K. EV EL AAKSBOEK.) E.
IMPRIMATUR.
IIai-leuii, die 14 J unii 1878.
J. A. VAN DEN AK.KEK, Lil. Cent.
Troosteres der Bedruliten, bid voor ons.
Troosteres der Bedrukten, bid voor ons. Andenken vom Gnadenbilde Maria Kevelaer,
Wonderbeeldtenib en de mirukuleuze kapel te Kevelaar. Afbeelding van 't Wonderjjlaatjc in de inirakuleuze kapel te Kevelaar.
VOOR DE PELGRIMS
DEK
VAN
KERKELIJK GOEDGEKEURD
Liturgische Vereenigina
Aarlsbi r' •
Volgnunirner Bibliotheek %[
RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT
de Allerlieiiigste Maagd en üoeiier Gods.
DB TROOSTERES DEll BEDRUKTEN, QnZE ^IEVE YROUW VAN HET f-J. ^ART,
Dour hel zammslellm en in druk geven van dit Kevelaarsboekje wordt, waarde Pelgrims! aan uw aller wensch en litrhaald ons gedaan verzoek voldaan: gij hebt hier hijeen de verschillende Gebeden en Gezangen die wij bij nine jaarlijhsche bedevaart. op de reis en te Kevelaar. plegen te bidden en te zingen. Wij hadden wel-ligt hunnen volstaan met enkel de Liederen te doen drukken, maar voor de Kevelaar-reize geen ander Kerk- 0/ Gebedenhoel noodig te heli-hen is 11 zeker aangenaam en gemakkelijk, daarom geven wij heiden, èu Gebeden èn Gezangen . in één boekje.
Eene korte Geschiedenis van hel ontstaan der Kevelaarsche devotie, benevens een paar woorden aangaande onze Processie en Broederschap gaan als Inleiding voora f. Daarna komen de Gebeden: Morgen- en Avondgebed. Mis- Communiv- en
VOOKWOORD.
Aflaai-gebeden. rcniqc Litanieën, eenc toepasselijke Kruisweg-oefening en hel Rnzenkramgebed. Ue Gezangen die dan enigen zijn l' bekend, en werden voor hel meerendeel getrokken uit hel achoone Handhnek ran de Utrechlsche Processie. Een paar liederen ter eere ran hel Heilig Hart. van O I.. Vrouw vav hel li. Hart, en ran O. L. TV. ran Lourdes zijn helrekkeiijk nieuw, daarom echter, naar wij vertrouwen, niet minder welkom.
Helrekkeiijk het ruime getal en de keuze der Liederen zij nog gezegd, dat wij dit Kevel aars-hoekje ook voor onze Maart-, Mei- en Junij-oefeningen dienstbaar wilden waken.
De II Maagd schenke haren zegen aan dit hoekje, Haar ter eere opgesteld '. En gij, waarde Pelgrims, en kinderen van Maria! blijft den vervaardiger in uwe gebeden en bij uwe oefeningen gedachtig.
Feestdag van O. L. V. Boodschap 1878.
VI
DE DEVOTIE TOT O. L. VROUW VAN KEVELAAR.
OORSPJLONG DEU BEDEVA A-llT.
Kevelaargt; als bedevaartplaats alom bekend, is een groot, welvarend en genoegzaam geheel katholiek dorp van ruim drie duizend zielen, gelegen in bet koningrijk Pruisen, kerkelijk behoorende tot het bisdom van Munster, en het dekenaat Gelder. Vóór 300 jaren was dat Kevelaar nog slechts een klein, gehucht, met eenige weinige huizen en eene kapel, toegewijd aan den H. abt Antonius, behoorende tot de parochie van Weeze. Ju het jaar 1473 werd het eene zelfstandige gemeente, en de kapel Keylaar, toegewijd aan den 11. Hubertus en op 25 minuten afstands van het dorp gelegen, werd de parochiekerk. Aanvankelijk behoorde deze nieuwe parochie, met geheel het district Gelder, tot het bisdom van Keulen. Na de oprigting der nieuwe bisdommen in Nederland, omstreeks 1559, kwam Gelder en dus ook Kevelaar, otider het bisdom van Roermond, later onder dat van Aken, en in 1823 onder Munster.
Hoewel Kevelaar nu in 1472 eene zelfstandige gemeente was geworden, bleef het nog
1
INLEIDING.
VIII
lang een klein, onbeduidend dorp, en in de sti tijdruimte van 170 jaren levert deszelfs ge- br seliiedenis niets merkwaardigs op, behalve deze on enkele treurige gebeurtenis, dat op den 1 Au- ■ te gustus 1635 het dorp schromelijk geteisterd zü werd door een woeste volksbende, de Croa- h ten, die op den zoogenaaraden Oudenschans bij de 100 menschen wreedaardig vermoordden. Een steenen kruis aan den weg, op vijf o minuten afstands van de parochiekerk, duidt la nog de plaats aan waar die gruwzame moord di gebeurde. o Met het jaar 1641, zes jaren na dat treurig Is voorval, begint de eigenlijke geschiedenis van t( Kevelaar. Er had toen eene allerheugelijkste d gebeurtenis plaats, waardoor de Hemel deed zien ti dat Kevelaar was uitverkoren, om een geheiligd k oord te worden, waar de God-mensch aan de d geloovigen, die daar ter plaatse zijne gezegende j Moeder zouden komen vereeren en hare voor- c spraak inriepen, de volheid zijner genaden op ] geheel bijzondere wijze wilde mededeelen. 1 Een eenvoudig doch zeer godsdienstig man, { Hendrik Buschmann , die te Gelder , twee uren ] boven Kevelaar gelegen, woonde en met een i kleinen handel voor zich en zijne brave huis- lt; vrouw het brood verdiende, kwam in genoemd jaar 1641, omstreeks Kersmis, van VVeeze over de Kevelaarscbe heide gaande, ter plaatse waar thans de Mirakuleuze kapel staat. l)estijds
INLEIDING.
IX
stond daar een eenvoudig houten-kruis, en de brave koopman knielde hier een wijle neder , om een kort doch zeker vurig gebed te storten. Terwijl hij daar geknield lag, hoorde liij, zonder iemand in de nabijheid te zien, eene stem hem toeroepen : ullier moet (jij mij een Heilirjen-huisje hoinven.quot; —- Heiligen-huisje noemt men fen nis, een kapelletje, met een kruis of beeldje or in, die in katholieke landen veelvuldig langs de wegen ea op hoeken der straten gevonden worden. — Buschmann sloeg aanvankelijk op die woorden weinig acht. Doch eenige dagen later ter zelfder plaatse komende, hoorde hij ten tweede, later nog weer ten derde male dezelfde stem, dezelfde woorden, en hij nam toen het besluit, om dagelijks iets van zijne kleine winsten af te zonderen, ten einde zoo doende in staat te geraken een dusdanig kapelletje te kunnen bouwen. De winter ging daarmede voorbij. In 't voorjaar van ] 642 , toen Buschmann reeds een klein sommetje bijeen had, kreeg ook zijne vrouw op zekeren nacht eene verschijning. Zij zag haar vertrek op eenmaal helder verlicht en in Jt midden der kamer een kapelletje staan, met een prentje er in, voorstellende de uLieve Vrome van LuxerrJmrgZij herinnerde zich daarbij dat, eenige dagen geleden, haar een zoodanig prentje door twee soldaten was vertoond geworden. Die soldaten , van Luxemburg, eene destijds beroemde bedevaartplaats ko-
INLEIDING.
mende, hadden voor hunnen Luitenant, die toen te Kempen, eenige uren boven Gelder, gevangen zat, twee afbeeldingen van O. L. Vrouw medegebragt, en wilden, door geldgebrek gedwongen, eene er van voor eenige centen aan vrouw Buschmann verkoopen. Wijl het prentje voor haar weinig of geene waarde had, nam zij het aanbod niet aan, en de soldaten waren daarop verder gegaan.
Toen Buschmann een en ander van zijne vrouw vernam, en door vele omstandigheden van de waarheid der verschijning overtuigd werd, zag hij daarin eene volmaakte overeenstemming met hetgeen hem zeiven was wedervaren, en hij besloot nu zonder dralen met den bouw van 't Heiligen-huisje te beginnen. Zijne vrouw zond hij inmiddels iiaar Kempen, om de soldaten op te sporen en een der plaatjes magtig te worden. De soldaten hadden dezelve aan den Luitenant reeds ter hand gesteld, en deze was in den beginne niet geneigd eene er van aan vrouw Buschmann af te staan. Daar zij echter aanhield , en hem de reden van haar verlangen openbaarde, stond hij haar ten laatste toe otn van de twee eene uit te kiezen. Hoogst verblijd keerde nu vrouw Buschmann met haren dierbaren schat naar Gelder, naar haren man terug, en deze liet toen een houten tafeltje maken en daarop het Plaatje vasthechten, om het zoo in 't Hei-ligen-huisje te Kevelaar te kunnen plaatsen.,
X
INLEIDING.
Een en ander werd al spoedig in Gelder bekend, en in groot getal kwam men naar de woning van Buschinann, om zijn uLieve Vrovwquot; te zien en door kaarslicht als anderzins te. vereeren. Busclunann, die zulks niet wilde, bragt zijn schat in stilte naar de Paters-kapucijnen. Drie dagen bleef het beeldjein de Paters-kerk, en de toeloop \an menschen werd nog hoe langer hoe grooter. Inmiddels was het heiligdom met je te Kevelaar voltooid , juist zoo als vrouw Busch-mann het bij de verschijning gezien had; en de Pastoor van Kevelaar, Joannes Schink, haalde nu op Zaterdag avond, den laatsten Mei-dag, in stilte het Wonder-plaatje uit Gelder en plaatste het den volgenden morgen, den 1 Junij 1642, in bet Kapelletje of Heiligen-huisje te Kevelaar. Opdenzellden Zondag reeds stroomde eenegroote menigte uit Gelder en omliggende plaatsen als de eerste bedevaartgangers naar Kevelaar, en mede terzelfder tijd hadden reeds wonderbare genezingen plaats. — Zoo ontstond de vereering van O. L. Vrouw van Kevelaar, onder den titel van: n Troosteres der Bedrukten —Consolatrix afflictornmquot;, welke woorden op de afbeeldingen van O. L. \ r. van Kevelaar en boven de Mira-kuleuze kapel aldaar geschreven staan.
Wijl nu God, door onderscheidene wonderen deed zien , dat eene bijzondere vereering der Moedermaagd, daar ter plaatse Hem aangenaam was, nam de toeloop van pelgrims zoo spoedig
XI
INLEIDING.
en in zoo groote getallen toe, dat men reeds in de eerste dagen, in het veld eenige tenten moest opslaan, en spoedig huizen begon te bouwen om de vreemdelingen te kunnen herbergen. Ook zond de bisschop van Eoermond den pastoor van Kevelaar een paar priesters toe, om Z. Ew. bij de kerkelijke diensten en het biechthooren behulpzaam te zijn.
De parochiekerk te Oud-Kevelaar werd te klein om al de pelgrims te kunnen bevatten, en voor nog een jaar verloopen was begon men in de nabijheid van het kapelletje een grootere kerk te bouwen, de daar nog staande u Kaar sen-kapelquot;. In ]6i5 was deze voltooid. Terzelfder tijd werd, door het Bisschoppelijk Bestuur, te Kevelaar een Congregatie van priesters gevestigd, aan wie de regeling der bedevaarten en 't verrigten der kerkelijke diensten werd toevertrouwd. Voor die geestelijken werd, tegenover de kapel, een woning of priester-huis gebouwd, wat in 1647 door hen betrokken werd, en thans nog het ,/Kloosterquot; genoemd wordt.
ïot toen stond hel kleine Heiligdom daar nog geheel vrij, met het tafeltje en de Mirakuleuze afbeelding van O.L. Vrouw erin, zooals Busch-mann het daar gezet had. In 1654 liet de Geestelijkheid om hetzelve heen de bekende zeshoekige Mirakuleuze kapel bouwen, zoo dat het eerste Heiligdommetje geheel bestaan bleef, alleen werd ingesloten , en dat dus ook het tafeltje
XII
INLEIDING.
met de Wonderbeeldteiiis dezelfde plaats behield, lu 1664 werd de Afbeelding van O. L. Vrouw in een sierlijk gewerkt zilver-verguld raam gezet: een geschenk van den Eerw, Heer Boxmeer, pastoor te Eindhoven, en van den Heer Van de Laar, zilversmid te 's Hertogenbosch. Eenige jaren later werd ook het tafeltje met een groote zilveren , met vergulde beelden versierde plaat bedekt. Zoo berust en staat nu nog te Kevelaar, ter zeli'der plaatse in hetzelfde kapelletje, op hetzelfde tafelfje en in dezelfde lijst de Mira-kuleuze afbeelding van O.L. Vrouw van Luxemburg, en duizenden en duizenden van geloovigen stroomen sinds den 1 Junij 1643 voortdurend derwaarts, om neer te knielen op die geheiligde plek, en Maria, de Moeder Gods, de Troosteres der Bedrukten aldaar te vereeren.
Daar de Kaarsen-kapel sinds lang te klein was voor het al grooter wordend getal pelgrims, die op sommige dagen bij duizendtallen aldaar moesten communiceeren, zoo besloot de vorige Bisschop van Munster een beroep te doen op de liefdadigheid der vrome vereerders van Maria, ten einde eene meer doelmatige groote kerk, met bijbehoorende biechtkapellen, te kunnen bouwen. Die nieuwe, prachtige en ruime kerk, naast ■het klooster opgetrokken, werd, ofschoon zij nog niet geheel is afgewerkt, voor eenige jaren in gebruik genomen.
Ter bevestiging en tot bevordering van de
XIII
INLEIDING.
devotie tot O. L. Vr. van Kevelaar hebben de Pausen achtereenvolgend een vollen aflaat toegestaan , door de geloovigen, na gebiecht, gecommuniceerd en daar ter plaatse eenigen tijd voor het welzijn der H. Kerk gebeden te hebben, te verdienen:
1. Eens in 't jaar, op een dag naar verkiezing; alzoo bij de jaarlijksche bedevaart.
2. Op den 1 Junij , den dag waarop de Jüra-kuleuze beeldtenis daar geplaatst werd.
3. Op den 25 Maart, 't Feest van Maria-Boodschap.
4. Op den 8 September, 't Feest van 1.1 aria-Geboorte.
Die aflaten kunnen ook aan de geloovige zielen, bij wijze van voorbidding, worden toegevoegd.
Heel het jaar door wordt Kevelaar door pelgrims bezocht, doch de Processies komen veelal in de maanden Julij, Augustus en September en wel omstreeks het feest van Maria-Visitatie; den 2 Julij, - in de week van Maria-Tenhernel-opneming (15-22 Aug.), en in 't oktaaf van Maria-Geboorte (8-15 Sept.). Behalve de vele kleine komen jaarlijks ruim 360 grooie Processies te Kevelaar.
De Processie van Amsterdam is een der oudste; zij bestaat reeds sinds 1715, en telken jare wordt te Kevelaar door haar een kaars van 100 pond was geofferd, die in 't midden der kapel cïe eere-
XIV
INLEIDING.
plaats inneemt. De pelgrims van Alkmaar hebben zich, vóór een dertigtal jaren, van Amsterdam afgescheiden en eene eigene processie gevormd, de Noord-Uollandsche Processie van Alkmaar.
Met Alkmaar gingen nu en dan ook enkelen van Hoorn en omstreken ter bedevaart. Om in die West-Friessche streek de devotie tot O.L.Vr. van Kevelaar op te wekken, de reis van Hoorn te versemakkelijken, en tevens den pelgrims gelegenheid te geven 's morgens vóór het vertrek de H. Mis, en hii terugkomst eene laatste oefening te kunnen bijwonen, besloot de pastoor van Zwaag eene afzonderlijke processie teformeeren, de West Frieslandsche Processie van Zwaag. Hij trok in 1871 voor de eerste maal met 100 pelgrims, in het volgend jaar met 180, en daarna geregeld met ruim 200 personen ter bedevaart naar Kevelaar. Groot kan men deze processie niet noemen , bij vergelijk met andere die te Kevelaar komen, maar wel mogt men van den beginne af haar een slichtende processie noemen : onze pelgrims werden altijd gesticht door 't geen zij te Kevelaar zagen, en op hunne beurt waren zij aldaar telkens tot stichting voor anderen. Hierbij mag nog vermeld worden, dat door die betrekkelijk kleine processie toch ieder jaar een groote kaars van 60 tot 80 pond was aan O. L. Vrouw te Kevelaar geofferd werd, en dat de laatste jaren de pelgrims nog gelijktijdig, gedurende de a 4 dagen hunner bedevaartreis,
XV
INLEIDING.
een groot getal kaarsen lieten branden in de Grot te Lourdes.
Sinds 1875 werden de processies naar Kevelaar doorliet Pruissisch Gouvernement eenigzins be-moeijelijkt. Eerstens mogten zij niet meer van Kranenburg of Goch uittrekken, gelijk vroeger, en ten anderen werden alleen die processies te Kevelaar toegelaten die reeds :25 jaren bestaan hadden. Dien teu gevolge trok onze processie dat jaar niet naar Kevelaar, maar naar Siittard, in Hollandsch-Limburg, alwaar de H. Maagd, onder den titel van O. L. Vrouw van het H. Hart van Jesus, op bijzondere wijze vereerd wordt. Daar een jaar later dat verbod nog niet was opgeheven, sloten de onzen zich toen aan bij de pelgrims van Amersfoort, laatstelijk in 1877 bij die van Alkmaar, en trokken zoo gezamelijk Kevelaar binnen. Moge onze wensch en goede verwachting vervuld worden, dan bekomt de Processie van Zwaag dit. jaar weer de vrijheid om Kevelaar binnen te trekken gelijk vroeger.
BROEDEKSCHAP DER WEST-FRIESLANDSCHE PROCESSIE.
Even als andere Processies, heeft ook de West-Erieslandsche van Zwaag, met goedvinden van den Bisschop, een zoogenaamd Broederschap, om door jaarlijksche bijdragen der leden een fonds te krijgen, ter bestrijding van buitengewone
XVI
INLEIDING.
onkosten bij de bedevaarten , tot het aankoo-pen van sieraden voor de processie, en voor HH. Diensten, die door bet jaar, eu na overlijden van een der leden geschieden.
Het Eeglement daarvan luidt als volgt:
Maandelijks wordt te Zwaag eene H. Mis opgedragen voor al de levende en overledene leden der Broederscliap.
Op de vijf voornaamsle Feestdagen van O. L. Vrouw wordt eene H. Mis gedaan voor de levende leden.
Voor ieder lid worden na diens overlijden , in zijne parochiekerk of elders, zes HH. Missen gelezen.
Op den eersten Woensdag na Allerzielendag wordt te Zwaag, ten 9 uur 's morgens, een gezongen jaargetij gehouden voor al de afgestorvene leden.
T3ij bedoeld jaargetij worden, even als bij de bedevaart te Kevelaar, de namen der afgestorvenen afgelezen, en geschieden voor deze en voor de levende leden bijzondere gebeden en oe-leningen.
Gedurende de bedevaart naar Kevelaar wordt iederen dag voor de pelgrims de H. Offerande opgedragen, en blijven in de kerk te Zwaag voortdurend twee kaarsen branden.
XVII
INLEIDING.
quot;Voor al de leden der Broederschap wordt te Kevelaar bij de bedevaart eene pleglige Hoog-Mis gecelebreerd en een groote kaars geofferd. Ook branden te Zwaag voorldurend, heel het jaar door, twee lampen bij het O. L. Vrouwen St. Jozef-altaar.
Oin lid dezer Broederschap te zijn en aan gezegde geestelijke gunsten deel te hebben, wordt jaarlijks, in de maand Julij, een offer van zestig centen betaald.
XVIil
REISGEBEDEN.
(Getrolcken uit het Roornsch Getijdenboek), v. God heeft zijnen Engelen bevolen, a. Dat zij u bewaren zouden op al uwe wegen, v. Heer, verhoor ons gebed.
a. En ons geroep liome tot ü.
Laat ons bidden,
o God, die de kinderen Israels droogvoets door het midden der zee hebt doen gaan en aan de drie \\ ijzen door eene ster den weg tot U hebt aangewezen, geefcns, smeelcen wij U, eene voorspoedige reize, opdat wij onder het geleide van uwen li. Engel op de plaats waarheen wij ons begeven en eindelijk in de haven der eeuwige zaligheid gelukkig mogen aankomen. Door Jesus Christus, onzen Heer. Amen,
Tot den H. üngelbewaarder. Hemelsche Geest, mijn Bewaarder en trouwe Beschermer, ik bid U, dat ik van daag door u op den weg van vrede, voorspoed en heil geleid, en altijd en overal tegen eiken boozen geest beschermd worde. Ook smeek ik u , goedgunstig mij hulp en bijstand te willen verleenen, om volgens den wil van God liet kwaad te vlugten en de christelijke deugden te beoefenen, tot dal ik eens met u in het hemelsche vader-
land verblijd voor 't aauschiju van ons beider Heer moge staan om Hem te dienen. A.rnen, v. Laat ons in vrede vertrekken,
a. In den naam des Heeren. Amen.
MOEGENGEBEDEN.
Aanbidden wij ooimoedig Gods majesteit. Allerheiligste, en allerhoogwaardigste Drievuldigheid, één Godin drie Personen, wij gelooven en belijden dat Gij overal en ook hier waarachtig tegenwoordig zijt; wij aanbidden U met de allerdiepste gevoelens van ootmoedigheid, en geven U met al ons hart de eer, die men aan uwe opperste majesteit verschuldigd is.
Bedanken wj God, en wjden ïo j 071s geheel aan zijne H. Dienst toe.
Mijn God, wij bedanken U zeer ootmoedig voor al de genaden, die Gij ons tot heden toe, in uwe allergrootste barmhartigheid, verleend hebt, en wel bijzonder dat Gij ons alle middelen ter hand gesteld hebt, om U ijverig te kunnen dienen. Is het niet evenzoo wederom door eene uitwerking uwer goedheid dat wij dezen dag-aanschouwen? Wij willen dien ook alleenlijk tot uwen heiligen dienst besteden; wij dragen U al de gedachten, woorden en werken van dezen dag op; zegen ze, 0 Heer, opdat er geene moge wezen die niet bezield zij door uwe liel'de., en die niet strekke tot uwe meerdere eer.
3
Laai ons een vast voornemen maken, om de zonden te vhiglen en de deugd te beoefenen. Aanbiddelijke Jesus, gcddelijk voorbeeld der volmaaktheid, naar hetwelk wij moeten leven, wij gaan alles aanwenden om ons gelijkvormig aan ü temaken: ootmoedig , gehoorzaam, zuiver, geduldig, ijverig in het gebed en in het vervullen der pligten van onzen staat; verdraagzaam en liefderijk jegens elkander, en onderworpen aan Gods heiligen wil; en wij zullen ons bevlijtigen, niet meer in die zonden te hervallen, welke wij zoo dikwijls bedreven hebben , en die wij opregtelijk begeeren te verbeteren. Ook wensch ik van daag al de aflaten te verdienen waaraan ik heden kan deelachtig worden.
Bidden wij God om den hij stand zijner genaden.. Mijn God, Gij kent onze zwakheid, wij vermogen niets zonder den bijstand uwer genade; weiger ons dezelve niet, schonk ze, o mijn God, naar onze behoeften; geef ons krachten genoeg om te vlugten al het kwaad dat Gij ons verbiedt, te oefenen al hel goed, dal Gij van ons verwacht, en om geduldig te lijden alle tegenspoeden, die het U zal believen ons over te zenden. Amen.
Boepen wij de voorsjiraak in van de 11. Maagd, van onzen Engelbewaarder, van den 11. Jozef en onze 11.11. Patronen.
Maria, O. L. Vrouw van 't H. Hart, onze Moeder, en naast God onze eenige hoop, wij
4
werpen ons met liet volste betrouwen in den schoot uwer barmharfigheid. Zie , dierbare Moeder, met een meêdoosend oog op deze uwe pel-grimsscliaar, die zich aan uwe dienst heeft toegewijd; beveel ons aan 't Hart van uwen aaiibiddelijken Zoon, opdat er geen van ons verloren ga, maar dat wij allen door uwe voorspraak tot het geluk mogen komen van Hem met I, na dit aardsche pelgrimsleven, eeuwiglijk te beminnen en te aanschouwen. Amen.
Engel des hemels, mijn liefdadige leidsman, verwerf mij zóó gehoorzaam te zijn aan uwe ingevingen, dat ik in niets afdwale van den weg der geboden en van mijnen God.
H. Josef, vriend van het II. Hart, bid voor ons; wees onze raadsman, onze hulp en voorspraak, opdat wij in gehoorzaamheid, eendragt, liefde en opregte godsvrucht onder elkander ver-keerende, door u aan Jesus en Maria dagelijks meer en meer mogen behagen.
Groote Heiligen, wier namen wij de eer hebben te dragen, beschermt ons; heilige Patronen en Patronessen van onze kerken en van ons va-derland, bidt voor ons, opdat wij God gelijk gij mogen dienen op de aarde en Hem met u eeuwiglijk verheerlijken in den hemel. Amen,
Hierbij kan men als leden van het //Apostolaat des gebeds*', en van het Broederschap van het IT. Hart, d.ï dagelijksehe opdragt doen aan het H. Hart van Jesus, er nog bidden; Onze Vader; Wees-gegroet; Ik geloof in God; oefening van Geloof, Hoop, Liefde, enz.
5
AVONDGEBEDEN.
Kom, H. Geest, vervul de harten uwer ge-loovigen, en ontsteek iu hen het vuur uwer liefde. Amen.
Bedanken wij God voor al zijne weldaden.
Hemelsche Vader, welken dank zullen wij U bewijzen voor al het goede, dat wij van U genoten hebben; Gij hebt ons geschapen, met het dierbaar bloed van uwen eenigen Zoon verlost, met zoovele onwaardeeibare genaden begunstigd, en nog heden hebt Gij ons Pelgrims, volgens ziel en ligchaarn, zoo weldadig gespijzigd. O Heer, geef dat wij aan zoovele weldaden met een dankbaar hart mogen beantwoorden , U op-regt dienen en beminnen en nooit ophouden U te loven. Amen.
Onze Vader; Wees geqroet; Ik geloof in God;
Tien geboden Gods; Vijf geboden der 11. Kerk.
Heilige Geest, oorsprong des lichts, doe ons nagaan , in de droefheid onzer harten, het kwaad dat wij heden gedaan en het goed dat wij verzuimd hebben.
Onderzoeken wij otis geweten.
Oefening van berouw.
Mijn Heer en mijn God, het is ons leed uit den grond van ons hart, dat wij niet beter uwen
fi
H. Wil volbragt en tegen U gezondigd hebben, omdat Gij het hoogste goed en bovenal beminnelijk zijt en Gij de zonden oneindig verfoeit. Wij bidden U ootmoediglijk om vergiffenis, door de verdiensten van onzen lieer Jesus Christus, en nemen ons vastelijk voor, met de hulp uwer genade boetvaardigheid te doen, en U nooit meer te vergrammen. Amen.
Laat ons bidden voor de levende en overledene geloovigen.
Stort, o Heer, uwe zegening uit over onze ouders, kinderen, weldoeners, vrienden en vijanden; bescherm al onze overlieden, zoo geestelijke als wereldlijkej help de armen, de gevangenen, de bedroefden , de reizigers, de zieken en de stervenden; bekeer de zondaars en onze dwalende broeders, en verlicht de ongeloovigen.
God van goedheid en genade, heb ook medelijden met de zielen die in het vagevuur lijden, maak een einde aan hare pijnen en verleen aan allen de eeuwige rust. Amen.
Laten wij ons aan de H. Maagd en aan onze liII. Engelen aanbevelen.
