ouder DEN TITEL TAN
0. L. VROUW VAN BUST AND IN ALLEN NOOD,
EOOFDIERI TAN DM H. SEmTIÏÏS TE MAASTRICHT.
Yergeet do zuchten uwer moedier niet.
SGGLI. YII, 29.
bij Leo MEIJERS, bockhandelaar.
Nihil obslat qnomimis lypis excuilalur.
Trajpcli ad iMosam 29 Seplcmbris 1871.
P. J. H. RUSSEL, Prof., ad hoc delegatus.
Gelijk het lijden van onzen Zaligmaker .Icsns Clirislus, zoo is ook dat zijner gezegende Moeder in den stal te Belhleëm begonnen om slechts bij het Kruis op Golgotha een einde tc nemen. L'it de voorzeggingen der Profeten kende Maria al bet lijden dat haren Zoon te wachten stond. en toen het goddelijk Kind in den tempel te Jerusalem werd opgedragen, voorspelde de EI. Simeon haar op nieuw, dat een zwaard van smartc hare ziel zou doorhoren, daar zij, als de nieuwe Eva , in het lijden en sterven van Jesus het innigste deel nemen zoude. Van toen af zweefde het beeld van den lijdenden Jesus gedurig voor haren geest, zoo dat alles wat het geluk en den troost der andere moeders uitmaakt, voor Maria cene onuitputbare bron van smarten werd. Wanneer de kleine Jesus zijne onschuldige handjes naar zijne Moeder uitstrekte, dacht zij aan de ketenen waarmede eens die handen geboeid, aan de stompe nagelen, waarmede zij doorboord en aan bet kruis zouden gehecht worden. Wanneer Hij haar met kinderlijke liefde toelachte, dacht zij er aan, dat eens die zachtmoedige oogen door cene biltere dood gesloten, dat zijn goddelijk aangezigt door bloed en spuw besmeurd, dat zijne teedere ledematen door de gceselslagen uileen zouden gereten worden. Dat was eene smart, welke ieder oogenblik vernieuwd werd , doch den hoogsten trap van hevigheid bereikte, toen Maria, onder het kruis baars Zoons slaande. met Hem in hare ziel gekruist en ons allen tot Moeder gegeven werd.
Geen wonder derhalre dat de aandacht tot de smartvolle Moeder eene der oudste in de Kerk is. Zulks getuigt het hartroerende Stabat Mater, in het begin der 15de eeuw reeds vervaardigd; zulks bewijzen die overoude beelden der bedrukte Moeder, welke men vaak nog aantreft en het bestaan eener Broederschap van O. L. V. der Zeven Weeën reeds in hel midden der lide eeuw. En lezen wij niet van Joannes, den beminden leerling, dal hij met Maria onder het kruis stond en daar in hare smarten deelde? Ja, de stcivendc Hei-
land zelf leert ons medelijden met de smarten ïijner Moeder te hebben. Toen Hij haar, in onuitsprekelijke droefheid verzonken, van af zijn kruis staan zag, werd zijn hart, hoezeer ook door smarten overstelpt, van medelijden bewogen, cn vol kinderlijke bezorgdheid en liefde sprak Hij tot haar : «Vrouw, ziedaar uw zoo n, die voortaan op aarde Mij in liefde en eerbied jegens U zal vervangen », en tot Joannes: « Ziedaar uwe Moeder, welke gij als kind moet troosten en verzorgen «.
Heerlijke belooning door Jesus aan Joannes geschonken, om zijn medelijden met Maria's smarten!
Deze aandacht is dan tevens eene bron van den rijksten zegen des hemels. Hoe toch zoude het mogelijk zijn medelijden met Maria's smarten te gevoelen, zonder vervuld te worden met afkeer van de zonde , welke die smarten heeft veroorzaakt, en met liefde tot Hem, die alleen uit liefde tot ons zoo veel lijden en de bitterste dood verduurd heeft? « Wie mijne smarten betracht en zijne zonden betreurt, zoo sprak eens Maria in eene verschijning tot de zalige Veronica, dien zal ik nimmer vergeten. Ik zal hem ontelbare genaden verkrijgen : genaden om vast te staan in de deugd, genaden om geduldig te zijn in het lijden, genaden om iedere bekoring moedig te kunnen overwinnen. »
De Broederschap ter vereering der Zeven Weeën van Maria werd op den 9 April 1824, zijnde de Feestdag der Zeven Weeën, in St-Servaaskcrk opgerigt, cn deze oprigting werd den 1 September 182a door den Vikaris-Gencraal van het Kathedrale Kapittel van Luik, J. A. Barrett, bekrachtigd.
De leden dezer Broederschap ontvangen eene gewijde Mc-ilailje, welke van eene zijde de smartvolle Moeder met den doodeu Jesus op haren schoot voorstelt, met het schietgebed : Zoetste Jesus, wees mij geen Begter maar Verlosser! waaraan een Aflaat van 50 dagen verbonden is; ter andere zijde verbeeldt zij hel met zeven zwaarden doorsloken Hart van Maria, en hel schietgebed : Zoe t Hart van Maria,wees mijne tocvlugt, met een Aflaat van 5Ü0 dagen.
VAN
ig de hoofdkerk vaij St-Servaas te Maastricht.
Art. 1.
De Broederschap van O. L. V. van Bijstand in den nood, opgerigt in de hoofd-parochiale kerk van den H. Servatks te Maastricht, heeft tot doel het voorbeeld der allerheiligste Maagd Maria na te volgen, door dikwerf het Lijden van Jesus te herdenken , de smarten , door Maria bij het lijden en sterven van haren goddelijken Zoon ondervonden, te vereeren en door deze vereering de voorspraak onzer smartvolle Moeder bij den troon van Gods barmhartigheid, in alle omstandigheden des levens doch vooral in stervensnood, te verkrijgen.
Tot dat einde wordt den eersten Donderdag van elke maand, wanneer geen Feestdag daarop valt,
2
en alle Donderdagen van de Vaste, doch in de goede week op Goeden Vrijdag, de Oefening van den H. Kruisweg, onder het zingen van het Stabat mater, gehouden.
Art. 3.
De tijdelijke pastoor van St. Servaas-parochie is regtens Bestuurder dezer Broederschap. Als zoodanig neemt hij de nieuwe leden aan , schrijft hunne namen in het Broederschaps-register , dat bij hem berust, op, en onderteekent het bewijs van aanneming.
Hij kan zich ten deze door een zijner vikarissen , als Onderbestuurder, blijvend of tijdelijk doen vervangen.
Aut. 4.
Deze Broederschap is gevestigd in de kapel van O. L. V. van Bijstand , in St. Servaas-kerk , en bevat, behalve de gewone leden , een onbepaald getal Meesters, wier regten en pligten door een bijzonder Reglement zijn vastgesteld.
Art. 5.
De bijzondere Feestdag der Broederschap is de derde Zondag van September, waarop het Feest der zeven Weeèn van de zalige Maagd Maria gevierd wordt.
