil.cn(Jaa] Uw Weledelgestr8. onderd. dienaar,
den loden December 18 . . P- ScHULTER.
156 Bij een geschenk van Muziek aan eene Vriendin.
Schoonoord den llden Mei 18 . .
Waarde Vriendin,
Ik heb mij zoozeer verheugd, U na langer dan een half jaar eens weder te zien, U weder te zien zoo lief en goed als altoos en zoo schoon en gezellig als nog immer, dat ik van mijnen kant zeker ben, den eersten dag van Mei nimmer te zullen vergeten.
Opdat ook gij, dierbare Vriendin! daaraan ten minste somtijds moogt gedachtig zijn, verzoek ik u, de bijgaande duetten met de dagteekening van heden als een geschenkje derquot; vriendschap te willen aannemen. Hoe zou ik ten volle mijn doel daarmede bereikt hebben, als gij, wanneer uwe vlugge vingeren over de toetsen zweven, terwijl uw oog op deze duetten gevestigd is, daarbij van tijd tot tijd eens aan uw vriend wildet denken.
Bij het afscheid hebt ge mij de aanmerking gemaakt, dat ik U niet verzocht had, de groetenis aan uw broeder Karel te doen, en mij schiet te binnen, dat ik ook vergat, U die aan uwen vader op te dragen; doch aan dat alles zijt gij alleen schuld en moogt het ook verantwoorden; alzoo hoop ik, dat ge mij reeds zusterlijk verontschuldigd hebt.
Vaarwel en wees overtuigd, dat ik steeds met oprechte toegenegenheid zal zijn.
Uw hoogachtende vriend, F. van der Lanen 11
162
157. Ten geleide van een geschenk voor bewezene diensten.
Weledele Heer,
De ijver, waarmede gij mij no zaken te Middelburg hebt behartigd, verplicht mij tot groote dankbaarheid. Ik zelf zou die met geen mogelijkheid beter hebben kunnen bezorgen. Hoe meer gij ü te mijnen aanzien verdienstelijk hebt gemaakt, des te meer voel ik mij onvermogend Ü de aanzienlijke kosten en moeite, daarbij aangewend, te vergoeden. Het weinige, dat ik de vrijheid neem als een geschenk hierbij te voegen, staat daarmede in het geheel in geene verhouding; evenwel waarborgt mij uwe welgezindheid, dat het door U raet welwillendheid zal worden aangenomen, en dal gij meer op het hart van den gever dan op de gift zult. acht slaan. Lieden van uwe onbaatzuchtige denkwijze berekenen nimmer hunne diensten naar de vermoedelijke winst, die zij kunnen afwerpen. Intusschen gelieve Uw Weled. zich verzekerd te houden, dat ik steeds dezelfde gezindheid voor U koester, en hot mij een aangena.ne plicht zal zijn, overal en altoos, waar het van mij afhangt, U van dienst te kunnen wezen.
Met ware erkentenis en hoogachting ben ik
Uw Weled8. dienslv. dienaar, den BJen' Februari 18 . . L- RADEMAKER.
158. Ten geleide van een geschenk aan een Arts, wegens eene gelukkige genezing.
Didam. den l'dsn April 18 . .
Weledeheergeleerde Heer,
In U vereer ik den man, die in Gods hand de redder van mijn leven en de hersteller van mijne gezondheid was. Aan uwe onvermoeide zorg, ijver en kunde hen ik thans en voortaan elk vroolijk genot van mijn vernieuwd aanwezen verschuldigd. Gelief daarom de verzekering mijner oprechtste dankbaarheid aan te nemen, en de nevensgaande kleinigheid, die, zulks verzeker ik u, in veel beter verhouding met mijn gering vermogen dan met mijn gevoel van dankbaarheid staat, niet te versmaden — De bewustheid, een menscbenleven gered en aan een huisgezin zijn verzorger wedergegeven te hebben, zal ü voorzeker eene aangenamer gewaarwording en eene vee! betere voldoening zijn. De Hemel zegene U, schenke U gezondheid, en verlenge uwe dagen tot heil uwer medeburgers; dit zijn de wenschen van
Uw Weled.zeerael'. hnogschattenden dienaar, M. Dankert.
163
159. Ten geleide van een boekgeschenk voor de Zonen van iemand, aan wien men verplichting heeft.
Zutphen, den Sden December 18 . .
Hoogedelgestrenge Heer,
Met dankbare herinnering aan de vele moeite, waarmede Uw il.Edelgestr. tot dusverre belang in mijne zaken hebt gesteld, neem ik de vrijheid Ie verzoeken, de boeken in nevensgaand pakje voor de jnngeheeren uwe zonen als een klein aandenken welwillend aan te nemen.
liet smart mij zeer, niet in staat te zijn mijne erkentelijkheid op eene andere en betere wijze aan Uw Il.Edelgestr. uit te drukken. Mocht het te eeniger tijd voorkomen, dat ik U door eenige dienstbetooning nuttig konde zijn, zoo zal dit mij voorzeker hoogst aangenaam wezen, ten einde de menigvuldige, belangelooze bereidvaardigheid van Uw Il.Edelgestr. met daden te kunnen beantwoorden.
Uw Hoogedelgestr'. dankbare Zw0]]e en onderdanige dienaar,
den 3den Mei 18 . . H. VERLOREN.
160. Aan eene Kostsehoolhouderes bij het vertrek van eene harer leerlingen.
Geachte Mejuffrouw,
Mijne Louise zal alzoo bij het einde dezer week uw voortreffelijk instituut verlaten, na gedurende vier jaren uwe moederlijke zorgen en uw uitmuntend onderwijs genoten te hebben. Het is mij een aangename plicht ii bij deze gelegenheid opnieuw mijnen hartgrondigen dank te betuigen, voor alles, wat zij bij u genoten heeft en wat gij met liefderijke zorg en onuitputtelijk geduld aan haar gedaan hebt. Ik hoop vurig, dat mijne dochter rijke vruchten plukken zal van de uitmuntende, zoowel zedelijke als verstandelijke opvoeding, die gij haar hebt gegeven, en dat zij steeds diep moge gevoelen, wat zij aan u, hare moederlijke vriendin, verschuldigd is
Vergun mij. Mejuffrouw, de nevensgaande kleinigheid hierbij te voegen als een gering bewijs mijner hoogachting en dankbaarheid voor alles, wat gij aan mijne dochter gedaan hebt. !k weet, dergelijke zorgen laten zich niet betalen, maar toch voelde ik mij gedrongen, u dit aan te bieden; ik hoop, dat het niet onwelkom zal zijn en gij het gaarne als een blijk
11*
164
mijner erkentenis en bestendige vriendschap wel zult willen aannemen. Gij zult mij daardoor opnieuw zeer verplichten.
Terwijl ik u nogmaals mijnen harlgrondigen dank betuig en mij in uwe vriendschap aanbeveel, koester ik de beste wenschen voor uw welzijn en den hloei van uw uitmuntend instituut, en heb na minzame groete de eer, mij met de meeste hoogachting te noemen
Schiedam, 'Jw tlankbarc vriendin,
den ïOsten Maart IR . . M. VAN HoGiiVEEN.
161. Geschenk voor genoten onthaal.
Geachte Heer en Vriend,
Het eerste, dat zich na een heerlijken kalmen slaap dezen morgen bij mijn ontwaken aan mijnen geest voordeed, was de aangename, weldoende herinnering aan hel voortreffelijke, gastvrije, gulhartige onthaal, dat ik gisteren van u mocht genieten. Ik kan waarlijk haast geen woorden vinden om u mijnen innigen dank te betuigen niet alleen voor het overvloedig genotcne, maar vooral voor de vriendelijkheid en hartelijkheid, waarmede dit werd aangeboden, en die ik op veel hoogeren prijs stel, dan alles, wat de heerlijkste maaltijd kan opleveren. Ik verzeker u, dat een en ander den aangenaamsten indruk in mijn gemoed heelt achtergelaten, en dat ik gaarne elke gelegenheid zou aangrijpen om u te toonen, dat ik geen ondankbare ben. Daar zich evenwel die gelegenheid misschien niet spoedig zal opdoen, vraag ik u de vergunning, u vooreerst het nevensgaande kleine geschenk aan te bieden, niet als belooning voor het genotene, maar als een gering blijk van' de hooge waarde, waarop ik uwe gastvrijheid en vrienschap stel. Gij zult u, hoop ik, door dit luttele geschenk niet belcedigd achten, en door het met welwillendheid aan te nemen, mij opnieuw een bewijs geven van uwe vriendschap en mij nogmaals bijzonder aan n verplichten.
Ik beveel mij voordurend in uwe vereerende vriendschap aan, en met de oprechtste hoogachting noem ik mij na minzame groete
Uw dankbare dienaar, den öden December 18 . . K. A. WlSSELMAN.
162. Zelfde Onderwerp.
Weledele Heer,
Na eene afwezigheid van vijt weken ben ik gisteren wederom in het ouderlijke huis teruggekeerd, waar ik met
165
uitbundige vreugde door mijne ouders, broeders en zusters ontvangen werd, eene vreugde, die des te grooter was, daar men reikhalzend naar mijne komst had uitgezien, omdat men zich met eigen oogen overtuigen wilde, dat de ongesteldheid, die u en uwen lieven huisgenooten zooveel last veroorzaakte, geen al te grooten en nadeeligen indruk op mijn persoon gemaakt heeft. Ik kan, Weled. lieer, geene woorden vinden, om u de vurige dankbaarheid mijner ouders en vooral van mij zeiven uit te drukken, voor de gulhartige gastvrijheid, de vriendschappelijke bezorgdheid, en de zorgvuldige verpleging, welke mij onder uw vriendelijk dak ten deel gevallen zijn. Zie, ik was u bijna geheel vreemd; mij voor de zaken van ons kantoor een paar dagen in A. moetende ophouden, noodigdet gij mij. wegens vroegere bekendheid met mijne lieve ouders, met de meeste welsvillend-heid en den vriendelijksten aandrang uit om uw huis als het mijne te beschouwen; ik gaf aan die heusche uitnoodiging toe, en helaas, reeds den volgenden dag overviel mij de ziekte, die mij drie weken aan het bed gekluisterd hield, en gedurende welke ik door u en al de uwen met eene teederheid en liefde verpleegd ben, als slechts mijne ouders hadden kunnen doen blijken, en die gewis zeer veel tot mijn spoedig herstel hebben medegewerkt. Hoe zal het mij of mijnen dierbaren ouders ooit mogelijk zijn, zooveel belanglooze liefde, zooveel waarlijk christelijke barmhartigheid ook slechts in geringe mate te erkennen? Hoe zal ik ooit dat verhevene, edele karakter eenigszins naar eisch kunnen waardeeren, dat zich in elke uwer daden openbaarde, en waarvan ik ook in de laatste veertien dagen zoovele bewijzen ondervond, toen uwe bezorgdheid mij nog niet toestond te vertrekken, omdat ik volgens uw gevoelen nog niet volkomen hersteld was. Ik kan u verzekeren, Weled. Heer, dien ik thans mijn hartelijken vriend mag noemen, dat ik waarlijk met leedwezen uit uwen lieven huiselijken kring vertrok, en dat het gevoel van diepe verplichting en innigen dank bij mijn vertrek mij zoozeer vervulde, gelijk gij misschien aan mijne vochtige oogen zien kondet, dat ik de kracht niet had om behoorlijk afscheid te nemen, en ik slechts eenige onsamenhangende woorden stamelen konde.
Niet als belooning of als vergoeding voor alle vriendelijke zorgen en gemaakte onkosten, die door geenquot; goud betaald kunnen worden, maar als een gering blijk van mijne diepe erkentenis, die mij mijn geheele leven zal bijblijven, waag ik het, ii het nevensgaande aan te bieden, in de vurige hoop, dat het door u even welwillend zal aangenomen worden, als mijne ouders het met vreugde geven. Ik heb bemerkt, dat gij een minnaar van het edele omberspel zijt, en daar mijne ouders
166
nu een paar doozen bezaten, die algemeen als schoon geroemd worden, en waarvan zij zich in weerwil van vele aanbiedingen nooit hebben willen ontdoen, zijn zij op de gedachte gekomen u te verzoeken, die wel van hen te willen aannemen. Ik weet wel, dat de waarde niet in de minste verhouding staat tot alles, wat ik u verplicht ben, maar ik betuig u, dat het van goeder harte geschonken wordt, en daaraan moet het dan ook eenige waarde ontleenen. Het zal ons bet grootste genoegen doen als zij u bevallen, en mij zult gij door het aannemen andermaal zeer verplichten.
Ik doe ii de vvelmeenende groete van mijne ouders en bid u de mijne te doen aan uwe lieve huisgenooten. Spoedig hoop ik u weder te komen bezoeken; ik verlang er reeds naar, om u in persoon met betere woorden en krachtiger betuigingen mijne dankbaarheid te bewijzen. Tot dusver noem ik mij, met de beste wenschen voor het geluk van u en al de uwen,
t. , Uw dankbare dienaar en vriend,
Rotterdam, i i c
den 15den Octoter 18 . . J- ÏSCHULTZ.
163. Geschenk voor betoonde hulp.
Weledele Heer,
Gisteren heb ik het laatste afgedrukte blad van het tweede deel mijner Geschiedenis van Ierland ontvangen, en daarmede is dan dit werk wederom afgeloopen. Ik behoef U bijna niet te zeggen, met welke oprechte gevoelens van dankbaarheid ik vervuld ben jegens U, die met de meeste welwillendheid U wel met het nazien der drukproeven en het aanbrengen der noodige verbeteringen hebt willen belasten, en door uwe kiesche, grondige, altijd juiste opmerkingen het werk aanmerkelijk in waarde hebt doen winnen. Ik ben ten volle overtuigd, dat zonder uwe vriendelijke bemoeiingen en uwe grondige kennis van het onderwerp weinig van het werk zon terecht gekomen zijn, daar ik te ver van de pers verwijderd en te zeer met bezigheden overladen was, om over den druk behoorlijk het oog te houden. Ik betuig U daarvoor mijnen warmsten dank, en heb reeds lang over een middel nagedacht, om U een klein bewijs van mijne erkentelijkheid te geven, daar gij elke geldelijke belooning herhaaldelijk hebt afgeslagen. Eindelijk meende ik zoo iets gevonden te hebben, en alzoo neem ik de vrijheid U de nevensgaande bronzen pendule aan te bieden, niet als belooning, maar als een blijk van vriendschap en van het gevoel der groote verplichting, die jegens ü op mij rust. Ik hoop, dat gij haar gaarne van mij zult aannemen, en verzoek U vriendelijk mij de goede
167
ontvangst te willen berichten. Mij bestendig in uwe vriendschap aanbevelende, heb ik, na minzame groete, de eer mij met de meeste hoogachting te noemen.
Uw WelEdquot;. D\v. Dr. en Vriend, Gorincbem, n m
den 3(len Juni 18 . . Dr. H. fEN nOVE.
164, Hetzelfdo Onderwerp.
Weledele Heer,
Doordrongen van dankbaarheid voor de gulle, vriendelijke, gastvrije ontvangst, die mijn zoon te uwen huize heeft mogen genieten, zoowel als voor de belangelooze en ijverige bemoeiingen, die gij hebt in het werk gesteld, om hem in zijne pogingen ter verkrijging der bewuste betrekking te doen slagen is het mij een aangename plicht U daarvoor mijne warmste erkentenis te betuigen en U te verzekeren, dat zoo zich ooit de gelegenheid mocht voordoen om U in eenig opzicht wederdienst le bewijzen, ik daartoe ten volle bereid ben, en het mij een genoegen zal zijn U te toonen, dat gij aan geen ondankbare uwe diensten bewezen hebt.
Vergun mij tevens, Weled. Heer, ü het nevensgaande prachtexemplaar van Dante's Inlierno, met platen van Gustave Doré als een klein geschenk aan te bieden. Ik weet, dat gij een minnaar van dergelijke werken zijt en daarom hoop ik, dat het door U gaarne zal aangenomen worden. Het zal mij ean groot genoegen verschaffen en mijne verplichting jegens Ü nog vermeerderen, wanneer ik bevinden mag, dat dit geringe geschenk niet door U versmaad wordt.
In die streelende hoop heb ik de eer na minzame groete mij met ware hoogachting te noemen
Uw WelEd'. dienstw. en dankbare Dienaar, iJen lOden Jan. 18 . . H. M. MEERMAN.
165. Geschenk aan eene behoeftige Dienstmeid.
Steenbergen, den 12den Maart 18 . .
Goede Maria,
Met innig medelijden heb ik vernomen, dat gij sedert eenigen tijd met ziekten worstelt en gij met uwe handen weinig meer verdienen kunt. Dat gij onder zulke omstandigheden in behoefte verkeert, kan ik licht nagaan. Ik vertrouw derhalve, dat eenige ondersteuning van uw ouden meester, die zich nog altijd met genoegen uwe trouwe diensten herinnert,
168
u niet onwelkom zal wezen. Neem dus het bijgaande goedhartig aan en dos u daarvoor eens wat te goed. Gij zult daaruit althans erkennen, dat wij het nog altijd goed met u meenen. Hebt gij wellicht nog een of anderen billijken wensch, dien wij voldoen kunnen, zoo wend u onbeschroomd tot ons. Alles, wat wij tot uwe ondersteuning vermogen, zullen wij gaarne doen. Ik behoud mij ook voor, van tijd tot tijd, zoolang gij in ziekelij-ken staal verkeert, mijne kleine geschenken in geld te herhalen. Laat intusschen het geloof aan God niet varen, en wees verzekerd, dat het huisgezin, waarin gij zoo lang trouw hebt gediend, u ook altijd getrouw zal gedenken.
Mijne vrouw en kinderen groeten n hartelijk, en wenschen u met mij eene spoedige en volmaakte herstelling.
W. Rozenhaag.
166. Geschenk aan eene nooddruftige Weduwe.
Ofschoon Gij uiterlijk zeer opgeruimd schijnt, weet ik echter, hoeveel bittere tranen door U in het verborgen worden gestort. Gij verdiendet met uw talrijk huisgezin een veel beier lot, en het is bedroevend, dat de Slaat in den treurigen toestand, waarin Mijnheer uw man ü heeft achtergelaten, geen ruimere belooning beschikt voor zoo lang bewezen diensten. Ware ik een man van grooten invloed of van aanzienlijk vermogen, zoo kondet gij verzekerd wezen, dat gij voor altijd bezorgd zoudt worden. Maar ik bevind mij, helaas! niet in zulk een gunstigen toestand. Doch, volgens het woord van onzen Heer wordt immers ook niet het penningske der arme weduwe versmaad. Ontvang derhalve welgevallig het mijne, en veroorloof mij, dat ik U mijn naam verzwijge, die toch tot niets zou dienen dan wellicht, om uwe teérgevoeligheid te kwetsen. Ik begeer en verdien ook geen dank; het zou mij echter leed doen, zoo ik eene hulde, die ik de lijdende deugd met een goed hart toebreng, verworpen zag.
Ik ben
Uw hoogachtende Gouda, 6 November 18 . . dienaar en vriend.
Algemeene Voorschriften.
Evenals bij elk ander onderwerp wordt ook bij deze soort van brieven de toon naar den aard der zaken gestemd. Men zal licht beseffen, dat men bij de uitnoodiging ora eene begrafenis bij te wonen andere uitdrukkingen bezigt, dan bij die tot eene bruiloft.
Doch op onze betrekking tot den uit te noodigen persoon behoort ook vooral acht te worden geslagen. De vertrouwelijke, schertsende, half bevelende loon, die bij vrienden en bekenden zeer geoorloofd is, zou bij hoogere en voorname personen ongepast wezen.—In allen gevalle is het echter een vereischte, dat zich onze brieven door opgeruimdheid, doch ook tevens door bescheidenheid en achting kenmerken.
Ais men begint, denke men aan de aanleidende omstandigheid: dan volge de uitnoodiging met de vereischte inkleeding en uitweiding over het genoegen, dat men zich van de aanneming belooft.
Men kome de tegenbedenkingen voor, die er soms konden gemaakt worden; men stelle de zaak zoo licht als mogelijk voor, en schiidere het leedwezen, dat ons de teleurstelling zou doen ondervinden. Men betuigt echter, dat men voor die teleurstelling geene vrees koestert, wanneer de vervulling onzer wenschen slechts eenigszins mogelijk is.
167. Uitnoodiging tot een bezoek op het land.
Klarenbeek. 16 Mei 18 . .
Lieve Julie,
Sedert 14 dagen hebben wij Rotterdam met al zijne bedrijvigheid verlaten, om, evenals in de beide vorige jaren, het schoone seizoen op ons buitengoed, het bevallige Klarenbeek, door te brengen. Bij zulk een overgang uit de stad naar het land valt er in de eerste dagen vrij wat te beredderen, eer alles
170
weer behoorlijk op zijn stel is; doch die besogne is nu voorbij, en het eerste en voornaamste, wat ik nu te doen heb, is met toestemming, ja op aandrang zelfs van Papa en Mama, ü, lieve Vriendin, uit te noodigen eenigen lijd ten onzent te komen doorbrengen, en dat wel hoe eer hoe liever. Er is hier in Gods schoone natuur onbeschrijflijk veel te genieten, maar ik zal dat genot eerst recht kunnen smaken, wanneer ik de lieve speelgenoot mijner jeugd naast mij heb, tot wie ik zeggen kan: »zie, zie eens, Julie! is dat gezicht niet heerlijk, verrukkelijk, goddelijk?quot; 0, ik stel mij machtig veel genoegen voor van uw bezoek, dat vooral niet te kort mag duren. Wij zullen wel zorgen, dat ü de verveling niet bekruipt: als ons het wandelen heeft vermoeid, gaan wij uit rijden of uit varen; dan weer nemen wij de hengelroe in de hand en gaan het vischje in vliet of vijver verschalken. Schrijf me toch spoedig wanneer gij komt; want dat ge zoudt kunnen schrijven van niet te zullen komen, daaraan mag ik en wil ik niet denken. Gij meldt mij eenvoudig op welken dag en op welk uur gij met het spoor uit Arasterdam vertrekt, dan kunnen wij U met rijtuig van het slation te L.... afhalen.
Belast U intusschen met mijne eerbiedige groete aan uwe Mama en Zusters, en laat weldra de gewenschte tijding van u hooren aan
Uwe liefhebbende Agatha.
168. Uitnoodiging tot deelneming aan eene reis.
Amsterdam, 12 Juli 18 . .
Waarde Vriend,
Zaken roepen mij de toekomende week te Parijs, ik herinner mij, dat ge mij voor eenigen tijd uwen wensch te kennen gaaf!, die wereldstad eenmaal te zien; daarom noodig ik u thans vrienpchappelijk uit, dit reisje niet mij te doen. Het zou mij ongemeen verheugen, wanneer gij van mijne uitnoodiging gebruik maaktet, daar ik alsdan een reisgenoot zou hebben, zoo wenschelijk als er maar één kan zijn. Poog uwe zaken zoodanig te schikken, dat we ten minste veertien dagen of drie weken kunnen uitblijven; want dien tijd hebben we hoog noodig om het merkwaardigste der toongevende stad te bezichtigen. Vervult ge mijnen wensch, gelijk ik hartelijk hoop, dan verzoek ik u aanstaanden dinsdag ten mijnent te wezen, opdat we woensdags met den eersten trein naar Brussel kunnen sporen.
171
Per omgaande verwacht ik antwoord, en wel een rnij aangenaam antwoord, anders zoudt gij zeer te leur stellen
Uw getrouwen J. F. Helmert.
169. Antwoord.
Arnhem, 13 Juli is . .
Waarde Vriend,
Uwe vriendelijke uitnoodiging tot een uitstapje naar Parijs komt mij zeer gewenscht. Heb ei^ dus hartelijk dank voor, dat ge U mijn vroeger uitgedrukt verlangen zoo van pas hebt herinnerd. Zonder te veel opoffering kan ik thans best de zaken zoodanig regelen, dat zij door mijne afwezigheid gedurende 2 ot' 3 weken niet zullen lijden. Alzoo zal ik dan zonder fout — ten ware er eene ol' andere onverwachte en onoverkomelijke zwarigheid in den weg trad — dinsdag aanslaande mij (en uwent bevinden, en dan de noodige dosis goeden humor meèbrengen. Jongen ik verblijd mij nu reeds als een kind in ue genoegens, die we volop zullen smaken, in de menigvuldige
merkwaardigheden, van natuur en kunst, die we samen zullen «gt; ' - i te zien krijgen. Och, ware de dinsdag reeds daar!
Adieu, mijn waarde. In de vroolijke verwachting van U weldra gezond en f'risch naar lijf en ziel aan te treden ben ik
de Uwe R. Frits.
170. Uitnoodiging tot eene bruiloft.
Weledelgeboren Heer,
Daar ik reeds sedert zooveel jaren de ondubbel-zinnigste bewijzen van uwe welwillende gezindheid omtrent mijne dierbaarste belangen mocht ondervinden, zoo acht ik het mijnen plicht, U bij dezen kennis te geven van mijne huwelijksverbintenis met de tweede dochter van den Heer Vroolik alhier, welke verbintenis zal plaats hebben op den I8den dezer maand.
Evenals in alle andere, zoo ook in deze omstandigheid van uwe oprechte deelneming overtuigd, neem ik de vrijheid, U, benevens Mevrouw uwe geachte echtgenoot en uwe lieve kinderen, uit te noodigen om het feest, dat ik als het belangrijkste van mijn leven beschouw, met uwe tegenwoordigheid te willen vereeren en opluisteren.
Daar mijne schoonouders zich met het huwelijksont-haal belast hebben, zoo verzoek ik U aan hun huis te willen afstappen.
172
In het vertrouwen, dat dit mijn verzoek, hetwelk door mijne bruid en hare ouders dringend wordt ondersteund, niet van de hand zal worden gewezen, heb ik de eer met ware hoogachting te zijn
Uw hoogwelgeborens zeer
Kweekenheim, sehoorzame dienaar,
don iden Juli 18 . . « t \t
Hkndrik Lodewijk Vekstaal.
171. Uitnoodiging tot eene zilveren bruiloft.
Waarde Broeder en Zuster, [Neef en Nicht, enz.).
Op den 13n Augustus aanslaande zal het 25 jaren geleden zijn, dat ik aan mijne dierbare echtgenoot door den band des huwelijks verbonden werd. Door oprechte dankbaarheid vervuld, voor het groote voorrecht, dat ons alsdan zal te beurt vallen, en met blijdschap en erkentenis jegens het Opperwezen terugziende op al het goede en schoone, dat ons gedurende dit lange tijdsverloop ten deel werd, kunnen en mogen wij dien dag niet onopgemerkt laten voorbijgaan, en hebben wij beslolen dien feestelijk met eenigen onzer betrekkingen en vrienden te vieren. Geheel overtuigd van uwe vriendschap, en van de warme belangstelling waarmede gij in alles, wal ons betreft, deelneemt, noodigen wij U ten vriendelijkste uit om door uwe overkomst te toonen, dat ons geluk U ter harte gaat, en dat gij ons genoegen en onze vrengde door uwe gewenschte tegenwoordigheid nog wilt verhoogen. Dit zal ons des te aangenamer zijn, daar wij al langen tijd het geluk ontbeerd hebben van u eens bij ons te zien, en wij er zeer naar verlangen om eens vertrouwelijk te praten over alles, wat wij in de laatste jaren hebben beleefd. Ik reken er daarom slellig op, dat gij, zoo uwe omstandigheden het maar eenigszins veroorloven, onze welgemeende uitnoodiging zult aannemen, en verzoek u vriendelijk mij spoedig te melden, dat ik niet te vergeefs op u zal gerekend hebben.
Ik doe u de hartelijke groete van mijne lieve vrouw en ben met de meeste achting
Uw liefhebbende Broeder (Neef), Bommel, . ^ '
den Men Augustus 18 . . J. VAN U1JCK.
172. Uitnoodiging van een Broeder om de verloving van de Dochter eens landmans bij te wonen.
Batenburg, 4 Januari 18 . .
Dierbare Broeder,
Het strekt mij tot een waar genoegen, U door dezen kennis te geven, dat een jonge landman, Harmen van 't Hof.
173
uit Heinenoord, door zijnen neef van Schagen aan in'yne oudste dochter Dohothea aanzoek tot een huwelijk heeft laten doen.
Daar het meisje den jongen knaap reeds sedert Jang kent en hem wel genegen is, hebben wij ouders voorshands onze toeslemming gegeven, en zijn met den jongen man zeiven en zijn vader, die verleden zondag bij ons is geweest om de rioodige afspraak te maken, ook over de voorwaarden, zooveel de hoofdzaak betreft, reeds overeengekomen.
Ik geef aan mijne dochter tot uitzet eene som van drie duizend gulden, een akker en twee melkkoeien, ook een bed, linnen en wat men daarbij nog gewoon is te voegen. Al het overige zal aanstaanden zondag over acht dagen, onder vor-melijken hand- en toeslag, geheel worden afgedaan.
Wij verzoeken U, lieve Broeder, op het vriende-lijkst, ons het genoegen te willen doen bij deze onderhandelingen tegenwoordig te zijn, en daarom reeds 's morgens vroegtijdig genoeg aan te komen, ten einde wij te zamen vooraf nog eens vertrouwelijk de zaak kunnen beredeneeren. Iedereen zegt veel goeds van den jongen van 't Hof ; hij moet een vlijtige, onvermoeide, huishoudelijke jongeling zijn, die noch speelt noch drinkt of andere buitensporigheden begaat. En zoo gelooven wij derhalve, dat onze dochter Dorothea goed bij hem bezorgd zal wezen.
Overtuigd, dat ook gij, lieve Broeder, groot belang in het geluk van onze kinderen stelt, zien wij uwe komst met verlangen te gemoet, en bevelen U intusschen, onder toebrenging onzer hartelijke groeien, in de bescherming der Voorzienigheid aan.
Uw getrouwe Broeder, Philip Vekmolen.
Sliedrecht, den Men Junij 18 . .
Lieve Broeder,
Met innig genoegen heb ik uit uw brief vernomen, dat uwe Dorothea aan den jongen van 't Hof te Heinenoord toegezegd is, en dat aanstaanden zondag over acht dagen de plechtige verloving plaats hebben zal.
Ik zal mij vroeg genoeg op weg begeven, om in tijds bij U te kunnen zijn ; want ik ben zeer nieuwsgierig het nadere mondeling te vernemen.
Ook ik heb niets dan goeds van Harmen gehoord, en ken hem daarenboven ook zeer wel. Het is uit dien hoofde, dat ik U en uwe dochter met deze verbintenis van harte geluk
174
kan wenschen. Ik zal mij verheugen, als het hsar zeer goed gaat, want zij verdient het. God schenke den jongen lieden slechts gezondheid, dan zal, bij hunne onvermoeide vlijt en het opzien tot God, de zegen niet achterblijven.
Groet hen beiden hartelijk van mij, tot ik in persoon hun de hand kan drukken en hen van mijne vriendschap verzekeren. Groet ook vooral uwe brave vrouw, en wees verzekerd van de oprechtheid mijner deelneming.
van Uw Hoogwelgeboren de zeer gehoorzame dienaar, D. Bergf.r.
174. Uitnoodiging tot de bruiloft aan een Beschermer.
Hoogwelgeboren Heer,
Had ik voor zes weken de eer. Uw H.vvelgeb. mijne verloving met de dochter van den Heer Winkelaar, koopman te dezer plaatse, te berichten, thans heb ik het genoegen, Uw H.welgeb. kennis te geven, dat onze vereeniging bepaald is op den I4den dezer maand, en ik neem de vrijheid. Uw H.welgeb., benevens Mevrouw uwe gade ter bijwoning en opluistering van ons huwelijksfeest zeer beleefdelijk uit te noodigen. De welwillende deelneming, die Uw H.welgeb. de goedheid had in mijne verloving te betuigen, zal, vertrouw ik, deze mijne uitnoodiging rechtvaardigen, welke ook door mijne bruid en hare geachte ouders ondersteund wordt. Wij allen zouden ons door uwe tegenwoordigheid bij dit voor ons zoo gewichtige feest groo-telijks vereerd gevoelen, en zulks beschouwen als een nieuw bewijs van Uw H.welgeb11 toegenegenheid.
De huwelijksplechtigheid zal op den gemelden dag, des namiddags ten twee ure, ten huize van mijne schoonouders plaats hebben, en daar zal ik mij bij de opwachting van Uw.llwelgeb. vereerd rekenen de betuiging der persoonlijke hoogachting te vernieuwen, met welke ik onophoudelijk zal zijn,
van UwHoogwelgeboren
Renswoude, Je zeer eehoorzame dienaar,
den Sdcn Mei 18 . . Bn
D. Berger.
175. Uitnoodiging tot de bruiloft aan een Vriend.
Hooggeschatle Vriend,
Eindelijk is de 10de Mei tot den dag van de huwelijksvoltrekking met mijne geliefde Carolina onherroepelijk bepaald. Op dezen heugelijken dag zullen des namiddags ten drie
175
ure, onder inroeping van den zegen des Allerhoogsten, onze handen plechtig in elkander worden gelegd, en wij ziillen met opzien tot Hem de gelofte afleggen, elkander gedurende onzen ganschen levenstijd hier op aarde nimmer te verlaten, achting met achting, liefde met liefde, trouw met trouw te vergelden, en leed en vreugde met elkander te dragen. Met blijdschap en een opgeruimd gemoed onderwerp ik mij aan al deze heerlijke verplichtingen, bij de overtuiging, dat ons geheele welzijn daarop berust.
Vereenig ook gij, dierbare Vriend, U met ons, om de zegen des Allerhoogsten daartoe af te smeeken; kom op dezen feestelijken dag, en wees onze gast en ooggetuige van ons geluk. Overtuigd, dat gij mijne wenschen en die van mijne Carolina, welke zich vriendelijk bij ü aanbeveelt, met liefde vervullen wilt, verwachten wij ü op het bepaalde uur ten huize van mgne schoonouders, alwaar wij, na afloop van de inzegening, onder een vertrouwelijk feestmaal, onder 't klinken der bokalen, bij het liefelijke geluid der muziek en onder een vroolijk huppelen in de rij der opgeruimde gasten, ons best zullen doen, om U het aandenken van ons huwelijksverbond lang te doen bijblijven.
Vaar intusschen wel, waarde Rosenveld, en laat u vooral niet tevergeefs wachten door
denKiëiV. Uwen toegenegen vriend,
Philip Bekker.
Hooggeachte Vriend,
Met ware blijdschap heb ik uwe geëerde letteren van den 6den dezer ontvangen en daaruit gezien, dat de 10de Mei U nu werkelijk tot den gelukkigen man van uwe beminnelijke Carolina zal maken. Kr is geen twijfel aan, dat gij beiden, aldus vereenigd, veel vroolijker, moediger en gelukkiger den levenswee zult bewandelen, dan gij ieder te voren kondet. Gedeelde vreugde is zoeter, gedeelde smart dragelijker ; alle lasten worden lichter, als een vriend of eene vriendin die helpt tor-schen. Er is derhalve voor twee harten, die elkander begrijpen en met achting en liefde bejegenen, geen gelukkiger stand dan het huwelijk. Weest omtrent elkander steeds zoo gezind, als ten tijde der verloving; vergeldt liefde met liefde, trouw met, trouw; wees geen heerscher, maar liever de getronwste vriend van haar, die zich aan uwe bescherming en leiding toevertrouwt. Mocht de Algoede hiertoe zijne beste zegeningen schenken !
Hoezeer voel ik mij vereerd door uwe uitnoodi-ging. Ik neem ze aan als een nieuw bewijs van uwe oprechte
176
vriendschap, en zal mij op den bepaalden tijd, zoo geene verhindering van belang in den weg komt, ter bestemder plaatse bevinden. Ongetwijfeld zal ik, na U en de lieve bruid, de gelukkigste van den feestelijken kring wezen Ja, de glazen zullen klinken, en met eiken goeden wensch, dien de vroolijke gasten met gevulden beker over U uitbrengen, zal ik van heeler harte instemmen.
Vaar intusschen wel, mijn beste Vriend, beveel luij beleefdelijk in de toegenegenheid van uwe beminnelijke bruid aan, en zeg en herhaal haar, met welke hartelijkheid ik mij over uw beider geluk verheug.
IS.....8 Mens . . Uw hoogschattende vriend,
G. Rosenvelu.
177. Ander antwoord.
Hooggeachte Vriend,
Ten hoogste gevoel ik mij vereerd door uwe kennisgeving en uitnocdiging, vervat in uwen geëerden van den öden dezer, en niets zou mij aangenamer kunnen wezen dan uw gast te zijn op het aanstaande bruiloftsfeest; doch ik moet mij, helaas! dat uitstekend genoegen ontzeggen. Weet, dat reeds sedert 14 dagen mijne reis naar Engeland onherroepelijk vastgesteld is, ten gevolge waarvan ik den 9den dezer per stoomboot van Rotterdam naar Londen ga. Hoezeer het mij spijt, dat deze mijne reis, die ik, daar ze mijnen kaashandel betreft, volstrekt niet kan uitstellen, juist met uwe huwelijksvoltrekking moet samenvallen, kan ik u.moeielijk in woorden uitdrukken, en gij, die de hartelijkheid en oprechtheid mijner vriendschap kent, zult dat wel niet betwijfelen. Doch daarover te treuren zou weinig balen. Ik kan voorshands niels anders doen, dan ü mijn vu-rigsten heilwensch over uw huwelijk toebrengen. Zoodra ik van mijne reis zal teruggekeerd zijn, hoop ik U in persoon te bezoeken en U dan mondeling te zeggen, wat mij op het harte ligt. Beveel rnij intusschen in de vriendschap uwer Bruid welwillend aan, en geloof mij steeds
g. . . , 8 Mei 18 . • Uw heilwensehenden vriend,
G. Rosenveld.
178. Tlitnoodiging tot overkomen bij ziekte, enz.
Waarde Zuster, (Broeder, enz.)
Voor acht dagen meldde ik u, dat onze geliefde vader (moeder, enz.) zich sedert een paar weken eenigszins on-
gesteld gevoelde en ik beloofde u terstond te schrijven, zoo deze ongesteldheid een ongunstigen keer dreigde te nemen. Dit is helaas thans het gevat. Sedert eergisteren hebhen üich blijkbaar ongunstige verschijnselen voorgedaan, die ons zeer bezorgd maken voor het leven van hem (haar), die ons allen zoo dierbaar is, en wiens (wier) verlies wij zoo diep zouden gevoelen. Onze Hernelsche vader moge dien noodlottigen slag nog van ons afwenden; maar de hand over iiand toenemende verzwakking, gepaard met aanhoudende sluipkooitsen en slapeloosheid doen het ergste vreezen. De zieke zelf begint aan zijn (haar) herstel te wanhopen, en spreekt met kalmte over zijne naderende ontbinding en zijne hoop op het eeuwige leven. Wel trachten wij hem (of haar) door vriendelijke en bemoedigende toespraak dit denkbeeld te ontnemen, maar te vergeefs. Daarom, geliefde zuster (broeder) noodig ik u met een bedroefd hart uit om dadelijk over te komen, zoo gij onzen beminden vader (moeder) nog levend zien wilt, want wij weten niet hoe spoedig ons de slag treffen zal. Ik weet, dat ik op dit verzoek niet bij u behoef aan te dringen, want uw eigen hart en uwe innige liefde voor den dierbaren zieke zullen u genoeg aansporen om uwe reis herwaarts te bespoedigen.
Ik doe u onze hartelijke groete; kom spoedig. Mocht gij bevinden, dat. mijne bezorgdheid te overdreven was! maar ik vrees er voor. Vaarwel.
Uw bedroefde Broeder (Zuster), den20s™nnugani'l8 . , M WF.STERHOV.
179. Zelfde Onderwei-p.
Waarde Tante,
Eergisteren meldde ik u met hartgrondige blijdschap en dankbaarheid de voorspoedige bevalling mijner geliefde echtgenoot van een welgeschapen zoon (dochter) en reeds heden ontving ik uwen lieven brief, waarin gij ons met deze blijde gebeurtenis geluk wenscht en ons nader bericht vraagt. Ach, lieve Tante! hoe gaarne zou ik u wederom met eene aangename tijding verheugen! maar de toestand mijner geliefde vrouw, die zich aanvankelijk hoogst gunstig liet aanzien, heeft gisteren onverwacht zulk eene ongunstige wending genomen en er vertoonen zich zulke onrustbarende verschijnselen, dat alles voor haar behoud doet vreezen. Met de wanhoop in het hart wend ik mij alzoo tot u met het dringend verzoek om, zoo uwe omstandigheden het maar eenigszins toelaten, zoo spoedig mogelijk over te komen, ten einde de liove lijderes nog eenmaal te zien, en
178
mij in de bange oogenblikken, waarin ik donr zulk een onher-stelbaren slag bedreigd word, te komen bijstaan. Ik behoef immers op de vervulling van dit verzoek niet aan te dringen, want ik ken uw goed en medelijdeiul hart, en weet met welk eene liefde gij aan ons gehecht zijl.
Ik kan niet meer schrijven; God geve mij sterkte
en wende zoo mngelijk dezen slag nog van mij af! Ik bid u,
kom spoedig. Vaarwel.
., t Uw liefhebbende Neef,
Alphen, . r.
den aden Nov. 18 . . A. UEKKER.
180. Zelfde Onderwerp.
Waarde Broeder {Zuster, enz )
Sedert eergisteren, toen ik u berichtte, dat de ongesteldheid van mijn geliefden echtgenoot hand over hand toenam en ik mijne vrees uitdrukte voor eenen ongelukkigen afloop, heelt zich deze vrees maar al te zeer bewaarheid, want thans heeft de ziekte zulk eene bedenkelijke wending genomen, dat ik u ten dringendste verzoeken moet om dadelijk over te komen, zoo gij uwen broeder nog levend wenscht te zien. Ik hoop, dal gij geen oogenblik zult aarzelen om op reis te gaan, al ware het alleen om mij in de droevige oogenblikken, die mij wachten, bij te slaan en te troosten.
Ik kan niets verder schrijven ; mijne oogen worden door tranen verduisterd ; hoe zal ik dien noodlottigen slag, waarop ik mij voorbereiden moet, kunnen doorstaan! üe Hemel-sche Vader moge mij sterken !
Vaarwel, kom spoedig. „ t Uw diepbedroefde Zuster,
den WdenVebr ei8 . . M. A. van BennekOM.
181, TJitnoodiging tot eene begrafenis.
h . . ., den 8sten April 18 . .
Dierbare Vriend,
Gisteren ging voor mijn goeden vader, na een langdurig lijden aan waterzucht in de borst, voor de laatste maal de zon op. Hoezeer wij dit onherstelbare verlies reeds lang: voorniuagen, zoo werden wij er toch ontzettend door getroffen, en in langen tijd zullen wij ons niet kunnen gewennen aan de gedachte: voortaan zal geen goedhartige vader meer voor ons zorgen en ons door zijne liefde gelukkig maken.
179
Ten volle overtuigd van uwe oprechte deelneming in onze smart, verzoeken wij n, beste Vriend, de goedheid te willen hebben, het stofielijke overschot van onzen ontslapenen vader naar het graf te helpen geleiden. Overmorgen (maandag), voormiddag ten tien ure, zal aan het lijk de laatste eer worden bewezen. Wij verwachten u bij deze treurige plechtigheid zooveel ie zekerder, daar gij onzen vader, zoolang hij leefde, met ongehuichelde vriendschap vereerd hebt. Dit laatste bewijs van uwe achting voor hem zullen w'y als een nieuwe verkleefdheid aan zijne nagelatenen dankbaar erkennen.
Mijne geheele familie beveelt zich, evenals ik in liet bijzonder, in uwe voortdurende vriendschap aan, terwijl ik met de hartelijkste groeten aan de uwen verblijf
Uw diepbedroefde vriend, T. Ensink,
182. Hetzelfde onderwerp aan een man van aanzien.
Weledelyeboren lieer.
Ik acht het mijn plicht, üw Weledelgeb bij dezen kennis (e geven van het afsterven onzes geliefden vaders. Gisteren omstreeks 6 ure na den middag verwisselde hij het tijdelijke met het eeuwige.
Overlnigd, dat hij zich steeds in de toegenegenheid |van Uw Weledelgeb. mocht verheugen, twijfelen wij geenszins aan uwe deelneming in dit treurige verlies, en hierom voelen wij ons gedrongen, üw Weledelgeb. uit te noodigen tot het bijwonen der begrafenis, welke op aanstaanden maandag des voormiddags ten 10 ure bepaald is De eer, welke Uw Weledgeb. het laatste overschot van onzen dierbaren vader en ons zijnen nagelatenen verwanten hierdoor zult aandoen, zullen wij met ware dankbaarheid erkennen.
Met den hartelijken wensch, dat de Algoede Uw Weledelgeb. en de uwen nog vele jaren bij eene gewenschte gezondheid bewaren en voor zulke treffende verliezen behoeden moge, hebben wij du eer te zijn.
Weledelgeboren Heer,
üw Weledelgeborens onderdanige dienaren, M. Gkrbrand.
uit aller naam.
12*
180
183. Uitnoodigingen in of bij de woonplaats.
Uitnoodiging ten eten.
Mijnheer [of Mevrouw, enz.),
Ter gelegenheid van de overkomst van mijnen zoon (broeder, enz.) zijn wij voornemens deze blijde gebeurtenis door een klein diner te vieren, en hebben wij de eer u vriendelijk uit te noodigen ons dezen dag raet uwe tegenwoordigheid te vereeren, en den avond verder bij ons door te brengen. Wij denken ten 5 ure precies aan tafel te gaan. Het zal mij zeer aangenaam zijn met een paar woorden te vernemen, of wij op uw aangenaam gezelschap kunnen rekenen.
Na minzame groele hoogachtend
Uw Dw. Dienaar, ,i0n vc,p'ir K. van Hemsterhuis.
184. Idem.
Mijnheer,
Bij gelegenheid van den verjaardag mijner geliefde echtgenoot (dochter, enz.), op woensdag aanstaande, wenschen wij dien dag eenigszins feestelijk te vieren, en heb ik de eer u daarom uit te noodigen, om inet uwe echtgenoot en beide kinderen (dochters, Mevrouw uwe zuster of tante. Mijnheer uw zoon, enz.), bij ons het middagmaal te komen gebruiken. Het diner zal geheel familiaar zijn en is precies ten half vijf ure bepaald. 'Óok de familie Wijnhoff, (of de Heer Winkel, of Mevrouw de Lange, enz.) zal van de partij zijn. — Gelieve ons s. v. p. te doen weten of wij op u mogen rekenen; het zal ons hoogst aangenaam zijn een toestemmend antwoord te mogen erlangen.
In de verwachting daarvan ben ik met de meeste hoogachting na minzame groete van mijne echtgenoote aan al uwe lieve hnisgenooten.
Uw Dw. Dienaar, den Iflden'lug. 18 . . C. O. v. n. Toren.
185. Idem.
Mijnheer en. Vriend,
Ik bon van plan tegen overmorgen eenige vrienden bij mij aan tafel te noodigen, en onder dezen bekleedt gij de eerste plaats. Ik verzoek u dus vriendelijk mijn genoegen
181
op dien dag dooi' uwe tegenwoordiglieid wel te willen verhoo-gen. Het diner zal geheel familiaar zijn; allen, die ik noodigen zal, zijn goede vrienden en ten 5 ure precies gaan wij aan talel. Ik weet wet, dal het u spijten zal, dat geene dames tot het gezelschap zullen behooren, maar dit moet u niet weerhouden; wij zullen hoop ik, toch wel genoegen hebhen en recht fideel onder elkander zijn; zend mij, s. v. p. spoedig uw antwoord en ik bid u, laat het niet afwijzend zijn.
Met vriendelijke groete en achting
Uw oprechte Vriend, den Men1 Not?' 18 . . E. WelMAN.
186. Idem.
Mijnheer,
Deze is dienende om U ten vriendelijkste uit te noodigen op morgen tegen b ure het middagmaal Lij mij te komen gebruiken en in gezelschap van nog een paar andere vrienden en verder den avond bij ons door te brengen. Het diner zal geheel huiselijk, zonder buitengewonen omiiaal zijn. Doe mij het genoegen mij spoedig te doen weten, of ik op uw aangenaam gezelschap stellig rekenen raag, maar ik bid u, stel mij niet te leur.
Ik beveel mij in uwe vriendschap en ben met
achting
Uw Dw. Dienaar en Vriend, don IMen'scpU 18 .. W. OVERMAN.
187. Uitnoodiging tot een avondpartijtje.
Mijnheer,
Morgen avand eenige vrienden bij ons willende ontvangen, heb ik de eer U en Mevrouw uwe echtgenoot ten vriendelijksle uit te noodigen om door uwe aangename tegenwoordigheid de genoegens van dit geïmproviseerde partijtje, dat tegen 8 ure bepaald is, wel te willen verboogen. Het zou mij en mijner echtgenoot zeer leed doen, wanneer eene of andere omstandigheid U verhinderde, te komen, en daarom durf ik hopen, dat gij geen weigerend antwoord zult geven.
Na minzame groete ook van mijne vrouw noem ik mij met achting
Uw Dw. Dienaar, ien . NUmeg!n' 18 . H. VAN HOEKSTRA.
182
Weledele Heer,
De ondergeteekende heeft de eer U ten vriendelijkste uit te noodigen tot het bijwonen van een partijtje, hetwelk ik morgen avond tegen 8 ure aan eenige vrienden denk te geven. Ik verzoek U mij Uw antwoord nog heden te doen geworden, en geef U de verzekering, dat hel mij zeer leed zou doen, wanneer wij door eene of andere omstandigheid verhinderd werden ons in uw aangenaam gezelschap te verheugen.
Na vriendelijke groete ben ik met ware hoogachting Gouda Uw Zeer dienstwdlige Dienaar,
den 6den Dec' 18 . . K. P. C. van den (loVE.
189. Uitnoodiging tot een muziekpartijtje.
Geachte jnnge Vriend,
Op morgen avond zal ik de eer en het genoegen hebben, een paar vrienden bij mij te ontvangen, om muziek bij mij te maken, en daaronder ook den met roem bekenden voor-trefï'elijken violoncellist B. uit U, die mij beloofd heeft ons op een paar zijner beste stukken te vergasten. Gij weel, welk een groot minnaar ik van muziek ben en kunt dus nagaan, welk een genot ik mij reeds bij voorbaat van dezen avond voorstel. Het zou echter mijn en ons aller genoegen buitengemeen ver-hoogen, indien gij besluiten kondet om van de partij te zijn ; waartoe ik U ten vriendelijkste uitnoodig. Ook gij leeft immers bijna geheel voor de muziek, en de uitstekende wijze, waarop gij de viool bespeelt, is hier algemeen bekend. Ik durf mij vleien, dat gij mijne uitnoodiging zult aannemen, en hoop, dat het U genoegen zal doen met een paar zeer goede virtuosen kennis te maken.
De bijeenkomst is tegen zeven ure bepaald. Ik verzoek U ten vriendelijkste mij nog heden te doen weten of ik op de eer uwer welwillende medewerking tot dit kleine concert mag rekenen.
Ze.st Uw Dw. Dv. en Vriend,
den 2den Dec. 18 . . W. A. Bertelhof.
Lieve Vriendin,
Gisteren ben ik van mijn uitstapje na eene afwezigheid van vier weken teruggekomen, en ik kan u nu reeds ver-
183
zekeren dat ik bij mijne tante inderdaad veel genoegen heb gehad. Slechts een paar dingen hebben mij gehinderd: vooreerst, dat ik zoolang het genoegen moest missen Ü te zien, en len tweede, dat ik bij mijne tanle geen muziek kon maken, omdat zij geene piano bezit en over het geheel niet veel van muziek hnudt. Jk ben evenwel voor het laatste op menigvuldige wijze schadeloos gesteld, maar toch heb ik al dien tijd het ger.ot der muziek, waarvan ik, zooals gij weet, zulk eene dolle liefhebsier ben, moeten ontberen. Oi/i deze schade nu zoo spoedig mogelijk in te halen, heb ik met mijnen broeder afgesproken, op morgen onze mu-ziekpartijtjes te hervatten, en ik noodig u daarom ten vriendelijkste uit daaraan deel te nemen en ons op uw voortreffelijk pianospel te vergasten. Ik zal ook Mimi, Henriette en Fanny vragen en mijn broeder zal zorgen, dat hij ook een paar van zijne en onze vrienden medebrengt. Ik stel mij van dezen avond recht veel genoegen voor, wanneer gij, die ik natuurlijk bet eerst uit-noodig, ons nu maar de eer van uw lief gezelschap wilt gunnen, want zonder u zou voor mij al het genot van den avond verloren zijn. Kom dus vast en laat mij s. v p. nog heden welen, of gij komen kunt; aan uwen goeden wil twijfel ik niet.
Wij vragen de andere vrienden tegen zeven ure, maar kom gij veel vroeger, dan kunnen wij eerst te zamen nog wat vertrouwelijk keuvelen ; ik zal u dan van mijn verblijf op Zorgvrij vertellen.
Vaarwel, lieve Vriendin; tot morgen, ik reken
er vast op.
ütrecht Uwe liefhebbende Vriendin,
den lOden Oct.'18 . Maria van den berg.
i91. Hetzelfde Onderwerp.
Mevrouw,
Bij gelegenheid van de verjaring mijner oudste dochter op overmorgen, heeft zij mij de vergunning gevraagd eenige vriendinnetjes bij zich te mogen ontvangen, ten einde 's avonds wat muziek te maken, en ik heb haar dat volgaarne toegestaan. Dientengevolge, waarde Mevrouw, neem ik de vrijheid u vriendelijk uit te noodigen om op overmorgen met uwe beide beminnelijke dochters, zonder wier medewerking zulk een kransje van luttel beteekenis zou zijn, ja geheel en al mislukken zoude, mij de eer en het genoegen te doen bij mij thee te komen drinken en verder den avond vriendschappelijk door te brengen. Het zal mij en mijne Carolina zeer verheugen, wanneer gij deze welgemeende uilnoodiging aanneemt. Gaarne zou ik
184
ook Mijuheer uw echtgenoot uitnoodigcn, inaar ik weet, dat zijne veelvuldige bezigheden hem zullen verhinderen u zoo vroeg, als wij wel wenschen, te vergezellen. Nogtans zou het ons een onuitsprekelijk genoegen doen, indien ZE. besluiten konde, dien avond zich eenige opoffering te getroosten en ten minste tegen negen ure, althans zoo vroeg mogelijk, ons de eer van zijn gezelschap te gunnen. ZE. zou dan met een paar andere vrienden, die ik insgelijks vragen zal, nog een partijtje kunnen maken, en ik meen te weten, dat ZE. dit gaarne doet.
Wees zoo goed, Mevrouw, mij met een gunstig antwoord te verplichten; zonder dit zouden wij ons tot onzen spijt genoodzaakt zien, het partijtje tot eene nadere gelegenheid uit te stellen.
Doe onze vriendelijke groeten aan uwe lieve dochters en uwen waarden echtgenoot en geloof, dat ik steeds rnet ware hoogachting ben
Uwe oprechte Vriendin, den 2den Not. 18 . M. A. C. Grameu.
192. Uitnoodiging tot een jachtpartij.
Geachte Neef', [Vriend, enz.)
Gij weet, dat binnen eenige dagen de jacht geopend wordt, en ziet dien dag waarschijnlijk reeds met verlangen te gemoet. Wel nu, dat is met mij hetzelfde geval; ik verzeker u, dat ik het dit seizoen er eens van denk te nemen, te meer, daar ik verleden jaar door mijne ongesteldheid verhinderd werd aan mijnen lust tot de jacht bot te vieren. Nu moet ik u vertellen, dat mijn oom, op den Huize Berkenoord, mij vriendelijk uitge-noodigd heeft om aldaar ue jacht te komen openen, en zoo ik er zin in had nog een vriend mede te brengen. Gij begrijpt, dat ik dit voorstel met beide handen heb aangenomen, en dat mijn eerste gedachte aan u geweest is, om mij te vergezellen. Mijn oom schrijft mij, dat het jachtveld uitnemend voorzien is; hazen vindt men bij geheele troepen, patrijzen bij geheele vluchten, en dat wij er schik in hebben zullen. Ik noodig u derhalve dringend uit met mij mede te gaan; een dag drie, vier kunt gij toch wel uit uwe zaken gemist worden, en dat wij genoegen zullen hebben durf ik u verzekeren; gij kent buitendien de gastvrijheid van mijn oom. Zoo gij mijn voorstel aanneemt, waaraan ik niet twijfel, kom dan op den 30sten in de stad bij mij, dan vertrekken wij 's anderendaags naar Berkenoord en zullen op den eersten September onze proefschoten doen.
Laat mij s. v. p. zoo spoedig mogelijk weten, of
185
gij mijn voorstel aanneemt; maar gij zoudt mij zeer te leur stellen als dit het geval niet ware.
Groet uwe ouders en zuster van mij ; adieu ! .t. v. Uw Vriend,
mreCht' T v. v Hnir
den 26slen Aug. 18 . . J. UIJK.
193. Uitnoodiging om te gaan visschen.
Vriend Karei,
Ik heb gisteren mot eenige vrienden afgesproken, om aanstaanden zaterdag te gaan visschen en ik heb daarbij bedongen, dat gij ons zoudt vergezellen, omdat ik weet, dat gij een aartsliefhebber zijt. Stel mij nu niet te leur door eene weigering; verontschuldigingen van geen tijd of gelegenheid of zoo iets neem ik niet aan. Ik verzeker u, wij zullen vermaak hebben; wij zullen met ons zessen zijn en de noodige proviand medenemen; maar daarvoor behoeft gij niet te zorgen. Alleen in geval van bepaald slecht weder zou ons partijtje niet doorgaan, en zouden wij het tot eene andere gelegenheid moeten uitstellen ; doch dit is zeer onwaarschijnlijk, omdat het weder de laatste veertien dagen zoo schoon en bestendig geweest is. Wij vertrekken des morgens zeer vroeg met rijtuig; kom dus op vrijdag avond in de stad, dan kunt gij bij mij logeeren om vroeg bij de hand te zijn, en des avonds zijn wij natuurlijk weder te huis.
Schrijf mij spoedig of gij mijn voorstel aanneemt; het zou mij zeer spijten als gij het niet deedt, want zulk een vroolijke ziel en spotvogel als gij zijt, kunnen wij onmogelijk missen.
Adieu, vriend, ik wacht uw antwoord. Adieu.
_ .. . Uw Vriend,
Rotterdam, , r,
den 7den Aug. 18 . . J- PlSCATOR.
IX.
De brieven, waarmede wij den persoon of den personen, aan wie zij gericht zijn, een verzoek of wensch le kennen geven, laten zich gevoegelijk in twee soorten verdeden. Tot de eerste soort brengt men de brieven of opstellen, waarmede een verzoek, eene meer of min nederige bede gericht wordt aan deze ot gene autoriteit, die eene beslissende uitspraak kan doen in de aangelegenheden van ons burgerlijk leven; het zijn deze, die men inzonderheid Verzoekschriften, Smeekschriften, Petitiën, Adiessen noemt ; tot de tweede soort behooren al zoodanige gewone verzoekende brieven, die betrekking hebben op liet dagelijksche leven en waarbij geen sprake is van openbare verhoudingen. Het zijn de laatsten alleen, waarvan wij hier eenige voorbeelden zullen geven, terwijl wij later eene afzonderlijke rubriek aan de ^ er zoek schriften zullen wijden.
Wat de regels betreft, die men in 't algemeen bij verzoekende brieven heeft, in acht le nemen, het verzoek worde allereerst op de behoorlijke wijs uitgesproken, dat is, met beleefdheid en bescheidenheid, zonder zich daarbij tot onwaardige, vleierijen te verladen. De ontvanger van den brief moet reeds uit den toon van het schrijven kunnen ontwaren, dat men veel prijs stelt op zijne te verleenen gunst: dat zal hem te eer geneigd maken het verzoek in te willigen.
Voorts moet men de gronden of beweegredenen tot het verzoek naar eisch opgeven. De bijzondere omstandigheden, waardoor het verzoek ondersteund wordt, de belangrijke voordeelen, die men van de inwilliging te wachten heeft, mogen niet achterwege blijven. Verzoekende brieven moeten ook volledig zijn, dat is, al datgene bevatten, wat het verzoek klaar en duidelijk maakt. Eindelijk verzuime men niet, reeds bij den aanvang verschooning te vragen voor de moeite, die men den geadresseerde veroorzaakt, en ten slotte dank te zeggen voor de te bewijzen gunst, en zich, zoo daartoe aanleiding is, tot wederdienst bereid te verklaren.
187
194. Verzoek om uitstel ter afdoening van
eene geleende som gelds.
Weledele Heer,
Daar ik op uw geëerd schrijven van den 15den April j.J. niet dadelijk heb geantwoord, zoo verzoek ik Uw Weled. mij dit ten goede te houden, doordien zulks noch met opzet, noch uit nalatigheid is geschied.
Overtuigd van de billijkheid uwer vordering, ben ik niet werkeloos gebleven, maar heb al het mogelijke aangewend om gelijktijdig met het antwoord ook het bedrag mijner schuld over Ie maken; en dit zou nu ook inderdaad hebben plaats gehad, zoo ik in de gelegenheid ware geweest om mijne producten te gelde te maken. Uan, eensdeels bun ik hierin tot nog toe te leur gesteld door de weinige vraag en den zeer geringen prijs, welken rondgaande koopers thans bieden, en anderdeels door een zware lichaamsongesteldheid, die mij gedurende een geruiinen tijd belet heelt, in persoon naar de stad te gaan om mijne waar ter markt te brengen en zoo mogelijk' !e ver-koopen. quot; 3 J
Uw Weled. gelieve echter gerust te zijn wegens de terugbetaling van de mij gescholen hooldsom; zulks gaat mij zeiven zeer na ter harte, dewijl de renten met iedere week uitstel des te honger oploopen; doch ik moet Uw Weled. verzoeken, niet te zeer op een paar maanden te zien, en de terugbetaling ten minste tot de maand November uit te stellen, daar ik anders noodzakelijk een aanzienlijk verlies zou ondergaan, door mijne voortbrengselen legen veel lagere prijzen Ie moeten afzetten.
In de hnop, dat Uw Weled. dit verzoek zal willen toestaan, verblijf ik met achting
RUs00I.tj Uw Weled'. Dw. dienaar,
den 2{sten Juni 18 . . L HOOGLANDER.
195. Verzoek om uitstel ter afbetaling van
verschuldigde pacht.
Mijnheer,
De bekende storm met hagelslag, welke dit jaar gewoed heeft en alle hoop op een gezegenden oogst heeft doen verdwijnen brengt mij in de uiterste verlegenheid, zoodat het mij onmogelijk is, mijne verschuldigde pacht bij U met de gewone nauwgezetheid te voldoen, en ik deswege genoodzaakt ben, U zeer dringend om uitstel Ie verzoeken. Het groole ongeluk, dat mij en zooveel anderen getroffen heeft, en de stiptheid, waar-
188
mede ik tot dusverre mijne pacht steeds hetaald heb, doen mij hopen, dat U mijn verzoek niet zult afslaan, terwijl ik mij verbind om, zoodia ik mij een weinig van de gcledsne schade hersteld zal hebben, met den meesten spoed aan mijne verplichtingen te voldoen.
ÜEd. Dw. Dienaar, INieuwenpoldor onder pVnc-
Aarschot, den 'ifisten Juni 18 . . tin RIST. VOS.
198. Verzoek aan eenen Vriend om geld ter leen.
G. . ., 1 Juli 18 .
Hooggeachte Vriend,
In den loop dezer week meende ik ten stelligste eene som van 000 gulden van een mijner schuldenaars te zullen ontvangen; doch heden krijg ik het onaangename bericht, dat hij zich door bijzondere omstandigheden gedwongen ziet, zijne betaling eeno maand uit te stellen. Dit bericht brengt mij in geen-geringe verlegenheid, daar ik overmorgen eene betaling te doen heb, die niet het minste uitstel gedoogt.
Ziedaar, wat mij inde noodzakelijkheid brengt, uwe vriendschappelijke hulp in te roepen, en U te verzoeken, mij per omgaande eene som van 400 gulden voor ééne maand te leenen. Daar het mij bekend is, dat gij in den regel steeds ruim van gereed geld voorzien zijt, en ik tevens weet, dat ik uw vertrouwen nooit verbeurd heb, zoo meen ik mij te mogen vleien, dat mijn verzoek door ü gunstig opgenomen en ingewilligd zal worden. Tot wederdienst, waar zich de gelegenheid daartoe opdoet, zult ge mij steeds bereid vinden, terwijl ik ü ten slotte verzeker, dat U de som zonder fout tegen het einde der loopende maand niet den billijken interest zal terugbetaald worden.
Verschoon de vrijheid, die ik my hiermede veroorloof; verheug mij met een gunstig antwoord, en houd U verzekerd, dal ik in elk geval steeds ben
üw Vriend P. Nederhorst.
P. . .,2 Juli 18 . .
Waarde Vriend,
Zoo even ontvang ik uwen geëerden van gisteren, waarop ik mij baast te an.woorden. Het doet mij genoegen, in de gelegenheid te zijn U met het gevraagde sommetje gelds te kunnen gerieven ; het gaat hiernevens in twee bankbiljetten,
189
n0 2947 en n0 3158, ieder groot f 200. — Uwe rechtschapenheid en soliditeit zijn mij te wel bekend, dan dat ik eenigen twijfel omtrent de teruggave na verloop van eene maand zoude koesteren. Wees evenwel zoo goed mij per omgaande, ter wille van den geregelden gang der zaken, eene acceptatie voor inlig-gend bedrag toe te zenden. Van interest voor zulk een onbeduidende som en voor zoo weinig tijd, wil ik niets weten.
Ontvang do verzekering der hoogachting van
Uw Vriend, B. P. Santhorst.
198. Weigerend Antwoord.
P.....,2 Juli 18 . .
Waarde Vriend,
Het doet mij innig leed, dat ik niet naar uwen en mijnen wensch op uwe letteren van gisteren kan antwoorden. Eene aanzienlijke verbouwing van mijn huis, welke pas is af'gcloopen en die ik mij verplicht achtte onverwijld te betalen, heeft mijne kas genoegzaam geledigd, zoodat ik op dit oogenblik niet over de mij ter leen gevraagde, som kan beschikken. Ik mag hopen, dat ge mij te wel kent om niet te gelooven, dat dit in geenen deele eene uitvlucht is; daartoe kent ge mij te goed. Tracht U op eene andere wijze uit de verlegenheid te redden, en wees verzekerd, dat mijn weigerend antwoord op uw verzoek mij evenzeer leed doet als U zeiven.
Met de meeste achting ben ik intusschen
199. Maanbrief of verzoek om betaling.
Weledelgeboren Heer,
Van de eene week tol de andere verheugde ik mij op een blijde tijding van Uw Weledelgeb., doch te vergeefs. Bij den druk van den tegenwoordigen tijd koesterde ik — ik erken het gaarne — steeds de levendige hoop, dat Uw Weledelgeb. ook aan onze rekening zoudt denken. Een huisvader, vooral wanneer hij een beperkt inkomen heeft en, zooals ik, voor een talrijk huisgezin moet zorgen, bevindt zich bij de thans bestaande duurte der levensmiddelen al spoedig in groote verlegenheid, inzonderheid wanneer nog bijzondere en onvoorziene uitgaven, door onverwachte bezoeken van hulpbehoevende aanverwanten veroor-
190
zaakt, zijne spaarpenningen meer dan naar gewoonte hebben verminderd.
Onder zulke otnstandiglieden zal Uw Weledelgeh. het mij ongetwijfeld ten goede houden, dal ik de vrijheid neem, Uw Weledelgeb. beleefdelyk te verzoeken, de goedheid te willen hebben, mij de reeds lang te gemoet geziene som zoo spoedig mogelijk te doen toekomen, in afwachting waarvan ik de eer heb te zijn
Uw Weledelaeb. onderd dienaar. Scneveningcn, „
7 Mei is. . Hendrik Ronde.
200. Zelfde Onderwerp.
Weledele Heer,
Ëene min of meer belangrijke verandering, die ik dezer dagen genoodzaakt was in mijn huishouden te maken, en niet minder ook het onlangs voltrokken huwelijk van mijne oudste dochter, heeft zooveel uitgaven van mij geëischt, dat ik nog niet in staat was ze alle te bestrijden. Deze verzekering zal genoeg zijn—daarvoor blijft uw edeles denkwijze mij borg — om mij te verontschuldigen, wanneer ik U bij dezen beleefdelijk verzoek gedachtig te willen zijn aan mijne vordering van /■133,75, en mij die som zoo spoedig mogelijk te doen toekomen.
In de hoop, dat U mij dit verzoek niet ten kwade zult duiden, beveel ik mij verder aan voor uwe geëerde com-missiën en ben met hoogachting
Vav Uw WelEd'. DWDienaar,
V Ari Hulb. j-» Tr
17 Decemiier 18 . . 1 . vermonde.
201. Zelfde Onderwerp.
Hooggeachte Heer,
Zonder twijfel is mijne rekening van het vorige jaar ten uwent in 't ongereede geraakt of uit uw geheugen gegaan. Ik zie mij gedrongen U daaraan te herinneren. Binnen weinige dagen heb ik eenige betalingen te doen, die geen uitstel gedoogen, en ik ben niet bij kas. Ware ik niet in dezen on-aangenarnen toestand, zoo zoude ik U niet met deze herinnering lastig vallen.
Ik verzoek U beleefdelijk mij dit schrijven niet kwalijk te nemen, en mij verder met uwe begunstiging te vereeren.
R(jS00rt Uw WelEd'. bereidwillige dienaar,
14 Fotiruari 18 . . S. wn VeLTHRM.
191
202, Zelfde Onderwerp.
Gouda, 8 October 18 . .
Weledelgeboren Heer,
Door U is mij het bewijs geleverd, dat het mogelijk is, iemands geduld en toegevendheid op de hoogste proel te stellen. Er zijn nu reeds twee jaren verloopen, sedert U mij, nu onder dit, dan onder dat voorwendsel, wegens mijne vordering van 120 gulden van de eene week tot de andere hebt opgehouden en oin den tuin geleid, terwijl ik meer dan een paar dozijn malen te vergeefs aan uwe woning ben geweest. Nogtans is hel li maar ai te wel bekend, dat ik mijn talrijk gezin niet met heen en weêr loopen onderhouden ot' met ijdele beloften paaien kan, maar dat ik daarvoor van 's morgens vroeg tot 's avonds laat hard moet werken. Ik moet u openhartig bekennen, dat ik, toen mij door n de voorwerpen besteld werden, die ik u tot uwe tevredenheid geleverd heb, niet zou hebben durven denken, dat een man van uwen stand, die een aanzienlijk inkomen heeft en bij de wereld in achting staat, in de meening kan verkeeren, dal een burgerman het zich moet laten welgevallen, als hij jaar uit jaar in op zijne betaling wachten moet, om in 't einde misschien nog achter 't net te visschen. Er zijn gevallen, waarin de koopman bij gegeven crediet niet altijd prompte betaling kan verwachten; doch deze behooren tot de bijzondere rampen, die men betreurt, zonder er moedeloos door te worden. Alleen Uw Weledelgeboren bezit de kunst om een eerlijk man allen moed te benemen, en den burger, die zijn best doet om door de wereld te komen, op eene vernederende wijs te behandelen. Thans verzoek ik u nogmaals en voor den laatsten keer, in den loop dezer maand uwe schuld by mij af te doen, en mij niet in de onaangename noodzakelijkheid te brengen, mijne vordering in banden van een praktizijn te stellen; want niet dan ongaarne zou ik te kort doen aan de uwen stand verschuldigde acbting, en liever zou ik mij steeds met oprechte hoogachting kunnen noemen
, Uw Weledelgeb'. Dvaardige dienaar,
P van Sluiten.
203. Verzoek om bericht wegens den verkoop van tabak.
Rbetien, den I Men November 18 . .
Weledele Heer,
Het is nu twee maanden geleden, dat ik U drif
192
vaten labak in bladen zond, met verzoek om die te verkoopen; doch sedert uw bericht van de goede ontvangst daarvan, heb ik er verder niets van vernomen.
Daarom zie ik mij genoopt, U te verïoeken, mij ten spoedigste te willen melden of mijn tabak al dan niet koopers heeft gevonden. In het eerste geval zou het mij aangenaam wezen, de rekening van den verkoop te ontvangen; in het andere, of zoo slechts een gedeelte daarvan mocht zijn afgezet, zou ik over het geheel of de rest wenschen te beschikken.—Sedert eenigen tijd is hier sterke aanvraag, waarom het mij spijt, dat ik thans niet wat beter voorzien ben, daar ik er zeer veel van zou kunnen afzetten.
In afwachting van uw vriendelijk antwoord, met
achting
Uw WEd. Dw, dienaar, J. Vatman.
204. Verzoek om terugzending van geleende boeken en muziek.
Waarde Vriend,
Daar gij de boekeu en muziekstukken, die ik u voor eenigen tijd heb geleend, thans waarschijnlijk niet meer gebruikt, en ik er om verlegen ben, zult ge mij de vrijheid wel ten goede houden, dat ik door dezen vriendelijk om de terugzending daarvan verzoek.
Uw dienstw. dienaar. Van Huis, \t cTITTI,,.
den 2cen Juli 18 . . öTlJLhH.
205. Antwoord.
Geachte Vriend,
Het is niet zoozeer aan achteloosheid toe te schrijven, dat ik ii de boeken en muziekstukken, die ge mij voor eenigen tijd zoo bereidwillig hebt geleend, tot dusverre nog niet heb teruggezonden, maar daaraan, dat ik altijd nog de hoop koesterde u den een of anderen tijd bij mij te zien, en het genoegen te hebben, te zamen gebruik daarvan te maken. Difer dit nu het geval niet meer schijnt te wezen, zoo verzoek ik u, er geene andere oorzaak voor te zoeken, dat ik ze zoo lang heb gehouden. Onder betuiging van mijn hartelijksten dank zend ik ze u hiernevens terug, terwijl ik mij steeds in uwe geachte vriendschap aanbeveel, en tot eiken wederdienst bereid ben.
Cw hoogachtenden vriend en dienaar,
Van Huis, 3 Juli 18 . . f',. ESQl'lVER.
193
206. Verzoek van een Vader aan een vriend om hem behulpzaam te zijn, ten einde zijn Zoon in een groot handelshuis geplaatst te krijgen.
Dierbare Vriend,
Daar ge mij reeds zooveel bewijzen van uwe vriendsihap gegeven en bij iedere gelegenheid zoo menigvuldige blijken van uwe genegenheid en bereidvaardigheid getoond hebt, zoo veroorloof ik mij weder een nieuw verzoek aan u te doen.
Het is u namelijk bekend, dat ik twee zoons heb, van welke de oudste, Frederik, reeds zijn veertiende jaar bereikt heeft. Deze toönt grooten lust om zich aan den handel te wijden ; en dnar men, volgens mijne overtuiging, slechts da!gene, waartoe men neiging gevoelt, met een goed gevolg leert, zoo heb ik besloten, hoewel de handel voor het tegenwoordige geen schitterende vooruitzichten aanbiedt, hem zonder tegenkanting zijne keus te laten volgen. De zwarigheid is slechts een geschikt huis te vinden, want hier in onze stad zijn alle goede plaatsen bezet, en ik heb de middelen niet om een aanzienlijk leergeld voor hem te besteden.
Ik zou, wel is waar, en misschien geheel kosteloos, bij kooplieden in het klein terecht kunnen komen, indien ik de leerjaren tot vier wilde uitstrekken en hem bij mij aan tafel houden, doch alle deskundigen, die ik hierover geraadpleegd heb, geven mij eenstemmig te verstaan, dat het beter is mij eene kleine opoffering te getroosten en hem bij een groothandelaar te doen, dewijl hij daar gelegenheid heeft om grondiger en uitgebreider kennis en betere inzichten van het handelsvak te bekomen.
Door deze overweging gevoel ik, waarde Vriend! mij gedrongen, u mijn zoon Frederik aan te bevelen. Bij den sterken handel in uwe stad en het getal aanzienlijke kantoren, die er gevonden worden, zal het u wellicht niet moeilijk vallen, er een op te sporen, op hetwelk mijn zoon, zoowel ten aanzien van het stoffelijke, als van het zedelijke, wel bezorgd zou wezen. Cyj weet, dat hij eene goede opvoeding heeft gehad, eene fraaie hand schrijft, wel rekent, Fransch en Engelsch spreekt, en andere kundigheden bezit, waardoor hij zich als van zelf aanbeveelt. Bovendien is hij goedaardig van inborst, heeft een onbedorven hart en uitmuntende zeden. Ik geloof derhalve, dat gij zonder bedenking in alles, wat de vriendschap voor mij u zal ingeven, hem als een aanbevelenswaardig jongeling kunt voorstellen.
Zie derhalve eens uit. Vriend! om aan mijn Frits een goed plaatsje te bezorgen. De gedachte, dat hij zijne leer-
194
jaren onder uwe oogen zal doorbrengen, dat is, dat gij een vader voor hera wezen, hein raden en leiden zult, strekt tot geen kleine geruststelling en troost voor mijn hart. Ik ben slechts bezorgd, dat men eischen zal doen, welke mijne krachten te boven gaan. Doch uwe vriendschap stelt mij gerust, dewijl gij voor uw vriend zoo goed en ijverig als voor u zelven te werk zult gaan.
Nu, vaarwel, waarde vriend I doe mij weldra eenig bericht van uwe bemoeiingen toekomen, en ontvang bij voorraad de verzekering van mijn hartelijksten dank.
R Uw oprecht toegenegen Vriend,
den Iden Augustus 18 . . rawijs.
Hooggeachte Vriend,
Zoo de beantwoording van uwe, geëerde letteren al eenige vertraging ondervond, werd toch uw verzoek, hetwelk uw lieven zoon betrof en mij daarom in geenen deele onbelangrijk was, niet vergeten. Het is echter op verre na zoo gemakkelijk niet, als men soms wel denkt, in onze zeker niet onaanzienlijke handelstad eene plaats te vinden, zooals gij die wenscht, in een huis, waar noch het stoffelijke, noch het zedelijke welzijn van een jongeling van 14 jaren min of meer aan eene verkeerde leiding zou blootgesteld zijn Inlusschen vlei ik mij toch, hierin eindelijk te zijn geslaagd.
Een alhier wonend grossier, de Heer Buetschal. een zeer braaf en werkzaam man, die zijne bedienden goed nagaat, heeft onlangs een zijner leerlingen ontslagen, en is daarom geneigd, uwen Frederik, dien ik hera ten hoogste heb aanbevolen, aan te nemen, echter niet zonder leergeld. Hij- vraagt 460 gulden; en ofschoon hij in het eerst ook op een aanzienlijk kostgeld stond, ziet hij daarvan af, mits de leerjaren verlengd worden. Als gij deze voorwaarden aannee.nt, kan er een verdrag worden opgemaakt en uw Freoerik, zoodra gij wilt, overkomen.
Dat ik hem als vader in mijne bescherming nernen en hem met raad en daad ter zijde staan zal, behoeft geene verzekering; gij kunt er op rekenen, dat hij in zijne vaderstad onder het ouderlijke oog niet beter zou kunnen verzorgd wezen.
Ik verwacht derhalve uw besluit. Vermoedelijk zoudt ge hem hier nergens beter kunnen plaatsen Ik ben bij meer dan acht groothandelaars geweest; doch allen stelden veel hoogere voorwaarden, en dit is niet te verwonderen, dewijl er steeds bemiddelde menschen in overvloed zijn. die zoodanige betrekkingen zoeken.
195
Ik zie dan uw antwoord te gemoet. Wij verheugen ons reeds uwen Frederik te zien. Zeer aangenDarn zal het mij zijn, weder eens de gelegenheid te hebben ü te bewijzen hoe ik steeds ben
v Uw hartelijk toegenegen vriend,
den 27sten Juni 18 J- WtLTER.
208. Een onderwijzer verzoekt zijnen schoolopziener hem een hulponderwijzer te verschaffen.
Weledclijestrenge Heer,
Tot mijn leedwezen zie ik mij genoodzaakt UE. te melden, dat mijn hulponderwijzer door eene ernstige ziekte is aangetast, die wellicht van langen diuir kan zijn, en dat ik dientengevolge in mijne school reeds verscheidene dagen geheel zonder hulp ben. UE. gevoelt, dat op deze wijze de zaken in zulk eene talrijke school onmogelijk goed gaan kunnen, vooral wanneer er uitzicht bestaat, dat dit nog verscheidene weken zoo kan aanhouden, en dat derhalve op de eene of andere wijze daarin moet worden voorzien. Daarom wend ik mij met voorkennis van den geachten heer Burgemeester dezer gemeente tot UE , met het vriendelijk verdoek mij zoo spoedig mogelijk eenige hulp te verschaffen, door mij als noodhulp voor eenige weken oen hulponderwijzer of goeden kweekeling te bezorgen, die op behoorlijke belooning van wege het bestuur zal kunnen rekenen. Mij dunkt in de stad moet er wel de een of ander zijn, die mij vooreerst uit den nood kan helpen.
Mag ik UE. vriendelijk verzoeken mij hierop zoo spoedig mogelijk te antwoorden, ik betuig UE. reeds bij voorbaat mijnen dank, en heb, na welmeenende groeten, de eer mg bij UE. aan te bevelen en mij met betuiging van de grootste hoogachting te noemen
Van Uw WelEdelgestrenge
de zeer dienstwillige dienaar,
«Zeddorp, ... s •Zeddorp, ... s •
liden Februari is , . W. V. n. IJlst.
209. Een hulponderwijzer doet aanzoek om geplaatst
te worden.
Weledele Heer,
Uit UKds. advertentie ui de Haarl. Courant van den Ifiden dezer heb ik eezien, dat er op UEds. instituut cenfe
196
betrekking als secondant open is; ik neem de vrijheid mij tot de vervulling dier betrekking aan te bieden.
Ik ben twintig jaren oud, bezit eene acte als hulponderwijzer en heb in 's Gravenhage op het laatste examen de toelating gekregen voor het Fransch. In het Hoogduitsch en Engelsch heb quot;ik vorderingen genoeg gemaakt om bij het onderwijs daarvan met vrucht behulpzaam te kunnen zijn, en bij de eerstvolgende gelegenheid hoop ik mij voor het examen in de Wiskunde aan te melden. Sedert vier jaren ben ik kweeke-ling en hulponderwijzer op de openbare school in deze gemeente bij den Heer A. Welman; en het is op aansporing van ZE,, die vroeger zeer veel met UE. bekend was, dat ik het waag naar de opengevallen betrekking te dingen. ZE. zegt, dat nu de tijd voor mij gekomen is om eene andere betrekking te zoeken, waarin ik iets meer zien en leeren zal kunnen, dan de gewone dorpsschool oplevert, en verklaart, daartoe geene betere plaats.te weten dan bij UE. Ik ben zoo vrij UE. het nevensgaande getuigschrift van den Heer Welman toe te zenden, terwijl h'y mij beloofd heeft UE. morgen eenen brief van zijne hand ts doen toekomen, waarin hij UE. nadere inlichting nopens mijn persoon en karakter geven zal.
In de hoop, dat dit aanzoek bij UE. een gunstig onthaal moge vinden, en indien dit het geval ware, UE. van mijne zijde belovende, alles te zullen doen om UEs tevredenheid te verdienen en tot den bloei .van het instituut mede te werken, heb ik de eer UE. de vriendelijke groete van den Heer Welman te doen, en mij met de meeste hoogachting te noemen
Uw Weleclquot;. dienstsvillige dienaar,
Overheim, w a y k
den ISdcn Sept. 18 . . quot;• V1quot;K-
210. Een vader doet onderzoek naar eene kostschool voor zijnen zoon.
Weledele Heer,
Hoewel de vriendschappelijke betrekking, wajyin wij vroeger tot elkander stonden, toen onze ambtsbezigheden in de nabijheid onzer wederzijdsche woonplaatsen ons menigmaal bij elkander brachten, sedert vele jaren door mijne verplaatsing naar herwaarts afgebroken is, zoo is mij toch steeds eene zeer aangename herinnering daarvan bijgebleven, en de hoop dat dit ook bij u het geval moge wezen, doet mij zoo vrij zijn, mij heden tot u te vervoegen, ten einde u eenen dienst te verzoeken, •die voor mij vrij gewichtig is.
Mijn oudste zoon, dien gij u misschien nog als
197
zesjarig knaapje herinneren kunt, is thans ruim l^ jaar oud en het wordt tijd, dat hij voor zijne volgende bestemming wat meer begint te leeren, dan de gewone dorpsschool hem hier geven kan. Niet dat onze gemeenteonderwijzer geen hraaf en ook vrij kundig man is, die alles doet, om van zijne leerlingen kundige en degelijke mensehen te maken, maar hij zelf raadt mij aan voor mijne zoon eene andere school te zoeken, waar hij die hoo-gere kundigheden verkrijgen kan, die voor hem naderhand noo-dig zullen zijn. Ik ben alzoo besloten mijn zoon op eene goede kostschool le doen, te meer, daar hij door zijne moeder wel een weinig verwend is, en het mij nan tijd ontbreekt om hem zoo na te gaan, als wel zou behooren. Ku heeft genoemde onderwijzer mij de kostschool, die in uwe gemeente besiaat, namelijk die van den heer W., bijzonder aangeprezen, en hoog opgegeven niet alleen van do goede inrichting van dit instituut, maar ook van de uitstekende kunde en het voortreffelijk karakter van den instituteur zeiven, zoodat ik zeer genegen ben, mijnen zoon hem toe le vertrouwen. Mijn vriendelijk verzoek is alzoo, of gij zoo goed wilt zijn, mij eenige, zoo mogelijk zeer nauwkeurige berichten aangaande den heer W. en zijne inrichting le willen doen toekomen, inzonderheid of er voor mijn zoon ook gelegenheid zou zijn om in de oude lalen en de wiskunde onderwezen te worden, daar ik hem, zoo hij lust en aanleg loont, naderhand wil lalen slndeeren. Met de mededeelingen daarvan zoudt gij mij ten hoogste verplichten, en ik ben tol wederdienst bereid, zoodra de gelegenheid zich opdoet, terwijl ik u de verzekering geef, dat ik mij geheel en al naar de door u ingewonnen informaliën richten zal.
Op een spoedig antwoord van u hopende noem ik mij na vriendelijke groete met de meeste hoogachting
UE'. Dienstv. Dienaar, den 15 Octobcr 18 . H J- VAN HAMERT.
211. Verzoek tot het huren eener woning.
Hooggeachte Vriend,
Na u in eenige maanden niet geschreven le hebben, heb ik u thans eene tijding mede te deelen, die, zoo ik hoop en geloof, u even veel genoegen doen zal, als zij mij blijdschap veroorzaakt heeft. Weet dan, dat ik gisteren avond de tijding ontvangen heb, dat ik in dezelfde betrekking, die ik nu bekleed, naar uwe gemeente ben overgeplaatst. Dit verheugt mij niet alleen om de bevordering en het meerdere inkomen, dat mij daardoor ten deel valt, maar ook, omdat wij nu als het ware
198
naast uwe deur komen wonen, en wij nu dien vriendschappelij-ken en vertrouwelijksn omgang kunnen vernieuwen, die ons voorheen zooveel genot verschalte. Mijne vrouw vooral is zeer vergenoegd en verlangt zeer naar hare lieve vriendin, uwe waarde echtgenoot.
Nu kunt gij mij een grooten dienst bewijzen, waarmede ik hoop, dat gij u wel zult willen belasten. Ik heb natuurlijk een woning noodig en verzoek u vriendelijk er eene voor mij te huren; een l'alsoenlijk huis met vijf of zes kamers, keukan, pomp, kelder, droogzolder en wat dies meer zij, en in eene fatsoenlijke buurt, kortom, wat gij en uwe vrouw in eene woning voor een fatsoenlijk, maar niet rijk burger wenscht Ik zou echler niet gaarne meer dan /'450, op zijn hoogst f 500 willen verwonen, want meer laat vooreerst mijn inkomen niet toe. Wilt gij dit op u nemen ? Ik laat de geheele zaak aan u over en zal u hartelijk voor uwe bemoeiingen danken, zoodra wij elkander spreken, terwijl ik geheel tot wederdienst bereid ben. Maar dat weet gij wel; wij moesten daarover niet onder elkander spreken. Met Mei moet ik den post in uwe stad aanvaarden ; ik en mijne vrouw verlangen naar het ongenblik, waarop wij deze treurige plaats zullen verlaten. Schrijf mij s. v. p. in hoe verre gij in uwe bemoeiingen geslaagd zijt.
Ik heb nu geen tijd meer. De hartelijke groeten van mijne vrouw aan de uwe. Wat zullen die vrouwen samen te praten hebben! Vaarwel vriend! In afwachting van uw spoedig antwoord ben ik met de meeste hoogachting
B Uw verheugde en getrouwe Vriend,
den isdcn Maart 18 . . P. J. PRINSEN.
Weledele Heer,
Daar mijne beide kinderen thans den ouderdom van 13 en 12 jaren bereikt hebben, en het \oor beiden noodzakelijk wordt, meer en degelijker onderwijs te ontvangen, dan zij hier op het dorp genieten kunnen, ben ik, overeenkomstig den raad, dien gij mij reeds voor anderhalfjaar gaaft, eindelijk besloten, mijne woonplaats naar de stad over te brengen. Niets boeit mij toch meer in deze gemeente, waar ik sedert den dood mijns dierbaren en onvergetelijken echtgenoots een zeer eenzaam leven geleid heb en mij bijna uitsluitend met de opvoeding mijner kinderen heb bezig gehouden; en bovendien eiscbt het belang mijner lievelingen, bij wie ik de betrekking van vader en moeder te gelijk moet bekleeden,- dat zij voortaan onder ander
199
opzicht komen. Hel is alzoo mijn plan, om, wanneer ik eene geschikte, niet te dure woning in de stad vinden kan, derwaarts te verhuizen, mijnen zoon als leerling op de Hoogere Burgerschool te doen aannemen, en mijne dochter op de kostschool van Mejuffrouw A. te plaatsen, ten einde te beproeven of zij laler voor het onderwijs kan opgeleid worden. Voorzeker hecht gij uwe goedkeuring aan dit plan; mocht dit echter het geval niet zijn, dan bid ik u, mij, evenals vroeger, van uwen vriendelijken en belangstellenden raad te dienen.
Maar nu heb ik een allervriendelijkst verzoek; het is wel een weinig veel van « gevergd, maar toch hoop ik, afgaande op uwe vroeger beloonde bereidwilligheid om mij een dienst te doen, op de vervulling daarvan. Ik wenschle, dat gij voor mij eene fatsoenlijke woning zocht, liefst een benedenhuis, maar zoo dit te duur mocht uitkomen, dan stel ik mij ook met eene geschikte bovenwoning tevreden, als zij maar ruim en luchtig is. De huurprijs mag echter 300 a 350 gulden niet overschrijden, omdat, zooals gij kunt nagaan, mijne middelen niet meer toelaten. Gij kent de grootte van mijn gezin; wij zijn slechts met or.s drieën, en ofschoon mijn huis hier zeer ruim, ja te groot voor ons is, wil ik mij in de stad om mijne kinderen wel eenigszins behelpen. Gij zoudt mij bijzonder verplichten, wanneer gij u met deze taak wildet belasten, en ik zal er u hartelijk dankbaar voor zijn. Ik wenschte met Mei in de stad te komen, en zoo ik niet teleurgesteld wordt, er jaren lang te blijven.
Heb de goedheid mij zoo spoedig mogelijk met uw antwoord te vereeren. Ik doe u de welmeenende groeten en bid u mij steeds te gelooven
Oudorkerk ^we h00gachtende Dienaresse en Vriendin,
den 12den iMaart 18 . . A. TEN HOKST.
213. Verzoek tot liet nazien van een voor de drukpers gereed gemaakt werk.
Weledele Heer,
De groote welwillendheid en vriendelijkheid, waarvan ik vroeger van uwentwege zoovele bewijzen mocht ondervinden, geelt mij de vrijmoedigheid om mij heden tot U te wenden, ten einde u met een dringend verzoek lastig te vallen. Ik heb mij in de laatste tijden inzonderheid veel met het onderwijs en de beoefening der wiskunde bezig gehouden, en zoo is het gekomen, dat ik zelf de hand aan het werk geslagen
200
heb, om een leiddraad te vervaardigen, die naar mijn inzien meer geschikt is, om bij het onderwijs gebruikt te worden, en bij den gestrengsten betoogtrant meer rechtstreeks tot het doel leidt, zonder de gebreken te bezitten, die der oude methode aankleven. Alvorens echter met eenen boekdrukker over die zaak te spreken, wilde ik het werkje, dat ik U hiernevens toezend, aan uw scherpzinnig oordeel onderwerpen, en daarom verzoek ik U, om, zoo uwe menigvuldige bezigheden dit toestaan, het eens door te zien en mij na verloop van eenigen tijd uw oordeel daarover te zeggen. Ik zal mij in dit geval geheel en al aan uw oordeel onderwerpen, en zoo gij deze pennevrucht niet waardig acht om in het licht te verschijnen, of' meenen mocht, dat zij met te veel gebreken behept is, die den verkoop en hare invoering op de Hoogere Burgerscholen en Gymnasiën zullen beletten, dan wil ik het werk als niet gedaan beschouwen en de gedachte om het te laten drukken geheel uit mijn hoofd zetten. Ik weet, dat ik veel van u verg, maar daar gij mij hebt toegestaan, altijd mijne toevlucht tot u te nemen, wanneer het mijne studie of letterkundige werkzaamheden gelden mocht, ben ik zoo vrij mij ook thans tot u te vervoegen. Het zou mij zeer spijten, wanneer uwe talrijke bezigheden u verhinderden, aan mijn verzoek te voldoen; doch ik ken uwe bereidwilligheid om te helpen, waar gij kunt, en om de werken van jonge schrijvers in uwe bescherming te nemen, en dat heeft mij zoo stout gemaakt, om uwe welwillende en onschatbare medewerking in te roepen, waarvoor ik nooit genoeg dankbaar zijn kan.
Wil mij, Weledele Heer, met eenig antwoord van uwe hand vereeren. Mocht het gunstig zijn; dit zou mij'aansporen om op het ingeslagen pad voort te gaan, en alzeo dit werkje door een tweede deeltje te laten volgen.
Mij bijzonder in uwe gunst en in uw vriendelijk aandenken aanbevelende, en op een spoedig antwoord hopende, heb ik de eer met ware hoogachting te zijn
H Uw Weledels dienstw. Dienaar,
den'. '. '. '. ■' 18 . . B. VAN MoLKEN.