Wij stellen ons onder uwe bescherming, H. Moeder Gods, verstoot onze gebeden niet in onzen nood, maar verwerf ons van alle gevaren altijd bevrijd te zijn, o Maagd, vol heerlijkheid en zegen. Amen.
Wij bidden ü, o Heer, bezoek onze woniug, en weer verre van haar alle listen des vijands ; dat uwe Heilige Engelen daarin wonen, om ons in vrede te bewaren, en dat uw zegen altijd over ons blijve. Door Christus, onzen Heer. Amen.
[Bidt de Litanie der H. Moeder Gods.) Bescherm ons, o Heer, terwijl wij waken, bewaar ons terwijl wij slapen, opdat wij met Christus gewaakt liebbende, in vrede rusten. Amen.
Jesus, Maria, Josef,
Ik geef U mijn ligchaam en mijn ziel.
Jesus, Maria, Josef,
Staat mij bij in mijnen doodstrijd.
Jesus, Maria, Josef,
Laat mijne ziel met U in vrede rusten. Amen.
GEBEDEN BIJ DE H. MIS.
Bij het begin der Tl. Mis.
God, hemelsche Vader, Gij die mij naar uw beeld geschapen hebt; o God, de Zoon, Gij die om mij te verlossen de menschelijke natuur hebt aangenomen, uw Bloed \oor mij vergoten en den bitteren dood geleden hebt; o God, Heilige Geest, Gij die mij in den Doop geheiligd en tot de ware Kerk gebragt hebt;
ü Gij, allerheiligste Drievuldigheid, geef mij de genade, dat ik dit H. Misoffer aandachtig bij-wone en het met den priester opdrage: tot roem en eere'van uwen H. Naam, om te belijden, dat Gij de eenige hoogste God en Heer over ons menschen en alle schepselen zijt, wien alléén dit offer toekomt; —ter gedachtenis, oJesus, van uw bitter lijden en sterven, tot welk einde Gij dit H. Offer hebt ingesteld; — tot dankzegging voor alle mij bewezen genaden en weldaden: — tot voldoening voor al mijne zonden en misdaden; — tot verwerving der goddelijke hulp en bijstand in al mijnen nood; — voor mijne ouders, echtgenoot, kinderen, bloedverwanten en vrienden, voor mijne geestelijke en wereldlijke overheden en al mijne weldoeners; — voor alle overledene geloovigen die in het vagevuur lijden, bepaaldelijk voor.....
Neem, o barmhartige God en Heer, dit offer gunstig aan, laat dit mijn voornemen U welgevallig zijn en verhoor mijn gebed; door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die met U leeft en heerscht in de eenheid des H. Geestes, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Introïtus.
Gezegend zij de H. Drievuldigheid en onverdeelde Éénheid: wij zullen haar loven, omdat zij ons barmhartigheid heeft bewezen. Glorie zij
9
den Vader, die ons geschapen heeft. Glorie zij den Zoon, die ons verlost heeft. Glorie zij den H. Geest, die ons heilig gemaakt heeft.
Heer, ontferm U onzer. {Driemaal.)
Christus, ontferm TJ onzer. »■
Heer, ontferm U onzer. n
Gloria in excelsis.
Glorie aan God in den allerhoogste, en vrede op aarde den menschen van goeden wil. Wij loven U; wij zegenen Ü; wij aanbidden U; wij verheerlijken U; wij danken ü om uwe groote glorie. Heer God, hemelsche Koning, God, almagtige Vader. Heer Jesus Christus, Eengeboren Zoon. Heer God, Lam Gods, Zoon des Vaders. Die de zonden der wereld wegneemt, ontferm Ü onzer. Die de zonden der wereld wegneemt, neem onze smeeking aan. Die aan de regterhand des Vaders gezeten zijt, ontferm U onzer. Want Gij alleen zijt de Hei-lige. Gij alleen de Heer, Gij alleen de Allerhoogste, Jesus Christus, met den H. Geest, in de glorie van God den Vader. Amen.
Collecten en Epistel.
Verhoor, o God, de gebeden van uwe H. Kerk, die U in den naam van uwen welbeminden Zoon, onzen Heer, Jesus Christus, ootmoedig smeekt, dat Gij ons uwe hulp en bijstand wilt verkenen, opdat wij daardoor van
alle rampen bevrijd en in uwe genade versterkt mogen worden. Amen.
Oefening van Geloof. Mijn Heer en/ mijn * God, ik geloof al wat gij door uwen Ééngeboren Zoon, onzen Heer, Jesus Christus, door de Proleten en door de Apostelen geopenbaard hebt, en mij door de onfeilbare H. Kerk te gelooven voorstelt, omdat Gij de eeuwige waarheid zijt. In en voor dit geloof wil ik, door uwe genade, leven en sterven. J
Oefening van Hoop. Vader van barmhartigheid en God van alle vertroosting, op U vestig ik al mijne hoop en mijn vertrouwen. Groot en menigvuldig zijn wel mijne zonden, maar oneindig veel grooter is toch uwe goedheid, die den dood des zondaars niet wil, maar dat hij zich bekeere en leve. Op deze uwe grenzelooze goedheid vertrouwend, hoop ik vastelijk de vergeving van al mijne zonden eu het eeuwig leven te zullen verwerven.
Oefening van Liefde. Wie zou IJ niet beminnen, o liefdevolle God, die, om uw eigen zeiven, aller liefde waardig zijt, en die ons met eene eeuwige liefde bemind, en uwen Een-aeboren Zoon voor ons ten beste hebt ^e^even !
Niets wensch ik in den hemel, niets zo'sk ik op aarde buiten U, mijn Heer en mijn God. P In U verlang ik te leven en te sterven. Wan- r neer zal ik komen en staan voor uwen troon, om U in eeuwigheid te bezitten?
ra ^ t» k m
11
Bij het Evangelie.
Ileere Jesus, die volgens den wil uws he-melschen Vaders aan de wereld de blijde boodschap van het Evangelie hebt gebragt, schenk mij, bid ik U , de genade om er de waarheid van te vatten, mijnen wil er naar te regelen, het in mijn geheugen te bewaren en er de voorschriften van te vervullen, opdat ik met de schaar uwer uitverkorene schapen, die hier naar uwe stem geluisterd hebben, in dit leven zóó vereenigd worde, dat ik eens, op den jong-sten dag, met hen aan uwe regterhand moge staan, en de troostvolle woorden hoore: Komt, gezegenden mijn Vaders, bezit het rijk, dat voor u van de grondvesting der wereld bereid is. Amen.
Bij de Oferande,
O God, heraelsche Vader, Gij die deze allerheiligste offerande des Nieuwen Verhonds door Jesus Christus, uwen Ééngeboren Zoon, hebt ingesteld, die zich daarin zelf dour de handen uws priesters voor ons opdraagt; ik breng eveneens mij zeiven hier mede ten offer aan uwe goddelijke majesteit. Neem deze onbloedige offerande genadig aan; ik wijde U daarbij mijn ligchaam en mijne ziel, ja, alles wat ik ben en bezit. Laat dit al te zamen vereenigd zijn met de bloedige offerande, welke Jesus Christus eens aan het kruishout voor geheel het men-
42
schelijk geslacht Ü, o almagtige God, beeft opgedragen. Ik draag al mijne verdiensten op in vereeniging met de eindelooze verdiensten van Jesus; in Hem en in zijn bitter lijden en sterven berust mijne hoop en mijn vertrouwen; op Hem is mijn geloof gegrond en gevestigd; Hij is de bron mijner liefde en van mijn heil in eeuwigheid.
Ik breng U hiermede, o hemelsche Vader, ook al mijn lijtien en geluk, mijne ouders, echtgenoot en kinderen, ootmoedig ten offer. Laat mij en al de mijnen U een welgevallig offer zijn, en neem ons allen op in uw rijk, waar wij L1 en uwen Zoon, onzen Heer, tegelijk met den H. Geest, altijd en eeuwig zullen loven en prijzen. Amen.
Bij de Praefatie,
Tot 1T, o God, verheffen wij onze harten en zeggen uwe goddelijke majesteit dank. Waarlijk, het is waardig en regtvaardig, billijk en heilzaam, dat wij U altijd en overal dankzeggen: heilige Heer, almagtige Vader, eeuwige God, door Christus onzen Heer. 't Is door Hem dat de Engelen uwe majesteit loven, de Heerschappijen IJ aanbidden, de Magten beven, de Hemelen en de Krachten der hemelen, en de gelukzalige Serafijnen U met eenparig gejuich verheerlijken. Gelief, bidden wij U, met deze ook onze lofzangen aan te nemen, terwijl wij
13
ootmoedig belijden en spreken : Sanclus, Sancius, Sanciiis: Heilig, Heilig, Heilig, is de Heer, de God der heerscharen. Vol zijn de hemelen en de aarde van uwe glorie. Hosanna in den hooge. Gezegend Hij die komt in den naam des Heeren. Hosanna in den hooge.
Vóór de Consecratie.
Barmhartige God en Heer, zie op mij en allen , die tot glorie van uwen grooten Naam deze H. Offerande bijwonen, genadig neder; en opdat mijn gebed U te behagelijker zij, vereenig ik het met de voorbede van de Onbevlekt Ontvangen Maagd en Moeder Gods Maria, van de heilige Apostelen, Martelaars en Belijders, Maagden en van alle Heiligen. Laat, hemelsche quot;Vader, deze Offerande, waarin uw Eéngeboren Zoon zich op eene onbloedige wijze opdraagt, mij en ons allen tot eeuwig heil verstrekken.
Ik smeek U, Heer, dat Gij uwen dienaar onzen Paus, onzen Bisschop, onze herders en zielzorgers wilt verlichten en besturen; opdat allen die hun aanbevolen zijn, door hun woord en voorbeeld, met uwe Uitverkorenen mogen vergaderd worden.
Ik smeek U, dat Gij aan mijne geliefde ouders, bloedverwanten, vrienden en weldoeners, en aan allen voor wie ik verpligt ben te bidden, tijdelijk en eeuwig welzijn wilt verlee-
14
nen, en gewaardig U, dit mijn gebed te verhoeren.
Ik smeek U, dat Gij alle zondaren, en vooral. . tot ware boetvaardigheid wilt brengen, en alwie in zware bekoring zijn, met uwe krachtige genade wilt versterken en voor den val behoeden. Gelief' ook, bid ik U, alle dwa-lenden en afvalligen, vooral in ons vaderland, gelief alle ongeloovigen tot de kennis van het ware geloof te roepen en te geleiden. Gedenk, hemelsche Vader, dat uw Ééngeboren Zoon J. C. ook voor hen allen den bitteren kruisdood heeft uitgestaan, en verhoor ons om zijne oneindige verdiensten, Gij die den dood des zondaars niet wilt, maar dat hij zich bekeere eu leve. Amen.
Bij de opheffing van de II. Hostie.
Mijn God en Zaligmaker, ik aanbid U; ik dank ü voor uwe liefde; o Jesus, door uwe wonden, vergeef mij mijne zonden;... barmhartige Hoogepriester, geef mij uwe genade, voor al deze. . .. Amen.
B j de opheffing van den H. Kelk.
Erbarming, mijn Jesus!. . . Eeuwige Vader, ik draag Ü het allerkostbaarste Bloed van Jesus Christus op, tot voldoening voor mijne zonden, voor de behoeften der H. Kerk, en om te verkrijgen deze gunst .... Amen.
15
Na de Consecratie, O allerbeminnelijkste Jesus, met een onwrikbaar geloof belijde, vereere en aanbid ik ü, hier onder de gedaante van brood en van wiju op het altaar tegenwoordig. Ik smeek U ootmoedig, laat mij ten jongsten dage U onverhuld met een verblijd oog aanschouwen, bij het aantal uwer Uitverkorenen medegeteld worden, en in de hoogste vreugde uwe liefderijke stem hooren : Kom, gij gezegende! Ontferm U mijner, o Jesus, en laat uw bitter lijden eu sterven voor mij niet verloren zijn; laat uw kostelijk Bloed voor mij niet te vergeefs vergoten wezen, maar laat het mij tot eeuwige vreugde en zaligheid verstrekken. Amen.
Gedenk ook, genaderijke Jesus, allen die in het ware geloof uit dit leven zijn verscheiden ; vooral de ziel van ... en de zielen die nu de eerste pijnen van het vagevuur ondervinden, en die het meeste verlaten zijn. Wij smecken U, Heer, verleen haar en allen die in Christus rusten, de plaats van verkwikking, van licht en vrede. Amen.
'Pater nosier.
Onze Vader, die in de hemelen zjt, enz. Verlos ons, bidden wij IJ, o Heer, van alle verleden, tegenwoordig en toekomstig kwaad; en geef ons, op de voorspraak van de gelukzalige en glorierijke Moeder Gods Maria, altijd
16
Maagd, van de gelukzalige Apostelen Petrus en Paulus en Andreas, en van alle Heiligen, genadiglijk vrede in onze dagen, opdat wij, door uwe barmhartigheid geholpen, altijd vrij mogen zijn van zonden, en veilig voor alle ontsteltenis. Door denzelfden J. C. onzen Heer, uwen Zoon, die met U leeft en regeert in de eenheid des H, Geestes, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen. De vrede des Heeren zij altijd met ons, Amen.
Bij het Affmis Bei.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, schenk ons den vrede.
Voorbereiding lot de Communie.
Goedertierene Jesus, daar Gij ons zoo minnelijk toeroept; Komi allen tot mij, die vermoeid en beladen zijt, en Ik zal u verkwikken! zoo kom ik met een diep gevoel van mijne otiwaardigheid, maar ook vol vertrouwen tot U, be-geerig om zooveel mogelijk in de vruchten van dit H. Offer te dcelen, en uw H. Ligchaam en Bloed geestelijker wijze in mijn hart te ontvangen. Kom, o Jesus, kom binnen in mijn hart, verkwik en vervul het met uwen geest en uwe genade. Gij zoete vreugd mijns harten,
17
Gij, leven mijner ziel, schenk mij de vergifpenis van al mijne zonden en gebreken; neem alles van mij weg, wat mij afkeerig van U maakt. O dierbare Jesus, leid ir.ij tot U, bereid U eene aangename woning in mijn binnenste, zoodat Gij steeds blijven inoogt in mij en ik in U; die leeft en regeert met den Vader en den H. Geest van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
Domine, non sum dignus. Heer, ik ben niet waardig, dat Gij ingaat ondermijn dak, maar spreek slechts een woord en mijne ziel zal gezond worden. (BriemaaL)
Denk hier , dat gij met den priester communiceert, euzeg;
Het Ligcbaam van onzen Heer Jesus Christus beware mijne ziel ten eeuwigen leven. Amen.
Bid dan in stilte tot Jesus \\at uw hart u ingeeft; aanbid Hem, dank Hem, en zeg:
Goede Jesus, laat niet toe, dat ik ooit van U gescheiden worde. Amen.
Na do Communie,
Ik dank L , Heere Jesus, dat Gij mij deelachtig gemaakt hebt aan dit uw allerheiligst Offer, waarbij ik de gedachtenis van uw bitter lijden en sterven vernieuwd'heb. Maak, bid ik TJ, dat ik door de kracht en werking van dit heilig Geheim in liet geloof, de hoop en liefde volharden, en het eeuwig leven verwerven moge. Amen.
Laat, bid ikU, Heilige Drievuldigheid, de hulde mijner onderwerping U aangenaam zijn; en geef dat dit Offer, hetwelk ik onwaardige met den priester voor de oogen uwer Majesteit opgedragen heb, Ü behagelijk zij, en mij en allen, voor wie ik het iieb opgedragen, door uwe genade tot verzoening strekke. Door Christus, onzen Heer. Amen.
Ons zegene de almagtige God, de Vader, de Zoon en de li. Geest. Amen.
Bij het einde der 11. Mis,
O hemelsche Vader, neem van mij aan dit U verschuldigd dienstoffer, dat ik U door de bijwoning dezer H. Mis heb gebragt, en vergeef mij alle daarbij bedreven zonden, verslrooijing en nalatigheid. Ik beveel mij U aan, nu en ten allen tijde, terwijl ik mij in de hand uwer goddelijke barmhartigheid geheel en al overgeef. Laat uw heilige wil steeds aan mij voltrokken worden, en moge ik eenmaal een zaligen dood sterven en in uw eeuwig rijk opgenomen worden. Dit vraag ik ü voor mij zeiven en ai de mijnen, door de verdiensteu van Christus, uwen Zoon, en door de voorspraak der Zalige Maagd Maria, zijne allerliefste Moeder, van den H. Josef, en van alle Heiligen. Amen.
19
VOOR DE H. COMMUNIE.
O zachtmoeclige en liefdevolle Jesus, zie, ik liet onwaardigste van al uwe schepselen , nader tot het allerheiligste Sacrament van uw Lig-chaam en Bloed; ik kom tot ü , om bij L1 het geneesmiddel te vinden voor al de wonden van mijn ligchaam en van mijne ziel. Ik geloof dat ik door het ontvangen van dit H. Sacrament uwer liefde voorzien kan in al mijne behoeflen, en tevens de grootste eer aan uwe goddelijke Majesteit, en aan alle Hemellingen de grootste vreugde kan geven. Maar, o God van eeuwige heiligheid, voor wiens oog de hemelen zelfs niet zuiver zijn, hoe zal ik , ellendige en zondige mensch, meteen door zoo vele onvolmaaktheden bezoedeld hart, durven naderen tot U, de bron van alle zuiverheid? Hoe zal ik mij verstouten om U eene plaats aan te bieden in eene ziel waarin zoo vele doornen en distelen groeijen, in eene ziel waarin zoo veel aardsche en zondige neigingen hebben wortel geschoten ?
Inderdaad, o mijn Jesus, dierbare vriend mijner ziel, ik gevoel mij diep beschaamd en vernederd in uwe tegenwoordigheid, en vrees U grootelijks te zullen beleedigen met Ü in eene uwer goddelijke Majesteit zoo onwaardige woonplaats binnen te leiden.
'20
Dan, o goede Jesus, ik herinner mij een troostvol woord, dat Gij zelf gesproken hebt: //Niet de gezonden, maar de zieken hebben eenen geneesheer noodig.quot; Ook weet ik, dat Gij tot uw bruiloftsmaal al de blinden en kreupelen, zieken en armen hebt uitgenoodigd. Welnu, o goddelijke Bruidegom der zielen, ik behoor onder het getal van die ongelukkigen, ik ben zelfs de ellendigste van allen; ook mij hebt Gij dus uitgenoodigd, en ik mag aan uwe uit-noodiging niet weerstaan. Ik nader dan tot uwe H. Tafel, overtuigd van mijne onwaardigheid, maar tevens vol moed en betrouwen, bij de gedachten aan uwe mij zoo teeder uituoodigende liefde.
O Jesus, eenig voorwerp van al mijne verlangens, het gelukkig oogenblik is daar, waarop ik U, mijn God, U den welbeminde mijns harten, in mijn hart mag ontvangen. Zie, mijn Jesus, ik kom tot U , met al de liefde en godsvrucht, waartoe ik in staat ben, ik ga Ü tegemoet. Open dan uwe heilige armen, om mijne ziel Ie omhelzen en aan uw goddelijk Hart, te drukken; open uwe armen, gelijk Gij die geopend hebt op het oogenblik dat Gij uwe handen hebt uitgestrekt op het kruis, om ze uit liefde voor de zondaren te laten doornageien.
O mijn gekruiste Jesus! waarom brandt in mijn hart niet al het vuur dat ooit het hart der Heiligen ontstoken heeft! Waarom heb ik
'21
niet al de heilige ver1aiigens, waarmede de Heiligen tot. U verzuchten. O mijn Je?us! ohoe zeer wensch ik tot U te kunnen naderen, met de zuiverheid der Engelen, de liefde der Apostelen, de onschuld der Maagden, ja, met al de godsvrucht en liefde, waarmede uwe H. Moeder U bij uwe menschwording en daarna zoo dikwijls in het H. Sacrament uwer liefde ontvangen heeft. En toch, ik verlang nog meer, mijnJesus! O had ik uw eigen goddelijk Hart, dan kon ik T7 in uw eigen Hart ontvangen , TJ binnenleiden in eene met uwe goddelijke Majesteit geheel en al overeenkomstige woning.
Dan, hoewel ik zoo gelukkig niet zijn kan, de liefde van alle Heiligen, de liefde van uwe allerheiligste Moeder, en de liefde van uw goddelijk Hart in mijn hart te dragen, ik ben toch zoo gelukkig L1 dat alles te kunnen opofferen.
Ik draag U dan op, o mijn Jesus, tot vergoeding van mijne onwaardigheid, al de voorbereiding, al de godsvrucht, al de liefde, waarmede uwe Heiligen en vooral uwe gelukzalige Moeder U in dit allerheiligste Sacrament hebben ontvangen. Ik offer U, o goede Jesus, uw eigefl goddelijk Hart, met alle goddelijke deugden en genaden, waarmede het door de aanbiddelijke Drievuldigheid is verrijkt geworden. Al die schatten bied ik U aan, om daarmede aan te vullen wat mij ontbreekt, en U eene aangename eu waardige woonplaats in mijn hart te bereiden.
22
KoiDj o goede Jesus, kom, Bruidegom mijner zie], en treed mijn hart binnen met de liefde, waarmede Gij in den mnagdelijken schoot uwer Moeder zijt neergedaald. Amen.
NA DIS H. COMMUNIE,
O goede Jesus, o zoete Jesus, o allerbeminnelijkste Jesus, o Jesus, mijn eenig geluk en mijn eenige troost, hoe hebt Gij U kunnen verwaardigen tot mij te komvii, en in mijn ellendig hart binnen te gaan.
Gezegend zij, o Jesus, uwe komst in mijn hart, en gezegend zij de goedheid uwer liefde, die U bewogen heeft om mij armen zondaar met zulk een bezoek te vereeren.
In de diepste nederigheid, werp ik mij voor ü neer, ü uit geheel mijn hart vergiffenis vragend, dat ik LT met niet meer godsvrucht, met niet meer liefde heb ontvangen. Ileere Jesus, die, niettegenstaande mijne onwaardigheid, in mijn zondig hart hebt willen afdalen , voltrek nu het werk uwer liefde, met mijn hart te heiligen door uwe aanbiddelijke tegenwoordigheid. Laat deze H. Communie en naauwe vereeniging met U mij strekken tot voortgang in de deugd, opdat mijne ziel eene bestendige woonplaats blijve van uwe driemaal heilige Majesteit. Versterk mijn zwak geloof; ondersteun mijne wankelbare hoop; vermeerder mijne weinige liefde.
23
en schenk mij uwe goddelijke genade 0111 van nu af meer voortgang in de deugd te maken.
Heere Jesus, sta mij toe van dit gunstig oogenblik, nu Gij in mijn hart rust, gebruik te maken , nog andere genaden en gunsten af te smeeken, niet slechts voor mij zeiven maar ook voor anderen , die Ü en mij dierbaar zijn. Zegen, Heere Jesus, op eene bijzondere wijze die menschen, die bij mij de plaats van God op aarde bekleeden, mijne ouders, mijne geestelijke en wereldlijke overheden. Zegen mijne echtgenoot, mijne kinderen, mijne broeders en zusters. Gelief ook aan uwe barmhartigheid deelachtig te maken mijne vrienden en weldoeners, bijzonder
deze....... en daar ik onbekwaam ben hunne
goedheid ten mijnen opzigte te vergelden, gelief Gij liun alle zegen naar ziel en ligchaam te verleenen.
Laat mij, o goedertierene Jesus, U ook indachtig maken de zielen in het vagevuur. Heb medelijden met hunne tranen en verzuchtingen. Ontferm U over die heilige zielen, die zoo vurig verlangen U te aanschouwen in den hemel; deel bijzonder uwe genaden mede aan de zielen van mijne afgestorvene ouders, vrienden, bloedverwanten en weldoeners, en aan allen voor wie ik wil en verpligt ben te bidden.
Heere Jesus, opperherder en hoofd der H. Kerk, bescherm onzen li. Vader den Paus, de Bisschoppen en Priesters. Yerueder de vijanden
'24
uwer, H. Kerk; roei de ketterijen en de kerkscheuringen uit; laat er algemeene vrede zijn op aarde, vooral ouder de Christen-Vorsten; dat uw Eijk kome, en uw Naam gezegend zij door de gansche wereld. Amen.
Hierna kan men nog bidden de Litanie van den Zoeten Naam, en van het//. Hart van Jesus, enz.
LUUA
AFMAT-GEBEDEN.
1. Voorbereidend Gebed.
Almagtige en eeuwige God, ik betrouw, dat mijne zonden mij in het Sacrament van boetvaardigheid zijn vergeven, wat de schuld en de eeuwige verdoemenis betreft. Maar daar ik aan uwe regtvaardigheid welligt nog door tijdelijke straffen moet voldoen, neem ik mijne toevlugt tot den sciiat der overvloedige voldoeningen van onzen Heer Jesus Christus, vau de H. Maagd en van al de Heiligen. Uwe Kerk, die daarvan de uitdeelster is, veroorlooft mij heden uit die onuitputtelijke bron te genieten, om aan te vullen wat aan mijne werken ontbreekt. Laat mij deelen. o God, in dien kostbaren a£aat, welken ik afsmeek. Ik verfoei op nieuw mijne zonden, en ik neem mij vast voor, met de nuip uwer genade daarin niet meer te vervallen.
Onze Vader; Wees-gegroet; Glorie zij den Vader,
ERni
25
2. Gebed voor de 11. Kerk.
O allergoedertierenste Jesus, die de H. Kerk tot uwe bruid hebt uitverkcren, haar bemint, en uw leven voor haar hebt opgeofferd, wij bidden Ü, wil uwe Kerk altijd bewaren, beschermen en verdedigen tegen de woedende aanvallen van de poorten der hel. Geef dat zij meer en meer moge bloeijen. Zend ijverige priesters in uwen wijngaard. Geef ook, o Jesus! dat al uwe geloovigen aan uwe Kerk de verschuldigde gehoorzaamheid bewijzen, hars geboden onderhouden, en tot uwe meerders glorie dagelijks meer voortgang maken op den weg der deugd en der volmaaktheid.
Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.
3. Geled ter helceering der on geloovigen,
O eeuwige God, Schepper van al wat bestaat, gedenk dat de zielen der ongelcovigen , der ketters en zondaren door U zijn geschapen, en naar uw beeld en gelijkenis gevormd zijn. Zie, Heer, U ten smaad wordt de hel door dezen opgevuld. Wees gedachtig dat Jesus, uw welbeminde Zoon, voor de zaligheid dier zielen den bittersten dood heeft onderstaan. Heer, wij bidden U, gedoog niet langer dat uw Zoon door de ongeloovigen, de ketters en zondaren versmaad worde; wees bevredigd door de gebeden der Heiligen en van de H. Kerk de bruid van uwen Zoon; gedenk uwe barmhartigheid, en vergeet de afgoderij, de verhardheid
20
en booslicid dier ongelukkigen; maak dat ook zij gnnn erkennen, vreezen en beminnen Hem, dien Gij gezonden hebt, Jesus Christus, onzen Heer, die onze zaligheid, ons leven en onze verrijzenis is, door wien wij verlost en bevrijd zijn , en die moet verheerlijkt worden door de eindelooze eeuwen der eeuwen. Amen.
Onze Vader; Wees geyroet; Glorie zij.
4. Gehed voor den vrede.
O Jesus, oorsprong en minnaar des vredes, wij bidden uwe goedertierenheid, dat gij aan alle Christen-vorsten den vrede en de ware een-dragt wilt schenken, opdat uwe Kerk zich voortdurend in de rustige uitoefening van hare heilige eeredienst moge verheugen. Zie, o Jesus, hoezeer de geesel des oorlogs over de wereld woedt, en hoeveel onschuldig bloed er vergoten wordt. Zie, hoevelen daardoor tot de uiterste ellende gebragt, en aan het vreesselijkste lijden naar ziel en ligchaam worden overgeleverd. Geef ons vrede in onze dagen, en maak dat de Vorsten door den naauwsten band der eendragt verbonden worden, opdat uw volk in rust en vrede moge leven.
