-ij*» 4
Vereerders van öet H. Hart m Jesns
OP BEN
EERSTEN VRUDAG VAN ELKE MAAND,
DOOK
p.. J^OGEN BOOM, Pr.
Het H. Hart van Jesns is de eeni^e hoop van de Kerk en Ue maatschappy.
Paus Pius ix.
-JL.
Kerkelyk goedgekeurd.
gt; TE v quot; VINGEN, BIJ W. R. CASPAR1E.
OOTEEEICHTIHSEN, CÏEEWEEINSEN en GEBEDEN
r~
EERSTEN VRIJDAG VAN ELKE MAAND,
Het H. Hart van Jesus is de ccnige hoop van de Kerk cn de maatschappij
Pans piüs ix.
TE GRONINGEN, HIJ W. K. CASPARIE. RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT
PAUS PIUS IX EN DE GODSVEUCHT TOT HET H. HART VAN JESUS.
In onzen tijd, waarin duizenden en duizenden, onder ingeving van den vorst der duisternis en onder zijn standaard geschaard, met hclsche wapenen uitgerust, tegen de onvergankelijke Kerk van Christus strijden; gevoelen do vrienden van den onsterfelijken Koning dor eeuwen zich bemoedigd en getroost, door den ijver waarmede de godsvrucht tot het van oneindige liefde brandend Hart van Jesus door de Katholieken over de gan-sche aarde beoefend wordt. Wie dit treffend tafereel gadeslaat, in de overtuiging hoevele zegeningen daardoor over het menschdom worden uitgestort, heft een danklied aan tot Hem, die, door het vuur der liefde wat Hij op aarde is komen brengen, zoo gaarne de harten der menschen ontstoken ziet.
Dat deze godsvrucht in de laatste jaren eene zoo verbazende vlucht heeft genomen, hebben wij, na God, vooral aan den onvergetelijkcn Paus Pius IX to danken. Heeft geen Paus zoolang als hij, op den Stoel van den H. Petrus gezeten, de kudde van Christus gehoed; ook niemand zijner voorgangers op den Apostolischen Stoel heeft meer dan hij de godsvrucht tot hot H. Hart bevorderd. Niet ten onrechte heeft men hem den Paus van het H. Hart genoemd. Dezo eeretitel — zegt Pater Eamière, do Hoofdbestuurder van het Apostolaat des Gebeds — komt hom werkelijk too en is niot het minst schitterende juweel aan zijne kroon.
Werd van to voren het feest van het H. Hart in bepaalde bisdommen, kloosterorden en Congregaties van Religiousen gevierd; Pius IX bepaalde, bij een besluit van den 23sten Augustus 1856, de viering er van met eigene Mis en Officie voor do gehoele christelijke wereld op den vrijdag na het octaaf van den H. Sacramentsdag. Daardoor werd aan het dringend verlangen van Jesus voldaan en tevens voor do Kerk eene nieuwe bron van zegeningen geopend.
5
Door de Gelukzaligverklarmg van Margareta-Maria Alacoquo van do Ordo der Visitatie, den 19en Augustus 1864, Bchonk hij een nieuw gezag aan de openbaringen en wonderbare beloften, waarmede Jesus, door hare tusschen-komst, Zich gewaardigdo ons te begunstigen.
Daarenboven, do goedkeuring van het Apostolaat des Gebeds en van andere vereenigingen ter cere van het 11. Hart, de vergunning van volle en gedeeltelijke aflaten voor verschillende oefeningen en gebeden ter eero van hetzelfde Hart, leveren een uitstekend bewijs hoe die roemvolle Paus niet slechts van het gewicht , hot heilzame dezer godsvrucht doordrongen was, doch haar ook mot den vurigsten ijver verbreidde.
Ook zijne woorden waarmede hij, bij verschillende gelegenheden, zijne kinderen tot de vereering van het H. Hart opwekte, zijn ter onzer overweging en stichting, als zoovele kostbare parelen voor ons bewaard gebleven.
In September 1800 sprak hij tot de Missionarissen van het H. Hart: „Hot H. Hart van Jesus is de eenige hoop der Kerk en maatschappij. Hij zal al
6
onze kwalen genezen; verkondigt deze godsvrucht (tot het H. Hart) alom, zij moet het heil der ■wereld zijn.quot;
Nadat hij in de Encycliek van den 8sten December 1864, waarin hij de misdaden van onzen tijd teekende, den gcloovigen had aangespoord om in deze rampzalige tijden den troon der genade te naderen, drong hij met al den ijver zijns harten er bij hen op aan, om het allerbeminnelijhst Hart van Jesus, het Slachtoffer der vurigste liefde tot ons, met alle kracht en volharding aan te roepen, opdat Jesus alles door do banden zijner liefde tot Zich zou trekken, en dat alle menschen door zijne heilige liefde ontvlamd, volyens zijn Hart waardig mochten wandelen, Gode in alles behagende en in elk goed werk vruchten voortbrengende.
Den 18Jen September 1873 kwamen de hoofden dor Pius-vereeniging van Rome voor de voeten van den H. Vader nederknielen en legden de belofte af om, wanneer do verdrukking een einde zou hebben genomen, binnen Rome eeno Kerk ter eere van het H. Hart van Jesus te bouwen, tot erkentelijkheid en dankbaarheid aan het goddelijk Hart, enter
7
eerherstelling voor de tallooze beleedi-gingen, den lieer Jesus en der Kerk in onzen tijd aangedaan. Omtrent do wijze van de tenuitvoerlegging dier belofte onderwierpen zij zich aan het oordeel van Z. H. Nadat Piu^ deze belofte goedgekeurd en in naam van God aangenomen , en vervolgens in 't kort de rampen geschetst had, waaronder do maatschappij gebukt ging, sprak do beminde Paus o.a. dezo treffende woorden: „Gij hebt het middel tegen zoovele rampen gevonden. Gij hebt u herinnerd, dat in den hemel een goddelijk Hart is, dat u kan troosten, kan helpen en ondersteunen. Ja, naderen wij tot dat Hart, en verdiepen wij ons, stilstaande voor de wonde, door de lans van den beul geopend, met liefde en geloof in de overweging; prospiciens per cancellos. Laten wij nagaan hoe, naar onze wijze van opvatting, dit Hart hevig verlangt om het vuur, dat Hot inwendig verteert, te doen ontvlammen, het vuur, dat de geheele aarde in liefde zou willen ontgloeien. Naderen wij tot dit Hart, en beschouwen wij vol bewondering de hemelsche wijsheid, waarmede do Kerk gevormd werd, en hoe zij, op de zeven
8
kolommen rustende, door do Sacramenten voorgesteld, vol levenskraclit uit deze goddelijke bron te voorschijn trad.quot;
Ongaarne zou ik van dit onderwerp afstappen, zonder nog eeno omtrent deze godsvrucht belangrijke zaak vermeld te hebben. quot;Wegens de wreede vervolgingen waaraan de Kerk, de Bruid van Jesus, was blootgesteld, drongen de Katholieken uit verschillende streken der aarde er bij den Opperherder op aan, dat de gansche Katholieke Kerk aan het H. Hart zou worden toegewijd. De bovengenoemde Hoofdbestuurder vau het Apostolaat des Gebeds, die zich tot dit doel naar de eeuwige Stad had begeven, werd in April 1875 bij Z. H. toegelaten. Hij toonde hem een lijst, waarop 515 hand-teekeningen van kardinalen, aartsbisschoppen en bisschoppen geschreven stonden, die den Paus ootmoedig smeekten, om de Katholieke Kerk aan het goddelijk Hart toe te wijden. Pater Ramière zeide tot den H. Vader, dat bij Z. H. millioenen harten kwam brengen, die zich gelukkig zouden achten, door de handen van Z. H. aan het Hart van Jesus te worden opgedragen. „Ja, — antwoordde Pius met heilige geest-
9
drift — ik zal ze in dit goddelijk Hart plaatsen, in caverna maceriae, in de holte van don muur, ah in con veilig toevluchtsoord.quot;
Die gezegende dag der algemoene toewijding was de 16l1e Juni van hetzelfde jaar, een jubeldag bij uitnemendheid, daar het toen juist twee honderd jaren was geleden, dat Jesus aan de bevoorrechte Margareta-Maria was verschenen en haar den last had opgedragen om do godsvrucht tot zijn Hart to verbreiden. Terwijl de Opperherder de ganscho Katholieke Kerk aan hot H. Hart toewijdde, droegen millioenen Katholieken, één door hot geloof, door de liefde verteerd , aan het Slachtoffer der vurigste liefde tot ons zich op, vast besloten don Verlosser der wereld getrouw te zijn tot aan don dood. Welk hart gevoelt zich, bij de herinnering aan dat zalig oogen-blik niet opgetogen!
Deze dag — zegt een beroemd schrijver van onzen tijd — is een der historische dagen, waarvan de kronijkschrijvers onzer eeuw geen aanteekening houden, maar die op het boek der daden Gods met gulden letteren worden aangcschre-ven.
10
De woorden cn daden van den beroemden Pius IX, in deze inleiding vermeld, en waaraan nog vele zouden kunnen worden bijgevoegd, bewyzen ten overvloede, dat die voortreffelijke Paus, gedurende zijne een-en-dertig-jarige regeering , wonderbaar voor do oer van het H. Hart gewerkt heeft, wat hij nu, zooals wij vertrouwen, in het licht der heerlijkheid aanschouwt en bezingt. Met het volste recht dus noemden vele Katholieken hem den Paus van het JL Hart.
Bewondering echter is niet voldoende. Door zijn woord verlicht, door zijn voorbeeld opgewekt, zullen wij de godsvrucht tot het H. Hart van Jesus, waardoor men aan do kostbaarste schatten van genaden deelachtig wordt, niet alleen beoefenen, maar ook, ieder naar zijn vermogen, voor do verheerlijking daarvan, welke offers ook gebracht moeten worden, tot aan den laatsten ademtocht werken eu strijden.
Gronikoen, op het feest der zeven Smarten der II, Maagd Maria 1S78.
Onderrichting over de vereering van hei H, Hart van Jesus op den eersten vrijdag van elke maand.
Ofschoon de vrienden van onzen god-delijken Zaligmaker, Jesus Christus, dagelijks aan zijn liefderijk Hart hunno hulde brengen, is toch de vrijdag vooral aan dio vereering toegewijd. Op een vrijdag verdroeg Jesus het smartelijkst lijden, droeg Hij Zich zeiven ten offer op aan zijn hemelschen Vader, tot voldoening voor de zonden der wereld en behaalde Hij, door zijn dood op het Kruis, de overwinning over dood en hel. Op den zelfden dag werd zijn Hart met eene lans doorstoken, en alzoo do bron geopend waaruit, door allo eeuwen, de wateren des levens geput worden. Ook gaf Jesus aan do Gelukzalige Margarota-Maria zijn verlangen te kennen, dat do vrijdag na het octaaf van den H. Sacramentsdag als do feestdag van zijn H. Hart zou bepaald worden. Wio de levensgeschiedenis van die bovoorrechto bruid des
12
Zaligmakers aandachtig leest, wordt ten volle overtuigd, dat zij uitstekende gunsten van haren goddelijken Bruidegom op do vrijdagen mocht genieten.1)
Inzonderheid echter wordt op den eersten vrijdag van elke maand de godsvrucht tot het H. Hart beoefend; na het feest van het H. Hart is deze do dag hij uitstek, waarop deze heilzamo verecring geschiedt. Dat Jesus dit auiig verlangt, blijkt uit de levensgeschiedenis van de Gelukzalige Margareta-Maria.
Eens toen zij voor het altaar, waarop het H. Sacrament was uitgesteld, lag neergeknield, gevoelde zij zich door eene buitengewone afgetrokkenheid van al hare zintuigen en al hare vermogens in zich zelvo gekeerd. Jesus, haar goede Meester, vertoonde Zich aan haar, schitterende van glorie, met zijne vijf wonden, die als zonnen blonken. Vlammen ontsprongen van alle kanten uit zijn heilig lichaam, vooral uit zijne borst, die op een fornuis geleek. Na haar geopend to hebben, toonde Hij haar zijn
Vgl. Vie et oeuvres de la B. Margante-Marie Alacoque, tome I, p. 89, H4, 181; tome 11, p. 162.
13
Hart, do lovende bron dier vlammen. Te gelijker tijd maakte Hij haar met de onuitsprekelijke wonderen zijner zuivere liefde bekend, en gaf haar te kennen tot welk eene overmaat Hij die liefde tot de mensehen gedreven had, door wier ondankbaarheid Hij gevoeliger getroffen was, dan door al de smarten to zamcn, door Hem in den tijd zijns lijdens verduurd: „Als zij Mij liefde voor liefde gaven, zou alles wat Ik voor hen gedaan heb, aan mijne liefde gering toeschijnen; maar voor Mij hebben zij slechts koelheid en onverschilligheid over, en zij beantwoorden mijne liefdevolle dienstvaardigheid slechts met afwijzing. Geef gij althans Mij dien troost van, zooveel gij kunt, Mij voor hunne ondankbaarheid vergoeding te geven.quot; En toen zij Hem hare onmacht toonde, antwoordde Hij haar: „Ziedaar iets wat alles, dat u ontbreekt, aanvult.quot; En uit dat goddelijk Hart, dat Zich geopend had, schoot tegelijkertijd eene zoo gloeiende vlam, dat zij er door verteerd meende te worden. Zij werd er geheel van doordrongen en, haar niet meer kunnende verdragen, vroeg zij Hem medelijden met hare zwakheid te
2
14
hebben. „Ik zal uwe kracht zijn — zeide Jesus tot haar —; vrees niets, maar luister naar mijne stem en naar hetgeen Ik van u vraag om u voor do uitvoering mijner plannen voor te bereiden. Ten eerste zult gij Mij in het XL Sacrament des Altaars zoo dikwijls ontvangen als de gehoorzaamheid u dit toelaat, welk leed en welke vernederingen voor u daaruit ook mogen voortvloeien; want het zijn onderpanden mijner liefde. Ten tweede zult gij daarenboven den eersten vrijdag van elke maand Gommuniceeren.quot;1)
Haren goddelijken Bruidegom in do H. Communie te ontvangen, was haar levenslust; zij zou niet geaarzeld hebben , als het noodig geweest was tot het ontvangen van den God van haar hart, blootvoets over een weg van vlammen te gaan. Maar eene buitengewone godsvrucht legde zij bij de H. Communie op den eersten vrijdag van elke maand
') Vgl. Vie et oeuvres, tome I, p. 108, 109. Daruc'Z,quot;levensgeschiedenis van de Gelukzalige Margareta-Maria, deel I, h\z. 127, 123. Wat Jesus aan de Gelukzalige vervolgens beval omtrent hot H. Uur heb ik weggelaten, omdat dit niet tot mijn plan behoort.
15
aan den dag. Daaruit putte zij do kracht tegen de talloozo hinderpalen, welke zij te overkomen had, om do vereoring van het goddelijk Hart in te voeren. Liever had zij, jaren lang, het smartelijkste lijden verduurd, dan dat zij op dien dag dat groote geluk had moeten missen. Nu kan men zich een denkbeeld vormen, hoe hare ziel gefolterd werd, toen hare Overste, do Eerw. Moeder Melin, haar verbood op den eersten vrijdag van elke maand to Communiceeren: dit nu, wat haar op uitdrukkelijk bevel van den Zaligmaker was toegestaan, was tevens de inleiding en het onderpand der genaden, welko het Hart van Jesus over do Orde van O. L. Vr. Visitatie cu do gansche Kerk zou uitstorten.
Hoezeer dit verbod aan Jesus mishaagde , bewijst hot volgende geval. Zuster Rosalia Verchère, nog in den bloei harer jeugd zijnde, werd plotseling gevaarlijk ziek en lag op haar uiterste. Toen Margareta-Maria hare genezing van God afsmeekte, werd haar geantwoord -dat de zuster niet horstellen zou, voordat do Overste haar (Margareta-Maria) de H. Communie op den eersten vrijdag van
16
elko maand zou hebben toegestaan. Do Eerw. Moeder Melin, aan wio zij dit mededeelde, beloofde van haar eerste besluit terug te willen komen, op voorwaarde echter dat zij voor het herstel van zuster Verchère zou bidden. Mar-gareta-Maria gaf hieraan bereidwillig gehoor, en de zieke kwam terstond buiten gevaar. En nadat nu de Overste, die in dit geval duidelijk de hand Gods zag, haar do II. Communie wederom had toegestaan, werd de zieke geheel genezen.1)
Op den eersten vrijdag van elke maand mocht zij de. grootste gunsten genieten. Telkens werd haar het goddelijk Hart getoond, als eeno zon schitterend van licht, wier stralen loodrecht op haar hart nedervielen en het van zulk een vuur deden gloeien, dat het haar toescheen als werd het tot stof vermorseld. Gedurende dien tijd vooral gaf haar do Zaligmaker te kennen wat Hij van haar verlangde en openbaarde haar do geheimen van zijn goddelijk Hart.2)
') Deze bijzonderheden zijn uitvoerig te vinden bij Daniel, 1ste deel op 'teinde, en 2i'! deel blz. 285—289.
J) Vie et oeuvres, tome I, pag. 106.
17
Eene belangrijke openbaring moet hier noodzakelijk nog vermeld worden. In Mei 1688 schreef Margareta-Maria aan de Eerw. Moeder de Saumaise te Dijon: Op een vrijdag, na de H. Communie, sprak Jesus tot zijne onwaardige slavin, zoo zij zich niet bedriegt, deze woorden: „Ik beloof u in do onmetelijke barmhartigheid van mijn Hart, 'dat zijne alvermogende liefde aan allen, die negen eerste vrijdagen der maanden zullen Communiceeren, terstond de genade der volharding zal geven; zij zullen niet in ongenade sterven, noch zonder de H.H. Sacramenten, daar mijn goddelijk Hart in die laatste oogenblikken hunne veiligo schuilplaats zal zijn.quot;1)
Do Zeer Eerw. Pater Pierik, na in zijn prachtig gebedenboek de Schat der harten deze woorden te hebben aangehaald , laat er op volgen: Deze belofte, althans naar de uitdrukking der Gelukzalige, schijnt eer te groot dan te klein; doch wat kan Jesus' Hart niet doen, en wat zal Het niet willen doen voor hen, die Het hartelijk vereeren ?
Do vereering van het H. Hart op den
') Vie et oeuvres, tome II, pag. 196.
18
eersten vfijdag van elke maand, door Margareta-Maria beoefend en aangeprezen , begon langzaincrhand fe bloeien niet alleen te Paraij-le-Monial, maar ook in andere kloosters van de Orde der Visitatie; en de begunstigde bruid van Jesns mocht nog, tijdens haar leven, den troost smaken, dat deze godsvrucht met ijver werd beoefend en do heilzaam-ste vruchten voortbracht.
Don September 1686 schreef zij
aan de Eerw. Moeder Louise Henriette de Soudeilles te Moulins: „Zij, die zich beijveren het H. Hart, naar hun beste vermogen, te vereeren, kiezen daartoe dett eersten vrijdag van elke maand, waarop zij (ieder volgens zijne godsvrucht) eenige bijzondere hulde aan bet voorwerp onzer liefde brengen.quot;
In onzen tijd is deze godsvrucht, ook in ons land, tot hoogen bloei gekomen; wie de berichten uit verschillende plaatsen van Nederland leest, doet do blijde overtuiging op, dat in zeer vele parochiën, die dag, zoo bijzonder aan de vereering van het H. Hart toegewijd, allerijverigst gevierd wordt. Deze godsvrucht zal zonder twijfel in tallooze zwakke zielen de deugd versterken, de
19
ijverigcn nog meer ontvlammen en al zoo een onuitspTekelijk voordeel verschaffen aan de Kerk en de maatschappij.
Hoe wij dien dag zullen vieren om aan Gods milde zegeningen deelachtig te worden, beschrijft Desjardins in weinige regelen;
„De eerste vrijdag van iedere maand is, onder alle dagen des jaars, geheel bijzonder aan de vereering van'het goddelijk Hart toegewijd. Het is derhalve heilzaam, zich reeds op den vooravond van dien dag door eene godvruchtige lezing over het H., Hart of over 's Hee-ren bitter lijden voor te bereiden. Bo-vëndien is het raadzaam, dat mon den dag te voren eenige oogenblikken voor het H. Sacrament doorbrenge. Maar op den dag zolven zullen wij, zoodra wij ontwaken, ons geheel aan Jesus opdragen en alle handelingen van dien dag aan de vereering van zijn Hart toewijden. Zoo ' spoedig mogelijk zullen wij ons tot de kerk begeven, en daar eene groote droefheid in ons opwekken over al de beleedigingen, welke Jesus in het H. Sacrament heeft ondervonden en nog ondervindt; dit kan ons voorzeker niet zwaar vallen, indien wij slechts eenige
20
liefde voor Jesus gevoelen. Zou echter onze liefde koud of lauw zijn, bedenken •wij dan ernstig en rustig de beweegredenen, die wij hebben om Jesus te beminnen. Bekennen wij dan onze eigene fouten, welke wij deels in de tegenwoordigheid van het H. Sacrament begingen , of waaraan wij deels door verzuim in Het te bezoeken of te ontvangen , ons hebben schuldig gemaakt. Do H. Communie, welke de vereerders van Jesus' Hart gewoon zijn op dezen dag te ontvangen, geschiede met de meening om den smaad en de ondankbaarheid, welke den Verlosser' in het H. Altaargeheim menigvuldig worden aangedaan, eenigermate te herstellen: dit zij de hoofdgedachte bij alle vrome oefeningen van dien dag.quot; Mocht iemand de H. Mis niet kunnen bijwonen, noch de H. Communie ontvangen, dan verzuime hij geenszins de oefening der geestelijke Communie') en, zoo het eenigszins kan , het bezoek bij het H. Sacrament. Eenige kleine verstervingen of werken van liefde ter eere van het H. Hart op dien dag
') Vgl. de onderrichting over de geestelijke Communie,
21
verricht, zullen Jesus buitengewoon aangenaam zijn. Daarenboven kunnen de leden van het Apostolaat des Gebeds en van de Broederschap van het H. Hart van Jesus op den eersten vrijdag van elke maand een vollen aflaat verdienen, mits zij biechten, communiceeren en bidden volgens de intentie van Z. H. den Paus. Deze aflaten kunnen toegevoegd worden aan do zielen des vage-vuurs.
Morgengroet tot het H. Hart. van Jesus.