214. Verzoek om liefdegiften voor mensohen, welke door een brand ongelukkig zijn geworden.
Hoogwelgeboren Vrouwe,
Bezield met moed en vertrouwen, zie ik tot U Hooswelgeb. op als eene hooggeroemde menschenvriendin, en ontvlied het tooneel van jammer en ellende, dat mij omgeeft, om
201
Uwe grootmoedigheid en mededeelzaamheid af te sraeeken voor de door den brand arm en ongelukkig geworden bewoners van het dorp Z...., van hetwelk meer dan de helft in de asch ligt. Alhoewel men met de ons van A. gezondene brandspuit al het mogelijke deed om den brand te blusschen, en te beletten, dat de vlammen verder oversloegen, werden zij door den feilen wind hoe Tanger hoe heviger en vernielden alles; niet alleen have en goed, maar zelfs het voedsel voor menschen en dieren werd verteerd. Hadden die menschen van hun voorraad iets ter markt denken te brengen, nu zitten zij, beroofd van huis en goed, hulpeloos ter neder.
De woorden ontbreken mij, Hoogwelgeb. Vrouwe, om U al den jammer en de ellende te schetsen, waarvan hel gezicht elk menschenhart doet. breken; weshalve ik de liefde weldadigheid en hulpvaardigheid inroep van alle menschenvrienden, en in het bijzonder die van Uw Hoogwelgeb., op welke het oog aller ongelukkigen vol vertrouwen is gevestigd, daar gij in den kring uwer vrienden veel vermoogt.
ik rekende mij verplicht. Uw Hoogwelgeb. den el-lendigen toestand dezer ongelukkigen zoo spoedig mogelijk mede te deelen, terwijl ik mij bereid verklaar tot ontvangst van het-gene mij tot leniging van de rampen dezer ongelukkigen zal toegezonden worden. Van elk penningske, dat ten offer wordt gebracht, zal ik openlijk rekenschap geven.
Met het oog op God, die geeft en neemt, en die de harten der menschen neigt tot hetgene Hij wil, vertrouw ik, dat mijne woorden velen tot medelijden zullen bewegen.
Terwijl ik mij overtuigd houd van uwe welwillende ondersteuning, heb ik de eer mij hoogachtend te noemen
van Uw Hoogwelgeboren p de zeer onderdanige dienaar,
den iaden Aug.'lS . . B. Frantzen.
215. Een jongeling vraagt zijnen vriend om ver-giffenis wegens eene beleediging.
Beleedigde Vriend,
Het smart mij innig, dat ge mij gisteren van eene zoo ongunstige zijde hebt leeren kennen. De gelatenheid, waarmede gij de losbarsting mijner dwaze oploopendheid hebt verdragen, beschaamt mij diep. Ik zie nu mijne fout in en heb er hartelijk berouw over. Dit doet mij dan ook haast maken met U op het dringendst om vergiffenis te smeeken en U de volledigste genoegdoening aan te bieden.
202
Ik begin meer en meer het verkeerde van mijne drift in te zien. Help gij mij toch, door uwen omgang en goeden raad, om deze kwade neiging in mij te onderdrukken en uit te roeien, en tel mij voortaan weder onder 't getal uwer vrienden. Gij zult U dan spoedig overtuigen, hoe ik mijn best doe om Uwe zachtmoedigheid na te volgen en mij zeiven steeds te beheerschen. Schrijf mij toch spoedig eenige regels van vergiffenis, opdat de rust in mijn gemoed moge wederkeeren, en ontvang intusschen de hartelijke morgengroete van
Uw berouwvollen vriend, Van Huis, 11 Mei 18 . . JACOBUS CRAMER.
X.
OVER DE BRIEVEN, IN WELKE MEN AANZOEK OM IETS DOET.
Algemeene Voorschriften.
Men noemt brieven van aanzoek die, waardoor men tracht in het bezit te geraken van eene gewenschle zaak, b. v. een ambt of eene bediening, in zooverre bebooren zij tot de verzoekende brieven; — verder; om de vriendschap van iemand, om de iiand van een meisje, of om iets anders te verwerven, dat men niet enkel als geschenk cf gunst beschouwt. Men geeft vriendschap voor vriendschap, (rouw voor trouw, liefde voor liefde, enz. Zij maken in zóóverre een onderdeel der üanbevelingsbiieven uit, als de afzender van den brief zelf de aanbevolene is.
leder, die aanzoek doet om een ambt of eene bediening, moet weten, of hij de vereischten daartoe bezit, of zijne bekwaamheden hem recht lot hel aanzoek geven, en of hij op grond daarvan de hoop kan voeden, dat het ingang zal vinden. In dit geval zal hij zijn verzoek met bescheidenheid voordragen, en alles, wat daarbij in acht te nemen is, in zoodanig licht plaatsen, dat zijne voordracht aannemelijk en voordeelig is. Het voornaamste vereischte daarbij is, dat alle aangevoerde omstandigheden den toets der waarheid kunnen doorstaan; want behalve liet onteerende van leugen en snoeverij — die spoadig aan den dag komen, dewijl men zicb, eer men een toestemmend antwoord geeft, toch ook door narichten zal irachten te verzekeren — zou men niet alleen anderen, maar ook zich zeiven bedriegen en misschien wel ongelukkig maken.
Aan de huwelijksaanzoeken en de minnebrieven zullen wij een afzonderlijk hoofdstuk toewijden.
216. Aan een Houtvester om als opzichter van de jacht te worden geplaatst.
Hoogwelgeboren Heer,
Mocht ik reeds Uw Hwelgeb'. goedheid en genegenheid ondervinden door de toezegging van uwe veelvermo-
204
gende voorspraak en hulp in het verkrijgen van cene oppassers-plaats bij de jacht, zoo neem ik thans de vrijheid, mij opnieuw door dezen zeer onderdanig tot Uw Hwelgeb. te wenden met het dringende verzoek om aangesteld te worden tot opzichter van de jacht in het district N. . . welke betrekking door het overlijden van Hendrik Mikker sedert acht dagen openstaat.
In deze gemeente geboren en opgegroeid, is mij het land en alles, wat daarin van domeingoederen en bijzondere eigendommen ligt, volkomen bekend ; en daar ik bovendien den Koning en het vaderland gedurende 7 jaren en 5 maanden als soldaat trouw gediend en den tiendaagschen veldtocht bijgewoond heb, zoo hoop ik, dat mij dit tot eenige aanbeveling zal strekken. Aangaande mijn gedrag gedurende de jongst verloopen jaren neem ik zeer onderdanig de vrijheid, aan Uw Hwelgeb. hierbij een bewijs van den Heer Burgemeester te doen toekomen.
Op grond van het bovenstaande verzoek ik Uw Hwelgeb. beleefdelijk, eene gunstige voordracht tot deze plaats voor mij in te dienen, voor welke welwillendheid een huisvader, die het er om te doen is een eerlijk stuk brood voor vrouw en kinderen te verdienen. Uw Hwelgeb. ten hoogste dankbaar zal wezen.
Met diepe onderdanigheid, Uw Hwelgeb'. zoer gehoorzame dienaar, W., den 6don Febr. 18 . . R. BrUINLOOP.
217. Verzoek aan eenen Advocaat om terechtwijzing bij eene boedelscheiding.
Weledelgestrenge Heer,
Daar mijn vader, de koopman H. te B., zooals Uw Weledelgestr. bekend zal zijn, op den 6den April jl. overleden is, en de dood hem verrast heeft, zoodat hij noch tijd had een volledig testament, noch eenige beschikkingen omtrent zijne nalatenschap te maken, zoo schijnt het, dat de deeling dei-nalatenschap eenige moeilijkheid zal in zich hebben, doordien er kinderen uit twee huwelijken zijn, mijne stiefmoeder in leven is, en mijne broeders en zusters afwezig zijn, waarom ik Uw Weledelgestr. zeer dringend verzoek, de goedheid te willen hebben, mij in deze zaak bij te staan en mijne belangen naar rechten te willen doen gelden. De hierbij bevoegde bescheiden kunnen U Weledelgestr. voorloopig eenig licht over den staat der nalatenschap en over de bevoegdheid tot aanspraak der onderscheidene deelhebbers geven.
205
Mochten er van mijnen kant nog andere bewijzen van aanspraak, of iets dergelijks ter staving, of eene volmacht gevorderd worden, zoo verzoek ik Uw Weledelgestr. mij zulks te berichten, en zoo goed te zijn mij de voorschriften te zenden.
In Uw Weledelgestr., als bekende van ons huis, stel ik mijn volle vertrouwen in de behartiging dezer zaak. Mijn wensch is zeker aan den eenen kant, alle misverstand en twist met mijne medeërfgenamen te voorkomen of te vermijden, doch aan den anderen kant is mijn toestand zoodanig, dat ik van gegronde aanspraken niet kan afzien.
In de hoop, dat Uw Weledelgestr. aan mijn verzoek voldoen zult en mij binnenkort eenig bericht van de zaak zult gelieven te geven, heb ik de eer met achting te zijn
Uw Weledelgestr'. onderdanige
M..........dienaar,
den Oden Augustus 18 . . R_ Ravestine.
218. Dienstaanbieding aan een logementhouder.
Zwamraerdam, den 14den Augustus 18 . .
Mijnheer,
Daar ik uit de nieuwspapieren gezien heb, dat U een' huis-, kelder- en tafelbediende zoekt, zoo neem ik onderdanig de vrijheid, U te berichten, dat, dewijl ik mij gaarne in eene volkrijke stad en in een huis waar veel omgaat wenschte te bevinden, ik wel zou genegen zijn in uwe dienst te treden.
Reeds sedert drie jaren heb ik, zoo ik vertrouw tot genoegen van mijnen principaal, den Heer Knjjp, in de bedoelde betrekking gediend, en het is ZEd., wien ik van dit aanzoek onderricht heb, bekend, dat ik reeds sedert langen tijd den bovengemelden wensch heb gekoesterd, en ik erken ook gaarne, dat deze alleen de reden is waarom ik begeer te veranderen.
Mocht U de goedheid hebben, bij den Heer Knijp omtrent mijn persoon onderzoek te doen, zoo twijfel ik geenszins, of hij zal eene voldoende getuigenis van mijn zedelijk gedrag, van den ijver in de vervulling mijner plichten en van mijne bekwaamheid in het beroep geven. — Indien U mij met uw vertrouwen geliefdet te vereeren, durf ik U eveneens van mijne verknochtheid verzekeren.
Ik verzoek U de goedheid te willen hebben, mij met het ge.svenschte antwoord te vereeren, en te willen gelooven, dat het mij een aangename plicht zal zijn, U te bewijzen, hoe zeer ik met achting verblijf
Uw gehoorzame dienaar, L. Tellkr.
206
Den Heere L Teller, te Zwammerdam
Rolterdam, den 208ten Augustus 18 . .
Daar de Heer Knijp, uw tegenwoordige heer, de vriendelijkheid gehad heeft, getuigenis van U te geven, en deze mij alleszins voldoende is, zoo is het mij aaiigenaam u te melden, dat ik genoegen neem in uw aanbod, en bereid ben, u onder de voorwaarden, gesteld in het hierbij gevoegde ondershands opgemaakte contract, aan te nemen. Vindt gij ze naar genoegen, dan verwacht ik ze ten eerste onderteekend terug. — Hel spreekt dan van zelf, dal ik u in dat geval op den daarin bepaalden tijd verwacht.
Uw dw. dienaar,
M. Woudhoorn.
Rotterdam, 20 Augustus 18 .
Tot antwoord op nw brief van den l^den dezer dient, dat de in de Haarlemmer courant aangekondigde plaats van tafelbediende sedert eenige dagen vervuld is, en ik alzoo geen gebruik van uwe aanbieding kan maken ; doch daar gij als een voor het vak geschikt persoon bekend staat, wil ik wel bij nadere gelegenheid aan u denken of n ook wel bij iemand anders aanbevelen.
Uw dw. dienaar,
M. Woudhoorn.
221. Dienstaanbieding van een Klerk aan een Ontvanger.
Weledelgestrenge Heer,
Daar ik vernomen heb, dat Uw Weledelgestr. een geschikt persoon zoekt, om onder nw toezicht op uw kantoor werkzaam te zijn, zoo neem ik de vrijheid. Uw Weledelgestr. mijnen dienst aan te bieden, dewijl ik meen in staat te zijn, aan de vereischten te voldoen ; want sedert zes jaren ben ik alhier als 2de klerk werkzaam geweest op twee kantoren, van welke het laatste gesloten is, zoodat ik thans geene betrekking heb. Dat ik tot genoegen mijner meesters gewerkt heb, kan ik met de beste getuigschriften slaven.
Zoo Uw Weledelgestr. mij ocnigen tijd op de proef het kantoorwerk wilt laten verrichten, zon ben ik daartoe bereid.
207
Mocht Uw Weledelgestr. dit aanzoek niet afwijzen, omtrent mijn bijzonder gedrag onderzoek doen en bij vol-komene tevredenheid, mij voorioopig de voorwaarden en de vaste bezoldiging willen doen kennen, dan zal hiermede grootelijks vereerd zijn, die zich mei alle hoogachting noemt
Uw Weledelgestr'. zeer
Rakenheiin, eehoorzame dienaar,
den ïJsten Februari 18 . . \\r t
W. JjAMP.
222. Een koopmansbediende wenscht geplaatst te worden.
Weledele Heer,
Gedurende vier jaren ben ik in den winkel en op het kantnor van den Heer G. te M.. ., zoo ik vertrouw, niet zonder vorderingen in de kennis van handel- en kantoorzaken te hebben gemaakt, als leerling werkzaam geweest; en daar ik thans mijn 2lste jaar bereikt heb en mijne leerjaren met den Isten der aanstaande maand geëindigd zijn, vvenschte ik mijne kennis verder uit te breiden en mij op den handel in het groot, toe te leggen. Daar ik vernomen heb, dat U voornemens zijt, het getal uwer bedienden met nog één te vermeerderen, neem ik de vrijheid, op het vriendelijkst te verzoeken, in overweging te willen nemen of ik bij U geplaatst zou kunnen worden.
Wat mijn zedelijk gedrag, mijne kennis, enz. betreft, mag ik mij op de getuigenis van mijn tegenwoordigen patroon beroepen.
Zoo dit mijn aanzoek U welgevallig mocht zijn, durf ik ü vooraf de verzekering geven, dat ik al, wat in mijn vermogen is, zal aanwenden, om aan uwe eischen te voldoen, en mij nw vertrouwen waardig te maken.
Na U zeer onderdanig verzocht te hebben, mij zoodra mogelijk met eenig antwoord te vereeren, heb ik de eer met hoogachting te zijn
Arnhem UWeled'. zeer gehoorzame dienaar
den 7den Fehr'uari 18 . . HENDRIK SPAAN.
HUWELIJKSAANZOEKEN, MINNEBRIEVEN
Algemeene Voorschriften.
Voor zoodanige brieven, welke in zake van liefde en huwelijk geschreven worden, laten zich moeilijk eigenlijke regels of aanwijzingen opstellen, daar hoofdzakelijk het hart daarin den toon moet geven en ook dat alleen daarin moet voorkomen, wat het hart, de inwendige stem poogt uit te drukken.
Men vermijde intusschen alle overdrijving, die aan het belachelijke grenst. Wel zijn hier vleiende woorden, poëtische taal, enz. geoorloofd en doen vaak eene goede werking; maar gezwollen, hoogdravende spreekwijzen of redeneeringen, waarbij de overdrijving sterk in 't oog loopt, stooten ieder bescheiden persoon tegen de borst, en missen dan ook veelal haar doel.
Elke liefdesverklaring, ieder huwelijksaanzoek vooral moet met voorzichtigheid en wijs beleid gedaan worden, omdat zij het middel moeten zijn om ons in nadere betrekking tot de ons dierbare personen te brengen.
Zoo ook moeten weigerende antwoorden met alle behoedzaamheid en inschikkelijkheid gegeven worden, terwijl men beknopt en duidelijk de gronden blootlegt, waarop het weigerend antwoord berust. Zorgvuldig vermijde men daarbij elke vernedering of persoonlijke beleediging.
223. Aanzoek om de hand eener jonge dochter.
quot;WUk l)ij Duurstede, 5 Juli 181.
Hooggeachte dierbare Vriendin,
Nadat ik zooveel aangename oogenblikken in uw gezelschap heb doorgebragt, kan ik niet langer de gewaarwordingen en wenschen onderdrukken, die ik reeds zoo lang in mijn boezem gekoesterd heb, terwijl ik echter door mijn aange-borene bloohartigheid en de onzekerheid, hoe mijne verklaring door u zou worden opgenomen, tot nu toe werd teruggehouden om u daarmede bekend te maken;
209
De dag, waarop ik het geluk had ü voor de eerste maal te zien, is steeds in iiiijne gedachten, en de indruk, dien gij op mijn hart gemaakt hebt, onuitwischbaar. Reeds bij den eersten aanblik kwam de gedachte in mijn hart op, dat mijn verdere ieeftijd slechts onder ééne voorwaarde kon gelukkig zijn. De overeenstemming van zoovele gewaarwordingen en gevoelens, die, ondanks otiïe nog zoo kort geledene kennismaking, zich in eenerlei denkbeelden en eenerlei oordeelvellingen verried. Loeide mij steeds vaster aan u. Duizendmaal dacht ik aan het woord Helde! De welwillende goedheid, waarmede gij mij boven anderen behandeldet, scheen mij daartoe te bewegen ; doch altijd kwelde zich het onrustige hart met vertwijfeling en gebood mij le zwijgen, terwijl intusschen iedere blik, iedere beweging U steeds zeggen moest, wat in mijn bimieiiste omging. Gij wil-det, gij durtdet mij niet verstaan ; thans echter, nu ik aan mijn overstelpt hart lucht geel' en het geheel en al voor U open leg, bid ik L, gelielde Vriendin ! doe mij weten, wat er voor mij te vreezen of' te hopen is.
Bij de noeste vlijt van mijn vader, die mij een niet onaanzienlijk erfdeel belooft, en bij het niet onzekere uit-zicht op een voordeeligen en aanzienlijken pos', heb ik de blijde verwachting, dat ik U met grond voor de toekomst het uitzicht op een gelukkig lot kan geven ; en bij dat gunstiy verschiet waag ik het, U hart en hand aan te bieden. Raadpleeg thans, dierbare Vriendin ! uw hart, en toon, bid ik U, geen afkeer van eene vereeniging, die mijn geluk kan voltooien. Spreek dan morgen, ja spreek nog heden met uwe ouders, en maak mij door uw antwoord tot den gelukkigsten van alle stervelingen.
0 mijne Dierbare! zoo lang dit hart, welks gewaarwordingen U alle toebehooren, in mijn boezem slaat, zal ik U beminnen; terwijl ik wensch, dat ook weldra de dag zal aar-breken, in welks volle licht ik U mondeling mag herhalen, dal ik in leven en sterven zal wezen
Uw feeder liefhebbende vriend, Willem Bevernink.
224. Antwoord.
Geachte Friend,
Uw schrijven heb ik aan mijne moeder, aan wie ik de gevoelens van mijn hart geopenbaard heb, medegedeeld. Zij zal mijn vader, wien gij de goedheid gelieft te hebben morgen te schrijven, voorbereiden; zijn antwoord zal bet mijne bepalen
Van Huis, 7 Juli IS JULIA.
210
225. Aan den Vadei' der juffer.
Weledele Heer,
Van het oogenblik af, dat ik het geluk had Mejuffrouw uwe dochter te leeren kennen, ontdekte ik door den omgang met HEd. zooveel voortreffelijke gaven van geest en hart in haar, dat de wensch, steeds aan hare zijde te leven en voor altoos met haar verbonden te zijn, iederen dag levendiger bij mij werd.
Doch eerst gisteren overwon ik mijne beschroomdheid, om haar ie bekennen, welken diepen indruk haar beminnelijk karakter op mijn hart gemaakt had. Ik verzocht HEd. namelijk gisteren. Jat zij, indien mijne wenschen met hare neigingen overeenstemden, den haar gezonden brief aan hare beminde ouders wilde voorleggen. Dit is waarschijnlijk geschied; want ik verneem, dat haar antwoord van de beslissing (verklaring) haars geliefden vaders zal afhangen, waarom zij mij tot U verwijst.
Ik verzoek U derhalve, Weledele Heer, mij ten goade te houden, dat ik mij nu rechtstreeks tot TJ en tot Mevrouw uwe echtgenoot wend met de eerbiedige bede, mij door uwe toestemming tot den gelukkigsten aller inenschen te maken.
Aan den eenen kant ben ik bezield met het vaste voornemen, om uwe Julia, zoolang ik leef, de teederste liefde toe te dragen, en door alles, wat ik vermag, haar het leven te veraangenamen. Aan den anderen kant geven mij een niet onbeduidend vermogen en de hoop, weldra in eene aanzienlijke betrekking geplaatst te worden, de middelen aan de hand, om de wenschen mijner liefde te kunnen bevredigen. Wordt nu dit alles, naar de begeerte van mijn hart, door de neiging van Julia ondersteund, zoo kan het geluk, dat voor haar en voor mij uit deze vereeniging geboren moet worden, niet twijfelachtig zijn.
Heb derhalve. Weledele Heer, de goedheid, de neiging van Mejuffrouw uwe beminde dochter, en den toestand, in welken ik om hare hand verzoek, te toetsen en na rijpe overweging te bepalen, wat ik van uwe welgezindheid te hopen heb.
Mocht Ik waardig geacht worden, door sterkere banden dan die der vriendschap aan uwe achtenswaardige familie verknocht te worden, het zou mij altoos een aangename plicht zijn, U door bewijzen mijner hoogachting te overtuigen, hoe geheel ik ben,
Weledele Heer,
Uw zeer onderdanige dienaar, wii8 jSiuT ' Willem Bevernink.
211
226. Antwoord van den Vader.
Hooggeachte Vriend,
Uw geëerde brief' is mij geworden: den inhoud heb ik inderdaad niet onvoorbereid vernomen. Gij bemint mijne dochter en wenscht, door haar Ie huwen, een lid van onze familie te worden. Dit bewijs van vertrouwen kan mij niet onverschillig zijn, want ik eer en acht U als een oprecht en standvastig man, aan wiens hand ik znag hopen, dat mijne Julia niet ongelukkig zou wezen. Woondet gij hier te lande, ik zou onvoorwaardelijk ja zeggen; maar hoe kan ik mijn eenig kind aan een man geven, die het mij als het ware ontvoert. Mijne dochter moet met hare kinderen de laatste vreugde van onzen ouden dag voltooien; neen, wij kunnen niet bij een afstand van honderd uren van haar gescheiden leven.
Daar echter uwe liefde voor haar zoo wann en oprecht schijnt te wezen, zoo raadpleeg met uw hart, of het geneigd is daaraan een groot offer te brengen. Ik doe u namelijk den voorslag, U hier te lande neêr te zetten en een beroep te zoeken. Gevoelt gij U sterk genoeg, om uw vaderland zoo lang te verlaten, tot wij, ouders, ons ter eeuwige rust hebben nedergelegd, dan staat niets anders de vervulling uwer wenschen in den weg, en ik zou al het mogelijke aanwenden, om U door mijn invloed een' aanzienlijken post te bezorgen.
Denk hierover eens ernstig na en schrijf onverwijld aan mijnheer uw Vader; en wanneer dit naar ons aller wensch goed uitvalt, dan sluiten wij U rnet vreugde als zoon in onze armen.
Dit, geachte Vriend! is ons voorloopig besluit. Wij verzoeken U heden avond op een vertrouwelijken maaltijd, om TJ mondeling te zeggen, hoezeer wij U achten, en hoe hartelijk wij wenschen het eens te worden over het gewichtige punt, dat ons nog te beslechten overblijft. Wat julia wenscht, veroorloof ik mij niet u te melden.
Alzoo tot heden avond. Intusschen Van lluis Uw hoogachtende vriend,
den Oden Juli'lS . . M. SleMMINK.
227. Ander hu welij ks aan zo ek.
M. . . ., den (ideu Dec 1«
Hooggeachte Friend,
Verwonder U niet, heden een brief van mij te ontvangen, daar ik gisteren noch zoo lang en over zoovele zaken
212
met ü heb gesproken. Ik bracht U een bezoek in uw tuin met oogmerk ü iets te openbaren, dat mij reeds lang op het hart ligt; doch eene zekere angstvalligheid klemde gedurig mijne lippen te zamen en verhinderde mij, zelfs op den terugweg, dien ik opzettelijk zocht te verlengen, mijn voornemen te volbrengen, (lij zult het mij echter ten goede houden, dat ik heden de toevlucht tot de pen neem en ü schriftelijk bekend maak, waartoe mij gisteren mondeling de moed ontbrak.
Tot heden toe was ik de vriend van uw huis ; gij zelf hebt mij daartoe verklaard, en ik hoop ook, mij uw vertrouwen niet onwaardig gemaakt te hebben. Doch ik kan niet langer den wensch verbergen om in het toekomende in nog nauwere betrekking lot u te slaan, den wensch namelijk, om uwe beminnelijke Sophia, zoo niet reeds nu, ailhans binnen weinige jaren de mijne te mogen noemen.
Reeds zeer lang voedde ik deze begeerte; doch het gerucht, dat zij reeds aan een braven man verloofd was, deed ze mij lot nu toe onderdrukken. Ik acht het ongepast, U over de gegrondheid of ongegrondheid van dit gerucht te ondervragen; want hetgene gij ü voor eenige dagen over de bestemming van uw geliefde dochter liet verluiden, doet mij vermoe-deu, dat het wellicht ongegrond was.
ik weet wel, dat een aannierkelijlc verschil van jaren — daar ik reeds de veertig nader en Sophia nog slechts het negentiende jaar bereikt heeft — wellicht een groote hinderpaal zal kunnen zijn; doch de overtuiging, dat ik bij eenen man van beproefde rechtschapenheid en bescheidenheid, waarvoor t;ij algemeen bekend staat, niels waag, noopt mij lot het besluit U mijn hart te openbaren. Op hel ergste, namelijk dat mijn wensch niet vervuld kan worden, heb ik mij voorbereid. Mocht ny, dierbare vriend, dit reeds nu en zeker welen, dan verzoek ik U, met den inhoud van dezen brief niemand bekend te maken, zelfs Mevrouw uwe echtgenoot en Mejuffrouw uwe dochter niet, maar hem aanstonds te vernietigen. Mocht dit evenwel het geval niet zijn, zoo laat ik, daar gij toch alle omstandighe den zelf wel het best zult kennen, het aan u over, om die maatregelen te nemen, welke gij het geschiktst zuil oordeelen.
In allen gevalle vertrouw ik van uwe vaderlijke genegenheid, dat aan Mejuffrouw uwe geliefde dochter in alles eene vofkomene vrijheid worde gelaten. Hel verwijt, haar ongelukkig te hebben gemaakt, zou mij ondragelijk zijn. Integendeel, ik gevoel mij sterk genoeg om uit liefde tot haar, als het zijn moet, de innigste wenschen van mijn hart ten offer te brengen on mij haar bezit te ontzeggen.
Het zal in zulk een onverhoopt geval wel over-
213
bodig zijn, ü of de uwen om de strengste geheimhouding te verzoeken. Ik zal niet minder, dan ik lot hiertoe was, de vriend van uw huis blijven, en gij zult nimmer de minste verandering in mijn gedrag te haren aanzien bespeuren.
De eigenschappen, welke ik in mijne aanstaande echtgenoot wensch, ziji;, dat zij een huiselijk en naar ziel en lichaam welopgevoed meisje zij; dat zij haar goeden naam onbevlekt beware en hare huishouding voorsta ; bij hare uitgaven op de inkomsten van haar man lette eu hem, gelijk billijk is, met achting en liefde behandele. Al deze eigenschappen geloof ik in uwe lieve Sophia ontdekt te hebben, en het zal er nu maar op aankomen, of zij besluiten kan mijne wenschen te vervullen.
Daar de Voorzienigheid mij met middelen gezegend heeft, behoef ik niet op huwelijksgoed te zien; indien mij de goede God laat behouden, wat ik bezit, zal dit wel toereikend zijn om mini genoeg in onze behoeften te voorzien.
Indien voor het overige Mejuffrouw uwe dochter in mijn gedrag tot dusverre eene terughoudendheid mocht bespeurd hebben, die van mijne genegenheid niet te verwachten scheen, zoo verzoek ik U, dit op rekening te willen stellen van mijne, zoo ik geloof, aangeboren bloohariigheid en schroomvalligheid, die mij ook gisteren verhinderde te spreken; dikwijls heb ik dit gebrek in rnij zeiven gelaakt, doch ook meermalen gezegend.
Ik verzoek u thans, hetgene ik U hier geschreven heb, niet als een vormelijk aanzoek te beschouwen ; dit durf ik mij niet eer veroorloven dan nadat ik van de toestemming uwer geliefde dochter ben verzekerd. Ik wilde U alleen mijn hart openbaren, en dit zult gij ongetwijfeld vergeven aan
, Uwen hoogachtenden vriend,
denVstenTugu^us' 18 . . GhEGOIUL'S ScHORLING.
Ravestein, den Ibden Augustus 18 . .
Hooggeachte Vriend,
üwe geëerde letteren van gisteren heb ik ontvangen. Thans, nu gij zelf voor de zaak uitkomt, beken ik gaarne, dat mij uwe verklaring niet verraste, dewijl ik reeds sedert een geruimen tijd iets van uw voornemen heb vermoed, en gisteren in den loop van het onderhoud hierin ook nog versterkt werd.
Hoe dit nu ook zijn moge, zoo moet ik u eens vooral verzekeren, dat het bedoelde gerucht, hetwelk u scheen te
214.
verontrusten, van aller, grond ontbloot is. Diensvolgens maakte ik gebruik van de vrijheid, die gij mij gegeven hebt, om naar mijn goeddunken te handelen, en overleide met mijne vrouw, wat ons naar aanleiding van den inhoud uws briefs te doen stond.
Voorloopig kan ik u thans reeds zeggen, dat naar hare inzichten, zoowel ais naar de mijne, een nauwe betrekking met een man van uw karakter, eigenschappen en fortuin onder de wenschelijke zaken behoort, en wij daardoor het geluk van onze dochter in ieder opzicht op duurzame wijze zouden meenen te vestigen. Van onze toestemming kunt gij alzoo bereids volkomen verzekerd zijn. Nog meer, ook aan onze Sophia schijnt nw aanzoek, in weêrwil van het groote verschil in jaren, niet geheel ongevallig te wezen ; doch zij verzoekt, in zulk een gewichtige zaak, ten minste acht dagen beraad. Wij kunnen dit te minder afkeuren, daar ook wij ouders nog eenigen tijd noo-dig hebben, om in deze aangelegenheid, die zoo rijk in gevolgen kan zijn, alle omstandigheden rijpelijk te overwegen.
Wij verzoeken u derhalve, besle vriend, nm nog eene week geduld te hebben en ons middelerwijl in on^en tuin of in onze woning te bezoeken, waar wij dan mondeling verder over de zaak kunnen handelen. Mocht intusschen, tegen alle vermoeden aan, het besltiii van onze Sophia anders uitvallen dan wij hopen, zoo behoud ik mij voor U te schrijven. Doch gij hebt grond, om het beste te verwachten.
In allen gevalle zijn wij U zeer verplicht voor het vertrouwen, waarmede gij ons vereert. Mijne vrouw en dochter bevelen zich in uwe vriendschap aan, terwijl ik steeds met ware verkleefdheid blijf
Uw oprechte vriend, Hieronimus Klever.
229. Twijfolaclitig Antwoord.
Ravestein, den laden Augustus 18 . .
Waarde Friend,
Uwe geëerde letteren van gisteren zijn mij wel geworden, en om vrijmoedig te antwoorden, waartoe ge mij de vrijheid verleend hebt. acht ik mij verplicht ü onverwijld het volgende mede te deelen.
Indien jonge meisjes evenals hare ouders dachten, zou er in nw aanzoek geene zwarigheid zijn; want wat konden wij beter wenschen, dan onze dochter hier in de stad onder onze oogen aan een achtenswaardigen man uit te huwen, die bovendien nog met tijdelijke goederen gezegend is, en nog meer
215
dan dat, een zachte inborst bezit, bij welken eene vrouw, die liefde voor hem gevoelt, zeer zeker niet ongelukkig kan zijn.
Doch liet is u niet onbekend, dat, helaas! de dochters, vooral in de jaren van onze Sophia, vaak geheel andere gedachton hebben dan wij vaders; zij willen, hetgeen in haar ook niet te misprijzen is, hetwelk gij ook zelf niet anders verlangt, bij het aangaan van een huwelijk alleen hare neiging volgen, en het geluk van een leven vol zorgen, zonder welke een huwelijk niet beslaan kan, heeft maar weinig aanlokkelijks voor haar, omdat zij nog niet ondervonden hebben, wat huiselijke zorgen zijn. Ik vrees derhalve, dat het antwoord v;in onze Sophia niet aan uwe wenschen zal voldoen, hoezeer evenwel het gerucht, dat U schijnt ongerust te hebben gemaakt, van allen grond ontbloot is.
Hoe het intusschen ook moge wezen, zoo heb ik \ast besloten, mijne kinderen in de keuze, van welke het welzijn huns levens moet afhangen, niet te dwingen; hen wel met vaderlijken raad bij te staan, doch hen nimmer door eene machtspreuk, waartegen ook gy zelf opkomt, ongelukkig te maken, en mij aan een eeuwig verwijt bloot te stellen. Berokkenen zij zich zelven een slechte toekomst, zoo kunnen zij het niet aan anderen toeschrijven; zijn zij gelukkig, zoo deelen de ouders in hun welzijn, en op zulk eene wijze is in beide gevallen voorzien.
Het zal er dus nu maar op aankomen, of Sophia ja of neen zal zeggen. In hel eerste geval zeg ik U ook mijn ja toe. Voor hel oogenblik kan ik ü nog niet geheel bepaald het ercjsle, waarop gij zegt voorbereid te zijn, mededeelen, want ik heb mijne dochter nooit over deze zaak gesproken, omdat daartoe nooit in ernst eenige reden bestond. Hol is wel waar, dat Sophia door hare vriendinnen dikwijls met den Heer SchorliiNG geplangd is geworden, waartoe uwe vlijtige bezoeken ten onzent aanleiding gaven; doch zij nam dan alles steeds natuurlijk als scherts op en voedde zulke gedachten nooit met den minsten ernst.
In allen gevalle zal uw verzoek om geheimhouding worden nagekomen. Uwe oogmerken schijnen echter reeds door de halve stad geraden te zijn, want ook mijne vrouw ontving deswege al dikwijls verplichtende toespraak. Verwonder u' alzoo niet, wanneer U in het vervolg iets ter oore komt, en zoek dan de bron daarvan niet in een gebrek aan bescheidenheid van onze zijde, maar in de algemeene behoefte van onze medeburgers en medeburgeressen, om nieuws te vermoeden en daarover to praten.
Mijne dochter, is, zooals gij weet, voor het oogen-
216
blik op reis. AanstaanJen maandag haal ik haar terug, en dan zal ik u met het overige bekend maken.
Intusschen ben ik ü verplicht voor het bewijs van uwe onderscheiding en beveel mij in uwe vriendschap.
Uw D.Willige Dienaar, H. Klever.
230. Afwijzend Antwoord.
Ravenstein, deo laden Augustus 18 . .
Tot mijn leedwezen, waarde Vriend! moet ik U melden, dat de verklaring mijner dochter omtrent de bewuste zaak niet naar wensch is uitgevallen.. Er blijft mij derhalve niets over, dan U voor het ons aangedane bewijs van onderscheiding en genegenheid nogmaals mijn dank te betuigen, en U te verwijzen naar die plaatsen in uwe geëerde letteren, waar gij verzekert, dat, welken uitslag de onderhandeling ook moge hebben, gij de vriend van ons huis blijft en wij geene verandering aan U zullen bespeuren.
Ik wensch van ganscher harte, dat ü de hand van een ander meisje weldra moge gelukkig maken, en dat eene nieuwe verbintenis ü volkomen schadeloos zal stellen voor hetgeen U hier is mislukt.
Laten wij nu van weerszijden den gedanen stap als niet gedaan beschouwen en bij toekomstig samenzijn van deze zaak nimmer reppen.
Met achting en vriendschap,
Uw hoogachtende, H. Klever.
231. Aanzoek tot een huwelijk bij eene jonge weduwe.
Dordrecbt, den Isten Febr. 18 ..
Hooggeachte Vriendin,
Daar de oogen der vrouwen te scherp zien, dan dat ze niet zeer spoedig den indruk zouden bemerken, dien haar omgang op het hart der mannen maakt, zoo moet ik onderstellen. dat het, in weerwil van mijn stilzwijgen, U niet kan ontgaan zijn, welke gewaarwordingen uwe schoonheid, uwe bevallige opgeruimdheid, uw warm en teeder gevoel in mijn hart opgewekt hebben.
Ja, ik moet het bekennen, ik gevoel mij bij al uwe waarde door duizend liefderijke banden aan U geketend, en
217
uw bijzijn is mij onontbeerlijk geworden; ik kan geene vreugde meer smaken, indien zij niet door U veroorzaakt is. Alleen in een onoplosbare vereeniging met U vind ik voor het toekomende het geluk van mijn leven ; uw bezit is mij het hoogste goed, waarnaar ik streef.
Beproef, waarde Vriendin! uw hart Gij zijt reeds twee jaren gehuwd geweest, doch, zooals ik weet, onder zulke omstandigheden, dat gij het echtverbond niet van de schoonste zijde hebt leeren kennen. Ik geloof dan ook, dat al te dierbare herinneringen mij niet in den weg zullen staan. Deze gedachte geeft mij moed, en noopt mij eindelijk, dierbare Vriendin, om alle bedenkingen, die haren grond in mijne bloohartigheid en bezorgdheid hebben, ter zijde te stellen en U mijne wenschen geheel en al open te leggen. Reeds lang behoort mijn hart U toe, en zal eeuwig voor U slaan; mocht toch ook mijne hand door IJ niet versmaad worden U door eene teedere liefde en de vervulling van al uwe wenschen tot de gelukkigste der vrouwen te maken is het oprechte voornemen van
Uwen hoogachtenden vriend, S. Jordan.
232. Antwoord.
Zwijndrecht, den Men Februari 18 .
Geachte Friend,
Uw aanzoek, geachte Vriend I is van zulk een gewicht, dat het mij niet mogelijk is, daarop aanstonds een bepaald antwoord te geven. Mijne eerste echtverbintenis heeft mij reden gegeven om met omzichtigheid te handelen en mij voor eene tweede overhaasting te wachten. Vergun mij derhalve acht dagen om mij te bedenken, te raadplegen en mijn hart te onderzoeken. — Kom dan, na verloop van dezen korten tijd, en vereer mij weder met een bezoek; ik zal U dan in persoon mijne gedachten mededeelen en over onderscheidene punten, die ik aan het papier niet toevertrouw, met u spreken.
Derhalve heden noch ja noch neen; voor het overige echter met ware achting
Uw hoogachtende vriendin, Rosalia Wallman.
233. Ander Antwoord.
Zwijndrecht, den 2den Februari 18 , .
Waarde Vriend,
Uw aanzoek, waarde Jordan, verrast mij even zoozeer, als ik er mij door vereerd gevoel. Het vertrouwen, dat
218
gij in mij stelt, treft mij diep. Indien gij echter recht wist, wat ik in een zoo ongelukkig huwelijk, dat ik met een weêrstrevend gevoel moest aangaan, geleden heb, zoo zoudt gij het zeer natuurlijk vinden, dat de gedachte aan een nieuwe verbintenis mij doet sidderen, gelijk een verloste gevangene siddert, wanneer hij aan de kluisters denkt, die hij afgeworpen heeft.
Laat mij dus mijne vrijheid, die ik twee treurige jaren met smart ontbeerde, behouden; ik schat ze als het hoogste geluk van het leven.
Geloof mij, goede Jordan! ik acht U hoog, en uw aandenken zal mij steeds dierbaar zijn, en nog dierbaarder thans, daar ik uwe minnelijke gezindheid te mijnen opzichte ken. Doch ik bid u, laten we voortaan daarover niet weder spreken. Vergenoeg ü met de verzekering, dat ik onveranderlijk blijf.
Uwe vriendin, Rosalia.
234. Huwelijksaanzoek van een Weduwenaar.
Zeer geachte Vriendin,
Het zal ii niet ontgaan zijn, hoe aangenaam mij sedert den dag onzer eerste ontmoeting uw bijzijn was. Ik leerde in U iemand kennen, die de hoogste achting van alle weidenkenden verdient. Reeds dikwijls kwam daarom de stille wensch bij mij op, dat gij mocht kunnen besluiten, mij het verlies van mijne overledene echtgenoot te vergoeden en eene tweede moeder voor mijne beide kinderen te zijn. Echter waag ik het eerst heden, U mijn gevoel en mijne hoop te ontdekken. Ja, vriendin, ik bemin, ik vereer U; door uwe hand alleen hoop ik voor mij het verlorene huwelijksgeluk en voor mijne kinderen eene teedere moeder weder te vinden. Of gij dit worden kunt en wilt, daarover, dierbare Vriendin ! verzoek ik U eens ernstig na te denken. Wees echter niet bezorgd voor overdrevene eischen. Mijn oogmark kan niet wezen, mijne kinderen door al te groote toegevendheid te bederven, of hen zelfs wel tegen verdiende berispingen van hunne tweede moeder in bescherming te nemen. Ik verlang niets meer, dan dat gij hen, evenals hunne eerste moeder, met ernst en goedheid moogt leiden en met liefde behandelen. Indien gij mij met het gewenschte jawoord mocht gelukkig maken, zou ik de weldadige opvoedster mijner kinderen met verdubbelde liefde vereeren.
Overweeg dan, geachte Vriendin, mijn aanzoek, en vergeef mij mijne vrijpostigheid, die enkel uit mijn vertrouwen op U en uit het gewicht der zaak voortspruit. Vereer mij weldra met een even openhartige verklaring van uwe zijde.
219
en ontvang (en slotte (ie verzekering van de achting, waarmede ik ben
, . Uw hartelijk liefhebbende vriend.
Van huis, J ,, t.
Jen Isten October 18. . M. jROSTINfi.
235. Antwoord.
Mijnheer,
De inhoud van uwe vereerende letteren is voor mij van het hoogste gewicht, weshalve het U niet bevreemden moet, dat ik eenige dagen heb genomen om er over na te denken.
Hadde ik alleen met mijne neiging te raadplegen, dan zou ik minder bedenkingen gevonden hebben; want hoe nader ik U leerde kennen, des te aangenamer word mij uw omgang; en een achtenswaardigen man als gade (e belmoren, is ongetwijfeld in ieders oog een beter lot dan verlaten en zonder steun het Jeven te slijten. Doch do vraag is, of ik mij wel sterk genoog gevoel om uwen kinderen bet verlies hniiner moeder te vergoeden en aan al uwe verwachtingen te beantwoorden. Ik kan licht begrijpen, dat U dit zeer na ter harte gaat; en uwe angstige bezorgdheid voor uwe kleinen verhoogt mijne achting voor U, want een goed vader zal gewis ook een goed echtgenoot zijn: en dat gij dit voor uwe ontslapene Karoun.v waart, is mij en de gebeele stad bekend.
Waarom zou ik echter bij mijne groote genegenheid voor uwe schoone welgeaarde kinderen niet de beste opvoedster zijn, daar toch uw liefdevol vertrouwen er mij voor erkent? Aan mijn goeden wil ontbreekt het daartoe althans niet, en zoo is het dus te hopen, dat, zoo ge mij volgens uwe verzekering geene onbillijke eischen doet, alles wèl zal gaan.
Na wikken en wegen neem ik derhalve uw aanzoek aan, en bid den goeden God, dat Hij zijnen zegen over onze vereeniging uitstorte. Blijf mij altijd een liefderijke vriend en een verstandig leidsman; help mij met liefde terecht, als ik mocht, mistasten, en laat IJ door niets ter wereld het geloof benemen, dat niemand op aarde het eerlijker met u en uwe kinderen kan meenen dan uwe gade. Ook mij zal deze gedachte sterkte geven, zoodat ik vol vertrouwen uw raad en uwe leiding in alle beproevingen van dit leven volgen zal.
Ziedaar, Vriend! de van mij verlangde verklaring. Ik heb U echter over den gewichtigen stap, dien wij gaan doen, nog zeer veel te zeggen, dat ik echter bespaar voor een mondeling onderhoud, hetwelk ge mij vermoedelijk nog heden avond verschaffen zult, Intnsschen, vaarwel! en geloof, dat, wanneer
220
achting en trouw het geluk van uw leven verhoogen kunnen, gij nog in uw ouderdom het uur van onze vereeniging zult zegenen.
VunHais, AUGUSTA,
den 6clen October 18 . .
236. Afwijzend Antwoord.
Hooggeachte Vriend,
De brief, waarmede gij mij voor eenige dagen vereerd hebt, maakt mij verlegen, en ik vrees zelfs, dat ik, dooc het beantwoorden van den inhoud, U om mijne rondborstigheid zal mishagen.
Ik ken ü als een edel, achtenswaardig man, die met zijne eerste gade in den gelukkigsten echt geleefd heeft, en als den vader van twee beminnelijke kinderen, die ik hartelijk genegen ben; en toch gevoel ik mij niet sterk genoeg om U mijne hand tot eene onverbreekbare vereeniging te bieden. De warme, hartelijke liefde, die gij bij uwe eerste echtgenoot mocht genieten, en waardoor, naar mijne overtuiging, alleen het huwelijksgeluk bevestigd wordt, gevoel ik mij buiten staat ü Ie schenken. Gij zoudt door mijn bezit derhalve nimmer een vol-komene vergoeding voor uw verlies vinden, en geen van ons beiden zou volkomen gelukkig zijn. Vraag mij niet, waarom ik uwe neiging niet kan beantwoorden; want deze vraag kan ik mij zelve niet oplossen. Het hart handelt niet naar grondstellingen — het volgt slechts de inspraak, en die is niet altijd in overeenstemming met de rede, welke misschien een anderen raad zou geven
Na deze openhartige bekentenis blijft mij niets over dan de wensch, dat gij spoedig door eene andere keuze wederom een gelukkig echtgenoot moogt worden. God schenke U eene gade, goed en liefderijk, zooals gij verdient, en aan uwe beminnelijke kinderen eene tweede teedere moeder!
Ik doe mij zelve verwijtingen over de verkeerdheid van dezen brief; gij zult daarom echter uwe vriendschap niet onttrekken aan
Uwe hoocachtende Van Huis. *
den 8sten October 18 . AUGUSTA.
237. Aanzoek van een ambachtsman om de band van een meisje.
Mijnheer,
Daar ik uit bloohartigheid U datgene niet mondeling durf voorslaan, waarin ik het grootste belang stel, zoo
221
verzoek ik U mij de vrijheid ten ijoede te houden, dat ik mij schriftelijk tot U wend.
Ik heb namelijk Mejuffrouw uwe dochter Doortjk, reeds sedert eeniijen lijd leeren kennen als een knap, bescheiden, vlijtig en deugdzaam meisje. Haar geheele doen en laten was zoodanig, als ik zulks bij eene aanstaande vrouw zou wenschen; zij beviel mij daarom meer dan al hare vriendinnen, en dit deed in mij den wensch onstaan, haar eenmaal de mijne te mogen noemen.
Daar ik nu op goede gronden kan hopen, mij binnen kort als baas Ie zullen vestigen, en zelfs daartoe reeds alles in gereedheid is, doch waarbij mij alsdan eene verstandige huisvrouw onontbeerlijk zal wezen, zoo verzoek ik U bij dezen zeer minzaam, mij de band van uwe dochler Dooktje te willen schenken. Ik zon mij ongemeen verheugen, zoo ik het geluk mocht hebben, het gewenschte jawoord van U en haar zelve Ie ontvangen. Waarschijnlijk ben ik bij U beide aireede bekend en, zoo ik vertrouw, als een arbeidzaam en weldenkend man, bij wien men mag onderstellen, dat hij zich naar zijn beste vermogen zal beijveren om eene vrouw door alle middelen, die hem ten dienste staan, het leven te veraangenamen. En daar alle bazen, bij wie ik tot nu toe gewerkt heb, mij de getuigenis van een vlijtig en bekwaam werkman te zijn niet zullen onthouden, zoo voed ik de hoop, dat mijne onafgebrokene inspanning mij weldra in staat zal stellen, mijne jonge vrouw zeer fatsoenlijk te onderhouden. Behalve eenige honderden guldens, die tot de eerste inrichting van winkel en huis toereikend zullen wezen, bezit ik van de zijde mijner ouders niets: doch wanneer deze eerste kosten voldaan zijn, sta ik op ellen terrein, en ik zal met te meer moed aanvangen, daar toch de meeste jonge bazen zich in denzelfden toestand bevinden, en het mij aan vertrouwen op de Voorzienigheid niet ontbreekt.
Ik verzoek ü diensvolgens de goedheid te willen hebben, omtrent mijn aanzoek met uw goede Dooutje en hare geachte moeder, in wier welwillendheid ik mij aanbeveel, te spreken en mij spoedig met een verblijdend antwoord Ie verheugen Met een vurig verlangen zie ik het te gemoet, en blijf met alle achting
pj-kerk tlw onderdanige dienaar,
den 15(len Dec 18 .. johan DaVID VERSCHUT.
Mijnheer,
Uwe geachte letteren van gisteren zijn bij mij ontvangen, en ik bedank ü zeer voor het vertrouwen, dat gij in mij en mijne dochter stelt.
Ik erken, dat ik altijd veel yoeds van U heb gehoord, en daar ook mijn Dooktje niets tegen uw aanzoek heeft, zoo heb ik, wat de hoofdzaak aangaat, geene bedenkingen. Ik ben evenwel verplicht, nog mondeling met U over bijzaken te spreken. Geef mij derhalve dezen namiddag het genoegen vaneen bezoek op een kopje koffie. Ik hoop, als gij mijn Uoorïje inderdaad liefhebl, dat gij die oogenblikken niet onder de onaangenaamste van uw leven zult tellen. Vele hartelijke groeten van mijne vrouw en dochter, en van mij inzonderheid de verzekering van de achting, waarmede ik ben
Van HujS Uw dienstwillige dienaar,
den 16iJen Dec. IS . . M. VAN WlLLIGE
239. Huwelijksaanzoek van een Meef voor den Zoon van zijn Vriend,
Zeer geachte Heer en Neef,
De zoon van mijn overleden vriend Terberge gevoelt neiging voor Mejuffrouw uwe dochter Sar.4, en heeft mij verzocht, bij u te onderzoeken of gij genegen zoudt wezen, haar aan hem tot vrouw te geven. Deze taak heb ik te bereidvaardiger op mij genomen, daar ik den minnaar als een zeer knap, vlijtig en geschikt jongeling ken, die een aangenaam uiterlijk heeft en zich over het geheel gunstig aanbeveelt.
Zooals gij weten zult, is hij plaatsnijder, evenals zijn vader, die niet onvermaard was, en hem een goed huis en een klein vermogen heeft nagelaten. Daar hij geene moeder, broeders of zuster heeft, en gewoon is in eene huishouding te leven, terwijl zijn bedrijf hem aan het huis boeit, zoo is hem eene vrouw onontbeerlijk, en h'y heeft alzoo het oog op uw lieve Saartje geslagen, die hein boven alle andere meisjes schijnt te bevallen.
Naar ik geloof, zou Mejuffrouw mijne nicht dooide echtvereeniging met dezen jongen man, die, zooals gezegd is, een goed eigen huis en een aardig kapitaaltje bezit, daarenboven een bevallig uiterlijk met een aanzienlijk en, vooral tegenwoordig, winstgevend bedrijf paart, niet zoo slecht bezorgd zijn. Overleg derhalve met haar mijn voorslag. Zij zal waarschijnlijk den jongen heer wel kennen, zoodat het u gemakkelijk zal vallen, daarop een besluit te nemen, hetwelk ik binnen weinige dagen te gemoet zie.
Na minzamen groet blijf' ik z Uw hoogachtende Neef,
den 28stcn December 18 N. MAKLAN.
240. Een jong mens eh verklaart aan een meisje 1 zijne liefde.
. gt; Amsterdam, 1 Mei t8 . .
| Geachte Juffer,
Ik weet niet, of' mijne liamlelwijze U reeds het geheim van mijn hart heeft ontdekt. Nol; is hot echter niet tT over mijne lippen gekomen; docii het wordt mij met eiken dag eene dringende behoefte, ü openhartig mijne liefde te verklaren en om wederliefde te verzoeken. Eerst en voor alies bid ik IJ echter, verzekerd te zijn, dat de zuiverste oogmerken mij bezielen, en dat mijne liefde tot U enkel en alleen gegrond is op de beminnenswaardige hoedanigheden, die ik U voordurend zag ^ ten toon spreiden, zonder dat gij zelve dat wildet.
Nu, lieve Vriendin, kent gij mijn hart; uit deze mijne bekentenis, die ik zoo langen tijd heb teruggehouden, blijkt U duidelijk, waarin ik mijn geluk zoek. Verwaardig mij dan met een antwoord, en och, of gij door eenige minzame woorden mijne in stilte gekoesterde hoop wildet bekronen 1 Wat ook evenwel de inhoud van uw antwoord wezen moge, nimmer zal ik ophouden uwe hoedanigheden iioog te schatten en U eene altijddurende vriendschap te wijden.
Uw in hoop levende Vriend.
UlCHAHD DENNEBROEK.
241. Antwoord van een meisje, dat nog hare ouders heeft en wier besluit van deze afhangt.
Mijnheer,
Geenszins misken ik de welwillende gezindheid, die gij in uwen brief wel te mijnen opzichte wilt te kennen geven, en ik ben ü dankbaar daarvoor. Intusschen verzoek ik U te willen bedenken, dat ik nog ouders heb, buiten wie ik mij niet vermeten mag een besluit te nemen, en wier wil ik met kinderlijken eerbied wensch te volgen. ^ Intusschen blijf ik
Uw toegenegen
Amsterdam, 2 Mei 18 . . JOHANNA NlERSTEIM.
242. Antwoord van een onafhankelijk meisje.
Mijnheer,
Uwe uitdrukkingen betreffende mijne geringe persoon zijn zeer vleiend; ik twijfel in geenen deele aan uwe op-
224
rechtheid en eerlijke bedoelingen jegens mij. Daar ik intusschen het huwelijk beschouw als een hoogst gewichtige verbintenis, die niet zonder ernstig overleg en zellbnderzoek mag aangegaan worden, zoo moet ge mij ten goede houden, dat ik heden nog geene bepaalde toezegging waag. ik wil mijnen echtgenoot achten en beminnen; om dit te kunnen, moet ik vooraf hem kennen, hetgeen echter alleen door eenigszins langdurigen omgang mogelijk is. Naar ik hoop zal deze taal ü niet beleedigen: mij dunkt, ik zou mij niet in een goed licht aan u voordoen, indien ik anders kon handelen. Heb de goedheid, mij nu en dau te bezoeken, dan willen wij later uwen voorslag bij monde bespreken. Neem intusschen de verzekering aan van mijne vriendschap.
Ainfterdam, 2 Mei 18 . . CHRISTIANA SaMSTAG.
243. Antwoord van aen meisje, die het aanzoek van de hand wijet.
Mijnheel-,
Uw aanzoek is voor mij wel zeer vereerend, maar toch kan ik het niet aannemen. Mijne betrekkingen, zoowel als de voortdurend lijdende staat mijner gezondheid, verbieden mij in uwen anders zeer vleienden en aannemelijken voorslag te treden. Liclitfilijk zult gij, tnot de goede eigenschappen, die U kenmerken, een meisje vinden, dal li spoedig haar zal doen vergeten, op wie gij wel uw oog wildet laten vallen, die evenwel niet in staat zou geweest zijn U gelukkig te maken.
Ontvang mijne vriendschappelijke groete benevens de verzekerint; van mijne hoogachting.
Haarlem, 3 Mei 18 . . FhEDEFUKA HAMBURG.
244. Een jongeling aan zijne verwijderde minnares.
Lief' Meisje,
De korte tijd, dien ik gedoemd was, hier ver van U te leven, is zoo langzaam en pijnlijk voor mij daarheen gekropen, dat het mij is als hadde ik reeds jaren eenzaam hier doorgebracht.
Geen dag — wat zeg ik — geen uur gaat er voorbij, of ik denk aan ü en aan de slreelende uren, in uw bijzijn gesleten. Die zoete herinnering is mijn eenige troost in mijne eenzaamheid. Dan treedt uwe liefelijke gestalte met den
3
225
bezielden blik, met de volle donkere lokken voor mijne verbeelding op, ik waan U in mijne armen te sluiten — en alle zwaarmoedigheid, alle kommer is plotseling verdwenen. En die zalige uren, waarop ik na volbrachte dagtaak mij naar U en de uwen spoedde, en gij. lieve, in mijne armen, aan mijn liefhebbend harte zonkt, ach! wanneer zullen ze wederkomen? lloe snel vloog de tijd mij voorbij! Het geluk van in uwe nabijheid te vertoeven, was mij de liefelijkste verkwikking na den arbeid van den dag. Hier is alles anders; leeg en treurig is hier alles om mij heen, zonder U. Het leven heeft geen bekoorlijkheid voor mij; de luidruchtige gezelschappen en vermaken zijn mij een walg, en ik ontvlucht ze, omdat wrevel mijne ziel vervult. — En toch wil ik trachten moed te houden; en ook gij, lief meisje, houd moed: eens komt de tijd, wanneer twee minnende harten, die het lot zoo wreed gescheiden heeft, elkander wedervinden, /roolijk elkaar aan 't hart drukken, en den hand, die hen nu vereenigt, zoo vast en duurzaam toehalen, dat geen noodlot hen meer vermag te sche'den. O! dat oogenhlik des wederziens is wel een langen tijd van ontbering en smarte waard!
Dus, weg alle kommer, alle zorgen en verdriet! Wees vroolijk met mij, lief Meisje! in 't vooruitzicht op dat heerlijke tijdstip, en vergeet intusschen nooit
„ , Uw teeder minnenden
Gouda, ,
den Isten Juni 18 . . ADOLF.
245. Een meisje aan den verpfzijnden minnaar.
Geliefde Willem,
Sinds ik hel genoegen had U te leeren kennen, voelde ik mij hoogst gelukkig, en toch terzelfder tijd diep rampzalig. Denk ik aan Ü, aan uwe liefde voor mij, aan uw goed, zacht, edel karakter, aan uwen omgang, zoo vol hartelijkheid en verstand, dan verblijd ik mij over mijn aanzijn, dan juich ik, dat uwe keus op mij viel en ik voel mij gelukkig in uwe liefde. — Ontwaak ik echter uit dien droom mijner gelukzaligheid, dan zie ik mij ver van ü gescheiden, om U treurende, en ik lijd. — Hartelijk geliefde Willem, met wicn mij het gevoel der innigste liefde, der reinste deugd verbindt, o, stoot mij toch nooit van uwe borst, al stiet ook de geheele wereld mij van zich af; mocht ook alles mij ontvallen, op U bouw en vertrouw ik, op uwe liefde op uwe deugd.
De gedachte, dat gij leeft, dat gij ook in de verte mijner gedenkt, maakt mij gelukkig; maar het denkbeeld, dat
226
ge mij zoudt kunnen vergeten, mij ontrukt zoudt kunnen worden, o, dat knaagt aan mijne levenskracht en vervult mijn hart met kommer en treurigheid.
Liefste Vriend, och, keer toch zoo spoedig mogelijk terug tot uwe getrouwe en treurende, ijl in de armen van
Uwe U altijd beminnende Winscholen, o-rDrTint
den Isten Juli 18 . . uEtRTRUIDA.
246. Klacht van een Minnaar over en tegen zijne Minnares.
Sophie,
Gij moet mij wel voor doof en blind houden, anders haddet ge gisteren niet enkel uwe oogen en ooren gehad voor den geparfumeerden saletjonker N.. die als een vlinder om u heen fladderde; anders hadt ge u niet in zulk een nadeelig licht vertoont aan den man, dien gij zoo vaak liefde en trouw hebt gezworen en die thans op het punt staat zijn lot voor altijd aan 't uwe vast te knoopen.
Sophie, Sophie! ge schijnt mij op den rechten weg te zijn om eene uitgemaakte coquette te worden, en zeker, bij uwe jeugd en aanleg kunt ge 't nog ver brengen in de kunst van behagen! Maar ik zal mij weten terug te trekken, zal u, ■wat het mij ook kosten moge, welen te verlaten, wanneer ik u nog eenraaal zóó moet zien als gisteren. De wereld moge dan zeggen wat ze wil, ik zal mijn besluit om u vaarwel te zeggen weten te volvoeren, al moest mij ook de smart over uw verlies het leven kosten.
Vaarwel!
Uw zeer ontevredene den MeToctTfi . . FreDERIK.
247. Antwoord.
Mijn geliefde, maar malle Frits,
Wat heb ik dan toch gisteren misdaan, om uwen toorn in zoo hooge mate te verdienen als uw brief mij dat te kennen geeft? Wanneer zult ge toch eens die grillen ver van u jagen, en ophouden u zeiven en mij door malle jaloezie zoo onnoodig te kwellen ?
Gij noemt het coquetterie in mij, dat ik over eenen gek van harte heb gelachen en met zijne bokkesprongen en fratsen den draak heb gestoken. Ik heb er waarlijk in de verte niet aan gedacht, dat zulk een nietige dandy den demon
227
der jaloerschheid in u kon gaande maken, en gaf mij derhalve geheel en zonder terughouding aan mijn vroolijke en spotzieke luim over. Verban toch elke vrees voor een gelukkigen mededinger uit uw hart, en leer toch eenmaal zelf uwe eigene waarde beter inzien Ik veroordeel u, om mij uwen harden, onrechtvaardigen brief weder ootmoedig terug te verzoeken en mij dan ernstig te beloven, dat gij u beteren zult.
En dat alles zult gij ten spoedigste doen, om alles weer goed te maken bij
Ams'erdam, den Sden Oct. 18 . .
Uwe eenigszins booze Sophie.
15*
Algemeene Voorschriften.
De brieven van aanbeveling kunnen ook oncier die van aanzoek gerangschikt worden, omdat men de bereidwilligheid van onzen correspondent voor den aanbevolene inroept. Doch de eersten vinden eigenlijk slechts plaats onder vrienden ot' van hooger hand. Het is niet zeer betamelijk, dat men voorname lieden, met welke men op geen vertrouwelijken voet staat, met zulke aanbevelingen lastig valt. Nogtans zal ieder zijn gevoel moeten raadplegen omtrent hetgene al ot' niet betamelijk is.
Nimmer moet men, aan wien het ook zij, iemand aanbevelen, dien men niet nauwkeurig kent; en nog veel minder iemand, van wien men vermoedt, dat hij niet zal voldoen. Wie zou zich moedwillig aan een zekere teleurstelling of aan verantwoordelijkheid willen blootstellen? Teleurgestelde verwachting baart ontevredenheid, en deze geeft aanleiding tot verwijtingen aan hem, welke door een onbedachtzame aanbeveling daarvan de oorzaak is. Men moet derhalve bij zulke brieven de grootste omzichtigheid in acht nemen. Zelfs moet men omtrent iemand, die onzen lof verdient, dezen lof niet overdrijven, en alzoo de verwachting niet te hoog doen rijzen. Het is beter, dal onze vriend bij den aanbevolene meer vindt, dan hij vermoedde. Te veel lof doet al zeer licht vooringenomenheid onderstellen en maakt de vervulling der hoop moeielijk, waarop zulke aanzoeken berusten.
248. Aanbeveling van een Zoon op zijne reis aan een Vriend.
Beste oude Vriend,
Daar mijn zoon voornemens is Zwitserland te bezoeken en op zijne reis ook Stuttgart zal aandoen, kan ik hein niet laten vertrekken, zonder hem eene aanbeveling en een har-telijken handdruk voor mijn dierbaren vriend mede te geven.
229
Ik houd mij verzekei'd, dat gij hem wel zuil ontvangen, hem behulpzaam zult wezen om de werkwaardigheden van uwe schoone stad te zien, en hem door uwe aanzienlijke betrekkingen zoo veel genoegen zult verschaffen, als in uw vermogen is.
0, waarde Vriend, hoe zeer benijd ik mijnen zoon het geluk, naar hetwelk ik zoozeer heb verlangd, en dat mij wellicht nimmer weder zal te beurt vallen, U van aangezicht tot aangezicht te zien, U de hand te drukken en U te zeggen, hoe zeer ik U hoogacht! Ik word, evenals gij, door mijn beroep en door honderd andere beletselen daarin verhinderd. Het vroolijke zwerven in de wereld is alleen vergund aan de vrije jeugd, en ook haar nog maar voor een korten tijd. Eer de jongeling er aan denkt, is hij reeds een man geworden, en de ketenen van de eerste levensbetrekkingen klemmen vast.
Mijn Ernst, dien gij U nauwelijks zult kunnen herinneren zal u zeggen, hoe het mij en de mijnen gaat en hoe dierbaar gij nog altijd aan mijn hart zijt. Mocht ik bij zijne terugkomst ook van U veel uitvoerige en verheugende berichten ontvangen! Ik eindig met dezen wensch, en verwijsU omtrent alles, wat ik nog zou te zeggen hebben, op de mondelinge berichten van mijn zoon.
Vaarwel, beste, dierbare Vriend, en denk meermalen aan de gelukkige oogenblikken, die wij eens zoo genoe-golijk in elkanders bijzijn sleten. Onvergetelijk zullen die altijd zijn voor
Uw oprechten Vriend, N......3 Mei 18 . . S. VOLKERTZ.
249. Adres van aanbeveling voor een Reiziger.
Hooggeachte vriend.
De heer Geiser, die op zijne doorreis dit pakje bij U zal afgeven, is een gelukkig, benijdenswaardig man, in wiens plaats een mij bekende vriend van mijn braven Frank wel zou wenschen te kunnen zijn. De heer G. heeft mij beloofd, U alles mede te deelen, wat hem van ons huis, waar ik het genoegen had hem dikwijls te zien, bekend is; behalve dat heeft hij van mij nog vele bijzondere commissiën, welke ik U verzoek hem te herinneren.
Zijn vertoeven in uwe plaats zal van zeer korten duur zijn. Maak hem die oogenblikken zoo aangenaam als mogelijk is door uwe vriendelijke welwillendheid, en ontvang de verzekering der onveranderlijke vriendschap van
Uwen Vriend,
b. . . ., den nden Juni 18 . . r. van doren.
230
250. Aanbeveling van een Zoon, die naar de hoogeschool gaat, aan een Vriend.
Waarde Vriend,
De overbrenger dezer letteren is mijn zoon, die zich op de hoogeschool bij u ter stede aan de studie der godgeleerdheid zal toewijden. Gaarne hadde ik hem zelf derwaarts gebracht en hem in persnon aan mijn vriend voorgesteld en aanbevolen, doch mijne hezigheden veroorloven dit voor het tegenwoordige niet, en ik ben dus verplicht mij Ie vergenoegen met u mijne hoop en wenschen door de pen uit te drukken.
Daar mijn zoon in de plaats van zijne nieuwe bestemming en met het leven aan de hoogeschool geheel en al onbekend is, zal hij in honderden tnoeielijke omstandigheden den getrouwen raad behoeven van een weidenkenden vriend, die ondervinding heeft; en wien zou hij hiertoe bereidwilliger vinden dan mijnen ouden boezemvriend? Sta mij alzoo toe, dat ik hier uwe oude genegenheid voor mij inroep en u verzoek, mijnen Kabel door uwe inzichten vaderlijk te leiden, en zooveel mogelijk over zijn gedrag en zeden te waken, opdat hij onbedorven, zooals hij het ouderlijke huis verlaten heeft, weder daarbinnen moge treden.
Indien bet mogelijk ware, dat gij hem in uw huis en aan uwen disch kondet opnemen, zonde dit mij ten hoogste verblijden en geruststellen ; hierdoor, vertrouw ik, zouden vele gelegenheden tot afdwaling vermeden worden; en, indien gij daarenboven de goedheid wildet hebben, hem de jaarlijksche toelage voor kost, inwoning, collegiën, boeken, kleeding, enz., van drie tot drie maanden uit te betalen cn zijne eigene uitgaven na te gaan, zou ik u mijn hoogsten dank voor deze moeiten verschuldigd rekenen. Dan, hoezeer ik mij verzekerd houd, dat uwer vriendschap voor mij geen last te zwaar valt, zullen wellicht uwe omstandigheden en drukke zaken u niet veroorloven, de inspraak van uw hart in dit alles te volgen.
Doe dan, waarde Vriend, aan mijn zoon al wat gij kunt, zonder een te grooten last op u te nemen. Onthoud hem vooral uwen raad niet. Hij heeft een goed hart en is volgzaam, daarom zal u zijne leiding niet moeielijk vallen.
Zend mij weldra eenige tijding, waardoor ik bekend worde met hetgene gij voor hem kunt doen; beveel mij in de gunst van uwe geliefde huisgenooten en ontvang de verzekering der onveranderlijke gevoelens van
Uwen hoogschattenden Vriend, Weesp, 4 April 18 . . H. Verhap.T.
231
Utrecht 13 April 18 . .
Ik dank u, beste Vriend, voor het groote genoegen, dat ge mij verschaft hebt door de kennismaking met uw zoon, in wien ik een zeer beschaafd jongeling aantrof. Veel grooter zou evenwel mijn genoegen zijn geweest, zoo uwe bezigheden u toegelaten hadden, hem op zijne reis hierheen te vergezellen.
Gij hebt wel gelijk, dat gij u overtuigd houdt, nergens een trouweren vriend te zullen vinden, dien hij raadplegen kan. Ja zeker, hij zal recht vaderlijk worden bestuurd; ile goede God doe hem van zijnen kant in mij slechts den vaderlijken vriend erkennen, en aan zijn nieuwe kennissen niet meer geloof schenken dan aan mij, die het altoos eerlijker dan iemand anders, wie hij ook zij, met hem zal meenen. Ik heb echter, helaas! hierin bij anderen reeds eene treurige ondervinding opgedaan.
Het spijt mij, dat ik voor hem in mijn huis geen geschikt woonvertrek heb kunnen inruimen; doch ik heb hem in onze buurt bij stille menschen goede inwoning bezorgd, en hij zal bij mij de tafel hebben Maar daar ik geene andere kostgangers heb, zoo vrees ik, dat het hem niet lang in onzen stillen, huiselijker! kring bevallen zal, als hij de veel vroolijker gezelschappen in de koffiehuizen en societeiten leert kennen.
De uitbetaling van zijne toelage zal ik met genoegen op mij nemen, en de gevorderde uilgaven doen; gij kunt derhalve zonder bedenking het geld aan mij overmaken; ik zal u daarvan nauwkeurig rekening doen. Echter is dit weder een punt, hetwelk zelden aan de jonge lieden bevalt; zij houden over 't algemeen zeer veel van eene onbeperkte vrijheid in het beheer van hunne geldzaken. Het voorbeeld van anderen heeft in dezen een slechte uitwerking.
Gij ziet dus, beste Vriend, dat ik bereidwillig ben tot alles, wat gij van mij wensebt. Ik beloof u, dat ik dikwijls over uw zoon schrijven en u mijne opmerkingen mededeelen zal. God beware hem op den goeden weg en doe ons beiden vreugde van hem beleven! In den bijliggenden brief zal hij u wel raelr den, boe hij met zijne ontvangst bij ons tevreden is. Al mijne huisgenooten bevelen zich met mij in uw vriendelijk aandenken aan, terwijl ik met onveranderlijke verknochtheid ben
Uw toegenegen Vriend, R. Romont.
232
252. Aanbeveling van een Bediende bij een Baron.
Hoofiwelgeboren Heer,
Zoo even verneem ik, dat üvv Hoogwelgeb. uwen lijfknecht heeft weggezonden en nu in zijne plaats een ander, getrouw en geschikt persoon zoekt.
Een goeden heer ontbreekt het nooit aan bedienden, en zonder twijfel zullen er zich genoeg voor de opengevallene plaats opdoen. Evenwel zij het mij vergund. Uw Hoogwelgeb. daartoe iemand aan te bevelen; het is de jonge Ernst Proper, de zoon van den alhier voor eenige maanden overleden eerlijken kousenwever Proper, die eene bijna Indpelooze weduwe met nog drie andere kinderen, behalve dezen Ernst, heelt nagelaten. De jongen is nu 18 jaar oud, en daar zijn vader een zeer verstandig man was, zond hij zijne kinderen vlijtig ter school, zoodat Ernst een zeer goede hand schrijft en flink rekent. Daar hij in het weefgetouw geen zin had, diende hij reeds een jaar als huisknecht bij eene oude, nauwgezette dame, welke echter ook dezer dagen overleden is, zoodat hij zich nu zonder betrekking bij zijne moeder te huis bevindt.
Mocht deze aanbeveling niet te laat bij Uw Hoogwelgeb. aankomen en ten nutte van dezen jongeling met welwillendheid worden opgenomen, dan zou zich vereerd vinden, hij die met hoogachting blijft.
Hoogwelgeboren Heer,
Uw HWGeb8. onderdanige dienaar, R......den.....18 . . H. SmeRTING.
Weledele Heer.
Daar ik mij verzekerd houd, dat Uw Weled. mij geen slecht sujet zal aanbevelen, beu ik U zeer verplicht voor net aan mij gedane voorstel en zal er gebruik van maken. Mag ik U verzoeken de goedheid te willen hebben, den jongen Proper zoodra mogelijk naar mij toe te zenden, ten einde hem in mijnen dienst aan te nemen. Als hij trouw is en goed oppast, kan hij verzekerd zijn bij mij daardoor een steun te zullen vinden voor zijne behoeftige moeder, broeders en zusters.
In afwachting.
Uw zeer genegen, a.....den .... is., p. p\ Baron van Kortstein.
-233
254. Aanbeveling voor eenen Tuinman.
Groeneweg, 4 Januari 18 .
Weledelgeboren Heer,
Deze brief zal U ter hand gesteld worden door tuinman Jonkerts van Haarlem, die bij mij bekend staat als een braaf man, grondig bekwaam in zijn vak. Door hem heb ik vernomen, dat gij voor het onlangs door U aangekochte schoone buitengoed een vasten tuinman zoekt, en tevens, dat niets hem aangenamer zou zijn, dan met deze betrekking bij U begunstigd te worden. Volgaarne wil ik, op zijn verzoek, hem daartoe bij U aanbevelen. Voor zoover ik Jonkerts heb leeren kennen verdient hij die aanbeveling ten volle: hij is geschikt, ijverig, verstandig en van gedrag onberispelijk. Hij wenscht zijnen tegen-woordigen heer. Jonkheer van Brandenburg, alleen te verlaten, omdat zijn dienst bij dezen zich slechts over het zomerseizoen uitstrekt. Ik geloof, dat gij, ingeval uwe keuze niet reeds bepaald mocht zijn, in dezen Jonkerts uwe gading zoudt vinden. Het zal mij aangenaam zijn, weldra dienaangaande iets van U te vernemen.
Ontvang intusschen de verzekering der hoogachting van
Uw Weledgeb'. dienstw. dienaar en vriend, R. P. van Huberushuizen.
Algemeene Voorschriften.
De wijze, hoe men eene welwillendheid, een dienstbetoon, een ontvangen geschenk beantwoordt en daarvoor bedankt, kan dikwijls onzen vrienden een spoorslag zijn tot nieuwe dienstbewijzen en liefdadige giften, ot' hun voor altoos den lust daartoe benemen. Hoe meer waarde door ons aan de geschenken of dienstbewijzen gehecht wordt, des te minder zullen zij anderen berouwen. Ook kleine geschenken moeten door ons reeds geacht worden om de hand, waarvan zij komen; het is ech(er ook billijk, dat hunne waarde en de opoffering, waarmee ze somtijds gepaard gaan, door ons niet uit het oog verloren worden. Dikwijls vleit men, door een ongedwongene blijdschap over anders onbeduidende dingen, de eigenliefde van den gever zoozeer, dat hij de verzoeking niet kan weerstaan, zijn vriend dikwijls met iets aangenaams te verrassen.
Het zal evenwel geheel anders zijn, wanneer men, te zeer door hebzucht beheerscht, zich niet in staat gevoelt om over dingen van zeer weinig waarde zijn genoegen te toonen. — Sommige menschen zien geschenken van ouders en bloedverwanten als eene soort van rente aan, en achten het nauwelijks der moeite waard, hen daarvoor te bedanken: anderen beschouwen het bij hunne vrienden als plicht, dat zij hen dienen en hun kostelijken tijd en rust aan hen ten offer brengen. Lieden van dezen stempel benadeelen zich zeiven, want niemand ziet gaarne, dat, hetgeen uit welwillendheid, uit achting, of als eene oplettendheid geschiedt, als een plicht wordt beschouwd.
In brieven van dankzegging aan vorsten en andere personen van hoogen rang moet het gevoel van eerbied steeds onze pen besturen; doch zóó, dat wij nimmer door lage kuiperij de achting vergeten, die wij ons zeiven verschuldigd zijn. Edele mannen kunnen ook nooit behagen scheppen in zulk eene zelfverloochening: de bewustheid, het geluk van anderen bevorderd te hebben, is hun genoeg, en het is hun eene streelende voldoening, te ervaren, dal zij hunne weldaden niet aan ondankbaren hebben ten koste gelegd.
-235
Brieven van dankbetuiging mogen niet uitgesteld worden: met iederen dag vertraging verliezen zij iets van hunne waarde, terwijl liet tevens meer en meer moeilijk wordt hen naar eisch op te stellen. — In eenvoudige, hartelijke uitdrukkingen moeten zij datgene bevatten, wat het hart gevoelt, zonder gezwollenheid of overdrijving. — Spreekt men in zulke brieven van zijne bereidwilligheid tot wederdienst, dan zij men omzichtig in de keuze zijner uitdrukkingen, omdat men anders wellicht aanleiding kon geven tot. het vermoeden, dat men aan de onbaatzuchtigheid van den gever twijfelt In ieder geval houdo men bij de dankzeggingen de denkwijze, het karakter, den stand, de eerzucht van den gunstbewijzer in het oog, ten einde hem in geenerlei opzicht te kwetsen.,
255. Dankbetuiging aan eene Tante voor een geseh enk.
R....., 10 Augustus 18 . .
TFaardsle Tanle.
Het is mij onmogelijk, den brief aan moeder te laten vertrekken, zonder er voor U een bij te voegen, om U mijn hartelijken dank te betuigen voor het allerliefste geschenk, waarmede gij mij hebt verheugd. Een paar fraaie oorringen waren voor mij altijd een begeerlijke zaak, en nu zie ik mijnen wensch zoo geheel onverwacht door mijne dierbare Tante vervuld. Zoo dikwijls ik er mede zal getooid zijn, zullen ze mij dankbaar aan U doen donken, en in den geest zal ik de goede hand kussen, die ze mij schonk.
Heb de goedheid, lieve Tante, om uw braven Karel, die nu voorzeker weer bij U is, te zeggen, dat wij zijn gemis zeer gevoelen en dagelijks met liefde aan hem denken.
Vaarwel, beste Tante! Mijne broeders en zusters voegen hunne hartelijke groeten aan U en onzen lieven Oom bij die van
Uwe gehoorzame en liet hebbende nicht Doortje.
256. Dankbetuiging van eene jonge Vrouw voor de huwelijkswenschen en het bruilofts-gesehenk van eene bloedverwant.
Lieve Tante,
Hoe zal ik mij verschoonen, dat ik uw hartelijken brief zoo lang onbeantwoord heb gelaten ?
236
Heb duizendmaal dank, gij en ook mijn goede Oom, voor uwe gelukwenschen bij mijne echtverbintenis! Uwe liefde jegens mij strekt mij ten waarborg, dat gij op dien feeste-lijken en hoogst belangrijken dag mij in uwe gebeden niet hebt vergeten, en dat gij mij in den geest tot voor het huwelijksaltaar gevolgd zijt. De goede God schenke mij steeds die tevredenheid en dat geluk, welke ik nu geniet. Mijn lieve man, wiens vurige wensch het is, U persoonlijk te leeren kennen, dankt U met mij op het hartelijkst voor de zoo rijke en krachtdadige bewijzen van uwe genegenheid; het smart ons alleen, dat er zoovele opofferingen mede gepaard gingen. Zoolang we leven, zal ons dit fraaie geschenk verheugen en ons tot gedachtenis verstrekken aan onze geliefde tante en onzen beminden oom.
Ik ben hier al tamelijk gewend. Wij leven in eene zeer schoone landstreek en hebben een goed, welingericht huis met een grooten tuin. Jammer maar, dat wij zoo ver van onze lieve ouders, en nog verder van U verwijderd zijn, zoodat ons uit dien hoofde maar zelden het geluk zal ten deel vallen, U of hen te zien.
Nu, dierbare ïante. God schenke U gezondheid en vreugde! Mijn man en ik bevelen ons bij voortduring aan in de genegenheid van U en van mijn waarden oom. Wij verzoeken ons hartelijke groeten aan Sophia en Lisette, en geloof gij, dat altoos met innige verkleefdheid zijn zal
Uwe gehoorzame en liefhebbende nicht, 3 November 18 . . JüHANNA VAN DEN BOSCH.
257. Dankbetuiging van eene getrouwde Dochter voor een geschenk op haren verjaardag.
Zeer geliefde moeder,
In bijna eiken brief, dien ik van U ontvang, gelijk ook in uwen laatslen, geeft ge mij slof om U voor iets te bedanken, zoozeer betoont ge bij iedere gelegenheid mijne liefderijke moeder te zijn, terwijl mijn hart dan ook telkens in verhoogde mate gevoelt, hoe kinderlijk ik u met innige liefde aanhang. Doch ook zonder uwe aangename geschenken heb ik stof genoeg tot ware dankbaarheid.
Ik werd niet weinig ongerust, toen ik den van U verwachten brief met de post niet ontving, en inderdaad zou ik mijn geluk gisteren zonder tijding van U niet ten volle hebben kunnen genieten. Ik werd derhalve zeer verrast, toen ik door eene andere hand een briefje van mijne lieve moeder ontving, die,
237
daar zij dit fraaie geschenk niet toereikend achtte, er voor hare dochter nog andere schoone dingen bij voegde.
Och, waarom zijt gij gisteren niet zelve met vader hier gekomen! Doch dan zou mijn geluk te groot zijn geweest. Ik kan u niet beschrijven, wat mijn lieve Karel voor mij was, men moest het gezien en met mij gevoeld hebben. Groote geschenken heeft hij mij wel niet gebracht, maar de hartelijke liefde, die uit zijne oogen straalde, zijn kennelijk streven om mij, ook met iedere zoogenoemde kleinigheid, te verblijden en mijn geluk te verhoogen, dit alles heeft mijn hart vervuld met zaligheid, heeft mij nogmaals doordrongen met het gevoel, dat ik de benijdenswaardigste vrouw der wereld ben. Tevens heeft het ook mijn hart lot God, den schepper van mijn geluk, verheven ; ik heb Hem gedankt voor zijne genade, en Hem gebeden mij ootmoedig te doen blijven, en mij sterkte te schenken om, wanneer ook het ongeluk eens mocht komen, dit standvastig te kunnen dragen.
Nu, lieve Moeder, vaarwel. Nogmaals bied ik u en mijn dierbaren vader den hartelijksten dank voor de schoone geschenken! Mijn Karel beveelt zich in de genegenheid van zijne dierbare ouders aan. Ik omhels u, ach! slechts in gedachten, doch verheug mij zooveel te meer met den dag, waarop de pen geene behoefte meer zal zijn om U te betuigen, dat ik steeds met hartelijke liefde ben
Uwe dankbare dochter, w.....den .... is. . Ernestine.
258. Zelfde onderwerp van een Schoonzoon,
Groningen, 7 Juli 18 . .
Zeer waarde Vader,
Eerst en vóór alles betuigen wij U en onze lieve moeder nogmaals den hartelijksten dank voor het wederom genoten gulle onthaal in uw midden. Wij zijn hier weibehouden aangekomen, en Amalia bevindt zich weder geheel en al gezond. Zij heeft het zoo druk met hare huiselijke bezigheden, dat z'j geen tijd heeft om zelve te schrijven.
Bij mijne terugkomst vond ik een brief van den Burgemeester Semnel, dien ik hierbij voeg.
Mijne vrouw en ik hopen, dat gij, dierbaarste Ouders, den besten welstand moogt genieten. Wij omhelzen U met kinderlijke teederheid, en verzoeken U, onze tantes en andere vrienden hartelijk van ons te groeten.
Intusschen blijf ik met hoogachting
Uw gehoorzame Zoon, M. Star.
238
250. Zelfde onderwerp van een Vriend.
Hooggeachte Vriend,
Daar het mij niet vergund was, mondeling afscheid van ü te nemen, wil ik mij thans schriftelijk van dien plicht kwijten.
Ik betuig TJ door dezen nogmaals mijn hartelijken dank voor de aan mijne vrouw en mij bewezene genegenheid, en beveel mij in uwe vriendschap en die van uwe geëerde familie aan met een waar gevoel van achting, onder de verzekering van eene onveranderlijke vriendschap, en ben
a Uw oprechte en dankbare vriend.
n Aug-18' ' ' B. Verstaal,
260. Dankbetuiging van een Leerling aan zijnen Onderwijzer.
Delft, den Isten September 18 . .
Weledele Heer,
Noch afstand, noch tijd is in staat om het aandenken van het zoo nuttige als aangename onderwijs, dat ik bij u heb genoten, uit mijne ziel te wisschen; integendeel gevoel ik hoe langer hoe meer, wat gij voor mij waart. Ontvang nogmaals voor alles, wat ge aan mij deedt, den harlelijkslrjii dank, benevens mijne beste wenschen voor het welzijn van U en uwe geliefden.
Ik wacht hier nu op de gelegenheid om de kundigheden, die ik onder uwe leiding mocht opzamelen, in beoefening te brengen. Er bestaat veel kans voor mij, eerstdaags in de hoofdstad bij de Registratie geplaatst te zullen worden, waardoor mij het uitzicht wordt geopend om in die loopbaan eenmaal mijn fortuin te maken. Ik ben thans nog in het ouderlijke huis, waar ik eenige uren daags werkzaam ben op het kantoor van Papa, en mijn overigen tijd met het onderhouden van het bij U geleerde doorbreng. Zoodra de gewenschte verandering in mijne bestemming voorvalt, behoud ik mij voor U die mede te deelen.
Hoe gaat bet met uwe zonen August en Willem? Hoe met de overige leden van uwe geachte familie? Wat zou het mij verheugen, als ik op die vragen eens van uwe hand een gewer.scht antwoord mocht ontvangen 1 Mag ik U intusschen verzoeken, allon van mij te willen groeten en vooral mijn vriend August ?
239
Vaarwel, geliefde Leermeester, en vergeet toch
niet te spoedig
Uwer. dankbaren leerling, Philip Zanten.
261. Dankbetuiging en afscheid van een Vader, die de stad verlaat, aan den Onderwijzer van zijne kinderen.
Weledele Heer en Vriend,
Onder toezending van liet honorarium der laatste drie maanden voor het onderricht aan mijne zonen, voel ik mij tevens verplicht U te kennen te geven, dat ik deze stad niet kan verlaten zonder U den warmsten dank te beluigen voor de getrouwe zorg, waarmede gij U aan de opleiding mijner kinderen hebt toegewijd. Gedurende de laatste tien jaren van mijn verblijf alhier mocht ik het genoegen smaken, dat ik met U in nauwe betrekking stond. Daar deze band voortaan niet meer beslaan zal, verzoek ik U, mij toch steeds uwe vriendschap en welwillendheid te blijven schenken, gelijk ik van mijne zijde niet zal ophouden met oprechte vereering Ie zijn
Uw zeer genegen en dienstvaardige Van Huis, 16 Aug. 18. • s s . a
dienaar en vriend,
A. van der Stroeven.
262. Dankbetuiging voor het invorderen van geleende gelden.
L. . . den Oden Oct. 18 . .
Geachte Vriend,
Voor uwe moeite en geëerde mededeeling van den 3den der vorige maand, waaruit ik ontwaar, dat S. . .. nu toch met belalen een begin heeft gemaakt, betuig ik U mijn harte-lijken dank. Gelief de ontvangen f 30.— vooreerst in kas te houden, en mij toe te slaan bij gelegenheid daarover te beschikken.
Daar ik deze zaak ongaarne gerechtelijk zou vervolgen, wil ik nog wel eenige weken geduid hebben ; doch indien de man binnen kort niet meer afdoet, zal ik mij evenwel-genoodzaakt vinden den breeden weg met hem op te gaan. Wellicht hebt gij gelegenheid hem, of wel zijn broeder, nogmaals eene ernstige vermaning deswege te doen.
Met onveranderlijke hoogachting en vriendschap. Uw dw. dienaar en vriend, J. GliiPER.
240
203. Dankbetuiging voor een voorschot in geld.
TFeledele Heer,
Uit een brief van den Heer Riche verneem ik, dat U op zijn voorslag genegen z'yt, mij met de benoodigde f 500.— uit de knellende verlegenheid te redden. Ik ben U voor deze vriendelijke hulp van harte dankbaar. Het vertrouwen, dat U mij bij deze gelegenheid schenkt, weet ik naar waarde te schatten; het gevolg zal bewijzen, dat ik het niet onwaardig ben. Ten minste binnen een jaar hoop ik in staat te zijn, de geleende som terug te geven, en in dat vooruitzicht, zend ik U inliggende acceptatie. Gelief daarmee de verzekering aan te nemen van de hoogachting van hem, die de eer heeft te zijn
Uw Weled8. dankb. en onderd. dienaar, Hoorn, 31 Nov, 18 . . J_ Smalle,
264. Dankzegging bij de terugbetaling eener
geleende som.
Batenburg, 17 April 18 . .
Hooggeachte Heer,
Eindelijk ben ik zoo gelukkig, U de mij geleende som te kunnen teruggeven. Ik haast mij deswege, ze U hierbij over te maken met mijn hartelijke dankbetuiging, terwijl ik tevens uwe verschoonende goedheid inroep voor de vertraging dezer teruggave. Edele menschenvriend! hoe zou ik immer bij machte wezen, uwe mij bewezen weldaad naar waarde te erkennen. Gij zijt mij als een redder in den nood verschonen, en dat wel met geheel vrijwillige aanbieding uwer hulp. Wat zouden woorden dan vermogen om een dankgevoel uit te drukken, dat nimmer uit mijn hart verdwijnen zal. Schenk mij ook voorlaan uwe genegenheid, en neem de verzekering aan van de oprechte dankbaarheid en onbepaalde hoogachting, waarmede ik steeds blijf.
Hooggeachte Heer,
UWEdquot;. DwDienaar, F. Verloren.
265. Dankbetuiging voor eene bevordering.
Hoogwelgeboren Heer,
Met een levendig gevoel van dankbaarheid veroorloof ik mij de gevoelens van mijn hart uit te drukken voor de vriendelijke bemoeiing, door Uw HWelgeb. tot mijne bevordering met zooveel welwillendheid en met zulke heerlijke gevol-
241
gen aangewend. Het is alleen aan deze menschlievende belangstelling, dat ik het geluk heb te danken, de toekomst thans met gerustheid te gemoet te kunnen zien. Was mijn hart door kommer en zorgen beangst, thans gevoelt het zich daarvan ontheven, zoodat mij niets meer hindert om mij, gelijk ik steeds wenschte, met een vurigen ijver en met al de inspanning van mijne vermogens aan mijne beroepsbezigheden toe te wijden.— Ja, HWelgeb. Heer! een geheele gelukkige familie brengt u met mij haren vurigen dank toe, en vereert U als haren weldoener.
Wat mij in het bijzonder aangaat, ik maak het mij tot een onverbrekelijken plicht. Uw HWelgeb. door onafgebroken inspanning van alle krachten te bewijzen, dat de toegenegenheid van Uw HWelgeb. aan geen ondankbare werd betoond, en dat ik steeds met ware hoogachting ben.
Hoogwelgeboren Heer,
Uw Hoogwelgeb'. zeer • • gt; (len • is dankbare en onderdanige dienaar,
J. P. Vebstfxe.
266. Zelfde onderwerp aan eene Dame van adel.
Hoogwelgeboren Vrouwe,
Niet Ie vergeefs heb ik alzoo om uwe tusschen-komst te mijnen behoeve verzocht; door den veelverrnogenden invloed van den Hoogwelgeboren Heer uw echtgenoot is mij nu inderdaad het geluk ten deel gevallen, dat ik den begeerden post heb bekomen. Ik gevoel en erken met warme dankbaarheid, hoeveel ik aan de welwillende medewerking van Uw HWelgeb. hierin verschuldigd ben. Wal vermag niet de liefelijke stem eener teeder beminde gade, indien hare welluidende woorden worden bestuurd door menschlievendheid en belangstelling in het geluk van anderen! Wie zou beter dan zij in staat zijn om invloed op hem uit te oefenen, en zijn werkzaam streven tot een hooger, edeler doel op Ie voeren.
Ik ken, HWelgeb. Vrouwe, den plicht, die nu op mij rust. Al mijne vermogens zal ik inspannen, om de bescherming en hulp, die eene der beminnenswaardigste en verstandigste dames mij wel wilde verleenen, mij ten volle waardig Ie maken. Langs dien weg toch zal ik het best den warmen dank en de ongeveinsde hoogachting aan den dag leggen, waarmede ik steeds zijn zal.
Hoogwelgeboren Vrouwe,
Uw zeer verplichte en Né • ■ 18- • gehoorzame dienaar,
R. Sa pi us.
242
267. Dankbetuiging aan een' Vriend wegens zijn toezicht over een Zoon.
Geertruidenberg. den 8sten September 18 . .
Hooggeachte Vriend,
Uwe geëerde lelteren van gisteren heb ik behoorlijk ontvangen. Met is voor mij geen kleine geruststelling, de verzekering te hebben, dat mijn zoon zich onder de oogen van zulk een vaderlijk gezinden vriend bevindt. Ontvang vooral mijn dank voor zijne vriendelijke opnume in uwe woning; ontvang dien ook voor hetgene gij reeds aan hem gedaan hebt en in 't vervolg nng doen zult. Het strekt mij lot een bijzonder genoegen, dat hij aan uwe tafel zal spijzen, ofschoon dit slechts kan geschieden onder voorwaarde, dat hij daarvoor evenals andere'kostgangers betaalt; want uwe groote bereidwilligheid moet geenszins met verdere opofferingen gepaard gaan. Is het niet reeds genoeg, dat hij in uwe huiselijke genoegens deelt? dat gij hem met raad en daad bijstaat en het beheer over zijne gelden op u neemt ? Op geenerlei wijze moet hij u kosten veroorzaken, weshalve ik u dringend verzoek, ook de geringste uitgave op mijne rekeninpr te stellen ; want alleen onder deze bepalinquot;: kan ik gerust zijn. De gedachte, dat ik u een last had opgedragen, zou alle vreugde over eene zoo goede verzorging-bij mij verstoren.
Het zou overtollig zijn, aan een vriend zooals gy zijt, mijn zoon nogmaals aan te bevelen ; alles overtuigt mij, dat gij hem als uw eisen kind behandelen zult.