De andere Feestdagen zijn : de Vrijdag vóór Palmzondag , toegewijd aan de zeven Weeën van Maria, en de dagen in Art. 6 en 7 vermeld , waarop de Aflaten kunnen verdiend worden.
3
Art. 6.
Volle aflaten aan de Broeders en Zusters dezer Broederschap verleend :
1° Op den dag der aanneming , mits zij rouwmoedig gebiecht en waardig de H. Koramunie ontvangen hebben (Breve van Leo XII, van 22 Maart 1825).
2° In het doodsuur, müiiin zij, rouwmoedig gebiecht en de H. Komraunie ontvangen hebbende, of, zoo zij dit niet kunnen doen , ten minste rouwmoedig den naam van Jesus , zoo het mogelijk is met den mond en anders met het hart, godvruchtig aanroepen. (Ibidem).
3° Op Vrijdag na het Oktaaf van het Allerheiligste Sakranient, en op den 24' Mei, mits zij gebiecht en de H. Kommunie ontvangen hebbende, van af de eerste Vespers tot zonnenondergang dezer Feestdagen de kerk of de kapel der Broederschap godvruchtiglijk bezoeken en aldaar tot God vrome gebeden storten voor de eendragt der Christena vorsten , de uitroeijing der ketterijen en de ver-hefflng van onze Moeder de H. Kerk. (Ibidem).
4° Op O. L. V. Lichtmis (2 February), Boodschap (25 Maart), Hemelvaart (15 Augustus), Geboorte (8 September), en Onbevlekte Ontvangenis (8 December), mits zij waardig gebiecht en gekommuniceerd, hebbende, van af de eerste Vespers tot zonnenondergang der gemelde Feestdagen de kerk van St.-Servaas godvruchtiglijk bezoeken
4
en aldaar ter intentie van Zijne Heiligheid bidden.
(Breve van Leo XII, van 22 Maart 1825). (*)
5° Op den derden Zondag van September , zijnde de Feestdag der Zeven Weeën , mits zij waardig gebiecht en gekommunioeerd hebbende, de kerk van St.-Servaas en het altaar van O. L. V. van Bijstand vromelijk bezoeken, en daar ter in-.tentie van onze Moeder de H. Kerk bidden.
(Breve van Gregorius XVI, van 22 Maart 1846). (*)
Gedeeltelijke Aflaten aan de Broeders en Zusters verleend :
1° Aflaat van 7 jaren en zoovele Quadragenen, op O. L. V. Bezoeking (2 Julij) en Opdragt (21 November), wanneer zij rouwmoedig gebiecht en waardig de H. Kommunie ontvangen hebbende, van af de eerste Vespers tot zonnenondergang dezer Feestdagen, de kerk van St.-Servaas godvruchtig-liik bezoeken en daar ter intentie van Z. H. bidden.
(Breve van Leo XII, van 22 Maart 182tgt;). (*)
2° Aflaat als hiervoor op den eersten Vrijdag der maanden Januarij, April, Julij en Oktober, mits zij waardig gebiecht en gekommuniceerd hebbende,, de kerk of de kapel der Broederschap bezoeken en aldaar ter intentie van Z. H. bidden.
(Breve van Leo XII, van 22 Maart 1823).
3° Aflaat van 60 dagen, zoo dikwijls als zij de
(') Deze Aflaat kan ook door alle andere Geloovigen worden verdiend.
5
HH. Missen of andere goddelijke Diensten in gemelde kerk of kapel , of de vergaderingen der Broederschap bijwonen; de armen herbergen; vrede •tusschen vijanden stichten ; de ligehamen der over-, ledene Geloovigen ter begrafenis vergezellen , de Procession door den Bisschop goedgekeurd of het H. Sakrament, wanneer het tot de zieken of ia Processie gedragen wordt, vergezellen of, belet zijnde , op het luiden der klok, een Onze Vader en Wees gegroet bidden ; vijf maal het Onze Vader en het IVees gegroet voor de overledene Medebroeders en- Zusters bidden ; een afgedwaalde op den weg des heils terugbrengen ; aan de onwetenden de geboden Gods en wat tot de zaligheid noodzakelijk is leeren , of ieder ander werk van godsvrucht of naastenliefde verrigten. (Ibidem1.
Al de gemelde Allaten zijn verleend ten eeuwigen ■dage en aan de zielen in het Vagevuur toevoegelijk.
Art. 8.
Voor iederen afgestorven Broeder of Zuster, ■welke jaarlijks 35 centen bijdraagt, wordt, zoodra mogelijk na het overlijden eene Zielemis gezongen.
Des Vrijdags vöör Palmzondag wordt aan het altaar der Broederschap eene Hoogmis gezongen voor het geestelijk welzijn van alle levende Broeders en Zusters en, in de week na den bijionderen Feestdag der Broederschap, eene Zieledienst voor de afgestorvene leden.
6
Om aan de Aflaten, dezer Broederschap vergund,, deelachtig te worden, moet men, behalve de daarbij1 vermelde voorwaarden, met doop- en familienaam.' in het Register der Broederschap zijn ingeschreven.
Elk lid ontvangt bij zijne aanneming de gewijde medailje van O. L. V. van Smarten, alsmede dit. handboekje tegen betaling van 10 Centen.
TAN DE
ZEVEN WEEEN DER ALLERHEILIGSTE MAAGD MARIA-
Deze Rozenkrans bevat zeven deelen, waarvan elk uit één Onze Vader en zeven Wees gegroet bestaat, naar het getal der bijzonderste Smarten welke de heilige Moeder des Hee-ren verduurd heeft; daarna bidt men ter herinnering aan de tranen door de H. Maagd gestort , driemaal het Wees gegroet om een waar berouw en de toepassing van den Aflaat te verkrijgen.
Paus Benediktus XIII verleende, bij eeuwigdurende en algemeene Breve van den 23 September 1724, twee honderd dagen Aflaat, voor elk Onze Vader en Wees gegroet, aan hen die, met een waar berouw gebiecht of ten minste het opregt voornemen hebbende om te biechten, dezen Rozenkrans bidden des Vrijdags, eiken dag in de Vaste, op den Feestdag der Zeven Weeën, en gedurende het Oktaaf van dit Feest; en honderd dagen voor elk Onze Vader enWees gegroet, op al de andere dagen van het jaar. Al wie dezen Rozenkrans alleen of met anderen bidt, verdient daarenboven een Aflaat van zeven jaren en zevenmaal veertig dagen.