Ik aanbid, loof en groet U, H. Hart van Jesus, zee van genaden, mijn schat, mijn troost en mijne vreugde op dc aarde. Ik dank U voor do machtige bescherming, welke Gij mij dezen nacht bewezen hebt. Hoe opgetogen gevoelt zich mijn hart bij het aanbreken van dezen dag, die zoo bijzonder aan U is toegewijd! Wel is waar, menigvuldig zijn de heiligschennissen en oneerbiedigheden, waardoor Gij in het H. Sacrament der liefde beleedigd wordt; do koudheid en onverschilligheid van talrijke Katholieken zijn U een walg; maar wie zal daarentegen al dc eerbewijzingen,
22
al de lofgezangen kunnen vermelden, die heden uit duizenden en duizenden reine, U toegewijde harten zullen voortkomen? Ben ik diep bedroefd over den smaad, die U door goddeloozen 'wordt aangedaan, over uwe verheerlijking wil ik mij ook verblijden. Hart van mijn goddelijken Koning en Bruidegom, verleen mij do genade, dat ik dezen dag ter uwer oere, op eene heilige wijze moge doorbrengen. Al mijne gedachten, woorden, werken, al mijn lijden draag ik U op, om U mijne hulde aan te bieden en eenigszins vergoeding te geven voor het leed, dat Gy van den kant van goddelooze en ondankbare menschen verduurt. Stort op dezen dag uwe genadegaven ruimschoots in mijne ziel uit, opdat zij , door U begunstigd, gereinigd en getooid, den Vader in den hemel welgevallig zij. Amen.
Onbevlekte Maagd, Moeder der schoono liefde, die een onweerstaanbaren invloed bezit op het Hart van Jnsus, machtige Middelares tusschen God en den mensch, docr verlangen verteerd om het Hart Uws goddelijken Zoons, dat uit uw maagdelijk bloed gevormd is, te vereeren, neem ik mijne toevlucht tot U,
23
allerdierbaarste Moedor. Zie mededoogend op mij, uw onwaardig kind, neder, bescherm mij dezen dag en open, door uwe alvermogende beden, tot heil mijner ziel, do schatkamer der genaden. Amen.
Twaalf overwegingen voor de eerste vrijdagen der maanden.
liet H. Hart van Jesus leert ons de liefde tot den naaste.
„Mijn Hart — sprak Josus tot de Gelukzalige Margareta-Maria — is zoo brandend van liefde tot de menschen, dat Het de vlammen zijner liefde niet langer kan inhouden, maar door uw toedoen noodzakelijk moot uitstorten.quot; Inderdaad, hot is oen Hart geheel uit liefde gevormd; al zijne trillingen, al zijne kloppingen worden door de liefdo voortgebracht.
Meen echter niet dat hot goddelijk Hart alleen van dat heilig vuur gloeit, nu Het verheerlijkt in den hemel, aan de rechterhand van den Vader, de vreugde der Zaligen uitmaakt; ook in de drie
24
on dertig jaren, waarin Het op aarde klopte, was Het met eene onbegrijpelijke teedere liefde tot den mensch bezield. wTe aandachtig de -eldaden en zege-ningen overweegt, door Jesus, tijdens zijn sterfelijk leven oP aarde over het menschdom uitgestort, ^1 do dicpto onmetelijkheid van de liefde zijns Harten bewonderen. Volg Hem slechts een nofrenblik op zijn levensbaan. Al wel doende gaat Hij rond iedereen t^ostend on opbeurend, overal zijne gunsten me dedeelend, zonder zucht naar eer en zonder zware offers te ontzien. Imme zachtaardig en beminnelijk bewijst Hij de uitstekendste liefdediensten, zoowel armcn als rijken, zoowel aan zon-
Sen™ rechtvidigen niet al^en aan
vrienden, maar ook aan hen, mo met bitteren haat jegens Hem bezield Sin al voorziet Hij ook dat zijne goedertierenheid met ondankbaarhc'd zal ver solden worden. Heeft Hij van duizendtallen die, aan de cUemh^sto cn smartelijkste ziekten lijdcnd hunae to^ vlucht tot Hem namen, ^eléeno g nezen weggezonden, al ^J
daarom de vervolging Schriftgeleer
den en Farizeen verduren? Is ^el oon
25
oon bedroefde ongetroost naar huis gegaan ? Hoeft Hij ooit eeii zondaar die, onder den last van ongerechtigheden gehukt, geloovend en rouwmoedig Hem naderde , de vergiffenis geweigerd ? Mijn Jesns, mijn God en Koning, wie wordt bij de overweging uwer liefde niet ontroerd! Gij hebt een Hart, zoo teeder, zoo ruim, dat Het voor allen openstaat, niemand van uwe liefde uitsluit.
Beminnen is waarlijk offeren. Vandaar dat de goddelijke Heiland, na jaren lang honger en dorst, droefheid en versmading, folteringen en vermoeienissen voor ons verduurd te hebben, zijne hoogste liefde aan den dag legde op den stond, waarop Hij, liet vlekkelooze Lam, verteerd door het heilig vuur dat in zijn boezem brandde, zijn leven gaf voor het heil der wereld. Niemand heeft dit wonder van liefde schooner geschetst dan de H. Paulus: Dilexit me et tradidit se ipsuin pro me: Hij heeft mij hemind en Zich zeiven voor mij opgeofferd.
Op zijn goddelijk Hart wijzend, spoort Jesus ons dringend tot de beoefening der naastenliefde aan: Ik geef u een niewv gebod, dat gij elkander bemint. Dit beteekent geenszins dat de broeder-
3
2G
liefde in het Oude Verbond niet was voorgeschreven, of ook dat de goddelijke Meester dit gebod slechts op mouw afkondigt; maar Hij vordert van ons, die door Hem vrijgekocht, door nieuwe en nauwere banden aan Hem verbonden ziin, eenc volmaaktere liefde: Bemint elkander, gelijk Ik u hch lief gehad-Daaraan zullen allen erkennen dat gij mijne leerlingen sijt, indien gij elkander lemint.
Naar het voorbeeld van Jesus Hait moeten wij alle menschen om God gelijk ons zeiven beminnen, hetzij zij arm o rijk zijn, heidenen of christenen, onwetend of geleerd, hen zelfs door wie men versmaad en beleedigd wordt. Immers wij allen, naar Gods beeld geschapen, zijn kinderen van één Vader in den hemel, wij allen zijn door het bloed van Jesus vrijgekocht en geroepen om eeuwig in het goddelijk licht de oneindige lietdo zelve te bezitten en ons daarin to verblijden. En is men niet dikwijls in do gelegenheid om te bewijzen, dat men een waar leerling van het H. Hart van Jesus is? Wanneer gij de woning van uwen naaste binnentreedt en gewaar wordt dat hij, aan armoede ten prooi,
27
van voodsol en kloeding verstoken, misschien door koude gefolterd, met wee-nende oogen uwe ontferming voor hem en de zijnen inroept, is uw hart dan zoo ongevoelig, dat hot niet bewogen wordt? Sta liem dan met uwe stoffelijke middelen bij, waarvan God u misschien ruimschoots tot heil van een ander heeft voorzien; en mocht gij geen hulp kunnen bieden, toon hem althans het medelijden uws harten en verzacht zijne smarten door woorden van troost. Bevindt gij u in een gezelschap, waar met de gebreken van een ander gespot, of, wat helaas! ontelbare malen geschiedt, door kwaadsprekendheid of lastertaal do naaste in zijn goeden naam wordt gekrenkt, zult gij dan door uwe woorden of handelingen met voorzichtigheid niet al het mogelijke aanwenden, tot welzijn van uwen broeder?
Hoe menigmaal wacht oen onwetende op onderrichting, een door rampen gedrukte op een woord van bemoediging, om geduldig de wederwaardigheden dos levens te verdragen! Talrijk voorzeker zijn de gelegenheden, waarin wij onze liefdo kunnen aan den dag leggen, maar wordt zij daarom door allen beoefend? Menigeen gevoelt zich aan droefheid
28
prijs gegeven, omdat een amlor lieni benadeelt of beleedigt. Men is toegevend, vriendelijk jegens vloiers; wordt men echter door een ander met zaclitlieid om eenig gebrek berispt, dan doelt men op wraak. Uit vrees voor eenig nadeel in tijdelijke zaken, uit menscliclijk opzicht of onverschilligheid, verzuimt men den plicht dor broederlijke berisping, terwijl daardoor eene ziel ten gronde gaat, waarvoor Christus is gestorven. Mijne hinderen — zegt de H. Joannes —, laat ons niet beminnen met tvoorclen en met de tong, maar met de daad en in ivaarheid.
„Wanneer toch zullen wij allen van zachtmoedigheid en liefde jegens do naasten doordrongen zijn? Wanneer zullen wij hunne zielen in het H. Hart van den Zaligmaker aanschouwen? Helaas! wie don naaste buiten dat Hart aanschouwt , loopt gevaar hem noch op eeno zuivere, noch standvastige, noch gelijkmatige wijze te beminnen. Maar daarbinnen .... wie zou hem niet liefhebben.quot; 0
ï) 11. Franciscus Van S:ilcs.
29
GEBED.
Goddelijke Zaligmaker, niet genoegzaam kan ik U bedanken, daar Gij mij niet alleen geboden hebt mijn naaste te beminnen, maar daarenboven mij het voortreffelijkste voorbeeld daarvan gegeven hebt. Had ik meer en béter de rijkdommen uws Harten overwogen, zou ik ijveriger uw voorbeeld gevolgd hebben. Maar nu schaam ik mij, omdat ik menigwerf tegen mijn evenmensch gezondigd heb. O allerheiligst Hart van Jesus, schenk mij een weinig van die heilige, reine liefde, die ü verteerde, opdat ik, zoolang ik leef, uw getrouwe leerling zij en in het hemelsch paradijs, onder do reien der Zaligen, U, de onuitputtelijke bron van liefdo, eeuwig bezitte. Amen.
De smaad, iveiken het H. Hart van Jesus verduurd heeft van den kant der Schriftgeleerden en Farizeën.
Do liefde tot den evenmensch, waarvan het H. Hart van Jesus ons hot
30
schitterendst voorbeeld heeft gegeven, moest zoowel aller wederliefde als bewondering opwekkon. ie deze wederliefde bij allen veronderstelt, ziet zich, zelfs bij eene vluchtige lezing van het leven des goddelijken Zaligmakers, weldra teleurgesteld. Wel is waar, wij zien Hem dikwijls van eene groote menigte omgeven die, vol bewondering over zijne werken, Hem prijzen, om zijne uitmuntende leer, zijne zachtmoedigheid en goedheid, zich zoo tot Hem getrokken gevoelen, dat zij Hem uren achtereen, in weerwil van vermoeienis en ontberingen , volgen 5 velen toonen Hem een dankbaar hart voor de hun geschonkene weldaden; behalve de Apostelen heeft Hij nog andere vrienden, van wie Hij blijken van teedere liefde ontvangt. Maar ook de vijanden die Hem benijden, haten, bij verschillende omstandigheden en op verschillende wijzen zijn verderf zoeken, zijn menigvuldig. Zijn H. Hart moet inderdaadquot; de bitterste verguizing en versmading verduren. Wie denkt hier niet aan de Schriftgeleerden en Farizeën, waarvan het H. Evangelie herhaalde malen gewaagt? De achting en den lof der menschen zoekend, onderhouden
31
zij met de grootste nauwkeurigheid de joodsche overleveringen , terwijl zij, door het overtreden van de zwaarste geboden, inwendig vol bederf zijn. Hunne huichelarij kent geene grenzen. Door hoogmoed verblind, weigeren, zij in Jesus te gelooven en Hem den verschuldigden eerbied te bewijzen, ofschoon Hij duidelijk door zijne wonderwerken de waarachtigheid van zijne zending, van zijne Godheid toont. Hun hart verlangt naar een Messias, die in uiterlijke pracht Zich zal vertoonen, met een ontzaglijk leger opdagen om hen aan het juk der Romeinen, waaronder zij met weerzin gebukt gaan, te onttrekken; den armen Jesus van Nazareth echter, al wordt in Hem vervuld, wat de profeten aangaande den Verlosser vooorspeld hebben, willen zij geenszins erkennen. Hoe gevoelen zij zich gekrenkt en vernederd, daar het volk Hom aanhangt en als den beloofden Messias huldigt! Door gloeien-den haat ontstoken, slaan zij Hum gedurig gade, om toch maar iets te kunnen vinden, waardoor zij Hem bij het volk verachtelijk kunnen maken. Wie siddert niet bij hot hooren hunner godslasterende taal! Nadat Jesus een ongelukkige, dio
32
blind en stom was, in tegenwoordigheid van eene grooto menigte van den boozen geest verlost heeft, roept het volk vol verbazing en geloovend uit: Is deze met de Zoon van David? De Farizeën en Schriftgeleerden daarentegen, de juichtonen niet kunnende verdragen, lasteren: In Beëlzebub, den vorst der duivelen, drijft Hij de duivelen uit. Heeft Hij een lamme do verzekering geschonken dat zijne zonden vergeven zijn, dan houden zij Hem, do Onschuld zelve, wiens spijze het is den wil van zijn Vader te volbrengen, voor een godslasteraar.
quot;Welke pen kan beschrijven, welke tong vermelden, hoezeer het zoo gevoelig, het zoo tceder minnend Hart van Jesus door den haat en de lasteringen zijner vijanden versmaad wordt!
Hoe is het mogelijk, mijn goddelijke Zaligmaker, dat Gij, de Schepper van 't Heelal, do Volmaaktheid zelve, de Koning wien de Engelen loven en sidderend aanbidden, zulke verguizingen duldt! Hoe juist is de voorspelling van den koninklijken profeet: Mijn Hart wachtte versmading en ellende!
Jesus verdraagt niet slechts de ver-
33
guizingon der Schriftgoleei-den on Fari-zecn mot wondorbaar geduld, ook herhaalde malen toont Hij , dat zijn Hart, hoe ook gegriefd, nog van liefde tot hen klopt. Wel geeft Hij hun somtijds cone strenge berisping en stelt hunne goddeloosheid in al hare afschuwelijkheid ten toon, om anderen tegen de huichelaars te quot;waarschuwen, die onder den schijn van godsvrucht het volk misleiden en velen in het verderf storten; maar overigens, al walgt Hem het verkeer mot hen, daar Hij hunne boosheid en huichelarij in hare ware gedaante kont, gaat Hij toch vol zachtheid, welwillend en vriendelijk met hen om, neemt zelfs aan hunne maaltijden deel, alsof zij Hem nimmer iets kwaads berokkenden. Wie erkent hieraan het Hart dos Heeren niet, als een volmaakt toonbeeld van geduld en liefde?
Hebt gij u somtijds niet beklaagd dat gij, ofschoon gij niemand het kwade gunt en misschien uwen naaste talrijke weldaden bewijst, bittere versmading moet lijden? Men stelt uwe kleine gebreken als groote misslagen voor; kan men uwe goede werken niet loochenen, dan wordt althans uwe mee-
3-1
ning verkeerd uitgelegd. Dat do vijanden van Jesus en de H. Kerk u beschimpen, wanneer gij bidt, eonige oefeningen van godsvrucht verricht, of moedig u als een ijverig kind der Katholieke Kerk toont, dit is nog te verdragen; maar zwaarder valt het door hen versmaad en veracht te worden, die veel aan u verschuldigd zijn en in schijn zich vrienden tooncn, ofschoon hun hart met bitterheid vervuld is.
Beschouw dan hot goedertieren Hart van Jesus en vraag Hem de genade om u ook hierin als zijn ware leerling te gedragen; en al bezit gij den moed niet om met sommige Heiligen uit te roepen: „Heer, ik wil voor U lijden en veracht worden,quot; door de goddelijke genade gesterkt , zult gij, van wraakzuchtige plannen vrij, alle verongelijkingen ootmoedig en geduldig uit liefde tot Jesus verdragen die, naar de leer van den H. Paulus, toen Hij leed niet bedreigde, toen Hij gescholden xoerd niet terug schold, . maar Zich overgaf aan den onrechtvaao-digen rechter.
35
a K B E D.
Allerliefste Jesus, als ik het geduld overweeg waarmedo Gij do boosaardige Schriftgeleerden en Farizeën verdroegt, sta ik verbaasd, maar ook beschaamd, daar ik zoo dikwijls mij om do mij aangedane boleedigingcn zocht te wreeken. Door uw voorbeeld aangemoedigd en door uwe genade versterkt, wil ik voortaan , als een waar leerling uws Karton, uwe bewonderingswaardige leer in beoefening brengen: Bemint uwe vijanden, doet wel aan hen die u haten, bidt voor hen die u vervolgen, opdat gij hinderen inoogt zijn van uwen hemelschen Vader,
Jlet bedroefd en angstig Hart van Jesus in den hof van Olijven.
Treden wij met onze gedachten den hof van Olijven binnen, waarin Jesus, na het laatste avondmaal gehouden te hebben, met zijne bevoorrechte Apostelen Petrus, Joannes on Jacobus Zich bevindt. Hij, do Almachtige, op wiens woord do
3G
stormen bedaarden, de oneindig beminnelijke die zoovele tranen droogde en de Enquot;-clen des hemels in verrukking brengt , begint, nu het lijden in al zijne afgrijselijkheid Hem voor den geest staat, te heven, te sidderen en bedroefd te worden. Ja, het uur des lijdens, waarnaar Hij vurig verlangd hoeft, is geslagen. Beschouw Hem, verbleekt, weenend op den grond liggen, dien Hij met zijne tranen besproeit. Do Engelen omringen Hem, niet een blij lied zingende zooals bij zijne Geboorte: Eer zij God inden h'ooae en vrede op aarde den menschen van (joeden roil, maar als getuigen van zijn lijden voor den menseh. De hemei-sche Vader, die aan den oever van den Jordaan de getuigenis aflegde: Dese is mijn ivelheminde Zoon, in wien Ik mijn welbehagen genomen heb, ziet Hem als het Slachtoffer aan met al de zonden der wereld beladen. De droefheid welke zijn Hart gevoelt is zoo verschrikkelijk, dat zij allo smarten, waardoor de zielen dor menschen gefolterd worden, overtreft en Jesus, zonder den bijstand zijner goddelijke natuur, zonder twijfel moet doen bezwijken. Mijne ziel - zoo zucht Hij — is bedroefd tol aan den dood.
37
Allerduidelijkst hebben de profeten dit tooneel voorspeld: Mijn Hart is ontsteld; de smarten des doods heihen Mij omgeven (psalm). Veelvuldig zijn mijne zuchten en mijn Hart is bedroefd (Jerem.). Menigeen, onder do wederwaardigheden des levens gebukt, ontvangt nog eenigo leniging in zijne smart, hetzij door het medelijden wat hom getoond wordt, hetzij door troostvolle woorden van een bloedverwant of vriend. Jesus daarentegen is van alle deelneming, van allen troost verstoken. Wel zijn zijne bevoorrechte Apostelen, aan wie Hij bevolen heeft te bidden en te waken, in zijne nabijheid, doch een geweldige slaap heeft hen bevangen. Ik heb vertroosters gezocht — klaagt Hij door den mond van den profeet —, maar ze niet gevonden. Als het ware beschaamd, nu de last der zonden loodzwaar op zijne schouders drukt, verheft Hij zijne oogen niet ten hemel, gelijk Hij nog kort te voron deed in de zaal te Jeruzalem, maar zo naar de aarde richtend, waarop Hij ligt uitgestrekt, smeekt Hij zijn Vader in den hemel: Vader, neem dezen kelk van mij weg, doch niet mijn wil, maar de inve geschiede. Zijne droefheid gaat
38
met een ontzettenden angst en eenc hevige benauwdheid gepaard. Het zweet breekt Hem langs alle kanten uit; zoo beklemd is liet Hem rondom liet benauwde Hart; de aandrang waarmede het bloed uit liet fel geprangde Hart m de aderen geperst wordt, is zoo beYig, dat het bloed zich met hot zweet vermengt, en dat do bloeddruppelen op de aarde nedervloeien en den grond bevochtigen. Mijn Hart als toas gelijk — ze0gt do psalmist — smelt wey in mijn
binnenste. .
Terwijl wij Jesus zich zoo ontzaglijK vernederend, badend in zijno tranen en in zijn bloed, op do aarde zien uitgo strekt, bewonderen wij zijne liefde wi ondoorgrondelijke wijsheid. Hij lijdt met uit zwakheid of noodzakelijkheid, maar vrijwillig, uit zuivere liefde voor de zielen der menschen.
Evenals de goedo daden, zoo komen ook do zonden van den mensch uit het hart voort: De goede mensch brengt uit den goeden schat zijns harten goede dingen voort, en de kwade mensch brengt nit den lavaden schat het kwade voort. Wat uit den mond spruit, komt uit het hart, en dit besmeurt den mensch. Want
39
uit het hart komen kwade gedacht en, doodslayen, overspelen, ontucht, dieve-reien, valsche getuigenissen, godslasteringen. Om nu voldoening to geven voor do zonden der wereld, daarom lijdt Jesus, het -waaraclitige Lam Gods, zoo ontzettend in zijn Hart. Hij stelt Zich niet tevreden met het lijden wat Hom do geeselrocden, do doornen, hot Kruis zullen veroorzaken; voordat zijn Hart breekt en door de lans doorboord wordt, wordt met zijn bloed in don hof van Olijven de grond gepurperd — tot verlossing van den mensch.
Mijn Jesus, welke Engelentong zal uwe goedheid en wijsheid naar waarde kunnen bezingen? Gij zijt do waarachtige Middelaar en Verlosser, do Onschuldige bij uitstek, wiens bloed, niet zooals dat van Abel om wraak roept, maar om barmhartigheid, om genade !
Wie hot menschonloven, gelijk het inderdaad is, beschouwt, wie zijne veelvuldige wisselingen nagaat, is spoedig overtuigd dat hot vol is van rampen en ellende. De een heft een klaaglied aan, door zijne tijdelijke goederen, door vlij-tigon en langdurigen arbeid verkregen, op noodlottige wijze hem ontvallen; zijne
40
blijdschap om het vooruitzicht dat zijne nakomelingen, de vruchten van zijn ijver plukkende, een aanzienlijken stand in de maatschappij zullen hekleeden, wordt weldra door den tegenspoed in droefheid veranderd. Een ander krimpt ineen Ya,n Bmart, daar eene ongeneeselijke ziekte hem, op jeugdigen leeftijd, aan den rand van het graf heeft gebracht, waardoor al zijne schoone verwachtingen worden verijdeld. Hier treurt een deugd-zaam en voorheen door iedereen geacht man wiens goede naam door lastertongen is bezoedeld; dddr kwijnen een bravo vader en moeder van verdriet weg om het goddeloos gedrag hunner kinderen, voor wie zij de grootste offers gebracht hebben. Lijden is de wet des levens; en wie wij ook zijn mogen, aanzienlijk of niet, rijk of arm, wij allen, de een meer, de ander minder, moeten met zelden ondervinden dat de aarde, al schijnt zij voor sommigen een paradijs te zijn, een met doornen bestrooid pad is. Overwegen wij dan, vooral ten tijde van droefheid, wat het Hart van Jesus in den hof van Olijven verduurde, en dragen wij, door zijne liefde getroosten gesterkt, onze smarten aan God op, tot
41
boete onzer zonden. Wie eenmaal in do verheerlijking van Christus wil declen, moet hier zijne voetstappen drukken op het lijdenspad.
GEBED.