Onze Vader; Wees yegruet-, Glorie zij.
5. Gehcd voor den Paus.
O God, Herder en Bestuurder aller geloovi-gen, zie op uwen dienaar onzen Paus N. dien Gij tot Opperherder uwer Kerk hebt gesteld, genadiglijk neder. Geef hem, bidden wij U,
27
dengenen over wie hij gesteld is, door woord en voorbeeld tot heil te zijn, opdat hij, te zamen met de hem toevertrouwde kudde , tot het eeuwige leven moge geraken. Amen.
Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.
LITANIE
VAN DEN ZOETEN NAAM JESUS,
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm Ü onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Jesus, hoor ons.
Jesus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm U onzer.
God, Zoon, Verlosser der wereld,
God, Heilige Geest,
Heilige Drievuldigheid, één God,
Jesus, glans des Vaders,
Jesus, gloed van het eeuwig licht, §
Jesus, koning der glorie,
Jesus, zon der regtvaardigheid, 3
Jesus, Zoon van de Maagd Maria, ^
Beminnelijke Jesus,
Jesus, Vader der toekomende eeuw,
Jesus, Verkondiger van het groote raadsbesluit,
Allerraagtigste Jesus,
■28
Allergeduldigste Jesus,
Allergelioorzaamste Jesus,
Jesus, zachtmoedig en ootmoedig van harte,
Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus Jesus
minnaar der zuiverheid, onze minnaar,
God des vredes, oorsprong des levens, toonbeeld der deugden, zielenijveraar,
onze God,
onze toevlugt,
onze weg en ons leven,
blijdschap der Engelen,
koning der Oudvaders,
meester der Apostelen,
leeraar der Evangelisten,
sterkte der Martelaren,
licht der Belijders,
zuiverheid der Maagden,
kroon van alle Heiligen,
Wees genadig, spaar ons, Jesus.
Wees genadig, verhoor ons, Jesus.
Yan alle kwaad, verlos ons, Jesus.
Van alle zonde, verlos ons, Jesus.
Van uwe gramschap, verlos ons, Jesus.
■JU
Van de lagen des duivels, verlos ons, Jesus.
Van den geest der onkuischheid,
Van den eeuwigen dood,
Van de verwaarloozing uwer inspraken,
Door het geheim uwer H. M'enschwording,
Door uwe geboorte,
Door uw goddelijk leven,
Door uwen doodstrijd en lijden, S
Door uw kruis en uwe verlatenheid.
Door uwen dood en uwe begrafenis, S
Door uwe verrijzenis.
Door uwe hemelvaart.
Door uwe vreugden.
Door uwe glorie.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegnèemt de zonden der wereld, verhoor ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer, Jesus.
Jesus, hoor ons.
Jesus, verhoor ons.
Laat ons bidden.
Heere Jesus Christus, die gezegd hebt: vraagt en gij zult verkrijgen, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal worden opengedaan: wij smee-ken U, geef ons, op ons bidden, het vuur uwer goddelijke liefde, opdat wij ü met geheel ons
30
liart, onzen mond eu onze werken beminnen en nimmer ophouden U te loven.
Maak, o Heer, dat wij altijd uwen heiligen Naam vreezen en te gelijk beminnen; nooit immers houdt Gij op, hen te besturen, die Gij stelt in de vastheid uwer liefde. Door denzelfden Jesus Christus, onzen lieer. Amen.
LITANIE
VAN HET H. HA ET VAK JESTJS.
Heer, ontferm Ü onzer.
Christus, ontferm ü onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Yader; ontferm ü onzer.
God, Zoon, Verlosser der wereld.
God, Heilige Geest,
Heilige Drievuldigheid, één God,
Hart van Jesus , vereenigd met het Woord
g eigen en waardige woonplaats van den g Heiligen Geest, ^
3 tempel der allerheiligste Drievuldigheid , ( * glorie en vreugd der Engelen, g
—' voorwerp van alle liefde.
Allerootmoedigst Hart van Jesus, Allerminnelijkst Hart van Jesus,
31
Hart van Jesus, vol van zegen en genade, genoegen van hemel en aarde,
licht van geheel de wereld,
sterkte tegen alle onze vijanden,
bron van alle regtvaardigheid, oorsprong van goedheid en barmhartigheid,
vol van medelijden en teederheid, oneindig beminnend en oneindig beminnenswaardig,
woonstede aller deugden,
„ waardig allen lof en eer,
s aan wien alle aanbidding toekomt, ^ afgrond van alle hemelsche gaven, - springbron ten eeuwigen leven, 5 verzoening onzer zonden,
-£ troost van alle bedrukte harten, ^2 hoop van die in Ü sterven,
ons leven en onze verrijzenis,
toevlugt van alle zondaren , met bitterheid voor ons vervuld, met versmaadheden verzadigd,
om onze boosheden doorwond,
voor ons aan het kruis gestorven, met een lans doorstoken,
nu nog door ondankbaren verscheurd, levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der reld, spaar ons, Jesus.
Lain Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Jesus.
Lam (iods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm LT onzer.
Christus, hoor ons,
Christus, verhoor ons.
V. Hart van Jesus, brandende van liefde voor ons.
K-. Ontvlam in ons hart eene brandende liefde voor U.
Laat ons bidden.
Keere Jesus, die U gewaardigd hebt, de onuitsprekelijke rijkdommen van uw allerheiligst Hart aan uwe Kerk kenbaar te maken, verleen ons, dat wij aan de liefde van dit allerheiligste Hart mogen beantwoorden, en dat wij, door waardige dienstbewijzen, vergoeden mogen de verongelijkingen die dat zelfde bedrukte Hart van de ondankbare menschen worden aangedaan: Gij, die met den Vader en den H. Geest leeft en heerscht door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Hart van Jesus, bron van alle goed, wij danken U voor de gunsten waarmede Gij de gelukzalige maagd Margaretha Maria-Alacoque overladen hebt, en wij vragen Ü door hare verdiensten en voorspraak, den zegenpraal der H. Kerk en van uw Kijk over alle de harten. Air,en.
33
LITANIE.
OP HET LIJDEN VAN CHRISTUS.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm ü onzer.
Heer, ontferm ü onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm U onzer.
God, Zoon, Verlosser der wereld.
God, Heilige Geest,
Heilige Drievuldigheid, één God,
Jesus, Zoon van den levenden God,
Jesus, die voor ons zijt mensch geworden,
Jesus, die 33 jaren op aarde geleefd hebt,
Jesus, die voor onze zaligheid het bitterste
Jesus, die naar den hof van Olijven zijt i* gegaan, B
Jesus, wiens ziel tot stervens toe bedroefd ^ was. o
Jesus, wiens bloedig zweet de aarde be- 5 vochtigde, r1
Jesus, die bereidvaardig U aan den wil van uwen hemelschen Vader onderworpen hebt, Jesus, die door een kus verraden zijt,
Jesus, die wreedelijk gebonden en gevangen weidt weggevoerd,
Jesus, die inde geregtszaalbespot, geblinddoekt en in het aangezigt geslngen zijt,
Jesus, die, getuigende dat Gij Gods Zoon waart, als een godslasteraar werdt ter dood veroordeeld,
Jesus, door Petrus driemaal verloochend, Jesus, die als een boosdoener aan Pilatus
werdt overgeleverd,
Jesus, die naar Hcrodes gebragt, en door
hem en zijn hof bespot werdt,
Jesus, die achter Earabbas zijt gesteld, Jesus, die wreedelijk gegeeseld zijt,
Jesus, die met scherpe doornen gekroond zijt,
Jesus, die, met een spotmantel omhangen en een rietstok in de hand, als koning bespot werdt,
Jesus, door Pilatus lafhartig ter dood veroordeeld,
Jesus, die zelf uw kruis moest dragen, Jesus, wiens schouder door het kruis zoo
pijnlijk gewond werd,
Jesus, tot driemaal onder uw kruis ter aarde gevallen,
Jesus, wien de kleederen van het verwonde
ligchaam werden gescheurd,
Jesus, wiens ledematen op het kruis werden
uitgerekt,
Jesus, wien men gal te drinken gaf, Jesus, die aan het kruis werdt vastgenageld, Jesus, die. drie uren levend aan het kruis gehangen hebt,
Jesus, hangende tusschen twee moordenaars, Jesus, die, aan het kruis hangende, gehoond
en bespot werdt,
Jesus, die voor uwe vijanden gebeden, en den rouwhebbenden moordenaar vergeven hebt,
Jesns, die, aan het kruis hangende, als door
God verlaten waart, 2
Jesus, die aan het kruis een brandenden
CD
dorst geleden hebt, en met edik gelaafd g werdt,
Jesus, die al wat van U geschreven was
hebt volbragt, g
Jesus, die het hoofd buigende, vrijwillig voor
ons gestorven zijt,
Jesus, wiens zijde meteen lans werdt doorstoken ,
Jesus, uit wiens zijde water en bloed gevloeid is,
Jesus, die van het kruis afgenomen en in
een nieuw graf begraven zijt.
Wees genadig, spaar ons, Jesus.
Wees genadig, verhoor ons, Jesus.
Van alle kwaad, verlos ons, Jesus,
Van een haastigen en ongelukkigen dood, verlos ons, Jesus.
Door de smarten die Gij in geheel uw ligchaam
verduurd hebt, verlos ons, Jesus.
Door de pijn, die Gij geleden hebt in uw H. Hart, verlos ons, Jesus,
Door uwe gebeden en tranen,
Door al de druppelen van uw goddelijk Bloed,
Door uw geduld, en uwe ootmoedigheid; Door de liefde van uw allerbeminnelijkst Hart,
Door de liefde, waarmede Gij voor de zondaars gebeden hebt,
Door de iiefde, waarmede Gij ai de pijnen
en folteringen geleden hebt,
Door de volmaakte gehoorzaamheid die Gij, in al uw lijden, aan uwen Yader betoond hebt,
Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons. Dat Gij ons de vruchten van uw lijden wilt
mededeelen.
Dat wij al ons betrouwen altijd stellen op
uw lijden en kruis.
Dat uw heilig lijden ons leere hoe zwaar
en schrikkelijk de zonde is,
Dat wij door uw kruis de bekoringen van duivel, wereld en vleesch mogen overwinnen.
Dat wij, bij kruisen lijden, altijd geduldig mogen zijn en onderworpen aan Gods heiligen wil.
Dat het kruis, in ons stervensuur, ons tot troost zij,
Dat wij met ü, door het kruis, tot de glorie mogen komen.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer, Jesus.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
y. Wij aanbidden U, Christus, en loven U, R-. Omdat Gij door uw kruis de wereld hebt verlost.
Laat ons bidden.
O Jesus, God van liefde, zie, in den geest kniel ik neder aan den voet van het kruis, waarop Gij gestorven zijt, en bid U, door de eiudelooze liefde, die Gij door uwen kruisdood aan het menschdom bewezen hebt, medelijden te hebben met mijne ziel, als zij van deze wereld zal scheiden. Amen.
VAM DE HH. ENGELBEWAAEDEKS.
Heer, ontferm Ü onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm Ü onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm U onzer.
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer. God, Heilige Geest, ontferm ü onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer, H. Maria, Koningin der Engelen, bid voor ons. Hfl. Engelen en Aarts-Engelen,
Alle IIM. Koren der zalige Geesten, H. Michaël, beschermer van Gods volk, H. Michaël, die Lucifer en zijnen aanhang
uit den hemel verdreven hebt,
H. Raphael, leidsman van den jongen Tobias, H, Raphaël, die den blinden Tobias het ge-
zigt hebt weergegeven,
H. Gabriël, die aan den profeet Daniël verschenen zijt,
H, Gabriël, die aan Zacharias de geboorte en het ambt van den H. Joannes den ^ Dooper hebt voorzegd, lt;
H. Gabriël, die van God tot Maria gezon- ° den zij(, o
H. Engel, die aan de herders de geboorte •quot;
van Chiistus verkondigd hebt,
H. Engel, die door God mij tot bewaarder
gegeven zijt,
li. Engelbewaarder, die mij liefderijke vermaningen geeft,
H. Engelbewaarder, die mij met heilzame
raadgevingen voorkomt,
11. Engelbewaarder, die in al mijne noodwendigheden voorziet,
H. Engelbewaarder, die mij teederlijk bemint,
die mijn trooster zijt in droefenis,
die mij onderwijst aangaande mijne plig-ten,
■S die mij een goede herder zijt,
-ë die getuigen zijt van alle mijne werken, « die mij bijstaat in alle voorvallen, § die mij behulpzaam zijt in mijne onder- ~ nemingen, _ lt;
c3 die mijn voorspreker zijt, g
^ die mij als op uwe handen draagt, ^ M die mij geleidt op alle mijne wegen, g ^3 die mij beveiligt tegen de gevaren,
K die mijn voorspreker zijt bij God,
die al mijne werken aan God opdraagt, die mij in het oordeel zult bijstaan, die mij den hemel moet binnenleiden,
Alle heilige Engelbewaarders, bidt voor ons. Lam Gods, dat wegneemt de zonde der wereld, spaar ons, Heer,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Laat ons bidden.
O God, die door eene onuitsprekelijke voorzienigheid uwe heilige Engelen tot onze bewaring gezonden hebt, verleen ons, bidden wij U, dat wij door hunne hulp altijd beschermd worden,
I
eu hun gezelschap eeuwiglijk mogen genieten. Door Christus, onzen Heer. Amen.
GEBEDEN TOT DEN H, ENGELBEWAARDER.
Engel Gods die mijn bewaarder zijt, en aan wiens zorg ik door de opperste goedheid ben toevertrouwd, gewaardig U mij te verlichten, te bewaren, te besturen en te geleiden. Amen.
(100 dagen aflaat^)
Heilige Engel, door God mij tot bewaarder en beschermer gegeven, ik dank U voor de weldaden die gij mij tot hiertoe naar ligchaam en ziel bewezen hebt. Ik vereer en loof ü, o goede Engel, omdat gij mij, ellendig zondaar als ik ben, zoo getrouw wilt bijstaan, en tegen alle aanvallen van de vijanden mijner ziel wilt verdedigen. Gezegend zij de stond, waarop gij mij tot beschermer, verdediger en voorspreker gegeven zijt. Gezegend zij de groote liefde en bijzondere zorg waarmede gij mijne zaligheid tracht te bewerken. Tot dankbaarheid voor al de goede diensten, die gij mij, van af mijne eerste kinderjaren bewezen hebt, offer ik U het allerwaardigste, het alleredelste en allerzaligste Hart van mijnen en uwen Heer, Jesus Christus. Ik vraag U vergiffenis, dat ik zoo dikwijls U bedroefd , en aan uwe heilige ingevingen weerstand geboden hebt, en ik maak het vaste besluit, U voortaan beter te gehoorzamen, eu God getrouwer te dienen. Amen.
41
LTÏANIE
VAN DEN' H. JOSEF.
Heer, ontferm IJ onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer. God, Heilige Geest, ontferm U onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer. H. Maria, bid voor ons.
H. Moeder Gods,
H. Maagd der maagden,
H. Maria, Josefs bruid,
Heilige Josef, bruidegom van Maria, voedstervader van Jesus,
man naar Gods hart,
getrouwe en wijze dienaar Gods, ££
bewaarder der zuiverheid van Maria, quot;S medehulp van Maria, g
die om Maria met bijzondere genade be- quot; ö gunstigd zijt_, _ |
HEj gij zoo zuiver in maagdelijkheid, ;£■ gij zoo diep in ootmoedigheid,
gij zoo vurig in liefde,
gij zoo hoog in beschouwing,
die door den H. Geest zeiven regtvaar-dig zijt verklaard,
die in de goddelijke verborgenheden boven anderen verlicht zijt geweest, die door den Engel in het geheim der
Menschwording zijt onderwezen , die met Maria naar Bethlehem zijt gereisd, die, in de herberg geene plaats vindende,
in een stal zijt gaan vernachten, die waardig was, bij Christus te ziju, toen Hij bij zijne geboorte in eene krib gelegd werd,
die, toen Christus besneden werd, zijnen
naam jesus genoemd hebt,
die met Maria het Kind Jesus in den
tempel hebt opgedragen,
die, op het woord des Engels, met Jesus en Maria naar Egypte gevlugt zijt, die, na Herodes' dood met het Kind en zijne Moeder naar het land van Israël zijt wedergekeerd,
die, toen het Kind Jesus te Jerusalem gebleven was, het vol droefheid, met Maria zijne Moeder, gezocht hebt, die Hem, zittende te midden der leeraren , na drie dagen met blijdschap gevonden hebt,
aan wien de Heer der heeren op aarde
is onderdanig geweest,
wiens lof in het Evangelie vermeld wordt, man van Maria, uit welke Jesus geboren is, ;e voorspreker, hoor ons, H. Josef,
Onze beschermer, verhoor ons, H. Josef.
In onzen nood, help ons, li. Josef.
In al onze benaauwdheden,
In het uur van onzen dood.
Door uwe allerheiligste echtvereeniging,
Door uwe vaderlijke zorg en teederheid,
Door al uw arbeid en zwoegen,
Door al uwe deugden.
Door al uwe verdiensten.
Wij, die u als beschermer aan roepen, wij
den u, verhoor ons.
Dat gij Jesus wilt bidden, om vergiffenis
onzer zonden te verkrijgen.
Dat gij ons steeds aan Jesus eu Maria gelieft
aan te bevelen,
Dat gij voor alle maagden en ongehuwden de gaaf van zuiverheid wilt. verwerven, Dat gij voor de gehuwden eene onbevlekte getrouwheid en heilige eendragt wilt verkrijgen.
Dat gij alle ouders en overheden in het christelijk opvoeden en bewaken hunner kinderen en onderdanen wilt behulpzaam zijn.
Dat gij alle gemcentens, die u bijzonder
vereeren, wilt begunstigen.
Dat gij allen die op uwe hulp betrouwen,
altijd en overal, wilt beschermen, Dat gij alle geloovige zielen door uwe krachtige voorbede wilt helpen ,
44
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we»
reld, spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld , ontferm U onzer.
Christus, hoor ons,
Christus verhoor ons.
i'. Heilige Josef, vriend van het H. Hart, bid voor ons.
R-. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
Laat ons bidden.
Wij bidden U, o Heer, dat wij door de verdiensten van den Bruidegom der allerheiligste Maagd en Moeder Gods Maria geholpen worden, opdat ons door zijne voorspraak gegeven worde, wat wij door ons zeiven niet kunnen verkrijgen. Die leeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen, Amen.
GEBEDEN TOT DEN H. JOSEP,
}Fees gegroet.
Wees gegroet, H. Josef, regtvaardig man, zoon van David, bruidegom van Maria, uit welke Jesus geboren is. Heilige Josef, voedstervader van den Zoon Gods, bid voor ons zondaren , nu en in het uur van onzen dood. Amen.
45
SmeeJcgehed.
Heilige Josef, die als een goede vader en getrouwe leidsman Jesus Christus in zijne jeugd bestuurd hebt, ik bid u, sta ook mij op den weg mijns levens als een getrouwe leidsman bij. Duld niet dat ik ooit van den weg der geboden Gods afwijke. Wees in tegenspoed miine bescherming, in droefheid mijn troost, tot dat ik eindelijk liet land der levenden moge bereiken, waar ik in eeuwigheid, met u en uwe allerheiligste bruid Maria, en met alle Heiligen, mij in Jesus mijnen God moge verheugen. Amen,
Gebed van ouder a en overheden,
H. Josef, hoofd van het allerheiligste Huisgezin, ik bid u ootmoedig, dat gij mij door uwe voorspraak de noodige wijsheid en voorzigtig-heid wilt verwerven om mijn huisgezin Christelijk te besturen, door arbeidzaamheid, godsvrucht en getrouwheid in al mijne pligten, een voorbeeld te wezen voor allen die aan mijn bestuur zijn toevertrouwd; opdat ik God, in al de betrekkingen , waarin zijne voorzienigheid mij op aarde geplaatst heeft, getrouwelijk dienen en in het gelukzalig leven eeuwig, in uw gezelschap, verheerlijken moge. Amen.
Gehed om een zaligen dood.
Heilige Josef, gij, die in de armen van uwen Voedsterzoon Jesus, en van uwe allerheiligste
4
bruid Maria, zijtgestorven; kurn mij, bid ik u, met Jesus en Maria ter hulpe , voornamelijk wanneer de dood mijn leven eindigen zal; en verwerf mij dan, ik smeek het u ootmoedig, de genade en den troost dat ook ik, in de teedere omarming van Jesus en van Maria, mijne ziel aan God moge geven.
In uwe handen beveel ik, bij leven en sterven, mijnen geest, o Jesus, o Maria, o Josef. Amen.
LITANIE
VOOU DE GELOOVIGE ZIELEX.
Heer, ontferm ü onzer.
Christus, ontferm ü onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm U over de
overledene geloovigen.
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U
over de overledene geloovigen.
God, H. Geest, ontferm Ü over de overledene geloovigen.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U
over de overledene geloovigen.
H. Maria, bid voor hen.
H. Moeder Gods, bid voor hen.
H. Maagd der maagden, bid voor hen.
Alle H.H. Engelen en Aarts-Engelen,
Alle H.H. Koren der zalige Geesten,
H. Josef, bid voor hen.
Alle H.H. Aartsvaders en Profeten,
Alle H.H. Apostelen en Evangelisten,
Alle H.H. Leerlingen des Heeren,
Alle H.H. Onnoozele-Kinderen,
Alle H.H. Martelaren,
Alle H.H. Bisschoppen en Belijders,
Alle H.H. Leeraren der Kerk,
Alle H.H. Priesters en Levieten,
Alle H.H. Monniken en Kluizenaars,
Alle H.H. Maagden en Weduwen,
Alle Heiligen Gods,
Wees genadig, vergeef hun. Heer.
Wees genadig, verlos hen. Heer.
Van de schrikkelijke vlammen,
quot;Van de vervaarlijke duisternis.
Van de pijnen die zij door de dagelijksche
zonden verdiend hebben,
Van al wat zij moeten lijden om de doodzonden, voor welke zij nog niet ten volle voldaan hebben,
Van alle straffen voor hunne traagheid en
onachtzaamheid.
Van hun geween over het verzuim der gelegenheden die zij gehad hebben om in in de deugd meer voortgang te maken, Van hun geschrei over het verzuim des gebeds,
48
Van de kastijding die zij om hunne ongehoorzaamheid, en geringen eerbied voor hunne overheden, moeten lijden, Van hetgeen zij moeten lijden voor te weinige zorg voor hunne kinderen en onderdanen. Van hetgeen zij moeten lijden voor onmatigheid , en het verbreken der vastendagen. Van de pijnen die zij moeten lijden om hunne grammoedigheid, afgekeerdheid en weinige liefde jegens den evennaaste ,
Van de voldoening die zij moeten geven voor kwaadspreken, verwenschingen en belee-digingen anderen aangedaan,
Van alles wat zij moeten lijden voor vloeken, zweren en onzedige gesprekken. Van al het lijden voor hunne kwade gedachten en inwendige zonden. Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons. Dat wij, door barmhartig te zijn, voor hen
barmhartigheid mogen verwerven, Dat wij, door ootmoedigheid, voor hunne hoovaardigheid kwijtschelding mogen erlangen ,
Dat wij, met ons te versterven, voor hunne
zinnelijkheid mogen voldoen,
Dat wij, door onze geduldigheid, vergiffenis
voor hun ongeduld mogen bekomen, Dat wij, door onze zachtmoedigheid, voldoen mogen voor hunne zonden van haat, nijd en gramschap,
49
Dat wij, door ijverig te bidden, voor huunc
traagheid in 't gebed mogen voldoen. Dat wij, door het oefenen van alle deugden, voor hen vergiffenis van al hunne misslagen mogen verkrijgen,
Dat gij alle overledene geloovigen van hunne
Dat gij onze overledene ouders, vrienden en weldoeners uit hunne p jnen wilt ver- o lossen, g'
Dat gij U over hen, die geene bijzondere ° voorbidders op aarde hebben, wilt ont- 2 fermen,
Dat gij hun verlangen wilt vervullen,
Dat gij hen onder het getal der uitverkorenen
wilt aannemen.
Koning van ontzaggelijke Majesteit,
Zoon Gods,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef hun rust.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef hun rust.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld , geef hun de eeuwige rust.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
50
Laat ons bidden.
O God, Schepper en Yerlosser aller geloo-vigen, schenk aan de zielen uwer dienaren en 'dienaressen vergiffenis van al hunne zonden, opdat zij de genadige kwijtschelding, waarnaar zij altijd verlangd hebben, door onze godvruchtige gebeden mogen verwerven. Gij die leeft en heersciit in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Heer, geef hun de eeuwige rust, enz. GEBEDEN VOOR DE OVERLEDENEN.
GEBED OP OF BIJ EEN KERKHOF.
O God, licht der geloovige zielen, hoor goedgunstig onze smeekingen, en geef aan uwe dienaren en dienaressen wier ligchamen alhier, of waar ook ter aarde in Christus rusten, de plaats der verkwikking, de zaligheid der rust en de klaarheid van het licht. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.
GEBEDEX TOT DEN GEKBTJISÏEN CHBISTUS.
I. O Jesus, ons leven en onze verrijzenis, die , toen Gij uit deze wereld gescheiden zijt, ons uw ligchaam en bloed tot spijs en drank hebt nagelaten: ik bid U ootmoedig door deze uwe oneindige liefde, ontferm U over alle overledene geloovigeiij en bijzonder over...,; geleid
hen naar de bronnen des levens, en geef, dat zij weldra met U aanzitten in uw rijk.
Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.
II. O Jesu?, onze bescherming en onze zaligheid, die voor ons in den hof zulk een vreese-lijken doodsangst hebt uitgestaan, dat uw zweet geworden is als druppelen bloeds, dat op aarde nedervloeide : ik bid U ootmoedig, door dit uw dierbaar bloed, ontferm U over alle overledene geloovigen, en bijzonder over.,..; verlos hen uit al hunne benaauwdheden, en wisch alle tranen van hunne oogen af.
Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.
III. O Jesus, onze quot;Verlosser en Zaligmaker, die om onze zonden gevangen zijt genomen: ik bid U ootmoedig door deze harde ketenen en banden, ontferm U over alle overledene geloovigen , eu bijzonder over,...; slaak alle boeijen van hunne zonden met welke de menschelijke zwakheid hen in dit leven gebonden heeft; opdat zij in blijdschap U het offer van dankzegging mogen opdragen.
Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.
IV. O Jesus, blijdschap onzer harten , die uw aanbiddelijk aanschijn, dat de Engelen met heilige vreeze aanschouwen, hebt laten bedekken, bespuwen en mishandelen: ik bid U ootmoedig door dit uw onuitsprekelijk geduld, ontferm ü over alle overledene geloovigen , en bijzonder over,,.,; ontvang hen in dc aanschou
52
wing van uw zaligend licht en vervul hen met blijdschap voor uw aanschijn.
Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.
V. O Jesus, de kroon onzer heerlijkheid, die om onze zonden en onzen hoogmoed met gee-selen geslagen en met doornen wreedaardig en smadelijk gekroond zijt: ik bid U ootmoedig door deze uwe uiterste vernedering, ontferm U over alle overledene geloovigen, en bijzonder
over.......; verleen hun genadiglijk, dat zij
weldra de kroon der eeuwige heerlijkheid verkrijgen ; want Gij zijt het, die ons bekroont in barmhartigheid en ontferming.
Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.
