-ocr page 1-
-ocr page 2-
-ocr page 3-
-ocr page 4-

/

-ocr page 5-

GEBEDENBOEK

V03R

KATHOLIEKEN.

-ocr page 6-
-ocr page 7-
-ocr page 8-
-ocr page 9-

, V S-iC o ó

GEBEDENBOEK

VOOK

quot; ROOMSCH-KATHOLIEKEN

DOOR

J. M. HAUBER.

Kaar dc achttiende Hoogduitselie uitgave.

GEVOLGD DOOR

H. J. HOLTERMAN , R. K. Priester.

*■

's Hertoj^enbosch,

W; fARQULICK.

• .r,quot;- **'

Met Goedkeuring.

a Ü

IM

-ocr page 10-

V.

-ocr page 11-

GOEDKEURING.

■Mo 19/

• /48 0-

Auotoritate speciali mihi commissa litteris Illustris-simi ac lleverendissimi Domini, A. Antonucci, Vice-Superioris Missionum Hollandise, 21 Septembris 1838, ^0. 1178, permittitur impressio operis cui titulus: Srebeclenboek; voor Katholieken, doer J. M. üaubbk, naar het Hoogduitsch, door H. J. Holteeman, d. K. Pr.

Amisfurti, hac 22 Septembris 1838.

G. A. VERMEULEN,

Archip. ÜUraj.

ï

V W s —

-ocr page 12-
-ocr page 13-

VOORREDE

van den

VERTALER.

Hoezeer Neêrlands Katholieken, over het bezit van vele voortreffelijke, zoowel oorspronkelijk Hollandsche, als ook vertaalde Gebedenboeken zich mogen verheugen, meende ik echter, — eri dit was ook het gevoelen van eenige mijner eerwaarde vrienden, die ik hierover geraadpleegd heb — dat eene vertaling van Hauber's Gebedenboek, van helwelk sedert het jaar 1826 tot 1835 achttien uitgaven het licht zagen, ook iets ter aankweeking en uitbreiding van godsvrucht zou kunnen bijdragen. Uaübek onderscheidt zich niet door eenen verheven maar door eenen zalving vollen en voor elkeen bevattelijken stijl; en dit was de voornaamste reden, icelke mij bewoog, aan het dringend en herhaald aanzoek des uitgevers toe te geven, en de vertaling van dit Gebedenboek te ondernemen.

Ik meende echter den waardigen Schrijver niet op den voet te kunnen volgen, wijl dit boek nu reeds lijvig, dan voor het gebruik ten eenenmale ongeschikt zou geweest

-ocr page 14-

zijn. Ook heh ik op onderscheidene plaatsen, waar ik zulks doelmatig oordeelde, mij eenige verandering en omwerking veroorloofd, hetgeen hij de vergelijking van dezen mijnen arbeid met het oorspronkelijke, genoegzaam blijken zal.

Moge nu dit boek heilrijke vruchten voortbrengen; mogen de Katholieken, die zich van hetzelve bedienen, bidden, op de wijze, door den ïoaardigen schrijver in zijn voorwoord zoo treffend verklaard; dan zal hun bidden, een Ood verheerlijkend, een zegenrijk bidden zijn, en dan ook mag ik mij gelukkig achten, iets tot stichting mijner Katholieke landgenooten te hebben bijgedragen. Mogen ook allen in hunne gebeden mijner gedenken, die zoo vele uren aan de vertaling van hetzelve besteed heb.

Hilversum, den 4 Junij 1838.

H. J. HOLTBBMAN.

-ocr page 15-

Vier uitgaven van Haubers voortreffelijk Gebedenboek verschenen achtervolgens (1838 tot 1856) bij den vorigen Uitgever en bij elke nieuwe oplage bleek, dat dit werk meer en meer gewaardeerd werd en eene eervolle plaats handhaafde onder de dege-lijkste K. K. Gebedenboeken.

Sedert geruimen tijd is de vierde uitgave — welke wij grootendeels aankochten tevens met het regt van eigendom — geheel uitverkocht, en wij leveren thans eene vijfde editie, even volledig als de vorige, doch voor zooverre noodig of nuttig, vermeerderd of verbeterd, en — wat ons hoofddoel was — bij even degelijke uitvoering zoo beduidend lager in prijs, dat dit uitmuntend Gebedenboek thans in ieders bereik is gesfcld. Wij twijfelen dan ook geenszins of eene meer algemeene verspreiding zal hiervan het gevolg zijn.

Lutkie amp; Cranenburg. 's Hertogenbosoh, Januarij 1803.

Aan onze verwachting is ten volle beantwoord. Onze eerste goedkoope uitgave was in korten tijd uitverkocht en reeds zagen achtereenvolgens zeven uitgaven het licht. Wij twijfelen niet of Haubers Gebedenboek zal steeds een der meest geliefkoosde boeken blijven. Wij hebben dan ook deze achtste uitgave op een aanzienlijk getal exemplaren gebragt, waaraan de meeste zorg is besteed voor nette en degelijke uitvoering.

Lutkie amp; Cranenburg.

's Hertogenbosoh, 1876.

1.

62

-ocr page 16-

mMmmm

WÊamp;sSÊÊm

-~ '

mmmm

-ocr page 17-

VOOEWOOKD

TER OVERWEGING EN BEHARTIGING VOOR DIE GODVRUCHTIG WIL BIDDEN.

— Kit—

WAT IS BIDDEN?

-Bidden in den geest van Jesus, en naar zijne voorschriften, is, met den geest zicli boven de zinnelijke wereld verheffen tot datgene, wat goddelijk en eeuwig is, in gemeenschap met God komen, ten einde licht, raad, troost en alle goede gaven te ontvangen, die slechts van boven, van den Vader des lichts afdalen. De biddende ziel spreekt uit de diepte harer nietigheid, onvermogen en ellende met haren Schepper en Zaligmaker, en verzucht aanbiddend , dankend of smeekend tot Hem: en alsdan spreekt de Schepper en Zaligmaker tot de ziel, en doet den stroom zijner genade, volgens de mate harer behoeften en gesteldheid, over haar vloeijen. Zij verzucht tot Hem, Hij deelt zich aan haar mede, en stort zijnen geest

-ocr page 18-

VOORWOORD.

over haar uit ^ die dan zelf weder met haar bidt, door onuitsprekelijke verzuchtingen.

Wie zal nu aan de verhooring des gebeds kunnen twijfelen, daar, waar Gods geest zelf bidt? Zal de Vader en de Zoon, den biddenden geest, in de ziel des menschen (Gods gehciligden tempel) iets kunnen weigeren ? in de ziel des menschen, welke de Vader tot zijne verheerlijking schiep, en voor welke de Zoon zijn leven gaf, om haar van den dood te redden. — Indien dit bidden is, wie zal dan niet gaarne bidden. Wie zal zich dan niet gelukkig achten te kunnen bidden, ja zelfs de oogenblikken des gebeds niet als de heerlijkste en zaligste oogenblikken zijns levens beschouwen?

MAAR WIE LEERT ONS BIDDEN ?

God zelf, door Jesus Christus in zijne Heilige Kerk. In deze goddelijke leerschool leeren wij in den naam van God, de taal Gods tot God spreken.

De mensch spreekt zoo gaarne, zelfs tot God, de taal zijner eigenliefde; hij bidt in zijnen eigen naam, zonder te weten, wat hij doet; hij maakt zich zoo gemakkelijk niet los van de wereld, en van zijnen eigen wil; zijn streven is meer naar tijdelijke goederen dan naar God. Hierdoor komt het, dat zijn gebed niet verhoord wordt. Zijn bidden is dwaasheid; hij wil Gode geweld aandoen. Het ware en volmaakte gebed wordt altijd verhoord. Christus zelf zegt: „al

12

-ocr page 19-

VOORWOORD.

wat (jij den Vader in mijnen Naam zult vragen zal Hij u geven. Indien gij, die toch kwaad zijt, aan uwe hinderen goede gaven geeft, hoeveel te weer zal dan de Jlernelsche Vader goede gaven mededeelen aan degenen, die Hem er om hidden.quot; En indien gij, wilde de Heiland zeggen, in dezen geest steeds bidt^ dan zijt gij ook verzekerd verhoord te zullen worden.

De geestelijke gaven ^ welke wij voorzeker het meest noodig hebben: de vergiffenis der zonden, de heiligmaking, de vereeniging met God, in één woord, de verandering des geestes naar Gods wil, worden ons gedeeltelijk, reeds door het volgens den wil van Jesus ingericht gebed, werkelijk medegedeeld, en ten andere, worden wij waardig en bekwaam gemaakt dezelve te ontvangen; de ligchamelijke gaven volgen, door Gods eeuwige beschikking, steeds de geestelijke. Dit ook wordt ons door Christus nadrukkelijk verzekerd. „Zoele, eerst het rijk Gods en zijne ge-regtigheid, het overige zal u toegeworpen worden.quot; De onderhouding van Gods geboden vervult ook het huis met tijdelijken zegen. Overvloed verstrekt den mensch niet altijd tot heil, en wie zou naar overvloed durven wenschen, indien God, die alles tot onze zaligheid verordent, denzelven weigert? — Yoor God bestaat er met betrekking tot ons, slechts één waar goed — ons eeuwig heil; al het overige, is slechts in zooverre goed, als het tot ons eeuwig heil (tot onze verbetering en geestelijke volmaking) dienstig is, en wordt een kwaad, zoodra

13

-ocr page 20-

VOORWOORD.

liet een beletsel wordt voor bovengenoemd goed. Uitwendige gelukstaat, rijkdommen, liooge waardigheden, ja zelfs de gezondheid, kannen om deze reden een groot kwaad voor de menschen worden, en werkelijk schijnen zij velen meer tot verderf, dan tot heil te verstrekken. Trouwens, de aardschgezinde mensch stelt zich dezelve veel meer als doel, dan wel als middel voor, en, indien hij blind genoeg is dezelve van God te verzoeken, dan wil hij niets anders dan Gode zijne dwaasheid opdringen, en Hem daarin doen deelen.

Trachten wij dit vrij algemeen gebrek te verbeteren, en voortaan steeds vóór alles, om het eenig noodzakelijke te bidden: Vader, uw Naam worde geheiligd! Uw rijk kome tot ons ! Uw wil geschiede op aarde, gelijk in den Hemel! en dan eerst om ons dagelijksch onderhoud.

In dezen geest werd dit gebedenboek geschreven.

Doch opdat ook uw hart, godvruchtige Lezer! met dezen geest bezield worde, zoo verhef hetzelve dikwijls en met de meest mogelijke godsvrucht tot den Vader des lichts, van wien alle goede gaven afdalen, en spreek dan het volgende

GEBED.

Overal waar ik mij ook moge begeven, mijn God, zijt Gij bij mij! Gij hoort mij te aller ure. Zelfs buiten de kerk, te midden mijner

14

-ocr page 21-

VOOltWOORD.

beroepsbezigheden ^ in huis en op het veld , wanneer ik op den weg ben of mij ter rust begeef, wanneer ik aan tafel zit of daarvan opsta, wanneer ik des nachts of des morgens ontwaak, wanneer ik mij alleen of bij anderen bevind, in treurige of vrolijke oogenblikken, altijd kan ik mijn hart tot u verheffen! Alles, ja alles kan en moet mij aan u doen gedenken, tot lof, dankbaarheid en vertrouwen opwekken. Mijne eerste zorg bij elke daad zij, dat dezelve goed zij en u beha ge; dan kan ik moedig voortgaan, op uwen bijstand en zegen vertrouwende. Is het werk volbragt, dan heb ik aanu te denken. Indien het mij welgaat, dan moet ik u prijzen, en mij om u verblijden. Bevindt ik mij ook in gevaar, dan behoef ik niet te vreezen, wijl Gij, mijn God en Vader, bij mij zijt.

Gij verlangt van mij niet altoos lange gebeden, wijl mijn zwakke geest spoedig afgemat en verstrooid wordt. Gij wilt zelfs niet, dat ik mij van vele woorden bediene. Dochdestemenigvuldiger en vuriger moet mijn hart zich tot u verheffen, en met kinderlijken eerbied tot u spreken, gelijk een kind tot zijnen Vader, een vriend met zijnen vriend. En zou mij dit lastig vallen ? Zou ik u, mijn beste vader, mijn weldoener en vriend, niets te zeggen hebben ? Zou ik u niet de verzekering mijner hoogachting en liefde kunnen geven ? — Ben ik u dan geenJ dank schuldig? hel) ik niets van u af te smeeken ? niets van u te hopen ? — Heb ik geene belangen aan u voor te dragen ? moet ik niet bij u troost zoeken?

15

-ocr page 22-

] 6 VOOR WOO jUX

O God! hoe moet ik mij schamen, dat ik zoo weinig lust tot bidden heb; dat ik dikwerf uit dwang, uit gewoonte en naar den uitwendigen schijn bid, en mijne gedachte op geheel andere voorwerpen gevestigd heb, ja zelfs niet eens weet wat ik zeg; of ik u mijne gebeden als het ware voorstel, en meer bekommerd ben om veel dan tvel te bidden.

Ach! ik ken eu bemin u maar al te weinig. Hemelsche Vader! Ik ben te zeer gewoon aan uwe dagelijksche weldaden, ik acht de grootste genade, de ware goederen, door u, voor mij bereid, niet genoeg, en ik voel er niet het minste verlangen naar in mijn binnenste; ik schep vaak het minste behagen in datgene, wat mij het meest moest verheugen, steeds heeft het tijdelijke , het tegenwoordige bij mij de voorkeur. Hierom valt het mij zoo moeijelijk, mij van het aardsche tot het hemelsche, van het zinnelijke tot het onzigtbare te verheffen; hierom gevoel ik zoo weinig ijver voor het gebed, en zulke geringe godsvrucht daarin.

Wanneer zal ik eens deze traagheid ovenvinnen ? Door uwe genade ondersteund, o God! zal ik zulks kunnen, indien ik steeds uwe tegenwoordigheid gedenk, en overweeg, wat ik doe wanneer ik bid, met wien ik spreek, hoe groot, hoe goed, hoe heilig gij zijt. Dit zal mij met eerbied, vertrouwen en liefde vervullen, en terughouden van ooit eenige woorden te spreken, die niet uit het hart vloeijen; u ooit iets te beloven, wat ik niet voornemens ben te volbrengen.

-ocr page 23-

VOORWOORD.

en nimmer om goederen te bidden, waarvan ik geen waardig gebruik wil maken.

Verstrooijingen, die ik, mijns ondanks, ontwaar, rekent Gij mij niet tot zonde. Zoodra ik ze bemerk, wil ik mijne gedachten weder verzamelen, en op mijn gebed vestigen. Al ondervind \k ook niet altijd genoegen en zoeten troost in het gebed, ik zal er ecliter niet van afkeerig worden. Gij ziet op den goeden wil, en het is voor mij van het grootste belang, dat Gij dien bij mij vindt.

KRACHT EN VOORDEEL DES GEBEDS.

O God! Gij beveelt mij te bidden. Ik word zoo dikwerf tot het gebed vermaand, en ik ben van zijn nut en noodzakelijkheid innig overtuigd. Doch, maar al te weinig overweeg ik het ware doel en de kracht des gebeds, en hierom gevoel ik zoo weinig lust tot bidden, en trek ik zulke geringe vruchten uit hetzelve. Dikwerf bid ik slechts om het algemeen gebruik te volgen, en wijl het geschieden moet, ten einde u, als het ware, de verschuldigde hulde te betoonen, eene dienst te bewijzen, die Gij mij weder vergelden moet; of wel de nood dringt mij tot het gebed, wijl ik datgene wat ik wensch, door hetzelve hoop af te dwingen. Is het te verwonderen, dat Gij zulk een onverstandig gebed niet verhoort ? en dan klaag ik nog, dat ik te vergeefs gebeden heb! —

Gij, o groote God! hebt tot uwe verheerlij-

17

-ocr page 24-

18 VOORWOORD.

king niijn gering gebed niet noodig. Gij zijt niet gelijk aan hardvochtige en eergierige men-schen, die slechts door weemoedige smeekingen bewogen worden. Door uwe eigene goedheid zijt Gij steeds tot ontferming en vergeving gezind. Gij voorkomt dikwerf onze wenschen met liefde, en bewijst ons tallooze weldaden, zonder dat wij er om smeeken; voor dat ik tot n spreek, is n mijn nood bekend, en voor dat ik u aanroep, is mij reeds hulp bereid, indien ik van mijne zijde geen beletsel stel. Het is derhalve niet slechts als Schepper, maar ook als Yader, dat Gij wilt aangebeden zijn, opdat wij als kinderen u lief hebben, u steeds aankleven en nimmer vergeten. Dagelijks beken ik door mijn gebed, dat ik al het goede aan u te danken heb, en alles van n verwachten moet. Zou ik dan zulk een' goeden God en Vader niet boven alles liefhebben, Hem niet gewillig gehoorzamen, en mij met het volste vertrouwen aan hem overgeven? — Zouden mijne, voor uw aanschijn gemaakte voornemens, hierdoor niet meer vastheid bekomen? Hoe meer ik mij met u, den Besten en Heiligst en, onderhoud, zooveel te beter en heiliger moet ik worden. Hoe meer ik uwe tegenwoordigheid gedenk, des te minder zal ik u in het uur van verzoeking vergeten. Gij ziet, versterkt en beloont mij.

Ik noem u mijnen Hemelschen Vader. Der-lialve moet de Hemel mijne bestemming, de Hemel mijn waar vaderland zijn, dit leven is

-ocr page 25-

VOORWOORD.

cene voorbereiding tot het eeuwige leven. Indien ik dit overweeg, dan beschouw ik het tijdelijke met een geheel ander oog, zoodat ik mij dan over niets meer buitenmatig verheugen noch bedroeven, of iets angstig wenschen of vreezen zal. Ik verhef mij dan boven de beuzelingen dezes levens, en streef naar een verhevener doel: — naar u, mijn God! Wanneer ik in mijn gebed, het goed, dat ik bezit en erlang, als uw geschenk, en als middelen tot liefdadigheid beschouw, dan leer ik hetzelve eerst regt hoogschatten, een nuttig gebruik er van maken, en vreugdevol genieten. Dan zal ik niet ligtzinnig of hoogmoedig zijn in voorspoed. Ik zal ook niet koud en gevoelloos zijn jegens mijne naasten, maar liefderijk, gelijk Gij jegens mij zijt.

Met vernieuwden moed begeef ik mij, na geëindigd gebed, aan mijnen arbeid en mijne beroepsbezigheden, gesterkt door de gedachte, dat Gij mij dezelve hebt aangewezen, en dat Gij, wanneer ik uwen wril volbreng, mij eeuwig zult beloonen. Bij voorkomende moeijelijkhe-den, verhef ik mijne blikken ten Hemel en de gedachte, dat Gij op mijnen arbeid nederziet, schenkt mij vernieuwde krachten.

In rampspoed en lijden, wend ik mij tot u, o God! bij u zoek ik hulp en troost. Gij zijt mijn quot;Vader, op u zal ik vertrouwen. Ja voorzeker. Gij zult alles ten beste bestieren. In het gebed vind ik de verademing en troost. Trouwens, indien onze smarten gelenigd worden, wan-

19

-ocr page 26-

VOOEWOOED.

lieer wij eenen vriend onzen rampspoed kunnen openbaren: welk een troost is dan voor mij niet de gedachte,, dat Gij, o God, mijne klagten en zuchten hoort, dat ik mijn hart voor u kan openleggen.

Indien mijn gebed ook niet verhoord wordt, zoo weet ik nogtans, dat alles volgens uwen heiligen wil geschiedt, en dat deze altijd de beste is. — Zelfs Jesus, mijn Yerlosser, konde door zijne smeekingen den bitteren kelk niet van zich afwenden. Maar hoe gesterkt stond Hij niet op van het gebedj met welk eene standvastigheid ging Hij zijn lijden te gemoet; en hoe zalig was zijn einde! Zulks zij ook mijn troost, wanneer ik niet altoos of terstond verhoord word.

O, hoe groot is de weldaad en de kracht van een goed gebed! hoe vertroostend en versterkend is hetzelve. Het behoort mij steeds beter, meer te vreden, en uwer gaven waardig te maken; hierom hebt Gij er velen uwer gaven en weldaden aan verbonden. Kan het gebed mij dan wel een last zijn! Moet ik mij niet veeleer gelukkig achten, dat ik, nietig schepsel, met u, mijn Schepper, zoo vertrouwend kan omgaan, en u mijnen nood kan te kennen geven, gelijk een kind aan zijnen vader. Ach, doe mij het ware doel des gebeds en de wijze van bidden nimmer uit het oog verliezen, opdat mijn bidden voor mij niet ijdel, maar nuttig en vruchtbaar, en alzoo aan u welbehagelijk zij!-

20

-ocr page 27-

VOOUWOORD.

GEBED

ALS AANWIJZING WAT MEN VAN GOD VRAGEN MOET.

O God! mijn hart ligt voor u open; eer ik tot u spreek ^ zijn u mijne wenschen bekend. Och, mogten zij steeds zoodanig zijn, dat zij u behagen en kunnen verhoord worden.

Gij, o Heer! hebt gezegd: Bid en gij zult verkrijgen; zoek en gij zult vinden; klop en u zal open gedaan worden. Ik kan dus alles wat wezenlijk goed is en wat ik noodig heb, van uwe vaderliefde verwachten, wanneer ik het slechts ernstig verlang, en met volharding er om bid.

Slechts door deugdzaamheid en verbetering des levens kan ik gelukkig worden. Dit is ook uw wil, o God! dit moet mijn voornaamste streven, en de hoofdinhoud mijner gebeden zijn. Ik wensch dit van harte, en bid hierom, doch mijne wenschen en gebeden moeten te gelijk ook ernstige voornemens zijn.

Wanneer ik tot u roep: Heer! verlicht, lestier mij; schenk mij mve genade; verleen mij wijsheid en godsvrucht; maak mij deugdzaam, tevreden en gelukzalig; laat niet 'toe dat ik zondig ; doe mij geduldig, zachtmoedig en hiisch zijn ; bewaar mij van de zonde; behoed mij voor het verderf! — dan beken ik door dit gebed, dat ik zonder u niets ter zaligheid vermag, dat alle goed, en alle kwaad om hetzelve te verrigten, van

21

-ocr page 28-

22 VOORWOORD.

u afdaalt. —En dit versterkt mijn vertrouwen [ op ii, en schenkt mij nieuwen moed. Verre zij } het echter van mij, mij hierop zóó te verlaten, | alsof gij alles alleen doet, zonder mijne mede- ^ c werking, alsof gij door een wonder uwer ge- ' z nadekracht, mij met geweld wildet zalig maken. — Neen, mijn God, Gij wilt aan mijne ^ traagheid en ligtzinnigheid geen voedsel geven; { zonder mijne medewerking zult gij mij niet j zalig maken; slechts door met uwe genade r mede te werken, kan ik zulks worden. Onder r deze voorwaarden slechts, kan ik op u ver- i trouwen en op u hopen. lt;• c Gij, liefderijke Vader! vergunt mij ook om i mijn tijdelijk welzijn te mogen bidden. Hier r echter, moet ik vooral overwegen, of hetgene ik wensch, waarlijk goed zij, -—^ of het ook r voor mijn eeuwig heil bevordelijk, of ten v minste daaraan niet nadeelig zal zijn, want ik \ wordt dikwerf door den schijn misleid, en in t

mijne verwachting bedrogen! — En hoe zou ik ooit iets kunnen verlangen, dat mij, wel is waar voordeelig, maar voor mijnen naaste nadeelig konde wezen, daar hij ook uw kind is, en Gij ook voor hem vaderlijk zorgt! Ik moet dus mijnen toestand trachten te verbete- _ ren, om hierdoor ook een ander nuttig te zijn.

Bij de beste meening echter, mag ik geene wonderen van u vorderen, of verwachten, dat Gij om mijnentwil, van de wijze orde afgaat, volgens welke Gij den loop der dingen bestiert, ofschoon uw arm niet verkort is, en Gij als

-ocr page 29-

VOORW OORD,

Heer der natuur, over alle elementen liet gebied voert. Zulks hebt gij mij ook nimmer beloofd, maar gij liebt mij verstand gegeven, om zelf te denken, en volgens eene wijze voor-zigtiglieid te handelen.

Vader niet mijn maar Uto wil geschiede! Dit gebed van uwen Zoon, zij ook het mijne. Het is het beste, het zekerste en troostrijkste gebed. Ik ben een kortzigtig kind, dat dikwerf zelf niet weet, wat het begeert. Gij, Vader, verstaat mij, en Gij beoogt in alles mijn geluk: wanneer ik volgens mijn vermogen heb medegewerkt, dan laat ik alles gerust uwer zorge over. Erlang ik niet wat ik vraag, dan zal ik niet morren, maar gelaten zijn in uwen wil.

Zoo onderwerp ik mijn wenschen en bidden met kinderlijk vertrouwen aan uwen heiligen wil; en zoo vermeen ik, maar het voorbeeld van Jesus, op eene, u behagelijke wijze gebeden te hebben. Amen.

23

-ocr page 30-
-ocr page 31-

DAGELIJKSCHE OEFENINGEN.

2

62

-ocr page 32-

MORGENGEBED.

Het morgengebed is een pligt, dien men niet mag verzuimen ; het Is het morgen-offer, dat men Gode sehaldig is. De goede uitslag van al onze ondernemingen gedurende den dag, hangt van den ^jver af, waarmede v Ij ons morgen-gebed verrigt hebben.

GEBED BIJ HET ONTWAKEN.

[ x (^ei1 naa:in des Vaders ^ en des

nT ï Zoons en des Heiligen Geestes. Am.

feXI | Mijn God en Vader zegenemij^ was-sche en reinige mij dooi- het bloed van Jesus Christusj en heilige mij door zijnen H. Geest. Amen.

Voor u, o Heer en God, ontwaak ik; ik bied u mijn hart aan als het eerste offer van dezen dag, al wat ik heden denkon, wenschen, spreken of doen zal, zal tot uwe eer, en, in vereeniging mijns harten, met awen wil geschieden.

-ocr page 33-

DAGELIJKSCIIE OEFENINGEN. 27

Onder liet kleeden en wasschen.

O God! dit kleed herinnert mij aan liet kleed der onscliuld^ waarmede onze stamouders voor de zonde versierd waren: zij waren met een geestelijk kleed van vrede, van liefde Gods en van zaligheid bedekt.

O barmhartige God! Gij hebt dit heerlijk kleed der onschuld, door onze stamouders in het aardsch paradijs verloren, ons in uwen Zoon Jesus wedergegeven. Bekleed mij dan met dit kleed van onschuld, vrede en zaligheid.

Gelijk ik mij nu met water wasch, reinig alzoo, goede God! mijne ziel met het bloed van Jesus Chiistus, opdat ik zuiver zijn moge voor uwe oogen, u als een kind moge behagen, en afkeerig moge worden van alle valschheid, onzuiverheid, leugentaal, hoogmoed en van al wat u mishaagt.

Neem mij als uw geliefd kind in uwe vaderlijke bescherming, en geef mij de genade, dat ik u door geloof, hoop en liefde aankleve.

Aanbidding der H. Drievuldigheid.

Allerheiligste Drievuldigheid! één God in drie personen, ik geloof dat gij hier tegenwoordig zijt, ik bid u in den diepsten ootmoed aan, ik breng aan uwe oneindige majesteit de huldiging mijns harten.

O God! Heilige Geest, laat mij vervuld worden met, en wandelen door uwe kracht,

-ocr page 34-

DAGiELIJKSCHE

De Heilige Engel^ dien Gij mij gegeven hebt, begeleide mij, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Lieve quot;Vader! ik prijs en dank u voor dezen nacht j in welken uwe vaderliefde mij heeft gespaard, en voor den dag, dien gij mij weder geschonken hebt.

Mogt ik voortaan, door de genade des heiligen Geestes, een heilig leven leiden, opdat ik niet meer leve, maar Christus in mij. Sterk mij steeds in het geloof aan uwen Zoon, opdat ik bloeije als eene plant der geregtigheid, en levende vruchten drage, die u behagelijk en mijnen naasten nuttig en heilzaam zijn.

Ik beveel mij op nieuw aan u, mijn Vader! handel met mij naar uw welgevallen; zuiver, heilig en bewaar mij, opdat ik een waar Christen worde, en een levend lidmaat der Heilige Kerk. Ik wensch geene andere eer, dan uw kind te ziju; geen anderen rijkdom, dan de regtvaardigheid van Jesus Christus; geene andere vreugde, dan de genaderijke inwoning des Heiligen Geestes. — Voor mijn ligchame-lijk onderhoud zult gij zorgen, want Gij hebt gezegd: ik zal u niet als weezen laten.

Ik zal ijverig en standvastig met uwe genade medewerken. De ledigheid zal ik vlugten als de bron van alle kwaad; vreugdevol en uit liefde tot u, zal ik mijne beroepsbezigheden verrigten; en, wanneer ongeduld, vreesachtigheid of ontevredenheid met mijnen staat mij mogten overvallen, dan zal ik met kinderlijk

28

-ocr page 35-

oefeningen. 29

vertrouwen tot u naderen^ en mijnen wil met den uwen vereenigen.

Uwe barmhartiglieid breide zich uit over alle menschen, — en uwe goedheid over alle schepselen. Wees Gij zelf de eeuwige vergelding voor hen, die mij weldoen. Yergeef aan degenen, die mij beleedigen, gelijk ook ik hun van ganscher harte vergeef.

Al mijne bloedverwanten beveel ik uwer Vaderlijke bescherming aan. Alle overheden der Katholieke Kerk, alsook alle vorsten en onderdanen zijn u, mijn God, aanbevolen. Help de armen en ongelukkigen, die tot n roepen. — Geef den overledenen de eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte hen.

oefening van geloof.

Mijn Heer en mijn God! ik geloof vastelijk al wat gij geopenbaard hebt en door uwe Heilige Kerk voorstelt te gelooven, omdat gij de eeuwige wijsheid zijt, die niet bedriegen kunt, of bedrogen kunt worden. — In dit geloof wil ik leven en sterven.

oefening van hoop.

Mijn God, die mij uit zuivere liefde door Jesus, uwen Zoon, tot de eeuwige gelukzaligheid geroepen hebt, ik hoop met een vast vertrouwen, door de verdiensten van Jesus Christus, van uwe oneindige barmhartigheid, 62 2.

-ocr page 36-

DAGELUKSCHE

in dit leven vergiffenis mijner zonden, en de noodige genade om uwe geboden te onderhouden, en na dit leven, het eeuwige leven. Dit hoop ik, omdat Gij het beloofd hebt, die al-magtig, goed en getrouw in uwe belofte zijt. — In deze hooji wil ik leven en sterven.

OEFENING VAN LIEFDE.

Mijn God, ik heb u te laat gekend en bemind; maar ik bemin u toch boven alles, uit geheel mijn hart, uit geheel mijne ziel, omdat Gij alleen waardig zijt boven alles bemind te worden. Ik wensch u steeds meer en meer te kennen en te beminnen. Ontsteek gedurig meer en meer in mijn hart het vuur uwer liefde. Ik bemin ook mijne naasten gelijk mij zelven, om u. — In deze liefde wil ik leven en sterven.

Aanbiddenswaardige Godmensch, Jesus Christus, Gij het verhevenste voorbeeld van volmaaktheid, dat wij moeten volgen! Ik wil mij steeds beijveren u gelijkvormig te worden, zachtmoedig, ootmoedig, kuisch, ijverig, geduldig, liefderijk en overgegeven te zijn in den wil des Hemelschen Vaders, gelijk gij; inzonderheid echter wil ik mij heden beijveren, mij aan de zonde, welke ik zoo dikwerf bedreven heb, en waarvan ik mij zoo gaarne wensch te beteren, niet meer schuldig te maken.

Gij kent, o God! mijne zwakheid, en zonder de hulp uwer genade, kan ik niets ter zaligheid;

80

-ocr page 37-

OEFENINGEN.

onttrek mij dezelve niet. Schenk mij de noodige sterkte^ om de zonde, welke Gij verbiedt, te vermijden, het goede dat gij gebiedt, te beoefenen, en het lijden, dat uwe vaderhand mij zal toezenden, geduldig te verdragen.

Allerheiligste Maagd en Moeder Gods Maria! Gij, mijne Moeder en Voorspreekster! ik stel .mij onder uwe bescherming, ik werp mij in de armen uwer moederlijke liefde. Wees, goe-dertierenste Moeder, mij tot toevlucht in den nood, mijn troost in benaauwdheden, en mijne, voorspreekster voor den troon van uwen aan-biddelijken Zoon, heden, al de dagen mijns levens en inzonderheid in het uur des doods. — Engelen des Hemels, mijne getrouwe en liefderijke geleiders, verkrijgt voor mij van 'God de genade, om uwe inspraken te volgen, en mijnen wandel zoo in te rigten, dat ik nimmer van den weg zijner geboden afwijk.

Groote Naamheilige, neem mij in uwe bescherming, en bid voor mij, dat ik God diene, gelijk gij Hem op aarde gediend hebt, opdat ik Hem eenmaal met u in den Hemel loven moge. Amen.

Onze Vader, Wees gegroet. Ik geloof in God den Vader , enz.

AAWMEBKING.

De Christen stelle zich niet tevreden, met eenigeoogeir blikken op de voorgestelde wijze gebeden te hebben, maar hij bestede ook eenigen tijd tot hot inwendige gebed, of de meditatie. Mendenke niet, dat zulks alleen voor kloos-

-ocr page 38-

DAGELIJKSCHE

terlingen is. Neen, elk'christen, wien zijne zaligheid ter harte gaat, moet zich daarmede gemeenzaam maken.

Door middel van het inwendige gebed of de meditatie, zijn de Heiligen tot den hoogsten trap van volmaaktheid geklommen. Door het inwendige gebed worden wij afgeschrikt van de zonde, en aangevnurd tot de beoefening der deugd. Het inwendige gebed is, volgens den H. Au-GUSTiïais, de bron van alle goed. En, in waarheid, kan men wel over Gods goedheid nadenken, — kan men wel overwegen, hoe goed God in zich zeiven is, hoe liefderijk en barmhartig Hij is jegens ons, hoezeer Hij ons bemind heeft, zonder dat men zijn hart door het heiligst liefdevuur voelt ontvlammen.— Zou men wel zoo ligt eenedoodzonde bedrijven, indien men overwoog, dat Gods Zoon om de zonde gestorven is; dat eéne doodzonde eeuwig zal gestraft worden; — indien men ernstig nadacht over de woorden, door den Godmenseh, op den dag des oordeels nit te spreken: gaat van mij vervloekten in het eeuwig vuur! Het is hierom, dat de betrachting van Gods wet. liet inwendige gebed of de meditatie, in de gewijde bladeren zoo driugend wordt aanbevolen; Ware uwe wet niet het voorwerp mijner betrachting geweest, dan was ik welligt in mijne vernedering bezweken. Ps. cxvm: Zalig is de mensch die vermaak schept in de wet des Heeren^enhaar zal overdenken dag en nacht. [Hij zal gelijk zijn aan eenen boom geplant langs de waterstroomen, die zijne vruchten geven zal te zijnen tijde. Ps. i. ] , ?, 8 en meer andere plaatsen, die ik kortheidshalve voorbij ga. — Men leze derhalve een g: dvrueh-tig boek , brenge eene of andere godsdienstige waarheid zich voor den geest, en denke hieroverna. Uit deze betrachting zullen heilige verzuchtingen en goede voornemens geboren worden. Dit noemt men mediteren. T)e navolging van Jesus, door Thomas a Kempis; de Inleiding tot een godvruchtig leven, door den heiligen Pranciscus de Sales, en de Levens der Heiligen, mogen v.ot dat einde worden aanbevolen.

32

-ocr page 39-

OEI ENINGEN.

DAGEL1JKSCH GEBED TOÏ DEN DlUEëENIGEN GOD.

(Naar den H. Augustinus.)

Mijn Heer en mijn God, mijn hart, geheel mijne ziel verzucht naar u, want Gij hebt ons voor u geschapen, en ons hart vindt geene rust, tot dat het in u ruste. Bij u alleen is vreugde en zaligheid. Geef mij genade, dat ik u zoeke, vinde, beminne, en nimmer u door eenige zonde meer vergramme.

Mijn Heer en mijn God! verwek in mijn hart een waar berouw, en dat mijne handen tot goede werken mogen gebezigd worden. Mijn Eegeer-der! beteugel in mij de lusten van het vleesch, en ontvonk in mijn hart het vuur van uwe liefde. Mijn Verlosser! neem den geest van hoogmoed van mij weg, en versier mij met waren ootmoed. Mijn Heiligmaker! neem de hevige neiging tot gramschap van mij weg, en schenk mij het schild des gedulds, en den zoeten vrede van eenen zachtmoedigen geest. Verleen mij, goedertierene Vader! een levendig geloof, eene vaste hoop, en eene onveranderlijke liefde. Bewaar mij van alle ijdelheid, en van de onbestendigheid des gemoeds, van de verstrooijing des harten, van onbedachtzame gesprekken, en van liefdeloosheid jegens mijne naasten. Behoed mij voor de ijdelheid der oogen, voor eerzucht en vlei-jerij, alsook voor de ongeregelde begeerte naaide goederen van deze wereld.

O mijn God en ontfermer! ik smeek u door

33

-ocr page 40-

84 DAOELIJKSCHE OEFENINGEN.

uwen geliefden Zoon, geef mij de genade, om werken van barmhartigteid en godsvrucht uit te oefenen: de dwalenden te leeren, de hulpe-loozen bij te staan, de weenenden te troosten, de mij aangedane beleedigingen te vergeven, mijne vijanden te beminnen, liet kwaad met goed te vergelden, naar elke deugd te streven, en eenen afkeer te hebben van de zonden. Leer mij dankbaar zijn in voor-, en geduldig in tegenspoed; maak mij afkeerig van het aard-sche, en verlangend naar de hemelsehe goederen, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

-ocr page 41-

OEFENINGEN ONDER DE H. MIS.

Bemerlciugen.

qJ)||e plegtige Godsvoreering bestaat in den gp1 Oneindige een offer op te dragen, waardoor wij onze gelieele afhankelijkheid van Hem openlijk belijden. Die Gode offert, erkent Hem voor het hoogste wezen, voor den Schepper en Heer van alle dingen, voor de bron van alle goed, aan wien wij lof, dank, eer en aanbidding verschuldigd zijn.

Welke gaven, welke gesclienken echter kunnen wij opdragen aan Hem, die de bron van alle goede gaven, de gever van alles is; voor wien wij stof, voor wien wij zondaren zijn? Een offer. Christenen, en slechts één eenig offer, dat den eeuwigen Vader oneindig aangenaam zijn moet, wijl het bestaat in de opoffering van dengenen, in wien Hij zijn welbehagen gevonden heeft; en dit zuiverste, heiligste, Gode

-ocr page 42-

36 OEFENINGEN.

behagelijkste ofFcr, werd ons door Jesus liefde geschonken. Alle offeranden des ouden ver-bondsj waren sleclits afbeeldingen van dit eenige offer, en ook alleen als zoodanig Gode aangenaam.

Jesus Christus, de eeniggeboren Zoon Gods, is zelf dit offer. Hij — die Gode gelijk, ja zelf God was, vernederde zich zeiven, nam de gedaante van eenen dienstknecht aan, en werd zijnen Hemelschen quot;Vader gehoorzaam tot den dood aan het kruishout.

De allerhoogste en heiligste wordt zelf het offer voor het heil der wereld; een offer van oneindige waarde, gelijk God oneindig is. Jesus Christus, do eeniggeboren Zoon des Hemelschen Vaders, wordt op het altaar des kruises zelf het offer, dat de zonden der wereld wegneemt, het Lam Gods, dat door de onuitsprekelijke verdiensten van zijnen dood, aan de eeuwige regt-vaardigheid voor onze zonden voldaan, en de door onze ongehoorzaamheid beleedigde majesteit Gods bevredigd heeft.

Zijne liefde echter liet het hierbij niet blijven. Hij wilde ook onze zwakke natuur ter hulp komen : dit eeuwig waardige offer op eene zigtbare wijze hernieuwen, en hierdoor het aandenken van zijne onuitsprekelijke liefde doen voortduren. Met dit oogmerk nam Hij in het laatste Avondmaal, dat Hij met zijne jongeren hield, en bij hetwelk Hij afscheid van hen nam, brood en wijn in zijne eerwaardige handen, zegende hetzelve, reikte het hun toe, met bevel, hiervan te eten

-ocr page 43-

ONDEK DE H. MIS.

en te drinken. Dit is, sprak Hij: mijn ligchaam, dat voor u overgeleverd; dit is mijn hloed dat voor ti zal vergoten worden tot vergiffenis der zonden; doet dit tot mijne gedachtenis. Ingevolge dit bevel van Jesns aan zijne Apostelen en hunne opvolgers — Eissclioppen en Priesters •— wordt deze zelfde laeilige handeling, door den Verlosser in het H. Avondmaal verrigt, waardoor Hij brood en wijn in zijn waarachtig Yleesch en Bloed veranderde, van de apostolische tijden af, dagelijks in het heilig Misoffer hernieuwd.

Jesus Christus komt derhalve in het Misoffer onder de gedaanten van brood en wijn, wezenlijk tegenwoordig. Dit aloude, algemeene, en door de onwrikbare getuigenissen bevestigde geloof der Katholieke Kerk, is zeer troostvol, werkzaam en vruchtbaar; altijd echter zal het voor ons beperkt verstand een onbegrijpelijk wonder blijven, tot dat wij eens bij het licht dei-eeuwige verheerlijking, datgene klaar zullen zien, wat wij hier ootmoedig aanbidden.

Het heilig Misoffer is geen nieuw, afzonderlijk offer, maar een en hetzelfde met het offer des kruises, — eene voortdurende daarstelling en wezenlijke vernieuwing van hetzelve, op eene onbloedige wijze, volgens de wijze van Melchi-sedech, een zuiver offer, dat op alle plaatsen den Eindelooze wordt opgedragen, — een offer, waarin de menschgeworden Zoon Gods zelf, met ligchaam en ziel, met vleesch en bloed, met godheid en menschheid geofferd en genuttigd 62 3

37

-ocr page 44-

88 OEFENINGEN ONDER DE H. MIS.

wordt, — een offer, oneindig heiliger, voortreffelijker en Gode behagelijker, dan alle andere offeranden des Ouden Yerbonds. — Dit eenige, onschatbare offer, is te gelijk een Aamhiddings-qjfer, waardoor de hoogste majesteit Gods oneindig geëerd, waardig geprezen en aangebeden wordt; een Verzoenoffer voor de gansche wereld ; — een Dankoffer voor alle van God ont-vangene genaden en weldaden; — ten laatste een Bidoffer voor de levenden en overledenen, om hierdoor alle gaven en genademiddelen van God te erlangen, door de verdiensten van zijnen geliefden Zoon, Jesus, die in hetzelve aan zijnen Hemelschen Vader geofferd wordt.

Deze verhevene denkbeelden van het allerheiligste offer, moeten onze ziel vervullen, en ons opwekken, om met de grootste godvrucht bij hetzelve tegenwoordig te zijn; geloof en eerbied in ons opwekken, onze hoop versterken en onze liefde aanvuren, opdat wij in vereeni-ging met de verdiensten van Jesus Christus, door Hem aan den Hemelschen Vader offeren.

o§Cx5§o

-ocr page 45-

GE JBEOEN

ONDER HÉT

H. MIS-OFFER.

Voorbereidings-gebed.

'estjs Christüs, eeuwig Woord des Vaders, Mie het Allerheiligste Sacrament van uw i ligchaam en bloed, in het laatste Avond-. maal hebt ingesteld, en bevolen hebt, hetzelve als een aandenken van uw bitter lijden en dood, in de Mis te hernieuwen: ik bid U, maak mij deelachtig aan de verdiensten en goederen, welke Gij ons, door uwen dood, aan het kruis verworven hebt, en verleen mij de genade, dat ik met ware godsvrucht, met een

-ocr page 46-

40 GEBEDEN

leveud geloof^ met een vast vertrouwen en met eene vurige liefde hetzelve bijwone. O mijn God en Zaligmaker, ik wil bij deze heilige otterande tegenwoordig zijn tot een aandenken van uw lijden en dood ^ ter eere van de H. Moedermaagd Maria en van alle Heiligen, ter vergeving mijner zonden, tot zaligheid mijner ziel, voor de welvaart der Katholieke Kerk en voor de rust der geloovigen die overleden zijn. Hoor, en verhoor. Heer Jesus Christus! mijn nederig smeeken, en laat uwen dienaren tot heil gedijen, wat Gij voor hunne zaligheid gedaan hebt.

BIJ DEN AANVANG DER H. MIS.

Tot uw altaar wil ik naderen, eeuwig, almag-tig God! Gij waart van mijne vroegste jeugd mijne vreugde. XJ heb ik gekozen tot mijn steun en beschermer; tot U neem ik mijne toevlugt, bij U zoek ik hulp tegen de vijanden mijner ziel. —Waarom zijt gij treurig, mijne ziel? Vrees niet: de almagtige is immers uw God en Heer: Hij zal u niet verlaten. — Doch wat goeds en verdienstelijks ziet Gij aan mij, mijn God en Vader, dat Gij TJ mijner ontfermt, en mij met liefde overladen wilt? Hoe veel ongehoorzaamheid ziet uw heilig oog niet in mij! hoe durf ik mij dan verstouten, mijne blikken tot U te wenden? Ik wil in de verte blijven staan, en met een ootmoedig en berouwhebbend hart mijne zonden belijden.

Almagtige Vader! voor TJ, voor alle Heiligen,

-ocr page 47-

ONDER HET H. MISOFFER. 41

voor den priester aau het altaar, en voor de hier vergaderde gemeente belijd ik ootmoedig, dat ik een groot zondaar ben. Daarom klop ik op mijne borst, en spreek met den boetvaardige n tollenaar: Heer! wees mij armen zondaar genadig! Ontferm u mijner, goedertie-rene, barmhartige Vader! — ïen einde de vergeving van mijne zonden te erlangen, en van de zonden der geheele wereld, — ten einde deelachtig te worden aan de genade des eeuwigen levens, offer ik U het leven, het lijden en sterven van uwen eeniggeboren Zoon, gepaard met de verdiensten der zaligste Maagd Maria en van alle Heiligen.

Goddelijke Zaligmaker, Jesus Christus! ontferm U mijner, en maak mij aan uwe verdiensten deelachtig, opdat ik in de liefde met U vereenigd, gelijk de rank met den wijnstok, en door uwe genade gesterkt, vruchten voort-brenge, opdat ik door getrouwe navolging, U meer en meer gelijkvormig, uwer zalige beloften waardig worde.

Heilige Geest! Gij trooster der geloovigen! ontferm U mijner! verlicht mijn verstand, roer mijn hart, en versterk mijnen wil, opdat ik de waarheid erkenne, de leugentaal hate, en alle kwaad verfoeije. Schenk mij een vast geloof, eene onwrikbare hoop, eene volmaakte liefde en eene bereidwillige gehoorzaamheid, opdat ik steeds door U, op den weg der geboden moge geleid worden.

Lof, eer en aanbidding zij U •— Drieëenigen

-ocr page 48-

42 GEBEDEN

God, Yader, Zoon en Heiligen Geest! nu en altijd, en in eeuwigheid. Amen.

VAN DE KERKGEBEDEN TOT AAN DE

OFFERANDE. n

t

Almagtige, eeuwige God! wij smeeken U, X

zie genadiglijk neder op ons, uwe kinderen, c

en verhoor het gebed, dat de Kerk voor ons }

U toezendt. Yergeef ons naar uwe oneindige g

barmhartigheid onze zonden, reinig onze har- 1

ten, en heilig onze zielen en ligchamen tot 1

uwe dienst. Bewaar en bevestig de geloovigen \

in de eenheid, bekeer de dwalenden; verijdel £

de pogingen der goddeloozen, en laat uw heilig /

rijk — de ware godsdienst van Jesus Christus c

— steeds meer en meer onder ons verbreid i

worden. — Zegen de prediking van het Evan- c gelie, dat door uwen Zoon op aarde gebragt,

en door de Apostelen gepredikt is, opdat het i

in de harten der geloovigen, al meer en meer, ]

als de kracht Gods zich vertoone, en zalig 1

make allen, die aan hetzelve gelooven. Ontvonk ]

onze harten met liefde en godvrucht, met (

kracht en vertrouwen, opdat wij in tegenspoed j gelaten, in voorspoed dankbaar zijn, en in

leven en sterven U verheerlijken, gelijk ook j Hem, dien Gij gezonden hebt, Jesus Christus,

uwen Zoon, onzen Heer, die met II, o He- i melsche Vader! en met den Heiligen Geest,

leeft en regeert van eeuwigheid tot eeuwigheid.

-ocr page 49-

ONDEIl DE H. MIS.

BIJ DE OFFERANDE.

Liefderijke Vader, almagtigo, eeuwige God! met het onoevlekte offer, dat de priester U thans op het altaar zal opgedragen, offer ik U ook alle gaven en weldaden op, die ik tot op dit oogenblik van uwe goedheid ontvangen heb; ik vereenig dit dankoffer met die onuitsprekelijke liefde, die uwen eeniggeboren Zoon bewoog, den troon zijner heerlijkheid te verlaten , de menschelijke natuur, en de gedaante van eenen dienstknecht aan te nemen, en U gehoorzaam te worden tot den dood des kruises. Zie genadig neder op dit eeuwige offer, en op de oneindige verdiensten van uwen Zoon, welke ik met den diepsten ootmoed aan uwe oneindige majesteit opdraag.

Gij, Hemelaehe Vader, verlangt voor alles mijn hart. Met ootmoed en berouw, leg ik het voor ü neder; maar ach, ik vrees dat het U niet zal behagen; hierom wensch ik, dat het door het bloed van Jesus Christus, de onuitputbare bron van leven en zaligheid, af-gewasschen en geheiligd worde.

In vereeniging met de bereidwilligheid, waarmede Jesus al zijn lijden en rampen gedragen heeft, en aan U heeft opgeofferd, leg ik ook alle kruis en lijden, dat uwe vaderhand mij toezendt, op het altaar, en bid U, te gelijk met het Misoffer, ook dit offer van volkomene overgeving in uwen wil, genadiglijk aan te

43

-ocr page 50-

GEBEDEN

nemen, en te doen verstrekken tot heil mijner ziel.

Al mijne gedachten en begeerten, al mijne woorden en werken, mijne rust en mijn gebed — al wat ik ben en bezit — offer ik op tot uwe dienst, en ter verheerlijking van uwen Naam. Neem mij, gelijk den verloren Zoon, weder in de armen uwer onmetelijke barmhartigheid, en laat niet toe, dat ik ooit weder van U gescheiden worde.

Yertrouwende op uwe vaderliefde, die het nederige offer mijner wederliefde niet versmaden zal, maar om de verdiensten van Jesus genadiglijk zal aannemen, waag ik het, het geliefkoosd Engelenlied in diepe aanbidding te stamelen. Heilig! heilig! heilig is de Heer, de God der heerscharen. Hemel en aarde zijn vol van uwe heerlijkheid. Heil U in den allerhoogste. Gezegend Hij, die daar komt in den naam des Heeren. Heil U in den allerhoogste.

VOOR DE CONSECEATIE.

Hoogepriester en Verlosser der wereld, Jesus Christus! Gij hebt op het altaar van 't kruis uw dierbaar bloed als een waar, voldoend offer voor onze zonden, aan uwen Hemelschen Vader vrijwillig opgedragen. Zijt geprezen. Zoon des levenden Gods! Gij hebt ons in het Allerheiligste Sacrament, uw ligchaam en bloed als een voortdurend onderpand uwer liefde, als een heilig aandenken van uwen smartvol-

44

-ocr page 51-

ONDER DE H. MIS.

len verzoeningsdood, en als een geestelijk voedsel onzer ziel ten eeuwigen leven achtergelaten. Zijt geprezen Jesus Christus ^ Zoon des levenden Gods! Gij hebt de offerande^ welke aan het altaar door den priester wordt opgedragen , ingesteld, en bevolen, dat dezelve tot aan het einde der wereld in uwe Kerk zoude gehouden worden. — Jesus van Nazareth! die voor onze zonden gestorven zijt, wees mij en alle zondaren genadig, en maak, dat de kracht van dit offer ons, zoowel naar het ligchaam als naar de ziel, tot reiniging en volmaking diene.

GEBEDEN VOOR DE LEVENDEN.

Ontferm U over ons ! die zonder uwe genade niets tot onze zaligheid vermogen, en kom uwe Heilige Kerk , die over den geheelen aardbodem is uitgebreid, te hulp, opdat uwe geloo-vigen door U vrede erlangen, en alle volken zich over uwe bescherming verheugen mogen.

Stel regt apostolische herders over uwe kudde aan, verlicht ook de wereldlijke overheden, opdat zij volgens uwen wil de volken bestieren , en het welzijn hunner onderdanen bevorderen.

Bekeer, o Heer, onze ongelukkige broeders, die in het geloof dwalen, opdat zij onder uwe leiding, tot den weg der waarheid verkeeren. Verlicht de ongeloovigeu, troost de bedrukten, genees do zieken, en kom de ellendigen en 02 3.

45

-ocr page 52-

GEBEDEN

armen te hulp. — Bescherm onze ouders, bloedverwanten, weldoeners en vrienden, opdat zij getrouw in het geloof volharden, en naar des-zelfs voorschriften levende, eenmaal de eeuwige zaligheid bekomen.

Verwijder van ons hetgeen U mishaagt, en verleen ons de genade, van de zonde te vlugten en de deugd te beoefenen, opdat wij volgens uwen wil, en onzen roep, waardig mogen wandelen. — Neem het heilaanbrengend offer, dat de priester U opdraagt aan tot voldoening voor onze zonden, en tot dankzegging voor alle ont-vangene genaden en weldaden; vervul ons met het geloof aan uwe allerheiligste tegenwoordigheid, opdat wij vast mogen gelooven, wat wij niet zien, en zoeken hetgeen ons kan behouden en voeden ten eeuwigen leven. Amen.

ONDER DE CONSECRATIE.

Ik bid U aan. Heer Jesus Christus, onze Koning en Hoogepriester! Ik prijs U, wijl Gij door uw bitter lijden en dood de wereld verlost, en door het offer van uw ligchaam en bloed ons, die verloren waren, met God den Vader weder verzoend hebt. Zijt geprezen nu en in alle eeuwigheid! Jesus wees mij genadig j Jesus, vergeef mij mijne zorden!

Wees gegroet, o allerheiligst bloed van Jesus Christus! dat ik in dezen kelk aanbid. Eeinig mij van al mijne ongeregtigheden! Sterk mij tegen het hervallen in de zonde, en verkwik

46

-ocr page 53-

ONDER DE H. MIS.

mijne ziel, wijl zij zonder V, aan eenen verdorden grond gelijk is. Jesus, voor Ü wil ik leven! Josus, voor U wil ik sterven! Jesus, U wil ik toebe-liooren in mijn leven en na mijnen dood. Am.

AANBIDDING VAN JESUS IN HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.

ült de eehriften Tan Lodewyk Tan Granada.

Jesus Christus! U wil ik beminnen — mijn God en mijn al, U wil ik beminnen, als de kracht mijner ziel! Steeds wil ik U aankleven, onuitsprekelijke vreugde mijns harten. Slechts voor U wil ik leven. Gij zijt mijn hersteller; want Gij herstelt en hernieuwt de menschelijke natuur, die door de zonde zoo zeer verzwakt en bedorven was. Gij zijt mijn bevrijder; want door de banden, waarmede Gij U binden liet, bevrijdt Gij mij van de zonde, van den dood, van de hel, en van den duivel. Gij zijt mijn Verlosser; want voor den prijs van uw allerheiligst bloed, hebt Gij mij verlost van de gevangenschap, waarin ik door de zonde geraakt was. Gij zijt mijn Koning; want Gij kent mij. Gij strijdt voor mij, en redt mij uit de handen mijner vijanden. Gij zijt mijn Priester; want Gij hebt voor mij gesmeekt; en Gij smeekt nog onophoudelijk voor mij, voor den troon van uwen Hemelschen Vader. Gij zijt mijne offerande; want Gij hebt tl zeiven voor mij geofferd aan het kruis om mijne zonden uit te wisschen. Gij zijt mijn middelaar; want Gij

47

-ocr page 54-

1

48 GEBEDEN

zijt God en mensch: als mensch, zijt Gij een g

vriend der mensclien, als de eenlggeboren Zoon z

Gods, almogend bij God, en bijgevolg bekwaam b

om als Middelaar tusscben God en de men- a

scben te treden. Gij zijt mijn hoofd, en bet d

boofd der gebeele Xerk; want Gij deelt aan w

baar en aan al bare ledematen kraebt en i

geestelijk leven mede. Gij zijt mijne eer en u

roem; want Gij bebt voor mij de menscbelijke d

natuur aangenomen, en bierdoor onze natuur v

verbeven. g

Geloofd en aangebeden zij Jesus Christus in

bet Allerheiligste Sacrament des Altaars, in e

alle eeuwigheid. Amen. n

ï

VOOR DE NÜTTIGING DES PRIESTERS. O

D

O allerheiligst, onschuldig Lam Gods, dat n

voor ons gedood werdt! Uit zuivere liefde tot v

ons, wildet Gij den smartvolsten dood sterven, b

opdat wij eeuwig zouden leven. Gij zijt op- v

geofferd gewrorden, wijl Gij bet gewild hebt; u

ontferm U onzer, door uwe oneindige liefde; v

en schenk ons uwen vrede.. Verborgen God u en Zaligmaker, Jesus Christus! ik geloof van

ganscher harte, dat Gij onder de gedaante van s brood tegenwoordig zijt, en ik bid U met den diepsten ootmoed aan. Ofschoon ik een zondaar ben, en dus niet waardig, om U in mijn hart

te ontvangen, hoop ik echter, door uwe on- I

eindige goedheid die veel grooter is,dan mijne i

onwaardigheid, dat Gij mij onwaardigen, de z

-ocr page 55-

ONDER DE H. MIS. 49

geestelijke uuttiging van uw vleesch en bloed zult waardig maken ^ wijl ook de honden van het brood eten, dat van de tafel hunner heeren afvalt. Onze vaderen hebben het manna in de woestijn gegeten, en zijn gestorven; doch wie van dit brood eet, zal eeuwig leven. — Ach! heeft het enkel aanraken van den boord uws kleeds, de ligchamelijke ziekte genezen, dierbare Jesus! wat zal dan ook een vurig verlangen om uw vleesch en bloed te ontvangen, niet vermogen?

Heer gelijk een dorstig hert smacht naar eene waterbron, zoo verlangt mijne ziel om met uw vleesch en bloed gespijsd te worden. Kom dan mijn Heer en mijn God, kom dan, o hoogste goed, met uwe genade en liefde in mijn hart. Liefderijke Zaligmaker! kom en neem mij, gelijk de diep geroerde Vader den verloren zoon in uwe armen. Wees mij een barmhartige Samaritaan! giet den versterkenden wijn uwer genade, en de verkwikkende olie uwer ontfermende liefde in mijn, door de zonden verslagen hart, en spreek het woord des levens uit: wees getroost, uwe zonden zijn u vergeven.

STEL U VOOR, DAT DE H. HOSTIE U WORDT TOEGEREIKT, EN ZEG MET INNIGE GODVRUCHT:

Jesus Christus! Zoon des levenden Gods! Heer en Zaligmaker! Gij, in mij. Gij, met mij! ik bid U aan, en dank U, die mijne ziel bezoekt. — Ik bemin U boven alles, en innig

-ocr page 56-

GEBEDEN

smart het mij, dat ik U niet altijd zoo bemind 1

heb; dat ik Ü veel meer, en ach! zoo dikwijls, 1;

door de zonden bedroefd heb. O konde ik U 1;

eindelijk eens regt — ja uit geheel mijn hart f

en uit geheel mijne ziel — boven alles — be- c

minnen, U die het hoogste, het beminnenswaar- 1

digste goed zijt! — Zie! — mijn arm, zondig li

hart leg ik hier aan den voet uws kruises t

neder. Gij hebt gezegd: wanneer ik aan het z

kruis zal verheven zijn, zal Ik alles tot Mij ii

trekken. — O trek nu mijn hart tot U— trek 1

mij geheel tot U, en houd mij vast in de armen uwer liefde, opdat het der wereld, den duivel en het vleesch niet meer gelukke, mij vanU af te scheuren. Ik ben uw eigendom, ik wil uw eigendom blijven, voor den tijd en voor de eeuwigheid. O mijn God! mijn roem, mijne hoop, mijn rijkdom, mijn alles! De almagtige en barmhartige God, de Yader, de Zoon en de Heilige Geest zegene, bekrachtige en heilige dit voornemen. Amen.

BIJ HET EINDE DER MIS.

Eeuwige Vader! neem deze onbloedige offerande der Mis ter eere van uwen heiligen naam, en tot heil der wereld even zoo genadig aan, als Gij het bloedige offer van Jesus, aan het kruis voor onze zonden opgedragen, hebt aangenomen, en zie door de verdiensten van denzelfden Jesus goedgunstiglijk neder op uwe Heilige Kerk, en op alle geloovigen; ontferm

50

-ocr page 57-

OXDER DE JI. MIS.

51

U over alle levenden en dooden, over onze bloedverwanten en vrienden, maar inzonderheid over Jien, voor wie wij deze heilige offerande aan uwe oneindige Majesteit hebben opgedragen. Laat ons de vruchten van 's Hei-lands verlossing eeuwig genieten, opdat wij hier en hiernamaals uwe oneindige barmhartigheid aanbidden, loven en prijzen, door denzelfden Heer, Jesus Christus, uwen Zoon, die met U in de eenheid des Heiligen Geestes leeft en regeert, in eeuwigheid. Amen.

-ocr page 58-

ANDERE GEBEDEN

DE HEILIGE OFFERANDE DER MIS.

GETROKKEN UIT DE SCHBIFTEN VAN DEN GODVRUCHTIGE^

THOMAS a KiGMfIS.

^aemhaetige Vader! zie uit uw heiligdom, /uit den hoogen Hemel neder op dit lieilige

Toffer van uwen Eeniggeboren, dat Hij zelf

-yj voor onze zonden aan U opdraagt. Hij is zelf de Hoogepriester, — en Hij legde zich neder op het altaar des kruises, om voor het leven der wereld geofferd te worden. Wees niet onverbiddelijk voor mij, zwakken en el-lendigen, die om mijne zenden niet meer waardig ben naar den Hemel te zien, niet meer waardig ben, dat de aarde mij drage. Ach. i heb U zoo dikwijls beleedigd, terwijl ik roe-

-ocr page 59-

-

ANDERE GEBEDEN ONDER DE H. MIS. 53

keloos eu onbezonnen, door gedachten, woorden en werken, uwe geboden overtreden heb. Hierom verdien ik, dat Gij op mij vertoornd waart, en de gelieele natuur tegen mij opstond. Naardien het billijk is, dat de natuur dengene weigert te dienen, die U beleedigd en achter de schepselen gesteld heeft. Maar almagtige God — God van vertroosting! ontfermUmijner! berouw en smartgevoel verscheurt mijn binnenste. Ontferm U over hem, die uit niets geschapen, in zonde geboren, door U van de zonde verlost, maar dikwijls door menschelijke zwakheid weder in zonde viel.

Verschoon mij, Heer! en treed niet in het ^ geregt met uwen dienaar. Schenk den ver

kwistenden zoon vergeving, dewijl hij uit den zondenstaat wil opstaan, en voor den troon uwer heerlijkheid in het stof nederknielt, van den vroegen morgen, tot laat in den nacht uwe barmhartigheid aanroept, en zoolang aanroept, tot dat de dauw der genade en de zegen i, van den hemelschen troost op zijn verdord hart

;e valle. Om II zeiven neig uw oor tot mij, en If verhoor mijn smeeken. Verheerlijk in mij uwe

is bamihartigheid, welke al degenen zalig maakt,

:h die in U hopen ; slechts om uwe goedheid, niet

et om mijne verdiensten, zult Gij U zeiven aan mij os verheerlijken. Ik kan U geene andere verdien-il- sten toonen, dan die van uwen Zoon, die aan r- het kruis gestorven is, om al onze zonden dooier zijn lijden uit te wisschen. ik Goedertierene Vader! gedenk zijne onschat-

1e-

-ocr page 60-

54 ' ANDERE GEBEDEN

bare liefde, lioe Hij zijn leven ten beste gaf, zij]

om zijn volk het leven te geven. Hij spaarde zo( zicli zeiven niet, om de schuldigen eeuwig te

sparen. — Gedenk zijn bitter lijden. quot;Welk off

lijden, welke mishandelingen heeft Hij niet ge

verduurd! Hoeveel ellende en rampspoed heeft ve

Hij niet willen dragen, van het oogenblik zijner ou

geboorte, tot zijnen laatsten ademtogt. Zijn ofl

vergoten bloed riep om verzoening tusschen de oo

kinderen en den Vader. Hij maakte van vijanden vs

vrienden. Hij nam vlugtelingen tot zonen aan. vt

Heiligste quot;Vader! ik stel U heden de teekenen d;

voor, van het lijden uws eeniggeboren Zoons, v(

en vereenig hiermede onze smeekingen, en de v( gebeden van alle zalige bloedgetuigen, die

Jesus in zijn lijden zijn nagevolgd, en vreug- d

devol om zijnen naam, den marteldood verduurd o

hebben. — Aanschouw zijnen doodsangst, zijn v

bloedig zweeten, zijne geeseling, zijne krooning t

met doornen, den purpermantel, waarmede Hij 1

bespot werd, de spijkers en het kruis, en r

eindelijk de lans, welke zijn liefdevol hart 'v

doorboorde. — De lijdensteekenen waren het t

kostbare sieraad, de koninklijke vanen, waarmede uw eeniggeboren Zoon te. voorschijn trad, om de vijandelijke magt der hel te overwinnen. Met deze wapenen, overwon Hij den dood, en verloste Hij het menschdom. Yergeef mij. Vader, door deze heerlijke zegeteekenen mijne zonden, en ontferm U mijner. Zij zullen mij een schild zijn tegen alle zouden en verleidingen. Uw bitter lijden en sterven, o Jesus,

-ocr page 61-

ONDER DE H. MIS.

zijn het heiligste voorwerp mijner liefde en de zoetste troost mijner ziel.

Heiligste Yader! neem dit U zoo behagelijk offer van uwen Zoon voor ons aan. Gij hebt gewild, dat hetzelve een offer van eeuwige verzoening zijn zoude en van oneindige waarde, om alzoo onze zonden uit te wisschen. Ja dit offer is oneindig heilig en behagelijk in uwo oogen. Dagelijks wordt het door de handen van den priester, met heiligen eerbied voor de levenden en overledenen opgedragen. Dit offer zij dan de bron van alle zegeningen voor mij, en voor al degene a, die zich in gebed hebben aanbevolen, en wier behoeften en geloof Ubekend zijn.

O oneindig kostbaar, oneindig behagelijk offer, dat uwe eenige Zoon aan U, eeuwige Vader, opdroeg, daar Hij zelf het ware, eeuwige en volmaakte offer werd. Hij, die alleen de vlek-kelooze, de heilige priester is en niet noodig had, eerst voor zich zeiven te bidden en tc offeren , maar slechts eenmaal stierf als middelaar voor ons, die den dood verdiend hadden, en die in de gansche schepping niets vonden, waarmede wij voor onze zonden hadden kunnen voldoen.

Nu ben ik verzekerd, dat, wanneer ik ook door menschelijke zwakheid in zonden val, ik op vergeving kan hopen. Want ik heb de bron gevonden, om gereinigd te worden; ik heb den geneesmeester gevonden, die mijne ziel kan genezen. Ik weet nu, waar mijne hoop en troost is; het lijden en de wonden van Jesus zijn de overvloeijende bronnen mijns

55

-ocr page 62-

ANDERE GEBEDEN

lieils, de eeuwig onwrikbare grond mijner hoop.

Mijne ziel zal uwen naam prijzen voor de onschatbare weldaden die ik uit uwe vaderhand ontvangen heb; deze weldaden moeten mijn hart steeds bewegen, om u en uwen geliefden Zoon den regtmatigen dank te betuigen.

Heiligste quot;Vader! hoe zal ik echter een begin maken met U te danken^ daar ik niets waardigs vind, om U voor zoo vele ontvangene weldaden op te dragen. Ik weet wel, dat Gij onze geschenken niet noodig hebt, doch Gij schept er behagen in, wanneer Gij weet, dat zij uit zuivere liefde, met een rein hart en met oogmerk om U als onzen Opperheer te huldigen, worden opgedragen. Indien iemand nu besluit, om zich geheel aan U toe te wijden, dan geeft Gij U zeiven daarentegen; en het woord van Jesus wordt vervuld; geeft en te zal gegeven worden. Indien Gij U gewaardigen wilt, mijne geringe gaven aan te nemen, dan offer ik U mij zeiven, en ik geef ziel en ligchaam geheel over, ter uwer beschikking. Zelfs mijnen eigen wil — het grootste offer, dat een mensch doen kan, wil ik van dit oogenblik af bereidwillig verloochenen, gelijk uw geliefde Zoon, Jesus Christus, onze Heer, zijnen wil aan U opofferde, opdat Hij door zijne zelfverloochening ons heil zou verwerven, en opdat Hij zijnen getrouwen navolgers in deze korte, maar zinrijke woorden, den geheelen inhoud zijner leer geven koude: Vader, niet mijn wil, maar deuwegeschiede ; — uw wil geschiede.

56

-ocr page 63-

ONDER DE H. MIS.

Door uw verlieven voorbeeld opgewekt, en door uwen geest aangevuurd en gesterkt, wijd ik mij op nieuw toe aan uwe dienst, en ik zeg der goddelooze en ijdele wereld vaarwel. Alle zondige begeerten verfoei ik uit geheel mijn hart; Satans ingevingen en werken veraebt ik: met alles wat ik ben en bezit, wijd ik mij toe aan uwe dienst. Mijn vurigste wenseb is, de dagen mijns levens door bet onderbonden van uwe geboden en door het streven naar volmaaktheid te heiligen, en eens met U ver-eenigd te worden.

Ten einde uwen wü volmaakter te vervullen, ben ik bereid, den mijnen te verloochenen, door aan II gehoorzaam te zijn in den persoon mijner overheden, want aan hen te gehoorzamen, is U gehoorzamen. Ik buig mij onder hunne hand, en ik gehoorzaam bereidwillig uit liefde tot U, ook dan, wanneer mij zulks lastig schijnt. Zulks doe ik in navolging van Jesus, die, ofschoon hij Godmensch was, zich voor zijne Moeder en Voedstervader, voor zijnen Dooper, ja zelfs voor zijne vijanden vernederde.

Gij kent mijne onvolmaaktheid, en ik geef U, mijn Vader! met kinderlijken eerbied te kennen, dat mijne ziel gewond is. Met een waar berouw, smeek ik U om de noodzakelijke middelen, tot volkomene genezing; uwe liefderijke vaderhand heelt immers de wonden en versterkt de zwakken; vergeet ook mij, ongelukkige niet. Amen.

57

-ocr page 64-

58 ANDERE GEBEDEN ONDER DE H. MIS.

GEBED NA DE H. MIS.

Liefderijke Vader! ik dank U met kinderlijk gevoel, dat Gij mij aan liet liefdemaal van Jesus en aan de gedaclitenis van zijnen dood hebt laten deelachtig worden. Wil mij alle ver-strooijingen en gebrek aan vurige godvrucht gedurende deze heilige offerande vergeven. Hier voor uw heilig aanschijn maak ik het vast voornemen, het voorbeeld van uwen eeniggeboren Zoon na te volgen, en Hem, voor zoo ver mijne krachten toelaten, gelijkvormig te worden, ten einde mij op deze wijze de vruchten van dit groote en heilige offer worden toegevoegd. Verleen mij de genade, om dit voornemen te volbrengen, door denzelfden Jesus, uwen Zoon Amen.

-ocr page 65-

GEBEDEN ONDER DE H. MIS.

IN DAGEN

VAN LIJDEN EN WEDERWAARDIGHEID.

BIJ HET BEGIN DER H. MIS.

gt;jkjj mijn Heer en mijn God! diep nederge-

?W bogen verscMjnen wij heden voor uw allerheiligst aangezigt; want uwe hand heeft ons met wederwaardigheden, ziekten en lijden bezocht.W bogen verscMjnen wij heden voor uw allerheiligst aangezigt; want uwe hand heeft ons met wederwaardigheden, ziekten en lijden bezocht.

O Vader in den Hemel! Wij erkennen wel is waar dat alles, wat van uwe regtvaardige hand komt, veel geringer is, dan datgene, wat wij verdiend hebben; ja wij zien zelfs in, dat Gij in het straffen nog genadig jegens ons

-ocr page 66-

60 GEBEDEN ONDER DE H. MIS,

zijt. Helaas! niet dan al te dikwijls hebben vei. wij in gedachten ^ woorden en werken voor U alt gezondigd. Eeeds meermalen hebt Gij onze on- ^Va standvastigheid in het goede bestraft, en toch jj0 gingen wij tot geene duurzame verbetering en over. Indien Gij ons, om onze wankelmoedig- om heid, met lijden en wederwaardigheden bezocht,

wanneer het zwaard als het ware boven onze te hoofden hing, dan smeekten wij dadelijk om /0( genade en barmhartigheid. In den angst en nood van ons hart, riepen wij uit: Heer, haast m0 U om ons te helpen! Doch naauwelijks hadt ciie Gij uwe straffende hand teruggetrokken, naauwe- uw lijks had Gij ons uit eenige wederwaardigheid gered, of wij waren weder laauw en vergaten weder in de duizeling onzer ligtzinnigheid,

onze gemaakte heilige voornemens geheel en al.

Ja, wTij zondigden helaas! op nieuw voor U,

heilige God, wij stapelden zonden op zonden, misstappen op misstappen, en waren enkel uwe barmhartigheid en goedheid, en geenszins ^ uwe strenge regtvaardigheid indachtig.

O wij bekennen dit alles voor U, alwetende God, met een vermorzeld hart; met leedwezen, met het innigste gevoel van smart kloppen Ko wij op onze borst, en roepen in den geest voor U, o God, en voor den Hemel opregtelijk uit; wi Onze schuld ! onze schuld, onze grootste schuld! te Doch wees niet vertoornd, o Yader der barmhar- wi tigheid, wanneer wij U op nieuw om ontferming oo smeeken, en wijl ons gebed welligt nog on- he waardig is, om voor uwen allerheiligsten troon sc

-ocr page 67-

in dagen van lijden enz. 61

verhoord te worden: zoo bidden wij de heilige, altijd onbevlekte Maagd Maria, den zaligen Aarts-Engel Michael, den zaligen Joannes den Uoojier, de heilige Apostelen Petrus en Paulus, en alle Heiligen, om voor ons bijU, o God! om genade en barmhartigheid, alsmede om kwijtschelding en vergeving van al onze zonden te smeeken, in den naam des Yaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. Amen.

Het is ons goed, o Heer! dat Gij ons verootmoedigd heht, opdat wij U naawivheurig leeren dienen (Ps. cxvm, 71). Doch nu trooste ons uwe barmhartigheid (Ibid. 76).

Heer, ontferm IJ onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm U onzer.

bij den lofzang der engelen.

(GLORIA.)

Wanneer dezelve door den Priester wordt aangeheven of uitgesproken.

Eere zij U, almagtige, eeuwige God! die hoog in de Hemelen uwen troon gevestigd hebt; want ook in onze wederwaardigheden, zullen wij niet ophouden uwen heiligen naam te verheerlijken. Ook Gij, o God! die met de hoogste wijsheid uwe schepselen regeert, houdt immers ook niet op, hen te beminnen, al bezoekt Gij hen ook somtijds met het zwaarste lijden. O schenk ons inzigt, om onwrikbaar deze over-«53 4

-ocr page 68-

62 GEBEDEN ONDER DE H. MIS,

tuiging aan te kleven, opdat wij ons in uwe liandelingen niet bedriegen. Laat ons toch de onbezonnen- en ligtzinniglieden dergenen niet navolgen, welke bij ongelukken, die hen treffen, en in dagen van lijden, en wederwaardigheden tegen uw'e Voorzienigheid morren, aan uwe wijsheid en vaderliefde twijfelen, en met U, als het wrare, willen regten, daar Gij toch beter weet, dan iemand onzer in staat is om te zien, wat ons en den onzen nuttig is voor tijd en eeuwigheid.

O laat ons, o God van allen troost! steeds tot het getal dier menschen behooren, welke van eenen goeden wil zijn, uwen heiligen wil aanbidden, in alle lijden en wederwaardigheden hunnen wil met den uwen vereenigen, en zich daarom dien vrede mogen beloven, dien Gij alleen kunt geven.

Ja, Vader der liefde en barmhartigheid, niet anders dan naar het verheven voorbeeld van Jeans, uwen Zoon, smeeken wij in onze droefheid tot U : is het mogelijk, Vader! dat de kelk des lijdens en der wederwaardigheden, dien Gij ons hebt toegezonden, voorbij ga, zoo ga hij voorbij; doch niet, zoo als wij willen, maar zoo als Gij wilt.

Wij smeeken tot U, door Jesns Christus, uwen Zoon, onzen Heer en Zaligmaker, die de zonden der wereld heeft weggenomen, en met U en den heiligen Geest alleen heilig, alleen de almagtige God in alle eeuwigheid is. Amen.

-ocr page 69-

IN DAGEN VAN LIJDEN ENZ.

BIJ DE COLLECTEN.

Almagtige God! zie genadig op ons neder in onze droefhedenj versmaad ons gebed niet, wanneer wij in de wederwaardigheden tot u roepen. Wij hebben deze rampen verdiend; wij hebben ons uwe regtvaardige ontevredenheid op den hals gehaald; doch straf ons niet^ o Heer! in uwen heiligen toorn, maar haast Ü, om ons, bedrukten, tot eer van uwen heiligen naam, genadig te helpen, door Jesus Christus, onzen Heer, die met TJ, in de eenheid van den heiligen Geest, leeft en regeert van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

BIJ DEN EPISTEL EN HET EVANGELIE.

Eeuwige Vader der menschen, aller volkeren en eeuwen! de heilige Schriften des Ouden zoowel als des Nieuwen verbonds zijn vol met de treffendste bewijzen uwer ontferming jegens al diegenen, welke bij alle getrouwheid en godsvrucht, met welke zij in de wegen uwer geboden wandelen, toch met het grootste aard-sche lijden en allerlei wederwaardigheden ter beproeving hunner gehoorzaamheid en van hun onwrikbaar vertrouwen op U, zijn bezocht geworden. Aan alle regtvaardigen hebt Gij uwe liefde en hulp bewezen; zelfs zondaren hebt Gij niet verstooten, wanneer zij tot U om hulp en redding zuchtten, indien slechts hun hart tot U weder bekeerd was.

63

-ocr page 70-

fi4 GEBEDEN ONDEll DE h. mis,

Ach, God en Vader! wees ook ons genadig, red ons uit de ellende, waarin wij gedompeld zijn. Gij ziet ons vermorzeld hart, ontferm U onzer, en verhoor ons gebed. Zie de droefheden onzes harten hehhen zich vermenigvuldigd: verlos ons uit onze angsten. (Ps. xxiv, 17). Sta op, o Keer, waarom rust Gij (gelijk een slapende)? ontwaak, en verstoot ons niet altijd en eeuwiglïjh. Waarom verbergt Gij uw aangezigt, en vergeet onze ellende en verdrukking? Want onze ziel is tot m het stof vernederd, onze horst kleeft aan de aarde. Sta op, Heer! onze hulp, en verlos ons, om uwen naams wille (Ps. xliii, 25—26). Ja, Heer! kom ons te hulp in de lenaauwdheid, zvant menschen hulp is hedriegelijk (Ps. lix, 13).

bij heï credo.

(Hier bidde men de Apostolische geloofsbelijdenis.)

bij de offerande.

Laat, o Heer! eenen blik van uw welbehagen op de zuivere gaven van brood en wijn neder-vallen, welke wij U in vereeniging met uwen priester, heden andermaal offeren, en die in het waarachtige ligchaam en het waarachtige bloed van Jesus Christus, onzen Heer en Zaligmaker zullen veranderd worden. Neem, o Yader aller genade en barmhartigheid! dit offer genadig aan, zoo als Gij datgene met liefde en ontferming hebt aangenomen, door hetwelk Gij te onzer verlossing wildet bevredigd en verzoend

-ocr page 71-

1

IN DAGEN VAN LIJDEN ENZ. 65

worden. Op nieuw hebben wij wel is waar voor U gezondigd, en uwe regtvaardige gramscliap verdiend: wij belijden zulks openlijk voor U, o God! wij zijn uwer nieuwe ontferming onwaardig; doch zie niet ons, maar zie Jesus aan, in wien Gij uw grootste welbehagen hebt, en wees ons om Zijnentwille genadig .Ontferm U onzer, naar uwe groote barmhartigheid, want Gij alleen kunt ons redden uit alle lijden, wederwaardigheden en rampen onder welker last wij gebukt gaan. Doch Vader! indien deze kelk des lijdens niet voorbij kan gaan, zonder dat wij denzelven drinken, zoo geschiede uw wil; schenk ons slechts kracht, om met eerbied en stille onderwerping uwen heiligen wil te aanbidden. Amen.

VOOR EN ONDER DB PREFATIE.

O Heer en God! Te allen tijde hebt Gij uwe regtvaardigen uit velerlei lijden, wederwaardigheden en droefheden gered. Den regtvaardigen Koe en diens huisvrouw en kinderen hebt Gij in de ark voor den verschrikkelijken zond-gt; vloed behoed. — Uwen getrouwen Abraham hebt gij uit het land der Chaldeërs, en diens neef Loth, benevens zijn gezin, uit Sodoma geleid. Met den deugdzamen en onschuldigen Josef zijt Gij in den put en in den kerker nedergedaald, en waart in den laatsten zoo lang zijn trooster, tot dat Gij hem tot Heer over Egypte verhieft! Uwen zachtmoedigen Moses hebt Gij uit de 62 4.

-ocr page 72-

66 GEBEDEN ONDER DE H. MIS.

magt van Pliarao gered ^ en op uwen godvree-zenden Job zaagt Gij met welbehagen neder, ten tijde dat hij den kelk van menschelijk lijden, van wederwaardigheden, rampspoeden en ongelukken, tot op den laatsten druppel, ter beproeving zijner ongeveinsde verkleefdheid aan U, moest uitdrinken. Daniël hebt Gij in den leeuwenkuil, de drie jongelingen in den gloeijen-den oven, ongeschonden bewaard, de lasterach-tige beschuldigers der kuische Suzanna hebt Gij voor al het volk beschaamd, en daarentegen hare deugd en onschuld in het helderste daglicht gesteld. Den vorst uwer Apostelen, Petrus, hebt Gij door de hand eens Engels uit den kerker geleid, en wie is in staat de duizendvoudige bewijzen aan te voeren, die tot bekrachtiging der heilrijke waarheid verstrekken, dat Gij diegenen nabij zijt, welke in lijden, wederwaardigheden en ongevallen alleen op TJ vertrouwen ?

O God! ook wij roepen U, met een vermorzeld en boetvaardig hart, om hulp en redding aan, in den angst en nood, waarin wij verkeeren, en daar de priester aan het altaar ons oproept, om onze harten vertrouwelijk tot U te verheffen, en U te danken, voor alle weldaden en gunstbewijzen, die Gij ons reeds bewezen hebt, zoo volgen wij, wel is waar, zijne oproeping, en erkennen dit ook voor billijk en regtvaardig, betamelijk en heilzaam; maar, o God! indien liet met uwe heilige schikkingen tot onze zaligheid niet strijdig is; zoo verhoor ons zuchten

-ocr page 73-

IN DAGEN VAN LIJDEN ENZ. 67

en smeeken tot U, opdat wij, van dankbaarheid voor nwe reddmg uit den angst en nood van ons hart doorgloeid, onze lofzangen met de Engelen en Aartsengelen, Cherubynen en Serafynen en het geheele heir aller Hemelsche geesten vereenigen en in eeuwigheid zingen mogen:

Heilig, heilig, heilig is de Heer, God Sa-baoth ! Hemel en aarde zijn vol van uwe heerlijkheid. Heil Hem, die woont in het allerhoogste! Gezegend is Hij, die komt in den naam des Hee-ren: Heil Hem, die woont in het allerhoogste.

BIJ HET CANON.

God! almagtige Vader! Wij bidden U door Jesus Christus uwen eenigen Zoon, die zich als onze middelaar, heden op nieuw op eene onbloedige wijze aan U wil opofferen, neem aan ons smeekgel cd, opdat ons en allen, die Gij ons hebt aanbevolen, nwe ontfermende goedheid genadig moge toevloeijen.

Gaarne vereenigen wij ons gebed met dat des Priesters, dat Gij uwe heilige Kerk behouden, beschermen en regeren, en aan alle geestelijke en wereldlijke overheden, benevens aan alle geloovige Christenen uwen vermogenden bijstand schenken wilt, doch voornamelijk roepen wij uwe barmhartigheid in voor onze door ziekten en wederwaardigheden lijdende broeders, en opdat ons smeeken U des te aangenamer zij, zoo bidden wij de roemrijke steeds zuivere Maagd Maria en alle Heiligen, dat zij ons gebed

-ocr page 74-

68 gebeden onder de h. mis,

ondersteunen, en die genade van u, U God, voor ons verwerven, welke wij thans als eene der grootste goddelijke weldaden beschouwen, docli slechts in zoo verre als het uw goddelijke wil is, ons gebed te verhooren.

voor en onder de elevatie.

Weldra, o Jesus, zullen wij der genade deelachtig worden, dat wij U met de oogen onzes geloofs, onder de gedaanten van brood en wijn zullen zien en aanbidden.

O liefderijke Zaligmaker, die eens zoo gaarne de tranen der bedroefden droogdet, alle bekommerden, door uwe goddelijke menschlievend-heid opwektet, en aan alle ongelukkigen en bekommerden toeriept: „Komt allen tot Mij, die heiast en heiaden zvjt, en Ik zal « verkwikken (Matt. xi. 28.) ach, werp, volgens uwe onbegrensde goedertierenheid, ook op ons een blik van genade en ontferming!

Wij aanbidden U, Zoon van den levenden God! wij gelooven in U, wij hopen op U, Heer, uit geheel ons hart beminnen wij U!

O onder de gedaante van brood en wijn tegenwoordige G od. Gij, die alleen de woorden des eeuwigen levens hebt, en uwen Vader om niets vruchteloos bidt, wees in den angst en nood van ons hart onze liefderijke voorspreker bij God, uwen Vader; ten minste, indien datgene , waarom wij bidden, met de allerheiligste raadsbesluiten Gods, tot heil van ons en de

-ocr page 75-

in dagen van lijden enz. 69

onzen niet strijdig is. Laat uw dierbaar bloed aan onze arme zondaars niet verloren zijn. Jesus, voor U leven wij! Jesns^ voor U sterven wij! Jesus, voor U zijn wij dood en levend!

na de elevatie.

Groote God! Wel herinneren wij ons, dat geluk en ongeluk, leven en dood, armoede en rijkdom van U komen. (Eccl. xi. 14) j dat er ook geen kwaad in de Stad is, hetwelk door üniet bestuurd wordt (Amos ui. 6). Wij zien ook in, dat het onze pligt is, oin, even als de beproefde Job, in lijden, wederwaardigheden en ongevallen uit te roepen: Be naam des Heeren zij geloofd (Job i. 21), wij weten eindelijk, dat wij ons in onzen kommer moeten beroemen, wijl, zoo als de Apostel zegt: (Rom. v. 3 enz.) de wederwaardigheid geduld voortbrengt, het geduld beproeving, de beproeving hoop, de hoop echter niet beschaamd waakt. Hoe bereid wij intusschen ook steeds zijn, om uwen heiligen wil in alle gebeurtenissen van ons leven te aanbidden, zoo zijn wij toch ook zwak en krachteloos, eu hebben uwe sterkte en uwen troost noodig; verwerp dus ons smeeken niet, wanneer wij U dat plegtige en heilige Gebed voordragen hetwelk Jesus Christus, onze Heer en Zaligmaker, ons geleerd heeft, en door welks eerbiedig uitstamelen wij alles van U, o Vader bekomen zouden, waarom wij U ooit in zijnen naam mogten bidden.

Onze Vader, enz.

-ocr page 76-

70 GEBEDEN ONDER DE H. MIS,

VOOR, ONDER EN NA DE COMMUNIE.

Jesus, grootmoedigste Verlosser der geheele wereld j Gij liebt U thans aan uwen Hemelsclien Vader, als een waar Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld wegneemt, op nieuw geofferd; ach, ontferm ü onzer, ontferm U onzer, en schenk ons nwen vrede.

Doch dit alleen is voor uwe liefde niet genoeg; Gij noodigt ons ook uit, om U in ons hart op te nemen.

Ach, onze ziel smacht naar TJ; want even gelijk Gij woorden des eeuwigen levens hebt, hebt Gij ook woorden des troostes, zoo als geen mensch in staat is, om te troosten: maar onze geest is nog te zeer verstompt, ons hart is nog te onrustig, dan dat wij het zouden durven wagen tot uwe heilige tafel te naderen, om U, het ware Hemelbrood te ontvangen.

In waarheid moeten wij uitroepen: Heer! wij zijn niet waardig dat Gij ingaat onder ons dak, doch spreek slechts één woord, dan wordt onze ziel gezond. Wij hebben, wel is waar, een hartelijk berouw over alle zonden, die wij gedurende ons geheele leven met gedachten, woorden en wei-ken hebben bedreven, doch nog niet genoegzaam over onze angstige bekommering, waarom wij U slechts bidden, ons weldra bekwaam te maken, om U in ons hart op te nemen.

O liefderijke Samaritaan! Jesus Christus!

-ocr page 77-

IN DAGEN VAN LIJDEN ENZ. 71

stort de gezegende olie uwer ontferming in ons gewond hart, en liet zal gerust gesteld, genezen worden. In U zal liet zicli verheugen, in U, o God onzen redder. Amen.

HIJ DE LAATSTE COLLECTEN.

O God! U is het eigen, U altijd over uwe kinderen te ontfermen en hen te sparen. O neem daarom ons smeekend gebed liefderijk aan, en indien het volgens uwe wijsheid mogelijk en ons nuttig is, zoo ontferm U onzer in ons lijden, onze wederwaardigheden en bekommeringen; opdat ook wij zouden kunnen uitroepen : In onze lelcommeringen r iepen wij den Heer aan, en verhieven onze /item tot onzen God. Hij hoorde ook onze stem in zijnen heiligen tempel, ons geroep kwam tot voor Hem en drong in zijne ooren (Ps. xvn 7). Daarom bidden wij U, Vader in den Hemel! door Jesus Christus, uwen Zoon. Amen.

BIJ DEN LAATSTEN HEILIGEN ZEGEN.

Uwe goddelijke Majesteit zegene ons; uwe oneindige Godheid beseherme ons; uwe roemwaardige eenheid behoude ons; uwe onmetelijke Drie-eenheid beseherme ous; uwe onwaardeerbare goedheid leide ons, de almagt des Vaders regeere ons; de Wijsheid des Zoons trooste ons; de kracht des Heiligen Geestes verlichte ons. Ons zegene God de quot;Vader, Zoon en Heilige Geest. Amen.

-ocr page 78-

72 gebeden onder de h. mis, enz.

En nu zullen wij tot den arbeid van ons beroep en ons geslacht terugkeeren, doch sta ons toe, dat wij vooraf nog met David uitroepen:

„ Op U, o Heer! stellen wij ons vertrouwen, in eeuwigheid zullen wij niet beschaamd worden, f erlos en red ons naar uwe regtvaardigheid. Neig mv oor tot ons, en maak, ons zalig. Wees voor ons, o God, eene sterke vrijplaats, waarheen wij steeds vlugten kunnen. Gij helt bevolen, dat wij zouden geholpen worden, want Gij zijt onze rots en onze sterkte. (Ps. lxx , 1—3). Amen.

-ocr page 79-

VERHEFFING DES HARTEN

ONDER

HET HEILIGE MISOFFER,

voor degenen, die de ET. Offerande in de Kerlc niet kunnen bijwonen.

i.

Vurig verlangen om aan de Heilige Offerande deelachtig te worden.

Allerheiligste Drievuldigheid! God Vader, Zoon en heilige Geest! almagtige oorsprong aller dingen; beste Vader, liefderijke Verlosser, bron mijner heiligmaking en zaligheid — ik, uw onwaardig schepsel, verstout mij voor U te verschijnen, om U mijnen God en Schepper, alle eer, aanbidding en pligtmatige onderwerping te betoonen; om U te danken voor de ontelbare weldaden, die ik van uwe vaderhand ontvangen heb; om uwe heerlijkheid te prijzen, 63 5

-ocr page 80-

H. MISOPFÉË,

wijl ik tot uwen lof gescliapen ben; om uwé barmliartig]ieid in te roepen, wijl ik zoo dikwijls, en zoo zwaar gezondigd heb. Dit alles kan ik niet waardiger en volmaakter doen, dan door de heilige offerande der Mis met aandacht en godvrucht bij te wonen. Want in dezelve, wordt II het hoogste lof- en dankoffer, het krachtigste bid- en verzoenoffer, het waardigste offer ter voldoening, en het krachtigste offer des heils, voor levenden en overledenen opgedragen. Daar ik echter lieden deze heilige offerande, ligchamelijk niet kan bijwonen, wil ik mij ten minste in den geest voor het altaar plaatsen, waar Jesus Christus zich nu op eene onbloedige wijze aan U, hemelsche Vader, opdraagt. Ik vereenig mijn gebed met dit verheven offer; ik wensch vurig, in vereeniging met uwen Zoon, U, o hemelsche Vader, op de krachtigste wijze te loven, te beminnen, te bidden, te danken, alle mij aangedane beleedigiug uit liefde tot U te verdragen, en aan de onschatbare vruchten dezer heilige offerande deelachtig te worden. Schenk mij hiertoe uwe goddelijke genade. Amen.

11.

Berouw over de zonden, met geloot en betrouwen op Jesus Christus, en opoffering zijner oneindige verdiensten.

Heiligste Vader! rouwmoedig beken ik, dat ik U hoogst zelden met een onverdeeld hart gediend heb, maar U integendeel zeer dikwijls

74

-ocr page 81-

VOÜR WIE VERHINDERD IS. 75

beleedigd en vergramd heb. Hierom neem ik mijne toevlugt tot de verdiensten van uwen geliefden Zoon,, thans op het altaar tegenwoordige die ons zijne genaderijke hulp zoo liefderijk aanbiedt. In de heilige offerande der Mis draagt Jesus U voor mij de hoogste eer, den volmaakt-sten lof, den hartelijksten dank en de beste verzoening op. Tot volkomene vergeving mijner zonden, offer ik U, o hemelsche Yader! het bitter lijden en den dood van Jesus Christus, dat nu op eene onbloedige wijze op het altaar vernieuwd wordt. Goedertierene Vader! ook voor mij, zondaar, heeft uw Zoon geleden, en tot vergeving mijner zonden is Hij gestorven. Met dankbare liefde, breng ik U de oneindige verdiensten van zijn lijden en dood ten offer. Ik vertrouw vastelijk, dat gij om de oneindige verdiensten van uwen Zoon, mijne zonden vergeven, en uwe genade in mij vermeerderen zult. Amen.

Yader der barmhartigheid. God aller vertroosting ! bij U zoek ik hulp en genade. Zie toch genadiglijk op mij ellendige neder, en verhoor mijne smeekingen! ten einde echter te zekerder verhoord te worden, verschijn ik.4-^0r den troon uwer genade, welke in hetpJteuïg Misoffer tot onze zaligheid is opgerigf, en waar het Lam Gods op eene geheimvolle wijze aan U heilige Vader, almagtige, eeuwige God, door de handen des priesters, tot vergiffenis der zonden wordt opgeofferd. O mijn Zaligmaker! hoe groot was uwe liefde t»t mij, daar gij besluiten

-ocr page 82-

76 H. MISOFFER.

kondet, zoo vele versolirikkelijke pijnen en eenen smartvollen dood te verduren, om voor mijne zonden te voldoen, en mij met den Vader te verzoenen. Hoe groot is thans nog uwe liefde, daar gij uwen verzoeningsdood dagelijks in de heilige offerande der Mis hernieuwt, om mij aan uwe verdiensten deelachtig te maken, ik dank U uit den grond mijns harten voor deze uwe groote liefde, en ik bid U, mij derzelver vruchten toe te voegen, en mij door de genade des Heiligen Geestes te versterken en te bevestigen, opdat ik de zonde verfoeije, mijn vleesch met deszelfs begeerlijkheden kruisige, mij zeiven verloochene, uw voorbeeld navolge, en in al mijn denken, spreken, doen en laten eene levendige godsvereering, en een Gode behagelijk offer worde.

Neem mij in de armen uwer liefde en barmhartigheid , stel mij, berouwhebbenden zondaar aan uwen Yader voor, gelijk gij u zeiven aan den Vader hebt opgeofferd, en laat mij nimmermeer van zijne liefde gescheiden worden. Amen.

III.

Aanbidding van het allerheiligste ligchaam en bloed van Jesns Christus, onder de gedaante van brood en wijn.

Goedertierene Jesus! voor U knielen de Hemelkooren neder, en bidden U aan; in veree-niging met hen, verhef ik mijne stem, en roep ik : Heilig! heilig! heilig! zijt gij God der heerscharen , hemel en aarde zijn vol van uwe heer-

-ocr page 83-

VOOR WIE VERHINDERD IS. 77

lijkheid! Gij mijn Jesus! zijt tegenwoordig onder de gedaanten van brood en wijn; ach! verhoor mijn gebed. Ik klop op mijne borst, en beken mijne onwaardigheid; doch ik bid U met een vast vertrouwen, goedertierene Jesus ! wees mij genadig, vergeef mij mijne zonden. O heilig bloed, wasch mij van mijne zonde. O dierbaar bloed van Jesus! roep voor mij om barmhartigheid. Allerhoogste God! neem dit kostbaar bloed te gelijk met al de liefde, waarmede het vergoten werd, als een offer aan van mijne liefde en dankbaarheid, tot uwe hoogste eer, tot vergiffenis mijner zonden tot voldoening van alle verdiende straffen, ter afwassching van alle vlekken, tot herstelling mijner verzuimenissen, en tot uitwissching van alle, door onwetendheid of zwakheid, begane overtredingen, als ook tot troost der bedroefden, tot genezing der zieken, tot versterking der stervenden, en tot verkwikking van de zielen in het vagevuur. Amen.

IV.

Onwrikbaar vertrouwen op Jesus Christus.

Tot U, goedertierene Jesus ! verhef ik mijue oogen en mijn hart! Ach! schenk mij uw aanschijn en uwe liefde; beschouw. Heer, mijnen uitersten nood en het gevaar mijner ziel. IVeem mij aan, dewijl Gij mijn eenige getrouwe middelaar en helper zijt; wees, door het heilig Misoffer mijn heil, en verwerf mij volkomene ver-

-ocr page 84-

H. MISOFFER,

geving mijner zonden. Stel uwe geeseling^ krooning en bitteren dood aan uwen Vader voor en verzoen hierdoor ons ongelukkige zondaren, met zijne goddelijke regtvaardigheid. — Goeder-tierene Jesns! ik bid U, laat uwe verdiensten mij rijkelijk toekomen, opdat ik met u moge verheerlijkt worden in den Hemel. Amen.

V.

Wie iu den naam van Jesus bidt, zal verhoord worden.

Lam Gods! dat voor ons zondaren geleden hebt: ontferm U mijner, en offer uwen dood aan God den Vader op, ter vergiffenis mijner zonden.

Lam Gods! dat voor ons zondaren gestorven zijt; ontferm U mijner, en offer uwen dood aan God den Vader op, ter betaling mijner zonden-schuld.

Lam Gods! dat U zeiven voor ons zondaren hebt opgeofferd, ontferm U mijner, en draag aan uwen Vader uw heilig bloed op, tot reiniging mijner ziel.

Hemelsche Vader! ik draag IJ dit kostbaar, hoogwaardig offer op. — Mijne zonden zijn wel is waar veelvuldiger dan de haren van mijn hoofd; doch barmhartige God! leg deze dierbare offerande op de eene, en mijne zonden op de andere schaal uwer geregtigheid, dan zal dezelve veel zwaarder wegen dan mijne zonden.

Barmhartige, heilige God ! zegen mij, zegen mij zelfs nog, voor ik mijn gebed eindig, en geef mij de genade, dat ik van dit oogenblik af

78

-ocr page 85-

VOOR WIE VERHINDERD IS. 79

een begin maak met mijn leven te beteren, eu al datgene vaarwel te zeggen, wat zonde is, en U mishaagt; uwe waarheid zij mijn liclit; uwe beloften mijne vreugde en mijne hoop; uwe liefde mijn leven. Ondersteun mij in mijne zwakheid; bewaar mij voor de zonde; versterk mij in het uur van verzoeking, en laat mij steeds uwe tegenwoordigheid gedenken.

Heilige Maria, Moeder Gods! heilige Engelen en vrienden Gods! bidt voor mij, en geleidt mij op den weg der waarheid. Amen.

OEFENINGEN

OM DEN DAG TE HEILIGEN.

1 Wanneer de klok slaat.

Mijn God! weder een uur vervlogen, dat in eeuwigheid niet terugkeert. Hoe heb ik hetzelve besteed ? — Weder een uur nader bij den dood, nader bij de eeuwigheid. —Hoe zou het met mij gesteld zijn, indien dit het laatste ware ? Ik wil het volgende uur, en al de uren, die Gij, mijn God! mij nog zult gelieven te schenken, zoo besteden, als ik in het uur des doods zal wensehen gedaan te hebben. Voor U, o God! wil ik leven en sterven. Amen.

II. Bij de vervulling zijner beroepspligten.

Geef, o God! dat ik de pligten van mijnen

-ocr page 86-

OEFENINGEN

staat steeds volgens uwen heiligen wil, en tot uwe eer vervulle, en dat ik U daarbij nimmer uit tet oog verlieze. Alles tot meerdere eer van God.

III. In liet oogenblik van bekoring.

God ziet mij! — Hij zal mij oordeelen. — Zou ik zulk een groot kwaad bedrijven, en zondigen voor zijn aanscliiju ? — God beware mij! — Wat zoude bet mij baten, mijnen zondigen lust gevolgd te zijn ? — Hoe streng zoude ik dit moeten boeten! — Hoe zeer zou ik mij voor mij zeiven moeten scbamen, en hoedanig zou dan mijn toestand bij den dood, en in de eeuwigheid zijn? — Alles, o Jesus! doch geene zonde.

IV. Wanneer men het ongeluk heeft gehad eene

zonde te bedrijven.

Ach! ik heb wederom gezondigd, en kwaad voor uw aanschijn gedaan, o God! — Berouw vervult thans mijne ziel. — Ik maak van nu af aan een vast voornemen, van voortaan niet meer te zondigen, maar door dezen val geleerd, voor-zigtiger en ootmoediger te worden. Versterk mij hiertoe, o God! met uwe genade.

V. Wanneer men door iemand baleedigd wordt.

O Jesus! gij hebt aan uwe vijanden vergeving geschonken, en voor uwe moordenaren gebeden. Geef mij de genade, dat ik uit liefde tot U, aan degenen, die mij beleedigd hebben, van harte vergeef, gelijk ik ook van U vergeving hoop.

80

-ocr page 87-

:|t OM BEN DAG TE HEILIGEN. 81

it

j VI. Wanneer men den dood eens bekenden verneemt.

Heden u, morgen mij. Laat o God! de overledenen door de verdiensten van uwen Zoon, genade en barmhartigheid verwerven. Heer, geef - hun de eeuwige rust, en het eeuwige licht

■ verlichte hen.

i

^ VII, Wanneer men het huis uitgaat.

j

i Geleid, o Heer! alle mijne schreden, opdat ik

l nimmer de wegen der goddeloozen bewandele,

maar steeds blijve voortgaan op den weg uwer geboden.

VIII. Wanneer men hei beeld des gekruisten Verlossers aanschouwt.

Gekruiste Zaligmaker! ik verneem in mijn hart de stem, waarmede gij mij van het kruis toeroept; l)it heb ik voor u gedaan! Wat doet gij voor mij'' — Gij zijt voor mij gestorven; ik wil voor U leven en sterven. Amen.

AVONDGEBED.

Hier, o God! lig ik, uw schepsel, uw kind, uw verloste voor U nedergeknield, om mij met U te verzoenen, omdat ik gezondigd heb; om U te danken, wijl gij mij heden weder zoo veel 62 5.

-ocr page 88-

AVONDGEBED.

goeds hebt bewezen; om U te prijzen, wijl gij altijd zoo grootj zoo wijs en zoo goed zijt; om nieuwe genade van U af te smeeken, wijl ik zonder U niets ter zaligheid vermag.

Ik loof eu prijs uwen heiligen naam, omdat Gij mij verhoord, en het gebed, dat ik dezen morgen voor uw aanschijn heb uitgestort, niet versmaad hebt. — TJwe wonderbare goedheid, is mij om mijne kortzigtigheid nog grooten-deels verborgen : hierom kan ik U niet zoo volmaakt loven, als ik schuldig ben, ja als ik door uwe genade wensch en verlang. Doch ik dank U, zooveel in mijn vermogen is, voor alle goede gaven; ik dank U voor uwe bijzondere liefde, die Gij ook heden weder aan ons getoond hebt, voor alle troost en versterking van U genoten; ook dank ik l) voor het kruis en de tegenspoeden, welke Gij met wijze inzigten, mij hebt toegezonden. Ik dank U, Vader! want Gij zijt liefde, en alles wat Gij doet is goed.

Mogt mijn geweten mij, terwijl ik U hier, o God! voor uwe weldaden dank zeg, de troostvolle getuigenis geven, dat ik U heden door geene zonden beleedigd heb, dat ik mijne gemaakte voornemens vervuld, en dezen dag voor de eeuwigheid besteed heb. Gij, o God! waart ooggetuige van al mijne daden, verlicht Gij mijn verstand, opdat ik mijne zonden en overtredingen leere kennen. Vervul mijn hart met een opregt berouw over dezelve, en doe mij de gelegenheden tot zonden zorgvuldig vlugten.

82

-ocr page 89-

AVONDGEBED.

Hier onderzoekt men zijn geweten; men overdenke, of men God door gedachten, woorden, werken of verzuim van goede werken beleedigd heeft; inzonderheid onder-zoeke men zijn geweten, omtrent de zonde, waartoe men het meest geneigd is. Men ondervrage zieh zeiven, of men de gemaakte voornemens vervuld heeft.

Ach, Vader der barmhartigheid! ontferm U mijner, naar de menigte uwer barmhartigheden. Beschaamd en met een rouwmoedig hart, lig ik hier voor U nedergeknield, en beken ik, dat ik U mijnen besten Yader beleedigd heb. Yan dit oogenblik beloof ik U mijn leven te zullen beteren, en ik neem mij vast voor, uwen wil getrouwer te volbrengen, de zonde, en alle gelegenheden tot dezelve te zullen vermijden, en voor de bedrevene zonden, naar mijn vermogen boete te zullen plegen. Daar echter onze wil en ons voornemen zoo zwak is; neem ik mijne toe-vlugt tot onzen Terlosser, Jesus Christus, en smeek Hem: ach, verzoen mij met God! zuiver mij van de zonde, geef mij den geest der heiligmaking, en versterk mij door uwe genade ten eeuwigen leven..

O Jesus! vermeerder ons geloof, versterk onze hoop, ontvlam in onze harten het vuur uwer goddelijke liefde. Ach, blijf bij ons, want het is avond; zonder uwe genade kunnen wij niets ter zaligheid, geef dat wij heilig leven en zalig sterven.

Nu, o Vader! begeef ik mij ter rust, laat mijn slaap zacht en versterkend zijn. Sluit Gij mijne oogen, en blijf gedurende mijne rust mij beschermen , opdat de duivel geene magt over mij

83

-ocr page 90-

84 AVONDGEBED.

uitoefene. Want gij zijt immers de hoeder en wachter Israëls. Bewaar dan mijne ziel en mijn ligchaam, en alles, wat Gij mij gegeven hebt; ontferm U ook over alle menschen, over mijne bloedverwanten, vrienden, vijanden, levenden en overledenen, opdat zij aan de vruchten van mijn gebed mogen deelachtig worden. Open morgen mijne oogen weder tot een nieuw leven, en vervul mijnen mond op nieuw weder tot uwen lof, opdat ik U zoolang prijze; en tot uwe eer leve, tot dat de avond komt van mijn aard-sche leven, wanneer gij mijn ligchaam zult doen rusten in het graf, om hetzelve weder op te wekken op den grooten dag, en in eeuwige waarheid en klaarheid voor U, o Allerheiligste! te doen leven.

Heilige Maria, Moeder van genade, — Moeder van barmhartigheid, bescherm mij tegen den vijand, en sta mij bij in het uur des doods.

Heilige Engel-bewaarder, kom mij te hulp waak en strijd voor mij.

Heer, geef den overledene^, de eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte hen.

Dat zij rusten in vrede.

De almagtige en barmhartige God, de Vader, de Zoon en de heilige Geest s'.egene, behoede en beware mij. Amen.

Onze Vader enz. Wees gegroet enz. Ik geloof, enz.

-ocr page 91-

*-

AVONDGEBED. 85

GEBED VOOR DEN DONDERDAG.

n

;. Bij het aandenken van Jesus doodsangst aan den

y Olijfberg.

Q I. Jesus werd aan den Olijfberg met angst

a en benaauwdlieid overvallen. Hij zeide tot zijne

a leerlingen: Mijne ziel is bedroefd tot den dood.

, Onze Vader. Wees gegroet,

t II. Jesus viel op zijn aangezigt neder, bad

3 en sprak: Vader, neem, indien het mogelijk is, dezen kelk van mij; doch niet mijn ivil, maar uw

t wil geschiede. Onze Vader. Wees gegroet.

) III. Hierop verscheen Hem een Engel uit

den Hemel, Hem versterkende — de angst werd nog grooter. — Hij bad nog vuriger. Zijn zweet werd gelijk droppelen bloed, die op de aarde nedervielen. Onze Vader. Wees gegroet.

v. God heeft zijnen eigen Zoon niet gespaard.

E. Maar Hem voor ons allen ten beste gegeven.

GEBED.

Goddelijke Verlosser! Gij hebt om mijne zonden en om de zonden der gansche wereld, aan den Olijfberg, groote smarten en prangend zie-leleed verduurd; uw zweet was gelijk bloed-droppelen, die op de aarde nedervielen; Gij badt dringend en aanhoudend tot den Vader: Hij liet door eenen Engel U versterken. In al mijne benaauwdlieid, in droefheid en lijden, wil ik mij tot U wenden. Eeer mij door de overdenking van uw bitter lijden de zonden haten, en de deugd beoefenen. Amen.

-ocr page 92-

AVONDGEBED.

GEBED VOOR DEN VRIJDAG.

Bij het aandenken van 's Heilands smartvollen kruisdood.

Duisternissen overdekten de aarde, toen de Joden Jesus gekruist hadden. Onze Vader. Wees gegroet.

Op liet negende uur riep Jesus met luider stem; Mijn God, mijn God, ivaarom heht Gij mij verlaten! Onze Vader. Wees gegroet.

Jesus riep met luider stem: Vader, in uwe handen beveel ik mijnen geest! hierop boog Hij zijn hoofd en stierf. Onze Vader. Wees gegroet.

v. Jesus is voor ons gehoorzaam geworden tot den dood, ja tot den dood des kruises.

K. Hierom, o Heer Jesus Christus! bidden wij U aan, en loven wij U, want door uw heilig Kruis, door uw bitter lijden, door uwen heiligen dood hebt Gij de geheele wereld verlost.

GEBED.

Heer Jesus Christus! door het bitter lijden, dat Gij voor ons aan het kruis hebt verduurd, bijzonder in het uur toen uwe ziel van uw lig-chaam gescheiden is, bid ik U, ontferm U over mijne ziel, bijzonder op het oogenblik, als zij van het ligchaam zal gescheiden worden, opdat uw dierbaar bloed aan mij niet verloren ga. Amen.

86

-ocr page 93-

ZONDAGSCHE OEFENINGEN.

-ocr page 94-

1

ONDERRIGTING

OMTRENT HET VIEREN DER ZON- EN EEEST-DAGEN.

Ik katholiek Cliristen moet volgens Gods geboden, en volgens de voor-l schriften van zijne godsdienst, den zondag, en de door de H. Kerk ge-bodene feestdagen, als dagen van godvrucht en openbare godsvereering, met heilige overwegingen en goede werken doorbrengen : dit heet den dag des Heeren heiligen. Dat moet reeds van den vroegen morgen ons voornemen zijn. Het geheele leven van den Christen moet wel is waar godsdienst zijn ; want God dienen, is God gehoorzamen, Gods wil volbrengen. Inzonderheid echter, noemt men de openbare godsdienstoefeningen in de kerk, de godsdienstoefening der zon- en feest-

-ocr page 95-

ONDEREIGTING.

dagen. Deze godsdienstoefening. Christen! moet gij derhalve vlijtig bijwonen, want gij zijt ver-pligt, ook uitwendig en openlijk te toonen, dat gij God eert en aanbidt. Gij zijt ook verpligt aan anderen een goed voorbeeld te geven. En ten laatste , zult gij krachtdadiger tot aandacht en godvrucht worden opgewekt, bij den aanblik van de godvrucht uwer mede-christenen. Ja de plaats zelve, waar God op eene bijzondere wijze tegenwoordig, en eene geheele gemeente in het gebed vereenigd is, draagt zeer veel tot ware godvrucht bij.

Met de godsdienstoefeningen vóór den middag, neemt echter de zon- of feestdag nog geen einde. Ook na den middag, en des avonds, is het nog feestdag; ook dezen tijd moet gij wel besteden, zelfs te huis, moet gij op zulke dagen, of wel van geestelijke zaken spreken, of iets nuttigs lezen, of aan anderen voorlezen; kinderen onderwijzen, zieken bezoeken, bedroefden troosten, en naar omstandigheden goed doen, om datgene weder in te halen, wat gij uithoofde uwer tijdelijke zaken, in de week niet doen kunt.

Vooral echter, moet gij op deze dagen de predikatie en de christelijke leering, zoo veel mogelijk in uwe eigene kerk, bijwonen.