Allerheiligst Hart van Jesus, dat in den hof van Olijven bedroefd zijt geweest tot aan den dood, in uw onbesehrijfe-lijken angst, tot boete mijner misslagen, uw bloed zelfs hebt vergoten, zal ik mij nog over do kleine wederwaardigheden durven beklagen, waaronder ik nu en dan gebukt ga? Wel is waar, elk lijden boezemt afschrik in, doch maakt do ernstige overweging uwer smarten dat lijden niet licht? Door uw voorbeeld en door uwe liefde aangemoedigd , neem ik mij voor om, met do hulp uwer genade, geduldig, in den geest van boetvaardigheid allo zielskwellingen te verduren, opdat ik eenmaal in den hemelschen lusthof, waar allo tranen worden gedroogd, mij in u, o eenig voorwerp mijner liefde, verblijden moge. Amen.
42
IV.
liet gewonde Hart.
Nadat de goddelijke Zaligmaker, onder de bespotting en vervloeking zijner vijanden, den laatsten druppel uit den lijdenskelk gedronken, door zijn dood, als Koning, over dood en hel gezegevierd , door het offer van Zich zelven, als Hoogepriester, den mensch met God verzoend had, werd een taleroel ontrold , waarin de onmetelijke liefde van Jesus overheerlijk uitblonk. De H. Joannes, do Apostel der liefde, die, op de borst des Heeren rustend, uit zijn goddelijk Hart do reinste liefde geput en tot op Golgota zijn goddelijken Meester vergezeld had, beschrijft de onuitsprekelijk gewichtige gebeurtenis, welke na den dood van Jesus plaats had: „(de krijgsknechten) tot Jesus gekomen zijnde, toon zij zagen dat Hij al reeds gestorven was, braken zij Hem de beenen niet; maar een van de krijgsknechten opende zijne zijde met eene lans, c» terstond kwam daar Moed en water uit. En dio het gezien hoeft, heeft het getuigd, en zijno getuigenis is waarachtig, en hij
43
weet dat hij waarheid zegt, opdat gij ook moogt gclooveii. Want deze dingen zijn geschied, opdat do Schrift vervuld zou worden: Gij suit geen heen van Hem breken. En wederom eeno andere Schrift zegt: Zij zullen hunne ooyen slaan op Hem, dien zij doorstoken heb-ben.quot;
Deze getuigenis van den leerling van Jesus' Hart kan niet genoeg gewaardeerd worden. Kiet alleen bevtot de opening der zijde, waaruit waarachtig water en bloed vloeide, eene overheerlijke geheimenis , maar ook ten volle zijn wij overtuigd dat het Hart van Jesus, wat drie en dertig jaren voor het menschdom geklopt heeft, op het Kruis werkelijk door eene lans is gewond. Ofschoon de H. Evangelist deze waarheid niet uitdrukkelijk geleerd heeft, ligt zij duidelijk genoeg in zijne woorden opgesloten. De krijgsknecht wilde immers met zekerheid weten of Christus reeds gestorven was, en waarschijnlijk, zoo Hij niet dood was, Hem, door zijn Hart te doorsteken, den doodsteek toebrengen. „Het uitvloeien van bloed en water was een bewijs, dat de lanssteek tot in het Hart
van Jesus was doorgedrongen.quot;1) Daarenboven hebben sommige H.H. Kerkleeraren , verscheidene Heiligen2), en talrijke schrijvers van gezag3) op de voortreffelijkste wijze van het gewonde, het doorboorde Hart van Jesus gesproken. Do H. Bernardus, wiens taal zoovele zielen in verrukking brengt, spreekt op de zoetste wijze over Yivtgeopende Hart des Heeren: „Do wond des vleesches toont do wond des Harten: Wie zou dit zoo gewonde Hart niet beminnen; wie don zoo Minnende niet zijne wederliefde schenken, wie den zoo Kuische niet omhelzen? Wij dan, die nog in dit lichaam wonen, laat ons, zooveel wij kunnen, beminnen, wederbeminnon, dozen onzen Gewonde omhelzen, wiens handen en voeten, zijde en Hart do goddeloozen doorboord hebben.quot; Kiet minder voortreffelijk is de leer van den H. Thomas van Aquinen: „Drie dingen geven getuigenis op aarde; de Geest, liet water en het bloed: De Geest, dien Hij den Vader bij het scheiden van zijn
') Mukk, Bijbehche geschiedenis. 2) Zooals de II. Gertrudis en do 11. Mechtildis. 3) O.a. de beroemde Franciscus Suarez.
45
lichaam overgaf, hot water dat uit zijne zijde vloeide, en het bloed, dat Hy uit zijn Hart heeft vergoten, zijn drie getuigen van eene allervurigste liefde.quot; Op eene andere plaats schrijft dezelfde Kerkleeraar: „Hij stortte het bloed uit de wond van de zijde en het Hart, om de in het geloof wankelende leerlingen, en vele anderen, door onstandvastigheid bewogen en daardoor koi.d en als gestorven , to verwarmen, en aan hen, dio tot het leven teruggebracht zijn, met zijn bloed den weg dos hemels aan te wijzen, teneinde zij op zijn voetspoor zouden loopen . . . Loop ons dan voor, o Heer, als een hert in het Hart gewond, en toon ons met uw bloed don weg ten hemel, totdat wij U bezitten, en in U de eeuwige genoegens mogen smaken.quot; Niet alleen duidt de Kerk, in hare lofgezangen op den feestdag van hot H. Hart, deze troostvolle waarheid met duidelijke woorden aan, maar ook Paus Pius IX hooft uitdrukkelijk van het op het Kruis gewonde Hart van Jesus gesproken. In het Decreet van Gelukzaligverklaring van Margareta-Maria (den 10el1 Augustus 18G4) spreekt die beroemde Paus deze treffende woor-
40
den: „En wio dan, al had hij een hart van steen, zou zich niet gedrongen gevoelen liefde voor liefde aan dat Hart te geven, zoo vol zoetheid en aantrekkelijkheid, dat met eene lans doorstoken en gewond is geworden, om onzen zielen eene schuilplaats en een toevluchtsoord te zijn, waar zij tegen de aanvallen en listen van den vijand beschut en beveiligd zouden kunnen zijn? Wie zou niet opgewekt worden om met den grootsten ijver hulde tc bewijzen aan dat Hart, uit welks ivond het water en het bloed, do oorzaak onzos levens en onzer zaligheid , als uit oen bronader over do aarde stroomde ?quot;
Geen wonder dat de Heiligen geenc woorden genoeg konden vinden om de liefde van onzen goddelijken Zaligmaker tc prijzen. Geheel zijn leven wijdde Hij aan het zielenheil der menschen; voor hen verdroeg Hij honger en armoede, vervolging en verachting, droefheid en smaad; voor hen liet Hij Zich geeselen en met doornen kronen, droeg Hij Zith zelven als zoenoffer aan den Vader op; en alsof deze liefdeblijken nog niet genoeg waren, liet Hij zijn Hart doorsteken, opdat de laatste druppel van zijn bloed
47
voor het mensclidom zou vergoten worden.
Beminde lezer, als gij uw hart bij dat van Jesus vergelijkt, vraag dan u zelven eens af: Ben ik tot alles bereid, wat God van mij vraagt? Zeg ik ook in de oogenblikken van dorheid, evenals ten tijde van geestolijko vertroosting: O Josus, ik schenk U mijn hart, voor U wil ik leven , lijden en sterven? Helaas! hoe nalatig zijn wij dikwijls in het bestrijden der bekoringen, met hoeveel tegenzin doet men eene kleine versterving, hoeveel moeite kost het somtijds den evenmensch om eene kleine beleediging ons aangedaan vergiffenis to schenken!
Nauwelijks hebben wij betuigd, dat wij ons bloed voor Josus willen vergieten, of onze nalatigheid geeft getuigenis van do lauwheid der ziel. Knielen wij daarom met een nederig en rouwmoedig hart voor Jesus neder en smeeken wij Hem:
GEBED.
Dierbare Verlosser, uit do grond van mijn hart dank ik U, dat G ij niet alleen U zelven voor mij ton oft'er hebt gegeven, maar zelfs uw Hart hebt laten doorboren, waaruit do laatsto druppel van uw bloed ,
48
tot volclooning voor mijno zonden, vlooide. Al mijno gedachten, woorden en werken moesten van mijne innige dankbaarheid getuigen; met den H. Paulus moest ik kunnen uitroepen: „De wereld is voor mij gekruisigd en ik voor de wereld; ik leef, niet ik leef, maar Christus leeft in mij.quot; Maar het geweten verwijt mij talrijke nalatigheden en gebreken.
O minnelijk Hart van Jesus, ontferm TJ mijner, ontferm U mijner, wegens uwe groote barmhartigheid. Stort in mijne ziel een afschuw zelfs voor de geringste zonde en hecht mij zoozeer aan TJ vast, dat niets mij van U, de oneindige goedheid, kunne losrukken. Amen.
liet gewonde Hart.
(Vervolg.).
Troffend zijn do oogenblikken, waarop het lichaam van Jesus met eerbied van het Kruis wordt genomen on op den schoot zijner Moeder nedergelegd. Bleek van aandoening en smart ziet Maria op zijn met bloed bevlekt gelaat, op zijno
49
doorboorde handen en voeten, doch vooral op de geopende zijde, den toegang tot het doorstoken Hart van haren goddelij-ken Zoon.
Wel gevoelt zij hare ziel met het zwaard van droefheid gewond, doch heldhaftig berustend in Gods wil, bewondert zij de liefde van Jesus, die zijn Hart heeft latenen openen tot eene heilbron voor hare kinderen, die zij door hare liefde en tranen onder het Kruis heeft voortgebracht. De beraiiule leerling des Heeren, de maagdelijke Joannes, die zijne oogen niet af kan wenden van de wond in de zijde zijns Meesters, is bij de overweging der goddelijke liefde in vervoering geraakt. En welke tong zal vermelden, hoe ook do ziel van Magda-lena, de boetvaardige zondares, getroffen wordt, nu zij niet alleen des Heeren handen doorboort ziet, waardoor zoovele weldaden over het menschdom zijn uitgestort, en zijne voeten, welke zij in het huis van den Farizcör rouwmoedig met hare tranen besproeide, maar daarenboven zijn Hart, waaruit een stroom van vrede en van zoet genot in hare ziel vloeide, met eene lans ziet geopend!
In den loop der eeuwen hielden de vrien-
50
don van Josus, in hunno overwegingen, gedurig hunne gedachten op zijn Hart gevestigd; vindingrijk waren zij in hunno lofzangen, waarmede zij Het prezen.
Het gewonde Hart wordt een steenrots genoemd, waaruit de wateren ontspringen ten eeuwigen loven. Het is eeno voiligo schuilplaats, ceno ark waarin wij ons verbergen kunnen. Rondom zijn wij van gevaren omringd; do duivel die God haat en vloekt en in zijn haat do ziel des mcnschcn, Gods beeld, in het verderf wil storten, gaat rond als een brieschendo leeuw, zoekend wien hij verslinden zal. Dc wereld tracht door hare valsche aan-lokselen den mensch te verleiden, en het vleesch trekt onvermoeid tegen hem ten strijde om hem in zijn boeien te knellen on als een dwingeland hem te beheer-schen. Met welke wapenen zullen wij, zwakke stervelingen, ons zeiven in dien geweldigen strijd omgorden? Met welk licht moet men de duisternis, waarvan men omgeven wordt, verdrijven? Waarheen zullen wij vluchten, om tegen allo gevaren der ziel beveiligd te zijn? Het H. Hart van Josus is onze kracht, ons plechtanker te midden van do stormen eoner goddelooze wereld. Door dc wond
51
der zijclo in hot goddelijk Hart binnengetreden, zijn vrij veilig, onbevreesd, al worden wij door alle helscho geesten bestormd, omdat de Koning der koningen, de Overwinnaar over hel en dood ons beschermt.
Wij lezen in de II. Schrift dat God voor do eerste menschen een paradijs geplant had, een lusthof waarin allo boomen groeiden, die hot oog door hunne pracht bekoren, door hunne vruchten den smaak streelcn kondon. Dit paradijs is slechts een zinnebeeld van den goddoljj-ken lusthof, waarmede sommige II. II. Schrijvers het II. Hart van Jesus beduiden. Aan do Gelukzalige Magareta-Maria Alacoque werd het H. Hart getoond als een heerlijke lusthof, mot allerhande bloemen versierd, vervuld van de liefelijkste geuren en overvloeiend van allerlei zoetheid. „Zie, — roept de II. Bo-naventura juichend uit — de deur van het paradijs is voor u geopend, en het vlammend zwaard is door de lans van den soldaat weggenomen. Zie, de schat der eeuwige wijsheid en liefde is geopend. O, hoe gelukkig was de lans, hoe zalig de nagelen, die zulke openingen maken mochten! Zoo ik in do plaats van do
52
lans geweest was, zou ik uit do zijclo van Christus niet wederom zijn uitgegaan , maar gezegd hebben: Dit is mijne rustplaats in eeuwigheid, hier zal ik rusten , wijl ik dit oord verkozen heb. Zie dan, o ziel, uw allerzoetste Bruidegom heeft u in de overmaat zijner liefde do zijde geopend om u zijn Hart te schenken.quot;
Nu begrijpen wij waarom de lievelingen Gods op dien lusthof voortdurend hunne gedachten vestigen. Gelijk het staal tot den magneet wordt getrokken en daaraan vastgehecht, zoo gevoelen zich ook de minnaars van Jesus tot dat goddelijk paradijs heengedreven. Do aard-sche genoegens, waarnaar de wereldlingen smachten, walgt hen; de aardsclic rijkdommen en pracht, waaraan vele harten zich hechten, zonder ooit verzadigd te worden, beschouwen zij als ij dolheid; bij Jesus alleen vinden zij hun troost; zijn Hart is voor hen eene bron van zalige genoegens, waarvan het aandenken alleen meer waard is dan alle schatten en koningrijken der aarde. Welk zoet genot de Gelukzalige Canisius in het Hart van den Zaligmaker smaakte, heeft hij in weinige woorden uitgedrukt: „Gij hebt.
53
o goddelijke Verlosser, uw aanbiddelijk Hart geopend cn mij vergimd er een blik in te werpen; Gij hebt mij nitgenoodigd in U de wateren des heils te putton, en bevolen aan uwe heilige bronnen te drinken. Eindelijk mijne brandende lippen op uw allerzoetst Hart drukkend, heb ik het gewaagd mij aan dio goddelijke bron te lesschen.quot;
Misschien genieten wij weinig van hetgeen do bijzondere vrienden van Jesus mochten gevoelen. Is de oorzaak niet daarin gelegen, dat wij de vermakelijkheden der wereld nog te veel beminnen, ot' dat ons hart eene te groote genegenheid heeft voor sommige personen, of dat wij geen geweld genoeg gebruiken om cenige kleine fouten, welke wjj dikwijls bedrijven, geheel uit te roeien? Is het hart ledig, zoodat het aan alle verkeerde neigingen onthecht is, dan zal Jesus het met geestelijk genot vervullen cn het een voorsmaak des hemels doen genieten. Onderzoek u zeiven omtrent dit punt; en mocht gij gewaar worden dat gij nog ver van de godsvrucht der Heiligen verwijderd zijt, neem dan mot een nederig en rouwmoedig hart vol vertrouwen uwe toevlucht tot
54
Jesus, den licmelschcn Gonooshcer dor zielen.
GEBED VAN DEN H. BEENARDUS.
Allerzoetste Jesus, na uw Hart en mijn hart gevonden te hebben, zal ik U, mijn God, aanbidden. Vergun mij eone plaats in hot Heiligdom, waar Gij mijne beden verhoort; ja, trok mij geheel in uw hart. O Jesus, allerschoonste boven allo schoonheid , wasch mij meer en meer van mijno boosheid en reinig mij van mijne zonden, opdat ik gezuiverd door U, Allerreinste, kan naderen on waardig zijn allo dagen mijns levens in uw Hart te wonen en daar uwen wil te zien en te volbrengen. Amen.
VI.
Het 11. Hart van Jesus in het H. Sacrament.
Wie de liefde van Jesus zooveel mogelijk wil konnon, moot niet alleen zijn mot eene lans doorboord Hart op het Kruis beschouwen en in den hemel, waar Het verheerlijkt do vreugde dor Zaligen uitmaakt, maar ook noodzakelijk op het
55
aanbiddelijk Sacramom dos Altaars zijne gedachten vestigen. „quot;Wat is do Hoer toch goed, hoe beminnelijk is zijn Hartquot;, zoo juichen wij met den H. Franciscus van Sales, daar Hij om niet als weezen achterlaat, maar zijn vermaak er in schept immer, tot aan het einde dor wereld, bij de kinderen der menschen te verblijven. Immers wat anders dan de brandende liefde zijns Harten heeft Hem het dierbaar Altaargeheim doen instellen. Vernederde Jesns Zich zoozeer, dat Hij, door de menschelijke natuur aan te nemen, zijne Godheid verborg; in hot H. Sacrament verbergt Hij daarenboven onder de gedaanten van brood en wijn zijne Mensehheid. De Koning der koningen, de Heer dor hoeren, die, in liet Kijk der heerlijkheid, vol majesteit aan do rechterhand des Vaders gezeten, voortdurend de hulde der hemelingen ontvangt en door onnavolgbare lofzangen wordt verheerlijkt, weet dat Hij in het II. Sacrament aan groote oneerbiedigheden, aan de gruwelijkste onteeringen van den kant van ongeloovigen en geloovigen, zelfs van Katholieken, is blootgesteld; en nochtans blijft Hij op duizenden plaatsen der aarde, das: en nacht, als een
5G
Vader onder zijne kinderen, als een tec-der minnend Vriend onder zijne vrienden. Geen vriend kan er gevonden worden zoo machtig, ons zoo genegen, zoo getrouw en troostend als Josus Christus.
Weet gij nog hoe Hij, gedurende zijn sterfelijk leven op aarde, rondging overal zijne weldaden uitstortend, onophoudelijk bezig met bedroefden te troosten, zieken te genezen, zondaren te bckeeren, daar Hij niet gekomen was om de rechtvaardig en te roepen, maar de zondaren tot boetvaardigheid? Ook in het H. Sacrament op zijn Hart wijzend, dat met dezelfde liefde vervuld is als weleer, noodigt Hij allen uit: Komt allen tot Mij, die belast en beladen zijt, en Ik zal u verkwikken. Zoo iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke. O, mochten wij beseffen, hoe hevig Hij verlangt dat wij met eerbied en vertrouwen tot Hem naderen , om aan de rijkdommen zijner genaden deelachtig to worden, waarvan zijn Hart overvloeit. Gaat gij onder lijden en zorgen gebukt, neem dan uwe toevlucht tot dat beminnenswaardig Hart, heiwelk zijn licht en vertroosting niet zal weigeren. Valt wellicht do beoefening der volmaaktheid, waartoo Josus ons aan-
57
spoort, u moeilijk, houd mood; voor het H. Sacrament godvruchtig neergeknield , zult gij met kracht en heldenmoed worden uitgerust, om als een dapper strijder van den onsterfelijkcn Koning eene schitterende zegepraal over do vijanden uwer ziel te behalen. Zjjt gij door uwe hartstochten misleid in zonde govallen, o wanhoop niet, daar dezelfde Verlosser, dio weleer de zondaren tot Zich riep, met hen at en dronk, naar niets vuriger dan naar uwe bekeering verlangt. Zijn Hart vol genade en ontferming is eene openo bron tot afwassching van den zondaar. Wordt gij door droefheid neergedrukt, in het H. Sacrament vervult het Hart van Jesus ons met een geluk, eene vreugde, waarbij al do vermakelijkheden der wereld een walging zijn. „Geloof mij — getuigt do H. Alfonsus —, alles is dwaasheid: feesten, schouwspelen, vergaderingen zijn de vreugden dor wereld, maar vreugden vol bitterheid en doornen; geloof mij, daar ik hot door eigene en smartelijke ondervinding weet; en tevens kan ik u verzekeren, dat Jesus Christus aan eene ziel, die met een weinig godsvrucht voor het H. Sacrament knielt, meer troost scheukt, dan de wereld met al hare fees-
58
ten cn vermaken geven kan. O, welke zuivere blijdschap gevoelt ieder, die gc-loovig voor een altaar nederknielt en, al wordt hij ook weinig gevoelige godsvrucht gewaar, met Jesus kan spreken, die daar wacht om ons gebed te hooren en te verhoeren! Hoe troostvol is het Hem vergiffenis af te smeeken en Hem zijne behoefte bloot te leggen, gelijk een vriend aan zijn vriend, in wien hij al zijn vertrouwen stelt.quot;
„In dit aanbiddelijk Hart vinden wij don zoetsten troost tot leniging onzer smarten, do zuiverste genoegens der ziel. Welaan, komt u aan de voeten onzer altaren nederwerpen, plaatst u, als het ware, tussehen do armen van Jesus Christus, troedt zijn Hart binnen; Het is een toevluchtsoord en do afzondering der heilige zielen.quot;1)
Verscheidene Heiligen werden zoodanig tot Jesus getrokken, dat zij niet alleen op den dag, uren achtereen, voor het H. Sacrament doorbrachten, maar zelfs menigwerf 's nachts zich van het voorwerp hunner liefde niet konden verwijderen. Door het licht der eeuwige lief-
') II. Petrus Damianus.
59
dczon bestraald, zagen zij de nietigheid van het aardsche in, terwijl zij als het ware een hemel op aarde genoten. Wordt gij ook niet menigmaal door het voorbeeld der waro minnaars van Jesus' Hart go-troffen? Niet tevreden zijn zij, voordat zij hun hemelschen Br iidegom hebben bezocht; en bevinden zij zich in do tegenwoordigheid van hun goddelijken Vriend, dan valt hun eer. onbeschrijfelijk geluk, eeno vreugde ton doel door hen alleen gekend, wier hart door do liefde verteerd eeno voortreffelijke beeltenis is van het Hart van Jesus Christus.
Vraag n zeiven heden af, of gij misschien in het godvruchtig leven, vroeger voor ii zoo bekoorlijk, verflauwd zijt, en daarom de woorden van Jesus in do Openbaring op u kunt toepassen: Ik hen uwe werken, uw arbeid en geduld. Maar dit heb Ik tegen u, dat gij uwe eerste, liefde verlaten heli. Maak dan, terwijl gij uwe nalatigheden betreurt, een vast besluit dagelijks uwe toevlucht te nomen tot het liefderijk, goedertieren en milddadig Hart van Jesus in het H. Sacrament.
60
GEBED.
Allerheiligst Hart van mijn Verlosser, ootmoedig voor U nedergoknield, betreur ik het tot dusverre U zoo weinig mijno hulde gebracht te hebben in het H. Sacrament der liefde. Gij wildet mij door do schatten uwer genaden verrijken, mijne kwalen genezen, maar in mijne lauwheid gaf ik geen gehoor aan do zoete nitnoo-diging om tot U, den Schat der zielen, te naderen. Voortaan wil ik mij als uw waren leerling toonen. Trek mij tot U, Welbeminde, en ik zal in den geur uwer reukwerken wandelen. Amen.