A7I. O Jesus, onze Voorspreker en onze llegter, die U door een onregtvaardig vonnis tot den bittersten dood hebt laten veroordeelen , om ons van het vonnis der eeuwige verwerping te ontheffen; ik bid U ootmoedig door de diepte uwer barmhartigheid, ontferm U over alle overledene geloovigen, en bijzonder over....; laat hen weldra dit woord van vertroosting hooren: //Uwe zonden zijn u vergeven!quot;
Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.
VIT. O Jesus, ons eenige en opperste Goed, die al onze zonden in uw ligchaam gedragen hebt aan het kruis: ik bid U ootmoedig door deze uwe onwaardeerbare weldaad, ontferm U over alle overledene geloovigen, en bijzonder over,,... ontsluit hun weldra den toegang tot
3 O O -
O.'j
cle eeuwige heerlijkheid, en laat hen in blijdschap booren: //Komt, gezegenden mijns Araders! bezit het rijk, dat u bereid is van den beginne der wereld.quot;
Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zy.
de pKoïun DIS.
De profundis elamavi ad te, Domine; Domine
Vit de d'uplen riep ik tol V, o Heer: Heer exaudi vocem meam.
aanhoor de stem van mij.
I'iant aures tuae intendentes, in vocem depre-
Laat de oor en van U luisteren naar de steno der cationis meae.
smeehing van mij.
Si iniquitales observaveris, Domine; Domine
Als engeregiiyheden gij gadeslaati o Heer: Heer
cjuis sustinebit ?
wie zal bestaan ?
Quia apud te propitiatio ,est: et propter legem
Wijl bij V ontferming is: en om de wet
tuam sustinui te, Domine.
van V vertromede ik op U, o Heer,
Sustinuit anima mea in verbo ejus:
Zij vertrouwde de ziel van mij op 't woord van hein:
speravit anima inca in Domino.
zij hoopte de ziel van mij op den lieer,
A custodia matutiua usque ad noctem, speret
Tan den morgenstond tot aan den nacht , hope
Israël in Domino.
Israël op den Heer,
54
Quia apud Dominum misericordia: et copiosa
Want bij den liter is barmharligheid; en overvloedig
bij hem verlossing.
Et ipse redimet Israël, ex omnibus iniquita-En hij zal verlossen Israël, van al de ong er eg tig-tibus ejus.
heden dezer.
j;. Requiem aeternam dona eis, Domine.
Rust in eeuwigheid geef hun, o Heer,
Br. Et lux perpetua luceat eis.
En 3t licht der eeuwigheid verlichte hen,
Dat zij rusten in vrede, Amen,
DEE H. MAAGD MAUIA.
Kyrie eleïsou. Christe eleïsou. Kyrie eleïson. Christe, audi nos. Christe, exaudi nos. Pater de coelis. Deus ^ miserere nobis. Fili, Rcdemptormundi,Deus, miserere nobis. Spritus sancte, Deus, miserere nobis. Sancta Trinitas, unus Deus, miserere nobis. Sancta Maria, ora pro nobis. Sancta Dei Gcuitrix, ora pro nobis. |
Heer, ontferm IJ onzer. Christus, ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer, Christus, hoor ons. Christus, verhoor ons. God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, VerlDsser der wereld , ontferm U onzer. God, Heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm onzer. Heilige Maria, bid voor ons. Heilige Moeder Gods, bid voor ons. |
Sancta Virgo virginura. Mater Christi, Mater divinae graiiac, Mater purissima, Mater castissiraa , Mater inviolata , Mater in terne rat a , Mater arnabilis, Mater admirabilis, Mater Creatoris, Mater Salvatoris, Virgo prudentissima, Virgo vcneranda , Virgo praedicanda, Virgo potens , Speculum justitiae, Sedes sapientiae. Causa uostrae laetitiae, o^ Vas honorabile, Vas insigne devotionis, Rosa mystiea, Turris Davidica, Turris eburnea. Domus aurea , Foederis area, Janua coeli, Stella matutina , Salus infirmorum , Refugium peceatorum , Consolatrix afflijtorum, Ansilium Christianorum, Regina angelorum , Regiua patriarchaium, |
H. Maagd der maagden. Moeder van Christus, Moeder der goddelijke genade , Allerreinste Moeder, Allerzuiverste Moeder, Ongeschondene Moeder, Onbevlekte Moeder , Beminnelijke Moeder, Wonderbare Moeder, Moeder des Scheppers, Moeder des Zaligmakers, AllervoorzigtigsteMaagd, Eerwaardige Maagd , Lofwaardige M aagd, .Magtige Maagd , Goedertierene Maagd , cf. Getrouwe Maagd, ^ Spiegel d. regtvaardigheid, o Zetel der wijsheid , ° Oorzaak onzer blijdschap, g Geestelijk vat, ? Eerwaardig vat, Ditmuntend vat van godsvrucht , Geheimzinnige roos , Toren van David , Yvoreu toren. Gulden huis , Ark des verbonds , Deur des hemels , Morgenster, Behoud der kranken , Toevlugt der zondaren. Troost der bedrukten , Hulp der Christenen, Koningin der engelen , Koningin der aartsvaders. |
56
Regina prophetarum, Kegina apostolorura, o Kegina martyrum , 3 Eegiua coiifessorum, Resiaa sanctorum omni- a ^ C Regina sine labe con- • cepta , Agnus Dei, qui tollis peccata raundi, paree nobis, Domino. Agnus Dei, qui tollis peeeata mundi, exaudi nos, Doniine. Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, miserere nobis. Christe, audi nos. Christe, exaudi nos. Ora pro nobis, sancta Dei Genitrix. H-. Ut digui efficiamur pro-missionibus Christi. Oremus. Gratiam tuara, quaesumus Domine, mentibus nostris infunde, ut qui angelo nun-tiante, Christi Filii tui in-carnationem cognovimus, per passioncm ejus et crucern ad resurrectionis gloriam per-ducamur. Per eurndem Christum , Dominum nostrum. Amen. |
Koningin der profeten ^ Koningin der apostelen, Ö in Koningin zonder vlek ontvangen , Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld , verhoor ons lieer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm Ü onzer. Christus, hoor ons. Christus , verhoor ons. y. Eid voor ons, heilige Moeder Gods. Rr. Op dat wij waardig worden de beloften van Christus. Laat ons bidden. Wij bidden U, o Heer, stort uwe genade ia onze harten, opdat wij, die door de boodschap des engels de mensch-wording van Christus uwen zoon leerden kennen , door zijn lijden en kruis tot de glorie der verrijzenis ge-bragt worden. Door deu-zeii'den Christus onzen Heer, Amen. |
61
zoeken en door opregte boetvaardigheid weder te vinden. Wees gegroet.
5. O Maria, om de onbegrijpelijke vreugde, waarvan gij overstelpt werdt, toen uw beminde Zoon, van den dood verrezen, zich aan Ü vertoonde; wij bidden U, wil door uwe voorbede ons de genade verwerven , dat wij altijd vurig verlangen, uwen goddelijken Zoon te zien, en verdienen mogen, tot dat einde op den jong-sten dag zalig te verrijzen. Wees gegroet.
. 6. O Maria, om de overgroote vreugde, welke uw hart vervulde, toen gij Jesus, uwen Zoon, door eigen kracht zaagt ten hemel klimmen; wij bidden U, wil ons de genade verwerven van zoo te leven, dat wij eenmaal waardig bevonden worden, bezit te gaan nemen van de plaats, welke Hij ons bereid heeft, en daar te genieten wat geen oog gezien, geen oor gehoord heeft, noch in het hart vaa den mensch ooit is opgekomen. Wees gegroet.
7. O Maria om de vreugde, waarmede gij vervuld werdt, toen de H. Geest in de gedaante van vurige tongen over de leerlingen uws Zoons nederdaalde; wij bidden U, verkrijg voor ons de genade, dat ook wij met de gaven van den Vertrooster verrijkt, en bestraald worden door zijn licht, opdat wij dsn weg, ons door Jesu^ getoond, getrouw bewandelen, en ten einde toe. volharden mogen. Wees gegroet.
LITANIE
VAN O, L. VK, VAN HET H. HART VAN .1ESU.S.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Yader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm Ü onzer.
God, Heilige Geest, ontferm U onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm IJ onzer.
Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart, bid voor ons.
Koningin des vredes en der goedertieren-heid,
3 uitdeelster van Gods gaven, ~ veroveraarster der harten ,
Moeder der barmhartigheid, gquot;.
-g Moeder der goddelijke genade,
^ onvergelijkelijke Schatmeesteres, §
£ doorluchtige Middelares,
. zekere hulp in nlle gevaren,
hoop en bijstand der hopeloozen , Ö Moeder der weezen en veriatenen,
gij, die de geslachten zegenen,
63
c'J' w.ier lieflijkheid de zoetheid van ö honig overtreft,
— gij, wier gebeden bij den Almachtige td alles vermogen, ^
-g gezegende aarde, die de vrucht dep levens £ hebt voortgebracht, g
g onbevlekte lelie, welker geuren het heelal ° ^ vervuilen, o
r4 veilige schuilplaats tegen de gevaren X der wereld,
zuiverste en beminnelijkste der schepselen, Dat het U behage onze lofzangen aan te nemen en onze smeekingen te verhooren , O. L. Vr. van het H. Hart.
Dat de hemelen ü eeren,
Dat de aarde uwe weldaden verkondige.
Dat de jeugd onder uw maagdelijken mantel -schuile,
Dal de moeders U hare familie toevertrouwen, quot; Dat de grijsaard? U aanroepen en zegenen, fT Verkrijg de bekeering der verhardste zondaars, lt; Vraag de vermorzeling onzer harten, =
Verwerf ons trai.en van berouw, =quot;
Wees onze wapenrusting als satan ons be- Z-. laagt,
Dat het U behage ons in 't heiligen van ons
leed behulpzaam te wezen, 2-
Dat het li behage Gods zegen over onze werkzaamheden af te smeeken.
64
Dat het ü behage ons onder uwe bescherming te bewaren,
Laat U bewegen door onze wonden, gevaren
en kwalen,
Dat uwe liefde ons uwe armen ten toevlugts-
oord moge openen,
Dat uwe meewarigheid ons helpe onze fouten
te verbeteren,
Dat uwe teederheid ons nimmer moge verlaten , O Dat uwe nederigl.eid over onzen hoogmoed ^
Dat uwe liefde ons tot het Hart van Jesus ^
Dat uw gebed ons in ous laatste uur moge -
Dat uwe verdediging ons voor Gods regter- ^
stoel moge beschermen,
Bewaar door uwe tusschenkomsl den Paus- S
Verkrijg, dat het ware geloof in ons vaderland steeds bloeije,
Verkrijg, dat de Bisschoppen en de geestelijkheid op den weg der heiligheid bestierd
worden, .
Bescherm de wereld tegen de pogingen der
goddeloosheid,
Breng door uwe voorspraak de ketteis en scheurmakers terug tot de Kerk van Christus,
65
Verwerf, dat het licht des Evangelies schittere voor de oogen der ongeloovigea, O. L. Vr. van het H. Hart.
Lam Gods, dat wegneem'; de zonden der wereld,
spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
verhoor ons, Heer.
Lam Gods , dat wegneemt de zonden der wereld,
ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm Ü onzer.
Heer, ontferm U onzer.
v. Bid voor ons, vermogende en onverwinlijke Vrouwe van het Heilig Hart,
e. Opdat wij door U, verhevene Hoop der hopeloozen, mogen waardig worden de beloften van Jesus Christus, uwen Zoon.
Laat ons bidden,
O God, die, om de zegepraal uwer barmhartigheid en het heil onzer zielen, aan Maria, de onbevlekte Maagd, den grootsten invloed hebt willen geven op het Hart van Jesus; verleen ons, door hare gebeden en tusschenkomst, de genade in uwe heilige liefde te leven en te sterven. Wij vragen het U, door denzelfden Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
66
HET //MEMORAUEquot;
VAN O. Lt VROUW VAN HET H. HAKT VAN JESUS, 100 dageu aflaat (Piu? IX, 13 Jauij 1870.)
Gedenk, Ovze Liece Vrouw van het Heilig Hart, den onweerstaaubaren invloed, dien gij bezit op het Hart van uwen aanbiddelijken Zoon. Vol vertrouwen op uwe verdiensten komen wij uwe bescherming afsmeeken, liefderijke Moeder van Jesus, die de onuitputbare bron van alle genade is, welke gij naar welgevallen kunt openen, om er over 't nieuschdom te doen uit-stroomen de schatten van liefde en barmhartigheid, van lioht en zaligheid, die er in zijn opgesloten. Verleen ons, smeeken wij L, de gunsten die wij verzoeken. Neen, wij zullen niet afgewezen worden, en, omdat gij onze Moeder zijt, Onze Lieve Vrouw van het 11. Hart, neem onze gebeden gunstig op, en gelief ze te ver-hooren. .Vmen.
Goddelijk Hart van Jesus, ontferm U onzer.
(100 dagen aflaat.)
Moge het H. Hart van Jesus alom bemind worden. (100 dagen oflacit.)
Onbevlekt Hart van Maria, bid voor ons.
(100 dagen aflaat.)
Heilige Josef, Vriend van het H. Halt, bid voor ons. (100 dagen aflaat.)
67
LIT ANTE
ÏEK EERE VAN O. L. VR. VAN LOURDEa.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, boor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm li onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm ü onzer.
God, Heilige Geest, ontferm U onzer.
Heilige Drievuldigheid, één G od, ontferm U onzer. Heilige Maria, bid voor ons.
Heilige Moeder Gods,
Heilige Maagd der maagden.
Behoud der kranken,
Toevlugt der zondaren,
Troosteres der bedrukten,
lieiue lelie van zuiverheid. cr
Onbevlekt Ontvangene, ^
Onbevlekt Outvangene, die iu 't jaar 1858 o achttien maal aan Bernadetta, een veertien jarig meisje, inde grot te Lourdes hebt 2 willen verschijnen, •quot;
Onbevlekt Ontvangene, die de eenie maal haar verschenen zijt op Donderdag den 11 Februarij, omstreeks het middaguur,
toen zij nabij de grot hout kwam sprokkelen ,
68
die toeu, en al de volgende malen, haar verschenen zijt, gekleed in een lang, helder wit gewaad, met heraelsblaauwe sjerp om de lendenen , gouden rozen op uwe voeten en een rozenkrans van witte kralen , aan een gulden snoer geregen, in uwe handen,
die het onthutsle kind beduiddet dat zij liet rozenhoedje, wat zij in de hand had, moest bidden, en zelve het kruis-teeken maaktet,
die onder haar gebed de kralen uws rozenkrans de eene na de andere door uwe vingers liet glijden, en na het laatste //Glorie zij den Vaderquot; uit hare oogen verdweent,
die drie dagen later op dezelfde wijze
U aan Bernardetta vertoondet, die, daar gij tuen en later eerst dan aan Bernadetla L1 vertoondet als zij begonnen was het rozenhoedje te bidden, en zelve altijd een rozenkrans in de hand hadt, ons duidelijk hebt doen zien dat het rozenkransgebed U aangenaam is, die bij uwe derde verschijning, op den 18 February, door Bernadetta, up aandrang van twee die met haar bij de grot waren, gevraagd werdt, op te willen schrijven, wie gij waart en wat gij begeerdet,
69
die toen tot haar zeidet: ,/ Doe mij het genoegen gedurende veertien dagen hier te komenquot;, en toen zij het U beloofd had er bijvoegdet: //En ik beloof u, dat ik u zal gelukkig maken , niet in deze, maar in de andere wereldquot;, die, toen de twee gezellinnen Beruadetta deeden vragen of zij gedurende die veertien dagen haar begeleiden mog-ten, antwoordet: //Zij kunnen met u hier komen, zij en ook nog anderen, ik vvensch hier een grooten toeloop te zieuquot;,
die op al de dertien volgende dagen, ééne slechts uitgezonderd, door Beruadetta in de grot gezien werdt, die bij uwe zesde verschijning, op Zondag den 21 ïebruarij, een treurigen blik over het aardrijk liet gaan, en Ber-nadetta bevaalt voor de zondaars te bidden,
die toeliet dat, op dienzelfden dag, het onschuldige kind door velen bespot, door de politie in verhoor genomen, en door hare ouders belet werd om weder naar de grot te gaan,
die den volgenden dag haar wel met onweerstaanbare kracht naar de grot dreeft, maar toen U niet aan het bedrukte kind vertoond hebt.
70
die daags daarna, toen Bernadetta weder vrij naar de grot mogt gaan, voor de zevende maal haar verschenen zijt, en haar toen een geheim mededeeldet, wat zij aan niemand mogt bekend maken, die terzelfder tijd haar zeidet: //Ga nu aan de priesters zeggen, dat ik wil, dat men mij hier eene kapel bouwequot;, die glimlachlet toen Bernadetta U den volgenden dag zeide , dat de pastoor van Lourdes een bewijs verlangde en gevraagd had, dat gij den wilden rozelaar, waarop uwe voeten rustten, zoudt doen bloeijen,
die daarna haar bevolen hebt, voor de zondaars te bidden, en op hare knieën tot achter in de grot te klimmen, die, toen Bernadetta volgens uw bevel naar de grot kwam, driemaal geroepen hebt: //Boetvaardigheid, boetvaardigheid, boetvaardigheidquot;, welke woorden zij, verstaanbaar voor de aanwezigen, U nazeide,
die vervolgens haar nog een tweede
geheim hebt willen openbaren, die op den 25 Februari], bij uwe neaende verschijning, haar nog een derde geheim, wat haar zelve betrof, bekend maaktet, en daarna zeidet: //Er ga nu drinken en u wasschen aan de
fontein, eu eet van lief gras wat er neven opschietquot;,
die daarop aan Bern.adetta, toen deze naar de rivier achter, haar wilde gaan , met uwe hand Ier regterzijde in de grot eene. drooge plek aanweest, waar zij de bron zoeken moest, die, terwijl het meisje met hare handen den harden grond krabde, aldaar een geheimzinnig water uit den grond deedt opborrelen,
die gewild hebt dat, reeds op denzelfden dag, een arm werkman van Lourdes, die ruim 20 jaren aan eene oogkwaal leed en genoegzaam geheel blind was, bij wassching met dit water wonderdadig genezen werd,
die op den kaatsten der 14 dagen voor de vijftiende maal aan Bernadetta verschijnende haar gelast hebt, nogmaals naar dc priesters te gaan en hun te zeggen , dat gij daar ter plaatse eene kapel verlangdet, en processies zien wildet,
die voor de zestiende maal verschenen zijt op den 25 Maart, en toen uw naam hebt willen noemen,
die, toen Bernadetta tot viermaal U gebeden had: //Vrouwe, wees zoo goed mij te zeggen wie gij zijt en hoe gij
heetquot;, uw rozenkrans op den regter-arm liet glijden, de handen te zamen voudet, en uwe oogen hemelwaarts slaande zeidet: // [ k ben de Onbevlekte Ontvangenisquot;,
die gewild hebt dat bij de zeventiende verschijning, op den 5 April, de vlam eener kaars, door Bernadetta vastgehouden, hare handen raakte, eu, door den wind bewogen, gedurende ruim een kwartier uurs tusschen en om hare vingers speelde, zonder haar eenig leed te doen,
die voor de achttiende en laatste maal verschenen zijt op den avond van den 10 Julij, en toen tot Bernadetta niet meer gesproken hebt, maar minzaam haar toelachtet en het hoofd naar haar neigdet voor gij uit hare oogen ver-dweent,
die bij al uwe verschijningen door het bevoorregte kind alleen gezien werdt, maar ook aan anderen, die gelijktijdig bij de grot waren, uwe tegenwoordigheid deedt gevoelen door den glans die alsdan afstraalde van Bernadetta;s gelaat ,
die al de pogingen der ongeloovigen, om den toeloop van pelgrims tijdens en na de \ erschijningen tegen te gaan, iiebt weten te verijdelen,
73
die eene kapel verlangdet boven de grot der verschijning, en nu er een heerlijken tempel ziet, door Pius IX tot Basiliek verheven,
die bij de grot processies zien wildet, en thans door pelgrims uit alle landen g te Lourdes vereerd wordt,
5P die immer voort uit de grot het heil-2 zaam water doet vloeijen, wat naar
]= alle oorden der wereld verzonden wordt, ^ C die ons de waarheid uwer verschijningen §
door wonderen blijft bevestigen,
quot;g die voor blinden het gezigt, voordooven 2 quot;9 het gehoor, voor stommen de spraak, ™ O voor lammen het gebruik hunner ledematen van God afsmeekt,
die aan allen, welke met vertrouwen het water der grot drinken en er zich mede wasschen, de kracht uwer alvermogende voorspraak doet ondervinden. Onze Lieve Vrouw van Lourdes, zonder smet ontvangen,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zouden der wereld, verhoor ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm ü onzer.
Christus, hoor ons.
Christus verhoor ons.
O Jesus, God van oneindige goedheid, die uwe allerheiligste en Onbevlekt Ontvangene Moeder op bijzondere wijze te Lourdes wilt vereerd zien, en daarom ook aan hen. die het heilzaam water, daar wonderdadig ontsprongen , godvruchtig gebruiken, uwe genade in ruime mate mededeelt: wij bidden U, geef aan allen die haar onder den titel van Onze Lieve Vrouw van Lourdes vereeren, en hare hulp inroepen , al wat hun heilzaam is naar ziel en ligchaam, en bovenal de onschatbare genade van U meer en meer lief te hebben; opdat wij, na U op aarde getrouwelijk gediend te hebben, in den hemel met Maria 1 mogen loven en danken in eeuwigheid. Amen.
Gezegend zij de heilige en Onbevlekte Ontvangenis der allerheiligste Maagd Maria ! Amen,
DEll ZEVEN DKOEFHEDiiN VAN MAIUA.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm li onzer.
75
God, Heilige Geest, ontferm ü onzer, ff. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer. Maria, diep bedroefde Moeder , bid voor ons, die te Bethlehem in de herberg geene plaats hebt gevonden , en in een stal uw verblijf hebt moeien nemen,
die uwen eerstgeboren Zoon moest neerleggen in eene kribbe,
die de pijn der besnijdenis uws Zoons
in uw moederhart hebt gevoeld, die hooren moest dat uw Zoon tot een teeken gesteld was, hetwelk velen zou-den tegenspreken,
quot;S die van den grijzen Simeon vernomen hebt, dat uw hart met een zwaard van „ droefheid zou doorgriefd worden,
die in den nacht met uw goddelijk Kind c
O 11 O
2 naar Egypte moest vluchten, 1gt; die uwen verloren Zoon drie dagen § ^ moest zoeken , eer gij Hem in den tem-• 2 pel wedervondt,
die vaak treurdet over den haat der Joden tegen uwen Zoon, hunnen Messias , die, na het laatste Avondmaal, van uwen Zoon een droevig afscheid genomen hebt, die uwen Zoon door Judas verraden, en door de Joden zaagt gevangen nemen, die vernemen moest, dat uw Zoon als een misdadiger aan het geregt was overgeleverd ,
76
die gehoord hebt dat uw Zoon ais een godslasteraar beschuldigd en ter dood veroordeeld was ,
die vernomen hebt, dat het H. aange-zigt uws Zoons door kaak- en vuistslagen onfeerd werd,
die Jesus aan den heidenschen landvoogd
Pilatiis hebt zien overleveren, die Hera door Herodes en diens hof bespot zaagt,
die uwen Zoon gegeeseld en met doornen
hebt gekroond gezien ,
die Barabbas boven uwen Jesus zaagt kiezen ,
die het onregtvaardigst doodvonnis tegen
uwen Zoon hebt hooren uitspreken, die uwen met het kruis beladen Zoon
zijt te gemoet gegaan,
die de gezegende handen en voeten van uwen lieven Zoon met folterende nagelen hebt zien doorboren,
die hooren moest hoe uw Zoon, aan
't kruis hangend, nog bespot werd, die de laatste woorden uws Zoons van
't kruis hubt opgevangen,
die van Hem hooren moest hoe Hij
zich als van God verlaten gevoelde , die Hem hoordet klagen dat hij dorst had, de uwen Zoon in den doodstrijd zijt bijgebleven,
77
Diep bedroefde Moeder, die zaagt hoe de zijde eu het Hart uws Zoonn met een lans doorstoken werd, bid voor ons.
Diep bedroefde Moeder, die het lijk van uwen Zoon in uwen moederlijken schoot ontvangen hebt, bid voor ons.
Diep bedroefde Moeder, die uwen Zoon zaagt begraven, en diep bedroefd het grat verliet, bid voor ons.
Maria, spiegel aller bedroefden, ££
Maria , bijstand der kranken , lt;
Maria , steun der klein moedigen , ^
Maria , toevlugt der zondaren , o
Maria , koningin der martelaren , Si Door het bitter lijden en den dood van uwen Zoon , help ons , o Maria.
Om de folteringen van uw moederhart. help
ons , o Maria.
Om uwe overgroote droefenis en zielesmart,
help ons, o Maria.
Om uw mateloos zielelijden , help ons, o Maria. Om uw zuchten en geween, help ons, o Maria. Door uwe vermogende bescherming, help ous, o Maria.
Wij, zondaren, wij bidden u, verhoor ons. Dat gij ons voor kleinmoedigheid, ongeduldigheid en overmatige droefheid wilt bewaren, wij bidden L , verhoor ons.
Dat gij ons voor alle gelegenheid en gevaar van te zondigen wilt behoeden, wij bidden U, verhoor ons.
78
Dat gij ons voor onboetvaardigheid en versteendheid des harten wilt bewaren,
Dat gij ons voor een onvoorzienen eu on-gelukkigen dood en voor de eeuwige ver- ^ doemenis wilt behoeden , S.'
Dat gij ons door uwe voorbede in het equot; geloof, de hoop en de liefde wilt bewaren, ^ Dat gij ons bij uwen Zoon eene volmaakte droefenis en een opregt berouw over onze lt; zonden wilt -'erwerven , S-
Dat gij ons, die U aanroepen, steeds troost § en hulpe wilt verleenen, 0
Dat gij ons in het uur des doods wilt bij- «i staan,
Koningin der martelaren,
Lam Gods , dat wegneemt de zonden der wereld,
spaar ons , Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
verhoor ons , Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld.
ontferm IJ onzer, Heer.
Christus , hoor ons ,
Christus , verhoor ons.
Laat ons bidden.
Wij bidden ü, o Heer Jesus Christus, dnt ons nu en in het uur onzes doods de zalise Maagd Maria, uwe Moeder, bij uwe goedei-tierenheid te hulp kome; zij, door wier allei -heiligste ziel in het uur van uw lijden hit
79
zwaard van smart is gegaan. Door U , Jesus» Christus, Zaligmaker der wereld , die met den \'ader en den H. Geest leeft en lieerscht door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
VEHEÖUNG DEK ZEVEN SMARTEN VAN MAMA'S MOEDEBHARÏ.
God, geef acht op mijne hulp.
lieer, haast U, mij te helpen.
Glorie zij den Vader.
1. Ik heb mededoogeu met uwe droefheid, o droevige Moeder Maria, om de smart, welke, uw teeder hart verduurde bij het hooren der voorspelling van den grijzen Simeon. Dierbare Moeder, verwerf mij, door uw zoo diepbedroefd hart, de deugd van nederigheid, en de gave der heilige vreeze Gods. Wees gegroet.
2. Ik heb mededoogen met uwen kommer, o diepbedroefde Moeder Maria, om de angsten, welke uw teedergevoelig hart bij uwe vlugt, en gedurende uw verblijf in Egypte heeft uitgestaan. Geliefde Moeder, verwerf voor mij, door uw zoo beangstigd hart, de deugd van milddadigheid , bijzonder jegens de armen, en de gave der godsvrucht. Wees gegroet.