8
Bij eene Bulle van den 12 December 1732, bevestigde Paus Kleraens Xll de voorgaande Aflaten, en verleende daarbij:
1° Een vollen Aflaat aan hen die gedurende eene maand dagelijks dezen Rozenkrans bidden, op een dag naar verkiezing, mits zij biechten, kommimiceren en voor de H. Kerk bidden;
2° Honderd jaren Aflaat aan hen die met een rouwmoedig hart gebiecht of het vaste besluit om te biechten hebbende, dezen Rozenkrans bidden;
3° Honderd vijftig jaren aan hen, die den-zelven bidden des Maandags, des Woensdags en des Vrijdags, of op de gebodene Feestdagen, en met een waar berouw biechten;
4° Vollen A flaat op een dag naar verkiezing in het jaar, aan hen die de gewoonte hebben denzelven ten minste viermaal in de week te bidden, mits zij biechten, kommuniceren en dezen Rozenkrans bidden op dienzelfden dag;
5° Twee honderd jaren Aflaat aan denge-ne , die dezen Rozenkrans bidt na met waai' berouw gebiecht te hebben ; en aan hem, die denzelven bij zich dragende en dikwijls biddende, een geestelijk of tijdelijk goed werk verrigt ter eere Onzes Heeren, der H. Maagd of van zijn heiligen Beschermer, of ten voordeele van den naaste, en zevenmaal het Onze Vader en het
9
Wees gegroet bidt, telkens tien jaren A flaat.
Al deze Afla ten zijn door een Dekreet van den 16Januarij 1747 bevestigd en toepasselijk gemaakt aan de zielen in het Vagevuur. Om dezelve te verdienen moet men zich bedienen van een Rozenkrans , welke door den Overste van het Orde der Servieten of door een priester gewijd is , welke van Z. H. volmagt daartoe bekomen heeft.
Ik geloof in God, den Vader almagtig, enz. -Glorie zij den Vader, en den Zoon, en den H. Geest. Gelijk het was in den beginne, en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen. -Onze Vader. - Driemaal Wees gegroet. - Glorie zij den Vader, enz.
Ik heb medelijden met U, mijne beminde Moeder Maria, om het eerste zwaard van droefheid , hetwelk uw hart doorboorde, toen U door den H. Simeon al de mishandelingen werden voor oogen gesteld, welke uwen Jesus door de menschen zouden worden aangedaan, en welke Ü alle, door de heilige Schriften bekend waren; daar Gij zelfs wist dat Hij, na al zijn
8
Bij eene Bulle van den 12 December 1732, bevestigde Paus Klemens Xll de voorgaande Aflaten, en verleende daarbij;
1° Een vollen A flaat aan hen die gedurende eene maand dagelijks dezen Rozenkrans bidden, op een dag naar verkiezing, mits zij biechten, kommuniceren en voor de H. Kerk bidden;
2° Honderd jaren Aflaat aan hen die met een rouwmoedig hart gebiecht of het vaste besluit om te biechten hebbende, dezen Rozenkrans bidden;
3° Honderd vijftig jaren aan hen, die den-zelven bidden des Maandags, des Woensdags en des Vrijdags, of op de gebodene Feestdagen, en met een waar berouw biechten;
4° Vollen A flaat op een dag naar verkiezing in het jaar, aan hen die de gewoonte hebben denzelven ten minste viermaal in de week te bidden, mits zij biechten, kommuniceren en dezen Rozenkrans bidden op dienzelfden dag;
5° Tioee honderd, jaren Aflaat aan denge-ne, die dezen Rozenkrans bidt na met waar berouw gebiecht te hebben ; en aan hem, die denzelven bij zich dragende en dikwijls biddende, een geestelijk of tijdelijk goed werk verrigt. ter eere Onzes Heeren, der H. Maagd of van zijn heiligen Beschermer, of ten voordeele van den naaste, en zevenmaal het Onze Vader en het
9
Wees gegroet bidt, telkens tien jaren Aflaat.
Al deze Aflaten zijn door een Dekreet van den 16 January 1747 bevestigd en toepasselijk gemaakt aan de zielen in het Vagevuur. Om dezelve te verdienen moet men zich bedienen van een Rozenkrans , welke door den Overste van het Orde der Servieten of door een priester gewijd is , welke van Z. H. volmagt daartoe bekomen heeft.
Ik geloof in God, den Vader almagtig, enz. -Glorie zij den Vader, en den Zoon, en den H. Geest. Gelijk het was in den beginne, en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. rAmen. -Onze Vader. - Driemaal Wees gegroet. - Glorie zij den Vader, enz.
Ik heb medelijden met U, mijne beminde Moeder Maria, om het eerste zwaard van droefheid , hetwelk uw hart doorboorde, toen U door den H. Simeon al de mishandelingen werden voor oogen gesteld, welke uwen Jesus door de menschen zouden worden aangedaan, en welke ü alle, door de heilige Schriften bekend waren; daar Gij zelfs wist dat Hij , na al zijn
10
Bloed te hebben vergoten, voor uwe oogen aan het Kruis zijnen geest zou geven, van allen verlaten, zonder dat gij Hem zoudt kunnen helpen of verdedigen.
Om deze bittere herinnering, welke zoo vele jaren lang uw hart bedroefde , bid ik U , mijne Koningin! verwerf voor mij de genade van het lijden van Christus en uwe smart, in mijn leven en bij mijn sterven, altijd in mijn hart te dragen.
Dat de Namen van Jesus en Maria gezegend zijn, van nu af tot in eeuwigheid. Eenmaal OnzeVader. Zevenmaal Wees gegroet. Glorie zij den Vader, enz.
Ik heb medelijden met U, mijne beminde' Moeder Maria, om het tweede zwaard van droefheid, hetwelk uw hart doorboorde toen Gij zaagt, hoe uw onschuldige Zoon door diezelfde menschen, voor wier zaligheid Hij in de wereld was gekomen , vervolgd werd, en Gij, in het midden van den nacht moest vlugten naar Egypte. Door al het lijden dat Gij, o teedere Maagd, met uw vlugtend kind, op deze lange en moeijelijke reis door woeste en ruwe landen, en gedurende uw verblijf in Egypte, hebt moe-
11
ten doorstaan, waar Gij, onbekend en vreemd, vele jaren arm en veracht leefdet, bid ik. U, mijne beminde Koningin! verwerf voor mij de genade van geduldig en met U vereenigd, tot mijn dood toe, alle lijden van dit ellendig leven te verdragen, om daardoor eens bevrijd te zijn van de pijnen der hel welke ik verdiend heb. Dat de Namen, enz.
Onze Vader. Zeven Wees gegroet. Glorie, enz.
Ik heb medelijden met U, mijne beminde Moeder Maria, om het derde zwaard van droefheid, hetwelk uw hart doorboorde, toen Gij uwen beminden Jesus hadt verloren, terwijl Hij drie dagen lang van U gescheiden r te Jerusalem bleef. O mijne beminde Koningin ! toen voorzeker hadt Gij dag noch nacht rust, omdat Gij het voorwerp van al uwe liefde niet meer bij U hadten niet wist waarom Hij U had verlaten. Zeker hebt Gij toen zonder ophouden gezucht naar Hem, die uw hoogste goed was. Ik bid U door de zuchten welke Gij, gedurende deze drie bittere en voor U al te lange dagen, tot God gezonden hebt, verwerf voor mij de genade van mijnen God nooit meer te verliezen, opdat ik altijd hier
12
op aarde met God vereenigd leven en eens deze wereld in zijne genade verlaten moge. Dat de Namen, enz.