VIL
Het 11. Hart van Je sus in het 11. Sacrament.
(Vervolg.)
Met recht staan wij over de liefde van Jesus verbaasd, daar Hij, tot heil der zielen, voortdurend in het H. Sacrament onder ons verblijft; maar onze verbazing stijgt ten top, zoo dikwijls wij overwegen, dat dezelfde Verlosser Zich zeiven
Cl
aan den mcnsch schenkt tot spijze voor zijne ziel.
Verplaatsen wij ons in de zaal te Jeruzalem , waar Jesus hot laatste avondmaal hield. „Hoe moet het Hart des Verlossers van liefde gebrand hebben, het naderen van het oogenblik waarin Hij toonen ging wat de almacht der liefde is! Daarop dan ook wilde do H. Evangelist Joannes uitsluitend de aandacht vestigen, als hij hot verhaal van het laatste avondmaal begon met te verklaren , dat Jesus de zijnon, welke Hij van den beginne af bemind had, op don dag vóór Paschon heeft liefgehad ten einde toe, d. i. met eone alles overtreffende en nimmer eindigende liefde. Om hun van die liefde-een bewijs te geven, had Hij den laatsten nacht zijns sterfelijken levens afgewacht; en verheugd was zijn Hart, dat die nacht, waarnaar Hij met vurige begeerte had uitgezien, nu gekomen was. Met verlangen, sprak Hij, Jieh Ik verlangd dit paschen met u te eten, eer Ik lijdenl)
De roden waarom zijn Hart zoo dringend naar dezen maaltijd verlangde was,
') Müué, Sijbelsche geschiedenis.
6
62
omdat Hij hot H. Sacrament wilde instellen, aan do Apostelen zijn vleesch tot spijs, zijn bloed tot drank voor hunne ziolon wilde geven. Dit bewijs zijner alvermogende liefde schonk Hij — leert do H. Paulus — in den nacht waarin Hij werd overgeleverd: in qua nocte tra-dehatur. Jesns voorzag, in zijne alwetendheid, al het verschrikkelijke lijden dat' Hij verduren zou; do zielsangsten , do kaakslagen en beschimpingen, de gee-seling en kroning met doornen, den dorst en de benauwdheden, do wreode folteringen op het Kruis. Hij wist dat Judas, jaren lang door Hem begunstigd , zijn goddolijkon Moester op do huichel-achtigste wijze zou verraden; dat Petrus door de verloochening zijn Hart zou bodroeven; dat bij zijne gevangenneming alle Apostelen, niettegenstaande do schoonste beloften, lafhartig zouden vluchten. En toch schonk Hij zijn eigen lichaam en bloed, nadat die verrukkelijke woorden van zijne goddolijko lippen gevloeid waren: Met verlangen hel) Ik verlangd, d. i. allervurigst heb Ik begeerd, dit jiaschen met u te eten, eer Ik lijde. Deze woorden — zegt do H. Laurontius Justinianus — kwamen uit het van on-
63
eindigo liofdo ontstoken Hart van Jesus voort. Maar dezelfde vlammen, die toen in zijn Hart brandden, branden nu nog, cn dezelfde uitnoodiging om Hem te ontvangen doet Hij nog heden aan ons; Neemt en eet, dit is mijn lichaam. Ja, zoozeer dringt Hij er oa aan in de H. Communie ontvangen te worden, dat Hij op strenge straffen er ons toe verplicht; Indien gij het vleeseh van deti Zoon des menschen niet gegeten en zijn bloed niet gedronken zidt hehben, zult gij het leven in u niet bezitten.
Een onbeschrijfelijk geluk mogen wij in do H. Communie smaken. Hoo gelukkig gevoelde zich Zachaeus, toen hij Jesus in zijn huis mocht ontvangen en uit zijn mond de troostrijke woorden vernemen; Nu is dit huis heil ten deel gevallen!
Do oude Simeon jubelde, toen hij, op ingeving des H. Goestos, den Tempel was binnengetreden om den Messias te aanschouwen. Nadat hij het goddelijk Kind omarmd on aan zijn hart gedrukt had, riep hij, opgetogen van vreugde, uit; Laat nu Heer, Ihv dienaar in vrede gaan, omdat mijne oogen uiv heil aanschouwd hehben.
64
Wij echter zijn veel meer bevoorrecht, daar wij Jesus Christus, het vlekkeloos Lam, den verheerlijkten Koning, den eeuwigen Hoogepriester, onder do gedaante van brood, in ons hart mogen opnemen. Al verkregen wij al de schatten der wereld, de hoogste eerambten, al konden wij al het vermakelijke, wat do aarde oplevert, genieten, dan zou het nog niets zijn in vergelijking met de gave ons in de H. Communie geschonken. „God is almachtig — leert ons de H. Augustinus —, en Hij kan ons niets grooters schonken; ofschoon Hij oneindig wijs is, wist Hij niets beters te geven; Hij is oneindig rijk, en Hij kon ons niets kostbaarders geven.quot; Zijn vleesch verecnigt zich mot ons vleesch. Zijn bloed, tot losprijs voor de zonden der wereld vergoten, purpert onze ziel; zijn goddelijk Hart, de bron van genade, wordt als hot ware één met het onze; wio zou nog een grooter geschenk kunnen uitdenken? Heeft onze goddelijke Heiland, door Zich zelven te schenken, ons niet alles gegeven?
Niemand verontsclmldige zich nu om zijne zwakheid in de beoefening der dougd. quot;Wie met ernst de dougd wil beoefenen,
65
zolfs met rascho schrcdon op den weg der volmaaktheid vooruitgaan, hij nadere dikwerf, na eeno godvruchtige voorbereiding, tot do H. Communie waarin hot Hart van Jesus do rijkdommen zijner genaden als uitput en do ziel aan zijn goddelijk loven deelachtig maakt: Gelijk de levende Vader mij gezonden heeft, en Ik om den Vader leef, zoo ook zal hij die Mij eet, om Mij leven, „liet H. Sacrament voedt de ziel die liet ontvangt mot dit brood des levens, liet verleent haar kracht om op den weg der volmaaktheid voort te gaan en om do vijanden , die haren ondergang besloten hebben, te wederstaan. Daarom noemt Zich Jesus con homelsch brood: Ik hen het brood, dat van den hemel hen nedergedaald. Die van dit brood eet, zal in eeuwigheid leven. Gelijk het aardscho brood het leven des lichaams onderhoudt, zoo onderhoudt dit homelsch brood het loven dor ziel.quot; 1)
Naderen wij dan menigmaal mot een zuiver hart, een brandend verlangen tot onzen lieven Jesus in de II. Communie, waarin de Heiligen do zoetste genoegens
') II. Alfonsus de Ligorio.
CG
Bmaakten on met heldenmoed worden uitgerust. En wanneer wij, evenals do H. Joannes, op do borst van Jesus hebben mogen rusten en uit zijn goddelijk; Hart licht en kracht putten, verlaten wij dan de Tafel dos Heeren, niet als zwakke en vreesachtige storvelingen, maar als vuurspuwende leeuwen verscJirikkelijlc voor den duivel.')
GEBED.
Uit den grond mijns harten, o dierbare Zaligmaker, dank ik U voor de uitstekende weldaad, dat Gij mij U zeiven zoo menigmaal in do H. Communio schenkt. Moest ik niet, ' evenals uwe getrouwe dienaren, den weg der heiligheid bewandelen ? Maar mijne trage voorbereiding is de oorzaak waarom ik, ofschoon ik herhaalde malen dit geluk heb mogen smaken, nog weinig in de deugd bon vooruitgegaan. Geef raij, o lieve Jesus, de genade om in zulke gesteldheid tot uwo H. Tafel te naderen, dat ik telkens door de band der liefde nauwer aan uw allerheiligst Hart gehecht worde. Amen.
') II. Joannes Chrijsostomus.
67
VIII.
Het TI. Hart van Jcsits offert Zich op het altaar.
Wanneer wij ons op don Kalvarielierg verplaatsen, aanschouwen wij een allertreffendst tafereel. Maria, de Moeder van Jesus, de H. Joannes, de Apostel der liefde, wien het gegund was op de borst des Heeren te rusten, en eenigo godvruchtige vrouwen richten, terwijl vele goddeloozen don gekruisigden Josus verachten en bespotten, hunne blikken naar het Kruis, waaraan de Godmensch tot zaligheid van den mensch geklonken is. Verbleekt van smart zien zij met weenende oogen den liefdevollen Jesus met wonden bedekt en aan do hevigste smarten ton prooi. Zijn Hart, dat do monschon ton einde toe heeft liefgehad, door het hevig bloedverlies en door do gedachte aan do ondankbaarheid van zoovele schopselon gepijnigd, wordt als smeltend was in zijn boezem, en bezwijkt als gedompeld in een oceaan van smarten. Waarlijk, de goede Josus, door Zich als het Offerlam te laten slachten op het altaar des Kruises, door Zich zeiven voor het heil der wereld aan zijn Vader
68
te offeren, toont dat Ilij ons uit gehool zijn Hart bemint.
Menigeen wellicht, die dit overweegt, zegt bij zich zeiven: Was ik op den Kalvarieberg tegenwoordig geweest, ik zou tranen van liefde gestort, mijn hart als een offer van liefde aan mijn Verlosser hebben opgedragen. Welnu, dezelfde Jesus die Zich op bloedige wijze op hot Kruis offerde, draagt Zich dagelijks op duizenden altaren op onbloedige wijze, onder de gedaanten van brood en wijn, aan zijn hemelsehen Vader op. Zoo dikwijls wij de 11. Mis bijwonen, zien wij met de oogen des geloofs hetzelfde Offerlam, dat wol is waar niet meer sterft, zooals op den Kalvarieberg, maar toch op geheimzinnige wijze geslacht wordt. Hetzelfde goddelijk Hart, dat met ecne lans doorboord werd, is, in het kleed der heerlijkheid gedost, door millioenen hemelsche geesten bezongen en verheerlijkt, als het Hart van den eeuwigen Hoogepricster op het altaar tegenwoordig. Geen schepsel is in staat de grootheid van dat Offer naar waarde te beschrijven. De gebeden en lofliederen van talrijke godvruchtigen, wier leven op aarde geheel aan den dienst van God
69
gewijd is, stijgen als een geurige wierook ten hemel tot voor den troon der goddelijke Majesteit. Een onuitsprekelijke eer ontvangt God van do tallooze Engelen en de andere hemolingen, die zonder ophouden met hunne jubelzangen Hem prijzen. Al deze eerbewijzen echter samengevat zijn niets in vergelijking mot den lofzang van oneindige waarde, van eindelooze zoetheid, wolken het beminnenswaardig Hart van Jesus op het altaar voor den Vader aanheft. Daar bidt Het den Vader, dat Hij, welverre van de geesels van zijn wraak op ons, zondige menschen, neder te storten, ontfermend onze harten verteedere, opdat wij rouwmoedig onze toevlucht tot zijne barmhartigheid zullen nemen. Daar heft het doorboorde doch verheerlijkte Hart een danklied aan voor don Vader van liefde en smeekt Hem, dat Hij uit de hoogte der hemelen zijne genadegaven, zijne zegeningen ruimschoots over ons, arme en behoeftige schepselen, doe nederdalen.
Ziedaar bet in het Oude Verbond voorafgebeelde en door den profeet Ma-lachias voorspelde olfer: Van den opgang der zon tot haren ondergang zal mijn
70
Naam groot zijn onder de volken, en op alle plaatse)i zal mijnen Naam geofferd en een rein offer (spijsoffer) opgedragen worden. Kan er wol iots grootors, iots Yorhcveners worden uitgedacht? Nu begrijpen wij waarom de Heiligen, zoo dikwijls zij bij de H. Mis tegenwoordig waren waarbij de Engelen hunne aangezichten met hunne vleugelen bedekken, in tranen wegsmeltend als het ware in den hemel meenden te verkeeren. Nu is 't voor ons geen raadsel waarom zij , van do oneindige waarde van dit Offer doordrongen , allerhevigst verlangden daar tegenwoordig te zijn, zoodat zij zich liever de grootste ontberingen wilden getroosten , dan slechts eenmaal van dit geluk verstoken te zijn. Daardoor verkregen zij dien heldenmoed, die bewonderenswaardige liefde, waarmede al hunno daden bestempeld waren. Van eerbied voor dit vlekkeloos Offer doordrongen, vinden velen er een genot in iets tot versiering der altaren te kunnen bijbrengen , waarom de christenen in aanbidding ncdergeknield zich scharen, en daar hetzelfde Lam aanbidden, dat do hemelin-gen bezingen: Waardig is het Lam dat geslacht loerd, te ontvangen kracht
71
en Godheid en wijsheid en steriele en eer en glorie en zegening.l)
De uitstekende genaden welke wij door het H. Misoffer ontvangen en waaraan wij eene groote bohoofte hebben, moeten ons een spoorslag zijn, ora niet alleen dan wanneer de H. Kerk het verplicht, maar ook op andere tijden, als de gelegenheid voor ons openstaat, de H. Geheimen bij to wonen.
Zal do Vader hem iets weigeren die bidt in vereeniging met do smeekingen en het Offer van het Hart zijns goddo-lijken Zoons? Hoevclo bedroefden zijn gedurende do II. Mis vertroost, hoevelo zwakken versterkt, hoevelo zondaren, onder den last van ongerechtigheden go-bukt , verkregen de genado der boetvaardigheid ! O, beminde lezer, Si scires donum Dei! Zoo gij wist hoe dringend Jesus u uitnoodigt om uw hart met het zijne den Vader op to dragen; indien gij wist van hoevelo rijkdommen gij u berooft , als gij aan zijne uitnoodiging geen gehoor geeft, zoudt gij u, zooveel mogelijk, rondom het altaar scharen, om aan
') Ojienl). van den II. Joannes, V: 12.
72
de bron der genade do wateren des heils te drinken.
„Uit de grond des harten vermanen wij do geloovigen en bidden hen door de barmhartigheid van Jesus Christus, dat zij niet alleen immer het onderpand der onmetelijke liefde voor oogen hebben, wat de Verlosser ons schonk, door dit Offer aan do Kerk achter te laten, maar dat zij ook gevoelens van een dankbaar hart jegens God opwekken voor zulk eene groote weldaad, en hun best doen om aan de vruchten van hemelsche genaden , die daaruit voortvloeien, deelachtig te worden. Is de Kerk er altijd bezorgd voor geweest, dat dit Offer door do priesters met den diepsten eerbied zou worden opgedragen, ook nimmer hoeft die 11. Moeder opgehouden met dezelfde zorg en mot den zelfden ijver hare getrouwe kindoren te vermanen on allervurigst aan te sporen, dat zij mot den voreischtcn eerbied en mot do noodige liefde en godsvrucht zoor dikwerf dit H. Offer zouden bijwonen.quot;1)
') Provinciaal Concilie van Utrecht.
73
GEBED.
Ootmoedig vraag ik U vergeving, allerheiligst Hart van Jcsus, omdat ik door mijne koudheid en onverschilligheid U bedroefd heb. Waar bevond ik mij, toen Gij U op 't altaar als een vlekkeloos Offer aan den Vader opdroogt? Zelden schaarde ik mij , althans als de Kerk er mij niet toe verplichtte, onder godvruchtige christenen, die met een rouwmoedig, van liefde brandend hart voor den troon der goddelijke Majesteit waren neêrge-knield; herhaalde malen verontschuldigde ik mij om nietige redenen, terwijl ik bijna al den tijd aan het tijdelijke besteedde. Schaamrood over zulke groote traagheid, neem ik mij heden voor dagelijks met eerbied en godsvrucht het H. Offer der Mis bij to wonen, waartoe Gjj mij zoo minzaam uitnoodigt. Uit dankbaarheid voor uwe onuitsprekelijke liefde, wijd ik al mijne vermogens, geheel mij zeiven aan U toe, bereid om geheel voor U, mijn eenigen schat, mijn eenig geluk, te leven. Amen.
7
74
IX.
Jesus toont zijn II. Hart om ons tot liefde op te weieken.
De Katholieke Kerk, die verscheidene malen haro kinderen tot do godsvrucht tot hot H. Hart van Jesus heeft opgewekt, leert duidelijk dat het voorwerp (d. i. het stoffelijk voorwerp) dezer godsvrucht het ware, natuurlijke Hart van Jesus is, vereenigd met don Persoon van van het eeuwig Woord. Het is hetzelfde Hart dat, uit het bloed van de allerheiligste Maagd gevormd, op hot Kruis met eene lans doorboord werd en verheerlijkt tegenwoordig is in den hemel en in hot H. Sacrament des Altaars.
Behalve dit stoffelijk voorwerp bezit die godsvrucht een geestelijk voorwerp: do liefde van Jesus namelijk ons voorgesteld onder het zinnebeeld van zijn Hart en door ons onder hetzelfde zinnebeeld vereerd. Op zijne liefde vooral doelde do goddelijke Verlosser, toen Hij verlangde dat do godsvrucht tot zijn H. Hart verbreid zou worden. Hij zag de algemeene koudheid en onverschilligheid der men-schen ten zijnen opzichte; het goddelijk vuur dat Hij op aarde was komen bren-
75
gen om daarmedo allo harten te ontsteken, vond Hij als uitgedoofd. Vandaar dat de zonden vele verwoestingen aanrichtten, en vele zielen, voor den hemel geschapen, in den afgrond des vorderfs werden nedergestort. Toen hij op aarde rondwandelde voorzeide Hij reeds: Als de zonde overvloedig zal zijn, zal de liefde van velen verkoelen. Zal hij in zijne gramschap het ondankbare mensch-dom met hot zwaard zijner gerechtigheid trefifen, door hot van de aarde tc verdelgen? Wie zulks meent, kont Jesus' liefde niet. Hij toont zijn driewerf H. Hart waaruit vlammen stijgen, met een lans doorstoken, met doornen omringd en een kruis er boven. Hij toont liet dus op zulke wijze dat het, als hot waro, onmogelijk is dat zijne liefde in ons niet vernieuwd wordt. De ovens waarin do liefde dor geloovigèn ontstoken wordt en ontvlamd zal worden, zijn do Geheimen van het loven des Verlossers maar vooral de Geheimen van zijn lijden, van zijne benauwdheden en van zijn dood, van zijn liefde jegens ons in het H. Sacrament dos Altaars, waar Hij ons do gedachtenis aan — on do vernieuwing van hot groote Oiïer dos Kruises hooft achtorge-
76
laten. Ziedaar nu juist wat de godsvrucht tot het H. Hart van Jesus aan onze liefdo voorstelt, als wij uitgenoodigd worden dit goddelijk Hart te vereeren. De Gelukzalige Margareta-Maria Alacoque, do bemindo bruid van Jesus' Hart, mocht de beteekenis van de lijdenswerktuigen welke Hij tegelijk met zijn Hart vertoond had, uit den mond van Jesus zeiven vernemen. Ho goddelijke Meester — zegt zij — gaf mij het volgende te kennen: „Do werktuigen zijns lijdens beteekenden, dat do onmetelijke liefde zijns Harten voor do mensehen de bron van al zijne smarten was geweest; van het eerste oogenblik van zijne Menschwording af hadden Hem al die folteringen en versmadingen voor den geest gestaan; van toen af was het kruis als het ware in zijn Hart geplant. Toen nam Hij al do smarten en vernederingen aan, welke zijne H. Menschheid gedurende haar sterfelijk leven moest lijden, eveneens al de versmadingon waaraan zijne liefde voor de mensehen Hem zou blootstellen tot aan het einde der eeuwen in zijn aanbiddelijk Sacrament.quot; Het is dus zonneklaar dat de vereering van liet H. Hart de strekking heeft, om de talloozc weldaden door
77
do liefde van Jesus betoond te verheerlijken. Dit leert de H. Kerk mot do duidelijkste ■Nvoorden; „Paus Clemens XIII lieeft aan sommige Kerken,1) op verzoek, vergund dat dit feest (van het H. Hart) govie-rd worde, ton einde den goloovigen het middel to schonken om met meer vurigheid en godsvrucht onder het zinnebeeld van zijn Hart de liefde van Jesus te vereeren, die leed en stierf voor do verlossing van het menschelijk geslacht, en ter gedachtenis aan zijn dood het H. Sacrament van zijn lichaam instelde.quot;2)
Zullen -wij nu nog dar ven klagen als ■wij, tot bewijs van getrouwheid aan God, ons eenig geweld zullen moeten aandoen?
Werp dikwijls, inzonderheid in do oogenblikkon van dorheid, uwe blikken op eene afbeelding van het H. Hart en overweeg do smarten welke Jesus uit liefde tot ons, vooral in zijn Hart, verduurd heeft, opdat gij , mot de wapen-
') De lezer worde er aan herinnerd, dat Paus Pius IX in 1856 de viering van dit feest over de geheele christelijke wereld bepaald heeft op den Vrijdag na het octaaf van II. Sacramentsdag. Zie de Inleiding.
2) Breviarium Komanura.
78
rusting Gods omhangen, met niouwen moed den geestelijken strijd zult aanvaarden tegen de vijanden uwer ziel, brandend van verlangen om voor Hem te leven, te lijden en te sterven, die zijn leven voor ons gegeven heeft op hot altaar de Kruises.
GEBED.
Allerheiligst Hart van Jesus, hoe weinig heb ik tot dusverre uwe onmetelijke liefde tot mij ingezien! Liet Gij mij eenig lijden verduren, ten einde mij aan U geljjkvormig te maken, dan greep het ongeduld mij aan; en in plaats dat ik de beproevingen, als een kostbaar geschenk, tot welzijn mijner ziel van ü aannam, verflauwde ik in de deugd. Ootmoedig voor U nedergeknield, betuig ik U mijn leedwezen over mijne traagheid en ondankbaarheid. O allerzoetst Hart van mijn Verlosser, trek mij tot U door de banden der liefde, opdat ik U vurig bcminne en in voor- en tegenspoed U getrouw zij tot aan den dood. Amen.
79
Het li. Hart van Jesus wordt in het II. Sacrament verguisd.
Menigeen wordt diep bewogen, zoo dikwijls hij het lijden overweegt wat het Hart van Jesus verduurde van den kant der Farizëen en Schriftgeleerden, door het verraad van Judas en do verloochening van Petrus, in het huis van Caiphas en het rechthuis van Pilatus, gedurende de geeseling en de kroning met doornen, op den weg naar den Kalvarieberg en op het Kruis, waar Hij, te midden van de verschrikkelijkste lichaamssmarten, door zijne vijanden bespot en verguisd werd.
Niet minder echter wordt de ziel van den godvruchtige gefolterd, die zijue gedachten vestigt op den smaad waarmede Jesus, zijne goddelijke Koning en Bruidegom , in het H. Sacrament dor liefde getroffen wordt.