3. Ik heb mededoogen met uw lijden, o diepbedroefde Moeder Maria, door de bedruktheid , welke uw bekommerd hart bij het verlies van uwen welbeminden Zoon heeft onder-
80
vonden. Beminnelijke Moeder, verwerf voor mij, door uw zoo gefolterd hart, de deugd der zuiverheid , en de gave der ware wetenschap.
Wees gegroet.
4. Ik heb mededoogen met uwe smarten , o diepbedroefde Moeder Maria, om die.verslagenheid, welke uw moederhart gevoelde, toen gij Jesus , met zijn kruis beladen, hebt ontmoet. Geliefde Moeder, verwerf voor mij , door uw minnelijk hart, zoo vreeselijk gepijnigd, de deugd van geduld, en de gave der sterkte. Wees gegroet.
5. Ik heb mededoogen met uwe smarten , o diepbedroefde Moeder Maria, om de marteling, welke uw weenend hart verduurde bij het aan • schouwen des doodstrijds van Jesus, uwen Zoon. Dierbare Moeder, verkrijg voor rnij, door uw zoo gemarteld hart, de deugd van matigheid, en de gave der voorzigtigheid. Wees gegroet.
6. Ik heb mededoogen met uwe smarten , o allerbedroefdste Moeder Maria, om de wonde welke uw hart ontving, toen de scherpe lans de zijde van Jesus opende en tot zijn allerbeminnelijkst Hart doordrong. Beminde, Moeder, verwerf voor mij, door uw aldus doorboord hart, de deugd van christelijke broederliefde , en de gave der kennis. Wees gegroet.
7. Ik heb mededoogen met uwe smarten, o zielsbedroefde Moeder Maria , om den weedom, welke uw allerbeminnelijkst hart bij Jesus' begrafenis vervulde. Dierbare Moeder, verwerf
81
voor mij, door uw hart in zulk eeue zee van bitterheid gedompeld , de deugd van ijver, en de gave der wijsheid. Wees gegroet.
Bid voor ons, allerbedroefdste Maagd.
Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
Gebed wWij bidden uquot;, als voren, lladz. 78.
GEBED VAN VOOHBEREIDING.
O God, ik aanbid uwe liefde, dewijl Gij uw eenigen Zoon voor mij gegeven hebt, en ü, lieve Jesus, dank ik duizendmaal voor de onbegrijpelijke goedheid, die Gij mij betoond hebt, door voor mij aan een schandelijk Kruis te sterven. Uit kinderlijke dankbaarheid en wederliefde kom ik hier, om uwen bloedigen Kruisweg te overwegen.
O God, ontvang volgens uwe barmhartigheid de oefening die ik ga beginnen , als eene erkentenis uwer opperheerschappij, als eene dankzegging voor het groote werk der verlossing, tot verheffing van onze moeder de H. Kerk, tot
6
8'2
uitroeijing der ketterijen , tot eeudragt ouder de Christen-vorsteu, tot bekeering der zondaren en volharding der regi.vaardigen.
Ik offer U deze oefening op in vereenigiiig der verdiensten van Jesus Christus, van de H. Maagd Maria en alle Heiligen. Ik bid U, barmhartige God , de aflaten , gunsten en genaden , aan de beoefening van den Kruisweg verbonden, te willen toevoegen, zoo aan mij, als aan de zielen in het vagevuur , bijzonderlijk aan N. N.
Lieve .lesus ,. op het punt van den EI. Kruisweg te overwegen, werp ik mij in ootmoed voor Ü neder. Ik bid U, wek die heilige gevoelens in mij op, welke mij betamen bij het aanschouwen uwer smarten. Amen.
1 STATIE.
JESÜS WOKDT TER DOOD VERGOUDE ELI),
A\ ij aanbidden 1-, Christus, en loven U.
Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt
Toen Pilatus Jesus veroordeelde, heeft hij ook het hart der Moeder doorboord. Toen de Joden riepen : Weg met Hem , weg met Hem ! toen hebben zij ook Maria verworpen, want de moeder is niet van den Zoon te scheiden.
Lieve Jesus , ik zie uwe moeder in mate-looze smart , omdat Gij veroordeeld wordt. Gij kondet mij dan niet verlossen door uw heilig bloed , zonder dat Maria bitter leed ; geef dan, dat ik nimmer de smarten van Maria vergete, en dat ik Haar met kinderlijke liefde beminne.
O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.
Onze Vader-, Ween yeyroet; Glorie zij.
Ontferm u onzer. Heer, ontferm u onzer,
O, God , wees ons, zondaars , genadig.
84
II STATIE.
JESUS NEEMT HET KRUIS OP ZIJNE SCHOUDERS.
Wij aanbidden U, Christus, en loven Ü.
Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.
Jesus neemt het zware kruis op zijne schouders, en het zwaard van droefheid dringt dieper door in Maria's hart. O zie , hoe die bedroefde moeder de oogen ten hemel slaat; tranen vloeijen overvloedig langs hare wangen ; zij zegt: Uit gehoorzaamheid jegens den hemelschen Vader, en tot heil der menschen, draag ik Jesus op.
O lieve Jesus, geef, dat ik nooit vergete hoe zeer de smarten van Maria verbonden zijn aan mijne verlossing.
O Maria, gij zijt mijne moeder, maak , dat-ik u met kinderlijke gevoelens beminne.
Onze Vader-, Wees yey roet ; Glorie zij.
Ontferm u onzer, Heer, ontferm u onzer.
O , God, wees ons, zondaars , genadig.
85
III STATIE.
OESÜS VALT DE EERSTE MAAL OXDER HET KETJIS.
Wij aanbidden Ü, Christus, en loven l .
Omdat Gij door uw Heilig Krnis de wereld verlost hebt.
Wie durft Maria van Jesus scheiden? Zie eens , geen oogenblik verliest zij haren Zoon uit het oog. Jesus was steeds haar geluk, hare vreugde, hare liefde, niets kon Jcsus deren, wat Maria niet kwelde. Ach, hoe werd haar moederlijk hart van droefheid gebroken , toen zij Jesus met moeite zag voortkruipen , waggelen en vallen onder het kruis.
O goede Jesus , Gij hebt mij vrijgekocht j om mijnentwille zijt Gij vertrapt en geslagen; om mijneiUwille zijt Gij gevallen onder het kruis, maar dit alles kostte ook overvloedige tranen aan Maria; geef dan, dat ik Haar be-minne, die zoo veel om mij heeft geweend.
O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.
Ome Vader; Wees gegroet; Glorie zij.
Ontferm u onzer. Heer, ontferm u onzer.
O, God, wees ons, zondaars, genadig.*
6quot;
8(i *
TV STATIE.
JESUS ONTMOET ZIJNE BEDROEFDE MOEDER.
Wij aanbidden U, Christus, en loven TJ.
Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.
Hier ontmoette Maria haren lijdenden Zoon. Niemand vroeg: Wie is die vrouw, die daur in tranen baadt, en waarom heeft eene stomme smart haar overweldigd? Allen, die Maria zagen , zeiden aanstonds ; uZiet, deze is de moeder, want nimmer was eene vrouw zoo bedroefdquot;.
O lieve Jesus, met hoeveel medelijden hebt Gij uwe lieve moeder aangezien ! in uw lijdend oosj kon men uwe overgroote liefde jegens haar lezen. Zoude ik Haar niet beminnen , die zoo zeer door TJ wordt bemind? O geef, goede Jesus , dat ik uwe moeder hartelijk liefhebbe.
O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.
Ouze Vader-, Wees gegroet', Glorie zij.
Ontferm u onzer. Heer, ontferm u onzer.
O, God, wees ons, zondaars, genadig.
87
SIMON WORDT GEDWONGEN HET KRUIS TE DRAGEN.
Wij aanbidden U, Christus, en loven ü.
Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.
Met stomme smart ziet Maria, dat er niemand is, die Jesus zijn Kruis uil helpen dragen. O mijn volk, zoo zucht zij, waardoor heeft Jesus uwe haat en uwe onverschilligheid verdiend? Hij heeft uwe bedroefden getroost, uwe zieken genezen , uwe ongelukkigen bijgestaan. Ach , wie heeft u misleici? wie heeft de herinnering aan Jesus' liefde uit uw geheugen ontnomen? O wiidet gij maar luisteren naar mijne stem; ik zoude u zooveel van Jesus goedheid en liefde verhalen, dat gij Hem met mij zoudet beminnen.
O lieve Jesus, ik zie uwe moeder in diepe smart over de zonden van haar volk, maarzij vloekt, of beschuldigt de ondankbaren niet; zij blijft eene teedere moeder ; die verschoont in hare smarten, en met geduld op de bekeering wacht, Geef, goede Jesus, dat ik steeds mijn toevlugt neme tot Haar, die geen bitterheid kent, en die Gij ons gegeven hebt als toevlugt der zondaren.
O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.
Onze Vader; Wees yeqroet; Glorie zij.
Ontferm u onzer. Heer, ontferm u onzer.
O, God, wees ons, zondaars, genadig.
88
VI STATIE.
VERONICA DROOGT HET AANGEZ1GÏ VAN JESUS AF.
Wij aanbiddeu U, Christus, en loven U.
Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.
O, hoe verheugd was Maria, toen zij bemerkte, dat het hart van Veronica voor Jesus klopte. Het was wel een geringe dienst, dien Veronica bewees, maar het kostte toch veel moeite, dat weinige aan Jesus te schenken. Veronica werd bespot, uitgelagchen, gescholden door de booze Joden ; in de liefde van Jesus en Maria vond zij echter eene honderdvoudige belooning.
O lieve Jesus, ik zie het duidelijk , ik kan ü niet- liefhebben , zonder het hart van Maria tc verkwikken; maar evenmin kan ik Maria liefhebben, zonder U genoegen te geven; geef dan, dat ik Maria beminne.
O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.
Onze Vader; Wees gegroet •, Glorie zj.
Ontferm u onzer, lieer, ontferm u onzer.
O, üod , wees ons, zondaars, genadig.
S9
VII STATIE.
JESUS VALT DK TWEEDE MAAL ONDER HET KEUIS.
Wij aanbidden U, Christus, en loven U.
Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.
Met welk eene boosaardigheid wordt Jesus door de Joden bespot, als ilij weder magteloos ter aarde valt! Ach, het hart van Maria is van droefheid overstelpt! Mijn volk, zoo zucht zij, wat heeft mijn Zoon u misdaan , dat gij Hem zoo mishandelt? Maar Maria vloekt de booswichten niet. Men kan haar hart bedroeven, doch niet verbitteren , want haar hart is het hart eener moeder. Zij lijdt in stille smart met .iaren Jesus en zij bidt, dat allen zich tot Jesus mogen bekeeren.
O goede Jesus, waarom is het hart uwer moeder zoo goed? waarom hebt Gij haar gemaakt tot eene teedere moeder, die zoo gaarne verschoont en beschermt? Opdat wij Haar zouden beuiinuen, die zoozeer door L: wordt bemind. Geef dan, lieve Jesus, dat ik Haar liefhebbe.
O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.
Onze Vader ; Wees gegroet; Glorie zij.
Ontferm u onzer. Heer, ontferm u onzer,
O, God, wees ons, zondaars, genadig.
90
JESUS SPREEKT TOT DE WEENENDE VROUWEN7.
Wij aanbidden U, Christus, en loven U.
Omdat Gij door uw Heilig Kruis de. wereld verlost hebt.
Gedompeld in eene zee van smarten , en niet een van droefheid gebroken hart, volgt Maria haren Zoon op den bloedigen Kruisweg. Zij zwijgt, maar hoor de, weeklagten en het sresiiik der vrouwen, en gij kunt begrijpen, hoe mateloos de smart van Maria was. De angsten des doods hebben haar omgeven; zij doet niets dan weenen. Ach, zoo lang zij leeft, zal Maria aan Jesus' lijden denken ; nooit zal zij dit vreese-lijk uur vergeten.
O goede Jesus, altijd zal Maria denken aan de smarten, die ik haar heb gekost. Zij is dan mijne moeder, geef, dat ik mij dit steeds her-innere.
O Maria, gij zijt mijne moeder, maak , dat ik u met kinderlijke gevoelens bemiune.
Onze Vader-, Wees gegroet; Glorie zij.
Ontferm u onzer, Heer, ontferm u onzer.
O, God wees ons, zondaars, genadig.
91
IX STATIE.
JESUS VALT ÜE DERDE MAAL ONDER HET KRUIS.
Wij aanbidden Ü, Christus, en loven U.
Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.
Jesns valt en hervalt; zijn lijden stijgt tot aan den dood. Wilt gij weten, wat Jesusleed bij zijn derden val, vestig slechts uwe blikken op Maria. Geen slag heeft Jesus ontvangen , waarvan Maria den weerslag niet gevoelde; geen niemve smart werd Jesus aangedaan . die niet doordrong in het hart der moeder. Aan het smartelijk gelaat van Maria kan men zien, hoe zeer het lijden van Jesus met nieuwe smarten wordt vermeerderd.
Ü goede Jesus, hoe innig is Maria met U verbonden. Uwe smart is liare smart, waarom zouden uwe leerlingen ook niet hare kinderen zijn? Zie, Heere Jesus, Gij wilt, dat ik U beminne, geet' dan, dat ik ook Haar beminne, want zoo lang ik Maria niet liefheb, behoor ik niet geheel aan U.
O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.
Onze Vader-, Wees gegroet-, Glorie zij.
Ontferm u onzer. Heer, ontferm u onzer.
O God, wees ons, zondaars, genadig.
92
X STATIE.
•TESXJS WORDT VAX ZIJNE KLEEDEHEN BEROOFD EN MET GAL GELAAFD.
Wij aanbidden TJ, Christus, en loven U.
Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.
Zie Jesus daar staan, badende in zijn bioed; . al zijne wonden zijn opengescheurd, er is geen gezondheid meer in zijn vleesch. O, wie siddert niet bij zooveel ellende en smart ? Maar welk een schouwspel voor Maria!
O goede Jesus, waarom vvildet Gij, dat Maria U in dezen ellendigen toestand zoude aanschouwen? Het was immers niet noodig, dat zij ü zoo zag lijden? Hadt Gij het maar gewild, zij zoude in dit uur der smarte niet op Golgotha zijn geweest. — Mijn kind , zoo hoor ik I antwoorden: Ik wilde u Maria tot moeder geven; Zij moest u dus in smarten baren! Geef dan , goede Jesus , dat ik Maria altijd als mijne moeder beminne.
O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dal ik u met kinderlijke gevoelens beminne.
Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.
Ontferm u onzer, Heer, ontferm u onzer.
O, God, wees ons, zondaars, genadig.
XI STATIE.
JESUS «'OUDT AAN HET KRUIS GENAGELD.
Wij aanbidden U, Christus, en loven U.
Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.
Hoort gij die wreede lamerslagen ? Ook Maria hoort ze, zij siddert en beeft; bij iederen slag steekt en dringt het zwaard der droefheid in haar hart. Want denkt, wat doet Maria? Zij heft hare roodbeschreide oogen ten hemel en bidt, zoo als Jesus bidt. Den Vader biedt zij haren Zoon en zegt: O God, uit gehoorzaamheid aan U, en uit liefde lot de raenschen, breng ik U een offer, grooter dan ooit eene moeder bragt.
O goede Jesus, zoo zeer heeft Maria de wereld bemind, dat zij gaarne liet smartelijkste offer voor ons bragt; zij zal ons dan nooit vergeten; geef, dat wij ook Maria niet vergeten.
O Maria gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.
Onze Vader-, Wees gegroet-, Glorie zij.
Ontferm u onzer. Heer, ontferm u onzer.
O, God, wees ons, zondaars, genadig.
lt;14
JESUS HANGT EN STERFT AAN HET KRUIS.
Wij aanbidden U, Christus, eu loven L.
Omdat Gij door uw heilig Kruis de wereld verlost hebt.
Daar staat Maria onder het Kruis. Het is de wil van Jesus, dat zij er slaat, en er zooveel smarten lijdt, Jesus wil , dat de moeder zien zal, hoe zeer Hij bemint en zegent ; dat Maria zien zal, hoe Jesus zijne armen uitstrekt tot die Hem vloeken. Zij ziet het en gevoelt tot-in het diepst harer ziel, hoe duur wij zijn vrijgekocht. Zij bemint nu de wereld met grenze-looze liefde; zij heeft een mateloos verlangen naar de zaligheid van hen , voor wie Jesus sterft; zij wordt geheel en al eene teeder bezorgde moeder. Jesus zegt dan ook tot haar; Vrouw , ziedaar uw zoon !
O goede Jesus, Gij hebt mij Maria tot moeder gesteld; geef, dat ik Haar als kird beminne.
O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.
Ome Vader-, Wees gegroet'. Glorie zij.
Ontferm u onzer, Heer, ontferm u nnzer.
O, God, wees ons, zondaars, genadig.
95
Xill STATIE.
HET LIGCHAAJr VAN JESUS WOKDÏ VAN HET KRÜIS AFGENOMEN.
VVij aanbidden U, Christus, en loven U.
Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.
Aanschouw liet gestorven ligchaam van Jesus op den schoot van Maria; kniel daar neder; Maria zal u Jesus' wonden toonen; zij zal u van .lesus liefde verhalen. Ziet gij wel , welk eene teedere liefde daar straalt uit haar droevig oog? De wonden van Jesus spreken tot haar hart; iedere wonde zegt tot Maria: Lieve Moeder, uw Jesus heeft de menschen ten einde toe bemind; wees gij dan ook hunne moeder; wees gij de toevlugt der zondaren, de troosteres der bedrukten, de bijstand der Christenen.
O goede Jesus, ik dank U, dat Gij mij Maria geschonken hebt; geef, dat ik Haar steeds als eene moeder beminne.
O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.
Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij.
Ontferm u onzer. Heer, ontferm u onzer.
O, God, wees ons, zondaars, genadig.
96
XIV STATIE.
JESUS WOEDT IN EEN NIEUW Gil Al' BEGRAVEN,
Wij aanbidden U, Christus, en loven U.
Omdat Gij door uw Heilig Kruis de wereld verlost hebt.
Jesus wordt in het graf gelegd, en het graf zorgvuldig gesloten. Daar staat nu de arme moeder, even eenzaam en veriaten , als weleer de weduwe vaa Naïm , die ook haar eenigen zoon verloor. Doch neen, die dit denkt vergist zich; de aarde, die Maria bewandelt, is haar zoo dierbaar, zij is besproeid met het bloed van haren Zoon; de leerlingen van Jesus zijn baar zoo dierbaar, want zij behooren aan Jesus en daarom ook aan haar; voor alle men-schen koestert zij de teederste zorgen, want zij zijn vrijgekocht door het bloed van Jesus.
Van Golgotha keert zij terug, niet eenzaam en verlaten, maar als eene moeder van duizenden , die allen de grootste behoefte hebben aan hare liefde en zorgen.
O goede Jesus, ik dank L', dat Gij ons Maria geschonken hebt; maak, dat ik Haar als eene moeder beminne.
O Maria, gij zijt mijne moeder, maak, dat ik u met kinderlijke gevoelens beminne.
Onze Vader-, Wees (jecjroet-, Glorie zij.
Ontferm u onzer, Heer, ontferm u onzer.
O, God, wees ons, zondaars, genadig.
SI.ITITfiEBED.
Hartelijk dank, lieve Jesus, voor de verlichting die Gij mij op dezen Kruisweg geschonken hebt. Thans zie ik duidelijk, dat ik ü niet kan liefhebben , als ik onverschillig jegens uwe moeder ben. üij hebt mij vrijgekocht door uw H. bloed, maar Gij hebt gewild dat dit niet zoude geschieden, zonder dat een zwaard van droefheid het hart uwer lieve moeder doorboorde; Gij hebt gewild, dat zij mij onder het Kruis in smarten zoude baren; geef dan , dat ik Haar steeds als moeder eere.
Hartelijk dank, lieve Jesus, dat Gij mij zulk eene teedere, zorgvuldige en verschoonende moeder geschonken hebt; geef, dat ik Haar aan-roepe in allen nood; dat ik Maar eere en be-minne, als toevlugt der zondaren , als troosteres der bedrukten en bijstand der Chrislenen ; geef, dat ik tot U nadere aan de moederlijke hand van Maria.
O Maria, gij zijt mijne moeder, mnak, dat ik u steeds met kinderlijke gevoelens beininne.
Bid zesmaal-. Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij den Vader.
98
ROZENKRANS-GEBED.
t In den naam des Vaders, en des Zoons , en des Heiligen Geestes. Amen.
Tk geloof in God, den Vader Almagtig, Schepper des hemels en der aarde.
En in Jesus Christus, zijnen éénigen Zoon, onzen Heer; — die ontvangen is van den H. Geest, geboren uit de Maagd Maria; — die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruist , gestorven en begraven; — die nedergedaald is ter helle , ten derden dage verrezen van den dood; — die opgeklommen is ten hemel, en zit ter regterhand Gods zijns baders Almagtig ; — van daar zal H:j komen oor-deeien levenden en dooden.
Ik geloof in den Heiligen Geest ; — de Heilige Katholieke Kerk , Gemeensch.ip der Heiligen ; — Vergiffenis der zonden ; — Verrijzenis des Vleesches; — En het eeuwig leven. Amen.
Onze Vader, die in de Hemelen zijt! Gehei-licrd zij uw Naam! Laat toekomen uw Rijk!
99
Ü\v wil geschiede op aarde als inden Hemel! Geef ons heden ons dagelijksch brood ! En vergeef ons onze schulden , gelijk wij ook vergeven onzen schuldenaren! En leid ons niet in bekoring! Maar verlos ons van den kwade. Amen.
Wees gegroet, Maria, enz. {Driemaal)
Glorie zij den Vader, en den Zoon , en den Heiligen Geest. Gelijk het was in den beginne, en nu, en altijd, en door de eeuwen der eeuwen. Amen.
T DE BLIJDE GEHEIMEN.
1e Geheim: Be Boodschap des Engels.
Onze Vader, enz.
\\ ees gegroet, Maria, vol van genade ! De Heer is met U! Gezegend zijt gij boven alle vrouwen! En gezegend is de vrucht uws lig-ohaams, Jesus, {dien gij, maagd blijvende, ontvangen hebt.) Heilige Maria, Moeder Gods, bid voor ons, zondaren, nu en in het uur van onzen dood. Amen. (10 maal.)
Glorie zij den Vader, enz.
2e Geheim: Het Bezoek bij Elizabeth.
OnzeVader; Weesgegroet... Jesus {diengij, Elizabeth bezoekende, gedragen hebt.) Heilige Maria, enz.
100
3° Geheim-. De Geloorte van Christm.
Onze Vader; Wees gegroet., [dien gij, maagd blijvende, gehaard hebt.) H. Maria, enz.
4e Geheim-. 'De Opdragt in den Tempel. Onze Vader; Wees gegroet., {dien gij in den Tempel hebt opgedragen}) H. Maria, enz.
5° Geheim: De Wedervinding in den Tempel.
Onze Vader; Wees gegroet., {dien gij in den Tempel hebt weêrgevovden.) H. Maria, enz.
II DE DROEVIGE GEHEIMEN.
(ie Geheim : De Bloedzweeling van Christus.
Onze Vader; Wees gegroet., {die voor ons heeft bloed gezweet^ H. Maria, enz.
7C Geheim: De Gecseling van Christus.
Onze Vader; Wees gegroet., {die voor ons gegeeseld is.) H. Maria, em.
8quot; Geheim : De Krooning met doornen.
Onze Vader ; Wees gegroet., (die voor ons met doornen gekroond is.) II. Maria , enz.
i)t Geheim: De Kruisdraging van Christus. Onze Vader; Wees gegroet., (die voor ons het kruis gedragen heeft.) H. Maria , enz.
101
10' Geheim: De Kruisiging van Christus,
Onze Vader ; Wees gegroet., (die voor ons gekruist is.) H. Maria, enz.
[II. DE CI.ÜIUF.rZL GEHE1.V1EK.
liquot; Geheim : Be Verrijzenis van Christus.
Onze Vader; Wees gegroet., (die van den dood verrezen is.) H. Maria, enz.
13e Geheim •. De Hemelvaart van Christus.
Onze Vader ; Wees gegroet., [die ten hemel is opgeklommen?) H. Maria , enz.
13C Geheim; De Zending van den 11. Geest.
Onze Vader; Wees gegroet., (die den 11. Geest gezonden heeft.) H. Maria, enz.
14° Geheim: De Tenhemelopneming van Maria,
Onze Vader; Wees gegroet., (die U ten hemel heeft opgenomen.) H. Maria, enz.
15e Geheim: De Krooning van Maria.
Onze Vader ; Wees gegroet,, (die V in den hemel gekroond heeft.) H. Maria, enz.
100
3'' Geheim: De Geboorte van C/irkfiis.
Onze Vader; Wees gegroet., [dien gij, maagd blijvende, gebaard hebt.) H. Maria, enz.
4c Geheim: De Opdragt in den Tempel.
Onze Vader; Wees gegroet., [dien gij in den Tempel hebt opgedragen) H. Maria, enz.
5° Geheim: De Wedervinding in den Tempel.
Onze Vader; Wees gegroet., [dien gij in den Tempel hebt weêrgevonden^) H. Maria, enz.
TI DE DROEVIGE GEHEIMEN.
tic Geheim : De Dloedzweeting van Christus.
Onze Vader; Wees gegroet., [die voor ons heeft bloed gezweet.) H. Maria, enz.
7c Geheim: De Gecseling van Christus.
Onze Vader; Wees gegroet., [die voor ons gegeeseld is.) H. Maria, em.
S*' Geheim : De Krooning met doornen.
Onze Vader; Wees gegroet., (die voor ons met doornen gekroond is.) li. Maria , enz.
9« Geheim : De Kruisdraging van Christus. Onze Vader; Wees gegroet., (die voor ons het Ternis gedragen heeft.) H. Maria , enz.
101
10° Geheim: De Kruisiging van Christus.
Onze Vader ; Wees gegroet., (die voor ons gekruist is.) H. Maria, enz.
[II. DE GLORIEnZE GEHEIMEN.
11' Geheim : De Verrijzenis van Christus.
Ouze Vader; Wees gegroet., (die van den dood verrezen is.) H. Maria, enz.
12e Geheiiu: l)e Hemelvaart van Christus.
Onze Vader; Wees gegroet., [die ten hemel is opgeklommen^) H. Maria, enz.
13° Geheim: De Zending van dun 11. Geest.
Onze Vader; Wees gegroet., (die den 11. Geest gezonden heeft.) II. Maria, enz.
14e Geheim •. De Tenhemelopneming van Maria.
Onze Vader; Wees gegroet., (die U ten hemel heeft opgenomen.) H. Maria, enz.
] 5° Geheim: De Krooning ran Maria.
Onze Vader; Weesgegroet., (die V in den hemel gekroond heeft.) H. Maria, enz.
102
1. BIJ DE BENEDICTIE.
Tantum ergo Sacramentum
Veneremur cernui,
Et antiquum documenturn
Novo cedat ritui;
Praestet fides supplementum Sensuum delectui.
Genitori, Genitoque Laus et jubilatio,
Salus, honor, virtus quoque.
Sit el benedictio;
Procedenti ab utroque Compar sil laudatio. Amen.
v. Panein de coelo praestitisti eis.
F',. Omne delectamentum in se habentem.
2. AANROEPING VAN DEN EL GEEST.
Korn, Heil'ge Geest, daal in dit uur, {bis.) In onze harten neêr; ontsteek ze in liefdevuur.
Komt Gij onze oogen niet verlichten,
Dan dwalen wij van 't ware pad:
Geen mensch zoo wijs, die niet moést zwichten,
Wien Gij uw licht onttrokken hadt.
Korn , Heil'ge Geest. enz-.
103
Dc hel alleen kon niet ons hart venuanuen,
Zij riep om hulp de list dei' wereld aan.