Onze Vader. Zeven Wees gegroet. Glorie, enz.
Ik heb medelijden met U , mijne beminde Moeder, Maria! om het vierde zwaard van droefheid, hetwelk uw hart doorboorde, toen Gij uwen Jesus ter dood veroordeeld, met koorden en ketens gebonden , met bloed en wonden bedekt, met doornen gekroond ,' en , op den weg, onder het zware kruis, dat Hij op zijne gewonde schouderen droeg , zaagt nederval-ïen, terwijl Hij, uit liefde tot ons, gelijk een onschuldig lam ging sterven. Gij zaagt toen elkander aan, en uwe oogslagen werden even zoo vele smartelijke pijlen, waarmede uwe van liefde tot elkander ontstoken harten gewond werden. Om deze groote smart bid ik U, voor mij de genade te verwerven, dat ik altijd leve overgegeven in den wil van God, en ik altijd vol vreugde, met Jesus vereenigd, mijn kruis drage tot mijnen laatsten snik. D^t de Namen, enz.
Ónze Vader. Zeven Wees gegroet. Glorie, enz.
13
Ik heb medelijden met U, mijne beminde Moeder Maria! om het vijfde zwaard van droefheid, hetwelk uw hart doorboorde, toen Gij uwen beminden Zoon Jesus, op den Kal-varieberg, voor uwe oogen onder zoo hevige smarten, van de menschen bespot,- langzaam op het harde bed des.kruises zaagt sterven, zonder Hem de minste verligting, welke men zelfs aan den grootsten misdadiger in het uur des doods niet ontzegt, te kunnen verschaffen. Beminde Moeder, ik bid U door den doodsangst, welken Gij uitstondt met uwen stervenden Zoon , door de smart welke Gij gevoeldet, toen Jesus voor de laatste maal van U afscheid nam en ons allen, met den H. Joannes, als uwe kinderen aan U achterliet, en door de hevige smarten welke Gij moest lijden, toen Gij Hem zijn hoofd buigen en den geest zaagt geven , verwerf bij uwe gekruiste Liefde voor mij de genade van voor alle goederen dezer wereld te sterven, en gedurende geheel mijn leven voor God alleen te leven, opdat ik het geluk bekome Hem in den hemel van aanschijn tot aanschijn te aanschouwen.
Dat de Namen, enz.
Onze Vader. Zeven quot;Wees gegroet. Glorie, enz.
14
Ik heb medelijden met U , mijne beminde Moeder Maria! om het zesde zwaard van droefheid, hetwelk uw hart doorboorde, toen men het beminnelijk hart van uwen lieven Zoon doorstak, die gestorven was ook voor die ondankbaren, welke tra zijnen dood niet ophielden Hem te mishandelen. Door deze hevige smart bid ik U, verkrijg voor mij de genade, dat ik altijd in het voor mij doorstoken en geopend hart van Jesus moge wonen, in dat hart hetwelk de woonstede van liefde is, waarin alle godminnende zielen rust vinden, opdat ik daar, zoo lang ik leef, aan niets anders denke, en niets anders beminne dan God alleen. O allerheiligste Maagd Maria! Gij kunt dit doen, ik hoop het van U. Dat de Namen, enz.
Onze Vader. Zeven Wees gegroet. Glorie, enz.
Ik heb medelijden met U, mijne beminde Moeder Maria! om het zevende zwaard van ■droefheid, hetwelk uw hart doorboorde, toen Gij uwen dooden Zoon in uwe armen hieldt. Ach! Hij is niet meer beminnelijk en schoon
15
gelijk voorheen, toen Gij Hem in den stal te Bethlëem in uwe armen druktet; neen , Hij is bebloed , Zijn heilig ligchaam is door de geeselslagen geheel verscheurd, en men kan zelfs zijne beenderen door de wonden zien. O mijn allerliefste Zoon! zeidet Gij alstoen, mijn allerliefste Jesus! waartoe heeft uwe liefde U gebragt! — En als men Hem naar het graf droeg, wildet Gij Hem vergezellen, en met uwe. eigene handen nederleggen in dat graf, om, na voor het laatst afscheid van Hem te hebben genomen, uw minnend hart daar te laten. Door al dit smartelijk lijden, hetwelk uwe heilige ziel moest uitstaan, verwerf voor mij, o Moeder der schoone liefde, de vergiffenis van al de beleedigingen welke ik mijnen jegens mij zoo liefderijken God heb aangedaan, en welke ik thans verfoei uit geheel mijn hart. O Maria, sta mij bij in alle bekoringen, sta mij bij in mijn doodsuur, opdat ik door de verdiensten van Jesus en door de uwe zalig worde, en ik eens, na dit ellendig ballingschap door uwen bijstand den lof van Jesus en uwen lof, in alle eeuwigheid moge verkondigen in den hemel.
Dat de Namen, enz.
Onze Vader. Zeven Wees gegroet. Glorie, enz.
Brie Wees gegroet.
VAN DE
ZEVEN WEEËN DER H. MAAGD MARIA.
Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons. Christus, verhoor ons.
God, hemelsehe Vader, ontferm Uonzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
God, Heilige Geest, ontferm U onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.
H. Maria, smartvolle Moeder, bid voor ons.
Die te Bethleëm in de herherg geene plaats hebt gevonden,
bid voor ons.
Die in eenen slal hebt moeten verblijven,
Die uwen eerstgeboren Zoon in eene kribbe gelegd bobt, Die vol medelijden de besnijdenis uws Zoons hebt aangezien, Die gehoord hebt, dat uw Zoon tot een teeken, hetwelk tegengesproken zou worden, gesteld was.
Die van den ouden Simeon gehoord hebt, dat een zwaard
door uwe ziel gaan zoude.
Die met uwen Zoon naar Egypte hebt moeien vlugten. Die door den moord der Onschuldige kinderen zijt bedroefd geworden.
Die uwen twaalfjarigen Zoon drie dagen in droefheid gezocht
en in den tempel hebt wêergevonden.
Die den voortdurenden haat der Joden tegen uwen Zoon gevoeld hebt.
Die op den dag van het laatste Avondmaal een allerdroevigst afscheid genomen hebt van uwen Zoen, toen Hij naar Jerusalem ging om te lijden.
17
Die vernomen hebt, dat uw Zoon door Judas verraden, en
door de Joden gevangen was.
Die gezien hebt, dat uw Zoon , als een misdadiger , aan de
•versten der priesters werd overgeleverd.
Die gehoord hebt, dat uw Zoon valschelijk beschuldigd was. Die vernomen hebt, dat het gezegend aangezigt uws Zoons
een wreeden kaakslag ontvangen had.