God verlangt wel is waar niet van u, dat gij op deze dagen onafgebroken bidt, of u met godvruchtige oefeningen bezig houdt; gij moogt ook eene onschuldige uitspanning genieten, van uwen ligchamelijke arbeid uitrusten, zulks

89

-ocr page 96-

ONDERRIGTING

OMTEENT HET VIEREN DER ZON- EN FEESTDAGEN.

fjp-c lk katholiek Cliristen moet volgens Gods gebodenj en volgens de voor-^ schriften van zijne godsdienst, den ' zondag, en de door de H. Kerk ge-^ bodene feestdagen, als dagen van godvrucht en openbare godsvereering, met heilige overwegingen en goede werken doorbrengen : dit heet den dag des Heeren heiligen, Dat moet reeds van den vroegen morgen ons voornemen zijn. Het geheele leven van den Christen moet wel is waar godsdienst zijn; want God dienen, is God gehoorzamen, Gods wil volbrengen. Inzonderheid echter, noemt men de openbare godsdienstoefeningen in de kerk, de godsdienstoefening der zon- en feest-jp-c lk katholiek Cliristen moet volgens Gods gebodenj en volgens de voor-^ schriften van zijne godsdienst, den ' zondag, en de door de H. Kerk ge-^ bodene feestdagen, als dagen van godvrucht en openbare godsvereering, met heilige overwegingen en goede werken doorbrengen : dit heet den dag des Heeren heiligen, Dat moet reeds van den vroegen morgen ons voornemen zijn. Het geheele leven van den Christen moet wel is waar godsdienst zijn; want God dienen, is God gehoorzamen, Gods wil volbrengen. Inzonderheid echter, noemt men de openbare godsdienstoefeningen in de kerk, de godsdienstoefening der zon- en feest-

-ocr page 97-

ONDEERIGTING.

dagen. Deze godsdienstoefening^ Cliristeu! moet gij derhalve vlijtig bijwonen, want gij zijt ver-pligt, ook uitwendig en openlijk te toonen^ dat gij God eert en aanbidt. Gij zijt ook verpligt aan anderen een goed voorbeeld te geven. En ten laatste , zult gij kraclitdadiger tot aandacht en godvrucht worden opgewekt, bij den aanblik van de godvrucht uwer mede-christenen. Ja de plaats zelve ^ waar God op eene bijzondere wijze tegenwoordige en eene geheele gemeente in het gebed vereenigd is, draagt zeer veel tot ware godvrucht bij.

Met de godsdienstoefeningen vóór den middag, neemt echter de zon- of feestdag nog geen einde. Ook na den middag, en des avonds, is het nog feestdag; ook dezen tijd moet gij wel besteden, zelfs te huis, moet gij op zulke dagen, of wel van geestelijke zaken spreken, of iets nuttigs lezen, of aan anderen voorlezen; kinderen onderwijzen, zieken bezoeken, bedroefden troosten, en naar omstandigheden goed doen, om datgene weder in te halen, wat gij uithoofde uwer tijdelijke zaken, in de week niet doen kunt.

Yooral echter, moet gij op deze dagen de predikatie en de christelijke leering, zoo veel mogelijk in uwe eigene kerk, bijwonen.

God verlangt wel is waar niet van u, dat gij op deze dagen onafgebroken bidt, of u met godvruchtige oefeningen bezig houdt; gij moogt ook eene onschuldige uitspanning genieten, van uwen ligchamelijke arbeid uitrusten, zulks

89

-ocr page 98-

OMDEllRIGTING

moet echter niet te lang duren j en bescheiden en matig plaats hebben.

Op deze dagen moet gij u van slafelijke werken onthouden. Indien ook de noodzakelijkheid om te werken dringend inogt zijn, en gij door niet te werken groote schade zoudt lijden, dan moet gij hierover uwen pastoor raadplegen.

Ten laatste, hebt gij op zon- en feestdagen meer tijd om. uw geweten en den staat uwer ziel naauwkeurig te onderzoeken, om over u zeiven na te denken, en te zien, of gij vooruit of achteruit gaat op den weg der deugd.

Eu nogtans worden helaas! op deze heilige dagen, dikwerf de grootste en zwaarste zonden bedreven. Velen meenen het gebod der Kerk reeds vervuld te hebben, wanneer zij eene Mis hebben bijgewoond, en het overige van den dag naar verkiezing kunnen doorbrengen. Soortgelijke menschen brengen dan meer dan een halven dag in ledigheid, of wereldsche vermaken door. Yelen maken zich schuldig aan dronkenschap, zitten halve dagen, en niet zelden tot laat in den nacht in de herbergen. Anderen houden bijeenkomsten, waarin de zuiverheid schipbreuk lijdt, door onzuivere gedachten, woorden en werken, door het bijwonen van de voor de kuischheid zoo gevaarlijke danspartijen. Weder anderen, brengen den tijd door met lezen van verderfelijke boeken, romans of tooneelstukken. Zoo worden de dagen des Heeren, de zon- en feestdagen ontheiligd. — En hoe weinigen zijn er, die dit voor zonden

90

-ocr page 99-

OVEE, DB ZONDAGVIERING. 91

rekenen? Wie beschuldigt zicli hiervan in den biechtstoel ? In één woord ^ uit de wijze, waarop men de zon- en feestdagen viert, kan men het beste de goede en slechte Christenen kennen.

HEÏ AANHOOEEN DER PREDIKATIE.

De predikatie of het openbaar christelijk onderrigt, maakt, gelijk ik bereids gezegd heb, een hoofddeel uit van de viering der zon- en feestdagen, men mag derhalve zonder gewig-tige redenen dezelve niet verzuimen.

Zij dwalen, die liever onderscheidene Missen , dan eene Mis met predikatie hooren , of onder dezelve bidden, zich tot de biecht voorbereiden, of iets anders doen. Men kan niets nuttiger doen onder de predikatie, dan aandachtig toe te luisteren. In het gebed spreekt gij tot God, en in de predikatie spreekt God tot u; trouwens de waarheden, die door den priester verkondigd worden, zijn Gods woord. Het verzuimen of gering acliten der predikatiën en christelijke onderwijzingen, is de oorzaak dei-vrij algemeene onwetendheid in het geloof, zelfs onder de volwassenen.

Die uit God is, zegt Jesus, hoort Gods woord, en hierom hoort gij het niet, omdat gij uit God niet zijt.

Het voornaamste echter is, boe gij het aanhoort, en op ii zeiven toepast. Gij moet elke predikatie aanhooren met oogmerk, om iets goeds daaruit te leeren, en beter christen te

-ocr page 100-

MORGENGEDACHTEN

worden; de beste predikatie is derhalve zonder nut voor u ^ wanneer gij dezelve u niet ten nutte maakt. Denk hierom dikwijls aan de gelijkenis uit het evangelie van het zaad, dat slechts dan rijkelijke vruchten voortbrengt, wanneer het in goede aarde valt.

T. Heilige Morgengedachten op den Zondag.

Jesus! Koning van Hemel en aarde! deze is de dag, waarop uwe onderdanen uwen tempel bezoeken, om U te loven en te aanbidden. Ik ben ook onder dit getal. Heden wil ik den kelk des heils nemen, en den lof des Heeren verkondigen.

Heden vieren wij Christenen den rustdag, dien Gij bij de schepping der wereld hebt ingesteld. Heden denk ik aan uwe goedheid, daar Gij alles wat wij zien, in zes dagen hebt geschapen, en hetzelve tot op den huidigen dag, tot uwe eer en tot ons nut, met wijsheid en liefde onderhoudt.

Heden is de dag, waarop Gij, Heer Jesus Christus! na den dood en de hel te hebben overwonnen, uit het graf zijt opgestaan. Dank, eeuwige dank zij ü gewijd, voor deze onuitsprekelijke genade ! Dit is de dag dien de Heer voor ons in het nieuwe verbond gemaakt heeft, Alleluja!

Op dezen dag begonnen de Apostelen, na den heiligen Geest te hebben ontvangen, het Evangelie aan geheel de wereld te prediken. Hierom

92

-ocr page 101-

T

OP ZONDAG.

wil ik heden met belangstelling Gods woord aanhooren. — Geef ^ heilige Geest! dat het in mijn hart als een goede vruchtbare aarde valle en vruchten voortbrenge.

Doch wat kan ik onvermogende, zonder uwe genade? Mets ter zaligheid. Heer! die het willen en volbrengen in mij uitwerkt, begin Gij in mij, en versterk mij door uwe genade.

11. Gebed waaneer men den Tempel des Heereu is binnengetreden.

Nu ben ik in uwen heiligen tempel, o God, om U, den Eeuwige, den Almagtige, met den meest mogelijken eerbied te aanbidden; om TJ voor de weldaden te danken, die ik van het begin mijns levens, tot op dit oogenblik ontvangen heb; om U te bidden, mij volgens uwe oneindige barmhartigheid, mijne veelvuldige overtredingen te vergeven, en mij te gelijk al datgene te schenken, wat ik naar ziel en lig-chaam noodig heb.

Vader der barmhartigheid ! versterk mij met uwe genade, om met ware godvrucht, met een levendig geloof, en met een vast vertrouwen te bidden. Doe mij steeds gedenken, hoe groot de genade is, dat ik nietig, onwaardig schepsel met U, den Oneindige mag spreken, en dat Gij mij met vaderlijke liefde aanhoort. Laat mij nimmer vergeten, dat Gij alleen mijne liefde waardig zijt, dat ik van U alleen, met grond hulp en troost kan verwachten in mijnen nood.

93

-ocr page 102-

OEFENINGEN

Moge mijn gebed kinderlijk en U beliagelijk zijn j en verhoor mij volgens uwe oneindige goedertierenheid in den naam, en door de verdiensten van onzen Heer en Zaligmaker, Jesus Christus. Amen.

III. Onder de Hoogmis.

Hoe liefelijk is uwe woning. Heer der heerscharen ! Ik verlang, ja geheel mijne ziel smacht naar uwe voorhoven.

Hierom kom ik vroeg tot U, o God, om U in uwen heiligen tempel te aanbidden, en in de heilige Mis het geheimvol onbloedig offer bij te wonen, dat uw geliefde Zoon, onze Heer en Zaligmaker, Jesus Christus, eenmaal op Golgotha heeft opgedragen, toen Hij zijn ligchaam tot den dood overgaf, en zijn bloed vergoot tot vergiffenis der zonden.

Verlicht mijn verstand, en maak mijn geloof levendig! Roer en vermorzel mijn hart, opdat ik deze heilige offerande met vurige godvrucht, met berouw en wederliefde, met dankbaarheid en zalige hoop bijwone, hierdoor deelachtig worde aan de vruchten van Jesus lijden en dood, en vergiffenis der zonden, genade om goed te doen, en het eeuwige leven erlange.

Neem dit offer, dat ik in vereeniging met den Priester aan ü opdraag, genadig aan, tot lof en verheerlijking van uwen naam, tot zaligheid mijner ziel, voor de heilige Katholieke Kerk, voor alle geloovigen, opdat zij in het

94

-ocr page 103-

Onder de hoogmis.

ware geloof gesterkt worden, voor alle dwaleu-den en ongeloovigen, opdat zij zich tot het ware geloof mogen bekeeren, voor de levenden en overledenen, inzonderheid voor degenen, voor welke ik verpligt ben te bidden, en die zich in zijn gebed hebben aanbevolen, opdat zij van uwe oneindige goedheid alles bekomen, wat voor hunne zaligheid dienstig is.

Doch — durf ik het wagen, Allerheiligste! uw altaar te naderen, en deze goddelijke offerande bij te wonen! — Ach! mijne zonden en mijne ellende doen mij voor uw aanschijn, in de diepte mijner nietigheid wegzinken, ik gevoel mijne groote onwaardigheid; ootmoedig wil ik van verre blijven staan, met den boetvaardigen tollenaar op mijne borst kloppen, en met geloof en vertrouwen uitroepen: Barmhartige God! ontferm U mijner! Zie mij aan met de oogen uwer liefde, gelijk Gij den tollenaar aanzaagt, toen hij zeide: Heer, wees mij zondaar genadig! Zie mij aan, gelijk Gij den verloren zoon hebt aangezien, toen hij zeide : ik hen niet waardig, uw zoon genoemd te worden, besc/wuw mij slechts als den geringste uwer daglooners. Ik ben de misdadige tollenaar, ik ben de verdwaalde, de pligtvergeten zoon; maar ik ben teruggekeerd, en durf nu ook vol vertrouwen tot U zeggen : Gij zijt mijn God, mijn Heer en mijn Vader; zie mij dan aan, gelijk een goedertierene, gelijk een vergevinglievende Vader, en vergeef mij al mijne zonden. Heer ontferm U mijner! Christus ontferm TJ mijner! Heer ontferm U mijner!

95

-ocr page 104-

OEFENINGEN

GLORIA.

Ziel, verloste, begenadigde ziel! Verplaats u in den Hemel, en hef, door heilige liefde ver-vervoerd , met de zalige kooren, den Heer eenen lofzang aan: Eere zij Gode in den allerhoogste, en vrede op aarde aan de menschen, die van goeden wil zijn. Wij loven U; wij prijzen U; wij verheerlijken U; wij danken U om uwe groote heerlijkheid. Heer God, Koning des Hemels; God, almagtige Vader. Jesus Christus, zijn eenig geboren Zoon, o Heer God, Lam Gods, Zoon des Vaders, die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer! Die wegneemt de zonden der wereld, neem onze smeekingen aan! Die aan de regterhand des Vaders zit, ontferm U onzer! Want Gij alleen zijt heilig, Gij alleen de Heer, Gij alleen de Allerhoogste, Jesus Christus, met den heiligen Geest, in de heerlijkheid van God den Vader. Amen.

Kerkgebed. God! Gij, die de sterkte van allen zijt, die op U vertrouwen, verhoor genadiglijk ons smeeken, en daar de menschelijke zwakheid zonder U niets vermag, zoo schenk ons den bijstand uwer genade, opdat wij, in het volbrengen uwer geboden, U met den wil en in de daad behagelijk zijn door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer, die met IJ leeft en regeert in de eenheid des heiligen Geestes, G od in alle eeuwigheid. Amen.

96

-ocr page 105-

ONDER DE HOOGMIS.

ONDER HET EPISTEL.

Almagtige, eeuwige God, onze Heer en Vader! Hoe wijs en goed liebt gij ten alle tijde de mensclien — uwe kinderen — geleid en bestierd. Met de aartsvaders spraakt Gij, gelijk een vriend met zijnen vriend. Aan het volk Israël, gaaft gij Moses en de Profeten. Aan uw Christenvolk zendt gij de Apostelen en liunne opvolgers. Wij liooren de schriften lezen des ouden en nieuwen Verbonds. Allen wijzen zij op eenen, die het begin is en het einde; door wien alleen men tot U kan komen. Geef mij derhalve de genade, dat ik dezen lang beloofden, vurig verlangden door U gezonden Jesus Christus — steeds zoeke. Hem bezittende, nimmer van Hem afwijke, en met Hem vereenigd leve en sterve, door denzelfden Jesus Christus. Amen.

ONDER HET EVANGELIE.

Jesus Christus ! aanbiddenswaardige Weldoe-nen der menschen, goddelijke Leeraar, dien wij moeten aanhooren, verhevenst voorbeeld, dat wij moeten navolgen! hoe kan ik U vurig genoeg danken, dat Gij ons uw heilig Evangelie, de blijde boodschap onzer verlossing en heiligmaking van den Hemel gebragt hebt. Laat dezelve niet slechts in mijne ooren klinken, maar ook diep in mijn hart doordringen, en waardige vruchten van bekeerinff en reartvaar-62 ^ ' 6

97

-ocr page 106-

Qg OEFENINGEN.

digheid uitwerken, opdat het Evangelie zich ook aan mij openbare als de kracht Gods, om dengenen zalig te maken, die aan hetzelve ge-looven.

Glans van de waarheid en heiligheid des Vaders! Laat het licht van uw heilig Evangelie , al diegenen verlichten, die nog in de duisternis der onwetendheid, en in de schaduw des doods gezeten zijn, opdat zij worden overge-bragt in het rijk der waarheid en geregtigheid, en door U tot den Vader geraken, en de eeuwige zaligheid genieten. Amen.

CREDO.

Ik geloof in eenen God, den almagtigen Vader, Schepper van hemel en van aarde, van alle zigtbare en onzigtbare dingen. En in eenen Heer Jesus Christus, Gods eenig geboren Zoon, uit den Vader voor alle eeuwen geboren. God van God, licht van het licht, waarachtig God van eenen waarachtigen God, geboren en niet gemaakt, van een wezen met den Vader, door wien alles gemaakt is. Die om ons menschen, en om onze zaligheid uit den Hemel is nedergedaald , die het vleesch heeft aangenomen van den Heiligen Geest uit de Maagd Maria, en is mensch geworden. Hij is ook voor ons gekruist; hij heeft geleden onder Pontius Pilatus, en is begraven. En ■ Hij is volgens de schriftuur ten derden dage verrezen. Hij is opgeklommen ten Hemel, zit aan de regterhand des Vaders, en zal met

-ocr page 107-

^-

ONDER DE HOOGMIS. 99

ick heerlijkheid wederkomen ^ om de levenden en

qjjj de dooden te oordeelen; zijn rijk zal geen einde

з.e. hebben. Ik geloof in den Heiligen Geest ^ den Heer en Levendmaker; die van den quot;Vader en

les den Zoon voortkomt; die met den Vader en

pe. den Zoon te zamen aangebeden en verheerlijkt

is. wordt; die door de Profeten gesproken heeft.

eg Ik geloof in eene heilige Katholieke en Apos-

•g. telische Kerk. Ik belijd een doopsel tot vergif-

(] fenis der zonden, en ik verwacht de verrijzenis

и. der dooden, en een eeuwig leven. Amen.

ONDER DB OPOPPERING VAN BROOD EN WIJN.

Heilige Vader, almagtige, eeuwige God! 3. neem deze onbevlekte offerande aan, welke ik,

[e onwaardige, door de handen des priesters U op-

p draag, U mijnen waren en levenden God, voor

t mijne ontelbare misdaden, beleedigingen en

J verzuimenissen, als ook voor allen, die hier

j tegenwoordig zijn, en voor alle geloovige

Christenen, zoo levenden als dooden, opdat , zij mij en hun nuttig zij ten eeuwigen leven.

l Amen.

Bij deze opoffering van brood en wijn, dat in het vleesch en bloed van onzen Heer Jesus Christus zal veranderd worden, offer ik IJ, hemelsche Vader! alles wat ik ben en bezit. Laat mij door de liefde met U vereenigd worden. Het bloed van Jesus uwen Zoon, reinige mij van mijne zonden! het vuur uwer goddelijke liefde vernietige in mij alles wat zondig

-ocr page 108-

OEFENINGEN

isy en wat U mishaagt; uw heilige Geest geleide mij in alle waarheid en geregtigheid, opdat mijn geheele leven II een aangenaam dankoffer zij j door Jesus Christus onzen Heer. Amen.

In den geest van ootmoed, en met een vermorzeld hart, roep ik tot U, zie genadig neder op het altaar, en laat ons offer U aangenaam zijn, om Jesus Christus uwen Zoon, die aan het kruis zich voor ons heeft opgeofferd. Kom, Heiligmaker, almagtige, eeuwige God! zegen die offerande, bereid ter verheerlijking van uwen heiligen naam.

WANNEER DE PMESTEIl ZIJNE VINGERS WASCHÏ.

Onder de onschuldigen zal ik mijne handen wasschen, en rondom uw altaar gaan. Heer.

Om daar ter uwer verheerlijking eenen lofzang te doen hooren, en al uwe wonderen te verkondigen.

Heer, ik heb den luister van uw huis bemind, en de plaats, waar uwe heerlijkheid haren zetel heeft gevestigd.

Verderf mijne ziel met de booswichten niet, noch mijn leven met de bloedgierigen.

Wier handen met euvelen besmet zijn, en wier regterhand met den prijs des bloeds is gevuld.

Want in mijne onschuld ben ik voortgegaan, red mij dus, en ontferm U mijner!

Mijn voet is van den regten weg niet afge-

100

-ocr page 109-

,0-

quot;

ONDER DE HOOGMIS. 101

p- weken, in de vergaderingen wil ik U steeds

k- loven. Heer.

r. Eer zij den Vader, en den Zoon, en den Hei

ligen Geest, enz.

f- Neem, teilige Drieëenlieid, dit offer aan,

)r hetwelk wij U opdragen, ter gedachtenis van

n het lijden, de verrijzenis en de hemelvaart onzes

t Heeren Jesns Christus, en ter eere van de

, altoos gelukzalige Maagd Maria, van de heilige

i Apostelen Petrus en Paulus, en van alle Hei-

i ligen, opdat het hun tot eer en tot onze zalig

heid strekke, en zij voor ons in den Hemel ge

lieven te bidden, wier gedachtenis wij hier op aarde vieren, door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.

Almagtige God en Vader! neem dit offer uit de handen des priesters genadig aan, tot lof en verheerlijking van uwen naam, tot nut van ons en van uwe geheele heilige Kerk.

ONDEB DE PREFATIE.

Door liefde en dankgevoel getroffen, verhef ik mijn hart ten Hemel en zeg: Ja, het is billijk en regtmatig, pligtmatig en heilzaam, dat wij U altijd en overal dankbaar loven, heilige Heer, almagtige Vader, eeuwige God, die met uwen eeniggeboren Zoon en den heiligen Geest, een eenige God zijt, en een eenige Heer, niet in de eenheid van eenen eenigen persoon, maar in de drievuldigheid van eene eenige zelfstandigheid. quot;Want, al hetgeen wij door uwe openbaring, 62 6.

1_

-ocr page 110-

OEFENINGEN

van uwe heerlijklieid gelooven, dit alles geloo-ven wij van uwen Zoon, en van den Heiligen Geest, zonder eenige onderscheiding van waardigheid, opdat, bij liet belijden der ware en eenige Godheid, in de personen de eigenschap, in het wezen de eenheid, en in de heerlijkheid de volmaaktste gelijkheid worde aangebeden. Deze heerlijkheid loven de Engelen en Aartsengelen; desgelijks ook de Cherubs en Serafs, die onophoudelijk, als met eene stem tot U roepen :

Heilig, heilig, heilig is de Heer, de God der heirscharen. Hemel en aarde zijn vol van uwe heerlijkheid. Heil U in den allerhoogste! Gezegend Hij, die komt in den naam des Heeren! Heil U in den allerhoogste!

VOOR DE CONSECRATIE.

Wij bidden U derhalve, allergoedertieren-ste Yader, en smeeken U ootmoedig, door Jesus Christus, uwen Zoon en onzen Heer, neem dit heilig en onbevlekt offer genadig aan, en zegen hetzelve. Wij dragen U hetzelve inzonderheid op voor uwe heilige Kerk, opdat Gij U gewaardigt haar te bevredigen en te bewaren, te vereenigen en te besturen over ie geheel e aarde. Zegen ook uwen dienaar den Paus, onzen Bisschop en geestelijke overheid, en alle regtzinnige belijders van het Katholiek en Apostolisch geloof. Verleen den kor.ingen en vorsten en alle overheden vrede en eendragt;

102

-ocr page 111-

ONDEE BE HOOGMIS.

geef huil wijsheid, opdat zij de volken der aarde volgens uwen wil besturen, opdat uw rijk op aarde meer en meei worde uitgebreid.

Gedenk ook Heer! den priester, die aan het altaar de offerande opdraagt, en alle tegenwoordig zijnde geloovigen, wier geloof en godvrucht U bekend zijn; inzonderheid beveel ik U diegenen aan, voor wie ik uit dankbaarheid of liefde, verpligt ben te bidden — mijne ouders, bloedverwanten, weldoeners, vrienden en bekenden.

Troost de bedroefden, bekeer de zondaren, versterk de regtvaardigen in het goede, neem de stervenden in genade aan. Wend van ons af alle gevaren naar ziel en ligchaam! Heiligen en Gelukzaligen ! wier gedachtenis wij hier op aarde vieren, vereenigt gij uwe voorspraak met mijn gebed, door Christus, onzen Heer. Amen.

ONDER DE CONSECRATIE.

Jesus! Zoon des levendigen Gods! ik geloof dat Gij hier onder de gedaanten van brood en wijn wezenlijk tegenwoordig zijt. Ik bid U aan! Laat de verdiensten van uw lijden en van uwen dood, aan mij zondaar niet verloren gaan. Jesus, wees mij genadig! Jesus ontferm U mijner! Jesus, vergeef mij mijne zonden!

Waarachtig en levendig bloed van mijnen Heer en Verlosser Jesus Christus, dat eenmaal aan het kruis voor ons gestort is! U aanbid ik, met alle Engelen en Heiligen! Eeinig mij van

103

-ocr page 112-

OEFENINGEN

mijne zonden, en versterk mij, opdat uw leven, uwe liefde, uwe kracht in mij zij, in mij blijve, en eindelijk mij onafscheidbaar met U veree-nige! Jesus, voor U wil ik leven. — Jesus, voor U wil ik sterven. — Jesus, U wil ik toebehoo-ren in mijn leven en na mijnen dood.

NA DE CONSECRATIE.

Jesus Christus! eeuwige liefde. — Mijn Verlosser, mijn Zaligmaker: tot het einde der wereld zal de geheele Christenheid het aandenken vieren van uwe onbeschrijfelijke liefde, en heil aanbrengenden dood; ten dien einde steldet gij het heilige Sacrament des Altaars in, dat in de Mis, als het groote verzoeningsoffer van het Nieuwe Verbond, aan den Almagtige wordt opgedragen, en den geloovigen als een onderpand der toekomende heerlijkheid gegeven wordt.

Wij wenschen en vertrouwen, eenmaal in heilige liefde met U vereenigd te worden.

Wees Gij dan het voedsel mijner ziel. — Laat mij een met U worden, opdat ik met den Apostel zeggen kan: „ik leef, doch ik niet meer, „maar Christus leeft in mij, en dat ik nu leef „in het vleesch, leef ik door het geloof van den „Zoon Gods, die mij bemind heeft, en zich zel-„ven voor mij heeft overgeleverd.quot;

Uw geloof, o Jesus! zij mijn geloof, uw vertrouwen zij mijn vertrouwen, uwe liefde zij mijne liefde.

In den geest der liefde, bidden wij U, ook

104

-ocr page 113-

ONDER DE HOOGMIS.

onze overledene bloedverwanten, vrienden en weldoeners N. N. te gedenken; zij ook, zijn uwe verlosten, Heer! Zuiver hen van hunne vlekken. Ontferm U over ken, breng hen naar de plaats der uitverkorenen, bij uwen en onzen quot;Vader j bij uwen en onzen God, tot wien ik mij thans wil wenden met een levendig geloof, ter-Mijl ik het gebed spreek, dat Gij zelf ons geleerd hebt. Onze Vader, enz.

VOOR DE NÜTT1GING DES PIUESTERS.

lam Gods, dat wegneemt de zonden dei-wereld ! ontferm U onzer.

Xam Gods, dat wegneemt de zouden dei-wereld ! ontferm U onzer.

Xam Gods, dat wegneemt de zonden dei-wereld ! geef ons den vrede.

Heer Jesus Christus, die weleer tot uwe Apostelen gezegd hebt: Ik laat u den vrede, ik geef u mijnen vrede; zie toch niet op mijne zonden, maar op het geloof uwer Kerk neder, en laat zij ingevolge uwen wil, in vrede en eenlieid steeds bevestigd worden, die leeft en heevscht. God, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Heer Jesus Christus! Zoon van den levenden God! die volgens den wil des Vaders, door de medewerking des Heiligen Geestes, der wereld door uwen dood het leven hebt gegeven, verlos mij door dit allerheiligst ligchaam en bloed, van al mijne ongeregtigheden en van alle

105

-ocr page 114-

106 OEFENINGEN

kwaad; doe mij steeds den weg uwer geboden bewandelen j en laat niet toe, dat ik ooit van U gescheiden worde. Amen.

Heer Jesus Christus! laat uw vleesch en bloed, dat ik geestelijker wijze wil nuttigenj niet tot mijne veroordeeling en verdoemenis strekken; maar dat het mij door uwe liefde tot een krachtig behoed- en geneesmiddel zij naar ziel en ligchaam. En zoo spreek ik met ootmoed : Heer, ik ben niet waardig dat Gij ouder mijn dak komt, maar spreek slechts één woord, en mijne ziel zal gezond worden. Amen. Driemaal.

Het ligchaam en bloed van onzen Heer Jesus Christus beware mijne ziel ten eeuwigen leven. Amen.

NA DE NUTTIGING DES PRIESTERS.

Wat zal ik U, mijn God en Verlosser, wedergeven voor de onbeschrijfelijke liefde, waarmede Gij ons uw vleesch en bloed tot een onderpand der eeuwige zaligheid gegeven hebt? — Mijn hart wil ik Uopofferen; uit al de krachten mijner ziel, uit liefde tot U, wil ik mijne begeerten en neigingen buigen onder uwe heilige wet. Neem dit dankoffer genadig aan, en laat mij nimmer U meer ontrouw worden. Eust mij uit met kracht uit den hoogen, opdat ik mijne driften beteugel, en aan de aanlokselen tot zonden wedersta. Doe mij behagen scheppen in de deugd, en verwek in mij eenen afschuw

-ocr page 115-

ÓNDER DE HOOGMIS. ] 07

van de zonde. Vernietig in mij alle gelieehtlieid aan hetgeen, U mishaagt; en doe mij liefhebben, wat IJ behagelijk is. Verleen mij uwe hulp, om God boven alles en mijne naasten gelijk mij zeiven te beminnen; om voortgang te maken op den weg der deugd en alzoo de eeuwige zaligheid te erlangen, waarvan Gij ons in het heilig Sacrament des Altaars, een onderpand gegeven hebt.

SLUITGEBED.

De deelneming aan het allerheiligste Sacrament van uw ligchaam en bloed, reinige ons van onze zonden, en vereenige ons met TJ, o God, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

O Allerheiligste Drieëenheid! neem de offerande , welke wij U door de handen des priesters hebben opgedragen, genadig aan, opdat zij ons en allen, die zich in ons gebed hebben aanbevolen, tot vergeving en tot heil gedije, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

De almagtige God, de Vader, en de Zoon en de Heilige Geest zegene en behoede ons. Amen.

BIJ HET LAATSTE EVANGELIE.

Eeuwig Woord des Vaders, door hetwelk alle dingen zijn geschapen, eeuwig, zelfstandig leven, leven en licht der menschen. Met den

-ocr page 116-

i08 OEFENINGEN

diepsten eerbied bid ik U aan, en dank U voor de vruchten uwer verlossing. Gij zijt in menscliengedaante verschenen, Gij zijt menscli geworden, Gij hebt onder ons gewoond, en ons tot kinderen Gods gemaakt. Wie kan uwe liefde begrijpen, wie uwe ontferming meten ! Verlicht mij, o God, en geef mij de genade, dat ik U als mijnen Heer door mijne werken eere, en alzoo den naam van een kind Gods verdiene! Gij wandelt onder ons menschen, vol genade en waarheid ; geef, dat ik uw beeld, waarin Hemel en aarde behagen scheppen, door mijnen wande-zoo volmaakt mogelijk uitdnikke. Zoon Gods! wees geloofd, geprezen en gezegend met den Vader en den Heiligen Geest, nu en in alle eeuwigheid. Amen.

GEBED VÓÓR DE PUEDIKATIE.

Liefderijke Jesus! de priester beklimt nu den kansel, om ons in uwen naam, Gods woord te verkondigen. Eeinig zijne lippen, gelijk Gij die van den profeet Isaïas gereinigd hebt; leg hem uw woord in den mond en zend hem den Heiligen Geest, opdat hij niets spreke, strijdig met uw heilig woord. Open ook onze ooren en harten, opdat wij met aandacht luisteren naar uwe leer.

Geef, hemelsche Vader, dat deze uw gezant en wij allen mogen zalig worden, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

-ocr page 117-

ONDER DE HOOGMIS.

GEBED NA DE PREDIKATIE.

Zoon Gods, Jesus Christus! gij liebt de woorden des eeuwigen levens, en uw dienaar heeft ons dezelve door uwe hulp verklaard. Ik dank u hiervoor uit geheel mijn hart, er ik prijs uwen heiligen uaam.

Geef, almagtige God! dat ik niet slechts uw woord aanhoore, maar ook naar hetzelve leve, 02)dat ik mij zeiven niet bedriege.

109

Geef, dat dit onderrigt mij dieue tot leering, tot bestraffing, tot verbetering, en tot bevestiging in de deugd, opdat ik volmaakt worde en geneigd tot goede werken. Geef dat ik uw Evangelie getrouw naïeve, en uwen naam niet onteere door eenen onchristelijken wandel, opdat ik in het uur des doods moge ondervinden dat ik van u ontvangen heb het woord des eeuwigen levens, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

7

62

-ocr page 118-

vesper-psalmen

VOOE DEN ZONDAG.

God! zie op tot mijne hulp;

Heer, liaast u om mij te helpen.

Eer zij den Vader, enz.

Loof God met blijdschap!

Van Septuagesima tot Paschen , zingt men in plaats van Alleluja:

Lof zij n, o Heer! Koning der eeuwige heerlijkheid.

I. PSALM 109.

De Heer heeft tot mijnen Heer gezegd: zit aan mijne regterhand, tot dat ik uwe vijanden stelle tot een bank uwer voeten.

De Heer zal den rijksstaf uwer magt uit bion doen komen: heersch in het midden van uwe

quot;'fiij u is het vorstendom ten dage uwer kracht

-ocr page 119-

vesper-psalmen. in

met vollen luister van heiligheid: voor den dageraad heb ik u uit den schoot geteeld.

De Heer heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: gij zijt Priester in eeuwigheid, volgens de wijze van Melchisedech.

De Heer is aan uwe regterhand, Hij heeft ten dage zijner gramschap de koningen vernield.

Hij zal regt doen onder de volkeren: Hij zal de verwoestingen vermeerderen: Hij zal de hoofden van vele landen verdelgen.

Hij zal op den weg uit de beke drinken: daarom zal hij het hoofd opheffen.

Eere zij den Vader, enz.

II. psalm 110.

Ik zal u loven, Heer, met geheel mijn hart: in den raad der regtvaardigen, en in de vergadering.

De werken des Heeren zijn groot: uitgelezen volgens zijnen wil en zijn welbehagen.

Zijn werk is lofwaardig en heerlijk : en zijne regtvaardigheid duurt in alle eeuwigheid.

Hij heeft een gedenkteeken zijner wonderen gesteld, de genadige en barmhartige Heer: Hij heeft hen gespijsd die Hem vreezen.

Hij zal eeuwig aan zijn verbond gedenken: Hij zal de kracht zijner werken aan zijn volk bekend maken.

Om hun het erfdeel der heidenen te geven:

-ocr page 120-

112 VESPER-PS ALlI-EK.

de werken zijner handen zijn waarheid en regt-

vaardigheid.

Al zijne bevelen zijn getrouw, voor eeuwig bevestigd: zij zijn gemaakt in waarheid en regtvaardigheid.

Hij heeft verlossing aan zijn volk gezonden; Hij heeft zijn verbond in eeuwigheid geboden.

Heilig en ontzaggelijk is zijn naam; de vreeze des Heeren is het begin der wijsheid.

Het verstand is goed voor allen die er naar doen: zijn lof blijft in alle eeuwigheid.

Eer zij den Vader, enz.

TTT. PSALM 111.

Gelukkig is de man, die den Heer vreest: die groot vermaak heeft in zijne geboden.

Zijn zaad zal magtig zijn op aarde: het geslacht der opregten zal gezegend worden.

In zijn huis zal eer en rijkdom zijn: en zijne regtvaardigheid duurt in eeuwigheid.

In de duisternissen daagt den opregten een licht op; de genadige, barmhartige en regt-

vaardige God.

Welbehagelijk is aan God de mensch, die wel doet en uitleent: hij zal zijne woorden met oordeel beschikken, omdat hij in eeuwigheid niet zal wankelen.

De regtvaardige zal in eeuwige gedachte-nis zijn, hij zal voor geen kwaad gerucht vreezen.

Met bereidvaardigheid vertrouwt zijn hart

-ocr page 121-

T

vesper-psalmen.

op den Heer; zijn hart is versterkt: hij zal niet ontroerd worden, tot dat hij nederzie op zijne vijanden.

Hij deelt uit, en geeft den armen : zijne regt-vaardigheid duurt in eeuwigheid: zijne magt zal met luister verheven worden.

De zondaar zal het zien en zich vertoornen, hij zal op zijne tanden knarsen en uitteeren: de begeerte der goddeloozen zal vergaan.

£er zij den Vader, enz.

IV. psalm 112.

Looft den Heer, gij dienaars: looft den naam des Heeren.

De naam des Heeren zij geprezen: van nu af tot in eeuwigheid.

Van den opgang der zon tot haren ondergang, is de naam des Heeren lofwaardig.

De Heer is verheven boven alle volken: en boven de Hemelen is zijne heerlijkheid.

Wie is gelijk de Heer onze God, die in den hooge woont: en het nederige in den Hemel en op aarde gadeslaat?

Die den behoeftige uit het stof opwekt: en uit den drek den arme oprigt.

Om hem te plaatsen naast de vorsten; naast de vorsten van zijn volk.

Die de onvruchtbare in een talrijk huisgezin doet wonen: en ze maakt tot eene blijde moeder van kinderen.

Eer zij den Vader, enz.

113

-ocr page 122-

VESPER-PSALMEN.

V. PSALM 113.

Als Israël uit Egypte trok; het huis van Jacob uit een vreemd volk.

Toen werd het Joodsche volk aan God toe-geheiligd: Israël werd zijne heerschappij.

De zee zag het en vlugtte; de Jordaan keerde terug.

De bergen sprongen op als rammen: en de heuvelen als lammeren der schapen.

Wat was het, o zee! dat gij vlugttet: en wat was het dat gij, Jordaan, terug keerdet?

Dat gij, bergen, opsprongt als rammen: en gij, heuvelen, als lammeren der schapen?

De aarde daverde voor het aanschijn des Heeren, voor het aanschijn van den God van Jacob.

Die den harden steen veranderde in overvloedige wateren: en de steenrots in waterbronnen.

Niet aan ons, Heere: niet aan ons: maar geef de eer aan uwen naam.

Om uwer barmhartigheids en uwer waarheids wille: opdat de heidenen nooit zeggen: waar is hun God?

Onze God toch is in den Hemel, Hij doet hetgeen Hem welbehagelijk is.

De afgoden der volkeren zijn zilver en goud: werken van 's menschen handen.

Zij hebben eenen mond, doch spreken niet: zij hebben oogen, maar zien niet.

114

-ocr page 123-

VESPER-PSALMEN.

Zij hebben ooren, maar hooren niet: zij hebben neuzen, maar rieken niet.

Zij hebben handen, doch tasten niet: zij hebben voeten, maar wandelen niet: zij maken geen geroep met hunne keel.

Dat, die ze maken, hun gelijk worden, en allen, die er op betrouwen.

Het huis van Israël hoopt op den Heer: Hij is hun helper en hun beschermer.

Het huis van Aaron hoopt op den Heer: Hij is hun helper en hun beschermer.

Diegenen, die den Heer vreezen, hopen op den Heer: Hij is hun helper en hun beschermer.

De Heer is ons gedachtig geweest: en Hij heeft ons gezegend.

Hij heeft gezegend het huis van Israël: Hij heeft gezegend het huis van Aaron.

Allen, die den Heer vreezen, heeft Hij gezegend: zoo kleinen als grooten.

De Heer zegene ulieden meer en meer: ulie-den en uwe kinderen.

Wees gezegend van den Heer: die hemel en aarde gemaakt heeft.

De bovenste hemel is voor den Heer: maaide aarde heeft hij gegeven aan de kinderen der menschen.

De dooden zullen u niet loven: noch iemand dergenen, die in het graf dalen.

Maar wij, die leven, loven den Heer: van nu af tot in eeuwigheid.

Eer zij den Yader, enz.

115

-ocr page 124-

VESPER-PSALMEN.

LOPZANG VAN MAEIA.

Mijne ziel verheft deu Heer.

En mijn geest juicht in God mijnen Heiland.

Hij slaat de nederigheid zijner dienstmaagd gade: zie van nu af zullen alle volkeren mij zalig noemen.

Hij, de Magtige heeft groote dingen aan mij gedaan: heilig is zijn naam.

Zijne barmhartigheid strekt zich door alle geslachten uit; over hen, die hem vreezen.

Magtvol werkt zijn arm; hij verstrooit hen, die in den waan van hun hart, zich iets verbeelden.

Hij werpt magtigen van den troon, en verheft nederigen.

Behoeftigen vervult hij met goederen, rijken zendt hij ledig weg.

Hij heeft Israël zijnen dienaar opgenomen, indachtig zijner ontfermende goedheid.

Welke hij heeft toegezegd, aan onze Vaderen, aan Abraham, en aan zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.

Eer zij den Vader, enz.

116

-ocr page 125-

VESPER-PSALMEN.

DE VESPER-PSALMEN

OP DE IEESTDAGEN.

Op Kersdag en onder het Octaaf, de drie eerste Psalmen van den Zondag, de vierde is:

PSALM 129.

Uit de diepte lieb ik tot u geroepen: Heer, Heer, verhoor mijne stem.

Laat tocli uwe ooren luisteren naar de stem mijner smeekingen.

Indien gij, Heer! de ongeregtiglieden gadeslaat, Heer! wie zal bestaan.

Omdat er bij u genade is, en om uwe wet, o Heer! heb ik u verbeid.

Mijne ziel heeft op zijn woord verbeid, mijne ziel heeft op den Heer gehoopt.

Dat Israël op den Heer hope, van den morgenstond af, tot den nacht toe.

Want bij den Heer is barmhartigheid: en bij hem is overvloedige verlossing.

En Hij zal Israël verlossen uit al zijne onge-regtigheden.

Eer zij den Vader, enz.

De vijfde Psalm is: Beer, gedenk aan David : zie bladz, 123.

Op Nieuwjaarsdag de Psalmen, als op de Feestdagen van de H. Maagd Maria.

62 7.

117

-ocr page 126-

VESPER-PSALMEN.

Op Drie Koningen, Paschen, Pinksteren en op B. Drie-vuldigheidsdag , de Psalmen van den Zondag.

Op Eeeren Hemelvaart en op den Zondag onder het Octaaf, de vier eerste Psalmen van den Zondag , de vijfde is: Looft den Heer alle heidenen: zie bladz. 119.

Op H. Sacramentsdag de twee eerste Psalmen van den Zondag, de derde is : Ik heb geloofd, op bladz. 119, de vierde is;

PSALM 127.

Gelukkig allen, die den Heer vreezen: die in zijne wegen wandelen.

Want gij zult den arbeid uwer handen eten: gelukkig zijt gij, en het zal u welgaan.

Uwe huisvrouw zal zijn als eene vruchtbare wijnstok aan de zijden uws huis.

Uwe kinderen zullen zijn als jonge olijfsprui-ten j rondom uwe tafel.

Zie zoo zal de mensch gezegend worden, die den Heer vreest.

De Heer zegene u uit Sion: en dat gij zien moogt het welvaren van Jerusalem, in al de dagen uws levens.

Zie ook uwe kindskinderen: den vrede over Israël.

Eer zij den Vader, enz.

De vijfde: Loof den Heer, o Jerusalem. Zie bladz. 126.

Op de Feestdagen der Apostelen en Evangelisten in de eerste Vespers, de vier eerste Psalmen van den Zondag, de vijfde is:

118

-ocr page 127-

VESPER-PSALMEN.

V. PSALM 116.

Looft den Heer allo heidenenj looft hem alle volkeren.

Want zijne barmhartiglieid is over ons bevestigd : en de waarlieid des Heeren duurt in eeuwigheid.

Eer zij den Vader, enz.

In de tweede Vespers, op de Feestdagen der Apostelen

de twee eerste Psalmen van den Zondag, daarna de

drie volgende :

III. PSALM 115.

Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken: ik werd boven mate verdrukt.

Ik zeide in geestvervoering: alle mensch is leugenachtig.

Wat zal ik den Heer vergelden voor al wat hij mij verleend heeft?

Ik zal den beker van verlossing aannemen: en den naam des Heeren aanroepen.

Ik zal den Heere mijne geloften voldoen in de tegenwoordigheid van al zijn volk; dierbaar is voor het aanschijn des Heeren de dood zijner heiligen.

O Heer, omdat ik uw dienstknecht ben: uw dienstknecht en de Zoon uwer dienstmaagd.

Daarom hebt gij mijne banden verbroken: ik zal u een lof-offer opdragen en den naam des Heeren aanroepen.

119

-ocr page 128-

120 vesper-psalmen.

Ik zal den Heer mijne geloften voldoen in de tegenwoordigheid van al zijn volk: in de voorhoven van liet huis des Heeren, in het midden van u, o Jerusalem.

Eer zij den Vader, enz.

IV. psalm 135.

Als de Heer de gevangenen van Sion deed wederkeeren: toen werden wij geheel vertroost.

Toen werd onze mond met vreugde vervuld: en onze tong met blijdschap.

Toen zeide men onder de heidenen; de Heer heeft groote dingen met hen gedaan.

Groote dingen heeft de Heer met ons gedaan; wij zijn verheugd geworden.

Heer! doe ons gevangenen terug keeren: gelijk de regen uit het zuiden.

Die met tranen zaaijen, zullen met vreugde maaijen.

Zij gingen onzeker, weenden, en wierpen hun zaad.

Maar komende, zullen zij met blijdschap komen, dragende hunne schoven.

Eer zij den Vader, enz.

V. psalm 138.

Heer, gij doorgrondt en kent mij: gij kent al mijn doen en laten.

Mijne gedachten weet gij reeds vooruit: mijn voetpad en de maat van mijnen weg spoort gij na.

-ocr page 129-

VESP3R-PSALMEN.

En al mijne wegen hebt gij vooruit gekend; ofschoon ik geen woord sprak.

Zie, Heer, gij weet alles, zoo wel het toekomende als het verledene: gij hebt mij gevormd en onderhouden.

Al te wonderbaar is mij uwe kennis; zij is hoog, en ik kan haar niet bereiken.

Waar zal ik henen gaan voor uwen geest ? en hoe zal ik uw aanschijn ontvlugten?

Klim ik ten hemel, daar zijt gij, daal ik in den afgrond, gij zijt er.

Vlieg ik op de vleugelen des dageraads, en ga ik wonen aan het uiterste der zee.

Ook daarhenen zal mij uwe hand geleiden: en zal uwe regterhand vasthouden.

Ik zeide: mogelijk zal de duisternis mij bedekken: maar ook de nacht ontdekte mij in mijne wellusten.

Want de duisternis is voor u niet donker, en de nacht is voor u zoo helder als de dag; de duisternis van den nacht en het licht van den dag zijn voor u hetzelfde.

Want gij hebt mijne ingewanden gemaakt: en mij uit het ligchaam mijner moeder genomen.

Ik zal u loven, want gij hebt u op een' eerbiedwekkende wijze verheerlijkt: wonderbaar zijn uwe werken, mijne ziel beseft dit te wel.

Mijn gebeente, 't welk gij voor het oog verborgen gemaakt hebt, is voor u niet verholen; noch het donkerste graf zal mijn ligchaam voor uw oog verbergen.

Als ik nog onvolmaakt was, zagen mij uwe

121

-ocr page 130-

122 VESPER-PSALMEN.

oogen: en in uw boek worden ze allen opgeschreven, die dagelijksch gevormd worden, en waarvan er nog niemand is.

Uwe vrienden, o God! zie ik tocli zeer lioog geëerd: hunne heerschappij is bovenmate mag-tig geworden.

Indien ik ze tellen wilde, zoo zouden zij talrijker zijn dan het zand: opgestaan zijnde ben ik nog met u.

Dewijl gij, o God! de kwaaddoeners zult dooden: zoo wijkt van mij, gij bloedgierige menschen.

Want gij zegt in uw hart: te vergeefs zullen zij uwe steden verkrijgen.

Heer, haatte ik niet degenen, die u haatten, en teerde ik niet uit om uwer vijanden wil?

Ik haatte ze met een' volmaakten haat: en zij zijn mijne vijanden geworden.

Doorgrond mij, o God! en neem kennis van mijn hart: onderzoek mij, en geef acht op mijne paden.

En zie, of de weg van ongeregtigheid bij mij is: en geleid mij op den eeuwigen weg. Eer zij den Vader, enz.

Op de Feestdagen der Martelaren t in de eerste Vespers, gelijk als in de eerste Vespers der Apostelen zie bladz. 118, in de tweede Vespers dezelfde, behalve den vijfden, die is: ik heb geloofd, zie bladz. 119.

Op de Feestdagen der belijders, in de eerste Vespers, gelijk op Heuelvaart, ook in de tweede Vespers: doch op dien van eenen belijder, bisschop, is in de tweede Vespers, de vijfde Psalm, gelijk als volgt:

-ocr page 131-

VESPER-PSALMEN.

V. PSALM 131.

Heer, gedenk aan David: en aan al zijne zachtmoedigheid.

Hoe hij den Heer zwoer, en den God van Jacob gelofte deed.

Ik wil de woning mijns huis niet ingaan, noch mijn rustbed beklimmen.

Ik wil mijnen oogen geen slaap vergunnen : noch mijnen oogleden eenige sluimering.

Noch mijn hoofd ter rust nederleggen: tot dat ik eene plaats voor den Heer zal vinden, eene woontent voor den Heer van Jacob.

Zie, wij hebben daarvan te Ephrata gehoord: wij hebben ze op de velden des wonds gevonden.

Wij zulle ii in zijne woning ingaan: wij zullen aanbidden ter plaatse, waar zijne voeten gestaan hebben.

Sta op Heer, ter uwer rust, gij, en de verbondskist uwer heiligheid.

Dat uwe Priesters met geregtigheid bekleed worden: en uwe Heiligen zich verheugen.

Wend toch, om uwen dienaar David, het aangezigt van uwen gezalfden niet af.

De Heer heeft aan David de waarheid gezworen, en Hij zal ze niet verijdelen: ik zal eenen van de vrucht mvs ligchaams op uwen troon stellen.

Indien uwe kinderen mijn verbond onderhouden, en deze mijne getuigenissen, die ik hun leeren zal.

123

-ocr page 132-

124 VESPER-PSALMEN.

En dit ook hunne kinderen tot in eeuwigheid doen: zoo zullen zij op uwen troon zitten.

Want de Heer heeft Sion verkoren: Hij heeft het verkoren tot zijne woning.

Dit is mijne rustplaats voor eeuwig: hier zal ik wonen, want ik heb het verkoren.

Ik zal zijne weduwen rijkelijk zegenen: en zijne armen met brood verzaden.

Ik zal zijne Priesters met heil bekleeden, en zijne Heiligen zullen zich verheugen.

Daar zal ik het huis van David laten groot worden: ik heb reeds voor mijnen gezalfden een troonopvolger bestemd.

Ik zal zijne vijanden met schande bedekken : maar op hem zal mijne heiligheid bloeijen. Eer zij den Vader, enz.

Op het feest der Kerkwijding al de Psalmen van den Zondag, behalve den vijfden Psalm die zijn moet. Loof den Beer, o Jerusalem, zie bladz 126.

De Vesper-Psalmen op de Feestdagen der H. Maagd Maria zijn ook gebruikelijk op de Feestdagen der Maagden en andere Heilige Vrouwen,

De twee eerste Psalmen in beide de Vespers zijn; De

Heer heeft tot mijnen Heer gezegd, bladz. 110 en Looft den Heer, gij dienaars-, bladz. 113, de drie andere zijn deze:

III. PSALM 121.

Ik was verblijd in hetgeen mij gezegd werd: wij zullen ingaan in het huis des Heeren.

-ocr page 133-

vespee-paslmen.

Onze voeten stonden in uwe voorhoven, o Jerusalem.

Jerusalem is opgebouwd als eene stad, die wel te zamen gevoegd is.

Want daarhenen trokken de stammen op, de stammen des Heeren: het is eene wet voor Israël, den Heer te loven.

Want daar waren de regterstoelen gesteld, de regterstoelen van Davids huis.

Bidt om den vrede voor Jerusalem : en dat er overvloed zij voor allen, die u beminnen.

Vrede heersche in uwe muren: en overvloed in uwe torens.

Om mijne broeders en mijne naasten, sprak ik voor Ü van vrede.

Om het huis van den Heer onzen God, zocht ik voor u hetgeen goed is.

Eer zij den Vader, enz.

TV. psalm 126.

Bijaldien de Heer het huis niet opbouwt: zoo werken de bouwlieden te vergeefs.

Indien de Heer de stad niet bewaart: zoo waakt de wachter vruchteloos.

Gij staat te vergeefs op, eer het dag is: staat op, na dat gij hebt uitgerust, gij, die het brood der smarte eet.

Wanneer hij zijnen beminden rust zal geven; zie, dan zullen de kinderen een erfdeel des Heeren zijn : de vrucht des ligchaams eene belooning.

125

-ocr page 134-

126 vespee-psalmen.

Gelijk de pijlen in de hand eens sterken , zoo zullen zijn de kinderen dergenen, die verjaagd waren.

Gelukkig de man, die daarin zijnen wensch vervuld ziet: hij zal niet beschaamd staan, als hij zijnen vijanden zal toespreken voor het ge-regt.

Eer zij den Vader, enz.

V. psalm 147.

Loof den Heer, o Jerusalem: loof uwen God, o Sion.

Want Hij heeft de grendels uwer poorten versterkt: Hij heeft uwe kinderen in u gezegend.

Hij heeft uwe grenzen in vrede gesteld: en Hij verzaadt u met de bloem des korens.

Hij zendt zijn woord op de aarde: zijne bevelen zijn snel.

Hij doet de sneeuw als wol vallen: en strooit den nevel als assche uit.

Hij werpt zijn ijs af als stukken: wie kan zijne koude verdragen?

Hij zal zijn woord uitzenden, en het smelten: zijn wind waait, en de waters vloeijen.

Zijn woord maakt hij aan Jacob: en zijne geregtigheden en vonnissen aan Israël bekend.

Zoo deed Hij het aan geen volk : noch maakte hun zijne regten bekend.

Eer zij den Vader, enz.

-«j-o-o—

-ocr page 135-

GEBEDEN ONDER HET LOF.

ijne ziel! aanbid Let allerheiligste Sacrament des Altaars in den diepsten ootmoed. Heer Jesus Christus! gij, die het brood des levens zijt, wij aanbidden u. Christus, onze Koning! die over alle volken heerscht; en hen, die u bezitten, sterkte des geestes geeft, mijne ziel aanbidt u, in den diepsten ootmoed. Aan u, mijn' Jesus! levenden God in het Altaargeheim, breng ik mijn offer van aanbidding, eerbied, liefde en dankzegging; ik hef met alle Heiligen en Engelen in den Hemel den lofzang aan: Heilig! Heilig! Heilig! is de Heer, de Almagtige God, de Heer der Heerschaven! Hemel en aarde zijn vol van uwe Heerlijkheid ! Eer zij den Vader, en den Zoon en den H. Geest, nu en in eeuwigheid! Amen.

VERZUCHTING OM DB GENADE DES GEBEDS.

Mijn God! ik waag het tot u te spreken, hoe

-ocr page 136-

128 GEBEDEN

wel ik slechts stof en asch ben. Heer! neig uw oor tot mij en verhoor mij; ik ben ellendig en zwak; maar ook de arme wordt door u niet verlaten.

Smeekend lig ik hier voor u nedergeknield, niet op mijne geregtigheid, maar op uwe barmhartigheid vertrouwende. Het gebed van den ellendige hoort gij, o Heer! en zeker zult gij uw aangezigt niet afwenden van een ootmoedig en vermorzeld hart. Ach, Heer! leer mij bidden, want ik weet niet hoe en wat ik bidden moet. Dat uw heilige Geest mijne zwakheid ondersteune! Heer! hoor mijne stem, want ik wil tot u bidden, ik wil u loven uit geheel mijne ziel, het is mijn lust en mijne vreugde u te aanbidden en lof te zingen. OJesuslikheb de plaats bemind, waar uwe heerlijkheid woont, geef dat ik waardig voor uw aangezigt ver-schijne, en in stille aanbidding hier voor uw Altaar rusten moge. Amen.

JESUS, AAKBIDDENSWAAEDIG GODMENSCH IN HET H. SACKAMENT.

O God, onze Heer! hoe wonderbaar is uw Naam op aarde; uwe heerlijkheid is boven den hemel verheven. Wat is de mensch, dat gij u verwaardigt hem te bezoeken, en zelfs met het levend Hemelbrood te voeden ? Slechts iets geringer dan de Engelen hebt gij ons geschapen, met eer en heerlijkheid hebt gij ons gekloond. In u wil ik mij verheugen en verblijden; altijd

-ocr page 137-

ONDEJi, HET LOF.

129

zal ik met dankbaarheid de -wonderen uwer goedertierene Almagt verkondigen. Loof mijne ziel, uit al uwe krachten, uwen Heer en God, want niemand is Hem gelijk in genade en vaderlijke toegenegenheid. Vergeet de weldaden niet, welke gij sedert uwe kindsche dagen ontvangen hebt, en nog dagelijks, naar ligchaam en ziel geniet. Hij redt u van het eeuwig verderf; vol van barmhartigheid vergeeft Hij u de zonden; Hij ontslaat u van derzelver straffen en geneest uwe wonden en gebreken; Hij overlaadt u met zijne goedheid, en schenkt u lust en krachten tot het goede; Hij geeft u op nieuw de schoonheid der onschuld en het verlorene paradijs terug. Ja, oneindig goed en barmhartig is de Heer, langmoedig en geduldig jegens allen. Gelijk een vader zich ontfermt over zijn kind, zoo ontfermt Hij zich in zijne milde goedheid over ons. Hij weet het, dat wij, stof en zwak zijnde als riet, spoedig het goede nalaten en het kwade doen. Hij is een toevlugt voor rouwmoedige zondaren, de steun der zwakken en regtvaardigen. Hij heeft ons den wil des hemelschen Vaders geopenbaard en den weg tot den hemel aangewezen. Hier heeft Hij in ons midden den troon zijner genade opgerigt: en daar naast zijnen troon, voor ons eene woning bereid. Heer, onze God! hoe wonderbaar en groot is uwe goedheid. Geen Engel, geen sterfelijk wezen kan dezelve bevatten. — Al wat ademt loof den Heer! verhef vol vreugde zijne goedheid en genade. Looft den Heer! gij

-ocr page 138-

130 GEBEDEN

Engelen en alle zijne schepselen! mijne ziel en alles, wat in mij is, loof den Heer!

SMEEKGEBED.

Gij lafenis mijner ziel, liolit mijner oogen, troost in mijne droefheden, eeuwige haven, waarnaar mijne ziel verlangt, lusthof mijns harten, onderpand mijner zaligheid, geleider in mijne ballingschap, geneesmiddel mijner wonden, goedertierene straffer mijner zonden, leeraar mijner onwetendheid, leidsman op mijnen levensweg, aangename woonplaats, waar mijne ziel kan rusten, spiegel, waarin zij zich afbeeldt, staf waarop zij steunt, en kostbare schat harer heerlijkheid; Jems! alles voor allen; Jesus! voor wien alle knieën zich moeten buigen, in den Hemel op en onder de aarde; Jesus! alle tongen prijzen u, en belijden, dat gij •— de Eeniggeborene — de heerlijkheid van God den Yader Zijt; Jesus ! in de zalige vreugde van mijn beminnend hart noodig ik alle schepselen uit, om u, eeuwig aanbiddingwaardige liefde in het allerheiligste Sacrament met mij te loven, te beminnen en te verheerlijken in eeuwigheid.

Jesus Christus! gij die de uwen ten einde toe bemind hebt! geheel uw leven was eene voortdurende liefde-oefening, en nog heden, in de heerlijkheid des hemels, zijt gij onze barmhartige voorspreker bij den Vader en onze Zaligmaker. Ach, dat ik u toch uit geheel mijn hart

-ocr page 139-

ONDER HET LOF.

koude beminnen! dat ik u mogte navolgen op den weg, dien gij ons zijt voorgegaan, en eindelijk de zaligheid des hemels moge verkrijgen, welke gij ons verworven hebt! Heer! gij kent alle dingen, — gij weet ook dat ik n bemin. Doordring geheel mijn wezen met het goddelijk vuur uwer liefde, opdat niets mij van uwe liefde scheide, opdat ik met en in u leve en sterve. Amen. — Onze Vader, enz. Geloofd zij Jesus Christus in het allerheiligst Sacrament! enz.

JESUS, TEGENWOORDIG IN HET H. SACRAMENT.

Met innig gevoel, terwijl hij zijne vingeren in uwe handen en zijne hand in de wonden uwer zijde legde, zeide de H. Thomas tot u: „Mijn Heer en mijn God!quot; Hij geloofde nadat hij gezien had! Ik zie niet, maar ik geloof dat gij hier op dit altaar, onder de gedaante van brood tegenwoordig zijt. 'Hoe onschatbaar is het geluk van den christen! Velen weten niet, wat zij aanbidden, wij weten het. Wij erkennen u, en dit is het eeuwige leven, dat wij u, die alleen de ware God zijt, kennen, en Jesus Christus, dien gij gezonden hebt.

Aanbiddenswaardigste! ik aanbid u met den diepsten eerbied. Ik wil uwen heiligen naam loven. — Geheel de wereld is vol van uwe weldaden en wonderen, maar het grootste uwer weldaden en het verhevenste uwer wonderen is, dat gij zoo nabij ons, dat gij in het heilig

131

-ocr page 140-

132 GEBEDEN

Sacrament des Altaars bij ons tegenwoordig zijt.

Mijn grootste weldoener! mijn Heer! mijn God! verstoot mij niet van uw aangezigt. Laat mij hier de vruchten uwer liefde, en ginds, aan gene zijde des grafs, de belooningen genieten, welke gij bereid hebt voor hen, die u in geest en waarheid aanbidden. O menschgeworden God! voor uw aangezigt neergeknield, geloof ik vastelijk in u zonder n te zien; op u stel ik al mijn vertrouwen, u bemin ik uit geheel mijn hart; — neem alles weg van mij, wat aan uw heilig oog mishaagt, en geef mij alles, waardoor ik u behagelijk worde! Gij zijt het eeuwige vuur, dat op het altaar der liefde nooit uitdooft. O, laat dit liefdevuur uit uw hart ontspringen, en mijn koud hart ontvlammen ! Stort dat heilig vuur over mij uit, opdat mijn hart als een aangenaam reukoffer voor u ontbrande, en wegsmelte als was. Geef mij, o Jesus, dat ik uwen heiligen wil kenne en volkomen vervulle. Gij hebt hier op aarde geleefd tot welgevallen van uwen vader; laat ook mij slechts leven om u te behagen, tot dat ik n prijzen en aanbidden moge in het hemelsch Vaderland, waar gij mij eeuwig wilt verblijden met de aanschouwing van uw goddelijk wezen in de volmaakte zaligheid.

JESUS, MENSCH GEWORDEN GOD IN HET H. SACRAMENT.

Groot is de vermetelheid, dat ik, onwaardig schepsel, naar uwe oneindige liefde verlang!

-ocr page 141-

ONDER HET LÓF.

Ongetwijfeld moet ik, in liet bewustzijn mijner nietigheid, slechts geringe weldaden dnr-ven wenschen; maar wat zal ik arm schepsel doen, als gij zelf mij beveelt u lief te hebben ? Gij hebt mij geschapen om u te beminnen; Gij bedreigt mij zelfs met uwe gramschap, als ik u niet bemin. Gij zijt uit liefde voor mij gestorven, en gebied mij dringend, liefde van u te hopen; ja, zoo zeer verlangt gij mijne liefde, dat gij, mijn koud en liefdeloos hart kennende, dit wonderbaar Sacrament hebt ingesteld, om mijne liefde tot u te doen ontvlammen.

Mijn Verlosser! wat ben ik, dat gij mij zoo dringend beveelt u te beminnen, en dat gij zoo vele wonderbare wegen en middelen bezigt, om mijne liefde te veroveren? Gij geeft mij niets dan heil, vrede en alle wenschelijk goed, en ik...? Wat heb ik anders u veroorzaakt, dan droefheid, lijden en een' smartvollen dood? Wanneer gij mij aldus bemint, die u in alles slechts leed en smarten veroorzaakte, hoe, zou ik u dan mijne liefde kunnen weigeren? aan u, die de bron zijt van alle heil, en van mijne zaligheid — Onze quot;Vader. Geloof enz.

JESUS, HEMELSCH MANNA IN HET H. SACllAMENT.

Beminnen wil ik u, o God! mijn Heiland en mijne sterkte. Beminnen wil ik u, gij, die de kracht zijt mijner ziel! Overal en altijd wil ik u beminnen, onuitsprekelijke vreugde mijns 62 8

133

-ocr page 142-

134 GEBEDEN

harten! Niet voor mij, maar voor u wil ik ge-teel mijn leven besteden. Immers, toen liet door mijne groote zonden was verloren gegaan, hebt gij het door uwe barmhartigheid weder vernieuwd. —

Ik wil u beminnen mijn Heiland, mijn Verlosser en Zaligmaker! beminnen met innige en vurige liefde.

Alle gevoelens en begeerten van mijn hart wil ik, als zoo vele armen, met liefde tot u uitstrekken, om u, oneindig beminde Bruidegom mijner ziel, van wien ik alle goeds vertrouw, geheel te omvatten. Even als de klimop zich slingert om den boom, en al zijne vezels armen schijnen, waarmede zij zich vasthecht, om zoo geschraagd, het toppunt des booms te bereiken, zoo wil ik mij aan den boom des levens, aan u, mijn' Heiland en mijne sterkte, vasthechten, opdat ik groeije in de liefde, en de volmaaktheid bereike. Nooit groeit de klimop zoo welig, nooit brengt zij, hoewel om den boom geslingerd, zulke schoone takken voort, als de ziel, welke innig met u vereenigd, in deugden en genaden toeneemt.

Waarom lost mijn gevoel zich niet geheel in liefde op, om u alleen te bezitten ? Help mij, o God, mijn Verlosser! trek mij tot u, want de last van mijn sterfelijk hulsel trekt mij meê-doogenloos tot de diepte. Gij, o Heer! hebt u aan het kruishout laten verheffen, om alles tot u te trekken; in uwe onuitsprekelijke liefde hebt gij twee verschillende naturen in eenen

-ocr page 143-

ONDEK HET LOF.

persoon willen vercenigen, om één met ons te kunnen worden. O vereenig dan, krachtens dien onverbreekbaren band, mijn hart zoo met n, dat het één worde met u. Voed, versterk en verkwik mijne ziel, hemelsch Manna! tot een eeuwig, zalig leven. Amen. — Onze Yader. Cwloof enz.

Jesus Christus, mijn God en Heiland! Uwe liefderijke tegenwoordigheid in het allerheiligste Sacrament, uwe wonderbare goedertierenheid, waarmede gij mij tot het ontvangen van dit geestelijk voedsel uitnoodigt, bemoedigen mij, om mij met vertrouwen tot uw beminnelijk hart te wenden.

O God mijns harten, mijne hoop, mijn eenige troost en hoogste liefde, hoor, bid ik u, mijn kinderlijk smeeken en geef genadiglijk hetgeen ik vol geloof en vertrouwen van u kom vragen. Ik herinner mij zoovele beden, die gij tijdens uw leven hier op aarde verhoord, zoovele gunsten, welke gij bewezen hebt, zoovele wonderen, welke gij tot troost der menschheid hebt willen verrigten. Goddelijke menschen-vriend! Gij zijt in dit liefdegeheim nog dezelfde oneiudig goede God. Liefderijke Heiland! Gij hebt troost en hulp beloofd aan allen, die met vertrouwen, in den nood tot u hunne toevlugt nemen; op uw heilig woord kom ik in mijne droefheid en verlatenheid tot u, o God mijns heils! Gij hebt mij geschapen, bemind, en met uw bloed vrijgekocht, gij kunt mijn ootmoedig smeeken niet onverhoord laten.

135

-ocr page 144-

136 GEBEDEN

I. Jesus, geliefde Zoon, eeuwig welbehagen des Vadei*, ik bid u als de nederige Joannes „Ih moet door U gedoopt worden!quot; zend uwen geest over mij af, en vernieuw de onschuld mijns harten. Reinig mij door uw heilig bloed van alle mijne zonden, opdat ik welgevallig zij in uwe oogen. Verwijder van mij al wat u in mij mishaagt; opdat ik alle geregtigheid ver-vulle, en in uwe liefde volharde tot het einde toe. — Onze Vader. Geloofd enz.

II. Jesus! Lam Gods! hetwelk wegneemt de zonden der wereld. Ach! ik erken mijne zonden en verfoei dezelve uit het binnenste mijns harten. Om den wille uwer liefde en verdiensten hoop ik genade en vergiffenis en volkomcne kwijtschelding mijner zonden en straffen.

Ontfermer! Gij die gekomen zijt, om te zoeken en zalig te maken wat verloren was: zoek, draag, verlevendig mij, en maak mij zalig. — Onze Vader. Geloofd enz.

III. Jesus! Gij hebt op de vertrouwvolle bede uwer Moeder, te Cana, het water in wijn veranderd. Doe mij tranen storten van berouw, — mijne laauwheid in vurige liefde ontvlammen. Ach! uwe liefde is mijn verlangen! Gij, o Jesus, kunt mijn koud hart ontvonken. Naar uw liefde haak ik, ach! dat ik u altijd moge beminnen, u zonder ophouden beminnen en altijd door u bemind moge worden. — Onze Vader. Geloofd enz.

IV. Jesus! Gij zijt aan het kruis genageld,

-ocr page 145-

ONDER HET LOF.

opdat allen, die in u gelooven, het eeuwige leven zouden hebben. Ik geloof in u; gij zijt de Zoon Gods en de Heiland der wereld ; zou het mogelijk zijn, dat ik in dit levendig geloof, het eeuwige leven niet zou verlcrijgen ? — Neen, Heer! ik geloof, vermeerder en verlevendig in mij dit geloof. Gij hebt voor mij den smartelijksten kruisdood geleden, met het heilig Sacrament, het brood des eeuwigen levens, mij zoo dikwijls gespijsd, en gij zoudt mij niet willen zalig maken ? — Gij wenscht niets vuriger; o, kom dan mijne zwakheid te hulp, neem mij in uwe vaderlijke beschernamg, en heersch meer en meer door uwen. H. Geest in mij. — Onze Vader. Geloofd enz.

V. Jesus! Gij hebt aan de Samaritaansche vrouw, bij de bron van Jacob het legend water uwer genade, uwe vertroostingen beloofd. Heer! geef ook aan mij van dat water des levens, opdat ik niet meer dorste naar 's werelds ijdelheden, maar daardoor gesterkt worde ten eeuwigen leven. Verlicht de duisternissen van mijn verstand en versterk mijn' zwakken, wil, door uwe genade! Dat uw heilig Sacrament, dat levende water des heils, voor mij eene onuitputbare bron van genade zij. Jesus, dien ik nu in geest en waarheid aanbid, heersch over mijn hart, en geef mij den waren geest, om u eeuwig te beminnen en met ware godvrucht te aanbidden! — Onze quot;Vader. Geloofd enz.

VI. Jesus! ik verschijn voor uw heilig; aan-62 8.

137

-ocr page 146-

138 GEBEDEN

gezigt met eerbied en liefde; ik heb u kinderlijke trouw beloofd en mijn hart is in den geest met n vereenigd; maar ik erken de vele gevaren j waar mijne gebreken en ligtzinnigheid mij op nieuw in zonden storten en ontrouw jegens u maken kunnen. Ach, laat niet toe, o ontfermende liefde! laat niet toe, dat mijne ziel nogmaals door de zonde sterve! Wend, door uwe oneindige liefde, dit grootste, dit eenige ware kwaad van mij af, en behoud mijn leven in u. — Onze Yader. Geloofd enz.

VII. Jesus! mijn God en Heiland in het heilig Sacrament! met een nederig gevoel mijner zondenschuld en gebreken, verzucht ik tot u, met den zieke, in het bad te Jerusalem! „Heer! er is niemand, die mij helpt en helpen kan!'1 Gij alleen kunt mij genezen; gij alleen hebt liefde om u over mij te ontfermen! Zie! met een vast en onwrikbaar vertrouwen, kniel ik vooi' u neer! Gij kent het binnenste mijner ziel! troost mij in mijne benaauwdheden; verkwik mij in mijne zwakheden; ondersteun mij in den strijd; genees de wonden mijner ziel! Gij zijt mijn eenige hoop, mijn hoogste liefde! en van u alleen verwacht ik hulp. — Onze Yader. Geloofd enz.

YIII. Jesus! het geloovig vertrouwen op uwe oneindige goedheid, hebt gij altijd heerlijk beloond. Gij hebt de vrouw gezond gemaakt, welke slechts de zoom van uw kleed geloovig aanraakte. Wat mag ik dan niet hopen van uwe liefde, daar het mij vergund is, u, mijn'

-ocr page 147-

ONDER HET LOF.

God, in het heilig Sacrament zoo dikwijls te ontvangen? — Als een melaatsche, zoo verschijn ik voor ii, goddelijke Heiland! indien gij wilt, dan kunt gij mij genezen. Daarom roep ik met kinderlijk vertrouwen tot u : spreek slechts één woord, en mijne ziel zal gezond worden, en dankbaar zal mijne tong de wonderen uwer liefde verkondigen. — Onze Vader, Geloofd enz.

IX. Jesus! Gij hebt uwe almagt en goedheid troostrijk aan den dag gelegd in de opwekking van Jaïrus dochtertje. O, mijn Heiland! bewerk ook zoo in mij een wonder van genade; laat mij opstaan van mijne laauwheid tot een ijverig leven in uwe liefde; laat het leven mijns geloofs in trouwe navolging uwer leer en voorbeelden zich openbaren. Eeik mij uwe hand en verhef mij uit het ijdel stof der zinnelijkheid, opdat niets mij aangenamer zij, en niets mij meer verheuge dan uwe liefde! Jesus! ik verzucht tot U, omdat ik u boven alles wensch te beminnen. — Onze Vader. Geloofd enz.

X. Jesus, liefdevolle Heiland! hoe troostvol waren uwe woorden, toen gij tot de bevreesde leerlingen zeidet: „Vreest niet! Ik ben het \quot; Ik erken u waarlijk tegenwoordig in dit allerheiligste Sacrament. Ja, gij, eeuwige ontfer-mer! gij zijt het, dien ik hier aanbid; gij zijt het, mijn goddelijke Verlosser! die mij tot in den dood bemind hebt, en nu nog u zeiven tot spijze geeft. Ik zou u vreezen, terwijl uwe oneindige liefde en onbegrijpelijke goedheid mij

139

-ocr page 148-

GEBEDEN

beschermt? Jesus! gij zijt mijne hoop in alle gevaar, mijne sterkte in alle zwakheden, mijn toevlugt in allen nood; neem het vertrouwen mijner kinderlijk overgegevene ziel genadig aan, daar ik bij u alleen hulp en troost kom zoeken. — Onze Vader. Geloofd enz.

XI. Jesus! gij hebt u ontfermt over de ge-loovige scharen, welke, daar zij verlangend waren naar uwe leer, u drie dagen in de woestijn volgden, zonder voedsel. Gij hebt met weinige brooden hen wonderbaar gespijzigd, opdat zij versterkt huiswaarts keeren, en niet bezwijken zouden op den weg. Ontferm u ook over mij, goedertierenste Heiland! daar ik uw heilig Sacrament met een kinderlijk vertrouwen kom bezoeken; verkwik mij door de kracht van dit wonderbaar hemelsch brood. — Jesus ! laat mijne hongerende ziel de werking van dit allerheiligst geheim ondervinden, opdat ik op de reis naar de eeuwigheid niet bezwijke, maar gesterkt moge worden ten eeuwigen leven! — Onze Vader. Geloofd enz.

XII. Jesus! gij zijt de Heer van al bet geschapene j u heeft God gesteld tot erfgenaam van alle dingen; ook de wereld heeft hij geschapen door u; laat mij als uw schepsel leven tot uwe eer!

Jesus! gij zijt de Zoon van den levenden God; gij zijt de glans der heerlijkheid en het afbeeldsel van het wezen des Vaders. U wil ik eeren, beminnen en aanbidden, gelijk ik den Vader eer, bemin en aanbid, Jesus! gr zijt

140

-ocr page 149-

ONDER HET LOF. 141

onze Verlosser, want gij hebt ons van de zonden gezuiverd; gij zetelt aan de regterliand des Vaders in den hemel! Ook ik wil de zonden afsterven, gelijk gij voor de zonden gestorven zijt, en tot een nieuw leven in de geregtiglieid ontwaken! Jesus! gij zijt mijn heilig voorbeeld; die in U gelooft, die u navolgt, heeft het eeuwig leven. Gij hebt ons een voorbeeld nagelaten; als een getrouw leerling wil ik uwe voetstappen volgen. Jesus! gij zijt mijn Heiland, gij zijt mijn voorspreker bij den Vader en de verzoening voor de zonden der wereld. Gij zijt de middelaar tussehen God en den mensch, daar gij u zeiven tot verlossing voor allen aan den dood hebt overgegeven. Ik wil u beminnen, o mijn Heer, mijne sterkte! Gij zijt mijne toevlugt en mijn Verlosser. „Ik leef, niet ik, maar Christus leeft in mij.quot; Hoewel nog in het ligchaam levend, zoo leef ik toch in het geloof aan den Zoon Gods, die mij bemint, en zich zeiven voor mij heeft overgeleverd. •— Onze Vader. Geloofd enz.

GEBED VOOR DE BEKEERING DER ZONDAREN.

Groote God! na den zondvloed spandet gij den regenboog aan het firmament, ten teeken uwer barmhartigheid en verzoening met de zondige wereld: ook het Sacrament des Altaars is een eeuwig onderpand uwer goedheid en liefde; hier brengt gij den zondaar vergeving, genade en het eeuwig leven. En toch leven zoo

-ocr page 150-

GEBEDEN

velen, die zich uwe leerlingen noemen, als vijanden van uw kruis; toch laten zij hunne, door u verloste zielen, verloren gaan, en eten en drinken in dit Sacrament, in plaats van het leven, den dood en de verdoemenis. O Jesus! die op deze wereld gekomen zijt, om te zoeken en zalig te maken wat verloren was, ontferm u naar de menigte uwer barmhartigheden over al degenen, welke ligtzinnig op den breeden weg der zonde, ten verderve ijlen. Verlicht hen door het licht uwer genade; maak hunne versteende harten week in uw heilig bloed; spreek tot hunne ziel met al de kracht uwer genade: versterk hunne zwakheid, opdat zij de ellende en het gevaar der zonde erkennen, en door ware boetvaardigheid zich met u verzoenen. Verdelg, o Heer! alle boosheid, — dat geene zonde onder ons heersche, maar ware godvrucht en ijver in uwe dienst, stichting door goede zeden, christelijke deugd en heiligheid. Amen. Onze Yader. Geloofd enz.

GEBED VOOR ALLE VROME VEREERDERS VAN

JESUS IN HEÏ ALLERHEILIGSTE SACRAMENT

DES ALTAARS.

O allerheiligste Sacrament! wonderbare ark des Nieuwen Ver bouds, waarin niet de steenen tafelen der wet, maar de wetgever zelf—niet het Manna, maar Jesus, het ware hemelbrood— niet Aarons staf, maar Christus zelf, de Hooge-priester, naar de orde van Melchisedech we-

142

-ocr page 151-

ONDER HET LOP.

zenlijk en waarachtig tegenwoordig is; aanbiddenswaardig Heiligdom j hetwelk al het heilige en kostbare te zamen bevat! Gij hebt o Jesus! dit Godshuis geheel tot uwe woning ingerigt. O onschatbare genade,, onze God en Heiland woont dus altijd in ons midden ! Ik aanbid u, o mijn God, en verneder mij geheel voor uwe oneindige majesteit. Jesus Christus! gij hebt ons uitverkoren, om voor uw aangezigt heilig en onbevlekt in de liefde voor u te leven, om als uwe verlosten in goede werken voor u te wandelen, en uwe voetstappen als getrouwe leerlingen na te volgen; ik buig mijne knieën voor u, en smeek u, door het geloof in onze harten te wonen, opdat wij in de liefde geworteld en bevestigd blijven. Verleen ons de genade, overeenkomstig ons beroep, eenen heiligen levenswandel te leiden, in ootmoedigheid, — zachtmoedigheid en geduld — in vrede, een-dragt en onderlinge liefde. Immers, wij allen, die aan uwe wezenlijke tegenwoordigheid onder ons gelooven en met getrouwe liefde u aanhangen, wij vormen één ligchaam en eenen geest, omdat wij allen dezelfde hoop koesteren, dezelfde roeping hebben.

Heilig ons allen, goddelijke Verlosser! in de waarheid, opdat wij den ouden mensch afleggen, die door de verleidelijke lusten is bedorven, en den nieuwen mensch aandoen, welke naar Gods beeld, in regtvaardigheid en heiligheid is geschapen. — Hat uwe magtige genade in ons werke, opdat wij als kinderen u navol-

143

-ocr page 152-

144 GEBEDEN

gen en leven in de liefde, gelijk gij ons bemind, en u zeiven tot zoenoffer voor ons hebt gegeven. — God des Hemels en Heer van alle schepselen! verhoor mijne ootmoedige smeekingen, die ik vol vertrouwen op uwe oneindige barmhartigheid hier voor uwen genadetroon heb uitgestort. — Laat uwe ontfermingen over ons, uwe geloovige kinderen nederdalen, verleen ons moed en standvastigheid, om alles te verachten , wat ons van uwe liefde scheiden kan; geef ons kracht, om te vervullen, wat eene ware godvrucht en onze hoogere roeping van ons vordert. — Onze Vader. Geloofd enz.

HET GEBED DES HEEEEX, VOOR HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.

Barmhartige en liefdevolle Zaligmaker, Jesus Christus! die aan de regterhand des Vaders in de heerlijkheid des hemels troont! Gij zelf hebt ons leeren bidden; neem dan ook dit gebed, hetwelk gij ons voorgebeden hebt en dat ik in geest en waarheid u wil nastamelen, genadig aan en verhoor hetzelve.

GEHEILIGD ZIJ UW NAAM.

Jesus! die niet slechts in den hemel, maai' ook hier op het altaar, in het allerheiligste Sacrament des Altaars, wezenlijk , waarachtig en levend tegenwoordig zijt; verleen ons uwe genade, opdat wij uwen Naam altijd eersn, u

-ocr page 153-

ONDEH, HET LOP.

als onzen Heer en God ootmoedig aanbidden, loven en prijzen, en uw wonderbaar Sacrament met innige aandacht tot in den dood mogen vereeren. O! dat de gelieele wereld u, aller-toogste en beminnenswaardige God, mogte beminnen en aanbidden! Uw naam, o Jesus! worde geprezen, tot aan de uiterste grenzen der aarde.

Looft, dankt Jesus, onzen God, in bet allerheiligst Sacrament, gij zijne heiligen! en gij allen, die God vreestprijst zijnen heiligen Naam. — Onze Vader. Geloofd enz.

LAAT ONS TOEKOMEN UW KIJK.

Jesus ! gij die in het allerheiligste Sacrament als God en mensch tegenwoordig zijt, verleen mij uwe genade, om vóór alles en met alle krachten het rijk Gods te zoeken; versterk mij, opdat ik door geweld en zelfverloochening, eens het hemelrijk bemagtige. Heersch in mijn hart, door een levendig geloof en door uwe heiligmakende genade, opdat ik eenquot; goeden strijd strijden, in het geloof standvastig volharden, en eens het groote doel bereiken moge. Jesus, mijn God en Verlosser! laat mij toekomen het rijk, waarvoor ik geschapen ben! neem mij op in het eeuwig leven, hetwelk gij door uw lijden en sterven voor mij hebt verdiend, terwijl gij ons tot onderpand daarvan uw heilig ligchaam en kostbaar bloed in het H. Sacrament hebt nagelaten. Maak ons zaliff,

62 9 8

145

-ocr page 154-

146 GEBEDEN

Jesus Christus, onze Verlosser! door de kracht des heiligen kmises. Ontferm n onzer, ten eeuwigen leven! 0. .

Wanneer zal ik aankomen op den berg oion. wanneer binnengaan in de stad des levenden Gods, in het hemelsch Jerusalem ! Hoe heielijk zijn uwe woningen, o Heer! mijne ziel verlangt en smacht naar dezelve. — Onze Vader. Geloofd, enz.

UW WIL GESCHIEDE OP AARDE ALS IN DEN HEMEL.

Jesus! die in het H. Sacrament des Altaars met de volheid uwer ontfermende en zaligmakende liefde tegenwoordig zijt, schenk mij uwe genade, om den wil uws hemelschen dien gij ons hebt doen kennen, met dezeltde vreugde te volbrengen, als de engelen in den hemel, en in kinderlijke gehoorzaamheid u na

te volgen, gelijk gij den Vader tot den dood des kruises gehoorzaam geweest zijt. Ver ster K mijne zwakheid tot geduld m alle lijden , tot overgeving en berusting in uwen goddebjken wil, bij alle tegenspoeden en beschikkingen uwer vaderlijke voorzienigheid. O ! mogt toch de geheele wereld — als eene familie m heilige liefde vereend — naar uw eeuwig, neihg en regtvaardig welgevallen leven.

Heer, bestuur onze harten, opdat wi] u eeren en uwen heiligen wil met kinderlijke vreug e en liefde volbrengen, want gij zijt onze Heer en God. — Onze Vader. Geloofd, enz.

-ocr page 155-

ONDER HET LCXF.

GEEF ONS HEDEN ONS DAGELIJKSCH BROOü!

Jesus! die met ligchaam en ziel in liet allerheiligste Altaar-Sacrament tegenwoordig zijt, voed en versterk mijnen geest met het brood des eeuwigen levens, door de genade der verlichting en opwekking tot alle goed. Uw heilig Sacrament zij mij het ware hemelbroocl, tot een krachtig voedsel voor mijne ziel! Jesus, verleen mij de genade, dat ik u telkens waardig moge ontvangen! Schenk mij ook al wat noodig is, tot behoud van mijn sterfelijk leven, opdat ik u in ware godvrucht, tot het einde toe, moge dienen. Goddelijke Verlosser! die allen verkwikt, welke belast en beladen zijn! ontferm u over ons, armen, ellendigen en dor-stigen, en laat ons uwe vertroostingen en uwe hulp deelachtig worden.

Gij hebt, o God! in uwe goedheid, voor den arme het noodige bereid, en gelijk een Vader over zijne kinderen, zoo ontfermt gij u over hen, die u vreezen. Mijne ziel, loof den Heer, en vergeet zijne weldaden niet! — Onze Vader. Geloofd, enz.

VERGEEF ONS ONZE SCHULDEN, GELIJK WIJ VERGEVEN ONZEN SCHULDENAREN!

Jesus, die in het allerheiligste Sacrament tot ons heil tegenwoordig zijt! ik weet en erken de grootheid en menigte mijner schuld, die door de zonden op mijn geweten drukt.

147

-ocr page 156-

148 gebeden

Ach! om uwen H. Naam, barmhartige Jesus! vergeef mij de zonden, die ik van ganscher harte beween en verfoei, omdat ik u, beminnenswaardige Heiland, daardoor beleedigd en uwe vriendschap en liefde verloren heb. Uit liefde tot u wil ik allen vergeven, die mij, op welke wijze ook, beleedigd hebben. Goddelijke

Heiland! ik wil u beminnen en niet meer zondigen. Wees mij genadig, en laat ook mij dat verzoeningswoord hooren: „Zijt getroost! uw geloof heeft u geholpen en uwe zonden zijn u vergeven.quot; Ach, dat toch de zonde welke het verderf is der menschen, verdelgd kon worden, de wereld niet meer beheerschen mogte!

Jesus! gij bemint de zielen, voor welke gij uw bloed vergoten hebt, gij beschermt ze, wijl ze uw eigendom zijn! Verleen mij ook de genade, waardige vruchten van boetvaardigheid voort te brengen, opdat ik ook eens, door de enge hemelpoort moge binnentreden. Amen. — Onze Vader. Geloofd, enz.

leid ons niet in bekouing.

Jesus, gij die dag cn nacht in het H. Sacrament des Altaars tegenwoordig zijt! smeekend bid ik om uwe genade, opdat ik in den strijd tegen het kwaad toch niet overwonnen worde. Aan vele bekoringen ben ik blootgesteld; de zinnelijkheid van een sterfelijk ligchaam, eene ij dele wereld, en het bedrog van Satan, leggen mij zoo vele valstrikken. Ach, liefste Jesus!

-ocr page 157-

ONDER HET LOF.

laat mij niet vallen; behoud mij in uwe liefde, vooral in den dood; versterk mij in het geloof en in de liefde, opdat ik nooit van u gescheiden worde. O, mogt ik, na de overwinning dier vijanden, de kroon der geregtigheid iu den hemel verwerven!

Jesus, sterke God! laat mij niet afwijken van den weg des heils, maar door de geregtigheid tot het eeuwige leven komen. Schenk mij de volharding in uwe dienst, en de eeuwige kroon, die gij ons beloofd hebt. — Onze Vader. Geloofd, enz.

VERLOS ONS VAN DEN KWADE.

Jesus! die tot het einde der wereld zult tegenwoordig zijn in dit H. Sacrament! uwe voortdurende tegenwoordigheid is mijn troost; ik kom tot u als tot mijnen liefderijken Verlosser. Ach, verlos mij van alle kwaad! verlos mij van alles, wat mij naar ligchaam en ziel kan schaden; verlos mij van alle verwarring, van de zonden en van den eeuwigen dood.

Gezegend zij God, de Vader onzes Heeren Jesus Christus, een Vader van barmhartigheid en een God van allen troost! Hij zal mijn gebed verhooren, en mijne zuchten genadig aannemen. — Onze Vader. Geloofd, enz.

Goddelijke Verlosser! Jesus Christus! uwe liefderijke belofte, dat wij alles zullen verkrijgen , waarom wij den Vader in uwen naam vragen , vertroost mij; zie niet op het betrouwen in

149

-ocr page 158-

150 GEBEDEN ONDEE HET LOF.

mijne regtvaardigheid, maar op het geloof aan uwe verdiensten en oneindige ontfermingen, waarin ik mijn onwaardig gebed op uw altaar heb nedergelegd. Verhoor mijne kinderlijke smeekingen, welke gij zelf mij in het hart en in den mond gelegd hebt. Wie met geloof en vertrouwen tot u bidt, zal in vreugde aangenomen woorden, en zijn gebed zal door de wolken dringen, want in het gebed van den ootmoedige vindt gij welbehagen.

Schenk mij dan door uwe oneindige verdiensten uwe genade en magtige hulp, opdat ik in dit sterfelijk leven uwen Naam heiligen, uwen wil blijmoedig vervullen, standvastig te midden der bekoringen in het goede volharden, en, na volkomen vergiffenis van alle zonden, verlost van alle kwaad, in het eeuwige rijk dei-zaligheid binnengaan moge.

Mijn Heer en mijn God! ik verlaat u niet, voor gij mij zegent. De kracht van dit allerheiligst Sacrament, en de zegen des Almagtigen — van God den Yader, den Zoon en den heiligen Geest, kome over mij, over mijne vrienden en weldoeners, over geestelijke en wereldlijke overheid, over onze huizen en velden en over de vruchten der aarde, en blijve eeuwig bij ons. Amen.

-ocr page 159-

BIECHT- EN COMMUNIE-OEFENINGEN.

-ocr page 160-

MORGENGEBED

OP EENEN BIECHTDAG.

A^KlO^cmBlsel16 Vader! gij laat mij heden cellel1 bijzonder belangrijken dag beleven. Deze dag, zal een dag van V^/vo strenge zelfbeproeving, van rouwmoe-fézf3 'lig6 belijdenis mijner zonden, en van opregte boetvaardigheid, maar te gelijk een dag zijn van bijzondere genade. Bestraal mij dan met het licht des heiligen Geestes, opdat ik den staat van mijn geweten zoodanig moge kennen, gelijk dezelve aan u. Alwetende, bekend is.

Wat zou het mij baten, wanneer ik uit eigenliefde, of door geheime verkleefdheid aan de zonde, mij zeiven anders wilde beschouwen, dan ik werkelijk ben. — Wanneer ik u als den Alwetende, als den oneindig Heilige, als den on-

-ocr page 161-

BIECHT- EN COMMUNIE-OEFENINGEN. 153

eindig Reytvaardige beschouw ^ dan leef ik voor uwe grootheid. — Doch heil mij! door uwen eeniggeboren Zoon, mijnen Heer en Verlosser, ken ik u tevens als ceuen vergevingsgezinden Yader. Wanneer ik met een opregt berouw mijne zonden belijd, dan voegt gij mij de vertroostende woorden toe: „zijt getroost, uwe zonden worden u vergeven.quot; Gij wilt niet, dat iemand verloren ga, maar dat elke zondaar zich bekeere en leve. Laat ook mij heden, door de genade van het heilig Sacrament der biecht, hiervan op nieuw verzekerd worden. Verhoor mijn ootmoedig en geloovig smeeken, om Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer en Heiland, die met u, o hemelsche Vader! en met den heiligen Geest, als dezelfde God leeft en regeert, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

EENE HEILZAME OVERDENKING OM DEN GEEST VAN BOETVAARDIGHEID IN ZICH OP TE WEKKEN.

(Yan den eerwaardlgen Tader Joannes Grasset-)

I. De verloren zoon is een afbeeldsel des zondaars, die het huis van God, zijnen Vader, verlaat, om zich aan alle buitensporigheden over te geven. Hij wil de tegenwoordigheid Gods ontvlugten, en laat zijne aanspraak varen op het goddelijke kindschap. Wijders verkwist hij in zijne losbandigheid al de gaven der natuur en der genade, welke God hem geschonken had.

Zulks heb ik gedaan, toen ik God verliet.

62 9.

-ocr page 162-

BIECHT- EN

Ik wilde zijne tegenwoordigheid ontvlugten, en ik onttrok mij aan zijne leiding. Ik verkwistte al de schatten van genade en van verdiensten , die ik verzameld had. Ach! wie zal mij tranen geven om dit verlies te beweenen! Hoe verschrikkelijk groot zal mijne verantwoording zijn, wanneer Gods barmhartigheid mij niet te hulp komt.

II. Christen! overweeg den ongelukkigen toestand, waarin de verloren zoon geraakte, toen hij zijn goed verkwist had en door hongersnood gedwongen werd, zich als varkenshoeder te verhuren. Zijne ellende was groot, en de honger kwelde hem zoo zeer, dat hij gaarne van het varkensvoeder zou gegeten hebben, doch niemand gaf het hem.

Hoe krachtig is hier de toestand der ziel geschilderd, die haren God verliest; want, dewijl zij gebrek heeft aan hemelschen troost, — wijl de heilige Sacramenten haar niet meer voeden , treedt zij in de dienst bij den boozen vijand, die haar varkens doet hoeden, dat wil zeggen, dierlijke driften, welke zij opvolgt. Gaarne zou de ziel, welke een geest is, zich aan zinnelijke lusten verzadigen, doch nimmer kan zij zulks, want het is haar voedsel niet.

O welk eene noodlottige ruiling, welk eene diepe ellende ! de mensch, naar Gods beeld geschapen , wordt gelijk aan het redelooze vee! —

quot;Wat doet gij, mijne ziel? Wat zoekt gij? Wat verlangt gij? meent gij, dat zulke schandelijke lusten u kunnen verzadigen ? — Eene

154

-ocr page 163-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 155

ziel, die voor God geschapen is, kan door God alleen verzadigd worden.

III. ïoen de ongelukkige zoon zijnen rampzaligen toestand begon in te zien, keerde liij in zich zei ven terug, en riep hij zuchtend uit: „Ach, hoe vele daglooners in het huis mijns vaders hebben brood in overvloed, en ik moet hier van honger sterven !quot; Vervolgens neemt hij zijn besluit: „ik wil opstaan, en tot mijnen Vader gaan en hem zeggen: „Vader, ik heb gezondigd tegen den hemel en tegen u! ik ben niet meer waardig uw kind genoemd te worden ] neem mij slechts aan al 3 eenen uwer daglooners!quot; Terwijl hij sprak, stond hij op, en begaf zich op weg.

Rampspoed doet ons derhalve niet zelden in ons zeiven keeren. God bezoekt steeds zondaren met zijne bijzondere genade, aan welke hij rampspoed toezendt. Hij wil hierdoor hun verstand verlichten, hunnen wil bewegen, hun de diepe ellende aantoonen, waartoe de zonde brengt, en hij spreekt in hunne droefheid tot hun hart: „Nu ziet gij wat het is, mij te belee-digen! Wat hebt gij nu gewonnen, sedert dat gij u aan mijne vaderlijke leiding onttrokken hebt? Kunt gij wel reden hebben, om zoo schandelijk voor dierlijk genot uwen God te verlaten, het regt op den hemel te laten varen, mijne genade en de rust des gewetens te verliezen? Keer weder, mijn zoon, keer weder tot uwen Vader.quot; — Keer dan weder, zondaar! naar het voorbeeld des verloren zoons. Zonde.i

-ocr page 164-

BIECHT- EN

uitstel moet gij u bekceren; want anders gaat het uur van genade voorbij, en het voornemen verflaauwt. God, die u heden roept, roept u welligt morgen niet weder; zeker is het, dat uwe bekeering morgen moeijelijker zijn zal dan heden.

I V. Naauwelijks ziet de Vader zijnen verloren zoon van verre, of door medelijden bewogen , gaat hij hem te gemoet, kust hem, drukt hem aan zijn hart, en geeft hem naauwelijks tijd om te spreken. Hij laat hem terstond een nieuw kleed aantrekken, steekt hem eenen ring aan den vinger, en beveelt het gemeste kalf te slagten, om eenen feestelijken maaltijd te houden.

Zoo neemt God den boetvaardigen zondaar aan. Hij komt hem te gemoet, en geeft hem den kus des vredes; hij vergeeft zijne zonden, neemt hem op nieuw in genade aan, vervult zijn hart met zoeten troost, en alle Engelen nemen deel in deze vreugde.

GEBED.

O God van goedheid en ontferming! die de zondaren met vaderlijke teederheid behandelt, zie hier eenen grooten zondaar voor u nederge-knield; ontferm u over hem ! Ik ben die verloren zoon, die uw vaderlijk huis verliet, uwe tegenwoordigheid ontvlugtte, uwe liefderijke inspraken verachtte, en uwe weldaden op de ondankbaarste wijze verkwistte! Nu ben ik

156

-ocr page 165-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 157

geheel arm, en in de diepste ellende verznelit ik tot u. Ik kan mij zeiven uit dien ongelukki-gen zondenstaat niet redden, indien gij mij niet te hulp komt.

Ach, waar zijn de dagen, toen ik leefde in vrede en in de vrijheid van de kinderen Gods, toen ik gevoed werd met het brood der Engelen, en toen ik in het gebed, en in de heilige Communie den zoetsten troost vond! — Ach, hij is niet meer — die tijd! — die magt der zinnelijkheid heeft mij tot den rang der redelooze dieren verlaagd, en zoo zoek ik — ach, zoo dikwijls — slechts dierlijke lusten te bevredigen ! — Zal ik dan altijd in deze ellende zuchten ? — Zal ik nimmer uit dezen noodlottigen zondenstand opstaan ? — Zal ik altijd een knagend geweten hebben? steeds een vijand zijn van mijnen God, en in gevaar der eeuwige verdoemenis leven ? — Ach, hoezeer verfoei ik zulk eene levenswijze ? ik kan geen' troost vinden bij nietige schepselen, die mij troost beloven, doch mijn hart met bitterheid vervullen.

Welaan dan mijne ziel! verlaat dit land van vervloeking en zonde, en keer weder tot uwen God. Zie, reeds roept hij u, en steekt hij zijne vaderarmen tot u uit! Eid hierom in den geest van ootmoed, en met een rouwmoedig hart:

Heilige, regtvaardige God! wanneer ik mijn hart en mijn leven met uwe wet vergelijk, dan zie ik overtredingen zonder getal. Ik ben een zondaar — een groote zondaar; dwaasheden, zwakheden en moedwillige overtredingen uwer

-ocr page 166-

BIECHT- EN

wet bezwaren mijne ziel. Ik hang nog te zeer aan de wereld en ben aan hare ijdellieid gehecht , en ik tracht zoo weinig naar uw rijk, en naar het eenig noodzakelijke. Ju, ik bemin u, mijn eenige, mijn hoogste goed zoo weinig boven alles, dat ik dikwijls aan een gering tijdelijk gewin, aan een zinnelijk genot de voorkeur geef en uwe geboden overtreed. Ik doe dagelijks hetgeen ik niet moest doen, en ik laat datgene na, wat voor mij een pligt is. Ik zondig wel eens door ijdele of door liefdelooze gesprekken. Ik houd mij wel op in zondige gedachten, en ik vergeet daarentegen hetgene, wat voor mij onvergetelijk zijn moest — u, mijn God! uwe alwetendheid en goedheid, uwe heilige wet, en mijne bestemming en pligt. Mijn hart is vol van dwaze, ijdele en soms schandelijke wenschen en bedoelingen.

Ik ben een zondaar — ach, een groote zondaar — en echter denk ik zoo weinig aan mijne overtredingen. Mijne eigenliefde, mijn hoogmoed weerhouden mij, aan mijne diepe ellende te denken; zij bedekken den afgrond, waarin ik ben neergestort, opdat mijn geweten niet ontwake, en mij tot boetvaardigheid aanspore.

Zoo leef ik dan voortdurend in eene geheime verstandhouding met de zonde, en tot hiertoe heb ik het schandelijke en misdadige van zulk eene verstandhouding niet willen inzien. Hoe blind, hoe trouweloos ben ik geweest! Ik zal mij immers van de zonde niet onthouden, wanneer ik niet besef, hoe noodlottig de zonde voor mij

158

-ocr page 167-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 159

is, en hoe schandelijk zij is in uwe oogen, o God! Hierom wend ik mij met een geloovig vertrouwen tot u, o eeuwig licht! verlicht mijn verstandj verwarm mijn koud hart, doe mij uit den slaap der gewetenloosheid ontwaken, opdat ik voor u. Alwetende! naauwkeurig en met heilige gestrengheid mijn geweten oruierzoeke, een hartelijk berouw over mijne zonden ver-wekke, en mijn leven betere.

Hoe menigmaal heb ik reeds het Sacrament der biecht ontvangen, en bijna altijd ben ik in dezelfde, en somtijds nog in zwaardere zonden gevallen. Het ontbrak mij aan den geest van opregte boetvaardigheid; ik rukte mijne zondige gewoonten niet met den wortel uit; ik vermeed de gelegenheden niet; in een woord, ik wilde de wereld en de zondige lusten niet vaarwel zeggen, zoo als ik had moeten doen, om met een onverdeeld hart u te beminnen, en u alleen te dienen. Hierom heb ik mijne gemaakte voornemens zoo ras vergeten; hierom bezweek ik bij de geringste bekoringen; hierom zonk ik van jaar tot jaar zoo diep in de zonde, dat ik na zoo menigmaal te hebben gebiecht, bijna reden heb aan mijne toenmalige opregte bekeering te twijfelen. Niettemin, gaat gij voort, eeuwige en onuitputbare barmhartigheid! mij voortdurend met uwe weldaden te overladen ; gij spaart mij, onwaardige in het leven, opdat ik eenmaal tot u wederkeere, en datgene behartige, wat mij tot heil verstrekt.

Ik, trouwelooze! ik ondankbare! ik ver-

-ocr page 168-

*

160 BIECHT- EN

diende van u verlaten, van u verworpen te worden! Dagelijks vergeld ik uwe weldaden, uwe liefdeblijken met beleedigingen op belee-digingen. Ik geniet dezelve naar willekeur,

en ik verkwist ze, even als moest ik van de- w

zelve geene rekenscliap geven, even als waren p

het uwe gaven niet. Zoo was de ijdellieid dezer v

wereld mij dierbaarder dan mijn hoogste goed j i]

zoo koos ik de aarde boven den hemel, den h

tijd boven de eeuwigheid! d

Hoe lang, o God, zult gij dit nog dulden? v

Welligt hebt gij op dit oogenblik uwe hand li

van mij afgetrokken! Welligt is deze de laat- r

ste biecht, waarin gij mij zoo vaderlijk ver- r

maant, en mij zoo liefderijk uitnoodigt. v

Liefderijke Vader, van dit oogenblik af, wil f

ik u niet langer tergen, en mij niet meer aan ï

het oogenschijnlijke gevaar blootstellen, van ]

door u verworpen te worden. Ik wil uw oor- s

deel niet over mij roepen, en in uwe ongenade i

door dien eeuwigen nacht overvallen worden, waarin men niet meer werken kan, en een ieder zal inoogsten wat hij gezaaid heeft. Heden wil ik opstaan, en met den verloren zoor: naar het ouderlijke huis wederkeeren. Wanneer ik met hetzelfde berouw, met hetzelfde voornemen tot verbetering des levens voor u, o God 1 verschijn, dan zult gij mij ook even liefderijk, als uw kind weder aannemen. Verleen mij een op-regt berouw over mijne overtredingen en misdaden ; laat mij mijne zonden en ellende levendig beseffen.

-ocr page 169-

COMMUNIE-OEFENINGEN.

ONDERZOEK DES GEWETENS.

Zonden tegen het eerste gebod.

Heb ik niet verzuimd, mij te laten onderwijzen in de waarheden des geloofs ? Heb ik de predikatien en Christelijke onderwijzingen niet verzuimd, waar ik dezelve kon bijwonen ? Heb ik Gods woord niet met verstrooijing aangehoord j of onder hetzelve geslapen ? Heb ik gedurende dien tijd anderen niet ontsticht, of van het aanhooren van Gods woord teruggehouden? Heb ik niet verzuimd, mijne kinderen of huisgenooten hetzelve te laten aanhooren? Heb ik een levendig geloof? Heb ik niet vrijwillig aan eene of andere geloofswaarheid getwijfeld ? Heb ik geene, voor het geloof gevaarlijke boeken gelezen, of aan anderen ter lezing gegeven? Heb ik ook gevaarlijke gesprekken met vermaak aangehoord? Heb ik mij nimmer over mijn geloof geschaamd, b. v. het kruisteeken te maken, vóór of na den maaltijd te bidden? Hel) ik niet uit meuschelijk opzigt mijne gebeden, of zekere godvruchtige oefeningen nagelaten ? Heb ik niet door vermetelheid gezondigd? Heb ik God niet getergd, door mij vrijwillig bloot te stellen aan de naaste gelegenheden van te zondigen ? Heb ik geene verderfelijke romans en comediestukken gelezen, of dergelijke voorstellingen bijgewoond? Heb ik geen misbruik gemaakt van Gods goedheid, door mijne bekeering uit te stellen. Heb

161

-ocr page 170-

162 BIECHT- EN

ik nooit aan de vergiffenis mijner zonden gewanhoopt? Ben ik niet mismoedig geweest, wanneer ik door zware bekoringen werd aangevallen, wanneer ik moeijelijkheden ondervond op den weg der zaligheid? Heb ik mij niet te zeer bedroefd om tijdelijke verliezen. Heb ik God v;ui ganscber harte, en boven alles bemind? Heb ik de tijdelijke rampen, die mij troffen, met geduld en overgeving in den god-delijken wil aangenomen ? Heb ik van gewijde zaken of van geestelijke personen, niet met verachting gesproken ? Heb ik niet met de godvrucht van anderen gespot? Heb ik ook eenig Sacrament heiligschennig ontvangen ? Heb ik mij ook schuldig gemaakt aan bijgeloovig-heid?

Zonden tegen het tweede gebod.

Heb ik zonder noodzakelijkheid, of om zaken van weinig gewigt gezworen ? Heb ik ook eenen valschen eed gedaan; dat wil zeggen: gezworen tegen mijn beter weten? Heb ik nooit gezworen zonder te weten, of de zaak waar of valsch was? Heb ik ooit onder eede iets beloofd, wat ik niet wilde, noch korde volbrengen ? Heb ik nooit iets met eede beloofd, wat kwaad en verboden was ? Heb ik mij schuldig gemaakt aan godslastering ? Heb ik om do godslasteringen van anderen ook gelagchen? Heb ik mij zeiven of anderen ook verwenscht ? Heb ik mijne kinderen verwenscht? Heb ik

-ocr page 171-

communie-oefeningen. 163

verweuscliingen tegen mijne ouders uitgesproken? Heb ik den naam Gods ook oneerbiedig of te vergeefs gebezigd ? Heb ik ook ooit eenige belofte aan God gedaan, en dezelve niet gehouden ?

Zonden tegen bet derde gebod.

Heb ik op Zon- of Feestdagen ook een gedeelte van den dag, of wel den geheelen dag met slafelijke werken doorgebragt? Heb ik niet het grootste gedeelte van den dag des Hee-ren doorgebragt in wereldsclie vermaken ? Heb ik mij op die dagen ook aan doodzonden schuldig gemaakt? Heb ik mij op die dagen niet blootgesteld, aan de naaste gelegenheid van te zondigen ? Heb ik de Mis met behoorlijke godvrucht gehoord? Heb ik de predikatie, christelijke onderwijzing en de vespers of het lof verzuimd, wanneer ik dezelve geschikt kon bijwonen? Heb ik op die dagen wel ernstig gedacht aan de belangen mijner onsterfelijke ziel? Heb ik wel gezorgd; dat mijne kinderen ne huisgenooten de Mis, de predikatie en andere kerkelijke diensten bijwoonden?

Zonden tegen het vierde gebod.

Voor Ouders. Heb ik voor het tijdelijk welzijn, en voor het ligchamelijk onderhoud mijner kinderen gezorgd ? Bid ik wel voor mijne kinderen ? Heb ik hen behoorlijk in de gods-

-ocr page 172-

164 biecht- en

dienst onderwezen, en gezorgd, dat zij onder-rigt werden ? Heb ik over mijne kinderen gewaakt, als zullende eenmaal rekenschap voor linnne zielen moeten geven ? Heb ik ben altijd belioorlijk gestraft? Ben ik ben door een goed voorbeeld voorgegaan ?

Voor Kinderen. Heb ik mijne ouders op-regt bemind ? Heb ik bun hoogachting toegedragen? Heb ik hen nooit veracht om hunne zwakheden of gebreken ? Heb ik hen nooit be-leedigd, of op eene oneerbiedige wijze toegesproken? Heb ik hen altijd uit liefde en om God gehoorzaamd ? Heb ik hen in hunnen nood, in armoede, ziekte of in hunnen ouderdom bijgestaan? Ben ik mijnen overledene ouders wel gedachtig in mijne gebeden?

Voor Huisvaders en Huismoeders. Heb ik mijne dienstboden wel behoorlijk voedsel gegeven ? Heb ik hen in hunne ziekte het noo-dige niet laten ontbreken ? Heb ik beu ook om ziekte, die zij welligt door zwareu arbeid in mijne dienst zich hebben op den hals gehaald, weggezonden? Heb ik hen ook een gedeelte van hun loon onthouden ? Heb ik zorg gedragen voor het geestelijk heil mijner dienstboden en onderhoorigen ? Heb ik gezorgd, dat zij ten behoorlijken tijde ter kerk gingen, en tot de H. Sacramenten naderden? Heb ik behoorlijk gewaakt over hunnen handel en wandel? Heb ik uit liefde en in den geest van zachtmoedig-

*

É

-ocr page 173-

communie-oefeningen. 165

lieid, hen over hunne zonden berispt? Heb ik hun een goed voorbeeld gegeven ? Heb ik hun ook iets bevolen, wat zonde is?

Yoor Dienstboden en Ondekhoorigen. Heb ik hoogachting gekoesterd voor mijne meesters, voor mijne geestelijke en wereldlijke overheden? Heb ik hun niet om tijdelijke redenen, maar om God gehoorzaamd? Heb ik hunne gebreken ook aan anderen verhaald? Ben ik getrouw geweest in hunne dienst ? Heb ik vlijtig gearbeid, en hun nooit iets ontvreemd?

Zonden tegen het vijfde gebod.

Heb ik vrijwillig haat en vijandschap in mijn hart gekoesterd tegen mijnen naasten ? Heb ik mijne vijanden eenig kwaad toegewenscht ? Heb ik mij zeiven of anderen ook den dood toegewenscht? Heb ik iets in het werk gesteld om dien te berokkenen? Heb ik anderen gekwetst, of mishandeld ? Heb ik hun beleedigende woorden toegevoegd? Heb ik nimmer mijne naasten verergerd, dat is, aanleiding gegeven tot zonden, door onzuivere, godslasterende of eerroo-vende gesprekken; door eene onzedige kleeder-dragt, door onzuivere blikken, door onchriste-lijken levenswandel ?

Zonden tegen het zesde en negende gebod.

Heb ik mij vrijwillig opgehouden in onzuivere gedachten ? Hoe lang heeft dit geduurd ?

-ocr page 174-

166 BIECHT- EN

Zijn uit deze gedacliten ook zondige begeerten geboren geworden, en liel) ik behagen genomen in dezelve ? Heb ik ook eejie al te sterke genegenheid gehad voor personen, die voor mijne deugd gevaarlijk waren? Heb ik ook voor de zuiverheid gevaarlijke boeken gelezen, mijne blikken blijven vestigen op gevaarlijke voorwerpen ? Heb ik ook onzuivere woorden gesproken ? Hoe veel personen waren hierbij tegenwoordig ? Waren deze gehuwd of ongehuwd ? Heb ik soortgelijke gesprekken ook met genoegen aangehoord, of om dezelve gelagchen ? Heb ik ook onzuivere liedjes gezongen, ze aan anderen geleerd, of om dezelve gelagchen? Heb ik mijn ligchaam steeds beschouwd als eenen tempel des H. Geestes, en mij nooit iets onzedigs veroorloofd? Heb ik aan anderen, vooral aan kinderen of jongelingen de zonde van onzuiverheid geleerd? Heb ik ook tegen de zuiverheid gezondigd door kussen, aanrakingen , of andere afschuwelijke werken ? Heb ik ook gevaarlijke huizen bezocht, of omgang gehad met gevaarlijke personen?

Zonden tegen het zevende en tiende gebod.

Heb ik een ander nooit iets ontvreemd, of den wil gehad om zulks te doen? Heb ik mij ook schuldig gemaakt aan kleine herhaalde diefstallen met oogmerk, om eene aanzienlijke som of hoeveelheid weg te nemen? Vind ik mij

-ocr page 175-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 167

ook pligtig aan woeker? Heb ik het goed van een ander ook gehouden? Heb ik geweigerd het ontvreemde goed weder te geven ? Heb ik ook uitgesteld of geweigerd, mijne schulden te betalen ? Heb ik door mij zeiven of door mijne onderhoorigen mijne naasten eenige schade toe-gebragt ? Heb ik in den handel ook eenig bedrog, of eenige valschheid gepleegd? Heb ik ook zaken, die ik wist dat gestolen waren, gekocht of verkocht?

Zonden tegen het achtste gebod.

^jHeb ik gelogen? Heb ik zulks teu nadeele van mijne naasten gedaan? Heb ik ook voor den regter valsche getuigenis afgelegd? Heb ik niet in den handel gelogen, met te zeggen: dit goed kost mij zeiven zoo veel ? Heb ik mij niet bediend van dubbelzinnige woorden, waardoor anderen in dwaling gebragt werden ? Heb ik ook kwaad gesproken van mijne naasten? Heb ik de onbekende zonden en gebreken van mijne naasten, niet bekend gemaakt zonder noodzakelijkheid? Heb ik door stil te zwijgen, of mijne schouders op te halen, wanneer er van mijne naasten gesproken werd, hunnen goeden naam niet benadeeld? Heb ik de goede handelingen van mijne naasten niet aan verkeerde bedoelingen toegeschreven? Heb ik ook eer-roovende gesprekken met vermaak aangehoord, zonder zulks te beletten ? Heb ik mijne naasten ook misdaden te last gelegd, welke zij nooit

-ocr page 176-

BIECHT- EN

bedreven hebben ? Heb ik niet ligtvaardig over anderen geoordeeld?

Zonden tegen de geboden der H. Kerk.