Maar hoe kan dit samengaan met het verheerlijkte leven van den goddelijken Zaligmaker? Is het Hart van Jesus in het H. Sacrament dan niet onlijdelijk, evenals in den hom el, in de heerlijkheid van God den Vader? Gelijk Jesus, op het altaar Zich offerend, niet werkelijk
80
sterft, zooals op hot Kruis, maar op lt;7«-heimzinnige wijze, alzoo lijdt Hij ook op geheimzinnige wijze in hot 11. Sacrament. Do gruwelijke ondankbaarheid waarmede zijne liefde, in den loop der eeuwen, vergolden is en nog voortdurend vergolden wordt, vervult onze ziel mot oone heilige verontwaardiging. quot;Wie donkt niet. met smart na over de heiligschennissen , welke kotters en ongeloovigen, op ingeving van den duivel, bedreven?
„Toon de soldaten, door de Joden gezonden, den Heer in den hof van Olijven kwamen opsporen en gevangen nemen, sprak Hij tot hen: Gij komt tot Mij als tot een boosdoener, met stokken en zwaarden gewapend. Ach! Heer, wie had toen gedacht dat er in den loop der eeuwen menschen zouden zijn, tot wie Gij hetzelfde verwijt zoudt kunnen richten ? Wie had vermoed, dat er in de toekomst andere tijden, ongelukkige tijden zouden zijn, waarin uwe tabernakelen zouden verbroken en ncdergostort worden, uwe altaren omvergehaald, uw aanbiddelijk lichaam uit do gewijde vaten, go-nomen en op den brandstapel geworpen, onder de voeten getrapt, aan de vlammen zou overgeleverd worden? tijden,
81
waarin het bloed uwer priesters uit haat tegen het H. Sacramen-, waarvan zij do bedienaren waren, voor uwe oogen zou stroomen; waarin zij zouden vervolgd, gefolterd, als slachtoffers geofferd worden. Die tijden heeft men gezien; de gansche Kerk zuchtte, al het geloovige volk werd ontsteld.quot; 1)
Moesten nu niet allo Katholieken, dio door het geloof weten dat Jesus waarachtig in het H. Sacrament tegenwoordig is, zooveel zij vermochten, het goddelijk Hart door hun ijver, hun eerbied vertroosten en althans eenigszins vergoeding geven voor do goddeloosheid dor kotters en ongeloovigen ? Ofschoon Jesus ons allen dringend uitnoodigt dat wij ons voor zijne voeten zullen werpen, om aan zijne genade, welke Hij ruimschoots over ons uit wil storten, deelachtig te worden, geven helaas! vele Katholieken slechts zelden aan zijne zooto uitnoodiging gehoor. Bijna den gohoolon dag denkt men aan zijne tijdelijke belangen; men besteedt do uren van uitspanning geheel aan spelen en vermaken, men logt bezoeken af bij vrienden, men bevindt zich
') Bourdalou.
82
gaarne in gezelschappen, waar niet alleen de tijd verspild wordt aan ij dele gesprekken, maar somtijds daarenbovon, door onzedige woorden of daden, do door Jesus vrijgekochte zielen in het verderf gestort worden; maar om zich slechts eenige oogenblikken met den goddelijken Vriend der zielen in het aanbiddelijk Altaargeheim te onderhouden, daar heeft men tijd noch lust toe. Zie eens — alzoo klaagt do geleerde en godvruchtige Faber — in welke eenzaamheid zijn volk Item laat. Toen men Hem in Judca tot Koning wilde uitroepen verborg Hij Zich en onttrok Zich aan de menigte. En nu Hij tegenwoordig om liefde verzoekt , verlaat men Hem en verbergt men zich voor Hem. In de eenzaamheid der woestijn kwamen de wilde dieren en hielden Hem gezelschap. Zij verheugden zich rondom Hem zich te mogen scharen en hunne oogen te vestigen op do men-schelijke schoonheid huns Scheppers. Daar lag een soort van aanbidding in hunne bewondering, eene hulde was het, dat zij Hem gezelschap hielden. Maar ach! lioe ontzettend is de eenzaamheid, die er rondom den tabernakel hcerscht! De rijke vrucht van den olijfboom voedt
83
de flikkorcndo vlam eener kloino licht-ster, die aan don hemel van zijn Heiligdom glinstert; en in lioevele kerken is dit de eenige eer, die gedurende velo uren dag en nacht Hem bewezen wordt!
Nog meer dan door deze onverschilligheid wordt hot H. Hart van Jesus gegriefd door de oneerbiedigheden in tegenwoordigheid van het H. Sacrament, waaraan talrijk Katholieken schuldig zijn. Slaat men slechts eenigszins acht op do onoorbiodige houding van velen, op do uiterlijke verstrooingen, op de ontstichtende woorden dio men in hot huis Gods niet zelden spreekt, zelfs op het oogon-blik waarop hot ontzaglijk Offer dor Mis wordt opgedragen, gevoelt ons hart zich dan niet bedroefd en verontwaardigd over hot zwakko geloof van Katholieken in de tegenwoordigheid van den verheerlijkten Jesus, voor wion do Engelen sidderend hunne aangezichten mot hunno vleugelen bedekken ? Het smartelijkst echter folteren do heiligschenners hot liefderijk Hart des Verlossers. Naar hot voorbeeld van den trouweloozen Judas, deinzen zij er niet voor torug, den God der eeuwige heerlijkheid in hun met doodzonden besmeurd hart te ontvangen
84
en, door die heiligschennondo handeling, zicli zclven liet oordeel te eten en te drinken.
Minnolijko Zaligmaker, quis dab it ca-piti mco aquam, et oculis meis fontein lacrymcLTum, et ploraho die ac nocte? quot;Wie zal water aan mijn hoofd en een fontijn van tranen aan mijne oogen geven, opdat ik dag en nacht den smaad be-weene dien men uwe liefde aandoet, en do ondankbaarheid waarmede men uwe weldaden vergeldt?
Bitter beklaagde Zich Jesus bij do Gelukzalige Margareta-Maria. Op zekeren dag dat zij, voor hot H. Sacrament nedergeknield, meer dan buitengewone genaden ontving, kwam het verlangen in haar op, Gode hare erkentelijkheid daarvoor te betuigen en liefde met liefde te vergelden. Toen toonde Jesus haar zijn Hart en sprak: „Ziedaar het Hart dat de menschen zoozeer bemind heeft, dat niets gespaard heeft, tot uitputtens toe, om hun zijne liefde to bewijzen; en tot loon daarvoor ontvang Ik van de meesten slechts ondank. Want zij houden niet op mij to beleedigcn door do oneerbiedigheid , koelheid en minachting waarmede zij Mij in het Sacrament mijner
85
licftlo bejegenen, en door hot heiligschennend gebruik dat zij er van maken. Maar wat Mij nog gevoeliger treft is, dat het Mij toegewijde harten zijn, dio aldus handelen.quot; ')
Zou deze klacht ook niet op ons, althans eenigszins, toepasselijk zijn? Laat dezen dag niet voorbijgaan, alvorens Jesus over zooveel ondankbaarheid uw leedwezen te hebben betuigd, en neem het vaste voornemen, door uwe godsvrucht tot hot H. Sacrament, naar uw vermogen, het goddelijk Hart, zoo gruwelijk versmaad, te vertroosten.
GEBED.
Allerzoetst Hart van Jesus, ootmoedig op mijn borst kloppend, moet ik bekennen dat ik, zelfs na bijzonder door U begunstigd te zijn, U menigmaal door mijne koudheid en onverschilligheid ten opzichto van hot H. Sacrament gegriefd heb. Do traagheid waarmede ik aan liwo dringende uitnoodigingen gehoor gaf, do schuldige verstrooiingen, godurendo het H. Misoffer en bij het ontvangen der II. Communie, zijn mij uit den grond
') Daniel, Isto deel.
8
86
mijns harten leed. Op uw machtigen bijstand vertrouwend, wil ik TJ in 't vervolg niet meer bedroeven, maar door eerbied en ijver U, allerminnelijkst Hart van mijn Bruidegom, vertroosten. Amen.
XL
Het minnend Hart van Jesus wordt bedroefd door de ergernis.
Wie aandachtig het geschapene beschouwt ; do aarde mot hare kostbare en prachtige voortbrengselen, den hemel met millioenen sterren bezaaid, bewondert do grootheid van God, den almach-tigen Schepper. Dit alles echter, hoo rijk en voortreffelijk ook, is niet te vergelijken bij de waarde van do ziel des menschen. De ziel, het beeld van God, met do onsterfelijkheid begiftigd, is geroepen om eeuwig in den hemel de oneindige volmaaktheden des Hoeren to prijzen. Voor haar heil zond God zijn eenigen Zoon op do aarde: Zoozeer heeft God de wereld bemind, dat Hij zijn eenigen Zoon gaf. Niets in do wereld — leert de H. Joannes
87
Chrjjsostomus — is zoo kostbaar als eone ziel; en al hadt gij onmetelijke schatten aan de armen gegeven, gij zoudt niets gedaan hebben in vergelijking bij de daad van hom, die eene ziel tot God bekeert.
En wie, al is hij een Serafijn, kan de liefde voor de zielen peilen, -waarmede het Hart van dien goddelijken Zoon, onzen Zaligmaker, vervuld is? Ik hen niet gekomen — sprak Hij — om de zielen te verderven, maar om zalig te maken. Ik moet met een doopsel gedoopt worden, en hoezeer verlang ik dat het volbracht worde? De vernederingen en verachtingen welke Hij van den kant zijner vijanden verduurde, do bewonderenswaardige ijver waarmede Hij predikte , zijn bloed, de smarten die zijn lichaam en ziel folterden, de smaad volle dood op het Kruis verkondigden luide de teedere liefde zijns Harten voor de zielen. Ook in den hemel, ovenals op het altaar waarop Hij Zich dagelijks op onbloedige wijze offert, is Hij onze Middelaar en Voorspreker bij den Vader. Allo eeuwen door zendt Hij zijne dienaren naar verschillende streken der aarde, om door de prediking des Evan-
88
gelics cn hot toedienen dor H.H, Sacramenten zielen voor don hemel te winnen.
Nu kunnen wij eenigszins begrijpen, hoe het minnend Hart van Jesus bedroefd wordt om do ergernis waardoor mon Hem do zoo kostbare zielen ontrooft.
Wee der wereld om de ergernissen! Het is teel noodig dat de ergernissen komen1), maar wee dien viensch, waardoor de ergernis komt. Wie een van deze kleinen die in Mij gelooven, ergert, het is hem beter, dat een molensteen om zijn hals gehangen en hij in de diepte der zee verdronken worde. Duiden deze woorden, uit het Hart van onzen god-delijken Zaligmaker gesproten, niet hot gruwelijke van die zonde aan? De or-gernisgevor is inderdaad een handlanger van den duivel, daar hij, zooveel in hem is, mot den boozen geest, den
') Een uitstekend Schriftuurverklaarder maakt bij deze woorden do volgende aanteek«ning: Het is wel noodig dat de ergernissen kamer;., zegt de Verlosser, liiet als waren zij in zich «elven noodig, want zij zijn het evenmin als de zonden, waardoor zij teweeggebracht worden. De zin is deze: Daar de wereld zoo gesteld, zoo boos is, moeten er ergernissen komen, cvena s do Apostel zegt dat cr kettereien moeten zijn.
89
moordenaar van den heginne, medewerkt om, door zijne misdadige handelingen en woorden, of door schuldige verzuime-nissen, de zielen in hei verderf te storten waarvoor Christus is gestorven. Talrijk als de zandkorrels op de zeestranden zijn de ergernissen op de wereld. De boeken, bladen en tijdschriften waarin voortdurend het ongeloof en de zedeloosheid gepredikt, de redevoeringen waardoor onder verschil lende klassen der maatschappij een gloeiende haat gestookt wordt tegen do H. Kerk, hare heilmiddelen , gebruiken en bedienaren, de onzedige beelden en voorstellingen zijn to zamen allerkrachtigste wapenen, waarmede do duivel zijn buit bemachtigt. Voeg daarbij de zedelooze, met het geloof spottende gesprekken, do godslasteringen en slechte voorbeelden welke vooral zoovele ouders aan hunne kinderen geven, en overweeg dan bij u zelvt'ii, hoe hevige smarten het Hart van Jesus lijdt, daar liet door zoovele pijlen gewond wordt, als er ergernissen op de aarde worden bedreven. Ook hier is de voorspelling van den profeet Jercmias toepasselijk: Multi gemitus mei et Cor
90
niewn moevcns: Veelvuldig zijn mijne zuchten en mijn Hart is bedroefd.
Terwijl Jesus deze bittere klacht vooral tot ons, zijne beYOcrreclite scliopselen, richt, verlangt Hij dat wij Hem niet slechts medelijden betuigen, maar ook, zooveel wij vermogen, door ijver voor het zielenheil van onzen broeder, vergoeding geven aan zijn door de ergernissen bedroefd Hart.
Meen niet dat dit alleen de taak van een priester is; want is de liefde, volgens den H. Augustinus, niet denkbaar zonder den ijver voor het zielenheil: qui non zelat non amat, en rust op iedereen do verplichting zijn evenmensch te beminnen , dan moeten allen ook, naar gelang van don stand waarin zij geplaatst zijn, voor het geestelijk welzijn van hun naaste ijveren. Wel is waar, niet iedereen is geroepen om in don naam van God, door de prediking dor waarheid, het menschdom te verlichten, doch allen zijn niet zelden in de gelegenheid om door hun woord of voorbeeld hun evenmensch van do zonde terug te houden of tot do deugd aan te sporen. Wellicht vordert God van u niet, dat gij zware offers
91
zult brengen, dat gij, na alles wat u op aarde dierbaar is verlaten te hebben, uw leven in gevaren en ontberingen zult doorbrengen. Dooli kunt gij voor allen niet bidden, inzonderheid voor de afge-dwaalden, en door uw gebed den zegen des hemels over den arbeid der priesters doen nederdalen?
„In mijn geest ga ik de wereld rond -— zeidc do Eerbiedwaardige Maria der Menschwording —, om alle zielen die door hot bloed van mijn goddelijken Bruidegom zijn vrijgekocht, op te zoeken ; ik omhels ze, om ze U door Hem, mijn God, aan te bieden, en vraag U hare bekeering door zijn H. Hart. Hoe! hemelsche Vader, wilt Gij gedoogen dat zij mijn Jesus niet kennen!quot;
„Op den dag des oordeels zal de H. Petrus voor onzen Heer verschijnen met het door zijne prediking bekeerde Judea; de H. Paulus zal bijna de geheele wereld, aan welke hij het Evangelie verkondigd heeft, met zich voeren . . . . Al degenen die aan het heil der zielen werken, zullen voor hun Rechter verschijnen , in triomf geleid te midden van hen, die zij voor Jesus zullen gewonnen
02
hebben (II. Grcgorhis do Grooto).1) Maar hoevelo zielen zullen tvij kunnen toonen ?
Eindig deze overweging niet alsvorens gij liet besluit gemaakt hebt om uit liefde tot Jesus, tot vergoeding voor do ergernis -waardoor zijn Hart bedroefd wordt, door uwe woorden, door uw voorbeeld en gebod voor hot heil van andoren to werken.
GEBED.
Minnelijke Zaligmaker, zoowel in den hemel en in het H. Sacrament, als op liet Kruis dorst Gij naar de zielen waarvoor Gij uw leven hebt geschonken. Hoezeer spijt het mij , dat ik menigworf door mijne onvoorzichtige woorden en zondige handelingen velen anderen ontsticht , misschien wol in hot eeuwig verderf gestort heb. O liefderijk Hart van Jesus, weiger mij toch de genade niet, die ik zoozeer behoef; geef, dit smook ik uwe barmhartigheid dringend af, dat ik nimmer tot den val van mijn even-mensch modewerko, maar integendeel, door mijn godvruchtig gedrag en ijver
') Beide aanhalingen vindt men bij desjar-dins: „Z/ei Z/. Hart van Jesus'1
93
voor de zielen, toono uw oprechte en getrouwe vriend te zijn. Amen.
XII.
De vriend van het II. Hart van Jesus.
De waarde der vriendschap wordt in do H. Schrift op do voortreffelijkste wijze geschetst: „Een getrouwe vriend is een krachtig schild: die zulk eenen vindt, vindt een schat. Niets kan met een oprechten vriend vergeleken tvorden, en geen gewicht van goud of zilver haalt hij de waarde zijner trouw. Een getrouwe vriend is de halsem des levens en der onsterfelijkheid; en die den lieer vreezen , zullen hem vinden. Die God vreest, zal een goeden vriend, hebben, omdat zijn vriend worden zal gelijk hij zelf is.quot; Jesus Christus is onze Vriend bij uitstek om zijne getrouwheid, welke die dor schepselen oneindig overtreft, om zjjne almacht waardoor Hij het hoogste goed kan mededeelen, om zijne waarlijk onuitputtelijke liefde. Met welke onbegrijpelijke liefde tot ons zijn goddelijk Hart vervuld is, hebben wij in de voor-
94
gaande overwegingen, althans cenigszins, nagegaan. Inderdaad, hetgeen de Zaligmaker tot do Apostelen sprak, zegt Hij ook tot ons: Ik heb u niet mijne dienaren genoemd, maar mijne vrienden. Yoor ons heeft Hij het allersmartelijkst lijden ondergaan, is Hij den dood des Kruises gestorven, en heeft Hij zijn Hart laten doorboren, als de bron waaruit men de wateren des levens kan putten. In het H. Sacrament blijft Hij niet slechts onder ons om zijne zegeningen over het menschdom uit te storten, maar schenkt Hij daarenboven Zich zeiven tot spijs onzer zielen. Dorstend naar de eer van zijn hemolschen Vader, verlangt Hij ook hevig naar do zaligheid der zielen voor welke Hij zijn bloed hoeft vergoten. Kan Jcsus nog grootcre rijkdommen schenken, nog grootcre liefde bewijzen? Maar moeten wij dan ook niet, door een godvruchtigen levenswandel, het bewijs geven dat wij ware vrienden van zijn H. Hart zijn? De ware vriend van het H. Hart houdt voortdurend zijne gedachten op het goddelijk voorwerp zijner liefde gevestigd. Niet tevreden met verschillende godvruchtige oefeningen te verrichten, besteedt hij zijne gróótste
95
zorg aan do beoefening dor deugd, waardoor zijn hart aan dat van zijn godde-lijkon Vriend gelijkvormig wordt. Dezo godsvrucht (tot hot II. Hart) — zegt pater llamièro — moot hot binnenste van onze ziel doordringen, ons het eigen leven van Jesus' Hart medodeelen, met zijno gevoelens bezielen, zijne taal leoren spreken, in één woord, zij moet ons tot zijno levende evenbeelden maken. Wij zullen geen recht hebben op den titel van vrienden van dat goddelijk Hart, dan wanneer wij al zijne meeningen tot do onze maken, voortdurend voor do grootc belangen zorgen, die Jesus uitsluitend bezig höuden. Wie gevoelt zich door het leven van zulk een oprechten vriend niet gesticht? Gedost in hot bruiloftskleed der genade, waarop do Engelen met welgevallen nederzien, door de zuiverste liefde verteerd, legt hij met zorg er zich op toe om zijn hart naar dat van Jesus te vormen. Hot H. Sacrament is zijn paradijs op do aarde. In stillo aanbidding voor het H. Altaargeheim nedergeknicld, waar hij zich in de stralen dor liefdezon koestert, betreurt hij het dat, niettegenstaande de Koning der Heerlijkheid met aandrang zijne
96
dienaren uitnoodigt tot don troon der genade to naderen, niet allen Hem vertroosten en hunne hulde brengen. En mag hij in do H. Communie op do borst des Heeren rusten, uit zijn Hartenwond hot heilig bloed drinken, dan schijnt hij onder do homolscho geesten te wonen, die zonder ophouden het goddelijk Hart bewierooken en loven. Niet slechts in de zoete oogcnblikken van vertroosting brengt hij zich aan God ton offer; ook dan, wanneer zijn goddelijke Vriend hem schijnt verlaten te hebben en zijne ziel aan dorheid en angst is prijs gegeven, drinkt hij bereidwillig, blij do zelfs, op het voorbeeld van Jesus, de bittere druppolen uit den kolk des lij-dons, overtuigd dat, wie het lijden gelaten verduurt, ook aan de verheerlijking zal deelachtig worden. Ovor Golgota immers wordt do weg afgelegd naar den homolschcn Sion, waarnaar zijne ziel voortdurend smacht. Met eene heilige verontwaardiging bezield wegens de koudheid en onverschilligheid van talnjko Katholieken, doet hij zijn bost orc. door zijne godsvrucht, zijn ijver het versmaad Hart des Zaligmakers eenigo vergoeding to geven. Het Hart van
07
Jesus to doon konnon, to doen liefhebben , do belangen van zijn goddolijken -Vriend te behartigen door verschillondo werken van liefde, ware vereerders van Jesus' Hart to vormen, hoevelo offers hij zich ook getroosten moot, dit is zijn taak, zijn levenslust. Hoevele zielen van te voren traag, doch door zijn woord en voorbeeldig loven tot do beoefening dor godsvrucht aangespoord , mogen proeven hoe zoet do lieer is, en gewaar worden dat het Hart van Jesus voor allen, die Het met ijver vereeren, een waarachtig paradijs op aarde is.
„O, hoe groot is hot geluk van allen — zegt do Gelukzalige Margareta-Maria — , die door hun ijver er toe bijdragon, dat aanbiddelijk Hart te doen kennen en beminnen: zij zullen zich daardoor hot welbehagen van hot H. Hart en zijne kostbare zegeningen verwerven. Hoo gelukkig zijn wij en hoezeer moeten wij het H. Hart er voor bedanken, dat Het ons gebruiken wil om zijne veroering te verspreiden; want Hot hoeft onvergelijkelijke schatten weggelegd voor allen, die zich met al hunne krachten aan dat werk zullen wijden.quot;
Ziedaar, beminde lezer, wat ons tot
9
98
wave vrienden van liet II. Hart maakt: de vlijtige beoefening dor deugd, zelfs in de kleinste zaken, gepaard met den^ ijver om de heilrijkste aller devotion ook onder anderen to verbreiden.
Onderzoek op dezen dag eens ernstig of gij de godvruchtige oefeningen nog even vlijtig verricht als voorheen; of gij wel met zorg sommige kleine gebreken, die toch aan het Hart van Jesus zoor mishagen, tracht uit te roeien; of gij niet verslapt zijt in don ijver, waarmede gij wellicht vroeger voor do verheerlijking van het H. Hart werktot.
Beween uwe nalatigheden, en smeek mot aandrang uw lieven Jesus, U tot oen oprechten vriend, een vertrouweling van zijn H. Hart te vormen.
GEBED.
Bedroefd ovor mijne nalatigheden, mijne onverschilligheid in uwen dienst, o goede Jesus, neem ik heden het vaste besluit, met uwe hulp, mij alle dagen mijns levens als een vriend van uw H. Hart te toonon. Niet alleen wil ik zelf uw Hart kinderlijk vereeren en U, zooveel ik vermag, eerherstel geven voor de talrijke versmadingen, dio Gij geleden
99
hebt on nog lijdt, maar ook andoren dringend tot den arbeid voor uwo eer aansporen. Ja zelfs, dagelijks zai ik mijne smeekingen tot den hemel verheffen, met al de vurigheid mijner ziel bidden, dat uw Hart toch meer en meer gekend en verheerlijkt worde. Neem mij op, o Jesus, door de opening uwer zijde, in uw aanbiddelijk Hart, on laat niet too dat ik ooit daarvan gescheiden worde. Amen.