Nog heb ik slechts te wenschen, dat hij zich uwer welwillendheid waardig zal maken, en dal gij nimmer berouw zult hebben over hetgeen gij aan hem gedaan hebt.
Dat de goede God u daarvoor zegene, terwijl een oprecht gevoel van dankbaarheid u verzekert van de oprechte vriendschap, waarmede ik onophoudelijk zijn zal
Uw zeer hoogachtende M. Recht.
268. Dankbetuiging voor de deelneming in een ongeluk.
Hooggeachte Vriend,
Hartelijk dank voor uwe welgemeende deelneming in het ongeluk, dat mij arelroffen heeft door mijn been te breken. Ik hoop door de goedheid van God en door de bekwame hulp van mijn heelmeester weldra weder volmaakt hersteld te zijn.
243
De Algoede behoede u, zelfs mijne vijanden, voor heigeen ik heb uitgestaan. Het waren dagen van zware beproeving, aan welke ik niet dan met huivering zal terugdenken, en toch moet ik mij, wegens de goede zetting van het zoo onmisbare lid, zeer gelukkig achten.
Vaarwel, beste Vriend! houd in uw welwillend
aandenken
D. . den is Sept. 18 . . üw oprechten vriend
F. Werner.
269. Dankbetuiging wegens de mededeeling van een aangename zaak.
Zeer geachte Vriend,
Uw aangename, vriendelijke brief is mij door den bode geworden. Ik verzeker U, dat de inhoud mij ongemeen heeft verheugd. Ontvang daarvoor mijn hartelijken dank en deel mij weldra meer dergelijke berichten mede. Dit verzoek moest ik mij eigenlijk niet veroorloven; want het zweemt naar eigenbelang; doch ik ken uwe goede gezindheid en heb geene vrees, door u miskend te zuilen worden.
Beveel mij in de vriendschappelijke genegenheid van uwe lieve gade en beminnelijke kinderen, en wees steeds mijn vriend, zooals ik te allen tijde zal wezen
Uw Vriend,
Haarlem, den ISden Dec. 18 .. L_ Koster.
- - ■gt;^yV'jV\AAArUWl-rgt;
16*
Wij achten het niet ondienstig, bij dit hoofdstuk op te merken dat in al de brieven, van welken inhoud ook, onder deze rubriek voorkomende, aan den geadresseerde de titel dient gegeven te worden, die hem toekomt, zooals; Weledele Heer, Weledelgeboren Heer, enz,, enz. Voor de titelatunr verwijzen wij overigens naar de Inleiding.
WTat de plaatsing van het Adres zelve aangaat, dit wordt quot;eheel onderaan op de voorste bladzijde van den brief aan de finker- of binnenzijde geschreven, en wel, indien de brief aan particulieren gericht is; is hij echter aan handelaren gericht, dat wil zesgen, tusschen handelaren onderling, dan eischt de koopmansstijl het adres geheel bovenaan te plaatsen aan de rechter-of buitenzijde en dus zoodanig, dat men eerst het adres en dan den datum zet, terwijl men dan zich in de titelatuur bepaalt tot Mijnheer of Mijne Heeren.
1. Bij de aflevering van bestelde goederen.
Leiden, 17 Aug. 18 . .
Mijnheer,
Ingesloten nemen wij de vrijheid u de rekening te doen geworden van de heden aan u geleverde goederen, niet twijfelende of zal accoord worden bevonden.
Met achting hebben wij de eer te zijn
Uw D.W. Dienaar A. Bos amp; Ce.
Den Heere A, van Berkel, te Oestgeest,
2. Over het afgeloopen jaar, half jaar.
Prineenhage, -29 Juli 18 . .
Weledelgeboren Heer,
Hiernevens heb ik de eer mijne rekening over het afgeloopen jaar (1 of 2 haltjaar) 18.. te doen geworden, niet twijfelende of zij zal accoord bevonden worden.
245
Mij opnieuw in de voortduring van uwe gunst aanbevelende, heb ik de eer met hoogachting te zijn
Weledelgeboren Heer, Uw Dw. Dienaar, L. Speiskart.
Den Weledelgeb. Heer f Ruitenschild, alhier.
3. Nieuwe inzending van rekening.
Leiden, October 18 . .
Weledele Eeer,
!k neem de vrijheid u de rekening ten bedrage van ƒ . • ■ nogmaals toe te zenden, niet wetende ot zoodanige toezending in Januari jongstleden al dan niet heeft plaats gehad.
Met hoogachting heb ik de eer te zijn,
Weledele Heer, Uw D.W. Dienaar P. Soet.
Den Weledelen Heer P Jannink, alhier.
4. Op verlangen van den debiteur.
Utrecht, 16 Aug. 18 . .
Weledele Heer,
Ingevolge uw verlangen heb ik de eer u hierbij de rekening van het tot op heden aan u geleverde toe te zenden.
Hopende weldra met nieuwe orders door u vereerd te worden, waartoe ik mij beleefdelijk aanbeveel, heb ik de eer met hoogachting te zijn.
Weledele Heer, Uw Dienstw. Dienaar, G. Q. Notekraaker.
Den Weledelen Heer J van Oost, alhier.
5. Over het te hooge bedrag der rekening.
Den Heere J. Beitel, Mr. Timmerman, alhier.
Oudewater, 14 Sept. 18 . .
Mijnheer,
Bij het doorloopen uwer rekening zie ik tot myne bevreemding, dat sommige posten niet zijn overeenkomstig uwe opgaven. Ik vind namelijk daarin, dat het door u gezette kippenhok met loop genoteerd is voor f 150.
246
Dit bedrag is minstens f 25 te hoog, zoodat ik u moet verzoeken deze f 25 van het totaal af te trekken; over het bedrag uwer rekening kunt gij alsdan beschikken.
Met achting Z. van Klarenbeek.
6. Over posten die reeds betaald zijn.
Den Heere J. INijland, alhier.
Apeldoorn, 1 Februari 18 . .
Mijnheer,
Ik heb uwe rekening ontvangen, maar vind daarop tot mijne verbazing: tien el buckskin a f 3,50, welke post u reeds drie maanden geleden betaald is.
Ik zie dus eene verbeterde rekening te gemoet.
Uw üw. Dienaar, Z. ZwARTKAP.
7. Over posten die niet geleverd zijn.
Den Heere A Cohen, alhier. Oudewater, 4 Maart 18 . .
Mijnheer,
Tot mijne groote verwondering vind ik op uwe rekening de navolgende posten, die mij niet geleverd en ook niet door mij besteld zijn, naraelijk :
1 doz. tafelmessen a.....f 4.20
1 voorsnijmes en vork a .... ƒ 4.00
Ik verzoek u dus mijne rekening met f 8.20 te
verminderen.
Met achting,
Uw Dw. Dienaar, P. C. Accuraat.
Den Heer N. Schepel te Amsterdam, 's Hertogenbosch, » Maart 18 . .
Mijnheer,
Uwe rekening over het eerste half jaar 1873 a f 70.50 is niet accoord met mijn boek.
247
Ik vind daarop onder datum van 12 Mei; 1°. 3 dozijn vellen schapenleer voor f 50.00 2°. \ dozijn kalfsleder a f 12.00
Deze beide posten zijn mij niet geleverd; wel is waar gat' ik ze u op tijdens uw bezoek ten mijnent op den lO4quot; Mei, doch reeds den volgenden dag verzocht ik u schriftelijk die order niet uit te voeren, en gaf u toen tevens eene nieuwe order, die dan ook op uwe rekening onder 17 Mei voorkomt, ten bedrage van f 70.20.
Ik moet u dus verzoeken mijn debet met Zquot;62.00
te ontlasten.
Met achting
üw Dw. Dienaar, P. Rekenaar.
9. Over het ontvangen van eene rekening, die reeds vroeger betaald is.
Den Heere A. S. Kwant, te Doesburg. Amsterdam, 9 November 18 . .
Mijnheer,
De toezending uwer rekening over bet derde kwartaal van dit jaar is zeker eene vergissing, daar dat bedrag reeds den 23sten October betaald is, zooals de eigenhandig door n gekwiteerde rekening uitwijst en waarvan gij het bedrag niet in mijn crediet schijnt geboekt te hebben. Ik moet u doen opmerken, dat dergelijke abuizen niet pleiten voor eene accurate boekhouding.
F, de Lange.
10. Verzoek tot betaling.
Haarlem, 8 October 18 . .
Weledele Heer,
Wij nemen de vrijheid u inliggende nota toe te zenden, u beleefdelijk herinnerende, dat dit bedrag nog in mijne boeken open staat, niet twijfelende of zulks is tegen uwe bedoeling.
U verschooning vragende voor deze vrijmoedige herinnering hebben wij de eer met hoogachting te verblijven.
Weledele Heer Uw ZeerDw. dienaren,
Gebr. Post.
Den Weledelen Heer F. Cosijn, alhier.
G248
U. Dito met beleefden aandrang.
Rotterdam, 4 Mei 18 . .
JVeledele Heer,
Door deze neem ik de vrijheid u beleefdelijk fe herinneren, dat mijne rekening over 1872 ten bedrage van f 70.— tot heden onbetaald is gebleven. Gaarne zou ik nog eenigen tijd met deze herinnering gewacht hebben, ware het niet, dat ik overmorgen een wissel van een groot bedrag moet betalen en voor het oogenblik de daartoe benoodigde som niet in kas heb, weshalve ik mij verplicht zie, alle beschikbare posten met beleefden aandrang op te vragen.
In het vertrouwen dat gij mijn vriendelijk verzoek niet ten kwade zult duiden, heb ik de eer met achting te zijn
Weledele Heer, Uw Dw. Dienaar, D. Koolhaas.
Den Weledelen Heer A. Meier, alhier.
Den Heere Halskamp, alhier.
Zierikzee, 14 September, 18 . .
Mijnheer,
Tot heden is door u nog niet betaald mijne rekening over 1872, ten bedrage van f 75,96, die wij u hier ingesloten andermaal toezenden.
Deze zaak wenschten wij thans gaarne spoedig vereffend te zien.
In afwachting verblijven wij met achting
Polak en Aronson.
Den Heere S van Schaik, alhier.
Gouda. April 18 .
Mijnheer,
Ter voorkoming van onaangenaamheden geven wij u ernstig in overweging, ons alsnog binnen 14 dagen het door u verschuldigde over 1872 f 50,—-, dat gij ten gevolge, van uw laatste schrijven in de maand November laatstleden zoudt betaald hebben, te voldoen.
In afwachting daarvan, verblijven wij uw Dienaren P. Stratemeijer en Zn.
quot;249
14. Dito met krachtige bedreiging.
Den Heere P. Zorgman te Breukelen Amsterdam, lü Juli 18 . .
Mijnheer,
Daar wij u herhaalde malen te vergeefs oin betaling verzocht hebben van de f 40.—, die wij nog van u te vorderen hebben, blijft ons niets anders over dan u eene laatste maal ernstig aan te manen, dat bedrag binnen vier dagen na heden te voldoen, daar wij ons in het tegenovergestelde geval tot ons leedwezen verplicht zullen zien u tot de betaling gerechtelijk te noodzaken.
Uwe Dw. Dienaren, Van Bekkel $ Gie.
15. Betaling op ontvangene herinnering.
Den lleere C. Daalmans te Gorredyk.
Appingaclam, Aug. 18 . .
Mijnheer,
Naar aanleiding uwer letteren van gisteren haast ik mij u hierbij te doen toekomen ƒ 26.— ter volSoening uwer rekening.
CJwe kwitantie voor dit bedrag tegemoet ziende
verblijf ik
Uw Dw. Dienaar, P 0verbosctl.
16. Betaling na het ontvangen van een maanbrief.
Den Heere H. C. Edauw Jr. te Broek.
Gouda, 18 Januari 18 . .
Ingesloten gaat een postwissel groot f 37.— ter voldoening uwer rekening.
Het bevreemdde mij ten zeerste, dat gij het noodig oordeeldet mij om dit bedrag zoo dringend aan te manen, daar u bekend is, dat eene eenvoudige herinnering voldoende ware geweest om u betaling te doen erlangen.
Zend mij van dit bedrag per keerende kwitantie.
In afwachting daarvan
250
17. Dito.
Den Heer L. van Delden te Vlissingen.
Breda, 4 Juni 18. .
Mijnheer,
Ten einde van verdere maanbrieven verschoond te blijven, en u over het bedrag van uwe rekening te mijnen laste gerust te stellen, zend ik u hiernevens :
Een postwissel groot. ... ƒ 15.— i) bankbiljet n0. 11024, groot - 50.—
Twee postzegeltjes van 2 ct. . - —.04
ƒ 54.04
voor welk bedrag ik per keerende kwitantie verwacht.
18. Weigering van betaling van eenen wissel.
Den Heeren lios amp; Co. te Nperk.
Putten, 7 Aug. 18 . .
Mijne Heeren,
Heden werd mij gepresenteerd uw wissel, groot ƒ450:—, en daar dit bedrag niet accoord is met mijne boeken, volgens welke gij slechts ƒ 400:— van mij te vorderen hebt, zoo heb ik den wissel tot mijn leedwezen niet kunnen honoreeren.
Ik twijfel niet of gij zult bij 't nagaan van uw boek bevinden, dat dit abuis van ƒ 50.— bij u schuilt, en ik haast mij u van de weigering van uwen wissel kennis te geven, onder bijvoeging, dat de ƒ 400:— op eerste vertoon van uwen verbeterden wissel betaald zullen worden.
Met achting heb ik intusschen de eer te zijn
Uw Dw. Dienaar, F. de Hondt.
19, Omdat de vervaltijd nog niet daar is.
Den Heere W. Put te den Helder.
Amsterdam, 4 Maart 18 . .
Mijnheer,
Tot mijne verwondering werd mij heden eene door u op mij afgegevene kwitantie, groot ƒ 60,20 gepresenteerd. De betaling daarvan heb ik echter geweigerd, aangezien de vervaldag
van dat bedrag eerst op deu 20sten der volgende maand valt, ingevolge onze indertijd gevoerde briefwisseling.
U mijne reden van weigering opgehelderd hebbende heb ik de eer te verblijven,
Met achting,
Uw üvv. Dienaar L. Houwvast.
20. Toezending van kwitantie.
Den Heere Z. Dwars te Groningen.
Rotterdam, 9 September 18 . .
Mijnheer,
Onder dankzegging voor de toezending van het bedrag van ƒ 35,-40, mij geworden met uwen geëerde van heden, haast ik mij u daarvoor inliggende kwitantie te doen geworden.
Mij bij vernieuwing aanbevelende, heb ik de eer met de meeste achting te zijn
Uw Dw. Dienaar 0. PlETERSEN.
21. Dito.
Gouda, 27 Mei 18 . .
Weledele Heer,
Door dezen heb ik de eer u de goede ontvangst te berichten uwer letteren van eergisteren, inhoudende een wissel groot ƒ 110,50 op Dege.nkamp $ 0°. alhier, strekkende ter voldoening mijner rekening A0 P0, voor de prompte voldoening waarvan ik u mijn dank betuig.
Mijne firma bij vernieuwing in uwe hooggeschatte gunst aanbevelende, heb ik de eer met hoogachting te blijven
Uw Dienstw. Dienaar G. Zilverman.
Den Weledelen Heer A. P. E. Kool te Jutphaas.
XV.
Algemeene Voorschriften.
Reeds in de inleiding tot het 9de Hoofdstuk blz. 186, hebben wij met een enkel woord van de verioekschriflen, enz. gewaagd (zie aldaar). Over't geheel zijn de regels, die wij daaromtrent verzoekende brieven in 't algemeen gegeven hebben, ook van toepassing op de eigenlijke Verzoekschriften of Requesten; doch de vorm, waarin deze laatsten zijn vervat, de wijze van voordracht, enz., maakt ze tot eene geheel eigenaardige soort van brieven, afwijkende van alle andere.
Men maakt een onderscheid tusschen smeekschriften en ver-zoekschriften: de eersten noemt men zoodanige schriftelijke verzoeken of beden, welker vervulling geheel en al afhankelijk is van de welwillendheid of de willekeur van hem, aan wie zij gericht zijn, en waarbij men zich op geenerlei recht kan beroepen; terwijl verzoekschriften (requesten, adressen) zich gronden op het recht, dat aan ieder onderdaan bij art. 9 der Grondwet is toegekend, om zijne belangen schriftelijk aan de bevoegde autoriteit in te dienen. Het bedoeld artikel luidt aldus: «leder ingezeten heeft het recht om verzoeken aan de bevoegde macht schriftelijk in te dienen, mits die persoonlijk en niet uit naam van meer worden onderteekend, welk laatste alleen kan geschieden door of van wege lichamen, wettelijk samengesteld of als zoodanig erkend, en in dat geval niet anders dan over onderwerpen, tot hunne bepaalde werkzaamheden behoorende.quot; —Den naam van petitie geeft men doorgaans alleen aan zoodanige ver-zoek- of klaagschriften, die een min of meer algemeen belang gelden en door verscheidene personen onderteekend worden.
Bij het opstellen van een request, van welken aard het wezen moge, behoort men dan eerst en voor alles te weten, aan wien of aan welke autoriteit het gericht moet worden. Daarvan toch hangt voor den verzoeker juist datgene af, wat hem het meest ter harte gaat, namelijk een spoedig antwoord op zijn request. Geeft men zijn schrijven eene verkeerde richting, dan is het onvermijdelijk gevolg eene afwijzing, met bijvoeging, dat de ont-
vanger de bevoegdheid niet heeft om over den inhoud van 't verzoekschrift te beschikken. Men ziet zich dus genoodzaakt, op de eene of andere wijs tot de kennis te geraken van de autoriteit, aan wie men zich had behooren te wenden, terwijl men intusschen vergeefsche kosten en moeiten, en vooral tijdverlies te betreuren heeft. Ja, zelfs kan zoodanige verkeerde richting ten gevolge hebben, dat eene beschikking, die anders waarschijnlijk gunstig zou geweest zijn, nu integendeel ongunstig wordt. Dit is vaak het geval, wanneer men zich wendt tot eene hoogere macht dan die, waarbij het verzoek behoort; deze stelt het verzoek in handen eener mindere autoriteit, om daarop te beschikken of te dienen van advies. Hoe licht kan nu die mindere autoriteit zich door den requestrant gepasseerd of voorbijgegaan, en alzoo, hetzij met recht, hetzij uit trots of kleingeestigheid, zich beleedigd achten. Welke uitslag alsdan het verzoekschrift te wachten staat, laat zich wel raden.
Do Koning verleent een onmiddellijken toegang aan alle onderdanen. Burgerlijke personen vermogen zich rechtstreeks bij alle overheden Ie vervoegen, doch militairen moeten hunne verzoekschriften, voor zoover die geen burgerlijke zaken betreffen, of iets waarin het deparlement van oorlog geen gezag heeft, door tusschenkoir.st van hunne bevelhebbers indienen; hunne belangen zijn door bijzondere verordeningen geregeld. — Burgerlijke personen, die voor hunne in dienst zijnde personen iets te verzoeken hebben, wenden zich, voor zoover de bevelhebbers, onder wier onmiddellijk bevel zij staan, niet bevoegd zijn daarover te beschikken, aan Zijne Excellentie den Minister van Oorlog. Voor zoover den dienst aangaat, worden deze verzoeken aan die bevelhebbers medegedeeld, om daarop hun bericht in te dienen. De Koning stelt de aan hem gerichte verzoeken te dien einde in handen der betrokkene ministers, en deze aan de gewestelijke overheden en referendarissen.
Over hel algemeen is het echter een ieder, die niet genoegzaam met den gang der verzoekschriften bekend is, bij het indienen daarvan aan te raden, eenen deskundige te raadplegen, of liever, vooral in belangrijke zaken en om misvattingen en teleurstellingen voor te komen, aan zoodanig persoon het opstel en de geheele bezorging over te laten. Mocht iemand dit evenwel niet verkiezen, dan heeft hij vooral op de volgende dingen nauwkeurig te letten.
In alle verzoekschriften is de aanhef doorgaans nagenoeg in dezelfde bewoordingen vervat. Aan den Koning heet het doorgaans: «Geeft met diepen (of met den diepsten) eerbied te kennen;'' — aan de Ministers, de Commissarissen des Konings, de Staten-Generaal, de Gedeputeerde Staten, enz. luidt het; «Geeft
'254
met den meesten (of met bijzonderen, of met verschuldigden) eerbied te kennen;quot; — Onmiddellijk na deze woorden raaakt de verzoeker zich bekend. Het verzoek zelf wordt voorafgegaan van een kort, wel geordend, waar verhaal, of van eene welin-gekleede voorstelling van den toestand, waarin wij ons bevinden, en welke ons tot het verzoek aanleiding geeft. Dan worden de gronden in volgorde (ieder op een nieuwen regel) zoo aangevoerd, dat de zwakke voorafgaan, en de rneer nadruk bijzettende bet laatst komen. Daarbij wordt ook alles vermeld, wat ons inet moed, met hoop en vertrouwen vervult, zooals b. v. de vaderlijke liefde van den regent, de genade des Konings, de rechtschapenheid des rechters, de nood waarin wij ons bevinden, kortom alles, wat bevorderlijk kan zijn om den ontvanger van het verzoekschrilt voor ons in te nemen. Alle omstandigheden, die aangevoerd worden, moeten den toets der gestrengste waarheid kunnen doorstaan en met bescheidenheid worden voorgedragen Valsche beschouwingen kunnen tot niets leiden, en ons slechts in een kwaad daglicht plaatsen. — De geheele voordracht van zulke verzoekschriften moet bondig, edel en krachtig zijn; een al te klagende, kruipende stijl maakt dikwijls een slechten indruk, en geeft eene ongunstige meening van hem, die zich er door vernedert. Van nog slechter uitwerking zijn stoute en onbeschaamde aanzoeken. Bescheidenheid, ontzag en waarheidslielde zijn volstrekte voorwaarden. — Na al zijne motieven opgesomd te hebben, geeft de schrijver te kennen wal hij eigenlijk wenscht, en besluit dan zijn request in den gebrui-kelijken vorm.
De wijdloopigheid, waarmede men dikwijls een verzoek uitdrukt, wordt vermeden, als men de feiten, waarop men zich beroept, door bijlagen kan staven; men teekent ze met A, B, C enz., en haalt alleen aan; zie bijlage A of B enz.
De Rijksbelasting is verdeeld in:
1°. (irondbelasting (belasting op onroerende eigendommen, zoo gebouwde als ongebouwde), 2°. Personeele belasting (belasting a. op de huurwaarde van gebouwde perceelen, lgt; op deuren en vensters, c. op haardsteden, d. op bet mobilair, e. op het houden van dienst- en werkboden, f op het houden van paarden) en 3°. Patentrecht.
De plaatselijke belasting wordt van wege hel gemeentebestuur geheven.
De voldoening van de Rijksbelasting geschiedt bij den ontvanger der directe belastingen ; die van de Plaatselijke belastingen Bij den gemeente-ontvanger.
De belastingschuldige ontvangt een aanslagbiljet, inhoudende het bedrag der verschuldigde som, waarvoor hij, heizij ten ge-
255
volge zijner eigene aangifte, hetzij ten gevolge van de indertijd door hem gevraagde schatting, is aangeslagen geworden. Zulk een aanslagbiljet ontvangt hij eerst dan, als het kohier der belasting invorderbaar (executoir) is verklaard en daarvan eene openbare afkondiging heeft plaats gehad.
Bij het ontvangen van het aanslagbiljet kan men verraeenen, dat men te hoog, verkeerdelijk of ten onrechte is aangeslagen.
Heelt men het voornemen zich over te hoogen of verkeerden aanslag te beklagen, dan vraagt men bij het voldoen der ver schenen termijnen (behalve de kwitantie welke de ontvanger daarvoor geeft), eene duplicaat-kwitantie, zoomede een extract uit den Legger (bij patentrecht), of wel een extract uit het Register der belastingschuldigen (bij andere belasting).
Daar zoodanig extract, hetzij uit den Legger of uit het Register, den aanslag, waarover men zich beklagen wil, moet inhouden, is het steeds aan te raden, bij het aanvragen van zoodanig extract op te geven, tot welk doeleinde men dit verlangt.
Reclamatiën in zake van aanslag der Plaatselijke belasting moeten bij het gemeentebestuur, in zake van aanslag in de Rijksbelasting bij Gedeputeerde S:ateii der provincie worden ingediend.
Men kan zijne reclame rechtstreeks aan Gedeputeerde Staten der provincie inzenden, of wel zulks doeu door tusschenkomst van den controleur. In het laatste geval geeft de controleur een bewijs af van de ontvangst der reclamatie.
Zoodanige reclamatie aan Gedeputeerde Staten, hetzij rechtstreeks of door tusschenkomst van den controleur, moet worden ingeleverd uiterlijk binnen drie maanden na den dag, ivaarop door het plaatselijk bestuur is afgekondigd, dat het collier executoir is verklaard (dat wil zeggen : invorderbaar gesteld).
De reclamatie moet op zegel geschreven zijn en daarbij overgelegd worden de duplicaat-kwitantie en het extract, over welke beide stukken wij hierboven hebben gesproken In de reclamatie moet duidelijk omschreven staan waarmede men zich eigenlijk bezwaard acht, en op grond waarvan. Hierbij is nog op te merken, dal de zes hierboven genoemde soorten van personeele belasting de grondslagen geheeten worden, derhalve noemt men : de huurwaarde den In grondslag, de deuren en vensters den 2n grondslag, de haardsteden den 3n grondslag, hot mobilair den An grondslag, de dienst- en werkboden den 5n grondslag, en de paarden den 6n grondslag.
Geldt dierhalve de reclamatie eenigen aanslag in de Personeele belasting, zoo dnide men bepaald aan, dat men zich bezwaard acht met den aanslag, waarmede men naar den zooveelsten grondslsg is belast.
Na het indienen van eene reclamatie raag de belastingschul-
256
dige zich niet onttrekken aan de betaling van de later verschijnende termijnen van den aanslag, maar is hij verplicht die geregeld te voldoen, bij gebreke waarvan hij zich aan de gewone vervolging zou blootstellen. Bij gunstige beschikking op zijne reclamatie wordt hein het te veel betaalde toch teruggegeven.
Heelt een woonhuis gedurende hel geheele jaar ledig gestaan, dat wil zeggen van den eersten Mei af tot den laatsten April van het volgende jaar, of is het gedurende dien tijd niet langer bewoond geweest dan tien dagen, zoo kan deswege (al is het gebouw gedurende dien tijd voorzien gebleven van meubelen) gereclameerd worden bet bedrag der grondbelasting; bij dergelijke reclamatiën moet (zie boven) worden overgelegd de duplicaat-kwitantie en het extract, benevens eene verklaring van het gemeentebestuur, dat hei gebouw gedurende den aangeduiden tijd niet bewoond is geworden.
Om dezelfde reden kan gereclameerd worden het bedrag der geheele personeele belasting, en daarbij behoeft slechts te worden overgelegd de duplicaat-kwitantie en het extract hierboven omschreven, zijnde deze reclamatiën ter zake van personeele belasting, volgens het, 2e lid van art. 5 der Ministeriële resolutie van 23 Februari 1844 vrijgesteld van de verplichting om eene verklaring van het gemeentebestuur over te leggen.
Dergelijke reclamatiën mogen niet eerder ingediend worden dan na afloop van het dienstjaar voor de personeele belasting, nief eerder dan na 30 April, en niet later dan uiterlijk op 30 Juni.
Zij, die zich voor primo November van het loopende dienstjaar ontdoen van paarden, of ze eene andere bestemming geven, waardoor zij van die belasting zijn vrijgesteld, kunnen eene reclamatie indienen om zes maanden afschrijving van hunnen aanslag, die echter vóór '1 November moet zijn ingediend. Daarop wordt geen beschikking genomen dan na afloop van het dienstjaar, en intnsschen moet men geregeld voortgaan met het bedrag van den aanslag aan Ie zuiveren, wordende hem later, bij gunstige beschikking op zijne reclamatie, het te veel betaalde teruggegeven.
Zoo is op het patentrecht eveneens afschrijving te bekomen, b. v. iemand, die gepatenteerd is, komt te overlijden, en zijne zaken worden door de erfgenamen niet voortgezet; dan kunnen die erfgenamen afschrijving vragen, doch moeten beginnen met de verschenen termijnen te betalen, met inbegrip van de maand, waarin het overlijden heeft plaats gehad.
Voorts moeten zij zich binnen drie maanden na dat overlijden schriftelijk aanmelden bij het collegie van controleur en zetters met de uitdrukkelijke verklaring, dat zij de zaken van den overledene niet voorlzetlen, en op grond daarvan voor de nog verschuldigde termijnen van den aanslag afschrijving verzoeken.
257
üp dezelfde wijze kan binnen drie maanden na bet overlijden bij controleur en zetters aïscbrijving gevraagd worden, zoo ; de erfgenamen van eenen overledenen belastingschuldige diens vaartuig niet aanbonden. Ingeval de termijnen, die nog vervallen moeten reeds voldaan waren, zoo beeft er teruggave van dat betaalde plaats.
De palentplicbtige zelve kan ook afscbnjving vragen, zoo mede scbriftelijk aan controleur en zetters, en wel wanneer een scbip of vaartuig verongelukt, en wanneer een scbip of vaartuig gesloopt wordt; in het eerste geval binnen een maand na den dag, waarop bet ongeval plaats vond, in het tweede geval voordat de slooping een aanvang heeft genomen, en evenals bij reclamatién aan Gedeputeerde Staten de besprokene duplicaat-kwitantiën en extract moeten overgelegd zijn, even zoo moeten bij reclamation aan het college van controleur of zetters het patent en de meetbrief gevoegd worden.
22. Verzoek om audientie aan Z, M. den Koning.
Aan
Zijne Majesteit den Koning.
Sire,
Geeft met den diepsten eerbied te kennen: Johannes Woutersen, uitgever en drukker, wonende te Nieuwe Diep,
dat het voor bem van het uiterste gewicht is aan Uwe Majesteit persoonlijk te mogen voordragon zijne belangen in zake van..................
dat bij doordrongen is, dat Uwe Majesteit steeds, waar geen overwegende redenen zulks verhinderen, toegankelijk is voor ieder zijner onderdanen;
weshalve bij, adressant de vrijheid neemt met den diepsten eerbied te verzoeken, dat het Uwe Majesteit goedgun-stiglijk moge behagen, bem te veroorloven bij de eerstvolgende audiëntie zijne belangen persoonlijk te komen nederleggen aan de voeten van den Troon.
Hetwelk doende enz. J. Woutersen.
Niewe Diep,
den liden Mei 18 . .
17
258
23. Verzoekschrift eener Officiersweduwe om toelating van haren Zoon op de Militaire Akademie.
Aan
Zijne Majesteit den Koning, Groothertog van Luxemburg, enz, enz., enz.
Sire,
Met den diepsten eerbied geeft te kennen Anna Maria de Wereld, geboren Smijthoff, wonende te Naarden, weduwe van Adkiaan Robbert de Wereld, in leven Luitenant ter zee 1ste klasse, ridder der Militaire Willemsorde -ide klasse;
dat haar zoon Willem de Wereld, blijkens bijgevoegd extract uit de registers van aangiften ter geboorte bij den burgerlijken staud te Sc/iierfaw. 13 jaren en 7 maanden oud, eene bepaalde neiging aan den dag legt voor Uwer Majesteits dienst bij het wapen der artillerie te land;
dat hij bij onderscheidene gelegenheden op do scholen blijken van vlugheid en vorderingen gegeven heeft in de reken-, meet-, aardrijks-, geschiedkunde en in de Nederlandsche, Fransche en Engelsche taal, en dat hij deze wetenschappelijke vakken nog met zeer goed gevolg tot genoegen van zijne onderwijzers voortzet, blijkens bijgelegd bewijs van den hoofdonderwijzer hier ter stede;
dat zij, willende voldoen aan de oproeping van zijne Excellentie den Heer Minister van Oorlog van den loden Mei II., haren hierboven vermelden zoon wenscht onderworpen te zien aan het vergelijkend examen ter plaatsing op de Militaire akademie te Breda;
dat zij als weduwe van zes kinderen, van welke de hier bedoelde zoon Willem op één na de oudste is, geene toereikende middelen bezit, om de kosten van zijne studie te bestrijden;
dat zij derhalve, op grond van het aangevoerde en van de lange cn eervolle dienstjaren van wijlen haren echtgenoot, die op het veld van eer voor zijn Koning en Vaderland met roem stierf, met den diepsten eerbied de vrijheid neemt. Uwe Majesteit ootmoedig te verzoeken, toe te staan, dat haar genoemde zonn Willem, na bij het onderzoek voldoende blijken van bekwaamheid gegeven te hebben, moge worden geplaatst, voor rekening van het Rijk, bij het wapen der Artillerie.
Hetwelk met den diepsten eerbied is doende, Naarden, A. M. smijthoff,
■20 Mei is .. we(j \ fj DE Wereld.
259
24. Verzoekschrift van eenen landbouwer tot ontslag voor zijnen zoon uit den militairen dienst.
Aan
Zijne Majesteit den Koning. Groothertog van Luxemburg, enz , enz., enz.
Sire,
Geeft met verschiildigden eerbied te kennen Evert Kouter, landbouwer, wonende op den Weithof onder Raalte, provincie Overijsel,
dat zijn oudste zoon, Knelis Kouter, in de maand Mei 1862 als loteling is in dienst gesteld bij het (5de Hegiraent Infanterie;
dat zijn jongere broeder, de eenige zoon, die heiii tot schraging in zijn beroep overbleef, reeds sedert ruim een jaar kwijnende is aan eene borlt;ttering, waardoor hij verder ongeschikt is voor eenig werk, blijkens het hierbij overgelegde bewijs van den geneesheer;
dat daarenboven hij. Evert Kouter zelf, in den afgeloopen winter het ongeluk heeft gehad zijn rechterbeen te breken, waardoor het buitenwerk door hein niet meer kan worden waargenoinen ;
dat, ten gevolge van dezen droevigen toestand van hem en zijnen jongsten zoon, alzoo het akkerwerk geheel aan vreemde handen en vreemd toezicht zou moeten toevertrouwd worden;
Zoo is het, dal hij Uwe Majesteit, op de hier aangevoerde gronden, zeer eerbiedig verzoekt, te willen toestaan, dat aan zijn hierboven vermelden oudsten zoon Knelis moge worden verleend: paspoort tot volkomen ontslag uit den militairen dienst tegen betaling van zoodanige somme gelds, als Uwe Majesteit, overeenkomstig de bestaande verordeningen, zal gelieven te bepalen.
... , ..... Hetwelk met allen eerbied is doende
Weithot onder Kaalte.
den 27iton Maart 18 . . hivert kouter.
25. Verzoekschrift aan den Koning om te mogen trouwen met de zuster zijner overledene vrouw
Aan
Zijne Majesteit den Koning der Nederlanden.
Geeft met den diepsten eerbied te kennen: Hendrik Chkistiaan van Leeuwen, winkelier te Groningen, geboren te Rotterdam;
17*
260
dat hij in het jaar 1864 in den echt getreden is met Maria Jacoba van Heem, geboortig van Kralingen, en dat hij na eene hoogstgelukkige echtvereeniging van slechts drie jaren het ongelukquot; gehad heeft genoemde echtgenoot door den dood te verliezen, hem nalatende twee kinderen, te jong, om de ontzettende ramp, die hen trot, te kunnen besetien;
dat hij thans, zoowel om zijnen beiden dochtertjes eene liefhebbende moeder als zichzelven eene zorgende echtgenoot te verschaffen, besloten heeft voor de tweede maal in den echt te treden, en wel met Johanna Hendfuka van Heem, jongere zuster zijner overledene echtgenoot;
dat hij echter tot dit huwelijk de toestemming
Uwer Majesteit behoeft;
dat hij de eer heeft de vereischte uittreksels uit de Registers van den Burgerlijken stand hiernevens over te leggen, bestaande in de geboorteacten van den suppliant en van Johanna Hendrika van Heem, alsmede de acte van overlijden zijner overleden vrouw;
Weshalve suppliant zich eerbiedig tot Uwe Majesteit wendt, met het nederig verzoek, dat het Uwer Majesteit behagen moge, hem toestemming te verleenen om een tweede huwelijk aan te gaan rnet bovengenoemde Johanna Hendrika van Heem.
't Welk doende Groningen, H. C. VAN LEEUWEN.
den Isten Februari 18 . .
26. Verzoekschrift om verlof tot het dragen van eene vreemde ridderorde.
Aan
Zijne Majesteit den Koning der Nederlanden.
Geeft met den diepsten eerbied te kennen Wer-nard Eduard van Straalen, koopvaardijkapitein, gedomicilieerd te Rotterdam,
dat hij met het barkschip Jacatra, toebehoorende aan de reederij der heeren Daalman en Horst, op de terugreis van Batavia het voorrecht heeft gehad, bij stormweder de gan-sche equipage te mogen redden van den te Antwerpen t huis behoorenden en naar Hamburg bestemden schooner la Belle Alliance, welk vaartuig lek geslagen en op het punt van zinken was;
dat het Z. M. den Koning der Belgen behaagd heeft, hem adressant, blijkens inliggend schrijven van den Bel-
261
gischen Minister van Binnenlandsche Zaken, mei tic Leopoldsorde te begiftigen;
weshalve hij zich, naar het voorschrift van art. 65 der Grondwet tot Uwe Majesteit wendt met het eerbiedig verzoek, dat het hem adressant vergund worde, de onderscheidingsteekenen der Leopoldsorde aan te nemen en te diagen.
Hetwelk doende, enz. den™quot;) 18 . . W. E. van slraalen.
27. Verzoekschrift aan den Koning van eene vrouw, om ontslag van haren man uit het werk-of tuchthuis.
Aan
Zijne Majesteit den Koning der Nederlanden, Groothertog van Luxemburg, enz , enz., enz.
Sire,
Geelt met den diepsten eerbied te kennen Carolina Berger, geboren Eikloof, wonende te Drummen, provincie Gelderland, huisvrouw van Karel Lodewijk Berger, daglooner in genoemde gemeente;
dat haar man het ongeluk heeft gehad, aan eene vrouw alhier, — die mij, zijne huisvrouw, op het oogenblik dat ik naar mijnen arbeid op het land zou terugkoeren, niettegenstaande mijne hooge zwangerschap, op den openbaren weg wilde slaan en mishandelen — eene ■wond aan het hoofd toe te brengen, waaraan zij langer dan 20 dagen, zonder haar werk te kunnen verrichten, bedlegerig is geweest, doch vervolgens geheel is hersteld, zoodat deze verwonding geen verder ongelukkig gevolg heeft gehad; waarom hij, Karel Lodewijk Berger, veroordeeld is tot eene gevangenisstraf van één jaar, en vervolgens, na uitwijzing van het vonnis, vervoerd is naar de gevangenis van misdadigers te Leeuwarden;
dat zij zich niet durft veroorloven, iets tegen de rechtvaardigheid dezer straf in te brengen; doch met allen ootmoed de vrijheid neemt, wegens de langdurigheid derzelve het volgende eerbiedig in 't midden te brengen:
dat haar man in deze gemeente algemeen bekend staat als een stil, vredelievend en werkzaam ingezeten, die nooit in zijn leven met iemand getwist, veel minder aan iemand bloedige wonden toegebracht heeft, en dat het hem ook in dit geval onbegrijpelijk is voorgekomen, hoe hij zich aan gemelde vrouw heeft kunnen vergrijpen, anders dan door den rechtmatigen toorn wegens de mishandeling van zijne zwangere vrouw;
262
dat, hoezeer deze omstandigheid niet voldoende is geweest om hem geheel van de straf der wet op de verwonding (e ontheffen, zij gehoopt had, dat de rechters hierdoor zouden geleid zijn tot eene minder strenge toepassing derzelve;
dat, behalve het aangevoerde, de straf, waartoe hij veroordeeld is, haar, onschuldige vrouw, die dagelijks liare bevalling te gemoet ziet, haar kind en haar ouden hnlpbehoevenden vader veel meer treft dan hem zeiven, die, aan sober voedsel en zwaren arbeid gewoon, voorzeker ten aanzien van zijn tegen-woordigen uiterlijken toestand—de vrijheid en de schande uitgezonderd — geene verergering heeft te vrcezen, en bij zijn werkelijk ontslag alleen die voldoening van een goed huisvader weder erlangt, om zijn zuurverdiend brood met zijne huisgenooten te deelen. welke tot dien tijd toe van alle bestaanmiddelen verstoken blijven.
Zoo is hef, dat zij, op grond van dit aangevoerde, allerootmoedigst zich tot Uwe Majesteit, den algemecnun Vader des Vaderlands, zoo geëerd en geëerbiedigd door zijne onderdanen, is wendende, met de bede, haren hierboven genoemden man, Karfx Lodewijk Bkrger, te verleenen: volle en geheele kwijtschelding van straf, met dat gevolg, dat hij binnen den korist mogelijken tijd uit zijne gevangenis worde ontslagen, en alzoo een arm, geheel hulpeloos huisgezin worde gered van den oever des afgronds, waarin het staat nedergeworpen te worden, en waarin het ongetwijfeld zal omkomen.
Hetwelk met den diepsten eerbied is doende Krummen, KaROLINA BkRGER,
ilen Oden December is . , oe^ Eikloqf
28. Verzoekschrift om eene betrekking.
Aan
Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken.
Geeft met den meest verschuldigden eerbied te
kennen:
Willem Hoefman, .sjouwerman, oud 36 jaren, geboren en thans woonachtig te H.
dat hij gedurende twaalf jaren het land getrouw gediend heeft, en in den krijgsdienst tot sergeant was opgeklommen; terwijl hij de vrijheid neemt de bewijsschriften van zijn eervol ontslag en doorloopend goed gedrag hiernevens te doen gaan;
dat hij na volbrachten diensttijd gehoopt had in eenige kleine betrekking te zullen geplaatst worden, waardoor
hij op een eerlijke wijze zijn brood zou kunnen verdienen, welke hoop tot op heden niet vervuld is;
en dat hij alzno zich heden lot Uwe Excellentie wendt, met de nederige bede, dat het Uwer Excellentie behagen moge, hem, den suppliant in ecnige betrekking als beambte aan de Staatsspoorwegen te plaatsen.
't Welk doende, • ' '18 Willem Hoefman.
29. Verzoekschrift om eenen pas, om buitenslands te reiden.
Aan
Zijne Excellentie den Minister, uan Binnenlandsche Zaken.
Met verschuldigden eerbied geeft Adriaan Plechtman, koopman in byouteriën te Kampen, te kennen, dat hij, uit hoofde van zijne hande!saangelet;enheden. verplicht is, eene buitenlandscbe reis te doen naar Neurenberg in Duitschland; weshalve hij onderdanig de vrijheid neemt, Uwe Excellentie te verzoeken hem daartoe paspoort te willen verleenen, ten einde ongehinderd te kunnen reizen en verkeeren in het buitenland.
Hetwelk doende, enz. Kampen, den aOsten Oclol)er 18 . . ADRIAAN PLECHTMAN.
-30. Verzoek om eene buitengewone audiëntie bij den minister.
Aan
Zijne Excellentie den Minister van Marine.
Geeft met den meesten eerbied te kennen: Mau-kits Wolff, kapitein ter zee, op non-activiteit, wonende te Leeuwarden;
dat hij, in het denkbeeld verkeerende, dat heden de dag was, waarop door Uwe Excellentie audiëntie verleend wordt, opzettelijk eene reis naar s Gravenhacje heeft gemaakt om zijne belangen aan Uwe Excellentie persoonlijk te kunnen voordragen;
264
dat hij echter, ten einde niet teleurgesteld huiswaarts te keeren, de vrijheid neemt zich tot üwe Excellentie te wenden met het eerbiedig verzoek, hem in dit buitengewone geval goedgunstiglijk een oogenblik gehoor te willen verleenen.
's Gravcnhage, Hetwelk doende,
den lidon Juli 18 . . ]yj WOLFF
wonende te Rotterdam;
31. Verzoekschrift van fabrikanten om vrijdom van uitgaande rechten, ens., voor producten hunner industrie, die zij naar een buitenlandsche tentoonstelling wenschen te zenden.
Aan
Zijne Excellentie den Minister van Finantiên.
Met verschuldigden eerbied geven le kennen; Petkus Vosman, rijtuigmaker,
Gerrit Verhulst, meubelmaker,
Pieter Willem Reisser, touwslager,
Hendrik biebier, goud en zilversmid, |
Frederik van Oost, garenfabrikant, , wonende te Gouda; Willem van der Mol, pijpenfabrikant, '
Karel Putters, boekbinder, wonende te Schoonhoven;
dat zij adressanten met elkander zijn overeengekomen, gezamenlijk eenige door hen vervaardigde voorwerpen
op te zenden naar de Tentoonstelling to....., welke geopend
zal worden op den.....dezes jaars;
dat zij in alle nederigheid vermeenen, langs dien weg, ieder in het door hem uitgeoefend vak, iets te kunnen bijdragen tot handhaving van den Nederlandschen naam en tot eene waardige vertegenwoordiging onzer nationale nijverheid;
dat zich intusschen tegen de volvoering van hun voornemen een gewichtig bezw-aar opdoet, dit namelijk, dat al de producten hunner respectieve industrieën onderworpen zijn aan het Tarief van rechten op den In-, Uit- en Doorvoer, zooals die zijn vastgesteld bij de wet van 26 Augustus 1822, welke onkosten, gevoegd bij die, welke zij zich buitendien ter verwezenlijking van hun plan moeten getroosten, bet hun ongeraden en ondoenlijk zullen maken aan de waarlijk vaderlandsche onderneming naar hunnen wensch deel te nemen;
dat dit bezwaar alleen kan uit den weg geruimd worden door eene gunstige beschikking van Uwe Excellentie:
265
reden waarom zij zich de vrijheid veroorloven Uwe Excellentie eerbiedig te verzoeken;
dat aan alle inzenders van nijverheids-producten
voor de op.....te openen Tentoonstelling te....., vrijdom
van de rechten van uitvoer en eventueelen weder-invoer worde verleend: — ofwel, zoo Uwe Excellentie vermeenen mocht dezen maatregel niet algemeen te moeten maken, alsdan aan hen adressanten zoodanigen vrijdom toe te staan.
Rotterdam, Hetwelk doende, enz.
den 4den Mei t8 .. [volgen dc onderleekeningen).
32. Verzoekschrift om verplaatsing.
Aan
Zijne Excellentie den Minister van Oorlog.
Geef met diepen eerbied te kennen Franciscus Lodewijk Arundel, Kapitein Plaatselijk Adjudant der 1ste klasse te 's Hertogenbosch, Ridder van dc Militaire Willemsorde 4de klasse;
dat hij, door wonden ongeschikt geworden voorden werkclijkeri dienst te volde, als Plaatselijk Adjudant gedurende den tijd van zes maanden te 's Hertogenbosch, zooveel zijn lichaamsgestel zulks veroorloofde, de aan dien post verbondene werkzaamheden met allen ijver heeft waargenomen ; doch dat de gesteldheid van de lucht in deze landstreek, wegens de nabijheid der zee, niet alleen een nadeeligen invloed op zijne nog steeds open wonden, maar ook door aanhoudende koortsen op geheel zijn gestel uitoefent;
dat door Heeren Officieren van Gezondheid, onder wier behandeling hij zich heeft bevonden, blijkens overgelegd certificaat, eene verandering van luchtsgestel tot genezing der wonden en herstel van gezondheid noodzakelijk wordt geoordeeld ;
dat hij echter te veel ijver voor den dienst bezit, om te wenschen, dit zijn herstel door een gerekt verlof te erlangen, maar nog krachten genoeg in zich gevoelt, om in eene plaats, waar hij zijn oogmerk zou kunnen bereiken, den aan zijnen stand verbonden dienst te kunnen waarnemen ;
zoo is het, dat hij, op grond van het aangevoerde, zeer nederig de vrijheid neemt, zich tot üwe Excellentie te wenden, met het eerbiedige verzoek dat het Hoogstdezelve be-
266
hagen moge zijne verplaatsing te bevelen naar eene van de vestingen des Rijks in de provincie Gelderland of Overijsel.
Hetwelk met allen eerbied is doende n n
's Hertogenbosch,
den lOden Juni 18 . . kapt Plaats-Adj. 1ste kl., Ridder der M W O 4de kl
Gezien door mij Kolonel plaatselijken Komman-dant te .... den .... 18 ..
N. N.
Gezien door mij Generaal-Majoor, Bevelhebber in de 1ste Militaire Afdeeling, te .... den .... 18 . .
N. N.
33. Request om Naturalisatie.
Aan
de Tweede Kamer der Stalen-Generaal.
Geeft met den meesten eerbied te kennen Hendkik Chfustiaan Zwabak, blijkens het hierbij onder Lr. A. overgelegde Extract uit het register der aangiften van geboorten oud drieëndertig jaar, geboren te Frankfort aan den Main, thans wonende te Rottei'dam, Raamstraat, Wijk C, iN0. 112;
dat hij gedurende den tijd van ruim zeven achtereenvolgende jaren onder de bescherming der Landswetten, blijkens medebijgevoegd certificaat onder Lr. B. van den Heer Burgemeester, als een rustig burger alhier het bedrijf van kaste-maker heeft uitgeoefend ;
dat hij, blijkens het al verder bijgevoegde attest onder Lr. G, in zijne geboortestad aan alle landsverplichtingen voldaan heeft; en, dewijl hij daar geene verwanten heeft, zich door huwelijksbetrekkingen aan den Nederlandsehen grond gehecht voelt, zoodat hij wenscht voor altoos in Nederland te verblijven.
Zoo is het, dat hij, op grond van het aangevoerde, de vrijheid neemt, zich tot de Wetgevende Macht te wenden met eerbiedig verzoek, om hem zeer goedgunstig brieven van naturalisatie te willen verleenen, belovende hij als een getrouw onderdaan in allen deele aan alle algemeene en bijzondere wetten gehoorzaamheid en onderwerping.
Hetwelk met den meesten eerbied is doende (len02dcndaMei 18 HENDRIK ChristiaaN zwabak.
34. Verzoek om een tóewijs van inschrijving ter geboorte bij den Burgerlijken Stand, en van
voldane dienstplichtigheid bij de Nationale Militie. (*)
den lieer Burgemeester van Worpsveen.
Berend Albert, zoon van Gerarans, lamlbouwer, wonende te Rielunt oruler Worpsveen, aldaar geboren den 19den December 1832, die voorgenomen heeft een wettig huwelijk aan te gaan, neemt zeer onderdanig de vrijheid. Uw Weledelachtbare te verzoeken, aan hem te willen doen afgeven de daartoe benoo-digde bewijzen van inschrijving ter geboorte bij den burgerlijken stand, en van voldane dienstplichtigheid bij de nationale rnilite, waarbij hij uitgetrokken is geweest onder N0. 1075 van het lotingsaandeel van 1851.
Kiclum onder Worpsveen, rgt;_______
den liden April IS . . B ER E.ND ALBERT.
35. Verzoekschrift aan den Gemeenteraad om materialen op den G-emeentegrond te mogen lossen en te laten liggen.
dm Edelachibaren Raad der Gemeente Breda.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen:
Gorn'ELIS Vo.nxk, gepatenteerd metselaar alhier;
Dat hij binnen eenige dagen eene lading waalsteen zal ontvangen, die dienen moet tot vernieuwing van een huis van den Oost-singel, en welke hij slechts tot zijn groot nadeel
O Als men in de plaats zelve is, waar de inschrijvingen voor den civielen stand plaats hebben, heüeeft men zich in persiion hij de ambtenaren, welke daarmede belast zijn. om dat verzoek mondeling te doen. Wanneer men het bewijs verkregen heeft, wordt daarop nog tot wettiging de handteekening vereischt van den President van hot Hof van eersten aanleg; evenzoo is hel met de bewijzen van overlijden en huwelijk gelegen; doch op die van de nationale militie wordt deze wettiging niet gevorderd
Woont men in plaatsen, ver verwijderd van die. waaruit men de hier bedoelde stukken moet onlbieden dan doet n.en beter daarover aan vrienden of bekenden, of anders aan een openbaren zaakverzorger te schrijven, om die voor ons aan te vragen, dewijl er meestal toch kleine koslen aan verhonden zijn, welke dadelijk moeten voldaan worden Onze brief strekt den aanvrager ten bewijze, dat hü daartoe door ons gerechtigd is.
i
268
op zijn eigen grond, aan het andere einde der stad, zou kunnen bergen ;
dat liet daarom voor hem hoogst wenschelijk zou zijn, indien hij die lading mocht laten lossen op de kade aan den Oostsingel bij de Wittepoort in deze gemeente en die gedurende weinige dagen aldaar op den wal mocht laten liggen;
dat daardoor geene schade of nadeel aan de voornoemde kade kan worden toegebracht, en ook voor het openbaar verkeer geene de minste bezwaren of belemmeringen kunnen voortspruiten; en dat hij, zoo ztdks vereischt worden mocht, gaarne bereid is, daarvoor eene billijke vergoeding te geven aan (Je Gemeentekas;
waarom hij de vrijheid neemt zich tot nwe Edel-achtbaren te wenden, met het eerbiedige verzoek, dat hem vergunning moge verleend worden, om de bovengenoemde lading steen aan de kade van den Oostsingel te mogen lossen, en die aldaar gedurende den tijd van uiterlijk acht weken op den wal te laten liggen.
't Welk doende
. , cornelis vonck.
Breda,
den 4den Juni 18 . .
36. Verzoekschrift aan een Gemeenteraad, om verlenging van den aannemingstermijn, op grond van ziekte.
Aan
de Raad der Gemeente Schoonhoven.
Geeft met den vereischten eerbied te kennen : Gkrhaud van der Slot, meester Timmerman, woonachtig in deze gemeente:
dat aan hem op den 5den April dezes jaars, bij openbare aanbesteding is toegewezen het maken der in- en uitwendige vertimmering van het voormalig Rijksmagazijn, met al de daartoe noodige leverantien, alles volgens daarvan gemaakt Bestek en Voorwaarden, en zulks voor eene som van zes duizend zevenhonderd achtentachtig gulden ;
dat op hem, als aannemer van do gezegde vertimmeringen en leverantien, de verplichting rust, volgens art. 9 der bovengenoemde voorwaarden, het werk geheel klaar en ter keuring gereed te hebben op den ISden September e.k., zullende hem anders voor eiken dag, dien hij over den gezetten termijn tot de voltooiing besteden mocht, zeven gulden van de aannemingssom worden gekort;
269
ilat het hem echter door eene tusschenbeiden gekomen ernstige ziekte, welke hem (getuige bijgaand attest van den stadsgeneesheer) meer dan eene maand bedlegerig maakte en hem alzoo volstrekt verbood het zoo noodige toezicht over het werkvolk te houden, ten eenenmale onmogelijk is geworden het door hem aangenomen werk, zal het aan de eischen van het Bestek voldoen, voor den 15den October e. k. op te leveren;
dat hij alzoo, ten gevolge van deze buiten zijne schuld ontstane vertraging, eene boete van tweehonderd en tien gulden zou beloopen, waardoor de geringe voordeelen dezer onderneming zoo goed als geheel voor hem verloren zouden gaan;
weshalve hij dc vrijheid neemt zich tot Uw Edel-achtbaren te wenden met het eerbiedig verzoek, dat het Uw Ed.achtb. behagen moge den termijn van oplevering der vertimmeringen met eene volle maand te verlengen.
Hetwelk doende, enz. ie AuguTtSsTs'.. Gerhard van der Slot.
37. Verzoek aan het Gemeentebestuur om pensioen.
Aan
den Edelachtbaren Raad der Gemeente Gouda.
Geeft met gepasten eerbied te kennen:
Maria Westerveld, weduwe van Jan Stevens, hulponderwijzer te dezer stede ;
dat haar echtgenoot op den zeventienden dezer maand na eene ziekte van slechts weinige dagen is overleden, haar na eenen gelukkigen echt van bijna twintig jaren met vier nog onmondige kinderen in kommervolle omstandigheden achterlatende ;
dat haar echtgenoot gedurende ruim vierentwintig jaren de betrekking van hulponderwijzer aan de stads armenschool alhier, zoo zij meent, met getrouwheid en ijver vervuld heeft; maar dat hij, in weerwil van de blijken van tevredenheid, welke hem herhaalde malen mochten te beurt vallen, altijd geschroomd heelt om eenige traktementsverhooging te verzoeken, ofschoon zijn inkomen van driehonderd gulden nauwelijks voldoende was om aan zijne huishouding de allereerste levensbehoeften te verschaffen;
dat zij thans van alles beroofd en steeds in zie-kelijken toestand met bare kinderen tot eenen slaat van de diepste armoede dreigt te vervallen, indien zij niet door de
270
goedgunstige beschikking van den Edelachtbaren liaad in hare droevige omslavidigheden eenige hulp mocht vinden ;
Redenen, waarom suppliante zich tot den Édel-achtbaren Raad dezer stad vervoegt, met de nederige maar dringende bede, dat het hem behagen mnge, om haar, uit aanmerking van de langdurige en trouwe diensten van haren echtgenoot en van de groote behoeften van zijn nagelaten gezin, eenig pensioen te verleenen, opdat zij in staat gesteld worde om ten minste eenigermale in hare eigene behoeften en die van hare kinderen te voorzien.
't Welk doende
„ , Maria Westerveld.
Gouda,
den 4der. Mei 18 ..
38. Verzoekschrift om eene fabriek te mogen oprichten.
Aan
den Edelachtbnren Raad der Gemeente Arnhem.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Johannes Willem van den Rkrg, van beroep lettergieter, woonachtig te Wageningen;
dat h'y ter uitbreiding zijner zaken zeer gaarne eene Lettergieterij, in uwe gemeente zou wdlen oprichten, en dat hij die zou willen vestigen in de Jacobsstraat, Wijk A N0. 37;
dat hij echter overeenkomstig de wettelijke verordeningen verplicht is daartoe aan den Gemeenteraad vergunning te vragen;
dat hij de vrijheid neemt aan Uw Edelachtbaren de navolgende gronden uiteen te zetten, om aan te toonen, dat liet verleenen van zoodanige vergunning door geene overwegende bezwaren kan worden verhinderd;
Vooreerst: (en nu geeft men achtervolgens de redenen op, die men kan aanvoeren om te bewijzen, dat er geene zwarigheden aanwezig zijn, die lot eene weigering van het verzoek zouden kunnen leiden)
Zoodat hij op grond van een en ander de vrijheid neemt. Uw Edelachtbaren eerbiedig te verzoeken, dat tot de voorgenomene oprichting aan hem Adressant de vereischte vergunning moge worden verleend,
't Welk doende, enz.
J. W. van hen Berg.
Wageningen,
don.........18. .
39. Verzoekschrift aan den Gemeenteraad om in aanmerking te komen voor eene betrekking.
Aan
den Edelachlbaren Raad der Gemeente TFeesp.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Johannes Gornelis van Hoorn, oud 37 jaren, wooiiachtig in deze gemeente;
dat door liet overlijden van den lieer Willkm df. Winter de betrekking van Bode bij het Gemeentebestuur dezer stad opengevallen is;
dat suppliant gedurende zestien jaren op bet kantoor der Heeren Muijs en C0., handelaars te dezer stede, als boekhouder is werkzaam geweest, en deze betrekking tot groote tevredenheid zijner patroons, gelijk uit nevensgaand getuigscbril't blijkt, vervuld heelt;
dat echter door de ontbinding der compagnieschap van genoemde heeren en door het staken hunner zaken, hij weldra geheel builen betrekking geraken zal, zonder dat voor hem tot heden toe eenig vooruitzicht bestaat om de middelen te vinden, ten einde in de dringende behoeften van zijn talrijk gezin te voorzien ;
dat hij meent alle geschiktheid te hebben om de betrekking van Bode bij het Gemeentebestuur te vervullen, en hij zich nopens zijn zedelijk gedrag vrijelijk op de getuigenis van al zijne medeburgers raag beroepen;
Redenen, waarom suppliant zich tot den Edelachlbaren Raad dezer stad weridts mei het nederig verzoek om bij de vervulling der bovengenoemde betrekking in aanmerking fe mogen komen.
't Weldoende
J. C. van Hoorn.
Weesp.
den nden April 18. .
40. Reclamatie wegens een te hoogen aanslag in de grondbelasting.
Aan
Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Groningen.
Geeft met den meesten eerbied te kennen : Arif, Bom, kaashandelaar te Appingadam;
dat bij ter zake van een hem foebehoorend woon-
272
huis in de gemeente Appingadam, op den kadastralen legger bekend onder n0. 45(5 sectie A, over het loopende dienstjaar in de grondbelasting is aangeslagen voor eene sotnraa van f 170,— blijkens het hierbij door hein overgelegd wordend extract uit het register der belastingschuldigen;
dat de verschenen vier termijnen ten bedrage van . . door hem zijn aangezuiverd, blijkens de mede hierbij gevoegde duplicaat-kwitantie ;
dat hij zich echter met dien aanslag bezwaard acht, op grond dat................
weshalve hy de vrijheid neemt, zich tot Uw Edel-grootachtbaren te wenden met het eerbiedig verzoek, dat deze aanslag de noodige wijziging moge ondergaan.
Hetwelk doende, enz. A. Bom.
41. Reclamatie wegens een te hoogen aanslag in de personeele belasting.
Aan
Heeren Gedeputeerde Staten der provincie Utrecht.
Geeft met den meesten eerbied te kennen; Pieter van Duyl, kruidenier te Usselstein;
dat hij over het loopende dienstjaar in de gemeente Usselstein in de personeele belasting is aangeslagen voor eene
som van........ blijkens het hierby door hem overgelegd
uittreksel uit het Register der belastingschuldigen;
dat hij de verschenen drie termijnen, ten bedrage
van......heeft aangezuiverd, blijkens de mede hierbijge-
voegde duplicaat-quitantie,
dat hij zich echter bezwaard acht met de som van.......waarvoor hij naar den eersten grondslag is aangeslagen, en zulks op grond, dat..........
Appingadam, den 1 October 18 . .
weshalve hij de vrijheid neemt, zich tot Uw Edel-grootachtbaren te wenden met het eerbiedig verzoek, dat deze aanslag naar de huurwaarde de noodige wijziging moge ondergaan.
Usselsteyn, den aden Oct. 18 .
Hetwelk doende, enz. Pieter van Duyl.
42. Reclamatie wegens te hoogen aanslag voor patent.
Aan
Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Utrecht.
Geeft rnet den raeesten eerbied te kennen: Pieter Meijers, tabakshandelaar te Amersfoort;
dat hij over het loopende dienstjaar in de gemeente
is aangeslagen in het patentrecht, voor eene som van.....en
dat de verschenen zes termijnen van dien aanslag ten bedrage
van.....door hem zijn aangezuiverd, een en ander blijkens
hierbij door hem overgelegd wordend extract uit den legger der patenten en duplicaat-kwitantie;
dat hij zich echter met den bedoelden aanslag acht bezwaard op grond dat.............
weshalve hij de vrijheid neemt, zich tot Uw Edel-grootachtbaren te wenden met het eerbiedig verzoek, dat aan deze zijne reclame het noodige gevolg gegeven, en op meer ge-melden aanslag teruggekomen moge worden.
' merstoort. Hetwelk doende, enz.
den liden Augustus IS . . p MEIJERS.
43. Heclamatle om afschrijving.
Aan
Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Gelderland.
Geeft met den diepsten eerbied te kennen: Lammert Beest, kruidenier te Arnhem,
dat hij over het loopende dienstjaar in de gemeente Arnhem in de........belasting is aangeslagen voor
eene som van.......blijkens het hierbij door hem gevoegd extract betreffende dien aanslag;
dat hij de verschuldigde .... termijnen ten bedrage
van.....heeft aangezuiverd, blijkens dc mede hierbij gevoegde
duplicaat-kwitantie;
dat hij voor de opgemelde som van......zeer
terecht was aangeslagen, doch dat (hier volgt nu duidelijk omschreven de reden, waarvoor men afschrijving vraagt);
I
i
274
weshalve hij de vrijheid neemt, zich tot Uw Edel-grootachtbaren te wenden met het eerbiedig verzoek, dat op grond van het bovenstaande aan hein afschrijving en restitutie moge worden verleend.
Arnhem, Hetwelk doende, enz.
den öden Juni 18 . . Jjgt; Beest.
44. Verzoek om afschrijving, door erfgenamen aan het collegie van controleur en zetters gericht.
Aan
hel collegie van controleur en zetters te Rotterdam.
Geven raat gepasten eerbied te kennen;
Johannes van Vliet, van beroep schoenmaker; Anna van Vliet, zonder beroep, huisvrouw van en ten deze bijgestaan door Bernard Geekts, van beroep slo-temaker;
Pieteb van Vliet, van beroep kastemaker;
allen wonende te Rotterdam en gezamenlijke erfgenamen van wijlen Maeinus van Vliet, in leven gepatenteerd schoenmaker binnen de gemeente Rotterdam en aldaar den lstc° Juli dezes jaars overleden;
dat de aanslag in het door den overledene als schoenmaker verschuldigde patentrecht door hen geheel is aangezuiverd tot en met de maand Juli, in welke het overlijden heeft plaats gehad;
dat zij, zoo gezamenlijk als ieder voor zich, uitdrukkelijk verklaren de schoenmakerij niet te zullen voortzetten;
weshalve zij de vrijheid nemen zich tot het collegie van controleur en zetters te wenden, met verzoek, om van de betaling der alsnog verschuldigde termijnen van opgemelden aanslag te mogen worden ontheven.
Hetwelk doende, enz.
Rotterdam, 1 ■ van Vliet.
den 20slen Augustus 18 . . yAN Vliet.
B. Geebts.
P. van. Vliet.
275
45. Verzoek om afschrijving, door den belastingschuldige zelve aan het collegie van controleur en zetters gericht.
Aan
het collegie van controleur en zetters te Oudewater.
Geeft met gepasten eerbied te kennen: Ja\ Verzijl, schipper, gedomiciliëerd te Oudewater ;
dat het vaartuig, waarop de hiernevens overgelegd wordende stukken, meetbrief' en patent, betrekking hebben, op den 2den Mei li. door den op dien dag geheerscht hebbenden vliegenden storm op de Maas is verongelukt;
reden waarom hij de vrijheid neemt zich tot het collegie van controleur er. zetters te wenden met verzoek, dat hem, voor de nog niet verstreken zijnde termijnen van den aanslag over het dienstjaar 1809 restitutie moge worden verleend, waartoe hij de kwitantie voor betaalden aanslag eveneens hierbij
overlegt.
Oudewaler, den SOsten Mei 18 .
i
Hetwelk doende, enz. Jan Vkrztjl.
rwu*JVUVWw^--
18*
XVI.
KOOPMANSBRIEVEN, V RACHTBR1EVEN EN WISSELZAKEN.
I. KOOPMANSBUIEVEN.
Algemeene Voorschriften.
In den groot- en kleinhandel komen onderscheidene soorten van brieven voor. Is de strekking van alle brieven reeds belangrijk te noemen, hoeveel te meer dan van koopmansbrieven, welke zoo nauw verbonden zijn met den gang en het vvelgeluk-ken der zaken, waarvan weder de zekerheid van have en goed, zoowel als het goed of kwaad der familie afhangt; immers de ondememinaen op ^roolere alstanden en het bestellen ^an waren, inkoop en verkoop, eigenlijken handel, kunnen grootendeels slechts in brieven geleid worden, evenals andere den handel en nijverheid betreffende narichten slechts door dit middel kunnen
medegedeeld worden.
De correspondentie is daarom in het handelsverkeer een der gewichtigste onderwerpen, en kan bij gevolg slechts aan kundige menscben toevertrouwd worden. De vorming voor den koopmansstand vordert daarom, ter zake van het welbegrepen eigenbelang. eene geoefende en veel omvattende bekendheid met de correspondentie in al hare verscheidenheden.
De hoofdvereischten van den koopmansstijl en van goede handelsbrieven en berichten zijn, behalve het opvolgen van de regels der spraakleer: 1° inachtneming van den gebruikelijken vorm en inrichting; ^2° wellevende en beschaaldc taal, die niet zondigt tegen de' regels der beleefdheid en zelfs bij geschillen beleedi-gingen vermijdt, maar van den anderen kant ook alle overtollige complimenten en ijdele hoffelijkhcidstermen buitensluit, 3 korte bondige stijl; 4° klaarheid en bepaaldheid der uitdrukkingen en opgaven, alsook duidelijke en welgeordende uiteenzetting, 5° voorzichtigheid in de keus der woorden, en vermijding van alles, wat tot dubbelzinnigheid en misverstand aanleiding geven of wel nadeelig worden kan.
277
Eerst en vóór alles moet de briefschrijver mei het onderwerp, waarover hij heeft te schrijven en met alle daartoe betrekkelijke bijzaken, ook in vele gevallen met de tot dusverre daarover gevoerde correspondentie, nauwkeurig bekend zijn. Hij moet in 't algemeen handelskennis en ervaring bezitten, de zaak waarover hij correspondeert en evenzoo den handelstak van zijn huis grondig verstaan, en zooveel mogelijk ook mei de persoonlijkheid, de eigenaardigheden, den graad van beschaving des handelaars, aan wien hij schrijft, vertrouwd zijn.
Alle complimenten, titulaturen en verdere ijdele formaliteiten zijn uit de koopraans-correspondenlie gebannen; maar de regelen der algemeene beleefdheid mogen niet overtreden worden, gelijk men ook, bij den graad van beschaving, dien men bij eenen handelaar onderstellen moei, eene welvoegelijke taal in zijne brieven mag verwachten. Sierlijkheid van stijl is geen vereischte, maar kan loch nimmer schaden. Inzonderheid vermijde men onbeleefdheden en beleedigende uitdrukkingen, zelfs bij 't behandelen van twistzaken, want men verbittert daardoor slechts de tegenpartij, en de zaak wordt er in den regel niet beter, maar slechter door.
De grootst mogelijke kortheid is reeds deswege in de koop-mans correspondenfie noodig, omdat daardoor niel alleen tijd gespaard, maar ook menige aanleiding tot misverstand en verkeerde uitlegging vermeden wordt. Wen onthoude zich daarom van alle noodelooze uitweidingen, en beijvere zich om dat, wat men te zeggen heeft, met de minst mogelijke maar bepaalde, duidelijke woorden uit te drukken. Intusschen mag men daarin weder niet te ver gaan, om niet onverslaanbaar te worden, gelijk men dan ook Te menigvuldige en vooral ongebruikelijke afkortingen moet weglalen.
Klaarheid en bepaaldheid van uitdrukkingen en van alle opgaven is een hoofdvereischte van een koopmansbrief. De ontvanger mag nimmer in twijfel zijn over dat, wat de schrijver zeggen wil; er moet alzoo alles gezegd worden, wat de ontvanger noodig heeft te welen, en dat wel, als reeds gezegd is, in korte, bepaalde en duidelijke uitdrukkingen. De schrijver moet zich daarbij sleeds in de plaats van den ontvanger denken, en in 't oog houden, dat deze veel niet weel, wat hem, den schrijver, bekend is. Men heeft verder alles Ie vermijden, -wat tot dubbelzinnigheid, misverstand of verkeerde uitlegging aanleiding kan geven; eindelijk mag men niets zeggen, wat iemand nadeelig kan worden, of waardoor men zich zeiven verplichtingen oplegt, die men niet behoeft en ook niet geneigd is op zich Ie nemen. Inzonderheid moet men omzichtig zijn in zaken, die betwistbaar zijn of het kunnen worden, en ook daarom is kortheid van uitdruk-
278
king aan te raden, omdat men zich te lichter bloot_ geeft hoe meer woorden men gebruikt, vooral wanneer men ^tnet eene kwaadwillige partij te doen heeft.
De duidelijke en ordelijke uiteenzetting hestaat hoofdzakelijk daarin, dat men over ieder bijzonder punt alles zegt, wat er van gezegd moet worden, eer men tot iets anders overgaat; dat men de verschillende gedeelten in eene zekere logische orde op elkander laat volgen; dat men lange en ingewikkelde volzinnen vermijdt, en dat men ook door de inrichting van het schrift het overzicht van het geheel gemakkelijk maakt. Hoor ieder nieuw onderwerp met een nieuwen regel te beginnen, door belangrijke woorden, getalopgaven en dergelijke te onderstreepen, enz.
Behalve deze vereischten vordert de orde in handelszaken, dat de af te zenden brieven in een kopieboek worden overgeschreven, om later, wanneer dit noodig is, den inhoud van een vroegeren brief (e kunnen nalezen en ophelderen. Natuurlijk moeten zulke afschriften geheel eensluidend met de brieven' zeiven wezen. Alle brieven, die beantwoord zijn, vouvve men overlangs te zamen, en zette den naam der afzenders met woonplaats en dagteekening en van het antwoord op de rugzijde, op welke wijze zij ordelijk kunnen bijeengehouden worden.
Verder rangschikke men de mededeelingen in den aanvang van een brief naar de dagteekening van dien, welken men het laatst van den correspondent ontvangen heeft. — Van brieven, die over zee gaan, zende men met de eerstvolgende gelegenheid een duplicaat, of bij zeer gewichtige aangelegenheden een tri-plicaat; maar slippe bij elk derzelve aan, wanneer en met welke gelegenheid hef voorafgegane schrijven is afgezonden. Gewoonlijk zendt men bij duplicaten of triplicaten nieuwe berichten, welke dan te zamen aankomen.
Bij overzeesche brieven dient boven het adres in den brief nog het schip genoemd te worden, waarmede de brief verzonden wordt, b v. per Maria of per Juhn; en als hij indirect, alzoo niet rechtstreeks, maar over eene vreemde haven verzonden wordt, b. v van Rotterdam naar Mexico over New-Orleans, dan duidt men zulks door het woordje via aan, b. v.
per Henrielle, via New-Orleans.
Aan de Heeren Greensiiields en C0. te Mexico.
Rotterdam, den 2den September 18 . .
Men vergete niet, om in bestellingsbrieven de bestelde goederen, b. v. manufacluren, het getal stukken, de kleur, quali-teit en bedongen prijzen nauwkeurig aan te duiden, ten einde
27
vergissingen en nadeelig tijdverlies te voorkomen. Van de goederen legge men, zoo mogelijk, een staal of monster over, of beroepe zich op de reeds ontvangen goederen onder eene bepaalde dagteekening, omdat men anders soms iets zou ontvangen, dat men niet begeerde of dat niet aan de behoefte voldeed, waardoor voor beide partijen schade ontstaat.
Voor het overige worden koopmansbrieven, als men daarbij wissels, gelden met of zonder zakken, per post verzendt, evenals alle andere brieven behandeld. Het is echter voorzichtig, bij geldverzending de waarde te dedareeren en de brieven te doen aanteekenon.
1. Van een Bediende bij zijne vestiging als handelaar in het koloniale vak.
Den Heere !s IS. te N.
Rotterdam, 7 Juni 18 . .
iliermede heb ik de eer, U kennis te geven van mijne vestiging te dezer s'ede in het koloniale vak, en neem tevens de vrijheid, U om uwe geëerde commissiën te verzoeken, welke ik mij beijveren zal, met de meeste nauwgezetheid en zorg te behandelen. Zoo door mijne betrekking als eerste bediende gedurende 14 jaren in het huis van de Heeren Walter amp; C0. alhier, als door het bezit der noodige for.dsen, mag ik vertrouwen, dat mijn ijverig streven ter bevordering van de belangen mijner geëerde handelsvrienden goed gevolg zal hebben en lot weuerzijdsch voordeel zal strekken.
Terwijl ik U alzoo beleefdelijk uitnoodig, uwe welwillende commissiën aan mij toe te vertrouwen, Len ik zoo vrij uwe aandacht te vestigen op mijne handleekening en op de nevensgaande prijscouranten, welke, zoo ik hoop, U aanleiding zullen geven om eene eerste proef met mij te nemen.
Mocht U wegens mijne soliditeit eenige nadere ■ inlichting wenschen, dan twijfel ik niet, of de genoemde Heeren Walter amp; C0. zullen gaarne bereid zijn, U deswege voldoende opheldering te geven.
Terwijl ik mij in uwe toegenegenheid aanbeveel, heb ik de eer met achting te zijn
Karel Emmeling.
NB. De handteekening wordt fjeschreven.
280
2, De oprichting van oen kantoor voor wisselen commissiezaken wordt medegedeeld.
Den Heer N. Pi. te N.
Frankfort a/M, t jan. 18 . .
Met de vereischte kundigheden en de noodige middelen uitgerust, hebben wij heden onder de firma
Keuter en Muller,
alhier een kantoor voor wissel- en cornraissiezaken opgericht en bevelen ons aan in uw vertrouwen omtrent alles, wat deze takken van handel betreft. Wij zullen ons steeds beijveren, aan uwe geëerde comraissiën, om welke wij bij dezen beleefdelijk verzoeken, al onze krachten to besteden en uwe tevredenheid te verdienen.
Omtrent onze soliditeit kunt gij U aan de Heeren Gebr. Themler alhier en aan den Heer Adolph Wastman te Amsterdam wenden, die ons sedert lang van nabij kennen. Ten slotte verzoeken wij ü op onze handteekeningen te letten, en zijn, terwijl wij onze koersen hiernevens voegen, met achting
Uwe Dw. Dienaren, Reuter en Muller.
August Reuter zal teekenen; Reuter en Muller.
Theodoor Muller zal teekenen : Reuter en Muller. NB. De beide laatste handteekeningen worden (jeschreven.
3. De oprichting van een commissiehandel bij
associatie wordt medegedeeld.
Aan de Heeren James Harkons amp; C°. te Pi
Hamburg, den Uden Aug. 18 . .
Daar wij liicr eene vennootschap tot het uitvoeren van algeineene cornraissiezaken opgericht hebben, zijn wij zoo vrij U daarvan kennis te geven en U te verzoeken, ons bij voorkomende gelegenheid met uwe commissiën te vereeren.
Gerugsteund door eene veeljarige ondervinding in den handel over 't algemeen, gelijk ook door onze nauwkeurige bekendheid met deze plaats, durven wij U met het volste vertrouwen de toezegging geven, dat wij in staat zullen wezen iedere commissie, die gij ons zult opdragen, tot uwe volkomene tevredenheid en zoo nauwkeurig en billijk mogelijk uit te voeren.
In het bezit van aanzienlijke middelen, niet alleen voor zooveel tot het bezorgen van de zaken onzer vrienden vereischt worden, maar toereikend om een uitgebreiden uit- en
281
invoerhandel voor eigen rekening te kunnen drijven, zullen wij gaarne van gunstige vooruitzichten gebruik maken, welke de markt a costi voor de koloniale en inlandsche producten en fabrikanten misschien aanbieden zal, om U van tijd tot tijd con-signatiën over te maken, weshalve het ons zeer aangenaam zou wezen, omtrent den staat der zaken in uwe stad geregeld uwe mededeelingen te ontvangen.
Terwijl wij aan den eenen kant bereid zijn om voor alle waren, die ons ten verkoop worden geconsigneerd, bij de ontvangst van het cognossement, de factuur en den last tot assurantie, tot twee derde van het bedrag der factuur voorschot te doen, verwachten wij hetzelfde van onze handelsvrienden.
Het is onze vurige wensch, dat onze briefwisseling voor beide partijen gunstige resultaten opleveren moge.
Wij recommandeeren onze verschillende handtee-keningen hieronder aan uwe opleltendhcid en bevelen ons in uwe gunst.
Met hoogachting, Harrison, Wilson en C0.
Benjamin Harrison zal teekenen: Harrison, Wilson en 0°. Alex. Wilson zal teekenen; Harrison, Wilson en 0°.
Thom. March zal teekenen: Harrison, Wilson en 0°.
NB. De drio laatste ondorteekeningen worden (jeschreven.
4. Bericht omtrent de vestiging van een handelsagent.
Den Heer Thomas Adam le Rotterdam.
Bremen, den 11 den Aug. 18
Ik neem hiermede de vrijheid U te berichten, dat ik mij hier dezerdaags, onder de bescherming van eenige achtenswaardige en invloedrijke huizen, als commissionair gevestigd heb.
Met het bewustzijn, dat ik in staat zal wezen om alle mij toevertrouwde comraissiën spoedig, billijk en in alle opzichten ten genoegen van mijne lastgevers uit te voeren, neem ik de vrijheid ü om uw vertrouwen le verzoeken, U hiermede tevens plechtig betuigende, dat mij geene moeite te groot zal wezen, waardoor uw belang bevorderd en de vervulling uwer wenschen bereikt kan worden.
Met opzicht tot mijn karakter en soliditeit verwijs ik U aan mijn bankiershuis, de heeren Brommer en C0., en ben met achting
Uw Dw. Dienaar,
Peter Dunsterville.
282
5. Kennisgeving van het ophouden eener Compagnieschap.
Den Heer N. N. te IN.
Amsterdam, 7 Oct 18 . .
Wij hebben de eer U hiermede te berichten, dat wij bij minnelijke overeenkomst hebben goedgevonden den tot heden Ie zamen gedreven handel in manufacturen onder de firma Raders en Weber te ontbinden.
Onze Neef, de Heer W. Raders, neemt van heden af alle rechten en verbintenissen der oude firma over, zonder dat zij voor het overige de minste verandering zal ondergaan; en wij verzoeken U daarom beleefdelijk, hot tot nu toe aan ons geschonken vertrouwen, waarvoor wij ü onzen oprechten dank betuigen, ook aan de nieuwe firma te willen schenken, en U van de meest prompte bediening verzekerd te houden.
Onze neef zal de eer hebben, U over zijne bijzondere belangen en plannen verder het noodige mede te dee-len, terwijl wij ons inmiddels opnieuw in uw vriendschappelijk aandenken aanbevelen.
Met bijzondere hoogachting verblijven wij
Raders amp; C0.
6. Een koopman, welke zijne zaken nederlegt,
doet den handel aan zijn Zoon over en geeft daarvan kennis.
Den Heer N M. te N.
Utrecht. 7 Mei 18 . .
Na een tijdsverloop van 40 jaren, waarin ik onafgebroken in mijne handelszaken werkzaam was, geloof ik mij voor de overige dagen van mijn leven rust te mogen vergunnen, om de vruchten van mijn arbeid te genieten.
Daarom heb ik op heden al mijne handelszaken, met actief en passief, aan mijn tweeden zoon August overgedaan, die reeds gedurende 10 jaren tot mijne volkomene tevredenheid de zaken mede bestuurd en ondersteund heeft.
Terwijl ik ö voor de menigvuldige blijken van vriendschap en genegenheid den hartelijksten dank betuig, verzoek ik U dezelfde welwillendheid ook aan mijn zoon te willen schenken, die zonder de minste verandering de zaken onder
283
dezelfde firma en voor eigen rekening op den ouden voet zal voortzetten, en U hierbij nog in een afzonderlijken aanbevelingsbrief daarvan kennis geeft.
Met oprechte hoogachting en toegenegenheid
Arnold Peters.
7. Algemeene kennisgeving van den Zoon, welke aan den vorige is toegevoegd.
Den Heer IN IS. te IN.
Utrecht, 7 Mei 18 . .
Met opzicht tot de circulaire van mijn Vader veroorloof ik mij, de op heden plaats gehad hebbende overname der aflaire, rnet al den voorraad, de schuldvorderingen en de uitstaande schulden voor eigen rekening onder dezelfde firma, te uwer kennis te brengen. — Ook de wisselhandel zal in de toekomst een onderdeel van mijne bemoeiingen uitmaken, terwijl ik mij tevens voor uwe expeditie-aangelegenheden naar deze plaats en omstreken aanbevolen houd. Gij kunt U verzekerd houden, dat ik niets zal verzuir/ipn om een waardig opvolger van mijn vader te zijn, en voor mijne firma het eervolle'standpunt te bewaren, dat zij tot hiertoe gehandhaafd heeft.
Terwijl ik beleefdelijk om uwe geëerde orders vraag, verzoek ik U van mijne handteekeriing nota te nemen en tevens de betuiging mijner hoogachting Ie ontvangen.
August Peters.
NB, De tiandteekening wordt geschreven.
8. Bericht van den dood eens Vennoots.
Aan de Heeren M. Moor en T. Moopes te Bristol
Amsterdam, den tiden Juli is . .
Wij veroorloven ons de mededeeling, dat er, ten gevolge van het verlies, hetwelk wij door het overlijden van onzen vereerenswaardigen vriend en vennoot, den Heer James Edgecombe, hebben geleden, van den Isten Oct. a. s. af eene verandering in onze firma zal plaats grijpen.
Onze middelen zullen echter niet verminderen, en het zal bij voortduring ons doel blijven, onze zaken op denzelfden voet ais tot nu toe voort te zetten.
284
Wij zullen U te zijner tijd met de voorgenomen verrichtingen bekend maken, terwijl wij ons voor het oogenblik bepalen tot het verzoek, van uwen kant geene stoornis te doen plaats hebben in de correspondentie, waarover wij ons zoo vele jaren verheugden, en waaraan wij te allen tijde eene groote waarde blijven hechten.
Ontvangt de verzekering van onze vriendschap en hoogachting,
Uwe dienstv. Dienaren, Adam Edgecombe en Haekis.
9. Het aannemen van een vennoot in een reeds bestaand handelshuis.
Den Heer N. N. te N.
Hamburg, den Isten Januari 18 . .
Hiermede heb ik de eer U mede te deelen, dat ik voornemens ben, mijn neef, den Heer Wilhelm Weiking, die sedert vier jaar als correspondent op mijn kantoor werkzaam is en mijn volkomen vertrouwen bezil, als vennoot in mijn handel deel te laten nemen, waardoor ik in mijne zaken een wezenlijken steun meen gevonden te hebben.
Hierom verzoek ik U van des hecren Weining's onderstaande handteekening nota te nemen en uwe mij zoo lang betoonde welwillendheid ook tot hem uit te strekken. Voor het overige blijven de zaken van het huis, gelijk ook de firma, onveranderd dezelfde, en al ons streven op do goedkeuring onzer vrienden gericht.
Met tie meeste hoogachting
UÈd Dienstv. Dienaar,
Adolph Schrag.
Handteekening van den Heer Wilhelm Weining : Wilhelm Weining.
NR. De laatste liandteckening wordt qeschreven.
10. Ontbinding van eene vennootschap.
Den Heer N. I\ te N.
Leeuwarden, den Oden Juli 18 . .
Wij hebben de eer, U hiermede te berichten, dat wij bij minnelijke schikking overeen zijn gekomen onzen tot heden toe onder de firma Eademeester en Web-er gemeenschap-
185
pelijk gedreven handel in zijdewaren te ontbinden. Onze vennoot Will. Eademeester neemt van dezen dag at' onder zijn eigen naam alle rechten en verplichtingen der vorige firma op zich, zonder dat zij de geringste verandering ondergaat, en wij verzoeken U dus enkel, het aan de vroegere firma geschonken vertrouwen — waarvoor wij u bij dezen onzen oprechten dank betuigen — ook aan de nieuwe firma te schenken, en verzekerd te wezen, dat uwe orders met do uiterste nauwkeurigheid en met den grootst mogelijken spoed zullen uitgevoerd worden.
Den Heer Kauel Webeb zal binnen kort zoo vrij wezen, U omtrent zijne eigen plannen het verdere mede te deelen, terwijl wij intusschen met de meeste hoogachting zijn,
UWE Dw. Dienaren, Will. Eademeester.
Carl Weber.
WiLH. Rademeesteu houdt op te teekenen: Eademeester en Weber, en teekent voortaan: Will. Eademeester.
Carl Weber houdt op te teekenen: Eademeester en Weber. NK. De laatste handteekenlngen worden geschreven.
11. Mededeeling van verleende volmacht.
Den Heer N. N, te IS.
Breda, 17 Oct. 18 . .
Hiermede heb ik de eer U te berichten, dat ik van heden af hem, die tot dusverre mijn getrouwe helper was, namelijk,
den Heer Jozef Becker,
Procuratie heb verleend. Terwijl ik TJ verzoek nota t^ willen nemen van zijne onderstaande handteekening, die gij als de mijne gelieft te erkennen, neem ik deze gelegenheid waar om mij en mijne zaak in de voortduring uwer welwillendheid aan te bevelen, en teeken mij met verschuldigde achting
Erederik van Damme.
De Heer Jozef Becker zal teekenen:
pr. pr. Frederik van Damme.
Jozef Becker.
NB. De onderleckening van den govolmachtigdo wordt geschreven.
12. Mededeeling omtrent de verbetering eener zaak.
Leipzig, December 18 . .
Nadat mijne steendrukkerij door het overlijden van mijn man een weinig achteruit was gegaan, is het mij gelukt, een voortreffelljken lithograaf te bekomen. Door den Heer G. Bentsh, welke zich in de beste ateliers van onderscheidene aanzienlijke steden in Duitschland heeft gevormd, wordt de inrichting in staat gesteld om U, zoowel in manier van gravure, als in krijt, met kleuren en in allerlei soort van schrift, kortom in alles waarbij de steendruk kan worden aangewend, prompt en snel te bedienen.
Vergun mij, dat ik ti levens mijne adreskaart doe toekomen, met het vriendelijk verzoek, mij door uwe bestellingen uw vertrouwen waardig te keuren, hetwelk ik steeds met dankbaarheid zal trachten te behouden.
Tevens ben ik zoo vrij hier nog bij tfe voegen, dat mijne steendrukkerij inzonderheid voor com;nissiën van heeren Boekhandelaren ingericht is. Later zal de Heer C. Bentsh de affaire onder zijne firma voortzetten.
Uwe Dienstw. Dienaresse, Wed. F. A Bergmann.
13. Bericht van de aanstaande komst eens Reizigers.
Mkmaar, 17 Fehruari IS . .
Mijnheer,
Hiermede hebben wij de eer U kennis te geven, dat onze Reiziger, de heer B. van Straalen, binnen eenige dagen de vrijheid zal nemen bij U een bezoek af te leggen. Het zal ons verheugen, door hem eenige bestellingen van U te mogen ontvangen, var. welker nauwkeurige en goede uitvoering gij steeds verzekerd kunt zijn. Wij bevelen den heer van Straalen in uwe vriendelijke ontvangst, en teekenen ons met de meeste hoogachting
G. Wilkes en Zoon.
287
II. BRIEVEN TER BEKOMING VAN INLICHTINGEN.
14. Onderzoek naar de soliditeit van een huis.
Den Heer W. Otmuller Jr te Haarlem.
Antwerpen, 7 Juni 18
Vol vertrouwen op uwe h-jscheidenheid en de mij steeds betoonde vriendschap veroorloof ik mij eene vraag:
De Heer Wilhelm Seterman a costi zendt mij zoo even eene order voor onderscheidene waren ten bedrage van omstreeks 1500 gulden, en biedt aati, mij de helft onmiddellijk na het ontvangen der goederen, de andere helft echter binnen drie maanden te betalen. Daar ik dien heer intusschen volstrekt niet ken, zoo verzoek ik U vriendelijk, mij rondborstig mede te deelen, of ik hem die waren zonder gevaar kan toevertrouwen.
Ik zal met het beantwoorden van zijn brief wachten, tot ik uwe inlichting ontvangen heb, om welke ik U dus ten spoedigste verzoek. Wees voor het overige niet bezorgd omtrent het gebruik, dat ik van nwe mededeeiing zal maken, dewijl niemand van mij er het minste van te weten zal komen.
Steeds tot alle wederdienst bereid, noem ik mij
met achting
Uw Dw. Dienaar, P. Seidl
15. Antwoord op den voorgaanden brief. — Inlichting.
Den Heer Seidl, te Vntwerpen.
Haarlem, den tOden Juni 18 . .
In antwoord op uwe letteren van den 7den dezer kan ik U tot mijn genoegen mededeelen, dat de lieer W. S., die sedert twee jaren hier gevestigd is, algemeen het volkomenst vertrouwen geniet, en dat ik hem zonder aarzelen eene zoodanige som als waarvoor hij u heeft besteld, zou toevertrouwen. Hij staat algemeen voor een rechtschapen man bekend, en de zaken, die hij tot dusverre drijft, doen in ham den voorzichti-gen en bemiddelden koopman kennen.
Maak van deze mededeeiing zoodanig gebruik als gij zult goedvinden, en wees verzekerd, dal ge mij steeds bereid zult vinden om ü waar ik kan van dienst te wezen
Met achting
Uw Dw. Dienaar, W. Otmuller Jr.
288
16. Navraag wegens de omstandigheden van een koopman.
Den Heeren P. INeumans en Cost te Frankfort a/M.
Rotterdam, 16 October 18 ..
Mijne Heeren,
De Heer P. Wilmans te Frankfort a/M heeft my in Jato '13 dezer gemeld, dat hij met zijnen gewonen correspondent alhier niet zeer tevreden is en deswege het voornemen heeft eene verandering te maken. Hij vraagt mij ten gevolge daarvan om mijn vertrouwen tot het openen eener wederzijdsche correspondentie, en beroept zich daarbij, tot ondersteuning van zijn aanzoek, op uwe getuigenis.
In 't vertromveu op onze veeljarige handelsbetrekking, waarin gij steeds zoo oprecht en welwillend te mijnen aanzien hebt gehandeld, verzoek ik U mij per omgaande omtrent het karakter en de omstandigheden van gezegden hoer bepaalde inlichting te geven, waarbij ik ü plechtig de stiptste geheimhouding beloof, in geval uwe getuigenis ongunstig voor den heer Wilmans mocht uitvallen.
Ontvangt intusschen de verzekering mijner hoogachting
W. P. van HÜDIG.
17. Antwoord.
Den Hecre W. P. van Hudig te Rotterdam
Frankfort a/M' 18 October 18 . .
Mijnheer,
Op de ons in dato 16 dezer gedane navraag betreffende den heer P. Wilmans, koopman te dezer stede, kunnen wij U als oprechte vrienden met genoegen berichten, dat gezegde heer algemeen als een verstandig, rechtschapen en werkzaam man te hoek staat, en dat ook wij hem bij meer dan eene gelegenheid als zoodanig hebben leeren kennen.
Knoop deswege zonder bezorgdheid de correspondentie met hem aan en verlaat U gerust op zijn woord. Terwijl wij ü geluk wenschen met uwen nieuwen handelsvriend, gebruiken wij deze gelegenheid, om U opnieuw van onze achting te verzekeren.
P. Neumans en Cost.
289
18. Ander Antwoord.
Den Heeren ....
Kr...
Wij haasten ons uwe zoo even ontvangen letteren van eergisteren te beantwoorden.
Sedert verscheidene jaren stond de heer P. Wil-mans hier in ieder opzicht gnnstig te boek, doch dit is in de jongst verloopen maanden merkelijk veranderd. Het is openbaar geworden, dat hij een en andermaal zich in gewaagde en mislukte speculatiën heeft gestoken, en tevens herhaaldelijk door al te lichtvaardig crediet te verleenen gronte verliezen heeft geleden. Daarbij komt nog, dat hij op zeer grooten voet leelt en er zekere liefhebberijen op nahoudt, die als geldverslinders bekend staan. Wel durven we niet bepaald zeggen, dat er voorshands reeds gevaar bij zou wezen otn met hem relatiën aan te knoopen, maar wij meenen U toch in dezen alle omzichtigheid te moeten aanbevelen.