Heb ik op vrijdagen, op zaturdagen, of op geboden vastendagen vleesch gegeten? Heb ik op vastendagen, zonder wettige redenen van verscliooningj meer dan eenen maaltijd en eene matige collatie gebruikt? Heb ik zonder ge-wittige redenen mij aan liet gebod van te vasten onttrokken? Heb ik do vastendagen ook volgens liet voorschrift en de bedoeling der heilige Kerk onderhouden? Heb ik op Zon- cn Feestdagen, met behoorlijke godvrucht de H. Mis bijgewoond?

Hoofdzonden.

Heb ik mij vrijwillig opgehouden in hoovaar-dige gedachten? Heb ik om gewaande of wezenlijke voorregten, met verachting nederge-zien op mijne naasten, en de gaven der natuur en der genade, welke ik van God ontvangen heb, aan mij zeiven toegeschreven ? Heb ik ook mijner nietigheid en onwaardigheid niet gedenkende, met lof van mij zeiven gesproken ? Tien ik niet te zeer gehecht aan de goederen dezes levens? Heb ik dezelve welligt meer geteld dan de eeuwige goederen ? Was ik ook onmatig in het gebruik van spijs of drank? Heb ik hiertoe anderen verleid ? Heb ik mij door toorn of gramschap laten vervoeren? Was ik niet traag

168

-ocr page 177-

f

COMMUNIE-OEFENINGEN.

in het volbrengen mijner godsdienstoefeningen, in het gebed; in een woord, in de dienst van God?

Vreemde zonden.

Heb ik mijnen kinderen of onderhoorigen ook iets bevolen wat zonde is ? Heb ik anderen ook tot zonde geraden ? Heb ik hen, die kwaad deden of gedaan hadden in bescherming genomen ? Heb ik het kwaad in anderen geprezen ? Heb ik behagen geschept in de zonde van anderen, door hierover te lagchen, of op eene of andere wijze mijne tevredenheid te kennen te geven ? Heb ik degenen, die aan mijne zorg zijn aanbevolen, over hun kwaad wel bestraft ? Heb ik de zonde, waar mij zulks doenlijk was, wel naar mijn vermogen belet? Heb ik de overtredingen van mijne naasten wel bekend gemaakt aan hen, die dezelve moesten kennen, en hen konden en moesten straiïen?

Eenige algemeene vragen.

Heb ik de pligten van mijnen staat met heilige naauwgezetheid vervuld ? Aan welke zonde maak ik mij het meest schuldig? Welke personen, plaatsen of gelegenheden brengen mij in het naaste gevaar van te zondigen ? Welke zonde zou mij het meest beangstigen in het uur des doods ? Welk goed had ik kunnen doen, dat ik niet gedaan heb?

62 10

169

i

-ocr page 178-

BIECHT- EN

BEMERKING.

Dit onderzoek van geweten kan den christen behulpzaam zijn, om,'na den bijstand des heiligen Geestes te hebben afgesmeekt, zijne zonden te leeren kennen., Men overloope het echter niet te haastig, maar ondervrage zich zeiven met christelijke naauwgezetheid, en men bereide zich tot elke biecht, even als of het de laatste onzes levens ware. Hierom bestede men niet een enkel uur, maar eenige dagen, om zich tot eene goede biecht voor te bereiden. Boven alles zij men echter bezorgd voor een opregt berouw. Ten dien einde overdenke men Gods onuitputtelijke goedheid en liefde, als Schepper, Verlosser en Heiligmaker; de ondankbaarheid van den mensch, die zondigt; de afschuwelijkheid van het zondekwaad; de hemelsche goederen, den vrede der ziel, die de doodzonde ons ontrooft, en de eeuwige en tijdelijke straffen , waaraan zij ons schuldig maakt; het prangend ziels- en ligchaamslijden, dat onze Zaligmaker voor de zonde verduurd heeft. Men moet, gelijk elk wel onderwezen Christen weet, ook het getal der zonden uitdrukken, en de omstandigheden , die de zonden merkelijk veranderen of verzwaren.

170

-ocr page 179-

COMMUNIE-OEFENINGEN.

GEBED NA GEEINBIGD ONDEKZOEK VAN GEWETEN.

Miju God en Vader! voor u heb ik gezondigd! ik ben niet waardig u w kind genoemd te worden, want ik heb u niet geëerd als mijnen Vader, ik heb u niet gediend als mijnen Heer. Nogtans smeek ik u, o God! neem mij weder in genade aan, en beschouw mij als den gering-sten uwer dienaren. Zie neder op mijne droefheid, wijl ik u, het hoogste en beminnenswaardigste goed, beleedigd en verlaten heb. Ontferm u mijner, liefderijke, barmhartige God! en geef mij den kus des vredes. Ik heb nu vast besloten u nimmer meer te verlaten. Mijne overige levensdagen zullen aan uwe dienst en aan opregte boetvaardigheid gewijd zijn.

Mijn hart verzucht slechts naar u; de schepselen wil ik alleen volgens uwen wil, en uit liefde tot u beminnen. Deze liefde zal met uwe genade, mij bewaren voor het hervallen in de zonde. Liefderijke Vader! vermeerder in mij deze liefde, en scheuk mij de genade, dat ik noch door eigene boosheid, noch door de verleiding der wereld, ja zelfs niet door den dood van u gescheiden worde.

GEBED TOT JESUS CHRISTUS.

(Naar Blosiua.)

Nu wend ik mij tot u, goddelijke Verlosser, Jesus Christus! — tot u, toevlugt der zonda-

171

-ocr page 180-

BIECHT- EN

ren, heil dei- boetelingen, u smeek ik om genade en vergeving.

Ach, hoe ui enig werf heb ik in mijn leven u beleedigd! Ik hoopte ondankbaarheid op ondankbaarheid , ik wederstond zoo vaak aan uwe genade! Hoe veelvuldig zijn mijne misdaden! Doch, o troost! uwe oneindige ontfermingen zijn nog veel grooter! —

Gij mijn Jesus! zijt mijne toevlugt, de bron der ontfermingen, die geenen zondaar, wanneer hij zich tot u wendt, van zich stoot, maar hem in genade aanneemt.

Ik, door mijne zonden zoo diep gezonken, kom tot u, ik kan aan uw heilig oog niets ver-toonen dan mijnen zondenlast. Zaligmaker! vriend der zondaren, u val ik te voet; van uwe vaderliefde smeek ik vergeving; red mij, dierbare Verlosser! om uwen naam, red mij. Ik geloof vastelijk, dat alle zonden, hoe groot ook, door de verdiensten van uwe menschwording, van uw leven, lijden en dood, kunnen worden uitgewischt.

Jesus! bron van ons heil en zelfs ons eenig heil! Tot volkomene vergeving mijner zonden, offer ik u op alle geheimen onzer verlossing, uwe menschwording en geboorte, uwen levenswandel , uw lijden, uwen dood, alsook de verdiensten uwer verheerlijkte Moeder Maria, en van alle andere Heiligen.

Goedertierenste Jesus! uwe reine onschuld zij bij den Yader de voldoening voor mijne zonden. Omhul mijn zondig leven met uwe ver-

172

-ocr page 181-

C0MMÜN1E-0EI''ENINGEN.

diensten. Laat mijn leven met het uwe veree-nigd zijn, opdat ik door u zuiver en volmaakt worde.

Gij zijt immers nog dezelfde goede en barmhartige God, die de tollenaars en zondaren hebt aangenomen, wanneer zij zich tot u wenden. Zoudt gij dan mij alleen van uwe genade uitsluiten? — Verre van mij deze kleingeloovige gedachte. Uwe barmhartigheid duurt van eeuwigheid tot eeuwigheid, en uwe goedheid heeft geen einde. Gij zijt mijne hoop en mijn troost, mijne rust en mijn toevlugt! Zonden vergeven is uw grootste genoegen, en genade schenken uw vermaak! Schenk mij, barmhartige Jesus! uwen goddelijkcn bijstand, om voor den priester, uwen plaatsbekleeder, eene rouwmoedige belijdenis te doen van de zonden, welke ik sedert mijne laatste goede biecht bedreven heb; schenk mij de genade, dat ik aan zijne vaderlijke leiding mij gewillig onderwerpe, zijne vermaningen getrouw opvolge, en uit zijnen mond de zalige woorden hooren : Zijt getroost, uwe zonden worden u vergeven! — Amen.

Wanneer men den biechtstoel is binnen getreden, knielt men neder, en vraagt men den zegen des priesters, met de woorden: THencaarde Vader, gelief mij te zegenen. Vervolgens zegt men de voorbiecht:

Ik beken voor den almagtigen God, voor de heilige Maria, altijd Maagd, zijne lieve Moeder, en voor u priester, zittende in de plaats van God, dat ik sedert mijne laatste biecht, 62 10.

173

-ocr page 182-

BIECHT- EN

welke geschied is voor... Uier zegt men den tijd wanneer men den laatsten maal gehieeht heeft, weder gezondigd lieb. En wel door mijne schuld, door mijne schnld, door mijne allergrootste schuld. Nubelijdt men zijne zonden. Zulks gedaan hellende, zegt men:

Deze en alle mijne bekende en onbekende zonden, aan welke ik schuldig ben, zijn mij van harte leed, omdat ik door dezelve God, mijn hoogste goed, beleedigd heb. Ik verzaak en verfoei dezelve uit liefde tot God, en ik maak een vast voornemen om liever te sterven, dan God weder door eenige zonden te vergrammen. Ik vraag nu van u, Vader, de absolutie en eene heilzame boete.

De boete of penitentie, die door den biechtvader wordt opgelegd, moet op den tijd, door den biechtvader bepaald, en indien er geen tijd bepaald is, zoo spoedig mogelijk volbragt worden.

GEBED NA DE BIECHT.

Ik verheug mij, ontfermende God! over uwe goedheid, wijl gij hebt nedergezien op mijne ellende. Uwe goedheid is groot jegens hen, die op u vertrouwen, en u vreezen. Geloofd zij de Heer, om de groote weldaad, die hij mij bewezen heeft. In mijnen angst riep ik: ik ben van uw aanschijn verstooten, en evenwel hebt gij de stem mijns smeekens gehoord.

Hoe onschatbaar, o God! is uwe goedheid, dat gij zonden vergeeft, den heiligen Geest

174

-ocr page 183-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 175

schenkt, en de regtvaardige bewaart onder de seliadiiwe uwer vleugelen. Zij worden vervuld met de goederen van aw huis: gij drenkt hen met eenen stroom van zalige vreugde.

Mijn Heer en mijn God! uwe wonderen zijn groot; — ik wil dezelve verkondigen. Schenk mij slechts voortdurend uwe barmhartigheid en uwe liefde.

Zij allen, die u zoeken en u beminnen, zullen zich verheugen en juichen; zij zullen uitroepen : Geloofd zij de Heer, want ik hen arm en ellendig, doch Hij is mijn redder. Ja, gij zijtmijn helper en redder, o God! uwe goedheid kent geene palen.

De Heer is barmhartig en genadig, geduldig en oneindig liefderijk, Hij handelt niet met ons naar onze zonden, en hij vergeldt ons niet naar onze boosheden. Gelijk een vader zich ontfermt over zijne kinderen, zoo ontfermt de Heer zich over degenen, die hem vreezen. Vader! uwe genade versterke mij, en behoede mij ten eeuwigen leven, door uwen Zoon Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

EEN ANDER GEBED NA DE BIECHT.

In den geest van ootmoed bid ik u, oneindig barmhartige God! moge deze mijne biecht u behagelijk zijn; verleen mij verder de genade, dat mijn oude mensch gekruist zijnde, ik voortaan de zonde niet meer diene, maar uit de handen mijner vijanden gered, u, mijnen liefderij-

-ocr page 184-

BIECHT- EN

ken God en Vader j in heiligheid en regtvaar-digheid, al de dagen mijns levens dienen moge.

Plegtig heb ik n beloofd, o God! en gij, hartekenner weet, hoe opregt deze mijne belofte is, voortaan met heilige naauwgezetheid uwe geboden te onderhouden, en u mijnen be-minnenswaardigen Vader, door geene zonde meer te beleedigen.

En, hoe zou het mogelijk zijn, dat ik u weder beleedigde, na de overgroote weldaad, welke gij mij bewezen hebt!

Neen — ik wil u nimmer meer verlaten! Nimmer zal ik door eene voorbedachtelijke zonde, mij uwer genade meer onwaardig maken: Ik zal over mijne begeerten en neigingen waken, alle gelegenheden van zonde zal ik vermijden, en in zelfverloochening en ootmoed, als eene getrouwe navolger van Jesus, wandelen voor uw heilig aanschijn.

Gij echter. Heer, voor wien niets verborgen is, gij kent mijne zwakheid en mijn onvermogen; gij weet, hoe veranderlijk en onstandvastig mijn wil is. Ach! hoe dikwerf reeds, heb ik dezelfde voornemens gemaakt, en ze niet volbragt! Ik ben zoo onvermogend, dat ik uit mij zeiven niets goeds ter zaligheid kan denken of verrigten! al onze kracht komt van u; gij geeft beide; het willen en volbrengen van het goede.

Hierom bid ik u, in den naam, en door de verdiensten van mijnen goddelijken Verlosser, Jesus Christus, sterk en bevestig mijnen wil

176

-ocr page 185-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 177

door uwe genade. Yerwek in mij zulk eenen afkeer van de zonde, en zulk eenen standvasti-gen ijver in het volbrengen van uwen wil, dat niets meer in staat zij, mij te aclieiden van uwe heilige liefde : opdat ik in uwe genade en vriendschap volharde, tot aan het einde mijns levens.

Ach! spaar mij nog in het leven, tot dat ik door getrouwe medewerking met uwe genade, steeds waardiger worde, het erfdeel der Heiligen in het eeuwige onvergankelijke licht te bezitten, door de onschatbare verdiensten van uwen Zoon, Jesus Christus. Amen.

GEBED TOT JESfS CHRISTUS.

Jesus Christus! vriend van berouwhebbende zondaren, die in de wereld gekomen zijt, om te zoeken en zalig te maken hetgeen verloren was; gij weet, aan welke gevaren en bekoringen ik ben blootgesteld in den omgang met eene wereld, die haren God zoo weinig kent en bemint. Getrouwe herder! sta gij mij bij in de veelvuldige bekoringen; waak gij over mij; vermaan mij; geleid en versterk mij door uwen heiligen Geest, opdat ik nimmer in den onge-lukkigen zondenstaat meer gerake, waaruit ik heden door uwe ontferming gered ben.

Heilige Maria! en alle heiligen Gods, bidt voor mij voor den troon des Allerhoogsten, om de genade van volharding in het goede, opdat ik eenmaal, na mijnen dood, zijne goedheid en barmhartigheid met u in den hemel loven en prijzen moge. Amen.

-ocr page 186-

BIECHT- EN

ANDEEB GEBEDEN

VOOR DE BIECHT.

Gebed voor het onderzoek des gewetens.

ader des lichts! alwetend God! die de geheimen van mensclien hart, en zijne verborgenste gedachten weet^ verlicht mijn verstand, opdat ik mij zeiven leere kennen; opdat ik mijne zonden, zwakheden en gebreken leere inzien, een waar berouw over dezelve gevoele, ze rondborstig aan den priester belijde, genoegzame boetvaardigheid voor dezelve doe, en u, mijnen God en Heer, voortaan tot aan het einde mijns levens moge getrouw blijven. Door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Zio het onderzoek van bet geweten bladz. 1G1*

Gebed na geeindigd onderzoek van het geweten.

Ik heb mij zeiven geoordeeld, o God! ik heb mijn geweten, en de geheimste schuilhoeken van hetzelve, naar mijn vermogen met heilige naauwgezetheid onderzocht. Durf ik mij echter hierom vleijen alles in mij ontdekt te hebben, wat zonde is, en wat u mishaagt? Neen, 's menschen hart is een afgrond! slechts aan u, o Heer, die de harten en nieren doorgrondt, is

178

-ocr page 187-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 179

het bekend! Hoe zeer vrees ik, dat er nog in verborgen ligt, wat u mistaagt, en wat eene geheimvolle eigenliefde mij welligt belet te erkennen, of wel verschoont.

Bedek gij, o God ! die zuivere liefde en ontferming zijt, door uwe grenzelooze barmhartigheid al hetgene gij strafwaardig in mij ziet. Yergeef mij de zonden, die ik niet als zoodanige erken, als ook degenen, welke ik niet meer gedenk.

Het gebrek aan eene volledige kennis mijner zonden, verontrust mij echter nog minder, o God! dan de gevoelloosheid en onverschilligheid mijns harten, bij den aanblik der veelvuldige overtredingen, waaraan ik mij schuldig ken. Waarmede zal ik deze gevoelloosheid, deze onverschilligheid verschoonen ? Ik ben zoo gevoelig voor alles wat de zinnen streelt; voor vermaken, zaken en schepselen, die bijna altijd nadeelig, of ten minste gevaarlijk zijn voor mijne deugd. De wensch om aan hen te behagen, houdt mij bezig; de toegenegenheid en liefde, die zij mij bewijzen, sleept mij mede; ik vrees niets zoo zeer, als hunne gunst, liefde en vriendschap te verliezen! en u mishagen, o Schepper, Heer, God en Yader! het verlies uwer liefde en vriendschap roert mij niet, maakt geenen indruk, ten minste geenen blijveuden indruk op mijn hart! o God! gij, die wanneer het u behaagt , uit steenrotsen, bronnen van levend water kunt voortbrengen; gij alleen, kunt ook dit, voor u zoo koud, zoo gevoelloos hart week maken, en in opregte boetetranen doen weg-

-ocr page 188-

BIECHT- EN

smelten. Al onze kraclit komt van u; en ik beken ter eere van uwen heiligen naam, dat geen menschj wie hij ook zijn moge ^ uit zich zeiven j zonder den bijstand uwer genade^ zich tot zijne zaligheid over zijne zonden kan bedroeven, en dezelve verfoeijen kan uit liefde tot u. Verleen mij dan deze droefheid, dit bovennatuurlijk berouw. Eoev, beweeg, vermorzel mijn hart. Yervul hetzelve met de vrees uwer oordeelen, of liever, ontvonk het door het vuur uwer heilige liefde, opdat het de zonden moge verfoeijen en beweenen, hierdoor met u verzoend worde, en in uwe genade volharde.

Berouw over zijne zonden en een voornemen om zich te beteren.

Goedertierene God! ik geloof uit geheel mijn hart uwe oneindige wijsheid en waarheid: ik geloof alles, wat gij door uwe heilige Kerk ons voorstelt om te gelooven. Ik geloof, dat bij u vergiffenis der zonden te vinden is, en dat gij hierom het Sacrament der biecht hebt ingesteld. Ik hoop, getrouwe God! op uwe oneindige barmhartigheid, en dat gij door de verdiensten van mijnen Zaligmaker, uwen eeniggeboren Zoon, al mijne zonden zult vergeven. Ook bemin ik u, beminnenwaardigst wezen, uit geheel mijn hart, uit geheel mijne ziel, uit al mijne krachten. En uit dit geloof, uit deze hoop, uit deze liefde ontspringt mijn algemeen, hartelijk en bovennatuurlijk berouw over mijne zonden en dwalingen •, ik verfoeize, niet slechts

180

-ocr page 189-

COMMUNIE-OEFENINGEN-. ] 8 1

wijl ik hierdoor straffen verdiend heb, en van het regt op belooningen ben beroofd geworden, waar wijl ik u bemin, mijn God, mijn Yader, mijn Ontfermer! Laat mij genade vinden voor uw aanschijn! neem met vaderlijke teederheid den verloren zoon weder aan, die met een rouwmoedig en vermorzeld hart tot u wederkeert. Ik wil hierdoor toonen de opregtheid van mijn berouw, de hartelijkheid mijner liefde, dat ik alle zonden wil verfoeijen, mijn leven beteren, de gelegenheden tot zonde vermijden, en zorgvuldig over mijn hart en over mijne zinnen waken ; dat ik standvastig op den weg der deugd wil voortwandelen, en mij niet meer door de aaulokselen der zonde wril laten verleiden. Verleen mij de genade om standvastig te volbrengen, wat ik u, o God! hier opregt beloofd heb. Amen.

Korte verheffing des gemoeds voor de Biecht.

1. God! hemelsche Vader! ontferm u mijner en geef mij de genade, om mijne zonden wel te belijden. God Zoon ! Verlosser der wereld! ontferm u mijner, en verleen mij een opregt berouw over dezelve. God heilige Geest! ontferm u mijner, en neem mij weder in genade aan.

2. Jesus! Davids Zoon, ontferm u mijner; Jesus! wees mij armen zondaar genadig. — Jesus! laat uw bitter lijden en sterven aan mij niet verloren gaan ! — Jesus ! — Jesus ! geef mij een rouwmoedig en ootmoedig hart, en ver-

ea - n

-ocr page 190-

182 BIECHT- EN

werp mij niet voor uw aanscliijn. Lam Gods, dat de zondeu der wereld wegneemt, ontferm n mijner! Neem al mijne zonden weg, waardoor ik u mijn ganschc leven vergramd heb.

3. Aan u, o eeuwige waarheidj geloof ik; op u, o oneindige barmhartigheid, hoop ik; u o allerhoogste goed, bemin ik van ganscher harte boven alles. Ach, had ik u altijd, van ganscher harte, en boven alles bemind!

4. Voor u alleen heb ik gezondigd, o God! en kwaad voor uw aanschijn gedaan. Ik heb gezondigd tegen den hemel en tegen u, o he-melsche Vader! Ik ben niet meer waardig uw kind genoemd te worden. Ik bid u nogtans, door het dierbaar bloed van Jesus Christus, wees mij zondaar genadig.

5. Liefderijke Jesus! die de groote zondares Magdalena niet hebt verstooten; die Petrus, omdat hij u verloochend had, weder in genade hebt aangenomen; die den moordenaar aan het kruis vergeving geschonken hebt, — verstoot ook mij niet, zie ontfermend op mij neder, neem ook mij weder in genade aan, opdat ik u eeuwig aanbidden, loven en prijzen moge. Am.

Gebed na de Biecht.

Aanbidding, lof en dank zij u gewijd, barmhartige en goedertierene God! Gij hebt mijn berouw niet versmaad, maar met vaderlijke liefde mij weder aangenomen, en door het heilig Sacrament der biecht mij alle mijne zondeu

-ocr page 191-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 183

vergeven. Nu zijn de ketenen der zonden, waardoor ik aan het eeuwige verderf gekluisterd wasj verbroken; nu geniet ik weder de vrijheid der kinderen Gods; mijne zonden zijn mij vergeven! Prijs mijne ziel, prijs den Heer, en al wat in mij is, love zijnen heiligen naam.

Hoe onverdiend is de genade, die ik van u, goedertierene! ontvangen heb. Hoe liefderijk hebt gij mij opgezocht in mijne dwalingen; hoe vaderlijk hebt gij mij tot boetvaardigheid en verbetering des levens uitgenoodigd. En nu, omdat ik, gelijk de verloren zoon, mijne zonden rouwmoedig en opregt voor u, en voor uwen plaatsbekleeder, den priester beleden heb, hoe spoedig, hoe liefderijk hebt gij u over mij ontfermd , en mij van den zondenlast bevrijd! — O God ! Gij zijt de liefde, en ontfermen en zalig maken is uwe vreugde! gij wilt den dood des zondaars niet, maar dat hij zich bekeere en leve. — Eeuwige, onuitsprekelijke liefde! ont-vonk mijn hart met uw heilig liefdevuur, opdat ik u wederkeerig beminne, en uit liefde tot u, de zonde en alle kwaad hate en verfoeije.

Ja, van dit oogenblik af, o God! wil ik u eeuwig beminnen, en zoo veel in mijn vermogen is, door mijnen ijver, door ware regtscha-penheid, door kinderlijke gehoorzaamheid, door steeds u te gedenken, door godvruchtige overgeving in uwen heiligen vaderwil, door naauw-keurige waakzaamheid over mij zeiven en door getrouwe vervulling mijner pligten, datgene goed maken, wat ik tot hiertoe, in mijne on-

-ocr page 192-

BIKCHT- EN

gelukkige verblindheid verzuimd heb. Gij, o Heer! ziet mijn hart; gij weetalles. Gij weet ook dat ik u bemin, dat ik opregt verlang naar verbetering des levens: kom dan mijner zwakheid te hulp; versterk mij in den strijd tegen de zonde; rust mij uit met de noodige kracht, om het rijk der hemelen in te nemen: verhef mijne ziel boven het aardsche, opdat ik datgene zoeke, naar datgene trachte, wat hemelsch is. Onuitputbare bron aller goede gaven, laat mij in het goede volharden, opdat ik in getrouwe liefde u eeuwig dienen moge. Amen.

Gebed tot God den Vader.

Barmhartige Vader, ik dank u van ganscher harte, dat gij mij uit het slijk mijner zonden, uit den afgrond des eeuwigen verderfs getrokken, en onder het getal uwer kiuderen geplaatst hebt. Wat zal ik u, Ontfermer! voor alle uwe weldaden wedergeven? Mijne ziel, en alles wat in mij is, prijze uwen heiligen naam en uwe oneindige goedheid. Gelijk een vader zich ontfermt over zijne kinderen, zoo ontfermt gij u over mij, en zijt mij genadig. Ik wil u hiervoor mijn geheele leven danken, en n, mijnen God! lof zingen. Doch ik bid u ootmoedig, bevestig datgene, wat gij in mij begonnen, en door het heilig Sacrament der biecht in mij hebt uitgewerkt; verleen mij sterkte tegen de bekoringen; laat mij noch door geluk, noch door ongeluk, van uwe liefde gescheiden wor-

184

-ocr page 193-

COMMUNIE-OEFENINGEN.

den. Door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Gebed tot God den Zoon.

Goedertieren Jesus! Gij verstoot niemand die u zoekt; en uwe onmetelijke liefde, waardoor gij aan het kruis hebt willen verheven worden, trekt alles tot u, en heeft ook mij tot u getrokken; hierom geloof en vertrouw ik, dat gij mijne zonden hebt vergeven. Vermeerder, o Ontfermer! dit vertrouwen in mij, en verwek te gelijk in mij een vurig verlangen, door onverbreekbare liefde mij aan u vast te houden. Geef, dat ik niet op nieuw u door de zonde bedroeve, maar door de kracht der verdiensten van uw lijden, mijne vorige dwalingen beweene, aan de bekoringen wedersta, en standvastig in het goede volharde. Voor u, wil ik leven en sterven; in uwe handen beveel ik mijn doen en laten, als ook alles wat mij aangaat , mijne vrinden, weldoeners en vijanden, levenden en overledenen. Ontferm u mijner, Jesus Davids Zoon! ontferm u over mij en over ons allen; help ons de zonde vlugten, regtvaar-dig leven, in alles aan uwen wil gehoorzamen, tot uwen eeuwigen lof en tot onze zaligheid. Amen.

Gebed tot God den Heiligen Geest.

Heilige Geest! liefdevolle ontfermer der zondaren , trooster der bedroefden! u zij dank,

185

-ocr page 194-

186 BIECHT- EN'

wijl gij mij aan de verdiensten van Jesns Christus, in het heilig Sacrament der biecht hebt deelachtig gemaakt, wijl gij mij de rust des gewetens hebt wedergegeven, en mijn hart tot eene woning voor u bereid hebt. Ik bid n, dooide genade en liefde welke gij mij geschonken hebt, bereid mijne ziel en mijn ligchaam tot uwen heiligen tempel, tot uwe woning, en schenk mij sterkte om de zonden te vermijden, aan de bekoringen, die ik waarschijnlijk weder zal ondervinden, weerstand te bieden, om niet weder te hervallen in de zouden, die ik nu verfoei, en die ik aan den priester beleden heb. Ik neem mij vastelijk voor, deze... gelegenheid zorgvuldig te vlugten, dewijl ik weet, dat al wie de gelegenheid van zonden niet vermijdt, ook de zonden niet vlugt; en dat al wie het gevaar bemint, in hetzelve zal omkomen. Help gij mij dan door uwen goddelijken raad, geef mij kracht door de genade wier bron gij zijt, zoo te leven, dat ik van dag tot dag in volmaaktheid toeneme, en mij uwer liefde en bescherming waardiger make. Amen.

Avondgebed op eenen biechtdag.

O God! met kinderlijk dankgevoel verhef ik nog eenmaal mijn hart in dit stil avonduur — tot u, die zoo rijk zijt in genade en barmhartigheid. Gij hebt mij, uw berouwhebbend kind, door de verdiensten van Jesus, op nieuw van uwe liefde verzekerd; ik daarentegen, ik heb

-ocr page 195-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 187

mij op nieuw tot volkomene getoorzaamlieid verbonden. Bevestig dit mijn heilig voornemen, om volgens uwe heilige wet te wandelen, en laat mij het brood des levens in de heilige Communie, naar welke ik zoo vurig verlang, waardig ontvangen, ten einde hierdoor in het goede versterkt te worden.

Ik geniet thans de vreugde van een, met zijnen besten Vader verzoend kind, in de zalige verwachting, morgen aan de heilige tafel, wanneer Jesus in mijn hart zal komen, in mij zal wonen, en op de naauwste wijze met mij zal vereenigd worden, de bevestiging in het goede te erlangen, welke ik zoo vurig wensch.

Zegen, o Vader! mijne nachtelijke rust, en wisch in mijne ziel alle nog overgeblevene zondige indrukken uit, opdat ik met nieuwe vreugde voor u ontwake, en door uwe genade in mij vinde, wat ik mij zeiven niet geven kan, den honger en den dorst naar de geregtigheid, dien gij beloofd hebt te zullen stillen, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

-ocr page 196-

BE mwn 9©ETP§AiSSEM.

I. PSALJI 6.

leer! straf mij uiet in uwe verbolgenheid, 'en kastijd mij niet in nwe gramschap.

Ontferm n mijner, Heer! want ik ben zwak; genees mij Heer! want al mijne beenderen zijn geheel ontsteld.

Mijne ziel is zeer ontroerd; maar gij, Heer! hoe lang. .

Keer n tot mij, Heer! en verlos mijne ziel; behoud mij om uwe barmhartigheid.

Want er is niemand in den dood, die u gedachtig is, en wie zal u in de hel loven?

Ik heb in mijne verzuchting gearbeid; ik

-ocr page 197-

biecht- en communie-oefeningen. 189

zal alle nachten mijn bed wasschen; met mijne tranen zal ik mijne rustplaats besproeijen.

Mijn oog is van de verbolgenheid verslagen; ik ben verouderd onder al mijne vijanden.

Gaat weg van mij, gij allen, die de ongereg-tigheid bedrijft; want de Heer heeft de stem van mijn geween verhoord.

De Heer heeft mijn smeeken gehoord, de Heer heeft mijn gebed aangenomen.

Dat al mijne vijanden beschaamd, en zeer onsteld worden j dat zij terug keeren, en spoedig beschaamd worden.

Eer zij den Yader, en den Zoon, en den heiligen Geest, gelijk het was in den beginne, en nu, en altijd, en in alle eeuwigheid. Amen.

ii. psalm 31.

Zalig zijn zij, wier ongeregtigheden vergeven, en wier zonden bedekt zijn.

Zalig is de man, wien de Heer de zonden niet heeft toegekend, en in wiens geest geen bedrog is.

Omdat ik zweeg zijn mijne beenderen verouderd, daar ik den ganschen dag riep.

Want dag en nacht is uwe hand op mij verzwaard; in mijne ellende heb ik mij tot u gekeerd, terwijl ik met doornen gestoken werd.

Ik heb mijne misdaad aan u bekend gemaakt, en mijne ongeregtigheid heb ik niet verborgen.

Ik zeide: ik zal mijne ongeregtigheid den 62 11.

-ocr page 198-

9

190 biecht- en

Heere belijden; en gij hebt de boosheid mijner o

zonden vergeven. u

Hierom zal ieder heilige tot u bidden ten bekwamen tijde. ]:

Want als er groote watervloeden zijn, zullen i

zij hem niet naderen.

Gij zijt mijne toevlugt tegen de verdrukking, g

die mij omgeven heeft; mijne vreugde, verlos mij van degenen, die mij omringen. ]

Ik zal u verstand geven, en u onderwijzen (

op den weg welken gij bewandelen zult; ik zal mijne oogen op u gevestigd houden.

Word toch niet gelijk een paard of muilezel, die geen verstand hebben.

Bedwing met breidel en toom de kinnebakken dergenen, die niet tot u komen.

De geesels des zondaars zijn veelvuldig, maar hij, die op den Heer hoopt, zal barmhartigheid verwerven.

Verblijdt u in den Heer, en verheugt u, gij regtvaardigen; roemt in hem allen, die opregt van harte zijt.

Eer zij den Vader, enz.

iii. psalm 37.

Heer! straf mij niet in uwe verbolgenheid; eu kastijd mij niet in uwe gramschap.

Want uwe pijlen hebben mij getroffen, en gij hebt uwe hand op mij verzwaard.

Er is geene gezondheid in mijn vleesch, ter

-ocr page 199-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 191

oorzake uwer gramschap; er is geen vrede in mijn gebeente om mijner zonden wille.

Want mijne ongeregtigheden zijn boven mijn lioofd gegaan, en gelijk een zware last drukken zij mij.

Mijne wonden zijn stinkende en bedorven geworden, ter oorzake mijner dwaasheid.

Ik ben ellendig geworden, en ten uiterste nedergebogen; den ganschen dag ging ik bedroefd daar heen.

Want mijne lendenen zijn vol bedriegelijkhe-den, en er is geene gezondheid in mijn vleesch.

Ik ben bedrukt en ten uiterste vernederd, ik brieschte van het gezucht mijns harten.

Heer! voor uw aanschijn is al mijne begeerte, en mijn zuchten is voor u niet verborgen.

Mijn hart is ontroerd; mijne kracht heeft mij verlaten; ja zelfs het licht mijner oogen is bij mij niet.

Mijne vrienden en mijne nabestaanden zijn tot mij gekomen, en tegen mij opgestaan.

En, die bij mij waren, stonden van verre; en zij, die op mijn leven uit waren, pleegden geweld.

Die kwaad tegen mij zochten, spraken ijdel-heden, en verzonnen den ganschen dag bedrog.

Maar ik, als een doove, hoorde niet, en deed, als een stomme, mijnen mond niet open.

En ik was als een mensch die niet hoort, en die geene tegenspraak in zijnen mond heeft.

Want op u. Heer! heb ik gehoopt; gij Heer, mijn God! zult mij verhooren.

-ocr page 200-

biecht- en

quot;Wijl ik gezegd heb: dat mijne vijanden zich niet over mij verblijden; want als mijne voeten wankelen, spreken zij trotschelijk tegen mij.

Want ik ben tot de geeselen bereid, en mijne smart is altoos voor mijne oogen.

Want ik zal mijne misdaad openlijk bekend maken, en aan mijne zonden denken.

Doch mijne vijanden leven, en zijn magtiger dan ik: en die mij ten onregte haten, zijn tegen mij vermenigvuldigd.

Zij, die het goed met kwaad vergelden, lasterden mij, wijl ik het goede volgde.

Verlaat mij niet, o Heer, mijn God! wijk van mij niet af. Gedenk op mijne hulp, Heer, God mijner zaligheid!

Eer zij den Vader, enz.

iv. psalm 50.

Ontferm u mijner, o God! naar uwe groote barmhartigheid.

En naar de menigvuldigheid uwer ontfermingen, delg mijne boosheid uit.

Wasch mij meer en meer van mijne ongereg-tigheid, en zuiver mij van mijne zonden.

Want ik beken mijne ongeregtigheid, en mijne zonde is altoos voor mijne oogen.

Tegen u alleen heb ik gezondigd, en kwaad voor uw aanschijn gedaan, opdat gij zoudt ge-regtvaardigd worden in uwe woorden, en overwinnen, als gij geoordeeld wordt.

Want, zie, in boosheden ben ik voortgebragt,

192

-ocr page 201-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 193

eu in zonde heeft mij mijne moeder ontvangen.

Zie, gij hebt de waarheid lief gehad; de onzekere en verborgens dingen uwer wijsheid hebt gij mij geopenbaard.

Gij zult mij besproeijen met hyssop ,, en ik zal gezuiverd worden; gij zult mij wasschen; en ik zal witter worden dan sneeuw.

Aan mijn gehoor zult gij blijdschap en vreugde schenken, eu de verootmoedigde beenderen zullen van vreugde opspringen.

Wend uw aanschijn van mijne zonden af, en delg al mijne boosheden uit.

Schep in mij, o God! een zuiver hart, en vernieuw den regten geest in mijn binnenste.

Verwerp mij niet van uw aanschijn, en neem uwen heiligen Geest van mij niet weg.

Schenk mij weder de vreugde uws heils, en versterk mij met eenen bereidwilligen geest.

Ik zal den boozeu uwe wegen leeren, en de goddeloozen zullen tot u bekeerd worden.

Verlos mij van de bloedschulden, o God! God mijner zaligheid, en mijne tong zal uwe regtvaardigheid verheerlijken.

Gij zult mijne lippen openen, Heer! en mijn mond zal uwen lof verkondigen.

Want hadt gij eene offerande begeerd, ik zou u dezelve gegeven hebben, brandoffers zijn u niet aangenaam.

Eene bedrukte geest is Gode eene offerande; een vermorzeld eu verootmoedigd hart zult gij, o God, niet versmaden.

-ocr page 202-

BIECHT- EN

Heer, doe naar uwen goeden wil aan Sion wel, opdat de muren van Jerusalem worden opgebouwd.

l)an zult gij het offer der regtvaardigheid ontvangen, offerande en brandoffers; dan zullen zij kalveren op uw altaar leggen.

Eer zij den Vader, enz.

v. PSALM 101.

Heer! verhoor mijn gebed, en mijn geroep kome tot u.

Keer uw aanschijn van mij niet af; op wat dag ik verdrukt worde, neig uw oor tot mij.

Op wat dag ik u zal aanroepen, verhoor mij haastiglijk.

Want mijne dagen zijn als een rook verdwenen en mijne beenderen, zijn als een verdroogd hout verdord.

Ik ben als hooi geslagen, en miju hart is dor geworden, omdat ik vergeten heb mijn brood te eten.

Van het geluid mijner zuchten is miju gebeente aan mijn vleesch gekleefd.

Ik ben den pelikaan der wildernis gelijk geworden, ik ben gelijk geworden aan de nachtraaf in het huis.

Ik heb gewaakt, en beu geworden als sene eenzame musch op het dak.

Den ganschen dag beschimpten mij mijne vijanden, en die mij prezen, zwoeren tegen mij.

194

-ocr page 203-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 195

Omdat ik asch. als brood at, en mijnen drank met tranen mengde.

Om den aanblik uwer gramscliap en verbolgenheid, want gij hebt mij weder opgeheven en neergeworpen.

Mijne dagen zijn als eene schaduw verdwenen , en ik ben als hooi verdord.

Maar gij. Heer! blijft in eeuwigheid, en uwe gedachtenis van geslacht tot geslacht.

Gij zult opstaan, en u over Sion ontfermen; want het is tijd, om u over hetzelve te ontfermen; de tijd is gekomen.

Want zijne steenen hebben uwe dienaren behaagd, en zij zullen zich over zijn stof ontfermen.

En de volken zullen uwen naam vreezen. Heer! en alle koningen der aarde uwe heerlijkheid.

Want de Heer heeft Sion opgebouwd, en hij zal in zijne heerlijkheid gezien worden.

Hij heeft op het gebed der ootmoedigen ue-dergezien, en hun verzoek niet versmaad.

Men schrijve deze dingen voor het navolgende geslacht, en het volk hetwelk zal geschapen worden, zal den Heer loven.

Want hij heeft van boven, uit zijne heilige plaats, nedergezien; de Heer heeft van den hemel nedergezien op de aarde.

Om de zuchten der gevangenen te hooren; om de kinderen der dooden te ontbinden.

Opdat zij den naam des Heeren in Sion verkondigen, en zijn lof in Jerusalem.

-ocr page 204-

196 BIECHT- EN

Wanneer de volken zullen te zamen komen, en de koningen om den Heer te dienen.

Hij heeft hem op den weg zijner sterkte geantwoord : geef mij het weinige mijner dagen te kennen.

Neem mij toch niet weg in het midden mijner dagen; uwe jaren duren van geslacht tot geslacht.

In den beginne hebt gij. Heer! de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn de werken

uwer handen.

Zij zullen vergaan, maar gij blijft altijd; zij zullen allen, gelijk een kleed verouderen.

En gelijk een dekkleed, zult gij ze veranderen, en zij zullen veranderd worden; maar gij blijft altijd dezelfde, en uwe jaren zullen

niet vergaan.

De kinderen uwer dienaren zullen woningen hebben, en hun zaad zal in eeuwigheid bestaan.

Eer zij den Vader, enz.

VI. PSAXM 129.

Uit de diepten heb ik tot u geroepen: Heer! Heer! verhoor mijne stem.

Laat uwe ooren luisteren naar de stem mijner smeeking.

Indien gij. Heer! de ongeregtighedengadeslaat , Heer, wie zal bestaan ?

Want bij u is verzoening, en om uwe wet, Heer! heb ik u verbeid.

-ocr page 205-

communie-oefeningen. 197

Mijne ziel heeft op zijn woord verbeid, mijne ziel heeft op den Heer gehoopt.

Dat [sraël op den Heer hope j van den morgenstond tot den nacht toe.

Want bij den fleer is barmhartigheid ^ en bij hem is overvloedige verlossing.

En hij zal Israël verlossen uit al zijne onge-regtighedeu.

Eer zij den Vader, enz.

vu. psalm 142.

Heer! verhoor mijn gebed, luister naar mijne smeeking om uwe waarheid: verhoor mij om uwe regtvaardigheid.

En treed niet in het geregt met uwen dienaar, want geen sterveling zal voor uw aanschijn geregtvaardigd worden.

Want de vijand heeft mijne ziel vervolgd; hij heeft mijn leven ter aarde toe vernederd.

Hij heeft mij in de duisternissen gesteld, gelijk degenen, die voor lang dood zijn; mijn geest is in mij beangst , mijn hart is in mij ontsteld geworden.

Ik ben de oude dagen gedachtig geweest; ik heb al uwe werken overdacht; de werken uwer handen bepeinsde ik.

Ik heb mijne handen tot u uitgestrekt; mijne ziel is voor u, als eene aarde zonder water.

Heer! verhoor mij haastiglijk; mijn geest is bezweken.

-ocr page 206-

BIECHT- EN

Keer uw aanschijn van mij niet af, of ik zal degenen gelijk zijn, die ten grave dalen.

Die mij vroegtijdig uwe barmhartigheid hoo-ren; want ik heb op u gehoopt.

Maak mij den weg bekend dien ik moet bewandelen; want tot u heb ik mijne ziel verheven.

Verlos mij van mijne vijanden. Heer! tot u heb ik mijne toevlugt genomen; leer mij uwen wil doen, want gij zijt mijn God.

Uw goede geest zal mij op den regten weg geleiden, om uwen naam Heer, zult gij mij levend maken door uwe geregtigheid.

Gij zult mijne ziel van de verdrukking bevrijden, en door uwe barmhartigheid mijne vijanden verdelgen.

En gij zult ze allen vernielen, die mijne ziel kwellen, want ik ben uw dienaar.

Eer zij den Vader, enz.

COMMUNIE-OEFENINGEN.

De Christen overdenke en behartige het volgende, ten einde zich tot de tafel des Heeren waardig voor te bereiden.

m God te aanschouwen, wordt een zuiver hart gevorderd: zoo ook om aan zijne heilige tafel te verschijnen! — Wees zuiver, wees ootmoedig en vredelievend: opdat Jesus bij u kunne wonen.

198

-ocr page 207-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 199

Die Jesus wil bezitten, kan liet niet te gelijk met de wereld houden, maar hij moet dei-wereld zijn afgestorven.

Gij klaagt over de zedelooze wereld. Welaan! wilt gij een middel tegen dezelve? Het krachtigste middel is de heilige Communie. Zij verleent u bij de ijdelheid en verstrooijing van de kinderen dezer wereld — verzameling des geestes; bij hunne zinnelijkheid — verheffing boven het aardsohe; bij hun ongeloof — bevestiging in het geloof; bij hunne eigenliefde — uitbreiding der naastenliefde; bij hunne gewelddadigheid — zachtmoedigheid; bij hunne gehechtheid aan dit leven — onsterfelijkheid. Wat zal uw troost zijn bij de rampen van dit leven ? Dezelfde, die ook de eerste Christenen aanmoedigde in hunne kwellingen — de tafel des Heer en. Mogen twijfeling, ongeloof en gevoelloosheid alles rondom ons aan de aarde boeijen, zoo is voor ons eene betere wereld geopend; trouwens, wij staan aan de deur des hemels, zoo dikwijls wij aan de tafel des Hee-ren, Jesus zelf als het onontbeerlijkste voedsel onzer zielen ontvangen.

Twee tijdstippen in 's menschen leven zijn uiterst gewigtig: het tijdstip des naderenden doods, wijl de mensch alsdan voor zijnen reg-ter moet verschijnen, en het tijdstip der heilige Communie; want dan ontvangt de mensch zijnen regter in zijn hart. In het oordeel openbaart Jesus zijne regtvaardigheid; bij de heilige Communie zijne onbegrijpelijk liefde. De beste

-ocr page 208-

BIECHT- EN

voorbereiding om voor den goddelijken regter te verschijnen is, hem waardig te ontvangen in de heilige Communie. Bereid u dan tot het ontvangen van dit geheimvol engelenbrood, even als of het voor de laatste maal uws levens ware. Elke Communie zij voor u een tijdstip, waarop gij u zeiven verloochent, om slechts voor Jesus, om slechts in hem te leven.

Mannelijk ernstig roept hij in zware beproeving, liefderijk zacLt bij overhoopte vreugde, luide op het glibberige pad van verzoeking, zacht, bij dit heilig liefdemaal: vriend en leerling ! bemint gij mij? Christen! mogt uw hart, mogt geheel uw leven hem het blijde antwoord geven; Heer! Gij weet, dat ik u bemin.

Wanneer gij tot de heilige Communie gaat overweeg dan, dat de Heer van hemel en van aarde aldaar tegenwoordig is onder de gedaante van brood; hij is daar wezenlijk tegenwoordig, en hij ziet en kent alles, wat in Js menschen harte is.

MORGEN GEBEL) OP EENEN COMMUNIE DAG.

Tot eeneu bij uitstek feestelijken dag, hebt gij mij heden gewekt, liefderijke, hemelsche Vader! trouwens, heden zal ik op de plegtig-ste, weldadigste en roerendste wijze van uwe liefde verzekerd worden; eeue liefde, die u bewogen heeft om uwen eeniggeboren voor ons allen ten dood te geven. Verleen mij de genade, dat ik al mijne gedachten, dat ik al de gewaar-

200

-ocr page 209-

COMMÜNIE-OEI'ENINGEN. 201

wordingen mijner ziel vestige op liet heilig offer, hetgeen ik wensch te ontvangen, en dat ik vereenigd worde met hem, in wien gij uw behagen gevonden hebt. Bewaar mij voor alle verstrooijingen, opdat ik regt behartige, welk een geluk het zij, tot de tafelgenooten van Jesus te behooren.

Gebeden voor de H. Communie.

Jesus Christus, heil aller menschen! getrouwe herder mijner fiel! Gij hebt gezegd: Ik hen het levende brood, dat uit den Hemel gedaald is. Al wie van dit Irood eet, zal leven in eeuwigheid. Het brood dat ik u geven zal, is mijn vleesch voor het leven der wereld. Voorwaar, voorwaar, ik zeg u, tenzij gij het vleesch van den Zoon des menschen zult gegeten, en zijn bloed zult gedronken hebben, zult gij het leven in u niet hebben. Lie mijn vleesch eet, en mijn bloed drinkt heeft het eeuwige leven, en ten jongste dage zal ik hem opwekken. — Hij blijft in uij en ik in hem. — Zie, liefdevolle Verlosser! thans kom ik tot u, en ik bid u ootnioediglijk, laat mij met een levendig geloof tot deze heilige tafel naderen; breng mij aan de frissche bron des levens, verkwik mijne ziel, en geleid mij op den regten weg om uwen naam.

Gij, waar, dierbaar hemelsbrood! verwek in mij eenen geestelijken honger en dorst, opdat ik naar u verlange, gelijk een dorstig hert naar eene frissche waterbron.

-ocr page 210-

202 BIECHT- ÉN

Verleen mij echter voor alles door uwen heiligen Geest j een waar en opregt berouw over mijne zonden, bekleed mij met het bruiloftskleed uwer geregtigheid, opdat ik als een waardige gast moge verschijnen. Geef mij een ootmoedig en tot vergeving geneigd hart, delg in mijne ziel alle bitterheid en vijandschap uit, plant daarentegen in mijn hart liefde en barmhartigheid, opdat ik alle menschen om u be-minne.

Jesus, waarachtig Paaschlam! laat mij uw vleesch eten onder tranen van berouw over mijne zonden. Reinig mij, gij, die de oorspronkelijke reinheid zijt, opdat ik u in een zuiver hart bewaren moge.

Heer, mijn God! Gij zelf hebt gezegd: De gezonden helhen den geneesheer niet noodig, maar wel de zieleen. Ach, ik ben ziek en zwak, ik heb u noodig, den geneesheer mijner ziel; verkwik mij! en reinig mij van alle zonden.

Allerontfermer! zoek mij verlorene, reinig mij onreine, verlicht mij blinde; maak mij, die arm ben rijk. — Jesus, bruidegom mijner ziel! trek mij tot u; geef dat ik mij zclven af-sterve, en slechts voor u leve.

Ach, kom tot mij hemelsche bruidegom! kom in mijn hart; ik wil u beminnen, prijzen en aanbidden. Versier mij met uwe deugden, vervul mijn hart met uwe genade, met uwen heiligen Geest, met uwe liefde, met uwe zachtmoedigheid, met uwe ootmoedigheid, met uw geduld. — Kostbaar brood des levens! spijs

-ocr page 211-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 203

mij ten eeuwigen leven, opdat ik nimmer honger en dorst meer hebbe; in u ben ik geheel verzadigd; gij zijt mij alles; blijf eeuwig in mij, en laat mij eeuwig in u blijven, gelijk gij gezegd hebt: Uie mijn vleesch eet, en mijn Hoed drinkt hlijft in mij, en ik in hem. Amen.

Verlangen naar vereeniging met Christus.

(Uit de Navolging van Christus, door Thomas amp; Kempis.)

Wanneer zal dan het zalig uur slaan, wanneer zal mij de genade ten deel worden, dat ik u eindelijk vind, geheel mijn hart voor u uitstort , u naar hartelust bezit, en ongenaakbaar voor de schepselen, ver van alle getuigen en van de mij versmadende blikken der men-schen, met u alleen kan spreken, en gij met mij, gelijk een vriend met zijnen vriend, gelijk een geliefde met haren geliefde? Het is thans mijne bede, de vurige wensch mijns harten, dat ik geheel met u moge vereenigd worden, en gescheiden van al het aardsche, van al het vleeschelijke, door de heilige Communie, door de herhaalde viering van het groote offer des kruises op nieuw bezield, het hemelsche en eeuwige leere smaken, beminnen en genieten.

Mijn God en mijn Heer! wanneer zal ik mij zeiven geheel vergeten, en eenmaal vereenigd zijn met u, geheel vereenigd, en als verslonden in de diepte van uw heilig wezen. Gij in mij en ik in U — dit is mijn wensch. Laat mij een

-ocr page 212-

204 BIECHT- EN

met V Korden en een met U blijven, dit is mijn gebed.

Waarlijk, gij zijt mijn geliefde, uit duizenden verkoren, bij u te zijn al de dagen mijns levens, is de lust mijner ziel. Waarlijk, gij zijt mijn vorst des vredes, want in u vind ik den volmaaktsten vrede en de ware rust; en buiten u is niets dan onrust en eindelooze kwelling.

Waarlijk, gij zijt een verborgen God; de goddeloozen kennen uwe bescliikkingen niet, doch. de ootmoedigen en eenvoudigen zijn uwe vertrouwelingen, de naasten aan uw vaderhart. — Hoe liefderijk is uw geest, o Heer! ten einde aan uwe kinderen uwe liefde te too-nen, spijst gij hen met liet hemelscli brood. Hoe zijt gij, goedertierene God, zoo onuitsprekelijk nabij allen, die in u gelooven? Geen ander volk is zoo groot, geen ander volk kan zich over zulk eenen vertrouwelijken omgang met God beroemen, gelijk alle geloovigen zich over uwe nabijheid verheugen. Dagelijks geeft gij u tot spijs onzer zielen, ten einde ons te versterken, en meer en meer bekwaam te maken voor den hemel.

Waar is een volk te vinden, zoo gelukkig als het christenvolk! waar is onder de zon een schepsel, dat met zoo veel weldaden en liefdeblijken overladen wordt, als de geloovige ziel, die met het vleesch en bloed van haren God gespijsd en versterkt wordt ten eeuwigen leven ! I)it is eene genade, welke wij niet genoeg kunnen bewonderen! eene liefde, welke geene pa-

-ocr page 213-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 205

len heeft! — Wat zal ik voor deze genade, voor deze alles overtreffende liefde den Heer wedergeven? — Geen geischenk kan ik hem aanbieden, dat hem behagelijk is dan mijn hart — dit wil ik geheel aan hem opofferen; dit zal volmaakt met hem vereenigd worden. En dan — wanneer ik met God vereenigd zal wezen — zal mijne ziel een eeuwig danklied zingen. Dan zal hij tot mij zeggen: „Ik ben gaarne bij u; wilt gij ook gaarne bij mij zijn?quot; En ik zal antwoorden; „Lieve Jesus, wees zoo goed en blijf bij mij: ik wil gaarne bij u zijn, want mijn eenig verlangen is, dat mijn hart met u vereenigd worde, en eeuwig met u vereenigd blijve.quot; Amen.

Voor het ontvangen der H. Hostie.

De almagtige God ontferme zich mijner! hij vergeve mij mijne zonden, en geleide mij ten eeuwigen leven! Amen.

De almagtige en barmhartige God verleene mij zijne genade, en eene volkomene kwijtschelding en vergiffenis mijner zonden. Amen.

Zie het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt! [driemaal) Heer! ik ben niet waardig, dat gij onder mijn dak komt, doch spreek slechts één woord, en mijne ziel zal gezond worden.

DANKZEGGING NA BE H. COMMUNIE.

Liefderijke Jesus! ik dank u van kanselier 68 12

-ocr page 214-

BIECHT- EN

harte, dat gij mij met uw heilig ligchaam gespijsd, en met uw dierbaar bloed gedrenkt hebt.

Ach! wie ben ik, dat gij mij onwaardige vergund hebt aan uwe heilige tafel te verschijnen ? — Ik dank u, voor al uwe goedheid en liefde, voor uwe menschwording, voor uw evangelie , voor uwen doodstrijd en bloedig zweeten, voor den verduurden smaad en spot, voor de smartvolle geeseling en krooning met doornen: ik dank u voor uwe wonden, voor al uwe smarten en tranen, voor uwe benaauwdheid en zuchten, voor uwe kruisiging en bitteren dood; — ik dank u voor al uwe weldaden aan mij bewezen; voor de vervulling der wet, voor de vergeving der zonden, voor de vol-komene voldoening en betaling van al mijne schulden en misdaden, voor de verzoening met den hemelschen Vader, voor de geregtigheid, die gij ons verworven hebt, voor de heiliging door uwen heiligen Geest, voor het eeuwige leven; voor het geloof, door hetwelk gij mij aan al uwe weldaden hebt deelachtig gemaakt, en voor het dierbare onderpand van uw heilig ligchaam en bloed, hetgeen gij mij in het heilig Sacrament hebt nagelaten.

Geef mij de genade, dat ik uwe groote liefde nimmer vergete. — Het goddelijk voedsel van uw ligchaam en bloed heilige mijn ligchaam en mijne ziel, en beware mij voor alle zonden. — Ach, mijn Verlosser en Zaligmaker! leef gij in mij, en laat mij in u leven; verdrijf uit mijn

306

-ocr page 215-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 207

hart alle ondeugden, belioud eu bezit gij liet alleen, als eene woning voor u.

Versier mijne ziel met geestelijke sieraden, met hemelsche schoonheid, met een levendig geloof, met vurige liefde, met eeu vast vertrouwen, met ootmoed en geduld, met zachtmoedigheid en godvrucht, met een vurig verlangen naar u, opdat ik steeds met u vereenigd blijve, hetzij dat ik ete of drinke, wake of slape, leve of sterve, dat gij altijd met mij en in mij zijt, en ik bij u en in u blijve, met u ete en drinke, van u spreke, en zonder ophouden aan u denke, opdat ik eenmaal in dit geloof ontslapen zijnde, op den jongsten dag verheugd opsta, en moge binnengaan in de eeuwige vreugde, welke gij mij verworven en bereid hebt, bij uwen en mijnen God en Vader in den hemel. Amen.

Zelfopoffering.

(Naar Thomas k Kempls).

Heer! alles wat in den hemel en op aarde is behoort u toe. Ik wensch mij zeiven als eene vrijwillige offerande aan u op te dragen, en u eeuwig toe te behooren. In de eenvoudigheid mijns harten breng ik u mij zeiven ten offer, en wijd ik mij heden toe aan uwe dienst en ter lofprijzing van uwen Naam. Neem mij dan aan met het heilige offer van uw dierbaar ligchaam en bloed, dat ik u heden in de tegenwoordigheid der Engelen, die ouzigtbaar hetzelve aan-

-ocr page 216-

BIECHT- EN

bidden j opdraag, opdat liet mij en het gelieele christenvolk strekke ten eeuwige leven.

Al mijne zonden en misdaden, die ik sedert het eerste oogenblik dat ik heb kunnen zondigen , tot nu toe bedreven heb, leg ik hier voor uwen genadetroon, in de tegenwoordigheid dei-heilige Engelen, op uw zoenaltaar neder, opdat gij dezelve alle verbrandt door het vuur uwer liefde; alle vlekken mijner zonden uitwischt, mijn geweten van alle zonden zuivert; mij de genade, die ik door de zonde verloren heb, wedergeeft, en tot bevestiging eener volkom ene vergeving mij den kus des vredes schenkt.

Wat kan ik voor mijne zonden doen, dan dezelve ootmoedig en rouwmoedig belijden, en uwe barmhartigheid onophoudelijk inroepen? Hierom roep ik tot u en smeek ik: verhoor mij genadiglijk, terwijl ik voorn nederkniel en ween. Al mijne zonden zijn thans een gruwel in mijne oogen, ik wil ze niet meer bedrijven; ik wil dezelve beweenen en boete doen zoo lang ik leef, ten einde zoo veel mogelijk aan uwe goddelijke regtvaardigheid te voldoen. Vergeef mij o God! al mijne zonden om uwen naam; maak mijne onsterfelijke ziel zalig, die gij door uw dierbaar bloed verlost hebt.

Zie! ik beveel mij aan uwe barmhartigheid; ik geef mij over in uwe handen. Handel met mij naar uwe goedheid, en niet naar mijne boosheid en ongeregtigheid.

Al mijne goede werken, hoe gering en onvolmaakt zij ook zijn mogen, leg ik als offer-

208

-ocr page 217-

COMMUNIE-OEFENINGEN.

gaven op uw altaar neder, opdat gij dezelve verbetert en heiligt, opdat gij ze voor u aangenaam maakt, het gebrekkige aanvult, en mij tragen, onnuttigen knecht geleidt tot een heerlijk zalig einde van mijne loopbaan.

Ook leg ik voor uwen genadetroon neder de heilige wenschen van allen, die dezelfde goddelijke spijs met mij genoten hebben; al de godvruchtige gebeden der geloovigen, en den geheimen nood mijner ouders en vrienden, broeders en zusters en van al degenen, die aan mij of aan anderen, uit liefde tot u weldaden bewezen hebben, die zich zeiven en de hunnen in mijne godvrucht bij de heilige Communie, en in mijne gebeden hebben aanbevolen, hetzij dat zij nog leven, of reeds overleden zijn; voor deze allen bid ik, dat zij uwe genade en troostende hulp, bescherming tegen alle gevaren, bevrijding van straffen ondervinden, en van alle rampen verlost zijnde, u een heilig danklied zingen mogen.

Ten laatste, offer ik u ook deze heilige Communie en mijn onwaardig gebed op voor al degenen, die mij beleedigd, bedroefd, gelasterd, benadeeld of in mijne eer gekrenkt hebben; ook voor hen, die ik bedroefd, benadeeld, dooi woorden of werken, wetend of onwetend verergerd heb; vergeef ons al de zonden en be-leedigiugen, waardoor wij elkander bedroefd hebben. Neem van ons weg, alles wat argwaan, toorn, verbittering of twist heet, en waardoor de teedere band der broederlijke liefde kan

209

-ocr page 218-

BIECHT- EN

210

verbroken of verzwakt worden. Ontferm u, o Heer! over allen, die uwe barmhartigheid inroepen; schenk genade aan allen, die dezelve noodig hebben, en geef, dat wij waardig worden, vermeerdering uwer genade te erlangen, en eenmaal het eeuwig leven te genieten, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

AND EEE

GOMMUNIE-OEFEIINGEN.

UJiBliDEX VOOR DE H. COMMUNIE.

ijn Heer en mijn God! groot en vreeselijk is de zaak, die ik wil ondernemen; niet voor eenen sterveling, maar voor den koning der koningen, voor den eeuwigen almagtigen God wil ik eene woning in mijn hart bereiden; versier gij, mijn Verlosser, hetzelve met de gaven des H. Geestes; reinig mijne ziel, verbreek de banden mijner zonden, opdat ik u in mijn hart waardig moge ontvangen.

-ocr page 219-

COMMUNIE-OEFENINGEN.

Geloof.

Heer Jesus Christus! waarachtig God en waarachtig mensch; ik geloof vastelijk, en ik beken, dat gij in dit heilig Sacrament wezenlijk tegenwoordig zijt. Wij Katholieken zijn in waarheid het uitverkoren geslacht, het koninklijk priesterschap, het heilige volk. Trouwens, geene andere natie heeft God zoo nabij zich, als gij, —onze Heer en God — bij ons zijt.

Want gij, eeuwige waarheid hebt gezegd: Mijn vleescA is waarlijk spijs, en mijn bloedis waarlijk drank. Die dit brood eet, zal leven in eeuwigheid. Het brood, dat ik u geven zal, is mijn vleesch voor het leven der wereld. Ik geloof even zoo vastelijk als zag ik het met mijne ligchamelijke oogen, dat gij, waarachtig God en mensch, met vleesch en bloed, met ziel en ligchaam, met Godheid en menschheid hier tegenwoordig, en onder de gedaanten van brood en wijn in het heilig Sacrament des Altaars verborgen zijt. Ik aanbid u, als mijnen Schepper en Verlosser, als het hoogste goed. Wanneer ik om deze bekentenis moest sterven, dan zou ik liever mijn leven ten beste geven, dan mijn geloof verloochenen. Niets zal in staat zijn, mijn geloof te doen wankelen. In dit geloof wil ik leven en sterven.

Hoop.

Almagtige God! zalig is de mensch, die op

211

-ocr page 220-

BIECHT- EN

u vertrouwt. Ik hoop op u, dien ik hier tegenwoordig aanbid als de bron van alle goed, als den oorsprong van alle genade. Hierom waag ik zondaar liet, zonder eenige verdiensten, alleen op uwe barmhartiglieid vertrouwende, tot uwe heilige tafel te naderen; want gij zijt liefderijk en vol ontferming voor allen, die u aanroepen. Gij kunt mij alles geven wat mij heilzaam, en voor mijne zaligheid dienstig is, wijl gij almagtig zijt; gij wilt mij dit alles geven, wijl gij oneindig goed zijt.

Gij zijt mijne hoop, mijn heil, mijn licht, mijn leven! Gij geeft u zeiven tot voedsel mijner ziel, hierom verheugt zich mijn hart. Immers indien gij u zeiven aan mij geeft, zult gij mij dan wel iets anders kunnen weigeren, wat waarlijk goed voor mij is?

Op u, o Heer! heb ik mijn vertrouwen gevestigd ; gij zult voorzeker mijne hoop vervullen. Ik kom tot u, wijl uwe goedheid mij vaderlijk uitnoodigt, met de woorden: Komt allen tot mij, die heiast en beladen zijt, en ik zal u verkwikken.

Liefde.

Heer, Jesus Christus! Zoon Gods, dien hemel en aarde aanbidden! hoe groot moet de magt uwer liefde geweest zijn, die u uit den schoot uws Vaders in dit tranendal deed afdalen, u met ons sterfelijk vleesch deed be-kleeden, u bewoog, de gedaante eens dienstknechts aan te nemen, en de rampen dezes

212

-ocr page 221-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 213

levens deed dragen. Welk eene liefde! Gij kondet ons verdoemen , en gij wildet ons zalig maken. Wij waren de schuldigen, en gij, onschuldige, ondergingt den schandelijken kruisdood , om ons van de zonde en van het eeuwig verderf te redden, ons met den hemelschen Vader te verzoenen, en eeuwig zalig te maken. Ja, uwe liefde was zoo onuitsprekelijk groot, dat gij 's avonds vóór uw lijden, het allerheiligste Sacrament des Altaars insteldet, om ons een eeuwig onderpand te geven uwer ontfermende liefde, en om ons te toonen, dat gij uw vermaak schept bij de kinderen der men-schen te wonen.

Welk eene vurige wederliefde verdient gij niet, o God! die zoo veel uit liefde tot ons gedaan hebt. —

Hierom wil ik u beminnen. Heer! u wil ik beminnen mijne hoop, mijn Verlosser en Zaligmaker, u, het beminnenswaardigste goed wil ik beminnen uit den grond mijns harten, uit al mijne krachten, boven alles! Gelijk een hert verlangt naar eene waterbron, zoo verlangt mijne ziel naar de vereeniging met u, dooiden band der liefde in de heilige Communie. Want gij zijt liefde, en die in de liefde blijft, blijft in u, en gij blijft in hem.

Ootmoed.

Heer, onze God ! hoe wonderbaar is uw naam over den ganschen aardbodem! Koning van

-ocr page 222-

BIECHT- EN

liemel en aarde; dien de Engelen en Aartsengelen loven, dien de Heerschappijen aanbidden, en de Magten bevende vereeren! Oneindige! wat is de menscli, dat gij hem gedaclitig zijt, dat gij ii op zulk eene wonderbare wijze met hem vereenigt? — Wat is het menschenkind, dat gij het bezoekt, met het brood der Engelen voedt, en met hemelsche spijze verzadigt? — Hoe komt het, liefderijke Verlosser! dat gij mij bezoekt, opdat ik uw tempel, uwe woning worde? — Ik, o Heer! beu stof en asch, gij zijt de hoogste majesteit en heiligheid! — ik ben een worm, een zondaar, en nogtans waag ik het tot uwe heilige tafel te naderen, en met uw ligchaam en bloed mijne ziel te verkwikken. Wanneer ik zelf den Engelen en Heiligen in reinheid evenaarde, dan nog zou ik zulk eene groote genade niet waardig zijn. En ik onwaardige , vol gebreken en onvolmaaktheden, ik durf het wagen aan uwe heilige tafel te verschijnen. Heer! op wiens oneindige barmhartigheid ik mijn eenig vertrouwen stel, reinig, heilig mij , spreek slechts een woord, en mijne ziel zal gezond worden.

Verlangen.

Heilige dag, waarop ik mijnen Jesus ontvang ! heilig, versterkend brood! die u nuttigt heeft het eeuwige leven! Heer! spijs mijne hongerige ziel, bevredig haar heilig verlangen naar u. Kom, Heer Jesus! en spreid uwe zegeningen over mij uit.

214

-ocr page 223-

COMMUNIE-OEFENINGEN.

GEBED VAN DEN H. THOMAS VAN AQUINE.

Voor de H. Communie.

Almagtige, eeuwige God ! Zie, ik nader om het ligcliaam en bloed van uwen eeniggeboren Zoon, onzen Heer Jesus Christus te ontvangen! ik kom, gelijk een zieke tot den geneesheer des levens; gelijk een onreine tot de bron van ontferming; gelijk een blinde tot het licht dei-eeuwige klaarheid, gelijk een arme en behoeftige tot den Heer van hemel en aarde; gelijk een naakte tot den koning der heerlijkheid.

Ik smeek u derhalve door uwe grenzelooze barmhartigheid, genees mij zwakke, reinig mij van mijne vlekken, verlicht mijne blindheid, ondersteun mij arme en kleed mij naakte; opdat ik het brood der Engelen, den koning der koningen en den heer der heerschappijen, met zulk eenen eerbied en ootmoed, met zulk een berouw en godvrucht, met zulk eene zuiverheid en meening, met zulk een geloof en voornemen ontvange, dat zulks tot heil mijner ziel verstrekke. Geef, dat ik niet slechts het Sacrament van het ligchaam en bloed des Heeren ontvang, maar dat ik ook de kracht van dit Sacrament moge ondervinden. Zachtmoedigste God! verleen mij de genade, dat ik het ligchaam van uwen eeniggeboren Zoon, onzen Heer Jesus Christus, hetwelk hij uit de H. Maagd Maria heeft aangenomen, zoo ont-vange, dat ik bij zijn geestelijk ligchaam moge

215

-ocr page 224-

BIECHT- EN

worden ingelijfd en onder zijne ledematen moge geteld worden. Beminuenwaardigste Vader! geef, dat ik uwen geliefden Zoon, dien ik nu in liet heilig Sacrament verborgen zal ontvangen , eenmaal van aanschijn tot aanschijn moge aanschouwen, die met u leeft en regeert in de eenheid des H. Geestes, God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

Vier vragen , welke de ohristen met zeer veel nut

zich zeiven vóór de H. Communie doen kan.

I. ïFie is hei die tot mij komt! Het is mijn Heer en mijn God, die mij uit niets geschapen heeft, die mij elk oogenblik onderhoudt, die voor mij aan het kruis gehecht is, met hetzelfde ligchaam, met dezelfde ziel, welke hij mij thans tot voedsel zal geven.

II. En wie is hij tot wien mijn Verlosser komt ? Ach, ik ben het, ik, die voor u slechts stof en asch ben! ik, die u, mijn grootsten weldoener, gedurende mijn leven door zoo vele zonden beleedigd heb.

III. Doch waarom komt mijn Verlosser tot mij ? Hij komt tot mij uit ontferming en liefde; en even gelijk deze oneindig is, wil hij mij dezelve op eene onbegrensde wijze betoon en; hij wil mijne ziel sterken, mijn verstand verlichten, mijn hart tot het goede ontvlammen en mij zijne hemelsche gaven en genade schenken.

IV. Hoe komt hij tot mij? Hij komt tot mij met de grootste, met geheel belanglooze liefde; gelijk hij mij boven zoo vele millioenen wezens

216

-ocr page 225-

COMMÜNIE-OEFENINGEN.

als menscli geschapen en verlost lieeft, zoo wil liij zicli aan mij tot voedsel geven, zich eeuwig met mij vereenigen.

Goede meening vooi de H. Commnnie.

Deze heilige Communie offer ik u op, o God! ter verheerlijking van uwe goddelijke majesteit, als eene erkenning van uwe onbegrensde magt over ons, ter gedachtenis van de menschwording en van het lijden mijns goddelijken Verlossers, met hartelijke en kinderlijke dankbetuiging voor al de weldaden, die gij aan mij en aan al mijne broeders bewezen hebt; ik offer u deze heilige Communie op, opdat gij de eenheid moogt bewaren onder de Christenvorsten, en de uitbreiding der Katholieke godsdienst moogt zegenen; opdat gij de geloovige zielen uit het Vagevuur moogt redden; ik offer u dezelve op in vereeniging met dat offer, hetgeen mijn Verlosser in het laatste avondmaal en aan het kruis heeft opgedragen. Neem het aan, o Vader! neem dit zoenoffer, neem uwen geliefden Zoon met al zijne verdiensten, met zijn bloed en zijnen dood genadig aan ter uitwis-sching van al mijne zonden. Amen.

Wanneer de priester de heilige hostie toont, zegt men driemaal:

Heer! ik ben niet waardig, dat gij ondermijn dak komt, doch spreek slechts één woord en mijne ziel zal gezond worden.

02 13

217

-ocr page 226-

BIECHT- EN

GEBEDEN NA DE HEILIGE COMMUNIE.

Jesus Cliristus! mijn Heer eu mijn God! aangebeden, geloofd en geprezen zijt gij in eeuwigheid! — Gij liebt den wenseli mijns liarten bevredigd, het verlangen mijner ziel vervuld! Nu bezit ik u, mijn Verlosser! en met u, alles wat op aarde waarlijk wensehenswaardig is; gij zijt bij mij. — Met oneindige liefde, hebt gij u aan mij geschonken ! — Ik leef niet meer, maar gij mijn Jesus, leeft in mij. — Hoe groot is niet mijn geluk ! welk eenen magtigen Heer! welk eenen geliefden gast, welk eenen trouwen vriend heb ik in mijn hart ontvangen! — De Almagtige, de Zoon Gods, mijn Verlosser, mijn Eegter, mijn God woont in mijn hart!

Waarmede kan ik u dit alles, wat gij aan mij gedaan hebt, vergelden? Toen ik nog niet bestond, hebt gij mij uit het niet getrokken; toen ik door de zonde uw vijand geworden was, naamt gij mij in genade aan, gij ontfermdet u over mijne ellende, noodigdet mij uit tot eenen maaltijd, waar de hongerige ziel met het brood der Engelen, met uw allerheiligst ligchaam en bloed gevoed wordt ten eeuwigen leven. O wonder van liefde! en ik zou u geene wederliefde betoonen, dierbare Jesus! Ach, mogt ik u zoo vurig beminnen, gelijk uwe Heiligen zulks in den hemel doen, en deelachtig worden aan al die hemelsche goederen en genade, welke gij beloofd hebt aan degenen, die u waardig

218

-ocr page 227-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 219

ontvangen! Mogt ik met u zoo vereenigd zijn, gelijk gij eeif zijt met den Vader; mogt ik zoo naauw met u vereenigd zijn, gelijk do rank met den wijnstok verbonden is! Mogt noch leven noch. dood, noch het tegenwoordige noch het toekomende, noch eenig schepsel mij voortaan scheiden van uwe liefde! — Dit wensch ik, dit hoop ik, dit verlang ik met een vast vertrouwen van u, mijnen Zaligmaker; trouwens ik weet, met welke rijke zegeningen gij diegenen overladen hebt, in wier woningen gij u gewaardigdet, tijdens uw verkeer op aarde uwen intrek te nemen; en gij zijt Christus gisteren, heden, dezelfde ook in eeuwigheid.

Vervul mij derhalve, mijn God, met uwen geest, zegen de woning, welke gij u gewaar-digd hebt binnen te gaan, en wees mij een Emmanuel — God met ons! — Uwe genade zij en blijve bij mij tot aan het einde mijns levens. — Vermeerder in mij geloof, hoop en liefde, en laat mij vruchtbaar worden in goede werken! — Heilig, versterk, bescherm mij! — wees mijn geleidsman in mijn leven, mijn leeraar in twijfelingen, mijn troost in lijden, en mijn heil in het uur des doods! — Bewaar mij, opdat ik noch de wereld, noch hetgeen wereldsch is be-minne, en niet tot mijne vorige zonden terug-keere! — Bewaar mij voor hen, die mij verlei -den of in het kwaad onderrigten willen, opdat ik met zuivere liefde, met een rein hart, als uw gehoorzaam kind op den weg uwer geboden moge wandelen al de dagen mijns levens.

-ocr page 228-

220 BIECHT- EN

Alwetende! Gij doorgrondt mij, gij ziet in mijn hart! gij weet alles, gij weet ook, dat ik met u wensch vereenigd te blijven in eeuwigheid ! Trek mij tot u door de kracht uwer liefde, en roep mij in het uur des doods tot u, opdat ik, na u hier onder de gedaante van brood te hebben aangebeden en genuttigd, u eenmaal van aanschijn tot aanschijn met alle Heiligen moge loven in eeuwigheid.

Gebed van den H. Thomas van Aquine.

Heilige Vader, Almagtige God! ik dank u van ganscher harte, dat gij mij zondaar, uwen onwaardigen dienaar, zonder eenige verdienste, maar uit zuivere barmhartigheid, met het allerheiligste vleesch en bloed van uwen Zoon, onzen Heer Jesus Christus hebt willen spijzen. Ik bid u, laat deze heilige Communie mij niet tot mijn verderf, maar tot mijne zaligheid verstrekken, zij versterke mij in mijn geloof en bevestige mijnen goeden wil; zij helpe mij, om alle zondige begeerten in mij te onderdrukken, en om liefde, geduld, ootmoed, gehoorzaamheid en alle andere deugden in mij te vermeerderen; zij verdedige mij tegen de listen van alle zigtbare en onzigtbare vijanden; zij stille in mij de driften, zij doe mij onafscheidbaar aan u verbonden blijven, en mijn einde zalig zijn. Eindelijk smeek ik u, dat gij mij tot dezen heerlijken maaltijd wilt geleiden, waar gij met uwen Zoon en met den heiligen Geest voor

-ocr page 229-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 221

uwe Heiligen liet ware licht zijt, de onuitsprekelijke bevrediging hunner wenschen, de eeuwige vreugde en de volmaakte gelukzaligheid, door denzelfden Christus onzen Heer. Amen.

Gebed naar deu H. Bonavontura,

Liefderijke Yerlosser! laat mijn hart geheel doordrongen worden van dankbaarheid en liefde voor uwe onuitsprekelijke weldaad, voor uwe liefde, thans aan mij bewezen; leer mij goed beseffen, hoe goed gij het met mij meent, en dat gij niets bedoelt dan mijn waar geluk, opdat ik u opregt hoogschatte, u beminne en met vreugde alles doe, wat uwe heilige wet van mij vordert, opdat ik niets wensche, dan met u vereenigd te zijn. Laat in mijn hart een heilig verlangen ontbranden naar uwe gaven; laat mij dorstig zijn naar u, de bron des eeuwigen levens, opdat ik u getrouw diene, uwen wil bestendig vervulle, kloekmoedig aan alle bekoringen weersta, aan de deugd getrouw blij ve, slechts mijn God, mijn hoogste goed in alles zoeke! en u ook vinde en tot u kome in het laud der vreugde en der belooning. Am.

BEMERKING.

Christen, de dag, waarop gij door het heilig Sacrament der Biecht en des Altaars met uwen God verzoend en vereenigd zijt geworden, moet gij vooral als eenen heiligen dag.

-ocr page 230-

223 BIECHT- EN COMMUNIE-OEFENINGEN.

als eenen dag van dankbare vreugde, van heilige dankzegging, als eenen dag eindelijk van goddelijke lietde beschouwen. Hoe verschrikkelijk zou het dan niet zijn, indien gij op denzelfden dag, waarop gij de vergiffenis uwer zonden hebt ontvangen, waarop gij het vaste voornemen hebt gemaakt om uw leven te beteren, en waarop gij door het ontvangen van het heilig Sacrament des Altaars dit voornemen bevestigd hebt, meineedig werdt, en tot de zonde, die gij vervloekt hebt, en tot de vermakelijkheden, die u zoo dikwijls tot zonden gebragt hebben, wildet wederkeeren. Vermijd hierom meer dan ooit niet slechts de zonden, maar ook de gedachte aan dezelve. Onderhoud dit godvruchtig gevoel door het lezen van een geestelijk boek, en overweeg dikwijls, welk geluk u heden is te beurt gevallen, en welke gast in uw hart gekomen is. Houd hem vast met de armen van geloof en liefde, verlang van hem de u noodige genade met een^kinderlijk vertrouwen, en gij zult ondervinden, hoe gelukkig degene is, in wiens hart Christus, en met hem, Gods vrede, blijdschap in den H. Geest, waarheid en leven woont. Houd u aan Christus j blijf hem getrouw.

-ocr page 231-

NAMIDDAGS-OEFENINGEN

OP COMMUNIE-DAGEN.

I.

(üll de niitolglii? van Cbrlitua.)

ertrouwende op uwe liefde en barmliartig-heid, die zoo groot is,, als gij, God en Heer! ben ik tot uwe heilige tafel genaderd, ö ik — een zieke tot zijnen Verlosser, een dorstige tot de bron des levens, een behoeftige tot den koning des hemels, een knecht tot zijnen heer, een schepsel tot zijnen schepper, een troostelooze tot zijnen liefderijken trooster.

Doch hoe ben ik zoo gelukkig, dat gij tot mij komt? Wie ben ik, dat gij u zelvcn aan mij geeft? Ik ben een zondaar, hoe durfde ik het wagen voor u te verschijnen, en hoe kunt gij, allerheiligste, zoo goed zijn tot eenen zondaar te komen? — Gij immers kent uwen knecht, en gij weet het best, dat hij van zich-

-ocr page 232-

BIECHT EN

zelveu niets goeds heeft, waardoor hij zich zulk eene gunst zon kunnen waardig maken. Waarlijk ik erken mijne nietigheid, en ik belijd uwe goedheid; ik prijs uwe grenzelooze liefde. \\ ant hetgeen gij hierin en in alles tot mijn welzijn doet, dit doet gij niet om mijne verdiensten, maar uit zuivere liefde; dit doet gij, om uwe genade nog heerlijker aan mij te toonen en mij nog meer tot liefde en ootmoed op te wekken.

W elke vereering, welken dank ben ik aan u, die de liefde zelve zijt, schuldig, wijl gij mij met uw heilig ligchaam gespijsd hebt? Geen menschenverstand is in staat, de onbegrijpelijke waarde van deze uwe liefde te bevatten, van eene liefde, die slechts heil en zegen voor mij is! Hierom kan ik niets beters doen, dan mij voor u te verootmoedigen en uwe grenzelooze liefde in stille dankzegging te verheffen.

Aanbid dan in den diepsten ootmoed, en verheug u, mijne ziel! dank den Heer voor dit levend brood des hemels, en voor den veikwik-kenden troost, dien hij ons in dit tranendal heeft achter gelaten. Want, zoo dikwijls gij over dit geheim dankbaar nadenkt en het ligchaam van Christus ontvangt, wordt gij aan al de verdiensten van Christus deelachtig, wordt het verlossingwerk op nieuw in n vol-bragt. Trouwens hij is gisteren, heden en in eeuwigheid de liefde, onze Verlosser van den eeuwigen ondergang, onze Zaligmaker in het huis des Vaders. Amen.

224

-ocr page 233-

COMMUNIE-OEFENINGEN.

II.

De liefde van Jesus tot ons, de krachtigste beweeggrond van onze wederliefde tot Hem.

(Uit de sehriften des heiligen Bonaventara*)

Mijn Heer en mijn God! wat goeds hebben wij gedaan, dat gij, liet hoogste goed, u zeiven zoo gaarne aan ons wilt geven? wat wint gij, wanneer wij u bezitten? Voorzeker niets; en nogtans bemint gij ons zoo zeer, dat gij zelf bekent, uwe vreugde te vinden met bij ons te

wonen..... Gij verlangt niets van mij, dan in

mijn hart te wonen; reeds lang, en met de grootste liefde hebt gij aangeklopt, en ik — ach — ik wilde niet hooren, mijn hart niet voor u openen! Doch nu zijt gij in mij, en ik wil voortaan niets anders meer dan u bezitten.

Waarlijk, gij bemint mij meer dan ik mij zeiven bemin. Hierom wil ik voortaan gerust uwe leiding volgen; en in het bezit van uwe liefde gelukkig zijn; alle ijdele zorg voor mij zeiven wil ik laten varen; vertrouwvol wil ik mij sjan u overgeven: Zie neder op mijne zwakheid, en ondersteun dezelve; mijn oog is steeds gerigt op uwe barmhartigheid en liefde, op uwe leer en voorbeeld, ten einde mij over dezelve te verheugen, en aan u gelijkvormige!-te worden.

Ofschoon ik met u te bezitten alles win, en gij niets met mij, ben ik nogtans overtuigd, 62 ' 13.

225

-ocr page 234-

BIECHT- EN

dat gij liever bij mij zijt, om mij te ondersteunen en gelukkig te maken, dan ik bij u ben om uwe goedheid te genieten. Eu hieruit leer ik tot mijn eigen beschaming, dat ik in den eigenlijken zin mij zeiven haat, en dat gij mij met eene grenzelooze liefde bemint.

Het zou mij niet mogelijk zijn, al de bewijzen uwer ontfermende liefde jegens mij, slechts oppervlakkig te beschouwen. Trouwens, hoe zou ik met de welsprekendheid aller menschen ja der Engelen zelfs, de goederen der genade, de goederen der toekomende heerlijkheid in den hemel kunnen schetsen? Van al deze goederen wil ik zwijgen, wijl ik geene woorden vind om mijn dankgevoel uit te drukken, en ik vestig mijne aandacht op U, Goddelijke Zoon! dien de Vader als een bewijs zijner liefde, ons gegeven heeft. De mensch moest tot God opklimmen, en God wilde tot de menschen afdalen j dit wilde de eeuwige onuitsprekelijke liefde. Wat kondet gij meer doen voor de menschen, daar gij hen zoo naauw met u vereenigd hebt? Gij, Gods eeniggeboren Zoon — Zoon eener maagd — een mensch aan mij gelijk! De Engelen staan verbaasd over dit bewijs uwer liefde, dat gij niet aan hen, maar aan Adams kinderen gegeven hebt. Het is onbegrijpelijk , dat na zoo vele bewijzen der goddelijke liefde, de harten der menschen niet van wederliefde branden. —

Mensch die deze liefde beschouwt en ongeroerd blijft, is uw hart van steen? — God

226

-ocr page 235-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 227

lieeft sledits één verlangen, namelijk, ons clooi-liet Sacrament der liefde onafsclieidbaar met zich te vereenigen; lice kan dan Js mensclien hart naar iets anders liaken.

Verhevene! om ons te verheffen, hebt gij u tot den staat van kindsheid vernederd; om ons die door de zonde zoo zeer aan de dieren gelijk geworden waren, bekwaam te maken voor den hemel, daaldet gij uit den hemel neder en liet gij n in eene krib tusschen de dieren plaatsen. Welk eene liefde! welk eene ontferming van den kant Gods? welk eene blindheid! welk eene gevoelloosheid van den kant der menschen.

Menschenhart, indien gij niet hart maar ijs zijt, waarom smelt gij dan niet bij dat liefdevuur? En indien gij niet vleesch maar steen zijt, waarom kan dan dit vuur der liefde u niet doen van een springen ? Wee mij! hoe zal God mij tot zich trekken, nadat hij zulks door deze bewijzen van liefde te vergeefs beproefd heeft? — Uw gansche levensloop op aarde, o Jesus! was een voortdurend bewijs van uwe liefde tot mij. Indien ik geheel mijn leven aan de overdenking van uw leven toewijdde, dan nog zou ik

uwe liefde jegens mij niet bevatten---- Hoe

heerlijk schitterde deze liefde niet in uw lijden ! — Ja daar — in de diepste vernedering, in de smartvolste verlatenheid, bemindet gij mij zoo zeer, dat gij om mijnentwil u zeiven scheent te baten. Ach, het was in u de haat dei-zonde, allerheiligste! en de zondenschuld in mij strafwaardige, die u zei ven in de handen

-ocr page 236-

BIECHT- EN

van zondaren deed overgeven ^ om door hen en voor hen veroordeeld, gegeeseld, bespot, met doornen gekroond, aan handen en voeten met spijkers doorboord, met gal en azijn gelaafd en aan het schandelijke kruishout tusschen

twee moordenaren gepijnigd te worden.....

Onbegrijpelijke liefde! wat kondet gij meer voor mij doen? Indien de geringste mensch op aarde zoo veel voor mij gedaan had, zou ik hem eeuwig moeten beminnen; en gij mijn God — zoudt mijn hart niet bezitten? —

III.

Eeuwige vorst des vredes! Jesus! licht dei-wereld ! Gij hebt gezegd; „Komt tot mij, gij allen, die belast en beladen zijt, en gij zult rust voor uwe ziel vinden.quot; Ach! hoe dikwijls heb ik rust gezocht in deze ellendige wereld, en heb dezelve niet gevonden, wijl de onsterfelijke ziel met aardsche goederen niet kan bevredigd, niet kan verzadigd worden, maar slechts door u, en met u alleen.

Uitdeeler van den waren, van den liemel-schen vrede ! Gij hebt u gewaardigd, heden door de heilige Communie in mijn hart te komen; gij hebt n aan mij gegeven; geef mij nu ook uwen vrede, geef mij den vrede Gods, dien de wereld niet geven kan.

Onsterfelijke God! waar gij niet zijt, daar is geen vrede; want al het tijdelijke, al het aardsche neemt een einde, vergaat en veroudert

228

-ocr page 237-

COMMUNIS-OEÏENINGEN. 229

gelijk eeu kleed; de aarde veroudert gelijk een gewaad; zij verandert, en gij Heer! zult haar veranderen; hoe zou dan mijne onsterfelijke ziel rust vinden in aardsche zaken ! Hierom verzucht zij naar u, mijn God en Zaligmaker! en zij zal geen rast vinden, zij zal niet verzadigd worden, voor dat zij u bezit; hierom hebt gij gezegd: die dorst heeft, Icovie tot mij.

Ootmoedig heb ik heden aan deze uitnoodi-ging voldaan, en ben ik tot uwe heilige tafel genaderd; gij hebt mij dan ook, niet slechts uwe hemelsche gaven, maar u zeiven geschonken; gij hebt mij met uw vleesch en bloed gespijsd ten eeuwigen leven. O mijn God en Heer, hoe groot, hoe zuiver, hoe onbegrijpelijk is uwe liefde jegens mij, zondige mensch.

Laat mijne ziel in deze uwe liefde rusten, laat haar rusten in uw hart, in hetwelk geene valschheid, geen bedrog is zooals in de wereld. Al mijne zinnen zijn op u gevestigd, opdat ik uw liefelijk gesprek hooren, uwe schoonheid zien, uwe zoetheid smaken en de kracht uws levens ondervinden moge.

Jesus! mijne liefde, mijn vrede, mijne vreugde! neem uit mijn hart alles weg, wat gij niet zijt. Ben ik arm, gij zijt mijn rijkdom; ben ik veracht, gij zijt mijne eer; word ik gelasterd, gij zijt mijn lof en mijn roem; wordt ik vervolgd, gij zijt mijn beschermer. In zwakheid zijt gij mijne sterkte, in den dood mijn leven. Waarom zou ik niet in u rusten, dewijl gij mij toch alles zijt ? Ja, gij zijt mijne gereg-

-ocr page 238-

BIECHT- EN

tiglicicl, mijne wijsheid, mijne heiligheid, mijn bevrijder van alle kwaad. Kom tot mij, en schenk aan mijn hart rust en troost; verkwik, verheug en verlicht mij. Laat mij mij zeiven verloochenen, laat mijn hart ledig worden van de wereld, opdat gij het met hemelsche gaven vervult, en mij binnenleidt in de rust der eeuwigheid , waar overvloedige vrede en zaligheid is in u te bezitten.

IV.

ALGEMEEN GEBED TOT JESUS CHRISTUS OP COMMÜNIEDAGEN.

Heer Jesus Christus! Zoon des levenden Gods! die u gewaardigd hebt in mijn onvolmaakt hart binnen te gaan, en met de goederen uwer genade mijne zieke ziel gezond te maken : aan u beveel ik heden en ten allen tijde mijne ziel, mijn ligchaam en mijne zinnen, bewaar gij dezelve dag en nacht. Verhoor mij genadiglijk mijn Verlosser en Heiland! Bewaar mij voor alle zonden, maar inzonderheid voor de doodzonden, voor alle listen en bekoringen des Satans en van andere vijanden; dit smeek ik u door het gebed der aartsvaders, door de verdiensten der profeten, door de voorspraak der apostelen, door de standvastigheid der martelaren, door het geloof der belijders, door de zuiverheid der maagden; in welke gij steeds uw behagen gevonden hebt.

230

-ocr page 239-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 231

Vernietig in. mij den hoogmoed^ en maak mij waarlijk ootmoedig. Eoer mij tot tranen, en vermurw mijn steenen liart. Bevrijd Heer! mijne ziel van de listen des duivels, en bevestig mij in uwen wil. Leer mij Heer! uwen wil doen, want gij zijt mijn God. Heer, geef mij een zuiver verstand en hart, opdat ik uwe liefderijke goedheid meer en meer leere kennen. Laat mij om datgene bidden, wat u behagelijk, en voor mij nuttig is. Schenk mij tranen van berouw, waardoor de banden der zonden gebroken worden.

Verwijder van mij al hetgene u mishaagt, en stort in mij meer en meer den geest van liefde, wijsheid, ootmoed en kuischheid, opdat geen mijner gebeden u mishage. Verleen mij Heer! een geneesmiddel, waardoor de wonden, door de zonden aan mijne ziel toegebragt, kunnen genezen worden. Geef Heer! dat ik steeds in de naastenliefde moge volharden, mijne zwakheid nimmer uit het oog verlieze, en mijne naasten niet oordeele, opdat ik zondaar ook door u niet streng geoordeeld worde.

Liefderijke Heiland voor alle hulpbehoevende geloovigcn! ontferm u over mijne ziel, vergeef mij mijne zonden. Geef mij een hart, dat u vreest en bemint; een verstand, dat u erkent; ooren die naar u luisteren, en oogen die op u gevestigd zijn. Ontferm u mijner, o God ! ontferm u mijner. Zie van den troon uwer majesteit neder! en verlicht de duisternissen mijner ziel met eenen straal uws lichts. Geef mij Heer!

-ocr page 240-

BIECHT- EN

de ware wijsheid, opdat ik steeds datgene moge kennen en volgen, wat u behaagt; opdat ik nwe leer en uw voorbeeld voor oogen hebbende, ook mijnen wandel hiernaar inrigte.

Heilige en onbevlekte Maagd Maria, Moeder van onzen Heer Jesus Christus! bid voor mij bij hem, tot wiens tempel gij verkoren werdt. Heilige Michaël! heilige Gabriël! heilige Ea-phaël, alle heilige koeren der Engelen en Aartsengelen, heilige aartsvaders en profeten, apostelen en evangelisten, martelaren en belijders, maagden en alle Heiligen! ik meen u allen te mogen bidden door hem, die u heeft uitverkoren, en in wiens bezit gij u nu verheugt, bidt, ach, ook voor mij zondaar, dat ik voor de zonde en voor den eeuwigen dood behoed worde. Schenk mij dierbare Verlosser! volgens uwe goedheid en barmhartigheid het eeuwige leven.

Eeuwige hoogepriester 'en onzigtbaar hoofd uwer Kerk! doe eenheid heerschen onder de priesters, rust en vrede onder de koningen en vorsten der aarde, schenk hun ijver om de regt-vaardigheid te verdedigen. — Ik bid n Heer! voor de geheele Katholieke Kerk en voor al hare leden, voor geestelijken en leeken, voor alle overheden der christenheid, voor allen die in u gelooven, en — met uwen geest bezield —■ werkzaam zijn voor de uitbreiding van uw rijk, opdat zij in het goede standvastig volharden.

Heer, eeuwige Koning! schenk aan de maagden zuiverheid, aan de verloofden onthouding, aan de gehuwden eenen heiligen wandel, aan

282

-ocr page 241-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 233

de weduwen en weezen uwe vaderlijke hulp, aan de armen verzorging, aan de boetvaardi-gen vergiffenis hunner zonden, aan de bedroefden vertroosting, aan de overledene geloovigen de eeuwige rust. Geef den godvruclitigen de genade, dat zij in deugd mogen volharden.

Barmhartige Jesus! Zoon des levenden Gods! Verlosser der wereld! Ik beken voor u en voor alle Heiligen, dat ik een zondaar ben; doch gij, goedertieren God! zult mij voorzeker van uwe barmhartigheid niet uitsluiten. Indien het u behaagt mij nog langer te laten leven, versterk mij dan in mijn voornemen, om mijn leven meer en meer te beteren. Wek mij steeds op tot uwe dienst, opdat ik u zoeke, naar u verlange en u steeds boven alles liefhebbe.

Inzonderheid smeek ik u Heer! voor hen, die zich in mijn gebed hebben aanbevolen, die mij eene liefdedienst bewezen, of eenige zorg voor mijne ziel getoond hebben; als ook voor mijne bloed- en aanverwanten, hetzij dat zij nog leven of reeds overleden zijn, opdat gij hen van de zonde wilt bewaren en zalig maken. Verleen aan alle nog levende Christenen uwen bijstand, en aan al de overledenen de eeuwige rust. Inzonderheid roep ik uwe hulp in voor het uur mijns doods, opdat ik dan aan de hevige aanvallen des vijands moge wederstaan, en met alle Engelen en Heiligen u in den hemel eeuwig moge verheerlijken. Amen.

-ocr page 242-

LITANIE

VAN HEÏ ALLERH. SACRAMENT DES ALTAARS.

Heer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer!

Heer, ontferm U onzer!

God, hemelsche Vader, ontferm L' onzer! God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God heilige Geest, ontferm U onzer!

Heilige Drievuldigheid, één God!

Levend brood, dat uit de hemel gedaald is, Verborgen God en Zaligmaker,

Tarwe der uitverkorenen, §

Wijn, die maagden voortbrengt, g5

Voedzaam brood, |

Altoosdurende offerande, ^

Zuiver spijsoffer, 0

Lam zonder vlek, g

Allerzuiverste maaltijd, ®

Spijs der Engelen,

Geestelijke spijs onzer zielen,

-ocr page 243-

BIECHT- EN COMMÜNIE-OEEENINGEN.

Verborgen brood des hemels,

Gedachtenis van Gods wonderen, Bovennatuurlijk brood,

Vleesch geworden woord, hetwelk onder

ons zijne woonplaats heeft genomen. Heilig slachtoffer.

Kelk der zegening.

Geheim des geloofs.

Hoogwaardig en uitmuntend Sacrament, Allerheiligste offerande,

Zoenoffer voor levenden en dooden, Tegengift der zonden.

Wonder van Gods wonderen. Allerheiligste gedachtenis van het lijden des Heeren,

Geschenk, dat alle volheid te boven gaat. Voortreffelijk gedenkteeken der goddelijke liefde,

Overvloeijende bron van Gods milddadigheid. Allerheiligst en wonderbaar geheim. Krachtige spijs der onsterfelijkheid. Aanbiddelijk en levendmakend Sacrament, Brood, dat door de almogendheid Gods is

vleesch geworden.

Onbloedige offerande,

Alleraangenaamste maaltijd, waarbij de Engelen tegenwoordig zijn en dienen, Teeken van genade.

Baud van liefde.

Opperpriester, die zelf de offerande zijt, Geestelijke zoetheid, die in haren eigen oorsprong wordt gesmaakt.

-ocr page 244-

BIECHT- EN

Verkwikking der lieilige zielen, ontferm U onzer!

Teerspijs dergenen, die in den Heer sterven,

ontferm U onzer.

Onderpand der toekomende zaligheid, ontferm

U onzer.

Wees genadig, spaar ons. Heer!

Wees genadig, verhoor ons. Heer!

Van het onwaardig nuttigen nws ligchaams

en bloeds, verlos ons. Heer!

Van de begeerlijkheid des vleesches.

Van de begeerlijkheid der oogen.

Van den hoogmoed des levens.

Van alle ketterij, ongeloovigheid en verblindheid des harten.

Van alle oneerbiedigheid en misbruik ten

opzigte van dit heilig Sacrament,

Van alle zwakheden en zonden, welke de % vruchten van dit heilig Sacrament ver- 5-minderen en beletten.

Van alle gelegenheid tot zonde, §

Door de groote begeerte, welke gij gehad quot;* hebt, om dit paaschlam met uwe leer- M lingen te eten, JS

Door de diepe ootmoedigheid, waarmede quot; gij de voeten der leerlingen hebt gewas-schen,

Door de allervurigste liefde, waarmede gij

dit heilig Sacrament hebt ingesteld.

Door uw dierbaar bloed, hetwelk gij voor

ons op het altaar hebt nagelaten.

Door de vijf wouden, welke gij voor ons

236

-ocr page 245-

COMMUNIE-OEFENINGEN.

in uw allerheiligst ligcliaam hebt ontvangen verlos ons, Heer!

Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons! Dat Gij TJ gewaardigt. het geloof, den eerbied en de begeerte tot dit wonderbaar Sacrament in ons te vermeerderen en te bewaren,

Dat Gij U gewaardigt, ons door eene ware belijdenis onzer zonden tot het dikwijls nuttigen dezer geestelijke spijs te be-reiden, pj

Dat Gij Ü gewaardigt, de hemelsche vruch- ^ ten van dit Sacrament mildelijk iu ons uit te storten,

Dat wij, door het nuttigen van Uw lig- lt; chaam en bloed, in Ü moge blijven, zien gij in ons, § Dat wij, alle boosheid en wereldsche be- ' geerten verlatende, matig, regtvaardig g en godvruchtig leven,

Dat Gij U gewaardigt, ons in het uur des doods met deze hemelsche teerspijs te versterken en te beschermen.

Zoon Gods, wij biddden U, verhoor ons! Lam Gods, hetwelk wegneemt de zonden der

wereld, spaar ons, Heer!

Lam Gods, hetwelk wegneemt de zonden der

wereld, verhoor ons. Heer!

Lam Gods, hetwelk wegneemt de zonden der

wereld, ontferm U onzer!

Heer, ontferm U onzer!

Christus, ontferm U onzer!

237

-ocr page 246-

BIECHT- EN

Heer, ontferm u onzer!

Onze Vader j enz.

Heer, verhoor mijn gebed.

En mijn geroep koine tot U!

LAAT ONS BIDDEN.

O God, die ons onder dit wonderbaar Sacrament de gedachtenis uws lijdens hebt nagelaten, wij bidden u, geef, dat wij de heilige geheimen van uw ligchaam en bloed zoo eerbie-diglijk vereeren, dat wij de vrucht uwer verlossing bestendig in ons gewaar worden, die met den Vader en den heiligen Geest leeft en regeert in alle eeuwigheid. Amen.

VAN DE VOLDOENING VOOR DE ZONDE EN VAN DEN AFLAAT.

Door elke doodzonde maakt de zondaar zich schuldig bij God aan eeuwige, door elke dage-lijksche zonde aan tijdelijke straffen. Wanneer de berouwhebbende zondaar, na zijne doodzonden aan den biechtvader opregt te hebben beleden, van dezelve de absolutie ontvangt, worden krachtens de oneindige verdiensten van Jesus Christus, door de goddelijke barmhartigheid hem de doodzonden vergeven en de eeuwige straffen kwijtgescholden; gewoonlijk echter blijven er nog tijdelijke straffen over, welke de goddelijke regtvaardigheid hem of in dit leven, of in het vagevuur laat lijden. Het-

238

-ocr page 247-

COMMUNIE-OEPENINGEN. 239

zelfde geldt van de dagelijksche zonde, waarvan de vergiffenis niet altijd met de volledige kwijtschelding van alle straffen vergezeld gaat. Dat de zondaar met de vergiffenis der zonden niet altijd volledige kwijtschelding erlangt van alle tijdelijke straffen, is de leer der Kerk; welke leer op onderscheidene duidelijke en treffende voorbeelden der H. Schriftuur gegrond is. Het ontbreekt echter den waren boetvaardige niet aan middelen, om nog in dit leven kwijtschelding tc erlangen van de tijdelijke straffen, die na de vergiffenis der zonden zijn overgebleven. Trouwens, tot dat einde helpt hem het volbrengen der penitentie, hem dooiden biechtvader opgelegd. Dan, deze mag hij niet als het eenige beschouwen, wat Gods regt-vaardigheid tot geheele voldoening dier overgeblevene schuld van hem vordert. Het is dus zijn pligt, om door werkelijke verbetering zijns levens niet alleen, maar ook door de, aan eigene keus van den boeteling overgelatene boete-werken , als vasten, bidden, het geven van aalmoezen enz., welke hij met de hulp der goddelijke genade en in vereeniging met de voldoening van Jesus Christus verrigt, de schuld zijner straffen bij God verder af te betalen. Tot dat einde helpt ook het geduld, waarmede hij in den geest van boetvaardigheid de tijdelijke rampen verdraagt, die hem van God worden toegezonden. En dewijl de tijd van zijn leven, bij al zijnen ijver welligt nog te kort zou wezen, om vóór zijnen dood van alle schul-

-ocr page 248-

BIECHT- EN

den en straffen bij God vrij te zijn, heeft Jesus Christus aan zijne Kerk de magt gegeven, om aflaat te verleenen; welke hierin bestaat, dat de heilige Kerk aan den in boetewerken zich ijverig oefenenden boetvaardige, uit den haar toevertrouwden schat der oneindige verdiensten van Jesus Christus, als ook der overvloedige verdiensten van de allerzaligste Maagd en Moeder Gods Maria en van de overige Heiligen, zijne zwakheid te hulp komt, en hem onder zekere, naauwkeurig te vervullen voorwaarden, kwijtschelding verleent van de tijdelijke straffen zijner bereids vergevene zonden.

Daar de aflaat, zoo als gezegd is, in de kwijtschelding van tijdelijke straffen der reeds vergevene zonden bestaat, moet men om denzei ven te winnen, vooraf in staat van genade zijn; ook moet men de voorgeschrevene werken, als zoo vele noodzakelijke voorwaarden om aan den begeerden aflaat deelachtig te worden, met naauwgezetheid volbrengen; welke werken, naarmate der verschillende aflaten, ook verschillend zijn. Om eenen aflaat te winnen, die men vollen noemt, wordt onder andere altijd vereischt, dat men vooraf biechte, com-municere en eenige gebeden verrigte tot uit-roeijing der ketterijen, tot verheffing van onze Moeder de H. Kerk en tot eendragt onder de Christenvorsten.

Hoe ijveriger men zich in deze boetewerken oefent, of om met het evangelie te spreken, hoe meer men waardige vruchten van boetvaar-

240

-ocr page 249-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 241

digheid voortbrengt ^ en met hoe grootere godvrucht en naauwgezetlieid men de voorgeschre-vene werken volbrengt, zooveel te grooter voordeel zal men uit den aflaat trekken, dien men wenscht te winnen. —

Dewijl de boetvaardige niet weet, hoe veel er van zijne verschuldigde voldoening nog overblijft, en dewijl hij door zijne dagelijksche fouten, waaraan de regtvaardige zelfs schuldig wordt, onophoudelijk nieuwe, ofschoon slechts kleine schulden bij God maakt, zal hij, zijn waar belang ter harte nemende, geheel zijn leven zich in boetwerken oefenen, en ten minste van tijd tot tijd van de door de Kerk goedgunstig verleende aflaten gebruik maken; hij zal zulks des te ijveriger en dikwijler doen, wijl dit bij eene steeds toenemende verbetering van zijnen levenswandel de middelen zijn, om niet slechts voor de helsche straffen, maar ook voor het vagevuur bewaard te worden.

Gebeden, welke meu, na waardig gebiecht en gecommuniceerd te hebben, kan verrigten, om eenen vollen aflaat te verdienen,

Jesus die in deze wereld gekomen zijt, opdat wij het leven zouden hebben, ja in overvloed hebben zouden; ik geloof, dat gij de sleutels van het rijk der hemelen met dit inzigt aan uwe Kerk hebt toevertrouwd, onder de verzekering, dat al hetgene zij op aarde zou binden of ontbinden ook in den hemel zou gebonden of ontbonden zijn. Ik geloof ook, o Jesus! dat 62 14

-ocr page 250-

BIECHT- EN

gij aan uwe Kerk de magt gegeven hebt om aiïaten te verleeneu, en dat het gebruik der aflaten voor het Christenvolk heilzaam is.

Deze liefderijke Moeder de haar toevertrouwde schatkamer van genade heden openende, biedt uit dezelve eeuen vollen aflaat aan, aan al degenen, die na waardig gebiecht en gecommuniceerd te hebben, boetvaardig en met een verootmoedigd hart, te gelijk als dankbare kinderen, voor haar en voor hare uitbreiding op aarde, voor de uitroeijing der ketterij en voor de eendragt onder de Christen vorsten zullen gebeden hebben.

Een gedeelte dezer voorwaarden heb ik vervuld ! ik heb mijne zonden en ongeregtigheden aan den priester uwen plaatsbekleeder beleden. Ik ben aan uwe tafel verschenen, en ik heb uw allerheiligst ligchaam en bloed genuttigd. Moge ik het op eene waardige wijze gedaan hebben! Moge ik tot het getal dier boetvaardige, en met u verzoende zondaren behoo-reu, op welke gij met welgevallen nederziet, en welke gij met de gaven uwer genade begunstigt ! Dit hoop ik, mijn Yerlosser! en met dit vertrouwen verschijn ik voor u, om ook deze voorwaarde, ons door de Kerk voorgeschreven te vervullen, en zoo wel voor haar heil, als voor dat van alle Christenen te bidden.

I. O God! opperste Herder en Vader van alle geloovigen! die door uwen H. Geest het gansche ligchaam der Kerk bestiert en heiligt, die door Jesus Christus de heerlijkheid van

242

-ocr page 251-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 243

uwen naam aan alle volken hebt bekend gemaakt, behoud liet werk uwer barmhartigheid, opdat uwe H. Kerk in alle goed moge bloeijen, over den geheelen aardbodem zich meer en meer uitbreiden en in de belijdenis van uwen naam standvastig volharden moge.

Dat gij uwe H. Kerk wilt bestieren en beschermen, wij bidden u, verhoor ons!

'Driemaal het Onze Vader, en driemaal het Wees gegroet.

II. O God, die de vrede geeft en de een-dragt bemint, verleen aan alle Christen vorsten, uwe dienaren eene volmaakte eendragt; verwijder alle oorlogen en tweespalt, opdat uwe geloovigen met eene volkomene gerustheid des gemoeds u dienen mogen.

Dat gij den Christen koningen en Vorsten vrede en ware eendragt wilt verleenen, wij bidden u, verhoor ons!

Driemaal het Onze Vader, en driemaal het Wees gegroet.

III. Almagtige, eeuwige God! die alle men-schen verlangt zalig te maken, en niet wilt, dat iemand verloren gaat, zie genadiglijk neder op die zielen, welke door de arglistigheid des vijands bedrogen zijn geworden; geef, dat de scheurmakers de scheuring verlatende, tot den schoot uwer Kerk, en de ketters de dwaling afzwerende, tot de eenheid der waarheid terugkeeren.

Dat gij de vijanden uwer H. Kerk wilt vernederen en bekeeren, wij bidden u, verhoor ons.

-ocr page 252-

244 BIECHT- EN COMMUNIE-OEFENINGEN.

Driemaal het Onze Vader, en driemaal het quot;Wees gegroet.

BEMERKING.

Bijaldien er om den begeerden aflaat te winnen, behalve biechten, communiceren en gebeden, nog eenig ander werk mogt zijn voorgeschreven, verzuime men niet hetzelve te volbrengen.

Avondgebed op eenen communiedag.

De dankzegging welke ik voor het nuttigen van uw vleesch en bloed heden gedaan heb, hernieuw ik met een diep geroerd hart in dit stille avonduur. De ware dankbaarheid bestaat echter niet alleen in woorden. Uwen wil volbrengen, uwe geboden onderhouden, zijne eigenliefde afleggen, u in alles gehoorzamen, dit heet waarlijk dankbaar zijn. En dit beloof ik u thans op nieuw. Leer mij de zonden vlugten als het grootste kwaad. Laat mij nimmer het onschatbaar geluk vergeten, hetgeen mij heden is ten deel geworden. Laat mij in uwe liefde blijven, opdat ik steeds moge zeggen: ih leef niet meer, maar Jesus leeft in mij.— Heden hebt gij u op het naauwste met mij ver-eenigd. Deze vereeniging is het onderpand mijner eeuwige zaligheid.

Ik begeef mij thans wel is waar Ier rust, doch mijne ziel waakt, en verheugt zich in u, mijn Heiland! Amen.

Vader, in uwe handen beveel ik mijnen geest! Onze Vader, Wees gegroet. Ik geloof, enz.

-ocr page 253-

14.

62

-ocr page 254-

HET KERSFEEST

OF DE GEBOORTE DES ZALIGMAKERS.

Over de verhevene weldaad der menschwording van Jesus.

(Yan den eerwaarden Lodewük van Granada.)

k aanbid u, goddelijke Verlosser, koning des hemels ^ licht der aarde. Heer der heerscharen, vorst des vredes, kracht Gods en wijsheid des eeuwigen Vaders! — Ik aanbid u, verzoener des menschdoms, voorspreker der zondaren, verkwikking der vermoeiden, troost der bedroefden , oneindige belooner der regtvaardigen! — Ik aanbid u, brood des levens, geneesmiddel der ziel. Verlosser der wereld, liefderijk offer des vredes, die het hart nws Vaders hebt bewogen, om op onze rampen neder te zien, onze verzuchtingen te verhooren en ons in genade aan te nemen! Nieuwgeboren Verlosser! heden kom ik bij uwe krib, om uwe onschatbare goedheid te prijzen, en u mijnen dank te betuigen voor de

-ocr page 255-

OEFENINGEN OP DE PEESTDAGEG, ENZ. 247

tallooze weldaden, welke gij, zonder eenige mijner verdiensten, mij bewezen hebt. Acli! wij waren weleer een verloren geslacht; wij waren kinderen des toorns, kinderen der vervloeking; wij waren onnutte, den dood schuldige knechten, en gij hebt u over ons ontfermd; gij hebt van uwen verheven troon nedergezien op onze ellende, op de rampen uws volks; gij verliet den troon uwer heerlijkheid, en kwaamt zelf om ons te verlossen. — Gij, de ware en eeniggeboren Zoon Gods, die door uwe almagt al het geschapene onderhoudt, en alles met wijsheid bestiert, in wiens naam alle knieën moeten gebogen worden, gij hebt u vernederd, den troon uwer heerlijkheid verlaten, om onze ellende op u te laden, en u met het hulsel onzer sterfelijkheid te bekleeden, ten einde door uwe kracht onze zwakheid weg te nemen, en onze sterfelijkheid in een eeuwig leven te veranderen.

Met eenen uwer Engelen, hebt gij tot dit groote werk der verzoening gezonden, niet eenen Seraf of Cherub, maar gij wildet zelf tot ons komen volgens den wil van uwen hemel-schen Vader, wiens oneindige goedheid, in u, zijn levendig beeld openbaarde; gij zelf wildet uwe goddelijke natuur met de menschelijke

vereenigen........O wonderbare vereeniging,

welke alle menschelijke begrip te boven gaat! De heer der eeuwige heerlijkheid, vereenigt zijne oneindige Godheid met de nietigheid onzer menschheid! De Schepper der wereld vernedert zich zoo zeer, dat hij de gedaante eens

-ocr page 256-

dienstknechts aanneemt, en ofschoon de hei- 1

ligheid zelve, zich onder de zondaren rang- i

schikt! O liefderijke Jesus! hoe ver voerde n (

uwe liefde tot ons! Gij waart niet tevreden i onze Heer, onze Schepper en beschermer te zijn;

gij wildet ook onze broeder, ons vleesch en (

bloed worden. ]

Men zag n, den almagtige, als een arm men- ]

schenkind in doeken gewonden in eene krib. =

O onuitsprekelijke vernedering, o nooit vol- i

prezene armoede! o ondoorgrondelijke liefde! (

Beschouw hoe de onmetelijke God, wiens heer- lt;

lijkheid hemel en aarde vervult, hier in eene i

krib ligt! hoe hij in de krib weent, voor wien ]

de krachten der hemelen beven, en de Cherubs i

hunne aangezigten bedekken met hunne vleugelen! En waartoe, liefderijke Godmensch! diende deze nederige geboorte? Waartoe deze vernedering en armoede ? Gij wildet ons reeds bij uwe geboorte door uw voorbeeld ootmoed, den grond aller deugden leeren.