Die gehoord hebt, dat uw Zoon door de Joden en de beulen
vreeselijk mishandeld werd.
Die gehoord hebt, dat uw Zoon aehter Barabbas gesteld was. Die uw Zoon gegeeseld en met doornen gekroond aanschouwd hebt.
Die het goddclooze vonnis tegen uwen Zoon hebt hooren uit- a spreken, ^
Die uwen Zoon, met het zware kruis beladen, zijt te gemoet g gegaan, ^
Die de gezegende handen en voeten van uwen Zoon met af- =
grijselijke nagelen hebt hooren doorboren,
Die de laatste woorden van uwen Zoon op het kruis gehoord hebt,
Die bij uwen Zoon in den doodstrijd gebleven zijt,
Die het ziellooze ligehaam uws Zoons van het kruis op uwen
moederlijken schoot ontvangen hebt.
Die van de begrafenis uws Zoons geheel bedroefd en verlaten
naar huis gekeerd zijt,
O Koningin der martelaren,
O spiegel der bedroefde harten,
O troost der zieken,
O sterkte der kleinmoedigen,
O toevlugtder zondaren,
18
O allermodelijdcndstc Moeder, bid Toor ons.
Door liet allerbitterste lijden en sterven van uwen Zoon, be- CS
vrijd ons, o Koningin der martelaren. §
Door de allerwreedste smarten van uw moederlijk hart, ^
Door uwe overgroote droefheid en verlatenheid, 2
Door uwe uiterste benauwdheden, Jquot;
Door uw moederlijk medelijden, ^
Door uwe maglige voorspraak, 2.
Van overmatige droefheid, CE. Van kleinmoedigheid,
\ an alle gelegenheid en gevaar der zonde,
Van de hinderlagen des duivels, S
Van de versteendheid des harten, S
Van de onboetvaardigheid, Squot;
Araii eene plotsclijkc en onvoorziene dood, p Van de eeuwige verdoemenis.
Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons.
Dat Gij ons, door uwe bescherming, in bet ware geloof, boop ^
en liefde wilt bewaren,
Dat Gij ons van uwen Zoon eene volmaakte droefheid over §-
onze zonden en eene ware boetvaardigheid wilt verkrijgen, Ül. Dal Gij aan allen, die U aanroepen, troost en bijstand wilt
Dat Gij ons in het sterfuur wilt bijstaan, g
Dat Gij ons een zalig einde wilt verwerven, quot;3
Moeder Gods, wij bidden U, verhoor ons. -jj Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spe ar ons Heer. Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor ons Ueer.
19
Lam Gods, dal dc zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons. Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer.
lieer, ontferm U onzer. Onze Vader. Weesgegroet.
v. In al onze droefheid en benauwdheid,
r. Kom ons ter hulp, o allerzaligste Maagd Maria.
LAA.T ONS BIDDEN.
Verleen ons, wij bidden U, o Heere Jesus Christus, de genade van nu en in het uur onzer dood te worden bijgestaan door de Zalige Maagd Maria, uwe Moeder, wier allerheiligste ziel, i:) het uur van uw lijden, met een zwaard van smarten doorboord is. Door U, Jesus Christus, Verlosser der wereld, die met den Vader en den II. Geest leeft en heerseht in de eeuwen der eeuwen. Amen.
OEFENING VAN DEN H. KRUISWEG,.
VOLGENS DEN y\LPHONSUS.
Door het bidden van den H. Kruisweg kan men al de Aflaten verdienen, welke aan het bezoeken van dien weg te Jerusalem en de andere plaatsen van hetH. Land verbonden zijn.
Om deze talrijke Aflaten, welke alle aan de Zielen in het Vagevuur toevoegelijk zijn, te verdienen , is het noodig :
1° dat men zich in staat van genade bevinde;
2° dat men werkelijk iedere Statie in het bijzonder bezoeke , of ten minste , zoo men van plaats niet kan veranderen, dat men bij iedere Statie opsta en zich naar dezelve keere;
3° dat men voor elke Statie denke aan het geheim der Verlossing, hetwelk op dezelve wordt voorgesteld : bepaalde gebeden zijn niet voorgeschreven.
Heere Jesus Christus, Gij gingt met zooveel liefde op dezen weg voor mij sterven, en ik heb
21
U zoo dikwijls den rug toegekeerd; maar thans bemin ik U uit geheel mijne ziel, en omdat ik U bemin, doet het mij waarlijk van harte leed, dat ik U beleedigd heb ; schenk mij vergiffenis en vergun mij U op dezen weg te vergezellen. Gij gaat sterven ter liefde van mij, ik wil ook met U gaan om te sterven uit liefde tot U , mijn beminde Verlosser. Mijn Jesus , ik wensch altoos met U vereenigd te leven en te sterven.
En Gij, o bedrukte Moeder Maria, die het eerst Jesus op zijnen bloedigen Kruisweg gevolgd zijt, neen , ik wil U niet alleen laten wee-nen, maar mijne tranen met de Uwe vereenigen. Gewaardig U mij te verhooren : verkrijg voor mij, dat mijn hart steeds met eene teedere devotie tot het heilig lijden van Jesus en van U bezield en van eene ware deelnemende droefheid doordrongen blijve. Uwe droefheden, o Koningin der Martelaren, zullen mij, hoop ik, in mijn sterfuur troosten en versterken tegen alle mistrouwen, waartoe het aandenken der zonden, welke ik tegen mijnen God gedaan heb, mij zou kunnen bekoren. Mogen deze uwe droefheden , o teedere Moeder, mij de vergiffenis mijner zonden, de volharding in het goede en de hemelsche glorie verwerven, om in dezelve , met U vereenigd, de barmhartigheden des Hee-ren eeuwig te zingen.
22
EERSTE STATIE.
Jesus wordt ter dood veroordeeld.
V. Wij aanbidden U, Christus, en wij loven IL
R. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
Beschouw hoe Jesus Christus, nadat Hij ge-geeseld en met doornen gekroond was, onregt-vaardig door Pilatus veroordeeld werd om den kruisdood te sterven. — Mijn beminde Jesus, het was Pilatus niet, neen, het waren mijne zonden, die U ter dood veroordeeld hebben. Door de verdiensten van dezen smartvollen weg, bid ik U mij bij te staan op den weg dien mijne ziel moet afleggen naar de eeuwigheid. Ik bemin IJ, Jesus mijne liefde , meer dan mij zeiven ; het doet mij van ganscher harte leed dat ik U beleedigd heb. Laat niet toe dat ik mij ooit weder van U afschei-de. Maak dat ik U altoos beminne , en beschik verder over mij gelijk Gij begeert. Ik neem alles aan wat U behaagt.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer! ontferm U onzer. • God! wees ons, zondaars, genadig.
23
TWEEDE STATIE.
Jesus wordt beladen met het kruis.