En meer dan duizend strikken zijn gespannen;
Ach! God, help ons, opdat wij niet vergaan.
Kom, Heil'ge Geest. enz.
Verlicht ons hart door uwer wijsheid stralen ,
Dan missen wij hel ware welzijn niet;
Dan in de jeugd behoedt Gij ons voor dwalen.
En redt eenmaal ons einde van verdriet.
Kom, Heil'ge Geest. enz.
3. LIED VOOR DE BEÊVAARTREIS.
W ij z e; Wien Aeêrlandsch bloed.
Kom, Pelgrimschaar! verheerlijk haar. Die Moeder is en Maagd;
Dat lofzang en gebed zich paar':
Zij is een toevlugt in gevaar,
Kom, Pelgrimschaar! Ie Kevelaar )
Haar moederhulp gevraagd. i
De wereld! . .. zij bespotte vrij Uw vromen kinderzin;
De beevaart noem' zij dweeperij:
Maar dat die smaad u dierbaar zij,
Want met Gods Eng'len eeren wij / .. De Hemelkoningin. i quot;squot;
Wie 't rein gemoed voor smet behoedt, En leeft naar 's Heeren woord ;
Wie, zuchtend om het eeuwig goed,
Naar Kevelaar te beevaart spoedt .
Zijn Moeder bidt, zijn zonden boet: / Hij keert niet onverhoord. )
•104
Komt, Pelgrims! komt nu vóór den logt
Gods zepen afgevraagd;
Dan Kevelaars kapel bezocht ,
Die vaak getuige wezen mogl Van wond'ren, door zijn hand gewrocht,} ^ Bij 't beeld der Moedermaagd. ^
4. LIED OP DE HEENREIZE.
Wiize: u Beeld der schoone.
O heil'ge Maagd Maria!
Wij komen hier te zaam,
Om met een hart vol liefde
Te loven uwen naam.
Naar Kevelaar, o Moeder!
Trekt onze schare voort:
Daar hebt gij. Troost der droeven! Zoo menig beê verhoord.
Gij zijt de Koninginne
Van heel het hemelsch hol.
En al de zaaige Koren Bezingen uwen lof;
Bezingen, hoe uw bede
Aan uwen Zoon behaagt;
En hoe gij voor uw kind'ren.
Zijn schoonen hemel vraagt.
Gij, Toevlugt onzer zielen!
Gij staat den zondaar bij; Gij, Troost in 't aardsche lijden! Gij maakt de droeven blij;
105
De dooven, kreup'len, blinden, Zij hooren, zien en gaan;
Neen, nooit nosr, trouwe Moeder! Riep men vergeefs U aan.
Gij, reiner dan de zonne, En blanker dan de maan!
Zie ons, zoo vol van zonden,
Zie ons ontfermend aan!
Wij gaan te beevaart henen Van Zwaag naar Kevelaar;
O, dat uw moederbede Voor onheil ons bewaar.
Wil onze schreden leiden Op onze pelgrimsbaan;
Bied ons en onze beden Uw lieven Jesus aan;
Wil Moeder ons bewaken, Ons leiden aan uw hand,
Dat wij in vrede koeren In 't dierbaar vaderland.
5. TE KEVELAAR.
Wijze: Maria's beeld.
Weest welkom, Zwaagsche leden! In 't dierbaar Kevelaar;
Stort lofzang en gebeden.
Gelijk in vroeger jaar.
-[- Zie, Moeder , zoet en teeder!
Uw Zwaagsche kind'ren weder;
Maria, Maria, Moeder! bid voor ons.
V
106
Hoe zoet is 't, zonder schromen Voor smaad of spotternij,
Lofzingend zaam te komen In lange pelgrimsrij!
-j- Zie, Moeder, cms.
Hoe zoet is 't. hier te midden Van broed'ren zonder tal,
Hem 0])enlijk te aanbidden, Die Heer is van 't heelal! -j-
Hefzij we in digte scharen, Bij loilied en gebeén,
01' zwijgend zaam vergaren: Ons aller doel is één. -f-
Gods Moeder zalig spreken Tot glorie van haar Zoon;
Haar vragen dat ze ons smeeken Hem aanbiede op zijn troon. 7
Wordt straks door maagdenhanden Ons offer-licht gehragt,
T Zal Haar ter eere branden, Bij dagen en bij nacht. 7
Laat luid uw loflied schallen. Der Moedermaagd ter eer:
Het rijst ten welgevallen Van Jesus, onzen Heer. -j-
Laat ons godvruchtig trekken , Rondom haar bedehuis;
En later d'optogt rekken Tol aan liet Bnodc-Kruis. j
107
Weest welkom, Zwaagsche leden I
In 't zoete K evelaar;
Stort lofzang en gebeden.
Gelijk in vroeger jaar. -j-
6. AAN O.L. Vr. VAN KEVELAAR.
W ij ze:' Creator alme siderum.
/ie, Moeder! 'tZwaagsche broedertal U nadertreèn met blij geschal; O Moeder van barmhartigheid! Wij bidden U, dat ge ons geleidt.
Wij brengen dank, en lot' en eer, U , Moeder van den Opperheer! O hoor uw trouwe pelgrimschaar In 'tU gehelde Kevelaar.
Gij, onze hoop en toeverlaat! Uw beê behoedt voor alle kwaad : Ach , bid bij uwen lieven Zoon , Dat Hij ons zijn gena betoon.
() Moeder Gods en altoos Maagd ' Gij hebt van eeuwig' Hem behaagd : Gij zijt de tent, waar God in rusl , Mijn zoete hoop en zielelust.
O Koningin van 's hemels hol'!
Gods Eng'len zingen daar uw lot: En wij te dezer heil'ge stee, Wij zingen mei hun Koren mee.
108
Laat Cherubijn en Serafijn De tolken onzer liefde zijn: Wij, zondaars, vallen voor U neer, O Moeder van den Opperheer!..
Maar toch gij hoort ons pelgrimslied, En smaadt ons lofgestamel niet; Vertoon ons aan uw lieven Zoon : Gij zijt zoo digt bij zijnen troon.
7. MARIA, HULP IN ALLEN NOOD. Wijze: 0 vijf werelds klare lichten!
{Weinige stemmen:)
Wie kan 's werelds wee ontvlugten , Wie moet niet in tranen zuchten; Ja! 'tis hier een tranendal.
Waar men immer weenen zal: Wie zal ons beschermen1?
(Allen:)
j Pelgrim! laat, laat af van klagen, Ga Maria hulpe vragen En vertrouw: want haar gebed Heeft zoo menigeen gered:
Zij zal u beschermen.
Waar ik wende mijne schreden, Naar de velden , naar de steden , Overal is 't ramp en druk,
Overal is 't ongeluk;
Wie zal ons beschermen ? -[• Pelgrim ! enz. als boven.
109
Gimls zijn kreup'len, lanuofii, blinden. Hier is ziekte en pijn te vinden; Wenvaarts ik inijne oogen wend. Zie ik anders dan ellend'
Wie zal (ins beschei'menquot;? y
Doet de dood geen tranen vloeijen, E^n ons tal van jamm'ren groeijen. Zij 'took, dat hij 't einde ons is Van des levens droefenis :
quot;Wie zal ons beschermenquot;? -{-
Had ik rampen slechts te vreezen. O 't zou nog te dragen wezen :
Ach ! de duivel briescht ook rond , Dreigt mijn ziel op eiken stond : quot;Wie zal ons beschermen ? -j-
Hier door 't zondig vleesch geprikkeld. Daar in oogenlust gewikkeld,
Ginds in 's levens hoovaardij .
Nimmer van bekoring vrij:
Wie zal ons beschermen'? y
Wal., waf stem gebiedt rnij 't zwijgen'? Zal ik troost en hulp verkrijgen,
Als ik quot;taan Maria vraag.
Zwijgend bid en niet meer klaag '? Zal zij mij beschermen quot;?
{Allen:)
.la, gij kunt met vol vertrouwen, Pelgrim ! op haar voorspraak bouwen . Want haar moederlijk gebed Heelt zoo menigeen gered ;
Zij zal u beschermen.
140
8. DE LITANIE VAN O. L. VROUW.
Kyrie eleïson, Christe eleïson ,
Christe, audi nos. Christe, cxaudi vos.
Maria, Maria! wij hidden U,
Ach, help ons nu, en in den dood! O allerzuiverste, o Maagd, Maria!
Pater de coelis, Deus;
Fili, Redemptor mundi, Deus ;
Spiritus Sancle, Deus; miserere nobis. -j- Maria , Maria ! wij hidden, enz.
Sancta Maria; Sancta Dei Genitrix; Sancta Virgo virginum : ara pro nobis. j Maria,, Maria ! enz.
Mater Christi. enz. Zie blad:. 55.
9 SMEEKZANG TOT DE MOEDER DER
ZEVEN SMARTEN.
W ij z e: Stabat Maler.
O gij, droevigste aller vrouwen !
Laat ons, Moeder! vol vertrouwen
En vol deernis tot u gaan;
Ziet ge ons met uw smart bewogen, Heb met ons ook mededoogen ;
Hoor, ach hoor uw kind'ren aan !
Hoor, hoor ons om de eerste smaite. Die u ging door 't moederharte,
Bij het woord van Simeon; Moe doorgriefde u 'tvreeslijk lijden. Dat uw Jesus door moest strijden, Eer Hij dood en hel verwon.
■Hi
Hoor ons om de tweede smarte, Die u ging door 't moederharte,
Toen gij BethTem om den dood Van zijn wichtjes hoordet kannen, En gij, met uw Kindje in de armen. Bevend naar Egypte vloodt.
Hoor ons om de d e r d e smarte ,
Die ii ging door 't moederharte,
Bij 't verliezen van uw Kind ;
Dat ge eerst na drie lange dagen, Na veel vragen en veel klagen.
Tn den tempel weder vindt.
Hoor ons om de vierde smarte.
Die u ging dooi' '1 moederharte ,
Toen ge uw' Zoon ter dood zaagt gaan. En Hem onder't kruishout hijgend, Afgemarteld, nederzijgend,
't Smartlijk oog op u zaagt slaan.
Hoor ons om de v ij fde smarte,
Die u ging door 't moederharte.
Toen gij uwen 'Zoon gewond, Met Hom al zijn pijnen lijdend,
En den wreeden doodkamp strijdend. Onder 't bloedig kruishout stondt.
Hoor ons om de zesde smarte.
Die u ging door 't moederharte,
Toen, als alles was volbragt,
Gij uw' Zoon, van't kruis genomen, In uwe armen neêr zaagt komen,
Toen aan al uw kind'ren dacht!
üoor ons om de laatste s mar te, Die u ging door 't moederharte.
Toen ge uw' Zoon. in 't graf geleid. Aan uwe oogeti lieel onttogen,
Diep bewogen neergebogen,
Eenzaam. Moeder! hebt beschreid.
Moeder dan der Zeven Smarten! Trouwe troost der droeve harten.
Sta, o sta uw kind'ren bij:
Dat we dragen al de dagen quot;s Levens plagen zonder klagen.
Leer ons lijden zooals gij.
Ach. dat ik genezing vonde Van de wonde mijner zonde
Die ik pleegde keer op keer; Ach, dat mij uw beê verwerve.
Dat ik leve, dat ik sterve Fn de Liefde van den Heer!
10. 's HEEREN VIJF WONDEN.
(Kan gezongen worden bij de krnisweg-oefcning).
W ij ze: O vijf werelds.
i. Zing, mijn ziel! het vijftal wonden, Die uw God draagt voor uw zonden, Eens aan quot;t kruis bebloed, gehoond. Thans in heerlijkheid gekroond:
Heer ! ontferm U onzer.
O Maria Koninginne.
Moeder Gods en Kruisheldinr.e!
Gij, flie, met uw Zoon gewond.
Onder 'f bloedig kruishout stondl. Bid voor ons, Maria!
■2. Wees gegroet dan, vijftal bronnen I Waar het bloed kwam uitgeronnen. Dat eens 's werelds heil beslist En haar schuld heeft uitgewischt: -j- Heer! ontferm ü onzei'. O Maria enz
3. 'k Zie, o Jesus! hoe Ge uwe armen Tot mij uitbreidt in erbarmen,
Dat ik, zondaar, vol van rouw, Trouwvol tot U vlugten zou:
-{- Heer! ontferm U onzer, -j-
4. 'k Zie uw handen open scheuren.
Heel het wigt uws ligchaams beuren,
Opgezwollen, uitgerekt.
Mij, ja mij nog toegestrekt! t
5. Goede Jesus! laat mij groeten Uw zoo diep doorboorde voeten,
Ach hoe zwollen zij niet op Van den wreeden hatnerklop! f
tgt;. Als de hand U niet kon dragen,
Moest de voet uw ligchaam schragen. Ach hoe vlijmend was dan 't wee Dat uw scheurend vleesch doorsnee, f
Wees gegroet, doorstoken borsh'. Hartewond, waar ik naar dorste.
Gij, o teed're Pelikaan !
Biedt uw bloed ter laving aan. f
114
8. Open zij'! voor mij doorstooten, Waaruit bloed en water vloten,
'k Ving reeds zoeten drop bij drop Uit uw heil'ge bronwel op. t
9. Mogt ik dieper nog doorgronden
't Eindloos lijden al dier wonden; Maatloos als uw boezempijn,
Jesus ! moest mijn liefde zijn. t
10. Goede Jesus ! door uw wonden. Zuiver mij van al mijn zonden.
Handen, voeten, open zij'!
Vijftal bronnen! heiligt mij. f
11. Waarom, Heer! ik mag 't U vragen. De aarsche wonden nog gedragen.
Nu Gij in uw rijksgebied Reeds de gloriekroon geniet?., t
12. 't Is , opdat de zaalge kringen Uwe zegepraal bezingen.
En Gij voor het zondig kind, Bij uw Vader g'nade vindt, f
13. Laat nog eenmaal mij U groeten, Dierb're handen, dierb're voeten.
Open wond van 's Heeren zij'! Heiligt, heiligt, heiligt mij! f
14. Lof zij God in drie Personen,
Lof zij Hem wien doornen kroonen. Die het vijftal wonden draagt. Lof zij ook de Moedermaagd, f
115
11. SMEEKLIED VOOR DE OVERLEDENEN.
W ij ze; O vijf werelds.
Uit de diepe boetekolken,
Dringt de weeklagt naar de wolken Al der dooden, die dit uur Lijden in het Vagevuur:
j Heer! ontferm U hunner.
En gij, Moeder der genade!
Sla hun smartelijk zuchten gade. Ach, wil hun ten toevlugt zijn fn hun onuitspreekb're pijn:
Bid voor hen, Maria!
Aan des levens leed ontheven,
Cs aan 't ligchaam rust gegeven ;
Maar de ziel! zij rust niet eer Voor zij opgaat tot, den Heer:
Heer! ontfermU hunner.
Uit Gods ademing ontsproten,
Uit zijn leven voort gevloten,
Is voor haar geen heilgenot.
Dan in 't blij gezigt van God:
Heer! ontferm U hunner.
Wat al smart de ziel ook drage, Hoe de wroeging rustloos knage •
Verre van haar God te zijn Is haar de allerfelste pijn!
Y Heer! ontferm U hunner.
Hoe doorfolterd ook van binnen. God toch. God alléén beminnen
116
En Hern derven! . , . wat gemis I .. Groot, ach! als Gods glorie is; j .Heer! ontferm U hunner.
Of' zij zuchten, smeeken, kermen.
Rustloos roepen om ontfermen,
jN'een! hel Laat bij Gods gemis, 't Baat hun tot geen lafenis: 7 Heer! ontferm U hunner.
Zij dan, in hun onvermogen,
Klagèn ons met smeekende oogen: «Wist gij, die op aarde zijt.
Wist gij, wat een ziel hier lijdt!'quot; j Heer! ontferm U hunner.
Zij, ach! die zoo droevig klagen,
quot;t Zijn onze ouders, kind'ren, magen, 't Is een ziel, — ach wat verwijt! Die door ons die smarten lijdt!... f Heer! ontferm U hunner.
Wil, genadig God! vergeven
Wat zij tegen U misdreven.
Eindig, eindig hunne straf,
Wisch hun laalste smetten af: t Heer! ontferm IJ hunner.
Laat hen, die toch IJ beminden.
Laat hen nu ontferming vinden: Om hot lijden van uw Zoon,
Geef hun 't langverbeide loon: f Heer, ontferm U hunner.
Geef hun , die in kerkernachten
Naai' uw vaderblik versmachten.
Geef hun in uw aangezigt l)e eeuw'ge rust en 't eeuwig lichl f Heer ontferm U hunner.
12. PELGRIMS-AVONDLIED. W ij z e : Heuvels, claim.
Minlijk-lichtend van den hoogen,
Diep in 't blaauw van 's hemels bogen. Ziet gij als met mededoogen.
Goedige a v o n d s ter! ons aan: Vriendlijk straalt gij altijd neder, Of 't een blik is, zeel en feeder.
Dien een Moeder altijd weder Op ons kindertal laat gaan.
Doolt de vreugdezon haar stralen .
Zien wij d' avond om ons dalen, Gij gedoogt niet, dat wij dwalen,
Trouwe Ster! gij toont uw licht: 't Is ons in ons pelgrimsleven,
Van den lijdensnacht omgeven.
Als een straal, die uit komt zweven Van M a r i a's aangezigt
Zal het laatste licht ons stralen, 's Levensavond voor ons dalen, 't Brekend oog in nacht gaan dwalen: H e m e 1 s t er! blijf voor ons staan : In den doodsnacht, vol verschrikken. Wil ons. Moeder! met uw blikken. Vol van liefde en licht verkwikken; Wenk ons. tol u op te gaan!
118
13. UITNOODIGING TOT MARIA'S LOF. W ij z e: Mijn slem, nu laai.
Komt, spoedt u! komt Maria prijzen:
Zij is zoo groot;
Met snaar en- stem haar eer bewijzen. Tot aan den dood.
f Broeders, Zusters! zwijgt nu niet. Zwijgt Maria's grootheid niet.
Maar verhef haar in uw lied.
Wees gegroet, wees gegroet. Wees gegroet Maria!
Lokt uit uw speeltuig zoete klanken!
Zij is zoo goed;
En laat uw stem haar zingend danken. Met blij gemoed.
f Broeders, Zusters! ens. ah horen.
Vlecht, maagden! om Maria te eeren
Een leliekrans ;
Eens moge uw leliewit verkeeren In hemelglans, f
O moeders! reeds uw zuigelingen
Zijn haar gewijd :
Vrij moogt gij hare zorg bezingen : Zij waakt altijd, f
(iij, vaders!, hoe vermoeid v m 't zwoege
Zingt haar ter eer;
quot;t Wordt offerand en zielsgenoegen ; Wat wilt gij meer 'i f
Gij jong'ling! wijd uw schoonste jaren
Aan deze Maagd:
Zij redt uw onschuld uit gevaren. Zoo gij het vraagt, t
Als de ochtend zonne met haar stralen.
In 't Oosten glirnt;
Zij hoore hoe tol haar drie malen Het (( Ave » klimt, f
En spreidt de middagzon in 't Zuiden
Haar glans en gloed.
Weer moet de hedeklok dan luiden Het «Wees gegroet.quot;
Zinkt weer het licht in 't Westen neder
En daalt de nacht, De engelgroet verkonde weder Maria's inagt. f
Wij, op deze aarde vreemdelingen,
Gaan bevend voort;
Zij leidt ons, die haar liefde zingen Naar 't vaderoord. f
14. AFSCHEIDSLIED TE KEVELAAR.. W ij z e : Adieu, adieu.
Vaarwel, vaarwel, wij scheiden,
Vaarwel, o Kevelaar 1 Kon zij hier langer Leiden, Nog bleef de pelgrimschaar.
f Maar, Moeder Gods! blijft gij Uw Zwaagsche pelgrims bij.
It20
Ofschoon wij huiswaarts streven. Wij laten''t harte daar:
Zoo zoet is 't ons te leven In 't vriendlijk Kevelaar.
Maar Moeder Gods! fiiz.
O iTiou;t hij, wie vermeten Durft spotten met ons lied,
O mogte hij eens weten, Wat daar de ziel geniet, f
Wij zullen 't luid verkonden. Te huis teruggekeerd,
Hoe daar uit duizend monden Gods Moeder wordt vereerd.
Door onze tempeldreven Weérklinke 'I pelgrimslied;
En neen, zoolang wij leven, Zwijge onze lofzang niet! f
Moge aller hart ontgloeijen, Maria! in uw min.
De godsvrucht tot U bloeijen In 't Christen huisgezin! t
Vaarwel, vaarwel, wij scheiden O dierbaar Kevelaar!
Moog God ons hier weer leiden Te beevaart, 't ander jaar!
Kn, Moeder Gods! blijf gij.
Blijf uwe pelgrims hij.
121
15. LAATST PELGRIMSLIED. W ij z e : Wees gngroel op.
Wees nog eens, o Kruis! gegroet. Zielverkwikkend liefdeteeken!
Dat, besproeid met godlijk bloed, Nog voor ons gena blijft smeeken: Troostend zijt ge ons voorgegaan. Wees gegroet, o zegevaan!
Weest aan 't eind van onzen togt Weest gegroet, geliefde vanen!
'k Heb zoo vaak het beeld gezocht Dat er wegdook n uw banen' 't Vnendlijk beeld, dat ons behaag Van de lieve Moedermaagd.
O die zoete bedevaart!
O die zangen, en dat smeeken!
Dat ons ophief boven de aard', quot;t Smart ons dat wij 't onderbreken. Hier wéér de optogt zich ontbindt En ik straks de wereld vind.
Wachten 's werelds zorgen weer, Dreige wéér 't geweld der zonden:
Gij, o Moeder van den Heer! [s de beevaart ook ontbonden,
Waar de pelgrimschare zij,
Gij toch blijft uw kind'ren bij.
Broeders! neen, 't ontga ons niet; Pelgrims zijn we heel ons leven,
8
122
Hij, die 's hemels rust u biedt.
Heeft als vreemdling hier verbleven : Goddelijke Pelgrim! Gij,
Blijf ons, aardsche Pelgrims, bij!
16. AKTEN VAN GELOOF, HOOP, LIEFDE EN BEROUW.
\V ij z e ; als quot;t Pivs-lied, en Lauda Sinv.
AKTE VAN GELOOF.
Ik geloof en zal gelooven.
Wat Gods Kerk, verlicht van boven,
Voorstelt als geopenbaard;
Gij, mijn God! Gij kunt niet falen. En uw Kerk kan nimmer dwalen,
Naar Gij zelf ons hebt verklaard.
U belijd ik, nooit volprezen Drie Personen, één in Wezen,
God de Vader, Geest en Zoon! God de Zoon kwam tot ons neder. Stierf, verrees en keert eens weder 't Kwaad ten straf, en 'tgoed ten loon.
AKTE VAN HOOP.
Vader! 'k hoop, dat Ge ons zult geven. Om uw Zoon, het eeuwig leven,
Met al 't geen ons heil vervult;
k Hoop het vast, daar Gij, almogend. Goed. getrouw en mededoogend,
't Geven kunt. en wilt. en zult.
123
AKTE VAN LIEFDE.
Heer! ik wil uit hart en zinnen U steeds bovenal beminnen,
Want Gij zijf het Opperst Goed; En om U bemin ik allen,
Die ik , naar uw welgevallen ,
Als mij zelv' beminnen moet.
AKTE VAN BEROUW.
God van goedheid! heel mijn harte Is vol rouw en boetesmarte.
Om al 't kwaad door mij begaan: quot;k Wil hel U ter liefde haten,
Nooit, o nooit U meer verlaten;
Neem mij in ontferming aan!
17. AAN J E S U S EER W ij z e : Dal Jasus lecv'
Aan Jesus eer!
Zoo slijge ons dankbaar smeeken. Aan Jesus eer! door de aarde en 't hemelsch heer! O zoete naam, dien ik nimmer kan spreken. Of'k voel te feller in liefde me ontsteken. Aan Jesus eer! Aan Jesus eer!
Aan Jesus eer!
't Is 't lied der christenscharen, Aan Jesus eer! Hem onzen God en Heer, Die al wie trouw om Hem henen vergaren, Ook in den strijd voor zijn naam zal bewaren, Aan Jesus eer! Aan Jesus eer!
124
Aan Jesus eer!
Mag ook de zondaar zuchten.
Aan Jesus eer! roept hij rouwmoedig weer; De boetling, neen, heeft zijn wraak niet te duchten, Hij heeft alleen in zijne armen te vlugten , •Van Jesus eer! Aan Jesus eer!
Aan Jesus eer!
quot;t Is quot;t lied van 't zielsvertrouwen, Aan Jesus eer! zoo roepen we immer weer; Hoe langer toch wij zijn wonden beschouwen . Hoe meer ons ook onze zonden berouwen; Aan Jesus eer! Aan Jesus eer!
Aan Jesus eer!
'lis 't lied der hemelzalen.
Aan Jesus eer! is 't lied van't Eng'lenheer; Dat moet heel de aarde, alle tongen en talen. Dat al wat is door alle eeuwen herhalen. Aan Jesus eer! Aan Jesus eer!
Aan Jesus eer!
Nog eens het aangeheven.
Aan Jesus eer! en immer immer meer! Aan Hern alléén zij van nu af ons leven. Aan Hem gelieel ons ten offer gegeven! Aan Jesus eer! Aan Jesus eer!
Aan Jesus eer.
Zoo hlijve ons danklied stroomen, Aan Jesus eer! voor eeuwig onzen Heer! Hij zelf heeft ons tot de zijnen genomen.
Hij is als spijze in ons harte gekomen! Aan Jesus eer! Aan Jesus eer!
18. JUBELZANG AAN JESUS' H. HART.
W ij 7. e : Tantum ergo.
Lof en glorie allerwegen
Rij ze aan Jesus' Hart vol mini Stroome uw jubelzang Hem tegen.
Aardsch en hemelsch'Godsgezin! Met het loflied opgestegen Van ons aller Koningin.
(Eeni(j(t slem m en.)
Snoode moedwil durft Hem honen.
Randt zijne eeuw'ge Godheid aan: Wil in Leo Hem onttroonen .
En zijn zetel nederslaan.
Hem nog eens met doornen kroonen. Hem met Judas weêr verraan.
{Allen) Lof en glorie, enz. als hoven. (Eenifjcn.)
quot;t Ongeloof wil 't Hart wéér wonden.
Dat van louter liefde brandt, En door duizend duizend monden.
Opgespard naar allen kant, 't Zielverpestend woord verkonden.
Dat geloof en onschuld bant.
(Allen.) Lof en glorie, enz.
Jesus' Hart ja, wil men treilen In de Hem zoo dierb're jeugd;
Hoor die helstem zich verheffen:
126
Weg nu met geloof en deugd! Weg met alle pligtbeseffen !..
Enkel, enkel zingeneugl!
{Allen.) Lof en glorie, enz
Wij dan, wij, en wie gelooven.
Jub'len Jesus' Hart ter eer;
Maar de beê sfijge ook naar boven.
Brandend, vlammend immer meer; Jesus! wie uw glorie rooven,
Om uw Hart, erbarming. Heer!
(Allen.) Lof en glorie, enz.
19. SMEEKZANG TOT JESUS' H. HART, VOOR ZIJNE BRUID. DE H. KERK.
Wijze; Maria, weos (leqrnel.
Zoet Hart van Jesus'! hoor.
Hoor ons en 't hemelsch koor.
(Eeltige stemmen.)
Zie, met uw Kerk begaan.
Zie, God en Heer, haar aan.
(Allen herhalen lelhens :)
Zoet Hart enz. als boven.
In vasten en geween.
Stort zij haar smeekgebeén.
Uw Bruid valt U te voet.
Gekocht U door Uw bloed.
127
Zij die de heeidt'nis draagt Der reine Moedermaagd.