En wat zal ik zeggen van de onbeschrijfelijke armoede, waarin gij geboren werd; daar een stal uw koninklijk paleis, eene krib uwe wieg, een weinig stroo uw bed, slechte doeken uw purper waren?

Waar is een zoo ongevoelig hart, mijn Jesus ! dat niet van liefde gloeit, wanneer het uwe armoede niet alleen, maar ook de oneindige liefde overweegt, welke gij ons hier betoond hebt! Even zoo arm als gij voor u zeiven werdt, zoo rijk werdt gij voor ons, armen! Gij naamt

-ocr page 257-

EN IN DE VASTE.

mijne inenscliLekl aan, om mij uwe Godheid te sclienken; gij werdt een mensclien kind, om mij een kind Gods te maken ^ en mij den geest der liefde te verwerven, met welken vervuld ik tot God mag roepen: Ahba, Vader!

En wanneer ik uw leven van de krib tot op Golgotha overweeg, dan kan ik niet uitspreken het ziels- en ligchaamslijden, dat gij voor mij hebt verduurd, het voorbeeld der verheven-ste deugden, dat gij mij gegeven hebt. Trouwens, wat was uw gansche leven anders, dan een licht en een spiegel der volmaaktste deugden? Uw heilig leven is voor mij een spiegel, waarin ik mij zeiven kan beschouwen, en zien kan wat mij ontbreekt. In hetzelve vind ik ware gehoorzaamheid, diepen ootmoed, vrijwillige armoede, wonderbaar geduld, onwrikbare standvastigheid, ongeloofelijke langmoe-digheid, alles overtreffende liefde. In een woord, alle bedenkelijke deugden vind ik in u oorspronkelijk zuiver.

Hoe kan ik dan, liefderijke, dierbare Jesus! u zoovele weldaden vergelden? Waarlijk Heer! indien ik de levensjaren van alle Adamskinderen, al hun lijden en verdiensten in mij kon vereenigen, zou dit alles nog niet toereikend zijn, om zelfs de geringste weldaden te vergelden. Dewijl ik dan door mij zeiven niets ter zaligheid vermag, o Heer! en gij dit alles voor mij gedaan hebt, smeek ik u ootmoedig: voeg bij de veelvuldige genaden, welke gij mij bereids bewezen hebt nog deze, dat ik voor zoo

249

-ocr page 258-

250 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

vele liefdeblijken mij dankbaar moge betoo-nen, en u van gansclier harte dienen moge.

Goddelijke j weldadige en liefderijke Verlosser ! wees op den feestdag uwer genaderijke geboorte met diepen eerbied van mij gegroet! wees welkom in ons dal van tranen! In naam van alle mensdien loof ik u om uwe onuitsprekelijke goedheid. Alles wat ik ben en bezit, mijn hart en al mijne krachten offer ik aan u op. Ik wil dezelve tot uwe eer besteden, en hierom bid ik u zie genadig op mij neder, versterk mij tot het goede : laat mij steeds levendig beseffen, dat gij gekomen zijt, om mij met den hemelschen Vader te verzoenen, en door uwe grenzelooze ontferming gelukkig te maken. Gij hebt den hemel voor mij geopend; en wanneer ik uw woord onderhoud en uw voorbeeld navolg, zal hij mijn deel zijn.

Geleid mij op uwe wegen, opdat ik na mijne loopbaan hier op aarde te hebben voleind, de eeuwige belooning moge erlangen. Heet' Jesus! verhoor mijn gebed. Amen.

II. Hev woord is vleesch geworden, en heeft onder ons gewoond. Joan. I. 14.

Prijs den Heer, mijne ziel, en alles, wat in mij is, loof zijnen heiligen naam! — De Zoon des eeuwigen Vaders in mensehen gedaante, is de Heiland der wereld! — De glans zijner heerlijkheid en het beeld zijns wezens, is de Verlosser der wereld. —

-ocr page 259-

EN IN DE VASTE.

Prijs den Heer, mijne ziel, en alles, wat in mij is, loof zijnen heiligen naam!

Heden vieren wij de gedachtenis van dien heiligen nacht, die door den glans van het ware, van het hemelsche licht bestraald werd, van dien heiligen nacht, in welken Jesus uit Maria, de heiligste Maagd werd geboren.

Wie is in staat de oneindige, de onuitsprekelijke liefde te bevatten, welke u, eeuwige Vader! bewogen heeft, voor ons, ongehoorzame kinderen, voor verdwaalde, aan het verderf prijs gegevene zondaren uwen geliefden, uwen eeniggeboren Zoon te geven? Wie is in staat de onuitsprekelijke liefde te bevatten, welke u, Jesus Christus! uit den hemel op de aarde uit het verblijf der gelukzaligen in het dal van tranen deed afdalen? —

Begrijpen kan ik deze onuitsprekelijke liefde, deze oneindige ontferming en genade wel is waar niet; maar gelooven, beminnen, danken, aanbidden, en mijne vreugde met de jubeltoo-nen der hemelsche heerscharen vereenigen, dat kan ik — dat wil ik. ■—

Eer zij u, hemelsche Vader in de allerhoogste! Gij hebt ons uwen Zoon gegeven, en met hem alles, wat ons waarlijk gelukkig maakt. Door hem zijn wij met u verzoend geworden; door hem hebben wij vrijen toegang tot den troon uwer genade, en de magt bekomen om kinderen Gods te worden.

Eer zij u, eeniggeborenc — eeuwig woord des Vaders! als een zwak, hulpbehoevend,

251

-ocr page 260-

252 OEFENINGEN OP BE FEESTDAGEN

arm kind komt gij in de wereld, welke gij gemaakt hebt. Als de Verlosser der mcuschen, begint gij reeds bij uwe geboorte alle lasten der arme mensclien zelf te dragen, al het bittere zelf te proeven, de ellendigen te verkwikken, de neerslagtigen op te beuren, de beladenen van hunnen last te bevrijden, ten einde aan allen rust te schenken voor hunne ziel! Gij verbergt uwe goddelijke majesteit onder het hulsel der menschelijke natuur, opdat wij zonder vrees tot u zouden naderen, en vertrouwd met u zouden kunnen omgaan. Welk sterveling zou anders u. God! in uwe heerlijkheid met zijne oogen kunnen aanzien!

Wonder der eeuwige ontferming en liefde, goddelijk kind Jesus! geef mij de genade, dat ik u met ootmoedig vertrouwen aanbid, u, het voorwerp van de lofzangen der Engelen, van de verzuchtingen der profeten en regtvaar-digen, van de vereering aller vromen, van de vreugde aller geloovigen. Verwek in mij de innigste, de levendigste vreugde over uwe menschwording. Leer mij de waarde kennen, welke gij door uwe menschwording aan de menschelijke natuur geschonken hebt! Leer mij levendig gevoelen, hoe dierbaar wij men-schen zijn in uwe oogen.

Allerhoogste! wiens verhevenheid geene gedachte bereiken kan; gij schaamt u niet, u zeiven onzen broeder te noemen. En wij durven u wederzijds broeder noemen. U Heer der heerscharen, Heer van hemel en van aarde!

-ocr page 261-

EN IN DE VASTE.

253

Welk eene verheffing, welk eene waarde der mensclielijke natuur! — Door u zijn wij ledematen geworden van een ligchaam, welks lioofd gij zijt, vereenigd met u, door eenen eeuwigen, onverbreekbaren band, —vereenigd, gelijk de rank met den wijnstok. En dit is ons leven en onze zaligheid, dat wij met u vereenigd zijn. Trouwens buiten u is dood, duisternis en verderf. Slechts in het geloof aan u en in de getrouwe onderhouding uwer geboden, is geluk en zaligheid.

Kom dan, o Goddelijk kind, laat mij met u vereenigd worden door eeuwige liefde. Bevredig mijn verlangen, om u, almagtigen men-schenvriend te bezitten; blijf in mij, werk met uwe genade in mij en schep in mij eenen nieuwen geest en een van liefde gloeijend hart, opdat ik u standvastig beminne, u getrouw diene en in alles uwen heiligen wil vervulle. Amen.

HET BESNIJDENIS-FEEST.

Nadat de acht dagen vervuld waren, dat het hind zou besneden zcorden, werd zijn naam Jesus qenoemd. Luc. II. 21.

GEBED TOT JESUS.

Met u — Jesus Christus — en in uwen naam begin ik dit nieuwe jaar. •— Wees gij, 62 15 '

-ocr page 262-

254 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

wiens dierbare naam mij bijzonder gewigtig is, lieden van mij geprezen!

Eedder, Yerlosser en Zaligmaker van al degenen, die in n gelooven! ik geloof in n; ontferm n mijner, en laat dit jaar voor mij een jaar zijn van genade.

Wees gij mij, zoo als uw naam te kennen geeft, een ware helper zoo als niemand belpen kan, een versterker en vertrooster zoo als niemand helpen of troosten kan.

Uwe liefde jegens alle menschen, — uwe liefde ook jegens mij openbare zich voortdurend; en de vrede Gods, dien gij uit den hemel op aarde gebragt hebt, make mij meer en meer gelukkig. In uwen heiligen naam stel ik al mijn vertrouwen. In zwakheid zijt gij mijne sterkte, in droefheid mijne vreugde, in lijden mijn helper; in één woord, gij zijt mijn Zaligmaker, mijn hoogste goed, hierom vernieuw ik heden mijn verbond met u.

Wanneer ik leef, leef ik voor u; wanneer ik sterf, sterf ik voor u; hetzij ik leve of sterve, eeuwig wil ik u, o Jesus! toebehooren. Amen.

LITANIE

VAN DEN ALLERHEILIGSTEN NAAM JESUS.

■ 1

Heer, ontferm u onzer! Christus, ontferm u onzer! Heer, ontferm u onzer!

-ocr page 263-

ÈN IN DE VASTE. 255

Jesus Christus, hoor ons!

Jesus Christus, verhoor ons!

God, hemelsche Vader, ontferm u onzer! God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u

onzer!

God, Heilige Geest,

Heilige Drievuldigheid, één God,

Jesus, Zoon van den levenden God,

Jesus, Zoon der H. Maagd Maria,

Heiligste Jesus,

Almagtige en barmhartigste Jesus, Volmaaktste Jesus,

Roemwaardigste Jesus,

Ootmoedigste Jesus,

Zachtmoedigste Jesus, g

Geduldigste Jesus, ^

Jesus, Heiland der wereld, 3

Jesus, Middelaar tusschen God en de men- ~ schen, 0

Jesus, goede Herder, g

Jesus, onze toevlugt,

Jesus, Vriend van zuivere zielen,

Jesus, waar licht der wereld,

Jesus, eeuwige wijsheid,

Jesus, oneindige goedheid,

Jesus, spiegel der volmaaktheid,

Jesus, voorbeeld aller deugden,

Jesus, Vader der armen,

Jesus, troost der bedrukten,

Jesus, vreugde der Engelen,

Jesus, Koning der aartsvaders,

Jesus, Verlichter der profeten.

T

-ocr page 264-

256 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

Jesus, Meester der apostelen, §

Jesus, Leeraar der evangelisten,

Jesus, sterkte der martelaren, amp;

Jesus, licht der belijders, o

Jesus, Bruidegom der maagden, n

Jesus, kroon van alle Heiligen, ü

Wees genadig, spaar ons, o Jesus!

Wees genadig, verhoor ons, o Jesus! Van alle kwaad, verlos ons, o Jesus! Van alle zonden.

Van de listen des duivels.

Van alle ongeluk, ^

Door uwe geboorte, ^

Door uwe besnijdenis, quot;

Door uw bitter lijden en dood, a

Door uwe verrijzenis.

Door uwe hemelvaart, 0

Door de wonderbare zending des H. Geestes, ^ Door de voorspraak uwer heiligste Moeder g Maria, ~

Door de voorspraak van alle uwe Engelen

en Heiligen,

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar ons, o Jesus!

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor ons, o Jesus!

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm u onzer, o Jesus!

Jesus Christus, hoor ons!

Jesus Christus, verhoor ons!

Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer!

-ocr page 265-

EN IN DE VASTE.

Heer, ontferm u onzer!

Onze Yader, enz.

Gezegend zij de naam des Heeren! Van nu af tot in eeuwigheid!

GEBED.

O God! die den roemwaardigsten naam van ■Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer, voor uwe geloovigen geheel liefelijk en aanminne-lijk, voor de booze geesten daarentegen geheel gevaarlijk en verschrikkelijk hebt gemaakt; vergun ons genadiglijk, dat allen, die dezen heiligen naam Jesus met eerbied op aarde vereeren, hier in dit leven het aangename dei-heilige vertroosting ontvangen, en ginds in het toekomende, de eeuwige vreugde en oneindige zaligheid in den hemel verkrijgen en genieten moge, door denzelfden Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer, die met u leeft en regeert in de eenheid des H. Geestes, God in alle eeuwigheid. Amen.

GEBEDEN OP NIEUWJAARSDAG.

Dankzegging, Berouw en Voornemen.

Heer mijns levens! door uwe liefde en goedheid heb ik weder een jaar beleefd. Mijn hart verheuge zich over uwe goedheid, en mijne tong prijze uwe vaderlijke langmoedigheid!

257

-ocr page 266-

258 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN.

Onuitsprekelijk veel goed hebt gij, ouvermoeide Weldoener! mij in den loop dezes jaars bewezen ; voor ontelbare gevaren bewaard, duizende bewijzen uwer wijze voorzienigheid gegeven; duizende goede gedachten en heilige gewaarwordingen in mij doen geboren worden, op duizende wijzen mij geleerd, gewaarschuwd, opgewekt, getroost en gesterkt.

Op eiken dag, in elk uur hebt gij mij bewijzen gegeven, dat gij liefde zijt, en dat gij uw genoegen schept in de menschen gelukkig te maken. O gij, wiens liefde nimmer verflaauwt, ontvang mijne aanbidding en mijnen hartelij-ken dank, voor al hetgene gij mij gegeven hebt; versterk mijn vertrouwen op uwe onwankelbare trouw en op uwe voortdurende zorg voor mij.

Ach! mijn hart en mond moest van dankgevoel en vreugde overstroomen, dat gij Vader, mijn Yader zijt, en echter durf ik het naauwe-lijks wagen mijne oogen tot u op te slaan; ik moet mij schamen over de ongevoeligheid, onachtzaamheid en traagheid, waarmede ik uwe weldaden aannam, en niet zelden, in strijd met uwe heilige inzigten, misbruikte.

Hoe meer ik over mijne vorige levensdagen nadenk, hoe meer ik verschrik over de menigte mijner dwaasheden, zwakheden en overtredingen. Wat zou er van mij worden, liefderijke quot;Vader! indien gij met mij wildet handelen naar mijne zonden, en niet volgens uwe barmhartigheid? — Ik beken het, met schaamte en

-ocr page 267-

EN IN DE VASTE. 259

berouw beken ik het, Heer! ik beu de barmhartigheid en liefde, welke gij mij bewezen hebt, onwaardig. Wees mij ongelukkigen zondaar genadig, en geef mij kracht en sterkte om de heilige voornemens te volbrengen, met welke ik dit jaar in den naam van Jesus aanvang; te weten, om mijne misstappen te verbeteren en in deugden toe te nemen. Indien gij mij nog dit jaar verleent, dan zal gedurende hetzelve mijn ernstig streven zijn, mij in de deugd te oefenen, en behagelijker te worden in uwe oogen. Weiger mij uwe genade niet, liefderijke Yadei-, geef mij niet slechts het willen, maar ook het volbrengen. Mijn leven snelt voorbij, mijne dagen verdwijnen. — Dood en eeuwigheid naderen met rassche schreden. — Heer! leer mij mijne dagen tellen, en derzelver waarde kennen; en eiken derzelve op eene u behage-lijke wijze besteden.

Het verloopen jaar zal het laatste geweest zijn mijner ligtzinnigheid! Vader! vertrouwvol beveel ik mij zeiven en de mijnen aan uwe onveranderlijke goedheid.

Onveranderlijke liefde, wees gij voortaan steeds mijne hoop en mijn troost, mijne toevlugt en mijne vreugde ! Met kinderlijk vertrouwen werp ik mij in uwe armen als uw kind, als een lidmaat der Heilige Kerk van Jesus, in wien ik u dagelijks waardiger wensch te aanbidden. Amen.

■■

-ocr page 268-

260 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN.

HET DRIE-KONINGENFEEST

01' DE OPENBARING DES HEEHEN AAN DE HEIDENEN.

GEBED.

Heer Jesus Christus! heden hebt gij aan drie Oostersche Wijzen door eene ster u wonderbaar geopenbaard; door deze ster geleid, zochten zij u op, en bragten u, zoo als David voorspeld heeft, hunne hulde door goud, wierook en myrrhe op te dragen; goud, wijl gij de Koning zijt van hemel en van aarde; wierook, wijl gij de ware God zijt en de Hoogepriester volgens de orde van Melchisedech, en myrrhe, wijl uwe Godheid onze zwakke, sterfelijke natuur heeft aangenomen.

Heden, hebt gij de wonderbare raadsbesluiten Gods geopenbaard, dat alle volken door u kunnen zalig worden; heden, hebt gij uwe genaderijke komst bekend gemaakt aan drie Wijzen, die, ofschoon Heidenen, op eene wonderbare wijze tot u geroepen en geleid zijn geworden. Voor deze onuitsprekelijk groote genade danken wij u uit den grond onzes harten, en wij bidden u ootmoedig, laat ook de ster uwer genade in onze harten schijnen, en ons bewegen om u te zoeken, te aanbidden en u alleen te dienen.

Wij bidden u ook, Heer! gelijk gij door uwen Engel de drie Wijzen voor den koning

-ocr page 269-

EN IN DE VASTE.

Herodes hebt gewaarschuwd, en hun eenen anderen weg hebt aangewezen naar hun vaderland, bewaar ons ook zoo door uwe heilige Engelen voor alle aanvallen onzer geestelijke vijanden, en geleid ons op den weg, die ons voert naar het hemelsche vaderland, om daar u met den Vader en den heiligen Geest — een eenigen God — eeuwig te loven en te aanbidden. Amen.

Gebed en Overweging.

Van Fénelon.

Mijn God! met vertrouwen en vreugde kom ik tot u. Ik vind niets in mij zeiven, doch alles in u alleen. Hoe arm ben ik, en hoe rijk zijt gij! Doch waarom zou ik rijk moeten wezen, daar gij het voor mij zijt ? Ik vereer den eeuwigen rijkdom uwer genade, en ik ben tevreden met mijne armoede en nietigheid. Verleen mij uwen geest, opdat ik heden overwege hoe uw goddelijke Zoon, Jesus, door de Wijzen wordt aangebeden. Ik kniel met hen neder, om hem in den geest te aanbidden.

Deze eerbiedwaardige mannen volgen de leiding der ster, zonder te redetwisten. Zij geven hun verstand gevangen: om aan het goddelijk bevel te gehoorzamen; zij offeren alles op, hun gemak, hunne bezigheden, zij storen zich niet aan de gesprekken des volks. Wat zal men van hen denken? Zij gaan, zonder te weten waar-62 15.

261

-ocr page 270-

262 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

heen. „Wat is van deze mannen geworden, Wel 1

die over anderen gezag voerden? welke ligt- God

gelooviglieid! welk een blinde ijver!quot; Zoo mag Do

men welligt over hen geoordeeld hebben toen en dii

men hen zag afreizen. Zij bekommerden zich /ij

echter niet om den smaad der menschen, noch lieid

over het verlies hunner achting, zij achtten Men

zelfs de bedenkingen niet, welke hunne rede hage:

hier tegen inbrengt. Zij vreezen niet voor zelfs

dwazen gehouden te worden, en willen zich moec

zeiven niet eens regtvaardigen. Zij ondernemen haat

eene lange, moeijelijke reis, zonder te weten eeni;

met welk gevolg dezelve zal bekroond worden. aan

Zij ontdekken wel is waar eene buitengewone mog

ster; doch hoe vele andere sterrekundige man- erge

nen vonden in deze verschijning niets boven- wil

natuurlijks? Zij alleen gevoelen zich verlicht looc

en geroerd. Een inwendig licht geleidt hen des

zekerder dan het licht der ster. En bijgevolg vaai

kan men zich niet meer verwonderen, dat zij vrelt;

zonder te aarzelen een arm kind in de krib vals

aanbidden. O hoe klein zijn zij geworden, deze war

grooten der aarde! Hoe zeer is hunne wijsheid (

vernietigd! Zijt gij Wijzen uit het Oosten ge- zei1

komen, om hier een kind te aanbidden, dat voo

gelijk andere kinderen gevoed wordt en weent? ooi

Mij dunkt dat zij mij hierop antwoorden: het anc

is de wijsheid Gods, aan welke onze wijsheid Ge

zich onderwerpt. Hoe geringer het voorwerp om

schijnt te zijn, zoo veel Gode waardiger is zijne O

bedoeling, wanneer hij ons ter aanbidding van he;

hetzelve vernedert. Gij Wijzen! moet zeiven te

-ocr page 271-

EN IN DE VASTE. 263

wel kinderen geworden zijn, om den waren God in liet kind Jesus te erkennen.

Doet wie geeft mij ook die kinderlijke liefde en die heilige eenvoudigheid der Wijzen ? Verre zij van mij de goddelooze en noodlottige wijsheid van Herodes en van de stad Jerusalem. Men raadpleegt zijn verstand; men schept behagen in zijne eigene wijsheid; men waant, zelfs onbegrijpelijke zaken te bevatten. O hoogmoedige, noodlottige wijsheid! u vrees ik, u haat ik, u wil ik niet meer aanhooren. Mijn eenig verlangen is, gelijkvormig te worden aan het kind Jesus. De onverstandige wereld moge zeggen wat zij wil; zij moge zich hieraan ergeren. Wee de wereld om de ergernis! Ik wil voortaan meer de versmading en zelfverloochening (de armoede en gehoorzaamheid) des Heiland beminnen. Al het overige wil ik vaarwel zeggen. Geen menschelijk opzigt, geene vrees voor spotternijen of oordeelvellingen van valsche wijzen, zal mij in mijn voornemen doen wankelen.

Gelukkig voornemen! hoe zal ik echter het zelve ten uitvoer brengen? Gij, Heer, die het voornemen in mij hebt doen ontstaan, geef mij ook den moed om hetzelve te volbrengen. Geen ander licht bestrale mij, dau dat van boven. Geen ander verstand gebiede mij, dan dat de onderwerping mijner rede als offer verlangt. O God! eeuwige waarheid, reine, hoogste wijsheid ! wees gij mijn eenig licht, dat mij verlichte te midden van de duisternissen dezes levens.

-ocr page 272-

264 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

ASSCHEWOENSDAG.

De gebeden der Kerk.

God! die door de vernedering wordt bewogen, en door de boetvaardigheid verzoend wordt, neig uw oor genadig tot ons smeeken en stort over uwe dienaren, wier lioofden met ascb. zijn bestrooid, de genade van uwen zegen uit, opdat zij met den geest van een waarachtig berouw vervuld, werkelijk verkrijgen, hetgene zij vragen, cn dat, wat zij verkrijgen, in hen bestendig bevestigd en onbesmet bewaard blijve, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Almagtige, eeuwige God! die den bewoners van Ninive, welke in asch en haren kleeden boetvaardigheid pleegden, de heilmiddelen uwer kwijtschelding genadiglijk betoondet, verleen ons, hen zoo in ons boetvaardig gewaad te volgen, dat wij ook de gewenschte vergeving bekomen, door Christus, onzen Heer. Amen.

Heer! verleen aan uwe geloovigen, dat zij den heiligen tijd van de vaste met godvrucht beginnen en met godvrucht eindigen, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Gebed in de Vaste.

Almagtige, eeuwige God! met ootmoed ons tot u wendende, vieren wij thans de veertig-daagsche vaste, tot eene heilzame gedachtenis

-ocr page 273-

EN IN DE VASTE. 265

van dat vasten, door hetwelk onze liefderijke Verlosser en Zaligmaker, Jesus Ckristus, ons voorbeeld geworden is Geef mij, o barmhartige God! de genade, dat ik dit kerkelijk gebod, te vasten, volgens den geest van Jesus, en volgens de bedoeling der Kerk beschouwen en getrouw onderhouden moge.

Wij vasten, en wij onthouden ons van sommige spijzen, niet alsof de spijzen op zichzelven ons zouden ontreinigen, daar uw onfeilbaar woord ons leert, dat elk schepsel goed is, en niet hetgene den mond ingaat den mensch besmet, maar omdat wij weten, dat onze gehoorzaamheid aan het gebod uwer Heilige Kerk, hetgeen ook uw gebod is, ons zoude ontreinigen ; wij vasten, wijl gij ons door uwen godde-lijken Zoon verzekert, dat gij op een ootmoedig vasten met welbehagen nederziet, en hetzelve zult beloonen; wijl gij ons in de Niniviten geleerd hebt, dat het boetvaardig vasten een middel is, om de straffen door onze zonden verdiend, af te wenden, en de schulden, die wij nog bij u kunnen hebben, te betalen; om onzen geest te versterken, en hem zoo veel te gemakkelijker in het gebed tot u te verheffen, hoe minder de last des ligchaams denzelven aan de aarde boeit; om ons gebed krachtiger en behagelijker te maken in uwe oogen; om door het bedwingen van onzen ongeregelden eetlust de aanvechtingen van het vleesch, hetwelk ons steeds eenen hardnekkigén krijg verklaart, te verzwakken. Wij vasten, niet als of wij daardoor het gebrek

i

-ocr page 274-

266 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

aaa deugden wilden vergoeden, maar gebruiken het als hulpmiddel der deugd, van hetwelk de Heiligen ten allen tijde zich met het heilrijkste gevolg bediend hebben. Hierom achten wij het zelfs nuttig, vrijwillig te vasten op dagen, waarop geen gebod der H. Kerk ons hiertoe verpligt; opdat wij, door ons te versterven in datgene, wat op zichzelven geoorloofd is, eene vaardigheid erlangen om ons standvastig te onthouden, van hetgene zonde is. Wij vasten, om uwen goddelijken Zoon Jesus Christus, die veertig dagen en nachten gevast heeft, eeni-germate na te volgen, opdat wij, na met hem te hebben geleden, ook met hem mogen verheerlijkt worden.

Prent derhalve het gebod van te vasten diep in mijn hart; spreek Heer! want uw dienaar hoort.

Beheert u tot mij, zoo spreekt gij, uit geheel uw hart, met vasten, met toeenen en met Magen. En scheurt uwe harten, en niet uwe kleederen, en bekeert u tot den Heer, uwen God, want hij is genadig en barmhartig, langmoedig, rijk in goedertierenheid, en mild in het vergeven der boosheid. — Breekt uw brood voor de hongerigen , brengt de behoeftigen in mo huis, kleedt den naakte. Dit is een vaste welke ik verkozen heb.

Ja, thans zijn het dagen des heils , der boetvaardigheid , des gebeds en der christelijke weldadigheid. —

Tot dat einde wil ik den tijd der vaste besteden. Ik wil, o God! geef mij bij dat willen

-ocr page 275-

EN IN DE VASTE.

ook het volbrengen — ik wil mij los maken van de verstrooijingen, waaraan ik mij dikwijls zoo gaarne overgaf; ik wil in mijn gemoed kee-ren en mijn geweten onderzoeken, ten einde mijne zonden en overtredingen te kennen, te verfoeijen en met uwe genade mijn leven te beteren. Ik wil mijne zinnen verzamelen, en door waakzaamheid en gestrengheid de heerschappij des geestes in mij bevestigen. Het overtollige, hetgeen aan het ligchaam onttrokken wordt, zal mij in staat stellen, weldadig te zijn jegens mijnen behoeftigen natuurgenoot. Eene zuivere en onbevlekte godsdienst in uwe oogen, hemelsche Vader! is, weduwen en weezen in hunne kwellingen te bezoeken, en zich zuiver te bewaren voor deze wereld.

Goddelijke Heiland! deze heilige vastetijd is inzonderheid aan de dankbare overweging van uw heilig lijden en dood gewijd. O vlekkeloos Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, hoe zal ik gedurende dezen heiligen tijd, u ook maar eenigermate waardig kunnen vereeren! Hoe u danken voor uwe eeuwige , onschatbare liefde? Hoe de oneindige waarde van uw lijden en dood genoegzaam erkennen? — Hoe uw heldhaftig geduld, uwe gehoorzaamheid, uwe kinderlijke onderwerping aan God en uwe allervurigste liefde zelfs tot uwe vijanden, getrouw navolgen? — O goddelijke lang-moedigheid in menschengedaante, beziel mij toch geheel en al met uwen geest, opdat ik uw lijden en sterven mij regt levendig voor stelle;

267

-ocr page 276-

268 OEFÜNINGEN OP DE ÏEESTDAGEN

verlicht mij, goddelijke Middelaar! verlicht mij, opdat ik de vruchten van uwen offerdood, de waarde van uw vergoten bloed, de uitgestrektheid uwer liefde regt leere kennen, u pligtmatige wederliefde bewijze, mij aan u op-offere, gelijk gij u voor mij zondaar, voor mij verlorene hebt opgeofferd, ten einde ik vergeving, genade en het eeuwig leven erlangen zoude! ■—

m

Heer! gij weet alles; gij weet ook, dat ik u bemin! gij kent echter ook mijne zwakheid! — Versterker der zwakken! toon uwen magtigen arm ook aan mij, opdat deze heilige dagen voor mij onvergetelijk, en derzelver heilzame werking in mij vruchtbaar worden! — Laat mij deel nemen in uw heilig lijden en sterven! Laat mij de zonden afsterven, gelijk gij tot uitwissching der zonden gestorven zijt, opdat ik deelachtig moge worden aan uwe roemrijke verrijzenis en aan uwe gelukzaligheid in het land der verheerlijking. Amen.

Aanwijzing om het lijden van Jesus met vrucht te overdenken.

1. Waarom wilde Jems lijden? Wat bewoog u o goddelijke menschenvriend! om liet verschrikkelijkste lijden, den smartvolsten en pijnlijksten dood vrijwillig te ondergaan ? Ach! het was uwe onuitsprekelijke liefde, uwe liefde voor ons ongelukkige menschen. Wij zuchtten in de schandelijkste dienstbaarheid der zonde

-ocr page 277-

EN IN 3E VASTE.

eii in de ketenen des eeuwigen doods. De heilige regtvaardigheid Gods vorderde eene, met hare majesteit overeenkomstige voldoening. Gij, nooit volprezen Godmenscli! naamt deze voldoening op u. Op u laadde de Vader al de zonden der menschen; en gij zoudt slechts getuchtigd worden, voor hetgeen wij door onze zonden verdiend hadden. Uwe smarten zouden ons van de onbeschrijfelijke ellende der zonde bevrijden; uwe wonden zouden de ziekte onzer ziel genezen; uw bloed zou ons losgeld, uw dood ons leven zijn. Aan u hebben wij dus alles te danken; gij zijt waarlijk onze redder; gij kondet met regt zeggen: „niemand heeft grootere liefde voor de zijnen, dan die zijn leven voor hen geeft.quot;

Ontfermer! hoe hartelijk moet ik u danken, hoe vurig n beminnen, wanneer ik overweeg, dat zonder uwe grootmoedige liefde ik verloren zou geweest zijn, en dat ik nu door u met den Almagtige verzoend ben en als zijn kind ben aangenomen! Hoe krachtig moet de overdenking van uw lijden en dood mij afschrikken van de zoude, en aansporen tot de beoefening der deugd; hoe zeer moet uwe liefde mij dringen om in uwe voetstappen te treden en uw voorbeeld na te volgen. Verleen mij de genade, dat ik van nu af u steeds aankleve, en door goede en behagelijke werken u elk oogenblik mijns levens toewijde. Amen.

2. Wat heeft Jems geleden? O mijne ziel! zie uwen Zaligmaker in doodsangst in den hof

269

-ocr page 278-

r

270 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

van Olyven, zie, lioe liet bloed van zijne be- uw

vende leden afdruipt! hoe een zijner leerlin- ter

gen hem overlevert aan zijne vijanden: hoe de gei

wreedaards hem mishandelen j in het aange- de

zigt slaan en van regter tot regter slepen; wie

beschouw, hoe hij als een onwaardig vorst in gej

een wit kleed wordt bespot, hoe zijn gezegend gei

ligchaam door geeselslagen en doornen gewond En

en verscheurd wordt; hoe zijn eigen volk, hel

hetwelk hij met zoo vele weldaden heeft over- aar

laden, hetwelk hij zoo gaarne had willen red- ech

den, in blinde woede hem ter dood doemt! eeu

Beschouw het schuldelooze lam, hoe het zon- doo

der zijnen mond te openen, het kmis op zijne tot

schouders laadt, en op den Calvarieberg sleept; der

hoe het geduldig zich de handen en voeten dat

laat doorboren, en daar hangt drie smartvolle zou urell — iu spot en hoon, zonder troost! onder A

het onbeschrijfelijkste lijden, met brandenden hiei

dorst, tot dat ten laatste alles volbragt is, en quot;Wa

dat aanbiddelijk aangezigt, hetwelk de Engelen sprt

met vreugde aanschouwen, zijnen dood aan- baa

duidt. eli

Dit alles heeft uw Verlosser voor u geleden, gij

wijl hij u beminde en gelukkig wilde maken; naa

gij zijt de prijs zijns bloeds! O Jesus! hoe wel

ontaard zou ik moeten zijn, indien zulk eene gen

liefde mij niet roerde! Ik wil u steeds dank- gaa:

baar zijn, en geheel mijn leven aaa uwe dienst ino®

toewijden. z\!n

3. Hoe heeft Jesus geleden? Gij, mijn Ver- lijk(

losser! hebt geleden, omdat gij gewild hebt, zelv

.

-ocr page 279-

be- uw lijden eu uw dood was een vrijwillig offer

in- ter redding van ons allen. Gij zelf hebt zulks

de getoond, toen gij door een woord uwer almagt

5e- de gansche bende uwer vijanden ter aarde

;n; wierpt. Waart gij niet vrijwillig tot den dood

in gegaan, ach! dan was eene bede tot den Vader

;nd genoeg geweest, en meer dan twaalf legioenen

md Engelen zouden zich rondom uwen persoon

Ik, hebben geschaard, om u te aanbidden, en de u

er- aangedane beleedigingen te wreken. Gij waart

ed- echter met kinderlijke onderwerping aan de

at! eeuwige regtvaardigheid gehoorzaam tot den

on- dood, ja, tot den dood des kruises; gij dronkt

jne tot den laatsten druppel uit den bitteren ]ij-

pt; denskelk, en gij stierft uit liefde tot ons, op-

ten dat wij, die den dood verdiend hadden, eeuwig

die zouden leven.

der 4. Op welke wijze, moet ik mijnen Verloser

ien hiervoor danken ? O mijn goddelijke weldoener!

en Wat ben ik u schuldig voor zulk eene onuit-

len sprekelijke liefde. — Slechts wederliefde, dank-

an- baarheid, overgeving in uwen heiligen wil, en het onderhouden uwer geboden, dit vordert

en, gij van mij; volgaarne wil ik u ook hierdoor

en; naar mijn vermogen dank betoonen. Ik ben

hoe wel is waar een zwak, en tot ligtzinnigheid

ene geneigd mensch, maar ik weet ook, dat gij mij

nk- gaarne met uwe genade wilt ondersteunen;

mst mogten dan ook uwe heilige geboden lastig zijn voor mijne bedorvene natuur, uw godde-

'er- lijke bijstand en mijne liefde tot u zullen de-

ibt, zelve ligt maken.

-ocr page 280-

272 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

Met ootmoed en vertrouwen smeek ik a derhalve, o Jesus! ondersteun mijne zwakheid door uwe genade, opdat ik gedurende mijn geheele leven, n hartelijk en boven alles lief hebbe; opdat ik met blijdschap uwe geboden onderhoude, mijn kruis opneme, u navolge, en als een getrouwe leerling onder uwe oogen wandele en zalig worde! Amen,

OVERDENKINGEN

OVEK HET LIJDEN EN STEEVEN VAN JESÜS.

EERSTE OVERDENKING,

Mijne ziel is bedroefd tot den dood. Matth. XXVI. 38.

Wij allen, niemand uitgezonderd, zijnoor-zaak van den door Jesus verduurden doodsangst. Om de zonde is hij zoo doodelijk bedroefd geweest, trouwens hij is onze borg geworden; hij heeft de zonde der gansche wereld op zich genomen, en de straffen der zonde, door ons verdiend, gedragen. God is ons nu genadig, wijl wij door Jesus met hem zijn verzoend geworden. O, met welke oogen moeten wij nu Jesus aanzien? Wat moeten wij in ons gevoelen? hoe moeten wij jegens hem gezind zijn? — Overweeg eens mijne ziel! in deze dagen van zaligheid, wat hij voor ons zondaren gedaan en geleden heeft, om ons van de zonde en van

-ocr page 281-

EN IN DE VASTE. 273

liet eeuwig verderf te verlossen. Jesus is tot den dood bedroefd om vreemde zonden en wij toonen over onze eigene zonden zoo weinig leedwezen; wij leven zoo ligtzinnig voort in de zonde, even alsof liet Jesns niet de geringste moeite gekost had, ons van dezelve te verlossen.

Is liet niet verschrikkelijk, dat men hem niet bemint, hem niet dankt, ja de weldaad der verlossing zelfs niet eens erkent?

GEBED.

O Jesns ! schenk mij eene vurige liefde tot u; leer mij mijne zonden kennen, en bedroefd zijn over dezelve. Ja, door de zonde heb ik God, mijnen Vader beleedigd, ben ik oorzaak geweest van uwen doodsangst. Ik dank u, dat gij voor mij bedroefd zijt geworden, opdat ik den doodelijken schrik van Gods toorn zoude ontkomen. Wanneer de doodsangst mij ook eenmaal overvalt, help mij dan denzelven overwinnen door het geloof aan u, opdat uw doodsangst en uw vergoten bloed voor mij niet vruchteloos geweest zijn. Amen.

TWEEDE OVERDENKING,

Niet gelijk ik wil, maar zoo ah gij wilt. Matth. XXVI. 39,

Zoo bidt Jesus, gebukt onder den last onzer zonden, tot den Vader. Hij valt op zijn aan-

-ocr page 282-

274 OETTÉNINGEN OP DE FEESTDAGEN

gezigt neder voor lieiti, die den bitteren lijdenskelk weg nemen, en zijne droefheid lenigen kan; doch hij wil niets tegen den w il zijns Vaders, met kinderlijken eerbied onderwerpt hij zich aan denzelven. Ben ik ook zoo gelaten, zoo overgegeven in den goddelijken wil? Is mijn gebed ook zoo ingerigt ? ach, zeer dikwijls is het tegendeel waar; ik bid niet gelijk het behoort, ik bid niet gelijk Jesus gebeden heeft!

GEBED.

Zoo wildet gij in alles — de zonde alleen uitgenomen — aan ons gelijk worden, goddelijke Verlosser! Gij wildet niet slechts bekoord worden, maar ook alle menschelijke rampen en smarten zelfs ondervinden. Deze uwe ondervinding maakte u tot eenen medelijdenden hoo-gepriester, en vervult mijne ziel met moed en vertrouwen, om in rampspoed en lijden tot u te vlugten, voor u te weenen, en al mijnen kommer voor u bloot te leggen. Gij weet bij ondervinding, wat zielsangst, wat onbeschrijfelijke droefheid is; ik klaag derhalve in mijnen nood bij geenen vreemde en gelijk de Vader eenen Engel gezonden heeft om u te troosten en te versterken, zal ook mijne ziel door u getroost en gesterkt worden, indien ik zoo gelaten, met dat eerbiedig geloof en vertrouwen roep, gelijk gij gebeden hebt: niet gelijk ik wil, maar zoo als gij wilt! Amen.

-ocr page 283-

—«--

EN IN DEquot;VASTE. 275

ns-

;en DERDE OVERDENKING.

ijns

rpt Slaapt nu en rust. Matth. XXVI. 45.

en,

Is -Met deze woorden, verwijt Jesus zijne leer-

Lik- lingen op eene zachte en liefderijke wijze liunne lijk onverschilligheid en slaperigheid, en wel op den een oogenblik, terwijl hij het verschrikkelijkste zielelijden moest verduren; terwijl zijn verrader waakte, en aan het hoofd zijner vijanden naderde, om hem ter dood over te leveren. Ook mij — ja ook mij treft dit verwijt! een Gelijk de jongeren van Jesus naar het ligchaam [(Je- sliepen, slaap ik dikwijls op eene geestelijke )ord wijze. Menigwerf word ik overvallen door den pen doodelijken slaap der traagheid in de dienst der- van God, ik laat de kostbare onherroepelijke 100- oogenblikken, in welke ik mijne zaligheid zou 1 ell kunnen bewerken, vruchteloos voorbij gaan. ot u ^Jn wa^en is slechts ter bevrediging mijner jnen hartstogten of voor de wereld; uren kan ik . hiervoor waken, en geene weinige oogenblik-

Q^e. ken heb ik over voor de zaligheid mijner on-e in sterfelijke ziel, om dezelve tot het gebed, tot k de heilige overdenkingen, tot werken van boet-ii te vaardigheid of van naastenliefde te besteden, ziel wa^en valt mij ligt, wanneer het voor

n de ondankbare wereld, om tijdelijke voordeden vei.. vermaken geschiedt, wanneer ik echter voor niet dp dienst van God, voor mijne onsterfelijke en. Z nioet waken, dan geef ik mij over aan eene

-ocr page 284-

276 OEFENINGEN OP DE EEESTDAGEN

zondige rust, en ik — slaap. O ongelukkige slaap, o noodlottig waken!

GEBED.

Ik beken dierbare Jesus! dat ik ongevoelig ben geweest voor de bewijzen uwer liefde, dat ik traag en slaperig ben geweest in uwe dienst, en liever wilde waken voor de rijkdommen en vermaken der wereld, dan voor de zaligheid mijner ziel; ik beween deze mijne ondankbaarheid; neem, bid ik u, deze slaperigheid en traagheid mijns harten weg, en schenk mij lust en kracht tot het gebed, tot aanbidding en verheerlijking van uwen naam en tot onderhouding uwer geboden, leer mij inzonderheid waken tegen de aanvallen mijner geestelijke vijanden, ten einde niet door hen verrast, en aan den eeuwigen dood prijs gegeven te worden. Amen.

VIERDE OVERDENKING,

Judas, verraadt gij den Zoon des menschen door eenen kus? Luc. XXII. 48.

O, wat moet er in het gevoelig hart van Jesus zijn omgegaan, toen hij Judas zag naderen! — Een van hen, welke hij boven zoo vele anderen tot het verheven apostelambt geroepen, en ter bereiking van zijn heilrijk doel als zijne medehelpers gekozen had; een leerling, dien hij teeder beminde; met wien hij zoo vertrouwelijk

-ocr page 285-

EN IN DB VASTÉ. 277

had omgegaan, en die hem wederliefde verschuldigd was; dat deze juist zijn verrader werd, en aan het hoofd verscheen van hen, die zijnen dood gezworen hadden; deze aanblik moet het hart van Jesus eene gevoelige wonde hebben toegebragt. Hoe zeer moet het dan ook mijnen Verlosser niet bedroeven, wanneer ik, dien hij zoo onuitsprekelijk lief heeft ,dien hij met ontelbare genaden overlaadt, voor wien hij gestorven is, dien hij als vriend en lieveling heeft aangenomen, en eenmaal in zijne eeuwige heerlijkheid wil doen declen; wanneer ik de wereld aankleef, en door de zonde tot zijnen vijand, den duivel overloop.

GEBED.

O mijn goddelijke Heer en Heiland, Jesus Christus! vermurw toch mijn versteend, mijn ongevoelig hart, en open de oogen mijner ziel, opdat ik niet langer door zonden bedroeve, niet langer uwe weldaden met ondankbaarheid vergelde; niet langer aan een kortstondig genoegen de voorkeur geve boven uwe heerlijkheid ; niet langer de zonde aankleve, maar n getrouw blijve tot den dood. Amen.

VIJFDE OVERDENKING.

Zal ik den kelk niet drinken, dien de Vader tiuj gezonden heeft? Joan. XVIII. 11.

Zoo sprak Jesus met volmaakte gehoorzaam-02 16

-ocr page 286-

278 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

heid, met volle overgeving in den wil des Vaders, ofsclioon hij meer dan twaalf legioenen Engelen tot zijne hulp had kunnen hebben. Met welke liefde, met welk volmaakt welbehagen heeft de Vader nedergezien op zijnen gehoorzamen Zoon! hoe aangenaam moet zijne volkomene overgeving hem geweest zijn! Alle onheil en ellende is uit ongehoorzaamheid voortgevloeid. Ons geluk bestaat in gehoorzaam en onderworpen te zijn aan God. [k wil hierom ook den weg van gehoorzaamheid inslaan, en denzelven getrouw bewandelen.

GEBED.

Jesus Christus! Gij hebt het begin gemaaktj gij zijt onze aanvoerder en leidsman ter zaligheid ; die u navolgt wandelt niet in de duisternissen, maar hij komt uit de duisternissen tot het licht, uit den dood tot het leven. Ter-sterk mijne zwakheid, en vermeerder mijn geloof en mijne liefde, opdat ik den kelk aanneme, dien de Vader mij toezendt, opdat ik mij vrijwillig onderwerpe aan al hetgene gij tot mijne zaligheid verordent. Hetzij dat gij troost of bedroeft, heelt of slaat, altijd blijft gij Vader. Hierom wil ik doen hetgeen de Vader beveelt, en met kinderlijke onderwerping mij onder zijne hand verootmoedigen. Dan zal hij ook met welbehagen op mij nederzien, en mij beminnen en zegenen als zijn kind. Amen.

-ocr page 287-

EN IN DE VASTE.

ZESDE OVERDENKING,

Gij zijt met zwaarden en stokken, als tegen eenen moordenaar uitgegaan om mij te vangen. Matth. XXVI. 55.

Nu wordt de bevrijder van Israël gebonden. Hij heeft zijne weldadige tanden vrijwillig den moordenaren toegereikt, om wreedelijk gekluisterd te worden. De groote koning, die den vrede Gods op aarde zou brengen, wordt door zijn volk in den nacht met geweld overvallen; en verlaten van alle vrienden, verlaten van zijne leerlingen, als liet hoofd eener roover-bende gevankelijk weggevoerd. Wat was dan wel in staat, deze magtige handen, welke zoo vele wonderen gewrocht hadden, te binden? — De liefde was het, welke sterker is dan de dood, de liefde tot ons zondaren.

GEBED.

Ja Heer! onze zonden hebben u geboeid, en gij liet u vrijwillig binden, om de banden, die ons in de slavernij des duivels gekluisterd hielden te verbreken, en ons in de vrijheid te stellen der kinderen Gods. En zou deze overmaat van liefde mij dan niet bewegen, om zelf de hand aan het werk te slaan, ten einde de boei-jen der zonde te verbreken, en uwe handen o Jesus! weder in staat te stellen, om mij te zegenen en met weldaden te overladen?

Ja, met uwe genade wil ik de ketenen der

279

-ocr page 288-

280 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

liartstogten brekeu, welke mij aan de wereld

en aan de zonde boeijen en mij scheiden van u ^ waa

o Jesus; steeds vaster wil ik den band maken ^ Jesi

die mij met u ^ mijn God en Heiland! vereenigt. sche

Maar ach! wanneer zal de liefde mij zoo naauw tot

met a vereenigen, dat ik met hart en mond zal ook

kunnen zeggen; „niets zal mij voortaan scheiden kan van de liefde voor Jesus Christus.quot; Amen.

ZEVENDE OVERDENKING. Zoo

h

Toe it verlieten hem al de leerlingen, en vlugtten weg gi

Matth. XXVI. 56.

Hetgeen de Yerlosser zijnen leerlingen om- An

trent hunne lafhartigheid voorspeld had, greep en

weldra plaats. Al de leerlingen vlugten van voc

Jesus weg en verlaten hem ^ hij alleen blijft en len

vlugt niet. Hij bemint ons met de daad, en eei

niet slechts met woorden. Hij is standvastig gei

in zijne liefde; zoodat geen lijden, geen doods- gei

gevaar in staat is dezelve te doen verflaauwen. des

ad'

GEBED. dr;

zaï

Hoe beschaamd sta ik hier voor u, o Jesus ! ni

wat is mijne liefde bij de uwe vergeleken? — fe:

ach, hoe koud, hoe onbestendig, hoe ontrouw! de

Ik bemin u slechts zoo lang, als uwe liefde mij da

geene opoffering kost; mijn hart hangt aan te uwe gaven, en niet aan u. Om u getrouw te zijn, moest ik u even zoo bereidwillig naar den Calvarieberg volgen als naar den berg Thabor

-ocr page 289-

EN IN DE VASTE. 281

waar gij u in uwe heerlijkheid getoond hebt. Jesus, eenige, getrouwe en waarachtige vriend! schenk ook mij eene getrouwe en ware liefde tot u; leer mij u opregt beminnen, zoodat ik ook voor u kan lijden en schijnbare vreugde kan derven, zonder u te verlaten. Amen.

ACHTSTE OVERDENKING.

Zoo ik kwalijk gesproken heb , geef getuigenis van het kwaad; maar zoo ik wel gesproken heb, waarom slaat gij mij? Joan. XVIII, 23.

Het bescheiden antwoord van Jesus aan Annas gegeven, die hem over zijne leerlingen en over zijne leer had ondervraagd, diende tot voorwendsel, om Jesus gevoelig te mishandelen. Een der dienaren verstoutte zich hem eenen kaakslag te geven; dit aanbiddelijk aan-gezigt te slaan, hetgeen de Engelen met heiligen eerbied aanschouwen! De Heiland, die dezen roekelooze eu al zijne vijanden door den adem zijns monds had kunnen dooden, verdraagt deze mishandeling met alle mogelijke zachtmoedigheid, en antwoordt den beleediger niet om zich te regtvaardigen, of hem de straffen des hemels aan te kondigen, maar inzonderheid met oogmerk, om hem tot andere gedachten te brengen, en tot een opregt berouw te bewegen over zijne gepleegde gruweldaad.

GEBED.

Even zoo zacht, o Jesus! als gij ten opzigte 62 16.

I

-ocr page 290-

OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

van dezen dienaar des hoogepriesters gehandeld liebt, hebt gij ook met mij zondaar gehandeld. Na de eerste doodzonde ^ welke ik bedreven heb, kojidet gij mij voor eeuwig van uw goddelijk aanschijn verstoeten hebben; gij hebt mij echter vergiffenis geschonken, en mij tijd en gelegenheid gegeven om mij te beteren, Doch bij de eerste beleediging heb ik er helaas! nog vele andere bijgevoegd; en gij, in plaats van mij naar verdiensten te straffen, vraagdet slechts aan mijn ondankbaar hart: waarom, slaat gij mij? — Liefderijke Jesus! bewaar! bewaar, — ach, bewaar mij voortaan voor zulke schandelijke ondankbaarheid, opdat ik uwe onuitsprekelijke liefde niet weder met nieuwe beleedigingen vergelde, maar met onwankelbare liefde, als uw getrouwe leerling u navolge, en ook naar uw voorbeeld alle versmading en beleediging met christelijke zachtmoedigheid en geduld verdrage. Amen.

NEGENDE OVERDENKING,

De hoogepriester zeide lot hem; ik hezweer u hij den levenden God, dat gij ons zegt, of gij de Christus, de Zoon Oods zijl. Jesus zeide hem: gij hebt het gezegd. Doch ik zeg u: gij zult hierna den Zoon des menschen zien zitten aan de regterhand der kracht Gods, komende op de wolken des hemels. Malth. XXVI ï. 64.

Door den hoogepriester gedwongen, ja, bij den levenden God bezworen om te zeggen, of hij de Christus, de Zoon Gods was, bekende Jesus

282

-ocr page 291-

EN IN DE VASTE.

n- dit op de plegtigste wijze, met de woorden: n- „gij hebt het gezegd.quot; Hetgeen ketzelfde is ■e- als : ik ben de Christus. Dank hem ^ mijne ziel! iw voor deze openlijke en plegtige bekentenis, bt . welke Lij niet konde doen zonder gevaar zijns jd levens, maar nogtans doen wilde, om ons in het i, geloof aan hem te versterken en te bevestigen.

s!

ts GEBED.

st

■t Gij, o Jesus, zijt Christus, de Zoon des

levenden Gods! in u alleen is heil, en geen e andere naam dan de naam Jesus is ons gegeven, s in welken wij kunnen zalig worden. Met een 3 vast vertrouwen wil ik altijd tot n naderen, en van n en door u afsmeeken, hetgene ik noo-, dig heb. Ik weet, aan wien ik geloof, en heil

i mij, indien ik van ganscher harte aan u Jesus

Christus! als aan den Zoon Gods geloof, en u als den Zoon Gods huldig! Verheugd zal ik dan mijn hoofd kunnen opbeuren, wanneer gij komen zult op de wolken des hemels om te oordeelen. Heer! vermeerder mijn geloof. Amen.

TIENDE OVERDENKING.

Zij spuwden in zijn aangezigt en sloegen hem met vuisten, en anderen gaven hem kaakslagen , zeggende: profeteer ons Christus, wie is hij, die u geslagen heeft? Matth. XXVI. 67. 68.

Allerheiligst aangezigt! zoo wordt gij mishandeld en misvormd! Zoo verstouten zich

283

-ocr page 292-

284 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

lieiligsctendende handen zich aan u te vergrijpen ! Zoo was het eerwaardigste dat ooit gezien werd, of kon gezien worden, het voorwerp dei-schandelijkste en laagste bespotting! — De zachtmoedige Jesus verdroeg alles gelaten en zweeg. — O wonder van liefde, wie staat hier niet verbaasd! Wie moet hier niet bewonderen en aanbidden! Hoe verschrikkelijk zou het niet zijn, indien ik, die in zijnen naam ben gedoopt, die door zuivere genade, zonder eenige mijner verdiensten, tot het geloof en tot de ware Kerk ben aangenomen en den heiligen Geest ontvangen heb, indien ik mij aan eene soortgelijke misdaad ten opzigte van Jesus zou schuldig maken! En echter, doe ik mijnen Verlosser niet dezelfde versmading aan, wanneer ik hem ontrouw word, wanneer ik het geloof verloochen, misbruik maak van zijne genade, de stem van Jesus niet volg, mij over zijne leer schaam, den heiligen Geest in mij bedroef, en uit mijn hart verdrijf? Indien ik Jesus op deze wijze versmaad, wat zal ik dan op den oordeelsdag uit zijnen mond moeten hooren? Wat anders, dan deze verschrikkelijke woorden: „ga van Mij, vervloekte in het eeuwige vuur

GEBED.

Ach, dierbare Jesus! ik beker het, niet slechts de dienaren des hoogepriesters hebben u op de schandelijkste wijze beleedigd en versmaad, maar ook ik heb mij aan dezelfde mis-

-ocr page 293-

EN IN DE VASTE.

daad schuldig gemaakt, zoo dikwijls als ik tot de doodzonde overging. Berouw vervult mijne ziel. Ontferm u mijner, mijuJesus! neem mij in genade aan, en bewaar mij voor liet ver-schrikkelijk lot, dat den goddelooze verbeidt. Amen.

ELFDE OVERDENKING.

Petrus zat buiten in het voorhof, en eene dienstmaagd kwam bij hem, en zeide: ook gij waart bij Jesus den Galileër. Maar hij loochende het in bijzijn van allen, en zeide, ik weet niet, wat gij zegt. Doch toen hij de deur uitging, zag hem eei.e anders dienstmaagd, en zij zeide tot diegene, die daar waren: ook deze was bij Jesus den Nazareër. En ten tweedenmale loochende hij met eede: ik ken den mensch niet. E/i kort daarna kwamen degenen, die daar stonden, en zeiden lot Petrus: waarlijk gij zijt ook van dat volk: want ook uwe spraak maakt u bekend. Toen begon hij te vloeken en te zwee-ren, dat hij den mensch niet kende. Matt. XXVI. 69.

Jesus had slechts weinige uren voor zijn lijden aan Petrus zijnen val voorspeld; deze echter zag de verloochening zijns geliefden meesters voor eene onmogelijke zaak aan, en beloofde plegtig, dat, indien ook al de leerlingen in Jesus zouden geërgerd worden, hij dit echter niet zou zijn; ja, hij toonde zich bereid, om met Jesus in den kerker en tot den dood te gaan. Maar ach ! deze vermetelheid bragt bem tot den val. Geen acht slaande op de welmee-nende waarschuwing zijns meesters, begeeft hij zich in gevaar, en verloochent driemaal, en wel onder eede zijnen dierbaren meester. Hoe hartverscheurend moet deze verloochening

285

-ocr page 294-

286 OEFENINGEN OP UE FEESTDAGEN

voor Jesus geweest zijn! — Mensclielijke Oi

zwakheid, liier vind ik u regt naar het leven genai

geteekend! met

tot i

GEBED.

Ach Heer! wat kan de mensch op zijne beste

voornemens rekenen? Volstrekt niets, wanneer e

zij niet met een vast vertrouwen op de hulp Q

uwer goddelijke genade, en met mistrouwen ]|ef(]

op zijne eigene krachten gemaakt worden. ]nce.

Onze sterkste voornemens duren dikwijls niet ]iacp

langer dan tot het oogenblik ^ in hetwelk het 0ILtf

er op aankomt te bewijzen, dat het ons ernst yag

is. Het gevaar verschrikt ons, de moeite maakt 00g( ons weemoedig, onze moed zinkt, onze liefde verflaauwt, en — de gelegenheid brengt ons

tot den val. In het oogenblik des gebeds belo- aan

ven wij alles; alle moeijelijkheden voor gering was te achten, de bekoringen te overwinnen, liever te sterven dan God te beleedigen; wij zegevieren reeds in onzen geest, wij houden de overwinning

voor beslist; en echter is de geringste bekoring, .]

de onbeduidendste gelegenheid in staat om ons 0p

ontrouw te doen worden aan Jesus. O mijn ell

goddelijke Verlosser! Gij hebt u over mij niet a|

geschaamd, mij niet verloochend, zelfs niet in i

het allerzwaarste lijden, in de pijnen des doods, nie

ofschoon ik een ongelukkige zondaar, een kind miJ

des verderf was; ik wil mij over u ook niet Jijj

meer schamen. Aan u, o Jesus! toe te behooren ge:

zal mijn roem zijn. te

-gt; i

-ocr page 295-

ÉN IN DE VASTE. 287

Ondersteun dit mijn voornemen met uwe genade: verleen mij uwen heiligen Geest, en met hem, moed, sterkte en eene opregte liefde tot u. Amen.

TWAALFDE OVERDENKING.

En de Heer zich omlceerende zag Pehwsaan. Luc. XXII. 61.

Ofschoon Petras, in weerwil van 'sHeilands liefderijke waarschuwing, zijnen dierbaren meester verloochend, ja onder eede verloochend had, was de vergevinglievende Jesus nog vol ontferming voor hem. Hij keerde zich om; Hij zag Petrus aan. En met welke oogen ? Met oogen vol liefde en vergeving. Hij wilde niet, dat de gevallen apostel zou verloren gaan; Hij wilde hem opbeuren en door nieuwe weldaden aan zich verbinden. O hoe dringend, hoe sterk was deze blik van Jesus niet!

GEBED.

Jesus, getrouwste vriend der menschen! die op aarde zijt gekomen om zondaren te zoeken en zalig te maken, aan u wijd ik mij geheel en al toe voor den tijd en voor de eeuwigheid.

Ootmoedig smeek ik u, verwerp mij zondaar niet, maar schenk mij uwe vriendschap, neem mij aan als uwen leerling; en wanneer ik gelijk Petrus het ongeluk mogt hebben, mijne gemaakte voornemens te vergeten en u ontrouw te worden, zie mij dan aan met die oogen van

• -gt; i

-ocr page 296-

288 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

vergeving en liefde, waarmede gij Petrus liebt i aangezien, opdat ik niet verloren ga, maar eeuwig zalig worde. Amen.

DERTIENDE OVERDENKING.

Petrus werd gedachtig het woord des Beeren, gelijk hij gezegd had, eer de haan kraait, zult gij mij driemaal verloochenen. En Petrus huiten c/aande, toeende hit-terlijk. Luo. XXII. 61. C2.

■I

Petrus was wel is waar gevallen, doch slechts uit menschelijke zwakheid; geene opzettelijke boosheid deed hem zijnen geliefden meester verloochenen. Naauwelijks ontmoeten zijne oogen de blikken van den door hem verloochenden Jesus, of zijne ondankbaarheid, en tevens de getrouwe en waarschuwende liefde van zijnen dierbaren meester komt hem levendig voor den geest. „Ik ondankbare, denkt hij, wat heb ik gedaan! Hij heeft mij zoo lief, hij heeft mij zoo welmeenend vermaand, en toch heb ik hem verloochend! Tranen biggelen langs zijne wangen. Hij ontvlugt de tegenwoordigheid der menschcn, en buiten gekomen zijnde weent hij bitterlijk. — Petrus weent bitter, en te regt; trouwens men heeft geene tranen genoeg, wanneer men God door de doodzonde vergramd heeft. Geen tijdelijk verlies, geene rampspoed der wereld is bij het verlies der goddelijke genade, bij het verlies van Jesus te vergelijken.

-ocr page 297-

EN IN DE VASTE.

289

GEBED.

'■!, o Jesus! verliezen, is alles verliezen; geen deel aan u hebben is het grootste ongeluk op aarde. Indien ik reden heb om te weenen, dan is het, om het verlies van uwe genade, o Heer! dan moet ik weenen, wijl ik u niet bezit, leven mijner ziel! Elke wenk, elke vermaning tot boetvaardigheid zij mij voortaan heilig en dierbaar, gelijk zij zulks voor Petrus was! moge uw blik, uwe genade, ook mij tranen van opregt berouw doen plengen. Getrouwe herder! zoek mij op, gelijk gij Petrus hebt opgezocht; bekeer mij, zuiver mij, opdat ik u hier verheerlijke, en na dit leven zalig worde. Amen.

VEERTIENDE OVERDENKING,

Judas, die hem verraden had, thans ziende dat hij veroordeeld was, hrayt door berouw gedreven de dertig zilverlingen aan den opperpriester en de ouderlingen terug, en zeide: ik heb gezondigd, ik heb regtvaardig bloed ' Matth. XXVII. 3. 4.

J

Judas zijnen dierbaren meester — van wien hij zoo vele bewijzen van liefde ontvangen had, die hem in de laatste oogenblikken nog de teedere woorden had toegevoegd: Judas, verraadt gij den Zoon des menschen met eenen kus — ter dood veroordeeld ziende, gevoelt al het afgrijsselijke zijner wandaad; vreeselijke folteringen pijnigen zijne ziel; hij vervloekt 62 v ' 17

-ocr page 298-

290 oefeningen op de feestdagen

liet oogenblik, waarin de geldgierigheid hem zijn zoo diep rampzalig heeft gemaakt, hem heeft uw( doen besluiten, om zijnen dierbaren meester, one zijnen trouwen vriend in de handen zijner vij- de anden over te leveren. In dezen verschrikke- Ik lijken toestand begeeft hij zich tot de opperpries- doe ters, klaagt zich zei ven aan als een verrader, va; betuigt de onschuld van Jesus en geeft het doi schandelijk bloedgeld terug. Hij werpt het ge: geld weg, meer om- zich van de vreeselijke foltering zijns gewetens te bevrijden, dan om zijne hemeltergende misdaad uit te wisschen. Ach! had de rampzalige zich voor de voeten ™ van zijnen, door hem miskenden meester gaan nederwerpen; had hij met opregte boetetranen zijne misdaad beweend en om vergeving gebeden, hij zou genade gevonden hebben! Maar tr neen! hij verlaat den tempel; woede en ver- vi twijfeling maken zich beurtelings meester van m zijne ziel: en in plaats van zijne toevlugt te te nemen tot de goddelijke barmhartigheid, neemt n hij zijne toevlugt tot den strop.

■w

gebed. h

d

Mijn Heer en mijn God! laat mij nimmer vergeten, hoe verschrikkelijk de gevolgen zijn van eenen hartstogt, die men bot vierde; laat het vreeselijk uiteinde des verraders mij steeds lt;

voor oogen zweven, opdat ik aan elke bekoring,

aan elk aanloksel tot zonde moge weerstaan. — i

Hoe groot en menigvuldig mijne zonden ook

-ocr page 299-

EN IN DE VASTE. 291

zijn mogen, o Heer! wil ik echter nimmer aan uwe genade en barmhartigheid twijfelen. De oneindige prijs van uw dierbaar bloed zal steeds de grond zijn van mijn onwrikbaar vertrouwen. Ik wil echter niet roekeloos vertrouwen; neen! door opregte boetvaardigheid wil ik uwe regt-vaardigheid voorkomen ^ en u niet op nieuw door de zonde beleedigen. Geef mij hiertoe uwe genade. Amen.

VIJFTIENDE OVERDENKING,

Maar zij zeiden: wat raakt ons dat? gij moogt toezien.

Matth. XXVII. 4.

In plaats van den rampzaligen Judas te troosten, te regt te wijzen en de onschuld in viijlieid te stellen, werken de opperpriesters mede om den ongelukkigen Judas tot wanhoop te voeren; „wat raakt ons dat, zeiden zij, gij moogt toezien.quot;

Dit is altijd het antwoord des verleiders, wanneer de ongelukkige, welke hij verleid heeft zich bij hem beklaagt. — Geen medelijden , maar bespotting is de belooning voor de ongelukkige slagtoffere der verleiding. Zij worden van een ieder verlaten. Men laat hen aan de schande en wanhoop ten prooi; „wat raakt ons dat, gij moogt toezien!quot; Vreeselijk antwoord! een antwoord, de gewetenlooze men-schen waardig, die de onschuld zelve ter dood veroordeelden, en den Heer des levens aan het

,

-ocr page 300-

292 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

kruis klonken. — Yersclirikkelijk antwoord! dit is dan de belooning, welke zonde en verleiding aan hare ongelukkige slagtolfers schenken; wanhoop en ellende is het einde, indien men de zonde, indien men satan dient. —Ylugt dan zondige ziel! uit uwen ongelukkigen staat tot Jesus; vlugt tot hem met tranen van berouw en met verfoeijing van de zonde, gelijk Magdalena; keer weder gelijk de verloren zoon tot uwen Vader j hij alleen kan u uit uwen ongelukkigen toestand redden.

GEBED.

Bij u, o mijn Heiland! is troost, bij u is genade en hulp te vinden. Indien de zondaar met geloof en vertrouwen zich tot u wendt; indien hij zijne zouden opregt aan den priester belijdt; indien hij waarlijk boetvaardig is, dan hoort hij uit uwen mond niet de woorden: „wat gaan uwe zonden mij aan, gij moogt toezien!quot; Neen! dan spreekt gij. Heer! ons woorden van troost toe. Dan spreekt gij door den mond des priesters: „Ik ontbind u van uwe zonden O welk een troost, welk eene onuitsprekelijke zaligheid vind ik, wanneer ik aan u, o Jesus! geloof; wanneer ik mij aan u vasthoudt, bij u alleen vergeving, heil en leven zoek. O leer mij meer de onuitsprelijke weldaad schatten, eenen Heiland te hebben, niet te moeten wanhopen, vergiffenis der zonden en genade te kunnen erlangen. Geef mij de

-ocr page 301-

EN IN DE VASÏE.

genade j dierbare Jesus ! dat ik u steeds getrouw blijvCj en indien ik liet ongeluk mogt hebben, u door de zonden te verlaten, dat ik dan met een opregt berouw tot u terugkeere. Amen.

ZESTIENDE OVERDENKING,

Mijn rijk is van deze wereld niet. Joan. XVIII. 36.

De zonde heeft Jesus aan het kruis gebragt. Laster en leugentaal vereenigcn zich tegen de onschuld en geregtigheid. List en bloeddorst verdraaijen de duidelijkste waarheden. De opperpriesters verschijnen met Jesus voor de vierschaar van den landvoogd, even alsof hij een gevaarlijk staats-misdadiger ware, die het volk opruide en de openbare rust stoorde, die verbood aan den keizer schatting te betalen. Jesus was echter niet gekomen om keizers of koningen den scepter te ontnemen; hij verklaart wel is waar, dat hij de koning der Joden is, doch hij zegt tevens: mijn rijk is van deze wereld niet.

GEBED.

Mijn Heiland! gij wordt beschuldigd, dat gij het volk verleidt, terwijl gij gekomen zijt om het volk te redden en zalig te maken. Men beschuldigt u, dat gij verbiedt aan den keizer schatting te betalen, terwijl gij dezelve voor uwen eigen persoon betaald hebt, en duidelijk

293

-ocr page 302-

294 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

genoeg hebt gezegd: „geef den keizer, wat des keizers is.quot; Men wendt voor, dat gij u zeiven de kroon op het lioofd wilt plaatsen, gij die de vlugt naamt, toen het volk wilde komen om u tot koning uit te roepen, en die nu zoo plegtig voor Pilatus verklaart: „mijn rijk is van deze wereld niet.quot; Zelfs de heiden-sche regter moet hulde doen aan uwe onschuld; en echter hoort gij alle deze beschuldigingen stilzwijgend aan, uwe regtvaardiging aan den hemelscheu Vader overlatende. Zachtmoedige en geduldige Jesus! leer mij ten regten tijde spreken en ten regten tijde zwijgen; leer mij vrijmoedig spreken, wanneer de eer van God, de zaligheid mijner ziel of die van mijne naasten zulks vorderen; doch leer mij ook naar uw voorbeeld zwijgen, wanneer mijn spreken geen nut doen kan. Amen.

ZEVENTIENDE OVERDENKING.

Herodes en zijne lijfwacht verachten hem, en heschini'

pen hem, na hem een wit kleed te hebben aangedaan.

Luc. XXIII. 11.

Pilatus vernomen hebbende, dat Jesus eeu Galileër was, en bij gevolg tot het gebied van Herodes behoorde, zond hem gebonden tot dezen goddeloozen vorst. Herodes, die langen tijd verlangend geweest was Jesus te zien, van wien hij zoo veel gehoord had, stelde hem onderscheidene vragen voor. Jesus echter zweeg. Herodes in zijne verwachting te leur gesteld.

-ocr page 303-

\

.

EN IN DE VASTE. 295

wat wilde zich wreken, en liem een wit kleed aan-

jij u gedaan hebbende, beschimpte hij hem met zijne

sen, lijfwacht, en zond hem naar Pilatus terug, ilde Zoo laat de allerhoogste zich vernederen en

i die bespotten, om onzen hoogmoed te beschamen;

^ijn zoo laat de Allerheiligste zich door zondaren

ien- mishandelen, zoo de eeuwige wijsheid zich

ild; door dwazen bespotten; en ik wil niet eens de

gen bespotting der wereld voor Jesus dragen; ik

den vrees om het geloof aan hem door de wereld

lige voor dwaas gehouden te worden.

ij de

mij GEBED.

od, .

ias. Mishandelde Jesus ! hoe groot was uwe liefde

inv- voor mij, hoe treffend uw voorbeeld! — Ach 3CI1 leer mij steeds gedenken, dat de dienaar niet beter is dan zijn heer. Hebben zij u bespot, zij zullen ook mij bespotten; doch de spot dei-wereld zal mij niet slechter maken, maar zelfs, indien ik om u bespot wordt, en dit geduldig itii' verdraag, behagelijker maken in uwe oogen. m' Geef mij de genade, dat ik de bespotting dei-wereld naar uw voorbeeld geduldig verdraag, 3U opdat ik na hier met u te zijn versmaad geweest, in ook eenmaal met u verheerlijkt worde. Amen.

In ACHTTIENDE OVERDENKING,

De geheele menigte riep te gelijk: maak dezen van kant, lquot; en laat ons Barabbas los. Luc. XXIII. ]8.

, De schuldige wordt in vrijheid gesteld: de

-ocr page 304-

OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

onschuldige moet sterven. Hier zien wij onze eigene geschiedenis levendig voor oogen. Wij zijn de schuldigen, en zondaren; wij zijn in vrijheid gesteld, wijl Jesus onze zonden op zich genomen, en de straffen derzelve gedragen heeft. Hierdoor hebben wij de genade en vriendschap Gods terug gekregen, en zijn wij voor God, onzen Vader geregtvaardigd geworden. O welk eene beweenenswaardige verblindheid en schandelijke ondankbaarheid is het dan, wanneer ik mijnen Heiland op nieuw beleedig, en hem stel achter de wereld en de wellusten! En wat baat de zonde? niets anders dan den dood, mijn eeuwig verderf: zij doet mij deu hemel, mijn eeuwig erfdeel verliezen.

GEBED.

Ook ik, dierbare Jesus! heb door de doodzonde u achter Barabbas gesteld; ik heb de wereld, de schepselen voor u gekozen. Doe mij het ondankbare van deze mijne handelwijze regt levendig beseffen; schenk mij de genade, dat ik u voortaan kieze als de lieveling mijns harten, dat ik u steeds getrouw blijve, en in r. en door u alleen mijn heil zoeke voor den tijd en voor de eeuwigheid. Amen.

296

-ocr page 305-

0Ilze EN IN DE VASTE. 297

Wij

111 111 NEGENTIENDE OVERDENKING.

n o])

agen pilatus liet Jesus geeselen, en gaf hem aan hen over end- om gekruisigd ie worden. Matth XXVII. 26.

voor

den. Pilatus ziende, dat hij met al zijne pogingen iieid bij de verbitterde vijanden van Jesus niets an, vermogt, liet Jesus geeselen. De krijgsknecli-ligj ten des landvoogds, in-cngen liem in het voor-•en! hol' van het regthuis, en roepen daar de gan-den sehe menigte bijeen. Zij berooven hem van 3eu zijne kleederen, en ontblooten met liunne hei-ligschennige handen het zuivere, hcilige lig-chaam in de tegenwoordigheid van al het volk; binden hem aan eene zuil, en maken met deze vreeselijke en pijnlijke mishandeling een aan-)d- vang.

7e- Beschouw, mijne ziel! indien gij kunt, dit

lij hartverscheurend tooneel; beschouw de woede ze der beulen, het stroomende bloed, het door e, geeselslagen misvormde ligchaam van Jesus; as kunt gij dit alles wel beschouwen zonder train nen van medelijden en te gelijk van dankbare n liefde te plengen ? — Ach, ik zou een gevoelloos schepsel moeten wezen, indien ik bij zulk een hartroerend schouwspel, bij zulke wreede mishandeling niet diep bewogen was; inzonderheid waaneer ik overweeg, dat het zoo vree-selijk mishandelde ligchaam van Jesus in dezen beklagenswaardigen toestand, niet zoo zeer het werk der beulen, als wel het mijne is !

62 17.

1

-ocr page 306-

398 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

GEBED.

Ja mijn Jesus! ik beken liet; mijne zonden waren zoo vele geeselslagen, waardoor uw heilig ligcliaam is verscheurd geworden. Mijne gierigheid heeft u van uwe kleederen beroofd, mijne ontucht heeft uw ligchaam gepijnigd; mijn hoogmoed heeft u tot de schandelijkste straf vernederd, in een woord, mijne zonden zijn het en uwe liefde, welke u dit en al het overige lijden veroorzaakt hebben. O mogt toch de aanblik van uw dierbaar bloed, bij de geeseling vergoten, mijn hart tot berouw, tot vurige wederliefde en tot voortdurende getrouwheid bewegen. Amen.

TWINTIGSTE OVERDENKING.

Zij vlochten eene kroon van doornen, en zetleden die op zijn hoofd. Matth. XXVII. 29.

De koninklijke waardigheid van onzen Heiland, is het voornaamste voorwerp van de schandelijkste bespotting en van de wreedste mishandeling der Joden. De gewetenlooze booswichten werpen zich gelijk verscheurende dieren op het goddelijk lam, ten einde hetzelve alle mogelijke mishandelingen te doen ondergaan. Hun spotlust en hunne wreedheid is onverzadelijk. Bespotting en hoon was het lot van Jesus, en zal ten allen tijde het lot zijn van de vrienden Gods. De goddeloozen zullen

-ocr page 307-

EN IN DE VASTE.

hen ten allen tijde bespotten. Zoo blijven de leerlingen van Jesus, gelijk ook de dienaren van satan aan elkander gelijk.

GEBED.

Goddelijke Verlosser! bevestig mij in uwe liefdej de satan moge dan woeden, de boosheid lasteren, het zal mijn troost zijn, dat gij mijn Jesus! ook bespot zijt geworden. Moet ik ook eenc kroon van doornen dragen; welaan, uw heilige wil geschiede. Gij zult mij niet laten bekoord worden boven mijne krachten, maar in de bekoring mij ten bekwamen tijde met uwe genade te hulp komen. Uw wil geschiede. Amen.

EEN EN TWINTIGSTE OVERDENKING,

Ziet den mensch. Joan. XIX. 5.

De smarten en bespotting, welke Jesus moet verduren wisselen elkander af, en vereenigen zich in zijn hart als in hun middelpunt. Op de vreeselijke geeseling en krooning met doornen, volgt eene bespottelijke tentoonstelling voor het volk. Men kan niets meer vernederend uitdenken; men laat Jesus naar buiten gaan, dragende een doornen kroon en een purper kleed, en Pilatus zegt: ziet den mensch. — liet aangezigt, hetwelk de Engelen met vreugde aanschouwen, is met speeksel bedekt; het hoofd, voor hetwelk eene kroon van goud en

299

-ocr page 308-

300 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

edelgesteenten nog veel te gering zou zijn, is met doornen omwonden. De koning aller koningen , de Heer der heeren, de Zoon Gods, is hier een worm en geen mensch, de spot der mensclien en de verachting des volks. Ziet den mensch!

GEBED.

O mijn Heiland! mogt ik in dit oogenblik regt levendig beseffen, welke beschimping men u aandeed, toen men u met eene doornen kroon en met eenen purperen mantel ter bespotting aan het volk voorstelde! ach, het was een tooneel, van hetwelk de Engelen hunne blikken moesten afwenden! Laat mij doordrongen worden van gehoorzaamheid en liefde! Ach ! mogt de aanblik van uw doodelijk bleek gelaat, van de geeselstriemen, van uw bloedend hoofd en van al de wonden, waarmede uw heilig ligchaam bedekt was mijn hart vermurwen, en mij tranen van dankbare liefde doen plengen. Mogt het gezigt van uwe wonden mij steeds van de zonde afschrikken en aansporen tot de beoefening der deugd, opdat ik voortaan met den apostel zeggen moge: ik leef, doch ik niet meer, maar Jesus leeft in mij!

-ocr page 309-

EN IN DK VASTE.

TWEE EN TWINTIGSTE OVERDENKING.

Gij zult ffeene magt tegen mij hebben, tenzij het u van boven verleend ware. Joau. XIX, 11.

Met deze woorden geeft Jesus aan Pilatus te kennen, dat liij sleclits het werktuig was, om de eeuwige raadsbesluiten te voltrekken ter verlossing van liet zondige menschdom. En deze overtuiging, deed den Verlosser het verschrikkelijkste lijden met gelatenheid en over-geving in den goddelijken wil verdragen. — Gij zouclt geene mayt teffen mij hehben, tenzij het u van hoven verleend ivare; hoe vertroostend is deze gedachten niet voor mij in alle omstandigheden van dit leven! Niets kan mij overkomen zonder Gods vaderlijken wil of toelating! geen vijand kan mij schaden! overal, en ten allen tijde ben ik in Gods handen!

GEBED.

Van u, o Jesus! wil ik leeren gehoorzaam te zijn aan den hemelschen Vader, aan hem te gelooven, met kinderlijke onderwerping, alles uit zijne hand aan te nemen, wat het hem behaagt mij toe te zenden. — Indien ik hem met kinderlijke liefde gehoorzaam en bemin, dan zal alles voor mij ten beste gaan. Mogt ik echter door de menschen gelasterd of mishandeld worden, dan zal ik mijn oog op u vestigen en getroost zijn; ik beu trouwens in de hand Gods,

301

-ocr page 310-

302 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

en de menschen kannen niets meei-j dan God wil of toelaat. Versterk mij, o Jesns! in dit mijn voornemen. Amen.

DRIE EN TWINTIGSTE OVERDENKING.

Neem weg, neem weg, kruis hem!.... wij hebben geenen koning dan den keizer. Joan. XIX. 15.

Wij hebben geenen koning! Welk een verschrikkelijk profetisch woord hebben de verblinde en verbitterde Joden hier over zich zeiven uitgesproken, en hoe juist, hoe vreeselijk is hetzelve vervuld geworden, en zal hetzelve waar blijven tot aan het einde der tijden! — Zij hebben waarlijk geenen koning meer; zonder eigen land, zonder wet loopen zij dwalen, verstrooid onder al de volken der aarde. Bereids lang is hunne stad verwoest geworden, hun heiligdom onteerd, en van hunnen weleer zoo prachtigen tempel, is geen steen overgebleven. Zij hebben het licht der wereld niet willen aanzien, en nu zitten zij in de duisternis en blindheid, nu zijn hunne harten versteend; doch eenmaal zullen zij zien, wien zij verstoo-ten hebben.

GEBED.

O Jesus! laat mij uit deze goddelijke strafoefening kennen, hoe ongelukkig het volk, hoe ongelukkig de mensch is, die u niet bezit, die u verwerpt, die aan u niet gelooft, niet gaarne

-ocr page 311-

en in de vaste.

van u hoort, die zich aan u of aan uwe leer ergert, die zich over uw kruis schaamt en de verordeningen uwer heilige Kerk veracht. — Verlevendig mijn geloof, o Jesus! laat de oneindige prijs van uw dierbaar, voor mij vergoten bloed, dat de Joden in blinde woede over zich zeiven en over hunne kinderen tot straf eischten aan mij niet verloren zijn. Laat mij niet meer door de zonde met de Joden roepen: „kruis Hem, kruis Hem!quot; maar met geloof, vertrouwen en liefde bidden; „leef in mij, o Jesus!quot; Ja, dierbare vriend mijner ziel! met u en vooj' u wil ik leven en sterven. Amen.

VIER EN TWINTIGSTE OVERDENKING,

Zij bragten hem teeg om gekruisigd te worden.

Matth. XXII. 31.

Naauwelijks had de lafhartige regter Jesus aan zijne vijanden overgeleverd om gekruisigd te worden, zoo haastten deze zich om hunne bloeddorst in den dood des schuldeloozen te stillen. Zij trokken hem den mantel af, eu deden hem zijne kleederen aan, opdat Hij door het toegesnelde volk, hetwelk hem in deze kleeding zoo dikwijls de woorden des eeuwigen levens luid hooren voordragen en wonderen had zien wrochten, des te gemakkelijker zou herkend worden. Ten einde zijnen optogt naar de strafplaats uog schandelijker te maken, haalde men twee groote misdadigers uit de gevangenis, die

303

-ocr page 312-

304 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

even als Jesus ter strafplaats werden geleid j opdat de voorzegging des profeets zoude vervuld worden: Hij is onder misdadigers gerekend.

GEBED.

Ja mijn goddelijke Verlosser, meer dan iemand ooit, zijt gij onder de misdadigers gerekend geworden, wijl gij liet zelf gewild hebt; en gij wildet, wijl gij ons lief hadt — en uit liefde al onze misdaden op u genomen en in uw ligcliaam geboet hebt! Ofschoon door bloedverlies van krachten uitgeput, en naau-welijks in staat u zeiven staande te houden, neemt gij nogtans het zware kruis op uwe schouderen, uit gehoorzaamheid, om te voldoen aan de goddelijke regtvaardigheid en uit liefde tot ons menschen, om ons door hetzelve te verlossen. Gij zijt bereid om het kruis te dragen, en gij veroordeelt hierdoor de wederspannigheid, welke ik betoon, zoo dikwijls ik het geringste kruis te dragen heb. Ik kan ook uv.' leerling niet zijn, o Jesus! indien ik mij zeiven niet verloochen, het kruis niet draag en u niet navolg. Versterk en bevestig mijnen wil, om uw voetspoor te drukken, en het kruis, dat de Hemelsche Vader mij toezendt, met kinderlijke overgeving in zijnen heiligen wil te dragen. Ik weet immers uit den mond des apostels, dat ik met u lijdende, ook met u zal verheerlijkt worden. Amen.

-ocr page 313-

EN IN DE VASTE.

VIJF EN TWINTIGSTE OVERDENKING,

Zijn kruis dragende ging hij vaar de plaats, genaamd Cal-varie, en in het Ilebreemosch Qolgotha. Joan. XIX 17.

De tot den dood gelioorzame Zoon, draagt liier gelijk Isaak het hout op den berg, op welken hij zal geofferd worden; doch hij keert niet terug zonder den dood te ondergaan gelijk Isaak deed. De Engel des Heeren zal den doo-delijken slag niet van hera afkeeren, gelijk van Abrahams zoon weleer. Jesus zal den lijdenskelk tot den bodem toe ledigen; hij zal geofFerd worden, en zijn bloed zal van het kruishout stroomen voor de zonden der wereld.

GEBED.

Onbeschrijfelijk, ja oneindig was uwe liefde voor ons, o Jesus ! trouwens, wat hadt gij nog meer voor ons kunnen doen, dat gij niet gedaan hebt? — Mogt ik toch eens u, mijnen weldoener, mijne wederliefde betoonen, mogt ik tranen plengen van opregte dankbaarheid en van berouw over mijne zonden! want voor deze hebt gij aan het kruis geboet. Geef mij hiertoe uwe genade. Amen.

305

-ocr page 314-

306 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

ZES EN TWINTIGSTE OVERDENKING.

En toen zij hem wegleidden, grepen zij zekeren Simon van Cyrene, die van zijne hoeve kwam, en legden hem het kruis op, om het achter Jtsus te dragen. Luc. XXIII. 26.

Deze kmisdragende Simon van Cyrene is liet zinnebeeld des Christendoms. Trouwens, liet Christendom is eigenlijk eene navolging van Christus j eene deelneming aan zijn lijden en vreugde, aan zijne versmaadheid en eer. De zinnelijke natuur heeft eenen afkeer van lijden; zij moet gelijk Simon tot het kruisdra-gen gedwongen worden. Later echter, wanneer men bedenkt, wiens kruis men draagt, wien men het kruis nadraagt, draagt men het met gelatenheid, ja men verheugt zich zelfs in het lijden, en men stelt zijnen roem in datgene, waarvan men aanvankelijk eenen afschrik had.

En juist degenen, die godvruchtig willen leven en Christus navolgen, moeten versmading en kwelling verduren van de kinderen dezer wereld; want de wereld haat Jesus; zij heeft vele en groote van hem ontvangene weldaden ondankbaar vergeten, en wil de waarheid niet kennen; zij veracht zijne leer en geboden, en schaamt zich over dezelve. Hierom wordt men door de wereld veracht; wanneer men zich aan Jesus houdt, en al wie Jesus navolgt en in deze navolging volhardt, wordt beschouwd als Simon, die het kruis achter Christus droeg, ik wil mij echter niet schamen het kruis van

-ocr page 315-

EN IN DE VASTE.

Christus te dragen, wijl ik weet, dat Jesus de Heer der heerlijkheid is, die dezelve slechts om onzentwil verlaten, en zich zoo zeer ver-^ihet nederd heeft.

[.26.

GEBED.

e is ;

3ns, Versmading te lijden om uwentwil, o godding delijke Heiland ! is geen schande, maar de den grootste eer en het ware geluk. Eenmaal, eer. wanneer gij zult wederkomen in heerlijkheid, van zal de geheele wereld dit moeten bekennen, h-a- Een ieder zal dan wenschen, zich aan u o Jesus! Leer te hebben gehouden, u te hebben beleden, voor ien 11 geleden te hebben. Onuitsprekelijk groot zal net dan mijne vreugde zijn, indien ik dan voor u liet mijn kruis gedragen heb. Want die met u lij-ne, den, zullen met u verheerlijkt worden. Amen. ad.

Ien ZEVEN EN TWINTIGSTE OVERDENKING,

En nadat zij ter plaatse gekomen waren, die Caharié ge-1611 noemd wordt, kruisigden zij hem daar. Luc. XXIII. 33.

zij

el- Jesus komt met het kruis beladen op den

ïid berg aan, die naar de schedels der aldaar ter

sn, dood gebragte menschen, de plaats der doods-

'dt hoofden of Calvarie genoemd wordt. Deze af-

ch zigtelijke, en met het bloed van zoovele inis-

en dadige menschen doorweekte grond, zal nu het

-'d oneindig kostbaar bloed drinken, dat tot zalig-

g, heid der menschen zal vergoten worden. Met

an geweld rukken de ontmenschte beulen hem

807

-ocr page 316-

308 OEFENINGEN OP UE FEESTDAGEN

zijne kleederen af, welke aan zijn doorwond ligcliaam gekleefd zijn, en lierniemven hierdoor zijne wouden en smarten. Kaakt wordt de geduldige Yerlosser voor deze goddelooze menigte ten toon gesteld. Met handen en voeten wordt hij aan het kruis geklonken. — Nu ligt hot onschuldige lam op het kruishout, en laat stilzwijgend zijne handen en voeten doorboren, die almagtige handen, welke zoo vele wonderen hebben gewrocht; die weldadige handen, welke zoo vele ongelukkigen hebben geholpen; welke zoo dikwerf ter zegening werden uitgestoken. De beulen grijpen dezelve mededoo-genloos aan, doorboren ze op de wreedste wijze, zoo dat bij de herhaalde hamerslagen, het vleesch met de nagels in het kruishout is gedrongen , en het heilig bloed van hetzelve gestroomd heeft. Ach! het zijn de aanbiddings-waardige handen van hem, die hemel en aarde gemaakt heeft, die ook mij heeft geschapen ! de almagtige handen, welke hij ook nu tot verderf zijner vijanden kan uitsteken; doch het bloed, dat uit dezelve stroomt roept niet om wraak, maar om genade en vergeving. Ten einde echter mijnen Heiland nog meer te pijnigen, worden ook zijne voeten doorboord en aan het kruis geklonken. Ach! die dierbare voeten, welke volgens de uitdrukking des profeets de boodschap des vredes hebben aange-bragt; die aanbiddingswaardige voeten , die zoo vele moeijelijke stappen voor de zaligheid der menschen gedaan hebben; de voeten, welke

-ocr page 317-

EN IN DE VASTE. 309

de vrome boetelinge in het huis des phariseërs met hare tranen bevochtigd, met balsem gezalfd, en voor -welke zij genade en vergeving van alle zonden ontvangen heeft, zijn nu aan het schandelijk kruishout geklonken, en lijden ondragelijke pijnen! —

GEBED.

Jesus eeuwige liefde! ik werp mij in uwe armen, welke gij ook hebt uitgestrekt om mij met dezelve te omhelzen; niets zal voortaan mij van u kunnen scheiden. Hecht mij met u aan het kruis; met u wil ik leven en sterven. Dat uwe lijdende handen mij van de wegen dei-zonden afhouden; laat uwe pijnvolle voeten mij leiden op den weg der christelijke versterving en der deugd, opdat ik met u, mijnen Verlosser , vereenigd, voor de wereld moge gekruisigd zijn, gelijk de wereld het voor mij is. Amen.

ACHT EN TWINTIGSTE OVERDENKING,

En nadut zij hem gekruisigd hadden, verdeelden zij zijne kleederen, het lot over dezelve werpende, wat ieder daarvan hebben zou. Marc. XV. 25.

Zoo ver is het met den Verlosser gekomen, dat men het laatste wat hem toebehoorde, verdeelde. Alles heeft hij om onzent wil opgeofferd; niet het geringste heeft hij behouden. Hij is aan den armsten der menschen gelijk geworden, om ons armen rijk te maken. Ook moet de voor-

-ocr page 318-

310 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

zegging des profeets vervuld worden: „zij hebben mijne kleederen onder elkander gedeeld, en over mijn kleed het lot geworpen.quot;

GEBED.

Dierbare Jesns! hoezeer moet ik blozen, wanneer ik uwe liefde met mijne liefde vergelijk ! ik bemin u met een verdeeld hart; mijne liefde is daarenboven dikwijls onbestendig. Slechts hetgene mij niet zeer aan het hart ligt offer ik u op; gij echter leert, o Jesus! dat al wie niet alles verzaakt, hetgeen hij bezit, uw leerling niet kan zijn; dat al wie een ander meer bemint dan u, u niet waardig is. Laat mij dan steeds ernstig deze uwe liefde overdenken, welke gij ons door woord en voorbeeld hebt geleerd, opdat ik u wederkeerig opregt beminne, mij geheel aan u overgeve en opoffere, gelijk gij u voor mij geheel ontbloot en opgeofferd hebt. Amen.

NEGEN EN TWINTIGSTE OVERDENKING.

Zij nu die voorbij gingen lasterden hem, schuddeden hunne hoofden, en zeiden: wel nu, gij die den tempel Gods afbreekt, en in drie dagen weder opbouwt, verlos u zeiven; indien gij Gods Zoon zijt, daal van het kruis. Matth. XXVII. 29. 30.

Dit is alzoo de dankbaarheid voor de ontelbare weldaden, door Jesus aan het volk Israël bewezen, versmading en hoon, bittere spotter-

-ocr page 319-

EN IN DE VASTE.

311

nijen waarmede zij dec. stervenden Verlosser nog kwellen. Dit alles echter liield Jesus niet terug j om zijnen vijanden bewijzen zijner liefde te geven. Hij leed en stierf ^ ofschoon liij vooraf wist, dat zijne liefde met ondank zou beloond worden. Zoo opregt en brandend was zijn verlangen, om ongelukkigen te redden! Inderdaad , gedurende alle eeuwen kan men de liefde Gods tot de mensclien, welke in Jesus Christus zich openbaarde, niet genoeg bewonderen en prijzen! — Dezelfde weldaad heeft Jesus ook mij bewezen. Ook voor mij heeft hij geleden, voor mij is hij gestorven j en ik ? — wil ik hem ook zoo behandelen, als zijn volk gedaan heeft ? wil ik al zijne weldaden met ondank beloonen ? Hem voor de tweede maal kruisigen? —

GEBED.

Neen, barmhartige Jesus! dit wil ik niet! Ik wil — ondersteun gij mijnen zwakken wil met uwe genade — ik wil van nu af met meer geloof en liefde aan u denken, uwe genaden en weldaden, uw lijden en sterven beter ter harte nemen dan ik tot hiertoe gedaan heb, de zonde haten en vlugten, u beminnen, u navolgen; u dienen, opdat uw bloed niet te vergeefs voor mij vergoten zij! Lam Gods! doordring mijn hart van dankbaarheid en liefde jegens u, opdat ik u steeds meer en meer kenne en eere zoo als gij waardig zijt. Amen.

-ocr page 320-

OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

DERTIGSTE OVERDENKING.

Hij heeft op Ood vertrouwd; dat die, zoo hij wil, hem nu verlosse, want hij heeft gezegd-, ik ben Gods Zoon Malth. XXVil. 43.

De schoonste deugd in Jesus Christus, zijn geloof aan God, zijn vertrouwen op hem, is het voorwerp van de bespotting zijner vijanden. De hel kan niets minder verdragen; dan geloof, gehoorzaamheid en vertrouwen. Deze deugden zijn voor hoogmoedige en afvallige Christenen het voorwerp van bespotting. De hel spottede en lachte door den mond der in de duisternis gedompelde Joden. En even zoo spot men in onze dagen nog met dezelfde deugden, wijl de wereld goddeloos is.

GEBED.

Op u mijn Heiland! wil ik mijn oog vestigen , ik wil in het geloof en in het vertrouwen volharden, en mij om de bespotting der wereld niet bekommeren. Voor mij zal ook de tijd eens komen, gelijk hij voor n kwam, waarin God zich zal toonen als mijn helper en vriend. Versterk mij o Jesus! in dit geloof en vertrouwen, opdat ik door niets van u gescheiden worde, maar tot het einde toe volharde. Amen.

312

-ocr page 321-

EN IN DE VASTE.

EEN EN DERTIGSTE OVERDENKING.

Vader, vergeef het hun, want /.ij weten niet wat zij doen.

Luc. XXVIII. 34.

Voor wien heeft de stervende Verlosser gebeden? Voor de moordenaren, die liem gekruisigd hebben; voor de regters; de priesters en oversten, die liem veroordeeld hadden, voor het gansche volk, dat in zijnen dood bewilligd en luide geroepen had: „kruisig hem, kruisig hem,quot; en voor allen, die oorzaak zijn van zijnen dood.

GEBED.

Ach dierbare Jesus! wij allen zijn schuldig aan uwen dood, derhalve hebt gij ook voor ons gebeden! om onze zonden zijt gij gestorven! O, welk een onbeschrijfelijke troost ligt in dit uw gebed tot den Vader voor ons opgesloten! Üw gebed is verhoord geworden; de Vader heeft vergeving geschonken, en wil nu al degenen genadig zijn, die hunne toevlugt nemen tot uw kruis en uwe hulp inroepen.

Ja goddelijke middelaar en voorspreker bij den Vader! gelijk gij aan het kruis luide en openlijk voor ons gebeden hebt: „Vader vergeef hunquot; zoo roept en bidt gij nog thans in den hemel voor een ieder, die met berouw over zijne zonden en met een voornemen om zijn leven te beteren tot u komt, en door u, genade en vergiffenis van God afsmeekt; en 63 18

313

-ocr page 322-

314 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN.

een elk, voor wien gij, o Jesus, gebeden hebt, zal vergeving erlangen, zal als een met God verzoend kind worden aangenomen.

Met een boetvaardig hart neem ik mijne toevlugt tot uw kruis, o Jesus! ik geef aan u den nood mijner ziel te kennen, en ik smeek u om uwe voorspraak en tusschenkomst bij den Vader. Amen.

TWEE EN DERTIGSTE OVERDENKING.

Voorwaar ik zeg u: heden zult gij met mij zijn in het

paradijs. Luc. XXIII. 43.

Hoe vertroostend is het, tot eeneu mensch weder zulke woorden te hooren spreken! Om de ongehoorzaamheid aan God wei-den de eerste menschen uit het paradijs verdreven, en word de hemel gesloten; door de gehoorzaamheid van Jesus tot den dood is de hemel weder geopend. Hetgene door de zonde der menschen verloren was, is door den dood van Jesus weder gewonnen. Nu is hij de koning; hem behoort het rijk, en hij heeft de magt om in zijn rijk op te nemen die willen. Met den boetvaardigen moordenaar aan het kruis heeft hij een begin gemaakt; en hoe vele duizenden, die met een opregt geloof en berouw over hunne zonden zich tot hem gewend hebben, zijn er sedert dat oogenblik niet opgenomen geworden!

GEBED.

Dit is nu de belooning voor uw lijden, mijn

-ocr page 323-

EN IN DB VASTE. 315

goddelijke Yerlosser! dat gij ons menschen door de verdiensten van uw lijden kunt zalig maken. Tot u wil ik mijne toevlugt nemen, aan u wil ik mij vast houden, opdat ik ook eenmaal in uw rijk kome, want zoo waar het is, dat gij voor allen gestorven zijt, zoo waar is het ook, dat gij allen wilt zalig maken. Het einde vau ons geloof is onze zaligheid. — Sterk mij, o Jesus! in dit geloof, in deze zekere verwachting van uw rijk. Troost mij met de blijde verzekering, dat hetzelve ook mijn deel zal zijn. Mogt ik eens de blijde woorden hoo-ren; Neem bezit van het rijk, dat van de grondlegging der ivereld voor u bereid is. Amen.

DRIE EN DERTIGSTE OVERDENKING.

Als Jems nu zijne moeder, en den leerling, dien hij beminde, zag staan, zeide hij tot zijne moeder: Vrouw, ziedaar uwen Zoon. haama zeide hij tot den leerling: ziedaar moe moeder. Joan. XIX. 26. 27.

Zoo groot, zoo opregt was de liefde dezer uitverkorene zielen, dat zij Jesus tot op Cal-varië gevolgd waren. Ofschoon het voor Jesus eene groote versmading was aan het kruis te sterven, en voor haar onder hetzelve te staan, was echter dit staan, dit vertoeven bij het kruis van Jesus de aangenaamste voldoening van haar hart. Ook ik moest zulk eene liefde voor Jesus hebben, zoo gaarne bij hem zijn, zoodat niets mij meer verheugde dan zijne tegenwoordigheid : Christus moest mijn leven

-ocr page 324-

316 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

zijn, en nergens moest ik mij liever opliouden, clan bij zijn kruis. Bij hetzelve kan ik zien, hoe opregt God mij bemind heeft, hoe ernstig hij mijn geluk beoogt, hoe vurig hij verlangt mij zalig te maken, daar hij zijnen eeniggebo-ren Zoon voor mij en voor alle menschen gegeven heeft, opdat niemand zou verloren gaan.

GEBED.

Onder uw kruis vlugten, o Jesus! en op u — den gekruisigden zijne oogen vestigen, is het krachtdadigste middel tegen alle aanvechtingen en bekoringen tot zonde. Want uw dood is de dood der zonde. Al wie in het oogenblik van verzoeking onverwijld zijne toevlugt neemt tot uw kruis, en uw bitter lijden en sterven overweegt, zal de kracht van hetzelve ondervinden. — Onder uw kruis wil ik vlugten , wanneer mijne zonden mij beangstigen, wanneer ik voor God, voor zijn erfdeel en voor de verdoemenis vrees. Tot u — o Lam Gods wil ik vlugten en bidden: onthef mij van den zondenlastj behoed mij voor de straffen, welke ik vrees; spreek tot mijne ziel: ik ben uw heil! uit mijne wonden stroomt bloed tot vergiffenis uwer zonden!

Tot uw kruis wil ik vlugten ;n allen nood , wanneer mijn hart door angst gekweld wordt, zelfs dan, wanneer mij alles hopeloos toeschijnt, wil ik vertrouwen op uw kruis; uwe liefderijke zorg voor uwe bedroefde moeder en voor uwen

-ocr page 325-

EN IN DE VASTE. 317

getrouwen vriend zegt mij luide: „dien gij lief hebt, hebt gij lief tot het einde toe.quot; En gij hebt ons allen lief; gij zorgt voor ons allen; gij beschikt alles tot ons heil, en gij bestiert alles ten beste voor degenen, die u liefhebben. Ook mij hebt gij in uwe hand geschreven, en derhalve heb ik slechts één streven — u, o Jesus! te beminnen. Amen.

VIER EN DERTIGSTE OVERDENKING.

Mijn God! mijn God! waarom hebt ctii mij verlaten? 'Matth. XXVII. 46.

De gevolgen en straffen der zonde zijn de verlatenheid van God. God is heilig en regtvaar-dig, hij kan geene gemeenschap houden met de goddeloozen; hij scheidt zich van hsn, hij verlaat hen; en wanneer God hen verlaten heeft, dan is ook alle goed, alle troost, alle rust, alle vrede des harten van hen geweken, en ellende, duisternis en de dood omgeven hen. In dezen treurigen toestand bevond zich het gansche menschdom, en zou in denzelven zonder redding gebleven zijn, indien Jesus niet uit zuivere liefde zich over ons ontfermd, onze zondenschuld op zich genomen, en de gevolgen en straffen der zonde, de verlatenheid Gods voor ons gedragen had. De verlatenheid van Jesus in zijnen dood heeft ons weder met God verzoend, zoodat wij thans weder tot God genaderd zijn, en zijne vriendschap genieten.

62 ' 18.

-ocr page 326-

OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

GEBED.

Liefderijke Jesus! die om onze zonden verlaten werdt, druk de smarten uwer gelieim-volle verlatenheid diep in onze harten, opdat wij nooit vergeten, onzen troost bij uw kruis te zoeken, dan zelfs, wanneer wij door de ge-heele wereld verlaten zijn. Verlaat ons nimmer, goddelijke Verlosser! inzonderheid verlaat ons niet in het uur des doods, wanneer alles ons zal verlaten, geef, dat ook wij u nimmer verlaten, maar u getrouw blijven in dit leven, ten einde u voor eeuwig te aanschouwen en te bezitten in den hemel. Amen.

VIJF EN DERTIGSTE OVERDENKING.

Ik heli dorst, Joan. XIX. 28.

Zelfs de geringste en verworpenste men-schen worden in hunnen doodsangst gelaafd en verkwikt; doch den zoo verschrikkelijk ge-pijnigden Zoon des menschen heeft men vergeten en verlaten! Hij zelfs moest deze wreede en hardvochtige menschen hieraan herinneren en luide klagen : ik heb dorst! Hierdoor wilde hij allen lijdenden en veriatenen tot troost en voorbeeld zijn, hoe zij ook in lijden en verlatenheid alles met geduld en overgeving, van de hand Gods moeten aannemen. — Ik heb dorst! He geestelijke dorst van Jesus, was echter veel

318

-ocr page 327-

EN IN DE VASTE. 319

sterker dan de ligcLamelijke. Jesus dorstte naar de verheerlijking des quot;Vaders; het mensch-dom had hem door ongehoorzaamheid beleedigd; hijj de Zoon des menschen wilde den Vader door zijne gehoorzaamheid tot den dood weder verzoenen. — Jesus dorstte naar de verlossing en zaligheid der menschen, opdat zij uit de slavernij des duivels gered, slechts den waren God zouden dienen, en in zijne dienst zouden zalig worden. Jesus dorstte naar het gezelschap van eene ontelbare menigte geredde zondaren, die weldra, gelijk de boetvaardige moordenaar aan het kruis, zich in den hemel over hunne verlossing zouden verheugen. Dewijl Jesus dan zoo dorstig [is geweest naar mijne zaligheid, zal ik dan ook niet bij hem mijn heil zoeken ? zal ik niet met vreugde tot hem ijlen, opdat hij mij zalig make? zal ik ook niet mijn best doen voor de zaligheid van mijnen naaste?

GEBED.

O mijn goddelijke Heer en Heiland, verleen mij de genade uwen geheimvollen dorst zoo te overwegen, dat ik voortaan eenen sterken dorst moge hebben naar u, naar uwe geregtig-heid, naar mijne zaligheid en naar die van mijnen naaste; dat ik alle bitterheden, welke hiermede vergezeld gaan , alle rampen welke gij mij toezendt, gewillig van uwe hand aan-neme, en de vergiftigde zoetigheden der onge-

-ocr page 328-

320 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

regelde lusten en de zondige vermaken der wereld ten eenen male verzake. Amen.

ZES EN DERTIGSTE OVERDENKING.

Het is volbragt. Joann. XIX. 30.

Nu heeft Jesus uit oneindige liefde voor ons menschen alles volbragt, alles uitgewerkt, alles gedragen, alles gedaan , wat God voor het heil der menschen, vóór den dood van Jesus vorderde.

Het is volbragt! Het in de eeuwige raadsbesluiten bepaalde oogenblik, in hetwelk de smarten des Verlossers een einde zouden nemen , is daar !

GEBED.

Het is volbragt. Ja, mijn Verlosser, van uwe zijde hebt gij alles gedaan! doch ik smeek u dringend, help mij ook volbrengen , hetgene van mijne zijde ontbreekt. Voleindig mijn heil; het heeft u te veel gekost om het onvoltooid te laten. Ik weet, dat uw lijden, hoe volmaakt en volledig op zich zeiven, mij niet zal baten, indien ik niet gelijkvormig aan u bevonden worde, indien ik de verdiensten van uw lijden mij zeiven niet toeëigene; indien ik niet volgens de leer des apostels datgene in mijn vleesch vervulle, wat aan uw lijden ontbreekt; indien ik niet door versterving en zelfverloochening

-ocr page 329-

EX IN DE VASTE.

uw voetspoor volge. Ik moet naar het voorbeeld van denzelfden apostel het geloof aan n zuiver bewaren; ik moet eenen goeden strijd strijden j mijnen loopbaan voleindigen, ten einde ik daar moge komen, waar de kroon der gereg-tigheid door u, regtvaardige regter, voor mij bewaard wordt; aan het einde van mijne loopbaan moet ik met u, o Jesus! kunnen zeggen; het is volbrayt. Dit kan ik echter niet zonder uwe genade; om deze genade smeek ik u door al uwe wonden, voor al uw vergoten bloed.

Mijn God en Verlosser! door uw bloed hebt gij mij deze genade verdiend; o i laat dezelve uit uwe heilige wonden op mij vloeijen; de zegenrijke genade, de gaaf van volharding; de kostbaarste onder al uwe gaven, opdat gij in mij volbrengt, hetgeue gij in mij begonnen hebt. Amen.

ZEVEN EN DERTIGSTE OVERDENKING.

Vader in uwe handen beveel ik mijnen geest. Luo. XXIII40.

Onmiddellijk vóór zijnen dood, beval Jesus met luider stem zijne heilige ziel in de handen des Vaders aan, en met dezelve ook te gelijk de zielen van al de menschen, voor welke hij stierf.

GEBED.

Ja, mijn God en Heiland! toen gij uwe ziel in de handen des Vaders hebt aanbevolen, hebt

321

-ocr page 330-

322 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

gij ook voor mijne ziel gezorgd; vereenig mijne ziel onafscheidbaar met de uwe, ten einde haar met de uwe aan den hemelschen Vader over te geven, want door u beu ik als een kind Gods aangenomen. Ik beveel mijne ziel aan u, wijl zij door u ook in de handen des Yaders is ; want gij en de Vader zijt een.

Bestraal mijne ziel door uw licht; sterk haar door uwe kracht; heilig haar door uwe genade; en neem haar dan, wanneer zij van het lig-chaam zal scheiden, aan in do heerlijkheid, welke gij door uwen dood verworven hebt, opdat zij u, den Vader en den heiligen Geest beminne, love en verheerlijke, tot dat gij ook het stoffelijke gedeelte, het ligchaam , opwekt en verheerlijkt, om, met haar weder vereenigd, eeuwig in hare zaligheid te deelen. Amen.

ACHT EN DERTIGSTE OVERDENKING.

Het hoofd gebogen hebbende gaf hij den geest. Joan. XIX 30.

Jesus heeft het doel zijner menschwording bereikt; hij heeft al de bitterheden van het menschelijk leven beproefd en den dood gesmaakt voor alle menschen; hij is aan den Vader gehoorzaam geworden tot dea dood des kruises.

Jems stierf! Zijn dood was het Gode beha-gelijke zoenoffer voor de zonden der wereld. Geen mensch, geen zondaar kon sterven gelijk hij. Op eiken zondaar had de dood zijn regt;

-ocr page 331-

EN IN DE VASTE.

op den Allerhoogste echter niet^ want de dood is de straf der zonde. Christus had nooit ge ■ zondigd; hij had geene eigene schulden te betalen ; in hem was hei eeuwige leven. Zijn dood is derhalve in den verhevensten zin een offer voor anderen, een offer voor ons zondaren. Ja, onze zonden droeg hij in zijn ligchaam aan het kruis. Hij, de regtvaardige, stierf voor zondaren, en bij zijnen dood boog hij nog met oneindige liefde zijn hoofd voor degenen, voor welke hij stierf — die hem aan het kruis gebragt hadden; — zijn laatste blik was nog gevestigd op hen, die hij zou verlossen; die hij wilde zalig maken !

GEBED.

O liefde — stervende liefde ! zegen mij door de verdiensten van uwen heiligen dood en ontvonk mijn hart door vurige wederliefde, opdat ik niet meer voor mij zeiven, maar slechts voor u leve — voor u sterve — u toebehoore in eeuwigheid. Lam Gods, dat geslagt zijt geworden! Gij zijt waardig te ontvangen de magt en de Godheid, de wijsheid en de sterkte, de eer, de heerlijkheid en de zegenlof in alle eeuwigheid. Amen.

323

-ocr page 332-

324 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

NEGEN EN DERTIGSTE OVERDENKING.

Josef nam het ligchaam, wond het in een zuiver linnen kleed, en legde het in zijn nieuw graf, hetwelk hij in eene steenrots had uitgehouwen. Matth. XXVII. 59. 60.

Josef van Arimathea, een der rijksten en aanzienlijksten onder de Joden; lid van don hoogen raadj die niet in den dood van Jesus had toegestemd, maar als een ware 'geloovige de verlossing van Israël verbeidde, begaf zieh, met heiligen moed bezield, tot Pilatus, en vroeg het ligchaam van Jesus; aan zijn verlangen werd voldaan. — Het schoonste, zuiverste en heiligste dat op aarde was werd zijn eigendom; hij nam het heilig ligchaam met allen mogelijken eerbied en legde het in zijn eigen nieuw graf, dat in eene steenrots was uitgehouwen. — Het was betamelijk dat hij in een nieuw graf geplaatst werd, die door zijnen dood de geheele aarde zou vernieuwen.

Ook voor mij, dierbare Verlosser! zal al het lijden en strijden een einde nemen, en weldra zal ik rusten in het kille graf. Naar uw voorbeeld wil ik steeds volharden in den strijd, tot dat ik eenmaal voor eeuwig ruste. Dc tijd van rust komt zeker eenmaal; dan zal ik ongestoorde rust en vreugde genieten, welke niemand mij kan ontnemen.

GEBED.

Jesus Christus, onschuldig Lam Gods! ik

-ocr page 333-

ÉN IN DE VASTE. 325

dank u voor uwe onbegrijpelijke groote liefde, waarmede gij zoo onvsrmoeid mijn lieil gezocht en bewerkt hebt. Ik dank u voor al uw lijden, voor het vergieten van uw bloed, voor de verduurde smarten in ziel en ligehaam. Ik bid u, voeg mij de verdiensten toe van uw bitter lijden en dood. Laat het verheven doel uws lijdens in mij vervuld worden. Schenk mij een levendig geloof, een vast vertrouwen en eeue vurige liefde. Verleen mij vergiffenis mijner zonden, vrede des harten en eene zalige gemeenschap met den Vader! Vorm mij door uwen heiligen Geest tot een waarachtig kind Gods, geleid mij in uw rijk, opdat ik eeuwig moge leven. Amen.

VEERTIGSTE OVERDENKING.

Zij gingen het graf met wachters bezetten, en den steen verzegelen. Matth. XXVII. 00.

Dit was de aanslag der hel. Satan wilde Jesus vermoorden, en nu hem in het graf opsluiten, opdat zijn ligehaam tot stof zou vergaan en zijn naam vergeten zou worden op aarde, en hiertoe leenden de verblinde, versteende en boosaardige hoogepriesters en fari-zeërs de hand. Doch wat vermag de hel, wat vermag de gansche wereld tegen God? Wie kan God hinderen in de uitvoering van zijnen heiligen wil? En in waarheid, de gedoode, de in het graf opgeslotene Jesus treedt ongehinderd uit hetzelve te voorschijn; de naam, 02 19

-ocr page 334-

326 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

dien men der vergetelheid wilde prijs geven, wordt door de gansche wereld gepredikt, en is ook aan ons bekend gemaakt! — O mijne ziel! dank God en bid Lem aan, dat zijn woord ook tot u gekomen is! Heb eerbied voor het evangelie van Jesus, dat u gepredikt wordt; verheug ii hierover. Duizenden hooren niet, het-gene gij hoort, leven in de duisternis van onwetendheid, en verlaten deze wereld zonder den troost van Jesus' heilige godsdienst. Wees echter niet tevreden met den wil van Jesus, zijn evangelie te kennen, maar leef ook volgens hetzelve.

GEBED.