Wij kennen U te wel, dan dat wij in 't minst aan uw bescheiden gebruik van deze mededeeling zouden twijfelen, en hebben intusschen de eer met alle achting te zijn
Uw dienstwillige dienaren N. N.quot;
19. Navragen en antwoorden daarop, die als postscripta in brieven, of als afzonderlijk ingesloten briefjes voorkomen.
In vertrouwen op uwe bereidvaardigheid veroorloven wij ons, U om oprechte inlichting te verzoeken aangaande de zaken der Gebr. Baum a costi, die sedert eenigen tijd min of meer ongeregeld in hunne betalingen zijn geworden. Gij kunt verzekerd zijn, dat wij van uwe mededeeling het voorzichtigst gebruik zullen maken.
Gij zult mij zeer verplichten door mij nauwkeurige en stellige inlichtingen omtrent de soliditeit en fortuinsomstan-digheden der hieronder genoemde huizen a cosli te verschaffen. Ik heb ze beiden steeds voor onbepaald goed gehouden ; doch sedert het vorige jaar zijn ze minder stipt in hunne betalingen als vroeger, en datzelfde heb ik ook van enkele vrienden alhier vernomen, inzonderheid wat M. betreft. — Daar ik op de welwillende vervulling van miin verzoek reken, zeg ik U reeds
290
voorloopig mijnen dank daarvoor, met de verzekering, dat ik mij van uw bericht zonder eenig nadeel voor U zal bedienen, en dat ik steeds met genoegen tot eiken wederdienst bereid ben.
Omtrent de betrekkingen of omstandigheden der Gebr. Baum kunnen wij U tot ons leedwezen niets bepaalds mededeelen.
Omtrent de Gebr. Baum kunnen wij U niets dan gunstigs mededeelen. althans ons is niets nadeeligs te hunnen opzichte bekend; hetzelfde antwoord hebben we op al onze hier genomen informatiën gekregen. Dit buiten ons obligo (onze verantwoordelijkheid).
Op uwe aanvraag antwoord ik, dat het met B. M. sedert eenigen tijd geenszins zoo goed meer staat als vroeger. Hij heeft, zegt men, in den laatsten tijd veel verliezen geleden en schijnt, uit verdriet misschien, lichtzinnige vermaken na te jagen, zooüat hij zijne anders goede zaak veronachtzaamt. Van D. en F. daarentegen is niets nadeeligs bekend, dan dat zo wat kleingeestig en tot chicaneeren geneigd zijn. — Heb de goedheid van dit naricht buiten mijn nadeel gebruik te maken.
III. WEGENS ONDEBNEMING VOOB GEMEENSCHAPPELIJKE BEKENING.
20. Over eene onderneming wegens gemeenschappelijke rekening.
Den Heer J. Jackson te Londen.
Hamburg, den 15den Jan. 18 . .
Wij zijn u zeer verplicht voor de bereidvaardigheid, waarmede gij in den voorslag van den Heer J. Thompson, om eene of twee ondernemingen voor gemeenschappelijke rekening te doen, getreden zijt, en hebben met genoegen gezien, dat gij diens volgens aan onzen vriend, den Heer J. M. da Souza te Bahia, last hebt gegeven, om.
1000 a 1200 mangoten tabak in bladen aan ons adres af te zenden, en twijfelen in geenen deele, of hij zal uwe order volgens uwe opgave uitvoeren.
291
De vraag naar dit artikel is voor het oogenblik flauw, doch legen den tijd, wanneer wij de door ü opgegeven kleine partij verwachten kunnen, gelooven wij vast en zeker, dat ze levendiger zal wezen, en hopen wij in staat te zijn U eene bevredigende verkooprekening te zenden, om U daardoor tot verdere voortzetting dezer operatiën aanleiding te geven.
Wij geven met de uiterste nauwkeurigheid de voorwaarden op, volgens welke deze, zoowel als toekomstige ondernemingen van denzelfden aard, zullen plaats hebben, en verzekeren Ü, dat het ons hoogst aangenaam zal wezen, eene correspondentie voort tc zetten, die naar ons oordeel onder zulke gunstige omstandigheden begon. Wij verzoeken U, onbepaald over onze diensten te beschikken, en recommandeeren ons, met de meeste achting, als
Londen 13 5J-. Uwe Dw. Dienaren,
Amsterdam 35 55. W. Thompson C0.
Parijs 189—
21. Bericht omtrent den niet uitgevoerden last aan de betrokkene ondernemers.
Den Heer R Jackson te Londen.
Hamburg, den iden Juni 18 . .
Wij hebben een brief van onzen vriend den Heer J. M. da Souza te Bahia, van den Sisten Maart, waarvan hiernevens een afschrift volgt. Gij zult daaruit zien, dat hij uwe kleine order op tabak legen den opgegeven prijs niet kon uitvoeren, en wij moeten dus voor bet tegenwoordige het genoegen missen, met ü voor gemeenseliappelijke rekening eene onderneming in dat artikel in Srazihê te doen.
Voor 'toverige is het goed, dal de Heer da Souza besloot, de order niet uit te voeren ; want indien hij boven den gestelden prijs ware gegaan, dan zou dit tot geschillen aanleiding gegeven hebben, daar onze markt ons niet in staat zou hebben gesteld, op de lading eenige verdiensten te hebben. Wij deelen dit resultaat met de post van heden aan den broeder van den schrijver dezes te Liverpool mede. Met veel genoegen zullen wij ons bij eene volgende gelegenheid aansluiten en dan gelijk wij hopen, met meer vrucht.
Met achting,
Uwe Dw. Dienaren, Wm. Thompson en C0.
292
22. Bericht omtrent den. niet uitgevoerden last aan de betrokken ondernemers.
Don Heer James Thompson te Liverpool.
Hamburg, den Wen Juni 18 . .
Nadat ons van den Heer J. M. da bouzA te Bahia het bericht is geworden, dat het hem niet mogelijk was, de commissie van onzen vriend Jackson op tabak, voor geraeen-schappelyke rekening tot J aandeel nit te voeren,. geven wij U daarvan bij dezen kennis, met de bijvoeging, dat wij den tieer Jvckson tot hetzelfde einde geschreven hebben. Wij netuiguen hem ons leedwezen, dat hierdoor, ten minste voor het egen-woordiae, onze correspondentie algebrnken is, die, zooals wij gehoopt hadden, levendig en van langen dnnr zou wezen, en Saven hem de verzekering, dat wij steeds bereid zouden wezen om de poging te hernieuwen, zoodra zich daartoe eene gunstige
geleeenlieid aanbiedt. f0
Wij laten het thans aan U over, die slappen te
doen welke U doelmatig zullen voorkomen, en blijven t m As uwe usv- Dienaren,
taslêlr» 35 10. »«■ «quot; C°'
Parijs 190—
IV. BRIEYEN OVER WAREN.
23. Aanbieding van waren. — Koloniale waren.
Den Heer PUil. Dorbing te Kouten.
Amstorüam, den Isten Juni 18 . .
Mijn vriend do Heer Willem Setees alhier had de aoedheid mij uw adres te geven, en mij te zeggen, dat gij aanzienlijke hoeveelheden suiker en koffie van elders ontvan£; Aangemoedigd door gezegden vriend, ben ik in dit opzicht zoo vrij'voor beide artikelen mijne bemiddeling aan te bieden, tot welk einde ik mijne laatste prijs-courant hierbij voeg.
Yoor alle inkoopen ahuer zou ik U, behahe de gewone plaatselijke onkosten en bij vier maanden crediet slechts 1'°/ provisie berekenen, en ik houd mi) over.uigd, dat pet ander huis alhier U billijker en prompter bedienen kan. terwijl ik daarenboven aan uwe. bijzondere voorschr.Ken en wenschen naar
293
mijn besle vermogen zal trachten Ie voldoen. Ik hoop derhalve, dat gij eens bij mij cene proef zult nemen, waartoe ik mij bij
dezen aanbeveel.
In dat aangename vooruitzicht noem ik mij met
achting
Uw Dv. Dienaar, Adolf de Vogel.
24. Aanbieding van waren. — Laken.
Den Heer Max Grünslein te Wcencn.
Brlinn, den Kden Juni 18 . .
Verscheidene van mijne vrienden hebben mij de verzekering gegeven, dat gij aanzienlijke hoeveelheden Moravische lakens ontvangt, en daar ik een rijk gesorteerd depót van dit artikel houd, zoo vlei ik mij niet zonder grond, U hierin tot uwe volkomene tevredenheid te kunnen bedienen. Ik neem derhalve de vrijheid, U daartoe mijne diensten beleefdelijk aan te bieden. Het zou mij hoogst aangenaam wezen, indien gij kondt besluiten daarvan gebruik te maken en, bij wijze van proefneming, mij eene kleine commissie wildet opdragen. In dat geval zou ik, om IJ mijne dienstvaardigheid met daden te toonen, mij gaarne willen verbinden, ongeveer voor het bedrag mijner rekening van uwe zijdewaren in te ruilen, voor zoover, namelijk, U die voorslag bevalt, en gij mij naar evenredigheid de prijzen evenzoo billijk stelt, als de mijne zijn.
In de hoop, dat ge mij met een gunstig antwoord verblijden en er eene commissie bij voegen zult, waardoor er eene handelsbetrekking tusschen mij en uw gerenommeerd huis tot stand komt, heb ik de eer met hoogachting te zijn
Uw Dw. Dienaar, A. F. Wegner.
25. Antwoord op den vorigen brief.
Den Heer A. F. Wegner te Brtlnn.
quot;Weenen, den lOden Juni 18 . .
Ik ben U zeer verplicht voor het vriendelijke aanbod, mij door U in uwe aangename letteren van den 5den dezer gedaan met opzicht tot uwe Moravische lakens. Mijn vertier in dit artikel is zeker niet onbelangrijk, en ik zou wel genegen zijn, eene bestelling bij U te doen, zoo ik de qualileit
294
uwer lakens nader kende. Te eerder zou ik daartoe geneigd zijn, zoo gij uwe benoodigde zijden stoffen van mij wildet nemen. Om spoedig tot een gewenscht resultaat te komen, zoudt ge wel doen, ten spoedigste eenige stalen van uwe waren, met opgave der prijzen, aan mij toe te zenden. Zijn ze, gelijk ik hoop, voor mijn doel geschikt, dan kunt gij U verzekerd houden, dat ik U eerstdaags bij wijze van proefneming, eene commissie zal opdragen; en zoo deze proefneming aan mijne verwachting beantwoordt. kunt gij op aanzienlijke bestellingen rekenen.
Terwijl ik uwe nadere berichten met verlangen te gemoet zie, blijf ik niet achting
Uw Dw. Dienaar, Max Grünstein.
26. Commissie op tule.
Aan de Heeren Parson en C0. te Nottingham.
Frankfort a/M., den löden Mei 18 . .
Toen ik in October van 't vorige jaar het genoegen had, uw compagnon, den Heer John Parson Jr., hier te zien, gaf ik hem de toezegging, dat ik aan uw huis in de aanstaande lente eene bestelling van tule zou doen. Hierom verzoek ik U, mij zoo spoedig mogelijk 5000 stuks van verschillende breedte en qualiteit te zenden, zooals ze beneden genoteerd staan. Het bedrag zal ik U in goed Londensch papier voldoen. ;
Indien ik uwe fabrikaten niet duurder vind dan die van de andere huizen a costi voor dezelfde qualiteiten, en zoo ge mij eenigszins te gemoet komt, zal ik U in 't vervolg bij mijne commissiën de voorkeur geven.
Met achting
Uw Dw. Dienaar, F. J. Steibels.
27. Marktbericht.
Stettin, den tden Maart 18 . .
Het lag in ons plan, U eerst dan over den gang van onze fabrikaten berichten te doen toekomen, wanneer wij de opening der scheepvaart weldra zouden te gemoet zien, — welke opening echter door streng winterweèr in de laatste dagen en de daardoor ontstane vermeerdering van het ijs op onze rivier wellicht nog ettelijke weken vertragen kan, — ware het niet,
295
ilat een onverwachte levendigheid in de suiker op de buiten-iandsche markten ons daartoe reeds heden bewoog.
De rijzing, welke in andere koloniale artikelen, inzonderheid de koffie, in den laatsten tijd ontstaan is, en aan de speculanten aardige winsten bezorgde, heeft verscheiden kapitalisten bewogen, om belangrijke sommen in de suiker te steken, en zoo brengen ons de heden te zamen aankomende posten van 23 en 27 Februari van Londen de niet onbelangrijke rijzing van 2 p st., hetgeen J rijksd. per centenaar is. Men geeft van deze prijsverhooging als reden op, dat het parlement in de zitting van dit jaar de voorgestelde wet heelt aangenomen: »om vreemde suikers voor de Engelsche consumptie tegen matige rechten toe te laten.quot; Het natuurlijke gevolg daarvan zou wezen, dat, eer de bezitters van Britsche plantagesuiker zich tot het aannemen van daardoor zeer gedrukte prijzen konden verstaan, er belangrijke hoeveelheden vreemde suiker voor de Engelsche consumptie ingevoerd zouden worden en de prijzen daarvan stijgen zouden ; doch wij voor ons houden het aannemen van dezen maatregel voor evenzoo twijfelachtig, als de Engelsche berichten zich daarover met het grootste vertrouwen uitlaten: ile tijd moet leeren, wat daarvan komen zal. Dit is intusschen van meer belang: de suikers staan op dit oogenblik vrij laag, zoo dat 21 p. st. rijzing reeds 10o/o bedraagt —waarom het uit dien hoofde zeer verleidelijk is, daaraan een kapitaal te besteden, dewijl de interest in Engeland van 1^- en 'l^0/0 zeer billijk is, en vele kapitalen renteloos liggen. Zoo is het dan ook het geval, dat deze speculatiën in waren door de aanzienlijkste lieden op de Londensche beurs ondernomen zijn, en er geenszins een veelal snel opbonden van dergelijke voorjaarsopgewondenheid te verwachten is, dewijl de speculanten de middelen bezitten om hunne ondernemingen evenzoo aanmerkelijk uit te breiden, als lang vol Ie houden. Indien wij nu nevens de Londensche berichten ook een gunstigen afloop van de verkoopen in Holland vernemen, waarnaar hier, evenals daar, de prijzen ten naasten bij eene gelijke hoogte bereiken, en daarbij nog het vermoeden van eene voortgaande rijzing komt, dan is het leveren voor de fabrieken, onder welke ook wij ons bevinden, eene zeer moeielijke zaak en wij moeten onze vrienden, die zich reeds van den noodigen voorraad hebben voorzien, geluk wenschen.
Hoe onze prijzen heden staan, vermeldt nevensgaande prijs-courant; mocht de rijzing aanhouden, dan moeten wij ze insgelijks booger noteeren. Intusschen kunnen zich onze vrienden verzekerd houden, dat. wij zoo billijk mogelijk zullen wezen, en verzoeken hen in dit opzicht om hun volkomen ver-l rouwen.
296
Siroop is zeer slap, en dit verdient opmerking, daar toch de prijs inzonderheid van dien der suikers afhangt.
Wij recoraraandeeren ons tot uwe geëerde com-missiën en teekenen met achting
De Directie der Pomm. Provinciale suikerraffinaderij.
(Namen).
28. Marktbericht. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Triëst, den Isten October 1869. |
Gedurende de gisteren afgeloopen maand zijn de aanvoeren, omzettingen en uitvoeren van boomwol aan merkel ijle geringer geweest dan in de vorige maanden, en op onze markt ging niets van eenig belang om; wij deelden aanvankelijk Engelands vrees voor zijn graanoogst en lieten de boomwol rusten; daarna verheugden wij ons over het gunstige weer, en wie behoefte had, tastte toe; eindelijk keerde de vroegere bezorgdheid terug, en wij sluiten de maand zeer stil.
Intusschen hebben de prijzen weinig of geene verandering ondergaan. Mako gold ƒ 30 a 31, en fine Senaar werd op den 22sten en 25sten met ƒ 34 betaald. In de Ame-rikaansche soorten had men kleine rijzingen, die echter niet meer dan 20/0 bedroegen, doch weinig bezitters toonden zich genegen om ze af te staan, en men noteert heden good midling ƒ 24', midling ƒ 23. Over het geheel is de voorraad in Sept. weêr verminderd en bestaat hij thans slechts in 35744 B., terwijl wij in het vorige jaar op denzelfden tijd omstreeks 65494 hadden.
Ik acht het mijn plicht, ü op de snel en aanmerkelijk toegenoruene consumptie van boomwol opmerkzaam te maken, die in de provinciën, welke hare grondstof van hier trekken, bespeurd wordt en eene belangrijke ontwikkeling van dien tak der industrie aantoont. In bovenstaande tabel vindt gij de bijzonderheden van den uitvoer over het geheele jaar 1844 ver-
297
geleken met dien van de eerste 9 maanden van dit jaar, en gij zult daaruit bespeuren, dat de laatste reeds ongeveer 5000 B. meer dan de eerste bedragen ; en deze vermeerdering is geenszins eene toevallige o(' momentaneel door speculatie of door op-kooping van groote hoeveelheden van de zijde der spinners te weeg gebrachte, maar eene regelmatige trapsgewijze toenemende en wezenlijke, en moet bij het afzetten van den hier aanwezigen voorraad geenszins uit het oog verloren worden. Naar evenredigheid van het (ot dusverre plaats gehad hebbende verbruik, is onze tegenwoordige voorraad voor de volgende drie maanden ontoereikend, en de vraag is nu, of wij intusschen genocgzamen toevoer zullen krijgen, zoodat de prijzen niet hoeger klimmen. Het antwoord kan, helaas! niet anders dan ontkennend zijn; want uit Amerika is alles, wat wij van daar verwachten kunnen, reeds aangekomen, en het schepen van nieuwe ladingen naar hier zal niet zoo spoedig beginnen, dewijl onze invoerders slechts zeer lage limieten, die beneden pari der Liverpoolsche prijzen staan, naar Amerika gaven en bij de eerste afzendingen dus geen belang zuilen hebben. Insgelijks zullen de toevoeren van Mako niet zeer belangrijk zijn, dewijl in Alexandria slechts weinig goede waar overblijft, en het grootste gedeelte daarvan naar Engeland wordt gezonden; volgens de laatste berichten van 4(5 September hielden zich de prijzen aldaar staande 8J a 10 S. naar qualiteit, en komen dus naar hier op f 20 a 35; de stand alhier is dus geenszins uitlokkend; intusschen wil ik niet ontkennen, dat Mako reeds een toereikend hoogen stand bij ons heeft bereikt, en dal, in geval van eene verdere rijzing, het verbruik van deze soort wel eens afnemen kon ; dit kan echter niet van Amerikaansche soorten gezegd worden, welke bij Mako zeer achtergebleven zijn. Den SOsten September 1844 stonden beide soorten gelijk, namelijk /quot; ^6 a 27, heden geldt Mako f 'S\ en good midling Amerika f 24^,
Subugè geldt ƒ 23, Kirkagaz f 22, Cipro f 21, Macedonia ƒ 20 a 21. — De Brasil, die sedert jaren hier ligt, is nog steeds zonder prijs.
Met achting,
Uw Dvv. Dienaar, N. N.
29. Marktbericht.
Aan do Heeren Meyer und Töhl te Breinen
Bordeaux, den 23sten Maart 18 . .
Hetgene wy in ons bericht van den 30stcn November des vorigen jaars omtrent de wijnen van 1862 zeiden.
298
heeft zich volkomen bewaarheid. De roede zijn goede, gangbare wijnen, tamelijk licht en fijn, doch hebben als grondsmaak zekere hardheid, die, gelijk te vreezen is, van hunne verdere ontwikkeling de zoo gewenschte mildheid en aangenaamheid uitsluit. Men kan ze, wat hunne qualiteit betreft, niet beter, zooals wij ook toen gedaan hebben, dan met de wijnen van 40 en 50 gelijk stellen.
Men heeft getracht, doch vruchteloos de prijzen (e houden. Na eenige tegen vrij hooge prijzen gedane koopen, is men intusschen weder tot eene sedert voortdurende rust vervallen.
Het binnenste van Frankrijk heeft juist niet veel getrokken, waarom dan ook de kleine wijnen voor zeer billijke prijzen te krijgen zijn. Men zou thans goede roode Gótes en Palus tegen 150 a 100 fr., de Neder-i/erfocs en Boeren-5f.-Estèphe tegen 253 a 300 fr. kunnen hebben. De burgerwijnen worden tot dusverre nog op prijs gehouden, doch wij gelooven, ilat goede Burgev-St.-Estèphe tegen 400 a 450 fr., en fijne Bur-ger-St.-Julien tegen 550 a 650 fr. zouden te krijgen zijn.
Aan de hoogere gewassen is nog volstrekt niet te denken, dewijl men daarvoor overdrevene eischen doet. Wat de witte wijnen van '64 betreft, deze zijn van zeer geringe qualiteit, met uitzondering echter van eenige gewassen in de kerspels van Preignac, Bouloc, Bommes en Saulernes, die wezenlijk goed gelukt zijn.
Men heeft in bet eerst eenige witte Cötes zeer duur betaald. Thans zou men voor 200 fr. de St. Pe Langon kunnen bekomen, die wij dit jaar boven de Podensacs en Cerons verkiezen, dewijl deze van den hagelslag hebben geleden. De Boeren-Pmijinac zou men voor 250 a 275 fr. kunnen koopen, en de Burger dito en de Bouloc voor 300 a 350 fr. De goede gewassen van Bommes en Saulernes houdt men op 450 a 600 fr., tegen welke prijzen wij U de gewassen Lacosle en Deyme en bovenal Dehrt recommandeeren.
Het schijnt ons toe, dat thans het oogenblik is verschenen, om ernstig op deze wijnen te reflecteeren; waut de prijzen kunnen toch onmogelijk lager worden, en men zou met grond mogen rekenen, nooit tegen billijker prijzen gekocht te hebben dan tegenwoordig. Men kan te eerder tot eene speculatie daarin raden, dewijl onderscheidene omstandigheden samen-loopen, om een weinig later eene aanmerkelijke rijzing der prijzen als onvermijdelijk te gernoet te zien; en als hoofdgrond voor deze onderstelling voeren wij enkel aan, dat wij tot dusverre nog geen enkelen lentedag hebben gehad, dat het weer tot nu loe voortdurend zoo koud en stormachtig is, als men het tot
-299
dusverre nooit beleefd heeft, en dat men voor den volgenden wijnoogst de gegrondste vrees koestert. De wijnstok ziet er dan ook inderdaad treurig uit, en nergens zoodanig, als hij in Maart gewoonlijk is. De invloed van zulk eene ongewone weersgesteldheid moet dus, in dezen tijd van den groei, hoogst verderfelijk zijn, en bereidt ons eene herhaling van het jaar 1816 voor.
Volgens onze wijze van zien schijnt het dus zeker, dat thans goed gedane inkoopen belangrijke voordeelen moeten opleveren; men moet zich de vermoedens ton nutte maken, daar thars onze eigenaars zich gaarne vleien, dat alles nog niet verloren is, omdat wij nog geen eigenlijke vorjt hebben gehad; doch bij den bloei zal het kwaad zich in zijn geheelen omvang openbaren, en de eigenaars zullen dan hunne eischen hooger stellen.
Wij raden alzoo een ieder om zonder dralen tot een besluit te komen, en op de wijnen van '64, de roode tegen de prijzen van 160 tot 600 a 650 fr., Ie verdienen; doch men moet daarmede niet loeven; gij kunt u op onze ondervinding verlaten, dat de uitkomst aan onze verwachting beantwoorden zal.
Wij nemen deze gelegenheid waar, om U bij herhaling onzen voorraad oude wijnen aan Ie bevelen.
Van roode wijnen van '63 bezitten wij een schoo-nen voorraad in onderscheidene soorlen, onder andere Bedout St. Julien tegen 750 fr, ,1 urine Pauillac legen 900 fr., Daux St. Julien tegen 950 fr., Milon Mandauy legen 1100 fr., Barton Langoa tegen 1200 fr. en Barton Leoville legen 1500 fr.
Van de wijnen van '63 hebben wij goede kleine Medocs voor 350 a 380 fr., onderscheidene soorlen van Pauillac voor 650 fr., Felan St. Eustèphe voor 900 fr.. La Mission haut Brion voor 1000 fr., Carl St. Eustèphe voor 1100 fr., Lecoste Pauillac voor 1400 fr., Promis Ciscours voor 1800 fr., Dulac St. Julien voor 1800 fr., Leoville voor 2600 fr. Van de witte wijnen van '63 hebben wij Baptiste Sauternes voor 700 fr., Duboscq Barsac voor 650 fr., en Lafanrie voor 800 tr.
Wij kunnen van de wijnen van '62 voortreffelijke kleine Medocs voor 350 a 400 fr, fiine St. Eustèphe voor 700 ir , en verscheidene der voortreffelijkste gewassen van dat jaar b. v. Lacoste voor 2500 fr., Ducasse voor 2500 Ir., Cabarrsu St. Julien voor 3600 fr. en Monrose voor 4500 fr aanbieden.
Wij hebben nog eenige fijne Langoirans van '62 over tegen 400 fr., en verscheidene Cerons van 500 tot 650 ir.; eenige Barsacs voor 909 fr., en van de eerste hooge gewassen tegen den prijs van 1200 1800 tot 2400 Ir.
Deze wijnen van '62 zijn zeer gezocht, omdat wij
300
sedert het jaar 1860 geene wijnen van voortreffelijke qualiteit hebben gehad, en die van '62 bestemd zijn, om aan alle behoeften te dien aanzien te voldoen, waartoe zij dan ook inzonderheid geschikt schijnen te wezen.
Wij wenschen niets zoo zeer, als door dit bericht aanleiding te bekomen om n van dienst te zijn en blijven met ware hoogachting
Uwe Dvv. Dienaren, Doufour, Debarte, Fils et 0°.
30. Bestelling van koloniale waren.
Den Heer Reitmeister en c'. Ie Maagdenburg.
Weimar, den 7den April IS .
In antwoord op uwe geëerde letteren van den 1 slen dezer, waarin ge mij de prijzen uwer waren opgeeft, verzoek ik u hiermede de goedheid te willen hebben, mij met den eersten vrachtwagen te zenden:
3Ü0 ffi middelbare domingo-koffie.
200 brooden melissuiker.
80 brooden raffinade.
Ik verzoek U om de beste qualiteit van deze waren, en zie uwe berichten daaromtrent met verlangen te gemoet.
Met hoogachting
Uw Dvv. Dienaar,
Willem Meyer.
31, Antwoord op den vorigen brief — toezending van het bestelde.
Ren Heer Willi. Meyer te Weimar.
Maagdenburg, 12 April 18 . .
Wij zijn U voor uwe commissie van den 7den dezer zeer verplicht, en hebben de bestelde waren gisteren met den voerman Thiele alhier, aJ 14 gr. p, cent. vracht, aan U afgezonden.
Inliggend vindt gij de rekening, groot .... Rthr.
Pr. Cour.
Terwijl wij U eene goede ontvangst toewenschen, hopen wij, dal gij met onze uitvoering tevreden zijn en ons uwe verdere orders mededeelen zult, in afwachting waarvan wij ons niet de meeste achting noemen
Uwe Dw. Dienaren, Reitmeister en 0°.
301
32. Bestelling aan een grossier door iemand, die zich pas gevestigd heeft.
Den Heere P. Vermeulen te Leeuwarden.
Amersfoort, i Augustus 18 . .
Mijnheer,
Daar ik onlangs van ondcrscheidenc bekenden vernomen heb, dat uw huis de grootste achting geniet wegens soliditeit en groote sorteering, meen ik bij den aanvang mijner zaken niet beter te kunnen doen dan ü te verzoeken, mij eene kleine, sorteering van al uwe artikelen te zenden. Ik vlei mij, dat ik het debiet aanmerkelijk zal kunnen bevorderen, wegens mijne uitgebreide relatiën door mijne familie en de oude betrekkingen van mijn overledenen vader, wanneer ik slechts de beste quaiiteiten tegen de minst mogelijke prijzen kan leveren. Ik vertrouw te meer, dat gij hiervoor zult zorg dragen, omdat ik, zoowel nu als in 't vervolg, alle zaken, die wij te zamen mogen hebben, tegen contante betaling wensch te doen.
In afwachting van uw spoedig antwoord heb ik
ile eer te zijn
Uw Dw. Dienaar, in. Randers.
*
33. Antwoord.
Den Heer N. Randers te Amersfoort.
Leeuwarden, den Oden Augustus 18 . .
Mijnheer,
In antwoord op uwe geëerde letteren van den ■iden dezer zal ik het genoegen hebben, de gevraagde sorteering van alle voorhandene artikelen morgen per diligence over te zenden. Ik durf vertrouwen, dat èn de goederen èn de prijzen U wel voldoen zullen, en vlei mij spoedig met nieuwe bestellingen vereerd te zullen worden. Ik zal alles doen, wat van mij kan afhangen, om IJ steeds naar genoegen te bedienen, en ben in staat, als uwe orders ten spoedigste te effectueeren. Gelief mij voor deze goederen te debiteeren volgens nevensgaande factuur ten bedrage van f 188,—.
Onder beleefde aanbeveling heb ik do eer met alle achting te zijn,
Uw Dw. Dienaar, P. Vermeulen.
302
34. Commissie op zijde.
Den Heer Rasponi te Milaan
W eenen, den Istcn Mei 18 .
De Heer Cakl Almond alhier loonde mij onlangs
een staal zijde, welke waar hij tegen.....lire Oostenr. per
end van U ontvangen had. Ik vind hef zeer fraai en den prijs illijk, waarom ik ü verzoek, mij raet de eerste gelegenheid eene baal van omstreeks 200 pond van die zijde over te zenden. Een stukje van het staal vindt gij hiernevens, om dezelfde soort daarnaar te kiezen.
Het zou mij hoogst aangenaam wezen, indien gij de baal onmiddellijk na de ontvangst van deze letteren kondet afzenden, opdat ik ze vroeg genoeg bekome om er op mijne aanstaande reis gebruik van te kunnen maken. Terwijl ik U om spoedige afzending verzoek, ben ik met hoogachting,
UE. Dw. Dienaar, Ignaz Walter.
35. Antwoord op den vorigen brief — uitvoering der commissio.
Den Heer Ignaz Walter te Weenen.
Milaan, den I3den Mei 18 .
Uwe letteren van den isten dezer met de daarin opgegevene commissie waren mij hoogst aangenaam, en ik betuig U daarvoor mijn oprechten dank. Ontvang hiernevens de rekening voor de verlangde zijde, die morgen met den vrachtvoerman Keller uit uwe stad van hier vertrekt. Het bedrag van .... lire Oostenr. zult gij mij wel te goed schryven.
Gij zult de zijde geheel overeenkomstig het staal vinden en mij van uwe goedkeuring, gelijk ik hoop, door eene spoedige herhaling uwer commissie doen blijken, waartoe ik mij beleefdelijk aanbeveel. — Met achting
Uw Dw. Dienaar, L. A. Rasponi.
36. Toezending van rekening.
Den Heer P. S. Santhorst, to Devenlor.
Arnhem, den 15den Febr 18 . .
Mijnheer,
Ik heb het genoegen U ingesloten mijne rekening te zenden over A0P0 , welke, gelijk ik vertrouw, door U accoord
303
zal bevonden worden. Zoo daarop vóór den laatsten dezer maand geene aanmerkingen inkomen, zal ik de vrijheid nemen, over het bedrag met een wissel op zicht aan de order van de Hee-ren Engelnan k C0. en zonder nader advies te beschikken, welke traite UEd. op vertoon gelieve te honoreeren.
Met achting verblijl' ik
Uw Dw. Dienaar, c. caron.
37. Klacht over het niet honoreeren van een wissel.
Den Heer P. S. Santhorst te Deventer.
Arnhem, den 2lsten April IR
Mijnheer,
Toen ik U den 15den Febr. jl. bij de toezending mijner rekening over A. P. tevens berichtte, dat ik over het bedrag op zicht zou disponeeren, wanneer vóór den laatsten dier maand geen contra-bericht van u ontvangen werd, kon ik niet vermoeden, dat U mij nu zoudt te leur stellen. Het is niet alleen onaangenaam, vergeefsche kosten te moeten maken, maar bovendien wordt door zulke weigering ons beider soliditeit bij de houders van een wissel altijd eenigszins in verdenking gebracht. Kwam de betaling op dien tijd U niet goed gelegen, waarom dan niet tijdig daarvan kennis gegeven? dan zou ik er mij naar geschikt kunnen hebben; want aanmerkingen op do rekening, zal U, vertrouw ik, niet kunnen hebben Hierom heb ik ü voor de kosten van retour des wissels op nieuwe rekening gedebiteerd, en over het netto-bedrag der rekening een tweeden wissel, op den 30sten dezer betaalbaar, afgegeven.
Wordt de wissel onverhoopt op dien dag niet betaald, dan zullen de houders ongetwijfeld protest doen aanteekenen, en ik zou mijns ondanks genoodzaakt worden, de betaling langs gerechtelijken weg te doen invorderen.
In het vertrouwen, dat door U aan mijne billijke verwachting zal beantwoord worden, ben ik
Uw Dw. Dienaar, C. Caron.
38. Klacht over de uitvoering eener commissie.
Den Heer A. Hoogland te Utrecht.
Gorinchera, den 30ston Juli 18 . .
Mijnheer,
Door dezen moet ik U mijne ontevredenheid over
304
de onnauwkeurige en daarenboven slechts gedeeltelijke uitvoering mijner bestelling van 16 Juli jl. te kennen geven. Er ontbreken onderscheidene artikelen, om welke ik het meest verlegen ben, terwijl er niet eens bepaalde opgave geschiedt, wanneer gij deze zult afzenden. Onder de artikelen, die niet nauwkeurig volgens mijne bestelling en evenmin volledig naar uwe factuur genoteerd zijn, noem ik o. a. 20 stuks breede zwarte-zijden linten onder IN0. 4; en de garens respeetievelijk onder N0'. 17, 18 en 19, van welke aan iedere soort 5 pd. ontbreken, hetwelk waarschijnlijk aan de nalatigheid van uw pakhuisjongen zal te wijten zijn. Dergelijke onachtzaamheid verwondert mij te meer, omdat-ik U altijd prompt betaald heb, en het ook steeds uwe gewoonte was mij zeer accuraat te bedienen.
Intusschen gelieve U my voor het verschil der te weinig ontvangene goederen te crediteeren, en de achtergeblevene alsnog binnen 8 dagen af te zenden, daar ik ze na dien tijd niet meciquot; ontvangen kan. Doordien ik nu mijne klanten niet naar genoegen kan bedienen, zal dit oponthoud mij reeds aanmerkelijke schade veroorzaken; derhalve diene U tevens tot naricht, dat ik in quot;t vervolg steeds nauwkeurige en spoedige bediening wensch, bij gebreke waarvan ik mij elders zou moeten vervoegen.
Mei achting blijf ik steeds
Uw Dw. Dienaar, J. G. Slomp.
V. BRIEVEN OVER EXPEDITIEZAKEN;
VOORGESTELD IN EENIGE BRIEVEN OMTRENT WAREN, DIE OVER ZEE KONEN, BET ASSURANTIE, BETALING IN WISSEL. ENZ.
39. Afzending van eene door een Imis in Leipzig te Manchester bestelde partij twist aan het opgegevene huis in Hamburg.
Den Hoer Becker te Hamburg.
Manchester, den 28slen Febr. 18 . .
Wij hebben voor rekening van de Heeren Muller en Brader te Leipzig met het schip «the Hopequot;, Kapitein Winkels, ingevolge nevensgaand cognossement, aan U algezonden;
M § B ( 80 balen twist, wegende netto 1000 ®, N0. 1 a 80 ) tot eene waarde van ê 4100.
305
Terwijl wij u verzoeken de goedheid le willen hebben, de assurantie daarvan te bezorgen en na aankomst der waar, onder berekening van uwe uitgaven en verschotten, aan het verlangen der Heeron Mülleu en Brauer te Leipzig te voldoen, noemen wij ons met hoogachting
Uw Dw, Dienaren Thompson amp; C0.
40. Bericht van den Hamburger hierover naar Leipzig, gelijk ook melding van het bezorgen der assurantie.
Aan de Ilccre» MUIler en Brauer te Leipzig
Hamburg, den «den Maart 18. .
Sedert uwe geëerde letteren van den Hden der vorige maand zijn mij van U geen nadere berichten geworden, en ik heb sedert dien tijd van de Heeren Thompson amp; C0. te Manchester cognossement betreffende de voor uwe rekening, door den Heer G. W. ïuch te Goeie, met het schip »lhe Hopequot;, kapitein Winkels, aan U ges^ioepte:
M en B ^ 80 balen twisl, elk van 1000 netto, N0. 1 a 80 j Ier waarde van £ 4100 ontvangen, waarop ik de assurantie mei 59,000 — Bc. Mk., voor de premie van J 0/o bezorgd heb. De verdere zending der twisten, zoodra zij aangekomen zijn, zal ik volgens de opgave bewerkstelligen.
En hiermede heb ik de eer hoogachtend te zijn
Uw Dw. Dienaar, Th Becker.
41. Bericht van den Hamburger, dat de waren aangekomen en verder over Lüneburg verzonden zijn.
Aan de Heeren Muller en Brauer te Leipzig.
Hamburg, den 18den Maart 18 . .
Op last en voor rekening van de Heeren Muller en Brauer te Leipzig heb ik heden met den schipper Burger aan U afgezonden:
M en B ( 80 balen twist, te zamen wegende bruto 81734® N0. 1 a 80 ( volgens opgave aan de andere zijde.
20
306
Ik verzoek U, deze waren, met opgave der kosten, aan het voormelile Leipziger huis verder Ie zenden.
Met achting, Til. Becker.
42. Bericht van hot Lünebuiger huis aan het Leipziger huis over de aankomst en de expeditie van het twist, bonevens opgave der verschotten on kosten.
Aan do Heeren Muller on Brauer te Leipzig.
LUnoburg, den 20steii Maart is . .
Van den Heer Th. Becker te Hamburg ontvang ik eene partij boomwnl, namelijk:
M amp; B I 80 balen, wegende te zarnen bruto 81734 ffi, N0. '1—80. j op de andere zijde gespecificeerd-,
niet order, ora zt; U rnet de eerste gelegenheid te doen toekomen.
Diensvolgens heb ik die waar heden met den voerman Walter van hier, de vracht .... en, overeenkomstig het voorschrift van den Hamburger vriend met opgave van al mijne voorschotten en kosten, waarvan de nota hiernevens gaaf, aan Uw adres afgezonden, en wensch de beste ontvangst.
Met hoogachting.
Uw Dw. Dienaren, E. en W. Arnold.
43. Het Leipziger huis dokt het Hamburger huis (in wissels) wegens de traites van het Man-ehestersehe huis op Hamburg.
Aan don Hoer Becker Ie Hamburg.
I.eipzig, den 18dcn April 18 . .
Wij zijn in liet bezit van uwe geëerde letteren d. d. H Februari, 4 en ook 20 der vorige maand, en hebben van al het noodige daarin nota genomen.
Thans hebben wij hef genoegen, U inliggend over
te maken:
£ 150.— 3 maand dato, van den lOdon April, op Fiedling en 0°. £ 350 —)
,, 300.— [ 3 maand dato, van den 12don April, op Tailor en 0° „ 750.—
f1550.—, op Londen,
307
die gij wel de vriendelijkheid zuil hebben, zoo voordeelig mogelijk ter markt te brengen en ons te goed te schrijven, om daarmede de bedragen te dekken, zoodra zij vervallen. Mei achting
UEd. Dvv. Dienaren, Müller en Brauer.
44. Antwoord op den vorigen brief: het Hamburger huis geeft bericht van de ontvangst en den verkoop der wissels.
Aan de Hecrcn Müller en Brauer le Leipzig.
Hamburg:, den 23slcii April 18 . .
In uw geëerden van den I8den dezer vond ik: £' laO.— pr. 10 Juli.
,, '1400.— pr. 3 sommen, pr. 12 Juli.
£ 1550.—, op Londen, die ik u a 43 sh. met Be. mark 2385,10 te goed heb geschreven.
Het verheugt mij, dat ik van een zoodanigen koers, als de tegenwoordige, heb kunnen profiteeren.
Steeds tot uwen dienst bereid, ben ik met hoogachting
UEd Dw. Dienaar, TH. BKCKKR,
45. Het Engelache huis bericht het Hamburger huis, dat het op hetzelve voor rekening van het Leip-ziger huis getrokken heeft.
Aan den Heer ïli. Becker te [famburg.
Manchesier, den 91en Juni 18 . . ■
Wij hebben de eer U le berichten, dat wij op order en voor rekening van de Heeren Müllkh en Brauer te Leipzig op U getrokken hebben :
£ 2000.— 3 maand daio order Brushman cn G0., welke
20*
308
gij met acceptatie gelieft te honoreeren en met genoemde hee-ren te verrekenen.
Met achting
UEd. Dw. Dienaren, Thompson amp; 0°.
46. Antwoord op den vorigen brief.
Aan de Heeren Thompson en O. te Manchester
Hamburg, den Uden Juni 18 . .
In uw geëerden van den i 9den dezer bericht ge mij uwe traites van £ 1200,—
„ 800,—
£ 2000,— 3 maand dato, order Brushman amp; C0. welke ik bij vertoon prompt honoreeren en met de Heeren Müllek en Brauer te Leipzig verrekenen zal.
Met achting
UEd. Dv. Dienaar, Th. Becker.
47. Het Hamburger huis bericht het Leipziger huis de traites van het Engelsehe huis.
Aan de Heeren Milller en Brauer te Leipzig.
Hamburg, den 20sten Juni 18 . .
Ik verwijs naar den mijnen van den 23sten April, en bevind mij sedert zonder uwe geëerde berichten.
De Heeren Thompson en G0. te Manchester hebben den 9den dezer wederom voor uwe rekening op mij getrokken ;
„ 800.—
Ê 2000.—, 3 maand dato,
die ik volgens uwe order geaccepteerd en volgens de op de Londensche wissels vermelde koersen van 13 ink. 44 met mk. 27750 te uwen laste genoteerd heb.
Met hoogachting,
UEd. Dw. Dienaar, Th. Becker.
309
VI. BRIEVEN OVER HET VERZENDEN VAN WAREN
EN INKASSEERING VAN GELDEN.
48. Overzending van contanten ter afdoening eener schuld.
Aan den Heer A. L. Muller te Leipzig.
Osehatz, den Men October 18 . .
De drogerijen, die gij op den Islen Augustus aan rnij hebt afgezonden, heb ik indertijd behoorlijk ontvangen en U daarvoor gecrediteerd. Thans heb ik hel genoegen, U in nevensgaand pakje, gemerkt II. M. N0. 3, 'Ihlr. 57,4 Gr. Pruisisch courant, in ^ Tli.-stukkon over te zenden, met verzoek, myne rekening daarmede te vereffenen.
Met achting
UEd. Dw. Dienaar,
Anton Wolfram.
49. Antwoord op den voorgaanden brief: bericht van de ontvangst.
Aan den Heer Anton Wolfram, te Oseüatz.
Leipzig, den fiden October 18 . .
Met uw geëerden van gisteren ontving ik Th. 57,4.— Pruisisch courant, waarvoor ik onder dankbetuiging uwe rekening per saldo heb doorgedaan.
Hiernevens ontvangt gij mijn nieuwste prijs-cou-rant met het verzoek om uwe verdere geëerde commissiën. Met achting
UEd. Dw. Dienaar, A. L Müllek.
50. Overzending van contanten, met korting.
Aan de Heeren Melzer en O. te Leipzig
Weiszentels, den loden October 18 . .
Ik heb op den behoorlijken tijd de bestelde zijdewaren ontvangen, welke ge mij in uwe geëerden van den 5deii Augustus hebt berekend. Over het algemeen ben ik daarmede tevreden, doch moet tot mijn leedwezen bekennen, dat er in het pak zwarte-zijden handschoenen een dozijn door gele roestvlek-
310
ken zoodanig beschadigd waren, dat ik geen kans zie, ze voor een eenigszins aannemelijken prijs kwijt te raken. Gij zult het dus niet onbillijk vinden, zoo ik U daarvoor 4 ïhaler aftrek; ik zal er dan toch altijd nog schade op lijden.
Diensvolgens zend ik U hierbij in een pakje, ge-teekend M. en G. N0. 1 in Pruis. Gassen-Anweisungen Th. 121, waarmede gij, met bijtelling van getiielde 4 Th , wel zoo goed zult wezen, mijne rekening van Th. 125 Pr. Gt. te valideeren.
Terwijl ik uw bericht van de ontvangst zoo spoedig mogelijk verwacht, ben ik met de meeste achting
ÜEd. Dw. Dienaar, Aug. Wilii. Eömer.
51. Toezending van oen wissel ter inkasseering.
Aon de Heeren Adolph Scherzer en O. to Leipzig.
Gotha, den öden Juli 18 . .
Hetgene tusschcn ons bepaald is, ga ik met stilzwijgen voorbij, en neem thans de vrijheid, U hierbij eene aanwijzing, groot Th. 170.— Pr. Cf., betaalbaar op zicht, op Gtjstav Thieksch a cosli over te zenden, met het verzoek om die te laten inkasseeren en het bedrag op mijne rekening te goed te schrijven.
Met de meeste achtins'
UEd. Dw. Dienaar,
W. E. Tillmann.
52. Antwoord op den vorigen tarief; bericht van de inkasseering.
Aan den HeerW. E. Tillmann te Gotha.
Leipzig, den 9den Juli 18 . .
De aanwijzing, ons in uwe geëerde letteren van den 5den dezer toegezonden, op Gustav Thiersch alhier, ten bedrage van Th. 170.— Pr. Gt, is door hem op vertoon contant betaald, en wij hebben U de genoemde som, volgens uw verlangen, op rekening gecrediteerd.
Wij voegen onze koersen hiernevens en blijven
met achting
UEd. Dw. Dienaren, Adolph Scherzer en G0.
311
53. Bericht van do afzending der gelden over eene vereffende rekening.
Den Heer Reiser le S.....
M, . . . , den liiden Jan 18 . .
Weledele Heer,
Wij hebben gisteren het bedrag uwer traite op Jen Heer Mansfelt te Vlaar dingen, groot
f 600.— ontvangen; daarvoor brengen wij in mindering de ons aangewezene
- 350.— waarvoor UEd. bij ons gequiteerd is.
- 250.— restant; daarvan gaat af
0.40 briefport; blijft alzoo;
f 249.bO, twee honderd negen en veertig gulden en zestig cents, die wij heden per post aan U hebben overgemaakt. Daar onze rekening hiermede vereffend is, verzoeken wij U ons te crediteeren en, met hel bericht van de ontvangst der gelden, ons tevens quitantie te willen doen toekomen.
Wij bevelen ons verder in uwe geëerde vriendschap en zijn met achting
UEd Dv. Dienaars,
L. P. Kosboom amp; Comp.
54. Verzoek om uitbetaling van een pensioen.
Aan den WelEdelen Heer Karl Werner, alhier
Berlijn, den Islen Mei 18 ..
ik ben door madame Bert a Engeuiabdt nitgenoo-digd, U om de betaling van haar pensioen over de laatste 3 maanden, verschenen den 31 sten Maart dezes jaars, ten bedrage van Th. 50 te verzoeken. Wees zoo goed, mij dag en uur op te geven, wanneer ik U de quitantie voor dat bedrag mag toezenden.
Uw Dw. Dienaar, F. Bürman.
55. Antwoord op den vorigen brief.
Aan den Heer F. Barman, alhier.
V. h. den 2den Mei 18 . .
Ik ben tot het uitbetalen van Madame Berïa Engelhardt's pensioen bereid, zoodra ge mij uwe volmacht tot het
312
ontvangen daarvan, benevens een certificaat, dat genoemde dame op den 31 sten Maart van dit jaar nog in leven was, gelijk ook eene quitantie voor het bedrag van 50 ïh. Pr. Cl. ter hand zult stellen.
Karel Wehner.
56. Wederantwoord.
Aan den WetEd. Heer Kart Werner, alhier.
Berlijn, den '2dcn Mei 18 . .
Ter beantwoording uwer geëerde letteren van dezen morgen moet ik aanmerken, dat, ofschoon ik geen certificaat heb, dat Madame Beeta Lngelhardt op den 31 sten Maart 11. nog leefde, ik echter een eigenhandigen brief dd. 2(5 April van haar in bezit heb, en hoop, dat deze, voor ditmaal ten minste, als een volledig bewijs van haar leven en tevens als toereikende volmacht tot het ontvangen van haar pensioen over de laatste drie maanden zal aangezien worden. Aan alle formaliteiten, welke U moogt goedvinden voor het vervolg voor te schrijven, zal stipt voldaan worden. Brenger dezes zal den gemelden brief ter inzage vertounen, en tevens eene quitantie medebrengen, zoo U bereid mocht wezen, aan Berta Engelhardt's verlangen te voldoen. Ik weet, dat het geld op dit oogenblik wenschelijk voor haar moet zijn, en houd mij verzekerd, dat zij U voor uwe goedheid ten hoogste dankbaar zal wezen.
Met hoogachting
Uw Dw. Dienaar F. Bhrmann.
57. Bericht van het overlijden eens vennoots.
Den Heer S. Brook te Londen
Hamburg, den Islen Nov. 18 . .
Met de smartelijkste gewaarwordingen deel ik U het treurige overlijden mede van den Heer Papin eau, een voorval, hetwelk den handelsstand alhier van een zijner nuttigste en talentrijkste medeleden, doch mij van een trouwen en hoogst beminnelijken vriend beroofd heeft.
Als werkende compagnon van het huis en executeur van mijn ontslapen vriend (in vereeniging met de Heeren Eduakd Foryth en Jacob Ewens), ben ik met de liquidatie van de zaken der firma belast, en zal dus voortaan bij de liquidatie «Papineaü en C0quot; teekenen, waarvan gij wel zoo goed zult wezen nota te nemen.
313
De zaken van het. huis zullen als vroeger worden geconlinueerd, en alle commissiën, die ge mij zult gelieven op te dragen, zullen met de uiterste nauwkeurigheid en zorg worden uitgevoerd
De achting en vriendschap, welke mijn diep betreurde overledene vennoot mij bewees, en de ondervinding van bijna twintig aan den handel gewijde jaren zullen mij, naar ik hoop, in uwe oogeu eene voldoende aanspraak op eene voortduring van het vertrouwen geven, hetwelk te verdienen steeds hel doel van mijn ernstig streven wezen zal.
Met hoogachting
Uw dw. dienaar, G. Swift.
VII. BRIEVEN OVER CREDIEÏ EN WISSELZAKEN.
58. Briefwisseling over aene credietzaak.
Aan de Hoeren de la Rue et Cquot;. Ie Hamlmrg
Londen, den 18dcn October 18 . .
Sedert de ontvangst uwer letteren van den 15deu Augustus betreflende een aan den Heer J. H. Sommees bij U verleend crediet van 700 p. st. was er bij mij geene aanleiding om U lastig te vallen; doch heden morgen werd mij tot mijne bevreemding eene traite van
700 p. st. gepresenteerd, als van den Heer Sommees 3 maand dato aan de order van de Hceren de la Rue el C0. afgegeven, doch hel endossement, zooals het mij voorkwam, uwe handteckening, de la Rue el 0°. dragende.
Dewijl de Heer Sommees op denzelfden dag, van welken de wissel gedateerd is, en later nog weder van Havre dd. 5den der vorige maand mij geschreven heeft, zonder hel geringste er van le vermelden, dal hij een dergelijken wissel had afgegeven (ofschoon ik dit natuurlijker wijze verwachtte), en zonder mij eenig bericht omtrent hel gebruik maken van het crediet te geven, heb ik het voorzichtig geacht, voor het oogen blik de acceptatie le weigeren, tot ik van U verneem, of gij dezen wissel gelrokken hebt of niet; want in de tegenwoordige tijden, nu er zoo veel bedriegerijen voorkomen en afzetterijen aan de orde van den dag zijn, moet men in zaken van dien
314
aarJ de grootste voorzichtigheid gebruiken. Zoo de Heer Som-meks do traite heelt afgegeven, dan is het eene onvergeeflijke tont of wel eene met te verontschuldigen achteloosheid, dat hij mij in de bovengemelde brieven daaromtrent het noodige bericht niet heeft medegedeeld.
Indien ik mij niet bedrieg, dan bevindt hij zich nog te Havre, waar ik hem den 12den dezer omtrent het crediet geschreven heb. Zoodra ik zijn of uw antwoord ontvang, zal ik de traite natuurlijk gaaf acnepteeren. Ik ben met hoogachting Parijs 25 52^ UEd dw. dienaar,
Amsterdam 12 2—James Box. Hamburg 13 8 — !,
59. Brief zekerheidshalve geschreven.
Aan den Meer J. O. Sommers, le Hnvre.
Londen, den isden October 18 . .
Ik bevestig bovenstaande copie van mijne letteren d. d. 12 dezer en moet U de onaangename mededeeling doen, dat mij een wissel van
700 p. st. Ier acceptatie gepresenteerd is, die, naar het schijnt, op den 2den der vorige maand, 3 maand dato, order de Kue et Ge. (zonder het «laquot;) afgegeven is.
Dewijl ik daaromtrent geen bericht van U ontvangen heb, niettegenstaande ge mij op denzelfdon dag en later nog weer van Havre op den 25stcn der vorige maand hebt geschreven, zoo heb ik mij tegen mijn wil in de noodzakelijkheid gezien om de acceptatie te weigeren. Ik hoop, dat gij onmiddellijk na de ontvangst van dezen de noodige stappen zult doen, om mij uit de onzekerheid te helpen, voor zoover gij dit niet reeds vroeger bij het beantwoorden van mijn laatsten brief mocht gedaan hebben. Deze achteloosheid van U — want ik twijfel niet, of die zal er de oorzaak van wezen — heeft mij aan ernstige onaangenaamheid van de zijde der Heeren be la Rue et 0°. blootgesteld, welke de niet-acceptatie van uwe traite wellicht aan eene andere verborgene oorzaak toeschrijven. Wees toch, om 's Hemels wil, voortaan ordelijker en voorzichtiger. Ik heb U tot dusverre voor een man gehouden, op wien men zich in alle opzichten verlaten kan; doch zulke onregelmatigheden moeten het onbepaalde vertrouwen, dat ik tot hiertoe in U gesteld heb, aan 't wankelen brengen.
315
Ik zie uwe opheldering met ongeduld te gemoet, en noem mij met achting,
UEd. Dw. Dienaar, James Box.
60, Antwoord in dezelfde zaak.
Aan den Heer James Box, te Londen.
Hamburg, den 21slen October 18 . .
De wissel van 700 p. st., waarvan gij in uw ge-eerden van den ISdeti dezer melding maakt, werd door den heer afgegeven, welke ons uw credietbriel' voor het bedrag overbracht, en de onderleekening »J. G. Sommersquot; is van zijne hand; want hij heeft de traite op ons kantoor onderteekend. Wij hopen dus met vertrouwen, dat, wanneer gij deze onze verzekering hebt ontvangen, alles in orde en elke verantwoordelijkheid van ons endossement weggenomen zal wezen. Wij weten van de nalatigheid des Heeren Sommers in het adviseeren van zijne traite geene uitlegging te geven, doch mogen onderstellen, dat hij zelf in slaat zal wezen, U over deze onregelmatigheid eene voldoende verklaring te geven.
Wij zijn met alle achting
UEd. Dw. Dienaren, de la Rue et 0°.
61. Verklaring op het antwoord.
Aan de Heeren de la Rue et O, te Hamburg.
Londen, den 25sten October 18 . .
De verklaring, die in uwe geëerde letteren van den 12den dezer voorkomt, is in alle opzichten voldoende, en het spreekt van zelf', dat iedere twijfeling omtrent de echtheid der traite van den Heer Sommers groot 700 p. st. daardoor is weggenomen. Nadat ik dien wissel nu op de gebruikelijke wijze geaccepteerd heb, kunt gij uwe verantwoordelijkheid als geëindigd beschouwen.
Het doet mij leed, dat U deze zaak zoo veel moeite veroorzaakt heeft, en ik blijf met de gewone hoogachting Parijs 25 55. UEd. Dw. Dienaar,
Amsterdam 12 1 2 James Box.
Hamburg 13 7J.
316
62. Bericht van de trekking esns wissels.
Den Heer Milder, te Z. . . .
R. . . . , den ICden Juli 18 . .
Mijnheer,
Ik heb de eer U door dezen kennis (e geven, dat ik de vrijheid yenomen heb, aan de order van den Heer Mabtinus Gesler alhier, op vijf weken zicht, oenen wissel, groot ƒ 7ö0, op U betaalbaar te stellen. Ik zal ü tegen den vervaltijd de verplichte dekking dezer som verzekeren, en verzoek U derhalve mijne traite willig met acceptatie te vereeren.
W. Vonk,
Den Heer Vonk, te R.....
Z......den 2islen Juli 18 . .
Mijnheer,
In antwoord op uwe geëerde letteren van den 16den dezer, heb ik het genoegen U te berichten, dat uwe traite, groot
ƒ750,— order den Heer Martinus Gesler, op 5 weken zicht,
reeds ter acceptatie bij mij is geboekt. Ik zal U daarvoor debi-teeren, en twijfel niet, of de dekking zal, overeenkomstig uwe verzekering, vóór den vervaltijd inkomen.
H Milder.
Den Heer Engelsch, te L.....
......den 26slen Augustus 18 . .
Weledele Heer,
Ingevolge uw bereidvaardig consent, om ten bedrage van ƒ ^OOO, — op U te trekken, heb ik heden gedisponeerd over
ƒ 1917,40 — vier weken na dato, order den Heer Scheewiel a costi.
Ik heb de eer U hiervan de verplichte mededee-
317
ling te doen met de verzekering van de dekkini; op den bepaalden tijd.
S. Bahler.
65. Zelfde onderwerp
Den Heer C. Gaster, te M.....
B......den Mstcn Aug. 18 . .
Weledele Heer,
Ten gevolge van uw bericht, dat de aan U afge-zondene kist met handschoenen behouden bij U is ontvangen, en in de hoop, dat ze weldra, vooral door de bij U thans invallende kermis, grootendeels zullen afgezet wezen, heb ik de vrijheid genomen, gisteren, op U veertien dagen zicht, order den Heer Goldox Jr. alhier, te disponeeren over eene som van 136 gulden. Terwijl ik U hiervan kennis geef, zal hel mij aangenaam zijn, indien mijn wissel door U met betaling wordt vereerd, terwijl ik U in mindering onzer rekening voor deze som zal crediteeren.
A. Serber.
66. Toezending van wissels of remisen voor ontvangene waren.
Aan den Heer Adolph Marchand, te Frankfort a/M.
Kassei den Isten October 18 .
Gelijktijdig heb ik de onderscheidene manufacturen en uwe geëerde letteren van den lOden der vorige maand ontvangen met de rekening groot fl. 517, waarvoor ik U behoorlijk gecrediteerd heb.
Over de goederen kan ik ü mijne volkomene tevredenheid betuigen, en om mijne schuld ten deele af te doen, zend ik hiernevens;
fl. 380, 3 maand dato, op Emanuel Muller a costi, welke gij, onder mededeeling van de ontvangst, wel de goedheid zult hebben mij op mijne rekening goed te schrijven. Ik zal zorgen, dat gij het overige in tijds ontvangt, en ben intusschen met achting,
ÜEd. Dw. Dienaar, Theodoor Schneider.
318
67. Antwoord op den vorigen brief: bericht dat het bedrag van den wissel ontvangen is.
Aan den Heer Theodoor Scüneider, te Kassei.
Frankfort a/M, den 3den Oct 18 . .
De mij op den Isten dezer overgemaakie; fl. 380 pr. 1 Januari, op deze plaats,
heb ik U gelijkluidend en onder voorbehoud van behoorlijke ontvangst gecrediteerd en betuig U daarvoor mijn oprechten dank.
Met genoegen maak ik mij deze gelegenheid ten nutte, om U voor verdere benoodigdheden opnieuw mijne diensten aan te bieden, en ben met achting
UEd. Dw. Dienaar, Adolph Schneider.
68. Verzoek om een wissel.
Aan de Heer^n Gebr. Weilmann, te Frankfort a/M.
Eisenaeli, den Isten Sept. 18 . .
Hiermede verzoek ik U beleefdelijk, mij zoo spoedig mogelijk een wissel van
340 Rth. Pr. Ct., 1 maand dato, op Berlijn in te koopen en over te maken. Ik verzoek daarbij om de noteering van den billijksten koers en zie uw antwoord met verlangen te geraoet.
Uw Dw. Dienaar, Terd. Grüners.
69. Antwoord op den vorigen brief: toezending van den verlangden wissel benevens de nota.
Aan den Heer Ferd. Grüners, te Eisenach.
Frankfort a/M , den 3den Sept. 18 . .
Ingevolge Uwen last van den 1 sten dezer zenden wij U; 340 Rth. Pr. Ct., betaalbaar den 2den November, op Anhait en Wagener te Berlijn.
Wees zoo goed, ons volgens onderstaande nota daarvoor fl. 595 te goed te schrijven. IVlet hoogachting.
Uw Dw. Dienaren,
Gebr. Weilmann.
Wissel-nota.
310 Rth. Pr. Ct. 2 maand dato, op Berlijn, (tegen den koers a lOö {1) .... fl. 595,02.
D. i 105 Kreuicr voor een (haler Pruis.
319
70. Antwoord op den vorigen brief: bericht, dat de wissel ontvangen is, — kennisgeving omtrent het trekken van een wissel (op crediet), en dus gelijktijdige adviesbrief.
Aan de Hcercn Gehr. Woilniann, ie ï'rankfort a/M.
Eisenach, (Ion 'JOsten Sepi. 18 . .
Ik heb de verlangde 340 Rlh. Pr. Gt. op Berlijn Ie zijner lijtl ontvangen, waarvoor ik volgens uwe opgave 11. 595 noteerde, lieden was ik zoo vrij, 11. 230.—•, 2 maand dato, order August Lindemann, op U te trekken, welke gij de goedheid zult hebben, bij vertoon met acceptatie en betaling te honoreeren en mijne rekening daarmee te bezwaren.
Met achting,
Uw LKv. Dienaar, feiu). gtuiners.
71. Antwoord op den vorigen brief.
Den Heer Fcrd. GrUnevs, te Eisenach
Frankfort a./M den 25sten Sept. 18 . .
De fl. 250.—, 12 maand dato, order August Lindemann, welke gij ons in nwc geëerde letteren van 20 dezer hebt geadviseerd, zullen wij bij vertoon voor uwe rekening honoreeren.
Wij voegen hierbij ons koersblad van heden en blijven met achting
UEd. D\v. Dienaren,
Gebr. Wkilmann.
72. Last om voor rekening van den lastgever op een derde te trekken.
Aan den Heer A, I, Creuzherg, te Praag.
Leipzig, den 7den Aug. IS . .
De waren, den 15den dor vorige maand aan mij afgezonden, heb ik behoorlijk ontvangen en de daarvoor berekende fl. 560.— genoteerd. Hiermede draag ik U op, om deze som voor mijne rekening 2 maand dato op de Hoeren Wendleramp;C0. te TFcenen te trekken en mijne schuld daarmee te vereffenen. Aan genoemde Heereu heb ik dit reeds medegedeeld; en recommandeer mij bij U met allo achting,
UFd. Dw. Dienaar, Eüdolph Storcu.
320
73. Bericht van den lastgever, voor wiens rekening
wordt getrokken, aan de betrokkenen wegens deze traite.
Aan de Ileeren Wendler en C', te Weenen.
Leipzig, ilen quot;den Aug. 18 . .
Ingevolge mijne letteren van den 2den der vorige maand deel ik U mede, dat ik heden zoo vrij was, den Heer A. L. Greüzbfrg te Praag te machtigen, voor mijne rekening
fl. Ü60.— conv. quot;1 maand dato,
op U te trekken. Ik verzoek U, dezen wissel bij vertoon te honoreeren en hem mij in rekening te debiteeren. En hiermede ben ik met achting
ÜEd. Dw. Dienaar, Eudoi.pii StoeCh.
74. Bericht van den gelastigde, als trekker aan het
betrokkene huis, omtrent het trekken van den wissel.
Aan de Heeren Wendler en O., te Weenen.
Praag, den lOden Aug. 18 . .
De Heer Rudolph Storch heeft mij opgedragen otn voor zijne rekening
fl. 560.— convent., 2 maand dato,
op U te trekken, hetgeen ik heden zon vrij ben geweest, in een prima-wissel, order den Heer Wilh. Kröll, Ie doen.
De genoemde Leipziger vriend zal U dit reeds medegedeeld hebben, en ik verzoek Li, mijne traite ten laste van hem met acceptatie te willen honoreeren, in welke verwachting ik ben
ÜEd. Dw. Dienaar, A. L. Creuzberg.
75. Bericht van den gelastigde aan den lastgever omtrent den getrokken wissel.
Aan den Heer Rudolph Storch, te Leipzig.
Praag, den loden Aug. 18 . .
Ingevolge uwe geëerde letteren van den 7den dezer heb ik lieden
321
fl. 560.— convent., 2 maand dato, order Wilh. Kröll, voor uwe rekening op de Heercn Wendler amp; 0°. te TFee-nen getrokken en dit huis behoorlijk daarvan advies gezonden.
Ik vereffen met de genoemde som uwe rekening en mijne boeken, zeg U daarvoor dank, en beveel mij aan in uwe voortdurende genegenheid. Met de meeste hoogachting blijf ik
UEd. Dvv. Dienaar, A L. Creuzberg.
76. Antwoord van het betrokkene huis aan den
trekker van den wissel.
Aan den Heer A. I, Creuzberg, te Praag
Weenen, den l'den Aug 18 . .
Ingevolge uwe geëerde letteren van den lOden dezer en het verzoek van den Heer Ui'dolph Stofich te Leipzig zullen wij de door U voor rekening van dien Heer 2 maand dato op ons getrokkene fl. 560,— convent,, order Wilh. Kröll, honoreeren en de som met dien Heer verrekenen.
Wij verzoeken U nog enkel, zoo goed te willen zijn, den ingeslotene aan den Heer Storch op de post te laten bezorgen, en zijn met achting
UEd. Üw. Dienaren, Wendler amp; 0°.
77. Antwoord van het betrokkene huis aan den
handelsvriend, voor wiens rekening getrokken wordt.
Aan den Heer Rudolph Slorch, te Leipzig.
Weenen, den Hden Aug. 18 . .
Wij hebben uwe geëerde letteren van den 7den dezer behoorlijk ontvangen, en zullen de ons geadviseerde
fl. S60— convent, 2 maand dato,
getrokken door den Heer A. L. Creuzberg te Praag, voor uwe rekening bij verval naar eisch honoreeren en het bedrag te uwen laste noteeren.
Terwijl wij ons in uw aandenken aanbevelen, noemen wij ons met hoogachting
UEd. Dvv. Diensren, Wendler amp; 0°.
322
VIII. BRIEVEN IN FAILLISSEMENTEN.
78. Verzoek om eene verschuldigde som te incas-seeren, of tot eene minnelijke schikking te komen (bij een zoogenaamden slechten betaler).
Aan den Heer G. ï. Relmur, te Bazel.
Praag, den Isten Oct. 18 . .
Daar het aiij niet mo^eUjk is, van den Heer Wilh. Walter a costi betaling te erlangen, zoo moet ik hierbij uwe hulp inroepen, dewijl ik mij overtuigd houd, dat gij hierbij zeker een gesclukten uitweg zult vinden. De geheele som bedraagt 2000 gulden conventie-geld, na aftrek der verloopene interessen. Uit onderstaande nota zult gij de lijst der waren met de bedongene prijzen zien, die ik hem van tijd tot tijd heb toegezonden ; tevens vindt, gij hierbij twee brieven, waarin hij erkent, dat hij de gemelde som aan mij schuldig is. Ik verzoek U ten vriendelijkste, uw best te doen, dat hij U óf bet gansche kapitaal óf ten minste de helft daarvan betale, terwijl gij hem voor de andere helft een uitstel van zes maanden kunt toestaan. Mocht het ü echter blijken, dat er van hem niets goeds te wachten is, dan moet gij hoe eer hoe liever tol eene schikking trachten te komen, al ware het ook met eene korting van 25 percent. Kortom, tracht van hem te krijgen, wat ge kunt, zonder in een proces te worden gewikkeld, dat over 't algemeen groote kosten veroorzaakt en weinig voordeel aanbrengt. Wees intus-schen verzekerd, dat ik alles zal goedkeuren, wat gij in deze zaak noodig acht, en dat ge mij tevens grootelijks zult verplichten
Met de meeste hoogachting heb ik de eer mij te
noemen
UEd. Dw. Dienaar, Anton Ditmer.
79. Antwoord op den vorigen brief: bericht dat de schuldenaar reeds failliet is.
Aan den Heer Anton Ditmer, fe Praag.
Bazel. IB October 18 . .
Het doet mij waarlijk leed, dat ik niet in staat ben U van eenigen dienst te zijn in de zaak, die ge mij in uwe letteren van den Isfen dezer hebt opgedragen. Uw brief
323
kwam, helaas! te laat, dewijl de Heer Wilh. Walter reeds failliet was, zoodal er aan geene schikking meer was le denken. Alles, wat ik in de zaak doen kon, bestond alzoo hierin, dat ik uwe schuldvordering inleverde, opdat gij, in geval van eene rangregeling, preferent mocht zijn.— Zoo gij mijne verdere bemiddeling in deze zaak mocht verlangen, zoo verzoek ik U om uwe speciale volmacht, en gij kunt verzekerd wezen, dat ik in dit geval uw belang als mijn eigen zal beschouwen.
Met alle achting
Uw Dw. Dienaar, G. T. Eeimer.
Wanneer men waren aan verwijderde correspondenten, enz. met vrachtvoerlieden afzendt, is men gewoon, den voerman een op een kwartvel geschreven onverzegelden brief' mee te geven, waarop men van binnen den naam van den voerman, den naam en de qunliteit van den persoon, aan wien men iets zendt, zijne verblijfplaats, de gesteldheid en hoeveelheid van hetgene men zendt, hoe het gemerkt en ingepakt is (getal der balen, vaten, kisten, enz. benevens het gewicht), verder de bedongene vracht, gelijk ook of' de ontvanger die moet betalen, dan of de afzender ze reeds betaald heeft, en of de voerman het geenen tweede ter verdere bezorging overgeven tnag, vermeld Gemeenlijk bezigt men daartoe gedrukte modellen, die ingevuld worden.
Leipzig, don I2den Sepl 18 . ,
Met den voerman Schmalz van Raumberi] ontvangt gij het beneden vermelde goed, waarvoor gij, na goede
binnen dagen gedane aflevering, de vracht tegen het
centenaar betaald en'.-daarmede volgens bericht handelt.
Rudolph Storch.
Merk. |
IN». |
Colli. |
Inlioud. |
Gewicht | ||
Getal |
Soort |
Centr |
Kilo. | |||
R S |
54-57. |
1 |
Zakken. |
Koffie— Vracht 57,1 centr. |
5 |
60 |
324
81. Model.
Leipzig, den Hiten Sept. 18 .
Gij ontvangt hierbij met den voerman Schmalz van Raumberg de nagenoeitule waren, waarvoor gij hem, indien
de aflevering uiterlijk binnen---- dagen (bij verües der vracht)
gevolgd is, de vracht betaald met......... per centenaar, en
zult daarmede volgens mijn bericht handelen.
Eudolpm Storch.
(Het overige zooals bij 't vorige model.)
82. Idem.
Aan den Heer R. Forster, Ie Lubeck.
Hamburg, den Hilen Juli IS ..
Met den voerman J. Wemgek van hier ontvangt gij; A. H. C. N0. VIII. IX. X. drie balen manufacturen.
Deze hebben hier drie schippond gewogen. De vracht is bedongen voor 4 Rlh. 20 Groschen in Louis d'or a 5 Th., schrijve 4 Rth. 20 Groschen in goud per schippond. Tijd der levering in 12 a 14 dagen. Heb dus tie goedheid na behoorlijke levering te rerhtcr tijd de bepaalde vracht benevens de bewijsbare voorschotten te betalen en met het goed volgens bericht te handelen.
Karl Ermann.
83. Model van eon vrachtbrief betreffende de overlading door een rivierschipper.
Aan den Heer.....
Frankfort, a/O, den 27slcn Oct. 18 . .
Gij ontvangt met den schipper August Hartman van Krassen in zijne behoorlijk gedekte Oderboot:
I. H. H. N0. 20, 21, 22, drie vaten met suiker. Elk vat heeft gewogen 3 centenaars, waarvoor gij na behoorlijke en in onbeschadigden toestand gedane aflevering
aan hem de bedongene vracht, pr. centr...... Th... Groschen
wel zult gelieven te betalen en de waren verder per as te verzenden.
325
84. Een ander model.
Aan den Hoer ....
Maagdcnlmrg, den ITden Oct. 18 . .
Gij ontvangt met schipper A. Aunold van Riesa in zijne Eibeboot:
AR. H. Vier vaten geraffineerde suiker. N0. X. 1315 pond bruto » XI. 1209 » »
5150 pond bruto.
A. C. II. Tien balen koffie.
Waarvan ISto. 1. tot VIII a 50 pd.)
die hem volgens bovenstaande opgave hier toegewogen en in den besten staat overgeleverd zijn. Wees zoo goed, na behoorlijke en in goeden staat gedane aflevering, volgens opgave en assurantie, de vracht te betalen en met het goed volgens mijn bericht te handelen.
Heinrich Stauke.
85. Model van een bewijs, dat de gezondene goederen behoorlijk zijn overgebracht.
De goederen, welke door den Heer Ottens te Leipzig op den 20sten October 18(35 franco werden afgezonden, A. A. D. N0. VI. VII. VIII., drie balen pelterijen, heeft de voerman Kaul Peterman mij, zoowel wal gewicht als tijd betreft, belioorlijk afgeleverd.
Hamburg, den Isten Oct. 18 . . John Mertens.
DECLARAT1EN OF GELEIBRIEVEN
moeten bij zulke balen worden gevoegd, die over de post of met vrachtwagens over de tolgrenzen worden gezonden. Zij zijn meestal gedrukt met alle rubrieken, die ten aanzien van gesteld-, beid, gewicht, enz. moeten ingevuld worden.
OPMIMIH Ei\ MËDËDËELINGE» BIJ EENIGË BURÜËRLIJKË HAlËLINfiË.\ VAJI TOEPASSING, WAARVAN DE KENNIS VOOR ELKEN BURGER ONMISBAAR IS.
Om hierbij eenigszins regelmatig te werk te gaan, zullen wij vooreerst opgeven, wat men te doen heeft;
BIJ EENE GEBOORTE.
De aangiften van geboorten moeten worden gedaan:
a. Binnen drie dagen na de bevalling;
b. In het gemeentehuis aan den ambtenaar van den burgerlijken stand;
c. Door den vader of, bij ontstentenis van dien, door den geneesheer, heelmeester, vroedmeester, de vroedvrouw of anderen persoon, welke bij de bavalling is tegenwoordig geweest. Wanneer eene vrouw buiten hare woning is bevallen, zal de aangifte moeten gedaan worden door den persoon, in wiens huis de bevalling heeft plaats gehad.
d. In tegenwoordigheid van twee getuigen door den belanghebbende gekozen; welke getuigen moeten zijn manspersonen, meerderjarig (d i. 23 jaren oud of ook getrouwden of weduwnaars, al zijn ze nog geen 23 jaren oud) en binnen het koninkrijk woonachtig. — Ook bloedverwanten of aangehuwden kunnen daartoe genomen worden, en het is geen vereischte, dat zij hun naam kunnen zetten.
De aangevers moeten kunnen opgeven het jaar, den dag, het uur en de plaats der geboorte, de kunne van het kind en de voornamen, welke het zal ontvangen ; de voornamen, namen, het beroep, de woonplaats der ouders, mitsgaders der getuigen, en den ouderdom van hen en van de getuigen.
327
BIJ OVEKIJJDEN.
Wanneer iemand overlijdt, moet gelijke aangifte aan den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand gedaan worden, doch de getuigen zijn hier tevens aangevers en behoeven slechts twee in getal te zijn.
Zij moeten echter dezelfde vereischten bezitten als hiervoren bij de geboorte zijn opgegeven. — De getuigen zullen moeten weten;
a. De voornamen, den naam, den ouderdom, het beroep en de woonplaats van den overledene;
b. Den dag en het uur van overlijden;
c. De voornamen en den naam van den anderen echtgenoot, indien de overledene getrouwd of wel weduwenaar of weduwe was;
d. De voornamen, namen, het beroep en de woonplaats der ouders van den overledene en hunne geboorteplaatsen. Bij de aangifte kan gevoegelijk het verlof tot begraving aangevraagd worden, zonder hetwelk deze niet mag geschieden. Er zal, behoudens bijzondere gevallen, geene begraving vóór de zesendertig uren na het overlijden mogen plaats hebben.
Binnen drie maanden na hot overlijden moeten de erfgenamen van den overledene, op straffe van boete, eeue memorie van aangifte voor het recht van successie aan den ontvanger der registratie van het kanton, waarin de overledene zijn domicilie had, inzenden. — Meerderjarigen teekenen de memorie zeiven; voor minderjarigen of onder curateele gestelden doen zulks hunne ouders, voogden of curators.
De memoriën van aangiften moeten op gezegeld papier worden geschreven: een zegel van 15 cents (kostende met de 38 opcenten 21 cents) is voldoende, — Wanneer er echter geene roerende of onroerende goederen door den overledene zijn nagelaten, behoeft geen zegel te worden gebruikt. —
Van het recht van successie is vrij gesteld:
a. Al wat ouders van kinderen of kinderen van ouders erven of verkrijgen;
b. Al wat de langstlevende echtgenoot van den eerststervende verkrijgt, mits zij kinderen, uit hun huwelijk verwekt, nalaten :
c. Alle erfenissen, wanneer uit specifieke aangifte blijkt, dat de nalatenschap aan zuiver saldo geene f 300.— te boven gaat. —
Aan het successierecht is onderworpen als volgt:
1°. Hetgeen door den eenen echtgenoot van den anderen wordt geërfd, dat is: als zij geené kinderen hebben, 4-0/o van
328
goederen in eigendom, en 20/0 in vruchtgebruik. — Wanneer echter een weduwnaar of eene weduwe met kinderen hertrouwt, en er uit dat huwelijk geen kinderen geboren worden, is datgene, wat de nieuwe echtgenoot van den hertrouwde in vruchtgebruik erft, vrij van recht, mits de eigendom der goederen aan de kinderen verblijft; — gelijke vrijheid is verbonden aan jaarlijksche uitkeerin-gen, door die kinderen aan hunnen stiefvader of hunne stiefmoeder te doen.
2°. Hetgeen broeders of zusters onderling van elkander erven in eigendom 4°^, in vruchtgebruik 20/0; — is echter de eene boven den anderen bevoordeeld, en mitsdien meer ervende dan zijn aandeel volgens de wet, dan is daarvan ICP/q verschuldigd.
3°. Hetgeen neef en nicht, naneef of nanicht, van oom of moei, oudoom of oudmoei en omgekeerd, van elkander erven, G0/o in eigendom en 'ó0l0 in vruchtgebruik; — in geval van bevoordeeling als bij N0. 2, 10o/o.
40. Hetgeen andere verwanten of r.iet-verwanfen van elkander erven, 10o/o van goederen in eigendom, en 50/0 in vruchtgebruik.
Wijders is er nog een recht, bekend onder den naam van recht van overgang: dit wordt geheven van die onroerende goederen, welke in dit Koninkrijk zijn gelegen, en nagelaten worden door iemand, die in een vreemd land woonachtig is, onverschillig of de erfgenamen vreemdelingen of Nederlanders zijn. Dit recht is altijd verschuldigd, ook dan zelfs, wanneer kinderen die goederen van hunne ouders erven: doch deze betalen slechts 1°/,,, terwijl andere niet-verwante personen 50/0 moeten betalen; doch wanneer iemand die goederen in vruchtgebruik verkrijgt, wordt het recht in beide gevallen met de helft verminderd. —
Ofschoon in den regel na verloop van vijf jaren sedert het overlijden geen recht meer kan gevorderd worden, kan men zich door het verstrijken van dien tijd op de verjaring van het recht van overgang niet beroepen; die termijn begint eerst te loopen van den dag af, dat de ontvanger der registratie van het kanton, waarin de goederen gelegen zijn, op eene bewijsbare wijze heeft kunnen weten, dat die goederen door overlijden zijn overgegaan.
Wanneer de erfgenamen bemerken dat er eene vergissing in de memorie van aangifte heeft plaats gehad, of niet al de goederen of schulden zijn aangegeven, is hun, na de indiening der eerste memorie, een termijn van drie weken gegund, om te verbeteren; na dien tijd worden er geene schulden meer aangenomen. —
329
In geval eenig recht op de memorie verschuldigd is, moeten de erfgenamen, doch alleen zij, die tot betaling gehouden zijn, binnen 8 weken na de indiening dezelve voor den kantonrechter hunner respectieve woonplaatsen beëedigen. —
Wanneer buitenlanders erfgenamen zijn, moeten zij den eed doen voor den kcntonrechter, in wiens kanton de erflater zijn laatste domicilie heeft gehad; terwijl binnen 4 weken na gedane eedsaflegging een afschrift daarvan bij den betrokken ontvanger moet worden overgebracht.
De erfgenamen hebben geene kosten hoegenaamd te betalen, wanneer zij zich op de terechtzittingen van het kantongerecht tot het doen van een eed aanmelden. — Bij de indiening der memorie vragen zij van den ontvanger een bewijs, en wel voor ieder hunner, wanneer zij in verschillende kantons woonachtig zijn, en leggen dal aan den kantonrechter over. — Alles op straffe eener boete van /' 25,00 voor iedere week verzuim.
Nadat de erfgenamen de memorie op de hiervoren omschreven wijze hebben ingediend, kunnen zij gerust met de betaling' dei-rechten wachten, totdat de ontvanger bij deurwaarders-exploit hun de berekening en het bedrag doet beteekenen, en zij hebben dan alleen te zorgen, dat de betaling binnen den daarbij gestelden termijn gedaan worde. — Zij hebben geene kosten voor dal exploit te voldoen.
Het is noodig, wanneer in een boedel, waarvan recht verschuldigd is, effecten gevonden worden, die goed te omschrijven : vermits buitenlandsche effecten met 50 percent der waarde verhoogd worden, en alzoo een effect van f 1000.— waarde tegen /' 1500.— berekend wordt.
Wijders is het den erfgenaam aan te raden, om, bijaldien eenig recht mocht verschuldigd zijn, een notaris of ander deskundige te raadplegen, dewijl eene verkeerde opgave, vooral van schulden, dikwijls tot hun nadeel kau uitloopen.
Voor negatieve memorie wordt hier eene kleine schets gevonden :
Memorie van aangifte der nalatenschap van Petf.r Knap, gewoond hebbende en overleden te....., den........
De ondergeteekenden
1°. Maria Schoon, weduwe van Peter Knap, wonende te . . . . in hare hoedanigheid van moeder en voogdes van hare twee minderjarige kinderen A. en B. Knap;
en 2°. Jan Knap, zonder beroep, wonende te...... gezamenlijk
domicilie kiezende ten vvoonhuize van eerstgemelde aan-geefster;
330
Verklaren :
dat op den....... te......te zijner laatste woonplaats is
overleden bovengemelde Peter Knap, tot zijne erfgenamen nala-(onde zijne twee vorengenoemde wettige kinderen A. en B. Knap;
dat door den erflater geene onroerende goederen zijn nagelaten, en door dit overlijden geen vruchtgebruik vervallen noch fideï-commis gedevolveerd is.
Aldus gedaan te , den.....
»ƒ, dat door den overledene geene andere onroerende goederen zijn nagelaten, dan:
1°. Een huis en erf te ... ., kadastraal erkend in sectie .. ..
N0......groot.....
2°. Eene weide, gelegen te , bij het kadaster bekend in
sectie .... N0....., ter grootte van.....
Terwijl door dit overlijden geen vruchtgebruik vervallen noch fideï-commis gedevolveerd is. —
NB. Behoort den langstlevenden echtgenoot de helft der onroerende goederen, dan zal het hepAen : dan de helft in ie—2e enz. De opgave van het kadaster moet steeds worden vermeld.
Memorie van aangifte der nalatenschap
van Jan Pit, overleden te......
den.....
De ondergeteekenden
Hendrik Pit, timmerman en zijne door hem ten deze geadsis-teerde huisvrouw Willemina IIf.ldf.r, wonende te ...., domicilie kiezende te hunnen huize aldaar,
Verklaren:
dat op den........te....... is overleden bovengenoemde
Jan Pit, tot zijne erven nalatende zijne ouders, de aangevers boven genoemd, benevens vier broeders en zusters, genaamd A. B. C. en U., voor welke bovengemelde hunne ouders bij dezen aangifte doen,' vermits alle nog minderjarig zijn:
Dat door den overledene geene roerende of onroerende goederen zijn nagelaten, en door zijn overlijden geen vruchtgebruik vervallen of fideï-commis gedevolveerd is.
Aldus te..... den.....
{Volgen de handteekeningen).
Wanneer een der aangevers zijn naam niet kan schrijven, kan hij volstaan met een kruisje of' ander merk te teekenen, in tegenwoordigheid van twee personen, b. v.:
Dit is het hand-l-merk van N. N., welke hetzelve heeft gesteld in onze tegenwoordigheid, nadat hem (of haar) het bovenstaande was voorgelezen.
331
Eindelijk zal liet niet overbodig zijn, den lezer bekend te maken met eene dure verplichting, welke rust op den langstlevenden der echtgenooten; deze is gehouden^ indien er minderjarige kinderen overblijven, binnen de drie maanden na het overlijden van den anderen echtgenoot, eene boedelbeschrijving te doen opmaken van de goederen, welke gemeenschap uitmaken.
Die boedelbeschrijving moet binnen dien tijd geheel voltooid zijn — en het is niet genoeg, dat ze slechts begonnen zij, gelijk sommigen wel eens beweerden.
Zij moet worden opgemaakt in tegenwoordigheid van den toezienden voogd, voor wiens benoeming de overblijvende echtgenoot almede zal moeten zorgen, en zich deswege bij den kantonrechter moeten vervoegen. Wanneer allen kunnen onder-teekenen, kan de beschrijving ondershands worden opgemaakt, doch moet op zegel geschreven en ter griffie van het kantongerecht overgebracht worden. Wanneer aan dit voorschrift niet wordt voldaan, verliest de moeder het vruchtgebruik van de goederen barer kinderen, hetwelk zij anders tot hun 20ste jaar kan blijven behonden.
Eene vrouw, welke met haren overleden echtgenoot in gemeenschap is gehuwd geweest en mocht vermeenen, dat die gemeenschap meer na- dan voordeelig voor haar zou zijn, kan daarvan afstand doen, mits zij binnen de maand na het overlijden van den man deswege eene verklaring uitbrenge ter griffie van de arrondissements-rechlbank, op verbeurte van dit voorrecht. Wanneer de gemeenschap is ontbonden door den dood der vrouw, hebben hare erfgenamen hetzelfde recht. (Zie achter Huwelijk).
Model van een onderhandschen Inventaris door een weduwnaar of weduwe, die met minderjarige kinderen achterblijft.
Op heden den .......Augustus 1800 .......... ben ik
ondergeteekende Jan Willemsen, van beroep...... wonende
te......., weduwnaar van ....... en in de geheele gemeenschap van goederen gehuwd geweest met Johanna Jansen, in hoedanigheid van vader en wettigen voogd over mijne drie nog minderjarige, bij wijlen mijne genoemde huisvrouw verwekte kinderen genoemd:
1°. Jan, geboren den .... 1800 .... 2°. Pieter, » » . . . . i) . . . , 3°. Willem, » » . . , . » .... Ten deze bijgestaan door en mitsdien in tegenwoordigheid
van Hendrik Jansen, van beroep.......wonende te.......
in hoedanigheid van toezienden voogd over de bovengenoemde minderjarige kinderen, daartoe benoemd door den Edelachtbaren
heer kantonrechter van liet kanton.......bij zijn besluit van
den — .............blijkens procergt;-verbaal van die dagtee-
kenin^,
overgegaan tot de getrouwe inventarisatie en nauwkeurige beschrijving van de roerende goederen, titels, papieren, contante penningen, in- en uitgaande schulden, — in één woord van alles, wat voor- of nadeelig behoort lot de gemeenschap van mij
en mijne genoemde huisvrouw, die op den........ 18 ....
alhier is overleden, — en welke gemeenschap de helft uitmaakt van genoemde mijne huisvrouw, waartoe mijne drie bovengezegde kinderen als hare erfgenamen bij versterf gerechtigd zijn. —
Dewijl de aanwijzing der goederen, die tot gemelde gemeenschap en nalatenschap behooren, door mij zelven en ter goeder trouw gedaan wordt, zullen de goederen gewaardeerd worden
door............... die, in deze door den toezienden voogd
verkozen, op den.......... 1800 ........... voor meerge-
noemden heer kantonrechter den eed heeft afgelegd, welke deskundige deze commissie heeft op zich genomen en bij de mede-onderteekening dezer aan de onderhavige werkzaamheden heeft deel genomen en de schatting heeft gedaan als volgt:
Op den zolder:
Zes droogschachfen...........0P / ^SO
Twee koffers . . ...........» » 3,00
In de tuinkamer:
Vier gordijnen............» » 0,(30
Een spiegel en vier schilderijen achter glas . . » » 12,00
Een uittrektafel............» » 6,00
Te zamen / 22,90
En daar alsiui de werkzaamheden van den schatter afgeloopen zijn, verklaart hij, na herlezing van het opgescbrevene, ingevolge den afgelegden eed, de waardeering te hebben gedaan naar zijne beste kennis en wetenschap, en daarvoor in te staan, onder verband als volgens de wet.
[Handteekening van den schatter).
De tot den boedel behoorende en gevondene contanten en geldswaarden bestaan in:
Aan Nederlandsche zilveren muntspecie de
som van........................ƒ 509,00
Aan builen wettigen koers gestelde gouden
muntstukken......................» 170,00
Te zamen ƒ 679,00
333
Effecten:
Twee certificaten nationale werkelijke schuld, rentende twee en een hall' procent — uitgegeven door het administratie-kantoor
van.........., den........... zijnde Nummer.......
en .......met de bladen Coupons, waarvan de eerste verschijnt den.......
Een certificaat, enz.
Titels en papieren:
Eene expeditie eener akte van koop en verkoop, verleden voor
den notaris Mr.........te......... krachtens welke aan
deze gemeenschap toebehoort; Een Huis, Erf en Tuin, staande
en gelegen te........ op het kadaster bekend in sectie ....
N0.......welk stuk is overgeschreven aan het kantoor van
Hypotheken le Arnhem, den.......... 18..........in
deel ... N0.......
Eene onderhandsche akte van schuldbekentenis ten laste van
..........groot, ƒ........ renlende vijf ten honderd in
het jaar, verschijnende op den.......
Een aanteekenboek, zijnde een breed quarto, met lederen rug, houdende de dagelijksche ontvangsten en uitgaven, door den ondergeteekenden Inventarisant gehad en gedaan, bevallende vijftig bladen, door den toezienden voogd gewaarmerkt. — Uitgaande schulden;
Aan den Dokter.......voor geneeskundige behandeling over 18..............ƒ24,00
Aan den Apotheker, als boven........» 11,80
Aan den Schoenmaker over 18.........»15,85
Totaal van het passief . ƒ51,65 En dewijl alsnn niets meer te beschrijven valt, hetwelk tot deze gemeenschap en nalatenschap behoort of daartoe betrekking heeft, zoo is hiermede deze inventaris gesloten; terwijl alles in het bezit en de bewaring van den ondergeteekenden Inventarisant gebleven is.
Ten slotte hebben de ondergeteekenden bepaald, zich op den .. . .,.....aanstaande te vervoegen bij den heer kantonrechter van .......... ten einde in diens handen de deugdelijkheid van dezen inventaris te beëedigen en daarna deze akte ter grilTie van dat kantongerecht over te brengen.
Aldus gedaan en geteekend op dag, maand en jaar bovengenoemd ten huize van den Inventarisant te......1)
(Handteekening),
Vóór dat deze cclitcr Ier heëedieing on Ijcwanng kan worden aangeboden, moot zij eeregislreerd zijn; terwijl men bij het bepalen van den dag, wanneer de inventaris zal worden boëedigd, zicb voorat dient te vergewissen, welke dag per week de kantonrccblcr voor burgerlijke zaken zitting houdt.—
334
BIJ HUWELIJK.
Om een huwelijk te kunnen aangaan inoel een jonkman 4 8 en eene jonge dochter 16 jaren bereikt hebben. Het is aan den Koning overgelaten, dit gebod om gewichtige redenen door dispensatie op te heffen.
Eene vrouw kan geen nieuw huwelijk aangaan dan 300 dagen na de ontbinding van het vjiige.
Kinderen, zoolang zij minderjarig zijn, kunnen zonder toestemming van hunne ouders, of wel van hunnen vader alleen, geen huwelijk aangaan; in geval de ouders beiden overleden zijn, geven de grootouders hunne toestemming; bij ontstentenis van dezen zijn het de voogd en toeziende voogd, van wie zij noodig is; doch wanneer beiden, of' een van hen, weigeren, kan de kantonrechter beslissen.
Tot en met den ouderdom van 30 jaren hebben kinderen nog de toestemming der ouders noodig, doch de toestemming dei-grootouders komt niet meer in aanmerking, ingeval de ouders overleden mochten zijn; terwijl, wanneer laatstgemelden weigeren en de kinderen meerderjarig zijn, deze ook des kantonrechters beslissing kunnen inroepen. Wanneer zij den ouderdom van 30 jaren bereikt hebben is er geen toestemming meer noo-(jjg, — De toestemming wordt gegeven bij eene afzonderlijke, door een' notaris op te maken akte, of bij de voltrekking van het huwelijk.
Alle personen, die met elkander een huwelijk willen aangaan, moeten daarvan aangifte doen bij den ambtenaar van den burgerlijken stand in de woonplaats van eene der partijen.
Ons bestek gedoogt niet, hier in het brcede uit te weiden over de stukken, welke tot de huwelijksvoltrekking noodig zijn. Personen, welke zich in het huwelijk begeven, zullen het best doen, den ambtenaar van den burgerlijken stand daarover te raadplegen, vermits die toch ook voor hen moet aanvragen een certificaat van voldoening aan de nationale militie, hetwelk men bij de inschrijving reeds moet overleggen.
Bedienaren van de godsdienst rnogen geen huwelijk inzegenen, vóór en aleer het voor den buruerlijken ambtenaar is voltrokken.