V. Wij aanbidden U, Christus, en wij loven U.
R. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
Beschouw hoe Jesus dezen weg afleggende met het kruis op zijne schouderen, aan U dacht en voor U aan God den dood opdroeg, dien Hij ging sterven. — Mijn allerbeminnelijkste Jesus, ik aanvaard alle kwellingen die Gij tot aan mijnen dood voor mij hebt bepaald; ik smeek U door de verdiensten van de smart die Gij geleden hebt door het dragen van uw kruis, mij bijstand te verleenen om het mijne te dragen met een volmaakt geduld en met gelatenheid. Ik bemin U , Jesus mijne liefde. Het doet mij leed dat ik U beleedigd heb. Laat niet toe dat ik mij ooit weder van U verwijdere. Geef dat ik TJ altoos be-minne, en doe overigens met mij wat U behaagt.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer. Heer! ontferm U onzer.
God ! wees ons, zondaars, genadig.
24
DERDE STATIE.
Jesus valt de eerste maal onder het kruis.
V. Wij aanbidden U, Christus, en wij loven U. R. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
Beschouw dezen eersten val van Jesus Christus onder het kruis. Zijn vleesch was geheel verscheurd door de geeselroeden, het hoofd gekroond met doornen, en Hij had eene groote hoeveelheid bloeds verloren ; daarom was Hij zoo verzwakt, dat Hij nauwelijks kon gaan; voorts droeg Hij dat zware gewigt op zijne schouderen; de soldaten schopten Hem, en zoo viel Hij onderscheidene malen op dien weg. — Mijn beminde Jesus , het is niet het gewigt van het kruis maar dat van mijne zonden, hetwelk U zooveel smart doet lijden. Ach door de verdienste van dezen eersten val, bevrijd mij van in doodelijke zonden te vallen. Ik bemin U , mijn Jesus , uit geheel mijn hart. Het doet mij leed dat ik U belee-digd heb. Laat niet toe dat ik U nog weder be-leedige. Maak dat ik U altoos beminne , en doe verder met mij alles wat U behaagt.
Onze Vader. quot;Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer! ontferm U onzer.
God! wees ons, zondaars, genadig.
25
VIERDE STATIE.
Jesus ontmoet zijne bedroefde Moedeer.
V. Wij aanbidden U, Christus, en wij loven U. R. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
Beschouw de ontmoeting die Zoon en Moeder hadden op dezen weg. Jesus en Maria zagen elkander aan, en hunne blikken werden als zoo vele pijlen, waarmede zij elkanders minnende harten wondden, —Mijn beminde Jesus, door de smart die Gij bij deze ontmoeting ondervonden hebt, verleen mij de genade om inderdaad godvruchtig te zijn jegens uwe allerheiligste Moeder. En Gij, mijne smartvolle Koningin, verwerf mij door uwe voorspraak eene voortdurende en liefderijke herinnering aan het lijden van uwen Zoon. Ik bemin U , Jesus mijne liefde. Het doet mij leed dat ik U beleedigd heb. Laat niet toe dat ik U ooit weder beleedige. Maak dat ik U, beminne, en doe verder met mij alles wat U behaagt.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer. Heer! ontferm U onzer.
God! wees ons, zondaars, genadig.
26
VIJFDE STATIE.
Jesus wordt in het dragen van zijn kruis geholpen door Simon van Cyrene.
V. Wij aanbidden U, Christus, en wij loven U. R. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
Beschouw hoe de Joden, ziende dat Jesus uit zwakheid bij eiken stap den geest scheen te zullen geven, en vreezende dat Hij onder weg zou sterven, terwijl zij Hem wilden zien sterven door den schandelijken kruisdood, Simon van Cyrene dwongen om Hem zijn kruis na te dragen. — Mijn zoete Jesus , ik wil niet gelijk de Cyrener het kruis weigeren ; ik omhels en aanvaard het; ik aanvaard bijzonderlijk den dood die voor mij bestemd is met al de smarten die denzelven vergezellen ; ik vereenig dien met uwen dood, en draag hem U op. Gij zijt gestorven ter lielde van mij, ik wil sterven ter liefde van U en om U genoegen te geven. Sta mij bij met uwe genade. Ik bemin U, Jesus mijne liefde. Het doet mij leed dat ik U beleedigd heb. Laat niet toe dat ik U ooit weder beleedige. Maak dat ik U beminne, en doe verder met mij alles wat U behaagt.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer. Heer! ontferm U onzer.
God! wees ons, zondaars, genadig.
27
ZESDE STATIE.
Jesus wordt het zweet afgedroogd door Veronica.
V. Wij aanbidden U, Christus, en wij loven U. R. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
Beschouw hoe de heilige vrouw Veronica, Jesus zoo afgemat ziende , en het aangezigt met zweet en bloed bedekt, Hem een doek voorhield, waarmede onze Heer zich het zweet afveegende, daarin zijne heilige beeldtenis liet afgedrukt. — Mijn beminde Jesus, uw gelaat was eerst schoon , doch op dien weg scheen het niet meer schoon, maar geheel mismaakt van de wouden en van het bloed. Helaas, ook mijne ziel was schoon, toen zij in het Doopsel uwe genade ontving, maar ik heb haar later misvormd door mijne zonden. Gij'alleen mijn Verlosser, kunt haar de vorige schoonheid wedergeven; doe dat door uw lijden, en sterk mij, om ze nietmeer te besmeuren, maar met alle deugden te versieren.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer. Heer! ontferm U onzer.
God! wees ons, zondaars, genadig.
28
ZEVENDE STATIE.
Jesus valt ten tweeden male.
V. quot;Wij aanbidden U, Christus, en wij loven U. R. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
Beschouw den tweeden val van Jesus met het kruis, waarbij voor den smartvollen Zaligmaker de pijnen vernieuwd werden van al de wonden van zijn eerwaardig hoofd en van al zijne andere ledematen. — Mijn allerzachtmoedigste Jesus , hoeveel malen hebt Gij mij vergeven en ben ik wederom gaan vallen en U beleedigen! Ach, door de. verdiensten van dezen nieuwen val, geef mij hulp om te volharden in uwe genade tot aan den dood; geef mij dat ik in alle bekoringen, die mij zullen aanvechten, mij altoos aanU aanbevele. Ik bemin U, Jesus mijne liefde, uit geheel mijn hart. Het doet mij leed dat ik U beleedigd heb. Laat niet toe dat ik U ooit weder beléedige. Geef dat ik U altoos beniinne en doe verder met mij wat U behaagt.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer! ontferm U onzer.
God! wees ons, zondaars, genadig.
29
ACHTSTE STATIE.