Getrouwe herder mijner ziel! door uwe genade ondersteund, wil ik met geheel mijn hart aan uw woord gelooven, mijn heil in u zoeken. Jesus Christus! trek mij tot u, en leef in mij; dat het den duivel niet gelukke mij afvallig van u te maken. Geef, dat ik door mijnen wandel u verheerlijke, en eenmaal door u en in u zalig worde. Amen.

-ocr page 335-

EN IN I)E VASTE.

ZEVEN BEDEN

TOT DEN LIJDENDEN VERLOSSER.

EERSTE BEDE,

Om ware ootmoedigheid.

Goddelijke Verlosser! die om mijne zaligheid u zeiven hebt vernederd tot den dood des kruises, verhoor mijn getrouwvol gebed, en versier mijne ziel m3t ware ootmoedigheid, zonder welke geene deugd kan bestaan. Laat mij erkennen, hoe arm, zwak en onvermogend ik ben, en hoezeer ik alles, wat ik ben en bezit alleen aan uwe vaderlijke goedheid te danken heb, opdat ik nimmer aan mij zei ven iets toeschrijve. Amen.

TWEEDE BEDE.

Om christelijke liefdadigheid tot zijnen naaste.

Uit liefde voor ons menschen, hebt gij, o Jesus! U zeiven ter dood overgeleverd, en al wie uw leerling wil zijn, moet alle menschen lief hebben, gelijk gij hen hebt lief gehad; trouwens hieraan zult gij kennen of wij uwe leerlingen zijn, indien wij de liefde onderhouden jegens onze naasten; verleen mij de genade, dat ik dit onderscheidingsteeken draag, dat ik zonder nijd, haat of afgunst mijne naas-

327

-ocr page 336-

328 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

ten alle goed toeweuscli, mij met de blijden verlieug en met de droevigen ween; dat ik, wanneer liet mogelijk is, mijne naasten belangloos bijsta, dat ik de veriatenen mij aantrek, de lijdenden verkwik, en op deze wijze, u, liemelsclio Vader navolg, die uwe zon laat opgaan over goeden en kwaden, en den zondaren zoo wel als den regtvaardigen uwen vruclit-baren regen schenkt. Amen.

DERDE BEDE.

Om ware zuiverheid.

O mijn goddelijke Yerlosser! Gij hebt voor mij gebloed uit ontelbare wonden; gij zijt voor mij gestorven aan het kruis; en ik was ontaard genoeg om mij aan de onzuiverheid over te geven ? Om mijne misdaden zijt gij gewond, om mijne zonden zijt gij geslagen geworden; gij hebt mijne zonden in uw ligchaam aan het kruis gedragen, opdat ik vrede zou hebben; en ik was gevoelloos genoeg, om den prijs van uw dierbaar bloed te verachten, ondankbaai' genoeg, om mijn ligchaam aan de dienst der zonde over te geven, en een vrceselijk oordeel over mijn hoofd te trekken ? Ach, mijn liefderijke Verlosser! help mij elke zor.de van onzuiverheid met de grootste naauwgezetheid vlugten en laat ik nimmer vergeten, dat mijne ziel uw evenbeeld en mijn ligchaam een tempel is des H. Geestes, dien ik door geene ontucht mag onteeren. Sterk mij in de bekoringen, behoed

-ocr page 337-

EN US' DE VASTS. 329

mij voor de gevaren der verleiding cn der len ergernis, opdat ik zuiver en onbevlekt voor ik, uwe oogen moge wandelen. Ameu.

igquot;

ik, VIERDE BEDE,

u gt; Om chris telijke matigheid.

lat

la- Goddelijke Verzoener ! die aan liet kruis door

it- brandenden dorst gekweld met gal werdt gelaafd: ik bid u, bewaar mij voor de schandelijke drift tot onmatigheid. Laat mij steeds bedenken, dat niet mijn broos ligchaam, maar mijne onsterfelijke ziel liet edelste gedeelte van mijn wezen uitmaakt. Prent mij eenen diepen af-ior schuw in van die onteerende overdaad, welke or den mensch verlaagt onder de redelooze dieren, rd Schenk mij, hetgeen ik voor mijn leven en te vooi' mijne gezondheid noodig heli; laat mij 1, hetzelve dankbaar en bescheiden genieten, en ii; wanneer ik overvloed bezit, hiervan de ware et armen en behoeftigen ondersteunen, opdat ik i ,* meer en meer aan u moge gelijkvormig worden m in werkdadige liefde , en eenmaal met u veree-ar nigd zij a in het huis uws hemelsclien Yaders. er Amen.

el

e- VIJFDE BEDE.

1' Om ware liefde tot regtvaardigheid.

n

w Allerheiligste Jesus! beminnaar der on-

3S schuld en regtvaardigheid! voor mij hebt gij u

g door onregtvaardige en ondankbare menschen d

-ocr page 338-

330 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

laten miskennen, en ten laatste ten dood ver-oordeelen; verleen mij de genade, dat ik nimmer liefdeloos, nimmer onregtvaardig liandele jegens hen, die uwe verlosten zijn, en die ik als mijne broeder en zusters, als mede-erfgenamen des eeuwigen levens erkennen moet. Laat de deugd, liet leven, dc eer en het eigendom mijns naasten mij steeds heilig zijn; schenk mij eene vredelievende denkwijze, opdat ik liever iets afsta van mijne regten, dan mij aan het gevaar bloot te stellen van hard en liefdeloos te zijn jegens mijnen broeder. En wanneer men met mij onregtvaardig handelt, wees gij dan, dierbare Yerlosser, mijn voorbeeld; laat mij dit grootmoedig lijden gelijk gij zulks gelede nhebt.

ZESDE BEDE,

Om ware zachtmoedigheid.

Gij stierft, dierbare Verlosser! gelijk een lam, dat men ter slagtbank voert, en dat zijnen mond niet tot klagen opent. Yerleen mij de genade, dat ik mij beijveren mag zulk eene zachtmoedigheid aan te kweeken. Laat mij de beleedigingen en ongeregtigheden van dwalende of goddelooze menschen, op eene christelijke en liefderijke wijze afwenden, of met geduld en gelatenheid dezelve verdragen; help mij, ten einde de vreeselijke hartstocht van toorn of wraakzucht te overwinnen. Gij hebt uwen Vader gebeden voor uwe moordenaren; o laat mij

-ocr page 339-

EN IN DE VASTE.

door dit verheven voorbeeld geroerd worden; onderdruk in mij de misdadige neiging, om kwaad met kwaad te vergelden. Als uw leerling, mijn Jesus, moet ik immers doen liet-gene gij gedaan hebt. Ondersteun mij met uwe genade, opdat ik opregt hartelijk en liefdevol zoo als gij, moge bidden voor degenen, die mij beleedigen. Vergeef, mijn Yader! aan hen, die mij beleedigden; zij wisten niet wat zij deden. Amen.

ZEVENDE BEDE,

Om de genade van eea godvruchtig leven.

O mijn goddelijke Verlosser en Zaligmaker ! dankbaar erken ik, dat gij op aarde gekomen zijt om te zoeken en zalig te maken hetgeen verloren was. Hierom gaaft gij uw bloed en leven ten beste, opdat wij met de eeuwige ge-regtigheid verzoend, en tot kinderen Gods en erfgenamen des eeuwigen rijks verheven, in een nieuw leven zoude wandelen. Hierom bid ik u ootmoedig, verleen mij uwe hulp, om alle pligten, welke ik als christen en als burger te vervullen heb, met getrouwheid te volbrengen. Laat het voor mij eene vreugde zijn, het kwaad te laten en het goed te doen, en laat ik mij naar mijn vermogen beijveren, om nuttig te worden voor mijne medemenschen. Nu is het de tijd van arbeiden, van strijden, van zijnen geest te verheffen tot hetgene, wat eeuwig is, het uur, om zich schatten en verdiensten te

331

-ocr page 340-

332 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

verzamelen voor de eeuwigheid; met uwe genade, wil ik dezen tijd goed besteden, opdat ik eenmaal rijk in deugden en verdiensten, vreugdevol mijne oogen moge sluiten. Amen.

BESLUIT.

Van verbetoriug dos levens voor hot kruis van Jcsus.

Jesus, Zoon des levendigen Gods, Verlosser der wereld ! De overdenking van uw lijden en van uwe onbegrensde liefde jegens mij, vervult mijn liart met gewaarwordingen van dankbaarheid. Hoe zou ik nog langer een slaaf kunnen zijn mijner booze driften, mijner verderfelijke hartstochten, wanneer ik overweeg, hoe wreed gij om de zonde zijt gepijnigd geworden! Met berouw moet ik bekennen, dat ik in mijn vorig leven menige dwaasheid heb begaan, mij aan menige zware zonde heb schuldig gemaakt. — O hoe zeer moet ik dit beweeuen! hoe ondankbaar was ik jegens u! —

Yergeef mij, ontfermende Jesus! mijne vorige overtredingen; ik wil tot u, onder de vaan des kruises wederkeeren, en niet langer uitstellen mijn leven te beteren. Mij dunkt gij roept mij met eene stem vol medelijden en liefde toe: „menschenkind! zie eens, hoe ik u bemind „heb, hoe ik bloed en leven voor u heb ten „beste gegeven! Om u ben ik zoo ellendig geworden, om uwent wil ben ik gestorven, op-„dat gij eeuwig leven zoudet! Wees aiet langer „ondankbaar jegens mij, en wreed jegens u

-ocr page 341-

EN IN DE VASTE.

„zeiven; ik wil u zalig maken; loop dan niet „langer vrijwillig en blind uw verderf te ge-„moet. Ik ben bereid u vergeving te schenken; „kom slechts tot mij terug, kom tot uwen „God, die uw geluk beoogt; kind! kom tot „uwen Vader lquot; Zoo spreekt gij tot mijn hart, lijdende Yerlosser! Zie mijn Cjntfermer! hier ben ik; nooit zal ik u meer verlaten; ik omhels uw kruis; eeuwig zal ik u tocbehooren; neem mij in genade aan, en laat mij door niets meer van u gescheiden worden. Amen.

LITANIE

VAN HET LIJDEN ONZES HEEREN JESUS CHRISTUS.

Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer !

Heer, ontferm u onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons !

God, Yader in den hemel, ontferm u onzer! God Zoon, Yerlosser der wereld! God, heilige Geest, §

Heilige Drievuldigheid, één God,

Jesus, die, nadat gij het heilig avondmaal, g dat eeuwig gedenkmaal uwer liefde, in- _ gesteld en den lofzang gezegd hadt, uit- 0 gingt van Jeruzalem naar den Olijfberg, § om te bidden,

Jesus, die door de levendige voorstelling, 62 19.

333

-ocr page 342-

334 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

van uw verschrikkelijk lijden benaauwd, bedroefd en zeer beangst werd,

Jesus, die tot liet lijden bereidvaardig, u aan den wil uws hemelschen Vaders hebt onderworpen,

Jesus, die, in uwen doodsangst water en bloed zweetende, door eeneu Engel werdt versterkt,

Jesus, die door Judas Iscarioot, eenen van uw geliefkoosd twaalftal leerlingen, werdt verraden,

Jesus, die door eene bende huurlingen

gebonden werdt,

Jesus, die door uwe leerlingen werdt verlaten ,

Jesus, die gebonden naar Annas en Cai-

phas werdt gebragt,

Jesus, die van eenen dienaar eenen kaakslag hebt ontvangen,

Jesus, die door valsche getuigen werdt

beschuldigd,

Jesus, die getuigenis der waarheid gevende, als een Godslasteraar werdt ten dood veroordeeld,

Jesus, die Petrus, nadat hij u verloochend had, door eenen blik van medelijden en ontferming bekeerd hebt,

Jesus, die aan Pilatus, een heiden, werdt

overgeleverd,

Jesus, die voor Herodes gebragt, door

hem en zijn gevolg bespot werdt,

Jesus, die achter den oproerigen moordenaar Barabbas gesteld werdt.

-ocr page 343-

EN IN J)E VASTE. 835

Jesus, die wreedelijk werdt gegeeseldj Jesus, die ter bespotting met eenen purperen mantel werdt omhangen,

Jesus, die ter bespotting met doornen

werdt gekroond,

Jesus, wien men ter bespotting een riet

tot schepter in de hand gaf,

Jesus, wiens kruisdood door de Joden zei ven onder een vreeselijk geschreeuw geëischt werd,

Jesus, die door Pilatus tot den smaadvol-len kruisdood veroordeeld, en aan de woede der Joden overgeleverd werdt, g Jesus, die bij het dragen van den kruis- ^

balk, onder deszelfs zwaren last orebukt 3

gi-st, p

Jesus, die als een onnoozel lam ter slagt- 0 bank geleid werdt, §

Jesus, die van zijne kleederen ontbloot werdt,

Jesus, die gewond werdt om onze boosheden ,

Jesus, die vol verschoonende liefde uwen Vader om vergiffenis voor uwe vijanden en moordenaars hebt gebeden,

Jesus, die met de booswichten werdt gelijk gesteld,

Jesus, die nog aan het kruis gelasterd en

bespot werdt,

Jesus, die den berouwhebbenden moordenaar in genade aangenomen, en hem het paradijs beloofd hebt,

I

-ocr page 344-

336 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

Jesus, die uwe Moeder aan den lieiligen

Joannes hebt aanbevolen,

Jesus, die aan het kruis hangende geroepen hebt: Mijn God! mijn God! waarom licht gij mij verlaten?

Jesus, die in uwen dorst met azijn gelaafd werdt,

Jesus, die betuigd hebt, dat alles volbragt

was, wat wegens u gesehreven was, Jesus, die stervende uwen geest in de handen uws Vaders hebt aanbevolen,

Jesus, die, uw hoofd buigende, onder een

luid geroep den geest hebt gegeven, Jesus, door wiens sterven de honderdste man en velen uit het volk bekeerd werden,

Jesus, wiens zijde met eene speer doorstoken werd,

Jesus, uit wiens doorstoken zijde water en

bloed vloeide,

Jesus, wiens ligchaam door twee eerwaardige mannen van het kruis genomen en begraven werd,

Jesus, die na uwen dood zijt nedergedaald ter helle, om de zielen der afgestorven regtvaardigen te troosten en te verlossen, Jesus, die op den derden dag na uwen dood, vol heerlijkheid uit het graf verrezen zijt, Jesus, die de levenden en dooden zult

komen oordeelen.

Wees genadig, spaar ons, Jesus!

quot;Wees genadig, verhoor ons, Jesus!

-ocr page 345-

EN IN DE VASTE. 337

Wees genadig, verlos ons, Jesus!

quot;Van alle zonden.

Van eenen haastigen en onvoorzienen dood, Van de listen des duivels.

Van gramschap, haat en allen kwaden wil. Van pest, hongersnood en oorlog.

Van den eeuwigen dood, o

Door uwen doodstrijd en bloedig zweet,

Door uwe geeseling en uitgestane mishan- m delingen, b

Door uwe doornen kroon.

Door uw kruis en lijden, ^

Door uwen dorst, §

Door uwe tranen en naaktheid, —

Door uwen dood en begrafenis.

Door uwe heilige verrijzenis.

Op den dag uws oordeels,

Wij zondaren, wij bidden u, verhoor ons, Jesus!

Dat gij ons wilt deelachtig maken aan de _3.

vruchten van uwen kruisdood,

Dat gij ons in de genegenheid wilt op-wekken, om uw lijden en dood menigmaal met een gevoel van dankbaarheid te overdenken.

Dat wij de dwaasheid des kruises hooger ^ mogen achten, dan de wijsheid der we- p-reld, o

Dat wij van de vlekken der zonde gezui- s verd, u, o Jesus! niet weder door onze zonden kruisigen en tot spot en schande stellen,

P-.

O ö

CD

-ocr page 346-

338 OEFENINGEN 01' DE 1EESTDAGEN

Dat wij door uw kruis de wederwaardigheden des levens leereu verdragen.

Dat gij ons vertrouwen altijd op de ver-diensten van uw lijden en van uwen kruisdood stellen, waardoor wij de ver- HLquot; lossing, liet leven en de zaligheid be- ^ komen,

Dat wij, het voorbeeld van uw lijden steeds ? voor oogen hebbende, uwe voetstappen lt; navolgen, g-

Dat wij ons vleesch kruisigen met zijne o driften en begeerlijkheden, 0

Dat wij uit uw lijden leeren kennen, hoe g

afgrijsselijk de zonde is.

Dat gij door uwen kruisdood ons wilt ^ troosten en versterken in het uur van g onzen dood, ~

Dat gij door uwe verdiensten ons de eeuwige zaligheid wilt doen verwerven. Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld

wegneemt, spaar ons, Jesus!

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld

wegneemt, ontferm u onzer, Jesus! Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld

wegneemt, ontferm u onser!

Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer!

Heer, ontferm u onzer!

Wij aanbidden u. Heer! Jesus Christus, en wij loven u, wijl gij door uw heilig kruis de wereld verlost hebt.

-ocr page 347-

EN IN DE VASTE.

GEBED.

Wij bidden u, o Heer! zie genadiglijk neder op uw volk, voor hetwelk onze Heer Jesus Christus, in de handen der zondaren heeft willen overgeleverd worden, en den kruisdood heeft willen sterven, die met n, in de eenheid des H. Geestes leeft en regeert, God in alle eeuwigheid. Amen.

OP WITTEN DONDERDAG.

Dankzegging voor liet instellen van het Allerh.

Sacrament des Altaars.

Jesus! mijn Heer en mijn God! grootste weldoener en vriend mijner ziel! mijn redder, mijn eenige goed! Gij hebt de uwen, die in de wereld waren bemind, ja tot het einde toe bemind, en op den huidigen avond, voor dat gij heen gingt om voor onze zaligheid te sterven, het allerheiligste Sacrament des Altaars ingesteld, als een gedenkmaal uwer onuitsprekelijke liefde, en als een onderpand des eeuwigen levens.

Aanbiddenswaardige Godmensch ! ik dank u voor uwe liefde, dat gij onder ons wilt wonen, ons voortdurend zegenen en onze zielen voeden wilt ten eeuwigen leven. Wie zou zulk een wonder van liefde kunnen gelooven, indien gij zelf het niet gezegd hadt. — Gij zijt de waarheid; hierom geloof ik met de Katholieke Kerk uwe ware en wezenlijke tegenwoordigheid met

339

-ocr page 348-

340 OEFENINGEN O!' DE FEESTDAGEN

vleescli en bloed, met ziel en ligchaam, met Godheid en mensclilieid in liet allerheiligste Sacrament des Altaars. Mijne gansche ziel aanbid u; in vervoering mag ik uitroepen : waar is een volk, hetwelk de Heer zoo nabij is, als hij bij ons is !

Lof en eer zij u. God der majesteit en dei-eeuwige ontfermingen! Hemel en aarde zijn vol van uwe heerlijkheid. Lof en eer zij u. Zoon des eeuwigen Vaders! die als een Vader onder zijne kinderen, als een vriend onder zijne vertrouwelingen , als eene dierbare weldoener onder hulpbehoevende menschen woont. Hoe vertrouwelijk kan ik mij tot u wenden, oneindige liefde ! Trouwens bij de instelling van dit heilig Sacrament was uw doel, dat wij dankbaar zouden gedenken, hoe veel goeds gij ons bewezen hebt, dat wij u in de heilige communie zouden ontvangen en uw offerdood op eene onbloedige wijze zoude hernieuwd worden. Hierom woont gij in ons midden, liefderijke Verlosser! opdat wij bij u raad zouden vinden in verlegenheid; bescherming in gevaren, sterkte tegen de bekoringen, troost ten tijde van droefheid en lijden, en hulp in allen nood. Gij wilt ten opzigte van ons allen in den eigenlijken zin datgene waar maken, wat gij weleer tot uwe apostelen gezegd hebt: „Ik ben met ulieden tot aan het einde der wereld.quot;

Mijn weldoener! God der zuiverste, dei-heiligste liefde! aan u wijd ik mijn hart toe; het bemint u, en het is slechts bedroefd, dat

-ocr page 349-

EN IN DE VASTE. 341

liet ii niet ten allen tijde heeft bemind; en dat het thans u nog niet zulk eene vurige liefde toedraagt als ik wenscli. Laat mij steeds meer en meer van getrouwe vaderlijke liefde en zorg overtuigd en doordrongen worden, opdat ik steeds dankbaar, getror.w en bestendig u mijne wederliefde betoone, opdat ik hate, hetgene gij haat, en hetgeen mij diep rampzalig maakt, — de zonde; en beminne, hetgene gij bemint, de deugd. Hierin bestaat de dankbaarheid, welke gij voor uwe belanglooze liefde van mij verlangt, en welke ik u volgaarne wil betoo-nen. Alwetende! aan wien de geheimste gevoelens en gewaarwordingen mijns harten bekend zijn, gij ziet mijnen opregten wil om deugdzaam te worden, om in uwe voetstappen te treden en u na te volgen; gij kent echter ook de zwakheid, de ijdelheid en onbestendigheid mijns harten, en hierom hoop ik, dat gij mij niet zult verlaten. Ik vertrouw op u, die inij helpt en ondersteunt.

Liefdevolle Jesus! zegen deze mijne voornemens ! dit oogenblik zij het begin van een nieuw leven. Al hetgene ik denk, spreek of verrigt, zij u geheiligd. Niets zal mij van u kunnen scheiden. Ik leef, doch ik niet meer, gij, mijn Jesus ! leeft in mij, gij zijt mijn leven , en sterven is een gewin voor mij. Amen.

Verzuchtingen tot Josus iu het Allerh. Sacrament.

O oneindig geheim, aan hetwelk de huidige dag ons herinnert! O wonder der almagt en

-ocr page 350-

342 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

goedheid, dat een arm, zondig inensch zijnen Heer en God zal nuttigen ! Mijn God en Heiland! hoe onbegrijpelijk groot zijn de bewijzen uwer liefde! Met uw eigen vleesch en bloed wilt gij ons een kostbaar, een hemelsch gastmaal bereiden, en u zclven geven tot eene spijs ten eeuwigen leven! — 0 levendig! o oneindig zalig brood, dat ons het leven der ziel mededeelt ! met den diepsten eerbied werp ik mij voor uw heilig altaar neder, om u te aanbidden. — Jesus, mijn leven en mijn alles! naar u verzucht mijn hart; naar de vereeniging met u verlangt mijne ziel! Bestraal dezelve met het licht des geloofs, ontvonk mijn hart door het vuur uwer liefde; schenk mij een onwrikbaar vertrouwen, opdat ik op dezen plegtigen en heiligen dag, het geheim van uw ligchaam en bloed met vurige godvrucht vereere en aan-bidde, en deze heilige spijs mij steeds verstrekke tot het leven mijner ziel en tot een versterkend middel in mijne zwakheid. Jesus! wees mij genadig; schenk mij de vergiffenis mijner zonden , en geleid mij ten eeuwigen leven. Amen.

Litanie van het H. Sacrament des Altaars, bl. 234.

BEMERKING.

De Christen kan hij het bezoeken en aanbidden van Jesus in het allerheiligste Sacrament — op dezen dag een heilig en pligtmatig gebruik — behalve van deze gebeden, zich ook zeer geschikt

-ocr page 351-

EN IN DE VASTE. 343

bedienen van de gebeden voor het heilig graf van Jesus, op goeden vrijdag en van de gebeden op den H. Sacramentsdag.

OP DEN GOEDEN VRIJDAG.

Geboden gedurende de plegtigheden van dezen dag.

Heiliger dan ooit een dag, mijn Heer, mijn God en Heiland! zij mij deze dag, aan de gedachtenis van uw onbeschrijfelijk lijden en van uwen smaad vollen dood voor het zondige menschdom toegewijd. Uw heilige Geest ont-vonke dan in mijn hart de innigste, de heiligste wederliefde en trouw voor uwe onuitsprekelijke liefde tot in den dood.

Deze dag onzer verlossing van de zonde en van de eeuwige verdoemenis, deze dag van heil en zaligheid voor ons, welk een verschrikkelijke dag was dit voor u, allerreinste onschuld! Lijden verdrong lijden, mishandelingen verdrongen mishandelingen, smarten verdrongen smarten!

Ik aanbid u, eeuwige, allerzuiverste liefde, ook voor mij doemwaardigen zondaar leedt gij vrijwillig al deze pijnen; uit uwe wonden vloeide mijne redding en mijn heil voor eeuwig! Niets zal voortaan mij scheiden van u, o eeuwige liefde! Ik aanbid u, geduldig Lam Gods, dat u ter slagtbank liet voeren zonder uwen mond te openen! U wil ik navolgen; het lijden

-ocr page 352-

344 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

en de rampen dezes levens wil ik met geduld en met overgeving in den goddelijken wil dragen.

Ik aanbid u, allergehoorzaamste Zoon des liemclsclien Vaders! die gehoorzaam zijt geworden tot den dood, — ach! en tot welken dood? tot den smartvolsten, den geweldigsten en allerpijnlijksten dood lt;=— tot den dood des kruises! —

Welbehagen des Vaders, vreugde des hemels, eer der menschheid! mijne toevlugt in lijden, mijne hoop in het uur des doods, mijn heil in eeuwigheid! Ik wil — o bevestig en versterk gij mijnen wil door uwe genade — ik wil van dit oogenblik af de zonde, welke u aan het kruis deed sterven, verfoeijen en vlugten als het grootste kwaad ! — Ik wil de zonde afsterven, wijl gij voor de zonden gestorven zijt, en aan u gehoorzaam zijn tot den dood, gelijk gij aan uwen hemelschen Vader zijt gehoorzaam geweest tot den dood des kruises! Zegen, o gekruisigde Jesus! zegen mijn voornemen, en verleen mij uwe genade, opdat ik uwen heiligen sterfdag heilig gedenke, en aan de verdiensten van uw bitter lijden en dood deelachtig worde.

Wanneer de Priester het kruis ontbloot, en hetzelve ter vereering aan het volk vertoont.

13eschouw mijne ziel! het kruishout, aan hetwelk het heil der wereld gehangen heeft, kniel neder en aanbid uwen Verlosser.

-ocr page 353-

£N IN DE VASTE. 345

Dierbaar zijt gij mij, o kruis! want aan u hing ons heil, ons leven; aan u hing hij, die onze verrijzenis is. Gij zijt mij een eerwaardig teeketi, want door den dood van Jesus aan u zijn wij kinderen Gods geworden. De moordenaren van Jesus kozen u, o kruis! tot werktuig hunner wreedheid; Jesus echter, mijne eenige liefde koos u, om aan u het werk der verlossing te voltrekken; genen kozen u, om aan u den regtvaardige te dooden; hij koos u, om door u den zondaar van den dood te redden.

Ik stel mijnen roem in het kruis van onzen Heer Jesus Christus. Hij is ons heil, ons leven en onze verrijzenis. Door hem zijn wij geheeld en verlost geworden.

Gebed tot Jesus.

Aan dit kruis, o Jesus! hebben uwe liefde tot mij, mij tie ondankbaarheid en mijne zonden u geklonken! Gij lijdt, gij bloedt, gij sterft den smartvolsten dood, wijl ik den dood verdiend had.

O liefde zonder palen! Zal ik dan nog langer de zonde aankleven, en gevoelloos blijven jegens u ? Neen! mijn berouw over mijne zonden vereenig ik met uw lijden; gelijk uw bloeden uwe wonden bij den hemelschen Vader om vergeving roepen, zoo roep ik ook tot hem en zeg: God van barmhartigheid! voor uw heilig aanschijn en voor mijnen stervenden Verlosser, verzaak en verfoei ik al mijne zonden en mis-

-ocr page 354-

346 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

daden, en ik neem het vaste besluit, om de zonden af te sterven, gelijk gij voor de zonden gestorven zijt, en met uwe genade een nieuw, i u beliagelijk leven te beginnen. Heb medelijden met den verdwaalde! Uw eeniggeboren Zoon lieeft mij opgezocht, en mij gevonden; en nu sta ik voor u, o mijn God! vol berouw en scliaamte. quot;Vergeef mij mijne zonden; wiscli mijne schulden uit door de verdiensten van Jesus Christus; schep in mij een nieuw zuiver hart; wasch mij in het bloed des lams, dat op het altaar des kruises voor ons is geslacht geworden. Amen.

Dankgebed tot den Verlosser aan Let krnis.

Ik zou verloren geweest zijn, liefderijke ontfermer, Jesus Christus, indien gij geen medelijden gehad liadt met mijnen treurigen toestand. Uit liefde tot mij verliet gij de heerlijkheid des hemels, naamt gij de gedaante eens dienstknechts aan, en leidet gij gedurende drie en dertig jaren een arm en kommervol leven; uit liefde tot mij werdt gij aan uwen Vader gehoorzaam tot den dood, om voor mijne i ongehoorzaamheid te voldoen, en gij werdt vrijwillig het offer voor mijne zonden en voor die van alle menschen. Gij leedt de wreedste mishandelingen uwer vijanden, om mij voor de pijnen eener ongelukkige eeuwigheid te behoeden ; uw bloed kocht mij vrij uit de vreese-lijke dienstbaarheid der zonde; uw dood werd

mj vo ah ve en de

o J

UM U

du los ik vo uk mi he tei na za] ce:

(L:

-ocr page 355-

UN IN I'E VASTÉ. 347

mijn leven. Gij waart liet, die het hemelrijk voor mij opendet, die mij als uwen broeder, als erfgenaam uwer heerlijkheid aannaamt; gij verwierft mij de liefde uws hemelschen Vaders, en verhieft mij tot de waardigheid zijner kinderen. Gij zijt mijne hoop en mijne toevlugt; o hoe zal ik, hoe kan ik n genoeg danken voor uwe liefde ? Gij zelf hebt mij geleerd, hoe ik u danken moet: die mijne geboden onderhoudt, die is het, die mij bemint. Zie, goddelijke Verlosser! ik neem mijne toevlugt tot uw kruis; ik stel mijnen roem in hetzelve; ik zal leven volgens uwen wil. De weg der deugd moge met doornen bezaaid zijn; het is genoeg voor mij, dat gij denzelven bewandeld hebt. Gij hebt voor mij geleden, mij een voorbeeld achterlatende, opdat ik uwe voetstappen zoude navolgen; verleen mij hiertoe uwe genade. Dan zal ik, na hier met u te hebben geleden, ook eenmaal met u vereenigd worden.

(Litanie van het lijden onzes Heeren Jesus Christus en de zeven beden tot den lijdenden Verlosser. Bladz. 327—333.)

-ocr page 356-

348 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

GEBEDEN

VOOR HET HEILIGE GRAF VAN JESÜS.

I. Om (ie genade, het lijdeu en sterven des Heeren steeds te gedenken en met Hem te lijden.

(Thomas h Kempis.)

Jesus Christus, Zoon des levcndigen Gods, mijn Heer en mijn Heiland! Gij zijt in de wereld gekomen, om voor mij te lijden, en aan liet kruis te sterven; prent tocli dit uw lijden en sterven diep in mijne ziel, en verleen mij de genade, dat ik in uwe voetstappen trede en u navolge ; dat ik alle beleedigingen en rampen als van uwe hand aanneme, en mij verlieuge, ook iets voor u te kunnen lijden. Indien de mensclien mij ook met alle bedenkelijke smaadwoorden overlaadden, wat zou dit nog zijn in vergelijking hij lietgene gij voor mij geleden liebt? en nu zou het mij te veel zijn een hard woord of eene onvriendelijke bejegening te verdragen? — Ver zij van mij elke klagt, elke onwilligheid om te lijden; met heilig geduld en met verootmoediging des harten, wil ik bij elke gelegenheid bekennen, dat mijne zonden onvergelijkelijk meer verdiend hebben, dan de mensclien mij kunnen-aandoen.

Ik heb de ware liefde niet, indien ik aan mijne beleedigers niet van ganschsr harte vergeef, indien ik geen medelijden met hen heb, niet voor hen bid, hen niet voor u en voor dc

-ocr page 357-

EN IN DE VASTE. 349

raensclicn verontschuldig, en u niet dankbaar ben, dat gij mij de gelegenheid gaaft om mij in geduld te oefenen. Schenk mij toch de ware liefde, welke dit alles gaarne doet. Ik heb nog zooveel te boeten, indien ik voor mijne overtredingen voldoen wil. En door het mij aangedane ongelijk met geduld te verdragen, te vergeven en voor mijne vijanden te bidden, kan ik ook voor de nog overgeblevene straffen mijner zonden voldoen. Gij, de reinste onschuld, die aan het kruis badt voor degenen, die u kruisigden, hebt mij het voorbeeld der ware liefde gegeven. Bid ook voor mij zondaar tot den Vader, opdat hij de verdiende straffen kwijtschelde, en zijne liefde en genade mij weder schenke. Gij zijt onze regtvaardige en getrouwe voorspreker bij den Vader; gij hebt ons vrijgekocht door uw bloed, en door uw heilig voorbeeld uitgenoodigd, om u in volmaakte ootmoedigheid, zachtmoedigheid en geduld na te volgen.

Verleen mij de genade, dat ik ten tijde van rampspoed niet afwijke van den weg des gedulds, hoezeer hij ook met doornen moge bezaaid zijn. Maak, dat ik bereidwillig over de doornen tot u kome, en mij weldra verheuge in u redding en hulp gevonden te hebben. Ach, hoe vele doornen liggen niet op onzen weg! wie zal hem kunnen bewandelen zonder den moed te verliezen ? Ik ten minste verlies denzelven zeer spoedig; dit ziet gij, o God! zoo dikwijls gij mij kleine beproevingen toezendt.

62 20

-ocr page 358-

350 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

Open voor mij de sctatkamer uwer ontfer-U-iingen, en ontdek voor mij het wondervolle en verhevene geheim van uw lijden, in hetwelk elke zwakke en elke lijdende kracht en sterkte vindt; door hetwelk elke regtvaardige wordt aangevuurd, en elke boetvaardige zondaar getroost wordt.

Mijn Jesus, bron van genade! leer mij de bitterheid kennen van uwen lijdenskelk, ten einde hierdoor het bittere, dat ik moet smaken verzoet worde. Doorboor mijne handen en voeten met de nagelen uwer liefde, opdat er niets ijdels of vleeschelijks meer in mij leve. Leef gij in mij, en maak dat ik in u leve, en laat niets meer in staat zijn ons te scheiden. Noch voorspoed, noch tegenspoed scheide mij van uwe liefde; hetzij in leven of dood, ik zal bereidwillig uwe stem volgen. Uw kruis make zulk eenen indruk op mij, dat ik vermaak schep in liet mijne. Ik heb het bereids op mij genomen, bij den aanblik van het eeuwige leven; doch ik bezwijk onder hetzelve, indien uwe hand mij niet ondersteunt; doch indien zij mij ondersteunt en geleidt, dan wordt uw last ligt voor mij, en de doornenweg wordt een rozenpad.

Liefderijke Jesus! de oogenblikken, welke ik bij u doorbreng zijn hoogst dierbare oogenblikken. Prent derhalve de gedachtenis van uw lijden en van uwe liefde diep in mijn hart, en trek mij geheel tot u, opdat ik de zoetigheid uwer liefde meer en meer smake, niet vermoeid worde in uwen lof te zingen en mijn leven naar uw voorbeeld inrigte. Amen.

-ocr page 359-

EN IX DE VASTE.

II. Om de genade eener vruchtbare overdenking van 's Heüands lijden.

(Thomas h Kempis.)

Gij mijn goddelijke Heer eu Heiland, Jesus Christus! liebt voor mij gebloed aan het kruis, zie, ik lig in het stof voor hetzelve. Om eene zaak slechts smeek ik u, namelijk, laat mij een innig en heil aanbrengend medelijden gevoelen met u en met uwe geliefde Moeder Maria; laat mij met Joannes onder het kruis, van hetwelk uw bloed voor mij afstroomde, tranen van ver-teedering en liefde plengen.

Vervul gij, van wien alle goede gaven afdalen, dit mijn verlangen naar uwe verheerlijking. Mogt gij, mijne liefde, aan het kruis geklonken, uwe Moeder en uw leerling Joannes naast hetzelve staande, steeds het voor-werp mijner overdenkingen zijn, laat bij deze beschouwing mijn hart zich meer ontsluiten en mijne gevoelens meer aan de uwen gelijkvormig worden. Uwe kruisiging zij het geliefkoosde voorwerp mijner overdenkingen en de smarten uwer Moeder verstrekken mij tot troost.

Hoe zou ik uwen schrikvollen dood kunnen aanzien, zonder dat mijn hart door medelijden bewogen werd, en mijne oogen in tranen wegsmolten ? — Laat mij dierbare Jesus! bij de overdenking van uw bitter lijden en dood, steeds die gevoelens van medelijden, van liefde

351

-ocr page 360-

352 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

en van gehoorzaamheid in mij ontwaren, welke gij aan zoo vele godvruclitige zielen geschonken hebt.

ITI. Voornomou, om de zonde af te sterven, gelijk Christus voor do zonde gestorven is.

(Naar een gebed des H. Augustinus.)

Wat hebt gij misdaan, minzame Zoon! dat men u veroordeelde? Waardoor hebt gij gezondigd , liefderijke Jesus! dat men u zoo wreede-lijk mishandelde? — Wat was uwe schuld, uwe misdaad ? was ik welligt de oorzaak, dat men u doemde tot den dood der grootste boosdoeners? — Ik, ja ik ben de oorzaak van uw jijden j ik ben de oorzaak van uwen dood ! Ik ben do zondaar, voor wien gij gestorven zijt! op mij rustte de misdaad, welke gij door uwen dood wildet uitwissehen! Ik heb uwe wonden geopend, en al die onuitsprekelijke smarten voor u bereid! hoe wonderbaar is deze tuchtiging ! hoe geheimvol dit raadsbesluit! hoe aanbiddenswaardig uw verzoeningsdood, o Jesus ! —

De misdadige komt vrij, en aan den onschuldige wordt de zonde gestraft! .De schuldige ontgaat de wraak, en de regtvaardige wordt veroordeeld ! Hetgene de booze verdiend heeft, lijdt de vrome. Voor hetgene de knecht schuldig is; boet de Heer! Hoe diep, o Zoon Gods ! hoe diep hebt gij u in uwen ootmoed vernederd! hoe ver heeft uwe liefde u gedreven!

-ocr page 361-

EN IN DE VASTE. 353

Ik heb ongeregtighcden gepleegd, en gij leedt de straffen. Ik was hoogmoedig', en gij hebt u om mij verootmoedigd; ik was ongehoorzaam, eu gij zijt voor mij gehoorzaam geworden tot den dood, ja tot den dood des kruises; ik volgde mijne ongeregelde hartstogten, en gij volgdet voor mij de neiging uwer liefde om voor mij te sterven; ik was onmatig, en gij versmachttet van dorst aan het kruis, ik voldeed aan mijne zinnelijheid, en gij dronkt voor mij gal; ik misbruikte mijn ligchaam om te zondigen, gij echter liet het uwe met spijkers doorboren.

Heer der heerlijkheid, hoe groot is uwe barmhartigheid, en hoe veelvuldig daarentegen mijne boosheid! Hoe zal ik uwe liefde vergelden ? In het menschelijk hart kan wel is waar niets gevonden worden, hetgeen met het offer eener dusdanige liefde gelijk staat, en het menschelijk verstand kan niets uitvinden, hetgeen met de barmhartigheid Gods kan vergeleken worden.

Onvergelijkelijk zijn uwe ontfermingen, o God! ik kan slechts verslommen, door uwe genade ondersteund, aanbidden! mijn vleesch met deszelfs begeerlijkheden kruisigen, voortaan voor u leven, mijn kruis dragen cn voor u sterven.

Geef aan mijne gewonde ziel hare vorige gezondheid weder. Vervul mijn hart met ware wederliefde, opdat ik de wereld verachte, en de zonde verfoeije als het grootste kwaad. Ik smeek u, dierbare Jesus! laat niets mij 62 20

-ocr page 362-

354 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

liefelijk, beliagelijk of bekoorlijk zijn buiten u. Laat mij steeds verlangen, hetgene gij verlangt; haten, hetgene gij haat. Uw naam zij verkwikking voor mij, en de herinnering aan u, mijn troost. Laat mij u, steeds getrouw blijven in mijn leven en bij mijnen dood ! Ja, mijn Jesus! voor n wil ik leven, voor u wil ik sterven, aan u wil ik toebehooren, in mijn leven en na mijnen dood. Amen.

IV. Dankbetuiging voor het lijden van Jesns.

(Thomas a Kempis.)

Eeuwige dank en lof zij u gewijd, heiligste onder de kinderen der mensehen! Hoe dierbaar moet ik niet zijn aan uw hart, daar gij voor mij het kostbaarste — u zei ven gegeven hebt! Elk uwer wonden is een bewijs uwer vurige liefde voor mij; ach, mogten dezelve diep in mijn hart gedrukt zijn!

Uw kruis werd een boom des levens, een boom van eer en zaligheid, en hemelsche vertroostingen stroomen van denzelven in het gewonde, in het lijdende menschenhart. Onder het kruis, waar Maria en Joannes zich bevonden , wil ik ook staan, en in heiligen weemoed overdenken, wat gij, mijn Verlosser! voor mij geleden hebt, ten einde meer en meer aan u gelijkvormig te worden.

Uw aangezigt, weleer zoo schoon, is nu niet meer kenbaar! Het was de vreugde der Engelen , het schitterde op Thabor helderder dan de

-ocr page 363-

EN IN DE VASTE.

zou; en nu is alle sclioonlieid verdwenen, en wel, opdat ik uw goddelijk aanscliijn eeuwig zou mogen aanschouwen.

Gij zijt van alles, zelfs van uwe kleederen beroofd geworden, opdat ik mijn liart van alle ongeregelde liefde en verknoclitlieid aan de goederen dezer wereld zoude losmaken, u navolgen, en met het kleed der eeuwige heerlijkheid zou versierd worden.

Gij werdt bespot en veracht, ten einde mij ellendige met eer te overladen. Gij werdt beschuldigd, opdat ik in u eenen middelaar zou erlangen. Gij werdt veroordeeld, om mij aan de eeuwige verdoemenis te ontrukken; gebonden, om mij los te maken van de boeijen dei-zoude ; gegeeseld, opdat ik niet met de verworpelingen zou gepijnigd worden. Uwe kroon was van doornen, opdat eene onverwelkbare kroon eenmaal op mijn hoofd zou schitteren.

Men geleidde u buiten Jerusalem, om u te kruisigen; hierdoor zou ik worden teruggevoerd naar het hetnelsche Jerusalem, om mij daar eeuwig te verblijden.

Gij droegt uw kruis, opdat ik mij zeiven zou verloochenen, mijn kruis dragen en u navolgen. Zij hechtten u aan hetzelve, opdat de wereld voor mij, en ik voor de wereld zou gekruist zijn. Uw ligchaam werd in de hoogte geheven, opdat mijn hart zich tot het hemel-sche zou verheffen. In den bittersten doodsangst voeldet gij u door uwen Vader verlaten, opdat ik in al mijnen nood, doch inzonderheid

000

-ocr page 364-

356 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

in liet uur des doods in u eenen barmhartigen lioogepriester zou vinden. Uw hart was vol medelijden voor uwe Moeder en voor uwen leerling Joannes, om mij medelijden te leeren. Gij badt voor uwe vijanden, opdat ik mijnen beleedigers van harte zou vergeven, en het oordeel aan u zou overlaten. Gij volbragt het werk der verlossing, om ook voor mij vergiffenis , genade en het eeuwige leven te verwerven. Gij liet uw hart doorboren, opdat het bloed mij van het eeuwige verderf zou bevrijden, en het water, dat uit hetzelve vloeide, mij zoude zuiveren van alle zonden. Gij boogt uw hoofd, dierbare Josus! ach neig het ook tot mij, als een teeken uwer liefde; mijn hart welle tot u op, als een teeken mijner innigste wederliefde. Zonder u kan ik niet leven; met u te sterven, is mijn gewin. Bij uw heilig graf, aanbiddenswaardige Verlosser der menschen! wil ik den ouden mensch en alle zondige neigingen begraven; voor u wil ik — versterk gij mijnen zwakken wil door uwe heiligmakende genade — voor u wil ik eene woning bereiden in mijn hart, opdat door u de nieuwe mensch in mij worde opgewekt, opdat ik met u van den dood verrijze, en in het nieuw leven der eeuwige gelukzaligheid u aanschouwe. Amen.

-ocr page 365-

Tf

EN IN DE VASTE.

V. Heer! ontferm ü mijner, om de verzoening van uwen Zoon.

(Naar den H. Augustinus en den H. Anselmus.)

Almagtige God en Yader! ik smeek u dooide liefde j welke uw almagtige Zoon n toedraagt, en welke gij voor hem gevoelt, zie neder op mij zondaar, en ontferm u mijner! Hetgeen het kostbaarste is in uwe oogen, en het heerlijkste in den hemel en op aarde, breng ik u met den diepsten ootmoed ten offer, namelijk, uwen geliefden Zoon Jesus Christus, mijnen Voorspreker, mijnen Middelaar tusschen u en mij, door wien ik zeker hoop vergiffenis te zullen bekomen.

Vader! zie met welgevallen neder op den Zoon, dien gij voortgebragt hebt, en op den knecht, dien gij verlost hebt. Zie den Verlosser aan, en verstoot zijne verlosten niet! Deze is de getrouwe herder, die het afgedwaald schaap op verschrikkelijke bergtoppen, en bij vreese-lijke afgronden met onbeschrijfelijke moeite heeft opgezocht. Het lag reeds te sterven, en hij, zeer verheugd hetzelve gevonden te hebben, koesterde het, verwarmde het aan zijn van liefde gloeijend hart, overlaadde het met bewijzen van teederheid en droeg het naar de kudde terug.

Zie, mijn Heer en mijn Koning! almagtige God! de goede herder brengt u heden, hetgene gij hem hebt toevertrouwd! Hij had op zich

357

-ocr page 366-

358 oefeningen op de feestdagen

genomen, het menschclom te verlossen, en hetzelve weder behagelijk te maken in uwe oogen!

— Ja, uw geliefde Zoon heeft het afgedwaalde schaap weder tot u terug gevoerd. Hij heeft den trouweloozen knecht weder met u verzoend, zoodat dezen door dien getrouwen herder vergiffenis zijner zonden kan hopen, en ofschoon hij de helsche straften verdiend heeft, met vertrouwen zijnen blik kan vestigen, op de eeuwige heerlijkheid.

Heilige Vader! ontferm u mijner, en schenk mij de vergiffenis mijner zonden, om de onuitsprekelijke verdiensten van uwen Zoon, Jesus !

— Verleen mij, dat ik voor mijnen hoogmoed zijne ootmoedigheid, voor 'mijne onverduldigheid zijn geduld, voor mijne hardheid zijne goedheid, voor mijne traagheid tot het goede zijne bereidwilligheid, voor mijne onrust zijne gelatenheid, voor de bitterheid mijns harten zijnen zoeten vrede, voor mijnen toorn zijne zachtmoedigheid, en voor mijne vijandelijke gezindheid zijne liefde moge bezitten, en door getrouwe navolging van zijnen wandel, eenmaal als zijn leerling moge erkend, en in uwe woningen, o hemelsche Vader, binnen geleid worde. Door denzelfden Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Zie verder: De overdenkingen over het lijden van Jesus in de vaste, de zeven beden tot den Verlosser en de litanie van het lijden.

-ocr page 367-

EN IN DE VASTE.

HET PAASCIIFEEST. OVERDENKING,

Hij is verrezen, gelijk Rij gezegd heeft.

Malth. XXVIII. 6.

Alleluja! Jesus leeft! De lieerlijkste en gelukkigste aller dagen is aangebroken; Alleluja! De zonde is uitgewisclit, de hel en de dood zijn overwonnen; Alleluja! Jesus verschijnt in zegepraal; hij toont zijne iruigt, ten einde al zijne vijanden te beschamen ! Alleluja ! — Hij heeft den dood overwonnen. De levendige tempel der Godheid, dien de wreedheid der Joden vernietigd had, is weder opgebouwd. Alleluja! De goddelijke leeraar, die uit den hemel is nedergedaald, heeft op zijne heilige leer het laatste zegel der waarheid gedrukt. Alleluja ! De ziel van den Godmensch is wedergekeerd uit het voorgeborgte , in hetwelk zij was nedergedaald , om de heilige aartsvaders en andere regtvaardigen, die sedert eeuwen hare neder-daling verlangend hadden te gemoet gezien, door hare tegenwoordigheid te troosten en van daar met zich te voeren. Alleluja!

Het heilige ligchaam is weder bezield! hij heeft zich van de banden des doods bevrijd, en het graf verlaten. Alleluja! En als zege-teekenen prijken nu zijne onlangs nog versmade wonden, aan zijn verheerlijkt ligchaam. Alleluja! Be Heer is verrezen! De steenrots

359

-ocr page 368-

360 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

beeft; een Engel uit den hemel wentelt den steen ui, en de wacliters zijn door schrik als dooden. Alleluja ! — Het graf is ledig. Slechts de zweetdoek en het overige lijnwaad wordt nog in hetzelve gevonden. De Heer is verrezen. Alleluja! Jesus heeft zijn verheerlijkt leven begonnen, in hetwelk wij ook eenmaal na onze verrijzenis zullen deelen, indien wij hier deel nemen in de versmaadheid van zijn kruis. Alleluja!

Overdenk opmerkzaam deze wonderen, mijne ziel! welke voor u eene bron zijn van leven, van genade en zaligheid. Geef u over aan heilige vreugde, en wensch Jesus, uwen Heiland geluk met het nieuwe leven, en met de dubbele overwinning, welke hij over den geestelijken en ligchamelijken dood behaald heeft. Begeef u lieden in het gezelschap der godvruchtige vrouwen, die Jesus in het graf zoeken; vraag met hen den Engel des Heeren, en hoor uit zijnen mond; Hij is verrezen, hij is hier niet.

Zoo is de versmading in eer veranderd geworden! Zoo heeft zijn dood het leven bewerkt! Het kruis is nu de heerlijke schepter van hem, wien alle magt in den hemel en op aarde gegeven is; Golgotha, een tooneel van vereering, en het graf, het heerlijkste zegeteeken geworden ! Gestorvene Heiligen staan tot het leven op, ten einde de verrijzenis van den eersten onder de levenden te vieren en te verkondigen! De verstrooide apostelen komen weder te zamen, en worden met hemelsche verschijningen be-

-ocr page 369-

OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN. 361

gunstigd! De versteende Joden worden ont-hust! Be duivelen beven; trouwens hun rijk is vernietigd! De engelen juichen; want de verlossing der menschen is voleindigd!

Kau , na deze zegepralen van Jesus over dood en hel, de dood wel verschrikkelijk zijn voor den christen? — Neen! de regtvaardige sterft niet. Aan het einde zijner pelgrimschap legt hij zijn aardsche hulsel af, en gaat hij over tot een beter, tot een onsterfelijk leven, aan hetwelk ook zijn ligchaam — dat inmiddels rust in de sclioot der aarde — door Gods stem opgewekt , eenmaal zal deel nemen. Indien de dood des goddeloozen eene ware straf is voor zijne zonden, wijl zij liem in den afgrond des verderfs stort, dan is die des regtvaardigen een zalige overgang tot een eeuwig, onsterfelijk leven, hetwelk Jesus door zijnen dood en zijne verrijzenis ons verworven heeft.

Waar is ^ o dood ! dan uw prikkel ? — zou ik nog voor n beven? Keen, Christus is mijn leven — en sterven is een gewin voor mij!

Dit is de dag, dien de Heer gemaakt heeft! Laat ons heden juichen en ons verblijden.

KERKGEBED.

God! die op den huidigen dag door uwen eeniggeboren den dood hebt overwonnen, en ons den ingang tot de eeuwige zaligheid geopend hebt, bevorder en vervul door uwen bijstand de heilige wenschen, welke uwe genade 62 '21

-ocr page 370-

362 OEFENINGEN

iu ons heeft doen geboren worden. Door denzelfden Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

OVERDENKING.

Ik hen dood geweest, en zie ik leef in alle eeuwigheid.

Openb. I. 18.

Heerlijke, hartopbeurende gedachte: Jesm leeft in alle eeuwigheid! En zoo lang hij leeft, bemint hij ook: of was zijn leven iets anders dan liefde, dan de zuiverste, getrouwste en vurigste liefde? — En zoo lang hij bemint, zegent, troost liij en maakt hij zalig; of is zijne liefde wel iets anders dan zegenen, troosten, redden en zalig maken ? — Ruim achttien eeuwen zijn vervlogen sedert den morgen, toen Gods heerlijkheid over het graf des gekruislen verscheen; toen de aarde beefde, de wachters doodelijk ontsteld waren, en Jesus in een nieuw leven, met hemelschen luister, als de vorst des levens, als overwinnaar des doods uit het graf te voorschijn trad. Heden echter leeft hij nog, gelijk voor ruim achttien eeuwen, en nog zegent en troost hij, nog maakt hij zalig gelijk toenmaals; en van eeuwigheid tot eeuwigheid is hij, wat hij heden is: een trooster, redder en zaligmaker!

Dit zij mijn troost in het bittere scheidingsuur, wanneer ik dierbare panden, vrienden of kindereu moet verlaten. Wanneer zij dan, mijne liefde, mijnen troost, raad of hulp ont-

-ocr page 371-

OP iXK FEESTDAGEN. 363

berende, of ik de hunne missende, eenzaam en verlaten rondwandelen. — O! die nu leeft en bemint, en zich ontfermt en helpt, waar niemand helpen kan — die bereids onderscheidene duizende jaren weduwen en weezen, veriatenen en treurenden beschermde en geleidde, verzorgde en troostte, — die leeft ook dan nog, wanneer ik, wanneer mijne vrienden, troosters of beschermers reeds overleden zijn. Hij leeft en bemint, hij ontfermt zich, hij helpt en maakt zalig van eeuwigheid tot eeuwigheid. Wanneer ook allen van mij scheiden, één echter scheidt nimmer van mij!

O heugelijke tijding! ach, mogt ik toch regt gevoelig zijn voor deze waarheid! — Eén is er, die mij nimmer verlaat! Eén, die meer is, die vuriger bemint en krachtiger troost, dan vader en moeder, dan vriend en broeder; die ook dan troosten en verkwikken, helpen en redden kan, wanneer vrienden en broeder, in onmagtige liefde, slechts weenen kunnen! Jesus Christus leeft in alle eeuwigheid.

GEBED.

Jesus! gij waart dood, en nu leeft gij in alle eeuwigheid. Deze uwe opstanding van den dood drukt het zegel op de waarheid mijner toekomende verrijzenis; want gij hebt zelf gezegd : Ik ben de verrijzenis en het leven; die in mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven; en al wie leeft en in mij geloofd zal in eeuwigheid

-ocr page 372-

364 OKFÈNINGEN

niet sterven. Uw leven, o verheerlijkte Jesus! is ook mijn leven; want gij hebt zelf ons beloofd , ckt ook wij zouden leven.

In vereeniging met alle Engelen, Heiligen en uitverkorenen, bid ik n Leden aan in de heerlijkheid uwer verrijzenis, en ik breng aan u, aan den Vader en den heiligen Geest mijne hulde. Sta mij bij met uwe genade, en trek mij uit het graf der laauwheid in uwe dienst, in hetwelk mijne ziel zoo lang gesluimerd heeft; wek mij op tot een nieuw leven; reinig en heilig mijn hart, opdat het een u behagelijk offer worde. Amen.

OP DEN PEESTDAG

VAN 'S HEEEEN HEMELVAART.

GEBED.

Jesus Christus! liefde mijner ziel, vreugde en heil der gansche wereld, almagtige overwinnaar des doods en vorst des levens, ik aanbid u! Met heilige vreugde vier ik heden de gedachtenis uwer heerlijke hemelvaart.

De hemelen vierden uwe intrede en alle kooren der Engelen bereidden zich tot blijde jubelzangen. Duizendmaal duizenden riepen: Het Lam dal gedagt is geworden, is waardig te ontvangen de magt en de Godheid, de wijsheid en de sterkte, en eer ; de heerlijkheid en den zegenlof. Hoe kan ik deze zegepraal, deze heerlijkheid en waardigheid genoeg roemen, prijzen en aan-

-ocr page 373-

OP DE FEESTDAGEN. 365

bidden ! Hoe kan ik mij genoeg verheugen, dat gij j onze broeder en voorspreker in den hemel zijt! Hoe kan ik u genoeg danken, dat gij zijt weg gegaan, om ons eene plaats te bereiden in het huis uws Yaders; hoe kan ik u genoeg danken, dat gij weder zult komen, om ons tot u te nemen, opdat wij ook mogen zijn, waar gij zijt — een met u, gelijk gij een met den Vader zijt.

Verheerlijkte Godmensch! Gij heerscht als de hoogste magthebber in den hemel; gij woont door het geloof en de liefde in de harten der menschen , en gij trekt hen tot u door de kracht uwer genade en door uwe liefde. O trek ook mij toe u, opdat ik slechts naar u verlange en u navolge; opdat mijn wandel in den hemel zij, opdat ik met al mijne krachten slechts datgene zoeke; naar datgene verlange wat hier boven is, waar gij aan de regterhand des Vaders gezeten, leeft en regeert in eeuwigheid. Amen.

Verlangen naar den hemel.

(Naar den U. Aagastlnus.)

Gelijk een dorstig hert verlangt naar eene waterbron, zoo verlangt mijne ziel naar n, o Heer! zij dorst naar u, water des levens. Wanneer zal ik tot u komen, en uw aanschijn aanschouwen ?

Zaligmakende bron des levens! wanneer zal ik dien dag zien, den dag van vreugde en van zalige genoegens?

-ocr page 374-

OEFENINGEN

O heerlijke dag, die geenen avond heeft! op weikeu dank er vreugdeliederen zullen weergalmen, op welken ik het heugelijk woord zal hooren: ga linnen in de vreugde van uwen Heer — in het huis van uwen God, waar gij hem van aanschijn tot aanschijn zult zien, en hem volmaakt zult kennen, gelijk hij u kent. Ga binnen in de vreugde, welke geene droefheid kent, maar waar al uwe wenschen zullen vervuld worden; waar gij geenen vijand zult te bestrijden hebben; doch waar gij de volmaakte rust, een eeuwig gelukzalig leven zult genieten in het aanschouwen van den drieeenigen God. Dit is de vreugde des Heeren, welke wij zullen binnen gaan.

O alles overtreffende vreugde, zonder welke er geene ware vreugd is! Wanneer zal ik binnen gaan in u, om mijnen God en Heiland te zien, die in u woont ? — Ach het smart mij, dat de tijd mijner ballingschap hier op aarde nog niet geëindigd is, dat ik noch wachten moet op Jesns Christus, die het ligchaam onzer nederigheid, naar het voorbeeld van zijn verheerlijkt ligchaam zal vernieuwen.

Kom, Heer Jesus! kom, en bezoek ons met uwen vrede! kom , en voer ons gevangenen uit den kerker; opdat wij ons met u van ganscher harte mogen verheugen; kom, onze redder! kom, verlangen der volken! toon ons uw aan-gezigt, en wij zullen zalig zijn! Kom, mijn licht, mijn Verlosser! en leid mijne ziel uil den kerker ter verheerlijking van uwen naam.

366

-ocr page 375-

OP DE FEESTDAGEN.

Verhoor mij, die uit deze groote en gevaarvolle zee tot u roep, en breng mij in de haven dei-eeuwige zaligheid.

Zalig zijn zij, die de gevaren dezer zee bereids ontkomen, en in de haven der eeuwige rust zijn aangeland, wijl zij thans, in het bezit der eeuwige zaligheid, naar welke zij altoos verlangd hebben, zich eeuwig zullen verheugen.

O rijk van eeuwige zaligheid, waar de Heer van aanschijn tot aanschijn gezien wordt! in u is vreugde zonder einde, blijdschap zonder droefheid, leven zonder rampspoed, licht zonder duisternis. Gelukzalig zijn hierom diegenen, die bereids verdiend hebben, uit dit gevaarvolle leven tot zulk eene vreugde te geraken! Beklagenswaardig zij, die op de onstuimige zee dezer wereld nog rondvaren, onzeker, of zij de haven der zaligheid zullen bereiken. Ja ongelukkig zijn wij, in dit dal van tranen, dewijl wij om de veelvuldige vijanden, om de bedorvenheid onzes harten nog steeds in gevaar zijn, het getal onzer zonden te vergrooten.

O vaderland! land van eeuwige rust! uit dit dal van tranen verzuchten wij naar u; wij zullen ons best doen, om ook eenmaal in u aan te landen.

Jesus Christus ! onze toevlugt en onze troost, wiens licht, gelijk de door dikke nevelen he-nendringende zon onzen weg bestraalt, ten einde ons veilig in de haven der zaligheid te doen aanlanden; schenk mij uwen krachtdadi-

367

-ocr page 376-

OEFENINGEN

gen bijstand, opdat ik niet door den storm in den afgrond worde medegesleept, maar red mij uit deze onstuimige zee, en voer mij over naar de haven van rust, waar gij, als de eeuwig schijnende zon der geregtigheid ons zult bestralen.

KERKGEBED.

Almagtige God! wij bidden u, verleen ons, dat wij, die vastelijk gelooven, dat heden uw eeniggeboren Zoon, onze Verlosser ten hemel is gevaren, met ons hart in de hemelsche verblijven wonen, door denzelfden Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer, die met u leeft en regeert in de eeuwen der eeuwen. Amen.

HET PINKSTERFEEST.

Kom, heilige Geest!

God zij dank! wij beleven den aangenamen tijd; den tijd des nieuwen verbonds, in welken de levende wateren des heiligen Geestes in de harten der geloovigen stroomen, en ze met heilige gaven vervullen. Wij hebben den tijd beleefd, naar welken de aartsvaders, de profeten en koningen gewenscht hebben. Heden heeft de heilige Geest een groot wonder gewrocht, daar hij in zigtbare vurige gedaante op de vergaderde apostelen is afgedaald, en hen heeft opgewekt, om den lof des Heeren in onder-

368

-ocr page 377-

OP DE FEESTDAGEN.

sclieidcne talen te verkondigen. Thans weidt de herder zijne schapen op vruchtbare weiden, en geleidt hen tot het frissche water des levens. Alleluja! Trouwens, gij, o Jesus Christus! Zoon des levendigen Gods! Gij hadt beloofd, uwen jongeren den heiligen Geest te zullen zenden, die hun alle waarheid zou leeren — en gij vervult deze uwe belofte op de plegtigste wijze op het heilig Pinksterfeest. Eendragtig waren de uwen vergaderd, en uw liefderijk oog zag op hen neder; zij verzuchtten tot u, en terwijl zij nog baden, werden zij verhoord. De heilige Geest, die bij uwen doop op u was nedergedaald, kwam onder het gedruisch van eeneu sterken wind in de gedaante van verdeelde tongen als vuur op hen neder; en zij werden nieuwe menschen; zij werden van ongeleerde visschers, leeraars der wereld; van vreesachtige veiioochcnaars, moedige lielden; van onvermogende menschen, krachtvolle wonderdoeners! Zij verkondigden in alle talen uwe grootheid, uw leven, uwe heerlijkheid, en vergiffenis der zonde, genade tot het goede, en het eeuwige leven door u. Niemand kon aan de kracht en wijsheid hunner woorden weerstaan; hetgeen zij spraken, was geest en leven; hetgeen zij schreven, was waarheid en kracht, die de harten van duizenden bewoog en opwekte zoo dat zij om hunne zaligheid bekommerd, naar u vroegen, aan u geloofden, en door den heiligen Geest bij uwe heilige Kerk werden ingelijfd.

(52 • 21.

869

-ocr page 378-

OEFENINGEN

Eeuwig getrouwe^ oneindig liefderijke Jesus! hoe kan ik u waardig genoeg danken; — danken , dat gij den heiligen Geest van uwen Vader aan uwen apostelen gezonden hebt, en dat hij bij uwe Kerk blijven zal tot aan het einde dei-dagen ! Almagtige, oneindig barmhartige God en Vader van onzen Heer, Jesus Christus! hoe kan ik u ootmoedig genoeg aanbidden voor deze onschatbare weldaad, welke gij ons door Jesus Christus bewezen hebt. Met dezen Geest hebben uwe kinderen op aarde ontvangen, al hetgene zij noodig hebben, om zalig te worden! Met dezen Geest bezield, noemen zij u met kinderlijk vertrouwen Abba ■— lieve Vader! Lieve Vader! in den naam van Jesus Christus smeek ik u, zend uwen heilige Geest ook aan mij; schep in mij, gelijk in de leerlingen, eenen nieuwen geest en een nieuw hart, opdat ik hun gelijk zij, voortaan u love en u dienen moge.

Kom, heilige Geest! vervul mij met uwe gaven; ontvonk mijn hart door uwe liefde, opdat het aan u toegewijd, uwe woning, uw tempel worde!

Geest der waarheid, maak mij bekend met Gods vaderlijken wil, en leer mij zijne heilige wet! —Geest des lichts! bewaar mij voor elk gevaar van dwaling! — Geest van godvrucht! bid gij zelf in mij door onuitsprekelijke verzuchtingen ! — Geest van sterkte! rust mij uit met uwe genade, opdat ik in het oogenblik van bekoring niet bezwijke! — Geest der hei-

370

-ocr page 379-

OP DE FEESTDAG EK.

ligmakiug! maak mij de beoefening der deugd ligt, de vervulling mijner pligten aangenaam, elk offer van zelfverloochening zoet, verheerlijk Jesus in mij. — Geest van vertroosting, sterk mij in lijden , beur mij op in kwellingen, schenk mij den vrede Gods in allen nood! — Geest der hoop! verhef mijn oog en mijn hart van de aarde naar boven, opdat ik datgene verlange, datgene venverve, wat eeuwig is. Werk in mij beide uil: het willen en het volbrengen van het goede.

Heden is de dag, op welken zoowel de wet op den berg Sinaï, als het evangelie door de uitstorting des heiligen Geestes te Jeruzalem, is gegeven geworden. Goddelijk licht! schrijf dit levendig woord in mijn hart, opdat het mijn rigtsnoer zij in mijn leven, mijn steun in rampspoed, en mijn leven in het uur mijns doods.

In het oude verbond moest men op dezen feestdag de eerstelingen ten offer brengen. Hier mijn Heiland ! is het offer van mijn geloof, hetwelk een uwer gaven is; het offer mijner liefde, welke door u is ontvonkt geworden; het offer mijner hoop, die op u gegrond is. Ik offer u, uw eigendom, mijn God, wijl ik niets, hetgeen goed is, van mij zeiven heb, maar alles uit uwe vaderlijke hand heb ontvangen.

Ach! bevestig mij in deze denkwijze; vooral in het uur mijns doods, wanneer ik niets zoozeer zal noodig hebben als uwen bijstand. Schenk mij uwe heiligmakende genade, opdat ik vruch-

371

-ocr page 380-

OEFENINGEN

ten des H. Geestes moge voortbrengeu. Want, indien de Geest, die Jesus van den dood heeft opgewekt, in mij woont, dan zal hij ook mijn sterfelijk ligchaam levendig maken, wijl zijn Geest in mij woont. Amen.

LITANIE

VAN DEN HEILIGEN GEEST.

Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer!

Heer, ontferm u onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

God hemelsche Vader, ontferm u onzer! God Zoon, Verlosser der wereld. God Heilige Geest,

Heilige Drievuldigheid, één God,

Heilige Geest, die van den Vader en den

Zoon voortkomt, o

Geest des Heeren, God van Israël, g-

Heilige Geest, die heerschappij voert over £5 het menschdom, ^

Heilige Geest, die de gansche aarde vervult, ^ Die alle krachten bezit, g

Die alle goed werk, en alles voorziet, ra Die de Hemelen versiert.

Geest der waarheid, die alle waarheid leert,

en alle gaven uitdeelt.

Geest van wijsheid en verstand.

372

-ocr page 381-

OP DE FEESTDAGEN.

Geest van raad, sterkte, wetenscliap en

godvruchtigheid,

Geest van de vreeze des Heeren en van

voorzigtigheid,

Heilige Geest, door wiens ingeving de

heilige mannen gesproken hebben.

Heilige Geest, die de toekomstige gebeurtenissen aankondigt.

Heilige Geest, gave en belofte des Vaders, Heilige Geest, door wien de duivelen uitgedreven worden.

Heilige Geest, uit wien wij herboren worden.

Heilige Geest, door wien de liefde Gods 2 in onze harten is uitgestort, jS

Geest der aanneming tot kinderen Gods, § Geest van genade en barmhartigheid, p Geest, die ons in onze zwakheid te hulp 0 komt, en aan onzen geest getuigt, dat g wij kinderen Gods zijn, S

Goedertieren Geest, die zoeter zijt dan honig,

Heilige Geest, onderpand van ons erfdeel,

die ons op den regten weg geleidt. Heilige Geest, die levend maakt en versterkt ,

Geest van zaligheid, oordeel en blijdschap. Geest van geloof, van ijver en vrede,

Geest van ootmoedigheid, liefde en kuisch-heid,

Geest van goedertierenheid, goedheid en langmoedigheid,

373

-ocr page 382-

374 OEFENINGEN

Geest van zachtmoedigheid, waarheid, 0 eenheid en vertroosting, 2-

Geest van vermorzeling des harten, van £5 beloften, en vernieuwing en heiligma- ^ king, is

Geest van leven, geduld, onthouding en g zedigheid, g

Geest van allerlei genade, ^

quot;Wees genadig, spaar ons, Heilige Geest! Wees genadig, verhoor ons. Heilige Geest! Van den geest der dwaling, verlos ons,

Heilige Geest!

Van den geest der onkuischheid,

Van den geest der godslastering.

Van de versteendheid in de zonde en van

vertwijfeling.

Van alle vermetelheid en tegenstand aan ^ de bekende waarheid , ®

Van alle boosaardigheid en kwade ge- ° woonte, o

A'an het benijden der broederlijke liefde, « Van onboetvaardigheid in het uur des _ doods, 2.

Door uw eeuwig voortkomen van den Va- ^ der en den Zoon, ®

Dcor uwe onzigtbare zalving,

Door de volheid van genade, waarmede S gij de Heilige Maagd Maria hebt be- — begunstigd,

Door dien vloed van heiligheid, waarmede gij de Moeder des Heeren bij de ontvangenis des Woords deedt overstroom en.

-ocr page 383-

OP D£ FEESTDAGEN,

Door uwe heilige verschijning bij den dood lt;lt; van Christus, ^

Door uwe heilzame nederdaling over de S apostelen, g

Door de onuitsprekelijke goedheid, waar- quot; mede gij de Kerk bestuurt, de opper- M hoofden vereenigt, de martelaren ver- q sterkt, de leeraars verlicht en de gees- % telijke orden instelt, ^

Wij zondaren, wij bidden u, verhoor ons! Dat wij naar den geest mogen wandelen, en de begeerlijkheden van het vleesch niet involgen.

Dat wij u nimmer bedroeven, 2]

Dat gij alle kerkelijke overheden in de ^ heilige godsdienst en in den waren geest B wilt bewaren, c

Dat gij aan alle Christenen maar één hart lt;-

en ééne ziel wilt geven,

Dat gij ons standvastigheid en volmaking g in de deugd wilt verleenen, ^

Dat gij ons gebed wilt verhooren, B

Geest Gods,

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld wegneemt, stort uwen Heiligen Geest over ons uit!

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld wegneemt, zend over ons den beloofden Geest des Yaders!

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld

wegneemt, geef ons den goeden geest! Heer, ontferm u onzer!

375

-ocr page 384-

OEFENINGEN

Christus, ontferm u onzer!

Heer, ontferm u onzer!

Onze Vader, enz.

De genade van den Heiligen Geest,

Verlichte onze zinnen en harten. Amen.

LAAT ONS BIDDEN.

God! die op dezen dag de harten der geloo-vigen door de verlichting des Heiligen Geestes hebt onderwezen verleen ons de genade, dat wij door denzelfden Geest leeren begrijpen, wat regt is, en ons altoos over zijne vertroosting verheugen, door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer, die met u leeft en regeert in de eenheid van denzelfden Geest, God in alle eeuwen. Amen.

God! wiens magt en ontferming onmeetbaar zijn, zie met eenen weldadigen blik neder op onze gebeden, en bevrijd onze harten van alle aanvallen der booze gedachten, opdat wij waardige woonsteden worden des H. Geestes, door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Am.

Almagtige God, zend ons uwen Heiligen Geest, en dat onze gebeden geen einde nemen, tot dat wij denzelven hebben afgesmeekt, opdat zijne genade ons de kwijtschelding verleene van alle bedrevene zonden, en van alle bekoringen tot nieuwe boosheden bevrijde, door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

376

-ocr page 385-

OP DE FEESTDAGEN.

HET FEEST

DEll H. DKIEVULDIGHEID.

Gebed toe den Drieëenigen God.

Allerheiligste, aanbiddenswaardige Drie-éénheid, God Vader, Zoon en heilige Geest! één in wezen, drievuldig in personen! met den diepsten ootmoed bied ik u mijne vereering en aanbidding aan, en in vereeniging met de he-melsche heerscharen, roep ik: Heilig, Heilig; Heilig zijt gij de Heer der heerscharen! hemel en aarde zijn vol van uwe heerlijkheid!

Ik kan wel is waar dit aanbiddelijk geheim niet doorgronden, niet begrijpen; dit kan geen schepsel; gij — eeuwige, onbegrijpelijke, bewoont een ontoegankelijk licht; de Cherubs en Serafs bedekken hunne aangezigten voor u! gij hebt mij immers ook niet geschapen om u te begrijpen, maar om u te beminnen, om uwe geboden te onderhouden, en om in u mijne gelukzaligheid te vinden. Hierom leert uwe heilige Kerk mij, al hetgene ik van dit ondoorgrondelijk geheim weten moet ter zaligheid.

Drieéénheid! verhevenste aller geheimen! Hoe minder mijn verstand u kan bevatten, met zooveel te meer eerbied en vurige liefde kleeft mijn hart u aan.

In u vind ik den grond mijns aanzijns, den troost mijner verlossing, de bron mijner heiligmaking.

377

-ocr page 386-

OEFENINGEN

Drieéénige God, Vader, Zoon en Heilige Geest! met een onwrikbaar geloof lioud ik alles voor zeker, hetgeen gij omtrent uw eeuwig wezen in den tijd geopenbaard hebt.

Ik geloof, dat gij in waarheid Vader zijt, de ware Vader van een ieder, die kind heet in den hemel en op aarde. In uwen naam. Vader ben ik gedoopt; lof en dank zij u gewijd, dat gij mij door het Sacrament des doopels, als uw kind tot een nieuw leven hebt ingewijd!

Ik geloof dat gij, Jesus! de eeniggeboren Zoon des hemelschen Vaders, in kracht en heerlijkheid één met hem, in alles aan hem gelijk in de volheid des tijds mensch geworden zijt, om te zoeken en zalig te maken, hetgeen verloren was. In uwen naam, goddelijke Verlosser ben ik gedoopt: lof en dank zij u gewijd, dat gij mij uit de slavernij der zonde, tot de ware vrijheid van de kinderen Gods hebt ge-bragt, en mij de vergiifenis der zonden, de genade tot het goede en het eeuwige leven hebt verworven!

Ik geloof, dat gij, heilige Geest, van den Vader en van de Zoou voortkomt, één God zijt met beiden, en ons vormt tot tempels en weningen Gods, terwijl gij ons verlicht, heiligt en troost. In uwen naam ben ik gedoopt lof en dank zij u, dat gij mij onwetende en zwakke door dit Sacrament geroepen hebt; om deelachtig te worden aan uwe wijsheiden sterkte, en regt te verkrijgen op het eeuwige leven.

Door het doopsel, o God! ben ik aan u toe-

378

-ocr page 387-

OP DE FEESTDAGEN. 379

gewijd; ik wil dan ook voortaan u geheel toe-behooren. Nimmer zal ik uwe armen, beste Vader i ontvlugten, en mij der verleiding prijs geven; nimmer zal ik van de vrijheid der kinderen Gods, welke gij Goddelijke Verlosser ons verworven hebt, tot de dienstbaarheid dei-zonde wederkeeren: nimmer zal ik het leven naar den Geest Gods, met den dood van het zinnelijke leven, van het leven naar den geest der wereld verwisselen.

Mijn Heer en mijn God! gij weet alles, gij weet ook dat ik u bemin; gij kent echter ook mijne zwakheid. Ondersteun mij zwakke, sterk en bevestig mij gebrekkige, en geef mij het willen en volbrengen, op dat ik op aarde in getrouwe liefde u diene, ten einde eens in uw rijk met de Engelen en uitverkorenen u, den Vader vol oneindige majesteit, uwen geliefden eenigen Zoon en den Heiligen Geest eeuwig te kunnen loven en verheerlijken. Amen.

LITANIE

DEK ALLERHEILIGSTE DRIEeESHEID.

Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer!

Heer, ontferm u onzer!

God Vader, uit wien alle dingen zijn, ontferm u onzer!

-ocr page 388-

OEFENINGEN

God Zoon, door wieu alle dingen zijn. God, Heilige Geest, in wien alle dingen

zijn.

Heilige en onverdeelbaie Drievuldigheid,

één God,

Onbegrijpelijke majesteit.

Onbeperkte almagt.

Oneindige wijsheid.

Onuitputbare goedheid.

Eeuwige waarheid,

God, almagtige koning.

Die alleen God, en één God zijt, In wien wij leven, ons bewegen en het

wezen hebben,

Wiens majesteit de aarde vervult,

Wien alleen de heerlijkheid en alle eer toekomt.

Die ons vertroost in onze kwelling. Die alleen groote wonderen doet. Die zijt, waart en zijn zult,

Kegtvaardig en vreeselijk in uw oordeel. Heerlijk en wonderbaar in uw rijk. Die onsterfelijk zijt, en het ongenaakbare

licht bewoont.

Eeuwige Vader,

Eeniggeboren Zoon,

Heilige Geest, van beiden voortkomende. Heilige Drievuldigheid, één God,

Wees genadig, spaar ons. Heer!

Wees genadig, verhoor ons. Heer! Van alle kwaad, verlos ons, Heer! Van alle zonde, verlos ons. Heer!

880

-ocr page 389-

OP DÈ FEESTDAGEN.

Van alle ongeloovigheid,

Van de overtreding uwer geboden.

Van de versmading uwer gaven,

Van liet verzuimen der heilige zaken. Van den eeuwigen dood.

Door uwe almagt.

Door uwe wijsheid.

Door uwe oneindige goedheid.

Door uwe groote barmhartigheid.

Door uw geduld en uwe langmoedigheid. Wij zondaren, wij bidden u, verhoor ons! Dat gij ons de genade wilt verleenen, om altijd en overal te belijden, dat gij de ware God zijt.

Dat gij ons de genade wilt verleenen, om u, als eenen God in de drievuldigheid van ^ personen te eeren, en de drievuldigheid pj in de eenheid uws wezens te aanbidden, g1 Dat gij ons de genade wilt verleenen, om

u uit geheel ons hart lief te hebben, f-* Dat gij het volk, hetwelk uwen heiligen lt; naam is toegeheiligd, wilt behouden en zalig maken, §

Dat gij den dwalenden genade wilt verlee- ^ nen, om tot den weg der regtvaardig- § heid terug te keeren, —

Dat gij u verwaardigt, den overledenen

geloovigen de eeuwige rust te geven. Dat gij u verwaardigt, ons te verhooren. Heilige Drievuldigheid, verlos ons!

Heilige Drievuldigheid, maak ons zalig! Heilige Drievuldigheid, maak ons levend!

381

lt;! a

o P

ffl

agt;

-ocr page 390-

oefeningen

Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer!

Heer, ontferm u onzer!

Onze Yader, enz.

Laat ons den Vader, den Zoon en den H. Geest loven!

Laat ons hem loven, en verheerlijken tot in eeuwigheid!

Geloofd zijt gij, Heer, in het uitspansel des hemels!

Prijzenswaardig, heerlijk en verheven in de eeuwigheid!

Dat God ons zegene; onze God, dat God ons zegene!

Dat geheel de aarde hem vreeze!

Heer, verhoor ons gebed;

En ons geroep kome tot u!

laat ons bidden.

Almagtige, eeuwige God! die uwe dienaren door de belijdenis van het ware geloof, de heerlijkheid der eeuwige Drievuldigheid hebt doen kennen, en in de magt uwer majesteit de eenheid van uw wezen hebt doen aanbidden; wij bidden u, dat wij door de kracht van datzelfde geloof, te allen tijde van alle rampen mogen bewaard worden, door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer, die met u leeft en regeert in de eenheid des heiligen Geestes, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

382

-ocr page 391-

OP DE FEESTDAGEN.

OP DEN FEESTDAG

VAN HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.

I. Geloof aan de tegenwoordigheid van Jesus in het Allerheiligste Sacrament.

Jesus Christus, mijn God en mijn Verlosser! lioe wonderbaar openbaart zicli uwe almagt, wijsheid en goedheid, bij de instelling van dit allerheiligste Sacrament, in hetwelk gij uwe Godheid en mensehheid geheel verborgen hebt! Door het geloof ben ik verzekerd, dat gij in dit aanbiddelijk geheim wezenlijk tegenwoordig zijt. Het is geen ligchamelijk brood, maar gij, mijn Verlosser, zijt hier zelf tegenwoordig. Ik geloof dit even zoo vastelijk, als of ik het met eigene oogen zag. Mijn verstand en mijne zinnen onderwerp ik aan de gehoorzaamheid des geloofs; mij vast houdende aan de woorden welken gij weleer tot den ongeloovigen Thomas gesproken hebt: „zalig zijn zij, die niet gezien hebben en geloovenquot; roep ik met hem: „mijn Heer en mijn God!quot; Zie, dit is mijn Heiland! de groote en heilige God! —

Verlicht mijne oogen met het licht van het ware geloof, en ontvonk mijn hart door het vuur uwer liefde, opdat ik, van heiligen eerbied doordrongen, dengenen in geest en waarheid aanbidde, dien ik hier tegenwoordig geloof, onzen Heer en Zaligmaker, Jesus

383

-ocr page 392-

OEFENINGEN

Christus, die met U leeft en regeert in eeuwigheid. Amen.

Onze Yader, enz.

Geloofd zij Jesus Christus in het allerheiligste Sacrament.

II. Aanbidding van Jesus in het allerheiligste Sacrament.

Met den diepsten eerbied en ootmoed aanbid ik U, o Jesus ! koning mijns harten ! Ik verneder mij tot in liet stof voor den troon uwer oneindige majesteit, welke ik hier met alle Engelen en hemelingen huldig. Ik aanbid U, o Jesus! onder de gedaante van brood, als mijnen levenden God, als den Heer van hemel en aarde, in wiens hand mijn leven en dood en mijn gansche wezen is. Neem, Heer! deze mijne aanbidding en vernedering genadiglijk aan. Jesus, mijn Heer en mijn God ! ligchaam en ziel, en alles wat ik ben en bezit, is een vrijwillig geschenk uwer genade; aan u offer ik alles op, mijn leven en mijn hart, om u eeuwig te aanbidden en te beminnen. Heersch over mij, mijn God, naar uwen heiligen wil want gij zijt mijn Heer! God, onze Heer is groot, en zijne inagt is oneindig.

O God, die uit onuitsprekelijke liefde in het

heilig Sacrament des Altaars verborgen bij ons hebt willen wonen; verleen, dat al de ge-loovigen, die uwe goddelijke majesteit hier beschouwen en aanbidden, steeds in deugden

384

-ocr page 393-

OP DE FEESTDAGEN. 385

en heiliging mogen toenemen, gij die als een en dezelfde God met den Vader en den heiligen Geest leeft en regeert in alle eeuwigheid. Amen.

Onze Vader, enz.

Geloofd zij Jesus Christu in het allerheiligste Sacrament.

III. Liefde tot Jesus in liet allerheiligste Sacrament,

Jesus, mijne liefde in het heilig Sacrament des Altaars! Gij zijt voor mij aan het kruis gestorven! Gij hebt mij verlost door den prijs van uw heilig bloed; en dit heilig geheim ingesteld, als een onderpand uwer eeuwige liefde voor mijne zaligheid. O oneindig beminnenswaardige Heiland! hoeveel hebt gij voor mij gedaan en geleden! welk een ondankbaar, gevoelloos hart zou ik moeten hebben, indien ik u geene wederliefde betoonde! Jesus! ware minnaar der zielen, voor welken gij uw leven gegeven hebt, versmaad mijn hart niet, dat ik u thans aanbied, en voortaan aan uwe liefde wil toewijden. Ik wensch n, o eeuwige liefde! in eeuwigheid te beminnen; want gij hebt door uwe onuitsprekelijke weldaden mijn hart geraakt; ach! het verzucht naar u, en het kan zonder uwe liefde geen waar geluk smaken. God mijns harten! mijn waar leven; mijne onuitsprekelijke zaligheid, mijn hoogste goed , Jesus! ik bemin u uit geheel mijn hart en boven alles, wijl gij mijn God, mijn Verlosser, 02 ' 22

-ocr page 394-

886 Oefeningen

mijn Zaligmaker zijt, en wijl gij mij tot den dood toe bemind hebt. Toen Jesus de zijnen bemind hee/t, die in de wereld waren, heeft hij hen tot het einde bemind.

O God! die ons in dit wonderbaar Sacrament de gedaclitenis van uw lijden hebt nagelaten, verleen ons, dat wij de heilige geheimen van uw ligchaam en bloed zoo vereeren, dat wij de vrucht uwer verlossing bestendig in ons gewaar worden, die met den Vader en den heiligen Geest leeft en regeert, in alle eeuwigheid. Amen.

Onze Vader, enz.

Geloofd zij Jesus Christus in het allerheiligste Sacrament.

IV. Vertrouwen op Jesus in het allerheiligste Sacrament.

Jesus, mijn God en mijn Heiland! ofschoon onhoorbaar voor het ligchamelijk oor, roept gij echter in dit heilig Sacrament tot ons; komt tot mij allen, die belast en beladen zijt, en ik zal u verkwikken. — Ik erken, o Heer! mijn onvermogen en mijne diepe ellende; ik roep uwe onbegrensde barmhartigheid aan, want op u stel ik al mijne hoop en vertrouwen, wijl gij mijn oneindig liefderijke Verlosser zijt!

Ik gevoel mij onwaardig, om in uwe tegenwoordigheid te verschijnen; want ik ben een zondaar, en niet waardig uw kind genoemd te worden; niet waardig, mijne blikken tot u te

-ocr page 395-

OP DE FEESTDAGEN. 387

verheffen. Gij echter, zijt in dit heilig Sacrament de ware liefderijke Samaritaan, die zich mijner ontfermt; gij zijt de bron van ons heil; in u zijn de schatten der genade, al de rijkdommen der goddelijke barmhartigheid veree-nigd; door u bekomen wij vergiffenis, genade en het eeuwige leven, 't welk gij ons door uw kruis verworven hebt! En zou ik niet hopen op uw heilig kruis en lijden, op uw kostbaar voor mij vergoten bloed, op uwe oneindige verdiensten ?

Jesus! uw heilig bloed zuivert mij van alle zonden; uit uwe wonden vloeit voor mij de volheid van genade; in uw goddelijk hart put ik de ware liefde; uw heilige dood zal mij het eeuwig leven schenken! Jesus! mijne hoop en mijne sterkte! mijn Verlosser en mijn Zaligmaker ! mijn God en mijn alles! vol van deze hoop, wil ik uwe genade en barmhartigheid loven en aanbidden nu en in alle eeuwigheid. Amen.

Onze Vader, enz.

Geloofd zij Jesus Christus in het allerheiligste Sacrament.

V. Jesus, een verborgen God in het allerheiligste Sacrament.

In den afgrond mijner nietigheid kniel ik met den diepsten eerbied aanbiddend en dankend voor uw heilig Sacrament neder, mijn God en Zaligmaker! ik uw Schepsel, de prijs

-ocr page 396-

OEFENINGEN

van uw vergoten bloed! Ik nader tot de stroo-men van barmhartigheid, die in dit wonderbaar geheim uwer liefde ontspringen; — ik nader tot de bron van genade, tot de ware zon der geregtigheid, wier stralen zich door de gansche wereld verspreiden, en zich mededee-len aan allen, die de oogen van hun hart niet gesloten houden. Gij zelf hebt immers dit heilig Sacrament ingesteld, om onze harten tot u te trekken en door de liefde met u te vereenigen. Het is een voortdurend offer uwer liefde, hetgeen gij aan het kruis volbragt en den men-schen geschonken hebt.

Ach Jesus! voor dit wondervol Sacrament van liefde kniel ik neder, en ik smeek ootmoedig om de onschatbare genade u te beminnen. Gij zijt de God mijns harten, mijn alles; maak mij los van alle ongeregelde gehechtheid aan het aardsche, opdat mijn hart u geheel toebe-hoore, en u, ongeschapene Liefde! boven alles beminne.

Onze Vader, enz.

Geloofd zij Jesus Christus in het allerheiligste Sacrament.

VI. Jesus het voorwerp van mijne liefde en van mijn verlangen in het allerheiligste Sacrament.

Vertrouwende op zoo vele bewijzen uwer liefde en op uw gebod, door 't welk gij mij tot uwe heilige tafel roept, en mij beveelt mij met u te vereenigen, smeek ik u om de genade, dat

388

-ocr page 397-

OP E'E FEESTDAGEN.

gij j bron van alle goed en gever van alle gaven, zelfs mij de liefde schenkt, welke gij van mij verlangt; trouwens ik kan u niet beminnen, indien gij niet zelf dit zuiver, heilig vuur in mijn hart ontsteekt. Ik ben niet waardig n te beminnen; doch gij zijt alle liefde waardig.

Wat kan ik anders zeggen en zuchten dan: mijn Jesus! mijn God en mijn alles, ik bemin u, zoetheid mijns harten! leven mijner ziel! wanneer zal ik u genoeg kunnen beminnen ? — quot;Wanneer zult gij door de vurige vlammen uwer liefde mij geheel reinigen, heiligen en veranderen? — Wanneer zal ik bevrijd worden van dit hulsel der sterfelijkheid? Wanneer zal de dag der eeuwigheid aanbreken, opdat ik u nog meer zal kunnen beminnen? Vereenig mij meer en meer met u, o God I opdat ik slechts u beminnen, u boven alles beminne. Amen.

Onze Vader, enz.

Geloofd zij Jesus Christus in het allerheiligste Sacrament.

389

De Litanie van het heilig Sacrament des Altaars. Zie bladz. 234.

62

22.

-ocr page 398-

OEFENINGEN OP DE l'EESÏDAGEN

OP HET JAARLIJKS GEDACHTENIS-FEEST der Kerkwijding.

KERKGEBED.

God! die alle jaren den inwijdingsdag van dezen uwen heiligen tempel onder ons vernieuwt , en ons denzelven bewaart, opdat wij hier de heilige geheimen zouden kunnen bijwonen; verhoor de gebeden uws volks en geef, dat elk een, die hier binnen treedt om weldaden af te smeeken; zich over de verhooring van zijn gebed moge verheugen, door onzen Heer, Jesus Christus. Amen.

390

-ocr page 399-

GODVRUCHTIGE OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN VAN DE ALLERH. MAAGD EN MOEDER GODS MARIA EN VAN ANDERE HEILIGEN.

-ocr page 400-

BEMERKINGEN

OVER DE VEliEERING VAN MARIA EN DER HEILIGEN.

e lieilige Kerk leert, dat het goed eu heilzaam is de heiligen aan te roepen en te vereeren, opdat I zij voor ons bidden. Men moet echter niet in den waan verkeeren, als konden de heiligen door eigene kracht of magt ons helpen, of als wilden zij iets voor ons verwerven, dat niet overeenkomstig is met Gods heiligen wil. Alle hulp komt van den Heer; hij is de eenige, onverdroogbare bron van alle goede gaven, eerder schenkt hij echter van deze gaven en stort hij zegeningen uit, wanneer zijne geliefdste vrienden,zijne verdienstelijke kinderen in den hemel, vereenigd met ons hem om dezelve bidden. Hierom rigt

-ocr page 401-

OEFENINGEN ENZ. 393

de Kerk ook al hare gebeden tot God zeiven, smeekt hem door de voorspraak der heiligen en uitverkorenen om verhooring en sluit dezelve door Jesus Christus, onzen Heer en Heiland.

Beschouw derhalve, godvruchtige bidder! de heiligen als uwe broeders, die hunne loopbaan roemrijk voleind hebben, die nu bij Godverheer-lijkt zijn, die bijzonder door den Almagtige worden geëerd, en op wier voorspraak hij velen zijner kinderen op aarde met weldaden overlaadt. Beschouw de heiligen als uwe opregte vrienden in den hemel, die, wanneer gij hunne voorspraak inroept, gaarne hunne smeekingen met uwe gebeden vereenigen en tot God roepen, ten einde uwe onwaardigheid te hulp te komen.

Het is ook zeer goed en heilzaam, deze helden der deugd, deze gekroonde hemelburgers te vereeren. De beste vereering echter bestaat in hunne deugden na te volgen. Overweeg hierom dikwijls, hoe zij in dit leven God gediend, en wat zij voor hem geleden hebben.

Zij waren menschen gelijk gij; zij moesten hartstogten bedwingen, geestelijke vijanden bestrijden gelijk gij. Dezelfde gevaren en rampspoeden, waaronder gij zucht, hebben zij ook ondervonden. Overdenk, hoe zij geleefd, gewerkt en gestreden hebben, om het rijk dei-hemelen in te nemen. Zij hielden hun hart vrij van de ijdelheden dezer wereld; zij hechtten geene groote waarde aan de eer, aan de rijkdommen of vermaken dezes levens; integendeel streefden zij naar getrouwe vervulling

-ocr page 402-

394 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

hunner pligten, naar geregtigheid, naar kin- ]lt; derlijke overgeving in den goddelijken wil, J naar zuivere liefde tot God en tot den naasten, ]j naar getrouwe opvolging van 's Heilands leer 1 en voorbeeld op den smallen weg, die ten hemel e voert. Zij wandelden als getrouwe dienaren ] des Heeren voor Gods aanschijnj kinderlijk, g dringend en met vertrouwen baden zij om zijne g genade; eiken dag huns levens wijdden zij toe Ji aan zijne dienst; zorgvuldig vlugtten rij elke v gelegenheid tot zonde; zij leefden matig en si streng, ten einde tegen de aanlokselen tot ri zonde, en tegen den invloed der kwade voorbeelden bestand te zijn: in ramspoed en lijden waren zij geduldig, jegens hunne vijanden ver-gevinglievend, en jegens hunne lasteraars en vervolgers vol christelijke liefde; onvermoeid waren zij werkzaam, ten einde het ware geluk hunner natuurgenooten te bevorderen; zij kleefden hunnen God aan, door geloof, hoop en liefde; en gelijk de rank met den wijnstok vereenigd is, waren zij vereenigd met Christus,

zoo dat zij allen met Paulus zeggen konden: I

ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij. —

Neem deze voorbeelden ter harte, en volg dezelve na, gelijk zij het voorbeeld van Christus hebben nagevolgd; dan zal uwe vereering der „ heiligen eene loffelijke en Gode behagelijke M vereering zijn, welke elk goed en wel onder- 1

wezen Christen moet billijken; eene vereering, *1 welke uw geluk voor de gansche eeuwigheid zal bevorderen. Tracht inzonderheid eenen w

-ocr page 403-

Van de h. maagd maeia. 395 %

kinderlijken eerbied jegens de allerheiligste Maagd en Moeder Gods Maria in u op te wekken en aan te kweeken; overweeg haren heiligen levenswandel , hare verhevene deugden, en beijver u, uw hart meer en meer door heilige liefde voor haar te doen ontvlammen. Indien gij Maria opregt hoogacht en bemint, dan moet gij ook ernstig wenschen aan haar gelijkvormig, heilig te worden. Zijt gij zoo gezind, wees dan verzekerd, dat gij geene magtiger beschermster, geene trouwer vriendin, en geene liefderijker Moeder hebben kunt dan Maria.

DE ALLERH. MAAGD EN MOEDER GODS MARIA,

EEN VOOK BEELD VOOK ALLEN.

[Tan den II. Ambroilns.]

at is er edeler dan de Moeder Gods? wat is er luisterrijker dan zij, welke de eeuwige Luister verkoren heeft ? Wat zuiverder dan zij, die Moeder geworden en Maagd gebleven is? Wat zal ik

-ocr page 404-

396 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

van hare overige deugden zeggen? Zij was Maagd! niet slechts naar het ligehaam, maar ook naar de ziel, welke zij zelfs door geene begeerte van kwaad bevlekte. Zij was ootmoedig van harte, ernstig in hare gesprekken, voorzigtig van gemoed; in het spreken was zij spaarzaam, ijveriger daarentegen in het lezen. Zij stelde haar vertrouwen niet op de onzekere rijkdommen, maar op het gebed van den arme. Bij hare handelingen was zij opmerkzaam, in hare woorden zedig; zij was gewoon niet eenen mensch, maar God tot getuige te zoeken van hetgene in haar hart omging. Zij deed niemand eenig leed, allen menschen was zij genegen; den ouderen in jaren betoonde zij eerbied; haars gelijken was zij niet afgunstig; zij vlugtte den hoogmoed, volgde de rede en beminde de deugd. Wanneer zag men ooit eenige oneerbiedigheid, zelfs op haar gelaat, jegens hare ouders? Wanneer had zij twist met hare bloedverwanten? Wanneer heeft zij den nederige veracht? Wanneer den zwakke bespot? Wanneer den behoeftige gevlugt ? Slechts dan kwam zij in gezelschap met mannen, wanneer hare liefde tot weldadigheid niet behoefde te blozen, en wanneer hare maagdelijke schroomvalligheid niet gekwetst werd. Zij had niets hoogmoedigs in haar oog, niets aanstootelijks in hare woorden, niets onbetamelijks in hare handelingen, niets ongepast in hare houding, gang of stem; zoo dat geheel haar uitwendige het beeld was barer deugden. Reeds de ingang

-ocr page 405-

VAN DË H. ÜAAGD MAHIA. 397

van een huis kondigt deszelfs voortreffelijklieid aan^ wanneer de binnenkomende ziet, dat inwendig alles verlicht is. Zoo moeten onze deugden ook zigtbaar wezen, gelijk het licht door een lantaarn. — Wat zal ik zeggen van hare matigheid in spijs en drank, van haren godsdienstijver? Zij zocht slechts het volstrekt noodzakelijke, doch geen voedsel voor de zinnelijkheid. Haar werkzame geest vergunde aan de natuur naauwelijks den noodigen slaap. Zelden verliet zij hare woning, dan om naar het huis des Heeren te gaan, en dan zelfs nooit alleen. Maria bevestigde hare blikken op allen, ten einde door de deugd van een ieder gesticht en opgewekt te worden; zij vervulde echter al hare plichten zoo naauwgezet, dat zij voor allen een voorbeeld was van deugd. Zoo werd zij door den Engel aangetroffen, zoo werd zij door den heiligen Geest verkoren. — Zij achtte zich minder alleen te zijn, wanneer zij alleen was. trouwens, dan had zij de heilige schriften en profeten voor zich. Jegens hare bloedverwanten was zij vol teedere liefde. ïot Moeder Gods verkoren, verootmoedigde zij zich nog meer; zij begaf zich naar het gebergte tot hare nicht, en bleef aldaar drie maanden. — Het eene wonder werd door het andere opgevolgd; de onvruchtbare Elisabeth werd moeder; de heilige Maagd ontving van den H. Geest; de stomme Zacharias sprak in den toou der profeten; de wijzen aanbaden; Simeon juichte, wijl quot;ijn wensch vervuld was. — Geen hoogmoed 62 '23

-ocr page 406-

398 OEFENINGEN OP DÉ FEESTDAGEN

bezielde, zelfs thans, de wondervolle Maria; zij bewaarde dit alles ia haar hart. In een woord j Maria was een voorbeeld voor allen.

HET TEEST

VAN MARIA-ONTVANGENIS.

GEBED.

O onbevlekte Maagd ! hoe vnrig danken wij God, dat hij n voor alle vlekken der zonde bewaard heeft! Hoezeer wenseh ik, dat alle menschen dit voorregt in u erkennen! Vlekkeloos staat gij voor het aanschijn des Heeren! Gewaardig n uwe medelijdende blikken op mij onwaardige te vestigen. Bid God voor mij; trouwens ik ben niet slechts in de zonde ontvangen en geboren geworden maar ik heb ook na het heilig doopsel mijne ziel door menigvuldige zonden besmeurd, ik heb zoo weinig getracht het kleed der onschuld zuiver te bewaren. Zal God aan u, welke hij boven alle schepselen verheven en voor alle zonden bewaard heeft, wel iets kunnen weigeren ? Allerzuiverste Maagd ! gij wilt, gij kunt voor mij de genade afsmeeken, dat ik door ware boetvaardigheid van mijne zonden gezuiverd word ; en dan ernstig mijne zaligheid bewerk. Moge ik dikwijls aan u denken; moogt gij mij ook nimmer ver-1 geten ! Bid voor mij, opdat ik uw geloof, uwe ootmoedigheid, uwe liefde, uwe gehoorzaamheid, uw geduld, uwe zuiverheid navolge, ten

-ocr page 407-

VAN DÈ H. MAAGD MARIA. 399

einde ik eenmaal met u in de eeuwige zaligheid moge deelen. O! gelukkig oogenhlik, op hetwelk ik u in den hemel zal zien, loven en eeuwig beminnen, u — mijne Moeder, onbevlekte Maagd Maria !

ANDER GEBED.

O God ! die door de onbevlekte ontvangenis der heilige Maagd Maria eene waardige woning voor uwen geliefden Zoon bereid hebt; laat ons, die gij door het lijden en den dood van Jesus verlost hebt, door hare voorspraak in heiligheid en onschuld voor u wandelen, en eenmaal deelachtig worden aan uw rijk, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

HET PEEST

DEI! ZUIVERING VAN MARIA.

GEBED.

Heer Jesus Christus! welk eene heerlijke getuigenis gaaft Gij ons heden van uwe Godheid en Menschheid. De vrome, de regtvaardige Simeon, die eene openbaring van den H. Geest had ontvangen, dat hij niet zou sterven, voor • ver- dat hij den Verlosser gezien had, kwam heden uwe door denzelfden Geest in den tempel, nam u, aam- kind zijnde in zijne armen, loofde God, en , ten beleed u als den Heiland der wereld, als het

-ocr page 408-

400 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGÈN

licht ter verlichting der Heidenen en ter verheerlijking van het volk Israël. Ja, gij waart het zelf, aanbiddensvvaardige Zoon Gods! die in de gedaante eeus kinds op de armen des vromen grijsaards rustte; want op dezen dag, zijt gij door uwe Moeder ingevolge de Mozaïsche wet in deu tempel gebracht, ten einde aan uwen hemclsehen Vader te worden opgeofferd. Hierom, o Heer! dragen wij heden volgens het eerbiedwaardig gebruik uwer heilige Kerk, brandende kaarsen ; wij belijden op deze wijze, dat gij het licht der wereld zijt, en wij smeeken u, in onze harten het licht uwer genade te ontsteken opdat een levendig geloof, een vast vertrouwen en eene standvastige liefde met alle christelijke deugden in dezelve worden geplant, en zij op deze wijze, tot eene u waardige woonplaats bereid worden. Verleen ons de genade almachtige God! door de voorspaak en vereering der allerheiligste Maagd en Moeder Gods Maria, dat wij dezen feestdag met ware godvrucht en met pligtmaïige dankbaarheid vieren, en dat gelijk wij dit licht ter uwer eer en gedachtenis in onze handen nemen, wij even zoo u, het eenige ware licht opnemen in den tempel van ous hart; en gelijk uwe heilige menschheid in den tempel is voorgesteld eu opgedragen geworden laat ons ook zoo na onzen dood in het rijk uwer eeuwige heerlijkheid worden overgebragt en voorgesteld, om met uwe uitverkorenen hetzelve in alle eeuwigheid te bezitten. Amen.

-ocr page 409-

VAN DE H. MAAGD MARIA.

HET FEEST VAN MARIA-BOODSCHAP.

OVKRUKNKIlSrG-.

De Engel des Heeren bragt aan Maria de boodschap, en zij ontving vau den H. Geest.

Waarlijk eene blijdende boodschap voor alle mensclien! Hoe buitengewoon en wondervol is hier alles! De Engel boodschapt; de H. Geest overlommert; de Maagd ontvangt; God wordt mensch!

God wordt meusch ! — Adam heeft gezondigd, en door zijne zoude zijn alle menschen ongelukkig geworden. De barmhartige Vader in den hemel, ontfermde zich echter over het verlorene menschdom, en zond zijneu eenigge-borene iu de wereld, opdat hij als mensch onder ons menschen zou leven , ons van de zonde verlossen en eeuwig zalig makeu zou.

God wordt mensch! nu kan ik gerust zijn, en indien ik waarlijk boetvaardig ben, vergeving hopen. Nu weet ik, wat hem behagelijk is, en wat ik doen en laten moet om hem waardig te vereeren !

De Engel boodschapt ! een gezant Gods brengt de heugelijkste tijding op aarde, welke ooit werd medegedeeld! Gabriel, een der voornaamste geesten, die den troon des Eeuwigen omgeven , spoedt zich naar Nazareth tot de Maagd Maria.

De heilige Geest overlommert, en de heilige

401

-ocr page 410-

402 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

Maagd ontvangt! Maria was een voorbeeld .

van maagdelijke zuiverheid. Van hier hare de

ontsteltenis, van hier de vraag : „Hoe kan dit aai

geschiedenj daar ik geenen man beken?quot; In wo

haar maagdelijk ligchaam heeft de Zoon Gods de

de menschelijke natuur aangenomen. Slechts spi

eene zoo zuivere en deugdzame Maagd als zij, ma

was waardig de Moeder Gods te worden. Jes

De heilige Geest, overlommert! slechts door aai

de werking des heiligen Geestes, slechts door wo

Gods almagt moest dit geschieden. Op zulk hef

eene waardige wijze wilde de Zoon Gods in de mij

wereld komen. wil

„Zie, ik beu eene dienstmaagd des Heeren, lev

mij geschiede volgens uw woord.quot; Zoo spraakt hel

gij allerheiligste maagd op het oogenblik, toen hee

gij tot Moeder verkoren werdt des goddelijken Hii

Zoons. „Ik ben eene dienstmaagd des Heeren.quot; en

deze weinige woorden geven uwe ootmoedig- dei heid te kennen. Gij waart niets in uwe eigene oogen, doch de Heer, en hij alleen was u alles. „Mij geschiede volgens uw woord !quot; Hoe levendig o Maria! was uw geloof aan God ! Hoe

vast uw vertrouwen op hem ! Hoe bereidwillig alh

uwe overgeving in zijnen vaelerlijken wil en ge\

beschikkingen! Hij was voor u de liefderijkste ver

Vader, en gij waart zijn gehoorzaamste kind. mij

Wat ben ik in mijne eigene oogen ? Hoe Ac

beschouw ik God! Hoe gehoorzaam ik hem ? sch

Hoe hoop en vertrouw ik op hem ? sch

En het Woord is vleesch gevwrden en het zoo

heeft onder ons gewoond. te (

t

-ocr page 411-

VAN DE H. MAAGD MARIA. 403

ld Ja, de Zoon Gods heeft zich diep vernederd;

..re de Heer heeft de gedaante eens dienstknechts

lit aangenomen, en is in alles aan ons gelijk ge-

In worden, uitgenomen de zonde; door hem wilde

ds de Vader inzonderheid tot ons, zijne kinderen

lts spreken; door hem wilde hij zijnen wil bekend

sij, maken; door hem zijn raadsbesluit openbaren!

Jesus Christus heeft de menschelijke natuur

icr aangenomen, en is bijgevolg onze broeder ge-

ior worden. Tot welke een overgroote waardigheid

Ik heeft God dan den mensch verheven; en ik zou

de mij zeiven door de zonde onteeren! neen, dat wil ik niet; ik wil door eenen godvruchtigen

m, levenswandel Gode dankbaar zijn; ik wil al

kt hetgeue Jesus ons door woord en voorbeeld en heeft geleerd, getrouw trachten op te volgen,

en Hiertoe heb ik de goddelijke genade noodig,

i.quot; en deze wil ik afsmeeken door de voorspraak

ig- der heilige Moeder Gods Maria.

ne

es. GEBED.

le-

oe Maria ootmoedigste en verhevenste onder

[ig alle schepselen! Dank zij den Allerhoogste

en gewijd, dat hij u tot Moeder van zijnen Zoon

ite verkoren heeft! Ik sta verbaasd, en ik verheug

id. mij over uwe wonderbare verceniging met God.

oe Ach! ik ellendig en niettemin zoo hoovaardig

i? schepsel, durf het niet wagen voor u te verschijnen, die bij alle uwe heerlijke voorregteu

\ct zoo ootmoedig waart, en nogtans wensch ik u te eeren met den groet des Engels : Wees gegroet

l

-ocr page 412-

404 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

Maria vol van genade ! verwerf ook voor mij een gedeelte derzelve. Be Heer, de bron van alle vreugde, de Zaligmaker, de sterke God, de vorst des vredes is met u. Hij was bereids met u van Let eerste oogenblik uwer schepping;

thans is hij, als uw Zoon nog nader bij u. (

Gezegend zijl gij boven alle vrouwen. Verwerf ook doe

voor mij Gods zegen ! Gezegend is de vrucht utvs kos

ligchaams. Gelukkige boom, welke eene zoo var

edele en heilige vrucht voor de wereld hebt het

voortgebragt! Heilige Maria Moeder Gods! hoe

Ja Maria dit zijt gij! Gij zijt de Moeder van toe

God; deze waarheid geloof ik vastelijk. Bid we

voor ons zondaren, nu, te midden van zoo vele Eg

gevaren, en vooral in het uur onzes doods om gei

een zalig sterfuur. Wil ons, zaligste Moeder die

tot den Zoon ; genaderijke dochter tot den Va- gei

der; uitverkorene Bruid tot den Bruidegom ste

voeren, die gezegend is in alle eeuwigheid. en

de^

KERKGEBED. Gl

n e

God! die gewild hebt, dat uw Zoon door de toe

boodschap des Engels in het ligchaara der sti

heilige Maagd Maria het vleesch zou aanne- he

men; verleen ons de genade, dat wij, die haar mi

als de Moeder Gods vereeren , ook door hare V(

voorspraak bij u, mogen geholpen worden, m;

door denzelfden Heer Jesus Christus, uwen on

Zoon, die met u leeft en regeert in de een- Ni

heid des H. Geestes, door alle eeuwen der lij

eeuwen. Amen. ik

-ocr page 413-

—1

VAN ])E H. MAAG1) MARIA. 405

e®n BIJ DE GEDACHTENIS VIERING alle

, de DER ZEVEN SMARTEN VAN MARIA.

me^ Op vrijdag voor Palmzondag.

j u. Ook hebt gij vele en zware beproevingen ook doorgestaan, zalige Maagd Maria ! ach, het wm kostte u zoo veel droefheid en smart^ de Moeder zoo van onzen Verlosser te zijn. Dikwijls doorsneed lebt het zwaard van droefheid uwe ziel. Trouwens ids! hoe gevoelig werd uw Moederhart getroffen, van toen Jesus in eenen stal in Bethlehem geboren Bid werd. Hoe veel leedt gij door de vlugt naar rele Egypte, ten einde de handen des bloeddorsti-om gen Herodes te ontkomen! — Uw Zoon Jesus, der die alien had welgedaan, werd met misdadi-Va- gers gelijk gesteld, en moest aan het kruis :om sterven; gij zaagt hem lijden; gij stond er bij, i. en gij kondt hem niet helpen! Gij en uw goddelijke Zoon hebt veel bitters moeten proeven! Gij beiden zijt door kwellingen en lijden binnengegaan in het rijk Gods, en gij beiden waart de toch de geliefden des hemels! Waarom zou ik ier strafschuldige dan met onwil het lijden dragen, tie- hetgene God mij toezendt? Waarom zou ik w mij dan over mijn gering lijden beklagen ? are Voortaan wil ik nu ook niet meer klagen, sn, maar al hetgene mij overkomt, met kinderlijke en onderwerping uit Gods vaderhand aannemen, m- Naar uw voorbeeld, geduldige Maria! wil ik Ier lijden, wil ik volharden tot aan het einde, wil ik in kommer mij troosten met de gedachte: 62 23

J_

-ocr page 414-

406 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

„De Heer verlaat de zijnen niet, en bestiert al

„alles ten beste!quot; he

Smeek voor mij de hiertoe noodige genade, mi

opdat ik, na hier op aarde met kinderlijke wi

onderwerping mijn lijden te hebben gedragen, in mij met u en met uwen Zoon eeuwig verheugen

moge in den hemel. Amen. I

DE ZEVEN SMARTEN VAN MAEIA.

Je

TER OVERWEGING VOORGESTELD. ve Eerste smart van Maria, bij de voorzegging van Simeon.

dl

Ach, lieve Moeder! Hoe dikwerf heb ik als ve

zondaar uw hart gewond! niet gij, maar ik da

moest lijden voor mijne bedrevene zonden. Wijl vi

gij echter uit liefde tot mij zoo veel geleden D

hebt, verwerf mij nu ook door uwe voorspraak B

en verdiensten de genade, van een waar berouw ge over mijne zonden; verwerf mij geduld in lijden

en randen; laat mij steeds gedenken, dat al V: het lijden van deze wereld gering is, wanneer ik overweeg, dat ik door mijne zware zonden de hel verdiend heb.

V(

Tweede smart van Maria, bij hare vlugt naar Egypte. d;

O goddelijke Moeder! ook ik ben een van die J

ongelukkigen, die door hunne zonden uwen goddelijke Zoon, en dus ook u vervolgd en y

uw hart gewond hebben. Moeder van barmhartigheid! verwerf mij de genade, dat ik mijne ondankbaarheid beweene. Ik smeek u, door li

-ocr page 415-

VAN DE H. MAAGD MARIA. 407

al hetgene gij op uwe moederlijke vlugt geleden hebt, weiger ook mij mven bijstand en bescherming niet, op de gevaarvolle reis naar de eeuwigheid, opdat ik aan het einde mijner dagen, in het land der levenden moge aankomen. Amen.

Derde smart van Maria, (oen zij Jesus verloren had.

O Maria! gij bemindet niets zoo zeer als Jesus. Hoe zuchttet gij om hem, toen gij hem verloren hadt! met welke liefderijke zorg zocht gij hem op! Dit moeten alle groote zondaren, dit moet ik doen, die hem door zware zonden verloren heb. Liefderijke Moeder! maak toch dat ik hem viude. Ik weet zeker, dat hij zich vinden laat door hen, die hem opregt zoeken. De Heer is goed voor de ziel, die hem zoekt. — Bid voor mij om de genade, dat ik hem zoeke, gelijk ik moet, opdat ik hem zeker vinde. Amen.

Vierde smart van Maria, bij den aanblik van Jesus met zijn kruis beladen.

O smartvolle Moeder bid voor mij door de verdiensten van deze uwe smart om de genade, dat ik, naar het voorbeeld vnn Jesus het mij opgelegde kruis met geduld drage, en in zijn en uw gezelschap tot den dood toe volharde. Am.

Vijfde smart van Maria, bij het sterren van Jesus.