Het huwelijk brengt mede, dat al de goederen, welke de echt-genooten voor het aangaan van dit huwelijk bezitten, en die, welke hun gedurende het huwelijk aankomen, gemeen zijn. Evenzoo is het ook met de schulden gelegen. Mochten de echtgenooten die gemeenschap niet begeeren, zoo kunnen zij ze voorkomen, mits^zij zich voor het huwelijk bij akte, verleden ten overstaan van een notaris, deswege verklaren, hetgeen men huwelijksche voorwaarden noemt.
335
De man bestuurt alleen de goederen der gemeenschap; hij raag de daartoe behoorende goederen zonder medewerking van zijne vrouw vervreemden of bezwaren; doch hij is daarin beperkt ten opzichte van de goederen, welke aan de vrouw persoonlijk toebehooren; over deze mag hij in dat geval alleen het beheer voeren, ze verhuren, enz.
Buiten afstand of machtiging van den man kan de vrouw zich tot niets verbinden, en kan zelfs niets verkrijgen; doch wanneer zij met uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming van haren man afzonderlijken koophandel drijft, kan zij zich betreffende dien handel verbinden, en is de gemeenschap, zoo die bestaat, voor die handelingen verbonden
De vrouw kan zonder bewilliging van haar man een testament maken.
B'j een tweede of verder huwelijk beslaat er ook van rechtswege algeheele gemeenschap van goederen. Zoo b v. wordt de boedel, welke een weduwnaar of weduwe met de minderjarigen uit een vorig huwelijk bezit, voor de helft in die tweede ge-, meenschap vermengd. De hertrouwde is verplicht, alvorens een tweede huwelijk aan te gaan, een inventaris te doen opmaken (wanneer dit niet reeds geschied is), ton einde steeds bewezen kunne worden, hoeveel die halve boedel heeft bedragen ; — en vóór het huwelijk aan den toezienden voogd een staat, welke het vermogen der minderjarigen uitmaakt, op straffe van vervallenverklaring van de voogdij. Onder gelijke straffe is de moeder daarenboven verplicht, alvorens een nieuw huwelijk aan te gaan, zich tot dun kantonrechter te wenden, om zich in de voogdij te laten bevestigen, waardoor haar nieuwe echtgenoot, medevoogd wordt. Geene moeder zal dit verzuimen, wanneer zij de straf, waarmede ze bedreigd wordt, goed beseft.
De aanstaande nieuwe echtgenoot zal zelf op die beschrijving-aandringen, vooral dan, wanneer hij goederen ten huwelijk aanbrengt; want hij moet zich niet voorstellen, dat hij later, bij scheiding, de helft van den boedel geniet. Dit heeft slechts dan plaats, wanneer het ingebrachte met de goederen van zijn aanstaande echtgenoot gelijk slaat: terwijl de wet verbiedt, dat hij door vermenging van goederen en schulden immer meer dan | van den boedel des hertrouwden echtgenoots zal mogen genieten.
IETS OVER DE MINDEIIJAMGHEÏD EN DE VOOGDIJ.
Minderjarig zijn de zoodanigen, die den vollen ouderdom van 23 jaren nog niet hebben bereikt, en niet vroeger in den echt zijn getreden. Zij staan onder voogdij, wanneer hunne ouders bsiden of een hunner zijn overleden.
336
Deze voogdij behoort;
Aan de langstlevende der ouders na de ontbinding des huwelijks ;
Aan regenten van gestichten van weldadigheid, waarin minderjarigen zijn opgenomen, zoolang deze zich daar-in bevinden of daartoe behooren.
De ondervinding heeft maar al te dikwijls bevestigd, dat regenten van die gestichten zich volstrekt niet bemoeien met het beheer der goederen van daarin opgenomen minderjarigen. Men schijnt in het denkbeeld te verkeeren, dat, wanneer er een voogd door den kantonrechter is aangesteld, en met dezen over de opname der minderjarigen in het geslicht is geconstateerd, die voogd in functie zon blijven. Dit is echter cene grove dwaling; de wel is hier algemeen en draagt stilzwijgend de voogdij aan de regenten op. Dezen zijn dus verplicht, van den voogd het beheer over de goederen der minderjarigen over te nemen, terwijl zij persoonlijk verantwoordelijk blijven voor alle nadeel, hetwelk de voogd, tijdens het verblijf der minderjarigen in het gesticht, aan hunne goederen mocht hebben toegebracht.
De langstlevende der ouders van wettige kinderen heeft het recht, om, bij uiterste wilsbeschikking, of bij elke andere akte voor een notaris te verlijden, een voogd over zijne minderjarige kinderen te benoemen. De alzoo benoemde voogd heeft geen eed te doen.
Wanneer de langstlevende der ouders dit verzuimd heeft, of anderszins de voogdij is opengevallen, wordt er door den kantonrechter in de voogdij voorzien.
Telkens wanneer een voogd of toeziende voogd moet benoemd worden, of als het de belangen der minderjarigen geldt, moet er een raad van naastbestaanden voorden kantonrechter worden belegd; die raad bestaat uit vier meerderjarige mannelijke bloedverwanten of aangehuwden van de minderjarigen, zoo mogelijk twee van vaders- en twee van moederszijde te kiezen. De naastbestaanden, ter verschijning opgeroepen, zijn verplicht in persoon of b'y volmacht op te komen, op strafte van boete, die ƒ quot;25,00 bedragen mag.
Ter voorziening in de voogdij over natiuirlijke kinderen behoeft geen raad van naastbestaanden te worden belegd ; hierin voorziet de kantonrechter zonder eenig verhoor.
De volmacht, om zich in den raad van naastbestaanden te doen vertegenwoordigen, kan op een zegel van 15 cent geschreven en in dezer voege opgemaakt worden:
Ik ondergeteekende [voornaam, naam, beroep en woonplaats), in de hoedanigheid van oom van vaderszijde, {of in welken graad men] den minderjarigen anders mocht beslaan) van de minder-
337
jarige kinderen van wijlen N. N., bij N. N. in huwelijk verwekt, inet namen: [de namen invullen, zoo men die weet), verklaart bij dezen macht en last te geven aan N. N... . ,
ten einde:
aangezien er een voogd (of toeziende voogd) over genoemde minderjarigen moet worden benoemd, voor mij te verschijnen in den raad van naastbestaanden, en daarin met de overige bloedverwanten te raadplegen over den persoon, wiens benoeming als voogd (of toeziende voogd) over gemelde minderjarigen het meest geschikt zal voorkomen; — dien persoon of wel een ander aan den kantonrechler ter benoeming aan Ie wijzen, met de gedane benoeming genoegen te nemen of zich daartegen te verzetten. Wijders verklaar ik, voornoemden lasthebber te machtigen om alom, en zoo dikwijls het de belangen van voornoemde minderjarigen zal gelden, in het vervolg in alle raden van naastbestaanden, welke in hun belang zullen belegd of bijeengeroepen worden, namens mij te verschijnen, en daarin zoodanig te handelen, als hij zal goedvinden en de belangen der minderjarigen zullen vorderen; — alle akten en processen-verbaal dienaangaande te teekenen; terwijl ik de macht geef tot substitutie en de belofte, alles te zullen goedkeuren onder verband als naar rechten.
.........den ........
De persoon, die waarschijnlijk tot voogd of toezienden voogd zal benoemd worden, zal best doen zelf te compareeren; dan kan hij dadelijk bij de benoeming den eed afleggen, hetwelk anders later bij eene afzonderlijke akte moet geschieden en deswege meer kosten vordert.
HANDLICHTING EN BRIEVEN VAN MEERDERJARIG—VKUKLAttING.
Een minderjarige, welke den ouderdom van 18 jaren bereikt heeft, kan bij enkele verklaring door zijn vader of, bij gebreke van dien, door de moeder, voor den kanlonrechter van zijn kanton, handlichting bekomen en bevoegd verklaard worden tot het uitoefenen van rechten, evenals meerderjarigen, mits die rechten bepaald en uitdrukkelijk omschreven worden ; doch hij kan daarbij geene bevoegdheid bekomen om zijne onroerende goederen te verkoopen of te bezwaren.
En wanneer een minderjarige 20 jaren heeft bereikt, kunnen hem door den hoogen Raad brieven van meerderjarigverklaring worden verleend, waardoor hij allo rechten verkrijgt, welke meerderjarigen kunnen uitoefenen, ten ware eenige gereserveerd werden.
23
•m
EIDIGING VAN VOOGDIJ.
Wanneer de onmondige, die onder toezicht van eenen voogd geplaatst is, den door de wet bepaalden ouderdom bereikt heeft, waarop hij meerderjarig wordt, houdt de voogdijschap op, en is de voogd verplicht rekening en verantwoording te doen van de bezittingen zijns pupils en van de inkomsten en uitgaven, die gedurende zijn beheer over die goederen, en wegens de opvoeding zijns pupils veroorzaakt zijn, met dien verstande, dat deze rekening en verantwoording geschiedt ten koste van den onmondige of van zijne erfgenamen, indiende minderjarige vroeger is overleden, zullende de voogd de kosten daartoe voorschieten, om die nader op de beheerde goederen of nalatenschap te verrekenen, wanneer deze kosten als noodzakelijk en betamelijk behoorlijk erkend zijn.
Bij deze verrekening is het den voogd niet geoorloofd om eenigerhande som als loon voor zijne moeiten in rekening te brengen; maar dit sluit niet uit, dat hij het loon niet zoude mogen ontvangen, hetwelk hem bij uiterste wilsbeschikking, of bij eene authentieke vroeger verleende akte, mocht zijn toegewezen.
Daarbij moet in het oog gehouden worden, dat elke overeenkomst, die op de voogdij of de voogdij rekening betrekking heeft en tusschen den voogd en den minderjarige, meerderjarig geworden zijnde, mocht gesloten zijn, nietig en van onwaarde is, als die niet is voorafgegaan van eene behoorlijke rekening en verantwoording, met overlegging der behoorlijke bewijsstukken; — dit alles moet blijken door eene schriftelijke erkentenis van hem, aan wier. de rekening gedaan is, en wel ton minste tien dagen vóór de bedoelde overeenkomst afgegeven.
Het slot der rekening, door den voogd verschuldigd, zal, zonder dat men dit behoeft te eischen, renten dragen van den dag af, dat de rekening is afgesloten; maar zoo de minderjarige aan den voogd schuldig blijft, dan zullen de renten der verschuldigde som niet eer beginnen te loopen, dan van den dag af, waarop de aanmaning ter betaling geschied is, na het sluiten van dc rekening en verantwoording gedaan.
Elke rechtsvordering, die een minderjarige tegen zijn vroege-ren voogd mocht willen instellen, aangaande zaken, die op de gehouden voogdij betrekking hebben, verjaart met tien jaren, van den dag der meerderjarigheid af gerekend.
MODEL EENER VOOGDIJKEKENING.
De ondergetcekende Gurard A.... , van beroep . .., wonende
339
te . .. , verklaart, dat op den .... 18 .... te ..., [vermeldende of de overledene daar al dan niet woonachlig was), is overleden de Heer Louis B...... met achterlating van een alstocn
minderjyrig kind, genaamd Anna;
dat genoemde overledene, bij testamentaire beschikking, op den ...... 18 .. voor den notaris....... te ......gepasseerd, hem rendant heelt aangesteld tot voogd over zijne minderjarige dochter, bovengenoemd;
dat den ... 18 . , zijn gewezen pupil, den ouderdom van drieëntwintig jaren bereikt hebbende, alzoo meerderjarig is geworden, en hij rendant, ter voldoening aan de voorschriften der wet, aan haar wenschl te doen rekening en verantwoording van zijn gebonden beheer en administratie, betrekkelijk de door hem gevoerde voogdijschap; tot welk einde hij, tot recht verstand, verklaart vooraf te moeten opmerken ;
dat den .... 18 .. is vooroverleden de moeder der minderjarige, wijlen vrouwe . . . ., terwijl tusschen haar en haren echtgenoot, wijlen den beer H..., heeft bestaan gemeenschap van
goederen, ingevolge huwelijkscontract, den.....18.. voor den
notaris...... te ... . gepasseerd, over welke gemeenschap na
den dood van gemelde vrouwe...... ter instantie van wijlen
genoemden heer B. .. . was opgemaakt een inventaris, door den notaris .... te ... , uit welke bleek, dat genoemde minderjarige wegens moeders versterf had te vorderen eene som van
vijftien duizend gulden.........f 15,000.—
dat ter voldoening van dit haar competeerende erfdeel aan
haar bij akte van scheiding, gepasseerd voor den notaris.....
te . . . . , was toebedeeld geworden;
1°. De navolgende vaste goederen (hier volgt nu de nauwkeurige en juiste beschrijving), te zamen geschat op eene waarde van twaalf duizend gulden;
5°. Aan contanten en effecten eene waarde van drie duizend gulden, waarvan door den overledenen L( uis B...., als langstlevende der ouders, tot aan het twintigste jaar van de minderjarige, het vruchtgebruik is genoten;
dat van de nalatenschap van den vader der minderjarige, na diens dood, door den rendant mede was opgemaakt een inventaris, blijkens akte....., waaruit bleek, dat genoemde nalatenschap bestond uil:
1°. De navolgende vaste goederen {hier volgt nu de nauwkeurige en juiste omschrijving), ter waarde van tien duizend
gulden...............f 10,000.—
2° Aan effecten, obligatiën, als anderszins, vijfentwintig duizend gulden......../ 25,000.—
3°. Aan contanten, na aftrek dor betaalde
22* •
340
schulden, breeder in dien inventaris uitgedrukt,
eene som van twee duizend gulden.....ƒ 2,000.—
Bedragende des vaders nalatenschap aldus eene
waarde van.............ƒ 37,000.
Zoodat rendant, bij het aanvaarden zijner voogdij, namens zijne pupil, wegens dier ouderlijke nalatenschap, eene waarde bezat;
Aan vaste goederen eene som van tweeëntwintig duizend gulden........ ■ • f --gt;000,
Aan contanten en diverse eftecten dertig duizend gulden............. ƒ 30,000.
Te zaïnen bedragende eene waarde van tweeënvijftig duizend gulden..........ƒ ïgt;2,000.
üat rendant, ingevolge de voorschriften der wet, de effecten, enz , enz , zijn pupil toebehoord hebbende, heelt verkocht door tusschenkomst van makelaars; een en ander blijkens makelaars
nota's hebbende opgebracht eene som van........ welke som
is belegd in eene inschrijving op het Grootboek der nationale werkelijke schuld rentende twee en een halt ten honderd, groot......
Terwijl rendant na dien tijd nog heeft gehad de navolgende
ontvangsten :
Wegens ingekomen huurgelden der hierboven omschreven vaste goederen, te weten [opyave van ieder verhuurd perceel afzonderlijk, met aanhaling der huurcontracten) ■ ƒ
Wegens verschenen renten van genoemde inschrijving, als:
(opgave als voren)......... ■ ■ f
{Deze rekening van ontvangsten wordt hier op dezelfde wijze vervolgd tol aan hel eindigen van het beheer loe, terwijl men indachtig zij, dat op dezen slaat van ontvangst alles afzonderlijk moet worden gebracht).
Bedragende alzoo de geheele ontvangst eene gezamenlijke
waarde van ƒ......
Daartegen zijn door rendant gekweten de navolgende
Wegens kosten van boedelbeschrijving en liquidatie van des
vaders nalatenschap eene som van.....
[De rekening van uitgaven wordt nu op gelijke wijze als die der ontvangsten vervolgd).
Bedranende de uitgaven alzoo eene som van ƒ.....
O w
341
Welke van liet actief afgetrokken wordende, blijkt, dal er zuiver overschiet eene waarde van......
[Zijn er nu nog vorderingen loopende ten laste van derden, van welken aard ook, of heeft de gewezen voogd eene of geene persoonlijke vordering ten laste van zijn gewezen pupil, dan moet zulks hier met de gebruikelijke omschrijving oprfegeven worden).
en verklaart de mede Ondergeteckcnde Anna B..., wonende te
A_____ de bovenstaande rekening van den heer Gerard A.....
haar gewezen vnogd, te zullen nazien en onderzoeken, en met de verdere bescheiden en stukken te vergelijken, en hem daarvan, binnen veertien dagen na do dagteekening dezes, den uitslag te zuilen mededeelen.
Aldus gedaan en geleekend, te K......den.....
(Handteekeningen )
NB Ingeval de pewezen pupil Anna de rekeninK dadelijk naziet, dat zeer aan te bevelen is, dan stelle men, in slede liarer verklarmc, hel volgende: «En verklaart (Je mede onderfjeteekende Anna B. bovenstaande reke-ninci naqezien en met de hesrheiden vergeleken te hebben, en ntzon het saldo dei- rekening. be?ievent alle bewijzen van eigendom, stukken en bescheiden, de voogdij rakende, Ie hebben overgenomen;weshalve zy denren-dant, ter zake van zijn gevoerd beheer, déchargeert, zonder eenige reserve.quot;
Voor de rekening een zegel van ten minste 25 cents gebruiken De registratie wordt niet verelscht; mocht men die toen verlangen, dan bedraagt zulks 80 cents cn ingeval men de verklaring van goedkeuring heeft opgenomen, 'U pCt over de door den voogd gedane ullgaven, zijnde daaronder echter de geldhelegglngen en de betaalde belastingen niet begrepen.
ACTE VA IS DECHAKGK.
Ik ondergefeekende Anna W.. .. , [beroep en ivoonplaats), verklaar te hebben onderzocht de rekening en verantwoording, door mijn gewezen voogd, den heer Gfrard A. . . ., opgemaakt te.....den . . ., en die te hebben vergeleken met de voorhanden boeken, aanteekeningen en verdere bescheiden, en die rekening en verantwoording volkomen goed te keuren en te bekrachtigen; verklarende levens van genoemden heer Gerard A... te hebben ontvangen en overgenomen:
1°. De bewijzen van eigendom der aan mij behoorende vaste
goederen, bestaande in.....
2°. De voorhanden zijnde huurcontracten van onroerende goederen, te weten: [beschrijving der verhuurde goederen). . 3°. De navolgende efl'octen: [djze specifiek omschrijven). 4°. Eene som van .... gulden, zijnde het bedrag der volgens bovenvermelde rekening en verantwoording bij den heer Gerard A.. .. voorhanden contanten, en
5°. De boeken, registers, aanteekeningen, quitantiën en verdere titels en bescheiden, tot de voogdij heboorende, voor al
hetwelk ik den Heer Gerard A____volkomen déchargeer en bij
dezen hem ontsla van alle verantwoording; afstand doende van alle namaning, zonder eenige reserve, onder belofte van vrijwaring en verband ingevolge de wet.
....... den ............(Handleekening).
Mi. Men zij indachtis, deze goedkeuring op een afzonderlijk zegel van minstens 13 cents in hoofdsom te schrijven De registratie wordt niet vereischt. Verlangt men die evenwel, dan wordt er een recht geheven van 7, pCt. van het totaal der in de rekening voorkomende uitgaven. Zie voorts de aanmerkingen bü het voorgaande formulier.
SOM VEKSCHULDIGD DOOR EEgt;' VOOGD BIJ HET EINDIOEN DEll VOOGDIJ.
Ik ondergeteekende Gerard A____ {beroep en woonplaats), in
mijne hoedanigheid van gewezen voogd over Mejuffrouw Anna W.. . . gedurende hare minderjarigheid, en als zoodanig gevoerd hebbende het beheer en de administratie over de nalatenschap barer ouders, wijlen den heer Wouter B, . . . en zijne ecbtge-noote Mejuffrouw Maria P.. ., verklaar, ingevolge rekening en verantwoording, op den . .., aan genoemde Mejuffrouw Anna W... gedaan, aan dezelve, wegens mijn gehouden beheer in mijne voorschreven betrekking alsnog schuldig (e blijven eene som van ... gulden, welke ik beloof en aanneem Ie zullen aflossen in twee termijnen, waarvan de eerste zal veischijnen den . . . ., en de tweede den ,. . ieder tot een bedrag van . . . ., met bijbetaling van interessen, gerekend (egen vijf len honderd in het jaar sedert den dalum dezer, en te betalen bij iedere aflossing.
Aldus gedaan, onder verband als naar rechten, Ie . .., den .. .
(Handleekening).
NB. De voogd moet, zoo hij dit stuk niet eigenhandig schrijft, hoven zijne handleekening stellen: quot;Goed voor [zooveelquot;. Zegel als voren; en de registratie bedraagt 1 pCt. van de verschuldigde som
SOM AAN EEN VOOGD VEIiSCHULDIGD OP DE VOOGDIJREKENING.
Ik ondergeteekende Willem G... (beroep en ivoonplaats), zoon van den overledenen Hendrik G..., erken, dat de heer Lodewuk N...., mijn gewezen voogd, mij heden heeft gedaan rekening en verantwoording van zijn gehouden beheer, waarvoor ik hem had ontslagen en gedechargeerd, alsmede voor de overgave van stukken en bescheiden, rakende gezegd beheer, en dat ik, na gedaan onderzoek van gezegde rekening, en het opmaken van balans van ontvangst en uitgave, aan hem ben schuldig gebleven de som van ... ., welke som ik mij verbind hem te zullen
343
teruggeven den..., met bijbetaling van interest, berekend tegen vijf ten honderd in het jaar, ingegaan op heden.
Aldus gedaan, onder verband volgens de wel, te . .den ....
(Handteekening).
MB. Verlangt men registratie, dan betaalt men voor de akte 1 Ct. Overigens als voren.
REKENING VAN GEMEENSCHAP.
Rekening van gemeenschap, welke Maria O... , weduwe van
Karel N_____ overleden den ....... zonder testament ie hebben
gemaakt, te ..., geelt van de gemeenschap, welke tusschen haaien wijlen haren genoemden echtgenoot bestaan heeft, krachtens
huwelijks-voorwaarden, verleden voor notaris Cop.nelis N......
te...., den—, aan Antonie N..... en Pietkr N....., hare
meerderjarige zonen, door haar bij wijlen voornoemden Heer
N____ in echt verwekt, zijnde voormelde lleeren Antonie N.....
en Pieïer N.... universeele erfgenamen van hunnen vader, wijlen den Heer N.... bovengenoemd.
Luidende de voordeelige staat der gemeenschap als volgt:
Art. 1. De inboedel, bestaande in....., als zoodanig bij den
inventaris omschreven, opgemaakt den ____, en bij dien inventaris geschat op eene waarde van ƒ
Art 2. Het goud en zilverwerk ...... bij den inventaris omschreven en geschat op »
Art. 3. Het linnen, de kleederen en kleinoodiën, den overledene hebbende toebehoord » Art. 4. De voorhanden contanten als voren » Art. 5. De navolgende obligatiën. effecten als anderszins te weten ....... »
Art. (3. De Inschulden, volgens de aanwezige boeken en registers, tot een bedrag van »
Art. 1. De navolgende dubieuse pretentiën, waarvan de inning als onzeker moet beschouwd worden, te weten ...... tot een bedrag van »
Art. 8. Het bedrag der goederen, verkregen sedert liet huwelijk en behoorende tot de gemeenschap. {Specifiek beschrijven de goederen, derzelvcr ligging, de dag van aankomst derzelven, de rente, welke zij geven, vermelden, alsmede de personen, die z.e in pacht hebben. Ingeval er nu nog verdere voorwerpen to vermelden zijn als behoorende tot den voordeeligen slaat der gemeenschap, dan zullen die afzonderlijk in volgende artikelen omschreven moeten worden) »
Te za men ƒ
344
Zijnde de geinoenschap daarentegen belast met de navolgende schulden volgens meergemelden inventaris:
Art. 1. Kosten van de ziekte des overledenen {deze kosten vermelden) ƒ
Art. 2. Kosten van verzegeling, inventaris en waardeering der goederen {deze vermelden) »
Art. 3. Gelden, verschuldigd aan oppassers, loopers en dergelijke {deze beschrijven) «
Art. 4, Voor verschuldigde belastingen {deze uitdrukken) » Art. 5. Gelden, verschuldigd wegens huishuur » Art. 6. Gelden, verschuldigd voor loopende wissels, enz. {deze beschrijven en hel bedrag van ieder dezer opgeven) »
Art. 7. De schulden, volgens de aanwezige boeken en registers »
{Nu, evenals hij den voordeeligen slaat, alles vermelden, tval sedert het overlijden betaald of nog verschuldigd is, rvel te verstaan indien se op de rjemeen-schap betrekking hebben) »
Het actief der gemeenschap bedraagt dus te zamen ƒ Terwijl het passief te zamen beloopt eene som van »
Welke van het actief afgetrokken voor de genieenschap een zuiver bedrag geeft van.......ƒ
Waarin competeert:
Aan de rendante Maria 0. . de helft, tol een bedrag van »
En de wederhelft aan hare beide meerderjarige zonen,
Antonie N.... en Pikter N_____ ter gelijke som van »
Van welk hun competeerend aandeel echter nog moet worden afgetrokken:
I0. De door haar rendante betaalde dood-en begrafeniskosten, welke door de erfgenamen alléén moeten betaald worden, ter som van ƒ
2°. Eene som van ...... gulden, welke de
langstlevende uit de nalatenschap van den eerst-
stervende zoude genieten »
Te zamen eene som van ƒ
welke van hun aandeel in de gemeenschap afgetrokken zijnde, blijkt, dat genoemden Heeren Antonie N... en Pieter N... uit
voorschreven gemeenschap competeert eene som van ----gulden.
En verklaarde de meergemelde Maria 0...., vorenstaande
345
rekening overeenkomstig de waarheid (e hebben opgemaakt, alles onder verband ingevolge de wet
Te......... den .........
[Handt eekening).
NIS. Men houde in liet oog, dat tiet liier mede eene vooplijrekenins celdt Daai-de Rcmeenschap ophoudt l)ij den dood van een' der eclitpenooten. strek) de inventaris, dien de lanRstlevende pehouden is op te maken, tol grondslag iter rekening, /.ie verder hel NB hij de voogdijrekening.
ONTSLAG VAN REKENING VAN GEMEENSCHAP.
Wij ondergeteekenden Bernardus N____(beroep en woonplaats).
en Cornklis N...., verklaren te hebben onderzocht en goed te keuren de aan ons overgelegde rekening der gemeenschap, welke tnsscben onze moeder Vrouwe 0.... en wijlen onzen vader, den
Heer Karel N..., heeft bestaan, krachtens hnwelijks-contract____
enz., welke rekening door onze genoemde moeder is opgemaakt en gedagtoekend den ...., waaruit bleek, dat. de nalatenschap
van onzen vader bestond uit eene snm van ..... gulden, welke
wij erkennen uit handen onzer moeder te hebben ontvangen en haar daarvoor volledig tequiteeren; tevens verklarende ten volle wegens onze vaderlijke nalatenschap te zijn voldaan ; afstand doende van alle verdere aanspraak, zonder eenige reserve: ons verbindende op de eerste aanvrage onzer moeder over voorschreven gemeenschap eene formeele scheiding te zullen doen opmaken en teekenen, alles onder verband inarevol^e de wet.
Te...... den ......
(Handteekeningen).
NR. Hel zegel bedraagt in hoofdsom tquot;) cents. Registratie, zoo uie verlangt wordt, 80 cents.
AFSTAND VAN DE GEMEENSCHAP, ZONDEK GEDANE KEKENING,
Wij ondergeteekenden Dirk N____ {beroep en ivoonplaals), en
Eldert N_____ meerderjarige zonen van Karel N_____ overleden
den . ...,te...., erkennen, dat de nalatenschap van gezegden HeerN.onzen vader, slechts bestond in eenige weinige meubelen en verder huisraad, zijnde zaken van weinig waarde, — waarvan het inventariseeren meer zoude kosten, dan de waarde der voorwerpen bedraagt — en alzoo te zijn overeengekomen, deze te laten aan onze moeder 0..., echtgenoote van den overledene, om er naar willekeur en goeddunken over te beschikken, afziende van alle vordering en eisch jegens haar wegens ons aandeel in de nalatenschap van wijlen onzen vader, en houdende
346
haar ontslagen en gequiteerd, zonder deswege eenige aanspraak te reserveeren.
Te ......den .......
(Handteekeningen).
iSB. Een zegel van IS cents. Ingeval registratie verlangd wordt, dan bedraagt die so cents voor elk persoon, die afstand doet, dus hier tweemaal die som.
OVEll TESTAMENTEN.
Een testament kan op drieërlei wijze gemaakt worden: 1° bij openbare akte; 2° bij eigenhandig geschreven akte, en 3° bij gesloten akte.
De eerste wordt door den notaris opgemaakt; de tweede moet de testateur zelf en eigenhandig schrijven en onderteekenen, lerwijl hij de derde door een ander kan laten schrijven, mits lüj zelf' het onderteekene.
De testamenten onder 2° en 3° opgenoemd, hebben echter geene kracht, wanneer ze niet bij een notaris door den testateur in bewaring worden gegeven, en het is uit dien hoofde onnoodig, de daarbij in acht te nemen formaliteiten hier op te geven.
Echter kan men bij een enkel onderhandsch, door den testa-leur geheel geschreven, gedagteekend en onderteekend stuk eenige beschikkingen na het afsterven maken, doch alleen tot aanstelling van executeuren, ter bestelling van begrafenis, tot het maken van legaten van kleederen, van lijfstoebehooren en bepaalde lijfssieraden, en van bijzondere meubelen. — Zoodanig stuk kan de testateur onder zijne papieren leggen, en hieromtrent behoeft geene verdere formalileit te geschieden. Wanneer men evenwel bedenkt, dat zoodanig stuk na den dood van den testateur aan den kantonrechter moet worden aangeboden, dat deze daarvan eene akte moet opmaken, en het dan weder aan den notaris moet ter hand stellen, zoo zal dit den erfgenamen nog kostbaarder zijn, dan wanneer het door een notaris ware opgemaakt.
Na deze korte opmerking zullen wij met een paar woorden opgeven, wat er vereischt wordt in den persoon, die een testament wil maken, gelijk nok wanneer die als erfgenaam of legataris geroepen wordt.
Tot het maken en herroepen van een uilersten wil moet men 1° zijne verstandelijke vermogens bezitten, en 2° den vollen ouderdom van 18 jaren bereikt hebben.
Geneesheeren, heelmeesters, apothekers en andere personen, welke de geneeskunst uitoefenen, zoo ook bedienaren van den godsdienst, kunnen uit een testament geen voordeel genieten, wanneer het gemaakt is gedurende den loop der ziekte, waaraan de erflater is overleden, en waarin zij hem hebben bediend of
347
bijgestaan. — Hiervan zijn uitgezonderd: 1° de beschikkingen lot vergelding van gedane diensten, bij wijze van legaat gemaakt; 2° die ten voordeele van den echtgenoot des overledenen; 3° die gemaakt door een der opgenoemde personen, wanneer die is bloedverwant van den erflater tot den vierden graad ingesloten, en deze geene erfgenamen in de rechte linie mocht bobben nagelaten.
Ouders, welke wettige, en tevens natuurlijke, doch weltiglijk erkende kinderen nalaten, kunnen laatstgeraelden uit een testament geen voordeel doen genieten: de kinderen kunnen nimmer meer bekomen, dan een derde van hetgeen zij zouden gehad hebben, indien zij wettig waren geweest. Zij erven de helft, indien de overledene geene afstammelingen, maar wel ouders, of grootouders, of broeders en zusiers, of afstammelingen daarvan hebben nagelaten, en drie vierde, indien er slechts verdere nabestaanden zijn achtergebleven.
Sommige ouders verkeeren in het denkbeeld, dat ze een of meer van hunne kinderen alles kunnen vermaken: — dit is echter eene .dwaling: men kan geen van zijne kinderen geheel onterven; de wet verbiedt zuiks; wel laat zich dit voor een gedeelte doen, en wel:
Wanneer er slechts een kind aanwezig is voor de helft; twee voor een derde, en drie of meer voor een vierde. Over die helft, dat een derde of een vierde kan men beschikken ten voordeele van wie men zal verkiezen, met uitzondering van zijne natuurlijke wettig erkende kinderen, of zijnen tweeden echtgenoot, indien de erflater kinderen uit het eerste huwelijk heeft.
Wanneer men geene kinderen nalaat, maar wel ouders of groolouders, beslaat het wettige erfdeel voor dezen in de helft der nalatenschap, terwijl hel wettige erfdeel voor natuurlijke, doch wettig erkende kinderen slechts bestaat in de helf't van hetgeen hun de wet toewijst en hierboven is opgegeven.
Echtgenoolen, die kinderen hebben en die elkander willen bevoordeelen, is het aan ie raden, zich over en weder het alge-meene vruchtgebruik Ie bespreken; de kinderen, welke zich daartegen willen verzeilen, komen dan van zeiven in legitieme portie.
Wij laten hier de wetsbepalingen volgen, vervat in ons Burgerlijk Wetboek onder het opschrift: van den Form der Uiterste Willen.
Art. 977. Geen uiterste wil kan bij dezelfde akte door twee of meer personen gemaakt worden, hetzij ten voordeele van eenen derde, hetzij onder tien tilel van eene wederkeerige of onderlinge beschikking.
Art. 978. Een uiterste wil kan alleen worden gemaakt óf bij eene olographische of eigenhandig geschreven akte, óf bij eene
348
openbare akte, óf bij eene geheime of geslolenc beschikking.
Art. 979. Eene olographische uiterste wil moet met de hand des erflaters gehee! geschreven en geteekend zijn. Hij moet door den erflater bij eenen notaris in bewaring worden gesteld. De notaris, bijgestaan door twee getuigen, zal daarvan onmiddellijk eene door hem met den erflater en de getuigen geteekende akte van bewaargeving opmaken, hetzij aan den voet van den uitersten wil, indien deze open aan hem is ter hand gesteld, hetzij afzonderlijk, indien het stuk verzegeld aan hem mocht zijn aangeboden; in welk laatste geval de erflater, in tegenwoordigheid van den notaris en de getuigen, op den omslag moet aapteeke-nen en door zijne onderteekening bekrachtigen, dat het zijn uitersten wil bevat. Ingeval de erflater door eenige verhindering, die na de onderteekening van den uitersten wil of van den omslag is opgekomen, den omslag of de akte van bewaargeving, of wel beiden, niet kan teekenen, moet de notaris daarvan, evenals van de oorzaak des beletsels, molding maken.
Art. 980. Zoodanige olographische uiterste wil, overeenkomstig liet voorgaande artikel, door den notaris zijnde in bewaring genomen, lieefl dezelfde kracht als een bij openbare akte gemaakte uiterste wil, en wordt gerekend gemaakt te zijn op den dag der akte van bewaargeving, zonder aanzien der dagteekening, welke zich in den uitersten wil zeiven mocht bevinden.
Art. 981. De erflater kan te allen tijde zijn olographisch testament terugvorderen, mits hij, ter verantwoording van den notaris, van de teruggave bij eene authentieke akte doe blijken. Door de teruggave wordt het olographisch testament als herroepen beschouwd.
Art. 982. Bij een enkel onderhandsch, door den erflater geheel geschreven, gedagteekend en onderteekend stuk, kunnen, zonder verdere formaliteiten, beschikkingen na doode worden gemaakt, doch alleen en bij uitsluiting ter aanstelling van executeuren, ter bestelling van begrafenis, tot het maken van legaten van kleederen, van lijlstoebehooren, van bepaalde lijfssieraden en van bijzondere meubelen. De herroeping van zoodanig stuk kan op dezelfde wijze onder de hand geschieden.
Art. 983. Indien zoodanig stuk, als waarvan in het vorige artikel is gesproken, na het overlijden van den erflater gevonden wordt, moet het worden aangeboden aan den rechter van het kanton, alwaar de erfenis is opengevallen ; deze zal, indien hel stuk verzegeld is, het openen, en, in allen gevalle, een procesverbaal van de aanbieding, alsmede van den staat, waarin het zich bevindt, opmaken; hij zal eindelijk dat stuk aan eenen notaris ter hand stellen, ten einde het onder zijne minuten te bewaren.
349
Art. 984. Een oluyraphische uiterste wil, welke gesloten aan den notaris is ter hand gesteld, zal, na den dood des erflaters, aan den kantonrechter worden aangeboden, welke zal handelen zooals bij artikel 98!J, ten aanzien van beslotene uiterste willen is voorgeschreven.
Art. 985. Een uiterste wil hij openbare akte moet ten overstaan van eenen notaris, eu in tegenwoordigheid van twee getuigen, worden verleden.
Art. 98(3. De notaris moet den wil des erflaters, zooals die zakelijk aan hein door den erflater is opgegeven, in duidelijke bewoordingen schrijven of doen schrijven. Indien de opgave buiten de tegenwoordigheid der getuigen is gedaan, en het opstel door den notaris is gereed gemaakt, moet de erflater, alvorens de voorlezing daarvan geschiedt, zijnen wil nader zakelijk, in tegenwoordigheid der getuigen, opgeven. Daarna zal, in tegenwoordigheid dev getuigen, de uiterste wil door den notaris worden voorgelezen, en na die voorlezing door hem aan den erflater worden afgevraagd ot het voorgelezene zijnen uitersten wil
bevat. Indien de uiterste wil in tenenwoorduheid der aetuiaen
is opgegeven, en terstond is in geschnlt gebracht, zal gelijke voorlezing en afvraging in tegenwoordigheid der getuigen geschieden. De akte moet vervolgens door den erflater, den notaris en de getuigen worden onderteekend. Indien de erflater verklaart, dat hij niet kan onderteekenen, of' indien hij daarin verhinderd wordt, moet ook die verklaring en de oorzaak der verhindering in de akte worden vermeld. Van de nakoming van al deze formaliteiten moet uitdrukkelijk worden melding gemaakt in de akte van uitersten wil.
Art. 987. Wanneer de erflater een besloten of' geheim testament wil maken, zul hij verplicht wezen zijne beschikkingen te onderteekenen, hetzij hij die zelf' geschreven hehbe, hetzij hij die door eenen anderen hebbe laten schrijven. Het papier hetwelk zijne beschikkingen bevat, of het papier hetwelk tot een omslag dient, indien er een omslag yebruikt wordt, zal gesloten en verzegeld worden. De erflater zal het alzoo gesloten en verzegeld aan den notaris, iu tegenwoordigheid van vier getuigen aanbieden, of hij zal het in hunne tegenwoordigheid moeten doen sluiten en verzegelen, en moeten verklaren, dat in het gemelde papier zijn uiterste wil begrepen is, en dat die uiterste wil, hetzij door hem zeiven geschreven en door hem geteekend is, of door een ander geschreven en door hem geteekend is. De notaris zal daarvan eene akte van superscriptie opmaken, die op dat papier, of' op het papier tot omslag dienende, zal geschreven worden; deze akte zal zoowel door den erflater, als door den notaris, benevens de getuigen, onderteekend worden,
350
en ingeval de erflater door eenigc verhindering, die na de on-derleekening van den uitersten wil is opgekomen, de akte van superscriptie niet kan onderteekenen, zal van de oorzaak van liet beletsel melding gemaakt worden. Al de in tegenwoordigheid van den notaris en de getuigen in acht te nemen formaliteiten moeten worden vervuld, zonder intusschen lot eenige andere akte over te gaan. De besloten of geheime uiterrte wil moet onder de minuten van den notaris blijven berusten, die dat stuk ontvangen heelt
Art. 988. Ingeval de erflater niet kan spreken, maar wel schrijven, zal hij een besloten uitersten wil kunnen maken, mits deze met zijne hand geheel geschreven, gedagteekend en onderteekend worde, hij denzelven aan den notaris en de getuigen aanbiede, en boven de akte van superscriptie in hunne tegenwoordigheid schrijve en onderteekene, dat het papier, hetwelk hij hun aanbiedt, zijn uiterste wil is; waarna de notaris de akte van superscriptie zal schrijven en daarin melding maken, dat de erflater die verklaring, in tegenwoordigheid van den notaris en de getuigen, geschreven heeft; en zal bovendien worden in acht genomen al hetgeen bij het voorgaande artikel is bepaald.
Art. 989. Na den dood van den erflater moet de besloten oi' geheime uiterste wil worden aangeboden aan den rechter van het kanton, alwaar de erfenis is opengevallen; deze rechter za! dien uitersten wil openen en proces-verbaal opmaken van de aanbieding en de opening van den uitersten wil, alsmede van den staat, waarin zich dezelve bevindt, en dit stuk daarna aan den notaris, die de aanbieding beeft gedaan, teruggeven.
Art 990. De notaris, die onder zijne minuten eenen uitersten wil, van welken aard ook, heeft, moet daarvan na den dood van den erflater aan de belanghebbende personen kennis geven.
Art. 991. De getuigen, die bij het maken van uiterste willen tegenwoordig zijn, moeten zijn van het mannelijk geslacht, meerderjarig, en ingezetenen van het Koninkrijk. Zij moeten de taal verslaan, waarin de uiterste wil is opgesteld, of die waarin de akte van superscriptie of van bewaargeving is geschreven. Tot getuigen van een uitersten wil, bij openbare akte op te maken, kunnen niet genomen worden de erfgenamen of de legatarissen, noch hunne bloedverwanten of aangehuwden, lot in den vierden graad ingesloten, noch de zoons of kleinzoons, of bloedverwanten in denzelfden graad, noch de huisbedienden der notarissen, voor welke de uiterste wil verleden wordt, noch eindelijk de zoodanigen, die tot eene lijf- of onteerende straf zijn veroordeeld.
Art. 992. Een Nederlander, die zich in oen vreerad land be-
351
vindt, zal geen anderen uitersten wil kunnen maken dan bij authentieke akte en met inachtneming der formaliteiten, welke in het land, alwaar de akte verleden wordt, gebruikelijk zijn. Hij is echter bevoegd, om bij een onderhandsch stuk te beschikken op den voet en de wijze, als hierboven bij artikel 982 is omschreven.
Art. 993 In tijd van oorlog kunnen de krijgslieden en andere personen, tot de legers behoorende en zich in het veld ot' wel in eene belegerde plaats bevindende, hun uitersten wil maken ten overstaan van eenen officier, welke ten minste den graad van luitenant heeft, en in tegenwoordigheid van twee getuigen.
Art. 994. De uiterste wil van personen, die zich, gedurende den loop eener reis, op zee bevinden, kan verleden worden ten overstaan van den kapitein of den stuurman van het vaartuig, of, bij gebreke van dezen, voor dengenc die hunne plaats vervult, in tegenwoordigheid van twee getuigen.
Art. 995. In plaatsen, rnet welke alle gemeenschap, uit hoofde van de pest of andere besmettelijke ziekte, verboden is, kunnen de uiterste willen gemaakt worden voor elk openbaar ambtenaar, in tegenwoordigheid van twee getuigen.
Art. 996. De uiterste willen, in de drie voorgaande artikelen vermeld, zullen door de erflaters, alsmede door degenen voor wie zij verleden zijn, en ten minste door een der getuigen, onderteekend moeten worden. Indien de erflater of een der getuigen verklaart, dat hij niet schrijven kan ol belet wordt te teekenen, zal van die verklaring, alsmede van de oorzaak van het beletsel, in de akte uitdrukkelijk worden melding gemaakt.
Art. 997. Deze uiterste willen zullen krachteloos zijn, indien de erflater komt te sterven zes maanden nadat de oorzaak, waarom dezelve in dien vorm zijn gemaakt, heeft opgehouden.
Art. 998 In de gevallen bij artikel 993, 994 en 995 voorzien, kunnen de daarbij vermelde personen beschikken bij een onderhandsch stuk, mits dit geheel door de hand des erflaters zij geschreven, gedagteekend en onderteekend.
Art. 999. Zoodanige uiterste wil zal krachteloos zijn, indien de erflater is overleden driu maanden nadat de oorzaak, in voorzegde drie artikelen vermeld, heeft opgehouden, ten ware dat stuk bij eenen notaris mocht zijn in bewaring gegeven, op de wijze als bij artikel 979 is voorgeschreven.
Art. iüOO. De formaliteiten, waaraan de onderscheidene uiterste willen, volgens de bepalingen van deze afdeeling, onderworpen zijn, moeten worden in acht genomen, op straffe van nietigheid.
Ofschoon het bijna onnoodig raag geacht worden, hier een voorschrift te geven omtrent den vorm van een testament, dewijl
vourzichtiije lieden, welke hierloe willen overgaan, meestal tot een notaris hunne toevlucht zullen nemen — hetgeen hun ook alleszins aan te raden is, als men bedenkt, welk eene bron van geschillen uit eene enkele onhandigheid tusschen de erfgenamen kan ontstaan — zuilen wij toch ten gerieve van degenen, welke dit zeiven zouden willen bewerken, een paar voorbeelden opgeven.
OLOGKAPUISCH (EIGENHANDIG) TESTAMENT.
Dit is mijn eigenhandig geschreven uiterste wil. Ik ondergeteekende N. N. [naam, voornaam, beroep en woon-plaals) geelquot; en legateer aan mijneu neef {naam, enz.) om daarvan genot te hebben na mijnen dood, in eens de som van —
ik geef en legateer aan ____ [naam, enz.) het vruchtgebruik
van ____ (omschrijving).
Voorts stel ik tot algemeenen erfgenaam van al mijne overige
goederen____ (naam, enz.)
Als executeur testamentair benoem ik den heer P..... (of de
heeren P____ en R...., welken heer (of heeren) ik hiermede de
taak opdraag, dezeti mijn nitersten wil stipt ten uitvoer te leggen, en een som van ______ als een blijk mijner vriendschap
en erkentelijkheid voor zijne (of hunne) zorg en moeite te willen aannemen.
ik herroep alle vroegere testamenten.
Gedaan te ...... den .....
(Handteekenlng).
NB. Zoodanig stuk kan men op ongezegeld papier schrijven. Eerst na het overlijden behoeft het te worden geregistreerd.
AUDEEE VOOUBEELDBN.
Ik ondergeteekende N. N. (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaart hiermede, dat dit stuk inhoudt en bevat mijn testament of uitersten wil, hetwelk mijne erfgenamen zullen eerbiedigen en opvolgen te weten:
Ik benoem en stel mijne vrouw A. B.... tot erfgenaam van alles, wat mijne zuivere nalatenschap zal uitmaken, niets hoegenaamd uitgezonderd.
of
Ik legateer aan mijnen neef C., meubelmaker, wonende te...,
eene som van ...... Nederlandsch, om aan hem binnen .....
maanden na mijn overlijden uitgekeerd ie worden ..... zonder
bijvoeging van renten.
NB. Als men wil, dat C. het kapitaal zuiver zal genieten, moet men er hij voegen ; vrU van successierecht of andere zoogenaamde helasting.
353
Ik legateer aan mijn zoon Jan_____ boven zijn wettig aandeel
in mijne nalatenschap, een bouwland, genaamd ....... gelegen
te...., op den kadasiralen legger van ..., bekend in sectie____
N0_____ groot____ De vrucliten over het huishoudelijke jaar,
waarin mijn overlijden zal voorvallen, blijven ten voordeele mijner nalatenschap.
NB. Wanneer de testateur deze of soorlgelijke legaten wit maken, moet hel testament hij een notaris in bewaring worden gegeven, terwijl volgende beschikkingen onder de bewaring van den erüater kunnen verbiyvcn.
]k legateer aan N. N. mijn gouden halsketting en mijne oorbellen, welke ik dagelijks gewoon ben te dragen.
Ik wil, dat mijne erfgenamen mijn dood lichaam op het kerkhof te..... zullen doen ter aarde bestellen, en wel in den
grafkelder, waarin mijne bloedverwanten rusten.
Ik benoem tot uitvoerder van mijne uiterste wilsbeschikkingen
den Heer A. A., koopman, wonende te ....... aan wien ik het
recht geef om mijne geheele nalatenschap in bezit te nemen. Ik wil echter, dat hij geene wettelijke helooning zal genieten, doch hij zal voor zijne moeite zuiver in rekening kunnen brengen de som van ....
1NB. Wanneer de executeuren geen bepaald loon is toegekend, genieten zij i'h pCt van de ontvangsten en l'/s pCt. van de uitgaven.
Tot slot kan men stellen:
Al het bovenstaande is door mij eigenhandig, bij het genot van al mijne verstHiidelijke vermogens en vrijwillig, ter neder gesteld, met verklaring, dat het is mijn uiterste wil.
.... den .... achttien honderd ....
GEHEIM TESTAMENT.
Ik ondergeteekende ...... (naam, voornaam, beroep en woonplaats) verklaar hiermede te herroepen al mijne vroegere uiterstewilsbeschikkingen, en thans, opnieuw beschikkende over mijne nalatenschap, te legateeren:
1° aan mijnen neef P---- [naam, enz.) eene som van.....,
aan hem uil te betalen drie maanden na mijn overlijden;
2° aan mijne nicht J.. .. [naam, enz.) al mijne goudenen zilveren voorwerpen;
3° aan mijne huishoudster K.. .. [naam, enz.) al mijne meubelen.
354
Van al het overige benoem ik tot eenigen erfgenaam mijnen broeder N.... {naam, enz.)
Gedaan te . . . ., den.....
(Handteekening).
KR Zoodanig testament kan de testateur naar verkiezing óf zelf schrüven, óf door een ander persoon laten schrijven en het eigenhandig teekenen. Is dit laatste het gevai geweest, dan moet hij niet verzuimen, hij de overhandiging van het stuk aan den notaris dezen daarmede bekend te maken Het siuk moet den notaris gesloten en verzegeld overhandigd, of wel in diens bijzijn gesloten en verzegeld worden.
Ten slotte zij aangemerkt, dat men een testament kan lier-roepen, óf bij een later testament, óf bij eene bijzondere akte, óf door de terugname van het onder bewaring van een notaris gestelde testament, óf door vernietiging van het onder zijne be-rustina irehoudcne.
OVER SCHENKING.
Op schenkingen of giften gelden bijna gelijke bepalingen als op uiterste willen of testamenten. Zij kunnen niet anders worden gedaan dan bij notariëele akte, en hebben geen gevolg, zoolang ze niet door den begiftigde en bij des schenkers leven zijn aangenomen; -—■ welke aanneming, geschiedende bij akte van schenking zelve, of bij latere authentieke akte, de gift onherroepelijk maakt. De aanneming geschiedt door den begiftigde zeiven ; voor een minderjarige, gedurende het leven der beide ouders, door den vader; voor onder voogdij staande minderjarigen, of voor onder curateele gestelden, door den voogd of curator; doch dezen moeten daartoe vooraf door de rechtbank gemachtigd worden, welke machtismi? de vader ook zal behoeven, indien de
ii* moeder overleden is. De schenking mag alleen tegenwoordige
goederen bevatten; — die van toekomstige goederen is nietig; — doch wanneer de schenking heeft plaats gehad aan aanstaande echtgenooten, ter zake van hun huwelijk, kan eene gift der ge-heele of gedeeltelijke nalatenschap des schenkers wettelijk geschieden.
De schenker kan zich het vruchtgebruik van het goed voor- ( behouden, hetzij voor zich zeiven of voor een ander, hij kan zich ook voorbehouden, over eene bepaalde geldsom uit het geschonkene te beschikken; doet hij dit echter niet, dan is zij voor den begiftigde.
Ten aanzien der bevoegdheid, om bij schenking te genieten, gelden dezelfde uitzonderingen, als bij testamenten zijn opgegeven; terwijl minderjarigen geene schenking kunnen doen, dan ter zake van hun huwelijk aan den aanstaanden echtgenoot. Schenkingen of' makingen bij testament aan openbare godsdien-
355
stige gesticliten hebljen geen gevolg, dan voor zooverre de koning de macht tot aanneming op de bewindvoerders dier gestichten heeft verstrekt. Dit is ook het geval, indien bij testament een legaat daaraan besproken is Onopgemerkt kan het echter niet gelaten worden, dat giften van hand tot hand, van roerende lichamelijke voorwerpen, of van schuldvorderingen aan toonder, geene akten vereischen; en eindelijk dat, dewijl bij die schenkingen, waarvan door titel moet blijken, dat cene notariëele akte moet opgemaakt worden, het noodeloos kan geacht worden, hiervan een voorbeeld op te geven.
IETS OVER ERFGENAMEN EN ERFENISSEN.
Bij iemands overlijden behooren zijne goederen aan zijne wettige erfgenamen, ten ware bij testament andere beschikkingen mochten gemaakt zijn. De bij testament benoemde, zoowel als de wettige erfgenamen, treden van rechtswege in het bezit der goederen, rechten en rechtsvorderingen van den overledene, onverschillig voor welk aandeel zij daarin ook gerechtigd zijn. Anders is het gelegen met legatarissen: dezen kunnen zich niet in het bezit der erfenis stellen, en hebben slechts cene aktie tegen de erfgenamen tot afgifte van het legaat.
Iemand, die niet bestaat, op hel oogenblik, dat de erfenis open valt, kan niet als erfgenaam optreden; terwijl het kind. van hetwelk eene vrouw zwanger is, als reeds geboren wordt aange-rnorkt. Komt het echter dood ter wereld, dan wordt het geacht nooit te hebben bestaan.
Indien verscheidene personen, van welke de een tot de erfenis des anderen geroepen is, door één en hetzelfde ongeval omkomen. zonder dat men weten kan, wie het eerst overleden is, dan worden zij vermoed op hetzelfde oogenblik te zijn gestorven, en heeft er dus geen overgang van erfenis van den een op den ander plaats.
Niemand is verplicht eene hem aangekomen nalatenschap of legaat te aanvaarden. Zij kan worden verworpen, indien de erfgenaam mocht vermeenen, dat er te veel legaten besproken of andere schulden mochten zijn. — De erfgenaam kan dit aanstonds doen, doch hij kan zich daaromtrent ook beraden-; in bedt; gevallen moet hij deswege eene verklaring ter griffie van de rechtbank van hel arrondissement, waarin de erfenis is opengevallen, uitbrengen. Ingeval men zich het recht van beraad reserveert, moet er binnen de vier maanden na den dag dier verklaring eene boedelbeschrijving worden opgemaakt; — de kosten dezer beschrijving koaieu niet ten laste des erfgenaams, maar gaan als gerechtskoslen uil den boedel.
23*
356
Na afloop van den gestelden termijn moet de erfgenaam tus-schen finale verwerping of' aanvaarding kiezen; mocht hij echter in dien tijd nog niet in de mogelijkheid zijn geweest om den staat des boedels nauwkeurig genoeg te onderzoeken, ten einde zonder nadeel tot de verwerping !e besluiten, dan is hem nog een ander middel gegeven, en kan hij de erfenis onder het voorrecht van boedelbeschrijving aanvaarden. — Hij zal daartoe eeue nadere verklaring terzelftle griffie moeten doen. — Het voorrecht van boedelbeschrijving, onder hetwelk eene erfenis ook zonder beraad dadelijk na overlijden kan worden aanvaard, heeft ten gevolge: 1° Dat de erfgenaam niet verder tot betaling der schulden en lasten der nalatenschap gehouden is, dan ten bedrage van de waarde der goederen. — 2° Dat zijne eigene goederen niet met diu der nalatenschap vermengd worden. — 3° Dat hij het recht behoudt, zijne eigene vorderingen op de nalatenschap te doen gelden. —
Om deze voorrechten niet te verliezen, moet de erfgenaam zorgen, dat al do goederen van de nalatenschap op de boedelbeschrijving gebracTil worden, en zich wel wachten van zich aan verduistering van goederen schuldig te maken.
De erfgenaam moet in dit geval aan de schuldeischers rekening en verantwoording doen. Hij vermag de goederen niet anders te verkoopen dan in het openbaar; doch indien er zich koopmansgoederen onder bevinden, kunnen deze door makelaars worden verkocht. De erfgenaam kan tot het stellen van zekerheid verplicht worden.
Binnen de zeven maanden na het overlijden moet de erfgenaam de schuldeischers oproepen door middel van de staats- en provinciale courant, en een dag en eene plaats bepalen, waar de schuldeischers zullen kunnen verschijnen, om rekening en verantwoording te hooren doen.
Indien er geen verzet plaats heeft, kunnen de schuldeischers dadelijk worden voldaan; terwijl, in geval van verzet, eene rechterlijke rangregeling noodig is. — De schuldeischers, die niet binnen drie jaren na den gestelden dag opkomen, verliezen hunne vordering, indien de rest der nalatenschap aan legatarissen ware uitbetaald. — De kosten van verzegeling, van boedelbeschrijving, het opmaken der rekening, enz. zijn ten laste der nalatenschap preferent, zelfs boven pand en hypotheek.
VOLMACHT TOT HET AAKVAA.RDEN VAN EENE NALATENSCHAP ONDER HET VOOR11ECHT VAN BOEDELBESCHKIJVING.
De ondergeteckende........ van beroep ........ wonende
357
te............ verklaart bij dezen te machtigen den Heer
............ speciaal om vnor hem te compareeren ter Griffie
van de Armndissemenls-rechtbank te......, en aldaar de verklaring af te leggen, dat ondergeteekende de nalatenschap van
......... op den.....te......overleden, en waartoe hij
krachtens de wet gerechligd is, niet anders aanvaardt dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving; — van deze verklaring akte ie doen opmaken, deze te teekenen, de kosten te betalen; alles onder verband als naar rechten. —
Gedaan te......den .... quot;ISOO ....
VOLMACHT OM EENE NALATENSCHAP TE VERWERPEN.
De ondergeteekende ........ van beroep........ wonende
te.........., verklaart bij dezen te machtigen den Heer
......... speciaal om voor hem te compareeren ter Griffie der
IArrondisseraents-rechtbank te........ en aldaar de verklaring
af te leggen, dat de ondergeteekende verwerpt de nalatenschap van...... op den . ... te.....overleden, waartoe hij is geroepen, krachtens testament, door gezegden erflater verleden voor
den Notaris.....te Arnhem, behoorlijk geregistreerd; van deze
verklaring akte te doen opmaken, deze te teekenen, en verder te doen, wat de ondergeteekende zelf zou kunnen, mogen of moeten doen, als onder verband als volgens de wet. —
Gedaan te .. . . , den .... 1800 ....
SCHEIDING EENER OUDERLIJKE NALATENSCHAP. De ondergeteekenden:
4°. Karel A . .. (beroep en rvoonplaals],—
2°. Charlotte A.... (beroep en woonplaats), echtgenoote van en ten dezen bijgestaan en gemachtigd door Frans G .. . ('ue-roep en woonplaats) —
3°. Louis A____(beroep en woonplaats) —
4°. Karel A.... (beroep en woonplaats) —
Verklaren, dat hun vader, wijlen den Heer A. . . ., in leven koopman in edelgesteenten, gewoond hebbende te......en aldaar op den...... des jaars ...... overleden, tot eenige en
universeele erfgenamen zijner nalatenschap heeft achtergelaten zijne vier kinderen, bovengenoemd;
Dat van genoemde nalatenschap, ter instantie van de daarby belanghebbende partijen, was geformeerd eene onderhandsche (of
notariëele) inventaris, van den....., behoorlijk geregistreerd,
waarbij zij de roerende goederen hadden doen waardeeren door .. . . , als deskundige, daartoe verkozen;
358
Dat zij, thans tot vereffening en deeling van die nalatenschap wenschende over te gaan, den staat daarvan, volgens dien inventaris, hebben opgemaakt — Inidende als volgt:
Actief.
1°. Een Boiiwmanswoning, met aan- en onderhoorigheden, bos-schen en opgaand hout, bouw-, hooi- en weilanden, alles gelegen onder de gemeente ....., bij het kadaster bekend als
volgt: [aanduiding van ieder nummer, met de grootte, volgens den perceelsqnwijzen legger), waarvan de overledene den eigendom had verkregen bij akte . . .., met onderling goedvinden geschat op eene som van .... gulden ƒ ....
2°. Een Huis en Ert' staande en gelegen te.....in
de straat [beschrijving en aanduiding als voren), geschat op eene som van .... gulden » .... 3°. Eenige perceelen hooi- en weiland, gelegen onder de gemeente........, kadastraal bekend [beschrijving als voren), te zamen geschat op ....
gulden » ....
•4°. Een perceel bouwland, gelegen te . .. , [omschrijving als boven), geschat op .... gulden » .... 5°. De navolgende effecten [beschrijving derzelve), te zamen gewaardeerd naar den prijscourant van den .. .., bedragende » .... 6°. De roerende goederen, meubelen en verderen inboedel, volgens voorschreven inventaris gewaardeerd op .... gulden » . . . .' 7°. Aan contanten, bij het overlijden aanwezig, de som
van .... gulden
Bedragende het actief der nalatenschap eene som van .... gulden
Van welke echter zijn betaald de navolgende
Schulden.
Wegens dood- en begrafeniskosten de som van . . Kosten der laatste ziekte de som van .... enz. Te zamen bedragende eene som van .... gulden
))
Welke van bovenstaand actief afgetrokken zijnde, blijkt, dat er zuiver deelbaar overschiet eene som van .... gulden ƒ
359
Waarin alzoo competeert Aan Karel, Chap.lotte, Louis en Karel A... , ieder eene sorn van .... gulden ƒ
Dat zij, alsnu tot scheiding en verdeeling der voorschreven nalatenschap wenschende over te gaan, met onderling goedvinden hebben toe- en aanbedeeld.
a. Aan Karel A.
1. De Bouwmansvvonin^, met aan- en onderhooria:-
ö' ö
heden, onder artikel 1 beschreven, voor do aldaar uitgetrokken waarde van .... gulden ƒ
2. Uit de effecten, hiervoor onder artikel 5 vermeld, voor eene waarde van .... gulden »
3. Tot aanvulling uit de voorhanden zijnde contanten eene som van .... gulden »
b. Aan Charlotte A... ., echtgenoote van C.. ..: 1. Een Huis en Erf, in artikel 2 beschreven, ter
'1. Uit de effecten, onder artikel 5 beschreven, eene
3. Tot aanvulling aan contanten .... gulden »
c. Aan Louis A....:
1. Eenige perceelen hooi- en weiland, in artikel 3 uitgedrukt, ter waarde van ƒ
2. Aan effecten, in artikel 5 vermeld, de som van »
d. Aan Karel A.. . .:
1. Een perceel bouwland, gelegen te.......onder
artikel -i beschreven, tot een bedrag van ƒ
'1. De roerende goederen, meubelen en verderen inboedel, in artikel ü vermeld »
3. Uit de effecten, in artikel 5 uitgedrukt, .... eene som van »
4. Tot aanvulling aan contanten de som van »
360
En hiermede deze scheiding zijnde tot stand gebracht, verklaren de deelgenoten, de nalatenschap van hun vader finaal te hebben gescheiden en verdeeld, en eik zijn aandeel met de daartoe hehoorende titels en bescheiden tot zich genomen te hebben, weshalve zij elkander te dezer zake volkomen kwiteeren en dechargeeren, zonder eenige reserve, met belofte van vrijwaring volgens de wet en met machtiging op de ondergeteekenden respectievelijk, om de aan hen toegescheidene onroerende goederen op de hypotheekregisters zeiven te doen overschrijven.
Gedaan te ... . , den .....
(Handteekeningen).
NB. Zegel minstens 23 cents in hoofdsom. Registratie binnen drie maanden, f 2,10. Overschrijving ten kantore van hypotheken binnen zes maanden.
SCHEIDING MET OVERBEDEELING, 'WAA.RBIJ EEN DEE DEEL-GENOOTEN INBRENGT.
De ondergeteekenden .... (enz.) (Zie voorgaand formulier).
Luidende die staat als volgt;
Art. 1. Een Bouwmanswoning, gelegen te ...., [kadastrale sectie en nommers invullen), geschat op eene waarde van .... gulden f ... .
Art. 2. Een Huis cn Erf, staande en gelegen te ....,
enz., waardig geschat eene som van .... gulden » . . . . Art. 3. Eenige perceelen hooi- en weiland, enz., ter
gezamenlijke waarde van .... gulden » . . . .
Art. 4. De meubilaire goederen en verderen inboedel,
ten bedrage van .... gulden ■gt; . . . .
Art. 5. Aan effecten, enz., eene som van .....
gulden » . . . .
Art. 6. Aan contanten eene som van .... gulden gt;■ . . . . Art 7. Eindelijk wordt in deze nalatenschap ingebracht eene som van .... gulden, waarop door deskundigen is geschat een Huis en Erf, enz , door den overledene aan zijn zoon Karel B.bij akte
onder de levenden, gepasseerd voor....., zonder
vrijstelling van inbreng geschonken, en welke som
van ....... gulden de Heer Karel B.... alzoo
verplicht is in dezen boedel in te brengen *) « ... .
') Men houde in 'toog, dat hier moet worden ingebracht de waarde, die de ift tijdens de schenking had, en dus niet de waarde, die het goed op het oogen-lik van het overlijden van den schenker hebben mocht. De begiftigde moet óf de zaak zelve óf de waarde inbrengen.
361
Bedragende dus de deelbare staat des boedels ee:ie
som van .... gulden ƒ
Waarin ieder competeert een vierde, tot een bedrag van .... gulden »
En alsnu tot de verdeeling overgaande, wordt bij deze toe- en aanbedeeld:
Vooreerst, aan den Heer Frans A...: De Bouwmanswoning, op den slaat onder artikel 1
besclireven, ter waarde van .... gulden ƒ
Onder verplichting nogtans, om aan den Heer Karel B... . uit te kecren het hem te veel toebedeelde, ter som van .... gulden »
Ten tweede, aan den Heer Karel B.. .:
!0. Eenige perceelen hooi- en weiland, onder artikel
3 beschreven, ter waarde van .... gulden ƒ
2°. Uit de effecten, onder artikel 5 uitgedrukt, eene
3°. Aan contanten eene som van .... gulden » ^0. Het bedrag van hetgeen door hem in dezen boedel is ingebracht, ter som van .... gulden » 5°. Tot aanvulling de uitkeering, door den Heer Karel B... . bewerkstelligd, ter som van »
Hetwelk te zamen uitmaakt zijn aandeel ter som van
.... gulden f ... .
[Zie verder het voorgaande formulier.)
1MB. Een zegel van minstens 2ö cents in hoofdsom De akte dient binnen drie maanden geregistreerd te worden; de overliedeeling wordt als verkoop beschouwd; bestaat die dus uit schuldbekentenissen, dan is daarvoor 1 pet, uit roerend goed 2 pet., en onroerend goed 4 pet verschuldigd. Op deze akte zou dus verschuldigd zün: voor boedelscheiding f 2,i0 en voor de overbedeeiing van het onroerend goed 4 pet. Ovorschrgving ten kantore van hypotheken binnen zes maanden.
OVER BEVOOIUIECHTE SCHULDEN.
Al de roerende en onroerende goederen zijn voor iemands
Eersoonlijke verbintenissen aansprakelijk, en strekken tot vvaar-org van zijne schuldeischers; de opbrengst daarvan wordt onder hen pondspondsgewijze, naar evenredigheid van ieders inschuld, verdeeld, — ten ware er tusschen de schuldeischers wettige redenen van voorrang mochten bestaan. — Die voorrang bestaat uit ersoonlijke verbintenissen aansprakelijk, en strekken tot vvaar-org van zijne schuldeischers; de opbrengst daarvan wordt onder hen pondspondsgewijze, naar evenredigheid van ieders inschuld, verdeeld, — ten ware er tusschen de schuldeischers wettige redenen van voorrang mochten bestaan. — Die voorrang bestaat uit privilegie, uit pand en uit hypotheek. —
362
Privilegie is een recht, door de wet toegekend, zonder dat eenige formaliteit behoeft te geschieden; het wordt geboren uit kracht der wet bij het bestaan der inschuld — waaraan de wet dat recht toestaat: zij kan dus niet bij overeenkomst worden bedongen. Het privilegie is tweeledig: gewoon en buitengewoon; het eerste staat voor, het laatste staat achter pand en hypotheek. —
Het eerste bestaat in :
a) Grondlasten, personeel en mobilair, deuren- en venstergelden, benevens gemeente-, dijk-, polder- en andere soortgelijke lasten, mitsgaders successie-rechten;
b) Gerechtskosten, uitsluitend veroorzaakt door de uitwinning-van eene roerende ot' onroerende zaak; deze gaan zelfs boven voorschreven lasten;
c) Verschuldigde huurpenningen op de roerende goederen in het gehuurde aanwezig, onverschillig of die voorwerpen al dan niet aan een huurder toebehooren. Verhuurder is zelfs gerechtigd, die goederen in beslag Ie nemen, wanneer deze buiten zijne toestemming zijn vervoerd, al waren ze ook aan derden in pand gegeven, of op eene andere wijze verbonden, mits hij die voorwerpen hebbe opgeëischt binnen den tijd van veertig dagen na het vervoer der goederen, die tot eene landhoeve behooren, en binnen 14 dagen, indien het zaken betreft tot stofleering van een huis verst-rekt. — Dit voorrecht van den verhuurder strekt zich uit tot de vervallen huur en pachtpenningen gedurende de drie laatste jaren en het loopende jaar.
Het gewone privilegie bepaalt zich tot: 1° den nog onbetaal-den koopprijs van roerende goederen, mits deze zich nog in handen van den schuldenaar bevinden ; — indien de verkooping geschied is, zonder dat men een tijd van betaling heeft vastgesteld, kan de verkooper ze terugeischen, mits dit binnen dertig-dagen na de aflevering plaats hebbe; 2° de kosten tot behoud eener zaak gemaakt ; 3° de kosten tot bewerking eener zaak aan den werkman verschuldigd; 4° hetgeen door een herbergier als zoodanig aan een reiziger is geleverd; 5° de vrachtloonen en bijkomende onkosten; 6° hetgeen aan metselaars, timmerlieden en andere werkbazen is verschuldigd wegens den opbouw, aanbouw en reparatiën van onroerende goederen, mits de schuldvordering niet ouder dan drie jaren, en de eigendom van het perceel aan den schuldenaar verbleven zij: — de voorrechten sub 2° tot on met 6° bepalen zich alleen tot de goederen, waarvoor of waarop de kosten gemaakt zijn;— 7° de begrafeniskosten, mits zij niet bovenmatig zijn; 8° alle kosten van de laatste ziekte; 9° het loon van dienstboden en werklieden over het verschenen jaar en het loopende; 10° de levering van levensmiddelen gedurende de laatste zes maanden; 11° de schuldvorderin-
363
gen van kostschoolhouders over het laatste jaar; 12° die van minderjarigen, of onder curateele gestelden, wegens het beheer hunner voogden en curators.
OVER HET PAUDKECHT.
Elk schuldeischer is bevoegd, om bij het uitleenen van geld, of wegens andere aan hem verschuldigde zaken, tot zekerheid van de teruggave of betaling pand te nemen, waarvoor slechts eene roerende zaak vatbaar is.
De woorden pand nemen duiden genoegzaam aan, dat het goed in handen van den schuldeischer moet gesteld worden; doch men kan ook overeenkomen, dat een ander het in bezit of bewaring neme.
Ten opzichte van schulden boven de ƒ600.— heeft geen pandrecht plaats, tenzij daarvan is opgemaakt eene schriftelijke akte van eene zekere dagteekening voorzien, welke de opgave dei-verschuldigde som, alsmede die der in pand gegeven voorwerpen bevat.
Pandrecht op inschulden, welke op naam zijn gesteld, d. i. niet aan toonder betaalbaar zijn, kan niet bestaan dan ten gevolge eener soortgelijke akte, welke aan den schuldenaar van die inschulden moet beteekend worden. Die teekening kan echter ook vervangen worden, als de schuldenaar, bij eene afzonderlijke verklaring, of bij de pand-akte zelve van de pandgeving erkent kennis te dragen; hij mag dan, zoolang dat verband niet is opgeheven, aan zijnen schuldeischer noch renten noch kapitaal betalen.
De schuldeischer mag niet bedingen, dat hij, bij niet-voldoening van den schuldenaar aan zijne verplichting, eigenaar van het pand zal zijn; hij heeft wel het vermogen om in rechten te vorderen, dat het pand tot het beloop der schuld aan hem in betaling zal verblijven, volgens eene door deskundigen te doene begrooting, of dat hel bij openbare veiling zal worden verkocht.
Het staat ook aan partijen vrij, bij een uitdrukkelijk beding overeen te komen, dat, bij gebreke van voldoening der schuld, de pandhouder onherroepelijk zal zijn gemachtigd om het pand in het openbaar naar de plaatselijke gebruiken te doen verknopen, ten einde uit de opbrengst te verkrijgen de hoofdsom, de renten en de kosten.
Een pand, gegeven door een schuldenaar binnen veertien dagen voor den aanvang van het faillissement of voor den dag van het vonnis, waarbij het kennelijk onvermogen werd uitgesproken,
364
is nietig, zoo het niet dadelijk bij de oorspronkelijke overeenkomst, maar tot zekerheid van vroeger aangegane verbintenis, is gegeven.
AKTE VAN ONDERBAND VOOR GELEENDE GELBEN.
De ondergeteekende A..., van beroep .. . ., wonende te , verklaart ontvangen te hebben van M... een zwart lakensch jasje met ééne rij knoopen, blauwfluweelen kraag, twee gouden cilinder horlogiön van binnen gemerkt met nominer 1685 en 1006 etc.; strekkende deze goederen tot zekerheid en onderpand voor de behoorlijke voldoening eener som van zeventig gulden, welke som de medeondergeteekende Z... . erkent schuldig te zijn aan den ondergeteekende A. .., voor ter leen ontvangen gelden, welke som hij zich verbindt aan den schnldeischer vóór of op den .... terug te geven, bij gebreke waarvan genoemde schnldeischer onherroepelijk zal zijn gemachtigd om de hem in pand gegeven voorwerpen in het openbaar, naar plaatselijk gebruik, te doen verkoopen, ten einde uit de opbrengst zich zeiven te voldoen, zoowel wegens de verschuldigde hoofdsom als wegens de gemaakte kosten.
Gedaan onder verband als volgens de wet, te...., den.....
(Handteekcningen.)
NB. Ingeval de schuldenaar de akte niel eigenhandig gesclireven heeft, dan
stelie hü hoven zijne handleekening: quot;Goed voor.....quot;
Het zegel bedraagt ten minste 25 conls In hoofdsom A.ls de oorzaak der schuld niet voortspruit uit levering of afstand van goederen wordt voor registratie 1 pet betaald; is dit wel het geval dan i pet. van de verschuldigde som.
AKTE VAN IN PAND GEGEVENE KOOPMANSCHAPPEN.
De ondergeteekende N.. ., van beroep ..., wonende te ..., verklaart bij deze schuldig te zijn aan A... {naam, enz.), de som van ...., voor welke som de schuldenaar aanneemt aan den schuldeischer te voldoen, eene plus rente sedert den ...., berekend tegen vijf ten honderd in het jaar.
Tot zekerheid der stipte voldoening op den vervaldag, verklaart de medeondergeteekende schuldeischer, van den schuldenaar in pand ontvangen te hebben.......{voorwerpen uit te
drukken), en zulks onder de volgende voorw-aarden :
Art l. Dat gedurende den tijd, dat gemelde goederen in handen zullen zijn van den schuldeischer, deze er de noodige zorg voor zal dragen, en derhalve alles zal moeten doen en verrichten, wat tot hun behoud vereischt wordt, zoodat hij verantwoordelijk zal zijn voor alle schaden, nadeelen of vermindering, welke de goederen in dien tijd mochten ondergaan, met het
365
recht echter om de kosten, door de aangeduide verzorging veroorzaakt, den schuldenaar in rekening te brengen.
Art. 2. Dal, dientengevolge, na de geheele aflossing van bovenvermelde schuld, benevens de deswege bedongen interessen en kosten, de verpande voorwerpen door den schuldeischer aan den schuldenaar zullen moeten worden teruggegeven in denzeil-den staat en hoeveelheid, waarin hij ze ontvangen heeft.
Ait. 3. Dat bij nietvoldoening op den bepaalden tijd, de schuldeischer het recht zal hebben van den rechter te vragen, dat hem de verpande goederen, tegen de waarde, waarop zij door deskundigen zullen worden geschat, in eigendom worden toegekend, onder verplichting om hetgeen de geschatte waarde meerder mocht bedragen dan zijne vorderingen, den schuldenaar uit te betalen.
Gedaan onder verband als volgens de wet, te ... , den.....
(Handleekeningen.)
NB. Zie vorenstaand formulier.
AFSTAND VAN HUISHUUll ALS PAND.
De ondergeleekende PiETKR Z...van beroep . ..., wonende
te...... verklaart bij deze over te dragen en af te staan aan
Abraham L.., het beloop van den huurprijs van een aan Adolf
M.,. verhuurd huis en erve, staande en gelegen te.........
en wel ten bedrage van......., die zal strekken (ot ai-
lossing eener som, groot......, door den ondergeleekende aan
Abraham L... verschuldigd, krachtens onderhandsche akte van
den..... Dien ten gevolge verklaart genoemde Pieter Z. .. ,
meergemelden Abraham L.... te machtigen, de bovenvermelde huurpenningen op den verschijndag van Adolf M... te ontvangen en daarvoor kwijting te geven.
Gedaan onder verband als volgens de wet, te . .., den ....,
[Handt eekening.)
NB. Welke het lied ras van de schuld ook moge zijn, het zegel bedraagt immer slechts 13 cents in hoofdsom, de registratie verlangd wordende, hedraagt zulks 1 pet. van de schuld.
AKTE VAN EEN TOT PAND GEGEVEN RENTEGEVEND EÏFECT.
Ik ondergeleekende Abie N..., van beroep.....wonende
te____, verklaar op heden te hebben ontvangen uit handen
van den Heer Simon S..., [beschrijving van het in pand gegeven effect), welk effect zal strekken lot zekerheid en onderpand voor eene aan mij ondergeleekende verschuldigde som van . .., bij akte van den . . .., met de deswege verschuldigde bedon-
3(36
gen renten; verklarende ik ondergeteekende Simon L.. .. [van beroep, enz.), deze pandgeving erkennende, mijn schddeischer, genoemden Heer Arie N. ... bij deze onherroepelijk te machtigen, de renten van gezegd effect te ontvangen op de tijden, dat die vervallen zullen, daarvoor de noodige kwijting te geven, en die renten te doen strekken tot voldoening van de door mij, Simon L..., aan den Heer Arik N... verschuldigde interessen.
Machtigende ik, ondergeteekende Simon L..., verder den heer Arie N.onherroepelijk, om bij gebreke van behoorlijke betaling van bovenvermelde som van ..., op den vervaldag, den ..., het in pand gegeven effect naar plaatselijk gebruik te doen ver-koopen en uit de opbrengst zich zeiven hoofdsom en kosten te voldoen.
Gedaan onder verband als naar rechten, te ...., den.....
(Handt eekeningen).
NB. Byteval hel in pand gegeven effect eene obligatie of courant-effect is, dan kan bedongen worden, dat de pandhouder die, by nalatigheid van betaling, ter beurze door den makelaar zal kunnen laten verkoopen Zegel in hoofdsom minstens 2ö ets. Kosten der registratie beloonen 8« ets.; zulks kan ■willekeurig geschieden daar hel niet nogenblikkelUk vcreischt wordt,
OVER HYPOTHEEKRECHT.
Hypotheekrecht verschilt in zooverre van pandrecht, dat het alleen op onroerende goederen kan worden gevestigd. Het kan niet worden verkregen dan bij notariëele akte op tegenwoordige goederen, en van hem, die de bevoegdheid heeft om het bezwaarde goed te vervreemden. Alvorens dan geld op hypotheek uit te zetten, zie men wel toe of den schuldenaar het goed in eigendom toebehoort;—en vermits de akte van hypotheek door een notaris moet worden opgemaakt, zal de schuldeischer zijne belangen het best aan een notaris toevertrouwen, dezen de eigen-domstitek behoorlijk laten onderzoeken en tevens inzag'e van de hypotheek-registers doen nemen. —
De kosten van hef vestigen der hypotheek komen ten laste van den schuldenaar, — zoo ook de doorhaling of' het royement, waartoe ook eene notariëele akte vereischt wordt. Ook de volmachten, die strekken tof het verleenen en het opheffen van hypotheken, moeten notarieel zijn verleden,
IETS OVER GELDLEEMNG.
De schuld, welke uit het leenen van geld voortspruit, bestaat alleen in de geldsom, die bij de overeenkomst is uitgedrukt; — men mag niet meer dan 5 pCt, voor interessen bedingen; —
367
alleen in zaken van koophandel is liet geoorloofd 6 pCt. te nemen. De voogd of' curator raag, ten behoeve van den minderjarige of onder curateele gestelde, geen geld opnemen, zonder daartoe door de Arrondissements-rechtbank te zijn gemachtigd.
Indien ouders aan een hunner kinderen eene geldieening willen doen met het oogmerk, dat zulks na hun dood aan dat kind zal toegerekend worden, is het hun aan te raden, om, in plaats van eene geldieening, eene schenking te doen; want indien hun kind mei het nalaten van afstammelingen vóór hen kvvarae te sterven, en die afstammelingen de nalatenschap hunner ouders verwierpen, zijn zij niet verplicht in te brengen de schuld van hunne ouders, maar wel de giften aan hen door do grootouders gedaan. — Een voorbeeld zal dit ophelderen;
A. en B. hebben drie kinderen C., D. en E. — C. gaat trouwen en krijgt van zijne ouders ter leen /'3000; C. sterft vóór A, en B., en laat na een kind F.; F. verwerpt de nalatenschap van C. en komt bij plaatsvervulling van C. tot de nalatenschap van A. en 6., welke bedraagt /9000 — met de schuld van C. — Dit zou dus voor D. en E., mef het kind C., elk ƒ 3000 zijn; doch F., welke de nalatenschap van C. heeft verworpen, is dus niet voor diens schulden aansprakelijk, en is derhalve met D. en E. tot de nalatenschap van A. en B., welke door die verwerping slechts f 6000,— zou bedragen, voor geldelijke deelen berech-tigd, zonder dat hem de schuld van C.. zijnen vader, mag worden toegerekend,
Eene onderhandsche, niet op tijd loopende schuldbekentenis, door een persoon afgegeven, kan a!dus worden ingericht;
Ik ondergeteekende (voornaam, naam, beroep en woonplaats) verklaar, wegens contant geleend geld schuldig te zijn aan ..., de som van . . ., terwijl ik beloof en mij verbind, om van die som op den......achtlien honderd .. .., het eerst, en verder van jaar tot jaar op dien dag, eene rente te zullen betalen, berekend tegen .... ten honderd, — en zoo vervolgens tot aan de geheele voldoening der hoofdsom, die elk jaar op den verschijndag der renten zal kunnen en moeten geschieden, wanneer de opzegging van de eene of andere zijde .... maanden te voren zal hebben plaats gehad. — Wijders zullen alle betalingen, zoo van hoofdsom als van interessen, geschieden vr'y van kosten, ten woonhuize van den schuldeischer, in goed grof Ne-derlandsch geld.
ïot zekerheid van welke som en renten ik al mijne roerende en onroerende goederen verbinde als volgens de wet.
......., den....... 1800 ........
368
Wanneer twee of meer personen schuldenaren worden, en het de bedoeling is, dat elk van hen voor bet geheel zal kunnen worden aangesproken, richt men de schuldbekentenis in als volgt:
Wij ondergeteekenden;
A. B,, timmerman, en C. D., metselaar, wonende te......,
verklaren wegens contant geleend geld hoofdelijk, onder afstand van alle ons voordeelige uitvluchten, wel en wettig schuldig te zijn aan......., eene sorn van......
Wij ondergeteekenden beloven en verbinden ons, onder gemelde hoofdelijke verplichting, om, enz. (als voren).
Tot zekerheid van dit alles stellen wij elk afzonderlijk onze zoo loerende als onroerende goederen, niet alleen die, welke wij thans bezitten, maar ook die, welke wij later bekomen zullen, aansprakelijk.
......, den...... 1800 ......
Wanneer men tot zekerheid der hoofdsom en renten zeker stuk roerend goed tot pand neemt, kan men ten slotte laten volgen:
Tot zekerheid van de hoofdsom en daarop te verschijnen renten heeft de schuldenaar aan den geldschieter, die zulks bij on-derteekening dezes erkent, tot pand gegeven; of: heelt de schuldenaar, ten behoeve des schuldeischers, tot pand gegeven, hetwelk tot hun wederzijdsch genoegen is ter hand gesteld aan ..., die zulks bij onderteekening dezes erkent en zich niet de bewaring verklaart te belasten: twaalf zilveren lepels en twaalf dito vorken, nieuwe Nederlandsche keur, wegende te zamen .... decagram (lood) .... gram (wichtjes).
Vijf stuks certificaten Nationale werkelijke schuld, ten laste van het Koninkrijk der Nederlanden, ieder groot in kapitaal één duizend gulden, rentende .... ten honderd in het jaar, met de coupons tot den ........, waarvan de eerste zal verschijnen den......... welke renten de schuldeischer zal kunnen ontvangen, om met de renten op deze geldleening loopende te worden verrekend.
En geef ik ondergeteekende schuldenaar de macht aan den schuldeischer, om, wanneer ik in gebreke mocht blijven de hoofdsom op den bepaalden tijd terug te geven, of de renten op den tijd te betalen, — drie dagen na deswege gedane aanmaning het voorschreven pand in het openbaar te doen verkoopen, ten einde uit de opbrengst te verhalen zoowel de hoofdsom als de renten en de kosten. —
369
Aldus deze wederzijds in dubbel onderteekend te..., den .... 1800 ....
Het is in het belang van den schuldenaar aan te raden, dat de schuldbekentenis dubbel worde opgemaakt, ten einde hij, door een exemplaar in bezit te nemen, de pandgeving bewijzen kunne. — Wanneer pand gegeven wordt, kan er geen minder zegel worden gebruikt dan van 25 cents in principaal.
Indien, in plaats van pand, borgtocht gegeven wordt, kan men het voorbeeld volgen, bij dat onderwerp opgegeven. —
iets over borgtocht.
Borgtocht is eene overeenkomst, waarbij een derde zich verbindt, ten behoeve van den schuldeischer aan de verbintenis van den schuldenaar te voldoen, indien deze niet zeil' daaraan voldoet.
Een borg kan zich tot niets meer noch onder meer bezwarende voorwaarden verbinden, dan waartoe de hoofdschuldenaar verbonden is.
De verbintenissen der borgen gaan over op hunne erfgenamen. •—
De borg, die betaald heeft, kan zich verhalen op den schuldenaar; hij treedt van rechtswege in alle rechten, welke de schuldeischer tegen den schuldenaar heeft gehad.
Een borg is ontslagen, wanneer hij door toedoen van den schuldeischer niet meer kan treden in de rechten, hypotheken en voorrechten van dien schuldeischer.
Borgtocht voor huur strekt zich niet uit tot de verplichtingen, die uit verlenging der huur ontstaan.
eenvoudige borgtocht voor de betaling ebner som.
Ik ondergeteekende N. N. (naam, voornaam, beroep en woonplaats) verbind mij bij dezen als borg voor den heer A. B____,
en neem dientengevolge aan te betalen aan den heer C. D.....
de som van ...., door genoemden heer A. B. ... aan hem verschuldigd, beleden bij onderhandsche akte van schuldbekentenis
van den ........ ingeval gezegde heer A. B...... op de bij
die akte bepaalde termijnen aan zijne verplichtingen niet mocht voldoen.
Gedaan onder verband als naar rechten, te ...... den ......
[Handteekening).
NB, Voor zoodanige akte van borgtocht gebruikt men een zegel van ten minste 15 cents in principaal. Het legistralle-recht bedraagt quot;j pCt. van de verschuldigde som.
Ingeval de borg de akte niet eigenhandig mocht geschreven hebben, moet hij hoven zijne handteekening stellen; Goed voor____(bedraq der schuld).
24
370
SOLIDAIRE BORGTOCHT.
Wij ondergeteekenden A. B.... (naam, voornaam, beroep en woonplaats) ter eene, en C. D.... [naam, enz.) ter andere zijde, zijn overeengekomen als volgt:
Ik ondergeteekende A. B.... verbind mij bij dezen, om op heden te leveren aan den heer C. D... . [duidelijke opgave der
te leveren voorwerpen), tegen betaling eener som van .......
•welke betaling zal moeten geschieden binnen zes maanden na de dagteekening dezer akte, met bijbetaling van interest tegen vijf ten honderd in het jaar, al hetwelk de contractant ter andere zijde verklaart aan te nemen, stellende hij tevens tot borg
voor de behoorlijke nakoming zijner verbintenis den heer K----
[naam, voornaam, beroep en woonplaats), die door mede-onder-teekening dezer akte verklaart zich solidair met den heerC. D. . ., onder afstanddoening van alle rechten, die borgen kunnen te stade komen, te verbinden tot betaling van gezegde som en bedongen interessen.
Gedaan onder verband als naar rechten, te . . . ., den.....
(Handteekeningen).
NB Zoowel door den schuldenaar als door den borg wordt boven hunne hand-teekenins geschreven: (Goed voor ■ . invulling der som).
Het zegel bedraagt ton minste i5 cents in hoofdsom. — Als de oorzaak der schuld geen verkoop of levering van goederen is, wordt voor registratie 1 pCt betaald: is dit wel het geval, danipCt. van de verschuldigde som.
Borgtocht door een persoon onder eene schuldbekentenis stelle men aldus:
Na duidelijke lezing van het bovenstaande verklaar ik onder-geteekende...... onder afstand van het voorrecht van uitwinning ea van alle uitvluchten, die mij voordeelig zouden kunnen zijn, mij te stellen tot borg voor den schuldenaar, ten behoeve
van den geldeischer, tot zekerheid van voormelde som van.....
en daarop verschenen renten, met belofte, om, in plaats van den schuldenaar, de hoofdverbintonis na te komen, indien deze deswege in verzuim bleef, alles onder verband als naar rechten; —
............................ den ...........................
Wanneer zich twee of meer personen als borg stellen, schrijve
men ten slotte: Verklaren wij ondergeteekenden A. B.....en
C. D.......wonende te ............ na lezing van bovenstaande
voorwaarden, onder afstand van de voorrechten van uitwinning en schuldsplitsing en van alle uitvluchten, die ons voordeelig zouden kunnen zijn, ons te stellen tot borg voor.... tot zekerheid voor de richtige nakoming van al de door hem in dit op-
371
zicht genomen verplichtingen, met hoofdelijke belofte onzerzijds, om, enz —
1NB. Soortgelijken borgtocht kan men ook onder een huur-, koop- of ander contract stellen
OVER BETALING EN KWIJTING.
Eene schuld kan gekweten worden door een ieder, die belang daarbij heeft, gelijk een inedeschuldenaar, of borg, en ook door een derde, welke daarbij geen belang heeft, mits die derde handele in naam en tot kwijting van den schuldenaar. —
Somtijds kan men er belang bij hebben, eene schuld té kwijten, zoowel om van de betaling der renten te worden bevrijd, als anderszins; wanneer men derhalve zulk eene schuld heeft, die aflosbaar is, en de schuldeischer weigert die aan te nemen, zoo kan zulks tegen zijnen wil geschieden door hem te laten doen aanbod van betaling, hetgeen door een notaris of deurwaarder moet gedaan worden. Dit aanbod, gevolgd van consignatie, bevrijdt den schuldenaar, welke de kosten daarvan voor zijne rekening krijgt.
Wanneer het tegendeel niet kan worden bewezen, wordt door kwijtingen, waaruit van de betaling van drie achtereenvolgende termijnen blijkt, het vermoeden geboren, dat de vroegere termijnen voldaan zijn.
De schuldenaar van verschillende schulden kan de betaling doen strekken lot kwijting dier schuld, welke hij verkiest; echter kan hij niet vorderen, dat de betaling bij voorkeur zal strekken tot aflossing van de hoofdsom, indien door hem ook renten verschuldigd zijn; en wanneer de betaling gedaan is op rekening of in mindering van hoofdsom en renten, strekt zij in de eerste plaats ter voldoening der renten.
Model:
Ik ondergeteekende......... beken te hebben ontvangen van
....... eene som van .......voor een jaar renten, verschenen
den ......., van eene hoofdsom groot........ rentende____ten
honderd in het jaar, door hein aan mij schuldig erkend bij akte van den ----, voor den notaris ...... te .......verleden
......, den ......
Ik ondergeteekende beken bij dezen te hebben ontvangen van ......, eene som van....., voor een jaar huur of pacht, verschenen den.....van een bouwhof, gelegen te, door hem
van mij gepacht, bij contract, verleden voor den notaris .....,
te ... . en get'iigen, den ....
A........ den .........
24*
Ik ondergeleekende verklaar te hebben ontvangen uit banden van de som van ter voldoening van de kooppenningen
van een huis en erf, staande en gelegen te ........ kadastraal
sectie op den ...... dezes jaars, door hein aangekocht in
publieke veiling, gehouden door den notaris ......te......
Ik ondergeteekende quiteer en déchargeer deswege zonder eenig voorbehoud hoegenaamd bij dezen.
...... den......
Ik ondergeteekende____, erken te hebben ontvangen van-----
eene som van____, voor zijn aandeel in de som van..... welke
verschuldigd is door...... met wien hij zich als medeschuldenaar verbonden had, waarvoor hij wordt ontslagen voor zyn aandeel, behoudens hetgene mij in opgemelde som nog verschuldigd
is door ...... bij de akte van den..... voor den notaris .....
te..... verleden.
......... den .........
NB. Dergelijke quilantiën mogen op de akten van schuldbekentenis geschreven worden; wordt zij afzonderUik gesteld, dan volstaat een zegel van 15 cl. in hoofdsom; de registratie ervan wordt niet vereischt, doch Ingeval die verlangd wordt, is het zegel Va pet van do betaalde som. tenzü de schuld uit verkoop of levering van onroerend goed voortsproot, en de eerste akte niet geregistreerd was, zijnde er alsdan 4 pet. registratierecht verschuldigd.
Ik ondergeteekende ....., verklaar als medc-erfgenaarn in de
nalatenschap van ...... overleden te ....... den----,dat.,..
aan mij heeft ter hand gesteld de stukken en titels, betreffende
gezegde nalatenschap, bestaande in...... hem door mij tegen
bewijs toevertrouwd, zoodat ik hem daarvoor bij dezen ten volle ontsla.
Aldus gedaan, onder verband als naar rechten, te ..den .. .
NB. Zegel als hoven. Registratie verlangd wordende 80 cents; kwitantie voor afgifte van een legaat, een hepaald voorwerp zijnde, mede 80 cents, uil geld bestaande. Va pet.
KOOP EN VERKOOP VAgt;' ONROERENDE GOEDEREN.