Jesus vertroost de vrouwen van Jerusalem-
V. Wij aanbidden U, Christus, en wij loven U.
R. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
Beschouw hoe de vrouwen Jesus Christus zoo afgemat ziende, terwijl het bloed langs den weg vloeide , uit mededoogen weenden; doch Jesus zeide haar: weent niet over mij, maar over uwe kinderen. — Mijn gefolterde Jesus , ik beween de beleedigingen die ik U heb aangedaan, om de straffen welke ik verdiend heb ; maar veel meer om het verdriet dat ik U veroorzaakt heb, U die mij zoo zeer bemind hebt. Het is niet zoo zeer de hel, maar veel meer uwe liefde, die mij mijne zonden doet beweenen. Mijn Jesus, ik bemin U meer dan mij zeiven. Het doet mij leed dat ik U beleedigd heb. Laat niet toe dat ik U ooit weder beleedige. Geef dat ik U altoos beminne, en doe verder met mij wat U behaagt.
Onze vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer! ontferm U onzer.
God ! wees ons, zondaars, genadig.
30
NEGENDE STATIE.
Jesus valt ten derden male.
V. Wij aanbidden U, Christus, en wij loven U. R. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
Beschouw den derden val van Jesus Christus. De zwakheid van Jesus en de snoode wreedheid der beulen, welke wilden dat Hij zijne schreden zou verhaasten, terwijl Hij nauwelijks de kracht had om te gaan , waren oorzaak, dat Hij voor de derde maal onder het kruis bezweek. —Mijn mishandelde Jesus, ach, door de verdiensten van de zwakheid welke Gij hebt willen lijden op den weg naar denKalvarieberg, geef mij genoegzame kracht om alle mensche-lijk opzigt en al mijne kwade begeerlijkheden te overwinnen, die mij eertijds uwe vriendschap hebben doen verachten. Ik bemin U, Jesus mijne liefde, uit geheel mijn hart. Het doet mij leed dat ik U beleedigd heb. Laat niet toe dat ik U ooit weder beleedige. Geef dat ik U altoos beminne, en doe verder met mij wat U behaagt.
Onze Vader. Wees gegroet.
OntfermU onzer. Heer! ontferm U onzer.
God! wees ons, zondaars, genadig.
lt;■
31
TIENDE STATIE.
Jesus wordt beroofd van zijne Ideederen.
V. Wij aanbidden U, Christus, en wij loven U. R. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
Beschouw hoe van Jesus de Ideederen dooide beulen worden afgerukt. terwijl het onderkleed zoo vast gekleefd was aan het door de geesels verscheurde vleesch, dat met het afrukken van dat kleed, Hem tevens het vel werd afgescheurd. — Heb medelijden met uwen Heer en zeg Hem : — Mijn onschuldige Jesus, door de verdiensten der smart die Gij alstoen ondervonden hebt, geef mij de genade om mij te ontdoen van alle gehechtheden aan de dingen dezer aarde , opdat ik in U mijne gansche liefde stelle, dewijl Gij overwaardig zijt om bemind te worden. Ik bemin U uit geheel mijn hart. Het doet mij leed dat ik U beleedigd heb. Laat niet toe dat ik U ooit weder beleedige. Geef dat ik U be-minne, en doe verder met mij wat U behaagt.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer! ontferm U onzer.
God! wees ons, zondaars, genadig.
32
ELFDE STATIE.
Jesus wordt aan het kruis genageld.
V. Wij aanbidden U, Christus, en wij loven U. R. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
Beschouw hoe Jesus, op het kruis geworpen zijnde, de handen uitstrekte en aan den eeuwigen Vader het offer van zijn leven voor onze zaligheid opdroeg. De barbaren nagelen Hem vast, en vervolgens het kruis oprigtende, laten zij Hem sterven van smart op dat schandhout. — Dierbare Jesus! hoe groot is uwe liefde jegens mij! mij dunkt, ik zie U uwe armen tot mij uitstrekken, om mij met liefde te omhelzen en met uwen Vader te verzoenen. Mijn versmade Jesus , kluister mijn hart aan uwe voeten, opdat ik daar altijd blijve om U te beminnen en ik U niet meer verlate. Ik bemin U meer dan mij zeiven ; het doet mij leed dat ik U beleedigd heb ; laat niet toe dat ik U ooit weder beleedige. Geef dat ik U altoos beminne, en doe verder met mij wat U behaagt.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer! ontferm U onzer.
God! wees ons, zondaars, genadig.
33
TWAALFDE STATIE.
Jesus sterft aan het kruis.
V. Wij aanbidden U, Christus, en wij loven U.
R. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
Beschouw hoe uw Jesus, na drie uren van doodstrijd op het kruis, geheel verteerd van smarten, bezweek , het hoofd boog en stierf. — O mijn gestorven Jesus, ik kus vol aandoening dat kruis waaraan Gij voor mij zijt gestorven. Ik heb door mijne zonden verdiend een kwaden dood te sterven, maar uw dood is mijne hoop. Ach, door de verdiensten van uwen dood, geef mij de genade om te sterven aan uwe voeten en brandende van liefde tot U. In uwe handen beveel ik mijne ziel. Ik bemin U uit geheel mijn hart. Het doet mij leed dat ik U beleedigd heb ; laat niet toe dat ik U ooit weder beleedige. Geef dat ik U altoos beminne, en doe verder met mij wat U behaagt.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer , Heer ! ontferm U onzer.
God! wees ons, zondaars, genadig.
34
dertiende statie.
Jesus wordt afgenomen van het kruis.
Y Wij aanbidden U, Christus, en wij loven U. I'. Omdat Gij door uw kruis de weid verlost
hebt.
Beschouw hoe Jesus den geest gegeven heb-
drukte. - übemoe n dien Zoon, en
tot uwen dienaar, ter lie ^ Verlosser j daar
?! ^t^TTbeleediKdheb; laat niet toe dat ik utoU weder beleedige. Geef dal jquot; atoos be-minne, en doe verder met mij wat U behaag .
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer! ontferm U onzer.
God! wees ons, zondaars, genadig.
35
VEERTIENDE STATIE.
Jesus wordt in het graf gelegde
Y. Wij aanbidden U, Christus, en wij loven U. R. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
Beschouw hoe de leerlingen Jesus ten grave gaan brengen, mede vergezeld door zijne heilige Moeder, welke Hem met hare eigene handen in het graf heeft geplaatst. Vervolgens sloten zij het graf, waarna zij allen zijn vertrokken. — Ach, mijn begraven Jesus, ik kus dien steen, die U besluit. Maar Gij zijt daaruit na drie dagen verrezen; ik smeek U door uwe verrijzenis mij ten jongsten dage heerlijk met LT te doen verrijzen, ten einde voor altoos met U vereenigd te zijn in den hemel, om U te prijzen en U altoos te beminnen. Ik beminU en het doet mij leed dat ik U ooit beleedigd heb. Laat niet toe dat ik U ooit weder beleedige. Geef dat ik U beminne, en doe verder met mij wat U behaagt.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer ! ontferm U onzer.
God! wees ons , zondaars, genadig.
Voor het Hoogaltaar teruggekeerd, bidt men vijf Onze Vader en Wees gegroet en Glorie zij den Vader, ter eere der vijf Wonden van Christus, en één ter intentie van Z. H. den Paus.