Smartvolste onder alle Moeders uwe goddelijke, uw teedergeliefde Zoon is alzoo gestor-

-ocr page 416-

408 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

ven! Ach! hoe vreesselijk moet uw Moederhart niet zijn gewond geworden; hoe groot moet uwe droefheid geweest zijn! Doch gedenk, dat hij door zijnen dood de hel heeft overwonnen, den hemel geopend, en het groote werk der verlossing volbragt heeft. Van het kruishout heerscht hij over de harten van hen, die, door zijne liefde getroffen, zich onder de vaan zijns kruises scharen. Ach! smeek voor mij een opregt berouw over de menigvuldige zonden, waardoor ik Jesus, uwen Zoon, mijnen Heer en mijnen God beleedigd heb. Door zijnen dood en door uw lijden, hoop ik vergiffenis van dezelve en het eeuwig leven te erlangen. Am.

Zesde smait, bij de opening der zijde van Jesu».

O smartvolle Maagd! gij zijt even groot in uw handelen en in uw lijden. Ik heb God dikwijls en zwaar beleedigd. Heb medelijden met mij, bid voor mij om de vergiffenis mijner zonden en om ware liefde tot God, mijnen Heer. Wie kan mij dezelve beter verwerven, dan gij, Moeder der smarten. Moeder der schoone liefde , toevlugt der zondaren!

Zevende smart van Maria, bij de begrafenis van Jesus.

O smartvolle Moeder! bewaar de gedachtenis van het lijden van Jesus en van uw lijden steeds levendig in mij. Bid voor mij om de genade, dat ik hetzelve dankbaar overwege en

-ocr page 417-

VAN DE H. MAAGD MAMA. 409

irt mijne zaligheid bewerke. Hierdoor hoop ik

iet voor het uur mijns doods kracht en vertrouwen

k, te verkrijgen, opdat ik bij den aanblik mijner

n- zonden niet wanhope. Verwerf voor mij de

rk vergiffenis der zonden, de genade van volhar-

is- ding in het goede en het eeuwige leven, waar

e, ik mij dan met u verheugen en Gods barmhartig-

an heid prijzen zal. Amen.

lij

m- GEBED.

en

en Heer! toen gij den lijdenskelk uitdronkt,

an werd de voorzegging van Simeon vervuld; de m. gevoelige, de teedere ziel uwer Moeder werd door het zwaard van droefheid doorstoken. De gedachtenis van dit haar lijden vernieuwen wij heden, en trachten door haar voorbeeld ons in zeiven tot geduld in lijden op te wekken. In de k- gedachtenisviering van de smarten uwer Moe-et der eeren wij u; laat ons hierom ook de zegenen rijke vruchten uws lijdens in ons gewaar wor-rie den! De Heiligen, die weleer onder uw kruis ij, stonden, bidden voor ons; verhoor hun smee-jf- ken, en laat hen door hunne voorspraakver-werven , dat wij de kracht van uw lijden steeds in ons ondervinden moge. Amen. us. O Maria! Moeder der smarten, koningin der

martelaren! ik bid u door uw onuitsprekelijk ;e- lijden, smeek voor mij een waar berouw over en mijne zonden en eene duurzame verbetering de des levens af. Ik zou u op nieuw bedroeven in en plaats van u te troosten, indien ik door in de

I

-ocr page 418-

410 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

zonde te volharden, uwen Zoon nieuwe ver- »g

smading aandeed. God beware mij voor er- sp: gerlijke gesprekken, onbetamelijke gebaren,

slechte gezelschappen, heiligschendende biech- »g

ten of communiën! — Verwerf mij de genade »ï van eenen zaligen dood; sta mij bij in dat be-

slissend uur. Ik bid u hierom door de smart, «s welke gij gevoeldet, toen uw goddelijke Zoon

zijn hoofd boog en stierf. Ach, verlaat mij dan «z niet! Mogt ik in dat oogenblik niet meer in staat zijn uwen heiligen naam uit te spreken, zoo roep ik thans reeds uwe voorspraak in,

o Maria! Tot u echter, o Jesus! roep ik, ten »z

einde de zalige vruchten van uw bitter lijden «d en dood te ondervinden: barmhartigheid, mijn

Jesus! mijn Jesus, barmhartigheid! «1

HEï FEEST quot;h

y)u

VAN MARI A-BEZOEK ING.

Maria van den Engel vernomen hebbende;

dat zij tot Moeder des Yerlossers verkozen was, ha

aanbad Gods almagt en goedheid met ootmoed nii

en dankbaarheid. Zij hield intusschen geheim , oo

hetgeen de hemelsche gezant haar geboodschapt zij had. Slechts aan hare heilige, en door God ook

rijkelijk gezegende nicht Elisabeth wilde zij vr

haar hart openbaren. Zij deed derhalve met vo

vreugde de groote reis over het gebergte, kwam toi

in het huis van Zacharias en groette Elisabeth. he

Deze, met den H. Geest vervuld, zeide tot haar, he

„Gezegend zijt gij onder de vrouwen, en geze- he

-ocr page 419-

VAN DE H. MAAGD MARIA. 411

„gend is de vrucht uws ligchaams.quot; Hierop sprak Maria:

„Mijne ziel maakt groot den Heer, en mijn „geest verheugt zich in God, mijnen Heiland. „Hij heeft nedergezien op de geringheid zijner „dienstmaagd. Zie, van nu af zullen alle ge-„slachten mij zalig noemen. Hij, de Magtige „heeft groote dingen aan mij gedaan: heilig is „zijn naam. Zijne barmhartigheid strekt zich „uit van geslacht tot geslacht over allen, die „hem vreezen. Magtvol werkt zijn arm; hij „verstrooit hen, die in den waan van hun hart, „zich iets verbeelden. Hij werpt magtigen van „den troon en verheft nedcrigen. Behoeftigen „vervult hij met goederen; rijken zendt hij „ledig weg. Hij heeft Israël zijnen dienaar opgenomen , indachtig zijner ontfermende goed-„heid, welke hij beloofd heeft aan onze vaderen, „aan Abraham en aan zijn nageslacht tot in „eeuwigheid.quot;

Zoo sprak Maria, en bleef drie maanden bij hare nicht. Uit het bezoek van Maria bij hare nicht, en uit hare lofzangen blijkt, welk eene ootmoedige, zuivere en Gode behagelijke Maagd zij was.

Christen! volg hare ootmoedigheid na. Met vreemde gaven pralen, zich zeiven meer laten voorstaan dan men werkelijk is, aan zich zei ven toeschrijven, hetgene men van God ontvangen heeft, en zich hierom boven anderen verheffen, hen gering achten, is hoogmoed en vermetelheid.

-ocr page 420-

412 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

Dit deed Maria niet; zij loofde niet zich zelve, maar God; zij verheugde zich in hem, en niet in zich zeiven; door de lofspraak harer nicht werd zij niet opgeblazen, maar zij schreef alles aan God toe.

Maria erkende en gevoelde wel is waar hare voorregten, en hield zulks voor hare nicht niet verborgen; zij vergat echter de nederigheid eener maagd niet, en beschouwde hare waardigheid, als een vrijwillig, onverdiend geschenk des liefderijken Gods. Zoo moet gij ook, indien gij iets goeds in u zeiven ontwaart. God hiervoor danken, en hem de eer geven, gij moet een nuttig gebruik hiervan maken, en hetzelve trachten te vermeerderen; uwe zwakheden en gebreken moet gij daarentegen zoeken te verbeteren. Hierin bestaat de ware ootmoedigheid.

Verkeer, naar het voorbeeld der zaligste Maagd, zoo veel mogelijk slechts met personen van uw geslacht, en van eenen onberispelijken wandel.

Ofschoon gij in den omgang met anderen, niet altijd van God en van heilige dingen kunt spreken, moet gij echter dikwijls hieraan denken, van tijd tot tijd iets tot stichting zeggen, en nooit u eenige zondige uitdrukking veroor-looven.

Ten laatste, verkeer gaarne met God, en houd u met hem bezig door godvruchtige oefeningen, door over zijne almagt, grootheid, wijsheid, heiligheid en goedheid na te denken.

-ocr page 421-

VAN DE H. MAAGD MARIA.

Herdenk het verledene, inzonderheid de beloften en bedreigingen des Heereu: zie wat gij in de toekomst te hopen of te vreezen hebt; laat uw hart tot God spreken; leg het geheel voor hem bloot. Houd u aan hem, en verwacht getroost zijne beschikkingen af, gelijk Maria deed.

Ach! de bezoeken der Christenen zijn vaak zoo ijdel, zoo verderfelijk; men spreekt slechts van opschik en kleederpracht, van de gebreken zijns naasten Sj dikwerf zelfs over onkuische zaken. Dergelijke bezoeken betamen niet slechts geen christenen, maar zelfs geen heidenen.

HET FEEST

DEK, TENHEMELOPNEMING VAN MARIA,

GEBED.

O Maria! gij hebt de aarde verlaten, en de voor u bestemde plaats in den hemel ingenomen. Uwe liefde tot ons is echter niet minder maar zelfs grooter geworden. Ter belooning van uwen heiligen wandel werd u een nieuw leven geschonken; voor uwe ootmoedigheid, de verheffing boven alle schepselen, voor uwe godsvrucht, het aanschouwen van Gods aanschijn; voor uwe overgeving in zijnen heiligen wil, het genot der eeuwige gelukzaligheid; voor uw bitter lijden , eindelooze vreugde; voor uwe getrouwheid in het bewaren der goddelijke genade, het regt, om voor een ieder, die uwen

413

-ocr page 422-

414 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

wandel wil navolgen, en zijn vertrouwen stelt op uwe voorspraak, genade vau God af te smee-ken. Ach! zie genadiglijk op ons neder. Gij ziet de gevaren en vijanden, met welke wij te kampen hebben; help ons strijden en overwinnen! Gij zijt het allernaast bij God; gij woont in het rijk des Heeren, en wordt verzadigd door Gods heerlijkheid; wij echter wonen nog ver, in het land der vergankelijkheid. Hierom bidden wij u om uwe voorspraak bij God, opdat wij nimmer vergeten, dat wij hier geene blijvende plaats hebben, maar de toekomende zoeken; opdat wij ons meer en meer losmaken van het aardsche, toenemen in de liefde Gods, zalig sterven, en op de plaats onzer bestemming aankomen, waar wij u voor uwe goedheid zullen danken, en met u en met alle Heiligen, Jesus eeuwig bezitten, loven en prijzen zullen. Amen.

ANDER GEBED.

Heilige Maria, Moeder Gods, Moeder der geloovigen! Gij zijt de heiligste en zaligste onder de kinderen der menschen, gij zijt de uitverkorene Gods, de Engel noemt u vol van genade; de gansche H. Kerk eert u als de koningin van hemel en aarde. WTie zou u niet vereeren, daar God zelf u vereert; wie zou u niet beminnen, daar God zelf u bemint; wie zou op uwe moederlijke liefde en op uwe voorspraak niet vertrouwen, daar God zelf u tot de

-ocr page 423-

VAN DE H. MAAGD MARIA. 415

Moeder des goddelijken Zoons heeft ingewijd? Hierom smeeken wij u, Maria! vol van genade. Moeder van onzen Zaligmaker, bid uwen en onzen God om genade voor ons zondaren. Getrouwe Maria! bid uwen en onzen Heer, dat wij met ootmoed en getrouwheid ons aan zijne heilige dienst toewijden. Gij, met den wil Gods tevredene Maagd! die zijnen wil in uw hart hebt overwogen, bid voor ons zwakken om een levendig geloof. Gij stondt onder het kruis van uwen Zoon, en het zwaard van droefheid doorsneed, volgens Simeons voorzegging, uw moederhart : bid voor ons lijdenden hier op aarde, opdat wij het lijden en de rampen dezes levens naar uw voorbeeld, met overgeving in den goddelijken wil mogen verdragen. Gij op aarde reeds volmaakte, in den hemel opgenomen, en naast uwen Zoon thans verheerlijkte Moeder der geloovigen, bid voor ons om een zalig uiteinde van dit leven, opdat wij het erfdeel erlangen der kinderen Gods in den hemel, hetwelk ons door de gezegende vrucht uws lig-chaams beloofd en verzekerd is, en uwen en onzen God, die zulke heerlijke dingen aan u heeft gedaan, in eeuwigheid met u loven, prijzen en bezitten mogen. Amen.

HET PEEST VAN MA EI A-G EBOOETE.

GEBED.

O heilig kind! kostbaar geschenk des hemels. Moeder van het Lam Gods, 't welk de zonden

-ocr page 424-

416 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

der wereld wegneemt, voorspreekster der zondaren, bid voor mij! Gij zijt het verhevenste onder alle schepselen; door uwe geboorte heeft het zondige menschdom hoop op redding gekregen , gij zijt die Maagd vol van genade, welke bestemd was, om den Verlosser der wereld te baren , die de ketenen der zonde zou verbreken: kom mij te hulp, want ik heb uwe voorspraak noodig. Bid voor mij, opdat ik als een nieuw schepsel, door de liefde Gods geheel ontvlamd worde. Wees gij mijne vermogende voorspreekster bij hem, die u zoo groot, zoo magtig, zoo medelijdend gemaakt heeft! Ik vertrouw vas-telijk op het gelukkig gevolg uwer voorspraak; want uw goddelijke Zoon zal uw gebed niet versmaden. Hem zij lof in eeuwigheid. Amen.

ANDER GEBED.

O Maria! eerwaardige Moeder van Jesus en van alle geloovigeu, in uwe bescherming, in uwe voorspraak beveel ik mij zeiven en al de mijnen, inzonderheid in het uur des doods. Goedertierene Maagd! gij bemint degenen , die u beminnen, en gij helpt allen, die op u vertrouwen; troosteres der bedrukten, toevlugt der ongelukkigen! ik kom tot u; als een ongelukkige zondaar verschijn ik voor u; versmaad mijne zuchten niet! hoor eu verhoor mij zondaar, die in dit dal van tranen tot u roep. Sta mij door uwe voorspraak bij in al mijnen nood, en inzonderheid in het uur des doods. O Goe-

-ocr page 425-

VAN DE H. MAAGD MAEIA. 417

dertierenc, o medeiijdende Maria, Moeder van genade. Moeder van barmhartigheid, laat mij uwe bescherming ondervinden! Met een vast vertrouwen op uwe moederlijke liefde, lioop ik door uwe voorspraak bevestiging in het geloof overgeving in den goddelijken wil, onwrikbaar geduld, steeds toenemende liefde, en eindelijk eenen uitgang uit dit leven naar de vreugde des hemels. Amen.

LITAIVXE

DER ALLERHEILIGSTE MAAGD MARIA.

Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer !

Heer, ontferm u onzer!

Christus, hoor ons !

Christus, verhoor ons!

God Hemelsehe quot;Vader, ontferm u onzer!

God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u

onzer!

God, Heilige Geest, ontferm u onzer!

Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer!

Heilige Maria, bid voor ons!

Heilige Moeder Gods!

Heilige Maagd der Maagden, lt;

Moeder van Christus, o

Moeder der goddelijke genade, o

Allerreinste Moeder, YL

-ocr page 426-

418 OEFKNINGEN OP DE FEESTDAGEN

Allerzuiverste Moeder,

Ongescliondene Moeder,

Onbevlekte Moeder,

Minnelijke Moeder,

Wonderbare Moeder,

Moeder des Scheppers,

Moeder des Verlossers, Allervoorzigtigste Maagd,

Eerwaardige Maagd,

Lofwaardige Maagd,

Magtige Maagd,

Zachtmoedigste Maagd,

Getrouwe Maagd,

Spiegel der regtvaardigheid,

Zetel der wijsheid.

Oorzaak onzer blijdschap.

Geestelijk vat.

Eenvaardig vat.

Voortreffelijk vat van godvruchtigheid.

Verborgen roos.

Toren van David,

Ivoren toren.

Gulden huis,

Arke des verbonds.

Deur des hemels.

Morgenster,

Behoudenis der zieken,

Toevlugt der zondaren.

Troosteres der bedrukten,

Hulp der Christenen,

Koningin der Engelen,

Koningin der aartsvaders,

-ocr page 427-

Van de h. maagd mauia.

Koningin der profeten,

Koningin der apostelen, pj

Koningin der martelaren, lt;

Koningin der belijders, o

Koningin dor maagden, 0

Koningin aller heiligen, S

Koningin, zonder vlek ontvangen. Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld

wegneemt, spaar ons. Heer!

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld

wegneemt, verhoor ons, Heer!

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld

wegneemt, ontferm u onzer, Heer! Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer!

Heer, ontferm u onzer!

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

Tot uwen bijstand en bescherming nemen wij onze toevlugt, heilige Moeder Gods! versmaad onze smeekingen niet in onzen nood, maar verlos ons ten allen tijde van alle gevaar, o roemwaardige en gezegende Maagd, onze middelaarster, onze voorspreekster! verzoen ons met uwen Zoon, beveel ons aan uwen Zoon, vertoon ons aan uwen Zoon.

Bid voor ons heilige Moeder Gods !

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

Wij bidden u, o Heer! stort uwe genade in

419

-ocr page 428-

420 OEFENINGEN OP DE rÜESTDAÖEK

onze harten, opdat wij, die door de boodschap-ping des Engelsj de meuscliwording van Christus, uwen Zoon gekend hebben, door zijn lijden en kruis tot de heerlijkheid der verrijzenis ge-bragt worden, door Christus, onzen Heer. Amen.

Heer, Jesus Christus, die u gewaardigd bebt, mensch en Zoon des menschen te worden; die eene vrouw tot uwe Moeder op aarde hebt verkoren, gij die God tot Vader in den hemel badt; wij bidden u, geef, dat wij met eerbied aan haar gedenken, haar als Moeder eeren, en de overgroote waardigheid behoorlijk huldigen, van haar, die u van den H. Geest heeft ontvangen, die. Maagd blijvende u heeft gebaard, en aan welke gij op aarde zelf zijt onderdanig geweest, die met uwen Yader en den H. Geest leeft en regeert. God in alle eeuwigheid. Amen.

Gebed tot de allerheiligste Maagd voor zich zalven en voor anderen.

O Maria, Maagd en Moeder Gods, de teedere en medelijdende liefde, waarmede gij zoo vele ellendigen en ongelukkigen, die in den nood tot u hunne toevlugt namen, geholpen hebt j doet ons met vertrouwen uwe voorspraak inroepen. Even gelijk Jesus, uw goddelijke Zoon weleer geenen hulpbehoevende ongetroost heeft weg gezonden, maar aan blinden het gezigt, aan dooven bet gehoor, aan stommen de spraak, ja zelfs aan dooden het leven wedergegeven, en aan zoo vele zondaren en zondaressen de

-ocr page 429-

Van de h. maagd mama.

vergiffenis hunner zonden gesclionken heeft, zoo hebben ook zeer vele ongelukkigen uwe krachtige voorspraak ondervonden. Met vertrouwen wenden wij ons heden tot u, en wij bidden u met een rouwmoedig hart, smeek voor ons bij uwen goddelijken, vergevinglie-venden Zoon om de vergiffenis onzer misdaden en overtredingen, door welke wij het hart van uwen Zoon en uw teeder moederhart bedroefd hebben. Zuivere, vlekkelooze Maagd! die uw gansche leven geene zonden bedreven hebt, verwek in ons eenen regtmatigen afkeer van de zonde, welke het beminnenswaardig hart van uwen goddelijken Zoon en uw hart zoo zeer bedroeft, en ons afschuwelijk maakt in Gods oogen; vervul ons met hoogachting voorde goddelijke geboden, opdat wij voor alles den goddelijken wil vervullen. Smeek ook den goddelijken zegen af op onze tijdelijke ondernemingen, opdat wij met heilige naauwgezet-heid onze beroepsbezigheden vervullen, opdat wij niemand door onchristelijke redenen ergeren, maar allen, die met ons werkzaam zijn, door stichtende gesprekken een goed voorbeeld geven, en uwen goddelijken Zoon door onze woorden en werken verheerlijken. Indien de goddelijke Voorzienigheid ons rampen toezendt, of eenig tijdelijk verlies doet ondergaan, laat ons dan overwegen, dat die rampen dienen tot ons geluk, en dat het goed, waarvan wij beroofd zijn geworden, welligt eene hindernis zou geweest zijn voor onze eeuwige zaligheid.

62 24

421

-ocr page 430-

422 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

O Maria, toevlugt der zondaren, wij smee-ken u verder: bid bij uwen geliefden Zoon, Jesus Christus, die den dood des zondaars niet wil, maar dat hij zich bekeere en leve, voor de onbekeerde, verblinde zondaren, die zorgeloos hun eeuwig verderf te gemoet ijlen, opdat zij in zich zeiven keeren, zich beteren en opregt bekeerd worden. Maria, hulp der Christenen! bid bij uwen lieven Zoon, voor de regtvaardi-gen, opdat zij in het geloof en in uwe liefde volharden tot het einde huns levens — Maria, koningen der maagden! bid bij uwen lieven Zoon voor de zuivere zielen, opdat zij in de bekoring niet bezwijken, maar door uwe genade ondersteund, dapper strijden, tot dat zij de zegepraal behaald hebben. Versterk de geestelijke herders, opdat zij hunne schapen op goede weiden voeren: en getrouw over dezelve waken. Schenk aan allen, die u met kinderlijke liefde vereeren, uwen moederlijken zegen, en bescherm hen tegen alle gevaren van lig-chaam en ziel. En wanneer eenmaal het vree-selijk oogenblik nadert, van hetwelk de gan-sche eeuwigheid afhangt; hei; oogenblik, in hetwelk onze tong zal verstijven, eene doodskleur ons gelaat zal bedekken, en het koude zweet van ons voorhoofd zal afdruipen, wanneer bloedverwanten en vrietden, weenend ons sterfbed zullen omringen; o verlaat ons dan niet, liefdevolle troosteres der bedroefden, behoud der kranken! bid dan voor ons, dat ons geloof, onze hoop en onze liefde alsdan niet

-ocr page 431-

VAN DE H. MAAGD MARIA.

423

verflaamven, opdat wij in dat gevaarvol uur niet bezwijken.

Mogt na onzen dood onze ziel nog niet volmaakt zuiver zijn^ maar in het vagevuur gereinigd worden, ach ! lieb dan medelijden met onzen ongelukkigen toestand. Gij immers weet wat lijden is, het zwaard van droefheid heeft uwe ziel doorsneden, toen gij uwen geliefden Zoon aan het kruis zaagt sterven. Help ons dan, medelijdende Moeder uit die plaats van smarten, naar de plaats van eeuwige vreugde. Amen.

OP DEN FEESTDAG VAN DEN H. JOZEF.

rees van mij gegroet, man naar Gods hart, heilige Jozef! God heeft u regt-vaardig bevonden op aarde, en verkoren tot bruidegom der allerzuiverste en genaderijkste Maagd, en tot voedstervader van zijnen eeniggeboren en geliefden Zoon. Aan u heeft hij de zorg over de heilige personen op aarde, over Jesus en Maria toevertrouwd; tot u zond hij zijnen Engel, ten einde u het wonderbaar geheim der menschwordiug van Gods Zoon en de ondoorgrondelijke wegen der goddelijke quot;Voorzienigheid te openbaren. Gij hebt vele genaden van God ontvangen, veel vreugde gesmaakt in het verkeer met de heilige perso-ees van mij gegroet, man naar Gods hart, heilige Jozef! God heeft u regt-vaardig bevonden op aarde, en verkoren tot bruidegom der allerzuiverste en genaderijkste Maagd, en tot voedstervader van zijnen eeniggeboren en geliefden Zoon. Aan u heeft hij de zorg over de heilige personen op aarde, over Jesus en Maria toevertrouwd; tot u zond hij zijnen Engel, ten einde u het wonderbaar geheim der menschwordiug van Gods Zoon en de ondoorgrondelijke wegen der goddelijke quot;Voorzienigheid te openbaren. Gij hebt vele genaden van God ontvangen, veel vreugde gesmaakt in het verkeer met de heilige perso-

-ocr page 432-

424 OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN

neu; maar ook bij uwen arbeid tevreden, in armoede, lijden en kommer geduldig en godvruchtig met hen geleefd.

Gewillig en met heilige naauwgezetheid zijt gij eiken wenk van God gevolgd; met een onwrikbaar vertrouwen hebt gij in treurige en kommervolle oogenblikken u op zijne vaderlijke zorg verlaten, en God heeft alles steeds zoodanig ingerigt, dat gij zijne vaderlijke Voor- ! zienigheid steeds dankbaar hebt erkend en aangebeden.

Op dezelfde wijze zal God ook voor mij zorgen , indien ik volgens zijnen heiligen wil leef en lijd, indien ik mijn oog op hem gevestigd houd, slechts hem zoek te behagen, slechts naar zijn rijk tracht. Aan u, o heilige Jozef, wil ik denken, wanneer het mij moeite kost, : om aan de deugd en aan mijnen pligt getrouw te blijven; op de goddelijke hulp wil ik hopen en u navolgen in de geregtigheid, opdat ik eenmaal gelijk gij, door Jesus gezegend, den dood der regtvaardigen moge sterven. Thans zijt gij bij Jesus en Maria in den hemel ver- i heerlijkt. Bid hierom heilige Jozef, voor mij om een levendig geloof, en getrouwheid in de dienst van God en gelatenheid bij alle voorvallen dezes levens. Inzonderheid echter, sta mij bij door uwe voorspraak in het uur des doods, opdat mijn uiteinde zalig zij, sn ik met u en alle heiligen den Yader, den Zoon en den hei- ; ligen Geest, in eeuwigheid moge loven en prijzen. Amen.

-ocr page 433-

VAN DEN H. JOZEF.

LITANIE

VAN DEgt;' HEILIGEN JOZEF.

Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer!

Heer, ontferm u onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons !

God, hemelsche Vader, ontferm u onzer! God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer!

God heilige Geest, ontferm u onzer! H. Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer! Heilige Maria, bid voor ons!

Heilige Jozef,

Bruidegom van Maria,

Voedstervader van Jesus,

Beschermer der zuiverheid van Maria, Man naar Gods hart.

Getrouwe en voorzigtige dienaar des Heeren, Hulp van Maria,

Allerzuiverste in maagdelijke reinheid. Allernederigste in ootmoed.

Allervurigste in heilige liefde, Allerverhevenste in het bespiegelend leven, Die door Gods Geest zei ven regt vaardig

genoemd zijn.

Die in goddelijke geheimen meer dan anderen zijt verlicht geweest.

Die door eenen Engel in het geheim der menschwording zijt onderrigt, 62 ' 24.

425

Jt 1-

c-*-gt;

O

O •-lt;

O

-ocr page 434-

426 OEFENINGEN OP DEN FEESTDAG

Die met uwe bruid Maria, naar Bethlehem

zijt gereisd,

Die geene plaats in de herberg vindende,

u in eenen stal begeven hebt,

Die waardig geacht zijt, tegenwoordig te

zijn bij de geboorte van Christus, Die tegelijk met Maria, het kind Jesus in

den tempel hebt opgeofferd,

Die op de waarschuwing des Engels, met Jesus en zijne Moeder naar Egypte zijl gevlugt.

Die na den dood van Herodes, met Jesus en zijne Moeder naar het land van Israël ^ zijt teruggekeerd, o

Die het kind Jesus, dat te Jerusalem ^ gebleven was, met zijne bedroefde Moe- g der gezocht hebt, quot;

Die hem, na drie dagen, met blijdschap hebt wedergevonden, zittende in het midden der leeraren.

Aan wien de Heer van het heelal op aarde

is onderdanig geweest,

Wiens lof in het Evangelie vermeld wordt. Man van Maria, uit wie Jesus geboren is.

Heilige Jozef, onze voorspreker,

Heilige Jozef, onze beschermer,

In al onze benaauwdheden, help ons, H. Jozef ! In al onze behoeften, help ons, H. Jozef! In het uur des doods, help ons, H. Jozef! Door uwe eerbare trouw, help ons, H. Jozef!

-ocr page 435-

f

VAN DEN H. JOZFF.

Door uwe vaderlijke zorg.

Door uwe kuischheid,

Door uwen arbeid en uw zweet.

Door al uwe deugden.

Door al uwe verdiensten.

Door uw eeuwig geluk.

Wij, uwe dienaren en dienaressen, bidden H. Jozef!

Dat gij onze gebeden om vergiffenis der

zonden wilt ondersteunen.

Dat gij ons aan Jesus en in de voorspraak

van Maria wilt aanbevelen.

Dat gij, door uwe voorspraak, de gave van eerbaarheid voor alle maagden en ongehuwden wilt verwerven.

Dat gij, door uwe voorspraak, voor alle gehuwden eene ongekrenkte trouw, en heilige eendragt wilt verkrijgen. Dat gij, door uwe voorspraak, voor alle christelijke vergaderingen eene volmaakte liefde en ware eendragt wilt verwerven. Dat gij, door uwe veelvermogende voorbede alle oversten in de besturing der aan hunne zorg toevertrouwden wilt bijstaan, Dat gij alle vaders en moeders in de Christelijke opvoeding hunner kinderen wilt behulpzaam wezen.

Dat gij allen, die met regt op uwe voor spraak hopen, dezelve ook altijd en overal verleent,

Dat gij alle zielen der overledene geloovi-gen door uwe voorbede te hulp komt,

427

•-a o B

P-.

CLj

cc 3

O

-ocr page 436-

428 OEFENINGEN OP DEN FEESTDAG

Getrouwe voedstervader van Jesus, hoor ons!

Bruidegom van Maria, hoor ons!

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld

wegneemt, spaar ons, Heer!

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld

wegneemt, verhoor ons. Heer!

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld

wegneemt, ontferm u onzer!

Jesus Christus, hoor ons!

Jesus Christus, verhoor ons!

Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer!

Onze Tader, enz.

Bid voor ons. Heilige Jozef!

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

LAAT ONS BIDDEN.

Wij bidden u. Heer! dat wij, door de verdiensten van den bruidegom uwer allerheiligste Moeder mogen geholpen worden; opdat wij door zijne voorspraak verkrijgen, hetgene wij door ons zeiven niet kunnen verwerven, gij die leeft en regeert, met den Vader en den H. Geest, in de eeuwen der eeuwen. Amen.

GEBED TOT JESUS, MARIA EN JOZEF, als eene aanwijzing tot stille deugd en ware heiligheid.

Jesus, Maria, Jozef! Gij leefdet op aarde als geringe, arbeidzame lieden, onbekend en ongeacht bij de wereld, in eenen nederigen

-ocr page 437-

VAN I'EN H. JOZEF. 429

stand, in stille rust; en nogtans waart gij de heiligste personen op aarde. In u zie ik, dat de heiligheid niet bestaat in buitengewone, groote of gerucht laaiende daden, maar, in naar uw voorbeeld, den wil Gods en de pligten van mijnen staat getrouw te vervulllen, in de zoude te vlugten en de deugd te beoefenen. Ook in mijnen staat kan ik u navolgen, en Gode behagen. Elke nuttige of noodzakelijke arbeid, elke pligtvervulling of liefdedienst om God verrigt, is gelijk eene vereering Gods. Het verrigten der huisselijke bezigheden kan met de ware godvrucht zeer goed bestaan; bidden en werken kan vereenigd zijn, ja het behoort zelfs bij elkander; terwijl de handen arbeiden moet het hart aan God denken. Onder den arbeid wil ik bij mij zeiven zeggen: „mijn „God! ik doe dit, wijl gij het wilt, en zoo als „gij het wilt; ofschoon mijn werk zwaar is, „en door de menschen slecht beloond wordt, „ziet en beloont gij het echter; aan n offer ik „mijn werk op; gij zult het zegenen.quot; Indien ik zoo denk en bid, dan geschiedt alles met meer moed en vlijt, en mijn werk gaat mij beter van de hand. Op deze wijze dien ik tegelijk God en de menschen, win ik mijn dagelijksch brood en den hemel.

Jesus, Maria, Jozef! in u zie ik, dat rijkdom, aanzien en welvaart het ware geluk niet uitmaken; want dit alles heeft God, hoe dierbaar gij hem ook waart, n niet gegeven. Gij hadt veelmeer gebrek, rampen en vervol-

-ocr page 438-

430 OEFENINGEN OP DEN 1'EESTDAG

ging te lijden; en echter waart gij vergenoegd, tevreden en gelukkig. Zulks kan ik ook zijn, indien ik een zuiver geweten, een kinderlijk vertrouwen op God heb, indien ik gaarne arbeid, indien ik tevreden ben met hetgene gij mij door mijne vlijt gelieft te schenken, en mijn waar geluk in het ander leven zoekj indien ik den vrede bemin, en door zachtmoedigheid, voor-zigtigheid, en dienstvaardigheid mij geacht en bemind maak bij mijne medemenschen.

Jesus, Maria, Jozef! het uitmuntend voorbeeld uwer deugden zweve allen kinderen, ouders, echtgenooten en allen uwen vereerders steeds voor oogen, en spore ons tot navolging aan, opdat uw naam in het uur des doods dankbaar en tot vertroosting door ons moge genoemd worden. Liefde en eendragt wone in alle huizen, gelijk deze in uwe zielen woonden. Dan zal overal de zegen nederdalen, tot dat wij eindelijk bij u in den hemel komen, en eeuwig gelukkig zijn zullen. Amen.

OP DEN FEESTDAG

VAN DEN H. STEPHANÜS.

O VERDEN KIN Cï.

Stephanus vreesde den dood niet wijl hij zijnen goddelijken meester, die voor hemtephanus vreesde den dood niet wijl hij zijnen goddelijken meester, die voor hem

f gedood werd, zag leven; integendeel, door vurige liefde gedreven, wenschte hij gedood werd, zag leven; integendeel, door vurige liefde gedreven, wenschte hij

-ocr page 439-

VAN BEN H. JOZEF. 431

ontbonden te worden van den last des lig-chaams, voor den Heer te sterven, ten einde met hem te kunnen leven! Trouwens hij zag deu liemel open, en Christus staande aan de regterhand Gods. Jesus zag op den moedigen strijder neder en schonk hem kracht om te zegevieren. Stephanus verwierf de kroon des levens, wijl hij aan hem geloofde en hem getrouw navolgde, in wien alle heil is, in wiens naam alleen de menschen kunnen zalig worden.

Christus wandelde als de eeniggeborene des Yaders vol genade en waarheid, Stephanus volgde hem als een man vol genade en sterkte; Christus bad voor degenen, die hem kruisigden, Stephanus voor degenen die hem steenigden; Jesus bad, hangende aan het kruis, Stephanus nedergeknield, terwijl men hem steenigde. Toen hij nog stond beval hij zijne ziel aan den Heere Jesus aan, nedergeknield bad hij voor zijne vijanden met de woorden: „Heer! reken hun „deze zonden niet.quot;

Zoo bad de heilige Stephanus, en alzoo gebeden hebbende is hij in den Heer ontslapen. O slaap des vredes, rust der zaligen, wat kan verkwikkender, wat wenschelijker zijn!

Welaan, ik wil u navolgen, eerste der chris-

Itelijke martelaren! opdat ik gekroond moge worden gelijk gij. U wil ik navolgen, aan u j wil ik gelijkvormig worden, inzonderheid in de liefde jegens mijne vijanden. Gij zeidet niet: „Heer! oordeel hen na mijnen dood!quot; maar: | „Heer Jesus! ontvang mijnen geest.quot; — Gijtelijke martelaren! opdat ik gekroond moge worden gelijk gij. U wil ik navolgen, aan u j wil ik gelijkvormig worden, inzonderheid in de liefde jegens mijne vijanden. Gij zeidet niet: „Heer! oordeel hen na mijnen dood!quot; maar: | „Heer Jesus! ontvang mijnen geest.quot; — Gij

-ocr page 440-

432 OEFENINGEN OP DEN FEESTDAG

zeidet niet: Heer Jesus! wreek den dood van uwen dienaar,quot; maar: „Heer reken hun deze zonde niet.quot; — Door ontelbare vijanden omringd zaagt gij, terwijl zij u met woede stee-nigden, hen minzaam aan. Gij staardet met standvastige liefde op hem, voor wieu gij gedood werdt, en die ter belooning uwer onwrikbare trouw u de kroon des levens geschonken heeft.

Nog prijkt dergelijke kroon van heerlijkheid in den hemel; al wie moedig strijdt en tot het einde toe volhardt, zal met dezelve versierd worden! het rijk der hemelen lijdt geweld, en de geweldigen nemen het in.

GEBED.

Verleen ons. Heer, opdat wij onze vijanden leeren beminnen, daar wij de gedachtenis vieren van hem, die stervende ook wist voor zijne vervolgers te bidden, door onzen Heer, uwen Zoon, Jesus Christus, die met u leeft en regeert in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Dewijl de H. Kerk op den feestdag van den 11. Stejohanus te gelijk de gedachtenis houdt van alle heilige martelaren, kunt gij op dezen dag nog de volgende geleden verritten.

Ter vereering van alle Heilige Martelaren.

Hoe eerwaardig zijt gij in onze oogen, on-verschrokkene belijders en bloedgetuigen van

-ocr page 441-

BE H. MARTELAREN. 433

Jesus Christus; die u liever liet pijningen en dooden, dan afvallig te worden van God. Gij iebt door uw bloed getuigenis gegeven van het christendom en hetzelve uitgebreid. Welken dank zijn wij u schuldig! doch hoe bemoedigend en leerrijk is tevens uw voorbeeld voor ons!

Wij hopen, wel is waar, dat de tijden voorbij zijn, in welke de christenen om het geloof te vuur en te zwaard vervolgd werden. Maar ach! tioe afkeerig ben ik evenwel dikwijls van de pligten des Christendoms. Nu bekoort mij de snoode lust, een schijnbaar voordeel, een verleidend voorbeeld; dan weder doet vrees of traagheid mij mijnen pligt verzuimen. Hoe zwak ben ik nog! hoe weinig geduld heb ik geoefend! hoe moet ik mij schamen, wanneer ik mijn gedrag met het uwe vergelijk, onverschrokken bloedgetuigen!

Menigwerf, wel is waar, zeg ik: liever wil ik sterven dan God beleedigen! — en nogtans zondig ik liever, dan eene kleine verongelijking te verdragen, een hard woord aan te hooien, een oogenblikkelijk genoegen te derven, !en tijdelijk gewin te laten varen, of eene deine aanvechting door te staan; de kleinste )ekoiing verijdelt mijne beste voornemens, ioe zou ik staan blijven, indien ik de vuur-)roef des marteldoods moest ondergaan, indien k bloed en leven voor het geloof moest geven.

Zoo veel vordert gij nu niet van mij, o God! *ij wilt slechts, dat ik door eenen christelijken 62 25

-ocr page 442-

432 OEFENINGEN OP DEN FEESTDAG

zeidet niet: Heer Jesus! wreek den dood van uwen dienaar,quot; maar: „Heer reken huu deze zonde niet.quot; — Door ontelbare vijanden omringd zaagt gij, terwijl zij u met woede stee-nigden, hen minzaam aan. Gij staardet met standvastige liefde op liem, voor wien gij gedood werdt, en die ter belooning uwer onwrikbare trouw u de kroon des levens geschonken heeft.

Nog prijkt dergelijke kroon van heerlijkheid in den hemel; al wie moedig strijdt en tot het einde toe volhardt, zal met dezelve versierd worden! het rijk der hemelen lijdt geweld, en de geweldigen nemen het in.

GEBED.

Verleen ons. Heer, opdat wij onze vijanden leeren beminnen, daar wij de gedachtenis vieren van hem, die stervende ook wist voor zijne vervolgers te bidden, door onzen Heer, uwen Zoon, Jesus Christus, die met u leeft en regeert in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Dewijl de H. Kerk op den feestdag van den H. Stephanus te gelijk de gedachtenis houdt van alle heilige martelaren, kunt gij op dezen dag nog de volgende gebeden verritten.

Ter vereering van alle Heilige Martelaren.

Hoe eerwaardig zijt gij in onze oogen, ou-verschrokkene belijders en bloedgetuigen van

-ocr page 443-

■DE H. MARTELAREN. 438

Jesus Cliristas; die u liever liet pijningen en dooden, dan afvallig te worden van God. Gij hebt door uw bloed getuigenis gegeven van het christendom en hetzelve uitgebreid. Welken dank zijn wij u schuldig! doch hoe bemoedigend en leerrijk is tevens uw voorbeeld voor ons!

Wij hopen, wel is waar, dat de tijden voorbij zijn, in welke de christenen om het geloof te vuur en te zwaard vervolgd werden. Maar ach! hoe afkeerig ben ik evenwel dikwijls van de pligten des Christendoms. Nu bekoort mij de snoode lust, een schijnbaar voordeel, een verleidend voorbeeld; dan weder doet vrees of traagheid mij mijnen pligt verzuimen. Hoe zwak ben ik nog! hoe weinig geduld heb ik geoefend! hoe moet ik mij schamen, wanneer ik mijn gedrag met het uwe vergelijk, onverschrokken bloedgetuigen!

Menigwerf, wel is waar, zeg ik: liever wil ik sterven dan God beleedigen! — en nogtans zondig ik liever, dan eene kleine verongelijking te verdragen, een hard woord aan te hooien, een oogenblikkelijk genoegen te derven, een tijdelijk gewin te laten varen, of eene kleine aanvechting door te staan •, de kleinste bekoring verijdelt mijne beste voornemens. Hoe zou ik staan blijven, indien ik de vuurproef des marteldoods moest ondergaan, indien ik bloed en leven voor het geloof moest geven.

Zoo veel vordert gij nu niet van mij, o God! Gij wilt slechts, dat ik door eenen christelijken

62 25

-ocr page 444-

434 OEFENINGEN OP DEN FEESTDAG

wandel mijn geloof openlijk belijd, aan alle bekoringen en aanvallen mijner geestelijke vijanden standvastig wederstand bied, en door niets mij laat verleiden en n ontrouw wordt. Ten dien einde zult gij mij versterken, gelijk gij de heilige bloedgetuigen in hunnen geweldigen strijd gesterkt hebt, indien ik u om deze genade vurig smeek, en getrouw met dezelve medewerk.

Ik wil dan voortaan, o mijn God! mij nooit meer over mijn geloof schamen; de spotternijen, vervolgingen of tijdelijke verliezen, welke ik voor hetzelve zou moeten ondergaan, wil ik gering achten. Liefderijk zal ik mij ten opzigte mijner vijanden gedragen, en hen door zachtmoedigheid en weldaden trachten te winnen. Met heilige naauwgezetheid wil ik de pligten van mijnen staat vervullen; en dewijl ik thans mijn bloed niet kan vergieten voor het geloof, gelijk de heilige martelaren weleer, wil ik door goede werken en door de beoefening der deugden getuigenis van hetzelve geven, tot dat ik waardig bevonden word, om na hier te hebben geleden, in het gezelschap der heilige bloedgetuigen de kroon der geregtigheid te ontvangen. Amen.

-ocr page 445-

VAN DEN H. JOANNES.

OP DEN FEESTDAG

VAN DEN H. JOANNES DEN DOOPER.

OVERDENKING-

Over de woorden des Heiligen Joaunes: ik heb ulieden met waier gedoopt, maar hij zal u doopen door den II. Geest, Marc. 1, 8.

?of en dank zij u, goedertieren God^ wijl gij mij door het heilig Sacrament des doopsels tot uw kind hebt aangenomen! Trouwens, wat zou het mij baten geschapen te zij ii, indien ik door dit Sacrament niet ware herboren geworden. Dan ware er voor mij geene verlossing, geen heil; want gij, die de eeuwige waarheid zijt, hebt zelf gezegd: „Tenzij iemand herboren worde uit het water „en den H. Geest, hij kan in het rijk der he-„melen niet komen.quot; Met een van liefde doordrongen hart dank ik u voor deze onuitsprekelijke weldaad.

De dag van mijn doopsel «as waarlijk een geboortedag, een dag, op welken Jesus Christus in mijne ziel geboren is. Hij was een blijde paaschdag, op welken ik van den dood opstond en tot het leven wederkeerde; een feestelijke pinksterdag, dewijl ik den H. Geest ontving. De dag van mijn doopsel was een ware feestdag; want op dezen plegtigen dag nam de hemelsche Vader mij nietig mensch als een kind aan,

435

-ocr page 446-

436 OEFENINGEN OP DEN FEESTDAG

de Zoon Gods erkende mij als zijnen broeder, en de heilige Geest wijdde mij tot zijnen tempel in; op dezen tijd namen de Engelen mij juichend als hunnen medeburger in het rijk der heerlijkheid, en mijn naam werd geschreven in het boek des levens.

GEBED.

Jesus Christus, hoop aller tijden, heil dei-wereld, dat de regtvaardigen sedert eeuwen met vurig verlangen verbeid hebben! Gij hebt uwen voorlooper Joannes den geest van ootmoedigheid, van zelfverloochening, van getrouwheid en van onverschrokkene waarheidsliefde geschonken; verleen mij uwen bijstand, opdat ik zijne deugden navolge, en den weg bewandele, die door geloof en boetvaardigheid tot u voert. — En gij, heilige voorlooper van Jesus Christus, verwerf mij door uwe voorspraak de genade, dat ik der waarheid getrouw blijf, mijne pligten vervul, den lof of smaad der wereld niet acht, maar alleen aan hem tracht te behagen, dien gij met woorden en werken beleden hebt, dien gij hebt aangekondigd als den Heiland, als het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt , Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

-ocr page 447-

DER H. APOST. PETEUS EN PAÜLUS. 487

KERKGEBED.

God! die ons den tegenwoordigen dag dooide geboorte van den heiligen Joannes eerwaardig hebt gemaakt, verleen aan uw volk de genade der geestelijke vreugde, en geleid de zielen van alle geloovigen op den weg der eeuwige zaligheid, door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die met u leeft en regeert in de eenheid des H. Geestes in alle eeuwen dei-eeuwen. Amen.

OP DEN FEESTDAG

DER HEILIGE APOSTELEN PETRUS EN PAÜLUS.

GEBED.

jlmagtige, eeuwige God! lof en dank zij u ''voor het licht des evangelies, waarmede 'gij door uwe heilige apostelen de gansche wereld hebt bestraald. Behoud, bescherm en breid het geloof uit, hetwelk zij gepredikt hebben, vervul alle overheden der H. Kerk met den H. Geest die hen bezielde, en schenk mij een leerzaam hart, opdat ik uw goddelijk woord bereidwillig aanneme, en met hetzelve vruchten voortbrenge ten eeuwigen leven. Verwek in mij eenen waren ijver voor de deugd, en verleen mij standvastigheid, opdat ik noch

-ocr page 448-

438 OEFENINGEN OP DEN FEESTDAG

door sleclite voorbeelden, Jiocli door bespottingen, noch door iets anders mij van de leer des evangelies late af keerig maken; maar integendeel dezelve door eenen godvruchtigen levenswandel openlijk verkondige, en tot aan liet einde mijns levens getrouw volge, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Gebed tot den H, Petrus.

Getrouwe vriend des Heeren! die u tijdens zijn sterfelijk leven tot zijnen leerling, gezel en apostel verkoren heeft; met heilige vreugde dankt de gansche christenheid den hemelschen quot;Vader en zijnen eeniggeboreneu Zoon Jesus Christus voor het heil, hetwelk de wereld door u bekomen heeft. Gij werdt waardig gekeurd, om vertrouwd met hem te verkeeren, gij hoor-det zijne goddelijke leer aan, waart ooggetuige van zijne goddelijke verrigtingen; gij zaagt, dat hij door het gansche land ging, en allen weldeed; dat hij zonden vergaf; dat hij troostte, leeraarde en zalig maakte. Gij waart getuige van zijn lijden, van zijnen dood, van zijne verrijzenis en hemelvaart, en met de gaven des heiligen Geestes uitgerust, gingt gij door de gansche wereld, het evangelie, de boodschap des heils verkondigen, en allen die in Jesus geloofden, door het doopsel bij de Kerk inlijven. Gij waart het niet, die leerdet en werktet, maar Christus leerde en werkte in u. Christus genas door u hetgene bij de menschen ziek.

-ocr page 449-

DER H. APOST. PETRUS EN PAUI.US. 439

maakte levend hetgsne dood, verlichte hetgene duister, en ontvonkte hetgene koud was; Christus maakte u tot een zegen voor het mensch-dom. De liefde Gods, welke door den heiligen Geest in uw hart was uitgestort geworden, maakte u de zaligheid der menschen uiterst dierbaar. — Christus was uw leven; sterven was een gewin voor u! en zoo zijt gij nu in de eeuwigheid vereenigd geworden met uwen god-delijken meester en Heiland, Jesus Christus, van wiens liefde reeds in dit leven niets in staat was u te scheiden. Verwerf mij door uwe voorspraak de genade, om de leer van Jesus, welke gij gepredikt hebt, en welke mij door de heilige Kerk is bekend gemaakt geworden, getrouw te volbrengen, ten einde eens met u, God, den Vader, Zoon en heiligen Geest voor eeuwig te mogen verheerlijken. Amen.

Gebed tot den H. Paulus.

In u, o groote Paulus! bewonder ik inzonderheid de oneindige ontfermingen des Heeren. Van eenen woedenden vervolger der leerlingen van Jesus, zijt gij hun vurige verdediger, van eenen vijandelijken Saulus, een met hart en ziel aan Jesus verkleefde Paulus geworden. Naauwelijks klonk des Heeren stem : „Saulus: „Saulus, waarom vervolgt gij mij ?quot; zoo waart gij bereid dezelve op te volgen. En wat hebt gij uiet voor Jesus verduurd ! Hoe hebt gij niet gestreden! Hoe vele duizenden hebt gij niet

-ocr page 450-

440 OEFENINGEN OP DEN FEESTDAG

voor hem gewonnen! Hoe brandde uw hart niet voor uwen goddelijken meester! Hoe vurig wenschtet gij niet uw bloed voor hem te storten, en hoe groot was uwe blijdschap, toen deze uwe wensch vervuld werd! Heden vieren wij de gedachtenis van uwen roemrijken dood; bid dan voor mij en voor alle menschen, dat wij naar uw voorbeeld ons hart niet sluiten voor de inspraaK der goddelijke genade, dat wij Jesus van ganscher harte beminnen, voor zijne eer ijveren, met vreugde voor hem lijden, en indien het noodig is ons bloed geven; opdat wij, na hier uw heilig voorbeeld te zijn gevolgd, na den dood, ons met u in het bezit van Jesus eeuwig mogen verheugen. Amen.

KERKGEBED.

God! die dezen dag door den marteldood uwer apostelen. Petrus en Paulus geheiligd hebt; verleen aan uwe Kerk, dat zij in alles die leer getrouw volge, door welke uwe heilige godsdienst haren aanvang genomen heeft, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

KERKGEBED.

Ter gedachtenis van alle heilige apostelen.

God, die ons door uwe apostelen tot de kennis van uwen naam hebt doen genaken; geef, dat wij door hunne roemrijke gedachtenis te

-ocr page 451-

DER ENGELEN BEWAARDERS.

vieren ons heil bewerken, cd op deze wijze hunnen lof verkondigen, door onzen Heer Jestis Christus, uwen Zoon, die met u leeft en regeert in de eenheid des H. Geestes, God in alle eeuwigheid. Amen.

OP DEN FEESTDAG

DER K N G E L E N BEWAARDERS.

GEBED.

]eer van hemel en van aarde. Schepper der ^/Engelen en menschen! hoe groot is uwe ^goedheid voor ons zondaren, en hoe zeer hebt gij ons verheven, dat gij uwe heilige Engelen tot onze bescherming en tot onze dienst bestemd hebt. — Gij hebt hun bevolen , dat zij ons op al onze wegen zouden bewaren; en uw heilige apostel leert ons, dat alle Engelen dienstbare geesten zijn, gezonden ten dienste van hen, die het erfdeel der zaligheid zullen bekomen. Ingevolge uwen wil, goedertieren God! waken deze geesten over ons tot ons geluk; inzonderheid waken zij voor ons eeuwig heil; zij beschermen ons tegen alle zigtbare en onzigtbare vijanden en gevaren, zij helpen ons elke moeijelijkheid in de beoefening der deugd overwinnen en werken met ons mede, ten einde ons in de bekoring te doen zegevieren.

62 25.

Ml

-ocr page 452-

442 OEFENINGEN OP DEN FEESTDAG

Zij stellen bovendien ons voor, al hetgene ons geloof levend maken, onze hoop opbeuren, onze liefde ontvlammen, onzen moed bevestigen kan, en in het algemeen, al hetgene ons tot onze verhevene bestemming kan doen geraken. Zij verheugen zich over de bekeering der zondaren, en brengen onze gebeden tot voor uwen troon. Hunne liefde tot ons neemt bij onze geboorte een aanvang, en duurt tot in eeuwigheid. Welk eene weldaad, hemelsche Vader! hebt gij ons door de bewaring der Engelen geschonken ! — Verleen ons de genade, dat wij hen nimmer bedroeven, en hunne inspraken bereidwillig volgen. Schenk ons den geest der christelijke liefde, opdat wij ook als Engelen onder de menschen wandelen, en ons vermaak vinden gelijk zij, in de onwetenden te leeren , de slagtofl'ers der verleiding aan het verderf te ontrukken, de gevallenen op te beuren, de dwalenden te regt te wijzen, de zwakken te versterken en de verdrukten in bescherming te nemen. Elke vermaning des gewetens, elke heilzame waarschuwing of onderrigting, elke leerrijke gebeurtenis zij ons eene stem des Engels, dien gij, o Vader! ons toezendt, om ons op den weg der zaligheid te geleiden. Laat, o Heer! ons leven hier op aarde eene voortdurende voorbereiding zijn tot dat hemelsche leven, in hetwelk wij u met uwe heilige Engelen van aanschijn to aanschijn zien, loven en prijzen zullen in eeuwigheid. Amen.

-ocr page 453-

der heilige engelen.

LITANIE

der. he;lige engelen.

Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer!

Heer, ontferm u onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons !

God Hemelsche Vader, ontferm u onzer! God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer !

God, Heilige Geest, ontferm u onzer! Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer!

Heilige Maria, bid voor ons!

Heilige Moeder Gods,

Heilige Maagd der Maagden,

Heilige Michaël, die altijd de beschermer

van Gods volk geweest zijt.

Heilige Michaël, die Lucifer met zijnen ET weerspannigen aanhang uit den hemel hebt gesloten, g

Heilige Michaël, die den beschuldiger H onzer broederen in den afgrond der hel § hebt geworpen, —

Heilige Gabriël, die aan Daniël goddelijke

gezigten hebt veropenbaard,

Heilige Gabriël, die aan Zacharias de geboorte en bescherming van zijnen zoon Joannes hebt voorzegd.

443

-ocr page 454-

444 OEFENINGEN OP DEN FEESTDAG

Heilige Gabriel, die door God tot Maria in Nazareth werdt gezonden, om de menschwording van het woord aan te kondigen,

Heilige Eaphaël, die den jongen Tobias op zijne reis zoo trouw begeleid hebt. Heilige Eaphaël, die den boozen vijand

van Sara hebt verdreven.

Heilige Eaphaël, die aan den ouden Tobias

het gezigt hebt wedergegeven.

Heilige Engelen,

Die voor Gods verheven troon staat, Die Gode onophoudelijk toeroept: Heilig!

heilig! heilig!

Die de duisternis verdrijvende, ons verstand verlicht,

Die den mensehen de goddelijke zaken bekend maakt.

Die door God tot beschermer der mensehen

gesteld zijt.

Die altijd het aanschijn ziet des Vaders!

die in den hemel is.

Die u verheugt over eenen zondaar, die

boetvaardigheid doet.

Die de inwoners van Sodoma met blindheid

hebt geslagen.

Die Loth uit het midden der goddeloozen

hebt geleid.

Die de ladder van Jacob op- en afgeklommen zijt.

Die de geboorte van Christus aan de herders hebt verkondigd,

-ocr page 455-

DEE HEILIGE ENGELEN.

Die Christus in de woestijn gediend hebt. Die Lazarus hebt overgebragt in Abrahams schoot.

Die in witte kleederen bij het graf van

Jesus waart gezeten.

Die bij de Hemelvaart van Jesus, aan zijne

leerlingen zijt verschenen.

Die den Zoon des menschen, wanneer hij zal komen oordeelen, met den standaard des kruises zult voorafgaan.

Die bij de algerneene opstanding der doo-den de uitverkorenen zult bijeen vergaderen ,

Die de goddeloozen van de regtvaardigen

zult afzonderen, B'.

Die de gebeden der stervelingen aan God amp; opdraagt, lt;

Die de stervenden in hunnen doodsangst ° bijstaat, o

Die de zielen der regtvaardigen, van alle ?■ schulden gezuiverd zijnde, naar den hemel overbrengt.

Die door de kracht Gods wonderen werkt,

Die afgezonden wordt ten dienste dergenen, die het erfdeel der zaligheid zullen bekomen ,

Die tot beschermers van keizer-, koningrijken en landen gesteld zijt.

Die de legers der vijanden dikwijls verstrooid hebt.

Die de dienaren Gods dikwijls uit ker-

445

-ocr page 456-

446 OEFENINGEN OP DEN FEESTDAG

kers en uit andere levensgevaren ver- St lost hebt, lt;•

Die de Martelaren in hunne pijnen dik- 8

wijls getroost hebt.

Alle heilige orden der zalige geesten, Van alle gevaren, verlos ons Heer!

Van alle listen des duivels, verlos ons Heer! Yan alle ketterij, en scheuring, verlos ons Heer!

Yan pest, hongersnood en oorlog, verlos ons Heer!

Van eenen haastigen en onvoorzicnen dood,

verlos ons Heer!

Yan den eeuwigen dood, verlos ons Heer! quot;Wij zondaren, wij bidden u, verhoor ons Heer! Door uwe heilige Engelen, ^

Dat gij ons wilt sparen, ^

Dat gij ons wilt genadig zijn,

Dat gij uwe heilige Kerk wilt besturen g-en beschermen, ~

Dat gij den Paus en alle kerkelijke orden 5 wilt beschermen, g

Dat gij den koningen en alle christen S-vorsten vrede en eendragt wilt verleenen, o Dat gij ons de vruchten der aarde wilt « geven en bewaren , M

Dat gij aan alle overledene geloovigen S

de eeuwige rust wilt geven,

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld

wegneemt, spaar ons, Heer!

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld wegneemt, verhoor ons. Heer!

O ö

-ocr page 457-

DEE HEILIGE ENGELEN. 447

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld

wegneemt, ontferm u onzer!

Heer, ontferm u onzer !

Christus, ontferm u onzer!

Heer, ontferm n onzer!

Onze Vader, enz.

Looft den Heer, gij al zijne Engelen! Gij die magtig zijt en zijn bevel volbrengt,

om de stem zijner woorden te hooren! Looft den Heer, gij al zijne heerscharen ! Gij zijne dienaren, die zijnen wil doet! God heeft zijnen Engelen ten aanzien van u geboden,

Dat zij n bewaren op al uwe wegen. De Engel des Heeren zal zich stellen bij

degenen, die hem vreezen.

En hij zal ze verlossen.

In de tegenwoordigheid der Engelen zal ik

u loven, mijn God!

Ik zal u aanbidden in uwen heiligen tempel,

en uwen naam belijden, Heer!

Heer, verhoor mijn gebed.

En mijn geroep kome tot u.

GEBED.

God! die op eene wondervolle wijze de dienst der Engelen en menschen regelt, verleen genadiglijk, dat ons leven op aarde beschermd worde door hen, die bestendig, om u te dienen, in den hemel voor uw aanschijn staan, door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

-ocr page 458-

OEFENINGEN OP DEN FEESTDAG

Dagelijksch gebed tot den H. Engel bewaarder.

Getrouwe vriend en leidsman op den weg dezes levens, heilige Engel, door den hemel-sclien Vader tot mijne bescherming bestemd! Ik vereer en bemin in u hem, die mij naar zijn beeld heeft geschapen, en u tot eenen onzigt-baren leidsman en beschermer aan mij gegeven heeft.

Ik dank u voor al de liefde en zorg, waarmede gij voor het heil mijner ziel waakt. Ik roep u aan: wees mijn bijzondere voorspreker bij God ! Bewaar mij door de kracht, welke God u verleend heeft, voor alle gevaren naar ziel en ligchaam; bescherm mij tegen de vijanden mijner zaligheid, vergeef mij de genade, dat ik steeds in de vreeze en in de tegenwoordigheid Gods wandel; maak mij waakzaam en voorzigtig, opdat ik nog door woorden noch door werken eenen der kleinen verergere, die aan Jesus gelooven, en wier Engelen in den hemel steeds het aanschijn van God den Yader aanschouwen! Sta mij bij in rampspoed en lijden, opdat ik niet kleinmoedig worde! Doe mij standvastig zijn en overwinnen in de bekoringen ! versterk mij in den laatsten strijd aan het einde mijns levens, en breng mijne ziel bij God, haren Schepper en haar laatste einde. Amen.

448

-ocr page 459-

DER HEILIGE ENGELEN.

Ander gebed tot den H. Engel bewaarder.

Getrouwe geleider, mijn raadgever eu beschermer ! ik dank u voor uwe getrouwe liefde en voor al de weldaden, welke gij mij dagelijks bewijst — Gedurende mijnen slaap waakt gij; in mijne droefheid troost gij mij; in mijne zwakheid versterkt gij mij; in gevaar redt gij mij; gij schrikt mij af van de zonden en spoort mij aan tot de beoefening der deugd. — Wanneer ik het ongeluk gehad heb in de zoude te vallen, vermaant gij mij tot boetvaardigheid, en gij voert mij als eenen verloren zoon weder tot den Vader. Ik ware welligt reeds lang in mijne zonden gestorven en voor eeuwig verloren geweest, indien gij door uwe voorspraak en door uw smeeken den goddelijken regter niet tot ontferming en genade bewogen hadt.

O mijn getrouwe beschermer! verlaat mij niet op den gevaarvollen weg des levens! Wees gij in duisternis mijn licht en mijn leidsman, in de veelvuldige gevaren van de vijanden mijner ziel mijn beschermer, in mijne onwetendheid mijn leeraar, in alle bekoringen mijn steunen vermaner, opdat ik in geene zoude bewillige; breng al mijne gebeden en smeekingen voor den troon der goddelijke genade, opdat ik door uwe getrouwe hulp in het geloof en in de liefde volharde, en eindelijk onder uwe leiding, tot de verblijfplaats der zaligen worde toegelaten om mij met u in het bezit van God eeuwig te verheugen, door Christus, onzen Heer. Amen.

449

-ocr page 460-

450 OEFENINGEN OP DEN FEESTDAG

OP DEN FEESTDAG VAN ALLE HEILIGEN.

j llerlieiligste God! Heer van leven en zaligheid ! uwe strijdende Kerk viert heden [quot;de gedachtenis der zegevierende, en leert ons oog en hart verheffen naar den hemel, waar gij zijt, waar de uwen zijn, waar wij ook eens hopen te komen.

Onze Vader, die in den hemel zijt! daar, bij u, in het ware vaderland bevinden zich uwe uitverkorenen, met u vereenigd in eeuwige liefde, in eeuwige zaligheid: daar, waar geene scheiding, geen lijden, geen geween, geene zonde, geen dood meer is! — Zij bezitten u, en worden verzadigd door den overvloed van uw huis, en gij drenkt hen met stroomen van zaligheid. Want gij zijt de bron des levens, en in uw licht zien zij het licht. Daar zien zij u en hunnen goddelijken Zaligmaker, dien zij hier in liefde en ootmoed gevolgd zijn, van aanschijn tot aanschijn; zijne wonden schitteren, en uit dezelve stroomt voor hen liefde, leven en zaligheid; hunne eenigste bezigheid is, u te loven, uwe ontfermingen te prijzen, uwe liefde te aanbidden en voor ons, hunne strijdende broeders op aarde te smeeken. Daar schitteren uwe uitverkorenen, gelijk de sterren aan den onbewolkten hemel, zalig door uwe genade, onuitsprekelijk gelukkig door uwe liefde! — Weleer waren zij onze broeders op

-ocr page 461-

VAN ALLE HEILIGEN. 451

aarde j zwak eu hulpbehoevend gelijk wij. Zij hebben eenen goeden strijd gestreden, hunne loopbaan geëindigd, het geloof bewaard, en dit alles door uwe genade en door hunne getrouwe medewerking met dezelve. Hun voorbeeld bewijst overtuigend, dat wij door uwe genade ondersteund, uwe geboden kunnen onderhouden en zalig worden gelijk zij. Thans zijn zij onze voorsprekers bij u, o Jesus.! en bij den hemelschen Vader, wijl zij door de liefde met ons vereenigd zijn.

Verhoor, o God! onze gebeden en smeekingen, welke wij thans nederleggen voor den troon uwer genade, en ontferm u onzer! — En gij burgers des hemels, vrienden Gods, Engelen en heiligen, wier namen in het boek des lievens zijn opgeteekend! ondersteunt onze zwakke gebeden door uwe voorspraak, en verkrijgt door uwe verdiensten, hetgeen wij om onze onwaardigheid niet kunnen verwerven.

Bidt voor ons allen, bewoners van dit tranendal, opdat wij met de goddelijke genade den weg bewandelen, dien gij betreden hebt, en eens in uw gezelschap de liefde , genade en ontfermingen des drieëenigen Gods loven en verheerlijken in eeuwigheid. Amen.

Gebed tot alle Heiligen.

Heilige uitverkorenen Gods! met heilige vreugde breng ik u heden het offer mijner hoogachting en vereering. Lof en aanbidding

-ocr page 462-

452 OEFENINGEN OP DEN FEESTDAG

zij den Allerhoogste, die u met zijne genade gesterkt heeft, om op aarde voor zijne eer te leven, vrienden der deugd te zijn, aan alle bekoringen te wederstaan, u in deugden te oefenen en ons een voorbeeld van verschillende deugden achter te laten. — Zijt geprezen, eerwaardige apostelen en vrienden des Heeren, met den geest Gods bezielde verkondigers van het evangelie! Aan uwen arbeid, aan uwe onvermoeide pogingen , hebben wij de uitbreiding van onze heilige godsdienst en de kennis der gewigtigste en troostrijkste waarheden te danken. Bidt voor ons, opdat wij leven volgens de hemelsche voorschriften, welke gij ons hebt nagelaten; in geloof, hoop en liefde tot het einde toe volharden, en de kroon der eeuwige zaligheid erlangen, welke gij thans bezit. — Zijt geprezen gij roemrijke helden, heilige martelaren! die hier op aarde ter eere Gods, ter verheerlijking onzer heilige godsdienst uw vermogen en uw bloed hebt opgeofferd. Grootmoedige getuigen der waarheid ! de ongehoord-ste wreedheid werd in het werk gesteld, om uwen moed te doen wankelen, doch gij wan-keldet niet; terwijl uwe ligchamen gepijnigd werden, waren uwe zielen bezig met Jesus, uw voorbeeld, de oorsprong en voleinder uwei-zaligheid. Gij hebt overwonnen ; thans prijkt gij met de palmtakken des hemels ■ uwe tranen zijn afgedroogd, de oogenblikken van lijden zijn voorbij, de beproeving is ten einde en uwe zaligheid duurt eeuwig. Bidt voor ons, dat de

-ocr page 463-

VAN ALLE HEILIGEN.

453

Almagtige ons versterke, om onder de kwellingen en rampen dezes levens aan de deugd getrouw te blijven; opdat wij voor alles en met al onze krachten/het rijk Gods en zijne gereg-tigheid zoeken, opdat wij ons schatten verzamelen voor de eeuwigheid, en liever alle kwellingen verdragen, dan ontrouw worden aan Christus en aan zijn heilig evangelie. — Zijt geprezen, heilige belijders! die op aarde door uwe leer en voorbeeld de menschen tot de deugd hebt gevoerd, en door uwen godvruch-tigen wandel den Vader, die in den hemel is, verheerlijkt hebt. Zijt geprezen, gij heilige maagden, die in onschuld te midden der zondaren wandeldet! Bruiden van Jesus Christus die uw vleesch hebt gekruisigd en de aanvechtingen tot zoude door het geloof en het vertrouwen op Jesus overwonnen hebt. Engelen in menschengedaante, in welke Jesus Christus leefde! Zijt allen van mij geprezen, gij mijne beminde en thans verheerlijkte broeders! Gij hebt het einde uwer loopbaan bereikt, gij hebt overwonnen. Al hetgene de hemel heerlijk, hetgene de Godheid wenschenswaardig bezit, is thans uw deel. Bidt thans voor mij en voor alle menschen bij God, opdat hij ons versterke en ons zijne genade schenke, om alle hindernissen der deugd te overwinnen, alle rampen dezes levens met christelijk geduld te verdragen, en uw voortreffelijk voorbeeld na te volgen. Bidt voor ons om een levendig geloof, een onwrikbaar vertrouwen en eene werkdadige lief-

-ocr page 464-

454 OEFENINGEN OP DEN FEESTDAG

de; bidt voor ons om bereidwilligheid in het vervullen onzer pligten, om moed in lijden, sterkte in de bekoringen en om de genade, de goederen dezes levens zoo te gebruiken, dat zij een middel worden ter bevordering van deugd en van ons wezenlijk geluk. Vereenigt uw gebed met het onze, opdat wij u navolgen, gelijk gij Christus gevolgd zijt, en eindelijk deelachtig worden aan de vreugde, welke gij in eeuwigheid geniet, door de verdiensten van uwen en onzen Zaligmaker, JesusChristus. Am.

LITANIE

VAN ALLE HEILIGEN.

Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer!

Heer, ontferm u onzer I Christus, hoor ons !

Christus, verhoor ons !

God, hemelsche Vader, ontferm u onzer! God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer!

God heilige Geest, ontferm u onzer!

Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer!

Heilige Maria, bid voor ons!

H. Moeder Gods, bid voor olis!

H. Maagd der Maagden, bid voor ons! H. Michael, bid voor ons!

-ocr page 465-

VAN ALLE HEILIGEN.

H. Gabriël,

H. Eapbaël,

Alle heilige Engelen en aartsengelen. Alle heilige kooven der zalige geesten, H. Joannes de dooper.

Heilige Jozef!

Alle heilige aartsvaders en profeten.

Heilige Petrus,

Heilige Paulus,

Heilige Adreas,

Heilige Jacobus,

Heilige Joannes,

Heilige Thomas,

Heilige Jacobus,

Heilige Philippus,

Heilige Bartholomeus,

Heilige Mattheus,

Heilige Simon,

Heilige Thaddeus,

Heilige Matthias,

Heilige Barnabas,

Heilige Lucas,

Heilige Marcus,

Alle heilige apostelen en evangelisten. Alle heilige leerlingen des Heeren, Alle heilige onnoozele kinderen. Heilige Stephanus,

Heilige Laurentius,

Heilige Yincentius,

Heilige Fabianus en Sebastianus, Heilige Joannes en Paulus,

Heilige Cosmas en Damianus,

455

Oquot;

er -lt;

O O

O

-ocr page 466-

456 OEFENINGEN OP BEN FEESTDAG

Heilige Gervatius en Protatius,

Alle heilige martelaars,

Heilige Silvester,

Heilige Gregorius,

Heilige Ambrosius,

Heilige Augustinus,

Heilige Hieronimus,

Heilige Martin us.

Heilige Nicolaus,

Alle heilige bisschoppen en belijders. Alle heilige Leeraars,

Heilige Antonius,

Heilige Benedietus,

Heilige Bernardus,

, Heilige Dominicus,

Heilige Pranciscus,

Alle heilige priesters en leviten,

Alle heilige monniken en kluizenaars. Heilige Maria Magdalena,

Heilige Agatha,

Heilige Lucia,

Heilige Agnes,

Heilige Cecilia,

Heilige Catharina,

Heilige Anastatia,

Alle heilige maagden en weduwen. Alle Gods geliefde Heiligen,

Wees genadig, spaar ons. Heer!

Wees genadig, verhoor ons, Heer! quot;Van alle kwaad, verlos ons. Heer! Van alle zonden, verlos ons. Heer! Van uwe gramschap verlos ons. Heer!

-ocr page 467-

VAN ALLE HEILIGEN.

Van eeneii haastigen en onvoorzienen dood, Van de listen en lagen des duivels^ Van gramscliap, haat en allen kwaden wil, Van den geest der onkuiscliheid.

Van bliksem en onweder, o

Van den eeuwigen dcod, amp;

Door het geheim uwer menschwording, ^ Door uwe komst in het vleesch, g

Door uwe geboorte,

Door uw doopsel en heilig vasten, W

Door uw kruis en lijden, 2

Door uwen dood en begrafenis ^

Door uwe heilige verrijzenis,

Door uwe wonderbare hemelvaart.

Door de komst van den heiligen Geest

den vertrooster.

Op den dag des oordeels,

Wij zondaars, wij bidden u, verhoor ons! Dat gij ons wilt sparen.

Dat gij onze misdaden kwijtscheldt, ^

Dat gij u verwaardigt ons tot eene ware ^ boetvaardiggeid te geleiden, SI

Dat gij u verwaardigt, uwe heilige Kerk g-te besturen en te beschermen, 13

Dat gij u verwaardigt, den Eoomschen Paus £ en de geheele geestelijkheid in de heilige ^ godsdienst te bewaren, ®

Dat gij u verwaardigt, de vijanden der g

heilige Kerk te vernederen.

Dat gij u verwaardigt, den christenkonin- § gen en vorsten vrede en eendragt te ~ schenken,

02

457

-ocr page 468-

458 OEFENINGEN OP DEN FEESTDAG

Dat gij u verwaardigt, alle christenvolken

vrede en eenheid te verleenen,

Dat gij u verwaardigt, ons in uwe heilige

dienst te versterken en te bewaren,

Dat gij n verwaardigt, onze harten tot he-

melsche begeerten op te wekken,

Dat gij n verwaardigt, al onze weldoeners met de eeuwige goederen te ver- g-gelden, 3

Dat gij u verwaardigt, onze zielen en de ? zielen onzer broeders, vrienden en wel- lt; doeners, voor de eeuwige verdoemenis te behoeden,

Dat gij u verwaardigt, de vruchten der

aarde te geven en te bewaren, a

Dat gij u verwaardigt, alle geloovige over- —

ledenen de eeuwige rust te schenken. Dat gij u verwaardigt, ons gebed te verhoeren ,

Zoon Gods,

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld

wegneemt, spaar ons, Heer!

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld

wegneemt, verhoor ons. Heer!

Lam Gods, hetwelk de zouden der wereld

wegneemt, ontferm u onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer!

Heer, ontferm u onzer!

Onze Vader, enz.

CD

-ocr page 469-

van alle heiligen.

psalm. 69.

God, kom mij te hulp! Heer, haast u, om

mij te helpen! —

Dat zij beschaamd en bevreesd worden, die

mijne ziel zoeken!

Dat zij terug deinzen en zich schamen, die mij

kwaad willen.

Dat zij terstond met schaamte terug keeren, die mij zeggen: ha, zeer wel, ha, zeer wel! Dat zij zich in u verheugen en verblijden allen, die u zoeken, en dat zij, die uw heil beminnen, altoos zeggen; de Heer zij hoogelijk geprezen!

Doch, ik ben behoeftig en arm, o God, help mij!

Gij zijt mijn helper en verlosser. Heer, vertoef niet.

Eer zij den Vader, enz.

v. Maak uwe dienaars zalig,

a. Mijn God, die in u hopen!

v. Wees ons eene sterke toren,

a. Tegen onzen vijand!

v. Dat de vijand geene overhand op ons ver-k rij ge,

a. En dat de zoon der boosheid zich niet verstoute ons te beschadigen!

v. Heer! doe ons niet naar onze zonden, a. En vergeld ons niet naar onze boosheden! v. Laat ons bidden voor onzen Paus N. a. De Heer spare hem in het leven, geve hem

459

-ocr page 470-

460 OEFENINGEN OP DEN FEESTDAG

voorspoed op aarde, en levere hem niet over aan den wil zijner vijanden.

v. Laat ons bidden voor onze weldoeners. a. Heer! verwaardig u allen, die ons weldoen , om uwen naam met het eeuwige leven te vergelden.

v. Laat ons bidden voor de geloovigen, die

overleden zijn.

a. Heer! geef hun de eeuwige rust, en het

eeuwige licht verlichte hen!

v. Dat zij rusten in vrede.

a. Amen.

v. Voor onze broeders die afwezig zijn. a. Mijn God! maak zalig uwe dienaren, die

op u hopen.

v. Zend hun hulp uit de heilige plaats. a. En bescherm hen uit Sion!

v. Heer! verhoor mijn gebed,

A. En mijn geroep kome tot u!

LAAT ONS BIDDEN.

O God! wien het altoos eigen is, te sparen en genadig te zijn, ontvang ons gebed, opdat uwe goedertierene barmhartigheid ons en al uwe dienaren, die door de banden der zonden gebonden zijn, genadiglijk ontbmde.

Wij bidden u Heer! verhoor onze ootmoedige gebeden, en spaar degenen, die hunne zonden belijden, opdat wij tevens vergiffenis en vrede van u verwerven.

Bewijs ons genadiglijk. Heer! uwe onuit-

-ocr page 471-

VAN ALLE HEILIGEN. 461

sprekelijke barmhartigheid, en verlos ons van alle zonden en van de straffen, welke wij door dezelve verdiend hebben.

O God! die door de zonden beleedigd, en dooide boetvaardigheid verzoend wordt, ontvang genadig de gebeden uws volks, hetwelk zich voor uwe grootheid nederwerpt, neem de gee-sels uwer verbolgenheid weg, welke wij door onze misdaden verdienen.

Almagtige, eeuwige God! ontferm u over onzen Paus N., en bestuur hem door uwe goedertierenheid op den weg des eeuwigen levens, opdat hij door uwe gunst begeere, hetgene u behaagt, en hetzelve met alle kracht volbrenge.

O God! van wien de heilige begeerten, de goede voornemens en de regtvaardige werken voortkomen, geef uwen dienaren dien vrede, welken de wereld niet geven kan, opdat onze harten tot het onderhouden uwer geboden geneigd , en wij. van de vrees der vijanden ontslagen zijnde, door uwe bescherming in rust mogen leven.

Ontvonk, Heer! onze nieren en harten door het vuur van den H. Geest, opdat wij u met een zuiver ligchaam dienen, en met een rein hart behagen.

God, Schepper en Verlosser aller geloovi-gen! schenk al uwe dienaren en dienaressen vergiffenis van al hunne zonden, opdat zij de genadige kwijtschelding, waarnaar zij altijd verlangd hebben, door onze ootmoedige smeekingen mogen verwerven.

62 26.

-ocr page 472-

462 oefeningen op den feestdag, enz.

Wij bidden u Heei-! voorkom onze werken door den invloed uwer genade, en voltrek dezelve door uwe medewerking opdat al onze gebeden en werken altijd met u beginnen, en begonnen zijnde, door u voltrokken worden.

Almagtige eeuwige God! die over levenden en dooden lieersclit, en u ontfermt over allen, die gij weet, dat door het geloof en de goede werken de uwen zullen wezen, wij bidden u ootmoedig, dat zij voor welke wij onze gebeden storten, hetzij dat zij nog in het leven, of reeds overleden zijn, door de voorspraak van al uwe Heiligen, en door uwe genade vergiffenis van al hunne zonden verwerven, door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer, die met u leeft en regeert in eenheid des heiligen Gees-tes. God in alle eeuwen der eeuwen. Amen. v. De almagtige en barmhartige Heer verhoore

ons!

a. Amen.

v. Dat de geloovige zielen door Gods barmhartigheid in vrede rusten !

a. Amen.

OP DEN DAG DER GEDACHTENIS

van alle geloovige zielen.

Zie de oefeningen en gebeden voor de overledenen, in de laatste afdeeling.

-ocr page 473-

GEBEDEN VOOR VERSCHILLENDE PERSONEN EN ONDERSCHEIDENE OMSTANDIGHEDEN DES LEVENS.

-ocr page 474-

Gebed voor de Kerk.

foen gij mij als een kind uwer Kerk hebt aangenomen, o God! hebt gij de verpligting opgelegd, haar te innen en u voor haar heil te bid-Ik bid ii hierom, laat mij steeds haar gehecht blijven, naar hare leer en voorschriften luisteren, en dezelve getrouw onderhouden. Verhoor de gebeden, welke zij voor ons allen tot u opzend; laat de ketters, scheurmakers en allen die in dwaling zijn, tot haren schoot terugkeeren. Laat vrede en eendragt heerschen onder al hare ledematen. Laat uwe kerk de vreugde smaken, dat de zondaren zich bekeeren, en de regtvaardigen in de deugd volharden; dat al hare kinderen slechts één hart en ééne ziel hebben, en dat zij allen, verbonden door hetzelfde doopsel, door hetzelfde geloof, door denzelfden Heer en door dezelfde hoop u als uit eenen mond loven en prijzen, door Jesus Christus, onzen Heer. Am.oen gij mij als een kind uwer Kerk hebt aangenomen, o God! hebt gij de verpligting opgelegd, haar te innen en u voor haar heil te bid-Ik bid ii hierom, laat mij steeds haar gehecht blijven, naar hare leer en voorschriften luisteren, en dezelve getrouw onderhouden. Verhoor de gebeden, welke zij voor ons allen tot u opzend; laat de ketters, scheurmakers en allen die in dwaling zijn, tot haren schoot terugkeeren. Laat vrede en eendragt heerschen onder al hare ledematen. Laat uwe kerk de vreugde smaken, dat de zondaren zich bekeeren, en de regtvaardigen in de deugd volharden; dat al hare kinderen slechts één hart en ééne ziel hebben, en dat zij allen, verbonden door hetzelfde doopsel, door hetzelfde geloof, door denzelfden Heer en door dezelfde hoop u als uit eenen mond loven en prijzen, door Jesus Christus, onzen Heer. Am.

-ocr page 475-

GEBEDEN VOOll, ENZ.

Gebed voor den Paus.

O God, opperste herder van alle geloovigen ! zie genadiglijk neder op uwen dienaar N., dien gij tot het zigtbaar opperhoofd uwer Kerk op aarde gesteld hebt; verleen hem de genade, dat hij door zijne woorden onderwijze en door zijn voorbeeld stichte degenen, over welke gij hem gesteld hebt, opdat hij, met de hem toevertrouwde kudde, het eeuwig leven erlange; dit vragen wij door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Gebed voor senen Bisschop.

Jesus, vorst der herders, herder en bisschop onzer zielen ! verleen aan onzen bisschop al die deugden, welke tot zijne heiligheid en tot de onze noodzakelijk zijn. Laat hem wakèn over zich zeiven en over de gausche kudde, waarover de H. Geest hem gesteld heeft. Hij vorme zich naar uw voorbeeld, opdat wij hem als onzen voorganger kunnen navolgen. Vervul hem geheel met uwen geest; schenk hem geloof, liefde, wijsheid en sterkte; zend hem getrouwe medewerkers, om aan de zaligheid onzer zielen te arbeiden; maak hem tot eenen herder volgens uw hart, die slechts voor zijne verhevene bediening leeft, die niets hoopt en niets vreest dan u, opdat, wanneer gij komen zult om de herders en de schapen te oordeelen, wij zijne kroon en zijne vreugde mogen uitmaken, en

465

-ocr page 476-

GEBEDEN VOOR

wij met hein de kroon des eeuwigen levens mogen erlangen. Amen.

Gebed voor zielzorgers.

Jesus! Gij hebt aan uwe Kerk zielzorgers gegeven, om voor de zaligheid der geloovigen te arbeiden. Geef hun de genade, dat zij het gewigtige hunner ambtsverrigtingen kennen, uw woord ijverig verkondigen, en hetzelve door eenen heiligen levenswandel bevestigen. Laat ons naar hunne stem luisteren en hunne goede voorbeelden navolgen; opdat zij, die over onze zielen waken, als zullende eenmaal rekenschap van dezelve moeten geven, dit met vreugde doen, en wij eens met hen zalig worden. Amen.

Gebed voor zijnen Biechtvader.

O God! laat mijn biechtvader voor mij zijn, hetgeue Ananias voor Saulus was, opdat ik zien moge wat ik doen moet, en opdat ik den heiligen Geest ontvange. Bestraal hem bij mijne leiding met den geest van wetenschap en wijsheid. Vervul mij met eerbied, leerzaamheid, ootmoed en met het noodige vertrouwen jegens hem. Laat mij in hem uwen plaatsbekleeder beschouwen, en door hem gelukkig tot u gevoerd worden. Ik bid u hierom door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

466

-ocr page 477-

VERSCHILLENDE PERSONEN, ENZ. 467

Gebed op de quatertemper-dagen om waardige Priesters.

Goddelijke Heiland en herder uwer Kerk, Jesus Christus! Gij zijt gisteren, heden, dezelfde in eeuwigheid! Heeds de Israëlieten, uw uitverkoren volk, hebt gij door uwen mag-tigen arm uit de Egyptische dienstbaarheid gevoerd. Gij zijt als aanvoerder hun voorgegaan door eene wolkkolom en door eene wolk van vuur, en gij hebt hun met zeer veel luister uwe wet op Sinaï's berg gegeven; hunne vijanden hebt gij vernederd, en hen (de Israëlieten) binnen geleid in het land van beloften; reeds in het oude verbond hebt gij aan uw volk aanvoerders en koningen gegeven naar uw hart, hetzelve door de profeten zoo dikwijls van uwe liefde verzekerd, en de dwalenden tot den reg-ten weg terug geroepen. Gij eeuwig Woord, Zoon Gods! Gij zijt zelf op aarde nedergedaald, gij hebt de verlorene schapen opgezocht, om hen naar den hemelschen schaapstal terug te voeren; gij hebt hen aan het kruis door uw dierbaar bloed vrijgekocht en verlost. En na uwe verrijzenis, en na uw heengaan tot den Vader, hebt gij uwe kinderen niet als weezen achtergelaten, gij hebt uwen heiligen Geest over de apostelen uitgestort, en hen gezonden door de gansche wereld, om het Evangelie te verkondigen, en leeraars, herders en priesters over de gemeente aan te stellen.

Ook thans nog. Goddelijke Heiland! zijt

-ocr page 478-

GEBEDEN VOOR

gij de bruidegom uwer Kerk, liet hoofd van uw ligcliaam op aarde, de hoeksteen van liet door u gebouwde huis, de herder uwer vrijgekochte kudde, onze middelaar en voorspreker bij den Vader. Nog op aarde wandelende, hadt gij medelijden met het volk, wijl hetzelve gelijk was aan schapen zonder herder, en gij zeidet: „groot is de oogst, doch klein het getal der „arbeiders; bidt hierom, dat de Heer arbeiders „zende in zijnen wijngaard.quot; Ook heden wilt gij weder arbeiders in uwen wijngaard zenden, en hun door de oplegging der handen van den bisschop den heiligen Geest mededeelen. Zie dan ook genadiglijk neder op ons, uwe kinderen , die naar het voorbeeld der eerste christenen met vasten tot u smeeken; wil ons niet als weezen laten, zend ook hun, welke gij tot de priesterlijke waardigheid verkoren hebt, uwen heiligen Geest, gelijk gij hem op den Pinksterdag over de Apostelen hebt uitgestort. Verleen hun, terwijl de Bisschop hun het evangelieboek toereikt, de genade om het woord Gods met apostolische zalving te verkondigen. Geef hun te gelijk met de olie, waarmede zij gezalfd worden, den geest van godvrucht aan het altaar en den geest des gebeds, den geest van wijsheid en liefde, om den zondaar en den zieke te troosten. Geef hun met het priesterlijk gewaad ook heiligheid van hart en wandel, genade eu sterkte om volgens hunnen roep te leven.

Verleen aan ons den geest van kinderlijke onderwerping, den geest van ootmoed en liefde

468

-ocr page 479-

Verschillende personen, enz. 469

opdat wij hen steeds als uitdeelers uwer heilige geheimen, als gezanten uwer barmhartigheid, als onze herders en vaders beschouwen, en hun vertrouwen en liefde schenken! o Heer! die eenigen tot apostelen, anderen tot profeten, anderen tot Evangelisten, anderen tot herders en leeraars bestemd hebt, opdat wij allen, ofschoon in verschillende betrekkingen geplaatst, echter slechts één ligchaam zouden uitmaken, geef dat wij steeds meer en meer door de liefde tot één ligchaam vercenigd worden. Laat ons steeds één zijn, gelijk gij één zijt met den Ya-der. Amen.

Gebod voor den Koning.

Almagtige God ! opperste en wijsste bestuurder der wereld! die ons door uwen heiligen apostel Paulus geleerd hebt, te bidden voor de koningen en allen, die in overheid gesteld zijn, opdat wij een gerust en vreedzaam leven leiden; schenk aan onzen koning de noodige wijsheid, regtvaardigheid en sterkte, om te kennen, te bevelen en te doen, hetgene voor ons, zijn volk heilzaam is; bekroon zijne, voor ons welzijn aangewende pogingen met den gewenschten uitslag, en vergeld dezelve, door de beste uwer gaven over hem en zijn koninklijk huis uit te storten.

Heilige en groote God, koning der koningen! die ons door denzelfden apostel geleerd hebt, dat alle magt van u komt! en dat degene die 62 27

-ocr page 480-

47 O GEBEDEN VOOE

aan de magt wederstaat, aan uwe beschikking wederstaat en zich zeiven de veroordeeling op zich laadt; verleen, bidden wij u, dat wij u met alle naauwgezetheid gevende hetgene het uwe is, aan den koning niet weigeren hetgene des konings is, maar ons onveranderlijk als zijne getrouwe onderdanen mogen gedragen, door Christus, onzen Heer. Amen.

Gebed voor de wereldlijke Overheden.

O God! laat ons door de leiding der overheden, welke gij over ons gesteld hebt, een gerust en heilig leven leiden, laat ons gehoorzaam zijn aan Len, en dat zij aan u, den oppersten Heer gehoorzamen; geef, dat zij de van u ont-vangene magt tot uwe eer en tot ons welzijn gebruiken. Laat hen nimmer vergeten, dat zij uwe plaats bekleeden, en dat zij eenmaal eene strenge rekenschap zullen moeten geven. Am.

Gebed voor vrienden.

O God, Gij hebt weleer door de genade des H. Geestes de liefde gestort in de harten uwer geloovigen; verleen aan uwe dienaren en dienaressen, voor welke wij uwe hulp inroepen, al hetgene hun naar ziel en ligchaam heilzaam is, opdat zij u van ganscher harte beminnen, en doen en lijden, hetgene u behagelijk is, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

-ocr page 481-

VERSCHILLENDE PEKSONEN, ENZ. 471

Gebed voor weldoeners.

O God! vergeld mijnen weldoeners het goede, dat zij mij bewezen hebben en nog bewijzen; troost en zegen lien hiervoor, opdat zij zeggen: geloofd zij de Heer, die aan zijne dienaren rust en vrede geschonken heeft, en opdat ik uwe goedheid prijze en uwen lof verkondige, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Gebed voor vijandig gezinden.

O God! Gij bemint ons allen, gelijk een vader zijne kinderen. Gij ziet, hoe mijne vijanden mij kwellen. Hierdoor wordt gij beleedigd. Vergeef hun, want zij weten niet wat zij doen. Geef, dat zij zich beteren, eu vergeef ook mij mijne zonden, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Gebed bij het verkiezen van eenen staat.

Mijn God en Vader! met kinderlijk vertrouwen wend ik mij tot u; ik wil zalig worden. Dit is mijn vurigste wensch; en om zulks te worden ben ik bereid alles te doen. Wat wilt gij dan, dat ik doe? Geef mij uwen heiligen wil te kennen. Ik weet, dat alles in het onderhouden uwer geboden ligt opgesloten. Veel ligt er echter aan gelegen, welken staat men kiest, om in denzelven uwe geboden te onderhouden en uwen wil te volbrengen. Laat mij

-ocr page 482-

472 GEBEDËN VOOft

derhalve den staat kennen, dien gij voor mij bestemdt hebt. Spreek, Heer! uw dienaar (dienares) hoort, ik ben bereid de geliefkoosde neiging mijns harten op te offeren. Verhoor mij in deze zoo gewigtige aangelegenheid, door Jesus Christus. Amen.

Gebed eens Bruidegoms of eener Bruid.

Mijn God! ik weet dat gij mijn Yader zijt, en dat ik uw kind ben. Ik mag mij niet in den echt begeven gelijk de heidenen, die het geluk niet hebben u te kennen. Wees gij zelf het begin dezer vereeniging. Laat mij dikwijls denken aan de woorden des Engels tot Tobias: over degenen, die bij het aangaan van hun huwelijk niet aan God denken, maar slechts hunne zinnelijke lusten zoeken te bevredigen, oefent de duivel zijne magt uit. — Ik heb vast besloten, geheel volgens uwen wil te leven, en alles te houden, wat ik aan het altaar in uwe tegenwoordigheid, voor den priester en voor de gansche gemeente beloven zal. Verleen mij hiertoe uwe genade; laat mij met mijne toekomende wederhelft de genade van het heilig Sacrament ten volle ontvangen; laat ons gelijk Tobias en Sara in godvrucht, liefde en vriendschap leven; laat ons de rampen en de vreugde dezes levens gemeenschappelijk dragen , en op deze wijze, het afbeeldsel worden der heiligste liefde en on verbreekbare vereeniging van Jesus met zijne Kerk. Ik bid u, o God!

-ocr page 483-

VERSCHILLENDE PERSONEN, ENZ. 473

van ganscher harte om deze genade, door denzelfden Jesus Christus uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Gebed voor echtgenooten.

O God! die door uwen almagtigeu wil alles hebt gemaakt, die den mensch naar uw beeld hebt geschapen, en in de echtelijke vereeniging van man en vrouw, het heerlijke geheim uwer liefde tot de menschen en dor vereeniging van Christus met de Kerk hebt afgebeeld; wij prijzen uwe heerlijke magt en wij smeeken uwe goedheid, dat gij ook thans, nadat de mensch het verbond met u gebroken, en door de zonde zich zeiven en de zijnen rampen en ellende berokkend heeft, uwen zegen over alle echtgenooten wilt uitstorten; geef dat zij in vrede en liefde leven. Hun huwelijk zij steeds getrouw en heilig in Christus. De vrouw volge de deugden na der heilige vrouwen; zij zij liefderijk jegens haren man, gelijk Kachel; wijs, gelijk Kebecca; getrouw tot in den hoogsten ouderdom gelijk Sara. De booze vijand vinde niets in haar wat hem ten dienste kan zijn! Hare zedigheid! boezeme een ieder eerbied in. De man blijve ook met een vast geloof getrouw aan uwe heilige geboden; beider geest worde gevoed door hcmelsche leer; hun gansche leven zij heilig en onschuldig; mogen zij hunne kinderen en kindskinderen zien, en de rust dei-zaligheid in het hemelrijk erlangen, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

-ocr page 484-

GEBEDEN VOOR

Gebed van ouders voor hunne kinderen.

O God, Gij zijt de Vader mijner kinderen. Gij zijt hun Schepper en Heer. Ik beveel dezelve in uwe handen; zij zijn de uwen, ik geef ze over aan uwe vaderlijke liefde. Voor alles echter bid ik voor hen om uw rijk en om uwe geregtigheid; schenk hun het overige naar uw welbehagen. Verleen hun liefde tot den naaste; vervul hen met eenen afschrik van de zonde; bewaar hen voor de slechte grondstellingen eu voorbeelden der wereld; laat hen steeds wandelen volgens de leer van het evangelie. Geef mij de genade, dat mijn gedrag hun een voorbeeld zij van deugd, en dat ik hun nimmer eenige aanleiding geef tot zonde. Waak gij over mij, opdat ik over hen wake, en versterk mij, opdat ik hen in uwe vrees en in alle deugden opvoede j door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Gebed van kinderen voor hunne ouders.

O God! Gij hebt mij bevolen mijne ouders te eeren; vervul mij derhalve bid ik u met eerbied, gehoorzaamheid en liefde jegens hen. — Vergeld hun het goede, dat zij mij bewijzen; laat hen lang en gelukkig leven; rijk in deugden worden en eindelijk de eeuwige zaligheid erlangen.

Geef ook mij de genade, dat ik nimmer vergeet, wat kinderen aan hunne ouders ver-

474

-ocr page 485-

VERSCHILLENDE PERSONEN, ENZ. 475

scliuldigd zijn; dat ik hunnen raad steeds dankbaar aanneem, hen in hunnen ouderdom ondersteunj mij nooit over hen schaam, maar mij beijver, om door mijn gedrag hun vreugde te veroorzaken. Doe mij ook deel hebben aan den zegen, dien gij in uwe wet dengenen beloofd hebt, die hunne ouders eeren. Amen.

Gebeden van eenen huisvader of eene huismoeder.

O God! Gij hebt mij over anderen gesteld. Geef mij de genade, dat ik zoo wel bij het huren van dienstboden, als tijdens hunne dienst, inzonderheid op deugd en godvrucht let; dat ik hen als uwe kindaren en als mijne broeders en zusters beschouw; dat ik zorg draag voor hun tijdelijk, maar nog veel meer voor hun eeuwig geluk; dat ik hen tot het gebed, tot bijwoning der openbare godsdienst, tot het dikwijls gebruik maken van de heilige Sacramenten, door woord en voorbeeld aanspoor, en dat ik ten allen tijde regtvaardig, billijk en liefderijk jegens hen handel. Dit bid ik u, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Gebed eens deugdzamen jongelings.

O God! wees mijn geleider op den gevaarvollen weg mijner jeugd, opdat ik steeds voor uwe heilige oogen wandele, en alles zorgvuldig vermijde, wat u, o liefderijke Vader ! mishaagt. Sta mij bij, opdat ik mij wachte voor ledigheid, leugentaal, het spel, de dronkenschap en van

-ocr page 486-

GEBEDEN VOOll

alle zonden, welke zoo ligt gewoonte worden, waarvan men zich bezwaarlijk kan ontdoen.

Inzonderheid echter bid ik u, o God! behoed mij voor de vreeselijke zonde, welke u zoo zeer mishaagt, den mensch en vooral den Christen zoo diep vernedert, en welke zoo vele jongelingen vóór den tijd in het graf stort, hun de gezondheid en hunne eeuwige zaligheid doet verliezen — voor de zoude van onkuisch-heid.

Hoe zou ik mij voor u. Alwetende! moeten schamen, hoe zou ik door gewetenswroeging gefolterd worden, indien ik iets deed of toeliet, hetgene met de zuiverheid strijdig is! Begon ik eenmaal aan die rampzalige zonde toe te geven, o hoe moeijclijk zou ik mij beteren; ik zou in de zonde voortleven, in eene gewoonte van zondigen vervallen en in de zonde sterven.

Hoe zal de onkuische zondaar gesteld zijn, wanneer hij voor u, alwetende, regtvaardige regter zal verschijnen? En daar, in de eeuwigheid, in het oord van onuitsprekelijke, van eindelooze folteringen, hoe zal hem daar de gedachte kwellen: wat heb ik gedaan, wat heb ik verloren! wat moet ik lijden! en dit voor eeuwig — door mijne eigene schuld!

Ik beef, wanneer ik hieraan denk; doch moet ik nog niet meer beven wanneer ik overweeg , hoe ligt men tot dat ongeluk kan komen ? Behoud mij, o God! in uwe vrees, opdat ik nimmer iets begeere, hetgene strijdig is met uw gebod en met mijn geweten; ik zou mij

476

-ocr page 487-

VERSCHILLENDE PERSONEN, ENZ.

zeiven ongelukkig maken voor den tijd en voor de eeuwigheid.

Derhalve zal ik zoo veel mogelijk alles vermijden, hetgene voor eenen kuischen jongeling onbetamelijk of gevaarlijk is. In het gebruik mijner oogen, in mijne gesprekken, in al mijn doen en laten wil ik zedig zijn. Inzonderheid wil ik alle slechte gezelschappen, de pest der jeugd, vermijden; aan geenen verleider het oor leenen, en mij door niemand laten overhalen tot iets, hetgene n, o God! mishaagt. Ook alleen zijnde wil ik steeds uwe onzigtbare tegenwoordigheid indachtig zijn, opdat ik niets doe, waarover ik mij zou moeten schamen voor uwe oogenj want gij ziet en weet zelfs de geheimste zonden, en door mijn geweten zegt gij mij, wat kwaad en verboden is. Ik mag echter niet op mijne krachten steunen, want ik ben zwak, ik kan niets meer doen dan vlugten, waken en bidden. Ja vlugten en waken wil ik, zoo veel ik kan; alle gelegenheden tot zonde wil ik zorgvuldig vermijden; maar ook tegelijk bidden, en tot u almagtige, liefderijke Vader, mijne toevlugt nemen; gij zult uw zwak kind, dat zijne toevlugt tot u neemt, tot het goede leiden, beschermen en versterken, dit bid en hoop ik door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Gebed eener deugdzame jonge dochter.

477

Slechts deugd is ware schoonheid, en eerbare schaamte is het grootste sieraad van mijn

62

27.

-ocr page 488-

GEBEDKN VOOE

geslaclit. De ligchamelijke sclioonlieid verwelkt gelijk eene bloem, en een fraai kleed kan mijne gebreken niet bedekken; de lofspraak of genegenheid der menscben maakt mij niet waardiger. Mijn voornaamste streven zal zijn, om aan u, o God! te behagen; hieraan is alles gelegen; mijne eer en vreugde wil ik zoeken in de deugd.

Slechts door zuiver te leven en door alles te vermijden, hetgene tegen de kuischheid is, kan ik aan u, o God! behagen. Omtrent deze deugd moet ik het meest op mijne hoede zijn, moet ik waken en bidden. Bewaar mij o God! voor den eersten stap tot zonde! Ach! hij zou voorzeker niet de laatste zijn. Indien ik eenmaal eene daad tegen de zuiverheid bedreef, zou ik dezelve door niets meer kunnen herroepen of geheel uitwisschen. Sta mij bij in het uur van verzoeking, opdat ik de alomtegenwoordigheid van u, alwetende eii regtvaardige regter! gedenke. Al bleef mijn kwaad ook voor de wereld geneirn; voor u, o God, blijft echter niets verborgen; uw oordeel zou ik niet ontgaan; eenmaal zou mijne schande voor de gansche wereld openbaar worden, en een oogenblikkelijke zondige lust zou door bittere tranen, door eeuwigdurende verwijtingen des gewetens worden opgevolgd.

Verwek derhalve in mij o Heer! eenen afkeer van al hetgene, wat mij voor mij zeiven en voor uw heilig oog zou doen blozen, opdat ik in alles zuiver leve en mij zeiven niet onteere. Mogt eene heilzame vrees mijne ziel doordrin-

478

-ocr page 489-

VERSCHILLENDE PERSONEN, ENZ. 479

gen, en de gedachte aan het einde van alle aardsche vreugde mij doen beven voor den afgrond, waarin mijne ligtzinnigheid mij kon doen nederstorten. Zou ik ooit zoo verblind kunnen zijn, om mijne deugd, mijne eer, mijn tijdelijk en eeuwig geluk op het spel te zetten! — O hoe verschrikkelijk zullen de pijnen der eeuwigheid zijn, waar de knagende worm niet sterft, en het verteerende vuur niet wordt uit-gebluscht, waar de onzuivere ziel eeuwig gekweld zal worden door de vreeselijke gedachte: ik had zoo gemakkelijk kunnen zalig worden, en ik heb zulks niet gewild; voor een oogen-blikkeiijk zinnelijk genot heb ik mijne zaligheid prijs gegeven, en eeuwigdurende pijnen voorbereid.

O God! hoe kan ik, dit overwegende, iets doen of toelaten, hetgene ook maar eenigzins strijdig is met de zuiverheid! Hoe kan ik iets voor gering achten, hetgene u ten hoogste mishaagt, en hetgene in den tijd en in de eeuwigheid zulke vreeselijke straffen moet na zich slepen! en nogtans, ik beu zoo zwak! ik ben aan zoo vele gevaren blootgesteld ! Ook ik kan zoo ligt, gelijk andereu van mijnen ouderdom, ongelukkig worden.

Hierom, o God! wil ik alles doen, om mijne zuiverheid te bewaren; ik wil al hetgene, wat gevaarlijk kan zijn, zorgvuldig vermijden. Ik wil mijne oogen beteugelen, ik wil niets spreken, zingen of aanhooren, doen of laten, hetgene tegen de eerbare schaamte is. Inzonder-

-ocr page 490-

GEBEDEN VOOR

lieid wil ik in mijne kleeding en in mijne gebaarden eerbaar en ingetogen zijn. Ver zij van mij alle ijdcle opschik, welke aan mensclien aanleiding geeft tot zonde. Schaamte en zedigheid zal mij tegen hunne listen beveiligen. Eene waarlijk kuische jonge docliter wordt zelfs door de goddeloozen geaclit.

Voor n, o Alwetende! maak ik het vaste voornemen, nimmer aan verleidende vleitaal het oor te leenen, en mij door geene vermaken of geschenken, noch door eenige beloften te laten verblinden of verleiden. Zoo vele treurige voorbeelden zullen mij tot waarschuwing zijn.

Alle gevaren kan ik onmogelijk vermijden. Ik zal echter zorgvuldig over mij zelve waken, ik zal ijverig bidden, om niet in verzoeking te komen. Met een vast vertrouwen houd ik mij aan u, alomtegenwoordige, goedertierene Vader ! Gij zult mijne zwakheid en mijn onvermogen door uwe genade ondersteunen; dit bid ik, dit hoop ik door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Gebed eener weduwe.

Mijn God! het heeft aan uwe oneindige wijsheid behaagd, mijnen echtgenoot van mij weg te nemen. Deze bezoeking is wel is waar zwaar, doch gij noemt u zeiven den regter der weduwen en den Vader der weezen. Help mij derhalve o Vader! Trek mij meer en meer af van de wereld, waarin alles ijdelheid is. Laat mij niets

480

-ocr page 491-

VEESCHILLES DE PERSONEN, ENZ. 481

zoo zeer beminnen als u; laat mij in uwe dienst in ingetogenlieid en in eene eenvoudige levenswijze , in bidden en in goede werken mijn vermaak vinden. Laat mij voor anderen een voorbeeld worden van deugd. Op u stel ik al mijn vertrouwen. Yerhoor mij, door Jesus Christus. Amen.

Gebed eens behoeftige.

Mijn God! ik ben wel is waar arm, doek hierom niet mismoedig. Indien ik u kinderlijk bemin en vrees, dan. ben ik rijk. Geef mij een zuiver hart, ten einde ik aan u moge behagen. Bij mijne geboorte heb ik niets in de wereld gebragt, en bij den dood zal ik niets medene-men. Niets geschiedt er op aarde zonder uwen wijzen wil of toelating. Uw naam zij geloofd! Laat mij steeds zoo gezind zijn. Vader! dit bid ik u, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Gebed op den geboortedag.

Ik dank u, o God ! voor het leven dat gij mij geschonken hebt. Gij hebt mij uit liefde geschapen, gevoed en al mijne schreden gadegeslagen. Hoe liefdevol hebt gij mij tot hiertoe geleid! Hoe vele dagen van vreugde aan mij geschonken! Hoe dikwijls met zegeningen mij overladen! Hoe vaak mij in mijn lijden getroost! Gij hebt reeds aan mij gedacht eer ik denken kon; met vaderlijke goedheid hebt gij mij ge-

-ocr page 492-

GEBEDEN VOOR,

waarscJiuwd voor de gevaren. Ik zondigde ^ en gij hebt mij met geduld verdragen , ik viel, en gij hebt mij weder opgebeurd; ik verliet n ^ en gij hebt mij opgezocht; en toen ik wederkeerde, hebt gij als een liefderijke Vader mij weder aangenomen. O wat ben ik u niet schuldig ! Wek mij dan lieden weder tot het goede op. Indien gij mij langer laat leven, geef mij dan ook een hart, dat u nimmer verlaat en u steeds vuriger bemint. Gij moogt mij alles ontnemen mijn God, indien gij mij slechts uwe liefde laat. Dit bid ik u, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Vernieuwing der doopbeloften.

Almagtige, eeuwige God! quot;Vader van onzen Heer, Jesus Christus! die ons tot het heilig geloof geroepen hebt, en die al degenen, welke gij door het heilig doopsel met u vereenigt, van uwe genade en liefde verzekert; verleen mij de genade, dat ik steeds aan deze weldaad denk, en u voor dezelve dankbaar ben. En welk eene dankbaarheid ben ik u, o God! voor deze genade niet schuldig, daar dezelve het begin en den grond is voor mijn eeuwig geluk!

Met vreugde erken ik o God, dat ik door het doopsel aan u ben toegewijd geworden, en dat ik in hetzelve het geloof der grootheid en heiligheid van uwen naam alleen heb ontvangen , om u mijn gansche leven te aanbidden en te eeren, door aan u behagelijk te leven. Ik

482

-ocr page 493-

VEBSCHILLüNDE PERSONEN, ENZ. 483

erken met vreugde, dat ik in hetzelve de ver-pligting op mij genomen heb, om mijn leven naar dat van uwen Goddelijken Zoon in te rig-ten, door te beminnen hetgeen hij bemind en te haten hetgene hij gehaat heeft.

Dit zijn mijne pligten, dit is de verbindtenis, welke ik heb aangegaan, de voorwaarden van het verbond, dat gij met mij gemaakt hebt, toen gij mij als uw kind en als lidmaat uwer heilige Kerk hebt aangenomen.

De plegtige beloften, welke ik toen door den mond mijner doopborgen gedaan heb, kom ik heden hernieuwen; en vertrouwende op de hulp uwer goddelijke genade, neem ik vastelijk voor om dezelve getrouw te volbrengen. Ja mijn God! ik verzaak den duivel en wil geene gemeenschap meer met hem hebben, ook wil ik elke voor mijn geloof gevaarlijke gemeenschap afbreken, en mij aan de dienst en aan het geloof van Jesus Christus onderwerpen.

Ik verzaak de pralerijen des duivels, te weten : de grondstellingen en ijdelheden der wereld, als strijdig met het evangelie. Naar het voorbeeld van Jesus, zal ik mijn geluk niet stellen in rijkdommen en eer, in de vermaken en vreugde dezes levens, maar in u, mijn opperste goed, mijn laatste einde. Ik verzaak al de werken des duivels, de leugentaal, de hoogmoed*, de nijdigheid, de onkuischheid, den haat en alle soorten van zonden. Ik verfoei ze allen en betreur bitter, dat ik u zoo dikwijls door dezelve beleedigd heb; ik vraag u vergiffenis

-ocr page 494-

GEBEDEN VOOll

uit den grond mijns harten en de noodige genade j om niet in dezelve te hervallen , getrouw te blijven aan de plegtige beloften ^ welke ik hier voor u hernieuw.

Ik geloof in u , almagtige Yader! die mij geschapen hebt.

Ik geloof in Jesus Christus, uwen eenigen Zoon, die mensch geworden is, geleden heeft en gestorven is om mij te verlossen.

Ik geloof in den H. Geest, den heiligmaker.

Ik geloof al hetgene uwe H. Kerk mij voorstelt om te gelooven.

Verleen mij de genade, o Heer! dat ik mij nimmer over mijn geloof schaam , maar steeds als een Katholiek christen spreek en handel. Heilige Maria, Moeder van den Zoon Gods, die tot zaligheid van ons allen is mensch geworden , gedenk, dat gij ook onze Moeder zijt; verkrijg mij door uwe voorspraak de genade om Gode getrouw te blijven.

Engel des hemels, mij door God tot leidsman en beschermer gegeven op den weg der zaligheid, help mij mijne beloften getrouw vervullen en mijn geloof zuiver te bewaren.

Heilige N. mijn Naamheilige! bid gij voor mij tot hetzelfde einde , opdat ik :ia hier volgens uw voorbeeld Gode te zijn getrouw geweest, ook eeuwig met u beloond worde. Amen.

GEBED

om de genade des Vormsels in zich weder op te wekken.

Almagtige, eeuwige God! Gij hebt u niet

484

-ocr page 495-

VEIISCHILLENDE PEESONEN, ENZ.

485

sleclits gewaardigd mij j uwen dienaar door liet water en den heiligen Geest te laten herboren worden, maar gij hebt mij ook in het vormsel uwen II. Geest, den Tertrooster, den Geest van wijsheid en verstand, van raad, van sterkte, van wetenschap, van godvruchtigheid en van de vreeze des Heeren gezonden. Gij hebt mijn voorhoofd met het heilig Chrisma gezalfd en met het heilig kruisteeken geceekendj gij hebt mij tot eenen strijdknecht van Jesus Christus en van zijn heilig geloof verkoren. Ik dank u voor deze overgroote genade, welke mij in het Vormsel ten deel werd, en ik bid u, geef dat mijn hart door de inwoning van denzelfden Geest steeds meer cn meer geheiligd worde. Versterk mij dagelijks, opdat ik niet door de zonde hem uit mijn hart verdrijve of hem be-droeve! met dien Geest vervuld, hebben de martelaren het geloof aan Jesus onverschrokken beleden, en bevestigd door de plenging huns bloeds. Ook ik zal in mijn leven menigen gevaarlijken strijd van den kant eener onge-loovige wereld moeten doorstaan. Moge ik dan door de genade, in het heilig Sacrament des vormsels ontvangen, door de kracht van dienzelfden heiligen Geest standvastig blijven, en door geene bekoring, door geene aardschc goederen , door geene spot of hoon aan het wankelen gebragt worden. Moge ik u zoo belijden voor de menschen, dat ik eenmaal door Jesus Christus voor u, o hemelsche Vader, zal beleden worden. Amen.

-ocr page 496-

GEBEDEN VOOR

Gebed om den zegen over de vruchten des velds.

Barmliartige God en Vader! liefderijke verzorger van ons leven! Wij roepen tot u om ons dagelijkscli brood en om al hetgene wij tot ons onderhoud noodig hebben. Geef wasdom en vruchtbaarlieid aan de vruchten des velds; zend ten regten tijde verkwikkenden regen en koesterenden zonnenschijn. In uwe magt, o Schepper van het Heelal! is al het geschapene. Gij kunt ons dezen zegen geven, en ons denzei-ven ook onthouden. Hierom bidden wij u, stort uwen zegen uit over de vruchten onzer velden , en behoed dezelve voor misgewas, dorheid en verwoestende hagelbuijen.

Wij zijn wel is waar zondaren; wij zijn de weldaden en genaden , welke gij ons dagelijks bewijst, niet waardig; doch liefderijke hemel-sche Vader ! zie niet op onze zonden en misdaden, welke wij van ganscher harte verfoeijen, maar zie op uwen Zoon Jesus, die voor ons aan het kruis gestorven is, en ontferm u onzer om zijne verdiensten.

Ons volle vertrouwen stellen wij in u, en wij belooven u, dat wij al de pligten van onzen staat getrouw zullen vervullen, en in tegenspoed zoo wel als in voorspoed met uwen heiligen wil zullen tevreden zijn. Nimmer zullen wij vergeten, dat gij onze Vader zijt, en dat gij het wel met uwe kinderen meent, hetzij gij zegent of kastijdt.

486

-ocr page 497-

VERSCHILLENDE PERSONEN, ENZ. 487

Verlaat ons, uwe hulpbehoevende kinderen niet, o Vader! Ontferm u steeds over ons, en zegen ons met genade en barmhartigheid in al wat ons tijdelijk of eeuwig kan gelukkig maken. Dit bidden wij u, door Jesus Christus, onzen Heer en Heiland. Amen.

Gebed om regen

O God! in wien wij leven, ons bewegen en zijn, geef ons den gewenschten regen, opdat wij met tijdelijke goederen gezegend, dezelve gebruiken, om ons eeuwig geluk te bevorderen, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Gebed bij onweder.