In verreweg de meeste gevallen is het aan te raden, de akten van koop en verkoop door een notaris te doen opmaken. Deze overeenkomst toch is te gewichtig, de verplichtingen van verkoop en koop zijn te uitgebreid, de gevolgen zijn inzonderheid voor den kooper van te veel belang, dan dat men lichtvaardig zou mogen te werk gaan bij het opstellen van het bewijsmiddel der wederkeerige verbintenissen van kooper en verkooper. Het gevaar, waaraan men zich blootstelt, indien men bij onderhand-
373
sche akten koopt, zal voor een ieder duidelijk worden, wanneer men overweegt:
{G. Dat de onderteekening door de tegenpartij kan worden ontkend, en dat diens erfgenamen zelfs kunnen vols-taan met de verklaring, dat zij die naamleekening niet erkennen ; in welke beide gevallen de echtheid gerechtelijk moet worden onderzocht, hetgeen lot een altijd kostbare en dikwerf hoogst wisselvallige procedure leiden moet;
2°. Dal de akte kan verloren gaan, in welk geval het bewijs van elders dikwijls zeer moeilijk, soms onmogelijk te leveren is. — Bij het bestuur der registratie zal men niet dan onvolledige inlichting kunnen erbngen, en de overschrijving in de registers van hypotheken bewijst niets, zoo er bovendien geen begin van bewijs van afschrifte aanwezig is; 3°. Doch ook behalve dit is een nauwkeurig, oordeelkundig en onpartijdig onderzoek, zoowol naar de bewijzen van eigendom en de bevoegdheid des verkoopers om te vervreemden, als naar het al of niet bezwaard zijn van het verkochte met hypotheken, of andere lasten, die er op mociiten rusten, voor den kooper van het uiterste belang; terwijl al verder de bijzondere overeenkomsten, die schier bij iederen verkoop worden gemaakt, wel door een deskundige dienen uiteengezet te worden.
Om al deze redenen zal men doorgaans het best doen, niet slechts ingeval van koop en verkoop, maar ook bij alle weder-keerige verbintenissen, zich in tijds bij een notaris te vervoegen en aan dezen zijne belangen toe te vertrouwen.
De kosten worden daardoor niet zooveel grooter, als men zich gewoonlijk schijnt in te heelden, en deze kunnen ruimschoots opwegen tegen het gevaar der onderhandsche akten.
Wil men echter desniettegenstaande akten van koop zelf on-derhandsch opmaken, zoo zal rnen daarbij het volgende moeten in acht nemen;
1°. Alvorens de akte op te maken:
a) Men moet zich in de eerste plaats overtuigen, of de ver
koopers bevoegd zijn om te verkoopen.
Minderjarigen en onder curateele gestelden zijn daartoe altijd onbevoegd, alsmede voogden en gehuwde vrouwen zonder de vereischte machtiging.
b) Men moet aan het kantoor der hypotheken, waaronder de
te verkoopen goederen gelegen zijn, onderzoeken, of de verkoopers in de registers als eigenaars bekend staan, en of die goederen met geene of met meerdere hypotheken of andere rechten buiten de opgegevene bezwaard zijn.
374
2°. De akte moet inhouden:
a) Eene bepaalde aanduiding van de verkoopers, d. i hunne
namen, voornamen en woonplaatsen, en de verklaring, dat zij verkoopen.
b) Gelijke aanduiding van den keeper en verklaring, dat hij
in koop aanneemt.
c) De juiste omschrijving van het verkochte, geheel overeen
komstig de kadastrale indeeling.
d) De bedingen omtrent de wederzijdsche verplichtingen van
verkoopers en koopers, b.v. of verkoopers al dan niet tot vrijwaring, en zoo ja, tot welke, zullen gehouden zijn; — wanneer de kooper het gekochte zal kunnen aanvaarden; — de bepalingen omtrent de betaling der belastingen, enz.
e) Den prijs en de wijze van betaling daarvan.
ƒ) De kosten. — Zoo deze geheel of gedeeltelijk voor rekening van verkoopers worden gesteld, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden, hetwelk onnoodig wordt, indien zich de kooper daarmede belast, dewijl dit gcene afwijking van de wet is. g) De dagteekening en onderleekening.
Men kan als onderteekening niet aanmerken het stellen van kruisjes, zelfs al ware dit geschied in tegenwoordigheid van getuigen.
3°. iVa het opmaken der akte:
a) Uiterlijk binnen 3 maanden moet de akte geregistreerd wor
den, op verbeurte van dubbel recht.
b) Vermits eerst door de omschrijving aan het kantoor van
hypotheken de eigendom verkregen wordt, kan men zulks niet te veel bespoedigen.
VERKOOPAKTE VAN HOEREND GOED.
Ik ondergeteekende N. N. . . . (naam, voornaam, beroep en woonplaats) verklaar bij dezen te hebben verkocht aan den heer A. B. . .. {naam, enz.), die door medeonderteekening in koop verklaart aan te nemen .... {volgt de opgave en beschrijving der roerende goederen). Deze koop en verkoop heeft plaats gehad voor de som van .... gulden, welke de ondergeteekende verkooper bij de teekening dezes verklaart contant te hebben ontvangen, en gevolgelijk den heer A. B. . . . daarvoor te kwijten bij dezen, onder afstanddoening van alle eigendomsrecht, hetwelk hij verkooper op bovengenoemde voorwerpen mocht hebben.
Gedaan onder verband als naar rechten, te ......den .......
(Handteekeningen). NB. Zoodanige verkoopakte van roerend goed verelscht een zegel van ten minste •23 ets (met de opcenten 31'/, ets.) — Voor de registratie betaalt men •2 pCt. van den koopprys.
375
VERKOOPAKTE VAN EEN HUIS.
De ondergeteekenden ____ [aanduiding der verkoopers), verklaren bij dezen te hebben verkocht, en mitsdien in vollen eigendom over te dragen aan ... [aanduiding des koopers), die hij medeonderteekening dezes in koop verklaart aan te nemen:
Een huis en erf, gelegen te, in de ..., straal.....Wijk
. . ., n0.. . . kadastrale sectie . . . , N0... groot . ., .
en zulks op de volgende voorwaarden:
1°. Dat de verkoopers tol geene vrijwaring wegens zichtbare of verborgen gebreken, noch voor de juistheid der opgege-vene kadastrale indeeling willen gehouden zijn, en onder beding, dat over- of ondermaat, hoeveel die ook mocht bedragen, geenen invloed zal hebben op de verbintenissen der ondergeteekenden.
quot;■l0. Dat het gekochte met al zijn aan- en toebehooren, rechten en lasten, tiendpiichten en tiendvrijheden, en in alles voetstoots zal overgaan ter beschikking des koopers, die het dadelijk (of —) zal kunnen aanvaarden.
3°. Dat de belastingen, welke echter tot den .. . door verkoopers zullen worden aangezuiverd, vervolgens voor rekening des koopers zullen loopen.
Voor het overige is deze koop aangegaan voor eene som van
......, die de verkoopers erkennen uit handen des koopers te
hebben ontvangen en daarvoor quiteeren bij dezen [of: in mindering waarvan verkoopers erkennen van den kooper te hebben
ontvangen ƒ.....terwijl ten opzichte der som van ƒ.....,
die de kooper nog schuldig blijft, is overeengekomen, dat de
kooper daarvan — te rekenen van.....interessen zal betalen
legen .... ten honderd in het jaar, betaalbaar op den .... tot aan de werkelijke voldoening der hoofdsom toe, die elk jaar op den verschijndag der renten zal kunnen geëischt en moeten afgedaan worden, wanneer de opzegging '3 maanden te voren zal hebben plaats gehad)
Met opzicht lot de kosten van deze akte en alle gevolgen daarvan zijn de ondergeteekenden overeengekomen, dat deze door den kooper (alleen of door de verkoopers ^ en door den kooper voor I) zullen worden gedragen.
Aldus gedaan en geteekend onder verband als naar rechten, le...... den.....
[Handt eekeningen). NB. Eene zoodanige verkoopakte van onroerend goed vereischl een zegel van ten minste 23 ets Zj) moet uiterlijk binnen 3 maanden na tare dagteekening worden geregistreerd tegen betaling van 4 pet van den koopprijs, en vervolgens, uiteriyk binnen B maanden na gezegde dagteekening, aan het kantoor van hypotheken ter overschrijving worden bezorgd Voor die overschrijving Is geschied, is de kooper In rechten qeen eigenaar van het gekochte en betaalde.
376
VERKOOP TAN GKAANOOGST.
Tusschen de ondergeteekenden A... {naam, voornaam, beroep en woonplaats), ter eene en B. . . {naam, enz.) ter andere zijde, is overeengekomen als volgt:
De eerstgemelde A... verkoopt door dezen aan B... , die
erkent te koopen, den oogst van.....(den grond aanwijzen),
voor een bedrag van ... . , die genoemde B... aanneemt te betalen: ......{de termijnen van betalinq aangeven), verklarende
A... aan B. .. toe te staan bet gebruik der schuren en zolders .....{aangeven welke en waar gelegen), tot den .......
op welken tijd genoemde B.. . gehouden zal zijn die te ruimen, en er de noodige herstellingen aan te doen verrichten, welke door dat gebruik mochten noodig zijn geworden.
Aldus gedaan en geteekend onder verband als naar rechten.
Te .. . ., den ....
{Handteekeningen). NB. Zegel en registratie, als voren Zoo er echter voor liet gebruik der schuren en zolders eene afzonderlijke belaling geëischt wordt, dan is men boven en behalve het recht van verkoop nog '/i pet. voor die betaling verschuldigd.
VERKOOP VAN TUINOOGST.
Wij ondergeteekenden A. . . {naam, voornaam, beroep en woonplaats), ter eene en B. .. {naam, enz.), ter andere zijde, zijn het navolgende overeengekomen:
Ik ondergeteekende A... verkoop door dezen aan B..., die
erkent te koopen, den oogst van...... {den aard van den
oogst), zich bevindende in .... {ligging van den tuin opgeven), en wel voor eene som van ..., die zal moeten betaald worden op den .. . , onder voorwaarde, dat deze oogst niet zal kunnen worden ingezameld, dan in tegenwoordigheid van den tuinman, terwijl tot den gezegden koop niet zullen behooren {hier nu aangeven, wat daartoe niet zal behooren); dat, bijaldien er door genoemden B. .. of een zijner onderhebbenden eenige schade, hetzij aan het latwerk, heizij aan de leiboomen, zal worden toegebracht, zulks voor zijne rekening zal worden hersteld, en wel vóór de inbezitneming van gezegden oogst, hem door dezen verkoop behoorende.
Aldus gedaan en geteekend onder verband als naar rechten, te ..., den ....
(Handteekeningen).
NB, Als het voorgaande formulier.
VAN HET RECHT VAN WEDERINKOOP.
De bevoegdheid om het verkochte weder in te koopen spruit
377
voort uit een beding, waarbij de verkooper zich het recht voorbehoudt om het verkochte weerom te nemen tegen teruggave aan den kooper van den oorspronkelijkeii koopprijs met de kosten, op de verkooping gevallen. — Dat recht mag wel voor korteren, doch voor geen langeren duur dan voor vijf jareti worden bedongen; indien het voor een langeren tijd bedongen is, wordt het tot gemelde vijf jaren ingekort. — Wanneer de verkooper in den gestelden termijn het verkochte niet terugeischt, blijft de kooper onherroepelijk eigenaar; doch wanneer hij van zijn recht gebruik maakt, gaat het goed aan hem terug, vrij van alle lasten, daarop door den kooper gelegd; — de deswege gesloten huurcontracten behoeft de verkooper niet verder na te komen, dan voor zooverre zij ter goeder trouw door den kooper mochten zijn aangegaan. — Voor het overige gelden omtrent de overdracht de gewone bedingen, zooals die bij koop en verkoop reeds zijn opgegeven, — zoodat men het aldaar gegeven voorschrift kan volgen, en alleenlijk aan het slot zou kunnen zetten:
Ten slotte verklaren de ondergetoekenden, dezen koop en verkoop te hebben aangegaan onder uitdrukkelijk beding en met, voorbehoud van het recht aan de zijde des verkoopers, om het verkochte weder in te koopen, en naar zich te nemen binnen den tijd van vier jaren, te rekenen van heden af, en zulks tegen teruggave van den boven bedongen koopprijs en de kosten daarop gevallen; zoomede van alles, waarop de kooper, ingevolge de wet, aanspraak zou kunnen maken.
Voor de uitvoering dezes.....
Gedaan en geteekend te.....
NB. Zie de aanmerking onder het vorige formulier.
ACTE VAN WEDEUINKOOP.
Ik ondergeteekende A. . . {naam, voornaam, beroep en woonplaats), verklaar op heden te hebben ontvangen van den heer B.... {naam, enz ), die zulks door zijne mede-onderteekening erkent, eene som van .... gulden, als zijnde het bedrag van den koopprijs van een door hem aan mij verkocht Huis en Erve,
te ...... bij het kadaster bekend sectie .. n0.blijkens akte
daarvan ondershands opgemaakt den ..........; alsmede de som
van .....gulden, wegens kosten op gemelden koop en verkoop
gevallen, welke opgemelde verkoop en koop is geschied onder
voorbehoud door genoemden heer B____van het recht van we-
derinkoop gedurende den tijd van vier jaren.
Verklarende ik alzoo genoemden heer B.... bij dezen volledig te kwijlen voor gezegden mij heden ter hand gestelden koopprijs, alsmede van de kosten, tot een gezamenlijk bedrag van
;gt;78
....... gulden, en alzoo aan hem weder in volien en vrijen
eigendom over te dragen het bovenomschreven perceel, waardoor npgemelde verkoop bij dezen geheel vernietigd en buiten alle effect gesteld wordt.
Aldus opgemaakt en geteekend onder verband als naar rechten, te....... den ......
NB. Zegel als voren. Niet later dan 3 maanden na de dagteekening en vóór nog de termijn van inkoop verstreken is, moet de akte geregistreerd worden, waarvoor een recht van '/, pCt over de hetaalde sommen wordt gerekend De oversclirgving der akte ten kantore der hypotheken moet plaats hebben binnen 6 maanden na hare dagteekening.
VAN SCHEPEN EN VAABTÜTGEN.
Hoewel schepen roerende goederen zijn, en van roeiende goederen het bezit voor titel geldt, wijkt de7.e bepaling echter ten aanzien van schepen of vaartuigen, die eene grootte hebben van iO of meer lasten, af; gewoonlijk wordt in de meetbrieven de lichamelijke ruimte van schepen (de grootte) door tonnen aangeduid.
1 ton is gelijk aan 42 vierkante voelen of 2000 pond, terwijl •1 tonnen of 4000 pd. gelijk zijn aan een last.—De overdracht van schepen van de boven aangeduide grootte kan niet anders plaats hebben dan by akte, welke moet worden overgeschreven ten kantore, waar de primitieve teboekstelling of vorige overschrijving is bewerkstelligd, hetgeen men uit de bewijzen van eigendom zal kunnen vernemen, zoomede aan de inbranding, welke alsdan op eene in het oog vallende plaats wordt gedaan. — Wanneer een schip nog niet te boek gesteld is, zal men zulks kunnen doen len kantore van de hypotheek-bewaarders in de verschillende arrondissementen. —
Wanneer een le boek gesteld schip buitenslands aan buitenlanders is verkocht, uf in geval het vergaan is, is de schipper verplicht om binnen de 14 dagen na zijne terugkomst in het rijk aangifte te doen aan het kantoor, waar de teboekstelling heeft plaats gehad.
Op schepen van de aangeduide grootte kan men ook geld schieten, waaromtrent bijna dezelfde bepalingen zijn in acht te nemen, als bij hypotheek op onroerende goederen is gezegd; zie aldaar.
VOOKSCHRIFT EENER AKTE TOT VERKOOP VAN EEN SCHIP.
De ondergeteekende.........., verklaart bij dezen te hebben
verkocht en, onder vrijwaring als rechtens, over te dragen aan ......... welke door zijne raedeonderteekening verklaart le hebben gekocht en in koop aan te nemen:
379
Een overdekte aak, genaamd ........ te huis behoorende te
.......en volgens meetbrief, afgegeven door den scheepsmeter
en ijkmeester.....te.....den . . .. , groot 40 ton of 20 last,
aan den verkooper in vrijen eigendom toebehoorende, en tot
hiertoe bevaren door......., blijkens patent afgegeven door do
regeering der gemeente .... den .... onder n0. .. ., en zulks met al haar staand en loopend want en verderen inventaris,
zooals zij op dezen oogenblik ligt in de haven te.....een «n
ander aan den kooper genoegzaam bekend, die daarvan geene nadere beschrijving heelt begeerd, en den verkooper heeft ontslagen van allo vrijwaring voor zichtbare en onzichtbare gebreken.
Deze koop en verkoop is gedaan en gesloten voor de som
van.....gulden, die de verkooper erkent uit handen van den
kooper te hebben ontvangen, en verklaart hem daarvoor te qui-teeren zonder eenig voorbehoud, en stelt mitsdien den kooper in alle rechten van eigendom, die hij, verkooper, op het verkochte zou hebben kunnen uitoefenen, terwijl het dadelijk in gebruik en genot op den kooper overgaat.
De kooper erkent van den verkooper te hebben overgenomen al de papieren en bescheiden op den voorschreven koop hetrek-kelijk; terwijl deze laatste er in toestemt, dat de wettelijke levering aan den kooper zal geschieden door overschrijving dezer akte in de daartoe bestemde registers, waarvan de kosten, evenals de kosten van deze akte, door den kooper moeten gedragen en betaald worden. —
Aldus geteekend te........ den ........
NB. Het is noodig, dut de akte van patent, steeds worde aangehaald en om-sctireven, ten einde het bewijs te leveren, dat het vaartuig in de Nederlanden te huis liehoort, door welke aanwyzing 1,/° registratierecht wordt uitgewonnen —
Op deze akte is slechts t% met 38 /,, opcenten verschuldigd, mits hinnen ;) maanden na de dagteekening de akte worde aangeboden
OVEKDEACHT VAN 11ENTE.
ik ondergeteekende .... (naam, voornaam, beroep en woonplaats), verklaar bij dezen over te dragen en af te staan aan . . . (naam, enz), die door medeonderteekening dezes zulks aanneemt, eene jaarlijksche rente van . . . gulden, betaalbaar telken jare op den . . . , door den heer....., te mijnen behoeve
daargesteld, bij akte, opgemaakt den .... en behoorlijk geregistreerd; weshalve voorschreven rente op den genoemden heer... overgaat, en door hem kan ontvangen worden, zoodanig en in dier voege, als ik tot heden daartoe gerechtigd was, zonder tot eenige vrijwaring, dan die van het bestaan derzelve, gehouden te willen zijn.
380
En is voorts deze overdracht geschied voor eene som van .... gulden, welke ik verkooper verklaar, van den heer .... te hebben ontvangen, terwijl voorschreven skte van daarstelling dier rente door.....erkent te zijn overgenomen.
Verklarende ik medeondergeteekende .... genoemden heer.... als mijn nieuwen schuldeischer te erkennen.
Aldus in duplo opgemaakt en geteekend onder verband als volgens de wet, te .. .. , den.....
(Handleekening).
NB. Zegel als voren. Wordt registratie gevorderd 2 pet. van twintigmaal de jaarlijkselie rente
VERKOOP EENER ERFENIS.
In ondergeteekende .... (naam, voornaam, beroep en woonplaats), erfgenaam voor [de helft, een derde, vierde, enz.), in
de nalatenschap van.....{de laatste woonplaats en het beroep
van den overledene aangeven), mijn' [vader, zuster), beken door dezen te hebben verkocht en overgedragen, zonder eenigen anderen waarborg dan die van mijne hoedanigheid van erfgenaam voor boven omschreven gedeelte, aan den heer ... [naam, enz), mijne rechten op bovengemeld gedeelte in genoemde nalatenschap van . . .., zoo als deze aan mij zoude komen, om door den heer .... naast mijne mede-erfgenamen te worden genoten, zoo en in dier voege als ik daartoe gerechtigd was, en verder daarmede te handelen als eene zaak, hem in vollen eigendom toebehoorende; tot welk einde ik hem bij dezen machtig tot het verrichten van alle zoodanige daden, als ik in voorschreven hoedanigheid zelf zoude kunnen, mogen en moeten doen, volkomen afstand doende van alle op- en aanspraak deswege.
Zijnde gemelde koop gedaan voorde som van... ., welke de heer .... mij heeft betaald, terwijl alleen voor de regeling der registratierechten, de schulden van des verkoopers aandeel in genoemde nalatenschap worden begroot op ....
Aldus gedaan en geteekend onder verband als naar rechten, te ... ., den ....
[Han dteekeningen).
NB Het zegel als voren De registratie geschiedt binnen drie maanden na het passeeren dezer akte, en beloopt 4 pet van de koopsom en bet bedrag der schulden Zoo er zich geene onroerende goederen in den boedel mochten bevinden, dan moet zulks in de akte verklaard worden, waardoor de registratie dan slechts 2 pet bedraagt, en de registratie door den acceptant dan ook niet gevorderd kan worden.
VERKOOP VAN EEN SERVITUUT.
Ik ondergeteekende .... [voornaam, naam, beroep en woon-
381
plaats), verklaar bij dezen af te staan aan den heer.... (naam, em.), als eigenaar van .. . ., die zulks door dezen verklaart te accepteeren: het recht van erfdienstbaarheid van .... op de .. ..
aan mij behoorende, onder voorwaarde, dat gezegde heer.....
daarvan geen gebruik zal kunnen maken, dan voor zich, de leden van zijn huisgezin, of de latere eigenaren of de rechthebbenden op het heerschende erf; dat .... [indien er nog andere verinedende voorwaarden aan verbonden zijn, dan moet zulks aanyeduid worden), zijnde deze afstand geschied voor de som van .... gulden, welke genoemde heer mij heeft betaald.
Aldus gedaan en geteekend onder verband als naar rechten, te....., den.....
[Handt eekeningen).
NB. Men zij indachtig de kadastrale sectie en nonimers in de akte vooral te vermelden; het zegel bedraagt minstens iö cents De registratie beloopt l pet van de bedongen som, en moet binnen drie maanden na de dagtee-kening der akte plaats hebben; evenzoo do overschrijving ten kantore van hypotheken binnen zes maanden.
RUILING.
Ruiling is eene overeenkomst, waarbij partijen zich verbinden, om aan elkander wederkeerig eene zaak in de plaats van eene andere te geven.
Al hetgeen voor verkoop vatbaar is, kan ook onderwerp van ruiling uitmaken, en de regelen voor de overeenkomst van koop en verkoop zijn op die van ruiling toepasselijk. —
Indien de eene partij de zaak, welke haar in ruiling gegeven wordt, reeds ontvangen heeft, en naderhand bewijst, dat de andere daarvan geen eigenaar was, kan zij niet genoodzaakt worden tot levering van de zaak, welke zij van haren kant heeft beloofd, doch alleenlijk tot de teruggave van die, welke zij ontvangen heeft.
Hij, die door uitwinning gesteld is uit het bezit der zaak, welke hij in ruiling heeft ontvangen, heeft de keus om van de wederpartij vergoeding van kosten, schaden en interessen, of de teruggave der door hem gegevene zaak te vorderen.
Indien een zekere en bepaalde zaak, welke men beloofd had in ruiling te geven, buiten schuld van den eigenaar is verloren gegaan, wordt de overeenkomst voor vervallen gehouden, en kan degene, die van zijne zijde aan de overeenkomst voldaan heeft, de teruggave van bet in ruiling gegeven goed vorderen (Burg. Wetb., art. 1577-1582).
De in ruiling quot;gegeven goederen moeten wederkeerig gewaardeerd worden, om de berekening van het registratierecht te vinden.
382
De waardeering geschiedt door het onzuiver inkomen met 20 te vermenigvuldigen, zonder dat men eenige lasten hoegenaamd aftrekt.
Het recht bedraagt 2 pet. van het minstwaardige perceel, wanneer beiden in prijs gelijk staan; terwijl in geval van uitkeering daarenboven 4 pet. over dat uit te keerene verschuldigd is. —
RtniCONTKACÏ VAK GELIJKWAARDIG ONROEREND GOED.
De ondergeteekenden A.......van beroep....... wonende
te.. . ., ter eene, en B.....van beroep ... . , wonende te ....,
ter andere zijde, zijn met elkander overeengekomen, te weten :
Contractant ter eene zijde verklaart bij dezen in ruiling af te staan, en mitsdien in vollen eigendom, onder de gewone vrijwaring, over te dragen aan contractant ter andere zijde, die zulks in eigendom aanneemt: Een onverhuurd Huis en Erve, staande
en gelegen te.....kadastraal bekend in sectie.., N0..., door
de ondergeteekenden waardig geschat twee duizend gulden, waarvan de jaarlijksche onzuivere huurwaarde begroot wordt op eenhonderd gulden.
De contractant ter andere zijde verklaart daarentegen aan dien ter eene zijde onder gelijke vrijwaring in ruiling af' te staan en over te dragen, zoo als laatstgenoemde verklaart aan te nemen:
zijn Huis en Erve, staande en gelegen te........ bij het kadaster
bekend in sectie ..., n0_____ mede geschat op eene waarde van
twee duizend gulden en eene onzuivere huurwaarde van eenhon-derd gulden.
De contractanten verklaren elkander de verruilde goederen over te dragen als vrij van hypothecaire inschrijvingen; doch wijders met alle lusten en lasten, vrij- en onvrijheden, rechten en verplichtingen, als aan elk perceel van ouds en met recht verbonden is; al hetwelk zy over en weder goed onderzocht hebben en zijn daarmede tevreden.
Contractanten treden over en weder dadelijk in het genot der goederen, door hen bij deze ruiling in eigendom verkregen, terwijl zij van dit oogenblik af ook elk daarvan zullen moeten betalen de lands- en plaatselijke belastingen, welke tot dato dezes door ieder hunner zijn aangezuiverd.
\'ati alle kosten, waartoe deze akte nu of in het vervolg aanleiding mocht kunnen geven, betalen de ondergeteekenden ieder de helft.
Aid os gedaan en geteekend onder verband als naar rechten, te...... den....... 18....
(Naam tee ken imgen).
383
NB. Dit ruilcontract wordt geschreven op een zegel van tenminste 25 ets De registratie daarvan moet binnen 3 maanden plaats hebben Daar de huurwaarden hier gelijk slaan, zoo bedraagt het registratierecht 2 pel. van twintigmaal de huurwaarde van een der perceelen, dus:
•2 pet van 20 X mo = -2000 gl ƒ 40 —
De overschrijving op het kantoor der hypotheken moet binnen 6 maanden na de dagteekening der akte geschieden.
RUILCONTIIACÏ VAN ONGKLtJKWAARDIG ONROKIIEND GOED.
Ik ondergeteekende A____{naam, voornaam, beroep en woonplaats), verklaar bij dezen in ruiling at' Ie staan, en alzoo in vollen eigendom, onder vrijwaring volgens de wet, over te dragen aan den heer B____[naam, enz.), welke dit aanneemt:
Een Huis en Erve, staande en gelegen te....... bekend bij
't kadaster in sectie..., n0.bij taxatie geschat op eene waarde van vier duizend gulden, hebbende eene onzuivere huurwaarde van tweehonderd gulden, door mij in eigendom verkregen bij
akte van ......
Terwijl ik mede-ondergeteekende B____ verklaar, daartegen in
ruiling af te staan, en alzoo over te dragen, onder vrijwaring
volgens de wet, aan den heer A_____ die dit aanneemt:
Een Huis en Erve, staande en gelegen te....... bij het kadaster bekend in sectie_____ n0_____ bij taxatie geschat op eene
waarde van drie duizend twee honderd gulden, hebbende eene onzuivere huurwaarde van eenhonderd en zestig gulden, door
mij in eigendom verkregen bij akte van ____
Verklarende wij ondergeteekenden, elkander wederzijds te stellen in 't volledig bezit van het door ons bij dezen respectievelijk in ruiling afgestane, ten einde dadelijk te treden in het volle genot en bezit van de voorschreven perceelen; terwijl alle grond- en andere lasten door ieder van ons van heden af zullen gekweten, en de kosten dezer overeenkomst door ieder voor de helft zullen gedragen moeten worden.
Terwijl eindelijk nog is overeengekomen en bepaald, dat ik
tweede ondergeteekende B.....zal betalen aan den heer A.....
eene som van achthonderd gulden, zijnde het verschil in waarde van boven omschreven perceelen, welke ik aanneem aan genoemden heer A.... te voldoen in twee jaarlijksche termijnen, ieder ter somme van vierhonderd gulden, waarvan de eerste zal verschijnen den...... en de tweede den....., met den interest a
5 pet. berekend; terwijl de heer A....., in geval ik met de
voldoening van den eersten termijn in gebreke mocht blijven, het recht zal hebben, de geheele schuld in eens op te vorderen.
Aldus opgemaakt en geteekend, onder verband als naar rechten, te...... den......
(Onder teekeningen).
384
NB. Zegel en tijd der registratie als bij 't vorige model. Daar de waarden hier verschillen moet cr veor registratierecht betaald worden, vooreerst 2 pet. van twintigmaal de kleinste der belde huurwasrden, du» hier van 20 X f lliO.— = / 3'i00 —, en ten andere 4 pet van twintigmaal het verschil der belde huurwaarden, dus 20 X 40 = ƒ800.—
Men betaalt alzoo In hoofdsom 2 pet. van f 3200 . . /quot;64 — 4 pet. » - 800 ... - 32.—
Som ■ . . f 96.— BEWAARGEVING EN LEENING.
Wanneer men het goed van een ander aanneemt onder voorwaarde van dit voor een bepaalden tijd te bewaren en dan in natura terug te znllen geven, dan heeft er bernaargeving plaats.
Deze bewaargeving is van verschillenden aard. De eigenlijk gezegde bewaargeving bepaalt zich uitsluitend tot roerende goederen en geschiedt om niet, als het tegendeel niet uitdrukkelijk wordt bedongen; zij is vrijwillig ot'uit noodzaak, en kan in het eerste geval slechts aangegaan worden tusschen personen, die bevoegdheid hebben otn verbintenissen te sluiten ; in het tweede is men door eenig onvoorzien toeval, brand, o verst room ing, enz., gedwongen, goederen aan een andsr toe te vertrouwen. Zoo van deze bewaargeving geene behoorlijke akte is opgemaakt, dan wordt het bewijs door getuigen toegestaan, ook dan als de waarde van het in bewaring gegeven goed de som mocht overschrijden, die niet voor bewijs door getuigen vatbaar is. Overigens is de bewaarnemer verplicht voor de in bewaring genomen goederen behoorlijke zorg te dragen; hij mag zich daarvan niet tot eigen gebruik bedienen zonder uitdrukkelijke toestemming van den bewaargever, en moet de goederen in denzelfden staat terug geven, waarin hij die ontvangen heeft, voor zooverre dit namelijk geschieden kan, en wel aan dengene, die ze hem heeft ter hand gesteld, of aan diens gevolmachtigdp. Deze teruggave moet geschieden zoodra de bewaargever dit vordert, al ware ook bij de overeenkomst een bepaalde tijd voor die teruggave vastgesteld ; de bewaarder is alleen gerechtigd om het goed te houden lot zoolang, dat hem alle onkosten en schaden, uit de bewaring voortgevloeid, voldaan zijn.
Sequestratie is de bewaargeving eener zaak, waarover geschil is, in de handen van eenen derden, die op zich neemt om na beslissing van het geschil het goed met de vruchten terug te geven, aan hem, die daartoe gerechtigd verklaard wordt. Zij kan plaats hebben bij overeenkomst of op rechterlijk bevel en heeft zoowel roerende als onroerende goederen ten onderwerp. Overigens is de sequestratie op weinige uitzonderingen na aan dezelfde regelen onderworpen, als de eigenlijke bewaargeving; maar is deze op rechterlijk bevel geschied, dan is hij, aan wien de zaak is toevertrouwd, aan alle verplichtingen der sequestratie
385
bij overeenkomst onderworpen, en moet hij bovendien jaarlijks aan de arrondissementsrechtbank, op de vordering van het openbaar ministerie, eene summiere rekening afleggen van zijn beheer, met vertooning en aanwijzing der hem toevertrouwde goederen.
Men kan bij overeenkomst eene zaak aan een ander voor eenigen tijd om niet ten gebruike afstaan, met bepaling, dat deze het goed na bestemden tijd in behoorlijken staat zal teruggeven ; deze overeenkomst heet bruikleening, en zij strekt zich natuurlyk niet uit tot de voorwerpen, die door het gebruik verloren gaan. Hij, die ter leen ontvangt, is voor de goede instandhouding en do teruggave van het goed aansprakelijk, en moet het vergoeden, zoo het door eenig toeval, hetzij met of buiten zijne schuld, mocht verloren gegaan zijn; hij is echter niet verantwoordelijk voor de vermindering, die het. geleende voorwerp door het bedoelde gebruik in waarde geleden heeft,
Yerbruikleening is eene overeenkomst, waarbij de een aan den ander een zekere hoeveelheid van verbruikbare zaken afgeeft, op voorwaarde, dat de laatste den eersten evenzooveel, van gelijke soort en hoedanigheid teruggeve. Daardoor wordt hij, die ter leen ontvangen heeft, eigenaar van het geleende, terwijl bij bruikleening de uitleener eigenaar blijft. Is het geleende goed eene som gelds, dan bestaat de schuld alleen in die bij de overeenkomst bepaalde geldsom, en de uitleener kan zijn goed niet terugvorderen, voordat de bepaalde tijd verstreken is. Men kan ook bij het uitleenen interessen, hetzij voor het gebruik van geld, hetzij voor andere verbruikbare zaken, bedingen.
akte van bruikleen.
De ondergeteekenJe Johannes Leonard Z....., (beroep en
woonplaats), verklaart in leen ontvangen te hebben van den heer
Eduard O.....[voorwerp, dat niet door het gebruik vergaat),
geschat op eene waarde van......, terwijl hij zich tevens verbindt, voorschreven goederen binnen .... maanden, te rekenen van heden af, aan genoemden heer Eduard 0.... kosteloos te zullen teruggeven, met vergoeding van alle schaden, hoe ook genaamd, die tijdens het gebruik aan het geleende veroorzaakt zouden kunnen zijn.
Aldus gedaan onder verband als volgens de wet, te .., dan ...
(Ilandteekening).
Nh. Indien de leener het stuk niet zelf schrift, dan moet hij boven zijne hand-teekening stellen »Goed voor (zooveel).quot;
Zegel als voren. Registratie, wanneer die verlangd wordt, 1 pet. der waarde.
akte van vellbruikleen.
De ondergeleekende Johannes Leonard Z....., (beroep en
386
woonplaats), verklaart in leen ontvangen tc hebben van den heer Eduard O.... (graan b. v. of andere voorwerpen, die door het gebruik vergaan), en wel voor den tijd van acht achtereenvolgende maanden, te rekenen van de dagteekening dezer akte; welke geleende goederen worden geschat op eene som van ... , terwijl de ondergeteekende zich verbindt aan den heer Eduard
O____op den aangewezen tijd, eene gelijke hoeveelheid......
van dezellilc soort en hoedanigheid, terug te zullen geven; bij gebreke waarvan de ondergeteekende Johannes Leonard Z. .. . belooft en op zich neemt, de gezegde geschatte waarde te zullen voldoen, rnet bijbetaling van renten, gerekend tegen vijf ten honderd in het jaar, van den dag af, waarop de teruggave is bepaald.
Aldus gedaan onder verband als naar rechten, te..., den ....
(Handt eekeniny).
NB. De hoeveelheid, soort en hoedanigheid van het seleende moeten vooral nauwkeurig omschreven worden. Heeft de leener de akte «iet zeif geschreven dan stelle hij tmen z(jne handleekening: »Goed voor {hoedanigheid van het qeteende uitdrukken' Wordt registratie verlangd, dan is er 2 pet van de geschatte waarJe verschuldigd.
IN BEWAEINGGEVING VAN GELD OF GOEDEREN.
Ik ondergeteekende Cornklis Johannes R...... (beroep en
woonplaats), verklaart bij dezen van Nikolaas K...... (beroep
enz.), in bewaring ontvangen en genomen te hebben, de navolgende goederen;
1°.....(de waren nauwkeurig te omschrijven);
2° benevens eene som gelds, groot ...... en wel in de volgende speciën..... (al de speciën, bankpapier, enz nauwkeurig
op te geven);
met verbintenis van den ondergeteekende om de omschreven
goederen en gelden aan den genoemden Nikolaas K....... of
aan zijnen wettigen vertegenwoordiger of gevolmachtigde in behoorlijken staat te zullen teruggeven, met vergoeding van alle schaden, die gezegde goederen gedurende de bewaring mochten hebben geleden.
Gedaan onder verband als naar rechten, te...... den.....
(Naamteekening). NB. Men zij indachtig, dal de bewaarder het in bewaring genomene volstrekt niet mag sehruiken, en dus niet volstaan kan met teruggave der som, rraar dezelfde specie die hü ontving, moet teruggeven Zegel 15 cents Verlangt men registratie, dan is er verschuldigd 1 pet. der in bewaring gegeven som.
IN BEWAARGEVING UIT NOOD.
Ik ondergeteekende Antonie B....... (beroep en ivoonplnats],
erken, dat heden den...... door Maulnus R..... uit hoofde
387
van {brand of over sir ooming) genoodzaakt zijnde meubels en goederen uit zijn huis te verwijderen, in mijn huis de navolgende goederen zijn geplaatst, te weten [de zaken beschrijven), belovende en aannemende deze aan hem koste- en schadeloos te zullen teruggeven.
Aldus gedaan onder verband als naar rechten, Ie , den .. .
(llandteekeninq.)
NB. Zogel als voren De registratie verlangd wordende, liedraagt 80 cents.
vrijwillige sequestra.tie van waren.
Tusschen den ondergeteekende Hendrik N... [beroep en ivoon-plaats), ter eene, en Fkanciscus 0. .. [naam, enz.), ter andere zijde — is overeengekomen:
Dat de waren .....[deze uitdrukken), thans in bewaring [de
plaats waar), uitmakende het onderwerp van het tusschen ons bestaande geschil, met onze onderlinge en vrijwillige toeslemming in gerechtelijke bewaring zullen gesteld worden in de magazijnen van den heer Eduahd P..., waar zij zullen verblijven totdal liet geschil zal zijn vereffend, hclzij door uitspraak van
arbiter:-, heizij bij vonnis van de rechtbank van......, of op
eenige andere wettige wijze, zonder dat één van ons gezegde waren nil die magazijnen van den heer Eduard 1'. . .zal kunnen wegnemen, tenzij daartoe gerechligd verklaard bij een vonnis, in kracht van gewijsde gegaan, of bij onderlinge overeenkomst; op straffe, voor dengene van ons, welke deze overeenkomst overtreedt, van f . ■. jegens den andere. Nog verklaren wij onder-geteekenden te zijn overeengekomen, dat alle kosten, zoo van transport der gezegde waren naar de magazijnen van den genoemden heer Eduard P..., als anderszins, zullen worden betaald door hem, legon wien de uitspraak van arbilers, of het vonnis der rechtbank mocht zijn gewezen, of die op eene andere wijze in hel ongelijk mocht worden gesteld.
Verklarende ik mede-ondergeteekende Eduard P..., [beroep, enz.), door dezen, den post van gerechtelijken bewaarder op. mij te nemen, met belofte van de bovenvermelde goederen wederom te zullen uitleveren aan dengene, die zal blijken daarop recht te hebben, alles onder verhand ingevolge de wet.
Aldus gedaan onder verband als naar rechten, te.., den...
[Hand leekeniv gen.) NB. Hel zegel voor dergeUike akten hedraagt minslens i\gt; cenls in hoofdsom, terwijl dc registnilie, zoo die verlangd wordl, so cents lieloopl.
vrijwillige sf.questratii; van een onroerend goed.
De ondergeteekende Jakobus n... [beroep en woonplaats), lor
388
eene, en Pieter T... [beroep, enz.), ter andere zijde — verklaren bij deze te zijn overeengekomen om:
In afwacliting, dat de rechtbank van ... zal hebben beslist m het geschil, tusschen ons bestaande omtrent het gebruik van het huis [opgeven, waar het huis slaat, alsook hel gischilpunt), uit vrije beweging, en ter voorkoming van kosten, te benoemen als gerechtelijk bewaarder van het gezegde huis, gelijk do onderge-teekenden zulks doen door dezen, den heer Edüard V. ...,die dan ook zal belast zijn om daarvan de huur te ontvangen, zoowel die, welke vervallen is, als die, welke nog vervallen zal, de lasten van het gemelde huis te betalen, zonder dat één van ons ondergeteekenden iets deswege zal mogen vorderen, vóór en aleer de rechtbank van . .. daarover zal hebben uitspraak gedaan en het vonnis ot' andere uitspraak in kracht van gewijsde zal zijn gegaan; zullende de kosten van de sequestratie komen ten laste van hem, tegen wien die uitspraak zal vallen.
En verklaar ik medeondergeteekende Edüard V.. .. [beroep enz.), gezegde sequestratie aan te nemen, belovende alle noodige zorg voor het onderhoud van het huis te zullen dragen, er de huren van te ontvangen, de lasten te betalen, en de gelden daarvan afkomende te zullen teruggeven, na uitspraak in kracht van gewijsde, waar en aan wien het zal behooren.
Aldus gedaan onder verband als naar rechten, te ..., den ...
[Handteekeningen.)
ÏNB. Als voren.
ONTSLAG VAN BEWAARGEVING.
Ik ondergeteekende Marinüs A... ., [beroep en woonplaats),
erken, dat de heer ANTOiME M.....mij heden ........heeft
teruggegeven de meubelen en goederen, welke ik den.....in
zijn huis had geplaatst, bestaande in ... ., en welke ik in denzelfden staat heb gevonden, waarin ik hem die heb afgegeven; hem alzoo van die bewaarneming volkomen ontslaande en déchar-geerende zonder reserve.
Aldus gedaan onder verband als naar rechten, te ..., den ...
[Handt eekening). NB. Zegel 13 cents in hoofdsom. Registratie, niet noodwendig. 80 cents.
JiUUll ÏVN VEEHUT]II.
Deze overeenkomst is twecderlei: huur van goederen, en huur van diensten, werk en nijverheid.
1. HUUR VAN GOEDEREN.
Alle goederen, hetzij roerende of onroerende, kunnen worden verhuurd.
389
Bij iedere verhuring, en zonder dat daartoe eenig beding wordt vereischt, hebben verhuurder en huurder de volgende verplichtingen :
De verhuurder :
1°. Om het verhuurde aan den huurder, in alle opzichten, in
goeden staat van onderhoud te leveren;
2°. Om het te onderhouden in zoodanigen staat, dat het dienen kan tot het gebruik, waartoe het is verhuurd, terwijl de verhuurder gedurende den huurtijd de gedaante of' inrichting van het gehuurde niet mag veranderen;
3°. Om den huurder het rustig genot te doen hebben, zoolang de huur duurt.
De huurder:
1°. Om het gehuurde als een goed huisvader te gebruiken, overeenkomstig do bestemming, welke daaraan bij de huurovereenkomst gegeven is. De huurder mag het goed niet weder verhuren, noch zijne huur aan een ander afstaan, op straffe van nietigheid der huurovereenkomst en schadevergoeding, zonder dat verhuurder de onderhuur behoeft gestand te doen.
ISK. Indien het gehuurde in een huisof woninR hestaat, kan de huurder op zijne verantwoordelykheid een gedeelte daarvan weder aan anderen verburen.
2°. Om den huurprijs op de bepaalde termijnen te voldoen.
Wat betreft de reparafiën, die gHurende den huurtijd noodzakelijk zijn, deze komen voor rekening des verhuurders, met uitzondering der geringe en dageUjksche, welke door den huurder moeten gedragen worden, tenzij deze door den vervallen toestand van het verhuurde of door overmacht waren veroorzaakt. Alle kleine reparatiën moet de huurder bekostigen, zooals aan winkelkasten de sluiting der luiken of blinden, de binnensloten, de vensterglazen binnen- en buitenshuis, en alles wal het plaatselijke gebruik verder daaronder begrijpt.
Voorts komt ook het schoonhouden der schoorsteenen ten laste des huurders, terwijl het schoonhouden van putten, regenbakken en sekreten ten laste des verhuurders komt, alles voor zooverre het tegendeel niet bedongen zij.
Daar de huurder het gehuurde goed bij het eindigen van den huurtijd moet opleveren in den staat, waarin hij het ontvangen heeft, met uitzondering van hetgeen door ouderdom of 'onvermijdelijke toevallen vergaan of verminderd is, en hij ondersteld wordt het in goeden staat van onderhoud te hebben ontvangen, totdat hij het tegendeel bewijst, is het van belang, dat er bij den aanvang van de huurovereenkomst een staat van het goed gemaakt worde, volgens welken het bij het einde der huur zal moeten worden opgeleverd.
390
Met opzicht tot het eindigen van verhuringen bepaalt de wet het volgende:
Indien de huur bij geschri/t is aangegaan, houdt ze van rechtswege op, wanneer de bepaalde tijd verschenen is, zonder dat daartoe eene opzegging vereischt wordt; doch indien de huurder, na het verloop van dien huurtijd, in het bezit gebleven is, ontstaat daardoor eene nieuwe huur, welke in de gevolgen gelijk staat met mondelinge huur; doch de borgtocht, voor de huur gesteld, strekt zich niet uit tot die verlenging
Indien de huur zonder geschrift is aangegaan, houdt zij op den bepaalden lijd niit op, dan voor zoover de eene pailij aan de andere de huur heelt opgezegd, met inachtneming der termijnen, welke het plaatselijk gebruik medebrengt; indien zoodanige opzegging door de eene parlij aan de andere is betee-kend, kan de huurder, hoewel hij in het genot blijft, zich niet beroepen op eene stilzwijgende inhuring.
De huurovereenkomst gaat geenszins te niet door den dood van den verhuurder, noch door dien van den huurder.
Door verkoop van het verhuurde wordt eene te voren aangegane huur niet verbroken, en de verhuurder kan de huur niet doen ophouden door te verklaren, dat hij het verhuurde zelf wil betrekken, ten ware in het eene, zoowel als in het andere geval liet tegendeel bedongen mocht zijn, wanneer nog altijd de verhuurder verplicht blijft, den huurder zoodanigen tijd vooraf te waarschuwen, als het plaatselijke gebruik lot hel doen van opzeggingen medebrengt, en bij huur van landerijen ten minste een jaar Ie voren.
Bij ontruiming van het gehuurde goed mag de huurder afbre ken en naar zich nemen al hetgeen hij daaraan op zijne kosten heeft doen maken, mits zulks gedaan worde zonder beschadiging van hel goed. —
Voor huur van huisraad en gemeubeleerde kamers, en voor huur van landerijen zonder geschrift aangegaan, zijn eenige bijzondere regelen bij de wel vastgesteld, wat aangaat den duur daarvan: De huur van meubelen, om een geheel huis, oen geheele woning. een winkel, of eenig ander vertrek daarmede Ie stoffeeren, wordt gehouden voor zoolang Ie zijn aangegaan, als de huizen, woningen, winkels of vertrekken volgens plaatselijk gebruik doorgaans verhuurd worden.
De huur van gestoffeerde kamers wordt gehouden Ie zijn aangegaan bij het jaar, bij de maand of bij den dag, naarmate zij is aangegaan tegen eene bepaalde som in het jaar, in de maand of voor iederen dag; en wanneer noch van het eene, noch van het andere blijkt, wordt de huur gerekend volgens plaatselijk gebruik te zijn gesloten.
391
De huur van landerijen wordt geacht te zijn aangegaan voor zoodanigen tijd, als de huurder noodig heeft om de vruchten in te zamelen. Aldus wordt de huur van eene weide, een boomgaard, wijngaard en alle andere gronden, waarvan de vruchten binnen den loop van een jaar geheel worden ingezameld, gerekend voor een jaar te zijn aangegaan.
De huur van bouwlanden, welke bij afwisselende zaaibeurten worden bebouwd, wordt gerekend gesloten te zijn voor zoovele jaren, als er beurten van dien aard zijn.
Indien eene kleinere of grootere uilgestrektheid opgegeven wordt, dan de landerijen werkelijk hebben, zal zulks grond opleveren tot evenredige vermeerdering van den huurprijs ten behoeve des verhuurders, voor het meerdere der maat tot evenredige vermindering ten behoeve des huurders, zoodra het onderscheid tusschen de werkelijke maat en de opgegevene meer bedraagt dan ,'ïï.
Indien gedurende den huurtijd de geheele of de halve oogst door onvermijdelijke toevallen is verloren gegaan, ken de huur-der eene vermindering der huurpenningen vorderen, en zelfs, mocht de huurder zich bij een uitdrukkelijk beding voor de onvoorziene toevallen, als vorst of het ontijdig afvallen der bloesems, aansprakelijk gesteld hebben, dan strekt zich dat beding daarom nog van zelf niet uit tot de buitengewone toevallen, als, bij voorbeeld, verwoestingen door oorlog, of overstroomingen, waaraan het land niet gewoonlijk onderworpen is.
Alle onderhandsche akten van verhuring van onroerende goederen, alsmede hare dubbelen zijn onderhevig aan een zegelrecht van vijfentwintig cents van iedere honderd gulden —
Het bedrag, waarover het recht verschuldigd is, bestaat: in den huurprijs, over den geheelen huurtijd berekend, als deze op twee jaren of minder is bepaald; doch voor verhuringen voor een bepaalden tijd van meer dan twee jaren, in een huurprijs over de hvee eerste jaren, met bijvoeging van de helft voor den geheelen overigen huurtijd; en zoo voor één of meer jaren een andere huurprijs wordt bedongen, zal de jaarlijksche huurprijs gemiddeld berekend worden over den geheelen huurtijd; is de verhuring voor hel leven, dan wordt de jaarlijksche huurprijs tienmaal, en wanneer de huur onbepaald is, twintigmaal genomen ter berekening van het verschuldigde zegelrecht. —
Onder huurprijs wordt verstaan de som. door den huurder aan den verhuurder te betalen, benevens al de lasten, die de huurder voor zijne rekening neemt, ter ontlasting van den verhuurder; men zal dus deze het best op ééne som berekenen en in de akte opgeven. —
Het recht wordt berekend over ronde sommen van / 100 tot
392
aan een bedrag van ƒ 2000; en boven de ƒ 2000 over ronde sommen van ƒ 200,
Er is geen recht verschuldigd, wanneer de huurprijs en lasten te zamen genomen over den geheelen huurtijd de som van ƒ50 niet te boven gaan.
De akten kunnen verder gratis worden geregistreerd, mits zij binnen drie maanden daartoe aangeboden worden; later betaalt men | pet voor den huurprijs van 2 jaren en J pet. van den huurprijs der volgende jaren.
HUURCONTRACT VAN EEN HUIS.
De ondergeteekende A.. ., van beroep . .., wonende te. ..., verklaart by dezen te hebben verhuurd aan B.. , , die in huur aanneemt en ten blijke daarvan mede onderteekent: een Huis en Erf, ïuin en verder toebehooren, staande en gelegen te..., in de .... straat, wijk. . IN0..
En zulks op de navolgende voorwaarden:
1°. Voor den tyd van .... jaren, welke een aanvang neemt den ... , en diensvolgens stilzwijgend zal eindigen den . . . 2°. Voor de som van .... gulden in hel jaar, door den huurder te betalen aan en ten huize van den verhuurder in goed, grof, gangbaar Nederlandsch geld, ieder jaar in vier termijnen, elk van .... gulden, waarvan de eerste termijn
verschijnt den.......en zoo vervolgens tot expiratie der
huur toe. —
3°. De huurder zal vermeld perceel behoorlijk van meubelen en verder huisraad voorzien, het gedurende den huurtijd als een goed huisvader gebruiken en bewaren, en tevens voor zijne rekening nemen alle geringe en dagelijksche reparation, bij de wet voorgeschreven of volgens plaatselijk gebruik bepaald, terwijl daarentegen de verhuurder zich verbindt, genoemd perceel behoorlijk te onderhouden en den huurder daarvan het rustig genot te verzekeren, onder vrijwaring als naar rechten.
40. De huurder verplicht zich, om het huis drie maanden voor het eindigen der huur ten minste twee dagen per week ter bezichtiging te stellen. Zoo ook in geval van publieken verkoop, iA dagen vóór en hangende de veiling. 5°. Indien de huurder onverhoopt in gebreke mocht blijven, de huurpenningen op de bepaalde termijnen te voldoen, zal de verhuurder, ook in geval van overtreding dezer overeenkomst, het recht hebben te allen tijde de vernietiging der huur te vorderen, en zulks van rechtswege en zonder eenige inverzuimstelling. —
393
Tot alle gevolgen dezer overeenkomst heeft de huurder domicilie gekozen aan het in dezen gehuurde hnis. —
De kosten hiervan met den aankleve van dien heeft de huurder voor zijne rekening genomen.
Aldus gedaan en geteekend, te......den......
CONTRACT VAN ONDEEVEEHURING.
De ondergeteekende A. B...... [naam, voornaam, beroep en
woonplaats), als huurder van een huis, staande in de .. . straat,
wijk . . n0.. . , toebehoorende aan den heer C. D...... blijkens
onderhandsch (of notarieel) huurcontract.... (beschrijving daarvan), verklaart in deze zijne betrekking van huurder te hebben
onderverhuurd aan den heer P. F.....{naam, enz.), die door
mede-onderteekening dezes verklaart in huur aan te nemen:
Drie bovenkamers met eene keuken, alle op de tweede verdieping van het voorschreven door hem in huur bezeten en bewoond huis, tot den tijd, dat zijne huur van dat huis zal eindigen, en alzoo tot den . .., en zulks voor eene som van .... gulden in het jaar, betaalbaar in vier gelijke termijnen, waarvan
de eerste zal verschijnen...... en zoo vervolgens tot aan het
einde dezer huur toe, en voorts onder de navolgende bepalingen, te weten :
Dat huurder de voorschreven kamers van voldoende meubelen zal voorzien en deze daarin tot het einde der huur honden, ze gedurende dien tijd in goeden staat bewaren, en alle kleine re-paratien voor zijne rekening zal moeten nemen; dat hij tevens zal moeten toestaan, dat alle grove, maar noodzakelijke repara-tiën aan gemelde kamers worden gedaan, al ware het ook, dat huurder daardoor voor eenigen tijd van het volkomen genot derzelve verstoken werd; terwijl eindelijk de huurder geene geheele of gedeeltelijke overdracht zijner huur zal mogen elften, zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van den verhuurder. Gedaan onder verband als naar rechten, te .... , den ....
{Naamteekeningen).
OVERDRACHT VAN HÜITR.
ïusschen ons ondergeteekenden Dirk N. . ., [beroep en. woonplaats), huurder, krachtens onderhandsch huurcontract van den ..., van ,.. (perceel-beschrijving), behoorende aan Willem R.. ,
gelegen.....[de gemeente, de straat en het nummer) ter eene.
en Lodewijk O.... (beroep, enz.), ter andere zijde — Is overeengekomen;
Ik, Dirk N. .. ., verklaar over lt;e dragen en af te staan aan den heer Johannes Frits 0..., die zulks aanneemt, mijn recht
394
van huur, voor den tijd, dien ik daartoe nog bevoegd ben, te
rekenen van ....., welke mij is gedaan door genoemden heer
Willem R. . . voor.. . . jaren, tegen eene sorn van ƒ. .. {voorwaarden vermelden), van welke huur genoemde Johannes Fkits 0. .. verklaart geene nadere omschrijving te verlangen.
Deze overdracht geschiedt echter onder voorwaarde, dat de huurder al de conditiën nakome, vervat in gemeld huurcontract, mitsgaders, dat hij, ter voldoening van mij cedant, aan den heer Willem R. .. eigenaar, te rekenen van heden .... tot aan het einde der huur, op tijd en wijze als ik mij daartoe heb verhonden, betaali de som van .... jaarlijks, voor de hierboven verrnehle verhuring, in diervoege, dat de eerste termijn ten laste van genoemden heer Johannes Frits 0. ..zal \ervallen en door
hem worden betaald den....., en de tweede den....... en
zoo verder van drie tot die maanden, tot aan het einde van Jen huurtijd, zonder dat cedant daarin verder eenigszins betrokken of' daarvoor aansprakelijk zal zijn.
(Mocht er eene voorwaarde bestaan van zes maanden vooruitbetaling, dan voegt men er hel volgende slot bij:)
En heeft genoemde heer Joh\nnes Frits 0. .. . mij betaald de som van .. . , strekkende ter voldoening van zes maanden huur, betaald aan den heer Willem R. . . , volgens de bepalingen van bovengemeld huurcontract. Zijnde deze zes maanden vooraf betaald, en bedongen, dat deze tot betaling zullen strekken der laatste zes maanden van het genot der huur, terwijl de orde van betaling zal blijven gelijk boven vermeld, maar de huurder die laatste zes maanden genieten zal zonder betaling, gelijk cedant daartoe bevoegd was
Deze overdracht is geschied ten gevolgd van schriftelijke toestemming, daartoe van den heer Willem R.. . verkregen en te dien einde aan den onderhuurder vertoond.
Aldus gedaan en geteekend in duplo, onder verband als naar rechten, te ... ., den .....
[Handteekeningen).
NB. Men houile in 't oog, dat de Imurder nimmer weder ma? verhuren, tenzy zulks Lij de eerste liuur uitdrukkelijk bedongen is, of dat de afzonderlijke schriftelijke toestemming van den eersten verhuurder op een zegel van minstens 15 cents in hoofdsom moet zijn.
HUURCONTRACT TAN EEN BOUWHOF.
De ondergeteekende N. N., van beroep . .. ., wonende te.....
in hoedanigheid van voogd over......, minderjarige kinderen
van wijlen A. B. en C. D., in leven echtelieden, gewoond hebbende en overleden te . . .., met name . .. ., [de namen der minderjarigen), verklaart verpacht te hebben aan ...., die bij
395
rnede-onJerteekening dezes verklaart in pacht te hebben aangenomen :
Den bouvvhof, genaamd....., gelegen in de gemeente......
op den Icadastralen legger dier gemeente bekend in sectie . n0..., bestaand uit huis, schuur en verder getimmerte, mitsgaders tuin en .... bunders ... roeden bouw- en weideland met boomgaard, welke landerijen, voor zooverre die een bijzonderen naam hebben, heeten ...., alles aan den huurder genoegzaam bekend, die daarvan geenc nadere beschrijving verlangt.
En is deze huur en verhuur geschied op de navolgende voorwaarden, te weten:
1°. Voorden lijd van .... jaren, ingegaan voor de landerijen
den...... en ten opzichte van het huis, de schuur, den
tuin, enz. met den......om diensvolgens ook op de bedoelde tijdstippen van het jaar 180U.... te eindigen — ^0. Jaarlijks om en voor de som van .... gulden, te betalen
op den .... in goed, grot' Nederlandsc.h geld. —
3°. Geen verschil van maat der opgegeven hoegrootheid der landerijen zal eenigen invloed op deze overeenkomst hebben; terwijl de huurder de risico, zoo voor onvoorziene, als voor gewone en buitengewone toevallen, voor zijne rekening neemt. ■i0. De huurder is verplicht alle boiivvstoflen, die tot het doen van reparatiën aan de gebouwen mochten benoodigd zijn, aan te voeren, mils die binnen den kring van een uur gaans kunnen verkregen worden; wijders zal hij den ambachtslieden kost en drank moeten verschaffen, zonder voor het eene als andere iets te kunnen reclameeren, noch aan de pachtpenningen te kunnen korten.
5°. Hij zal het bouwland om de vier jaren eens moeten mesten, met ten minste .... karvrachten goede meststof per bunder, zoomede behoorlijk bebouwen en behandelen gelijk een goed landbouwer ter goeder trouw verplicht is te handelen: en in den herfst van het laatste pachtjaar zal hij slechts .... bunders met winterkoren mogen toezaaien, waarvan hij de helft van den oogst zal kunnen genieten, het overige land moet hij ter beschikking van den verpachter laten liggen; in de lente van het laatste jaar heeft de pachter geen meer zaairecht, dan van het land, waarop het winterkoren mocht zijn mislukt.
Ten opzichte van het weiland wordt bepaald, dat het nimmer met heelgras mag blijven liggen, en steeds, gedurende bet weideseizoen, met één schaar per bunder moet worden beweid; de pachter moet alle mols-en mierenhoopen slechten, den grond van onkruid zuiver houden, en over het geheel het gepachte zooveel mogelijk zoeken te verbeteren; hij moet
39(5
alle vruchting doen, alsmede de slooten, waterleidingen en andere greppels, onderhouden. —
6°. De mest, die op het gepachte valt, moet uitsluitend daarop gebezigd worden en moet ook bij vertrek daar blijven; de pachter zal dus ook geen koren op het land mogen verkoo-pen, terwijl hij verplicht zal zijn het laatste jaar het gewone getal beesten op te stallen en, ten minste tot half April, te voederen. —
7°. Alleen vierjarig hout van heggen en knotwilgen zal de pachter mogen, doch ook moeten hakken; de opgaande hoornen zal hij wel mogen snoeien, doch niet laten vellen; voor het overige zal hij daar, waar zulks noodig is, nieuwe boomen poten.
8°. Indien het land tiendpliehtig mocht zijn, zal hij moeten gedoogen, dat de tiendheffer zijn recht daarop uitoefent, zonder deswege eenige vermindering of korting aan de pachtpenningen te kunnen pretendeeren — 9°. De pachter zal de personeels, meubelaire en andere gewone pachterslasten moeten betalen, en is verder gehouden, voor niet te verrichten al de diensten, welke het bestuur der gemeente aan straten, waterleidingen, als anderszins mocht vorderen. —
10°. Indien de pachter onverhoopt in gebreke mocht blijven....
Vuo. de executie ....
De kosten ....
Aldus gedaan en geteekend, te...... den......
HUURCONTRACT VAN EEN LANDGOED.
De ondergeteekende Kar el Jan A..., (beroep en tvoonplaats), verklaart bij dezen te verhuren aan Frans B... , [beroep, enz.), die door medeonderteekening dezes in huur verklaart te nemen:
Het landgoed genaamd Eikenhof, bestaande uit een heerenhuis, koetshuis, stalling, schuren, enz., met daarbij gelegen tuinen en landerijen, [specifieke aanduiding), alles geleden onder
de gemeente......— en zulks onder de volgende voorwaarden;
4°. Deze huur is aangegaan voor den tijd van acht achtereenvolgende jaren, ingaande heden en zullende eindigen den ... 2°. De huurder zal voor huurprijs moeten betalen eene som
van......gulden 's jaars, telkens terstond na den afloop
van één jaar te voldoen.
3°. Hü zal de hooilanden niet meer dan eenmaal 's jaars mogen hooien, en daarna, evenals de weilanden, met hoornvee behoorlijk moeten beweiden, alle onderhoud van dammen, dijken, wegen en slooten voor zijne rekening nemen en
297
in liet geheel het gehuurde in eenen goeden staat houden; slooten, blooten, greppelen, bouwwerk maken, de landerijen behoorlijk bemesten en de mest van het laatste huurjaar bij zijn vertrek moeten achterlaten.
Aldus gedaan en geteekend onder verband als volgens de wet, te..... den.....
(Handteekening)
HUUaCONTKACT VAN EEN MOLEN.
De ondergeteekende Pietek N..., en woonplaats), ver
klaart bij dezen te hebben verhuurd, en mitsdien in huur af te staan, aan den rnede-ondergeteekende Gerrit G... , die verklaart in huur aan te nemen, eene Molen {opgave van welke soort en juiste aanwijzing van de ligging); —
En zulks voor den tijd van zes achtereenvolgende jaren, ingaande den.....en eindigende den .....; zijnde voorschreven Molen voorzien van alle noodige gereedschappen ter uitoefening van het bedrijf, al hetwelk, voordat de huurder in het genot daarvan treedt, door daartoe te benoemen deskundigen zal worden getaxeerd, om bij het eindigen dezer huur in denzelfden staat door den huurder te worden teruggegeven als hij die heeft ontvangen.
Dat de huurprijs is aangegaan voor de som van .... 'sjaars,
betaalbaar in i termijnen, ieder van ...... op den .... [tijd
bepalen), en zoo vervolgens, tot aan het einde van de huur.
Aldus gedaan en geteekend in duplo, onder verband als volgens de wet, te....., den......
(Handteekeningen).
vuijwillige ontbinding van huull.
De ondergeteekenden Nicolaas H..., (beroep en woonplaats), als verhuurder, en Theodorus B... ,{beroep, enz.), ais huurder, verklaren door dezen, met onderlinge en vrijwillige toestemming, te vernietigen de huur van een huis {nauwkeurige beschrijving), ingevolge huurcontract van den .... aangegaan, over en weder toestemmende, dat voorschreven huurcontract volkomen ophoude en buiten werking worde gesteld, zonder eenige kosten of schaden, voor de beide partijen, wegens den tijd, die nog moet
verstrijken, zullend» genoemde ïheodorus B_____ als huurder,
gehouden zijn, gemeld huis te ontruimen en te verlaten en het vrij en in goeden slaat op te leveren, zooals huurders volgens
de wet zijn verplicht, op den_____ onder beding evenwel, dat
gezegde Theodorus B. ..., huurder, zal voldoen alle versche-
398
nen huren, tot op den boven bepaalden dag van afstand, gelijk zuiks in het huurcontract is bepaald.
Aldus gedaan en geteekead, onder verband als volgens de wet, te....., den .....
{Ha n dleekeni n gen.)
CONTRACT VAK WEDERINHURING.
Tnsschen de ondcrgeleekeiiden Jan B.. ., (beroep en woonplaats), fer eene, en Arie Z. .. , [beroep en woonplaats), ter andere zijde, is overeengekomen; dat de huur, aangegaan bij
onderhandsch huurcontract van den.....zal worden vernieuwd
voor denzelfdon lijd en onder dezelfde voorwaarden, welke in hef bestaande contract zijn vervat, en wel voor eene gelijke som
van .......voor gezegde aantal jaren, welke som de huurder
aanneemt en belooft aan den verhuurder Ie zullen betalen, op gelijke wijze en in termijnen, als boven vermeld.
Aldus gedaan en geteekend in duplo, onder verband als naar rechten, te ......, den ......
(Handleekeningen).
NB Deze akte moet als eene nieuwe overeenkomst bescliouwd worden, zoodal dus daarop de aanmerkintjen slaan, die boven zijn opgegeven
BEWIJS VAN ONTVANGEN HUURPENNINGEN.
Ik ondergeteekende, eigenaar van een...... gelegen te......
erken Ie hebben ontvangen van den heer Karel D..., huurder,
de som van........ voor drie of zes maanden huur, verschenen
den....... van gemeld ......... krachlens onderhandsch huurcontract van den ......{dagteekening).
Te , den ......
(Handteekening).
NB. Dergelijke kwitanlie mag op liet gezegelde huurcontract worden gesteld; wordt dit niet gedaan, en de kwitantie atzonderlük afgegeven, dan behoeft / men een zegel van minstens 13 cents in hoofdson'. llegislratie wordt alleen dan gevorderd, bualdien het stuk in rechten moet w orden overgelegd, terwijl dan verschuldigd is pet. van de gekwiteerde som,
2. HUUR VAN DIENSTBODEN EN WERKLIEDEN.
Men kan zijne diensten slechts voor een bepaalden tijd of voor eene bepaalde onderneming verbinden.
De meester wordt op zijn woord, desgevorderd met eede bekrachtigd, geloofd, niet npzirh! lol, do betaling van hot loon over hef verschenen jaar; met opzicht lot hetgeen op rekening gegeven is van het loon over liet loopende jaar; en met opzicht lot den tijd, voor welken de huur is aangegaan —
399
Dienst- en werkboden mogen, indien zij voor een bepaiilden tijd gehuurd zijn, zonder wettige redenen hunnen dienst niet verlaten, noch daaruit weggezonden worden, voordat de lijd verstreken is. — Indien zij binnen den bepaalden of gewonen huur-tijd den dienst verlaten, zonder wettige redenen, verbeuren zij het verdiende loon. — De meester is echter bevoegd, hen te allen tijde, zonder het aanvoeren van redenen, weg te zenden ; doch hij is in dit geval verplicht, aan hen, behalve het verschenen loon, lot schadeloosstelling te betalen zes weken van het loon, te rekenen van den dag, waarop zij uit zijn dienst zijn weggezonden. —
Indien de huur voor een korteren tijd dan zes weken is aan gegaan, of minder dan zes weken te loopen heeft, hebben zij in dit geval recht op het volle loon.
CONTRACT VAN IN—DE—LEER NEMING.
ïusschen ons ondergeteekenden Jan A.. ., [beroep en woonplaats), ter eene, en Pikter E...., [beroep, enz.), Ier andere zijde —
Is overeengekomen:
Dat Jan A.... aanneemt bij zich in de leer te nemen Johannes E. ., minderjarigen zoon van Pieter E.., voor den tijd van vier achtereenvolgende jaren, te rekenen van heden, ten einde hem Ie leeren [den handel of het beroep van . ..), gedurende welken lijd hij bij Jan A.... kosten inwoning zal hebben ; en zulks voor de som van . .. . , gedurende elk der twee eerste jaren te betalen; het derdejaar voor.... en het vierde jaar voor de som van ..... welke sommen altijd drie maanden
vooruit moeten betaald worden, te beginnen met......en zoo
vervolgens tot het einde van den bepaalden leertijd toe.
Dat, ingeval gezegde Pieter E... genoemden Johannes mocht wegnemen, of genoemde Johannes uit eigen beweging zijnen dienst mocht verlaten, voor het eindigen van den leertijd, Pikter E.... zal gehouden zijn aan Jan A . . . voor kosten, schaden
en interessen, te betalen de som van.....voor ieder nog niet
verstreken jaar van den leertijd en welke som voor de laatste zes maanden dubbel zal worden genomen.
Dat, wanneer Jan A— gezegden Johannes E____wegzendt,
zonder voldoende redenen daarvoor Ie kunnen geven, vóórdat
zijn leertijd is geëindigd, zal A____ aan E.... als schndevergoe-
dirg moeten betalen de som van ..... voor ieder nog van den
leertijd te verstrijken jaar.
Dat, wanneer de leertijd wordt afgebroken door ziekte, of door oproeping tot den militairen dienst, over en weder geene scha-
400
ilevergoedirig zal worden betaald, welke vergoeding van schade
mede geen plaats zal hebben, bijaldien Pieter E..... verplicht
mocht zijn, zijnen zoon, uit hoofde van openlijk wangedrag van diens zijde, van Jan A____weg te nemen.
En eindelijk dat, ingeval eenige ziekte Johannes E. ...belette ziju leertijd onafgebroken voort te zetten, deze verplicht zal zijn, dit verzuim bij het einde van den leertijd te vergoeden, of, bij
weigering, door Pieter E____ zal moeten betaald worden, de
som van ....
Gedaan en geteekend te ..., den____
{Handteekeningen.) NB. Een zegel van 25 cents in hoofdsom. Regislmlie, verlangd wordende, '/2 pet. van Uet IjeUongene over den ganschen leertijd
CCXNÏIIACÏ VAN EEN KOOPMAN MET 3IJN BEDIENDE.
ïusschen de ondergeteekenden Charles D..., [beroep en woonplaats), ter eene, en Jozef E... , (beroep, enz.), ter andere zijde —
Is vastgesteld het volgende:
Charles D____ neemt aan, waar te nemen de handelszaken
van Jozef E..., te houden zijne kas, administratie en correspondentie; gelden te ontvangen en wederom uit te betalen, voor zijne persoonlijke verantwoording; van al zijne handelingen bij het einde van elke maand aan Jozef E.... schriftelijke verantwoording te doen; en zulks voor de som van____jaarlijks, welke
Jozef E____ hem in twaalf gelijke termijnen, vau maand tot
maand, aanneemt te betalen.
Ingeval Charles D____ den dienst van Jozef E____ mocht
willen verlaten, zal hij zulks niet kunnen doen, zonder hem daarvan drie maanden te voren te hebben kennis gegeven, bij gebreke waarvan hij een derde van zijne bezoldiging zal hebben verbeurd.
Bijaldien Jozef E.... genoemden Charles D____ uit zijnen
dienst mocht willen ontslaan, zal hij dit mede niet mogen doen zonder hem evenzeer drie maanden te voren te hebben gewaarschuwd ; bij gebreke hiervan zal hij gehouden zijn hem voor schadevergoeding te betalen, een derde boven hetgeen zijne bezoldiging bedraagt.
Aldus gedaan en geteekend in duplo, te...... den.....
(Handteekeningen). J\b. Een zegel van minstens 25 cents in hoofdsom. Registratie verlangd wordende 1 pet. van tienmaal het bedongen jaarlüksche Inkomen.
CONTRACT VAN EEN FABHIKANT MET ZIJN OPZICHTEU.
Tusschen ons ondergeteekenden Karel Z____(beroep en woon-
401
plaats), ter eene, en Teunis P. . . . (beroep, enz.), ter andere zijde — is overeengekomen:
Dat Karel Z, .. . verklaart in zijnen dienst te nemen Teunis P. .. , om te besturen zijne fabriek en opzicht te hebben over
zijne werkplaats ........gelegen Ie ....... en hem belast met
het opzicht en de zorg over al zijne goederen, gereedschappen en verdere benoodigdheden van voorschreven fabriek, om gereed te maken en te bereiden alle sloffen, daartoe betrekking hebbende, deze uit te deelen, bij getal, of' gewicht, of maat, aan de werklieden; zoodanige bevelen aan gezegde werklieden te geven, als hij noodig zal oordeelen voor de uitvoering van het werk; Ie weigeren of aan te nemen het werk door hen vervaardigd, den werklieden van de gelden, welke hern elke week zullen worden gegeven, het loon van hun arbeid te betalen; te zorgen, dat er geene goederen, werk of gereedschappen, of andere voorwerpen, worden bedorven of ontvreemd; en voorts tot het houden van opzicht over degenen, die in voorschreven fabriek mochten werkzaam zijn; bij nalatigheid of wangedrag der werklieden hen te ontslaan en aan Kakel Z. .. van dat ontslag kennis te geven. En zulks op de volgende voorwaarden:
Art l. Dat gezegde Teunis P ... jegens Kakf.l Z.... persoonlijk verantwoordelijk zal zijn wegens alle feiten en daden,
die voor Kabel Z____nadeelig kunnen zijn.
Art. 2. Dat Teunis P... zijn ontslag niet zal kunnen nemen, zonder Karel Z.... drie maanden vooraf fe hebben gewaarschuwd, op verbeurte van . .. gulden schadevergoeding.
Art. 3. Dat Karel Z____ zal betalen aan Teunis P____ de
som van .... maandelijks.
Art. 4. Dat Karel Z.... genoemden Teunis P____ niet uit
zijnen dienst zal kunnen ontslaan, zonder hem drie maanden vooruil hiervan te hebben verwittigd
En verklaart de ondergeteekende Teunis P.... de benoeming van meesterknecht op de gestelde voorwaarden aan te nemen.
Gedaan en geteekend in duplo, te ....., den .....
(Handleekeningen.)
ISB. Als bij liet vorige formulier.
3. AANNEMING VAN WEEK.
Wanneer men iets laat maken, kan men overeenkomen dal de werkman óf zijn arbeid, óf zijne nijverheid, óf ook de stof leveren zal. Indien een gebouw, voor een bepaalden prijs aangenomen en gemaakt, geheel of gedeeltelijk vergaat door een gebrek in de samenstelling, of zelfs uit hoofde van de ongeschiktheid van den grond, zijn aannemers en bouwmeesters daarvoor
402
tien jaren aansprakelijk. Indien een bousvineester of aannemer op zich genomen heeft, een gebouw bij aanneming te maken, volgens een bestek met den eigenaar van den grond beraamd en vastgesteld, kan hij geen vermeerdering van den prijs vorderen, noch onder voorwendsel van vermeerdering der dagioonen of bouwstoffen, noch onder dat van gemaakte verandering oi bijvoegselen, die niet in het bestek begrepen zijn, tenzij die veranderingen of vergrootingen schriltelijk zijn ingewilligd, en over den prijs met den eigenaar cene overeenkomst is gelroffeu. De aanbesteder kan, wanneer hij zulks goed vindt, de aanneming opzeggen, ofschoon het werk reeds is begonnen, mits hij den aannemer voor alle gemaakte kosten, arbeid en winstderving volkomen schadeloos stelle.
Huur van werk houdt op door den dood van den werkman, bouwmeester of aannemer; maar de eigenaar is gehouden, aan de erlgenamen, naar evenredigheid van den bij de overeenkomst bedongen prijs, te betalen de waarde van het gedane werk en die van de in gereedheid gebrachte bouwstoffen, mits dat werk of die bouwstoffen hem tot eenig nut kunnen verstrekken.
De aannemer is verantwoordelijk voor de daden van degenen, die hij in bet werk stelt; en metselaars, timmerlieden, smeden en andere ambachtslieden, die hij bezigt, hebben eene rechtsvordering tegen den aanbesteder, ten beloope van hetgeen deze aan den aannemer schuldig is op hel oogenblik, dat zij hunne rechtsvordering instellen.
Arbeidslieden, die eenig goed van een ander onder zich hebben, om daaraan eenig werk te verrichten, zijn gerechtigd om dal goed onder zich te houden tot de volle voldoening van de kosten en arbeidsloonen daaraan besteed, tenzij de eigenaar voor alle kosten en arbeidsloonen genoegzame zekerheid hebbe gesteld. —
AANNEMING OM IETS TE TERVAAEDIGEN.
Wij ondergeteekenden Petrus N____ {beroep en woonplaats),
ter eene, en Laurens W____ [beroep, enz.), ter andere zijde —
Zijn overeengekomen:
Ik ondergeteekende Petrus N.... neem aan te vervaardigen voor den heer Laurens W.{duidelijk opgeven den aard, dc hoeveelheid, enz van het te verrichtcn werk), en hem de levering
daarvan te doen binnen ____{z-ooveel tijd), te rekenen van .. .
voor den prijs van ........ onder bepaling, dat de heer Laurens VV. ..de geheele levering contant zal voldoen; terwijl, ingeval hij hierin mocht achterlijk blijven, de voornoemde levering niet alleen geen plaats zal hebben, maar de heer Laurens W,..
403
daaienboven zal geliouden zijn, mij, voor schadevergoeding, te betalen de sora van hetgeen door hem bij deze wordt aangenomen.
Aldus gedaan en geleekend in duplo, tu...... den.....
(Handleekeningen).
NB. Een zegel van 2ü cents in hoofdsom. De registratie bedraagt 2 pel. van do koopsom.
COVIUACT MLT LEK 1'ABEIKAMT, DIE DE RUWE STOF LEVEET.
Tnsschen ons ondergeteekenden Paulus Z. . . . {beroep en woonplaats), ter eene, en Njkolaas N____ (beroep, enz.), ter andere zijde — is overeengekomen:
Ik ondergeleekenJe Paulus Z.... neem aan te leveren aan
genoemden lieer Nikolaas N____van nu a('tot....., een aantal
van.....{den aard, hel getal, gewicht, enz. enz der koopmanschappen vernielden), voorden prijs van onder voorwaarde,
dat gezegde Nikolaas N____ mij daartoe zal ter hand stellen
{de te leveren ruwe stoffen beschrijven), en mij zal betalen de
som van ..... voor ieder ....., bij iedere levering, welke ik
op voorschreven wijze aan hem /.al doen; bewilligende ik van mijn kant, dat de heer Nikolaas N .. uit de door mij aan hein te leveren koopmansgoederen niet zal behoeven oan te nemen de zoodanige, welke niet mochten voldoen aan de bovenvermelde voorwaarden, en zullen die alsdan blijven voor mijne rekening, terwijl ik de door hem geleverde stoffen, tot die goederen gebruikt, zal terug betalen; eveneens er genoegen mede nemende, dat, ingeval de geheele levering niet plaats mocht hebben op den daartoe bepaalden termijn, op ieder der na dien tijd geleverde____ zal worden gekort de soui van ..., mij verbindende om na de geheele levering terug te geven aan den genoemden heer Nikolaas N.... het resteerende der door hem aan mij geleverde stofTen, die tot de vervaardiging van het door mij aangenomen werk niet zullen zijn gebruikt.
Daarentegen verbind ik Nikolaas N— mij, van mijne zijile, om binnen den tijd van ____, aan den heer Paulus Z____te leveren {de te leveren stof, gewicht, maat, enz. uitdrukken), welke hij benoodigd beeft lot de vervaardiging van voorschreven koopmansgoederen, en voorts om voor die vervaardigde
goederen aan hem te betalen de som van _____ op de wijze en
voorwaarden als boven is omschreven.
Aldus gedaan en geteekend in duplo, te ...... den .....
{Handleekeningen).
NI! Een ze^el van 25 conls. De rcgistralio, verlangd wordende, 1 pel. van liet bedrag der te leveren stoiïen
26*
404
CONTRACT VAN AANBESTEDING.
De ondergeteekende li., van beroep . .., wonende te . .. ter eene — en B... ., Mr. metselaar, wonende te . .. ., ter andere zijde, zijn met elkander overeengekomen omtrent hetgeen volgt:
1°. De contractant ter andere zijde verklaart aan te nemen, om voor contractant ter eene zijde te bouwen: een Huis, op zekeren grond, gelegen te... . aan den weg; alles volgens het daarvan gemaakte bestek en van de te.ekening, welke daarvan voorbanden is, op heden door de contractanten mede wederkeerig geteekend, waarvan elk een exemplaar heeft ontvangen.
2°. De contractant ter andere zijde zal al bet werk daartoe moeten verrichten of laten verrichten, en voorschreven gebouw volgens bestek en teekening leveren, en tevens moeten bezorgen alle daartoe benoodigde materialen en gereedschappen, zonder eenige uitzondering hoegenaamd. 3°. De aannemer is verplicht, het voorschreven werk binnen den tijd van....jaar, te rekenen van heden, af te leveren en voltooid te hebben.
4°. De aannemer verbindt zich, voorschreven gebouw te zetten en al de materialen, daartoe benoodigd, Ie leveren voor eene som van .... gulden, welke de aanbestede!' zal betalen, als volgt: 1° de som van----gulden, zoodra, enz.
en 2° de resteerende som van.....gulden, zoodra het
aangenomen werk voor goed zal zijn afgemaakt en opgenomen.
5°. De contractant-aannemer neemt voor zijne rekening alle rampen, schaden en tegenspoeden, die, gedurende de bouwing aan het gebouwde, aan de bouwstoffen en gereedschappen mochten overkomen.
6°. Indien de aannemer voor de voltooiing van het werk onverhoopt mocht overlijden, zullen zijne erfgenamen niet van deze overeenkomst ontslagen zijn, maar zullen zij de voortbouwing en voltooiing, overeenkomstig het bestek en de voorwaarden moeten bewerkstelligen. Alles verder onder verband als volgens de wet. —
Voor de uitvoering dezes verkiezen de ondergeteekenden domicilie aan hunne tegenwoordige woonplaatsen.
R....., den . .. ., 1800 ....
NB. Wanneer de aannemer de Louwstolfen levert, moet de waarde daarvan in de akte van aanbesteding worden opgegeven, ten einde daarnaar net registratie-recht te berekenen, terwijl die regeling als koop en verkoop van roerend goed wordt beschouwd.
405
VAN LASTGEVING, PROCUKATIE OF VOLMACHT.
Lastgeving, Procuratie ol Volmacht is eene overeenkomst, svaarbij iemand aan een ander de macht geeft, om in zijn naam iets te verrichten. Zij kan worden gegeven bij authentieke of bij onderhandsche akte, ook bij brief en zelfs bij monde.
Lastgeving geschiedt om niet, tenzij het tegendeel bedongen worde; zij is bijzonder of algemeen.
Eene bijzondere lastgeving is de zoodanige, die slechts tot éene of meer bepaalde zaken betrekkelijk is ; terwijl eene alge-ineene lastgeving zich tot alle zaken van den lastgever uitstrekt. — Tot het verrichten van daden, welke het eigendomsrecht betreffen, wordt steeds eene uitdrukkelijke lastgeving vereischt. — Eene volmacht, in algemeene bewoordingen vervat, strekt zich niet verder uit dan tot daden van beheer, zooals verhuren van goederen, enz.
Men kan twee of meer personen tot zijne lasthebbers benoemen met bepaling, dat de eene buiten den andere niets zal mogen verrichten, of wel, dat zij ieder afzonderlijk mogen handelen.
De lastgever is verplicht, om de verbintenissen, welke de lasthebber uk kracht der volmacht heeft aangegaan, gestand te doen; mitsgaders aan den lasthebber zijne onkosten en voorschotten terug te geven, en hem het bedongen loon te betalen.
Lastgeving eindigt;
1°. Door herroeping der volmacht, hetzij uitdrukkelijk, of door het geven van een nieuwen last aan een ander tot het verrichten van dezelfde zaak.
2°. Door het opzeggen van den last door den lasthebber. — 3°. Door den dood, de curateele, den slaat van faillissement, of van kennelijk onvermogen van den lastgever of den lasthebber.
4°. Door het huwelijk van de vrouw, welke den last gegeven of ontvangen heeft.
De erfgenamen van een lasthebber moeten van zijn overlijden dadelijk kennis geven aan den lastgever, op straffe van vergoeding van kosten, schaden en interessen.
Hoezeer eene lastgeving, in vele gevallen, ondershands kan worden gegeven, moet echter eene algemeene lastgeving notarieel worden verleden, vooral dan, wanneer de lastgever eene bu'iten-landsche reis onderneemt, of oin andere redenen lang afwezig is; vermits tot vele gevallen eene authentieke volmacht vereischt wordt. — De akten van volmacht kunnen op een zegel van 15 cents worden geschreven.
Indien de volmacht in rechten of bij eene nofariëele akte gebruikt moet worden, bedraagt de registratie 80 cents.
406
1. LASTGEVING TOT VEUKOOP VAN EEN PERCEEL VAST GOED.
Ik ondergeleekende A.. .. B.. . . , van bemep ...., wonende te...., verklaar bij dezen, macht en last te geven aan C. . .. D...., koopman te...., om voor mij en in mijn naam te ver-koopen: mijn Ilnis en Erf, slaande en gelegen te ..., kadastrale sectie . . M0.. ., en zulks op zoodanige voorwaarden en voor zoodanigen prijs, als do gemachtigde zal goed vinden en mocht kunnenquot; bedingen, hetzij uit de hand ot' in het openbaar; in het laatste geval de noodige veilconditiën te doen opmaken en vaststellen; hetzelve, naar genoegen geldende, aan den hoogsten bieder toe to wijzen, of anders te mijnen koste op te houden; de kooppenningen te ontvangen en daarvoor kwijting ie geven; den eigendornstitel en alle andere op het bedoelde huis betrekkelijke^ bewijzen aan den kooper ter hand te stellen, en het hem, onder vrijwaring als rechtens, over Ie dragen; tdlo akten en stukken, tot voorschrevene overdracht benoodigd, te teekenon en te verlijden, en wijders met de machtiging, om voor de uitvoering van dit alles domicilie Ie kiezen, zich te doen subsi itueeren en alles te doen, wat ik ondergeleekende, zelf present zijnde, zoude kunnen en moeten doen; lerwijl ik goedkeuring en schadeloos-houding als rechtens beloof.—
Gegeven Ie....... den ......
NB Men kan den prijs ook in de volmaclit bepalen; — in dit seval slelle men na de omschrijving van liet perceel; cn zulks voor eene som van niet minder dan .. gulden; doch wijders onder zoodanige voorwaarden, als do gemachligde zal goed vinden, enz
2. LASTGEVING 011 ZICH TE DOEN VERTEGENWOORDIGEN IN EENE NALATENSCHAP.
De ondergetcekende, enz. Zie N0. 1.
speciaal om zijn persoon le vertegenwoordigen en zijiie belangen waar te nemen in de nalatenschap van zijn' oom, den lieer...,
den____te.....overleden; te dien einde ver- en ontzegeling
te vorderen, do nalatenschap zuiver of onder het voorrecht van boedelbeschrijving le aanvaarden, of wel ze lo verwerpen, bij de boedelbeschrijving tegenwoordig le zijn; de memorie van aangifte voor het recht van successie op te maken en in te dienen; de roerende en onroerende goederen, die tot voorschreven nalatenschap behooren, zoo nit de hand als in het. openbaar ten overstaan van een notaris te doen verkoopen en aan de koopers toe te wijzen, de koop-, huur- of pachlpenningen, zoomede alle andere vorderingen te ontvangen en daarvoor te kwiteeren; rekeningen na le zien, die goed of af te keuren, en de saldo's le ontvangen of te betalen; — inzage te nemen van alle uiterste
407
wilsbeschikkingen; afgifte van legaten te doen; ingeval van verschil, hetzij met de overige erfgenamen of met derden, tot het gehrniken van rechtsmiddelen over te gaan, dezelve in der minne en hij dading uit den weg te ruimen, of de zaken in geschil aan de uitspraak van scheidsmannen te onderwerpen; alle eischen en verweringen in rechten te doen; eeden op te leggen, aau lo riemen of terug te wijzen; alle rechtstennijnen in acht te nemen, vonnissen te verzoeken, uit te voeren, of daarvan appel of cassatie te doen aanteekenen, of wel, desgeraden vindende, daarin te berusten, arresten op personen, penningen en goederen te doen, daaraan gevolg te geven; practizijns en deskundigen aan te stellen; — wijders met de medegerechtigden te concurreeren tot boedelscheiding, en die, mei inachtneming der bij de wet voorgeschreven vormen, te helpen tot stand brengen; het aandeel van den ondergeteekende in ontvang te nemen en dat aan anderen af te staan, daarbij vrijwaring te beloven als rechtens; alle akten en processen-verbaal te teekenen en te passeeren, en voor de uitvoering daarvan domicilie te kiezen; — en in het algemeen, ter voorschreven zake, al datgene verder te doen en te verrichten, wat zal worden bevonden noodig te wezen, alles met macht tol substitutie, belofte van onvoorwaardelijke goedkeuring en schadelooshouding, onder verband als rechtens.
Gegeven en geteekend, ie , den.....
3. VOLMACHT TOT VEllWERPING EEN EU NALATENSCHAP.
Ik ondergeteekende . .. , verklaar bij deze, machtig te maken den Heer..., speciaal om namens mij te verschijnen ter griffie van de Arrondissements-rechtbank te....., en aldaar te verklaren, dat ik als medeërfgenaam van mijnen ootn, den Heer...., gewoond hebbende en op den .... te ... . overleden, die nalatenschap verwerp, met dat gevolg, dat ik nimmer wil geacht worden erfgenaam van dezelve te zijn geweest; de daarvan op te maken akte te teskenen, en wijders alles daaromtrent te verrichten of le doen verrichten, wat zal worden vereischt, met rnacht tot substitutie, met de belofte van goedkeuring en scha-delooshouding als rechtens.
Gegeven te ...., den.....
4. VOLMACHT OM EENE NALATENSCHAP ON HEB, HET VOORRECHT VAN BOEDELBESCHRIJVING TE AANVAARDEN.
Ik ondergeteekende... , verklaar bij deze, machtiging te ver-leenen aan den Heer. . . . , speciaal om voor en namens mij te
408
corapareeren ter Arrondissements-i-echtbank te . .... en aldaar te verklaren, dat ik de nalatenschap van wijlen mijnen op den .... te .... overleden broeder, den Heer . .. . , in leven handelende in onder het voorrecht van boedelbeschrijving aanvaard;
— daarvan te vragen akte, en die met den Heer Griffier te fee-kenen. En wijders, zie N0. 3.
5, LASTGEVING OM ZICH TE DOEN VEllTEGENWOORDIGEN BIJ DE VERIFICATIE VAN SCHULD VOEDERINGEN IN ZAKE
VAN FAILLISSEMENT.
Ik ondergeteekende .... verklaar bij deze, te machtigen den Heer...., speciaal om voor mij te verschijnen ter vergadering van schnldeiscliers in het faillissement van ..., en aldaar mijne schuldvordering ad---- gulden____cents, welke ik wegens gedane leverantie van----aan dien faillieten boedel heb, ter verificatie in te dienen, en te vorderen, dat dezelve op de lijst van erkende schuldeischers worde opgeteekend en overgebracht; de deugdelijkheid van mijne schuldvordering in handen van den heer rechter-commissaris met eede te bevestigen; voor de mede-schuldeischers gelijken eed af te leggen; in het eventueel aan te bieden accoord toe te stemmen ol' zich daartegen te verzetten; de gelden voor deze mijne vordering in ontvang te nemen, alle akten en stukken te teekenen, en wijders, enz Zie N0. 3.
6. VOLMACHT OM ZICH TE DOEN VERTEGENWOORDIGEN TER
VERGADERING VAN GEËRFDEN IN ZAKE VAN POLDERBESTUREN.
Ik ondergeteekende...., verklaar hiermede te machtigen den Heer...., speciaal om mij als geërfde in den . ...schen polder te vertegenwoordigen op alle vergaderingen, in het belang van dien polder te beleggen; alle beraadslagingen dienaangaande bij te wonen en daaraan deel te nemen, in le stemmen met of zich te verzetten tegen alle voorstellen, welke door het Bestuur of door anderen zullen worden ter tafel gebracht; die voorstellen te doen en te verdedigen; alle rekeningen te onderzoeken, zo goed of af te keuren, — en wijders, enz.
NB. Alvorens men zich van eene volmacht tcsen derden kan bedienen, moet zij geregistreerd zijn. —
VOLMACHT OM BENEN VOOGD REKENING EN VERANTWOORDING TE DOEN GEVEN.
Ik ondergeteekende Cornelis N... [beroep en woonplaats), meer-
409
derjarige zoon van wijlen Pikter N.verklaar door dezen te machtigen den Heer Hendrik W... speciaal om, voor mij en in mijnen naam, van den Heer Louis A.. .., mijn gewezen voogd gedurende mijne minderjarigheid, daartoe aangesteld geweest
door den kantonrechter, bij proces-verbaal van den......, te
vragen rekening en verantwoording van het in zijne gemelde hoedanigheid gevoerd beheer over de goederen, mij als minderjarige toebehoorende of' toebehoord hebbende; te dien einde gemelde rekening na te zien, en bij accoordbevinding te sluiten en te teekenen, ot' wel dezelve te débatteeren, het voordeelige saldo namens mij te ontvangen en daarvoor te kwiteeren, alle tot gezegd beheer betrekkelijke stukken en papieren over te nemen en daarvoor décharge te verleenen; ingeval van nalatigheid van genoemden Heer Louis A.. .. tot het doen der voorschreven rekening en verantwoording, hein in rechten daartoe te noodzaken, en hem te dien einde te doen dagvaarden daar, waar zulks zal bebooren en om verder alles te verrichten, dienstig om tot sluiting en vereffening der rekening te komen.
Alles onder belofte van goedkeuring als naar rechten, te ... den ...
[Handleekening)-
VOLMACHT TOT HET WAA11NEJIEN VAN RECHTSZAKEN.
Ik ondergeteekende Pieter N.... [beroep en woonplaats), verklaar te machtigen den Heer Ludovicus M..., om namens mij aan te leggen, waar te nemen en tot het einde toe te vervolgen, alle zoodanige zaken of geschillen, waarin ik, zoo eischender als verwerender wijs, mocht worden betrokken, te dien einde namens mij te compareeren voor alle kantongerechten, rechtbanken en hoven, eischen en verweringen te doen, getuigen te doen hooren, of zich daartegen te verzetten, of die te wraken, deskundigen te benoemen, bewijzen in te dienen of te vorderen, alle exploiteii en dagvaardingen te doen beteekenen, procureurs en advokaten aan te stellen, conclusiën te nemen, alle ecden te défereeren. cedsdelatiën te accepteeren en die wederom te refereeren vonnissen te verzoeken, de voordeelige ter executie te leggen, en van de nadeelige, des noodig, in hooger beroep te komen; arresten op personen, penningen of goederen te leggen en die wederom op te heffen, domicilie te kiezen, en in 't algemeen al datgene meer te verrichten, wat tot handhaving mijner rechten en belangen rnocht worden vereisebt, alles met macht van substitutie, onder belofte van goedkeuring, en onder verband als naar rechten, te ...., den .....