BEAT^E MARINE VIRGINIS. (1)
Stabat Mater dolorosa Juxta crucem lacrymosa,
Dam pendebat Filius; Cujus animain gementem, Contristatam et dolentem, Pertransivit gladius.
O quam tristis et afflicta Fint illa benedicta Mater Unigeniti!
Quae moerebat et dolebat Pia Mater, dum videbat Nali poenas inclyti.
Paus Innoeentius XI heeft, bij Breve van 1 Sept. 1681, een Aflaat van 100 dagen verleend aan allen, die ter eere der Zeven Weeën van O. L. V. het Stabat Mater godvruchtig lezen.
OP DE WEEËN DER H. MAAGD MARIA. (*)
[ Schreijende, in een naamloos lijden, Stond de Moedermaagd bezijden
't Kruishout, waar haar Zoon aan hing; En door 't droef en zuchtend harte, Deelende in haar Jesus smarte,
Ging het zwaard der marteling.
O wat was ze in wee en rouwe, De gebenedijde Vrouwe,
Moeder van Gods eengen Zoon! Wat ze schreide, wat ze snikte,
Als zij op de doodstraf blikte
Van haar Kind, zoo eindloos schoon!
(') Ontleend aan de Lijcleiis-Hymnen der Katholieke Kerk , in Hollandsche versmaat over-gebragt door T. Stokvis, Pr.
38
Quis est homo, qui non fleret Matrem Christi si videret
In tanto supplicio?
Quis non posset contristari, Christi Matrem comtemplari Dolentem cum Filio?
Pro peccatis suae gentis Vidit Jesum in tormentis
Et flagellis subditum.
Vidit suum dulcem Natum Moriendo desolatum, Dum emisit spiritum.
Eja Mater, fons amoris , Me sentire vim doloris
Fac, ut tecum lugeam. Fac, ut ardeat cor meum In amando Christum Deum,-Ut sibi complaceam.
Sancta Mater, istud agas, Crucifixi fige plagas Cordi meo valide.
Tui Nati vulnerati,
Tam dignati pro me pati, Poenas mecum divide.
39
Wie is mensch, die onbewogen Christus Moeder voor zijne oogen
Zage in zulke foltering? Wie kunne er niet mede rouwen, En die Moeder daar aanschouwen, Lijdend met haar Lieveling?
Voor de zonden van de zijnen Zag zij Jesus vol van pijnen,
En Hem geeslen streng en straf; Zag zij haren Lievling sterven En Hem alles, alles derven,
Toen zijn mond den doodsnik gaf.
Moeder, Moeder, bron van liefde, Dat uw zwaard ook mij doorkliefde,
Dat ik treuren moge als gij! Och, ontsteek mijn ziel en zinnen, Dat ook ik mijn God moog minnen En Hem welgevallig zij.
Heiige Moeder, 'k bid u, hoor het, 't Lijden des Gekruisten boor het,
Krachtig wondend, mij in 't hart. Met uw Zoon, die om mijn zonden Zich zoo gruwzaam liet verwonden, Wil ik deelen in de smart.
40
Fac me tecum pie flere, Crucifixo condolere
Donee ego vixero.
Juxta crucem tecum stare, Et me tibi sociare In planctu desidero.
Virgo virginum praeclara,
Milii jam non sis amara,
Fac me tecum plangere. Fac, ut portem Christi mortem, Passionis fac consortem, Et plagas recolere.
Fac me plagis vulnerari, Fac me cruce inebriari
Et cruore Filii.
Flammis ne urar succensus, Per te, Yirgo, sim defensus In die judicii.
Christe, cum sit hinc exire, Da per Matrem me venire
Ad palmam victoriae.
Quando corpus morietur, Fac, ut animae donetur Paradisi gloria. Amen.
41
Doe me in liefde met u klagen, 't Lijden des Gekruisten dragen
Tot mijn stervensuur zal slaan. O ik voel mijn ziel versmachten, Om te deelen in uw klagten,
En met u bij 't kruis te staan.
Maagd der maagden hoog verheven, Wil mijn bede niet weerstreven,
Laat me met u droeA'ig zijn.
Laat me dragen Christus plagen. Deelgenoot zijn zijner slagen.
Immer denken aan zijn pijn.
'k Zij met Hem aan 't kruis geklonken, Van de smart des kruises dronken En het zoenbloed van uw Zoon. Wees, opdat geen hel me ooit dere, Gij mijn voorspraak bij den Heere, Zeetiend op zijn Regtertroon.
Christus, als ik zal verscheiden, Laat uw Moeder mij dan leiden
Tot den palm der zegepraal. Als liet ligchaam weg zal sterven, Doe mijn ziele dan verwerven,
Dat zij van uw glorie straal'. Amen.
42
V. Ora pro nobis, Virgo dolorosissima. R. Ut digni efficiamur promissionibus Christi.
ORATIO.
Deus , in cujus passione , secundum Simeonis prophetiam, dulcissimam animam gloriosae vir-ginis et matris Mariae doloris gladius pertran-sivit: concede propitius ; ut, qui dolores ejus venerando recolimus, passionis tuae effectum felicem consequamur. Qui vivis et regnas in saecula saeculorum. Amen.
pebed VAN den jrt. JgNATIUS.
Ziel van Christus, heilig mij.
Ligchaam van Christus, red mij.
Bloed van Christus, verzadig mij.
Water van Christus' zijde, reinig mij.
Lijden van Christus, versterk mij.
O goede Jesus, verhoor mij.
In uwe wonden verberg mij.
Laat mij niet gescheiden worden van U.
Tegen den boozen vijand verdedig mij.
In het uur mijner dood roep mij,
En doe mij komen tot U,
Opdat ik met uwe Heiligen U love
In de eeuwen der eeuwen. Amen.
43
V. Bid voor ons, Maagd vol van smarten. R. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
GEBED.
God, in wiens lijden, volgens de voorzegging van Simeon, een zwaard van smarte de allerzoetste ziel der zalige maagd en moeder Maria doorboord heeft ; verleen ons genadiglijk dat wij, die hare smarten met eerbied gedenken, de gelukkige uitwerking van uw lijden verkrijgen , Gij die leeft en heerscht met den Vader en den H. Geest in de eeuwen der eeuwen. Amen.
VOOR DE STERVENDEN.
O goedertierens te Jesus , liefhebber der zielen , ik smeek U door den doodstrijd van uw allerheiligste Hart en door de smarten van uwe onbevlekte Moeder Maria, zuiver in uw bloed de zondaars der geheele wereld, die zich nu in den doodstrijd bevinden en heden zullen sterven. Amen.
Stervend Hart van Jesus, ontferm U over de stervenden!
1?
Den van het jaar 18 is
aangenomen als lid van de Broederschap, opgerigt in de hoofdkerk van den H. Ser-vatius te Maastricht, ter vereering van de Zeven Weeën der Allerheiligste Maagd Maria, onder den titel van Onze Lieve Vrouw van Bijstand in allen nood.
De Bestuurder,