O God! vreeselijk openbaart zich uwe magt. Donder en bliksem zijn uwe boden, zij loopen den weg, dien gij hun gebaand hebt; zij verkondigen uwe hecrlijklieid. Onder het geratel des donders en onder een vreeselijk bliksemvuur, verkondigdet gij weleer uwe wet op den berg Sinaï. Behoed ons voor alle ongelukken, opdat wij u. Vader! dien de gansche natuur als haren Schepper huldigt, ook voortdurend aanbidden en verheerlijken. Amen.

Gebed na een onweder.

Mijn God, wij danken u, wijl gij ons bewaard hebt. Wij zullen steeds op u vertrouwen; gij zijt onze God; gij zijt bereidwillig om ons te

-ocr page 498-

GEBEDEN VOOR

helpen. Moge de doorgestane angst heilzaam worden voor onze ziel. Zegen de voornemens, welke wij in liet oogenblik des gevaars gemaakt hebben. Geef ons de genade steeds zoo te leven, dat wij uw oordeel niet behoeven te vreezen, waarvan dit onweder slechts een flaauw afbeeldsel was. Mogt hetzelve op de eene of andere plaats schade hebben aangerigt, o vervul dan allen, die gij beschermd hebt, met medelijden voor hunne hulpbehoevende natunrgenooten. Dit bidden wij u, door Jesus Christus. Amen.

Gebed om droog weder.

Wij roepen tot u, o Heer! en wij bidden u ootmoedig, schenk ons droog weder. Laat ons, die voor onze zonden teregt getuchtigd zijn geworden, nu uwe barmhartigheid en liefde ondervinden, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Gebed bij eenen gezegeudeu oogst.

Wij danken u, almagtige God! voor den rijken zegen, dien gij ons dit jaar geschonken hebt. Geef, dat wij denzelven volgens uwen lieiligen wil tot ons heil en tot dat van onze naasten besteden, en voortaan awe weldaden steeds waardiger worden, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

488

-ocr page 499-

VÈRSCHTLLENDE PERSONEN j ENZ. 489

Gebed bij eenen min gunstigen oogst.

Almagtige God! niet zoo rijkelijk als andere jaren, hebt gij dit jaar de vrucliten onzer velden gezegend. Maar ook het weinige, dat wij uit uwe vaderhand ontvingen, zal voldoende zijn voor ons onderhoud, indien gij het gelieft te zegenen. Wij danken u hierom ook voor deze kleinere gaven, en wij bidden u, laat ons dezelve onder uwe bescherming genieten, en volgens uwen wil gebruiken, opdat wij waardig worden meer te ontvangen, en eenmaal aan de onvergankelijke goederen des eeuwigen levens deel te nemen, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Gebed bij algemeene rampen, van Paus Urbanus VIII.

Voor uw aanschijn. Heer! belijden wij de zonden, welke wij bedreven hebben, en vergelijken dezelve met de straffen, welke gij ons hebt laten overkomen. — Overdenken wij het kwade, dat wij bedreven hebben, zoo is, het-gene wij thans verdragen, onvergelijkelijk minder, en hetgene wij sedert lang verdiend hebben, onvergelijkelijk grooter. — Ja quot;Vader! zwaarder is hetgene wij verdiend hebben; en ligter, hetgene wij verduren. Wij gevoelen de smart der oude zonden, en nog heerscht de lust tot nieuwe zonden in ons onbekeerd, onboetvaardig hart. — Uwe geeselslagen, Heer! ver-

-ocr page 500-

GEBEDEN VOOR

490

volgen onze zwakheid ^ maar overwinnen onze boosheid niet. — De droefheid kwelt ons hart, maar vernedert het trotsche hart niet van den booswicht. —- Bittere smart verteert ons kommervol leven, doch onze wandel wordt niet beter. — Wanneer gij ons langmoedig verbeidt, slaan wij er geen acht op, en wanneer gij ons naar uwe geregtigheid slaat, kunnen wij het niet verduren. — Ten tijde der bestraffing belijden wij onze zonden, doch naauwelijks houdt gij op met ons te bezoeken, of wij vergeten, hetgene wij te voren betreurd hebben. — quot;Wanneer gij uwen slaanden arm over ons uitstrekt, dan beloven wij u, ons te zullen beteren; maar naauwelijks trekt gij uwe straffende hand terug, of wij veronachtzamen weder, hetgene wij u zoo vaak beloofd hebben. — Wanneer gij slaat, roepen wij tot u: Heer! wees ons genadig, en als gij ons genadig zijt, dan dagen wij u weder uit, dat gij ons slaat. Heer! wij zijn zondaars en wij belijden, dat wij gezondigd hebben. Wij weten, dat wij uwe geregtigheid te vreezen hebben, indien uwe barmhartigheid ons niet in genade aanneemt. — Almagtige Yader! geef ons uit loutere genade, zonder eenige verdiensten , hetgene wij u smeeken, gij, die ons uit niet hebt geschapen; opdat wij u zouden kunnen bidden door Jesus Christus, [onzen Heer. Amen.

-ocr page 501-

VERSCHILtENDE PERSONEN, ENZ. 491

Gebed ten tijde van eene besmettelijke ziekte.

O God! nu toont gij wat de menscli is en wat gij zijt. Ach! hoe vele mensehen worden dooide thans heerschende ziekte ten grave gesleept! Dit vervult ons met angst en weemoed. Het is wel is waar goed voor ons, dat gij ons vernedert , en zulk een krachtig middel ter verbetering van ons leven gekozen hebt. Mogten door den aanblik des nabijzijnden doods de harten van allen getroffen, tot u getrokken, en alle zondaren bekeerd worden. l)och Vader! wees ons thans genadig, trek uwe tuchtigende hand terug; neem dezen bitteren kelk van ons weg. Verlicht de geneesheeren, opdat zij de ziekte leeren kennen, en zegen de geneesmiddelen, opdat zij de zieken genezen. Mogt het echter uw heilige wil zijn, dat de ziekte nog langer voortdure en nog meer mensehen wegslepe, welaan, uw heilige wil geschiede! Wij bidden u alleen, laat niet toe, dat iemand zonder behoorlijke voorbereiding, in uwe ongenade, door den dood verrast wordt. Moge deze bezoeking tot zaligheid onzer zielen dienen, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Gebed om het eenig noodzakelijke.

God, mijn Schepper en mijn Vader! verhef mijne ziel boven het aardsche, opdat zij zich ^met u bezig houde over mijne eeuwige zaligheid.

-ocr page 502-

GEBEDEN VOOll

God! welk eene onuitsprekelijke genade is liet dat ik, een worm in het stof, een zondig menscli met u mag spreken! en echter doe ik het zoo zelden ! welk een geluk ligt in den omgang met u opgesloten, en ik geniet denzelven zoo weinig! welk een zeker middel om mijne zaligheid te bevorderen is het ware gebed, en ik ken het naauwelijks, ik ben zoo nalatig in het bidden, en mijn gebed is zoo onvolmaakt, even als bad ik zulk een middel niet noodig. Acli, met schaamte en zuchtend moet ik het bekennen, o Heer! mijn wil is dikwijls goed, doch ik ben te zeer aan de aarde gehecht, zoodat ik zelden, of slechts met verstrooide gedachten bid. Dit is de reden waarom ik uwe zoetigheid niet kan smaken o Heer! en dat ik de gewenschte vruchten niet uit het gebed trek, en tot mijne wereldscho bezigheden wederkeer, even als of ik niet gebeden had.

Dit is ook de reden, dat ik steeds de oude, aan het aardsche geboeide, ongelukkige menseh blijf, en geen voortgang maak op den weg mijner zaligheid. Ik leer dagelijks en ik word niet voorzigtiger; ik geniet, en ik word niet verzadigd; ik arbeid en zwoeg, en ik win hierdoor niets dan nieuwen arbeid en nieuwe zorgen. Ik voed wel is waar mijn ligcliaam, doch mijne ziel versmacht, en terwijl ik bekommerd ben voor dit leven, verlies ik de eeuwigheid uit het oog. Mijne onrust en mijne ellende neemt toe met het getal mijner dwaasheden en dwalingen, en ik heb bijna reden, om voor de

492

-ocr page 503-

VERSCHILLENDE PERSONEN , ENZ.

zaligheid mijner onsterfelijke ziel te vreezen! —

Zoo vervliegt mijn leven ^ zoo worden mijne krachten uitgeput en met al mijn zwoegen verwijder ik mij meer van mijne ware bestemming, dan ik dezelve nader. Hoe langer ik zoo voortleef, hoe moeijelijker de verbetering mijns wan-dels voor mij worden zal. Ten laatste kan de dood mij plotseling en onverwacht overvallen, gelijk het aan duizenden gebeurd is en nog geschiedt. Hoe velen worden in den bloei huns levens, midden in hunne tijdelijke bezigheden en plannen, terwijl hun hart noch aan God, noch aan zijn rijk denkt, door den dood overvallen ! De wereld en al wat wereldsch is, verdwijnt; de poorten der eeuwigheid openen zich in één oogenblik, en dikwijls onvoorbereid moet men dezelve binnengaan.

O God, welk een ontwaken! Neen, aan zulk een gevaar wil ik mij voortaan niet meer blootstellen. Heden nog wil ik de hand aan het werk slaan, en met uwe genade mijne bekeering beginnen.

De reden, dat ik zoo lang in de zonde heb geleefd, lag in mij, wijl ik steeds weerstand bood aan uwe genade. Gij wilt, dat ik u alleen diene, en u met geheel mijne ziel aankleef. Ik echter wilde mijn hart verdeelen tusschen u en de wereld. Hierom hing ik meer aan de wereld, ja ik diende haar alleen. Hierom zocht ik het tijdelijke als mijn hoogste goed, als mijne gelukzaligheid; het eeuwige hield ik als eene bijzalig. De rijkdommen dezer wereld schatte C2 28

493

-ocr page 504-

494 GEBEDEN VOOR

ik hooger dan den glans der hemelsche heerlijkheid! de gunst der menschen hooger dan uwe genade, o God! en een oogenblikkelijke dierlijke lust, hooger dan de eeuwige vreugde des hemels. Dit was de oorzaak van al mijne overtredingen en misdaden. Want die u, o God ! de bron van alle goed verlaat, die van u afwijkt, betreedt den breeden weg des verderfs. — Ik dank u, liefderijke Vader ! dat gij mij dit thans regt levendig hebt leeren kennen. Het erkennen van mijnen ongelukkigen toestand is de eerste schrede tot mijne bekeering. Ach, help mij dezelve voleinden, ten einde een u behage-lijk leven te leiden.

Wat moet ik doen om zalig te worden.

Ik moet mij zeiven afsterven en alleen, volgens uwen heiligen wil leven. Dit gaaft gij duidelijk te kennen mijn Jesus! toen gij zeidet: Martha, Martha! gij zijt voor vele dingen bekommerd; slechts éene zaak is er noodzakelijk.

Ja mijn Heiland! slechts eene zaak: met Maria aan uwe voeten zitten, uw heilig woord aanhooren en het volbrengen.

Gelijk ik mij tot hiertoe heb bezig gehouden met duizende nuttelooze zaken, die mij noch beter, noch gelukkig maakten, zal ik voortaan trachten mij bezig te houden, met hetgene mij beter en gelukkig zal maken. Uw goddelijk woord zal mij tot rigtsnoer zijn : zoekt eerst het rijk Gods en zijne geregtigheid; het overige zal u toegeivorpen worden.

-ocr page 505-

VERSCHILLENDE PERSONEN, ENZ. 495

Hoe veel liefderijker zijt gij jegens mij o God! als ik voor mij zeiven ben! Gij wilt mij met geene andere zorg belasten, dan met de zorg voor mijne zaligheid; elke andere zorg voor mijn tijdelijk welzijn, neemt gij op u. Gij kent ook mijne behoefte het best, en gij zijt almagtig om daarvoor te zorgen.

Gij, die zelfs zorg draagt voor de vogelen des hemels en voor de bloemen de velds, zult voorzeker uwe kinderen niet vergeten ! — Doch ik ellendige, heb deze uwe wijze beschikking willen omkeeren; ik heb slechts voor het tijdelijke gezorgd, alleen naar het tijdelijke getracht, en hierdoor mijn tijdelijk en eeuwig welzijn in gevaar gebragt.

Lang genoeg heb ik dwaas gehandeld; lang genoeg heb ik misbruik gemaakt van uwe lang-moedigheid, o God! het is tijd, dat ik een einde maak aan mijne ligtzinnigheid, en het verzuimde weder tracht in te halen. Barmhartige Vader! schenk mij vergeving. Zoo lang ik geheel aardschgezind was, verstond ik niet wat des geestes is; ik had oogen en ik zag niet, ooren en ik hoorde niet. De duidelijkste en treffendste waarheden van uw evangelie klonken wel is waar in mijn oor, doch drongen niet door tot in mijn hart; of wel, ik zocht derzelver indruk te verijdelen. Zoo handelen de kinderen der wereld, even als of de waarheid hierdoor leugentaal, het vergankelijke onvergankelijk werd; even als het beter ware blind in zijn verderf te loopen.

-ocr page 506-

496 GEBEDEN VOOR, ENZ.

Van nu af wil ik alleen gehool• geven aan uw heilig woord, hetgeen gij geopenbaard hebt, en in uw licht wandelen, zoo lang ik leef.

Ik wil steeds overdenken, hetgene u, mijn Heiland, van den hemel deed afdalen, waarvoor de apostelen en leerlingen alles verlieten, waarvoor zij hun goed en leven ten beste gaven; hetgene de wijsste en voortreffelijkste men-schen ten allen tijde met liefde omhelsd hebben.

De dwazen mogen het schijuschoone der wereld najagen, ik wil mij mijne eigene ondervinding en die des wijzen konings ten nutte maken: Alles is ijdelheid en kwelling des geestes.

Gij mijn God, zijt mijne liefde. Gij zijt mijn erfdeel in eeuwigheid! Gij hebt mij voor u geschapen, en ik zal geene rust vinden, voor dat ik in u rust. Indien de oude neiging tot zonde in mij weder opkomt, en ik in gevaar kom van te zondigen, dan zal ik door het gebed mijne toevlugt nemen tot u. Zoo zal niets ter wereld mij voortaan van u kunnen scheiden. Zoo zal niets mij terughouden, om onvergankelijke schatten te verzamelen voor den hemel. Amen.

-ocr page 507-

GODVRUCHTIGE OEFENINGEN VOOR LIJDENDEN EN BEKOORDEN.

na

28.

-ocr page 508-

BEMERKING.

Over het geduld in lijden en tegenspoed.

nze hemelsche Vader; lioezeer hij niemand laat beproeven bovenzijne krachten^ bezoekt echter zijne geliefden dikwijls met rampspoed en lijden, om hen te beproeven, te zuiveren en bekwaam te maken voer den hemel. Christen! indien God u lijden toezendt, denk dan steeds dat zulks tot uw welzijn gesehiedt. Hetgene God doet, is welgedaan! En ofschoon wij de wegen van Gods Voomenigheid niet kunnen nasporen, weten wij echter door de openbaring voorgelicht, dat het lijden den Christen gewigtige voordeden aanbrengt.

Niets is meer verleidend en gevaarlijk, dan de goederen, vermakeu en genoegens van dit

-ocr page 509-

OEFENINGEN VOOR LIJDENDEN, EKZ. 499

leven. Eampspoed en lijden nu neemt veel van derzelver schadelijken invloed weg, terwijl zij ons het ijdele hiervan toonen. De mensoh die in rampspoed en lijden verkeert, leert de wezenlijke waarde der dingen beter schatten dan hij, die in overvloed en vreugde leeft. Hij leert niet slechts eene zaak op zich zelve, maar ook hare gevolgen beschouwen. Hij leert het vergankelijke en veranderlijke inzien van al het ondermaansche.

Heil den Christen, die door rampspoed en lijden de ijdelheid van al het aardsche heeft leeren kennen, en overtuigd is, dat niets in staat is waar geluk en tevredenheid aan te brengen, dan alleen het bewustzijn, den wil Gods volbragt en zijne pligten vervuld te hebben!

Heil den Christen, die in de school van lijden en tegenspoed onderwezen, geene bijzondere waarde hecht aan de goederen van dit leven, maar verlangt naar de hemelsche goederen, welke geene dieven stelen of geene mot verteert.

In rampspoed en lijden hecht de Christen zich gewoonlijk sterker aan God, naarmate hij door de menschen verlaten is en troost noodig heeft.

Eampspoed en lijden vermindert in den mensch dikwijls den prikkel der zondige begeerlijkheid.

Eampspoed is zeer geschikt om den afge-dwaalden Christen van de wegen der zonde terug te voeren, hem te doen ontwaken uit den

-ocr page 510-

OEFENINGEN VOOR

slaap der ouversclulliglieid; hem den afgrond aan te toonen, op welks rand hij zich bevindt, en hem aan te sporen tot eene opregte verbetering des levens.

Eampspoed en lijden doen den mensch medelijden hebben met lijdenden; wijl men dan bij ondervinding weet, hoe smartelijk het valt te lijden, en hoe dierbaar de troost en hulp is, welke ons dan wordt aangebragt.

Tn lijden en tegenspoed leert men zijne blikken op Jesus vestigen, zijn kruis dragenen met hem overwinnen. Dan eerst leert men het heerlijke inzien der Godspraak: indien wij met Christus lijden, zullen wij ook eens met hem verheerlijkt worden.

Overweeg dit, Christenen! vergeet nimmer dat God even zoo uw weldoener en Vader is, wanneer hij u lijden toezendt, als wanneer hij uwe ziel met blijdschap vervult. Ten allen tijde moet gij hem dankbaar zijn, en u kinderlijk aan zijne beschikkingen onderwerpen, gelijk de lijdende Verlosser deed. Ook ten tijde van lijden moet gij de godsdienstpligten en die van uw beroep met geene mindere naauwgezetheid vervullen. Uw kinderlijk vertrouwen op Gods wijze Voorzienigheid, en de vaste en troostvolle overtuiging, dat hij u niet zal verlaten, beware u voor toorn, kleinmoedigheid en onverduldigheid. Gij zijt onder de bescherming' des Almagtigen; lijd derhalve met geduld, doch vrees niet.

Word dan niet neerslagtig, opdat uw lijden

500

-ocr page 511-

LIJDENDEN EN BEKOORDEN. 501

of kwelling geen beletsel voor u sij in liet vervullen uwer pligten. Denk steeds, dat gij door bedroefd te zijn uwen toestand niet kunt verbeteren. Vertrouw op God, en bid in rampspoed en lijden tot hem naar het voorbeeld van Jesus; tot dat einde zijn de volgende gebeden bestemd.

Dit vertrouwen op God make u echter niet werkeloos. Trouwens het is Gods wil, dat gij ook menschelijke middelen ter uwer redding, of tot leniging uwer smarten aanwendt.

Gebed om christelijke gelatenheid en navolging van Jesus ia lijden.

Hier, waar niemand mij hoort, die met mijnen kommer den spot kan drijven, maar gij mijn medelijdende en ontfermende God ! alleen met mij zijt, hier wil ik verligting zoeken voor mijn beklemd hart, en troost voor mijne bedroefde ziel. Tot wien zou ik mij in rampspoed en lijden ook beter kunnen wenden dan tot u, mijn God en Vader! die hetzelve het beste kent, en de magt hebt om hetzelve te lenigen. Heer! Gij zijt mijne kracht en mijne sterkte, en mijne toevlugt ten tijde van rampspoed.

Inzonderheid aanbid ik uwe Voorzienigheid en uwe heilige beschikkingen. Schepper en Bestierder der wereld ! Diep verneder ik mij onder uwe magtige hand, onder uwe vaderlijk tuchtigende roede, en ik verstout mij niet te vragen: hoe heb ik het verdiend ? Waarom

-ocr page 512-

502 OEFENINGEN VOOR

treft dit zware kruis mij, en niet een ander? — Gij alleen zijt Heer; uw heilige wil geschiede! — Welligt zaagt gij, dat mijn hart te wereldsgezind , te ligtzinnig was, dat het zonder uwe tuchtiging niet kon verbeterd worden? Welligt wilt gij mij door dit bitter geneesmiddel bewaren voor eene ziekte, welke doodelijk zou geworden zijn voor mijne ziel? Welligt wilt gij mij in dezen staat van beproeving, tot eene hoogere volmaaktheid voorbereiden, en mij hier laten lijden, ten einde mij hiernamaals des te heerlijker te kunnen beloonen ? Of wel andere, voor mij verborgene inzigten — die altijd vol wijsheid en liefde zijn — vorderen dat ik dit kruis draag.

Ik wil het derhalve met volkomene zelfverloochening op mij nemen, mijnen Heiland geduldig navolgen, en onder zijn kruis kinderlijke onderwerping leeren aan uwen heiligen wil. — Waarom zou ik op rozen wandelen, daar mijn quot;Verlosser eenen weg vol doornen betreden heeft? Indien ik smaad, schande, lastering, bespotting, ongelijk, vervolging, armoede, ja den dood zeiven moet verduren, welke reden zal ik dan zelfs hebben mij te beklagen! Heeft mijn Goddelijke Verlosser dit alles ook niet voor mij, en wel in grootere mate geleden, zonder zijnen mond tot klagten te openen. I)e allerheiligste, de onschuldigste heeft geleden, en welk kruis o God! kunt gij mij opleggen , dat ik niet verdiend heb ? Hoe vele overtredingen in mijne jeugd hebben uwe regtvaar-

-ocr page 513-

LIJDENDEN EN BEKOORDEN. 503

digheid tegen mij gewapend! Hoe vele zware overtredingen door gedachten, woorden en werken hebben ook later mijn hart en mijnen wandel bevlekt! Indien gij gestreng met mij wildet handelen o God! dan zoudt gij mij nog gevoeliger kunnen tuchtigen, mijn ligchaam kunnen dooden en mijne ziel aan het eeuwige verderf prijs kunnen geven; doch gij handelt als een liefderijk Vader; gij straft slechts om te verbeteren. Ik wil hierom deze uwe straffen tot mijne verbetering met kinderlijke onderwerping verdragen, en u loven en danken, dat gij mij hierdoor redden wilt van eeuwige pijnen. Beter, oneindig beter is het, hier te lijden, dan hiernamaals! Hoe veel goeds heb ik niet gedurende mijn gansche leven naar ziel en ligchaam, zonder mijne verdiensten, van u, goedertieren God, ontvangen! Het is derhalve billijk, dat ik ook het verdiende lijde en gewillig uit uwe hand aanneem. Breng o God! mijn hart in die stemming, in welke het behaagt aan u, die gezegd hebt: „Leer van mij, „dat ik zachtmoedig en ootmoedig van harte „benquot; opdat ik rust vinde voor mijne ziel, en uw juk zacht voor mij, en uw last ligt worde.

De rampspoed en het lijden, dat gij uwen kinderen toezendt, liefderijke Yader! is niet ondragelijk. Want gij helpt het dragen, dewijl gij ons troost en standvastigheid schenkt, de bitterheid van het lijden door hemelschen troost verzoet, en ons oogenblikken en uren verleent, waarin wij bij het bewustzijn van ons lijden

-ocr page 514-

OEFENINGEN VOOR

eene vreugde smaken, welke de gelukkigste dagen ons niet verschaffen kunnen. En lioe kort is de tijd van ons lijden! hoe snel is dezelve vervlogen! Dan wordt de hemel voor ons geopend, om ons voor eeuwig te verheugen, en, verheven boven allen kommer en lijden, genieten wij in uw bezit o God! onuitsprekelijke zaligheid, zonder einde. Ja waarlijk, het lijden van dezen tijd is niet te vergelijken met de toekomende heerlijkheid, welke aan ons zal geopenbaard worden.

Aan u, o God! zij het overgelaten, of, wanneer en op welke wijze gij mij uit dezen nood wilt redden. Gij — niet ik kortzigtige mensch — weet, wat mij nuttig en heilzaam is, en gij wilt het mij ook geven, indien de bekwame tijd en uur zal gekomen zijn. Dit hoop ik met kinderlijk vertrouwen van uwe oneindige vaderliefde, die voor al het geschapene de teeder-ste zorg draagt. Gij zijt immers nabij degenen, die bedrukt van harte zijn; gij zijt bereid den ootmoedige van harte bij te staan. Mijn levensloop levert hiervan menigvuldige bewijzen op. Hoe dikwijls, klaagde ik des morgens: „De „Heer heeft mij vergeten lquot; en voor dat het nog avond was, moest ik beschaamd bekennen: „De Heer heeft aan mij gedacht en mij geze-„gend.quot;

Ik wil derhalve lijden, wijl gij het wilt, en zoo lang gij het wilt, en op u o God! mijn vertrouwen stellen in allen nood. Hoe menigwerf hebt gij ook eenigen uwer kinderen, na hen

504

-ocr page 515-

LIJDENDEN EN BEK00EDEN. 505

met rampspoed bezoclit te hebben, met tijdelijke goederen gezegend! — Ik wil mij hierom geheel overgeven aan mve leiding, zonder te morren. Ik wil zwijgen, en mijnen mond niet tot klagten openen; gij Heer! zult wel met mij handelen. — Mogt het u echter niet behagen mijne droefheid hier op aarde in vreugde te veranderen, dan wil ik evenwel geduldig lijden, in de hoop, dat in mij eens zal waar worden: Die met tranen zaai jen, zullen metvreufjclernaaijen. — Zij gingen en weenden, en wierpen hun zaad uit; doch komende zullen zij met blijclschap komen, hunne schoven dragende. Amen.

OVERDEKKING EN GEBED IN LIJDEN.

Werpt al uwe zorg op den Heer; want bij zorgt voor u.

Waarom zijt gij zoo treurig mijne ziel! als ware er niemend, die zich om u bekommert, als waart gij geheel verlaten ? Is dan God niet uw God; is de Schepper en Verzorger van hemel en van aarde ook niet uw Schepper en Verzorger? — Zorgt dan hij, die voor al de werken zijner handen zorg draagt, ook niet voor u? Heeft hij dan, die de Vader van allen is, die niemand uitzondert, die geene zijner schepselen veracht, u dan alleen van zijne liefde en vaderzorg uitgesloten? Is hij ook uw Vader niet? Luister toch naar de stem van uwen God en Vader: „Werp al uwe zorg op mij, „spreekt hij; geef mij te kennen, hetgene u 62 29

-ocr page 516-

506 OEFENINGEN VOOR

„drukt, klaag uwen nood aan mij; vraag van „mij, lietgcne u ontbreekt, zeg mij, wat gij „vreest. Geloof mij, ik draag zorg voor u. Ik „verlaat u niet. Ik ben immers uw Vader; ik „kan niet ophouden uw Vader te zijn: en bij „gevolg, niet ophouden voor u te zorgen. Wees „dan getroost, treur niet; in mij hebt gij eenen „magtigen beschermer, en liefderijken Vader; „schenk mij uw vertrouwen, laat uw lot geheel „in mijne handen. Hoe meer gij n kinderlijk „jegens mij gedraagt, des te meer vaderlijk „ben ik jegens u. Ik zal u toonen, dat gij niet „te vergeefs op mij vertrouwd, niet te vergeefs „op mijne hulp gehoopt hebt. quot;Wees dan niet „te zeer bekommerd en benaauwd; met al uwe „benaauwdheid kunt gij uwe omstandigheden „niet verbeteren. Doch hetgene gij niet kunt, „dit kan mijn almagtige arm. Vertrouw dan „op mij, lijd met kinderlijke onderwerping aan „mijnen wil; bid vurig, en uw lijden zal u tot „heil gedijen.quot;

O hoe goed is onze hemelsche Vader! wie zou niet op hem vertrouwen ? wie zout hem door mistrouwen en ongeduld beleedigen ? Weg met alle angstvolle gedachten, die het hart bezwaren! Vertrouwen alleen geeft ons rust, kracht, moed en vreugde. Vertrouw derhalve mijne ziel, en spreek met kinderlijke overgeving in den wil des hemelschen Vaders Let volgende

GEBED.

Vader der lijdenden! die uit liefde tot ons

-ocr page 517-

LIJDENDEN EN BEKOORDEN. 507

zelfs uwen Zoon niet spaardet, ra aar hem tot den dood overgaaft, en door lijden en den dood binnenleiddet in de heerlijkheid, opdat wij in ons lijden troost, genade en hulp zouden erlangen, aan u alleen is het bekend, welke beproevingen mij nog in dit leven wachten, en zijt gij het niet o 'Vader, die mij dezelve toezendt ? Is er wel eene ramp op aarde, die buiten uwen wil, bij toeval, of zonder uw wijs inzigt uwe kinderen treft! — Neen, lieve Vader ! — Aan u is alles bekend; al hetgene op aarde plaats heeft, geschiedt door uwen wil of door uwe toelating.

Mijn lijden is door u, eeuwige Wijsheid, afgewogen ; en gij laat niet toe, dat ik bekoord word boven mijne krachten.

Mijn gansche lot ligt in uwe vaderhand, en gij alleen — niet ik — weet, wat wezenlijk goed en heilzaam voor mij is. Welaan dan Vader, uw wil geschiede. Aan u beveel ik mijne wegen. Hoe meer ik met kinderlijke gelatenheid lijd, des te grootmoediger zult gij mij beloonen.

Laat mij dan o Vader! niet bezwijken onder den last, dien gij mij hebt opgelegd! Mijn oog zij steeds op Jesus, den grooten lijder gevestigd ! Steeds meer en meer nader ik tot mijne bestemming; weldra zal ik den strijd volstre-den hebben, en wanneer ik dan zal overwonnen , wranneer ik met Jesus zal geleden hebben, ' heil mij dan, wijl ik dan zal deelen in de heerlijkheid, welke hij door zijn lijden en dood voor zich zeiven en voor mij verdiend heeft. Am.

-ocr page 518-

OEFENINGEN VOOR

ANDERE OVERDENKINGEN EN GEBED IN LIJDEN.

Alle dingen zijn Gode mogelijk.

Uit niets lieeft God alles geschapen; hij spreektj en het geschiedt; hij gebiedt, en het is daar. Niets is onmogelijk aan God; hij kan u derhalve ook gemakkelijk helpen, hoe moei-jelijk, hoe hopeloos uwe redding toeschijnt. Hij wil u ook gaarne helpen. Hij laat u in den nood niet aan uw lot over. Twijfel dan voortaan geen oogenblik meer noch aan zijne magt noch aan zijnen wil. Hij kan en hij wil alle goed. Alle dingen zijn Gode mogelijk! geef dan uwen nood te kennen door het volgende

GEBED.

Vader der barmhartigheid en God van alle vertroosting! Gij spreekt tot alle lijdenden door den profeet: „Roep tot mij ten tijde van „rampspoed en ik zal u redden.quot; — Yertrou-wende op deze Vaderlijke belofte kom ik in mijn lijden tot u, en ik bid u, zie mij met zulke liefderijke oogen aan, gelijk gij zoo menigen ellendige, die uwe hulp afsmeekte, hebt aangezien, en red mij uit mijnen nood, indien het overeenkomstig is met uwen wijzen en heiligen wil, en niet strijdig met het heil mijner ziel.

Met ootmoedige onderwerping aanbid ik u, mijn Vader! wien alles mogelijk is; indien het uwe heilige wil is, zoo neem dezen lijdenskelk

508

-ocr page 519-

LIJDENDEN EN BEKOORDEN. 509

van mij; docli niet mijn maar uw wil gescMede. Door liet bitter lijden en sterven van Jesus Christus, smeek ik u, red mij uit dezen nood, indien het overeenkomt met uwen heiligen wil; wilt gij echter, dat ik nog langer lijdt, verleen mij dan geduld, opdat de bitterheid van dit lijden mij niet kleinmoedig make, maar opdat ik uit liefde tot u bereidwillig lijde. quot;Want ik moet nimmer vergeten, dat deze wereld niet eene plaats van vermaak, maar veelmeer eene plaats van beproeving is. Ik bevind mij niet in mijn vaderland, maar op den moeijelijken weg naar hetzelve. Doch op u mijn beste Vader! durf ik mij verlaten, dat gij mij zult leiden en ondersteunen; en wanneer het u behaagt, mij lijden toe te zenden, dan mag ik u ook bidden, of wel, om mij van dat lijden te bevrijden, of mij moed en sterkte te veiieenen, om hetzelve tot uwe eer en tot mijne zaligheid te dragen. Help mij derhalve volgens uwe wijsheid, o Vader! om de verdiensten van Jesus Christus. Amen.

NOG EENE OVERDENKING IN DROEFHEID EN LIJDEN.

Gij allen die dorst hebt, komt tot de wateren.

Is. LV. 1.

O hoe lang smacht ik bereids van dorst! O hoe dor, hoe ledig is mijn hart bij gebrek aan troost! Wie kan, wie zal mij verkwikken!

-ocr page 520-

OEFENINGEN VOOR

Waar is de bron, waaruit ik putten kan? Is er dan niemand die lafenis heeft voor mijn gewond hart.

Ja bedrukte ziel! Hier is hij, naar wien gij roept. Jesus is hier! en hij alleen heeft verkwikking en troost voor u. Zie niet langer rond in de zandwoestijn dezer wereld, waar geen water is. Daar moet gij te gronde gaan. Zij kan u geen droppel ter verkwikking aanbieden. Zij heeft niets, wat uwe ziel laven kan. Welaan, kom dan tot Jesus; hij heeft troost in overvloed. Hij is rijk voor allen die hem aanroepen. De bron van troost, welke bij God te vinden is, is onuitputtelijk en toegankelijk voor een ieder. Jesus is deze bron. Hij wil u het water geven des eeuwigen levens; hij wil uw lijdend hart versterken door hemel-schen troost; hij wil kracht en leven, rust, vrede en hemelsche gelukzaligheid uitstorten in uwe ziel. Gij zult ondervinden, dat hij de levendige kracht is, die lafenis heeft voor elke smart, balsem voor elke wond. Kom tot hem, en verlaat al hetgene u ellendig maakt en uwen dorst naar geluk en zaligheid niet kan stillen. Spreek met een ootmoedig hart het volgende

GEBED.

Liefderijke! minzame Jesus! Gij noodigt alle ongelukkigen en beladenen uit om tot u te komen; — maar ik zondaar, ik durf het naau-welijks wagen tot u te naderen. Neem deze

510

-ocr page 521-

LIJDENDEN EN BEKOORDEN 511

vrees van mij weg. Gij roept mij immers zelf toe: Kom tot mij! Hetgeen mij van u terughoudt, is derhalve niet uwe stem. Ik moet u hooren, uwen roep en uwe uitnoodiging volgen. Ik wil dan onbeschroomd naderen tot uw liefdevol hart, dat voor alle ongelukkigen en be-ladenen, lijdenden en bekoorden zich opent, ten einde allen in zich op te nemen. Doch, wat wilt gij mij dan geven mijn Jesus? Eust wil ik u geven, mijn kind! En dit juist, ontbreekt mij mijn Jesus ! Onrust kwelt mijn hart, zoo dikwijls ik mij maar eene schrede van u verwijder. Nergens kan ik rust vinden buiten u. Werwaarts ik mij ook begeef, overal vind ik onrust. Het geringste wordt mij ondragelijk, wanneer ik niet bij u blijf. Buiten u is niets in staat mij te bevredigen. Geef mij dan hetgeen ik verloren heb, geef mij de rust weder, en ik zal u dienen en danken in eeuwigheid.

Jesus! Zoon Gods, ontferm u mijner! Gij zijt de onuitputtelijke bron van genade en ontferming. Jesus! Gij zijt de oneindige kracht en sterkte. Gij kunt mij helpen. Gij bezit, hetgene mij ontbreekt 5 hetgene ik noodig heb, kunt gij mij geven. Jesus! ontferm u mijner en help mij. Aan den blinde, die weleer uwe hulp inriep, zeidet gij: wat wilt gij, dat ik u doen zal, en gij gaaft hem hetgene hij vroeg. Duizenden hebt gij geholpen: geen enkele hebt gij onverhoord weggezonden. En zoudt gij mij niet helpen? Zoudt gij mij onverhoord wegzenden ? Dit slechts te denken, zou belee-

-ocr page 522-

512 OEFENINGEN VOOU

digend voor u zijn. Ik geloof, dat gij mij wilt helpen, verhooren en geven hetgene ik vraag, namelijk genade en sterkte, om tot het einde toe te volharden en u in mijn lijden te verheerlijken. i\men.

Gebed voor ben die naauwelijks hun brood kunnen verdienen.

God, Schepper en onderhouder van alles wat 'bestaat! Gij ziet, hoe moeijelijk het mij valt mij zeiven en de mijnen te voeden, en hoezeer mijn hart hierdoor gekweld en mijn leven verbitterd wordt Ik zal mij niet verstouten met u in het geregt te treden of u te vragen, waar-om gij mij in behoefte laat, en aan anderen daarentegen overvloed schenkt? — Alles behoort u immers toe! Gij kunt hiermede handelen naar welgevallen: en hoe weinig gij mij ook geschonken hebt, is het nog altijd meer dan ik verdien, of verdienen kan. Dewijl gij echter wilt, dat wij in al onzen nood tot u, onzen algemeenen Vader onze toevlugt nemen, en alle zorg op u werpen, wend ik mij met kinderlijk vertrouwen in het gebed tot u, die het geroep der behoeftigen hoort, en uw liefdevol hart niet sluit voor de tranen der onge-lukkigen. Ik weet wel is waar, en ik beken met ootmoed en berouw, dat ik door menige overtreding, door menige ondankbaarheid mij uwe weldaden heb onwaardig gemaakt; ik waag het echter in den naam en om de verdien-

-ocr page 523-

LIJDENDEN EN BEKOORDEN. 513

sten van Jesns Christus, u, barmhartige Vader! te bidden, dat gij n mijner wilt ontfermen, en den bangen kommer, die aan mijn hart knaagt, gelieft te stillen.

Heer, neig uw oor tot mij en verhoor mij; want ik ben behoeftig en arm. Ik bid u niet om rijkdom, om overvloed, om een gemakkelijk leven, waarbij ik n zoo ligt kan vergeten en in zonden vallen kan; maar ik bid n slechts om mijn dagelijksch brood, slechts om zoo veel als mij noodig, en voor mijn tijdelijk en eeuwig welzijn nuttig is. De vogelen des hemels zaai-jen noch maaijen, oogsten niet en vergaderen niet in de schuren, en gij mijn hemelsche Vader ! voedt hen toch! ben ik dan niet veel meer dan zij? — Waarom zou ik dan mismoedig zijn? waarom vreezen, dat gij mij alleen van uwe vaderzorg zoudt uitsluiten, en mij in kommer laten versmachten?

Deze kleinmoedigheid zou een strafwaardig twijfelen zijn aan uwe goedheid en voorzienigheid, welke mij bereids zoo dikwijls en uit zoo menigen nood liefderijk gered heeft. Ik wil op u hopen, en mijn lot geheel aan u toevertrouwen; de Heer is mijn helper; niets zal mij ontbreken. Geef mij ook, mijn God! een gerust en tevreden hart, dat zich geheel overgeeft aan uwen wil, en al uwe beschikkingen voor wijs en heilrijk erkent. Geef mij voorzigtigheid en doorzigt in mijne bezigheden en ondernemingen, ten einde mijn bestaan te winnen. Zegen mijne beroepsbezigheden, en bescherm mij te-62 29.

-ocr page 524-

OEFENINGEN VOOR

gen de bekoring, om door onregtvaardige middelen voordeel te betalen. Trouwens, indien het uw heilige wil is, wil ik liever kommervol leven, dan ten koste van mijn geweten mij uit eenen nood redden, waarin gij mij gesteld hebt, en die bevorderlijk zal zijn aan mijne eeuwige zaligheid, indien ik u opregt bemin en standvastig den weg uwer geboden bewandel.

Laat mij steeds uwe beloften gedachtig zijn: „Zie, ik ben bij u in uwen nood; ik wil u uit „denzelven redden en verheerlijken. Ik zal u „met een lang leven zegenen en u mijn heil „vertoonen.quot; Amen.

Gebed bij een smartelijk verlies.

Mijn Heer en mijn God! tot u wil ik mijn gewond hart verheffen, opdat gij het weder heelt, en opdat ik gesterkt worde, om met kinderlijke onderwerping aan uwen wil het mij toegezonden lijden te dragen. In diepen ootmoed erken en aanbid ik uwe opperheerschappij over alle schepselen! Al hetgene ik bezit, behoort u toe! Gij hebt mij iets hiervan onttrokken: welk regt heb ik om mij te beklagen ? — De Heer heeft gegeven j de Heer heeft genomen; de naam des Heeren zij gezegend! Gij moogt geven of nemen, altijd handelt gij volgens uwe wijze raadsbesluiten; en hetzij gij ons iets geeft of onttrekt, gij handelt gelijk een teeder bezorgde Vader, die zijne kinderen geeft, hetgene hun nuttig, en onttrekt, hetgene

514

-ocr page 525-

LIJDENDEN EN BEKOORDEN. 515

hun schadelijk is. Mijn hart, dat nog niet los is van alle verkleefdheid aan het aardsche, gevoelt dit verlies te zeer, dan dat ik zou kunnen zorgen, dat het mij onverschillig is. Maar gij, o God, zult de gevoeligheid van uw zwak kind, dat niet weet, wat hem goed of schadelijk is, vaderlijk toegeven en niet beschouwen als een gemor tegen uwe wijze beschikkingen; gij zult mij veel meer versterken, ten einde met christelijke gelatenheid te leeren ontberen, hetgene ik welligt niet waardig was langer te bezitten, of zonder gevaar voor mijne ziel niet langer bezitten kon; en hierom moet ik u danken in plaats van te klagen, dat gij mij het verlies van dit goed hebt doen ondergaan, ten einde mij het bezit van het grootste, van het eenig noodzakelijke goed te verzekeren. Ik wil mij derhalve niet onmatig bedroeven over mijn verlies, maar hetzelve met geduld dragen, en door overgeving en tevredenheid met hetgene uwe goedheid mij nog gelaten heeft, mij voortdurend uwe liefde en zegening trachten waardig te maken. Ja ik bid u zelfs, ontneem mij nog meer o God ! indien het tot mijne zaligheid dienstig is minder te bezitten; ontneem mij alles, waaraan mijn hart te zeer gehecht is, ten einde u alleen en boven alles te kunnen beminnen. Schenk mij slechts het eenige, zonder hetwelk ik voor tijd en eeuwigheid ongelukkig zijn zou, uwe genade, den zaligen vrede met u, een gerust geweten en het vooruitzigt des eeuwigen levens, opdat ik eens de wereld

-ocr page 526-

OEFENINGEN VOOR

en al hare goederen met vreugde moge verlaten, om u, en met u alle goed te bezitten, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Gebed ten tijde van eenen algemeenen nood.

O God van barmhartigheid! wij zoeken u op den dag van rampspoed, en in den nacht strekken wij onze handen tot n nit; sluit uw oor niet voor onze smeekingen, en wees voortaan voor ons geen verschrikkelijke God. O God van liefde en troost! die u menigwerf ont-fermdet en uwe straffende hand terug trokt, ontferm u over ons! Trek ook van ons af de straffen, welke wij door onze misdaden verdiend hebben. quot;Wij hebben gezondigd en kwaad voor uw aanschijn bedreven; doch keer uw aangezigt af van onze zonden; laat de tranen onzer boetvaardigheid, laat het kinderlijk smeeken der weinige onschuldigen onder ons, die mede uwe tuchtigende hand gevoelen, de wolken doordringen en genade en barmhartigheid vinden voor uwen troon. Beschouw ons met vergevende blikken , ojjdat de vernederde blikken zich weder verheugen. Indien wij ook om ons zeiven niet verdienen verhoord te worden, o zoo verhoor ons om de verdiensten van uwen Zoon, Jesus Christus, en om de voorspraak der allerheiligste Maagd en Moeder Gods Maria en van alle andere Hsiligen ! Pleg-tig beloven wij u, ons van garscher hart te zullen bekeeren, en door eene opregte en aan-

516

-ocr page 527-

LIJDENDEN EN BEKOOEDEN. 517

houdende boetpleging te zullen voldoen aan uwe regtvaardjgheid. Dit is voor u het aangenaamste verzoeningsoffer, en met kinderlijk vertrouwen willen wij liet u opdragen. Spaar ons dan, goedertierene en barmhartige God, opdat wij met een van dankgevoel doordrongen hart u prijzen , en vreugdevol mogen uitroepen: „Hoe groot is de barmhartigheid des Heeren, en zijne genade jegens hen die zich bekeeren!quot;

Gebed in het oogenblik van bekoring.

Allerheiligste God! Vader der barmhartigheden ! die ons door den mond van uwen Zoon geleerd hebt, in al onze bekoringen genade en sterkte bij u te zoeken; ik smeek u, wil, mijner zwakheid gedachtig, mij om Jesus met uwe genade te hulp komen, eenen levendigen afkeer van de zonde in mij opwekken, en mij krachtdadig ondersteunen, oin nimmer te bezwijken in het uur van verzoeking.

O God! mijn Eedder en mijn Vader! die mij door uwen geliefden Zoon van den eeuwigen ondergang hebt bevrijd, onttrek mij toch uwe hulp niet, waardoor ik alle bekoringen kan overwinnen. Prent in mijne ziel het vast besluit, om alle zonden te vlugten, u steeds op alle plaatsen te vreezen, het einde en de gevolgen der zonde bij elke bekoring wel te overwegen; alle gevaarlijke gelegenheden zoo veel mogelijk te vermijden, ten einde zuiver en onbevlekt voor uw heilig aanschijn te wandelen.

-ocr page 528-

OEFENINGEN VOOE

Laat mij bij elke opwellende geneigdheid tot zonde levendig erkennen, welk een kostbaar goed de vrede des harten en de vreugde is, welke voortspruit uit uwe liefde, en uit bet bewustzijn van uwe vriendschap. Doch laat mij ook te gelijk overwegen, hoe diep rampzalig de slaaf der zonde is, wanneer zijn geweten ontwaakt, hem de bitterste verwijtingen doet en uwe geduchte wraak aankondigt. Eeinig mijn hart en ^heilig het geheel tot uwe dienst. Ik heb vast besloten, onophoudelijk tegen mijne zondige neigingen te strijden, en met uwe Goddelijke genade hoop ik te zegevieren, opdat ik eens de kroon der geregtigheid moge erlangen, welke gij beloofd hebt aan allen, die eenen goeden strijd zullen gestreden hebben, door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer en Zaligmaker. Amen.

Verzuchtingen en gedachten ten tijde van bekoring.

Tot u, o God! verhef ik mijne oogen. Onze hulp is in den naam des Heeren, die hemel en aarde gemaakt heeft. God! kom mij te hulp. Heer, haast u om mij te helpen. Weg satan, er staat geschreven; gij zult den Heer, uwen God aanbidden, en hem alleen dienen. Hoe kan ik dit kwaad doen en zondigen in de tegenwoordigheid van mijnen God ? — Op eenen oogenblikkelijken zondigen lust volgt een eeuwig geween en knarsetanden! Heer! mijn geest is bereidwillig, maar mijn vleesch is

518

-ocr page 529-

lijdenden en bekoorden. 519

zwak. — Wees mij een sterke toren tegen mijnen vijand. — Ik kan alles door hem, die mij versterkt. — Heer! verstoot mij niet van uw aanschijn, en neem uwen heiligen Geest van mij niet weg. Eed mij; versterk mij!

Zalig is de man, die de beproeving doorstaat, want nadat hij beproefd zal zijn, zal hij de kroon des levens ontvangen. Jac. i: 12.

Gebed om regtvaardiging tegen laster.

O God! mijne toevlugt in al mijnen nood! Bij u wil ik mij beklagen over de krenking van mijnen goeden naam. Ontferm u mijner, o Heer! en zie, hoe mijne vijanden zich beijveren om mijne eer te krenken, en mijne braafheid door lasterende beschuldigingen verdacht te maken. Gij, mijn Yader! weet, dat ik niet schuldig ben, aan hetgene mijne vijanden mij te last leggen. Gij zijt getuige van mijne onschuld, als ook van het ongelijk, dat men mij aandoet, en gij weet, wanneer het tijd is en dienstig voor mijne ziel, om mij te regtvaardigen en mijne onschuld te doen blijken. Trouwens, gij bewijst barmhartigheid en regt aan allen, die verongelijkt worden. Hierop wil ik vertrouwen en hopen; in stille gelatenheid volharden, en nooit diegenen lasteren, welke het mij doen. Gij o Heer! zult alles ten beste voor mij bestieren.

De menschen kunnen mij slechts zoo veel benadeelen, als gij, o God! hun toelaat. Hunne

-ocr page 530-

OEFENINGEN VOOR

lasteringen kunnen wel is waar aan anderen aanleiding geven om mij te verachten, te hatenj doch van uwe vriendschap kunnen zij mij niet berooven, indien ik zelf niet wil van dezelve beroofd zijn. Ik acht het voor gering door de menschen geoordeeld te worden, indien ik slechts voor uwen regterstoel niet veroordeeld word, en steeds een zuiver geweten bewaar.

O mijn Goddelijke Verlosser! hoezeer moet ik mij schamen over mijne gevoeligheid voor de beleedigingen der menschen, indien ik mij de hemelsche zachtmoedigheid voorstel, waarmede gij, Schuldelooze! de grootste beschimpingen en de vuilste lasteringen uwer vijanden verdragen, ja zelfs het onregtvaardigste doodvonnis ondergaan hebt. Wat ben ik bij u, den allerreinste vergeleken ? En ik zou eene kleine, welligt menigvuldige malen verdiende, krenking mijner eer niet met gelatenheid verdragen? Zijt gij niet mijn groot voorbeeld, aan hetwelk ik moet trachten gelijkvormig te worden! — Ik wil zachtmoedigheid, geduld en liefde tot mijne vijanden van u leeren o Jesus, en met u bidden : Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Prent, o Jesus! deze gevoelens van zachtmoedigheid en liefde jegens mijne beleedigers in mijn hart, opdat ik geen kwaad met kwaad, geene lasteringen met lasteringen vergelde, maar diegenen zegene, welke mij vloeken, en diegenen weldaden bewijze, welke mij kwaad gedaan hebben, mij gedragende als een waar kind des hemelschen Vaders, die zijne

520

-ocr page 531-

LIJDENDEN EN BEKOORDEN. 531

zon en regen zoo wel aan de goddeloozen als aan de goeden scheukt, en niemand van zijne liefde uitsluit. Laat mij steeds de woorden gedachtig zijn, welke gij met dit inzigt tot uwe leerlingen gesproken bebt: Zaluj zïjt gij, wanneer de menschen u zullen schelden en vervolgen, en om mijnent wil alle kwaad tegen u zullen sprelcen, u, beliegende ; verblijdt en verheugt u, toant uw loon is zeer groot in den hemel. Amen.

Opoffering van zijn geloof.

Christen! vorder hier, in dit tranendal, waar elke dag zijne eigene kwelling heeft, geen leven zonder rampspoeden. Wij leven hier in eenen staat van beproeving, en wij moeten Christus ootmoedig navolgen op den weg des kruises, langs welken hij ons is vooruitgegaan in de heerlijkheid des Vaders; wij moeten niet hem lijden, en gelijk hij, al ons lijden aan den Vader opofferen. Bid hierom :

Eeuwige, barmhartige God! Vader van onzen Heer Jesus Christus en te gelijk onze Vader ! het lijden, dat gij mij hebt toegezonden drukt mij zeer, en ik ben in diepe droefheid verzonken; doch uit liefde tot u wil ik het met geduld en gehoorzaamheid dragen. Al hetgene mij naar ziel en ligchaam kwelt, offer ik u op tot uwe grootste eer, tot zaligheid mijner ziel en tot voldoening voor mijne zonden. Ik vereenig mijne tegenwoordige kwelling met het lijden van mijnen Verlosser, opdat het u beha-

-ocr page 532-

OEFENINGEN VOOR

gelijk worde. Schenk mij o God! geduld en standvastigheid, opdat ik alle wederwaardigheden gelijk een Christen moge verdragen. Zie o God! lijden en rampen omringen mij; help mij dezelve verdragen, en ondersteun mijne zwakheid; ter uwer eer wil ik lijden en zwijgen gelijk gij; geef mij slechts de genade, dat ik mij vast aan u houde, door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Dankzegging na verhoord te zijn.

Loof den Heer, mijne ziel! prijs den naam des Heeren! want hij heeft mijn smeeken verhoord, en ik heb genade gevonden in zijne oogen. O God! onze toevlugt en onze sterkte, onze redder uit allen nood! uwe barmhartigheid is aan mij kenbaar geworden ; hierover verheugt zich mijne ziel, en mijn hart is vol van kinderlijk dankgevoel. — Ik riep tot u in mijnen nood, en ik vertrouwde op uwe hulp; en gij hebt u mijn ongelukkig lot aangetrokken en mijn gebed verhoord, gelijk een teedermin-nend vader aan de smeekingen zijner kinderen toegeeft.

O God mijns heils! indien ik aan de ontelbare weldaden denk, welke g::j mij van het begin mijns levens af tot nu toe bewezen hebt

— weldaden die ik niet verdiend heb, niet verdienen kon, en welke ik zeer dikwijls met ondankbaarheid vergolden, ja misbruikt heb

— hoe beschaamd moet ik dan thans niet voor

522

-ocr page 533-

LIJDENDEN EN BEKOORDEN. 523

u staan, nu ik u weder voor eene nieuwe weldaad mijnen dank wil betuigen! ik weet dat ik uwe weldaden onwaardig ben, docli ik be-loof, u voortaan van ganscher harte te beminnen, en uwen wil te doen; dit zal eene u beliagelijke dankbaarheid zijn; verleen mij hiertoe uwe genade.

Bevestig door het verhooren van mijn gebed mijn kinderlijk vertrouwen en mijne hoop op u in allen nood, in alle gevaren en aangelegenheden van ziel en ligchaam, en laat mij steeds gedenken, dat mijne wijsheid, mijn doorzigt, mijne krachten noch de hulp aller menschen iets vermogen, indien gij mij niet bijstaat; dat ik van den anderen kant niets te vreezen heb, noch van de hel zelve, indien gij mij in uwe bescherming neemt.

Blijf gij, mijn God, steeds mijne hoop en mijne hulp, mijne toevlugt en de onwrikbare rots van mijn vertrouwen, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Troostende Bijbelplaatsen, voor lijdende en zwaarmoedige Christenen.

De Heer is mijne toevlugt en mijn Verlosser, mijn God, mijn helper; op hem wil ik vertrouwen. Ps. xvii: 3.

Al wandelde ik ook te midden van de schaduw des doods, ik zal geen kwaad vreezen, wijl gij (o God) met mij zijt. Ps. xxn: 4.

Op u o Heer! heb ik gehoopt, in eeuwigheid

-ocr page 534-

534 oefeningen voor

zal ik niet beschaamd worden; verlos mij door uwe regtvaardigheid. Ps. xxx: 2.

De Heer is mijn lielit en mijn heil: voor wien zal ik vreezen ! de Heer is de beschermer mijns levens, voor wien zal ik schroomen, al stonden er legers tegen mij op, mijn hart zou niet vreezen. Ps. xxvi: 1, 3.

Verlaat mij niet, Heer mijn God! wijk niet van mij! kom mij te hulp, God mijns heils. Ps. xxx: 22, 23.

Heer, wend uwe barmhartigheid niet van mij af! uwe barmhartigheid en uwe waarheid hebben mij altijd behoed. Ps. xxxix: 12.

Die met tranen zaaijen zullen met vreugde maaijen. Al weenende gingen zij henen, werpende hun zaad uit, maar komende zullen zij met vreugde komen, hunne schoven dragende. Ps. cxxv: 5.

De Heer is nabij allen die hem aanroepen, allen die hem aanroepen in waarheid. Ps. cxliv: 18.

Hebben wij het goede uit de hand des Heeren ontvangen; waarom zouden wij dan ook niet het kwade aannemen. Job. ii: 10.

Gelijk het den Heer behaagd heeft, aldus is het geschied; de naam des Heeren zij gezegend. Job. i: 21.

quot;Wij zijn kinderen der Heiligen , en wij verbeiden het leven, hetwelk God dengenen geven zal, die hun vertrouwen van hem niet afwenden. Tob. ii; 18.

Kan eene vrouw haar kind vergeten, en

-ocr page 535-

lijdenden en bekoorden. 525

geen medelijden hebben met de vrucht van haren schoot? Doch indien zij hetzelve vergat, ik zal u echter niet vergeten. Ik heb u in mijne handen geschreven. Isai. xlix : 15.

Gij zijt degenen, die in mijne kwellingen bij mij gebleven zijt, en ik bereid n een rijk, gelijk mijn Vader het mij bereid heeft. Luo. xxn: 28.

Moest Christus dit niet lijden, en alzoo in zijne heerlijkheid ingaan ? Luc. xxiv: 26.

Wanneer wij met hem lijden, zullen wij ook met hem verheerlijkt worden. Kom. viii: 17.

Indien God met ons is, wie zal dan tegen ons zijn? Die zelfs zijnen eenigen Zoon niet heeft gespaard, maar hem voor ons allen gegeven heeft; zal hij ons nu met hem niet alles gegeven hebben? Eom. viii: 31, 32.

Wees blijde in de hoop; geduldig in tegenspoed! volhardende in het gebed. Ron. xn : 12.

Hetzij dat wij leven, wij leven voor den Heer; hetzij dat wij sterven, wij sterven voor den Heer; hetzij dat wij leven of sterven, wij behooren den Heer toe. Eom. xiv : 18.

Ik meen, dat het lijden van dezen tijd niet te vergelijken is met de toekomende heerlijkheid, welke aan ons zal geopenbaard worden. Eom. vu : 18.

Onze verdrukking in dezen tijd, die maar voor een oogenblik en zeer ligt is, werkt een boven mate uitmuntend en eeuwig gewigt van heerlijkheid voor ons uit, wijl wij niet op het zigtbare, maar op het onzigtbare zien. Want

-ocr page 536-

526 oereningen vook lijdenden, enz.

het zigtbare is tijdelijk, maar liet onzigtbare is eeuwig. 11 Colt. iv: 17, 18.

Onze wandel, is in den hemel, van waar wij ook den Zaligmaker verwachten, onzen Heere Jesus Christus, die ons vernederd ligchaam zal hervormen , om het gelijkvormig te maken aan zijn verheerlijkt ligchaam. Philipp. iii : 20, 21.

Laat ons..... door lijdzaamheid loopen tot

den ons voorgestelden strijd; het oog vestigende op den stichter en voltrekker van ons geloof, op Jesus, die zich de vreugde voorstellende, het kruis gedragen heeft met versmading der schande, en nu zit aan de regterhand van den troon Gods. Want denkt aan dengene, die zoodanige tegenspraak van de zondaren tegen zich zeiven verdragen heeft, opdat gij niet bezwijkt, den moed verliezende. Gij hebt immers nog niet tot het bloed toe wederstaan in den strijd tegen de zonde, en hebt gij de troostende vermaning vergeten, die ul. als kinderen aldus toespreekt: mijn zoon, vergeet de tuchtiging des Heeren niet, en word niet moede, wanneer gij door hem bestraft wordt. Want dien de Heer lief heeft, dien kastijdt hij; en hij geeselt elk een, dien hij voor zijn kind aanneemt. Hebr. xii: 1—7.

Zalig is de man, die de beproeving doorstaat, want als hij beproefd zal ziju, zal hij de kroon des levens ontvangen, welke God beloofd heeft aan die hem liefhebben. Jacob, i: 12.

-ocr page 537-

GODVRUCHTIGE OEFENINGEN EN GEBEDEN TER VOORBEREIDING TOT DEN DOOD ALS OOK VOOR ZIEKEN, STERVENDEN EN VOOR HUNNE VRIENDEN EN TROOSTERS.

-ocr page 538-

GEDACHTEN EN BEMERKINGEN

over do voorbereiding tol den dood.

JJe dood is zeker, hei uur echter onzeker. Altijd wordt men door den dood verrast. Hik oogenhlik kan het laatste onzes levens zijn. Hoe langer wij reeds geleefd kebhen, des te nader zijn wij hij den dood. Na den dood is er geen tijd meer tot loet-vaardigheid. De toestand, waarin wij ons in het oogenhlik des doods bevinden hepaalt ons lot voor eeuwig.

ernstig moet een Cliristen deze 1^1' gewigtige waarheden niet over-/jKji „denken i Moet hij dan niet bestendig Vy/AXwaken, ten einde elk oogenblik. bereid te zijn, deze wereld te verlaten.

De voorbereiding des Christens tot den dood, kan in drie tijdperken verdeeld worden. Het eerste: in gezonde dagen; het tweede: ten tijde van ziekte; het derde: bij het naderen van den dood.

-ocr page 539-

OEFENINGEN VOOE ZIEKEN, ENZ. 529

a. Hoe men in gezonde dagen zich tot don dood moet bereiden.

De eerste en noodzakelijkste voorbereiding tot den dood in gezonde dagen^ bestaat, in naar de voorscliriften van het evangelie te leven, trouwens op een christelijk leven volgt een zalige dood.

Het evangelie vordert echter, dat wij ons, niet slechts van het kwade onthouden, de zonde ontvlugten, maar dat wij ook het goede doen, de deugd beoefenen. Ja wij moeten elke onzer handelingen zoo inrigten, alsof zij de laatste onzes levens ware, en alsof wij oogenblikke-lijke rekenschap van dezelve aan God moesten geven.

Het tweede middel om in gezonde dagen zich tot den dood voor te bereiden, is, zijn hart steeds meer en meer los te maken, van al het-gene men in het uur des doods moet verlaten; hierom is het zeer nuttig, zich van tijd tot tijd te onthouden van geoorloofde vermaken en genoegens , ten einde alzoo geschikt te worden; om elk oogenblik te kunnen sterven.

Het derde middel ter voorbereiding tot den dood in gezonde dagen, bestaat in dagelijks zijn geweten te onderzoeken, dikwijls te biechten gaan en het heilig Sacrament des Altaars te ontvangen. Ook is het nuttig, de heilige Communie somwijlen bij wijze van heilige teerspijs te nuttigen.

Het vierde middel is, zich in de voorspraak 62 30

-ocr page 540-

■T

530 OEFENINGEN

van de zaligste Maagd en Moeder Gods Maria, van den heiligen Jozef en van de heilige Barbara aan te bevelen, ten einde door hunne voorspraak eenen zaligen dood te erlangen.

Het vijfde middel ter voorbereiding tot eenen zaligen dood bestaat, in zieken in hunne ziekten dikwijls te bezoeken, en bij hun afsterven tegenwoordig te zijn. Trouwens dit houdt de gedachte aan den dood bij ons levendig en prent dezelve dieper in onze ziel. Hetzelfde doet het dikwijls bezoeken van de graven onzer bloedverwanten en vrienden, en het gebed voor hen.

Het zesde middel ter voorbereiding tot eenen zaligen dood, is, vroeg zijne tijdelijke beschikkingen te maken, of zijn testament in gereedheid te brengen, opdat men in het uur des doods door deze zorg niet ontrust worde. Men zorge dat hetzelve met de regtvaardigheid, ja zelfs met de billijkheid overeenkomstig is, en zoodanig zij ingerigt, dat het geene aanleiding geve tot twist.

Het laatste middel eindelijk is, jaarlijks eenige dagen met de overdenking van den dood en met de voorbereiding tot denzelven uitsluitend zich bezig te houden. De verzameling des geestes maakt een diepen indruk op onze ziel, maakt dezelve los van de wereld en verlangend naar den hemel.

Ten einde zich een juist denkbeeld te vormen van eenen zaligen dood, kan men de levensgeschiedenis der Heiligen lezen, die ons

-ocr page 541-

vook zieken , enz. 531

tot voorbeeld moeten dienen, docli inzonderheid de laatste oogenblikken linns levens en de omstandigheden van hunnen dood overwegen.

b. Hoe meu zich ten tijde van ziekte tot den dood moet voorbereiden.

1. Zoodra men de eerste aanvallen een er ziekte gevoelt, of met eenig ander levensgevaar bedreigd wordt, moet men zich den dood voor oogen stellen, en kalm en gelaten afwachten, hetgene God in zijne wijze Voorzienigheid over ons besloten heeft; trouwens al wat God doet, is wel gedaan. Hetzij wij leven of sterven, wij behooren den Heer toe. Eom. xiv ; 8.

2. Men zal zich boven het aardsche verheffen , men worde niet verschrikt door de tijding van zijnen nabijzijnden dood, veeleer behoort men met Panlus te zeggen : ik wensck ontbonden te zijn en met Christus te wezen. Philipp. i : 28.

o. Indien de ziekte erger wordt, moet men eene goede biecht, en met gepaste godvrucht Jesus in de heilige Communie als teerspijs ontvangen. Men houde zich dan met God en met zijne zaligheid bezig. Indien de ziekte doorgaat en gevaarlijk wordt, moet men zich van het heilig Oliesel laten voorzien.

4. Men houde zich bezig met godvruchtige overdenkingen en met vurige verzuchtingen tot God.

-ocr page 542-

OEFENINGEN

c. In de laatste oogenblikken des levens.

Indien de dood nadert, late men zich van tijd tot tijd een klein gedeelte van het lijden onzes Heeren voorlezen; men verwekke in het kort eene acte van geloof, hoop, liefde, berouw en onderwerping aan den Goddelijken wil, of men late zich dezelve voorbidden en door korte, maar krachtige toespraak zich bemoedigen en sterken in den doodstrijd.

GEBEDEN

in gezonde dagen, ter voorbereiding tot den dood.

O God! hoe snel vervliegt de tijd! reeds is er weder een aanzienlijk gedeelte mijns levens voorbij! Elk oogenblik| brengt mij nader tot den dood. Gezondheid, jeugdige leeftijd of lig-chaamskrachten kunnen ons voor denzelven niet beschermen. Hoe vele plotselijke sterfgevallen heb ik niet reeds beleefd! Alles herinnert mij, dat ik eens sterven moet en dat ik weldra door den dood kan verrast worden.

De gedachte aan den dood kan ik dus niet geheel van mij verwijderen ! En hoe dwaas zou het zijn zulks te willen doen ! de dood zou mij hierom niet sparen, maar veel verschrikkelijker zijn, wanneer hij eenmaal komt. Indien ik den dood niet wil vreezen, dan moet ik door dikwijls aan denzelven te denken, mij gemeenzaam met hem maken. en zoo leven. dat ik

538

-ocr page 543-

VOOR ZIEKEN, ENZ. 533

den dood gerust kan verbeiden. De beste, of eenige goede voorbereiding tot den dood is een christelijk leven, eene ware verbetering des levens. Zou ik deze voorbereiding uitstellen tot het onzeker sterfuur, wanneer ik door smarten en benaauwdheid gekweld, welligt van het gebruik mijner verstandelijke vermogens beroofd, tot alles zal onbekwaam zijn? Neen mijn God! zoo ligtzinnig wil ik mijne zaligheid niet in gevaar stellen. Thans, daar gij mij nog tijd en genade verleent, wil ik doen, hetgene ik dan zal wenschen gedaan te hebben; nu wil ik mijn geweten zuiveren; het verzuimde trachten in te halen, het onregtvaardige herstellen met allen ernst aan mijne bekeering arbeiden, ten einde niet onvoorziens door den dood verrast te worden. Nu, terwijl ik gezond ben wil ik aan mijnen dood denken, zoo dikwijls ik ontwaak of mij ter rust begeef, of wanneer de doodklok mij het verscheiden van eenquot; mijner broeders aankondigt. — Bij elke opwellende hartstogt zal ik mij zeiven vragen, hoe ik hierover zal denken in mijn sterfuur.

Indien het vervullen mijner pligten en beroepsbezigheden, geduldig te zijn in lijden, het beoefenen der deugd zwaar valt, dan zal ik mij zeiven opbeuren door de gedachte, hoe verheugd ik eenmaal zijn zal, wanneer ik alles zal hebben volbragt en doorgestaan.

Niets, van hetgeen ik heden kan doen, wil ik tot morgen uitstellen, wijl ik niet weet, of ik morgen nog zal kunnen, en wijl ik morgen C2 30.

-ocr page 544-

534 OEFENINGEN

indien ik nog leef, eenig ander goed werk kan verrigten.

Den korten tijd mijns levens wil ik besteden, om zoo veel mogelijk goed te doen, en m;j schatten te verzamelen voor den hemel. Al hetgene ik hier bezit, zal mij verlaten op mijn sterfbed: slechts mijne goede werken zullen mij vergezellen in de eeuwigheid.

Dewijl ik in geene afkeerigheid of vijandschap wensch te sterven, wil ik geenen enkelen dag in dezelve leven; maar reeds op dit oogen-blik schenk ik vergeving aan mijne beleedigers, gelijk gij, o God! beloofd hebt aan mij vergiffenis te zullen vcrleenen.

Ten laatste wil ik ook de rampen en het lijden, dat gij mij tot mijne zaligheid toezendt, met geduld en overgeving in uwen Goddelijken wil verdragen; dewijl het beter is hier te lijden, dan na den dood. Gp deze wijze zal ik te aller uur den dood onverschrokken kunnen te gemoet zien. Hij zal mij tot u voeren, mijn Vader! in eeuwige vreugde en rust. Zacht zal ik ontslapen, en ontwaken ten eeuwigen leven. Heer van leven en dood! ik ben in uwe handen, neem mij tot u, wanneer het u behaagt. Amen.

Goddelijke Verlosser! aan het kruis zijt gij voor ons gestorven, als het offer voor de zonden der wereld. Als een aandenken aan deze uwe liefde, welke u voor ons den kruisdood deed sterven , offer ik u mij zeiven en mijn gansche leven op tot een eeuwig dankoffer voor de verlossing. O, vereenig dit mijn gering offer met

-ocr page 545-

VOOR ZIEKEN, ENZ. 535

het uwe, dat van oneindige waarde is! Schrijf mijnen naam met uw vergoten bloed in uw van liefde blakend hart, in het boek des levens. Verleen aan mij en aan alle geloovigen de genade, om godvruchtig te leven en eenmaal te sterven. Amen.

Gebed tot Jesus aan het kruis.

Gij, o Jesus! hebt voor ons zondaren den dood ondergaan, en uw bloed geplengd ter uitwissching onzer misdaden; laat uw dood, laat uw vergoten bloed voor mij niet verloren zijn. Met spijkers aan het kruis geklonken, vol wonden en bloed, onder angst en benaauwd-heid, hebt gij uw heilig leven geëindigd en het werk der verlossing volbragt. Zoo veel hebt gij gedaan uit liefde tot ons.

INeem hierom, o Jesus! mijn gansche leven aan tot uwe dienst, vereenig mijnen wil met den uwen, wond mijn hart door uwe heilige liefde; opdat geene zonde, geene smart in staat zij mij van u te scheiden.Neem hierom, o Jesus! mijn gansche leven aan tot uwe dienst, vereenig mijnen wil met den uwen, wond mijn hart door uwe heilige liefde; opdat geene zonde, geene smart in staat zij mij van u te scheiden.

Wanneer de doodsnood mij overvalt, en onbeschrijfelijke angst mijn hart zal beklemmen, vermeerder gij dan mijn geloof, mijn vertrouwen en mijne liefde tot u, opdat ik in uwe heilige wonden u, het heil der wereld, en in u het eeuwige leven vinden moge. Amen.

Reinig mijne ziel van alle zonden, versterk mij tot het goede, heilig mij door uwe genade, opdat ik door eenen zaligen dood in het gezel-

-ocr page 546-

536 OEFENINGEN

schap uwer uitverkorenen moge opgenomen worden. Amen.

Jesus! voor u wil ik leven en sterven. Am.

Aanbeveling zijner ziel aan God voor het uur des doods.

God Vader, Zoon en heilige Geest, ontvang gij voor het uur des doods het laatste woord van mijne lippen; o mijn hoogste goed! neem mijne ziel tot u! eeuwig, heilig wezen! reinig mij van alle zonden en van alle verkleefdheid aan de wrereld ! Eeuwdge liefde! vereenig mij met u, open mij den hemel, en zend uwe Heiligen om mij op te nemen.

Jesus ! in uwe handen beveel ik mijnen geest. Goddelijke Geest! eeuwig wil ik een tempel uwer liefde zijn.

Jesus, Maria, Josef, heilige Barbara, heilige Engelbewaarder, staat mij dan bij!

God ! Gij zijt mijn heil en mijne liefde in eeuwigheid.

In dit geloof, in deze hoop, in deze liefde wil ik leven en sterven.

-ocr page 547-

VOOll ZIEKEN, ENZ.

UTANIE

OP EENEK ZALIGEN DOOD.

(Opgesteld door eene op vijftienjarigen leeftijd van het Protestan-tismus tot de Katholieke godsdienst bekeerde jon^e dochter, welke in den ouderdom van achttien jaren in geur van heiligheid overleden is.)

Heer Jesus! goedertierene God, barmhartige Vader! ik verschijn voor u met een verootmoedigd, verslagen en vermorzeld hart; ik beveel u mijn laatste uur aan, en al hetgene daarop zal volgen.

Wanneer mijne verstijfde voeten mij zullen te kennen geven, dat mijne loopbaan op aarde op het punt is een einde te nemen j barmhartige Jesus ontferm n dan mijner!

Wanneer mijne, door den naderenden dood verduisterde en gebrokene oogen hunne treurige en stervende blikken op u zullen vestigen barmhartige Jesus! ontferm u dan mijner!

Wanneer uw aanbiddelijke naam voor de laatste maal van mijne koude en bevende lippen zal vloeijen; barmhartige Jesus, ontferm u dan mijner!

Wanneer mijn verbleekt en loodkleurig gelaat de bij mijn sterven tegenwoordig zijnden met afschrik en medelijden zal vervullen, en mijn met doodzweet bedekt voorhoofd mijn naderend einde zal aankondigen; barmhartige Jesus, ontferm u dan mijner!

Wanneer mijne ooren, reeds gesloten voor de taal der wereld, naauwelijks de korte ver-

537

-ocr page 548-

536 OEFENINGEN

schap uwer uitverkorenen moge opgenomen worden. Amen.

Jesus! voor u wil ik leven en sterven. Am.

Aanbeveling zijner ziel aan God voor het uur des doods.

God Vader j Zoon en heilige Geest j ontvang gij voor het uur des doods het laatste woord van mijne lippen; o mijn hoogste goed! neem mijne ziel tot u! eeuwig, heilig wezen! reinig mij van alle zonden en van alle verkleefdheid aan de wereld ! Eeuwige liefde! vereenig mij met u, open mij den hemel, en zend uwe Heiligen om mij op te nemen.

Jesus! in uwe handen beveel ik mijnen geest. Goddelijke Geest! eeuwig wil ik een tempel uwer liefde zijn.

Jesus, Maria, Josef, heilige Barbara, heilige Engelbewaarder, staat mij dan bij!

God ! Gij zijt mijn heil en mijne liefde in eeuwigheid.

In dit geloof, in deze hoop, in deze liefde wil ik leven en sterven.

-ocr page 549-

VOOR ZIEKEN } ENZ.

LITANIE

OP EENEN ZALIGEN DOOD.

(Opgesteld door eene op vijftienjarigen leeftijd van het Protestan-tismus tot de Katholieke godsdienst bekeerde jonj^e dochter, welke in den ouderdom van achttien jaren in geur van heiligheid overleden is.)

Heer Jesus! goedertierene God, barmhartige Vader! ik verschijn voor u met een verootmoedigd, verslagen en vermorzeld hart; ik beveel u mijn laatste uur aan, en al hetgene daarop zal volgen.

Wanneer mijne verstijfde voeten mij zullen te kennen geven, dat mijne loopbaan op aarde oj) het punt is een einde te nemen; barmhartige Jesus ontferm u dan mijner!

Wanneer mijne, door den naderenden dood verduisterde en gebrokene oogen hunne treurige en stervende blikken op u zullen vestigen barmhartige Jesus! ontferm u dan mijner!

Wanneer uw aanbiddelijke naam voor de laatste maal van mijne koude en bevende lippen zal vloeijen; barmhartige Jesus, ontferm u dan mijner!

Wanneer mijn verbleekt en loodkleurig gelaat de bij mijn sterven tegenwoordig zijnden met afschrik en medelijden zal vervullen, en mijn met doodzweet bedekt voorhoofd mijn naderend einde zal aankondigen; barmhartige Jesus, ontferm u dan mijner!

Wanneer mijne ooren, reeds gesloten voor de taal der wereld, naauwelijks de korte ver-

537

-ocr page 550-

538 OEFENINGEN

zuchtingen zullen .vernemen, welke men mij zal ingeven, ten einde mij met n te vereenigen; barmhartige Jesus j ontferm u dan mijner!

Wanneer mijn geest, verontrust door den aanblik mijner ongeregtigheden en door de vrees voor uwe regtvaardigheid, zal strijden tegen den Engel der duiternis, die zal trachten mij het vertrouwen op uwe oneindige barmhartigheid te benemen en mij tot wanhoop te brengen; barmhartige Jesus, ontferm u dan mijner!

Wanneer mijn zwak, door de smarten der ziekte afgemat hart, zal bevangen worden door de schrikken des doods, en uitgeput is door den laat-sten strijd tegen de vijanden mijner zaligheid; barmhartige Jesus, ontferm u dan mijner!

Wanneer ik de laatste tranen zal plengen tot teeken mijner ontbinding, neem dezelve dan aan ter uitwissching mijner zonden, opdat ik als een waar boetvaardige sterve; in dat verschrikkelijk oogenblik, barmhartige Jesus, ontferm u dan mijner!

Wanneer mijne, rondom mijn sterfbed vergaderde bloedverwanten en vrienden, door mijnen toestand getroffen, u voor mij zullen aanroepen; barmhartige Jesus, ontferm u dan mijner!

Wanneer ik het gebruik mijner zintuigen zal verloren hebben, de gansche wereld voor mij zal verdwenen zijn, en ik den strijd en de angsten des doods zal gevoelen; barmhartige Jesus, ontferm u dan mijner!

-ocr page 551-

VOOR ZIEKEN, ENZ.

Wanneer de laatste zuchten van mijn hart, mijne ziel zullen doen scheiden van mijn lig-chaam, beschouw dezelve dan als verzuchtingen van een heilig verlangen om met u ver-eenigd te worden, en barmhartige Jesus, ontferm u dan mijner!

Wanneer mijne ziel reeds op mijne lippen zwevende, voor altijd zal scheiden uit deze wereld, en mijn ligchaam koud, verstijfd en levenloos zal achterlaten, neem dan de vernietiging van mijn aardsche leven aan als eene hulde, welke ik wil brengen aan uwe opper-lieerschappij en aan uwe onsterfelijkheid, en barmhartige Jesus, ontferm u dan mijner!

Ten laatste, wanneer mijne ziel voor u zal verschijnen, en over al hare verrigtingen door u zal geoordeeld worden, verstoot haar dan niet van uw aanschijn, maar barmhartige Jesus , ontferm u dan mijner!

539

GEBED.

O God! die ons tot den dood veroordeeld hebt, maar het uur en het oogenblik van den-zelven voor ons hebt verborgen gehouden , verleen mij de genade, al de dagen mijns levens in geregtigheid en heiligheid door te brengen, ten einde door uwe genade in uwen vrede en in uwe liefde deze wereld te verlaten. Dit bid ik u door onzen Heer, Jesus Christus, die met u leeft en regeert in de eenheid des heiligen Gees-tes. Amen.

-ocr page 552-

OEFENINGEN

LITANIE

TER EEUE DER HEILIGE BARBARA.

Om eenen zaligen dood.

Heer, onlferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer!

Heer, ontferm u onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

God Hemelsche Vader, ontferm u onzer! God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer!

God heilige Geest, ontferm u onzer!

Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer !

Heilige Maria, bid voor ons!

Heilige Maagd der maagden, bid voor ons!

Koningin der martelaren.

Heilige Barbara, o-

Getrouwe dienares des Heeren, ^

Kuische bruid van Jesus Christus, g

Wijze en voorzichtige Maagd, °

Kloekmoedige martelares, o

Toevlugt der stervenden, YL

Troosteres der zieken,

Magtige beschermster in het uur des doods,

Heilige Barbara, kom ons te hulp!

Heilige Barbara, bid voor ons bij deu Heer!

Opdat wij hem met een rein hart mogen dienen, en altijd door de zuiverheid onzer

540

-ocr page 553-

voor zieken, enz. 541

zielen mogen beiiagen, H. Barbara, bid voor ons!

Opdat geene smart, geene foltering, ja zelfs de dood niet in staat zij ons te scheiden van de liefde Gods, K

Opdat wij door waken en bidden ons gereed ^ honden voor zijne komst, g

Opdat wij altijd zoo mogen leven, als ofBquot; elke dag de laatste onzes levens ware, S Opdat wij behoed mogen worden voor eenen —.

haastigen en onvoorzienen dood, -EL'

Opdat wij voor onzen dood de H. Sacra- lt; 1 11 menten der stervenden waardig, en met = het volle gebruik onzer verstandelijke o vermogens mogen ontvangen, S

1 u Opdat wij den dood der regtvaardigen sterven,

! In alle gevaren, help ons, H. Barbara! ns- In het uur des doods, H. Barbara sta ons bij! Lam Gods hetwelk de zonden der wereld wegneemt, spaar ons. Heer! ^ Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld g wegneemt, verhoor ons. Heer!

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld § wegneemt, ontferm u onzer. Heer! — Jesus, sterkte der martelaren, hoor ons! ■ Jesus, zuiverheid der maagden, verhoor ons! i v. Heilige Barbara, maagd en martelares, bid I voor ons.

a. Opdat ons doodsuur zalig zij.

zer i —

31

62

-ocr page 554-

OEFENINGEN

LAAT ONS BIDDEN.

Heer! wij bidden u, ons te willen bijstaan op de voorspraak der heilige maagd en martelares Barbara; opdat wij, die hare voorspraak in al onze benaauwdheden en nood inroepen, hare hulp in het uur des doods mogen ondervinden, door onzen Heer, Jesus Christus, uwen Zoon, die met u leeft en regeert in de eenheid des heiligen Geestes, in allo eeuwen der eeuwen. Amen.

Gebed tot de H. Barbara, ten einde door hare voorspraak te erlangen, om niet te rterven zonder vooraf l de heilige Sacramenten te hebben ontvangen.

Bijzondere beschermster der stervenden, heilige Barbara, aan welke God op eene bijzondere wijze den last en de genade heeft gegeven de zieltogenden bij te staan, ik smeek u, bid voor mij, dat ik niet kome te sterven, zonder vooraf van de H. Sacramenten voorzien te zijn. Mijne zonden maken mij wel is waar deze gunst onwaardig, en de weinige godvrucht, welke ik tot hiertoe bij het ontvangen der heilige Sacramenten getoond heb, zou mij met regt van zulk een groot geluk doen berooven, doch groote Heilige! berouw vervult thans mijne ziel; voortaan zal ik mij waardiger toonen; bid dan voor mij bij Jesus, opdat hij medelijden hebbe met mijne ziel, en met mij handele volgens zijne oneindige barmhartigheid. Amen.

542

-ocr page 555-

VOOR ZIEKEN, ENZ. 543

GEBEDEN VOOR ZIEKEN

LITANIE

VOOR ZIEKEN.

Elt de n. Schrift.

Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer!

Heer, ontferm u onzer!

Jesus, \ er losser der wereld, ontferm u onzer!

Jesus, Heer van leven en dood,

Jesus, trooster der ellendigen,

Jesus, bevrijder der gevangenen,

Jesus, liefderijke Heiland voor allen, die

op u vertrouwen.

Die ons tot aan den oever des doods brengt,

doeti weder terugvoert, g

Die den ouden Simeon liet sterven zacht ^ en dierbaar liebt gemaakt, g

Die het overledene dochtertje van Jaïrus ^

weder tot het leven hebt opgewekt. Die Lazarus, den vierden dag na zijnen g dood tot het leven hebt teruggeroepen, £? Die door het aanraken des ligchaams van quot;

Eliseus eenen doode hebt levend gemaakt. Die door de schaduw des H. Petrus zieken

genezen hebt.

Die door de zweetdoeken van Paulus onge-lukkigen geholpen hebt.

-ocr page 556-

544 OEFENINGEN

Die den blinden liet gezigt, den dooven

het gehoor hebt gegeven,

Die den lammen nieuwe levenskrachten

ter beweging geschonken hebt,

Die ook thans nog als een liefderijke geneesheer en Heiland de zieken bezoekt, Jesus, onze troost en beschermer,

Onze toevlugt en ons heil,

Ous geduld en onze sterkte.

Die voor onze zonden voldaan hebt.

Heiland en Verlosser van onze ziekten naar

ligchaam en ziel.

Die al degenen, welke in u gelooven, weder 0 opwekt tot het eeuwig leven, S-

Die het gebed der Chananeesche vrouw ver- S hoord hebt, ^

Die den blinden Tobias het gezigt hebt ^ wedergegeven, g

Die den koning Ezecliias hebt gezond o gemaakt.

Die de schoonmoeder van Petrus van de

koorts hebt genezen,

Die den bijna zieltogenden zoon eens koninklijken hovelings hebt genezen.

Die den knecht des ootmoedigen hoofdmans door één woord hebt gezond gemaakt, Die de melaatschen gezuiverd hebt.

Die de bezetenen van den onzui veren geest

bevrijd hebt.

Die eene vrouw door uw klaed aan te

raken genezen hebt.

Die den gestorven jongeling te Naïm, le-

-ocr page 557-

VOOR ZIEKEN, ENZ.

vend aan zijne moeder hebt weder gegeven,

Jesus! die onze ellende hebt gedragen. Die stervende voor uwe moordenaren gebeden h,ebt.

Die door uwe wonden en smarten ons heelt en sterkt,

Die ons naar onze werken zult oordeelen,

Wees ons genadig, spaar ons Heer!

Wees ons genadig, verhoor ons Heer!

Yan alle Iwaad, verlos ons Heer!

A7an alle zonde,

Yan alle ziekte en zwakheid,

Yan alle ongeregelde begeerte naar aard-

sehe goederen,

Yan ongeduld en kleingeloovigheid, Van de listen en lagen des duivels, Yan de gevaren des doods,

Yan eenen haastigen en onvoorzienen dood,

Yan den eeuwigen dood.

Door uvc bekoring in de woestijn.

Door uwe tranen en zuchten.

Door uwen doodsangst en bloedig zweeten.

Door uwe heilige wouden.

Door uw dierbaar bloed.

Door uw kruis en lijden.

Door uwen dood en begrafenis.

Door uwe heilige verrijzenis.

Door uwe wondervolle hemelvaart.

Op den dag des oordeels.

Wij zondaren, wij bidden, u, verhoor ons!

-ocr page 558-

OEFENINGEN

Dat gij ons wilt sparen,

Dat gij onze misdaden kwijtscheldt,

Dat gij ons tot ware boetvaardigheid wilt brengen.

Dat gij ons den tijd tot boetvaardigheid

wilt verleenen.

Dat gij ons wilt bezoeken en troosten. Dat gij ons de gezondheid van ligchaam

en ziel wilt schenken, ^

Dat gij ons de genade wilt verleenen, als pj vreemdeling te leven op aarde, en steeds naar den hemel te verlangen.

Dat gij ons in het geloof aan n wilt ver- -sterken, ^

Dat gij ons een vast vertrouwen wilt schen- g-ken op uwe almagt en goedheid, o

Dat gij ons tot het laatste oogenblik onzes 0 levens in de liefde wilt bewaren, g

Dat gij de genade en den troost des heiligen

Geestes in onze harten wilt storten, m Dat gij ons in uwe genade wilt versterken, 2. en in dezelve bewaren tot aan het einde van ons leven.

Dat gij onzen geest wilt aannemen.

Dat gij na onzen dood den hemel onmid-

delijk voor ons wilt openen.

Dat gij ons gebed wilt verhooren.

Zoon Gods,

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld

wegneemt, spaar ons Heer!

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld wegneemt, verhoor ons Heer!

546

-ocr page 559-

toor zieken , enz. 547

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld

wegneemt, ontferm n onzer!

v. o God! genees uwe dienaren, die op u vertrouwen.

a. Heer! keer u tot ons, en laat ons uwe

genade en kracht ondervinden.

v. Heer! wees ons een sterke toren. a. Tegen onze vijanden.

v. God! kom mij te liulp.

A. Heer! haast u om mij te helpen.

gebed.

God! onze eenige toevlugt in onze ellende, wees mij genadig, en laat mij, uw zieke dienaar de kracht uwer Goddelijke hulp ondervinden, opdat ik door uwe oneindige barmhartigheid genezen, u met nieuwen ijver dienen moge.

O God! uit liefde hebt gij het menschelijk geslacht geschapen, en uit zuivere barmhartigheid door het bloed van uwen eeniggeboren Zoon vrijgekocht en verlost; maak uwe dienaren levend door de kracht uwer genade, reik aan ons nedergebogenen uwe helpende hand toe, vervul onze harten met geestelijke blijdschap, zend ons den Engel des vredes, teneinde ons door uwe vertroosting op te beuren, en alzoo door de tegenwoordige hulp bekwaam te maken om de eeuwige belooning te erlangen.

Almagtige God! ootmoedig roepen wij uwe barmhartigheid aan; trouwens zij alleen kan

-ocr page 560-

OEFENINGEN

ons de verhevene genade wedergeven, en ons uitrusten met geduld, om het lijden dat ons drukt, met gelatenheid en overgeving in uwen Goddelijken wil te dragen.

Eeuwige God! Gij zijt het eeuwig leven voor allen, die in u gelooven, zie genadiglijk neder op mijne ellende, en geef mij do verlorene gezondheid des ligchaams weder ^ ten einde u daarmede te verheerlijken. Amen.

Verheffing des harten tot Jesus.

Ik aanbid u, o Jesus, Zoon des levenden Gods, waarachtig God en waarachtig mensch! Weldoener en Zaligmaker van ons allen! Met volkomene overtuiging geloof ik, dat gij mijn God en mijn Verlosser zijt.

Op u! goedertierene, liefderijke Jesus! stel ik mijn volste vertrouwen ! Gij zijt de almagtige liefde; gij kunt en wilt mij helpen. Al wie op u vertrouwt! zal niet beschaamd worden.

Ik dank u, Goddelijke Verlosser! van gan-scher harte voor alle genaden en weldaden, welke gij aan mij en aan alle menschen bewezen hebt. Door getrouwe onderhouding uwer geboden, en door met geduld de smarten mijner ziekte te dragen, zal ik mij beijveren, mij steeds dankbaar jegens u te toonen.

Ik bemin u, hoogste, beminnenswaardigste goed; uit liefde tot u wil ik mij geheel aan u overgeven, en mijn leven met kinderlijke be-

548

-ocr page 561-

VOOR ZIEKEN, ENZ. 549

reidwilligheid aan u opofferen, gelijk gij uw leven voor mij hebt opgeoÜ'erd.

Zegen mij, dierbare Jesus! op dit mijn ziekbed; verwek in mij eenen afkeer van de zonde en een vurig verlangen naar u, opdat ik met den apostel wensclie ontbonden en met u vereenigd te worden. — Jesus! Gij zijt mijn leven, en sterven is een gewin voor mij.

Orergeving in den Goddelijken wil.

Goedertierene God, liefderijke Vader! Gij tuchtigt degenen, die gij lief liebt. Gij hebt mij deze ziekte toegezonden. Ik dank u voor dit bewijs uwer licide. Door dit lijden moet uw naam geheiligd en het heil mijner ziel bevorderd worden. Jesus heeft geleden, en door zijnen dood is hij ingegaan in zijne heerlijkheid; ik wil met Jesus lijden en de wereld afsterven; dan zal ik ook eens mijnen Jesus vinden in zijne heerlijkheid, en door hem eeuwig zalig zijn.

Gebed om geduld.

Jesus Christus, uit liefde hebt gij onze zwakheid op u geladen en de pijnen des doods gedragen , laat ook mij door uwe genade deze ziekte dankbaar van uwe liefderijke hand aannemen en met geduld verdragen.

Versterk mij, opdat ik u niet beleedige door ongeduld; opdat ik niet het minste afwijke van uwen Goddelijken wil. Al de smarten. welke 63 31.

-ocr page 562-

OEFENINGEN

gij mij toezendt of nog zult toezenden, wil ik met onderwerping aan uwen heiligen wil verdragen ; ondersteun en bevestig gij dit mijn voornemen door uwe genade. Amen.

Gebed dat men voor eenen zieke kan spreken,

Jesus Christus! liefderijke vriend en Verlosser der menscheu! die zelf ondervonden hebt wat smart en lijden is; om uwe liefdej om uw lijden en uwen doodsangst ontferm u over dezen zieke, en kom hem te hulp. Verleen hem geduld in lijden; bevestig zijn geloof en zijn vertrouwen op u; ontvonk zijn hart door heilige liefde; laat de beproevingen, welke gij hem toezendt, zijne zonden uitwisschen en zijne diensten vermeerderen, en indien het overeenkomstig is met uwen heiligen wil, schenk hem dan de vorige gezondheid weder. Mogt het echter uw heilige wil zijn, dat hij van zijn ziekbed niet weder opsta, doe hem dan tevreden zijn met uwen wil; laat hem, na door het ontvangen der II. Sacramenten tot den dood te zijn voorbereid, overgaan tot de eeuwige heerlijkheid. Amen.

Gebed om weder gezond te worden.

Barmhartige Vader in den hemel! heilig en regtvaardig zijn uwe verordeningen; uw heilige wil worde ook in mij vervuld. Gij staat ons echter toe, ja gij beveelt ons zelfs te bidden, opdat wij zouden verhoord worden.

550

-ocr page 563-

VOOR ZIEKEN, ENZ. 551

Welligt is het uw wil, dat ik weldra weder gezond worde, indien ik uwe barmhartigheid met vertrouwen aanroep. Zulks wil ik. Neem dan, barmhartige Vader! indien het u behage-lijk is, dit lijden vtm mij; gij kunt het; spreek slechts één woord, en mijn ligchaam en mijne ziel zullen gezond worden. Gelijk de Verlosser bad, bid ik ook: Abba, lieve Vader! alle dingen zijn u mogelijk, neem dezen bitteren lijdenskelk van mij, doch niet mijn, maar uw wil geschiede.

Vader! ik bid u met de woorden, waarvan Jesus aan den Olijfberg zich bediende: verlos mij door den bloedigen doodsangst, dien hij verduurde, van het gevaar des doods, en verleen mij de gezondheid des ligchaams, opdat ik voor mijne zonden boete en u ijveriger diene.

Liefderijke Jesus! nog steeds hebt gij dezelfde magt om gezond te maken, welke gij tijdens uwen wandel op aarde aan zoo velen, die aan u geloofden, hebt uitgeoefend. Met hetzelfde geloof roep ik tot u: Jesus! Davids Zoon, ontferm u mijner! Indien gij slechts wilt, dan sta ik op, en ik ben gezond. Verhoor mij volgens uwe oneindige barmhartigheid en schenk mij genezing; dit alles echter vraag ik slechts, indien het mij zalig is. Amen.

Gebed na doorgestane ziekte.

Loof den Heer, mijne ziel en alles wat in mij is, prijze zijnen heiligen naam! Ja, ik wil

-ocr page 564-

OEFENINGEN

den Heer loven te allen tijde; trouwens, hij heeft het gebed van zijnen dienaar niet versmaad. De sinarten des doods omringden mij, doch ik riep den naam des Heeren aan, ik riep tot God, en hij heeft de stem van mijn smeeken verhoord. Heer, mijn God! ik heb tot u geroepen, en gij hebt mij gezond gemaakt.

Ja, mijn God! dat ik van mijn ziekbed weder ben opgestaan, dat ik mijne vorige gezondheid weder geniet, dit heb ik alleen te danken aan uwe vaderlijke goedheid. — Aanbidding, lof en eer zij u gewijd! Gij hebt met mij niet gehandeld naar uwe regtvaardigheid, maar volgens uwe ontfermende goedheid, om mij door deze ziekte te beproeven en te beteren. Gij wondt wel is waar, doch gij heelt weder. Dit heb ik aan ligchaam en ziel bereids menig-werf ondervonden.

Ik dank u derhalve, mijn God! van ganscher harte voor uwe vaderlijke bezoeking, en ik bid u : laat dezelve strekken tot zaligheid mijner ziel. Bevestig de goede voornemens, welke ik tijdens mijne ziekte voor de toekomst gemaakt heb, opdat ik volbrenge, hetgene ik beloofd heb. Laat mij de wereld en de goederen dezes levens steeds met hetzelfde oog beschouwen, waarmede ik dezelve tijdens mijne ziekte beschouwde, opdat ik steeds moge waken en op mijne hoede zijn tegen hare verleidingen.

Yast heb ik besloten o God! — ondersteun gij mijn voornemen met uwe genade — u voortaan vuriger te beminnen, u ijveriger te die-

552

-ocr page 565-

VOOR ZIEKENj ENZ. 553

nen, mijne gezondheid en de krachten mijns ligchaams meer tot uwe verheerlijking te doen strekken, dan ik tot hiertoe gedaan heb. Mijn ligchaam, mijne zintuigen, mijn geest, mijn hart en al mijne krachten zullen voortaan u zijn toegewijd. Zegen deze voornemens, liefderijke Vader, opdat ik met eiken dag beter worde, opdat ik heilig leve en zalig sterve, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

GEBEDEN

VOOll DOODELUK ZIEKEN EN STERVENDEN.

Een der aanwezenden Jcati den doodelijk zieke, van tijd tot tijd een gedeelte dezer geleden voorbidden.

Godvruchtige oefeningen tot den gekruisten Jesus.

Jesus Christ us, mijne eenige hoop! slechts door u, slechts door uwen heiligen dood kan ik eenen goeden dood hopen. — Door uw heilig bloed erlang ik de vergiffenis mijner zonden en de volharding in het goede. Hierom omhels ik uw kruis, aan hetwelk gij uw bloed vergoten hebt, als den boom des levens, als het tee-ken der eeuwige zaligheid.

Jesus! uwe heilige wonden zijn mijn troost! ik kus dezelve met teedere liefde. Laat vooral in de laatste oogenblikken des levens uwe

-ocr page 566-

OEFENINGEN VOOE

bannliai'tiglioid, uwe genade en uwe liefde tot mij stroomen.

Gekruiste Heiland ! uw dood is mijn leven !

— uwe laatste woorden aan het kruis zullen mijn troost zijn in het uur des doods:

Vader, vergeef het hun, ivant zij ïveten niet wat zij doen.

O liefde ! Gij bidt voor uwe vijanden. Gaarne vergeef ik hierom ook aan diegenen, die mij beleedigden. Jesus! laat uw bloed, laat uw stervend hart voor mij om vergeving bidden bij den Vader! Ach, vergeef mij mijne zonden, en treed niet in het geregt met uwen dienaar.

Voorwaar, ik zeg u; heden zult gij met mij zijn in het paradijs.

O Barmhartigheid ! wie zou op u niet hopen?

— ook aan den boetvaardigen moordenaar belooft gij het hemelrijk. — Jesus, gedenk mijner in uw rijk ! Ach! zie mij thans aan met oogen van barmhartigheid, opdat ik zalig sterve! — Goedertierene Jesus! laat mij ook thans de troostvolle woorden hooren: heden zult gij met mij zijn in het paradijs.

Vrouw, zie uwen Zoon!.. Zie uwe Moeder.

O oneindige goedheid! Gij geeft uwen geliefden leerling zulk eene Moeder. — Jesus! laat mij thans inzonderheid de magtige voorspraak en de bescherming uwer allerheiligste

554

-ocr page 567-

T

VOOR ZIEKEN, ENZ. 555

Moeder ondervinden, opdat mijn uiteinde zalig zij.

Mijn God! mijn

God! waarom helt gij mij verlaten ?

O Goddelijke regtvaardigheid! Gij laat Jesus de bitterste smarten en den dood verduren voor de zonden der wereld! — Jesus! verlaat mij tlians niet in mijne benaauwdheid en angst, nu de heele wereld mij zal verlaten ! — Barmhartige Jesus! indien gij mij verlaat ben ik eeuwig ongelukkig; gij alleen zijt mijne toe-vlugt! vertroost en sterk mij! — Verberg mijne beangste ziel in uwe wonden, en laat haar genade vinden.

Ik heh dorst.

O overmaat van liefde ! — Uw dorst o Jesus ! wilde men met azijn stillen! En uw voornaamste dorst, was de dorst naar de zaligheid onzer zielen! — Jesus ! ik geef u mijne ziel over! — maak haar zalig door uw lijden en dood.

Het is volhragt.

Welk eene gehoorzaamheid tot den dood des kruises hebt gij den wil des Vaders vervuld. Jesus! Gij hebt het groote werk onzer verlossing door uwen dood willen voltrekken! — Eeuwig dank zij u gewijd! Moge ik ook alles volbragt hebben, hetgene gij van mij verlangt.

-ocr page 568-

OEFENINGEN

Vader! in uwe handen leveel ik mijnen geest.

O liefdevol vertrouwen! Zoo hebt gij uwe heilige ziel aanbevolen in de handen uws Vaders! — Jesus ! in uwe doorstokene handen, welke gij aan het kruis hebt uitgestrekt om mij te omhelzen, beveel ik mijne ziel! — neem haar op in de armen uwer barmhartigheid! — Stervende Jesus, gelijk gij, wil ik mijn leven eindigen met de woorden: Vader! in uwe handen beveel ik mijnen Geest! — Jesus! ik sterf in uwe liefde, om u te loven en te beminnen in eeuwigheid. Amen.

GEBEDEN DEE H. KEEK

VOOR DE STERVENDEN.

LITANIE.

Spaar Heer Jesus, spaar uwen dienaar (*), dien gij door uw dierbaar bloed hebt vrijgekocht, wees niet eeuwig op hem vergramd. Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer!

Heer, ontferm u onzer!

Heilige Maria, bid voor hem!

Alle heilige Engelen en Aartsengelen, bid voor hem!

O Voor de stervenden van het vrouwelijke geslacht, verandere men de woorden; dienaar in dienares, hem in haar, hij in tij.

556

-ocr page 569-

VOOR ZIEKEN, ENZ. 557

Heilige Abel,

Alle kooren der regtvaardigen,

Heilige Abraham,

Heilige Joannes de dooper.

Heilige Josef,

Alle heilige aartsvaders en profeten.

Heilige Petrus,

Heilige Paul us.

Heilige Andreas,

Heilige Joannes,

Alle heilige apostelen en evangelisten.

Alle heilige leerlingen des Heeren,

Alle heilige onnoozele kinderen.

Heilige Stephanus,

Heilige Laurentius, ^

Heilige Bonifacius, §

Alle heilige martelaren.

Heilige Silvester, o'

Heilige Gregorius, Z.

Heilige Augustinus,

Heilige Willibrordus,

Alle heilige bisschoppen en belijders.

Heilige Eenedictus,

Heilige Odulphus,

Heilige Franciscus,

Alle heilige monniken en kluizenaars,

Heilige Maria Magdalena,

Heilige Lucia,

Heilige Agnes,

Alle heilige maagden en weduwen,

Alle Heiligen Gods,

Wees genadig, spaar hem, Heer!

-ocr page 570-

OEFENINGEN

Wees genadig, verlos hem. Heer!

Van uwe gramschap,

Van het gevaar des doods.

Van eenen kwaden dood, g

Van de pijnen der hel, g-

Van alle kw7aad, w

Van het geweld des duivels, Squot;

Door uwe geboorte, 5

Door uw kruis en lijden, ^

Door uweu dood en begrafenis, ™

Door uwe heerlijke verrijzenis, 1.

Door de genade van den H. Geest den

Vertrooster!

Op den dag des oordeels,

W ij zondaren, wij bidden u, verhoor ons ! Dat gij hem wilt sparen, wij bidden u, verhoor ons!

Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer!

Heer, ontferm u onzer!

Terwijl de zieke ligt te zieltogen.

Verlaat deze wereld, christene ziel, in den naam van God, den almagtigen Vader, die u geschapen heeft; in den naam van Jesus Christus, den Zoon van den levenden God, die voor u geleden heeft, in den naam van den H. Geest, die over u is uitgestort geworden; in den naam der Engelen en Aartsengelen; in dsn naam dei-Troonen en Heerschappijen; in den naam dei-Vorstendommen en Magten; in den naam der

558

-ocr page 571-

VOOR ZIEKEN, ENZ. 559

Cherubijnen en Seraphijnen, in den naam dei-Aartsvaders en Profeten; in den naam der heilige Martelaren en Belijders; in den naam dei-heilige Monniken en Kluizenaars; in den naam der heilige Maagden en van alle Heiligen Gods; heden zij uwe plaats in vrede, en uwe woning in het heilige Sion, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

GEBED.

God van barmhartigheid en ontferming! God ! die naar de menigte uwer barmhartigheden de zonden der boetvaardigen uitwisoht, en door vergiffenis te schenken de schulden der bedrevene zonden vernietigt, zie genadiglijk neder op uwen dienaar Nv en verhoor hem, daar hij van ganscher harte de vergiffenis zijner zonden afsmeekt. Vernieuw in hem, goedertieren Vader! al hetgene door aardsche zwakheid bedorven, of door het bedrog des duivels geschonden is, en vereenig dit lidmaat dei-verlossing met het ligchaam uwer Kerk. Heb medelijden Heer! met mijne zuchten, heb medelijden met zijne tranen, en neem hem, die zijn vertrouwen alleen stelt op uwe barmhartigheid , tot het verbond uwer verzoening aan, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Ik beveel u aan den almagtigen God, geliefde broeder; en ik geef u over aan hem, wiens schepsel gij zijt; opdat gij, na de algemeene schuld der menschen door den dood betaald te

-ocr page 572-

560 OEFENINGEN

hebben, moogt wederkeeren naar uwen Schepper , die u uit het slijk der aarde gevormd heeft. Wanneer dan uwe ziel het ligchaam verlaat, dan ontmoete u eene luisterrijke schaar van Engelen; de raad der apostelen konie u te gemoet; het zegepralend heir der martelaren komen u tegen; de met leliën versierde menigte der klaarblinkende belijders omringe uj het koor der juichende maagden ontvange u; en de aartsvaders omhelzen u in de schoot eener zalige rust; het liefelijk en minzaam aanschijn van Jesus Christus verscliijne u , en hij plaatse u onder het getal zijner uitverkorenen. Verre zij van u de schrik der duisternissen, de akeligheid der vlammen en de smart der folteringen. De vervaarlijke Satan met geheel zijnen aanhang wijke van u; hij siddere voor u, wanneer gij door de Engelen begeleid zult aankomen, en hij vlugte weg in den ijselijken, eeuwigen nacht. Dat God opsta en zijne vijanden zich verstrooijen, en dat zij allen, die hem haten, vlugten voor zijn aanschijn. Mogen zij verdwijnen gelijk rook; gelijk het was wegsmelt voor het vuur, zoo mogen de zondaren vergaan voor het aanschijn van God, maar dat de regtvaardigen gaan aanzitten en zich verheugen in de tegenwoordigheid des Heeren. Moge dan het gansche heir versiageu worden, en de dienaar van Satan zich niet verstouten uwen weg te belemmeren. Christus, die voor u gekruist is, bevrijde u van de pijniging; Christus, die zich gewaardigd heeft voor u te

-ocr page 573-

VOOR ZIEKEN , ENZ. 561

sterven, verlosse u van den eeuwigen dood; Christus, de Zoon van den levenden God, stelle u in de altijd bloeijende lusthoven van zijn paradijs, en die ware herder erkenne u als een zijner schapen. Hij ontbinde u van alle uwe zonden, en stelle u aan zijne regterhand in het erfdeel zijner uitverkorenen. Moogt gij zoo uwen Yerlosser van aanschijn tot aanschijn zien, en altijd tegenwoordig zijnde, met zalige oogen de klaarblinkendste waarheid aanschouwen. Moogt gij onder het getal der zaligen geplaatst, het aanschouwen van Gods aanschijn genieten in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

GEBED.

Heer! ontvang uwen dienaar in de plaats der behouding, welke hij van uwe barmhartigheid hoopt. Amen.

Verlos, Heer ! de ziel van uwen dienaar van alle gevaren der hel, van de strikken des verderfs en van alle kwellingen. Amen.

Verlos , Heer! de ziel van uwen dienaar, gelijk gij Enoch en Elias verlost hebt van den algemeenen dood der wereld. Amen.

Verlos, Heer! de ziel van uwen dienaar, gelijk gij Noë verlost bebt van den zondvloed. Amen.

Verlos, Heer! de ziel van uwen dienaar, gelijk gij Abraham verlost hebt uit het land der Chaldeërs. Amen.

-ocr page 574-

OEFENINGEN

Verlos, Heer! de ziel van uwen dienaar, gelijk gij Job verlost hebt van zijn lijden. Am.

Yerlos, Heer! de ziel van uwen dienaar, gelijk gij Izaak verlost liebt uit de hand van zijnen Vader Abraham, die hem voor u wilde slagten. Amen.

Yerlos! Heer! de ziel van uwen'dienaar, gelijk gij Loth verlost hebt uit Sodoma en uit de vlammen. Amen.

Verlos, Heer! de ziel van uwen dienaar, gelijk gij Mozes verlost hebt uit de handen van Pharao, den koning van Egypte. Amen.

Verlos, Heer! de ziel van uwen dienaar, gelijk gij Daniël verlost hebt uit den kuil dei-leeuwen. Amen.

Verlos, Heer! de ziel van uwen dienaar, gelijk gij de drie jongelingen bevrijd hebt uit den brandenden oven en uit de handen van den onregtvaardigen koning. Amen.

Verlos, Heer! de ziel van uwen dienaar, gelijk gij Susanna gered hebt uit de handen, van hare valsche beschuldigers. Amen.

Verlos, Heer! de ziel van uwen dienaar, gelijk gij David verlost hebt uit de handen van den koning Saul en uit de handen van Goliath. Amen.

Verlos, Heer! de ziel van uwen dienaar, gelijk gij Petrus en Paulus bevrijd hebt uit de gevangenis. Amen.

En gelijk gij de heilige Thecla, maagd en martelares van drie folteringen verlost hebt, gewaardig u ook zoo de ziel van uwen dienaar

562

-ocr page 575-

VOOR ZIEKEN, ENZ. 563

te verlossen, en haar met u in de hemelsche vreugde te doen deelen. Amen.

GEBED.

Wij bevelen aan u, o Heer! de ziel van uwen dienaar N., en wij biddenu, o Heer, Jesus Christus , Zaligmaker der wereld! dat gij niet wei-gert, haar, voor wTelke gij genadiglijk op aarde üijt nedergedaald, in den schoot der aartsvaders op te nemen. Erken, o Heer, uw schepsel, dat niet door vreemde goden, maar door u, den eenigen, levenden en waren God geschapen isj wrant er is geen God buiten u, en niemand kan u evenaren in uwe werken. Yerblijd, Heer! zijne ziel in uwe tegenwoordigheid, en gedenk zijne oude ongeregtigheid niet, noch de overtredingen, waartoe de hevigheid der zondige neiging hem gebragt heeft. Want ofschoon hij gezondigd heeft, hij heeft echter den Vader, den Zoon en den H. Geest niet verloochend, maar geloofd, voor de eer Gods geijverd, en den God, die alles geschapen heeft, getrouw aangebeden. Amen.

Terwijl de Chruten ligt te zieltogen, lean een der aanwezigen met zeer veel nut hem deze of andere soortgelijke verzuchtingen voorbidden.

Jesus! ik geloof in u. Jesus! ik hoop op u. Jesus! ik bemin u boven alles. Jesus! ik heb berouw over al mijne zonden! Heer! in uwe handen beveel ik mijnen geest. Heer Jesus!

-ocr page 576-

oefeningèN

ontvang mijne laatste zucht. Maria, Moeder van genade, Moeder van barmliartigheid! be-sclierm mij tegen den vijand en sta mij bij in dit bange uur des doods.

Onmiddelijk na hei overlijden kan men de ziel Gode aanbevelen door de volgende

GEBEDEN.

Heiligen Gods! komt deze ziel te bulp. Engelen des Heeren! gaat haar te gemoet. Neemt haar aan, en brengt haar voor het aanschijn des Allerhoogsten.

v. Moge Christus, die u geroepen heeft, u aannemen, en de Engelen u brengen in Abrahams schoot.

a. LVe ziel aannemende en brengende voor het aanschijn des Allerhoogsten.

v. Heer! geef haar de eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte haar.

a. Haar brengende voor het aanschijn des Allerhoogsten.

Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer!

Heer, ontferm u onzer!

Onze Vader, enz.

v. En leid ons niet in bekoring, a. Maar verlos ons van den kwade, v. Heer! geef haar de eeuwige rust, a. En het eeuwige licht verlichte haar. v. Van de poort der hel,

a. Behoed zijne ziel.

564

-ocr page 577-

voor zieken j enz. 565

V. Zij ruste in vrede,

a. Amen.

v. Heer! verhoor mijn gebed,

a. En mijn geroep kome tot u.

laat ons bidden.

Aan n, o Heer! bevelen wij de ziel van uwen dienaar, opdat hij dood voor de wereld, voor u leve, en van mve goedheid en oneindige barmhartigheid vergiffenis erlange van de zonden, waaraan hij zich door menschelijke zwakheid heeft schuldig gemaakt. Dit bidden wij u, door Christus, onzen Heer. Amen.

Gebed bij den dood onzer geliefden.

O God! Gij hebt onzen geliefden N. tot u genomen. Smartelijk valt ons dat verlies; dan, schoon wij weenen, morren wij echter niet, maar met kinderlijke onderwerping berusten wij in uwen heiligen wil. Al hetgene gij doet is wel gedaan, ofschoon wij het nut hiervan niet altijd inzien. Gij zijt magtig om ons te troosten en het geleden verlies te vergoeden.

Bij den dood onzer geliefden mogen wij ook niet troosteloos weenen, gelijk de Heidenen, die geene hoop hebben op een beter leven. De zielen der regtvaardigen leven bij u, o God! in alle eeuwigheid, en zijn ruimschoots schadeloos gesteld, voor hetgene zij hier verloren hebben; zij rusten uit van hunnen arbeid, en 62 32

-ocr page 578-

566 OEFENINGEN VOOK ZIEKEN , ENZ.

genieten de belooning voor hunne deugden. Eens zullen wij hen wederzien, en naar wij vertrouwen in hunne zaligheid deelen. Dat zij onze troost. Amen.

o»-— r» n

-ocr page 579-

OEFENINGEN EN GEBEDEN VOOR DE OVERLEDENEN EN OVERDENKINGEN OVER DEN DOOD.

-ocr page 580-

GEBEDEN ONDER DE H. MIS.

VOOR DE OVERLEDENEN,

HeMs^eene^eilige^n heilzame gedachte voor de overledenen te bidden, opdat zij van hunne zonden ontslagen worden. II. Mach XII. 46.

Bü h.et begin der H. Mis

eer! almagtige Vader! uw God-quot;fcl llrlriT delijke Zoon Jesus Christus heeft voor zijne heilige, door zijne leer en | door zijnen dood gevestigde Kerk, den band van Christelijke liefde gemaakt ^ en deze liefde sterft niet; zij strekt zich uit over dood en graf, en ver-eenigt de overledene en nog levende geloovigen door eene gemeenschap der Heiligen.

In den geest van deze heilige liefde gedenken wij in dit heilig misoffer der overledenen, en wij smeeken om genade en vergiffenis voor onze lijdende broeders en zusters in het vage-

-ocr page 581-

OEFENINGEN VOOR DE OVERLEDENEN. 569

vuur, ten einde zij weldra tot de aanschouwing van uw aanschijn worde toegelaten.