Toewijding aan het H. Harl van Jesus.
Aanbiddelijk Hart van Jesus, godoog dat ik mij ootmoedig voor U neêrbuige en mij zelven geheel en al aan U toe-wijde. Ik wil U toebehooren nu en altijd; ik stel mij geheel ter uwer beschikking. Met mijn verstand zal ik trachten meer en moer in de geheimen uwer goddelijke liefde door te dringen; mijn hart wil ik met onverbreekbare bandon aan U vasthechten. Mijne oogon zullen voortaan in alles uwe liefde aanschouwen , en mijn tong zal die liefde in de harten van anderen trachten op te wekken. Ik wil do uwe zijn naar
100
lichaam on ziel. Ncora mij aan, o goddelijk Hart van Josus, Iioc onwaardig ik ook ben. Verlicht mij, verwarm mij, trek mij tot U, opdat ik, vercenigd met U op aarde, eeuwig met ü moge zalig zijn in den hemel. Amen.
Eerherstel aan het H. Hart van Jesus. (Van do Gelukzalige Margareta-Maria.)1)
Goddelijk Hart van Josus, onuitputtelijke bron van liefde en goedheid, ach! hoe spijt het mij ü zoozeer vergeten en zoo weinig bemind te hebben! O H. Hart, Gij verdient do neigingen en de liefde van allo harten, welke Gij oneindiglijk begunstigd, bemind en aan U verplicht hebt, en Gij ontvangt er slechts ondankbaarheid en koudheid van, vooral van mijn hart dat met recht uwe verontwaardiging verdient. Maar dewijl Gij een Hart vol liefde zijt, zijt Gij ook een Hart vol goedheid, waarvan ik mijn voordeel wil doen voor mijne verzoening en vergiffenis. Helaas! o goddelijk Hart, met smart zie ik mij van zooveel traag-
') Vie et oeuvres, tome II, pag. 23G.
101
hcifl overtuigd en beschouw ik do onreebtvaardigo handelwijze van mijn verkeerd hart , dat U de U verschuldigde liefde zoo onwaardiglijk heeft ontstolen, om die aan zich zelven of aan een nietig vermaak te geven. Ach! allerzoetst Hart, indien de smart en de schaamte van een hart dat zijne dwalingen erkent, U voldoening kan schenken , vergeef dan mijn hart; want het is de staat, waartoe zij ie ongetrouwheid en zijn geringe zorg om U door zijne liefde te behagen, het gebracht hebben. O H. Hart, helaas! wat kan mijn hart anders verwachten, dan haat en bestraffing , zoo het niet op uwe barmhartigheid vertrouwde. Helaas! Hart van mijn God, allerheiligst Hart, aan wien alleen de vergiffenis der zonden toekomt, — vergeef, vergeef, bid ik U, aan dit arm en ellendig hart. Al zijne vermogens vereenigen zich nu om ü, in alle ootmoedigheid , eene akte van eereboete op te dragon en alles tot uwe eer te vergoeden, wat het door zijne afdwalingen en verkeerd gekozene voorwerpen zijner liefde misdaan heeft. Ach! hoe heb ik U dit hart kunnen weigeren, ik, die zooveel verplichting heb om U den eeni-
102
gen bezitter or van te maken. Toch heb ik het gedaan. Maar hoe spijt het mij, mij alzoo van U en uwe liefde en do bron van alle goed, van het Hart van mijn Jesus verwijderd te hebben, dat, zonder mij noodig te hebben, mij toch het eerst zoo gezocht en bemind heeft! O aanbiddelijk Hart, heeft mijn hart U dan zoo kunnen behandelen, dat hart hetwelk toch enkel van uwe liefde en weldaden afhangt, en dat, zoo Gij U slechts voor een oogenblik in het een of het ander terugtrekt, terstond in do uiterste ellenden ot in het niet zou wegzinken. Allermilddadigst Hart, wat ben ik aan U niet verschuldigd, dat Gij mij in al mijne ondankbaarheden zoo lang verdragen hebt. Wat zijn uwe barmhartigheden dienstig om aan dit arm en onstandvastig hart te vergeven! O Hart van mijn Jesus, nu geef en schenk ik U geheel mijne liefde, te gelijk met hare bron, dat is: mijn hart; en ik geef U hot een en ander onherroepelijk, ofschoon met groote beschaamdheid , dewijl ik U uw volstrekt eigendom zoolang geweigerd heb. Helaas! goddelijk Hart, Gij hebt mij een blijk uwer overgroote liefde willen geven, door mij
103
bekwaam te maken; en toch heb ik die schoone gelegenheid, om uwe welwillendheid te verdienen, zoo slecht gebruikt. Ach! hoe beschaamd ben ik er over! Hart van mijn Jesns, verander mijn ongetrouw hart. Maak dat het zich voortaan aan uwe liefde door zijne liefde vasthechte, en dat hot in 't vervolg zoozeer tot U nadere, als het in hot verledene zich van U verwijderd heeft; en daar Gij er do Schepper van zijt, wees ook, dit smoek -k U, er eenmaal de bekroner van.
BiecM-oefeningen.
Vóór de Biecht.
Lieve Jesus, wie wordt over de liefde uws Harten tot de zondaren niet getroffen! De tranen van berouw door Petrus gestort, de bekeering van de Samari-taanscho vrouw, van den moordenaar op het kruis en van nog talrijke zondaren bewijzen do onbegrijpelijke barmhartigheid uws Harten. Vreugde zal er in den hemel zijn — zoo leerdet Gjj ons — over één zondaar, die hoetvaar-
104
digheid doet. Zal ik dan al mijn vertrouwen niet op U stellen? Wel is waar, menigvuldig zijn mijne zonden en des te schuldiger ben ik, omdat ik zoovele uitstekende weldaden van U heb mogen ontvangen, doch in uwe alwetendheid kent Gij do zwakheid van het menschehjk hart en de wreede aanvallen van de vijanden onzer ziel. Vol vertrouwen op uwe goedheid, zal ik tot den priester, uwen plaatsbekleeder, naderen en , aan zijne voeten nedergeknield, ootmoedig mijne ongerechtigheden belijden , om in het bad dor boetvaardigheid van de zonden gezuiverd, van de geestelijke melaatschheid genezen te worden. Allergoedertierenst Hart van Jesus, ontferm U mijner, ontferm U mijner, vermorzel mijn koud hart door de kracht uwer genade, wasch mij meer en meer van mijne ongerechtigheid en zuiver mij van mijne zonden. Amen.
Gebed tot den H. Geest.
Ootmoedig belijd ik, o God, dat mjjno zie! met zoovele zonden, nalatigheden en gebreken bevlekt is; doch de ongeregelde liefde tot mij zeiven wil zoo
105
gaarne het afschuwelijke daarvan voor mij verbergen. Hoo zou ik mij schamen, als ik den werkelijken toestand mijnor ziel kendo! H. Geest, verlicht mijn verstand met uw goddelijk licht, opdat ik do schuilhoeken dos harten naspore, do grootheid en het getal mijner zonden moge inzien; maar weiger mij ook do genade niot, die ik zoozeer behoef, om mijno ongerechtigheden van harte te betreuren en oprecht aan den plaatsbo-kleeder van Jesus Christus te belijden.
Geheel tot de II. Maagd Maria.
Moedor van liefdo en barmhartigheid, aan wier alvormogendo voorspraak ik talrijke weldaden verschuldigd bon, zio genadig op een zondaar neder, die niet waardig ben uw kind genoemd te worden, omdat ik door mijne misslagen uw goddelijken Zoon boleedigd en uw moederlijk hart bedroefd heb. Verkrijg door uwe machtige beden bij uw goddelijken Zoon voor uw kind de genade om do zonden zoo te betreuren en te verfoeien, dat mijne ziel gezuiverd en geheiligd, aan God, do Heiligheid zelve, behagen moge. Amen.
106
Onderzoek hierna met vlijt maar zonder nngstvalligheid uw geweten over hetgeen gij niet alleen door gedachten, woorden en werken maar ook door verzuimenissen, in 't bijzonder omtrent de plichten van uwen staat, misdaan hebt. Denk er ook eens ernstig over na, of gij door oneerbiedigheden ten opzichte van het H. Sacrament hot Hart van Jesus bedroefd hebt.
Oefening van herouw.
Allerheiligst Hart van Jesus, om mijne ongoreohtigheden gewond, uit den grond mijns harten verfoei ik do zonden, niet alleen omdat ik daardoor verdien gestreng door de goddelijke gerechtigheid gestraft te worden, maar ook omdat ik daardoor U, de bron van liefde zelve, beleedigd cn bedroefd heb. Door uwe hulp gesteund zal ik nederig en oprecht mijn geweten aan den priester, uw dienaar en plaatsbekleeder, blootleggen, en neem mij vastelijk voor nimmer meer te zondigen , alle naaste gelegenheden tot zonde te vluchten, de noodige middelen ter verbetering aan to wenden, liever het zwaarste lijden te verduren en den smar-telijksten dood te sterven, dan TJ wederom te beleedigen. Vertrouwend op uwe
107
barmhartigheid, overtuigd dat Gij een rouwmoedig en vermorzeld hart niet zult versmaden, zal ik opstaan on tot mijn vader gaan. Help mij dan, allerbarm-hartigst Hart van Jesus, door uwe alvermogende genade. Amen.
Na de Biecht.
Geheel doordrongen, goedertieren Hart van Jesus, van do uirstekendo weldaad welke Gij mij heden bewezen hebt, roep ik met den koninklijken profeet uit: Wat zal ik den Heer wedergeven voor al hetgeen Hij mij geschonken heeft? Ofschoon ik talrijke weldaden, door U geschonken, met ondankbaarheid vergolden heb, hebt Gij mij do vergiffenis der zonden niet willen weigeren. Wat zijt Gij toch goed en barmhartig jegens den zondaar! Mijn hart dat nog vóór korten tijd door do hartstochten be-heerscht werd, met bitterheid vervuld was, mag nu een vrede, ecne zoetheid smaken, die alle vreugden der wereld to bovengaat. Hoe beminnelijk zijn uwe ivoontenten, o Heer der krachten! Beter is het één dag tc zijn in uwe voorpor-
108
talen, dan (luizend dagen elders. Was ik voorheen arm en ellendig, nu ben ik rijker dan do grooten der wereld, door do schatten van genaden waarmede ik begiftigd ben. Zal ik ooit weder do zonden durven bedrijven? Neen, mijno liefde, in eeuwigheid geene zonden meer!
Nadat Maria Magdalena, o lieve Jesus, uwe troostrijke woorden vernomen had: mvc zonden worden u vergeven, volhardde zij in de liefde. Hoe gelukkig gevoelde zij zich, wanneer zij, aan uwe voeten ncdergeknield, in heilige overwegingen verzonken was. Zelfs tot op Golgota volgde zij U, waar zij over uwe smarten weende. Ook ik, die dezelfde vrijspraak uit den mond van uwen plaatsbeklceder vernomen heb, wil uw Ilart door goede werken verblijden; niets zal mij in 't vervolg aangenamer zijn dan bij U in het 11. Sacrament te verblijven en het lijden te overwegen., wat Gij voor onzo zonden verduurd hebt. Neem deze voornemens goedgunstig aan en schenk mij de genade, dat ik, te midden van de wederwaardigheden, des levens en van de aanvallen van do vijanden mijner ziel, U getrouw zij tot aan den dood. Amen.
109
H. Maagd Maria, Moedor der goddelijke genade; H. Josef, zorgvuldige Voedstervader van Christus en reine Bruidegom van Maria; H. Engelbewaarder, mijne Beschermheiligen, en allo Heiligen des homels, bedankt den goeden Josus voor de mij gesehonkono weldaden, en verkrijgt voor mij do genade om in zijne liefde te leven en te sterven. Amen.
Voorafgaande onderrichting.
Wie tot de Tafel des lleeren wil naderen, om zich met hot allerheiligst vleesch en bloed van Jesus te vereenigen, zij niet tevreden met alleen van doodzonde vrij te zijn, hij traehte ook, door verschillende godvruchtige oefeningen, zijn hart tot eene waardige woonplaats voor den oneindig heiligen God voor te bereiden.
Verhef reeds 's avonds te voren hartelijke en liefdevolle verzuchtingen tot Jesus. Ontwaakt gij 's nachts, houd u dan met eenige vrome gedachten bezig, die een aangenamen geur in de woonstede verspreiden, welke gij uw hctnel-schen Koning en Bruidegom gereed maakt. Terwijl gij slaapt — zegt een geestelijk schrijver — waakt Jesus over u; zijne handen met gaven vervuld zijn reeds over u uitgestrekt, indien gij waardig zijt hare volheid over u to doen nederdalen. Sta 's morgeus blijde op in
10
110
het vooruitzicht van het geluk dat n wacht, en fra met een groot vertrouwen maar ook met ecne diepe nederigheid het hemelsch voedsel ontvangen, wat u voor de onsterfelijkheid spijzigen zal. „Verheeld u — leert de H. Kerk-leeraar Franciscus van Sales — dat, gelijk do hij haren honig, dien zij uit de bloemen vergaderd heeft, in haren bijkorf brengt, alzoo ook do priester, na den Zaligmaker der wereld, den waarachtigen Zoon Gods, de vrucht van cene Maagd, die als een bloem uit do aarde van onze menschheid is voortgekomen, van het altaar te hebben genomen. Hem als een zoete spijs in uwen mond stelt en als een krachtig voedsel in uw lichaam. quot;Wek, als gij Hem ontvangen hebt, uw hart tot erkentelijkheid op, die gij aan zijne opperste Majesteit verschuldigd zijt, met belofte Hem immer getrouw te dienen. Handel met Hem over uwe inwendige en geestelijke belangen; beschouw Hom als rustend in uw hart, waar Hij tot geen ander doeleinde dan tot uw voordeel is gekomen.quot;
He H. Teresia, wier leer door de Kerk geprezen is, merkt op, dat de voorname oorzaak waarom vele zielen weinige vruchten uit de veelvuldige Communie plukken, daarin gelegen is, dat zij, na dien goddelijkün Gast in hun hart ontvangen te hebben, zich met Hem niet onderhouden, zoolang Hij daar tegenwoordig is.
Op ecne andere plaats zegt dezelfde Heilige dat, na de II. Communie, Jesus in de ziel als op een troon van genade gezeten is, en haar, gelijk vroeger in zijn sterlelijk leven aan den blindgeborene, schijnt te zeggen: Zeg, wat ver-lancjt gij van il/y? Open Mij uw hart, wantik
Ill
ben gekomen om u die genaden te scheuken, welke gij Mij vragen zult.
Do II. Maria Magdalena do Pazzi noeradu den tijd na do H. Communio den kostbaarsteu tijd dien wij in hot lovon hebben, den geschikt-sten om mot God te handden en ons door zijno heilige liefde te ontvlammen. Immers dan hebben wij noch meesters, noch tolken noodig, daar Jesus zelf ons leert, hoe wij Hem moeten beminnen. „Welko schatten van genaden zouden wij niet ontvangen, als wij, na de II. Communie , ons een uur of ten minste een half uur godvruchtig met Jesus onderhielden!quot;1)
Allerliefste) Jesus, ik geloof vastclijk dat Gij in liet H. Sacraraeut dos Altaars onder de nederige gedaante van brood tegenwoordig zijt. Niet genoegzaam kan ik uwe eindelooze liefde prijzen, daar Gij onder ons verblijft, niet alleen om onze hulde te ontvangen en onze zielen met do rijkdommen uwer genaden to begiftigen, maar om in de H. Communio ons zelfs uw allerheiligst vloesch en bloed te schenken. Welk zalig oogenblik breekt voor mij aan! Straks zal mijne ziel door uw heilig vleesch, dat uit liefde
') H. Alfonsus.
112
tot don mensch verscheurd is, gespijzigd, met uw allerkostbaarst bloed gepurperd worden; uw goddelijk Hart, dat mot eenc lans gewond is, zal zich met mijn hart vereenigen en mij zijne hemelsche schatten mededeelen. Ik geloof, o Jesus, omdat Gij, de oneindige Waarheid, het zelf geopenbaard hebt; liever wil ik sterven, dan in het minst aan het geloof te kort te schieten.
Oefening van hoop.
In uwe aanbiddelijke tegenwoordigheid, o lieve Jesus, nedergeknield, leg ik vol vertrouwen mijne menigvuldige behoeften voor U bloot; want ik weet dat uwe onuitputtelijke liefde zoo gaarne hare gunsten aan raij, ellendige, wil mededeelen. Komt tot Mij allen, die heiast en heiaden zijl en Ik zal u verkwikken ; mijn vleesch is waarlijk spijs en mijn bloed is waarlijk drank; door deze woorden, welke Gij zelf gesproken hebt, aangemoedigd, nader ik tot U om U in mijn hart te ontvangen. Hoe groot mijne ellende ook is, met hoevele wonden mijne ziel is geslagen, ik zal tot den herael-scheii Geneesheer gaan, die mij sterken
113
en mijne wonden genezen zal. Wie zal mijn rijkdom kunnen beschrijven, als straks uw goddelijk Hart, de onuitputtelijke bron van zaligheid, uw Hart dat in het hemelsch paradijs de Engelen in verrukking brengt, Zich mot mijn hart zal verbinden! Kom dan, o Jesus, en ontsteek mij door de vlammen uwer liefde.
Oefeniny van liefde.
Dierbare Verlosser, hoe zou ik naar waarde uwe liefde kunnen prijzen! Immers het was U niet genoeg voor mij te lijden en den smartelijksten dood to ondergaan; ook U zeiven wildot Gij in de H. Communie schenken. Ik wil Ü liefhebben, o Jesus, uit geheel mijn hart, uit geheel mijne ziel, uit al mijne krachten, en bemin mijn evonmensch gelijk mij zeiven om IJ, die de einde-looze goedheid zijt. Mocht ik U een hart kunnen aanbieden, wat als dat van de Heiligen gloeide! Ontgloei dan mijne ziel zoozeer door het liefdevuur uws Harten wat Gij op aarde zijt komen brengen, dat ik hier geheel voor U leve, niets beminne tenzij om U, en U
114
na ilit leven, onder de reien der Zaligen , moge verheerlijken.
Oefening van vernedering en ieromv.
Beminde Vriend mijner ziel, de stond nadert, waarop mijn hart zich met het uwe in do H. Communie zal mogen vereenigen. De bruiloftsdisch is gereed, en reeds hoor ik U roepen; „Doe de deur uws harten open, opdat ik er met mijne schatten binnenga. Ik heb mijn Hart laten doorsteken, opdat Hot u tot oeno schuilplaats zou strekken, vereenig u dan met Mij, mijn welbeminde, en zet uwe dorstige lippen aan mijn Harten-wond.quot; Ofschoon ik naar U verlang, lieve Jesus, zie ik niet zonder schaamte op mij zeiven neder , daar ik, ellendige , U herhaalde malen door mijne zonden beleedigd heb. Uit den grond des harten haat en verfoei ik al mijne zonden uit liefde tot U en neem mij vastelijk voor liever do grootste offers te brengen, liever den pijnlijksten dood te sterven, dan U, o Jesus, ooit te belcedigen.
Oefening van verlangen.
Dierbare Verlosser, wiens Hart hevig verlangt om uw intrek in mijne ziel te
115
nomen, welke zoo dikwijls door de zonden bevlekt werd, zou ik onverschillig kunnen zijn omtrent uwe komst? Gelijk een hort naar do waterbronnen smacht, zoo verlangt mijne ziel naar U, o God en Zaligmaker. O, mocht ik U in eon geheel door liefde verteerd hart ontvangen , om U eonige voldoening te geven voor zoovele heiligschennissen, onoorbie-dighodon en zooveel koudheid, waardoor Gij voortdurend in liet EL Sacrament beleedigd wordt! Kom, allerliefste Jesus, om uw hart aan mijn hart te verbinden, vereenig uwe ziel mot do mijne, uw vleesch met mijn lichaam, veroenig uw bloed mot het mijno en geef dat ik, mot U veroenigd, mijno vreugde, mijn geluk, mijn vrede zonder ophouden in U, o God mijns harten, moge vinden. Amen.
Allerheiligste Maagd Maria, Moedor dos Zaligmakers, wiens vleesch en bloed ik heden als spijs on drank mijnor ziel zal mogen nuttigen; H. Joscf, allerzuiverste Bruidegom der Moeder Gods en Voedstervader van Jesus Christus; H. Engelbewaarder en Beschermheiligen, bidt voor mij, dat ik Jesus op eene
llf)
waardige wijze in mijn hart ontvangen moge. Amen.
Gebeden na de H. Communie, door den H. Franciscus van Sales.
Gij, mijn Heer en God, zijt op 't oogcnblik in mijne ziel tegenwoordig. Ja, ik word het nu gewaar. Gij, mijn lieve Jesus, de Koning der heerlijkheid en de Zoon van den eeuwigen Vader, woont in mijn binnenste, in mijn hart. Ach! Heer, verwijder U nimmer van mij, doch blijf immer bij mij; want helaas! het wordt laat, en het uur van mijn vertrek is nabij. Ik zal niet bevreesd zijn, welke rampen mij ook overkomen, omdat Gij met mij zijt. Integendeel, alle reden heb ik om verheugd te zijn en te gelooven, dat nu de eeuwige Vader mij zal liefhebben, omdat zijn welbeminde Zoon in mij woont. Hij heeft mij met deze blijdschap vervuld, en iedereen die Hem verneemt, zal zich met mij verheugen. Verblijdt u dan met mij , H.H. Engelen, die bij dit Sacrament met diepen eerbied tegenwoordig zijt. Mijn quot;Welbeminde behoort
117
aan mij en ik behoor aan Hem, daar Hij op mijn hart en in het midden mijner borst rust. Vader van barmhartigheid, onophoudelijk zal ik U prijzen en de gezangen tor uwer eere vermenigvuldigen als de sterren aan het uitspansel. Het is recht, o Heer, dat Gij mijn God zijt en dat ik U dien, daar Gij mij een zoo heerlijk brood tot voedsel hebt geschonken; en de steen mijns harten van te voren zoo hard, zal uwe woning zijn; en eeuwig zal ik uwen lof verkondigen.
O Jesus, mijn dierbare Zaligmaker, die mij van mijne prille jeugd af gevoed en, wat meer is, sedert het oogenblik van mijn bestaan mij onder de armen uwer goddelijke voorzienigheid gevormd hebt; Gij hebt mij door het H. Doopsel tot den uwe gemaakt en mij naar ziel en lichaam met eene onbegrijpelijke liefde gevoed; om mij het leven te geven, hebt Gij den dood ondergaan en mij uw eigen vleesch en bloed geschonken.