Doorgriefd is ook haar hart, Van zeven dubb'le smart.
Zij lijdt en strijdt alom Voor U, haar Bruidegom.
U is zij gansch gewijd,
U, die haar Koning zijt,
Hoe voelt zij telken stond. Wat uw Hart heeft doorwond.
Zij staat in liefdevlam üe Bruid van't godlijk Lam!...,
Als Gij, of men 'f vermogt, Wordt zij ter dood gezocht.
Uw Bruid, o Zoon van God! Uw Bruid gehoond, bespot!....
U draagt zij 't achteraan. Het Kruis, haar opgelaAn.
Haar zigtbaar Hoofd, uw beeld, Is « kruis uit kruis» bedeeld.
Vervaarlijk krijscht de stem: Voort, vóórt nu, weg met hem!,..
Hoe lang, hoe lang, o Heer! Zie op uw Bruid toch néér.
Ach, met haar smart begaan. Hoor onze Moeder aan!
128
.Veil, om uw Hart vol min,
Geef, dat uw Kerk verwinn'.
Geef haar ten liefdeloon Een nieuwe gloriekroon.
20. HET H. HART VAN JESUS TER EERE.
W ij z e : Maria's beeld.
Voor Jesus' Harte zinge Mijn ziel in mingeneugt.
Door alle wolken dringe De luide toon der vreugd.
t Mijn hart blijft Jesus minnen.
'k Zal and'ren voor Hem winnen;
O Jesus, o Jesus, Heer! aan U mijn hart!
O Hart, voor mij gebroken
Om mijne schuld doorstoken,
Mogt gij mijn Redder zijn.
t Mijn hart. enz. als boven.
Uit breede Hartkwetsure
Sprong water uit, en bloed; Hoe rijk stroomt sinds die ure. Ons uw genadevloed, t
lieer Jesus, ééne bede.
Slechts r^éne, gun ze mij.
Ruim mij een zoete stede In uw doorboorde zij', f
129
Dan word ik, naar de trekken Die 'k in uw H a r t bemin, Zachtmoedig, rein van vlekken. En nederig van zin. f
Verschuilend in uw Wonde .
Vind ik mijn zielerust; In zoet.e en bittre stonde
Veracht, ik 's werelds lust. f
En als mij de oogen breken.
Zich sluitend voor den schijn. Wil ik nog stervend spreken; Heer Jesus, eeuwig' mijn. f
21. TOEWIJDING AAN JESUS' H. HAR W ij z e : als het Pius-lied.
(Ecnit/en.)
1. Pils negen heeft gesproken,
Zeet'lend op Sint Petrus' rots: «Wijdt u aan het wreed doorstoken. «'t Zoet, geopend Harte Gods.quot;
{Allen)
Godlijk Harte! vreugd en lijden,
Heel ons harte, heel ons lot.
Alles, alles U te wijden Is ons zaligst zielsgenot.
•130
Pius negen heeft. enz.
Hart van Jesus! liefde en leven,
Ziel en ligchaam, goed en bloed,
Zie, wij komen alles geven,
U ter eere, ons hoogste Goed !
I'ius negen heeft. enz.
Ach, vermogten we ook te geven. Aller hart aan U, o Heer;
Alle harten die nog bleven Blind, gevoelloos voor die eer!
Pius negen heeft enz.
Heer! begrepen alle harten, Kind'ren van uw reine Bruid,
Welk een zegen, zonder smarten. Zulk een oiler in zich sluit!
Pus negen heeft enz.
Hart van Jesus! hoog in glorie, Hoor ons, neem ons offer aan;
En verleen ons uw victorie,
Daar voor U wij strijden gaan.
Pms negen heeft enz.
Hart van Jesus, Gloriezonne!
Licht ons voor, stort zegen neer.
Tot wij eens ter Liefdebronne Rusten aan uw Hart, o Heer I
22. HET SCHAPULIER VAN JESUS HART.
W ij z e : O beeld der sclwotie.
Mijn borst prijktjnet de boeldfnls Van Jesus Heilig' Hart;
'-k Krijg lessen vol geheimnis. En hulp bij zielesmart!
f Getrouw blijf ik u dragen O schapulier, mij zoet!
Gij zegt mij, wat il; vraijcn, En, hoe il; strijden iikiH
Het bloedig Hart geteekend Op wol Ie. hluul; en fijn,
Verbeeldt on'; wondersprekend. Hoe rein ons hart moet zijn.
Getrouw blijf ik , enz.
De vlammen die 't omstralen In wondren liefdegloed.
Doen in ons harte dalen Do liefde, lust en moed.
Getrouw blijf ik, enz.
Het kruis, daarop verheven Als op zijn glorietroon,
Wekt in ons hart bet leven,
Dooi- 't leven van Gods Zoon.
Getrouw blijf ik, enz.
De Doornen om dat Harte, Nog scherp, maar heerlijk thans,
Zij toonen 't. hart in smarte Tol loon den lauwerkrans.
Getrouw blijf ik . enz.
Do Woiitl, voor eeuwig open ,
Als rusl- en vredegrot,
Hoe veel doet ze ons verhopen Van 't heilig II a r t van God. Getrouw blijf ik, enz.
Het Bijschrift zegt, 'k moet smeeken;
Laai komen, Heer, uw rijk I En in bekoring spreken:
Laat af, gij salau, wijk!
Getrouw blijf ik, enz.
Zoo is in vreugd en lijden
Gods H art de gloriezon, Ons harteschild bij 't strijden.
Bij smart de liefdebron.
Getrouw blijf ik, enz.
33. LIEFDEGROET AAN DE H. MAAGD EN MOEDER GODS.
W ij z e : Creator ahne side rum.
Wij groeten U, o zuiv're Maagd!
Door wie ons 't heillicht is gedaagd; Wij groeten U op uwen troon,
O Moeder van Gods een'gen Zoon !
Gij, oorzaak onzer zielevreugd.
Wier kornst heel de aarde heeft verheugd. Ontvang uit kinderlijk gemoect, O Moeder! onzen liefdegroet.
133
Gij /.ijl die C)nhevlekte Maagd,
AA ier raoederbeè aan God behaagt; Die, alverwinnend in den strijd, Der Kerk een trouwe toevlugt zijt.
Beveel ons aan uw god lijk Kind, Dat ons ten eind' toe heelt bemind, Dat in den smartelijksten dood Voor ons zijn laatste bloed vergoot.
Gij, Toevlugt der verloren ziel! Die jammerlijk van God verviel, O Troosteres in allen nood!
Gij redt ons uit den eeuw'gen dood.
O Hulp van 't Ghrisielijk gezin ,
Gij aller Heil'gen Koningin 1 Ach toon in onzen jongsten strijd. Dat gij ons aller Moeder zijt!
Gegroet, Gods Dochter, op uw troon! Gij, Moeder van Gods eeuw'gen Zoon 1 Gij, Bruid van God den Heil'gen Geest! Die vóór en na zijt Maagd geweest!
24. HULDE EN BEDE AAN MABIA. W ij z e; Wieu Neérlaiiclsch blued.
Komt! helïen wij een lollied aan,
Luid klimm' bet op van de aard', Tot voor den troon, waar de Eng'leu staan
't Zij met hun lied gepaard.
Wij zingen op den toon van 't stof, En knielen voor u neêr,
9
134
Wij staamlen dankbaar uwen lof, 0 Moeder van den Heer! (bis.)
Uw ootmoed was zoo gadeloos , Zoo minlijk in Gods oog,
Dat ii zijn Zoon tot Moeder koos F-n neerkwam van omhoog;
O Morgenster der zaligheid!
Hij daalde op aarde neêr.
De Redder eeuwenlang verbeid, O Moeder van den Heer! {bis.)
Hoe lieflijk klonk dei' Eng'len toon Voor de eerste maal op aard',
Toen gij, o zuiv're Maagd! Gods Zoon In Bethl'em hebt gebaard;
Het heinelkoor juichte in ons lot En daalde om 't kribje neêr;
Het zag - een mensch geworden God! U - Moeder van den Heer. {bis.)
Wij roepen nóg met heel de Kerk Door de eeuwen heen u aan :
Heelt Jesus 't eerste wonderwerk Niet op uw beê gedaan?
Ach, zie beschermend van omhoog Hier op uw kind'ren neêr.
Aanschouw ons met meédoogend oog, O Moeder van den Heer! ' bis.)
Ach, Moeder van barmhartigheid ! Onttrek uw hulp ons niet;
Als ons de wereld lokt en vleit En gij ons wank'len ziet.
135
Of satan ons zijn strikken zet .
Door wellust, of eer;
Ach, dat uw voorspraak ons clan redd', O Moeder van don Heer! (bis.)
Wanneer behoefte ons dreigt of drukt.
Of ramp hij ramp ons slaat;
Als wat we ook pogen wreed mislukt,
Ons alle hoop vergaat;
Als ons deze aard' geen troost meer biedt,
Zie gij dan op ons neer,
En weiger ons uw hulp toch niet, O Moeder van den Heer ! {Ins.)
Als 't albeslissend sterfuur slaat,
En 'slevens licht verdwijnt,
Voor de eeuwigheid die open gaat
En aan de ziel verschijnt:
Ach, dat ik dan mijn brekend oog,
Mijn Moeder! tot u keer'.
Uw zoeten blik ontmoete omhoog, O Moeder van den Heer! (bü.)
25. AAN MARIA EER! \V i j z e : Maria leev'!
Maria eer! wat liefde en luister meng'len Zich in dit hart, van alle smetten vrij! Maria eer! u. Koningin der Eng'len I U, Moeder vol gena! u zingen wij. Maria , Moeder !
Ach hoor uw kind:
Eer aan Maria !
Die ons zoo teêr bemint.
i3B
Maria eer! komt, laat ons nederknielen,
Ze is Dochter Goils, Gods Moeder, Godes Bruid; Maria eer! de toevlugt onzer zielen:
Door hare hand slort God zijn gunsten uit. -}-Maria, Moeder! enz.
Maria eer ! zou ik haar ooit vergeten'?
'k Zonk liever néér in 't immer-zwijgend graf; En zou ik eens geen dankbaar kind meer heeten ; Breek liever dan, o God! mijn dagen af. -{-Maria, Moedei'! enz.
Maria eer ! zoo 'k in haar liefde leve , [ducht;
'k Ben, als haar kind, voor kwaad noch dood he-De laatste klank, die van mijn lippen zweve, Zij, Moeder! nog een teed're liefdezucht. fMaria, Moeder! enz.
26 MARIA! WEES GEGROET.
(Allen.)
Maria! wees gegroet,
Maria! wees gegroet.
(Eenigen.)
Gegroet een tweede maal,
Nog duizend, duizendmaal.
Gegroet oneindigmaal Door alle tong en taal:
Van eiken Serafijn,
Van eiken Cherubijn;
Van heel het Eng'lenkoor.
Het klink' den hemel door:
SS
p «
CR dq
lt;t et
CIQ 35
137
En met het hemelhof.
Paar' heel deze aard' haar lof; quot;x
En al haar stemgeluid §
Roepe onverpoosd het uit:
Van alle stroomgebied Weerklink' het zoete lied :
De wijde wereldzee Herhaal' van reê tot reè:
Met al dat lofgezang ,
Roep ik mijn leven lang :
Roep ik in allen nood , In 't uur nog van mijn dood:
Dan eens in 's hemels woon Juich ik nabij uw troon :
Ss SJ
O fB CD O
t.
crq -jo rD Q
a3 ^ d d o o
LOFLIED AAN DE H. MAAGD MARIA
Maria! wees gegroet,
Maria 1 wees gegroet.
Wat heil heeft niot voor de aard' Dat hemelsch woord gebaard: ^ g
Q O
De helmagt stond ontsteld, m S
Toen u Gods Engel meldt: a? 3^
Van 's werelds redding in : 2. SB.
13ö
Maria eer! komt, laat ons nederknielen,
Zeis Dochter Goris, Gods Moeder, Godes Bruid;
Maria eer! de toevlugt onzer zielen:
Door hare hand slort God zijn gunsten uit.
-{-Maria, Moeder! enz.
Maria eer ! zou ik haar ooit vergeten ?
'k Zonk liever neer in 't immer-zwijgend graf;
En zou ik eens geen dankbaar kind meer heeten : Breek liever dan, o God! mijn dagen ai'.
-{-Maria, Moeder ! enz.
Maria eer! zoo 'k in haar liefde leve, [ducht; 'k Ben, als haar kind, voor kwaad noch dood be-
De laatste klank, die van mijn lippen zweve, 'Zij, Moeder! nog een teed're liefdezucht.
-{-Maria, Moeder! enz.
26 MARIA! WEES GEGROET.
SS
p P
(Allen.)
Maria! wees gegroet, Maria! wees gegroet.
(Eenigen) Gegroet een tweede maal, Nog' duizend, duizendmaal.
Gegroet oneindigmaal Dooi' alle long en taal:
^ =5
Het klink' den hemel door: 2-2.
137
En met het hemelhof.
Paar' heel deze aard' haar lof
En al haar stemgeluid Roepe onverpoosd het uit:
Van alle stroomgebied Weerklink' het zoete lied :
Ue wijde wereldzee Herhaal' van reê tol reê:
Mei al dat lofgez ang,
Roep ik mijn leven lang :
Roep ik in allen nood ,
In 't uur nog van mijn dood ;
Dan eens in 's hemels woon Juich ik nahij uw troon :
27. LOFLIED AAN DE H. MAAGD MARIA
Maria ! wees gegroet,
Maria! wees gegroet.
Wat heil heeft niet voor de aard' Dat hemelsch woord gebaard: ^
CD »
De helmagt stond ontsteld. S S
Toen u Gods Enirel meldt: a? 35
n .-DO
. rj- ri^
cn 30
O O
-138
Daarom zong luid en blijd,
De Kerk ten allen lijd:
Nog zingt in vreugd en smart, ^ Elk dankbaar kinderhart; S
Wie juicht niet op dien toon : ^
Daar zingt heel 't Eng'lenkoor : ^
O?
En wij in 't aardsche stol', o
quot;Wij zingen tot uw lof:
Wij spreken 'tmagtig woord: £
5'
O
En lig ik stervend neèr,
Dan zucht ik nog te meer: %
crq
En stervend bidt uw kind, 5
Dal eeuwig u bemint; r-
0 dan in 's hemels steè,
Dan juich ik eeuwig meè;
28. LIED OP DEN NAAM VAN MARIA. Wijzen: Creator al me, en 0 Moeder Gods.
Maria's naam, die 't hart verblijdt. Zij dit ons dankbaar lied gewijd :
Haar moedernaam zoo zoet. zoo groot. Is ons een troost in allen nood.
139
A ch! bij uw moedernaam zoo zoet. Wij bidden u, dat ge ons behoedt; Gij, die de belslang hebt verplet,
Gij zijl het die uw kind'ren redt.
Hoep ik tot u in zielsverdriet,
Neen, Moeder! gij verstoot mij niet: Gij ziet ons uit den hemel aan . En ongetroost laat ge ons niet gaan.
ïn allen nood. tot in den dood Weerklinkt uw naam, zoo zoet, zoo groot; Wie weet niet, dat gij 't kind aanschouwt. Dat op uw moedernaam vertrouwt.
Ach, zegen dan dees kinderschaar,
Hier biddend bij uw feestaltaar;
Aan u, wier naam ons hart verblijdt, Zij dit ons dankbaar lied gewijd.
29. MEIMAANDLIED.
W ij z e : Heuvels, dalen.
Heuvels, bosschen, veld en dalen, Vloeden ! wilt den lol' herhalen, En den luister, niet te malen.
Dien Maria's naam omsluit. (Ins.)
Beekjes! met het zacht geklater Van uw zilverhelder water,
Vogelkoor! met zoet geschater,
Roept Maria's glorie uit. (bis.)
Zingt de Moeder, Koninginne ,
Zingt de Maagd en Rijksvorstinne.
140
Zingt de trouwe Kruisheldinne, Die haar Kind ten offer gaf. {bis.)
Onder Juda's maagdentallen,
Was zij nedVig boven allen,
En met eind'loos welgevallen.
Zag God op Maria af. {bis.)
Zij, van eeuwig uitverkoren,
Zal van wond'ren luister gloren,
Haar is 't moederschap beschoren Van Gods ééngeboren Zoon. {bis.)
quot;t Onbevlekt Ontvangen leven Heeft zij vlekloos weêrgegeven, En door alle deugd verheven :
Naar haar offer is haar loon. (Ins.)
Nu, in 's hemels wijde zalen,
Spreidt zij hare glonestralen,
Wat kan bij de Moeder halen,
Wie een Zoon, die God is, kroont, {bis.)
Aarde en hemel! zingt de Moeder Van uw Schepper en Behoeder,
Mijn Verlosser, en mijn Broeder,
Zingt de glorie waar ze in troont! (bis.)
30. LOFGEZANG TOT MARIA.
{Op eigen zangwijze.)
(Twee.)Gij zijt des hemels Koningin, {Allen.) o Maria!
» Gij zijt der Zaal'gen Pronkvorstin, (Allen.) o Maria!
141
(Eenifjen.) Loof en prijs haar Seraphijn ! {Anderen.) Loof en prijs haar Cherubijn ! [Allen.) -j- Zij geprezen schoon Vorstin! {Eenigen ) Prijs haar clan,
{Anderen.) Wie maar kan,
(Allen.) Groot zijt gij, o Koningin!
Gij zijt des hemels liefderoos, n Maria! Die God tof zijne bruid verkoos, o Maria I Loof en prijs haar Eng'lenheer,
Loof en prijs haar keer op keer.' Zij geprezen, enz. ah hoven.
Welriekend als een bloemprieel, o Maria! Zijt gij der aai de pronkjuweel, u Maria! Loof en prijs haar vooglenkoor.
Loof haai' alle tijden door! Zij geprezen, enz. '
Wanneer de zonde ons vreezen doel, o Maria! Stort gij weer hoop in ons gemoed, o Maria! Loof haar, al wat adem heeft,
Loof en prijs haar, al wat leeft! -|- Zij geprezen, enz.
Wanneer de hel ons siddren doet, o Maria! Vertrapt uw voet dat helsch gebroed, o Maria! Zondaars, prijst dan hare magt, Zwakken, steunt op hare kracht!
-j- Zij geprezen, enz.
Blijf ons ten bijstand in den nood, u Maria! Verlaat ons niet bij onzen dood, o Maria! Ach, beveel ons dan aan God. En verjaag het hellerot;
142
Wees dan onze Koningin, En geleid De eeuwigheid Ons bij uwen Jesus in !
31, VERTROUWEN OP MARIA.
Op eigen zangwijze.
1. O gij, schoonste der vrouwen, O gij, Moeder van God,
Op u rust ons betrouwen, In uw hand is ons lot.
o Zend ons uw ontfermen
In 't aardsche tranendal,
o Blijf ons toch beschermen Voor eiken zondeval.
O gij schoonste enz. als boven.
2, O gij, magtige Moeder,
Zie uw Jesus, uw troost,
Blijft ook steeds onze Broeder, Ën wij blijven uw kroost. Zie hoe uw kind'ren lijden
In dit rampzalig oord;
Zie hoe zij moeten strijden.
Hoe alles hen bekoort.
O gij, magtige Moeder, enz.
15. Laat ons nimmer bezwijken Voor der duivelen kracht. Doe hen steeds van ons wijken ; Toon, Maria! uw magt.
143
Zie, hoe des vijands lagen
Voor ons gespannen staan.
Hoor, hoe wij tol u klagen En schier in wanhoop slaan.
Laat ons nimmer enz.
4. O gij, steun van de kranken.
Gij, huntoevlugt in den nood, Geef hun moed als zij wanken. Sta hen bij in den dood. Als wij dan zullen sterven,
O leid ons aan uw hand;
Doe ons den hernel erven Tn 't schoone vaderland.
O gij, steun van de kranken, enz.
32. SALVE REGINA.
W ij z e ; O vijf werelds.
Wees gegroet, o Koninginne I Moedei', gij vol teed're minne. Gij, ons leven, hoop, zoo zoet. Wees, Maria! wees gegroet ; Bid voor ons , Maria!
't Is tot. U dan , dat wij vlugten. Onder tranen en veel zuchten .
Tot u rijst ons klaaggeschal In dit aardsche tranendal;
Bid voor ons, Maria !
O dan nu, wil voor ons spreken, quot;t Goedig oog slaan op ons smeeken,
144
Gij, die altijd voor ons pleit, Moeder van barmhartigheid! Bid voor ons, Maria!
En na dit ons ballingsleven,
Toon ons Jesns, hoog verheven, Heil'ge vrucht van uwen schoot, Toon Hem ons bij onzen dood; Bid voor ons, Maria!
O dan Moeder vol ontferming !
Toon ons, kind'ren, uw bescherming. O gij Maagd! zoo vroom, zoo zoet, Wees, Maria! weesgegroet; Bid voor ons, Maria !
33. MARIA TROOSTERESSE.
(Allen.)
Moeder des Heeren!
'k Wil ii vereeren,
O troost voor 't hart in smart; Groot als uw lijden,
Is uw verblijden,
O gij zoo goed, zoo zoet! (bis.)
(Eenigen.)
Gij schenkt verkwikking aan de zielen.
Die tot u loepen in den nood; Gij pleit voor wie in zonden vielen En redt hen van den eeuw'gen dood.
(Allen i t Moeder des Heeren. ens.
145
(Ecnigen.)
Uw teed're hand droogt onze tranen. Uw zoete stem verzacht ons wee; Wie zicli het diepst verlaten wanen. Gij zijt hun hij met uwe hèe.
Uw moederhart, zoovol nieédoogen,
Is met ons aller leed hegaan; Gij ziet ons met verhlijdende oogen, In leven en in sterven aan. f
Wat ramp ol' kruisen mij dan treffen, Ik wijd ze aan u, mijn Moeder! toe; Ik zal tot u mijn blik verheffen, En blijf in smart nog blij te moê.
{Allen.) Moeder des Heeren. enz.
34. O MOEDER GODS.
O Moeder Gods, o reinste Maagd!
Naar 't voorbeeld onzer vad'ren. Zoo komen wij. daar 't u behaagt, Uw' zetel biddend nad'ren. (bis)
Wij smeeken u, laat uit het licht,
Waarin wij u zien stralen. Een troostblik van uw aangezigt Op uwe kind'ren dalen, (ids.)
Ach, vene van ons vaderland,
Zijn wij hier bannelingen, En zien gestaag, van allen kant. Den vijand ons bespringen, {bis.)
146
O fiij dan, troost in allen nood,
quot;VVil onzer u erbarmen!
O Moeder, die geen kind verstoot, Wij vlugten in uwe armen, {bis.)
Gij weet het toch, hoe satan woedt, En hriescht om onze schreden;
Maar, als weleer, zal hem uw voet Den helschen kop vertreden, (his.)
De wereld tergt, verlokt en vleit. Dat zij mijn liefde winne;
Ach! dat zij nooit, uw kind verleid', En 'k Jesus trouw beminne. {bis.)
Diep in mij zelf, en zwaar gewond, Draag ik mijn vijand mede;
Het vleesch bedreigt mij telken stond, Hoe zelden smaak ik vrede! {bis.)
O Moeder dan! vraag van uw Zoon, Ons dag aan dag te sterken,
Dat wij, het oog op 't hemelsch loon, Ons eeuwig heil bewerken, {bis.)
O Moeder dan! o vraag, dat wij In Jesus' liefde sterven,
En in dat uur: sla dan ons bij, Dat wij gena verwerven, {bis.)
147
35. TER EERE VAN MARIA.
W ij z e: O beeld der sclwonc liefde.
{Eenigen.)
O beeld van't reinste leven, Maria, .losefs Bruid!
Zoo wij ons hart n f^even. Gij deelt uw gunsten uit.
{Allen.)
-[-Ach, dat ik u beminne, In blijdschap en in smart;
Druk diep, mijn Koninginnel Uw beeldt'nis in mijn hart.
(Eetiigen.)
O Josefs Bruid, mijn Moeder!
Mijn trouwe toeverlaat!
Werd niet uw Zoon mijn Broeder, Die nooit uw heè versmaadt'?
{Allen) f Ach, dat ik u beminne. enz.
Ach, was ik rein van zonden, O vlekkelooze Maagd!
Ik zou uw lof verkonden.
Gelijk het u behaagt, t
'k Zou met uw trouwe scharen. En 't juichend hemelheer.
Mijn dankbaar loflied paren. En jub'len u ter eer. t
Helaas, hoe moet ik klagen. Dat ik onwaardig mensch,
U zóó niet kan behagen,
Als ik het vurig wensch. f
Maar 'k wil mij alle dagen,
Mijn Moeder! u ter eer, God vluchtiger gedragen,
En dienen mijnen Heer.
(Allen.) Ach dat ik u beminne. enz.
36, VERZUCHTINGEN TOT MARIA. W ij z e : Maria leev'.
Maria! gij, die boven de Eng'lenkoren,
De Moeder zijl van 's Vaders Zoon, uw Kind! Mijn Moeder ook! wil onze bede hooren, Gij', die ons heil zoo teederlijk bemint,
7 Maria, Moeder !
Troost in mijn smart,
U wil ik eeren,
Met dankbaar kinderhart.
Gij, Moedermaagd! schonkt ons den God van 't le-Uie door zijn dood ons 't leven wedergaf; [ven. Uw naam heeft ons de zoete hoop gegeven. Zoolang wij gaan met onzen pelgrimsstaf. -J- Maria, Moeder! enz.
Wij allen dan, rampzalige Eva's zonen En ballingen, wij zien tot u omhoog, Wij die helaas! een tranendal bewonen. Wij slaan tot u ons heilverwachtend oog. j
o Mogen wij mot eiken stap Hém naken,
Wiens Moeder gij, zoowel als de onze, zijt; En komt de dood onze aardsche boeijen slaken. Dat in dit uur Gods aanschijn ons verblijd', -f
149
O Troosteres van droeve bannelingen! O Moeder, die uw kind'ren niet verlaat!
Moog dan mijn ziel uw goedheid eeuwig zingen. Als zij dit stof en tranendal ontgaat, -j- Maria, Moeder ! enz.
37. AVONDGROET AAN MARIA.
Maria's beeld, te midden Van vrolijk-flikk'rend licht,
Het noodt ons, hier te bidden,
Bij 't altaar, haar gesticht.
Komt, laat ons tot haar ijlen,
Lofzingend daar verwijlen Maria, Maria, Moeder! zegen ons.
Komt, nog een kinderbede Maria toegebragt!
En dan in 's Heeren vrede Den slaap weer ingewacht.
Gerust en wel te moede,
Vertrouwend op haar hoede,
Maria, Maria, Moeder! zegen ons.
Wij bidden u te gader,
liij 't einde van dees dag:
Vraag, Moeder! onzen Vader,
quot;Wiens alziend oog ons zag.
Dat Hij ons kwaad verschoone.
Het goede ons eenmaal loone,
Maria, Maria, Moeder! bid voor ons,
Beveilig uwe kind'ren,
O Moeder! dezen nacht;
Dan zal geen kwaad ons hind'ren.
150
Dan is ons slapen zacht;
Dan ziet ge ons morgen weder, O Moeder, goed en teeder!
Maria, Maria, Moeder! wees gegroet.
38. LOF, DANK EN OPDRAGT
O Maagd, o schoonheid nooit volprezen! O Moeder van 't oneindig Wezen!
Wat luister schittert van uw troon; De Seraf, aan zich zelf onttogen,
Juicht, voor uw glorie neergebogen' O Koningin! wat zijt gij schoon! (bis.)
Wij derven in het aardsche duister 't Genot nog van uw hemelluister,
Maar smaken toch uw liefdegloed; üe Seraf zinge uw heerlijkheden;
Wij dan, wij juichen hier beneden: O Moedermaagd! wal zijt gij goed 1 (bis.)