Allerheiligste! niets onreins kan binnengaan in uw rijk. Hierom heeft uwe wijsheid en liefde eene tusschenplaats daargesteld, waar de nog niet geheel reine zielen worden beproefd en gelouterd, gelijk het goud door het vuur, ten einde van alle vlekken gezuiverd, u, Ylekke-looze, te kunnen aanschouwen. Deze uwe verordening aanbidden wij met ootmoed. Gij zijt ook hun Vader, gij bemint hen niet minder dan ons, uw wil geschiede. Doch gij staat ons toe voor hen te bidden. Welaan dau Vader! barmhartige Vader! ontferm u over hen; zij zijn gestorven in het geloof aan u en aan uwen Zoon. Laat hen spoedig de vrucht genieten van dit geloof, en deelachtig worden aan de zalige werkingen uwer verlossing. Vergeef hun alle hunne zonden en schulden, en bevredig hun vurig verlangen naar het aanschouwen van uw Goddelijk aanschijn en naar het eeuwige leven.

Neem, heilige Vader, almagtige, eeuwige God! het onbloedig offer des nieuwen verbonds, hetwelk thans tot troost en verlossing der lijdende zielen in het vagevuur wordt opgedragen, met welgevallen aan.

Laat de gedachtenis onzer overledene broeders en zusters voor ons leerrijk en heilzaam worden. Weldra zal ook ik mijne aardsche loopbaan voleind hebben; ons leven is kort, en de dood overvalt ons op het oogenblik, dat 62 32.

-ocr page 582-

570 OE1ENINGEN

wij er het minst aan denken! Ach, heilige God! wie is zuiver voor uw aanschijn? — En indien er niets onreins voor uw aanschijn kan bestaan en ingaan in uwe heerlijkheid, wat zal dan het lot zijn van ligtzinnige zondaars? God! ontferm u mijner! ontferm u over alle overledene geloovigen! Laat hen rusten in vrede.

LAAT ONS BIDDEN.

God, aan wien het eigen is altijd te sparen en vergiffenis te schenken; wij smeeken u ootmoedig voor de ziel van uwen dienaar N. (dienares) , welke gij (heden) van deze wereld hebt doen scheiden: geef haar niet over aan de handen van den vijand, en vergeet haar niet eeuwig, maar beveel aan uwe heilige Engelen haar te ontvangen en naar het hemelsch paradijs over te voeren, opdat zij na in u geloofd en gehoopt te hebben, de straffen der hel niet lijde; maar de eeuwige zaligheid geniete, door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die met u leeft en regeert in de eenheid des heiligen Geestes, in alle eeuwen der eeuwen. Am.

Les uit den eersten brief van den H, Paulus tot die van Thessalonica. IV. IS—18.

Broeders! wij willen niet, dat gij onwetend zijt ten aanzien van hen, die ontslapen zijn, opdat gij u niet bedroeft gelijk anderen, die geene hoop hebben. Want indien wij gelooven.

-ocr page 583-

VOOR DE OVERLEDENEN. 571

dat Jesus gestorven is, dan zal God ook hen, die in Jesus ontslapen zijn, met hem opvoeren. Want dit zeggen wij u op het woord des Hee-ren, dat wij, ^ie leven, die bij de komst des Heeren zullen overgebleven zijn, dengenen, die ontslapen zijn niet zullen voorkomen. De Heer toch zal zelf op het bevel, op de stem des Aartsengels en op de bazuin Gods van den hemel dalen, en die in Christus zijn gestorven, zullen het eerst verrijzen; daarna zullen wij, die leven en overgebleven zijn, te gelijk met hen worden opgevoerd in de wolken, Christus te gemoet in de lucht, en dus altoos met den Heer zijn. Vertroost derhalve elkander met deze woorden.

Graduaal. Heer! verleen hun de eeuwige rust, en het eeuwig licht verlichte hen. De gedachtenis van den regtvaardigen zal eeuwig duren; hij zal voor geen gerucht vreezen. Verlos, Heer! de zielen van alle overledene geloo-vigen van alle banden der zonde, en laat hen door den bijstand uwer genade, het oordeel der wraak ontgaan, en de zaligheid van het eeuwige licht genieten.

Evangelie van den H. Joannes, XI. 21—27.

In dien tijd zeide Martha tot Jesus: Heer! waart gij hier geweest, mijn broeder zou niet gestorven zijn; maar ik weet nu ook, dat, al hetgene gij van God vraagt. God u zal geven. Jesus zeide tot haar: uw broeder zal verrijzen.

-ocr page 584-

OEFENINGEN

Martha sprak tot hem: ik weet, dat hij zal verrijzen bij de verrijzenis ten jongsten dage. Jesus zeide tot haar: ik ben de verrijzenis en het leven; hij, die in mij gelooft, al ware hij gestorven ^ zal leven, en hij, die leeft en in mij geloofd, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft gij dit? Zij antwoordde; ja, Heer! ik geloof, dat gij de Christus zijt, de Zoon van den levenden God, die in deze wereld zijt gekomen.

NA HET EVANGELIE.

Heer, Jesus Christus! koning der heerlijkheid, behoed de zielen van alle overledene ge-loovigen voor de pijnen der hel en voor den diepen afgrond; behoed haar voor den muil des leeuws, opdat de afgrond haar niet inzwelge, dat de aanvoerder Michaël haar overbrenge tot het heilig licht, hetwelk gij weleer beloofd hebt aan Abraham en aan zijn nageslacht.

Wij offeren u. Heer! offeranden en gebeden; neem dezelve aan voor de zielen, wier gedachtenis wij heden vieren; doe haar , Heer! geraken tot het leven, hetwelk gij beloofd hebt aan Abraham en aan zijn nageslacht.

ONDER DE OPOFFERING VAN BROOD EN WIJN.

Heilige Vader, almagtige, eeuwige God! neem deze onbevlekte offerande aan, welke ik, onwaardige, u, mijnen waren en levenden God!

572

-ocr page 585-

VOOll DE OVEHLEDENEN. 573

opdraag voor mijne ontelbare misdaden, belee-digingen en verzuimenissen, als ook voor allen j die hier tegenwoordig zijn, en voor alle geloo-vige Christenen, zoo levenden als dooden, opdat zij mij en hun nuttig zijn ten eeuwigen leven. Amen.

Bij deze opoffering van brood en wijn, dat in het vleesch en bloed van onzen Heer, Jesus Christus zal veranderd worden, offer ik aan u, hemelsehe Vader! alles wat ik ben en bezit. Laat mij door de liefde met u vereenigd worden. Het bloed van Jesus Christus, uwen Zoon, reinige mij van mijne zonden! Het vuur uwer Goddelijke liefde vernietige in mij, al hetgene zonde is en aan u mishaagt; uw heilige Geest geleide mij in alle waarheid en geregtigheid opdat mijn gansche leven u een aangenaam dankoffer zij, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

In den geest van ootmoed en met een vermorzeld hart roep ik tot u, zie genadig neder op het altaar, en laat ons offer u aangenaam zijn, om Jesus Christus, uwen Zoon, die aan het kruis zich voor ons heeft opgeofferd.

Kom, Heiligmaker, almagtige, eeuwige God! zegen de offerande, bereid ter verheerlijking van uwen heiligen naam.

Ontferm u Heer! over de ziel van uwen dienaar (dienares), voor welke wij deze offerande opdragen, opdat zij door dit offer gereinigd, moge ingaan tot de eeuwige rust.

-ocr page 586-

OEFENINGEN

ONDER DE PREFATIE.

Trek, o Heer! mijne ziel tot u, maak dat zij geen vermaak meer scheppe dan in u, geen roem meer zoeke dan in u te dienen, geen geluk vinde dan in u te beminnen. Vergun mij, dat ik hier op aarde mijne zwakke stem vereenig met die der zalige geesten, en dat ik liet geliefkoosd Engelenlied hier stamel in dit oord van ballingschap: Heilig, heilig , heilig is de G od dien wij aanbidden, de Heer der heerscharen. En dewijl gij de middelen hebt gegeven om uwe regtvaardigheid te bevredigen, niet slechts voor mij, maar ook voor mijne overledene broeders, en om voor mij zeiven en voor hen te voldoen, gewaardig u hierom mijn gebed aan te nemen en hetzelve te verhooren.

ONDEIt DE CONSECEAÏIE.

Jesus! aanbiddenswaardige Godmensch! ik geloof, dat gij hier onder de gedaante van brood en wijn wezenlijk tegenwoordig zijt! Ik aanbid u! Laat de verdiensten van uw lijden en dood aan mij zondaar niet verloren zijn! Jesus! ontferm u mijner, als ook over de zielen in het vagevuur.

O waar, levend bloed van mijnen Heer en Verlosser Jesus Christus, dar, eens aan het kruis voor mijne zonden is vergoten geworden! Ik aanbid u met alle Engelen en Heiligen! Eeinig mij van mijne zonden en versterk mijne

574

-ocr page 587-

VOOR DE OVEKLEDENEN. 576

ziel, opdat uw leven, uwe liefde, uwe kracht in mij zijn, in mij blijven ten eeuwigen leven! Jesus, voor u wil ik leven! — Jesus voor u wil ik sterven ! — Jesus ! u wil ik toebetooren in mijn leven en na mijnen dood. Amen.

NA DE CONSECRATIE.

Op het altaar, in liet allerheiligste Sacrament im werkelijk tegenwoordige Godmensch, Jesus Christus! met vertrouwen roep ik uwe barmhartigheid in voor de overledene geloo-vigen.

Wat kan ik voor hen, die mij dierbaar waren , en wier afsterven ik beween, beter doen dan bidden! Ik beveel ze hierom aan uwe liefde! Gij zijt immers ook hun Verlosser, zij zijn ook de prijs van uw dierbaar bloed, en gij bemint hen voorzeker meer dan ik hen beminnen kan.

Ik aanbid uwe wijze en regtvaardige verordening, volgens welke zij in het vagevuur gezuiverd worden, doch ik smeek u tevens : verkort hunne smarten, bevredig hun smachtend verlangen om u te bezitten. Zie hunnen goeden wil aan, vervul door uwe genade, hetgeen aan hunne voldoening ontbreekt, en voer hen over naar de eeuwige zaligheid in den hemel, tot uwen en onzen Vader, tot uwen en onzen God, tot wien ik mij thans met geloof en vertrouwen wend, terwijl ik het geloof spreek, dat gij zelf ons geleerd hebt: Onze Vader, enz.

-ocr page 588-

576 OEFENINGEN*

AGNUS DEI.

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld

wegneemt, geef liun rust!

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld

wegneemt, geef hun rust!

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld wegneemt, geef hun de eeuwige rust.

BIJ EN NA DE NUTTIGING DES PRIESTERS.

Ik i

mijn dan zoo ster

Heer, Jesus Christus! die volgens den wil van uwen hemelschen Vader, onder medewerking van den heiligen Geest de wereld hebt levend gemaakt; bevrijd door uw allerheiligst veje ligchaam en bloed mij en de overledene geloo- wan vigen van alle zonden en van al derzelver straf-fen, en laat de lijdende zielen weldra toe tot ]^roc de eeuwige heerlijkheid. gezc

Moge uw heilig ligchaam en bloed, hetgeen jjgg de overledene geloovigen tijdens hun leven zoo y,eZ( dikwijls genuttigd hebben, hun nu ook tot ]lej-T verlossing en zaligheid verstrekken.

Verhoor, Heer! de gebeden, welke wij ter verlossing der overledene geloovigen voor den troon uwer genade hebben uitgestort; reinig hen van alle vlekken door het bloed van Jesus Christus, uwen Zoon.

Geef vooral, dat de ziel van uwen dienaar (dienares) voor welke wij heden inzonderheid gebeden hebben, door deze heilige offerande

gCZI

Chr E rust L

H

lede hcd( wei] schc verl lige

-ocr page 589-

VOOR DE OVEELÜDEKENquot;. 577

gezuiverd^ bezit neme van mv rijk, door Jesus Christusj onzen Heer. Amen.

Heer! scheuk deu overledenen de eeuwige rust, en liet eeuwige licht verlichte hen.

Dat zij in vrede rusten. A.meri.

BIJ HET EINDE DEE JUS.

Heer ! laat mij steeds het lot mijner overledene broeders gedenken. Zij roepen mij toe: heden mij, morgen u. Wellig-t ben ik slechts weinige schreden meer van mijn graf! — Gij scheukt mij nog t;jd tot boetvaardigheid en verbetering mijns levens! Met welk eeue heilige naauwgezetheid moetitdeüen tijd gebruiken , daar ik geen oogenblik zeker ben! Zoo [ï vele onverwachte sterfgevallen van bloedverwanten, vrienden of bekenden zeggen mij, dat het ook spoedig mijne beurt kan worden! — Noch de kracht der jeugd, nocli de blos vau gezondheid kunnen mij tegen den dood beveiligen. Gij, de eeuwige Waarheid hebt zelf gezegd, dat gij zoudt komen oj) het uur, op hetwelk wij er het minst aan zouden denken. Ik moet derhalve steeds bereid zijn, om voor u, mijnen regter te verschijnen. Doordring mij dan van de vrees uwer oordeelen, ten einde zoo te leven, dat ik elk uur bereid ben te sterven. Amen.

02 33

-ocr page 590-

OEFENINGEN

LITANIE

VOOR BE GELOOVIGE ZIELEN.

Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer!

Heer, ontferm u onzer!

Christus, hoor ons!

Christus, verhoor ons!

God Hemelsche Vader, ontferm u over de

overledene geloovigen!

God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u

over de overledene geloovigen!

God heilige Geest, ontferm u over de overledene geloovigen!

Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm u

over de overledene geloovigen!

Heilige Maria, bid voor hen !

Heilige Moeder Gods,

Heilige Maagd der Maagden,

Heilige Michaël,

Alle heilige Engelen en Aartsengelen, St Alle heilige kooren der zalige geesten. Heilige Joannes de dooper, g

Heilige Jozef, ^

Alle heilige aartsvaders en profeten, sT

Heilige Petrus, ü

Heilige Paulus,

Heilige Joannes,

Alle heilige apostelen en evangelisten, Heilige Stephanus,

Heilige Laurentius,

578

-ocr page 591-

VOOR BE OVERLEDENEN.

Alle heilige martelaren.

Heilige Gregorius,

Heilige Ambrosius,

Heilige Augustinus,

Heilige Hieronymus,

Alle heilige bisschoppen en belijders,

Alle heilige leeraars, g

Alle heilige priesters en levieten, °

Alle heilige monniken en kluizenaars, ~ Heilige Maria Magdalena,

Heilige Catharina,

Heilige Barbara,

Alle heilige maagden en weduwen.

Alle Heiligen Gods,

Wees genadig, spaar hen. Heer!

ees genadig, verhoor ons voor hen, Heer ! Door uwe wonderbare menschwording, verlos

hen Heer !

Door uwe heilige geboorte.

Door uwen allerzoetsten naam.

Door uw doopsel en heilig vasten, s

Door uwe diepe vernedering,

Door uwe bereidwillige gehoorzaamheid,

Door uwe oneindige liefde.

Door uwe benaauwdheden en kwellingen Door uw bloedig zweet.

Door uwe gevangenschap.

Door uwe geeseling.

Door uwe krooning met doornen,

Door het dragen van uw kruis,

Door uwen bitteren dood.

Door uwe heilige wonden.

579

cr

a 3

O) 03

-ocr page 592-

580 OEFEUINGEN

Door uw kruis en bitter lijden, a

Door uwe heilige verrijzenis, f

Door uwe wonderbare hemelvaart, gf

Door de komst van den H. Geest, den ?

vertrooster, g

Op den dag des oordeels, p

Wij zondaren, wij bidden u, verhoor ons! Die aan Maria Magdalena vergiffenis hebt verleend en den moordenaar verhoord hebt,

Die uit genade zalig maakt degenen, die

zalig worden,

Die de sleutels des doods en der hel hebt,

Dat gij onze ouders, bloedverwanten, vrienden en weldoeners uit de verschrikkelijke vlammen wilt verlossen.

Dat gij alle overledene geloovigen van hunne

pijnen wilt bevrijden,

Dat gij u over hen, die geene bijzondere voorbidders op de wereld hebben, wilt ontfermen,

Dat gij hen allen sparen, en hun vergiffenis der straffen wilt schenken,

Dat gij hunne verlangens wilt vervullen. Dat gij hen in het gezelschap der uitverkorenen wilt opnemen.

Zoon Gods,

Lam Gods, hetwelk de Konden der wereld

wegneemt, geef hun de rust!

Lam Gods, hetwelk de zonden der wereld wegneemt, geef hun de rust!

-ocr page 593-

vooil üe overledenen.

Lam Gods, hetwelk de zondeu der wereld

wegneemt, geef hun de eeuwige rust! Christus, hoor ons!

Christus , verhoor ons !

Heer, ontferm u onzer!

Christus, ontferm u onzer !

Heer, ontferm u onzer!

Onze Vader, enz.

En leid ons niet in bekoring.

Maar verlos ons van den kwade.

v. Van de poort der hel.

a. Verlos Heer, alle lijdende zielen, v. Heer! verhoor mijn gebed,

A. En mijn geroep kome tot u !

LAAT ons bidden.

God, Schepper en Verlosser van alle geloo-vigen , verleen aan de zielen van uwe dienaren en dienaressen de vergiffenis van al hunne zonden, opdat zij de kwijtschelding, daar zij altijd naar verlangd hebben, door godvruchtige smcekingen mogen verwerven. Gij, die leeft en regeert in alle eeuwen der eeuw-en. Amen.

v. Heer, geef hun de eeuwige rust, a. En het eeuwige licht verlichte hen. v. Dat zij rusten in vrede.

a. Amen.

581

-ocr page 594-

OEFENINGEN

ONDERSCHEIDENE GEBEDEN

VOOR OVERLEDENEN.

Gebed voor vader of moeder, of voor beiden.

God! die ons bevolen hebt vader en moeder te eeren, ontferm u genadiglijk over de ziel mijns vaders (mijner moeder, over de zielen mijner onders.) Vergeef zijne (hare, hunne) zonden, en geef dat ik hem (haar, hen) eenmaal in het verblijf der eeuwige heerlijkheid moge wederzien, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Gebei voor bloedverwanten, vrienden of weldoeners.

God, die den zondaar vergiffenis schenkt, en behagen schept in de zaligheid der men-schen; wij smeeken uwe barmhartigheid, dooide voorspraak van de heilige Maagd en Moeder Gods Maria en van al uwe Heiligen, dat gij onze broeders, bloedverwanten, vrienden en weldoeners, welke uit deze wereld gescheiden zijn, tot de eeuwige zaligheid wilt toelaten, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Gebed voor eenen Bisschop of Priester.

God ! die uwen dienaar N. tot de bisschoppelijke (priesterlijke) waardigheid verheven hebt, hem deel gevende aan het priesterschap der

582

-ocr page 595-

VOOR DE OVERLEDENEN. 583

apostelen, geef ook, dat hij met hen de hemel-sche heerlijkheid moge aanschouwen, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Gebed voor eenen (eene) overledene.

Verhoor, Heer! de gebeden, door welke wij uwe barmhartigheid ootmoedig smeeken, dat gij de ziel van uwen dienaar (dienares) ±S., welke gij uit deze wereld geroepen hebt, in het verblijf van vrede en licht wilt plaatsen, en haar in de gelukzaligheid uwer Heiligen wilt doen deelen, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Het Onze Vader voor de overledenen.

Onze Vader, die in de hemelen zjt! ik bid u ootmoedig, vergeef aan de lijdende overledenen, die thans nog van uw heilig aanschijn beroofd zijn, dat zij u, hunnen heiligen, be-miunenswaardigen quot;Vader, die uit zuivere liefde hen tot zijne kinderen had aangenomen, niet steeds naar behooren bemind hebben, maar menigmaal zich aan ondankbaarheid en ongehoorzaamheid jegens u hebben schuldig gemaakt ter voldoening voor hunne schulden, offer ik u die liefde en vereering op, welke uw dierbare Zoon u op aarde steeds bewezen heeft. Amen. — Onze Vader, enz.

Geheiligd zoor de uw Naam! Vergeef, eeuwige, barmhartige Vader! aan alle overledenen, die nog in het vagevuur gezuiverd worden gelijk

-ocr page 596-

OEFENINGEN

bet goud in den smeltkroes, vergeef hun, dat zij uwen Naam niet altijd naar beJiooren hebben geëerd. Ter voldoening van hunne schulden, offer ik u de volmaaktste heiligheid van uwen Zoon, door welken hij uwen , boven alles geze-genden Naam, in leer en voorbeeld zoo zeer verheven, en in al zijne daden verheerlijkt heeft. Ameu. — Onze Vader, enz.

Laat uw rijk toekomen. Vergeef, o God des vredes, aan alle overledenen, die nog niet zijn binnengegaan in de woningen des eeuwigen vredes, vergeef hun, dat zij naar u en naar uw rijk, waarin alleen rust en eeuwige vrede is, niet steeds zoo vurig verlangd hebben, als hun pligt was. Yoor al hunne traagheid in het goede, offer ik u die zuivere wenschen op van uwen Eeniggeborene, die zoo zeer verlangde, de harten der mensehen te winnen, ten einde hen deelgenooten te maken van zijn eeuwig rijk. Amen. — Onze quot;Vader, enz.

Vw ivil geschiede op aarde, gelijk in den hemel. Vergeef, goedertierende Vader! aan alle overledenen, die nog van u verwijderd, naar uw gezelschap haken, vergeef hun, dat zij niet altijd uwen heiligen wil voor den hunnen gesteld hebben, aan denzelven niet steeds hebben gehoorzaamd, maar zich dikwijls door hunne neigingen hebben laten medeslepen. Ter vergoeding van hunne ongehoorzaamheid, offer ik de kinderlijke onderwerping van Jesus en de heilige gehoorzaamheid op, welke hij u in de grootste beproevingen bewezen heeft, en

584

-ocr page 597-

VOOR DE OVERLEDENEN.

door welke hij aan u is gehoorzaam geworden tot den dood des kruises. Amen. — Onze Vader, enz.

Geef ons heden ons dagelijhsch brood. Vergeef o liefderijke Vader! aan alle overledenen, die naar den hemelschen maaltijd verlangen, en ver van u verwijderd, naar u hongeren, dat zij de heilige Communie niet altijd met een levendig geloof, met vurige godvrucht en liefde ontvangen hebben, en hierom, hunnen God-delijken Verlosser menigwerf in een niet genoeg voorbereid hart hebben opgenomen. Voor deze hunne schulden, offer ik u de vurige liefde op, waarmede Jesus dit allerheiligste Sacrament tot onzen troost en tot onze zaligheid heeft ingesteld. Amen. — Onze Vader, enz.

Vergeef ons onze schulden, gelijk wij vergeven onze schuldenaren. Ik bid u ootmoedig, o oneindig langmoedige Vader ! vergeef aan alle overledenen, al hetgene, waarvoor zij in dit leven niet genoegzaam geboet hebben; vergeef hun de afkeerigheid van hunne naasten, welke zij somtijds in hun hart hebben gevoed. Ik offer u hiervoor op het grootmoedige, het Goddelijk gebed, hetwelk uw geliefde Zoon Jesus aan het kruis, aan u voor zijne vijanden heeft opgedragen. Amen. — Onze Vader, enz.

En leid ons niet in lekorivg. Ik bid u , liefderijke Vader! die niet toelaat dat iemand boven zijne krachten bekoord wordt, vergeef aan onze overledene broeders, dat zij niet steeds hebben weerstaan aan de bekoringen, maar zich som-02 83.

585

-ocr page 598-

OEFENINGEN

tijds door de magt der zinnelijkheid; door de ingeving des duivels of der wereld, hebben laten medeslepen. Voor al hunne schulden ofler ik u de roemrijke overwinning op, welke Jesus over de wereld en over den duivel behaald heeft, ik offer u geheel zijnen heiligen levenswandel, al zijne moeite en arbeid, zijn bitter lijden en dood. Amen. — Onze Vader, enz.

Maar verlos ons van den kwade. O Eeuwige liefde, die den dood des zondaars niet wilt, maar dat hij zich bekeere en leve! verlos ons van alle kwaad en van alle straffen, door de verdiensten van uwen Eeniggeborene, en breng ons in het rijk uwer eeuwige heerlijkheid, in uwe zalige woningen. Amen. — Onze Vader, enz.

Gebed bij het graf onzer ouders, bloedverwanten en vrienden.

Vader! zonder wiens wil geen haar van ons hoofd valt! hier, bij dezen grafheuvel, welke het stoffelijk overblijfsel bedekt van iemand, die hoogst dierbaar is aan mijn hart, zoek ik, hetgene slechts gij mij geven kunt — troost in mijne droefheid! Gij kent de diepe wond, welke dit verlies mij heeft toegebragt: Voor u, vlieten mijne tranen — aan u openbaar ik mijne smart; trouwens gij zijt liefde, en gij wilt, dat wij al onze droefheid er. lijden in uwen schoot uitstorten.

586

-ocr page 599-

VOOR DE OVERLEDENEN. 587

Mijn Vader! ik treur wel is waar, doch ik mor niet tegen uwen wijzen wil! Gij immers zijt de almagtige Heer over het leven en den dood der menschen; en wie mag tot u zeggen: waarom hebt gij dit gedaan! Gij zijt immers de wijsste liefde, die alles ten beste bestiert, die ook lijdenden troost! Hoe zou ik derhalve tegen uwe beschikkingen kunnen morren, o God!

Uw heilige wil zij geprezen en aangebeden! Gij, Vader der barmhartigheid en God van alle vertroosting ! zult balsem gieten in mijn gewond hart; Gij zult mijne tranen afdroogen, en mijne tegenwoordige droefheid eenmaal in vreugde veranderen. Hierom roep ik tot u: Heer! Gij hebt gegeven, gij hebt genomen, gij kunt immers, ja gij zult mij het voorwerp mijner liefde wedergeven. Uw naam zij geloofd in eeuwigheid! —

Gij hebt mijnen vader (moeder, ouders, bloedverwant, vriend) tot u geroepen! Gij hebt hem (haar, hen) voor eeuen korten tijd van mij afgescheurd, ten einde mij eens voor eeuwig met hem (haar, hen) te vereenigen! Door deze smartelijke scheiding hebt gij mijn hart willen aftrekken van het aardsehe en verheffen tot datgene wat eeuwig is! Verleen mij hierom ook uwe genade, opdat mijn gansche leven eene voorbereiding zij tot eenen zaligen dood.

God! die volgens uwe belofte ons het kruis helpt dragen, dat uwe vaderhand ons oplegt.

-ocr page 600-

OEFENINGEN

ik bid u, lenig mijne, welligt al te groote cloo droefheid, ik ben immers een Christen, en bij- zetl gevolg mag ik niet buitenmatig treuren, gelijk nin degenen, die geene hoop hebben ! Ik ken het 2 troostwoord van uwen Zoon, Jesus: Ik hen de zon verrijzenis en het leven ; die in mij gelooft, zal leven, al ware hij ooJc gestorven, en al die leeft en in mij gelooft, zal in eeuivicjheid niet sterven.

Vader, ofschoon de overledene in zijn leven ( gezondigd heeft, hij heeft echter aan u Vader, aan den Zoon en aan den H. Geest geloofd,

en in dit geloof is hij, zoo ik vertrouw, gestorven ! Aan uwe vaderliefde beveel ik zijne ziel. Zie genadiglijk neder op mijn smeeken, en handel met hem (haar) volgens uwe oneindige barmhartigheid. Laat zijne (hare) zonden in st( het bloed van Jesus, uwen Zoon, die ook voor hi hem (haar) gestorven is, afgewasschen, en de wi tijd van zijn lijden verkort worden. Ten laat- ht ste, verleen mij de genade, dat ik mijne bloed- te verwanten en vrienden bij u, in uw rijk mag ei wedervinden, ten einde voor eeuwig met hen n vereenigd te worden, door Jesus Christus, on- e( zen Heer. Amen.

d

BEMERKING. d

t

De kerk verleent ook aflaten, welke men d aan de lijdende zielen in het vagevuur kan toe- n voegen. Om dit werk van christelijke liefda- \ digheid te verrigten, moet men niet slechts in staat van genade zijn, maar men moet ook het £

588

-ocr page 601-

VOOR DE OVEUÏjEDEK EN. 589

door de kerk voorgeschrevene, met naauwge-zetheid en met eene daartoe strekkende mee-nhig volbrengen.

Zie bladz. 238 van de voldoening voor de zonde en van den aflaat.

OVEKDENKTNG OP EEN KEEKHOF.

Gedenk o mensch! dat gij stof zijt, en tot stof zult vergaan.

Zoo roepen mij te dezer plaatse duizende stemmen toe, en gebieden mij als het ware bier stil te staan, ten einde van de dooden ware levenswijsheid te leeren. ■— Hier rust het gebeente mijner overledene medechristenen, mijner ouders, broeders en vrienden, en bier zal ook eens mijne rustplaats zijn. Velen rusten hier reeds eene reeks van jaren, velen eerst sedert korten tijd. —

Hoe velen, welke ik van nabij gekend heb, die mij weldaden hebben bewezen; hoe velen, die ik beleedigd, of aan welke ik aanleiding tot zonde gegeven heb, zag ik bier ten grave dragen! — Zij zijn mij voorafgegaan, en berinneren mij dat ik volgen, — welligt spoedig volden zal.

Mogt ik hierdoor wijzer, beter, godvruchti-ger worden! Hoe kan ik mij op de menschen

-ocr page 602-

590 OEFENINGEN

verlaten, daar de een voor, de andere na wegsterft? Hoe gerust voortleven, daar ik geen oogenblik zeker ben voor den dood? Hier zie ik het ijdele, bet vergankelijke van al bet on-dermaanscbe. Het ligcbaam van den veraebten bedelaar rust bier naast dat van den rijken, van den als bet ware vergoden sterveling, en niemand kan bun gebeente onderscheiden ! Wat is er van bunne vorige scboonbeid en sterkte overgebleven? Niets dan dor gebeente, en ten laatste een handvol stof.

Zoo zal mijn ligcbaam ook eens de spijs dei-wormen worden, en vervolgens tot stof vergaan !

Het zal echter in dien staat niet altijd blijven; gelijk bet graankorreltje in de aarde moet verrotten, opdat uit zijne verrotting een rijke oogst voortspruite, zoo verteren bier de lig-chamen der dooden, voor den dag der opstanding tot de onsterfelijkheid gezaaid. Hier is een ware Godsakker, waar het zaad der onsterfelijkheid verborgen ligt; ginds zal eenmaal een groote oogst zijn; dan zullen de Engelen Gods, de uitverkorenen als korenschoven verzamelen, en in de schuren brengen des hemel-scben Taders, terwijl zij de verworpelingen als onkruid, in het eeuwige vuur zullen werpen.

Ik wil hierom mijn tegenwoordig leven goed doorbrengen, ten einde mij over eene zalige opstanding te mogen verbeugen. Deze vreugde en hoop moet mij tot verbetering des levens, tot geduld en tot pligtsbetrachtiug aansporen;

-ocr page 603-

VOOR DE OVERLEDENEN. 591

en in de vreeze Gods wandelende ^ zal ik niet behoeven te beven bij den aanblik van het graf, trouwens, het zal dan voor mij eene rustplaats zijn, tot dat het bevel des algemeenen regters, de dooden uit de graven zal doen verrijzen.

GEBED.

Gij, die ook eenmaal in het graf hebt gerust, doch uit hetzelve zijt opgestaan, thans eeuwig leeft en het eeuwig leven mededeelt, heerlijk verrezene Jesus! verleen mij de genade, u in mijn leven te volgen, ten einde even gelijk gij te verrijzen ter heerlijkheid. Aan u wil ik toebebooren in mijn leven, bij mijnen dood en in de eeuwigheid. Amen.

EENE ANDERE OVERDENKING OVER DEN DOOD.

Ik zal sterven. Elk jaar, elk uur, elk oogen-blik brengt mij nader bij den dood. Langzaam neemt mijn ligchaam af; en indien ook niet eene ziekte of eenig ongeluk mijnen levensdraad afsnijdt, slepen echter mijne jaren mij ten laatste naar het graf.

Ik zal zeker sterven. O mijn God, welke gewaarwordingen moet deze waarheid in mijne ziel doen geboren worden! De aarde is bijgevolg de plaats mijner bestemming niet; ik ben slechts een pelgrim, een vreemdeling op dezelve ! Hoe ijdel zou dus mijn streven zijn, indien ik slechts voor deze wereld wilde leven!

-ocr page 604-

592 OEFENINGEN

Wat zou het mij baten, rijkdommen te hebben verzameld, daar ik hetzelve eenmaal moet verlaten i Hoe, zou ik mij aan den wellust overgeven, daar ik elk oogenblik door den dood kan verrast worden! Waarom zou ik begeerig zijn naar eerambten, naar den lof der men-schen, daar ook de grooten dezer aarde, de magthebbenden en aanzienlijken eenmaal uit hunne paleizen zullen worden gedragen, en met den verachten bedelaar zullen rusten in het stof? Hoe bewecnenswaardig, hoe verschrikkelijk zou mijne dwaasheid zijn, indien ik, gelijk zoo vele verblinde stervelingen, mijn gansche leven in zorg en arbeid voor de vergankelijke goederen, voor de ijdele vermaken dezer wereld, wilde besteden, en voor het heil mijner eenige, mijner onsterfelijke ziel weinig of in liet geheel niet bekommerd ware? Hoe verschrikkelijk zou mijne wanhoop, hoe bitter en vruchteloos zouden mijne tranen zijn, wanneer ik op mijn sterfbed liggende, met eene kille huivering mijnen afgelegden levensloop beschouwde, en niets, of slechts weinig vond, hetgene mij kon troosten, of het oordeel met vertrouwen doen verbeiden? Wanneer ik tot mij zeiven moest zeggen: ik heb zoo veel gearbeid, zoo menig lijden verduurd, zoo menige opoffering gedaan om aan de menschen te behagen, om een gemakkelijk, zinnelijk leven te leiden, om in de wereld te schitteren, doch de zaligheid mijner onsterfelijke ziel, het eenig noodzakelijke heb ik verwaarloosd! — Neen,

-ocr page 605-

VOOIl DE OVERLEDENEN.

zoo dwaas zal ik niet wezen; ik zal aan mijnen dood denken, en deze overweging zal mij krachtdadig tot het goede aansporen; in het gevaarvol oogen blik van verzoeking, wanneer de duivel, de wereld of het vleesch mij eenen hardnekkigen krijg verklaart, zal ik mij mijn graf voor oogen stellen, en tot mij zelve zeggen : hoe vreeselijk zou deze daad mij op het hart drukken in het uur des doods! Bij elke handeling zal ik mij zei ven vragen: zal dezelve mij op mijn sterfbed eene reden van troost of van wanhoop zijn ? Dit zal mij een krachtig wapen zijn in het uur van verzoeking; dit zal mij aansporen om schatten te verzamelen, waarvan de dood mij niet kan berooven. Op deze wijze zal ik een christelijk, een heilig leven leiden; en dan kan ik met regt hopen, eenmaal zalig te kunnen sterven.

Ik zal eenmaal sterven, doch het ooyenhlik van mijnen dood is onzeker. Er kunnen nog jaren voor mijnen dood verloopen: maar ook deze dag, de eerstkomende nacht kan de laatste zijn. Ik mag derhalve mijne bekeering of de verbetering mijns levens niet uitstellen, ik mag geen oogenblik verzuimen voor het heil mijner onsterfelijke ziel te zorgen, geene gelegenheid laten voorbijgaan, om verdiensten te verzamelen voor den hemel. Ik raag mijnen tijd niet verspillen met de beuzelingen dezer wereld, veel minder met zondige vermaken. Dewijl elke dag de laatste mijns levens zijn kan, moet ik steeds bereid zijn om rekenschap te geven,

593

-ocr page 606-

594 OEFENINGEN

om den beslisseuden stap te doen in de eeuwig-heid, en voor mijnen regter te verscliijnen.

Het uur van mijnen dood is onzeker! Gewig-tige, ontzettende waarheid! hoe zal ik dan m het uur van verzoeking bezwijken? Hoe kan ik mij dan door slechte voorbeelden tot zonde laten verleiden, wanneer ik overweeg: welligt moet ik nog in dit uur voor Gods regterstoel verschijnen ?

I/i zal slechts eemnaal stenen. Groote God ! uit het graf keert niemand weder. Ik zal binnengaan in het huis der eeuwigheid: de hemel of de hel zal voor eeuwig mijn deel zijn? Zoodra mijne ziel het ligchaam verlaten heeft, is mijn lot bepaald voor eeuwig. Indien de dood mij verrast in staat van doodzonde, zal geen berouw, zullen geene tranen mij voor den eeuwigen ondergang kunnen behoeden. Eenmaal verdoemd zijnde, is mijn ongeluk onherstelbaar. Welk een indruk moet deze overweging niet maken op mijn hart! Wat zal het mij dan baten de vermaken en wellusten dezes levens te hebben genoten, in de wereld geëerd te zijn geweest? — Aan u, o deugd, aan u, heilige godsdienst van Jesus wil ik mij vasthouden! Gij alleen kunt mij redden. Ver van mij zij dan voortaan alle zonden! Ik wil God dienen; met zijne genade alle bekoringen overwinnen; zoo veel mogelijk, verdiensten en schatten verzamelen voor de eeuwigheid. Ik wil voortaan mijn hart niet meer hechten aan goederen, waarvan de dood mij kan berooven. De dood

-ocr page 607-

VOOR DE OVERLEDENEN. 595

mag dan onverwacht komen, steeds zal hij mij bereid vinden.

GEBED.

Ja mijn God, van dit oogenblik af wil ik aan mijnen dood denken. U wil ik dienen, en steeds wil ik uwe vriendschap, uwe gunst stellen boven de genoegens en vermaken van dit leven. Zegen dit mijn voornemen; versterk mij met uwe genade, opdat ik u steeds getrouw blijve; dan zal mijn leven aan u behagelijk en mijn dood zalig zijn. Dit smeek ik n, door Jesus Christus, onzen Heer, die de verrijzenis en het leven is. Amen.

-ocr page 608-

OEFENING VAN DEN H. KRUISWEG.

m

en knielt voor het altaar, om zich voor te bereiden : men verwekt eene acte van berouw en bepaald de intentie waarmede men deze oefening wil houden; daarna knielt en zegt men voor iedere statie: wij aan-lidden u, enz.; men vestigt dan zijne oogen op de afbeelding en blijft eenige oogenblikken het daarop voorgestelde geheim overwegen.-Vervolgens zegt men: Onze Vader. — Wees gegroet. O God! wees ons zondaren genadig ! of, indien men de oefening opdraagt voor de overledenen : Heer! geef hun de eeuivige rust, enz Na de laatste statie moet men, om den aflaat te verdienen, zes malen een Onze Vader, Wees gegror.t en Glorie zij den Vader, enz. bidden.

-ocr page 609-

OEFENING VAN DEN H. KRUISWEG. 597

VOORBEREIDING S-GEBED.

O God! ik aanbid mve liefde, wijl gij uwen eenigcn Zoon voor mij ten beste gegeven hebt, en u, lieve Jesus^ bedank ik duizendmaal voor de onbegrijpelijke goedheid, die gij mij hebt bewezen, met voor mij aan een schandelijk kruis te sterven— uit kinderlijke dankbaarheid en wederliefde kom ik hier om u op uwen kruisweg na te volgen.

O God! ontvang volgens uwe barmhartigheid de oefening, welke ik ga beginnen, tot erkentenis van uwe glorie en majesteit, tot dankzegging voor het groote werk der verlossing, tot vergiffenis mijner zonden, tot lafenis der geloovige zielen, tot bekeering der zondaren en geloovigen, tot geluk en zaligheid der levenden en tot volharding der regtvaardigen.

Ik offer u deze oefening op, in vereeniging met de verdiensten van Jesus Christus, van de H. Maagd Maria en van alle heiligen. Ik bid u, barmhartige God, om de aflaten, gunsten en genade, aan de oefening van den kruisweg verbonden, te willen toevoegen, zoo aan mij als aan de geloovige zielen in het vagevuur, bijzonder aan.....

O Jesus! ik werp mij weenende voor uwe voeten neêr, om uwe smarten op den H. kruisweg te overwegen. Helaas! ik zie u, in alle deelen en op alle manieren mishandeld, omdat ik in alle deelen en op alle manieren gezondigd

-ocr page 610-

598 OEFENING

heb. Mijne ziel! aanschouw uwen Jesus, aanschouw zijn H. hoofd, om uwe zondige gedachten , met doornen gekroond, zijne oogen, om uwe zondige blikken, gezwollen van pijn, vol bloed en tranen----zijn gelaat, om de gehechtheid aan uwe, misschien verleidende schoonheid, deerlijk gehavend, besmeurd met bloed

en afzigtelijke uitwerpsels____geheel zijn lig*

chaam, om uwe oneerbare zonden, door geesel-

slagen verscheurd----zijne schouders, om uwe

onbarmhartigheid jegens den armen met het zware kruis beladen____zijne zijde en zijn heilig hart, om uwe onzuivere begeerten, met

eeue lans doorstoken____zijne dorstige tong,

om uwe godslasteringen, onzuivere gesprekken, verwenschingen en dronkenschappen, met gal en azijn gelaafd.... zijne handen en voeten, om uwe oneerbare werken en zondige wegen met nagels doorboord.... O Jesus! hoe smartelijk valt het mij te moeten denken, dat ik jegens u zoo boos, zoo ondankbaar en zoo wreed geweest ben. Ach, hoe spijt mij dit! ik zal mijne zonden beweenen, lieve Jesus! en zorgen u nooit meer te vergrammen.... neen! in eeuwigheid geen zonden meer....

O Maria! blijf aan mijne zijde; geleid mij

op het voetspoor van .Te:-us____en bid nu met

en voor mij. Amen.

O Engel Gods die mijn bewaarder zijt, aan wiens zorg ik door de opperste Goedheid ben toevertrouwd, gewaardig u mij te verlichten, te bewaren, te geleiden en te bestieren. Amen.

-ocr page 611-

VAN DEN H. KRUISWEG.

I. STATIE.

VEEOORBEELING VAN JESUS.

Wij aanbidden u, Christus, en loven u.

Omdat gij door uw kruis de wereld verlost hebt.

De eerste statie stelt ons voor, de zaal in het huis van JPilatus, waar Jes us, met doornen gekroond en drui* pende van bloed, ter dood veroordeeld wordt.

Zie, daar staat Jesus! de oogen vol tranen en bloed ! Zie! hoe nederig hij zijn doodvonnis hoort uitspreken! Helaas! lieve Jesus! hoe menigmaal heb ik u door ligtzinnige, nieuwsgierige en oneerbare oogslagen vergramd ? Hoe

duur moet gij dit betalen.....Ach, lieve Jesus!

dit grieft mij, en doet mij van droefheid wee-nen. O Jesus ! nu heb ik besloten, mijne oogen beter te zullen bewaren, ja nu wil ik lie versterven, dan u weer tranen uit de oogen te persen.

O Maria! bid voor mij, opdat ik altijd mijne oogen van gevaarlijke voorwerpen moge afwenden. Amen.

Onze Vader. Wees gegroet, enz.

Ontferm u onzer, o Heer! ontferm u onzer! God! wees ons zondaren genadig!

Naast het kruis, met schragende oogen, Stond de Moeder diep bewogen,

Daar de Zoon te sterven hingl

599

-ocr page 612-

OEFENINGUS

II. STATIE.

JESÜS HET KRUIS DRAGENDE.

Wij aanbidden u, Christus, en loven u.

Omdat gij door uw kruis de wereld verlost hebt.

Deze tweede statie stelt ons de plaats voor, waar de vijanden van Jesus hem het zware kruishout op de schoudera laadden.

O Jesus! wat smart was het voor u, alle voor uwen kruisdood noodige werktuigen voor uwe voeten te zien brengen! wat angstige rilling verspreidde zich door geheel uw ligchaam, toen men niet alleen de nagels, de hamers, maar ook het kruis u voor de voeten wierp!.... Maar met wat liefde hebt gij alles aangezien en met wat blijdschap hebt gij uw kruis omhelsd, om aan hetzelve te voldoen voor de zonden, die ik helaas! zoo menigmaal, door het aanzien van oneerbare voorwerpen bedreven heb! Ach, lieve Jesus! ik vraag er u vergiffenis voor , en zal voortaan mijne oogen liever op de grootheid uwer smarten en op uw heilig kruis gaan vestigen. Amen.

O Maria! bid voor mij, opdat ik met dezelfde gevoelens die u bezielden, mijne oogen op Jesus en zijn lijden vestigen moge. Amen.

Onze Vader. Wees gegroet, enz.

Ontferm u onzer, o Heer! ontferm u onzer!

God! wees ons zondaren genadig!

600

-ocr page 613-

VAN DEN H. KIWISWEG. 601

Toen haar door het smachtend harte, Overstelpt van wee en smarte, 't Zevenvoudig slagzwaard ging.

III. STATIE.

Wij aanbidden u, Christus, en loven u, Omdat gij door uw kruis de wereld verlost hebt.

bi deze derde statie ziet men den. eersten val van Jesus onder het kruis voorgesteld.

O Jesus! hoe magteloos valt gij hier ter aarde; wat schromelijke lasteringen en ver-weuschingen moest gij toen niet van de joden hooren, en met wat lietde hebt gij dat geleden , om voor de zonden te voldoen, welke ik door mijne ooren bedreven heb. Helaas, lieve Jesus ! ik schepte vermaak in het aanhooren van vloeken, achterklap en onzuivere gesprekken, en daarom zie ik u hier aan de bitterste beschimpingen prijs gegeven. Aeh, hoe spijt mij dit, lieve Jesus! ik zou van droefheid wen-schen te sterven; ten minste beloof ik u, beminnelijke Verlosser! mijne ooren nimmermeer tot kwade gesprekken te leenen.

O Maria! bid voor mij, opdat ik voortaan mijne ooren voor alle gevaarlijke en zondige ^taal moge sluiten, en ze gaarne openstellen voor de verkondiging van het woord Gods, 62 34

1

-ocr page 614-

602 OEFENINGEN

voor goede vermaningen en onderwijzingen, ik 1 Amen. P ^

de i

Onze Vader. Wees gegroet, enz. (jac]

Ontferm u onzer, o Heer! ontferm u onzer! jee(] God ! wees ons zondaren genadig. mjj

te 1

O hoe droevig, hoe vol rouwe, ^

Was die zegenrijkste vrouwe,

Om Gods eengeboren Zoon. moï

van

IV. STATIE.

JESUS ONTMOET ZIJNE MOEDER.

Wij aanbidden u, Christus, en loven u.

Omdat gij door uw kruis de wereld verlost hebt.

Se vierde statie stelt de plaats voor, waar Jesus zijne bedrukte Moeder ontmoette.

O Jesus! welke smart was het voorn, uwe lieve Moeder op den kruisweg te ontmoeten, en haar Moederhart met een zwaard van droefheid te zien doorboren! O Maria! hoe groot was uwe droefheid op dat oogenblik, toen gij uwen beminden Zoon aanschouwdet, kruipende onder zijn kruis,.... maar hoeveel grooter was uw beider smart en droefheid, toen gij dacht aan de oneer, welke ik God zoo dikwijls door mijne zonden heb aangedaan. Helaas, lieve Jesus ! ik heb mijn hart en mijne genegenheden o]) zondige vermaken gesteld, en daarom zie

-ocr page 615-

VAN DEN H. KRUISWEG. 603

ik u hier in droefheid als weggezonken! . . . . O Jesus! O Maria! ik vraag u vergiffenis voor de droefheid, die ik u door mijne kwade gedachten heb aangedaan .... het is mij van harte leed, en ik maak nu het vaste voornemen, om mij nimmer meer met zondige gedachten bezig te houden.

O Maria ! bid voor mij, opdat ik dikwijls moge denken aan uwe droefheid en aan die van Jesus uwen lijdenden Zoon. Amen.

Onze Vader. Wees gegroet, enz.

Ontferm u onzer, o Heer! ontferm u onzer!

God! wees ons zondaren genadig!

Ach! hoe streed zij, ach! hoe kreet zij.

En wat folteringen leed zij,

Bij 't aanschouwen van dien hoon!

Y. STATIE.

SIMON VAN SIRENE HELPT JESUS HET KRUIS DRAGEN.

Wij aanbidden u, Christus, en loven u.

Omdat gij door uw kruis de wereld verlost hebt.

-

In deze statie ziet gij een' voorbijganger, Simon geheeten, gedwongen worden, het kruis van Jesus te ' '

Zoo dan, lieve Jesus ! zijt gij niet in staat, om uw kruis verder te dragen ! Wat oneer was het voor u, niemand te vinden, die u het kruis

-ocr page 616-

604 OEFENINGEN

wilde helpen dragen !----Simon moest er toe

gedwongen worden.

O .Tesus! gij lijdt het, om voor mijnen onwil te voldoen ; ik heb helaas ! uw juk dikwijls afgeschud, en geweigerd de pligten van mijnen staat te vervullen, die gij mij oplegdet. Ach! hoe spijt het mij, u daarom magteloos en verlaten te zien!____ O Jesus! nu wensch ik u

te helpen, mijn kruis te dragen, en de pligten van mijnen staat naauwkeurig te vervullen.

O Maria! bid voor mij, opdat ik voortaan het zoete juk des Heeren, en den last, mij opgelegd, uit liefde tot Jesus drage. Amen.

Onze Yader, quot;Wees gegroet, enz.

Ontferm u onzer, o Heer ! ontferm u onzer!

God ! wees ons zondaren genadig!

Wie of hier niet schreijen zoude,

Die het grievend leed aanschouwde,

Dat Maria's ziel doorsnijdt!

Wie kan zonder meê te weenen,

Christm Moeder hooren stenen,

Daar zij met haar Zoon hier lijdt?

VI. STATIE.

VERONICA WISCHT HET ZWEET VAN JESÜS AANGEZIGT.

Wij aanbidden u, Christus, en loven u.

Omdat gij door uw kruis de wereld verlost hebt.

Deze statie stelt ons het oogenhlik voor, toen Veronica

het aangezigt van Jesus met eenen doek afdroogde.

-ocr page 617-

VAN BEN H. KRUISWEG. 605

0 Jesus! hoe deerlijk is uw sclioon gelaat misvormd, geslagen, bebloed, gewond, bespuwd !----

Yeronica had medelijden met u, lieve Jesus! en zuiverde uw gelaat met ware liefde; maar, helaas! ik heb u nog meer gehavend; ik heb de ingebeelde schoonheid van mijn aangezigt bemind, en misschien menige ziel tot zondige gedachten en begeerten verleid!... wee, mij ongelukkige! waarom heb ik niet liever getracht , mijne ziel te versieren, welke naar uw beeld is geschapen ? O Jesus! dit zal ik nu gaan doen; ik zal niet meer denken, om miju ligchaam op te pronken, maar om mijne ziel met deugden te verrijken!

O Maria! bid voor mij, opdat ik nooit iemand door ijdelen opschik ontstichten en verergeren moge! Amen.

Onze Vader. Wees gegroet, enz.

Ontferm u onzer, o Heer, ontferm u onzer!

God! wees ons zondaren genadig!

Voor de zonden van de zijnen,

Zag zij Jesus zoo in pijnen,

En in wreede geeselstraf.

Zag haar lieven Zoon zoo lijden,

Heel alleen den doodkamp strijden,

Tot hij zijnen geest hergaf.

VIL STATIE.

JESUS TWEEDE VAL ONDER HET KRUIS.

Wij aanbidden u, Christus, en loven u. C2 34.

-ocr page 618-

OEFENINGEN

Omdat gij door uw kruis de wereld verlost hebt.

In de zevende Statie ziet men Jesus aan de poort van Jerusalem, de oordeelspoort genoemd, voor de tweede maal vallen onder het huis,

O Jesus! lioe zijt gij zoo afgemat? Waarom bezwijkt gij onder liet kruis? Gij immers zijt de Heer van hemel en aarde!----O ziel! verwonder u daarover niet; zie, mijn ligchaam is van krachten uitgeput, overal verscheurd, overal vol bloed en wonden, en uu bezwijk ik hier onder het kruis, om voor die zonden te boeten, waaraan gij uw ligchaam en uwe zinnen hebt overgegeven____O Jesus, hoe hard

valt het mij, zulks te moeten hooren! ik ben

dan de oorzaak van uw lijden!----wee mij op-

gelukkige! Genade, Heer Jesus! genade!----

Ik zal voortaan met uwe hulp mijne zinnen bedwingen, en mijn ligchaam kastijden.

O Maria, Moeder der zuiverheid, bid voor mij, opdat ik God voortaan met een zuiver hart moge dienen en beminnen. Amen.

Onze Yader. Wees gegroet, enz.

Ontferm u onzer, o Heer! ontferm u ouzer!

God! wees ons zondaren genadig!

Geef, o Mosder! bron van liefde.

Dat ilc voele wat u griefde,

Dat ik met u mede klaag;

Dat mij 't hart ontgloei' van binnen,

In mijn God en Heer te minnen,

Dat ik hem alleen behaag.

606

-ocr page 619-

VAN DEN H. KRUISWEG.

VIII. STATIE.

607

ost

JERUSALEMS DOCHTERS BEWEENEN JESUS.

Wij aanbidden u, Christus, cn loven u. ■ Omdat gij door uw kruis de wereld verlost : liebt.

De achtste statie toont de plaats, waar Je sus aan

Jerusalems dochters de rampen van haar vaderland voorspelt, terwijl hij tevens woorden van vermaning en vertroosting aan de weenende vrouwen laat hooren,

O Jesus! hoezeer verdient gij ons medelijden om uwe smarten! De vrouwen van Jerusalem dezelve ziende, begonnen luide te weenen. O! dat ook ik met haar over u konde weenen! Doch dit verlangt gij niet, lieve Jesus ! immers ; gij zegt:,, Weent niet over mij maar over u zeiven \en over mve Milderen, — en daarom, dierbare Verlosser! zal ik weenen over mijne zonden en over die van anderen, — over mijne gevoelloosheid jegens mijne behoeftige en lijdende broeders.

O Maria! bid voor mij, opdat ik barmhartig jegens armen en noodlijdenden zij, en zelf eenmaal barmhartigheid verwerven moge. Amen.

Onze Vader. Wees gegroet, enz.

Ontferm u onzer, o Heer! ontferm u onzer!

God! wees ons zondaren genadig!

-ocr page 620-

608 OEFENINGEN

O mogt ik met ziel en zinnen Dankbaar steeds de wonden minnen!

Die hij eens voor mij ontving;

Dat mijn hart de pijn gevoelde,

Die uw lieven Zoon doorwoelde,

Toen hij aan het kruishout hing.

IX. STATIE.

JESUS VALÏ VOOR DE DERDE MAAL.

Wij aanbidden u, Christus, en loven u.

Omdat gij door uw kruis de wereld verlost hebt.

Deze statie stelt voor, hoe Jesus am den Calvarieherg gekomen, ten derden male ter aarde nedervalt.

O Jesus! wie zou geen medelijden met u hebben ! .... reeds voor de derdemaal bezwijkt

gij onder den last des kruises!----voor de

derde maal valt gij magteloos ter aarde! — O Goddelijke Jesus ! hoe zijt gij zoo verzwakt, dat gij niet meer kunt staande blijven? Helaas ! het is om te boeten voor de misstappen mijner

voeten____Ach, lieve Jesus ! hoe dikwijls heb

ik de kerk en godsdienstige oefeningen ont-vlugt, om mij door mijne voeten naar gevaarlijke plaatsen, huizen en personen te laten dragen ! Het is mij leed uit den grond van mijn bart, liefderijke Heiland! en, ik ben bereid, voortaan op den weg uwer geboden te wandelen, dikwijls ter kerk, ter biecht en ter com-

-ocr page 621-

VAN DEN H. KKUISWEG. 609

munie te gaan, en dikwijls u op den kruisweg te volgen.

O Maria! bid voor mij, opdat ik niet be-zvvijke, maar op den regten weg ten einde toe volharden moge. Amen.

Onze Vader. Wees gegroet, enz.

Ontferm u onzer, o Heer! ontferm u onzer! God! wees ons zondaren genadig!

Mogt ik klagen al mijn dagen,

En zijn plagen mede dragen,

Tot mijn jongste stervenssmart!

Met u onder 't kruis te weenen,

Met uw rouwe mij vereenen.

Dat verlangt mijn weenend hart.

X. STATIE.

JESUS WORDT VAN ZIJNE KLEEDEREN ONTBLOOT.

Wij aanbidden u, Christus, en loven u. Omdat gij door uw kruis de wereld verlost hebt.

In de tiende statie zien wij de plaats, waar Jesus van zijne kleederen beroofd, en met gal gelaafd wordt.

Beminnelijke Jesus! hebt gij dan nog niet genoeg geleden ?____ Hoe vernieuwen en verdubbelen zij hier wederom uwe pijnen! Zij rukken uwe kleederen af.... Zij laten u de bitterheid proeven van den gal.... Helaas, goede Jesus! ik heb mijn hart aan de schijn-

-ocr page 622-

610 OEFENING

goederen dezer wereld gehecht; ik ben te zeer op zinnelijke spijzen en dranken gesteld, en daarom moet gij de pijnen der ontkleeding lijden , en de bitterheid van de gal proeven____

Liefderijke Jesus ! nu heb ik bet vaste voornemen gemaakt nimmer meer mijn hart aan eenige schijngoederen, aan sjnjs of drank te hechten. ... Neen, lieve Jesus ! mijn hart is voor u, ik geef het u, bind het door de liefde voor altijd aan n.

O Maria! bid voor mij, opdat ik alleen naar Jesus en de eeuwige goederen moge verzuchten. Amen.

Onze Vader. Wees gegroet, enz.

Ontferm u onzer, o Heer! ontferm u onzer!

God! wees ons zondaren genadig!

Maagd der maagden! nooit volprezen, Wil nu niet mij tegen wezen.

Laat mij treuren aan uw zij!

XI. STATIE.

JESUS WOEDT AAN HET KRUIS GENAGELD.

quot;Wij aanbidden u, Christus, en loven u.

Omdat gij door uw kruis de wereld verlost hebt.

Deze elfde statie bevat het bloedig tooneel der kruisiging in tegenwoordigheid der bedrukte Moeder,

O Jesus ! wat schromelijke pijnen moest gij lijden, toen zij uwe handen en voeten doorna-

-ocr page 623-

VAN DEN H. KRUISWEG. 611

geldeu! Eene pijnlijke traan rolde u langs de wangen; een bittere zucHt, als die eens stervenden, ontvlood uwe borst!____ Ik, ongelukkige ! ik ben een dier wreedaards geweest,---- ik heb mijne handen tot kwade

werken gebruikt.... ik heb mijne voeten op den weg der boosheid gesteld; hoezeer moet gij nu voor die zenden boeten! Beminnelijke

Jesus! wees mij genadig---- ik lig hier wee-

nende voor uw kruis, en smeek u om barmhartigheid! ik beloof u, mijne handen en voeten voortaan niet meer tot zondige werken te zullen gebruiken. Ja, ik beloof het u, goede Jesus! en ik meen het uit den grond van mijn hart.

O Maria! bid voor mij, opdat ik voortaan mijne handen en voeten ten dienste en tot eere van God moge bezigen. Amen.

Onze Vader. Wees gegroet, enz.

Ontferm u onzer, o Heer! ontferm u onzer!

God! wees ons zondaren genadig!

quot;Wil mij van uw' Zoon verwerven,

Dat ik zijne smart mag erven,

En eens sterven zoo als hij.

XII. STATIE.

JESUS STERFT AAN HET KRUIS.

Wij aanbidden u, Christus, en loven u.

Omdat gij door uw kruis de wereld verlost hebt.

-ocr page 624-

OEFENING

goederen dezer wereld gehecht; ik ben te zeer op zinnelijke spijzen en dranken gesteld, en daarom moet gij de pijnen der ontkleeding lijden, en de bitterheid van de gal proeven____

Liefderijke Jesus ! nu heb ik het vaste voornemen gemaakt nimmer meer mijn hart aan eenige schijngoederen, aan spijs of drank te hechten. ... Neen, lieve Jesus ! mijn hart is voor u, ik geef het u, bind het door de liefde voor altijd aan u.

O Maria ! bid voor mij, opdat ik alleen naar Jesus en de eeuwige goederen moge verzuchten. Amen.

Onze Vader. Wees gegroet, enz.

Ontferm u onzer, oHeer! ontferm u onzer !

God! wees ons zondaren genadig!

Maagd der maagden! nooit volprezen, Wil nu niet mij tegen wezen.

Laat mij treuren aan uw zij!

XI. STATIE.

JESUS WORDT AAN HET KRUIS GENAGELD.

quot;Wij aanbidden u, Christus, en loven u.

Omdat gij door uw kruis de wereld verlost hebt.

Deze elfde statie hevat het bloedig tooneel der kruisiging in tegenwoordigheid der bedrukte Moeder,

O Jesus! wat schromelijke pijnen moest gij lijden, toen zij uwe handen en voeten doorna-

610

-ocr page 625-

VAN DEN H. KRUISWEG. 611

geldeu! Eene pijnlijke traan rolde u langs de wangen; een bittere zucht, als die eens stervenden, ontvlood uwe borst!____ Ik ^ ongelukkige ! ik ben een dier wreedaards geweest,---- ik heb mijne banden tot kwade

werken gebruikt.... ik heb mijne voeten op den weg der boosheid gesteld; hoezeer moet gij uu voor die zonden boeten ! Beminnelijke

Jesus! wees mij genadig----ik lig hier wee-

nende voor uw kruis, en smeek u om barmhartigheid! ik beloof u, mijne handen en voeten voortaan niet meer tot zondige werken te zullen gebruiken. Ja, ik beloof het u, goede Jesus! en ik meen het uit den grond van mijn hart.

O Maria ! bid voor mij, opdat ik voortaan mijne handen en voeten ten dienste en tot eere van God moge bezigen. Amen.

Onze Vader. Wees gegroet, enz.

Ontferm u onzer, o Heer! ontferm u onzer!

God! wees ons zondaren genadig!

Wil mij van uw' Zoon verwerven,

Dat ik zijne smart mag erven,

En eens sterven zoo als hij.

XII. STATIE.

JESUS STERFT AAN HET KRUIS.

Wij aanbidden u, Christus, en loven u.

Omdat gij door uw kruis de wereld verlost hebt.

-ocr page 626-

612 OEFENING

Hier staart het oog op het opgeheven kruis, waaraan Jeius sterft, op den Berg Calvarië.

O Jesus! in welke diepte van lijden waart

gij in uw sterfuur weggezonken!----Helaas!

ik zie u hier in de volheid der smarten sterven zonder eenigen troost! O beminnelijke Jesus! hoe bitter was uw dood! wat smart is het voor mij, te moeten denken, dat ik zelf, u al dat lijden en dien bitteren doodstrijd berokkend heb____Helaas! ik heb mijn leven aan de zonden en aan den duivel toegewijd — en nu sterft gij, beminnelijke Jesus! opdat ik niet voor mij zei ven, noch voor de wereld, noch voor den duivel, maar alleen voor God zoude leven.

O Jesus! ontvang van dit oogenblik af, geheel mijn leven____O Jesus! leef altijd in mij;

leef in mijne gedachten, leef in mijne woorden, leef in mijne werken.

O Maria, bid voor mij, opdat ik den dood van Jesus en dien mijner ziel beweenen, en geheel voor God leven moge. Amen.

Onze Yader. Wees gegroet, enz.

Ontferm u onzer, o Heer! ontferm u onzer!

God! wees ons zondaren genadig!

Laat, doorwond van 't godlijk lijden,

Me in zijn kruishout steeds verblijden,

Om de liefde van uw' Zoon.

XIII. STATIE.

JESUS ONTZIELD LIGCHAAM IN MAMA'S SCHOOT.

Wij aanbidden u, Christus, en loven u.

-ocr page 627-

van den h. kruisweg. 613

Omdat gij door uw kruis de wereld verlost hebt.

In deze statie wordt de ufneTiiinf/ vun het kruis en de

nederlegging van het ligchaam in den schoot van Maria, ter overweging voorgesteld.

O Maria! met welke aandoening hebt gij het ligchaam van Jesus in uwe armen genomen, en aan uw hart gedrukt! Ach! in wat droefheid zie ik u daar zitten ! mij dunkt, dat gij u teregt over mij beklaagt, zeggende: „O mensch! „wat heeft mijn Zoon u gedaan, of waarin „heeft hij u bedroefd, dat gij hem zoo mishan-„deld en ten dood gebragt hebt ? Zie hem door „u\ae zonden met doornen gekroond, zijne „handen en voeten zijn doornageld, geheel zijn „ligchaam is verscheurd, in de grootste schan-

„de en de hevigste pijnen is hij gestorven____

„O mensch! zeg mij, wat heeft mijn Zoon u „gedaan, om tegen hem zoo wreed te zijn?....quot;

O Maria, lieve Moeder! wat zal ik u antwoorden ? uwe klagteu zijn al te gegrond! uw Zoon heeft mij als kind bemind, maar helaas!

ik ben weerspanning tegen hem geworden____

Ach, hoe spijt mij dit! hoe vurig wensch ik alles te herstellen, mijne ziel door eene opregte biecht te zuiveren, en Jesus in mijn hart te ontvangen en te dragen!

O Maria, mijne lieve Moeder, bid voor mij, opdat ik mijne wederspannigheid boeten, en altijd voor Jesus leven moge. Amen.

Onze Vader. Wees gegroet, enz.

02 quot; 35

-ocr page 628-

OEFENING

Ontferm u onzer, o Heer! ontferm u onzer!

God! wees ons zondaren genadig!

Dan in wederliefde ontstoken,

Worde ik door u voorgesproken,

Moeder! voor zijn regtertroon.

XIV. STATIE.

JESUS WORDT JN HET GRAF GELEGD.

quot;Wij aanbidden u, Christus, en loven u.

Omdat ffii door uw kruis de wereld verlost hebt.

In deze laatste statie ziet men het graf, waarin het ligchaam van Jesus Christus hegraven wordt.

Beminnelijke Jesus! wordt gij nu in het graf gelegd en voor altijd aan mijne oogen onttrokken? Ach! nu begrijp ik eerst regt de groote boosheid der zouden; want zij heeft u aan mij ontroofd. Ach, dat ik ze nooit gekend hadde! Ach, dat ik ze dag en nacht konde beweenen! Ach, dat ik ze als een wreed dier steeds vlugtte! Ja, lieve Jesus! bij u wil ik rusten, en mij daar tegen de zonden beschermen. Ik zal mij aan uw graf nederwerpen, mijne zonden daarin begraven, om een nieuw leven van u te ontvangen! Genadige Jesus! laat mij bij u rusten

in het graf____Genadige Jesus! wees mij daar

een schild tegen mijne vijanden!

O Maria! bid voor mij, opdat ik de wereld,

614

-ocr page 629-

VAN DEN H. KRUISWEG. 615

hare bekoorliiklieden en gevaren ontvlugten, en met Jesus een nieuw leven voor hem beginnen moge. Ameu.

Onze Vader. Wees gegroet, enz.

Ontferm u onzer^ o Heer! ontferm u onzer.

God! wees ons zondaren genadig!

Maak dat mij het kruis bsware,

Maak dat Christus' dood mij spare,

Dat hij mij gena bewijz';

En als 't ligchaam eens zal sterven,

Doe mij dan de glorie erven,

Van het hemelsch Paradijs.

SLUIT-GEBED.

Ik zeg u hartelijk dank, lieve Jesus! voor de genade, gedurende deze heilige oefening ontvangen! Ik vraag u vergiffenis voor de oneerbiedigheden waaraan ik mij mogt schuldig gemaakt hebben.

O Jesus! ik sta beschaamd, nu ik zie, dat gij zoo veel voor mijne zonden geleden hebt. Helaas, lieve Jesus ! ik heb door alle zintuigen tegen u gezondigd, en daarom zie ik u geheel in alle deelen van uw heilig ligchaam verscheurd en vaneen gereten____ Wee mij, ellendige!----O Jesus! hoe hebt gij mij zoo lang

kunnen dulden? ik heb verdiend, voor eeuwig van ii verstooten en verworpen te worden; maar uwe goedheid heeft mij gespaard, en toch blijf ik u ondankbaar; mij dunkt, ik hoor u

B

-ocr page 630-

616 OEFENING VAN DÉN H. KRUISWEG.

klagende zeggen: „mijn Zoon! wat heb ik u „misdaan, of waarin heb ik u bedroefd, dat gij „zoo tegen mij zondigt? Zie, er is geen gezond „lidmaat in geheel mijn ligchaam te vindenj „uit liefde tot u, heb ik mijn bloed en leven „ten beste gegeven; zeg dan, mijn Zoon, wat „heb ik u misdaan, of waarin heb ik n bedroefd, dat gij zoo tegen mij zondigt.quot;

O Jesus, wat zal ik u antwoorden? Ik zwijg en bloos en zal over mijne zonden weenen .... ik beloof u, lieve Jesus 1 nooit meer te willen zondigen. Ach, dat ik mijne voorgaande zonden door cene opregte boetvaardigheid herstellen konde! O Jesus! ik geef mij geiieel aan u,

om alleen voor u te leven----ontvang mijne

ziel en mijn ligchaam, ontvang mijn verstand, mijn geheugen, mijnen wil; ontvang mijne verzuchtingen, mijne hartkloppingen en ademhalingen; ontvang mijne gansche vrijheid en alles wat in mij is; ontvang mijne zintuigen: het gezigt, het gehoor, den reuk, den smaak en de spraak; de gedachten, de begeerten, de werken der handen en den gang der voeten; ontvang dit alles, lieve Jesus! ik offer mij geheel aan u op. O hoe zoet is het, u te dienen en voor u tc leven. Lieve Jesus, ik heilig mij van dit oogenblik geheel aan uwe dienst toe. O Jesus, sta mij bij; want uit mij zeiven ben ik zoo zwak, en altijd tot zonden geneigd.

O Maria! bid voor mij, opdat ik geheel en alleen voor Jesus moge leven. Amen.

-ocr page 631-

OEFENING- VAN DEN ROZENKRANS.

BEMERKINGEN.

uyti eer en meer erkent en gevoelt men, dat het (qJJJJJ [[, gebed van den rozenkrans een der uitmuntendsto gebeden is, oen geestelijke krans van rozen, èfVW ter eere van onzen Verlosser en zijne zegenrijke Moeder gevlochten; dat het is eene oefening om ons geloof te versterken, onze godvrucht te vermeerderen en om ons de grootste geestelijke vruchten te verwerven,

Vooroordeelen tegen het heilzame gebruik van den rozenkrans, als zou eene gedurige herhaling der zelfde gebeden de aandacht verstrooijen, of zou het moer eene oefening voor onwetenden zijn, zien wij, Gode zij dank I door eene steods warmere en heiliger voreering der Moeder- Maagd geheel verdwijnen.

De H. Kerk gebiedt, wel is waar nergens, den rozenkrans te bidden — maar, zij hecht er groote waarde aan en kent er onwaardeerbare verdiensten aan toe, waarom zij dit gebed dan ook uitdrukkelijk aanbeveelt en er zelfs de rijkste aflaten aan verleende.

-ocr page 632-

OEFENINGEN

Behoeven wij nogm eer, om het heilzame der rozenkrans-oefening aan te bevelen? Voorzeker, neen! —. maar laat ons nog zien hoe voortreffelijk de gebeden van den rozenkrans zeiven zijn.

Wij beginnen met eene belijdenis van ons geloof. Als ootmoedige kinderen verklaren wij te gelooven, wat wij zien noch begrijpen kunnen; wij onderwerpen ons aan hetgeen God openbaarde , Christus zelf ons geleerd heeften zijne Kerk ons voorstelt te gelooven.

Voorts bidden wij het Gebed des Heeren: want Jesus sprak tot zijne leerlingen: „Wanneer gij bilt, „Zegt dan : Onze Vader die in de hemelen zijt.quot; Dit is immers de sehoonte, de teederste bede, van geen menschelijk vernuft uitgegaan, maar ons door den Zoon Gods geleerd. Het bevat al wat wij tot God spreken , van hem bidden mogen.

Dan bidden wij de Groete des Engels, bestaande vooreerst uit de hemelsehe woorden, door den Aartsengel Gabriel, op Gods bevel tot de H. Maagd Maria gesproken; ten anderen , uit die, waarmede Elisabeth hare bovenal gezegende nieht begroette, en ten derde, uit het gebed, hetwelk de kerk er in later tijd heeft bijgevoegd. — O, met welk eene liefde en eerbied moeten wij tot de allerheiligste Maagd doordrongen zijn, wanneer wij haar met de wooiden begroeten, die niet alleen voor haar, maar voor het geheele meuschdom zoo gezegend waren.

Eindelijk besluiten wij elk tiental met „Eere zij den Vader, enz.quot; als eene uitboezeming tot lof der allerheiligste Drievuldigheid, die wij eenmaal in het koor der zalige Hemelingen hopen te verheerlijken.

Het is onnoodig over de zegeningen, welke uit het krachtvolle gebed van den rozenkrans voortvloeijen, verder uit te weiden. Elk christen, die ook slechts eenige malen in teedere godfrucht de Groete des Engels heeft kunnen bidden , gevoelt zelf, en weet het, dat door het gebed van den rozenkrans vele zondaren bekeerd , vele ongelukken voorkomen en vele overwinningen behaald worden, — kortom, dat er vele wonderen ten alle tijde door bewerkt zijn, die in de ge-

618

-ocr page 633-

VAN DEN ROZENKRANS. 619

schiedenis opgeteekend , dikwijls door de onwedersprequot; kelijkste bescheiden gestaafd zijn.

Hoewel het gebed van den rozenkrans bestaat ait de Geloofsbelijdenis en vijftien maal tien Wees gegroeten , elk tienmaal door een Ome Vader voorafgegaan, terwijl men daarbij iets uit het leven, lijden en de glorie van Jesus en van de allerheiligste Maagd Maria behoort te overdenken, zoo zal men het als heilzaam en voor-deelig erkennen', als men de overweging der vijf blijde, droevige en glorierijke geheimen, volgens het bijgevoegde voorschrift overweegt; vooreerst, omdat velen tot eigen overwegingen geene geschiktheid bezitten, en die overwegingen, toch zoo noodzakelijk bij 't gebed van den rozenkrans , anders niet zelden zouden worden nagelaten; ook omdat men bij het herhaaldelijk lezen dier bespiegelingen minder in verstrooijing geraakt, en omdat ons hot hven en lijden des Zaligmakers en de verhevene waardigheid zijner zegenrijke Moeder duidelijker voor den geest gebragt wordt, dan bij eene bloot uitwendige beschouwing.

Wie Jesus bemint, die moet Maria beminnen; wie Maria teederlijk bemint, die zal alzoc geene moeije-lijkheid vinden, haar dagelijks door eene zoo heilige oefening te eeren. Indien wij nu verlangen, dat zij ons van haren Zoon de kroon van glorie helpe bekomen , laten wij het ons dan vervolgens tot eenen pligt achten haar deze soort van kroon aan te bieden, welke zij aan den H. Dominicus betuigde, dat haar het aangenaamste was.

Voor dat wij het rozenkrans-gebed beginnen, moeten wij ons tot eene godsdienstige stemming trachten op te wekken, en ons in de tegenwoordigheid Gods plaatsen. l)an make men de intentie, waarmede men het gebed wenscht op te dragen.

Men kan bijv. den rozenkrans bidden, met de volgende meening.

le, ïot lof en verheerlijking der Allerheiligste Drievuldigheid.

2e. Om God voor zijne ontelbare weldaden te bedanken.

-ocr page 634-

620 oefeningen

Sc. Tot vereering der H. Moeder Gods, of om zich in hare bescherming of voorspraak aan te bevelen. 4C. Om vergifïenis onzer zonden.

5e. Om zekere gave of genade deelachtig te worden, of deze of gene deugd te verwerven.

gebed tee voorbereiding.

Open, Heer, mijn mond om uwen naam te verheerlijken: zuiver mijn hart van alle ijdele en zondige gedachten: verlicht mijn verstand en vooral mijn hart met uavc genade, opdat ik het Eozenkransgebed waardig, aandachtig en godvruchtig volbrenge, opdat mijn smeeken verhoord worde voor 't aanschijn uwer Goddelijke Majesteit, en deze oefening mij ter zaligheid voordeelig zij. Door Christus, onzen Heer. Amen.

Heer Jesus, in vereeniging met het gevoel, waarmede gij op aarde uwen hemelschen Vader geloofd hebt, wen sell ik de volgende gebeden op te dragen.

f In den naam des Vaders, en des Zoons,

en des H. Geestes. Amen.

v. Gewaardig, dat ik u love, o H. Maagd. a. 8chenk mij sterkte tegen uwe vijanden, v. O God, let op te mijner hulpe. a. Heer, spoed u, om mij te helpen, v. Eere zij den Yadej, en den Zoon, en

den H. Geest.

a. Gelijk het was in den beginne, en nu, en altijd, en in alle eeuwigheid. Amen.

-ocr page 635-

VAN DEN EOZENKEANS.

OEFENING OJI DEN H. ROZENKRANS TE LEZEN.

t lu den naam des Vaders, en des Zoons, en des H. Geestes. Amen.

Ih geloof m God den Vader, enz.

Here zij den Vader, enz.

Onze Vader, enz.

Ik groet u, Dochter van God den Vader.

Wees geyroet, enz.

Ik groet u, Moeder van God den Zoon.

Wees gegroet, enz.

Ik groet ii. Bruid van God den H. Geest. Wees gegroet, enz.

Here zij den Vader, enz.

DE VIJF BLIJDE GEHEIMEN.

I. De boodschap des Engels.

De namen van Jesus en Maria zijn gezegend van nu af tot in eeuwigheid. Onze Vader, enz.

1. De H. Drievuldigheid heeft toegestemd in de menschwording van Christus. Wees gegroet, enz.

2. Maria is tot Moeder van Christus uitverkoren. Wees gegroet, enz

3. De Engel Gabriël brengt Maria de blijde boodschap. Wees gegroet, enz.

4. Maria verrigtte haar gebed in de afzondering. Wees gegroet, enz.

03 35.

621

-ocr page 636-

OEFENING

5. De Engel zeide: „Wees gegroet vol van genade, de Heer is met ulquot; Wees ge-gegroet , enz.

6. Maria was verbaasd, toen zij den Engel hoorde. Wees gegroet, enz.

7. De Engel zeide : „Vreest niet, Maria; want gij zult ontvangen van den H. Geest.quot; Wees gegroet, enz.

8. Maria zeide: „Zie de dienstmaagd des Heeren — Mij geschiede naar uw woord.quot; Wees gegroet, enz.

9. Maria is van den II. Geest overschaduwd geworden, Wees gegroet, enz.

10. Én het Woord is vleesch geworden en heeft onder ons gewoond. Wees gegroet, enz. Eere zij den Vader, enz.

11. Het bezoek van Maria aan hare nicht Elisabeth.

De namen van Jesus en Maria zijn gezegend van nu af tot in eeuwigheid. Onze Vader, enz.

1. Maria gaat uit ootmoedigheid hare nicht Elisabeth bezoeken. Wees gegroet, enz.

2. Maria wordt door den H. Geest bestierd. Wees gegroet, enz.

3. Maria in haast opstaande gaat over 't gebergte. Wees gegroet, enz.

4. Maria werd met veel liefde door hare nicht Elisabeth ontvangen. Wees gegroet, enz.

5. De H. Joannes is gezuiverd en van blijdschap opgesprongen in den schoot zijner Moeder. Wees gegroet, enz.

622

-ocr page 637-

VAN DEN ROZENKRANS. 623

6. Elisabeth zeide: „Gezegend is de vruchr uws ligcliaams lquot; Wees gegroet, enz.

7. Maria heeft uitgeroepen: „Mijne ziel verheft den Heer!quot; Wees gegroet, enz.

8. Elisabeth zeide : „Welk een geluk geschiedt mij, dat de Moeder des Heeren tot mij komt!quot; Wees gegroet, enz.

9. Het huis van Zacharias is door de komst van Jesus en Maria gezegend. Wees gegroet, enz.

10. Maria heeft hare nicht drie maanden met veel liefde gediend. Wees gegroet, enz. Eere zij den Vader, enz.

III. De geboorte van Christus.

De namen van Jesus en Maria zijn gezegend van nu af tot in eeuwigheid. Onze Vader, enz.

1. Maria heeft gebaard en zij is Maagd gebleven. Wees gegroet, enz.

2. Maria heeft Jesus in een stal gebaard en in doeken gewonden. Wees gegroet, enz.

3. Maria heeft Jesus met veel liefde en verwondering aanschouwd. Wees gegroet, enz.

4. Maria heeft Jesus omhelsd en aan haar hart gedrukt. Wees gegroet, enz.

5. Maria heeft Jesus met hare heilige borstcu gevoed. Wees gegroet, enz.

6. Maria heeft Jesus in een krib gelegd, door Josef daartoe bereid. Wees gegroet, enz.

7. Jesus lag op hooi en stroo, tusschen den os en den ezel. Wees gegroet, enz.

-ocr page 638-

OEFENING

8. De Engelen bebben gezongen : Eere zij God in den allerlioogsten, en vrede op aarde den menschen, die van goeden wil zijn. Wees gegroet, enz.

9. De herders zijn het goddelijk Kind komen bezoeken. Wees gegroet, enz.

10. De drie Wijzen zijn het Kind komen aar-bidden en hebben hunne giften geofferd. Wees gegroet, enz.

Eere zij den Vader, enz.

IV. De opoffering van Christus in den tempel.

De namen van Jesus en Maria zijn gezegend van nn af tot in eeuwigheid. Onze Vader, enz.

1. Maria gaat om haar kind te offeren. Wees gegroet, enz.

2. Jesus en Maria onderwerpen zich aan de wet. Wees gegroet, enz.

3. Maria gaat langs inoeijelijke wegen naar Jerusalem. Wees gegroet, enz.

4. Maria heeft Jesus op hare armen gedragen. Wees gegroet, enz.

5. Maria volgt biddend haren weg. Wees gegroet, enz.

6. Maria heeft Jesus in den tempel opgeofferd. Wees gegroet, enz.

7. Maria heeft aan de wet voldaan met de offergift der armen. Wees gegroet, enz.

8. Anna was verheugd, dat hare voorzegging volbragt werd. Wees gegroet, enz.

624

-ocr page 639-

I

VAN UEN KOZEN KRANS. 625

9. De oude Simeon heeft Jesus omhelsd en op zijne nrmcn gedragen. Weesgegroet, enz.

10. Simeon zeide : „Heer ! laat nu uwen dienaar in vrede gaan volgens uw woord!quot; Wees gegroet, enz.

Eere zij den quot;Vader, enz.

V. De vinding van 't verloren kind Jesus.

De namen van Jesus en Maria zijn gezegend van nu af tot in eeuwigheid. Onze Yader, enz.

1. Maria heeft haar lief Kind verloren. Wees gegroet, enz.

2. Maria heeft haren schat gemist. Wees gegroet, enz.

3. Maria heeft hem met veel droefheid gezocht. Wees gegroet, enz.

4. Maria heeft Jesus langs alle wegen en straten gezocht. AV ees gegroet, enz.

5. Maria heeft Jesus na drie dagen gevonden. Wees gegroet, enz.

6. Maria vindt Jesus in den tem pel. Wees gegroet, enz.

7. Jesus, twaalf jaren oud zijnde, ondervraagt en verbaast de leeraren. Wees gegroet, enz.

8. Maria zeide: „Zoon! waarom hebt gij ons bedroefd ?quot; Wees gegroet, enz.

9. Jesus is met hen gegaan en was hun onderdanig. Wees gegroet, enz.

10. Maria bewaarde al de woorden in haar

-ocr page 640-

626 OEFENING

hart, welke Jesus tot haar sprak. Wees

gegroet , enz.

Eere zij de Vader, enz.

GEBED.

O Maria, allergoedertierenste Moeder! verkrijg voor mijn hart eene ware droefheid en voor mijne oogen tranen van berouw, om te beweenen, dat ik Jesus zoo dikwerf door dc zonden verloren heb j verwerf mij de genade , dat ik hem wedervinden en altijd behouden moge. Amen.

DE VIJF DROEVIGE GEHEIMEN.

I. Benaauwdheid van Christus in den hof der Olijven.

De namen van Jesus en Maria zijn gezegend van nu af tot in eewigheid. Onze Vader, enz.

1. Jesus gaat naar den hof der Olijven. Wees gegroet, enz.

2. Jesus valt plat tor aarde neder. Wees gegroet, enz.

3. Jesus volhardt in het gebed. Wees gegroet, enz.

4. Jesus is bedroefd tot den dood. Wees gegroet, enz.

5. Jesus zweet water en bloed. Wees gegroet, enz.

7. Jesus stelt zijn wil ia den wil van zijnen hemelschen Vader. Wees gegroet, enz.

-ocr page 641-

VAN DEN IIOZENKIIANS.

7. Jesus vermaant zijne leerlingen om te waken en te bidden. Weesgegroet, enz.

8. Jesus wordt van zijnen apostel Judas door een^ kus geleverd. Wees gegroet, enz.

9. Jesus wordt van zijn bemind volk gevangen. Wees gegroet,, enz.

10. Jesus wordt op eene wreede wijze gebonden en van den eenen regter tot den anderen voortgesleurd. Wees gegroet, enz.

Zoo lief lieeft God den mensch geliad, dat liij zijn eenigen Zoon niet gespaard, maar hem heeft overgeleverd tot den dood, ja tot den dood des kruises.

II. De geeseling van Christus.

De namen van Jesus en Maria zijn gezegend van nu af tot in eeuwigheid. Onze Vader, enz.

1. Jesus werd van de Joden aan de Heidenen overgeleverd. Wees gegroet, enz.

2. Jesus werd bij Pilatus valsch beschuldigd. Wees gegroet, enz.

3. Jesus werd door zijn volk achter Barabbas gesteld. Wees gegroet, enz.

4. Jesus, hoewel onschuldig verklaard zijnde, werd geleverd om gegeeseld te worden. Wees gegroet, enz.

5. Jesus werd van zijne kleederen beroofd. Wees gegroet, enz.

6. Jesus stond daar geheel ontbloot. Wees gegroet, enz.

627

-ocr page 642-

628 OEFENING

7. Jesus werd aan eene kolom gebonden. Wees gegroet, enz.

8. Jesus werd wreedelijk gegeeseld. Wees gegroet j enn.

9. Jesus bloed vloeit langs de aarde. Wees gegroet, enz.

10. Jesus is gewond om onze zonden. Wees gegroet, enz.

Zoo lief heeft God, enz.

III. De krooning van Christus.

De namen van Jesus en Maria zijn gezegend van nu af tot in eeuwigheid. Onze quot;Vader, enz.

1. l)e soldaten hebben voor Jesus eene doornen kroon gemaakt. Weesgegroet, enz.

2. Zij hebben de doornenkroon in Jesus1 hoofd gedrukt. Wees gegroet, enz.

3. Jesus' hoofd werd aan alle kanten doorwond. ,Wees gegroet, enz.

4. Jesus voorhoofd werd met bloed bedekt. Wees gegroet, enz.

5. Jesus werd met eenen purperen mantel bespot. Wees gegroet, enz.

6. Zij hebben Jesus een riet voor scepter in de hand gegeven. Wees gegroet, enz.

7. Zij hebben met dat riet op het gekroonde hoofd van Jesus geslagen. Wees gegroet, enz.

8. Zij hebben in 't heilig aangezigt van Jesus gespuwd. Wees gegroet, enz.

-ocr page 643-

VAN DEN KOZENKfiANS.

9. Jesus werd met smaadredenen overladen. Wees gegroet, enz.

10. Pilatus heeft Jesus aan 't volk vertoond, zeggende : „ziet den menscli lquot; Wees gegroet, enz.

Zoo lief heeft God, enz.

IV. De kruisdraging van Christus.

De namen van Jesus en Maria zijn gezegend van nu af tot in eeuwigheid. Onze Vader, enz.

1. Jesus werd veroordeeld om gekruist te worden. Wees gegroet, enz.

3. Jesus heeft zijn kruis met liefde omhelsd. Wees gegroet, enz.

3. Jesus heeft het kruis op zijne doorwonde schouderen gedragen. Wees gegroet, enz.

4. Jesus werd tusschen twee moordenaars heengeleid. Wees gegroet, eiiz.

5. Jesus bezweek onder het kruis om onze zonden. Wees gegroet, enz.

6. Jesus met het kruis beladen, ontmoette zijne diepbedroefde Moeder. Wees gegroet, enz.

7. Jesus werd beweend door de godvruchtige vrouwen van Jerusalem. Wees gegroet, enz.

8. Jesus zcide; „handelt men dus met het groene hout, wat zal dan met het dorre geschieden.quot; Wees gegroet, enz.

9. Niemand wilde Jesus zijn kruis helpen dragen. Wees gegroet, enz.

629

-ocr page 644-

630 OEIENING

10. Jesus beklom voor ons den berg Calvarië Wees gegroet, enz.

Zoo lief heeft God, enz.

V. De kruisdraging van Christus.

De namen van Jesus en Maria zijn gezegend van nu af tot in eeuwigheid. Onze Vader, enz.

1. Jesus werd wreedelijk aan 't kruis uitgerekt. Wees gegroet, enz.

2. Jesus' handen en voeten werden doorna-geld. Wees gegroet, enz.

3. Jesus werd aan 't kruis opgerigt, en Jt bloed vloeide uit zijne wonden. Wees ge. groet, enz.

4. Jesus bad voor zijne vijanden. Wees ge-gegroet, enz.

5. Jesus beloofde den moordenaar het paradijs. Wees gegroet, enz.

6. Jesus beval den H. Joannes aan zijne Moeder. Wees gegroet, enz.

7. Jesus dorst hebbende, werd met gal en azijn gelaafd. Wees gegroet, enz.

8. Jesus heeft uitgeroepen: „Mijn God, mijn God! waarom hebt gij mij verlaten!quot; Wees gegroet, enz.

9. Jesus zeide: „het is volbragt!quot; Wees gegroet, enz.

10. Jesus heeft den geest gegeven en zijn hart voor ons laten openen. VVees gegroet, enz. Zoo lief heeft God, enz.

-ocr page 645-

VAN DEN EOZEKNKANS.

GEBED.

O Jesus! ik bid u door al uwe smarten en door uw bitteren dood, door uw doornagelde handen en voeten, doorboorde zijde en door al uwe gezegende wonden, ontferm u mijner! en druk uw heilig lijden zoo diep in mijn hart , dat ik in niets behagen scheppe, dan in u, mijn dierbare Jesus, die voor mij den kruisdood hebt ondergaan. Amen.

DE VIJF GLORIERIJKE GEHEIMEN.

I. De verrijzenis van Christus.

De namen van Jesus en Maria zijn geze-zegend van nu af tot in eeuwigheid. Onze Yader, enz.

1. Jesus is ten derden dage heerlijk verrezen. Wees gegroet, enz.

2. Jesus heeft den dood en de hel overwonnen. Wees gegroet, enz.

3. Jesus heeft de Oud-Vaders getroost en verlost. Wees gegroet, enz.

4. Jesus heeft zijne Moeder verblijd. Wees gegroet, enz.

5. Jesus is als een hovenier aan Maria Mag-delena verschenen. Wees gegroet, enz.

6. Jesus heeft zich aan Petrus vertoond. Wees gegroet, enz.

7. De leerlingen van Emaus zeiden: „waren onze harten niet van liefde brandende.

631

-ocr page 646-

OEFENING

toen hij tot ons sprak?quot; Wees gegroet, enz.

8. Jesus stond in 't midden zijner leerlingen en wen sell te hun allen den vrede. Wees gegroet, enz.

9. Jesus toonde zijne wonden aan den H. Thomas. Wees gegroet, enz.

10. Thomas riep uit: „O mijn Heer en mijn God!quot; Wees gegroet, enz.

Geloofd en gezegend zij ten allen tijde het allerheiligst en goddelijk Sacrament des Altaars.

II. De Hemelvaart van Christus.

De namen van Jesus en Maria zijn gezegend van nu af tot in eeuwigheid. Onze Vader, enz.

1. Jesus is glorierijk ten hemel gevaren. Wees gegroet, enz.

2. Jesus klom op door zijne eigene magt. Wees gegroet, enz.

3. Jesus scheidde van zijne lieve vrienden. Wees gegroet, enz.

4. Jesus beloofde met hen te zullen blijven tot het einde der wereld. Wees gegroet, enz.

5. Jesus beloofde hun den H. Geest. Wees gegroet, enz.

6. De leerlingen hebben Jesus aanschouwd en hij heeft hen allen gezegend. Wees gegroet, enz.

63

-ocr page 647-

Van den rozenkrans. 633

7. Jesus heeft voor ons den hemel geopend. Wees ffetjioct, enz.

o o '

8. Jesus zit aan de regterhand zijns Vaders. Wees gegroet, enz.

9. Jesus toont zijne heilige wonden voor ons aan den heinelsclien Yader. Weesgegroet, enz.

10. Jesus is onze Middelaar in den hemel. Wees gegroet, enz.

Geloofd en gezegend, enz.

III. De zeniing van den H. Geest.

De namen van Jesus en Maria zijn gezegend van nu af tot in eeuwigheid. Onze Vader, enz.

1. Jesus heeft den H. Geest gezonden. Wees gegroet, enz.

2. Jesus heeft deu Vertrooster gezonden. Wees gegroet, enz.

3. Jesus heeft het vuur op de wereld gezonden. Wees gegroet, enz.

4. De H. Geest heeft de harten in liefde ontstoken. Wees gegroet, enz.

5. De H. Geest heeft de verstanden verlicht. Wees gegroet, enz.

6. De H. Geest heeft de harten versterkt. Wees gegroet, enz.

7. De H. Geest heeft verseheidene talen doen spreken. Wees gegroet, enz.

8. De H. Geest heeft zijne gaven uitgedeeld. Wees gegroet, enz.

-ocr page 648-

634 OEFENING

9. Komj H. Geest, bezoek de harten uwer geloovigen! Wees gegroet, enz.

10. Kom, H. Geest, ontsteek in ons het vuur uwer goddelijke liefde ! Wees gegroet, enz. Geloofd en gezegend, enz.

IV. De hemelvaart van Maria.

De namen van Jesus en Maria zijn gezegend van nu af tot in eeuwigheid. Onze Yader enz.

1. Maria wordt opgenomen ten hemel. Wees gegroet, enz.

2. De hemelsche Yader ontvangt zijne beminde Dochter. Wees gegroet, enz.

3. Jesus begroet zijne lieve Moeder. Wees gegroet, enz.

4. De H. Geest omhelst zijne beminde Bruidquot; Wees gegroet, enz.

5. De Serafijnen groeten Maria. Wees gegroet, enz.

6. De Engelen dienen Maria. Wees gegroet, enz.

7. Geheel de hemel is verblijd door Maria. Wees gegroet, enz.

8. Maria zit bij haren dierbaren Zoon. W gegroet, enz.

9. Maria is onze voorspraak in den hemel. Wees gegroet, enz.

10. Maria is onze Moeder bij haren lieven Zoon. Wees gegroet, snz.

Geloofd en gezegend, enz.

-ocr page 649-

VAN DEN ROZENKRANS. 635

V. De krooning van Maria.

De iiameu van Jesus en Maria zijn gezegend van nu af tot in eeuwigheid. Onze Vader, enz.

1. Maria is met lieerlijklieid in den liemcl gekroond. Wees gegroet, enz.

2. Maria is gekroond om hare hemelsclie liefde. Wees gegroet^ euz.

3. Maria is gekroond om hare engelachtige zuiverheid. Wees gegroet, enz.

4. Maria is gekroond om hare uitstekende ootmoedigheid. Wees gegroet, enz.

5. Maria is gekroond om hare volmaakte gehoorzaamheid. Wees gegroet, enz.

6. Maria is gekroond om hare heilige voor-zigtigheid. Wees gegroet, enz.

7. Maria is gekroond om haar overgroot geduld. Wees gegroet, enz.

8. Maria is gekroond om hare ijverige dankbaarheid. Wees gegroet, enz.

9. Maria is gekroond om hare volharding in alle deugden. Wees gegroet, enz.

10. Maria is gekroond boven alle Engelen en Heiligen in den hemel, gelijk der Moeder van God toekomt. Wees gegroet, enz. Geloofd en gezegend, enz.

GEBED.

Ik offer u, allerzuiverste en roemwaardigste Moeder Gods Maria! in de vereeniging van al

-ocr page 650-

636 OEFENING

uwe deugden j verdiensten en volmaaktheden deze geestelijke kroon van gebeden en begroetingen. Gewaardig u baar te ontvangen met al de lofzangen, die op aarde en in den hemel u ter eere worden aangeheven. Verwerf mij en allen, voor wie ik verpligt ben te bidden, van uwen teergeliefden Zoon de genade om god-vruehtig te leven en zalig te sterven. i\inen.

Bidden wij voorts; één Onze Vader, tot dankbaarheid dat God ons de genade heeft geschonken om den 11. Eozenkrans te lezen.

Een Wees gegroet, dat Maria ons verstand aan den hemelschen Vader opdrage, opdat wij eeuwig zijne barmhartigheid mogen gedenken.

Een Wecs gegroet, dat Maria ons geheugen opoH'ere aan haren goddelijken Zoon, opdat wij onafgebroken zijn heilig lijden indachtig mogen zijn.

Een Weesgegroet, flat Maria onzen wil gelieve toe te eigenen aan den H. Geest, opdat hij gedurig in ons van liefde brande.

Vervolgens bidden wij : het Geloof, opdat ons gebed Gode aangenaam zij, en dat het moge strekken ter zijner verheerlijking, tot heil der Kerk, tot bekeering der zondaren en afvalligchristenen en tot welzijn der geheele gemeente. Alsdan zegge men:

De almogendheid des Vaders beware ons, de quot;Wijsheid des Zoons leere ons en de liefde des H. Geestes ontsteke ons.

f In den naam des VTaders, des Zoons en des H. Geestes. Amen.

-ocr page 651-

VAN DEN ROZENKRANS. 637

IPLATEN.

Benedictus XIII heeft door eene Breve van 13 April 1726 verleend lOO dagen aflaat, voor elk Onze Vader, en Wees gegroei, aan alle geloovige Christenen, die meteen rouwmoedig hart den geheelen rozenkrans zullen bidden: dat is vijftien tientjes, of die er het derde deel van zullen bidden, namelijk het zoogenaamde rozenhoedje van vijf tientjes; en aan hen, die gedurende een jaar alle dagen, ten minste het derde deel zullen lezen een vollen aflaat, op eenen dag naar verkiezing, mits men waardig gebiecht en gecommuniceerd hebbe.

Om deze aflatea te winnen is het noodig; 1°. dat de rozenkrans gewijd zij door een' Pater Predikheerof door eenen daartoe gemagtigden Priester; 2°. dat men onder het bidden van den rozenkrans de vijftien geheimen over-denke. Degenen, die hiertoe niet in staat zijn, volstaan met godvruchtig den rozenkrans alleen te bidden.

Behalve deze zijn. er nog verscheidene aflaten verleend aan de leden van het broederschap van den rozenkrans en van den zoogenaamden levenden rozenkrans.

JUSj

efde

des

3(5

63

-ocr page 652-

INHOUD.

Voorwoord, ter overweging en behartiging voor die godvruchtig wil bidden.....

EERSTE AFDEELING.

BAGELIJKSCHE OEFENINGEN.

Morgengebed......

Oefening van Geloof, Hoop en Liefde. Aanmerking ........

Dagelijkseh gebed. ......

Bemerkingen over de heilige offerande der Mis. Gebeden onder het heilig Misoffer Andere gebeden onder het heilig Misoffer . Gebeden onder de H. Mis ia dagen van lijden en wederwaardigheden .....

Verheffing des harten onder het heilig Misoffer voor degenen, die de heilige offerande in de kerk niet kannen bijwonen Oefeningen om den dag te heiligen

Avondgebed.....

Gebed voor den Donderdag .

Gebed voor den Vrijdag

11

Mo

Een

b

26

Gel

29

' Om

31

! Gel

33

Gel

35

An

39

Gel

52

Av

De

59

Be

]

Mo

73

Ge

79

Ve

81

Da

85

Ze

86

-ocr page 653-

INHOUD.

TWEEDE APDEELING.

ZONDAGSCHE OEFENINGEN.

Ouderrigtiug omtrent het vieren der Zon- en feestdagen........

MorsengeJachten op den Zondag.

Gebeden wanneer men den tempel des Heeren is binnengetreden .......

Gebed onder de Hoogmis.....

Gebed vóór de predikatie.....

Gebed na cle predikatie.....

l)e Vesperpsalmen voor Zon- en Feestdagen Gebeden onder het Lof.....

DERDE APDEELING.

BIECHT- EN COMMUNIE-OEFENINGEN.

Morgengebed op eenen biechtdag.

Eene heilzame overdenking, om den geest van boetvaardigheid in zich op te wekken

Gebed vóór de Biecht......

Onderzoek des gewetens.....

Gebed na geëindigd onderzoek van geweten.

Gebed na de Bieclit......

Andere gebeden voor de Biecht . . . .

Gebed na de Biecht......

Avondgebed rp eenen Biechtdag. . . .

De zeven Boetspsalmen.....

Bemerkingen over het naderen tot de tafel des

Heeren........

Morgengebed op eenen Communiedag.

Gebeden vooi' de H. Communie . . . . Verlangen naar vereeniging met Christus . Dankzecging na de H. Communie Zelfopoffering .......

639

-ocr page 654-

INHOUD.

Andere gebeden voor de H. Communie Geloof .

Hoop .

Liefde .

Ootmoed Verlangen

Gebed van den H. Thomas van Aquine voor de H. Communie ....... 215

Vier vragen, welke de christen met zeer veel nut

zich zeiven voor de H. Communie doen kan. 216 Goede meening voor de H. Communie. . .217 Gebeden na de H. Communie . • . . 218 Gebed van den H. Thomas van Aquine . . 220 Gebed, naar den H. Bonaventura . . . 221 Namiddags oefeningen op Communiedagen . . 223 De liefde van Jesus tot ons, de krachtigste beweeggrond voor onze wederliefde tot Hem . 225 Algemeen gebed tot Jesus Christus op Communie-

dagen.........230

Litanie van het allerheiligste Sacrament des Altaars. 234 Van de voldoening voor de zonde en van den

Aflaat........288

Gebeden, welke men, na waardig gebiecht en gecommuniceerd te hebben kan verrigten, om eenen vollen aflaat te verdienen . . . 241 Avondgebed op eenen Communiedag , . . 244

VIERDE AFDEELING.

GODVRUCHTIGE OEFENINGEN OP DE VOORNAAMSTE FEESTDAGEN EN IN DB VASTE.

Het Kersfeest of de geboorte des Zaligmakers. Over de verhevene weldaad der raenschwording

van Jesus........246

Het Woord is vleesch geworden en heeft onder

ons gewoond.......250

Het Besnijdenis-feest. Gebed tot Jesus. . . 253 Litanie van den Allerheiligsten naam Jesus. . 254

640

210 211 id.

212

213

214

-ocr page 655-

INHOUD.

Gebeden op Nieuwjaarsdag.....257

Het Ui-iekomngen-feest of de openbaring des Hee-

ren aan de Heidenen. Gebed. . . .230 Gebed en overdenking van Fenelon . . . Pül Asseliewoen'dag. De gebeden der Kerk . . 264

Gebed in de Vaste......id.

Aanwijzing om het lijden van Jesus met vrucht

te overdenken.......268

Waarom wilde Jesus lijden ? . . . .id. Wat heeft Jesus gnleden? ..... 269

Hoe heeft Jesus geleden?.....270

Op welke wijze, moet ik mijnen Verlosser hiervoor danken?.......271

Overdenkingen over het lijden en sterven van Jesus. 273

Eerste Overdenking......id.

Tweede Overdenking......278

Derde Overdenking......275

Vierde Overdenking......276

Vijfde Overdenking......277

Zesde Overdenking......279

Zevende Overdenking......280

Aehtste Overdenking......281

Negende Overdenking 282

Tiende Overdenking ...... 283

Elfde Overdenking......285

Twaalfde Overdenking......287

Dertiende Overdenking......288

Veertiende Overdenking.....289

Vijftiende Overdenking......29 L

Zestiende Overdenking......293

Zeventiende Overdenking.....291

Achttiende Overdenking.....295

Negentiende Overdenking.....297

Twintigste Overdenking.....298

Een en twintigste Overdenking .... 299 Twee en twintigste Overdenking .... 301 Drie en twintigste Overdenking .... 302 Vier en twintigste Overdenking .... 303 Vijf en twintigste Overdenking .... 305 Zes en twintigste Overdenking .... 306 03 36.

641

-ocr page 656-

INHOUD.

Zeven en twintigste Overdenking.

Acht en twintigste Overdenking . . . .

Negen en twintigste Overdenking

Dertigste Overdenking......

Een en dertigste Overdenking . . . . Twee en dertigste Overdenking . . . . Drie en dertigste Overdenking . . . . Vier en- dertigste Overdenking . . . . Yijf en dertigste Overdenking . . . . Zes en dertigste Overdenking . . . . Zeven en dertigste Overdenking . . . . Acht en dertigste Overdenking . . . . Negen en dertigste Overdenking. . . .

Veertigste Overdenking......

Zeven beden tot den lijdenden Verlosser. Eerste bede, om ware ootmoedigheid ....

Tweede bede, om christelijke liefdadigheid tot zijnen naaste .......

Derde bede, om ware zuiverheid.

Vierde bede , om christelijke matigheid Vijfde bede, om ware liefde tot regt,vaardigheid. Zesde bede, om ware zachtmoedigheid Zevende bede, om de genade van een godvruchtig

leven.........

Besluit van verbetering des levens voor het kruis

van Jesus ........

Litanie van het lijden onzes Heeren Jesus Christus. Op Witten Donderdag. Dankzegging voor het instellen van het allerheiligste Sacrament des Altaars. Verzuchtingen tot Jesus in het allerh. Sacrament. Op den goeden Vrijdag. Gebeden gedurende de plsgtigheden van dezen dag .... Wanneer de Priester het kruis ontbloot, en het ter vereering aan het volk vertoont.

Gebed tot Jesus.......

Dankgebed tot den Verlosser aan het kruis.

Gebeden voor het heilig graf van Jesus

Het Paaschfeest. Overdenking . . . .

Kerkgebed........

Andere Overdenking......

642

-ocr page 657-

INHOUD.

Op den feestdag van 's Heeren Hemelvaart. . 364

Verlangen naair den Hemel.....365

Kerkgebed........368

Het Pinksterfeest. Kom, Heilige Geest . . id. Litanie van den Heiligen Geest .... 373 Het feest der H. Drievuldigheid. Gebed tot den

Drieëenigen God......377

Litanie der allerheiligste Drieëeuheid . . . 379 Op den Feestdag van het allerheiligste Sacrament. Geloof aan de tegenwoordigheid van Jesus in het allerheiligste Sacrament .... 383 Aanbidding van Jesus in het allerh. Sacrament. 384 Liefde tot Jesus in het allerheiligste Sacrament. 385 Vertrouwen op Jesus in het allerheiligste Sacrament. 386 Jesus, een verborgen God in het allerh. pSacrament. 387 Jesus, het voorwerp van mijne liefde en van mijn

verlangen in het allerheiligste Sacrament. . 388 Op het jaarlijksch gedachtenis-feest der Kerkwijding. 380

VIJFDE AFDEEL1NG.

GODVEUCHTIGE OEFENINGEN OP DE FEESTDAGEN VAN DE ALLEEH. MAAGD EN MOEDER GODS MARIA EN VAN ANDERE HEILIGEN.

Bemerkingen over de vereering van Maria en der

Heiligen........392

De allerheiligste Maagd en Moeder Gods Maria,

een voorbeeld voor allen ..... 395 Het Eeest van Maria-Ontvangenis. Gebed . . 398 Het Feest der zuivering van Maria. Gebed. . 399 Het Eeest van Maria-Boodschap. Overdenking. 401

Gebed en kerkgebed......403

Bij de gedachtenis viering der zeven smarten van

Maria. Op vrijdag voor Palmzondag . . 405 De zeven smarten van Maria, ter overweging voorgesteld ........406

Gebed.........409

Het Feest van Maria-Bezoeking .... 410 Het Feest der Hemelvaart van Maria. Gebeden. 413

643

-ocr page 658-

INHOUD.

Het Feest van Maria Geboorte. Gebeden . . 415 Litanie der allerheilia;ste Maagd Maria . . 4j7 Gebed tot de allerheiligste Maagd voor zich zelveu eu voor anderen ...... 420

Op den Feestdag van den H. Josof . . . 423 Litanie van den H. Josef ..... 425

Gebed tot Jesus, Maria en Josof. . . . 428 Op don Feestdag van den H. Stephanus. Overdenking ........430

Ter veveering van alle heilige Martelaren . .433 Op den Feestdag van den 11. Jvannes den Domper.

Orerdenking.......435

Geboden op den Feestdag der heilige Apostelen

Petrus en Paulus......437

Gebod tot den 11. Petrus.....438

Gebed tot den H. Paulns.....439

Kerkgebed. ïer gedaohtenis van alle H. Apostelen. 440 Op den Feestdag der Engelen bewaarders. Gebed. 441

Li'anie der Heilige Engelen.....443

Uagelijksoh gebed tot den H. Engel bewaarder. 448 Ander Gebed tot den H. Engel bewaarder . . 449 Op den Feestdag van alle Heiligen. Gebed. . 450 Eeno navolging van het gebed der Kerk . .451

Gebod tot alle Heiligen.....id.

Litanie van allo Heiligen.....454

Op den dag dor gedachtenis van alle goloovige zielen.........462

ZESDE AF DEELING.

GEBEDEN' VOOIt VERSCHILLENDE PERSONEN EN VOOR ONDERSCHEIDENE OMSTANDIGHEDEN DES LEVENS.

Gebed voor de Kerk ...... 404

Gebed voor don Paus......465

Gebed voor den Bisschop.....id.

Gebod voor Zielzorgers. ..... 460 Gebed voor zijnen Biechtvader . . . . id. Gebod op de quatertemperdagen om waardige pries.ers...........467

644

-ocr page 659-

INHOUD. 645

Gebed voor den Koning.....469

Gebed voor de wereldlijke Overheden. . . 470

Gebed voor vrienden......id.

Gebed voor weldoeners. • . . . . 471 Gebed voor vijandig gezinden . . . .id. Gebed bij bet verkiezen van eenen staat . . id. Gebed eens Bruidegoms of eener Bruid . . 472

Gebed voor eehtgenooten.....473

Gebed van ouders voor Imnno kinderen . .474 Gebed van kinderen voor hunne ouders . . id. Gebed van eenen huisvader of eene huismoeder. 475 Gebed eens deugdzamen jongelings . . .id. Gebed eener deugdzame jonge dochter . . 477

Gebed eener weduwe......480

Gebed eens behoeftige......481

Gebed op den geboortedag.....id.

Vernieuwing der doopbeloften .... 482 Gebed om de genade des Vormsels in zich weder

op te wekken.......484

Gebed om den zegen over de vruchten des velds 486

Gebed om regen.......487

Gebed bij onweder......id.

Gebed na een onweder. . . . . .id.

Gebed om droog weder.....488

Gebed bij eenen gezegenden oogst . . .id. Gebed bij eenen min gunstigen oogst. . . 489 Gebed van Paus Urbanus quot;VIII,bij algemeenerampen, id. Gebed ten tijde van eene aanstekende ziekte . 491 Gebed om het eenig noodzakelijke . . .id. Wat moet ik doen om zalig te worden? . . 494

ZEVENDE APDEELING.

GODVBUCHTIGB OEFENINGEN VOOB LIJDENDEN EN BEKCOEDEN.

Bemerkingen over het geduld in lijden en tegenspoed.........498

Gebed om christelijke gelatenheid en navolging van Jesus in lijden.......501

-ocr page 660-

646 INHOUD.

Overdenking en gebed in lijden .... 50.gt; Andere overdenking en gebed m lijden . . 508 Nog eene overdenking in droefheid en lijden . 509 Gebed voor hen, die naauwelijks hun brood kunnen verdienen.......512

Gebed bij een smartelijk verlies .... 51lt;t Gebed ton tijde van eenen algemeerien nood. . 51G Gebed in het oogenblik van bekoring. . .517 Verzuchtingen en gedaeliten ten tijde van bekoring. 518 Gebed om regtvaardiidng tegen laster. . . 61D

Opoffering van zijn lijden.....521

Dankzegging na verhoord te zijn. . . . 522 Troostende Biibelplaalsen, voor lijdendeen zwaarmoedige Christenen......523

ACHTSTE AFDEELING.

GODVRUCHTIGE OEFEN IK GEN EN Gl BEDEN TER VOORBE-REIDING TOT DEN DOOD, ALSOOK VOOR ZIEKEN, STERVENDEN EN VOOR HUNNE VRIENDEN EN TROOSTERS.

Gedachten en bemerkingen over de voorbereiding

tot den dood.......528

a. Hoe men in gezonde dagen zich tot den dood

moet voorbereiden......529

h. Hoe men zich ten tijde van ziekte tot den dood

moet vooi bereiden......531

c. In de laatste oogenblikken des levens . . 532 Gebeden in gezonde dagen ter voorbereiding tot

den dood........id.

Gebed tot Jcsus aan het kruis .... 535 Aanbeveling zijner ziel aan God voor het uur des

doods.........536

Litanie om eenen zaligen dood .... 537 Litanie ter eere der H. Barbara, om eenen zaligen dood........5é0

Gebed tot de H. Barbara, ten einde door hare voorspraak te erlangen, om niet te sterven ,

-ocr page 661-

INHotJü. 647

Zonder vooraf de H. H. Sacramenten te hebben

ontvangen........542

Gebed voor zieken. Litanie voor zieken . . 543 Verheffing des harten tot Jesus .... 548 Ovorgeving in den Goddelijken wil . . . 549

Gebed om geduld...... .id.

Gebed dat men voor eenen zieke kan spreken. 550 Gebed om weder gezond te mogen worden. . id. Gebed na doorgestane ziekte .... 551 Gebeden voor doodelijk zieken en stervenden. Godvruchtige oefeningen tot den gekruisten Jesus. 553 Do zeven woorden van Jesus aan het kruis. . 554 Litanie en gebeden der H. Kerk voor de stervenden. 550 Gebeden onmiddelijk na hel, afsterven /au den zieke. 564 Gebed bij den dood onzer geliefden . . . 565

NEGENDE AFDEELING.

' OEFENINGEN EN GEBEDEN VOOR DE OVERLEDENEN EN OVERDENKINGEN OVJlR DEN DOOD.

Gebeden onder de Mis voor overledenen . . 568 Litanie voor do geloovige zielen .... 578 Onderscheidene gebeden voor overledenen. Voor

vader of moeder, of voor beiden . . . 582 Gebed voor bloedverwanten, vrienden en weldoeners .........id.

Gebed voor eenen Bisschop of Priester . . id. Gebed voor eenen (cene) overledene . . . 583 Het Onze Vader voor de overledenen. . , id. Gebed bij het graf onzer ouders, bloedverwanten

en vrienden.......586

Bemerking........588

Overdenking over den dood, op een kerkhof . 589

Gebed .........591

Eene andere overdenking over den dood . . id.

Gebed.........595

Oefening van den heiligen Kruisweg . , . 596 Oefening: van den Rozekrans .... 617

-ocr page 662-
-ocr page 663-

ft t\ XXV/(

-ocr page 664-
-ocr page 665-
-ocr page 666-