(Handleekening).
ALGEJIKENE VOLMACHT.
Ik onilergeteekende Frederik C.. . [beroep en woonplaats), verklaar bij deze algenieene volmacht te verleenen aan den heer Floris Johannes C.. ., ora mijne rechten en belangen, in alle opzichten en te allen tijde, waar te nemen en te behartigen; alle erlenissen en legaten, donatiën en andere makingen, mij aankomende, namens mij te accppleeren en te aanvaarden 1), hetzij zuiver of onder het voorrecht van boedelbeschrijving, of wel dezelve te verwerpen; alle verzegelingen te vorderen ut te voorkomen; de zegels, zon die gelegd zijn, wederom te doen op-heften; te adsisteeren bij het maken van inventarissen; daarbij alle noodige aanmerkingen te maken en requisitoiren Ie doen; alle memoriën van aangifte voor het recht van successie Ie teekenen en in te leveren, de deugdelijkheid daarvan met eede te bevestigen en het verschuldigde recht te voldoen; roerende en onroerende goederen, hetzij publiek uf uit. de hand, te verkoo-pen, de koopers in den eiuendom le slellen, te surrogeeren, de kooppenningen, alsmede alle andere gelden en pretentiën in te vorderen en te ontvangen en daarvoor kwitantie te geven; alle rekeningen van administratie le hooren doen, opnemen, sluiten en teekenen, of wel die te debatteeren, en met en tegen een ieder, die daarbij geïnteresseerd morht zijn, te procedeeren tot behoorlijke regeling derzelve; over te gaan met de medeërfgena-men tot scheiding en verdeeling van datgene, wat ten opzichte van zulke boedels en nalatenschappen zal blijken overig en deelbaar le zijn; alle schulden en lasten dier boedels at te doen; a{'giften van legaten en praelegaten le effectueeren; toestemming le geven tot doorhaling van hypothecaire inschrijvingen; over te nemen en te ontvangen al hetgeen mij zal blijken Ie com-peteeren, en daarvoor le kwiteeren en te déchargeeren ; in alle voorkomende gevallen in rechten op te treden, zoo eischender als verwerender wijze; vonnissen te verzoeken, de voordeelige ten uitvoer te leggen, en van de nadeelige, zoo noodig, in hoo-ger beroep of cassatie te komen) arresten op personen, penningen en goederen le leggen, en die wederom op le heffen; cauliën le stellen; voor allo nainaning in te staan; alle noodige akten en consenten te teekenen en te passeeren; domicilie te kiezen, en verder al dalgene meer te doen en te verrichten, «at ik zelf zoude kunnen doen, alles met recht van substitutie, onder belofte van approbatie en desnoods bijzondere ratificatie, en voorts
onder verband ingevolge de wet, te , den.....
Schenkingen onder de tevenden kunnen alleen bij notarliiete volmacht worden aangenomen.
411
GENERALE VOLMACHT, GEGEVEN DOOR EEN MAN AAN ZIJNE VROUW.
11lt; omlrrgeleekende Darend L. .. [beroep en woonplaats), verklaar lot mijne algeiiiecne en bijzondere gemachtigde te henoe-men en aan te stellen mijne echtgenoot....
Om in het algemeen al onze zaken gedurende mijne afwezigheid te beheeren en Ie besturen, zoowel die, welke ons ieder in het bijzonder, als de zoodanige, welke ons te zamen betreffen, zoowel burgerlijke als handelszaken; alle buren en verschuldigde gelden te ontvangen en daarvoor kwitantie te geven; alle huren en pacht-contracten aan Ie gaan en Ie ontbinden, en daarvan opzegging te doen en te ontvangen; reparalien en vertiminerin-gen Ie doen verrichten; te dien einde aanbestedingen aan Ie gaan; interessen en aflossingen van kapitalen, aan mij of aan haar, of beiden gezamet.lijk verschuldigd, onder welken titel zulks ook zij, te ontvangen; de inning daarvan in rechten te vorderen, kwiianlie en nnislag te geven : alle gelden Ie beleggen en uit te zeilen; openbare en particuliere effecten, titels, roerend en onroerend goed aan te koopen; gelden op Ie nemen; alle rentestelling, hetzij lijlrente of altijddurende rente te vestigen of aan Ie nemen; alle gedeeltelijk of geheel aan mij ol aan haar of aan beiden gemeenschappelijk toehehoorende roerende en onroerende goederen Ie verruilen of te verknopen, alle titels, renten, schuldvorderingen, actiën en openbare effecten te vervreemden en over te dragen; alle erfenissen, giften ') en legaten, aan mij of haar komende te vervallen, te aanvaarden en Ie accepteeren; opposiliën Ie doen; ontzegeling Ie vragen; inventarissen Ie doen opinuken en daarbij alle noodige protest-aclien te doen; bewaarders Ie benoemen; kennis te nemen van den voor- of nadeeligen slaat der nalalenscbappen, schenkingen en legaten; de erfenissen zuiver of onder voorrecht van boedelbeschnjvir.g te aanvaarden ofte verwerpen; memoriën van aangifte voor hot recht van successie op te maken, te teekenen, in te dienen en Ie beèedigen; toestemming te geven tol doorhaling van hypothecaire inschrijvingen, toe te staan of te betwisten alle ten uitvoerlegging van testamenten; de uitkeering van daarin gedane legalen te doen of te weigeren; over Ie gaan en loc te treden lot boedelscheiding en verdeeling; kavelingen of loten te maken, of in het minnelijke Ie doelen ; betalingen Ie ontvangen of te bewerkstelligen; alle overdracht te doen of aan te nemen; verkoop Ie vorderen of dien te doen schorsen, op te bieden en zich de
*) Zie de noot bij het vorig formulier.
412
goederen te doen toewijzen; rekeningen fe hooren afleggen en die to sluiten ofwel te debatteeren; dagvaardingen te doen en te verschijnen voor alle kantongerechten, rechtbanken en hoven; ook te mogen accordeeren, dading aangaan en scheidslieden benoemen; alle rechtsvorderingen in te stellen en te vervolgen tot het uiteinde toe; procureurs en advocaten aan te stellen of terug te roepen; woonplaats te kiezen, deskundigen te benoemen, getuigen te hooren of te doen hooren, of zich daartegen te verzetten of die te wraken ; conclusiën te nemen; eeden te defereeren; alle eedsdelatiën te accepteeren en die wederom te refereeren; vonnissen te verzoeken en ten uitvoer te leggen; beslag te leggen; oppositiën te doen; gerechtelijke uitwinning te doen geschieden; alle akten en processen-verbaal te teekenen en te passeeren, en in bet algemeen alles te verrichten, wat zij voor mijne en hare belangen zal noodig en nuttig oordeelen, onder belofte van ratificatie en verband als naar rechten, ïe ... . , den . . .
[Eandleekening).
YOLMACHÏ GEGEVEN DOOR EENEN MAN AAN ZIJNE VROUW, OM ALS OPENBARE KOOPVROUW HANDEL TE DRIJVEN.
Ik ondergcteekende Pieter N. . .. [beroep en woonplaats), verklaar door deze te machtigen Carolina E. .. , mijne huisvrouw, om handel te drijven voor hare eigene rekening, als openbare koopvrouw, in (uitdrukken den aard of handel), en voorts tol het verrichten van alle zoodanige daden als tot het drijven van voorschreven handel zullen betrekking hebben.
ïe.....den.....
(Handteekening).
VOLMACHT, GEGEVEN DOOR EEK KOOPMAN AAN ZIJNEN ZOON, OM ZIJNE HANDELSZAKEN WAAR TE NEMEN.
Ik ondergeteekende Uei.men J. . ., [beroep en ivoonplaats), verklaar door deze te machtigen Cornelis J...,rnijn oudsten zoon, om voor mij en in mijn naam te besturen en te beheeren alle zaken, mijnen handel betreffende, te knopen en te verkoopen, te ontvangen alle aan mij verschuldigde sommen, en uit te betalen die, welke ik mocht schuldig zijn; kwitantie te geven; aan te nemen of te weigeren alle bezendingen van commissionnairen, en verder alles le verrichten, wat op mijnen gezegden handel betrekking heeft, gelijk ik zelf zou kunnen doen ; uitgezonderd omtrent wissels of handelseffecten, waarvan ik de teekening
413
hetzij voor het afgeven, hetzij voor het accepteeren of endossee-ren, uitsluitend aan mij voorbehoud, in elk ander opzicht belovende alles goed te keuren en te bekrachtigen, nnder verband als naar rechten, te . . .,, den.....
(Naamteekeniny).
IETS OVER VENNOOTSCHAP EN COMPAGNIESCHAP.
De wet erkent drie soorten van vennootschap van koophandel: a) onder eene firma, dat is eene zoodanige, waarbij twee of meer personen onder een gemeenschappelijken naam koophandel drijven. Tot het oprichten eener zoodanige vennootschap behoeft men juist geen twee of meer verschillende geslachtsnamen of in compagnie, of' en zoon te bezigen: een enkele geslachtsnaam is voldoende, b) Bij wijze van geldschieting. Deze wordt aangegaan tusschen éen persoon of meer hoofdelijk voor het geheel aansprakelijke vermooten en een of meer andere personen als geldschieters. De gelden, door laatstgeinelden in de vennootschap gestort, zijn aansprakelijk voor de schuldeischers der firma. In geval van faillissement worden eerst de schuldeischers der iirma betaald, vóórdat de geldschietende vennoot zyn geld kan terugnemen. Tegen deze risico van verlies bedingt de geldschietende vennoot meestal een bepaald aandeel in de winsten, en heeft boven een gewonen geldschieter dit voor, dat laatstgenoemde slechts aanspraak op interessen mag maken. — c) Naam-looze vennootschap. Deze voert geene firma, maar ontleent hare benaming van het onderwerp harer handelsonderneming.
Elke vennootschap moet schriftelijk worden aangegaan. — Die onder Lt. a) en b) opgenoemd kunnen onderhandsch zijn, terwijl laatstgenoemde notariëel moet worden verleden. Vermits eene naamlooze vennootschap niet anders dan voor groote handelsondernemingen aangegaan wordt, zullen wij ons tot de twee eerst-gemelde bepalen.
De vennooten onder eene firma zijn verplicht, de akte in de daartoe bestemde registers te doen inschrijven, ter griffie van de Arrondissements-rechtbank in de plaats, of de plaatsen, waar de firma gevestigd is, of, bij ontstentenis van dien, ter griffie van den Kantonrechter, ten einde een iegelijk daarvan inzage of, afschriften kunne bekomen. Deze inschrijving kan echter ook bij uittreksel geschieden, hetwelk moet inhouden: 1°. Den voornaam, naam, het beroep en de woonplaats der
vennooten, onder de firma;
2°. De opgave of den naam der firma, met aanduiding of de vennootschap is algemeen, tot alle handelszaken, dan wel tot een bepaalden tak van koophandel, en tot welken;
3°. De aanwijzing der vennooten, die van de teekening zijn uilgesloten ;
4°. Het tijdstip, waarop de vennootschap begint en zal eindigen; 5°. En voorts in het algemeen zoodanige gedeelten der overeenkomst, welke ter bepaling der rechten van derden omtrent de vennooten moeten dienen.
Dat uittreksel moet, in geval het contract ondershands is opgemaakt, door alle vennooten onderieekend, en geplaatst worden in de Staatscourant en de nieuwspapieren der plaats, alwaar dc vennootschap gevestigd is, en bij gebreke van zoodanig nieuwsblad, in dal eener naburige plaats
Zoo lang die inschrijving en de bekendmaking niet is geschied, zal de vennootschap onder eene firma ten aanzien van derden worden aangemerkt: a) als algemeen voor nllc handelszaken; b) voor een onbepaalden tijd; c) als geen der vennooten uitsluitende van het recht om voor de firma te handelen en te teekenen.
Bij ontbinding van eene vennootschap onder eene firma voor den tijd bij het contract bepaald, uit wal oorzaak dan ook, moet gelijke insch rij ving en openbaarmaking geschieden, zoo ook in geval van verlenging na den bepaalden tijd, alsmede len aanzien van alle gemaakte veranderingen in het oorspronkelijk contract.
Elk der vennooten, welke daarvan niet is uitgesloten, is bevoegd om in naam der vennootschap te handelen, gelden uit te geven en te ontvangen, en al de vennooten aan derden, en die derden wederom aan de vennootschap te verbinden; alzoo elk der vennooten, wegens verbintenissen der vennootschap, hoofdelijk aansprakelijk is, mits de schulden gemaakt zijn op den naam of de firma der vennootschap.
De vennootschap begint van het oogenblik der overeenkomst, indien daarbij geen ander tijdstip bepaald is. — leder vennoot is verplicht aan te brengen, hetgeen hij beloofd heeft; bestaat zulks in eene geldsom, dan is hij verplicht de renten te betalen van den dag af' van het verzuim, onverminderd schadeloosstelling, indien de vennootschap daardoor schade mocht hebben geleden.
Ditzelfde geldt ook, wanneer een der vennooten geld tot zijn bijzonder voordeel uit de kas genomen heeft.
Het is niet altoos noodig, dat men geld of goed inbrenge: neen! de arbeid en vlijt van een der vennooten kan daarvoor gelden, en vermits elk geniet naarmate het door hem ingebrachte bedraagt, geniet hij, die alleen zijne nijverheid inbrengt, slechts een aandeel in de winst, dat gelijk staat met het aandeel desgenen, die het ininsl heeft ingebracht.
MODEL EES EE. AKTE VAN VENNOOTSCHAP ONDEE EENE FIRMA.
Wij ondergeleekenden; A. !!. en C. 1)., beide kooplieden, wo-
)
•415
nende te.....verklaren met elkander te hebben aangegaan en
gesloten een contract van vennootscliap onder de firma van .... ten einde onder dien naam koophandel te drijven in allerhande grove en fijne, binnen- en bniienlandsche zaden en granen, en zulks op de navolgende voorwaarden :
Art. 1. De vennootschap zal aanvang nemen met den......
18 . . en eindigen den ____ , alzoo den tijd van ____achtereeM-
volgende jaren duren.
Art. 2. De vennootschap zal gevestigd zijn te ....
Art 3. Het fonds daarvan zal beslaan in.....gulden; Ier-
wijl wij elkander over en weder voor de waarde of sommen, welke door ons worden ingebracht, op de boeken der vennootschap zullen credileeren.
Ait. 4. Tot het drijven en uitoefenen van den voorschreven handel zal door ons ter aangeduide plaatse een huis. — zoomede overal elders zoovele zolders gehuurd worden, als wij noodig achten; de huurpenningen zullen uit de kas betaald worden — doch zullen de huurovereenkomsten door ons beiden moeten worden geleekend; wijders zullen wij beiden bevoegd zijn te bandelen; echter het ter leen ontvangen of geven van gelden, ten behoeve of lasle der vennoolschap, kan niet dan met onderling goedvinden geschieden.
Art. 5. Geen onzer zal het geoorloofd zijn eene loopende rekening te hebben, vóór en aleer hij zijn aandeel in bovengemeld fonds zal hebben gestort.
Art. 6. Elk onzer zal gerechtigd zijn, om jaarlijks tot zijn onderhoud uit de kas te nemen de som van . . . .; al wat hij daarboven uit de kas neemt, gaat van zijne loopende rekening af. —
Art. 7. Wij verbinden ons, elkander behulpzaam te zijn in het houden der boeken, hot voeren der correspondentie, enz. — Mochten er echter een of meer bedienden noodig zijn, zoo zullen deze uit de kas betaald worden.
Art. 8. Gedurende den loop onzer handelsonderneming en het beslaan van dit contract zal het aan geen onzer geoorloofd zijn, voor zich zeiven noch met anderen, middellijk of onmiddellijk, eenigen bande! in dit vak te drijven.
Art. 9. Elk jaar in de maand Februari zal er een generale inventaris of balans worden opgemaakt, en daarvan elk éen wederzijds onderleekend exemplaar onder zijne bewaring nemen.
Art. 10. Ingeval gedurende deze .... jaren een van ons overlijdt, zal het aan onze weduwe, kinderen of andere erfgenamen vrij slaan, deze vennootschap den loopenden tijd voort te zeilen, of wel haar te doen ophouden; in dit laatste geval zal aan hen het gestorte kapitaal, benevens het aandeel in de tot
i
41Ü
ilusverre gemaakte winst, binnen tien maanden na dat overlijden te
moeten uitbetaald worden. — Mocht zich onverhoopt .een ver- cc
lies opdoen, dan zal dit voor de helft van het kapitaal worden v!
Art. H. In geval wij na verloop der gestelde .... jaren deze g( vennootschap niet voornemens zijn aan te houden, zoo zal elk
onzer verbonden zijn, aan den anderen .... maanden te voren ki
daarvan kennis te geven, ten einde de vereischte maatregelen k(
tot ontbinding en vereffening kunnen genomen worden. al
Art. 12. De winst, welke door dezen gemeenschappelijken ge handel zal ontstaan, zal elk onzer voor de helft genieten, terwijl
het verlies ook in dier voege zal worden geleden. ; be
Ten slotte verklaren wij ondergeteekenden, met elkander ter tr;
zake dezer vennootschap te zullen handelen, zooals bet recht- do
schapen lieden betaamt, zonder door eenige zijdelingsche wegen ' ve
uitvluchten te zoeken of, op grond van onvoorziene toevallen, de do vervulling dezer overeenkomst te ontduiken; terwijl wij beloven,
in alles ter goeder trouw te zullen handelen. — En wanneer aa
onverhoopt al eenig geschil betrekkelijk onze onderneming mocht lil
ontstaan, zal dit worden beslist door een scheidsman, door ons he
met onderling goedvinden of, bij verschil, door den rechter te | de
benoemen; aan de uitspraak van dezen scheidsman verklaren g scl
wij ons te onderwerpen, met afstand wederzijds van hoogcr i al
Aldus gedaan en geteekend te ...., den..........sta
en
MODEL JEENER AKTE VAN VENNOOTSCHAP BIJ WIJZE VAN Vei
CPf
GELDSCHIETING.
De ondergeteekenden A. B. . .., koopman in granen, wonende vei
te....., Ier eene, en G. D. .. ., rentenier, wonende te.......pa;
ter andere zijde, verklaren bij deze vast te stellen de voor- | raa
waarden, waarop zij hebben aangegaan eene vennootschap bij | dei
wijze van geldschieting, in voege als volgt: S die
Art, 1. Deze vennootschap zal ten onderwerp hebben den zal
handel in granen en zaden; zij zal gevestigd zijn te.....en bin
aanvangen met den .... en eindigen met den .. ., en is alzoo | daj
gesloten voor den tijd van .... jaren. ver
Art. 2. Het fonds der vennootschap zal bestaan ten eerste in ste
hetgeen door den ondergeteekende ter eene aan voorraad van F! der
granen en zaden, mitsgaders aan uitstaande vorderingen, ter zake ^ die
van den reeds door hem gedreven wordenden handel in die t
producten, bezeten wordt (onder korting echter van hetgeen ,gt;! zijt
door hem te dier zake verschnldigd is), hetwelk bedraagt blij- een
kens een' daarvan opgemaakten staat, welke aan den onderge- ^ raa;
417
teekende ter andere zijde is ter hand gesteld, aan waarde en contanten zuiver de som van .... En ten andere in cene som van ..., door den ondergeteekende C. D. ... bij wijze van geldschieting aan den ondergeteekende ter eene op heden ter hand gesteld.
Art. 3. De zolderhuren, salaris aan kantoorbedienden en knechts, arbeidsloonen en verder tot den handel noodzakelijke kosten zullen uit de kas der vennootschap worden betaald, evenals alle andere schulden, die ter zake des handels worden gemaakt.
Art. 4. De winsten of verliezen, welke deze handel zal hebben of' lijden, komen voor twee derde gedeelten voor den contractant ter eene, en voor een derde van dien ter andere zijde; doch zal laatstgemelde, ondanks alle mogelijke verliezen, geen verder nadeel kunnen worden toegebracht dan ten beloope der door hem in dezen gestorte som.
Art. 5. Ofschoon het beheer der vennootschap geheel en al aan den ondergeteekende ter eene zijde wordt overgelaten, zal hij nogtans verplicht zijn, de boeken te houden overeenkomstig het voorschrift der wet, zoomede een groot- of hoofdboek, waarin de rekeningen van iederen crediteur en debiteur der vennootschap voorkomen; en wijders in eene regelmatige orde bewaren al de betrekkelijk den voorschreven handel te ontvangen brieven. — Het zal aan den ondergeteekende ter andere zijde vrij staan, steeds en te allen tijde inzage van dat alles te nemen en hij zal gerechtigd zijn, voor zich te vervaardigen of te doen vervaardigen afschriften uit of van voormelde boeken en bescheiden ten kantore van den ondergeteekende ter eene zijde.
Art. 6. De balans, welke den staat, het actief en passief der vennootschap, aanduidt, zal elk jaar binnen den bij de wet bepaalden termijn (binnen de eerste zes maanden) moeten opgemaakt en in het daarvoor bestemde register ingeschreven worden, en onderteekend door den ondergeteekende ter eene zijde, die een gelijkluidend en onderteekend afschrift daarvan aan C. D... zal ter hand stellen. — In geval van winst zal laatstgenoemde binnen zes weken na het opmaken dier balans zijn aandeel daarin kunnen ontvangen. En indien de verliezen, welke de vennootschap in zulk een jaar mocht hebben geleden, de winsten te boven gaan, zal dat tekort volgens art. 4 worden geléden, hetwelk voor den ondergeteekende ter andere zijde op diens kapitaal zal worden afgeschreven.
Art. 7. Het zal aan den geldschietenden vennoot vrij staan, zijn kapitaal te allen tijde op te vorderen, waardoor deze overeenkomst vervalt, mits hij daarvan den anderen vennoot.....
maanden te voren kennis geeft.
27
418
f Arl. 8. Bij overlijden van de vennooten gedurende deze vennootschap zal zij daardoor niet worden ontbonden, maar met hunne erven cl' rechtverkrijgenden worden voortgezel; terwijl die van den ondergeteekende ter eene zijde zullen gehouden zijn, zoodra mogelijk in overleg met den ondergeteekende ter andere zijde, een geschikt en persoon aan te stellen, die met het beheer zal zijn belast
Art. 9. Zie art. 8 van het vorige contract.
Art. 10. (Zie het slot van het vorige.)
Aldus gedaan en geteekend, te....., den......
OVEREENKOMST OJI WAREN TE KOOPEN, EIS IN GF.MEEN-SCHAP VAN WINST EN VERLIES TE VERKOOPEN.
ïusschen ons ondergeteekenden Pietkr A... {beroep en woon-plaals), ter eene, en Ghristiaan B. ..,ter andere zijde — is overeengekomen: Dat wij te zamen en voor gezamenlijke rekening zullen aanknopen {de waren beschrijven), waartoe ieder onzer de helft van het benoodigde kapitaal zal bijdragen; dat na het aan-koopen en hel ontvangen van gemelde goederen wij dadelijk in elkanders tegenwoordigheid tot den verkoop dier goederen zullen overgaan, zullende de winst, die deze verkoop zal opleveren, door beiden gelijkelijk worden gedeeld, zoowel als het verlies door beiden gelijkelijk worden gedragen; terwijl alle kosten en nonvaleurs, zoo van inkoop, transport ais verkoop, door ieder onzer voor de helfl zal worden gedragen, of gerembourseerd aan hem, die deze mocht hebben voorgeschoten.
Aldus gedaan en geteekend, te D.. . ., den ....
(flandleekeningen.)
NB. Een zeRel van minstens 2b cents in hoofdsom. Voor registratie, indien die verlangd wordt, f 2,40.
VRIJWILLIGE ONTBINDING VAN VENNOOTSCHAP.
De ondergeteekende Alexander C. . . . {beroep en woonplaats), ter eene, en Louis Z. .. , ter andere zijde —
Verklaren met onderlinge toestemming en wederzijdsch goedvinden te willen ontbinden de vennootschap in {invullen het on-denverp van den handel), door hen gedreven wordende onder de firma van . ... , en mitsdien te vernietigen het contract van
vennootschap, door hen opgemaakt te...... den ......en
zulks op de navolgende wijze:
Art. 1. De thans bestaande vennootschap zal ontbonden worden
419
en opbonden op den .... , zullende op dal tijdstip een begin wordti gemaakt met bet sluiten der boeken en registers, welke sluiting dadelijk door de beide vennooten eigenhandig za! worden onderleekend; zullende alsdan tevens een aanvang gemaakt en onafgebroken voortgegaan worden met bet opmaken van een' specitieken inventaris van de in de magazijnen voorbanden goederen en koopwaren, welke mede door ieder der deelhebbers nagezien, en, na accoordbevinding, onderteekend za! worden.
Art. 2 Eindelijk zal er een generale staat en inveniaris worden opgemaakt van rdles, wal tof voorschreven vennootschap beboorl, en waarop gebracht zal worden alles, wal lot voormelde vennootschap behoort, zonder eonige uitzondering.
Art. 3. Dadelijk met den ..... zal er een aanvang worden
gemaakt met de liquidatie van alle openslaande en onafgedane zaken, waarmede de beer Louis Z. ..zal worden belast, en wiens handleekening daarvoor za! valideeren, waartoe de corilraclant ter eene, de beer Alexandkk C. . , hem verklaart daartoe speciaal te machtigen, onder belofte van goedkeuring; verklarende de beer Louis Z. . . , ook namens deszelfs rechtverkrijgenden, te allen lijde de gevraagde inlichtingen en openingen te zullen geven, en van alles, wat bij zal hebben verricht, le doen behoorlijke rekening en verantwoording.
Art. 4. Ten einde de liquidatie te bespoedigen, zal dadelijk aan de correspondenten, en aan al degenen, die met voorschreven firrna in betrekking of opene rekening slaan, bij circulaire kennis worden gegeven van de ontbinding dezer vennootschap,
tegen den......, mitsgaders van den last en de machtiging,
welke door den heer Alexander C... aan den heer Louis Z... is gegeven, om de openstaande rekeningen der vennootschap Ie liquideeren, zullende die circulaires door de beide vennooten eigenhandig worden onderteekend ; terwijl voorts van deze ontbinding door middel van de dagbladen de noodige aankondigingen zullen worden gedaan.
Art. 5. Aangezien legen den.....aanstaande, firma voorschreven geheel zal ontbonden zijn, cn zij vennooten elkander alzoo na dien tijd niel racer kunnen verbinden, zoo zal ieder hunner voorschreven bande! voor eigen rekening kunnen aanvangen en voortzetten.
Art G. Eindelijk, ingeval onverhoopt lusscben contractanlcn onderling te dezer zake verschillen mochlen ontstaan, verklaren zij in dal geval Ier beslissing daarvan lot arbiter le benoemen en aan te stellen den heer Fp.anciscus C .., aan wiens uitspraak zij zich onberroepeKjk verklaren le onderwerpen.
Op deze wijze alles lusscben contractanten overeensekomen en
420
bepaald zijnde, beloven zij al hetgeen voorschreven is te zullen nakomen, onder verband als naar rechten.
Aldus in duplo opgemaakt en geteekend, te . ..., den .....
(Nanmteekeningen).
NB Zie het vorige formulier.
VEKLENGING EENEll VENNOOTSCHAP.
Wij ondergeteekenden Karel W.. .. [beroep en, woonplaats), ter eene, en Pieter L.. .. ter andere zijde —
Verklaren door deze, dat de vennootschap, tusschen ons opgericht bij onderhandsche akte, den....... te....... tot het
drijven van handel in . ..., onder de firma van welke,
volgens gemelde akte, zou moeten eindigen den........ zal
blijven bestaan en voortduren voor den tijd van nog . .... achtereenvolgende jaren, onder dezelfde voorwaarden, als in bovenvermelde akte is bepaald, zonder eenige verandering hoegenaamd,
behoudens alleen dat.....(de verandering uitdrukken).
Aldus gedaan en geteekend in duplo, te...... den.....
(Naamteekeningen).
NB. 15U eeno dorgelgke akte zijn de zegel- en registratiekosten gelijk aan die van het oorspronkelijke contract
AFSTAND VAN EEN AANDEEL IN EENE NAAJILOOZE VENNOOTSCHAP.
Ik ondergeteekemle Karel M..., [beroep en woonplaats), verklaar door deze af te staan aan den heer Laurens D. .. [beroep, enz.), die door mede-onderteekening dezes zulks verklaart aan te nemen —
Mijn aandeel in de naamlooze vennootschap, onder den naam
van....., opgericht bij akte, gepasseerd voor notaris Gerrit
Willem N____to_____ den.....zijnde gemeld aandeel groot
in kapitaal..... gulden, ten einde daarmede van heden af te
kunnen handelen als zijn algeheel eigendom, en daarvan op den eerstvolgenden verschijndag de renten te ontvangen, ingevolge de bepalingen, in bovenvermelde akte breeder omschreven. Voorts verklaar ik den heer Laurens D... tevens te machtigen tot het bewerkstelligen der overschrijving van dit door mij verkochte aandeel op zijnen naam, ingevolge de statuten van gemelde maatschappij, waartoe ik hem heb ter hand gesteld een afschrift van bovenvermelde akte, gelijk de heer Laurens D. . . zulks erkent en daarmede genoegen neemt. Zijnde deze overdracht geschied voor eene som van.....gulden, welke ik Karel M. .. beken
bij de teekcning dezes van den heer Laurens B.....Ie hebben
ontvangen.
Aldus gedaan en geteekend, te den ......
(Naamteekeningen.)
NB Zegel als bij liet vorige formulier. De registratie bedraagt, zoo die verlangd wordt, i pet van de koopsom.
VAN WISSELBRIEVEN.
Een wisselbrief is een geschrift, uit eene plaats gedagteekend, waarbij de onderteekenaar iemand last geeft, om eene daarin uitgedrukte geldsom in eene andere plaats op of na zicht, of op een bepaalden lijd, aan eene aangewezen persoon of aan diens order te betalen, met erkenning van ontvangen waarde of van waarde in rekening. — Een wisselbrief kan ook worden gelrokken: a) aan de order van den trekker zeiven; h) op zekeren persoon en betaalbaar aan de woonplaats van een derde; c) voor rekening van een derde.
Wisselbrieven op zichl zijn steeds betaalbaar, en kunnen bij weigering dadelijk van niet-betaling geprotesteerd worden. — Die, getrokken op eenigen lijd na zichl, moeien door den houder aan den betrokkene ter acceptatie worden aangeboden; de acceptatie moet geschieden binnen de 24 uren daarna door zulks duidelijk op den wisselbrief te stellen: de betrokkene moet die acceptatie onderteekenen en daarenboven den wisselbrief, na zicht getrokken, van dagteekening voorzien; — bij weigering van acceptatie moet de wissel van non-acceptatie geprotesteerd worden.
De houder van een' wisselbrief, hetzij op zicht of na zicht getrokken, moet de betaling of acceptatie vragen binnen drie maanden na de dagteekening, voor binnenlandsche wisselbrieven; terwijl die termijn voor wisselbrieven uit vreemde, doch in Europa gelegene plaatsen met drie maanden wordt verlengd, enz.
De eigendom van wisselbrieven, betaalbaar aan order, kan, zoolang ze niet vervallen zijn, aan anderen worden overtjedra-gen door middel van endossement — Na den vervaldag kan de eigendom niet anders overgaan dan na afzonderlijke akte van overdracht.
Het endossement wordt op den rug van den wisselbrief gesteld, en behelst den naam van den persoon, aan wien of aan wiens order de betaling moet geschieden, met bijvoeging van luaarde genoten, met aanduiding van den derde, van wien de waarde mocht afkomstig zijn, of van waarde in rekening, en moet zijn gedagteekend en onderteekend. Wanneer het endossement een dier vereischten mist, wordt het gehouden voor eene volmacht tot invorderins; van den wisselbrief. Het endossement kan ech-
422
ter ook in blanco, enkel dooi' Lloole naatnleekening, geschieden, doch wordt alsdan de endossant geacht de waarde Ie hebben genoten.
Wisselbrieven op tijd of na zicht zijn betaalbaar op den vervaldag. De termijn van een of meer dagen, maanden, en/,., na zicht begint te loopen op den eersten dag na de aanneming, of het protest van non-acceptatie, des maandags, indien de betaaldag op een' zondag invalt. Daags na den betaaldag moet, in geval van weigering, protest gedaan worden; doch indien de wissel op zaterdag vervalt, geschiedt het protest op maandag; terwijl wissels, die op zondag vervallen, des dinsdags worden geprotesteerd De betrokkene is niet gehouden, indien hij daarvoor redenen heeft, voor het geheel te accepteeren of te betalen. Wanneer de trekker soms meer mocht hebben getrokken dan hü te vorderen had, is het den betrokkene aan te raden, bet verschuldigde te betalen en voor de rest protest te laten doen; vermits de ambtenaar, die het protest doet, verplicht is die gedeeltelijke betaling aan te nemen.
De houder van een van non-acceptatie of van niet-betaling geprotesteerden wisselbrief moet binnen vijf dagen na het gedane protest het doen beteekenen aan dengene, van wien hij den wisselbrief heeft bekomen, indien beiden in dezelfde stad of gemeente wonen, anders moet hij antbenlhiek afschrift van het protest opzenden, uiterlijk op den gewonen postdag na die vijf dagen — en zoo de eene endossant op den andere. — Hij kan wijders vergoeding vragen van den acceptant, den trekker en van al de endossanten, als ieder voor het geheel verbonden zijnde. —
MODEL VAM EEN WISSELBRIEF OP TIJD.
Amsterdam, den 3den Augustus 18 . .
Goed voor 700 gulden 50 ct. Ned. Cour.
Op den eersten September aanstaande gelieve U te betalen op dezen mijnen wisselbrief aan den heer P. van Vlarding te Haarlem, of order, de som van zevenhonderd gulden vijftig cents, waarde genoten (of: waarde in rekening). Het zal U in rekening worden goed gedaan, volgens bericht (of zonder hencht).
R. de Kater.
Den Heer V. Vrolik,
Koopman te Rotterdam.
423
ANDERE ItODELLEN.
Gouda, 7 Maart 18 . .
Goed voor IÖ50 gulden Nederi. Courant.
I Twee maanden na dato gelieve U te betalen tegen dezen ^ i mijnen prima-wissel aan den lieer G. van dek Straten Gz. S 'te Amsterdam, of order, de somma van vijftienhonderd en 5 I vijftig gulden, Nederi. Courant, waarde in rekening, en stel ' op rekening als volgens advies van
P. van Dam.
Den Heer S. Levison,
Ie Amsterdam.
Antwerpen 1« Fehruarl 18 . .
Goed voor f 1883.—
/ Op den eersten April eerstkomende gelieve tl voor dezen .1 mijnen secunda-wissel (de prima niet) te betalen aan den p | heer VV. Wolslager te Rolierdam, of order, de som van g \ Achttien hondord drieëntachtig gulden,
oo f waarde in rekening. Het zal U in rekening valideeren, als ' per advies van
G. den Acker.
Den Heer G. Voorslüys,
te Arnhem.
Gorinctieni, 6 Januari 18 . .
Goed voor f 300.—
Op den veertienden dezer gelieve U te betalen aan den heer P. Peterson te Leeuwarden, de somma van Drie honderd gulden,
waarde genoten. Het zal U in rekening valideeren volgens advies van den 3den dezer.
E. Samsön.
Den Heere V. van Vreeland,
te Groningen.
Desnoods bij den Heer G. van der Wellen, te Groningen.
424
ENDOSSEMENT.
Voor mij aan den Heer B. G. van Goeree of order, waarde in rekening (of; waarde genoten). Amsterdam 10 Maart 1870.
G. van der slraaten Jz.
Voor mij aan N zeiven, waarde in rekening (of: waarde genoten). Amsterdam, enz.
wanneer namelijk de houder den wissel aan den betrokkene zeiven opzendt, om het bedrag daarvan te doen strekken tot voldoening van deze of gene op hem rustende verplichting.
Het getal dor endossementen, die op eenen wisselbrief kunnen voorkomen, wordt, althans voor zoover het Nederlandsche wisselrecht aangaat, alleen beperkt door den vervaltijd. Immers art. 139 van het Wetboek van Koophandel luidt; «Wisselbrieven, waarvan de vervaltijd verstreken is, of die niet betaalbaar zijn gesteld aan order, zijn niet vatbaar voor endossement, maar de eigendom moet bij eene afzonderlijke akte van cessie, overeenkomstig de voorschriften van het Burgerlijk Wetboek worden overgedragen.quot; 't Is intusschen licht mogelijk, dat een wisselbrief, inzonderheid wanneer hij eenige maanden loopen moet, alvorens hij betaalbaar is, van den een op den ander in zooveel handen komt, dat de rugzijde van het papier niet toereikend is om er al de endossementen op te schrijven; in zoodanig geval wordt er een hulpmiddel vereischt om het verdere endosseeren des wissels mogelijk te maken, en dit vindt men in eene strook papier van hetzelfde formaat als de wissel zelf, waaraan men den naam van allonge of verlengstuk geeft, en die met behulp van stijfsel of een ander kleefmiddel zoodanig aan den wissel wordt vastgehecht, dat zij daarmede slechts één geheel uitmaakt. Kan het zijn, dan wordt het endossement, om welks wille de hulpstrook werd aangehecht, nog op de keerzijde des wissels zeiven aangevangen, om op de allonge te worden voortgezet. Aan de andere zijde dezer laatste wordt dan een uittreksel van den wisselinhoud geschreven, vermeldende door wien, waar, op wien, voor welk bedrag en op welken termijn de wissel getrokken is, gevolgd door eene opsomming van de namen van al de endos-santen tot op hem, die de alonge er aan hecht. Schiet er dan nog eene onbeschreven plaats over, dan wordt er, ter voorkoming van alle verdere beschrijving, door deze eene schuine streep getrokken.
425
MODEL VAN EEN WISSELBllIEF OP OP NA 3ICIIÏ.
Arnhem, den liden Juni 18 . .
Goed voor 285 gl. 25 ct. N. G.
Op zicht, (of: op vijf dagen na zicht) gelieve U op dezen mijnen eenigen Wisselbrief ten kantore van den heer K. Huberts te Breda Ie betalen aan de order van mij zeiven de som van twéé honderd vijfentachtig gulden vijfentwintig cents, waarde genoten ; (of: waarde in rekening). Het zal ü in rekening valideeren als per advies van
W. Costerus.
Den Heer Ph. de Canter,
te Breda.
VAN ASSÏGNATIËN OF AANWIJZINGEN.
Naar luid van art. 210 van ons Wetboek van Koophandel is eene assignatie, een gedagteekend en onderteekond geschrift, waarbij door den uitgever een bepaald persoon wordt aangewezen om de daarbij uitgedrukte geldsom aan een anderen bepaalden persoon, of aan diens order, te voldoen in dezelfde gemeente, waar bet geschrift is uitgegeven, onverschillig of daarbij al dan niet de erkenning van genoten waarde of van waarde in rekening is uitgedrukt.—Ingeval het geschrift betaalbaar is gesteld op eene andere plaats, dan waar het is uitgegeven, wordt het insgelijks voor eene assignatie gehouden, bijaldien daarbij geene rekening van genoten waarde of van waarde in rekening is uitgedrukt
Gevolgelijk bestaat het onderscheid tusschen wisselbrieven en assignatiën hoofdzakelijk daarin, dat de eersten betaalbaar moeten zijn in eene andere plaats dan die waar ze zijn uitgegeven, terwijl de assignatiën betaalbaar moeten zijn in de gemeente der uitgifte zelve, of wel, wanneer ze in eene andere plaats dan die der uitgifte betaalbaar worden gesteld, zoo moeten ze niet, gelijk met wissels het geval is, de vermelding van genoten waarde of van waarde in rekening bevatten, maar mogen zoodanige vermelding niet inhouden.
Overigens kunnen de assignatiën, evenals de wissels, aan order gesteld en geëndosseerd worden; over 't geheel zijn zij ook aan dezelfde wetsbepalingen als de wissels onderworpen; doch ten opzichte van haar accepteeren en protesteeren verordent de wet het volgende:
De betaling eener assignatie, zonder tijdsbepaling, moet ge-
-426
vraagü, en, bij ontstentenis, het protest van non-betaling opgemaakt worden, uiterlijk binnen den lijd van eene maand na de dagteekening, indien de tot voldoening aangewezen persoon binnen dezelfde gemeente woont, waar de assignatie is uitgegeven, en uiterlijk binnen den tijd van drie maanden, indien hij elders woonachtig is.
De assignatie betaalbaar op eenigen tijd na zicht moet, met inachtneming dér gezegde onderscheiding omtrent de woonplaats, uiterlijk binnen den tijd van eene maand, ot' van drie maanden, aan den aangewezen peisoon worden aangeboden, ten einde door dezen, met bijvoeging der dagteekening, voor gezien te worden geteekend. Zoodanige aanteekening op zich zelve, zonder uitdrukkelijk bijgevoegde acceptatio, wordt voor geene acceptatie gehouden. Bij weigering om die aanteekening te doen, wordt de assignatie geprotesteerd, alsof de betaling ware geweigerd, zonder dat er verder protest van non-betaling behoeft gedaan te worden.
De assignatie, die, ten gevolge der aanteekening bij de vorige alinea vermeld, of, volgens haren inhoud, op een bepaalden tijd vervalt, is betaalbaar op dezelfde wijze als wisselbrieven van dien aard, en moet bij wanbetaling het protest op gelijke wijze worden opgemaakt.
De houder eener geprotesteerde assignatie moet daarvan uiterlijk binnen vijf dagen, na den dag van het protest, kennis geven aan dengene, van wien hij ze heeft in betaling genomen. Hij is insgelijks, op straffe van vergoeding van kosten, schaden en interessen, verplicht, voor zoover de assignatie aan order luidt, en geëndosseerd is, van het protest aan den oorspronkelijken uitgever kennis te geven.
De houder, die verzuimd heeft, de bovenstannde voorschriften na te komen, verliest, indien hij de waarde heeft voldaan, zijn verhaal op dengene van wien hij de assignatie heeft ontvangen, en, zoo die voldoening geen plaats heeft gehad, is hij tot de betaling van den inhoud der assignatie verplicht. In het een en ander geval moet de uitgever aan den houder afstaan en overdragen de vordering, welke hij ten laste van den ter betaling aangewezen persoon heeft, tot het beloop der assignatie toe, en tevens aan denzelven, te diens koste, de noodige bewijsstukken verschaffen om die vordering te doen gelden. Indien de persoon, die tot betaling is aangewezen, aan den uitgever niets, of niet zooveel verschuldigd was als de assignatie bedraagt, is de uitgever jegens den houder tot schadevergoeding verplicht.
Behalve het verhaal op den uitgever der assignatie, heeft ieder houder slechts zijn verhaal op den onmiddellijk voorafgaanden | endossant, zonder den vroegeren te mogen aanspreken.
Niet zelden bedient men zich voor de assignutiën van ongc-zegeld papier. Men vergete intusschen daarbij niet, dat zulk
geschreven assignatie nimmer in
rechten kan gelden, en dat, zoodra er eenige gerechtelijke verrichting mede moest plaats grijpen, niet alleen eerst het zegelrecht, maar bovendien eene geldboete ten bedrage van 10 pCt. der in de assignatie uitgedrukte som zou moeten worden betaald, zoodat in vele gevallen, vooral wanneer de assignatie geëndosseerd wordt, het ten zeerste is aan te raden haar op gezegeld papier te schrijven. Men bedient zich daartoe van hel wisselzegel (zie hierachter).
MODELLEN VAN ASSIGNATION.
Goed voor [ 200.—
Op zicht gelieve U te betalen aan den Heer W. Warnar alhier de som van tweehonderd gulden, liet zal U in rekening valideeren volgens advies.
F. Rijkert.
Sdiiedam. li Juli IS . . Den Heer P. F. Uitsaert, te Zaandam.
Op den !4den Mei eerstkomende gelieve U te betalen aan den Heer K. Jumus te Ams'erdam, ot' order, de somma van eenhonderdenzestij gulden, neJeil. courant. Hel zal U in rekening valideeren, zonder advies.
S. G. Hanekam.
Lciücn, 10 April 18 . .
Den Heer Z. Janssen,
te Leiden.
Goed voor / 190,50.
Drie weken na zicht gelieve U te betalen aan den Heer Paulus Teerling alhier de som van
eenhonderd negentig gulden en vijftig cents,
waarde in rekening. Het zal U in rekening valideeren, zonder
H. SOMMERS.
advies
Zulphen, 17 Juni 18 . .
Den Heer G. van der Starre, te Zu'phen.
ld
428
Endossement.
Ten opzichte van het endossement der aan order gestelde assignatiën, heeft men, in onderscheiding van dat der wisselbrieven, alleen in acht te nemen, dat er de woorden waarde genoten of ivaardi in rekening niet in mogen voorkomen, als de assignatie op eene andere plaats dan die der uitgifte betaalbaar is,
VAK OllDEItBlUErJES.
Men onderscheidt de orderbriefjes in promessen aan order en in acceptation. In den handel is meest de eerste, in 't gemeene leven de tweede in zwang; beiden zijn ongeveer van gelijke be-teekenis, voor zooverre de onderteekenaar zich bij beiden tot betaling verbindt. Spruit die verbintenis tot betaling uit ontvangen goederen voort, dan heet het briefje promesse; geldt zij de teruggave eener ontvangen geldsom, dan noemt men het acceptatie.
Deze orderbriefjes zijn even verhandelbaar als de wisselbrieven, en omtrent den vervaldag, de betaling, het protest, enz., gelden dezelfde bepalingen.
Wannoer de onderteekenaar van een orderbriefje of andere schuldverbintenis, tot voldoening van gereed geld, of van eene zaak, welke op eene bepaalde waarde kan worden gesteld, het stuk niet met zijne eigene hand geschreven heeft, moet hij, behalve zijne naamteekening, er onder zetten : Goed voor .. .. gulden, of: Goed voor .... mudden rogge, enz. — Wanneer de onderteekenaar koopman is, dan is zulks strikt genomen, wel niet noodig, maar blijft toch altijd aan te bevelen.
Ziehier nog de bepalingen, die het Wetboek van Koophandel ten opzichte van de zoogenaamde Kassiersbriefjes en verder papier aan toonder bevat.
Een orderbriefje of promesse aan order (in het dagelijksch leven vaak acceptatie geheeten, is een gedagteekend en onderteekend geschrift, bij hetwelk iemand zich verbindt om te zijner woon-plaatse, of ter woonplaatse van een ander binnen dezelfde gemeente of elders, en met of zonder tijdsbepaling, de daarbij uitgedrukte geldsom aan de order van den nemer te voldoen, met erkenning van genotene waarde of van waarde in rekening.
Alle wetsbepalingen omtrent wisselbrieven (zie dat woord), en betreffende den vervaldag, het endossement, de hoofdelijke verplichting voor het geheel, den borgtocht genaamd aval, het protest, de rechten en verplichtingen van den houder, den herwissel en de interessen en kosten, de betaling, en die ter eere, de verjaring en andere wijze van schuldvernietiging, zijn ook op orderbriefjes of promessen aan order toepasselijk.
429
Modellen van Orderbriefjes, of Promessen en Acceptatien.
Op vertoon neem ik omJergeteekende aan te betalen aan den Heer A. Verhoek alhier, of order, de som van eenhonderd vijfenzeventig gulden, waarde in rekening.
Gorlnchem, 8 Juli 18 . . B. van dalem.
Zegge f 175.—
Op den 12den September eerstkomende neem ik ondergetee-kende aan te betalen aan den heer C. van dek Paltzen te Brielle de som van driehonderd twintig gulden vijftig cents; waarde in rekening.
Middelburg, 1 Augustus 18 . .
Goed voor driehonderd twintig gulden vijftig cents.
__S. Wolf.
Zegge f 320.50.
VAN FAILLISSEMENT.
Elk koopman, die ophoudt te betalen, wordt bij rechterlijk vonnis verklaard te zijn in staat van faillissement, hetzij op zijne eigene aangifte, hetzij ten verzoeke van een of meer schuld-eischers, hetzij eindelijk op requisitoir van het openbaar ministerie. — Hij is tot die aangifte verplicht binnen drie dagen nadat hij heeft opgehouden te betalen; en deze aangifte moet geschieden ter griffie van de rechtbank zijner woonplaats. De rechtbank stelt bij dat vonnis een of meer curators aan ter regeling van den boedel. — De curators moeten, nadat zij den staat van den boedel onderzocht hebben, de schuldeischers oproepen, ten einde hunne vorderingen te verifiëeren.
Verreweg de meeste menschen verkeeren in het denkbeeld, dat, wanneer zij hunne schuldvorderingen niet indienen, zij hun volle recht op den gefailleerde behouden, en zij later, wanneer deze weer in goeden staat mocht komen, het geheele bedrag op liem kunnen verhalen. Dit is echter eene dwaling; en het is eiken schuldeischer aan te raden, zich in tijds aan te meidén, ten einde mede stem te hebben in het eventueel voor te stellen accoord; dit immers kan buiten zijne tegenwoordigheid worden tot stand gebracht, en hij moet zich daaraan onderwerpen. — Tevens zal het niet ongepast zijn, hier met een paar woorden te herinneren, dat, wanneer men met een gefailleerde in rekening staat, dit op vergelijking of compensatie recht geeft.
430
Bij v. A., tiinmonnan, lieefl cenc rckeniny aan B. van / tOO; B., niftsclaar, daarentegen eene van ƒ 75 aan A ■—• Wanneer A, nu failleerde, zoude B. sleclil# / 25 aan don boedel behoeven te betalen. —
Afgezien van bet moeilijke, dal er in gelegen is, om met juistheid op fe geven, welke personen de wet als kooplieden beschouwt: — of metselaars, tirarnerlieden, schoenmakers, aannemers van publieke werken, enz ook als kooplieden aangemerkt worden, op welke de wet hel faillissement en bij gevolg nok de enkele en bedriegebjke bankbreuk toepast, gelooven wij den lezer geen ondienst te doen, met hierachter eene kleine schels te geven van de wijze, boe men aan de wet, die liet regelmatig boekhouden zoo gebiedend vordert, het bost zul voMoen. liet boekhouden is een ieder, die eenige zaken drijft, niet genoeg aan te bevelen; het geheels verzuim, zoowel als het gebrekkig houden der boeken, zou den nalatige gevangenis-, ja zelfs tuchthuisstraf kunnen berokkenen De wet zegt, dat diegenen geacht worden kooplieden te zijn, welke de daden van koophandel uitoefenen, en daarvan hun (jewoon beroep maken;— en wijders, dat elk koopman verplicht is, een dagboek te houden, waarin van dag tol dag, naar de oola des t'yds, zonder witte vakken, tusschenregels ol bandteekeningen, moeten worden aangeteekend zijne in- 'en uitschulden, de ondernemingen in den handel, betrekkingen, acceptatiën of endossementen van wissels, of ander handelspapier, zijne verbintenissen en in bel algemeen alles, wat hij ontvangt en uitgeeft, van welken aard bel ook zij, — alles onverminderd zoodanige boeken, als in den handel gebruikelijk zijn; doch waarvan het houden door de wet niet geboden wordt; — dnt hij wijders verplicht is, de brieven, die bij ontvangt, te bewaren, en van die, welke hij afzendt, een kopieboek te bonden. En eindelijk, dat hij gebonden is, binnen de eerste zes maanden van elk jaar een staat of balans op te maken, in een afzonderlijk register in te schrijven, en eigenhandig te onderteekenen. —
Wij hebben zooëven gezegd, dat ieder koop - of ambachtsman een dagboek moet hebben, en eens in ieder jaar een staat of balans moet opmaken. Om dit laatste te kunnen, moet men een zoogenaamd grootboek houden; bij gevolg zijn deze twee boeken naar de wet volstrekt noodzakelijk. — Er is erhter reeds opgemerkt, dat er ir. den handel oiulerscbeidenc boeken gebruikt worden, die alle dienen, om bet voornaamste oogmerk, een gemakkelijk en nauwkeurig overzicht van den staat zijner bezittingen, in- en uitschulden, te verkrijgen.
Aan minder geoefende of pas beginnende ambachtslieden en
401
handelaren dienen de hierachter volgende formulieren tol inrichting van schrijfboeken en rekeningen tot leiddraad Zij, die een grondig onderricht en keur van modellen verlangen, kunnen dat alles vereenigd vinden in do uitmuntende werken van J, G Schfukker over het boekhouden. Deze werken, drie in getal, vormen te zaïncn een gesloten geheel, dat zich door geleidelijken gang en duidelijke voorstelling onderscheidt, zoodat een ieder, aan de hand van dezen Gids, zich zeiven, zonder de hulp van eenen Meester, in hel zoogenaamde Ilaliaansch bonk-houden kan oefenen en volmaken.
ZeCEI/RECHTEN.
Volgens de wet op het zegelrecht (Staatsblad 18i.), nquot; 47) moet het geringste zegel een stempel hebben van 15 crnls en het hoogste van 20 gulden; wanneer het recht meer bedraagt, moeten de Ontvangers van de betaling van dit meerdere doen blijken door kwitantie ol' bij Rumpel. Wanneer het gezegelde papier ontoereikend is voor het daarop te stellen geschrift, mag er ongezegeld papier worden aangehecht. Degenen, die ander papier dan van wege het rijk wordt uitgegeven, willen bezigen, kunnen dat doen stempelen alvorens daarvan gebruik tc maken.
De zegelstempel mag noch aan de voor-, noch aan de keerzijde met letters bedekt of op eenige wijze beschadigd worden; de boete, op de overtreding daarvan gesteld, bedraagt 5 gulden.
Aan het zegelrecht zijn onderworpen;
Alle prima-, secunda-, tertia-, en verdere wisselbrieven, orderbriefjes of promessen aan order, assignatiën, bank- en ander papier aan toonder, en ander handelspapier, alsmede de duplicaten of kopieën van al deze stukken, behoudens do uitzonderingen. liet recht bedraagt: wanneer de stukken binnen het rijk betaalbaar zijn, 5 et. per ƒ100.—, en wanneer de stukken buiten het rijk betaalbaar zijn 2^ ct. per ƒ 100. Wanneer gezegde stukken buitenslands en in overzeesche bezittingen van het rijk zijn opgemaakt, of daaruit getrokken, moet ook het. zegelrecht worden voldaan (behouden de vrijstellingen), alvorens binnen het rijk verhandeld, voor aval geteekend, geëndosseerd, overgedragen, gequiteerd, betaald, of op eenige wijze met eenige hand-teekening in blanco voorzien te worden. De boete bij overtreding beloopt, voor ieder stuk. 10 pCl van de daarin uitgedrukte som: de boete moet gelijktijdig met do rechten voldaan worden voor dengenc, die de stukken aanbiedt.
Vrijgesteld zijn; a) de renversalen, recepissen en bankbiljetten, door de directie der Nederlandsche Rank uitgegeven, dc
432
assignatien en quitantiën op de Bank af to geven; b) de assigna-tiën aan order, door agenten van de Schatkist afgegeven wordende op de hun te dien einde geopende credieten bij hunne arnhtgenooten; c) de assignatien wegens de ter verzending op de postkanturen gedeponeerde gelden; — de kassiersbriefjes (welke kooplieden afgeven, om door hunne kassiers te worden voldaan), de briefjes aan order of toonder, door kassiers afgegeven, zijn in deze vrijstelling niet begrepen; — d) de wisselbrieven, briefjes aan order en ander handelspapier, in de over-zeesche bezittingen van het rijk opgemaakt en aldaar van zegel voorzien.
ZEGELS VOOR HIIIUICEÜULLEN NAAR WAARDEN.
Een tweede soort van gezegeld papier is datgene, waarvan de prijs afhangt en berekend wordt naar de geldsommen of waarden, waarover de akte wordt opgemaakt, en de wet bepaalt, dat men verplicht is zich van zoodanig papier te bedienen voor het opmaken van alle onderhandsdio akten van verhuring, onderverhuring, huurvernieuwing, overdracht of wederafstand van huur van onroerende goederen, zoowel als van al de dubbelen van zoodanige akten.
Ten einde zich nu niet te vergissen in de keuze van het zegel, waarop de akte of het huurcontract geschreven moet worden, merke men het volgende op:
het zegelrecht wordt ook hier berekend naar den vollen huurprijs over den geheelen huurtijd, zoo deze twee jaren of minder bedraagt; is deze tijd echter langer dan twee jaren, dan rekent men den vollen huurprijs der eerste twee jaren en voegt daarbij de helft van den huurprijs van al de volgende jaren.
Zoo men dus eenig onroerend goed, b. v. een huis, een stuk land, enz. voor den tijd van twee jaren verhuurt, en de huurprijs 's jaars 500 gulden bedraagt, dan moet men een zegel nemen voor 1000 gulden, en daarvoor elke ƒ 100 of gedeelte van ƒ 100 een zegelrecht van 25 cents verschuldigd is, kost het zegel ƒ2,50, behalve de opcenten, die 38 percent bedragen, waardoor hel zegel dus op ƒ 3,45 komt.
Verhuurt men het goed voor 6 jaren tegen ƒ450 's jaars, dan rekent men;
huurprijs van 2 jaren.........ƒ 900
halve » » 4 jaren........ • quot; 900
dus een zegel van............ƒ 1800
het zegel kost dus ƒ 4,50 en met opcenten ƒ 6,21.
433
Zoo de huurder het recht aan zich gehouden heei't, om na den verstreken huurtijd zijne huur te verlengen, dat wil zeggen, als hij een bepaald aantal jaren optie ol' op zicht heeft bedongen, dan moet in het huurcontract bepaaldelijk worden uitgedrukt, dat er een nieuw huurcontract zal gemaakt worden, wanneer de huurder van zijn recht wil gebruik maken; want zoo men dit nalaat, of ook, zoo men bepaalt, dat er geene nieuwe akte zal gemaakt worden, dan rnoet ook de huurprijs dier optie-jaren bij den bepaalden huurprijs gevoegd worden en men naar die som het zege! kiezen.
Iemand huurt een huis voor 0 jaren en 2 jaren optie, dan heeft men tegen ƒ800 'sjaars;
huurprijs voor 2 jaren.........ƒ 1600
halve » » 4 » .........»1600
2 jaren optie..............» 800
/4000
men neemt dus een zegel van ƒ 10,00 bedragende met opcenten ƒ13,80. Men houde in het oog, dat de wet altijd naar ronde sommen rekent, en dat men dus b. v. voor /6,25 een zegel van ƒ7.00 noodig heeft.
Meemt de huurder ook de lasten, op het goed drukkende op zich, dan worden deze bij den huurprijs gevoegd.
huurprijs voor 2 jaren........ƒ1600
grondlasten voor 2 jaren.......» 50.50
halve huurprijs voor 4 jaren........» 1600
grondlasten voor de helft van 4 jaren.....» 15.50
ƒ3201.
Men neemt dus een zegel voor ƒ 3300.
Volgens de wet van den 3den October 1843 (Staatsblad n° Al). | ||||||||||||
|
28
434
ZEGELRECHT GEËVENREDIGD AAN DE SOMMEN EN GELDSWAARDEN.
Onderhandsche akten van verhuring van onroerende goederen |
Handelspapier, betaalbaar: binnen het Rijk | builen het Rijk. |
INorainale waarde |
O N! :=gt; £ | |||||||||
Ben f öO vrij v. zegel van /' |
300 en minder; van f 600 en |
minder |
/•0.13 |
f 0.21 | ||||||||
vaa - 100 en minder: |
» - |
300 tot f .quot;gt;0!» |
* |
- 600 tOt f 1000 |
- 0.23 |
- 0.34s | ||||||
« - 100 |
lot |
/ »00 |
» |
bOO |
- - 1000 |
ii |
- looo |
ii |
- 2000 |
- 0.30 |
- 0.69 | |
» - 2f 0 |
M |
- 300 |
gt;i |
lOiiO |
» - 15lt;I0 |
- '2000 |
» |
- 3000 |
- 0.73 |
- 1.03 | ||
« - 300 |
II |
- 400 |
» - |
1300 |
» - 2000 |
M |
- 3000 |
» |
- 4000 |
- 1.00 |
- 1.38 | |
h - 400 |
» |
- 500 |
ii - |
20quot;0 |
gt;. - 2300 |
II |
- 4000 |
» |
- 5000 |
- 1.25 |
- 1.7'25 | |
» - ;i00 |
gt;» |
- 600 |
ii - |
2300 |
ii . 3i)00 |
» |
. 5000 |
» |
- 6000 |
- 1.50 |
- 2.07 | |
- 600 |
II |
- 7001 |
» |
3000 |
» - 3500 |
» |
- 6000 |
ii |
- 7000 |
- 1.73 |
- 2.415 | |
n - -700 |
II |
- 800 |
* . |
3300 |
» . 4000 |
» |
- 7000 |
n |
- 8000 |
. 2.00 |
- 2.76 | |
« - 800 |
n |
- 900, |
ii . |
iono |
« - 4300 |
M |
- 8000 |
ii |
- 9000 |
- 2.23 |
- 3.10 | |
• - 900 |
i» |
- loco; |
ii . |
4300 |
» - 3000 |
'1 |
- 9000 |
ii |
-10000 |
- 2.50 |
- 3.45 | |
» - laoo |
ii |
- 1100 |
ii . |
5000 |
» - 5500 |
n |
-10000 |
i» |
-11000 |
- 2.73 |
- 3.79- | |
» - 1100 |
n |
- 1200, |
ii . |
5300 |
« - 6000 |
ii |
-11000 |
» |
-1-2000 |
- 3.00 |
- 4.14 | |
- 1200 |
- 1300 |
ii . |
6000 |
i» - H300 |
» |
-12000 |
ii |
-13000 |
- 3.25 |
- 4.48' | ||
- - 1300 |
» |
- 1401» |
ii . |
6300 |
« - 7000 |
» |
-13000 |
» |
-14000 |
- 3.30 |
- 4.83 | |
» - 1400 |
n |
- 130') |
'i • |
7000 |
- - 7300 |
ii |
-14000 |
n |
-15000 |
: 3.73 |
- 3.17' | |
« - 1300 |
- 1600 |
ii - |
7300 |
» - 8000 |
» |
- 13000 |
ii |
-16000 |
- 4.oO |
- 5.32 | ||
- - 1600 |
» |
- 1700 |
ii - |
8000 |
- - 8300 |
i» |
-16000 |
n |
-17O00 |
- 4.'23 |
- 5 86s | |
« - 1700 |
•• |
- 1800 |
» - |
8300 |
ii - 9000 |
t |
-17000 |
li |
-I8000 |
- 4.50 |
- 6.21 | |
» - 1800 |
0 |
- 1900 |
M - |
9000 |
i. - 9300 |
n |
-isooo |
y |
-19000 |
- 4.75 |
- 6.551 | |
» - 1900 |
M |
- 2000 |
II - |
9300 |
ii -Joooo |
n |
-19000 |
n |
-20000 |
- 5.00 |
|- 6.90 | |
~ - 2000 |
- 2200 |
» - |
10000 |
» -hooo |
quot; |
-20000 |
* |
-22000 |
- 5.5C |
7.59 |
Ouderhandsche akten van beleening of in-pand-geving of akten van verkoop, met recht van weder-inkoop, van wisselbrieven of ander handelspapier, van effecten, obligatiën en koopmans-goederen. |
Nominale waarde. |
a 0 N :=» Ui | ||
Voor 1 maand of 1 korter. |
Van 1 tot 3 maanden. |
Voor meer dan 3 maanden. | ||
tan/ 5000 en minder |
van/ 2300 en minder |
van/ 1250 en minder |
/0.25 |
/ 0.3Ï» |
quot; - 5000 tot/ 10000 |
» - 2300 tot /quot; 5000 |
* - 12quot;0 tot/ 2500 |
- 0.50 |
- r.69 |
.. - 10000 » - 13000 |
n - 3000 » - 7500 |
- - 2300 » - 3730 |
- 0.73 |
- 1.0.T' |
- - 13000 »' - 20000 |
gt; - 7300 » - 10000 |
- - 3730 ^ - 5000 |
- 1.00 |
- 1.38 |
» - 20000 - - 25000 |
1. - 10000 » - 12300 |
.. - 5000 » - 6250 |
- 1.25 |
- 1.72' |
. - 25000 » - 30000 |
n - 12500 » - 15000 |
- - 6230 « - 7300 |
- 1.50 |
- 2.07 |
» - 30000 » - 35000 |
1. - 13000 » - 17500 |
» - 7300 - - 8730 |
- 1.73 |
- 2.41s |
» - 33000 »• - 40000 |
.) - 17500 » - 20O0O |
- - 8750 » - 10000 |
- 2.00 |
- 2.76' |
« - 40000 » - 45000 |
n - 20000 « - 22500 |
11 . 10000 • - 11250 |
- 2 25 |
- 3.10quot;1 |
» - 43000 » - 50000 |
,1 - 22300 1. . 23000 |
» - 11250 1. - 12500 |
- 2.50 |
- 3.43 |
» - 50000 » - 55000 |
» - 25000 » - 27300 |
» - 12500 » - 13150 |
- 2.73 |
- 3.7!r |
» - 53000 .1 - 60000 |
» - 27500 » - 30000 |
1. - 13730 « - 15000 |
- 3.00 |
- 4.14 |
* - 60000 gt;» - 65000 |
n - 30000 » - 32300 |
i. - 13000 * - 16230 |
- 3.25 |
- 4.48'' |
» - 63000 * - 70000 |
11 - 32500 . 33000 |
- - 16250 » - 17500 |
- 3.30 |
- 4.83 |
» - 70000 » - 75000 |
» - 35000 • - 37300 |
* . 17500 » . 18750 |
- 3.75 |
- 5.175 |
w - 75000 ii - 80000 |
. - 37500 * - 40000 |
. - 18750 1. - 20000 |
- 4.00 |
- 5.32 |
« - 80000 * - 83000 |
» - 40 000 gt;» - 42300 |
« - 20000 - - 21250 |
- 4.23 |
- TiM ' |
» - 83000 « - 90000 |
• - 42300 . - 45000 « - 21-230 « - 2'gt;3Igt;0 |
- 4.50 |
- 6.21 | |
* - 90000 • - 95000; « - 45000 - - *7300 - - 22300 - - 23750 |
- 4.75 |
- 6.35s | ||
1 - 95000 gt; -IOOIIOO |
» - 47500 • - 30000 |
• - 23730 quot; - 23000 |
- 5.00 |
- 6.90 |
. -100000 • -120000 |
- - 50000 » - 35000 |
. - 23000 * - 27300 |
- 5.50 |
- 7.30 |
435
WETSBEPALINGEN BETREKKELIJK HET STELLEN VAN PLAATSVERVANGERS EN NOMMERVERWISSEIA ARS BIJ DE NATIONALE MILITIE.
Een loteling kan zijnen dienst doen waarnemen door eeu plaatsvervanger. Om plaatsvervanger bij de militie te zijn, moet men dezelfde vereischten bezitten als de vrijwilliger, d. i. men moet ongehuwd of kinderloos, weduwenaar en ingezeten wezen, voorts lichamelijk voor den dienst geschikt, ten minste i,56 el lang, op den Islen Januari van het jaar der optreding als vrijwilliger het iOsfe jaar ingetreden zijn en het 35ste niet volbracht hebben, tot op het tijdstip der optreding aan zijne verplichtingen ten aanzien van de militie, zoover die te vervullen waren, voldaan en een goed zedelijk gedrag geleid hebben. Het bezit van die vereischten, met uitzondering van de lichamelijke geschiktheid en van de gevorderde lengte, wordt bewezen door een geluigschrift van den burgemeester der woonplaats.
De loteling is gedurende éen jaar voor zijn plaatsvervanger aansprakelijk, te rekenen van den dag, waarop deze is ingelijfd. Zoo de plaatsvervanger binnen dien tijd ontbreekt, dan stelt de loteling een nieuwen plaatsvervanger, of treedt zelf in den dienst op. Het stellen van een nieuwen plaatsvervanger of het optreden wordt niet gevorderd, wanneer de plaatsvervanger wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken, door den dienst bekomen, ontslagen, of gedurende zijn diensttijd overleden is, of wel zich als vrijwilliger bij het krijgsvolk in 's Rijks overzeesche bezittingen heeft verbonden, quot;s Konings commissaris in de provincie, tol wier aandeel in de lichting de vervangene behoort, zorgt, dat deze, wanneer hij er toe verplicht is, een nieuwen plaatsvervanger stelt of zelf in den dienst optreedt. Dit een en ander geschiedt binnen zestig dagen na den dag, waarop de vervangene van het ontbreken van den plaatsvervanger is verwittigd. Is een plaatsvervanger, die deserteert, binnen zestig dagen na zijne desertie vrijwillig teruggekeerd of aangehouden, dan behoeft in zijne plaats geen nieuwe plaatsvervanger te worden gesteld. Kan echter de gedeserteerde plaatsvervanger, ten gevolge van een rechterlijk vonnis, niet tof verderen dienst worden toegelaten, dan moet de loteling een nieuwen plaatsvervanger stellen of zelf in den dienst optreden. Wordt een gedeserteerde plaatsvervanger weder in dienst gesteld, dan wordt de vervangene, die zelf iti dienst optrad, of de reeds voor hem gestelde nieuwe plaatsvervanger, uit den dienst ontslagen
Een loteling kan zijnen dienst insgelijks doen waarnemen door een ander loteling, mits deze tot dezelfde lichting en dezelfde provincie behoore, op het tijdstip der nornmerverwisseling niet
28*
436
verplicht zij te dienen en voor den krijgsdienst geschiktheid bc-zitte. De loteling, die met een ander van nommer heeft verwisseld, geniet den vrijdom van dienst, die aan den houder van dit nommer toekwam.
Een ingelijfde plaatsvervanger of nommerverwisselaar wordt, zoodra blijkt, dat hij in strijd met de wet is aangenomen, uit den dienst ontslagen. — De loteling, die moet worden ingelijfd, is bevoegd, binnen dertig dagen na zijne oproeping of aanwijzing, een plaatsvervanger of nnrnmerverwisselaar te stellen.
Den loteling, die reeds bij de militie is ingelijfd, en hem, die zonder loting moet worden ingelijfd, kan door den Koning in bijzondere gevallen het stellen van een plaatsvervanger worden vergund. De kosten, vallende op liet onderzoeken van den als plaatsvervanger aangeboden persoon, worden in dat geval door hein, wien de vervanging is vergund, gedragen.
Het stellen van een plaatsvervanger of nommerverwisselaar geschiedt bij overeenkomst, die bij notariëeie akte wordt verleden. Voor bet opmaken, het verlijden en de uit te geven afschriften van de akte wordt in het geheel, behalve de zegel- en registratiekosten, niet meer dan vier gulden in rekening gebracht. De akte is aan een vast registratierecht van vijf gulden onderworpen.
De loteling, die de met zijnen plaatsvervanger of nommerverwisselaar gesloten overeenkomst niet naleeft, wordt, zoo die overeenkomst door een rechterlijk vonnis, in kracht van gewijsde gegaan, is vernietigd, tegen ontslag van zijn plaatsvervanger of nommerverwisselaar zelf in dienst gesteld. Wordt de loteling voor den dienst ongeschikt bevonden, dan belet dit het ontslag van den plaatsvervanger of den nommerverwisselaar niet.
Plaatsvervangers worden gedurende den tijd der aansprakelijkheid van de vervangenen niet als vrijwilligers bij de zeemacht of het corps mariniers toegelaten. Worden ze bij het leger hier te lande als vrijwilligers aangenomen, dan ontheft dit de vervangenen van de bovenbedoelde aansprakelijkheid.
Het is aan alle rijks-, provinciale en gemeenteambtenaren, die op eenigerlei wijze bij de uitvoering van de wet op de nationale militie betrokken zijn, en aan alle krijgslieden verboden, deel te nemen aan eene onderneming, het bezorgen van plaatsvervangers of nommerverwisselaars ten doel hebbende, of daaruit eenisre voordeelen te behalen.
Dij het engagecren van een plaatsvervanger of nommerver-wuselaar is men gewoon een contract te sluiten, dat meestal ten doel heeft te beletten, dat do plaatsvervanger zich aan een ander verbinde. De volgende kunnen daartoe als modellen strekken.
437
1°. Contract met een plaatsvei-vanger (te schrijven op een zegel van 25 ets.)
ïusschen de ondergeteekenden N. N., van beroep .... wonende
te......vader en als zoodanig de wettelijke voogdij hebbende
over zijn zoon N. N,, loteling van de lichting van dit jaar, uit de gemeente .... en aldaar een dienstplichtig nommer getrokken hebbende, ter eene, en N. N., van beroep ..., wonende te .... ter andere zijde, is overeengekomen;
1°. De contractant (er andere zijde verbindt zich om als plaatsvervanger bij de nationale militie op te treden voor den zoon van contractant ter eene zijde, en al de plichten te vervullen, die de beslaande of toekomstige wetten op dat punt van dezen zijnen zoon zullen vorderen; hij zal te dien einde de benoodigde stukken onverwijld doen gereed maken, en zich, hetzij particulier, heizij officiéél, zoo dikwijls doen keuren; als zulks door den contractant ter eene zijde noodig of dienstig zal geacht worden.
2°. De contractant ter eene zijde verbindt zich daarentegen, voor die dienstvervulling aan den plaatsvervanger te betalen de som van..... gulden, en wel op de volgende
wijze: Bij de goedkeuring voor den militieraad de som van .... gulden; bij goedkeuring en inlijving bij het corps, waarbij de plaatsvervanger zal worden in dienst gesteld, de som van .... gulden —, en de resteerende .... gulden na finaal volbrachten diensttijd of eerder eervol ontslag uit den dienst, waardoor de zoon des contractants ter eene zijde geheel van den dienst bij de nationale militie zal bevrijd zijn. 3°. Ingeval de ondergeteekende ter andere zijde hij den militieraad of bij het corps mocht worden afgekeurd, of om welke andere reden ook uit den dienst werd ontslagen, met zoodanig gevolg, dat genoemde loteling weer dienstplichtig werd, zal de plaatsvervanger geen aanspraak hebben op hetgeen hij nog te beuren heeft, en dit contract van rechtswege vervallen zijn.
Aldus deze na lezing onderteekend te ...., den .... 18...
2°. Contract met een nommerverwisselaar (te schrijven op een zegel van 25 ets.)
De ondergeteekende.. .. landbouwer, wonende te ...., voogd
van en in die hoedanigheid handelende voor----- loteling uit
deze gemeente en over dit jaar getrokken hebbende nummer. ., hetwelk dienstplichtig gesteld is — ter eene — en...., schoenmaker, wonende te ..., over 18.. geloot hebbende in genoemde gemeente en alstoen getrokken hebbende N0.. .. —, ter andere zijde — zijn overeengekomen:
438
1°. De contractant ter andere zijde verruilt zijn als boven getrokken noramer tegen en met dat van den zoon van contractant ter eene zijde, met dat gevolg, dat hij in diens plaats al de diensten zal vervullen, die de wet op de nationale militie van genoemden loteling vorderen zal.— 2°. Daarentegen belooft de contractant ter eene zijde voor die ruiling en dienstvervulling aan den contractant ter andere zijde te betalen de som van . .., en wel in de volgende termijnen: o) bij de inlijving en goedkeuring bij het corps .... gulden; b) enz.
3°. De contractant Ier andere zijde verbindt zich om ten spoedigste te zorgen, al de benoodigde stukken, alsmede de toestemming van zijne ouders (of voogden) te doen gereed maken, en zich zoo vaak te doen keuren en visiteeren, als de contractant ter eene zijde noodig zal achten.
Ten slotte verklaart de mede-ondergeteekende .. .., vader (of voogd) van den contractant ter andere zijde, na gedane lezing van de bovenstaande overeenkomst, daarin genoegen te nemen, en toe te staan, dat zijn genoemde zoon (of pupil) de voorzeide ruiling aanga, — en verbindt zich om ten overstaan van het gemeentebestuur de benoodigde toeslemming uit te brengen
Aldus gedaan te . .. ., den .... 18 ..
—^'XAA/WVX/X/VWWsy^——
439
A. Formulier van eer. Dagboek. Amsterdam, den !2den Januari 1863.
Credit.
M. van der VELDE alhier.
Ontvangt van mij in betaling per eene quitantie op J. Kolf te Weesp, groot . . f
109
19
___6 DITO_______
Debet.
Georg NANNERÏ alhier.
Aan ZEd. ter incasseering gegeven:
een wissel op A. Jaarmark te Zaandam,
vervallen 15 dezer........f
een dito op P. Drissel te Ouderkerk,
vervallen ultimo dezer, groot .... eene acceptatie van K. ter Meer alhier, vervallen ultimo dezer, groot ....
_________11 DITO_______
61 48
35
10
46
Credit.
W. J. MOLENAAR te Utrecht.
Betaalbaar voor mijne rekening
aan Van der Vorst aldaar......f 9 75
440
Fol. 1.
B. Pormulior van een Inkoopboek. 1873. AMSTERDAM. Credit.
J. B0RST00 alhier. | ||||
Januari. |
2 |
Per Contant. Per 80 meters bl. laken a /■ 15,75 per meter.......f \ 260,00 Af 1 pet. . - 12,60 /■1247,40 Af 5u/0 per Contant - 62,37 | ||
f |
1185 |
03 | ||
P. RAUDER te Elberfeld. | ||||
Januari. |
3 |
Ontvangen over Arnhem door tusschenkorast van R. Andres aldaar, franco vracht en rechten. H. W. N. 2. Een kistje met 12 stuks a 20 met. kat. a ƒ 1,10. ƒ264,00 10 i) i) 16 » » » -1,—. -160,00 27 . »15 » » »-0,70. -283,50 Kistje ... - 3,50 | ||
ƒ |
711 |
00 | ||
A. de RUITER te Utrecht. | ||||
Januari. |
4 |
Per 12 gros knoopen. . ƒ 3,75. ƒ 45.00 Af 2 pGt, - 0,90 | ||
/ |
44 |
10 |
441
Fol. 1.
C. Formulier van een verkoopboek. 1873. AMSTERDAM. Debet.
A. HAGEDIS te Hoorn. | ||||
Op 3 maanden. | ||||
Febr. |
10 |
Aan een rijmantel met 3 kragen. . f |
98 |
00 |
G. SLORRIS te Alkmaar. | ||||
a Contant. | ||||
Febr. |
11 |
Aan 10 stuks borstrokken met verschotten a ƒ3,50.....ƒ35,00 | ||
Af 5 pCt. ...- 1,75 ƒ |
33 |
25 | ||
MELCHERS amp; ISAAKS alhier, op 6 maanden. | ||||
Febr. |
13 |
Aan 1 stuk bl. laken 54 meters. Af 10 püt. 5,''^ » 48,^ meters a ƒ 10,00 . . . ƒ486,00 | ||
Af 3 pCt. . . - 14,58 ƒ |
471 |
42 |
LO 00 LO CO I I | »0
t- O
O X)
o
to
-'t r— O (3lt;l Ot: lO C5 O CO CM oo CO O -r- -c— «r- lO
i i
* -T3
O
co
5^ ^
iC
^ I
. -Q
. s
D
IZï3 ^ ^
c 5 ^
c quot;O
Scquot;0 ^ S — . t- —
-c ^ 2
ao bü) quot;= § ®
O Q 03 C-—
-o c
c t-2 C U
«
O)
-Q
C3 C3 K5 C3
5 ï
O .—
~ c 1Z ^ o ~
a: ï
c/i
|
c O CU |
■ 2 0 -2 o
O) gt;
c
S £ 1^2
quot;2 ï: a
o „ = 2
quot;1 quot; Ë -Q = ^ °
= m ^
.S C-S
C3
' •quot;= C
Cï SM
ca O.
agt;
^CO^OOOCOO — ^co^ „ — — G^J CM S^l ©•! quot;CO
O
oo
r- o
— CO
I I 1
O
O lO
CM
lO
quot;M
CO t— ITD lO LO
X) -s- CO —
.s |
1 |
c O |
ier |
J, | ||||
C3 gt; |
cn (ü gt; |
t- |
-C C3 |
CJ b/a c | ||||
O |
, |
Q |
la |
C3 | ||||
CM |
C3 |
a O c« tZ) |
gt; | |||||
g |
quot;03 C/3 |
c agt; |
c O | |||||
C3 |
c/gt; |
quot;o |
C3 | |||||
gt;■ |
' c |
rj |
• |
CO | ||||
c Q |
O |
O | ||||||
-3 C3 re |
CJ |
C3 |
c C3 | |||||
C3 |
ei |
C |
CJ O |
ai |
quot;SU CD | |||
d O |
c |
c |
c |
fi |
c |
s | ||
O |
O |
C3 |
O |
OJ |
C3 |
es | ||
O |
gt; |
?»• |
gt; |
C3 -lt;
ca o
.S
quot;3 tc
a
c3 gt;
O
O p-
fi
CS ■lt;
OO CM ■«— -f— — CM CO
CO r—
so .
443
— ei —^ O Ggt;1 I «T» lO CO 1 Ci |
^1 |
49 |
«M |
fel |
Gl | |
i^- G-l O -^ |
— |
r— |
O |
ir- f |
oo | |
— G^l CO |
•r^ |
LO |
— |
ho j |
O | |
— |
CM |
ico S |
Gl |
C b-
2
ca gt;
id
CSJ -♦-»
S
O
amp;q
o lt;
cd
O
c/}
^5
-SJ O
lt;53
b3 H
cd td W
O P
O O u
ó a
O O
£
c3 gt;
S
•ih
3 e
O
Ph
■quot;t
cd w
Qh O
H
O 03
pq
c -a
es td
o
1 |
—1« |
o uo I Itr: |
(M |
iO (M 1 Ir- |
CJJ |
i r- O 1 — | |
cO -;- CO 1 - |
CO |
S— |
t/D
.5 • o
£ 0.
0 • iO gt; lO ^
r—
S
-«i
1 §2
C quot;c/j C O C3
^ gt; a-— ro CM
^3 •— Cjj o r- c - aj
30 =^-a
iC OO G^l — I (M -;- CO I
S
o
1 ^ |
as Gi |
-| |
1 ^ |
*- — |
CO 1 |
o -r- tO O |
GT. OO uO O — rM |
il |
-S ' |
I |
S, |
• C • «5 . •-» . |
ri-5 | |
-a Q-15 0 * |
as gt; |
'S
CU TS ïs» . . W -o tS3
-lt; - c
• c agt; C ca -a C3 gt;■ —
^ c ra • -a S ra e» 2: g
CS3 ~
G — ^ ëT -
c B ^3 quot;5 s cr o
o u-. 5 o
T3 _ ^ td ■-'
C-. CD O ÖiD
M tlt;3
%
co
co t: r- _o X) «
T-
o
fclH
444*
P. Formulier van eene schrijnwerkers-rekening.
REKENING over de voor den Heer N____ alhier gedane werkzaamheden, van den schrijnwerker N____ te N____
| ||||||||||||||||
G. Formulier van eene winkeliers-rekening. |
Amsterdam, 1874. Ten dienste van den Weledelen Heer N. N.. .. te N. . .. geleverd door N. N... .
1874. |
Debet. | ||
April 5. Juni 8. Juli 3. Sept. 9. |
10 meters blauw laken a ƒ5,00 per met. / 5 meters fijn wit katoen a /0,35 per met. - 1 zijden sjaal.........- 4 meters rood fluweel (katoen) a ƒ 3,00- |
50 1 5 12 |
75 75 |
/ |
69 |
50 | |
Voldaan den 22sten Januari 1875. N. N.... |
445
TELEGRAMMEN.
Behalve het schriftelijk verkeer is er nog een veel sneller middel van gemeenschap, en wel de telegraaf, waarvan men zich uithoofde van het geraak, de snelheid en onkostbaarheid meer tn meer begint te bedienen, doch waardoor eene wijze van correspondeeren ontslaan is, die van de gewone briefwisseling aanmerkelijk verschilt.
Wil men berichten per telegraaf overzenden, dan lette men op de volgende bijzonderheden en neme, men deze reglementaire voorschriften in acht.
De berichten moeten in den tekst zonder verkortingen of met het taalgebruik strijdige samenvoegingen, duidelijk en in verstaanbare taal geschreven zijn, en den naam van den afzender, alsmede den naam en de woonplaats van den geadresseerde bevatten.
Het adres staat aan het hoofd van het bericht, de ondertee-kening aan den voet.
Daarbij zorge men, dat het schrift en het adres duidelijk geschreven zijn, ten einde alle vergissingen zooveel mogelijk te voorkomen, en dat men zich van de kortst mogelijke uitdrukkingen bediene, opdat men het voor éen bericht bepaalde aantal woorden niet overschrijde, dewijl men steeds meer moet betalen, boe meer men schrijft. De geapostrofeerde letters worden voor éen woord gerekend.
De kosten van overseinen van een bericht van 1 tot 20 woorden bedragen voor alle plaatsen binnen het Rijk, welke ook de afstand tusschen het kantoor van afzending en dat van bestemming zijn moge/0,30. Voor iedere 10 woorden daarboven wordt de prijs met ƒ 0,15 verhoogd. Adres en naamteekening zijn onder die 20 woorden begrepen, en elke afzonderlijke letter rekent voor een woord; zoo rekent A. K. Huisman voor 3 woorden.
De in berichten voorkomende boven-, tussehen- en overschrijvingen, uitschrappingen en doorhalingen moeten door den afzender als deugdelijk erkend en gewaarmerkt zijn.
Het gebruik van geheimschrift is verboden.
De kosten worden bij de aanbieding betaald; te weinig betaalde kosten worden bijbetaald; de te veel betaalde teruggegeven.
Ten einde te doen zien, hoe men een gewone tyding, zooals zij in een brief zou geschreven zijn, tot een enkelvoudige tele-graphische depcche inkorten kan, kan het volgende voorbeeld dienen:
446
Den Heer P. V.... te Dordrecht.
Weledele Heer.
Ik neem de vrijheid, mij tot U te wenden, met vriendelijk verzoek om in hel schip, dat te Dordrecht in lading naar Batavia ligt, voor mijne rekening te nemen vijientwintig ton scheepsruimte voor likeuren, en tevens de goedheid te hebben, mij met omgaande post deswege te berichten.
Met achting, UE'. dw. dienaar,
M. H. Stolker.
Deze brief' bevat 65 woorden, en zou dus als telegram 3J maal het tarief moeten betalen. Maar het is volstrekt niet noo-dig, zoo uitvoerig te schrijven, en do brief had zonder nadeel wel eenige woorden kunnen missen, b. v.;
Den Heer P. V.... te Dordrecht.
Weledele Heer,
Ik verzoek u vriendelijk, voor mij, in het schip, te Dordrecht naar Batavia in lading, 25 ton scheepsruimte voor likeuren te nemen en mij met omgaande bericht te geven.
ÜES. dienaar,
M. H. Stolker.
Nu zijn er 42 woorden, en dus is het bericht nog te groot voor eene telegraphische depeche. Men zou het echter ook aldus kunnen inrichten;
P. V.... te Dordrecht.
Neem voor mij 25 ton scheepsruimte voor likeuren in het schip te Dordrecht in lading naar Batavia.
M. H. Stolker.
waardoor de brief 25 woorden zou bekomen, en dus nog 5 woorden te veel, die wij moeten trachten te doen verdwijnen. Men zal dit doel bereiken, wanneer de telegraphische depeche luidt:
P. V.... te Dordrecht.
Bezorg mij 25 ton scheepsruimte voor likeuren in schip te Dordrecht ladende voor Batavia.
M. Stolker.
447
Men ziet hieruit op welke wijze men le werk kan gaan om een brief tot een enkel telegram in te korten. Men zorge echter steeds de kortheid niet aan de duidelijkheid ten ofï'er te brengen, opdat men niet onverstaanbaar worde, waarvan men lichtelijk gevaar loopt. Men schrijve eerst het telegraphiseh bericht, rekene dan uit hoeveel woorden er nog bij kunnen gevoegd worden of hoeveel men er moet wegschrappen, en men trachte steeds zulke woorden te gebruiken, die in een enkel woord veel zeggen, waardoor men weder eenige woorden winnen l:an. Een weinig nadenken zal er altijd in doen slagen om het bericht zoo kort mogelijk en met voldoende duidelijkheid uit te drukken.
Zie hier nog een ander voorbeeld:
Den Weledelen Heere A.... onderwijzer te G.
Waarde Ouders,
Met groote vreugde kan ik u melden, dat ik heden in mijn examen volkomen geslaagd ben. Ik blijf nog een paar dagen in den Haag en kom overmorgen avond eerst te huis. Vele groeten
Uw liefhebbende zoon, A. J. Winter.
Dit zou voor telegram even goed kunnen luiden ;
Hoezee! geslaagd. Overmorgen avond te huis. Groeten,
Adriaan.
AANPLAKBILJETTEN.
Bij aanplakbiljetten, die doorgaans van aanmerkelijke grootte, ja zelfs zeer groot kunnen zijn, is een der eerste vereischten, dat de zaken, waarom het eigenlijk te doen is, met groote, sterk in het oog loopende letter gedrukt s\orden, zoodat het biljet dadelijk de aandacht trekt. Men zorge voor eene juiste en bondige opgave van hetgeen men aankondigen wil, en voege er de bijzonderheden in kleinere, min of meer uitkomende letter bij; vooral moet ook het adres duidelijk uitgedrukt zijn. — Ofschoon men in elke stad dagelijks aanplakbiljetten zien kan, die tot voorbeelden kunnen dienen, zullen wij hier toch nog een voorbeeld invoegen, maar natuurlijk op eene verkleinde schaal, daar de vorm van dit werk geen grootere toelaat. Het zal voldoende zijn, om den algemeenen vorm te doen kennen.
I
iQ
0
I—I
H
so
CU
1
H
lt;£gt;
^ C •= c
^ 9 r=; 0 ?? c: ^ cc
3 « a
.2 S
^4 I
o c
a s
a §
•lt;» B P ^
w a g »
o
C5
lt;i 1
H i
K i
G b 5 z « s
tH
Jh
CÖ Ü 02
CD
OS a
2
J c
•Ö
to
O iï
H
a s
H E
es
s »»
e
C?
rQ
« O
•«4
gt; rH •iH CÖ
m
o amp;
■M
!=f
WHS 000 saa
S pq «
waw « ö H s gt; gt; tgt; O O O
k
£5 m m
5, O
CO
5H5 gt;—lt;
S clt;o
_, T!
CÖ
CL3
■lt;
E
L^3
4/5 —1 O
lt;-J
fc=j)
... O c-i E-i E-i cï ö W K o
S S ^ O
O O a zi Z Z Z „ lt;! lt; C H S! S S ^ C C C O
® ® O g
H E- H ' CO C •/-CC .X, «
coos a P: =
|zilZ5S WHS o a Q
sga
H H H
w wa
« P3
H « H gt;gt;gt;
O O O
449
STUOOIBILJETTEN.
Bij strooibiljetten, die uit den aard der zaak zelve niet groot kunnen zijn, zorge men steeds, dat de zaak, die men daarin aankondigt of' aanbiedt, met eene duidelijke, grootere letter gedrukt vvorde, zoadat daarop aanstonds de aandacht valt. Het spreekt van zelf, dat het adres behoorlijk wordt uitgedrukt. Over het geheel is kortheid en bondigheid ook hier zeer aan te bevelen, omdat men gevaar loopt, dat bij groote uitvoerigheid het biljet niet gelezen zal worden. Men is evenwel bij strooibiljetten daaraan niet zoozeer gebonden, als bij de sroote aanplakbiljetten.
Zie hier een paar voorbeelden:
450
GOUDA, hoek van de Aalemarkt eu Kattegraolit, W n0. 17
Een groot assortiment Bonbeurs du-jour, sesloten en open, ryk voorzien van spiegelfilas en snij en lofwerk; open en sluitende bureaux, eet- theetafels en spceltarelljes, reisnécessaires, étagères, kleeding-, porseleinkasten, enz, sofa's (tète a-tète, port-i-ports), canape s, causeuses, gemaksloelen, rustbanken, stoelen, voetbankjes, elegante stooven..........
Pianino's in alle mogelijke genres,blaas- cn strijk-instrumcn-ten, speeldoozen, harmonica's, enz. enz. Alles uit de eerste fabrieken.....................
Reiskollers, in allerlei prijzen,.............
Reisval lezen » quot; .............
Reiszakken, » » . ...........
Reismntsen, quot; quot; .............
Geldtasschén » quot; .............
Overjassen quot; quot; ............
Overscboenen quot; » ............
Zak- en -n isselportefeuilles, in allerlei prijzen,.......
Notitieboekjes, portemonnaics, cigarenkokers, potlooden, enz. .
Regenmantels, in allerlei prijzen.............
Overscboenen, » » ...........
Borduurpatronen » quot; ............
etc.
Gaskroonen, in rijke sorteering............
Petroleumlampen, nieuwste systeem........
Moderateurlampen, in allerlei prijzen,..........
k pnkpnlamnen » quot; !,le mins'quot; koperen . .
keukenlampen, j dc minslc verlakte
Kamer-Ornementen, Porcelein en Glaswerk.
Grldcn Cents
in alle
prijzen
NB. Geëerde bezoekers gelieven bij het inkomen te letten op deze orde van inrichting:
Damcs-Arlikelen rechts. Ucercn-Artikelen links
Huishoud- Artikelen achterin het magazijn. Ornement//, enz. op de bovenzaal-
451
W
w
)—1 Eh Ph -aj
R
c—
zn amp;
ü? C
Sz;
tz -lt;
« O. Q -quot;
'-— io ïr:
quot;quot; quot;■ O 2 c
lO iO IO
■ iO lO l-O iC i.c
H ^
^•£=
W °
M -=
S-s s^p
3«lt;i ïïqo
ooo gt;nB
pqwpn Q-g
teK amp;lt;
o|^
S0pq
Ss K
W gt;
W
£H
spq Sg
30
IB
« =
cqB
^S w« cut»
N
pa,
M H
J quot; J J
Sw
M H «H
KI
w
O SH
W
O i—i S3
H P^ amp;3 W C
a
tcH
O
O
ca
/•V*
Q «
lt;j lt;
Eh
03
O
S
P3 O
ö ^65
^1 Jü
^ lt;a
SC quot;
P4
c/j ■lt;!
gt;gt;gt; 'Of^
ra H ^ H
ww^gw
IsgSs quot;5;sl
sa-s|
H K
ff! W O P a öóis]s«
O jï) H o S MwSol
'aRti^ti '5 gt;^lt;ü^hoWW ^HOiHt-sKlOISlW'SN
^ojvq^O^iacQo^^S
HHOWlZiFLiH^jajOajrtg FHKOQOMfeiSMWiaOamp;H
SKogolziSörtögo^ apWowotUfcffltJoOjr; «N0P4Ü3{gt;0pqlt;!q^gp
Cx3 «i GO -Ph « lt;rJO
^ f-
t£5w cc
ï—. ^ i—3 dj
3 •
H-} r-
-S?