Ach, konden onze kinderklanken U voor de ontelb're gaven danken. Ons toegevloeid door uwe hand:
Ontvang voor al dio zegeningen,
Maria! van uw gunstelingen.
Hun hart ten eeuwig liefdepand, (bis.)
Zie, Moeder, altijd goed en teeder!
O zie met welbehagen neder.
Op't offer van ons kinderhart!
O moog het immer 't uwe wezen.
Geen onheil is ons dan te vreezen; Wij zijn getroost in alle smart, (bis.)
151
Dan spanii' de wereld vrij haar strikken. Dan dreig' de iiel ons met haar schrikken,
Wat vijand onze ziel bestrijd';
Wij weten, wij, op wie wij hopen. Uw moederhart staal voor ons open,
O gij, die onze toevlugt zijt! (Ins.)
Met u dan zullen wij verwinnen.
Wij blijven eeuwig u beminnen,
En zien u op uw glorietroon; , Dan zullen met de hemelkringen,
Ook wij, o Moeder! eeuwig zingen;
Wat zijt gij goed, wat zijt gij schoon! (bis.)
39. LOFZANG TER EERE
VAN UKT
H. EN ONBEVL. HART VAN MARIA.
W ij z e ; Wees gegroet op kindertoon.
Laat nu de aarde op blijden toon '1 Duizendsfemmig feestlied zingen,
Reeds weêrklinkt om 's Heeren troon quot;t Lofgezang der hemellingen,
't Ruisch' der Moeder van den Heer, En haar heilig Hart ter eer!
Vlekloos Hart! wie zal uw lof.
Wie uw zaligheid bezingen!
De Eng'len van liet hemelsch hot Spreken in hun liooge kringen.
Neen, zij spreken nimmer uit .
Wat dit heilig Hart omsluit.
152
Voor het magtig zonnelicht Wijkt de stille starrenluister,
Maar de zon haalt 't aangezigt En haar stralen weg in 't duister Voor de glorie van de Maagd, Die aan 't hart van God behaagt.
Heilig Harte! vrij van smet,
Troost voor wie op u vertrouwen,
Hoor ons kinderlijk gebed, ' O gezegendste aller vrouwen!
Vraag nu, vraag van 'tgodlijk Lam, Dat zijn liefde ons hart ontvlamm'.
aan maria onbevlekt ontvangen.
W ij z e : Wees gegroet op kindertoon.
Lieve Moeder van den Heer!
Laat ons om uw zetel dringen,
Laat uw kind'ren u ter eer 't Zielverrukkend feestlied zingen, 't Moet weerklinken luid en blij; Moeder , Onbevlekt zi.it gij !
't Heeft het wijde wereldrond. En herscheppend overklonken,
't Woord door Pius' mond verkond; En uw kind'rqn vreugdedronken Juichten op uw feestgetij:
Moeder, Onbevlekt zijt gij!
Neen dat loflied zwijgt niet meer; Tot aan 's werelds verste palen
453
Blijven met het hemelsch heer Al uw kind'ron 't luid herhalen, 'tWoord van 't zalig jubeltij:
Moeder, Onbevlekt zijt gij!
En we voegen dank en bee Aan die blijde feestgezangen;
Wie, wie dankt niet met ons meê. Voor al 't heil door u ontvangen,
In dat zalig jubeltij,
Moeder, Onbevlekt zijt gij!
Zonnezuiv're Moedermaagd!
Om de glorie u gegeven,
Hoor ook wat ons hart u vraagt: Dat we na een schuldloos leven Eeuwig jub'len aan uw zij:
Moeder, Onbevlekt zijt gij!
41. DE VERSCHIJNINGEN VAN O. L. VROUW TE LOURDES.
W ij z e : Gij zijt des hemels Koningin.
(Twee.) Een grot. die oog en hart bekoort, (Allen.) O Maria!
» Koost gij te Lourd' tot beévaartoord, {Allen.) O Maria!
(Enncjen.) Gij vertoondt u zonneklaar, (Anderen.) In 't jaar acht-en-vijffig daar, (Allen.) Hemelschoon, aan Bernadet; (Eenigen.) Achttien keer
(Anderen.) Zag ze u weêr.
{Allen.) Wond'ren, nu nog, tuigen het.
iü
154
2.
Hel kind kwam sprokkelen bij de beek, O Maria!
Die toen langs 't rotsgebergte streek, O Maria!
Takjes en laagwatertij Lokken haar naar de overzij:
Doch zij schrikt... een stormwind jaagt! 't Hoofd omhoog.
Ziet haai' oog In de grot de Moedermaagd'
3.
Gij draagt noch hoofd- noch halssieraad,
O Maria!
Maar blaauwe sjerp en wit gewaad, O Maria!
Gouden rozen op uw voet,
in uw hand een Rozenhoed! 't Kruis maakt gij met Bernadet; Vijftig maal Vat ge een kraal. En verdwijnt bij 't laatst gebed.
4.
Met twee is 't kind teruggekeerd, O Maria I
En vraagt in schrift wat gij begeert. O Maria!
«Luister - zegt gij - doe wat 'k vraag; «Kom hier daagiijks veertien daag. «En ik loon u na den dood; «Ook dees twee «Komen meé,
«quot;k Wil de toeloop worde groot.quot;
155
5.
«Ga tot de priestersquot; spiaakt ge eens 0 Maria! [weer,
«Zeg hun dat 'k liier een kerk begeer!quot; O Maria!
U ter eer een tempel Gods.
Op de Mashiella-rots,
Bernadetta juicht alreê!
't Woord der «Vrouw»
Deelt zij trouw Driemaal Lourdes' herder mee.
Gods dienaar, meldt ze U, hoort mij niet, O Maria!
Vóór hij dees struik nu bloeijen ziet,
O Maria !
«Bid voor't zondig menschdom God; «Kom, geknield, naar 't diepst der grot;quot; Dus spreekt gij, vol teederheid! En nu zij,
Roept als gij,
Driemaal luid: Boetvaardigheid!
Des anderdaags beveelt gij haar, O Maria!
«Drink, wasch u aan de bronne daar!quot; O Maria !
Bernadetta ziet, ziet rond,
In de grot krabt zij den grond, En, o wonder! diep uit de aard' Borrelt op,
Drop bij drop,
Water van onschatb're waard'!
156
Op 't Feest van Boodschap ziel ze U O Maria! | weêr;
Nu vraagt, nu smeekt zij, ach zoo teer, O Maria!
Ja, tot viermaal bidt, bidt zij; Vrouw! wie z'yt gij'? zeg, zeg 't mij, Zeg mij iioe uw Naam toch is! Verhoord wordt zij,
'k Ben , zegt gij, De onbevlekte ontvangenis!
Met duizendtallen komt zij weer,
O Maria!
Met duizend lichten U ter eer, O Maria!
Aller blik op quot;t kind gerigt Leest op 't stralend aangezigt Dat zij «de Onbevlekte» ziet! En daar brandt,
Om haar hand 't Licht der kaars, en deert haar niet!
10.
Nog eens, op quot;t feest van't Schapulier,
O Maria!
Zag Bernadet voor 't laatst u hier, O Maria!
Zwijgend stondt ge er in de nis. Onbevlekte Ontvangenis,
Minlijk lagchend, godlijk schoon! En hoe zoet.
Was uw groet.
Toen tot afscheid aangeboón!
■157
Nog altijd vloeit het water voort;
O Maria!
Miljoenen gaan naar 't beêvaartoord; O Maria!
Do Kapel werd U geslicht;
Dag en nacht brandt offerlicht; En wat v.ond'ren afgesmeekt; Lam nen staan,
Kreup'len gaan,
Blinden zien, die stom was spreekt! 12.
'k Kan niet naarLovird' ter beêvaart gaar,
O Mai'ia!
Maai', Moeder! neem ons oller aan, O Maria!
Kaarslicht zegt U, wie als kind Lieve Vrouw van Lourd' bemint, 't Licht dat in de grot steeds brandt! En veel goed.
Moeder /.oet!
Stroomt ons toe dooi' uwe hand !
42. HULDE EN BEDE AAN O. L. V VAN HET H. HART.
W ij z e ; Wanderschoon prachtige.
Eeuwig verkorene.
Vlekloos geborene,
Liellijke Vrouwe van 't goddelijk Hart' Leidster der zwervenden.
Hope der stervenden.
10*
Toevlugt en Bod ster in kwelling en smart; Hooi- onze beden.
Ginds in Gods Eden,
Hef er uwe oogen voor ons naar Gods troon. Moeder! beveel ons aan't Hart van uw Zoon.
Opperst weldadige,
Altoos genadige.
Lieflijke Vrouwe van 't goddelijk Hart! Wonderbaar magtige,
Wondervol krachtige.
Smeekende almogende noemt ü Bernard! Hoor onze zangen,
Zie ons verlangen;
Ons hart te geven aan quot;t Hart van uw Zoon. Zijn Hart ie winnen, o Moeder! tot loon.
Liefdevol gloeijende,
Zegenrijk hloeijende.
Lieflijke Vrouwe van quot;t goddelijk Hart! Hemelzoet minnende,
Alles verwinnende Hoe ook én duivel én wereld ons tart.
Goed, bloed en leven Wil ik U geven;
quot;k Hoop te volharden door U in den strijd; Mijn hart blijv' quot;t Harte van Jesus gewijd !
1 lemelsch verhevene.
Maagd'lijk geblevene.
Lieflijke Vrouwe van 't. goddelijk Hart! Zalving der lijdenden,
Sterkte der strijdenden,
Rulp der bekoorden door satan gesard;
159
Gij, o getrouwe;
Magtige Vrouwe !
Leid ons ten hemei, in onschuld en deugd . 't Harte van Jesus tot eeuwige vreugd!
43. SMEEKLIED TOT 0. L. V. VAN HET H. HART
VOOn kerk ets' PAI s.
W ij / e : Vrees (jegroct op kinderlma.
Lieve Vrouw van 't Heilig Hart,
Die we als smeekende aljiagt eeren. Ach, wil door uw beè de smart Van den HeiTgen Vader weren:
Kerk en Paus verkeert in rouw, \ ^ Wees ten voorspi'aak, Lieve Vrouw! i
Moeder! sta Paus Leo hij.
Om uw Pius die quot;I verkondde.
Dat Gij blecl't van smetten vrij.
Onbevlekt van Adams zonde;
't Mag niet langer, Hu onttroond, \ ^
Gi.i als onbevlekt gekroond. 'i
Meerdert daaglijks Leo's smart.
Grijnzen ook de helsche magten.
Hij ook blijft, van 'I godlijk Hart, En door U, verlossing wachten:
Schenk dan. Moeder! door uw Zoon, i ^ Kerk en Paus de gloriekroon. (
Niemand roept vergeefs U aan.
Droefheid zal in vreugd verkeerenquot;
■160
't Uur der redding zal dra slaan, Kerk en Paus zal triomfeeren! Moeder! van uw wondermagt ) Wordt die zegepraal verwacht i
44. HET H. HUISGEZIN: JESUS, MARIA, JOSEF.
{Eenigen.)
U, Joscf! wijd ik mijnen zang; Maria zing ik levenslang; U, Jesus! mijnen God en Heer, Geve aarde en hemel eindloos eer.
{Allen.)
O Heilig Huisgezin!
Ik eer er Josel' in;
Ik eer Maria, Moedermaagd;
Ik aanbid uw Kind.
Dat ons teer bemint,
En enkel wederliefde vraagt. {Eenigen.)
Was ooit gezin zoo goed en groot, En levens in zoo diep een nood. Als't allerheiligst Huisgezin? Dat storte ons troost bij 't lijden in. (Allen.) 0 Heilig Huisgezin! enz.
Was ooit gezin op heel deze aardquot; Zoo heilig, zoo vereerenswaard'? Hel. hoofd gebogen in het slof.
Zing ik dit Heilig Drietal lof.
(Allen.) O Heilig Huisgezin ! enz.
161
Was ooit op aarde een huisgezin, Zoo mild, zoo vol van menschenmin? Ik werp mij dan, mijn God en Heer! Voor U (en dankbaar offer neer.
(Allen.) 0 Heilig Huisgezin! enz.
45. AAN DEN H. JOSEF.
(Op eigen zangwijze, of als: Tanium erno. ■
Heiige Josef! trouwe hoeder Van uw godlijk Voedsterkind ,.
Die uw' Jesus heel uw leven Onuitspreekli k hebt bemind: Heil'ge Josef! vraag dat wij Hem beminnen zoo als gij.
Heil'ge Josef! die uw' Jesus In uw stulpje met u hadt,
Vaak, van d'ai beid tot Hem opziend. Stil en innig Hem aanbadt; Heil'ge Josef! vraag dat wij Jesus dienen zoo als gij.
Heil'ge Josef! door Gods Zone In uw ned'rig werk verligt,
Daar Maria 'toog, vol liefde. Op haar Kind en Bruigom rigt: Vraag dat in hun aanschijn wij Ons verblijden zoo als gij.
Heil'ge Josef ! die in de armen Van uw Bruid en Pleegkind stierft.
En voor uw getrouwe liefde
quot;t Loon dér eeuwigheid verwierlt;
162
Heil'ge Josef! vraag dat, wij Zalig sterven zoo als gij.
W ij z e : O beeld der schoone liefde.
(Wordt ook met herhaling van het eerste woord van eiken versregel irezougen oj) de wijze van het bekende ;/Pius liedquot;.)
O .Tosef! Voedstervader
Van Jesus, onzen Heer,
Wij treden biddend nader.
En knielen voor u neèr;
Want in uw vaderarmen
Draagt gij het godlij k Kind;
'I Zal onzer ziuh erbarmen ,
Wijl 't uw gebed bemint.
Wil, Josef! voor ons vragen,
Dat wij in s' levens lot Ons naar zijn wil gedragen,
En trouw aan zijn gebod.
Wil door uw beé verwerven.
O trouwe Toeverlaat!
Dat, wij den hemel erven,
Als eens ons sterfuur slaat.
Wij smeeken u te gader,
O Vriend van 'tHeilig Hart!
Blijf, Josef! ons ten vader
In blijdschap en in smart.
Vraag on% met Jesus' Moeder.
Zijn hulp in allen nood.
163
En blijf ons trouw ten hoeder Van nu tol. in den dood.
W ij ze ; WeeS. gegroet op kindertoon.
Gaat tot Josef! 0 hoe zoet Klinkt die toon in onze zielen!
Laat ons met een blij gemoed Voor zijn zelel nederknielen; Hem zij dit ons lied gewijd Die ons steeds als Vader leidt.
Ü, wien Christus' Kerk vereert Ms haar Leidsman en Behoeder.
Die haar als Patroon regeert , Smeeken wij voor onze Moeder, En haar waardig Opperhoofd, Van zijn wettig regt beroofd.
Bruidegom der Moedermaagd. Hoed de jeugd op al haar wegen , Waar haar satans list belaagt. Blik haai' uit den hemel tegen; Stort haar ziele, stort haar zin Liefde voor de kuischheid in.
Schenk aan quot;toogder oud'ren licht. Om hun kind'ren zóó Ie leiden
In 't betrachten van hun pligl , Dat zij zich een plaats bereiden. Waar gij met uw Jesus woont. En ii hun Beschermer toont
48 AANROEPING VAN DEN H JOSEF,
PATROON DER 11. KERK.
Wijze: Jinrhl nu . blijde Sin nu Koren. of: Heuvels, dillen.
Zij. die wij als Moeder eeren. De onbevlekte Bi uid des I I eeren , .lesus' Kerk, uw zorg vertrouwd. Zij, oJosef! wanr men schomvl. Zij woidt finaadlijk uitgestooten En met laster overgoten,
Zij, als eens haar godlyk Hoofd, Door geweld, van regt berooid.
't Opperhoofd, de Paus en Koning, Is gevangen in zijn woning; Herdervorsten, trouw aan God. Zuchten achter vestingslot; Priesters worden uitgedreven.
Om in ballingschap te leven.
Of zij boeten snoode straf Schuldeloos in kerkers af.
Nu dan, .lesus' Voedstervader'
Treed met uwe Bruid Hem nader. Met de Moeder tot den Zoon : Gij door Pius tot Patroon Aan geheel de Kerk geschonken .
Gij nn met die magt omblonken ,
Josef! sla uw kind'renbij.
En bid Jesus' Kerk weer vrij [
165
ALS PATROON DER H. KEP.K.
W ij z e : Wim Neérlandsch bloed.
Nu rij zo op heel het wereldrond ,
Als in de hemelsfeer,
Een nieuw pezanir uit. aller mond ,
O Joset'! u ter eer;
Want, u. Maria's Bruidegom
En Hoeder van Gods Zoon,
U vroeg 't, geloovig volk alom
Ten dierb'ren Schutspatroon, {bis.)
Al 't Vadertal van 't Vatikaan ,
Het drong met 'sHeeren volk Vereend op uw verhefling aan ,
Bij Gods onfeilb'ren tolk;
En Pius , in wiens vaderhart
Men 't uwe wedervindt,
Hoe heeft hij, in zijn vreugden smart. O Josef! u bemind. (Ins.)
Uw Onbevlekt Ontvangen Bruid Heelt hij met eer gekroond,
En op haar Feestgetij ook luid Zijn liefde aan u getoond;
Hij gaf u op dat. dubbel Fees!
Tot Schutspatroon der Kerk ,
Opdat nu tegen satans geest Uw Vadermagt haar sterk' {bis.)
O gij, eens zwoegend in een stulp En toch zoo vorst'lijk groot!
O reik tier Kerk die vaderhulp ,
Die ge in haar oorsprong boodt,
Toen gij Maria en Gods Zoon Zoo trouw hier hebt behoed ;
Wees, koninklijke Schutspatroon! Wees van Gods Kerk gegroet, {bis.)
Tot u roept zij, vervoerd van min,
Wijd over 'tgansch heelal,
Tot u, o Hoofd van 't Godsgezin !
Met dankbaar lofgeschal,
Die in Maria en Gods Zoon
De Kerk reeds hebt behoed:
Wees, Patriarch en Schutspatroon! Wees, Josef! wees gegroet, {bis.)
O Vader! zie ons tot u gaan
Met Paus, met heel Gods Kerk, En hoor 't eenparig smeeken aan .
Voltrek, voltrek uw werk!
Gij, die des Opperkonings Zoon.
Zijn Moeder hebt behoed: O Patriarch en Kerkpatroon I Wees, Josef! wees gegi-oet. {bis.)
50. LOFLIED AAN ONZEN H. ENGELBEWAARDER.
W ij z e : Vreedzaam wandel!, ster.
U, die om den zetel dient
Van den Heer der Heeren,
Zijn Gezant, mijn Zielevriend,
'k Wil u dankbaar eeren.
107
Gij, die eeuwig u verbijdt
In het godlijk wezen ,
Maar ook mijne vreugd hier zijl. Engel! wees geprezen.
Gij omzweeft mij nacht en dag.
Schutsgeest, mij gegeven ! Moge ik rein in vroom ontzag Voor uw bijzijn leven !
Gij, ja! blijft mij onverdiend
Al uw liefde toonen :
Laat mij, teed're Hemel vriend ! U met liefde loonen.
Gij geleidt, verlicht, behoedt.
Trouwe Gids! mijn schreden; Gij ook sterkt mijn zwak gemoed Door uw smeekgebeden.
Veilig is mijn levensbaan .
Wie mij ook bestrijden; ü, mijn Engel! roep ik aan. Gij zult mij bevrijden.
Blijf, o blijf in allen nood
Mijner u ontfermen Maar vooral, wil bij mijn dood . Wil mij dan beschermen '
Als mijn ziel aan de aarde ontgaat .
Wil mij niet begeven : Voerbaar, trouwe Toeverlaat! In het eeuwig leven
168
51. SMEEKLIED TOT PATROONHEILIGEN.
Wijze; Maria's beeld te midden.
Na 's werelds strijd en lijden ,
In Jesus' kracht volbragt,
Geniet ^ij zijn verblijden.
En deelt zijn gloriemapt;
■j- O dat, mijn goede Heil'ge! Uw voorspraak mij beveil'ge , Bid, heil'ge Beschermer ! bid, o bid voor ons.
Wij nog bij 's levens plagen.
Wij zijn in zielsgevaar;
Ach , hoor ons klagen , vragen , Dat ons uw hulp bewaar'.
O dat dan, goede Heil'ge! ens.
Komt satan ons bekoren,
Lokt vleesch , of wereld aan : Wil onze smeekstem hooren. Ach help! of wij vergaan.
f O dat dan, goede Heil'ge! enz.
God kroonde uw heilig leven
Met glorierijken dood :
Mogt op uw beé Hij geven.
Dat 'k zalig de oogen sloot.
-j- Dat dan, mijn goede Heil'ge! enz.
O waar ge in d' eeuw'gen vrede
Nu Jesus' aanschijn ziet;
Verwerf mij door uw bede ,
Dat ik uw heil geniet'.
f O dat dan, goede Heil'ge! enz.
Bladz.
Kerkelijke goedkeuring............................................1!
Opdragt aan de 11. IVlaagd en Moeder Gods.... Ill
Voorwoord........................................................V
De devotie tot O. L. Vr. van Kevelaar
Oorsprong der bedevaart............... VII
Broederschap der West-Frieslandsche processie van Zwaag*................................. XVI
GEBEDEN.
Keisgebeden................................................................I
Morgengebed....................................2
Avondgebed................................................................5
Gebeden bij de 11. Mis..........................................7
Gebeden voor de ü. Communie................................19
Gebeden na de H. Communie...............22
Gebeden om den atlaat te verdienen........................24
Litanie van den Zoeten Naam Jesns............27
n van het H. liar:; van Jesus........................30
„ op het Lijden vnn Christus..........................33
„ van de Hli. Engelbewaarders......................37
Gebeden tot den H Engelbewaarder........................40
Litanie van den H. Josef........................................41
Gebeden tot den H. Josef......................................44
Litanie voor de Geloovige Zielen..............................46
Gebeden voor de Geloovige Zielen............................50
De profundis............................................................53
Litanie der hl. Maagd Maria....................................54
Gebed bij de Mirakuleuze kapel................................57
Verzuchtingen tot Maria, om hare Zeven Vreugden. 59
Litanie van O. L. Vr. van het H. Hart..................62
Het /rMemorare'* van O. L. Vr. van het H. Hart. G6
Litanie ter eere van O. L. Vr. van Lourdes.....67
Litanie der Zeven Droefheden van Maria................74
Vereering der Zeven Smarten van Maria's moederhart 79
Kruisweg-oefening....................................................81
Rozenkrans-gebed....................... . 98
170
I
GEZANGEN.
Tantum ergo Sacramentura.......... 102
2. Aauroepiog van deu H. Geest. 2
Kom, Heil*gc Geest! daal in dit nur. 102
3. Lied vóór de beevaartreis. 2
Kom, Pelgriraschaar! verheerlijk baar. 103
O heil'ge Maagd Maria!............ 104
Weest welkom, Zwaagsehe leden!.... 105
6. Aan O. L. Vrouw van Kevelaar. 2
Zie, Moeder! quot;t Zwaagsehe broedertal. 107
7. Maria, hulp in allen nood. 2
Wie kan 's werelds wee ontvlugten ?. . 108 2
8. De Litanie vau O. L. Vrouw,
Kyrie eleïson , Christe eleïson....... 110 2
9. Smeekzang tot de Moeder der Zeven Smarten.
O gij, droevigste aller vrouwen..... 110 2
10. 's Heeren vijf wonden.
Zing, mijn ziel! het vijftal wonden.. 112 3
11. Smeeklied voor de Overledenen.
Uit de diepe boetekolken........... 115 3
12. Pelgrims-avondlied.
Minlijk-lichtend vau den hoogen..... 117 3
13. üitnoodiging tot Maria's lof.
Komt, spoedt Ü! komt Maria prijzen. 118 3
14. Afscheidslied te Kevelaar.
Vaarwel, vaarwel, wij scheiden...... 119 3
15. Laatst Pelgrimslied.
Wees nog eens, o Kruis! gegroet.... 121 3
16. Akten van geloof, hoop, liefde en berouw.
Ik geloof, en zal gelooven......... 122 3
17. Aan Jesus eer! (Dat Jesus leev* 1)
Aan Jesus eer!.................. 123 3
18. Jubelzang aan Jesus' H. Hart.
Lof en glorie allerwegen........... 125
171
blz,
19. Smeekzang tot Jesus' H. Hart voor zijne Bruid , de H. Kerk.
Zoet Hart van Jesus! hoor......... 126
z. 20. Het H. Hart van Jesus ter eere. 2 Voor Jesus Harte zinge........... 128
21. Toewijding aan Jesus' H. Hart.
'2 Pius negen heeft gesproken........ 129
22. Het Schapulier van Jesus H. Hart.
'3 Mijn borst prijkt met de Beeldt'nis.. 131
23. Liefdegroet aan de H. Maagd en Moeder Gods.
*4 Wij groeten ü, o zuiv're Maagd.. .. 132
24. Hulde en bede aan Maria.
Komt! heffen wij een loflied aan..... 133
25. Aan Maria eer! (ÏV'aria leev !)
Maria eer! vat liefde en luister..... 135
26. Maria wees gegroet............. 136
)S 27. Loflied aan de H. Maagd Maria.
Maria! zoees yegroet. O WzmeXkomwgiw. 137 10 28. Lied op den Naam van Maria.
Maria's naam die 't hart verblijdt. . . 138 10 29. Meimaandlied,
Heuvels, bosschen, veld en dalen..... 139
12 30. Lofgezang tot Maria.
Gij zijt des hemels Koningin........ 140
15 31. Vertrouwen op Maria.
O gij, schoonste der vrouwen...... 143
17 32. Salve Regina.
Wees gegroet, o Koninginne........ 143
18 33. Maria Troosteresse.
Moeder des Heereu, 'k wil u vereeren. 144
19 34. O Moeder Gods.
O Moeder Gods, o reinste Maagd. . . . 145
21 35. Ter eere van Maria. {O heeld der schoone liefde.)
O beeld van *1 reinste leven........ 147
22 36. Verzuchtingen tot Maria.
Maria! gij, die boven de Eug'lenkoren. 148 28 37. Avondgroet aan Maria.
Maria's beeld te midden............ 149
25
172
blz.
38. Lof, dank en opdragt aan Maria's Moederhart.
O Maagd, o schoonheid nooit volprezen. 150 89. Lofzang ter eere van het H. en O. Hart van Maria.
Laat nu de aarde op blijden toon..... 151
10, Jubellied aan Maria, Onbevlekt Ontvangen.
Lieve Moeder van den Heer........ 153
4]. De verschijningen van O. L. Vrouw te Lonrdes.
Een grot die ooi; en hart bekoort.. . . 153
42. Hulde en bede aan O. L. Vr. vau het H. Hart.
Eeuwig verkorene................. 157
43. Smeeklied tot O. L. Vr. van het H. Hart,
Voor Kerk en Paus.
Lieve Vrouw van 't Heilig Hart..... 159
44. Het 11. Huisgezin: Jesus, Maria, Josef.
U, Josef! wijd ik mijnen zang...... 160
45. Aan den H. Josef!
HeiTge Josef! trouwe hoeder........ 161
46. Bede tot den H. Josef.
O Josef! Voedstervader............ 162
47. Gaat tot Josef.
Gaat tot Josef 1 O hoe zoet......... 163
48. Aanroeping van den H. Josef, Patroon der
H. Kerk.
Zij die wij als Moeder eeren........ 164
49. Loflied aan den H. Josef als Patroon der
H. Kerk.
Nu rijze op heel het wereldrond..... 165
50. Loflied aan onzen H. Engelbewaarder.
ü, die om den zetel dient......... 166
51. Smeekbede tot Patroon-Heiligen.
Na 's werelds strijd en lijden....... 168
----------
(
(