O Jesus, ik zal U vasthouden en nimmer laten gaan; voor U wil ik ster-
118
von, cn door de vlammen uwer liefde ontstoken worden. Hetzelfde vuur zal mijn goddelijken Schepper en zijn nietig schepsel verteren.
Mijn Jesus behoort geheel aan mij en ik ben de zijne; op zijne borst zal ik leven en sterven; noch de dood noch het leven zal mij ooit van Hem kunnen scheiden.
Plaats U, o Heer, als een zegel op mijn hart; en wanneer Gij U verwijderd zult hebben, maak dan dat de indruk er van blijve en immer als do uwe erkend worde.
Mijn God, het schaamrood bedekt mij , daar ik, na U dikwerf in de H. Communie ontvangen te hebben, nog zoo vol van mij zeiven bon. Dierbare Jesus, geef dat wij overal naar U slechts verzuchten, U gevoelen. Zoo menigmaal hebt Gij xiw intrek bij mij genomen; waarom ben ik zoo weinig in U ? Gij treedt bij mij binnen; waarom ben ik buiten U? Gij zijt in mijn hart, o God, waarom ben ik niet in het uwe
119
ora do homolsclio liefde te smaken, die do harten als dronken maakt?
Mijn God, schenkt Gjj mij in het H. Sacrament niet het hoogsto onderpand uwer liefde, de genade van mijn nietig hart weg te nemen en het uwe in do plaats te stellen?
O Jesus, bij de eindelooze liefde van uw goddelijk Hart, smeek ik U mijn hart naar het uwe te vormen. Zoo Gij dit niet doet, mijn God, dan zult Gij mij toch niet beletten uw Hart te nemen, daar Gij uwe borst geopend houdt opdat ik er intrede, of door uwe liefde mijne borst te openen, opdat mijn hart het uwe kunne binnentreden, en daar nimmer van gescheiden worde.
Hoer Jesus, zegen, versterk, heilig dit hart, dat Gij aan uwe goddelijke liefde hebt willen wijden. Gij hebt het ingegeven zich geheel aan uwen heiligen naam toe te wijden; moge uw heiligo naam het als een balsem van heiligo liefdo vervullen die, in eene volmaakte eenheid, onderscheidene uitgezochte reukwerken er in stort, tot stichting van den naaste. Ja, Heer Jesus, laat dit
120
zwak en ellendig hart, dat in uwen naam getrouwer dan ooit tot uwe eer wil werken, overvloeien van genade, vrede, zegen en vertroosting. Amen.
Vraag uwen Jesus met vertrouwen in het bijzonder die deugden, waaraan gij het meest behoefte hebt. Maar gedenk ook anderen in uw gebed: de H. Iverk en haar Opperhoofd, de bisschoppen en priesters, uwe ouders en allen die u dierbaar zijn; bid ook voor hen die n beleedigd hebben, voor de afgedwaalden, voor de zielen in het vagevuur, en ook voor allen die zich in uwe gebeden hebben aanbevolen.
Gebed tot onze Lieve Vrouw van hel H. Hart.
Na de TI. Communie.
Onze Lieve Vrouw van het H. Hart, hoe zwak is mijne dankzegging en hoe weinig waarde heeft zij bij Jesus! Hoe onvolmaakt zijn ook mijne smeekingen én hoe weinig zullen zij misschien bij God verwerven! Wie is Jesus en wie ben ik ? Is Hij niet de Zoon Gods, mijn Schepper, mijn Verlosser en Weldoener ? En bon ik niet een nietig schepsel, een ondankbare, die herhaaldelijk zijne liefde met zonden vergolden
121
heb? Daarom neem ik mijne toevlucht tot U, onze L. Vrouw van 't H. Hart. Gij zijt hot waardigste Schepsel dat Gods hand hoeft voortgebracht. Gij, de Moeder van Jcsus, zijt steeds aan Gods genade getrouw gebleven. Hebt Gij niet altijd allen invloed op Josus' goddelijk Hart gehad? En hoe zou zijn Hart aan ü iets kunnen weigeren, als Salomon zelfs, zijne voorafbeelding, alles wat hij kon aan zijne moeder meende te moeten toestaan ? Machtige middelares en voorspreekster, draag Gij mijne dankzegging en mijne smeekingen voor den troon van uwen Zoon, opdat zij Hem waardig zijn en verhooring mogen vinden. Amen.
Gebed mei vollen aflaat.
Al wie, na waardig gebiecht en gecommuniceerd te hebben, hot volgend gebed godvruchtig voor eenig heeld van den Gekruiste leest en daarenboven eeni-gen tijd naar de meeniug van Z. H. den Paus bidt, verdient een vollen aflaat, welke ook aan do zielen in het vagevuur kan worden toegevoegd.
(Door Paus Pius IX bekrachtigd don 31ston Juli 1858).
11
122
GEBED.
Zie, o goede en allerzoetste Jesus, ik werp mij voor uw aangezicht op mijne knieën neder, en bid en smeek U mot al den gloed mijner ziel, dat Gij levende gevoelens van geloof, hoop en liefde, een waar berouw over mijne zonden en een vasten wil om ze te verbeteren in mijn hart wilt drukken; terwijl ik met groote aandoening en smart uwo vijf wonden bij mij zeiven overdenk en in den geest beschouw, voor oogen hebbende, wat reeds de profeet David van U, o goede Jesus, in den mond nam: Zij hebben mijne handen en voeten doorboord, zij hebben al mijne beenderen geteld.
Litanie tot het H. Hart van Jesus.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hcmelsche Vader, ontferm U onzer.
123
God Zoon, Verlosser dor wereld, God H. Geest,
H. Drievuldigheid, één God,
Hart van Jesus, Zoon van don eeuwigen Vader,
Zoon van de Maagd Maria,
Eigen en waardige woonplaats van
den H. Geest,
Tempel van de allerheiligste Drievuldigheid ,
Oneindig in Majesteit,
Voorwerp van allo liefde, Allerootmoedigst Hart van Jcsus, §gt; «2 Allerzuiverst Hart van Jesus, § Allerminnelijkst Hart van Jesus, ^ p Hart van Jesus, vol van zegen en o ^ genade, §
g Geneugte van hemel en aardo, S Licht van geheel de wereld, Onverwinneljjke sterkte tegen onzo
vijanden,
Bron van alle rechtvaardigheid. Oorsprong van goedheid en barmhartigheid ,
Vol van medelijden en teederheid, Woonstede aller deugden.
Waardig allen lof en eer.
Waaraan alle aanbidding toekomt,
124
Oneindige afgrond van alle hernol-
sclio gaven,
Fontijn der wateren die ontspringen
ten eeuwigen leven,
Verzoening voor onze zonden,
Troost van alle bedrukte harten, K Hoop dergenen die in U sterven, § ^ Ons loven en onzo verrijzenis, §= ^ Toevlucht aller zondaren, g
S Met bitterheid voor ons vervuld, ^ Met smaad voor ons verzadigd, o S Om onze boosheden doorwond, g j» Tot onzo zaligheid aan het Kruis £? gestorven,
Met eene lans voor ons doorstoken, Levende, heilige en Gode behagende offerande.
Altaar waarop alle Heiligen worden geofferd,
Lam Gods, dat do zonden dor wereld
wegneemt, spaar ons, Jesus. Lam Gods, dat do zonden der wereld
wegneemt, verhoor ons, Jesus. Lam Gods, dat do zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer, Jesus.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
125
Heer, ontferm U emzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm ü onzer.
Onze Vader, enz.
Hart van Jesus, brandend van liefde tot ons, ontsteek ons hart in liefde tot U.
GEBED.
Almachtige God, verleen, bidden wij U, dat wij, die in het H. Hart van uw geliefden Zoon onzen roem stellen en de voornaamste weldaden zijner liefde gedenken , ons ook in de werken en do vruchten daarvan mogen verheugen. Door denzelfdei} Christus, onzen Heer. Amen.
Gebeden onder de H. Mis.
Voorhereidingsgehed.
Hemelsche Vader, het zalig oogenblik is aangebroken, dat ik tot het altaar mag naderen, waarop het Hart van uwen welbeminden Zoon, onzen Heer Jesus Christus, Zich aan U zal opdragen. Geef dat ik deze H. Offerande in
126
eene heilige gesteltenis, met aandacht en ootmoed, met vertrouwen en vurige godsvrucht moge bijwonen.
Allerheiligst Hart van Jesus, do blijdschap der Engelen en dor menschen, verrijk, gedurende deze H. Offerande, mijne behoeftige ziel met de schatten uwer genaden. Mocht ik, door U begiftigd en versterkt, U alle dagen mijns levens behagen!
Allerheiligste Maagd Maria, Onze Lieve Vrouw van het H. Hart, die onder het Kruis mijne Moeder zijt geworden, verkrijg voor mij bij uwen goddolijken Zoon de genade om in zulke gesteltenis het H. Misoffer bij te wonen, dat ik vergeving mijner zonden verworve en aan veelvuldige genaden deelachtig worde. Amen.
Bij de Judica.
Mijne ziel. beeft, o Jesus, bij het zien van de menigte vijanden, wier aanvallen mij benauwen. Waar zal ik rust vinden voor mijn beangstigd hart, Avaar troost voor mijn bedroefde ziel? Helaas! mijn Jesus, ben ik zelf de schuld niet van
127
hunne aanvallen, wijl ik U door do zonden verlaten en mij trouweloos onder hunne vanen geschaard heb ? Zij doen hun recht op mij gelden, wat ik zelf hun door mijne zonden gegeven heb. O Jesus, ik vlucht in uw goddelijk Hart, waar genade en barmhartigheid, rust en vertroosting, verlossing en vrijheid te vinden zijn, en ik bid U: bevrijd mij uit hunne handen. Amen.
De Introitus.
„Do Heer zal Zich ontfermen volgens do grootte zijner barmhartigheid; want het is niet van harte dat Hij do kinderen der menschen vernederd en verworpen heeft. De Heer is goed voor hen, dio op Hem hopen, voor de ziel die Hem zoekt, alleluja, alleluja. Ik zal de barmhartigheden des Heeren voor alle eeuwigheid bezingen; in alle geslacht en geslacht. Glorie zij den Vader, den Zoon en den H. Geest, gelijk het was van den begin, nu en altoos en in do eeuwen der eeuwen. Amen.quot;
Bij het Gloria in Excelsis.
Beminnelijke Jesus, wat leert Gij mij duidelijk in uwe kribbe te Bethlehem
128
de rampzalige dwaling mijns geestes en het bederf mijns harten kennen! Ik zocht mijn geluk in den hoogmoed, in de gehechtheid aan aardsche goederen en in de zinnelijkheid; en Gij komt op de wereld als kind, in armoede en lijden. Wat hoeft uw goddelijk Hart mij toch vurig bemind om mij, ten koste van zooveel opoffering, van mijne dwaling en van mijn ongeluk te komen verlossen! Ik bezing U dan ook met de Engelen, en ik vereer U met de Herders en Wijzen als mijn God, mijn Verlosser en Koning en ik beloof U, met de hulp uwer genade, door getrouw uwe lessen op te volgen, mij steeds met de inzichten van uw goddelijk Hart to zullen vereenigen.
GEBED.
„Verleen, bidden wij U, almachtige God, dat wij allen, die in het Hart van uw welbeminden Zoon roemen on de grootste weldaden zijner liefde tot ons herdenken, door derzelver werkingen en vruchten tevens verkwikt mogen worden. Door denzcltden Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer, die met U leeft en heerscht in de eenheid des H. Geestes, God in allo eeuwen der eeuwen. Amen.quot;
1:39
Bij den Epistel.
O eeuwig Woord des Vaders, dat U eertijds door den mond van de profeten aan ons openbaardet, om ons van uit do verte reeds do kracht en de zoetheid uwer liefde te doen gevoelen, geef mij de genade, om uwo goddelijke voorzienigheid daarvoor steeds te loven en mij in alle lotgevallen des levens aan hare leiding over te geven. Amen.
Bij het Evangelie.
Besef, mijne ziel, zoo gij kunt, de liefde welke do Zoon Gods Ü toedraagt. Hij vergenoegde Zich niet door zijno profeten tot u te spreken; Hij kwam zelf op aarde, nam de menschelijkc natuur aan en verkondigde do Boodschap des Heils. II. Hart van Jesus, wat hebt Gij mij toch vurig liefgehad! Help mij om de goddelijke wijsheid, in uw H. Evangelie noêrgelegd, tot richtsnoer van mijn loven te nemen en, door het getrouw onderhouden uwer geboden, U mijne wederliefde te bewijzen. Amen.
Bij het Credo.
Hoe zal ik de liefde van uw goddelijk Hart, o Jesus, genoegzaam kunnen prij-
130
zen voor de groote -weldaad mij bewezen, mij bij uwe hemelvaart niet als een wees te hebben achtergelaten, maar mij de Kerk als Moeder te hebben gegeven om uw goddelijk verlossingswerk voort te zetten. Van harte dankbaar voor zooveel goedheid, beloof ik U vastelijk, tot mijn laatsten ademtocht aan de leer der Kerk te zullen vasthouden en hare voorschriften te zullen volgen. Help mij hierin door uwe genade. Amen.
Bij de Offerande.
U, mijn God, die mij zoozeer bemind hebt, dat Gij uw eenigen Zoon voor mij hebt gegeven, draag ik dit brood en den wijn op, die aanstonds in uw goddelijk lichaam en bloed zullen veranderd worden, tot vergiffenis mijner zonden; voor allen die bij deze H. Offerande tegenwoordig zijn; voor alle gcloovigen, levenden en overledenen, opdat zij hun en mij tot heil verstrekke. Amen.
Prae falie.
„Het is waarlijk billjjk en rechtvaardig, plichtmatig en heilzaam, dat wij U
131
immer en overal dankzeggen, Heilige Heer, almachtige Vader, eeuwige God: die het heil van hot menschelijk geslacht aan het hout des Kruises gesteld hebt, opdat, vanwaar de dood ontsproot, ook het leven zou voortkomen, en hij, die door hot hout overwon, ook aan het hout zou overwonnen worden, door Christus, onzen Heer: door quot;VVien de Engelen uwe Majesteit loven, do Heei--schappijon aanbidden, de Machten sidderen, de Hemelen en de krachten der Hemelen en de zalige Serafijnen met eenparige vreugde U verheerlijken. Laat toe, zoo smeeken wij U, dat wij onze stemmen daarmede vereeuigon, terwijl wij in nederige belijdenis zeggen : Heilig, Heilig, Heilig, de Heer, de God der Heerscharen. Hemel en aarde zijn vol van uwe heerlijkheid. Gezegend Hij die komt in den naam des Heeren, Hosanna in den Hooge.quot;
Ik draag U deze H. Offerande ook op, mijn God, voor uwe H. Katholieke Kerk. Bewaar, bestuur haar, en leid allo volken tot haar. Ik bid U ook voor
132
onzen H. Vader don Paus N., voor onzen bisschop en voor alle rechtgeloovigen. In het bijzonder smeek ik U voor degenen, die zich in mijne gebeden hebben aanbevolen, voor mijne ouders, bloedverwanten en vrienden. Zegen hen, o God, in hunne geestelijke en tijdelijke zaken. Ik smeek U dozen zegen af door do voorspraak van do H. Maagd Maria, van den H. Josef, van de H.H. Apostelen Petrus en Paulus en van alle Heiligen. Ontferm U ook over mij, ondankbaar en nietswaardig schepsel. Zie niet op mijne zonden, maar aanschouw het minnend Hart van Jesus, uwen Zoon, die straks op het altaar zal nederdalen, om U het onbloedig Offer van Zich zelven op te dragon.
De Consecratie.
Do hemel opent zich. Jesus op het altaar nederdalend toont den Vader zijn lichaam om onze ongerechtigheden gewond , zyn goddelijk bloed voor ons vergoten en zijn Hart dat allervurigst voor ons bidt. Allerheiligst Hart van Jesus, ik aanbid TJ en loof U met de Engelen die om het altaar zweven; zuiver mijne
133
ziel van allo vlokken der zonden en verkwik haar door don zaehten dauw der genade, opdat zij zich immer in U verblijde. Amen.
Na de Consecratie.
Hoe good is de God van Israël voor dogenon die Hom zoeken! Loof, mijne ziel, den Heer, want Hij heeft U welgedaan. Ja, dierbare Jesus, het was voor uw liefdevol Hart niet genoeg, dat Gij U zeiven voor mij ten offer bracht op het Kruis; neen, in uwe oiferliefdo wildet Gij onder de gedaanten van brood en wijn altijd als Offeraar en Offerande op onze altaren blijven, opdat ik mij aan uw Kruisoffer zou kunnen aansluiten door U door de handen des priesters aan den hemelschen Vader op te dragon, en alzoo deelachtig worden aan de verdiensten, die Gij voor mij verworven hebt. O Jesus, wat klopt uw goddelijk Hart voor mij ! Schenk mij do genade, dat ik ook, uit dankbaarheid voor zulke weldaden, door uwe liefde, uwen ootmoed en uwe gehoorzaamheid na to volgen, mij zolven geheel aan U ten offer brenge. Maar dewijl Gij U zolven
12
134
zoowel voor de overledenen als voor de levenden aan uwen Vader opdraagt, smeek ik U dringend ook met ontferming neder te zien op de zielen in het vagevuur die, door do vlammen gefolterd, naar do eeuwige woontenten verlangen. In 't bijzonder bid ik U, U over die zielen te ontfermen, die mij bij uitstek dierbaar zijn en ook over haar, voor welke geene bijzondere gebeden of goede werken verricht worden. Het uur komt en is daar — zeidot Gij op aarde — dat de dooden de stem van den Zoon des menschen zullen hoor en, en allen die haar gehoord zullen hebben, zullen leven. Laat dra uwe stem door den kerker des vagevuurs heendringen en verkwik uwe beminde zielen, na haar van de smarten verlost te hebben, door uw goddelijk aanschijn. Amen.
Bij het Pater noster.
Lieve Jesus, die ook daarom onze menschelijke natuur hebt willen aannemen om medelijden te kunnen gevoelen met onze ellenden, Gij weet aan hoevole gevaren wij in- en uitwendig zijn blootgesteld. Daarom hebt Gij ook uw god-
135
delijk Hart voor ons ontsloten om ons te loeren, hoe wij bidden moeten om, te midden van do gevaren, aan God getrouw te blijven. Maar uw liefdevol Hart strekte Zich ook uit tot onze tijdelijke zaken en Gij leerdet mij ook om alles bidden, wat ik tot onderhoud mijns lichaams noodig heb. Vol vertrouwen smeek ik U dan: Bewaar mij voor de zonden, help mij in de gevaren en zegen mij ook in mijne tijdolijko zaken. Amen.
Voorbereiding tot de II. Communie.
„God is liefde,quot; zegt do H. Joannes. Zoo ergens, dan zie ik dit in het gebod, o liefdevolle Jesus, van uw goddelijk vloesch te moeten eten en uw goddelijk bloed te moeten drinken. Hier sta ik voor hot wonder der wonderen. Hier doen zich de Schepping, do Verlossing en do H. Communie als één werk uwer goddelijke liefde kennen. Eva, het beeld uwer Kerk, werd uit hot vloesch en het gebeente van don slapondcn Adam, uw voorafbeelding , gevormd. Do Kork word uit uwe doorboorde zijde gevormd, toen Gij op hot Kruis den doodslaap waart ingetreden, en daarom verliet zij ook
13G
van af dat oogeiiblik alles wat haar aan de aarde bond, om zich geheel en uitsluitend aan U ton offer te brengen. In do H. Communie komt Gij tot ieder onzer in hot bijzonder, doordringt Gij ons, neemt Gij ons in U op, maakt Gij ons tot vleesch van uw vleesch, tot gebeente van uw gebeente en voltooit Gij aldus uwe liefde tot ons in de Schepping begonnen, door uw goddelijk Werk tot do hoogste eenheid op te voeren. Memoriam fccit mirabilium suorum.
Toen do barmhartige en liefdevolle Heer Zich zeiven tot spijs gaf aan die Hem vrcozen, heeft Hij in dat oeno Werk een denkzuil van al zijne wonderen willen oprichten, roept de profeet in verrukking uit. O Jesus, hoe klein gevoel ik mij tegenover zulk een grootheid ! Neen, ik bon niet waardig dat Gij onder mijn dak komt. Ga van mij Heer, want ik ben een zondig mensch. Doch Gij wilt tot mij komen, Gij beveelt mij zelfs uw goddelijk vleesch te eten, uw goddelijk bloed te drinken. Kom dan, lieve Jesus, kom; zuiver mij meer en meer van mijne zonden en gebroken , heilig mij, doe mij glooi3n van liefde tot U. Amen.
137
Ka de II. Communie.
Diorbaro Jesus, hoe zal ik U genoegzaam kunnen danken voor do oneindige goedheid, welke Gij mij bewezen hebt. Engelen en Heiligen, leent mij uwe taal om mijn God te loven en dank tc kunnen zeggen! Doch, mijn J esus, hoe onvolmaakt zou dan nog mijne dankbaarheid wezen! Gewaardig U ten minste aan te nemen, wat ik U geven kan. Ontvang mijn hart, o lievo Jesus, en maak hot geheel gelijkvormig aan uw goddelijk Hart, ootmoedig, zuiver, gehoorzaam. Ik draag U ook mijn lichaam op met al zijne vermogens. Ik wil geheel do uwe zijn in tijd en eeuwigheid. Ontferm U ook over mijne ouders, bloedverwanten en vrienden en allen dio zich in mijne gebeden hebben aanbevolen, vereenig ze allen met uw goddelijk Hart. Bescherm do Kerk en haar Opperhoofd , zegen de geheele priesterschap en in 't bijzonder mijn geestelijken leidsman, trek ook mijne vijanden tot uw goddelijk Hart, opdat wij allen op aarde daarin vercenigd, ons eeuwig te zamen daarin mogen verblijden. Amen.
138
De priester zegent het volk en hielt het laatste Evangelie.
Allerheiligst Hart van Jcsus, Hart van het eeuwig Woord, dat het raensch-dom met uwe genade verrijkt, met uwo waarheid bestraalt, eerbiedig voor U neergebogen, smeek ik uw heiligen zegen af. Zegen mij, allerzoetst Hart van mijn Yerlosser, zogen mij alle dagen mijns levens, opdat ik U immer toebe-hoore, en na dit leven ü eeuwig ver-heerlijke. Amen.
Na de H. Mis.
Ik dank U uit den grond mijns harten, goede Jesus, dat ik bij dit H. Offer der Mis heb mogen tegenwoordig zijn en mij met uw goddelijk vleesch en bloed heb mogen voeden. Door de genade gesterkt, welke dit Offer en dit Sacrament mij verleend heeft, ga ik wederom de gewone bezigheden van mijn staat verrichten.
Maar te midden van de verstrooiingen wil ik mijne gedachten op uw goddelijk Hart vestigen, om daaruit volharding in de deugd, kracht tegen de bekoringen,
139
moed in het lijden, geduld in de beproevingen, ijver in de vervulling mijner plichten te putten. Sta mij dan bij door uwe alvermogende genade.