I
O O
v:
cj Nc
'oo „
MR
Gil ^D ^ E-«
452
' AD VERTENTIEX.
Het adverteeren, dat is, het bekendmaken, aankondigen, aanbieden, enz., door middel van de dagbladen, is thans zoo algemeen, dat men het gerustelijk als eene dringende behoefte voor den koopman, of voor elk, die zaken doet, kan beschouwen. De handelaar of winkelier, die uit ouden sleur of uit zuinigheid niet adverteert, omdat hij meeat de kosten der advertentiën wel te-kunnen besparen, staat niet op de hoogte van zijnen tijd, en zal zich allicht door zijn mededinger, die alle middelen gebruikt om de aandacht van het publiek te trekken, om zich bekend te maken en zijne waar aan te prijzen, zien overvleugelen. »0n-bekend maakt onbemindquot;, zegt het spreekwoord, en van deze waarheid overtuigd, begint ook in ons vaderland het adverteeren meer en meer toe te nemen, terwijl men bevindt, dat de kosten der advertentiën ruimschoots worden opgewogen door het toenemend debiet. Die advertentiekosten zijn een klein kapitaal, dat men uitzet, maar dat dikwijls tien-, ja honderdvoudige renté geeft.
Het is evenwel niet onverschillig hoe eene advertentie wordt ingericht; men moet daarbij op eenige bijzonderheden letten, die wel eens al te veel uit het oog worden verloren.
Hare eerste vereischte is, dat zij waarheid bevatten moet; een bluffende, snoevende advertentie, die bovendien leugenachtig is en waren opvijzelt, welke dit niet verdienen, is hel werk van een bedrieger en kan alleen ten nadeele van dengene, die haar plaatst, uitloopen, daar zijn bedrog spoedig ontdekt en bekend zal worden.
De advertentie moet zoo kort mogelijk zijn, niet alleen, omdat noodelooze gerektheid de advertentiekosten vermeerdert, maar omdat men ze niet gaarne leest en er dus allicht overheen loopt.
Zij moet goed gesteld en zoo sierlijk mogelijk van stijl zijn; men mijde grove taalfouten, omdat zij den schrijver belachelijk maken, kieze goede bewoordingen en zorge, dat do woordvoeging duidelijk en samenhangend zij; daarbij vermijde men alle blui-ferij en snorkerij, en schrijve haar duidelijk en goed leesbaar, ten einde te zorgen, dat de letterzetter of corrector haar goed kunne lezen, en niet tegen wil en dank fouten make, omdat bij de advertentie niet lezen kan.
Wil men de advertentie door verschillende in het oog loo-pende letters laten drukken, dan moet men dit door onderstrepingen aanduiden, en daartoe dienen de volgende regelen:
Gewoon schrift zet men op de drukkerij met de gewone letter der courant.
Met eene cursijf letter worden gedrukt, de regels of letters, die met één streepje onderstreept zijn.
453
Die met twee streepjes worden met eene kapitale letter gedrukt.
Alle woorden, die driemaal onderstreept zijn, beteekenen eene groote letter.
Is een woord van vier streepjes voorzien, dan wordt op de drukkerij de grootste letter gekozen, die men heeft.
Wil men de aandacht op een woord laten vallen, zonder het cursijf of grooter te laten drukken, dan schrijve men staande streepjes tnsschen de letters, waardoor het woord met spacie gedrukt wordt, hij voorbeeld: zoo even ontvangen.
Men schrijve geen woorden aan elkander, die gescheiden be-hooren te zijn, plaatse geene groote letters in het midden der woorden, en wanneer men zich ten opzichte van de taal wantrouwt, verzoeke men 'liever dat de advertentie op de drukkerij zelve van fouten worde gezuiverd.
Het is niet noodig, hier modellen van advertentiën op te geven, omdat de eerste de beste courant daarvan genoeg voorbeelden oplevert. Wanneer men de meest in het oog vallende en ^est geschrevene aan de bovenstaande regelen toetst, dan zal men zien, dat zij geheel daaraan beantwoorden.
HET VOORNAAMSTE UIT DE POSTWET.
De Staat behoudt zich uitsluitend de bevoegdheid voor tot het vervoer van brieven, pakketten, papieren, enz., beneden het gewicht van 5 hektogrammen. Aan dit monopolie zijn niet onderworpen : l0 brieven, door particulieren, zonder genot van vracht, overgebracht; 2° papieren, betrekkelijk de onderneming van den vervoerder ; 3° adressen of facturen van goederen, die tevens vervoerd worden; 40 nieuwspapieren en boekwerken.
Het port van binnenlandsche gefrankeerde brieven, niet meer wegende dan 15 grammen, bedraagt 5 cents. Voor gefrankeerde brieven en pakketten enz. boven de 15 grammen, is 't navolgende port verschuldigd:
50 grammen 10 cents.
15
20 25 30 35 40 45
100 150 200 300 400 500 750
boven
15 tot en met 50 •100 -150 200 300 400 500
en voorts voor elk gewicht van 250 grammen of gedeelten van 250 grammen, een port van 5 cents daarboven.
Het port van ongefrankeerde brieven enz. is 5 cents hooger dan dat der gefrankeerde brieven.
454
Bij ontoeieikende frankeering door postzegels, is het port va» ongefrankeerde brieven van toepassing, na aftrek echter van de waarde der gebezigde zegels. Breuken van vijf cents worden voor het volle bedrag van vijf cents gerekend.
De frankeerzegels zijn op alle Post- en Hulpkantoren, tegen contante betaling, te verkrijgen. Zij worden vastgehecht in deu bovenhoek, links van het adres. Het is verboden reeds gediend hebbende postzegels te gebruiken, op straffe van zware boete.
De gewone aangeteekende brieven moeten aan allo kanten gesloten en voorzien zijn van twee of meer zegels in lak, en zoodanig geplaatst, dat al de vouwen van den ornslag daarduor met elkander verbonden zijn De zegels moeten een of ander keu-merkend onderscheid vertoonen, b. v, een naamcijfer of geslachtswapen, en mogen dus niet bestaan uit een muntstuk of een voorwerp, dat niet van andere voorwerpen verschilt.
Bij aanteekening met aangifte der geldsivaarde is, behalve liet port, nog een recht verschuldigd van 5 cents voor elke 50 gulden of gedeelte daarvan, bij de afzending te betalen. Hui bedraagt in geen geval minder dan 20 cents. Tot een hooger bedrag dan ƒ öOOO wordt niet ter verzending toegelaten. Sluiting als bij de gewone aangeteekende brieven.
De persoon, aan wien de brief geadresseerd is, ontvangt van het kantoor van aankomst eene schriftelijke kennisgeving ter afhaling van den brief. Indien de geadresseerde zeli verschijnt, wordt hem de brief, op vertoon der kennisgeving, overhandigd. Hij kan echter ook, wanneer de aangegevene waarde beneden ƒ iüO is, een ander tot het ontvangen machtigen, door het invullen en onderteekenen van het formulier van lastgeving, dat op de kennisgeving voorkomt. Brieven met eene uungegevene geldswaarde boven ƒ 100 worden alleen aan den geadresseerde of aan iemand, door hem van eene volmacht in forma voorzien, ter hand gesteld. Mocht men vermeenen, dat eene aangeteekende brief zich niet in ongeschonden toestand bevindt, dan behoort .laarvan, vóór het verlaten van het kantoor, aangifte te geschieden, fen einde daarvan onmiddellijk proces-verbaal worde opgemaakt. , De aanteekening is verplichtend bij verzending binnenslands van brieven, waarin gereed geld, edele metalen of kostbaarheden gesloten zijn. Bij verzuim geschiedt de aanteekening ambtshalve, en moet de ontvanger, behalve dubbel port, onverschillig of de brief al of niet gefrankeerd zij, ö0/0 der ingesloten waarde betalen.
Bij verloren gaan van gewone aangeleekende brieven, geldswaarde bevattende, wordt eene schadevergoeding van /' 25 gegeven; bij verloren gaan van aangeteekende brieven met aangifte van geldswaarde wordt het volle bedrag vergoed; evenzon
455
bij gedeeltelijke vermissingen. Is de vermissing veroorzaakt door overmacht, of' door schuld, nalatigheid van den afzender, dan wordt gecne schadevergoeding uitbetaald.
Het port van dag- of weekbladen, met of zonder bijvoegsels, bedraagt 1 cent voor elk nommer of exemplaar. Beneden de 25 gram wordt evenwel slechts een halvecenl gevorderd. Gedruktestuk-ken, (boeken, platen, photographieën, drukproeven, prijscouranten, beursberichten, circulaires enz.) betalen voor elke 20 gram of gedeelte daarvan 1 cent. Boven do 400 grammen of gedeelten van 100 grammen wordt een port van 2 cents daarenboven geheven. Vooruitbetaling door opplakking van postzegels is verplichtend voor verzending van alle gedrukte stukken of couranten. Bij ontoereikende frankeering moet de ontvanger driemaal het bedrag van de ontbrekende som betalen.
De gedrukte stukken mogen slechts verzonden worden voorzien van een kruisband of strook, die het buitenvlak geheel of gedeeltelijk bedekt, en wel zoo, dat 't laatste gemakkelijk kan afgeschoven worden, om in staat, te zijn, den aard van het stuk te onderzoeken. Van koord of bindtouw mag op dezelfde wijze gebruik gemaakt worden.
Prijscouranten, aankondigingen, enz. enz. niet grooter dan 18 centim. lang en 13 centim. breed, kunnen geheel open, zonder kruisband, verzonden worden. De verzending van visitekaartjes echter is op den voet van het tarief van drukwerken uitgesloten.
liet port van monsters of stalen van koopwaren bedraagt 3 cents voor elke 40 grammen of gedeelten daarvan. Bij ontoereikende frankeering, worden zij met 3 x hel bedrag van de ontbrekende som belast. De monsters mogen het gewicht van 250 grammen niet te boven gaaii; terwijl afmeting in lengte, breedte en hoogte niet meer dan 30 centimeters zal mogen bedragen. Brieven of schriftelijke mededeelingen mogen niet bijgesloten worden.
Aan de Post- en Hulpkantoren zijn verkrijgbaar briefkaarten tegen 3 en dubbelde voor antwoord betaald, tegen (i cents. Dezen kunnen ook met potlood beschreven worden.
Evenzoo zijn verkrijgbaar postwissels tegen '/s c' helt; stuk, waardoor men gelden door het geheele rijk kan overmaken. Voor het over te maken bedrag wordt, voor elke f '12,50 of gedeelte daarvan, een recht van 5 cents betaald. De betaling van dit recht geschiedt met frankeerzegels, door den afzender op den postwissel te hechten. Wegens in 't ongereede geraakte postwissels worden duplicaten afgegeven.
Het bedrag van quitantiën, de ƒ150 niet tc boven gaande, kan men door tusschenkomst der postkantoren doen incasseeren, tegen een recht van 10 cents voor elke quitantie van ƒ 10 of
456
daaronder. Quitantiën van een hooger bedrag dan ƒ 10 moeten op gezegeld papier zijn geschreven. Borderels en formulieren, die tot dat einde door de belanghebbenden moeten ingevuld worden, zijn kosteloos verkrijgbaar.
Alleen aan brieven van openbaren dienst en die van het Koninklijke Huis is vrijdom van port toegekend.
De afzenders, die hunne brieven terug verlangen, moeten het bewijs leveren dat de op te vorderen brieven door hen afgezonden zijn. Men kan volstaan door te overleggen een volledig afschrift van het adres door dezelfde hand, vergezeld van een afdruk van het zegel waarmede, of eene opgave omtrent de wijze waarop de brief gesloten is.
BEPALINGEN BETREFFENDE HET DIENSTNEMBN ALS VRIJWILLIGER BIJ HET LEGER.
Als vrijwilligers kunnen aangenomen worden ongehuwde personen, Nederlanders van geboorte (voor Indië ook vreemdelingen) van 18 tot 36 jaren oud, en tot 40 jaren zoo zij te voren gediend hebben. Jongelingen, die hun jaar volbracht hebben, worden als tamboer of hoornblazer hg de infanterie aangenomen; jongelingen tusschen de 16 en 18 jaren: bij de muziek van de grenadiers en jagers, de korpsen kavalerie, de mineurs en sappeurs.
Bij de aangifte tot dienstnemen moet hij overleggen: 1° een extract uit de geboorteregisters; 2° een bewijs van goed gedrag, afgegeven door den burgemeester zijner gemeente; 3° een bewijs van voldaan te hebben aan de Nationale Militie, indien hij op 1 Januari van het jaar waarin hij zich wil verbinden, zijn 19ejaar is ingetreden en zijn 40quot; nog niet volbracht heeft; 4° by minderjarigheid toestemming van ouders of voogden.
Die reeds vroeger gediend hebben, 't zij hier te lande, in de koloniën bij de mariniers of de marine, moeten overleggen: 1° paspoort met certificaat van goed gedrag, en voor 't geval dat zij langer dan 3 maanden buiten dienst zijn, nog 2° bewijs van goed gedrag uit hunne gemeenten; 3° bij minderjarigheid, toestemming van ouders of voogden.
Vroeger gediend hebbende personen, die 't certificaat van goed gedrag niet kunnen bekomen, moeten dan een extract-strafregister of conduiteboekje overleggen.
Minimum der lengtemaat is: grenadiers 1.67 M., jagers 1.6 M., linie-infanterie 1.56 M., husaren 1.6 M., artillerie 1.67 M., mineurs en sappeurs 1.64 M.
De dienstverbindtenissen voor ongehuwde personen worden
457
aangegaan voor 3 jaren, zoolang zij hun 36® jaar niet hebben volbracht, of niet jonger dan 21 jaar zijn, en hun militiedienst volbracht hebben; bij de mariniers, de koloniale troepen of bq het leger hier te lande gediend hebbende, kunnen zij voor 2 jaar aangenomen worden, uitgezonderd bij de bereden korpsen. —
Militairen kunnen zich bij de infanterie voor 6 of meer jaren verbinden, terwijl alsdan eene maat van 1,55 M. voldoende is;
evenzoo wordt bij de overige wapens niet streng op de maat toegezien, mits men overigens geschikt zij.
Plaatsvervangers worden niet eer tot vrije verbintenis toegelaten, dan alvorens zij 6 maanden gediend hebben Zij hebben de navolgende slukken noodig :
I. Voor hen die bij de militie zijn ingeschreven, 1° bewijs der inschrijving; 2° geboorteacte; 3° bewijs van goed gedrag,
afgegeven door den burgemeester hunner gemeente ; 4° bij minderjarigheid, toestemming van ouders of voogden.
II. Voor hen die ingelijfd en in werkelijke dienst zijn: bewijs van goed gedrag.
III. Voor militien-verlofgangers; ï0 de verlofpas; 2° bewijs van goed gedrag.
voorwaarden van toelating op de militaire scholen
te Schoonhoven en Kampen.
De school te Kampen (Instructiebataljon) is bestemd ter opleiding voor de infanterie, zoowel voor hier te lande als voor de koloniën. De sterkte is bepaald: Voor de infanterie hier te lande 500 jongelingen; voor de infanterie in Oost-Indië 100 jongelingen; voor de militaire administratie hier te lande '12 jongelingen; voor die in Oost-lndië eveneens 12 jongelingen.
De school te Schoonhoven (Instructie-kompanjie) is bestemd ter opleiding voor de artillerie.
Aanvragen tot plaatsing moeten gericht worden aan de kom-tnandanlen dezer korpsen. De verbindtenis loopt over 10 jaren.
Vereischten tot toelating zijn: 1° in den regel een leeftijd tusschen de 16 en 18 jaren; 2° een gezond lichaamsgestel zonder gebreken; 3° eene aan de jaren geëvenredigde lengte en een goed voorkomen; 4° het schrijven van eene goede hand,
het duidelijk lezen, en het goed bekend zijn met de vier hoofdregels der rekenkunde.
idem voor de kon. milit. akademie te breda.
De ouders of voogden moeten zich daartoe bij rekwest op zegel wenden aan het Departement van Oorlog, voor den ln Mei
458
van elk jaar. Hierbij moet worden opgegeven den naam en de woonplaats van vader, moeder ot' voogden, met vermelding tevens voor welke wapens en voor welke dienst, hier te lande of tie koloniën, men den jongeling wenscht opgeleid te zien. Verlangt men de toelating niet uitsluitend voor éen wapen, dan inoet opgegeven worden, in welke volgorde men verlangt, dat de jongeling, wanneer hij niet voor het eerst gekozen wapen kan toegelaten worden, tot plaatsing bij een ander in aanmerking koms. Bij dit request moeten tevens overgelegd worden: 1° eene legale verklaring, dat de aspirant Nederlander is; 2C eene acte van geboorte; 3° eene verklaring omtrent de aan hem verrichte inenting der pokken ; 4° eene gelegaliseerde toestemming van vader, moeder of' voogden, tot het aangaan der dienstverbindtenis; 5° een certificaat van goed gedrag, af te geven door het gemeentebestuur van des aspirants woonplaats, en 6° voor hen, die door hunnen leeftijd in de termen der militie vallen, een bewijs, dat zij aan linnne verplichtingen hebben voldaan.
De aspirant moet op den ln September van het jaar, waarin het examen wordt afgenomen, den ouderdom van volle 17 jaar bereikt hebben, en niet ouder zijn dan 20 jaar.
De kadet (zijnde de titel die de toegelaten jongelingen dragen), is verbonden, den Staat gedurende 5 jaren als militair te dienen..
Het af te leggen examen is gelijk aan het eind examen der hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus, omschreven bij alinea 3 van art. 57 der wet van 2 Mei 1863 (Staatsblad n0. 50) en betreft voorts hef exerceeren uit de recrutenschool. Bedrevenheid in gymnastiek en schermen strekt tot aanbeveling. De cursus duurt 2 jaren. De kadet mag niet langer dan 2 jaren in hetzelfde studiejaar verblijven; bijbrengt bij zijne komst aan de Akademie een bewijs van vvoonplaatsverandering mede.
De jaarlijks te betalen som bedraagt /'600. De kadetten voor de dienst in Oost- en West-lndië worden geheel van hst stor-ien der jaarlijksche som vrijgesteld, doch zij worden niet toegelaten voor en aleer ouders of voogden borgtocht gesteld hebben voor de teruggave der verstrekte kosten van onderhoud, ingeval de kadet zijne bestemming niet volgt. Mocht de kadet komen te overlijden of ongeschikt worden voor den dienst, dan wordt zoodanige teruggave niet gevorderd.
Jongelieden, wier vaders op 't bed van eer, of binnen een jaar aan de gevolgen der door hen voor den vijand bekomen wonden overleden zijn, worden, na aan het voorafgaande examen voldaan te hebben, eveneens kosteloos opgenomen; terwijl de zonen van minvermogende doch verdienstelijke officieren en rijks-ambtenaren, geheel of gedeeltelijk van de bijdrage kunnen
459
vrijgesteld worden, wanneer zij niet in staat zijn die yeheel Ie voldoen. Ook kunnen de kadetten, die tijdens hun verblijl'aan de Akademie, door het verlies van ouders ol' betrekkingen, buiten de mogelijkheid zijn de bijdrage te voldoen, en dus de Akademie zouden moeten verlaren, voor dit voorrecht in aanmerking komen
1)2 jaarlijksche bijdrage wordt betaald in twee termijnen, en wel ƒ 300 vóór ot' op den ln September, en ƒ 300 voor ol' op Jen ln Maart.
Het wekelijksche zakgeld bedraagt voor een kadet-sergeant ƒ 2,50, voor een kadet-korporaal ƒ 1,50 en voor een niet gegradueerde kadet ƒ t,—
Het reglement voor de Akademie is in eiken boekhandel tegen ƒ 0,48 te verkrijgen.
IDEM VOOR HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOIl l'E MARINE
te Willemsoord.
Om als adelborst geplaatst te worden, moeten de aspiranten zich onderwerpen aan een vergelijkend examen, in de volgende vakken: schrijven, de gronden der nederlandsche, fransche en engelsche talen, de vaderlandsche en algemeene geschiedenis, de beginselen der aardrijkskunde, de rekenkunde tot en met de ieer der evenredigheden, de beginselen der wiskunde, de algebra tot aan de vierkantsvergelijkingen, de meetkunde tot aan de vlakken.
Om toelating tot dit examen moeten ouders of voogden zich wenden lot den . inister van Marine, met opgave van hunnen naam, voornaam, beroep, woon- en geboorteplaats, de godsdienst gezindte, waarloe de jongeling hohoort, eene geboorteacte en eene verklaring van vaccinatie. De aspirant moet zijn Nedei-lander en op den ln Januari van 'Ijaar, waarin 't examen gehouden vvordt, den ouderdom van 14 jaren bereikt hebben en zijn \le jaar nog niet zijn ingetreden. Do cursus duurt 3 jaar; gedurende dien tijd moet in zes termijnen / 1000 worden be-laald voor opleiding, voeding, kleeding, geneeskundige hulp, enz.
IDEM VOOIl KLF.RK BIJ DE MARINE.
Eerste vereischte is dat de aspirant geschikt zij voor de zeedienst. Het vergelijkend examen loopt over: grondige kennis tier nederlandsche taal, genoegzame kennis van de fransche en engelsche talen en om daaruit vaardig te kunnen verlalen, het schrijven eener goede hand, het rekenen lot en met de leer der
460
evenredigheden en de toepassing daarvan, algeraeene en vader-landsche geschiedkennis, aardrijkskunde, bekwaamheid in 't maken van een brief of opstel over een gegeven onderwerp; vlug begrip is groote aanbeveling.
Voor het verzoekschrift om plaatsing zie men verder Koninklijk Instituut te Willemsoord.
IDEM VOOE. DE MILITAIRE GENEESKUNDIGE SCHOOL TE AMSTEEDAII.
De aspiranten moeten zich aanmelden bij den Inspecteur van de geneeskundige dienst der landmacht, met opgave van naam en voornaam, die van vader, moeder, geboorteplaats, ouderdom, stand of beroep van ouders; of hij voor de geneeskundige dan wel voor de pharmaceutische dienst hier te lande of in de koloniën of voor de zeemacht verlangd aangesteld worden. Deze verklaring moet door ouders of voogden geteeko.id worden.
Dit verzoekschrift moet vergezeld gaan van: 1° eene verklaring dat de aspirant Nederlander is; geboorteacte; 3° verklaring van vaccine door een geneesheer afgegeven; 4° een certificaat van goed gedrag, af te geven door het gemeentebestuur der woonplaats van den aspirant; 5° voor hen die in de termen der nationale militie vallen, een bewijs daaraan voldaan te hebben.
Vereischten voor de toelating zijn: '1° geschiktheid voor de militaire dienst; 2° den vollen ouderdom van 17 jaren, doch niet ouder dan 20 jaren; 3° het afleggen van het staats-examen.
De als student toegelatenen genieten eene toelage van ƒ500; die voor de koloniën bestemd zijn eene toelage van ƒ 700; die voor de zeemacht eene toelage van ƒ 600.
Ouders of voogden moeten zich verbinden behoorlijk te zorgen voor woning, kleeding, boeken, instrumenten, enz. van hunne zonen of pupillen.
De geheele cursus voor de verschillende vakken duurt minstens 5 jaren voor de aanstaande officieren van gezondheid; minstens 4 jaren voor de militaire apothekers.
Een student kan uit zijne betrekking ontslagen worden: 1° ten gevolge van lichaamsgebreken, sedert zijne komst ontstaan, welke hem voor de krijgsdienst ongeschikt maken ; of wel indien het na verloop der twee eerste studiejaren blijkt, dat zijn gestel geene genoegzame ontwikkeling van het lichaam doet verwachten; 2° wanneer hij na twee studiejaren de noodige kennis tot het afleggen van het natuurkundig examen niet zal hebben verkregen; 3° wanneer hij na verloop van drie jaren studie het
461
natuurkundig examen met geen voldoenden uitslag heeft uitgelegd; 4° wanneer hij na verloop van 4 jaren, of student voor de pharmaceutische dienst zijnde, na verloop van 3 jaren (na het natuurkundig examen, het staats-examen als arts of apotheker met geen voldoenden uitslag heeft afgelegd; 5° wegens slecht gedrag; 6quot; wegens mishandeling van jongere kameraden.
Ouders of voogden zijn gehouden eene voldoende borgtocht le stellen, opdat de sommen, die door het gouvernement aan de studenten verstrekt worden, geheel of gedeeltelijk terugbetaald zullen worden voor liet geval de student zich aan zijne bestemming onttrekt of ontslagen wordt.
Na een verblijf van een jaar aan het hospitaal, verbindt zich de student, om na zijne benoeming tot oflicier van gezondheid of apotheker, tien jaren bet rijk in die betrekking te dienen. De student voor het leger in de koloniën moet zich verbinden, om, in geval hij binnen den tijd van 5 jaren na zijn aankomst in de Indien, om de eene of andere reden uit de dienst ontslagen wordt, onverwijld alle gelden terug te geven, die ten zijnen behoeve door het rijk gedaan zijn.
De studenten, die hun diploma als arts of apotheker hebben verkregen, moeten voor de betrekking van officier van gezondheid of van militaire apotheker een aanvullings-examen atleggen.
1de5i voolt de kweekscholen voor de zeevaart te
Amsterdam, te Leiden, enz. enz.
\0 le Amsterdam. Geene andere knapen worden hier opgeleid dan die Nederlanders zijn, den ouderdom van minstens 13 en hoogstens 15 jaren, bij eene lengte van minstens 1.42 M. bereikt hebben, een gezond gestel, vrij van alle lichaamsgebreken, bezitten; daarbij moeten zij bij een examen blijken geven, dat zij eene goede, leesbare hand schrijven, de gronden der Nederlandsche taal machtig zijn, vlug kunnen rekenen met gewone en tiendeelige breuken, het gebruik der evenredigheden kennen, en in geschiedenis en aardrijkskunde eenige vorderingen gemaakt hebben. Om tot dat examen te worden ingeschreven, moeten ouders of voogden zich met de jongens op de laat-sten donderdag in de maanden Maart en Juni, 's vooriniddags ten 9 ure, aan 't gebouw der Kweekschool vervoegen.
Voor verpleging en onderwijs wordt betaald f 240 'sjaars; bij de intrede moeten de jongens voorzien zijn van een kist, volgens bepaald model. Zij slapen ieder afzonderlijk in hangmatten, en genieten eenvoudige, doch gezonde voeding. On-vennogsnden kunnen gratis opgenomen worden.
De cursus duurt '6 jaren ; daarna doet de kweekeling twei-zee reizen, en wordt dan, als hij opgeleid is voor de Nederland-sche koopvaardij, eervol ontslagen De kweekeling, opgeleid voo-de dienst op de gouvernements-schoeners en kruisbooten in Oost-lndië, blijft 2^ jaar in 't gestidit en wordt daarna geplaatst in 's Rijks dienst in Oost-lndië als stuurmansleerling, tegen ƒ 40 's maands. Hij kan opklimmen tot stuurman en gezaghebber.
2° te Leiden. Deze inrichting stelt zich ten doel, door kosteloos onderwijs, jongelingen uit den bohoeftigen stand, in he! matrozenwerk voor de zeedienst op te leiden. Tegen vastgestelde vergoeding (ƒ 1,70 per week) worden op de inrichting zelve, voor zoover de ruimte zulks gedoogt, de kweekeiingen in voeding en huisvesting opgenomen.
De vereischte leeftijd is van 14 tot 18 jaren, doch in bijzondere gevallen kan op deze regel eene uitzondering gemaakt worden. De vereischten ter toelating zijn: een ordelijk voorkomen, met getuigenis van goed zedelijk gedrag en aanleg voor de zeedienst; de eigen verklaring van den jongeling, dat hij zich aan de kweekschool wil verbinden, en de toestemming van ouders of voogden.
Zoodra een kweekeling de vereischte bekwaamheden verkregen heeft, beveelt de commissie hem aan bij het Departement van Marine, om zoo spoedig mogelijk in 's lands zeedienst aangenomen te worden.
3° School voor Wis- en Zeevaartkunde te Harlingen. Ann deze school wordt het kosteloos onderwijs in dien omvang gegeven, dat de leerlingen in de gelegenheid worden gesteld om die kundigheden te verkrijgen, welke tot het afleggen van een examen voor de commissiën hier te lande gevorderd worden. Vereischten tot toelating zijn; 1° ouderdom boven de jaren; 2° bewijs van goed gedrag, afgegeven door het bestuur der woonplaats van de leerlingen; 3° genoegzame kennis van lezen, schrijven en de beginselen der rekende.
4° Zeevaartkundige Scholen in de Zeemanshuizen te Amsterdam en Rotterdam. Niet kosteloos, maar tegen eene zeer billijke betaling, wordt er onderwijs gegeven in al wat tot de zeevaart behoort, zoodat de leerling, die daarvan behoorlijk partij weet te trekken, met goed gevolg een stuurmans-examen kan afleggen
IDEM VOOR DE NORMAALSCHOLEN, ÏEK OPLEIDING VAN KWEK-KELINGEN TOT ONDERWIJZERS.
Aan deze scholen zijn verbonden beurzen van ƒ 200 tot ƒ250.
4-03
rijkstoelagcn van ƒ30 tot/o0, en gratificatiën van meestal/25.
Die voor het genot eener beurs wenschen in aanmerking te komen, raceten zich met eigenhandig geschreven brieven aanmelden bij den Inspecteur van het lager onderwijs der provincie, met opgave van naam en voornaam, woonplaats, onderdon! en namen van ouders ol' voogden. Vereischlen zijn; 1° woonplaats in de provincie; '1° ouderdom van 14 tot 11 jaar; 3° kennis der eerste beginselen van de hoofdvakken van quot;t lager onderwijs; 4° vast voornemen om tot onderwijzer te wordei. opgeleid. Er heeft een vergelijkend examen plaats.
De beurzen zijn bestemd om den jongelieden inwoning mei kost enz. te bezorgen; toelagen en gratificatiën worden aan de kundigste en vlijtigste leerlingen toegekend.
Behalve deze beslaan nog Oefenscholen, alwaar van regeerings-wege gelegenheid tot kostelooze opleiding van kweekelingen gegeven wordt. De kweekelingen genieten geene vaste rijkstoelage, maar aan de verdienstelijken worden kleine gratificatiën en tegemoetkomingen verleend.
Bovendien bestaat er te Nijmegen nog eene Christelijke Nor-maalschool, die zich uitsluitend bepaalt lot het lager onderwijs; voor de toelating wordt gevorderd: duidelijk en vlug lezen, vlug schrijven, kennis van de gewone eu tiendeelige breuken, van de allereerste beginselen der Nederl. taal, de vaderlandsche geschiedenis en aardrijkskunde, benevens eenige kennis der fransche taal.
Per drie maanden wordt voor huisvesting, voeding en onderwijs ƒ 75 betaald, voor intree ƒ 15. De jongelingen worden aan de inrichting gehuisvest en staan steeds onder behoorlijk opzicht. Naar mate van aanleg en lust voor studie kan de kvveekeling op den leeftijd van 18 jaren den rang van hulponderwijzer verkrijgen.
IDE'M TEE OPLEIDIKG VAN VOLONTAIRS BIJ DE NEDERI.ANSCHB HAKDELM A ATSCHAPPIJ.
De Directie dezer Maatschappij biedt jongelingen uit den beschaafden stand de gelegenheid aan, om, na eenigen tijd in de kantoren der maatschappij hier te lande te hebben doorgebracht, naar Indië overgeplaatst en aldaar in hare dienst werkzaam gesteld te worden. Bij het vergelijkend examen tot toelating wordt gelet op algemeene kennis van den handel en aanverwante vakken, het schrijven van een goeden hollandschen stijl en vaardigheid in de engelsche, fransche en duitsche correspondentiën. De overlegging wordt gevorderd van eene schriftelijke verklaring van ouders of voogden, waarbij deze hunne toestemming ver-
464
leenen tot hun vertrek naar Indië, op zoodanig tijdstip als de Directie zal raadzaam achten.
Aanvragen worden ingezonden aan de Directie der Nederland-sche Handelmaatschappij te Amsterdam, met opgave van ouderdom, woonplaats, tegenwoordigen en vroegeren werkkring.
IDEM TOT TOELATING VAN VOLONTAIRS BIJ DEN NEDERLANDSCHEN RH IJNSPOORWEG.
De jongelieden moeten zich schriftelijk aanmelden bij de Directie der Nederlandsche Rhijnspoorweg te Utrecht, met opgave van leeftijd, woonplaats en kundigheden. Vereischten zijn: goed, zedelijk gedrag, gezond lichaamsgestel, vlugheid van geest, kennis der nederlandsche, eenige bedrevenheid in de hoogduit-sche en fransche talen, goed en duidelijk schrift en vlug rekenen. Toelating na vergelijkend examen.
Voor de Staats-spoorwegen vervoege men zich bij de Directie der Maatschappij tot Exploitatie der Staats-spoorsvegen te 's Hage.
IDEM ALS LEERLING-TELEGRAPHIST.
Wie naar deze betrekking wil dingen, moet zich tot dat einde bij gezegeld request tot den Minister van Binnenlandsche Zaken wenden, met opgave van naam, voornaam en woonplaats, tevens daarbij overleggende de bewijzen, dat men Nederlander, niet jonger dan 18 en niet ouder dan 30 jaar is, een gezond lichaamsgestel zonder gebreken, namelijk doofheid en bijziendheid, bezit, gestaafd door de handteekening van een geneesheer, en gewaarmerkt door het gemeentebestuur, en eindelijk een getuigschrift van onberispelijk gedrag, af te geven door het gemeentebestuur.
De tijd van 't vergelijkend toelatings-examen wordt jaarlijks in de Staats-Gourant vermeld. Bij het examen wordt gevorderd; het schrijven van eene goede, leesbare hand, genoegzame kennis der nederlandsche, fransche, engelsche en duitsche talen om een opstel te maken, vlug rekenen, bekendheid met de eerste beginselen der stel- en meetkunst, en rechtlijnig teekenen.
De bezoldiging is ƒ — daags. Na nader afgelegd examen voor telegraphist 3e kl. is de bezoldiging ƒ 800.
IDEM ALS SURNUMERAIR BIJ DE POSTERIJEN.
Meu moet zijn Nederlander van geboorte, van goed gedrag en ten minste een jaar werkzaam geweest op een postkantoor
465
als klerk; gezond en sterk gestel en vrij van lichaamsgebreken zijn vereischten Voorts moet men eene duidelijke goede hand schrijven, bekend zijn met de nederlandsche, fransche, engelsche en duitsche talen, vlug rekenen, en het stelsel van maten en quot;ewichten kennen.
IDEM BIJ DE BELASTINGEN.
De aspirant moet zich onderwerpen aan een vergelijkend uxamen. Daartoe moet hij op den ln Juli voor het examen den vollen ouderdom van 19 jaren bereikt hebben en niet ouder zijn dan 25 jaren, na ten minste éen jaar werkzaam geweest ie zijn op een kantoor van directie, controle of ontvangst.
Bij het verzoekschrift op zegel aan den Minister van Finan-liën moet men overleggen: 1° eene geboorte-acte; V liet bewijs van voldran te hebben aan de militie; 3° dito dat men Nederlander is; 4° een getuigschrift var» den ambtenaar, ten wiens kantore de aspirant is werkzaam geweest, nopens zijn ijver, bekwaamheid en zedelijk gedrag; 5° het bewijs, dal hij bij machte is tot het stellen van een borgtocht, tot een bedrag van ƒ 5500 nominaal in eene inschrijving in 't Grootboek der 2^ pet. Nationale Schuld.
Bij het examen wordt gevorderd: 1° voldoende kennis der nederlandsche taal; 2° vaardigheid orn zich mondeling en schriftelijk met juistheid en gemak in 't nederlandsch uit Ie drukken; 3° voldoende kennis van de fransche of duitsche laai; 4° het rekenen, toegepast op munlen, maten en gewichten; 5° de kennis van de regelen voor het bepalen van de inhoudsmaat van regelmatige lichamen; en 0° de grondslagen en voornaamste bepalingen der wetten, besluiten en instructièn omtrent de directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnscn, de comptabiliteit, het materieel en het beheer van een ontvangerskantoor.
30
Namen der Mateu en Gewichten, die bij nitslniting in het Rijk mogen gebrnikt worden, volgens Art. 3 der wet van den 7den April 1869 (Staatsblad n0. 57).
Hoofdwoorden. Meier — El. Are — Vierkante roede. Stère — Wisse of kubieke el Liter — Kan of kop. Gram — Wichtje |
|
| ||||||
Lengtematen, |
10000 meters 1000 meters 100 meters 10 meters Myriamcter Kilometer Hektometer Dekameter Meter Decimeler Centimeter Millimeter Hektare Are Centiare Dekastèrc Stère Decistère Grondslag der maten 0,1 meter 0,01 meter 0,001 meter Tiiiiiiileinuten. 110 stèren = lOkub. met.t 10 wissen = 10 kubieke el. 1 kubieke meter j wisse = 1 kubieke cl. 0,1 stère = 0,1 kub. rael.l o,l kubieke el.10 stèren = lOkub. met.t 10 wissen = 10 kubieke el. 1 kubieke meter j wisse = 1 kubieke cl. 0,1 stère = 0,1 kub. rael.l o,l kubieke el. Inhoudsmaten voor natte waren. kante meier 100 vierkante meiers 0,01 are = 1 vlerk met. |
I0mülen = 1000 roeden = 10000 el. mijl = 1000 el. 10 roeden = 100 cl. racde = 10 el. El. palm = 0,1 cl. duim = 0,01 el. streep = 0,001 el. Vlaktematen. 100 aren = loooo vier- bunder = 100 vierkante roeden = 10000 vierk. cl. vierkante roede. = 100 vierk. el. vierkante el = 0,01 vierk. roede. |
1000 liters 100 liters 10 liters 1 kubieke decimeter 0,1 liter 0,01 liter looo kan = 10 vat. val = 100 kan. Kiloliter Hektolitcr Dekaliter Liter Deciliter Centiliter |
10 kan. kan = 1 kubieke Oalm. maatje = 0,1 kan. 0,01 kan. |
467
| ||||||
Inhoudsmaten voor droge waren. |
l(ino liters 100 liters 10 liters |
1 kubieke decimeter 0,1 liter 0,01 liter 1000 küp = 10 mud. mud = 100 kop. schepel = 10 kop. kop = 1 kubieke palm maatje = 0,1 kop. 0,01 kop. Klloliter Hektolltci' Dekalilcr Liter Deciliter Cenlilllei' |
Gewichten.
10000 grammen of 10 kilogrammen grondslag der gewichten, 100 grammen = 0,1 kilogram 10 grammen = 0,01 kilogram 0,001 kilogram 0,1 gram 0,01 gram 0,001 gram 10 pond. Myriagrani Kilogram Hektogram Dekagram Gram Decigram Centigram Milligram |
pond. ons = 0,1 pond. lood = 0,01 pond. wichtje = 0,001 pond. 0.1 wichtje. 0,01 wichtje. 0,001 wichtje. |
Verkorle schrijfwijze voor de benamingen der melrieke malen en gewiebten.
Liengtemaat. MM — Myriameter. KM — Kilometer. HM — Hektometer. DM — Dekameter. M — Meter. dH — Decimeter. cM — Centimeter. mM — Millimeter. quot;Vlaktemaat. MM! — Vierkante myriameter. KM! — Vierkante kilometer. HA — Hectare. A — Are. M' — Vierkante meter. dM! — Vierkante decimeter. cM- — Vierkante centimeter. mM' — Vierkante millimeter. |
Inhoudsmaat. M' of S — Kubieke meter. S -- Stère. dM1 — Kubieke decimeter cM1 — Kubieke centimeter. mM' - Kubieke millimeter. HL — Hektoliter. DL — Dekaliter. L — Liter. dl. — Deciliter. cl, — Centiliter. Grewicht. KG — Kilogram. HG — Hektogram. DG — Dekagram. G — Gram. dG — Decigram cG — Centigram. mG — Milligram. |
»0*
H erleidiiiK der Nederlandsdie iiinnt in ondersrlieideiie vreemde munten. |
'BK) |
es o o o »*5 ^ S) rcr-o . — ot^ co t- *«# i— cc 'ïj —- o — o w' r- ■ | |
quot;iioa | |||
•doM |
2? ^ gt;135 t- r-« 05 o w C5 ^ rti 'ÏI i--ÏI — co rc o ^ | ||
•qgoy |
! * ! ! 1 1 ' | O — -r- — -r^ —« ' | ||
•aouaj |
• -c! «-vT -^T ^ ^ ^ 30 * 00 •quot;»0 0« C5 Co5b*^CCtOOOCOgt;-«'ï3i'N | ||
iimos |
— co — -71 .-O — —« ] ^[J-^-^-^-^-CO — •«J'l | ||
•^1 | |||
^ £5 -lt;t O cr. o i) • Xi .O » rs co O 2quot; — t- — l.O QO 1.-3 -» tr. to ro -30 -t -t -M | |||
®' CO G1 rïj — — —« ».o i.o k.o O -t — i-O | |||
gt;5 o o •—ooo ■«j'0-si-lt;?z)cic2i^co0 20 »o CO CO gt; - -O -«f —• ro . —lt; -M —' O lO — — | |||
M *0 10 |
— |
— — | ^ ® 71 71 Ol 5« ^ ' 71 | | |
Jcl |
c?l |
171 ' CO — ' — — CO * — . — | |
•iM |
Oi lO o «• |
o 7i r: -M go .o o — o cv r5 O C;--— .o i.o 7i — oi rs rs co ro «o -«»■ oi —' | |
W '8I9 |
—• —• —■ ~ 7i ^ÏI 7i Ti —• oi | ||
id |
7i gt;1 ; ; * oê co _ oi 2 —3 — ^ ^ | ||
•j2S |
r- r- O AI O 71 rr quot;ÏJ ^ O CO 71 uO CO ^, — 7« _ — — 71 ■ 00 -Ï1 71 — — — | ||
quot;ijqi |
- ! !-;!!! ------ :- : | ||
•s^nay |
r- — COC: c: — t- 7« O-e* CO 30 k.O'■gt;» -* O Ir- o — 00 00 1— -*? CO -«f- 3ü gt;.0 I-O O i— C: cr ».o — | ||
•ugping |
—- -r4 — — — — ~ 71 71 quot;Ï' 71 —■ ^ Ol ] | ||
6 'Squot;. ^ -3 M Z W ^ 3 gt; S a lt; |
l Gulden ü 100 cents......... 1 Thaler i\ 30 Sgr, ü 12 Pf......• 1 Thaler amp; 30 Ngr. 10 Pf,......1 I Thaler 48 Schill. Ji 12 Pf...... 1 Gulden i\ CO Kr. i\ i Pf........ 1 Gulden h 100 Neukreurer...... 1 Thl. Gold h 72 Grote Ji 5 Schwaren. . . 1 Mark Banco i\ 10 Schill. ii 12 Pf. . . . 1 Mark Courant ft 16 Schill. ^ 12 Pf . . . 1 Franc a 100 Centimes........ 1 Lira i 100 Centesimi........ I Uigsdaler i 0 Mark i\ 0 Schill. ïi2llalb8ch. 1 Drachme Jl 100 I.epta........ 1 Liv. Sterling j\ 20 Schilling i\ 12 Pence . i Scudo i 10 Paoli i\ 10 Bajocchi..... 1 Dollar 100 (^ents......... 1 Speciesthaler ii 5 Ort ü 24 Schilling. . . 1 Milreïs 1000 Reis......... 1 Roebel il 100 Kopeken........ i Thaler (Rijksmunt) h 100 Oere..... 1 Duro ül 20 Realen......... | ||
LANDEN. |
Nederland............. Anhalt, Schwarzb.Sondershausen..... Brunawljk, Waldeck, Lippe, Oldenburg. . ( Pruisen, Reuss, Saksen Weimar . . . . i Schwnrzburg-Rudolstadt (Benedendeel). . ) Saksen (Koninkrijk), Saksen-Gotha . . . j Mecklenburg............ Baden, Saksen-Coburg, Frankfort a/M . . lt; Beijeren, Saksen-Meiningen......1 Schvvarzimrg-Rudolatadt (Bovendeel) . . ( Hes3en(Grooth)........... Ilohenzollern, Wurtemberg......1 Nassau.............j Oostenryk, Lichtenstein........ Bremen.............. Hamburg (ook Mark-Cour. zie Lubeck) . . Lubeck.............. Frankrijk............i België, Zwitserland........? Luxemburg...........j Denemarken............ Noord-Amerika (Vereenlgde Staten). . . . Rusland............. Zweden.............. Spanje.............. Turkije.............. |
469
CO-^CMCOr-' 00 t^^lO
(?:l^,(Ngt;rH^_.ij0^ri0r-«,^C0 iO^OjOJO^ L— CO^CM^CN ^rr^ ^-T ^-T ^-T oquot; Oquot; lt;S Ö Oquot; O
0I[DSIndT3lSo8£)
3
•^[pnisqoiajj aqosjmQ
SiOC^^ O CM l^ lO (M CO (M-r-O-HOO^t^^-^^CO O^C-^COiOC^^ O CM l^ lO (M CO (M-r-O-HOO^t^^-^^CO O^C-^CO
cT oquot; oquot; o öquot; cTcT
O
P 5 quot;rt
fc-
OJ lt;
S-.
lt;1?
0) ••- o 'w -r; c£i bij dj Q PQO^NMti^^
-1 - 3
TeipIijUe Tafel van lei Tijl || om
GS-eeft de Briizei'
Als het Middag is te: |
AMSTERDAM |
BERLIJN |
£ UJ OQ |
BRUSSEL |
CARLSRUHE |
KEULEN |
z Ul 0 lt;/gt; Ui oc 0 |
FRANKFORT a/M. |
HAMBURG |
AMSTERDAM..... |
12 |
1234 |
1210 |
ll53 |
1214 |
128 |
1235 |
1215 |
12™ |
BERLIJN...... |
112G |
12 |
1124 |
1140 |
1134 |
12' |
ll41 |
1146 | |
BERN....... |
^^50 |
1224 |
12 |
ll43 |
124 |
1158 |
1225 |
125 |
1210 |
BRUSSEL ...... |
12- |
1230 |
1212 |
12 |
1216 |
1210 |
1238 |
1217 |
1222 |
CARLSRUHE..... |
ll46 |
12=0 |
1144 |
12 |
ll54 |
1221 |
12' |
126 | |
KEULEN....... |
1152 |
1226 |
12= |
1150 |
12'i |
12 |
1227 |
127 |
1212 |
DRESDEN ...... |
ll25 |
1159 |
1135 |
1122 |
1139 |
ll33 |
12 |
ll40 |
ll45 |
FRANKFORT a/KI . . . |
1145 |
1219 |
H55 |
1143 |
1159 |
1153 |
1220 |
12 |
125 |
HAMBURG ...... |
11® |
1214 |
1150 |
1138 |
11M |
ll48 |
1215 |
1155 |
12 |
KOPENHAGEN ..... |
ll29 |
123 |
1140 |
1127 |
11« |
ll38 |
125 |
ll44 |
.|/|^50 |
LONDEN....... |
1220 |
1254 |
12^0 |
1217 |
1234 |
1228 |
1255 |
1235 |
1240 |
HIAILANO...... |
1143 |
1217 |
ll53 |
ll41 |
1157 |
115. |
1218 |
1158 |
123 |
MARSEILLE...... |
1153 |
1232 |
12' |
/J^56 |
1212 |
12° |
1234 |
1213 |
1218 |
HUNCHEN ...... |
1133 |
127 |
ll43 |
1131 |
ll47 |
ll41 |
12' |
ll48 |
1153 |
NEW-TORK...... |
516N |
550 N |
526n |
514N |
,524N |
551N |
531N |
B36quot; | |
PARIJS. |
1210 |
1244 |
12» |
128 |
1224 |
1219 |
12« |
1225 |
1231 |
PEST (DFEN). . . . |
ll'V |
1137 |
1114 |
ll'V |
1117 |
1112 |
1139 |
11'9 |
1124 |
PRAAG ....... |
ll22 |
Hó» |
ll32 |
1120 |
ll36 |
1130 |
1157 |
ll37 |
1142 |
ROME....... |
1130 |
124 |
ll40 |
112» |
ll44 |
H3S |
125 |
ll45 |
ip |
ST. PETERSBURG • . . |
IQIS |
1052 |
IfP |
1016 |
1032 |
1027 |
1054 |
10M |
1039 |
STOCKHOLM ..... |
H7v |
1141 |
1118 |
115V |
1121 |
1116 |
1143 |
ll23 |
1128 |
STUTTGART . . |
ll43 |
121' |
1153 |
11quot; |
ll57 |
ll51 |
1218 |
HÓS |
123 |
TRIEST. |
ll24 |
1159 |
1135 |
1122 |
ll39 |
1133 |
12 |
ll40 |
11« |
WARSCHAU..... |
IQSS |
li-' |
il6v |
1053 |
ll1quot; |
il4V |
U31 |
11U |
11.6 |
WEENE* ...... |
1114 |
1148 |
ll24 |
ll12 |
1128 |
1122 |
1150 |
1129 |
ll35 |
« 'JB
oMersclieiJene pnateii ïan Enropa.
de fijzer aan m: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
der meest voorbomende verkortingen. (1)
A (als oud-rom. getalmerk), vijfhonderd. A * * ' vijfduizend.
A , a., of A°, aquot;, anno. in het jaar, ten jare.
m. a. (op recepten) ana. van elk evenveel.
a. a. a. (ar.) amalgama, verbinding van kwik en een ander metaal, kwikverbinding.
A. a. C. anno ante Christum, in 't jaar vóór Christus.
AA. I.llt;. M. artium liberalium maqister, meester der vrije kunsten.
A. A. M. artium magister, meester der (vrije) kunsten.
a. a. n. c. anno ab urbe condita. in 't jaar van de bouwing der stad (Rome).
A. B. artium baccalaureus, candidaat der (vrije) kunsten.
a. b. aurea bulla, ie gouden bulle; ook arenosum balneum, zandbad
a. c. anni currentis of anno currenti, van of in het loopende jaar.
A. C. Augustana confessio, Augsburgsche geloofsbelijdenis.
A. C. of A. Ch. anno Christi, in 't jaar van Christus.
acc. accept, ik heb ontvangen.
a. Ch. n. ante Christum natum, vóór Christus geboorte.
A. D. anno Domini, in 't jaar des Heeren (d. 1. Christus).
a. d. ante cliitn, vóór den (bepaalden) dag of termijn.
a. d. (It.) a dato, van heden af, van de dagteekening (dezes) af.
add. addatur of adde (op recepten), men voege er by, voeg er bij.
a. f. ami futuri, van 't aanstaande jaar.
A. I. (fr.) Altesse Impériale, Keizerlijke Hoogheid.
A. L. M. artium liberalium magister, meester der vrije kunsten.
A. M. anno mundi, in 'tjaar der wereld.
A. M. artium magister, meester der (vrije) kunsten.
a. in amica manu, met vriendenhand, met vriend (op adressen van brieven), a. m. (it.) al marco, naar het gewicht.
Alleen bij de niet-Latijnsche verkortingen is de taal, waartoe zij behooren, aangeduid
zoo beteekend : ar., Arabisch; e., Engehch; fr. Fransck;
gr., Grieksch; hd., Hoogduitsch; it. /talïaaiuch;
nl., Nederlandsch ; port., Portiu/eesch ; acb., Schotsch ; sp., SpannscU.
473
a. ni. c. a in undo condito, van de schepping der wercM.
s. o. c. ah orbe condito, van de schepping der wereld.
a. o. r. anno ortiis redemti, in 'tjaar van (of na) de verlossing der wereld, a. pr. anni prcBsentis, van het tegenwoordige jaar.
a. praec. of a. prwl. anni praecedentis of onni praelerili, van het vorige of verledene jaar.
a. p. R. c. anno post Romam conditam, in 'tjaar na Koine's houwing. A. B. academice rector, rector der hoogeschool.
A. R. (fr.) altcsse royale, Koninklijke Hoogheid.
a. r. anno reqni, in 'tjaar der regeering.
a. r. s. onno recuperata (of restauratae) salutis in 'tjaar van de herstelllBg
des hells, of in 'tjaar der verlossing.
A. S. (fr.) AUesse Sérénessime. Doorluchtige Hoogheid.
A. SS. acta sanctorum, handelingen (of geschiedenis) der heiligen.
a. u. c. anno urbis conditae, in 'tjaar na de bouwing der stad (Rome).
a. n. c. actum ut supra, gedaan als boven (gemeld is).
B. (als oud rom. getalmerk), driehonderd.
B. . » » driehonderd duizend.
B. of b. beatus, beata, de zalige.
B. A. (e.) bacheler of arts, candidaat der (vrije) kunsten.
B. A. bonis auspiciis of bonis avibus, onder goede voorteckeus.
b. b. bene, bene, zeer goed.
b. c. (it.) basso continuo, doorgaande of generale bas.
b. c. balneum cineris, aschbad.
B. c. D. bono cum Deo, met den goeden God, of door Gods genade. Beo. (It.) banco, bank, muntvoet naar welken het geld by de bank berekend wordt.
B. D. (e.) bachelor of divinity, candidaat der godgeleerdheid. B. D. D. bonis diis deabusque, aan de goede goden en godinnen. B. li. benevole Lector, welwillende of toegenegen Lezer.
b. ui. beatae memoriae, zaliger gedachtenis.
Bene misceatur (op recepten), het worde wel ondereengemengd. b. m. balneum maris, zeebad.
B. P. F. (fr.) (op wissels), bon pour francs, goed voor (zooveel) francs. Bto of Btto. (it.) bruto, brutto, onzuiver (het gewicht eener waar met haar omhulsel).
b. tr. (op recepten), bene tritam, wel gewreven.
B. V. Beata firgo, of Beatae Virr/inis, de of van dc heilige Maagd (Maria).
B. balneum vaporis, dampbad.
b. v. (nl.) by voorbeeld.
C:. (als rom. getalmerk), honderd.
C - ■ honderd duizend.
C. Cajus, (voornaam).
474
•. (it.) conto, rekening.
turn, met.
e. (fr.) centime, centime, honderdste gedeelte van den franc.
•. a. aim amexis, met het bybehoorende.
•a. circa, omtrent, ongeveer; rondom.
•. a. d. (fr.) c'est a dire, dat is te zeggen, dat is, het beteekenl.
C. a. M. (it.) conto a meta, voor halve rekening.
•ap. caput, hoofd; hoofdstuk.
CC. consules of comulibus, consuls, onder de consuls.
CC. codices, (oude) handschriften.
C. C. (it.) conto currenti, loopende rekening, rekening-courant.
C. C. (op adressen), cito, cito, ten spoedigste (te bezorgen).
«. e. (op recepten), concede, contunde; of soncidatur, cantundatur, snijd in stukken ; stoot klein,
tl. C. C. (op adressen), cito, cito, citissime, ten allerspoedigste (te bezorgen).
•- f. confer of conleiatur, vergelijk, men vergelijke.
Cquot; (fr.) compagnie, handelsvereeniging, vennootschap.
C. L. (it.) conto loro, hunne rekening.
•. I. citato loco, ter aangehaalde plaats.
C. M. (it.) conto mio, mijne rekening.
C. M. codes manuscriptus, handschrift, geschreven boek.
C. M. (hd.) Convent ions-Münze, conventie munt.
C. SI. of Cantl. Mi. candidatus ministerii, candidaat van den predikdienst. C. Si. (it.) conto nostra, ook conto nuovo, onze rekening; nieuwe rekening. •. n. cum notis, met aanteekeningen of aanmerkingen.
Ca. Cnejus (voornaam).
•.u. v. cum notis variorum, met aanteekeningen van verschillende (schrijvers).
C. O. (fr.) compte ouvert. open rekening.
Cod. codex, handschrift, oorspronkelijk geschrift.
Cadd. codices, handschriften.
Cod. H. S. codex manuscriptus, handschrift.
Coiup'o. (fr.) Compaqnie, vennootschap; compagnie, onderafdeeling krijgsrolk. Cort. (op recepten), cortex, de bast.
Coq. (op recepten), coque, kook (het).
Cos. consul, consul, een der beide eerste regenten in 'loude Rome.
Coss. consuies, consuls.
C. 1'. Constantinopolis, Constantinopel.
C. P. (fr.) code pénat, strafwetboek.
e. p. cum privitegio, met bijzonder voorrecht; ook ceteris paribus, voor ' t
overige alles gelijk staande.
«. q. casu quo, in welk geval; bygeval.
C. R- civis Romanus; romeinsch burger-, ook Carotus Rex, koning Karei, «esc. (it.) crescendo, steeds sterker, met toenemende sterke tonen.
Crt. (fr.) courant, gangbare munt. grof zilvergeld.
C. S. (it.) conto suo, zijne rekening.
•. a. cum suis, met de zijnen; ook cum sociis, met zyne deel- of lotgenooten. Ct. (nl.) cent, honderdste deel van den gulden, ook van den INoord-Amerikaan-schen dollar.
475
t't. (fr.) courant, zie tri.
Ctr. (nl.) centenaar {quintal), hooderd (ook wel meeii ponden.
Cts. (nl.) cents, centen. Zio Ct. cent.
Curr. currentis, (sell anni), van het loopende (nl. jaar).
C. V. (it.) conto vestro; uwe rekening; ook conto vecchio, oude rekening.
D (als rom. getalmerk), vijfhonderd.
O quot; » 'gt; vijfhonderd duizend.
D. Decimus, Decius, Divus, (voornamen).
D. Deus, God; decurio, aanvoerder van 10man, rotmeester; dominus, Ueer,
aanvoerder; dux, hertog; die, onder dagteekening van heden.
D. (port.) Dom, Igt;. (sp.) Don, heer, titel voor mannen van rang in Portugal en Spanje.
«I. (op recepten), da, detur, geef, het worde gegeven.
flat. datum, ook dativus, gegeven, uitgevaardigd; dativus, .1de naamval.
D. €. of «1. c. (it.) da capo, van 't hegin af. nog eens.
O. D. (e.) doctor oj dicinity, doctor der godgeleerdheid.
dd. de dato, van den dag (h. v. der onderteekening).
«ld., ddt. dedi, dedit, ik heh gegeven, h(j heeft gegeven of betaald.
del. deleatur. men schrappe door, delge uit
del. of delln. delineavit, hij (zij) heeft (het) geteekend.
D. G. Dei gratia of Deo gracias, door Gods genade, of dank (zij) God.
D. II. (nl.) Doorluchtige Hoogheid.
d. h. ihd.) das heisst, dat heet, dat is, dat wil zeggen.
d. I. (nl.) dat is.
dlv. divus, heilige.
D. J. U. doctor Juris utriusque, doctor der beide rechten.
d. m. dextra manu, met de rechterhand (te spelen).
D. O. M. Deo optimo maxima, aan den besten en hoogsten God (gewijd). Dr. doctor, leeraar, hoogste academische graad; inzonderheid doctor in ik
medicynen, geneesheer, arts, dokter.
Dr. med. Doctor Medicinae, doctor der geneeskunde.
Dr. phil. Doctor philosophiae, doctor der wijsbegeerte.
Dr. th. Doctor Theologiae, doctor der godgeleerdheid.
d. s. (op recepten), da siqna, geef en teeken (het).
E- (oud rom. getalmerk), tweehonderd vijftig. E » tweehonderd vijftig duizend.
E. erexil, hg heeft (het) opgericht.
E. (fr.) est, E. (e.) east, oosten.
E. A. (nl.) Edelachtbare.
e. e. exempli causa, by voorbeeld; ook ex commissione, krachtens den ver
strekten last.
ed. edidit, hy heeft (het) uitgegeven.
476
Ed. editio, uitgave.
edd. ediderunl, zij hebben (het) uitgegeven.
e. dgl. (nl.) en dergelijke.
e. g. exempli gratia, by voorbeeld, tot voorbeeld.
E. K. (nl.) (in den almanak) eerste kwartier.
e. k. (nl.) eerstkomende.
e. o. ex officio, ambtshalve.
e p. (fr.) en personne, in persoon.
E. M. (nl.) Edelmogende.
EE. MM. HH. (nl.) Edelmogende Heeren.
enz. (nl.) en zoo voort.
Esq. (e.) esquire, schildknaap (titel van een Engelsch edelman, die den titel van Lord niet mag voeren); ook (achter den naam) zooveel als Weledel Heer, Weledelgeboren Heer.
etc. et cetera, en zoo voort et s. p. et sic porro, en zoo verder.
Ew. (nl.) Eerwaarde.
Ex. ef Exc. (Jr.) Excellence, Excellentie.
exc. excudit, hy heeft (het) gesneden of gegraveerd.
excl. exclusive, uitsluitenderwyze, met uitsluiting van.
Extr. extractum, extract, uittreksel; aftreksel; ook extraordinarius, buitengewoon (hoogleeraar).
F (oud-rom. getalmerk), veertig.
Fquot; » quot; veertig duizend.
f. fac, maak. bereid, vervaardig; factum, gedaan; fial, het geschiede, toege
staan! filius: filia, zoon ; dochter.
t. (it.) forte, sterk, met nadruk.
f. (e.) fellow, metgezel: medelid van een genootschap, enz.
f. of fee. fecit, bij heeft (het) gemaakt.
f. of fem. femininum. vrouweiyk (geslacht).
f. of A. florenus, (fr.) florin, (hd.) florcen, gulden.
f. of f'. of rol. folium, blad; folio, ter grootte van een blad (ter halve grootte
van een vel papier); op deze of die bladzyde,
r. r». folio recto, op de rechter- of voorste bladzyde.
f '. v°. folio verso, op de linker- of omgekeerde bladzyde.
ff. (gr) pandekten, de 50 boeken van bet oude Romeinsche recht.
ff. fecerunt, zy hebben (het) gemaakt, vervaardigd, ff. (it.) finissimo, zeer
fijn, allerfijnst, extra Djn.
ff. of fff. (it.) fortissimo, zeer sterk, zoo sterk mogeiyk (te spelen).
f. 1. a. (op recepten) fiat lege artis, f. s. a. fiat secundum artum, het worde naar het voorschrift der kunst bereid.
F. M. (op recepten) fiat mixtura, de menging geschiede, bet worde gemengd. fr. (fr.) franc, francs frank, franken tfransche zilvermunt).
fr. of fr0. (it.) franco, vry. vracht- of portvry, gefrankeerd.
Frl. (hd.) Frdulein, Mejuffrouw; Jonkvrouw.
477
G (oad-rom. getalmerk), vierhonderd.
G quot; » vierhonderd duizend.
O. genius, schutsgeest, beschermengel, sens. volk. geslacht, genus, geslacht, soort, gloria, roem. eer, heerlijkheid, glans, gratia, genade, gunst, dank. gratis, om niet, kosteloos, gummi, gom.
lt;!. Gellius, (voornaam).
lt;■ (in opschriften) Galiia, Gallic. Germania. Germanië. Duitschland. Gel», (nl.) gehoren; ook gebroeders.
Gel. (nl.) geleerde.
Gen. o( Geuit, genilivus, tweede naamval.
Get. (nl.) geteekcnd.
Ge*, (nl.) Gezusters.
G. Gl. (nl.) goudgulden.
G. Gr. (bd.) gute Groschen, goede groschen (ter waarde van Tl, cent), iel. (nl.) gulden.
n m. of al. m. of glor. mem. glnriosae memoriae, roemrijker gedachtenis, «r. (op recepten! granum, grein (gewicht).
«ran. » granula, korrels.
«r. m. » grosso moilo, grof gesneden, gestooten, enz.
sett. » gudae, droppels.
H (oud rom. getalmerk) tweehonderd.
II » • tweehonderd duizend.
II (in opschriften) hahef. hg heeft, honor, eer. Hercules, (eigennaam); His-pania. Spanje.
H. (nl.) Heilig, Heilige.
li. a. /loc anno, in dit jaar; of hujus anni, van dit jaar.
H. D. (nl.) Hoogstdezelve; ook Hare Doorluchtigheid.
h. e. hoc est, dal is.
II. E. G. of H. E. Gel», (nl.) Hoogedelgeborene.
H. E. G. of II. E. Gestr. (nl.) Hoogedelgestrenge.
H. G. of H. Geb. (nl.) Hooggeboren.
H. II. nl.) Hare Hoogheid; of Heeren.
HII. HII. (nl.) Hunne Hoogheden.
Hll. KK. HII. (nl.) Hunne koninklijke of Keizerlijke Hoogheden.
HH. MM. (nl.) Hunne Majesteiten.
II. H. II. (nl.) Hare Koninklijke of Keizerlijke Hoogheid.
H. K. M. (nl.) Hare Koninklijke of Keizeriyke Majesteit.
li. I. hoe loco, op deze plaats, of hujus loci, van deze plaats.
II. E. r. hora locogue consueto, of H. E. S. hora locoque solilis, ter
gewoner ure en plaatse.
II. M. (nl.) Hare Majesteit.
li. m hoc mense, in deze maand, of hujus mensis, van deze maand.
478
H. S. (nl.) Heilige Schrlfl.
HS. (nl.) handschrift,
h. s. hoc sensu, in dezen zin.
It. t. hoe tempera, op dezen tyj, of hujus temporis, va» dezen lijd.
H. W. O. (nl.) Hoogwelgehoren.
I. (rom. getalmerk), ccn.
I. Imperator, oppergebieder, keizer, immortalis, onsterfelijk. Inferis. aan ds
afgestorvenen in de onderwereld.
il». of ibld. ibidem, aldaar, op dezelfde plaats, op dezelfde bladzijde.
irtus /«rus consullus, rechtsgeleerde.
id. idem, dezelfde, hetzelfde.
i. e. id est, dat is.
I. H S. Jesus hominum sahmtor, Jezus, der menschen heiland, in hoi salus, hierin (ligt uwe) zaligheid, in hoe sirjno (vinces), in dit teeken (des krui-ses) (zult gg overwinnen).
Imp. Imperator. Zie 1.
imp. imprimatur, het worde afgedrukt.
incl. of incliis inclusive, ingesloten, medegerekend, met insluiting.
1. SI. D. in nomine Dei, in den naam Gods of des Ueeren.
inf. infra, heneden, lager, verder op in het boek. infunde, (op recepten)
giet op, infusum (op recepten), opgietsel, aftreksel.
inf. aq. ferv. q. s. (op recepten), infunde aquae fervidae quantum sutfeit, inf. aq. ferv. s. q. infunde aguae fervidae sulficienlem quantitatm giet er de toereikende hoeveelheid kokend water op.
1. IV. 1. in nomine Jesu, in den naam van Jezus.
1. Ui. R. I. Jesus Nazarenus Rex Judaeorum, Jezus van Nazareth, de KoniBï der Joden.
I. V S. T. in nomine Sanctae Trinitalis, in den naam der Heilige Drie-eenheid.
int. interest, rente van een kapitaal.
inv. invenit, hy heeft het uitgevonden.
inz. (nl.) inzonderheid.
I. p. i. in partibus infidelium, in de landen der ongeloovigen I. q. id quod, idem quod, hetzelfde wat....
M. Hem, insgelijks, verder, nog, ook.
J. C. (nl.) Jezus Christus.
J. d. W. (nl) jaar der wereld.
•Ihr. (nl.) Jonkheer.
.jl. (nl.) jongstleden.
J. n. C'. (nl.) jaar na Christus.
,1. u C. juris utnusquc candidatus, candidaat der heide rechten. J. U. D. juris utriusque doctor, doctor der beide rechten J. U. S. juris utriusque studiosus, student der beide rechten.
jnn. junior, de jongere.
K (als oud-rom. getalmerk), eenenvijftig.
K quot; quot; » eenenvijftig duizend.
H (nl.) (in den almanak) kermis
ka (nl.) » » quot; kaasmarkt.
K. B. (c.) Knifiht of the Bat, ridder van de hadorde.
K. Ci. (e ) Knight of the qarter, ridder van den kouseband.
K. H, (nl.) Koninklijke of Keizerlijke Hoogheid.
KK. HH. (nl.) Koninklijke of Keizerlijke Hoogheden.
Kap. (nl.) kapitaal, hoofdsom, hoofd- of grondvermogen; kapittel, hoofdstuk.
kil. (fr.) kilogramme, (nederlandsch) pond, kilo.
K. M. (nl.) Koninklijke ot Keizerlgke Majesteit.
KK. MM. (nl.) Koninklijke of Keizerlijke Majesteiten.
K. M. ï. C. (nl.) Koninklijke Nederiandsehe Yacht-club.
Kr. of Krz (hd.) Kreutzer, (duitschc kopermunt).
kal», (nl.) kubiek, teerling.
K. 'i'. (nl.) (op wissels), kort zicht.
li (als rom. getalmerk), vijflig-li » » » vijftig duizend.
Ij Lelius, Lucius, (voornamen).
h. of Llv. (fr.) livre. als fransche rekenmunt zooveel als een franc.
I. a (op recepten) lege artis, naar het voorschrlfl der kunst (te bereiden),
libenti animo, van gauscher harte, volgaarne.
li. A. M. liieralium artium magister, meester der vrye kunsten, l. li. lectori benevolo, aan den welwillenden lezer. Luf/dumini, llalnmrvm.
Leiden. Uier Baro, vryheer, baron.
li. B. S. lectori benevolo salutem, den welwillenden lezer (zij) heil of groete. I. c. loco citato, ter aangehaalde plaats.
li. D. laus Deo, God (zij) lof.
I. d. loco öicto, ter gezegde of bepaalde plaats.
li. «I'or Louis d or, gouden Louis (voormalig fransch goudstuk).
li. Igt;. S. P. laus Deo salus populo, God (zy) lof, aan het volk heil.
li. Gr. (fr.) livre gros, pond vlaamsch (G gulden).
li. K. (nl.) in den almanak) laatste kwarlier.
I. I. (nl.) laatstleden.
I. I. loco laudato, ter aangehaalde plaats.
480
Elt;li. D. legum doctor (in Engeland), doctor der rechten.
L. S. lectori salutem, den lezer (zij) heil of groete, loco sigilli, in plaats van het zegel.
!■. St. (fr.) I.ivrr Sterling, pond sterling (als Engelsche gefingeerde munt 12 gulden.
M (rom. getalmerk), duizend.
M » » duizendmaal duizend, millioen.
M. Maxiinus, Mutius, Marcus, Marius, Martius (voornamen), magister, meester, Magistratus, overheid, gemeenteraad; regeeringspersoon, rnagnus, groot, manes, de schimmen der overledenen, mater, moeder, metnor, gedachtig, memoria, gedachtenis, geheugen, mensis, maand, meritus, verdiensteigk, miles, soldaat, monumentum, gedenkteeken. M. (fr.) Monsieur, de heer; Mynheer.
H. of in. misce misceatur (op recepten), meng, men vermenge.
bi. mille, duizend.
M' (sch.) Mae, zoon ih. v. M'Jdam, Adam's'zoon).
M. A. Magister artium, meester der (vrije) kunsten.
M. of man. of nip. (op recepten), manipulus, handvo) (b v. kruiden of bladeren), m. of ma8c. masculinum, manneiyk (geslacht).
M. B. of 1W. Bquot;. (hd.) MarK-banco, rekenmunt te Hamburg en Lubeck. in. c. (it.) mio conto, mijne rekening.
M. D. medicinae doctor, docior der medicijnen, geneesheer, dokter.
M. D. (it.) mano destra, met de rechterhand (te spelen).
in. d. (op recepten) misceatur, detur, het worde gemengd en gegeven, m. d. s. (op recepten) misce. da, signa, meng, geef en teeken (het).
m. e. (nl.) mijns erachtens.
ui. f. pulv. (op recepten) misce, fiat, pulvis, meng (het), dat het poeder worde.
Mdes. (fr.) Mesdames, Mevrouwen, geëerde dames.
Mar ifr.) Monseigneur, Hoogedele Heer; Hoogeerwaarde.
□i. i. (nl.) mijns inziens.
M. U. (nl.) Mijne Hoorders.
Mile, (fr.) Mademoiselle, Mejuffrouw.
M. M. (nl.) Mijne Heeren-, Mevrouwen; Mejuffrouwen.
Mme. (fr.) Madame, Mevrouw.
01. m. of unit. niut. mv talis mutandis, met de noodige veranderingen.
m. m. p. manu meo propria, met mijn eigen hand, eigenhandig (geschreven).
M. P. (e.) memher of the parliament, lid van het parlement.
m. pp. of ni. pr. manu propria, met eigen hand, eigenhandig.
M. B. (nl.) mijne rekening.
Mr. (fr.) Monsieur, (e.i Master, Mijnheer.
Mrs. (fr.) Messieurs, Mijne Heeren; de heeren. (e.) Mistress, Mevrouw. M. S. of Mserpt. manuscript, handschrift.
M. S. (it.) mano sinistra, met de linkerhand (te spelen). M. SN. manuscripta, handschriften.
481
SI (oud-iom. getalmerk), negenhonderd. quot;S » » negenhonderd duizend.
W. natus, gehoren. nepos, kleinzoon; neef. nobilis, edel, adeliyk. nomine
in naam van____ numini, aan den god of de godheid.
X. (nl.) noord, noorden, noorder.
Ni. Ni. O. » noord-noordoost.
1*1. IV W. ■■ noord-noordwest.
Si. O. » noordoost.
Si. O. t. SI.» noordoost ten noorden.
Si. O. t. O. » noordoost ten oosten.
SI. t. O. » noord ten oosten.
SI. t. W. ■■ noord ten westen.
Si. W. « noordwest.
amp;W. t. SI.» noordwest ten noorden.
SlW.t. W.» noordwest ten westen.
n. neutrum, onzydig (geslacht).
Si. of Sioni. nominalivus, eerste naamval.
Si. of Si®, of Si™, numero, naar het getal of cüfer.
SiB. of Si. B. nota bene, let wel, geef acht.
Si. B. (nl.) noorderbreedte.
Si. C. of SI. ft. (nl.) nederlandsch courant, nederiandsche gangbare munt. Si. C. (it.) nuovo conto, nieuwe rekening; ook nostra conto, onze rekening, n. C. (nl.) na Christus.
n. Or. (hd.) neue Groschen, nieuwe groschen (ter waarde van 6 cents). Si. H. M. (nl.) Nederiandsche Handelmaatschappü-n. 1. non liquet, het is niet duideiyk, het Iaat zich niet beslissen.
nl. (nl.) nameiyk.
Si. H. (nl.) (in den almanak) nieuwe maan.
SI. Si. nomen nescio, den naam weet ik niet. non nominandus, niet te noemen (persoon), nomen notetur, men lette op den naam.
SI», (nl.) nommer.
Si. S. (nl.) naschrift; ook nieuwe (of Gregoriaansche) styi.
SI. S. (fr.) notre Seiuneur, onze Heer (Christus).
Si. T. novum testamentum, het nieuwe testament.
Si. V. (nl.) nieuw verbond.
nto. (it.) netto, zuiver, zonder verderen aftrek.
O (oud rom. getalmerk), elf Ö » » elf duizend.
O. omnibus, aan of voor allen, optimus, de beste.
O. (nl.) oost, oosten, ooster. (fr.) ouest, westen.
O. Si. O. (nl.) oost-noordoost.
O. t. Si. (nl.) oost ten noorden.
O. t. Z. (nl.) oost ten zuiden.
31
482
O. Z. O. (nl.) oost-zuidoost.
O. (e.) of, van (vóór iersehe namen het teeken van adellijke afkomsl h. v.
O'Meara).
•• graden b. v. 13', 13 graden.
% pro cent, per cent, ten honderd.
O. A. D. G. omnia ad Dei gloriam, alles Ier eere van God.
ob. ohiil, by (zU) Is overleden.
O. I. (nl.) Oost-Indië.
O. i*. (nl.) oosterlengte.
O. I. V. (nl.) Onze Lieve-Vrouw (Maria.)
O. M. (nl.) openbaar ministerie.
O. SI. optima maxima, aan den beslen en hoogstcn 'God).
O. S. (nl.) oude styi.
O. T. (nl.) oude testament, oud verbond.
1' (oud-rom. getalmerk) vierhonderd.
P » » vierhonderd duizend.
P. pater, vader; pater, patres, vaders; beschrevene vaders (oud-romeinscliR senatoren), patriae, des vaderlands, pius, vroom, godvruchtig, pontifex, opperpriester, bisschop, populus, volk. post, na.
P. (fr.) pied, voet. pouce. duim. prolêt, protexlé. protest; geprotesteerd. P (nl.) (in den almanak) paardenmarkt.
p. of pag. pagina, bladzUde.
p. (it.) piano, zacht (te spelen of te zingen).
p. a. (fr.) (op adressen) par ami of par amie, met vriend of vriendin.
p. aeq. (op recepten) partes aequales, gelijke deelen.
P. C. patres conscriptu beschrevene vaders (oud-romeinsche senatoren).
p. c. (fr.) pour cent, ten honderd, pour condoléance, voor rouwbeklag.
p. c. 'fr.) par couvert, onder omslag, ingesloten.
p. d. per deliquium, door vervloeiing (in de lucht).
p. e. of p. ex. par exemplum, (fr.) par exemple, bij voorbeeld.
p. e*pr. par expressum, met een btjzonderen bode.
p. f. (fr.) pour féliciter, om geluk te wenschen.
p. f. a. f. pastor Mes animarum fidelium, getrouwe berderdergetoovige zielen. P. «. (nl.) protestantsche godsdienst, (it.) per aoverno, tot naricht, tol riclil-snoer.
p. f. v. (fr.) pour faire visite, om een bezoek af te leggen.
pl. pluralis, meervoud.
P. M. pro memoria, gedenkschrift; verzoekschrift.
p. in. pro mille, (fr.) pour mille, per duizend.
P. O. (nl) (vóór de naamteekening), per order, op last van.
p. o. (op adressen) per occasionem, (fr.) par occasion, met gelegenheid.
Pout. Max. Pontifex maximus, priestervorst, paus.
P. P. pater patriae, vader des vaderlands, praemissis praemittendis. voorop te plaatsen, wat voorop geplaatst moet worden, per procurationem, (it.)
483
per procura, (fr.) par procuration, uil volmacht, als gevolmachtigde, (voor de naamtoekening).
P. I'. {c.) post paid, (op adressen), vrachtvrij, franco.
Igt;. p. (it.) piu piano, zachter.
p. p. c. (fr.) pour prendre congé, om afscheid te nemen.
p. p. p. (it.) pianissimo, zeer zacht.
V. R. pnpulus Romanus, het Romeinsche volk.
P. R. i . posl Homam conditam, na de bouwing van Rome.
Prof professor, hoogleeraar.
P. ?■gt;. post scriptum, naschrift.
ps. (nl.) psalm.
p. t. pro tempore voor het tegenwoordige, thans, heden, posl Trinitatis, na (het feest) der (heilige) Drieëenigheid; plena titulo, met vollen titel (vooropgesteld) ; draemisso titulo, met vooropplaatsing des titels.
4) oud rom. getalmerk) vijfhonderd.
» » vijfhonderd duizend.
lt;J. Quirinus, Quin/ux, Quinctius (voornamen1, quaestor, schatmeester, quiritcs, do oud Romeinsche hurgers sedert hunne vereeniging met de Sabijnen.
B. F. F. S. of 4J. 18. F. F. lt;t S. qund bonum. felix faustumque sit, wat goed, gelukkig en gezegend zij, of God geve over dit werk zijnen zegen. lt;l ch. (fr.) quetque, chose iets.
lt;). 0. B. V. quod Deus bene verlat, hetwelk God ten beste doe keeren. lt;{. E. quinta essentia, de keur of kern, het edelste of krachtigste van iets, de quintessens.
lt;1. E. D. quod erut demonstrandum, wat te bewijzen was. of wat bewezen moest worden.
lt;| E. F. quod eral faciendum, wat gedaan moest worden.
q. I. (op recepten) quantum libel, zooveel men verkiest.
qn (fr.) quelqu'un, iemand.
q. pi. (op recepten) quantum placet, zooveel men verkiest.
cilt;j. qualilale qua, in hoedanigheid of kwaliteit van____, als lasthebbcndc.
q. s. (op recepten) quantum sulficit of quantum satis, zooveel als genoeg of toereikend is.
q. v. (op recepten) quantum cis, zooveel gij wilt. quod vide, hetwelk zie of zie dat woord.
qiiat., of T. quarlerteinper., strenge vastendag by de Koomsch-Katholieken op den eersten vrijdag van ieder vierendeel jaars.
IV oud-rom. getalmerk), tachtig.
R » » tachtig duizend.
Hl. rex; regina, koning; koningin. ;op recepten), radio:, wortel, respublica,
gemeenebest, republiek.
B. (9) (als eerste letter der recepten) recipe, neem.
484
R. (by opgaven der temperatuurgraclen) Réaumur, volgens de schaal van Réaumur.
R. C. of R. K. (nl.) Pioomsch-Catholieken; Roomsch-Katholiek. R. O. Reverendus Dominm, de eerwaarde Heer.
Ro. D». Reverendo Domino, aan den weleerwaarden Heer.
Ree. recensent, teoordoelaar, boekheoordoelaar. recensie, beoordeeling, inzonderheid van hoeken.
Red. (fr.) redacteur, rangscliikker en drukbezorger van geschriften, inzonderheid van tijdschriften en dagbladen : redactie, verzameling en rangschikking van schrifteiyke opstellen-, ook de gezamenlijke rangschikkers en drukbezorgers.
Hef. referent, berichtgever, aankondiger van nieuw verschenen boeken, reg. recjula, regel, regius, koninklijk.
resp. respondeatur, er worde geantwoord, men antwoorde. responsum, antwoord, bescheid, respectu, met betrekkingtot, ten opzichte van (eene zaak). respective, hetrekkeiyk, naar verhouding der omstandigheden; onderling, wederzgds.
rest. restituit, hij heeft (het) hersteld.
R. I. P. (op bidprentjes en grafschriften) requiescat in pace, hy (zy) ruste
in vrede.
R. M. Reqia Majestas, de Koninklijke Majesteit. Regiae Majestatis, van de
Koninkiyke Majesteit.
r. in. referendum ministerium. de eerwaardige geestelijkheid. R. M. C. reverendi ministerii Candidatus, candidaat van 'teerwaardig leeraarsambt.
rquot;. recto, op de voorzyde of eerste zijde (van het blad).
rom. (nl.) romeinsch; roomsch.
R. P. Reverendus Pater, (fr.) Révirend Vère, Eerwaarde vader of pater, r. r reservatis, reservandis, met het noodige voorbehoud.
S (oud-rom. getalmerk), zeventig.
S » » zeventig duizend.
S. Sacer, heilig, salus, heil, welzyn. senatus. senaat, raad, slads-, staatsraad. Servius, Sextus, (voornamen).
s. (op recepten) signa of signetur, teeken (het!, hel worde geteekend. sen, sive, of.
s. a. (op recepten) secundum artem, velgens de kunst (te bereiden).
S. A. R. (fr.) Son Jltesse Royale, Zyne (of Hare) Koninkiyke Hoogheid.
S. A. S. (fr ) Son Altesse Sérénissime, Zijne (of Hare) Doorluchtige Hoogheid.
se. sculpsit, hy heeft (het) gegraveerd of gestoken.
se. of sell, scilicet, namelijk, te weten.
ser. scrupulus, scrupel (apothekersgewicht).
Ser. Scriba, Secretarius, (achter eigennamen), schrijver, secretaris.
ser. scripsit, hy beeft (bet) geschreven.
485
S. D. fi. soli Deo rjloria, God alleen (zij) de eer.
S. E. (fr.) Son Eminence, Zijne Hoogeerwaardigheid.
S. E. of S. E. C. salvo errore, salvo errore calculi, (fr) sauf erreur, sauf erreur de calcul, helioudens eene fout, behoudens eene (mogelgke) fout in 't rekenen.
S. E. e. O. salvo errore el omissions, (fr.) sou/7 errewei omission, behoudens
eene (mogelijke) fout en uiilating.
sen. senior, de oudere, oudste.
scqsi. sequens, de of het volgende.
S. Cr. (hd.) Silberqroschen, zilver-groschen (ter waarde van (i cents). 8. h. salvo konore, behoudens do eer; met verlof gezegd.
slsn. signatum, ondorteekend en gezegeld.
S. J. societas Jesu, het genootschap van Jezus, de orde der Jezuïeten, s. 1. e. a sine loco et anno, zonder plaats en jaartal.
S. M. (fr.) Sa Majesté, Zijne (of Hare) Majesteit.
s. m. salvo meliore, met voorbehoud van beier, met onderwerping aan betere inzichten.
S. O. (onder brieven) servus observantissimus, summa observantia, gehoorzaamste dienaar, met de meeste hoogachting.
solv. (op recepten), solvatur, solve, het worde opgelost, los op.
S. P. lt;(. R. senatus populusque /lomanus, de senaat en het volk van Rome. ». q. (op recepten) sulficiens quantitas, de toereikende hoeveelheid.
sq., sqq. sequens; sequenlia, het volgende; de volgenden.
s. r. salva ratificatione, met voorbehoud der (hoogere) bekrachtiging, sr. senior, de oudere, oudste.
S. S. (fr.) Sa Sainteté, Zijne Heiligheid (de paus).
S. S. (op recepten) sine stipilibus, zonder stoelen.
S. S. of S. Scr. Sacra Scriptura, de heilige Schrift.
Ss. (op recepten) semis, de helft.
ss. scriplores, schrijvers.
s. s. n. (op recepten) signa suo nomine, teeken (het) met den behooriyken naam.
S. T. of S. P. T. (als opschrift boven een brief) salvo Mulo, salvo pleno litulo,
met voorbehoud des (vollen) titels, zonder schade aan rang of titel.
St. IV'. stili novi. van of naar den nieuwen (Gregoriaanschen) st(jl. St. V. stili veteris, va» of naar den ouden (Juliaanschen) stijl.
s. v. salva venia, met verlof gezegd.
s. v. (it.) si volti. men keere om (het muziekblad).
s. v. pl. (fr.) s'il vous plait, als 't u belieft.
T (sud-rom. getalmerk), honderd zestig.
'F gt; » honderd zestig duizend.
T. Titus, Tullus, Tullius, (voornamen).
T. (it.) tenor, diepe tusschenstem tnsschen alt en bas. (it.) tutti, alle stemmen (of instrumenten) te geiyk. tomus, (fr.) tome, boekdeel, band. t. a. testantibus actis, naar luid der akten of verbonden.
486
t. a. p. (nl.) ter aangehaalder plaatse.
Th. (hd.) Thaler, (zilvev en rekenmunt, inz. de Pruisische Thaler, die f 1,S0 geldt).
Th. C'. Thenlogiae Candidatus, candidaat der gudgeleerdheid.
Th. Dr. of T. D. Theolofjiae Doe,tor, doctor der godgeleerdheid. Th. S. Theolofiia Studiosus, student der godgeleerdheid.
ter. (op recepten) tere. stamp.
f. s. v. igt;I. (fr.) tournez. s'il vous p/ait, keer om (het blad), als '1 u belieft . T. P. . fr.) iravaur iierpétuels, levenslange dwangarbeid.
T. T. of t. t. (als onderschrift in brieven) totus tuus, geheel de u«c. t. w. (nl.) te weten.
ü. Zie V
U. C. urbis conditae, van de stichting der stad (Rome).
U. E. of U. E«l. (nl.) Uw Edele.
U. H. E. «. üw Hoogedelgestrenge of Uw Hoogedelgehorene.
ii. I. ut in/ra, zooals beneden of later (gezegd wordt).
13. J. D. utriusqxM juris doctor, doctor der beide rechten.
iilf. ultimo, op den laatsten dag (der maand).
mis. (op recepten) umjuentum, zalf.
ii. r. ut retro, als ommostaand, als op de vorige bladzijde.
ii. s. ut supra, als boven of vroeger (gezegd werd).
U. S. (e.) United States, Vereenigde Staten (van iNoord-Amcrika).
ii. s. w. (hd). und so weiter, en zoo voorts.
U. W. Ed. (nl.) üw Weledele.
ü. 'Ij. C. (nl.) Uw Zeergeleerde.
V (rom. getalmerk), vijf.
V •• » vijf duizend.
V mie, vaarwel; veteranus, uitgediend krygsman, veteraan; «ir, man,dap
per man; virgo, maagd; votum, gelolte; uitgebrachte stem. Valerius, Vitellius, (voornamen); versus, vers; ver/c; verlatur, sla om'hel blad), (het blad) worde emgeslagen.
v. Zie vld.
V. A. (fr.) fotre Altesse, Uwe Hoogheid.
V. A. B. (fr.) Votre Altesse Royale, Uwe Koninklijke Hoogheid.
V. C. (it.) vostro conto, uwe rekening.
v. c. verti causa, bij voorbeeld.
v. D. volente Deo, als God wil, met Gods wil.
V. Igt; M. verhi divini minister, bedienaar van het goddelijk Woord.
v. verhi r/ratia, bij voorbeeld.
V. M. (nl.) (in den almanak) volle maan. (fr.) Votre Majesté, Uwe Majesteit
V. M. (nl.) voormiddag; ook vorige maand.
vet. Test. vetus Teslamenlum, het oude testament.
487
vld. of v. vide videatur, zie, men zie.
viz.. videlicet, gelijk Hebt te zien is: namelijk.
v. verso, op de keer- ot rugzijde (van het blad).
Vol. volumen, lioekdeel; lichamelijke omvang of inhoud.
Voc. vocativus, vijfde naamval.
V. V. M. M. (fr.) Vos Majestés, Uwe Majesteiten.
v. i». (It.) volti presto, of v. s. (it.) volti suMlo, keer snel om thel muziekblad).
v. » pi. (it.) verti si placet, keer om (het blad), als '1 u belieft.
vt. vidit, hij beeft (het) gezien.
v. v. vice versa, omgekeerd; heen en terug.
V. S. (ni.) Vereenigde Staten (van Noord Amerika).
W. (nl.) Wissel (op koersiysten).
W. (nl.) west, westen, wester.
W. I. (nl.) West-Indië.
W. JL. (nl.) westerlengte.
W. W. (nl.) west-noordwesl.
W. S. (nl.) werkelijke schuld.
W. (. (nl.) west ten noorden.
W. t. '£•. (nl.) west ten zuiden.
W. «. (hd.) Wiener Wahruwj, (Oostenrgksch papiergeld).
W. 'ti. W. (nl.) west-zuidwest.
X (rem. getalmerk), tien.
X quot; quot; tien duizend.
Xr. (lid.) Kreulzer, (duitsche munt 7™ gulden).
Xtus. (nl.) Christus (De Grieksche .y is gelijk aan onze Ch).
(oud-rom. getalmerk), honderd vijftig.
\ « » honderd vijftig duizend.
(oud-rom. getalmerk), twee duizend.
® » » twee millioen.
K. (nl.) zuid, zuiden, zuider.
K. of z. (nl.) zie, men zie er op na.
zal. (nl.) zaliger.
Z. B. (nl.) zuiderbreedte.
'h- B. (hd.) zum Beispiel, bij voorbeeld.
5E. D. (nl.) Zijne DoorlucUtlgheid.
488
X. D. U. (nl.) Zijne Doorluchtige Hoogheid
z. e. (nl.) zyns erachtens.
X. E. (hd.) zum Exempel, bü voorbeeld.
58. E. of X. Ed. (nl.) Zijn Edele.
X. E. of X. Ew. (nl.) Zyn Eerwaarde.
X. E. of X. Exe. (nl.) Zijne Excellentie.
X. E. of X. Ei», (nl.) Zgne Eminentie.
X. E. A. (nl.) Zijn Edelachtbare.
X. E. O. A. (nl.) Zijn Edelhoogachtbare.
X. Oei. (nl.) Zeergeleerde.
X. E. H. A. (nl.) Zijn Edelhoogachtbare.
X. H. (nl.) Zyne Hoogheid: ook Zijne Heiligheid.
X. H. E. «eb. (nl.) zyn Hoogedelgeboren.
X. U. E. «estr. (nl.) Zgn Hoogedelgestrenge.
z. i. (nl.) zyns inziens.
X. K. H. (nl.) Zgne Koninklyke of Kelzeriyko Hoogheid.
X. K. K. M. (nl.) zyne Kelzeriyke en Koninklyke Majesleit.
X. IH. (nl.) Zijne Majesteit.
X. O. (nl.) zuidoost.
X. ©. t. O. (nl.) zuidoost ten oosten.
X. O. t. X. (nl.) zuidoost ten zuiden.
X. B. (nl.) zilveren roebels.
X. t. O. (nl.) zuid ten oosten.
X. t. W. (nl.) zuid ten westen.
X. W. (nl.) zuidwest.
X. W. t. W. (nl.) zuidwest ten westen.
X. W. t. X. (nl.) zuidwest ten zuiden.
z. z. (nl.) (in catalogussen), zeldzaam.
X. X. O. (nl.) zuid-zuidoost.
X. X. W. (nl.) zuid-zuidwest.
i. z. z. (nl.) (in catalogussen), zeer zeldzaam.
ö)c- %'iiyevetA deze* dd'dcctm meh dacoèd;
Anna Huber, VOLLEDIG KEUKENBOEK voor Vastenda. gen, voor Hollandsche Tafels bruikbaar gemaakt en naar den Vijfden Duitschen drnk bewerkt door Mevr. A. Ndijeüs. In geïllustreerden Omslag. . . . . / _ ■ / O 75
Betje, DE GrOEDKOOPE KEUKENMEID, Verzaigeling van beproefde Voorschriften, om lékker te Koken en te Bïaden, te Stoven en te Bakken, in te leggen, enz., enz.,, benevens eenige voor goed erkende Huismiddelen. Vijfde dr^k ƒ 0,60
Mina Korn, HAAKBOEKJE, Onderricht en Voorbeelden s, voor allerlei werken in het Haken. Met 16 PJal^n. Zesde gehc-1 omgewerkte en verbeterde druk met onderscheiden nieuwe voorwerpen vermeerderd . . . . . -ƒ0,75-
Anna Muller'S BREI- en KNOOPBOEBJE, Onderricht en Voorbeelden voor allerlei werken in het Breien en Knoopen. Met 16 Platen en 57 Patronen. Tweede Brui . /,0,75
fo Muller S NIEUW BRIEVENBOEK, bevattende een groot aantal Brieven in Proza en Poëzie, voor alle heu-, gelijke gebeurtenissen in het leven, geschikt voor aHe standen en voor eiken leeftijd, door W. Hilkek. Tweede Druk.
/0,50
Dr. Ruppricht als GENEESHEEE en HUISVRIEND, een zoo trouwe als veilige raadsman en gids voor allen wien hunue gezondheid lief en dierbaar is, inzonderheid voor Vaders en Moeders van Huisgezinnen. Tweede Druk . ƒ 2,25