Onze Lieve Vrouw van het H. Hart, Moeder der schoone liefde, wees mijne voorspraak bij uw goddelijken Zoon. Amen.
Gebeden bij hel bezoek van hel H. Sacrament en onder Jiel Lof.
Gehed van den TI. Alfonsus.
Heer Jesus Christus, die uit liefde tot de menschen dag en nacht vol goedheid en liefde in het H. Sacrament tegenwoordig blijft, en allen die U komen bezoeken, afwacht, roept en ontvangt; ik geloof dat Gij in het H. Sacrament tegenwoordig zijt. Ik aanbid U uit den afgrond van mijn niet en bedank U voor zoovele mij bewezene weldaden, inzonderheid omdat Gij TJ in dit Sacrament aan mij gegeven, mij uwe H. Moeder tot Voorspreekster geschonken en mij geroepen hebt om U in deze kerk te bezoeken. Ik groot dan heden uw min-
140
zaam Hart en wel met een drievoudig doel: ten eerste, om U voor do grooto genade to bedanken dat ik U hier mag bezoeken; tot vergoeding voor alle oneer, dio U door uwe vijanden in dit Sacrament wordt aangedaan; ten derde om U door dit bezoek op allo plaatsen te aanbidden , waar Gij in hot H. Sacrament weinig vereerd, ja gansch verlaten zijt. Mijn Jesus, ik bemin U uit geheel mijn hart. Het spijt mij dat ik vroeger zoo menigmaal uwe eindelooze goedheid bedroefd heb. Ik neem my voor U in het vervolg, met de hulp uwer genade, niet meer te beleedigen. Ik wijd mij zelven geheel aan U toe, hoe ellendig ik ook ben; ik schenk U gansch mijnen wil, mijne aandoeningen, mijne begeerten, al het mijne. Doe met mij en met al het mijne, volgens uw welbehagen. Eeno zaak vraag ik U, eene zaak begeer ik: uwe heilige liefde, de volharding ten einde toe, en eene volmaakte vervulling van uwen wil. Ik beveel U de zielen in het vagevuur, haar vooral, dio eene vurige godsvrucht tot het H. Sacrament en tot de H. Maagd aan don dag gelegd hebben. Ik .boveol U ook al de ongelukkige zondaren. Eindelijk, mijn dier-
141
bare Verlosser, vereenig ik al mijne neigingen mot do neigingen van uw allerbeminnelijkst Hart, en alzoo draag ik dezo aan don hcmclschen Vader op, en Hem smeek ik in uwen naam, dat Hij zo om uwe liefde aanneme en mijn gebed vorhoore.
Goddelijk Hart van Jesus, dat voor alle harten het middelpunt zijt, waar zij hun geluk en hunne vreugde vindon, ik groet U in het aanbiddelijk Sacrament des Altaars. Oneindig beminnenswaardig Hart, ik bemin U mot al de gevoelens mijns harten. Ik zegen ü en bedank U voor uwe liefde jegens mij, voor do goedheid waarmede Gij mijne ziel bewaart , en voor uwe bezorgdheid voor mijno belangen. Geheol wijd ik mij aan U toe, om U zonder voorbehoud te dienen en met al mijno krachten aan do vermeerdering uwer eer te werken.
Eindelooze afgrond van alle volmaaktheden , ik neem mijne toevlucht tot U, want Gij zijt de bron en het toonbeeld van alle deugden. Stort in mijn hart het heilige zaad van liefde, van gehoorzaamheid , zuiverheid, geduld, zacht-
142
moedigheid, versterving en van alle andere deugden. Fontyn van levend water, lesch mijn dorst, Zon van heerlijkheid, neem mijne duisternissen weg, laat mij uwe beminnelijke stralen genieten. Fornuis van liefde, dat met uw vuur hemel en aarde ontsteekt, doe mijn koud hart door de vlammen uwer liefde gloeien.
Allerzoetst Hart van Jesus, als ik aan de onuitsprekelijke goedheid denk, welke Gij onophoudelijk den mensehen bewijst, gevoel ik mij van liefde en erkentelijkheid voor U opgetogen. Gij zijt de Ark des Verbonds, die de innigste betrekkingen tussehen God en U vestigt; de Ark van Noé, buiten welke niets door de wreekende hand van God gespaard bleef; Gij zijt do Schat dei-wereld, de Tempel des Heeren, onze Voorspreker en Middelaar bij den hemel-schen Vader. Gij zijt een paradijs van genot, waar de kuische zielen de zoetste genoegens smaken; de H. Stad, waaide H. Drieeenheid en al de uitverkorenen verblijven, en waar ik ook mijne woning wil vestigen. Wie mij zoekt, zal mij nergens anders kunnen vinden, dan in het aanbiddelijk Hart van Jesus, waar-
143
van mijn hart zich nimmer scheidon zal. Amen.
Gebed tot het H. Hart voor de bekeering der zondaren.
Lieve Jesus, moesten niet alle men-schen U teedor beminnen, niet alleen omdat Gij oneindig beminnenswaardig zijt, maar ook omdat Gij de uitstekendste weldaden over het menschdom hebt uitgestort ? Maar helaas! velen, in plaats van U de bewijzen hunner liefde te schonken, drijven de ondankbaarheid zoover, dat zij menigmaal door groote zonden uw allerheiligst Hart bedroeven.
Toon Gij op aarde rondwandeldet, trokt Gij door uwe zachtmoedigheid do harten der zondaren tot U. Ik hen niet gekomen om de rechtvaardigen te roepen maar de zondaren; komt allen tot Mij die heiast en heiaden zijt, en Ik zal u verkwikken: met deze woorden vol zoetheid noodigdet Gij de afgedwaalden uit om tot ü, den Herder hunner zielen, terug te keeren. Toen Gij Petrus met een liefdevollen blik aanzaagt, vermor-zeldet Gij zijn hart door uwe alvermogende genade; Magdalena, hoe diep ook
144
gc vail on, verstiet Gij niet, maar spraakt haar minzaam toe: Uwe zonden worden u vergeven, ga in vrede. Ontferm U ook nu over zoovele zielen, die door uw dierbaar bloed zijn vrijgekocht en in het gevaar verkeeren van eeuwig verloren to gaan. Gedenk, terwijl Gij in den hemel aan de rechterhand Gods gezeten zijt en in het Geheim der liefde nw doorboord Hart aan uw homelschon Vader toont, de zondaren waarvoor Gij op het Kruis uw leven hebt gegeven. Zal de Vader, bij het aanschouwen uwer heilige wonden, de beden van zijn welbeminden Zoon niet verhooron ? O, mogen alle zondaren, zoozeer door de kracht uwer genade worden getroffen, dat zij, na rouwmoedig tot U wedergekeerd te zijn, uw aanbiddelijk Hart door de zonden verscheurd, hier door den geur hunner deugden verkwikken, en in het paradijs des hemels eeuwig loven, eeuwig verheerlijken. Amen.
Gebed voor do H. Kerk.
Beminde Verlosser, zie van uit uw H. Sacrament genadig op ons neder, die
145
weenend en zuchtend onze toevlucht tot U nemen. Hoe hoog, mijn Jesus, is de nood gestegen waarin wij verkeeren! De Paus, de onfeilbare leeraar, is van zijne vrijheid beroofd, bisschoppen en priesters worden verdrukt, gekerkerd en verbannen ; de afschuwelijkste middelen worden aangewend, om de zielen waarvoor Gij uw kostbaar bloed gestort hebt, in het verderf te slopen. Ja, mijn Verlosser, de machten der hel voeren een geweldigen strijd tegen de H. Kerk, uwe vlekkelooze Bruid, die uit uw doorboord Hart is voortgekomen. Verneder, zoo smeeken wij U, onze vijanden, breng hunne harten tot inkeer en geef dat de Kerk, uit den strijd te voorschijn tredend, het lied der zegepraal moge aanheffen. Maar laat Gij, o Heer en Beschermer der Kerk, in uwe ondoorgrondelijke raadsbesluiten toe, dat zij nog eenigen tijd uwe bloedige paden bewandele, schenk ons dan vooral eene teedere godsvrucht tot uw H. Hart, opdat wij door U gesterkt, onder uwe banier als helden, als leeuwen strijden, bereid om voor U te leven, te lijden en te sterven. Amen.
13
146
Gebed van een zelateur olt; zelatrice.
Goddelijk Hart van Jesus, mijne ziel wordt bedroefd, zoo dikwijls ik overweeg , hoe Gij door heiligschennissen, door oneerbiedigheden ten opzichte van het H. Sacrament en door vele andere zonden van ondankbare menschen verscheurd wordt. Om U eenige voldoening te geven voor mijne ondankbaarheid en voor die van anderen, wil ik niet alleen zelf ü kinderlijk vereeren, maar ook mijn best doen, dat Gij door anderen geëerd en bemind wordt. „O, hoe groot is het geluk — zeide eens uwe bevoorrechte Margareta-Maria — van allen, die door hun ijver er toe bijdragen dat aanbiddelijk Hart te doen kennen en beminnen!quot; Hoe gelukkig zal ik mij dan niet gevoelen, minnelijkste van alle harten, als ik, door vele menschen tot uwen dienst op te wekken, U eenige vertroosting zal kunnen geven. Zegen dan mijne pogingen, ontsteek in mij een heiligen ijver voor uwe eer, en verbind mij zoozeer aan U, dat ik U immer verheerlijke op aarde, en in eeuwigheid U, mijn schat, hot paradijs mijner ziel, toebehoore. Amen.
147
Gebed tot het H. Hari van Jesus voor alle soort van behoeften.
(Van de zalige Margareta-Maria.)1)
In den diepsten afgrond mijner nietigheid werp ik mij voor U neder, allerheiligst en goddelijk Hart van Jesus, om U alle eerbewijzen van liefde, aanbidding en vereering te geven, waartoe ik in staat ben, en om U al mijne behoeften op te dragen, terwijl ik met vertrouwen mijne ellenden, armoede, naaktheid, zwakheden, lauwheden en lafheden, eindelijk alle wonden mijner ziel, aan U als aan mijn volmaaksten Vriend blootleg, en U smeek medelijden daarmede to hebben, mij te willen bijstaan volgens do grootheid uwer barmhartigheid. Hart van liefde, maak mij zalig; ik bezweer U bij alles wat U aan kan sporen, deze laatsto genade aan mij en aan allen te schenken, die in hetzelfde gevaar van verloren te gaan verkeeren. Ach! goddelijk Hart, laat mij in den zondvloed mijner misdaden niet omkomen, en doe overigens met mij wat U behaagt, mits ik U eeuwig mag beminnen. Op
') Vie ct ocuvres; tome II, pag. 561.
148
U heb ik mijn vertrouwen gesteld, verworp mij niet van uw aanschijn. Ik roep tot U en noem U het eenigste genoosmiddel voor mijne kwalen, waarvan de zonde de ergste is. Vernietig ze in mij en vergeef mij al de bedrevene overtredingen; waarvoor ik rouwmoedig vergiffenis vraag.
Laat mij dan, beminnelijk Hart,, uwe oppermacht ondervinden, en tevens alle harten, in staat om U te beminnen: mijne bloedverwanten en vrienden en allen die zich in mijne gebeden hebben aanbevolen, of die ook voor mij bidden en aan wie ik bijzonder verplichting heb. Sta hen bij, ik bezweer het U, in al hunne noodwendigheden. Hart vol van liefde, vermorzel de versteende harten en verkwik de zielen in het vagevuur; wees het veilig toevluchtsoord van die in doodstrijd verkeeren en de vertroosting van alle bedrukten en noodlijdenden. Eindelijk, o Hart van liefdegt; wees mij alles in alles, maar vooral in het uur des doods, wees dan de veilige toevlucht voor mijne ontstelde ziel. ]Sreem haar in dit oogenblik in de schoot uwer barmhartigheid op. Amen.
149
Wie verhinderd is op den eersten vrijdag van elke maand de H. Communie te ontvangen, kan door de geestelijke Communie aan vele genaden deelachtig worden. Volgens den H. Thomas van Aquinen, bestaat do geestelijke Communie in eene brandende begeerte om Jesus in het U. Sacrament te ontvangen en in eene liefdevolle vereeniging met Hem alsof men Hem inderdaad ontvangen had. Wie bewondert niet het hevig verlangen naar de H. Communie, waarmede de harten der Heiligen ontstoken waren ? De H. Teresia verzekert dat zij zich door duizenden zwaarden een weg zou gebaand, den dood getrotseerd hebben, om tot de H. Tafel te naderen. De H. Catharina van Senen werd door deze begeerte zoozeer verteerd, dat zij oogensehijnlijk wegkwijnde, als zij slechts cenige dagen van die hemelsche spijs beroofd was. In hare levensbeschrijving wordt verhaald, dat haar biechtvader op zekeren tijd haar verbood de :i. Communie te ontvangen. Terwijl hij het H. Misoffer opdroeg, bemerkte hij vóór de H. Communie slechts de helft der H. Hostie, waarover hij in groote verlegenheid geraakte. „Houd op, riep de H. Catharina hem toe, houd op u te ontstellen. God heeft mij geschonken, hetgeen gij door uwe te groote nauwgezetheid geweigerd hebt. Een Ergel des Heeren heeft mij do H. Communie toegediend met de helft der II. Hostie, welke voor u verdwenen was.quot; De godvruchtige biechtvader werd hierdoor zoo getroffen, dat hij haar dagelijks Het Communi-ceeren. De zalige Margareta-Maria mocht op zekeren tijd, waarop ?.ij door eene brandende
150
begeerte naar de H. Zielespijs ontstoken was, uit den mond van haren goddelijken Bruidegom de troostvolle woorden vernemen : Mijne dochter, als Ik het II. Sacrament niet ingesteld had, zou Ik het voor u ingesteld hebben.
Sommige Heiligen verrichtten verscheidene malen eiken dag de beoefening der geestelijke Communie. Somtijds levert deze oefening, als zij met vlammende liefde verricht wordt, meer vruchten op dan de werkelijke Communie, wanneer namelijk hij, die het H. Sacrament ontvangt, zonder behoorlijke voorbereiding, met lauwheid aan dezen H. Maaltijd deelneemt.
Verricht dan deze oefening dikwijls, niet alleen op de dagen waarop gij niet werkelijk kunt Communicecren, maar ook op de Com-muniedagen, vooral bij het bezoek van het H. Sacrament.
Wat do wijze betreft om op geestelijke wijze te communiceeren, strekke het volgende:
Denk over de grootheid van den goddelijken Zaligmaker na, die waarachtig onder de Sacra-menteele gedaanten tegenwoordig is, en overweeg daarenboven do eindelooze goedheid, waarmede Hij u uitnoodigt om u met Hem tc vereenigen. Verwek in u gevoelens van berouw, ootmoed en verlangen. Verbeeld U daarna dat gij uwen Jesus ontvangt, terwijl gij Hem do levendigste gevoelens van lof en dankbaarheid zult aanbieden. Vraag Hem eindelijk versehil-ïende gunsten voor u zeiven en voor anderen, en houd u zoolang mogelijk met de gewone godvruchtige oefeningen na de H. Communie bezig.
De liefderijke Jesus, de Minnaar der zielen, wiens vermaak het is met de kinderen der men-
151
schen te zijn, zal, zonder twijfel, hem die naar zijn goddelijk vleesch hongert, naar zijn goddelijk bloed dorst, met zijne kostbare schatten verrijken.
Beknopte oefening der geestelijke Communie.
Lieve Jesus, clio waarachtig in het H. Sacrament tegenwoordig zijt, opgewekt door uwe uitnoodiging om U in de H. Communie te ontvangen, verlang ik allervurigst U in mijn hart op te nemen, ten einde ik aan uwe genadeschatten deelachtig worde. Ik bemin U, mijn Jcsus, bovenal en het spijt mij dat ik U ooit beleedigd heb. Liever wil ik sterven dan wederom te zondigen. Kom dan, o Jesus, mijn Geneesheer, mijn Vertrooster, kom toch spoedig, daar ik van verlangen als wegkwijn om mij met U te vereenigen. Ik omhels U, o Verlosser, alsof Gij werkelijk onder de gedaante van brood in mijn binnenste woont. Terwijl ik U voor uwe weldaden dankzeg, smeek ik dringend uw heiligen zegen at' voor mij en voor anderen, inzonderheid voor hen dio mij dierbaar zijn, of aan wie ik bijzonder verplichting heb. Goddelijke Bruidegom, heilig mijne ziel, verkwik haar met den dauw uwer
152
genade en laat niet toe dat zij U ooit ongetrouw worde. Amen.
Litanie tot eereboete.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christ-us, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God hemelsche Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
Heilig Sacrament, waar Jesus zelf tegenwoordig is, wij aanbidden U.
Waar Jesus allo schatten zijner
liefde mededeelt,
Zoenoffer voor onze zonden, Onderpand onzer zaligheid, ^
M Wonderbaar gedenkteeken van er: jjrj Jesus' liefde, amp;
o Onze troost en onze kracht, g,
ro Zoo schaamteloos geloochend, oquot; j* Zoo schandelijk verguisd.
Zoo dikwerf onteerd.
Zoo smadelijk ontheiligd. Zoo ondankbaar versmaad,
153
O God, wees ons genadig, verhoor ons, o Heer.
Voor de onteering van een zoo heilig
Sacrament, vergeving, o Heer,
Voor zoovele slechte Communiën,
Voor zoovele oneerbiedigheden in do kerken,
Voor de ontheiliging van uwe tabernakelen ,
Voor de gruwelijke heiligschennissen
aan de H.H. Plostiën gepleegd,
Voor de lastertaal der goddeloozen, Voor het ongeloof der dwalenden, ^ Voor de koelheid en onverschilligheid ?
Voor de vergetelheid, waarin men 5' U laat, ?
Voor den smaad, waarmede men U o bejegent, _ W
Voor de verstrooidheid onder do H.H. § Diensten,
Voor de geringe godsvrucht jegens
uw H. Sacrament,
Voor de nalatigheid in het bijwonen
der H. Mis,
Voor hen, die hun paaschplicht verzuimen ,
Voor de vervolgers der H. Kerk,
154
quot;Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons.
Dat het U behage, in ons het geloof en den eerbied voor dit Sacrament te vermeerderen,
Dat onze liefde tot U den haat uwer vijanden immer moge overtreffen, Dat Gij onze eerbetuigingen tot herstel van alle oneer gelieft te aanvaarden ,
Dat uw kostbaar bloed niet om wraak «2: maar om vergeving smeeke, cf_
Dat door de verdiensten van uw II. ^ Hart alle rampen van ons mogen § worden afgewend, r-j
Dat Gij haar alom gelieft te ver- § spreiden, 0
Dat Gij al de weldoeners daarvan S met hemelsche zegeningen gelieft te vergelden.
Dat Gij in ons immer den ijver wilt verlevendigen, zegenen en ondersteunen om de vereering van het H. Sacrament van liefde meer en meer te verbreiden,
155
Dat Gij do vijanden der Kerk gelieft ^ te vernederen, a21
Dat Gij Z. H. den Paus onder uwei g bescherming gelieft te nomen, g S Zoon Gods, F-a
Lam Gods, dat do zonden der wereld
wegneemt, spaar ons, Heer. Lam Gods, dat de zonden der wereld
wegneemt, verhoor ons. Heer. Lam Gods, dat do zonden der wèreld
wegneemt, ontferm U onzer.
Heer, verhoor mijn gebed ,
En mijn geroep kome tot U.
GEBED.
Liefderijke Jesus, die in uwe oneindige liefde tot ons liever do versmadingen der zondaren hebt willen ondergaan, dan ons uw goddelijk Sacrament onttrekken; geef ons, bidden wij U, do genade, dat wij al do verguizingen en heiligschennissen, welke U zijn aangedaan , met ware droefheid des harten beweenen, met heiligen ijver herstellen. Die leeft en heerscht. God, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
156
Allerzoetst Hart van Jesus, hoe verheugt zich mijne ziel over de gebeden en lofliederen, die op dezen dag uit talrijke U toegenegene harten gesproten zijn! Dankbaar voor de bijzondere genaden , welke Gij mij en zoovele anderen geschonken hebt, vraag ik U vergeving mijner zonden en nalatigheden. Dezen nacht, o goddelijk Hart, beveel ik U mijn hart en mijn lichaam aan, opdat zij in U eene zalige rust vinden. En daar ik in den slaap God niet loven kan, gewaardig U dan dit voor mij te doen, zoodat Gij de H. Drievuldigheid zoovele malen zult prijzen, als mijn hart zal geklopt hebben; en wil alle ademhalingen door U opgedragen. Haar als levende liefdevonken opdragen. Amen.
Moge het allerheiligst Hart van Jesus door alle tongen geprezen, door alle harten bemind trorden!
. Bladz.
Inleiding. Paus Pius IX cn de godsvrucht
van het H. Havt van Jesus .... 3. Onderrichting over de vereering van het H. Hart van Jesus op den eersten vrijdag van elke maand.......H*
Morgengroet tot het H. Hart van Jesus. 21.
Twaalf overwegingen voor de eerste vrijdagen der maanden.
I. Het H. Hart van Jesus leert ons de
liefde tot den naaste .... 23.
II. De smaad, welken het H. Hart van
Jesus verduurd heeft van den kant
der Schriftgeleerden en Furizeïn. |
29. | |
III. |
Het bedroefd en angstig Hart van | |
Jesus in den hof van Olijven |
35. | |
IV. |
Het gewonde Hart...... |
42. |
V. |
Het gewonde Hart. (Vervolg.). . |
48. |
VI. |
Het H. Hart van Jesus in het H. |
54. |
Sacrament........ | ||
VII. |
Het H. Hart van Jesus in het Hl | |
60. |
ik h o u d.
Bladz.
VIII. Het H. Hart van Jesus offert Zich
op het altaar.......67.
IX. Jesus toont zijn H. Hart om ons
tot liefde op te wekken ... 74.
X. Het H. Hart van Jesus wordt in
het H. Sacrament verguisd . . 79.
XI. Het minnend Hart van Jesus wordt
bedroefd door do ergernis ... 86.
XII. De Vriend van het H. Hart van Josus. 93.
Toewijding aan het H. Hart van .Tcjus . 99. Eerherstel aan het H. Hart van Jesus
(Van de Gelukzalige Margareta Maria.) 100.
Biecht-oefeningen.........103.
Communie-oefeningen.......109.
Litanie tot het H. Hart van Jesus . . . 123. Gebeden onder de H. Mis . . . . 139. Gebeden bij het bezoek van het H. Sacrament en onder het Lof......139.
De geestelijke Communie......149.
Beknopte oefening der geestelijke Communie ............151.
Litanie tot eereboete.......152.
Avondgroet tot het H. Hart.....156.
TE VERBETEREN;
Op blz. 4-, regel 10 v.o. staat: Religieusen. Lees: Religieuzen. Op blz. 1G, regel 5 v.o. staat: vcrmorselö. Lees; vermorzeld. Op blz. 10, regel 10 v.o. staat: godsvruchs. Lees: godsvrucht.
' ' ; M ' 1 i